i   UITLEGGING DER TYTELPLAAT. ]0h> Tafereel toont ons den Sultan Mohammed, De Tweede van dien naam, aan men het mogt gelukken, ' Conltantinopel te doen leeven na zyn wet, Daar hy gantsch Griekenland voor zyne magt deed hukken: Zulks toont het bloote zwaard in zyne rechterhand , Terv/yl de flinker ons Morea fielt voor oogen, Waar hy zyn oorlogsvaan en ftandadrd had geplant. 't Door hem verwonnen Volk ligt voor hem neérgèbogen En zweert hem hulde en trouw. Men ziet aan de andere zy1, Het faniehtrekken van zyn troifche Legerfchaaren. De voorgrond toont de kaart der Turkfche Heerfchapry, Êenevens V Krygsgeweer dier woedende Barbaaren. De Faam trompet hunrf lof. De Stad van Conftantyn Vertoont zich in V verfchiet met al heur pr aalgebouw en. De Vakjes, die om laag aan deezen Tytel zyn, Doen ons humt Godsdienstpügt en Slaverny befchouwen. J. Fokke.  Te AMSTERDAM Bij M. 3CHALEKAMP.   H E DENDAAGSCHE HISTORIE or het VERVOLG VAN DE ALGEMEENE HISTORIE; Befchreeven door een Gezelfchap van GELEERDE MANNEN IN ENGELAND. UIT HET ENGELSCH VERTAALD,mmu Xfflt. DEEL, Ifi<- «n /ƒ*. STU iT; Behelzenbe de Historie van het OTHOMANNISCHE RYK. Te AMSTERDAM, BY M. S CHAL EK AM P. MD CC LX X X11 L   INHOUD van het TWAALFDE DEEL DER HEDENDAAGSCHE HISTORIE, X V Ide. BOEK- I. a FDEEL ING. gen onder SoPymcm CbeleH en Muf» Cbelebi '4- JfMSvSïSÉSSl.^ VI. AFDEEL ING. tt&es&ts&z r d. l over hunne Historiefchry vers; Histo^ (1413J - • ** rie der Regeering van Solyman-Scbach AFDFELING. enOrtogrul (AC1214) Bladz. 1. VII. AFDB.L Liw tr. II. AF DEELING. °e Regeering van Morad II. (1422) De Regeering van (Mwwn of Oz- . man, eerfte Chan of Sultan (1300) 21 VIII. AFDEELING. Til AFDEELING. De Regeering van Mohammed II, bygenaamd ^ati/;, (1452) 176. De Regeering van Or O». (1327) IX. AFDEELING. IV. 'AFDEELING. De Regeering van 2?ay - T«3« II. (1482; 266. De Regeering van Moradh (1360)74- x AFDEELING. V. AFDEELING. . ■ . De Regeering van SeJim I. CI512J Dj Regeeiing van JWjnw 5ny-Te- .... ci£ (i39o);EndetusfchenRegeerin-^ XL Ap>  XI. AFDEELING. XVIIL AFDEELING. naamd Kanum (1520) 34a. zyne herfteliing f1622). 597" XII. AFDEELING. XIX. AFDEELING. mfmdRMefrn,ëJAn S'Iim bySe" u DeReSee»»gvan Sultan Afora* IV. naamd ikfot (156Ó). . . . 439. bygenaamd Ghazi (1622) 603. £. XIII. AFDEELING. XX. AFDEELING. De RegeeriHgvan Moradlll. (iS75) De Regeering van Sultan Ibrahim 48o. (1639) .... 65;. XIV. AFDEELING. XXI. AFDEELING- De Regeering van Mohammed Hf. De Regeerjng van Mohammed IV. CI595; ' ' • 5H. (1649) 669. XV. AFDEELING. XXII. AFDEELING. (i?oe3)Regee!'iDS T Sul!"n Achm!iJ; De Regeering van s^mn IL (-i6s?) XVI. AFDEELING. XXIIL AFDEELING. De Regeering van M,Jhpha (161S) De Regeering van Aclmed II. 6°3. (1691) 883. XVII. AFDEELING. XXIV. AFDEELING. ^?T^ReSeering Va" °tlmm IL De Regeering van Moftapha II. (l6l8J Ö04. (1605) ... . 917. HEDEN.  HEDENDAAGSCHE HISTORIE; ZYNDE EEN VERVOLG van de ALGEMEENE HISTORIE. XVI. BOEK. Historie van het Othomannifche Ryk. EERSTE AFDEELING. Oorfprong der Othomannifche Turken met derzelver gefchiedenis tot op hunne vestiging in KJeinAfiën onder de Seljuk-Sultans; Aanmerkingen over hunne Historiefchryvers ; Historie der regeering van Solyman - Schach en Ortogrul. |^=?f^E aanmerking, dat de grootfte heerfchapp3'ën ^VI. Th "n Mi haaren oor^Pr°ns genomen hebben uit de ge- Boek, jy^JJi ringfte volken, kan met even veel recht toe jfol^^jl gepast worden op de Othomannifche, of Ozman n , ' Oost. Hist. XII. Deel. A J*ro"£  2 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. I. Afd. der Othomannen. Hunne geJlachtrekening ver- , daclti. De Natm van Turken ha.te- Zyhechte) wezentlyke Turken. mfche (A) Turken als op eenig ander volk van de waereld. Zy zyn , zonder twyfFel, afkomstig uit Turkestan , of eenig. ander gedeelte van Tartaren, doch het zou moeyelyk vallen te bepaalen, uit welke provincie van dit wyduitgeflxekt land zy hunnen oorfprong hebben, of den byzonderen ftam , waaruit zy gelproten zyn. Privs Cantemir zegt 3 dat de Othomannifche Turken afkomstig zyn van eene der doorluchtigste Oguziaanfcbe Familien, welke haaren afkomst rekenen van Ogtz-Chm, een' der oudste helden van de Turkjche Natie ; en uit dien hoofde eigenen zy zich den naam toe . van Ogu* ziaaven ; maar offchoon de Turken , en Ma hornetaanfche Tartaar en, Oguz voor een' der flamvaders van de Turken houden , is 'er echter niemand onder hunne historiefchryvers te vinden, die één enkel woord rept van de Turken onder den naam van Oguziaanen* , Dewyl de naam van Turken in' groote verachting gekomen was onder de Arabieren en Perfiaanen , die denzelven uitgekreten hadden als een' naam , die onbefchaafdheid en wreedheid te kennen gaf , gaven zy aan den zetel van hun ryksgebied niet den naam van de lurkfche , maar van de Othomannifche Porte. Des niettegenftaande waren deeze Üthomannen } misfehien « de ruwste en onbefchaafdste van alle de Turkfhe Stammen tot op de. verovering van Lonfianlinopolen. Zonder ons op te houden met het aanhaalcn der redenen , waarom zy dee^cn naam aangenomen en geenen verworpen hebben , dewyl die alle beuzelachtig en (A) OTHOMAN is een Arabisch woord, wair van Oman dePerfijche uit-pnat; ih, we'ke d. Turken hfettbeA aa^gèrcorrien ,. doornen zy langen tyd in Prrf.ëi zich hebben opgehouden. Zy. worden .gemeen ly'k genoemd Ati Othman , pi het Oihnanmjch volk, .  OTHOMANNISCHE RYK ; s en onzeker zyn , zullen wy alleen aanmerken, dat fchoon de Othomannen, zo wel als de Seljaks , toen zj in magt begonnen toe te neemen, deezen naam aange nomen hebben , het zy dan dat zy te trotsch waren oir langer een' naam te voeren , die in verachting vervaller was, of dat zy dit gedaan hebben ter eere van de grond leggers van hunne Ryken , zy echter wezenlyke Turken waren ; en dit erkennen zy zelve , . wanneei zy zeggen , dat zy Oguzianen zyn , dewyl Oguz flechts ecnige weinige gedachten van Turk verwyderd was. Ook kunnen wy niet zien om welke reden zv zich dien naam behoefden te fchaamen , daar lurk, die zy voorgeeven een zoon van Japbet geweest te' zyn , algemeen gehouden word voor de ftam vader van alle de .ftammen of volken , die Tartaryën bewoonen. Welk gedeelte van 7'artaryen deeze zogenaamde Ogu* ziaanfche Horde of Stam oudtyds bewoond heeft, is mede onzeker , doch hunne 'historiefchryvers komen hierin overeen ; dat zy zich ophielden in de nabuurfchap van de Caspifcbe zee , en dat zy behoorden tot die foort van Tartaaren , welke zy gewoonlyk, Konar Kocber Tatar Tayfeli, dat is, rustende en reizende Tar. taaren , noemen; het geen te kennen geeft, dat zy geene vaste woonplaats hadden. Prins Cantemir is van gevoelen , dat deeze Oguziaanen het land , dat tusfchen de gemelde zee en het Meer Karabogdz gelegen is , bewoond hebben, het welk thans] bewoond word door de Karakdlpaks , die insgelyks een omzwervend leven leiden , en de Turkfcbe taal fpreeken , of fchoon zy grootelyks verfchillen van de Turken in hunne gewoonten en manier van ieven. (a) Schoon (*) Cantjmis, Hist. Othm. Emp. pref. p, i2, A2 - \ . XVJ. ' Boek. I, Afd. [ Hunne oude woonplaats zen mzck-.r.  4 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. I. Afd. Voorvader: van Othman. Zy vesti gen zich in Perfiïn. Schoon de Turkfche hifloriefchryvers de geflachtlyst der Othomannifche Turken tot Japhet toe doen opklimmen, blykt het echter niet, dat men van de voorzaaten vata Oihman , die door de Turken zelve Hechts flaamv aangehaald worden , iets met zekerheid kan zeggen, verder dan tot deszelfs overgrootvader. Volgens de overlevering ten tyde van Chalcocondylas was de naam van zyn' overgrootvader, Ertognd, die van zyn' Grootvader , Oguz alp , en van zyn' Vader Duz.alp ; en volgens de Turkfche Jaarboeken , Saadie Effendi , en andere Oosterjche fchryvers, waren hunne naamen Ertognd, Solyman. Schach , en Eiya Aleb, die door anderen Kiay Chan genoemd word. Van Solyman Schach de vader van Kiya Aleb, of Kiay Chan , of liever van niet een' van deeze drie voorzaaten van Othman vindt men by de Turkfche bifto. rieichryvers maar zeer weinig aangetekend, en zelfs dit weinige is onderhevig aan veele tegenwerpingen. SAaDI Effendi, de fchryver van die Jaarboeken , die zo groot in achting zyn by de Othumannen,, zegt, dat, volgens dc aantekeningen der oude Oosterfchefchryvers , ten zelfden tyde toen het geflacht van Seljuk verhuisde van JVJawaraUnahr naar Iran , Kiya Chan , opperhoofd der Oguziar.en , met zyn' ftam vertrok van Marü Srhdch Jdn en zich meester maakte van de ftad Machdn (B); maar dat, na den inval van Genghlz Chan, Kiya Aleb y wiens grondgebied zich uitftrekte tot Jhlad(C), zich genoodzaakt vond zyne bezittingen te verlaaten , om de woede der Tartaaren te ontkomen , en met zyne on- (B) MACIUN of Mahdn legt tw fchm Bawerd, of Iburd, en Dii. run , niet verre van de rivier Amu , omtrent honderd tn zesti" mylen van de Caspifche zee, ö (C) ACHLdT of Keldt ia Groot • Armeniên.  OTHOMANNISCHE RYK. < onderdaanen eene nieuwe woonplaats te gaan zoeken ir de landftreek van Rum of Anatoliën. HESHRI, een veel ouder historiefchryver dan Saadi. zegt, dat de Oguziaantn het land van Ahlad bezeten heb; ben honderd-en-zeventig jaaren vóór den tyd van So. lyman ; onder wien zy , in het jaar 611, hunnen eersten optogt deeden naar den kant van Klein-Afien; maar, toen de Tartaren het geheele land verwoest hadden ver het Solyman met zyne onderdaanen het land van Rum , en trok naar Azerbejdn , daar zy een'. tydlang een herderlyk en omzwervend leven leidden. Doch in het jaar C16, door gebrek aan onderhoud genoodzaakt, trok hy ten tweedenmaale met vyftig duizend mannen naar Mum , om zyne voorige bezitting te herneemen: maar hy verdronk in het overzwemmen van de rivier Eupbra* tes te paard, (b) De plaats , daar - dit- ongeluk gebeurde, was, volgens óe Tap Haixarich van Saedo'ddin, tegenover het kasteel Chaybas , of Jdlber , en hy wierd begraven op eene plaats, die thans Mazardhi Turk genoemd word. De Tarich Othmdni zegt, dat Sultan Aladin, van het geflacht der Seljukr , na uit Chorasfdn naar de landftreek van Tttnndn gevlucht te zyn , en daar de ftad Sebaste of Shvds ingenomen te hebben , zich het koninglyk gezag aanmatigde, en dat ten zelfden tyde Solyman , na het verwoesten van Machdu, voor het geweld der Tartaaren moetende wyken , zich voor Erzingdn vertoonde, en dat hy van daar tot Romanië'n doordringende te Amafia kwam. D.it hy toen zyn' togt veranderende naar Haïep trok , en van daar naar de ftad Jabber aan den Eu-i pbrates, alwaar hy zich nederfloeg ; en dat hy die rivierv te (b) Cant. pref, p. 12, enz. d'Herbelot , p. 822. Are Solyman Schach, A3 i xvr. Boek. ï. Af». Htgyra 611. A D.1114. Zy vertrekken meer vaar het vesten. Hegyr/i 616. i4.D.ii\g. Solyman chacti erdrinkt.  6 HISTORIE van het XVI. Boek. i, Ato. Tegenwei ping. (c) Cast. pref. p. 13. Annales Sulianorum, p. 1. te paard wilende overzwemmen , verdronk, gelyk hiervoor verhaald is. (c) Deeze aftogt van Solyman word van de Hiftoriefchryvers gezegd gebeurd te zyn na dat Gengbiz Chan de ■ftad Balch in Chorasfdn verwoest, en Kurzem Schach geflagen had. Dit verhaal, zo als het van de Turkfche Hifto< iefchryvers opgegeeven word, van welke Prins Lantemir zich bediend heeft, is onderhevig aan veele tegenwerpingen. Vooreerft is hun zeggen, dat het grondgebied van Solyman zich uitftrekte van Machdn in Ch.rasjdn tot Ahladm Armenïén, ftrydig met de waarheid der hiftorie; want geheel Perfiën en een groot gedeelte van Armeniën ftond ten dien tyde onder de gehoorzaamheid van de Kar asm Schachs; en vóór hen behoorde het aan de Seljuks van Iran. Ook is het niet waarfchynlyk , dat Ahlad ooit toebehoord heeft aan de öguziaanen ; en veel minder honderd-en-zeventig jaaren vóór den aftogt van Solyman , zo hy zelf al eens bezitter van deeze plaats mogt geweest zyn want het ij byna niet mooglyk, dat twee plaatfen , zo verre van elkander gelegen als Machdn en Ahldd , zo lang onderworpen zyn geweest aan zulke kleine Prinsjes , welker heerfchappy enkel bepaald was binnen de wallen van deeze twee fteden , en welker naamen naauwlyks bekend 'waren by de Hiftoriefchryvers van deeze landen. Hierby komt nog, dat de noodzaaklykheid, waarin hy zich bevond, om zyne bezittingen te verhaten , en met zyne aanhangers , die flechts vyftigduizend mannen konden uitmaaken , een nieuwe woonplaats te zoeken in het land van Rum, in het geheel niet beftaanbaar is met'het ver* mogen van een' Vórst, die zulk een uitgeftrekt gebied bezat,-  OTHOMANNISCHE RYK. bézat; naardien die, in zulk een geval, in ftaat zou ge u eest zyn om een veel talryker leger op, de been U brengen, en de Mogulx het hoofd te bieden, in de plaat; van zonder fl;;g of floot voor hen te vluchten. Indien Prins Cantemir de Turkfche Hjftoriefchry'verj met meer nauwkeurigheid getoetst had met betrekking tot den «eersten oorfprong der Othomannen, dan zou hy dezelven waarfcbynlyk met meer getrouwheid gevolgd hebben, en niet, in navolging van Sa'ddi Effendi, en andere laater Schryvers, die meer den nxm der Othomannen, dan de waarheid der gefchiéderjis in het oog hielden, de zaaken hebben vergroot. SOLTMAJSIheivieil Zoonen m,Sungurtckingy Jun%gfli, Ertogrul of Oriogrul Gdzi, en Dundar of Dumdar. ö De twee eerflen keerden , na de dood van hunnen Vader naar Perfiën te rug ; Ertognd en Dumdar floegen met hun aandeel .van onderdaanen eerst hunne tenten neder op eene plaats geriemd ischtrmaluchuler (D) Dumdar ftierf op deeze plaats, en na zynen dood vertrok Ertogrui naar klein ■ A/iën, en vermeesterde in deezen optogt verfcheiden provintiën, en verkreeg, door de overwonnenen te noodzaaken tot het omhelzen van den an Aladin Su'tan verlaan. Hegyra 700. £.0.1300. Hy 'Jleli landv togen aan.  xvr. Boek. ï. Afd. Ï2 HISTORIE VAN het het zelfde jaar de ftad Kuprihisfar insgelyk veroverd was, verplaatlte Uthmïm den zetel van zyn Ryk van Karacbifar naar Genghisheri; welke laatstgenoemde; ftad hy met fraaye gebouwen en fterke vestingwerken verfiejde. (_ e). Dit is de gefcbiedenis der eerde Turkfche Opperhoof. den, gelyk Prins Caniemir dezelve opgeeft, volgens de Turkfche Hiftoriefchryvers ; maar deeze is niet min onderhevig aan tegenwerpingen, dan de geene, die hy, op geen beter gezag , heeft ingebragt, met betrekking tot de Otbomanr.ijche Familie. Het is niet waarfchyniyk, dat Ertognd met naauwlyks de helft van de legermagt van zyn' vader, al het land zou veroverd hebben, dat gelegen is tusfchen li aleb en Kayfatyah of Ceelarea in Cappadociën ; daar een gedeelte van hetzelve ftond onder de heerfchappy van Salao'ddin of Saladin, en zyne nakomelingen , die magtige vorsten waren; en het overig &edeelre beheerfcht wierd door Alaoddin Kaykobad, den tienden en magtigften van alle de Seljukfche Sultans van Rum. Daarenboven blyft 'er geene gelegenheid over om de overwonnenen het Mahometaanich geloof te doen ombelzen , dewyl alle de bewooners van deeze landen,, eenigc weinigen uitgezonderd, reeds voor veele eeuwen ! dat geloof omhelsd hadden, indien Ertogrul zo veele landen overwonnen had , als de Turkfche Schryvers voorgeeven , hoe kon het dan mooglyk zyn, dat hy zulk een groot gebrek aan woonplaats had, dat hy die by Aladin moest gaan verzoeken? • De voorwaarde, waarop die Sultan in dit zyn verzoek bewidigde, kon onmooglyk deeze zyn, dat hy de Tartaaren uit het Ryk zou vcrdryvcn, dewyl de Tartaaren geduurende zyne regeering nooit een' inval in zyne ftaaten gedaan hebben j en , indien zy dit al gedaan hadden, is het . (e) Cant. Pref. p. 13. Hifi. p. 9, ie*  OTHOMANNISCHE RYK. 13 het zeer onwaarfchy'nlyk, dat Ertogrul enkel met vyftigduizend mannen eene magt zou verflagen hebben, waartegen de legers van Aladin, een' zo rnagtigen Vorst, niet befiand waren geweest. Daarenboven word op de eene plaats gezegd , dat Othman , met toeftemming van Aladin , het recht om den titel van Sultan op zyne geldmunten te laaten Haan , en op eene andere plaats , dat hy het niet raadzaam oordeelde dien titel aanteneemen. Dit is eene openlyke tegenftrydigheid ; en daarenboven is het niet wel te gelooven, dat Aladin, offchoon hy al eens een zo lafhartig Vorst geweest ware, gelyk de Turkfche Schryvers hem af-chetfen, aan Othman de eertitelen van het opperste gezag afgedaan hebben. Het is ook niet waarfchyniyk, dat Othman de landen, die hy op de Grieken veroverde aan het Ryk van Aladin zou gehecht hebben , indien hy de vryheid had gehad van die voor zich zeiven te houden. Het is onmooglyk, dat Aladin in het jaar 699, of, volgens onze jaartelling , 1299) gevlucht kan zyn naar Michaël Palceologus den Keizer van het Griek'cLe Ryk , die reeds zestien jaren te vooren overleden was ; ook is het niet waarfchynryk, dat hy van het jaar 1219 tot het jaar 1299 zou geregeerd hebben , het geen waar zou moeten zyn volgens de Tw'kfcke Historielchryvers y dewyl zy in dien tusfehentyd enkel gewag maa.ken van éénen Aladin , dien zy Aladin den tweeden noemen; en de onwaarheid van dit verhaal blykt duidelyk uit de Oosteriche hiftoriefchryvers, die in dien tusfehentyd zes Sultans rekenen, waarvan vier by de Giekfche fchryvers worden opgenoemd. Het is ook niet waarfchyniyk, dat, indien de Landvoogden , na de vlucht van Aia„m, zyn Ryk onder eb* kanderen verdeeld hebben , zy zich terft nd* zouden onderworpen hebben aan Othman , en hem voor hunnen B 3 al- XVI. Boek. i. Afd.  XV T. Boek. i. Afd. Sejluit. 14 HISTORIE van het algemeenen Sultan erkend ; ook word deeze'gebeurdtenis tegengelproken door de Grkkfche fchryvers, en zelfs doo». lommige Turkfche fchryvers ; uit welker fchriften blykt» dat deeze Vorsten hunne magt als Opperheeren of Sultans nog langen tyd hebben ftaande gehouden, totdat zy langzaamerhand voor de overmagt der nazaaten van Otham hebben moeten bukken. Eisdelyk ftrekt de verdeeling der bezittingen van Othman onder zyne zoonen (welke bezittingen duidelyk blyken niets anders te zyn geweest dan eenige weinige fteden , welke hy veroverd had , en die zeer na by elkander gelegen waren) tot een genoegzaam bewys , dat zyne heerfchappy ten dien tyde wel zeer verre af was van zo uitgeftrekt te zyn , en althans van het geheele Ryk der Seljuks, of het land van Rum te bevatten. Uit alle deeze aanmerkingen blykt het, ons bedunkens ten klaarste, dat de oorfprong der Othomannifche Turken, en tevens die van hunne magt, zeer duister is ; en dat hunne hiftoriefchryvers , en wel voornaamelyk Sa&di Effendi , denzelven nog twyfelachtiger gemaakt hebben , door de tegenftrydigheden , die de dwaaze begeerte om de grondleggers van hun Ryk te verheffen hen heeft doen begaan ; in tegendeel zyn de Turkfche Jaarboeken , die door Gaudier vertaald zyn , en door Cantemir met zo veel verachting als leugenachtig verworpen worden, zuiver van alle de vlekken, welken de werken der meestbegunstigde Schryvers van dien Prins ontfieren. In deeze Jaarboeken, offchoon zy gewag maaken van de twyfelachtige afkomst van Otham , en zeggen, dat Sultan Aladin zo wel als Solyman Schach door de Tartaaren uit Perfiën verdreven is, vind men echter in het vervolg niets-, dat ftrydig is met de gefchiedenis der Seljuks , of met de waarlchynlykheid der gebeurdtenisfen. Deeze verhaalen alle , dat Solyman Schach, tot aan Ar-  OTHOMANNIFCHE RYK 15 Arzingban gekomen zynde, een' inval deed in Klein-Aft tn tot aan Amabia, en veel buit van daar te rug bragt; dat hy vervolgens , zich naar Haleb wendende by Jebher verdronk; dat vervolgens Ertvhd (of Eatogml') langs den Euphiates voorttrekkende naar de vlakten van Pasjfon (H) zich daar nederfloeg met honderd beweegbaare huizen , naar de^ manier der Tartaaren gebouwd ; dat hy daar vooi een' tyd ftand hield , gedurende welk verblyf hy veele oneenigheden had met de nabuurige volken; en dat hy eindelyk op het hooren , dat Sultan Aladin verfcheiden Iandftreeken in Klein - Afien veroverd had , en daar een uitgeftrekt Ryk bezat, Sarigati, een' van zyne drie zoonen , derwaaarts zond , om aan dien .9a 'tan te verzoeken , dat hy hem een verblyf in zyn land zou vergunnen', voor hem en zyne medgezellen; dat Aladin in dit zyn , verzoek bewilligde, en hem eene landftreek aanwees, die gefcbikt was voor hunne levenswyze zo wel in den zomer als in den winter; dat op dat zelfde tydflip eer e vreemde natie tegen den Sultan opkwam; en dat, terwyl die Vorst tegen dezelve in optogt was, om hen met alle zyne legerbenden flag te leveren, Ertogrul met zyne twee zoonen, Saregali en Q&nan, zich, zo ichieiyk hy kon , naar hnguri , of Ancyra begaf; dat Ert'grul zich met zyne bende daar nederflaande , zich fteeds bezig hield met de Grieken te kwellen door geftadige invallen; en dat hy, na zyn volk- twee- envyftig jaaren geregeerd te hebben; in het jaar 6&7 overleed ; dat zyn zoon Otbmam in de overwonnen landen eene heerfchappy oprichtte, en een gedeelte van de-^ zelve verdeelde onder de legerhoofden , die nut zyn' Vader Ertogrul derwaarts gekomen waren ; dat nader- hand (H) Or de vlakt'? van Paftn Wat, twaalf mylen ach'er Enelün. Liitnclavius , Hist. Mujulm. Tux. L. 2. p. xvr. Boek. 1. Ara. FJesyra Ó!?7. D 1228.  XVI. Boek i. AfD. Be GeloofwaardigsteSchryvèri, 16 HISTORIE van het hand Othman en zyn zoon Or-Chan, hunne magt te samen voegende , hunne wapenen wendden tegen de Christen , en dat zy, aljes verwoestende, Isnik of Nicea veroverde, (g) Om het oordeel , dat wc geveld hebben over fchryvers , welken Prins Lantemir gevolgd heeft, te ftaaven, zullen wy ons bedienen van het gezag van den Graaf Marjigli , die zich veel jaaren lang in Turkyën heeft opgehouden, en voornaamelyk zyn werk gemaakt heeft van het onderzoeken zowel van den ouden als van den hedendaagfehen ftaat van het Othomannifch Ryk. Deeze Edelman heeft, even gelyk wy, het verfchil, dat 'eiplaats heeft tusfehen de Turkfche Hiftoriefchryvers , met betrekking tot den oorfprong van het Othomannifche genacht , -en verklaart openlyk , recht ftrydig tegen het geen Prins Cantemir wil ftaande houden, dat die fchryvers alleen by de Turken voor echt gehouden worden, welke overeenkomen met de Turkfche Jaarboeken, die Gaudier vertaald heeft. De voornaamste fchryvers , waar van Prins Cantemir zich bediend heeft in het zamenftellen van zyne Hifinrie der Othomannen , fchynen niet meer geweest te zyn dan twee , die beide den naam gevoerd hebben van Saddi Effendi, offchoon door verfchillende kenmerken onderfcheiden. De eerste word genoemd Saddi Effendi van Larisfa , en draagt by Prins Cantamir den eernaam van den Hooggeleerden Saddi, fchryvers van de doorwrochte Synopjis Historiarum , bjTè'en verzaameld uit de zeer beroemde Hisftoriefchryvers M?rlana Idris , Ncshrim , Saddi, Tapltaverickh, Peckovi, en Hezarfen, Deeze Sy. (g) Annat.. Sultan, p. 2. (i) HUSSErti Effendi Hezarfen, een der nieuwe Turkfche Schryvers, die eene Historie van alie de Turkichj Monarchyën in het licht heeft gegeven. Dezelve is een kort begrip van het FJoek Al Jannabi, óf der Arabieren algemeene Gefchiedenis van Afiën , die, in  OTHOMANNISCHE RYK. 17 Synopjis wierd uitgegeven in het jaar 1696, en is opgedragen aan Su'tan Mujiapha, die in dit jaar zyne regeering aanvaardde (/>) De Historie van Cantemir fchynt eene vertaaling, of veeleer een uittrekzel van deezen Historiefchryver te zyn; fchoon hy zulks nergens duidelyk erkent , by noemt, wel is waar in zyne voorreden , aantekeningen, en ook in de Historie zelve anderen , die voor Sadai geleefd bebb en ; maar hy haait dezelve byna nooit aan, maar zegt enkel over het algemeen , dat^hy zyne Historie heeft zamengefteld uit de befte Turkfche fchryvers, cn dat hy de gebeurdtenisfen met hunne eigen woorden opgeeft. (O De andere Saddi is dezelfde met den fchryver van den Tajo'traverich ; zyn naam is, volgens d'Herbtlotf Saaduddin Mohammed Ebn Haifan , de beroemdste en beerlykste van alle de Turkfche Historielchryveis; hy was de leermeester van Sultan Mordd , of Amuratb de Di rde , zoon van Selim , en heeft naderhand de waardigheid van Mufii of Opperpriester bekleed. Hy word gemeenlyk genoemd Cbojaweh, of ook wel Cboja Effendi, en heeft in fierlyk Tu'rkfch het boek gefehreven genaamd TajoHta-wdricb of al tevaricb gelyk de lu ken he: .uitfpreektn, dat is de Kroon eer Historiën , het welk de levens en daaden behelst van de Othomannifche Sultans van het begin van hunne r-geering af tot op Solyman den eersten ( k). Prins Cantemir noemt dit werk Saddi ï a varicb , en deszelfs fchryver Saddi Effendi, den ,be- ruch- in het Turkfch ver'aald , uitg°geeven wierd in 16-2 ,• cl-zelve I;T veita?ld dóór den Heer de la Croix, Sn Zie D la Cro'x, Hi>t de Getighiz Chan , p. 4af. en Pref. a l'Hht. de 'L'imur bec, p 12. (h) Takt Puf .p 7. r (i) Caf>t Hist p 166. (k) d'Hsrb lot p. -2^. Art. Saadó'ddin ben Hasfan. ' Oost. Hist. XII. Deel, C xvr. Boek. 1. Afb. S iÜo'dio Mo. ammed.  3 XV L r Boek. 2 h 1 i AïD. ( ] I Tu kfche fnarboi- .en. ( i 8 HISTORIE VAN HET Lichten fchryver der Turkfche Jaarboeken Tajo'ltivertcb, eer beroemd onder de Othomannen , en geeft hem den oem , d it hy minder door zucht voor de glorie der Othomannen dan door liefde tot de waarheid gefehreven ïeeft ; welk getuigenis' , ons bedunkens , volgens de anmerkingen , die wy reeds gemaakt hebben, niet al e waar is. Vóór dat de Historie van Prins Cantemir in 't licht ovam , was 'er reeds eene vertaaling van een' Turkfche "chryver in het Latyn door Jan Gaudier of Spiegsl, on-" Ier den titel van Annales Sultanorum Osmanidarum, welke ierzelver historie bevat van de grondlegging hunner redering af tot het jaar 1550 , en een oprecht en onjpgefmukt verhaal fchynt te geeven van hunne verriclv :ingen volgens de oudste Hiftoriefchryver. Prins Cmte. mir tracht echter deeze Jaarboeken hunne geloofwaardigheid te beneemen onder den fchyn van het op Gautier gemunt te hebben , dien hy befchuldigt van al te ftout voor waarheid opgegeeven te hebben het geen by uit het een of ander Turkfche Kronykje had overgenomen met betrekking tot de Uihomannen, Ons komt het echter voor , dat in detze Jaarboeken niets onwaarfchynlyks gevonden word dan de geflachtlyst der voarzaaten van Othman , het welk zy met alle de andere Turkfche Historiën gemeen hebben. ■ Om kort te gaan , wy vinden in deeze Jaarboeken nergens zulke doorflaande blyken van verdichting_ als in die Hillorielchryvers , waarvan Prins Cantemir zich bediend heeft. Doch , naardien de misflagen , die in deeze Othumannifc'n Hisftorie voorkomen meest dat gedeelte van dezelve betreffen tot welker verbastering dè fchryvers het fterkst in verzoeking wierden gebragt , zullen wy hen in het vervolg onbefchroomd navolgen , want ons oogmerk is geenzins het gezag der Turkfche Historiefchryvers geheel en al in twyffel te treekken, maar alleen  OTHOMANNIS CHE RYK. 19 leen het waare van het valfche af te fcheiden, en de ongerymdheden j aan te toonen, welke hunne hoogmoed hen heeft doen begaan , door de dwaaze' verbeelding , dat het den luister van een magtig Ryk zou benevelen, wanneer zy aan de waereld ontdekten , dat het van een' geringen oorfprong was , »en dat deszelfs eerste grondleggers onbekend waren. Deeze Jaarboeken zyn uitgegeven door Johannes Leur.davius, met zeer geleerde en nuttige aantekeningen , zo historifche als geographifche, onder den titel van Pandecten. Prins Cantemir befchuldigt de Europeaanfche befchryvers der Tv.rkjihe Historie met recht, wanneer hy zegt, dut hunne fchriften opgevuld met verdichtzelen , en verkeerde woordfpellingen en tydrekeningen , waar van zyne aanhaalingen uit N'cephonts Gr egoras en uit LorAcerüs doorflaande blyken geeven ? met betrekking tot de opvolgers van Genghtz Chan; (/) maar, van den anderen kant , mag men hem ook met geen minder recht verwyten , dat hy zelfs veele misdagen begaan heeft tegen de hiftorie , de tydrekening , en.de geographie, dat hem niet gebeurd zou zyn , indien hy flegts mid : delmaatig geoefend was geweest in de Oosterjche Historiefchryvers. Het blykt duidelyk , dat hy weinig kennis gehad heeft van de Historie der Mahometaanen , die der Turken alleen uitgezonderd ; maar, indien hy dezelve wel had willen befchryven , moest hy ten minste geraadpleegd hebben met de Seljukiaanjcbe fchryvers, zo 'er nog iets van hunne fchriften is overgebleven, ,gelyk hy fchynt te kennen te geeven. Het is veelal de gewoonte van Prins Cantemir zaa* ken te boek te ftellen, zonder bewyzen daarvan by te brengen ; en zyne eigen gevoelens op te geeven in de plaats van die van anderen. Daarenboven' vermengt - ' ' hy (0 Cajst. Pief, p. 9. C 2 xvr. BCEK. I. Ai 9.  20 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. i. Afd. De ByzanufcheHistoriefchr$ vers. hy niet zelden de vernaaien van verfchillende fchryvers met eikanderen , zonder hen , ieder in het byzonder, te noemen ; het welk , gepaard met zyne eigen Historiefche en geographifche misflagen, eene vreemde verwarring maakt in zyne geheele voorreden , en in het begin van zyn Historie ; malar hy word veel naauwke'uriger , zo haast hy de vroegste tyden d:r üthomannijc'e regeering heeft afgehandeld en men mag hem met recht aanpryzen , niet alleen om dar hy een Turkfche Historie , die onmiddelyk uit de Turkfche fchryvers getrokken is , aan de waeield heeft medegedeeld, maar ook , om dat hy dezelve met een groote menigte van nuttige aantekeningen heefc opgehelderd. Wat nu de Grieken betreft , die men gewoonlyk de Byzantynfcbe Historiefchryvers noemt , onder deezen woorden Hechts drie of vier gevonden , die iets metden van de Historie der Othnmannen , te weten N-ce. phorus Gregoras , Keizer Joannes Cantacbuze.iUi, Bucat, en Laonicus Chalc indyas of Cba'crcondylas; de eerstgemelde is , gelyk Prins Cantemir wel aanmerkt , veeleer een Redenaar dm een Historiefchryver, gelyk doorgaans die fchryvers z,n , welke Hechts by toeval van buitenlandfche zaaken fpreeken , en het wezenlyke van de Historie en van de. tydr kening verwaarloozen om enkel op de fierlykheid van hunnen ftyl acht te geeven. Can. tacbuseiïüs zegt niet veel over dit onderwerp, maar Da* Cis verhandelt het zelve zeer breedvoerig , en als een Historiefchryver , en geeft ons een omttandig bericht van de oorlogen der Turken, van den dood van Ur-Cban af tot op het inneemen van Conflantinopolen door Mabomet den tweeden. Coufin, die verfcheiden van de Byzmtyn. fche fchryvers vertaald heeft , z^gt, dat zyn werk uitvoeriger is dan dat van Ci-a'coceridylas , om reden dat het verder gaat , en met veel meer oordeel is opgefteld. Wat hier van ook mooge zyn , de Hiftorie van Du. cas  0TH0MANN1SCHE RYK. 2ï cas is in verre na niet zo breedvoerig als die van Chal cocohdylas , die met opzet eene Historie der Tui ken tol zynen tyd toegefchreven heeft ; maar zyne Historie var den oorfprong van dit volk , en van de eersti Othomannifche Sultans is ten hoogste onnaauwkeurig er beuzelacht g. Hy haa!t geene fchryvers aan by het ver haaien der dirken , die vóór zynen tyd gebeurd zyn. en fchynt ook in de daad niet één' van hen gevolgd te hebben. De geringe overeenkomst, die 'er is tusfehen zyn verhaal en dit van Pcccamir , Cantachuzenus , er Di cas, toont duideljk*a:-n, dat hy de werken van deeze fchryvers niet kende ; . en dat hy veeleer opgetekend heeft het geen hy had booten vei haaien dan het geen hy geieezen had. Van het veroveren vin Cinftantinopofen af , is de Twkc'->e Historie vervolgd door j/enetiaanfebe, Hoogduit fche , en meer andere fVeueifc'e Schryvers. Onder deezen heeft Johanms Leurcavius, c.en Hoogduitfch Schryver , behalven de Latynfche vertaaling der Turkfche Jaarboeken door Gat dhr , eene Historie der Twken uitgegeven , getro ken uit hunne eigen Historiefchryvers. (K) Deeie verfchillen zeer veel van de gemelde Jaarboeken en de Schryvers , waar van Prins Cantemir zich bediend heeft , verfchillen nog veel meer van dezei ver-. Hier uit blykt , dat de Turken meer dan eens hui ne gefchiedenis onderhanden hebben genomen ; en dat zy , toen het eerst ontwerp aan hunne trotsheid niet voldeed ; een ander- gefmeed hebben , dat heri meer behaagde; maar dat oo*k tevens meer van de waarbeid afweek. LLLNCLAFIUS heeft zyne Historie bekrachtigd met re- CK) Historie ' Mu'ufmnn-e Turcarum , e monumentis ipforum exfaipiE , Lbri 18. Frato f. 1501. C 3 ■ XVf. : Boek. 1 1. . Afd. 1 We ster fche fchry vers.  xv r. Boek. L Afd. Werheffii\ van Othman. J7v won tot O [per hoofd verk Ztn. 21 HISTORIE VAN HET registers , waarin hy alle de Turkfche woorden uitlegt , eh tevens aanwyzing doet van de legging der Steden, en van derzelver naamen vóór dat de Turken die veranderd hebben. Dit werk geeft overal blyken van groote geleerdheid , vernuft, en geoefendheid; het is maar alleen te bejammeren, dat hy de verhaalen der Grickfcbe en andere Schryvers met die der Turken vermengd , en dat hy niet altoos klaar genoeg de verhaalen der ,verfchillende Schryvers van eikanderen onderfcheiden heeft. TWEEDE AFDEELING. De Regeering van Othman of Ozraan, eerste Chan of Sultan. ÏÏT7Y vinden in de Griekfcbe Historiefchryvers een VV verhaal van de verheffing van Othman , dat waarfchyniyk naauwkeuriger is dan dat der Turken , en evenwel niet ftrydig is-met het zelve. Laonic'JS Chalcondylas zegt , dat de Oguziaanen , na hunne komst in Klein-Afien , zich nederfloegen in een klein fteedje , genaamd Soguta , op de grenzen van Myfiën, en Hechts vyftien of zestien mylen van de Propantis. '■ Nadat zy zich daar een-'-geruiinen tyd opgehouden hadden , kreeg Othman doöv goede woorden en gefchen- '"ken zo veel invloed by hen , dat zy hem tot hun Opperhoofd verkoozen. Zodra hy de magt in handen gekregen had , bragt hy hen allen in de wapenen, en de Grieken van alle kanten aanvallende , die hen van tyd tot tyd ontrustten , veifloeg hy eenigen van hen , en verdreef anderen uit hun land , dat hy ter- ftond  OTHO MANNIS CHE RYK. *3 ftond in bezit nam. Naderhand behaalde hy nog veele overwinningen ; zo haast Sultan Aladin dit ter ooren kwam ftelde hy hem aan tot zyn' Opperbevelhebber ; maar, toen Aladin kort daarna overleed , ontftond 'er groote oneenigheid onder zyne Hovelingen. Eindelyk maakten zy met eikanderen een verbond om met eene vereenigde magt veroveringen te gaan doen , en dan de veroverde landen onder eikanderen te verdeden. In deeze krygstogten muntte Othman in dapperheid en beleid boven allen de anderen uit. De bevelhebbers , die zeven in getal waren , verdeelden het land, dat zy veroverd hadden by loting', welke op de volgende wyze uitviel: vooreest viel het binnenst gedeelte van Pbrygiën tot aan Ciliciën en Philadelphiën te beurt aan Caram\ ten tweede de aan zee gelegen Iandftreeken van loniën tot aan Sar Chan ; ten .derden , Lydiën tot aan de grenzen van Mye';',n aan Calumuz en zyn'zoon Caiaz; ten vierde, Bühyni'én , en alle de aangrenzende landen tot aan den berg Ohmpus aan Othman en Tekiës, ten vyfden, Paphlagoniën met de omleggende landen tot aan de Propontis aan de zoonen van Omar. Van Kermian word gezegd , dat hy, by den aanvang van deeze verovering , zich zelven Ico. mum toeeigende, waaruit hy naderhand verdreven wierd, en naar loniën vluchtte, daar hy als een vergeten burger zyn leven eindigde, (m) Deeze Heptarchie , of verdeeling, onder de Opperhoofden der Twken word bevestigd door Pachemr en Ducas , gelyk ook dcor de Turkfche Schryvers zelve ,• uit welken het blykt, dat, fchoon Othman voortging met veroveringen te doen , en misfchien zyn aandeel grooter maakte dan dat van de andere Bevelhebbers , hy echter met hen in gezag gelyk ftond ; ook blykt het niet, dat hy zich een' hoogeren titel heeft aangemaatigd; maar dewyl •(«) CüALCOHDILAS. L. I. C. 4. XVf. Boek. li. Af».  <4 HISTORIE van het xv r. Boek. 11. < i dewyl by de grondlegger is geweest van eene magtige Hee'rfchappy, die door zyne Opvolgers verder gevestigd is geworden , behooren wy de tydrekening zyner regeering te beginnen met den tyd toen hy een onafhangiyk Vorst geworden is , na het uitfterven der S Ijukiimfche Stilt vervielen zy de Turken, terwyl zy fliepen, en b.agten aen allen om hals. (0) Intusschen begonnen de rampen in het Oosten dag aan dag toe te neemen ; de vyanden veroverden Cele , Astrabilos , en Hïèro , en pleegden daar de allergruwelykste wreedheden. Nicomediga wierd door een' verfchrikkelyken hongersnood gekweld ; Belocome , Angelcome , Anagurde , Piataneum , en Melageum waren genoegzaam verlaten ,* Crullum en Cataceum waren in een' elendigen toeftand. De wegen van Niee naar Heraelea en Nemico. me , die te vooren meest betreden wierden , waren volftrekt woest geworden. Daar was niet meer dan een eenige weg overgebleeven, die van Chw derwaarts liep. De reizigers waren gewoon de landengte van Ch;o in den nacht door te trekken , en dan in de andere baai weder (•) Cant. Hist. Othman. L. 11. C. 9 — i7«  OTHOMANNISCHE RYK. 3i der fcheepgaande, voeren zy over naar de eenige poor van Nice , die nog open was. De Keizer had eenige troepen gezonden naar Cata cmm , doch naauwlyks waren die daar aangekomen, o Solyman kwam voor de Stad, aan het'hoofd van vyfdui zend mannen. Het Keizerlyk volk , niet in ftaat on hen te wederftaan, nam de vlucht; en eene groote me nigte vrouwen en kinderen wierden gevangen genomen, daar na wierd het geheele platte land verwoest. Othman verneemende, dat de bezetting van Beloccme met de Ro ■ meinen , by hunnen terugtogt gevlucht was , en dat deeze plaats zonder befceiming was, nam die by verrasfing in , doodde een gedeelte der inwoonders, en maakte een' ontzachlyken buit. Terwscx de Catalaanen grüwelyke wreedheden in 'en cm Cyzicus pleegden , belegerde Alifuras de Stad Pbila. delphia met een leger Caramaniërs , de magtigste natie onder de Turken , nam alle de nabygelegen vestingen in , en b'agt de Stad zelve in groote benaauwdheid. In de maand Maart trok het leger op van Cyzicus ten getale van agtduizend mannen , beftaande uit één duizend Romeinen , zes duizend Ilaliaanen , en één duizend Alamen, Maruhs had het bevel over de Romeinen, doch de Groot-Hertog Roger was Opperbevelhebber over net ganlche leger , met eene onbepaalde magt. Zohaasc zy zich voor Gherme vertoonden , vluchtten de Turken' op eene lafhartige wyze uit dee^e vesting met achterlaatmg^yari ïun geweer en goederen. Van daar trok hy langs Itkara en andere plaatien om Philadelphia te ontzetten. Op zyn togt zonden de inwooners van Iripo. li , die door de Caramaniëis ondergebragt waren , tot hem om hulp. Hy viel de Turken aan by Aulac en verfloeg hen : hun Bevelhebber Altfuras , die gewond was , vluchtte naar Amir om tyftand te verzoeken; cn dus wierd het beleg van Philadelphia opgebroken. Schoon t XVI. Boek. 11. : Are. i Othmin verovert Belocome. ' Philadelpbia hele$erd. 4.D.1206.  XVI. Boek. g it. z Afd. ^ Tripoli ( door eeno £ krygslist , inginm'n. * z c ( < i J } ( 1 J.D.13C6. Geldaf. persf.ngen mn Roger, i HISTORIE VAN HET Schoon' Tripoli te. vooren flechts onder de vestingen erekend was geweest , had Keizer Ducas echter het élve vergroot , en vèrfterkt, om tot .eene voormuur -oor Philadelphia te kunnen ftrekken. Men verhaalt by (verïevering , dat deeze laastgénoeifde Stad zedert haafe erste ftichting nog nooit veroverd was geworden;. wele overlevering de inwoonders zo trotfeh maakte , dat y de krygsmagt der Turken verachtten. Doch, na dat eeze ten laatste \Tripoli veroverd hadden , vergunden ie inwoonders van Philadelphia aan de Turken, naardien ;y gebrek aan levensmiddelen hadden , dat zy hen zoulen toelaaten dezelven te gaan koopen , en die weder n de Stad te komen verkoopen. De Turken zich bedieicnde van het voorrecht , dat zy verkregen hadden/ ran hunne waaren te Tripoli te gaan verkoopen , vullen hunne baaien , met behulp van eenige omgekoch;e inwoonders , in de plaats van koorn , met. trommelen , trompetten, en andere krygsmuziek• initrurnenten. Te middernacht begonnen de Turken , die met de zakken binnen gekomen waren , een krygsmuziek aan te heffen , en terwyl het volk door dit onverwacht gerucht in verwarring was, openden de verraders de poorten , en lieten Alifuras binnen , aan wien deeze Stad naderhand tot eene fchuilplaats verftrekte, van waar hy veele uitvallen deed tegen de Caramaniërs. ROGER keerde , na zyne overwinning langs de vestingen van Cula en Turnufch naar Philadelphia terug , daar hy de inwoonders onmaatelyke fommen met geweld afperste. Hy pleegde dezelfde geweldenaryën in Pyrga en Ephefen , op het Eiland Scio , op Lemnos , en op Mitylene , de inwooners noodzaakende om hunne verborgen fchatten te ontdekken , allen, die dit niet wilden doen ter dood brengende , zonder zelfs de amptenaars van den Keizer , of de Bevelhebbers der Steden te ontzien. De inwooners van Magnefia , die insge- lyks  OTH O MANNIS CHE RYK. 33 lyks door hem Hecht behandeld waren , hadden by de aankomst der Romeinjcbe bezetting, eenige Italianen om hals gebragt, en de overigen in hegtenis gezet. Ro: ger haastte zich ,, zo haast hy hier. van ty'ding kreeg , om deeze Stad te belegeren ; maar, na verfcheiden vruchtelooze aanvallen , befpeurende , dat 'er geene mooglykheid was om deeze plaats te veroveren , bood hy aan de belegering op te breeken, onder voorwaarde, dat zy hem het geld en den voorraad , die hy daar geborgen had, zouden overleveren. Deeze voorflag wierd door hen met verachting van de hand gewezen , en zy voegden zelfs fmaadredenen by deeze afwyzing. (p) Terwyl Roger met zyne magt Magnefia belegerde, verwoestten de Turken bet Keizerlyk grondgebied, zonder eenigen tegenftand , en- fchoon de Keizer hem verfcheiden maaien deed beveelen , dat hy het beleg voor: Magnefia zou opbreeken , gaf hy geen acht op deeze bevelen ; doch eindelyk door veele tegenfpoeden afgemat zag de Groot - Hertog, zich genoodzaakt om van deeze verovering af te zien. By zyn' terug togt naar Mity'ene, belastte hy de omleggende Steden met zwaare ichattingen; en van daar met zyne troepen overfteekende naar Lampjacus , begaf hy zich vervolgens naar Callipolis (q) Terwyl de legermagten allerhande buitenfpoorigheden begingen in Europa , wierd het Oosten geheel ver-r waarloosd ; Philadelphia zo naauw ingefloten , dat ÓQè inwooners , uit gebrek aan levensmiddelen , zich met doode krengen moesten voeden (M). Op dien zelfden tyd deeden de Tut ken een' aanval op het Eiland Scio met dertig lchepen, en bragten alle de inwooners ter dood, uit- (p) Pachem. L. ii. C, 21 —— 26. {q) iBin. l. 12. Cap 3 (M) Dknkeiyk door de Turken onder Jlifnms. Oost. Hist. XII. Desl. E xvr. Boek. 11. Afd. Philadelhia beleerd.  34 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. II. Afd. Roger •word vermoord. ■ uitgezonderd eenige weinigen , die de vlucht namen naar een kasteel, en eenige anderen, die zo fchielyk mooglyk met veertig vaartuigen naar Scyros vluchtten. Schon nu de Keizer aan Roger den titel fchonk van Cafar , om daardoor deszelfs eerzucht te ftreelen, en hem , indien het mooglyk was , aan te zetten om het Oosten tegen de Turken te befchermen , wist hy echter door zyne gewoone listen het volbrengen van zyne belofte te ontwyken. Hy beloofde , zq haast hy deezen titel en een gefchenk van elfduizend gouden kroonen ontvangen had , dat hy terftond met drie duizend mannen naar Afiën zou overfteeken , en zyn overige manfchap afdanken , maar in de plaats van hen weg te zenden, zond hy een gedeelte van zyn Volk naar Cyzicus , Piga , en Leucadm ; en hield de Catnlnanen by zich , onder voorwendzel, dat hy hen niet had kunnen betaalen. Naderhand begeerig zynde om de fterkte van het leger van Keizer Michaè'l te weeten , begaf hy zich in Maart naar Adrianopolis , met eene Lyfwacht van honderd-en-vyftig mannen, onder voorwendzel van affcheid te gaan neemen van dien Vorst, welken hy nooit te vooren gezien had. Michaël, fcheen verwonderd over zyne komst, ontving 1 cm met veele lief koozingen; maar twee of drie dagen na zyne aankomst , toen hy op zekeren tyd geheel alleen naar het verblyf van de Keizerin wilde gaan , nam Georgius , het Opperhoofd der Aïaanen , wiens zoon door de Catoi.inen in Cyzicus ver» moord was , deeze gelegenheid waar om zich over deszelfs dood te wreeken , en doprftajj hem. Dus fneuvelde , zegt deeze Schryver , deeze onrechtvaardige en woeste , maar tevens moedige en onverlchrokken Barbaar. Terwyl de Afiaanen, uit- wraakzucht wegens hunne vermoorde landgenooten , zyn lichaam in Rukken hakten,  OTHOMANNISCHE „RYK, 3 ■hakten , wierden zyne onderhoorige haüaanen aangegree pen , en in hechtenis gezet, (r) De Catalaanen bragten , op het hooren der tyding va de dood van hunnen Veldheer , alle dé inwoonders va Gallipoli van welke Stad zy , zedert langen tyd, meet ters geweest waren , om "hals , uitgezonderd eenige dé voornaamften , die zy overhielden om tegen.hunne ge vangen ma kers uittewisfelen. De Keizer zond eenig troepen af om het Kafteel van Gallipoli te ontzetten maar de Catalaanen waren zo verre verwyderd van voo eenig ongeluk te vreezen , dat zy naar de Kust vai AJïë overftaken , en al het Volk van Perinthus , ós de wapenen voeren kon, om het leven bragten. Di geenen , die het konden ontkomen , vluchtten naa Confiantinopolen , welke Stad nu, als het ware, de'eeni ge fchuilplaats kan genoemd worden , daar de inwoo ners van het platte land eenige veiligheid konden vinden voor de verwoestingen der Turken , en andere vyander van het Ryk CO De jonge Keizer was des te meer begeerig om Galli poli te ontzetten , dewyl hy vernomen had , dat de Amogavaren hulp verwachtten , en dat zy de Turken uitgenodigd hadden om tot hen over te komen,- ten dien einde zond hydrie Bevelhebbers af met genoegzaame krygsmagt om de vyanden te beftryden ; maar deeze hen in eene hinderlaag gelokt hebbende door middel van eenige osfendriften, die zy uit de Stad gejaagd hadden om hen nader te doen komen , wierden de troepen van den Keizer geheelenal verflagen. Micbaël , om de fchande van deeze nederlaag uit te wisfchen verliet Adrianapolis met zyne overige benden , en op zekere plaats , Imeri genaamd , gekomen zynde , ftelde hy zyn leger in flagorde, de voorhoede beftond uit Aïaanen en Turhn, die Tut. (r) Pachem L. 12. C. 14. — 2s. enz. (s) Ibid. C. 14. enz. E 2 5 XVL BoEK. II. 3 Afd. 1 Weder- wraak van xde Cata'aa,Q«n. 5 r 1 t r ■ , 1 AD no7. Keizer Michaël werd door henge~ (lagen.  36 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. ii. Afd. Hunne fondgenitet verflagen. Tiircopoli (N) genoemd worden ; het gros van het leger uit Macedoniërs en Oosterfche troepen , en de achterhoede uit PVaJacbiërs en allerhande vrywilligen. Het Romeinjch leger- beftond uit vyf Legioenen , èn dat der Vyanden uit vier , waar, onder een Turk/eb Legioen was. De Aïaanen en de Turcopoli begonnnen den flag; maar na hunnsn eersten aanval op de Catalaanen , die pal ftonden als rotfen , keerden zy hen den rug toe , en namen de vlucht ,* dit toeval de overigen den moed bem-emde begon het geheel leger te wyken. De jonge Keizer hen door zyn voorbeeld willende aanmoedigen om ftand te houden , liep groot gevaar van gedood of gevangen genomen te worden , want hy ftondt in het midden van htt hevigst gevecht zonder een' voet te verzetten ; en kon niet dan met geweld van de plaats gebragt worden door "z\ne getrouwste vrienden , die traanen ftortten , en zich van wanhoop de haairen uit het hoofd rukten. Het gevolg van deeze. nederlaag zou voor de Romeinen nootlottig geweest zyn , indien de vyanden niet gevreesd hadden hen te vervolden , uit hoofde van eene verbeelding , dat zy hen in eene hinderlaag zochten te lokken. De Aïaanen , in de plaats van den Keizer het verlies van dien veldflag te vergoeden , begonnen daar op het land te verwoesten en zyne onderdaanen te plunderen, even gelyk de andere vreemdelingen gedaan hadden. Ofschoon de troepen , die de ftraat van Abydos bewaarden , den Turken beletteden dezelve te genaa- ken; (N) De Tütcopoli was een volk , dat in Thracièn was achtergelaten door Sultan Azze'ddin , een' van de twaalf SeljukiaanJcJm Sulttns van Rüm , toen hy uit Aynum vluchtte ; deeze naaiea naderhand den Christeiyken Godsdienst aan, en wierden on'dei Ue Griekfche Kiygsmagt opgefchreven»  OTHOMANNISCHE RYK. 3? ken; waren zy echter volkomen meester van de ander z} de doch Zacharias Manuël , onderfteund door de roem der krygskunde van de Italiaanen , die onder zyi bevel flonden . hield hen tot op zekeren afftand vai Endromit en Phocea verwyderd. (*) Kout na deeze gebeurtenis kreegen de Turken verfchi mee de Italiaanen over de verd.eling van den buit, waar op een gedeelte van hen fcheep ging , met voomeeraen om de ftraat van Gallipoli over te fteeken , maar zy vonden aan bGord Andreas Muresk , den betaalmeestei van de zeemagt. die hen alle in Hukken dééd houwen, welke ftrafoeffening de overigen bewoog om by d« Italiaanen te blyven , en gelykerhand het geheele land van Thraciën , en de nabuurige provinciën te verwoesten. In dien tyd wierd de vestin? van Cabucïemn in Myfiën grootelyks benaauvvd door de Turken ; om deeze te be. vryden zond Macrinus , Landvoogd van Lupadion. zestig Amogavaren derwaarts , die, na heimelyk eene onderhandeling met de vyanden gemaakt te hebben , zo haast zy in de Stad gekomen waren , het nog overgebleven krygsvo/k doodfloegen , de inwoonders verjaagden , en de Stad aan de Turken overgaven ; na welke daad zy overgevoerd wierden naar Lampfacits , van waar zy den Hellespont overftaken , en dus naar Europa te rug keerden. ANDREAS Muresk was , vóór dat dit geval' gebeurde , tot Admiraal aangefteld ; doch daar hem flechts twee Schepen van de vloot waren overgebleven , wierd hy wel raast opgezocht door de vyaridelyke onder bevel van Philips , dien hy mog kort te vooren gefiagen had/, maar de Fortuin thans een' keer neemende , kreeg Philips hem gevangen , en na al zyn volk om hals- gebragt te (f) Pacheh, C. 20j 30, 23. E 3 2 xvr. 1 Boek. 1 u. j Ara. 1 Ver aad 1er Amogavaren , en hun g-Auk,  XVI. Boek. H. Afd. Schelmery van een' Catalaan. 38 HISTORIE VAN HET te hebben , liet hy hem tot belooning van zyne edelmoedigheid voor drieduizend kroonen vry. De Jmomgaren door deeze overwinning ftotft geworden , flooten een verbond met de 7 urken , en voerden meer dan tweeduizend van dezelven met zich over naar Europa benevens eenige Romeinen, die zich in Aften by hen vervoegd hadden ; door deeze magt verfterkt deeden zy eene onnoemelyke fchade in het platte land. Na dat de Turken zich meester gemaakt hadden van het kasteel van liexamiles zond de Keizer den Bevelhebber Marulus- met zo veel volk als hy in alle haast kon op de been brengen om hunnen verderen voortgang te fluiten ; by zyne aankomst te Apros zond Rocaforte, een Catalaan , die zich in dat kasteel ophield , eene boodfchap aan hem , dat hy bereid was om met tweehonderd mannen tot den Keizer over te gaan; en dat, ingevalle men hem vyfduizend kroonen wilde geeven, hy alle de Tinken , die in Euiopa waren , om hals zou brengen. Marulus nieuwsgierigheid zynde om te weeten op welk eene wyze hy eene zo talryke menigte zou uitroeijen , gaf hy ten antwoord , dat hy hen allen in kleine hoópen zou verdeelen , ^en hen dan den een' na den anderen van kant maaken ; en dat hy, ten bewys van dit zyn voorneemen , hem hiernevens de hoofden toezond van eenigen , die hy reeds had doen ter dood brengen. Marulus oordeelde dit eene genoegzaame blyk van de oprechtheid des Catalaans , en zou gewis het geld kwyt geweest zyn , indien niet zekere vrouw het hoofd van haaren man , die in de laatstleden' veldflag gefneuveld was., onder de afgehouwen hoofden herkend had. De Kc izer zond , om de zaaken in het Oosten te herHellen , eene menigte koorn voor . de bezettingen der Steden , en verzocht aan Karbaga , den Chan der Tartaaren , denzelfden byftand , dien hy te vooren van Kazan  OTHOMANNISGHE RYK. 39 Kazan Chan , deszelfs voorzaat , genoten had. De geSant kwam terug met tyding , dat de Chan bereid was om zyn verzoek toe te ftaan; dat hy reeds ten dien einde een leger van veertigduizend mannen op de been had gebragt , en dat zyn Neef aan het hoofd van twintig, duizend mannen reeds tot aan Cognie toe was voortgerukt, met bevel om zich in alles aan de fchikkingen van den Keizer te onderwerpen- Maar, terwyl de Keizer bezig was met gefchenken te doen vervaardigen, en de noodige bevelen aan zyne afgezanten- te geeven , kwam 'er tydmg van het inneemen van Ephe/en door Sultan SaiJan , die na de onderdaanigheid voor zyn' Oom Karaman Mantachia afgeworpen te hebben zeer magtig geworden was. De inwoonders , om de rampen van den oorlog te vermyden , hadden zich overgegeeven op zekere voorwaarden , die echter niet naargekomen wierden , want de voornaamften van hen wierden naar.het kasteel Tyreum in bewaaring gebragt , uit vrees voor een' opftand , en eenigen wierden gedood. In dien tusfchentyd zond zekere lurk , Ishak Malek genaamd , heimelyk een' gezant aan den Keizer, met» aanbod om zich by. hem te voegen , en deeze greetig om zich van alle gelegenheden, die hem van nut konden zyn , te bedienen, beloofde hem tot belooning de dochter van een' anderen Malek ten huwelyk , en daarenboven nog een aanzienlyk gefchenk. Onder de dienden, die deeze Malek hem beloofde te zullen doen , was onder anderen deeze , dat hy de Tu,copuli zou beweeg n om de party der Catalaanen te verlaaten , onder voorwaarde, dat hunne vrouwen en kinderen hen zouden wedergegeven ' worden. Doch deeze onderhandeling uitlekkende beichuldigde Rocaforte den Malek en eenige van zyne medcuV.nders van verraad. Deeze zeiden om zich te ontfchuldigen , dat zy niets anders in het cog hadden XVI. Boek. ii. Afd. Aanbod m Ishak Ialek.  XVI. Boek. li. Aid Lafhartig huid dsr Genueezen. De Tui copoli vei laaten de Catalaaoen. 40 H I S TO R I E VAN HET hadden gehad , dan de Turcopoli van dienst te zyn , door hunne vrouwen en kinderen uit de handen van den Keizer hen weder te geeven. Ishak Malek vond naderhand gelegenheid om naar Afiën over te fteeken , terwyl de Catalaanen op zee roofden , en hunne ftrooperyën te" land tot aan de poorten van Conftantinopolen voortzetteden. (u) • De Genueezen wierden ook • eindelyk aangefpoord om Gallipoli aan te- tasten, en verbrandden eene marktplaats buiten de Stad; maar'na dat eenigen-der voornaamften onder hen verflagen , en Andreas Muresco, de Romein, fche Admiraal gewond was , en zy daarenboven uit de toebereidzelen der belegerden zagen , dat zy van voor. neemen waren een' uitval te doen , verfchrikten zy 'zodanig , dat zy naar hunne fchepen vluchttenj, en zo fchielyk zy konden naar hun land terug keerden. Deeze aftogt moedigde de Catalaanen zodaanig aan , dat zy geen' vrede wilden maaken met den Keizei- anders dan op hun eigen voorwaarden. Zy wierden nog des te meer aangemoedigd door de aankomst van vierhonderd Turken uit Afiën , die het kasteel op den berg Gana innamen , en invallen deeden tot aan Rodesto en Bizya , of Biza ; om welke reden de Keizer, om hunne verdere nadering naar Conftantinopo'en te beletten , al den voorraad , die van daar tot aan belivrea toe .op het veld gevonden wierd , te doen verbranden. . ISHAK Malek zond na deeze-gebeti'-dtenisfen een' ge'zant naar den Keizer om zyn aanbod te vernieuwen , en met een om de dochter van den Malek ten huwelyk te verzoeken , welke hy hem beloofd had. Hy deed hem nog daarenboven verzoeken , dat hy ;jan den ouden Malek zyn' Oom en den Vader van deeze Prin- fes £>) Pachem. Lib. 13. C 3, en, 9 ■ 15.  OTHOMANNISCHE RYK. 41 fes den titel van Sultan zou opdraagen. (O) Andronicus het niet goedvindende dit laatste verzoek toe te ftaan, zond alleen den Malek met zyn dochter naar Piga , en gaf hem het bevel over die Stad ; intusfchen waren 'er fchepen in gereedheid gebragt om de lurcopoli, welken Ishak Malek had overgehaald om de Catalaanen te verlaaten , naar Afiën over te voeren. Toen nu de Turken en Catalaanen voor Rodesto kwamen met groote begeerte om die Stad te veroveren , dewyl dezelve hen in hunne invallen in Tbracièn hinderlyk was, zond de Keizer twee fchepen derwaarts om het onnuttig volk af te haaien ; dit oogmerk hielpen de Turcopoli bevorderen door te veinzen als of zy gingen vluchten waarop de belegerden op nieuw moed fcheppende de Catalaanen noodzaakten het beleg op te breeken. De Stad wierd echter kort daarna door Rocaforte ingenomen , doch weder hernomen door Ducas. ISHAK Malek trok , om zyn ontwerp ten uitvoer te brengen , den Hellespont over met veele voornaame'1 luiken. Naardien het hem nu niet moeijelyk viel deb Thr.of.oli te beweegen om de Catalaanen te verlaaten, vielen zy ftoutmoediglyk op de Italiaanjche Legerhoofden aan , onder welker bevel zy Monden ; en hen om hals gebragt hebbende liepen zy naar het ftrand , met voorneemen om aan boord der fchepen te gaan , die hen naar Afië zouden overvoeren. Doch de tyding van deezen moord en van hunne vlucht welhaast ter ooren van de Catalaanen gekomen zyn.ie, vervolgden deeze hen op fcaanden voet , en dwongen hen zich weder te onderwerpen (O) HrER moet voorzeker een groote nrsflig zyn ; door den eenen Malek (dat geen eigen mam maar een titel is : met den anderen te verwarren Zy was de dochter van Malek Majur of Mas* jzid , naderhand Sultan , die gtfneuveld of ^eilorvtn is in het jaar 12r8. Oost. Hist. XII. Deel. F XVI. Boek. 11. Afd. rshak Ma. :k tmgeragt.  1 XVT. Boek. II. « Atd. De Ttircopoli vertrekken. Othman vordtringen. . (P) Dus wierd zy genoemd , gelyk wy denken , om dat zy gehuwd was met Hulaku Chan. Zy fchynt te Niee gewoond te hebben. Zie Pachemir L. 13. C. 25, f* HISTORIE VAN HET werpen, na tweehonderd van hen verflagen te hebben. De Turcopoli dus te ondergebragt, booden aan, hen weder )p nieuw te dienen gelyk te vooren : - maar de Catalaa. U'i wilden hen niet vertrouwen, ötfchoon zy hen Ishak met zyn' broeder , en Tacantziaris het Opperhoofd der Turcopoli overleverden. . Toen zy deeze. drie perfoonen in handen kreegen floegen zy de twee broeders het hoofd ■ af , en hen daarna uitkleedende vonden zy onder den eenen arm van Ishak Malek een' brief van den Keizer , waarin hy de lurken uitnodigde om zyne party te kiezen. Na dat de zaaken dus geregeld waren, nam men het befluit, om Chiorli te belegeren , doch de lurcopoli weigerden op te trekken zo de Catalaanen niet alvoorens hun Opperhoofd ontfloegen. Dit gefchied zynde ftheenen zy allen eensgezind het zelfde voorneemen te hebben, doch zy fcheidden welhaast op nieuw van hem af. De Catalaa. vkn vielen op de Stad aan , maar wierden door de bezetting terug gedreeven. Tacantfiwis vertrok met de Turcopoli naar het kasteel van Apros ; en de Turken, die nog voor Chiorli gebleeven waren, verneemende, dat 'er eenige Catalaanfche fchepen op de kust lagen , namen het befluit om die te vermeesteren , en daar mede naar Ajie' over te fieeken , doch hunne toeleg . mis. lukte. s TtRWYL de Catalaanen dus Europa afliepen maakte Othman geene mindere verwoesting in Klein-Afi'è , uit weerwraak om dat Maria , des Keizers zuster, en Koningin der Moguls (P) hem met verachting behandeld had , en gedreigd , dat zy over hem klaagen zou aan Kdrhaga  OTHOMANNISCHE RYR. 4 Karhaga of Korbanda. Deeze had dertigduizend man ren uit Perfiën afgezonden, en toen die aan den Oos teiyken kant van het Ryk genaderd w'aren , zond- An drordcus aan hunne Opperhoofden ryke gelchcnkenmaa: hunne aankomst, wel verre van den moed van Othmm te doen daalen , deed" denzelven integendeel nog vee fterker opwakkeren , want hy nam de vest;ng 7>W cia in , en verwoestte het geheele land rondom Nic en Pithia tot aan de zee toe. ( 1318 Pi ufo bt legeri. (Q> Nugtnaamel Burfah , oudtyds de z»tel der Keniogen van Sithjniên. M HISTORIE van het tot Slotvoogd aanftelde , terwyl hy met zyn lege* de winter kwartieren ging betrekken. Omtrent deezen tyd kwamen de Griekfche Landvoogden , waarvan Orniiz , of eigeilyk genaamd Hovorius , de Landvoogd van Prufa, de voornaamste was, ontrust door den voorfpoed van Qtbmans wapenen, mee eikanderen overeen , dat zy hunne legers te Kuijünhisfar zouden byëen doen komen , om van daar tegen hem Dp te trekken , en hem te overvallen ; maar Othman„ van hun voorneemen, door zyne verfpieders , kennis gekreegen hebbende , verzaamelde in alle yl zyne troepen, en hen op het onverwachtst overvallende bragt hy met den eerften aanval hun leger in wanorde. De Stadvoogd van Koftêl , en veele andere fncuvelden in den flag; Ornuz en de Stadvoogd van Kutahia ontkwamen het gevaar door de vlucht. Othman vervolgde hen , maar niet in Haat zynde om hen in te haaien, belegerde hy die Stad, en veroverde dezelve zonder veel moeite. Hier verloor hy zyn' kleinzoon Dogris , die met eenig krygsvolk verdronk door het breeken van eene houten brug, welke zy overtrokken om aan de wallen van de Stad te komen. Na dat Othman het grootst gedeelte van Bithyniè'it veroverd had , belegerde hy eindelyk in het' Jaar 717 de Stad Prufa (Q) , de Hoofdftad van Bithymën ; maar "dewyl die plaats te wel verlterkt en bezet was , ver. loor Othmnn de hoop van dezelve te vermeesteren; derhalven brak hy het beleg op , bouwde tegen over de Stad twee fterke Kafteelen , en ftelde zyn' Neef Artimür en den beruchten Balanjtk tot Slotvoogden over dezelve aan , met bevel van de ingezetenen der Stad op geener-  OTHOMANNISCHE RYK. 43 geenerlej-e wyzen te ontrusten , die door deeze goedheid ge'roffen in menigte naar deeze Kafteelen, als veilige wykplaatfen, vertrokken, en zich' vrywilliglyk aan Otb ■ man onderwierpen. OTHMAN was altoos gewoon na het veroveren van eenige fteden , een' tyd lang ft.il te zitten om zyne nieuwe bezittingen te verfterken. Na eenige jaaren hiermede bezig te zyn geweest , verzochten zyne krygsknechten , die met ongeduld verlangden om weder te veld te trekken , dat hy hen zoude aanvoeren om nieuwe veroveringen op de Grieken te doen. Otbman ftemde hun verzoek toe, maar zeide hen tevens, dat, volgens de wet van Mahomet, de Christenen eerst moesten aangezocht worden om zynen Godsdienst aan te neemen ; en dat, ingevalle zy zulks affloegen , zy voor yyanden van God en zynen dienst moesten verklaard , en als zodanigen met vuur en zwaard geftraft worden. Ingevolge hier van wierd 'er een algemeene brief afgevaardigd aan allen de Christen bevelhebbers van Klein Al'b' , behelzende , dat zy , of den Mahometaanfcben Godsdienst moesten aanneemen , of fchatting betaalen, of met geweld tot onderwerping gedwongen worden. De eerste , die zich aan deeze ontzaglyke aankondiging onderwierp , was Michaèl Koja, Stadvoogd van Bilejik , die den Mahometaanfcben Grrfsdienst aannam; terwyl die van Loblehiji, Lef ka, en Cbadani liever verkoopen fchatting te betaalen. Ömtuent ten zelfden tyd veroverde hy de Steden 'Morfuni, Goynik, 'tarakli, Enghijefi , Kara Hisfar , Hcjeji , Ak Hisfar \ Cara Chin , Tekkuibanari , en eenige andere , die reeds te vooren verzwakt waren door de veelvuldige invallen van Cbausbi Beg , voorheen dienaar van Ertog ul , alle kort achtereen , en hechtte die aan de Oibomannijche bezittingen Terwyl hy bezig was F3 XiV. Boek. 11. Ata. Atgtmsne brief van Othman.  46 HISTORIE van het XVI. Boek. li. Afd. Eenige kasteeleningenomen. Prufa ingenomen. met deéze veroveringen te doen , kwam eene Tartaarfche Natie , Chaudar genaamd, uit het Koningryk lier. mian, viel op het onverwachtst in de landen van Othman , en veiwoestte daar alles te vuur en te zwaard, tot onder de wallen van Kara Hifor toe. Othman, die zich toen te Jenghishahri bevond , verzaamelde in alle yl zyne troepen, tastte de vyanden aan by Oynash , digt by Karchifar , en verfloeg hen met eene yslyke flagting. De gevangenen , die het geloof aannamen , wierden in vryheid gefteld , en eene woonplaats aangewezen in de nabuurfchap van Kara Hisfar. OR Chan , die allen de overige zoonen van Othman in moed en dapperheid overtrof , veroverde de steden Karachebesh, Alebfui, Pir^s en Tekhi HifarL Na dit gedaan te hebben liet hy het bevel van het hoofdleger over aan Kognuzdbem , en nam met eenige uitgeleezen manfehap ie kasteelen Ahari en Tuz Bazdri ftormenderhand in ; vervolgens verwoestte hy de geheele landftreek rondom Iznigmid , of Nicomediën , toe voor de poorten van die Stad. De Grkkfcbe Keizer", van dit gevaar verwittigd, zond eenige duizend welgeoefende mannen tot onderfteu. tiing van die Stad ,• maar A'odo'lrahmdn , een der -andere Bevelhebbers van Othman, overviel hen onverwacht in de vlakte van Taylazova , en verfloeg hen geheel, en al; zy wierden genoegzaam allen doodgeflagen of in hunne vlucht gevangen genomen. OTHMAN , die door veelvuldige vermoeijingen , en hooge jaaren ftyf was van de jicht, behield echter zyn' ouden moed ; en begeerig om zyn goed geluk voort te zetten , zoud hy Or Chan met een groot leger om Bithyniën té veroveren , dat toen door Ornuz , of Thnorius , beftuurd wierd , en tevens om, zo het moogwas, Prufa, de Hoofdftad van dat Land, in te neemen. Ornuz , niet magtig genoeg om den vyand in het open veld  OTIJOMANNISCHE RYK. 47 veld te ontmoeten , floot zich zeiven op in de Stad, die zeer fterk , en met leeftogt voor agt Jaaren voorzien was ; zo dat Or Chan , die zich voor dezelve nederfloeg , eene dappere tegenweer vond ; maar, na eene lange en hardnekkige belegering , bewoog Michaël Rofa , die nu de eerfte Raad was van Or Chan , op eene listige wyze , Honorius tot het overgeeven van de Stad by verdrag ,• waar by de inwooners hun Jeven en goederen behielden , mits betaalende dertigduizend gouden kroonen. Dus wierd Pmfa overgegeeven aan de Turken , in het Jaar 726 , zonder dat het een droppel bloeds gekost had. Omtrent dien zelfden tyd begaf Or Chan, een' bode van zyn'^ Vader gekregen hebbende om ten fpoedigfte by hem te komen , zich met een klein gevolg naar Jen.' ghishahri , daar by hem genoegzaam ftervende vond. Othman na hem zyn' zegen gegeeven, en hem tot zyn'^ Opvolger, verklaard te hebben , overleed in de maand Ramadan , in het negen en-zestigfte jaar van zyn' ouderdom, na dat hy zes • en - twintig jaaren, driemaanden, en tien dagen geregeerd had. (y). (y) Caktëm. Hist. Othui. pag. 15 —- 19. DERDE AFDEELING. Regeering van Or Chan. (~\R Chan wierd als Sultan begroet op den tienden da£ KJ van dezelfde m-iand , ■ waarin zyn Vader eeftor ven was ; ny zelf was toen zes-en-dertig jaaren oud, XVI. Boek. II. Afd. Hegyra 726. 4 D. 1327. Othman 'erft. ' SultanOt [Chan.  48 HISTORIE VAN HET XVI. Bok*. 111. Afd. De Turkfche Hiftoriefchryvers , welken Prins Cantemir gevolgd heeft , melden niets van de verrichtingen van Or Chan, vóór de verovering van Nicomeaiin , welke zy ftellen in het tweede jaar van zyne regeering , dat is in het Jaar 1328. De Griekfche Hiftoriefchryvers verhaalen eenige aanmerkelyke gebeurtenisfen , die vóór deeze verovering gebeurd zyn , maar verfchillen veel in tydrekening met de Turken, CJNTACHUZENUS zegt, dat de jonge Keizer Andronicus, na vrede gemaakt te hebben met Tamir Chan, zoon van Giaches , Vorst van Ph.ygien, die veele verwoestingen aanrichtte in de Steden aan den Hellespont gelegen , befloot een' aanval te doen op de Turken, die in Bithyniën zich onder tenten ophielden, tegen het midden van de lente ; maar, dat zy van dit zyn voorneemen bericht gekregen hebbende , zo fchielyk mooglyk was, naar het gebergte vluchtten. Or Chan, hunnen Sultan, hoorende , dat de Keizer tegen hem optrok door Mefotbymën, waar van de grenzen zeer moeijelyk zyn om te naderen , bragt zyn leger op de been , en bezette het gebergte. Toen de Romeinen tot aan Pelecana genaderd waren zond Or Chan een gedeelte van zyn legernaar beneden om hen flag te leveren. Na in vencbeide aanvallen verflagen te zyn , beval de Sultan aan zyn' broeder Parzale , dat hy hen met zyne geheele magt zou aanvallen , en kwam zelfs naar' beneden om de fchikking van den flag te zien ; doch zy wierden reeds by den eersten aanval verflagen ,• en de Romeinen, met hunren Keizer aan het hoofd , vervolgden hen tot aan den voet van het gebergte. Echter fnenvelden 'er zeer weinig volk in deeze le)?fe aanvallen , en de Keiler , wel'merkende, dat de Turken geen' flag tegen hem -Wilden waagen , deed zyne troepen terug trekken De Suitun deed , op raad van Calauze en Catighiale Pakuture , twee oude Bevelhebbers van Othman , hen ver- r VOl'  OTHOMANNISCHE RYK. 45 volgen tot aan Philocrene , terwyl de Romeinen in groote wanorde aftrokken; doch zich daar weder vereenigende, trokken zy , onder _het oog van hunne vyanden, naar Scutarion te rug. Na deezen togt begaf de Keizer , na Scio bezichtigd te hebben , zich naar Pbocea , daar Sarchan, de Sultan van Jóniën een verbond met hem floot. Aytin, Sultan van Cariën, kon hem in perfoon niet komen zien , dewyl die toen ziek was , maar zond hem echter eenige kostbaare gefchenken. Op zyn' terugtogt verfloeg hy een leger Turken , die met zeventig fchepen waren overgevoerd , eene landing in Europa hadden gedaan , en het ganfche land omftreeks Trajonopolis en Vera verwoest. Doch hy verfloeg het grootst gedeelte van hen, en noodzaakte de anderen om naar hunne fchepen terug re keeren. Twee jaaren daarna deed hy weder een' anderen hoop uit het land vluchten, die met het zelfde oogmerk overgekomen waren. Hier op floeg Or Chan het beleg voor Nlcomediën, eene groote en volkryke Stad aan de Golf van Astakena, maar terwyl de Keizer op zee was , o.n deeze plaats te hulp[ te komen *, zond de Sultal eene boodfchap aan hem , dat hy bereid was dè wapenen neder te leggen , of hem flag te leveren. Toen nu dit voortel op een' vrede uitliep, zond Or Chin aan den Keizer paarden., jagthonaen , tapyten, en pelteryën; en Andronicis van zyn kant zond aan den Sultan gemaakt zilverwerk , lakens, zyden troffen , en een prachtig kleed , dat den Sultan het meest van allen behaagde. Des niettegenftaande kwamen de Turken , in het zelfde of in lr-t volgende jaar , en flooten de toegangen naar de Stad , dewyl zy die te fterk vonden om te belegeren , en beletteden den toevoer van levensmiddelen. Deeze vyandelykheden deeden den Keizer op nieuw de zee overfteeken; maar Oost. Hist. XII. Deel. G de XVI. Boek. u. Afd. Nicomejiën be'er-Tii en in [enomen.  50 HISTORIE VAN HET XV'. Boek. Ut-,' Afd. Hegyra A.D.\&» Verand ring in It Krygtwezen. de vyand wachtte zyne komst niet af. O) Het is vreemd, dat CahtacbweriM , die zo naauwkcurig is in het verflig van deezen toeleg van Or Chan , en in her vernaaien van alle de geringste invallen der Tm km in Eurnna , geen woord rept , noch van het inneemen van Nicamedign , noch van dat van Niceë-i. door dien Sultan, dat niet lang daarna voorviel.. Volgens de Turkfche His* tonefchryvers veroverde deeze Sultan , in het tweede jaar zvner regeering de geheele provincie van -kernen, dura , welke zic!"> uitftrekt Van de Stad Aytns af tot aan Iznig->4d of NCniediën , dat hy vervolgens belegerde. Op het aannaderen van zyn leger , vlood Calajanes , de Stadvoogd, naar het kasteel van Kaydn Hisjar. Or Chan , hier van door eenige gevangenen bericht gekregen hebbende , zond een deel van zyn leger af, orn het zelve te belegeren iNa dat die vesting zonder veel tegenftand vermeesterd , en Catujanes. met een' pyl doorfchoten was , beval Or Chan , dat. rleszelfs hoofd op een ftaak geftoken , en dus aan de NlcomeJiërs vertoond zou worden, die, door uit gezicht verfchrikt, de Stad overgaven , onder beding , dat zy met hunne goederen vry naar Conftantinopolen zouden moogen vertrekken. In het jaar 728 nRtn AH. h g by verdrag Hc'kia, de Hoofdflad der Provincie van Semmdura in. Or Chirunu alle de verllerkte plaatfen" van Bühyniën veroverd "eb"tbende, lzhik of Ni'ce-a alleen uitgezonderd, veroiaatfte zyn' rykszetel van 3 engbistarï naar Pruja ; en ictiafte, op aanraaden van zyn' broeder Alaoddin, de Se'jukiian che munUpeciën af, en floeg eene andere , Nikia (ii) ge- (z) CATTACHUZENue. L. 2. Cap. 6. & feqq. (R) Ter waarde van een zestiende gedeeke van een lood z:l vér,  OTHOMANNISCHE RYK. 51 geraamd , op zyn' eigen' naam. Hy beval , dat de inwooners eter ftcdc-n van die van het pUtc land door hunne kleeding zouden ondeifcheiden worden , en dat zyn krygsvolk, dat te vcoren even gelyk de Clristewi gekleed ging , eene verfchiilende kleeciing zou moetefi draagen. Ook richtte hy eene krygsmagt van (voetvolk op , en leerde hen werktuigen maaken orn Heden "in tc neemen ; waarin zy te vooren geheel onbedreeven waren. Ten laatfte fielde hy zyn' broeder Alaoddln aan tot Opperveldheer over alle zyne legers , en plaatste hem aan het -hoofd der ganfche Staadsregeering met den titel van Primo Wazir of Groot- Vizier. In het volgende jaar fielde Or Chan een vast inkomen voor het krygsvolk , te weeten van een Nikra daags, w; mincc-r zy in dienft waren ; maar buiten ' dient t zynde moesten zy leeven op hunne eigen kosten ,k doch zy waren vry van alle belastingen., Hy dankte bet voetvolk af , dat enkel uit het uitfehot van boeren famengcftcld , ft'eeds tot muitery genegen was , en richtte , in deszelfs plaats , eene andere foort van voetknechten op , btfhande uit Christenkinderen , zo veel by maar bekomen kon , die , na alvoorens in het hlahometaasch geloof onderwezen te zyn, op de rol wier. den aangetekend. Echter wierd het aan eenige Tukje1 e ,, boeren , die zich vry willig lieten optekenen , en te vreden waren met op hunne eigen kosten te leeven, vergund,, onder . de ruiteiy te dienen, onder het bevel . der Sangiak Bcgs en Baluk Bashis , onder den naam van , Ahifehem , dat is vrywillig. OR Chans lege; magt hier door grootelyks vermeerder ! zynde , floeg hy in het zelfde jaar het beleg voor Izr.ik; of Nicea , welke Stad , na eene belegering van twee' jaaren , genoegzaam geheel verwoeft door den oorlog , den hongersnood , en de pest, zich moest overgeeven. G 2 ' Se xvr. bOEJC. M- At/O. Iznik of ïidearff»* tri.  52 HISTORIE van het XVI. Boek. in. Afd. Hegyra 73°^.0.1330. Hegyra 734- 1 AD. 1334' Prufa ver ford. De inwooners , die maar alleen verzocht hadden naar Conflantinopolen te moogen vertrekken , kreegen daarenboven verlof om alle hunne goederen te moogen medeneemen ; deeze edelmoedigheid van den Sultan trof hen zo fterk , dat zy beflooten te blyven , en fchatting te betaalen. Or Chan deed zyne intrede in de Stad, in het jaar 730, en toen de Griekfche vrouwen , wier mannen geduurende de belegering gefneuveld waren, in zyne tegenwoordigheid haar verlies beweenden , beval hy aan zyne voornaamfte Hovelingen en Edelen haar ten huwelyk te neemen. Zo haast het gerucht van deeze edele goedhartigheid algemeen bekend geworden was , keerden niet alleen de inwooners , die de Stad uit vrees voor de belegering verlaten hadden , te rug, maar daarenboven begaven veele inwooners van andere Griekfche fteden en vlekken zich by menigte der* waarts ; zo dat, binnen den tyd van één jaar, Iznik zelfs Conftühtinapolen in talrykheid svan inwooners fchecn te evenaaren. In het jaar 734 veroverde Or Chan , by verdrag, het kafteel Kemlük , dat door natuur en kunst beide fterk was , na eene belegering van een geheel jaar. Zyn Vader Othman had dit meer dan eens te vergeefs ondernomen. Twee jaaren naderhand verlierde hy de Stad' Prufa met een' prachtigen Mesku of Moskee , een Hospitaal , een Academie , die in een gewezen klooster gevestigd wierd , en welhaast zo beroemd wierd door de geleerdheid van haare leeraars in allerleije weetenlchappen , dat veele jongelingen uit Arabiën en Perfiën zich derwaarts begaven om hunne Studiën onder OthomanniJche Hoogleeraars te voltooijen. OR Chan door deeze overwinningen op de Grieken zeer magtig geworden zynde, en voor he€ tegenwoordige vergenoegd met het geen hy hen ontnomen had, fmeedde in  OTHOMANNISCHE RYK. 5i in het naast volgend jaar het ontwerp , om zyne bezittingen te.vergrooten , door het veroveren van de overige Afiatifche provinciën, die onder de gehoorzaamheid ftonden van eenige Mufelmanjche Vorsten , overblyfzelen van het Seljukü aansch Ryk. Hy begon dit ontwerp met Kaskfm Beg , een' Minderjaarigen , een' zoon van Afüan Beg ; dien hy , onder voorwendzel van hem onder zyn opzicht te neemen , naby zyn' perfoon plaatfte , en toen zyn land in bewaaring nam. Turfun Beg, ook nog een jong Vorst , gaf hem de Steden Ayninjik, Minas , Balikesra , Bergama , en Ermid. Ulubdd , Cubleus , en Ebleus, Griekfcbe fteden , die in de nabuurichap van de voorgemeldden gelegen waren , wierden ftormenderhand ingenomen. Mvcbalcbe , om dit uiterfte te verhoeden, gaf zyn bezittingen vrywillig over, onder voorwaarde . dat hy die van Or Chan als een leengoed zou behoeden. Ofschoon Turfon Beg alle zyne Staaten aan den Sul. tan had opgedraagen , weigerde echter Hajil Beg, zyn' broeder , hierin toe te ftemmen , en vatte de wapenen op ; maar genoodzaakt zynde het flagveld te verlaaten , vluchtte hy naar Bergama. Or Chan , zich tot bemiddelaar tusfehen" de twee broeders ftellende , beval hen voor de poorten van deeze Stad byëen te komen, en hunne erflanden onder elkander te verdeelen. Zy kwamen byëen , en Haijil Beg , onder den fchyn van zyn' bioeder te omhelzen , ftak hem met een' verborgen ponjaard dood, vluchtte terftond naar de Stad , met voomeemen om de belegering tegen Or Chan uit te houden ; maar de inwooners dien gruwelyken moord verfoeijende , en tevens bevreesd voor de magt van Or Clan, gaven hem de Stad, en met dezelve den verraaderIjken' Prins over , die twee jaaren daarna in zyne ge« vangenis te Prufa ftierf. De Vorst van Ulubdd wierd insgelyks , op eene valfche befchuldiging van opftand , G 3 van XVT. Boek. lil. AFD. Eenige Sel. jukiaanfche Vorften cynf. baar ge. naakt.  5+ HISTORIE VAN HET Boek. 1 ui. Afd. ' Hegyra ' 738- | jê.D. 1332. Amir ver-woest Thiaciën^ Jt.D.iïM. .AmireraSar Chan flaan den KJzer rm bet leven beroofd. Hierop onderwierp zich de geieele provincie van Camfw aan Or Chan : en , in .het [aar 738 , gaven zich Anachar en Ewud, t*ree Gï<%" fate- Steden , op het hooren, dat by tegen haar in aantogt vas, vry willig over, werk voorbeeld door verfcheide anlere gevolgd wierd (rf.) Om i rent deezen tyd vindt men eene gaaping in de rurkfche Histuriefchryvers van meer dan twintig jaaren, velke wy gelukkiglyk uit deGriekfche fchryvers kunnen invullen. Na de dood van Aytin, van wien wy reeds te vooren ^efproken hebben, trok zyn zoon en opvolger Amir, Sultan van Smyrna, Ephefus, en eenige andere Steden van Joni'én , over de Egeefche zee.t land le eerst in Samothrace , en vervolgens te Porus in Traciën Keizer Andronicus trok hem daar te gemoet ,. maar wilde geen' veldflag waagen , dewyl de Tui ken wel tienmaal fterker waren dan zyn leger ; en de vyanden , geen bcnaagen fcheppende in de landftreek , waarheen zy overge. trókken waren , na een kort verblyf dezelve weder verlieten , en zich te fcheep begaven. • Eenigen tyd daarna, zond Ar.dronicus een gezantfehap naar Sar Chan , die in den omtrek van Phocea het bevel voerde , en maakte een verbond met hem, waarby die Sultan zich verbond om den Keizer ter zee en te land te zullen byftaan. De Keizer zou, van zyn' karnt, deszelfs zoon Solyman , en de overige Turkfche jonge lingen , die te Phocea gevangen wierden gehouden , in vryheid ftellen. Maar de Genueezen , die zich van deezee plaats meester gemaakt hadden , weigerden hen uit te leveren. Terwyl de Keizer die Stad belegerde kreeg hy een bezoek van de drie zoonen van iiy\in., Sultan van Jorrign, welker naamen waren, Tbefeus, Amir, en Suleytmifas. Na dat de belegering vyf maanden geduurd had, (a) Cant mir. HistÖihm. p 24 —- 27«  OTH OMAN NISCHE RYK; 55 bad , kwam V tyding, dat 'er eere Cenwefche vloo van Mityiene gekomen was om de Stad te ontzetter, Hierop zond Sar Chan aan den Keizer vier-en twintig Schepen , en eene groote fcrygsmagt te paard en t« voet Amir voerde insgeh ks derw aarts dertig Schepen . op het verzoek van "joannes Cant^cbuzenus, den O per! hofmeester, die reeds voorlang met hem in eene naau we vnendlchap had geleefd. Maar, na alle deeze toebereidzelen, wierden 'er geene vyanden vernomen, (b) Tegen het einde van den zomer kwam 'er tyding, dat een leger 'JwkJ'ch voetvolk, Or Chan toebehoorende, met dertig fchepen naar Conjlantinopokn waren onder zeil gegaan. Zy landden in twee verdeelingen by Ennako/ia, Te Opperhofmeester verfloeg het eene gedeelte , en het andere wierd door den Keizer verflagen. Na deeze gebeurtenis veroverden de Ro nemen agt fchepen van negen, die vol waren met Turken van den eersten rang , welker vrienden vei baazende fommen opbi agten om hen te rantfoeneeren. (c) Toen 'er tyding kwam , dat Sar Chan , Sultan van Lydiën , en Ghiaxe, Vorst van Pbryeièn zich gereed maakten om naar Thraciën over te fteèken,. tn daar het platte land te veiwoesten; zond 'Joannes Cantachuzenus , de Opperhofmeester, eeist een gezantfehap naar Or Chan, Sultan van Oester,eb- BitbyrJtn , om viede met hem te fluiten , en maakte zich vervolgens gereed om decre nieuwe vyanden te gemoet te trekken. Juist toen hy in de C erfonefus aankwam landde daar insgelyks het Turkfche voetvolk van Ptrgun us , het welk hy verfloeg zonder dat het eera'gen wederfland bood. Kort da rna keerde, lier zelve te ruj> uit Aften , om hunne eer te herftel " lèn , maar behaalde niets dan nieuwe fchande-, door eene tweede (b) Cjsntach I.hr. 2 C. 28 —— 30. (c) CaNvACaui.. Lil), 2. C. 34. : XVI. Boek. ; Ui. Aw>. /*D.T334> Ce i'uvken w»id°n op verfcheidt blantfen g*> ftagm.  5 XVI. t Boek. ( iii. Afd. ( : i AD.13MOnvergelykelyke : vriendjehip van Sultan Amir voor joannes Cantachuzenus. 6 HISTORIE VAN HET cveede nederlaag, welke Gbiaxe noodzaakte om met den Iriekfchen Keizer vrede te maaken. Terwyl dit gebeurde verraste Seünachentn , met le Romeinfche Galeijen , de lurken , verfloeg hen , verwoestte de land-n van Sar Chan, plunderde eene deine Zeeftad, en keerde met een menigte gevangehen e rug (/O ■ Onze Schryver Cantacbuzenus, na dat hy den titel ;an Keizer had aangenomen , tegen Pa'aologus, was tot Mik een' droevigen toeftand vervallen , dat hy genoodzaakt was naar den Krdl van Servlen te vluchten ; terwyl zyje gemaalin Irene met haare kinderen belegerd wierd m Didymoticum , de eenige fchuilplaats , we'ke haar nog was overgebleeven , Jtr.ir, de zoon van Ayttn , dit nood- lottig geval verneemende, bragt in alle yl eemge troepen op de been , en liep den mond van de Rivier H b w? binnen met drie honderd-en-tagtig Schepen zo grooten als kleinen , aan boord van welke zich een leger van negen - en - twintig duizend mannen bevond. Zo haast de Bulgaaren , die reeds langen tyd de Stad belegerd hadden , van deeze aankomst tyding kreegen, vluchtten zy met de grootfte haast en in de ü'terfte verwarring, tot groote verwondering der belegerden , die de reden hiervan niet konden begrypen vóór dat A nir aaa de Keizerin Irene van zyne aankomst deed kennis geeveii. Deeze Vorstin zond haare voornaamfte Edelen , en de ganfche bezetting om hem te gemoet te gaan. Toen hy hoorde , dat de Keizer nog in leven was , ftortte hy trnanen van blydfchaD , en deed eene dankzegging aan God, die, gelyk hy zich uitdrukte , het hem in het hart gegeven had, dat hy zyn' allerwaardften vriend moest te hulp komen. , Hierop trok hy aan het hoofd van tweeduizend mannen (<*) Caxtacuuz. Lihr. 3, Cap. 9. & feqq.  OTHOMANNISCHE RYK 57 ren te voet naar Didymotkum, en wilde zelf niet eens te paard gaan zitten , dewyl , zo als hy zeide , 'er geene paarden genoeg waren vcor zyne krygsknechten, en hy niet beter was dan een van hen. Na'zich daar eenigen tyd op gehouden te hebben, trok hy uit met een-en. twintigduizend mannen om zyn' vriend te gaan opzoeken ; maar zich fchikkende naar den inhoud van een brief , die door de inwooners van Phera verdicht was als of dezelve van Cantacbuzenus kwam , waarin hy verzocht wierd af te trekken, keerde hy, zonder eenig vermoeden op deszelfs valsheid te hebben , naar Afn met zyne benden (e). Nog naauwlyks had hy. zyne Schepen in de haven opgelegd , of hy kreeg een' echten brief van Cantacbuzenus , waarin deeze hem om byftand verzocht. Hierop rustte Amir terftond tweehonderd ici.epen uit i en toen Apochaucus, de eerste Staatsdienaar van Pclaologus , hem geichenken te gemoet zond, om hem • zyn' optogt te doen ftaaken , gaf hy aan deszelfs gezanten rondborstiglyk ten antwoord ; dat hy befloten had zyn' vriend Cantacbuzenus met alle zyne magt by te liaan, en (de gefchenken van de hand wyzende ) zeide hy verder ; dat het te laag zou zyn eerst als vriend gefchenken aan te neemen , en terftond daar na als vyand den oorlog te verklaaren. Hierop van Smyrna onder zeil gaande wendde hy zyn' koers • naar Kubea , en daar hoorende, dat Apochaucus van Thesjalanua naar Berea was opgetrokken , en hieruit opmaakende , dat zyn vriend daaromtrent moest zjn , zeilde deeze edelmoedige Turk terftond derwaarts, De Keizer, zohaast hy zyne aankomst vernomen had, trok hem uit Berea te gemoet. By zyne aannaderjng viel Amir en zyne voornaamfte Bevelhebbers op.hunne aangeziqbten neder om hem te begroeten , en Amir zelf ging naast het (e) Cantachüz. Libr. 3. 5Ö, & fcqq. Oost. Hist. Xtl. Deel. II xvr. Boek. 111. Afd.  XVT. Boek. in Afd. Zyne edele getrouw heid brengt zyne eigen Staaten itl gevaar. ;8 HISTORIE VAN HET het paard , waarop de Keizer zat , te voet, en wilde niet, dan na lang aanzoek van den Keizer, te paard ftygen. Kort daar na trokken zy op naar Morea , daar Amir in een zwaare ziekte verviel. Op hunne terugtogt naar Didymoticum ontmoetten en vernoegen zy de vyanden Dnder aanvoering van Franzes. In deezen flag was Amir, fchoon nog niet geheel herfteld , doorgaans in het heef (Ie van het gevecht, en kreeg drie ftooten met eene lans. die gelukkiglyk op zyn borstharnas afiluitten. Hy was in den beginne zonder harnas te paard geftegen , maar zich des Keizers raad , hem weinig dagen te vooren gegeeven , herinnerende, fteeg hy weder af en trok het aan , waardoor hy het doodsgevaar ontkwam. Te vergeefs trachtten de vyanden Amir door groote beloften van de party van Cantacbuzenus af te trekken; maar het geen zy by dien Vorst zeiven niet. konden te weeg brengen , verkreegen zy by zyne omkoopbaare Staatsdienaars ,, die zich zeer gemai.kelyk heten overhaalen om hunnen Vorst, die nu reeds tien maanden van huis was geweest , aan te fpooren om weder terug te keeren. Hy zag zich, tot zyne groote fmart , genoodzaakt om hiertoe te befluiten , na dat hy alvoorens de Keizerin Anna door een gezantfchap aangemaand had om vrede te maaken , doch zonder eenige vrucht. By het gehoor , dat zy aan deeze afgezanten verleende , voer Apochaucus , in zeer beledigende bewoordingen , uit tegen Amir; en zeide onder anderen, dat hy, fchoon tot den rang van Sultan verheven ,. echter laaghartig genoe" was om Cantacbuzenus in vreemde landen te volgen als een flaaf , en als een lyfwacht voor zyne tent te ftaan. De afgezant , zich deeze belediging , den Sultan , zyn' Meester , aangedaan, ten nutte maakende, fprak , ter wederbefehuldiging van deszelfs beichuldigers, met zulk eene vrymoedigheid en kracht van woorden, dat de gaufche vergadering daarover verbaasd ilond.  OT HO MANNIS C HE RYK. 5, AMIR beloofde aan Cantacbuzenus, by zyn vertrek, da hy hem, binnen veertien dagen, hulptroepen zou zenden, dat hy , zo fpoedig mooglyk, in perlóon te rug zou keeren , en dan by hem blyven tot dat de oorlog geëindigd was. Schoon het vertrek van Amir den Keizer in groote ongelegenheid bragt , flrekte het echter nog bytyds tot zyn eigen behoud. Eenige. troepen , met vier - e n - twintig Galeyen van Rhodus en andere plaatfen der Latynen , te Smyma aangJand, veroverden eene vesting in de haven , en verbrandden fommige Schepen, in weêrwil van de zorg , die Amir aanwendde om dit te beletten ; en indien hy niet tydig aangekomen was, zou misfchien de Stad zelve in hunne handen hebben moeten vallen (ƒ). Keizer Joannes Cantacbuzenus bericht gekregen hebbende , dat de Keizerin A>ma aan Or Chan om byftand1 gezonden had , zond insgelyks gezanten aan dien Sultan, met verzoek , dat hy liever hem zoude byftaan , dan de Confiantinopoliiaanjcbe Factie onderfteunen , een voor. flag , die door Or Chan wierd. aangenomen. Naardien nu het grondgebied van beiden zo na aan elkander grensde , kreeg de Keizer önderftand van hem , zo dikwyls hy maar wilde ; want het gebied van Or Chan firekte zich uit tot aan de zeekust van Papblagonigi, en van daar tot aan Pbrygiën; maar deeze nabyheid flrekte dik wyls ten verderf voor de Janden , die aan het Griek. fche Keizerryk behoorden , naardien de Turken menigmaal ongevraagd de Zee overftaken , en de Steden verwoestten , die -zich aan Cantacbuzenus niet wilden onderwerpen. AMIR\ de Sultan van Joniën, wierd, door het-verbranden van zyne Schepen , belet om Cantacbuzenus te4 hulp te komen , zo fpoedig als hy wel gewenfcht had;a en (/) Caktachuz, Libr. 3. C. 63, 66, 68. Ha > i xvi. Boek. iii. Afd. A.0 1345 Or Chan und huip. roepen. Grootmoe, gbeid van mir.  i XVI. Boek. ui Afd. i Hy zit mede in cle Raadsvergadering. K'frt terug naar Smyrna. Jö HISTORIE VAN HET sn het was hem niet wel mooglyk om zyne hulptroepen over land te zenden , uit hoofde van een gefchil , dat ly had met Sar Chan , den Sultan van Lydien , over iunne grensfcheidingen ; maar brandende van verlangen om aan zyn belofte te voldoen , bood hy aan om her land , dat in gefchil lag, af te ftaan, tegen den vryën ioortogt voor zyne hulptroepen. Sar Chan, ftemde niet illeen met groote bereidwilligheid in deezen voorflag , maar zond daarenboven zyn' zoon Solyman met Amir , om den Keizer te dienen. Hierop trok de Sultan uit aan het hoofd van twintigduizend mannen, en den llellespont overfteekende vereenigde hy zien met Cantacbuzenus te Didymoticum. Van daar trokken zy voort naar Per.:b:c. non , tegen Momizilus , die niet meer dan vierduizend, mannen fterk was , hier wierd een bloedige flag geleverd , doch, na dat de Veldheer Momizilus geiheuveld was , wierden de overigen verflagen , of. gevangen genomen. Na dat de Krdl van Serviën het beleg van Pberus had opgebroken , zo ras hy hoorde, dat de lurken tot deszelfs ontzet in aantogt waren , wierd 'er in een' krygsraad der voornaamste bevelhebbers, waarby Amir en So~lyman beiden toegelaten wierden , befloten voorttetrekken , en Conjiuntuwpolen te belegeren, dewyl zy onderfteiden , dat zy daar niet veel tegenftand zouden vinden , uit hoofde der verwarring , die aldaar ontftaan was by de dood van Apochaucus , die in een. oproer in de Stads gevangenis vermoord was geworden, maar zo haast zy de Stad begonden té naderen ., vernamen z / , dat zyne moordenaars door het gemeen om hals gebragt' waren- , en 'dat' alles daar wederom in rust was: Op hunnen terugtogt naar Macedoniër wierd Solymandoor eene hevige koorts overvallen. Zy, che hem verzelden, gaven hem verkoelende middelen . die het bloed dgeden verftyven, en bezwymingen veroorzaakten.. 4»'>, die.  OTHÓMANNISCHE RYK. c dieneer fpo?die de oorzaak van deeze gevaarlyke kent< kenen bemerkte, beval hem Tberiak en ouden wyn gebruiken , waardoor de koorts te rug kwam ; ma vJZa^ °P,hunne voorige middelen weder het H 5 a h^roorza^Cen ^ eene verkonding in zy bloed dat hy op het oogenblik ftierf. Zy, die de zor over Solyman was aanbevolen , bel.huldigden Anir al de oorzaak van zyn dood, en zeiden, dat hv vêrgi m den wyn had gemengd. Amir , vermoedende , da Sar Chan misfchien geloof zou Haan aan deeze lastering en de wapenen tegen hem opvatten , befloot terug fe keeren voor dat deeze leugen mogt wortel gele oofen heb. c >ke zaak is, zicnzelven van eene misdaad vry te pleiten by eenen Sa,,Chan , fchoon hy geheel onfchuldig inde pen twaaif Galenen daar de haven in , onder het bevel van eenen Martinus , aan welker boord zich een Pa ' tnarch van Conftantinopolen bevond , die door den Paus' derwaarts gezonden was. Deeze vermaarde Prelaat wil. de met geweld de hoofdkerk van Smyrna binnen "treeden , en beval aan het krygsvolk hem te volgen ; in weerwil van den raad van alle de Bevelhebbers , 'de hem het gevaar van zulk eene overhaastte daad voor oogen fielden. Ook wierd hy welhaast overvallen door Amir T SnC e u» terWyl hy beziS was met l^t leezen van de Mis , die hem en Martinus , err nog eenige ande- ' re, die ,n de. kerk waren, voor het Altaar Sdervel- den ,• w nt zo haast de Italiaanen de Turken, zaaen aankomen vluchtten zy naar het kafteel. Ten zelfden tvde veroverden twee en - dertig Lenueefche Edelen , die r \" eenige - Uktachü2. Libr. 3. C. Si, 8* 89 H-3 ' 1 !' xrv. e Boek. r iu. - Afd. 1 r 3 t /fy dood en' Pa. riarch.  xvr. ; Boek. ' HL Afd. Des KHzers Dochter wordt aan Or Chan ten huwelyk gegeevem fe HISTORIE VAN HET ienige Galeijen op hunne eigen kosten hadden uitgerufl, iet eiland. Chio. In den loop van dit zelfde jaar zond Or Chan gezanten aan den Keizer Cantacbuzenus , om eene van zyne dochters ten huwelyk te verzoeken , met aanbieding , dat, ingevalle de Keizer hierin bewilhgue, hy hem tegen alle zyne vyanden zou byftaan , niet als vriend en bondgenoot , maar als zyn zoon en onderdaan. By deeze gelegenheid raadpleegde hy met zyne voornaamste Legerhoofden en Edelen , die hem alle eenpaariglyk raadden deeze voorftelling aan te neemen. Hy zond insgelyks gezanten naar Amir, om zyn gevoelen nopens deeze verbindtenis te verneemen ; die hem daarop deed antwoorden , dat de vriendfchap van dien Vorst , zvns bedunkens, voor het Keizerryk van groote nuttigheid kon zyn ; dat, oflchoon hy deszeits byftand niec noodig had tegen de binnenlandfche vyanden , die reeds genoeg vernederd waren , dezelve echter van dienst zou kunnen zyn tegen buitenlandse aanvaden ; dat oflchoon1 hy wel verzekerd was , dat Or Caan geene vuuriger begeerte kon hebben dan hy zelve om den Keizer ten dienst te ftaan , hy echter oordeelde , dat deeze daartoe beter gelegenheid had , om dat zyne landen tegen over Thraciën gelegen waren. Hy voegde nog hier by , dat de Keizer geene zwaarigheid behoor, de te maaken om in deeze verbindtenis toe te ftemmen , dewyl veele van zyne voorzaaten het niet> te gering geacht hadden, om ten voordeele van hun eigen belang, hunne dochters aan Schytifcbe en andere vreemde Prinfeu ten huwelyk te geeven. De Keizer verwonderde zich over de zedigheid van Amir , in het bekennen , dat de byftand van Or Cban voor hem van meer dienst zou kunnen zyn ; en zynen raad volgende zond hy een gezantfchap aan Or Cban, om  OTHOMANNfSCHE RYK. t hem te verwittigen , dat hy hem zyn verzoek toeftoni en verzocht een veilig geleide te zenden om zyne doch ter af te haaien. Or Chan zond hierop terftond derti Schepen , een groote menigte ruitery , en de vooi naamsten van zyne Edelen om de Bruid af te haaler Cantacbuzenus met zyn leger naar Selivrea trekkende, be val , dat 'er een troon buiten de Stad zoude opgered) worden , en naby denzelven eene tent ', welke doo de Keizenn en haare dochters betrokken wierd. Dei volgenden dag fteeg Tbeodora, de Bruid, op den troon om zich aan het volk te vertoonen , volgens een ouc gebruik , dat door de Keizers in acht genomen wierd , wanneer zy hunne dochters aan vreemde Vorsten uithu welykten. De Keizerin en alle de overige bleeven ir de tent , en de Keizer kwam te paard gezeten te voorIchyn. Na dat de zyden gerdynen , met gouden franjen verherd , die den troon omringden , weggefchoven waren , vertoonde zich de Prinfces, op den troon zittende, omringd van gefnedenen , die op hunne kniën lagen , en brandende toortfen in de handen hielden. Deeze plegtigheid ging gepaard met muziek en' gedichten , die door de beste dichters tot lof van de bruid gemaakt waren. De Keizer, na geduurende verfchei. de dagen zyn leger , en de voornaamste Hoofden der lurken op prachtige gastmaalen onthaaid te hebben, zond haar aan^ haaien Gemaal, die haar met eene verrukking van blydlchap ontving. De Keizerin Anna, thans duidelyk befpeurende, dat zy van den kant van Or Chan geen' byftand te wachten had, zond om hulp by Sar Cban , den Sultan van Lyaiën ,] die haar gereedelyk met zyne troepen byftond.: Amir vertoornd , dat hy nabuurige legerbenden tegen zvn' vriend moest zien optrekken, befloot hem . op de best mooglyke wyze van dienst te zyn , ten dien einde beval ny aan tweeduizend mannen van zyn eigen Volk , dat 3 '» XVI. * Boek. I hl - Afd, t r 1 I AmiVs 'rifi om '■yn vriend [y te Jlaan.  64 HISTORIE VAN HET XVI. 2 Boek. ? in, i Afd. ( 5 t i 1 I 1 1 i A.D. 1350. Or Chan lezoskt Cantachuzenus. y zich met het leger van Sar £h«.n zouden vereen Ien , gelyk by de Turkfche krygstogtcn gebruiklyk is; naar gaf aan derzelver Opperhoofden een heimel/k bevel, im tot Cantacbuzenus over te gaan , ingevalie zy het 'olk van Sar Chan niet konden overhaalen om insgelyks yne zyde te kiezen. Deeze laatften ftonden in twyfel, ot dat zy zagen, dat de Keizer in aantogt was om hen lag te leveren , toen lieten zy hem hunnen dienst aanbeden , met dit verzoek echter , dat hy hen eerst oerlof zou geeven van naar Conftantinopolen te moogen ;aan om daar het geld te ontvangen , dat de Keizerin énna aan hunnen Vorst beloofd had. Dit wierd hen :oegeflaan , en dewyl de Keizer, by hunne teiugkomst, ïunnen dienst niet meer noodig had , gaf hy hen hun rfleheid ; doch zy, volgends hunne gewoonte, het land niet kunnende verlaaten zonder eenige verwoestingen aan :e rechten , deeden nog eerst een' inval in Bulgdrïén , ;n keerden toen met buit belaaden naar huis (_h). Kort na dien tyd wierd de vrede gefloten tusfehen de twee. partyën , en Jöannes Paicsogus , die toen nog maar vyfeien jaaren oud was ; by deeze gelegenheid kwam Or Chan met zyne geheele familie te Scultarhn (S) om. hem deswegen geluk te wenfehen. De Keizer ftak over om hem daar te ontmoeten, en bleef eenige dagen by hem, daar zy geduurende dien tyd allerhande feesten aanrichtten , en het vermaak van de jagt namen. De Keizer en Or Chan zaten te zamen aan dezelfde tafel , en de vier zoons van Or Cban , die hy by zyne voorige vrouwen geteeld had , zaten aan een andere tafel. De voornaamste Romeinen en Turken zaten op (7ï) Cantachüz Libr. 95, & fqq. ( S ) Gbmeenlyk genaamd Scutari, gelegen aan den Bofporus tegen o.ver Conjlantinopolen.  OTHOMANNISCHE RYK. 6S op tapyten. Toen deeze vermaaken geëindigd waren bleef Or Chan aan boord van zyne fchepen , en TJaeodma en haare vier Schoonzoonen gingen met den Keizer naar Conftantinopolen.; van waar zy , na aldaar drie dagen vertoefd te hebben , zich weder met Or Chan naar Bithyni'ên begaven. JNiet lang daarna deed de Krdl van Serviën een' inval in het Ryk , waar op Cantacbuzenus naar Or Chan , zyn Schoonzoon , om hulptroepen zend , die hem terftond tienduizend mannen deed toekomen , onder het bevel van zyne vier zoonen , en van Solyman. De Keizer voegde een gering getal Romeinen . 'onder bevel van zyn' zoon Mattheus hier by , met ïlrikt bevel, van geenerhande ongeregeldheden te pleegen op het grondgebied van het Kcizerryk ; maar zo haast zy voortgetrokken waren tot aan Mygdonia , en vérnamen, dat de nabuurige landen aan Krdl van Servi'en toebehoorden , begonnen zy dezelve te verwoesten , zonder dat hunne bevelhebbers hen zulks konden beletten. Zy doodden eene groote menigte inwooners , en namen nog grooter menigte gevangen; en keerden toen, met buit beladen, over den Heikspont weder naar huis. Eemgen tyd daar na wierden eenige Turken , die den Hellespont over waren getrokken , en ^eele verwoestingen in Ihtacien hadden aangerecht, juist toen zy met hunen buit wilden terug keeren , ontmoet en geflagen door, den Keizer , waar van het een gedeelte met deszelfs aanvoerer , Kara' Mehemet genoegzaam alle fneuvelden, doch de anderen, onder het bevel van Maratuman , leiden de wapenen neder , en wierden naar huis gezonden. Dit waren Turken, die in den oorlog tuslchen de twee Keizers gediend hadden , en die dus het land kenden. Ten zelfden tyde verfloeg Mattheus, des Keizers oudfte zoon , die Stadvoogd was van Chcdcidica in Macedonien , een' anderen ' hoop Turken , Oost. Hist. XII. Düel. I XVI. Boek j 11. Afd. Hv zend hem hulp.  66 HISTORIE van het XVI. d Boek. v ui Afd. y AD.i^3- C Or Chanh Jlaat den t Keizer by.^ a z i 4 € r I yfD.1354. £11 zyne f Vyanden. 1 I » i 1 « ■ ^:D.i3s5Or Chan zend den Keizer op nltuw on- te. in deeze provincie eene landing gedaan hadden, van ■eiken niet één het zwaard of de flaaverny ontfnapte. THESSALOÏÏICA, door den Krdl van Perfien belegerd 'ordende, verzocht Cantacbuzenus wederom hulp van )r Cban , die hem twintigduizend mannen zond onder et bevel van zyn' zoon 'Solyman ; maar toen deeze rins tot aan Anaklaropolis in Tbracien was voortgetroken kreeg hy een' brief van zyn' Vader , om zo ftil Is mooglyk zou zyn , naar huis te keeren ; dewyl hy elf zyne troepen noodig had ter verdeediging tegen de lagtigfte Vorften in zyne nabuurfchap , welke hem en oorlog hadden aangedaan. Offchoon nu Or Chan zulk en' grooten haast maakte , hield Solyman zich echter og zo lang. in het Ryk op, tot dat zyn volk Bulgarien eplunderd had (i). In den twist, die ontdaan was tusfehen de Fenetiaanen n Genueeezen over een gefchil , dat 'er ontftaan was i de Rivier Tanaïs tusfehen een' Tartaar en een' Vene. iaan , verklaarde de Keizer den oorlog tegen de Gelueezen , die toen in Galata woonden ; en Or Chan hond de Genueezen by; niet alleen om het geld, dat hy tan hen trok , maar ook , om dat hy het voor eene >elediging hield , dat de Venetiaanen in zyne nabuurcbap zouden komen met een talryke vloot , zonder ienige de minfte pligtpleeging by hem af te leggen. Om leeze redenen zond hy een leger van ruitery en voetvolk , dat zich nederfloeg op het vaste land van Afi'ê :egen over Conftaniinopolen, en het welk de Genueezen. grooten dienst deed. In den oorlog , die kort daarna uitborst tusfehen de :wee Keizers Joannes Cantacbuzenus en zyn' Schoonzoon Joannes Palaologus , zond Or Chan eenige troepen tot ayftand van den eerstgemelden ; met welke hy optoog,. (I) Caktachuz. Libr. 4. C. 4, 10, 1$.  OTHOMANNISCHE RYK. «j toog , en Andrianopolis ontzette , in welke Stad d< jonge Keizer Zyn' zoon Maltbtus belegerd hield. Palmlogus nieuwe hulptroepen van de Serviërs en Bulgaarei gekieegen hebbende , verzocht Cantacbuzenus insgelyk meerder onderftand van Or Chan , die hem fienduizem man ruitery toezond , onder het bevel van zyn' zoor Solyman. Deeze Prins, den Hellespont overtrekkende , legerde zich den volgenden dag aan den oever van d~r Hebrus , kort by de legerplaats van de Serviërs en Bul gaaren , terw'yl niet eene van de beide partyën wist dat zy zo digt by elkander waren. De volgende dag op tre kende ontmoette de Prins de vyanden , die wel haast geflagen wierden, en alle fneuvelden of gevanger wierden genomen, hun Opperhoofd, en eenige weiniger van zyn gevolg, die het dcor de vlucht ontkwamen ,uitgezonderd. Na deezen flag trokken de Tm ken naar Adriano. pons om den Keizer te begroeten. Toen zy daar in de rabuurfchap waren , zond Palceologus een* brief met ge fchenken aan^ Solyman , om hem in zyne belangen ovei te haaien. Solyman ontving de gezanten zeer vriendelyk , maar weigerde de gefchenken van hunnen Heer aan te neemen ; doch beloofde hem tevens, dat hy niets tegen hem zou onderneemen. Hy zond echter den brief van Palceologus aan Cantacbuzenus , om hem de or beleefdheid van den Schryver te doen zien , die hem in den zeiven niet eenemaal den titel van Keizer gegeeven ha, ,• en hierop keerde hy met zyne troepen naar Afië terug, (k) J De lurken hadden, in hunne verfcheiden togten om den Keizer te hulp te komen, eenige plaatfen in Thra cien weggenomen , en onder anderen het kasteel Zimpe dit wierd door den Keizer zeer euvel opgenomen en ' geene ma0t genoeg hebbende om hen uitte dry ven, fchreef! hy (*) Caktachuz. Libr. 4. C. 16, 31. & feq«. I 2 t » xvr. 1 Boek. t m. j Afd. ^ drrftanion* ' der zyn' 1 zoon Soly man. » I l Plaatfen n Thra:iën door le Turken en Keizer fgenomin.  63 HISTORIE VAN HET XVI. b! Boek. h Afd. n d c d 7 h jt h ï j t I ( < Door den Keizer van. Solyman terug gevraagd. j aan Or Chan , met verzoek, dat hy af zou zien van 'zittingen , die zyn volk zo. onrechtvaardiglyk verkre:n had , op dat hunne onderlinge, vriendfchap hier door [et geftoord mogt 'worden. Doch, Solyman Zimpe zoneenige vergoeding niet willende terug geeven, zond antacbuzenus hem tienduizend gouden kroonen. Ten jezen tyde verwoestte eene aardbeeving meest alle de éefteden van geheel Thracien , en voornaamelyk Galpoli , de beroemdfte Stad van dat Land, welke toen i de handen der Turken was ; die by tleeze gelegeneid een groot getal Romeinen, die de voorige rampen ontomen waren,'tot flaaven maakten. SOLT MAN , die toen te Pega , eene Stad aan den 'iellespont gelegen , zich bevond, bericht gekregen hebende welk eene verwoesting deeze aardbeeving had aanerecht , vergat het verbond, dat hy nog zo kort gele. ien met Cantacbuzenus gefloten had , en naar Thracieri >verfteekende , ■ herbouwde hy die fteden, en bevolkte lezelve met inwooners van zyne natie. Hy maakte bysonder veel werk van hét herbouwen van Gallipoli, dat ay met inwooners opvulde , die alle zyne eigen mderdaanen waren; Na deeze maatregelen genomen te aebben , deed hy verfcheiden invallen in Bulgarièn, het and verwoestende en de inwooners gevangelyk weg'i. r/oerende. Den Keizer bleef niets anders over, dan aan Or Chan te verzoeken , dat hy zyn' zoon zou bevelen, de Steden te rug te geeven , die hy , zonder eenigen fchyn van recht, geduurende den vrede , veroverd hadden hy hield aan Or Chan voor , dat het de grootfte onrechtvaardigheid was , het Kafteel Zimpe in bezit te houden na het geld daar voor getrokken te hebben. Solyman bragt tot zyne verfchooning by , dat hy dit Kafleelniet door geweld van wapenen weder in bezit had genomen , maar, dat hy het verlatei>en verwoest had gevonden > en daarom befloten had hetzelve in bezit  OTHOMANNISCHE RYK. 69 bezit te neemen. Or Chan, fchoon deelgenoot in deeze zaak , wilde echter gaarne de gunst van zyn' Schoonvader blyven behouden , en verzocht hem derbalven eenigen tyd uitftel om zyn' zoon tot de bewilliging 0vér te haaien. Kortom , dcor een aanbod van veertigduizend gouden kroonen , liet Soloman zich bewegen om alie deeze plaatfen te rug. te geeven. By deeze gelegenheid ftak Catachuzenus de Zee over naar Nicomediën , om met Or Chan mondeling over eenige zaaken te fpreeken; maar hem' zeer ziek vindende kon niets daarin gedaan worden. Naderhand -ti ok Solyman aan het hoofd van een magtig leger te veld tegen de Galaten van Ooster/ch Scytbien, en nam nog dien zelfden zomer twee van hunne voornaamste Steden , Ancyra en Cratea , in. By zyne terugkomst in den herfst, zond hy, in gemeenfehap met, zyn' Vader, een gezantfehap aan Cantacbuzenus, om hem; te melden , dat hy gereed was hem de veroverde Ste-1 den in Thracien terug te geeven, op welk een' tyd hy die ook zoude willen ontvangen. Ingevolge van deeze aanbieding wierd hiertoe een tyd bepaald"; maar men vindt nergens iets van het terug geeven van deeze plaatfen , offchoon 'er wel melding gemaakt wordt van een' vrede, diè tusfehen hen geflooten wierd. Kort daarna , wierd 'er een' vrede gefloten tusfehen de twee Keizers, Cantacbuzenus3 en Palaologus, waarna5 de eerstgemelde de waereld vaar wel zeide , en zich inp een klooster begaf ; na alvoorens met Palaologus .over jj een gekomen-te zyn, dat zyn zoon Mattheus het' zelfde tl aandeel in het Ryk zou hebben, dat hy tot"hier toe had gehad , en' tevens den titel van Keizer ,• maar de twee jonge Keizers bleeven niet lang goede vrienden (l) Omtrent dien zelfden tyd gebeurde het , dat een roof- (O Caktackuz. Libr. 4. C. 38. & Tcqq. 13 XVI. Boek. ' iu.' Afd. Belofte vm 'ie te> ug te uilen geeen. Or Chan' idriegt .iL-eolo3S, en Ut Mat» leus by.  XVT. Boek. in. Afo. 70 HISTORIE van HET rooffchip van Oud Phocea, daar Calothetes het bevel voerde , de golf van Astakena inzeilende met oogmerk om gevangenen te rcaaken > onderanderen Chalil, een der zoonen van Or Chan, gevangen kreeg, en hem met zicli naar Fhocea voerde. • Or Cban , niet in ftaat om deeze ftad te belegeren van den zeekant, uit gebrek aan fchepen , of van den landkant uit gebrek aan genoegzaame landmagt om zich tot aan deeze plaats een' weg te kunnen baanen , wendde zich tot Palaologus; die hem beloofde het ontflag van Chalil te zullen bewerken, indien hy wilde ophouden den jongen Keizer Mattbeus met krygsvolk by te ftaan. OR Chan deeze wederzydfche voorwaarden goedkeurende, zond Palaohis terftond een' bode aan Calo:hetesj in verbeelding, dat deeze Chalil op de eerfte aanmaanihg zou overgeeyen; maar, verneementle, dathy, noch door beloften , noch door bedreigingen iets kon winnen , zag hy zich genoodzaakt om de vryheid van Chalil te koopen voor honderdduizend gouden kroonen, met den titel van Panhyperfebajtos voor Calothetes op den koop toe. M ATT HEUS onderricht, dat de Stadvoogd van Pberasge. negen was. hem deeze gewlgtige plaats over te geeven, en in dezelve de weduwe van den Krdl van Serviën, met alle de fchatten, welke zy by zich had, beloofde binnen eene maand daar te zullen zyn. Ten zelfden tyde zond hy om verfterking aan zyn' Schoonbroeder Or Chan, die , toen de Aviuo of Abyéos zynèe, hem vyfduizend Turken toezond; maar deeze, zich meer bezig houdende met rooven dan vechten , gedroegen zich op zuik eene flcchte en lafhartige wyze, dat zy niet alleen het oogmerk, waarom hy hen ontboden had, deeden mislukken, maar daarenboven oorzaak waren, duor eerft voor hun eigen volk , dat zy voor Serviërs aanzagen, en vervolgens voor de Serviërs zelve te vluchten, dat Mattbeus dus door hen verlaten, by Pbi.ippi krygsgevangen gemaakt  OTH OM AN NIS CHE RYK. 7t maakt wierd ; en om zyne vryheid weder te verkrygen zich genoodzaakt vond om den titel van Keizer af té leggen, (in.) Na dus uit de Griekfehe Hiftoriefchryvers de gaaning, welke in de Turkfche Hiftorie gevonden wordt, ingevuld te hebben , tot op het jaar 1355, zullen wy terug kee-' nn A°C • u Urkufche, Schryvers 5 die ons verhaalen: dat; Or Chan s heerfchzucht met den voorfpoed zyner wao~ nen fteeds meer en meer toeneemende, hy zyn' zoon Solyman uitzond om een* overtogt naar Europa te beproeven; en hem zyne drie voornaamfte Legerhoofden, Acne Beg, Gdzi Fazil, en Ornuz Beg medegaf. Andere Schryvers noemen hen, Gdzi Faril, Takübje Beg, en Mi. chal Beg Solyman, tagtig uitgelezen mannen met zich neemende, begaf uch, onder voorwendzel van op d* ia-U te gaan, in de provincie van Aydinjik, en befpiedde daar de zeekuüen; maar, dewyl de Griekfcne Keizer de doodftraf gefield had op ieder' perfoon, die zich zou verftouten uit A/ië over te komen, of zich derwaarts te begeeven, al was het ook in een .klein bootje, bediende hy zich van een vlot > dat aan de beide oevers met balken was vastgemaakt, en trok met zyne byhebbende manIchap daar over naar het Kasteel Hamni in Europa By hunne landing greepen zy een' boer; die hen langs een' onderaardfchen weg midden in deeze vesting bragt. Solyman, door de ingezetenen zacht te behandelen, verkreeg van hen, dat zy de fchepen, die in de havens van Balapr en Achimiiia- in Afië lagen , zouden geleiden 1 van waar zy, binnen weinig uuren, drieduizend Turken .overvoerden , waarmede hy den volgenden dag het kasteel Hyajoboma by verrasfing innam; het welk hy aa-n Aebe Beg ter bewaaring gaf; en hier van heeft dit grondgebied zedert den naam van Acheovaji gekregen, GAL* Cantachuz. Libr. 4, C. 44. & feq9 XVL Boek, lil. Afb. Solyman 'alt ih l'hr;c;ên,  xvr. Bokk. ut. Afd. Hy ven vert Gail poli. Hegyra 760. «J.P.I35! Hyfneu door va zyn'-pat te vallei 72 HIS T O R I E van het CALLACPIONIAS , ftad voogd van Gallipoli, of CallU polls, alle de troepen, die hy in haast kon verzaamelen, op de been brengende, trok uit om Solyman te keer te gaan; maar minder in magt en moed zyn de dan de vyan-den , zag hy zich genoodzaakt na een lang gevecht, "naar de Stad terug te wyken, welke hy, voor een' geruimen tyd , dapperlyk verdedigde ; tot dat hy eindelyk , door" veelduldige aanvallen, er gebrek aan levensmiddelen afgemat, in .het jaar f60 , 'Callipolis, met de geheele Provincie van Chiirtboli of Ch'aripolis, by verdrag overJ*gaf. Toen de Keizer de tyding kreeg #van het veroveren van die ftad, welke niet alleen gehouden wierd voor den fieutel van Conft.mtinopolen , maar zelfs voor den voormuur van geheel Europa, verhaalt men, dat hy gezegd zou hebben , dat de Turken niets meer veroverd hadden dan een' varkensftal en eene wynkruik. In het volgend jaar zond Sultan Or Chan nog een le.. ger naar Europa , onder het bevel van zyn' tweeden zoon Morad, die , terwyl Solyman Malgara en Ibjalain Veroverde ^ zich meester maakte van het Kasteel Epibatos, omtrent tien uuren gaans van Conflantmop^en afgelegen. Vervolgens belegerde hy Chorlu, eene fterke plaats tusfehen deeze Hoofdrad en Adrianopolis gelegen, hier wierd hj^ menigmaal afgeflagen, en verdoor eene groote menigte volks-, maar in getal en magt te kort fchietende moesten de inwooners eindelyk bukken , en wierden allen om hals gebragt, en'de Stad geheel geflecht. Het volk van Pirgcs, tusfehen ChorJu-en Adrianopolis, door deeze wreedheid bevreesd ge'word;n, gaven hunne ftad vry willig over aan Aiorad ; die daarop naar Afie terug trok , Solymm in Europa laatehde. Niet lang daarna'gebeurde wfthet, dat, terwyl deeze Prins bezig was met zyn volk te " oefenen in het werpen der fpiesfen, en het fchieten der [ pylen , zyn paard met hem wegrende ; en hierop zyn been tegen een' boom breekende,. viel hy met zulk eene he-  OTHOMANNISCHE RYK. n hevigheid van het paard, dat hy op- die plaats dood bleef leggen. De dood van dien geliefden zoon trof Or Cban tot in de ziel; maar echter fteeds geneigd om nieuwe veroveringen te doen, zond hy Acht Beg met gen talryk leger om Didymoticum te belegeren. Deeze Bevelhebber de ftad genaderd zynde, éér men hem verwachtte, nam, by toeval, den ftad voogd gevangen, juift terwjl deeze buiten de ftad eene wandeling was gaan doen. De ftadvoogd, die een afftammeling was van het Keizertyk gefiacht, gaf de ftad over om zyne vryheid te behouden; welke Or Chan echter, om deezen Prins, die zyn vriend was, te verplichten, deed terug geeven; maar de ziekte,7 welke hem op het hooren van de dood van, zyn'geliefdften zoon overvallen had , dag aan dag toeneemende , ftie-f hy twee maanden daarna ; na dat hy , volgens de rekening van Saddi, zeventig jaaren geleefd, en vyf-endertig jaaren geregeerd had. Hy wierd begraven in de kloosterkerk van Prufa, of Burfah, en liet het Ryk over aan zyn' zoon Morad. De Turken fpreeken met grooten ophef van de zacht-2 moedigheid, dapperheid, rechtvaardigheid, en liefdaadig-t* beid van deezen Sultan. Zy zeggen, dat hy dagelyks omging met geleerde mannen , en dat hy buiten hunnen raad niets zou ondernomen hebben. Dat hy de eerfte van hunne Vorsten geweest is, die Mesku's, Jami Madrascb, of openbaare Schooien, en Imaret's, of Gasthui- ' zen, heeft opgerecht; dat hy bloozend van aangezicht, blaauw van oogen , blond van haair, en middelmaatig, offchoon vry gezet van geftalte geweest is , blykt uit zyn afbeeldlèl, dat in het Sardy, óf Seraglio gevonden wordt (n). VIER- (a) Cantem. Hift. Otbm. p. 2?, & feqq. Oost. Hist. XII. Deel. K XIV. Boek. iai Afd. Or Cha* krft. yn kwak. r.  XVI. Boek. IV. Afd. SuhanMo rad ƒ. Adri.mo polen «V gentmen. Hegyra 762 jt.D.136: 74 HISTORIE VAN HET VIERDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Morad Chan I. MORAD of Amrat beklom den troon in het een. en-veertigfte jaar van zyn' ouderdom, en nam den titel aan van Choda Fendikzr, dat is Gods Arbeider, om daar door zyne Godsdienftige voornemens te kennen te geeven. In het eerde jaar van zyne regeering veroverde hy de fterke ftad Anguri of Ancyra, benevens eenige kasteelen in" de nabuurfchap. Eenigen tyd daar na zond hy zyn' Groot Vizier, Atabeki Shahin Lala, een' dapperen en verftandigen Veldheer, met eenige ligte troepen, om de ftraat van Gallipoli over te trekken , en Adriano. polen te belegeren, terwyl hy zelf hem met een magtig .leger volgde; maar naderhand hoorende, dat zyn Vizier die ftad by den eerften aanval had ingenomen, keerdehy te rug naar Prufa, en beval hem tot in het hart van Thracien door te trekken; Haji Ornuz Beg aanftellende tot Beglerbeg, of Onderkoning van Rum Eli, of van alle de veroverde landen in turopa. De Grooc Vizier 'volbragt zyne bevelen met zó veel fpoed, dat binnen korten tyd Felibe, of Philippi, Eski, Zaghena, en andere, nabuurige fteden in zyne handen vielen. In het volgend jaar bouwde Morad een prachtige Jami te Adrianopolen, die nog hedendaags Morcldtyeh, of de • Tempel van Morad, genoemd wordt.. Op zekeren tyd voor. den Mufti, die toen de plaats van Opperrechter bekleed, de , komende , om getuigenis te geeven in eene rechtzaak, wierd hy afgewezen, ais een man, die geen geloof ver»  OTHOMANNTSCHE RYR, 7S verdiende De Sultan over dit vreemd gedrag verwonderd , vroeg naar de reden; waar op de Mufti hem ten antwoord gaf, dat hy zyn getuigenis voor onwraakbaar hield, voor zo verre het een Keizerlyk getuigenis was; naar, dat hy het in rechtszaaken vangeene w'aardy keurde , dewyl hy nimmer de opcnbaare gebeden met de overige htujulmannm bywoonde. Morad door deeze beftraffing getroffen , verbeterde zyn gedrag , en bouwde de gemelde Jamï , als eene boetdoening voor zyn voorig leven. In 761, mm Ornuz, BeAcrbeg van Rum EU de fteden Ipjala en Malgara m, verwoestte het omleggende land , en bragt eene oneindige menigte gevangenen mede. Hier-^ uit nam Kara Ha'ul Pacha , de Groot Vizier, gelegenheid van al boertenc'e te zeggen; dat fchoon men zeide, dat alle de buit aan den Sultan toebehoorde , echter de gevangenen , hoe groot hun getal ook zyn mogt, altoos aan byzondere perfoonen vervielen; zodat zyne Majesteit niets daarvan kreeg ; en dat hy het daarom billyk oordeelde , dat eenigen van des Sultans Agavat aan de ftraat van Gallipoli zouden geplaatst worden , om den vyfden man uit de gevangenen te kiezen , waar van de manlykften en de fterkften aan het Hof en in bet leger 2 zouden kunnen gebruikt worden. Deeze voorflag behaag-*, de Morad zeer wel, en ingevolge van dien, wierd dit byZi placaat afgekondigd. Toen nu eene groote menigte van^' deeze gevangenen dus byeen gebrast was, zond "de Sul. tan deeze nieuwe legerbenden aan Haji Bektasb, een zeer Godvruchtige Turk,, zeer beroemd door zyne wonderwerken en voorzeggingen , met verzoek, dat hy hen eene banier , en een' naam zou geeven, en voor hen bidden. De Sbeich den band van zyn' tabbaard, om het hoofd van een' van hen windende zeide : „ Laat ze ge„ noemd worden Tengicheri ; laat hunne geftalte altoos „ blinkende, hunne hand overwinnende, en hun zwaard K 2 „ dap' XVT. Boek. IV. Afd. Hegyra 763. ' 1 Ö.1362. )f Order ■ Janitiren ot echt.  76 HISTORIE van het XVI. Boek. iv, Afd. Hegyra 766. Ji.D 1365 Verier, veroveringen. Hegyra ■ ï784AD.\-ïS:Een Maho metiaiifch nvonderW.crk. dapper zyn; laat hunne fpeer altoos drillen boven het „ hoofd hunner vyanden ; en laat ze , waar heen zy „ ook moogen gaan, altoos met een blank aangezicht te „ rug keeren." Van difen tyd af hebben deeze Soldaa. ten altoos dien naam, en zulk een hoofddekfel gedragen. Door dit nieuw voetvolk wierd , in het jaar 766 , Baiha in Afiën, en in Europa, Zagara, en Gumürjina- ingenomen. In het volgende jaar verzocht Andronicus Palaologus Morad om hulp tegen den Koning der Bulgaa. ren. De Sultan in zyn verzoek bewilligende zond een leger in Europa onder SbaMn Lalay die de vyanden onverhoeds overvallende , naby eene plaats genaamd Zermen , hen zonder moeite op de vlucht dreef. In het zelfde jaar deed hy te Prufa, in de ftraat genaamd Kapluje een groote Jami, of Tempel, een Madrasch, of leerfchool, en een Imaret,. of Gasthuis bouwen. MORAD om de overige Prinfen van Klein.Afiën oneenig te maaken, en op zyne zyde te trekken, huwde in het jaar 783 zyn' zoon Bay-Terid, of Bajezet uit aan eene dochter van Karmian Ogli; (T.) met welke hy Kutahia, Egrigoz, en Tausbanlik ten huwelyk kreeg. Door zyne list haalde hy. Hamid Ogli over, dat deeze in het vervolg de fteden, EÏvadz, Enishabr, Arsherih, Karagais, en Sey. dishahn als Leengoederen van het Othomannifche Ryk zou blyven bezitten; welk voorheeld door veele anderen gevolgd wierd. Na dus de zaaken in Afin op een' vasten voet gebragt te hebben , ftak Morad het vojgendende jaar van Gallipoli over , met een talryk leger , en belegerde het kasteel Bolïna; maar toen hy voor het zelve grooten te- gen- (T) Prws van- Greot-Phrygiën, en een van die Përjifcht Landvoogden , die ten tyde van den optogt van Genghiz Cban tegen hem 03ftonden. Caktemiu. *  OTHOMANNlSCTlË RYK 7? genftand vond, zegt men, dat hy den Hemel om byftand gebeden heeft. De daaraanvolgende nacht viel een groot gedeelte van den muur van zelf om , waarop de Turken door de bres binnen trokken, en de geheele bezetting om hals bragten. Zy vonden eene groote menigte roode hoeden in de magazynen , welken Mörad onder zyn volk deed uitdeden, en zo veel 'er nog te kort kwamen daar by deed maaken. In het zelfde jaar veroverde hy nog Iscanderta, of Alexandria, Darme, en de fterke ftad Cavalla, met het grootst gedeelte van Amant of Albani. ën } gelyk hy in jaar 788 de fteden Zicbne, Caraferia, en. Monastir, overwon. de.nabuui'ige volken verlegen geworden overdefchielyk toeneemende magt van de Othmannen onder deezen Sultan, maakten de Wallachiërs, de Hongaaren, de DaUA matiïrs , en de TribaKiërs , met dat gedeelte der Alba-dm ntërs, het welk nog niet overwonnen was, een verbond™ tegen hem, en verkoozen tot hun Opperhoofd Lazarus,Se Prins van Serviën. Morad, die zich tot dien ftorm reeda voorbereid had, trok het leger der Christenen te gemoet en leverde hen flag in de vlakte van Cosfova in Servië/ hier wierd van beide kanten hevig gevochten , en de overwinning bleef langen tyd twyfelachtig; doch ten laatfte moesten de zaamverboncenen vluchten, Lazarus zelf wierd gevangen genomen, zyne voornaamfte Edelen verflagen , on de vluchtenden door de ligte ruitery nagejaagd. De Sultan het flagveld overwandelende, en de lyken bezichtigende, zeide tegen den Groot Vizier, dat het hem vreemd voorkwam,- dat hy, onder de verflagen vyanden , byna geene anderen dan baardelooze jongelingen vond, en in zyn gefprek voortvaarende, voegde hy daarby : „ maar het is nog vreemder, dat ik deezen nacht „ door een gezicht in myn' flaap ben bedrogen gewor„ den ; want het fcheen my toe , dat ik .zelf door de 3,. hand van een* vyand verflagen wierd." Op datzelfde K-a oo« XVI. Boek. iv. Afd. Hegyr» 791. Morad t een.' al in cviên.  73 HISTORIE van het XVI. i Boek. < i.v. , Afd. ( .* Hy word vermoord, i Zyn kirak ter. Hy verflim de Triballiërs. ^ogenblik fprong een Chnsten. Soldaat, die zich onder de looden vei borgen had, uit deeze woorden begiypende , lat hy de Sultan zelf was, en vervoerd door de zucht >m zyne landgenooten te wreeken, onverwacht op, en !tiet hem een' dolk van onderen in den buik. De moordenaar wierd terftond in ffukken gehouwen. MÜrad binjen den tyd van twee uuren overleden zynde, wierd zyn iyk door den Groot V zier en de Basha's naar de vorstelyke tent gebragt, en daar gebaliemd. Dit gedaan zynde verzaamelden de voornaamfte Crooten zich ter verkiezing van een' nieuwen Keizer, en lldtrim bay T. ud, zyn oudfte zoon wierd tot Sultan uitgeroepen. De Turkfche Schryvers verheffen Morad hemelhoog als een voorbeeld van rechtvaardigheid als een''Vorst van eene onveranderlyke ftandvastigheid van gemoed, zeer geregeld in zyne Godsdienstoefeningen , en een' beminnaar der geleerden. Hy wordt nog daarenboven door hen geroemd uit hoofde van zyne buitengemeene maatigheid, én verachting van uiterlyke pracht; in zo verre , dat hy nooit in eenige andere ftof gekleed ging dan in Sof (U). Hy leefde een-en-zeventig jaaren, en regeerde dertig, (o). Wy vinden in de Griek fche Hiftoriefchryvers zeer weinig wegens deezen Sultan, en dit weinige nog zeer verward. De eerfte oprogt van Morad , of Amurat, ge- ■ fchiedde, volgens het zeggen van Chalcondylas, tegen de TriCo) Cantem. Hift. Othm. p. 35—45- (Ui SOF, of Suf is een fyn dun laken , dat van wol gemaakt wordt. Het wor,t mets «(.dragen dcor de Geestelvken, die. volgens hunne wet, g.enc zy 'tn 1- >ederen moogen draagen. Een perfoon, die een kleed draagt van Sof, word Sufi genaamd. Zo wierd Schach hmaël van Perfien, genaamd Sofi Ismaèl, omdat zyn vad^r een Geesjelyk petfoon gewetst was.  OTIJOMANNfSCHE RYK. n Triballiërs, in welken hy Susman, den Despoot van Ser* vtën verfloeg , en de ryke ftad Pberus veroverde. Dezelfde Schryver zegt, dat hy deezen oorlog aanving om de lchoone dochter van Susman, welke hy door dat middel hoopte te zullen verkrygen. Naderhand noodzaakte hy üragfls, zoon van Zarcbus, heer van Mafia en Bos. dan, of Pogdan, die het bevel voerde over de, landftree ken, rondom den berg Rhodope gelegen, hem fchatting te betaalen , en hem op zyne togten te verzeilen. Ook onderwierp hy zich nog eenige andereTriballifche, Croati. Jche, en Albanijche vorften. Een opftand in Afië ontftaan deed hem derwaarts te. rug keeren om denzelven te dempen. Zo haast'hy daar; gekomen was, vernam hy , dat zyn oudfte zoon Sauz' eene zamenzweering had aangevangen met Andronicus den oudften zoon van Joannes Palceulogus , om gezamelykerhand hunne vaders af te zetten , zichzelven op den troon te plaatzen, en met eikanderen eene aitoosduurcnde vriendichap aan te gaan- Morad ipoedde zich naar Europa_ te rug , en beklaagde zich by den Keizer, dat Andromcus zyn' zoon had omgekocht. Van daar met zy. ne krygsmagt voorttrekkende naar Apicridium , daar de twee Pruilen gelegerd waren, niet verre van ConJiantine* poien, ging hy aan hunne tent duisteien, en,. na hunne zamenfpraak gehoord te hebben , riep hy eenige Bevelhebbers , die naby hen waren , by hunne naamen, en wist door eene doortrapte redevoering de meesten derzeïven over te haaien. De overigen' vluchtten met de Primen naar Didymoticum , werwaarts Amurat hen op de hielen voiade ,, en zyn' zoon Zw gevangen gekregen hebbende, deea hy hem de oogen blinden. Andromcus wierd op dezelfde wys door zyn' vader gehandeld, dewyl deeze niets du, tde wei-eren het geen Amurat hem verzocht. Men bediende zich by deeze gelegenheid van kookenden wynedik. J KORT. XVI. Boek. JV. Afd Zaamen. weering an Sauz n Andro» licus.  tó HISTORIE van het XVI. Boek. IV. Afd. Aanfla^ van Maiiu II. Kort na deeze gebeurdtenis fmeedde Manuël, de tweede zoon des Keizers, die ftadvoogd was van Tkesjaloniea, een ontwerp om zich meester te maaken van de ftad Pheres ,• zohaast Amurat hier van bericht kreeg, zond hy Charatin Basha om zyne ftad te veroveren , en den jongeling gevangen by hem te brengen. Manuël r niet in ftaat om wederftand te bieden, nam de vlucht, maar de vader hem niet durvende innemen, nam hy het befluit, om by den Sultan zeiven vergiffenis te gaan vraagen ; die door dit zyn gedrag getroffen, hem op het vriendelykst omhelsde , en hem met gefchenken overladen naar Conjiantinopolen terug zond. JOANNES Palaologus, om de fteeds tocneemende magt der 7 urken, zoveel mooglyk te keer te gaan, befloot een' togt naar Italië'n te doen , daar hy zich eerst by de V netiaanen vervoegde, doch van hen niets verkreeg dan fchoone beloften. Na aldaar eene groote fomme gelds opgenomen te hebben bezocht hy de overige ltaliaanfcbe Vorsten insgelyks, doch met geen' beter' uitflag; vervolgens trok hy naar Frankryk, doch de Koning was door de binnenlandfche onlusten toenmaals buiten ftaat om hem te helpen. By zyne wederkomst te Venetiën wierd hy aldaar aangehouden voor het geld, dat hy had opgenomen. Hierop zond hy aan zyn' zoon Andronicus, aan wien hy geduurende zyne afwezigheid de regeering had ópgedraagen, dat hy de gemelde fom zou byëen brengen uit de inkomften der Geestelykheid. Doch Andronicus, niet van zins om de regeering af te leggen , deed hem weeten , dat het volk zich tegen dit voorftel aankantte; maar Manuël, zyn tweede zoon, al het geld, dat hy krygen kon , byeenzamelende begaf zich op reis naar ptaliën , met voorneemen om in zyns vaders plaats gevangen te blyven , indien de fom niet toereikende was. Deeze braave daad van kinderlyke liefde bragt hem in groote genegenheid by zyn' vader, maar tevens in haat by zyn' Broeder. AMU-  OTHO MANNIS CHE RYK, 81 AMURAT bémerkende, dat Manuël eenige ontwerpen tegen hem fineedde , beroofde hem, door Cbaratin, van zyne Stad , en van zyn. Landvoogdyfchap ; en naardien de Keizer hem verboden had op zyn grondgebied te komen , vluchte hy naar Lesbos ; en daar oo-'c bevel gekregen hebbende van te vertrekken , begaf hy zich over Zee naar Trocïs , en van daar regelrecht naar Prufa. De Sultan bedacht'zich niet lang van op te trekken tegen de Triballiers , en hunnen Vorst Eleazer of Lazarus , die door de Hungaaren onderfteund wierd. Deeze had eene van zyne dochters uitgehuwd aan Susman. Deer van de Odryjiërs. of Moldavigrs. En. de andere aan Pulkus , zoon van Brancas , zoon van Plandicas , die Heer was van Castoria,. en van dat gedeelte van Macedoniër. , het welk Ochida genaamd wordt , en dat te vooren toebehoord had aan Nicolaas, zoon van Zuppan. Dus van dien kant zich verfterkt hebbende meende hy van de overwinning verzekerd te zyn. Ook had hy zich na de dood van Unglezes en Cbrates meestergemaakt van Pifirmum en Niftra, en zyne grenzen tot aan de rivier Save uitgezet. Hy was gelegerd in de vlakte van Cofoba , -daar Amurat hem flag leverde , en* de overwinning behaalde, doch tevens ook zyn leven verloor. Zyn dood wordt op verfchillende wyzen ver- £ haald ; de Turkfche Schryvers zeggen , dat hy, onderAu het najaagen van den vluchtenden Eleazar , door een' voetknecht der Triballiërs met een piek doorftooken wierd. pe Grieken zeggen , dat , vóór het aangaan van den flag, zekere Milo aan Eleazar voorftelde, dat hy Amurat zou vermoorden , dat hy ingevolge van dien opreed naar de voorposten der Turken , die op het punt Honden van den aanval te zullen beginnen , en dat hy , na verzocht te hebben om den Sultan te fpreeken, die Oost. Hist. XII. Deel. L door XVI. Boek. IV. Afb, ood van urat.  g2 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. ivt. Afd. ^.D.1389 Androni sas geblind Hy ont troontzyn, Vader. door de Janitzaaren omringd wierd, hem met een gevelde lans door het lyf liep , doch op het zelfde oogenblik in in ftukken gehouwen wierd (ƒ>) Het verflag, dat Ducas van deeze gebeurtenisfen geeft, luidt als volgt ; Tóen Or Cban ftierf, was Joannes Paleeologus , die na zyne terugkomst uit Italiën , Cantacbuzenus genoodzaakt had zich in een klooster te begeeven , vyf-en twintig jaaren oud. Hy had drie zoonen, Andronicus, Manuël, en Tbeodorus. Andronicus ging in geftalte , lichaamskrachten , en majeffueuze houding alle jongelingen van zyne jaaren verre te boven. Amti. rat had een gelyk getal , Takub, Kuntuz, en Bajezet. Andronicus en Kutuz, die van gelyken ouderdom waren, maakten op zekeren tyd eene zamenfpanning tegen hunne Vaders; zo haast Amurat kennis kreeg van dit verraad, deed hy zyn' zoon van het gezicht berooven, en dreigde aan Palceologus, dat hy hem den oorlog zou verklaaren, indien hy zyn' zoon niet dezelfde ftraf deed onder, gaan. De Griekfche Keizer , het zy dan uit vrees, of uit eenige andere lafhartigheid , deed meer dan van hem gevorderd wierd ,- want hy deed niet ai leen Andronicus , maar ook deszelfs onmondig zoontje de oogen blinden , en zette hem toen , benevens zyne gernaalin , gevangen in het kafteel Anema. 'i'wee jaaren daar na wisten zy gelegenheid te vinden om te vluchten, met hulp der Genueezen van Galata , die, verb yd van zich deeze omftandigheid ten nutte te kunnen ma-aken, hem met hunne magt tegen zynen Vader byftonden. Na verloop van eenige dagen wierd Amhonicus in de Stad toegelaten ,- maar zyn' eed verbreekende , deed hy zyn' Vader , en zyne broeders in eene gevangenis opf! uiten. Toen deeze , op hunne beurt, uit hunne gevangenis {$) Chai.condylas, Libr. 1. Cap. 8 —1 13.  OTHOMANNISCHE RYK. 83 ris ontkomen , en naar Scutari gevlucht waren , flond /indrmcus , den te gronde gaanden ftaat door geen' burgerJyken Oorlog verder willende bederven d n troon wederom af aan zyn' Vader , en verkreeg vergiffenis, van hem ; hy kon nog met één oog' zien , en zyn zoontje met beiden. De Keizer gaf aan Andronicus; Selizrea , Dancion, Pleraclea, Rbodesto en Pm i'de in welke ee;fte Stad hy zyn verblyf hield ; dit gedaan beboerde deed hy Manuël kroonen , en voor Keizer uitroepen. A'jaak , om tot Amurat terug te keeren. Deeze Vorst na de meeste Steden van Thracien veroverd te hebben' belegerde Adrianopolis, en veroverde die Stad en het geheele land van Thesfaüen, uitgezonderd Tbesfaiomca Na dat hy genoegzaam alle de Keizerlyke bezittingen veroverd had , keerde hy zyne wapenen tegen de Serviërs, verwoestte veele van hunne Steden , en voerde eene menigte van gevangenen met zich te rug. Hierop bragt Lazarus , de zoon van Stephanus, hunne Krdl zyne gar.che magt op de been , en waagde met hem een' yeldflag , waarin van beide kanten veel volk fneuvelde Geduurende den flag rende een jonre Serviër fpoor-*' flags naar het Turkfche leger , gevat zynde gaf hy voor/" dat hy gekomen was om den Sultan een' zekeren weg tot de overwinning aan te wyzen. Na dat Amurat met zyne hand een teken gegeeven hai, dat men den iongeiing zou doorlaaten , trad hy naar den Sultan toe , en ftiet hem zyn' duik in het hart, waarop hy oo°enbhklyk m ftukken gehouwen wierd. De lurkm, fchoon door dit onverwacht geval verbaasd , verlooren echter hunne tegenwoordigheid van geest niet. Zy rechtten zyne tent Zp in het midden van hunne legerplaats, bragten hem daarin , en hervatteden toen het gevecht met verdubbelde woede. De Serviërs, die niets wisten van net geen 'er gebeurd was , namen weinaast de vlucht; L 2 en xvr. Boek. IV. Afd. En hetftelt tem. Amurat dood door f Ser;r.  HISTORIE VAN HET XVI. Boek. IV. Ara. VYFDE AFDEELING. Sultan Bay Yezid en derzelver Krdl , met de voornaamfte van zyne legerhoofden gevangen genomen zynde, wierden naar de tent gevoerd , en voor de voeten van den ftervenden Amurat ter dood gebragt. Dit alles gefchiedde zonde dat een der vleugels van hun leger iets van de gan* fche zaak wist. De rechtervleugel wierd aangevoerd door Takab , en de linker door Bajazet den jongsten zoon. (#) Wy hebben met voordacht een afzonderlyk verflag uit deeze beide Schryvers gegeeven , om onze Leezers , des te beter over derzelver echtheid te kunnen doen oordeelen. (2) Ducas, Cap. 3 & j2. ■ Behelzende de Regeering van Uderim Bay-Yezid. "^TAKUB Chebi, de jongste broeder van Bay Yezid, ■ X de bevordering van zyn' broeder met geene goede, oogen kunnende aanzien , nam het Helluit om. een oproer tegen hem- te verwekken , doch dit ontwerp intyds ontdekt zynde , deed de Sultan , met goedvinden der voomaamsten van het Ryk , hem met eene boogpees Verworgen? Lazarus,, de Vorst van Servten, wierd jnsgelyks , als de oorzaak van MomF\ dood , op bevel van Bay. Tezid voor "hem gebrast, en' onthoofd. Na deeze ftrafoeffeningen , dankte hy zyn leger af, en zond  OTHOMANNISCHE RY-K. «5 zond het lyk van- zyn' Vader naar Prufa om. aldaar in de Vorstelyke Jimi begraven te worden; terwyl by zelf, kort daarna volgende , tot deszelfs gedachtenis een zeer fraai marmeren Kubheb, of gedenkteken, deed oprechten. In het volgend.jaar, zyns Vaders overwinningen voortzettende , veroverde hy, in Europa, .Karatova en Ts-> fe'ib , en, in Afië, Aydin, Sarichan, Kars, en Monte-' fha. By het uitbarsten van een gefchil tusfehen hem en] zyn' Schoonvader Ghermian Ogli , overwon hy denzei-a ven , maakte zich meester van zyn land, en verbandev hem naar Ipjala, De Vorst ,van Catamanign , die met de zuster van den Sultan gehuwd was , zou het zelfde lot ondergaan hebben , indien hy niet befloten had deel te neemen in den oorlog tegen de Moldaviers, welken Bay-Tezid had voorgenomen, met oogmerk om in eigen perfoon de nederlaag te wreeken , welke Zyn leger twee jaaren te vooren onder Sera skiër Soly man Basha by Hiërafus geleden had. Met dit oogmerk, 1'pocdde hy zich terug naar Europa , floeg eene brug over den Donau, verwoestte geheel Mollavien , en legerde zich by liatshoe , een dorp aan den over van de Kivier Z->ut>..\ Rprt daarna leverde lstefan , of ite[hit;iu< , Vorst .van m,, ,dac "hy. terug zmi «eeren. ,.- en -zyne eer her ft el-, kn j daarby voeg rjde,; dat zy hem liever wilde zien. i i . en dopt dé ba;;d van een' vyand , dan gebrandmerkt met de fenande van door eene vrouw geicd te zyn. liujuu, geiaakt door de vervvytingen van L 3 zyne xvr. Boek, v. Afd. Verovert enige Sel- u> iaaiM che p.'aa» ;« jlaat s Molda. iërs.  xvt Boek. v. Aft>. Doch wordt w 'der door hem gejlaagen. Karaman ölf»i wordt door BayYezid geslagen. En onthoofd. Verdere veroveringen. 86 HISTORIE van het zyne moeder, verliet de Stad, en deed dóór een' Trompetter , dien hy ontmoette , twaalfduizend M'ildavietf^ die het zwaard ontkomen waren . weder byëen komen. Met deeze manfchap överviïl hy de vyanden « die hier en daar in het veld verftrooid waren om te plunderen , en dreef hen op de vluch . Vervolgens floeg hy by Vdïblui , omtrent twintig mylen van Jasjy , de Hoofdftad van Moldavien , het groot leger der Turken , veroverde de tenten van den Sultan en overige grooten , en noodzaakte Bay-Y.zll, die te vooren den fchrik der ganfche Christenwae -'d was , met eenige weinige Hovelingen naar Adrianopohs te vluchten. Toen Karman Ogli tyding kreeg van deeze groote nederlaag-, meende hy het tyd te zyn om de magt vm Bay-Yezid te fnuiken, en belegerde derhal ven Kutahia, en verwoeste alle de Iandftreeken der Ot'mans in Klein Afie. Bay-Yezid veeleer woedende dan moedeloos geworden , bragt , met zyn' gewoonen fpoed, in Europa een leger byëen , overvièl , éér zy-ie komst in Afie verwacht wierd , de vyanden , die hier en daar verftrooid lagen , en verfloeg hen by den eersten aanval. Karaman Ogli, met zyne zoonen naar Akjani willende vluchten , wierd door de vervolgers achterhaald, en geg eepen ; en voor den Sultan gebragt zynde op zyn bevel onthoofd , en zyne twee zoonen tot eene eeuwige gevangenis verweezen. Dus moest geheel Ca ramanien onder de magt van dien Overwinnaar bukken. In Europa veroverde hy Nieboli of Nicopolu , Silif tria , en U> ufchlk , Steden aan den Donau ; en in het volgende iaar in J'ie, Anafia, Tokdd, Nikfar, Simfun, en 'Jar.tk ; welke onderworpen waren geweest aan Sultan Burban Eliedin. Na deezen togt keerde hy terug naar Europa. Maar zo  0TH0MANN1SCHE RYK. 87 zohaast hy de ftraat van Gallipoli overgetrokken was , kreeg hy bericht , dat Kutrum. Bay. Yezid, Vorst van Kastamoni, zich van zyne afwezigheid bedienende, zyne landen in Klein-Afie begon te verwoesten. De Sultan, Europa aan zyne bevelhebbers overlaatende, keerde in perfoon met een groot gedeelte zyner troepen naar Afie terug , doch by zyne aankomst vernam hy. dat Kutrum overleden was ; en deszelfs zoon Isfendar-Bega) zond gezanten aan hem , om hem wegens de belediging van zyn' Vader om vergiffenis te verzoeken en van zyn' kant onderwerping te belooven. Bay. Yezid nam hem in genade aan , en fpoedde , na in de Steden Kastamoni , Tarakli Bos li, en Qthmanjik eene genoegzaame bezetting gelegd te hebben, zich naar Europa terugl en vermeesterde nog in dien zelfden veldtogt Salonik. of Ihesjahnica. Na dat deeze veldtogt geëindigd was , keerde hy terug naar Prufa , daar hy welhaast tyding kreeg , dat Sigismund , Koning van Hmgaryen , «net eenige andere Christen- vorsten vereenigd , een leger van meer dan honderdduizend mannen op de been gebragt hebbende, de grenzr-n van het lurkjche gebied was overgetrokken, en Nicopolis beiegerd had- Bay. Yezid bragt in alle yl zyne troepen byëen , die niet meer dan zestigduizend mannen konden uitmaaken; en met dezelven naar Europa overtrekkende , viel hy de zaamverbondenen met zo veel bevigheid aan , dat zy met groot verlies moesten terug wyken. Allen de medeitanders van Sigismund wierden gedood of gevangen genomen , uitgezonderd hy zeif. Hy redde zich eerst door de vlucht naar Confiantinopohn, en van daar te water naar zyne eigen ftaaten. Bay. lezid vond in zyne legerplaats veelerhande krygstm> , en een' groouen Ichat in geld , waar voor de Sultan ' te Aliiaiwpolis en te Prufa beiden x een fraaije Jami bouwde %. xvr. Boek. v. Afd. Kastamoni en Tbes"alonica.  xvi. Boek, v. Afd. Hegyra 797A.B.1391 Guzelhisfar gebouwd. Conflanti. nrpolen. belegerd. SS HISTORIE van het bouwde, benevens een Madfèfch, en een Darush • Sbifa, of Ziekenhuis. BAT - TEZID nu van de Westerfcbe Vorsten niets meer te vreezen hebbende , keerde- z\ne ganfche legermagt tegen Thracien , daar hy een Kasteel verover'de , dat aan de Zwarte Zee gelegen was, omtrent zestig mylen van Cnftantinopokn ; en om de Europcaanen den overtogt langs dien weg naar Jfië te beletten , bouwde hy daar eene nieuwe vesting, ra eene plaats , genaamd Bogdz Keien. Deeze vesting deed hy zeer fterk maaken , en noemde dezelve Guzeïhtsjar, ot het fchoon Kasteel. In het zelfde jaar floeg hy zien met een groot leger onder de wallen van ConjUntrnptx: ' ïen neder , zondereenigen tegenftand te .ontmoeten; maar , toen hy de toebereidfelen tot een' algepieenen aanval wilde maaken , wierd hem zulks afgeraden;, door den Grootvizier , die hem voorftelde, hoe ligt er een opftand in de nieuwverwonnen Steden zou kunnen voorvallen ; en dat het groot gevaar liep , dat hy door dee^e daad allen den Christenvorsten tegen hem in bet harnas zou jaagen. Na dit alles wel overwogen te hebb.n , befloöt hy, offchoon hy niet wanhoopte de ötad nog eenmaal in zyne magt '.e zullen krygen, de belegering uit te ftellen, op dat niet door zich te veel te willen toeëigenen alles mogt verloren worden ; en gezanten te zenden aan den Istambol Tekuri (V) , in onderfteliinjy (V) Istamhol fchynt eene verbastering te zyn mjfcj*^ enkel Stadvoogd van Conftantinopolen noemen , ™« ^°on wel is waar , geen' duim gronds buiten ^ Stad meer bezat ,. had by echter de Kelzerlyke waardigheid nog met atgeiega.  OTHOMANNISCHE RYK. 89 dat deeze , dewyl hy geene hoop meer kon hebben om de Stad te behouden , zich gewilliglyk zou onderwerpen aan alle de voorwaarden, die hem zouden aangeboden worden. In gevolge van deezen raad , zond Bay. Yezid ge* zanten aan Palceologus (W) » met een' brief, waarin hy hem aanmaande de Stad over te geeven,* hem tevens meldende , dat hy meester was van alle zyne overige bezittingen , en dat hem buiten de wallen van de Stad niets meer was overgebleeven} maar de gezanten hadden tevens geheimen last, om, in gevalle de Grieken ongenegen mogten weezen om de Stad overtegeeven, een verdrag met hen te fluiten, ónder voorwaarde, dat zy eene jaarlykfche fchatting zouden betaalen. Dit ontwerp had een' goeden uitflag , men floot een' ftilftand van wapenen voor tien jaaren , op voorwaarde , dat Palaoiogus jaarlyks tien duizend Filun Altum aan den Sultan zou betaalen ; dat het den Otbomannen zou vryftaan een Jami en Mekiene in Confiantinopolen te bouwen ; dat zy daar een' Kadiof Rechter , zouden moogen aanftellen , die over de gefchilien tusf-hen de Mahometanen zou vonnisten ; maar dat, wanneer 'er een gefchil was tusfehen een' Christen en Mamnetaan , de Patriarch als dan het vonnis zou vellen. Deeze zelfde.fchikking zou ook te Adrianepokn plaats hebben. (r_) Zodanig is het verflag, dat ons door de Turkfche fchryvers gegeeven wordt, met betrekking tot de zaaken van het Griekfche Keizerryk. Laat ons nu eens zien, wat de Grieken zelve zeggen over dit onderwerp. Vob j gens het verhaal van Ducas zond Bay Yezid , na Bithymen , Pbrygiën, Bulgarien , en Carien veroverd te'rf, heb.w (.r) Cantim. Hift. Othom. p. 47. &. feqq. (W) D2EZE was Manuil Palaoiogus , die begon te regeeren in het jaar 53^4. Oost. Hist. XII, Deel. M XVI. Boek. v. Afd. De Griekfebe Keizer werdt cynsmar. 1D. 1391. De Eilan11 ver-  XVI. Boek. v. Afd. 90 HISTORIE tan HET hebben , gezanten aan Joannes Palaoiogus met d-m eisfch , dat hy hem fchatting zou betaalen , en zyn' zoon Manuël , met honderd mannen, afzenden om hem in zyn' optogt tegen de Turken van Pamphilia by te ftaan. Keizer Joannes, die van geen' kant eenige hulp te wachten had , was genoodzaakt, om zich aan deeze voorwaarde te onderwerpen. Eenigen tyd daarna verbood de Sultan den uitvoer van koorn , welke jaarlyks ^efchiedde uit Afie' naar de Eilanden , Lesbos, Cbio, Lemnus , en Rhodus- Daarna eene vloot uitgerust hebbende zond hy zestig Schepen naar Chio , verbrandde aldaar de Stad, en de omleggende vlekken, en verwoestte eenige eilanden in dén Archipel , ' benevens Euboea , en een groot gedeelte van Attica. De Griekfche Keizer, door deeze handelwyze meer en meer ontrust, befloot de Stad aan de zuidzyde langs de haven te verftérken , en bouwde twee torens aan de zyden van de gulden poort , van de fteenen van eene kerk, welke hy ten dien einde had doen afbreek en. Zo haast de oorlog in Pamphilien geëindigd was, deed Bay - Tezid hem aanzeggen , dat, zo hy deeze fterkten niet weder vernietigde , hy zyn' zoon Michael de oo^en zou doen uitfteeken ,* het welk den Keizer noodzaakte om te doen het geen van hem geëifcht wierd; en niet lang daarna overleed hy door droefheid over den droevigen toeftand van zyne zaaken , Manuël , tyding gekregen hebbende van zyns Vaders dood , viuchce uit Prufa , en kwam te Cor^uintinopolen. Toen de tyding van zyne vlucht Bay-Tezid ter ooren kwam , die heimelyk had voorgenomen hem ter dood te brengen , zond hy eenige gezanten aan hem met zeer onbillyke eiichen; ónder anderen , dat hy een Turkfche Cadi in die Stad zou aanftellen , die alleen het recht zou hebben van te vonnisfen over de zaaken van de Muzcloians , welke,, zich daar zouden nederzetten om handel te dry ven, met  OTHOMANNISCHE RYK 91 met byvoeging van deeze bedreiging : „ Indien gy dil „ myn bevel niet wilt gehoorzaamen , fluit dan u zel„ ven en uw volk op binnen de muuren van uwe Stad; „ want alles , dat daar buiten is-, is bet myne." Deeze wreedaart naderhand uit Bithynien naar Thra. citn overfteekende verwoestte het geheele platte land tusfehen Panidd en Conftantinopolen , en voerde alle deszelfs inwooners gevangelyk weg. Vervolgens veroverde hy Thesfaionica , en alle omleggende plaatfen. Hy zond Jbran/us naar Morea , met bevel van Jebaja , en Lacedamon te verwoesten ; terwyl hy '1 are ban afzond naar de Zwarte Zee , om van dien kant alles te vuur en te zwaard te verdelgen. . Ook floot hy alle de toegangen naar Conftantinopolen , zodanig dat de inwooners noch in noch uit konden gaan , of van eenige levensmiddelen voorzien worden ; en deeze.influiting hragt welhaast zulk eene fchaarsheid van levensmiddelen, en andere behoeftigheden te weeg , dat de ingezetenen genoodzaakt waren de huizen af te breeken om hout tot het vuur ontfteeken te bekomen. De Keizer fchreef hierop aan den Paus , aan den Koning van Frankryk , en aan den Koning van Honga-' ryen , en gaf hen kennis van de droevige uitersten ,1 waartoe hy gebragt was , en van het gevaar, waarin'* de Stad zich bevond van in de handen der vyanden van het kruisgeloof te zullen vervallen, indien dezelve niet onmiddelyk bygeftaan wierd. De Westerfche Vorften getroffen door den brief van Manuel , wapenden zich tot zyne hulp ; en in het begin van de lente kwamen de Hertog van Bourgondien , en veele Engelfcbs, Frah> 0i, en Italiaanfche Ridders en Edelen met hunne onderhoorige manfehappen in Hongaryen byëen, en vereenigden zich met Sigismund Koning van dat Land , en Koning der Romeinen , en trokken kort daarna by Mcopolis den Donau over , Bay ..Tezid, alle de troepen M 2 van ; XVI. Boek. v. Akd. Thesfalo. nica veroverd. De Chrisen vorsten ereenjgen ich tegen ■ Turken*  XVI. Boek, v. Afd. Mw wor iea gejïa gen, ja H I S TOK I E van he-t van zyn Byk byëen verzaameld hebbende , zelfs die , welken tot hier toe Conftantinopolen hadden mgefloten gehouden , trok langs Philippopulis en het gebergte naar den kant de moerasfen , daar hy hen bleef afwachten. .. Den volgenden dag ve fcheenen de Christenen , en .vielen gezaamelyk , voorover gebukt , BréÉ gevelde fpiesfen , en met de fchilden boven het huofd op het gros van het leger der lurken aan, en drongen door tot in hunne achterhoede. Toen nu de Vlamingen zagen , dat de Turken , die enkel met flingers en b eogen llree den , begonnen te vluchten , vervolgden zy hen m. wanorde, en-rechiten eene.bloedigeflagting onder hen aan. Hierop rukten de wachten van het faleis , of de 'Janitzaren , uit hunne hinderlaag te voorlchyn , en met verwoele hevigheid en een groot gefchreeuw op de Fran. fchen en Hongaaren aanvallende , fiooten zy hen in, en na de. moesten in ftukken gehouwen te hebben , dree. ven zy de overigen op de vlucht. De Vlamingen , zo haast zy hunne vrienden zagen verflaan ,. zetteden het op vluchten , en wierden door de Turken tot aan den Donau nagejaagd, daar het grootfte gedeelte van hen die bet zwaard ontvlucht waren , in het water omkwam. Verfcheiden Ridders van groot aanzien , wierden gevangen genomen , onder anderen , den Hertog van Bourgondien , Graaf van 1 Vlaanderen en Holland , diert Bay-, Tezid naar Prufa opzond -, en dien hy naderhand voor een groote fomme gelds rantfoeneerde. De Sultan,, door dien gelukkigen uitflag trots geworden, deed -Conjlantinopolen van den Keizer opei« fchen : die zich niet eens verwaardigde om daarop te antwoorden. Hierop deed Bay Tezid , veinzende , dat hy de party op nam voor Joannes, den zoon van Andronicus , hera aanzeggen , dat, ingevalle hy den troon wilde afftaan aan den wetagen. Erfgenaam, hy de wapenen zou nederlegge.n , en met de. Stad vreede maaken.  OTHOMANNJSCHE RYK. 93 maaken, Manuil die een zeer verftandig Vorst was, en begon te vreezen , dat het volk , dat reeds begon oneenig te worden, door de fchaarsheid, welke fteeds meer en meer toenam, mogt gedwongen worden om het Christelyk Geloof te verzaaken , zond een' gezant aan zyn' Neef Joannes , die toen met tienduizend Turken J in de nabuurfchap van ConftantinopoUn gelegerd was, metfl aanbod , dat hy hem de Stad zou overgeeven , indien2 h> hem flecnts de galeijen , die toen in de haven lagen/ wilde vergunnen, om daarmede te vertrekken waar heen het hem zoude behaagen. Deeze voorflag aangenomen zynde ftelde Manuel Joannes in het bezit van het Paleis , en met zyne-Gemaalin en kinderen fcheep gegaan zynde, vertrokken zy van Cnnfimtinopplen.' MANUEL in Morea gekomen zynde , liet zyne Gemalin en twee jonge kinderen Joannes en Tbeodorus te Mo. don. Vervolgens de Galyen aan zyn' Neef terug gezonden hebbende begaf hy zich aan boord van een groot lchip naar l'enetïén. Van daar ItaUen verder doortrekkende bezocht hy Frankryk en Duitfchlund. Hy wierd door alle de Christen vorsten , met den uitersten eerbied ontvangen, die hem ook kostbaai e geichenken deeden Eindelyk keerde hy te rug naar Veneiien, en van daar naar Modon , ■ daar hy zich nederzettede om het ftervend Oosterfcb Cbnstenryk den laatsten fnik te zien geeven. BdYrYEZID verbeelde zich, dat Joannes hem Con. JlantinopoUn zou overgegeeven hebben, in vergelding voor den afftand van Morea, volgens hun onderling vredeverbond. Maar Joannes wist hem re vreden te Hellen met den afftand van Selivna , en het toelaaten van een' Cadi , of furkfchen Rechter in de Stad, die thai?s zyn geheel Keizerryk uitmaakte Toen nu Baj - Tezid voorgenomen had na zo veel over a. winningen een weinig rust te neemen, kreeg hy tyding, ï dat Hmur Beg, of 'iamtrtan in aantogt was om een' in-Ti M3 valBrfi XIV. Boek. v. Afd. Manuël aat den ■»on af aan yn' Neef jannes. D.t394. wal van nur1"  94 HISTORIE van het XVI. Boek. v. Afd. Hegyra 800. A.D 1197 Gelegenheid daar Ue. val in zyn Ryk te komen doen. Sommige fchryvers willen, dat Manuël Palcealogus, in zyne verlegenheid een' brief aan dien Tartaafchen Vorst zou gefehreven hebben , met belofte, dat hy uit erkentenis voor zyne hulp het Ryk van hem zou ter Jeen houden; maar, dat Timur geweigerd had deeze aanbieding aan te neemen, met belofte echter van den Keizer te zullen helpen f; en dit wordt dus als eene der redenen van Timurs optogt opgegeeven (Y)- Maar Ducas , de Griekfcbe Hiftoriefchryver , die best over deeze zaaken gefchreeven heeft, wel verre van zulk een reden voor dien togt op te geeven , zegt, dat Timur deezen oorlog aanving ten gevalle van eenige Mahometaafcbe Vorsten , welken door Bay - Tezid van hunne goederen beroofd waren ; en dat hy den Sultan prees om dat hy de Ongeloovigen , dat is de Christenen;, beroofde maar hem tevens laakte omdathy de Mufelmannen, dat is de Geloovigen, beledigde; (f) en dit komt ten naaste. by overeen met de waarheid van de zaak , gelyk wy die by de Oosterfche fchryvers verhaald vinden. Volgens het verhaal der Turkfche Schryvers was Jcbmet Halamir , Chan van Bagd id , in het Jaar 800 afge• vallen van den Sultan van Egypten, en overgegaan tot Bay-Yezid, welke laatfte door zyne hulp zich meester maakte van Ilbifian, Malatia, Diijurghe ,'-en Nebbi, in Egyp' ten Op zyn' terug togt deed hy een' inval in de provincie van Arzingdn, onder het gebied van Tabrin Beg en de landvoogden van dezelve ombrengende leide hy Tabrin Beg eene zwaare fchatting op. Kort daarna, deszelfs getrouwheid in twyfel trekkende , nam hy Tabrin s huisvrouw en twee zoonen als gyzelaars mede naar Prufa, Eenige (i) Cantem. Hifi:. Otham. p. 53. (t) Ducas. Cip. 15.  OTHOMANNISCHE RYK. < Eenige Historiefchryvers van minder geloofwaardighei zeggen , dat de reden daar van was , dat hy o deeze vrouw verliefd -was , en dat hy haar met gewelc aan haaren gemaal ontrukte, en dat Tabrin Beg , doo dit aangedaan ongelyk beleedigd , zyne toevlucht nan ^ de befcherming van Timur , en hem aanzette on May Iezid den oorlog aan te doen. Deeze groote veroveraar dan trok in het Jaar 804 tegen hem op , eh eikanderen naby Ihkrim by Prufc ontmoet hebbende wierd er een bloedige ftryd geftreden ■ m welken van eiken kant meer dan driehonderd -en- vyf duizend mannen fneuvelden. Ten laatste kreegen de Tur. ken .de nederlaag ,• Mufi:,pba, de oudste zoon van Bay. Tezid , fneuvelde dapperlyk ftrydende; en de Sultan zelf wierd gevangen genomen, en in eene yzeren kouw opgefloten , waarin hy zyn leven eindigde. Hierop trok limur binnen Pruja , en dwong welhaast alle de overig, ge provinciën van Klein. Afie- om zich aan hem te onderwerpen, (u) Dit bovenftaand verhaal van deezen oorlog is zo kort als onnaauwkeurig • want noch de tyd, noch de plaats, wanneer en waar deeze veldflag is voorgevallen , noch' de behandeling , die Bay-Yezid ontmoet heeft , zVn! mar waarheid opgegeeven ; en hier uit zou men moeten! neiiuiten , dat de Jurken nopens deeze gebeurtenis gee-r ne goede gedenkfchriften onder zich hebben. De plaats van den flag fchynt enkel door Prins Cantemir by gisfing daar tusfehen gevoegd te zyn; want hy brengt in een aantekening , na ons gezegd te hebben , dat de meeste Lbnfitn,fchryvers de plaats van den flag aan den oever van den Eupbrates ftellèn , by, dat, naardien alle lurk. jene ^cnryvers hier in overeenkomen , dat Tmur terftond na den flag binnen Prufa trok , dit een klaar be- wys (») Cant£M. p. 53, 44, & feqq. 5 d xvr. 5 Boe Kt, I v. • Afd. I : 1 Hegyra , 804. A.D. 1401. Bay-Yezid voord gejlagen. De Turkthe Schry. >ers nopens Ut geval te ort en onaauwkeu.' waarin by betuigde ten uiterste droevig te zyn over de onverwachte dood van zyn' Vader , en dat hy, wanneer de familie van Bay Tezid flechts erkentelyk wilde zyn , hy toonen zou, dat hy geen vyand, maar een vriend, zelfs een Vader voor hen zou weezen. Solyman , in de plaats van dien voorflag aan te neemen, behandelde de gezanten van Timur met trotsheid , en gaf ben een zeer verwaand antwoord aan hunnen Vorst mede terug. Hierop ontbood Timur deszelfs tweeden Broeder Mufa Chelebi , en droeg hem het •Kyk op a zeggende : „ Ontvang van my uw Vaderlyk erfgoed , want ik zoek geene koningryken , maar konipgiyke harten te winnen." (f) DUCAi> tekent aan , dat na den inval der Scythen of. Tanaren , terwyl Thracien eene Mie rust genooot, de' meeste provinciën van Klein- Jfië in groote verwarring' waren , en daar en boven door pest en hongersnood verwoest wierden-. Karmian „, bygenaamd Alifar , nam met toeftemming van Tamerlan bezitting van de landen , die weleer aan zyne voorouders hadden toebehoord. Sar Chan vestigde zich weder in Lydiën ; Or Chan , en de twee zoonen van AtinrAmir en Ifa verkreegen lonia, en Alt , de zoon van Mantachia, kreeg de provinciën van Cariën en Lyciën. MOHAMMED , een der zoonen van Bay - Tezid ^ bleef te Ancyra , met Mufa , zyn' jongften broeder ,v' in een' afgezonderden ftaat leeven, zonder eenig opper, gezag aan te neemen ; ook was de toeftand van Mu* ffipha niet veel beter. Mohammed zond echter, eenigen tyd daarna , Temirta , die een der Bevelhebber van zyn Vader geweest was, met eenig volk uit om Ifa aan ! te (ƒ.) Cantem. pag. 59. XVI. Boek. V. Afb. Solyman Chelebi ieledigt Timur. ttaat van ilein- lliën. [ahomed rflaatlta..  na HISTORIE van' het XVI. Boek. v, Afd. Ki ygsver richtingen van Chuneid-Beg. Zyn Vadi Wiird gevan genomen. te vallen , dien hy gevangen nam en doodfloeg ; door welke daad niet alleen de roem , maar ook de magt van zyn' Meester in Gaktiën merkelyk begon toe te neemen. Lntusschen had zekere Cineïs , wiens Vader, Kara Su Bas ba , langen tyd Landvoogd van Smyma geweest zynde , een groote achting onder de Inwooners van lonten verkregen had , den oorlog verklaard tegen de twee zoonen van Atin, welke bezitters waren van Ephejen, van welke Stad hy zich binnen weinig dasen meester maakten. Dit gedaan hebbende zond hy gezanten aan Mufelman om hem te melden , dat hy de heertchappyën van Atin enkel voor hem verove d had; ten zelfden tyd hem verzoekende om hulp tegen zyne vyanaen; en na deeze hulp uit Callipolis ontvangen te hebben, dreef hy daarmede de zoons van At in uit het geheele land. In het voorjaar , twee jaaren na den inval van de Scythen , begaf zich Amir, wiens broeder gedood was, naar liet Hof van Mantachia , by Ali-Beg , Vorst van .Carien , zyn' Oom , -die op zyn verzoek met hem op. trok aan het hoofd van zesduizend mannen ter belegering van Ephefen , dat Caraju met eene bezetting van drieduizend mannen zeer dapperlyk verdedigde. Maar , na dat de vyand -middel "gevonden had om de Stad in brand te fteeken , waren de inwooners genoodzaakt dezelve over te geeven; waarop Kara Su. Basha de wyk nam naar het kafteel , het welk hy tot laat in het na* jaar inhield, gedtmrig hoopende op >ontzet van zyn'zoon Cineïs, die toen te Smyma was. Eindelyk gaf hy zich zeirven en het kasteel aan den verwinnaar over , die hem medevoerde naar zyne ftaaten , en hem benevens eenige andere voornaame krygsgevangenen in het kafteel MamaUt deed opfluiten. Schoon tineis zyn' Vader te land geene hulp kon toe- bren-  OTHOMANNISCHE RYK "3 brengen , deed hy zulks ecbter ter Zee ,* want het kasteel met eene galei genaderd zynde , gaf hy zeker fein aan de gevangenen die , na hunne wachten dronken gemaakt te hebben , zich, in den nacht, met touwen in het fchip nederlieten ; en naar Smyma vluchtten. Tegen den [winter trok Cineïs op om Ephefen te belegeren , welke Stad hy, zo haast Amir naar het ka-J fteel gevlucht was , uitplunderde, en daar ongehoorde wi eedheden pleegde. Eindelyk, op belofte van zyne dochter ten huwelyk te zullen hebben, kwam Amir uit het kasteel en omhelsde Cineïs , die hem daarop deed uitroepen tot Stedehouder van het gantfche land van Atin, en het juk van Mufelman geheel afwierp. Kort daarna ging Cineïs , door Amir verzeld, deeze lauden bezichtigen , en wist alle de Steden , die aan den Menander gelegen waren in zyn belang over te haaien , als mede Philadelphia, Sardis, en Nympbcea , tot aan de rivier Herman ; en ffelde overal zyne nabeftaanden en goede vrienden tot Stadvoogden aan. Eindelyk, terwyl hy met zyn' aanftaanden fchoonzoon te Ephefen was , hoorde men op het onverwachtst , dat de Stedehouder (D) overleden was ; en den volgenden ochtend wierd zyn lyk gevoerd naar het kafteel Pirgion, by den berg Tmolus, daar het zelve in het graf zyner voorouderen wierd bygezet. Hierop wierp Cineïs , deeze landen als een erfgoed aanmerkende , zich op als een' onafhanglyken in Afi'é,1 doch Mufelman befloot hem te vernederen; en ftak overi naar Prufa , daar hy met groote blydfchap ontvangen wierd. Terwyl nu deze Vorst ten dien einde een leger aanwierf, begaf zich Cineïs, in het begin van het voor-^ jaar , eerst by' Karaman te Kogni , en vervolgens by n Karmian te Kotaijon ; welke beiden hy, na hen herinnerd. tef (D) Te vveeten Amir. Oost. Hist. XII. Deel. P XVf. Boek. v. Afd. Weder in 'rybeid geleld. ChuneïdBeg verhaagt zich net Amir. Hy neemt ezit van Lydin. Hy Jieokt e Seljukianfche'rinfen «p 'een Ma:lman.  114 HISTORIE VAN HET XVr. Boek. v. Af D. Hy vltich tiaar ;\lu ftiman. te hebben , wat zy van Bay-Yezid hadden moeten lyden , waarfchouwde niet te wachten tot dat de (lang, die hy nagelaten had , hen allen zon verflonden hebben , maar die veeleer te kneuzen, éér zy te fterk geworden was Door deeze voorftellingen overgehaald verzelden zy hem met hunne legermagt naar Ephefen. Kamman bragc dertigduizend mannen te veld , Karmian tienduizend , en Cineïs vyfduizend. fntusfchen trok Mufelman met vyfen twintigduizend mannen langs Lopadion , en de vlakten van Monomene naar Smyma. Doch , door de vereeniging van deeze drie Vorsten een weinig ongerust geworden zynde trok hy voort tot Mefanlion\ na by Ephe. jen , daar hy zich verfchahste , uit vrees voor de vyanden. De twee legers lagen toen flechts zes rnylen van eikanderen af , eni durfden het echter niet waagen eikanderen aan te vallen. Geduukexde dit wederzyds ftilzitten kreeg Cineïs door een' vertrouwden vriend bericht, dat Kara nan en Karmian voorgenomen hadden hem des nachts ce va'ten, en door hem ovtr te leveren z ch met WïifeUnan te bevredigen. Zo haast Cin ï> hie van verwittigd was beval hy, dat men den gantfehen nacht licht in zyne tent zou laaten branden, en reed daarop fpoorflags naar het kafteel, waar van zyn Broed:r Bay ■ Yezid bevelhebber was. Deeze vermaande Ky.de plaats tot den volgenden dag in te houden , en begaf zich daar op nog den zelfde 1 nacht naar de legei plaats van Mufelman , met een' ftröp önfr zyn hals , en zyne misda .d bekennende fmeekte hy om genade. Mufelman lchork hem vergiffenis , vereerde hem met een kostbaar kleed , en trok toen op naar Ephefen. De twee andere Prinfen', die tegen midde>-n->cht Cineïs in zyne tent waren komen zoeken , doch hem niet gevonden hadden , ierden beangst , en vreesden overvaiien te zulien worden. Hun leger tevens in verlegenheid  OTHOMANNISCHE RYR. 115 tegenheid gebr. gt, begon de bagagie te pakken, en met zonnen opgang, terwyl zy den oever van den Menander aan den eenen kant langs trokken , trok Mufelman, met zyn leger dien over , langs eene brug digt by den berg Galeftus , en legerde zich in Ephefen. Cineïs fpoorde hem aan, dat hy den vyand zou vervolgen ,• maar hy, op zyne woorden geene acht geevende, wilde dien raad niet volgen. Kortom hy bleef omtrent vier maanden lang in die nabuu'fchap leggen , geheel verzopen in wellust en allerhande buicenfpoorigheden, waartoe hy buiten maate geneigd was (g ). Doch , laat jons tot de Turkfche Historiefchryvers te rug keeren. Solyman tyding krygende, dat Mufa door; Timur ten troon verheven was , trok met zyn Euro-* peaanfche troepen terllond naar Afi'é, en vervolgens recht ftreeks naar Prufa. Van daar vluchte Mufa , die veel te zwak was om zyn' Broeder het hoofd te kunnen bieden , naar Karaman - Ogli; doch zich daar ook nog niet veilig achtende, befloot by zyne toevlucht te neemen tot Isfendar-Beg, van welk voorneemen hy echter afgetrokken wierd door de afgezanten van dien Vorst, die bevreesd was voor de gramfchap van Solyman. Ook had hy z'ch hier in het minst niet bedrogen , want Solyman trok rechtftreeks aan op het grondgebied van Isfenda È»g; maar overtu'gd geworden zynde dat zyn Broeder zich daar niet ophield, keerde hy terug naar Prufa; daar hy de aanflagen van Mufa verachtende zich geheel aan brasferyën en dronkenfchap overgaf. Zyn Broeder Mohammed , Vorst van Anafia , zond gezanten aan hem , om hem als Keizer te begroe-* ten , en hem gefchenken aan te bieden, maar hy fprak zeer feherp tegen hen , en weigerde hen eenig wederantwoord mede te geeven ; dit onvoorzichtig gedrag verwyderde de genegenheid van Mohammed geheel van hem , en (g) Ducas, Cap. i P % XVT. Boek. v. Akd. Mufa lucht voor ulymafi. O'tmntig. 'td van 3lyman.  HISTORIE VAN HET xvr. Boek. Afd. Hegyra 809. A.D.1406, en bleek in het vervolg ten hoogste nadeelig voor zyne zaaken te zyn. Intusschen zworf Mufa Chelebi , die, nade afwyzirtg van Isfendar , met een klein vaartuig, dat hy digt by Nicea gevonden had , naar Europa was overgeftoken , door verfcheiden landen , en bleef ten laatste in Wallachïén flil houden. Hier eene menigte krygsvolk vergaderende , dat hem genegen was, en door de Wallacbiers zeiven onderftéund , viel hy weder in het Turkfche Ryk, en vermeesterde Adrianopolis. Zyn voorfpoed wekte Solyman uit den droom zyner wellustigheden, en deed hem , in het jaar 809 , een Afiatiscb leger op de been brengen, waarmede hy naar Europa overftak. Doch Mufa , het zy dan uit een aangeboren vreesachtigheid , of uit een mistrouwen op zyne eigen magt , durfde geen' veldflag waagen , maar keerde terug naar Wallacbië ; terwyl Solyman, zyn' voorfpoed aan zyne eigen dapperheid en voorzichtigheid toefchryvende , zich op nieuw aan zyne voorige gebreken overgaf. Dekrygstucht wierd verwaarloosd; de voornaamste eerampten wierden aan wyntappers en boerewaarden gegeven; met één woord het. Hof geleek veeleer naar een bordeel dan. naar een School van goede zeden. MUSA Chelebi oordeelende, dat hy de ongebondenheid van zyn' Broeder tot zyn eigén voordeel zou kunnen doen ftrekken , wendde zich heimelyk door brieven tot de Legerhoofden en voornaamfte grooten; die, misnoegd over de buitenfpoorigheden van Solyman, ligtelyk tot af* val te beweegen waren. Mufa, hierop een nieuw leger op de been brengende, kwam langs 'verfcheiden omwegen voof Adrianopolen, éér zyn Broeder eenige de minste lucht van de zaak kreeg,- die, ten eenemaal buiten ftaat om hem het hoofd te bieden , de Stad verliet, met oogmerk om naar Conflantinopolen te vluchten ; maar onderweg zammelende om zich aan het drinken over te geeven, wierd hy in zeker  OTHOMANNISCHE RYK. *I7 kër dorp in een bad verrast, en door een' der krygs- knechten van Mcfa doodgeflagen ; waarop Mufa bevel gaf , dat zyn lyk zou bygezet worden in het graf van hunnen Grootvader Morad, bygenaamd Chodavendiker(7>_). DUCAS verhaalt de dood van Mufelman, of Solyman , op eene verfchillende wyze. Volgens zyn zeggen , zou, deeze Vorst, die de reis van Adiianopolen naar Conftantinopolen flechts met eenige weinige ruiters ondernomen had , door hen op den weg verlaten zyn geweest; waarop hy geheel alleen aangekomen zynde in eene kleine Stad , wier inwooners, uit hoofde van zyne kostbaare kleeding , hem terftond voor een' Prins bielden , vyf jongelingen naar hem toe traden om hem met hunne boogen te verwelkomen. Hy door deeze groet verfchrikt fchoot twee van hen ter neder, waarop de drie overigen , ftand houdende om de dood van' hunne medebroeders te wreeken , gelykerhand hunne pylen op hem losfchooten ,• en na dat hy van zyn paard gevallen was hem het, hoofd afhieuwen. MUSA, dié met groote toejuiching te Adrianopolen ontvangen wierd , beweende de dood van Solyman zyn' Broeder , en deed zyn lyk met groote pracht te Prufa begraaven. Ook gaf hy bevel , dat de drie jongelingen, die hem gedood hadden, zouden gegrepen worden ,• en na alle de inwooners van deeze plaats byëen geroepen te hebben , deed hy hen binden, en voor het oog van allen, met hunne vrouwen en kinderen in hunne eigen huizen verbranden Q). SOLYMAN regeerde zeven jaaren en tien maanden. Hy was een jongeling , die zyne Broeders zo wel in goe-r' de als in Hechte hoedanigheden verre overtrof hy was (/i) Cantfm. pag. 60, 63. (i) Ducas, Cap.19. 1 P3 XVI, Boek, V. Afd. Hy wordi redeod, Zyn fo. kter.  XVI. Boek. v. Afd. MufaCfie. iebi. * ïi8 HISTORIE van het ivas een dapper en tevens een gelukkig Veldheer; een Prins van groote ?achtartrti>.heid en edelmoedigheid, maar bedorven 'door wellustigheid en overdaad. . TUSSCHENREGEERING :i ; ' etider MUSA CHELEBI. Terwyl Mufa dus de vruchten van zynen arbeid plukte te Jdrianopolen , daar hy door het Europeaansch Krygsvolk als Keizer begroet wierd, verzamelde Mohammed, Vorst van Amafia, in alle haast eenige troepen om de dood van Solyman , zyn' lyflyken broeder , te wreeken.. Met deezen trok hy naar Prufa, en nam die Stad by verrasfing in , waarop hy door'zyn krygsvolk als Keizer begroet wierd Maar i aadzaam oordeelende de zaaken in A/tg op een' vasten voet tJ brengen, éér hy zyn oogmerk van Mufa te ontrroonen opentlyk liet blyken, trok hy op tegen de plunderende Tartaaren , en tegen andere benden van ftruikroovers, die, zedert den inval van Timur, Anatolien ontrust baaderi ; deezen roeide hy.in het eerste jaar zyner regeering geheelenal uit. Hy verrastte, greep, en doodde Kara. dewlet  OTHOMANNJSCHE RYK. 119 dewlet Shah , het eenig overgebleven Opperhoofd van deeze omzwervende Roovers,- die geduurende zyn afzyn het land rondom Amafia verwoestte; zodat binnen korten tyd de vrede herfteld wierd. (k ) MUSA Chelebi , door den voorfpoed van Mohammed ontrust, bood aan , om hem van een uitzicht op de westelyke provinciën af te trekken , dat hy het geheel Afiaiscb gedeelte van het Ryk aan hem zou afltaan; en ten blyke , dat deeze zyne aanbieding oprecht was , wendde hy , in het jaar b 1 , zyne wapenen tegen de Christenen. Het geluk hem dienende, veroverde hy de Steden Paraverd en Matruna in Morea. Door dien voor-'' fpoed opgeblazen ondernam hy in het volgend jaar grooter dingen ; want een fterker leger op de been b en-/ gende tastte hy de Hungaar en aan onder hunnen Koning' Sigismund, naby Samandria, eene ftad aan den Donau,t' en verfloeg hen met eene groote nederlaag. Men zegt, dat niets hen meer in den we^ was dan de onmeetelyke fchatten , die zy met zich voerden, in zo verre, dat de jrai.itza:e-, het goud en zilver, dat-zy in de temen der vyanden vonden , eikanderen met houten bakken en hoeden toematen. Het overige was nog toereikende om een' grooten Tempel te bouwen , Jami Atik , ei de ('i! Ie Tempel genaamd , die met Mufas naam beftcmpe (i is. Ma.ir de roem , die deeze groote overwinning aan de lurk/che Wapenen byzefte, kon Musa, die anders « een Vorst van eene uitmuntende gemoedsgefteldheid was,* niec bevryden voor de grilligheden der Fortuin ; want"' kort na deezen flag vielen ftorsb h Mu'.uk , en de berachte Veldheer Qra&i Beg , heimelyk van hem af, en gaven aan Mohammed door brieven te kennen , dat het Üthomannisch Ryk door inwendige -verdeeldheden ver- {k) Ga*Uit pag. 64, 65, 78. xvr. Boek» v. Afd. rTegyn ?t4. ly verflaaê : I :u gaa:n. Hy wordt naden or zyne \en BeVnebbers.  120 HISTORIE van het XVI. Boek. i v. , Afd. en geflagen door Mo- i bammed, irerzwakt, niet door twee hoofden kon geregeerd woriee ; en dat al het krygsvolk den vreezachtigen aart ran Mufa kennende, begeerde , dat de gautlche heerèhappy op hem (Mohammed) zoude overgedragen worlen. Om deeze reden verzochten zy hem, dat hy fpoe. iig over zou komen, met belofte, dat zy hem in het 7o\ bezit van alles zouden Hellen. MOHAMMED Chelehri befloot op het leezen deezer jrieven naar Europa over te fteeken. Van den anderen bint verzamelde Mufa zyne troepen met oogmerk om Je ftraat van Gallipoli te bewaaren tegen de aankomst van zyn' Broeder ,• maar ziende , dat zyn volk flechts fchyn maakte van te vechten, verliet hy het veld in het iievigst van den flag, en vluchtte naar Laz Filayti, of Servïén, terwyl Mohammed door het jaargetyde belet verder door te dringen naar Prufa terug keerde om aldaar te overwinteren. Mufa Chelebi door den Vorst van Ser. vïên-y zyn' ouden vriend, op nieuw met volk en krygs» behoeften onderfteund, keerde nog dienzelfden winter in zyn Ryk te rug, en vermeesterde Adrianopolis, waarin op dien tyd geene] bezetting lag. ln| deeze ftad vond hy Kor shah Muluk , en Ornus Beg, welken Mohammed met voordacht in Europa gelaten had, aan welken beiden hy, het zy dan omdat hy zag, dat zy hunne oogmerken niet ten uitvoer konden brengen, of, dat hy door zyn' goed. hartigen aart daartoe aangedreven wierd, niet alleen vergiffenis fchonk , maar hen ook daarenboven weder in zyne gunst aannam. Maar de uitkomst toonde, dat hoe edel het ook in een' Vorst mooge zyn vergiffenis te fchenken, hy zich echter altoos wachten moet van een' verraader op nieuw te vertrouwen; want deeze ondankbaare fchelmen fpoorden Mohammed ten tweeden maal aan om zich van het geheele Ryk meester te maaken; die daarop een grooter leger dan in het jaar te vooren byëen gebragt hebbende de  OTHOMANNISCHE RYK. tn de Thracifcbe Zeeëngte overfiak met bewilliging van dei Istamhol Kayjari , of Griekfchen Keizer , digt onder d< wallen van Conftantinopolen. Dien zelfden dag deed h] zyne intreede in de Stad , en wierd met de uiterfte eer" bewyzingen ontvangen door den Keizer, die hem kostbaa re gefchenken deed. Op den derden dag na zyn' over togt trok hy naar Adriar.opolis, en wierd op den tweeder dag van zyn' optogt ontmeet door Kvrsbah Muluk en Or %us B(g ; die in den nacht uit de Stad vertrokken zym de , hem te voet vielen , en de aarde kusfende hem be. groetten als Keizer in den naam van alle de Europeefche Legerbenden. MUSA Chelebi, door zyn eigen volk verlaten, befloot zyne toevlucht te neemen naar Serviën, zyne oude fé huilplaats; maar naauwlyks was hy buiten de voorfteden gekomen , of hy wierd overvallen door Mohammed, die met een' hoop uitgelezen krygsvolk vooruit getrokken was. De wanhoop hem moed geevende, rukte hy zyne byhebbende manfehap byëen, en ftreed met groote dapperheid; doch door de menigte overmand, begaf hy zich eindelyk op de vlucht, maar wierd welhaast overvallen door een' ruiter , en gevangen gebragt by. zyn' Broeder, die hem op ftaanden voet deed ter dood brengen; nadat hy het Turkfche Ryk in Europa drie jaaren en zesmaanden beftierd had. Zyn dood viel voor in jaar 816. Mohammed , om dien ruiter te bcloonen, Relde hem aan tot een' zyner Raadsheeren, en bevorderde hem naderhand tot den rang van Groot-Vizier. Die zelfde man wierd in-vervolg van tyd een beroemd Veldoverfte. (tn.) De gefchiedenis van Mufa wordt genoegzaam in alle < omitandigheden geheel verfchillend verhaald. Deeze' Prins , zegt hy , na alle de voornaamfte mannen van! fhraciën, Macedonïén, en de overige landfehappen byëen ge. (m^i Ca'Ntem p want het is. onbeftaanbaar met het Kei- 55 zerlyk (F.) Eene Turkfche uitdrukking betekenende overgaaf, of, verzoek genade en gunst. Hier van daan komt de zegging: Hy doet de 2v kkercbef aan , dat is: Hy verklaart zich voor het toekomende voor zvn' onderdaan. Cantem. Q 3 xvr. Boe ie. VI. Afd. 'rernedert {araman 3gli.  120* HISTORIE van het XVI. Boek. VI. Afd. en Isfandi ar Beg. ^.d.1414 „ zerlyk gezag aan ondeugende menfehen gelyk met ge„ lyk "te vergelden." Met deeze woorden zond de Keizer hem weg , en gaf hem zyne landen weder , enkel in de fteden Sivrihisfar , Nukteydak , Enisbdmi , SedU Shdri, Numdd , en Aïn bezetting leggende. Na Karaman dus vernederd re hebben oordeelde Mo. hammed het noodzaakelyk te zyn Istandiar Beg , den Vorst van Kastamoni , die Karaman s medeftander in dit verraad geweest was , insgelyks te flraffen. Ten dien einde tegen hem te veld trekkende veroverde hy de voornaamfte fteden van dat Land benevens Jantk. In het volgende jaar nam hy nog verfcheiden lieden in , te weeten , Buri, Jigha , Tofia, Bakirkureji en Changtri , daar Isfandiar Beg zyn' zetel hield , en deelde de fchatten van dien Vorst onder zyne Soldaaten uit. Omtrent ten zelfden tyd bouwde hy een prachtig paleis te Amafia (ƒ). DUCAS plaatst deeze gebeurtenisfen een weinig laater. Volgens deezen Historiefchryver, zond Keizer Ma. nuel terftond na de verheffing van Mohammed tot het opperfte Gebied , eenigen van zyne voornaamfte Hovelingen aan hem , om hem de beloften, welke hy by zyn verblyf te Conftantinopolen gedaan had , indachtig te maaken. De nieuwe Sultan kwam dezelve getrouwelyk na, door het te rug geeven van alle de vestingen, die rondom de Zwarte Zee , en de Propontts, of Zee van Marmora , gelegen waren , en tevens ook die van Thesftlien; en toen hy de gezanten , met gefchenken overladen , weder wegzond , zeide hy tegen hen: „ Zegt tegen uwen Keizer, myn' Vader, dat ik , door de hulp en de genade van God , op den troon van myne voorvaderen geplaatst zynde. in het toekomende zyn' wil zo eerbiedig zal gehoorzaaraen, als het een' (ƒ) Cantem. pag. 72.  OTHOMANNISCHE RYK, 127 een' zoon betaamt den wil van zynen wettigen va> der te gehoorzaamen ; en dat ik nooit zal ophouder zyne gunstbewyen met dankbaarheid te erkennen. Ik zal alles , wat hy my zal gelieven te beveelen , met vermaak , en met allen mooglyken fpoed ten uitvoer trachten te brengen". Hy gaf ook op eene zeer minzaame wyze gehoor aan de gezanten van Serviën, Wallachiën, Bulgariën , en aan die van den Hertog Joan> nines , De/poot van Lacedamon, en van den Vorst van Jchajen ; ' hy deed hen de eer aan van hem aan zyne eigen tafel te doenieten , dronk op de gezondheid van hunne Meesters , en zeide by het affcheidsgehoor tegen hen: ,, Zegt aan uwe Meesters, dat ik hen den vre. de aanbiede , en dat ik het geen zy my aanbieden met genoegen aanneem ; en dat ik hoop en wensch, dat de God des Vredes den geenen ftraffe, die dit verbond verbreekt." Kort daarna zeilde Manuël naar Morea , en bragt den Vorst van dcbajen , benevens de Navarraazen on-c' der zyne gehoorzaamheid. Hierop zyn' zoon als T)eS'\ poot daar achterlaatende, hield hy by zyne terug komst te* Gallipoli een mondgefprek met Mohammed , die aan# boord van zyn galei kwam , en met hem het middagmaal hield. MOHAMMED , dus de zaaken in Evropr geregeld hebbende , keerde terug naar Afie' , en herbouwde de,u gebouwen , welke te Prufa verbrand waren door Ka. ramen Ogli ; die deeze Stad geplunderd , en het lyk van Buy . Tezid verbrand had , uit weerwraak , om dat deeze Sultan zyn' vader te Kogni ter dood had doen brem' en. Ka:ermnd trok hy op tegen Cineïs, die, kort voor ( dat de Sultan zich ordentlyk tegen zyn' Broeder MufaBi verklaarde , uit Thraciën gevlucht was, en naar Ajiëvf, over- " XVI. Boek. VI. Afb, Morea oor Keize? danuël ot onder•erping'■oragt. Prufa rbouwd. !huneïd g vero' 't Ephe- -  128 HISTORIE van het xvr. Boek. VI. Afd. Het Ka teel geJlecht. overfteekende , een leger op de been had gebragt van Smyrniërs en Tyriërs , waarmede hy Ephefen innam. De reden van deezen optogt van den Sultan was, dat Cinets weigerde de plaatfen , die hy veroverd had, .wederom te geeven. Mohammed floeg , na het heroveren van de Stad Sina , het Kasteel /ircbangel , door de Turken Kaghiazik genaamd , gelegen in de vlakte van Menomene, benevens de Stad Nympbceum , de belegering voor Smyma , daar Cineïs zyne Moeder, zyne kinderen, en zyn' Broeder Bay.Tezid had achter gelaten. By de eerste tyding van des Sultans aankomstkwamen de Landvoogden van de nabuurige Eilanden , die Cineïs haatten , eenpaariglyk .over om hem te verwelkomen. De Vorsten van Phocea, Kartniam, Vorst van Opper Pbrygiën, Mantachia, Vorst van Cariën , de Vorst van Lesbos, die van Chio , en de Groot-Meester van Rhodus , kwamen alle hunne opwachting by hem maaken , en wierden zo vriendelyk ontvangen als of zy zyne eigen broeders geweest waren. Na dat. hy de Stad, met hulp van deeze ■ Vorsten , na eene belegering van tien dagen , veroverd had, ilechtte hy de vestingwerken , maar vergunde aan de inwooners daar te blyven woonen. , Ook gaf hy' bevel, dat het Kasteel zou geflecht worden , het welk, na door Timur verwoest te zyn geworden , door den Grootmeester van Rhodus , ten fpyt van Cineïs herbouwd was geworden. Hy wierd hiertoe aangezet door de Mabometaanjchc inwooners van deeze landftreek, die zich by hem beklaagden , dat dit Kasteel ten fchuilplaats ftrekte van de lonifche flaaven , die van hunne meesters wegliepen. De Grootmeester, die zeer geraakt was over deeze daad , dreigde hem, dat hy zich van het recht van wedervergelding op de Turkfche kusten zou bedienen , ingevalle de Sultan hem niet de vry^  othoma:nnische ryk. u9 vryheid gaf om dat Kasteel te herbouwen. Mohammed beantwoordde zyne redenen met groote bedaardheid , en na hem de noodzaaklykheid van dat kasteel te moeten fjechten , als zynde de oorzaak van onophoudelyke gefchillen tusfehen de Ridders van Rho\lus en de Mufelman. nen , aangetoond te hebben, gaf hy hem de vryheid om een ander kasteel op de kust van Cariën , of Lyciën te moogen bouwen. Hy gaf een niet minder gunstig ge. hoor aan de verzoeken der Vorsten van Cbio, Lesbos, en Phocoza. Ook fchonk hy vergiffenis aan Cineïs , die den eed van getrouwheid by hem kwam afleggen. Hieropj de Landvoogdyfchap van deeze Provincie opdraagendei aan den zoon van Alexander Susman , dien by tot den Turkjchen Godsdienst bad overgehaald, keerde hy terug naar Europa. Zo haast Mohammed te Gallipoli gekomen was zond hy een vloot tegen de Vorsten van het Eiland Naxos , en eenige andere Eilanden in den Archipel, om dat zy hem noch te Smyrna , noch op zyne terugreis waren komen begroeten. Deeze vloot, die uit dertig galeijen beftond» en door Ghiali Beg beftuurd wierd , landde op de Eilanden Andros , Paros, en Milos', daar zy groote fchade deed. De Venetiaanen kwamen in het voorjaar den Vorst van Naxos, die hunner bondgenoot was, te hulp met tien galeijen, waarvan zeven de engte van den Hellespont doortrokken tot aan Lampfacus, met oogmerk om de Turken op te zoeken. Zo haast deeze uit de haven van Galli f poli te voorfchyn kwamen begonnen de Fenetianen den., aanval op de Galei van den Admiraal , en verfioegen al« het volk , waaronder ook de Admiraal zelf was ; dec overige fchepen wierden door hen op dezelfde wys be-v handeld , in hec gezicht der vrouwen en kinderen , die op den oever Honden. Tegen den avond gaven zy hec teken tot den aftogt , en voerden met zich naar Tene. dos zeven- en-twintig galeijen der Turken ; hier aange- Oost. Hist. XII. Deel. r ko- xvi. Boek, VI. Afd. Chuneïd !eg ander' ntpt zich. DeTurk- :be vloot yor it door s Veneaanenirvoett.  XVI. Boek. VL'Afd. ferfchy ning va* een' so^e naamden Fropijeet.- 130 HISTORIE VAN HET komen bragten zy alle' de Turken , en tevens alle de Christenen, die in Turkfche foldy waren, ter dood In het volgend voorjaar kwam de, Venetiaanfche vloot terug om de Stad Lampfacus aan te tasten , die door Mufelmanweder opgebouwd was ; maar door Cbamfas , den Broeder van den Grootvizier Bay - Tezid , die hier met een. leger van tienduizend mannen in bezetting lag, belet zynde eene landing te doen , zeilden zy door naar Conftantinopolen , na meer dan de helft van het kasteel door het geichut in hunne feheepen vernield te hebben. Omtrekt ten deezen tyd , wnakte zekere Preklighia, Mujupba , een eenvoudige Turk'che Landman , zich een' grooten -naam , door het prediken van een vry willige armoede , en gemeenfchap van alle goederen , behalven van vrouwen. Hy droeg niet meer d, n één kleed, en ging blootshoofds en barrevoets Hy verfcneen eerst in de nabuurfchap van den berg Stilairum , aan den mond de Jonijche Golf , tegen over het Eiland (bio. Zyne leerlingen fcheenen den Christenen zeer genegen, genoegzaam met hen in gevoelen overeen re komen. 1 wee van dezelven wierden door hm afgeaonden mar een' ouden Monnik in Candia ; die, na dee/.e bezbndjng , Pnklighia hemelhoog verhief, ftaande huid , dat hy zelf met hem in een en het zelfde klooster te Harnas te zamen kwam , en dat hy dag aan dag de Kee over wan Jeb ce om een mondgefprek met hem te houden. De zoon van Susman , die Landvoogd van Janiën was , tegen doezen Preklighia optrekkende , wierd verflagen door de bewooners van het voorgemelde gebergte - die tot zesduizend in getal byëen gekomen waren, Ook dreeven agr AU beg , den Landvoogd van Lydiën , met verlies vau veel volk terug. Om deeze verwarring te fluiten zond Sultan Mobam* med zyn' zoon Amurat, of Morad, die flechts twaalf jaaren  OT h OMAN NIS CHE RYK. isi jaaren oud was , onder geleide van den Groötvifier BayTezid , tegen deezen bedrieger; die zich met geweld een' doortogt door het gebergte baanende , allen de inwooners ter dood bragten , tot dat zy kwamen aan een plaats , welke enkel verdeedigd wierd door mannen , die blootshoofds en barrevoets gingen , en niet meer dan éénen rok aanhadden. Hier vonden zy een' fterktn tegenftand; doch de gewaande Propheet en zyne Leerling gen waren, na het verlies van veel volk, genoodzaakt* zich over te geeven. Zy wierden allen ter dood gebragt' zander dat een van hen de minfte wederftrevigheid betoonde. De Bedrieger zelf wierd, na veelerhande pynigingen uitgeftaan te hebben , aan een kruis genageld, en dus door de ftraaten van Ephefen rondgedraagen. Zyne aanhangers geloofden, dat^hy wederom zou komen; en Ducas, onze fchryver , verhaalt, dat hy een' monnik gefproken heeft , die hem verzekerde, dat hy niet dood was. Bay-Tezid voerde zyn leger te rug , door Jfii en Ljdiën , daar hy alle de Turkfche Monnikken , die gelofte van vrywillige armoede gedaan hadden, deed ombrengen. Zohaast Morad te Adrianopolen te rug gekomen was, gaf Mohammed hem , niettegenftaande hy nog zo jong was , de landvoogdyfehap van Amafia; onder het op zicht van een' bekwaamen raadsman , genaamd Georgei Beg. Deeze landvoogdyfehap grensde aan het gebied van de P^rftfche Turken , die nabuuren waren van de Zaziaanen , en Perfwnen, en onder de gehoorzaamheid fton. den van Karayaluk, fcl.oonzoon van Aiexis, den Keizer van Trebizond (g). Laat ons nu terug keeren naar de Turkfche Hiftoriefchryvers. Mohammed , na zyne vyanden in Afië verzwakt" te hebben , keerde terug naar Adiianopolis, en toog (g) Ducas. Cap. 20. & feqq. R 2 XVI. Boek. vi. Afd. Hy wordt re vangen j genomen J 7j gedood. Morad wordt Landvoogi van AmaGa. Hepyra. 820.  XVI. Boek. Afd. De Wallachiërs.beteugeld. Een bedrieger verfchynt in Wallachiën, on der de n mcffli van Jvluflapha. 134 HISTORIE VAN HET toog van daar op tegen de Wallacbiers , dié hy verfloeg , en vervolgens Severin , en de kastèelen Sakche , en Kala , aan de overzyde van den Donau gelegen , innam. Ook verfterkte hy Girghiow , met nieuwe vestingwerken , en eene fterke bezetting; zo dat het de Walhchiërs onmooglyk was in het vervolg over de Rivier te komen. Dus ingefloten zynde , en geene mooglykheid ziende, om hunne oude vryheid langer te verdeedigen , booden zy aan eene jaarjykfche fchatting te zullen betaalen ; en gaven de zoonen van hunnen Vorst--, en meer andere voornaame mannen als gyzelaars in pand. Intusfchen ftond Mohammed op het punt van alle de vruchten van zyne overwinningen te zullen verliezen, door de onverwachte verfchyning van zekeren bedrieger, die een hofbediende was van een' geringen Vorst, ge. naamd Peter Ulledin, en Semadin Ogli. Deeze man zich uitgeevende voor Mufïapha, den oudsten zoon van BayTezid , die, gelyk men voorgaf, in den flag tegen Timur gefneuveld was , endoor zyn'Heer bygeftaan zynde , verzamelde een geheel leger van aanhangers; waarmede hy Zagara , en de nabygelegen Iandftreeken ver. woestte. In het volgende voorjaar belegerde hy Nicea; het Turk/eb Hof hier door ongerust geworden , ftak Mohammed met eenige troepen naar Afië over. De gewaande Mufiapha brak- de belegering op , en trok met zyne. aanhangers den Keizer ftoutmoediglyk tegen ; maar wierd reeds by den eersten aanval op de vlucht gedreeven , en mee zyn' Heer in de vlucht gevangen genomen ; waarop Mohammed hen beiden deed ophangen (O-, Deeze gewigtige zaak wordt op eene verfchillcnde wyze verhaald door Ducas; en, naar de omftandigheden te oordeelen*, meer naar 1 waarheid. Deeze Historielchryver zegt (A) Canxem. pag. 74., & feqq.  OTH OMAN NIS CHE RYK. 135 zegt ons, dat in het voorjaar Mohammed met een groot leger naar Afië trok , (F) en te Adrianopolis bericht gekregen hebbende , dat Muftapha, de oudste zoon van J3ay - Yezid zich in Wallachien ophield, zond diy twee vertrouwde perfoonen af om het hoofd van Cineïs te gaan haaien , dien hy aangefteld had tot Stadvoogd van Nicopolis aan den Donau , met 'bevel om de grenzen aan dien kant te befchermen ; maar deeze doortrapte verraader was reeds te vooren naar Muftapha gevlucht, en had den eed van getrouwheid aan hem gedaan. Deeze twee den Donau overgetrokken , en met een groot leger van Turken en Wallacbiers in Thesfalien gevallen zynde , trok Mohammed op om hen op te zoeken ; en na hun leger geflagen te hebben vervolgde hy hen tot voor de poorten van Thesfalonica , .daar zy vriendelyk ontvangen wierden door Demetrius Lafcaris. Leontarius en Mohammed zonden den volgenden dag om hen op te eifchen , met bedreigingen van anders de Stad te zullen belegeren,' maar Lafcaris weigerde aan dien eifch te voldoen zonder voorkennis van den Keizer. De Sultan fcbreef ten zelfden tyde een brief aan den Keizer ," waarin hy verzocht, dat het geen 'er voorgevallen was niet tot nadeel mogt ftrekken van de goede verftandhouding , die 'er- tusfehen hen beiden plaats had.' Manuël, na alvoorens verklaard te hebben, dat hyb niet zonder zyne eer te kwetzen een' man kon overgee- J ven , die zyne-toevlucht tot hem genomen had, beloofde echter , dat hy Muftapha en Cineïs in bewaaring zou houden zo lang als Mohammed zou leeven ; die, op des Keizers verzoek , driehonderd Aspers 'sjaars voor hün onderhoud beloofde uit te zullen keeren , en tevens den Keizer de vryheid gaf om, na dat hya ,(Mohammed) over- • (F) Dit was op zyn' togt tegen Garaman 4 waar van in de voo" lige aantekening gefproken is R3 XVI. Boek. vj. Afd. Manuël 'fchernit. luftapha.  ï XVI. c Bom. ? VI. C . Adf ( 1 ( i I Verradtr* van een' Tolk. 34 HISTORIE vak het verleeden zou zyn , met hen te handelen gelyk hy oed zou vinden , of gelyk hy zou oordeelen , dat e Opvolgers van Mohammed zouden verdienen. Deeze rvereenkomst wierd in fehrift gebragt , en door den [eizer met eeden bekrachtigd. Muftapha en tineis wierlen hisrop gevangen naar Conftantinopolen gebragt; maar rit vrees, dat zy mogten ontvluchten wierden zy eeinren tyd daar na , tot meerder zekerheid naar het Liland lemnos verzonden. Deeze Sehryver plaatst ook den inval in Wallachiën na den opftand van Mustapha , als >ene ftraf om dat zy hem in zyn ontwerp onderfteund hadden ; maar hy zegt maar alleen , dat het leger , door Mohammed afgezonden , alles te vuur en zwaard verwoestte , zonder melding te maken van hunne onderwerping en cynsbaarheid. Omtrent deezen tyd wist zekere doortrapte guit, geboortig van Philadelphia , die, geduurende den inval der Scythen, tegen veele ryke Christenen was gebruikt geweest , waar van verfcheiden zwaar gepynigd, en anderen ter dood gebragt waren geworden , om dat zy de van hen afgeëischte fommen niet hadden opgebragt, zich in den dienst van een' der voornaamste amptenaare van het Turkfche Hof te dringen ; en wierd welhaast , uit gebrek aan een' Tolk , in die hoedanigheid gebruikt. Langs dien weg kreeg deeze knaap , die de Theologant genoemd wierd , een' gemeenzaamen omgang met Bay-Tezid fG) den eersten Vizier van Mohammed, J aan (G) Deeze Bay Tzid was , naar het zegden »an Ducas . een Alban khe Haaf , die Mohammed in alle zyne tegenfpoeden fteedi w bïgebleven.' Hy had ongelooflyke elenden geleden om zyn Heer ten dierst te ftaan , toen deeze na den dood van zyn vad.r, in de tebergten van Galatiën digt by Ancyra , door de uoepen van Tamslan op het hevigst vervolgd wierd. Toen zyne voeten , door het langduurig omzwerven , zo tanig geawolten waren dat hy met langer taan kon , droeg Bay-Tezid hem verfcheiden dagen op zyne fchou-  OTHOMANNISCHE RYK. 135 aan wien hy de geheimste zaaken der Romeinen ontdekte ; bier door fteeg hy tot zulk een' trap van aanzien, dat hy welhaast des Sultans opperste Tolk wierd , en menigmaal het midd ïgmaal hield met Bay - Tezid , en fomtyds met Mohnmned zeiven ; en fchoon hy over het algmeen by de Romeinen verdacht was , had echter de Keizer geen hec minste kwaad vermoeden op hem. Maar de fchielyke en onverwachte dood van Mohammed ver* ydelde alle fnöode ontwerpen (i). Om de gefchiedenis der Regeering van Mohammed ten einde te brergen moeten wy wederom gebruik maaken van de Tu.kjlhe Historielchryvers. Volgens hun verhaal veroverde deeze Vor.'t, na het dempen van het oproer, in het jaar 824 , Jtïki Gclipo'.i, of oud CalUpolis, Tar. kli , en tierghe ; maar wierd op zyn' terugtogt aange vallen door een' buikloop , waaraan hy binnen weinig dagen overleed Morad , zyn oudfte zoon , die toen met een gedeelte van het leger in Rum-Ui,, of Thraciën den oorlog voortzette , was onbewust van zyns. vaders dood ; en de Vizier ibrahim (11) had de behendigheid van dezelve een en veertig dagen lang geheim te houden , zelfs zo geheim , dan niet een der voornaamste Hovelingen eenig het minst vermoeden daar van ki t eg, terwyl hy yelf als op bevel van zyn' Meester over alle zaaken befchikte. By de terug komst van Morad gaf hy hem het oppergezag, over den ftaat en de ürygsmagt in handen. (t) Ducas. Gap. z', 22. ders , tot dat hy hein behouden in de erflanden van zyn' vader had overge^ragr. Hv vérging zelf byna van ftöngef en genrek on Mohimned het noodig vóedzei te bezorgen , en doorkruiste in het s>ewaad ...n een' JVlonn k alle vlekken en do;pen om brood voor zyn" Befe'f o"> re haaien (H) DUCAS (lelt twee Viziers , deezen Ibrabtm , en den hovei «emeLeu Bay-ïezid , dien hy den naam geelt van eersten Vizier. XVI. Boek. vi afd. Ueeyra. £24. A D 1421. Mohammed fterfh,  XVI. Boek. VI. Afd. i36 HISTORIE VAN HET den. Deezen Ibrabtm noemen de Turken hunnen Vlysjes., ?n de nieuwe Keizer gaf hem tot belooning van deezen weloverlegden dienst den titel van Chan (k) (f). Volgens het verhaal van Ducas , zond Mjhammecl, toen hy zyn einde voelde naderen , om zyn' Vizier Bay - Tezid , en deed hem zweeren, dat hy zyn' zoon Morad op den troon zou zetten. Zyne twee jongste Zoonen , waarvan de oudste flechts agt en de jongste zeven jaaren oud was , beval by aan de zorg van Keizer Manu'êl , uit vrees , dat Morad hen zoude doen verwurgen , gelyk hy naderhand ook gedaan heefc. De Sultan dacht door dit middel den troon bevestigd te hebben op zyn' oudsten zoon , en tevens het leven van zyne twee jongste zoonen in veiligheid te hebben gefteld ; terwyl de Griekfcbe Keizer van zyn' kant groote hoop opvatte van Amurat in bedwang te zullen houden , door hem met deeze nabeftaande gyzelaars te dreigen , of hen tot zyne vrienden te zullen krygen , wanneer zy eenmaal den Otbumannifehen Troon mogten beklimmen; doch de uitkomst heeft geleerd , dat beide de Keizers in hunne gisfingen bedrogen z>n geweest (l). MOHAMMED leefde zeven en-veertig Jaaren, waar van hy agt jaaren , en tien maanden geregeerd heeft. Hy was een Vorst beroemd door zyne rechtvaardigheid , en zachtmoedigheid. Hy wordt zeer geroemd, niet alken om dat hy het Othomannifcb Ryk weder heeft opgebeurd ( k) Cantem. pag. 76. (I) Ducas Cap 21. (1) Prins Cantemir geeft ons, in eene aantekening, een omftandig verflag van de nakomelingfchap van deezen Ibrahim Chan, en van de groote voorrechten , welke dezelve geniet. Ondennderen ook deeze , dat het hen vryftaat byzitten te moogen houden in de plaats van echte vrouwen ; dat zy tweemaal in het jaar van den Sultan zeiven bezoek krygen ; en dat, wanneer zy in de hofzaal komen, de Sultan een weinig van zyn' zetel opryst  OTHOMANNISCHE RYK. 137 beurd uit den laagen ftaat , waar toe het door den injnval van Timur 9 en door de tweefpalt zyner Broederen vervallen was ; maar ook te meer om dat hy het meer uitgebreid aan zyne Opvolgers heefc nagelaten (tn). (m) Cantem. pag. 77. .ZEVENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Morad. II. MORAD was flechts agttien jaaren oud , in het jaar 825, toen zyn Vader ftierf , en hy den troon beklom. Kort na zyne verheffing nam een onbekend perfoon den naam aan van Muftapha zoon van BayTezid. Deeze man , die voor het eerst verfcheen in de nabuurfchap van Salonichi; of Thesjalonica, verkreeg welhaast zo veel aanzien , dat hy niet alleen het gemeene volk op zyne zyde trok, maar ook zelfs de Europeefche Troepen , en hunne bevelhebbers overreedde , dat hy waarlyk de man was , waar voor hy zich uit gaf. Na dat hy geheel Romelien in zyn belang overgehaald , en een magtig leger op de been gebragt had , trok hy onder oogluiking van den Griekjehen Keizer naar Afie, met voorneemen om Prufa, den zetel van het Othomannifche Ryk te vermeesteren. MORAD zond zyn' eersten Vizier Bay.Tezid naar Afie, met eenige uitgelezen benden , ten einde het oproer in de geboorte te fmooren ; doch Muftapha trok Oost. Hist. XII. Deel. S hem XVI. Boek. vii. Hegyra. 825. A D.l\22-, Sultan Morad II. Een tweede Muftapha. mfchynt.  138 HISTORIE van het XVI. BüEK. Vil Afd. Hy wo fedood. hem te gemoet , en leverde hem flag , waarhy zyn leger geflagen , en hy zelf gedood wierd. Op het hooren van dien ramp begaf zich de Suljan naar Stid Be. char , een' heiligen man , die, volgens het gevoelen der Turken, van God alles kon verkrygen , waarom hy bad ; en verzocht hem zyne voorbede om den zegen van zyne wapenen Deeze Heilige zyne bede verkregen hebbende door de voorfpraak van den. Propheet , gordde den Sultan het zwaard aan , en zond hem terug met deeze woorden : ., Gaa heen en wees voorfpoedig doorluchtigfte Vorst , want de overwinning wacht u" Morad door deezen zegenwensen aangemoedigd voerde zyn leger aan tegen den gewaanden Muftapha , die onbefchroomd hem by Uluhad afwachtte, na dat hy alvoorens de brug aldaar had doen afbreeken. De Sultan legerde zich aan de andere zyde van de rivier, in afwachting van den byftand des Hemels , of misfehien om door dit vertoeven , de eerste hitte van het oproer een weinig te doen bedaaren. Wat hier van mooge zyn , op den zevenden dag van deezen ftilftand van beide zyden, wierd den bedrieger overvallen door eene hevige bloedftorting uit de neus, welke drie dagen bleef aanhouden. Zyne krygsknechten dit aanmerKende als eene ftraf van God , om zyne oogmerken te verydelen, verlieten hem in den laatsten nacht. Deeze ontrouw noodzaakte hem om insgelyks de vlucht te neemen ,- maar uit hoofde van zyne zwakheid , door het verlies van zo veel bloed veroorzaakt , niet in ftaat zynde om veel fpoed te maaken , wierd hy genoegzaam ftervende achterhaald in de Stad kara Agai , en op het bevel van Moiad op hetoogenblik onthoofd (ri). 'dt De gantfche Hiftorie van deezen Muftapha , en deszelfs verfchyning kan , ons bedunkens, veel klaarer begrepen (n) CANT2M. pag. 78 ■ ■ •■ 81.  OTHOMANNIFCHE RYK i39 grepen worden uit het verhaal van de Griekfrhe , dan uit dat van de Turkfche Hiftoriefchryvers , naardien de laatkten , naar het fchynt, eenige zaken verzwegen, en weder andere verdraaid hebben, om aan hunne partydi g.> oogmerken te voldoen Volgens het verhaal van Du. cas , was het eerste werk van Amurat , na dat iV/chammed te Prufa begraven , en hy openlyk voor Keizer uitgeroepen was , de zaaken in het Oosten op een' vasten voet te brengen , door een verbond te fluiten men Karaman , en 'daar na de zaaken met den Griek'fch'en Keizer te vereffenen. Dcch Manuël kwam hem d arin voor , door eenige gezanten af te zenden om Morad geluk te wenfehen wegens zyne komst tot de troon, en zyne twee broeders op te eifchen , over welken hy door den laatsten wil van Mohammed als voogd was aangefteld. Deeze gezanten hadden ook bevel , om, ingevalle de Sultan dit mogt weigeren , hem aan te zeggen, dat de Keizer nog een' anderen Troonsopvolger had om in zyne plaats aan te ftelien , die welhaast meester zou zyn van Macedoniën en Thraciën , zo wel als van geheel Klein - Afië en alle de Turkfche bezittingen in het Oosten. De Keizer had dit zyn ontwerp zelf aan Muftapha medegedeeld. BAT- TEZID de Groot Vizier gaf op den naamj: van den jongen Sultan ten antwoord ; dat zy zeer ge b\ negen waren om met den Keizer vrede te houden ; ren , dat niet een van beiden den anderen eenig leed kon toebrengen , gaven eenigen van Amurafs bevelhebbers bericht aan Hamza, dat , ingevalle zyn Broeder tineis kon overgehaald worden om de zyde van Amurat te kiezen , zy hem wilden verzekeren van de landen van Atin voor hem en voor zyne nakomelingen. Den volgenden nacht, zond Hamza een' van zyne flaven af, die het moerafch doorwaadende de tent van Cineïs bereikte , en hem een mondgefprek met zyn' Broeder voorflosg. Ingevolge van dien kwamen de twee broeders op de beftemde plaats byëen. Cineïs was niet al te wel voldaan dat men hem voor zyne vriendfehap eene heerfchappy aanbood , die niets meer bevatte, dan het geen te vooren zyn wettig eigendom geweest was; maar zeide echter aan zyn' Broeder , dat, dewyl hy de moeite genomen had van hem over deeze zaak in eigen' perfoon te komen fpreeken , hy voor het toekomende Amurat getrouwelyk ten dienst ftaan , en aan deeze belofte nog den volgenden nacht zou voldoen; daarbyvoegende, dat, indien hy niet gekomen was , zyn voorneemen was geweest , loniën in te trekken, en den Kleinzoon van Atin flag te leveren. Oost. Hist. XII. Deel. T I» XVI. Boek. vu. Afb.  XVI. Boek. VII. Af». Chuneïl Beg veria ii Muftapha, en verwen Srnyrna, (l) Ducas, CaP. 25. ttyb HISTORIE van het In den volgenden nacht vertrok Cineïs nadat hy alvoorens bevel gegeven had , dat men in zyne tent licht zou laaten branden , in fti'te met zeventig vertrouwde mannen uit het leger van Muftapha, en maakte zo grooten fpoed , dat hy den volgenden dag , tegen den avond, te Smyma aankwam ; daar hy door de inwooners met groote blydfchap ontvangen wierd. Moftapha , de kleinzoon van Atin , zyn' afval vernomen hebbende, maakte zich op om hem flag te leveren , en vertrok ten dien einde van Ephefen-, maar Cineis , in deeze nabuuriciiap, omtrent tweeduizend Turken , zyne oude vrienden, byeën verzameld hebbende , ontmoette de vyanden by Maufoleon , en verfloeg hen , zyn' vyand Moftapha met eigen banden met eene yzeren knods doodende. Hier op onderwierp al het vyandelyk volk zich aan hem , en geleidde den overwinnaar in zegepraal naar Ephejen; daar hy het lyk van den overledenen Vorst plegtig m het graf van zyne voorouderen deed begraaven. (q) Zo haast de vlucht' van Cineis ruchtbaar wierd in het leger van Muftapha , ..begon het volk , befluitende, dat hy tot Amurat was overgegaan , in groote verwarring af te trekken; terwyl de vyanden hen van de andere Xydc toeriepen:" Dur\ d.ir, katlanï Staat, ftaat, vlucht niét; want , naardien de brug afgebroken was , konden zy eikanderen niet genaaken. Doch Amurat 3 .denzelfden dag de brug door middel van lange balken weder herfteld hebbende , trok op , vervolgde de vyanden , waar van veele zich by hem vervoegden; terwyl Muftapha, te Lampfacus ffl houdende, met met meer dan vier yan zyn gevolg naar Callipolis' overftak , en daar op nieuw volk begon te werven Intusfchen zond Amurat boden tiaar Pboccea om Joannes Atorno kennis te geeven van het geen 'er gebeurd was, en hem te verzoeken, dat hy  OTIIOMANNTSCHE RYK. hy met alle zyne fchenen in de ftraat zou terug komen; dewyl nu d*eze fchepen nog ailen in gei eedheid waren , was hy zo fchk-lyk te Li >pjacus als de Sultan zeif. Deeze Vorst begaf z;ch met zyne troepen terftond aan boord , tot groot verdriet van Muftapha; die zeven groote fchepen en eene menigte barken zyne. kust ziende naderen , eene bark uitzond om Jdonio vyfu^dttizend gouden kroonen aan te bieden , mits dat hy Amurat niet in Europa aan land zou zetten; doch deeze wees die aanbieding van de hand. In weerwil van Muftapbjs tegen, kanting ontfcheepte hy vyfhonderd Franken te C$)l.ipols, die eene myl verre het land intrekkende, aan Am tra( gelegenheid gaven om zyne troepen aan land te brengen; die kort daar na op de vyanden aanvallende hen met eene groote nederlaag verfloegen. Muftapha vluchtte naar /id imopolis, en de fchatten van daar medeneemende be-' gaf hy zich naar Waüachï'èn. < AMÜRdT, na drie dagen te Callipolis ftil gehouden te hebben , fpoedde zich naar Adrianopolis , aan het hoofd van een talryk leger. Hier onthaalde hy Mornó en zyne tweeduizend Italiaanen verfcheiden dagen achtereen; fchold hem de fchatting voor den aluin (L) kwyt; fchonk hem het kafteel Peritheorion in het westen, en den vryën handel door geheel Phosata voor zyn Ieven lang. Ook deelde hy onder hen allen gefchenken uit, en zond hen met de grootfte betuigingen van dankbaarheid naar huis. Ten zelfden tyde zond hy , om zyne overwinning te vervorderen , eenige ftoutmoedige jongelingen af om Muftapha na te jaagen; die , he n aan den oever van den Donau inhaalende, hem gevangen namen, en met zich naar Adrianopolis terug voerden. Amurat deed hem openlyK op het marktplein ophangen, om (LO Deeze Aluin wordt gejrraaven uit een' her.; in het oorlel7k gedeelte van Nieuw Phocea, Zij Ducas, Ctp, 15» T 2 XVI. Boek, Vt>- Muftapha 'lurkt,  148 HISTORIE van het XVI. Boek. vji Afd. Karaman Ogli gepaft. Muftapha de Broidei van Morao ftaat leger, h'-m op. om door deeze fchandelyke dood bet gemeene volk te bevestigen in hun gevoelen , dat hy niets meer was dan een bedrieger door den Keizer Manubi opgeworpen , of fchoon hy waarlyk zyn Oom en de Zoon van Bay-Tezid was. (r ) Laat ons nu weder keeren tot de Turkfche Hiftoriën. Het oproer dus gedempt zynde beflooc de Sultan den Karaman Ogli , genaamd Mehemed Beg, te ftraffen; die , by de voorgemelde nederlaag van den Vizier Bay. Tezid, de Othomannifche zaaken in een' wanhoopigen toeftand oordeelende , befloot voor het minst een gedeeb te der landen van Morad in bezit te neemen. Met dit oogmerk belegerde hy Andalia , in verwachting, dat het zich uit gebrek aan onderlland fpoedig zou overgeeven; maar door een' kanonkogel van de wallen doodgelchooten zynde , verkoozen de Karamaniè'rs terftond een ander Opperhoofd van den zelfden naam , en braken de be. legering op.* Chamza Beg , de Bevelhebber van de Stad, de vyanden in haast en wanorder ziende aftrekken, deed een' uitval om hen te vervolgen. By het veroveren van de vyandelyke legerplaats vond hy Othman B"g, vorst van Tekke, die Karaman te hulp gekomen was, juist even te vooren overleden aan eene heete koorts. Hy deed hem het hoofd afhouwen, en maakte zich meefter van zyn land. Morad te Aurianopolis terug gekomen zynde, befloot de regeeringsvorm van zyn Ryk op een! vasten voet te brengen; doch hy wierd daar in verhinderd door den opftand van zyn'jongften Broeder Muftapha Lbtlebi; die door de listige raadgeevingen der Grieken uitgelokt , in Afië tegen hem opftond , en zich van Nicea, dat zwak van bezetting was , meefter maakte; en door zyne aanhitfers van al het noodige voorzien, verüeikte hy deeze (f) Ducas, Cap. 27.  OTHOMANNISCHE RYK. 149 ze plaats zo veel als maar eenigzins mooglyk was. Dit gedaan zynde floot hy zien op in die ftad dewyl hy zyn' Broeder in het veld niet durfde te gemoet trekken. Doch Morai veroverde de ftad , na eene hevige belegering van vier-en "twintig tlagen , en deed zyn' Broeder Muftapha in zyn byzyn verworgen, (f) D UC/1S zegt, dat Morad, in het begin van den wimer den troon beklommen hebbende , groote toe. bereidzelen maakte om Conftantinopolen te komen belegeren. Hier op zond Joannes Palceologus , aan wien Manuël reeds voor langen tyd , uit hoofde van zyn hoogen ouderdom , het beftier der zaaken had afgeftaan , eenige gezanten aan Morad om het gefchil tusfehen de twee Hoven by te leggen , defchuld geheel werpende op den overleden' Vizier Bay-Tezid, die geweigerd had de twee jonge Printen aan den Keizerover te zenden, overeenkomftig den laatften wil van hunnen Vader; maar Morad , zonder deeze gezanten eens te hooren , of zelfs te willen zien , hield hem gevangen tot dat alles tot de Belegering in gereedheid was , en zond hen toen terug met deeze bootlchap: „ Gaat heen , en verzeker uwen Heer, dat ik binnen kort by hem zal zyn. " Weinige dagen daarna veifcheen hy indedaad voor Confianlinopolen met tweehonderdduizend mannen. De ingezetenen,kreegen kwaad vermoeden op Corax , den Theologant, als C of die eenigen aanflag tegen de Stad gefmeed had , uitv wraakzucht, om dat hy niet met de afgezanten naar^ het Turkfche Hof was gezonden geweest, met hetwelk hy nog fteeds eene naauwe verftandhoud ng hield. Keizer Manuël, om dit vermoeden te fmooren , en de gemoederen te bevreedigen zond Corax. naar Morad om hem tot vrede over te haaien. Sommige zeggen, dat hy niet in ftaat was eenige gun- {ƒ) Cast. Pag 82 , & Seqq. T 3 xvr. Boeic. vu. Aio, swword; klacht diouacn.  XV f. Boek. vil Afd. en op e"ne enmenfrhe hke wyzi mishmdilcl A D 142 Opfimd van Mufti pha. 150 HISTORIE VAN HET nmftige voorwaarden voor den Keizer te verkry^en; anÜere willen , ''at hy beloofd had de Stad te zullen over geeven , onder voorwaarde, dat hy het bellier over dezelve zou hebben; en dat een van zyne yertiouvdite vrienden dien voorflag zelfs gehoord had. En indedaad, nadat hy het verflag van zyn gezantfehap geëindigd had, kwam de peifoon , die het verraad ontdekt had, te voorfchyn , verklaarde zulks openlyk , en bragt zyne getuigen bv. Uier op beval de Keizer, dat men b-ide pamën in"hechtenis zou zetten tot den volgenden dag; en g'if Urax op hun verzoek aan de Candwtten over, die hem bewaakten, om door hen ondervraagd , en ingevalle hy fchuldig bevonden wierd ook door hen geStraft te worden Na hem door pyningen tot bekentenis gebrast te hebben , fleepten zy hem voor de poort van b t Paleis , en rukten hem daar met de alleronmen fchelykfte «reemeid de oogen uit het hoofd. Hy ftierf drie dagen daar na in de gevangenis. Zyn prachtig huisraad wierd door het gemeene vo k geplunderd , en zyn huis verbrand. Morad trok zich de jammerlyke dood van Corax aan. Op het bericht , dat MkhaH PUla , geboortig van Ephefen, een man van edele geboorte , maar van een zeer flecht gedrag , de eenige oorzaak van d\t alles was , wierd deez3 door de Turken gevat, die hem zonder twyfel levendig verbrand zouden hebben, indien hy zyn leven niet'gered had door het Mahometaanfeh geloof aan te neemen. l~ Ofschoon Mauuel reeds meer dan half dood was door ouderdom en zwakheid overleide hy echter by zich zei- 1 ven hoe hy Amurat best in verlegenheid zou brengen. Nadat deeze Sultan een' van zyne twee Broeders vermoord had was Ehaz, de Schenker van zyn' vader Mobam. me.1, met den jongfte genaamd Muftapha naar Paphla. gonien gevlucht. De oude Keizer van dit voorval verwittigd , deed Eliaz aanzeggen, dut hy den jongen ö Voist  OTHOMANNISCHE RYK iji Vorst naar Prufa zou vervoeren , en zond hem geld om troepen op de been te brengen. Terwyl Amurat bezig was met allerhande kunstwerktuigen te vervaardigen , en dagelyks ligte fchermutfelingen voor Confiantini'polen aan te rechten , kwam een postbode hem de tyding brengen , dat Muftapha door de inwooners van Prufa voor Sultan erkend was, en dat FJiaz hem naar Nuaia had gevoerd: hier op brak hy terftond de belegering op , en keerde naar Adrianopolis terug. Omtrent deezen tyd ftierf de oude Keizer Manuël , een zeer zachtmoedig en verftandig Vorst , en liet het Ryk na aan zyn' Zoon Joannes; die , offchoon de laatfte der Romeinfche Keizeren in order van tyd , echter met betrekking tot zyne verdienften met recht onder de eerften mag geplaatst worden. AMURAT. hield zich flechts drie dagen te Adrianopolis op , en ftak toen met een klein getal uitgelezen voet-en paardevolk in ftilte naar AJie over. Toen hy naby Niccea gekomen was , gaf hy zyne vrienden in die Stad heimelyk kennis van zyne aankomst , die een oproer te weeg gebragt hebbende, de poorten voor hem openden, en hem met zyn gevolg binnen lieten. Hier., op deed hy terftond zyn' Broeder Muftapha , die toen^ flechts zes jaaren oud was , ■ gevangen neemen en ver-6 worgen, en zyne lyfwachten om hals brengen. Hy' deed het lyk , na dat hy het bezichtigd had, naar Prufa voeren, en aldaar begraaven. Dus verre Du» cas. (t) Is het jaar 827 huwde Morad met de Dochter van Laz OgU . de Helena van de Serviërs, en tevens van haaren tyd. Het volgende jaar trok hy op tegen Is fan-] dyar Beg , vorst van Sinab , of Sinope ; die bevreefd^ voor de Othomannifche ma0t, befloot dezelve te verzwak- (t) Ducas , Cap 28. xvr. Boek. vil Apu. 7y wordt evangen n ver'orgd. sfandyar leg onder ebragt.  XVI. Boek. vu. Afd. Smyma veroverd, Chuneïi Beg gedag vaard. 152 HISTORIE van het zwakken , doch niet in ftaat om zulks met geweld re doen , zocht hy dit door list te bewerken. Om Mo. rad te misleiden maakte hy vrede met hem , en gaf h'?m zyn zoon ten onderpand ; maar zohaast de Sultan zyne troepen afgedankt had , rukte hy aan met eene magt , welke hy heimefyk op de been gebragt had , en verwoestte de nabygeiegene Steden Tafakti en Burni. Morad , die terftond zyne troepen weder byëen verzamelde , en naar Afië overtrok, wierd by Bolova ontmoet door de voornaamste edelen van Sinab ; die, de fchielykheid van hunnen Vorst afkeurende , hem verzochten , dat hy lsfandyar Beg zou afzetten , en zyn' zoon , die by hem als gyzelaar was , voor hem in de plaats zou ftellen lsfandyar Beg door dien onverwachten ftap bevreesd geworden, verfcheen ten eersten voor den Sultan, fmeekteom vergiffenis, en bood hem zyn' tweeden zoon insgelyks ten onderpand , benevens zyne eenige dochter, die onvergelykelyk fchoon was, ten huwelyk, en dus bedaarde dit onweder («). MORAD veroverde op zyn' terug togt lsmir, of Smyma , en de omleggende Iandftreeken van Mwtesha, Aydin , en Sarichan , welke alle toehoorden aan HamidOglï. De optogt van Morad tegen Chuneïd Beg , of Cineis , moet op deezen tyd gefield worden , of fchoon Saddi , Effendi denzelven niet aanhaalt. De Sultan , zegt Ou. cas , begon , na zyne terugkomst te Adrianopolis , te overleggen , hoe hy Cineïs best zou kunnen onderbrengen ; eerst zond hy hem een' bode, met bevel, dat hy hem ten fpoedigste zyn' zoon moest toezenden , ingevolge van hunne overeenkomst, indien hy zyne vriendfchap wilde blyven behouden; want, dat hy zich gereed maakte den Donau over te trekken ; hem tevens doende («) Cantem. pag. 87.  OTH0MANNISOHE RYK. 153 de aanzeggen, dat, ingevalle hy niet gehoorzaamde, hy met hem zou handelen zo als het God beliefde Hierop ] gaf' Cineïs enkel dit kort antwoord: „ Doe het geen u belieft, de uitflag hangt af van God alleen." Toen de Sultan zyn leger byëen gebragt had , gaf hy het bevel over het zelve , aan zekeren Halil, of Chalil , een' Romein van geboojte , die gehuuwd was met de zuster van den Vizier Bay - Tezid , die op bevel van Cineis gedood was. De laatstgenoemde , hoorende dat Halil op weg was naar Philadelphia , trok voorwaarts om hem by Thiatyra te ontmoeten. Zyn jongste zoon, genaamd Kurt, of de Wolf, begon den flag , door op het gros van het leger vari den Sultan aan te vallen,' het welk, Zich openende om hem door te laaten , weinig fchade leed. Halil wel denkende , dat die jonge en onbedreven Bevelhebber langs denzelfden weg zou terug keeren , beval aan zyn volk , dat zy hunne witte tulbanden zouden verbergen. Intufchen ftond Cineis zelf gereed om het front van HallWs leger aan te tasten , terwyl zyn zoon Kurt hen in de achterhoede zou ontrusten. Toen nu deeze zachtjes aan terug keerde, alles, dat hem voorkwam terneder flaande, hoorde hy de trompetters blaazen, enzagopeene hoogte eenige troepen, wier veldtekenen naar die van zyn' Vader geleken; waaruit hy ■ befloot, dat deeze den vyand gefkgen had; maar, nader gekomen zynde , befpeurde hy, dat het volk van Halil was , waarop hy de vlucht nam, doch na eene hevige vervolging gevangen genomen wierd. Zo haast Cineis van dit toeval kennis kreeg trok hy c met zyn leger terug naar het gebergte van Smyma; en^ kwam eindelyk te Hypfela , een kleine Stad , aan dema Jonifche Zee tegen over Samos , daar hy eenige fchepen en krygsbehoeften gereed had , om in geval van nood zich daarvan te kunnen bedienen. Halil zond Kurt aan Morad , die hem en zyn' Oom Hamza, deed gevangen f Oost. Hist. XII. Deel. V zet? XVI. ?oek. VII. An*. luncid ; vlucht r Kaï'ai.  354 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. vil Afo. Hy keert terug ivia, Hypfela. Hv g« %ich over, zetten ; waarop hy Halil tot landvoogd van de door hem overwonnen provincie aanftellende , Kamza , zyn' Schoonbroeder , den eigen' broeder van Bay-Tezid, den overleden' Vizier , afzond om het bevel over het legei op zich te neemen , met bevel om Cineis na te jaagen. Intusfcheo begaf zich Cineis naar Amorium , met oogmerk om Caraman, den Sultan van Cognie over te haaien om met hem de wapenen tegen Morad op te vatten ; doch dewyl deeze Vorst hem niet betrouwde zederc zyn' afval tot Solyman , kon hy daar niets uitwerken. Echter verkreeg hy van hem eene groote fomme gelds en vyfhonderd mannen. Met deezen onderftand keerde Cineis terug naar Hyp. Jela , en verdedigde zich dapperlyk tegen de vyanden, die meer dan vyf-en twintigduizend mannen fterk waren. Hun Veldheer Kamza befpeurende, dat hy niets kon uitvoeren tegen een kasteel , dat op eene rots gelegen was, verzocht aan Morad, dat hy hem eenige Genueejche fchepen te hulp zou zenden om de plaats aan te vallen van den zeekant, daar dezelve open lag. Joannes Aderno overleeden zynde, nam Palhvicini deeze zaak op zich; en met drie groote fehepen voor de haven verfchynde joeg hy de inwooners eene groote vrees aan. Cineis, befpeurende , dat zyn volk begon te muiten . zond afgezanten aan Halil , die toen, by afwezigheid van Kamza , het bevel had, met aanbieding, dat hy de plaats zou overgeeven , onder voorwaade, dat hy hem zou laaten leeven ,. en hem gevangen naar Morad zou brengen , of laaten brengen. Deeze voorwaarden met eede bevestigd zynde, gingen Cineis en zyn Broeder Bay-Teftzid hunne opwachting" maaken by Halil , die hen vrien delyk ontving , en hem eene tent aanwees om in te gaan rusten. Maar Kamza tegen den avond in het leger wederkeerende , en van HM bericht gekregen hebbende van het geen 'er gebeurd was , zond vier beulen uit, dit  OTHOMANNISCHE RYK. . i5< die Cineis het hooft vermorfelden , terwyl hy lag t£ flaapen , en dat van zyn' Broeder afhieuwen , en zc vei der , zonder de kleinste kinderen van hen te fpaaren Zo haast deeze hoofden te /Adrianopolis gekomen waien deed Amurat Kurt en zyn' Oom Hamza dezelfde ftrai ondergaan , en hier mede nam het geflacht van Cineis eer einde (w). Laat ons nu wederkeeren tot de Turkfche Historie fchryvers. Na dat bet Oosten dus tot rust gebragt was. keerde Momd , in het jaar 830 , zyne wapenen teger de Fenetianen , verwoestte het Eiland Zante , verover de het kasteel , genaamd Ghiogherjinlik , of Duiven huis , en keerde met grooten buit naar Adrianopolis te. rug. In het zelfde jaar deed hy naby Erghene, met groote kosten , eene fteenen brug bouwen van twee enzeventig boogen, en aan de Westzyde van dezelve een Jami, een Bad, een Imaret , en een Chan. In het het jaar 831 , verfcheen Ghennian Ogli vry willig aan het Hof van Morad, en gaf hem de fleutels ovei van alle de Sceden , die onder zyne heerfchappy Honden. In wedervergelding overlaadde hem de Sultan met recht Vorstelyke gefchenken, en ftelde hem aan tot erfeIyken Sangiak van Ipfalam. Dit gedaan zynde verzamelde Morad , om alles , dat den Griekjehen Keizer nog in Europa , buiten Cmjlaruinopolen , overbleef , weg te neemen, alle zyne AJiatifcht en Europeaanfche troepen , waar mede hy, zonder eenige tegenftand te vinden , Thesfahnica , At henen, en Corinthen veroverde. Na dus geheel Griekenland oiidergebragt te hebben, keerde hy met eene menigte van flaaven, en groet en klein vee naar Adrianopolis terug (x). Hier moeten wy op nieuw de Griekfche Schryvers te (*>) Ducas, Cap. 28. (x) Camiem. pag 84. Va XVI. ' Boek. vu. , Af». En word vermoord, t Hegyra, S30. AD.\n,%fi. Morad &#. flrydtde Venetianen. ! He£vrd, 831. ^.D.1427. Ghennia» OU geeft zich over. Grieken. land óndergebragt.  XVI. Boek. vu. Afd. t)e Sera letadt fih.Uing aat>i Morad. zS$ HISTORIE vam re* te hulp roepen ter vervulling van het gebrekkige» zo al niet ter verbetering van het onwaarfchynlyke van de Turkfche Historiefchryvers. Ten zelfden tyd, toen Amurat een leger afzond tegen Cineis , zond hy ook gezanten naar Serviën en Wallachi'in ; om kennis te ge?ven van zyne bevordering, en floot een* vrede met de WaywoAen van deeze landen ; maar vatte een' o ïverzoenlyken haat op tegen den Keizer Joannes. Niet in Haat 'om Conftantinopolen te bemagtigen keerde hy zyne wapenen tegen Morea , en de aan Zee gelegen plaatfen omftreeks den mond van de rivier Strymon. Ook zond hy een talryk lager af om Thesfalonica in te neemen , en de landen rondom deieze Stad en Setunion gelegen teverwoesten. De Keizer verkreeg echter ten laatsten den vrede van hem , door hem alle de Steden en plaatfen aan de Zwarte-Zee gelegen af te fbaan ; als mede de Kasteelen , die hy met geweld niet had kunnen veroveren , zo als Mefembria , Dercos , Setunion , en >reenige andere' aan den Strymon ; en daarenboven moest hy hem jaarlyks nog driehonderdduizend Aspers fehatting betaalen. Be Sultan nu van alle vyanden bevryd zynde , trok de Zee over naar Pruja, en van daar naar Eph'fen, daar van alle kanten gezanten by hem kwamen. De Venetiaanen waren de eenigen van alle de Christen - Mogend* heden , die hem geen' afgezant zonden , en zulks om de volgenden reden : Ten tyde toen de Despoot Andronicus , de derde zoon van Keizer Manuël in Thelfalonica. het bevel voerde , na dat Muftapa Lemnos verlaten had, en vóór dat Amurat Ccnftantïnopokn belegerde ,^ wierd de Stad door de Landvoogden der omleggende Turkfche Provinciën zodanig van al te-kan ten benaauwd , dat de inwooners tot het uiterste gebragt , en geene andere hoop op uitkomst ziende , de Stad aan de yenetimen oveigaven. De Turken woedende geworden, om dat zy zich  OTHOMANNÏSCHE RYK. 15? zich dien buit dus ontrukt zagen , verdubbelden hunne aanvallen ; en het gebrek hand over hand in de Stad toeneeemende , zonden de Vmetiaanen, uit vrees, dat de inwooners door den lion?er gedwongen hen wederom zouden uitdryven en de Turken inlaaten , de voornaam -\ fte ingezetenen uit de Stad naar verfcheiden plaatfen op^ bun grondgebied , onder voorwendzel, dat 'er geen voorraad genoeg in de Stad was om hes allen te onderhouden , en bragten veelen van hen onderweg ter dood als fchuldig aan verraad. Toen Morad naar Adrianopolis terugkeerde zonden de" Vemi-iaanen gezanten aan hem om vrede te verzoeken^ maar hy gaf ten antwoord, dat hy geen' vrede met henv wilde maaken , ten zy ze hem lhe:falonica afftonden. Kort daarna zond hy kamza met de Oosterfcbe troepen om die Stad te belegeren, en volgde in eigen' perfooa om by den algemeenen aanval tegenwoordig te zyn. De bezettirg in het geheel niet evenredig zynde met den ontrek der wallen , en de belegeraars ten minste hon* derd tegen een' fterk zynde , beklommen zy de Stad zonder veel tegenftand te vinden ; en vervolgens de pooi ten openende lieten zy het geheel leger binnen; dat de i'tad plunderde , de inwooners tot flaaven maakte, en allerhande geweld^naaryen pleegde De [Penetiaanen bevreesd . dat zy Ruboea- insgelyks zouden verliezen , fpoedden zich , toen Amurat naar zyne Hoofdftad terug keerde , om vrede met hem te maaken. Omtrent dien ryd viel Dragul, een natuurlyke zoon1 van Mtitza , den laatst overledenen Way-ivede- van IVal \ lacbi'én , in dat land , met eenige jonge manfehap, diec hy te CpnJïantinopolen , daar by den Keizer als foldaat diende , byeen verzameld had; wierd binnen korten t>*u ontzaglyk , door de menigte volks , aie zich van alle anten by hem voegde ; en hier door gefterkt tastte hy den toenmaals regeerende Waymdi Dam , den V 3 Neef XVI. Boek vu. Ar». ~)e Venetïanen aart' traliën. 'he< falo" ica v«r*-ird. Vagul^r- ero ert Valla. hicn»  XVI. B.;EK. VII. Ar o. 838. A JD.1434. Be Karman Ogli Jlaat tegen Morad op. MotraKrali, een nieuwe Vycmd in Europa, gejlagen. I ] 1 Ï5§ HISTORIE VAN HET Neef van Miltza aan , verfloeg zyn leger , deed hem hec hoofd afhouwen , en maakte zich met geweld meester van zyn land. Amurat, die vrede gemaakt had mee Dam , onder voorwaarde , dat deeze hem eene geringe fchatting zou opbrengen , door deeze belediging vertoorn t , verklaarde een' broeder van den overledenen fVaywode tot deszelfs Opvolger , en zond mem met eene groote krygsmagt naar Waüachtn ; maar Dragul, een leger op de been gebragt hebbende verfloeg en doodde hem msgelyks (y). Dus verre Ducas. In het jaar 838 , verwekte de Karaman Ogli Jbra. him Beg een' opftand in Afie; waarop Morad , met zyne troepen overftekende , Akshahri en Konüjah , beiden met den eersten aanval veroverde. Ibrahhi Beg zich te zwak bevindende om het leger van den Sultan het hoofd te bieden , verzocht om vergiffenis , verkreeg die, door tusfehenkomsf van Menla Gamzeh , die ten dien tyd de allerberoemdste Heilig onder de Turken was , en wierd daarenboven in zyne voorige bezittingen herfteld (z). s Na dat de zaaken in Afie tot rust gebragt waren, ftond er in het jaar 839 > een nieuwe vyand in Europa op. Terwyl Motra Krali , de Broeder van de Griekfichen Keizer (M; , Gh.ogoerjmlik belegerde, overviel Kasbim Basba, Beglerbeg van Rum.Eli met eenigej uitgeleezen troepen, hem op het alleronverwachtst, en dreef hem op de vlucht; zyne meeste manfehap doodflaande, en zyne legerplaats uitplunderende. In- (y) Duca*. Oip 2?!, & feqq. (s') Ca kt em pag 85. (M) DkizÉ fchynt een Broeder geweest te zyn van den Despoot üevwtnus; die ten dien tyde, volgens het verhaal van Phranza, het ;rootst gedeelte yan Morea beheerfchte. Hy worlt hier des Keizers Iroeders genoemd, uit hoof Ie van zyne nabelfcunde bloedverwantfchap net den keizer Deeze bloedverwantfchap beftond hierin , dat hv dt ichoonbroejer was van -Joannes Paittologus, die toen regeerde.  OTHOMANNISCHE RYK. 159 In dien tusfehen tyd borst 'er een hevig oorlog uit tusfchen Murad en den Koning van Hungaryen, wiens troepen menigmaal op die der lurken de overhand behielden. Ten laatste gebeurde het echter , dat de daperre Otho. mannifche Bevelhebber , Michael AU Beg , op het onverwachtst in hun land vallende , de rykste proviciën uitplunderde de ingezetenen gevanglyk wegvoerde, en met* grooten buit naar huis keerde (N). De Hungaaren het1 vertrek van Ali Beg voor een vlucht houdende, vielen op nieuw in de Turkfche Landen , alles te vuur en te zwaard verwoestende. Murad, om hunne floutheid te ftraffen, befloot, na den Donau naby Widdin overge-1 trokken te zyn , en al het omleggende land verwoest' te hebben , Belgrado, den fleutel van gantsch Hungaa-1 ryen te belegeren ; doch hy was genoodzaakt door den dappere tegenftand der bezetting , en het aan naderenj? van den winter, het beleg op te breeken. Hy veroverde3 echter , op zyn terugtogt, Sofia en eenige andere plaatzen^ in Bulgarien. Het mislukken van dien aanflag op Belgrado ipeet Morad des te meer, om dat hy oordeelde, dat hy het niet zo zeer te wyten had aan de dapperheid der bezetting , als wel aan de verraadery van Valak-Ogii , die zyn bloedverwant was , en daarenboven in zyne vertrouwde vrienfehap deel had. By nader onderzoek bleek het, dat hy niet alleen het voorneemen der Othomanncn aan den Koning van Hungary'én had bekend gemaakt , maar daarenboven alles wat mooglyk was, in het werk gefteld om de overgaaf van Belgrado voor te komen, üm deeze trouw- (N) De Cftritfeir-Jaarboefcen fchryven , omtrent deezen tyd, roemiyke overwinningen toe aan Joutines Hmniadts, Veldheel der Hungaaren , maar fpreeken geen woord van den inval van Michaël Ogli in Hungarjën , of van de ellenden , die daarmede gepaard zyn geweest. XVI. Boek. Vil. Afd. De Hungaren gelunderd, vlorad igert Belrado. Doch is '.noodtikt bet deg op te ■eeken*  XVI. Boek. vil. Aid. Hy vero. vcrt Serviën. Hy maai vrede met de Servië i'S. 160 HISTORIE VAN HET trouwloosheid te ftraffen beval de Sultan , dat de twee zoons van Valak Ogli, die hy by hem als gyzeiaars achgelaten had , de oogen zouden geblind worden , en vervolgens Serviè'n intrekkende , veroverde hy de Stad Semendria aan den Donau , en het geheele land van Zerin Ogli, het welk hy aan zyne heerfchappy-hechtte. Valek Ogli, het door de vlucht ontkomen zynde , hitste den Koning van Hungaryen aan tegen de Turken ( O) , en verbrak het verbond van vrede; waardoor hy de oorzaak wierd van de daarop gevolgde nederlaagen , en van de dood van dien Koning (V). Laat ons nu hooren wat de Griekfche Hiftoriefchryver van deezen optogt zeggen. AMURATH bericht gekregen hebbende , dat Stephanus , zoon van Lazarus , den Schoonbroeder van Bay - Tezid , overleden was , zond aanftonds afgezanten naar deszelfs opvolger Georgius , zoon van Fuik (P) om Skrvien op te eifchen , dewyl Stephanns geene kinderen , maar alleen een* Zusters • zoon van zyne Zuster Maria had nagelaten. Georgius , om den oorlog te vermy den , * gaf den Sultan zyne Zuster ten huwelyk , be,{nevens een gedeelte van Serviè'n, en een groote fomme gelds; en kreeg tot wedervergelding verlof om op ! den oever van den Donau, een kafteel te moogen bouwen > dat hy Sendruw, noemde. Terwyl Amurath naar Prufa getrokken was om den Karaman Ogli tegen ts gaan ; kwam Dragul, de Way•wade van Vvallacbien zyne opwachting by hem maaken, met aanbieding van hem , zo dikwyls het hem zou behaagen , een doortogt naar Hungaryen te zullen ver- leenen, O) CaNïem. pag 85, & feqq. (O) LAB IS LAUS , Koning van Hungaryen en Polen, meest bekend door de fljg by Varna. Cantpmir. (P) Om deezen reden by de Turkfche Schryvers geaoemd : Falë Ogli , dat is , de zoon van Valk, of VulL  OTHOMANNISCHE RYK, 161 Ieenen» en hem daarenboven tot op de grenzen van Dutischland en Rusland te zullen brengen. De Sultan door deeze blyken van diensvaardigheid getroffen , onthaalde hem met de uiterste minzaamheid, plaatste hem naast zich aan de tafel , en deelde kostbaare gefchenken uit, niet alleen aan hem , maar ook aan allen , die tot zyn geVolg behoorden. Tegen het einde van het voorjaar trok Amurat den Donau over by Nicopolis , en wierd door Dragul zeer vriendelyk ontvangen ; die hem binnen vier dagen op de grenzen van hw.garyën bragt , die geheel woest waren , naardien de inwooners, op het gerucht van hunne aannadering , de Steden en dorpen verlaten hadden. Tot voor Zipene genaderd zynde , durfden zy zich niet verfhouten deeze Stad aan te taasten; want de inwooners , wel verre van bevreesd te zyn, zetteden de poorten open , en vielen gezaameiyk op hen uit. Dewyl dit hen nu aan verderen voorfpoed dec J wanhoopen trokken zy den Donau weder over , en Amurat keerde naar Adrianopolis terug. Kokt na deezen inval zond hy gezanten aan Geor. gius , den Despoot van Seiviën, om hem het Kasteel Smdrein , dat hy onlangs gebouwd had , af te eifchen. De Despuot beweerende dat het hem , voigens hun onderling verbond , met recht toekvvam, ging de Sultan hetzelve belegeren , en nam het na verloop van drie maanden by verdrag in. De oudste zoon van d.m Despoot , die in deeze vesting was, wierd naderhand met zyn' broeder , die toen aan het Hof was, naar Amaftris gezonden , en zy beiden op aanraden van den Groot - Vizier van het gezicht beroofd Den zelfden zomer nam by Notoprido in , keerde toen teiug naar Adrianopolis ; Dagul ook daar komende, om zyne opwachting by den Sultan te maaken , wierd in ketenen geflagen , en naar den toren van Colli po is gebragt, onder voorwendzel , dat hy van voorneem.m geweest was Oost. Hist. XII. Deel. X den XVI. EoEK. VII. Afd. A.D.1436. Amurah trekt ia Hunga. rycn. Hy valt in Ser.'iön.  XVL Boek, Vil. Afd. De Keizei gaat naar Italiën. (Q) Db Leezer kan ligtelyk bemerken , dat hierdoor gefchut ,' buskruid en kogels gemeend worden. Dit is de eerste keer , dat men daar van by de Gxiekfche Schryvers gewag vindt gemaakt. 162 HISTORIE VAN HET den Sultan in Hungarytn te verraaden. Hy wierd echter eenigen tyd daarna , op het doen van een' nieuwen eed van getrouwheid, en zyne twee zoonen ten onderpand laatcdue weder ontflagen. In het begin van het daarop volgend voorjaar , trok Amurat aan het hoofd van een talryk leger- op om Belgrado te belegeren; welke Stad Georgius, de Despoot van Servien; dewyl hy zulks wel vermoed had , aan de Hungaaren had afgeftaan , dewyl zy, magtiger zynde dan hy, beter im ftaat waren om dezelve te verdedigen. De Sultan ftelde alle zyne magt in het werk tegen deeze Stad ; maar geduurende zes maanden , dat hy dezelve belegerde , zo wel te land als te water, in de plaats van eenig voordeel te behaalen , verloor hy een groote menigte volk , niet alleen door de pest, maar voornaamelyk door zekere werktuigen , gemaakt in de gedaante van kokers ; waaruit, door middel van zeker poeder uit falpeter , zwavel en houtskool te zamen gefteld, looden ballen zo groot als eene okkernoot, by vyf of tien te gelyk gefchoten wierden ( Q). Keizer Joannes ging dit jaar op reis naar Italien, verzeld van den Patriach Jofeph , en andere Kerkvoogden , om het Concilie van Florence by te woonen, daar gehandeld zou worden over de vereeniging van de GriekJche en Latynfcbe Kerk. De Paus zou alle de reiskosten betaalen, en het befluit van vereeniging wierd getekend; maar de Grieken terug gekomen zynde haalden hun woord weder in , fchoon 'er zelfs Bisfcboppen van hen geweest waren , die geweigerd hadden te tekenen, vóór dat hen het beloofde geld ter hand gefteld was. Geduurende  OTHOMANNIS CHE RYK. tg3 rende de afweezigheid van'den Keizer wierden 'er geruch ,ten uitgeftrooid , dat hy naar Italiïn gegaan was om de Christenvorften op te zetten tegen de Turken-, doch zo haast hy terug gekomen was, zond hy gezanten aan Amurat, om hem van het tegendeel te verzekeren , en dat hy vastelyk befloten had den vrede heilig te onder, houden. Intusschen vervoegde zich Georgius, de Despoot van Servïm, ziende dat de vyand van dag tot dag dieper in zyne bezittingen doordrong , by de Koningin van Hungaryen, die de regeering waarnam geduurende de minderjaarigheid van haaren zoon , om haar om byftand te verzoeken. De Koningin overweegende, dat wanneer men de Turken toeliet zich van Serviën meefter te maaken, zy als dan ook wel haast op haar grondgebied zouden komen , gaf bevel aan haar' Opperveldheer, Joannes Hunniades , om de Serviërs by te ftaan. Dewyl nu de Despoot zeer ryk was, hadden zy wel haaft een leger van vyf- en -twintigduizend mannen, zo te paard als te voet, op de been gebragt; hier mede den j Donau overfteekende , trokken zy naar Sofia , welke1 Stad zy verbrandden, benevens alle de vlekken en' dorpen daar omftreeks , den buit in de rivier werpen-1 de. Amurat, die geen tyd had om de Oosterfche troepen byëen te brengen trok hen enkel met zyne Westerfche benden tegen. Beide de legers naderden eene Stad gelegen op de helft tusfehen Sofia en Pbilippopolis, die door de Bulgaaren , lslatu , dat is Goud genoemd wordt, langs zeer moeijelyke wegen. De Turken de legerplaats der Hungaaren gezien" hebbende , durfden niet in de vlakte afkomen. De vyanden door deeze hunne bevreefdheid meer moed gekregen hebbende , beklommen den berg in weerwil van geheele wolken van pylen , die de Turken op hen affchooten; maar beide partyën, deeze plaats ongefchikt vindende X z om XVI. Boek. • vu. Are 'mal der ïungaaren n het Turkfchgt' geraakte in wanorde , en wierd meer dan eene myl verre vervolgd De jonge Koning van Hungaryen die zich toen verbeeldde , dat de overwinning reeds aan hem was , daagde in het gevecht Morad tot een' tweegevecht uit. De Sultan hem by toeval ontmoetende doorftak zyn paard met een javelyn. De Koning hier op nederftortende floegen de Janitzaren hem terftond het hoofd af; en op de punt van eene lans geftoken hebbende toonden zy het aan hunne vyanden > hen toeroepende: „ Ziet het hoofd van uwen Koning. " Ten zelfden tyde kwam de verftrooide ruitery weder byeën, en dreeven de Christenen by den eerften aanval op de Vlucht. (R) Na- (R) Het is eene algemeen ■ aangenomen overlevering niet alleen by de Turken, maar ook by de Christenen » dat Morad het gefchrift, dat hy van den Koning van Hungaryen als eene bevesting van den vrede gekregen had , op de punt van eene lans door alle de gelederen deed' diaagen; uitroepende: „ Laat nu de Gaurs, of onge-  OTHOMANNISCHE RYK. 167 Naderhand echter herftelden zy zich , en hielden wederom ftand, maar toen de nacht begon te vallen, wierden zy allen , uit gebrek aan een' kundigen leidsman , geheel verflagen. Zy fneuvelden allen , uitgezonderd eenige weinigen , die het in de duifternis ontfnapten , of wierden gevangen genomen , terwyl Mo. rad zyn leger, weinig vermoeid , en belaaden met buit, naar huis terug voerde'; na deeze overwinning begaf hy zich weder tot zyn afgezonderd leven te Mag. nefia. Maar in het jaar 850 , liet hy zich , op het verhaal van een oproer onder de Janüzaren , die om eene nietswaardige oorzaak, alle perfoonen , welke hen ontmoetten , vermoordden of uitplunderden , zonder jaaren of fexe te verfchoonen, op nieuw overhaa len om den troon te beklimmen , en zond Mohammed, die nog te jong was om de muitelingen tot gehoorzaamheid te brengen , naar Magnefia. Het oproer thans geftild zynde , keerde hy in het volgende jaar zyne wapenen tegen den oproerigen Castnot , hkander Beg-, (S) verdreef hem uit zyn land,, verwoeftte geheel Griekenland, en Arnaut, of Albanïën , en nam in Morea de fteden Bahbadri, en Ac che- ongeloovigen, optrekken tegen hunnen God en zyn Sacrament; en indien zy waarlyk aan U gelooven , laat dan toe , o rechtvaardige God , fat zy hunne eigen wreekers, en de ftrafoefenaars van hunne meineedigheid zyn! " (S) Dat is, Forst Alexander , een naam , dien de Turken gege. ven hadden aan Georgius Castriotes, jongiten zoon van Joannes, Vorst van Epirus , die aan Morad in onderpand gegeven zynde, door hem in den Mahometaanfchen Godsdienst u-as opgebragt; maar , terwyl de Sultan in Hungaryên oorlog voerde , week hy naar Epirus., daar hy , volgens het verhaal van de Christenfchry. vers , wonderen tegen de Turken heefc uitgevoerd. Hy overleed te Lysfa , onder het gebied 'van VenecVèn , in de maand Tanuary ran het jaar 1467, in het drie. en-zestigfte jaar van zyn* ouderdom. Cantemir. XVI. Boek. VII, Afd. Hegyra. 850. A.D 1445. Het Christen leger wordt gefl/%. %en. Hegyra, 851. Morad icrdryft ScanderBeg.  XVI. Boek. vii. Ar o. i63 HISTORIE va» het chehisfar flor men derhand in. In weêrwraak voor de trouwloosheid van hkander Beg, en voor zyn* afval van den Mahometaanfchen Godsdienft, veranderde Moral alle de kerken der Arnauten in Jami's, of Mosquës, en beval, dat alle de Epiroten zouden befneden , of omgebragt worden; en hier door veranderde het geheele land wel haast van godsdienst. (O Tot dit tydftip moec gebragt worden het geen de Christenfchryvers ze gen met betrek, ing tot den oorlog in Morea , en de daaden van Scander Beg. Mee betrekking tot dan oorlog in Mum, zegt Ducas , dat het oogmerk van Amurat was de plaatfen te herwinnen , die ingenomen waren door Conflantinus, den Despoot van Lacedeemon , die, terwyl hy de Hungaaren beöorlogde , Theben en eenige andere omleggende plaatfen veroverd had. Toen de De^ot weieerde deeze plaatfen terug te geeven, floeg de Sultan zich neder vuor den muur genaamd Hexamüwn , (Ij of van zes mylen , welken Conftanmus eerst vier iaaren te vooren herbouwd had , en waar achter hy met zestigduizend mannen gelegerd was. Doch hy wierd verraden door de Albaniër* , of fchoon hy hun verraad ontkwam. Amurat , na den muur verwoest, en het geheele land tot aan Patras en Clarenca toe uitgeplunderd te hebben keerde terug met meer dan zeventigduizend gevangenen. («') , _ Wat nu aangaat Scander-Big , of fchoon de I urkfche fchryvers byna geen gewag van hem maaken, hebben (c) Cantsm. pas, 88 — 9*- (d) Ducas. Cap. 32. ' (T) HEXAMILIONvias een muur van zes my'en lang, pehouwd dwars over den Ijlimus , of landengte v.m Corimhen „ om Morea tegen vyandelyke "invallen te beveiligen Ook was 'er eer.e Stad van dien naam juilï. in het midden van d:en muur gelegen. 'h^Im'mh , betekent eene lengte van zes mylen.  öTHOMANNISCHE RYK. ï{0 ben echter de Christenen , die hem Vorst van Epirus noemen, hem daaden toegefchreven , weike die van de grootfte helden der 'oudheid voor het minst evenaa,ren; doch dewyl de meefte van hen de zaaken klaarblykelyk vergroot hebben , zullen wy Chalcondylas volgen, die meer gemaatigd in zyn verhaal omtrent hem is. Morad , zegt deeze fchryver , trok , in het voorjaar na zyn' togt in Morea , op tegen Sehander , of SchanderBeg , den zoon van Ivanes , of Joannes. (IJ) Deeze jonge Vorst, naar men zegt, door den Sultan mis handeld zynde , aan wiens Hof hy opgevoed was zonder van godsdienst te veranderen , week naar Epirus, daar hy na met de Princes Donica , de Dochter van Jrianetis , in het huwelyk getreden te zyn openlyk tegen den Sultan opftond. Amurat , zo haast hy dee^ ze opftand vernomen had , trok met alle zyne magt op, en verwoestte het land; terwyl Sehander■ Beg, na zyn huisgezin , en alle nuttelooze perfoonen naar het grondgebied van Venetién verzonden te hebben , met de weerbaare manfehap in de engten tusfehen het gebergte week , naar den kant van de zee , en van daar acht gaf op de beweegingen der vyanden , die na verloop van eenigen tyd Sfetigrdde belegerden , en flor. menderhand innamen. Getia , het welk zy voort daarna belegerden , door dit voorbeeld afgefchrikt , gaf zich by verdrag over. Daarna fioeg de Sultan zich neder voor Croja , de Hoofdftad van Albaniën, eene vesting zo door natuur als door kunst ten uiterfte fterk. Nadat zyne artillery eene groote bres in den wal gemaakt had, deeden de Janitzaren geduurig- aanvallen op dezelve; maar telkens met groot verlies afgeüagen zynde, en de winter aannaderende , befloot Amurat, na (U) Dat is Jaarmes, dien eenige Schryvers den toenaam geevea van Cajlriotes , en heai Vorst van Epirus noemen. Oost. Hist. XII. Deel. Y XVI. Boek. VII. A-rn Op Hand van Schna. der-Beg.  xvr. Boek. VII. Afd. Zyne lappe re da ien in Albaniën. A Ti naf Kcijer Jc anrus P.iIseologusJleift. 170 HISTORIE van hit na eene lange belegering , waar by by veel volk verloren had , het beleg voor deezen tyd op te breeken. De Sultan een geheel jaar te Adrianopolis ftilgezeten hebbende , trok ten tweeden maal te veld tegen bcanderBeg met een veel talryker leger dan te vooren. Deeze laatfte was een zeer dapper man , en onvermoeibaar om Amurat te kwellen. De Sultan zond in zyn' optogt tegen Croja , gezanten aan de Fenetiaanen r dat zy hem Scander. Beg zouden overleveren , die met de Albaniër s, naar de gebergten, digt by deeze Stad gelegen , de wyk nam, met oogmerk om in geval van nood, dezelve te hulp te komen. Na dat de Turken eene bres in den muur gemaakt hadden , zond Amurat eenig krygsvolk af, om Scander Beg bezig te houden , terwyl zy een' aanval op de Stad zouden do r.. Hier op begon 'er een verfchnkkeiyk gevecht in het gebergte, daar deeze Prins byna ongelooflyke dabden verrichtte , in eigen' perlbon alles- ter neder hou vende , da: hen in den weg kwam Van den andtien kanl , wierden de Jan;tzaaren in de bres zó onzacht ontvangen , dat Amirat zich genoodzaakt vond de b 1 gtring in eene blokkeering te verandeien; doen ten zvltcL-n tvd , door Georgius,. den Defpoo' van S rviën be.icht krygende , dat Jaar.nes Hunniades gereed Hond om met een talryk leger den Donau over te trekk».n , brak hy zo fpoedig mooglyk op , en maakre zich gereed om de Hun. gaaren tegen te trekken (e) Jn dien tuslebentyd verviel Keizer Jnann^s Pilceolc gus , gekweld door de jicht, door het erlies van zyne gemaalin , en door de oneenigheden , die. de Kerk ver/cheurden , zedert zyne terugkomft uit Itaiiën, in eene kwynirg, die hem binnen weinig dagen in het graf fleepte. Hy was de laaatfte Kiezer der Romeinen, Men (e i Ghai.cokd. Cap. 5*7.  OTHOMANNISCHE RYK. 171 Men gaf terffond kennis van zyne dood aan Conftantinus, (X) die, zohaast hy te Conftantinvpolen gekomen was , gezanten naar Amurat afzond , eu hier op wierden allen de gefchillen , die tusfehen de heide Hoven hadden plaats gehad , naar genoegen vereffend, (ƒ) Lhalcondylas voept daarby , dat zyn Broeder Demetrius hem den voet dacht te ligten , en den troon te beklimmen ,• doch dat by daarin verhinderd wierd door zyne moeder , en de voornaamfte mannen , waarvan Cantacbuzenus en Notaras (Y) de opperften waren. Ook was de aankomst van Prins Thomas zyn' jongften Broeder een belerzel voor hem ; zodat, zohaast Con* Jtaniinus in de Stad kwam , alles in rust was. Demetrius en Ibcmas verdeelden Morea tusfehen hen beiden, (g) Zohaast de Hungaaren om de dood van hunnen voorigen Koning te wreeken , zich met den Vorst van] Moldrviën , (die onlangs tegen Amurat was opgeftaan, )t en met andere Vorften verbonden , en een' inval in dej Turkfche landen gedaan hadden, trok Morad met allen mooglyken fpoed naar Sofia j en ging vandaar de vyanden te gemoet; maar éér neg de twee legers eikanderen in het gezicht gekregen hadden , ontmoette de Btgkr Jieg, die den Sultan te gemoet getrokken was , de Wallachi'êrs, afgezonderd van het hoofdleger, en verfloeg hen zonder veel moeite. De Sultan zyn leger tot by Cesfova (Z) aangevoerd hebbende begon aanftonds den vyand (ƒ) Pucas, Cap 33. ) Chalcomd. Libr. 7. Cap. 11, (X) Tofgenaamd Dracofes, de Broeder van Joannes. (Y) Deeze was Groot-Hertog, (Z) Eene plaats digt by Negrmtnte, berucht door een' voorigen velriflag , wnarin Morad 1 «ie overhand behield . doch (neuzelde. Deeze tweede flag wordt in de Wallachifche jaarboeken be* Y 2 fchre- xvr. Boek. vu. Afd. De tïun- aaienrfee» en' inval n de Turkcke landen.  1 XVI. ' Boek. i VII. AïD/ 72 HISTORIE van het ryand aan te vallen , doch niet met den uitflag, welke iy daarvan verwachtte, dewyl de harnasfen en heinetten der vyanden tegen het zwaard beftand waren. Zohaast Morad dit bemerkte beval hy zyn volk hen met •ïeirbylen en yzeren knodzen op het hoofd te flaan. De Christenen nu van alle kanten omn'ngd zynde, en buiten laat om de woede der Turken langer tegen te ftaan, ïveeken langzaam terug onder de befcherming van hunne wapenrustingen , en ftreeden dut dapperlyk met wisle. ende kans , tot zonnen ondergang. Eindelyk verzaamelde de Koning, die zag, dat zyn volk moedeloos wierd, de dapperften van zyne ruitery , en maakte , na de anderen aangefpoord te hebben om het gevecht te herhaalen , eene beweeging als of hy den vyand in ie achterhoede wilde aantasten. Doch meer bozorgd voor zyn eigen behoud dan voor dat van zyn volk, beEjaf hy zich op de vlucht , in de plaats van op de Tur. ken aan te vallen; zyn volk, dat- nu-alle hoop verloren gaf, voor zich zelf laaten de- zorgen. De lurken jaagden hen met zo groote drift na , dat zy eene groote menigte van hen doodden , en meer dan tweeduizend gevangen namen. De meefte Hoogduitfche , Boheem» fche , en Poolfche Bevelhebbers fneuvelde in dien flag, de Koning zelf uitgezonderd, (h) Volgens Chalcondylas beftond *de legermagt der Hun. gaaren uit veertigduizend mannen voetvolk , zevendui-* zend ruiters , . en. omtrent tweeduizend ^krygswagens opgevuld met muskettiers; maar, dewyl Georgius , de Despoot der Triballiërs , of Serviërs , , deeze laatften te zwak oordeelde om de Turken, wier getal , door de troepen, die zich onderweg by hen voegden, tot hon- (ij CA«TEM..pag. 95» Schreven als zo hardnekkig en bloedig.» ate 'er ooit een fla«» &r TOpJ-en geweest is. C/ntkmir. °  OTHOMA NNIS CHE RYK. 173 hónderd -en-vyftigduizend mannen aangegroeid was, het hoofd te bieden , bleeven zy , op zyn aanraaden, buiten her gevecht; over welken verkeerden raad, en onvergecflyke telcurftelling Joannes Hunniades ten hoogfte vertoornd was. (0 Den volgenden morgen begon de flag , en duurde den ( geheelen dag in geftadige fchermutfelingen , met groot verlies van beide kanten. In den volgende nacht overvielen de Hungaaren , op bericht van Tbaut , den zoon van Sauz (A) het hoofdkwartier van den Sultan , met hunne gewapende wagens , zo onverwacht , en met zulk eene woede , dat de Janitzaaren in den beginne door verbaasdheid geheel in verwarring raakten; maar naderhand tot bedaaren gekomen zynde , deeden zy hun gefchut tegen de Hungaaren fpeelen , het geen groote uitwerking deed. Met hec aanbreeken van den dag trokken de laastgemelde , vreozende door de beide vleugels der Turken omllngeld te zullen worden , in goede orde naar hunne legerplaats terug. Ten zelfden tyd viel Hun. niades met zyne troepen de Afiatilche benden aan , het welk gezien zynde door Caratfch , die over de Europeaanfche Turken het bevel had , zond deeze Tburacan af, om de Hungaaren in de achterhoede te vallen, terwyl by hen in de flank viel , en daar eene groote flacb. tmg aanrechtte. By deeze gelegenheid liepen de Wallachifche hulptroepen , een dergelyk onthaal vreezende, m ■ dien zy niet in tyds voor hunne veiligheid zorgden , tot de lurlen over, Deeze dag wierd wederom gelyk de. voorige in geduurige fchermutfelingen doorgebragt, zon-, der dat men tot een' algemeenen flag kwam. ti UNi\;IA DEó met zyne beste manfehap des nachts f ge..1 (g) Chalcon-d. hibr. 7. C;p. ïtï' (A) SAUZ was-de zoon van Amurat I;. hem wier Jen de oogen uiigi-ftoken. Y 3 XVI. Boek, VII. Afd. Slag by ^osfova. funniadei tucht,  XVI. «Boex. vu, Afd. En n>ord\ gevangen genomen, A D. 1451 Mohammed uitgehuwd. «74 HISTORIE het gevlucht zynde, ze'fs buhen weeten van de geenen die hy achterliet , vielen de Turken, met het aanbree. ken van dun dag , op de gewapende wagens aan , die een' wanhoopten tegenltand ceeden ; maar eindelyk allen veroverd wierden , na dat de Schutters, die dezelven verdeedigen gefneuveld waren. Volgens eene lyst door den Vorst der Tribailiêrs opgenomen , waren 'er fn deeze verfcheidene fchermutfelingen zeventienduizend Cbrist nen en v.erduizend 'lurken gefneuveld tlmniades , vreezende in zyne vlucht door des vyands Janden gevangen te zullen worden , verliet eerst, met een klein gevolg zyner overige ben len , en kort daarna ook nog deeze weinigen ; veiligst oord elende alleen te reizen ; maar Georgius , de De.p.ot van Serviè'n, bevel gegeven hebbende om allen de uitgangen van zyn land te bewaa. ken , met oogmerk om hem gevangen te neemen, was hy , na twee dagen gevaat te hebben, genoodzaakt, aan eenige Servie/nbe boeren om onderhoud te fmeken, die hem aan zyne kleeding en taal ontdekkende aanhielden. Hierop deed Gerogius hem gevangen zetten; doch ontfloeg hem weder kort daarna, mits dat hy zyne dochter aan den zoon van den Despoot ten huwelyk gaf. HOR AD hu.vde by zyne terugkomst te Adr'ianopo. lis zyn' zoon Mubammed uit aan de Dochter van Solyman Beg , Vorst van Elbiftdn. Ducas (k) noemt hem Turkatir , Vorst der Jwcomannen , die zich aan geene zyde van Cappadociè'n ophielden ; en Zegt, dat Morad deezê keus deed , op dat, naar dien zyne bezittingen aan die der Caramaniën en ue PerCiaanfche Turken grensden, zyn zoon ,' die Landvoogd van Amajla was , in geval van nood fpoedig hu'p mogt kunnen bekomen , het zy dan tegen den Karaman , of tegen Kara Tufef. Het huwelyk wierd met groote pracht en plechtigheid gevierd van de Maand ("*) Chalcond. L. 7. C.,9. & l'eqq.  OTIIOMANNISCHE RYK. 175 Maand September af tot December toe ; waarna hy Mo* bammed met zyne Gemaalin afzond naar zyne Landvoogdy in Klein-Afi'ê en LydiVn. In tebruary van het volgende jaar kreeg Mohammed door Italië en andere Viziers tyding van den dood van zyn' Vader , en wierd door hen verzocht om ten lpoedigfte naar Adrianopolis te komen. Het geval was dus : Morad , om zich te ver-,/ maaken naar een klein eilandje , dat niet verre van Adrianopolis in het midden van de rivier gelegen was , gegaan zynde , wierd fchielyk door eene hevige pyn in het hoofd overvallen; waarop hy. naar zyn paleis terug gebragt zynde, na eene ziekte van driedagen overleed, op den tweeden Fibruary; zynen Opvolger onnoemelykefchatten nalaatende (l). Hy was een rechtvaardig en dapper Vorst , groot vaq ziel , gehard tegen de awaarsje vermoeijingen , mededoOi.end en liefdasdig», Godsdienstig, geleerd, en een groot v'oorftander van kunsten en weecenfchappen. Hy was daarenboven een bekwaam Keizer , en een bekwaam Veldheer: Nooit heeft iemand zyner voorzaaten meer of grooter overwinningen behaa.d-i Belgrado alleen heeft hem kunnen wcd.-ril'an. Zyne; eerste bezigheid, wanneer hy eenig. land veroverd har, was Jimi's, Mos1 quès . Lila-si's h.aurejcb's, en . Chan s te bauwen.. Hy gaf jaa lyks duizend fiury aan de dviodï Rejul Albh (B_); en zond tweeduizend - en - vyfhonderd aan de Geestelyken XgMecra, \iedina, en Kuds Shatff, of 'je ufahtn (>«). MOHAMMED , de oudste van zyne vyf zoonen- was (l) Poc«s. Cap. 33. (m ) Cantüm. pag. 94, 95. (Bi) T>at is.: de Zoon»i van Gods Propheet.' Deeze woHen eïgpnlyk Emirs; of Heer n, genaamd, het welk hunne afkomst van 'Fa'ima , Mohair.m a's zuster , te kern en geeft. In - vroeger' tyd wielden zy afjjt2onuerd , evengelyk de Serviten by ae Jaodtn , tot den XVf. Boek. VII. Afd. Morad ltrfu  ] XVI. FOEK. i vii. • Atv. i M ham* tned II, i 76 HISTORIE VAN HET vas 'zyn opvolger , de andere vier, te weeten, Alahd'd. iin , Or-Chan, en /khmet, waren reeds by zyn leven lan verfcheiden ziekten overleden. len dienst van God. Doch thans zyn zy verspreid door het ganche Turkfche Ryk , en alleen kenbaar aan hunne groene t«!banlen. A GTS TE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Mohammed II. bygenaamd Fatih (C) , tot aan de Verovering van Conftantinopolen. "\ ft O RAD nu overleden zynde, wierd Mohammed II, 1YX die nu in het een-en-twintigste jaar van zyn' ouderdom getreden was , voor de tweede maal gekroond*, drie dagen na de dood van zyn' Vader (n). By zyne aankomst te Adrianopolis , wierd hy door alle de lieden van aanzien , eene myl ver buiten de Stad te gemoet gegaan j deeze hier afftygende, gingen te voet, terwyl de Sultan met zyn gevolg tusfehen doortrok. Toen zy de Stad tot op een halve myl genaderd waren , begonnen (») Cantbm. pag. 95. (C) FATIH betekent ïn het Arabisch: Openaar, of Overwin' naar ; deeze titel wierd hem gegeven om dat hy Conftantinopo'en overwonnen had. De Christerfchnvers noemen hem Mohammed d;n Grotten , en rekenen hem voor den eersten Keizer der Turken.  ÖTHOMANNISCH-E RYK 17 gornen zy een luid èeichrei gemengd met traanen aan t heffen Or* dit gezicht fteegen Mohammed en zyn g< volg insgelyk van hunne paarden , en vervulden, i navolging der andeien , de lucht met hunne zuebte en jammerklagten. De ( rooteri verwelkomden hem t paard zitterde met een handkus , keerden, na hem tc aan de poort van het Paleis begeleid te hebben, naar hun ne huizen te rug. De eerfie daad van Mohammed, nadat hy den troo: beklommen had, war, dat hy Halim, het opperhcof der Janitzaren, afzond, om zyn' Broeder te verworgen een kind van flechts acht maanden oud ; het welk zyi Vader verwekt had by de Dochter van Spfrtiar Isfandtar Vorst van Sinope. Den volgenden dag deed hy Halhi ter dood brengen , en dwong de Prinfes, hh t f 1 r Hy maakt )V ed> met ,de Christen Vorsten. Hy venit' dtrt Ka>aman-Ogli.  178 HISTORIE van het xvr. Boek. Vul AïD. Gebewte nis/en in Itforea. De Tsthmi fche m'.jti gtpeht. Hepyra, ^.D.1452 tegen den Karaman; die, op de tyding van M»rad's dood, in de Othomannifche bezittingen gevallen wrt.s , en drie vestingen , en eene groote (treek lands he-- omen hid, welke hem te vooren door Morad ontnomen waren. Mohammed trok terftond naar Cotfafcn , en van daar naar Pbry&ia Salutaris , door de Twk:n Caraf.nis genaani, bet welk tegen de grenzen van Karaman aan'egt. Deeze zond , ' op de eerste tyding van des Sultans aannadering, gezanten af om hem vrede aan te bieden , mee böiofte van hem de plaatfen , waarvan hy zich meester gemaakt had , terug te zullen geeven. Mohanme.fs oogmerlï was niet te ug te keeren , vóór dat hy dien Vorst geheel tot onderwerping had gebragt; maar het roekeloos gedrag der Romeinen bewoog hem om Karaman voor het tegenwoordige te ontzien, om hen des te beter ten onder te kunnen brengen (4). Ofschoon de rwee Griek fche Prinfen , die Morea onder hen beide verdeeld hadden, zich onder eede hadden verbonden van nimmer de aangenomen voorwaarden te zullen verbreeken; vatte echter Prins 'lbomxs welhaast de wapenen op om zyn' Broeder Demea ius uit zyne bezittingen te verdry ven. Hierop week Demetrius naar Afan, zyn' fchoon broeder ; door wiens tuslchenkomst hy onderftand kreeg van Amurat , en Thumas noodzaakte , om de uitfpraak van hun gefchil aan den Sultan over te laaten. Doch deeze Prins de landen , die aan zyn' Broeder ten deel gevallen waren , niet Willende overgeeven, gaf Mibammed bevel aan Thura-Chan , zyn' Landvoogd in Morea , om Demetrius by te liaan , en den muur , die dat land verdedigde , te Hechten. Hierop gaf 'lbo. mus hem de Stad Calamata , in vergoeding voor het land der Scortianen , dat hy voor zich behield In het volgende jaar deed Mohammed gefchut gieten; en 3 Cq) Caniem, pag. 96»  OTHOMANNISCHE RYK. 197 en, na alle de troepen uit zyne Janden byëen verzaameld te hebben, gingi hy Conftantinopolen belegeren. De Griek; fche Keizer , hier door ten hoogsten verfchrikt, verzocht hem om vrede, op welke voorwaarde het ook mogt zyn. Mohammed gaf aan de gezanten ten antwoord, dat by me delyden had met den toeftand van den Keizer ; en zich in gemoede verplicht vond den nederigen genade te ver leenen ; maar, dat hy, om niet door zyn \o'k gelasterd te worden , dat hy eene zo groote magt b\ëer verzaameld , en zo veel kosten aangewend had, zonder daar door den Staat van het Othomanuijch Ryk in het minst te bevorderen , alleen aan den Keizer verzocht hem , op de Europifihe zyde van den Bogdz , of Bofphorus , een plekje gronds te willen geeven , niet runner dan eene Osfenhuid ; en dat hy als dan het beleg terftond zou opbreeken. De Grieken dit gereedelyk toeftemmende deed Mohammed zyn leger aftrekken. Hieeop wees by in het byzyn der afgezanten , eene plaats aan op eene verheven rots , en beval toen aan het volk dat zy eene Osfenhuid in fmalle riemen zouden fnyden , en met deezen omtrek van vyfhonderd treden beleggende, benaderde hy dien tot zyn gebruik. Hier bouwde by in den tyd van veertig dagen een kasteel , verfterkt met vyf hooge torens , die de hoofdletteren van zyn' naam betekenden ; en bouwde terftond daar na een ander op de kust van Afië om met het Eu» ropeaanfch Kasteel te ftrooken. Deeze twee kasteden voorzig hy van de noodige krygsbehoeften , en eene Iterke bezetting; en gaf bevel aan de Opperhoofden geene fchepen door te laaten , die, genoegzaam da^elyks, uit de Zwarte Zee kwamen om Conftantinopolen van Jevensmiddelen te voorzien. Na deeze maatregelen genojnen te hebben , keerde hy, onder fchyn van vrede , naar Adrianopolis terug , en leide , drie dagen na zyne Z 2 aan* XVI. Boek. vin. Af». Mohammed doet 7,ejchutgit' 'en. Hy bouwt 'iet Kasteel lum-His'ar.  3 xvr. ! Boek. 1 VM. Afd. ( Hegyra ( 85'- è A O MS* i Hybal'gert Conftanti . Bopolen. De li net Ier Romeinen met veracLfng van de ham gewezen. (f) Cantem. pag. 97, & Seqq. 8o HISTORIE van het ankomst , den eersten gronddag aan het prachtig Pa» eis, genaamd Jehdn Numd. In het jaar 857, het derde van zyne regeering, ontlekte Mohammed zyne waare oogmerken , die hy tot iien tyd toe ontveinsd had ; war.t een groot leger byen verzaamelende trok hy op om Conftantinopolen te beïgeren (r). Naardien het verflag der Turkfche fchryvers , no. sens de vernietiging van het Rbmeinfche Kekerryk, zeer gebrekkig is , en wy ons verplicht achten geene omftandigheid van belang , welke eenige betrekking heeft tot deeze gewigdge omwenteling , voor by te gaan , zullen wy die u:t de Griekfche Schryvers van dien tyd trachten aan te vu'leq Deeze fpreeken flechts van. ééne belegering van Conjla'ntinop'den door Mohammed , waarvan de reden zeer onpartydig , naar het ons toefchynt; door Ducas op de volgende wyze .wordt opgegeeven. Zy , die te Conjtantinopwltlaart dm Keizir dm Oorlog. 1 : i ToebereidJelen vtn 1 denKHzer.; j I \ c 2 f i»4 HISTORIE van bkt _ InTüssChen wierden de wallen van het Kasteel, dat in den tyd van vier maanden volbouwt! was, mee gefchut voorzien , waaronder ftukken waren, die zeshonderd ponden gewigt fchooten ; en tevens met eene bezetting van vierhonderd mannen order het bevel van Fervz Aga , die order had om tol te eifchen van alle de fchepen, die voorby kwamen , en vuur te geev-.m op de geenen , die dit zouden weigeren. Mohammed keer. de , na het geheele werk naauwkeurig bezichtigd te hebben , met zyne gantfche hofhouding naar Adrianopolis terug. Terwyl de Sultan het Kasteel deed bouwen , kwam een bekwaam vestingbouwer hem zyn' dienst aanbieden. Deeze was uit Hungaryën naar Conftantinom len gekomen, maar het jaargeld , dat hem door de Staatsdienaars van den Keizer was toegelegd , was zo gering, en wierd daarenboven zo flecht betaald , dat hy niet daarvan beftaan kon. Dit noodzaakte hem om zich by den Sultan te begeeven, die hem een aanzienlyk jaargeld gaf. Deeze man goot voor hem een zeer zwaar ftuk gefchut, dat ;en' fteen van verbaazende grootte eene geheele myl /er fchoot ; en waar van het geluid meer dan tien ïiylen ver kon gehoord worden ; daar de fteen nedernel maakte dezelve een gat in den grond van meer 3an zes voeten diep. De Keizer , die ree.^s voorzag wat hem te wachten lond , had, zes maanden vóór de belegering , de be:etting verfterkt, eene menigte volk van het platte land n de Stad doen komen ook had hy afgezanten gezonden laar Romen om den Paus byftand te verzoeken , en de 'ereeniging der beide Kerkem tot ftand te bren.;en; maar, ewyl de Paus ligtelyk kon beipeu-ren, dat noch de Keier , noch de Geestelykheid oprecht handelde , zond y hen geen' ondefftandi en hunne veinzery ftrekte hem. na-  OTHOMANNISCHE RYK i*S mrfertand tot eene goede uitvlucht dat hy hen zonder «ahnejn 1^£S%& deed Mo— zvn groot ftuk gefchut overvoeren van Adrianotols naar ConftanZpoleï , onder het opzicht van J£* S die te vooren verfcheiden plaatfen aan de Zw »« 7« had ingenomen , en onder anderen Me/embria, Acbeï un n S intusfchen bleeven de gefchHlen in de Kerk' voortduuren , als of de Stad niets te vreezen had Sr? De belegeiing begon op den zesden Aprili op wel ÜJJm het 7ar*/cAe leger zich nederfloeg van de naar de GW,^ nion gelegen is», en naar het Oosten uitziet, tot aan de andere zyde van de Golf van Keras tegenover de kerk van St. Cosma, en beval toen tagtig galeijen over dien heuvelachtigen grond te fleepen uit den Heiligen Mond tot in de haven. Op elke galei ftond een matroos met een dieplood voorop , en een Stuurman aan het roer , een derde paste op de zeilen , terwyl een vierde den trommel floeg en een zeemans lied zong ,• dus trok die geheele vloot over , even als of dezelve door een ftroom van water voortgedreven wierd; en zeilde, als het ware, over het land (u). Met betrekking tot deeze verbaazende onderneming merkt Prins Cantemir alleen aan, dat , behalven andere werktuigen , waar van men te vooren nooir gehoord had , de Turken zich van een bedienden , dat bewon» derenswaardig was , door middel van het welk eenige fchepen van de noordzyde over bergen en dalen in de bin- O) Ducas, Cap. 38. Aa 2 ■ XVI. Boek. vi II. Afu. Galeien over land gevoerd.  i8S HISTORIE VAK HST XVI. Boek. VIII. Afd. binnen haven gebragt wierd; eene onderneeming, wel» ke veel toebragt tot het veroveren van de Stad , door het inbrengen van Ifcheepsmagt by de poort Penar, die zich naar de laage haven ftrekt (x). Maar laat ons wederkeeren tot Ducas. Intusschen bragten zy hun verfchriklyk groot ftuk gefchut voor de Poort van St. Ramanus. De konftapel had twee fteenen , waar van de een onmaatig groot , doch de andere kleiner was. Hy fchoot den kleinsten eerst om te onderzoeken , of het ftuk goed gefteld was. CHA LCONDTLAS zegt, dat de flag van dt vreeslyk gefchut allerverfchrikkel viest was , en dat de aarde, meer dan twee mylen in den omtrek, daar van beefde; doch dat de fteenen , fchooon zy dm twee.ten n.uur raakten , cewyl die veel hooier was dan de eerste; de Grieken echter weinig verlegen maakten ;• dewyl dit ongerchikt kanon , niet germkelyk te beftieren Zvnde , flechts zeven of agt reizen op een' dag kon afgef bca worden , en maar te. en den ochtend , tot een fem om de kiygsverrichtinggen te Beginnen. Be:-a!ven dit groot gefchut hadden zy nog vedcheiden van mindere grootte , die langs de contrefcarp geplant waren , en waarmede zy de borstweering van het bolwerk befchoo. ten. De Grieken hadden insqehks gefchut, waar onder ftukken , die van zestig' tot tagt)g ponden gewigt föhoo* ten ; waarvan een recht tegen over het groot ftuk van de Tinken gefteld wfs ; maar wanneer zy afgefchoten wierden , gaven zy zuik een.' geweldigen fchok aan de wallen en bolwerken , dat zy meer nadeel dan voordeel deeden; ock borst hun grootste ftuk, na dat zy eenige keeren daaruit gevuurd hadden. Ofschoon de lchade , die het Turkfche gefchut verr oor- (x) Caniem. pag. 98.  OTHOMANNISCHE RYK. 189 oorzaakte , in den beginne zeer gering was, waren echter de Grieken , zo uit gebrek aan kundigheid als aan volk , niet in ftaat om alle de bresfen te ftoppen of te bezetten, terwyl de Janitzaxen onder bedekking van hunne ichanskorven en mantelets de graft bereikten, en toen eene borstweering met loopgraven langs de contrescarp opwerpende vuurden zy zo onophoudelyk, dat niet een der belegerden zich durfde vertoonen. Ook beval de Sultan mynen te delven onder door de wallen tot verre in de ftad; en deed houten torens bou 1 wen , waarin hy krygsvolk plaatfte om het werkvolk te, dekken rer plaatlè , daar zy eerst begonnen te delven ; doch de Giteken maakten door hunne contra-mynen deezen arbeid geheel viuchteloos. De Turken hadden onderanceren ook één' toren , die hooger was dan de anderen ,• op wiens top eene menigte ladders en draagbaare bruten waren om op de ftadswallen af te werpen. De Genueezen \an ralata betoonden by deeze omtlandigheden groote gedegenheid voor de Romeinen. Des! daags voorzagen zy de Turken van levensmiddelen en: krygsbehoeften, en des nachts floopen zy ftil in de Stad , en ibeeden den volgenden dag met de Grieken tegen ben. Den dag daarna keerden zy weder naar hun leger terug; en dan begaven degeenen , die in bet le. ?er gebleven waren zich naar Conjianiinopolen. De Vene* tiuünen waagden hun leven niet minder voor de Romeinen. Gioiar.ni Jiftiniam verzuimde niets „ dat tot ver. ded ging van de Stad kon ftrekken; en de Groothertog trok dag aan dag verzeld van vyfhonderd mannen alle de ftraaten; van de Stad door om zorg te draagen , dat 'er overal goede wacht gehouden wierd , en de Soldaaten moed in te fpreeken. Door het geweldig vuuren uit het gefchut, wierd de toren by it Romanus. poort, en de muuren aan bei. Aa 3 de XVI. Boek. vul Af». Mynen tn ■$mra-mylenaange- eg4. Genegenieia van de .Teauêe;cn.  XVI. Boek. VIII. Afo. De K'.iter doet een voorflel van vrede, dat door den Sultan van de hand gewezen wordt. roo HISTORIE van het de zyden van dezelve zodanig befchadigd , dat de belegeraars en de belegerden eikanderen konden zien. ( De Ke zer nu vreezende, dat hy de Stad niet langer zou kunnen verdedigen , na zulk eene hevige bres in het fterkst gedeelte van den wal, zond gezanten aan den Sultan met aanbieding van zoveel fchatting te zullen betaalen als de Sultan zou goedvinden, indien hy de belegering wilde opbreeken. Mohammed deed hem antwoorden , dat 'er thans geene mooglykheid meer was om af te trekken; dat hy nu de Stad moest veroveren, of dat de Stad hem moest veroveren , maar hy deed den Keizer tevens aanbieden , dat , indien hy de ftad wilde overgeeven . hy hem Morea zou afftaan, en dat hy aan zyn' Broeder andere Provinciën zou afftaan j hem tevens dreigende , dat , ingevalle hy de ftad ftormenderhand veroverde, hy hem en alle de voornaamfte Edelen zou doen ter dood brengen; de inwooners tot flaaven maaken, en alle hunne bezittingen aan zynne krygsknechten ten prooi geeven. Confiantinus oordeelde het beter te zyn het uiterfte af te wachten , dan de ftad op zulke fchandelyke voorwaarden over te geeven. Terwyl de zaaken in dien toeftand waren befloot Justiniani de Turkfche fchepen in brand te fteekcn, en maakte ten dien einde eene galei gereed; aan boord van welke hy eenige dappere Italiaanen plaatfte, voorzien van de noodige gefeedfchappen en van allerhande kunstvuurwerken; maar de Genueezen van Galata zyn voorneemen ontdekt hebbende , gaven daar van kennis aan de Turken, die , toen de Romeinen omtrent middernacht aankwamen, op hunne hoede zynde , hun gefchut losten, en de galei in den grod boorden , met honderd - en • vyftig dappere krygslieden , en dus verdween alle de hoop der Christenen. MO-  OTHOMANNISCHE RYK. 191 MOHAMMED deed eene houten buig maaken van den oever van Galata tot aan Cinegion , beftaande uit duizend fchuitjes , twee aan twee teiamen gehecht, en op de einden vastgemaakt met touwen , welke breed genoeg waren om vyf mannen naast eikanderen te laaten' aantrekken. Op de beide einden der fchuitjes watenf balken vaftgemaakt , waar op de zoldering gehecht was. Toen alles in gereedheid gebragt was om de Stad te bcftormen , deed Mohammed den Keizer en andere voor-1 rraame lieden een' voorflag v:m met hunne goederen uit de Stad te vertrekken , met belofte , dat het volk geen leed zou gedaan worden; maar hy deed hem meteen aanzeggen , dat, zo hy deeze voorwaarden van de hand wees , hy en zyne Hovelingen ter dood gebragt, en de ingezetenen tot flaaven zouden gemaakt worden. De Keizer gaf op aanraading van zyne Raadsheeren , tenv antwoord, dat hy gaarne met hem in vrede wilde lee-'' ven; dat de voorzaaten van Mohammed zyne voorzaaten als hunne Vaders vereerd hadden , en Conftantinopolen altoos befchouwd als hunne vaderftad , daar zy in tyd van nood altoos eene veilige fchuilplaats gevonden hadden ; en dat niet een van hen , die deeze Stad vyandelyk hadden aangevallen , lang daarna geleefd had. Om deeze reden raadde hy den Sultan , dat hy zich te vre. den zou houden met de landen , die hy aan zyn gellacht reeds onrechtvaardiglyk had ontnomen,- en met eene belasting zo zwaar als het hem zou goeddunken; maar dat , wat het overgeeven van de Stad betrof, zulks noch van hem , noch van eenigen der inwooners afhing, naardien zy gezaamelyk beflooten had den, dezelve tot den laasten droppel bloeds te verde. digen. De Sultan , nu geene hoop meer hebbende van de Stad by verdrag te zullen veroveren , deed den dag, die XVI. Boek vi ii. Afd. ïrocte hou:n brug. Voorflag in Mo atrium J. Atwoord %n den 'eizer.  XVI. Boek. VIII Afd. Openbaart vreugde-^ vuuren in het leger der Turken. Oritr ielegtr» i9a HISTORIE van het die tot den algemeencn aanval beftemd was, door bet geheele leger afkondigen; tevens verklarende , dat hy zich met de wallen en gebouwen zou vergenoegen , en het volk en de goederen aan het krygsvolk ten beste geeven , welke aankondiging met een algemeen g-iuich van vreugde ontvangen wierd Toen de avond gevallen was beval hv, dat 'er in de legerplaats overal vuuun moeiten ontftoken worden. Dit was een geh-el nieuw fchouwfpel , zoveel lichten op het land en het water verfpreid' te zien , die op de fchepen en huizen van Conftantinopolen en Gala'a hunnen g'ans wederkaatsen; de oppervlakte van het water flikkerde als of die met fpiegelglas bedekt was. De Romeinen , het geheele leger dus in helder licht ziende , liepen naar de wallen, daar zy het vreugdegejuich konden hooren , het welk hen byna deed ftervén van fchrik , dewyt zy klaarlyk begreepen , dat dit een voorteken van den algemeenen aanval was Ke'zeü Joannes deed den gantfcnen nacht met alle mooglyke vlyt arbeiden om de bresfen met ryswerk te vullen , en eene graft daarbinnen te g.aaven Moha.nmed begon den aanval op Zondag , den zeven en twintigftcn Mey , zynde feeftdag va-s Allerheiligen. Hy gaf den Romeinen den gantlchen nacht geen oogenblik rust. Tegen negen uuren zyn leger in tweëa verdeden le trok hy op van den kant van het Paleis naar de Guiderapoort. Hy plaatfte zyne tagtig galeijen van de Bofchpoort tot aan het marktplein , en fchikte zyne andere fchepen , die te Diplacionion gelegen hadden in een' kring van de fchoone - poort achter de vesting van St Demetrius, en het klein poortje by On&e -11 vj- Vrouwen kioojler , genaamd Hodegetria , af, tot achter den kant van de haven by Vlanca. Deeze fchepen waren beladen . met ftormladde.-s en ander krygstuig. „I Met zonnenondergang wierd de trompet geftoken, e^n  OTHOMANNISCHE RYK. 193 de Sult ken de Romeinen ziende vluchten \ vervolgden hen met een groot gefchreeuw , en verfloegen allen , die hem voorkwamen (I) Toen was het , dat de Keizer, geheel wanhoopig, alleen in de bres ftaande , met zyn zwaard en fchild in de handen , uitriep: „ Is 'er dan nu niet één Christen meer overig gebleven om my het leven te beneemen ? " Naauwlyks had hy deeze woorden geuit, of hy kreeg een' fabelflag van een' Turk in het aangezicht, en kort daarna een' tweeden van een' anderen, die hem het leven benamen , fchoon niet een van beiden wist, dat by de Keizer was. De Turken een uur na middernacht de Stad ingetrokken zynde, na niet meer dan drie mannen verlooren te hebben , of fchoon zy tusfehen het Paleis en de poort van Cartias meer dan tweeduizend Romeinen verflagen hadden , waarvan fommigen vluchtten en anderen zich verweerden , verbeeldden zich , dat 'er ten minfte vyf- tig- en dat zy toen naar den binnen' muur van de Stad terug trok» ken. (I)De Turken , die troepswyze introkken , wondden den Keizer in den fchouder , en dreeven hem met zyn volk terug aan den tweeden muur , daar de overige Grieken zich verdeed lijden met het afwerpen van werpfpieRn , pylen , en groote fteenen; maar toen zy zaren , daf de Genueezen , waarop zy hunne giooifte hoop 'gevesticd hadden , t'e vlucht genomen hadden. . en dat de Keizer genoodzaakt was tot wyken , riewyl hy door eene ontzaglyke menigte Turken van achteren aangevallen wierd , verlooren zy dm moed, cn vluchtten in zo firoote verwarring naar de Rtmeinfche Poort , dat zy dezelve cpfiop'en Nadat zy dus ("en tweeden muur, waarin verfcheidene breMen waren , verlasten hadden , tronken de Janitznaren in de .ctsd. De Grieken , die aan het ar.de eirde van den muur waren vluchtten in zo groote menigte naar de haven om aan boord «* uTt mezy nen allen als fchaapen verkocht hebben. f/K) . Eenige vluchtten met het aanbreeken van den dag naar hunne huizen , om voor hunne vTouwS bedeï waren* ^ d°? fcï°°° ^ geheel met S DeaeKC waren , wi'den echter de lieden in de flraaren weke^y doorhepen, niet gelooven , V deT^n jejta Jare" toen eindelyk deeze tyding beve igdI wierd door de menigte van gekweten , di d?en ie verbeelding, dat eene belachelyke overlevering nn .ensje.uunroeijing der ZwJ thöo/^^C enfe""^ hierin; dat de ™*<»> ten ■eT vdk S ACmflamn°P^l ^uden veroveren , en jiuniinus maar, dat als dan een Enael met pen nTevenT hit IT T > » »" n fa lï?^^11 ™ een' armen an oien ny, by de Colom. -zou vinden ftaan en *fl£ e^ rr0^ -egen^ Tn'vaa d t haal , en. befcherm het volk van God; " en dar ^ whn ten zelfden. ,yde de vlucht zouden neemen en ™Ef^ t^1]riCt',0phoude" met K2Sa|4 ■rvolgen , tot dat zy hen , niet, alleen uit het wj, Y-i^Tra i -j; ft^qjri}! i\y. : ten  OTHOMANNISCHE RYK, 197 ten, maar ook uit het Oosten verdreven hadden , tot aan Monadenere eene plaats op de grenzen van Berfiën. Dece belachelvke ongerymdheid had geen' anderen grond dan dat" zy die van ouds van eenige bedriegers hadden hooren vertellen. '" ;" ' De Grieken , die de Hoofdkerk bereikt hadden, vleiden zich met de zekerheid , dat zy nu geheel buiten; gevaar waren , toen de Turken , by hunne aanradering , de deuren openbraken , en de geheele kerk met menfchen opgepropt vindende hen aan elkanderen vastbonden en gevangen wegvoerden. Ook viel eene groote menigte , welke de dwaasheid had van in plegtigen ommegang het graf van St Theodofius, den Martelaar , te gaan bezoeken , dewyl het juist zyn feestdag was, in de handen der Turken , die hen even gelyk de anderen gevangen wegvoerden.' De vloot, die in de haven lag, belettede de Turken hunne ftormladders aan dien kant vast te maaken, en daar den muur te beklimmen , ten tyc toe , dat de anderen , die in de Stad gekomen waren, in den ochtendflond de■ Romeinen verdreven hadden. Zo baast de vyanden , die in de fchepen waren , dit be. merkten beklommen zy fchielyk de wallen; en de poor> ten nu aan alle kanten openllaande kwamen de Turke\ met groot geweld daarin ftormen. Toen de Groothertog'hen de Koninglyke poort, daa hy zyn' post had v zag naderen, week hy met eer gering getal van-volk naar het Paleis; maar hy wierd o] den weg naar den toren , op welken zyne gemaalin ei kinderen zich bevonden, gevat, en met dezelven ii bewaaring gefteld. (y ) J U S'TÏNl/t NI , wiens wond nu verbonden was maakte zich gereed om naar de Stad terug te keeren (L (y) Ducas, Cap .39,- Bb 3 xvr. Boek. viii. Afd. De Stad vordt rtrtwd. I f l I 1 \ I I )  XVI. Boek. viii. Are. i i 1 i z t » I ■ 1 ï. 198 HISTORIE va» het CL) toen de tyding van des Keizers dood. en van het veroveren der Stad, hem bewoog om zee te kiien Het ftrand was aan alle kanten opgevuld met menfehen , d,e z.ch op de borst Joegen , de haairen uit het hoofd trokken , en bet fcheepsvolk fmeekten , dat zv hen zonden mneemen; maar, offchoon deezen gewild hadden , zou het echter hen niet mooglyk geweest zyn hen te redden; ook zouden zy zeiven het niet hebben kunnen ontkomen , indien het volk van de vyandelyke vloot met zo druk bezig was geweest met plunderen. De Genueezen van Galata vluchtten insgelyks met hunne vrouwen en k.nderen naar hunne fchepen , met achter hating van alle hunne goederen; maar toen de Vizier Zogan naar hen toe kwam , en hen zekerheid voor hunne perfoonen en goederen beloofde , keerde het raeefte volk met de regeenng terug, en bood den SulSn de neutels van de ftad aan. Niet meer dan vyf fcheoen gingen onder zeil, de overigen wierden door het volk verlaten De Fenenuan,ehe galeijen , en de koopvaar, ayfebepen vertrokken op dezelfde wys (z) (M), Al (*) Ducas. & Chalcond. L. 8. C. 7. (l) Sommige Chrïstenfchryvers zeeaen A»t ja„ .loohanighud ver-iet en W S Van harLeer ftTef'ont 5 het wrftae, dat GWr«#, van hem gs ft 7 ' /1 „ ( M) Het volk van de TurkfO< vloot verliet de fchepen 0m de |d nogmaals »e doo zoefcen , nadat die door het k ygsv0"k reed! tEep'urderd en ^ V unin«,Jcbt uale jen, ortWöot van WW ? de S al te verdedigen, raakten los, en . &. U 6. XVI. Boek. viii. Ar». De Sultan komt in it Stad.  2c0 HISTORIE VAN HET xvr. ïoek. i Vili. | lïD. , M't hoofa van den Keittr vrord ten toongejleld. wat 'er van den Keizer geworden was , dewyl hy aan jene andere poort de wacht had gehad. Ten zelfden yde kwamen twee jonge lieden toetreeden , waarvan ie een zeide , dat hy den Keizer gedood had , en de mder , dat hy hem de eerste wond had toegebra^t. De sultan zond hem terftond af, om het lyk op te zoeken , m hem het hoofd te brengen; het welk do~r den Groothertog herkend wierd. Hierop deed de Sultan het zelve fioven op de Colom van het //ugusteon vastnagelen, daar het tot aan den avond bleef ten toon liaan ; daarna wieid het vel daar af geftroopt , en met ftroo opge. vuld , en vervolgens als een zegeteken by verfchei. den Arabijcbe , I erjtfcbe, en Tui kjcbe Vorsten omgevoerd. Am>ere zeggen, dat de Groothertog zich zei ven-met Or-iban verborgen had in een kasteel, dat ten laatste op genade of ongenade wierd overgegeven , zonder dit ey herkend wierden. Maar, dat zy aan boord van een fchip gezonden zynde , een Romein, om zyne vryheid te verkry^en , hen ontdekte aan den Stuurman ; die aanftonds Ür-Ckan het hoofd affloeg en het zelve benevens den Grootherrog by Mohammed bragt , die den Groothertog in zyn' tegenfpoed vertroostte. De Sultan vervolgens deszelfs Gemaalin en kinderen in het leger en in de vloot hebbende doen opzoeken., fchonk aan een'ieder van hen duizend Aspers ; en hen naar hun eigen huis terug zendende deed hy tevens den Groothertog aan zeggen , dat hy hem het bellier over de Stad zou geeven, en htm tot hooger eerampten verheffen dan hy ooit bv d-'n -Keizer bekleed had. ;JNa dat hy uit hem de naamen van de voornaamste amptenaaren en hovelingen vernomen had , deed I y die allen opzoeken, en betaalde duizend Aspers voor een* ieder van dezelven. (u). Dus (*) Ducas. Cap. 40.  OTHOMANNJSCHE RYK. 201 Dus luidt het verh?r! , dat de Grieken ons nagelaten hebben nopens de verovering van Cvnflantimpolen ; laat ons nu eens gaan onderzoeken wat de Turken zeiven daar van gezegd hebben. De Keizer zyn leger tot een gering getal verminderd ziende , dat rog daarenboven, door de veelvuldige vermoeijing afgemat was ; de wallen vol bresfen, en zyne battaryën verwoest , met één woord, de Stad ter Zee cn te land beide ingefloten ziende , zonder eenige hoop van uitkomst , zond gezanten aan Mohammed om dezel* ve over te geeven op welke voorwaarden het hem ook' zou behaagen. De Sultan ontving de gezanten zeer vrien^ deljk, beloofde, dat hy de inwooners hun leven en goederen zou laaten behouden , benevens de vryheid om zich te begeeven naar welke plaats het hen zou behaagen ; en gaf hen hier mede hun affcheid; doch hen nog iets willende zeggen , gaf hy bevel dat zy terug geroepen zouden worden. De Schildwachten op den wal, uit hoofde van den haast , dien de boden maakten in het achtervolgen der gezanten , vermoedende, dat de Tur. ken van voorneemen waren om te gelyk met hen in de St:d te trekken , en zich dus van dezelve meester te maaken , vuurden op heri, om hen het verder naderen te beletten. De Othomannen verbaasd geworden , en eenigen van hunne makkers zwaar gekwetst ziende, bliezen den aftogt , en deeden verflag aan den Sultan van liet geen 'er gebeurd was. Deeze zich verbeeldende , dat de Grieken berouw hadden van hunnen voorflag, en uit wraakzucht op zyn volk vuur gaven , gaf terftond^, bevel aan zyn leger om dien trouwloozen vyand aan ted vallen , en te verdelgen. Van den anderen kant ver-v< maande de Griekfche Keizer , dien door de fchildwachten bericht wierd , dat de Turken met list in de Stad zochten te komen, en reeds de wallen genaderd waren, zyne Oost. Hist* XII. Deel. Cc on- XVI. Boek. viii. Afd. De Stadttr vergaaf angebten, Masr echr flormenrhandraverd.  202 HISTORIE van het XVI. Boek. VIII. Afd. Dapperheid van den Keizer. De helft van de Scan by verdrag ovsrgige- ' ven. ] onderdaanen hunne uiterste poogingen ter algemeene verdediging aan te wenden. Hierop ontftond 'er een bloedig en hardnekkig gevecht ; maar terwyl de Grieken de landzyde van de Stad dapperlyk verdedigden kreegen de Turken aan den Zeekant , door de belegerden uit hunne posten te verdryven , gelegenheid om daar in de Stad te komen. In deezen aanval fneuvelde Keizer Conftantinus zelve terwyl hy dapperlyk ftrydende nu eens het ampt van bevelhebber, en dan weder van gemeen krygsknecht waarnam ; en door zyn voorbeeld het volk in de grootste gevaaren moed inboezemde. Zyn lichaam wierd naderhand zonder hoofd gevonden , leggende dwars over het lyk van een' vaandrager , van waar deeze plaats haaren tegenwoordigen naam ontleend heeft , te weeten , Sanjak dar lokushii dat is , de heuvel met het vaandel daarop Zohaast het toeval van den Zeekant bekend wierd aan de geenen , die de Turkfche magt aan de landzyde te .keer gingen , rechtten zy terftond een wit vaandel op de wallen op ; en riepen overluid de Turken toe • „ Waarom verbreekt gy dus, zonder eenige vrees voor „ God , uwe belofte, wy hebben immers geene „ fcnuld , de voorwaarden van de overgaaf zyn immers „ getroffen , en de beide Keüers hebben bevel °ei*e>, ven om dezelve tot ftand te brengen. Houd derhal„ ven op met vechten , en vermoord de geenen niet „ die zich aan u onderworpen hebben." Mohammed deeze ivoorden hoorcnde , en misfchien niet weetende, wat 'er lan de haven was voorgevallen > gaf bevel van het ges/echt te ftaakcn , met belofte, dat hy zich aan de Jemaakte voorwaarden zou houden ; en veroverde dus bv irerdrag dat gedeelte van de Stad. Den volgenden dag deed de Sultan , die door 'de )oort genaamd lop.Kapu ia de Stad gekomen was, dee. ze  OTHOMANNISCHE RYK 203 ze aanfpraak aan de Grieken : „ Ik heb u beloofd, dat, indien gy mogt verkiezen hier te blyven, alle de kerken en kloosters ongefchonden zouden blyven , en dat gy in uwe Godsdienstoeffeningen niet gehinderd zoudt worden; maar, dewyl ik de eene helft der Stad door geweld van wapenen veroverd heb , is het , myns bedunkens, ook biilyk dat cle kerken en andere Godsdienstige gebouwen » welke in dat gedeelte der Stad flaan , het welk ik ftormenderhand veroverd heb , veranderd worden in Janus , en dat de overige helft geheel aan de Christenen worde overgelaten." Ingevolge van dit befluit wierden alle de kerken van Ak Sary af tot St. Sophia toe in Jami's veranderd , doch alle de overigen van Suli Monastfr tot Ederne Kapu bleeven aan de Grieken. Na dat deeze fchikking gemaakt, en alle de land- en'zeemagt op het marktplein , genaamd Ak Saray , byëeen gekomen was , trok Mohammed in ftaatelyken optogt naar St. Sophia. Na dat by hier den Ezan had doen zingen , (N) begaf hy zich naar het Keizerljk Paleis ; en fprak by zyne intrede , dewyl hy een beminnaar der Dichtkunst was , in de Perfiaanfchs taal een tweeregelig vers van den volgenden inhoud uit : „ De fpin heeft haare webbe geweven in het Keizerlyk Paleis, en de uil heeft zyne nachtwaake gezongen op de torens van Afrafiab." Hiermede zinfpeelende op den val van het Keizerlyk Huis. Conftantinopolen wierd veroverd op den twintigsten dag van de maand jemazio'l E) Cantcm. pag. ico, & feqq. (O) CHALCONDTLAS verhaalt , dat alle de Grieken, die den moord ontkomen waren , in vryheid geitelJ , en in Pera geplaatst wierden , en wel voornsamelyk lieden , die van grooten rang waren ; want Nut was , (of de Groothertog, i wie-U , bene. vens zyne gemaalin en kinderen , gekoc >t door Mohamwi zelve , di» hen de vryheid gaf van te vertrekken waarheen zy wilden; mair fteune.de op de hulp , die hy uit' Ituliën verwacb e , verkoos, hy te Conkahtino[>i>len te blyven , daar ook eenige anderen byöen kwamen . die niet konden nalaten eenigen oproerige ontwerpen te fnee. den j  OTHOMANNISCHE RYK. 205 hammed, in drift, den gefhedenen terug om dien jongeling met geweld te haaien, en met hem een' beul , met bevel om den Groothertog , en zyne twae andere zoonen te vatten , en hen voor de poort van het Paleis de hoofden af te flaan (P). Hy beval ook , dat de voornaamste Hovelingen en Amptenaaren ter dood zouden gebragt worden , uit hunne vrouwen en kinderen tot zyn eigen gebruik de fchoonste en welgemaaktte uitkiezende. Op den derden dag na het veroveren van Conftantino polen gingen de fchepen onder zeil, een ieder naar zyr eigen land beladen met ryken buit en een groote menigte gevangenen. .De legerplaats was niet minder opgepropt dan de fchepen. Hier zag men lieden van allerhande ftaat en rang, Eisfchoppen in hunne plegtgewaaden, en non- ner den ; die wel'aist ontdekt zynde den Sultan zod-nig ve>toornden, dat hy hen allen ter dood deed brengen. Onze fchiyver voegt daar by , dat men mpende, dat hen dit ongeluk overkwam door eenig< onvoorzichtige uitdrukkingen van Notataf , by gelegenheid dat dt Sultan deszl's jongste zo n deed ontbieden ; hy zei Je, dat naardien hy hem en zyn gezin in vryheid had gefteld by geen recht meei had op hunne periboncn',* en dat dus dee/.e eifch onbillyk , on bètaamiyk , en zelfs heledigende was. Andere zengen , dat dit alles beweikt wierd door eene jon?e iufFer , welke de docbtei was van een' vreemdeling , die de Gri°k:n haatte ; op wie o6 HISTORIE van het non in haare ordenklederen als fiaaven aan eikanderen vastgebonden. De gewyde klederen wierden gebruikt tot iekkèn voor paarden en honden. Men zag eenige Tuni ken , die vruchten in gewyde fchotels op de tafels bragten , en andere , die uit geheilige bekers dronken. Zy voerden eene ongelooflyke menigte van boeken op karren weg , die zy oost en west verftrooiden. De bestte fchrjvers wierden voor beuzelingen verkocht; de kerkboeken wierden weggeworpen , na dat zy dezelven van hunne gouden en zilveren verfierfelen beroofd hadden, en de beelden wierden verbrand om hun eeten klaar te maa- ^"op^dên vyfden dag begaf zich de Sultan naar Galata, en beval , dat het getal der inwooners aldaar zou opgenomen worden. Ook deed hy de huizen der geenen, dienaar Genua gevlucht waren, openbreeken, en eene lyst opmaaken van de goederen , die in dezelven gevonden wierden; tevens doende bekend maaken , dat in• gevalle de eigenaars binnen drie maanden terug kwamen, dezelven hen wederom zouden gegeeven worden ; maar zo niet , dat die dan voor verbeurd verklaard zouden worden. Hy gaf ten zelfden tyd bevel , dat de wallen 'van Galata zouden geflecht worden , en die van Conftan. tinopolen herbouwd. Ook koos hy vyfhonderd huisgezinnen uit zyne eigen onderdaancn, en beval hen op flraf van den dood van zich vóór het einde van September te Conftantinopolen neder te zetten. Hy gaf het bevel over deeze Stad aan een van zyne flaven , genaamd Solyman. Hy liet alle de kerken woest, behalven de Hoofdkerk, genaamd de Kerk van St. Sophia , welke hy in eene Mosque veranderde. Den agttienden Juny keerde hy in zegepraal naar Adrianopolis terug , met eene verbaazende menigte van buit en fiaaven. By zyne aankomst al- (c) Ducas, Cap. 40 & 42.  OTHOMANNISCHE RYK. 207 aldaar vond hy eene menigte van Cbristen - .vorsten , die van alle kanten gekomen waren om hem wegens zyne overwinning geluk te wenfchen Hy zettede zich neder op zyn' troon , en terwyl zy alle rondom hem fton« den , leide: hy aan een' ieder' van hen zodanige fchatting op als hem goed dacht. Tol aan de verovering van Morea. In het volgend voorjaar befloten hebbende Serviè'n aan zyn gebied te hechten , zond hy gezanten aan Georgius , den Despoot , om dat land van hem op te eifchen ; onder voorwendzel, dat het hem toebehoorde uit hoofde van het erfrecht van Stephanus , den zoon van Lazarus. Toen zyne gezanten op den beftemden tyd niet terug kwamen , trok hy te veld met eene verfchrikkelyke groote magt , en Philippopolis door getrokken zynde kwam hy te Sofia. Hier het gros van zyn leger met zyne Viziers achterlaatende trok hy zelf met twintigduizend mannen voetvolk in Servien , doch vond daar geen' den minsten tegenftand , dewyl de Despoot met .zyne voornaamfte Hovelingen naar Hun ga* ryïn geweken was met beloften aan zyn volk , dat hy binnen kort met een magtig leger zou terug keeren. Toen de Sultan aan het kasteel Sendrew gekomen was , wendde hy alle zyne pogingen aan om hetzelve te vermees. teren , dewyl hy dan een' fchoonen overtogt over den Donau had om in Hungaryen te vallen ; doch dit voor* neemen mislukte hem. Hierop belegerde hy een ander kasteel , doch met geen beter geluk,1 vervolgens veroverde hy eene Stad , die -laager aan de rivier lag, by verdrag, doch maakte, in weerwil van zyn gegeeven woord , de inwooners, tot fiaaven (d). Dee- (d) Ducas, Cap. 42. XVI. Boek. viu. Afd. ^D.1454 Serviën wervalltn.  i XVI Boe*, viii. . Afd. Bet wit Jchattin£, o8 H I S T 0 R 1 E VAN HET Deeze Stad fchynt dezelfde te zyn , welke Cbakon* dylas noemt Nova 'Barda , pelegen op de Turkfche grenzen , niet verre van daar de rivier Mo>ana in den Donau valt. Mohammed beftreed deeze Stad zo hevig met mortieren , een foort van krygstuig , dat men zegt door hem uitgevonden te zyn, dat de inwooners, hunre meeste buizen verpletterd ziende , zich op befcheidcnheid overgaven. Een gedeelte van hen maakte hy tot fiaaven , en de overigen liet hy in de Stad blyven om hunne ambachten voort te zetten , dewyl zy zeer bedreven waren in het bewerken van allerhande metaalen, die de nabuurige gebergten hen opleverden. Gsorgius 9 de Vorst of Despoot der Triballiërs , was, op liet aannaderen der Tui ken , naar Bunniades gevlucht, om hem om hulp te \erzoeken; en kocht , ten zelfden tyd den vrede van den Sultan onder voorwaarde van jaarljks veertigduizend dukaaten fchatting te zullen betaalen, doch hv ftierf kort na dien tyd. ' Terwyl Eleazar , zyn jongste zoon , hem in het gebied opvolgde, maakte Stephanus en Georgius, die voorheen blind gemaakt waren , zich meester van de fchatten , en vluchtten naar het Tuikfche Hof , daar hen landen tot hun onderhoud aangewezen wierden (e). De Sultan bevolkte , by zyne terugkomst, de kleine fteden en dorpen rondom Conftantinopolen op nieuw met vierduizend mannen en vrouwen , die hem te beurt gevallen waren , en deed in die Stad een Paleis bouwen van agt Stadiën in den omtrek, het welk gedekt wierd met lood, dat van de kloosters was afgenomen CQJ. In (e) Chaicon». Libr. f. Cap. Cap. ff. (O ) GrNAAwr. Eski Saray , of het oud Paleis , in het midden vam Ctnffantinopolen Het is een groot gebouw , met hooge muuren om. ringd , en bevat omtrent eene Italiaanjche myl tn den omtrek. Uit is thans gewoonlyk. het verblyf van de vrouwn v«n den overleden  OTHOMANNISCHE RYK. 209 Tn het tweede jaar na de'verovering van Conftantinopolen ' kwamen de Ridders van Rho.ns by den Sultan met ge fchenken om een verbord van vriendfchap en koophandel met hem te fluiten ; doch dewyl zy, uit gehoorzaam heid aan den Paus, geene fchatting wilden betaalen, ver klaarde Mohammed hen den oorlog; en rustte, in het^ volgend voorjaar , eene vloot uit van honderd-en tag * tig ichepen , waar onder vyf-en -twintig waren wk( drie roeibanken en vyftig met twee. Zy gingen onder zeili in de maand Juny onder het bevel van Hamza , die' Cpperfchenker geweest was van Amurat , en wendden hunnen koers naar Lesbos. De-Vorst van dit 'Eiland zond onzen Schryver Ducas naar boord om hem te begroeten en kostbaare gefchenken aan te bieden. Twee dagen daarna zeilde de 'litrkfche vlootvoogd naar Chio; eh fchoon by de inwooners van dat Eiland met dezelfde beleefdheid behandelde, deeden zy hemgeenerhande eerbewyzingen. Hierop kwamen een gedeelte der Turken aanland, en verwoestten fommige wyngaarden, doch zy vonden de Stad zelve te fterk om een' aanval op dezelve te waagenj en daarenboven lagen 'er meer dan twintig gewapende Genueefche-Ichepen in de haven. Van daar zeilde Hamza naar Rhodus , maar van verre de groote uitgeftrektheid der Stad, en de menigte van fchepen , die iri de haven lagen, gezien hebbende, oordeelde by dit Eiland nog veel fterker te zyn dan Chio, en vertrok derhalven naar Co De bidders van Rhodus hadden de Hoofdftad verlaten , en waren terug • geweken naar eene andere plaats, genaamd Rachcas, weikfc zy verfterkt hadden , - doch na verloop van twintig dagen Sultan, en van die Sultam's, Welke reeds kinderen ter waereld gebragt hebben ; als mede van oude vry-urs , die haare bekooilyi heden overleefd hebben, en daar door den Sultan uit burmhan.&höiü onderhouden worden. Cantem. Oost. Hist. Xll. Deel. Dd tfj. Bóek. Vil. Apd. fD.1456. De Sultan endt eene hot af te. en 'Rhoius, en  «o HISTORIE VAN HET XVI. ] Boek. Vlti. Atd. Oud - en Nieuw Ph csea vertvnd, Opretr U Lemnos. r>elgrad( betegel"- ;en genoodzaakt waren over te geeven. By de terug ■comst der Turken te Cfo'o viel 'er een gefchil voor tusfehen hen en de inwooners , waar by verfcheiden van de eerstgemelden het leven verlooren ,. en een fchip verongelukte met al het volk. De Sultan hier van be-icht gekregen hebbende bande Hamza naar het Jandfchap /an Attalia , en verklaarde den oorlog tegen Cbio. Ingevolge van dien wierden tien-galeijen met drie roeibanken , en tien met twee afgezonden onder het bevel van Cenuza , een' bekwaamen jongeb'ng, dien de Sultan kort te vooren tot Stadvoogd van Callipolis had aangefteld. Met deeze magt veroverde hy Nieuw Phocea, en terwyl onze fchryver aan het Hof van den Sultan was om de zaaken van den Vorst van Lesbos waar te neemen ; veroverde hy insgelyks Oud. Phocaa, en kort daarna Aynum ,. wiens Vorst toen in Samathraciën was. In dien tusfehentyd verkreegen de inwooners van Cbio vrede , mits betaalende dertigduizend kroonen voor het fchip, dat verongelukt was, en tienduizend jaarlyks voor. fchatting. De ingezetenen van het Eiland Lemnos , onvergenoegd over hunnen Vorst , zonden naar Mohammed , met verzoek om een' anderen aan te ftellen. Hier op zond hy lsmaël , den gefnedenen, derwaarts met twee galeien om Hamza daar aan te ftellen ; welk voorneemen hy ten uitvoer bragt, in weerwil van de poogingen van den Vorst van Lemnos om de oproerigen tot rust te b'engen , het geen Mohammed grootelyks mishaagde (ƒ). * ■ In de maand July van dat zelfde jaar trok de Sultan op om Belgrado te belegeren, en was in den beginne zo gelukkig , dat hy een gedeelte van den muur ter neder velde , en den door togt op de rivier met zestig vaartuig (J) Ducas, Cap. 42 45. .  OTHOMANNISCHE RYK. 211 tuigen affloot. 'Ook kwamen eenigen van zyn "krysgvolk in de Stad, en brapten buit van daar terug; maar Joannes hunniades ten zelfden tyd aankomende , viel hen onverwacht op det lyf, verfloeg veelen , en dreef de overigen cp de vlucht- Vervolgens een' verwoeden uitval ■ doende , veroverde hy bet gefchut van den vyand, doodde eene groote menigte van zyn volk, kwetste zelf den Sultan in de dye , en verbrande de Turkjche fcher pen j hierop wierd het beleg opgebroken (g ). ChuU cimylas zegt, dat hunniades zelf zo'zwaar gekwetst was, dat hy weinig dagen daarna aan zyne wonden overleed; doch andere zeggen , dat hy ftierf aan de pest welke toen fterk woedde in het leger der Christenen. De oorkg, dien Mohammed, volgens bet verhaal van de TurkJcbe fchryveis, den koning van Hungaryen aandeed, moet tot dit tjdftip gebragt worden. Deeze zeggen , dat de Sultan het leger den Hungaaren verfloeg , dat derzelver Koning in het gevecht eene wond ontving, waaraan by niet lang daarna overleed, en dat Mohammed daarop debeJegermg van Belgrado ondernam , doch, uit hoofde van den aanraderer.den wir.ter , en verlies v nvolk, genoodzaakt was dezelve op te breeken (h ). Chalcondytas zegt, dat de Sultan ten zelfden tyd in oorlog was met de Illyrttrs, en met den Keizer van 'hehizonae ; en dat hy zyne galeien afzond , onder het bevel van Chstïr , Stadvoogd van Amafia , om de Zeekusten van Co'cbis te plundelen (i) In het volgende jaar zond Paus Ca'ixtus elf galeijen, onder het geleide van den Patriarch van Aqwleja , om Lesboi , Rhouus , Cbio, l emno', Samothrace , Imbros, TrtrJa , en meer andere Eilanden in de nabuurlchap der 3«r- {g} Chaic. L. 8 C. 73. (h) f an tM pag 107. (»; Chai.coïid. Lib. 8. Cap. 13, # 14. Dd 2 xvr. Boek. vul Afd,  £12 HISTORIE van hit XVI. Boek. viii. . Afd. A.P 145» Afzezan ten van Ko man en vai Usfum Haifan. Morea ivirvallen Turken , by te ftaan, die, zich vervolgens met de Gztalaanen en met de Zeeroovers vereenigende, eene vloot van veertig zeilen uitmaakte , die te Rhodus hunne algemeene verzamelplaats hadden. De Sultan alle deeze beweegingen toefchryvende aan den Vorst van Lesbosi, fO*) verklaarde hem den oorlog, en zond in de maand Augustus Ismaël af , met eene vloot om Methymne te belegeren ; doch deeze was , na re vergeefs getracht te hebben om bres te fchieten , de wallen te ondermynen , of te beklimmen, genoodzaakt het beleg met groot verlies op te breeken.. In het jaar 14.58 , kwamen 'er gezanten van den Komdn, en van Uzum Hasfan , die eene ftreek lands beheerfchte , welke aan Colchis grensde. Deeze laatsten 'kwamen om een gering inkomen te vorderen, dat de Grootvader van Mohammed aan den Grootvader van Uzum Hasfan had toegedaan , en dat zedert zestig jaaren niet betaald was geworden. . Het zelve beftond enkel uit duizend paardentuigen , duizend dekkleeden, en duizend tulbanden. De Sultan gaf hen ten antwoord , dat zy naar huis konden keeren , en hunnen Heer verzekeren , dat hy zelf in het aanflaande jaar hem alles zou komen brengen , dat hy hem fchuldig was. Tegen den winter begon hy aan de eene zyde van Conftantino* polen , digt by de Gulden poort , een kasteel te bouwen , op dezelfde plaats , daar Bay - Tezid- zulks voorheen aan Joannes Palceologus belet had (£). Laat ons nu tot de zaaken van Griekenland weder- kee- (fc) Ducas, Cap. 45- (Q*) Zyn naam was Dominica. Hy volgde zyn' Vader, Dartni GattUuzzio , die in het jaar 1456 ftierf, in de regeering op. Ducas , de Historiefchryver, was een van zyne Hovelingen . en bragt de fchatting twee - of driemaal aan Mohammed , doch geeft om geene befcjiryving van den perfoon van- den Sultan.  OTH OMAN NIS CHE RYK. 213 kèeren. Na dat Mohammed het Kasteel aan den Bofpho. rus gebouwd had , zond hy Turakan naar Morea , om des Keizers Broeders , Thomas en Demetrius , te beoorlogen ; doch na het veroveren van Neopolichne was hy genoodzaakt af te trekken , terwyl zyn zoon Achmed in in eene hinderlaag gevangen wierd. (O Het veroveren van Conftantinopolen verwekte zulk een' fchrik door geheel Griekenland , dat de Vorsten van het zelve zich gereed maakten om met alle de lieden van aanzien naar Italiè'n te wyken; doch Mohammed trok hen van dit voorneemen af , door fpoedig een vergelyk met hen te treffen. Dit befluit van Morea te verlaaten haalde hen groote rampen op den hals ; want de Albanigrs hen gereedheid ziende maaken om de vlucht te neemen , maakten zich meester van het land ; maar in de plaats van een Opperhoofd uit hun eigen volk te verkiezen , namen zy een' uit de Grieken , die by hen gebleven waren, te weeten , Manuël Cantacbuzenus. Nadat zy deezen tot hun opperhoofd verkozen hadden , overvielen zy de andere Grieken. , die onderdaanen waren van de twee Des. peotcn, broeders van den Keizer , hunne huizen plunderende en hun vee wegvoerende; want de Albaniers van Morea waren Veehoeders , die op het veld leefden, zonder vaste woonplaatfen te hebben. Dit volk zich byëen verzaameld hebbende overmeesterde de Steden en vestingen der Grielen met geweld, en plunderden dezelve; en hen niet beter achtenden dan fiaaven, zonden zy boden aan den Sultan met aanbieding van hem de Steden en vestingen van Murw te zullen' overleveren , ingevalle hy hen in het bezit van het platte land wilde laaten. Deeze aanbieding van overgaaf wierd heimelyk onderfteund door Centurion Zacbarias , den broeder, van de huis* (0 Chaicond. Ly 8- C. li XVI. Boek. vi 11. Au. De AIba niêrs verneesteren?et  2T4 HISTORIE VAN het xvr. Boek. Vi /. Afd. Doch on der werp en Zich weder fin hunne Prinfen. Zn floan »p rieuw tegen hunne J'rmfcn op huisvrouw van een' der broeders van den overledenen Keizer , en door zekeren Lucanus; Prins Thomas, een der Dcspooten , dit ontdekkende , deed hem vatten en in het kasteel Chlumetia gevangen zetten. Doch, door de belofte van eene dochter van Centurion ten huwelyk te zullen hebben, benevens nog meer andere voorrechten , liet de Slotvoogd zich beweegen om hen te laaten ontfnappen. Eerst o :ervieien zy Clina, en toen Patras, eene Stad van Achaja, de verblyfplaats van Thomas, den jongsten der twee Gne^fche Prinfen; maar zy wierden op beide deeze plaatzen met verlies afgeflagen. Des niettegenftaande zou geheel Morea groot gevaar gelopen hebben van in handen der Albanïèrs te vervallen ; indien niet de Sultan , op het verzoek van Ajan, een leger onder het bevel van Turakan had afgezonden ; die na hunne magt verflagen , en tweeduizend van hen krygsgevangen gemaakt te hebben . hen noodzaakte om zich op nieuw aan hunne Prinien te onderwerpen , op voorwaarde echter , dat zy de plaatfen, die zy veroverd hadden, zouden blyven behouden , en dat zy niet gehouden zouden zyn den buit , dien zy gemaakt hadden , terug te geeven. 7 U RA KAN vermaande , bv zvn vertrek, de twee Broeders tot eensgezindheid ; als het beste middel om hunne orderdaanen in bedwang te houden ; maar hy had rog naauwlyks den rug gekeerd , of zy kreegen op nieuw verichil , en trachtten de een den anderen den voet te ligten. Deeze oneenigheid gaf gelegenheid aan Lucanus om de Ab .n'ws , en de inwooners van Morea op nieuw tot opftand aan te fpooren. Eerst namen zy hunne toevlucht tot rtjan , dewyl hy de man was, die het grootst vermoogen en gezag had ; want hy was Landvoogd over Corintb n , en het grootst gedeelte van Morea ; doch toen hy hen volflrektelyk alien onderfland ont-  OTHOMANNJSCHE RYK. ai5 ontzeide , weigerden zy ook de jaarlykfche fchatting van twaalfduizend gouden* Stater es (R) te betaalen, of eenige andere landtaxen hoe genaamd, ten zy de landen onder hen gelykelyk verdeeld wierden. En dus zyn de Grieken ,. door hunne oneenigheden , en byzondere gefchillen ten laatste geheel te niet gegaan (tn). In het jaar 1458 , deed Mohammed aan de Despooten van Morea aanzeggen , dat zy de achterftallige Schatting van tienduizend Dukaaten jaarlyks , welke zedert drie jaaren niet betaald was , moesten afdoen, of anders het land ruimen. In het daaropvolgende voorjaar trok hy uit om Morea aan te vallen , en veroverde Corinthen zonder eenige moeite. Op de eerste tyding van zyne aankomst , vluchtte Prins Thomas, een van de Despoo. ten , met zyn geheel huisgezin naar JtqliSn, en Demetrius onderwierp zich aan de befcheidenheid van den Sultan ; die hem, en de meeste perfoonen van aanzien , uit Lacedeemnniën, Achajen9,en andere provinciën met zich wegvoerde , en Turkfche Landvoogden in de plaats ftelde. Ook nam hy tweeduizend huisgezinnen uit Mo. rea , en plaatste dezelven in Conjïantinopolen ; en deed tweeduizend jongelingen onder zyne legerbenden op- fchryven («)• :* , CTLALCO ND TL AS zegt, dat, tóen Mohammed zyne gezanten naar Morea gezonden had, om de achterftallige fchatting, in te vorderen , deeze de goederen der Grieken zodanig onder eikanderen beleend vonden , dat zy het van zich niet konden verkrygen hen of de Albaniërs des wegens lastig te vallen ;: en dat de Sultan, in aanmerking van de tweedragt , die 'er fteeds tusfehen hunne DcSpooten had plaats gehad, hen een derde van de .fchatting (m) CmixoNr». L. 8- C. 9. &feqq,: (71) Ducas, Cap 45 (RA Bejraageude omtrent vier«en-twintigduizend Dekasten^. XIV. Boek. viii. Af». ^.D.1458. Corinthei lermri.  XVI. Boek. vin. Afd. Morea fxrvalltn, en gedeelte l k zero. nrd. n6 HISTORIE van met kwytfchold , hen alleenlyk aanbeveelende , dat zy den vrede , welken zy bezworen hadden, niet zouden verbreeken. Maar , befpeurende, dat zy zyne vermaaningen in den wind iloegen , trok by met zyn leger naar Mo. rea , eenige van zyne benden achterlaacende om Corin- ' then te belegeren , drong hy verder in het !and door, daar hy Thiirfa , Arriba , Phliafia, Pazenica, en andere Steden veroverde. Een van de Prinfen was naar Manti. nea , en de andere naar Epidaurus y twee Steden van Laconia , geweken; welke laatstgemelde Stad de Sultan gaarne wilde vermeesteren ; maar dezelve te fterk vin. dende , keerde hy terug naar de belegering van Corinthen , daar Ajan met list een groot aantal krygsvolk, en eenigen voorraad van levensmiddelen had weeten binnen te brengen. Offchoon het Kasteel voor onwinbaar wierd gehouden, door dien het op eene rots gelegen, en daarenboven met drie fterke wallen omringd was, dwongen echter de inwooners Ajan , na dat 'er gebrek aan levensmiddelen gekomen , en de buitenste wal door het gefchut der Tui kin verwoest was, het zelve by verdrag over te geeven. Dit verdrag wierd gevolgd door een' vrede ; waarby de bespoot aan Mohammed afftand deed van al het land , daar hy met zyn leger was doorgetrokken , beloofde tweeduizend Dukaaten fchatting te zullen betaalen , en hem tevens het gezag over de Mgeejcbe Zee , het Eiland Calaura, de Stad Patras . en. het aangrenzend land van Atbaja afftond (o). De oorlog nu geëindigd zynde , dankte Mohammed zyn krygsvolk af, en-deed een' togt naar Athenen om deeze Stad te bezichtigen ; daar hv verwonderd ftond over het Pyiüum , -de fchoone gek genheid van de haven , en de verhevene fchoonheid der euoe gebouwen. Deeze wasj eenigen tyd te vooren veroverd door Omar., den zoon (« ) Chalcond. 'L, 9. C. i & 2.  OTHOMANNISCHE RYK. 217 zoon van lurakan Landvoogd van Thesfalonien , en zulks "by de volgende gelegenheid: Na bet overlydeh van Nerio Aceiaoli , den Hertog van A henen , kreeg de Hertogin , die een' jongen zoon by hem had , het bewind in handen , door bemiddeling van haare v-ie'nden aan het Turkfche Hof. Kort daarna verlietae zy op een' jongen Venetiaanfchen Edelman , die de zoon was van P'ëtro Pahnerio , Podesta- van Nauplion , die daar gekomen was om handel te dryven , en bood dén I jongeling aan, dat zy hem in het vol bezit der regeering zou ftellen , indien hy 'zyne huisvrouw wilde uit den weg ruimen , en met haar in het huwelyk treeden. Pahieno, door liefdedrift en heerfchzucht beide aangefpoord, vertrok weer naar halhu; en keerde , na zyne huisvrouw door vergif om het leven gebragt te heb. ben , naar Athenen terug; daar hy de verliefde Hertogin ten huwelyk nam. Hiee door wierd hyeen man van groot aanzien, maar wierd ondertusfchen zeer gehaat by het volk. Hy nam de voogdyfchap van haar jongen zoon op zich , dien hy' kort daarna aan het Hof van den Sultan bragt , om reden , dat Franco, de zoon van Antonio Aeciadi , een* volle Neef van Ne/ia , zich derwaarts- begeven had -, in hoop van ten een' of anderen tyde dat Hertogdom voor zich te zullen verkrygen. Ook gaf Atibammcd, zó' haast hy van het flecht gedrag van deeze weduwe kennis kreeg, het bewind van de Stad aan Franco , die de Hertogin naar Megara in gevangenis zond , daar zy , kort daarna, op zyn bevel van kant gemaakt wierd. By deeze gelegenheid bragt haar' echtgenoot' zyne klagten in by Mohammed, die, door deszelfs droefheid bewogen, aan Omar bevel gaf om A'benen in te nee a men. Deeze Veldheer vond weinig moeite om zich mees-t ter te maaken van de Stad; maar dewyl het Kafteel hem° langen tegenftand bood, zocht hy franco tot eene goed Oost. Hist. XII. Deel. Ee wil- XVI. Boek. vin. Afd. Athenea in Mo ammed verge-gten.  XVI. Boek. vin. Afd. Staat de zaaken in Morea. De Gen eezen vet klaaren ie oorlog aan den Sultai Amaftri; doorit'ïu ken ingetimen. 218 HISTORIE van »et willige overgaaf over te haaien, het geen hem ook gelukte , onder voorwaarde, dat hy hem Boeötiën en de Stad Tbehen zou afftaan. Cp) Omtrent ten dien tyde begon de Despoot Thomas, die 'het Turkfche juk moede was, vyandelykheden tegen zyn' Broeder, den Despoot van Spana , die zyne Dochter aan Mohammed had ten huwelyk gegeven; en belegerde de Stad Patras. De Sultan zond eenige troepen tegen hem onder het bevél van Cbajnus , bygenaamd de Sp;rvo;r; deeze nam Achmed , den landvoogd van. Morea , en Omar , zyn' voorzaat, aan vvien hy zyna dochter ten huwelyk gegeven had; maar zohaast het volk van Prins Thomas de aankomst van den Veldheer vernam , vluchtten zy naar Megalopolis tot hunnen Vorst, die daarop een leger van Grieken en Albaniërs op de been bragt om de Turken te keer te gaan. Doch zy wierden met weinig moeite verflagen ; na deeze overwinning zond Chamus zyn volk , na een gedeelte van dezelve onder het bevél van Janus, en van Prins Demetrius gelaten te hebben, naar hunne bezettingen terug. Thomas hiervan verwittigd zynde kwam weder, en befegerde de Janitziaren in de kafteelen , die hem. te bewanren gegeven waren. - iN'A deeze gebeurtenisfen eischten de Genueezen Pera , dat hen onrechtvaardig afgenomen was, terug , e i 'de Sultan !-en zu'.ks weigerende verklaarden zy hem den i oorlog. Hierop trok de Sultan over naar Afir , en veroverde van hen de Stad Amaflris aan de Zwarte ■ Zee, • by verdrag , en voerde twee derde deelen van de inwooners naar Conjlautinopolen. De Circasfië'rs , onder het bevél van ArtahaJfs, hadden eerst kort geleden het beleg opgebroken van voor Trebizonde , de Hoofdftad van het Keizerryk van Col- chis9 (p) Chalcokd. Libr. 9. Cap. 3.  OTHOMANNISCHE RYK. at9 m , toen Chiter Beg , ftadvoogd van Amafia daar voor ïwaro , en de voorlieden overrompelende tweeduizend gevangenen wegvoerde Naardien nu deeze ongeluk:.ige Stad 'door de pest byna geheel ontvolkt- was , en zekerljk zou hebben moeten bukken , indien de vyanden het beleg hadden voortgezet ; bood Keizer Jcahnes aan den Sultan eere fchatting te betaalen van tweeduizendi rucaaten 'sjaars, mits dat de gevangenen terug gegeven wierden; welk aanbod door Mohammed aangenomen^ wierd. CO Vóór het veroveren van Conftantinopfiltn had Mohammed het gebied over de Eilanden Lemnos;, Imhros, 'Ihas-, Jus , en Samotkrc.ce aan een' zyner Hovelingen opgedia < gen. Maar Dorices maakte zich , na de dood van zyn'. Vader Palamedes , meefter van Lesfos , Lemnos , en öfms , doch dezelve wierden welhaast hernomen. Öe vier eerstgemelde Eilanden gaven zich echer fpoedig wé der over op de aankomst van eene vloot uit Itaii'cn , orrHer" het bevel van den Pausfelykeh legaat. Maar zohaast deeze vloot order Lhoous o,.der zeil was gegafitt, oven iel lsu.aël , Bevelhebber der Ttirkl'che Galeijen, de tllandeh Imhros en Lemnos , nam alle de daar z\ nde Italiaanen gevangen, en zond hen aan M'bamned, die hen deed om het leven brengen te PMippfyWrt, daar hy toen zyn verblyf hield , dewyl de pest hem Couuantinopolen had doen vclaaten. Niet lang daarna veroverde Zogan , die Ismaël den voet geligt, en de voo^lyfchap van Gallipoli verKreegen had , Phasjns en thrace ; en zond de inwooners naar LonfLihtinopohn, urn die Stad weder te bevolken- AS.4N , van den Sultan een leg°r verkreegen heb bende om Prins Demetrius by te ftaan . trok in More* > en floeg het leger van Prins Thomas, by Liontarium , in wel- (?) Chalconb, Cap. 4, 5. Ee 2 xvr. Boe* Vlli. Afto. De Keizer an Ttebionde be. aalt fchat* ing. Staat der \adk~n op Ie Eilanden n den Are» n'pel. Staat tan Vlorüa.  220 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. , VIII. ] Aid. '■■■■<<* \\ i welke Stad hy hem naderhand eenige dagen lang belegerle; doch door het dwarsboomen van zyne vyanden was iy genoodzaakt het beleg op te breeken; want Omar, \e Landvoogd van Thesfaliëa had altoos gefchil met hem. Dm deeze reden gaf Mohammed , kort daarna zyne Iandraogdy en die van geheel Morea aan Zogan; die zedert ;enigen tyd, in groot aanzien was gekomen door het gevangen neemen van Morezin , den voornaamften zeeroover in den Archipel , Zogan trok met zyn leger terftond binnen de Stad Achaja , en belegerde het Kafteel, terwyl. de Grieken, . die zich daar verzaameld hadden, naar alle kanten de vlucht namen. Van den anderen kant begonnen de. Milaneezen , die door Prins Thomas ontboden waren , by hunne aankomst terftond de Stad te beftormen; maar dewyl zy niet meer dan één ftuk gefchut hadden , waren zy genoodzaakt de belegering op te breeken , en naar Naupactus te wyken. (r) Intusschen veroverde Prins Thomas met zyne legermagt geheel Laconia , de Stad Calamatba , en de Stad, en het Land van Mes/ene. Vervolgens trok hy op om MANTINEA te belegeren , doch befpeurde , dat hy hier vergeefs kwam , zond hy gezanten af om te ondertasten of Mohammed aan eenige overeenkomst het oor zou willen leenen. De Sultan gehoord hebbende , dat Ufun Haffan in Afiën tegen hem was opg^ftaan , ftond hem den vrede toe, mits dat hy de.St-den , welke hy veroverd had , . terug gaf, . en twaalfduizend Ducaaten betaalde. De Prins nam deeze voorwaarden aan; maar.dewyl hy de gemelde fom niet kon opbrengen raakten zyne zaaken in groote verwarring. Mohammed wierd hierover zo toornig , dat hy zyn' optogt tegen Ufum Hasfan uitftelde om .Morea te vermeefteren. . Toen hy te Corinthen gekomen was, ging Afan zyne op- (r) Chalcohd, Ckp, 6,  OTHOMANNISCHE RYK aai opwachting by hem maaken , in verwachting dat hy hem het bevel over zyn leger zou opdraagen , ten behoeve van Prins Demetrius ,• maar te Tegaa gekomen zynde deed de Sultan hem en alle zyne aanhangers in hechtenis zetten , en trolc naar Sparta. Demetrius meende eerst naar het Kafteel te wyken , maar toen hy hoorde , dat zyn broeder Afm in hechtenis genomen was , zag hy , dat hem geene andere uitkomst over-* bleef dan zich vrywillig aan den Sultan over te geeven 9 die hem zeer vriendelyk ontving, en hem verzekerde, dat al het voorledene zou vergeten worden , en dat hy hem, in de plaats van Sparta, eene andere landftreek zou geeven. Doch hy wierd desniettegenftaande in de legerplaats • aangehouden , en door eenig krygsvolk bewaakt. Kort daarna veroverde Mohammed eene fchoone en' ryke Griekfche Stad , gelegen aan geene zyde van Spar-'^ ta , aan den voet van den Berg Taygetus , drie mylen van Palceopolis, en van de rivier Eurotas. Van daar trok hy op naar Castria , eene fterke Stad, omtrent agt mylen vandaar gelegen , en verfterkt door een Kasteel , dat op eene iteile rots van omtrent vyfhonderd treden hoog gelegen was. Na dat deeze plaats , na eene dappere verdediging door de Janitzaren veroverd was , deed hy de geheele bezetting om het leven brengen , en den Stadvoogd overlangs in twee ftakken houwen. Vervolgens veroverde hy Leontarium , benevens het Kafteel Cadicea, daar noch menfehen noch beeften gefpaard wierden. Van de zesduizend inwooners wierden driehonderd gevat , en in koelen bloede vermoord. De overige Steden van Morea door deezen moord bevreesd geworden , zonden afgezanten met aanbieding om zich over te geeven. Zelfs Salvarium, m Arcadia , fc oon eene fterke plaats , met eene fchoone haven tegen over Pylosy gaf zich aan hem over; wier inwooners ten getale Ee 3 van XVI". Boek. vul Afd. Prins De» netrius vordt aangehouden. ïteden d>** ten Sultan eroverd.  XVI. Boek. VLI. Ara. Veroverh gen van Zogan. PrinsTh mas vertrekt van Pylos. ï24 HISTORIE van hit van tienduizend , naar r0nlhntinoprten gezonden wierden om de Voorlieden van dje Stad te bevolken (s) MOHAMMED, na hm Deme'rits een' tvd lang gevangen met zich omgevoerd :e hebben, ogtfloeg heai eindelyk , en zond , op zvp ver oek Jtfpa om de Stad Epid<ürus te bezetten , en zyne Gemaalin van da ir mede te brengen , met haare Dochter , welke de Sultan fcheen te willen trouwen. "De ingezete .en gaven de Prinfesfen: maar weigerden de Stad over te geven. Na deeze ondernceming befloot Mohommed de plaatfen te overvallen , die de Venmannen toebehoorden. I tusechen veroverde Zogan, de Landvoogd van 'Mmea , die bevel gekregen had om de Provinciën vai Adyija en Elis in te neemen , de Stad Cal turft > , by vrywilHge overgaaf van Doxas, een' der öppeihpqfiien der Albaniërs, welken hy naderhand allen ter dood deed brengen. Van daar trok hy op nair Gr benmn , eene zeer fterke Stad; doch geene kans ziende on dezelve te veroveren , tro'< hy voort naar St. Mama , eene andere Stad van de Albaniërs; waarheen de vermoo^endite lieden van het gamfche land geweken waren om eene fchuilplaats te vinden. Nadat het Kafteel zich by verdrag had overgegeven nam Zogan in^gelyks bezit van deStaJ,maar , in weerwil van zyne bel-iften , liet hy zyn krygsvolk den vryën toom, dat daar op veelen der inwooners verfloeg, en de ove-igen fiaaven maakte. De overige Steden der Albani ned verovert eenige leden.  224 HISTORIE van HET XVI. ( Boek. i vul ( Af». < •- $ Franco Acciaoli ter dood gebragt. Het Kas teel van Salmemci geert zich êver. (u) Chalconu L. 9, C, 9. >p de anderen weigerden zich over te geeven. Mobam* ned , hier over verftoord , ontnam hem het bewind, :n herftelde Zogan. Vervolgens trok de Sultan in de Provincie Phceanum, laar hy een gróót getal Albaniërs ter dood bragt , die, )p zyn gegeven woord , levensmiddelen in zyn leger jragten.' Hy pleegde dezelfde trouwloosheid in het land /an Phliunte ; want befpeurd hebbende , dat de Albaniërs de voornaamfte oorzaak waren van de oproerigheid der Gieken , befloot hy hunne magt te verzwakken , als het beste middel om het oproer in het toekomende te beletten. Na deeze verlichtingen keerde Mohammed terug naar Alhenen , daar hy , op een valsch bericht der 'Janitzaren , die het Kasteel vermeesterden , als of het volk eene zamenzweering gemaakt had om de Stad overtegeeven aan Franco Acciaoli , Vorst van Boeoliën , en gewezen Hertog' van A henen , tien der voornaamfte burgers deed vatten , en hunne huisgezinnen naar Cunjlantinopolen overbrengen. Hy zond Acciaoli naar Zogan , die hem ter dood deed brengen Hierop zich gereed maakencle om over Pheres naar Adrianopolis terug te keeren , zond hy Prins Demetrius vooruit, en gaf hem de Stad' Mnus~, met de inkomsten van de zoutputten rondom dezelve ; en daarenboven nog twaalfduizend gouden kroonen uit zyne fchatkist'( u ). ■ 'Intusschen belegerde Zogan het Kasteel van SJ'nen'ca, en bood de inwooners zeer voordeehge voorwaarden aan , welke zy in den beginne van de hand weezen ; maar kort daarna gaf het Opperhoofd der Grieken, die een geheel jaar lang met onwinbaaren moed de aanvallen der 'lurken verduurd en afgeflagén had, de vesting over, onder voorwaarde, dat hem zou vryftaan zyne goederen mede te voeren. Prins  OTHO M AN N IS C HE R YK. 225 - Prins Thomas , Pylos verlaten hebbende , zeilde naar Corfu i daar hy. zyn huisgezin aan land zette, en vervolgens naar ltaltén flevende. Ten zelfden tyde zond hy een' gezant aan Mohammed , om te verneemen, of deeze genegen was om hem eene ruime ftreek lands langs .de zeekust af te ftaan , in wisfeling voor de Stad Epidamnim. De Sultan , in de plaats van hierop te antwoorden, deed den afgezant in hechtenis zetten; doch. zond hem eenigen tyd daarna terug. Thomas, te Romen gekomen zynde, wierd gehuisvest in het paleis van den Paus , en kreeg een inkomen van omtrent drieduizend Li vies voor zyne dagelykfche uitgaaven Cw)> -^us verviel geheel Morea in de handen der Turken , uitgezonderd alleen de Zeefteden , die in het bezit der Venetiaanen waren. ■"lot aan-At verovering van Bosniën. Terwyl dit in Morea voorviel, trok de Sultan op ter herovering van Semondria , dat door de Triballiërs aan den Koning van Hungaryen was overgegeven, doch, zohaast de inwooners van deeze Stad tyding kreegen van zyn' optogt , kwamen zy hem te gemoet, en booden hem, de fleutels van hunne Stad aan. De Turkfche fchryvers zeggen , dat hy Semendria , het wel < eenige jaaren te vooren door de Christenen was ingenomen , heroverde ; en voegen daarby , dat hy , binnen den tyd van twee jaaren na het inneemen van Conftantinopolen , meer dan, veertig fteden door geweld of by verdrag veroverde. In het volgende jaar vermeesterde hy de landen van Chifel Achmed , door het verraad van deszelfs broeder' lsmaè'1 Beg. Achmed vluchtte naar Uz&n Hasfan. Hierop (w) Chalcond Ihid Cp. 10 Oost. Hist. XII. Deel. Ff XVI. Boek. VIII. Afd. 8634 D. 1458. SsmenIria vsra. ch met Uzun Hasfan tegen hem verbonden had, zond derwaarts eene vloot van honderden v; ftig zeilen , zo galeien als andere fchepen , die ïldaar aankwamen op den zelfden tyd , toen Mohammed met zyne troepen de Stad te land genaderd waren; doch Mahmud Basha , door den Sultan vooruit gezonden zynde , had een mondgefprek met den Vorst , waarby deeze toeftond de Stad aan Mohammed over te geeven , mits dat hy hem Phi ippohs in de plaats gaf. Dit toegeftaan zynde vertro'< hy derwaarts. Vervolgens gaven Castamone en andere plaatfen zich insgelyks aan den Sultan over want de bezittingen van deezen Vorst, die zeer ryk waren , ftrekten zich uit van de Stad Hera. clea , die aan Mohammed toebehoorde , door het gantfche Koningryk van Pontus , tot aan Paphlagoniën en het land van Turgnt. Mohammed voerde zich naar Conftantinopolen een fchip van negenhonderd tonnen, dat Ismaël gebouwd had , en bragt het in de haven, daar hy zelf nog een grooter had leggen ; maar, toen deeze beide te flecht wierden om langer op Zee dienst te kunnen doen , bouwde hy ee.i fchip van drieduizend tonnen, dat kort daarna, door het groot overwigt van de mast, in de haven omfloeg. Na dit gedaan te hebben trok Mohammed , naar het 1 verhaal der Gïiekftbi Historiefchiyvers , op tegen Uzun Hasfan , wiens landen hy overviel , na Sebaste doorgetrokken te zyn , en de Stad Cortïcum veroverd te hebben. Toen hy verder meen.'e te trekken , kwam de Moeder van Uzun Piasfan hem te gemoet , die hem met  OTHOMANNISCHE RYK. 227 met minzaame redenen onder het oog bragt , dat hy kwaalyk deed van zyne land-en geloofsgenooten te beftryden ; waarop hy beloofde vrede met haar' zoon te zuilen maaken , mits dat deeze in het toekomende zyne landen niet zou ontrusten , of eenige hulp verleenen aan den Keizer van Trebizonde (y). Volgens het verhaal van" Ducas zou Uzun Hasfan , geen volk genoeg hebbende om ' Mohammed te keer te gaan , naar het gebergte op de grenzen van Pcrfiën terug geweken zyn. Van daar trok de Sultan door Armeniën , over de rivier Phafis , en den berg Caucafus in het land van Colchis, (onder weg veele plaatfen veroverende , ) en zo voort recht aan op Trebizonde ; daar hy -zyne vloot vond (z)., In zyn' optogt wierd Koijunlu Hisfar aan hem overgegeven door Husfeyn Beg , die gehuwd was met de Dochter van den Keizer van Trebizonde. Vervolgens floeg hy het beleg voor de laatstgemeltide Stad , welke , benevens het geheele Keizerryk , aan hem wierd overgegeven door Keizer David Comnenus op raad van zyne Schoonmoeder Sara - Chan. De Sultan ontving hem , en zyn geheel geflacht met alle tekenen van hoogachting , en zond hen onder een aanzienlyk geleide naar Conftantinopolen Qa). DAV1D was de zoon van den Keizer Alexis , en •de broêder van Joannes zyn' voorzaat ; na wiens overlyden hy met hulp der Cabaziten, die Mezochalde inhielden , eene Stad naby Trebizonde gelegen , zich meester maakte van de kroon , tot nadeel van zyns Broeders zoon Alexis, die toen nog maar vier jaaren oud was. De reden van Mohammed's misnoegdheid tegen David was, dat deeze eene naauwe verbindtenis had aangegaan met Lzïim Hasfan , en hem zyne dochter ten huwelyk ge- gee- (y) Chalcond Libr. o. Cap. 10, 11. D cas , Cap. 33. (») Ducas, Cap. 45. («) Cartem. pag. 107. Ff 2 XVI. Boek. VIII. Afd.. Doch aakt vrc i met hem.  228 H IS T O R I E van h et * XVI. Boek. vni. Afd. En< overgegeven. geeven ; zich verbeeldende , dat deeze Schoonzoon hem bevryden zou van de Schatting welke hy aan den Sultan moest betaalen MOHAMMED Basha, die te Sbilolimne gelegerd was , ried in zeker mondgefprek Georgius den Groot-. Kamerheer , die een volle neef was van den Keizer , dat hy trachten zou David over te haaien tot het overgeeven van de Stad. Deeze Vorst ftemde hierin toe , mits dat de Sultan met zyne dochter zou trouwen , en hem een ander land van dezelfde waardy als het zyne geeven. Mohammed wilde in den beginne aan geenerlei voorwaarden het oor leenen ; maar ten laaste nam hy, op aanraaden van zyne Raadsheeren y de voorflagen van den Keizer aan , waarop David de Stad overgaf, en met zyn huisgezin naar ■ Conftantinopolen gevoerd wierd. Mezochalde en| andere plaatzen gaven zich de eene na de andere over ; en dus vielen • de Stad Trebizonde en het geheele land van Colchis , die nog kort te vooren een magtig Keizerryk hadden uitgemaakt, eensklaps in de handen der Turken. ■ Hy befchikte over het volk" op verfcheiden wyzen ; eenigen plaatste hy onder de Janitzaren, anderen maakte hy tot fiaaven en niet lang daar na deed hy den Kei. zer en zyne zoonen zeiven ter dood brengen. De Gemaalin van Uzun Hasfan verzocht door een' brief aan den Keizer , dat hy haar- een' van zyne zoonen zou overzenden , of anders Prins Alexis Comnenus , die toen te Metelin was-.- Georgius de Groot-Kamerheer gaf deezen brief aan den Opziender der jonge Prinfen ; maar voor zich zei ven • vreezende >, zo het Mabmüd Basba ter ooren kwam , dat hy van deze zaak bewust was, eifchte hy den brief terug , en gaf dien aan den Sultan. .. zelve. De Sultan., denzelven. door. gelezen heb- (fc) Chalcond. Lib. o, Cap. n. .  OTH OMAN NIS CHE RYK hebbende deed de bovengemeldde perfoonen zeer naauw bewaaken , en hen kort daarna om het leven brengen , zonder zelfs Georgius , des Keizers jongften zoon , die Mahometaanfch geworden was , te fpaaren. De dochter van David , welke hy te vooren getrouwd had , verlaagde hy tot den dienst van kamermeid (O* Het wordt nu tyd dat wy eens terug keeren tot Scan-, der Beg, en zien wat die in deezen tusfchentyd in Epirus verricht heeft. Mohammed zond , kort na de dood van zyn' Vader , Hamza met twaalfduizend mannen ruitery tegen dien Prins; die op den top van den berg Modrhfa in eene hinderlaag leggende , de Turken in den nacht overviel, en hen verfloeg met eene groote nederlaag. Hy dreef hen weder naar beneden in de vlakte, daar Amefa., des Prinfen Neef, gereed ftond om hen op te wachten. In deezen flag fneuvelden zevenduizend Turken , en de Veldheer zelf, benevens eene groote menigte bevelhebbers en gemeenen wierden' krygsgevangen gemaakt." In het volgende jaar wierd Debreas met veertienduizend ruiters tegen Scander Beg afgezonden; de Prins trok op met zesduizend uitgelezen mannen om hem onverwacht op het lyf te' vallen by Pológus, j éér hy nog' in Eptrhs. zou getrokken zyn; doch by het maanlicht ontdekt zynde hadden üe-TiirkeH den tyd om zich in goede order te fchaaren. De Prins viel echter met groote verwoedheid op hen aan 3 en na met éigene hand den Veldheer Dehreas gedood te hebben dreef hy de vyanden op de vlucht'; die vierduizend - een - honderden-twintig dooden op het flagveld achterlieten. Van den kant "der Christenen fneuvelde flechts een gering getal, terwyl Scander Beg den buit onder de overigen verdeelde. Na Ce) Chalcond. Lib. o. Cap. ir." Ff 3 XVI. Boek. VIII. Afd. De Keiter m zyne zoonen ter dood ge'ragt. Voorfpoed mn Scander Beg-  J xvr. Boek. ! .Vlij: 1 Afd. Jly belegert Üclgrado. Zyn legei wordt gejla gen. 130 HISTORIE van het Na deeze verrichtingen pleegde de Prins te Dibra •aad met Mozes , den Bevelhebber van die Stad , die )y hem in groote gunst en aanzien was , wegens het selegeren van Sfetigrado; doch deeze door den Sultan omgekocht zynde , ried hem , dat hy van voorneemen iou veranderen , en Belgrado , dat op de grenzen van Epirus gelegen was , gaan belegeren. Ten dien einde verzocht de Prins byftand van Alphoufo , Koning van Napels , en zohaast dezelve gekomen was overviel hy die plaats met veertienduizend mannen ; en bragt dezelve zodanig in het naauw , dat de Turken beloofden zich te zullen overgeeven in gevalle zy binnen zestien dagen niet ontzet wierden. Toen de tyding van deeze belegering overgebragt wierd aan Mohammed , die toen op het punt ftond van naar Afië over te fteeken tegen den Keizer van Trebizonde , zond hy terftond Sibalias Basba met veertigduizend Ruiters om den Prins te noodzaaken het beleg op te breeken. Deeze doortrapte Basba , door het om. koopen der verfpieders van Scander Beg bewerkt hebben.de , dat de Prins geene tyding van zyne aannadering kon bekomen , overviel onverwacht dat gedeelte van zyn leger het welk in de vlakten lag. Mufachius, die hier over bevél had voerde hen aan zo goed hy kon , en bood een' dapperen tegenftand ; maar ziende, dat zyn volk by hoopen verflagen wierd , befloot by door de gelederen der vyanden heen te flaan ; doch fneuvelde zelf met al zyn volk , na wonderen van dapperheid verricht te hebben. Scander Beg wilde van het gebergte afkomen om hem by te ftaan ; maar alle zyne Bevelhebbers rieden hem deeze roekelooze onderneeming af. Op het laatft echter ziende , dat de Turken de vluchtelingen najaagden , kwam hy op het onverwachtst van het gebergte met vierduizend mannen , en deed eene groote flachting onder de geenen , die in de vlakte waren te. rug  OTHOMANNISCHE RYK. 131 rug' gebleven. Hierop de achterhoede van den Basha aantastende , deed hy daar groote fchade. Eindelyk begon de duifternis te vallen , waarop beide partyen naar de omleggende hoogten weeken; vanwaar vervolgens Scander heg terug keerde naar Epirus; en Sehalias in zegepraal naar tonjïantinopolen. Dit was de grootfte nederlaag , die Scander Beg immer geleden heeft; zyn verlies heftoni in tweeduizend mannen ruitery , en drieduizend mannen voetvolk, die meest alle Italiaanen waren , behalven nog zyne tent en krygstuig; ook wierden omtrent tagtig van zyn volk krygsgevangen gemaakt. De lurken verlooren in het geheel flechts drieduizend mannen. Zohaast Mozes bericht kreeg van deeze nederlaag , vluchtte hy met eenige anderen , die hy omgekocht had, naar Mohammed, die hem rykelyk" onderhield. Scander Beg ftond verbaasd over deeze trouwloosheid ; maar naderhand den verrader uit hoofde der verleiding verfchoonende, wilde hy niet, dat iemand hem eenige verwytingen zou doen. intusfehen fpoorde Mozes den Sultan aan om den oorlog voort te zetten ; en bewerkte by hem , dat hy zelf in het volgend voorjaar met vyftienduizend uitgelezen ruiters afgezonden wierd om Epirus te overvaf'en. Scan er Beg trok hem te gemoet ; en zohaast zy flaags geraakt waren dreef hy de voorhoede der Turken op de vlucht ; en toen hy vervolgens op het gros van hun leger aanviel , wendde Mozes zyne meefle magt tegen de plaats , daar de Prins zelfs zich bevond . met oogmerk om hem om het leven te brengen ; o:>k gelukte bet een' Turkfchen ruiter den Prins zo naby te komen , dat hy hem door een' fabelflag ruggelings op het paard deed nedervalien ; waarop de Othomannen , denkende dat hy gedood was , een groot ge. juich aanhieven j doch hy zich weder in den zadel hertellende viel op zyn' vyand aan en verfloeg hem. Kort daar- XVI. Boek. viiu Afd. Afvul van Mozes.  ! XVT. ' BoEic. : VIII. Aet>'. die weder terug keert. Afval v an Amefa. 33 Hl ST ORIE VAN HET laarna begaven de vyanden zich op de vlucht; en Mt* us ontkwam met niet meer dan vierduizend mannen de ilgemeene flachting. Indien de Sulran niet bevreesd was geweest de cverloopers te zullen affchrikken , dan zou by Mozes voorzeker hebben doen om het leven brengen; jic, kort daarna, zich by een'ieder veracht ziende, naar .zyn1 ouden Heer terug keerde; die hem vejgiffenis fchonk , en hem in zyn voorigen. post herffelde. Naderhand week Amefa uit gevoeligheid over zekere .beledigingen , welke hem , naar zyn zeggen, door zyri' Oom Scander Beg aangedaan waren , met vrouw en kinderen naar Conftantinopolen. Hy wierd zeer vriendelyk ontvangen door Mohammed , die in het volgend voorjaar Ishak , den Groot-Basfa van die Stad, met vyftigduizend mannen afzond naar Epirus , met last om , zodra hy daar zou'gekomen ZY^ > A-mefa tot Koning over dat land te doen uitroepen , opdat de inwooners daardoor mogten bemerken , dat Mohammed oorlog voer. de tegen hunnen Vorst , maar niet tegen hen. Scan. .der beg , om zich tegen dien ftorm te wapenen leide krygsvolk in alle de fteden van zyn land ; maar hield niet meer dan zesduizend mannen onder zyn eigen bevel; 'waarmede hy, zohaast het leger van den Basba hem in het oog gekregen had , de vlucht nam , doch niet, gelyk naar gewoonte , naar de bosfchen en bergen , rniaar naar Lysfa, eene Zeeft ad , die aan de Venetiaa. .nen toebehoorde , , even als ,of hy wanhoopte het land -te zullen behouden. Hierop trok Isbak Ba*ba het land verder in, tegen den raad van Amefa , dien hy reeds tot Koning had doen uitroepen ; en bereikte op den derden dag de vlak,te van Ainatka; den volgenden avond floeg hy zich neder in de velden van Pharfaliè'n , zo berucht wegens den flag tusfehen Ceefar en Pompejus; en trok den volgenden morgen naar den voet van den berg Tumenijïus. Hier  OTHOMANNISCHE RYK. 233 Hier overviel Scander Beg, die alle de beweegingen van zyne vyanden befpiedhad, hen op het onverwachts, toen zy hem het minst verwachtten ; en . hen in hunne legerplaats overvallende ,cér zy dentyd hadden omlzich buiten dezelve in flagorde te ftellen, maakte hy zulk eene zwaare flachting onder hen , dat zy hals over hoofd de vlucht namen in weerwil van Ishak en Amefa, die beide zich dapperlyk verdedi^. den , dcch eindelyk genoodzaakt waren te wyken , terwyl Scander Beg hen tot buiten de grenzen van Epi. rus vervolgde. De Turken verlooren in deezen flag twintig-of, gelyk andere Schryvers zeggen, dertigduizend mannen; en de Christenen niet meer dan zestig in het geheel (S). De buit was ongelooffyk groot; en onder de krygsgevangenen bevonden zich Amafa en nog een Sangiak, met welken. Scander Beg in zegepraal haar Croja trok. Na deezen flag vielen 'er geduurende twee jaaren tusfehen de beide partyên geene vyandelykheden voor; en in het derde floot Mohammed met Scander Beg een' vrede voor een jaar ; maar zohaast dit geëindigd was, zond hy Sinan Basba naar Epirus met een leger van twintigduizend mannen. Dit leger wierd welhaast verflagen , als mede een ander van dertigduizend onder Hasfan Beg , die zelve gevangen genomen wierd ; terwyl het een derde leger van agttienduizend mannen onder Tusjan Beg , niet beter verging. Ten laatfte Wierd Caraza , een oud Veldheer, en bekende van Scander Beg , op zyn verzoek., met veertigduizend mannen tegen hem afgezonden. De Prins van zyne aan« nadering verwittigd , verzaamelde eene veel grooter magt dan naar gewoonte , en tweeduizend mannen in eene (S) Deeze ongëloofiyke verhaalen doen zeer veel nadeel aan de geloofwaardigheid der Gefchiedenis van Scander Beg. Oost. Hist. XII. Deel. t}g XVI. Boek. VÏÖ. Aid.  234 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. viii. Af». De vred <*rordt gejlt ten. Epln tvervallen 4.D.H& eene hinderlaag geleid hebbende op de grenzen van 'svvands land , verfloeg hy deszelfs voorhoede, die uit vierduizend ruiters beftond. Kort daarna viel het overige Turkfche leger in Epirus i doch een geftadige ftort regen , die drie dagen achtereen duurde , belette hen om iets tegen eikanderen te onderneemen ; waarop de oude Turkfcbe Veldheer befloot weder naar huis te keeren zonder iets uitgevoerd te hebben. Hierop befloot de Sultan, befpeurende , dat hy Scander Beg met kon onderbrengen met die magt, welke hy misfen kon om hem te beoorlogen , een' gezant aan hem te zenden 'met koftbaare gefchenken, en aanbieding van vrede; welke eindelyk gefloten wierd in het jaar 1461 , en eenigen tyd ftand hield (<0~. , Dus luidt het verhaal, dat ons ge -eeven wordt door de Italiaanfche en andere westerfche Hiftoriefchryvers met betrekking tot de zaaken van Epirus geduurende deezen oorlog • maar Chalcondylas ftelt dezelve in een gantsch ander licht voor. Volgens deezen Schryver zond Mohammed in den zomer een groot leger tegen Scaniet Beg , . dien Morad nooit had kunnen te onder brengen, onder het bevel van Jofua, den Zoon van Btftfézesi die dat gedeelte van Macedonien veroverde , het welk aan 5'de Jonifche Zee grenst. Maar Stander Beg den Paus en Jltihonfus , Koning van Napels , zyn' gi ooten vriend , om hulp verzocht hebbende , met aanbieding van hen Croja voor hunnen byftand te zullen afftaan , zonden zy hem eene groote menigte voetvolk ; dat te Durazzo landende, de Turkfcbe landen overviel , alles uitplunderende en wegvoerende, dat onder hunne handen kwam Vervolgens zich met het leger van den Prins vereenigende, belegerden zy Sfétigrade; en zouden het'waarfchyniyk veroverd hebben; indien fojua hen niet (rf) Kkowles. Ottom. Emp. Edit. da Ricaut, in Mahomst 11.  OTHOMANNISCHE RYK. 235- niet onverwacht overvallen , en het geheele leger verftrooid had. Scander Beg , die toen gelukkiglyk niet daarby tegenwoordig was , week kort daarop naar zyne vrienden in Italien. By zyne terugkomst koos hy eece welgelegen plaats uit , en verfterkte dezelve om , ingevalle hy door de Tin ken vervolgd wierd , derwaarts de wyk te. kunnen neemen. Deeze plaats was gelegen naby Durazzo, op de kust vart de Adriatifche Zee , op een klein fchiereiland van omtrent drie vierden van eene myl in den omtrek ; welke plaats hy verfterkte met een' fterken wal, en met Aibaniërs bevolkte. Ook ftelde hy Durazzo in een' beteren ftaat van tegenweer dan het te vooren geweest was , en bezorgde zich dus een' veiligen aftogt ter zee , in gevalle by door overmagt mogt genoodzaakt worden het land te verlaaten. Na deeze voorzorg gebruikt te hebben verzaamclde by een vliegend leger van Al'oanïèrs, en begaf zich daarmede naar het gebergte , daar hy zich nu eens op de eene , en dan weder op de andere plaats liet zien, naar maate dat zyne tegenwoordigheid aldaar vereischt wierd , en hield fteeds een waakend oog op de vyanden ; die echter kort daarna een' inval deeden , en het land van het een einde tot het ander verwoestte , menfehen en beeften wegvoerden , en fteden en dorpen verbrandden , zonder eenigen tegenftand te vinden (O- Om deeze berichten, van Cbalcondylas te ftaaven vinden wy by Ducas , dat Mabammed alle de voornaamfte mannen van Albanien deed ter dood brengen , en alle de vestingen deed flechten, uitgezonderd Monemhafia , dat ftaan bleef, tegen zyn voorneemen. Dee ze Schryver voegt nog daarby, dat de Sultan eene vloot van honderd-en-tagtig fchepen naar den Archipel zond Ce) Chalcohd. Libr. i. Cap. 16. Gg 2 XVI. Boek. vin. Apd.. De Festinien var. <\'baniën %ejleclit.  HISTORIE van HtT1 XVI, Boek. viii. 4ï2>. Hegyra, 8654.JD.1460, ^.D.1463 Mitylent aangeval- zond, zonder eenig nut daarvan te trekken; dat-byëen gedeelte van den winter te AdrianopMs doorbragt, en het overig gedeelte te Conftantinopolen ; en dat hy een fchip van eene buitengewoone grootte deed bouwen, alsmede een toneel , dat in het Perfiaamch. Bezejian genoemd wordt (ƒ). Naardien nu de Griekfcbe Eilanden tot dus verre onveroverd gebleven waren, bragt Mohammed, in het jaar 865, eene groote. vloot byëen, en belegerde Mltylene ; welk eiland, fchoon het dapperlyk verde» digd wierd , zich eindelyk moest overgeeven. De andere eilanden zouden het zelfde lot ondergaan hebben , indien Mohammed. niet van. deeze onderneeming was afgetrokken door den opftand van de Caficla Voda , of Vorst van Wallachiè'n , die de jaarlykfche fchatting wei-i gerde .te betaalen (g ). De Griekfcbe Schryvers • zyn hier omtrent veel-omftandiger. Volgens Ducas, verfcheen Mohammed, met eene vloot van zeven-en-zestig fchepen voor Lestos, en eischte dit eiland op van Nicolao Gattiluzzio, die toen bezitter van. het zelve was. Nicolao , die , om deeze heerfchappy te verkrygen , zyn' broeder Domu nico vier jaaren te.vooren had doen -verworgen had tot verdediging van het eiland , alle de fterk ten en vestingen doen herftellen , en dezelve voorzien met vyfduizend foldaaten , behalven de inwooners , die, vrou-> wen en kinderen daar-onder gerekend, een getal van vyf-en-twintigduizend uitmaakten. Op s het-. weigeren van de Stad over te. geeven, keerde Mohammed terug, naar Adrianopolis., en liet het opzicht over het beleg: aan- den. Vizier Mahmud ; die het zelve met zulk een hevigheid, befchoot, dat hy een .gedeelte. van. den. wal , ge» (ƒ-) Ducas, Cap. 45, - (g). Cawtem. pag. 108,  : QTH OM A'NN-IS C HERY K. 237 genaamd Mehnudion verwoeftte, benevens een gedeelte der overige vestingen en torens. Eeke zo groote bres vervulde de belegerden met angst; en offchoon zy met hulp van eenige zeeroovers geduuriglyk uitvallen deeden , en de plaats moediglyk verdeedigden , deed de Prins echter aan Mohammed Basba weeten , dat hy genegen was het Eiland af te ftaan, ingevalle hem eenig ander land in de plaats gegeeven wierd, gelyk hem in den beginne was- aangeboden. De Basba gaf van dit voorftel kennis aan Mohammed.- Deeze was zó- verheugd over deeze tyding , dat hy zelf overkwam om dit verdrag te fluiten. Nadat het Eiland aan hem overgegeeven was , liet hy het gemeene volk daar blyven om het land te bebouwen , uit de lieden van den middelftand maakte hy fommigen tot fiaaven en anderen tot Janitzaaren ; en de voornaame lieden wierden naar .Conftantinopolen gezonden om die .Stad weder te bevolken. De Zeeroovers , die driehonderd in getal waren, .wierden allen van onderen op tot de borst toe van een gehouwen, en dus weggeworpen om in hunne fmarten te fterven. MOHAMMED zette, kort na zyne terugkomst in de Hoofdftad * den Prins gevangen ; benevens Lucio zyn' vollen- neef, die fchoon nog jong hem had bygeitaan in het vermoorden van zyn' broeder; en fchoon zy beiden Mabometaanfcb wierden om hun leven te red den ; wierden zy echter kort daarna weder gevangen gezet , en na verloop van eenigen tyd onthoofd (b). '. Vervolgens ontbood 'Mohammed den fVaywode van' Wallachiën om hem hulde te komen doen ■> vyfhonderd jonge mannen met zich te brengen en in het toekomende tienduizend kroonen jaarlyks aan fchatting op te brem gen; maar de Vorst deed hem ten antwoord.geeven , dat! (ft) Ci! alqqnd. .Libr. ic* Cap..-2. G g 3 XVI. Boek. VIII. Afd. En overgt' veeven, De Prins, m zyn Neef workn ons. loofd. De Vorst >nn Walla:hiën weigert den Sultan huiiet e deen.  XVL Boek. •vin. Afd. Mohammed vait ii Wallachiën. Ü3S HISTORIE .VAN HET dat' hy gewillig was ora de fchatting te betaalen, maar dat hy niet van zins was hem de jonge manlchap te leveren , of hem te komen aanbidden. De Sultan over dit antwoord vertoornd , zond een' van zyne voornaamfte hovelingen verzeld van een' geheimfchryver , om den Wayivode de gemelde fchatting af te vorderen , en hem aan te zeggen , dat zyn Heer het overige in bedenking zou neemen ; maar de Waywod: , in de plaats van de fchatting te betaalen , deed den afgezant en zyn' geheimfchryver empaleren ; en vervolgens den Donau overtrekkende , verwoestte hy Dijieta , en brast van daar veele krygsgevangenen, die hy insgclyks deed empaleeren. Kort daarna verfloeg hy Hunza , don Land-, voogd van deeze Provincie, die met tienduizend mannen tegen hem opgetrokken was ; welken hy gevangen gekregen hebbende even als de anderen deed empaleeren. MOHAMMED , door deeze beleediging van gramfchap woedende , trok zelfs in Wallachkn met een leger van honderd-en-vyftigduizend mannen ; doch naardien de inwooners naar de bosfehen en de engten der gebergten geweken waren vond de Sultan , geduurende zeven dagen niets anders dan een geheel verlaten wilderdernis. Ten laatste kwam hy in eene aangenaamer landitreek , doch vond dezelve by zvne komst geheel bezet met ftaaken, waar arm dé lyken der geëmpaleerden nog hingen ; waar onder ook dat van Hamza in een kleed van purperen zyde gevonden wierd. Dit gezicht vervulde hem met fchrik , en in den volgenden nacht viel de Waywodc in zyne legerplaats , daar hy eene groote flachting aan rechtte , en met het aanbreeken van den dag haar zvne ei-én legerplaats terug keerde O). Doch Hali Beg , de zoon van Michaei, afgezonden om hem te vervolgen , verfloeg eene groote menigte (i) Ducas. Cap. 45 Chalc. Lib. *C4$. *| 16. s  OTHOMANNISCHE RYK. 23* nigte van zyn volk , en nam tweeduizend gevangen , welken Mohammed voor zyne oogen deed om het leven brengen. Na dit voorval trok Vladus , zesduizend ruiters achtergelaten hebbende om de Turken te ontrusten , met - zyne overige magt op tegen Bogdam , die zich meester gemaakt had van Celium , of Kihir , eene Stad; aan den Donau. De ruitery , welke hy achtergelaten had om op de Turken acht te geeven, hadden de onvoorzichtigheid van hun leger , tegen het gegeeven bevel, aan te tasten , en wierden geflagen met verlies van tweeduizend manr.en; een tegenfpoed, die Mohammed gelegenheid gaf om het land zonder eenigen tegenftand te doorkruifen en meer dan tweehonderdduizend ftuks hoornvee en paar. / den weg te voeren. De Sultan liet den Broeder van Vladus, genaamd Dracala in Wallethien achter, die onder zyne Landgenooten, welke reeds een' haat gekregen hadden tegen Vladus, uit hoofde van zyne wreedheid , zulk een' fterken aanhang kreeg , dat hy met hulp van de Turkfcbe troepen , die op de grenzen gebleven waren , het land meer en meer begon te veroveren. Vladus, zich door zyn eigen volkv verlaten ziende , week naar Hungaryen , daar hy door de vrienden en bloedverwanten van hen, die hy had doen vermoorden , by Koning Mathias, den zoon van Joannes Bunniades , aanklaagd zynde , een geftreng vonnis kreeg , volgens het welk hy naar Belgrado gezonden wierd , daar hy tien jaaren _ gevangen bleef. Eindelyk weder in vryheid gefteld zynde iheuvelde hy in een' veldflag tegen de Turken. In het jaar 867. gaf Mohammed bevel om de Kat'irga JÏÏmanni'", dat is de Drieriemige Haven , in het zuiden^ binnen de wallen van Conjlantinopolen aan te leggen. Terwyl hy hiermede bezig was maakten de Grieken vereenigd met XVI. Boek. VUL Afd. En verwest het md. Vladus srdreyea. Hegyra 867. .0.14.61'  I40 H I S T O R I E VAN HET XVI. Boek. vj!i. Afd. Andere overwinnin gen. Hegyra 868' A D.1463. Bosniën overvallen en veroverd. met de Venetiaanen een' opftand in Morea; en de Steden Ghingherjinlik , Sada. Ghiuzelje- Hisfar, Duraj , ën Ezorn'ik~, ingenomen hebbende, trachtten zy de lurken uit die geheeje provincie te verdryven ; maar. Mehemed Basba,die met een groot leger afgezonden was om de oproerigen te beteugelen, overviel hen zo onverwachtdat hy niet alleen deeze Steden hen weder ontnam , maar daarenboven de Provincie Kojeb Herfek , of Oud llly. riën veroverde. De Sultan deed by wyze van dankzegging voor deeze overwinningen de Kerk der H. Apostelen af breeken en een groote Jami, naar zyn' naam Mohammedich genoemd , in de plaats bouwen. Dit ge-' bouw , dat voor geen der wonderen van de Oudheid behoeft te wyken , wierd in tien jaaren voltooid. In het jaar 868. verzaamelde Mohammed een groot leger , waarmede hy den Vorst van Bosniën overwon en verfloeg; vervolgens fterke bezetting in alle de vestingen van dat Land leide, en by zyn' terugtogt de grenzen tusfehen dat land en Jlbanieri verfterkte door Kafteelen te bouwen in de engten der gebergten (£)• De Oorlog van Morea, die by de Turkfche Schryvers eerst geplaatst wordt, ftaat, gelyk zulks raeermaalen gebeurt , by de Ghristenfchryvers , die minder verward zyn dan de cerstgemelde in het verhaalen der gebeurtenisfen , het laatst te boek gefteld. Volgens hun verhaal bouwde Mohammed', na den togt in Wallachien , verfcheiden Kafteelen en prachtige gebouwen, onderanderen het Saray of Seraglio te Conftantinopolen , en de Kasteden aan den Hellespont , en beöoriogde in het volgend voorjaar de Illyriers , die het land van Bosniën bewoonen , om dat hunne Vorst volftrektelyk weigerde de gewoone fchatting van vyftigduizend Dukaaten te be- (&) Cantjïm. pag. 10&, & feqq.  OTHOMANNISCHE RYK. 241 betaalen. Hy befloot ten zelfden tyde een' inval te doen in het land van Sandal, den bastaart zoon van den Vorst, die voordeezen over de lllyriers geheerfcht had. De zoons van dien Vorst onder eikanderen verfchil krygende over de erflanden van hunnen Vader, lieten de uitfpraak over aan Mohammed , die dezelven aan . Sandal toewees , en aan ïsbas , Landvoogd der Scopiaanen , bevel gaf om hem by te ftaan ; hierop deed Sandal zyne broeders den Oorlog aan , en verwoestte het gantfche land. MOHAMMED de rivier Dorobiza , die de Tribal» liè'rs van óelllyriè'rs affcheidt , overgetrokken zynde , trok naar den Illyrisfus , en daar zyn volk op vlotten overgefcheept hebbende, doortrok hy welhaast het gantfche land , en floeg het beleg voor de Stad Dorobiza. Offchoon nu deeze plaats buitengemeen fterk en byna ongenaakbaar was, dewyl zy op een' hoogen berg lag, gaf de bezetting zich echter na eenige dagen by verdrag over. Daarna zond hy Mabmüd Basba om den Prins van lllyrien by verrasfing te overvallen ; die op de tyding van Mahmud's aannadering naar Clytia vlood, welke Stad in een moerasfinge landftreek gelegen , en dus geduurende den winter ongenaakbaar is, doch de grond door de hitte der zomerzon opgedroogd zynde naderde de Basba tot aan de graft zelve, en maakte zich gereed om de Stad te'beftormen. Hierop wierd hem dezelve by verdrag overgegeeven , onder voorwaarde , dat het leven en de goederen van den Prins en de inwooners zouden gefpaard worden. . .. Het grondgebied van Sandal ftrekte zich uit tot aan de poorten van Ragufa , met welke Republiek hy eenig verfchil had. Na dat hy zich in een' minnehandel met de huisvrouw van een' Florentynfchen Koopman had ingelaten begon hy zyne Gemalin met minachting te behandelen. Deeze, misnoegd over zyn flecht gedrag, week Oost. Hist. XII. Deel. Hh met XVI. BOEK. VIII, Afd.  XVI. Boek. viii. Afd. De land van San i v.rovird, benevens eenige an ëert 'Stedi 54a HISTORIE van hit met haar' zoon naar de Ragufaanen ; die haar weigerden terug te zenden zo lang Sandal zyne minnaares by zich bleef houden, Hierop verklaarde hy hun den oorlog, verfloeg hun leger , waarvan zy het bevel aan zyn' zoon hadden opgedraagen , en verzocht toen aan den Sultan, dat hy zich met hem zou vereenigen tegen den Prins van Ulyrien; doch ziende, dat de Turken met eene grooter magt aankwamen dan hy begeerd had , was hy ter verdediging van zyn eigen land tegen hen op zyne hoede. M AH MUD , na hem deezen dienst gedaan te hebben, trok op om zich by den Sultan te vervoegen; deeze had intusfchen zyn' rogt genomen naar Jaytia, de Hoofditad van geheel lllyrien , welke zich terftond aan hem overgaf, dewyl de inwooners bevreesd waren geworden op het hooren der verovering van Dorobiza , dat de voornaamste fterkte van het gantfche land was. Mabrnud Basba veroverde ook nog' veele plaatfen op zyn' togt , die zich aan hem overgaven op bevel van hunnen Prins, dien Mohammed met zich voerde naar het land van Sandal , dewyl nu alle de Illyiiers overmeesterd waren. Kort daarna zond de Sultan gezanten naar Ragufa om de Gemaalin van Sandal op te eifchen ; doch deeze, die zulks reeds verwacht had , was bytyds naar lialien geweken. Vervolgens alle zyne troepen byëen verzaameiende ?«trok hy in het land van Sandal , het welk hy van het a! een eind tot het ander verwoestte , en vervolgens zich voor de Hoofdftad nederfloeg ; doch, niet in fiaat zyn. de dezelve te veroveren , keerde hy, na eenige vergeef« fche aanvallen , zyne wapenen tegen Conjlantina, Caragufd , en Paul , welker inwooners zich alle aan hem onderwierpen , en gevanglyk weggevoerd wierden. De Prins der lllyriers , op zekeren morgen getracht hebbende te ontvluchten, deed Mohammed hem by zich ontbie. den j en, in weerwil der vooripraak van den Basba, op ftaan- den  OTHOMANNISCHE RYK 243 den voet onthoofden. Andere zeggen, dat hy hem levendig deed villen CO» Oorlog met Scander Beg, en met de Venetianen. De Venetiaanen , die de naaste nabuuren van deezen^ Prins waren, zagen deezen voorfpoed van Mohatnmedk met geene onverfchillige oogen aan,- doch ichoon de Tur-i hen by verfcheiden gelegenheden de onderdaanen van hun d nen Staat zeer fiecht behandeld hadden, waren zy echter befchroomd om de wapenen op te vatten. Doch, na dat Joshua, de zoon van Alban zich door de verraadery van een' priester meestergemaakt had van Argus, en Omar, de zoon van Turakan, verfcheiden invallen had gedaan op het grondgebied van Naupakus ; en zy beiden te gelyk het land van Modon in Morea , dat aan de Veniiiaanen toebehoorde , hadden uitgeplunderd, overreedde Victorio Capelli door eene manmoedige aanfpraak den Raad van Venetien om een verbond te maaken met de Hungaaren , en de Turken den oorlog aan te doen. Dit befluit genomen zynde zonden zy gezanten men een gefchenk van vyf-en-twintigduizend dukaafcen aan Koning Mathias , den zoon van Joannes Hunniades ; die daarop terftond eenige troepen byëen verzaamelde , op het onverwachtst een' inval deed in de Turkfcbe landen, en de vestingen , die Sabutin gebouwd had om Belgrado te benaauwen, verwoestte, vervolgens van daar voorttrekkende tot aan de Save verfloeg hy de Turken en Tribal» liers, die hem den doortogt wilden beletten , en keerde terug met twintigduizend fiaaven, en dit was alles, dat door de Hungaaren wierd uitgevoerd. De Venetiaanen zonden van hunnen 'kant terftond vyf- en« (l) Chalcond. Libr, 7, Sc Scqq. Hh 2 xvr. Boek. viii. Afd. )t Venetianen ver. laaren den hrlcg aan t Turken. De Vene-  *44 HISTORIE vak het XVI. Boek. viii. Aïd. tiaanen val'en in Morea. Be Grieken hetbou wen den timur vin Corimher en-dertig galeyen en twaalf groote fchepen af , beladen met voetvolk , en tweeduizend mannen ligte ruitery, onder het bevel van Aloïfio Loredano, Deeze wierden verflerkt door vierduizend Bandieten van Candia. Zohaast deeze magt in Morea geland was verwekte zy de inwooners tot een' algemeenen opftand. De Turkfche Landvoogd , die te Megahpohs, of Lëontarium, zyn verblyf hield , zond aanftonds bericht aan den Sultan van dit oproer ; terwyl de Venetiaanen van Nauplium voorttrekkende het beleg floegen voor Ar gas , dat zich terftond overgaf , dewyl de geheele bezetting enkel beftond uit vyftig Janitzaren, die vryheid kreegen om met hun goed zich te begeven , werwaarts het hen zou behaagen. Het eerste werk der Grieken en Albaniers was het her* ■bouwen van den muur op den Isthmus van Corinthen, niet alleen om den vyand van buiten aftekeeren, maar .ook om de Janitzaaren , die overal in de binnenfteden in bezitting lagen , het vluchtten te beletten; en door hulp der Venetiaanen, die hen van den Zeekant van ftee. nen en andere noodige bouwffoffen voorzagen , wierd deeze muur binnen weinig dagen in een' goeden ftaat van tegenweer gebragt. Intusfchen deeden zy hun best van alle kanten om het volk op hunne zyde over te haaien 5 doch die van Corinthen hunne voorfiagen verwerpende , beflooten zy die Stad te belegeren , maar zagen zich welhaast genoodzaakt die belegering op te breeken.' Ook mislukte het hen de Actajers van Mohammed" s belangen af te* trekken-; zelfs was 'er niet ééne Stad van geheel Laconien , die hunne zyde koos, uitgezonderd 'iparta ; want de Turken kruisten aan alle kanten belettenden dus hunne voorneemens. Kortom , daar het winter was, en men het krygsvolk, van wegens ^de. koude niet op' de wallen kan-doen blyven, en 'sf.,daarenboven tyding kwam , dat Mabmud Basba welhaast -  O TH OMA N NIS C H E RYK, 245 haast met een groot leger zou aankomen , gevolgd door den Sultan zelve met eene nog veel grootermagt, vonden zy goed den Isthmus te verlaaten, en naar de plaatfen , die zy veroverd hadden, te rug te trekken. De Turken waren van hunnen kant niet minder bevreesd voor de Venetiaanen ; want zohaast Mahmud Basba te Larija gekomen was , waarfchouwde hem Omar, de Landvoogd van Thesfalien \ van niet verder voort te trekken, vóór dat hy den Sultan gewaarfchouwd had , dat'zyne tegenwoordigheid vorftrekt vereischt wierd, dewyl de zaak van te groot gewigt was om door zyne Bevelhebbers uitgevoerd te kunnen worden ; doch wanneer Mahmud kort daarna door brieven bericht kreeg, hoe het met de zaaken gelegen was, trok hy verder, en den muur verlaten vindende , en daarenboven höorende , dat alle de fchepen Zee. gekozen hadden , trok hy langs den weg van Corinthen naar Argos , waarin eene bezetting kg van zeventig Italianen , welken hy krygsgevangen maakte ; van daar trok hy door de provincie van Tegea , en floeg zich neder digt by Leontarium , van waar hy Zogan , die nieuwlings aangefteld was tot Landvoogd van Morea , in de plaats van Joshua , den zoon van Alban -, afzond naar Patra, en andere nabuurige plaatzen om dezelve van levensmiddelen en andere krygsbehoeften te voorzien. • Ten zelfden tyd zond hy Omar af om de landen der Venetiaanen te verwoesten, die met twintigduizend mannen eene Stad naby Modon ftormenderhand veroverde, en de inwooners ten getale van vyfhonderd naar Conjlantinopolen zond, daar zy allen op bevel van den Sultan voor zyne oogen in ftukken gehouwen wierden. De Basha het jaargetydë ongefchikt oordeelende om Steden of vestingen aan te tasten , liet Omar en Ajan te Sparta om de inwooners van die Stad en van T'enarvs 5 Hh 3.» en XVI. Boek. vin. Afd. Morea wordt door de Turken heroverd.  S4Ó" HISTORIE TAN HET -XVI. .Boek. ■ VII. Asd. De Vene: thanen heroveren Lemnos. en Epidaurus over te haaien om tot hunne gehoorzaamheid aan den Sultan weder te keeren,- doch deeze lieden, fchoon zy grootelyks verfchrikt waren geworden door den inval der Turken in Morea , en zelfs veelen van hen naar de gebergten waren gevlucht , lieten zich opftooken door de Venetiaanen , die hen van hunnen byftand en van dien der Hungaaren groote dingen beloof, den , en wilden aan gene bemiddeling het oor leenen. Lntusschen heroverden de Venetiaanen het Eiland Lenu nos , door middel van zekeren Comnenus , Bevelhebber van het Kasteel; die de voornaamste lieden van dit Eiland voorkwam in het verkoopen van het zelve aan deeze Italiaanen , door het vrywillig aan hen over te geeven. Na deeze verovering keerden zy terug naar Morea met een' goeden voorraad levensmiddelen om de vestingen te voorzien (m). COMIN1US , of Comnenus , die het Eiland Lemnos by verrasfing aan de Turken ontweldigd had, wierd in het Bevelhebberschap opgevolgd door Urfato Juftiniani, die in den Archipel kruiste met twee en dertig galeien, terwyl Andrea Dandalo te Land de Turkfche Ruitery by Mantinea al te onbedacht aantastende , met vyftienhonderd mannen verflagen wierd, Urfato was nog ongelukkiger in het beleg van Mitylene op het Ei/ann Lesbos , daar hy, in twee aanvallen , vyfduizend mannen verloor, het geen hem zo zeer ter harte ging , dat hy kort daar na in Morea overleed , en in het Bevelhebberfchap wierd" op. gevolgd door Giacomo Laurentani. De Venetiaanen door deeze verliezen grootelyks verzwakt verzochten byftand van den Paus , die hen veele hulptroepen uit Buitfcbland, Frankryk, Spanjen en andere Lan- (w) Chalcökd. Libr. 10. Cap. 7 —- II.  OTHOMANNISCHE RYK. 247 Landen bezorgde. Zy hielden insgelyks aan by Scander Beg , dat hy zyn verbond met Mohammed zou verbreeken , en. zich met hen vereenigen. De Sultan vreezende , dat deeze Prins tot Opperveldheer van de legermagt der Christenen zou verkozen worden zond gezanten aan hem , met belofte , dat hy hem de vyandelyke invallen van zyne Epireten vergeeven zou, ingevalle hy het verbond met hem wilde vernieuwen; maar Scander Beg,\ die ten zelfden tyd een' brief van den Paus ontvangen had , waarin deeze hem meldde , dat hy zelf, verzeld van andere Christen - Vorsten , ten fpoedigste met een magtig leger naar Epirus zou overkomen, en hem tevens aanmaande om den oorlog tegen de Turken te verklaaren, viel eensklaps in de Turk/cue landen, en keerde, na alles wyd .en zyd verwoest te hebben , met grooten buit tUM*0 HAMMED zond, om Scander Beg in zynen loop te fluiten , keremet Basha met veertienduizend mannen teeen hem af ; die zich naby Ücrida in Macedoniè'n nederfloeg. De Prins van het oogmerk der Turken verwittigd zond , na alvoorens twaalfduizend mannen in eene hinderlaag gelegd te hebben, vyfhonderd Kuiters , met bevel om. ingevalle zv den vyand niet in het open veld konden krygen , op den eersten tegenftand de vlucht te neemen, en hen dus in den flrik te doen vallen, Deeze list had de gewenschte uitwerking ; de 'Jurken wier-, den van alle kanten overvallen , en verlooren tiendui-, zend mannen. De Schatbewaarder van het leger- wierd,' met nog twaalf der voornaamfte Legerhoofden , krygsgevangen genomen , en voor veertigduizend Ducaaten ièrantfoeneérd. Na deezen voorfpoed keerde Scander Beg terug naar Epirus om de aankomst der Lhnsten hulptroepen af te waachten ; maar de dood van Paus Pius, die te Amana ftierf toen hy gereed ftond om met dezelve fcheep te gaan , was oorzaak dat zy zich welhaast ver- XVI. Boek. vul Afd. Scander Begdoetde furken len Oorlog san. En lehaalt en? groote verwin. Mg. 4 zx1464.  XVI. Boek. Vill. Afd. Serviën Verwoest. *4$ HISTORIE van het fpreidden tot groot nadeel en te leurftelling van de geenen, die op hunnen byftand gewacht hadden. Intwschen bleeven de Venetiaanen , die Vittorio . Capelli tot hunnen Bevelhebber verkozen hadden, den Oorlog voortzetten ; en veroverden binnen korten tyd de Stad Aulis op het Eiland Euboea, of Negropont, Lir. zum in de Golf van Thesfalonica , en her Eiland Jm* .bros. Vervolgens zyn volk by Pyreaum aan land zettende overrompelde hy de Stad Athenen ; van waar hy al het volk en den buit met zich naar Euboea voerde. Hier bericht krygende , dat Patras in Morea aan hem door de Christen inwooners zou overgegeeven worden, ontfeheepte hy vierduizend mannen voetvolk , en tweeduizend Ruiters ; die ongeregeld de Stad naderende * omtrent eene myl van dezelve door de Turkfche bezetting ontmoet en geflagen wierd. In deezen flag fneuvelde Barbarini de Bevelhebber van het voetvolk; Ragio , die het bevel had over de ruitery , wierd gevangen genomen , en geëmpaleerd ; en van de overigen bereikten naauwlyks duizend hunne galeien. Capelli wierd zo droefgeestig over deezen ongelukkigen uitflag tegen Patras , dat hy kort daarna in Euboea ftierf. De Vmetiaancn , door deezen tegenfpoed neêrflagtig geworden , verzochten om byftand by Mathias Corvinus, den zoon van den beroemden Johannes Hunniades , Koning van Hungary'én; die hunne bezettingen onder zyne befcherming neemende, vroeg in het voorjaar by Belgrado den Donau overtrekkende; en-de fterkten flchten. de , die de Turken daar gebouwd hadden , in Serviën viel, en van daar terug keerde met twintigduizend gevangenen en een' grooten buit. Terwyl dit gebeurde zond Mohammed , om de nederlaag van Seremet Basba te wreeken , vyftienduizend ruiters , en drieduizend mannen voetvolk naar Epirus , onder het bevel van Balibanus Budera , eerj' geboren' Epi-  OTHOMANNISCHE RYK. 249 Fpiroot , maar in den Mahometaanfcben Godsdienst opgevoed ; dezelfde , die by de verovering van Conjlantino■polen het eerst den wal beklommen had. Deeze Veldheer, te Alcbria op de grenzen van Epirus gekomen zynde, dacht Scander Beg te verrasfen ; die met weinig volk digt by de plaats gelegerd was ; maar in zyn oogmerk niet flaagende betrok hy kort daarna een rotsachtig ge. bergte , dat een gedeelte der vlakte van Vakhal influit, daar de Prins gelegerd was met vierduizend ruiters en vyftienduizend mannen voetvolk ; doch op de aannadering der Turken verliet hy dezelve , en trok naar een heuvel, die achter hen gelegen was. Balibanus, die deezen aftogt voor vluchten hield , rukte fchielyk aan om hem te overvallen ; maar wierd na een lang en hevig gevecht geheel geflagen. Eenigen der beste Bevelhebbers van Scander Beg wierden echter, doordien zy dep vyand verder vervolgden dan hen gelast was , afgefneden, en na een' wanhoopigen wederftand gevangen genomen. Onder deezen waren onder anderen de beroemde Mo fes Galanus. Mufachius, Giuïza, Perlot, en anderen. Zy wierden allen naar Conftantinopolen gezonden , verwaarts Scander Beg een' afgezant zond om hunne vryheid te bewerken ; maar de Sultan, die zyn' voorflag van uitwisfeling of rantfoen volftrekt van de hand wees , deed hen , na dat hy hen allerhande fmaadheden had - aanga daan , levend villen; onder welke fmarten zy nog vyftien dagen bleeven leeven, BALIBANUS, de verfpieders van Scander Bei omgekocht hebbende, zou hem verrafcht hebben in zyne legerplaatfe by Oronichewn , indien hy , dieteelf al toos wacht hield , de vyanden door het gebriefch hun ner paarden in het holste van den nacht niet ontdek had. Hierop zyn leger fchielyk in order brengende, ont ving hy hen zo wel, dat-het grootfte gedeelte geflagei wierd ; terwyl de Veldheer zelf met eenige weinige! Oost. Hist. XII. Desl. Ii he XVL Boek. VIII. Afd. Balibanue geflagen door Scander Beg, t t E  250 HISTORIE VAN HET XIV. Boek. VIII. Aid. Balibanus wordt ten tweede', marde geJlagen. het ter naauwernood ontkwam. Balibanus befpeurende, dat hy door list tegen Scander Beg niets kon uitrechten, trok , na dat hy eene verfterking van veertienduizend ruiters en drieduizend voetknechten gekregen had, naar de ruime vlakte van Sfetigrado om Scander Beg daar flag te leveren ; die op deezen dag met flechts agtduizend mannen voetvolk en vyftienhonderd mannen ruitery genoegzaam wonderen deed. In het hevigst van het gevecht wierd zyn paard onder hem gedood, en. hy zelf door den val bezeerd ; waarop de Turken van alle kanten kwamen toefchieten om hem van kant te maaken ; doch hy wierd nog bytyds door zyn volk gered. Zohaasc hy zich berfteld had doodde hy met zyne eigen hand Solyman , een' der voornaamfte Turkfche Bevelhebbers , !en kort daarna begaven de Turken zich op de vlucht ; terwyl de overwinnaars hen op de hielen vervolgende eene groote flachting onder hen aanrechten , zo dat Balibanus met eenige anderen zich naauwlyks met de vlucht kon redden. Deeze Veldheer te Conjlantinopolen terug gekomen zynde fchreef den flechten uitllag van zyne onderneemingen toe aan zyne geringe krygsmagt, en verzocht om een grooter leger ; waarop de Sultan hem met veertigduizend mannen naar Epiius zond. Van deeze nam hy twintig duizend ruiters en vierduizend mannen voetvolk , waarmede hy rcchtftreeks naar Epirus trok ; terwyl hy de anderen , beftaande uit zestienduizend ruiters onder Takub Arnaud , of anders genoemd 'Jacob Epiroot, bevel gaf om een' anderen weg te kiezen , ten einde zy dus Scander Beg tusfehen deeze, twee legers mogten influiten. Zohaast zy in de vlakte van Vakhal ge. omen waren trok de Prins met agtduizend ruiters en vierduizend mannen voetvolk hen te gemoet, Hy had voorgenomen den flag uit te ftellen tot dat Takub insgelyks zou aangekomen zyn ; doch zyn volk onverduldig zynde om met de Turken  OTHOMANNISCHE RYK. aji fon handgemeen te raaken , viel 'er een bloedig gevecht voor ; geduurcnde het welke de oude bezetting van Croja kwam aantrekken om de Epiroten te hulp te komen, waarop de Tut ken wederom de nederlaag kreegen , met zo groot een llachting, dat hun Veldheer Balibanus zich naauwlyks kon redden met eenigen van zyn gevolg. De^ Christenen hadden nog den tyd niet gehad om een weinig' adem te fcbeppen, toen Takub met zyne troepen kwam aantrekken , die , fchoon grootelyks verflagen op het hooren van de tyding , dat Balibanus de nederlaag gekregen had, echter het-gevecht niet ontweek; doch Scander Beg befliste het welhaast, want den Veldheer zeivenx in het oog gekregen hebbende reed hy op hem aan, en7 verfloeg hem, waarop de Turken wegvlooden , en in de vlucht meestal gedood of gevangen genomen wierden. Zy verlooren in deeze twee veldflagen dertigduizendmannen , waar onder zesduizend gevangenen (n). Geduurende deeze onlusten overleed de Karaman Ogli, Ibrabim Beg, de gezworen vyand van den Otho-l mannifchen Stam , zes zoonen nalaatendc. Ishak Beg, die de oudste "was , verdreef zyne broeders, en maakte zich meester van het gantfche land ; waarop deeze hunne toevlucht namen tot Mohammed , hem verzoekende, dat hy een' Opvolger zou kiezen naar zyn genoegen. De Sultan over deeze goede gelegenheid ten hoogste ver* blyd koos Achmed Beg ; en zond hem , na de andere Broeders in aanzienlyke ampten aan zyn Hof geplaatst te hebben , naar Caramani'èn terug aan het hoofd van een talryk leger , waarmede deeze zyn' Broeder verfloeg , die daarop de vlucht nam naar Uzum Hasfan (o). Maar laat ons tot de zaaken van Scander Beg weder* keeren. De Sultan , geen zekerer middel weetende om ziek (n) Ricaut, in Mabomet II. V») Cantem. pag. 149. & Seqq. Ii 2 xvr. Boek. Vill. AïD. Derde neerlaag van talibanus. Nederlaag m Yakuii Lrnaud. Oneenigeid in Caamaniën.  25.2 HIST O R I E van h&t. XVI. Boek. VIII. Afd. Croja &*. hgerci.- Doch ar, %tt door Scandei £eg. zich van dien gevaarlyken vyand te. ontflaan , befloot hem te doen vermoorden. Hiertoe kocht hy twee Turken om 9 die? om in hun voorneemen des te beter te flaagen , den Cbristenlyken Godsdienst aannamen ; doch kort daar na by zeker toevaL oneenig wordende , lieten zy- zich eenige woorden , die achterdocht gaven , ontflippen ; waar op zy gevat , en ftreng onderzocht zyn* de , de zaak bekenden , en ter dood gebragt wierden. Na dat dit mislukt was trok Mohammed zelf in Epirus met honderdduizend mannen , en floeg het beleg voor Croja ; doch vreezende ; dat hy daar, even gelyk zyn Vader , het hoofd zou ftooten, liet hy het beleg over aan Balibanus met drie én twintigduizend, mannen ; hem daarenboven nog agt Bevelhebbers , een ieder met zevenduizend mannen onder zyn bevel overlaatende. By zyn' terugtogt naar Conftantinopolen veroverde hy eenige fterkten in het land van Scander Beg ; ook wierd hy ; door het omkoopen van den Stadvoogd van Chidna, mees. ter van deeze Stad, waarin eene bezetting lag van drie-, duizend mannen , en deed , in. weerwil van het geflo« ten verdrag , alle inwooners ter dood brengen. ■ *■ SCJNDER Beg geene .magt genoeg. hebbende om. Cwja te ontzetten-, begaf zich in ftilte naar Romen om. hulp te verzoeken van Paus Pius. den tweeden, doch kon dezelve niet verkrygen. Doch by zyne terugkomst de hulptroepen, die hy van de Venetiaanen en andere Christenvorstenverzocht had3 .reeds geland .vindende , bragt hy. binnen weinig dagen een leger op de. been van dertiendui-. zend- en - vierhonderd mannen; waarmede hy naar Croja trok,. Tn zyn' optogt. verrafchte hy Jonima en Hadar, die met eenige, hulptroepen in.optogt waren naarhunnen.broeder Balibanust verfloe^en hun banden en nam hen beiden gevangen. Hierop, met de^belegeraars flaags raakende , dreef hy hen van ^den börgCruma, hunnen besten post, en die digtst aan Croja gelegen was. Op dit ontzet verwierpen de belegerden,de voor-  OTHOMANNISCHE RYK. 253 voorwaarden van overgaaf, die Balibanus hen voorgeflaeen had ; en kort daar na wierd deeze Bevelhebber telen een gedeelte der bezetting , dat een uitval gedaan had, ftrydende door Georgius Alexis in den nek gefchoten , aan welke wond hy kort daarna overleed. Deeze dood benam den Turken zodanig den moed , dat zy in ftilte aftrokken , hunne geheele legerplaats met alles > dat daar- in was , aehterlaatende. en den doortogt door het pebergte gefloten vindende , booden zy hunne paarden en wapenen voor de vryheid om te moogen doortrekken aan , doch dit hen geweigerd wordende, beflooten zy zich met geweld een' weg te baanen , het welk hen eindelyk na een groot verlies van manlchap êeïs'het volgende voorjaar keerde Mohammed op nieuw"r met een-magtig leger-naar Epirus ; en na aldaar de-. Stad Valmes herbouwd te hebben , trok by naar Du-, razzo-, eene plaats aan de Venetiaanen toebehoorende, met oogmerk cm dezelve by verrasfmg te vermeesteren. Doch toen hem dit voorneemen mislukte , trok hy na verloop van eenigen tyd af , en floeg, - de belegering voor Croja ; maar, ziende, dat hy daar noch met deloften ,• noch met bedreigingen kon te weeg brengen, trok hy af, en verwoestte Cbiurill , eene Stad, die eerst onlangs door Scander Beg. gefticht-was; waarop hy naar C'.nliantinofolen teiug keerde, SCJNDER Beg begaf zich, na een togt door zyn land gedaan te hebben om den toeftand van het zelve • naamvkeurig op te neemen , maar Lysfa, eene Stad on-■der het gebied der Venetiaanen , om daar met de algezanten der te zaamen verbonden Mogendheden te raadpleegen , en wel byzonderlyk over het-veroveren der Stad Valmes -,. hierboven gemeldwelke een groote aanftoot was voor de Epiroten. Hier wierd hy overvallen door eene heete koorts , waar aan hy overleed op den li 3 ze° XVI. Boek. vin. Af». Balibanus icuult. Mohairii ïed valt /edsr in ipiriM. 4.D. 1566. ïcander icgjlerft.  XVI. Boek. viii. Afx>. Hegyra 870. >./.). 1565 Albaniër veroverd. 154 HISTORIE van hit zeventienden January , T466, in het vier en-zestigfte jaar van zyn' ouderdom, en het vyf en -twinrigrte van zyne regeering , na dat hy zyne Gemaalin en Zoon aan de befcherming der Republiek had aanbevolen. Zyn lyk wierd begraven in de Hoofdkerk , en bleef daar omtrent negen jaaren tot dat de Turken Lysfa innamen, en zyn gebeente met den uiterften eerbied opgroeven. Veelen van hen achtten het voor een groot ge. luk zyn lyk te moogen zien en aanraakeh ; en de geenen , die daar van het een of ander ftukje konden magtig worden , befloegen het met goud of Zilver, en droegen het altoos by zich , in verbeelding, dat zy daar door aan'den moed en het geluk van den overledenen deel zouden krygen ( p). De Turkfche Historielchryvers maaken geen gewag van de dood van Scander Beg ; maar fpreeken over Epirus, als of dat Land omtrent dien tyd reeds geheel veroverd was. De gebeurtenisfen van verfcheiden jaaren in een fmeltende verhaalen zy ons enkel met korte woorden , dat Mohammed, om de verovering van Amaud of Alhaniën te voltoooijen , welke zyn Vader Morad reeds begonnen had , in het jaar 870. derwaart trok om Scander Beg , den oproerigen Vorst van dat Land te beoorlogen , en dat hy in korten tyd de rebellen alle hunne Steden ontweldigde. Benige van dezelve deed hy flechten , en gaf bevel om eene fterke Stad te bouwen op de grenzen van dit Land , om in het vervolg altoos het oproer te kunnen beteugelen. De Sultan nu genoegzaam alle zyne binnenlandiche vyanden in Europa beteugeld hebbende ftak over naar Afië. Hy had v?stelyk voorgenoomen de beledigingen door de Caramamfche Vorsten zynen Voorouders aangedaan te wreeken, en trok ten dien einde met een tal- ryk 0>) Ricaüt , ulii fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 255 ryk leger in dat Land ; daar hy, na tfchmcd en zyne Broeders verdreven te hebben , zyn' oudsten Zoon Mus. tapba Koning van Caramaniè'n maakte ; welk Land hy in het volgende jaar geheel veroverde , en bezetting leide in de Steden Ek Saray en Ghiulluk (g). Gedurende den Oorlog in Epirus hielden de Hungaaren te Land ," en de Venetiaanen ter Zee de Turken onophoudelyk bezig. Mathias viel * om aan zyne gedaane belofte te voldoen , in Bosniën , en liet niet af voor dat hy dat geheele Koningryk aan de lurken ontweldigd had. Deeze laatsten trachtten eenigen tyd daarna Jagiza, de Hoofdftad te heroveren,- maar waren genoodzaakt het beleg op te breeken; en wierden daarenboven door Koning Matbias vervolgd tot in Servien, van welk Koningryk hy insgelyks een gedeelte veroverde. Deeze en andere dappere daaden maakten zyn' naam by de Turken zo gevreesd als die van zyn' Vader Hunniades immer geweest was. Aan den Zeekant verbrandden de Venetiaanen onder het bevel van Canale verfcheiden Steden en Vlekken in en omtrent de Baai van Thes/alonica , verfterkten Ligujiinum in de Golf van Patras, en namen Mnus aan den mond van den Hebrus gelegen by verraslmg in,- van daar keerde Canale terug naar Negropont met duizend gevangenen. Ten zelfden tyd bragten de Venetiaanen , die Nicolas du. Cbaisne byftonden tegen zyn' Broeder in den twist over de heerfchappy van Zadrima , de Turken een' gevoeligen flag toe by de rivier Doino in Epirus. Het Eiland Egriböz of Negropont, van ouds Euboea, was m nog de eenige plaats in Europa voor welke Mohammed te vreezen fcheen ; derhal ven trok hy in het jaar 874. met een magtig leger op, gevolgd van eene groote vloot, en veroverde binnen aen tyd van ééne maand de fterkfte Stad, die 'er te dien tyde bekend was, in het gezicht van eene (j) C/mteh. pa^. ua XVI. Boek. viii. Afd. Caraman'iningeismen. Foorfptti ier Venetiaanen. Hegyra 874. A D. 1469. Mohammed vattin NegroDont.  XVI. ' Boek., vui. A.D, riTO.. En verovert ée Hoofdftad van dat 'Eiland. igê HISTORIE VAN H*T ?ene mag'ige vteot der Venetiaanen ; die, na eerst tot hulp der belegerden derwaarts gekomen te zyn, laf har. tiglyk en met groote fchande weder aftrokken zonder een' enkelen fchoot gedaan te hebben (r). De Christenfchryvers verhaalen ons mét betrekking tot deeze gewigtige gebeurtenis , dat, dewyl dit Eiland zeer gelegen lag om de Turkfche Zeekusten te overvallen , en de Venetiaanen tot eene veilige wykplaats ftrekte , Mohammed befloot hen hetzelve te ontweldigen. Ten dien einde zond hy driehonderd galeien af, onder het bevel van Mahmud den Opper -Basha , en volgde hem te land met sen talryk leger. By zyne landing flechttê hy de vestingen van Stera en Bafilicon. Vervolgens floeg hy. eene ichipbrug over de Zeeëngte jtusfchen het Eiland en het vaste Land van Achaja, en*rechtte batteryën aan tegen de Stad Chalcis of Negropont, volgens de ondarrechtingen van een* verraader, die hem de zwakfte plaats van den wal aan wees; doch die ontdekt zynde op ftaanden voec opgehangen wierd. Na dat de Stad dertig dagen belegerd was geweest kwam de Venetiaanfche Admiraal met zyne vloot in het gezicht van het Eiland , op wiens aannadering Mohammed voornam het beleg op te breeken , uit vrees dat de vyanden zyne brug zouden floopen , en hem dus den terugtogt naar het vaste Land affnyden ; doch de Venetiaanfche Admiraal liet laf hartiglyk deeze gelegenheid voorbygaan , terwyl de Turken de belegering met verdubbelden yver voortzettende de Stad ftormenderhand innamen. De aanval duurde vier. en - twintig uuren ; doch de Turken vermeesterden de Stad , na tot tweemaal toe afgeflagen te zyn , en doodden alle de inwooners. De dochter van den Bevelhebber wierd alleen gelpaard , en als een pronkftuk van fchoonheid aan Mobammed aangeboden; doch toen zy ftandvastiglyk bleef wei- ge* (r) Cantem. pag, in.  OTHOMANNISCHE RYK 157 geren om aan zyne fnocde lusten te voldoen , deed hy haar voor zyne oogen ombrengen. De Venetiaanen dach. ten eenigen tyd daarnaa dit groot verlies te herftellen, en het Eiland by verrasfing weder te'heroveren ,• doch misten in hun voorneemen (s). Deeze overwinning noodzaakte veele fterke Steden om zich aan den Sultan te onderwerpen ; en in het. jaar 876. gaf Kizul Arflan Beg , Vorst van Alaëh, zyn Land vrywilliglyk aan hem over; waarop Mohammed hem in vergelding de Provincie Ghiumo' Ljina tot eene erflyke bezitting gaf. De 'Venetiaanen flooten , om verdere rampen voor te komen , niet alleen een verbond met Paus Sixtus den' vierden , Ferdinand, Koning van Napels, LaêerüJ)k, Ko ning van Cyprus, en met den Grootmeester der Ridders van Rhodus , maar zonden daarenboven Cataridi Zeno met kostbaare gefchenken aan Uzan Hasfan , om hem over te haaien om Mohammed den Oorlog aan te doen; terwyl de Sultan van zyn' kant , door zyne gezanten hem zulks trachtte af te raaden, Intusfchen verwoestte de vloot der Venetiaanen onder bevel van Mocenigo , het Eiland Lesbos; of Mitylene, en de landen rondom Pergamus in Klein-Afie. Kort daarna landden zy te Cnidos, en voerdpn een' grooten buit van daar weg. Vervolgens, zich te Mordon vereenigende met zeventien galeien van den Koning van Napels , keerden zy naar Afië terug, en de kust aldaar vier dagen lang geplunderd hebbende zeilden zy' naar Halicarnasfus , daar zy een' onnoemelyken buit veroverden. Hier vonden zy twintig galeien van den Paus , en twee van Rbodus, waarmede zy gezamentlyk naar Samos zeilden, en'van daar naar-^ftalia, de Hoofdftad van Pamphiliën, daar zy de voorlieden uitplunderden en in brand ftaken, doch niet mag- tig (O Ricaot, in Mahomttll. Oost. Hist. XII. Deel. Kk XVI. Boek» vin. Afd. Hegyrs 876. 4.Z).i47r. De Vene» iaanen ■ooven opds rurkfche Zeekusten.  258 HISTORIE van het XVI. Boek. vin. Afd. .-f.D.1473 tig genoeg zynde om de Stad zelve te veroveren verwoestten zy het platte land , en keerden toen naar Rbo. dus terug. Hier vonden zy afgezanten van den Koning van Perjiën aan den Paus en de Venetiaanen om voor hunnen meester eenigen onderftand van grof gefchut te verzoeken ; die met de Christenvorsten een verbond tegen Mohammed had aangegaan. Van daar zeilde de vloot naar Cariën ; en bragt grooten buit met zich naar Naxos terug. Hierop keerden de Napolitaanfche galeien naar huis ; doch Moesnigo ,. en de Pauslyke Legaat keerden terug naar Afië , en veroverden Smirna, dat zy uitplunderden en verbrandden; doch de wintertoen beginnende te naderen begaven zy zich insgelyks naar huis. In het volgende jaar zeilde Monigo wederom naar de kust van Ap , en hielp Casfan Beg , den Vorst van Ciliciën , die met zyn Broeder, Pir Achmed, door Mo. hammed uit zyn Land verdreven was , Soricus, en ten laatste ook Selcucia heroveren. Vervolgens het platte Land van Lydiën verwoest hebbende keerde hy naar Mu» rea terug (O* Omtü est ten zelfden tyde viel Tuzef Beg een der Veldheeren van Uzun Hasfan van een groot leger Tartaaren verzeld in de Turkfche Landen; doch, by zyn' inval in Caramaniën , wierd hy ontmoet door Muftapha, een nieuwen Koning, die hem na een lang en bloedig gevecht verfloeg een gevangen nam , en hem geboeid naar lob* (lanmopolen zond. Om deeze nederlaag te wreeken trok Uzun Hasfan zelf, in het volgende jaar, met een magtig leger naar de Tmkfhe grenzen; doch Mohammed, die deezen inval wel verwachtte , fpqedde zich naar Afië , en trof de ^Perfiaanen aan digt by Payas ; daar een gevecht voorviel, dat langen tyd twyfelachtig was, doch ten laatfte ontmoette Muftapha , des Sultans oudste (t) Ricaut in Maho:nel II.  OTHOMANNISCHE RYK. 259 te zoon} die het bevel had over den linkervleugel, Zeyno'd. din, den Zoon van Uzun Hasjnn, die den rechter vleugel der Perfiaanen aanvoerde, en ligtte hem, na een' hcvigen tweeftryd , uit den zadel, en doorflak hem , éér hy zich kon herftellem Dit ongeluk deed de rechtervleugel terug wyken , waarop de Turken op den linkervleugel •> met zoveel hevigheid aanvielen , dat deeze eindelyk ook genoodzaakt waren te W3'ken, zo dat Uzun Hasfan flechts met eenige weinigen van Zyne lyfwacht het gevaar ont-1 kwam («)• Naardien de wegen te moeijelyk waren om den vyand te vervolgen , floeg Mohammed het beleg voor Ka. ra Hisfar Sharki TT)., welke Stad hy welhaast veroverde. Hierop keerde hy met een gedeelte van zyn leger te»-üg , en liet het ander gedeelte achter onder het bevel van Ghiedik Achmed Basha ; die met hetzelve niet alleen Etmenak , en Zilifkeh , maar binnen korten tyd de geheele Provincie van Verfak veroverde. In het volgende jaar ontweldigde dezelfde Basha den Genueezen Kleffe , of Kaffa , de fterkfte plaats in de Krim , welke landfchap hy door deeze overwinning welhaast geheel in zyne magt kreeg. Hier vond hy MengVi Ghieray , een' afftammeling der Vorsten van Copchak , die, na een' langen oorlog met zyn* Broeder genoodzaakt was geweest zyne toevlucht tot de Genueezen te neemen. De Sultan ftelde hem aan tot Chan van de Krim, of de Taurica Cherfonefus, en gaf hem een leger mede om zyn Land te herwinnen , het welk hem ook gelukte na dat zyn broeder in een' flag gefneuveld was. Dit was de eerfle Chan , die door de Turken aangefteld wierd , en ook de eerste , die in de Krim bevel gaf , dat 'er in de («) Cantem. pag. in. (T) Eene bekende Stad in Paphhgonisn, digt by Payas. Kk 2 XVI. Boek. vi11. Afd. Hegyra «76 4 Ti 1471 Offa in\enomcn.  XVI. Boek. vul Afd.. De Vene tiaanen vorden ge/lagen. Scodra be iegeri. at5o HISTORIE van het de openbaare Godsdienstoefeningen voor den Keizer der Othomannen moest gebeden worden. Terwyl dit in de Krim voorviel trok Solyman Basha met een magtig leger in Moldaviè'n ; daar Stephanus, de Vorst van dat Land hem te gemoet kwam by Falchi aan de Pruth, waarop 'er een lang en bloedig gevecht voorviel ; doch eindelyk kreegen de Tut ken, door de onachtzaamheid van hunnen Bevelhebber, de nederlaag, en hy zelf fneuvelde in dien flag. Mohammed, door dit ongeluk ontfteld , trok in het volgende jaar met zyne gantfche krygsmagt op tegen dit Land, dat hy geheel verwoestte, en een onnoemelyk getal van mentenen en vee met zig terug voerde (w). Naardien nu Croja in Albanïên ten zelfden tyde door de Turhn belegerd wierd, zonden de Venetiaanen, on.der welker brfcherming deeze Stad ftond , een leger af onder het bevel van Francisco Contarini^ die de vyanden in de vlakten!van Tyrano ontmoette, en hen na een hevig gevecht op de vlucht dreef ; doch het volk al te greetig op den buit aanvallende , verzaamelde de Turken zich wederom , en verfloegen duizend mannen van hen , waar onder de Veldi ieer zelf was. Na deezen flag deeden de Turken niet alleen invallen in balmatiBn , istnën, en Camiolen, maar verwoestten ook, na een leger der Venetiaanen by de rivier Soniium verflagen te hebben, het gantfche Land van Friuli naar hun genoegen, in het volgende jaar roofden zy tot in het gebergte naar den kant van Duitfchland ; en veroverden de Stad Sco. dra na eene belegering van elf maanden, welke Stad zich uit gebrek aan levensmiddelen moest overgeeven. ■ MO HA MME D zond ? om zich op de Venetiaanen te wreeken , om dat hy vier jaaren te vooren het beleg van Scodra , eene fterk Stad , in Venetiaanscb A.bamen, had aioeten (w) Cakxem, pag. ii2. & feqq.  OTHOMANNISCHE RYK. 261 moeten opbreeken , AH Beg andermaaal af om die Stad te belegeren met een leger van tagtigduizend mannen ; die onder hunne optogt het gantfche Land verwoestten , dat zy door trokken. Op den veertienden Mei kwamen zy aan de voorlieden , en wierden eene maand laater met nog vyftigduizend mannen verfterkt. INa gefchut gereed gemaakt en eene brug over de rivier gemaakt te hebben , begonnen zy op den twintigften Juny de wallen met hun kanon en mortieren te beftormen. Op den tweeden," July kwam de Sultan zelf met zyne gantfche magt , in alles driehonderd en - vyftigduizend mannen uitmaakende. Na dat 'er eindelyk bres gefchoten was, deeden de Turken verfcheiden verwoede aanvallen ; doch wierden geduurig afgefiagen , fehoon zy wel vier of vyfmaalen ftandaaren reeds op, de wallen hadden geplant. ]n een' derzelver verlooren zy twaalfduizend mannen ; terwyl de belegerden van hunnen kant niet meer dan vierhonderd verlooren. Mohammad geene kans ziende om de plaats met geweld te veroveren, befloot na zeven vruch» looze aanvallen de belegering in eene blokkeering te veranderen. Intuslchen veroverde Daud Gayola, de GrootBasha van Conjtantinopolen, die afgezonden was om de min* dere Steden der Venetiaanen te belegeren, Zabiache aan het meir van Scoara , en Lysfa , welke laatste Stad door de inwooners verlaten en in brand geftoken wierd. Drivafta wierd insgelyks veroverd door Mostaf Beglerbeg van Afi'i, De Sultan liet Gheduk Achmed om het opzicht over de blokkeering te houden, en keerde zelf naar Co». Jiantinopolen terug. 4 Intosschen zonden de Venetiaanen , ziende dat het', hen aan alle kanten tegen liep, Trevifano als afgezant" aan de Porte; die eindelyk in het jaar 1478. den vrede* floot , met afftand van Scodra, het Eiland Lemnos, eng het fterk kasteel Tonarus in Morea , en het betaalen van eene jaarlykfche fchatting van omtrent agtduizend DuKk 3 kaaten- xvr. Boek. VIII. Afd. . ïntpvotT' aarde van rede aan de 'urken af' tjlaan.  XVI. Boek. viii. Afd. Hegyra. 884. A.B. 1479. Hegyra 886 ■ -f.D.1481 I Rhodus lehgtrd. : 1 « 1 ] ^ 2reeken (y). r De Sultan wierd tot deeze belegering aangefpoord door rekeren Autonius Meligalus , een' afvalligen Ridder van Kbodus ; die op de reis ziek wordende door de Turken rjverboord geworpen wierd , en verdronk Het leger Ier üthomannen , dat aangevoerd wierd door Demetrius , jen anderen afvalligen Ridder, landde op het Eiland ^o. tof op den twee-en- twintigften Juny. *De Basha, na de »allen een tydiang befchoten te hebben , kreeg eindeyk bres , doch Pierre d'Amboife , de Grootmeester , iruloe dezelve zo wel , dat Mefib Basba niet raadzaam 'ond een ftorm te waagen. Het gerucht echter, dat fx) Ricaüt in Mihomet ii. (y) Camtem p. 114, & fcqq.  OTHOMANNISCHE RYK 263 Mohammed zelf naderde met honderdduizend mannen, en honderdvyftig ftukken gefchut, verfchrikte de belegerden grootelyks en voornaamelyk de Spanjaarden. Ten zelfden tyd wierd 'er eene zaamenzweering ontdekt om den Grootmeester te vergeeven , door aanftooking van den Basha. Mefih floeg vervolgens eene brug over eene fmalle Zeeëngte met oogmerk om den St. Nicolaas-toren te beltonnen, doch Gervais Rogers , een Engelfche Ridder, vond middel om de kabeltouwen van de brug by den nacht los te maaken , en de brug te vernielen. De Basha maakte echter welhaast weder eene nieuwe brug , en toen wierd de Stad voor eenigen tyd zo wel van den Zeekant als van den Landkant befchoten tot dat deeze tweede brug insgelyk door het gefchut van de Stad gebroken wierd. _ , Naderhand trachtte de Basha den Grootmeester door groote beloften om te koopen , dat hy de Stad zou overeeeven ;- maar ziende dat hy hem daar toe even weinig als tot het betaalen van fchatting kon beweegen, hervatte hy het beftormen met verdubbelde hevigheid; en na eene groote bres gefchoten te hebben deeden de lurken een' verwoeden aanval op dezelve, maar wierden apperlyk afgefla?en, terwyl vyfhonderd van hen, die op eene andere plaats den wal beklommen hadden doodgeflacen wierden. Zy verlooren by dien aanval over 't geheel meer dan vyfduizend mannen. De Basha door dien ilech-fl ten uitflag den moed verliezende , en daarenboven een gerucht hoorende , dat de Christen Vorsten zich gereed maakten om Rhodus te komen ontzetten , brak de belegering op , en verliet het Eiland ,op den 17 Aw ^MOHAMMED hoopende dat , fchoon het hem op de eene plaats mislukt was , het hem echter op de andere plaats gelukken zou , fcheepte te Vaüona , of Aulona , eene Zeehaven in Macedoniên , een groot leger XVI. Boek. vul Afd. Het beleg ïjebnken.  26*4 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. VIII. Afd. Inval in Itaiiën. Otranto veroverd. ger in , onder het bevel van Gheduk Achmed Basha ,"met oogmerk om eene landing in Itaiiën re doen. De Basba landde in Apuliè'n , digt by Otranto , en, na de geheele kust geplunderd te hebben , belegerde en veroverde hy de Stad zelve , welke hy, als zynde de fleutel van Ita. hen van dien kant , zwaar deed verfterken , en voor agttien maanden van levensmiddelen voorzag. Dit ge. daan hebben keerde hy terug naar Conftantinopolen met voorneemen om in het voorjaar weder te komen , en als dan zyn ontwerp ten uitvoer te brengen -; doch tot groot geluk voor hallen wierd hy daarin wederhouden door de onlusten, die intusfchen in Afie opkwamen (z)« In dien zomer verzaamelde de Sultan de gantfche leger, magt van het Otbomannilcbe Ryk ; en den Befpborus naby Tuzkinder overtrekkende floeg hy zyne tent neder onder Maltepé , met oogmerk om de voorneemens van Uzun Hasfan te verydelen ; maar hier wierd hy over. vallen door een' zwaaren aanval van de jicht , welke , gepaard met andere ongefteldheden , hem binnen weinig dagen uit het leven rukte , het Ryk aan zyn' Zoon Bay-Yezid nalaatende. MOHAMMED leefde een - en - vyftig jaaren , waarvan hy dertig jaaren en drie maanden geregeerd heeft , zonder den tyd te rekenen , dat hy by het leven van zyn' Vader het beftuur der zaaken gehad heeft. HY*was , behalven zyne bekwaamheden als Krygsman , van welke hy veelvuldige blyken gegeeven heeft, een Vorst , die beroemd was wegens zyne geleerdheid, yerftand . zucht tot kennis, taalkunde, en onvermoeidheid in het lyden van ongemakken. Daarenboven was hy ook Godsdienstig ; kortom hy zou een volmaakt Vorst geweest zyn , indien hy minder wreedheid en meer goede trouw bezeten had. Vol. £z) Ricaut in Mahoviet II.  OTHOMANNISCHE RYK. 265 Volgens de aantekening van de Christen/chryvers had Mohammed , in zyn uitwendig voorkomen, niets, waarin de inwendige grootheid van zyn gemoed kenbaar was. Hy was klein en verdraaid van geftalte i grof van leden , en zeer fterk. Hy was daarenboven bleek en droefgeestig van gelaat , donker van uitzicht , de 00• gen diep in het hoofd gezonken , maar echter zeer doordringende ,- zyn neus was zo groot en zo fterk omgebogen , dat dezelve genoegzaam zyne bovenlip raakte (U). Hy had een doordringend verftand ; was zeer geoefend in alle takken van geleerdheid der Turken ; en fprak zeer goed Grieksch, Latyn, Arabisch, Chaldeeuwsch, en Perfisch. Hy was een groot beminnaar van defterre* kunde en de historiën ; dapper van aart, en gelukkig in zyne onderneemingen». Hy ftrafte de dievery en allerhande foorten van ongerechtigheden met groote geftrengheid. Hy had zeer grote achting voor lieden , die in eenige weetenfchappen of kunsten uitmuntten. Maar deeze goede hoedanigheden , wierden, volgens hun verhaal, ontluisterd door zyne minachting voor Godsdienst en goede trouw; daarby was hy ten hoogste heerfchzuchtig en een groote veinzer 5 bloeddorstig van aart,' in zoo verre dat het geringst misnoegen doodelyk was voor den geen' die het hem aandeed \ a~)% (3) Cantem. Pag. 115- (U) Zyn neus wordt ons!niet zo fterk gebogen afgebeeld in de befchryving van Prins Cantemir. De Sultan ontbood Cev.tile Bellino van 'Venetiën om zyne beeldtenis te fchilderen , en beloonde hem rechs Yorstelyk daaivoor. Oost. Hist. XII. Deel. LI NE- XVI. Boek. VIII. Afd.  9.66 HISTORIE van het XVI. Boek. IX. Afd. Behelzende de Regeer ing van Bay-Yezid II. Bay Yezi II. Hy gaat naar Mee ca. NEGENDE AFDEELING. - Mecca ; en de Hovelingen droegen,^ ingevolse van zyne begeerte, de heerfchappy op aan Korkud'. die'zyn' naam in de openbaare gebeden deed vermelden, en op het geld munten. Na verloop van negen maanden kwam Bay. Tezid terug van zyne bedevaart, en zone brieven aan zyn' Zoon , en aan de voornaamste Staats dienaars , met verzoen aan den.Prins, dat hy de Heerfchappy zou blyven behouden , en aan hen, dat zy hem fteeds zouden gehoorzaamën terwyl hy te Niet* eer fhl leven zou leiden. Het is onzeker, of üay-'lezid tol dit verachten van de Opperheerfchappy wierd aangeipoorc door zyn' yver voor den dienst van God , die te Mee ca nog meer was toegenomen , of door dar hy de magt heerschzucht , en bemindheid van zyn' Zoon vreezen de het veiliger oordeelde dezelve te Nicea in itilte t< ond'ermynen dan zyn leven "en heerfchappy beiden m d< waagfchaal te ftellen door ten on?eieSenen tyde naar he oppergezag te ftaan. De Groot- Vizier Ah Ba>ha , dee ze brieven gelezen hebbende, deed den Raad byeen ko men ; waar in met algemeene ftemmeil, na eenige be denkingen , beüoten wierd , dat de laatste wil vat Mohammed ftiptelyk zou gevolgd worden , en dat z} li 2 15*y XVI. Boek IX. Ai o. Korkud wordt ten troon ver. heven. i r  xvr. Boek. IX. Afd. Zyne kinderlyke eerbied. 1 i ; 258 HISTORIE van het Bay - Yezid alleen voor hunnen Keizer zouden erkennen. Zy beflooten echter , dat zy Korkud alvoorens zouden toetzen ; en de Groot-vizier gehoor by hem verkregen hebbende fprak hem dus aan : ,, Uwe Majefteits Doorluchtige Vader is, door Gods hulp , behouden van Mecca te Halep terug gekomen ; en wy hebben het van onzen plicht geacht uwe Majefteit hier van kennis te gee • ven , om den wil van uwe Majefteit nopens hem en zyne aankomst te verftaan." Karkud gaf hem ten antwoord : „ De diensten , die gy aan het Ryk gedaan hebt , moeten toe zo veele blyken ftrekken van uwe getrouwheid ,• maar dewyl gy door eene zo listige aanfpraak my in de myne zoekt te doen wankelen , kan ik my byna niet wederhouden van u van verraad te verdenken. Gy weet immers , dat myn Vader niet volftrektelyk en voor altoos de Kroon aan my heeft afgeftaan ; maar my alleen bevolen heeft in zyn afzyn 'te regeeren tot dat hy van zyne bedevaart zou terug geko. men zyn , welke hy voor het wehyn van zich" zeiven en het algemeen ondernomen heeft. Dit ;beb ik aangenomen alleen om hem te gehoorzaamen- Laat hy nu , daar hy behouden terug gekomen is , zyn eigen Ryk lanvaarden., terwyl ik , by deezen van de Kroon afftand doende, van nu ar aan my als zyn' gehoorzaamen Zoon en onderdaan zal gedraagen." Eenige dagen daarna trok Korkud, hoorende dat zyn v-ader m aan togt was , den Bosphorus over, gevolgd van ule zyne Viziers en andere Hovelingen , en ontmoet:e uem met verre van Nirea , daar hy hem als zyn Op>erheer hulde deed , en de Hovelingen bevel gaf van Ut msgelyks te doen. Na vervolgens order gegee-en te lebben tot het oprechten van den Manbar ( X) vat- te (X) MIMBAR is een z2td faj de manier van een' Bi£fchop!yken Itoe.' ,  OTHOMANNISCHE RYK. 269 te hy zyn' Vader by de hand , leidde hem naar den troon , en zieh toen naar de omftanders keerende, zei de hy : „ Gy ziet hier myn* Vader en rayft' Heer, en tevens den wettigen Heer en Keizer der' Othomannen. Ik: ben tot nu toe zyne fchaduw geweest ; maar nu het licht zelf gekomen is , moet de fchaduw verdwynen ; bewyst derhal ven-in. het toekomende aan hem alleen gehoorzaamheid en eerbied." Na deeze plegtigheid wacht te hy zyn' Vader op te Conftantinopolen ; daar BayYezid op den 29 van de maand jomaziü,l Aknia , in het jaar 88(5. zyne intreede deed, - en als Keizer gekroond wierd, terwyl Korkud den volgenden dag met een' Vorftelyken ftoet naar Magnefia vertrok. («). Deeze onverwachte om'keering der zaa-en was gantsch niet gunftig voör Jem, óen Sangiak van Iconium, en Broe»! 'der van Bay- Yezid; dienit hoofde van Korkud''s jeugd zich gevleid had meester van het ryk te zullen worden; maar nu by het herflellen van Bay. Yezid zich geheel van deeze hoop verftoken zag. Hy beweerde , dat de kroon hem toebehoorde, om reden, dat Bay Yezid geboren was éér Mohammed 'Sultan was geweest; en dat hec ichande zou zyn, dat het Ryk gegeeven wierd aan den Zoon van een' onderdaan , tot nadeel van het Keizerlyk- geflacht. Hy hield daarenboven ftaande , dat de laatfte wil van zyn' Vader valsch was, dewyl dezelve niet was gefchre ven geweest maar enkel opgegeven door den mond van een' verraaderlyken Vizier. Door deeze en dergelyke re'denen overreedde hy niet alleen veele Stenen , maar daarenboven ook het grootst gedeelte van de Afiatifehe troepen , en bewerkte, dat hy te Pruja voor Keizer uit- (a) Cahtem p?.g. 116, & feqq. ftoel , op welken drie trappen hoog de Keizerlyke troon , en in de Hoofdkerken ook de Viiiz , oi het voorlezers geftoeke , geplaatst is. Cahtemir, Li 3 XV T. Boek. IX. Afo. &)jliat ten troon veder af tan zyn' Vader Bay. { ezid. Hegyra, 886. 4. D. 1481. Tem (laat teen zyn' Zioidirop.  270 HTSTORIE VAN HET XVI. Boek. IX. Afd. ! I .' ' % uitgeroepen werd. De inwooners van deeze Stad en veele andere fielden hem door geld te fchieten in ftaat om een groot leger op de been te brengen ; doch zyne heerfchappy was van geen' langen duur; want Bay Tezid kennis gekregen hebbende van zyns Broeders opltand, trok in alle haast naar Afië met een magtig leger ; en hem paby Prufa ontmoetende dreef hy hem na een' bloedigen flag op de vlucht. Jem met eenige weinigen van zyn gevolg de flachting ontkomen zynde vluchtte eerst naar Halep , en van daar naar Kayté Bay , Koning van Mesr (Y ), dien hy om hulp verzocht tegen zyn' Broe. der ; die, gelyk hy zeid', hem niet alleen ten onrechte van het Ryk had beroofd , maar nog daarenboven zyne kinderen om het leven had doen brengen KATTE Bay raadde hem , dat hy de gedachten van oorlog voor als nog ter . zyde zou ftellen , en eene Bedevaart doen naar Mecca , dewyl Bay-Tezid een veel te groot leger op de been had ; hem tevens beloovende , dat, wanneer by zyne terugkomst de zaaken van gedaante mogten veranderd zyn , hy hem met alle zyne magt zou byftaan. 'Jein in dien voorflag van uitltel geen behaagen fcheppende , fchreef aan eenige Grooten van het Land van Varjak en Turgad , met welke hy eene naauwe vriend fel tap ' ad aangegaan , met verzoek , dat zy hem zouden byftaan. Zohaast hem dit gereedelyk was toegeftaan veinsde hy genegen te zyn om eene Bedevaart naar Mecca te gaan doen , en wendde zie . ten dien einde tot Kayté Bay , die hem van al het noodige voerzag , en hem een gevolg overeenkomstig met -zyn' rang m-degaf. Doch Jcm , in de plaats van naar Mecca te gaim , nam de eerst voorkomende gelegenheid waar om zyn gevolgd te ontfiippen , vluchtte met een klein (Y) MESR is.de Twkfche en Arzbifche naam van Egypten, en oak van üayr».  OTHOMANNISCHE RYK, 27] klein gevolg naar zyne vrienden; die her volk van deeze Landen op de been bragten; maar dewyl zy alle ongeoefend waren, wierden zy door het leger van Bay - Yezid zonder moeite verflagen. Na deeze nederlaag zworf Jem een" tyd lang langs de Zeekusten, en vond ten laatste een' fchip, dat naar Italien ftond te vertrekken, hier mede onder zeil gaande begaf hy zich naar den Paus, die hem met brieven van voorfchryving naar den Koning van Napels zond (Z). Hier gekomen ftelde hy in eene fierlyke redevoering de reden van zyne vlucht uit Turkyen voor , en Verzocht cm den byftand van de Christenvorsten ; onder eede beloovende , dat , zo by door hunne byftand de overwinning behaalde , de Othomavnnen nooit een' voet op het groridge* bied de Christenen zouden zetten. De Christenvorsten, die door den voorfpoed der Turkjche wapenen waren afgefchrikt , zeiden tegen hem , dat hy flechts moed zou houden ; en verzekerden hem , dat zy by de eerste gelegenheid zouden trachten hem op den troon te zetten. Het gebeurde op zekeren dag , dat Bay - Tezid over dit onderwerp fprak in het by yn van een' Italiaan-Jchji Renegaat , die, uithoofde van zyne bekwaamheid in het fcneeren , tot Berber - Bushi was aangefteld ( A). Deeze man , genaamd Moftapha , viel den Sultan te voet , en zeide: indien uwe Majefteit het beftier over eene zaak van zo veel gewigt aan my wil overlaaten , dan zal ik uw gemoed van alle zorg van dien kant bevryden, en uwen Broeder uit den weg ruimen, fchoon hy (Z) Hier bertan de Turkjche Schryvers een' middag , want de P us zond hem niet naar nen Koning van Nipels maat naar Kirel VI (1. Koning van Ftankryk , die zich toen tot den Napolitaanjcben op og gereed n-aakte. Csntem k. (A) BERBER • Bas/li , of Opperbarbier ; is de zesde ia rang onder de huislyke ïioibeaieaden van den Sultan. Cast tui r.j XVI. Boek. IX. Afd. Zyne tree. pen worden ^e/ltgen. • Hy vlucht mar Itaiiën.  XVI. Boek. IX. Afd. Lht van zekeren Muftapha. Moflaph ■wordt Jcm Barbier. 272 HISTORIE van het hy zich in den afgelegenften hoek van Itaiiën verborgen hield. " De Sultan.gaf hem niet alleen vryheid om dit ten uitvoer te brengen , maar zwoer daarenboven by de zalige zielen zyner voorzaaten, dat hy hem tot de waardigheid van Groot-Vizier zou herheffen , ingevalle hy eene zo Godvruchtige , en voor het Otbomanniscb Ryk zo nuttige onderneeming kon ten uitvoer brengen. Mo. ftapha , door deeze belofte aangemoedigd, vluchtte naar de Franken , die in Pera woonden, en fmeekte hen, dat zy hem zyne vlucht naar zyn Vaderland zouden helpen bevorderen. Door hunne hulp te Napels gekomen, wierd hy ontboden door Jein , die zich toevallig aldaar bevond , en gehoord had , dat 'er een uitmuntende Barbier uit Turkyen gekomen was, van wien hy hoopte te zullen verneemen , wat 'er -te Conjlantinopolen omging. Toen Moftapha by hem gekomen was, en hy hem vroeg hoe het tegenwoordig met de zaaken van het Turkfcbe Ryk gefteld was , gaf deeze ten antwoord , dat hy eenige jaaren lang het fcheeren in Conftantinopolen geoefend hebbende , hy zich enkel daarmede had bezig gehouden , en aan niets anders gedacht dan hoe hy zyne vryheid zou verkrygen ; welke hy, zo als hy zeide, eindelyk verkregen had door de hulp van eenige braave menfchen; zo dat het hem nu gebeuren mogt in zyn Vaderland te leeven, en den Chrhtelyken Godsdienst opentlyk te belyden. JEM gaf hem ten antwoord , dat hy met het ftuk avan Zyn' Godsdienst niet te doen had , want dat God S aan a^le menfchen een' vryën wil gegeeven had ; maar dat hy hem had doen ontbieden om hem te vraagen of hy zy Barbier zou willen zyn , dewyl de Barbiers van Napels in hunne kunst zeer onbedreven waren-; daarby voegende : „ dewyl gy u eenige jaaren onder myne Landgenooten hebt opgehouden , die, gelyk gy weet , . . eene  OTHOMANNISCHE RYK, *73 eene zo zachte hand van fcheeren hebbende , dat men zich naauwlyks onthouden kan van daar door in flaap te vallen , hoop ik, dat gy wel een weinig van deeze hunne kunst zult overgenomen hebben." Moftapha floeg, om Jem des te beter te misleiden , m den beginne zyn verzoek af ; doch liet zich eindelyk daartoe overhaalenj voorgeevende , dat hy niet kon weigeren de eer aan te neemen van zo groot een' Prins te bedienen , en den baard te fcheeren van den geenen , wiens aangezicht alle welmeenende lieden in Conftantinopolen wenschten te aanfchouwen. Hy wierd geplaatst onder de Hofbedienden van jent, om hem op de gewoonlyke dagen te fcheeren ; en nam een tyd lang "deeze bediening zeer wel waar; maar toen het op zekeren dag gebeurde, dat Jem onder het fcheeren in flaap viel , terwyl 'er niemand dan zy beide in de kamer was , fneed Moftapha met een fcherp fcheermes den Prins den ftrot af , en vervolgens de wond met een' doek ftyf toebindende om het bloeden te beletten ging hy uit het vertrek , en zeide tegen de bedienden ^ die aan de kamerdeur ftonden , dat hun heer in flaap gevallen was; hen tevens beveelende, dat zy zich zouden ftil houden om hem niet te ftooren CB). Na dus zyn voorneemen ten uitvoer gebragt te hebben , begaf hy zich aan boord van een fchip , dat gereed lag (B) De Turkfche fchryvers fpreeken hier Paus Aiexandtr den zesden vry van de fnoode misdaad , welke hem door de Christenen :, en zelfs door de Romschgezinde Schryvers te last wordt gelegd , et. die zo veel eeuwen lang geloof heelt gevonden ; naamelyk, dat di( paus uit vrees , dat koning Karei Jem zou overleveren om Bay-Te zid tot vriend te .krygen , hem op zyn' togt met dien Koning naai Napels te Taracinet deed vergeeven. De Leezer kan van deeze twe« verhaalen gelooven het geen hem best behaagt. Caktemir. De Christcnfchryvers ftellen zyne dood in het jaar 1495» doch di Turken melden geen jaartal. Oost. Hist. XII. Deel. Mm XVI. Boek. ix. Afd. Hy fnydi htm den hals af.  XVT. Boek. IX, Afd. Muftapha wordtGrootFizier. Hegyra 88?' DiMolda. viërs beteu geld. $* HISTORIE VAN HET ag om hem over te voeren , en vluchtte naar Conflan- :inopolen By zyne aankomst aldaar begaf hy zich terftond laar Bay Yezid , en verhaalde hem wat hy gedaan had. De Sultan wilde hem in den beginne niet gelooven, maar arierd welhaast overtuigd door de tyding, dat Jem door ?enige ven aaderlyke Christenen vermoord was. BA 2"- Tezid, gedachtig aan zyne belofte, bevorderde Mos. tapba tot den rang van Groot-Vizier En zond vervolgens gezanten naar Napels om het lyk van zyn broeder, dat te Prufa begraaven wierd, digt by de graftombe van Morad. JEM was een Prins , die begaafd was met alles, dat men deugd , voorzigtigheid , grootmoedigheid, dapperheid, en wysheid noemen kan. Hy had in zyn' leeftyd geene wederga. Hy wordt bovenmaate geroemd wegens zyne redeneerkunst en welfpreekendheid. Toen hy zich in de Christenlanden ophield bleef hy de Mahome. taanjche godsdienstple-. tigheden echter getrouwelyk waar. neemen ; hy fprak zyne dagelykfche gebeden ," en volbragt week op wetk de Telaveti Koran , of het doorleezen van den Koran. Nadat de Mededinger van het Ryk , dus uit den weg geruimd was, trok Bay. Tezid, in het jaar 887, naar Morea , en verfterkte den Ifchmus naar den kant van de baai van CrirJhen met twee fterke Kafteelen. Hy leide in elk van dezelven eene talryke bezetting ten ein. de hy daar door de Christenen mogt afweeren , die de landen der lurken van dien kant dik wyls overvielen, in het volgende voorjaar deed hy te Adrianopolen een j'ami Madrejch , Daro' Ijhiya , Imaret , en algemeene Bad_ftoof aan de rivier Tunjeh bouwen. Daarna met zyne "gantfehe legermagt naar Moldaviën trekkende , welk land thans geregeerd wierd door Stephanus, veroverde hy de fleutels van dat land , te weeten , de twee ftei leesteden , Kali aan den Donau, en Akkmman, niet verre  OTHOMANNISCHE RYK. 275 verre van daar aan de Zwarte Zee gelegen. Door deeze verovering belette hy niet alleen de Moldaviers hunne rcoveryën op die zee te pleegen , maar opende daarenbo ven zich zcivfen een' weg om een land , dat te vooren meenigmaal te vergeefs aangetast was , door invallen te ontrusten. In dat zelfde jaar veroverde de Beglerheg van Afie de vermaarde Steden Tarfus , en Kursbunli , en Kofunli, terwyl de beroemde Veldheer Gheduk Basha ter dood gebragt wierd (b). Dit is alles , dat de Turkfcbe Schryvers ons melden nopens deeze twee voornaame gebeurtenisfen; doch de Christenfchryvers , die deeze laatste plaatfen, en die beide voor den Moldavifcben togt te boek ftellen , Zyn hier omtrent meer omftandig. Met betrekking tot het eerfte geval , melden zy' ons, dat Bay. Tezid, goedvindende om Pir Achmed , Koning van Caramamè'n, den oorlog aan te doen , omdat hy zyn' broeder Zemes, of Jem had bygeftaan, in zyn land viel en Tarfus veroverde; doch dat Pir Achmed , hulp gekreegen hebbende van den Sultan van Egypten, Bay-Tezid te gemoet trok , waarop 'er een hevig gevecht voorviel; waarby . hy , tegen den avond , roekeloos in het midden der Turken invallende, zelf verflagen wierd. Dit toeval had de nederlaag van zvn leger , en de overwinning van het gantfche land ten gevolge, Op dien zelfden togt wierd de Vorst van Trachea genoodzaakt zich aan de Othomannifche regeering te onderwerpen, en in de plaats van zyn eigen land eene andere bezitting in Klein-Afië aan te neemen. Wat aangaat de dood van Gheduk Achmed Basha; de Turkfche Schryvers wyten den val van dien grooten man aan eene valfche befchuldiging, als of hy den Sultan had willen onttroonen om deszelfs oudften zoon te besunftiaen ; doch de Christenfchryvers geeven eene an» ö b dere (fc) Cakten, pjg. 119 &• Seq. Mm a XVI. Boek. ix' Afd. Karamai licn vero. verd. Gheduk Achmed befcbuU iigd.  XVI. Boek. ix. Afd. 1 I i l c V d c h *7fj HISTORIE VAN het dere reden van zyn dood , en derzelver oorzaak. Volgens hun zeggen had Ishak , een oude Basha , die een* ouden haat tegen hem had , om dat hy zyne dochter op vermoeden van een ongeregeld gedrag verftoten had, geduurende zyn afzyn hem , uit hoofde van zyne groote verknochtheid met de Janitzaren voorgefteld als een' zo gevaarlyken man, dat Bay. Tezid befloot. hem uit den weg te ruimen. Met dit oogmerk deed de Sultan, toen hy weder aan het Hof terug gekomen was , hem op zekeren avond ten eeten verzoeken; ■ en nadat zy fterk gedronken hadden. gaf hy bevel, dat 'er kleederen aan de gasten zouden uitgedeeld worden, waar van dat van Achmed alleen van zwart fluweel was. Men zegt, dat de Basha op dit teken van de.dood woedende geworden, zou uitgeroepen hebben: „ Gy . hoerekind waarom hebt gy my , daar gy dit wreedaartig voorneemen had, serst den onreinen en verboden wyn. doen, drinken?*' Vervolgens zette hy zich neder op den. grond : terwyl de .Sultan hem beval na de andere gasten te. blyven Doch :oen de beulen aan het werk zouden gaan liet de Sultan ïich door een' begunftigden gehiedenen. overhaalen om cyne dood uit te.ftellen, uit. viees voor hét krygsvolk. Dok waren de.. Janiftaren , . zod^a zy bericht gekreegen ïaddeu van het gevaar van den Basba. , in groote meligte naar het Hof. komen trekken.-. BAT. Tezid begaf zich daarop aan het- verfter , en 'reeg, hen, naar de reden van, hunne, oproerigheid Zy ;aven hem onbefchaamdelyk ten antwoord : dat zy ge:omen waren om hem * . die een dronken, beest , en een ekel was,,, te leeren zyn hoog gezag met meer befchei* enheid^en maatigheid te bekleetten; . hem tevens by /yze.van verachting vryër en fchooljongen noem ie. Naat zy hem dus. genoodzaakt hadden om den Basha te ntflaan , droegen zy hem op hunne fchouders naar huis; em onderweg menigmaal vraagende » hoe hy' vaarde en hoe hy zich  OTHOMANNISCHE RYK. 177 zich bevond. Dus ontkwam Gheduk Achmed niet alleen den dood voor dien tyd, maar wierd daarenboven in zyne ampten , en , naar het fcheen , in des Sultans gunst herfteld ; maar hy wierd niet lang daarna vermoord op bevel van den Sultan , terwyl hy in zyn eigen paleis aan de tafel zat. Bay. Tezid insgelyks vertoornd op de Janitzaren , om ..het geen zy reeds voor Ghedik Achmed gedaan hadden , en niet zonder reden vreezende, dat zy nog iets erger zouden onderneemen om zynen dood ce wreeken , nam voor hen allen om hals te doen brengen ; maar hy wierd van dit bloedig en tevens gevaarlyk voorneemen afgehouden door eenige Basha's met welken hy daarover raadpleegde ; en toen de Janitzaren zeiven eindelyk de luertt kreegen van dit zyn ontwerp, trok hy met hen op naar Moidaviën, om hunne gevoeligheid te doen bedairen » en veroverde daar de bovengemelde Steden (O- Ten deezen tyde begon de oorlog tusfehen de Otho» mannen en de Mamlukken van Egypten , welken na veele bloedige veldflagen met den geheelen ondergang der laatstgemeldden eindigde. - Bay Tezid en Kaite Bay hadden eikanderen reeds langen tyd met nydige oogen aangezien ; doch niet een van beiden durfde den anderen, eerst aanvallen dewyl zy van beide zyden elkanders Ryk befchouwden als zo wel gevestigd , dat die door menfehelyke magt niet wel konden ondergebragt worden. De Turkjche Keizer overtrof den anderen in uitgeftrektheid van land , en in getal van troepen; terwyl de Sultan van Egypten jaariyjw verfterkt wierd door de- aankomst van Chercasftsche troepen , het ftrydbaarste volk van alle de omliggende natiën. Kaite Bay gaf den Sultan eene goede gelegenheid om hem den oorlog aan te doen door (e) L£.unclav. Hist. Mufelm. Knowles, Edit deRicaut, in Bajazct. Mm 3 XVI. Boek. IX. Afb,  XVI. Boek. ix. Am. Alaidulet tnclerwtrpt zyne landen tanBayYezid. 278 HISTORIE van hit deszelfs Broeder Jem byftand te verleenen, en hem onder de hand met geld te onderfteunen; doch Bay. Tezid oordeelde best te zyn , dat hy zyne misnoegdheid verborg tot dat hy eene meer bekwaame gelegenheid zou gekregen hebben , welke zich niet lang daarna voordeed. ALAIDULETi Vorst van een» kleine Landflreek in Afië , verftoutte zich om , ter vergrooting van zyne bezittingen , eenige Steden van Mefr of Egypten te overvallen , doch terug gedreven zynde , en niet in ftaat om de Chercasfiërs (C) het hoofd te bieden, nam hy zyne toevlucht tot Bay. Tezid , en verzogt hem om byftand , met aanbod van zyne landen op die voorwaarde als een leengoed aan hem te zullen onderwerpen , zyn' naam op het geld te doen munten , en in de openbaare gebeden te doen vermelden. Door dien weg eenige Turkfche hulptroepen verkregen hebbende beftreed hy de Chercasfiërs op nieuw , en ontweldigde hen , na eenige veldflagen van wisfelvalligen uitflag, Gyullek, Suëz (D) Adana , Kayfaria , en Antab. KAITE Bay de lust van Bay. Tezid merkende, naamei lyk om hem te verzwakken door de magt van een'ander', volgde zyn voorbeeld , en hitste Kior Shah , een' nabuurigen Vorst naar Alaidulat op. Deeze twee kleine Prinsjes , dus door de twee Sultans onderfteund, beftreeden eikanderen een' tydlang met een zo wisfelvalligen f C) Deeze zyn de edelfle van alle de Schyth'fche natiën , en bewoonen het bergachtig land tusfehen de Zwarte en Caspifchs Zee Da Rusfen noemen hen Czerkiesfi Panigoriki, om hen te onderfcheiden van de Lofakjche Clercasfiers , want alle de Cqfakken van de Ukraine woraen m het Rusjifch Chercasfiërs genoemd, Prins Cantemir Reeft eene merkwaardige befchryving van de eerstgemelden , en zegt op eene andere plaats , dat niemand onder hen onedel is. Pa?. i die de Tut ken als de voornaamfte aanvoerers van deezen oorlog opgeeven, zeggen , dat Achmed Basha , met een leger naar Syrien , gezonden zynde , door de Egyptenaars en Ambiëren by Tzuker üva geflagen , en krygssevangen gemaakt wierd., In het volgende jaar zond de Sultan , volgens hun zeggen , eene grote vloot , en tevens een talryk leger tegen den Sultan van Egypten , die de Turken ontmoette by den berg 'laurus in Cicilien; en hen , fchoon hy veel minder in magt was , flag leverde, Nadat deeze flag den gantfchen dag geduurd had keerden de beide partyën naar hunne legerplaats terug. De Egiptenaars hunne bagagie en levensmiddelen by hunne terugkomst weggevoerd vindende , zonder te weeten door wie dit gedaan was, hervatteden den volgenden dag het gevecht met; verdubbelde woede , en ftreeden op nieuw tot dat de nacht hen van eikanderen fcheidde. Doch de Jurken, die van honderdduizend mannen zeven-en-zestigduizend verlooren hadden , vluchtten in den volgenden nacht, met achterlaating van hunne tenten, en levensmiddelen. De Egyptenaars , die insgelyks de helft van. hun volk verloren hadden, weeken terug naar den berg Taurus, doch door hunne verfpieders bericht gekregen hebbende van de vlucht der vyanden , kwamen zy van den berg af, en plunderderden der zeiven legerpiaats. Dit was de reden , dat geene van beide de partyën recht wist , wie de overhand behouden had. De Twkfcbe vloot was niet gelukkiger , want dezelve wierd door een on weder voor den mond van de rivier Orontes geheel verftrooid. Hierop floot Bay Tezid den vrede met den Sultan van Egypten , en gaf hem alle de plaatfen terug , welke hy (d) Le'unclav. & Ricaut, ubi fupra. XVI. Boek. IX. Ai'o. A.D 1489, De Taken 'allen in Jyiiën.  2$0 HISTORIE van het XVI. Boek, IX. Afd. Hegyra 889- Imal in Chercas Hen. Hegyra 890A.D. .485 Moldavien verwoest. De Maho- metaanen •worden uit Spanjen vtrdreven. hy van hem veroverd had. Dit verhaal ftryd in het minst niet met hec voorgaande of met het volgende der Turkfche fchryvers ; die naar alle waarfchynlykheid beter bericht gehad hebben van den oorfprong van deezen oorlog dan de Christenen (e~). BAT-Tezid begon eindelyk te begrypen , dat dê magt der Chercasfiers'm Egypten nooit kon te onder gebragt worden, dan nadat hun eigen land overmeefterd zou zyn , en dus den weg afgefneden , langs welken zulk eene fterke magt jaarlyks naar Egypten overkwam. Ten dien einde veinsde hy vrede met den Sultan van Egypten te willen maaken , en deed zyne troepen terug trekken ; waarop hy , in het jaar 889 , onverwacht in Chercasfiërs viel, het land afliep , eene groote menigte gevangen nam , en de doortogten van het gebergte , waarmede, dat land omringd is, met vestingen affloot. De Hiftoriefchryvers zeggen , dat Kaite Bay , ziende dat zyne magt dag aan dag verminderde , en die van zyne vyanden meer en meer toenam , door kwelling ziek wierd , en binnen korten tyd ftierf. In het jaar 890 zond de Sultan een leger in Moldavien; dat eene groote flachting maakte onder de inwooners; en in het volgende jaar veroverde hy op nieuw de afgevallen provincie Varfak (ƒ). Terwïl de zaaken der Otbomannen in het Ooften dus voor den wind gingen kreeg de Mahometaanfche Godsdienst een' zwaaren flag in het Ryk van Endelos(E}. iSTa verfcheide zwaare nederlaagen wierden de Mufelman. nen overal verjaagd , gepynigd , of gedwongen hunnen godsfe) Cantem. pag. 115, &Seqq. (ƒ) Cantem. pag. 129. (E) Of Endaios, dat is Andalujien , een naam , die de Oosterfehe Schryvers voormasls gaven aan Spanje in het algemeen ; doch tegen'vccrdig maaken de Turken onderIchetd tusfehen Spanje en Portugal»  OTHOMANNISCHE RYK. *8i godsdienst af te zweeren. In deeze benapuwdheid zonden zy gezanten aan Bay Tezid .om aan hem vérflag te doen v;m de wreedheid der Spar,jaa> den , en hem . als het hoofd van alle waare Geloovigen , om bxftand te verzoeken Om aan hun verzoek te voldoen zond hyin het volgende voorjaar eene groote vloot naar de Middellandfche Zee, onder het bevel van Kiè'mal AH Basfa; die de vloot der Christenen floeg , het Eiland Malta uitplunderde , en de- zeekusten van ópanje en Itaiiën verwoestte. Doof deezen voorfpoed ftout geworden zond hy, in het jaar 894 den Veldheer Takub , met een leger naar Croatiën en Bosniën , om deeze landen geheel en al on der te brengen. Na verfcheiden vestingen veroverd, en het gantfche land verwoest te hebben ontmoette hy eindelyk het leger der Christenen ; en na eene groote flachting onder het zelve gemaakt te hebben , kreeg by veele aanzienlyke krygsgevangenen , waar onder hun Bevelhebber , den Generaal Tani (F). In het zelfde jaar huwde Bay .Tezid zyne dochter uit aan Mcbmed Mirza Oghir Ogli. In het jaar 895 ftierf Sultan Takub (G). Koning van Azerbejan , en de verwarring, welke hier do->r veroorzaakt wierd gaf aan Bay • Tezid zo wel als aan den Sultan van Egypten gelegenheid om zich meester te maaken van de provinciën , welke geene Landvoogden hadden. De twee legers ontmoetten hier eikanderen , waar by (F) Deeze? is de beroemde Graaf Joannes Terquatus ; d;e , vol. gens het verhaal der Christenfchryvers, in deezen flag freuvelde , niet overwonnen , maar integendeel vermoeid door vtelduldige overwinnigtn. Welk van deeze beide verhaalen moet ru geloofd worden ? Cantemir. (G) Hy w.-s de zron van Uzun Hasfm , of Hasfan Beg, en de derde Sultan der Heerfchappy van het witte febaap onder' dt Turkemans Oost. Hist. XII. Deel. Nn XVI. Boek. IX. A*d. Hegyra 849 AD. 1489. Croatiën mj'rgehragt. Hegyra 895A D.149O, Overwin^ ninr en ia Afië.  XVI, Boek. IX. Afd. AD 1496. Hegyra 002. De Rho óiërs geflagen. Ach med Mirza vlucht tiaar Tauris. Hegyra 905. J,D. 1499 (H) Of Lepante-. i%t HISTORIE van het by de Turken de overhand behielden ; eindelyk hechtte Bay -Tezid alle de landen , over welken hy met de Chercasfiërs getwist had , na een' oorlog van zes jaaren aan het Othomannifche Ryk. In het jaar 90a wierden de Rhodiërs met een groot verlies geflagen door den Turkfchen Veldheer Nafu Beg. Omtrent dien zelfden tyd vluchtte Achmed Mirza, die zeven jaaren te vooren des Sultans dochter getrouwd had , onder voorwendzel van te gaan jaagen, uit Confiantinopolen naar Tibris of Tauris , daar hy tot Koning verkozen wierd. In het volgende jaar deed Bay. Tezid den grondfiagleggen van een Jami , een gasthuis , een Tadlim Chara , en eene fchool , welken in agt jaaren voltooid wierden. In het jaar 905 trok de Sultan met een talryk leger in Griekenland , en veroverde by den eerften aanval de Stad Anibacht (H) ; en in den volgenden zomer , op den eerften dag van de maand Meharram , nam hy Mothone , of Medon ,. ftormenderhand , en Coroni by verdrag in (b). De Christenfchryvers voegen deezen inval in Grieken, land by dien in Itaiiën , welke door de Turkfcbe fchryvers te vooren ter loops wordt aangehaald ,. doch zon. der de reden , of de omftandigheden daar van te melden. Volgens het -verhaal van de eerstgemelden ,. maakte Bay. Tezid , verzocht zynde door Sforza. ^ Hertog van Aii. lano , dat hy den oorlog zou verklaaren aan de Republiek van Venetien , welke êen verbond geftoten had met Lodetvyk den Twaalfden Koning ven Frankryk , om zyne landen te veroveren , en nog gedachtig aan de beledigingen hem in vroeger' tyd door de Venetiaanen aangedaan , groote toebereidzelen tegen hen? zo ter zee als (ft) Cantem. ubi fupra.  OT.HCMANNISCHE RYK. ?'8a arts te land; en gaf toen op het onverwachtst bevel aan Scander. Basha , om met twaalfduizend mannen Friuli in iialien te overvallen ; van waar hy met den roof van ma landftreek térug keerde. Ten zelfden tyde bragt de Sultan eene tahyke vloot in zee, en trok zelve met een magtig leger langs de kus ten van Morea om gemeenfchap met dezelve te kunnen houden. Grimani de Venetiaanfche Admiraal , liet de Turkjche fchepen verfcheiden dagen ongemoeid, in verwachting , dat zy dieper in zee zouden komen om hem aan te tasten. Ten laatste begonnen Andrea Loredano , en Albano Armerio , die onlangs van Corcyra gekomen waren om by den flag tegenwoordig te zyn , ongedub dig geworden wegens dit lang vertoeven , het gevecht; en klampten terftond een groot fchip aan , dat gevoerd wieid door Baruch van Smyma, een' beruchten Zeerooyer , die zyn eigen fchip in de lucht doende viiegen de twee anderen met hem deed vergaan. Eenjge andere beftreeden de Turkfche vloot insgelyks ; doeh het grootst gedeelte der Venetiaanfche Galeijen bleef op een' afftand het gevecht aanzien , ' zonder iets te doen ; waar over hun Admiraal grootelyks gelaakt wierd , en zells naderhand volgens beftuit'van den Senaat uit het land gebannen. Intusfchen geraakten de Turken, die zeer bevreesd waren, roet groote moeite in de golf van Le~ panto; welke Stad zy te water en te land zo naauw belegerden , dat dezelve zich eindelyk by verdrag overgaf. In het jaar 1500 rustte Bay-Tezid eene nog grootere vloot uit tot de verovering van Morea ; en ten zelfden tyde den hthmus van Corinthen intrekkende , floeg hy het beleg voor Modon- Nadat zyne batteryën vier groote bresfem.gefchooten hadden, deeden de Turken twee hevige aanvallen , doch wierden beide de keeren met groot verlies terug geflagen. Geduurende deeze belegeNn 2 ring XVI. Boek. IX Afb. Friuli door is Turken overvallen °.n uiigephutierd. De Tot. ken veroteren Lesanto.  284 HISTORIE vam het XVI. Boek. IX. Afd. En Modon. AT). 1501 De Vene;i aanen ver werén Ceprwioma, ring kwam Trevi/ano , de Venetiaanfche Admiraal, van hec Eiland 7,ante , daar hy gelegen had met drie galeien , beladen met mondbehoeften , onder het bevel van dappere bevelhebbers ; floeg door de Tiukfche vloot heen , en zette zyne fchepen op fhvand onder de wallen van de Stad. Doch terwyl de foidaaten en de ingezetenen , over hunne aankomst ten hoogste verblyd, in groote menigte uitliepen om hen te verwelkomen, en de Stad op verfcheiden plaatfen onuewaard lieten , namen de Janitzaren deeze gelegenheid waar , vermeesterden de Stad , en bragten de roeefte inwooners ter dood , onder anderen den Stadvoogd en den Bisfchop , behalven nog duizend, die genomen, en voor de tent van den Sultan gedood wierden. Om dit verlies eenigcrmaate te vergoeden zeilde de Ve. netiaanfche Admiraal Pijaurio in het volgende jaar naaiden Hellespont , vervolgde de Turkjche vloot tot aan het Eiland , veroverde meer dan twintig van hunne galeien , en maakte zich by zyn' terugtogt meeste- van het Eiland ALgina vervolgens vereenigde hy zich met Gonzaho den grooten , die door Ferd'mand, Koning van Spanje , afgezonden was om hem te helpen , . en veroverde , door het beleid van dien grosten Veldheer het Eiland Cephalonia. Kort daarna bericht gekregen hebbende , dat een gedeelte van de Turkfche vloot in de baai van Ambracia lag, zeilde hy derwaarts van Corfu; en het grootst gedeelte van zyne vloot naar het Eiland Neritos zendende , zeilde hy met niet meer dan agt galeijen de baai in, verbrandde eene groote galei, en voerdeelfanderen met voorraad en krygsbehoeften geladen met zich. Naderhand veroverde hy het kasteel van Pyios; doch dit wierd binnen kort weder hernomen door Kamaliab, een' beruchten lurkjehen Zeeroover. Het geluk was Pijaurio zo gunstig niet in zyne onderneemmg om de galeien van den vyand in de rivier Mas, of Eante, op de ku&t van Ma-  OTHOMANNTSCHE RYK 285- Mncedonïén te verbranden ; want tweehonderd foidaaten , die de rivier opgezonden waren om dit ren uitvoer te brengen, wierden door tegenwind belet terug te keeren , en dus door de vyanden onsfingeld, en allen tot een' toe verflagen. . Omtrent deezen tyd veroverde Bay-Te^id de bUd Durazzo van de Venetiaanen ; die door deezen langen oorlog reeds fterk begonnen gedrukt te worden j doch na eenigen onderftand van fchepen van de. Franjeben ge kregen te hebben , zeilde hun Admiraal naar het Eiland Lesbos , en belegerde de fterke Stad Mitylene, Na eene bres in den wal gefchoten te hebben zeilde hy met een gedeelte van de vloot naar Tenedos om den Vyand op te zoeken. Intusfchen wierden de Franfcben , die, tegen den zin van den Vice Admiraal, de bres beklommen hadden, afgeflagen, toen zy, by hunne terugkomst, de Stad dachten te vermeesteren. Door deezen ongelukkigen uitflag flaauwmoedig geworden keerden zy naar huis, terwyl veelen op dien togt door ziekte wierden weggerukt De Venetiaanfche Admiraal beklaagde zich grootelyks over deeze handelwyze by den Groot Meester van Rhodus , dien hy te Paros aantiof, gereed om hen te hulp te komen. Hy keerde echter , in het volgende voorjaar, door eenige galeijen van den Paus onderfteund, terug , belegerde en veroverde Nentos , of ót. Aiau ra , en het geheele Eiland ; doch de Venetiaanen bleeven niet lang in het bezit van het zelve ; want in het volgende iaar wierd de vrede geflooten tusfehen lay- Uzid en de Republiek, waarby Nentos en Leucadia aan de Jurken wierd terug gegeevem Van den anderen kant verbond zich de Sultan om alle de Koopmansgoederen , geduurende dien oorlog veroverd , terug te geeven, o! te vergoeden , de onderdaanen van de Republiek een vrvën handel te vergunnen op de Zwarte-Zee een' Con. Nn 3 fu XVI. Boek. IXAfd. Hepyra 907. De Turken veroveren Durazzo. AD 1504. Vrc'ie tusfehen de Trii ken en Venetia. oen.  XVI. . Boek. IX. Afd. Bay Yezid is in gevaar vat zyn leven. Hegyra 916. A.D.\$ci Sheytai Kuli, een Bedrieger maakt zich een' aanhang. ^85 HISTORIE van het ful in die Stad te moogen hebben , en eindelyk , om ie grenslcheidingen tusfehen de beide Landen voor altoos ;e bepaalen. In het zelfde jaar wier Bay - Tezid, uit Manïên terug komende , ontmoet door een' Dèrvisb , of Turfchen Munnik ; die toetreedende of hy een almoes wilde ontvangen , hem met een' korten dolk , docht te kwetfen i doch het paard van den Sultan terug fpringende, miste hy in zyn oogmerk , en na dat hy door tffmr diar Basha door een' flag op het hoofd ter neder was geveld , wierd hy door de ibldaaten van een gefcheurd. Bay Tezid nu met alle zyne nabuuren vrede gemaakt hebbende dankte zyne troepen af , om na zo veel vermoeijingen eenmaal rust te genieten (*)• In 916. begon Sbeytan Kali te Beg Bazar (I)zyne Ketteryën in den Koran in te voeren, wei.ehy door wonderwerken ftyfde , en daar door het Jigtgeloovig volk izodanig wist te betoveren-, dat hy in korten tyd eene groote menigte aanhangers had. Bay • Tezid zond aanftonds een leger om deeze oproerige menigte te verftrooijen onder AU Basha; die den aanhang van dien bedrieger verflaande , hem zeiven noodzaakte naar het Land van Schach IsmaH te vluchten , daar hy, zyn vergif met meer vryheid kunnende verfpreiden , den Koning zelve en de geheele Ferftaanfche Natie daar mede befmet- te (*). r , ■ ■ ' De Jaarboeken der Sultans, door Leunclavms uitgegeeven , geeven een beter, en, ons bedunkens, een onpartydiger verflag van die gebeurtenis. Volgens deezen, was (i) £,EüKct*v. & Ricaut ubi fupra. (fc) Cantem. pag. 134- & kqq. (I) BEG of Bek Bazar is eene Stad in Anatolien op den weg van Isnik of Nicea naar Enguri of Ancyra , niet verre van de laatstge. meldde Stad.  OTHjOMANNISCHE RYK. 287 was Shach Kuli de zoon van Hasfan Kalif, een der aanzienlykfte mannen in de Provincie van Tekin , of TeleUi , welke Shah Kuli, zich zedert vyf of zes jaaren in een kluis afgezonderd hebbende , als een heilig man wierd aargezien. Bay-Tezid niet weetende, dat hy een Kezil-Basb was (K), en van een andere Seèle , zond hem jaarlyks zevenduizend Aspers. Na verloop van eenigen tyd verliet hy zyne fpelonk , en viel op zekeren dag met een' grooten hoop van zyne aanhangers in Anta> lia , plunderde het zelve, bragt den Opperrechter omhals , en hing zyn gevierendeeld lichaam opentlyk ten toon. Na dat hy door de listen van zyne zendelingen binnen korten tyd tienduizend mannen byëen gebragt had , trok hy op tegen Karagofa , den Beglerbeg van Anatolien ,• dien hy verfloeg en gevangen nam. Vervolgens voorttrekkende naar Kutahia , de Hoofdflad var dat Land, eisehte hy die plaats op van de inwoonersj en, toen zy weigerden dezelve over te geeven, deed hj den Basha in hun gezicht empaleeren. Korkud trok mei een leger uit Manisfa , of Magnefia , om Shah Kuli tegen te gaan; maar wierd op de vlucht gedreeven, waarop hy aan zyn' Vader kennis gaf van deezen opftand. BayTezid vertoornd op AU.Basha en de andere Viziers, orr dat zy hem geene kennis gegeeven hadden van deeze zaak; zond eenige troepen naar Afië , en beval aan zyn' Zoor Achmed zich met hem uit Amafia te gaan vcreenigcu Intusfchen verfloeg Shah Kuli , in Caramaniën gevallen zynde , Hayder Basha , den Landvoogd van deeze Pro vincie, en Zindis Kemal Beg, Van daar trok hy voor: naar de vlakte van Zibukkia, daar hy Ali Basha ontmoet te , die hem flag leverde. Hasfan Kalif, de Vader var Shai flO Dat is, Roodhoofd , een Spothaam gegeeven aan het volk van Ismaèl Skan* om dat zy roode mutfen droegen. XVI. Boek. IX. Hy verflaai de Turken. i i 1  XVI. . Boek. 1 IX. Afd. i \ ! Groote aardbee ving te Conftantitaopolen. AD. 1511 Selim ftaa tegen zyn' Vader op. 88 HISTORIE van het ihah Kuli , door een' pyl gedood zynde ontftond 'er ;en oproer in het leger der oproerigen waarop de Bas* ba een' inval deed in het midden der vyanden , en door hem verflagen wierd , het welk zyn leger op de vlucht Ireef. Na deeze overwinning wendde Shah Kuli zyn' ogt naar Tabriz in Perfiën , en onder weg eene Karamane met goederen , die aan Shah lsmaël toebehoorde, ontmoetende , plunderde hy dezelve , en bragt al het /olk daar van om hals ; om welke plundering hy , by syne aankomst te Tabriz , met de voornaamsten van ?yne Legerhoofden, op bevel van Shah lsmaël, ter dood gebragt wierd ( / ). In het zelfde jaar , op den veertienden September , viel 'er een hevige Aardbeeving voor te Conftantinopolen , welke agt tien dagen duurde , en dertienduizend menfchen om het leven bragt, en eene menigte gebouwen verwoestte. Deeze wierd gevolgd door eene verfchrikkelyke fterfte , welke insgelyks een groote menigte in het graf fleepte Cm). Omtriint' dien tyd befloot de Sultan , fterk gekweld door de jicht ; en door den toeneemenden ouderdom , de regeering af te ftaan aan Achmed, zyn' oudsten zoon; om deeze reden deed hy hem ontbieden van Komyeh. en verklaarde hem voor zyn' erfgenaam in het Ryk, daarby voegende , dat hy befloten had zich naar Magnefia te begeeven ; doch naardien hy zyn voorneemen aan de Ryksgroófen had bekend gemaakt , vóór dat hy hunne genegenheid voor Achmed had gewonnen, viel deeze zaak niet naar zyn' wensch uit , want Selim, die Landvoogd was van Trebizond , ftak met zyn leger de Zwarte 'Lee over , en trok naar Adrianopolis. Van daar trok hy 9 onder vocrwendzel van zyne pligtpleeging by zyn' Vader te (O Annal. Soltan. Osm. in Bajazet !!■ (roj Ru'Aur, ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 289 te gaan afleggen , met twintigduizend mannen naar Con* ftantinopo'en , in hoop , dat de Janitzaren , die hem eunstip waren , hem zouden by ftaam Bay-Tezid, het voornêemen van zyn' zoon bemerkende, trok hem met alle de troepen , die toen in de Stad waren, moediglyk tegen , tot by het dorp Ogris by Chorlo , daar Sohm , na een langduurig en twyfelachtig gevecht, op de vluchtj gedreven wierd. De Suitan verbood zyne troepen hem te vervolgen, in hoop, gelyk hy. zeide, dat zyn zoon zyne verwatenheid zou afleggen , en door zyne VaderJyke beftraffing overtuigd zou worden, dat God nimmer den opflant van kinderen tegen hunne Vaders goedkeurt. Dus kwam Selim, door de goedheid van zyn' Vader behouden te Varna, en van daar te Kaffa in de Krim. BAT • Tezid zond op nieuw naar Achmed , om hem zyn' overtogt te doen herhaasten , die in de plaats van zelf over te komen * hem deed antwoorden, dat hy te vergeefs trachtte hem ten troon te verheffen , naardien hyhzeer wel wist, dat, niet alleen de Januziren , maar ook alle de Grooten Selim waren toegedaan en hem Keizer wenschten te zien. Bay-Tezid , Achmed's wantrouwen befpeurende, en echter Selim van de opvolging willende uitfluiten , uithoofde van zyne ongehoorzaamheid , nam voor zyn befluit tot eene betere gelegenheid uit te ftellen ; doch, naardien het niet wel mooglyk fcheen zyn voornêemen van afftand te doen te herroepen , om dat alles , het geen ooit 'door de Sultans gezegd of gedaan wordt, voor onherroepeiyk wordt gehouden , zocht hy, . onder de hand de Grooten over te haaien , dat zy Achmed zouden aanraaden om van befluit te veranderen. Doch deeze zetteden in tegendeel de 'janitzaren aan om Selim te begunstigen , en deeden dien Prins 'weeten , dat zy eenpaariglyk befloten hadden hem ais Keizer te erkennen , en niet toe Oost. Hist. XII. Deel. Oo te XVI. boek. IX, Afd. ë Enwtrdt eflügen.  XVI. Boek. ix. Afd. Hy wordt door de Grooten et Janitzaren aangezocht om het Ry) te aanvaarden.. Selim hm weder te Conftantinopolen. 290 HISTORIE VAN HET te laaten , dat Bay - Tezid zyne verklaaring van afftand herriep. SELIM weigerde in den beginne zyne toeftemming te geeven , en deed aan de zaamverbondenen weeten , dat hy wel verre was van de Opperheerfchappy te verachten , maar , dat hy niets wilde doen tegen den zin van zyn' Vader , te meer naardien hy , nog niet lang geleden , door de ondervinding geleerd had , dat de hand Gods cegen hem was. Doch de Janitzaaren hielden , in weerwil van dit antwoord, by den Zemberekchi Pacbi , of Opperveldtuigmeester, aan , met verzekering , dat zy alle gezworen hadden , niet te zullen afiaaten vóór dat zy Selim ten troon verheven zagen, al ware het dan ook tegen den wil van zyn' Vader. Selim , eindelyk door deeze uitnoodigingen overgehaald , vertrok met een klein gevolg van Kaffa, en verfcheen , onder het zelfde voorwendzel van zyn' Vadef te komen begroeten , op nieuw te Conftantinopolen. Zo dra de tyding van zyne aankomst ruchtbaar .was geworden, kwamen de janitzaren in troepen byeën, en hem met groote blydfchap te Top Kapü ontvangende geleidden zy hem naar de Eni Bagbcbe , daar zy tenten opgeflagen hadden om hem te ontvangen (ra). BAT - Tèzia door dit onverwacht toeval ontfteld, en wel begrypende , dat hy met geweld niets zou kunnen te weeg brengen , zond, na verloop van agt dagen, Koja Moftapha Basba , zyn' Groot - Vizier, aan zyn'zoon, om hem te vraagen : waarom hy, indien hy enkel gekomen was om hem te bezoeken , dit bezoek zo lang uitftelde , doch , indien hy met deezen dekmantel zyne ongehoorzaamheid enkel zocht te bedekken , • waarom hy dan de tyd zo nutteloos verfleet V Selim die de listige (n) Cantem. pag. 139. & Seqq.  OTHOMANNISCHE RYK. aor ge ftaatkuride van Bay-Tezid zeer wei begreep , deed hem een niet minder twyfelachtig en fpitsvindig antwoord geeven ; zeggende , dat hy in het geh< el niet van voor neemen was tegen zyns Vaders wil te handelen, maar integendeel gereed om zich te begeeven naar welke plaats het hem zou behaagen , indien by hem flechts eenige opheldering nopens de tegenwoordige beftiering der Staatszaaken geliefde te geeven. „ Sofi Ogli," (zeide hy tegen den Vizier),, een man van geen belang, is in het posten opgeftaan , en heeft daar , met een' fpoedigen voortgang , de Otbomannijche bezittingen verwoest tot aan de Stad Kayfariya , terwyl gy, in de plaats van de Provinciën te befchermen , een bloot aanlchouwer van zyne overwinningen geweest zyt. Van een' anderen kant heeft een Chercasfier , van geringe geboorte , die zich voor het zwaard der Othomannen behoorde te vernederen, zich niet alleen meesier gemaakt van Egypten , maar daarenboven van vcrfcheidèn Landen in Syrien , die te vooren onder onze heerfchappy behoord hebben , en bezit dezelve nog tot op deezen dag als een wettig erfdeel. De achtbaarheid van ons Ryk, dat, ten dage van onze Voorouders , gevreesd wierd, is nu tot zulk eene laagheid vervallen , dat zy, die te vooren, onder de regeering van Bay - Tezid ; by de nabuurige volken als onverwinlyke helden gevreesd wierden , nu , onder een' Keizer van den zelfden naam , als werkeloos en verwyfd volk veracht en onteerd worden. Waar is thans de eer des Scepters van AH Othman ? waar de voorige krygstucht ? waar is de yver om de wetten te handhaaven ? waar is de verftandige beftiering van den Staat? wordt dus het Ryk uitgebreid ? wordt dus de krygstucht van onze tot nog toe onverwinbaare legermagt onderhouden ? Wanneer myn Vader alle deeze dingen behoorlyk overweegt laat hy dan zelf oordeelen , of het Oo 2 bil- x:v. Boi-K. IX. Afd.  XVI. Boek. IX, Afd. Hegyra 918. Bay-Yezid doet «j ft and v vu rfge ring. m HISTORIE VAN HET aillyk is, dat zy, die, het zy door toeflemming, of door oogluiking , of door verwaarloozing , oorzaaken van deeze wanorders zyn geweest , ongeftraft blyven ; want indien 'er niet bytyds middelen tegen die bederf worden in het werk gefteld , dan zullen wy den aanna. derende en volftrekt onvermydelyken ondergang van het Ryk moeten wyten aan onze laaghertige verwaarloozing,, en niet aan de dapperheid van onze vyanden." Men zegt , dat de Sultan , toen de Grootvizier hem dit antwoord van zyn' zoon overbragt, zou gezegd hebben : „ Ik zie duidelyk dat het oogmerk van myn zoon niets is zyn' Vader te komen begroeten , maar zich door recht of onrecht meester te maaken van het ryk. Ook ben ik verzekerd , dat het hem door den Hemel is toegelegd; ik heb in den voorleden' nacht gedroomd , dat de Janitzaren my de kroon afnamen , en die op zyn hoofd ftelden. En dewyl ik het godioos acht iets te noen of te onderneemen tegen den wil van God , leg ik met onderdaanige onJerwerp;.ig aui de Goddelyke Voorzienigheid alle de tekenen der opperftc magt af., .en wil en beveel, dat Selim door een'ie:gelyk' als Keizer zal erkend worden." Hy deed Selim ^terftond kennis , geeven van . dit zyn voornêemen , en verzocht viyheid om te Dymotiea ftil te moogen leeven. Selim hield- by zyn' Vader aan., dat hy in het nieuw paleis zou blyven, zeggende, dat hy zich met het oude zou vergenoegen. Maar Bay Tezid bleef zyn verzoek doordringen, voor reden bybrengende, dat eene fchede •geen twee zwaarden* kon bevatten.. Na dat hy eindelyk zyne verzoek verkregen had , voerde hy zyne kostbaarfte fchatten met zich , en vertrok uit Ctn:lwtiiwpoieii , ■verzeld door Tum:s Li:b.i , en eenige weinige vrienden , en had door .'i ) Uit hoof.le van dit gezegde zou men moogen onderzeilen , dat het teen JthUippus Lonicerus , Lonic. Tom. I. V. C. 22. vor gras eene aanhaaling uit Antenius Mewmnus , weKens zynen dood meldt , geen verdichtzel is,- te weeten, dat hy op zyne vermoord wierd door een' Joodfchen Geneesmeester, offchoon de lur len voor dëezè zaak niet opentlyk uitKomen. Caniem. —r—■ -h°» veel ftaat kan men dan maaken op bun gezag als Hisiortelcnryversf Oo 3 XVI. Boek. IX. Afd.  294 HISTORIE van ket XVI. Boek. jx. AïD Bygcloo* vigheid vai Bay-Yezid. veelvuldige lichaamsoefeningen zo veel krachten gekre. gen , dat weinig lieden hem daarin evenaarden , en niemand hem te boven ging. Hy was een naauwkeurig onderhouder van de wet , en een groot begunstiger der geleerden. Hy was zelf zo geoefend in alle takken van geleerdheid , dat hy onder de Jurken voor den voornaamsten hunner geleerden gehouden wierd. Door zyn beleid en voorfpoed wierd bet Othomannifche Ryk grootelyks uitgebreid. Hy herbouwde de muuren der Stad , die op veele plaatzen door de aardbeeving verwoest waren , en ftichtte op de Koperflagers - markt een prachtige Jami , van een^ fraaye bouworder, en een andere , die niet minder fchoon was, te Ama/ia, doch niet zo groot ; om nu niet te fpreeken van de veelvuldige Madrefeh's en hnaret's , die hy gefticht heeft in verfcheidcne andere Steden van het Rj7k. Hy bouwde naby Ozmanjik over de Rivier Kisü lrmak , of de Roode ftroom , eene marmeren brug van negentien boogen, en eene van hardfteen van evenveel boogen over de Rivier Ghiez Suï, of water der Oogen, in de Provincie van Sarichan. Dezelfde fchryvers zeggen ook, dat hy geduurende den 'gantfchen tyd van zyn leven , het ftof, dat zich op zyne kleederen hechtte , zorgvuldiglyk bewaard heeft; en dat hy op zyn fterfbed de geenen , die toen tegenwoordig waren met een' plegtigen eed heeft doen zweeren , dat zy daarvan een' fteen zouden doen bakken , en dien in zyn graf onder zyn' rechter arm doen leggen in de plaats van een kusfen , daarby voegende , dat hy altoos acht gegeven had op de Hadis , of voorfpellingen (M) , welke zeggen : „De man, wiens voeten op de we- (M) Dat is te zeggen, in de Voorfpellingen van Mohamed. Men vindt eene verzameling van deeze Voorfpellingen onder den naam van  OTIIOMANNJESCHE RYK. 295 wegen des Heeren met ftof zyn befprenkeld geweelt, dien zal God behoeden voor het Helfche vuur." Hy had vyf zoonen, Achmed, Selim, Shehin Shah, Alem Shah, en Korkud (0). De Christenjchryvers zeggen, dat hy eene talryke nakomelingfchap had, of icboon flechts vier van zyne zoonen eenige opmerking verdienen ; naamelyk, Achmed , Mohammed, Korkud, en Selim. Van deeze zeggen zy , dat de tweede best verdiende opvolger van het Ryk te zyn, dewyl hy een levendig verftand, vlug vernuft, en eene edelmoedige geaartheid bezat ; doch de overmaatige genegenheid , welke het volk hem toedroeg ; verhaastte zyne dood. Achmed en hy, die beide broeders van ééne moeder waren , beminden eikanderen recht hartelyk; Mohammed op zekeren tyd nieuwsgierig zynde hoe zyn broeder zich hield , trok op ze keren tyd , enkel van twee vrienden verzeld, uit Magnefia , daar hy het bevel had , in een geestelyk gewaad vermomd , naar Amafia , daar zy voor hun muziek en geestelyke gezangen niet meer dan vyf Aspers van Achmed onvingen. Dit gebrek aan milddaadigheid mishaagde Mubaumed zodanig, dat hy, na zyne terugkomst, aan zyn' broeder een fcherpen brief fchreef , waarin hy hem zodanig befchimpte wegens zyne gierigheid , dat Achmed zedert dien tyd nooit weder recht met hem verzoend is geweest. Niet lang daarna begaf Mohammed zich met eenige zyner vrienden , in zeemans gewaad , naar Conjlanfiinopolen. Bay. Yezid, naderhand bericht krygende van deezen togt, vatte daaruit zo veel achterdocht op , dat hy aan Asmehedi, den heimelyken vyand van Mohammed , in een' b. ief fchreef , dat hy hem moest trach. (e) Cantem. ubi fupra. van Hadifan Nebevi , of woorden van den Propheet , om dezel. re ondericheiden -van de Itodis i Kudüs , of Woorden van God , welke., door den Engel Gabriël zyn Oj>gegeeven. Cantem. xvr. Boek. ix. Ara. Noodlottige boert van Mohamned.  2qö HISTORI va n het XVI. Boek. IX. Afd. TIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeerïng van Selim I. Tot aan den Oorlog met den Sultan van Egypten. Hegyra 918. Selim i. (N) T/.VUZ betekent eigentlyk' woest of wild , en van deeze betekenis wordt het oveigebragt tot die van driftig , cf ophopend. trachten te vergeeven ; welk bevel deeze ook welhaast ten uitvoer bragt. De Sultan betoonde echter groote droefheid over zyn' zoon, en veroordeelde den daadcr tot eene eeuwige gevangenis. Dit gebeurde kort vóór den opftand van Selim ■■(ƒ>_) (p) Ricaut, ubi fupra. SELIM, bygenaamd Yavuz (N) , beklom den troon op den negentienden van de maand Sefr , in 'het jaar 918 , en in het zes - en • veertigste van zyn' ouderdom , als geboren zynde in het jaar 8/2, terwyl zyn Vader Landvoogd van Amafia was. Zyne Broeders, het zy dan uit vrees voor de genegenheid, welxe het krygsvolk hem toedroeg , of om zich niet aan zyne oploopendheid bloot te ftellen, durfden zich tegen zyne verkiezing niet aankanten. Jcbmed alleen , wel weetende, dat zyn leven nergens zeker was zo lang Selim regeerde, be-  ÖTHO MANNÏSCHE RYK. i97 befloót, uit wanhoop, hem indien het mooglyk was van den troon te ftooten. Aangelokt door eene valfche verbeelding , dat eenigen der voornaamfte mannen , die zyn' broeder flechts in fchyri begunftigden , zyne party zouden kiezen , maakte hy zich gereed om met Ae gantfche magt van Amafia naar Eurapa over te trekken. Se' Hm , die reeds bytyds door zyne verfpieders bericht gekregen had van het voornêemen van Achmed , trok met een leger in Afië , met oogmerk om hem te overvallen éér hy nog alle zyne troepen byëen kon verzaameld hebben , het welk hem ook gelukte. Achmed trok echter, met zo veeh volk als hy in haast kon byëen brengen , zyn' Broeder te gemoet by Enishahr , en ftreed zelf in de voorste rij , waar door hy meer dan eens de ge. broken gelederen herftelde ; doch eindelyk wierd zyn leger door de groote menigte overmand , en geflagen, de meesten van zyn volk fneuvelden , terwyl flechts weinigen het door de vlucht zochten te ontkomen , waar onder Achmed zelve wa« ; doch ongelukkig gevat wordende wierd hy terftond verworgd, i en te Prufa begraven Andere fchryvers zeggen , dat Achmed, by het aannaderen van Selim , vluchtte naar het gebergte, dat Armeniën affcheid , en zyn best deed om een leger op de been te brengen , terwyl zyn broeder , niet in ftaat om in een zo koude landftreek te overwinteren, naar Prufa terug trok. Van daar zond hy Ufeghi Basha om Morad én Alaolddin , twee Zoonen van Achmedin Amafia te overvallen •, doch deeze daar van bericht gekregen hebbende door Moftapha , den ouden Basha , die, fchoon hy zelf een der voornaamften geweest was om Selim ten troon te helpen verheffen , echter zyne wreedbeid tegen zyne andere neven ten hoogfte verfoeide, leiden (7) Cantpm, p3£. t43, & fecjq. Leundav. in Bajazet ii. Oost. Hist. XII. Deel. Pp XVI. Boek. x. Afi>,_  298 H I S T O R I VAN HET xvr. Boek. x. Afd. den Ufegbi eene hinderlaag , verfloegen het grootst ge* deelte van zyn volk , en kreegen hem zei ven gevangen. De gevangen Basba wist echter middel te vinden om het verraad van Moftapha aan Selim te doen weten, die hem .daarop terftond ter dood deed brengen, het welk door Achmed op Ufegbi gewroken wierd. In het begin van het voorjaar wierd Achmed door zyne vrienden aangefpoord , om Selim onverwacht te overvallen , die, naar hun bericht, door het achterblyven van zyne Europifcbe troepen , nu ligtelyk kon overwon, nen worden. Ten dien einde trok Achmed op uit Prufa, met vyftien duizend mannen ruitery , het voetvolk achterlatende met bevel , om hem met kleine marfchen te volgen. Selim , die de brieven van eenige vrienden van Achmed , welken uit zyn eigen kamp gefehreven, waren , en waarin zy hem vermaanden om op te komen , éér zyn broeder alle zyne magt byëen verzaa* meld zou hebben , onderfchept had, deed eerst de zaamgezworenen ter dood brengen , en zond vervolgensbrieven op hunne naamen af , met nerhaalde aanfpooring om zyn' optogt te verhaasten , en niet naar de aankomst van zyn voetvolk te wachten ; want, dat zy, zo dra het teken tot den aanval gegeeven was , een' opftand in het leger zouden verwekken, en Selim om hals brengen. ACHMED hier door aangemoedigd trok voort tot aan de rivier Partbenius , daar Sman Basha, die mee vyftienduizend mannen Afianfche ruiterjr voor uit gezonden was , om de magt der vyanden op te neemen , hem onverwacht tegen kwam , en met verlies van meer dan de helft zyner manfehap geflagen wierd. Selim echter hier door niet moedeloos geworden trok voord tot de rivier Elatas • en dezelve overtrekkende naar den kant, daar. zyn broeder zich gelegerd had, plaatste hy duizend mannen in eene hinderlaag, onder het bevel van Cban Ogli. een  OTHOMANNISCHE RYK. 'SQo reen' jongen Tartaarfchen Prins , die zyn Schoonbroeder was, mee bevel om den vyand in de achterhoede aan te vallen , zo haast de flag zou begonnen z\n. Toen op den volgenden dag de twee legers gereed ftonden om den flag te beginnen , deed Achmed Selim uitdaagen om hun gefchil- door een' tweeftryd te beflechten , en toen dee • ze laatfte zulks weigerde , viel hy, met den fabel in de vuist , met zyne Perfiaanfche ruitery op den rechtervleugel der lurken aan , en. noodzaakte hen om te wyken. Vervolgens trok hy voort tot onderfteuning van zyne andere troepen , die het te kwaad kreegen tegen den linkervleugel , en het gros van het leger van &* Urn , daar de Janitzaren ftreeden , vernieuwde het gevecht , en verfloeg, met eene verbaazende hevigheid , alles , dat hem voorkwam. Doch toen hy groote hoop op de overwinning begon te krygen viel Chan Ogli, uit het bosch te voorichyn komende, zyne achterhoede aan , waarop zyn klein leger , door de menigte overmand, de vlucht nam , en zich , zo goed als mooglyk was zocht te redden. Achmed vluchtte met de overigen van zyn volk , maar met zyn paard in een moeras vallende, wierd hy gevat, en op bevel van zyn' broeder oo ftaanden voet ter dood gebragt ; doch zyne twee zoons ontfnapten ; de een vluchtte naar Perjien , en de andere naar Egypten f>). Eenige dagen na deeze overwinning voerde Selim zyn leger aan tegen Korkud, die tot dus verre zyn' Broeder den fchuldigen eerbied bewezen had , en liever had willen afwachten wat het lot over hem zou befchikken dan zyne handen met een' broedermoord bevlekken; doch ziende dat zyne onderwerping veracht wierd , en dat Selim naar zyn leven ltond , trok hy hem te gemoet met (r) Leunclav. Hift. Mufelm, Annal. Soltan. Ricaut in Bajazct. II. Pp 2 xvr. Boek. x.. Afd. Achmed gevangen «n ter dood gebragt.  XVI. Boek. x. Afd. KorkiK gevat en vemorgd. Hegyra 020. AD. 1514 Selim heöirlogt dt Perfiaancn. 300 HISTORIE va n- het met alle de troepen , die hy in die haast byëen kon brengen, veel eer van voornêemen om niet ongewroken te fterven dan om zyn' Broeder het Ryk te ontweldigen. Dus ligtelyk overwonnen , en daarenboven . door zyn volk verlaten zynde , zworf hy alleen by den nacht op ongebaande en afgelegen wegen , en verfchool zich des in holen en fpelonken , met oogmerk om, even gelyk Tem , zyne toevlucht by de Christenen te zoeken. SeHm gaf bevel, dat men hem overal ten naauwkeurigfte zou op zoeken , waarop hy ten laatste ontdekt wierd door een' gemeen' foldaat , die hem by zyn' Broeder bragt; welke , zonder hem tyd te geeven om zich te verdeedigen, hem terftond door een' beul deed verworgen. Na dat Selim dus in Afië de zaaken tot ftand gebragS had, trok hy over naar Europa, en ging zyn verblyf neemen te Adrianopolis, om dat de Hoofdftad door de pest be* fmet was, welke binnen korten tyd aldaar honderd, en-zes. tigduizend menfchen wegrukte (s). Toen de Sultan dus de mededingers van zyn Ryk, en tevens eenige binnelandfche vyanden uit den weg geruimd had-, begon hy zyne gedachten over buitenlandfche overwinningen te laaten gaan.. Sultan Gaari , Koning van tgypten , was wei- het voornaamfte voorwerp van zyne gevoeligheid ; maar vreezende, dat Kizilbash Shah, inttiffchen in zyne Landen zou vailen , befloot by de Perfiaanen alvoorens te verzwakken. Met dit oogmerk voerde hy , in het jaar 920 , een talryk leger in Afin, en trok met het zelve naar de vlakte , genaamd Kaldu rdn , by Tauris; daar hy des vyands magt niet zwakker dan de zyne vindende , eene raadsvergadering te zaamen riep van zyne Viziers en vrienden , die van oordeel waren * dat men den flag tot den volgenden dag moest uitftellen , om het volk tyd te geeven van zich IQ (r) Cantem-. pag. 144. & feqq.  QTHOMANNÏSCHE RYK. 501 te hertellen. Doch Seh'w oordeelde , dit niet goed te zyn om dat het leger der. vyanden evenzeer vermoeid was ' en gaf derhalve^ bevel om zich terftond tot den flag gereed te maaken Hierop zond hy om Piri Basba , zyn' Defterdar , of Schatmeester, en'beval hem, dat hy zyn gevoelen nopens die zaak zou zeggen , het geen , toevalli? met zyn eigen overeenftemmende , Selim deed uitroepen , dat die man , tot groot nadeel van hem en het gantfche Ryk, tot nu toe van het Oppervizierfchap was ontbloot gebleven CO- v , Hy beval hierop , dat men de vyanden, die de Stad met hunne troepen bezet hadden , terftond zou aanval 5 len. De flag begon met de artillery , welke geregeerd wierd door de Europeaanfcbe troepen , die echter zo ongelukkig geplaatst waren , dat een kleine heuvel tegen hen over allen hunne kogels deed affluiten of over het Perfiaanfche leger heen vliegen, Sinan Basba, die de Afiatifche troepen , welke hunne veldftukken achter zich voerden , aanvoerde, gaf hen bevel, toen zy tot op een' kanonfchoot genaderd waren , hunne gelederen te openen , en plaats te maaken voor het vuur van de artillery ; die daarop zulk eene groote flachting maakte, dat de Perfimnfcbe troepen als gras neder gemaaid wierden. De gelederen der vyanden dus gebroken zynde jt wierd het teken gegeeven om de Perfiaanen met het zwaard in de vuist aan te vallen, welker linkervleugel genoodzaakt was te wyken, na dat meer dan de helft van den zeiven gefneuveld was. De Schab hun gevaar bemerkende verliet den rechtervleugel ; en met zyne beste benden hen te hulp komende weerde hy de üthamanmn dapperlyk af , diè reeds bezig waren de geenen, die nog overgebleven waren , neder te vellen. Selim van den anderen kant ziende , dat zyn rechtervleugel door het - groot f«> Cahtem. pag, 145. & feqq. Pp 3 XIV. Boeic. X. Afd. Hevige fldjhg'  XVI Boek. x. Afd. Schah lsmaël wordt geflagen. De Staa Tauris geeft zich j02 HISTORIE vam het *root getal der vyanden overmand wierd , plaatste derdenduizend Janitzaaren aan deszelfs 'dank , mee bevel om den vyand eerst met fchietgeweer aan te vallen , en,dan met het zwaard in de vuist op hem in te dringen , en door dus het hevigste van het gevecht te wederftaan de anderen tyd te geeven om zich te herftellen. Deeze bevelen, wierden ftiptelyk gehoorzaamd , en de Perfiaanen zo hevig aangevallen , dat zy eerst langzaamerhand begonnen te wyken , en eindelyk te vluchten; de rechter vleugel der Perfiaanen , die tot nog toe den [tryd moediglyk had uitgehouden , de overigen thans ziende terug deinzen , en dus de hoop op de overwinning verloren geevende , nam insgelyks fchandelyk de vlucht. De Schab zelf zou het , niettegenstaande de fnelheid van zyn paard , niet hebben kunnen ontkomen , indien het naderen van den nacht geen einde van het vervolgen gemaakt had. Onder de menigte der gee. nen die fneuvelden , of gevangen genomen wierder», verloren de Perfiaanen ook de Bevelhebbers der beide vleugels van hun leger , Mehemed Chan , en lekiëli Chan , de twee dapperfte Veldheeren , die in dien tyd in het Ryk van den Schab bekend waren. Selim vond , in de legerplaats der Perfiaanen , een' onnoemelyken fchat benevens alle den kostbaaren toeftel van lsmaël Shah. Na deezen flag ftelde hy Pin Basha, die den zeiven had aangeraden , tot Groot-Vizier aan; en gaf bevel, dat alle de gevangenen van Nifa en Sabia zouden ontflagen worden ; zeggende , dat het onbillyk was menfchen tot fiaaven te maaken , die de wapenen door dwang hadden moeten aanneemen, en dat men overwonnenen veeleer metl zachtheid dan met wreedheid moest behandelen. Den volgenden dag gaven de inwooners van Térts of Tauris , zich door hunnen Vorst verlaten ziende ' zich over aan Selim , die in de Stad trok, en daar zyn volk  OTHOMANNISCHE RYK. 30'y volk ververfchte; vervolgens keerde by, na aldaar eene fterke bezetting gelaten te hebben , naar Amafia terug, dewyl de vyanden het land rondom verwoest hadden, en het dus onmooglyk was verder door te dringen. Van daar zond hy veel gevangenen van groote geboorte en geleerdheid naar Conftantinopolen («). Dit is bet verflag , dat de Turkfche Historiefchryvers , waar van Prins Cantemir zich bediend heeft, ons opleverens doch andere van dezelfde Natie, als mede de Christenfchry. vers , verhaalen deezen oorlog op eene gantsch andere wyze; zeggende , dat Ismael dien eerst begonnen heeft , by de volgende gelegenheid. De Schab had een' afgezant gezonden aan Selim , om hem wegens zyne komst tot den troon geluk te wenfchen , benevens een' leeuw ten gefchenk , de Sultan zich verbeeldende , dat deeze leeuw gezonden was om hem te befchimpen , zond twee honden in de plaats Van denzelven terug* lsmaël door deeze verachtelyke handel-: wyze op het gevoeligst getroffen , befloot Prins Morad,I den zoon van Achmed tot het werktuig van zyne wraak! te gebruiken. De Schab had , uit medelyden met deezen jongen Prins , hem zyne dochter ten huwelyk gegeeven , en zond hem het volgende jaar , vroeg in het vooijaar , met tienduizend mannen ruitery in Cappado* cien, eersdéeis om de genegenheid van het volk jegens hem te toetien, en anderdeels om de magt der vyanden op te neemen. Hy gaf tevens bevel aan Vafi Ohli, een' beroemden Bevelhebber om hem te volgen met twintig.duizend ruiters , en telkens flechts ééne dagreis achter hem te blyven, terwyl hy zelf met eene nog veel grooter magt in Armrnien bleef , uit vrees , dat zy anders gebrek aan levensmiddelen zouden hebben. ïoen Murad .Ga$' (« ) Ca kt ek. p3£. 343. & fcqq,.- XVI. . Boek. x. Aro» ilorad vett n Anatoiën,  XVI. Boek x. Afd. Optogt van Selim. Hy tre] in Arme uien. 5c4 HISTORIE van het Cappadocien in trok, gaven veele plaatfen zich vrywillig aan hem over ; terwyl hy andere met geweld verover, de en verwoestte. Zyn voornemen was tot Amafia door te dringen ; doch hy wierd hierin belet door Chemdem, Beglerbeg van Anatolien , een oud en ervaaren Bevelhebber, die hem by Siwdz , of Se baste, te gemoet trok (iv). Omtrent deezen tyd verzaamelde Selim , toen hy te Prufa gekomen was, in aller yl een leger van veertigduizend mannen , en kwam na een' togt van dertig dagen te Arzingan. Daar verneemende , dat de vyanden het gantfche land hadden verwoest , en vervolgens terug getrokken waren ; befloot hy hen op de hielen te volgen; maar toen dit voornêemen in eene algeraeene raadsvergadering wierd voorgefteld , wierden 'er veele zwaarigheden ingebragt , vooreerst de lengte van den togt, de koude van den berg 'Paurus, en de hitte van de vlakte van Annenien ; vervolgens het gevaar van door de mindere Vorsten van Annenien afgefneden te' worden; onder welken Alaidulet, Vorst van het bergachtig gedeelte wel het meest te vreezen was. Cemdcm raadde derhalven den Sultan , dat hy zyne troepen zou laaten uitrusten , en den 'vyand in Cappadocien afwachten ; maar Selim , aan wien deeze raad mishaagde , fprak met verachting van zyn perfoon ; het wdk zyne vyanden gelegenheid gaf om hem by den Sultan gehaat te maaken ; zy gingen zelfs zo verre, dat zy Valfche getuigen tegen hem opmaakten , die onder eede verklaarden , dat hy eene groote fomme gelds van Morad getrokken had ; waarop "Selim , zonder eenig uitftel hem deed ter dood bren. gen/" , . t Na deeze ftrafoefening trok hy naar de grenzen der Vorsten van Klein • Annenien , en verzocht hen , • dat zy hem iyt) Paüi.us Jovins. — Leuncia*. — Ricaut in Selim.  OTHOMANNISCHE RYK. 305 hem zouden byftaan tegen de Perfiaanen , hen beloovenï dat hy hun alle de Landen , die hy veroverde, zou'ichenken ; maar zy gaven hem ten antwoord , dat zv met geen ander oogmerk de wapenen hadden opgevat, j L hm eken grondgebied te beveiligen , zonder eenig "oogmerk ^om ^hem8 of den Schab %e beledigen. Doch ten zelfden tyde booden zy hem een vryen doortolt aan door hunne landen , onder voorwaarde dat tv .eene vyandelykheden zou pleegen ; en beloofden , Zf' hem, zo haast hy in Groot. Armenfén zou gekomen ,,n 70 veel levensmiddelen zouden toezenden als hunne arme Iandftreeken zouden kunnen opleveren. Hierop trok S/im , zyn misnoegen ontveinzende, over het gebeïte van'Armenïèn , en bereikte binnen agt dagen den Euthrales; dien hy langs trok tot aan deszelfs oorfprong £ het gebergte Perianio (O) , daar hy zich nederfloeg. Van kaï zond hy kondschappers uit,, die na verloop van twee dagen terug keerden zonder één enkelen krygslevangenen? en hem berichtten, dat het gantlche Land gevangenen , ingezetenen verlaten was Op dit Tricht'begon hy voor eenig verraad te vreezen, en zkhhetVeegde van Ckm^m^e herinneren; doch hy toond^ echter voor het uiterlyke een goed gelaat. Door zyne Sisdheden onderricht zynde, dat aan de rechterhand achter hrtib^e het vruchtbaarste Land van gantsch Armniën gelegen was, wendde hy zyn' togt naar dien kant, pnde8Sr Aas boven Koy overgetrokken zynde, floeg hy Sh neder in de nabygelegen vlakten van Calderan. - SHAH ft^^ MTN/4DOI zegt , dat die in zyn' tyd tttftóer genoemd &^en« g=d'SffS^ST^"Duizend Bro, CeöosT. Hist. XII. Deel. 0. en op het punt ftonderi van (x) Pablos Jovius, & alii, ubi (upra. XVI. Boek. x. Afb. De JUg blyft langen tyd twyfelachtig.  XVI. Boek. x. Atd. De Petfi aanen trek kin af. lot HISTORIE VAN HET pan Selim met alle hunne magt aan te vallen , toen Sinan Basba , offchoon zyn vleugel ook min of meer geleden had , den vyand over de lyken van het verflagen voetvolk achtervolgende, recht tydig den Sultan te hulp kwam, en den flag, die nu reeds genoegzaam verloren was, met zulk eene hevigheid hervatte, dac de Otho* mam.en onder hunne bloedige dagen deezen voor den bloe-. digften houden. De kans van dien dag begon nu te verkeeren , voornaamelyk door den onverfchrokken' moed van AU Beg en zyn' broeder Mehemed , van het edel gedacht van Micbaël Kosfi; en doordien lsmaël in den fchouder gekwetst zynde op verzoek van zyne legerhoofden aftrok. Hy befloot hier toe des te ligter , om dat hy hoorde, dat Vasti Ogli gefneuveld was , en trok in zulken goede order af , dat zyn aftogt geen' den minsten fchynvan vluchten had. Toen hy voorby Tauris trok, raadde by de inwooners , dat zy de poorten zouden openen voor Selim , liever dan zich in gevaar van een zeker verderf ftellen. De afgematte' Turken hadden geen' lust om de Perfianen te vervolgen ; maar in derzelver leger, plaats vallende veroverden zy alle hunne tenten , en veele edele vrouwen , welke naar de wyze der Perfi. etanen , haare mannen in den oorlog gevolgd waren. Het geen vooral opmerking verdient , is , dat 'er onder de verflagenen. verfcheiden lyken van vrouwen gevonden wierdeiy, weke in den flag ,aan ' de zyde haa. rer mannen geftreden hadden. Deeze deed Selim def-, tig begraaven , en ftelde aUe de overige in vryheid , uitgezonderd eene der vrouwen van lsmaël, welke hy aan een' Basba ten huwelyk gaf. In deezen Bioedigen flag van den zevenden Augustus, 1514, verloor. Selim dertigduizend mannen van zyn beste volk , en daarenboven Hasfan Basba , en zeven Sangiaks; onder welken de twee bovengemelde dappere Broeders zich bevonden. .  OTHOMANNISCHE RYK. 309 SELIM trok uit de vlakten van Chaldiran naar Tauris , en legerde zyn volk in de voorlieden, Zyn voorneemen was den winter in deeze Landftreek door te brengen ; doch de Janitzaren verklaarden opentlyk , dat zy zouden wegloopen , zo hy daar bleef, en Selim kreeg ten zelfden tyde bericht , dat de Shah groote krygstoerustingen tegen hem maakte ; waarop hy, tegen zyne belofte , eene groote. fbmme gelds van de inwooners van Tauris vorderde , en drieduizend werklieden, die in het maaken van geweer en harnasten bedreven waren, met zich voerende, in groote haast over den Euphrates terug trok. Doch éér nog zyn geheel leger over de rivier getrokken was ; kreegen zy de .Georgiaanjche rui tery in het gezicht, welke de voorhoede van lsmaïi 1 leger uitmaakte ; welk toeval de Turken eene zo groote vrees aanjoeg , dat tweeduizend van hen verdronken verfcheiden veldftukken in den modder bleever fteeken , en een groot gedeelte van hunne bagagie mei den ftroom wierd weggevoerd,. Hunne overtogt over de brug Antitaurus was nog ongelukkiger dan die over den Euphrates, want zy wierden onophoudelyk ontrust en overvallen door de bergbewooners , die hen veel fchade toebragten. Dit alles gefchied de op bevel van Alaidulet , , offchoon hy voorgaf, dal het niet in zyne magt was dat volk m toom te houden Selim , ofichoon hy van het tegendeel zeer wel verze kerd was , ftelde het ftraffen van beledigingen tot een< nadere gelegenheid uit , en kwam eindelyk met grooti moeite behouden te Irebizonde. Van daar trok hy naa: Amafia , daar hy den winter doorbragt met het herftel len van zyne legermagt ,• met voornêemen om tegen he voorjaar Alaidulet rekenfehap af te vorderen , wegens di fchade die zyn volk hem in het voorleden jaar had toe gebragt (y). Naai (j) Paulüs Jovius ubi fupra. Qq 3 XVI. Boek. x Afd. De Turken werden ontrust of hvnnen U* rug togt' l t t  xvr. Boek, x. Afd. Hegyra. 921. A.D. r515 Ataidule overwonnen , en onthoofd,. Uersverty van Bos. niën. Hegyra, 912. A.D.15U 510 HISTORIE VAN HET Naardien hy in dit iaar by ondervinding geleerd had, dat men in deeze koude en bergachtige Iandftreeken , welke Per/iën omringen , niets met vrucht kan uitvoeren dan in het voorjaar; trok hy, in het begin van het jaar 921 , op van Amafia, en veroverde welhaast de Perfiaanfche Steden Ghiumab en Bayburud, die zulk een vroeg bezoek niet verwachtten. Vervolgens zond hy 'een gedeelte van zyne troepen onder Ferbad Basha tegen Alaidulet , die, zo hy dacht , de Perfiaanen begunstigd had. De Basha overviel hem onverwacht , verfloeg zyn leger , en deed hem het hoofd afhouwen. Selim gaf deszelfs Landen aan AU-Beg , den zoon van Shah Suvar , die hem langen tyd getrouwelyk gediend had , onder beding , dat de naam van den Sultan in de openbaare gebeden zou genoemd worden ; en keerde in het najaar naar Conftantinopolen terug ( z ), In dit zelfde jaar heroverde Ton ts Ba?ha, geduureride "de afweezigheid van den Sultan , de Provincie van Bosniën, welke Mathias , Koning van Hangarxë'n , aan Mohammed II. ontweldigd had. Daarenboven maakte hy zich meester van eenige Frontierplaatfen , en zelfs van eenige Steden in Hungaryën. Hier op bragten de Hungaaren een groot leger op de been., en belegerden Semendria ; de Sultan, die toen Kamach aan den E-upbrates belegerde, hier van bericht hebbende , deed zyne Enropeaanfche troe* pen byëenkomen , die de Christenen onverwacht overval" lende, hen noodzaakten het beleg op te breeken (a). In het volgende jaar kreeg de Sultan op nieuw gelegenheid om zyn Ryk uit te breiden. #De Natie van Ka°ra Amid (P_) > die de Provincie van Diyarbekr bewoonde (2) Cahtem. Pag. 152. («) Leunclav. Bist. Mufelra. & Ricaut in Selim. fP) Door Kare • Emii , of Kara Amid moet men verftaan de inwooneïs van het laad van Diyarbekr , die hunnen naam onrlee- nea  OTHOMANNISCHE RYK. 311 de, had reeds voorlang getracht het juk der Perfiaanen af te werpen, doch zulks haar telkens mislukt zynde, trachtten zy door list te weeg te brengen het geen zy doorf geweld niet hadden kunnen doen. Om dit oogmerk te bereiken zonden zy een' nagemaakten brief , uit naam van den Shah , aan den Landvoogd Kara Chan; waarin bevolenv wierd binnen vyf dagen uit de Stad te trekken', en zichf neder te flaan in eene plaats genaaamd Kavakilder , enL daar nadere bevelen af te wachten. Kara Chan, geen bedrog vreezende, vertrok, volgens dien last , met zyn gantfche huisgezin en magt, en terftond na zy vertrek flooten de inwooners de poorten , bragten de bezetting om htt leven , en zonden een' brief aan Selim] , waarin zy hem beloofden , dat zy de Stad aan hem zouden overgeeven ingevalle hy Mohammed Beg , den zoon van Bilikli Ogli, hunnen landsman, over hen als landvoogd wilde ftellen. Deeze voorflag was den Sultan zeer aangenaam ; doch eenig verraad van dit bedrieglyk volk vreezende , draalde hy een geheel jaar met hen te antwoorden , dewyl hy hen liever wilde verliezen , dan Zyne troepen in de waagfchaal ftellen. Ten laatste, afgemat door^ de geduurige oneenigheden met Kara Chan], wist Chéfnfid Beg , een der voornaamste Edelen van dit land , die meer dan driehonderd dorpen in eigendom bezat , zyne natie by den Sultan iri vertrouwen te bren- nen van de Stad zelve , welke ook Kara - Amid genaamd wordt; zyr.de Kara , of zwart, enkel een bywoord by Amia, of het oude Amiia der Grieken. De oude inwooners van het land van Diyrbekr waren een meng fel van Arabiers , Kurden , en Turkemans van de Stam van Kara Koijunlu, of het Zwarte Schaap; welken Stam deeze Landen bezat vóór dat deszelfs heerfchappy uitgeroeid wierd door Uzun Hisfan, grondlegger vun de AkmKoijunlu, of Heerfchappy van het Witte Schaap» XVI. Boek. x. Adf. Het volk m Kara mid vak * van maël.  XVI. Boek. x. Af». .Mohammed Beg wordt tot Forst over her. gefteit gI4 HISTORIE van het brengen , en , na verfcheiden bezendingen, dit verzoek te verkrygen. Na dat het verbond gefloten was , ftelde Selim Mebemed Beg, Ebn Biliki, aan tot Begier beg over Diyarbekr, met onaf hanglyke magt , en fchonk hem het gantfche Land , met nog een jaarlyks inkomen daarenboven , enkel op voorwaarde , dat hy hem getrouw zou zyn. r.De nieuwe Vorst haastte zich om bezit van zyne Landen te neemen ; welke hy, met goedkeuring van alle de ingezetenen afhanglyk van het Othomanniscb Ryk verklaarde. SELIM f wel weetende dat de moed van Kara Chan door de enkele komst van Mehemmed niet zou kunnen uitgebluscht worden , zond, in het jaar 922, aan den laatsten een aanzienlyk getal hulptroepen , en tevens een' brief, waarin hy hem zyne traagheid in het ftraffen van den overmoed van dien Perfiaan verweet. Me. hemmed getroffen door dit verwyt van een' man , aan wien by zyn leven en geluk verfchuldigd was , trok , zonder naar de hulptroepen van den Sultan te wachten, tegen Kara Chan te veld ; en toen de twee legers op het punt ftonden van eikanderen aan te vallen ., verfcheen 'er boven dezelven eene geheele wolk van vlinders ; die zich in twee partyën verdeelde.; de witte vlinders bleven boven de Turken , en de roode boven de Perfiaanen ; kort daarna vielen de witten op de rooden aan , en dreeven hen, na een hevig gevecht, op de vlucht. De lurken, door dit voorteken aangemoedigd , vielen dapperlyk op de vyanden aan , die zy zonder veel moeite verfloegen ; te meer dewyl deeze reeds door eene bygeloovige indeelding kleinmoedig geworden waren. De Veldheer zelf, die onder de gevangenen gevonden was, wierd op bevel van den Overwinnaar terftond onthoofd. ME-  OTHOMANNISCHE RYK. 3x$ MEHEMED Beg door deeze onverwachtte overwinning ftout geworden , floeg het beleg voor de fterke Stad Mardun ; welke ten laatste , nit hoofde van een hevige pest en hongersnood , genoodzaakt was zich aan hem over te geeven. Korten tyd daarna veroverde hy Mufol , dat hy met vuur en zwaard verwoestte. Na dat deeze twee fterkten van het land ingenomen waren , viel hem ligt de mindere Steden te veroveren zo dat binnen korten tyd het geheele Koningryk van Kijurdi, en'van Jazireh , aan het Othomannisch Ryk wierden gehecht s tot grooten roem voor Mebemed Beg , en tot groote blydfchap voor Sultan Selim , die door den fpoedigen voortgang van Mehemed's overwinningen het ontwerp vormde om het Perfiaanfcbe Ryk te venietigen (bj. De herovering van Egypten. Met dit oogmerk vertrok hy , in het jaar 923, Van Conftantinopolen , met een talryk leger, en legerde zich digt by Halep ; naby welke Stad Sultan Gauri, Koning jvan Egypten, hem met eene gelyke legermagt te gemoet trok; en hem gezanten zendende , zyne vriendfchap! en byftand tegen de Perfiaanen aanbood. Doch , terwylj over deezen voorflag gehandeld wierd, overviel een hoop Chercasfiërs , het zy dan met of buiten weeten van den Sultan van Egypten , eenige geladen kameelen, die naar het Othomannifche leger beflemd waren , en plunderden dezelve. Selim over deeze belediging als een opzettelyk affront ten hoogste geftoord , ftelde eensklaps zyne "onderneeming tegen de Perfiaanen ter zyde ; en keerde zyne wapenen tegen de Egyptenaaren ( e). W* (i) Gakten, pj£. 152 157. (a ) Cantem pag. 152 157. I Oost, Hist. XII. Deel. Rr XVI. Boek. x. Afb. Zyne gr OO' t voorfpoed. Hegyra 923. A.D. 517. Oorlog met len Sultan an Egyp: en.  3i$ HISTORIE VAN KEET XVI. Boek. x. Afd. Oorz lak van dsn Silven. Gezant- Jc hap aan Sanfu. Wv vinden in een verhaal van'deezen oorlog gefchre* ven door een' voornaamen Turkfchen Bevelhebber , diemede in dien togt geweest is (Q_) , dat dezelve opzettelyk gericht was tegen den Sultan van Egypten.- Die Kadïlesker zegt , dat, in het jaar 15'6 , Selim bericht gekregen hebbende van het fluiten van een verbond tusfehen Kanfu al Gauri en Shah Ismael, befloot teqen den eerstgemelden met een magtig leger op te trekken , te meer , dewyl by wist , dat Ismael de handen vol genoeg had met de Groenhoofden (R). Met dit oogmerk trok hy , in de maand Mei, met zyn leger over naar Anatolien , en zond Sinan Basha met eeno bende muskettiers en een' trein artillery voorïiic naar Caramanien. De Shah zond gezanten aan Kanfu om hem aan te zeggen , dat hy van zyn' kant met zyn leger moest aantrekken om Sinan Basha te overvallen , terwyl hy van den anderen zou opkomen. Ingevolge van deeze affpraak trek Kanfu, met een talryk leger , naar den kant van Halep. Zo haast Selim tyding kreeg van deezen optogt , vertrok hy , op den vyfden Juny, uit Conftantinopolen om zyn' Veldheer tehulpe te komen. Geduurende zyn'optogt zond hy den Kadi'lesker en Zacharia Ba%ha als gezanten aan den Sultan van Egypten , om hem te vraagen, om welke reden hy tegen gewoonte naar den kant van Halep was opgetrokken ; en toen deeze geen voldoend antwoord wist te geeven, maakten zy daaruit op , dat hy eene ge. heime verftandhouding had met den Shah. SE. (q) Ovfrgezet in het Italiaanse!) door Angidlello, en ingevoegd aan het einde van het Leeven en daadera van Uzun Hasfan , te vinden- in het tweede deel van de Italiaanfchs verzameling van reizen van Ramufio. (R) Da Teshll Bashi , of Groenhoofden zyn de Uzbekfcbe Tartaaren : deeze bynaam wordt hen gegeeven om de kleur van hunne Tulbanden , even gelyk de Perfïamen om dezelfde reden genoemd warden Kezü Bashi , of Roodhoefden,  OTHOMANNISCHE RYK 317 SELIM deed eerst alle de Geestelyken en Godgeleerden byëen komen , en vroeg hen : Wat de wet van God gebood in dit geval te doen ? en kreeg ten antwoord , dat het billyk was eerst dien fteekenden doorn uit te roeijen , en dan voort te trekken waarheen God hem zou geleiden. Op dit antwoord trok hy vol blydfchap naar Halep , en floeg zich neder in eene aangenaame vlakte , digt by het heilig graf van den Propheet David (d). Dit is het verflag , dat de Kadi'lesker geeft van de oorzaak van deezen oorlog ; het welk in veele omftandigheden verfchilt van dat van Saddi Effendi , tot wien wy nu zullen wederkeeren. Ten zelrden tyde ontving Selim brieven van Chair Beg, Landvoogd van Damascus , en van Gazel Beg , Landvoogd van Halep , die beiden den Sultan van Egypten een' doodelyken haat toedroegen ; waarin zy, na zich over deszelfs wreedheid, ondankbaarheid, gierigheid, en zyn' toeleg op hun leven beklaagd te hebben , beloofden hem in het heetst van den ftryd te zullen verlaatenf, en zich aan Selim te onderwerpen , geene andere belooning vorderende , dan dat zy geduurendé hun leven de Landvoogdyën zouden behouden , de een van Egypten, en de andere van Damascus. Selim deeze voorwaarden met zyne hand ondertekend , en met een' eed bevestigd hebbende , drongen de twee verraaders, volgens zyn be ' richt , by den Sultan aan, dat hy de Turken flag zou leveren. De Sultan hunnen raad volgende verzaamelde zyne troepen te Burj Vaik , en trok tegen de Othomantien op ; die zodanig gelegerd waren , dat zy de vyan. den van alle kanten even goed konden afwachten. De Cberkasfiérs (S) naderden hen met een' langzaamen tred tot (d) Angiolello ubi fupra, Cap. 20. (S) De Turkfche Schryver verkiest hen overal CherMrJii'rs te noe. tnen, en niet Mmlukken. Rr i XVI. Boek. x. Afd.  XVI. < Boek. ; x, : Afd. j '. ] i i Be Egyptenaars geJiagen. Kanfu valt 4ood neder. Si8 HISTORIE VAN HET ot op eene boogfcheutslengte ; en vielen toen met een TSiyk gefchreeuw , zoo hevig op de Turken aan, dat dee» ie, niettegenftaande hunnen dapperen tegenftand , ge« ïoodzaakt waren te wyken. Doch , terwyl zy dus opgebeurd wierden door eene èhynbaare hoop van overwinning, verwekte het overoopen van Cbair Beg aan den rechter en Gazeli Beg aan ien linkervleugel eene groote verflagenheid onder hen. Maar, liever willende fterven dan overwonnen wor* len , hervatteden zy het gevecht , en drongen zo ïevig.op de Othomannen aan , dat zy, in weêrwil van ie overmagt hunner vyanden, de overwinning fcheenen :e zullen behaalen. SELIM befpeurende , dat de Cherkasjigrs door hunne vlugheid de zwaarden, fpiefen , en pylen wisten te ontwyken , deed zyne ruitery terug trekken , plaatste de Janitzaaren in het front , en beval hen op de vyanden te vuuren. Zyne orders wierden zo wel naargekomen , dat de Cberkasfiërs , verbaasd over de groote flachting onder hun volk , terug "trokken om hunne gelederen te fluiten. De Turken hen -ziende wyken gaven hen geen' tyd om zich te herftellen , en het gevecht te hervatten, maar hielen als een geweldige ftroom op hen aan , en ver(loegen dus met weinig moeite hunne gebroken gelederen. Sultan Gauri , nu alle hoop op overwinning verloren ziende, befloot dien droevigen ramp niet te overleeven , en hierop woedende in het raidden der vyanden floeg hy alles ter neder, dat hem voorkwam. Hy vloog van gelid tot gelid , en riep overal om Selim , hem tot een tweegevecht uitdaagende; doch her mogt hem niet gebeuren den Sultan te ontmoeten. Ten laatfte , onder zo veel zwaarden ongekwetst gebleven , doch afgemat van doodflaan , begaven hera zyne krachten op éénmaal, en  OTHOMANNISCHE RYK, 319 en hy viel dood neder op een' hoop van vyanden , die hy met eigen hand verflagen had (e). De Christcnjchreyvers vvyten het verlies van deezen flag voornaamelyk aan de verwaandheid van Kanfu al Gakriy die zich wilde laaten overtuigen , dat Selim voorgenohad hem aan te vallen , voor dat hy door zyne verfpieders bericht gekregen had , dat de Sultan den berg Aman was overgetrokken , en zyn leger op den afftand van twee dagreizen had nedergeflagcn. Terwyl hy over deeze onverwachte tyding zeer verbaasd was, en in twyfel ftond , of hy flag leveren, of terug trekken zou , raadde hem Jamburd Gazel Beg , Landvoogd van Apatnea , dat hy niet onderneemen zou eene zo groote menigte van welgeoefende krygslieden met de geringe magt van twaalfduizend Mamhkken aan te vallen , maar liever naar Damascus te wyken, daar by voegende, dat hy zyn leger intusfchen uit de bezettingen der Steden zou kunnen verfterken , en met de hulptroepen uit Arabie 3 éér de Turken met hunne zwaarc bagagie in ftaat zouden zyn om tegen hem op te trekken ; en dat hy dus door den oorlog tot den winter te rekken , den vyand zou kunnen verzwakken door gebrek aan leeftogt, en tevens de Perfiaanen tyd geeven om zich by hem te voegen , terwyl hy van Rhodus en Cyprus met grof gefchut kon voorzien worden. KANSU was niet ongenegen om deezen raad gehoor te geeven ; maar de roekelooze ftoutheid der Mamlükken , die verlangden om te vechten , en wel voornaamelyk de invloed van den verraaderlyken Cbair Beg, Landvoogd van Halep , wiens broeder de Sultan eenige jaaren geleden had doen vergeeven , deed hem de andere zyde kiezen. Na dit befluit genomen te hebben , legerde hi (e) Cantem. pag. 157, & Seqq. Rr 2 XVI. Boek. x. Afp Karfu hem ielt tegen ien raad >m G-izei Beg*  XVI. Boek. x. Afd. De Stad Halep ge;ft zich, over aan Selim. • Damasci onderwerp zich. 3iO HISTORIE VAN HET hy zich omtrent tien mylen van deeze Stad , aan den oever van de river Singa , daar hy de fcbikking maakte voor den flag, die voorviel op den zeventienden Augustus , in het jaar 1516 , zynde juist volgens den dag twee jaaren , na dat Selim, in de vlakte van Chaldcran, Shah Ismas'l geflagen had. De Egyptenaars verlooren hier, behalven hunnen Sultan , tienduizend van hunne dappere Mamlukken , en de Turken dertigduizend mannen ruitery (ƒ)• Na de ovorwinning kwamen de inwooners van Halep , met de fleutels van de Stad , Selim te gemoet, die hen met groote beleefdheid ontving , en alle de voornaamfte ingezetenen befchonk met een Chiladt , of onderkleed. Den volgenden vrydag ging hy in de Jami, en daar zyn' naam in de openbaare gebeden hoorende melden , beval hy, dat de voorleezer, éér hy nog uit zyn geftoelte ging, met een goud geborduurd kleed zou omhangen worden , en deed daarenboven milde gefchenken uitdeelen , niet alleen onder de Geestelyken , maar ook onder perfoonen van alleihande rang. Deeze goedheid bewoog niet alleen de kleine Steden van die Landftreek om zich van zelf aan den Sultan over te geeven ; maar zelfs die van Damascus om hunne Oudsten af te zenden , om den Sultan , by zyne aannadering , te gemoet te gaan , en zyne gunst en barmhartigheid af te fmeeken. Selim ontving hen met een vrolyk gelaat, en , na hun verzoekfehrift tweemaal doorleezen te hebben , beloofde hy alles te zullen doen, dat zy daarin verzochten. s Deeze tekenen van zachtmoedigheid nog niet genoeg t achtende, oordeelde by , dat het niet ongepast zou zyn , de harten van het bygeloovig volk door eenige uitwendige (/) Ricaut in Selim.  OTHÖMANNISCHE RYK. 321 dige blyken' van Godsdienstigheid in te heêrnen. Ter dien einde beval hy op den dag van zyne intrede in Da mascus , dat 'er dienst zou gedaan worden in de Jam van Bant Ommiyah , en dat men daar openbaarc gebe den voor zyne welvaart zou doen. Daarna bezocht hy het graf van den beroemden Muhiddi , dat buiten die Stad geleoen is (T). De oudste lieden zelve kondei zich naauwlvks herinneren- van hunne Vaders gehoord tc hebben , waar deeze Held begraven lag ; en -het gra zelf was niet alleen gelegen in eene verachtelyke plaats maar daarenboven zodanig overdekt met vuilnis door he den , die niet wisten welke eerwaaardige overblyfzelei het zelve behelsde , dat het meer naar een' mesthoo] dan naar eene gewyde plaats geleek. Selim betoonde eene billyke verontwaardiging over de oneerbiedigheid der in wooners , en gaf bevel, dat het vuilnis terftond zoi weggeruimd worden; waarop by een' marmerfteen vom met dit opfchrift : „ Dit is het graf van Sheik Moham ined Ebn Arabi , Veroveraar van Spanje.'' De Sultai hier door verzekerd zynde , dat het lyk van dien Hel< daar begraven lag, deed boven het graf eene ruime Kul heb , of Koepel, oprichten, en digt by dezelve een Ja mi , en' een Gasthuis, daar hy beval, dat de armen da gelyks van fpys en drank zouden voorzien worden. H; fT) Naardien Mohammed zyn eigentlyke naam , en Muhiddi flechts een toenaam was , is hy misfchien geweest Mohammed Aio mimen , de zoon van Tomrut, die den naam aannam l )- I l l 1 ? i r r / f  XVI. Boek. x Uy hezoé, Jerufalem 322 HISTORIE VAM HET bevrydde daarenboven den gantfchen omtrek van fchatting , en bekrachtigde deeze inftelling met een Kati-Sbarif , of eigenhandige ondertekening. Ma eenige dagen te Damascus doorgebragt te hebben , geleidde hy zyne troepen, die vol hoop waren van de overwinning te zullen behaalen, naar Eikair, of Cairo. Toen zy op hunnen togt tot Cbani Tunus geko. men waren , en hy met zyne bevelhebbers in een ge. meenzaam gefprek was , riep Hiuzun Basba , een van zyne Viziers , met meer ftoutmoedigheid dan voorzichbeid uit : „ Doorluchtigfte Keizer , wanneer zullen wy Kuthuir Kais intrekken ? " (U) Selim bemerkende , dat zyne al te groote gemeenzaamheid minachting te weeg bragt , gaf hem ten antwoord : ,, Wy zullen daar intrekken wanneer het God zal behaagen ; maar, wat u betreft , het is myn wil , dat gy hier zult blyven." En bier op deed hy hem terftond het hoofd afflaan. ,t Van daar trok hy naar Gaza ; en daar verneemende, . dat Kudsbarif, of Jerufalein, niet verre afgelegen was, wierd hy aangefpoord door nieuwsgierigheid om den oorfprong van zo veele Propheeten, en het Schouwtoneel van zo veele wonderen te zien. Ten dien einde begaf hy zich derwaarts met een klein gevolg , en keerde, na geduurende die dagen zyne Godsdienstoefeningen aldaar verricht te hebben , naar zyn leger terug. Toen zyn' optogt voorzettende veroverde hy Sifidolbabr , en Chano'ljuni , daar hy alle zyne gewonden en afgematten achterliet. Zo haast hy vertrokken was , bragt het volk van Gaza, zich verbeeldende, dat hy door de Chetkasfiërs zou afgefheden worden , alle de zieken, en de Genees* meesters, die hy tot derzelver hulp achter\"gelaten had , om het leven ( g). Dit (g) Cantem. pag. 159 1Ö3. (U) Een Doip , of eene der voorfledeu van Cairo , naar alle waar»  O.THOMANNISCHE RYK. 3*3 Dit gedeelte van zyn' togt wordt op eene verfchillende wyze verhaald door andere Historiefchryvers, en wel byzonderlyk door den Kadi'lesker. Volgens het verhaal van dien Bevelhebber , gaf Selim, na zich eenige dagen te Damascus opgehouden te hebben, bevel aan Mamet Bey, en Iskander Bey , twee Griekjcbe Landvoogden, om met hunne troepen op te trekken naar Gazzera , of Gaza , gelegen op den intogt der landengte van Egypten. Zy wierden op hunnen togt menigmaal ontrust door de Mooren (W) en Arabieren. Al Gazeli , die een dappere Veldheer was , welke eerst kort geleden uit den laatften flag te Cairo was terug gekomen , verzocht aan Tuman* Bey , den nieuwen Sultan, die te vooren Groot ■ Diadar' geweest was , de vryheid om met vyfduizend Mamlukken tegen hen te moogen optrekken. Toen de Turken te Gazzera van deezen opto. t kennis kreegen , baarden hen zulks groote verlegenheid ; doch %i>inan Basha , die intusfchen door Selim met vyftienduizend mannen afgezonden was om hem te verfterken, voegde zich by hen éér de vyand genaderd was. Ah Gazeli', die ten zelfden tyde niet verre af was , wierd grootelyks ontrust doordien onverwachten tegenfpoed. Hy gaf echter den moed niet verloren, maar vermaande zyn volk om hunnen plicht te doen, vastelyk voorneemende de Turken in den nacht te overvallen. Sinan Basba, van dit zyn oogmerk kennis gekregen hebbende, ftelde zyn leger in flagorde, en bragt den nacht door in groote vreugde bedryven, gepaard met het losbranden van het gefchut, en het verlichten van de gantfche legerplaats. Toen zy den optogt waarfchynlykheld eene moeijelyke en gevaarlyke plaats. Cantemi». (W) Dewyl wy niet weeten welk wootd in het oorlprrmglyk. handfchrifc gebezigd is , onderftellen wy - dat hier door de Mooren of Egyptenaars, of andere Mahometaanen, die geen Turken waren, verftaan moeten werden. Oost. Hist. XII. Deel. Ss XVI. Boek. x. Afo. De Turken syn in ge. laar van 'errascht te vordsn.  324 HISTORIE van hit XVI. Boek. x. Ar*. togt begonnen verbeeldde zich het volk van Gazzerra, dat zy terug keerden om den -Keizer te volgen ; en na de zieken en zwakken , die hy achtergelaten had , ter dood gebragt te hebben , deeden zy Al Gazeli weeten, dat de Turken gevlucht waren , welke boodfchap hem voor dien nacht grootelyks verblydde v doch toen hy in den volgenden ochtend ten drie uuren , het ftof zag Dpgaan van hun leger, dat hem kwam tegen trekken, wierd hy ten hoogste verfchrikt. Toen de beide legers eikanderen genaderd waren, deed Sinan Basha , eene aanfpraak aan zyn volk , dat dezelve met luid gejuich beantwoordde. Hierop trokken zy voort tot den aanval , en de flag begon. De Cherïasfiërs wederftonden hen met grooten moed en dapperheid , van drie uuren af tot in den namiddag , en verlooren veel volk. Doch eindelyk behielden de Turken de overhand , en kreegen grooten buit. De Mamlukken vluchtten , en wierden door een gedeelte van het leger vervolgd, terwyl de overige Turken naar Gazzera terug keerden; daar de Basha- de hoofden van alle de verflagen Bevelhebbers met ftroo deed opvullen, en die der gemeene op de Palmboomen zetten tot een gedenkteken van dien flag. De Sultan, ten hoogste verblyd over deeze overwinning, trok van Damascus naar Peneti , welke Stad uitgeplunderd en verbrand wierd. Van daar trok hy naar Jerufalem ; maar trof veel regen en flecht weder, het welk oorzaak was van groote vermoeidheid , en van de dood van veelen van zyn volk. Hy deelde groote foramen gelds uit onder de armen van die Stad , en deed eene Offerhande van best weerenvleesch. Op zyn' togt naar Gazzera kwam hy in eene akelige valei , daar niet meer dan twee ruiters, naast eikanderen konden doortrekken. De Arabiërs hadden dien doortogt van boven bezet , en eene groote menigte van Heenen byëen ge- bragï.  ÖTÖOMANNTSCHE RYK. 385 bragt om op de Turken neder te werpen ; maar de Janitzaaren gelegenheid gekregen hebbende om hun fchiet' geweer op hen te losfen, wierden de Mooren op de vlucht gedreeven , en eenigen van hen gedood. Toen hy Gazzerra naderde , trokken de dappere Grieken, prachtig uitgerust in den buit hunner vyanden , omtrent een boogfcheut verre van de Stad den Sultan te gemoet. De Mooren ftonden verbaasd op het zien van deeze groote pracht. Hun geheel leger verdeelde zich in twee gelederen, waarop de Sultan zich tusfehen hun beiden plaatste , en door hen verwelkomd wierd. Zo haast Sinan Basha by hem gekomen was, bedankte hy hem en zyn volk recht hartelyk , en deelde ryke gefchenken onder hen uit. Na dat Selim te Gazzcrra vier dagen gerust had, trok hy naar Cafali , welke Stad hy plunderde, om zich te wreeken van de ArabVèrs van die plaats , die hem in de voorgemelde gevaarlyke valei hadden overvallen. De regen , die 'er zedert eenigen tyd gevallen was, maakte de wegen zeer gemakkelyk, en dus trok hy van daar terftond op naar Cairo (h). Op de aannadering der Turken \Terzaamelde Timan Bey, die uit eene der edelfte Cherkasjifcbe Famiiiën gefprooten was, en die Canfu Gauri in de regeering was opgevolgd, met den titel van Muluk Eshrefa (X), al het overfchoi van zyne natie , benevens eenige Arabifche hulptroepen bedraagende in alles t^na veertigduizend mannen, uit' gelezen volk , en legerde zich in de vlakte genaamd RU dania. Hier verfterkten zy zich met grof gefchut, en allerhande verfchanfingen , in verwachting, dat Selin ter. (A) Akgiolello , Leunclar. RicaOt ubi fupra. (X) MULUK betekent de JlUrheiligfle, ef Mtmtrfp» êsgfli. Cantem. SS 2 XVI. Boek, x Afd. Hy nadert Cairo. De tvu legers ontmoeten elkanderea*  XVI. Boek. x. Afd. Hegyra 923A.D 1517 De Mam lukken worden ge Jlagen. 3a6 HISTORIE van het terftond by zyne aankomst hunne legerplaats zou aanvallen , en dus van zelve in den ftrik komen ; doch de Sultan hier van verwittigd door zyne verfpieders , deed, naardien hy meerder in magt was , een gedeelte van zyn volk de legerplaats der vyanden rond trekken tot by Jebeli Maktab , en beval hen op een gegeeven teken de vyanden in de achterhoede aan te vallen. De Charkasfiërs dus van alle kanten omringd zynde viel 'er , in het jaar 923 , een veldflag voor , die zo bloedig was , dat dezelve met geene pen kan befchreven worden De Egyptenaars minder in getal zynde wierden fomtyds genoodzaakt terug te wyken , maar hervatteden echter telkens wederom het gevecht; terwyl hunne Vorst fteeds in de voorfte gelederen ftreed , en zyn volk door zyn voorbeeld aanmoedigde.. De flag wierd nog eenigen tyd met gebroken gelederen voortgezet, tot dat ten laatfte Tuman Bey , een groot gedeelte van zyn volk verflagen , en eene groote meenigte gevangen ziende , en bemerkende, dat alle hoop op de overwinning verloren was-, zich met eenige uitgelezene manfehap met geweld een' weg baande door den dikften drom der vyanden , en naar Shëik Arob , den zoon van Bekkaav, vluchtte Dus behaalden de lurken de overwinning, of fchoon niet zonder groot verlies van volk. Aan hunnen kant fneuvelde onder anderen de grootfte Held van zyne eeuw , de beroemde Veldheer Sinan Basha (Y) ; wiens dood Selim zodanig bedroefde , dat, volgens het algemeen gezegde.* hy nog lang. na het "eroveren van Cairo (Y) Zo haast hy nederviel deed al zyn volk, dat van zyn brood en zout gegeeten had , eene gelofte ; zeggende : ,. Wy zyn bereid om met onzen. Heer te ft'erven met de kleederen aan , die hy ons gegeeven heeft." Vcr/olgens waschten zy hem met *:unne traanen , wonden hem in allerfynst Lywaat, befproeiden hem met het water uit de Zemzm , eene bron in Mecca, en een graf.voou Ibsai gegraave» hebbende, leiden zy hem daarin.  OTHOMANNISCHE RïK, 2*7 Cairo dezelve beklaagd heeft, en geduurig uitgeroepene Misr (of Egypten) heb ik gewonnen, maar Tufef (of Jofepb ) heb ik verloren; en wat baat my Misr zonder Tu- M CO •'" „ , De dappere Tuman Bey , in weerwil van alle deeze tegenfpoeden den moed nog niet verloren geevende, floeg zich met het overfchot van -zyne troepen neder tusfehen Cairo en den Nyl. Hy vulde dezelve weder aan met agtduizend mannen JEtbiopifche fiaaven. Ook wapende hy de jooden, de Arabiërs , en de zoonen der Mamlukken. Doch gebrek hebbende aan artillery was hy te zwak om de vyanden in het open veld aan te tasten, en befloot derhalven hem in den nacht te overvallen. Doch Selim kennis gekregen hebbende van dit voornemen, was op zyne hoede , en deed door de geheele legerplaats vuuren aanfteeken ; zo dat de Egyptenaars met groot verlies wierden afgeflagen. Tuman Bey begaf zich, na dat deeze aanval hem mislukt was , naar Chiro, en verfterkte , met hulp van de inwooners, de poorten en toegangen , want daar waren geene muuren. Vervolgens plaatste hy zyne geheele magt in de breede ftraat, die leidt van de Oost poort naar het Kasteel, welke hy geheel met krygsvolk opvulde. Aan de overige ftraaten het hy zich niet gelegen leggen, dewyl dezelve zo bochtig waren , dat men door dezelve geene artillery kon aanvoeren ,. of eenig krygsvolk daar door kon trekken zonder groot gevaar. ST aïïetberkasfië'rs , die zich binnen drie dagen zouden onderwerpen , vergiffenis zouden erlangen. Eene groote menigte van hen , die niet verre afwaren bedienden zich van deeze afkondiging. Al Gazeli kwam insgelyks om zich voor Selim neder te buigen , die aan alle ryke gefchenken deed ukdeelen. Selim trok , vooruit gegaan door den witten ftandaard , en gevolgd van trommels, keteltrommen en veldpypen , naar het paleis van den Sul- (Jé) Lkuhciav. & Ricaut , ubi fuprs. XVI. Boek. x. Af». Tuman ley vlucht, Ga2eli ley onder' >erpt zich.  xvr. Boek. x Afd. Selim bie de Che-L kasfiërstfi vrede aan. 333 HISTORIE VAN HET Sultan. Hier ontdekte hy de verradery van eenige Mamlukken tegen hem , die het mieenden te ontfnappen ; maar gevat zynde wierden eenigen van hen terftond ter dood gebragt , en de anderen , na eenige dagen gevangen gezeten te hebben , in den Nxl verdronken. Selim zond vervolgens Al Gazeli, en een' Beglerbeg naar Kau ta , met bevel öm die Stad uit te plunderen en de fiaaven daar te ftraffen , die zyn volk , dat daar gekomen was om levensmiddelen te haaien , veel leed gedaan hadden. Na dat nu die Stad geplunderd, en de Mooren ter dood gebragt waren, onderwierpen zich de andere Steden goedwilliglvk aan den Sultan. TUMAN Bey, die den Nyl overgetrokken , en naar het Land van Sa'ëtta gevlucht was , begeerig om te weeten wat de Turken deeden, zond eenige verfpieders naar Cairo , mer last om de inwooners heimelyK aan te zetten om hen kwaalyk te behandelen. Intusfchen kwam Omar, een Arabisch Opperhoofd in ftilte Selim de hand kusfen , en hem van dit alles onderrechten ,- waar voor hy beloond wierd met een Sanjdk in het Land van Saëtta. Hierop wierden overal wachten uitgezet, en op den oever van den Nyl de artillery zodanig geplaatst , dat zelfs geen vogel daar over kon trekken. Kort daarna befloot Selim twee voorftnaame mannen met den Kadi van Cairo af te zenden ; doch de Cherkasfiërs bragten deeze afgezanten ter dood , nzo haast zy dezelven in hunne magt gekregen hadden (O- " • Toen Selim bericht kreeg van deeze wreedheid deed hy terftond bruggen flaan over den Nyl en beval Mo/la. fa met het geheele leger daar over te trekken. De Egyp. tifche Sultan' hier van verwittigd trok terftond op met vyf • (/) Angiolello, ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 33i vyfduizend Cherkasfiërs , en tienduizend uitgelezen Arabifche ruiters, en maakte zulk een' fpoed, by dag en nacht voorttrekkende, dat zy het leger der Turken reeds genaderd waren , toen nog flechts een gedeelte der Grieken de rivier was overgetrokken , en de overigen nog bezig waren met daarover te trekken ; terwyl niemand van hen een zo fpoedig bezoek verwachtte. Doch toen de geenen , die order hadden om eene plaats voor des Keizers tent af te fteeken , hunne aannadering bemerkten uit het ftof dat hunne ruitery veroorzaakte, fteegen zy in groote haast te paard , en Selim zond bevel aan Moftafa om het zelfde te doen. De Sherkasjiërs floegen alles ter neder , dat hen voorkwam , tot dat zy aan den Standaard gekomen waren , doch de Turken daar nieuwen byftand gekregen hebbende , dreeven hen weder terug. De vyanden vereenigden zich echter op nieuw , en dreeven de Turken van hunnen kant terug, met zo groote flachting, dat het bloed als eene rivier over het veld ftroomde. Ten laatste trok Basha Moftapha , die by Selim was , ziende, dat de Turken gevaar liepen van den ftag te zullen verliezen , verwoed zyn' Sabel uit, en vloog fpoorflags naar Tuman Bey , met een vast voornêemen om hem van het leven te berooven , of zelf te fneuvelen. De Griekfcbe en andere Europifche troepen , deeze dapperheid van hunnen Veldheer ziende , volgden hem met dergelyk voornêemen ; en waarlyk , indien het hen aan moed ontbroken had , zouden zy alle welhaast om hals gebragt zyn geweest. Na dat nu het gevecht met zo veel hevigheid vernieuwd was geworden, begon de Egyptifche Sultan te begrypen , dat de Turken vast befloten hadden de overwinning te behaalen ; en ten zelfden tyde zyne gedachten laatende gaan over zich zei ven ; dat hy van een' grooten man nu tot den verachtelyken ftaat van Oost. Hist. XII. Deel. Tt een* XVI. Boek. x. Afd. Een ander Moedig ge>echt,  33* HISTORIE VAN HET XVI. Boek. X. Afd. Sultan Ti man vlucli ww Seliir Tuman Hey ■wordt gevangen genomen. een' flaaf , en van onmeetelyke rykdomrnen tot de bitterfte armoede vervallen was , Doeg hy zyne oogen ten Hemel , en borst in zulke bittere klagten uit . dat alle d:e hem aanhoorden met droefheid en medelyden vervuld wierden. Na veele klagten en, traanen vluchtte my by dag en nacht , tot dat hy aan eene brug gekomen was , daar hy een weinig rust nam. Mojttfa vervolgde hem met de Griekfcbe troepen , terwyl Selim naar Cairo trok ; doch Gauri geduurig voortvluchteude, raakte eindelyk buiten hun bereik. De Sultan had Tuman ru reeds vier dagen en even zo veel nachten nagejaagd, toen deezen door vermoeidheid genoodzaakt was zyn' intrek te neemen in een' Moorfch gehucht , terwyl de lurken niet minder afgemat hem niet konden achtervolgen. Deeze fchreeven derhalven aan de bewooners van dat gehucht dat zy wacht zouden houden, en net toelaa'en , dat de F.gyptifcht Sultan van daar vertrok , onder be ireiging van het gehucht anderzins te zullen komen plunderen en afbranden. Sheïk Asjaïm 9. die de Opperste van dat gehucht was , alle de ingezetenen hier van kennis gegeeven hebber.de , omringden de Movren Tuman By en de Cher. kasf ërs , die hy by zi:h had , zodanig, dat zy n et konden ontkomen; maar toen de T^ken aankwamen wierpen alle de Cfankasjië s zich in een nabyotlegen Moerasch , daar eenden van hen gedood, en anderen genomen wierden.. Tuman Bey wierd gevangen genomen tot over de kniën toe in het water ftaande , en terftond by den B uba geb-agt, die daar op een' postbode afzond, om den Suhan bericht te geeven van het geen 'er gebeurd was De bode wierd met groote blydfchap ontvangen , en alle de Sangiaks en o'erften wierden Sy den Keizer ter handkus toegelaten. De Egyphjche sultan wierd vervol- gens  0TH0MANNI5CHE RYK 333 gens voor Selim gebragt, doch van daar in eene nabygelegene tent gebragt , en ftreng bewaakt. Moftafa had nog een hevig gevecht naby een ander gehucht met eenige Moor en , die met eenige Mamlukken vereenigd , de Turken op den over van d?n Nyl geplunderd en vermoord hadden. Na dit gehucht verwoest te hebben , hield hy zich nog vier dagen in die nabuurfchap op , en keerde toen terug naar den Keizer, s die daarop eene raadsvergadering hi ld, en bevel gaf, dat Tuman Bey , de Sultan van Egypten , op een' muilezel door de ftraaten van Cairo zou rondgevoerd worden ,t en vervolgens opgehangen in de poort, genaamd Babzowlet, het welk ook ten uitvoer gebragt wierd (m). Prins Cantemir zegt , dat Selim, toen de Sultan voor hem gebragt wierd, Zich niet wederhouden k jn van hem de vryheid te fchenken , en hem dagelyks aan zyne tafel te doen eeten. Dus verkeerde Tuman Bey , die door zyne braafneid zyne vryheid verkregen had, zo wei in het openbaar als in het byzonder met zyn' Overwinnaar ; en onderrechtte hem van den ftaat der zaaken van Btypten, en tevens van de Wetten, aart en Zeden van deszelfs inwooners. Doch deeze ellendige krygsgevangen ondervord welhaast hoe jammerlyk de Fortuin met het lot der menfchen gewoon" is te fpeelen Se im vond z;ch verplicht zyne heldendeugd , uitmuntende dapperheid, gezond oordeel, en achtbaar gedrag te bewonderen Hy oordeelde het laag te zyn zulk een' voortreffélyken man ter dood te brengen ; en naardien het fcheen , dat hy niets van hem te vreezen had , befloot hy hem in zyne vriendfehap aan te neemen, en hem tot Landvoogd over Egypten aan te ftellen. Zo haast dit voornêemen aan het volk van dat Land bekend geworden was, be- gon- («0 Anoiolillo, ubi fupra. Leunclav. & Knowles. Tt i XIV. Boek. x. Afd. Enter fooi ebragt.  334 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. x. Afd. Egypten tnderwerft. zich. gonnen zy hunne hoop te laaten blyken , dat Tuman Bey , eenmaal met deeze magt bekleed zynde, terftond na het vertrek van Selim , in ftaat zou, zyn om de» Arabier s de Turkfche bezettingen te helpen verdry ven, en de Cherkasjifche heerfchappy te herftellen. In den beginne kon Selim deeze geruchten niet gelooven , dewyl hy zich verbeeldde , dat die door Tumaris vyanden uitgeftrooid'wierden; maar ten laatste bemerkende, dat dezelven bleeven aanhouden , gaf hy bevel aan AU Beg, den zoon van She'ik Suvar , wiens vader kórt te vooren door de Cberkasfiërs aan den haak was opgehangen, om den ongelukkigen Vorst te Cairo in de poort,. genaamd Zavil, op te hangen , met deeze woorden: „ Hoe groot myne gunst. was , is. reeds gebleken ; maar laat die onwaardige nu zelf ondervinden wat de kwaadaartige taal van het Gemeen , of fchoon in zyn voordeel, kan uitwerken." AH Beg volvoerde met blydfchap dit bevel op den tienden van.de maand Rabio'lawel. De onverwachte dood van Tuman Bey vervulde alle de Egyptenaars met eene onbefchryflyke vrees. Zy, die te vooren , met een bedekt misnoegen, de onrechtvaardige regeering van Selim geleden hadden ,. kwamen nu . in eene onderdaanige houding naar hem toe om zyn medelyden af te fmeeken , en hem eene onderdaanige trouw te zweeren. De Sultan fchonk, hen vergifnis onder voorwaarde , dat zy de Cherkasjiërs, die zich onder hen verfcholen hadden , zouden overleveren. Hierop ging het gemeene volk , dat altoos graag is naar nieuwigheden , . hunne voorige meesters overal opzoeken, en fleepten hen gebonden voor de voeten van Selim, om vermoord te worden, Deeze Vorst deed den volgenden dag een verheven tooneel, met een' troon daarop, op de oevers van den Nyl oprechten , * en gaf toen bevel om- alle de gevangenen , die , naar men zegt , meer dan dertigduizend in getal waren , voor zyne oogen te onu..  OTHOMANNISCHE RYK. 335 onthoofden', 'en de lichaamen in de rivier te werpen. Den volgenden dag deed hy zyne plegtige intreede in Cairo ; doch , na eenige uuren daar vertoefd te heb. ben , vertrok hy, en legerde zich na by den Nyl, by eene plaats , genaamd Ruza. Na zyne troepen tyd geeeeven te hebben om zich te ververfchen , trok hy , od den zevenden dag van de maand Jamazio jawel,.naar Manderiya , of Akxandria ; doch zo haast deeze Stad , om zyne gramfchap te ontgaan , zich hy verdrag had overgegeeven, trok hy , na de zaaken aldaar geregeld te hebben , terug naar het binnenfte gedeete van Egypten , en ftelde Chair Beg tot Landvoogd over het geheele Koningryk aan ( » ). Ten zelfden tyde kwam Rats Solyman , Opperbevelhebber van de Egyptifebe vloot, aan Selim hulde doen. Deeze vloot was zedert vier jaaren gebouwd, te Swtz, of Suez aan het einde van de Roode Zee , op bevel van wvlen Kanfu Gauri , om te dienen tegen de Portugezen, die door hunne ontdekking van de Indien ter Zee , en door hunne veroveringen aldaar , den loop des koophandels hadden afgeleid , tot groot nadeel voor Egypten , door- welk Land alle de Oosterfcbe goederen te vooren naar Europa vervoerd wierden. Deeze vloot was uitzonden onder het bevel van Amir Aziz en Rats Solyman ; doch terwyl zy te Jidda, de haven van Mecca lagen kwam 'er tyding van de dood-van Sultan Gauri, en van Selim's inval in Egypten , waarop 'er een opftand ontftond onder het Scheepsvolk ; waar van het gevolg was, dat Amir Aziz, die de party van liman Bey was toegedaan, genoodzaakt was naar de Stad te vluchten, en daar eene fchuilplaats te zoeken ; doch kort daarna wierd hy uitgeleverd aan [Solyman, die gedreigd had anderzins de Stad te zullen overvallen, welke hem in den nachl (n) Ontem. pag. 165, & feqq. X c 3 ■j XIV. Boek. x. Afd. Raïs Solyman geefi de Egyptifche vltoS over.  33ehm een middel zocht om hem uit den we; te ruimen, waartoe zich welhaast eene bekwaame gelegenheid aanbood. Kort vóór dat het leger naar Syrië zoude optrekken , eischte de bezetting van Cairo opflag van bezolding. De Sultan, die zeer mild was jegens het krygsvolk , ftemde hun verzoek toe, en gaf bevel aan tonus Basha om dit te doen werkitellig maaken ; maar deeze Basha geheel vervoerd door de afgunst van Chair Beg tot Landvoogd van Egypten verheven te zien , tot wek impt hy zich zei ven nader had geoordeeld , gaf aan de Schatbewaa: ers en Betaalmeesters der troepen geene kennis van dit bevel. Zyn oogmerk was , om daar door het krygsvolk te verbitteren tegen Chair Beg , als de jorzaak van hun leed ; en hem dus uit zyn ampr gefield te zien ; doch Tonus Basba maakte hier ongel ukkiglyk eene verkeerde rekening ; want toen de betaaldag gekoomen was , en het volk geen opflag kon krygen , zqnden de Landvoogd en Betaalmeesters , na zich by het krygsvolk verfchoond te hebben , terftond lan Seiim , die toen te Larisja was , om hem kennis e geeven van het geval. De Sultan ten hoogste hierover ver-  OTHOMANNISCHE RYK. 337 vertoornd deed den Basha ontbieden ; die tot zyne verfchooning bybragt , dat hy dit met geen kwaad oog. merk had gedaan; dat het volk door den buit van Egypten genoeg verrykt was geworden , en dat de geldkisten van zyne Majefteit ledig waren ; maar Selim hem geen' tyd vergunnende om verder voort te vaaren , deed hem in zyne tegenwoordigheid ter dood brengen (o). Te Gcza terug gekomen deed hy uit weerwraak over hunne trouwloosheid , alle deszelfs inwooners ter dood brengen , en de Stad tot den grond toe verdelgen. Daar- • na te Damascus gekomen zynde , droeg hy het bevel over die Stad , benevens de Landvoogdy van Syrië en Paleftina , op aan Gazeli Beg, volgens hunne te vooren gemaakte overeei komst. Kortom , Selim hechtte in één jaar , en op één' togt, meer landen aan het Othomannifche gebied , dan iemand van zyne Voorzaaten geduurcnde den gantfchen loop van zyne regeering had kunnen doen ; want hy veroverde niet alleen de bezittingen van de Cherkasfiërs in 4}ië' en Egypten, maar bragt ook no^ veele andere fterke en beroemde Steden van Afie onder zyne gehoorzaamheid; als by voorbeeld, Malatiya, Die>beghi , D rcm;a , Behiifi, Kiërkiëb, Kiachte , Bereitk , Antab ,' en Antachta^ Zelfs de Sherif van Mee ca hragt hem de Sleutels van de Stad , en erkende zyne Opperheerfchappy , toen hy in de nabüurfchap van C.iro was. Hy wierd door den Sultan met groote achting ontvangen , die zyn' zoon tot opvolger in de heerfchappy aanfte.de. Door het gezag van dien man onderwierpen zich de Stamme i der zwervende Arabiërs vrywiiliglyk aan Selim , en gaven hem een fchriftelyk getuigenis van hunne getrouwheid , benevens eenigen van de voornaamsten onder hen tot gyzelaars. TOEN («) Leunclav. & Ricaut, ubi fupca* XIV. Boek. x. Afd. Hegyra 925-  S3« HISTORIE van het 'XIV. Boek. X Afd, Selim's veroveringen en verdere voorneemenswoiden ge fluit door zynen dood ( < j Toen hy , in de maand Ramadan van het jaar 925» te Halep gekomen was, wierd hy daar begroet door een Perfiaarifchen Afgezant, afgezonden met eene geveinsde onderwerping , om den Storm, die zynen Heer dreigde, af te weeren. Om dit oogmerk te beter te bereiken gaf hy , behalven de prachtige gefchenken , die hy mede bragt , den eergierigen Sultan den nieuwen titel van Shahin Sbahi alem , ve Sabeb Kerani bani Adam , dat is: Koning der Koningen , en Alleen verwinnaar, ( of Alleenheerfcher} der zoonen van Adam. Selim's trotsheid rees zo hoog door alle deeze groote overwinningen , en opgeblazen eertitelen , dat hy , na zyn' zegepraalenden intogt in Cvnjïantinepolen , zich- het volgende jaar, even als of het geluk van den oorlog onder zyn bevel had geftaan , onder eede verbond , geen' voet terug te zullen wyken , éér hy het Perfiaanfche Rvk vernietigd, en eene Natie, die ongetrouw aan God, en haatelyk voor de menfchen was , geheelenal uitgeroeid had. Deeze gelofte d^ed hy in verbeelding , dat het hem naderhand gemakkelyk zou vallen de Christenvorsten onder te brengen. Doch de Voorzienigheid fcheen deeze trotfche voorneemens te willen dwarsboomen ; want hy was her. eerfte jaar verplicht den voorgenomen' oorlog'uit te ftellen, uit gebrek aan geld , en vervolgens zyne gedachten te aaten gaan over het ligten van nieuwen onderftand uit de veroverde landen , waar door nog een jaar verliep. Toen de winter begon te naderen befloot hy tot tydkorting de graftomben zyner voorouderen te Adrianopolis eens :e gaan bezoeken ; doch hy was nog naauwlyks aan het lorp Suasht - di gekomen , toen hy door eene koorts >vervallen wierd. Den volgenden dag vertoonde zich :ene opzwellende ontfteeking aan zyne dye , welke hem Lodanïg pynigde en afmatte , dat zyn been tot aan zyn yf opkromp , en alle de zenuwen van zyn lichaam te laaien  OTHOMANNISCHE RYK. 339 fafnen trokken. Het gezwel] wierd door een'ktindigen wondarts geopend , en de noodige geneesmiddelen aan bet zelve toegebragt , maar deeze kwaadaartige verzweering befmette zyn geheel lighaam zodanig, dat, na veertig dagen martelings veeleer dan ziekte, de luister van het OthomannPch Ryk aan zyne kwaal overleed (?)' PERHAD Basha, die alleen by het fterven van den Sultan was tegenwoordig geweest, vei borg zyne dood voor alle de overige Viziers , uit vrees voor oproer • en zond terftond bericht aan Solyman, den zoon van Selim, die zich toen te Trapezond ophield, welke zich , aanftonds na het ontvangen van den brief, naar Conftantinopolen fpoedde , daar alle de hooge AmpteEren , in den diepen rouw gekleed , hem begroet, ten als Keizer , in de maand Shawal van het ]jaar 916. Op den zelfden dag in den achtermiddag , geleidde hy van alle zvne hovelingen verzeld de lykftaatfie van zyn Vader , en bragt defzelfs lyk met groote pracht in de Jami , welke door Mohammed de Tweede gebouwd ,s daar het zelve begraven wierd , en dit Graffchrtft op zvne to^be gefteld: „ In dit jaar vertrok Sultan Seltm naai het Hemelsch Koningryk, dit aardfche Ryk nalaatende aar yvn' zoon Solyman." , SELIM leefde vier- en- vyftig jaaren, en regeerde «egen jaaren en agt maanden. Hy bezat alle de hoeda Seden ; welke tot een' held vereischt worden;.bene vens een gezond verftand , fterk lighaam, en een vin dingryk vernuft; hy was onvermoeid in alles , dat b trekking had tot de veiligheid van den Staat , zeer be kwaam om zaaken van aanbelang wel te beftuuren , e byzonder gaauw gevat om geheime aanflagen te ontdek ken Hy doorwandelde dikwyls in eene onbekende kies (t) Cantem. pag. 167, & feqq. . Oost. Hist. XII. Deel. Vr XVI. Boek. x. Afö- Hegyn 926. AD. 1570. Zyn Opreiger. 1 g  XIV. Boek. x. Afd. Selims wreedheid. ( t 34° HISTORIE van het ding de öpenbaare plaatfen , ftraaten, en legers, zo wel des nachts als by den dag; en firafte geftrengelyk alles, dat ftrydig was met zyne wetten , of met het algemeen welzyn. Ook had hy overal zyne verfpieders, die zich in alle geze fchappen mengden , en hem dagelyks verflag deeden van het geen zy gezien en gehoord hadden. Door deeze middelen was hy zo wel onderrecht van alles , dat er omging, dat het in dien tyd een algemeen Spreekwoord was : De Sultan weet den volgenden dag alles, du'er tusfehen den man en de vrouw in hunne flaapkamer is voorgevallen , en deeze zyne naarfligheid om het gedrag des volks te befpieden was van zo groote nuttigheid voor net Kyjc , dat er , geduurende zyne afwezigheid in de verafgelegen gewesten , geen oproer ontftond , dat niet in de geboorte gefluit wierd. Met één woord , deeze Sultan zou een' onfterflyken roem verdund hebben , indien hy den luister zyne? deugden met bevlekt had door zyne geneigdheid tot toorn en wreedheid. Toen Turcomaniën, twee jaaren vóór zyne dood , gekweld wierd door één' Roover , die, aan het hoofd van eene groote magt , zich van deeze en andere nabuunge Provinciën trachtte meester te maaken, zond Selim Perhad Basha met het grootst gedeelte van zyne troepen tegen hem ; doch de oproerigen waren reeds voor zyne aankomst verflagen doof llbiftan Be? Mehmed den zoon van Sheïk Savur. Terwyl Perhad Basha, die* zonder het uitdrukkelyk bevel van den Sultan niet durf. de naar huis keeren , by Amafia gelegerd was, berichtte nem een inoode kwaadfpreeker, onder voorwendzel yan getrouwheid, dat een gewaande Morad, die zich voor een zoon van Sultan Achmed uitgaf, de geheele stad, benevens nog zevenhonderd rovers op zyne zv le getrokken had. Perhad gaf, zonder de zaak verder e onaerzoeken , bericht aan den Keizer van het geen hy  othomannische ryk. 34ï hy gehoord had , en verzocht om zyne order in een zo dringend gevaar. Selim , zich misfehien te veel op de voorzichtigheid van zyn' Veldheer verlaatende , gaf zonder nader'onderzoek bevel, dat alle de voornaamfte lieden van die Provincie zouden geïmpaleerd worden. Door deeze overhaaste en wreede order moesten meer dan zeshonderd lieden van aanzien onfchuldig deeze wreede en fchandelyke Itraf ondergaan; anderen wierden onthcofd , en de overigen met de voeten aan de ftaarten der paarden gebonden , en zo door de ftraaten der Stad rondgefleept. SELIM is , onder zo veel Turkfcbe Keizers , d& eenige geweest , die zyn' baard heeft doen fcheeren na dat hy den troon beklommen had, in weerwil van de aangenomen gewoonte , en der geboden van den Koran ; waarin aan de zoonen der Vorsten bevolen wordt zulks te doen vóór hunne verheffing , maar nooit na dezelve. Toen dc Sultan hierover eens op zekeren dag door den Mufti minzaamelyk en boertende berispt wierd, gaf hy ten antwoord.: „ Dat hy dit deed om zyne Viziers de gelegenheid te beneemen van hem ergens by te kunnen leiden." De Turken verhaalen van hem , dat hy altoos by zich droeg, of in de hand had een kneppel , dien zy Topus noemen; van welke gewoonte zy de volgende reden opgeeven. Ten tyde van Bay - Tezid betaalden eenige Provinciën , die aan Perfië grensden, om den vrede te onderhouden , jaarlyks aan dat Ryk eene geringe fchatting , beftaande in zeker getal tapyten , die zy Cbul noemen. Na de dood van Bay-Tezid zonden de Bevelhebbers van deeze Provinciën boden aan Selim om te verneemen , of hy begeerde, dat zy dèeze fchatting nog langer zouden betaalen. Zyn antwoord was : Zegt aan den ongeloovigen Kezil Bash , of Roodkop , dat de Vader van de tapyten overleden is ? en dat de Vv 2 Vader XVI. Boek. x. Afd,  S4* HISTORIE VAN HET XIV. Boek. x. Afd. ELFDE AFDEELING. Solyman I. Hegyra 927. A.D.1520. Gazeli Beg $aatop. Vader van de kneppels in zyne plaats is gekomen (Z). De Turken verhaalen nog meer dergelyke historiën van Selim, welke wy kortheidshalve zullen overllaan. (Z) DE Vader van iets , is eene fpreekwys uit het Ara' bisch ontleend , betekenende iemand, die een overvloed of het be. zit heeft van eenig ding , zo als Abu'l Imam , de Vader der Ge. loovigen , of, iemand die het geloof bezit ,• Altun Babafi, de Va. 4tr van het goud , of, iemand, die veel goud bezit. Behelzende de Regeering van Solyman I. 'bygenaamè Kanuni. Het veroveren van Rhodtis , de'Belegering van Wenen , en de Oorlog in Hungaryen, SOLT MAN Kanuni (A) , had nog naauwlyks zyns Vaders troon beklommen , of Gazeli Beg , dien Se. lim tot Landvoogd van Damascus had aangelleld , viel van hem af met oogmerk , om zichzelven -onaf hanglyk te (A) KANUNI is afkomstig van het Grieksch woord Ktnonijia, [nfteller van wetten ; want Solyman heeft eerst de gefehreven Wet. ten ingefteld, volgens welke het Othomannisch Hof en den Staat than» geregeerd worden , daar de zaaken te vooren meesttyds beftierd kierden naar de gewoonte , of naar den wil van den Sultan. Uit loofde van deeze inftelling ftaat hy ia de Keizerlyke boekery afgebeeld  OTHOMANNISCEH RYK-. 343 te maaken. Ten dien einde bragt hy een leger op de been, en belegerde onverwacht de Stad Halep, welke dapperlyk verdeedigd wierd door Koja Mostafa Basha tot de aankomst van Parhad Basha. Op deeze vereeniging brak Gezeli Beg , te zwak om hen beiden te wederftaan , het beleg op, en floeg zich neder digt by Damascus , in eene plaats genaamd Muftaba , welke hy uitermaate verfterkte , in hoop, dat het Keizerlyk leger door gebrek aan koorn , en door het jaargetyde zou genoodzaakt worden terug te trekken; maar Parhad, gedachtig aan het bevel van den Sultan , volgde hem, en tastte hem eindelyk , tegen het gevoelen van alle, in zyne verfchanfingen aan , op den 27. van de maand Sefr , in het jaar 927. Hier wierd na een hevig en twyfelachtig gevecht van tien uuren , en na dat alle moeijelykheden overwonnen waren , het geheel oproerig leger met hun Opperhoofd tct één toe verflagen» De Zegenpraalende Basha trok in Damascus 3 en ftelde Ayas Basha tot Beglerbeg van de Stad aan. AS IE dus tot rust gebragt zynde befloot Solyman zyne wapenen tegen de- Europifche Vorsten te wenden, ten einde zyne bezittingen zo verre ten westen van zvne Hoofdftad uit te breiden als dezelve reeds in het Oosten uitgebreid waren. Om door geene opfchuddingen in de andere gedeelten van zyn Ryk van zyne veroveringen afgetrokken te worden , liet hy Afit over aan de zorg van Perhad Basha ; zond ééne vloot in den Archipel, beeld met een boek in de hand. Hy word door de Christenfchryvers by^enaamd de Prachtige. De Graaf Marfigli heeft eene vertaaling gegeeven in het Italiamsch en Fransch van den Kanun Nameh , voor zo verre die het krygswezen , en de imkomsten betreft , onder den naam van ; De Ktygsftaat van het Othomannisch Ryk. Gedrukt in Amsterdam en 's Graavenhaage, in het jaar I733> & Pelh , mt ,]?laatea. V V 3 XIV. Boek. XI. Afb,  XIV. Boek. XI. Afd. Be1grad( vsroyerd. 344 HISTORIE van het chipel , en een andere in de Zwarte Zee , beftaande uit vyfcig oorlogfchepen en vierhonderd transportfcheom den voorraad te laaden , dien hy voor zyn' voorgenomen' togt had doen gereed maaken. Na deeze voorzorg genomen te hebben , vertrok hy te land met een ontzaglyk leger om Hungaryen te veroveren ; doch éér hy nog optrok zond hy bevel aan Tabia Beg , zoon van Bali Beg, Stadvoogd van Semendria , om met de magt, die hy by zich had , Belgrado te belegeren, en te beletten , dat 'er geene hulptroepen of levensmiddelen in de Stad wierden gevoerd. De Sultan eindelyk aangekomen zynde legerde zich in een veld genaamd Zeknin; van waar hy Moftafa Basba , en Achmed Basba, den Landvoogd van Rum-eli of Thracien afzond met troepen om , Tabia Beg te onderfteunen. Deeze twee Bevelhebbers verwoestten in korten tyd de wallen van de Stad door fchieten en ondermynen , en matteden de belegerden door geduurige aanvallen zodanig af, dat zy eindelyk genoodzaakt waren zich over te geeven op den vyfden van de maand Ramazan, Dus viel deeze fleutei van Hungaryen , die zo menigmaal belegerd , maar nooit veroverd was geweest in de handen der Turken , en baande hen den weg naar Buda , de Hoofdftad van dat Koningryk. In dien tusfehentyd veroverde Solyman , met het overige van het leger , gedeeltelyk ftormenderhand , en gedeeltelyk by onderhandeling de Steden j Burgaz Bury Tintje , en Biugurdlen , al het omleggende Land afloopende , het welk hy tot den zetel van den oorlog dacht te maaken. By zyne terugkomst te Con. ftantinopolen kreeg hy tyding , dat Scbeb Suvar Ogli Vorst] van Marash , zich onder de hand gereed maakte om het Othomannifch juk af te fchudden. Hierop zond hy bevel aan Perhad Basba , dat hy dien Vorst êou doen onthoofden. Naardien het nu gevaarlyk fcheen die  O THO MANNIS CE RYK. 345 die order openlyk te volbrengen , zond de Basha hem een' brief , waarin hy hem meldde, dat hy door den Sultan tot zyn' medehelper was aangefteld , en verzocht derhalven, dat hy by hem wilde komen om' over de zaaken van den ftaat te raadpleegen. De Vorst geen bedrog vermoedende viel in den ftrik ; en in de tent van Perhad'gekomen zynde, wierd hy met zyne twee zoonen, ter dood gebragt (q). SOLTMJN eene groote vloot uitgerust hebbende zond, in het jaar 928, den Vizier Mojlafa Basha naar Redos , of Rhodus , en volgde zelf in de maand Ramazan. By zyne aankomst floot by de Stad zeer naauw in , en om ringde dezelve met fterke vestingwerken. In deeze! belegering wierd alles in het werk gefteld, zo van den kant der belegeraars als van dien der belegerden, dat tot dus verre door het menfchelyk verftand was uitgedacht. Van beide kanten wierd geduurende vyf maanden zo hevig geftreden als of 'er veeleer om de heerfchappy van de gantfche waereld dan om het bezit van eene enkele Stad gevochten wierd. Ten laatste waren de Christenen, door geftadige verliezen en langduurfg waaken afgemat , genoodzaakt de Stad over te geeven op den derden van de maand Sefr van het volgende jaar. Deeze gebeurtenis had de onderwerping van twee, nabuurige Eilanden Iskan*1 kioy (B) en Buitrum ten gevolge (r). Naardien de Christenfchryvers zeer breedvoerig gefprooken hebben over deeze gewigtige plaats, zullen wyhet ge- (q) Cantem. pag. 174. Seqq. & Ricaut in Solyman den Prachtigen. (h) Cantem. p. 177» (B) Of üTo, by de Grielen, Eis tèn Ko , even gelyk IstamM eene bedorvene uitdrukking is van het Griekfche , Eis ten Palin. Cantbm. Het wordt in den text verkeerdclyk genoemd Iskaiéiay. la de kaart heet het Stmchio, XIV. Boek. XI. Afi>. Sheh Surat O^li er dood ge' 'nagt. Hegyra 928 4.B. 1521. Rhodus telegerd. En overget \etven.  XIV. Boek. xi. Afd. Krygs. magt van Rhodus. J Die der T8tk#n. \ i ? i 34ö HISTORIE VAN HET gebrekkige der Turkfcbe uit hen trachten aan te vullen Deeze melden ons , dat de veelvuldige fchade, die dé galeien van Rhodus in de Turkfcbe landen deeden, Soly. man aanfpoorden om die plaats aan te tasten. Met dit oogmerk maakte hy groote toebereidselen ; het welk den Grootmeester-, Pbilippe de Vilüers de Visie- Aiam , Groot - Pnoor van Frankryk , ongerust maakte , en hem oevvoog om zich in ftaat van tegenweer te ftellen. By de allgemeene monftering wierden er gevonden tusfehen de vyf en zesduizend weerbaare mannen , zo in de Stad ais op de omleggende dorpen ; waar onder waren zes- 2» rs van de 0rder' en vyfhonderd Can' Omtrent de helft van de maand Juny, wierd 'er een groot vuur op de vaste wal aangeiloken ; waarop eene galeie afgezonden wierd om te zien wat daar van de re. den wasj de Kapitein weigerende aan den wal te komen, leide een der ruiters een' brief op een fteen aan den oe! ver , en reed toen weder weg. Deeze brief kwam vjn den Sultan, waarin hy eifchte, dat Rhodus aan hem zou overgegeeven wordeïr, met belofte , dat hymen hunne Godsdienst en vryheid zou laaten , wanneer zy zich overgaven , en bedreiging van verwoesting in gevalIe zy zulks niet wilden doen. De Rhodiërs, nu verwittigd van het oogmerk van Solyman , vernielden hunne voorfteden en lusthuizen , terwyl de Grootmeester self hen daarin voorging. Het volk van het platte Land -vierd op zyn bevel ook in de Stad gebragt met zo veel evensmiddelen als zy konden byëen brengen. Toen op den 26 van die maand de Turkfche Vloot vierhonderd fchepen in alles fterk , met tweehonderdluizend mannen aan boord , waaronder zestigduizend ioniers , in het gezicht van het Eiland kwam , wieren de poorten van de Stad gefloten. De Vice-Admiraal ield in den beginne rechtftreeks op den mond van de haven  OTHOMANNISCHE RYK, 347 ihaven aan ; doch befpeurende, dat hy gevaar liep van door het gefchut van de wallen in den grond geboord te worden, zeilde hy even gelyk de andere fchepen de haven voorby. Terwyl de Turken bezig waren met landen , en andere toerustingen maakten by Parambolin, eene plaats omtrent zes mylen van de Stad gelegen, boorden de Rhodiërs overal diepe gaten in hunne wallen om de mynen van hunne vyanden te ontdekken ; en verfterkten hunne wallen met zwaare bolwerken. Ook zond de Grootmeester afgezanten naar Rome, Spanje, en Frankryk , om hulp te verzoeken ; doch vergeefs, uit hoofde van de oneenigheden , die er toen onder de 'Chris* tenvMSten plaats hadden. De dappere Prejanes , Landvoogd van het Eiland Chios , dat toen aan de Rhudiers toebehoorde , vond echter middel om binnen Rhodus te komen ; gelyk ook Gabriel Martiningo, een beroemd Ingenieur van Candui , door wiens beleid, geduurende de belegering, vyf - en - vyftig mynen gecóntramineerd wierden (O* De Stad Rhodus is gelegen aan de noordzyde van het Eiland , aan den Zeekant, en heeft twee havens , eene in het Noorden ;voor de galeyen , en eene in het Oos. ten voor de groote Ichepen. Zy was omringd met twee fterke wallen , waarin verfcheide fraaie poorten wa-. ren , en wierd gedekt door vyf groote bolwerken , dertien fchoone torens , en zeer diepe gragten. Buiten de wallen legt eene fteenachtige vlakte , niet zeer breed maar vry lang , omringd met heuvelen, die van bronwellen overvloeijen ; rondom de Stad zich uitftrekkenden , en beplant met Ohfboomen, Vygehoomen, en JPyngaai den. Niet (s) Hist. der beleg, in Hackluyt's Coll. ofVoyag Vol. 2. pag. 7*. Hist der Ridders v; n St Jan, in Thevenot's Reizen p. i.cap. 7a. Ricaut in Solyman den Pracht. 'Oost. Hist. XII. Deel. Xx XIV. Boek. XI. Afd. Btfrhry 'ing 4c*  348 HISTORIE van het XVI. Boek. xi. Ara. Iktttryen ^Ijjfivtrpen. Niet lang na het begin der belegering was de Stad. in gevaar van in brand geftoken te worden door eenige Turkfcbe flavinnen; doch haar voornêemen wierd ontdekt , en het hoofd van dezelve ter dood gebragt. De Vyand zich meester gemaakt hebbende, van eene hoogte recht tegen over de plaats ,» daar eenige Ridders post gevat hadden, begonnen van daar de Stad te befchieten, openden, onder bedekking van hun gefchut, de loopgraven, en vingen hunne ondermyningenraan. Doch hunne Pioniers , en de geenen, die hen dekten, wierden zodanig ontrust door de uitvallen van de bezetting, dat zy, na het verlies van veel volk , genoodzaakt waren hunne hoogten in den nacht te verlaaten, en hunne artillery te wenden tegen dien kant, van waar de Rhodiërs hunne uitvallen deeden. Toen nu de Turkfche krygsknechten dien oorlog begonnen moede te worden , kwam Solyman zelf, op het verzoek van Piri Basha , op den 28 Augustus naar het leger ;: waarop zy, hunne naderingen begonnen te doen naar den kant van de gragt by wyze van loopgraven ; twee groote, wallen van aarde opwerpende , eeu' tegen over de poort van Auvergne en van 'pvije, en den anderen tegen over de poort van Italië. Deezen wi.rden ingericht tegen de punt van de contrefcharp , cn opgehoogd tot tien of twaalf voeten hoe-ger dan de muuren Van de Stad.- Na dat nu de Loopgraven vokooid waren ,. bezettede de Twkfche Bevelhebbers hunne aangewezen posten een ieder tegen een bolwerk, en beftormden de Stad zeer hevig met hun grof gefchut. Uit twaalf mortieren wierden onophoudelyjt fteenen van eene verbaazende groote in de Stad gewoi/pen, en veertig ftukken gefchut, waar onder twaalf flangen waren , gaven dag en nacht vuur op dezelve. Doch deeze battery benevens nog eene andere , gefteld tegen over de St. Nicolaaspoon , deeden weinig uitwerking, dewyl •  OTHOMANNISCIIE RYK. M9 zy door het vuur uit de Stad grootelyks befchadigd wierden. Echter gelukte het Piri Basha, na dat 'er twee-endertig van zyne mynen onbruikbaar gemaakt waren,op den vierden Augustus , het Engelsch bolwerk in de lucht te doen vliegen , waarby verfcheiden Ridders van die Natie het leven verlooren. De Turken zochten door dee-* ze bres in de Stad te komen , maar wierden door den] Grootmeester en zyn byhebbend volk afgeflagen doch^ Moftafa Basha met verfche troepen aankomende , wierd het gevecht met de uiterfte hevigheid hervat. De Turken wierden echter door de dapperheid der vrouwen zo wel als der mannen genoodzaakt terug te wyken, met verlies van tweeduizend mannen , terwyl de belegerden niet meer dan vyftig Ridders , en eenige weinige gemeenen verloren hadden. By den tweeden aanval trof. fende lurken geen beter geluk; naardien zy binnen den tyd van drie uuren, een gelyk getal volk , benevens drie voornaame Legerhoofden verloren. Piri Basha wierd insgelyks verdreven van een' heuvel, dien hy vermeesterd had , en van waar hy het Italiaansch bolwerk, dat daar digt by was geduurig befchoot, uit zeventien ftukken gefchut ; terwyl de mynen, die tegen het Franjche bolwerk gericht waren , alle gecontramineerd wierden (O- MOS TA FA , om zyne eer by Solyman te herftellen , befloot een' derden aanval te doen op het En-1 gelsch Bolwerk , terwyl Achmed, een groot krygsman ten zelfden tyde het Spaanscb bolwerk zou beftormen. Doch fchoon veel dappere Engelfche Ridders het leven verlooren, en Prejanes in het gevecht gewond , wierd Moftapha echter in zyn voornemen te leur gefteld. Ach. med beklom aan zyn' kant indedaad den top van den muur, (O Hist. der Beleger, in Hackluyt's Coll. of Vozag. 9lc. ubi fa- Xx % XIV. Boek. XI. Afö. Het Er* \elsch Bolverk word n de lucht eblattn. FeelvuU ige aan-, allen.  xvr. Boek. XL Afd. Eet Spaansch lolwt rk vei lorenenhti vtnnen. 350 HISTORIE VAK HET muur , en plantte den Turkfcben Standaard op den zeiven , maar ny wierd wel'.haast weder daar af gedreven. Doch , na dat de Turken , op den .2? September, door hunne mynen en batteryën tegen het bo'werk van Au* vergne gericht, eene groote bres gemaakt hadden , befloot Solyman den volgenden dag een' nieuwen aanval te doen ; de Grootmeester, hier van onderricht door een' Christen flaaf, bereidde zyn volk om de vyanden af te wachten. De aanval gefchiedde op vyf plaatfen te gelyk, met tienduiz nd.Turken op elke plaats ; doch zy wierden door de belegerden van allerhande jaaren en fexe te keer gegaan ; die met allerhande fchadelyke werktuigen een groote flachting onder hen aanrechtten De Grootmeester zelf was daarby tegenwoordig, Na de vereischte zorg voor het Italiaansch bolwerk gelragen te hebben, begaf hy zich naar dat der Enge Ifc hen , hetwelk heviglyk beftormd wierd door Moftafa.. Terwyl. hy daar nog was. ontftond 'er een hevig geroep, dat het Spaansch -bolwerk verloren was ; het geen ook, indedaad waar be. ■vonden wierd ; want terwyl de Spanjaards*, die dat bol» werk verdedigden , het zelve voor een oogenblik verlieten om. hunne landgenooten die aan de rechterzyde van het zelve ftonden te onderfteunen tegen Achmed , die hen hevigiyk öeftreed namen eenige Turken, die zich in het begin. van. den ftor.m achter de hoogten aan den voet van het bolwerk verfcholen hadden om de* kogels te ontwyken , deeze. gelegenheid waar om den wal te beklimmen , en kreegen denzelven welhaast in hunne magt.. Doch zy hadden daar nog naauwlyks post gevat , of de Grootmeester en eenige uitgezochte m u> fchap beklommen hetzelve op nieuw; terwyl Hugo Ca. pon, en Menoftus , beide..Ridders van de Order, met een' hoop Candwtten in bet bolwerk drongen door de poort, welke de Turken nog niet hadden afgtfloten, en heroverden hetzelve, na dat het twee uuren in-de nan- derx.  O TH O MANNIS CHE RYK. 35i den der vyanden geweest was. Mee één woord, dewyl de Turken aan alle kamen met groot verlies terug gedreven wierden , deed Solyman, na een' aanval van zes uuren, en het verlies van twintigduizend mannen, den aftogt blaazen ; doch hy was zo woedende kwaad over deezen ongelukkigen uitflag, dat hy bevel gaf om Moftafa ter dood te brengen , en naderhand Piri Basba insgeJyks om dat hy voor hem gefproken had. Zy zouden ook beide denzelven hebben moeten ondergaan, indien niet alle de voornaamfte Bevelhebbers hen by den Sultan verbeden hadden. Zyn Admiraal was echter zo gelukkig niet, die in ongenade vervallen was, om dat hy niet had kunnen beletten, dat eenige fchepen met onder ftand in de haven waren gelopen: want fchoon hy door voorfpraak van Achmtd het leven behield, wierd hy echter uit zyn ampt gezet, en aan boord van de Admiraal'galei als een flaaf gegeelèld. SOLTMAN, door alle deeze verliezen moedeloos geworden , zou het beleg opgebroken hebben , indien ibrahim , zyn gunfteling y hem niet had overhaald om het zelve door te zetten. Na dan dit befluit genomen te hebben , begon by een prachtig paleis te doen bou-' wen op den berg PMermus , in het gezicht van de Stad-; geduurei de welken tyd verfcheiden brieven aan pylen gebonden in de Stad gefeboten- wierden , waarin de inhoud van veele van des Sultans; raadsvergaderingen ontdekt , en het voornêemen»van een' voornaamen man om een' opftand te verwekken-, onder de'hand te kennen gegeeven wierd dien men onderftelde Moftapha te zyn , omdat 'er, na zyne aanftelling tot Landdvoogd van Eg)pten , in de plaats van Chair Beg , die overleden was , geene brieven- meer uit het Turkjche leger kwamen. Gelyk nu de belegerden hunne vrienden hadden in de legerplaats der vyanden , ontbrak het deezen ook niet aan vrienden in de Stad ; vooreerst ' gaf' een Xx 3^ Joodsch xvr. Boek. XI. Afb. Solyman verliest den noed van Rhodus te ',ull n bt' nagtigtn.  XVI ÜOEK. XI. Afd. Verraadt ry «an An drea d'A»a;al. Eene groi te bres gemaakt. HISTORI VAN HEI Joodsch Geneesheer , die door hen als verfpieder gebruikt wierd , hen gedyurig door brieven kennis van den toeftand der Stad ; en ten tweede wierden zy aangemoedigd door de berichten van Andrea d'/Jmaral, een' ■ Portugees, Groot-prioor van Ca ft Ui. n , Kanfelier vaa de Order, en een' der voornaamfte leden van den Raad. Deeze Verraader, misnoegd om dat men hem voorbygegaan , en het Grootmeesterfchap aan De Villiers had opgedragen , gaf den zwakken toeftand van de Stad aan den Sultan te kennen , met belofte van hem de verovering gemakkelyk te zuilen makken, indien hy nog flechts eenige dagen wilde vertoeven , en dan de Stad aantasten op eene plaats, welke hy hem zou aanwyzen. De brief, die deeze kondfchap behelsde ^ wierd aan een' pyl vast gemaakt, en in het 7urksch leger gefchoten , doch de bediende, die zulks deed, wierd betrapt, en ondervraagd zyn* de bekende hy de geheele zaak (u). Niet tegenftaande dit alles deed het flecht weder, dewyl het nu reeds in Ottober was, zo veel nadeel aan het leger en aan de vloot , dat Solyman reeds geheel wanhoopig was toen Achmed hem aanmoedigde om de belegering door te zetten met belofte van hem binnen kort een' weg tot in de Stad te zullen baanen. Om dit oogmerk te bereiken hield deeze Veldheer zich onophoudelyk bezig met het beftormen van den buitenwal naar den kanc van het bolwerk van Auvergne, en liet niet af vóór dat hy denzelven veroverd had; dit gedaan zyrde bouwde hy een fterk blokhuis tegen den binnenwal van de Stad, die» .hy kort daar na begon te ondermynen. Dit ontwerp verwekte groote neêrflagtigheid in de gemoederen der Rhodiërs , die echter veele Turken 9 die met graaven bezig (u) Hist. djr Beleg, in Hackluyt Coll. of Voyag. &c ubi faj>ra.  OTHOMANNISCHE RYK. 353 bezig waren , vernielden, of fchoon de laatsten door overmagt van volk , den wal nedervelden, zo dat 'er voor de belegerden geen ander middel overbleef, dan dag en nacht te werken om een' anderen op te werpen. Na het behaalen van deeze voordeden maakte Solyman, op den laatsten dag van November , de noodige toebereidfelen tot een' algemeenen ftorm. De Turken rukten met vliegende vaandels en een groot gejuich naar de bres, en drongen door tot aan de poort van St. Ambrojius, ter-J wyl de vloot eene vertooning maakte, als of zy de Stad van den Zeekant wilde aanvallen ; doch de belegerden de dood vóór SJaaverny kiezenden, kwecten zich zo dap* per, dat de Turken in weerwil van hunnen hevigen aanval genoodzaakt waren te wyken. Doch verbitterd dooi de verachtelyke fcheldwoorden ,. welken de Rhodiërs hen by deeze gelegenheid toevoerden, en niet kunnende dub den , dat zy door eene. handvol volks zo zeer misbandeld wierden , keerden zy tot den aanval terug met grooter woede dan te vooren; maar waren andermaal genoodzaakt te wyken-, na een verlies van nog vyfduizend mannen daarenboven. . Na deeze nederlaag hielden zy zich bezig met loopgraven te maaken door de puinhoopen van de wallen , omk langs deezen weg in de Stad te komen , en den nieuw-« opgeworpen, muur en andere bolwerken te vernielen/' Ook maakten zy door middel van hunne fpaden en houweelen onder geduurige fchermutfelingen met de belegerden , zulke fterke vorderingen, dat zy hen welhaast noodzaakten verfcheiden huizen af te breeken , om plaats te hebben tot het oprichten van nieuwe vest;ngwerken , en het uitgraaven van affnydingen. Dus zagen zy de Stad van dag tot dag voor hunne oogen verminderen , en zich zeiven in kleiner plaats belluiten t„ door dien de vyanden, geduujende dien tyd, reeds meer dan XVI. Boek. XI. Af». Algemeens hrm. De TuN ïri begint 'n grtnd winnen.  354 HISTORIE VAN HET XIV. Boek. XI. Afd Solymai deet eene enderhandeUns; aanbie den. dan tweehonderd fchreeden in de breedte , en honderden-vyftig in de lengte binnen de Stad waren doorgedrongen -ij Ofschoon Solyman nu verzekerd was van de Sfad te zullen veroveren , zond hy echter, op aanraaden vari Achmed en Kasfi , Jeronimo Moneha, een Genuees, om met de Rhodiirs in onderhandeling té treeden ; doch naardien deeze last had om met Mathias de Via , zyn' landman , in het byzonder te handelen, beval Farnovius, een der Ridders , hem, dat hy op het oogenblik uit de Stad moest vertrekken. Kort daarna zag de Grootmees. tsr zich echter genoodzaakt om, op hec ernftig verzoek van het volk , gezanten te zenden aan .Solyman, om te vraagen , wat de reden was, waarom hy deeze onderhandeling begeerd had ; doch de Sultan , veinzende niets van de zaak te weeten, gaf in groote drift ten antwoord, dat 'er niets van dien aart plaats had gehad ; en zond hem terug met een' brief aan den Grootmeester en de ingezetenen , waarin hy hen raadde, dat zy zich aan zyne genade zouden overgeeven ; met bygevoegde belofte van vryheid van 'perfoon en goederen , ingevalle zy zich wilden overgeeven. De Grootmeester was van gevoelen , dat men het uiterste moest waagen voor het Geloof en de Eer van de Order ; verfcheiden anderen voegden zich by hem ; dewyl zy de Turken mistrouwden in het nakomen van hun woord ; maar de meerderheid was voor de overgaaf , liever dan gelegenheid te geeven tot de verwoesting van zo veele menfchen en goederen. Des niettcgenftaande deed de Grootmeester de vergadering fcheiden, zonder tot een vast befluit gekomen te zyn, alleenlyk onder belofte, dat hy voor het algemeene welzyn zorg zou draagen ; doch den volgenden ochtend van Prejanes verneemende , dat de vyanden hunne vestingen  OTHOMANNISCHE RYK. 355 tingen zodanig beftormd en verzwakt hadden , dat de Stad niet lang meer zou kunnen verdedigd worden , wierd 'er met algemeene ftemmen befloten dezelve over te geeven ; en dus een fülftand van wapenen voor vier dagen gemaakt. Intusfchen kwam 'er een fchip geladen met wyn , en honderd vrywilligers van Candia in de haven , buiten weeten der Venetiaanen, die toen met de lurken in verbond waren ; waarop deeze in groote me* nigte de muuren van Rhodus naderden ; doch Favorinus dit ziende gaf bevel van een geheele laag gefchut op hen los te branden. De Turken over deeze vredebreuk met recht geftoord , trokken door de bresfen in de Stad tot aan de opgeworpen bolwerken en borstweeringen , om deeze belediging te wreeken , maar wierden dapperlyk terug gedreven. De afgezanten der Rhodiërs , die toen in de legerplaats der Turken waren , zouden dit echter hebben moeten ontgelden , en zonder twyfel door het volk verfcbeurd geworden zyn , indien 'er geen Turkjche gyzelaars in de Stad geweesc waren ; doch by de aankomst van twee burgers in het leger met de voorwaarden van overgaaf , was aanftonds alles in ftilte. Na dat Solyman alle de artikelen van het verdrag goedgekeurd en ondertekend had (C) , ging de Grootmees. ter , op aanraaden van Achmed , in een gering kleed, flechts door eenige weinige Ridders gevolgd , den Sultan te gemcet om zyne onderwerping te betoonen. Na een' <0 Deeze waren : Dat de Kerken in het bezit der Christenen zeuden blyven ; dat geene kinderen van hunne Ouders zouden moogen afgenomen worden ; dat niemand zou genoodzaakt worden van Godsdienst te veranderen ; dat een ieder , die zulks begeerde in de Stad zou moogen blyven , zonder geduurende de eerfte vyf jaaren fchatting te betaalen ; en dat de anderen met hunne goe« deren naar Candia zouden overgevoerd worden , met zo veel ge. fchut , als zy zouden willen medeneemen , binnen zekeren geftelden tyd. Oost. Hist. XII. Deel. Yy XVI. Boek xi. Afd. De Stad wordt over',egeeven,  |XVI. Boek. XI. Afo. De Sultai diet groott eerbewyzingen aai den Groet meester. Dt Egyp tenaars Jlaan op te gen .Solyman. («.w) Hist. der Beleg, in Hackjuyt Coll. of Voyag. &c. ubi fupra. 35«5 HISTORIE van het een' langen tyd , in regenachtig weder , aan de deur van des Sultans tent geftaan te hebben , wierd hem een kostbaar kleed aangetrokken , en hy by den Sultan binnen geleid. Hierop wierd hy ter handkus toegelaten, en Solyman trachtte hem tot zyn' dienst over te haaien j doch Le Vïlliers floeg dit met eene zedige ftoutmoedigheid af , het geen den Sultan grootelyks behaagde v en hem bewoog om den Grootmeester met veele eerbewyizingen te rug te zenden. Eenige dagen daarna, toen So'lyman de Stad kwam bezichtigen , wilde de Grootmees* ter voor hem neder knielen ; doch de Sultan greep hem by de hand , beurde hem op , en vereerde hem met den naam van Vader. Insgelyks , toen Le Villiers zich naar den Sultan begaf , om vryheid van te moogen vertrekken te verzoeken , wierd hy zo vriendelyk ontvangen , dat Solyman, zich naar Ibrahim Basha wendende, uitriep: „ Waarlyk, het doet my van harte leed, dat ik dien ongelukkigen braaven Gryzaart, nu uit zyn oud verblyf verftoten, zo droefgeestig van hier moet zien vertrekken ! " De Sultan deed zyne zegepraalende intreede in de Stad, op Kersdag, in het jaar 152a (w). - Geduurende het beleg van Rhodus overleed Chair Beg9 Landvoogd van Egypten ; waarop Tumun - Kiashuf, een Arabifche Sheik , die zich aan Selim onderworpen had , door redenen en gefchenken zo veel wist te weeg te brengen , dat het volk van Egypten eenpaariglyk befloot het Othomanniscb juk af te werpen. Solymam van deeze bewegingen tyding krygende zond zyn' Vizier MoJlafa Basba met vyf fchepen naar Egypten ; die , na eene reis van weinig dagen te Iskanderiya geland zynde , de muitelingen onverhoeds overviel, en hen geheelenal verflagen hebbende dat Land op den voorigen voet  OTHOMANNJSCHE RYK. 357 voet herftelde ; doch naardien het regelen der zaaken, en het byëen vergaderen van Cbaia Beg's fchatten , die zeer groot waren , hem langen tyd daar ophielden, ftelde Solyman , aan wien de beftiering van het geheele •Ryk een veel te zwaai e last voor hem alleen fcheen te zyn, Ibrahim Aga van gemeen janitzdr tot eerften Vizier aan. MOSTAF'A oordeelende , dat zyne behaalde overwinning veeleer eene verheoging dan een beledig ng verdiende , 'was ten hoogfte geraakt over deeze bevordering ; maar zyne gevoeligheid ontveinzende , als of hy geheel onkundig was van de voorgevallen zaak , zond hy brieven naar het leger voor Rhodus , met een verflag van het geen hy gedaan had , en verzocht de Land* voogdyfehap van Fgypten , tot eene belooning voor alle ?yne voorige dienften Solyman ftond hem dit verzoek gereedelyk toe , en voegde daa'by, dat hy niets voor zich begeerde dan den vorstelyken tijtel , en zyn' naam op het geld. Mojlafa dus bekleed met eene groote magt , en daarenboven ven-ykt met de fchatten van Chain Beg , en met de goederen der uitgebannen oproermaakers , befloot Egypten onder zyne eigen opperheerfchappy te brengen. Hy maa'te dit zyn voorneemen bekend aan Mehemet Effendi , fchryver in den Divan , en maakte hem zyn' Groot - Vizier , dewyl hy hem voor een' man van verftand en daarenboven voor zyn' vriend hield. Doch Mehemed deeze verraadery van zyn' heer verfoeijende , befloot me' eenige medeftanders hem onder het baaden te vermoorden Mojlofa hier van verwittigd door een' getrouwen flaaf , vluchtte door eene achterdeur , en begaf zich met een klein gevolg naar den Shéïk der Arabiers. Door den byftand van den Sbeïk bragt hy in korten tyd een talryk leger op de been , en deed den Schryver den oorlog aan, dien hy Yy 2 uit xvr. Boek. Xi. Afd,  358 HISTORIE van het XVI. Boek. xi. Afd. Hegyra 930. ^.d.1523'. De muite lingen in Egygten onderwerpen zich, Hegyra 932. A.D.J525. uit hoofde van zyne ongeöefendheid in krygszaaken weinig achtte. Intusfchen kreeg Mehemed , die Solyman van al het voorgevallene bericht had gegeeven, de Landvoogdyfehap van Egypten tot zyn' loon ; en moedigde daar op de Soldaaten door groote fommen gelds aan om Moftafa te beftryden , dien hy na een bloedig gevecht overwon, en hem het hoofd deed afflaan. S O LT MAN gaf, in het jaar 930 , aan zyn' nieuwen Groot «vizier Ibrahim Basha , om hem des te meer aan zyne belangen te verbinden , zyne zuster ten huwelyk , en terwyl hy dit huwelyksfeest met zyne tegenwoordigheid vereerde , wierd de blydfchap nog vergroot door het bevallen der Sultana van een' zoon, die den naam van Selim kreeg. Kort daarna vertrok de Vi« zier met eenige galeijen om de zaaken in Egypten verder tot rust te brengen. Door ftorm in de haven van Rhodus gedreven , liet hy de fchepen daar leggen en trok over land naar Cairo; daar hy door zyn gezag de oproermakers verftrooid hebbende hunne aanvoerers, de zoonen van Amar en Bekkaar , deed vatten , en ophangen , hunne goederen verbeurd verklaarende. Onder dezelven wierd eene groote menigte goud gevonden, waar van hy dukaaten deed munten even als die van Veneti'ên , doch dertig aspers minder in waardy ; die nog den naam draagen van Ibrahimi. Na deeze fchikkingen gemaakt , en de landvoogdyfehap aan Solyman Basha opgedragen te hebben , keerde 'hy naar Conftantinopolen terug (x). x In het volgende jaar hervatte de Sultan den oorlog tegen Hungaryen; en kwam, op den 30 van de maand Rajeb, met een talryk leger te Belgrado. Hierop de Save overtrekkende trok hy voort naar Buda, in zyn' optogt de Steden Suliuk en Ofek vermeesterende ; hy deed de brug <*0 Cantem. Pag. i8a.  OTHOMANNISCHE RYK. 359 brug over de Drave by deeze laatste plaats gelegen afbreben. de Hungaaren , die met dat zelve oogmerk derwaarts getrokken waren , dit werk alreeds gedaan ziende , ftonden daar over ten hoogfte verbaasd , naar dien zy hier door verzekerd wierden , dat de Turken de rivier waren overgetrokken met een vast befluit van te overwinnen of te fterven. HunneKoningLaAwA(D), om de verwoefting van zyn land voor te komen , trok met allen mooglyken fpoed voort , en legerde zich in het gezicht van het Turkfche leger , op eene plaats genaamd Mohay (E). Den volgenden dag , zynde de eerfte van de maand Zxulkadeh , raakten de beide legers aan eikanderen , en ftreeden den gantfehen dag met zulk eene onverfchrokkenheid , dat het moeijelyk was te bepaalen naar welke zyde de overwinning zou overflaan. Eindelyk namen de Hungaaren , nadat hunne Koning gefneuveld was , met groote overyling de vlucht, tegen zonnenondergang , en eene groote menigte gevangenen benevens hunne legerplaats viel in de handen der Othomannen (y). Dit is het verhaal der Turken , het welk van dat der Christenen geen gering licht ontvangt. Volgens deeze laatften , was Solyman met tweehonderdduizend mam nen reeds tot aan Sofia genaderd , éér de Hungaaren. eenig achterdenken van zyn voornêemen kreegen. DoorJ gebrek van tyd gedwongen , waren zy niet in ftaat om, meer dan vyf en - twintigduizend mannen byëen te bren i gen ; des niettegenftaande was de meeste magt der krygsknechten niet alleen genegen om een' flag te waa- gen- (y) Cantem. pag. 177. & feqq. (D) Deeze was niet Ladi/laus, gelyk Tiins Cantemir zegt; maar Lodewyk de Tweede, Koning van Hungaryen. ^ (e) Of Mohatz. Piin* Cantemir noemt dezelve in eene noot Mehalur. Yy 3 XVI. Boek. XI. Afd. Vtldflag by Uohaiz. 4 te groott 'chielykeid der lungaaen.  36o HISTORIE van het XVI Boek. XI. Ad?. gen maar Tomoreus , de Aartsbisfchop van Colosfa, hun Opoerhoofd , drong aan , dat men de vyanden zou aanvallen ,' éér de tVaywode van Iranfyhanilfn hen met zyne ruitery zou kunnen verfterken. De voorzichtigften onder de legerhoofden oordeelden het dwaasneid te zyn een' veldflag te waagen met zulk een' handvol volks , en raadden den jongen Koning Lodewyk af, zyn perfoon zo roekeloos te waagen ; doch de foldaaten wilden zonder zyne tegenwoordigheid niets aanvangen. BA LIB E NES , die de Turkfche voorhoede aanvoerde welke uit twintigduizend mannen belfond , te Mohatz gekomen zynde , verdeelde zyn volk in vier hoopen , en hield de Hungaaren zodanig bezig met geduurige fchermutfelingen , dat zy niet aan den Donau konden komen Om warer te haaien. Deeze ongelegenheid noodzaakte Tomoreus tot een gevecht ; waar op hy zyn leger in eene gebrekkige order fchaarde , en zyne tenten met bagagiewagens bebolwerkte ; doch de Hungaaren wierden by den eerften aanval door het groot getal der vyanden overmand ; die hun Opperhoofd , benevens veele andere Prelaaten en Edelen verfloeg. Vervolgens beftormden zy de legerplaats , die door eenige weinige lyfwachten te vergeefs verdedigd wierd , waar op Koning Lodewyk de vlucht nam , en ongelukkiglyk verdronk in eene modderige grafc , Waarin hy met zyn paard was nedergeftort. Van de geheele Hungaarfche ruitery bleef flechts zeer weinig volk over , alle de anderen fneuvelden in dien ongelukkigen veldflag, op den 29 Octuher , 1520. Toen de zeven bebloede hoofden van den Aartsbisfchop en de andere Grooten den Sultan wierden aangeboden beklaagde hy ten hoogfte het droevig lot van den jongen Koning , zeggende, dat ' hy niet gekomen was om hem van zyn Koningryk te beroDven , maar alleen om zichtte wreeken over de veel»  OTHOMANNISCHE RYK. 361 veelvuldige beledigingen hem te vooren door de lliingaa* ren aangedaan ( z). Na deeze overwinning trok Solyman terftond naar Bw da ; welke Stad , door deeze nederlaag den moed verloren hebbende , ligtelyk ingenomen wierd , op den derden van de maand Ziu Ibyeb ; gelyk ook Pestb aan de overzyde van den Donau gelegen , dat zich vrywil. lig overgaf. Vervolgens floeg hy eene brug over die rivier , en zond zyne troepen in verfcheide partyëh om de Hungaarfche vluchtelingen na te jaagen , die verfchei. den Turken gedood hadden , welken hier en daar in het veld verftrooid waren om buit te zoeken , en door dit middel het land van deeze vyanden zuiverden. Toen de winter begon te naderen keerde hy terug , en veroverde op dien togt ftormenderhand , Bai , aan den Donau , met Segbedin en Titeli aan de Tifa. Geduurende dien tyd was 'er in Afië een valsch ge» rucht verfpreid van des Sultans dood , het welk eene menigte van vrybuiters op de been bragt, die uit de provincie Zuuïkadir opgekomen de nabuurige landfchappen deerlyk verwoestten. Zy wierden wel te keer gegaan door Piri Basha , die veelen verfloeg , en allen, die hy gevangen kreeg , ter dood deed brengen," maar echter , door gebrek aan magt, niet inftaat was hem geheel- en al uit te roeyen. Kalender Beg , zoon van Haji Bektasb , verwierp alle voorftagen , die hem gedaan wierden ; doch de Grootvizier Ihrabim Basba met een fterk leger overgekomen zynde ontmoette dat Opperhoofd der Muitelingen naby Kayfariyab en noodzaakte hem , na een bloedig gevecht, om te vluchten, na een verlies van dertigduizend mannen. In het volgende jaar begon Kabizi Agent, een man van groote geleerdheid onder de Turken , die zeer geoefend (s) Ricavt in Solyman. xvr. Boek. xt. Afd. Bnda veroverd. Hegyra. 933* A.D. 1526. Opjland in Allen. Hegyra, • 934-  36a HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xj. Afd. Godsdien Ui ge gefchillen. Onregi vaardige ftrafoefening. fend was in de wet, en in veelerhande wetenfchappen i opentJyk ftaande te houden , dat de* Christelyke Godsdienst op beter gronden fteunde dan de Mahometaanfche. Toen men zag , dat hy door geene vermaaningen van byzondere vrienden te beweegen was om zyne ftelling te herroepen , wierd hy voor den Mufti gebragt , daar hy door veelvuldige bewyzen trachtte aan te toonen , dat het Evangelie , uit hoofde van deszelfs inftellingen, uitmunterder was dan de Koran. Hy wierd op nieuw vermaand dat hy zyne gevoelens zou laaten vaaren, maar geen gehoor geevende aan vermaaningen of bedreigingen , wierd hv , op bevél van den Sultan onthoofd; en tevens wierd 'er een gebod uitgevaardigd; dat een ieder , die , zelfs by wyze van redentwisting , de leer van Christus boven die van Ma-barnet zou ftellen , dezelfde ftraf zou ondergaan. . Omtrent ten zelfden tyd braken eenige Alhanische dieven in het huis van een' Christen koopman te Conftantinopolen , naby de Mosque van Selim, vermoordden hem , en namen alle zyne goederen en geld met zich. Den volgenden dag wierd hier over geklaagd by den Divan ; doch naar dien de naamen der daaders niet ontdekt wierden , en uit Conftantinopolen bericht kwam , dat veelen medeplichtig waren aan dien moord , beval de Sultan , dat alle de Albaniërs , die zich daar bevonden , het zy dan inwooners , of anderen , die daar enkel gekomen waren om koophandel te dryven , zouden gevat en ter dood gebragt worden. Terwyl deeze flachting te Conftantinopolen uitgevoerd wierd , rees 'er een groote twist te Halep tusfehen de Geestelyke Rechters (E) , welke dagelyks toeneemende dein woo- ners (F) De Molk en Kaziler. De Molla zyn de Geestelyke Rechters ran de Groote en mindere Steden ; en de Kaziler die van de.dor. pen. Dus' men een* Molla kunne vergelyken by een* Aartsbis-  OTHOMANNISCHE RYK. 363 riers bewoog om een eind aan denzelven te maaken door ben ailen in de jami zeifs geduurende het morgengebed te vermoorden. Solyman van deeze daad verwittigd gaf aan eenige Basha's bevel om met hunne troelen derwaarts te trek1 en , en alle de inwooners, fchtildigen en onfchuldigen om te brengen ; doch door de tusfchenkomst van Ibrahim Basba , wierden de voornaamfte lieden en de hoofden der zamenzweering maar alleen onthoefd , of, op andere wyzen ter dood-gebragt ; en het gemeene volk , ais lieden , die veeleer verleid dan indedaad fchuldig waren , naar Rhodus gebannen Laat ons nu wederkeeren tot de zaaken van Hungarden. JO HANNES Sepuvius , ffaywode van Tranfyhani'ën , met zyne troepen uit den flag van Mohatz te rug gekeerd , wist de Edellieden zodanig te o verreeden , dat zy hem tot hunnen Koning verkoozen ; maar Feu tiinand , Aartshertog van Oonenryk , en nieuw verko. zen Roomsch Koning, uit hoofde van het recht van zyne Gemaalin Anna , zuster van wylen Koning Lodetxyk , het land intrekkende , verove de eerst Buda, en verfloeg toen het leger van Koning Joannes ; die niet in ftaat om een' zo magtigen vyand te wederftaan naar Polen vluchtte \ Daar zynde befloot hy , om zyn geluk te herftellen , zich naar Solyman te wenden , op het aanraden van Hieronymirs Lascus, een' man van groote bekwaamheden en aanzien , die zelf dit gezantfchap op zich neemende door zyne redenen , gepaard met de belofte van hulde te zullen doen en fchatting te be- taa. (o ) Cantem. pag. 180. & feqq. b'sfchop , en een' Kizi'er by een' Bisfcbop. Cantemir , Hist Othm ineen Noot cfp pag. 31, Oost. Hist. XII, Dëei» Z z XVI. BotK. XI. Afb. BudaWw nen.  XVI. Boek, XI. Af». Weder veroverd door di Turken. 364 HISTORIE vam het taaien , zo veel wist te weeg te brengen by den Grootvizier Ibrabim, en by de andere Basha's , dat de Sultan beloofde de belangen van Koning Joannes te zullen onderfteunen (/&). Ten dien einde trok hy op met een groot leger , en floeg zich neder in eene groote vlakte na by Jïlibeh (G) ; doch naardien al zyn krygsvoorraad door hevige en langduurige regens bedorven wierd, en de rivieren hier door opzwellende zyn leger in ge. vaar bragten , was hy genoodzaakt zyn' voorgenomen' togt uit te ftellen. In het volgende jaar nieuwe toebereidfelen gemaakt hebbende trok hy naar Buda (H) , na langen tyd die Stad met zyn gefchut beftormd te hebben > gaf de bezetting door de veelvuldige aanvallen afgemat , dezelve over , onder voorwaarde van hunne vryheid en wapenen te zullen behouden ; doch toen de Turken hen , by hunnen uittogt, voor bloodaarts fcholden , ftak een der foldaaten een' Janitzar dood , die hem zulks verweet. Hier op riepen alle de overigen eenpaarig uit : De voorwaarden zyn gefchonden ; 'en vielen daar op , tegen des Sultans order , op de Duitfchers aan ,. die alle doodgeflagen wierden éér het oproer geftild was (O. Tekwyx Solyman zich eenige dagen in de nabuurfchap van deeze Stad ophield om zyn volk te ververfchen 9< kwam Tubuk Lagotticta (1) als afgezant van Bogdan ,. Vorst (b) Leunclav. & Ricaut in Sojyman» (c) Cantem. pag. 185. (G1 PrfILIPFOL.ts. (h) Met een leger van honderd -en • vyftienduizend mannen , volgens de Cbristenfchryver:. (I) Uit het edelst gedacht van Moldavièn, uit het welk vyfhon< derd Adelyke Familtën hunne afkomst rekenen. Hy fprak verfcheiden taaien volmaakt goed ; en was zeer verftandig en geleerd. [ïf p bouwde een paleis in Conjlantintpelen , dat nog heden Bogdan Swa^f , of het Moldavisch Paleis, genoemd w»rdt. Cantem».  OTHOMANNISCHE RYK. 365 Vorst van Moldavië"n , en van het volk , om den Sultan de heide Moldaviën aan te bieden als een leen van het Othomannifche Ryk , op eerlyke voorwaarden , en wel voornaamelyk, dat hunnen Godsdienst ongefchonden zou blyven. Solyman alle de voorwaarden met genoegen aanneemende bekrachtigde die met zyn eigen hand , en by zyne terugkomst van den veldtogt deezes jaars , wierd hy naby Sofia , eene Stad in Serviën, te gemoet gegaan en verwelkomd door Begdan , verzeld van eenigen zyner Baronnen , die hem daarenboven vierduizend gouden kroonen aanbood , benevens veertig zwangere merriën , en vier-en twintig valken, ais een jaarlyksch gefchenk , ten teken van zyne leenverheffing. Hier op bevestigde de Sultan het verbond op nieuw , gaf hem een grooter kukka (K.) met juweelen bezet , benevens een Chilaat fahireh (L) , en een paard met alle de Keizerlyke verfierfelen omhangen. Daarenboven gaf hy hem vier mannen van zyne eigen lyfwacbt om hem op te wachten (M) ('O- SOLT MAN, zyn leger ververicht hebbende, befloot Wenen , de Hoofdftad van Oostenryk te gaan belegeren. Met dit oogmerk zond hy Achmed vooruit , met de vrywillige ruitery , die tot aan Lintz doordringende het geheele land verwoestte , en een önnoemelyk getal inwooners tot fiaaven maakte. De Sultan volgde hem, en (d) Cantem. pag. ï85. (K) Een pluim of hoofdfierfel gemaakt van rtruis vederen, waar mede niemand vereerd wordt dan de Buluk Agaiari, of Coionellen der Regimenten; de Seghan Bashi, die de eerfte in rang is, na den Aga der Janitzaren; en de Vorften van Mold*viè'n, en WaUcbiën. Cantem. Van hier komt misfchien hec wooord Cocade of Cocarde. (L) DinzE is de eerfte foort onder de drieërlei eerekleeden. CM) Dit gebruik word nog in acht genomen , wanneer de Vorst van Moldaviën naar het Turkjche Hof komt; geen Basha of Vizier wordt met zoveel pragt aangefteld, Cantem. Zz 2 XVI. Boek, xi. Afd. Wenen 'leltgeri.  %66 HISTORIE van het XVI. Boek. xi. Afd. en veroverde in zyn' optogt het kasteel Altenburg; doch beftormde Neuftad te vergeefs tot zevenmaal op één' dag Op den 26 September kwam hy voor Wenen, en le* gerde zyne ontzaglyke raagt op vyf plaatien rondom de Stad , zo dat het voor Frederik, Hertog van Beijeren, die het bevel had over het leger van den Koning ,, on-. mooglyk was eenige hulptroepen in de Stad te brengen, of fchoon hy te Chresme, , niet meer dan twaalf mylen van daar , gelegerd was. . De bezetting , van de Stad beftond echter , uit twintigduizend mannen , zo ruiters als voetvolk , onder het bevel van Philippus , Palts-, graaf van den Rhyn , en de Stad had ook wel eene zo. groote magt noodig , dewyl dezelve zo flecht verfterkt was. Toen by den tweeden uitval zeven Bevelhebbers door de Turken gevangen waren, . vroeg Solyman hen;, of de geene , die het opperbevel in de Stad voerde , van voornêemen was om dezelve tegen eene zo. groote magt te verdedigen ? , Serlitz gaf hem ten antwoord, dat Ferdinand hem voorzeker flag zou leveren , zo haas:, de Duitfche troepen , op welke hy te Lïntz wachtte, zouden aangekomen zyn ; en dat hy verzekerd kon zyn , dat de .belegerden zich tot,den Iaatften man toe, zouden verdedigen... SOLTMAN. zyne. bezorgdheid verbergende fchonkhen hunne vryheid , met belofte van groote gunstbewyzen, aan de burgers , indien zy zich onderwierpen, en met bedreiging van de Stad met vuur.-, en zwaard te zullen verwoesten , indien zy hem tegenftand bleeven bieden. Doch ziende , dat- zy daarnaar niet wilden Imiteren-, begon hy de Stad met kleine vejdflukken te befchieten, terwyl het grof gefchut langs den Donau wierd aangevoerd ; . doch dit wierd gelukkiglyk gezonken met. de vaartuigen , waarop het geladen was , door den dap. peren Wolfgang bloder. Doch een ander gedeelte der Turkfcbe vloot Wenen bereikt hebbende, brak alle de.: brug.  OTHOMANNISCH.E RYK 367 bruggen af, en blokkeerde de Stad dus ook van den kant der rivier. Hier op begonnen de Turken te ondernamen, op vyftien verfcbiliende plaatfen, doch zy wierden overal gecontamineerd , met verlies van agtduizend mannen, die doodgeflagen , of levendig onder de inftortende mynen begraven wierden. Zy hadden echter het geluk vai^ eene myn te voltooyen , waar mede zy een groot deelv van den wal, naby de Carintbifche poort, in de luchü deeden fpringen , doch zy wierden met groot verlies terug geflaagen , gelyk ook by nog twee andere verwoede aanvallen op eene andere bres , niet verre van daar insgelyks door het fpringen van eene myn veroorzaakt. • , ., . .. , , Omtrent dien tyd gelukte het de belegerden in een uitval vyfduizend en driehonderd mannen der vyanden van het hoofdleger af te fnyden ; doch deeze deeden van hunnen kant , op den 15 October, een algemeenen aanval met hunne geheele magt ,• en toen hen deeze niet beter gelukte dan de voorigen > zot\d Solyman den volgenden dag eenigen der aanzienlykfte gevangenen om de burgers aan te zeggen \ dat hy niet gekomen was om Wenen te belegeren , maar om' zich te wreeken van de beledigingen hem döör Ferdinand aangedaan; en dat ingevalle zy zich aan hem wilden onderwerpen, hv hen geen leed zou dóén, ja zelfs niet eens in den St"d komen ; doch verneemende , dat deeze voorflag ook van de hand gewezen wierd , brak hy de belege. ring op , nadat hy alle de gevangenen wreedelyk had doen vermoorden ,• anderzints hadden de belegerden weinig fchade geleden , terwyl men rekenen kon , dat de Turken meer dan tagtigduizend mannen verloren hadden. Sohman nu met zyn leger afgetrokken zynde , herftelde Koning Johannes in het bezit van Hungarygn als een leengoed van het ütbomanniscb RyK (e). Dit (e) RicAUT, v'ii iupra. Zz 3 a' XVI. Boek. xi. Afd. rerfchiden ergeeffche mvallen. De beleg* ng opgeoken.  XVI. Boek. f XI. Afb. 5(58 HISTORIE vak het Dit is het verflag , dat de Christenfchryvers ons van deeze belegering geeven ; doch de Turken fchryven den ongelukkigen uitflag van des Sultans onderneeming toe aan de misleiding der Duitfchers. Zy zeggen , dat hy , na de Stad veertig dagen lang beftormd , en verfcheidene bresfen gemaakt te hebben , zyn volk bevel gaf om de wallen te beklimmen , doch dat zy door de dapperheid der bezetting telkens terug gedreven wierden. De belegerden , zeggen zy, zouden echter eindelyK hebben moeten bukken , indien zy niet door bedriegiyke beloften den doortrapten Solyman zelve misleid hadden, door middel van eene onderhandeling , waar by zy zich onmagtigd verklaarden om langer wederftand te bieden , en beloofden zyne vasfaalen te zullen worden , indien hun een ftilftand van wapenen wierd toegeftaan ; dien zy onder veele verfchillende voorwendfelen uitrekten tot den tyd van de herfstregens ; die op het onverwachtst zo hevig begonnen te vallen , dat de lurken , na nog eenige flaauwe aanvallen op de Stad gedaan te hebben , genoodzaakt waren het beleg op te breeken. Des Sultans leger nu door veelvuldige verliezen zwakker geworden zynde dan dat der vyanden , en daarenboven belast met eene menigte gevangenen , deed hy die allen in zyne tegenwoordigheid ter dood brengen ; en toen zyne tenten opbreekende trok hy terug naar Buda, éér nog de belegerden kondfchap kreegen van zyn' aftogt ; hier ontving hy van den Waymode van Tranfylvamen (N) , de tienden van de fchatting , die deeze in (N) Ht wordt door de Tranfylvaniirs de Ban genoemd. Fayvod of Waywod is een Sclavonisch woord , en betekent het Opperhoofd van een leger; doch de Polakken geeven dien naam aan de Landvoogden hunner Provinciën , als by voorbeeld Waywod Kiawski, Landvoogd van Kim, enz. De Turken noemen de Christensorjlen van Meliaviin en Walachiin nu ook met dien naam ; maar in vroeger' tyd gaven zy aan den Voist van Molaavicn den titel \ia Tekkttr,  OTHOMANNISCHE RYK. 369 in Hungaryën had opgehaald , en bevestigde hem in zyne heerfchappy. By zyne terugkomst te Conftantinopolen vierde hy het feest der befnydenis van zyne drie zoonen Mestafa , Mohammed , en Selim , waar by niet alleen alle de Vifiers en Bashas van het Ryk , maar ook de Afgezanten van Per/ië , en der Cbristenvorften tegenwoordig waren. Dit wierd gevolgd door een prachtig gastmaal. De Mufti en de Kadilesker zaten aan des Sultans tafel aan zyne rechterhand , en zyne Hoja aan de linkerhand , aan de tweede tafel zaten de Viziers , aan de derde de Bashas , en aan de vierde de Ulema , of wetgeleerden. Daar was eene byzondere tafel aangerecht voor de buitenlandfche Gezanten , onder welken die van Perfiën en van het Duitfche Ryk den voorrang hadden. Doch deeze blydfchap wierd geftoord door de onverwachte tyding , dat b'irandos (O), Koning van de Chekki(P), Buda belegerd had , en het zedert zeven-en-twintig dagen met alle zyne magt beftormde. De Janitzaren zich dapperlyk verweerende gaven aan Mebemed Beg , den zoon van Tabia Basha , Stadvoogd van Semendria , den tyd om met de troepen van zyn' Sangiak hen te hulp te komen ; doch naardien hy zyne magt te zwak bevond, deed hy onder eenige gevangenen het gerucht uitftrooijen, dat hy Ibrahim Basha ,,- de Grootvizier was , en dat de Sultan met het" groot leger binnen drie dagen zou volgen. Vervolgens gaf men deeze gevangenen gelegenheid om te ontvluchten , die daar op dit nieuws in het leger der Christenen verfpreidden , het geen deezen met zulk of koning. Somtyds worden ook de Bevelhebbers van Groote Steden , die ge^n Basha's zyn Vaytoden genoemd ; zo als Pera Vayva. iefi, Gahta Fa-mdefi , enz. Cantem. (O) FE R Dl N/1 ND , ten dien tyd Koning van Hungaryen eaP JBtheemen. 'P) Dus noemen dc Turken de Boheemrs, XVI. Boek. j XI. Afd. Freugdebcityven van Solyman. Buda belegerd. En ontzet.  j XVI. Boek. XI.- AfD. Fesyra 038. AD 153a. Solyman volt in Hu nga ryën. Toebereidtle n der Duufchers. 1 1 I I 1 170 HISTORIE VAN HET zulk een' fchrik vervulde , dat zy de vlucht namen, net achterlaating van hun gefchut en ander krygstuig- SOLYMAN trok , ; om deeze belediging te wree» ken , in het jaar 918 , met een talryk leger op tegen den Koning van de CbekH, en verwoestte met vuur en zwaard alles , dat hem ontmoette. Firandos trok hem met een vry magtig leger te gemoet , en hield het gevecht een' langen tyd met groote dapperheid uit, maar kreeg ten laatlte de nederlaag , en was genoodzaakt naar Gradiska , z ne Hofftad te vluchten (Q) Deere overwinning vergrootte het gebied der Otbomannen niet alleen met meer dan twintig fteden en hunne onderhoorige landfchappen , maar joeg daartnbogen de mindere Vorften van de Sclavi en Hirvati (RJ zulk een' fchrik lan , dat zy zich vry willig onderwierpen aan Sulyman (ƒ). Alle de gebeurtenisfen van deezen veldtogt worden zo verfchillend verhaald door de Christenfchryvers , dat zy als van eene geheel andere zaak fchynen te fpreeken. Volgens hun ichr-yven , bragt Solyman , de (chande , he hy voor Wenen had moeten lyden , niet kunnende opkroppen , en daarenboven geduurig aangezogt wordende door Joannes , Koning van Hunraryën , kort na de befnydenis van zyne zoonen , een magtig leger op (/) Cantem pag. 192 & Seqq. (Q G RA DTSCA, eene bekende Stad in Schvonièn, fchynt lier verkeerddyk opge£ev n te woHen als de R'-kszetel van Ferdu wni ; dewyi niet een Christerfchryver meldt , da: Ferdimni daarooit jyn verblyf heeft gehouden. Cantcm. CR) Deeze zyn dezelfde Natie. Doch de Turken noemsn de ;eenen . die onder de heerfchanny der Christenen (laan W.rvni ; en ïïe welken Mahan'iaansch zyn , of ondfr de Othomannifch Redering t^an , noemen zy Serbadli, dat is, Volken van de grenzen. Caji- *EM.  OTHOMANNISCTJE RYK. $?t op rJe been. Intusfchen zond Koning Ferdinand , reeds vermoedende , dat dit tegen hem ingericht was , gezanten aan Solyman, die zich toen in Perjie bevond, om met hem over een' vrede te handelen , maar kon geen antwoord krygen. Keizer Karei de Vyfde zich nu de zaak beginnende aan te trekken , en zic'.i thans in Duit chland ophoudende verzamelde al de magt , die hv in Duifchlnnd, Sp mje , en Italië kon byëen verzamelen. Intusfchen oordeelde Koning 'Joannes , dat het by de aannadering van het Turk/ch leger by Semendria , voor hem de rechte tyd was om Gran te belegeren ; doch fchoon Aloijio Gritti het grootst gedeelte van den onderftand , die Ferdinand tot haar ontzet gezonden had , verftrooide , was Jannes echter niet in ftaat om de Stad te veroveren. SOLT MAN, die na een' togt van zes en vyftig dagen te Belgrado aangekomen was , zond eene groote menigte ruitery over de Save in Hungaryen , en trok zelf terftond voort naar Stiriën. Tot Guntz, eene, kleine ftad in die provincie gevorderd zynde , trachtte de Grootvizier lbrahim een' zo braaven man als Nicolaas Jurifchitz die Bevelhebber van deeze plaats was , en die daarenboven , geduurende zyn gezantfehap te Cmflantinopoien, zyn byzondere vriend was geweest , te behouden door hem aan te raaden , dat hy de plaats zou overgeeven. Toen hy dit weigerde begonnen de Turken de plaats te ondermynen, en verwoestten de wallen op drie verfcheiden plaatfen ; doch in weerwil van hunne hevige aanvallen , zwaar gefchut , en hooge fchanfen , ftopten de belegerden de bresfen wederom zo haast die gemaakt waren. lbrahim ziende , dat al.e hunne poogingen vergeefs waren , raadde den Sultan , na eene belegering van agt-en-t#intig. dagen , dat hy om zyne eer te redden , den Stadvoogd zou doen ontbieden , en het bevel over de Stad kwanswys uit eigen goedheid Oosr. Hist. XII. Desl. Aaa aan XVI. Boek. x». An». Belegering ■an Gantz.  37* HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XI. Afd' Inval h Carinthiën. aan hem opdraagen. Jurischitz, die zwaar gewond was, en daarenboven nog maar naauwlyks een derde van zyn volk , dat uit agthonderd mannen beftaan had , meer overhad , ftemde gereedelyk in deeze uitvinding. Hy deed eene der banieren van Solyman uit den hoofdtoren van de Stad uitfteeken , en liet een' hopman met tien Janitzaren binnen , die na een kort bezoek wederom naar het leger terug keerden, SOLTM/IN, Guntz verharende, trok met een leger van vyfhondcrdduizend mannen , en driehonderd veldftukken , doch zonder grof gefchut, naar Carinthiën , met oogmerk om maar alleen het land te ver* woeften , en een gevecht met den vyand te vermyden. Kasfan was met dat oogmerk reeds vooruit gezonden met vyftienduizend ruiters , en deed den vyand eene ongelooflyke fchade , maar by zyn' terugtogt zich van alle kanten omfingeld vindende , doodde hy vierduizend van zyne gevangenen ; en toen zyn volk in twee partyën verdeelende trachtte hy in den nacht te ontvluchten. De party , die onder Ferifes ftond , haare vlucht met ongelooflyke moeite door de digtfte bosfchen voortzettende , kwam behouden by het groot leger in Stiriën aan ; doch Kasfan ontmoette naby de vlakte den Graaf Staremberg , Generaal van het Duitfche Ryk , met twaalfduizend mannen , waar onder tweeduizend ruiters , die hem zelve en eene groote menigte van zyn volk verfloeg. De geenen , die nog overbleeven , wierden naderhand door andere Duitfche troepen afgefneden , en ten getale van agtduizend mannen verflagen. De Keizer , die zich toen te Lintz bevond geene kondfchap hebbende van de beweegingen der Turken, trok naar Wemn , daar hy, by «ne algemeene monfte. ring, zyn leger bevond te beftaan uit tweehonderd enzestigduizend mannen, waar van meer dan de helft geöe-  OTHOMANNISCHE RYK. geoefende foldaaten waren. Hier wachtte hy in het veld, verzeld van Koning • Ferdinand , zjn' Broeder, het magtig leger der Othmnannen af; doch Solyman, verwittigd van hunne magt, en legerfchikking vond niet geraden een' veldflag met hen te waagen ; maar trok nog denzelfden dag terug naar Belgrado , dertigduizend gevangenen met zich voerende. De Keizer in de plaats van ,b volgens den raad van zyn' Broeder , zich van dit voordeel tegen Koning Joannes te bedienen , keerde naar Balië terug 5 doch liet alle de Paliaanen in het leger blyven , die echter welhaast insgelyks naar hun land vertrokken (g). Terwyl de Keizer dus te land bezig was , ging zyn Admiraal Andrea Doria onder zeil , met eene vloot van vyf-en-dertig groote fchepen, en agt - en - veertig galeijen , aan boord van welken zich bevonden vyf-en twintigduizend geoefende foldaaten ; met oogmerk om de Turken in Morea afbreuk te doen , doch de Veneti. aanen weigerende zich met hem te vereenigen, om dat het verbond tusfehen hen en Solyman wederom vernieuwd was, had de Turkjche vloot gelegenheid om uit de baai van Amhracia naar de fterke haven van Chalcis te wyken. Na hunnen aftogt zeilde Doria naar Coron , en beleger de die plaats beide te water en te land. Kort daarna kwamen eenige Turkfche troepen om de plaats te ontzetten ; maar nadat deeze door den Graaf Sarne verflagen waren , en derzelver Veldheer gefneuveld was, gaven oe Tw ken , door geduurige aanvallen , en gebrek aan levensmiddelen afgemat , de Stad over , onder beding van met hunne goederen vryëiyk te moogen vertrekken. Van Coron zeilde Doria naar Patras, dat hy zonder veel moeite veroverde , en uitplunderde ; want de Tur- (g) Leuholav. & Ricaut, ubi fupra. Aaa 2 XVI. Boek. XI. Afd. Aftogt van solyman. Coron belei %erd en in' venomen, en Patras.  374 HISTORIE van het XVI. Boek. XI. Afd. ] c J 2 r Koron m-% latea. V b e Turken , zich op de fterkte van die Stad niet betrouwende , hadden zich verfterkt-in de nabuurfchap van het Kafteel; het welk zich op dezelfde voorwaarden als dat van Coron overgaf. Na deeze veroveringen nam hy Je Kafteelen Rhium en Malacbream tegen over elkandeen gelegen in de Golf van Lepanta in. De artillery, velke in den eerften aanval genomen wierd , waar onler ftukken gefchut van eene ongemeene groote waren , vierd gefchat op zeventigduizend ducaaten. Doria keer\e, na deeze daaden, verricht te hebben ; terug naar 7enua ; doch zohaast Coron , in het begin van het jaar 553 » door de Turken belegerd wierd , zo wel te waer als te land , fpoedde Doria zich op 'nieuw derwaarts. }p zyne aannadering trokken zy terugen zeilden met mnne vloot naar Modon , werwaarts Doria hen volgde, n tot een gevecht uitdaagde , doch befpeurende , dat y daar toe niet wilden overgaan , keerde hy naar Mesma in Siciliën terug- . In den volgenden winter verzochten de Spanjaards en ineken , die in Coron waren , gebrek aan levensmidde2n beginnende te krygen , dat hy hen tegen de vyanen zou aanvoeren dewyl zy liever in een gevecht wilen fheuvelden dan van honger vergaan. Hier op trok vlacicaus , fchoon tegen zyn' zin , met hem naar Anrusja , om die Stad te overrompelen ; doch de Turk* •be bezetting, die vyfduiaend mannen fterk was , deed oveel wederftand , dat Macicaüs, terwyl hy door eee kleine poort dacht in te breekcn , met een edeelte van zyn volk verflagen wierd. De overigen reeken terug naar Coron , daar niet lang daarna de pest egon te woeden, waar op de Spanjaards , benevens enige Grieken , zich met hun gefchut te fcheep begaen , en de Stad aan de vyanden overlieten Ko«* (fi) Leunclav. & Ricaut ubi %rat  OTHOMANNISCHE RYK. 375 Koning Joannes, door zyne onderdaanen verzocht zynde , dat hy om vrede te houden , Hungaryen aan Koning Ferdinand, en zvne erfgenaamen zou afftaan, zond Sultan Solyman Aloïfio Gritti , zoon van den Doge van Venetië, met een prachtig gevolg als zyn' fte. dehouder in dat Koningryk , om toe te zien , dat zyn Leenman, Koning Joannes, niets deed buiten zyne toeftemming. Gritti kwam in Tranfylvamën , dat toen eene provincie van Hungaryen was, met een gevolg van zevenduizend mannen ; waar onder Urhanus Boshutni en Joannes Docia , twee voornaame Hungaarjche Bevelhebbers, zich insgelyks bevonden , benevens hunne troepen , en een groot getal Jamtzaaren. Hoogmoedig op zyn gezag nam hy het zeer euvel op , dat de Wayixode , Emericus Cihach , Bisfchop van IVaradm, een man van hooge geboorte en groote magt, hem niet terftond kwam begroeten. Deeze Waywode kwameindelyk met een groot gevolg , en na zyne tenten nedergefiao-en te hebben, verwelkomde hy Gritti , met zo veef onverfchillijrheid , dat hy van het middagmaal komende zyne Bisfchopsmuts afnam , en zeide! „Deeze muts kan geen twee hoofden bevatten , en derhalvén moet dezelve voor één van de twee van pas gemaakt worden. w , , JOANNES DOCIA, die. te vooren door den. Bisfchop , wegens eenige ftoute woorden in eene openlyke vergadering gelproken , beftraft was ,. dit zeggen gehoord hebbende , verzwaarde het zelve zodanig , dat Gri'ti hem verzocht , indien het mooglyk was, den IVayaie te vatten , om hem naar Conftant inspoten te z-jnocn. Docia vertrok van Baxovia met een fterk gevoig naar de legerplaata van den Bisfchop ; en door zekere verfpieders vernomen hebbende , dat hy uit hooi-de van het warm weder , in het open veld gelegerd was, terwyl zyn gevolg zich in de dorpen ophield y Aaa 3 viel XVf. Boek. XI. Afb.  376 H T S T O R I E van het xvr. Boek. ■ xi. Afd. DeWay wode van Tianfytva niën vetmoord. Zyne doo gewt oken. Viel hy in zyne tent terwyl hy fliep, en floeg hem het hoofd af, het welk hy by het oor gevat hebbende dus aan Gritti bragt. Zohaast deeze gruwelyke moord bekend wierd, brag. 'ten de nloedverwanten en de goede vrienden van den Bisichop een leger van veertigduizend mannen op de been het welk onder het bevel van Stephanus Mahilat, Gritti belegerde in de fterke Stad Mege, werwaarts hy veiligheidshalve gevlucht was. Gritti, ziende, dat hy geen' onderftand kreeg van Koning Joannes , noch van de Turkfche Sangiaks op de grenzen , en daarenboven gebrek aan levensmiddelen beginnende te krygen, trachtte onbekend door de legerplaats van zyne vyanden te ontvluchten , doch hy miste in zyn' weg , en kwam by Mahilat, in de plaats van by zyn' vriend , den Vorst van Moldaviën , die hem met eenige ruiters zou opwachten; waar op allen zyne Turken gedood, en hy zelf gevangen genomen wierd. Zohaast hy aan de bloedverwanten van den Bisfchop wierd overgeleverd , gaven zy bevel, dat hy op ftaanden voet zou onthoofd worden. De fcherprechter het lyk ontkleedende, vond voor meer dan veertigduizend ducaaten in juweelen aan het zelve. Hy was de grootfte gunfteling onder de Chrietenen, die ooit eenige Turkjche Keizer gehad heeft (0. Krygsverrichtingen van Barbarosfa en Doria. Verovering van Tunis door Keizer Karei den Vyf den. Voorvallen in Hungaryen. Twee jaaren daarna nam Olama , Vorst van Azerlejan , die tot hier toe een onderdaan van Perfiè geweest (i) Leühclav. & Riqaut, ubi Supra.  OTHOMANNISCHE RYK'. 377 weest was, zyne toevlucht tot Solyman , en gaf hem de middelen aan de hand om Bagdad te veroveren. Met dit oogmerk wierd lbrahim Basba naar Afie gezonden , doch meer moeite vindende in het uitvoeren van zyn ontwerp dan hy in den beginne gedacht had , trok hy af naar Van , welke plaats hy by den eerften aanval innam. Omtrent dien tyd bood Chairo'ddin Basha, die tot dus verre zyne rooveryën in de Wilte Zee gepleegd had , zyn' dienst aan Solyman aan , en verzogt om het bevelhebberfchap over eene vloot, om daarmede .de Koningryken van • Tunez en Jezaïr te veroveren. Zo haast de Grootvizier > die toen te Halep was , kennis van dien voorflag kreeg , begaf Chiroddin zich derwaarts , en zyn ontwerp voor lbrahim opengelegd, en hem aangetoond hebbende hoe gemakkelyk zulks ten uitvoer kon gebragt worden, wierd hy door den Vizier tot Admiraal over deezen togt aangefteld (A). Volgens het verhaal van de Christenfchryvers , was Gbairoddin , dien zy noemen Hariodenus , met den bynaam van Barbarosfa , uit hoofde van zyn" roode baard, de zoon van een' Griekfchen Renegaat van Mitylene , op het Eiland Lesbos ; die in gemeenfehap met zyn' broeder Horukkius , eerst geringe rooveryën had beginnen te pleegen j doch naderhand met grooter zeeroovers in gemeenfehap raakende , wierd Horukkius welhaast hun opperhoofd. Terwyl deeze roovers » de zee op de kust van Africa onveilig maakten , huurde Setim , Koning van Algiers hen om zyn' broeder Mohammed , die aanfpraak maakte op het Ryk , te keer te gaan ; en het gelukte hen hem op den troon, te vestigen. Deeze daad bragt Horukkius in zo groot gezag , dat hy kort daarna den Koning zelve van kant maakte, en den troon overweldigde ; doch naderhand den Koning van Tremis- fo* (*) Cantem. pag. ig<5. xvr. Boek. XI. AfD.  373 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xi Afd. Verheffing van Bdibü. ros fa. Barbnrosfai vak in Ita | liën. i l i < 1 ] I 1 \ f c a e h fon den oorlog aandoende , wierd hy verflagen door de Spanj'aards , die deezen Koning te hulp gekomen waren. Horukkius wierd opgevolgd door zyn' Broeder Uanodenus, bygenaamd Barba-osfa , die.veele dappere daaden ver. reikte , en by zyn vertrek naar Conftantinopolen , daar hy in het jaar 1533 aankwam, een' zoon van agtien jaaren oud onder het opzicht van een' vertrouwden vriend achterliet. BA HBAROSSA bragt veele beweegredenen by om Solyman tot den Africaan/chen oorlog over te haaien ; en had Rashid, een' ouder' Broeder van Muley Aziz, den Koning van Tunis , met zich gebragt , als een beiwaam voorwendzel om dat Koningryk te overweldigen, zodat hy welhaast tot vierden Basha en Groot - Admi. •aal wierd aangefteld ; by welke gelegenheid de Sultan aem een' Scepter en een zwaard , benevens eene fom tran agthonderdduizend ducaaten voor de kosten van den jorlog overhandigde. Hier op met eene vloot van tagig galeijen en eenige galiotten in zee fteekende, wendle hy zyne koers naar Italië , daar hy de fteden van Lucidio , Citaric , Prochita, en Spe/unca plunderde; :ervvyl tweeduizend mannen van zyne landtroepen , in len nacht het gebergte overtrekkende , de Stad Funci >verrompelden , en zich byna zouden meefter gemaakt lebben van Julia Gonzaga , de fchoonfte Juffer van geïeel Italië , welke Barbarosfa voorgenomen had als een ;efchenk aan Solyman te zenden. Vervolgens voortzeisnde kwam hy te Capri , een Eiland in het gezicht 'an Napels , welke Stad daar door met den grootften :hrik vervuld wierd. Een ander gedeelte van zyne vloot eed eene landing naby Terracina, welke Stad zy van 11e de inwooners verlaten vonden, uitgezonderd van enige weinigen , die door ouderdom of ziekte niet adden kunnen wegkomen , die zy ter dood bragten, gelyk  OTHOMANNISCHE RYK, 379 gelyk ook alle anderen, die zy niet raadzaam oordeel, den met zich te voeren. ■ . Na de ganfche zeekust van Italië geplunderd, en Rome zelf in vrees gebragt te hebben , ftak hy onverwacht over naar Tunis, tegen wiens Koning de togt eigenlyk was ingericht. Muley Hasfan , die toen daar regeerde , was door zyn* Vader Mohammed , op verzoek van zyne Gemaalin , tot zyn' opvolger verJdaard, met voorbygaan van zyne ouder Broeders , Machin en Rashid. Doch hy was niet zohaast tot den troon gekomen , of hy deed Machin , met nog zeventien van zyne Broeders ter dood brengen , en drie anderen de oogen uit fteeken. Rashid , en Ahdolmalek vluchtten naar Jbdollah, den Vorst van Biscaris, daar de laatstgemelde monnik wierd , terwyl de eerfte met hulp van de inwooners zyn recht trachtte te herftellen; doch dit voornêemen hem mislukkende vluchtte hy naar Barharosfa die hem naar Conftantinopolen voerde , daar hy gevangen gehouden wierd , of fchoon men voorgaf , dat hy op de vloot was om in het Ryk van zyn Vader herfteld te worden. Zohaast de Turkfche Admiraal te Biferta geland was , gaf deeze plaats zich zonder eenigen tegenftand aan hem over. Van daar zeilde hy naar La Goletta een fterk kasteel dat de geheele baai van Tunis beheerfcht ; en begroette het ten teken van vriendfehap met het losfen van al zyn grof gefchut, het welk door het kafteel op dezelfde wyze beantwoord wierd ; doch toen hy van den Bevelhebber vorderde , dat hy het zelve aan Ras. Md zou overgeeven , kreeg hy van hem ten antwoord, dat het Kafteel fteeds onder het bevel zou ftaan van den Vorst, die Tunis regeerde. De burgers hoorende, dat Rashid aangekomen was, waren terftond alle op de been , waar op Muley Aziz , die om zyne wreedheid by hen gehaat was , op raad van Abdabar , den Mes. Oost. Hist. XII. Deel. Bbb Juar , XVI. Boek. xi. Afd. Hy zeilt inrAfrica.  XVI. Boek. XI. AtD, ïïegyra 941 380 HISTORIE van het fuar , of tweeden in rang , de vlucht nam , met ach* erlaating van alle zyne fchatten. Zohaast hy vertrokken was fpoedde Barbarosfa zich met vyfduizend Turken, op verzoek van de ingezetenen , naar de Stad , daar hy met groote blydfchap ontvangen wierd , doch toen de burgers van Tunis Rashid niet onder hen vonden, en een' afkeer hadden van de Turken , vielen zy onder het bevel van Ahdahar op hen aan terwyl zy bezig waren met in het Kafteel te trekken , en heroverden wel • baast zonder veel bloedftorting een van de bolwerken. Toen om Muley Hasfan zendende , deeden zy door herhaalde aanvallen Barbarosfa groot nadeel, tot dat hy door twee poorten te gelyk op de Mooren uitvallende, drieduizend van hen verfloeg , waar onder ook de Mesfuar was. Hierop nam Muley Hasfan de vlucht, en ontfnapte Zonder merkelyk gevaar naar Conftantina , of het aloude Cyrtha , vergezeld van zyn' broeder Dorax , aan wien deeze Stad toebehoorde. De ingezetenen door hun verlies moedeloos geworden , en nu geen' Koning meer hebbende voor wien zy konden ftryden ,. verzochten vergiffenis aan Barbarosfa , en onderwierpen zich aan Solyman. Nadat de zaaken van Tunis dus geregeld waren, wist hy door gepaste middelen de Vorften van Numidië in zyn belang over te haaien. Toen hem dit nu gelukt was , veroverde hy welhaast de overige Steden van het Koningryk, uitgezonderd Kayr wan , dat een' tyd lang wederftand bood, doch zich ten laatste insge« gelyks overgaf (/). Laat ons nu tot de Peififche zaa. ten terug keeren. In het volgende jaar trok Solyman op om den Grootvi. zier. lbrahim, die toen naby Fan gelegerd was, by te ftaan 9. en tot Tïgris voortgetrokken zynde , voeg- . den Sultan Mozaffer, Vorst van Gbilan , en Mebemed am (i) Ricaüt, ubi fupra.  OTIJOMANNTSCHE RYK. S8r Cban zich met tienduizend mannen by hem tegen de Perfiaanen , en beloofden in het toekomende zyne leenmannen te zullen zyn. Van daar trok hy voort naar 'Soltaniya , en van daar , na een kort verblyf, naar Baghdad. De Stadvoogd , Tekhëlu Mehemed Chan , zieh te zwak bevindende om de magt der Othomannen te we.1 derftaan , week dieper in Perfie, en gaf dus den Sultan gelegenheid om de Stad zonder eenigen tegenftand te vermeefteren. Toen Solyman op zekeren dag de praalgraven der oude Helden en beroemde mannen ging bezichtigen , vestigde hy zyne opmerking op zekere plaats toegevvyd aan Imam Azem, en bemerkende, dat de Stad van dien kant daar door kon verdedigd , en de inwooners beteugeld worden , deed hy dezelve buitengemeen verfterken , en eene bezetting van Janitzaren daar in leggen. Daar na onderzogt hy het gedrag van den Defterdar, of Grootfchatmeefter , en vindende , dat by niet alleen verfcheiden groote zakken met geld benaderd , maar daarenboven zyne voorneemens aan de Perfiaanen verraden had , gaf hy bevel, dat men hem zou ophangen. Toen de Defterdar naar de galg zou gevoerd worden eischte hy papier , pennen , en inkt, zeggende , dat hy den Sultan nog iets moest melden voor zyn dood. Toen men hem het fchryftuig gebragt had , fchreef hy een' brief aan Solyman , hem berichtende , dat lbrahim Basba , de Grootvizier , insgelyks fchuldig was, en door de Perfiaanen omgekocht om hem van het leven te berooven ; en hier mede ging hy ter, dood. Deeze brief, fchoon^ door den Sultan geheim/ gehouden was echter naderhand de oorzaak van de dood/ van dien beroemden en voorzichtigen Staatsdienaar. Terwyl Solyman zich te Baghdad ophield kreeg hy tyding , dat de Shah van Perfië met een groot leger in aantogt was om Van te belegeren , waar op hy fcbie-' lyk naar Tigris terug keerde , en den volgenden dag Bbb 2 zyn XVI. Boek* XI. Afd. Baghdad •;roverd. De Groet'hamee.'er opge. mgen, Hegyra 94'. i.D.iszS-  38* H I S T O R I È VAN HET XIV. Boek. XI. Afd. De Chan van Bitlis geeft zich over aan der. Sultan, Hegyra 943. A.D.1W6, Georgiër onderwerpt zich aan do Sultan. Keizer Ka rel de vyfd trekt naar Afnca. zyn leger by Dergenyeh nederfloeg ; de Sbab bier door verfchrikt , en zich in zyn oogmerk te leur gefteld ziende , zond gezanten aan Solyman , om hem om vrede te verzoeken , doch de Sultan zond die terug zonder hen te willen hooren. In het volgende jaar keerde de Sultan, ziende , dat hy van de Perfiaanen niets te vreezen had , door Chavit naar Derjishah , daar de Chan van Birlis alle zyne Steden en landen aan hem overgaf. Van daar trok de Sultan door Amza naar Halep, en deed, in de maand Rafeb , zyne zegepraalende intrede in Conftantinopolen ; daar hy drie dagen naderhand zyn' weleer beminden en dapperen Veldheer lbrahim Basha deed ter dood brengen ("O- In het jaar 943 vereischten de omftandigheden een* nieuwen togt naar Per/ie , om de aldaar overwonnen landen te beveiligen ; doch de Sultan dien moeijelyken togt zelve niet willende onderneemen , zond Mehemed Cban> idie zich kort te vooren aan hem onderworpen had, met een leger in Gurjistan , of Georgien, welk land zich. na veeïe bloedige veldflagen op zekere voorwaarden eindelyk onderwierp. Omtrent ten zelfden tyd viel een leger van Molda* viers ,. Polakken , Bohemers , Duitfchers , en Spanjaards, vrywilliglyk byëen gekomen , in Bosniën, en belegerde Suliën ; doch onverwacht overvallen wordende door Hasrud Beg , Landvoogd van deeze provincie , met eene geringe magt, vluchtten zyvan angst; en wierden in hunne vlus ht achterhaald en verflagen naby Kilts , welke Stad Hasrud , na eene belegering van weinig dagen veroverde ; en dus een geheel Sangiak aan net Othomannisch Ryk hechtte. Terwyl Solyman zich met dè Perfijcbe zaaken bezig 'hield a befloot Keizer Karei de Vyfde , door de onlangs bs- (m) Cantïm. pag, 197, & Ricaat, ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK 3§3 behaalde voordeden van Barbarosfa bevreesd geworden , dat door den tyd zyne eigen bezittingen , en wel voornaamelyk Sicilië, gevaar zouden loopen, naar Afrtca over te ffeeken , met een groot leger van Spanjaards, Duhfcbers, en Italiaanen. Met dit oogmerk ging hy onder zeil van Barcelona naar Africa , met eene verbaazende krygstoerusting , veroverde het Kafteel la Coletta daar de geheele vloot van Barbarosfa in zyne handen viel, en vervolgens naar Tunis trekkende nam hy de Stad ftormenderhand Terwyl de Keizer hier mede bezig was , ligtte Barbai osja eenige van zyne gezonkene galeijen te Biferta uit den grond, en week daar mede naar Algiers , van waar hy verder naar de Levant zeilde , en op dien togt veele rooveryën pleegde op de kust van Apulkn. Met betrekking tot de byzonderheden der verovering van Tunis door Keizer Karei den vyfden , wyzen wy onze Leezers tot de Hiftorie van Duitschland. Tegen het einde van het jaar rustte de Sultan eene andere vloot uit , en zond die naar de Golf van Venetië, onder het bevel van Lusti Basha, den opvolger van lbrahim in het Grootvizierfchap , en van Chairoddin , thans Kapudam Basha of Groot-Admiraal , om Kiorfes, of Corfu aan de Venetiaanen te ontweldigen. Hy zelf, verzeld van zyne zoonen Moftapha en Mohammed , leidde zyne Landmagt door Auloniën , met oogmerk om. de Arnauten te ftraffen , die tegen hem opgeftaan waren; doch deeze zouden den Sulcan den doortogt zeer moeijelyk gemaakt hebben , indien zy zich niet, op het aanraaden van Ayas Basha , hunnen landgenoot, goedwillig aan den Sultan onderworpen had» den. iN'a dat Arnaud , of Albanien, dus zonder bloedftorting herwonnen was , trok Solyman , na zich daar eene maand opgehouden te hebben om de zaaken weder in order te brengen, naar het Eiland Kiorfes , en belegerde de Höofdftad zeer ffreng, na dat hy alvooBbb 3 rens XVI. Boek. xi. Afd.  384 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xi Afd. Cuftroi werd dot de Turk rens alle de kleine fteden en dorpen had doen afbranden; doch hy was eindelyk, na groote bloedftorting van b-ide zyden , genoodzaakt het beleg op te breeken, uit hoofde van het aannaderen van den winter; waarop hv naar Conftantinopolen terug keerde (o). Dit is alles , dat wy in Prins Cantemh's Otbomanni' fche Historie vinden met betrekking tot deeze voorval, len ; die een naauwkeuriger verflag fchynen te vorderen uit de aantekeningen van de Christenfchryvers. Voleens hun bericht , befloot Solyman, om den tegenfpoed , die hem in Afrtca ontmoet was , te wreeken, den oorlog tegen Perfie ter zyde te ftellen , en zyne geheele magt tegen Italië te wenden. Hy wierd tot dee-> zen togt voornaamelyk aangefpoord door de Porrest, den Afgezant van Frankryk , en door Troïlo Pignatelli, een' gewezen' Bevelhebber in het leger van den Keizer; doch , die gefchil gekregen hebbende met den onderkoning van Napels , die zyn' Broeder Andrea , een' Ridder van Rhodus , had doen ter dood brengen , naar den Sultan gevlucht was, die hem eene plaats gegeeven had onder de Muteferakas (S). Solyman trok uit met tweehonderdduizend mannen , te Aulona gekomen zynde wierd hy opgewacht door Lusti Basba , en Barbarosfa , die daar met hunne vloot geankerd waren , aan welken hy be_). In het jaar 944 trok een leger van twintigduizend mannen van verfcheide Natiën, onder zekeren Kohpan , door Strem in de landen der Turken, met oogmerk om Semendria te belegeren ; doch op hunnen togt onverwacht overvallen wordende door Mehemed Beg, Bevelhebber van die Stad , wierden zy geheel en al ver. flagen (9). Dit is al het licht, dat de Turkfcbe Hiftoriefchryvers ons geeven nopens eene zaak , die zeer tot hunne eer en voordeel gedyde , volgens het verhaal van de Christenfchryvers. Deeze melden ons , dat, in het zelfde najaar toen Solyman Korfu verwoestte, de troe« Cf) Paulus jovïus. Leundav. Ricaut, ubi fupra. (■•) Cakt. pag. 2or. (T) Om dat zy twist met hem had aangevangen wegens het pleegen vsn tegenna'uurlyke misdaaden met eefl' jongeling , dien hy op. zettelyk dasr toe onderhield. Oost. Hist. XII. Deel. Ccc XVI. Boek. xi. Adf. Het Eiland Eginav*. everd. Hegyra 944. A.D. .537,  38S HISTORIE van het XVI. Boek. XI. Afd, liet ve yanFerdi jiand belegert Esfel troepen van Koning Ferdinand , eene groote nederlaag kreegen van de Turken , na by Esfek. Daar had indedaad een' ftilftand van wapenen plaats tusfehen de twee mogendheden ; doch naardien de wederzydfche troepen in kleine partyën verdeeld elkanders grondgebied verwoestten , en de ligte ruitery der Turken over het algemeen veel voordeel had boven de zwaargewapende Duitfche ruiters , wierd Ferdinand hier over zo gemelyk, dat hy befloot de Otbomannen uit de landftreek van' Posfega te verdry ven. Met dat oogmerk bragt hy agtduizend mannen ruitery , en zestienduizend mannen voetvolk op de been ; over welken hy Joannes Cazzinaar , een' Croatïscb' Edelman , tot Veldheer aanffelde. Mohammed , de dappere Stadvoogd van Belgrado , verzaamelde troepen uit Bosniën , en andere provinciën , om Koning Joannes te onderfteunen ; die met de Hun* gaaren , die zich by hem voegden , een leger had , dat byna even fterk was als dat der Duitfchers. k Met deeze trok hy naar Esfek, daar hy den vyand, die naar hem toekwam , befloot af te wachten ; doch onderwyl dat zy daar naar toe trokken , verminderde "het getal van hun voetvolk tot op de helft, maar de ruitery wierd tweeduizend mannen fterker. Den volgenden dag kwam de Bisfchop van Sagabria , - met zyn.; ruitery by hen ; ook wierden hen eenige levensmiddelen in het leger aangebragt. Zy bemerkten van den top van - een' heuvel , dien zy van de Jurken veroverden, een' verhevenen grond aan den anderen kant van de Stad, zeer gelegen om batteryën op te rechten ; werwaarts zy optrokken midden door een digt en moeijelyk bosch zonder merkelyk vev'ies. Zich daar nedergeflagen hebbende booden zy den vyand den flag aan , doch Mohammed, die van den Sultan bevel gekregen had om de Stad tot het uiterfte toe te verdedigen , en die wel wist welk een gebrek aan levensmiddelen in het leger der Christenen plaats  OTHOMANNISCHE RYK. 389 plaats had , ontweek het gevecht. Door deeze laatsgemelde reden grootelyks in het nauw gebragt zynde verlieten zy Esfek in den nacht, en gingen Hermaude belegeren ; daar zy grooten voorraad van levensmiddelen dachten te vinden , doch indedaad naauwlyks genoeg vonden om hun leger voor twee dagen te fpyzen. \ Van daar trokken zy door Posfega naar Javancka, on der weg veel ververfching krygende , doch de Turken ten zelfden tyd cok naar die plaats trekkende, vielen 'er tusfehen hen verfcheidene fchermutfelingen voor. DeeJ zen kwelden hen naderhand ook zodanig op hunne tefugtogt, dat de bevelhebbers der ruitery , door eene yde'e vrees aangedaan, eindelyk onverwacht de vlucht namen, de eene hier en de andere daar heen , zo dat de verfchrikte Veldheer eindelyk zelf ook vluchtte } doch veffcheide troepen ruiters voegden zich by het voetvolk, dat nog fteeds getrouwelyk zyn' post hield onder het bevel van den dapperen Lodronius. Toen de Turken op het voetvolk aanvielen wierden zy manmoediglyk te keer gegaan door de ruiters , die zich daar by gevoegd hadden, die daar door veel moesten lyden voornaamlyk de Bobeemfche ruitery. Ook wierden de gelederen van het voetvolk , dat op den togt veel geleden had , digt by eene moeras, geheel gebroken , en zy alle gevangen genomen , of in ftukken gehouwen. Lodronius in de moeras gedreven , en zwaar gewond zynde liet zich door de Turken beweegen om zich over te geeven , met drie' compagniën , die hem bygebleven waren ; doch hem te zwaar gekwetst oordeelende om naar Canftantinipolen te kunnen gevoerd worden , bragten zy hem om hals , en namen zyn hoofd mede naar Conftantinopolen. Intusfchen was de Veldheer Cazzinaar naar zyn eigen Kafteel gevlucht; doch vreezende voor Ferdinand, vluchtte hy ook weder van daar en ging tot de Turken over. Kort na zyn' afval kreeg hy de Land- Ccc 2 voog- XVT. Boek. X!. Afd.* De belegt' ing Bpgeroken. Het geheel egervsrIrooid en ':r lagen.  390 HISTORIE van het XVI. Boek, xi. Afd. voogdy van Crodtien ; doch toen hy met Nicolo Secini o\ erleide om een' opftand te verwekken, wierd hy joor deezen verraden, en daar op in zyn eigen huis Dmgebrngt (r), In het volgende jaar 945 , zond de Sultan zyn' Adniraal Chairo'ddin , en Solyman basha , Bevelhebber van iet voetvolk met een groot leger naar Indie ( U); daar ly zyne bevelen nauwkeurig m acht namen , en het geheele Koningryk van Temen , met de aangrenzende provinciën , aan het Othomanniscb Ryk onderwierpen (s). Wy hebben reeds gemeld in het leven van Selïm den Eerften , dat Canfu Gauri te Svoiz , of Sues , aan het eind van de Roode Zee eene vloot had uitgerust tegen de Vortugeezen in Indien ,. die den koophandel van Egypten bedorven hadden; maar, dat deeze togt ter zyde ge. field zynde , uit hoofde- der onlusten , die toen in dat land opreezen , dit ontwerp flaapende gebleven was, tot dat Solyman het thans weder opwakkerde, op aan-, raden van Solyman Basba, den gefnedenen. Met dit oogmerk bouwde- de gemelde Basha met den uiterften fpoed , in de voornoemde.haven , een vloot van tagtig zwaare fchepen en galeijen , waar van het bevel wierd opgedragen aan hem , en. aan Hasfan Beg , den beruchten . moor van Akxandrien. Toen zy zouden vertrekken leide de Basha beflag op de goederen der Venetiaanen te Cairo en te Alexandrien , en verdeelde hun fcheepsvolk op zyne, vloot (t). Na de Roode Zee doorgezeild .te zyn, kwam hy te % Aden i (r) Leunciav. Ricaut ubi fupra, (s) Cantem. p. 201. (t) Ricaut, Hist. Genev. des Voyages, Tom. 1. (U) Dit moet zekerlyk Gelukkig Arabiin zyn ; want ik heb nooit «gens gelezen, dat 'er.immer een Turkfch leger in Indie geweest. is. Cantemir.  OTHOMANNISCHE RYK. 39* Aden , eene fterke Stad en haven in Arabien , niet verre van den mond van die zee ; hier deed hy den Koning van die plaats aan boord verzoeken , dien hy , na veele uiterlyke vriendelykheden, eindelyk met vier van zyne hovelingen aan de groote raa van zyne galei deed ophangen , en zich vervolgens van de Stad meefter maakte. Van daar zeilde hy de Indifche Zee in , eri kwam , op den vierden September 1538 , voor Diu, eene fterke vesting der Portugeezen , op de kust van Combaye, welke hy heviglyk beftormde , en met verbaazend groote ftukken kanon befchoot; doch naardien de Turken by alle hunne aanvallen met groot verlies terug geflagen wierden , befloot hy de belegering op te breeken ; en op het aannaderen der Portugeefcbe vloot droop hy met de zyne ftil af. Op zyn' terugtogt door de Roode Zee , deed hy den Koning van Zihid , ofZahin , by zich ontbieden , maar toen deeze weigerde te komen flapte hy met eenige troepen aan land, en trok op naar die Stad. De ongelukkige Koning niet in ftaat om zich tegen hem te verweeren , oordeelde best te zyn , dat hy hem ■ te gemoet trok , doch zo haast hy genaderd was, deed Solyman hem bet hoofd afflaan. Daarna landde hy wederom te Joddah , de zeehaven van Mecca , om eene bedevaart naar die Stad te doen y en zond Hasfin Beg met de v/oot naar Swïz terug. Terwyl dit in ^/Zè'gebeurde trok Solyman, meteen talryk leger, als vriend in Moldavië , maar verwoest-5 te, tegen de verwachting van de inwooners alles met vuur en zwaard van den Donau af tot aan Soczava toe,* weike Stad toen de Hoofdftad was ; en hier zyne tenten nederfiaande eischte hy de jaarlykfche fchatting De_ Moklavieu , geen middel ziende om hem te wederftaan,v frneekten ootmoedi^yk om vrede , met belofte van de» jaarlykfche fchatting te zullen betaalen ; zy verzochten alleen , dat de verkiezing van een' Vorst aan hen mogt Ce c 3 bhft XVI. Boek XL Inval in loldaviëa 'e MoldaIers ondersrpcnzich.  392 HISTORIE van het XVI. Boek. XI, Afd. blyven , en dat die Vorst met koninglyk gezag mogt bekleed zyn. Solyman ftond ben htm verzoek toe, bevestigde den Vorst, dien zy verkozen hadden , en jaf hen hunne gevangenen terug. Den volgenden dag riep hy de Edelen byëen , en berispte hen zeer fcherpelyk, zeggende: Dat zy niet meer indachtig aan de veelvuldige weldaaden van zyne Voorzaaten , zich niet alleen verftout hadden het zwaard te trekken tegen een 10 magtig Ryk, en de Stad Kili af te branden (X) maar daarenboven verfcheiden Mufelmamen om te brengen, dat, offchoon zy dus, volgens de Mahome. taanfche wet , doodfchuldig waren , hy echter om hen eene blyk van zyne goedhartigheid te geeven , hen het leven en de vryheid wilde fchenken , onder voorwaarde , dat zy de fchatten van hunnen laatst overledenen Vorst aan hem zouden overleveren. Naardien nu de ongelukkige Moldavïêrs niets durfden weigeren, trok de Defterdar , met eene bende Janitzaren in de Stad, en plunderde niet alleen de fchatten van den Vorst, maar ook die van het algemeen , waar in , behaken eene groote menigte geld , de kroonen der Vorften , kostbaare crucifixen , en beelden van Heiligen met goud en juweelen verfierd , gevonden wierden. Solyman misbruikte deeze heiligdommen naar zyn goedvinden , en trok toen af met zyn leger. Op zyn' terugtogt beval hy, (X) De oorzaak daar van was als volgt: By het ontdaan van zeker gefchil tusfehen de Buj'ak-Tartars , die zich vereeni^d hadden met eenige nieuwe volkplantingen der lurken , en tusfehen de inwooners van Kiégeczy , dreeven de laatstgemelden de Turken uk hunne botfehen ; en toen die een' tweeden aanval maakten vervolgden zy hem tot Kili, en fhken de Stad in den brand. Doch dit was eene daad van byzondere perfoonen zonder bewilliging van den Staat. Kili, door de Moldavièrs Cilia genoemd , en oudtyds Lycostomen , is gelegen aan de noordzyde van den wydften , of noor» ctelyken mond van den Donau, Cahtemik.  OTHOMANNISCHE RYK. 393 hy , dat Kili, het welk door de Moldaviè'rs verwoest was , zou herbouwd worden , en dewyl 'er geene bos • fchen in die nabuurfchap te vinden waren , gaf hy hen al het hout van eene brug , die hy over den Donau had doen flaan. Intusschen overviel Chairoddin , naby Candia , op het onverwacht de vloot, der vyanden , die uit driehonderd zeilen belfond , waar van hy , na een hevig ge vecht verfcheiden veroverde , en veele anderen in den grond boorde. Den volgenden dag beftreed hy eene tweede vloot onder het b^vel van Andrea Doria ,• in de haven van Preveja ; daar de vyanden , door het voordeel van de plaats gefterkt, met veel dapperheid vochten , en de overwinning lang twyfelachtig bleef; doch de Christenen zich eindelyk te zwak bevindende , namen de vlucht in den nacht , en lieten eenigen van hunne fchepen aan den Turkfchen Admiraal ten prooi. Nog naauwlyks was deeze afgetrokken , of Doria ging Nova belegeren , en het zelve veroverd hebbende , deed hy alle de inwooners ter dood brengen , maar Chairo'ddin, in het volgende jaar met eene verfche vloot terug keerende , belegerde en heroverde die Stad , waar op hy, uit weerwraak , alle de Christenen , die hy daar in vond , zonder onderfcheid van jaaren of fexe , deed ter dood brengen («). Dit is het verflag , dat de Turken ons hier van geeven ; laaten wy nu zien , wat de Christenfchryvers daar van zeggen. De Senaat van Venetië , zich grotelyks gekweld ziende door de invallen der Turken , traden in een verbond tegen hen met Keizer Karei den vyfden , en met Paus Paulus den Derden De vloot van den Keizer, uit twee - en . tagtig galeijen beftaande, ftond onder het bevel van Doria ; die der Venetiaanen , van een £n) Cantem. pag, zoi. XVI. BoEr. XI. Ar o. De vloot der Christenen geflagen. AD.imi,  594 HISTORIE vas het XV.I Boek. xi. AfD. Barbarosf belegert C; nea, Hy keei naar Am. bracia. een gelyk getal, onder dat van Capello , en de galeijen van den Paus wierden aangevoerd door Grimani, d^n Patriarch van Aquileja. De Landmagt wierd geleid door Ferdinando Gonzaga , Onderkoning van Sicdie ; en de Bondgenooten waren overeengekomen , dat alle de plaatfen , welke in Griekenland , of op de Eilanden , of in a Dalmatien zouden veroverd worden , aan de Venetiaanen .zouden te beurt vallen. Om deeze vereenigde magt te keer te gaan , zeilde Barbarosfa , vroeg in het voorjaar, met eene vloot van honderd - en - agt-en - dertig galeijen naar Candia, met oogmerk om Canea by verrasfing te veroveren ; maar Gritti , de Stadvoogd, begroette de Turken zodanig met zyn grof en klein gefchut van de wallen , dat zy genoodzaakt waren terug te wyken met verlies van eene groote menigte volk , en met achterlaating van nog duizend mannen daarenboven , die ^insgelyks tot één toe gedood wierden. Alles , dat hy doen kon , was , dat hy de kleine Stad Cecilia veroverde , en toen terug keerde naar de baai van Ambracia, welke by verfterkte uit vrees voor de vloot der Christenen, die toen -te Corfu aangekomen was. De Generaal Gonzaga was van oordeel , dat men eene landing moest doen by Prevefa, en vervolgens die Stad aantasten , wier gefchut , wanneer dezelve eens veroverd was , men tegen de vyandlyke vloot zou kunnen gebruiken , en daar mede de baai affluiten. Doch Doria bragt in, dat wanneer men Barbarosfa tot een gevecht kon noodzaaken, zy als dan zouden doorzeilen naar Lepanto ; en na die Stad ingenomen te hebben , alle de Steden in de Golf van Corinthen verwoesten , welk gevoelen door de meeften wierd goedgekeurd. Op hit verfchynen van de vloot der Christenen voor de baai van Ambracia wist Barbarosfa niet waar heen hy zyn koers zou wenden, waar over hy fcherpelyk berispt wierd door ejn' der gefnedenen van het Hof, die hem deswe-  OTHOMANNISCHE RYK. 395 wegens van lafhartigheid befchuldigde. By het einde van zyne aanfpraak , raadde hy Barbarosfa , dat hy op zyne hoede zou zyn , op dat hy niet door het vermyden van eene eerlyke dood , zich aan eene fchandelyke mogt blootfteüen , door zich des Sultans ongenade op den hals te haaien. Op dit verwyt zeide Barbarosfa , zich naar Salek , een' der Opperhoofden der Roovers keerende • „ Wy moeten , zo als het my voorkomteen fla« wa 'gen , fchoon alles ons tegen is , want anders loopen wy gevaar van door de^kiagten van deezen piependen halfman om te komen. " . , ,. Hier op het anker ligtende , zeilde hy uit de baai om de Christenen flag te leveren , die , denkende dat hy zulks niet durfde waagen, reeds den fteven naar Leucade gewend hadden. Zo haast Doria vani zyne beweegingen kennis gekregen had , gaf hy bevel van te wenden, en maakte zich gereed tot het gevecht. De vyandelyKe vloot wierd voorgezeild door twintig ligte galeijen, onder het bevel van Dragut, een beruchten Roover , waar van de voorften afkwamen op het groot gallioen van Bodelmero; doch deeze Bevelhebber begroette hen zodanig uit zyn grof en klein gefchut, dat zy zich gelukkig achtten van zich door de vlucht te redden. Intusfchen befloot Doria geen geregelden flag aan te vangen , zonder de groote Oorlogfchepen , die door ftilte terug wierden gehouden , _ en hield derhalven zyn' koers volgens dit ontwerp ; waar op de doortrapte M.insgelyks zyn* koers veranderde, en het liet d:yven , uit vrees van omflngeld te zullen worden. Doch een weinig vóór zonnenondergang , begonnen de beide vleugèis der Turken met de Christenen in gevecht te raaken , van welken zy twee galeijen en een Spaansch oorlogfchip veroverden ; waar op Doria , by het opkomen van eene frisfche koelte, naar Corfu terug keerde, met zo groote haast, dat het veeleer Oost. Hist. XII. Deel. Ddd eene XVI. Boek. xi. Afd. Hy '.bevecht le vloot van \ndreaDa. ia.  396" HISTORIE VAN HET XVI. Boek, XI. Afd. Cafiel Nu ovo, ver» md. ji.D.iS39 Caftel-Nu ovo hertnrd. eene vlucht dan een' aftogt geleekwaar over hy zeer berispt wierd ; en door Barbarosfa hartelyk uitgelachen, die by gelegenheid, dat Doria bevolen had de lichten op de fchepen uit te doen , zeide dat hy dit gedaan had, op dat men zyne vlucht niet zou zien. Kort daarna kwam Barbarosfa met de Turkfcbe vloot te Pazos , een eiland vier mylen ten oosten van Corfu gelegen , en daagde de Christenen tot een gevecht uit. Eindelyk keerde hy,, uit vrees voor onftuimig weder , .naar Ambrach terug ; waar op de Christenen Cafiel. Nuovo belegerden en innamen en daar in , tegen de voorwaarden ,, vierduizend . Spanjaards leiden , die in dienst van den Keizer waren.- Welk voorval de Pene* tiaanen zodanig verbitterde, dat zy by Solyman om vrede aanhielden , die kort daar na gefloten wierd. Intusfchen wierden verfcheide galeijen van Barbarosfa , die opkwam om deeze plaats te ontzetten , tegen de Acro» ceraunifcbe rotfen verbryzeld , waar by , naar gezegd wordt, meer dan twintigduizend mannen het leven verlooren. Niettegenftaande het voordeel ,. dat hy hier uit rekken kon , bleef Doria echter weigeren de Turken te vervolgen 3 , maar keerde naar Italië terug ; het welk Urfino , een' edelen Venetiaan, die toen in den krygs» dienst was , bewoog om te zeggen : Dat Doria nooit iets meer ftaatkundig , of meer ten voordeele van den Keizer gedaan had ; dan de Turken en Venetiaanen dus by de ooren aan eikanderen te fleepen zonder zelf ééne enkele galei te verliezen. . ■ SOLTMAN begeerig om Cafiel-Nuova te heroveren , zond Barbarosfa , , in het volgende voorjaar , derwaarts, om die Stad ter zee en te land beide te belegeren. In den beginne verlooren de Turken meer dan duizend mannen; doch eene bres in de wallen van de Stad gemaakt hebbende, beftormden zy dezelve,« en verfloegen , na een hevig gevecht, genoegzaam de ganfche bezetting,  OTHOMANNISCHE RYK. 39? waar onder ook Sermiënto, die het Opperbevel over hen had; doch de bezetting van het Kafteel wierd verfchoond. Vervolgens vertoonde Barbarosfa zich voor Cataro , maar bemerkende, dat de Stadvoogd Bembo , op zyne bedreigingen geen acht gaf, vergenoegde hy zich met eenige gefchenken , en trok af. Omtrent deezen tyd wierd de vrede gefloten tusfehen den Keizer Karei den vyfden . en Frangois den eerften , Koning van Frankryk; waar op deeze beide Vorften gezanten zonden aan de Venetiaanen , om zich met hen tegen de Turken te vereenigen. De Senaat befloot eindelyk , na vericheide zittingen , afgezanten te zenden aan'deeze twee Vorften , om hunne oogmerken te toetfen ; en een' derden afgezant aan Solyman . om, indien het mooglyk was, het overgeeven van de Steden Napoli di Romania , en Malva/ia te vermyden, zonder welken afftand de Sultan hen geen' vrede wilde verleenen. Toen de afgezant eene groote Som gelds bood in de plaats van deeze Steden, haalde Solyman hem fcherpelyk door als een' laagen veinzaart, en verhaalde hem tevens alle zyne geheime orders op zulk een' toon, dat de gezant niet alleen befloot deeze fteden af te Haan, maar nog twee Kafteelen in Dalmatië daarenboven. Hj zou om deezen afftand door den Senaat byna gebannen zyn geworden ; en de verraders ontdekt zynde , wierden ter dood gebragt (x). [; In dit jaar ontftond 'er een' nieuwen oorlog in Hun garyë Joan de Zapol , die onder de befcherming var Sohm'an , de regeering van dat land gelukkiglyk beftierc had , liet zyn' zoon Istifan, of Stephanus , nog eer kind , erfgenaam van het Ryk. De Koning van Dmtsch land CY) het gemakkelyk oordeelende een kind te ont ' 9 troo (*) Paulus jovius, Ricant, ubi fupra. (Y) Deeze was Ferdinand, Roomsch - Koning, en Koning va Bahtemtn , Broeder van Keizer Karei V. Ddd % XVI. Boek. XI. Afd. 4.D. 1540; Vrede met le Venetiunen. . Hegyra, 1 947^.D.1549. Buda belt. 'gerd. ï  398 HIST O R I E van het XVI. Boek. XI. Afd. Door Solyaian ontzet. troonen , ging met' een leger van agtduizend mannen, uitgelezen volk , de Stad Buda belegeren. Solyman , die tot opziender over den jongen Prins was aangefteld', door de. Koningin - weduwe van deezen inval verwittigd, zond zyn Vizier Sofi Mehemed Basha , met een tal ryk leger, en met een' brief aan de Koningin ; waar in hy haar beloofde , binnen kort met zyne ganfche magt haar te hulp te zullen komen. De Vizier na by Buda gekomen zynde beval zyn volk de Duitfchers aan te vallen , of fchoon deeze zeer fterk begraven lagen. De vyanden bemerkende, dat de Turken niet zeer talryk waren, verdeelden hun leger in twee deelen , waar van het een de belegering voortzette , terwyl het andere teren de Turken was ingericht, het welk oorzaak was, d\t 'er dertig dagen achtereen geduun'ge fchermutfelingen voorvielen. Intusfchen hadden de belegeraars de vestingwer. ken van de Stad op verfcheide plaatfen verwoest, waarom Solyman, ten einde de .verovering van dezelve te verhoeden, vroeg, in het voorjaa-, optrok o.n zyn' Vizier by te ftaan. Zo haast de■ Duitfche* s hoorden, dat hy nog maar vier dagreizens van hen af was, vluchtten zy. in den nacht, met achterlaatitig van hunne aiv tillery. Mehemed Basba vervolgde hen met den uiterften fpoed , en éér dan zy aan de plaats gekomen zynde daar zy icheep zouden gaan, kreeg hy eenigen. van hen ;e*n, en doodde een groot getal; terwvl eenige weinigen hunne wapenen afwerpende zich door dè Vlucht reddedeb. Solyman trok by zyne aankomst in Bu* da ; en htifan en zyne Moeder buiten ftaat oordeelen» de om bet Ryk te verdedigden , den een' uit hoofde van zyHq jongheid , en de andere uit hoof ie van haare fexe, zond by hen naar TranJ.v/vamë ,* en gaf hen e^n I voor hun onderhoud; . Daar na vefan" lerde'hy dé Kerken in Jami's , en ftelde in de Stad een' Cadi, of Êtgcnter .aan. . Vervolgens liet hy eene fterke bezetting vaa  OTHOMANNISCHE RYK, 399 van Janitzaren in de Stad onder het bevel van Solyman Basha , en keerde toen naar zyne Hoofdftad terug. De Christenfchryvers ftellen ondertusfchen deeze gebeurtenis geheel anders voor, tot meerder eer voor de Othomannen , en meerder fchande voor derzelver vyan- den (\\ , ,■: . , Ko.ntng Ferdinand bericht gekregen hebbende van den droevigen ramp , die zyn leger was overgekomen, zond gezanten aan Solyman met aanbieding van vrede , en met kostbaare gefchenken. Ten gehoor toegelaten zynde verzochten zy onderdaaniglyk, dat de Sultan het Koningryk van Hungaryen aan hunnen Heer zou opdraagen; die van zyn' kant hem jaarlyks dezelfde fchatting zou betaalen , die Koning Joannes betaald had , en daarenboven zyn best doen om Keizer Karei mede tot het verbond over te haaien , op dat de Turken dus de handen ruim mogten hebben om hunne magt tegen de Ferfiaanen te wenden Doch Solyman in de plaats van het verzoek :van Ferdinand toe te ftaan , eischte integendeel, dat deeze hem alle de plaatfen. zou afftaan, welke te vooren aan Koning. Ladewyk hadden toebehoord, en zich in het vervolg nooit wederom met Hungary'é bemoeiien. Hy vorderde daarenboven-, dat Oostenryk hem eene geringe fchatting zou opbrengen ter vereoedmg der kosten van den oorlog-; en wilde zelf geen langer ftilftand van wapenen toelb.an , dan tot, dat de twee Vorften van zyn' eisch zouden kennis gekregen hebben. De gezanten kreegen echter de'vryheid van net leger te moogen bezien , daar eene zeer naauwkeur^e krygstucht , en een diep ftilzwvgen in acht genomen wierd. Ten zelfden tyde , dat Mohammed Basha naar Hunga. ryën «monden wierd, kreeg Mhme, , Stadvoogd van Nisfa , bevel om in Tranfylvanië te vallen * in geme» 1 Csy Zie de Hiftorie van Hungaryë. 1 v UQu § XVI. Bozlc. xi. Af», j 4.D.I54I. Devredet roorflagen van ie hand rewezcn.  4oo HISTORIE van het XVI. Boek. XI. Afd* Hegyra. 94Q. A.D. 1542. Solyman Jlaat den Koning van Frankryk by. Hy valt in Hungaryen. 1 fchap met Petrus, Vorst van Moldavië en Walachk. Stephanas May lat, die tot Waywode was aan gefteld , zich niet in ftaat bevindende om den vyand het hoofd te bieden , vluchtte naar Togaias. Achmed die Stad te fterk bevindende om door geweld te kunnen vermeefterd ivorden , lokte Maylat in zyn leger , onder voor wendtel van vrede , doch toen hy hem daar had , hield iy hem gevangen , waar op de inwooners van Togaras, de Stad welhaast overgaven. Hier op wierd genoegzaam het ganfche land van Tranfylvanien , met toeftemming van Solyman , aan den jongen koning Stephanus gegeeven ; aan wien het volk gewilliglyk buide deed (z). Deeze fnelle loop van overwinningen , welke eenige Christenvorften bevreesd maakte , bewoog anderen om Solyman om byftand te verzoeken tegen de onrechtvaardige onderdrukkingen van hunne nabuuren. Dus zond , in het jaar 949 , Firanche Padishahi, niet langer in ftaat om de magt der Spanjaarden te wederftaan , een* buitengewoonen Afgezant, om een verbond te maaken met den Sultan , en hem om byftand te verzoeken. Dit verbond gefloten zynde zond hy Cbair»'ddin Basha met eene talryke vloot naar Spanje , en trok zelf vroeg in het voorjaar met een groot leger in Hungarye, daar hy de Steden Lipofa , Beczovi, en Shocklovas innam ? die twee jaaren te vooren door de Duitfche troepen hernomen waren. Vervolgens dieper in het land trekkende /eroverde hy Usturgan, Beligrad (Z) , Tatar Risfa~ 'i 9 en Ustuni Beligrad (A). Na de fraaifte Kerken ildaar in Jamï& veranderd, en fterke bezettingen in die leden gelegd te hebben , keerde hy terug naar Co»« fan. (z) Rïcaut ubi fupra. (Z) STR1GONIUM of Gran. ( a) A L BA Regalü , door de Duitfchert genaamd Siul welsfenurg. Caktemir.  0TH0M ANNISCHE RYK. 401 jlatitinopolen ; doch toen hy naby die Sad gekomen was kreeg hy tyding van het onverwacht overlyden van zyn' zoon Mohammed, het weik hem zodanig bedroefde , dat hy , zyne voorgenomen zegepraal ter zyde ftellende , eene treurige intreede deed , even als of hy overwonnen ware geweest. Naderhand bouwde hy ter gedachtenis van zyn' zoon , en voor de rust van zyne ziel eene groote Jami, op den weg , die naar de poort, genaamd Enghi Kapu , gaat , en verfierde dezelve met eene School en gasthuis ,• aan welk gebouw hy den naam gaf van Shehzade Jami f>). Deeze voorgemelde gebeurtenisfen worden zo kortelyK aangehaald door de* Turkfche Schryvers , dat zy wei eene meerdere uitbreiding uit de Christenfchryvers noodig bebben ; en wel byzonderlyk dat gedeelte van dezelve v het welk betrekking heeft tot den byftand door Solyman aan de Franfchen verleend , en tot zynen inval ra Hun. garyen. Wat het eerfte aangaat ; na-dat 'er op nieuw gefchillen ontftaan waren tusfehen den Keizer en Fran> pis den Eerften, Koning van Franhyk , zond de laatstgemelde Rinco t. als afgezant , naar Turkye , om Soly. man te verzoeken , dat hy den Keizer Karei den oorlog zou aandoen ; doch deeze afgezant wierd op zyn' togt door Itaiie door eenige Spanjaarden vermoord. Francais, door dien moord nog meer verbitterd, zond Polinus met den zelfden last naar het Turkfche Hof. Polinus wierd , by zyne aankomst te Conftantinopolen , met zeer vnendelyk ontvangen door den toenmaaligen Grootvizier, Solyman den gefnedenen , doch door hulp van den Kapa, Jga , of Opperden Poortier , by den Sultan gehoor gekreegen hebbende, beloofde deeze hem, dat hy in het volgende voorjaar eene zo groote vloot aan zyn Meefter zou zenden , , als hy maar zoude begeeren. Toen («) .Cast. pag. 106 & Se uit ééne bres terug geua-f ?en te hebb n , verwrikten zodanig op het «n van W'ïS^fey Seb s ST verbitterde zodanig, dat hy dreigde de yal veib'"^5 fl aJan den P/a»/rfM Afgezant , en handen te zul en flaanaan j naauwlyks te ™llAfleidmen z"en' brief onderfchepten door vreden gefteld toen zy , efchreven , waarin ^ te zullen te hulp ÏV „ het een de Turken het beleg deed opbreeken, ïïï^f^do™on,Pdd' geFlUnderd' brand geftoken te hebben. (&■) Ricaut , uHi Supra. Oost. Hist. XII- Deel. Eee XVI. Boek, XI. Afd. Nice btle'tri.  XVI. Boek. XI. Afd. Barbarosil mydiDoiia i ( 1 t ^ 2 ll X 0 8 Zi Z( ni ft; ge ( 404 HISTORIE van het B4RBAR0SSA, voor het Eiland Lerina nf M derbevelhebbers fpotswyze , ^ty'^^ZZ vriendelyk met zyn' broeder Doria te handekn ui? . kentenis , om dat hy hem by HippoTzd laaten nL dat hy , 0f fchoon een oud Bevelhebber 1» „ ' aam half blind meer doorzicht hS in dSze zaak e die nieuwbakken Bevelhebbers met h^„P ■ jogen. JMiet lang daarna zeilde hy naar 7^ ]°Tn ^ond van daar vyf - en - twintig galeijen onder tU Kasfan , zyne bloedverwanten , die na eenL ZeefS' len in Spanje geplunderd te hebben , naar X^f S 'enden om aldaar te overwinteren. Tmvifl ? e Toukn bezig was met zyn vbot teren h?ria^f 'oorjaar te herftellen , vf^ L^rl ^1^^ yn vyand was , ^ v°o*n$M^l£^V Kfen , hem van verfcheide, noodwendiLden uf rees , dat hy anderzins eenige vvandelSrl » Ult nderneemen tegen G*« , . zylVaSffim ^ Dewyl het nu Barbarosfa begon te. verveeen Leer zo ïheel ledig In eene haven van Provence te leJe,^ L? >cht hy aan den Koning van frankryk f /af hl >u .vergunnen te vertrekken , of de Zeek™™ «nje te verwoesten; doch de Koning v n et genegen zynde om hem dit laatftl verzoektoe tl ■an , fchonk hem , in de plaats der Turtn Z fneuveld of door .ziekte overleden waren ,aïie t,. e) Ricaut , ubi fupra, *""*  OTHÖMANNISCHE RYK. 40: MahomeUanfche flaaven van zyne galeijen , die een getal van meer dan vierhonderd mannen uitmaakten , be nevens voorraad en levensmiddelen , en andere gefchenken. Na deezen onderftand ontvangen te hebben vertrok de Turkfche Admiraal van TouLon \ en te Elba , een Eiland aan den Groothertog van Toscaanen toebehoo. rende , gekomen zynde , verzocht hy van Appiano , die daar het bevel voerde , dat hy den zoon van zyn' ouden vriend , Sinan den Jood , in vryheid zou ftellen. De Landvoogd gaf hem ten antwoord , dat , naardien die jongeling, het Christelyk Geloof had aangenoo men , hy hem niet mogt uitleveren , doch dat hy den zei ven , uit achting voor hem , als zyn' eigen zoon zou behandelen. Barham/a , met deeze verichocning niet voldaan , onticheepte zyn volk , deed groo. te fchade , en voerde den jongeling met zich. Doch de vryheid van den zoon wierd doodelyk voor den Vader ; naardien deeze op het onverwacht gezicht var zyn' Zoon door blydfchap overftelpt , in zyne armer bezweek , en op het oogenbhk dood bleef. De Turfche Admiraal van Elba vertrokken zynde zeil de eerst naar Telamon , en van daar naar Porto tkrcole, welke Sta'd hy in brand ftak. Korts daarna plunderde hy de Eilanden Ghigio en Iscbia., verbrandde de drie voornaamfte Steden van het laatstgemelde Eiland , en voerde eene groote menigte volk van beide de Eilanden gevang, lyk weg. Vervolgens maakte hy een aanflag om Puzzoli te veroveren , doch wierd hierin belet door de aankomst van eenige hulptroepen uit Napels. Het geluk diende hem beter op het Eiland Lipari , dat hy geheelenal verwoestte ; vervolgens de Hoofdftad verbrandde , en omtrent revenduizend gevangenen naar Conftantinopolen medevoerde , daar hy door Solyman met alle blyken van achting en goedkeuring ontvangen wierd. Laat ons nu eens het oog vestigen op den oorlog Eee 2 id XVI. Boek. XI. Afd. Hy ketrt naar kuisen Vtrwoest de zeekusten op zyn' teiugtogt.  xvr. Boek. XI. Afd. Set leger van Koning Ferdinand trekt in Hungalyën. J 1 /-] 1 1 ( ( l C r Pesth bele^ , geri. d io6 HISTORIE van hit in Hungaryën. Naardien het antwoord door den Sultan aan de gezanten van Ferdinand gegeeven veel ongerustheid veroorzaakte , beflooten de Duitfche Vorsten en Ryks. Stenden eenpaariglyk , op zyn verzoek de wapenen op te vatten , om Buda , en de overige Steden van Hun. garyën wederom aan de Turken te ontrukken. Ten dien einde bragten zy een leger op de been van dertigduizend mannen voetvolk , en zevenduizend ruiters onder het bevel van Joachim , Markgraaf van Brandenburg. Zy vereenigden zich te Wenen met de troepen van Koning Ferdinand , beftaande uit tienduizend ruiters uit Stiermark , vyftienduizend uit Hungaryen , en drieduizend uitgelezen mannen voetvolk uit Italië ,. door Paus Pan. lus den Derden onder het bevel van Alesfanim Vitelli afgezonden. De Markgraaf trok met zulke traage fchreden langs den Donau op, dat zyne-onderbevelhebbers zeiden, dat de zomer vedopen zou zyn éér 'er iets kon uitgevoerd worden. Eindelyk te Gran gekomen zynde, wierd hem bericht , dat Solyman met- een groot leger naar Umigaryën in aantogt was ; doch deeze tyding wierd velhaast tegengefproken door zyne verfpieders, die hy laar Semendria gezonden had , welken hem tyding brag;en , dat 'er niet meer dan- drieduizend Turken te Buda varen aangekomen , en dat des vyands vloot veel zwakker was dan die van den Koning ; welke tyding hem anfpoorde om naar die Stad te trekken ; doch de Veldieer deed ; tegen het gevoelen van de andere Bevellebbers , het leger over den Donau trekken , met >ogmerk om Pesib in te -neemen , ten einde daardoor te verovering van Buda des te -gemaklyker te maaken ren zelfden tyde kwam Medicis , een Italiaan, die hec evel over de vloot had , , de rivier afzakken , en dreef e Turken van het Eiland St, Margareta , dat een weiiig boven de Stad gelegen was. Nadat de Markgraaf de Stad had ingefloten , deeden de  OTHOMANNISCHE RYK. 4°7 de Turken verfcheiden uitvallen ; in een' van welken Vitelli, veinzende te vluchten, de lurken achter zich lokte zoverre dat Perenus met zyne ligte ruitery tusfehen hen en de Stad in kon komen , waar door vyfhonderd van hen fneuvelden. De Christenen door dit gering voordeel ftout geworden begonnen terftond hunne batteryen op te rechten , en toen zy eene bres gefchoten hadden trokken vier compagniën Italiaanen , onder het geleide vTmelli aan , en beftormden.dezelve met groote dapperheid ; doch dewyl zy , noch door de Duitfchers, noch door de Hungaaren onderfteund wierden , waren zy genoodzaakt af te wyken met verlies van zevenhonderd mannen. De Christenen waren door dien tegenfpoed zo verflagen geworden , dat zy in overweeging namen , of zy de belegering zoude opbreeken of met ; doch terwvl zy hier over oneens waren , deed een valsch Vrucht , dat Acamed met de Europifche Ruitery tegen len in aantogt was , hen befluiten om het beleg op te hreeken. Doch éér dit nog ten uitvoer gebragt wierd deeden de vyanden een' uitval , en raakten in gevecht met de Hungaaren. By deeze gelegenheid gebeurde het, dat een der voornaamfte Turkfche Legerhoofden begeeng was om Füëlli te zien , en toen men hem dien Veldheer gewezen had, liep hy naar hem toe , omhelsde hem uit hoogachting voor zyne dapperheid , en keerde vervolgens naar de Stad terug, (d) Toen de Turken in den volgende nacht bemerkten , dat het leger aftrok naar de vloot , vielen zy van alle kanten uit de Stad , en hen hunne, lafhartigheid verwytende vervolgden zy de agterhoede zeer kort op de hielen Zelfs trok Ulemas , de Stadvoogd van Buda , de rivier over , en vervolgde hen zo' hevig , dat zy vee zouden geleden hebben , indien niet ViteUt met zym (d) Ricaut, ubi fupra. Eee 3 XVI. Boek. XI. Afd, De belege ring opgebroken.  408 HISTORI VAN HET ■ XVI. BOEK. XI. Afd. Gran wordt door Solyman belegerd. ; Italiaanen moediglyk ftand gehouden had , en de Duitfchers en Hungaaren bewoogen om te wenden en op den vyand aan te vallen ; die door deeze daopere daad aan het wyken gebragt en met groot verlies van volk op de vlucht gedreven wierd. Dit gedaan zynde trok het leger zonder verdere hindernis af ; doch zevenhonderd Duit* fcbers , die ziek waren , en achter aan kwamen , wierden door de Turkfche ruitery in hun gezicht om hals gebragt. Te Wenen terug gekomen zynde wierden zy afgedankt ; maar om de fchande van deezen ongelukkigen togt te bedekken , en het gefprek van het volk op eenig ander onderwerp te brengen , wierd de edele Petrus Perenus , een der voornaamfte Edellieden van Hungaryën , onder een geveinsd voor. wendfel als of hy naar de Kroon van dat Ryk ftond , op bevél van Ferdinand als fchuldig aan Hoog Verraad gevat , en tot eene eeuwigduurende gevangenis verwezen. SOLTMJN, die intusfchen in deeze gewesten gekomen was , zond Morad , den Landvoogd van Dalmatiën-, en Ulemas , den Perfiaan , naar Walpo., om die plaats te belegeren; welke door de bezetting terftond overgegeven wierd , die , tot loon voor hun verraad , allen om het leven gebragt wierden , terwyl de Bevelhebber door de Turken met groote achting behandeld wierd. Ook wierden Petz , of de P~yf Kerken , en Siclos zeer fchielyk overgegeven , terwyl de bezetting van deeze laatstgemelde plaats ter dood gebragt wierd , om dat zy zich niet fpoediger had overgegeven. De Sultan van deeze behaalde voordeden verwittigd , trok op van Buda om Gran te belegeren , welke Stad toen onder het bevél ftond van Liscano en Salamanca , twee hoogmoedige Spanjaards , die by de opeifching grootelyks ftoften op runnen moed en getrouwheid. Intusfchen plantten de Turken hun gefchut tegen de zwakfte zyde van den wal, daar  OTHOM ANNISCHE RYK. 409 daar zy welhaast eene groote bres maakten , doch in 'drie aanvallen telkens afgeflagen wierden. De twee Spaanfche Bevelhebbers echter voor den uitflag van deeze belegering vreezende beflooten de Stad op te geeven. Ten dien einde begaf zich Salamanca , met goedvinden der Bevelhebbers , maar tegen den zin van hec krygsvolk naar de Turkjche legerplaats , en beval by zyn' uictogt aan de geenen , die het Waterkafteel verdedigden, dat zy veiligheidshalve naar de Stad zouden wyken. Het krygsvolk door dien last ten hoogfte verfchrikt' week met zulk eene overyling , dat de waakzaame Turken hen overvielen éér zy allen konden weg komen , allen, die zy daar nog vonden , verfloegen , en bezit namen van het Kasteel. Salamanca voor Achmed gebragt zynde deed groote eifchen , maar kdn niets meer verkrygen dan dej Stad op beio-.eidenheid over te geeven. Toen Liscanohier van kennis gekregen had , gaf hy de Stad over , en de Turken trokken ongeftoord daarin. Doch toen de bezetting te Presburg gekomen was , wierden de twee Bevelhebbers op vermoeden van verraad in hechtenis genorren, iiwv _ . , SOLTMAN deed zyne intreede in Gran, op den tienden van Augustus, en verkeerde de Christenkerken in Mahometaanfche Mosques. ■ Vervolgens trok hy , na de Stad verfterkt te hebben , naar het Kafteel van Tatta , het welk hy na het zelve veroverd te hebben , deed Hechten. Van daar trok hy naar Alba Regalis j welke Stad dus genoemd wordt om dat de oude Koningen van Hun [ garyën caar gekroond en begraven wierden. Deeze Stad; is gelegen in het midden van een foort van meer of moerasch , en kan enkel genaderd worden langs drie zeer breede hooge wegen, aan beide kanten met fraaije huizen en tuinen verfierd. Daarenboven is dezelve omringd met fterke wallen , en eene diepe gragf vol water s welk alles de belegering zeer moeijelyk maakt. By het aan» XVI. Boek. xi. Afd. En la/bar iglyk over egeeven. •itul-WeU enburg 'elegerit  XVI. i •èoek. x!. An>. l.10 HISTORIE van het lannaderen der vyandenwilde Barcotius , de Bevelhebber der Stad , de Voorfteden doen Hechten , doch ie burgers wilden zulks niet toelaaten dewyl zy van Oordeel waren , dat dezelve wel konden verdeedigd worden. Zo haast de Turken met hun talryk leger de Stad begonnen te omringen , verlieten vyfhonderd Hasfaaren , die niet gewoon waren zich in Steden opgefloten te zien , dezelve in ftilte by den nacht. Intusfchen vernielden de Turken , door het geftadig vuur van hun gefchut , de houten borstweeringen , die de zandige wallen van het Kasteel in verband hielden ; en niet lang daarna beftormden -zy , na met ongelooflyken arbeid in den tyd van twaalf dagen de graft en moerasch droog gemaakt en opgevuld te hebben, het bolwerk der Voorlieden naar den kant van Buda ; en veroverden hetzelve eindelyk , door eikanderen geduurig af te losFen. By deeze gelegenheid ftreeden zelfs de vrouwen en monniken ter verdeediging van de Stad. Onderanderen was 'er eene wakkere hungaarfche Amazoon , die met de foldaaten op den top van het Italiaansch Kafteel, dat het nog uithield , verfchynende , met een groot flagzwaard in één' flag twee Turken , die de muuren wilden beklimmen het hoof afhieuw. Op dien dag , zynde de 25 Augustus , konden de Turken niet verder komen; maar niet lang daarna , by een' anderen aanval bereikten zy den ftop van den wal , onder begunftiging van een' dikken mist , éér zy door de belegerden gezien wierden. Eindelyk veroverden zy de voorfteden , en de inwooners namen de vlucht ; doch dewyl de valbrug opgehaald.; en de poort aan de zyde zeer naauw was , fneuvelde eene groote menigte van hen , en onder anderen de Bevelhebber Barcotius , wiens afgehouwen hoofd en hand doof de vyanden op den punt van een fpeer ten toon gefteld wicid. Hierop gaf de Overheid de Stad over  OTHOMANNISCHE RYK. 411 over by verdrag, ên de foldaaten der bezetting vertrokken naar Wenen. Na de overgaaf trok Solyman in Stul. wehfenburg ; en deed , niettegenftaande hy had doen afkondigen , dat de inwooners binnen den tyd van drie dagen niets te vreezen hadden , de voornaamfte burgers om het leven brengen ; offchoon fommigen zeggen dat hy alleen die geenen deed onthoofden , welke i'n bediening geweest waren ten tyde toen zy van den iongen Koning afvielen en tot Ferdinand overgingen, Wat hiervan ook mooge zyn , hy keerde kort daarns naar zyne Hoofdftad terug , en liet het land door dt Tartaaren verwoesten. Ten laatfte wierd , in het jaai i-  XVI. Boek. xi. Afd. JSy verovert 'de fchatten van aen Shah. i ,] 1 41* HISTORIE van hit Zohaast hy in de provincie van Azerbejan gekomen was, onderwierp Sultan Burhan , een afftammeling van de oude Koningen van Shirwan , zich zeiven en zyne be. zittingen aan Solyman. Kort daarna beval de Sultan de befcherming van Tibris aan Alkafib Mirfa ; die niet in ftaat om daar iets uittevoeren , en daarenboven zich niet veilig ziende voor de overvallen der Perfiaanen , de paleizen van den Shah verwoestte , en met zyne troepen terug week naar het leger van den Sultan , die op :!l ft f b,e,egerde' Solman door deeze troepen T Zt T Cen ïGV1Sen aanval o die Stad; waarop de belegerden op den r9 van de maand Rajeb, deeze fchoone en fterke vesting overgaven , onder beding van hun leven te zul en behouden. Van hier voerde h/zyn leger daar /hnfeh, daar hy een gedeelte van he Perl aanfche leger overviel en verfloeg. ' Geduurende dien tyd kreeg hv bericht door rvn# verfpieders , da/de fchatten vin dV5S, ?n Hefte? den lspahan, Kasban, en itW, flechts door eene zwakke wacht bewaakt wierden vv^a op hy Alkafib Mufa met eenige hgte troepen afzond m dezelven te veroveren. De Mtrfa voerde zyne orders zo wel uit? AhÏS TJ* Verflaan v™ de achten,, die weinig gedachten hadden van zyne komst, zich meeftermaak te van alle de fchatten , en,, na het offnd .erwoest te hebben, beladen met buit wMeeX Door een gedeelte van dien buit verkreeg hy van dea ?eldzuchtigen V.zier Aziz Allah het medebevelhebbéï chap van Baghdad Toen hy zich derwaarts begaf, kreeg iy berouw dat hy de Perfiaanen verlaaten had, en 'T\Z-T'e bneTOn, 3an den Shah >■ waa™ 'V hon >m verg.ffenis verzocht, met belofte van hem in het Shf te ztd en **" 60 hem »a^eu,g frfcn 7v^ ^fÊVen Va" ialle de ^richtingen der turken, Zyn medegenoot in het Bevelhebberichap, Me. be*  OTHOMANNISCHE RYK. 413 hemel Basba, niet minder oplettend dan hy , klaagde hem welhaast aan by Solyman , en kreeg daarop bevel om hem geboeid naar den Sultan te zenden. • Doch éér deeze order nog gekomen was , kreeg hy bericht van het geen 'er op til was door eenige vrienden die hy zich door het Perfisch geld gemaakt had ; en naardien 'er geen ander middel was om te ontkomen vluchtte hy naar Gurjistan. Omtrent een jaar te vooren hadden de Cebrgurs Muftapha Basba , den Landvoogd, van deeze gewesten , die op zulk eene trouwloosheidgcene gedachten had, overvallen, en zyn leger in ftukken gehouwen. Om hier over wraak te neemen, wierd l ehtwed Basha met een fterk leger naar Gurjistan afgezonden , daar hy na verfcheiden veldflagen van verfchillend geluk , eindelyk de magt der Georgiers geheel verfloee Hv veroverde en flechtte zeven van hunne Iterkfte vestingen, waarop hy aftrok om in Diyarbekr te overwinteren. Vroeg in het volgende voorjaar keerde hv naar Gurjistan terug , en geen' tegenftand ontmoetende , veroverde hy meer dan twintig Steden; en keerde vervolgens, na behoorlyke be^tting in de vestingen gelegd en deeze provintiën aan des Sultans gehoorzaamheid onderworpen te hebben , naar Conftantmo. polen terug (ƒ > ; , . . . Laat ons nu eens zien wat'er intusfchen in Apnca gebeurd is Toen Barbarosfa met eene vloot afgezonden, wierd om den Koning van Prankryk by te ftaan , trok Muley Hasfan , vreezende , dat deeze uitrusting tegen hem gemunt was , de zee over naar Napels, met oogmerk om den Keizer te Genua te gaan ontmoeten , en hem om zyn' verderen byftand te fmeeken ; doch terwyl hy zich hier ophield, wierd hem tydmg gebragt , dat zvn zoon Amid , dien hy had achtergelaten om met z>ne (ƒ) Cahtzm. pag. 207. & feqq. ^ XVI. Boek. XI. AfD. Oproer in ruuii. Atnid werpt iich op tef Koning,  XVf Boek Xi. AïD. A.D.i^o, Voorfpaec *»rcDragut, 4H HISTORIEvamhet , zyne oorlogfchepen de kusten te beveiligen , zich mee-* . ter gemaakt had van het ryk , waarop hy met agttien. honderd Italiaanen, het uitfchot der gevangenhuizen aangevoerd door Giovanni Battuttr Lnfredi , terftond'in zee ftak ; en' by la Gouletta aan land ftappende , zich door eenige verraaders liet bepraaten om naar Tunis te trekken , met deeze geringe magt, welke te gelyk met haar Opperhoofd tot op vyfhonderd mannen na verflagen wierd ; Muley Hasfan, die -by dit voorval gevangen genomen was, wierden de oogen uitgeftoken Ta. narres, Bevelhebber van la Gouletta, oordeelende , dat Keizer Karei beledigd wierd door Amid's overweldiging zonder zyne voorkennis , zond om Abdul Melek , den natuurlyken zoon van Muley Hasfan , dio, in het afzyn van - Amid , onder begunftiging van zyn' fluijer ! voor hem wierd aangezien , en door den flotvoogd i„ het Kafteel gelaten. Doch deeze Koning overlydende, éér hy nog eene maand geregeerd had, wierd zyn zoon Mol bammed; een kind van nog geen twaalf jaaren , in zvn' plaats gefteld , pnder het opzicht van drie voogden die naar hun eigan goeddunken regeerden.' Deeze voo? den vergunden aan Muley Hasfan naar la Couletta te moo gen vertrekken', en dus ontkwam hy gelukkiglvk de< handen van zyn' bloeddorftigen zoon Amid, . die, niet lang daarna door de burgers-, dié de- ftechte regeering' van de dne. dwingelanden moede waren , terug geroe-< pen wierd , en na zonder eenigen tegenftand binnen Tunis gekomen te zyn -, alle zyne vyanden met de grootfte wreedheid deed ter dood brengen: In deezen toeftand bleeven de zaaken,- tot in hef jaar 1550, toen Dragut Rais ■ een beruchte Turkfcbe' zeeroover , de Steden Africa en Móbammedia ■ jn her/ Komngryk Tunis veroverd hebbende,- de -Christenen vandaar- ter zee en te land ontrlistte. Toen hier over dagelyks klagten ingebragt wierden by Keizer Karei, .zond  OTH OMA NNI SC HE RYK 4ï5 by ten laatste Doria met eene talryke vloot, en veele landtiocpen , onderfteund door de Ridders van Malta, . om de Stad Africa te belegerca, welke zy } op den tienden September, ftormenderhand innamen , tot den grond toe flechtten , de ganfche zeekust plunderden, en vervolgens naar huis keerden. Dragut door dit verlies vertoornd hitste Solyman op om den Keizer en Koning Ferdinand'den oorlog aan te doen , of fchoon het vyfjaarig beftand nog niet geëindigd was. Ingevolge van dit verzoek bezorgde de Sultan in het volgende voorjaar^, aan Dragut eene vloot van honderd-en-veertig fchepen onder het bevel van Sinan Basba ; die op het onverwachtst het Kafteel van Agosra in Sicilië veroverde en verwoestte. Vervolgens deed hy eene landing op Malta doch na dat hy aldaar de Kafteelen Manetta en ht Paulo te vergeefs beftormd had , zeilde hy naar het klem Ei. land Gozo , vyf mylen van daar gelegen ; het geen hy verwoestte, en zesduizend-en-driehonderd menfchen van daar. gevangelyk wegvoerde (g). Na deeze rooveryën gepleegd te hebben ze lden zy naar Tripoli op de kust "varr Barbarye , dat door den Keizer aan de befcherming der Ridders van-Malta was toevertrouwd, welke Stad in de maand ' Augustus door de Turken ftrengelyk belegerd wierd. Zy zetteden hunne approches zo fchielyk voort, dat zy op den afftand van niet meer dan honderd-en-vyftig treden van den wal , eene battery oprechtten , en daar mede eene bresfehootem, die met de graft gelyk was, doch de belegerden herftelden dezelve zo wel, dat'er geene moogiykheid was om daar een1' aanval te doen. Eindelyk* fchooten zy , door onderrechting van een Franfchen overlooper , bres op eene plaats , daar die niet wel geftopt kon wórden , het. welk de foldaaten der bezetting zulk een'fchrik aan-: (g) Ricaut in Solym. Fff 3 3 XVI. 30EK. XI. Afd. '.D.15S2,  4ï<5 historie van het XVI. Boek. XI Afd. Tripoli dtor de Turken ingeno men. i j aanjoeg, dat zy le Vallier , den Bevelhebber , dwongen om tot onderhandeling te komen , doch alles, dat twee Ridders, ten dien einde afgezonden, konden uitwerken , was belofte van vryheid voor hunne perfoonen. Hierop ging de Stad over, op den vyftienden van die zelfde maand , en het Kafteel een dag laater; doch Sinan Basha , in de plaats van de artikelen naar te komen, offchoon hy zulks tot tweemaal toegezworen had , beroofde de bezetting van haare vryheid en goeleren. Zelf kon Arramont , de Franfcbe Afgezant, niets meer van hem verkrygen dan het ontflag van tweehonderd-en-dertig der minst nuttige gevangenen; daarenboven vorderde hy in den beginne nog , dat men hem de kosten van den oorlog zou betaalen. De Turken handelden onmenfchelyk met Jean de Chabas, den opperconftapel van het Kafteel , die geduurende de belegering den Opperfchryver van het leger de rechterhand had afgefchoten j want na hem de handen en den neus ifgefneden te hebben , plaatsten zy hem tot aan den middel toe in een' kuil, en fchooten toen een' tyJlang met pylen op hem , tot dat zy hem ten laatfte den lals affneeden (i). De zaaken van het Oosten dus tot beflag gekomen zynde befloot Solyman zyne grenzen in het Westen uit te breiden. Met dit oogmerk zond hy Mehemed Basha , den Beglerbeg van Rum - Eli, met een leger Europifche troepen om Temefwar, de fterkfte Stad van geheel. Bungarye te veroveren. Deeze Basha veroverde eerst ie nabuurige Steden Bachi, Buchghergi, Ratzu, en Chenad (B) , en floot toen de Stad zelve zeer naauw in, ( h) Ibidem. (B) Steiibn , die, naar het fcbynt , tusfehen den Dennu en de itve gelegen zyn, in die landftreek, welke de Turken Bah» Ovafi loemen. Cantemu.  OTHOMANNISCHE RYK. 417 in ; doch tyding krygende , dat 'er een leger veel fterker dan het zyne tot ontzet van de Stad in aantogt was, zond hy boden naar het Hof met verzoek van fpoedigen onderftand. Hierop trok Mabmud Basba, de Grootvizier , met de geheele magt der Othomannen , in q alle haast hem te hulp. Door deeze troepen gefterktv, verfloeg hy het leger der vyanden , en naderhand de Stad ftormenderhand inneemende , hechtte hy het gansch Bannaat van Terne/war , genoegzaam zo groot als een Beglerbeglik van het Turk/cue Ryk , en beval de zorg daar over aan Kasfitn Basba met eene fterke bezetting (O- ,. * , . De Christenfchryvers zeggen, dat deeze Stad ingenomen wierd door den voorgemelden Achmed, en door Alt, Basha van Buda ; en dat zy , tegen hun gegeeven woord , de bezetting om het leven bragten. Zy verhaalea nog daarby, dat dezelfde Bevelhebbers hetz Kafteel Zolnuk veroverden , doch dat zy misten in hun- n nen aanflag op Erzam , gelyk ook Ali, in het volgende jaar , in de belegering van Agria, welke hy moest opbreeken met verlies van zesduizend mannen ; en dat Solyman , in het jaar 1553 , op verzoek van^ Arramont , den Afgezant van Koning Hendrik den tweeden van Frankryk, eene vloot naar de Middellandfche Zee zond , die op de zeekusten van Italië' en de nabuurige Eilanden groote verwoeftingen aanrechtte. In het zelfde jaar ftond Ifabeïïa , niet in ftaat om de invallen der Jurken in Iranfyhanië te wederftaan , dat geheele land af aan Koning Ferdinand , en begaf zich naar Po» len (£)• Intusschen gingen de zaaken der Othomannen in Afie: zo voordeelig niet. Sbab Ismael, zoon van Tomafth ,y viely ( i) Cantem. pag. 209. (k) Ricaut, ubi fupra. «, l' XVI. Boek* XI. Afo. 'emeswap roveri. olnuk v**verd, e.D.iS58.* De Shah mPerfië irovertAf ish en Ag*j isfe.  xvr. Boek. xr. Afd. Muftaph ter dood ge bragt. 41S HISTORIE vak het viel na het vertrek van des Sultans troepen in de Othomannifche bezittingen , en overrompelde onverwacht de Stéden Ardisch en Aglash; alle de Turken , : die hy daar vond , om hals brengende. Hierop wierd MandeiBasha, met een groot getal Afiatifcbe troepen afgezonden om den Shah te keer te gaan-, doch wierd by hunne ontmoeting geflagen met verlies van het grootst gedeelte van zyn volk. Dus lachte de Fortuin de Perfiaanen toe in geringe veldflagen , om hen in groteren haaren angel te doen gevoelen ; want Solyman zyn' Grootvizier Mehemed Basha bevel gegeeven hebbende om met de troepen , welke hy byëen kon brengen , by Tohad te gaan overwinteren, kwam zelf met het overige van zyn leger , in de maand Romazan , by hem 'op eene plaats genaamd Arkileh. Hier kreeg hy bericht, ■dat zyn zoon Muftapha , die in het voorgaande jaar , op vermoeden , reeds'in hechtenis was genomen, deel had in eene zamenzweering tegen zyn leven ; waarop hy bevel gaf van hem te verworgen. Toen Halep gekomen was overleed Jehan Gbir ,■ een andere zoon van hem , na welke gebeurtenis hy zyn' zoon Selim beval met zyne troepen te Marash te gaan overwinteren (O De Christenfchryvers fpreeken van deezen Moftapha als van een' jongen Prins van uitmuntende begaafdheden, en wyten zyn dood aan de listen van eene der vrouwen uir het Saray , welke zy Roxolana noemen. Zy zeggen , dat zy , met oogmerk om de opvolging voor een' van haare vier zoonen te bezorgen , eerst met list den Sultan bewoog om haar te trouwen , en toen zich toeleide om Moftapha door vergif van kant te helpen ; doch dat dit haar mislukkende zy hem by Solyman begon verdacht te maaken van oproerige ontwerpen ; door hem brieven te toonen , die zy door haare afhangelingen Cl) CANTiSt, pag. 210.  ÖT HOM AN NI S C H E RYK. 419 gen deed fchryven , welke alle de beweegingen van dien Prins ten kwaadfte duidden , en onder anderen een' brief van den Basha, die de Landvoogdyfehap voor dien Prins te ■ Amafia waarnam, waarin "deeze meldde, dat 'er een gerucht ging, dat Moftapha verloofd was aan de dochter van den Koning van Perfie; dat deeze vermoedens gefterkt zynde door de listigheid van den Grootvizier Rustan Roxolane's fchoonzoon , Solyman eindelyk daaraan geloof begon te flaan ; en hem liet aanzeggen , dat hy by hem in het leger moest komen , met oogmerk om hem dan om hals te doen brengen ; dat Moftapha, op zyne onfchuld fteunende, zich naar zyns Vaders tent begaf , daar hy terftond doorzeven ftommen wierd aangegrepen , die hem verworgden, terwyl Solyman, van achter een gordyn, met een grimmig gelaat en andere bedreigende tekenen hen aanzette om met hun werk voort te vaaren. Dezelfde Schryvers voegen nog daarby, dat toen zyn lyk getoond wierd aan zyn' broeder Joan Ghir , die Moftapha zeer beminde , deeze Prins , na zyn' vader zyne wreedheid verweten te hebben , zich zeiven doorftak, en terftond dood nederviel; dat deeze moord een' algemeenen opftand verwekte onder het krygsvolk van Moftapha , waar by tweeduizend mannen van des Sultans volk het leven verlooren ; en dat de Janitzaren , toen zy de dood van dien Prins vernamen , met groot geweld en met uitgetogen zwaarden , in dektent van den Sultan vielen, die hen met groote moeite te vreden fielden door Kvstan van zyne ampten te berooven (m). Doch laat ons nu tot den Perfifcben oorlog wederkeeren. SOLTMJN nu, in het jaar 961 , in de provincie Shkwan ingetrokken zynde , zond een' Heraut aan den Sbab , om hem aan te zeggen , dat hy gereed was om1 Xmy Busbequius , Ambasfade , Libr. 3. Ricaut. Oost. Hist. XII. Deel. Ggg XVI. Boek. xt. Afd, Hegyra 96i. 4.B. 15 Si, Inval in 'erfie.  420 HISTORIEvan het XVI. Boek. XI. Afd, Een ge ivaandeVlo flapha doe zich oi, ei woritgevan gf-n genomen. om hem flag te leveren , en hem ten dien einde in het veld verwachtte ; doch toen de Shab hierop noch door woorden noch daaden eenig antwoord gaf, belegerde hy Revan (C), daar Shab lsmaël zyn Hof hield; en nam deeze Stad, na eene belegering van weinig dagen , in , waarop hy alle de Koninglyke Lusthoven, Paleizen, en Landhuizen deed verwoeften , en vervolgens de Stad zelve , den roem van geheel Per fin , in brand fteeken. Na dit gedaan te hebben trok hy naar Nahjivan , en verwoestte , met hulp der aanwyzing van Sultan Husfeyn , het geheele land tusfehen films en Maraghe, alle de Steden , vlekken en dorpen met vuur en zwaard verwoestende. Na deeze geftrenge wraak van de Perfiaanen genomen te hebben , zond hy zyne troepen , by het aannaderen van den winter , naar het omleggende land van Amafia , om aldaar de winterkwartieren te betrekken. In het volgende voorjaar kreeg hy, naby Er. zerium, een bezoek van Shab Kuli Soltan , die hem om zyne befcherming verzocht. Van daar trok hy naar Baghdad , daar hy gezanten ontving van den Koning van Perfië , die hem onderdaaniglyk om vrede verzochten ; die hen ook eindelyk wierd toegeftaan, en volgens welken de Steden Van , Marash , en Moful, tot grensfeheidingen tusfehen de twee Ryken gefteld wierden. ' Terwyl Solyman dus in Afie bezig was , verfcheen i'er een Bedrieger, onder den naam van Sultan Mujhipba, in het land van Dobrujeb (D)die, een getal van veer» (C) Eene beroemde Stad in Perfië, in de kaarten verteer delyk Ervan genaamd. Cantemir. Deeze Scbryver bedriagt zich hi;r ; Ervan , of Irvan , is niït verkeerd. Doch het kan ook Revan of Rivan , en Irivan gefcbrav«n worden. (D) Eene vlakke landftreek aan deeze zyde van d'jn b?r? Ha.r.us, welke zich uitftrel.t langs den Donau van Drista h Walachië af tot aan den mond van de rivier. De Inwooners Chitaki genaamd, en  OTH O MANNIS CHE RYK; 421 veertig omzwervende deugnieten byëen verzaameld hebbende , niet alleen die landftreek , maar ook verfcheide omleggende , op eere deerlyke wyze verwoestte. Doch éér nog deeze bedrieger door de afgelegenheid van die landftreek , door den Sultan kon bedwongen worden, lokte Bay. Tezid, zyn zesde zoon, hem door eene weloverlegde list , in den ftrik , en zond hem geboeid naar zyn' Vader , die toen op het punt ftond om Awsjlapha Basha met een leger tegen dien woestem hoop af te zenden. De Christenfchryvers geeven ons een zeer verfclnllend verflag van deeze gebeurtenis ; zy zeggen , dat deeze gewaande Mostapha door Bay-Tezid zeiven opgeworpen wierd, om te beproeven , wat hy tegen zyn' broeder Selim zou kunnen uitvoeren ,• dien hy , met hulp der kunstgreepen van zyne moeder , de opvolging hoopte te ontweldigen ; dat deeze Bedrieger door Pottan Basha met een leger vervolgd zynde, door zyne metgezellen verlaten wierd , en met nog eenigen van zyn' aanhang gevangen genomen; en dat hy, ter pynbank gebragt zynde , het oogmdrk van Bay- Tezid ontdekte , waar op "zy alle in zee geworpen wierden f doch Bay. Tezid wierd door de voorfpiaak van Roxolano verbeden. Omtrent deezen tyd borst 'er op nieuw een oorlog uit tusfehen de Koningen van Spanje en Frankryk, waarop de laatstgemelde, te zwak tegen zyn' vyand. zynde , aan Solyman om nog eene tweede vloot tot by. ftand verzocht, welke de Sultan afzond onder het be vel van Karli Ali Beg; die op zee geen' tegenftand ontmoetende, de kusten van Spanje verwoestte eil de m. wooners gevangelyk wegvoerde. De Spanjaarden, om deezen inval te ftuiten , deeden hunne troepen naar huis Komen: bs «n Turken van afkomst , behandelen de reizigers met eene onver gelykelyke gastvryheid. Cantemib. Ggg 2 , XVI. Bc-EJt, XI. Afd. Solyman [iaat de Franfchen  42* HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XI. Afd. Ormuz 4o rfeTurkei ovtrvalkn by welke gelegenheid de Franfchen, onder het bevel van AV&oji (E) , eene volkomen overwinning op hunne vyanden behaalden, van welken veertigduizend mannen op het flagveld bleeven n SOLT MA N door deezen voorfpoed aangemoedigd, zond insgelyks eene vloot naar Hurmiuz , of Ormuz , onder het bevel van Peri Reis, die , na alle de zeekusten van dit Koningryk uitgeplunderd te hebben, met buit beladen ; naar Conjtantinopolen terug keerde ; doch door de vyandelyke vloot vervolgd en overvallen zynde, terwyl hy onbezorgd de Egyptische Zee langs zeilde, wierden zyne uit een verfpreidc fchepen gedeeltelyk genomen , en gedeeltelyk in den . grond geboord , en voornaamelyk die geenen , welke met den buit overladen waren. Eenige der fnelfte en ligtfte vaartuigen ontkwa. mén , in een van welken Se'id AU Kapudan zich bevond; die de verflrooide fchepen byëen verzamelde , de vyandelyke vloot overviel, terwyl deeze zonder geregelde order terug zeilde, en door eene vreemde omwenteling van het lot veelen van hunne fchepen veroverde of in den grond boorde. Ten zelfden tyd veroverde Tdygun Basha , Beglerheg van Buda + met zyne troepen , drie Steden van de Christenen , en voerde eene groote menigte van gevangenen met zich. Aan den kant van Africa veroverde Salih Basha, . Bevelhebber van Tezayr, of' Algiers ,. Bijaneh , 'en nog drie andere vestingen in Spanje. * FRAN. (E) Deezï fchynt geweest te zyn Karei Hertog-van Bourbtn% Opperveldheer van Keizer Karei, tct wien hy van den kant dei Franfchen was overgegaan. Doch naardien noch de Duitfche rif ch de, Franfche jaarboeken van deezen veidflag gewag-maakei> , denk ik, dat' dezelve een uitftrooifel van de Franfchen in dien tyd geweest is , om Solyman des te eerder tot hunne byftand overt- h.ia'en ; eene kunstgreep , waar van zy zich by myn' tyd te Conjlantmepokn nog een* bediend hebben. Caktimih.  OTHOMANNISCHE RYK. 4*3 FRANC HA Padhhabi, de Spanjaarden niet kunnende bedwingen, zo als hy wel wilde, verzocht aan Solyman, dat hy hem rog eene vloot tot byftand zou •zenden. Solyman verblyd , dat hy het een ei door het ander kon kneuzen , zonder zyne eigen handen vuil te maaken , ftond hem zyn verzoek gereedelyk toe , en zond Kapudan Pjala Basba., met eene groote vloot , om zich met de Franfchen te vereenigen ; waar op zy Mefina Rija,- en Marioka (F) , benevens nog drie kleine Eilanden in de nabuurfchap gelegen , overmeefterden ; vervolgens verwoestte Piala Basha de ganfche kust van Apulun , en keerde in den herfst met grooten buit terug. Na dat dus het Otbomannisch Ryk van alle kanten verfterkt was , gaf Solyman zyne troepen voor eenigen tyd rust en bragt byna tien jaaren door in het regelen der burgerlyke zaaken van zyn Ryk- Zyn eerfte werk was het voltooijen van de Jamt, waar van hy, -drie jaaren te vooren , den grond had gelegd ; dit werk volvoerde hy met zulk eene pracht., dat, behalven St. Sophia , geen gebouw in de waereld dit kon evenaarer ; en noemde die naar zyn' naam Solymaniyehi Vervolgens , maakte hy , befpeurende. % dat veele zaaken onregelmaatig uitgevoerd wierden , • zo wel aan het Hof, als in de burgerlyke zaaken ,. .en-dat de verwarderang der Amptenaaren geduur ga gefchillen te weeg bragt, nieuwe wetten .zo .in den burgerftand als in den krygsftand ; en bepaalde, den rang van alle zyne amptenaaren aan het Hof, in de Steden , en in het Leger. Dit nieuw' zamenftel van . wetten leide den grondftag tot (FV Dat is , Me-sfma , M'gio in Qnlabrtë-i en Majom , de *;verini, die zyn leger naby Bohoza. geheel verfloegen. Deeze tegenfpoed ,. en de aankomst van nieuwe hulptroepen uit Duitschland , onder den jongen Aartshertog Ferdinand van Oostenryk , zoon van den Koning , joeg den Turken zulk een' fchrik aan , dat zy Bobo/a, San Martin , San Lauréns en verfcheide andere kleine plaatsen verlieten , en naar Vyf Kerken weeken, niet zonder groot verlies van veel volk, terwyl de Stadvoogd van Raab dc omleggende voorfteden , rondom Stulweisfenburg , verwoestte , en veeie duizend ftuks hoornvee van de Turken s wegvoerde. BAT-Tezid de jongfte der twee zoonen van Solyman , die toen nog in leven waren , door tusfchenkomst van Roxoiane vergiffenis gekregen hebbende , gelyk hier voor gemeld is , gedroeg zich zeer gehoorzaam zolang zyne moeder leefde ; doch deeze , in het jaar 1557 , overleden zynde , begon hy met het krygsvolk aan te fpannen; doch de Sultan hier van de lucht krygende deed hem 'onder de hand zyn' plicht herinneren j en om zyne zoonen meer zo wel van zyn' eigen' perfoon als van eikanderen te verwy deren, zond hy bevel aan Bay-Tezid om van Kutayeh naar Amafia te vertrekken , en aan Selim om van Magnefia .naar Iconium te gaan Doch ■Bay-Tezid , . in de plaats van te vertrekken , zocht allerhande voorwendfelen van uitftel, en verzocht , dat hy mogt blyven daar hv was, of dat hem eene meer naby gelegen Landvoogdy dan die . van Amafia mogt aangewezen worden; te meer daar het zyn' broeder, bv eene. nadere order , vergund was geworden zich te Prufa neder te zetten , daar hy niet ophield van dagelvks allerhande leed tegen hem te berokkenen, Solyman zoneu XVI. Boek. XI. Afd. B ay. Yezid Hoekt hst krygsvolk op 2ynezyie te krygen ïegen zyn' brosser Se«lim.  - - XVI. BoEK. XI. Afd. Bay Yezi door Se'im 426 HISTORIE VAN HÉT zond twee Bashas af om zyne twee zoonen een ieder naar zyne landvoogdy te doen vertrekken ; doch Bay. Tezid fteeds weigerig blyvende om te gehoorzaamen , maakte zyn Vader zich gereed om hem met geweld daartoe te dwingen ; doch befpeurende , dat de Janitzaren zyne party aankleefden , wendde hy zich tot deu Mufti , om zyn gevoelen over deeze zaak te hooren, welk hier in beftond , dat en de man zelfs , die echter niet genoemd wierd , en zyne medepligtigen doodfchuldig waren. Dit gevoelen wierd algemeen gemaakt , en aan Bay-Tezid toegezonden ; die in ant wóórd aan zyn' Vader liet verzoeken , dat hy zich met het gefchil tusfehen hem en zyn' Broeder niet zou bemoeijen; hem tevens onder de hand te verltaan doende geeven , dat, ingevalle hy zulks deed , hy wel middel wist om het land te verwoesten , en voor ,zyne eigen veiligheid te zorgen. Hy vertrok echter naar Amafia; en toen hy tot Ancyra gevorderd was , oordeelde Selim , dat hy zich zonder gevaar wel weder naar Iconium zou kunnen begeeven; en naardien dit land een' viyën togt naar Syrië opleverde , droeg Solyman zorg , dat deeze provincie niet in Bay -Tezid''s handen mogt vallen ; doch deeze Prins een groot leger van het ichuim der vagabonden , en eenige Kurden byëen verzameld hebbende , met befluit om zich , in dien het mooglyk was , meester van die Stad te maaken, trok derwaarts om Selim .flag te leveren, die toen de geheele magt van zyn' Vader by zich had. De Slag was zeer hevig, doch Bay-Tezid was eindelyk genoodzaakt te wyken, nadat'er meer dan veertigduizend mannen van beide kanten gefneuveld waren ; hy trok echter langzaam, en in goede orde af. Deeze veldflag , in welken een hand vol volk geftreden had tegen een magtig en welgeoefend leger , gefterkt door zjwaare artillery, gaf Bay - Tezid grooten roem , en was oor-  O T HO MA NNI SC HE RYK. 42? oorzaak, dat Solman zich in Juny, 1559 » naar Afie fpoedde ; otfchoon hy zich niet verre van de zeekusten durfde verwyderen uit vrees , dat de Janitzaren tegen hem mogt en op ftaan. Intusfchen trachtte Bay-Tezid door brieven zich met zyn' Vader te verzoenen ; die zyne gramfchap ontveinzende , genegen ft heen oni hem vergiffenis te fchenken ; doch ten zelfden tyde befloot hem te deen vatten , en bevelen afzond aan alle de landvoogden op de grenzen,van Per/u om zyne vlucht te beletten. Bay-Tezid door zyne vrienden van dit voornêemen verwittigd , vertrok'1 van Amfia met een gevolg van niet meer dan twintig perfoonen , en wist de Bevelhebbers van Siwas en Erzerum zo wel te misleiden, door hen een' verkeerden weg te doen inflaan , dat hy behouden uit Turkye geraakte , en vriendelyk ontvangen wierd door Shah Tha. masp , die' beloofde , dat hy hem , zo het mooglyk was, met zyn' Vader zou verzoenen (0). Kort daarna begon echter de Shah , het zy dan met of zonder grond , achterdocht tegen hem op te vatten; en floot hem , benevens drie van zyne zoonen , in eene gevangenis op , na alvorens zyn volk in de dorpen rondom Kasvin verdeeld te hebben. Zo haast Solyman van deeze gevangenneeming kennis gekregen had , gingen 'er geduurig boden over en weder tusfehen hem en Thamasp , nopens de uitlevering van Bay - Tezid ; doch toen de Sultan befpeurde , dat de Shah hier aan geene ooren wilde leenen , trachtte hy hem over te haaien om hem van kant te maaken, dior de belofte, dat hy het geld zou betaalen , het welk Thamasp vorderde voor het onderhoud van Bay-Tezid en zyn volk. Ten dien einde wierden Hasfan Aga en de Basha van d\wasb naar Perfie gezonden; die , na in de gevange- nis (0) Ricaut, uM fupra. Oost. Hist. XII. Deel. Hhh XVI. Boek. XI. Afd. Hy vlucht aar Perfië.  XVI. Boek. XI. Afd Hy won vermoord. Zerbi ven verd. 428 HISTORIE van HET nis toegelaten te zyn j daar zy den Prins in een'' elendigen toeftand vonden , om van hunnen prooi verzekerd te zyn , den koop toefloegen ; waar op Hasfan , andermaal in de gevangenis toegelaten zynde , hem , en tdrie zyner zoonen met eigen handen verworgde ; terwyl Mohammed, zyn jongfte zoon die nog een kind was , het zelfde lot te Prufa moest ondergaan. Nadat de Ridders van Malta eenige jaaren achtereen den Paus , den Koning van Spanje, en andere Moogendheden verzocht hadden , dat zy hen zouden byftaan in het heroveren van Tripoli in Barbar fè, dat de Turken hen , negen jaaren te vooren , ontnomen had-den, verkreegen zy eindelyk .dien zo lang begeerden onderftand , en zeilden, in de maand February van het jaar 1560, naar het Eiland Zerbi, of Jerbi; het welk , zohaast zy voor de fterkfte vesting van dit Eiland het beleg geflagen hadden , aan hen wierd overgegeeven , offchoon Dragut, Stadvoogd van Tripoli r kort te vooren daar agthonderd Janitzaren geland en de Stad van al het noodige voorzien had. Doch , terwyl Karaman, een geringe Moorfche Koning, aan wien de Turken dit Eiland voorheen ontnomen hadden , zeer ernftiglyk in gefprek was met de Bevelhebbers over de middelen om de Turken uit Africa te verdryven , kwam 'er tyding , dat Piala Basha , de Admiraal der Turken, naby was met eene vloot van vyf-en» tagtig galeijen. Hierop dwongen zy den Moorfchen Koning dat hyaan den Koning van Spanje dezelfde fchatting zou betaalen , die hy te vooren aan Dragut betaald had ;. en begonnen daar op het Kafteel te verfterken; doch de foldaaten gingen zo langzaam hier mede voort , dat de Turkfcbe vloot in de maand Mei aankwam, en hen verraschte , éér zy aan boord van hunne fchepen konden komen. Gelukkig echter was het grootst gedeelte van hunne fchepen , met veertien galeijen, den avond te vooren onder zeil gegaan  OTHOM!ANNISCHE RYK. 429 en de Grootmeefter ontbood in April zyne galeijen terug. Van de overigen wierden terftond tien galeijen genomen, gelyk ook naderhand eenige anderen , die vast geraakt waren. Eenige weinige ontkwamen het gevaar; doch de onderkoning, Giovanni Andrea Doria , vluchtte , in den volgenden nacht, met twee kleine fregatten naar^ Malta. De Turken door dien voorfpoed moedig geworden floegen het beleg voor het Kafteel ; het welk , ofilhoon Dragut nieuwe verfterking daar voor bragt, echter de belegering drie maanden lang uithield , en nog .zouden de foldaaten der bezetting het zelve niet overgegeeven hebben , indien zy geen gebrek aan water gekregen hadden , doordien 'er niet meer dan één regenbak in het Kafteel was, zo dat veelen van dorst ftierven. Don Alvarez, de Bevelhebber , en de Admiraals der Napo* litaanfcbe en Siciliaanfche galeijen , zochten in den nacht te ontvluchten met een fchip , dat onder den muur van het Kafteel lag ; doch door de Turken ontdekt zynde , wierden zy gevangen genomen , waar op de bezetting het Kafteel overgaf, onder voorwaarde van het, leven en de vryheid te zullen behouden. Dus eindigde deeze ongelukkige krygstogt, waar by de Christenen agttienduizend mannen benevens een groot gedeelte van hunne vloot verlooren. In het volgende jaar plunderden de Turkfche galeijen verfcheide plaatfen op de kusten vam Italië, Sicilië, en Malta. Philippus de Tweede Ko < ning van Spanje, zond eene vloot tegen hen af; doch; verloor vyf-en-twintig van zyne galeijen , benevens Mendoza, zyn' Admiraal, in een' vreeslyken ftorm, welke voorviel op den agttienden September Niet lang na deeze gebeurtenis verkreeg Ferdinand, aan wien zyn' Broeder Keizer Karei de vyfde , het Kei- zer- (?) Ricaut , ibi öipra. Hhh 1 XVI. Boek. XI. Afd. \en> Het Kafteel •eroverd. A.D.1%61. egenfpoed Ier Christejen.  XVI. Boek. xi Afd. Vrede gefm ten. Door de'. Ruitthers verbroken, j < i 2 r -^•0.1-505. z n h i d »1 43° HISTORIE VAN HET zerryk had afgedaan , in het jaar 1559 , met groote moeite den vrede van Solyman , en zyn zoon Maxmiliaan wierd op den 24 November , op een' Rvfada* te Brankjoit gehouden, tot Roomsch- Koning verkozen. Hier verfcheen ook lbrahim Basha met kostbaare gefchenken , en een' brief aan den Keizer, die in een' zeer trotfchen ftyl gefehreven was , behelzende de voorwaarden van een' vred? voor agt jaaren,, het voornaamst artikel van den zeiven was , dat ferdinand aan Solyman faarlyks eene fchatting van dertigduizend ducaaten voor Hungaryë zou betaalen benevens de achterftallen van twee laaren. Deeze vrede hield flechts ftand tot het jaar 1503» toen Ferdinand overleed, en Maximil'iaan hem" n de regeering opvolgde, want Mclcbhr Balas ; des Keizers Stedehouder in Hungaryë, verbrak den zeiven iet eerst^ door het overvallen van verfcheiden grensfte. len in Iranfylvanie, Deeze vyandelykheden wierdén geyroken door den Waymde van dat land , die de Stad lakma , waarin de huisvrouw en kinderen van Balas zich •evonden , veroverde , vervolgens door vierduizend Lurken, en driehonderd Moldaviers onderfleund zynde, 'erwoestte hy het grondgebied van den Keizer , vero■erde Hadan , en belegerde Ungar. Hierop zond Kei. er Maximiliaan Lazarus Sucndï , een dapperen Veldheer let agtduizend mannen om Tokay te belegeren ; welke tad hy in de maand. February, van het jaar 1565, eroverde, gelyk ook kort daarna de ryke Stad Erden. Geduurende deeze gebeurtenisfen zond Solyman , om yne toebereidfelen tot weêrwraak des te beter te kunen voortzetten , een' Afgezant; aan den Keizer , om 2in het verbond , dat tusfehen hen beiden plaats had , : herinneren , terwyl de Basha van Temifwar met zesaizend mannen Giula belegerde, gelyk de Tranfyhaërs , in de maand Juny , Erden deeden. Czernovic'), :s Keizers Afgezant.,, van GonftmünopUn -terug ge- koraea  OTHOMANNISCHE RYK. 4n komen zynde, verzekerde hem , dat de Turken , fa weêrwil van hunnen vreedzaamen fchyn , niets dan oor. log in den zin* hadden. Op deeze waarfc.ouwing. maakte de Keizer de noodige toebereidfclen , terwyl de lurkfche gezant geftadig op vrede bleef aandringen , of fchoon de Aartshertog Karei agtduizend Turken op eenmaal verflagen had , die op de grenzen van Stiermark roofden. Kortom, Keizer Maximiliaan verzekerd zyn f, de , dat Solyman groote ontwerpen tegen hem fmeedde, verfterkte niet alleen zyne grensfteden , maar befloot ook in het volgend voorjaar een Ryksdag te Rrgensburg te doen houden om middelen te beraamen ter afweeiing van den algemeenen vyand. Doch wy zullen thans voor een oogenblik van dit onderwerp afftappen , om een verflag te geeven van het geen de Turken intusfchen in de Midielandfche Zee tegen de Ridders van Malta hebben uitgevoerd (q). De geduunge fchaden , die'den onderdaanen van het Otbomannisch Ryk door deeze Ridders wierden toegebragt,* 'deeden Solyman befluiten eene geftrenge wraak over hen^ te neemen ; waar toe hy daarenboven fterk aangezocht wierd door Kosfum , den Koning van 'Algiers, een' zoon van Barbarosfa, en door Dragut , den Land. voogd van Tripoli. Na eene vloot ten dien einde uitgerust, en zyne Bevelhebbers vermaand te «hebben dat zy deeze Malteefcbe zeeroovers, gelyk hy hen noem, ne, zouden uitroeijen , gaf hy hen eene kaart van het Eiland , waar op alle deszelfs vestingen afgetekend wa. ren. De Grootmeefter der Ridderorde , Joan de la Faletta, gezegd Parijbt, een Franscb Edelman, kennis gekregen hebbende van deeze toebereidfeJen , floeg insgelyks terftond de handen aan het werk, en terwyl hy thuis bezig was met alles tot zyne verdediging aan te wen- (f) RiCAUT Ubi' fupra'; Hhbj xvr. Boek. xi. Afu. T'enntinin ten oor- Aanval op •t Eiland laita.  XVI. Boek. xi. Afvi. Krygsmagi rferTurken. Befchry- vingvanhet Eiland. i3a HISTORIE van het wenden , zond hy gezanten uit aan den Paus en aaa mderen Christen - Moogendheden , om hunnen byftand tegen den algemeenen vyand van het Christelyk geloof. Inm usschen ging dé lurkfche vloot, onder het bevel van Piala Basha , . tot dien togt onder zeil, beftaande uit honderd-en-twee-en-veertig galeijen , zeventien galiotten , en twee - en - twintig voorraadfchepen , behalven nog veele kleindere vaartuigen ,* aan boord van dezelve waren dertigduizend mannen krygsvolk, waaronder zevenduizend en negenhonderd Spahis , of ruiters , en vierduizend-en:vyfhonderd Janitfaren, onder het bevel van Most afa Basha , een' man van vyf-en-zeventig'jaaren oud. Deeze krygsmagt kwam te Malta op den 18 Mey , en ankerde in de haven genaamd Porto Mag. giore , aan de noordwestzyde van het Eiland, dat omtrent twintig mylen lang is van het noordwest tot het zuidoost, en twaalf mylen breed. Aan de oostzydc van het Eiland zyn twee havens , die van een gefcheiden worden door eene verhevene landtong , welke noordoostwaart aan loopt; de haven aan de noordzyde is genaamd Marza Mushet , en die aan den zuidkant Porto Maggiore. Aan de linker zyde van deeze laatfte zyn vier kaapen , of voorgebergten ; op de tweede van welke, juist op den uiterften hoek, het fterk Kafteel St. Angelo gelegen is , en vlak daar by de Stad , die door fommigen de Nieuwe Stad genaamd wordt , weike enkel van het Kafteel afgefcheiden wordt door een' wal , en eene graft , en gelegen is in een' kuil , die in de rots is uitgehakt , zo dat zy zo wel door de natuur als door het menfchelyk vernuft verfterkt is. Op de derde kaap legt een Kafteel , genaamd St. Michaè'l , en eene Stad daarby , en op den uiterften hoek der landtong nog een Kafteel , genaamd St. Elmo , dat door natuur en kunst zeer fterk is. Ter verdediging van deeze gewigtige plaats waren op het  OTHOMANNISCHE RYK. 433 het "Eiland omtrent een duizend - en - driehonderd mannen beftaande uit Siciliaanen , Franfchen , Spanjaarden , Italiaanen ; duizend matroozen van de vloot der Ridders; vyfhonderd mannen in het Kafteel St, Angelo , vyfdtii. zend mannen landvolk , dat naar de Steden en Kafteelen gevlucht was ; vyfhonderd Ridders , behalven hun-^ ne Schildknaapen en dc Priesters. In de Hoofdflad Mal . ta zelve , genaamd de Oude Stad, waren twee honderd Soldaat en, een gelyk getal gewapende burgers , driehonderd mannen landruitery. De Turken ontfcheepten twintigduizend mannen te Marza Siroco aan de zuidoostzyde van het Eiland , terwyl Piala Basha met zevenduizend mannen naar het Kasteel Si. Michaël trok ; doch naderhand befluitende eerst het Kafteel St. Elmo te belegeren , deed hy eene hoogte opwerpen om hetzelve te befchieten , en om tevens hun gefchüt te doen fpeelen op de galeijen in de haven,, en daardoor hunne vloot een' weg naar de haven te openen. St. Elmo wierd eindelyk na een' allerdapperften tegenftand, in welken de Turken verfcheiden maaien te. rug geflagen waren , ftormenderhand veroverd. Vervolgens wierden , eerst St. Michaël , en vervolgens St. Angelo , met zulk eene woede en hardnekkigheid aangevallen , dat niets in de waereld in ftaat zou geweest zyn dezelven te behouden dan alleen de byna ongeloof baare en allesovertreffende dapperheid en krygskunde van den Grootmeester en zyne Ridders. Doch toen eindelyk Don Garcias., Onderkoning van Sicilië , na veele fchandelyke en bloodaartige voorwendfelen van uitftel , met eene verfterking van tienduizend mannen de Ridders te hulp kwam , gingen dc Turken in alle yl fcheep met achterlaating van vier. en-twintig, ftukken zwaar gefchut, na dat zy by deeze onderneeming vieren twintigduizend mannen verlóren hadden. Met betrekking tot de verdere omttandigheden van. deeze beruchte be» XVI. Boek, XI. Afo. Krygsmagt 'an den srottmeef' er. St. Elmo belegerd. m ingent' men.  434 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. Xi Afd* Sciodoor a Turitpn veroverd. Stunt der zaaken in Hungaryen. belegering wyzen wy onze Lcezers tot de Hiftorie van Malta Ofschoon nu de Turken hier deeze nederlaag geleden hadden , vinden wy echter niet, dat Solyman dien ongelukkigen uitflag gewroken heeft op zyne Bevelhebbers, ge'yk anjers zyne gewoonte was ; want na de terugkomt van zyme vloot zond hy Piala Basta met dezelve op nieuw uit om Sio te veroveren , dewyl de Landvoogd van dat Eiland , oflchoou zyn leenman zynde f echter eene geheime verftandhouding met i*j«r in aantogt was , vyftienhonderd mannen nitery en voetvolk af, om uit eene hinderlaag "?e vSrboede van het Turkfche leger te overvallen ; de mbv de Vyf Kerken aangegreepen , en voor het grootst «prlpelte verflagen of gekwetst wierd. (r) g Bydit Sp vallen de Turkfcbe Schryvers, na eene 1 Je gaaping , wederom in met de Chnstenfcbtyvers Volgen! S verhaal van deeze laatfte begonnen de Dmt. Srf het eerst den oorlog , doch de eerstgemdden Tnrecken daar van als of Solyman denzelven eerst begon, 2- eenige reden , enkel om zyn lang overlegd ont) te weeten de verovering van het Duitfehe Ke.JZv werkftellig te maaken. Zy zeggen , dat ny, Z troote webereidfelen gemaakt te hebben , alle zyne troepen byeen verzamelde^ om dit oogmerk ten uitvoer tetengdien einde trok.hy , volgens hun zeggen , ' in fcPr raar Q74 , met een magtig leger naar Jdmnopohs, llfn waar hy den Grootvizier Pertu Basha met eenige IZrZafzond om Giula te vermeesteren , terwyl hy zdve hef met de rest van het leger langzaam volgde. NteS onTbrak 'er aan deezen togt dan alleen de jeugd , de ouderdom hem nie: toeliet zyn voornêemen fe vdvoeiïn. Overladen door jaaren , en afgemat door 1 ? E pn vermoeiiingen wierd hy , na tot aan Se. psTg) ^ - #> • —" xr, (r) Ricaut, ubi ftvpra. ( G~) Door rle Christenen Sigeth genoemd. CantcMIR. Oost. Hist. XII. Deel. I" XVI. Boek. XI. Afd. Hegyra. 974A.D. 1566.  436* HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XI. Afd. Dood van Solyman. ' Andere ge- beurunis- fen. koorts , die , fchoon fiaauw in den beginne , echter welhaast gevaarlyk wierd. Hoe veele fmerten hy ook leed , en hoe wanhoopig zyn toeftand was , bleef hy echter even ftandvastig van gemoed , en beval , dat de Stad berend en aangevallen moest worden. Doch terwyl de Bevelhebber zich dapperlyk verdedigde nam intusfchen des Sultans ziekte meer en meer toe ; zodat hy onder een gebed , dat de God van het Heelal mogt vergunnen , dat het leger der waare geloovigen de Stad veroverde , aan dezelve overleed. De Grotvizier , die aanftonds aan Selim , die toen te [Magnefia was , kennis ga'f van zyns Vaders dood , terwyl hy die voor het krygsvolk verborg , veroverde op den agtienden van die zelfde maand , , waarin Sely. man overleed , de Stad ftormenderhand , in een' algemeenen aanval , onder begunftiging van een' toevalligen brand in dezelve, en kreeg genoegzaam ten zelfden tyde bericht van de verovering van Giula. (s~) Dit was alles , dat de verbaazende toebereidfelen van Solyman tegen het Duitfche Ryk uitwerkten., De Christen Schryvers melden ons , dat de dappere Serine , zich , door den aanval van buiten , en den brand van binnen , tot het uiterfte gebragt ziende, de dood vry willig te gemoet ging,- na zyne beste kleederen aangetrokken, en. zyne foldaaten vermaand te hebben van hun [even zo duur als mooglyk was te verkoopen , deed hy aan het hoofd derzelven met den degen in de vuist een' uitval , en drong door tot in het midden der vyanden , daar hy en alle zyne medgezellen , eenige weinigen uitgezonderd , dapperlyk fneuvelden. Doch deeze belegering kwam de Turken duur te ftaan s want , volgens hunne eigen opgaaf verlooren zy zeven»- (j) Cant. pag- ais & Seqq.  OTHOMANNISCHE R¥K. 437 rrtiduleend Janitfaren , en agt-en-twintigduizend geme^ne foldaaten , behalven de vrywilbgers , en nog Pl^I kaaf0^ : rSendeteVSS hetZelve aan den Graat v^^^^ ^ rf ^ ^ de ^ttETS^vJÈ^ « Doch ^nfr^N leefde fier-en-zeventig jaaren , en re-< 1 i j «Mr bunnen Vader overleeden. gToSW wa?eën Vorst van een' heldhaftigen en •ïdLvTaart, en van groote dapperheid en wysonverwrikbaa n aa t, e^ } et beid. tiy veraiucb & beha ven de 7wr*« een verbaazendgeduld Hy fprak.. beha ^ ^ ^ ^ ' °° ..Lbten welke de Perfiaanen Nasm ( \ ) f°°rLnan S hy 'in fierïykheid en geestigheid alle n° men ' ,f"if tp boven Hy verwierf zich een' groo. (t) Ricaut, ia Solyman. (H) Met deezen ,;J^^Z^^ ^t/^^^^^^^T Het overig gedeelte van " ft Kd^ Sr-aven. gelyk het fulk een braaven „ zyn lyk heb ik piegus * . vaarwel gezegd. „ man toekwam. StgetH neeir u vuui => eni„maai voorkomt u 2 rchoi^uden worde *n * *Dderen. . % XVI. BoEK„ XI. Afo. olyman's Ouderdom n Zoonen. ZynKardk ■sr.  XVL Boek. XI , T W A AL Ff 43.8 H ,I S;T O R I E VAN HET Ovenvinmngen ; doch hy verkreeg nog grooter' roem door zyne hervorming in de Gerechtshoven , en door het inftellen van . die wetten , . naar welke het Othotnan. msch Ryk nog heden geregeerd wordt. («) Volgens de befchryving. der Christenen was deeze Sultan lang en ma. ger van geftalte ; lang , van hals , bleek en ingevallen van aangezicht , en had een' grooten krommen neus j eerzuchtig en prachtig van aart ; getrouwer in het on< derhouden van zyn woord dan een' zyner voorzaaten • met één woord , . hy bezat genoegzaam alle goede hoe', danigheden , welke in. een' Vorst vereischt worden , behalven de zagtmoedigheid. Mohammed , de Grootvizier , deed , uit vrees voor de oproerigheid der Ja. nitzaren om zynen dood tot de aankomst van Selim bedekt te houden , zyne Doctoren en Apothecars heime. lyk verworgen. Doch toen eindelyk de Janitzaren hem begonnen te mistrouwen , deed hy het lyk, met des Sultans gewoone kleederen aan, recht overeind zittende in een' draagzetel naar zyne tent draagen , als of hy wederom met de jicht was gekweld , en dus nam hy door deeze, list alle hunne achterdocht weg ( w )t («') Caht. pag. 127. (w),Ricaut, ubi fupra,  OTHOMANNISCHE RYK, 339 TWAALFDE AFDEELING. Behelzende de ^^^dlrri II , genaamd '0ELIM van de dood zyns Vaders bericht gekregen N hebbende , vertrok van Magnefia , m het jaar op den negenden van de maand » lamel Hy 2 V Irin reede te Conftantinopolen , en beklom deed zyne intreede te j d ^ toen de planeet TS ,VadTf Sr? ' in den Ster enhemel regeerde. Den vSden daf vekcheefen alle- de Grooten van het Rvk naar gewoonte in den diepen rouw-gekleed aan het Vw r m den nieuwen Keizer hulde te doen , en hem ^kcZyte^f in ^^n^te» ! „Lpn Drie dagen daarna vertrok hy met een Kiem evo Ig^ naar Segetlïr , of Sigetb , doch vond Jfttari & dTe zvne troepen in de winterkwart.eren gezonin Ld te Belgrado.- Naardien nu de dood van Sofy. A f r '«no- toe geheim gehouden was , wierden de rlï SS, nnleru!t ^gens W onverwachte komst in lef leger ™S JrSnde , dat hy op het voetfpoor v,n zfn' Grootvader van denzelfden naam , voor heb. v 5 „* w V-ider eenig leed aan te doen , kwamen ben mogt zyn vader cewg jccu deszelfs lang zy alle in de wapenen } doch zo haast deszeirs >ang (K) Dat is Drwifcwrt, om dat hy boven maate aan den wyn wa* Oipeigege^en. xvr. Boek. xii. Afd. Hegyra. 974. 4.D.is6<5, hiltan Se", im ii.  XVI. Boek. XII. ■ Adf. Isfkflaat ■ fie yan So iynian, l I 440 HISTORIE VAN HET geheim gehouden dood ruchtbaar gemaakt was , erkenden zy Selim voor hunnen wettigen Opperheer. Het Jyk van Solyman wierd in eert' vergulden wagen gelegd , en onder geleide van het geheel leger naar Conftantinopolen gevoerd ; daar het begraven wierd in den voorhof van de Jami , die hy in zyn leven had doen ftichten ; daar alle de Geestelyken van die Hoofdftad , veertig dagen lang , veertigmaal daags de Telaveti Koran (L) moesten volbreqgen, en door hunne gebeden rust voor zyne ziel verkrygen. Daarenboven deed Selim een Mibrah , , of altaar voor de Jami oprechten , en boven zyn graf een groote marmere Turba , of graftombe , welke nog heden door de Turken met godsdienftigen eerbied bezocht wordt ; want zy houden zich verzekerd , dat hy een groot gunfleling des Hemels ge. weest is , dewyl hy niet alleen overleden is geduurende het beleg van Segettsar , en dus een Shadid , of Martelaar geweest is , maar nog te meer , om dat hy ook een Gazï , of Veroveraar was , naardien nog twee Steden onder het geleide van zyn lyk veroverd zyn geworden. „JNadat de lykplegtigheden volbragt waren , vierde Selim , die op nieuw door al het volk , van allerlei haat en rang , op den throon bevestigd was , zyns Vaders overwinningen met eene prachtige zegepraal. Vervolgens deelde hy onder, de Janitzaren en Spabis, de >;ewocne Bacbfbish , of gefchenken, uit, en befchonk de Ulema (M) en de overige Geestelyken, die delykendienften hadden waargenomen , met zyden klederen en geld. (x) Na- (s) Cakt. H.ft. Othoi. pag. 218, & Sqq. (L) Dat is, de Ieezing van den geheelen K»ran , het welk gecocniyk hy hef graf der overledenen gedaan wordt. Cantemir. ( M ) Door deezen naam worden alle de geenen betekend, die eeni. en rang in dea Geestelyken Staat hebben.  OTHOMANNISCHE RYK. 441 Nadat Selim dus zyne huislyke zsaken geregeld had verlangde hy niet minder naar vrede . in Hungaryën dan Maximiliaan zelf , om dus te meer de handen ruim te hebben ter demping van een' gevaarlyken opftand in Arabiën ; en om de Perfiaanen te kunnen afkeeren , wanneer zy eenige invallen zouden willen dosn in zyne landen , welken aan dien kant niet buiten gevaar waren. Men kwam eindelyk niet eikanderen overeen , dat , indien de Keizer gezanten wilde afzenden met de achterftallige fchatting , de Sultan hen vrygeleide zou geeven, om eene onderhandeling van vrede te beginnen. Zy kwamen te Cönftantinopolen, op den 22 Augustus , van het jaar 1567 , en leiden zes dagen daarna een bezoek, af by den Grootvizier Mostafa Basba , . en by Parteu Basha, en Perhad Basha , doch by den Sultan zeiven konden zv geen gehoor krygen vóór den 21 September , toen zy hem kostbaare gefchenken aanbooden , en met groote eerbewyzingen ontvangen wierden. De vrede wierd eindelyk in de maand January, van het jaar 1558,,. voor 3gt jaaren te Adrianopolis gefloten , op de volgen-P de voorwaarden: Dat ieder der beide Mogendheden zouj; behouden het geen hy had 5 dat de Duitfche Keizer een' jaarlykfche fchatting van dertigduizend ducaaten voor Plungaryën aan den Sultan zou betaalen j - dat de onderdaanen der wederzydfche- Mogendheden geenerhande tol. en of fchattingen aan die van de andere zyde zou betaalen ; en eindelyk , dat de Wayixode van Tranfylvaniën mede in dit verdrag zou befloten zyn. (y) Intusschen wierp Ulian Ogli , de Arabier , op het bericht , dat Solyman overleden was , het Otbomannisch juk af ; en verwoestte met hulp van zyne nabuuren,^ die hy mede in zyn' opftand had weeten in te wikke- r len , op eene ongehoorde wyze de landftreek vand Bagh (y) Khovu.es, Ricaut in Selym. XVL Boek. xii. AïB» f.Z>. 156*8, 'redt met 'üitschind. Hegyra. , 075. 'enjiam v Arabi©. :n te on- • xgébragp» ■  34* HISTORIE VAN HET xvi. BoEK XII. Ai-B. Hegyra. . .q76Selim onde rneetm dt Don en dt Wo!ga te versenigen. Baghdad ; doch zy wierden welhaast verftrooid door den Bevelhebber van die plaats , en die van Basrah .., en Sbehreful. In het zelfde jaar voltooide Selim eene brug, (N) niet verre van {Conftantinopolen , die zyn Vader Solyman vyf jaaren. te vooren begonnen had. Nadat Selim dus met den Keizer van Duitsehland Vrede gemaakt had , kreeg hy ruimte om aan de Perfiaanen te denken , die hem door hunne geduurige invallen in de landen der Othomannen billyke redenen gegeven hadden om hen den oorlog te verklaren ; doch het geen hem biervan meest affchrikte was de moeijelykheid van den overtogt , die zyne troepen grootelyks afmatte , en tevens het overvoeren van krygsbehoeften en levensmiddelen genoegzaam onmooglyk maakte. Om dit beletfel uit den weg te ruimen , zond hy eenige troepen over de Zwarte - Zee naar kiëfe , of Kaffa , en gaf bevél aan den Chan van de Krim , dat by werklieden moest aanneemen uit alle de Horden der Tartaren , en dezelven afzenden naar de Rivier Ezel, (O) ter plaatfe daar dezelve niet meer dan zes Italiaanfche mylen is af. gelegen van de Rivier Ten, (P) en deeze twee rivieren door een "Kanaal doen vereenigen. Door deeze vereeniging hoopte hy , zonder moeite , uit de Zwarte. Zee , in het Meer van Zahache , en door deeze rivieren in de Caspifche - Zee te zullen komen , en op die wys , naardien de Perfiaanen geene vloot daar hadden , een (N) Gebouwd over het Meer Bnjuk Ch'kmejah , daar het ze!/e in het Meer van Marmora uitloopt , digt by een dorp van Henzelfden naam , omtrent twee uuren van Conftantinopolen afgelegen. Deeze brug is gebouwd van gehouwen fteenen , en is tweeduizend .tjeeden lang ; y/aarlyk een recht Keizerlyk werkftuk. Cantemir. ,(0) Of Edel; van hier de naam van Edilla of Atillr. ; dus noe. men de Tartaaren de rivier , welke wy de Wolga noemen , en die door de Ouden Rha gtnoemd wierd. (P"ï De Don , of Denn , van ouds de Tanais,  GTIIO MANNISCHE RYK. %en leger in de Provincie van Sbirwan te voeren , om van dien kant Perfië te veroveren. De Chan begaf zich terftond naar de beftemde plaats , door het land van Jizderchan; (Q) maar ongelukkiglyk was nog naauwlyks een derde gedeelte van dit werk voltooid , of de werklieden wierden zodanig overvallen en gekweld door geftadige regenbuijen , koude ftormwinden , en gebrek aan levensmiddelen , dat veelen van hen ftierven , en de overigen genoodzaakt waren hun werk te ftaaken. Deeze onderneeming had echter nog ééne nuttigheid, te wecten , de onderwerping van dertigduizend Nigayjche Tartars , die , het Rusfisch juk verwerpende om dat der Othomannen aan te neemen , zich met hunne huisgezinnen in de Krim kwamen nederzetten, (z) Terwyl men met dit ontwerp bezig was, kwam 'er een gezant van Shah Tahmasfe, Koning van Perfie, om met den Sultan over vrede te handelen. Deeze gezant wierd deftig onderhouden te Adrianopolis; maar hy was nog niet lang daar geweeft, of een Jamoglan Schoot naar hem met een vuurroer, toen hy op zekeren dag by den Grootvizier Mohammed een bezoek wilde afleggen. Offchoon de kogel den Afgezant miste was hy echter daar van grootelyks gefchrikt; en de moordenaar gevat zynde gaf in zyne tegenwoordigheid ftoutelyk ten antwoord, dat hy op den Gezant gefchoten had om reden, dat hy een ketter was, die afgezonden was van een' ketterfchen Koning, die een vyand zynde van den waaren Godsdienst geen vrede verdiende. Doch deeze godsdienftyver bevrydde hem echter niet van ftiaf: want, nadat hy eerft aan de ftaart van een paard gebonden , en dus door de ganfche Stad (2) Cant. pag. 220 & Seqq. (Q) De landftreek der Tartaaren , die nu aan het Rusfisch KeiztnyK toebehoert , en Astracm genoemd wordt. Oost. Hist. XII. Deel. Kkk XVI. Boek. xii. Aif»'.  XVI. Boek. xii. Afd. Vrede m:t Perfië. Hegyra. 977- Opftand in Yemen. Hegyra, 97 s. A.D. 1570. Opftand der Mouren in Spanje. 1 I.+4. HISTORI E van het 5tad gefleept was, wierd hem eerft de rechterhand en vervolgens het hoofd afgehouwen. In December ftond Selim aan den Gezant voor hem en zyn gevolg vyfhonderd ducaaten daags tot onderhoud toe; doch nadat deeze zyne gefchenken, die op vier-en- veertig kameelen geladen waren, had overgegeven, wierd de vrede wel. haaft gefloten; . waarop hy kort daarna naar huis keerde. Is dit zelfde jaar vernieuwden de Venethanen hun verbond met Selim, doch verbraken het zelve weder in het volgende jaar, zonder eenige wettige reden. Omtrent ten zelfden tyde overviel Muttahir, Sheriff van het Koningryk Yemen, met eenige Arabieren, die hy op zyne zyde ge. trokken .had, Morad Basha, Beglerbeg van dat vvingeweft; en hem benevens al zyn volk verflagen hebbende bevrydde hy dat land van het Turkfcbe juk ,■ doch Sinan Basha, landvoogd van Egypten, met Ozdemir Ogli tegen de mui. telingen afgezonden zynde, overviel hen onverwacht, en bragt , na hen verftrooid te hebben , het ganfche land op nieuw onder de gehoorzaamheid van het Oihoman* nisch Ryk ; doch de blydfchap over deezen voorfpoed wierd in het volgende jaar vernietigd door een' onverevachten brand te Conftantinopolen, die geduurende zeven Jagen met zulk eene woede bleef aanhouden, dat genoeg, zaam de ganfche Stad daar door in de asch gelegd wierd. In het jaar 978,. vatte het overfchot der Saracecnen'm Spanje, die tot nu toe onder dejieerfchappy. der Chris, tenen hard gehandeld waren, de wapenen cp, maakte zich meefter van Garbia, en verkoozen Manzur, uit het gedacht van de Bani-achmer, tot hunnen Koning; waarop zy de Spanjaarden met groote dapperheid aanvielen, en hun leger met grooten nederlaag verfloegen, doch begry. pende, dat zy te zwak waren, om hunne vyanden lang te wederftaan, zonden zy gezantan aan Selim om zyn' jyftand te verzoeken. Ds Sultan, die zyne zinnen geleld had op de verovering van Cyprus, beloofde hen byftand,  OTHOMANNISCHE RYK. 445 ftand, doch niet éér dan nadat hy dat Eiland zou ver overd hebben; hen tevens vermaanende zich zo digt by eikanderen te houden als mooglyk was, en enkel verweerenderwys te handelen. SELIM had thans eene talryke legermagt afgezonden ter verovering van Kibris, of Cyprus, onder het bevel van den Grootvizier, terwyl AU Kapudan Basha, den on* dèrftand ter zee belette. De Grootvizier begon zyn' krvgstogt met de belegering van Nico fa, welke plaats hy mei veel hevigheid aanviel; doch in zyn oogmerk te leur gefteld zynde zo door de fterk te van de plaats als door de dappere verdediging der belegerden , was hy genoodzaakt de belegering in eene blokkeering te veranderen , en zyn volk de winterkwartieren te doen betrekken. Doch m het volgende jaar hervatte Kapudan AM Basha, die met eene nieuwe verfterking van fchepen, voorraad, en krygsvolks onder het bevel van Parteu Basha overgekomen was, de be'egering, en na zo door fchieten als door ondermvnen verfcheide bresfen in den wal gemaakt te hebben veroverde hy de ftad ftormenderhand. Het Eiland nu hierdoor Van magt ontbloot zynde, trachtten de inwooners Van Magufa (R) eerft, en vervolgens die der andere Steden door eene vry willige overgaaf degunft van den overwinnaar te verkrygen. (a) Volgens het verhaal der Cb-istenjcbryvers verklaarde de Grootvizier Mohammed Basba zich tegen deezen oorlog, toen dezelve eerft door Selim in den Raad voorgefteld wierd, eensdeels om de fchandelykheid van her. verbieeken der verbonden, en anderdeels om de gevaarlykheid der onderneeming, doende gevoelens van Moftafa Basba en van den Admiraal Piala Basba, die voor deezen oorlog waren , behielden de overhand , waarop zowel ter («) Cant. pag. 221 & Seqq. (R) Dat is Fmagosti. - J Kkka XVI. Boek. XII. Am. Hegyra. 9"9d.D. 1571. Cyprus >sr»\>erd.  44(5 HISTORI van het XVI. Boek. XII. Af». JRedenén ymrgtivend ter zee als te land de noodige toebereidzelen gemaakt wierden. Toen nu deeze toerustingen ontdekt wierden door de Venetiaanfche kooplieden, welken de Turken nu in hunnen handel begonnen te ftooren, beklaagde Antonie Barharoy Afgezant van dat Gemeenebeft, zich by den Grootvizier over de onrechtvaardigheid , welke zy tegen zyne natie in den zin hadden, en drong, meer om tyd te winnen om zich tegen dien ftorm te wapenen, dan op hoop van., dien te zullen afwenden , fterk aan op het zenden van een'. Afgezant naar Penetiën, om de gefchillen door eene vriendelyke fchikking te- vereffenen. Eindelyk ? wierd zekere- Kohad door de Porte afgezonden, met een' brief van Selim, waarin hy verfcheidene gewaande, beledigingen voorwendde, die aan zyne onderdaanen door de Venetiaanen zouden zyn aangedaan , en tot vergoeding van- dezelve de-overgaaf van het Eiland. Cyprus eifchte, met bedreiging, dat hy het zelve anders, met geweld zou wegneemen. De Senaat gaf ten antwoord, dat zy fteeds hun verbond met de Othomannen onderhouden hadden,, zelfs, dan, wanneer zy het met voordeel zouden hebben kunnen verbreeken; dat zy veeIe beledigingen der Turken met geduld geleden hadden; en dat Selim zelf, onaangezien zyne voorwendfelen, de eerfte. aanvaller was. Kortom zy verklaarden, dat, naardien de goede ■ trouw der Othomannen hen niet ter verdediging kon ftrekken , zy zichzelven door dc wapenen zouden trachten te verdedigen. Nadat dan de Turkfche Afgezant in ftilte weggezonden was. uit vrees voor het gemeen, maakte de Republiek alle noodige toe», bereidfelen ter verdediging van het Eiland : ook zonden zy by alle Chriftenvorften om hulp, doch konden die van niemand verkrygen, dan van den Paus, den Koning van Spanje, en eenige Italiaanfche Prinfen. - Zohaast de Turkfche Afgezant te Cun/lantinopckn terug gekomen was, deed Selim den Venetiaanfchen Afgezant.  OTHOM ANNISCHE RYK. 447 zant Barbaro , benevens alle de Wefterfche kooplieden in hechtenis neemen. Vervolgens zond hy, na alles tot dien togt gereed gemaakt te hebben, een' grooten hoop ruiters en voetvolk af om de grenzen van Dalmatien te ontruften, ten einde hy, de Venetiaanen daardoor naby huis mogt bezig houden, terwyl Piala Basha met' de vloot onderzeil ging, beftaandeuit tweehonderd Schepen, zo galeijen en galioten als kleine fchepen van oorlog , benevens eene menigte transportfchepen. Geduurende zyn' togt deed hy een' hevïgen aanval op Tenos , een der Cycladifche Eilanden , doch te vergeefs. Te Rhodus nam hy Mostafa , den Veldheer , benevens AU Basha aan boord , terwyl de eerstgemelde van daar een' brief afzond , waar by hy de overgaaf van Cyprus van de Penitiaanen eischte-want de Turken houden altoos hunne krygsbedryven voor onwettig , wanneer zyn niet aivoorens aan de geenen , die zy voorgenomen hebben te beoorloogen , van hun voornêemen hebben kennis gegeeven.;~ Na hunne troepen ontfcheept en het land befchouwd te hebben , beflooten zy den veldtogt te openen met de belegering van Nicofia , de Hoofdftad van het Eiland , waarin eene bezetting lag van omtrent agthonderd mannen ruiters en voetvolk , doch de meesten van hen waren onbedreven inboorlingen. MOSTAFA Basha zich omtrent anderhalve myl van de Stad af nedergeflagen hebbende, rechtte zyne batteryën zo fchielyk op , en deed- zyn gefchut met zoveel gezwindheid fpeelen , dat de Turken in korten tyd hunne verfchanfingen voortzetteden tot op den kant van de graft , en toen de wallen- zo hevig be fchooten , - dat binnen weinig dagen alle de gordynen tusfehen drie der bolwerken plat gefchoten waren. De belegerden booden echter in alle deeze bresfen een* byna wanboopigen we. derftand-; doch na een lang en hevig gevecht kwamen Kkk 5 . de XVI. Boek* xii. Ar». Sterkte van ie Turkfche vim. Nicofia belegercL  XVI. Boek. xti. Afd. De Stad norit over gegeeven. 148 HISTORIE van het de Turken in de graft , o'e door de belegerden niet behoorlyk fchoon gehouden was , en maakten door dezel« ve twee wegén naar de wallen , welken zy aan de beide zyden met bagagiewagens en aarde verfterkten. Vervolgends trachtten zy hunne ftorm;a<^ ers vast te hechten, de . graft te dempen , en twee bolwerken te ondermynen j doch zy wierden door de Christenen met groot verlies terug geflagen. Na het mislukken van. deeze onderneeming verdeelde Mostafa zyn leger in vier deelen , en overviel toen ten gelyken tyde vier bolwerken van de Stad met grooter hevigheid dan te vooren. Hy wierd echter door de belegerden dapperlyk afgeflagen , offchoon deezen veel volk daarby verlooren, Een hoop Italiaanen deed , tegen den raad van den Stadvoogd Dandaioeen' uitval tot aan de verfchanfingen der Turken , . die zulks niet verwachtten , maar wierden eindelyk genoodzaakt te wyken , met verlies van veel volk , en van hunne beide Bevel* hebbers. Intusfchen'trachtte Mostafa de inwooners tot de overgaaf van de Stad te beweegen , door middel van brieven aan pylen . gebonden in de Stad te fchieten > waarin hy eene onderhandeling met zekeren Conftantius begeerde ; maar ziende , dat deeze list geene werking deed , moedigde by zyn volk aan om een' tweeden aanval te waagen ; die door de belegerden met groote dapperheid wederftaan wierd , op hoop van welhaast door de vloot der Christenen , die thans tot hunnen onderftand in aantogt was , ontzet te zullen worden. De Turkjche Bevelhebber wel weetende in welk eene verlegenheid de belegerden zich bevonden , deed eindelyk zyn leger terug trekken , ten einde hy door deeze list hen mogt verrasfen ; het geen hem ook zo wel gelukte , dat tweehonderd van zyne beste manfehap in ftilte de bolwerken beklommen , en die na het ombrengen der achtelooze wachten veroverden. Vervolgens dreeven zy»  OTKOMANNISCHE K Y,K. 449 zy , met hulp van verfche troepen , het volk van de wallen ; terwyl de Stadvoogd , de Bisfchop , en de voornaamfte burgers naar het Raadhuis weeken ; daar zy door de Turken , die het zelve overweldigden , allen vermoord wierden. De overwinnaars pleegden verregaande wreedheden , doodden meer dan veertienduizend menfchen , en maakten een' onbefchryflyken buit, be. nevens tweehonderd-en-vyftig Hukken gefchut. Deeze verovering gefchiedde op den negenden September, 1570, en kort daarna wierd Cyrina overgegeeven door Palaccio , deszelfs lafhartigen Bevelhebber , onder beding , dat hy met zyn volk vry zou moogen uittrekken. Na het veroveren van Nicofia floeg Mostafa Basba het beleg voor Famagosta ; doch dewyl de winter begon te naderen , en hy wel bemerkte , dat deeze Stad te fterk was om in korten tyd veroverd te worden , brak hy de belegering op , en befloot dezelve tot het volgende jaar uit te ftellen. ([b) Laat ons nu eens zien wat 'er van de groote toerus» tirgen ter Zie tot behoud van het Eiland Cyprus geworden is. De zomer, was reeds half verloopen , toen de Venetiaanfche Vloot , waaarop de pest gewoed had , /iaar Co>fu onder zeil ging , in verwachting van daar den Spaarfichen Admiraal Doria te zullen ontmoeten. Dcch , toen zy hem > daar niet vonden , zeilden zy naar Candia $, en landen aldaar te Sada ,. op den twaalfden Augustus , daar , tegen het einde van de maand , Doria , en de Admiraal van den Paus 3 ,XoIonna , insgelyks aankwamen. Hierop zeilde de ganfche vloot , beftaande uit honderd-en-twee-en negentig galeijen, en twaalf galeasfen , benevens eene menigte van proviandfchepen en andere vaartuigen , omtrent het midden van September naar Cyprus om Nicofia te ontzetten ; maaron- dei> {b) Ricaut , ubi Supra. xvr. Boek. xii. AïD.  i XVI. 1 Boek. •xii. Afd. AD. 1571, \$o HISTORIE van hét lerweg verneemende , dat die Stad zich had overgegeven , wilde Doria , in weerwil van de Venetiaanfche en Pausfelyke Admiraalen zich niet laaten overhaalen om het Dverig gedeelte van dat Eiland by te ftaan , maar keerde terug naar Mesfina ; waarop de andere naar Corfu veilden ; daar de Venetiaanfche Admiraal Zani , op bevél van den Senaat in hechtenis genomen , en naar Venetie' gevoerd wierd , -terwyl zy Veni'èri in zyn plaats lanftelden. Terwyl deeze nieuwe Admiraal te Corfu lag , veroverde zyn volk , door aanraading en met behulp der woeste bewooners van de Acroceraunifche rotfen , by verrasfing het fterk Kafteel Chimera ; en kort daarna nam de Vice - Admiraal Quirini , eene landing doende naby de baai van Mayna in Morea , ftormenderhand een fterk Kafteel in , dat de Turken twee jaaren te vooren gebouwd hadden 5 en bragt de ganfche-bezetting om het leven , waarna hy het Kafteel in de lucht deed fpringen , en vier ■ en • twintig ftukken gefchut met zich naar Zante voerde. ■ Vroeg in het volgende voorjaar verfterkte hy de bezetting van Famagosta met zeventienhonderd mannen , benevens veel voorraad van levensmiddelen en krygsbehóeften , , na dat hy met groote dapperheid tegen de Turkfche galeijen geflagen , en veele derzelve in den grond geboord had. De Landvoogd van Scio wierd , op bevel van Selim , onthoofd, omdat hy deeze hulpvloot in zyne haven had toegelaten ; die van Rhodus geraakte in ongenade ; en Partu Basha wierd in de plaats van Piala Basha tot Admiraal over de vloot aangefteld. Van het begin van deezen oorlog af hadden de Venetiaanen , de Paus, en de Koning van Spanje , beraadflaagd over eene altoosdimrende verbindtenis tegen de Turken , zonder tot eenig befluit te komen , toen 'er eene zaak gebeurde , welke hen eensklaps met elkande- ren  OTHOMANNISCHE RYK. 451 ren deed overeenkomen ; en dit was , dat de Grootvizier Mohammed de Venetiaan eenige hoop tot vrede gaf , waarop de Republiek aanftonds een' Gezant naar Confiantinopolen zond , om wegens de voorwaarden overeen te komen. Toen de twee andere Mogendheden van deezen ftap bericht kreegen , wierden zy daarover zo ongerust , dat zy aanftonds in de altoosduurende verbindtenis tceftemden ; waarop de Venetiaanen , die hiertoe meer genegen waren dan tot een verbond met de Turken , bevél zonden aan hunnen Afgezant om te. rug te komen , onder voorwendfel van hem nadere onderrichtingen te geeven tot bevordering van den vrede, die reeds vry verre gevorderd was» Dit verbon d wierd getekend op den 24 Mei , 1571 , en by hetzelve' vastgefteld , dat de zee-en landmagt zouden beftaan uit tweehonderd galeijen , honderd oorlogfchepen , vyftigduizend mannen voetvolk , en vyf - en - veertighon ■ derd mannen ruitery , welke in het toekomende jaar op jaar in de maand Maart , of ten laatfte in April zouden moeten gereed zyn. Van de onkosten , die hiertoe vereischt wierden zou de Koning van Spanje de helft , de Republiek >an Venetïèn twee derden van de andere helft , en de Paus het overige betaalen. Don Jan van Oostenryk , de natuurlyke broeder van den Koning van Spanje zou het opperbevel voeren. Tunis, Tripoli, en Algiers zouden , wanneer men die veroverde, aan Spanje blyven , doch de overige wingewesten zouden onder de Bondgenoten verdeeld worden. Dit waren de voornaamfte artikelen van dit verbond. Intusfchen zonden de Venetiaanen Vincenzo Alesfandro , een' der Geheimfchryvers van de Republiek , over de Zwarte Zee en Sinope , naar Kasbin in Per/ie , om Shab Tahmosp tot het verklaaren van den oorlog tegen de Turken aan te fpooren. De Shah gaf hierop , na lang aanzoek, ten antwoord , dat hy den uitflag der' verbintenis van de Oost. Hist. XII. Deel. Lil Chris* XVI. Boek. xii. Afd. Verhand usfchen eenige Chris• enmogtndheden. 1 "'  XVI. Boek. i xil Afd. Famagosta belegerd en hevig beüermd. i i : Ê 152 HISTORIE van het Christen moogendheden twee jaaren lang zou inzien, en ian zyn befluit neemen tot vrede of oorlog , zoo als hy jest zou oordeelen ; doch hy had naderhand groot berouw over dit onvoorzichtig befluit (c). Laat ons nu tot den Cyprifchen oorlog wederkeeren. Mostafa Basha hervatte in dit jaar, na zyne troepen tot omtrent tweehonderdduizend verfterkt te hebben, le belegering van Tramagosta. Deeze Stad is gelegen aan ie oostzyde van het Eiland , in een' laagen grond, tuschen twee uithoeken in. Dezelve had toen omtrent twee nylen in den. omtrek , en was byna vierkant, doch ian de oostzyde een weinig langwerping. De eene helft ian den zeekant lag genoegzaam geheel open , en de mdere wierd enkel verdedigd door eene graft, die niet meer dan vyftien voeten wyd was , en door een' fteenen muur , door eenige bolwerken en borstweerin^en. De haven , wier mond zeer naauw is , was afgefloten met een keten ; en digt by dezelve ftond een ou i Kasteel met vier. torens, De Stad had één fterk bolwerk, dat naar de nieuwe vestingbouwkunde was aangelegd ; en de bezetting beftond uit tweeduizend en vyfhonderd Italiaanen , tweehonderd Albanifche Ruiters , en tweeduizend en vyfhonderd Cypriotten, alle dappere mannen. Deeze bezetting ftond onder het bevel van Baleo* neus , en Bragadino was Stadvoogd van de Stad. MOSTAFA deed verfcheide hevige aanvallen, na, dat hy de wallen der Stad verfcheiden maaien hevig befchooten had; doch hy wierd telkens zo dapperlyK terug geflagen , dat hy , binnen weinig dagen , meer' dan dertigduizend mannen verloor. Des niettege iftaande gaf hy bevel om hoogtens op te werpen , die hooger waren dan de borstweeringen van de Stad , en dezelve te dekken door wallen van het afgevallen puin, om zyn (e) Ricaut , ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 453 zyn volk tegen de fchoten der belegerden te beveiligen. Hierop vernieuwden de Turken hunne aanvallen , • die eiken dag zes uuren duurden ; doch ziende , dat alle deeze pogingen te vergeefs waren , zochten zy de Liwejynfche poort te veroveren , door eene groote me. nigte hout, die zy ten dien einde naby dezelve opeengeltapeld hadden , in brand te fteeken , op hoop, dat de ondraaglyke frank de geenen , die deeze post verdedigden , zou noodzaaken om dezelve te verlaaten ; doch deeze hielden zulks met het grootst geduld vier - entwintig uuren lang uit. Terwyl de Senaat van Venetië de ingezetenen vermaande om de Stad niet over te geeven , met belofte van een' fpoedige onderftand , begonnen de Turken op vier plaatzen te gelyk dezelve te ondermynen. Eene van deeze ondermyningen deed een groot deel van den wal naby de haven in de lucht vliegen, waarop zy terftond een' aanval deeden, waar by zy vierduizend mannen verlooren , benevens veertien vendels ; terwyl 'er van den kant der belegerden niet meer dan honderd fheuvelden. Doch in weerwil van dit alles, befchooten de Turken de Stad zo hevig , dat zy , op den agtften Ju. ny , agtduizend kogels daarin fchooten , waar door een der bolwerken zodanig verzwakt zynde , dat het op het punt flond van in te ftorten , de belegerden befloten het zelve te doen fpringen , waar door meer dan zeshonderd Turken , die op deeze plaats een aanval wilden doen , om het leven kwamen Doch , dewvl det. Turken fteeds in hunne beftormingen en aanvallen hard-^j! nekkiglyk bleeven aanhouden , waar door de vestingwerken ten uiterfte verzwakt en de bezetting tot op driehonderd mannen verminderd was; terwyl bet bus. kruid boven dien tot op zeven vaten na verfchoten was, en zy daarenboven aan alles gebreü begonnen te kryLll 2 gen xvr. Boek. xii. Afd. De bezet, g verakt.  A XVI. | ëoek. xii. Afd. En de Stad- êvergegee- ven. Tqnf&werci*rd. .54 H I S TORI E VAN HET ;en, bewoogen de inwooners den Stadvoogd om de Stad by verdrag over te. geeven. Ingevolge van dien ftond de Stad overgegeven te worden onder voorwaarde , . dat de inwooners hun leren , hunne vryheid en hunne goederen zouden behouden benevens . de vrye oefening van hunnen Godsdienst; èn dat de Stadvoogd en de bezetting zou moogen uittrekken met zak en pak , vyf ftukken gefchut, en irie paarden , en in veiligheid naar Candia gevoerd worien. Hierop ging Bragadine met eenigen der voornaamfte ingezetenen naar de Turkfcbe legerplaats om zyne opwachting te. maaken by Moftaf'a Basba, doch deeze trouwlooze deed hen alle gevangen neemen , en den volgenden dag deed hy den dapperen fchoon ongelukkigen Bragadmo de ooren affnyden en hem zo ten toon ftellen, . Naderhand, liet hy hem' de uitgezochtste PVmgingen aandoen , en hem de grootfte laagheden ondergaan ; onder anderen deed hy hem korven met aarde aandraagen om de. wallen te hertellen* .Eindelvk deedhvhem levendig villen, het hoofd afflaan-, en "de huid die met ftroo opgevuld, wierd , aan de groote raa van eene galei ophangen;. De Graaf Tbeupolus wierd opgehangendoch de beroemde.Bevelhebber..Martmengo had het geluk van door een' der .gefnedenen van den Basha verborgen en met eene visfchersboot behouden naar Le Mis gevoerd te worden»* Het-verlies van Tamagosta wierd wel haast door dat van,het geheel Eiland gevolgd (d) Tot dus verre dt. Christenfchryvers.- Laat'ons nu voor eene poos tot.de Turkjche terug këeren. Omtrent ten zelfden tyd * . dat Mostafa bezig was met de verove ring. van Cyprus , ontweldigde Küy Ali Basba, Stad voogd van Algiers Tunez aan de Arabieren ; en hechtte dat land aan de Othomannifche kroon , terwyl Duelet Gbie* rar, id) Ricaut, ibid..,  OTHOMANNISCHE RYK. 455 rar , Chan van de Crim/che Tartars , alle zyne Herden byëen verzamelde, in Rusland viel, en tot aan de Hoofdftad toe doordrong , het land rondom verwoestende , en alle , die zich niet door de vlucht konden redden , ombrengende of gevangelyk wegvoerde. Deeze overwinningen wierden gevolgd door de grootfte nederlaag , die de Othomannen immer geleden hebben zedert het gevangen neemen van Ilderim Bay-Tezid ; waar door de fortuin fcheen te willen toonen , dat geen ryk, hoe magtig en hoe wel gevestigd het zynmooge, buiten haar bereik is. Ali Basha liet, na de verovering van Cyprus, zyne beste manfehap in de Steden van dat Eiland in bezetting ; en dankte tle Europifche troepen af, die door de vermoeijingen van een geheel jaar afgemat waren ; doch toen hy met zyne overige magt naar huis keerde, wierd hy onverwacht overvallen door de vyandelyke vloot (S), die, naar het zeggen van fommigen, door de üuitfehers en Spanjaarden gefterkt was; de Admiraal , het fchande rekenende te vluchten wachtte den vyand manmoedigiyk af, -. en deed de overwinning lang twyfelachtig blyven , tot dat hy eindelyk, na de vyanden verfcheiden maaien te-hebben doen wyken , doodgefchooten wierd , terwyl hy nu eens de post van Bevelhebber, en dan weder dien van gemeen foI« daat waarnam. Zo haast hy gefneuveld was namen, de fchepen der' Qtbomaunen ocgenblikkelyk de vlucht,: doch wierden door de vyanden vervolgd , en meest 'alle genomen , of in den grond geboord (e). Ofsceioon dit nu eene volledige bekentenis van de nederlaag der Turken is, zullen wy dewyl de omftandigheden: van de zelve verkleind zyn door hunne fchryvers , en zulk ' (e) Cantem. pag. 222. & feqq. (S.) By LeianU. . Lil? XVI. Boek. xii. Afd. Groote ru itrlaag •£ ;ee.  HISTORIE VAN HST XVI. Boek. xij. Afd. Dulcigni en andere . piaatfenver vssrii. Merkwaar diiregebeur tent:. zulk een gewigtige flag wel een omftandiger verhaal verdient , een kort verfiag geeven van het geen de Christenfchryvers daar van aangetekend hebben. Terwyl Mostafa bezig was met het belegeren van b'amagosta zeilden de Bashas Parteu en Ali, verfterkt door Kilij AU , Onderkoning van Algiers, met de Turkfche vloot , op den J3 Juny 5 naar S/tJa , in de baai van C ndia , en ontfcheepten daar twaalfduizend mannen ; doch , na aldaar een' tyd lang het omleggende land verwoest tc hebben wierden zy overvallen door Giustiniano , die eene groote menigte van hun verfloeg, en de overigen noodzaakte naar hunne galeijen te vluchten. Van daar langs Cythera , Zanta , en Cefalonia zeilende, van welke Eilanden zy zesduizend menfchen gevanglyk wegvoerden , 'overvielen zy Dulcigno in Dalmatie , het welk welhaast aan hen wierd overgegeeven , benevens de Steden Anti. var.i cn Budua ; doch de Stad Catbaro wederitond manmoedigiyk alle hunne aanvallen. Intuschen kwamen Kily Ali en Karakoja, een beruchte Zeeroover , die met zeftig galeijen voor tien dagen uitgegaan waren om de Eilanden der Venetiaanen te plunderen, te Carzola, omtrent tagtig mylen beooften Ragufa, en overvielen de Stad van dien zelfden naam; waarop Contarini, de Stadvoogd , en de inwooners dezelve in den nacht verlieten met achterlaating van omtrent twintig mannen en tagtig vrouwen. Deeze beflooten eenpaariglj k veel liever met de wapenen in de vuifl te fterven, dan zich aan de vyanden over te geeven; en terwyl zy de aanvallers met fteensn, vuur, en andere verweeringsmiddelen dapperlyk afkeerden, wierden deeze laatften door een' hevigen ftorm uit het noorden op het onverwachtst zo hevig overvallen, dat zy den aanval ftaakten, en zich naar andere plaatfen begaven. Kort daarna gebeurde het, dat zy een fchip vermee. fterden, hetwelk van Mesfma naar Corfu beftemd was, daar  OT H OMAN NIS CHE RYK. 457 daar zy brieven aan boord vonden van den Onderkoning aan den Bevelhebber van Corfu, waarin hy hem bericht gaf van de verbindtenis der Christen-Mogendheden tegen de Turken. Deeze brieven wierden oogenbliklyk aan Selim gezonden , die terftond aan alle zyne zeeofficieren bevel gaf om in de landen der zaamverbonden vorsten allerhande vyandelykheden te pleegen; waarop deezen niet alleen de kullen van Dalmatien en Istriën, maar ook die van Halten zodanig ontruftcen, dat de Venetiaanen hunne Hoofdftad en andere Steden in alle yl verfterkten, uit vrees voor een' overval. Eindelyk verliet de geheele Turkfche vloot de Golf van Venetië, en zeilde naar die van Lepanto; terwyl zy onderweg een onaangenaam bezoek aan het Eiland Corfu gaven (ƒ). Terwyl de 1 urken dus reeds bezig waren, ging de uitrufting der Chrifienen flechts^ zeer langzaam voort. Eindelyk kwam Don Joan van Ooflenryk, natuurlyke zoon 'van Keizer Karei den vyfden, een jongeling van omtrent vier en-twintig jaaren, met Doria en de Spaanfche vloot onder zyn bevel te. Mesfina; deeze vloot belfond uit een en - tagtig galeijen, waaronder drie van de Ridders van Malta Hier vond hy de vloot der Venetiaanen, beftaande uit honderd-en-agt galeijen, zes galeasfen, twee fmalfchepen, en eene groote menigte kleiner vaartuigen, onder het bevel van den Admiraal Feniëri; als mede twaalf galeijen van den Paus, onder het bevel van den Admiraal Colonna, deszelfs bloedverwant. Aan boord van deeze vloot bevonden zich, behalven het zeevolk , twintigduizend ervaren krygsiieden; waaronder veele lieden van den eerften rang, die als vrywiiligers by deezen togt dienft genomen hadden; onder anderen, Ales. fandro Famefe , Prins van Parma , die naderhand .de grootfte veldheer van zyne eeuw geweeft is, Francisco ö • Me- (ff Ricaut in Selim, • xvr. Boek. XII. Afd. De Turken ie Zsekus. )en. De vloot ier Christenen 'tornt in zee*  4 XVI. 1 Boek. 1 XII. Afd. j < J i 1 : Zy komen voorLepan to. 5o HISTORIE VA» HET ■Jarra, Prins van Orbinó, en Paolo Jordano Urjino van lome. Toen' het in den grooten Krygsraad der Spaan» 'cbe vloot in omvraag gebragt: wierd , of men de 'yanden flag zou leveren, dan of men de eene )f andere Stad zou gaan belegeren , was Requienez, Groot Commandeur van Cajtilien, de Viee\dmiraal, en opperfte raadsman van Don Joan, van gezoden , dat men Durazzo of eenige andere Zeeftad, moefi; jaan belegeren, liever dan een' flag te waagen; doch, laardien het laatfte met meerderheid van ftemmen heloten wierd, zeilde de vloot naar Mesfina. By Pars "cheelde het zeer weinig, of de geheele vloot zou door :weedragt in haar oogmerk gemift hebben; waarvan het i/olgend geval oorzaak was: Don Joan, ziende, dat de Venetiaanfche galeijen flecht bemand waren, zond aan Jerzelver boord vierduizend Spanjaarden, en duizend Italiaanen, Onder de eerftgemelden was zekere Tortona, een Kapitein, die zonder reden oproer begon te maaken,, waarop de Venetiaanfche Admiraal hem aan de nok van de raa deed ophangen. Deeze ftrafoefening namen zyne landlieden zeer kwaalyk, en voornaametyk Don Joan, dewyl hy dit opvatte als eene inbreuk op zyn gezag, zodat hy zich naauwiyks door de tu^fchenkomft van den Admiraal Colonna wilde laaten bevredigen. Te Cefalonia bericht geKregen hebbende waar de vyandelyke vloot lag, zeilden zy rechtflxeeks naar Lepante, By hunne aan nadering beraadflaagden de Turken, welker vloot uit driehonderd vyf. en zestig beftond, of zy de Bondgenooten zouden flag leveren, dan of zy in veiligheid in de haven zouden blyven leggen. Mohammed Beg, bygenaamd Chirocbe, of Siroh, een Bevelhebber van hooge jaaren en groote ervarenheid, was tegen het gevecht, onder andere redenen bybrengende, dat het niet noodzaaklyk was. Parten Basha , de Admiraal van de vloot, was  OTHOMANNTSCHE RYK. 459 was onverfchillig in de zaak; maar Ali Basha, een man van een' driftigen aart, en een groote voorvechter onder de Turken, wille zonder uitftel den flag beginnen. Zyn gevoelen wierd onderfteund door Karahja* die met een Snchei'end galiot de vloo- der Chriftenen befpied hebbende, zich in net opneemen van het getal der ichepen vergift had; dus behield hun gevoelen de overhand in weerwil van het verflag van twee andere vliegbooten nopens de groote magt der Bondgenooten. Nadat zy dus tot een' flag befloten hadden, nam Parteu Ba.ha twaalfduizend Janhfaren en Spabis , en, vierduizend andere Soldaaten uit de omleggende bezettin j gen, en verdeelde die op de vloot; en hierop de Golf van Lepanto verlaten hebbende wendde hy zyn koers naar het Eiland en Corzalate, oudtyds de Echinades, tusfehen Lepanto en Patras gelegen. Parteu Basha en Ali Basha hadden het bevel over het midden der vloot; Mo. hammed Beg maakte met zes-en-vyftig galeijen de rechtervleugel; en Kily Ah met vyf-en-negentig galeijen den linkervleugel uit; terwyl Morad Dragut met dertig galeijen en veele klcindere vaartuigen de achternoede uitmaakte. Naardien nu de vloot der Christenen van den anderen kant ook op hen afkwam, kreegen de twee vlooten elkander in het gezicht op den zevenden Octoher, in den achtermiddag. Hierop deed Don Jona de groote vlag der Bondgenooten opheifen , het welk het teken tot den flag was, en voer toen met zyne groote floep by zyne fchepen rond om het volk tot den ftryd aan te moedigen, terwyl Doria aan den rechter, en Barbadko; de prwceditor-Generaal der P'enetiaanen, aan den linkervleugel zyn voorbeeld volgden. De dag was reeds voor een groot gedeelte verlopen, éér de beide vlooten gereed waren tot den flag, die met recht een der gewigtigften, die ooit op zee zyn voorgemag genoemd worden Zahaaft het teken tot den ftryd Oost. Hist. XII. Deel, Mmm ge- XVI. BoRK. XII. Afd. De twet vlooten ontmeten elanderen,  Aóo HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XII. Arp. M'vighiia var.hetgtvectt. gegeeven was, overvielen de Turken, met een yslyk gefchreeuw, zes galeasfen, die omtrent eene myl verre van de vloot der Bondgenooten af voor het front ten anker lagen; maar deeze fchepen vuurden zo hevig op hen, eerft uit hunne voorfchanfen en vervolgens in het voorbyzeilen met geheele hagen , dat verfcheide fchepen van hen in den grond geboord wierden , terwyl de anderen zich genoodzaakt zagen om af te houden. Daarenboven fchoot de wind uit naar het weften, waardoor de Turken door den damp van het buskruid grootelyks belemmerd wierden. Zy herftelden echter welhaaft hunne verwarde Esquaders, en hernieuwden den aanval met eene verwonderlyke beflotenheid. Ali Basba de galei van den Admiraal ontdekt hebbende, zeilde met zoveel hevigheid op dezelve aan, dat de fnuiten van beide de gaieijen afbraken, en in de zee vielen. Hierop volgde een verfchrikkelyk hevig gevecht tusfehen deeze twee groote Bevelhebbers, en ce fchepen, die hen te hulp kwamen; op de galei van Don Joans bevonden zich vierhonderd der alleruitgeiezenfte mannen van de geheele legermagt, en meeftal Ridders en Edelen , die de Turkfche Admiraalsgalei tot driemaal toe tot aan de groote mast toe veroverden, maar telkens terug gedreven wierden. VEN IERI fpoedde zich om den Opperadmiraal te ontzetten ; maar wierd in zyn' weg ontmoet door Parteu Basha met zyne onderhoorige galeijen. By deeze ontmoeting kweeten de Turken zich zo dapper , dat zy , in weerwil van het voorbeeld en de venvonderbaare dapperheid van den Venetiaanfchen Admiraal , een' man van zeventig jaaren oud , de voorplecht van zyne galei vermeefterden , en hem voorzeker zouden gevangen genomen hebben , indien niet twee braave Venetiaanjche Kapiteinen tot zyne redding toegefchoten waren , en hem ten koste van hun eigen leven ontzet hadden. Eindelyk veroverde de galei van P'eniè'ri, twee 2 urkfche galeijen, ter-  OTHOM ANNISCH.E RYK 4.61 tprwvl Parteu Basba het gevaar ter naauwer nood in eene boot ontfnapte. Niet verre van daar raakte Colonw, » hier tegen veele redenen inbrengende wees zyn voorite Nnn 2 va! XVI. Boek, XU. Afd. Zy nellen naar Navarino. [ i I I  xvr. Boek. XII. Afd. Modon be legerd, doe) te vergeefs. Gelyk ooi ïtfavarino. 470 HISTORIE va» het van de hand, en keerde met de vloot naar Navarim terug. Hier hielden zy krygsraad om te overleggen welke onderneenling zy nu eerst zouden aanvangen Na lang overleg wierd*'er befloten het Kafteel van Modon te belegeren ; waarop zy weder naar deeze plaats terug keerden , en daar zevenduizend mannen van hun beste volk aan land zetteden om het zelve van den landkant aan te : tasten , terwyl de galeaslen het van den zeekant zouden beftormen. Om dit met meer gemak te kunnen doen, hechtten1 zy twee van de grootfte galeijen met masten entouwen aaneen ; en vervolgens dezelve met planken overdekkende maakten zy een' vloer of plattegrond , waarop zy fchanskorven plaatften opgevuld met, aarde , tusfehen welken zy hun zwaar gefchut ftelden. Doch toen zy bevonden , dat dit werktuig geheel onbruikbaar was, en het Kafteel daarenboven met 'eenige manfehap was verfterkt geworden, braken-zy het beleg op. 1 Zy -befla en echter nog iets te doen éér het jaargetyde geheel verloopen zou zyn, en ingevolge van dit befluit het Kafteel van Navarino,- het oude Pylos, de geboorteplaats van Nestor , te belegeren. . Deeze onderneeming wierd aan de zorg van den Prins van lJarma aanbevolen ; die met tweeduizend Italiaanen , duizend Spanjaarden , en vyfhonderd üuitfehers aan land geflapt zynde , de plaats met twaalf ftukken gefchut begon te beftormen , en die ook welhaast zou veroverd Aebben; doch verzuimd hebbende den c oortogt door een digt bosch behoorlyk -te verzekeren, wierpen.de vyanden, onder een' uitval der belegerden , een groot getal voetvolk en ruitery langs dien kant in de Stad, waarop de Bondgenooten het beleg terftond opbraken. Niettegenstaande dit voornêemen mislukt was-, zouden zy nog met voordeel deeze .onderneeming ten uitvoer gebragt hebben., indien zy aangehouden hadden de...  OTHOMANNISCHE RYK. A?i de haven van den zeekant in te fluiten , naardien de Turkjche vloot, die in de baai lag , nu flechts beftond uit honderd galeijen en veertig galiotten En zelfs deeze waren zo zwak, en zo flecht bemand , uithoofde van de pest en den hongersnood-, die onder het gemeene volk woedden ; dat hunne grootfte galeijen naauwlyks honderd - en - twintig mannen aan boord hadden, en deeze waren nog zo zwak en uitgeteerd , dat zy byna niet in ftaat waren de wapenen te voeren ; doch na veele overweegingen en raadflagen bleeven de Spanjaarden aanhouden bm naar huis te keeren , in weerwil der aanzoeken van den Venetiaanfchen Admiraal; die daarop zyn' koers naar Venetië wendde. De Senaat thans t ziende hoe weinig ftaat 'er te mnaken was op den by-n ftand der Bondgenooten, begonnen op hun eigen be.fl houd bedacht te zyn , en verzochten vrede van den"! Sultan ; welke ook, in de maand February van het jaar 1574 , gefloten wierd , onder de volgende voorwaarden ; dat de Venetiaanen aan Selim zouden betaalen driehonderdduizend ducaaten , een derde terftond , en de twee overigen in twee jaaren ; dat de koopmansgoederen van beide kanten zouden terug gegeeven wordsn , en dat alle.-de plaatfen , die de Turken van de Venetiaanen veroverd hadden , in' het bezit der eerstgemelclen zouden blyven ; maar ■ dat die , welke de Republiek aan de Potte ontnomen had , op (taanden voet zouden terug gegeeven werden (£)■ ' . Laat ons nu tot de Turkfcbe Jaarboeken terug keeren. Te Duitfcbers , zich verbeeldende , dat de geheele magt der Othomannen -in dert laatften zeedag vermeld was , en dat zy dus thans ligtelyk .alles zouden kunnen wederkrygen , dat zy verloren hadden , floegen het beleg voor Nova , eene Stad in Bosnië; doch de Landvoogden van deezf (*') Levnclav. & Ricaut in Selim. Nnn 3 XVL 30EK. XII,. Af 9. De Vene.' ;ranen \acken vre» met de 'urken, 4.B.1573. Nederlaag der Duitfchers.  4/2 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. X;[. Akb. Gebturtvnisjin. in Moldavië, deeze 'en andere nabuurïge Provinciën alle hunne migt byëen verzaamelende overvielen de vyanden, die de Stad dachten te blokkeeren, en dreeven hen op de vlucht. Nadat nu de fchade . door het jongste verlies geleden , rykelyk vergoed was , herftelde Salhn de fchade , die dé tyd aan de Mosque van Sr Sopbia had aangedaan , en bouwde vier Minarah's of torens , elk van verfch'llende bouworder , één' op eiken hoek van dezelve ; en vervolgens eenige burgerhuize i daar naoy gelegen wegbrekende , bouwde hy insgelyks twee Madreseh's , of fchoolen van eene fraaije bouworae. In het zelfde jaar zond Selim , om zyn woord aan de Mufelmannen van Spanje gegeeven , gefrand te doen, en den hoogmoed der Spanjaarden te vernederen , ter weerwraak van den flag, dien hunne vloot hem by Lepanto had toegebragt, zyn' Grootvizier en Opperadmi- raai Piala Basha (W) met eene vloot tegen hen uit. Deeze te Mesfina aangekomen zynde verwoestte het omgelegen land met vuur en zwaard ; en dewyl 'er geen leger tot ontzet van die Stad opkwam zouden zy dezelve voorzeker ingenomen hebben, indien niet een fchielyk opkomende ftorm hen genoodzaakt had terug te wyken. Na dat deeze vloot dus dan onderrichter zaake teug gekeerd was , zeilden de Spanjaarden met de vloot, w^elke zy tot het ontzet van Mesfina uitgerust hadden, naar/S/h'. ca , en veroverde Tunis by verrasfing ; daar zy alle de Mufelmannen doodden of gevangen namen , en vervo;gens de Stad met nieuwe vestingwerken en eene tal. ryke bezetting verfterkten (l). Zo haast Selim vrede gemaakt had met de Venetiaanen keerde hy zyne wapenen tegen Joannes , den fVaywode van (O Cant. P9g. 229. Zie verder de Hist. van Span]in. " (W) Deeze is een andere dan die ten tyde van Solyman geleefd heeft.  OTHOMANN1SCHE RYK. 473 van Moldavië. Deeze Joannes, die een natuurlyke zoon was van den Waywode Stephanus, leefde eerst als een koopman onder de Turken , doch naderhand hunnen godsdienst aangenomen hebbende, wist hy door list te bewerken , dat hy tot Waynxode wierd aangefteid in de plaats van Bogdan, die, om zyne verknochtheid aan het Poolfche Ryk, afgezet was geworden. Toen nu Joannes, kort na zyne bevordering , het Turkfch geloof op nieuw afzwoer , en de Waywode van Klein Wallackiën , dit Waywoodfchap voor zyn' Broeder Be. trus verzocht, zond Selim een' bode aan Joannes, om hem eene onmaatige fomme gelds af te eifchen , of de landvoogdy aan een' ander' af te ftaan. Toen nu de Edelen zich tegen deeze dwinglandy verklaarden , zeide Joannes aan den bode , dat het volk niet befluiten kon die fom te betaalen , en trachtte ten zelfden tyd eene verbindtenis met den Koning van Polen tegen de Turken te maaken ; doch toen hem dit niet gelukte nam hy een leger 1'ooljcbe Cojakken onder bevel van Sujercevius in zyn' dienst. De Sultan, na het antwoord van Joannes ontvangen (e hebben, zond een leger van dertigduizend Turken, en tweeduizend Hungaaren aan den IVaywode van Klein. U'allachien, om Joannes te vatten en zyn' eigen' Broeder Peter in de plaats te ftellen. Op deeze aanmoediging voegde de PVaywode zyn eigen magt by deeze hulptroepen, en trok toen met dit leger, dat over de hon. derdduizend mannen fterk was, de Moldau over; hy hield zich zo verzekerd van de overwinning, dat hy geene order onder zyn volk hield. Joannes dit vernomen hebbende viel hen met Sujercevius zo onverwacht op het lyf, dat zy geen' tyd hebbende om by hunne paarden of wapenen te komen, flechts weinigen van hen de algemeene flachting ontkwamen, terwyl de IVaywode met zyn Broeder de rivier overzwom, en op het kafteel Brahilow vlucht- XVI. Boek. XU. Afd. Voorjpeé^ mn den Waywode ]oannes.  XVI. Boek. xii. Afd. 474 H I S T O R I E van het vluchtte. Dc overwinnaar vervolgde hen; en het lanti rondom dat kafteel mer vutT en zwaard verwoeft hebbende, zon ler fexe of ouderdom te fpaaren , eifchte hy de twee gevluchte broeders op van den Bevelhebber van het'kafteel; doch toen deeze hem daarop door vier boden een zeer onvricndelyk antwoord liet geeven, deed de ontmenfehte Waywode hen eerft de lippen, den neus, en de ooren affnyden; vervolgens hen de voeten aan ten' langen balk fpykeren , en 'hen zo met de hoofden aan de inwooriers ten toon ftellen. Kort daarna beftormde en -veroverde. hy de Stad, daar hv alles, menfchen en bee. ften om het leven bragt. Den buit, die zeer ryk was, verdeelde hy onder zyn volk, en deed vervolgens de Stad tot den grond toe flechten. Intusschen kreeg hy bericht, dat 'er een leger van vyf tienduizend Turken in aantogt was om het Kafteel te ontzetten, waarop hy Sujercevius met zyne Cofakken en agtduizend mannen ligte Mddavifche troepen tegen hen afzond, die omtrent veertienduizend Turken verfloeg, terwyl de overigen naar het kafteel van Teina vluchtten. De IFay/ivode floeg daarop terftond het beleg voor die Stad, en deed, nadat hy dezelve veroverd had, alle de inwooners om het leven -brengen. Toen Selim van deeze gebeurtenislén bericht kreeg, wierd hy zodanig ■bevreesd dat hy Wallach'iên verliezen zou, dat hy openbaare gebeden- voor het beter geluk zyner wapenen deed inftellen. Intusfchen liet Joannes, die zyne troepen geduurende het winterfaizoen een weinig ruft wilde geeven, een gedeelte van zyn volk onder het bevel van zyn' ouden'vriend. Jéreihias Czarniëvich, Bevelhebber der ruitery, om. de poften aan den Donau te bewaaren, doch deeze Bevelhebber:, zich door een gefchenk van dertigduizend Hungaarfche ducaaten hebbende laaten omkoopen, trok met zyne troepen, onder voorwendzel van te •gaan fourageeren, van die rivier af, en gaf daardoor den Bas.  O TKOM ANNISCHE RYK. 475 .Basha, die aan de andere zyde was, gelegenheid, om met een leger van tweehonderdduizend mannen de rivier over te trekken; hierop fpoedde hy zich met dit nieuws naar den Watmie, en gaf voor dat hy te zwak was om de vyanden het hoofd te bieden; maar voegde tevens daarby, dat zy niet zeer talryk waren, en dat hy hen ligtelyk zou kunnen verflaan, wanneer hy zich fpoedde met hen te overvallen. t Joan nés brak hierop het beleg van Tema op, en trok hen te gemoet, en hunne legerplaats tot op drie mylen < genaderd • zynde, zond hy Sujercevius en den trouwloo-; zen Jeremias met eenige troepen af om dezelve te gaan bezichtigen. De Cofakken, die den laatft gemelden reedslang verdacht gehouden hadden, oordeelende, dat het leger der vyanden zeer talryk moeft zyn, uit hoofde van hunne veelvuldige buitenpoften, raadden by hunne terugkomft den PVayxode, dat hy hem niet te veel zou betrouwen,- doch Joannes, geene achterdocht wegens hem hebbende, trok met zyne ganfche magt de Jurken te gemoet. Hy verdeelde zyne ruitery, die uit dertigduizend mannen beftond, in dertig hoopen, en plaatfte eenige veldftukken voor het front van een' ieder derzei • ven. Zyn voetvolk, dat zeer talryk was, en uit getrouwe, fchoon ongeoefende krygslieden beftond, plaatfte hy afzonderlyk. Hierop een' heuvel beklommen hebbende, vanwaar hy het leger der vyanden kon overzien, ontbood hy Czarniëvich, dien hy thans van verraadery begon te verdenken; doch die verraader zich onfchuldi. gende met de nabyheid der vyanden, deed hem zeggen, dat hy hem welhaaft in het veld zo verre voorwaarts getrokken zou zien als een' zyner vyanden. Joannes geloofde hem in goeden ernft, toen hyhem, by het teken van den aanval, met dertienduizend van zyne belt» troepen vooruit zag trekken; doch,, toen hy naby den vyand gekomen was, ftreek hy zyne vendels, en deed Oost. Hist. XII. Deel. Ooq XVI Boek, xii. Afd» Hy ■wtrdt 'oor een' van ;yne Bevelhebbers v»jT» 'aden.  476 HISTORIE van het XVI. Boek. xii. Afd. Joanne wrdtgejla gen. zyn volk de hoeden op de punten van hunne lanfen, fteeken, en zich nederbuigen tot een teken van onderwerping. De Turken ftaken hunne lanfen' in de hoogte, en ontvingen hen met groote blydfchap; doch deeze overloopers befchouwende als lieden, die gewetenshalve verplicht zouden zyn in den flag terug te wyken, nood' zaakten zy hen om in het fpits tegen hunne eigen land lieden te ftryden, en doodden alle de geenen, die niet wilden aantrekken. 3 Nadat nu door deeze fchikking de verraaders meeftal vernield waren, hielden de Turken nog éen' tydlang den ftryd met groote hardnekkigheid uit, en trokken toen terug, met oogmerk om de Moldaviers in eene hinderlaag te lokken; maar deeze eenige achterdocht van hun voornêemen gekregen hebbende, wilden hen niet vervolgen; waarop de Turken den aanval met eere verdubbelde ^woede hervatteden , en na een allerhevigft gevecht door hunne overmagt de overhand behielden op de Molda. viert, die meeft allen fneuvelden, terwyl 'er van de Kcfakken niet meer dan tweehonderdvyftig mannen over* bleeven. De fVaywode, die nog twintig luizend mannen voetvolk, en eenige ruitery tot eene achterhoede had bewaard, vluchtte met dezelvem naar de ruinen van eene Stad, welke hy kort te vooren verwoeft had, en verfterkte zich daar zo goed hy kon. Den volgenden dag, zynde den elfden van J««y, zonden óe Turken, na zyne legerplaats zeer hevig, doch te vergeefs belchoten te hebben, boden aan hem om zich over te geeven, éér zy genoodzaakt zouden zyn tot uiterften te komen. Hierop wierd van beide kaftten overeengekomen, dat de Kofalken vryheid zouden hebben om naar huis te keeren; en dat den tVaywode geen geweld hoe genaamd zou worden aangedaan , maar dac men hem naar Conftantinopolen 2ou zenden om zich voor Stlhn zelve te verantwoorden; wat de Moldaviers betrof, wierd het onnoodig ge- öor-  OTHOMANNISCHE RYK. 47? öordeeld met betrekking tot hen eentee voorwaarden te maaken, dewyl al het leed, dat hen zou worden aangedaan, den Sultan zelve, en den ttaywcde, dien hy over her zou aanftellen. beledigen zou Nadat deeze artikelen tot zevenmaal toe door de Turkfcbe Bevelhebbers waren bezworen , verdeelde de' JV^mode al zyn geld en juweelen onder zyn geyolg, en begaf zich toen tft eene fmeekende geftake naar de legerplaats der Tui ken, daar hy meer dan vyf uuren lang met de Opperfte Bevelhebbers fprak. Eindelyk kwetfte de KaPiè Bafba, het zy dan dat hy zich door zyne woorden beledigd achtte , of , dat hy niet meer gedachtig was aan zyn' eed , hem eerst in het aangezicht , en vervolgens in den buik Op dit gegeeven teken floegen de janitzaren hem het hoofd af, en hielden het zelve omhoog, om door een' ieder gezien te kunnen worden • en vielen met dezelfde trouwloosheid aan op de Moldaviers , die zy als beesten doodfloegen. De Kofakken geene betere behandeling verwachtende , wierpen zich in de difcfle drommen der vyanden , en met ver. wonderlvke dapperheid vechtende, wierden zy alle ter neder gehouwen , uitgezonderd alleen de dappere Sujercevws en eenige voornaame Bevelhebbers , die gefpaard wierden om naderhand gerantfoeneerd te kunnen worden. Na deezen moord verwoestten de Turken het geheele hnd van Moldavië, bragten alle de Edelen om hals, en voerden eene groote menigte gemeenen weg om afgelegen provinciën daar mede te bevolken. Dus onderwierpen zy het geheele land, en opendenzich een' wegnaar PodolieQn). Laat ons nu tot de Jfricaanfche zaaken terug keeren. Naardien het verlies van Tunis geweten wierd van Piala Basha , om dat hy met de groote gerustheid terug gekeerd was, zonder een gedeelte der vloot achter te laa ten (m) Ricaut, ubi fupra, v ' Ooo a XVI. Boek. xa. Afd, En geeft ■Ach over. Hy wordt >errad°lyk 'ermoord. Hesyra 282. Toet der Turken naarAfrica»  '47* H I STORI E VAN HET XVI. Boek. xii Afd. Nederlaag ^«•Hungaa KR, Deed van Selim. Zy ne regee ring én zyn iarakttr. ten tot het beveiligen der kusten van Africa, wierd hy van zyn' post afgedankt; en de Vizier Sinan Basha in zyne plaats aangefteld , die daarop, in het jaar 98 i, afgezonden wierd om Tunis te heroveren. De Vizier gaf, zohaast hy zyne troepen ontfcheept had , terftond bevel om de Stad, en een nabygelegen Kafteel, Chalkuldavi genaamd , te beftormen , welke beiden hy na eenige vergeeffche aanvallen ten la%fte veroverde , en de gantfche bezetting aan de fchimmen der Mufelmannen, die daar in het vcorige jaar door de Christenen verflagen waren, opofferde. Vervolgens fleehtte hy het Kafteel tot den grond , en de wallen van Tunis verfterkt heb.» bende , liet hy eene genoegzaame bezetting in deeze Stad (n). Geduurende de belegering van- Tunis verzamelden zich eene troep van vyftienhonderd Hungaaren met oogmerk om Sigetb te overrompelen , waarop Joffer Basha, Stadvoogd van Giula , hier van bericht gekregen heb*, bende, met vyfhonderd Janitzaren zich in eene.hinder. laag kg; en hen van daar overvallende\ terwyl zy zorgloos voorttrokken , een groot gedeelte van hen ge< vangen nam- In het laatst van dit jaar bouwde de Sub tan een groot en prachtig bad , aan den kant van hec Paleis , die naar het oosten ftrekt. Terwyl nu de kalk nog vergiftige dampen uitwaafemde , was de Sultan zelf dE eerfte, die in het bad ging ; en aldaar, inden men eenige Schryvers geloven mag , eene groote meenigte wyn dronk om de fchadelyke dampen re verdry ven. Deeze buitenfpoorigheid wierd gevolgd door eene ligte hoofdpyn , vervolgens door eene foort van beroerte;, welke hem op den elfden dag zyner ziekte, en den 28 ier maand Shaban , uit de wareld rukte. Sultan Selim leefde twee-en-vyftig jaaren , en regeerden) Cam. pag. 287^  OTH OMAN NIS CHE RYK. 479 geerde agt jaaren , vyf maanden , en negentien dagen. Hv was een vorst van groote dapperheid (X) , maar niet zeer gelukkig ; in alle omftandigheden ftandvastig van gemoed ; in zyne raadflagen fchielyk befloten en zeer geheim ; een beminnaar van gerechtigheid , en een goedaarde man; milddaadig van aart , en zo mededogend , dat hy van een veel zachter geitel fcheen te zyn dan zyno voorzaaten. Hy was zeer gemeenzaam en vrolvk in den omgang met zyne Hovelingen en bedienden; een groot beminnaar van Geleerden en Tooneclfpeelers ; en zeer naanwgezet in zyne godsdienstoefeningen. Echter zeggen fommige fchryvers , het zy dan , dat zy nader gelegenheid gehad hebben om' van het inwendige van het Saray kennis te krygen , of dat zy het algemeen door byzonderheden hebben zoeken te behaagen , dat hy onder voorwendfel van geheime godsdi mstoefening, zich in het binnenst van zyn Paleis geheel aan «len wyn' en" dé vrouwen overgaf. Dit is zeker , dat hy in het openbaar een' grooten uiterlyken fchyn van Godsdienst betoondeen dat i wanneer zyne daaden immer fch'eenen af te wyken van de gezonde; rede , zulks veeleer moest 'tr>egefchreven worden aan eene godlybe verrukking: dart aan dronkenfchap. Wat zyn' perfoon belangt , ; de Christenfchryvers zeggen , dat' hy van' eene middelbaare geftalte, en zwaarmoedigen aart was i dat ZVn aangezicht meer opgezwollen dan waarlyk vleefchig was, en veel overeenkomst had met dat van een'dronKi aart (o). (o) Caht. pag; 227, & feqq. (X) De ChrUtenfchryvers z ggeu , dat hy min Ier dapperheH bezat ,èm zyne voorzaaten, en dat hy daarom ook minder geacht wierd. 1 0OO | 3 DER<-- XVI. Boek. xit. Ara.  xvi. Boek, Xhl. Afb. Hegyra, 983. J.DIS7S. Sultan Morad 111. 480 HISTORIE van het DERTIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Morad III. TWTa het overlyden van Selim kwam zyn zoon Morad, 1 \ in het begin van de maand Ramazan , in het jaar 983 der Hegya , en het een-en dertigfte van zyn' ouderdom te Conftantinopiden, daar hy op fbande voet door alle de Ryksgrooten als Keizer begroet wierd , die hunne droefheid in kunftige lykredenen -over de dood van zyn' Vader uitboezemden ; ^na welke piegtigheden het lyk van Selim begraven wierd in een lurbeh , of koepeltoren , niet verre van St Sophia. De Christenfchryvers zeggen , dat zyne eerfte bezigheid was de Janitzaren te vi eden te ftelien ; die, behalven de gewoone gefchenken , eene vermeerdering van foldy vorderden , en daarenboven , dat hunne zoons , zohaast zy tot den ouderdom van twintig jaaren zouden gekomen zyn , onder de jonge Janitzaren zouden worden opgefchreven , en alle derzelver voorrechten genieten. Na hen dit verzoek toegeftaan te hebben , deed hy , meer uit eene ftaatkundige gewoonte dan uit eenige neiging tot wreedheid , zyne vyf Broedei s, Moftafa , Solyman , Aldo'Uab , Osman , en Jehan Gbir , jn zyn byzyn verworgen. Deeze wreedheid trof de Moeder van. Solyman zodanig , dat zy zich zelve doorfWk , welk akelig icfiouwipel Morad , naar men zege zodanig trof , dat hy eenige traanen ftortte. Na deeze voorafgaande gebruiken volvoerd te hebben, lag  OTHOMANNISCHE RY;K. 481 lag de Sultan zich geheel en al toe op hetinftellen van heilzaame wetten , het verbeteren der muntfpeciën, en de armen blyken van zyne goedheid te geeven. Vervolgens zond hy om den oorlog , die zyn Vader begonnen had , voort te zetten , dc Crimfche Tartars in Poioliè' - welk land zy introkken in de maand Octoher, in het jaar 1575 , en daar groote verwoeftingen aanrechtten ■ doch terwyl zy bezig waren den buit te deel en met ^Peter , den nieuwenl-Vaywode van JVallachi'é, vielen de Ponlfche Kofakken in hun land , om dus fchaaver. s;oeding te haaien, Omtrent dien tyd zond Morad, verStaan hebbende ,. dat de Polakken , na den vrywilligen afftand van flenrik van Valols , Hertog van Anjou, befloten hadden een' nieuwen Koning te verkiezen , en dat Keizer Mmimiliaan ,, en de Grootvorst van Moscovië de voornaamfte mededingers waren , ' een' brief aan de Edellieden , waarin hy hen Stepbanus Battori, den pVaywode van Tranjylvanië ten hoogfte aanprees. Zy gaven zoveel gehoor aan deezen voorflag , dat zydePrinfes Anna , uit het huis der Jagellons tot hunne Koningin verkozen , onder beding, dat zy met den fVaywode zou trouwen , wet welk zy ook deed. Dit deed Morad dikwils roemen , dat hy een' Koning aan de Po. lakken gegeeven had ; waarvan hy ook kort daarna de voordeelen ondervond , naardien Stepbanus een verbond met hem maakte; zo dat hy van dien kant zeker was, en zyne ontwerpen tegen Peifië gerust kon werkftelling maaken en voortzetten , waar toe hem daarenboven de oneenigheden , die daar by het overlyden van Shah Thamasp ontftonden , zeer gunftig waren (p). Nadat Morad drie jaaren toegebragt had met het regelen der algemeene ftaatszaaken , en oorlogstoerustingen, be- (pj Minadoi , Oorlog tusfehen dé Turken en Perfismen. IU3 'Caut in Morad. XVI. Boek. xm. Adf. Inval in?o* len. Stcphanus Battori wordt tot Koning van Polen vet* iozen. Hegyra, 986.  482 HISTORIE van het XVI. Boek. xiii. Afd. Inval in Peifië. 1 Eenige Georii'cbe Prinfen tnderwerpenZich aan den Sulcan. i befloot hy, in het jaar 986 , den togt tegen Perjïê-te beginnen. Ten dien einde zond hy Mojtafa Basha , die in den rogt tegen Cyprus bet bevel gevoerd had , met de troepen van Erzerum en Diyarhcker ,• om de grenzen te overvallen. Deeze Veldheer vermeefterde eerst de Kafteelen en fterkten op de grenzeu , en verfterkte de Stad Kars , die door verfcheide belegeringen genoegzaam ïeheel verwoest was geworden ; vervolgens bouwde hy laar koornhuizen, op dat het gebrek aan levensmidielen zyn' voorgenomen' togt niet zou verhinderen. Na Jeeze voorzorg floeg hy het beleg voor thaldiran, eene fterke Stad van Perfië , welke hy na verfcheiden aanvallen veroverde. Vervolgens zond hy een gedeelte van syn leger onder het bevel der Bashas van Erzerum en Diyarheker tegen Tokmak Chan , die met een groot leger in aantogt was om die Stad te ontzetten ; deeze overvielen dien Veldheer en dreven zyn leger op de vlucht. Het gevolg van deeze overwinning was het veroveren /an Tiflis , eene bekende Stad in Armenië , welke terHond na de verovering verwoest wierd. Van daar trok Mostafa naar Shamachiya j maar door de veelvuldige redens belet wordende zyn' togt verder voort te zetten , iet hy Ozdemir , Othman Basha , en den Beglerbeg van Erzeurrumi achter om de veroverde plaatfen te bewaaren en keerde naar Europa terug. Aan de rivier Kanak gekomen zynde , deed hy eene brug over dezelve ftaan ; zohaast hy daar over getrokken was , kwam Sahamal, een Geörgifche Prins , zich aan hem onderwerpen. Vervolgens kwam hy in het geaied van Prins Alexander , en ontving te Zaghen veele ververfchingen van dien Vorst, offchoon deeze, uit hoofie van zyne ongefteldheid , hem in .perfoon niet kon jpwachten. Van daar trok hy naar Teflis ; op.deezen togt ontmoette hy oneindig veele moeijelykheden , door Ken hy verfcheiden woefte en bofchachtige gebergten moest  OTHÖMANNISCHE RYK, 483 moest overtrekken , waar by hy veel volk verloor , die door de Georgiër* afgefneden wierden. Eindelyk kwam by te Altunkala , het Paleis van de weduwe van Prins Dedesmit , welke zich , zo het fcheen , ook aan hem onderwierp, en hem haaren oudften zoon Alexander overleverde, dien Mostafa, met zyn' broeder Manuieher , naar Conftantinopolen zond, zohaast hy te Erze* rum gekomen-was , daar hy zyn volk afdankte CO- Volgens het verbaal der Turkfche Hiftoriefchryvers kwam Manujeher, die tot dien tyd toe een onderdaan van Perfië geweest was, by Mostafa , toen hy te Te. fis was , en gaf hem de fleutels der Steden , die onder zyn bevel ftonden, over. Niet lang daarna wierd hy Mohammedaansch ; voor deezen ftap wierd hy beloond met het Sangiak van Achiska in Anatolië , en tot Beglerbeg van Teflis aangefteld. Naardien nu de winter zo ftreng wierd , dat de Othomannifche krygsknechten „ die aan geene koude gewend waren , dag aan dag in het leger ftierven , zond Ozdemir Ogli, Basha der Othomannen , zyn volk in de winterkwartieren , doch in verfcheiden hoopen verdeeld, dewyl 'er in dit woest en verlaten land niet eene Stad gevonden wierd , die het geheel leger kon bevatten ; zohaast Euris Chan, de Veldheer der Perfiaanen , kennis kreeg van deeze fchikking , overviel hy de Turken onverwacht, terwyl zy dus verftrooid lagen , en rechtte eene groote flachting onder hen aan. •De Othomannifche Basha, die een kundig Veldheer was, vreezende, dat dit ongeluk aan zyne onachtzaamheid zou toegefchreven worden , verzaamelde zyn leger in het felst van den winter en beftreed de Perfiaanen meer dan twintig maaien op verfcheide plaatfen met een' verfchillenden uitflag. Eindelyk wierd hy door der- (q) Mikaooi ubi fupra. Libr. iii. Ricaut, ibid. Oost. Hist. XII. Deel. Ppp XVI. boek. xiii. A.FÖ. Groot! lachtivg mier de furkeo.  XVh Boek. xui. Afd. De Perfiaanen werden geflagen. Shirwan door de Perfiaanen her wonnen. 484 HISTORIE VAN HET dertigduizend van hen, onder het bevel van Imam Kuli, zeer hevig aangevallen ; doch zy wierden, na verloop van vier dagen , dat deeze fchermutfeling duurde , terug geflagen, en de meeften van hen gedood, Na deezen flag herftelde Ozdemir Ogli de wallen van Samachiija , en trok toen met het overfchot van zyne verzwakte benden naar Europa (r). Niet lang nadat Mojlafa van Eres vertrokken was, befloot de Cban, die uit Samachiya gevlucht was, uit vrees voor de Turken, met de landvoogden van Eres en Sachi, weder in hun land te trekken; doch toen hy naby de Hoofdftad gekomen was, en uit onderfchepte brieven der Tartaaren die onlangs aangekomen waren , aan den Otbomannifcben Basha gefehreven, hunne magt vernomen had, trok hy naar de rivier Kanak terug. Hier wierd hy verrafcht door Jbdol Gberay, den Veldheer der Tartaaren, en broeder van den Chan, die zyn geheel leger verfloeg, en hem zeiven gevangen nam, waarop hy te Samachiya voor een der vertrekken van zyn gewezen paleis wierd opgehangen. Na deeze ftraf. oefening trokken de Tartaaren op, en plunderden Gan. jeb. Intusschen was Emir Hamfeh Mirza, de oudffe zoon van den Koning van Perfiën met twaalfduizend nieuwgeworven mannen in Shirwan aangekomen, waarmede hy Eres, benevens alle den gemaakten buit weder van de Jurken, hernam, na een hevig gevecht met Kaytas Basha, den Bevelhebber van dié plaats; die met zyn geheel gevolg daar verflagen wierd; vervolgens trok hy naar Samachiya, daar by de Tartaaren, die niet op hunne hoede waren, overviel, en eene groote flachting onder hen aanrechtte, waarby hy eene groote menigte gevangenen maakte, waaronder ook hun Veldheer was. De (r) Cakt. pag. 33 r.  OTHOMANNISCHE RYK. 485 De Stad genaderd zynde deed hy dezelve opeifchen van Osman Basha, onder voorwaarde, dat hy zyn leven en goederen zou behouden. De Basha ftemde in deeze voorwaarden, en verzocht drie dagen tyd om zyne goederen tot den uittogt in gereedheid te brengen; maar de oprechtheid van zyn vyand mistrouwende vluchtte hy in den laatften nacht met zyne koftbaarheden naar Dar. bent. Den volgenden ochtend ftrafte de Perfiaanfche Prins , zodra hy in de Stad gekomen was , de inwooners voor hunne trouwloosheid; als mede die van Eres en Sechi; en keerde toen in zegepraal terug naar Kasbin, met den gevangenen Abdo'l Gheray; op wien, naardien hy een jong en fchoon Vorst was, de Koningin van Perfië verliefd wierd. De Hovelingen afgunftig geworden wegens deezen minnehandel, die met te weinig omzichtigheid voortgezet wierd , doch nog meer ge. belgd wegens het voornêemen van Koning Mohammed 9 om zyne dochter aan dien Veldheer uit te huwelyken , om door dit middel de Tartaaren op zyne zyde te trek. ken , vielen op zekeren morgen in zyn vertrek , en bragten hem om het leven. Men denkt, dat zy de Koningin insgelyks van kant gemaakt hebben , dewyl men haar na dien tyd nooit meer in het openbaar gezien heeft. OSMAN Basha te Darbend gekomen zynde, dat nu de eenige pliats was , die de Turken in Shirwan behouden hadden , trouwde met oogmerk om Georgië voor den Sultan te behouden , de dochter van Sabaml, een' Prins van dat land; doch kort daarna uit zyne vrouw, die fmoorlyk op hem verliefd was , verftaandc, dat haar Vader door den Koning van Perfie heimelyk omgekocht was om hem van kant te maaken, verzocht hy hem cp een gastmaal , en deed hem , benevens zyn gansch gevolg , om hals brengen. Hier mede eindigde Ppp 2 dit xvr. Boek. xiii, Afd. Osman ïasha vlucht naar Darbeni.  XVI. Boek. xiii. Afj>» Oproer on derdeCr'mfehe Tartaaren. Gebeurte nis/en in <öeorgiën. (Y) DEMUR-of Temur-Kapi, betekent, de Yzeren Poort. Dus Boemen de Turken Darbend , of Detbentdat in het P.trjiaansdi be» tekent, ds Gejlotene Deur. 4ö"8 HISTORIE YAS HET dit jaar de oorlog , waarin de Turken zeventigduizend mannen verloren hadden (s > Terwyl dus het grootst gedeelte van het Turkfche le-* ger in Perjie gebruikt wierd , deed de Chan der Crimfche Tartaaren eene pooging om het Othomannisch juk af te fchudden. Hierop kreeg Mostafa Basha bevel om deeze vlam in de geboorte te fmooren , waarop hy den berg Caucafus in de engte van Demur Kapi (Y) doortrekkendie met kleine fchuiten de rivier Tanais, of Don overvoer , en dus den Chan overviel, die geen gevaar vrezende van een' kant, daar nog nimmer een mensch was doorgetrokken , geflagen wierd, en zyn hoofd naar Conftantinopolen gezonden (f). MORAD veiligst oordeelende , wanneer hy veroveringen wilde doen , eerst zyne eigen landen teverzeke* ren , en dan langzaamerhand de landen van zyne nabüuren te overweldigen , . gaf bevel aan Mostafa om de noodige bouwftoffen te doen gereed maaken tothetftich* ten van eenige fterkten op den weg van Erzerum naar Georgië. Ten dien einde verzaamelde de Basha een' grooten hoop volk ; waar onder twintigduizend pioniers; intusfchen waren de Perfiaanen ook niet ledige maar fielden alles in het werk om de indringende.vyanden tekeer te gaan. By deeze gelegenheid bood Imam Kuli Chan, Stadvoogd van Ganjeh , aan , dat hy Shirtaan zou be. veiligen , en beletten , . dat Osman Basha ,. in die pro. vincie eenige veroveringen maakte, of eenige Kaftee. len bouwde. Ten zelfden tyde befloot Simon, een dap» per Prins in . Georgië, deeze gelegenheid zeer bekwaam oor,- o) Minadoi , ubi fupra. Cap, 3, (t) Camt. pag. 231.  OTHOMANNISCHE RYK. 4*7 ©ordeelende om dat gedeelte van zyn land te herwinnen, het welk door zyn' jonger broeder , David, ot Ua-xt Chan , hem ontnomen was , dat gedeelte van Georgië waarin Ti fles gelegen was, te verfterken tegen de lurken. Hierop maakte de -Koning hem Cban yan het ganfche land , en zond Ali Kuli Chan met vyfduizendmannen . om hem in dit zyn oogmerk byftand te bieden. In het begin van de lente trok Mostafa van Erzerum < in twaalf dagen naar Chars ; en na deeze plaats in twintig dagen door de handen van een' hoop onwillige foW' darten verfterkt te hebben , zond hy negentienduizend van hen naar Teflis, onder het bevel van Hasfan Basba zoon van den Grootvizier Mohammed , een' dapper Bevelhebber. By de beruchte engte van Tomams, wierd hv op zyn doortogt door de bosfchen aangevallen door AU Kuli Chan en Simon ; waarby hy veel volk verloor ; doch zo haast hy uit de bosfchen was deed hy «yn volk ftil houden ; het welk dc Perfiaanen verkeerdelyk voor een uitwerkfel van vrees hielden , en hem daarop voor de tweede maal aantastten , doch in eene hinderlaag vervielen, die hy voor hen gelegd had ; daar het groo-st gedeelte van hen fneuvelde , en Ah Kuli Cban zelfs' gevangen genomen wierd. Naderhand gelukte het Plafon Teflis te ontzetten , maar by zyn' terugtogt wierd hv andermaal onverwacht overvallen by Tomams. Hy ontkwam echter dit gevaar door de raadgeevmg van Ali Kuli Chan op te volgen , die hy daar voor zyne vryheid beloofde; doch hy verbrak zyn woord , onder voorwendfel dat het niet in zyne magt ftond hem zyne vryheid te fchenken. Simon was zeer veiftoord over deeze teleurftelling, doch vervolgde hem echter zó kort op de hielen , dat hy zyne achterhoede geheei verwoestte en zyne ganfche kas veroverde, tlasjan kwam-na eene marsch van agt dagen te Cbarszan , wer waarts Mostafa niet lang daarna met zyn leger teruj Ppp 3 - teeï XVI. Boek. XIII. Afd. f.D. 1579. Chsrsvêf erkt. Teüls «?at* set. r »  488 HISTORIE van het XVI. Boek. XMI. Afd. Hegyra. Q88. >.X>.i5go Perfiaansc gezant- fekap. kee-de ,• waarop hy zyne verzwakte en misnoegde troepen afdankte , en dus den veldtogt van dit jaar ein. digde. Om den veldtogt in Georgië gemaklyker te maaken, en scn' gereeder' weg naar dat gewest te baanen , dan over land , had Morad Kilij Ali met eene groote vloot naar de Zwarte -Zee gezonden , om eenige fterkten in Mingrelie te bouwen ; die terftond na zyn' aftogt door de inwooners weder geflecht wierden. Hasfan wierd. door den Sultan voor zyne dienften edelmoedigiyk beloond ; maar Mostafa verviel in deszelfs ongenade , en zyn vyand Sinan Basha wierd in zyn plaats tot Veldheer aangefteld. Deeze wierd ook kort daarna tot Grootvizier aangefteld , by het overlyden van Mohammed die in den vollen Divan doodgeftoken wierd door een' foldaar, wiens maandgeld hy had ingehouden («). MORAD voorgenomen hebbende den oorlog voort te zetten zond , in het jaar 988 , den Grootvizier met een talryk leger tegen de Perfiaanen; die ziende , dat hunne geheele natie met een' volftrekten ondergang 1gedreigd wierd, den Sultan om vrede fmeekten. Ten dien einde zonden zy lbrahim Cban , een' man van een doorliepen verftand aan hem af; die door zyne redenen en gefchenken by den Grootvizier zoveel wist te weeg te brengen , dat deeze , offchoon hy reeds in Per (ie was ingerukt , terftond zyne troepen deed terug trekken , en den Perfiaanfchen gezant met brieven van voorfchryving naar den Sultan zond ; doch Morad oordeelende , dat het te fchielyk zou zyn de vyanden vrede te verleunen éér zy geheel en al afgemat waren , en daarenboven fchandelyk voor zyne wapenen , dat hy zich door looze voorfhgen liet misleiden , floeg het verzoek van lbrahim ronduit af, en beroofde Sinan Basha • van  OTHOMANNISCHE KYK. 4S< van het opperbevel, terwyl hy Ferhad Basha in zym plaats ftelde O). . . SINAN Basha wierd thans Grootvizier; en Moham. med Basha , een broederszoon van Mostafa d2n gewe. zen' Veldheer , tegen den raad van den Grootvizier , afgezonden om Teflis te ontzetten. Deeze vyf - en - twintigduizend mannen op de been gebragt hebbende vervoegde Hasfan , Basba van Kura Amid , en Manujeber , dt Geörgiaanfche Prins , die Mohammedaansch geworden was, en nu den naam van Mostafa gekregen had, zich te Erzerum by hem. Toen zy tot Gori , omtrent dertig mvlen van" Teflis, voortgetrokken waren, ontdekten zv een groot leger Georgie'rs en Perfiaanen in Georgijche klederen , dewyl 'er toen nog over den yrade gehan deld wierd. Den volgenden dag trokken de Turken de rivier over , die de twee legers van een fcheidde, doch wierden eioor de Georgiers met groote verwoedheid aan. gevallen , éér zy zich in flagorde konden ftellen; die daa-op eene groote flachting onder hen aanrechtten ,• en hunne krygskas benevens het grootst gedeelte yan hunne mondbehoeften veroverden ; zo dat de Basba, toen hv met de overige vluchtelingen te Teflis gekomen was, genoodzaakt was om veertigduizend ducaaten van zyne Bevelhebbers op te neemen om de bezetting te kunnen betaafm , en naar Zigben om levensmiddelen te zenden. MOHAMMED keerde, na zich flechts twee da. pen te lef lis opgehouden te hebben , over Tomams te ?u* • en te Altunkala , het verblyf van de Georgiaanfcht Prins Mostafa , gekomen zynde , ontbood hy die Prins om hem , onder fchyn van een' krygsraad te houden , van kant te maaken. Mostafa , van dit verraadelyk oogmerk verwittigd , begaf zich met vyftig uitgelezen mannen naar de tent van den Veldheer, daar hem een (v) Cant. pag. 231- & Seqq. XVI, Boek. XIII. Ar Da Staat dtr Ziaken in Georgië,  xvr. Boek. XIII. Afd Dapperheid van Manu Turkfche Ito, 490 HISTORIE VAN HET verdicht bevel van den Sultan wierd voorgelezen. Mostafa beloofde daar aan te zullen voldoen ; doch toen hy zyn affcheid dacht te neemen ftond de Cdpighi Bashi op, en hem by eene flip van zyn kleed vattende wilde hy hem noodzaaken om neder te zitten. Terftond trok de Prins zyn zwaard , doodde den Onderbevelhebber van den Veldheer, hieuw den Basha van Kara-Amid een oor af, en bragt Mohammed zeiven verfcheide gevaarlyke wonden toe. Dit geval veroorzaakte eene groote opfchudding in het leger ; doch Mostafa gaf den Sultan terftond kennis van deeze zaamenzweering , en wiend met een eerekleed begiftigd, (tv). MORAD fchoof alle de fchuld van deezen ongelukkigen uitflag op den Grootvizier , om dat deeze niet in het Oosten gebleven was om het bevel over het leger te voeren; terwyl Sinan Basha den Keizer zelve de fchuld gaf om dat hy Mohammed tegen zyn* raad tot die togt gebruikt had. Hy voegde" hierby,' dat men den oorlog niet moest doorzetten , door fterkten te bouwen, dewyl 'er geen geld genoeg in de fchatkist was om de bezettingen te betaalen ; en dat de Sultan , indien hy eenigen goeden uitflag van zyn voornêemen wilde zien, in eigen' perfoon te veld moest trekken ; doch deeze raad mishaagde den verwyfden Sultan zodanig, dat hy Sinan Basha verbande , en Shaus Basha , zyn' eigen* fchoonbroeder , in deszelfs plaats tot Grootvizier aanfteb .de. Ten zelfden tyde ftelde hy , met voornêemen om den oorlog door te zetten, Ferhad , een' man van groote moed en ondervinding , tot Opperbevelheb • ber van zyne troepen ,• met voornêemen in den beginne om hem niet verder te gebruiken dan om den doortogt naar Teflis open te houden , en het land van Mo» jiafa , den Georgiannfchen Prins te verwoeden ; doch , toen (w) Minaboi, Libr. 4, 5, 6.  OTHOMANNISCHE K*K. 49^ toen hy bericht kreeg van de oneenigheden , die 'er ontftaan waren tusfehen den Koning van Terfie en deszelfs jongften zoon Ahbas Mirza , gaf hy bevel aan Ferhad om eene fterkte te bouwen -e Rivan , en den doortoct van Chars derwaarts te beveiligen , om zich dus een' weg te baanen naar Tauris. Met betrekking tot Mostafa gaf hy zyn' Veldheer last om voor als nog tegen hem te veinzen , om dus zich van hem te kunnen bedienen tot het overvoeren van eene veffterking naar Tefli*> . , . De nieuwe Grootvizier trok , in het jaar 991 , met een talryk leger in Pe> fie , en herbouwde de wallen van Rivan, doch rechtte behalven dat , het zy dan uit' lafhartigheid, of door omkooping , niets merkwaardigs( uit. Dat nog het ergst was , hy verloor Tibris; en, leed nog eenige andere nederlaagen , waarop hy tegen den winter naar huis keerde met zyn leger. De Koning van Per fie vernomen hebbende, dat Fsr. bad voorgenoomen had in het volgend jaar met een talryk leger een' inval in Nakfivan te doen, trok met zyne ganfche legermagt naar Tauris. Zohaast Ferbad hiervan kennis gekregen had onderfteunde hy het gerucht van zyn voornêemen tegen het eerftgemelde land, terwyl hy ten zelfden tyde optrok naar het kafteel Lori, dat twee ruftplaatfen van Teflis af gelegen is, hetwelk hy zeer verfterkte. Daarna bouwde hy een kafteel in de engte van Tomams, en zond vervolgens twintigduizend mannen onder bevel van den Bashas van Refuan, en van Sara* Amid, om Telfis byftand te bieden; doch Simon, de Ge. orgiaanfehe Prins, den Basha van Refuan met niet meer dan zesduizend mannen aan den voet van een' heuvel gelegerd ziende, en meenende , dat dit zyne ganfche magt was, viel hem ftoutmoediglyk aan met vierduizend mannen,- doch wierd welhaast ingefloten door de Turken, die van den anderen kant van den heuvel kwamen. Oost. Hist. XII. Deel. Q.qq Hier- XVI. Boek X1IL AFDr Fïegvra, 99i. 4D 1583. De oorlog' net PerfiS ernieuwi.  xvi. : Boek. ! xiii. Aio. Muit ery dtr Janiiza ren, i Opftand in rfeCrim. lq2 HISTORI van hei hierop ontftond 'er. een verfchrikkelyk gevecht, waarin iet paard van Prins Simon onder hem nedergeveld wierd, =n hy waarfchyniyk zou gevangen zyn geweeft, indien liet op dat oogenblik tienduizend mannen tot verfterking /an de Turken gekomen waren, welken door den Basba roor Perfiaanen aangezien wordende hem zyn volk in ruik een' ftand deed ftellen, dat de dappere Georgiër met iyne nog leevende manfchap gelegenheid kreeg om zich loor de vlucht te redden. Na deeze gebeurtenis befloot Ferbad het land van Prins Manujeher, of Mostafa, te gaan verwoeften; doch het jaar reeds ver verlopen zynde, begon het krygsvolk, :oen zy te Arcbelek gekomen waren, oproerig te worlen, en onder veele fmaadredenen by. den Veldheer aan :e houden om naar Erzerum terug te keeren. Het geukte he m eindelyk hen te vreden te ftellen en tot Gliska voortgetrokken zynde, floeg hy hen voor om daar eene fterkte te bouwen ; doch op dit voordel vatteden zy alle de wapenen op , en wierpen in één oogenblik alle de tenten der Bevelhebbers omverre ; en zeiden tegen den Veldheer, dat zy geen fteenbakkers of metfeaars waren. Ferbad , wel ziende , dat hem geen middel overbleef, trok naar Ardecban ; en daar zyn volk ifdankende keerde hy door een' ieder' gehaat naar Erzerum (.x). MORAD zelf was zeer .onvergenoegd over zvn gedrag , en nam het hem wel byzonder zeerkwaaiyk, dat hy Ali Kuli Chan had laaten ontfnappen , die hy op deezen togt tot zyn' gids gebruikt had. Ten zelfden tyde zond hy om Osman Basba , die toen in Shir-wan was, en van wien hy groote gedachten had , om hem het Veldheerfchap op te draagen ; doch Shaus Basha , de Grootvizier, deezen Basba, uit hoofde zyner groote be," (x) Minadoi, Libr. 6. Ricaut, in Morad III.  GTHOMANNISCHE RYK. 493 bekwaamheden nydig zynde , fchreef aan Mohammed Chan te Kaffa , dat hy moest trachten hem in het net te krvgen. De Chan daarenhoven vreezende , dat Osman hem zou aanklaagen om dat hy hem de beloofde hulptroepen niet gezonden had , zond twaalfduizend Tartaaren tegen hem af, die Osman , met niet meer dan vier* duizend uitgelezen mannen overvielen op den oever van de Zwarte Zee ; doch deeze wierden door hem met groot verlies terug gedreven. Morad, van dit geval Verwittigd , zond Küij Ali , zyn' Admiraal , met ee. ne vioot af om Osman bv te ftaan; die te Caffa gekomen zynde den Chan ter dood deed brengen, en deszelfs broeder Islan in de plaats ftelde (y). In den zomer van dit jaar wierd Morad, terwyl hy zich te paard midden onder zyne ftommen en hofnarren vermaakte', aangetast door eene foort van vallende ziekte , en voor dood weggedragen. De Janitzaren , zich verbeeldende, dat hy waarlyk dood was , verwekten naar gewoonte een oproer, dat met de dood van eenige hoofden der ruitery e:ndigde. Morad weder herfteid zynde befloot, om dit gerucht te ftillen , in het openbaar van zvn paleis naar St. Sophia te ryden. Ir het zelfde jaar gebeurde 'er een geval , dat byna een oorlog tusfehen de Turken en Venetiaanen zóu verwekt hebben De weduwe van Ramadan Basba , gewezer Bevelhebber van Tripoli, met drie galeijen derwaarts op reis gegaan zynde , verviel door ftorm m de Col) van Venetië, daar zv door Piètro Emo , een Aaads heer van Venetië , die toen in de Golf het bevel voer de , genomen wierd , die daarenboven onmenicr.eyke wreedheden aan het volk pleegde. Voor eerst vermoord de hy tweehonderd-en-vyftig menfchen 5 en daaronder den zoon van Ramadan Basta in de armen van zyne moe der: (y) Minadoi , & ubi fupra. Qqq 2 XVI, Boek. XIII, Af», Morad*:) buitenfpoê' righeden. Wrètihtii van Emo,  XVI. Boek. XIII. 494 HISTORIE van het der ; vervolgens deed hy de vrouwen verkrachten, haar de borften affnyden, en daarna in de zee werpen zon der zelfs de Christenvrouwen te verfchoonen. OnHer dezelve bevond zich eene jonge Juffer van uitmuntende fchoonheid welke door den broeder van Emo eerTr ontmaagd, endaarm, in weerwil van haare fmeekn gen, in zee geworpen.wiad. Deeze wreedheden v£l bitterde de Turken te Conftantinopolen zodanig dat jl regering, veel. werk had om hen te beletten , dat zvden Builo van Venetië , die toen daar zyn verblyf hield fniet om het leven bragten- De fenaat verzocht echter toél ^.voldoening vorderde , om vergiffenis , deed nS alleen Emo ter dood brengen,, maar gaf ook d? Sent men galeijen terug (z).., e &eno" Omtrent deezen tyd wierden* Syrië en Entten ,W binnenlandfche oneenigheden ontrust. H^falTltl dene , .AwAa van Cairo, het volk door zvne knXplo!" ryën grootelyks onderdrukkende verzochten 2v hI? mogt herroepen worden. Morad,zond op dit vp^S • deszelfs plaats Ifoftfe Basha derwaarts-,P die hv f°? ° vooren deeze landvoogdy had toegedacht, toen hv lm tot zy* fchoonzoon. had verkozen! ;, doen deeze meute Landvoogd die nog geldzuchtiger was dan de oude "In nog onrechtvaardiger.. middelen • in het wprir *m* fchatten. te vergaderen , wierd weïhaai terug ge^pe? onder voorwendfel van het voorgenomen hnl^SZ' trekken. Hy Kreeg bevel om door het land Z Dru± (Z) terug te .keeren , om by het doortrekken eer|e (z) Leükclav. zaa- , {Z! °f beter D«rz en de lyfwachten van den Koning de oproer*, maakers na , en hen op eene dagreis aan deeze zyde, van Kasbin . ingehaald hebbende, verfloeg. hy hen met, weinig moeite , naardien het grootst gedeelte der. Turkmans ,deeze opftand afkeurende., niet wilden vechten ; dit was oorzaak dat Prins Tahmasp , Mohammed, Chan , hun Veldheer , en Sultan Kalifah gevangen genomen wierden , welke twee laatften op. ftaanden voet. onthoofd wierden. Joffer. Basba ,,. de Stadvoogd van Tauris , vreezende> dat Prins Hamzeh, fchielyk weder zou keeren om het beleg te hervatten , .zond naar Sigala Basba om hulp , die terftond met zyne onderhebbendd troepen kwam aantrekken ; doch . van. eenige Perfiaanen , onderweg ver. ftaan, hebbende , dat hun Koning met een talryk leger, naar Sankazan in aantogt was , week hy uit vrees naar. Wan. , Joffer,, Basha had echter het geluk van door den volgenden Opperbevelhebber met genoegzaame. troepen, verfterkt te worden, eer nog de Perfiaanen, uithoof-, de .van hunne binnenlandfche oneenigheden , hem kpru, ;.den, overvallen; want het was reeds July in het jaar 1586, eer Prins Hamzeh een leger op,de been kon bien-  OTHOMANNISCHE RYK. S©3 brengen om Tauris te belegeren ; en daarenboven kon hy zich daarmede niet lang ophouden ; want verneemende , dat Zeniël, Basha van Salmas , die van de Perfiaanen was afgevallen , zich voor die Stad had nedergeflagen , trok hy in alle yl derwaarts met twaalfdui* zend mannen , en heroverde, na hem geflagen te hebben, de gemeldde ftad , die jammerlyk uitgeplunderd wierd. Ook verfloeg hy den Basha van Revan , niet verre van die Stad, en keerde toen terug naar de legerplaats van zyn' Vader , daar het overige van de Perfiaanfche magt, ten getale van veertigduizend mannen, byëen vergaderd lag. „ Toen nu intusfchen Ferhard Basha, de Veldheer der Turken , tot voorby Wan getrokken was, zond Prins Ali Kuli Chan met agtduizend mannen van Heri, of Herat, en eenige Turkmans, onder Iman Kuli Chan om de vyanden , by alle voordeelige gelegenheden, op hunnen togt naar Tauris, afbreuk te doen , doch naardien de laatfte zich volftrekt door den eerften liet regeeren , en deeze een verrader was, was het 'er zo verre af, dat zy hunne bevelen zouden ten uitvoer brengen, dat integengendeel de Turken deeze Stad zonder, eenigen tegenftand ontzettedem De Prins hier door zyne maatregelen te leur gefteld , en nu kennis gekregen hebbende van de zamenzweering' tusfehen Ali Kuli Chan en andere grooten om hem aan de vyanden over te leveren, zag zig genoodzaakt zyne onderneemingen tegen de vreemde vy? anden te ftaken om zich tegen de binnenlandfche verraaders in veiligheid te ftellen ; deeze verdreef hy welhaast uit de. nabuurfchap van Tauris » en trok toen in aller'yl naar Ganjeh-, met- oogmerk om de hulptroepen, die de Turken naar Teflis dachten te zenden , te onderfcheppen. Naardien hy nu' Imam. Kuli Chan altoos te vooren getrouw had bevonden , gaf hy jiem kennis van dit zyn ontwerp ; doch terwyl deeze dappere Prins de Rrr 3 ge' XVI. Boek* xiii. Afd.  I XVI. ; Boek. i XIII. : AfD. Staat der zaïksn in Hungsry»n. yf.D.1587 (g-) Minadoi , Libr. 9, ;04 HISTORIE VAN HET gelegenheid om dit ten uitvoer te brengen liet voorby*aan wierd hy door een' van zyne gefnedene in den flaap /ermoord , doch om welke reden , of wie den moordeïaar daartoe aangefpoord had, heeft men nooit met eenige zekerheid kunnen ondekken. (g) Doch het zal nu tyd zyn om tot de verrichtingen ie Turken in Europa weder te keeren. Niettegenftaande het verbond van vrede tusfehen Keizer Rudolpus den tweeden , en Sultan Morad , vielen 'er tusfehen de Christenen en Turken veele fchermutfelingen voor op de grenzen , en wel voornaamelyk eene in de maand Decent-^ her van het jaar 1586, toen de eerstgemelden, een* inval in Croatiën doende, de nederlaag kregen , waarby de Basha van Bisniën benevens zyn' broeder het leven verlooren. Ook overvielen de Hungaren , in de volgende maand February , door de veelvuldige verwoestingen der Turken verbitterd, het kasteel van Koppan , digt\ by het meer Balaton, en maakten een' zeer grooten buit. De Turken , die flechts op een' gelegen' tyd gewacht hadden om deeze belediging te wreeken , verwoestten in Augustus zeventien vlekken en dorpen in de nabuurfchap van Limbach , en voerden alle de landlieden benevens hunne goederen weg ; doch Graaf George Serini, Stadvoogd van Canifia , van deezen inval tyding gekregen hebbende , door de Graven Nadafti, Bathiani , en andere Edelen verftrekt , bragt in alle yl een leger op de been , bezette daarmede de engten tusfehen1 de fDrave en de Mara, daar de Turken moesten doortrekken, en rechtte eene yslyke flachting onder hen aan. Onder anderen fneuvelde daar de Basha van de vyf Kerken; en de Bas. ha van Mohatz, onder het vluchten in eene moeras blyvende fteken , wierd met een' kogel door het hoofd gefchoten. Kort daarna wierd ook de Sangiak van Kop. pan t  OTHOMANNISCHE RYK. 505 pan , met dertienhonderd foldaten en vyftienhonderd ruiters, gevangen genomen , en daarenboven tweeduizend mannen verflagen , en alle de gevangen Christenen benevens den buit hernomen. Deeze ganfche onderneeming wierd ten uitvoer gebragt door eene magt van niet meer dan vyftienhonderd foldaten , en vyfhonderd ruiters, waar van flechts elf fneuvelden, doch meest allen gekwetst wierden. Toen Morad van deeze voorvallen kennis kreeg , deed hy AU , den Basha van Buda verworgen om dat hy het verbond verbroken had, en ftelde Sinan Basha in zyne plaats. Doch deeze Basha viel in de maand September inso-efyks in de landen der Christenen , en verbrandde Saxo; waarop Claudius Rus/el, die in deeze landftreek het bevel voerde , de Turken verfloeg , met verlies van vyf-en-twintighonderd mannen, behalven nog tweehonderd die in de rivier Schaijo verdronken. Kort daarna vermeesterden de Christenen van hunnen kant verfcheide fterkten der vyanden in Opper ■ Hungaryen ; doch Sinan, wierd eindelyk om deeze daaden insgelyks afgezet , en Ferbad , de Bevelhebber in den togt tegen de Perfiaanen, in zyne plaats gefteld ; O) tot wien het nu tyd zal zyn terug te keeren. Deeze Basba , die in Perfien den Oorlog gevoerd had, gelyk hiervoor gemeld is , drong eindelyk door tot in Ghyurjeftan , of Gcörgien 5 en na de fterkten van deeze landftreek veroverd te hebben , bouwde hy daar twee fteden, Luri en Ghiunjh. Kort daarna raakte hy ir gevecht met Karadagni Mehemet Chan , den Veldheer Ier Perfiaanen , . dien hy op de vlucht dreef, en zyn leger zodanig verftrooide, dat de troepen der Kezübasb, of Roodhoofden , geduurende dat fai'zoen niet meer in het veld durfden verfchynen. < D2 Ricaut, in Morad III. XVI. Boek. XIII. Afd. De Tur- ken verflagen. Georgiën overrotn. peld. 1  5d6 HISTORIE van hit XVI. Boek, XHf.j Afd. Vrede met Perfiën. Hegyra, 997^.d.1589 Oplam onder de Ja nitzaren. De Shah door zoveel nederlagen en het verlies van de provinciën Revan, Ghiunjeh , en Harabag moedeloos geworden begon in ernst om vrede te verzoeken Doch befpeurende , dat Morad niet zeer genegen fcheen om hen die te vergunnen , beloofde hy van zyn recht op alle de provinciën , die door de Othomannen veroverd waren te zullen afftaan , en zond daarop zyn' Broeder Hayderjan naar de Porte , als een onderpand, dat geen Perfiaansch leger het grondgebied der Othomannen in het toekomende zou ontrusten of eenigen aanflag, het zy dan openlyk of bedekt , tegen dat Ryk ondeineemen. Op deeze voorwaarden , die van beide kanten bezworen wierden, wierd eindelyk de vrede gefloten,, die een einde aan deezen langen en bloedigen Oorlog maakte. Doch de troepen , die de uitwendige vyanden van het Ryk ten onder gebragt hadden » wierden welhaast desrzelfs inwendige vyanden. Want de Janitzaren opgeftookt door de vyanden van den Defterdar , of Grootlchatmees;. ter , dien zy befchuldigden met het vervalfchen der munt , rotteden te zamen , en dreigden, dat zy hem in zyn paleis zouden vermoorden. Deeze Staatsdienaar , van dit gevaar verwittigd, nam zyne toevlucht tot den troon , en fmeekte Morad om zyne befcherming. Hierop, omringden de muitelingen het Keizerlyk Paleis , en eischten met onbefcheiden woorden den Schatmeester op. Toen de Sultan weigerde hem uit te leveren , wierden zy nog onbefcheidener ; en alle de toegangen van het Paleis bezettende , dreigden zy den Keizer en zyn geheele Hof te zullen van kant maaken. In deeze verlegenheid wapende Morad , beter oordeelende het uiterfte te waagen, dan de Keizerlyke Ma» jefieit in verachting te laten vervallen 5 eerst alle zyne  OTHOMANNISCHE RYK. 5®7 ne Hovelingen en Baltaji ( A ) , deed vervolgens de poorten openen , en hen op de Janitzaren als trouwloze oproermakers aanvallen. Zyne bevélen wierden getrouwelyk ten uitvoer gebragt; want zyne huisbedien* den als woedende, leeuwen onder den ongeregelden hoop der oproerigen invallende , doodden by den aanval hon. derd-en-zeventien van hen, éér zy zich in order konde fchaaren , en verftrooiden de overigen. Morad dacht aan deezen een voorbeeld te ftellen , doch op voorfpraak van den Grootvizier, Sinan Basha , fchonk hy vergiffenis , de belhamels alleen uitgezonderd , die, op zyn bevel , in de zee gegooid wierden (O Gedurende den loop van dit jaar deeden de Poolfche Cofakken , als naar gewoonte een' inval in de landen den Turken en Tartaaren , overrompelden Koslan-, en deeden daar zeer groote fchaadc. De Tartars deeden, by wyze van fchavergoeding , met veertigduizend mannen , een' inval in Podolien , en rechtten daar groote verwoestingen aan , het welk waarfchyniyk een' oorlog tusfehen de Polakken en lurken zou verwekt hebben , doch de zaken wierden bygelegd door bemiddeling van Elizabeth , Koningin van Engeland , en het verbond wierd vernieuwd (k) Naardien wy nopens de vier volgende jaaren niets aangetekend vinden by de Turkfche fchryvers , offchoon 'er in dien tyd veele gewig* tige zaken in Europa zyn voorgevallen, zullen zullen wy deeze gaaping uit de Christen fchryvers aanvullen. Nadat Morad dus met de gehele waereld vrede gemaakt had , zochten zyne Basha's hem welhaast tot een' (i) Cantem. pag. 233. & feqq. (k) Ricaut, ubi fupra. (A) De Baltaji worden, uit hoofde van deezen dienst, nog op den huidlgen dag, in het Paleis van den Sultan , genoemd Ck*s* hullet , dat is, oprechte en getrouwe dienaars. Cantem^. Oost. Hist. XII. Deel. Sss XVI. Boek. xm. Afd. Inval der Cofakken.  I XVI. Boek. ' xin, : Af». ï 1 < I 1 ] 1 < 1 1 i A.D.1591. Oorlog rot1 dsn K'.izer \an Duitfch land. i 1 (B) Zekere Baürgen , die eens foort van Gemeenebest op. de Grenzen van Fenetiïn hadden opgerecht. tfo HISTORIE van het ;en' nieuwen oorlog aan te hitfen, doch waren zeer Mieenig in hunne ontwerpen. Eenige waren van gevoeen , dat men den vrede met Perfien moest verbreken, :en einde door nieuwe overwinningen de oude wingevesten te verzekeren. Anderen >. ftemden voor het veroveren van Marocco , ten einde een' vasten voet, en :evens gelegenheid tot koophandel in Africa te hebben. AJeder anderen wilden , dat men Malta zou aanvallen, >m dus wraak te neemen van de dagelykfche beledigingen , die hen door de Rovers van dat Eiland (gelyk iy hen noemden) wierden aangedaan. Veelen waren van ;evoelen , dat men Spanje moest aantasten , wiens nagt eene groote hinderpaal was voor de Othomannen in iet trachten naar de Algemcene Monarchie ; en naacdien Spanje toen de handen vol had in de Nederlanden, zou lit gevoelen by na zyn doorgegaan Daarentegen waren er wederom anderen voor een' oorlog tegen de Repujlick van Penetien , en de overige landen van Laien, erwyl weder anderen de, Polakken den oorlog wilden aanloen Ten laatfte wierd 'er befloten den Keizer van Duitscb» and op het lyf te vallen welk ontwerp Morad best behaagde , door aanraading van OM an , den Grootviïier , en van. Hasfan 9 den Basba van Bosniën. Deeze voorgeevende ; dat de Uskokki j ( B ) en andere onderdanen van Oostenryk het grondgebied der Turken ontustte , zo van den zeekant als van den landkant, kreeg /an den Sultan verlof om invallen te doen in Croatien , ;n de' koopvaardyfehepen van Venetië aan te houden. Hierop bragten de Keizer en de Republiek van Venetië beiden door hunne gezanten hunne klagten in by dc Por te ,  OTHOMANNISCHE RYK. $09 Porfe ^ en verzochten om vergoeding ; doch Morad , offchoon hy openlyk beloofde den agtjaarigen ftilftand van wapenen met Keizer Rudolphus den tweeden te zul« len onderhouden , beval echter den Basha van Bosniën, dat hy met vyftigduizend mannen in Coratien moest vallen , deeze floeg daarop het beleg voor fFihitz , de Hoofdftad van dat Land , welke hy by verdrag veroverde. (/) Terwyl de Keizer de Vorsten en Stenden van het Duitfche Ryk om byftand verzocht , nam het Turksch leger in Croatien dagelyks toe , en floot daar eene bende van zesduizend foldaten en vyfhonderd ruiters in , welken meest allen verflagen wierden. Het Eiland Turopolis in de Kuip wierd insgelyks met vuur en zwaard verwoest door Hasfan Basha ; die tusfehen deeza rivier en de Save gelegerd zynde , het gemelde Eiland in het holst van den nacht overviel. Zevenduizend mannen , die door den Keizer afgezonden waren, om de invallen der vyanden tegen te gaan , verkeerd onderrecht zynde door hunne verfpieders nopens hunne fterkte , wierden op het onverwachtst door de Turken omfingeld , terwyl zy in eene onachtzaame gerustheid in hunne legerplaats lagen , en meest allen verflagen na een' allerdappersten wederftand geboden te hebben , offchoon zy door hunne Bevelhebbers verlaten waren. Deeze moes» ten naderhand hunne lafhartigheid met hun hoofd betalen ; doch hun volk had het leven zeer duur verkocht, want zy hadden in dit wanhoopig gevecht twaalfduizend Turken ter neder gehouwen. In den volgenden nacht veroverden de Turkfche troepen; het Kasteel van St. George , en vermoorden daar alle menfchen zonder onderfcheid van jaaren of Sexe, tot op honderd vyftig perfoonen na. Ook kregen zy eene groote menigte gevangenen tl) Ricaut > in Amurat. III. SsS 2 XVI. Boek. xiu. Afd, ADi592. Inval der Turken in jroatiën en Hunga. ryën. P  XIV. Boek. XIII. Afd. -*A 1593 Verdere invallen, 1 ; i » 4 510 HISTORIE van het vangenen by Sifeg , en daarenboven driehonderd wagens mer mondbehoeften, tot onderfteuning der bezettingen, beiaden. Terwyl dit in Coratië gebeurde overvielen de Turken in de maand September , op het onverwachtst het Kasteel van Tokay, en Klein- Gomora, oiShut, in Hungarye; doch toen deeze onderneeming-mislukte floeg de Basha van Siget zyne tenten neder tusfehen die Stad en Rodesto, Het Turksch leger, dat nu op omtrent honderdzestigduizend mannen gefchat wierd , rechtte groote verwoeftingen aan, en voerde eene groote menigte volk weg. Deeze vyandelykheden fpoorden de . Christenen aan om hunne krygstoerus tingen te verhaasten , waarop de Turken , vernomen hebbende , dat. zy eene groote brug over dé Drave geflagen hadden , . naar hun eigen grondgebied terug weeken ; en dit deeden zy des te meer om dat de pest, die toen te Conjiantinopolen woedde , ook hun leger had aanseftoken. ° In het begin van het volgende jaar hervattedenzyechter hunne invallen. De bezetting van Petrina, eene fterkte , die de Turken onlangs, tegen de voorwaarden van den vrede, aan de Kuip gebouwd hadden , een' inval doende in het Eiland Turopolis, ^ verbrandde da Stad en het Kafteel Becb. Vocobinam ; en na daar eene groote flachting aangerecht te hebben voerden zy vierhonderd gevangenen met zich. Dezelfde bezetting veroverde insgelyks de Stad Martenize , en nog een ander Kafteel aan de Kuip. Ook vielen de Kafteelen St- Hedwig ;n Isma in de handen der vyanden ,- doch zy misten n Hungaryë in hun oogmerk , daar drieduizend van hen Neuhuzel meenden te verrasfehen. De Keizer, zo door deeze vyandelykheden als do^r le naauwe bewaaring yan zyn' gezant te Conftantinopolen )vertuigd , dat Morad befloten had hem den oorIo<* aan ;e doen, fchreef hier over aan den Sultan, en aan den  OTHOMANNISCHE RYK. 411 den Grootvizier Sinan Basha ; en kreeg van den laatst* gemelden een antwoord , dat niets tot de zaak deed, ''Intusfchen befloot de Basha van Bosnië, by het aannaderen van den zomer, zich te wreekén op den Bevelhebbet en den Abt van Sifeg ; die hem op de volgende wyze beledigd hadden: Toen de Basha in het voorige jaar een' Cbattsh, of bode gezonden' had om het Kafteel op t( eifchen , had de Abt den zeiven eerst vriéndelyk ontvangen , doch vemeemende', dat zyn Stedehouder met denzelven had zamengefpannert om het Kafteel aan de Turken te verraadcn , deed hem en den bode beiden in de Save. werpen. Toen nu de Basha liet vraagen , waarom zyn'bode niet terug kwam , kreeg hy ten antwoord , dat dezelve eenige dagen te vooren was weggezonden, doch dat, indien de Basha, om zyn aanzien op te houden , eenige voornaame lieden wilde afzenden om bezit te neemen van de Abtdy, de Abt genegen was om dezelve over te geeven. Drie dagen daarna zond de Basha eenige troepen ruitery benevens eenige voornaame Edellieden naar het Ka. fteel, doch zohaast als laatstgemelden en vyfhonderd van de eerften binnengelaten waren liet men het winket vallen, en de Turken wier den in; ftukken gehouwen. De overigen met deeze tyding naar den Basha gevlucht zynde , deed deeze aan den Abt weeten , dat hy de Abtdy zou verwoesten en hem levendig doen villen. Om nu aan deeze bedreiging te voldoén trok hy, na alvorens Trènfchin veroverd te hebben, met een leger van dertigduizend mannen,- in de maand Juny naar -Sifeg ', en. ha de voorftad- platgefchoten te hebben , voer hy voort met • de Stad zelve tien dagen lang te befchieten. Op het.hooren van dit geval trok de Bisfchop van Zo. grabicL,- met' Eicbenberg, den Keizerlyfcen Veldheer, en den Graaf Auersberg , Stadvoogd van Carolftad naar Gmdisca met vierduizend mannen, om daar den Graaf Ss s 3 $e~ XVI. Bo ek xi.ii. Afd; De Basha van Basnie bedrogen.  XVI. Boek. xiii. Afd. En verjli. gen, Weisbru veroverd. Siz HISTORIEvah het Serini af te wachten; doch bericht krygende van den grooten nood der belegerden , liet by zich door den Graaf Auetsberg beweegen om terftond tot hun ontzet op te trekken. Toen zy des vyands leger tot óp eene myl genaderd waren , en de Turken hunne ganlche magt over de Kuip gevoerd hadden , begonnen de Cr oasen en Husfaaren , die in de voorhoede geplaatst waren, den aanval , doch door de menigte der vyanden overwel. digd, wierden zy na een lang en hevig gevecnr genoodzaakt te wyken j doch Graaf Auersberg hierop toefchietende hernieuwde het gevecht , en dreef den Basba op de vlucht. Vervolgens de nieuwe brug bereikt hebbende vóór de Turken , fneed hy den overtogt af, zodat zy alle, ten getale van agttienduizend, verflagen wierden, of in de Kuip of Oder verdronken , waar onder de Veldheer zelf was. De overigen , die by de belegering gebleven waren , hun buskruid en mondbehoeften in brand geftoken hebbende, namen de vlucht met achterlaating van hunne tenten , krygstuig , en veel gemaakten buit (m). . Niettegenstaande deeze overwinning mislukte het de Chritenen echter Petrina te veroveren; ook kon de Keizer geen' vrede van Morad verwerven , die hem eindelyk openlyk den oorlog verklaard had, en het bevel over zyn leger, dat uit veertigduizend mannen, waaronder zeshonderd Janitsaren, beftond, aan den Grootvizier Sinan Basba had opgedragen. Terwyl nu deeze Veldheer naar Buda in Plungaiyen trok, viel de Beglerbeg van Griekenland met eene groote magt 'mCroatien, en belegerde Sifeg ; dat tot in de maand September toe dapperlyk verdedigd wierd, doch toen wierd het by een' ftorm veroverd, en de bezetting ter dood gebragt. i, Intüsschen belegerde Sinan Basba de Stad Weisbrun, doch (m) Ricaut, ia Amurarh 1(1.  OT HO MA NNI SC HE RYK 513 doch de bezetting bespeurende, dat de plaats tegen een« zo groote magt niet lang zou kunnen verdedigd worden, plaatfte vaten met buskruid en brandende lonten daarop in mynen onder de wallen, en zocht toen in den nachi te ontkomen, doch zy wierden ontdekt en voor hel grootst gedeelte geflagen. Echter vloog 'er een groot geta: Turken, die Schielyk in de Stad getrokken waren, met dc mynen in de lucht, en de plaats zelve wierd door deeze uitbarftingen grootelyks befchadigd. Het Kafteel van Palotta wierd insgelyks aan den Basba overgegeeven onder voorwaarde, dat de bezetting vry zou moogen uittrekken, doch zy wierden tegen zyn' gezworen' eed allen om hals eebra°t, uitgezonderd de Bevelhebber en nog twee ande. ren. *Deeze voorfpoed had ten gevolge, dat het geheele omleggende land naby het meer Balaton zonder veel moeite veroverd wierd. Toen nu de Christenen eindelyk agttieridüizend mannen byeen gebragt hadden, belegerde Graaf Hardeck, Stadvoogd van Raab de Stad Stutooeisfenhurg, in het laatft van Octoher, doch brak na eenige hevige aanvallen in het begin van November de belegering ■ wederom ■ op. • Doch door een' verfpieder verwittigd zyndey dat de Basba van Buda met twintigduizend mannen naby was , trok hy hem tegen ; en beklom met zyn volk , in weerwil van den nadeeligen grond , den heuvel, waarop de vyanden pelegerd waren , beftrecd hen met groote dapperheid, dreef hen op de vlucht met verlies van agtduizend mannen , en veroverde al hun geichut, bagagiewagens , en voorraad j benevens verfcheide ftandaarden. Na deeze overwinning verbrandde hy de voorfteden van Stalvoeïsfenburg , en keerde toe naar Ra -b terug. 1 tuscuen belegerde de Graaf Teffenbacb met vieren-twintigduizend mannen Sabatzka in Opper - Hungaryi nï welke Stad hy op den 19 November veroverde, en de ganfche bezetting om hals bragt. Vandaar trok hy op om Filek XVI. Boek. xiii. Adf„ Nederlaag sferTiarken. Sabatzka eroverd.  514 HISTORIE VAN HET XVI. . Boek. xiii. Afd. En Fiiek. Verfcheid plaatfen doordeTw ken verlaten. Novigrad verwerd. Fiiek aan te taften; terwyl de bcuha van Te,iriswar met een leger van agttienduizend mannen in aantogt was om die Stad te ontzetten. Hierop nam de Veldheer zevenduizend mannen, uitgelezen volk, met zich, overviel de Turken in hunne tenten, en verfloeg zesduizend van hen; vervolgens keerde hy, na al hun gefchut en bagagie veroverd te hebben, terug naar zyne legerplaats voor Fiiek; daar hy met zesduizend mannen onder den Graaf Palfy gefterkt zynde, de belegering met zoveel hevigheid har vatte, dat hy de Stad op den 24 van dezelfde maand veroverde en verbrandde. Twee dagen daarna veroverde hy met geweld het kafteel, in weerwil van dea hardnekkigen tegenftand der vyanden, en maakte hen allen van kant, op agthonderd na, die, tot in het binnenft van het kafteel geweken zynde, hun leven bedongen. 00. t Deeze voorfpoed der Christenen deed de Turken de kafteelen van Dilftein en Somoske verlaaten, benevens de 'Steden Setfchine, Blavenflein, en Sallek terwyl de ftrengheid van het jaargetyde den Veldheer belette zyne overwinningen voort te zetten. De Sangiak van Palotta wierd insgelyks geflagen door Peter, den Bevelhebber der Husfaaren; en vyfdttizend andere Turken van Petrina wierden door den Graaf Graswin op de vlucht gedreeven j en het grootft gedeelte van hen verdronk, of wierd verflagen. Al vroeg in het volgende jaar wierden de vyandlykheden hervat; en tweeduizend Turken, die, in het midden van de maand January, een' inval gedaan hadden in de landen rondom Fiiek; gelegen, wierden overvallen door den Graaf Teffenbach, en vyftienhonderd van hen gefla. Dgen en gevangen genomen. De Aartshertog Mattbias, die door den Keizer tot opperveldheer van zyne legers was aangefteld, door een' 1'urfchen overlooper bericht ge» . (n) Ricaut, in Amurath III.  OTH OMAN NIS CHE RYK, 575 gekregen hebbende, dat in Novigrade eene bezetting van niet meer dan agthonderd mannen lag, trok derwaarts met zoveel fpoed', dat hy, op den 8 Maart, met zyn geheel leger voor deeze Stad kwam. Het Kafteel, dat zo door natuur als door kunft verfterkt was, wierd met veel hevigheid beftormd; doch dit niet gelukkende wierd de ftorm hervat, en de Opperconftapel," die een Duitfch Renegaat was, doodgefcboten zynde, wierden de Turken zodanig bevreesd, dat zy aanbooden de plaats over te geeven , enkel met behoud van hunne klederen en hcuwers. Deeze overgaaf w,ierd zo euvel opgenomen, dat de Sangiak, die de plaats had overgegeeven, op bevél van den Basba van Buda, naby deeze Stad aan een' boom wierd opgehangen. Omteent ten zelfden tyde vermeefterde de Graaf Serini de Kafteelen Brefenza, Sigeft en Baboftcbe, en opende' zich een' weg naar Sigeth. in Opper Hungaryen belegerde de Graaf TejFenbccb , Onderveldheer van den Aartsher. tog Matthias, in de maand April, de Stad Hat wan , eene fterke plaats zes mylen van Buda gelegen. De Basha van deeze laatftgemelde plaats trok daarop met dertien, duizend mannen naar Jasprin, om daar langs eene brug en ondiepte de rivier Sagywa over te trekken, en dc belegeraars in de achterhoede aan te vallen. Doch de Graaf zyn oogmerk ontdekt hebbende trok met veel moeite de rivier over, en den Basba in de achterhoede aanvallende bragt hy dezelve eerft in wanorde door zyn gefchut, en overviel toen het geheel leger met groote hevigheid. De Turken ftonden den aanval een' tydlang met verwon, derlyke beflotenheid uit; maar het eindelyk te kwaad krygende namen zy de vlucht, en wierden genoegzaam tot Buda toe vervolgd. By deezen flag verlooren zy vyf-en-twintighonderd mannen, benevens dertien veldftukken, en vier-en-twintig vendels. Ten zelfden tyde Oost. Hist. XII. Desl. Ttt ver- XVI. Boek. xiii. Am. Verdere •ootfpoed.  XVI. Boek. xiii. Afd. Gran ie/* gerd. Sl6 HISTORIE van het verlieten zy Jasprin en het Kafteel Sahola. Dit gedaan zynde harvatte de Graaf het beleg van Halman. Intuschen floeg de Aartshertog Mattbias, met een leger van vier-en veertigduizend mannen, het beleg voor Gran, voor eenigen tyd de Hoofdftad van Hungaryen, op den 6 Mei, en verbrandde Se. Albrecht's Toorn, de Kerk, en een groot gedeelte van de Stad. Den volgenden dag deeden de belegeraars, na eene bres in den wal van het Kafteel gefchoten te hebben, een' hevigen aanval, maar konden hetzelve niet veroveren. De Rasciërs booden echter den Veldheer aan, dat zy hem de oude Stad zouden overgeeven, indien hy de nieuwe Stad wilde aanvallen om de Turken derwaarts te lokken, welke voorwaarde aangenomen en volbragt wierd. Daarna wierd de ftorm met groote hevigheid voortgezet, en inzonderheid tegen het Kafteel, de aanval wierd insgelyks vernieuwd; doch met meer dapperheid dan voorfpoed. De belegeraars veroverden echter een' heuvel, vanwaar zy het kafteel konden beftryken, en die door de Turken verfterkt was, doodden al het volk, dat zy daar vonden en keerden toen het gefchut tegen het Kafteel. Ook overvielen eenige troepen de laage Stad in de nacht, en kwamen met weinig moeite over de wallen; doch daar een' fterken binnenmuur ontmoetende, wierden zy zo verlegen, dat, by hunne pooging om weder over de graft te komen, veelen van hen daarin bleeven fteeken, waardoor zy by deeze onderneeming duizend mannen verlooren. Op den vierden Juny vonden vyfhonderd Turken middel om in de Stad te geraaken, welke verfterking de belegerden nog hardnekkiger maakte; zodat de Chriftenen in vyfduizend aanvallen over de vyfduizend mannen verlooren. Op den veertienden deed de Aartshertog de Stad op drie plaatsen te gelyk aanvallen, doch na een ge-  OTHOM-ANNISCHE RYK 517 gevecht van zes uuren moeften de belegeraars afwyken. Ten zelfden tyd bouwde de Graaf Palfi een Kafteel, dat de belegerden belette eenigen onderftand van den kant van de rivier te krygen, en veroverde nog een ander aan de overzyde gelegen. Naardien nu het Kafteel en de laage Stad uit deeze twee plaatsen hevig befchotcn wierden, deeden de lurken twee verwoede uitvallen op het nieuwe Kafteel, waarin zy door hunne galeijen op de rivier onderfteund wierden, doch te vergeefs. Eindelyk brak de Veldheer, op de tyding, dat Sinan Basba met een groot leger in aantogt was om de plaats te ontzetten in het laatft van Octooer de belegering op; nadat hy de oude Stad in brand geftoken, en het Kafteel St. Nïcoldas geflecht had. Intusfchen wierd het beleg van Halman met groote hevigheid voortgezet, en Graaf Tef* fenbacb verfloeg vyfduizend mannen, die de Basha van Buda afgezonden had om de Stad te ontzetten; echter bleeven de Turken de Stad zo hardnekkiglyk verdedigen, en de Graaf was zodanig verzwakt door verlies van volk , dat hy beft oordeelde het beleg op te breeken. Geduurende deeze gebeurtenisfen veroverden de Rasciers, een arm onderdrukt volk, .dat de beide oevers' van den Donau bewoont, het juk der Turkfche flaaver \ ny moede geworden , eerft dertien van hunne fchepen op die rivier; vervolgens een leger van vyftienauizend mannen tusfehen Buda en Belgrado byeen verzaameld hebbende, vernoegen zy tweemaal den Basha van Temeswar met veertienduizend mannen. Kort daarna veroverden zy Baczkerek, vier mylen van Belgrado af gelegen, benevens het Kafteel Ottad; vervolgens belegerden zy het kafteel Becbe aan de Theysfa, waarop de oude Basba van Temeswar optrok met elfduizend mannen om hetzelve te ontzetten; doch de Rasciers hem te gemoet trekkende, verfloegen omtrent tienduizend van dezelven, en veroverden agttien ftukken gefchut. Deeze overwinning Ttt 2 wierd XVI. Boek. XIII. Afd. De beleire■i'.g wordt opgebroken, Krygsver- 'cht'ngen tr Ras. iërs.  5*8 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xiii. Afd. Sinan Bai ba belegt Saab. Firfche; verliezen. wierd gevolgd van de verovering van Wersetza en Lutz. Vervolgens zonden zy naar den Aartshertog om hem om hulp en bekwaame conftapels te verzoeken, met aanbod om zichzelven en hun land aan den Keizer te onderwerpen, (x.) In deezen verwarden ftaat waren de zaaken van Hun. garyen, toen Sinan Basha aankwam met een leger van honderdvyftigduizend mannen; waaronder zich veertigduizend Tartaaren bevonden, die met groote moeite door Podolien en Opper. Hugaryen de Cosakken ontkomen waren , na alvoorens dertigduizend mannen verloren te hebben. De Basha, de Gran overgetrokken zynde, kwam , op den 21 July , voor Dotis , dat in drie dagen veroverd wierd. Ook veroverde hy het kasteel St, Martin , niet verre van daar , en trok toen naar Raab, of Javarin , eene fterke Stad omtrent vyftig mylen van Wenen af gelegen , en voor het fterkst bolwerk voor die laatstgemelde Stad gehouden ; de dappere Graaf Hardeck voerde het bevel in Raab , met eene bezetting van vyfduizend mannen. SINAN Basha begon deeze Stad te befchieten op den ttweeden Augustus,,en ftrekte. zyne verfchanfingen uit tot op een' fnaphaanfchoot van de Stad; terwyl vierduizend Tartaaren en zesduizend Turken de rivier overtrekkende, een kasteel van de Christenen veroverden, en het gefchut van het zelve tegen de legerplaats van den Aartshertog fielden 3. die niet verre van daar lag, doch zy wierden wederom door de rivier te rug gejaagd, waarin de mees» ten van hen, die het zwaard ontkomen waren, verdrond ken. De Turken wierden by een' tweeden en derden fovertogt op nieuw geflagen, en met groot verlies terug gedreven. Ook wierden agtduizend Tartaaren door de Busjaar en verflagen in twee aanvallen op een Eiland, dat in (*) Ricaut» ubi fupïa,,.  OTHOMANNISCHE RYK, S'9 in de rivier gelegen was, en verlooren naderhand nog tweeduizend , toen zy de Turken byftonden in het beftormen van de legerplaats der Christenen. Ten zelfden tyde wierd hun leger verzwakt door den buikloop, en door gebrek aan levensmiddelen ; doch desniettegenftaande kon Sinan Basha niet befluiten om het beleg op te breeken; terwyl de Keizerlyke troepen het geluk hadden van Castrowitz ,. Petrina , Sifeg , en Gara te veroveren , waar door geheel Croatiën in veiligheid gefteld wierd. In het laatst van Augustus overvielen twintigduizend Christenen, die de rivier overgetrokken waren, en zich met de belegerden vereenigd hadden,) de legerplaats der Turken,1 en drongen zo verre in dezelve door, dat het hen gelukte eenige ftukken gefchut van dc vyanden te vernagelen; doch zy wierden met groot verlies van beide zyden terug gedreven ; doch de belegerden vernoegen , by een' tweeden uitval tweeduizend Turken, en veroverden zeventien vendels, terwyl zy van hunnen kant flechts vierhonderd mannen verlooren. Geen dag ging voorby zonder dat 'er iets voorviel, tot op dend negenden September , toen tienduizend Turken op het Ei-'j land Schut , of Sclut, geland zynde , de al te geruste Christenen aldaar onverwacht overvielen , en tweeduizend van hen verfioegen, terwyl de Aartshertog Matthias het ter naauwer nood met de overigen ontkwam , met achterlaating van de artillery, krygskas , en baga. gie,- zodat, de bagagiewagens , fchepen, en fchuiten daar onder gerekend, het verlies op vyf honderdduizend ducaaten gclchat wierd. De Basba, door deeze overwinning aangemoedigd , deed , op den 23 van dezelfde maard , een' algemeenen aanval op de Stad, welke van den morgen tot den avond bleef voortduuren en geduurende de twee volgende dagen met de wanhoopigfte hardnekkigheid hervat Ttt 3 wierd» XVI. Boek, xiii.' Afd» Nederlaag r Keizerken.  XVI. Boek. XIII. Afd. Be Stat tvergegeVjn. Comon belegerd. 520 HISTORIE VAN HET wierd. In deeze aanvallen fheuvelden meer dan twaalfluizend Turken; doch loen kort daarna de graft genoegzaam geheel gevuld was met de puinhoopcn van een deibolwerken , trachtten zy met hunne ganfche magt tot driemaal toe de bres te beklimmen , doch wierden telkens terug geflagen. Kortom , zy hervattedcn hunne aanvallen zó dikwyls , dat zy eindelyk twee bolwerken (veroverden. Toen gaf Graaf Hardeck, na alvoorens door de voornaamfte Bevelhebbers eene verklaaring, van de onmooglykheid om de Stad langer te kunnen verdeedigen, te hebben doen tekenen, deeze fterke en wel verzorgde vesting aan den vyand over ; waarover hem naderhand de rechterhand en het hoofd wierden afgehou- ™& SINAN Basha, door deezen voorfpoed aangemoedigd , floeg toen het beleg voor de fterke Stad Comorra, - op het Eiland Schut , en floot dezelve te land en te water in. Deeze plaats wierd een' tyd lang hevig aan^vallen, en dapper verdeedigd; doch de Aartshertog, intusfchen een groot leger op de been gebragt hebbende , legerde zich by Niria , vyf mylen van de gemelde Stad ; en naardien de Tartaaren het Turkfch leger verlaten hadden , en naar huis gekeerd waren , brak de Basha terftond het beleg op ; en den Donau overtrekkende keerde hy naar Dotis terug ; van waar hy zyne troepen in hunne winterkwartieren zond. Toen de Tartaaren op de grenzen van Tranfylvanien en Moldavien gekomen waren , wierden veelen van hen afgefiieden door den Graaf Palfi ; waarop de overigen , alle de doortogten door Sigismund, Walmde van Wallachien bezet vindende, de fteden en vlekken in de nabuurfchap van lokay in brand ftaken ; en vervolgens den Donau by Gran overtrekkende , overwinterden zy te Weisbrun, Palotta, en in andere plaatfen naby Raab , en leefden enkel van den buit, dien zy veroverden op de inwooners van  OTHOMANNISCHE RYK. 521 Oostenryk , hunne plunderingen tot aan Meiusdorf uitftrekkende. Toen deeze Tartaaren eerst tot hulp van Sinan Basha Kwamen aantrekken , rechtten zy niet alleen alle mooglyke verwoestingen in Tranfyivanien aan , maar fpanden daarenboven te zamen met eenige der voornaamfte Edel \ lieden van dat land , om den Vorst gevangen te neemen en af te zetten, dewyl hy by de Porte verdacht1 gehouden wierd. Het oogmerk der verraaders was Baltbazar Battori, een' nabeftaande van den Waywode , in deszelfs plaats gefteld te zien ; doch Sigismund, alle hunne oogmerken verydelende, wist de zaaken zo wel te beleggen, dat hy alle de zaamgezworenen te C/au. fenburg gevangen kreeg en ter dood deed brengen. Na deeze ontdekking floot hy een naauw verbond met Keizer Rudolphus tegen de Turken , en baalde daarenboven Michaël, den Waywode van Wallacbien , over om van hen af te vallen , gelyk hy ook geen' geringen invloed had op Adron, den Vorst van Moldaviè'n, om hetzelfde te doen. Michaël, met toeftemming der landftenden , door den Keizer met tweeduizend uitgelezen Bungaren bygeftaan , doodde eerst duizend janitzaren , die zich, zonder zyne toeftemming, in zyn land nedergezet hadden ; en deed vervolgens alle de Turken en jooden , die daarin gevonden wierden , om het leven brengen. Na welke daad hy Dziurdzovoa, eene groote Stad aan den Donau , de Turken toebehoorende , verbrandde. Naardien hy nu dit alles deed onder fchyn van nog aan Morad onderdaanig te zyn, zond het Turkfche Hof, begeerig om zich te wreeken, een' Kadi'lesker met eene genoegzaame magt naar Bucharest, met oogmerk om hem op te Iigten. Deeze Amptenaar , bericht gekregen hebbende , dat de Waywode op zyn landgoed buiten de Stad naby het klooster zich ophield, aan den oe- XVI; Boek. xui. Afd. Gebeurteisjen in ["ranfylvaien.  XVI. 1 Boek. ' xui. Afd. Faorfpoei 9an Micha el. '22 HISTORIE van het )ever van de Dembowitz , begaf zich derwaarts met duidend mannen , onder voorwendfel van hem een bezoek:e komen geeven ; doch de Vorst de waare reden vermoedende vertrok naar de legerplaats van zyne Hungaarfche hulptroepen. De Kadilesker , dus zyne prooi mislende , deed hem afvraagen , waarom hy in vredestyd zoveel Hungaaren in dienst hield ; en voegde eene belofte daarby, dat zo hy dezelven wilde laaten gaan, hy hem honderdduizend guldens zou geeven om hen af te betaalen. Michaël veinsde dit aanbod met genoegen aan te neemen , maar gaf te gelyk de Hungaaren bevel van zich gereed te houden , en ten zelfden tyde eenige andere troepen in eene vlakte byeen verzaameld hebbende , omringde hy op het onverwachtst de Turken in hunne tenten , welke hy in brand ftak ; waar door zy, in weerwil van hunnen dapperen tegenftand allen fneuvelden of verbrandden , zonder zelfs den Kadilesker te verfchoonen , die een buitengemeen groot rantfoen voor zich zei ven en eenige anderen aanbood. , De Waywode , door dit gelukkig begin moed gekregen hebbende , overviel en plunderde kort daarna Phloch eene groote onbemuurde Stad aan den Donau, en bragt alle de inwooners om het leven. Niet lang daarna de rivier, die toen bevrozen was , overtrekkende , om Herzowa , eene bemuurde Stad , flechts ééne myl van Braïlow af gelegen , te overvallen , verfloeg hy onderweg eene groote troep Turken op het ys , en veroverde vervolgens deeze ryke Stad, welk hy uitplunderde en verbrandde ; doch hy vond het kafteel te fterk om het te kunnen bemagtigen. Den Donau op nieuw overtrekkende, verfloeg hy na een hevig gevecht de Turkfche bezetting van Süistria , eene groote Stad van Bulgarien , welke hy vervolgens uitplunderde; en, na het grootst gedeelte van de inwooners om het leven ge-  OTHOMANNISCHE RYK. 523 gebragt hebben , tot den grond toe afbrandde. O). MORAD overleed op Vrydag , den zesden van Jemazid'lamel, C C.) nadat hy vyftig jaaren geleefd , cn twintig jaaren en agt maanden geregeerd had. Hy liet twintig zoonen na, waarvan negentien door zyn' Op-T volger verworgd wierden. Prins Cantemir merkt aan , dat alle de Turkfche fchry. vers , die hy gezien bad, tot zyne verwondering het karakter en gedrag van deezen Sultan met ftilzwygen voor. bygaan , het geen recht ftrydig is met hunne gewoonte, (z.j Doch dit ftilzwygen kan niet geweten worden aan eenige haatelyke trekken in het karakter van Morad, naardien de Christenfchryvers met veel lof van hem fpreeken. Volgens deeze was hy van eene manlyke geftalte, en zwaarlyvig , doch bleek van gelaat , lang en dun van baard. Hy had het trotsch voorkomen der Othomantiifche Vorsten in geenen deele, maar was minzaam, en yan een vreedzaamen aart, een beminnaar der gerechtigheid , en een yverig beoefenaar van zyn' godsdienst. Hy verbeterde de losbandigheid en buitenfpoorigheid van zyns Vaders regeering door zyn eigen gemaatigdheid, en door geftrenge ftraffen, welke hy aan bekende dronk, aarts deed oefenen ; offchoon fommigen zeggen , dat hy zelf zeer veel wyn dronk. Hy was integendeel veeleer al te karig , en liet zich meer regeeren door den raad (y) Ricaut, ubi fupra. (2) Cant. pag. asö. ( C ) Of , volgens dc Christenfchryvers, op den 18 January , 1596 , nadat by een • en. vyftig , of gelyk anderen aeggeu , tweeen-vyftig jaaren geleefd , en negentien jaaren geregeerd had. Zy voegen 'er by , dat zyn dood gepaard ging met een' zo onverwachten en hevigen ftorrawind , dat veele lieden te Conjlaminopalen dachten , dat de waereld zou vergaan. Oost. Hist. XII. Dsel. V v v XVI. Boek. XiU. Afd, Dood v/m lorad.  5*4 HISTORIE van hit XVI. Boek. xiii. Are. VEERTIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Mohammed IH. Mohara fflsd, 111, TT"\e eerfte ftap , dien Mohammed deed, toen hy te J / Conjiantinopolen gekomen was , was ^dat hy zich zeiven van den troon verzekerde, door zyne negentien broeders te doen ombrengen. De Christenfchryvers zeg. gen , dat hy hen allen op een' feest deed nodigen , daar zy in de plaats van onthaald te worden gewurgd wierden; dat 'er daarenboven gezegd wierd, dat hy tien van zyn Vaders vrouwen en bywyven, van welke nog kinderen gevreesd wierden, in zee deed werpen ; dat, na' het dempen van een oproer , door de Janit. zaren gedicht, 'er eene tent wierd opgerecht voor de kerk van St. Sophia , waarin het lyk van Morad , benevens die van zyne vermoorde zoonen , ten toon gefteld wierd, en dat 'er , na dit voorval, wederom een oproer onder de Janitzaren ontftond , hetwelk den nieuwen Keizer en alle zyne hovelingen welligt het leven zou gekost hebben, indien het niet door de voorzichtig-. (a) Ricaut , «bi Supra, raad van zyne Moeder, Echtgenoote , en Zuster, dan door dien van zyne voornaamfte Basha's en Hovelingen, (a)  OTHOMANNISCHE RYK. 525 tlgheid en het gezag van den Grootvizier was geftild geworden. Keizer Rudolpb de Tweede een verbond gefloten hebbende met de Vorsten van Tranfylvaniën , Wallacbiën , en Moldaviën , deed verfcheide voorfpoedige invallen in, de Turkfcbe bezittingen. Het Keizerlyk Leger heroverde' JVeitze, en verfloeg vierduizend Turken naby Raab ? of javarin; de Wallacbi'irs veroverden den ganfchen" fchat van Sinan Basha, en met de Tranfylvaniërs vereenigd ontweldigden zy hun Pondefia , Nicopolis, Killa , en Rebnichi ; verfloegen twaalfduizend Tartaaren, en kort daarna nog agtduizend van hen, die in aantogt wa« ren om zich by Bogdan te vervoegen, die door de Por. te afgezonden was om den (Vaywode af te zetten. AS* ron, de fVaywode van Moldaviën, overwon de Tartaaren in drie veldflagen , verfloeg twaalfduizend van hen, en verdreef de overigen uit zyn land. Kort na dit verdryven veroverde hy Bender , Schinitz , Tigna, Mechnis , en meer anderen Steden, benevens het geheele land van Bobraga van de Turken, en verfloeg agtduizend van hen onder bevel van Janicula, den zoon van Bogdan. De Porte ftelde allerhande kunstgreepen in het werk om dit verbond te breeken , terwyl de Christenvorfien van hunnen kant groote toebereidfelen tot den oorlog maakten. Omtrent deezen tyd wierden de meeste Turkfcbe plaatfen in Hungarye geplaagd door een' verfchriklyketi hongersnood, die zo hevig was, dat de Tartaarfcbe vrouwen , die het leger volgden , haare eigen kinderen doodden en opaten. Deeze hongersnood wierd gevolgd door eene alleryslykfte pest, waaraan dagelyks duizenden van menfchen ftierven ,• zo dat 'er van vyf - en - tagtigduizend Tartaaren, die in het voorig jaar in Hungarye gekomen waren , maar agtduizend in het leven bleeven. By deeze rampen kwam nog, dat den Turken geVvv 2 duu- xvr. Boek. xiv. Afd. verbond der Christenorflen te* \en htm.  XVI. Boek. XIV. Afd. Krygsmagi van den Kei aer. Getr$vwig ikeidvanSi gismund. 526 HISTORIE vam het duurig afbreuk gedaan wierd door de Bondgenooten. MU zhael, de PVaywode van IVallachie , in hun land getrok-. ken zynde, veroverde de Stad en het Kafteel van Schi. mele , benevens de haven van Orofiga , daar de Turkfcbe koornmagazynen waren , Kilek Galempe 9 en het fterk Kafteel van St Gtorge-, en belegerde vervolgens Laganok. Terwyl de Keizer zyn best deed om de Polakken opzyne zyde te trekken , wierden twee Turkfcbe Gezanten , die afgezonden waren om dit oogmerk te dwarsboomen, in IVallachie vermoord , buiten kennis van den Wayixode. Keizer Rudolpb bragt eindelyk , met hulp van eenige andere Vorften , een leger te veld van zeventigduizend en vyfhonderd mannen , waar onder vyftienduizend en vyfhonderd mannen ruitery, onder bevel van den Aartshertog Matthias ,,. en veele andere dappere Veldheeren. Ten zelfden tyde wierd een groot leger der Turken, onder het bevel van den Basba van Buda , naby Temiswar verflagen. Ferbad Basba met een ander leger in Wallachïê getrokken zynde wierd met verlies van agtduizend mannen geflagen door den Graaf Na. dastu Intusfchen deed Sigismund, Vorst van TranfyL vanie , door onderfchepte brieven -vernomen hebbende , dat de Wnywode van Moldavië, niet alleen heimelyk* verftand hield met Polen en met den Cardinaal Bathori, zyne tegenparty, maar ook in ftilte met Mohammed vrede zogt te maaken , hem benevens zyne huisvrouw en zyn' zoon opligten , en gevangen naar. Praag brengen , en ftelde Stepbanus Roztvam in zyne plaats. Geduurende deeze oneenigheden • kwamen 'er drie ■Chaush als afgezanten in Tranfylvanie by Sigismund, omhein te overreeden , dat hy onder de gehoorzaamheid van Mohammed zou wederkeeren en de Turkfche troepen een' doortogt naar Hungarye verleenen. Op deeze voorwaarden. belpofde . de .Sultan , dat hy niet alleen alle de VOO?.*  OTH OMAN NIS CHE RYK. 527 voorige beledigingen zou vergeeven , maar dat de IVaywode daarenboven de Vorftendommen van Tranfylvanie , Wallaebie, en Moldavië als zyn eigen erfdeel zou bezitten , zonder eenige fchatting aan de Porte te betaalen ; doch uit het volgend gedrag van den Waymdz blykt, dat deeze aanbieding van de hand gewezen wierd. De Turken waren over het algemeen zo misnoegd over deezen oorlog, dat men verhaalt, dar. Waz-wode Giezi, een der oude Janitzaren , de ftoutheid had van aan den Sultan te zeggen , dat zyne Staatsdienaars hem misleid hadden , en hem op eene fchandelyke wys den vrede hadden doen verbreeken; dat het 'er zo verre van daan was , dat de verovering van Raab , welke Stad hy zeide door Sinan Basha voor geld gekocht , en niet door de wapenen veroverd te zyn , de verovering van het Christenryk ten gevolge zou gehad hebben , dat integendeel Tranfylvanie, Wallacbie en Moldavië , de koornfchuuren van het Othomanniscb Ryk , thans gefloten waren , zodat men geen' voorraad kon bekomen als naar gewoonte , noch uit. het oosten , noch uit het westen langs den Donau :, terwyl zyn magtig leger in Hungarye zou. moeten vergaan door gebrek aan brood (O- Doch laat ons tot den oorlog wederkeeren : Op den eersten July kwam de Graaf van Mansfeld, fchyn maa.j kende als of hy Dotis wilde belegeren , onverwacht op, en floeg zich met zyn leger neder onder de wallen van Gran, eer nog de bezetting van die Stad iets van zyn' aantogt vernomen had. Hier op ftaken de Turken hunne voorfteden in brand, benevens het Kafteel St. Thomas aan den voet van den heuvel , dat door den Graaf herbouwd wierd, die vervolgens de Stad zó naauw infloot, dat de Basha van Buda tot driemaal toe te vergeefs trachtte (ft') Ricaut ia Mahomet I'IJ. • Vvv 33 XVI. 1 Boek. XIV. Afd. Gran lel*\e d.  528 HISTORIE van het XVI. Boek. xiv. Afd. Kederht ür Tun Hen. te meer volk daarin te brengen. Van den anderen kant wierden de Duitfche troepen verfcheiden keeren uit de bresfen terug gedreven. De Graaf bragt echter uit eene fterkte, welke hy boven op St. Thomas heuvel had doen • aanleggen, de opperftad groot nadeel toe ; terwyl de Graaf Palzi Gokaza , aan den Donau tegen over Gran gelegen, veroverde. De Vorst van Tranfylvanie had, reeds eenige tyd te vooren , den Basha van Temiswar wederbouden van Gran te hulp te komen , door te veinzen als of hy de eerstgemelde Stad wilde belegeren; doch op den tweeden Augustus kwam de Basha van Buda , met een leger van twintigduizend mannen , en legerde zich op vier mylen afftand van de Christenen. De Turken, door het behaalen van eenige voordeden in verfcheiden fchermutfelingen aangemoedigd , beflooten zich met geweld een' weg naar de Stad te baanen , terwyl de Christenen , na zich in flagorder gefteld te hebben , hen tot aan hunne verfchanfingen lieten naderen. Intusfchen floten de Graaf Palfi , met de Hungaarfche Ruitery, eh Schwartzenherg met zyn voetvolk , de Turken van achteren zodanig in, dat zy niet zonder Sgroot gevaar konden terug wyken. Hier op begon 'er een allerhevigst gevecht , in het welk , offchoon het niet langer dan een half uur duurde, veel duizenden van Turken fneuvelden , terwyl de overigen, die de vlucht namen , meest alle afgefneden wierden door Palfi en Schwartzenherg ; zo dat zy in dit gevecht veertienduizend mannen, zeven-en-twintig vendels, een'grooten fchat, en alle hunne krygsvoorraad en mondbehoeften verlooren. De Basha zelf ontkwam ter naauwer nood , en vluchtte naar Buda. De belegering wièrd hierop hervat, en de laage Stad by een' aanval veroverd, waarop de ganfche bezetting ter dood gebragt wierd, behalven Ali Beg , de Bevelhebber , en eenige anderen. Ah Beg bereikte de Opperftad  OTHOMANNISCHE RYK. 5?9 ftad en het Kafteel, terwyl de Hungaaren bezig waren met plunderen , waar op de belegeraars hun gefchut tegen het zelve richtten ; en by de aankomst van den Aartshertog Matthias , die zelf het bevel opnam, dewyl Graaf Mansfeld te Conorra overleden was , verfcheiden aanvallen op het zelve deeden, doch zonder vrucht. Niet lang daarna echter wierd de Stad , na het fneuve- , velen van den ouden Stadsvoogd, en het afflaan van^ den Basba van Buda door eene afgezondene bende van agtduizend mannen , door den Basha van Amtolie overgegeeven , onder voorwaarden , dat de bezetting vry zou moogen uittrekken met hun zydgeweer en zoveel bagagie als zy konden draagen. In de volgende maand September wierd Vicegrado ingenomen door een leger van agttienduizend mannen. Devo Vorst van Tranfyhanie zat midlerwyle ook niet ftil; want de Turken vernomen hebbende, dat de Prins van Alba Julia , , of tVeisfenberg, in het huwelyk zou treden met Maria Christina , de dochter van wylen den Aartshertog Karei, verzaamelden een leger van dertigduizend mannen , met oogmerk om als onwelkome gasten op dit feest te verfchynen. Sigismund hier van verwittigd , maakte de noodige toebereidfelen • om hen behoorlyk te ontvangen , overviel en verfloeg.' het grootst gedeelte van hen, en veroverde'vervolgens Fagiat-, daar hy de ganfche bezetting deed ombrengen. Ten zelfden tyde verfloegen de Tranfylvaniers tienduizend Turken , die in aantogt waren om de gemelde Stad te ontzetten , en vervolgden hunne overwinningen met zulk een' fpoed , dat de Basha, zich gelukkig achtte van het gevaar met vyfhonderd mannen te ontkomen. Ook veroverden zy Lippa, terwyl de Turken en Tartaaren in hunnen aanflag tegen Batoska te leur gefteld en verflagen wierden. Sultan Mohammed vertoornd over deezen voorfpoed van zyne vyanden, deed Ferbad Basha ter dood brengen, en xvr. Boek. xiv. Afd. 3ranv«r#. rd. Verdere ndeeltn.  XVI Boek XIV. Afd. SinanBa ha gejlage Inval a Turken i Crostië. 530 HISTORIE VAN HET en zond den ouden Sinan Basha af, om de drie afgevallen landen weder tot gehoorzaamheid te brengen, die , na over den Donau getrokken te zyn, welhaaft wierd aangevallen. Tot driemaal toe waren de Tranfylvaniers 5 genoodzaakt te wyken; maar, nieuwen byftand gekregen "'hebbende, hielden zy het gevecht uit tot den avond, toen de Turken, met verlies van veel volk en buit, de vlucht namen; terwyl Sinan zelf veel moeite had om te ;rontkomen. Omtrent dien tyd wierd ook de Basha van > Bosuien, die met twintigduizend mannen in Croatiën gevallen was, door bet Keizerlyk leger geflagen, en zyn meeste volk gedood; waarop deeze hen najaagende vyftien vlekken en het kafteel van Varvimr veroverden. Toen na dit voorval, hunne magt toegenomen was, keerden zy terug, en floegen, op den 15 September, het beleg voor Petrina, of Petrewina, doch ontmoetten daar zulk een' hevigen tegenftand by den aanval, dat zy beflooten naar Sifeg te rug te keeren. Intusfchen gaf een ruiter, die van de 'lurken naar het Chriftenleger gevlucht ■was, hun bericht, dat Ruftan Beg aan zyne wonden overleden was, en dat de bezetting daardoor zo moedeloos was geworden , dat ingevaHe zy den aanval iwilden hervatten, de Turken op dit gezicht de Stad terftond zouden verlaaten; welk bericht door de uitkomft bewaarheid wierd. (c). Ten geluk voor de Christenen wierpen de Zakuliers, een volk, dat ten noordooften van Tranjylvaniën woont, ten deezen tyde het juk der Turken af, en begaven zich onder de befcherming van Sigismund; met belofte van veertigduizend mannen op hunne eigen koften in het veld te zullen brengen. De jonge Vorft, nu tagtigduizend mannen fterk zynde, trok op om Sinan Basha flag te leveren; die, over eene fchipbrug den Donau over- ge. (<) Ricaut , «bi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK, 531 getrokken zynde, met zeventigduizend uitgelezen mannen naar Tergovifta, in Wallacbien in aantogt was. De Turken wierden door die onverwachte ontmoeting zodanig verfchrikt, dat zy hunne tenten , gefchut, en bagagie achterlaatende, naar Bucbareft (D.) vluchtten. Si. gismund beftormde hierop Tergovifta, en veroverde hetzelve met het Kafteel, en bragt de bezetting ten getale van vierduizend mannen ter dood, Hasfan Basba den Bèvelhebber alleen uitgezonderd. Ook wierd een verfterking van vierduizend mannen, die daar aankwam , in verbeelding van Sinan Basha met zyn leger daar te zullen vin. den, in ftukken gehouwen. Vandaar trok de Vorft naar Bucbareft, dat hy dooide vyanden verlaten vond; die, zich haaftende om den Donau weder over te trekken, in groote menigte verflagen wierden , of verdronken; vervolgens floeg hy het beleg voor Zorga , welke Stad hy veroverde met een verlies -van niet meer dan tweehonderdvyftig mannen, daar van den kant der Turken en Tartaaren, tusfehen den 18 en 31 October, meer dan zes-en-twintigduizend omkwamen; na deeze overwinning keerde de vorft terug naar Alha Julia, of Weisfenburg, Terwyl Sinan Basha afgezonden wierd om Tranfylvanien te overvallen, had de' Chan van Crimfch-Tartaryen bevél gekregen om in Mol.\ davien te trekken, en Sudriak daar tot Waywode aan te ftellen , doch toen deeze tot op de grenzen genaderd was wierd hy tegengehouden door Zamoiski, den Grootkanfelier van Polen; die, nadat de .Chan, volgens zyn begeeren, naar huis gekeerd was, uit wangunft over den voorfpoed van Sigismund, in Moldavien viel, in korten tyd dat ganfche land veroverde, den Waywode Stepbanus afzette, en Jeremias, onder de befcherming van Polen 'n zyne plaats aanftelde. Echter zond hy ten zelfden tyd (D) Hoofdftad van Wallachie. Oost. Hist. XII. DeeL. Xkx XVI. Boek. XIV. Af». Sinan Basha vlucht. Tergo vista beftormd. Bucharew verlaten. MoIdavfS 'oor de Poakkenv'rlerd.  53* HISTORIE VAN HET XVI. 1 Boek. i XIV. ] Aid. i 1 i - 2 I ( Siaat oer zaaken in < Afië. 1 1 i i Oprter on ■ der óteZakuïiërs, FerkJaarlng van den oorlog. yd gezanten aan 5z«a« die toen te Tergovifta vas, door welke hy hem deed belooven , dat Moldovien ïog cynsbaar zou blyven aan den Sultan, en de achtertallen door den nieuwen Waywode betaald worden; die erftond drie wegen voor de Tartaaren opende om in Vranfylvanie te komen, waarop Sigismund den gewezen* (Vaywode met eenige troepen afzond om de Polakken uit \doldavien te verdry ven; doch deeze wierd na een bloedig evechtdoor hen geflagen, en gevangen genomen, waar>p hy kort daarna ter dood gebVagt wierd. Behalven de reeds verhaalde gebeurtenisfen vielen 'er lit jaar nog verfcheide ontmoetingen van minder belang /oor tusfehen de Turken en de Bondgenooten, meeftal :ot nadeel van de eerftgemelden. Om hunne rampen te fergrooten vatteden de Georgiërs in A/ie de wapenen egen hen op, terwyl zy by het overlyden van den oulen Koning van Perfien niet weinig bevreesd waren voor le gevoeligheid van zyn' zoon en opvolger, uit hoofde Ier voorgaande beledigingen. In het begin van het jaar 1596, terwyl de Vorft van Tranfylvanien te Praag in Bobeemen was, om met den Keizer wegens de fchikkingen van den oorlog te fpree. ken, vatteden de Zakuliers, of Siculi, die door eene Staatsvergadering, welke in de maand, December des voorigen jaars gehouden was, in hunne voorrechten verkort waren, de wapenen op om hunne rechten te verdeedigen; doch, na dat verfcheide belhamels gevangen , en ter dood gebragt waren, wierden de anderen tot onderwerping genoodzaakt. Omtrent ten zelfden tyde vielen tienduizend Rasfiërs van de Turken af, en namen dienst onder Sigismund. Toen nu de pelt en de hongersnood te Conftantinopolen een weinig begonnen op te houden, deed Mobammed den oorlog verklaaren tegen den Keizer en den Vorft van TranfyU namen, geduurende drie dagen agter een; en gaf te kennen, dat  OTHOMANNISCHE RYK. 533 dat hy zelf zyn leger naar Hungaryen zou voeren; doch éér zulks gefchiedde vielen 'er nog verfcheiden- ontmoetusfehen de Turken en Keizerlyken voor. - Lippa wierd door veertigduizend lurken en Tartaaren belegerd; doch toen zesduizend Hungaaren, die van Lugos afgezonden wa^n om te plunderen, de voorfteden van Temswar in brand gedoken hadden, terwyl de Basha van die Stad uiteetrokken was om het beleg over de belegering te voeren, en de vlam in bet leger der Turken gezien wierd, verfchrikte hen dit zodanig, dat zy op het oogenblik de belegering opbraken, met achterlaating van alle hunne bsgagie. Zy hadden echter het geluk van Chsja m Dalmatten te heroveren door de achteloosheid der U>nftenen9 die deeze Stad hen kort te vooren ontnomen hadden. Van den anderen kant veroverden de Heydukken Plenta, eene kleine Stad niet verre van Nysfa; en de Graaf Palfi vermeefterde Sambok tusfehen Buia en Stulweufenburg. Kort daarna floeg de Vorft van 1fanfylvamen, een6 talryk leger by een gebragt hebbende, het beleg voor Temiswar, doch op het aannaderen van veertigduizend Turken en Tartaaren brak hy op om hem tegen te trekken ; waarop een verfchriklyke veldflag volgde , die lan. een tyd twyfelachtig was; doch eindelyk kreegen de Othomannen de nederlaag; doch toen zy ten tweeden maale tot ontzet van die Stad aankwamen befloot de Vorst het beleg op te breeken. Eindelyk trok het Keizerlyk leger, te Conorra ten ge-v tale van zestigduizend mannen byëen gekomen zynde, voort naar Vacia, dat door de Turken verlaten wierd ; en terftond na de aankomst van den Opperveldheer Max. imiliaan van Oostehryk belegerden zy Halman in Opper. Hungarye tegen het midden van Augustus. Zy hadden veel te lyden van de hevige uitvallen der bezetting; doch ten laatfte de Stad op vyf plaatfen te gelyk aantastende , drongen zy na een allerhevigst gevecht yan Xxx 2 drie xvr. Boek. xiv. Afd. B elf gering an Lippa. remiswaï Hegerd. Hatwaa '■roveri.  534 HISTORIE va h het XVI. Boek. xiv. Afd. Hegyra, 1003. A.D.159SSultan Mohammed befegertAgra. rJJ>.i595* drie uuren met geweld daarin , en floegen vier uuren lang alles dood, dat zy ontmoeten , ten getale van derduizend Turken, terwyl zy van hunnen kant flechts driehonderd mannen verlooren. De Waaien waren zó ontmenscht , dat zy de kinderen uit de lichaamen der moeders fclieurden , en menfchen van beide de feXen levendig vilden om riemen van-hun vel te maaken (d\ De Turkfcbe Hiftoriefchryvers gaan alle deeze voorvallen van Mohammed's regeering met ftilzwygen voorby en gaan van het vermoorden van zyne broeders terftond over tot de. belegering van Egra, of Jgria, welke ons thans te melden ftaat. Zy zeggen dat de Sultan zohaast hy zyne heerfchappy gevestigd bad door deeze broe. dermoord , zyne gedachten liet gaan over het eindigen van den oorlog in Hungarye , met oogmerk om zich zeiven eens rust te verfchaften, welke hy grootelyks be minde. Ten dien einde trok hy in het volgend jaar met een groot leger naar Hungarye , en belegerde Eera dat door zyne voorzaaten menigmaal te vergeefs'belegerd was geworden ; en matte de bezetting door veelvuldige aanvallen zodanig af, dat zy op geen ontzet meer hoo. pende de Stad overgaven, van waar by den toenaam van Egra verkreeg. De . Christenfchryvers-.verhaalen ons omftandiger • daf Mohammed in het. voorst van September te Buda kwam met een leger van omtrent tweehonderdduizend mannen en driehonderd veldftukken. De bezetting van hatwan welke Stad kort te vooren veroverd was, wierd zoda nig bevreesd wegens het groot getal der vyanden fal zy die plaats verliet 5 zelf was men niet wein/«- bZ vreesd voor Wenen , en uit dien' hoofde ftelde mén aï» handen aan het werk om die Stad te verfterken • ó h dewyl, Jgria, ook Erlau genoemd, de Stad wfSt _ .... waarf Ricaut, ibidem.  OTHOMANNISCHE RïK, 535 waarop Mohammed het oog had , floeg hy het beleg voor die Stad, op den 21 van die maand, na alvorens veertigduizend mannen naar Temiszwar gezonden te hebben , en wierp fchielyk vyf hoogten op , van waar hy dezelve met groote hevigheid befchoot. De belegerden ziende, dat zy de Stad niet langer konden houden, ftaken dezelve in brand, en weeken naar het Kafteel , dit was door een fterk bolwerk met de Stad' vereenigd , het welk de Turken twaalfmaal op éénen dag beftornv den , en eindelyk met zeer groot verlies, veroverden. De Sultan bericht gekregen hebbende , dat het KeN zerlyk leger, in aantogt was, wendde alle mooglyke vlyt aan om de gragt van het oud Kafteel te dempen ; en toen hem dit oogmerk ten laatfte met groote moeite gelukt was, deeden de Turken op den 10 Oetober vier wanhoopige aanvallen op het zelve,. waarby zy telkens terug gedreven wierden ; , doch by een vyfden aanval drongen zy daarin ,. en bragten de ganfche bezetting ter dood. Nu bleef" 'er niets meer over. dan het nieuw Kafteel ,• het geen de .Turken op verfcheide plaatfen begonnen te ondermynen. Hier op floeg de bezetting te* gen de Opperhoofden aan het muiten , en liep in groote menigte tot den vyand over , zo dat deeze gewigtige plaats overgegeeven wierd , onder voorwaarde , dat de bezetting , die uit omtrent tweeduizend mannen beftond met hunne bagagie en zydgeweer vry zou moogen uittrekken. Doch zy wierden by hunnen uittogt door de Turken overvallen , en in ftukken gehouwen. Eenigen van hen wierden levendig gevild , en anderen aan hunne leden verminkt , terwyl huflne beulen hen allerhande verwytingen deeden , en zeidén dat men aan de ongeloovigen , die zo wreedaartiglyk met de inwooners van Hatwan geleefd hadden , geen woord behoefde te houden, Anderen zeggen echter , dat de Sultan Hechts eenigen der voornaamfte aanvoerers deezer wreedXxx 3 heden XVT. Boek. XIV. Afd.  536" HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xiv. Afd. De Jïag Z>; Karesta vet koren door feldgierigeid. heden deed ter dood brengen , en de overige krygsgevangenen by openbaare afkondiging in vryheid ftellen (e). Laat ons nu tot de Turkfcbe Hiftoriefchryvers wederkeeren. De Sultan, door het aannaderen van den winter geene verdere voortgangen kunnende maaken, keerde met zyn leger terug; doch ontmoette op zyn' togt gansch onverwacht een leger Christenen , die met zoveel hevigheid de legerplaats der Othomannen aanvielen , dat deeze , niet in ftaat om den aanval te verduuren , genoodzaakt waren te wyken. De Duitfcbers drongen door tot aan de tenten , daar des Sultans fchatren bewaard wierden , en braken de kisten open ; doch door het gezicht van deeze onmeëtlyke rykdommen verlokt, offerden zy hunnen roem aan hunne goudzuchtop; want de Sultan befpeurende , dat zy zich enkel met plunderen bezig hielden , overviel hen eerst enkel met zyne hovelingen , en verfloeg, op de fchatten zeiven , de geenen , die zich verbeelden , dat de Othomannen geheel en al verflagen waren. De overigen door des Sultans voorbeeld aangemoedigd herftelden zich , èn vHen met zoveel dapperheid op de vyanden aan , dat niet een van de geenen , die in de legerplaats gevallen waren , het zwaard kon ontkomen (ƒ). Dus luidt het verhaal der Turken , doch dat der Chris'tenen ontzegt den Sultan alle deeze eer ; want zy melden ons, dat toen de Keizerlyken een groot gedeelte van zyn le^er naby Karesta geflagen , en honderd en negentig ftukken gefchut veroverd hadden , Mohammed zo bevreesd wierd , dat hy met lbrahim Basba naar Agrha vluchtte. Doch de Turken niet fterk vervolgd wordende vereenigden zich op nieuw , en kwamen aan met vyftigduizend mannen ; doch wierden door de Keu («) Ricaut, in Mahomet III, (ƒ) Caht. pag. a3ö.  OTHOMANNISCHE RYK, 537 a&rlyke troepen zo wel ontvangen , dat de meesten van hen verflagen en de overigen op de vlucht gedreven wierden. De Christenen hadden ook op andere plaatfen het zelfde geluk ; doch hunne vyanden tot in de legerplaats zelve vervolgende , en daar, tegen het gegeeven bevél , beginnende te plunderen , ontmoetten zy eene fterke troep , die de tent , waarin des Sultans fchatten bewaard wierden, omringde. Hier vonden zy fterken tegenftand, en toen Sigala Basha daarop met nieuwen onderftand aankwam, wierden zy zodanig door vrees aangetast, dat zy in alle yl langs verfchillende kanten wegvluchtten , offchoon niemand hen vervolgde , en niet weder byëen konden gebragt worden, welke middelen hunne Bevelhebbers daar toe ook in het werk fielden. Dus wierd eene der grootfte overwinningen , die de Christenen immer op de Turken behaalden, hen ontrukt door de geldzuchtigheid der Hungaaren , en de lafhartigheid der Duitfche ruitery. By deezen beruchten flag verloren de Turken zestigduizend mannen , en de Keizerlyken twintigduizend. Ook wierden nog zevenduizend Turken verflagen op hunnen terugtogt, door de Tranfylvaniërs en Wallacbiers, die hen in enge we« gen opwachtten. De 'Turkfche. Schryvers fpreeken vervolgens in het befcbryven der regeering van Mohammed , van niets anders , dan van den vrede met. den Keizer ; die zy terftond op den voorfpoed in Hungarye doen volgen, fchoon dezelve niet tot ftand gebragt wierd dan zeven jaaren na deezen veldtogt , en dus maar kort voor den dood van den Sultan ; en uit dien hoofde zyn wy genoodzaakt deeze gaaping geheel uit de Christenfchryvers in te vullen. Tetwyl de Sultan bezig was met het belegeren van Agria , belegerde de Basha van Bosnië Petrina in Cro. atie; doch, de vryheer yan Herberfiein, na alvoo- rens , XVI. Boek. XIV. Af o.  53* HISTORI van het XVI. Boek. Xi v. AVd. Afvtl dei Waüachiërs. A D l598. Tranfylvarië san al verflagen te hebben , deed hem de belegering opbreeken. In het jaar 1597 .viel 'er niets merkwaardigs voor dan dat de Keizerlyken in Augustus Pappa ( E) veroverden; en dat het Kafteel van Dortis kort daarna "door de Turken wierd ingenomen. Ook wierd het* bondgenootfchap verzwakt dcor den afval van Michaël, Waywode van Wallachië, die , om de verdere verwoeftingen der Turken voor te komen , zich op nieu v aan den Sultan onderwierp j hy hield echter onder voorwendfel , dat hy de Tartaaren niet kon vertrouwen., eene fterke bezetting in zyne grensfteden, en verleende den Sultan geene hulp tegen den Keizer Cg). In het volgend jaar ftond Sigismund^ de dappere Vorst van Tranfylvanië, zich door zyn' nabuur verlaten zien • de , en voor de fteeds toeneemende magt der Turken vreezende , zyn land vrywilliglyk aan den Keizer af, die hem in wedervergelding de Hertogdommen vanOppef en Ratibor in Silefië fchonk , benevens een jaargeld en eenige andere voorrechten. Ook maakten de Tartaaren vrede met Keizer Rudolph , onder voorwaarde van een jaargeld van veertigduizend ducaaten. Intusfchen hadden twee Italiaanfche gevangenen, die uit Raab hadden-weeten te ontkomen aan den Graaf van Schwatzenberg den zwakken toeftand van die Stad ontdekt, waarop hymet den Graaf Palfi vereenigd- uit Comorra vertrok , op den 27 Maart , met een goed getal ruiters en voetvolk om Raab te belegeren ; en in den nacht ftil voor die Stad komende vond hy de valbrug neder , en het winket in de poort opgehaald , dewyl de bezetting eenige wagens met voorraad verwachtte. Waarop hy, de poort en een (g) Ricaut, ïn Mahomet III. XE) Eehs fterke plaats ten noordwesten van Stulweisfenberg} @& ■sn zujdwesjen van Raab.  OTHOMANNISCHE RYK. -535 een gedeelte van den wal welhaast veroverd hebbende , ftoutmoediglyk binnen trok. Zy wierden eerst geftuit door tweehonderd Turhn , die welhaast gevolgd wierden door den Basha met nog duizend anderen ; die hen met- groote woede op het lyf viel , en het gevecht twee uuren lang uit hield ,1 doch eindelyk begon zyn volk, grootelyks verminderd1 zynde, te wyken ; hierop kwam Joffer Basha met nog duizend mannen aantrekken , die, met hulp van de inwooners, de Keizerlyken wederom tot aan eiezelfdepoort, daar zy ingekomen waren , terug dreeven. Maar deeze zich fchaamende weder uit de Stad gejaagd te worden , hervatteden het gevecht met een' ongelooflyken moed , en toen de Basha ongelukkiglyk geveld wierd week zyn volk dieper in de Stad terug, Driehonderd mannen van het zelve floopén onder een der bolwerken , daar eenige vaten buskruid lagen , welke zy uit wanhoop in brand ftaken , en daar door met zich zeiven meer dan driehonderd van hunne vyanden deeden in de lucht vliegen , die tot dien tyd toe nog niet meer dan tweehonderd mannen verloren hadden. De flachting duurde toen den ganfehen dag tot aan den avond , en de overwinnaars verkreegen een' zeer ryken buit; benevens ne« gentig ftukken gefchut, en een' grooten voorraad van krygstuig, en mondbehoeften. De optogt der Othomannifche troepen door eene oneenigheid tusfehen de Janitzaren en SpaWs vertraagd wor-Bi dende , veroverde de Graaf Palfi , in de maand Octo. her , het Kafteel St. Gerard , eil befchoot vervolgens Buda met zestien ftukken gefchut, waar door hy de Turken welhaast noodzaakte om uit de Stad naar het Kasteel te vluchten ; het welk de belegeraars met groote hevigheid , fchoon vruchteloos, aanvielen. Vervol» -gens trachtten zy het te ondermynen ; doch gecontamineerd wordende ftaakten zy zulks , en deeden een' Oost. Hist. XII. Deel. Yyy open- XVI. Boek. xiv. AfD. Raab by errasfmg eroverd. danflagtf ida.  54© HISTORIE van het XVI, Boek. XIV. Afd. DeTurker belegeren \V«radin. flunnevht gaat nas 3ee. openbaaren aanval, maar wierden met verlies van tweehonderd mannen terug geflagen; terwyl de Turken , die een' uitval deeden , genoegzaam alle afgefneden wierden, Maar , toen de Graaf bericht kreeg , dat 'er eenig volk in aantogt was om de Stad te ontzetten , vond hy raadzaam het beleg op te breeken. Het Turksch leger onder het bevel van lbrahim Basha, nu in Opper ■ Hungarye gekomen zynde belegerde de fterke Stad Waradin, wier bezetting veele voorfpoedige uitvallen op hem deed ; doch eindelyk van tweeduizend tot op zevenhonderd mannen verminderden. Toen kwam de Onderbevelhebber Basta met eenige troepen aantrekken , en ging met groote drift op de belegeraars af, even als of hy hem wilde aanvallen ; doch terwyl zy zich in flagorde ftelden , wierp hy langs een' anderen kant met groote behendigheid agthonderd mannen m de Stad , en week daarop terftond met zyn volk binnen zyne verfchanfingen terug. Deeze teleurftelling , en het daarop volgend flecht weder benam den Jurken zo'da. nig den moed, dat zy kort daarna het beleg opbraken; terwyl de Keizerlyke troepen hun grondgebied in Ne' der-Hungarye tot voor de poorten van Buda toe ver-woestten. * Geduurende deeze bedryven te land zond Mohammed Sigala Basha , zyn' Admiraal met eene groote vloot naar zee. Sigala op de kust van Sicilië gekomen zynde en begeerig om Lauretta , zyne moeder, die te Mes-, fina woonde , te zien , deed aan den Onderkoning verzoeken , dat hy haar aan boord zou zenden, onder belofte , dat hy haar veilig aan den wal zou tesug leve. ren ; en daarna vertrekken zonder eenige vyandelykhe. den te pleegen s* welke be!ofce hy ook ftiptelyk volbragt, na haar een' geheelen dag met de grootlte eer. bewyzingen onthaald'te hébben. Men vindt in dat jaar niets anders, dat eenige opmerking verdient, met betrek»  OTIIOMANNISCIIE RYK. 54 trekking tot de Turken zo ter zee als te land , dan al leen dat Michaël , de Waywode van Wallachie, di< thans op nieuw des Keizers zyde gekozen had , beflo ten hebbende Nisfa in Bulgarie te belegeren , ten diet einde volk afzond om eene brug te maaken over der Donau tot een' overtogt van zyne troepen. Hier in ge ftoord wordende door de Basha's van Silistria , en Ba dom trok de Waywode op en verfloeg hen. Vervolgens met zyne ganfche magt de rivier overtrekkende , gal Nisfa zich aan hem over zohaast hy het beleg voor die Stad geflagen had. In het volgend jaar deed hy verfcheiden invallen in het Turkscb grondgebied, en behaalde daar grooten buit. Ten zelfden tyde trokken de vrye Heydukken van Wallachie den Donau over, en verfloegen den Basha van Anatolie met eene groote nederlaag,• een andere Basha , die met drieduizend mannen ter vèrfterking van het Kasteel van Buda was afgezonden , wierd insgelyks door eene bende Hungaaren verflagen. Kort daarna wierd de Basha van die Stad , de poort uittrekkende ter befcherming van een convooi met levensmiddelen , door eenige Heydukken verrascht, en na een fcherp gevecht, waar in zyn zoon en de Aga der Janitzaren hun leven verlooren , gevangen genomen. Hier op trok de Basha van Bosnië, aan het hoofd van tienduizend Turken, op, om den doortogt te openen, door de Heydukken, die den zeiven naauw bezet hielden, van daar te verdryven ; doch deeze , de vyanden in een voordeeligen post ontmoetende , verfloegen hen in een hevig gevecht , waar in de Basha zelf het leven verloor. De Tartaaren trokken echter voort naar Buda , met oogmerk om het omgelegen land te verwoesten , en de Keizerlyken verder van die Stad af te dryven , welke zy geblokkeerd hielden ; maar zy wierden door het regiment van den Graaf Yyy 2 van r XVf. : Boek. - xiv. Afd. Verovering van Nisfa, door den Waywode 'van Wallachie. a.D. 1505. Voorfpoed der Heydukken.  54* HISTORIE vak hrt XV!. " Boek, xiv. Afd. Krygsver richtingen van den Graa/PalS Tranfylvanië veroverd. van Schvoartzenberg geflagen , en fneuvelden meest alle,, of verdronken in den Donau (b). Intüsschen was lbrahim Basha , de Veldheer der Turken, met vyftigduizend mannen teSolnokaangekomen, doch hoorende, dat de Keizerlyke Bevelhebber Basta tot aan Casfova was voortgetrokken, keerde hy. terug naar Belgrado , om daar te wachten op eene groote vloot fchepen , die den Donau opkwam , en geladen was met voorraad en mondbehoefcen voor het leger , Buda , en meer andere plaatfen , die jn verlegenheid ■waren. Deeze fchepen wierden gedekt door vyfduizend Turken, het welk. Graaf Palfi vernomen hebbende, zond hy eenige troepen af om dit convooi te onderfcheppen ; het geen hen gelukte ,, waar. opzy de fchepen in den grond boorden, en een' buit maakten , die op een millioen gouds gefchat wierd|, waar onder honderdduizend daalders aan geld , die onder de foldaaten uitge? deeld wierden. Na dit voordeel behaald te hebben , liepen de Christenen het land der Turken van alle kanten af; het welk de Turken in Buda zodanig verfchrikte , dat zy de Stad verlieten , en naar het Kafteel weeken. Einf delyk kwam lbrahim Basha , tegen het einde van den zomer, met een leger van honderddertigduizend man. nen te Buda, en deed eenige voorflagen van vrede, doch naardien hy hardnekkiglyk op eenige onredelyke voorwaarden ftaan bleef, wierd de ouderhandeling afge. broken , en de oorlog voortgezet, fchoon 'er geduurende dit jaar niets meer van belang voorviel. . Echter ftaat ons nog aan te merken , dat Sigismund zyne overeenkomst met den Keizer verbreekende , in het begin van dat jaar naar Tranfylvaniè' terug keerde, en op nieuwe voorwaarden aandrong, welke hem toe. geftaan wierden; desniettegenftaande maakte hy eene. over-. (h) Ricaut, ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 543 overeenkomst met den Cardinaal Batthori, dat hy het land aan hem zou afftaan , onder befcherming van den Sultan , aan wien hy fchatting betaalde. Michaël , Waywode van Wallachie , door deeze verandering bevreesd geworden , dewyl dezelve hem niet veel goeds voorfpelde, trok , door den Keizer, onder wiens befcherming hy ftond , bygeftaan , in de maand Octoher, met zestigduizend mannen in Tranfylvanie , daar hy den Cardinaal , die door dertigduizend Turken geholpen wierd , overwon en verfloeg , en dus het geheele land aan de Othomannen weder ontweldigde. Deeze tegenfpoed verzwaarde de moeilykheid , waarin de Porte zich bevond door den afval van Kufahin , Bas. Hha van Caramanie; die met drieduizend muskettiers en vyfduizend ruiters tienduizend mannen onder het bevel van vier Sangiaks verflagen had ; en , na genoegzaam de ganfche provincie veroverd te hebben , ook Iconium vermeefterde. Na dit behaald voordeel gaf hy voor, dat hy welhaast Conftantinopolen zelf zou gaan belegeren , -en daar eene verandering in het ftaatsbeftuur maaken ; terwyl hy den Sultan van lafhartigheid , en de Staatsdienaars van omkooping befchuldigde. Hier op wierd Mohammed , de zoon van Sinan , een der Vizier. Bashas, tegen hem afgezonden, met alle de troepen, die men toen byëen kon brengen ,*. doch deeze met zulk een' wel befloten' man geen' veldflag durvende waagen , deed zyn best om het voetvolk van zyn' vyand om te koopen , het geen hem ook in zo verre gelukte , dat Kufahin met de ruitery en het volk van Simeon , den Prins van Georgië, dat- zich by hem gevoegd had, naar Arabic vluchtte.. Mohammed vervolgde hem tot Ha.'*lep, daar hy overwinterde. Doch Kufahin 'midderwyl een groot leger op de been gebragt hebbende keerde in het voorjaar terug, en maakte zich gereed om den Bas. ba flag te leveren ; doch de laatstgemelde eerst willende Yyy 3 bè- XVI. Boek. xiv. Afd. Opftand m Afië. l.D. itfoo.  544 HISTORIE vas eet XVI. Boek. xiv. Afd Eindelyk gedempt. Oproer der Franfchen «j Waaien. 1 < Ca^isfn belegt rd en verovtrd. . ] ' ~i 1 beproeven , wat hy door list zou kunnen uitwerken , deed eene algemeene vergiffenis afkondigen voor de geenen die zich op nieuw zouden onderwerpen. Dit had den gewenscbten Uitflag by de oproerigen , die, nu door den buit ryk geworden , meest alle naar huis keerden , om in veiligheid het genot te hebben van dat geen , het welk zy met groot gevaar hadden veroverd ; waarop hun aanvoerder welhaast gevangen , en met de wreedfte pynigingen te Conjiantinopolen ter dood gebragt w;erd. Laat ons nu tot den oorlog in Hungaryen terug keeren, Terwyl de Keizer de noodige toebereidzelen maakte, floegen twaalfhonderd Franfchen en fVaalen, die te Pappa in bezetting lagen, aan het muiten, uit hoofde ran gebrek aan betaaling, en hadden zelfs befloten de Stad aan de Turken ovêr te geeven, ingevalle zy hen hunne foldy wilden betaalen ; doch deeze wierden eventvel genoodzaakt de plaats te verlaaten, niettegenftaande Je dappere Graaf Schwartzenberg geduurende deeze belegering ongelukkiglyk fneuveldc. Tot dus verre hadden noch de Turken, noch de Christenen een leger van eenig aanbelang in bet veld, offchoon 'er dage'yks veele aanvallen en fchermutzelingen plaats hadden. Onderanderen veroverden de vrye Heydukken Giula, en ftaken die stad in brand; terwyl de Turken, in die verbaasdheid de rlucht naar het kafteel neemende, eikanderen in de !;raft drongen, daar eene groote menigte van hen verIronk. Eindelyk trok lbrahim Basba, tegen het laatft van 4ugujlus, met een leger van tweehonderdduizend man. iqïi op, van Belgrado naar Canisfia; en floeg, na alroorens het kafteel Babotska op zyn' togt veroverd te ïebben, het beleg voor deeze fterke ftad, met oogmerk om de laftige invallen van derzelver bezetting te ftuiten, ;n zich een' doortogt naar Oostenryk te baanen. De vyl deeze plaats in ten mcerasch gelegen was, begonnen de Zar-  OTHOMANNISCHE RYK. 545 Turken dezelve met takkebosfchen en aarde op te vullen, welk oogmerk zy eindelyk, in weerwil van het gefchut der belegerden, ten uitvoer bragten; doch toenzy daarop zich meefter van het eiland dachten te maaken, wierden zy door de bezetting zo wel ontvangen, dat zy genoodzaakt waren met verlies terug te wyken. Toen zy den volgenden dag een' nieuwen aanval waagden,, wierden zy door het Keizerlyk leger, dat uit veertigduizend manhen onder het bevel van den Hertog Mercurio beftond in hunne achterhoede aangevallen; era hevig befchoten. Hier op verzaamelde lbrahim alle zyne rroepen; en vong een bloedig gevecht met de Christenen aan; doch toen de overwinning naar de zyde der Christenen fcheen te zullen overhellen, naderde de nacht, die een einde van het gevecht maakte. Den volgenden dag zouden de lurken het gevecht hervat hebben, indien niet de Chriftenen, die thans onder eikanderen oneenig waren, zich in hunne legerplaats gehouden hadden; en naderhand, in verlegenheid geraakt zynde door gebrek aan levensmiddelen, die de Tartaaren, by het aanvoeren naar het leger onderfchept hadden, in den nacht waren afgetrokken, fchoon niet zo ftil, of de Turken, daarvan de lucht gekregen hebbende, verfloegen drieduizend van hen, en veroverden eenige ftukken gefchut benevens alle hunne bagagie. Hierop hervatteden de Turken de belegering met meer hevigheid, en de bezetting, geene hoop op ontzet meer open ziende, dwong den veldheer Paraliscr en eenige andere Bevelhebbers om de Stad over te geeven. Dit wierd ook op den 22 October wezenlyk in het werk gefteld, en de bezetting over de Rivier Murr in veiligheid gebragt. JNa deezen voorfpoed verwoeftten de Turken het om^ gelegen land ; en toen uit dien hoofde de inwooners^ gevlucht waren , noodde lbrahim hen om wederom te ko- XVI. Boek. XIV. Afd. 'Jet tmleg' ■end land erwoest.  XVI. Boek. XIV. Atu. Staat d Zaaken in Peifië. A.D. 160 Stulwei fenburg door de Kt zerlyke tri $eu belegei SX6 HISTORIE VAN HET kernen, en beloofde hen vryheid van fchatting voor drie jaaren. Hy fchreef insgelyks aan den Graaf Serini, die by deeze gelegenheid veel geleden had, dat hy deeze verliezen zou trachten te herftcllen door des Sultans befcherming te verzoeken; doch geen antwoord krygende keerde hy naar Belgrado terug. Mohammed was over zyne gewigtige dienften zo wel voldaan, dat hy hem een kleed van gouden ftof zond benevens een' bevelhebbersftaf met edelgefteenten verfierd; doch hy had niet lang genot van deeze eertekens, want hy ftierf in het begin van het volgende jaar. De blydfchap van den Sultan wierd echter grootelyks verminderd door het nieuws, dat 'er uit Afie kwam; daar, na de dood van Kusahin, Scrivano, een byzonder vriend van hem, de zaak had opgevat, en in korten tyd al vry ontzaglyk •rgeworden was. Mohammed Basha met alle zyne magt tegen hem optrekkende wierd geheel door hem verflagen. Ook wierd de Sultan niet minder bedroefd door den tegenfpoed in Perjie, daar zyn afgezant een' van des Konings zoonen ten onderpand van den vrede gevraagd hebbende, om dien onbefchaamden eifch ;ftrenglyk met ftokflagen geftraft wierd, en ter naauwer nood de doodftraf ontkwam, i. Nadat de Keizer, in het jaar 1601, een talryk leger . in Hungaryen, onder het bevel van den Hortog Mercuri byeen gebragt had, wierd de veldtogt geopend met * het beleg van Stuhveisfenburg. Door een' overlcoper ed bericht gekregen hebbende, dat het groot meir aan de 'gintfche zyde der Stad doorwaadbaar was , offchoon de Turken zulks niet -wilden gelooven , zond hy Ruswurm met duizend mannen af, die, elk met een takkebos op den rug, het meer doortrokken, fchoon met groote moeite, uit hoofde van den modder, het vlag, en de hoogte van het water, De Hartog, door zeker teken kennis gekregen hebbende van deezen gelukkigen doortogt, viel met  OTHOMANNISCHE RYK- 547 met r veel hevigheid de Stnd van de andere zyde aan; en toen de Turken zich daarop allen naar dien kant fpoedden om de plaats te verdëedigen; beklom Ruswumi met zyn volk de wallen , en kwam in de voorftad, waaruit de Turken, zonder wederftand te bieden, naar de Stad vluchtten, terwyl de Keizerlyken hen op de hielen volgden, en eene groote flachting aanrechtten. Ten zelfden tyde veroverde de Hertog de voorfteden, die aan zyn' kant gelegen waren; en den volgenden dag de Stad "zelve ftormenderhand. De vyanden vluchtten naar hunne huizen, waarvan verfcheiden ondermynd waren, welken zy met zichzelven en de Cbri/tenen, die daar naby waren, in de lucht deelen vliegen; waardoor de Hoofdkerk, het Paleis, en het grootft gedeelte van de huizen befchadigd wierden. Hierop gaf de Basba de Stad over , en de Waaien kreegen het grootst gedeelte, van den buit tot groote fpyt voor de Duitfchen. (i), Iniusschen zette Hasfan , de nieuwe TurifcM* Veld. heer, zyn' togt naar Stulweisfenburg voort , in verwachting , dat hy die Stad buiten ftaat van tegenweer zou vind n. Doch hy wierd ontmoet en geflagen door den Hertog met twintigduizend mannen , offchoon hy een veel grooter getal by zich had , en verloor by deezen flaff zesduizend mannen ; waar onder waren de Basha van Buda , zes Sangiaks , en verfcheiden andere voornaame Bevelhebbers. De overwinning der Duufchers zou nog volkomener geweest zyn , indien niet een groot leger Tartaaren de Keizerlyke troepen in de achterhoede hadden aangevallen , en hier door de Turken gelegenheid gegeeven om hunne gelederen te herftellen. Terwyl de hertog Mercuri Stulweisfenburg belegerde , floeg de Aartshertog Ferdinand met een leger van dertigduizend mannen het beleg voor Camisjia. Niettegen- lïaan- ('jï Ricauty ntoi fupra. --. Oost. Hist. Xil. Deel. Zzz XVI. Boek. xiv. Ad.f. Zn aan tien » rgege*: en.  54*5 HISTORIEVAN het XVI. Boek. xiv. Af». i l i n &e otrterl- ge A lianen behaa-len eene overwinning. ftaande de moerasfige grond , die de Stad omringde, zetteden zy echter hunne verfchanfmgen uit tot aan de gragt zelve, en eischten toen de plaats op ; doch de tezetting , fchoon gebrek aan levensmiddelen hebbende, weigerde zich over te geeven ,. en wel voornaamelyk te fVaalfcbe, Renegaaten.'. Op deeze weigering bereidden Ie Keizerlyken zich tot den ftorm ; doch hunne brug te Eort zynde om de gragt te overreiken , waren zy geloodzaakt den aanval uit te ftellen. Intusfchen trokken ie Italiaanen , misnoegd over gebrek aan betanling, van het leger af , doch toen , op den vierden November , Ruswurm , met eene verfterking van agtduizend mannen ,, aankwam ,. hervatteden zy hunne aanvallen , en zouden de Stad ongetwyfeld veroverd hebben , indien niet de noordewind, tegen het einde van de maand, zulk eene groote menigte meeuw in hunne legerplaats gedreven had, dat het geheele leger daar onder als begraven wierd , waar door vyftienhonderd mannen, bene. vens driehondecd paarden daar onder dood bleeven; waar op de Aartshertog goedvond het beleg op te breeken. Laat ons nu het oog vestigen op den ftaat der Turkfcbe zaaken in Afie. Scrivano , die, door zyne verrichtingen in het voorig jaar , zich een' grooten naam by het volk verworven had , verfcheen op. nieuw in het veld tegen Mcbammed Basba ,. die hem met. een leger van honderdvyftigduizend mannen tegen trok, doch met groot verlies geflagen wierd. Na deeze overwinning verwoestte die oproermaaker het geheele land tot voor de poorten van Halep , en deed zsch overal uitroepen voor den waaren verdeediger van het Mohammedaansch geloof, en van de vryheid der geenen , die zich met hem verbonden. Eindlyk wierd Mohammed gcfterkt door eene grooter magt dan hy te vooren had gehad , waarop Scrivano , door zyn voorig geluk moedig geworden, hem tegen,,  OT H OMAN NIS C FIE RYK. 549 tegen trok , en flag leverde; in den beginne was hy g« noodzaakt te wyken, doch zyne troepen weder ge fchaard hebbende , begon hy andermaal den aanval, ei dreef de troepen van den Basha met groot verlies er verwarring op de vlucht. Echter het niet veilig oor deelende te verre voort te trekken , keerde hy naar d< gebergfen terug ; zich te vreden houdende met hetgeei hy voor dién tyd gedaan had. In dit jaar woedde de pest hevig te Conjlantinopoler en in andere deelen van het Turkjche Ryk ; terwyl ter zelfden tyde de Janitzaren, door eenigen van des Sul tans gunftelingen beledigd , hunnen Aga dwongen qrr naar het Paleis te gaan , en derzelver hoofden te éi fchen. Mohammed door deeze onbefchaamde ftouthek verbitterd beval aan zyne Spahi's, dat zy hem in ftukken zouden houwen , welken moord de Janitzaren her betaald zetteden. Dit oproer zou veel verder voortgej flagen zyn , indien Sigala Basha hunne woede niet ge fluit had door eene groote fomme gelds. Behalven de ontmoetingen in Ifallachie tusfehen de twee Waymden Radul en Jeremias , met welken laatften de Turken het hielden , en telkens geflagen wierden , leeden zy nog verfcheide geringe verliezen in hun* garye ; doch eindelyk floeg Hasfan Basha , naet een leger van honderdvyfeigduizend mannen , het beleg voor StulweiJ'enburg. Naardien nu de Aartshertog Matthias bericht gekregen had van deszelfs komst door Ali Basha , die door de Heydukken gevangen genomen was, begaf de Stadvoogd Tzolan zich in tyds derwaarts. Na dat de Turken de wallen met eene ongelooflyke woede beftormd hadden , en het meir benevens de gragten hadden opgevuld , beftormden en veroverden zy de concrescarp , fchoon met verlies van veel volk. Doch de Keizerlyke troepen kort daar na terug keerende , dreeven hen weder uit, met verlies van meest alle die .zich daarin be7*zz 2 von- - XVI. - Boek. i xjv. i An>. t ' Opjfand der Janitzaren s Sru!wei • fenburg 6e» lic-erddoor iel urken, A.D, 160».  XVI. Boek. XIV. Afd. 550 HISTORIE VAN HET vonden , maar toen het gerucht van deeze nederliag in de legerplaats der Tu>ken gehoord wierd , vielen zy in zulk een groote menigte op hen uit, dat de beiegerden > door het doodflaan afgemat , hunnen post verlieten. Intusschgn zond de Stadvoogd naar den Aartshertog om fpoeduen byftand; doch éér dezelve aankwam deed de Basba , op den 29 van dezelfde maand , een' hevigen aanval op de Stad , waar door de belegercen zodanig verzwakt wierden , dat zy met de Turken in onderhandeling traden , te meer , dewyl. de Bevelhebber zelf gevaarlyk gekwetst was , en b dongen , dat zy met hunne bagagie en wapenen tot halfweg Raab zouden gebragt worden. Doch toen de bezetting de goederen der ingezetenen begonnen in te pakken , om des te meer te kunnen medeneemen , trokken dertigduizend Tartaaren , door eenige Turken gevolgd , oogenbliklyk in de Stad door de verlatene bres, en hefbaarden hen deeze moeite. Toen 'er nu ten laatfte geen' buit meer te haaien was , trokken zy hunne zwaarden tegen de ongelukkige inwooners , en hielden niet op van moorden vóór dat de Basba zelf kwam , en een eind aan deeze buitenfpoorigheden maakte. By deeze verovering fneuvelde drieduizend foldaaten , behalven eer'e groo:.e menigte van burger- ; en de Opperhoofcen, waar onder de dappere Tfolan, die deeze flachting ontkwamen, wierden krygsgevangen naar Conjianthopolen gevoerd , werwaarts de Turkfche Bevelhebber , na het omleggend land verwoest te hebben , insgelyks met zyn leger terug keerde. Niet lang na zyn vertrek, trokken de Keizerlyke met oogmerk om zo veel mooglyk hun geleden verlies te vergoeden , met dertigduizend mannen langs den Donau naar Buda ; en braken de brug, die van deeze Stad naar Penh gaat , door een fchip tegen dezelve te doen aanloopenj en terwyl de Turken in groote menigte  OTHOMANNISCHE RYK. 55i rriefe naar den waterkant liepen om de Stad daar te befchprmen , deed de Graaf Schultz , aan den landkant , door een petard eene der poorten van laag Buda fpringen ; en ve;volgens alles , dat hem te gemoer kwam, nedervejleiiLie , overviel hy de Turken van achteren by de brug, die alle geflagen wierden , of verd.onken. Door eene dergelyke list veroverde hy ook Penh , en keerde van daar, na deeze Stad alvoorens verfterkt en' bezet te hebben , terug om het Kafteel en de opperilad van Buda , waar heen alle de Turken gevlucht waren , te belegeren. De Keizerlyken maakten alle mooglyken fpoed, zo met ftormen als ondermynen ; doch toen lias fan Basha deeze tyding kreeg , keerde hy in grooten haait van Belgrado terug , en floeg , met alle de troepen , welke fjy byëen kon verzamelen, het beleg voor Pestb'y doch vond zich welhaast genoodzaakt, door gebrek aan levensmiddelen,. het zelve op te breeken. Kort daarna trok de Graaf Nadasti den Donau verder langs , en veroverde zonder veel moeite de Steden Adotn en Feldivar. IntussChen trokken de belegeraars, bericht gekregen hebbende , dat de Turken een leger van dertigdui-'^ zend mannen , tut ontzet van de plaats , op de been gebragt hadden , hunne ganfche magt in de laage Stad byëen. Na deeze optogt maakte de Turkfche bezetting zich meefter van hunne legerplaats en tenten ; doch wierd na verloop van twee uuren in de Stad terug gedreven. Intusfchen wierd een fterke Toren aan den kant van den Donau ter neder gefchoten , waarop de belegeraars kort voor den avond beflooten een' aanval op deeze bres te doen , doch zy wierden daarin belet door een' hevigen ftorm en ftortregen , die hen belette hunne wapenen te gebruiken. Dit toeval, gevoegd by de uitvallen , die de Turken deeden na den ftorm , gaf de belegerden gelegenheid om hunne h>resfen weder te Zzz 3 vul- XVI. P^EK. XiV. \ïo, Pe th veaverd. Buda ieleerd.  XVI. Boek. XlV. Afd. Gebeurt: nisfin in Afië. A.D iöo; Oorlog Hungarye tn Walla chië. 55a HISTORIE VAN HET vullen ; en toen hier nog by kwam het gerucht, dat de Tartaaren reeds tot voorby Temeswar- gekomen waren , met oogmerk om Buda te ontzette n , oordeelde de Keizerlyken raadzaam het beleg op te breeken ; ook verlieten zy Adem ; doch lieten eene bezetting van tienduizend mannen in Pesth, ■ Terwyl deeze gebeurtenisfen. in Hungarye voorvielen, vermeesterde Schrivano , die langzaamerhand fterker geworden was , een groot gedeelte der Othomannifche bezittingen in Afië. Hy overleed echter in dat zelfde jaar, waar'op een jonger broeder van hem, niet minder oorlogzuchtig dan hy , het bevel opnam , en den oorlog met geen' minderen moed voortzette, de Sultan zond Hasfan Basha met een groot leger tegen hem af, die met hem Haags geraakt zynde , na een hevig gevecht met het grootst gedeelte va;> zyn volk verflagen wierd. Hier op plunderde de Muiteling de geheele provincie, roofde de fchatting derzeive , en perste de Stad Engurt, of Ancyra driehonderdduizend ducaaten af, door welke middelen hy een groot fonds kreeg om den oorlog door te zetten; terwyl de Taitaaren in Europa de grenzen der Turken ontrustten. !. Het jaar 1601 begon met eene zo hevige vorft, dat ■nde Donau een enkel ftuk ys fcheen te zyn; en desnietteo-enftaande hadden de Turken agtienduizend mannen uit 1 de& bezettingen hunner fteden geligt, en maakten zich gereed om nieuwe invallen aan te vangen. Doch Co/omtz, die in deeze Iandftreeken vanwege den Keizer het bevel voerde, verzaamelde een groot getal volk in de voorfteden van Quermuni, en maakte zoveel toebei eidzelen van alle kanten om hen wel te ontvangen, dat zy door zyne waakzaamheid en werkzaamheid afgefchrikt fcheencn te wórden. Omtrent deezen tyd veroverden de bezettingen van Cran en Comorra tweehonderd wagens met levensmiddelen, die naar Stulmisfenburg beftemd waren,  OTHOMANNISCHE RYK. 55£ ren, en hieuwen, fchoon minder in getal, het ganfch convooi, dat uit zesduizend Tui ken beftond, in ftukken. De bezetting van die Stad, verneemende wat 'er voorgevallen was, en dat de voorraad , tot hunnen onderftand gefchikt, hen ontnomen was, viel door honger en wraakzucht vervoerd met zulk eene woede op de overwinnaars aan, dat zy hen op de vlucht dreeven, en de wagens heroverden. Doch by deeze gelegenheid bleek recht de wisfelvalligheid van het lot, want de Türken waren nog niet lang meefter geweeft van hunnen hernomen' buit, of tweeduizend mannen der bezetting van Penh, die naby een bosch in eene hinderlaag lagen, overvielen hen onverwacht, en beroofden hen, na een bloedig gevecht , op nieuw van denzelven. Dergelyke ontmoetingen gebeurden 'er nog meermaalen tusfehen de bezettingen van Pesth en Buda, die, onaangezien de vorft nog bleef aanhouden, eikanderen dikwyls beftormden; by welke gelegenheid het op zekeren tyd gebeurde, dat het buskruid der laatftgemelde plaats vuur vatte, waardoor een gedeelte van den ftadsmuur in de lucht vloog. Terwyl Radol, Waywode van Wallachien, de Stad Sipstria, welke aan de Turken toebehoorde, verwoeftte, ontdekte Coionitz, „ die drie dagen lang in eene hinderlaag gelegen had, om een convooi, dat naar Canisfia beftemd was, op te ligten, zeshonderd mannen van de bezetting dier Stad, die uitgetrokken waren om hetzelve tegemoet te gaan, en floot hen met zyn volk van alle kanten zó naauw in, dat'niet meer dan vier van hen de dood ont. kwamen; doch drie ruiters van hen, die voor de overigen gevlucht:waren, waagden het ftoufmoediglyk voor. by de Keizerlyken heen te ryden ? om het convooi van de aannadering der vyanden kennis te geeven. Op dit bericht keerde hetzelve terug naar Baboska, welke Stad Coïonitz voornam te belegeren; doch, fchoon de aanval me&; XIV. Boek. XIV. Afb.  XVI. Boek. xiv. Afd. Opre;r der Janitzaren. ?54 HISTORIE van het mee groote dapperheid wierd aangevangen, was hy echter door gebrek aan petards, ftormladders, en andere noodwendigheden genoodzaakt van zyn voornêemen af te ?ien, en naar Comorra in veil gheid terug te trekken, offchoon de vyanden hun beft deeden om hem den hertogt naar die Stad af te fnyden (k). Tc en de Grootvizier Hasfan Basha te Conftantinopolen terug gekqmen was na de verovering van Stulweisfenburg, wierd hy met groote pracht door Mohammed ontvangen, en door al het volk groote eer aangedaan; doch toen hy zich verbeeldde nog verder te zullen vereerd worden door het huwelyk met des Sultans zufler, verfcheenen de Janitzaren en Spahi's onverwacht voor den Divan, verzeld van alle de overige lyfwachten, fen getale van vyf-en-twintigduizend mannen, en verzochten gehoor. Zohaaft hunne aanvoerers binnen gelaten waren , eischten zy dat Hasfan aan hen zou overgeleverd worden. De Basha, hierdoor buitengemeen oirfteld, ging midden door de woedende menigte, met oogmerk om naar het Saray te gaan, doch wierd door dezelve tegengehouden, en gevraagd, hoe het kwam-, dat, terwyl hy in Hunga. ryen gewceft vas , men aan het oproer in Afie niet gedacht had, zodat deeze muitelingen nu de Hoofdftad tot drie dagreizens na genaderd waren; Hasfan grf beevende ten antwoord; dat hy, voor zo verre het hem aanging, op beide plaatsen zyn' plicht betracht had, maar dat de opftand in Afie enkel moeft geweten worden aan het flecht beduur van des Su!tans Moeder, en van den Kapt Jga. De Oproermaakers min of meer door dit antwoord te vreden gefteld, lieten hem doorgaan naar het Paleis, onder voorwaarde, dit hy verlof voor hen zou vraagen om tot den Sulcan te fpreeken, en van hem te verwerven, dat (k) Ricaut , ubi fupra.  0TH0MANNISCHE RYK. S5S dat hy 'hen de hoofden zou leverén der twee' partvcri', aan Welk; hy de fchuld gaf, met bedreiging^ delyk toeftonden , onder voorwaarde , dat hy hen alle hunne verzoeken zou inwilligen , en Zei AH , een' van hunne Opperhoofden tot Basha van Bosnië, aanftellen- Doch door het eene gevaar te ontgaan verviel de Sub tan in een ander , want het krygsvolk door dien fchan. delyken vrede verbitterd , zo wel als door de verheffing van verfcheiden der rebellen , en daarenboven door zyn flecht gedrag en zyne wreedheid befloot hem van den troon te fiooten. Met dit oogmerk haalden zy de Sultana , Moeder van den jongen Prins, in hun belang over, en beloofden hem in zyns Vaders plaats te zullen ftellen; doch een brief, tot deeze zaak betreklyk, die aan haar door een' gefnedenen gebragt wierd , onderfchept zynde, deed de Sultan den jongen Prins ter dood brengen , benevens zyne Moeder; en nog vyftig van de famengezworenen ; gelyk ook den Sterre. kyker, die den goeden uitflag van deeze onderneeming voorfpeld had. Intüsschen baanden.de Tartaaren, die de Polakken een (F) Dit zal waarfchyniyk ]Burfa, of Prufa in Unatolie" Zyn , naardien daar geene andere Stad is, wier naam eenige overeet kpmst .met'deeze heeft, 6  OTHOMANNISCIIE RYK. 557 een' doortogt naar Hungarye geweigerd hadden, zich met geweld een' weg derwaarts door Wallacbie ; en fchoon zy menigmaal geflagen wierden , deeden zy echter groote fchaade in dat land , en in de nabygelegene provinciën. De Keizerlyken , onder het bevel van den dapperen Colonüz veroverde het Kafteel Loqua van de Turken ; die daar na by hunne vlucht uit Boulounever verrascht én geflagen wierden. In Tranfylvanië waren zy ook genoodzaakt om het Kaneel Solomefe aan Basta over te geeven , die des Keizers Stedehouder in deeze landftreek was ; daar den oorlog met verlchillend geluk wierd gevoerd , tot dat Salek Mo/es, in een' flag tegen de Wallacbiers geflagen en gedood zynde , door zynen dood een eind aan deeze gefchillen maakte ; en kort daarna wierden de onlusten , waarin dit gewest was gewikkeld geweest, insgelyks gedempt. Toen nu de Keizerlyke troepen onder het bevel van Ruswurm tot by Pestb genaderd waren, kwam het Twksch leger ten getale vanihonderdduizend mannen op , en legerde zich in hun gezicht aan geene zyde van den Donau. Ten zelfden tyde gaf een Turkscb Hopman , die uit Stulweisfenhurg naar Raab gevlucht was, den Bevel-f hebber van die Stad te kennen , dat hy kans zag om' hem een weg aan te wyzen om zo al niet de Stad te veroveren ten minften de Voorfteden uit te plunderen. Hierop voegden de bezettingen van Raab en Gran zich byeen , tiokken op onder geleide van den weggelopen' Bevelhebber , en verrasebten de Voorfteden, daar zy alle , die eenigen tegenftand booden , ter neder hieuwen; en, na dezelven uitgeplunderd te hebben, in brand ftaken ; doch van den anderen kant ftaken eenige Heydukken , die in het Kafleel van Adom in bezetting lagen , hoorende dat een groot leger Turken derwaarts in aantogt was , het zelve in brand en verlieten het. De Sultan befpeurende , dat alle de toegeeflyfcheid , Aaaa 2 wel-1 XVI. Boek. xiv. Afd. Stul^eis- inburgverrand. Foorflng 'an vrede.  553 HISTORIE van het xvr. v Boek. t XIV. i Atd. , 1 ( 1 ] ] < i /elke hy jegens zyne oproerige onderdaarsen in Afie ge* ■ iruikte , nog niet in ftaat was om hen binnen de paa. m van gehoorzaamheid te houden , en dat de oorlogen, vaarin hy gewikkeld was , zyne vermaaken grootelyks verhinderden , befloot vrede te maaken met den Keizer >p biliyke voorwaarden.. Naardien de Franfche Afgezant en dien tyde aanhield om het ontflag van den Graaf ïfolan , die het jaar te vooren by Stukveisfenburg gezangen genomen was , ftelde Mohammed hem in vryleid , en gaf hem eenige berichten mede , naar welke ry hem last gaf met den Keizer van vrede te handelen, >p voorwaarde , . dat hy , zo hem dit niet gelukte , n zyne gevangenis zou terug keeren , waar voor de Franfche Afgezant borg bleef. Ten zelfden tyde fchreef dchmed Basha een' brief aan den Keizerlyken Veldheer Zolonitz, met het zelfde, oogmerk; welke brief aan len Keizer ter hand gefteld zynde kreeg -Colonitz , benevens eenige anderen , last om met de Turken te hanlelen ; doch deeze op het -teruggeeven van Tranfylva* rie , benevens het overleveren van Gran en Pestb in de alaats van Agria en Camhfia blyvende aandringen , liep de onderhandeling vruchteloos af- De Keizerlyken befloten hebbende het ontzet van Buda, dat door gebrek aan levensmiddelen grootelyKs benaauwd wierd , te beletten, overviel hun veldheer Dp den 12 Augustus Morad Basha , die met. agtduizend mannen, waar onder tweeduizend janitzaren, naby Mohatz gelegerd was, en noodzaakte hem naar het hoofdleger te wyken. Doch de overwinnaars terftond aan het plunderen vallende, keerden de lurkeni terug , en overvielen hen met £ulke hevigheid , dat zy hem voor zeker zouden verflagen hebben, indien niet de Heydukken hunne fchuiten in de rivier gelaten hadden , en hen te hulp waren gekomen , waar door de vyanden andermaal terug geflagen. wierden en zevenhonderd man.  OTHOMANNISCHE RYK. 559 wannen verlooren , benevens drie ftukken gefchut, den Standaard van Morad , en Sasbar heg , die krygsgevangen wierd genomen (O* « , T. . . . Lindelyk kwam het geheel leger der Keizerlyken onder Ruswurm in het begin van September byeen ; die daarop om te beletten , dat de Basha zich tusfehen Vicegrado en Buda zou legeren , in welk geval hy de Stad naar zyn genoegen van voorraad zou kunnen voorzien , een fterk Kafteel tusfehen deeze twee Steden in, en nog een ander op het Eiland van Vicegrado deed oprechten ; vervolgens eene fchipbrug over de rivier geHagen hebbende trok hy over dezelve naar Vaks , of Vakkia. Niet lang daarna floeg de Basba , na het eerstgemelde Kafteel te vergeefs beftormd te hebben , _ eene brug over den Donau , met oogmerk om de Keizerlyken te ontrusten , en begon die rivier over te trekken. De 'Jurken wierden hierop door eenige hgte troepen in eene hinderlaag gelokt , daar zesduizend mannen voetvolk verborgen lagen; deeze ziende in welk eene wanorder zy dc ligte troepen vervolgden , begonnen de Waaien , na dat omtrent tienduizend van hen overgetrokken waren , in hunne flanken met vier flangflukken^ te freelen ,. terwyl de overigen hen van alle kanten op het Ivf vielen , en na tweeduizend gedood te hebben , ce overgen op de vlucht dreeven ; doch deezen niet in ftaat zynde om de brug weder te bereiken , wierden nog vyf duizend van hen verflagen of verdronken , en dc overigen gevangen genomen, benevens alle hunne veldftukken , vendels, paarden, en wapenen. < Het geluk was de Turken op andere plaatfen ook niet minder engunftig; want hunne vloot leed omtent dee-i zen tyd (chipbreuk op zee ; en fchoon Zei Alt , een der Afiatijcbe Rebellen zich onderworpen had , ge.yk J J hier m Ricaut> ubi.fupra.. A.aaa 3 j XVI. Boek. XIV. Afb. Nederlaag 'er Turen. Andere te» [enfpocden-  XVI. Boek, xiv. Afd. . / 560 HISTORIE VAN HET hier voor gemeld is , bleef de opperde Rebel echter in de wapenen , en de Bashn, die door den Sultan tegen hem afgezonden was , in ongenade vervallen zynde, ging tot hem over , aan den anderen kant floeg de Koning van Ter fie , zich bedienende van de verlegenheid , waar in het Turkfche Ryk zich bevond, het beleg voor Tauris , welke Stad hy welhaast heroverde. Maar , om tot de zaaken van Hungary'é weder te keerep. De Keizerlyken vrezende, dat de TurkenPesih zouden gaan belegeren , gelyk zy voorgegeeven hadden, en bemerkende , dat zy zich naby Buda gelegerd hadden , op het Eiland van Vicegrade, braken op en floegen het beleg voor St. Andries , in het gezicht der vyanden. Deeze zonden eenige dagen naderhand vyfduizend mannen uit , met oogmerk om de Duitfcbers in eene hinderlaag van tienduizend mannen te lokken, doch in hun oogmerk misfende waren zy genoodzaakt met verlies terug te wyken. Omtrent den zelfden tyd landde de Graaf Colonitz , de Turken willende verrasfen op den 2 October , met zeshonderd Heydukken op het Eiland van Vicegrado; doch te fchielyk ontdekt zynde , wierd hy genoodzaakt terug te wyken, met verlies van vierhonderd mannen , na een gevecht van twee uuren. Graaf Trautmanflorf was gelukkiger in Stiermark, want de Turken by Lamafcin eene brug over de rivier geflagen hebbende , om een' vryën doortogt in dat land te hebben , welke zy met twee Kafteelen verfterkt hadden , overviel hy dezelve met zo groote dapperheid , dat hy die wel haast veroverde en de brug afbrak. Ook wierd ten zelfden tyd Lugaze, eene plaats van groot gewigt voor de Turken, door de Tranfylvanierszan Basta overgegeeven. t In al dien tusfehentyd konden de Keizerlyken de Turken niet tot een' veldflag krygen; want nadat delaatftgemelden Buda van levensmiddelen voorzien hadden, trokken zy ftil in den nacht af, en verlieten Hungaryen. Na hun  OTHOMANNISCHE RYK. 561 hun vertrek belegerden de Keizerlyken Hatwan, hetwelk zodanig verfterkt was dat het eene lange belegering kon uitftaan. Zy begonnen hunnen naderingen by een' watermolen; in welk gevecht Grafoidi, de Bevelhebber der Italiaanen, fneuvelde ,• niet lang daarna fneeden zy de belegerden het water af, en fchooten wyde bresfen, waarop' de bezetting de Stad overgaf, onder voorwaarden van hun leven te zullen behouden, en op den 29 November naar Zolnok geleid wierd. JNog voor het einde van dit jaar hadden de Keizerlyken verfcheiden ontmoetingen met de Turken en Tartaaren, welke meeftal tot nadeel der laatstgemelden uitvielen, Beged Basha, die Bafta onverwacht dacht te overvallen, terwyl zyne troepen rondom Lippa, (G) hierendaar verfpreid lagen, wierd door dien ouden en ervarenen Bevelhebber in eene nadeelige poft aangetaft, en verflagen met verlies van elfhonderd mannen, behalven nog vyfduizend anderen, die in een moerafch gedreven voor het grootft gedeelte omkwamen. Twintig Hoplieden wierden hier gevangen genomen, en een ryke buit gemaakt. Doch niet lang daarna verwekte Betblem Gabor, een bekwaam Bevelhebber, die zich aan het hoofd der oproerige Tranfyhaniers gefteld had, in deeze landftreek aan Basha en de Keizerlyken niet weinig moeite, gelyk wy onder de regeering van den naaftvolgenden Sultan zullen zien. Intusschen trok Zei Ali, hierboven gemeld, na deezen veldtogt in Hungar<\en bygewoond te hebben, met twaalf-' duizend der gewezen rebellen, welken hy uit Afie mede-I gebragt had, naar Bosniën, waarvan de Landvoogdy aan 1 hem beloofd was geworden, en legerde zich naby Bagh-. n'aluk.- Juffer Basha , die daar als landvoogd het bevel voerde, dit ;>h eene inbreuk op zyn gezag aanmerkende, bragt zoveel volk als hy kon uit de bezettingen der Steden byeen, met oogmerk om hem te overvallen. De door (G) £ene fttrke Stad aan de rivier JSfarosk, benoorden Temismr. XVI. Boek. XIV. Afd. Hatwaa •eroverd. Zei Ali rekt in iosrië, en ieltzichin ezitvandat Land.  5^2 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XIV. Aïd. A.D 160 doortrapte Zei AU, weetende dat hy te zwak was om den lasha af tc wachten., deed overal lichten in zyne tenten ontfteeken, en week fchielyk in den nacüt uit zyne legerplaats. Intusfchen fpoedde de Basba met zyne troepen zich derwaarts die de legerplaats verlaaten vindende, dezelve begonnen te plunderen; doch terwyl het volk met den buit beladen was, kwam Zei Ah met drieduizend uitgelezen ruiters terug, overviel de achteloaze plunderaars, en hieuw zesduizend van hen ter neder, terwyl de Basba zelf het gevaar ter naauwer nood ontkwam. Na deeze overwinning drong Zei AU de voornaamfte Steden van'die provincie welhaast om zich aan hem te onderwerpen; en deed, na een grooten fclnt verzameld te hebben zegepraalende zyne intreede in Bagbnaluk, aan het hoofd van zyne foldaaten, die zyn' lof opzongen. Ten zelfden tyd deed hy bekend maaken, dat hy van voornêemen was zich met den Keizer van Duitschland te vereenigcn, ingevalle eene der andere Busha's zich zou verftouten zich tegen hem aan te kanten. Mohammed van dit alles bericht gekregen hebbende zocht hem , onder fchyn van hem eer aan te doen , naar het Hof te lokken ; maar de fchrandere Zei AU , den Sultan voor zyne gunst bedankende , floeg deeze uitnodiging af; zeggende , dat hy geene andere bclooning begeerde dan de landvoogdyfehap over die provincie , welke zyne Majesteit aan hem beloofd had , en waarvan hy thans bezitter was. (.. Naardien de Turken in dit jaar verfcheide voorflagen van . vrede gedaan hadden , wierden 'er , in het . begin van het volgende , van beide zyden gevolmagtigden aangeftfcjd oor daar over te handelen. De Gezanten van den Keizer begaven zich ten dien einde van Pestb naar Buda , op verzoek van den Basha van die Stad , en men floot een' flilftand van twaalf dagen , waarvan oogenblikkelyk aan alle de Turkfcbe Bevelhebbers - op de gSOB»  OTHOMANNIFCHE RYK. 563 grenzen kennis gegeeven wierd. Doch , terwyl aller gemoederen met hoop op vrede vervuld waren, overleed Sultan Mohammed in het midden zyner wellusten. Zohaast de Basha van Buda hier-van bericht kreeg, gaf hy van dit fterfgeval kennis aan de Keizerlyke gezanten ,j en deed hen tevens weeten , dat hy van den nieuwen. Sultan bevel had gekregen om de onderhandeling voort' te zetten (m). De Turkfche Hiftoriefchryvers , waarvan Prins Cantemir zich bediend heeft, ftaan alle de gebeurteuisfen , welke wy hier boven uit de Christenfchryvers aangehaald hebben , over. Zy melden ons enkel, dat de Sultan, na de verovering van Agria , in zegepraal naar Conftantinopolen terug keerde; en dat hy, te vreden met het geen hy veroverd had , vrede maakte met de Chris, tenen , op dat hy dat geen, waar naar hy zo zeer verlangde , te vveeten , rust en vermaak , ongeftoord mogt genieten; dat hy in het genot daar van leefde tot in het jaar t012 , waarin hy ftierf, nadat hy negen jaaren en twee maanden geregeerd had , doch hoe lang hy geleefd heeft wordt in de Hiftorie niet gemeld; enkel wordt daarin gezegd , dat hy overleed in den bloei van zyne jaaren , zonder iets merkwaardigs uitgevoerd te hebben , dan de bovengemelde vecovering van Agria (n). De Christenfchryvers zeggen, dat hy een Vorst was van gering verftand , doch zeer hovaardig; en dat! hy om die reden , niet zeer bemind of gevreesd was; en dat hy de ftaatszaaken verwaarloosde, en die geheel aan het beftuur der vrouwen overliet, dat hy geheel overgegeevcn was aan de vermaaken en wellusten, waar van een ongezond, opgezwollen , . en log lic- haai» (m) Ricaut, ubi fupra. (n) C«nt. pag. 236. X)ost. Hist. XII. Deel, i Bbbb XVI. Boek. XIV. Afd, ultan Mo» ammed ':erft, Hi?yr«, 1012. iD.1603. Zyn kartik, er. /  564 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XIV, Afd. VYFTIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Sultan Achmed I. Sultan Achmed I. haam een duidelyk bewys was; dat zyne buitenfpoo» righeden zyn leven verkortten, en dat hy door nie* mand zyner onderdaanen beklaagd wierd. Hy had vier zoonen, en drie dochters , die aan drie van zyne Basha's getrouwd waren. Zyn oudfte zoon Mohammed wierd verworgd , gelyk hier boven gemeld is. De tweede ftierf in zyne jeugd , en de vierde , Mostafa ge» naamd, die nog een kind was, wierd in het Paleis naauw opgefloten gehouden (o). (o) Ricaut, in Mahomet JU. ACHMED beklom den troon op den 9 van de maand Rajeb , in het jaar 1012 , toen hy nog maar even vyftien jaaren oud was ; ook was hy de eerfte onder de Turkjche Vorften , aan wien de regeering beneden de jaaren wierd opgedragen. Doch hy toonde reeds in de eerfte jaaren van zyne regcering, dat de fchepter niet" kwaaïyk betrouwd was in de hand van een jongeling. De /ifiatifche troepen , die te vooren in den oorlog met Perfië geduurige bezigheid gevoneen hadden, waren , onder de laffe regeering van zyn Vader , zo vermetel geworden , dat zy zich durfden verfhouten niet alleen reizigers, maar zelfs geheele Provinciën uit te plunderen. De Bevelhebbers, die afge- zon»  0TH0MANNI5CHE RYK 565 zonden wierden om deeze rebellen te beteugelen , aangelokt door dè hoop van zeiven buit te zu'len maaken , Sf hunnen plicht verwaarlozende, waren zo verre van derzelver voortgangen te fluiten , dat zy het getal deiplunderaars vermeerderden , waar door de geheele pro{ircie van Anatolië jammerlyk verwoest wierd. Onder deeze oproerige waren Kaleader Ogli en laml, de twee voornaamften , die geduung de Otbomannijchg troepen overvielen , en zeer veel fchade deeden. Ach. wed oord elde , dat, wanneer deeze eens ondergebragt waren , de overigen welhaast zouden vermeefterd , en de rust in bet oosten herfteld worden. Derhalven zond hv ten dien einde den Grootvizier Koja Morad Basha , mee zyne Lyfwachten naar Halep , om daar te overwinteren . en gaf hem bevel om in het voorjaar hem met de Afiatifche troepen, die nog getrouw gebleven waren, te doen vereenigen , en dus gelykerhand de rebelten op het lyf te vallen. De Grootvizier veerde deeze bevelen met zulk een' gelukkigeni uitflag uit, dat, na verfcheide ontmoetingen, Kalender Ogli j naby Ma. rash geheel verflagen wierd , en hy alleen de dood ontvluchtte naar Perfiseb Irak , terwyl al zyn volk verflaeen wierd. Vervolgens keerde de Vizier zyne wapenen teeen Tavil , die in aantogt was om zyne makkers by te ftaan , verfloeg de zelve insgelyks, en noodzaaakte hem om ook naar Perfië te vluchten. De Shab weigerde de twee rebellen over te geeven, waarop Achmed om zich te wrecken over deezen hoon, zvne reaeering aangedaan, den Vizier-Koja Morad ma eèn talryk leger naar de grenzen van Per fie zond ; doch deeze dit jaar te laat te Tibr'is komende om iets te kunnen1 onderneemen, befloot in het volgend voorjaar ra des vyands land te vallen ; doch hy overleed toen by op het punt ftond van dien togt aan te vangen. Zyn ampt wierd opgedragen aan Nafub Basha, die na daarheen Bbbb % 3aar XVI. Boi-k. XV. Afd. Hegyra, 1013. d.T). 16041 Oorlog te\en Perfië mgelukkig. A,D.i6o$.  $66 HISTORIE VAN HET XVI. . Boek. Afd. ji.D.i6c6 Hegyra, 102(5. AD. 1017 Gebrekkig beid der Turkfche Hiflorie.] aar even nutteloos doorgebragt te hebben, zyn leger, lat door ziekte en vermoeijing afgemat was, naar Conjiantinopolen terug voerde; daar hy by zyne aankomft om zyne onachtzaamheid en venvaarloozing onthoofd wierd. Mehemed Basha, die in zyne plaats tot Grootvizier aangefteld was, vertrok, in het jaar 1015, met een talryk leger, en belegerde de Stad Revan, welke hy veertig dagen achter een hevig beftormde; doch hy wierd door de bezetting dapper afgeflagen en genoodzaakt het beleg op te breeken; om welken tegenfpoed hy; by zyne terugkomft te Erzerum, door den Kapigi Bashi verworgd wierd, en het bevel opgedragen aan Halil Basha, een' dapper' en voorzichtig krygsman; doch terwyl deeze de noodige toebereidfelen maakte om den hoogmoed der Perfiaanen te vernederen, wierd de Sultan onverwacht aangevallen door eene koorts, die, fchoon gering in den beginne, dag aan dag toenam, en hem, eindelyk in het graf fleepte. (p). Dit is alles , dat de Turkfche Hiftoriefchyvers , van welke Prins Cantemir zich bediend beeft, ons melden met betrekking tot de regeering van Achmed den Eerften, En naardien hun . verflag enkel beftaat in een verhaal, van zyn' oorlog met Perfië, zou iemand, die de Chris■tenfchkyvers nooit gelezen heefc, z.ier ligt kunnen, denken , dat hy met zyne andere nabuuren al dien tyd in vrede geleefd heeft., en geen' twift met den Keizer heeft gehad; doch de Christenfchryvers melden ons wel duidelyk het tegendeel, en derhalven zullen wy tot hen onze toevlucht neemen. ACHMED had om de onbefchaamdheid van het krygsvolk te beteugelen, by wyie van gefchenk, tien kroo nen aan ■ eiken Spain, en dertig aan eiken Janhzar gei geven, en wierd toen met groote plegtigheid gekroond. De (f> Camt. pag. 238. & Seqf,  0TH0MANN1SCHE RYK. 507 De-eerfte daad van gezag, welke hy verrichtte, was, dat hy zyne Grootmoeder, eene trotfche en heerfchzuchtige vrouw, het opperbeftuur der regeering ontnam, over hetwelk zy, geduurende het leven van den voorigen Sultan naar haar genoegen befchikt had. Vervolgens ftelde hy den Perjiaanfchen Afgezant in vryheid; en; deed de vredes onderhandelingen in Hungaryen voortzetten.f By deeze gelegenheid rechtten de Keizerlyke afgezonde-, nen te Pesth voor de Turfcben een prachtig gaftmaal aan; waarop zeshonderd der aanzienlykfte Turken verfcheenen. Intusfchen had de bezetting van Buda een aanflag gemaakt om de Stad geduurende dit feest te overrompelen; doch befpeurende, dat de wachten, even als op anderen tyden, op hunne poften waren, keerden zy. terug,. zonder iets uitgevoerd te heb- beToEN de Keizerlyken den volgenden da^over deeze verraaderlyke handeiwys klaagde , betuigde de Basha van Buda op het fterkst, dat hy niets daar van geweten had. De Keizerlyke gevolmagtigden wilden echter zyne uitnodiging tegen den volgenden dag niet aanneemen, maar keerden terug naar Gran ; fchoon zy Giesberg te Pesth lieten om met de Turken te handelen , ingevalle hy hen tot eenige overeenkomst zou genegen vinden. Doch in de plaats van dat , kwam 'er kort daaina een bode van den Sultan , met bevel om de onderhandeling af te breeken. De Turken waren ook indedaad zo weinig geneigd tot vrede , dat zy , na Agria , _ Stul'weisfenburg , en Buda van al het noodige voorzien te hebben, . de Keizerlyken over hunne ligtgeloovigheid belachten, en hunne invallen , met meer wreedheid dan ooit te vooren , hernieuwden , offchoon niet geheel ongeftraft, naardien de Husfaaren hen met dezelfde munt betaalden. Intusschen was Joffer Basba , die door Zei AU uit Bbbb 3 Bte XVI. Boek. xv. Afd. Dt oude iultana voritvmde egetrin'g irwyderd. De onder* handeling wordt afgt' broken.  568 HISTORIE van het XVI. Boek, XV. Afd. Aan/lag Lippa. Canisfia 'verwoest. Geveinsdt aanbieding Ut vrede. Bosnië verdreeven. was, gelyk wy te vooren gemeld hebben , door het gezag van den Sultan onderfteund , op het onverwachtst weder ia die provincie gevallen , en had , met hulp van een groot leger, zyn' mededinger daaruit gedreven ; doch hy overleed korten tyd na zyne overwinning. De Turkjche Regeering intusfchen den dienst van een' zo bekwamen krygsman , ais Zél Ali, niet gaarne willende verliezen, én hem echter eene zo gewigtige Landvoogdy, als die van Bosnië, niet willende aanbetrouwen , zond BegredeiBasha van Temismar , derwaarts, en fleHe Zd Ali tot Bevelhebher van de laatstgemelrle Stad aan Deeze nieuwe Stadvoogd , voordeel willende doen met de oneenigheid en verbittering , die 'er onder de Christenen nog meer dan onder de Turken plaats bad, befloot Lippa in den nacht te overrompelen , doch na te vergeefs getracht te hebben de wallen te beklimmen , en de poorten met geweld open te breeken , was hy genoodzaakt af te trekken. Omtrent ten zelfden tyde namen eenige Turkfhe gevangenen te Cusfova, geduurende de afweezigheid van den Stadvoogd en het grootst gedeelte der bezetting, het befluit om de Stad in brand te fteeken en te ontvluchten , en bragten ten dien einde hunne wachters om hals ; doch zy wierden eindelyk overmeefterd ; terwyl intusfchen Canisfia het lot onderging , dat Casfova ontkomen was , doordrn een foldaat ónvoorzichtiglyk vuur in het buskruid liet vallen , waar door genoegzaam de ganfche Stad verwoest wierd (q~). 1 Terwyl de oneenigheden in Hungarye , en het oproer in Tran/yhanie dag aan dag toenamen , fchreef de Basha van Buda , hoorende, dat de Keizerlyke troepen byëen begonnen te trekken , een' brief aan den Stad- iq) Ricaut, in Achmet.  OTH OMAN NIS CHE RYK, 569 Stadvoogd van Gran, waar by hy hem uitnodigde om de onderhandeling te hervatten, doch hoe onoprecht zyn oogmerk was , bleek niet alleen uit den ingewikkelden ftyl van zyn' brief, maar ook uit het gedrag der Turken, die , op dien zelfden tyd , met de ver. eenigde bezettingen uit verfcheiden kleine plaatfen , het Kafteel van Sommin overvielen , en verbrandden. Doch , laat ons de zaaken van Europa voor eene korre poos ter zyde ftellen , om acht te geeven op dez omftandigheden , waarin Afie zich intusfchen bevond.L Schoon het oproer daar voor een' tyd door verzwakking gedempt was geweest , borst het echter thans met grooter hevigheid dan ooit te vooren weder uit. Sigala Basha, een zeer ervaren Bevelhebber, wierd derhalven] afgezonden om de rebellen te beteugelen ; doch hy was nog naauwlyks in deeze Iandftreeken aangekomen , of hy wierd door hen aangevallen , en na een bloedig gevecht geheel verflagen. Hy verfterkte echter welhaast, zyn leger , en trok de overwinnaars te gemoet , met voornêemen om zyn geleden leed te wreek en ; doch de Rebellen befpeyrende dat hy hen thans in getal verre te boven ging , weeken terug en hielden by den Kom'ng van Perjie om onderftand aan ■ De Shab zond hen op ftaanden voet een leger onder het bevel van zyn' eigen' zoon ; niet welke troepen zy optrokken om den Basha andermaal flag te leveren. Eerst fcheen de fortuin de^ wapenen van den Sultan te willen begunftigen ; tot dat jf de Prins van Perfie met zyne dappere ruitery hen vanjz achteren aanviel , terwyl een gedeelte der Rebellen hen in de zyde aantastte , waar door zy geheel en al de nederlaag kreegen , en dertigduizend mannen van hen verflagen wierden. De Shah , zich van zyn' voorfpoed bedienende, veroverde de provincie Snitisan , benevens dc Stad As usta; digt by den famenloop van den Jigris en den Euphrates, met al het omgelegen land , OD * XVI. Boek. xv. Afd. Stait der ■taken in .fie. Nederlaag"" an Sigala-^ ,asha, fjjala Bai.J 1 wordt a>f" rmaal g*** ige».  XVI Hoek. XV. Am. Groote tot rustingen «ferluikt:: Wallach virwoest. i 570 HISTORIE VAN HET op twee fteden na, die den Perfiaanen reeds ten tyde van Solyman ontweldigd waren. 'ACHMED , die kort te vooren op den oever des doods gelegen had aan de kinderziekte, ftelde na zyne -herftelling Hasfan Basha , een' man van grooten moed en bekwaamheid , tot zyn' Veldheer in Hungaryë aan ; 'doch , toen kort daarna de tyding kwam , dat de Koning van Perfi'ë met honderdduizend mannen in het veld verfcheenen was , en dat Bagages Basba , een der Afiatifcbe Rebellen , zich met hem vereenigd had, riep hy Hasfan met zyn leger van voor Warailin naar Conftantinopolen terug ; maar zond hem , na het houden van eene raadsvergadering , terug , en ftelde Sigala Basba andermaal tot zyn* Veldheer in Afië aan. Zohaast de Duitfche Keizer bericht kreeg van de toebereidfelen der Turken, zond hy den Aartshertog Maximiliaan naar Romen , om onderftand van den Paus te verzoeken , • die hem voor dit jaar honderdvyftigduizend kroonen toe leide, met de hoop op grooter fom in het toekomende. ie Geduurende dien tyd begonnen de Tartaaren, die geen' doortogt door Polen naar Hungarye konden verkrygen , ÏFallachie te verwoeften. Hier op week de Waywode Rudolpb naar Kronftad , en wierd door den Basha onder zyne befcherming genomen. Intusfchen fcheenen de Turken zo geneigd tot vrede , dit de Keizer eindelyk Ca [ar Gallen afzond om met hen daar over te handelen ; doch naardien de Porte bleef aandringen op het betaalen der voorige fchatting door den Keizer, en op het terug geeven van Tranfylvanië en Wallacbie, benevens alle de veroverde Steden s liep deeze onderhandeling vruchteloos, af. Niet lang daarna verliet Jagenzenter , de Stadvoogd van Pesth , verfchrikt door het gerucht, dat de Grootvizier Hasfan met een groot leger in aantogt was om Hungarye te veroveren , en dat hy  OTHOMANNISCHE RYK. $i hy voorgenomen had met de belegering van 'Pestb tebeginnen , met de ganfche bezetting , die Stad lafhar. tiglyk op den 5 September , nadat hy alvorens de voornaamfte gebouwen ondermynd , en kruidloopen' gelegd had om dezelven in de lucht tè doen fpringen. Ook vloogen dezelve den volgenden dag' op , nadat de Be velhebber naar Gran geweken was , daar hy in hechte nis gezet wierd om rekenfehap te geeven van zyn laf hartig gedrag. De Grootvizier intusfchen in Hungarye gekomen zynde , begon , op den 18 September, Gran te belege ren , en floeg zich neder by den St. Thomas berg : doch de Bevelhebber Basta, aan dien kant naby de Stad een fterk Kafteel aangelegd hebbende , kwelde her van daar zodanig, dat zy genoodzaakt waren terug te wyken , terwyl hy met zyn leger bleef leggen tusfchei het Eiland van Gran en de oude Stad der Rasciers, oir de vyanden den intogt in de Stad te beletten. Op der 24 beftormden de Turken het Kafteel by St. Thomas \ doch Graaf Scbultz , de Stadvoogd van Gran , gaf be vel aan vyfhonderd ruiters en tweeduizend voetknechten om een' uitval op hen te doen , die de vyanden daai op noodzaakten om den berg te verlaten ; doch hen tt ver volgende vielen zy in eene hinderlaag , en waren na een bloedig gevecht, genoodzaakt te wyken. Toen nu het gerucht van deeze belegering veele Bevelhebbers aanfpoorde om die Stad te gaan ontzetten , en Graaf Tambier, de Stadvoogd van Lippa , insgë. lyks gereed ftond om met eenige troepen derwaarts Of te trekken , viel Bethlem Gabor, Hoofd der Tranfyl vaanfche muitelingen , met Bacberes Basba en vierduizenc Turken in Tranfylvanie, met oogmerk om zich zeiver Heer van dat land te maaken onder befcherming dei Turken. De Graaf, van zyn voornêemen kennig ge kregen hebbende , viel hem zo onverwacht op het lyf Oost. Hist. XII. Deel. Cc cc dal XVI. Boek. xv. t\7D.' Gran belt* gerd. »  I XVI. « Boek. xv. Afd, Het beleg trtrit opge 'breken. Onlusteni Tvanfylva ;72 HISTORIE van HET lat hy hem zonder veel moeite op de vlucht dreef, ïn duizend mannen van hem verfloeg. De twee Opperhoofden hadden het geluk van zich met zwemmen te redden ; en de verfterking, die hem uit Temisvoar toegezonden was, wierd insgelyks door den Graaf in ftukken gehouwen (r), Ondertusschen wierden de belegeraars in hunne aanvallen op het Kafteel St. Thomas tot tweemaal toe terug geflagen , offchoon van zesduizend Heidukken, vyfduizend -en- vyfhonderd weggelopen, waren , waarop zy hunne toevlucht namen tot oncermynen ; doch hierin wierden zy ook te leur gefteld door contramynen. Toen zy nu zagen , dat hen alles mislukte begonnen zy hunne oude list, naameïyk een' voorflag van vrede; doch naardien de Keizerlyken geen' zin hadden in hunne voorflagen, begeerden de Janitzaren , dat men het beleg zou opbreek en. Hasfan : befloot echter het Kafteel nog eens te beftormen , eer hy het beleg opbrak, en deed ingevolge van dien het zelve, op den 10 Ootober, zesmaal achtereen aanvallen ; doch wierd telkens afgeflagen , waar op hy met zyn leger aftrok , van het welk Basta in den aftogt veel vo'k affneed. Deeze Veldheer was echter niet magtig genoeg om de verwoestingen , die de Turken naderhand aanrechtten , teo-en te gaan ; doch Colonitz volvoerde het geen , waarin hy te kort fchoot. I TtRWYL Hungarye nu een weinig rust genoot door "het vertrek van den Grootvizier, wierd Tranfylvanie door binnenlandfche onlusten beroerd. Estevan, toegenaamd Potskhay , die zich Vorst van dat Land noemde , onder befcherming van den Sultan, verwekte daar groote onlusten. Belgiofo, de Onderbevelhebber van Basta , wierd met eenige troepen afgezonden om hem £r) Ricaut , ubi fupra.  OTHöMANNISCHE RYK. 573 hem te keer te gaan; maar Potskhay wist de Heidukhn , die zich by het Keizerlyk leger bevonden , heimelyk over te haaien om het zelve , geduurende den f]ag te verlaaten, waardoor Belgiofo en de overigen welhaast de nederlaag kreegen ; en alle de gevangenen ter dood wierden gebragt, Na deeze overwinning met geld en volk door de Turken bygeftaan , veroverde hy Casfova , en vestigde daar den Hervormden Christelyken Godsdienst, terwyl hy tevens zich zeiven openlykvoor den Verdediger daar van verklaarde. De vendels en de krygsgevangenen, by deeze gelegenheid veroverd, wierden door den Grootvizier van Totskhay geleend om den Hechten uitflag van deeze veldtogt te Conftantinopolen te bedekken. Wat hier van zy, Potskbay was geduurende dien tyd zo magtig geworden, dat Bafta zelf genoodzaakt was tegen hem op te trekken, die zyne bendenJverfloeg, en vyftienhonderd van hen doodde. Cas/ova weigerde echter zich aan hem te onderwerpen, en Keizerlyke bezetting in te neemen, wat ook Esperies mogt doen; ook waren de onluften en misnoegdheden in deeze ge weden zo groot, dat zelfs de foldaaten van Basta aan het muiten zouden geflagen hebben, indien hy zulks door zyne voorzichtigheid en edelmoedigheid niet belet had. De Heidukken hadden groot aandeel in deeze onluften, want zy veroverden verfcheide fterkten , waaronder ook de myn-veilingen waren en deeden de Keizerlyken groot nadeel, die zy thans als hunne ergfte vyanden belchouwden. Deeze oneenigheden, die Tranfylvanien en Hungaryen verdeelden, hadden haaren oorfprong uit de vervolgzucht^ van de Roomfchc Kerk. Derzelver Geeftlyken hadden, in dit jaar, te 'Presburg, op eene vergaderig, buiten wee-, ten of toeftemming der Edelen, het befluit genomen,1 «n doen afkondigen; waarby zy allen de Hervormden Cc cc 2 , in- XVI. Boek. XV. Af». Potskhay iaat tegen ',en Keizer p, uithoofIevan de •ervolging ier Rocmrrhe Geest••Meid.  574 HISTORIE VAN HET XVI. Boek, xv. Afd. Onlusten Twkye. in Hungaryen veroordeelden om verbrand, of, ingevalle • van vlucht, ten eeuwigen dage gebannen te worden. De Ryksftenden Protefteerden tegen dit befluit; en verklaarden, dat zy zich met de wapenen zouden verdeedigen, wanneer hen iemand, uit hoofde van hunnen Godsdienft eenig leed aan wilde doen. Desniettegenftaande maakte Bdgioso, de Onderbevelhebber van Basta, zich niet aüeen meefter van de Kerken, maar ook van de landen en goederen der Hervormden in en rondom Casfova, Ook verbood hy hen het gebruiken van den Bybel, en het houden van predikatiën in hun eigen huis: en wilde niet dulden, dat zy. hunne lyken inde Stad, of digt by een kloofter zouden begraaven, Niet te vreden met deeze onredelykheid, gaf hy bevel aan zyn volk om twee landgoederen van Potskhay uit te plunderen, omdat deeze geweigerd had hem eene groote fom geld te fchieten.. Deeze Edelman, door deeze beledigingen woedende geworden , beloofde vier kroonen 's maands aan eiken Heiduk, die in zyn' dienft zou willen komen. Op deeze afkondiging kwam dit volk van dag tot dag tot hem over, waar onder zelfs zesduizend waren, die tot de troepen van Belgioso behoorden; zohaaft hy zich verklaarde voor den verdeediger van den hervormden Godsdienft, kwamen zy by groote hoopen naar hem toe, en al het volk, waar hy zich maar vertoonde, was genegen om onder zyne banieren te.ftryden. in- Van den anderen kant waren- de Turken ook niet vry van binnenlandfche beroerten; want de rebellen in Anatolien bleeven nog fteeds in het veld; terwyl in Syriin de Basha's van Damascus en Halep tegen eikanderen in de wapenen waren; waarvan de laatftgemelde door den eerften geflagen, en daarenboven door een leger van dertigduizend mannen ingeftoten zynde, genoodzaakt was, zich aan. zyne tegenparty te onderwerpen op... zodanige voor-  OTHOMANNISCHE RYK. S7S voorwaarden als het deezen zou goeddunken. By alle deeze tegenfpoeden kwam nog, dat Sigala Basha, met zyne ganlche magt, verflagen wierd door den Koning van Perfie ; die zich van deeze overwinning bedienende voorttrokken Baghdad veroverde. Schoon nu alle deeze nederlaagen den Turkfchen Staat grootelyks drukten,» bleef Sultan Achmed echter in zyne vermaaken volharden, even als of het hem niet aanging hoe het met de zaaken gelegen was. BASTA zich buiten ftaat bevindende om de oneenig-. heden in Hungaryen en Tranfylvanien met geweld tot be- j daaren te brengen, verzocht de Opperhoofden der misnoegden en Potskhay zeiven, dat zy de wapenen zouden nederleggen. Deeze Edelman eischte daarop by wyze van antwoord, dat Tranfylvanien aan hem zou afgeftaan worden; dat een Hungaar tot Stedehouder in Hungry'én zou worden aangefteld, en dat geene anderen dan Hun* gaaren het bevel over de bezettingen der fteden van dat land zouden hebben ; dat de Franfchen en Waaien naar huis gezonden zouden woiden, en dat een ieder de vrye oefening van zyn' godsdienft zou hebben; doch, naardien deeze voorflagen niet naar den fmaak van Basta waren, wierd 'er niets daaromtrent befloten. Intusfchen veroverden de Heiclukken, . door een' hoop Tartaaren gefterkt,* Gokaza tegenover Gran; en verfloegen de Duitfche bezetting; vervolgens ftaken zy de Stad in brand, na dezelve alvoorens uitgeplunderd te hebben; doch zy wierden welhaast weder daaruit gedreeven. Ten zelfden tyde veroverden de Keizerlyken het fterk kafteel Palantwar van de Turken (s). Omtrent dien zelfden tyd beflooten delaatftgemelden Va- ^ chia, niet verre van Vicegradc af gelegen, te belegeren, zohaaft a de Beidukïcn, die daar in. bezetting lagen, dit vernamen, floegen« zy* «) Ricaut , öbi Supra. Cccc 3j XVI. Boek. xv. Af». Baghdad erlooren, 4.D.iCo$ lischen van ?otskhay. Gokaza eroverd. rachia aan e Turken nrgegee'.n.  57* HISTORIE van het XVI. Boek. XV. Afd. Vicejradi veroverd. \ A.D.160C Voorjpse der Heidukken, Belcseritij van Neu hamel. zyde Duitfche foldaaten, die veel minder in getal waren, meeft. allen dood, terwyl de overigen naar Gran vluchtten, en ftelden toen de Turken in het bezit van die gewigtige vefting. De Othomannen en hunne nieuwe medeftanders, door deezen voorfpoed moedig geworden, maakten een' aanflag op Gran, doch wierden afgeflagen. De Keizer ftond niet weinig verlegen, toen hy zag, dat zyne vyanden in getal toenamen, en dat zyne eigene toepen door binnenlandfche onluften verminderden; en echter, in de plaats van de misnoegden te vreden te ftellen door hunne bezwaaren uit den weg te ruimen, vervoegde hy zich tot andere Mogendheden om hulp , ten einde hem door geweld te bedwingen; doch terwyl hy niets van hen kreeg dan fchoone beloften maakten zyne vyanden, onder den Grootvizier Hasfan, gebruik van deeze omftandigheden, en belegerden Vicegrade aan den Donau tusfchen Eu la en ■ Gran gelegen, Zohaaft zy voor die Stad gekomen waren, openden de Heidükken de poorten voor hen, en gaven hen vervolgens bericht hoe zy het kafteel moeften beftormen; dat, na eene dappere verdeediging, by verdrag wierd overgegeeven ■ • BASTA, die toen by Esperies gelegerd was, deed eene algemeene vergiffenis afkondigen voor alle de afvalligen; doch zonder veel vrucht; en niet lang daarna begon zyn eigen volk te muiten door gebrek aan betaaling. In het ibegin van February belegerden de Heidükken het kafteel Sakmar, dat welhaaft aan hen wierd overgegeven. Vervolgens trokken zy naar Tokay, en maakten een' aanflag op het kafteel; doch de Bevelhebber kennis gekregen hebbende van hun voornêemen, deed het ys in de rivier veertig treden verre los hakken, en het vervolgens weder met fueeuw overdekken waardoor de Heidükken, die aantrok ■ ken om den.wal te beklimmen, meeft allen verdronken. 'Op den tweeden Maart verfcheenen zy voor Neuhaufel, en wiften de inwooners tot opftand te beweegen, waar • op  OTHOMANNISCHE RYK. 57; op Burbslius met zyne Cosakken naar het kafteel week vanwaar hy naderhand een' uitval deed, en hen wede uit de Stad dreef; omtrent deezen tyd wierd Fiiek, dt fleutel van Opper.Hungaryen aan dien kant, door de be« zetting, uit gebrek aan water overgegeven nadat het een' geruimen tyd was belegerd geweeft. Kort daarna onder, namen ^vierduizend van hen het kafteel Wiglat te overrompelen, doch wierden met groot verlies terug geflagen; vervolgens vandaar op trekkende vielen zy in het land van Turfon, en dwongen de landftenden om zich aan Potskbay te onderwerpen. Om alle verdere onheilen voor te komen zond de Keizer twee gevolmagtigden af , om met dien Edelman ' te handelen, doch hy weigerde met hen in onderhandeling te treeden; en zond algemeene brieven rond, om den adel van Hungaryen te Gerents te d^en byeen komen, om daar te overleggen, wat hen te doen ftond , in deeze omftandigheden, daar hun land zo zeer door Duitfchers en andere vreemdelingen gedrukt wierd. Intusfchen floeg het leger onder Basta op nieuw aan het muiten door gebrek aan betaaling -, - deed dien Veldheer fterke bedreigingen , - en verwoestte- het ganfche land tusfehen Esperies en Presburg op eene jammerlyke wys. Ten zelfden tyde was Conftantinopolen ook in groote ellende , met alleen door een oproer der Janitzaren , maar voornaamelyk door den yslyken brand , waardoor wel vyfhonderd winkels en magazynen vol van allerhande kostbaare waaren in de asch gelegd wierden , en eene menigte van menfchen omkwamen. By dit ongeluk kwam nog een brief van Sigala Basba , waarin hy den Sultan van den flechten uitflag van zyn' togt bericht gaf, en hem tevens verzekerde, dat , indien hy hem niet fpoedig verfterking zond , de Perfiaanen alles voor zyne oogen zouden wegneemen. Maar , om tot de zaaken van Hungarye terug te t kee w ' XVI. Boek. XV. Afb. Onlusten 'anallekafr en. teuhaufd rtvertL  XVI. Boek. XV, Afd. Vocrfpoe van Potsk bay. HISTORIE VAN H E T keeren, De Heidükken veroverden Neuheufeï; en deeden naderhand verfcheiden invallen in Moravie , daar zy groote verwoeftingen aanrechtten ; doch zy wierden ten laatfte daaruit gedreeven door den Graaf van Lichtenflein, landvoogd van deeze provincie. Omtrent deezen tyd trok Basta, gehoord hebbende, dat een leger van zesduizend Turken en Tartaaren , eene myl beneden de S ad St. George den Donau was overgetrokken , in defi nacht op hen aan met driehonderd uitgelezen ruiters ; en de Turken in hunne legerplaats overvallende, floeg hy vyfhonderd van hen , éér de overigen hunne wapenen konden opvatten ; en keerde met den buit van eenige paarden terug. Intusfchen lokte de bezetting van Lomorra Begedes Basha , den voornaamften aanftoker der Hungaarfche onlusten in eene hinderlaag , verfloegen hem met al zyn volk , en veroverden zeventien wagens met geld , en andere kostbaarheden , welken hy onder geleide van den zoon van den Crimfchen Chan aan Potsk. bay dacht te zenden. i Ter wedervergelding van dit verlies verbrandden de 7hrken en Tartaaren , vereenigd met de misnoegden onder Potskhay , in de maand Mei, agt-en-twintig vlekken naby het meir Nevisdier en Neuftad ; bragten het volk, zonder onderfcheid van jaaren of fexe om het leven , impaleerden veelen van hen , en voerden eene groote menigte gevangclyk weg. De Misnoegden verraschten en plunderden daarenboven zes of zeven aanzienlyke plaatfen , het welk de inwooners van het omgelegen land zulk een' fchrik aanjoeg , dat zy zich aan hen onderwierpen. Tn de maand Juny namen de inwooners van Weishrun de Bevelhebbers van hunne Stad in hegtenis , en begaven zich onder de befcherming van Potsk. bay. Naardien dit nu de Turken een' weg geopend had om verdere veroveringen te doen , fchreeven zy aan den Sultan , dat hy den optogt van het leger zou doen ver-  OTHGMANNIS CHE RYK, $79 verhaaften. De zaakên der Keizerlyken gingen indedaad ■fteeds meer en meer achteruit ; want de Misnoegden vielen in Stiermark en üostenryk, en deeden daar zoveel fchade , dat de Graaven Serini , Nadasti, en Budiana , die te vooren tegen de Turken gediend hadden , ziende , dat zy groot gevaar liepen van alle hunne bezittingen te zullen verliezen , zich aan Potskbay onderwierpen. De Heidükken wierden echter voor Ódtnhurg, dat zy belegerd hadden , met groot verlies afgeflagen. ' De Turken , die Potskbay zochten te beweegen , dat hy Casfova aan hen zou afftaan , zonden drie wagens met geld, onder geleide van vierhonderd Heidükken en eenige lurken , aan hem af; doch toen zy voorby Tokay zouden trekken , vereen igden de eerstgemelden zich met vierhonderd Duitfcbers, die door den Stadvoogd afgezonden waren om hen te overva len , hieuwen a!L' de Turken in ftukken , en voerden den buitin de Stad. De Misnoegden van dag tot dag fterker wordende , veroverden de Stad Totis. Intusfchen bebgerde( Redefus, de Stedehouder van Potskbay in deeze gewes-1 ten , met een leger van dertigduizend Plungaaren en Turken , Neuhaufel; doch niet willende , dat die Stad in de handen der laatstgemelden zou vallen , wederhicld hy hen menigmaal van een' aanval te doen , met oog. merk om dezelve door zyne Hungaaren alleen te vermeesteren , met welken hy een' hevigen aanval deed, op den 25 July , doch door de bezetting terug geflagen wierd. Na deezen mislukten aanflag kwam de Basba van Agria hem te hulp , met drieduizend mannen en eenige Janitzaren , echter hielden de belegerden hec nog uit, fchoon zy tot op weinig mannen verfmoken "waren , en gebrek aan levensmiddelen en andere noodwendigheden hadden; tot dat zy , op den 17 October, door den hoogften nood gedwongen , zich by verdrag aan de Hungaaren overgaven. Oost. Hist. XII. DeeL. Dddd Iw XVI. Boek. XV. Afd. Neubautèf lelcgerd cm 'erovtrd.  580 HISTORIE van het XVI. Boek. xv. Afd. Gtawlele gerd. t In de maand July deed de Keizer voorflagen van bevrediging aan Potskbay , wiens voornaamfte eifchen waren , de vrye oefening van den Hervormden Godsdienst, en het bezit van het Vorftendom Tranfylvanie voor zyn leven; doch de Sultan hiervan bericht gekregen hebhende , trok hem van deeze onderhandeling af door te belooven dat hy hem binnen kort Koning van Hungarye zou maaken. Na dat de Turken in dit oogmerk geflaagd hadden, beflooten zy den oorlog in dat land met kracht voort te zetten, ten welken einde hun Veldheer Sedar Basba , met een leger van vyftigduizend mannen Turken en Hungaaren , op den 20 Augustus , Gran begon te belegeren. Om de Stad den toevoer van den kant van den Donau af te fnyden Ooegen zy eene fchipbrug over die rivier , en verfterkten de» zelye aan beide einden met eene fterke wacht. Na dat zy vervolgens , met verlies van veel volk, en met hevig vüuren , eene bres gefchoten hadden in bec Kasteel St. Thomas , beklommen zy in groote menigte den heuvel, en raakten in de bres zelve handgemeen met de belegerden , in weerwil van het hevig vuur uit hun gefchut. De aanval duurde vyf uuren , waarin zy tot driemaal toe met verbaazende dapperheid afgeflagen wierden , doch door hun groot getal eindelyk de overhand behoudende maakten zy , na negenhonderd mannen van de bezetting , en daar onder den Graaf Ottingen , derzelver dappere Bevelhebber , verflagen te hebben , zich meefter van de Stad , en floegen welhaast het gering getal , dat nog overgebleven was. Vervolgens rechtten zy eene battery op tegen de laage Stad van dertig zwaare ftukken gefchut, en kwamen, door eene groote bres in den muur , na vier verwoede aanvallen , eindelyk in de Stad. Daarna deeden zy een' aanvai op de bovenftad , doch afgeflagen zynde , begonnen zy dezelve te ondermynen , met zulk een goed gevolg, dat alle  OTI-IOMANNISCHE RYK, S3r alle de vestingwerken fprongen en de belegerden dus voor het vuur van hun gefchut bloot ftonden. Hierop begon de bezetting oproerig te worden , en by den Stadvoogd Dampier aan te houden , dat hy de Stad zou overgeeven , en toen deeze zulks weigerde namen zy hem in hechtenis, en gaven de Stad over, onder voorwaarde , dat zy vry zouden uittrekken , met zak en pak , brandende lonten , en vliegende vendels ; om welke lafhartigheid , de Opperhoofden en de voornaamfte aanvoerers der muitery, naderhand te Comorra, werv aarts de Turken hen begeleid hadden , ter dood gebragt wierden De blydfchap van den Sultan over het vermeefterem van deeze gewigtige vefting wierd niet weinig gemaatigd door den tegenfpoed van zyne wapenen in Afie. Want' Sigala Basha naar Berfiën getrokken zynde, haaftte zich de Shab, die toen een groot leger op de been had, om hem tegen te trekken, éér nog de Basha van Caramanien zich by hem kon vervoegen met de troepen, welke hy, op bevel van den Sultan, moeft aanwerven; en hem dus op het lyf vallende, éér hy tot den flag gereed was, dreef by zyn leger welhaaft op de vlucht, en veroverde al zyn gefchut. De Shah, zyne overwinning voortzettende, vervolgde Sigala, die ter naauwer nood met driehonderd mannen binnen Adena (H.) ontkomen was, en belegerde hem aldaar. De Basha van Trapezond kreeg bevel om tot zyne hulp op te trekken; zoras Sigala hiervan bericht kreeg floop hy ftil uit de Stad met niet meer dan tien mannen, en zich by deeze hulptroepen voegende, trok hy aan om de plaats te ontzetten, doch de Shah liet een gedeelte van zyn volk voor de Stad om (t) Ricaut , ibid. (H) Eene Stsd naby Tfirfus , in het zuidelyk gedeelte van Anattlië, naar den kant van Syrië. Dddd 2 XVI. Boek. xv. Afd. En overge. geeven, >?gala Basba wordt geflagen hor de Per. kanen.  582 HISTORI VAN HET XVI. < Boek. J XV. i Afd, ] i 1 < ( 1 3 ' J ( 1 ] 1 i De Basha van Halep begint ontzacklyk te i worden. i i ■ jm de belegering voort te zetten, en trok met de oveïgen op om de twee Basha's flag te leveren , die hy mverwacht "overviel, éér zy nog hun leger in flagorder ronden ftellen; en eene zo groote flachting onder hun rolk aanrechtte, dat byna niet één van hen ontkwam, litgezonderd Sigala, en twee of drie anderen, die met :en fchuitje over de rivier vluchteden. Het gevolg van leeze overwinning was het vermeefteren der Stad; tervyi Achmed, om zich voor dit verlies fchadeloos te tellen, de vafte goederen en fchatten van Sigala te Con. lantinopokn in beftag nam. Vervolgens gaf by bevél, lat 'er een nieuw leger tegen de Perfiaanen zou uitge-. uft worden; doch de Janitzaren weigerden op te trekten, en floegen aan het muiten wegens gebrek aan beaaling; waarop de Sultan, om hunne klagten te fluiten, len Grootfchatmeefter, over wien zy zich voornaame» yk beklaagden, deed ter dood brengen. In Syriën ging het met de Turkfche zaaken niet vee! be:er ; offchoon de twee twiftende Basha's, te weeten, lie van Damascus, en die van Halep, kort te vooren ;en vergelyk met eikanderen getroffen hadden De ;erftgemelde , die het met de Bashas' van Tripoli en Gazera eens was, trok met zeftigduizend mannen op mi Halep te belegeren; doch de Basha van deeze Stad, èhoon flechts dertigduizend mannen by zich hebbende, ;aftte hen met zoveel dapperheid aan, dat hy hen geheel verfloeg, en kort daarna Tripoli veroverde, nadat hy den Basha van die Stad, welke een nieuw leger tot ontzet yan dezelve op de been gebragt had, andermaal geflagen lad. Hierop begon hy de Turken fchatting af te vorderen , om door middel van deeze inkomftea zich meeller, te maaken van geheel Syrien, waarvan hy de Hoofdftad reeds in zyne magt had; en om het land te verryken gaf try een' vryën doortogt aan alle de Persifche en Indiïanfche kooplieden. Intusfchen kreeg hy tyding, dat de Ste-  OTHOMANNISCHE RYK, 583 Stedehouder van Anatolien met een groot leger tegen hem kwam aantrekken', waarop hy alle de naauwe doorrog. ten bezette; en, na eene hinderlaag in de bergengten gelegd te hebben, zyne vyanden, zoohaaft zy met twee. duizend muskettiers, en drieduizend ruiters dezelve doorgetrokken waren, van vooren aanviel, terwyl het volk uit de hinderlaag hunne achterhoede aantaftte, waardoor hy, na een hevig gevecht, hen geheeleral verfloeg. Tot vermeerdering van gelul*, wierd een rykgeladen fchip, dat de fchatting van geheel Egypten aan boord had, op zyne kuften geworpen, en viel dus onverwacht in zyne handen. Zohaaft de Koning van Perfi'én tyding kreeg van deezen voorfpoed, prees hy de dapperheid van den Basba hemelhoog, en zond hem veele koftbaare gefchenken; terwyl dit vuur van oproer voortfloeg tot in Caramanie'n, en een groot gedeelte van Anatoli'ên; welke tegenfpoeden Sultan Achmed bewoogen om aan zyn' Grootvizier, die toen in Hungarye was , bevel te zenden om met den Keizer , op redelyke voorwaarden , vrede te maaken. De Keizer toonde hier toe niet ongenegen te zyn , offchoon de Koning van Perjie gezanten naar Wenen gezonden had , om de Staatsdienaars tot het tegengeftelde te doen befluiten. Zohaast de gevolmagtigden van Keizer Rudolpb , op den 6 Decent' Ier , een brief gekregen hadden van den Basha van Bu. da , waarby by hen verzocht de onelerhandeling te hervatten , begaven zy zich den volgenden dag derwaarts; doch dewyl de Turken verklaarden , dat zy niets wilden dóen zonder toeftemming der Hungaaren , wierden de onderhandelingen voor dien tyd opgefchort , offchoon in die zelfde maand alles vereffend wierd te Wenen , met llliskaski, den gevolmagtigden van Potskbay, uitgezonderd de vrye oefening van den Hervormden Godsdienst , welke tot het volgende jaar wierd uitgefteld. Dddd 3 Gb-. xvr. Boek. ' xv. Afd.  584 HISTORIE van het .XVI. Boek. xv. Afd. Staat der zaaken in Hungarye. Vrede mei Potskhai en de Turken. Geduurende deeze wapenfchorfing , bleven de onusten in Hungarye nog fteeds voortduuren, gelyk ook de oorlog in Afie, daar de Perfiaanen meer en meer voortgangen maakten , offchoon de Grootvizier in per. foon hen was afgezonden. Intusfchen dachten de Jur. ken Raab te verrasfchen , terwyl de Misnoegden Esper let infiooten en Tokay veroverden; doch ten dien tyde heerschte 'er geene goede verflandhouding tusfehen deeze bondgenooten , uit hoofde van de invallen der Tartaaren in Opper - Hungarye zo dat de Heidükken befloten hunne ganfche magt byeen te trekken , en deeze zowel als de Turken te keer te gaan. Hier op tiokken de laatstgemelden op , en belegerden Lippa , eene Stad der Heidükken , die daar op de Stad verlieten en het Kafteel verfterkten ,■ doch alvorens plaatften zy gewa. pende manfehap in de kelders en gewelven , en leiden veele vaten buskruid met lonten daarop hier en daar in de Stad , zonder eenige tegenftand te ontmoeten , en fpoedden zich om het Kafteel te veroveren ; doch intusfchen vloog een groot gedeelte van hen door . het buskruid in de lucht., terwyl de verborgen Heidükken uit hunne fchuilhoeken te voorfchyn kwamen , en eene groote flachting aanrechtten. Toen nu eindelyk de zwaarigheden nopens de vryheid van Godsdienst uit den weg geruimd waren , in weerwil der tegenkanting van de Roomfche Geestlykheid , en wel voornaamelyk van den Bisfchop van Wenen, wierd de vrede met de Hungaaren , in de maand September , gefloten ; waarby ? wel voornaamelyk , vastgefteld wierd , dat een ieder in Hungarje de vrye oefening van .godsdienst zou hebben; en gelooven wat hy wilde; dat -de Hurgaaren een' Landvoogd voor hen zeiven zouden moogen kiezen , om dat de Aartshertog zich deezen titel niet meer zou moogen aanmaatigen, maar flechts .die van Onderkoning ; dat Potskbay voor hem zeiven en zyne  OTHOMANNISCHE RYK. 585 zyne manlyke erfgenaamen Tranjyhanie voor altoos ah een leen van Hungarye zou blyven bezitten ; en da hy zich in het vervolg niet meer zou noemen Vorst, maar Heer van een gedeelte van het Koningryk Hunga> rye. Deeze vrede was een voorfpel van dien , welke op den 19 November gefloten wierd tusfehen den Keizer en de Turken , voor twintig jaaren , te beginnen met het jaar 1607. Volgens de voorafgaande voorwaarden moes. ten de Tartaaren daarin begrepen worden , en de Ko ning van Spanje daarin deel neemen, zo hy zulks goedvond ; Vacbia zou aan den Keizer terug gegeeven worden , maar Gran zou aan den Sultan blyven. Dit jaar eindigde met de dood van den grooten Potskbay; die reeds geduurende den ganfehen tyd van de onderhande. ling onpaslyk geweest zynde, eindelyk , op den 30 December , te Casfova, van een' ieder' befchreid den geest gaf. Hy was een man van een uitmuntend verftand ; fchrander , ftaat undig , en een waarachtig beminnaar van zyn Vaderland , doch tevens een gezworen vyand der Duitfcbers, en van hunne opperheerfchappy in Hungarye. Thans beflooten de Turken hunne ganfche magt tegen Perfie te wenden. . Doch de Sultan noodig oordeelende ,. eerst binnenslands vrede te maaken , zond een' gezant' aan den Basba van Halep , met belofte van vergiffenis en zyne gunst, ingevalle hy zich op nieuw w 1de onderwerpen*. Doch toen Achmed op dit voorftel geen antwoord naar zyn genoegen kreeg, wieid de Grootvizier , met een leger van honderddertigduizend mannen, tegen de AJiatifche Rebellen afgezonden; en na deezen meer door zyn voorzichtig gedrag dan door geweld van wapenen overwonnen ee hebben , trok hy rechtftreeks naar Halep. De Basba > wiens legermagt flechts veertigduizend mannen fterk was, doch waar van de mees- terü XVI. - Boek. xv. Afd. Dooi v*n Potskhay. AD.JÓof. Het oproer it\üege. 'empt.  XVI. Boek. xv. Aid. AD.iósc Vaorfpoe rferPtrfiaa Hen. 586 HISTORIE VAM HET ten muskettiers waren , raakte daags met den Grootvizier in eene voordeehge post, omtrent twee mylen van de Stad af, en wederfbond in drie hevige gevechten deszelfs geheele magc , doch verftaan hebbende , dat de Vizier zich tot een' vierden flag gereed maakte , en dat deeze daarenboven eene groote verfterkinj onder de Basha's van Damascus en Tripoli gekregen had , vluchtte hy met zyne fchatten naar Perfie , werwaarts hy door zyne troepen gevolgd wierd. Hierop maakte de Vizier zich ftormenderhand meefter van Halep , en deed de geheele bezetting ter dood brengen. Intusfchen had de Basha zyn leger op nieuw verfterkt, en was terug gekeerd met oogmerk om den Vizier wederom aan te vallen ; doch hoorende , dat zyne meefte oude vrienden hem verlaaten hadden , fchreef hy een brief aan dien Staatsdienaar, waar by hy hem verzocht, dat hy by den Sultan vergiffenis voor hem zou trachten te verwerven , welke hem ook toegedaan wierd (u). ACHMED , die , fchoon nu de handen ruim hebbende om zyne magt tegen de Perfiaanen te wenden , echter den vrede verkoos boven den oorlog, zocht denzelven door de bemiddeling van den C'oan van Grooc lartaanen te bewerken ; doch naardien hy bleef aan.dringen op het terug geeven van Tauris., én alle de planden , cie de Perfiaanen in deeze oorlog hernomen hadden , liep de onderhandeling vruchteloos af. Evenwel viel 'er van beide kanten niets van belang voor tot het jaar 161 u , toen de Perfiaanen een' inval deeden in .Arabisch Bak , met oogmerk om Baghdad, dat zy onder de regeering van den voorigen Sultan verloren hadden , te heroveren. Om deezen flag te verhoeden zond Achmed N 1 ( } l 1 ! c Voorvallen ttr zee. 1 1 i ' i ] 4 i Foorjldgen van vrede door den Shah van Perfië ge- ;enoemd Aaron, die te vooren Waywode geweest was,, net vyftienduizend mannen , en tevens bevel aan alle Ié Turken en Tartaaren in dat land om hem in zyne onerneeraingen by te ftaan. Doch of twee mededingers laar deeze heerfchappy nog niet genoeg waren , kwam ?r nog een derde op , te wceten , de zoon van Jadculo , die eertyds het bevel in Moldavië gevoerd had; leeze , na veele verfchillende lotgevallen ondergaan te lebben , kwam eindelyk in Engeland, en kreeg daar irieven van voorfchryving van Koning Jacob den eerten aan den Ridder Thomas Glover , zyn Afgezant by e Porte ,. waar in hy hem beval deszelfs herftelling te 'erzoeken ; het geen hy deed doch zonder vrucht. Geduurende deeze gebeurtenisfen te land , deeden. 3e galeijen van Malta en Toscaanen de Turken groote af>reuk ter * zee ; de Toscaanfche galeijen onderfchepten veertig galeijen en twee galeasfen beladen met de fchating van Egypten , boorden vyf daar van in den grond, ;n joegen de anderen naar Famagosta,, doch kreegen jeen' buit. Echter kreegen zy naderhand op hunne thuis•eis een rykgeladen fchip , dat op anderhalf millioen croonen gefchat wierd. Omtrent dien zelfden tyd vervoestten de galeijen van Malta en Napels ; dien deeze ?uit ontfnapt was , het Eiland Longo in den Archipel; ïp de Turken deeden een' Griekjehen Patriarch leevend villen onder voorwendfel , dat hy de Alhanifcbe Christe» ten tot opftand had aangehitst. In deezen zomer wierd Conftantinopolen , benevens het omgelegen land gekweld loor geheele wolken van fpringhaanen ; welke gevolgd kierden door zwaare hagelbuijen , en yslyke plasregens. Geduurende de onlusten in. het Westen , toonde de Shah van Perfte , die zyne landpaalen tot aan de Zwarte Zee had uitgebreid, zich niet ongenegen om vrede te maaken met de Turken , en zond ten dien einde tot twee»  OTHOMANNISCHE RYK. tweemaal toe , gezanten aan den Sultan. Doch fchoon zyne voorhagen, van de hand gewezen wierden, ondernamen de Turken echter niets tegen Perfte geduurende de jaaren 1609 en 1610. Doch in het daar aan volgende jaar zond Achmed een leger van meer dan honderdvyf-tigduizend mannen derwaarts, onder bevel van den Grootvizier Morad Serder ; doch deeze, in de maand j-uly overleeden zynde, eer hy nog op het vyandlyk grondgebied gekomen was , wierd Nafuf Basha, die te vooren deel in het oproer had gehad, in zyne plaats aangefteld. Deeze nieuwe Veldheer , die groote rooveryën op de grenzen aanrechtte, wierd welhaast tegen-1 getrokken door den Shah, die zyne troepen weder byëen verzaameld had , doch deeze zich te zwak bevindende , deed nieuwe voorflagen van vrede, welke aangenomen wierden onder beding, dat hy jaarlyks eene fchatting zou betaalen van tweehonderd kemellasten zyde voor de landen , die hy van de Turken veroverd had; dat de zoon van den Shah den titel zou voeren van Basha van Tauris , doch dat de Opperrechter van die Stad van Conjiantinopolen zou gezonden worden. Voor het overige viel 'er dit jaar niets merkwaardigs voor, dan dat de galeijen van Malta, na een' vergeeffchen aanflag op Navarino gedaan te hebben , met agthonderd mannen eene landing deeden naby Corinthen , die, deeze Stad een uur voor zonnenopgang verrasfchende , dezelve uitplunderden , en met grooten buit terug keerden, zonder eenige fchade te lyden van de vyanden, die tienduizend mannen byëen gebragt hadden om hen te overvallen (w). In het volgende jaar vielen 'er ook weinig zaaken van' belang voor. Nadat de vredesartikelen gefloten waren tusfehen den Shah en Achmed , keerde Nafuf Basha zonder (w) Grimstore iu Achmet, apud Ricaut. Eeee 2 XIV. Boek. xv. ' A?d. Vrede met r.D.ioIen verkeven.  594 HISTORIE van het XVI. Boek. XV. Afd. Herftelling der Turkfche vlooi, AD.i6\\ DeGrootvi sier wordt ttr doid ge bragt. Turksch geloof ten antwoord gaf dat de honden eene ziel hadden , en dat het derhalven niet geoorloofd was hen te dooden. Naardien de Turkfche vloot een zeer groote verlies aan galeijen en fregatten geleden had . in de Middellandfche Zee door die van Napels , Florence, en Malta , en in de Zwarte Zee door die der Cofakken , leide de Sultan alle zyne Christen-onderdaanen eene zeer zwaare fchatting op , om daar uit deeze fchade weder te herfteilen; waar van de Armenifche Christenen negen , en de Griek' fche Christenen twintig galeijen moeiten bekostigen. De eerftvolgende gebeurtenis van belang , welke ons in de Turkfche zaaken voorkomt , is de ongenade en dood van Nafaf Basha. Deeze man , die de fchattingzoon was van een' Griekfchen Priefter, klom trapswyze op tot den rang van Kapi Aga , vervolgens tot dien van Landvoogd van Halep , naderhand van geheel Me. fopotamie, en eindelyk tot dien van Grootvizier. Achmed eenige achterdocht nopens zyn gedrag opgevat heb> bende, doch om welke reden is onbekend, befloot hem ter dood te doen brengen." Nafuf, die des Sultans ongenade begon te vermoeden , trachtte hem door gefchenken aan de Sultana en andere van zyne vrouwen te bevredigen , terwyl hy intusfchen zich gereed maakte om door de vlucht naar Afie het gevaar te ontkomen. Intusfchen gebeurde het, dat Achmed op zekeren avond hy gelegenheid van een eclips, uitging om een nieuwe Mosque te bezoeken , waarop de Vizier , zohaast hy hoorde roepen : De Sultan komt , De Sultan komt , uitkwam om zyne Majesteit , als hy voorby kwam , te begroeten , doch in de plaats van den Sultan kwam de Bostangi Bashi, gekleed gelyk Achmed, naar hem toe treeden, en zeide hem , dat het begeeren van zyn' Heer was, dat hy het groot-zegel zou overgeeven. De Vivier ontftelde op deeze boodichap , en vroeg, wat  OTHO M A NNISCHE RYK. 59? wat de 'Sultan dan met hem voorhad ? De ander antwoordde , dat hy niet wist wat zyns Meefters voornêemen was , maar dat hy , zo de Vizier het zegel niet wilde overgeeven, verplicht was den Sultan dit bekend te manken. Hierop haalde Nufuf hét zegel uit zyne borst, en gaf het over aan den Bostangi Bashi, die toen op last van den Sultan zyn hoofd eischte, aan welk bevel deVizier zich gewilliglyk onderwierp ; waarop hy door twee f-amoglans verworgd wierd. Zyn hoofd wierd terftond afgehou ■ wen , en naar den Sultan gebragt , en zyn lichaam op de ftraat geworpen om vertreden te worden. Men dacht over het algemeen, dat zyn dood bewerkt was geworden door Sigala Basha van Baghdad, welken hy uit zyn ampt had gezet. Deeze Staatsdienaar had, maar men zegt , een' brief gefehreven aan Achmed, waarin hy 'Nufuf befchuldigde van met de Perfiaanen opgeftemd te hebben om den Sultan te vermoorden. Deezen brief zond hy af met zyne huisvrouw des Sultans zuster; doch geen middel vindende om den zelven aan den Sul. tan eigenhanding over te geeven , uit hoofde van de waakzaamheid van den Grootvizier , liet zy dien in haare kamer leggen , daar de Sultan den welven vond en las. Men vond in zyn huis tagtig zakken vol goud , waarvan elke zak tienduizend fequinen bedroeg. Mahmud Basba de groot Admiraal volgde hem op in zyn ampt. Ofschoon de Sultan zyn' togt naar Tranfylvanië ter, zyde ftelde , fchreef hy echter aan de Edelen en Stenden 1 van dat land brieven in een' zeer gebiedenden ftyl, ter voorfpraak van Bethlem Gabor , die nog fteeds den oorlog tegen de Duitfchers bleef voortzetten. Deeze brieven , die in de manier van een bevel waren ingericht, wierden door het ganfche land tegen de Keizerlyke party afgekondigd. Ten zelfde tyde kwam een Cbaus te Lintz Oost. Hist. XII. Deel. Ff ff aan, xvr.; BoEKV XV. Afb.- Voorjpoei 'an Bethsm Gabor.  \ 59Ö HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XV. Afd. AD.1615 Turkfch Medeain ger. aan , die uit naam van den Sultan klaagde , dat Bethlem. Gabor , die onder zyne befcherming ftond , verfcheiden plaatfen in Tranfylvanië ontnomen waren , en eischts, dat dezelve terug zouden gegeeven worden ; doch terwyl de Stenden van het Ryk deeze zaak in over! weeging namen , deed Gabor , met hulp van Scander Basba ,, zyn best om de Steden , die hem ontnomen waren te herwinnen , en belegerde , in de maand October, de Stad Lippa ; welke aan hem wierd overgegeeven , gelyk ook Genua en Ar ach, onder voorwaarde , dat dezelve aan het Vorftendom Tranfylvanië zoude gehecht blyven, en niet in de handen der Turken gefteld worden. • Geduurende den loop van dit jaar begonnen de invallen der Turken en der Misnoegden op nieuw , doch zonder merkeiyke fchade. In dien tusfehen tyd was Achmed bezig met de voorzyde van zyn Paleis naar den kant der Zie van Marmora te verfieren met een terras van agthondird fchreden lang, en twaalf breed, dat aan het einde door de zee befpoeld. wierd, Intusfchen zworf e zekere Jakaya , die voorgaf des Sultans, broeder te zyn na verfcheiden wisfelvalligheden ondergaan te hebben , na het mhJukken van den aanflag op. het leven van Achmed , welken hy gefmeed had met den Grootvizier , en waar van een Dervish , die fchielyk.kwam tefterven, de uitvoerder goweest zou zyn,, door Moldavië en IVallacbie, . en kwam eindelyk in Polen ; doch daar in gevaar van zyn leven zynde , dewyl een Chaus hem herkend; , vluchtte hy naar het Hof van den Keizer te P>aag ,■ en verzogt om hulp tegen zyn' Broeder ; doch daar niets dan fchoone beloften kunnende verwerven trok hy naar Florence, en van daar naar Napels " Mi, lano, en Rome. Eindelyk kwam hy in Frankryk, daar hy leefde van de milddaadigheid van den Hertog van Nevers. Offchoon hy van veelen voor een bedrieger ge- hou-  OTHOMANNISCHE RYK' 59? i hcudra wierd , beflooten echter de geenen, die hem van naby kenden > uit zyn gedrag en handelwys, dat hy van vorftelyke afkomst was. Tökn Stepbanus, dien de Turken tot Waywode van Moldavië hadden aangefteld , toonde een wreede dwingeland te zyn , en dat hy alle den adeldom van dat Land zocht uit te rooijen , verzochten de ingezetenen Alexander , den zoon van Jeremias, van wien zy veele goede dienden genoten hadden ; dat hy zich tegen hem zou aankanten. Suphanas was , na verfcheiden nederlaagcn , genoodzaakt te vluchtten, en Alexander wierd als Vorst van Moldavië uitgeroepen. Na deeze verheffing zond hy terdond een' Afgezant naar Conjiantinopolen, om zyn recht op dat land by de Porte te verdeedigen , en den Sultan kennis te geeven , dat zyn oogmerk niet was Moldavu aan zyne gehoorzaamheid te onttrekken ; doch dit gezantfehap den weg neemende over Buda, deed de Basba hen gevangen neemen, en zond hen aan Stepbanus , die toen te Brahilow was , welke hen ter dood deed brengen. Hierop bragt hy zyne verdrooide benden weder byëen , en na onderftand ontvangen te hebben van Micbna , Vorst van Wallachie , trok hy andermaal op om zyn geluk te beproeven , doch wierd op nieuw door Alexander geflagen. Deeze vorst behaalde naderhand nog eenige voordeden op hem en de Tur. ken die tot zyne hulp gekomen waren ; doch eindelyk ziende , dat zyne vyanden eene magt op de been gebragt hadden , tegen welke hy niet beftand was , oordeelde hy het raadzaam naar de derke vesting Cboczim te wyken (y). In het begin van Maart van het volgende jaar k<-eeg< Alexander een' onderdand van drieduizend en vyfhonderd Cosakken. onder bevel van Tischovich, en vyftienhonderd^ (y) Grimstohe , ubi fupra. Ffff 2 XVI. Boek. XV. Afd. Oproer in Moldavië. tD T6t6. Nederlaag ff Tur. en.  AVI, Boek. xv. Are. Stephanus gevangen. , < { ( c i l 5o8 HISTORIE van het Polakken, onder Potocki, benevens eenige andere hulptroepen, zodat hy nu een leger van twaalfduizend mannen op de been had. Intusfchen kwam Scinder Basha met Stepbanus op met een leger van twintigduizend mannen, en floeg zich neder tusfehen de Stad en de le gerplaats van Prins Alexander. De Tartaaren vielen ter, ftond aan op de Cofakken, die in de voorhoede waren' doch agt ftukken gefchut; die uit eene bedekte batterv op hen begonnen te fpeelen, noodzaakten hen welhaaft tot wyken. Terwyl de Cofakken hen vervolgden, viel Ttjchovich met vyftienhonderd ruiters, met groote dap. perheid aan op een esquadron Wallacbiers en Moldaviers en dwong hen te wyken, fchoon zy door drieduizend' lurken onderfteund wierden. Toen viel Prins Alexander met zyne oyenge troepen, uit, terwyl Prins Koreski met eene bezetting van duizend mannen de Turkfche achterhoede aantaftte,- waarop de Basha , die toen de krv4 HISTORIE van hit ZEVENTIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering vm Othman II. VTA het afzetten van Mostafa beklom Sultan" Othman .\ of Osman den troon , in het agtde jaar van zyns üderdom. Men had hem te vooren voorbygegaan uit oofde van zyne jongheid, offchoon hy meer recht had □t het Ryk dan zyn Oom Mostafa , dien men als een.' fgetrokken' en weerloos' man beïchouwd had (d). De Baron de Mole de Sancy , Afgezant van Erankryk pas in hechtenis genomen wegens het ontvluchten van 'rins Koreski waartoe de Geheimfchryver van den Ft anfchen Afgezant de hand geleend had ; en kon niet dan door niddel van groote gefchenken aan d.-n Mufti, Chausb Bashi, en andere Amptenaaren , zyne vryheid wedercrygen. Zohaast hy ontflagen was zond hy een3 brief aan zyn' ^orst, waar in hy hem kennis gaf van de mishande. ing , welke men hem had aangedaan. Hierop zond de Koning van Franhyk twee van zyne Edellieden naar Conftantinopolen , om voldoening te eifchen over de onwaardige behandeling zynen Afgezant aangedaan. By deeze gelegenheid wierd Uii .Chausb als Afgezant naar Parys gezonden , om den vrede met Frankryk te bevestigen , die , zo haast hy gehoor by den Koning verkregen had , hem een' brief van den jongen Sultan id) Cantem. pag. 141.  OTHOMANNISCHE RYK. 605 tan overhandigde , waarin deeze zich verfchoonde van het geen 'er gebeurd was , en tevens beloofde , dat in het toekomende de Franfche Afgezant met meer achting zou behandeld worden dan die van eenige andere Christen m oogendbeid. Na deezen last in Franhyk volbragt te hebben , begaf zich " Uri „Chausb naar Engeland, daar hy gehoor verkreeg by Koning Jacob den Eerften te Whittball, aan wien hy eene aanfpraak deed , en hem vervolgens een' brief van den Sultan overhandigde , genoegzaam van den zelfden inhoud. Intusschen was de Grootvizier Ali Basba met zyn leger in Per/ie getrokken, en verwoestte alles met vuur en zwaard tot voor Tauris toe , werwaarts Karelghay Cban , de Perfiaanfche Bevelhebber terug geweken was ; doch op het aannaderen van den Vizier verliet hy deeze Srad; waarop de Tartaaren hem vervolgden , en een groot gedeelte van zyn volk in ftukken hieuwen. Daarna trokken de Turken naar Ardevil, van? waar de Koning van Per fie de vlucht nam naar HulcbalJ en , na zich met zyn leger op den top van een' berg nedergeflagen te hebben, deed hy om vrede verzoeken; dien de Grootvizier , uit gebrek aan levensmiddelen . genoodzaakt was hem toe te ftaan , en die naderhand door Sultan Othman bekrachtigd wierd. Geduurende deezen krygstogt der Turken in Perfie verfcheen 'er, in het jaar 1029, op den 28 van deZ maand Rabiolaisel, aan den Hemel boven Conflantinopo !<■ len , een vuurig luchtverfchynfel, dat de gedaante had van een Krom zwaard, en vyf fpeeren lang en drie voeten breed was. Het ftrekte zich uit van het oosten naar het westen , en fcheen eene maand lang na zonnenondergang met grooten glans (e). De Sterrenwichelaars (e) Grimstone in Ricaut. Gggg a XVT. Boek. XVII. Afi». 'rede mei 'orfië. Vreemi uchtverhynfel.  < xvr. Boek. xvii, Afd. Bethlem Gabor wordt Koning van Hungarye. Hevigt vorst. Otbmar valt in Po len. (L) Eenb Stad in Moldavië aan den Nitsftr , tegen o\sx Kajni* mtk. Jc6 HISTORIE van h2t aars leiden dat uit als een teken van overwinning en vergrooting van het Othomannifche Ryk (f). Toen nu omtrent dien tyd de oorlog in Boheemen tegen de Protefianten zeer hevig wierd , wist Bethlem Galor , Vorst van Tranfylvanië , de Keizerlyke wapenen van hen af te wenden door een' inval in Plungarye, doch vreezende , dat de Keizer , . wanneer hy de Boheemen eens geheel te onder zou gebragt hebben , zyne ganfche magt tegen hem zou wenden ; verzocht hy aan Sultan Othman om bydand ; die hem. onder eede beloofde , dat hy hem , in geval van nood j met zyne uiterde magt zou byftaan. Bethlem , dus de befcherming, van den' Sultan verkozen hebbende, floot een verbond met de Boheemers en Hungaaren, en wierd , op den 25 Augustus, tot, Koning van Hungarye uitgeroepen (g).. . In het volgende jaar viel 'er te Conjiantinopolen , in de de maand Rabio'la'wel, eene zo hevige vorst voor, dat de inwooners over, de zeeëngte naar Scutari te voet gingen. Dit leiden de Sterrenwichelaars uit als een zeer kwaad voorteken, doch Othman, hunne voorfpelüng niet achtende, ondernam in den volgenden zomer een' togt tegen Polen ; en heroverde Cbocjïm (L) , dat door (de Polakken by verrasfing veroverd was geworden, en zond den Cban van de Crim met eenige Tartaarfcbe en Turkfcbe Troepen om het binnende gedeelte van Polen te verwoeden. Intusfchen omringde en benaauwde hy zelf de vyanden zodanig ; dat zy welhaast genoodzaakt waren om vrede te fmeeken ; dien de Sultan hen op zyne eigene voorwaarden toeftond, en tegen den winter. tg) Grimstone , ubi fupra. , (ƒ; Cant. pa£. 241.  OTHOMANNISCHE RYK. 607 ter met grooten' buit en veele gevangenen terug keerde (h J. Wat nu de oorzaak van deezen oorlog betreft, melden ons de Christenjch'-yvers , dat de Polakken de Turken niet alleen beledigd hadden door de zaak van Prins Alexander te onderfteunen tegen den Waywode , die door de Turken was aangefteld in Moldavië , gelyk wy reeds te vooren gezegd, hebben , maar daarenboven door befcher. ming te verleenen aan Gasparo Gratiani, die na de dood van Micbna tot Waywode van Moldavië was aangefteld , doch in de ongenade van den Sultan vervallen zynde naar Polen was gevlucht. Niet lang na deezen tyd deed Jehan Beg Gheray, Chan van de Crim, verfcheiden invallen in Polen, waar op de Poolfche Afgezant deswegens zyn beklag deed by de Porte; en toen deeze daar op ten antwoord kreeg , dat de Tartaaren volftrekt hunne eigen meefters waren , en daarenboven een' eisch van veertigduizend ducaaten jaarlykfche fchatting van zyn land te vorderen hadden , die niet betaald was geworden , wierden deeze roovers nog veel ftouter , en rechtten veel grooter verwoeftingen aan dan voorheen. De Poolen en Cofakken, die aan de oevers van den Nieper woonden , beflooten hierop weerwraak te nee-j men, zakten met fchuiten de rivier af, en plunderden verfcheiden vlekken en dorpen aan de Zwarte-Zee. De Sultan zond van tyd tot tyd eenige troepen tegen hen af, die echter altoos de nederlaag kreegen , en wanneer hy klaagde over de fchaade, die zynen onderdaanen wierd aangedaan , beantwoordden de Polakken hem met zyne eigen woorden , dat de Polakken vol. ftrekt hunne eigen meefters waren ; doch dat, wanneer de Tartaaren hunne invallen ftaakten zy zich ook zouden (ZO. Cant. pag. 342, XVf. Boek. xvii. AïD. Oorzaak tan den oor'og. TVederzyd:he inval■n.  6o8 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. ' XIV. Afb. ^.D.i63i. De Polakken ingeflo' ten. Vrede mel polen. t wouden laaten beweegen om de hunne te Maaken. Oth» nart bemerkte duidelyk uit dit antwoord , dat hy geen* prede van de Cofakken te wachten had zolang de Tartaaren hunne invallen bleeven voortzetten , en daarom be* floot hy, liever dan den vrede op die voorwaarde te verkrygen , volgens den raad van den Grootvizier Ali, de Polakken den oorlog aan te doen. Ten dien einde trok hy , in het laatst van April, in het jaar 1621 tegen hen op met een leger van driehonderdduizend mannen. Zyne eerfte verrichting was de belegering van de Vesting Choczim in Moldavië , die door Graiiani aan de Polakken was afgedaan ; doch, toen hem dit mislukte, trok hy den Nieper over , en hield den Groot Kanfelier van Polen, met veertigduizend Poolen en Kofakken, benevens agtduizend Duitjcbers, vier-en-veertig dagen lang, in zyne legerplaats opgefloten. Doch eindelyk ziende , dat hy tegen de dap. perheid van zyne vyanden niets kon uitrechten , bediende hy zich van de bemiddeling van Rudolph , Vorst van Wallachie, en een verdrag wierd gedoten op de volgende voorwaarden : Dat des Sultans leger van de grenzen van Polen zou rerug trekken ; dat de Tartaa. ren een' Mirza in Polen zouden zenden , om daar als gy zeiaar voor het onderhouden van het verbond te blyven , en dat de Polakken van hunnen kant met het zelf. de oogmerk eèh' Edelman naar de Crim zouden zenden ; en aan den Chan veertigduizend Poolfche Guldens betaalen j dat de Polakken een' Gezant naar het Turkfche Hof zouden zenden om daar zyn verblyf te houden , en dat zy een vryën handel in het Othomannisch Ryk zouden hebben ; waarvoor de Poolfche kooplieden den Sultan een, gefchenk van honderdduizend fequinen zouden geeven. Deeze vrede was voor beide partyën van zeer groot nut; naardien de Turken door het zwaard , de ioude, den honger, en andere toevallen, gerekend wier*  OTHOMANNISCHE RYK 6c wierden tagtigduizend mannen verloren te hebben , be halven nog honderdduizend paarden , en de Polakke, twintigduizend. De Sultan , die tegen Keizer Ferdinand den Twee den verbitterd was, om dat hy Polen had bygedaan , verklaarde , by zyn vertrek uit Polen , hem den oorlog. Ingevolge van dit befluit, beval hy den Basba van Silistria in deeze landdreeken te overwinteren, met een leger van zeventigduizend mannen, om in het vol gend voorjaar in de landen van den Keizer een' inval te doen , terwyl hy voort daarop Gallo , des Keizers af. gezant , te Buda deed in hechtenisf neemen , onder voorwendfel , dat hy op verbeurte van zyn leven verzekerd had dat de Keizer de Polakken niet zou byftaan. Hierop gaf de Koning van Polen aan den Chausb, die toen aan zyn Hof was, te kennen , dat ingevalle zyn Meefter om die reden eenige vyandelykheden tegen Ferdinand zou aanvangen , . hy geen' vrede met hem kon houden , maar dat hy genoodzaakt zou zyn om de zy. de van zyn' Bondgenoot te kiezen. Op deeze verklaaring vond de Sultan raadzaam van zyn voornêemen af te zien ; doch hy deed ten zelfden tyd geheime bevelen afzenden aan zyne Landvoogden op de grenzen, dat zy Bethlem Gabor tegen den Keizer zouden byftaan ; maar deeze bevelen kwamen te laat , dewyl Bethlem reeds den vrede met Ferdinand gefloten had (j). Toen Othman tyding kreeg , dat de Emir van SidonJ (M) tegen hem was opgeftaan, wilde hy in eigen' perfoon c tegen hem optrekken, en beval ten dien einde, dats zyn paleis te Halep in gereedheid zou gebragt worden , en Ci) Brieven van Sir Thomas Roe, by Sicaut. (Mï Deeze was waarfchyniyk de beruchte Emir, Fakro'ddin^ Opperhoofd der Dttrzi, gewoonlyk. Druzen genoemd. 9 ■ XVI. 1 Boek. xv. Afd. De Keizer met den oor* log ge. dreigd. t-D.i62%. tyroer in  -6io HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XV. Afd. Gezant fchap vim Engeland. ;n dat zyhe troepen zich marschvaardig zouden houden. Dit befluit was niet naar den fmaak van den Muj-ti, en meer andere Staatsdienaars , die het niet raadzaam oorieeiden , dat de Sultan zich zo verre van zyne Europijche bezittingen verwyderde , en daarenboven zeiden zy , dat zyne tegenwoordigheid de kosten van die togt mcrkelyk zou verzwaaren. Deeze -voordelüngen fcheenen hem van gedachten te doen veranderen , doch den volgenden dag ging hy naar het tuighuis, en gaf bevel tot liet wapenen van honderd galeijen , en zond eene vloot naar de Zwarte Zee tegen de Kofakken. Liet misnoegen , dat zyne Staatsdienaars uit deezen overhaasten dap op vatteden , wierd nog vergroot door zyn huwelyk met de kleindochter van eene Sultana , gemaalin van Parteu Basha , ■ welke hy , zonder eenige ftaatfie , enkel om haare fchoonheid trouwde ,• tegen het oud gebruik van zyne voorzaaten, dat hem belette eene vrouw van Turkfche afkomst te trouwen. Om deeze zelfde reden begon bet krygsvolk ook misnoegd te worden ; en zyn gedrag deed de kleinachting in de Stad toeneemen ; want hy had de gewoonte van dagelyks te voet de draaten te doorwandelen , fomtyds onder de eene of andere ver. momming., flechts van een'• of twee lyfbedienden verzeld , en dus de burgerhuizen en drinkwinkels te befpieden , even als een gemeen Stadsrechter. " Terwyl 'er over den vrede tusfehen den Sultan en Polen gehandeld wierd , kwam de Ridder Thomas Roe , als Afgezant van Jacob den Eerden , Koning van Engeland , .te Conftantinopolen om de oude overeenkomden .en voorrechten , die de Engelfchen in dat Ryk genooten te hernieuwen. Hy was daarenboven gelast om den Sultan zyns Meesters bemiddeling tusfehen de Porte en Polen aan te bieden ; om vergoeding te vraagen voor de rooveryën door de galeijen van Tunis en Algiers gepleegd ; en eindelyk om de teruggaaf te vorderen , van eene  OTHOMANNISCHE RYK. 593 eene groote fom gelds, welke, onder de regeerin van Achmed, aan Arthur Garraway , een Enge/fche koopman , ontnomen was. De Grootvizier gaf den Afgezant ten antwoord , da de Sultan hem bevel gegeeven had om de oude voor waarden met de noodige byvoegzclen te vernieuwen doch floeg de bemddeling van den Koning af, als on beftaanbaar met de eer van den Sultan, naardien di Pokken met oprechtelyk tot den vrede geneigd fchee nen; hy beloofde hem echter, dat, ingevalle dt vrede doorping, alle de gevangen zouden in vryheic gefield worden , beha'ven Prins Koreski. Met betrekkin tot de Roovers , verklaarde de Snltan , dat hv hun gedrag ten hoogfte afkeurde, en bereid was de Engel. Jchen aile mooglyke dienften te doen ; d >ch met betrekKi.^g tot het geld van Garraway , oordeelde de Vizier, dat het eene beleediging was dit van hem te eischen ' dewyl hy daar van geene vergoeding had kunnen krygen van de drie voorige Viziers , tot welken hy zich reeds gewend had. De Sultan , die federt zyn' tepenfpoed in Polen fteeds onvergenoegd geweest was , dacht zich op het krves 1 volk te wreeken ; daarenboven befpeurende , dat zviie' bedevaart naar Mecca niet a ngenaam was, wierd liyno» gemelyker; doch vastelyk befloten hebbende deeze reis te doen , fcneen hy met den vrede met Polen te weden te zyn op welke voorwaarden het ook zyn mo«t Hy verfterkte zyne grensfteden in Hungarye, en fchoon hy zeer misnoegd was over het verbond van Bethlem i*avor met den Keizer, ontveinsde hy zulks echter, en beveiligde de Zwarte Zee met galeijen. Intusfchen bleeven de voornaamfte geestelyke en waereldlyke Amp. tenaaren zich fterk aankanten tegen zyne reis naar Mee. ca; en het krygsvolk had zelfs de ftoutheid van teOcst. Hist. XiJ. Deel, Hhhh ver. g XVI. n Poek. XVII. t af*' Voornee' tien van )tbman.  594 HISTORIE van HET XVI. Boek. XVII. Afd. Oproer on der het krygsvolk' verklaaren, dat zy hem niet zouden volgen, maar een' anderen Vorst in zyne plaats aanftellen. Niettegenstaande alle deeze tegenkantingen begon Othman, door een' kwaaden geest gedreven, op Woensdag den 7 Mei, zyne tenten en fchatten naar Afië over te zenden. Hierop kwamen de Janitzaren en Spabis , begrypende , dat zyne paleizen en de tempels niet enkel uit hoofde van deeze bedevaart van hunne kostbaarheden beroofd wierden , op het onverwachtst byëen in de Atmeydan , of renbaan , en zich van daar naar het Saray begeevende riepen zy eenpaariglyk om den Sultan. Toen Othman te voorfchyn kwam , en hen vroeg , wat zy met deeze oproerige daad voorhadden , gaven zy ten antwoord., dat zy niet begeerden , dat hy naar Mecca zou gaan, of naar AJie overfteeken, maar dat hy in de Stad zou blyven ; en eischten ten zelfden tyd de hoofden van den Grootvizier Delavir , „ en eenige andere Grooten , als vyanden van den Staat De Sultan veiligst oordeelende een weinig toe te geeven beloofde , dat hy zyne voorgenomene reis zou ter zyde ftellen, en verzocht hen , dat zy hunnen tweeden eisch zouden uitftellen tot den Divan , of de raadsvergadering, die den volgenden faturdag ftond gehouden te worden. O THM/lN befpeurende, , dat het met mooglyk was hen weder tot rust te brengen , . verfterkte in den nacht het Saray , . met voornêemen van zich tegen deeze oproermaakers aan te kanten ; maar offchoon 'er meer dan drieduizend bedienden in het paleis waren , wierd 'er niet een gevonden , . die tot hulp van zyn' Heer dewapens wilde opvatten, In den volgenden ochtend kwamen de oproerigen weder byëen , , dwongen den Mufti cm met hen naar het Hof te gaan , en eischten toen op nieuw de perfoonen op , die zy van kant wilden maaken,,, In deeze verwarring bad hem de Grootvizier , dat hy met zyn eigen jacht naar Afië zou overfteeken ,• doch toen.  OTH OMANNISCHE RYK. 59 toen hy den Sultan daar toe niet kon beweegen , verdoutte hy zich om zelf tot de oproermaakers buiten te gaan , en hen te vraagen; wat zy van hem begeerden , en waarin hy misdreven had ? Dit moedig be. ftaan bragt hen voor een oogenblik tot ftilftand , doch welhaast gaven eenige vermetele knaapen , die ftouter waren dan hunne medemakkers, hem antwoord met hunne zwaarden, en hieuwen hem in ftukken (N}. Toen Othman kennis kreeg van deeze woede, trachtte hy naar Afie te ontvluchten ; maar bemerkende , dat hy de gelegenheid had laaten voorbygaan, verborg hy zich in een' afgelegen' hoe'c van het paleis. Eindelyk drongen de muiters in het Saray , haalden Mostapha , en twee Negerinnen , uit een onderaardsch gewelf , daar men hem , by den aanvang van het op. roer , op bevél van zyn' Neef, had opgefloten , riepen hem andermaal als Keizer uit, en geleidden hem naar het oud paleis. Othman , die in dien. nacht met Husfein , den Aga der Janitzaren , geraadpleegd had, begaf zich den volgenden morgen , op raad van hem en eenige andere hovelingen , naar de vergaderplaats van dit krygsvolk, en haalde hen door eene aanfpraak, waarby hy met traanen zyn' misflag erkende , genoeg, zaam allen wederom op zyne zyde over ; doch , toen j hunne Aga ten ongelegenen tyde hen eenige harde ver-t wytingen en bedreigingen begon te doen , ontdak hunne4 woede op nieuw , zo dat zy , onder het roepen van ver» (N) Toen de Ridder Thomas Roe, Afgezant van Grootbrittaniê hem verzocht, dat hy , ingevalle hy met den Sultan op reis ging, hem aan den Katmakan zou aanbevselen, gaf hy teö antwoord: „ Wees maar niet ongerust , ik zal my rooit zo verre buiten deeze Stad bfgeeven , of ik zal nog een been daarin iaaien om u van dienst te zyn, " Deeze belofte wierd kort daarna bevestigd ; want , weinig dagen na zyu' moord wierd een van zyne beenen in de renbaan opgehangen. Hhhh 2 xvr. ROEK. XVII. Afd Zyvermeor, den den Grootvizier, In den Ja* itzar Aga.  XVf. Boek. xvii. Afd. Othma wordt vervtrgd. Hegyra, 1032. A.D.1622 (k) Th. Roe, ubi fupra. (I) Camtem. pag, 24.2. ACH- 59* historie van het d!nra1n'liem Gn Hasfan Basha in ftukke» Eeuwen en den Sultan gevangen naar de zeven Torens hL\ ?TA7 nMTpha den troon beklommen hadragt!t gaf Dawd Basha, de nieuwe GrootvizTeerï thJ 3broeder van Mostapha, zich met eeni«£ Zr bGho°n' Othman , om hem ter dood te b enlef tITjT far de.beulen wakker gemaakt wierd Jlep hy u t • * wï is 'er nieuws 2" Dit verhak i,0f, • j \ " wa£ daarenboven een lu leven /rS ■ 70rden» 'erop ^het ^^Afc^iï^*1^* een' jongenman van groote hoon ™ ' n uItan » tige wysbom het leveng brigten , P in het zyne regeering, en het twaalfde vanVFouGn™ en dat zy, na dien moord, Mostabha X °Udeidom i  OTHOMANNISCHE RYK. 597 ACHTTIENDE AFDEELING. Behelzende de Regeering van Mostafa , na zyne . herjlelling. A^Vfechoon het krygsvolk met zo veel drift naar de V_/ herftelling van Mostapha verlangd had, behaagde hy hen echter flechts voor een' korten tyd. Geduurende zyne gevangenis had hy zyne gebreken wel verborgen maar niet verbeterd ; doch uit deeze ontveinzing had het krygsvolk hoop gefchept , dat hy , na de bitterheid van den tegenfpoed gefmaakt te hebben , beter zou geworden zyn , en dat hy nu , in het toekomende , niet alleen zyn gedrag , maar ook zyne regeeringswyze zou veranderen. Doch zo haast zy hem , in die verwachting , weder op den troon geplaatst hadden , oordeelde hy zich boven het bereik van het lot verheeven, en gaf zich , met verwaarloozing der Staatszaakcn , op nieuw aan zyne voorige ondeugden over. JNadat hy dus omtrent vyftien maanden lang veeleer getyrannizeerd dan geregeerd had, wierd hy andermaal door de Ryksgrooten onttroond ; met groote fchande verkeerd op den rug van een' ezel gezet , en onder de befchimpi ngen van het gemeen naar de gevangenis van de zeven ftarren gevoerd , daar hy kort daarna , op bevél van zyn' op. volger , ter dood wierd gebragt (m). Dit (n>) Caktbm ubi fupra. Hhhh 3 Qnbe.* kwaamhsid van Mostapha. Hy word op nlenw on•roond. XVI. Boek. xyin. Afd.  XVI. ROEK. XVIII. Trins Kc reski verworgd. Vet watt Jlaat [der zaaken te , Couftanti nopolen. ï98 -HISTORIE van het Dit is al het verflag . dat de Turkfche Schryvers ons geeven nopens de tweede regeering van Sultan Mostapha; ook zyn de gebeurtenisfen, waarvan de Christen- Schryvers melding maaken , van geen groot belang ; echter zal het niet onvoeglyk zyn eenige byzonderheden uit hen aan te haaien. De voorwaarden , die tusfehen den gewezen' Grootvizier Delavir , en de Poolfche Gevol* magtigden waren vastgedeld , waren zo geheim gehouden , dat de nieuwe Vizier Dawd niets van die zaak wist » e" °ok geen affchrift daarvan kon vinden , -tot dat 'er een andere Poolfche Afgezant kwam om over den vrede te handelen ; welke onderhandeling op fterk aanhouden van den Ridder 7 homos Roe wierd voortgezet. "Niettegenftaande deeze opening tot vrede wierd , op den 17 Juny , de dappere Prins Koreski , die te vooren uit het Turksch gebied ontvlucht , doch naderhand weder gevangen was , na eene drenge gevangenis van twee jaaren , in den kerker verworgd. Schoon deeze fchandelyke moord op bevel van den Vizier ter uitvoer gebragt was leide hy echter uit haat tegen den Aga der Janitzaren , de fchuld daarvan op hem ; en hier uit gelegenheid opneemende om hem van zyn ampt te berooven zond hy hem naar de eilanden om verworgd te worden. De Janitzaren ten hoogde verbitterd over deze onrechtvaardigheid hunnen Veldheer aangedaan, verlosten hem , en eischten het hoofd van den Grootvier. '«Daarenboven braken zy in zyn paleis en plunderden hetzelve , en fchoon zy zich door het bevorderen van t Mostapha Basha , een' man van een' zachten aart, voor ' twee of drie dagen lieten dillen ; raakten de zaaken echter daarna cp nieuw in ver arring , naardien eenigen van gevoelen waren, dat men Mostapha in het bezit der regeering moest laaten, terwyl anderen famenfpanden om Morad , den broeder van Othman, op den troon te zetten. Intusfchen doodde de Hoofdman der Janitzaren van  O TH O MANNIS CHE RYK. ► 599 van Baphda.l, den Basha van deeze Stad ; verbrandde dtn Mufti , en alle zyne bloedverwanten , en huwJykte zyn dochter uit aan Arslan Beg , die aanfpraak maakte op de nalaatenfchap van een' nabuurigen Vorst. Op den. 22 Augustus kwam 'er een gezant van Betb. km Gabor , Vorst van Tranfylvanië ; die onder andere bevelen ook last had om zyn' Meefter te ontfchuldigen wegens den vrede , dien hy met den Keizer gemaakt had ; bybrengende dat het een ftap was , dien hy enkel gedann had om tyd te winnen , en dat hy niet van voornêemen was den zeiven lang te houden. Ook gaf hy den Sultan te kennen , dat de Keizer van voorneemen was een' inval in de Turkfche bezittingen te doen ; en raacde hem derhalven , dat hy aan de Basba's der Grentfteden bevelen zou afzenden om de vyandelykheden tegen het Keizerryk en Polen te beginnen , tervyl van den anderen kant de Poolfche Afgezant over den vrede handelde. • De laatstgemelde bereikte eindelyk , na veele zwaarigheden en uitftellingen zyn oogmerk , in weêrwil1 der tegenkanting van den Rusjifchen Afgezant. By deezen vrede verbonden zich de Moldaviïrs , dat zy de Crimfche Tartaren geen' door togt door hun land naar Poten zouden toe daan ; en ingevalle de laatstgemelden de Polakken eenig leed deeden , zou hen deswegen voldoening gepeven. , en de Chan daar voor geltraft worden. Ook zouden zy verplicht zyn de Polakken in den oorlog by te ftaan , mits dat deeze hen daarvoor >.een jaarlykfche .bezolding zouden geeven.: Van den anderen kant zouden de Cofakken geene invallen moogen doen in het grondgebied der Turken , . en ingevalle zy zulks deeden zou de buit moeten terug gegeven worden. Uit hoof. de van deeze artikelen wierd aan Polen' een fchaavergoeding gegeeven voor de verwoe" tingen door de Tartaaren in dat land gepleegd } en de '' Chan Jehan Beg Gheray wierd afgezet., en Mehemed Gheray , zyn volle Neef, dm xvr. Boek. XVIII. Afd. Vrede met 'oien.  6<0O HISTORIE van het XVI. Boek. xnv. Afd Geweiden tyen door het Krygt vo.k gepletg'd. I die tot dus verre op het Eiland Rhodus in hechtenis ge* zeten had, in zyne plaats aangefteld (n). Het Krygsvolk, dat nog fteeds in zyne oproerigheid bleef volharden, eifch'e voor zichzelf alle voor> deelige bedieningen, welke men hen niet durfde weigeren. Zy dronken wyn op de openbaare ftraaten , dat tegen nunne wet was , en perften de Chri/lenen geld af om dien te betaalen- en bragten hen ongeftraft om hals, wanneer zy het durfden weigeren. Omtrent dien zelfden tyd plunderden de Janitzaren der galeijen , die op de rhede van Smyma ten anker lagen , in weêrwil der bevelen van Halil Basha , hun Opperhoofd , de huizen der Christen -Corjids in die Stad. De Engelfchen waren genoodzaakt om genoegzaam naakt uit'hunne huizen te vlugten, en naar de galei van .den Admiraal te zwen men om hun leven te redden ; terwyl de Turken het henedenlfe gedeelte van hunne huizen uitplunderden, en voor meer dan tweeduizend daalders aan goederen wegnamen. Het verlies der Franfchen was nog veel groo. ter , en dat der Venetiaanen wierd voor het minst op tienduizend daalders gefchat. Ten zelfden tyde waren 'er drie opftanden in Afië; een te Baghdad , een te Erzerum , en een derde in Mefopotamië , die echter door de Staatsdienaars voor het volk verborgen wierden gehouden. Intusschen hitftc de Grootvizier , Jorij Mehemet , af* gunüMg van het groot gezag , dat zyn voorzaat , Daivd Basha, de gunfteling en fchoonzoon van de Sultanamoeder, die het werktuig vr.n den moord van Sultan Othman geweest was , de Spahis op , om recht te vorderen ^7an dit haate'yk ftuk. Hierop wierd hy gevat en voor den Divan gebragt , en van daar, zonder eenig verhoor , voor het krygsvolk gebragt, daar hy ont-1 kleed n) Ricaut.  OTHOMANNISCHE RYK. 6o\ kleed en blootshoofds den Iaatften flag verwachtte , toen de Janitzaren hem op het onverwachtst kwamen ontzet, ten , en hem naar hunne Oda's of kamers bragten j doch toen de Spabis met een g'oot geweld op zyn dood bleven aandu'ngen , wierd hy, om voor te komen dat zy handgemeen wierden , onaangezien al het geld , dat hy voor zyne behoudenis had wegj.e^eeven , aan hen overgeleverd. Hy wierd in ftike in dezelfde koets gezet, waarin by Sultan Othman ter dood had doen voeren ,• en door droefheid dorftig geworden zynde d^onk by uit de. zelfae bron , waaruit zyn gewezen Opperheer voor het laatst gedronken had. Hy wierd in dezeifde kamer ge bragt , daar hy dien Vorst vermoord had, en wees daar den hoek , waarin hy' deeze misdaad begaan had , vei zoekende, dat hy op dezelfde plaats voor dien1 moord mogt boeten , waarop hy dan ook terftond verworgd wierd. Naardien het bleek, dat de hevige wanordes in het Ryk enkel ontftonden uit de onbekwaamheid van Mofta-'^ pha, en dat de züve , in de plaats van te verminderen , in de provinciën meer en meer de overhand namen , fcheenen de Staatsdienaars en onderdaanen een* ftemmiglyk andermaal het afzetten van Mostapha te begeeren. Echter deeden zich hier tegen drie groo-ezwaarigheden op ; vooreerst, was het niet waarfchyniyk , dat Kosfum Ba'ha, de toenmaalige Grootvizier , gemaklyk zou afftaan van die willekeurige magt, we'ke hy onder een' laften Vorst bezat; ten anderen , was het niet te denken , dat de Janitzaren , die Mostapha ten troon verheven hadden , ligtelyk hunne keuze zouden verzaaken ,• en ten derde , was 'er geen geld genoeg in de fchatkist om de gewo,ne gefchenken by eene nieuwe inbuldig;ng uit te d-elen. Doch welhaast vielen er eenige gebeurteni fen voor, die veel toebragten tot het wegneemen van deeze zwaarigheden , en tot het Oost. Hist. XII. Leel. Iiü veBS> XVI. Boek. xviii. Afd. Oe gewezen Grnotvi ier wordt ver 'orgd. Zemen* wering m het. Hof.  002 HISTORIE van het XVI. Boek, xvin. Afd. verhaasten van eene omwenteling. Eene der voornaam» fte was het oproer in Afië, onder Abaza, die aan het hoofd van vyftienduizend mannen ruitery de vlakten rondom Karahisfar in Anatolie verwoestte , terwyl hy zich zeiven den naam gaf van Wreeker van Sultan Oth. man , en vyand der Janitzaren, Ook doodde hy alle de Janitzaren , die in zyne handen vervielen ; welke handelwys alle hunne medebroeders te Conjiantinopolen "zodanig verbitterde , dat zy hunnen Aga voordelden om zich hoe eer hoe beter met de Spahis te verzoenen, en de oproerigeii gelykerhand te bedwingen ; en te meer dewyl Sigala Basba , die ten dien einde met een leger naar Afië was afgezonden aan het Hof door brieven had kennis gegeeven, dat' toen hy tegen de vyanden in aan'togt was het grootst gedeelte van zyn volk hem verlaten had. Dit bericht leverde de Mufti , den Grootvizier , en den Aga , verantwoording genoeg op voor het gedrag der Janitzaren , om met hen in de begeerde omwente. ling mede te werken. Ingevolge van dien zeiden zy tegen hen , dat zy bereid waren om hen hun verzoek van het oproer in Afi'é te gaan dempen toe te daan ; maar , dat de onbekwaamheid van den Vorst hen belette eenigen voortgang te maaken,; en dat dit gebrek aan het groot rad der beweeging van den Staat alle de werkingen van een' goeden loop deed dildaan. Op die antwoord kwamen de Janitzaren by de Mosque van Sul. tan Solyman , oproeriglyk byeen , en hielden daar een Ayak Divan , waarby, met toeftemming der burgerlyke en der krygsmagt, befloten wierd , dat Moftapha zou afgezet, en de jonge Morad ten troon verheven worden , terwyl het krygsvolk , uit hoofde der ledig, heid van 's lands fchatkist , zich te vreden hield met voor deeze keer van de gewoone gefchenken af te zien doch onder voorwaarde , dat dit geene inbruk zou doen op  * OTHOMANNISCHE RYS. 503 op hun voorrecht by volgende inhuldingen. Zohaast dz't befluit genomen was , deeg de Grootvizier terftond te paard , om Mostapha daar van kennis te geeven ; dien hy zo verftompt en wezenloos vond, dat hy geheel ongevoelig fcheen voor aeeze boodfehap («?_). (0) Ricaut. NEGENTIENDE AFDEELING, Behelzende de regeering van Sultan Morad IV. toegenaamd Ghazi. Deeze Sultan , die zich door zyne groote daaden oen naam van Ghazi, of Dappere, verwierf, was geboren in bet jaar ïoi8, en beklom d^n Troon na ! et afzetten van Mostapha , .op den vierden van de maand Zulkadeh . in het jaar 1052 (ƒ> ). Zyn eerfle daad was het afzetten van Husfm Basha, den Grootvizier , dien hy uit hoofde van zyne flechte beduuring deed verworpen, en het verhtffen -an Ha< lil Basha , die door den eerstgemelden or>rechtvaardiglyk onderdrukt was geworden , in deszeif plaats Hy had , in het begin van zyne regeering, met veele tegenfpoeden te wordelen en wel voornaamelyk met de oproerigheid der .Janitzaun, en gebrek aan geld, on aan (p) Cantem. paj. 243. Iiii i XVL' Boek, xvin. Af». Hegyra, 10 '■• 4. D löss. Sultan Vlorad IV.  ÓOA HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XIX. Afd. Abaza begunjligd. VoorfpocA der Crunfche Tar taaren. Inval de\ Cofakken. aan hunne eifchen te voldoen. Om dit uit den weg te ruimen wierd , behalven de fchatting , die aan de krygsBevelhebbers wierd opgelegd , nog, tot fchande van het Ryk , eene fom van dertigduizend fequinen van de vier Chiistm- Afgezanten ter leen gevraagd. Veele legerhoofden , dien dit gewe! idaadig gedrag mishaa?de , begonnen heimelyk de party te trekken van Abaza Basha van Ezerum , en van den Basha van Baghdad , zyn' mededander ; ODk was de Grootvizier , noch de Basha van Anatolie , de Janitzaren genegen; want toen deeze den eerstgemelden vroegen , of zy tegen Abaza zouden optrekken gaf hy ten antwoord , dat zy zulks konden doen , indien zy wilden , maar dat hy voor zich , geen deel wilde hebben in een' twist , waarby van beide zyden het bloed der Mufehnannen ftond vergoten te worden. Ook wierd de Porte ten dien tyde ontrust door de Crimfche Tartaaren , die Mahmud Gheray , welke door den Sultan over hen was aangefteld , weigerden te erkennen , en zyn' broeder Mehemed in de plaats fielden. By deeze gelegenheid viel de Kapudan Basha , die .met agtduizend mannen in de Koran geland was om den eerstgenaelden by te ftaan , in eene hinderlaag van dertigdui. zend mannen Tartaarfche ruitery , die in ftaat zouden geweest zyn om hen alle in ftukken te houwen , indien zy hunne oude Bongenooten niet ontzien hadden ; doch om deeze reden doodden zy flechts weinigen van hen , en lieten de gevangenen los voor een' geringen prys. Indien zy hunne overwinning voortgezet hadden , zouden zy de geheele Turkfche vloot hebben kunnen verwoeden , en daarenboven hen nog zserveel lchade toebrengen. Geduurende deeze oneenigheden zeilden de Cofakken, in afwezigheid van den Turkfcben Admiraal, met honderdvyftig zeilen, bedaande uit Kaiken en floepen , de zee»  OTHOMANNISCHE RYK. 605 zeeëngte van Conjiantinopolen in, en verbrandden daar verfcheiden vlekken en landhuizen. Niet éénegalei vvas'er te vinden om hen tegenftand te bieden, offchoonzy reeds zo naby de Stadwaren; derhal ven waren de Turken genoodzaakt -om in alle haast eene kleine vloot van dezelfde foort van vaartuigen ais die der vyanden in gereedheid te brengen, en eene groote keten te fpannen over den Bospborus 3 welke de Gritkfche Keizers voorheen in tyd van belege. ring gebruikt hadden. Niet lang daarna Keerden de Co. fakken met eene veel fterker magt terug , en verwekten veel grooter angst in de Stad. Zy landden op verfcheiden plaatfen , en keerden, nadat zy Pbaros en eenige vlekken verbrand hadden , beladen met buit en glorie terug- Niettegenstaande deeze onaangenaame omftandigbeden, waarin de Porte zich bevond, bleef Betblem Cabor, de Vorft van Tranfylvanië, derzelver belangen echter getrouwelyk aankheven; en wierd, op zyn verzoek om den Keizer te moogen beoorlogen, door dezelve met vyftigduizend Turken bygeftaan; doch voor deszen byftand moed by vyftigduizend daalders aan den Grootvizier betaalen, en belooven, dat hy jaarlyks nog veertigduizend boven de gewoone fchatting zou opbrengen. Nadat hy met deeze hulptroepen en zyn eigen volk zeer groote fchade aan het Keizerryk had .toegebragt, wierd 'er eindelyk een ftilftand van wapenen gefloten; doch de Turken, die in verlcheide partyen aftrokken, veele rooveryën pleegden , en eene groote menigte van menfchen gevanglyk wegvoerde, wierden door de Keizerlyken overvallen, en voor het grootft gedeelte geflagen, waardoor eene menigte van gevangenen hunne vryheid we. derkreegen. Onderanderen viel Ejïerbazy met . groote dapperheid op een gedeelte van hen aan, verfloeg twaalfhonderd mannen, verlofte duizend Chrijlenen, nam de voornaamfte Bevelhebbers der Turken gevangen, en ver- liii 3 over- XVI. Boek. xix, Afd. Staat der zaaken met Duitsch» and.  6o5 HISTORIE van het XVI. Boek. XIX. Afd. DüPerfiaa «en verove rei. Baghdad. overde alle hunne bagagie benevens eene groote menigte goud en zilver. De Turken door deeze nederlaag den mred verliezende, zonden Afgezanten naar Weenen en Polen om een vrede te hernieuwen, en wel voornaamelyk, dewyl de magt der Rebelen in Afie meer en meer toer am, en de Koning van P.rfie , die in de Turfike bezittii gen gevallen was, alles, dat hem voorkwam, veroverde. De bczadigfte StaarsaWaars waren van gevoelen, dat m n Abaza vergiffenis moed fchenkeh, en hem zyne eifchen inwilligen, doch de ze raad wierd heviglyk tegen^efproken door de Javitzar-n, wier geflagen vyand hy was; zodat hy, terwyl de T" ken bezir^wnren met over rerze zaak te twiften, gelegenheid had om Anatolien te verwoeden, en de Shab om de Stad en het land vin Baghdad te. veroveren. Na deeze verovering verdeelde de Koning van Per/ie zvne legermagt in vier doelen, waarvan hy zelf met een gedeelte naar Mesopotamien trok, het tweede zond hv n ar Syiien, het derde moed de Kuden langs de Zwarte Zee ontruden, en het vierde nam zyn' opt< gt naar Mecca. AIA Basha, die naar Mèsooptamien gezonden was, om den Shab te keer te gaan, wierd geflagen . en zyn geheel leger in wanorde gebragt. In Syrun treffen de Othomannen geen beter geluk, terwyl de opdand van deeze arovincie do r den afval van Damascus gevolgd wierd. De Perfiaanfche Troepen , die naar den kant van de Zwarte Zee gezonden waren , deeden daar groote fchade, en veroverden daarenboven een Kafteel naby Trehizo d\ terwyl die , welke naar Arabie waren getrokken, de Steden Basrab en Medinab veroverden. Om oeeze rampen te herfte len trok de Grootvizier met een talryk leger op om Bogbdud te herneemen. (?.) Doch het (3) Ricaut, in Axurath IV.  OTHOMANNISCHE RYK, 607 het zal thans niet onvoeglyk zyn de Christenfchryvers hier voor een pros te verlaaten , en eens te zien welk verflag de Turken ons geeven van den oorlog in Afie, waarmede zy de regeering van Morad beginnen. Zy zeggen, dat deeze Sultan, reeds by het begin van zyne regeering, de Turken blyken gaf, dat het hen veel beter was beftuurd te worden door een' jongen en werkzaamen vorft dan door een' fuffer. Abaza, Basha van Erzerum, had, geduurende de regeering _ van Moftapha, zich durven verdomen van de provinciën van Afia te verwoeden, en zynen Opperheer openlyk te verachten; hierin hoopte hy ongeftraft te zullen _ voortgaan, zolang als Morad, die nog maar een jongeling was, het roer der regeering in banden had, Doch de Sultan zond, in het tweede jaar van zyne regeering, den Grootvizier, Cherkies Mehemed Basha, met een leger tegen dien Rebel, die, na een bloedig gevecht, by Kayfarya geflagen wierd, en genoodzaakt cm naar Erzerum te vluchten. Doch de dood belette de Grootvizier zyne overwinnig te vervolgen. MORAD, die zich nu verbeeldde, dat het oproer, door Abaza verwekt, geheel gedempt was, zond Kafiz Ali Basha, landvoogd van Diyarhekr, met eengroot leger af om Baghdad te belegeren; doch deeze vond zich na verloop van vyf maanden, genoodzaakt om, uit hoofde van de dappere verdeediging der bezetting , het beleg met groot verlies op te breeken. Om deeze reden wierd hy, by zyne komft te Halep, van zyne waardigheid beroofd, en het Keizerlyk zegel aan Halil Basha opgedragen, (r.) Omtrent dien tyd maakte Bethlem Gabor vrede met den Keizer van Duitfchland ; waarby hy zich onder an-; deren verbond, om de teruggeeving van alle de plaat-: zen( XVT. B^ek. XIX. Afd. 1033. A.D.1623. Abaza ge (lagen. A.T) 162.6Ï Bigbdad tehgerd. V ede tüs* chtn den Keizer, ïe:h'em ïahor, enen Suitmu  5o8 HISTORIE van het XVI. Boek. XJX. Afd. W.d.i627- Togt ma< Perfië. Vfrfpoev«7> Mirza, ten, die door de Twken in den voorigen oorlog geno* men waren, benevens het vrygeeven van alle de gevangenen te zu'len bewerken. Deeze artikelen wierden door Morad toegfteml in de maan! December, van het jaar 1626, en in September van het volgende jaar wierd de vrede gefloten tusfehen den Keizer en den Sultan. Na deeze bevrediging oordeelde de Shab van Perfië , onaangezien zyne behaalde overwinningen, een' - Afgezant aan de Porte té zenden om voorilagen van vrede te doen; doch, dewyl hy niet kon befiuiten Bagb~ dad af te ftaan, wilde de Grootvizier Halil zyne overige voorflagcn niet aanhooren. De Vizier trok, niet lang daarna , met een leger van honderd vyftigduizend mannen n:;ar Afie, met voornêemen om zich van deeze gewigtige St d meefter te maaken (s). Doch ook deeze Vizier voldeed niet aan de verwachting van den Sultan ; want bevel gekresen htbbemie om tegen de Perfiaanen op te trekken, tro.k hy naar E-zerarn, waarop /rbaza Basha , die naby deeze Stad verfcholen lag, vermo- dende dat , onder fchyn van een' togt tegen Perfie , dit leger tegen hem wn rd aangevoerd , naar Er~ zewn terug keerde, dat hy voor zyne wapenplaats hield, en voorzag die Stad van de noodige mond-en» krygsbéhoef en HALIL Basha deezen terugtogt van Abiza voor eene vlucht houdende, verliet den togt naar He fi om de Rebellen te beteugelen, die nu , gelyk hy zich verbeeldde, den moed geheel verloren gaven ; nierop trok hy naar die Stad, en belegerde dezelve zeer fiaauw. Doch, daar hy hoopte met kleine moeite grooten roem te zullen verkrygen , verkreeg hy mee zeer groote moeite niet dan tegenfpoed. Want Abaza Basha, die (x) Ricaut.  OTHOMANNISCHE RYK. 627 tfie by een' ieder' bekend ftond voor de dapperfte krygsman en de kundigfte veldheer van zyn' tyd verdedigde de Stad zeer dapperlyk. Na den Vizier by een' aanval terug geflagen te hebben overviel hy op het onverwachtd, met eene kleine maar uitgelezene troep , het Othomannifch leger, doodde de wachten, en verwekte zulk een' fchrik onder zyne vyanden, dat dezelve welhaad eene volkomene nederlaag ten gevolge had. Dus wierd een talryk leger verflagen door eene handvol volks, duizenden der vyanden fneuvelden, en eene groote menigte wierd levendig gevangen genomen ; de Vizier zelf ontkwam het ter naauwer nood met eenige weinigen van zyn gevolg, na zyne wapenrusting afgeworpen te hebben, (t.) De Crimfche Tartaaren verwekten de Porte msgelyks ( groote moeijelykheden in deeze netelige omdandigheid,^ want zy ontnamen de Turken Kaffa, en kwelden hen zodanig, dat deezen geen beter middel zagen om hen tot hunnen plicht te doen wederkeeren , dan al bet voorgevallene te vergeeven, onder voorwaarde, dat zy deeze plaats zouden terug geeven. De Tartaaren waren zeer genegen om aan deeze' voorwaarde te voldoen , onder dit beding echter , dat de Sultan geen'anderen Chan over hen zou aandellen dan den geenen , die zy zeiven verkozen hadden. Naardien nu de opdand in Afie het voornaam voorwerp van de Porte was , wierd Halil Basha , zohaast de tyding van zyne nederlaag aan het Hof gekomen was, door Morad afgezet, en Kosraw Basha in zyne plaats tot Grootvizier en Opperveldheer aangedeld («). Deeze wierd met nieuwe hulptroepen naar het leger , dat toen in Diyarhekr overwinterde , afgezonden , met bevel (*) Cant. pag. 244. («) Ricaut, ubi fnpra. Oost. Hist. XII. DekL. Kkkk XVI Boek. XIX. Afd. Mustenin t Ciim.  XVI. Boek. XIX. Af». AD 1618 Abaza on iergebragt, Hegyra, A D.igiQ De hele gering vm Bagdad met groot verlies opge holen, ©28 HISTORIE TAN HTB vel. om dit oproer te dempen door Abaza vroeg in het voorjaar aan te tasten. Knsraw Basba , door het ooge. luk van zyn' voorzaat voorzichtiger ge worden, verzamelde niet alleen zyne ganfche magt ,. maar voorzag zich daarenboven van zeer zwaar gefc'iut, waar mede hy de wallen van Erzerum zo hevig befchoot, dat de bevreesde inwooners, na eene belegering van vyf dagen , de Stad benevens het Opperhoofd der Rebellen aan hem overgaven, Hierop zond Kosraw A-^za-geboeid naar Conjiantinopolen ; maar Morad , zyne dappere daaden , en onverwinbaaren moed in aanmerking neemende , wilde bet Othomamisch Ryk van zulk een groot fieraad niet berooven. Uit dien hoofde wierd hy , op belotte , dat hy zyne voorige misdaaden zou trachten uit te wisfchen door zyn zwaard tegen de vyanden van den Sultan te wenden , niet alleen in gunst aangenomen , maar daarenboven aangedeld tot Beglerheg van Bosnië, als een man , die best gefchikt was om het Ryk van dien kant t2 beveiligen , ingevalle eenige nabuurige Moogendheid het zou willen aantasten terwyl de Sultan bezig was met de Perfiaanen te beoorlogen. Nadat dus de binnenlandfche onlusten gedempt waren , wierd Kosraw Basha , in het jaar 1039, met een nieuw leger tegen Baghdad afgezonden. De Grootvizier , om de hinderpaalen te vermyden , die zyne voorzaacen deeds ontmoet hadden , vertrok terftond naar Afie , en bereidde zich geduurende den ganfchen 'winter te Mufol tot zyn' optogt, In het voorjaar viel hy , om Baghdad alle onderdand af te fnyden , in Arabisch Irak , welk land toen door Zenel Lhan bedu'rd wierd ; hier veroverde hy alle de fterkten , verwoestte die , welke hy niet kon behouden, dempte het oproer overal, en • begon toen Baghdad zeer naauw te belegeren ; doch, fchoon hy die Stad een-en-veertig dagen achtereen met groote dapperheid bedormde , befpeurde hy  OTHOMANNISCHE RYK, $2g hy echter , dat hy dezelve niet zou kunnen x'ermeeste* ren , en brak derhalven het beleg op , na een zeer groot verlies geitden te hebben (,*>. : Ten dien tyde heerfchten 'er groote verdeeldheden aan het Hof, die voornaamelyk ontdonden uit het lpoorloos gedrag en de ügtzinnigheid van den Sultan; daarenboven verwekten de invallen der Cofakken, waar over reeds aan den Koning van Polen geklaagd was geea gering misnoegen. Kortom , het zag 'er van alle kanten zo donker uit , dat niets dan de hoop op den voorfpoed van hunne wapenen tegen de Perfiaanen, den lurken nog moed kon doen houden. De Grootvizier was nu , met een gedeelte van zyne legermagt, den Tigris overgetrokken om Baghdad te belegeren ; doch de Basha van Ha'ep, dien hy vooruit gezonden had om die plaats te bezichtigen, wierd met zesduizend mannen geflagen door tweeduizend Perfiaanen , die in aan togt waren om die Stad te verflerken Desniettegenftaande hield de Vizier , geduurende de ganfche maand September , zich bezig met zyne naderingen tegen de Stad voort te zetten , en had, in October , agttien ftukken gefchut in gereedheid , waarmede hy de wallen vyf -en twintig dagen achtereen heftormde. Nadat hy bres gefchoten had in een gordyn dat tuslchen twee bastions was ingelegen en dat, naar het fcheen , niet bewaakt wierd , gaf hy , op den 20 November de Spabis , onderdeund door dertigduizend Janitzaren , bevel om den aanval te beginnen ; doch de belegerden hadden de gragt , die zeer wyd en diep was , reeds voor de i elegeiing , rret dunne planken en groene zoden daarop overdekt om de belegeraars te bedriegen , die ook, zohaast zy in groote menigte daarop gekomen waren, door het breeken der looze brug in de gragt vielen , waar door (*) CaHT. pag. 14$. Kkkfc 2 I xvr. Boek. XiX, Afd» dD.ióza, Baghdad mdtrmaal itlegtrd*  XVI. Boek. XIX. Afd. Dch te vergeefs. A.D. 163 Mora wordt doi den blikfe\ gitroffen. f%& HISTORIE vam h*t door tusfehen de vyf-en zesduizend mannen van hen in een oogenblik het leven verloor, Ten zelfden tyde vertoonde zich vyftienduizend mannen in de bres , en op de bastions , daar ook vier ftukken gefchut geplaatst waren , zonder dat de Turken iets daar van wisten; die zo wel onthaald wierden door het vuur uit de musketten en het grof gefchut, dat de gelederen der. Spa. bis welhaast gebroken, hunne voornaamfte Bevelhebbers gedood , en niet lang daarna het geheel leger volkomen geflagen wierd. Twee dagen daarna brak de Vizier het beleg op , en trok af naar den kant van M-ful, terwyl by vervolgd wierd door agtduizend Perfiaanfche Ruiters , die nog drieduizend mannen van zyn leger affnee* den. Hy wist echter den toeftand der Turkfche zaaken zoo fraai voor te ftellendac de Polakken den vrede vernieuwden , en de Hungaaren in rust bleeven. • In het volgende jaar maakte de Vizier groote toebedreidfelen om de belegering te hervatten ; doch , ter¬wyl de Sultan voor geene openbaare vyanden te vreezen. " had , liep hy groot gevaar van door een natuurlyk toeval om te komen. In het midden van de maand Sep' tetnher wierd hy des nachts gewekt door een* verfchrik- lyken blikfemfirnal , rlie in zyne flanplrnmer fchoot , rondom zyn ledikant vloog , en verfcheiden kenmerken op de kusfens en dekens achterliet. Morad, hier door ten uiterde verfchrikt , fprong uit het bed ; en terwyl hy zich zocht te redden fchoot de blikfem onder zyn' arm door , en verbrandde een gedeelte van zyn hemd; dit toeval deed hem bezwymen, en deeze bezwyming veroorzaakte eene verzwakking in zyn verdand, welke hem tot zyne dood toe bybleef. Na dit geval dankte hy veelen van zyne hofnarren af, en onthield zich langen tyd van de wyn (y). De (y) Ricaut, ubi lüpra.  OTHOMANNÏSCHE RYK, 631 De Turkfcbe Schryvers zeggen, dat de voorfpoed van den gemelden togt tegen Ter fie voornaamelyk gefluit wierd door een' nieuwen opftand , die op de grenzen van dat Koningryk uitborst; naardien llash Basba , dien Morad, in de plaats van Abaza , tot Beglerbeg van^ Erzerum had aangefteld , het voetfpoor van zyn' voor-11 zaat volgende , wierp de gehoorzaamheid aan de Porte af; doch in het jaar 104.1 , wierd hy door Kyucbuk Mehemed Basba gevangen genomen , en naar Confiantinopolen gezonden , daar hy op de groote markt onthoofd wierd (z). Volgens het bericht van de Christenfchryvers waren'ertoen twee partyën oproermaakers ten gelyken tyd op de been , waar van de eene zich meefter maakte van Prufa , of Burfa , terwyl de andere , onder Elias Basha, zich meefter maakte van Magnefia. De laatstgemelde wierd door den Beglerbeg van Mat olie belegerd , en genoodzaakt om zich op zekere voorwaarden over te gee. ven , waarop hy betrouwende zich naar Conftantinopolen begaf, daar hy een' ftrop tot zyn' loon kreeg. Terwyl nu de Vizier gebrek had aan den noodigen 1 onderftand , die door de listen zyner vyanden aan hetyr Hof wierd opgehouden , heroverden de Perfiaanen alle de fterkten , die zy in het voorig jaar verloren hadden, benevens Illay, eene gewigtige Stad , twee dagreizens van Baghdad; daar agtduizend Turken onder het bevel van drie Beglerbegs , in ftukken gehouwen , en alle de krygsbehoeften veroverd wierden. Deeze tegen, fpoeden bewoogen den Sultan om over den vrede te den* ken , ten welken einde hy den Perfiaanfiben Afgezant uit de gevangenis van de zeven Torens ontfloeg , en hem als zyn gezant derwaarts zond om den zeiven van den Shah te verzoeken ; terwyl hy ten zelfden tyde bevel (3) Camt. pag. 254. & Se<«q. Kkkk 3. XV/. Boek. xix. Afd. 'pftand m atolië- ~>e Sultan 'Ztekt idi.  XVI. Boek. X'X. Am. AD 1632 Oproer dei Spahis, Gramfcha\ van Morad tS&> HISTORIE van het vel gaf dat de vyandelykheden geftaakt zouden worden , zyn leger terug ontbood ; en den Vizier insgelyks van zyn ampt ontfloeg. De nieuwe Grootvizier , aie een fchoonbroeder van Morad was , had niet lang gerot van deeze waardig, heid ; want met den Aga der 'Janitzaren , en met den Tefierdar , of Grootfchatbewaarder , door famenfpanning , de dood van den Aga der Spahis bewerkt hebbende , wierden de laatstgemelden daar door zodanig verbitterd . da* zy oproeriplyk te famen rotteden , de hoofden van deeze Staatsdienaars eischten , en zelfs den Vizier, binnen de muuren van het Hof, met een knods van zyn paard floepen. Toen Morad weigerde hen over te geeven , dreigden zy ; dat hy hem zouden afzetten, en zyn' Broeder lbrahim in zyne plaats ftellen Toenhy nu ten laatfle, tot zyn eigen behoudenis ; zich ver. plicht zag om hen over te geeven , wierden zy door het krygsvolk verworgd , en aan boomen opgehangen. 'De Sultan door deeze onbefchaamdheid ten hoogden ver. bitterd, en vermoedende, dat de nieuwe Grootvizier Rejeb Basha de oproerigen had opgeftookt, bediende zich naderhaid van zekere gelegenheid , by het affteeken van vuurwerfc, om Jen Vizior in een kiein vertrek ter zyde te roepen , daar hy door eenige lieden, die ten dien einde daar geplaatst waren verworgd wierd ; doch naardien deeze dit lot reeds voorlang verwacht had . had hy alvoorens over zyne goederen ten behoeve van zyne bloedverwanten belchikt. Na deeze gebeurtenis deed de Sultan langzaamerhand de voornaamfte hoofden van dit oproer uit den weg ruimen , en verminderde het getal van het kry gsvolk. Ook verfcheen hy na dien tyd weer in het openbaar, welk middel van een goed gevolg was om hen in ontzag te houden. Ook ging hy dageLyks hunne oefeningen ia het fchieten en paard-  OTHOMANNISCHE RYK. 633 paardryden bezichtigen, en nam zelfs daarin deel om hunne gunst te winnen («). Naardien nu de krygsmagt der Turken door deeze inlandfche oneenigheden zeer Verzwakt was , deed Rustan Chan, de Veldheer der Perfiaanen, een' inval in 1 de Turkfche landen , en floeg het beleg voor Pan. Morad& van dit gevaar benefit gekregen hebbende , zond den Beglerbeg van Ram- eli met zyne Europifche troepen af om die Stad te ontzetten , die de Perfiaanen verfloeg , en de Stad , welke reeds op het punt ftond van zich te moeten overgeeven, van het dreigend gevaar verloste (*). Kort na deeze gebeurtenis kwam 'er een Afgezant^ van Per fie met voorflagen van vrede , die ook fpoedig E gefloten wierd , maar ook omtrent even fpoedig weder# verbroken in het zelfde jaar , op het aanftooken van£ den Mngol, die beloofde M>.rad met hulptroepen te zullen byftaan. Eenige Staatsdienaars trachtten den Sultan te beweegen , dat hy zyne wapenen tegen Hungarye zou wenden ; doch zy konden hun oogmerk niet bereiken , dewyl niet lang naderhand eene overeenkomst tusfehen den Sultan en den Keizerlyken Afgezant nopens de verlenging van den vrede gefloten wierd ; waarin de Sultan des te eerder bewilligde om dat hy voorgenomen had de oorlog tegen Polen te verkiaaren , en den Emir Fakro'ddin uit zyne bezittingen in Syrië te verdryven. Deeze Emir was een Opperhoofd der Durzi , * gewoonlyk Drufen genoemd , die een gedeelte van den berg Libanus bewoonen ; doch zyne voorzaaten waren bezitters geweest van de Steden Barut en Siyde , of Sidon, aan de zeekust , benevens een groot gedeelte van de omleggende landen , zodat zy ten tyde van Ebn Man , of Man Ogli, vry magtig waren geweest. Mo- rad 9 (a) Ricaut, ubi fupra. XIV. B' EK. MX. Afd' Van lelt, -,rd. 'Ai633. mkort- 'ndifre ine met stfie.  *34 HIS TORI VAN HET XVI. Boek. xix. Ata. Emir E kro'ddin in groote verlegenheid gebragt. rad, die voorgenomen had de magt van deeze Durzi te fnuiken , zond eene groote legermagt tegen Fakro'd. diri af, onder het bevel van den Basba van Tripoli , met bevel aan de Bashas van Damascus, Gaza , Halep , en Cairo om zich met hem te vereenigen. Zohaast Fa. kro'ddin bevel kreeg van Sayde over te geeven, deed hy antwoorden, dat hy zelf niet meer dan een onderdaan was , naardien hy zyn gezag aan zyn' zoon JU had afgeftaan , en dat zy zich derhalven tot hem moeiten wenden. De oude Emir had ten dien tyde twee legers op de been;, die te famen vyf-en-twintig-duizend mannen uitmaakten , en door zyne zoonen wierden aan- fevoerd. Zyn oudfte zoon JU trok naar den kant van af et , om de vereeniging der Emirs Fakir en Herabit, en tevens die der Bashas van Gaza en Damascus te beletten. Naardien hy een Prins vol moed en werkzaamheid was greep hy hen zo hevig aan , dat hy hen verfloeg , met verlies van agtduizend mannen van den kant der Turken ; doch naardien hy zelf zevenduizend mannen by dit gevecht verlore.i had , hernieuwden zy den ftryd op den volgenden dag , en noodzaakten hem door hunne groote overmagt om te wyken. By deeze ontmoeting fneuvelde al zyn volk op honderd en zes enveertig mannen na; zyn paard wierd doodelyk gewond, en hy zelf flaauw en afgemat zynde gaf zich over aan een' Turkscb' foldaat, die hem lyfsgenade beloofde, doch hem kort daarna verraaderlyk verworgde, e- Deeze tegenfpoed maakte Fakro'ddin zo neerflagtig, dat hy Sayde aan den Kapudan Basha overgaf, en naar Barut week, en vandaar met zyne Durzi en Maronüen naar het gebeigte trok; doch, nu hem het geluk verlaten nad, verlieten zyne ondcrdaanen hem insgelyks en liepen over tot den Basha van Damascus. Zyne huizen en bezittingen wierden verwoed; daarenboven wierd hy beroofd van zyne beide zoonen, waarvan de eene in  OTHOMANNISCHE RYK. 635 in een' veldflag fneuvelde, en dé andere als gyzelaar naar • Conjiantinopolen geveerd wierd. Thans bleef hem genoegzaan niets meer over dan eenige fterkten in het gebergte, daar hy met Reba, den Vorft der Arabierren m vriendfehap leevende, onopboudelyk het grond'gebied van den Basha van Damascus ontrustte; doch: van de eene plaats naar de andere vervolgd Wordende ,1 was hy eindelyk genoodzaakt zich te onderwerpen, on-i der voorwaarde, dat hy, met alle zyne fchatten, vry naar Conjiantinopolen zou gezonden worden- Toen hy deeze Stad tot op twee post ruften na genaderd was, zond hy agt kiften met goud vooruit om zich een' weg tot den Sultan te baanen ; Morad grootelyks verheugd over dit gefchenk, begaf zich vermomd naar de tent van den Emir, en verzocht hem, dat hy hem zyne lotgevallen zou verhaalen. Fakro'ddin veinzende hem niet te kennen , voldeed aan zyn verzoek, met oogmerk om daardoor zyne gunft te winnpnj weita hy ook in vervolg van tyd in een' zo hoogen trap verkreeg, dat het hem de afgunft der voornaamfte Hovelingen op den hals haalde, die hem aanklaagden als een' afvalligen van hun geloof. Deeze befchuldiging had zoveel invloed op Morad, dat hy op zekeren dag den troon beklom, en den Emir voor zich deed brengen ; dien hy beval op een laag bankje te gaan zitten , en vervolgens hec doodvonnis over hem uitfprak, hetwelk ook in zyne tegenwoordigheid ten uitvoer gebragt wierd. (c.) Met betrekking tot den Poolfchen oorlog melden onsf de iurkfche fchryvers, dat Morad, na het eindigen van den togt tegen Perjien , zyne troepen te Adrianopolen byeen verzaamelde, en aan Murtaza Basha, benevens Jambolad Zadeh met zyne Ruitery bevel gaf om een' inval in Polen te doen. Deeze twee Bevelhebbers trok. (c) Ricaut. Roger, Ia Terre faincte. Oost. Hist. XII, Deel. LI 11 XVL, Boek. xix. Afd. Hy geeft \ic~h over en \aat naar -onltanti» topolen. orlog met >Ieu.  XVI. Boek. xix. Aid. Nederlaag iferTuiken 636 HISTORIEvanhet trokken den Donau over naby Chirghiow , doch terwvl zy daar de nadere bevelen van den Sultan afwachtten, kwamen twee Poolfche afgezanten by Murtaza om hem om vrede te verzoeken, waarop hy hen naar de Porte zond, daar dezelve hen door Morad wierd toegedaan , doch op zyne eigene voorwaarden Cd) Volgens het . verhaal der Chriflenfchryvers gaf de Turkfche Veldheer; dien zy Abaza noemen, bevel aan vyfcienduizend Tartaaren om in Polen, daar zy op het onverwachtst Choczim en Rinczug overrompelden, doch zy wierden overvallen door den Poolfchen Bevelhebber, op den 14 July, met vyf-en - twintighonderd mannen, die, hen verrasfènde terwyl zy ongewapend waren, hen noodzaakte hunnen buit te laaten vaaren r Toen nn Abaza Basba, befloten had het klein leger •der PoUkken, dat voor het grootst gedeelte uit Cofakken beltond, in deszelfs legerplaats aan retaden, maakten de laatstgemelden linien van flruiken en graft-n, ftelden hun gefchut op de voord^eiigfte wys en trokken toen m flagorder uit. Toen nu de Turken tegen hen optrokken vielen zy in de hinderlaag, en Abaza zag zich genoodzaakt om te vluchten, fchoon hy naderhand den Sultan wysmaakte, dat hy eene groote overwinning behaald had. Dit verhaal w.erd des te eer geloofd omdat Koning Ladislaus, die toen in oorlog met Rusland was, gezanten aan de Porte zond om over den vrede te handelen. Morad, om dien naar zyn' eigen' zin te maaken , verklaarde openlyk den oorlog ,_fprak op eene vetachtelyke wys tegen hen, en begaf zich naar Aarianopolen , daar hy in Ychyn groote toebereidiclen tot den oorlog maakte; doch toen hy ten laatfle zag, dat de Rusfen genoodzaakt waren de Polakken om vrede te verzoeken, oordeelde hy raadzaamst O Cant. pag. 24S,  OTHOMANNISCHE RYK. 637 zaamst een gezant naar hen af te zenden, en het oud verbond te hernieuwen. Deeze ftap gaf den Polakkeneene bekwaame geiegenheid om zyne trorsheid te vernederen; want de Koning en de Ryksftenden betoonden zich zo gevoelig wegens de onbehoorlyke behandeling hunnen gezant aangedaan , en wegens het fcbenden der voorige vredesartikelen , dat de Chausb met fcherpe verwytingen terug gezonden wierd MORAD, die voorgenomen had zyne ganfche magt tegen de Perfiaanen te wenden , was zeer teonvreden om dat hy zo veel beflotenheid in de Polakken befpeurde , te meer dewyl zy toen een leger van tagtigduizend mannen in Podolie op de been hadden ; om die reden kreeg Murfaza, een der Viziers van den Divan . last om de fchuld van alles op Abaza tefchuiven, en zelfs aan te bieden , dat by geftraft zou worden, als de Polakken vrede wilden maaken. Dit deed deeze Basha ZO fterk , dat Abaza verworgd wierd waarna de artikelen terftond herfteld wierden ; waarby bedon. gen wierd , dat de Vorften van Wallachie en Moldavië , door den Sultan zouden aangefteld worden met toeftemming van Polen ; Kantemir , en zyne Tartaaren zouden verplicht zyn Bujak te ontruimen, en de Cufakken zouden geene" vyandelykheden moogen pleegen aan de oevers van de Zwarte.Zee. Ook zouden de Turken in het vervolg aeene Ichatting moogen vorderen van Polen, en zy moeften belooven , dat zy geene nieuwe vestingen op de grenzen zouden aanleggen, Eer nog de Sultan naar Adrianopolis vertrok , ont ftond 'er , in het midden van September een verfchrikkelyke brand te Conjiantinopolen , waar door meer dan een derde gedeelte van die Stad in de asche wierd geleed. Het getal der verbrande huizen beliep op vyfen-twintigduizend, en dat der Mosqueè's op tweehonderd . behalven nog de bibliotheek van den Mufti, en L1U 2 *>et XVI. Boek. xix: Ai r>. Vrede met Polen. Herige Stand.  XVI. Boek. xix. Afd. Hegyra, 1043A.D.1632 Wyndrin len vry ver klaard. Optogt va Morad. Hegyra 1044. Hyherevt Revan. 538 HISTORIE VAN HET het verblyf der Janitzaren , dat uit driehonderd kamers beftond. Morad was zo getroffen door de elenden van de ongelukkigen , dat hy onfchatbaare fommen gelds aan hen uitdeelde , en de huizen op zyne eigen kosten deed herbouwen (e). In het jaar 1043 deed de Sultan een nieuw en tot dien tyde toe ongehoord bevel afkondigen , waar by 'niet alleen aan de Wynkoopers verlof gegeeven wierd .om hunnen handel' voort te zetten, maar daarenboven aan een' ieder de vryheid vergund wierd dien openlyk te drinken tegen de wet van Mohammed. Daarentegen wierd 'er op ftrenge ftraf verboden , de koffyhuizen te openen. 1 Intüsschen baarde hem de Perfiaanfche oorlog een onophoudelyk misnoegen , naardien hy begreep , dat het onmooglyk was het Ryk op een' vasten voet te brengen , veel min het zelve , gelyk hy voorgenomen had, te vergrooten zolang Baghdad , de fchoonfte Stad van geheel Afie , en de fleutel van het Othomannisch Ryk aan dien kant, in de handen der Perfiaanen was. Der. halven befloot hy > Ondervonden hebbende , dat hy geen voordeel onder het opzicht van zyne Bevelhebbershad kunnen behaalen , het ampt van Opperveldheer zelf op zich te neemen ; en door zyne tegenwoordigheid de zwaarigheden , die den voorfpoed van zoveel Viziers gefluit hadden , uit den weg te ruimen. Ten dien einde ging hy , in het jaar 1044 , met een groot leger naar Afie, waar mede hy vervolgens rechtflreeks naar Baghdad trok. Geduurende deezen togt floeg hy het beleg voor Revan , dat de Perfiaanen kort te voo. ' ren hernomen hadden , en beftormde die Stad zo he. vig , dat de bezetting zich op den agtften dag op genade overgaf. De Stadvoogd, Emir Ghiun Ogli, wierd aL (e) Ricaut , ubi ftifia.  OTHOMANNISCHE RYK. 639 alleen gevangen gehouden , en naar Conftantinopolen gezonden , werwaarts de Sultan zelf met zyn leger in het volgende jaar terug keerde , nadat hy zich een' tydlang in de nabuurfchap van Tauris had opgehouden om de bezettingen der omleggende Kafteelen te verfterken (ƒ). Terwyl de Sultan op zyn' togt naar Per/ie was ont ftonden 'er groote oneenigheden in 'Tranfylvanië tusfehen Stepbanus Bethlem en Georgius Ragotski over de Opper-' heerfchappy , en toen Morad de party van den eerstge-v melden koos , wendde de andere zich om b}7ftand tot Keizer Ferdinand den Tweeden. Zohaast de Turken met vyf-en- twintigduizend mannen, onder het bevel van den Basha van Buda , in dat land getrokken waren , zond Ragotski zynen Bevelhebber Bornis met zevenduizend mannen af om een voordeeligen post te bezetten, maar beval hem tevens geea gevecht te waagen voor dat hy zelf hem te hulp zou gekomen zyn. Doch toen de Basha twaalfduizend ruiters en tweeduizend Janitzaren tegen hem afzond , plaatfte hy zich aan het hoofd van zyne troepen , en viel met zoveel dapperheid op zyne vyanden aan , dat hy hunne voorfte gelederen tot in de tweede terug dreef; waarop zy eindelyk met groote overyling de vlucht namen , na een verlies van drie. duizend mannen benevens al hun gefchut en bagagie. flet geheel leger der Turken zou voorzeker geflagen zyn geworden , indien niet eenige Janitzaren zich in em bosch verfterkt , en dus het verder najaagen belet hadden. Nadat Ragotski vervolgens nog in verfcheiden ontmoetingen de overwinning op de Turken behaald , en meer dan tweeduizend dorpen op hun grondgebied verbrand had , maakten zy vrede met hem, op voorwaarde , dat hy de heerfchappy zou behouden , maar dat de goederen , die Bethlem in Tranfylvanië toebehoorden, aan hem zouden terug gegeeven worden. Om- (ƒ) CaRTëm. pa.:- 245 & feqq. LI 11 3 xvr. Boek xix. Afd. /.D.1635. Voorvallen iTranfyl. aniö.  XVI. Boek. xix. Adf. Revan b verraad ingenomen. 640 HISTORIE yan het Omtrevt dien tyde kwam Morad te Erzerum , daar hy den Basba van die Stad, om zyne onde drukking van het volk, deed onthoofden. Vervolgens trok hy in Armenië , en vindende dat het zelve door de inwooners verlaten was , deed hy hen aankondigen , dat zy , op draf van de dood , binnen twintig dagen moeden terug keeren ; doch de meeden van hen , zich reeds elders gevestigd hebbende kochten deeze draf met geld af. Op deezen togt, gaf hy, fchoon uit den aart tot wellust en weelde genegen, zyn leger, dat uit omtrent driehonderdduizend mannen bedond, een voorbeeld van gematigdheid en gehardheid , zyn' zadel voor zyne hoofdpeuluw, en het dek van zyn paard voor een deken ge. 'bruikende. In de maand July voor Revan gekomen zynde , begon hy deeze Stad te belegeren; welke van al het noodige wel voorzien zynde, en daarenboven verderkt met eene bezetting van vyftienduizend mannen , hem langen tyde wederdand zou hebben kunnen bieden , indien dezelve niet door den Stadvoogd Emir Giun aan Morad was verraden geworden , die hem naderhand in groote waarde hield. Toen de tyding van deeze verovering te Conjiantinopolen kwam , wierden 'er vier dagen lang allerhande vreugdebedryven aangerecht; doch ten zelfden tyd wierden Bay -Tezid en Ör-Chan, twee broeders van den Sultan , verworgd ; men zegt, dat de laatstgemelde vier van zyne beulen om hals bragt , éér zy hem in hunne magt konden krygen. Naderhand drongen de Turken verder door in Ter fie, dat zy op eene jammerlyke wyze verwoestten ; fchoon niet zonder verlies van volk door de overvallen van de Terfiauufcne Ruitery en van de Bergbewooners. EindeJyk trokken zy , uit gebrek aan levensmiddelen , naaiden kant van Tauris ; en in die landdreek even als in de anderen geduurig ontrust wordende, gaf de Sultan, uit weerwraak , deeze Stad aan zyn krygsvolk ter plun- de-  OTHOMANNISCHE RYK. 641 dering over. Kort daarna deed hy zyn leger de winterkwartieren betrekken , en keerde, in December naar Conjiantinopolen terug. (g). Zohaast de Perfiaanen , die zich tot dus verre fchuil gehouden hadden , bericht kreegen van den aftogt van Morad, kwamen zy in groote menigte te voorfchyn, en belegerden Van ; doch de Othomannen verdeedigden zich , onder het bevel van Abaza Basha , die tot Stadvoogd van die plaats was aangefteld , geduurende vier maanden zo dapper, dat de vyanden geen voordeel konden behaalen, offchoon zy hunne aanvallen geduurig vernieuwden, en waarfchyniyk zouden zy de Stad nimmer veroverd hebben , indien de dappere Bevelhebber, van wien alle de derkte en veiligheid van dezelve fcheen af te hangen , niet ongelukkig gefneuveld was. Door dit verlies moedeloos geworden , verdedigde de bezetting zich flaauwer dan voorheen , terwyl de Perfiaanen, nieuwen moed gekregen hebbende , hunne aanvallen met verdubbelde woede her vatteden , en de Stad ftormenderhand veroverd hebbende offerden zy alle de Othomannen op aan de fchimmen van hunne landgenooten, die door Morad verdagen waren (h). Volgens het verhaal der Christenfchryvers wierd het leger, na de terugkomst van Morad, wegens gebrek aan levensmiddelen, afgedankt; en Mortaza Basha, de Stadvoogd van Revan , gefneuveld zynde, begon de bezetting oproerig te worden ; en de poorten openzettende gaven zy de Stad aan de Perfiaanen over. Ten zelfden tyde liepen tweeduizend Janitzaren, uit vreest voor de gramfchap van den Sultan, tot den vyand over, die daarop een corps van Jar.itzaren oprechtte, en de Spahis insgelyks op zyne zyde zocht te trekken , door hen (g ) Ricaut in Amurath. (A) Cantem. pag, 248.. XVI. Boek. xix. Afd. Hegyra, ' 1046. d.D.1636. De Perfiaanen verovt' en Van. \baza Bas. ia Jneuvelh Opftandin leger*  64^ HISTORIE VAN HET XVI. Boek, XIX. Afd. Onlusten v de Crim. hen twaalf Aspers daags vaste foldy aan te bieden. Mo. rad hoorde deeze tyding met groote verontwaardiging. Om echter zich te wreeken over het verlies van Revan, gaf hy den Groot-Vizier bevel om Baghdad te belegeren ; doch het krygsvolk had geen' zin in deeze onderneeming en weigerde verder te trekken dan Erzerum. Ook eischten zy het hoofd van Jambolad Ogli, die voor zyne aankomst het bevel over het leger gevoerd had , om dat die een' Basha en verfcheiden Janitzaren en Spahis had doen ombrengen ; en fchoon Jambolad zich beriep op de bevelen van den Sultan , was de Vizier echter genoodzaakt hem te doen verworgen om het volk tot bedaaren te brengen. Intusfchen doegen de Perfiaa* nen het beleg voor Fan , en fchoon zy die plaats niet konden veroveren (O), verwoestten zy echter het omgelegen land zodanig , dat het geen genoegzaam on. derhoud voor de Turken kon opleveren , terwyl vyf. tienduizend mannen der laatstgemelden , onder aanvoe. ring van een Kyurd, afgezonden om de legerplaats der. vyanden omverwacht te overvallen , door hunnen leids. man verraden , gedood of gevangen genomen wierden. . Intusschen waren 'er in Klein ■ Tartaryen groote onieenigheden ontdaan tusfehen Kantemir een' zeer voornaamen man en den Chan, die den eerden in een' veldflag overwon; doch naardien de Chan weinig eerbied betoonde voor den Sultan, koos deeze de zyde van Kantemir, en ontbood hem naar Conftantinopolen. Hier wierd hy zeer vrindelyk behandeld ten tyd toe, dat zyn zoon, wegens het dooden van een' Tartaar, op bevel van den Sultan verworgd wierd, welk lot de VaCO) Daar de Turkfche fchryvers hier melding maaken van de verovering van Van , zou men moeten denken , dat Van hier by misflag gefteld is voor Revan , gelyk Revan verkeerd gefteld fchynt te zyn voor Van , een weinig te vooren.  OTHOMANNISCHE RY.IC 643 vader kort daarna, insgelyks rnoeft ondergaan. Zyns broeders zoon veinsde naderhand de party van den Cban te kiezen, en vond daardoor welhaaft gelegenheid om denzelven -te vermoorden benevens een' van deszelfs broeders, waardoor hy in groote gunft kwam by de Porte; terwyl Bechir Cheray, een andere broeder van den Chan in deszelfs plaats gefteld wierd ; doch de blydfchap over deeze tyding wierd merkelyk verminderd door de Hechte tyding , dat Afak, of Asof, door de Russen en Kofakken was ingenomen, die deeze gewigtige vefting met nieuwe werken verfterkt hadden (t). Maar laat ons tot den Perjïfcben oorlog terug keeren. De Sultan, die de tegenfpoeden, welke, na1 den voordeeligen veldtogt van het laatftverlopen jaar,' voorvielen, niet verwacht had, deed Mehemtd Basha, den Grootvizier, de eerfte uitwerkfelen vair zyne gramfchap gevoelen. Deeze Staatsdienaar wierd, omdat hy verzuimd had de grenzen behoorlyk te verfterken, terftond afgezet, en deszelfs ampt opgedragen aan Bayram Basha, dien hy terftond met eenige ligte troepen vooruit naar Afie zond , terwyl hy kort daarna zelf met een groot leger derwaarts trok, en Baghdad. belegerde. Hy beftormde deeze Stad, dertig dagen achtereen, zo hevigryk, dat het meer naar een geduurig bloedbad dan naar een' aanval geleek. Het vuur en Raai hielden geduurende dien geheelen tyd geen oogenblik op met het krygsvolk van beide zyden te doen fneuvelen. Deeze aanvallen wierden dagelyks hervat , terwyl de Sultan zelf geduurig met het z.vaard in de vuift, de wykende benden noodzaakte het gevecht te hervatten , en met eigen hand den Grootvizier, die Balaatig fcheen in zyn plicht, van kant maakte (P). Ein- (i) Ricaut , ubi fupra. (P) Andere zeggen , dat de Grootvizier gedood wierd door eene musketkogel uit de Stad, en dat Morad over zyn dood tra»; Men Hortte Oost. Hist. XII. Deel. Mm mm XVI. Boek. XIX. Af». Belfgering •an Bagklad.  644 HISTORIE van hit XVI. Boek XIX. Afd. Groot wreedheid rfjrTurken Eenige zonderheden van het be' Eindelyk wierd de Stad, door de dapperheid van het volk, en door de ftandvadigheid van den Sultan inge. nomen, (Q) en meer dan dertigduizend Perfiaanen, die zich op befcheidenheid hadden overgegeven , voor ,zyne oogen ter dood gebragt. Dit was de laatfte nederlaag der Perfiaanen, na welke zy nimmer moeds genoeg gehad hebben om wederwraak te zoeken, of het hoofd op te fteeken tegen de magt der Othomannen (£)« De Christenfchryvers melden ons, dat toen alles tot het beftormen der Stad in gereedheid was, de aanval begonnen wierd op kersdag , zynde de veertigde dag van het- beleg; en dat, na het fneuvelen van den dapperen Grootvizier , Moftafa, niets dan lyken rondom zich ziende , woedende des Sultans ftandaard greep, den wal beklom en dien op denzelven plantte: dat hy. hierin door het volk gevolgd wordende, de Turken welhaad in de Stad kwamen j daar zy alles dood- (ifc) Cantem, pag. 248» & tëqq. (Q) De Perfiaanen jammeren nog over deeze wreedheid van Mt* rad , die van alle de flaaven maar een' man fpaarde. Deeze man verzocht aan de geenen , die naar hem toe kwamen om hem tedooden , dat hy , voor zyn dood , den Sultan zelve eens mogt fpreeken. Toen hy daarop voor hem gebragt was , en Morad hem vroeg , wat hy te zeggen had, riep hy uit: „ Duld niet, allergenadigte Keizer , dat met my , Shab Kuli, of flaaf des Koning!, ( by welken naam hy nadethand altoos genoemd is geworden ) de dicht-en fpeelkunst zouden te niet gaan. " Hierop beval hem de Sultan , dat hy blyken van zyne bekwaamheid zou geeven ; toen vatte hy zyn Sheshdar op, en zong en fpeelde de rampzaligheden der verovering van Baghdid, mee tusf;henmenging van loftuitingen voor den Sultan , zo kundig en tevens zo aandoenlyk , dat de Sultan zich alle dien tyd niet wederhouden kon van traanen te Horten. Om deezen Citherfpeeler alleen deed Morad, alle de andere ilaaven , die nog niet gedood waren , in vryheid ftellen , en zyne zangftukken wierden we'haast beroemd onder de Turken. Deeze Sheshdar is een muziekinftrument, dat veel gelykt naar een harp,, met zes fnaaren aan eiken kant, gelyk het woord Sheshdar te ken-" nen geeft. Het wordt voor het fraaifte van alle muziekinftrumenten gehouden , en gezegd door David uitgevonden te zyn ; doch hedendaags vindt men weinig lieden , die recht weeten hoe het befpeeld most worden. Cant.  OTHOMANNISCHE RYK- 64: doodfloegen, dat hen voorkwam, behalven den Stad. voogd en eenige weinige anderen; dat Morad deez< flachting wilde doen ophouden, maar dat hy, op he vertoog van Moftafa9 nog veertienduizend mannen aar het zwaard overgaf; dat de Turken by deezen aanva dertigduizend dooden en tienduizend gekwetden kreegen; en dat Morad in de Stad gekomen zynde bevel gaf. dat zeftigduizend verflagenen onbegraven zouden blyven leggen tot een' fchrik voor den Perdfchen Afgezant dien hy verwachtte (7)- MORAD , na zich hier . nog eenige dagen opgehouden te hebben, om de wallen te doen herdellen, en de zaaken van Irak te regelen , liet den nieuwen Vizier, Moftafa , in zyne plaats om den oorlog voort te zetten, en overwinterde in Diyarbekr, vanwaar hy in het voorjaar met zyne lyfwacht naar Conftantinopolen terug keerde, (m.) Hï deed zegepraalende zyne intreede in de Stad , maar in een flechten ftaat van gezondheid; en niet lang daarna kwam 'er een Afgezant uit Pexfie met voorflagen van vrede, die echter van de hand gewezen wierden. Een andere Pirfifcbe Afgezant floot een verbond wegens de grenzen met den Grootvizier, waarby Baghdad wierd afgedaan aan Morad, die, nu de handen ruim hebbende, befloot van de Venetiaanen voldoening te eilchen omdat zy de Algierfche rooffchepen in de haven van Vahna verwoed hadden. Welk geval zich aldus had toegedragen: Deeze roovers hadden, vereenigd met die van Tunis en anderen van de Barbaryfche Kuft, de zeekuden1 van Hallen overvallen, waarop de Venetiaanfche galei-j jen, onder bevel van Capello, hen in de voorgemel-, de haven geblokkeerd hielden. De roovers, niet dur 1 vende waagen om uit te loopen, beflooten in de haven (/) RiCiUT, uhi fupra. (j») Cahtem. pag. 49. M m m m 2 xvr. ! Boek. XiX. l Afd. Hegyra, 1048 AD.1638. Marad keert terug naar Con[tintinopQ.en. Capello ertvertzesien ëarba» yfche iooffcke' en.  XVI. Boek. xix. Ars», 646 HISTORIE van het ven te blyven leggen tot dat de Venetiaanen zouden vertrokken zyn; doch Capello, na verloop van eene maand, eene gundige gelegenheid ziende, . zeilde ftoutelyk de haven in, en veroverde, tot groote verwon, dering der Turken, de geheele vloot, welke uit zestien fchepen bedond. De bedaardde leden van den Venetiaanfchen Senaat keurden deeza daad af, en fcbreeven aan Contarini, hunnen Bailo, of Gezant by de Porte, dac hy, indien het mooglyk was, de gevoeligheid van den Sultan zou zoeken te verzachten. De Kaymakam , of Stedehouder-, deed, zohaad hy kennis gekregen had van dit geval f, den Baïlo by zich ontbieden, en beklaagde zich daarover als eene inbreuk op den vrede , welke de Sultanby . zyne ■ terugkomst uit Perfië , niet ongewroken zou laaten. De Baïlo antwoordde; dat deeZe Roovers in het voorig jaar eene landing op het Eiland Candia gedaan, en zelfs tot diep in Ballen wnren doorgedrongen; en dat zy daarenboven een' aanflag gemaakt hadden op Liffa, een Eiland dat aan de Republiek toebehoorde, en dat dus Capello niets misdaan bad tegen de onder* linge overeenkomden, welke behelsden, dat alle wederzydfche havens aan deeze roovers zouden ontzegd worden, zolang zy. niet beloofden de onderdaanen van de Republiek ongemoeid te zullen laaten. De Kaymakam wilde echter, dat de galeijen zouden terug gegeeven worden, en dat itienduizend foldaaten en fiaaven van deeze galeijen, die nog te Valona waren, een' vryen doortogt door de landen van de Republiek zouden hebben. Maar alle die galeijen, de Admiraals galei alleen uitgezonderd,, waren ,. op bevel van de Republiek , in de. haven van Corfu in. den grond geboord, om dus de te., ruggeeving .onmooghyk te maaken. Zohaast . Morad.. een omftandig verflag gekregen had van dit voorval, wierd hy zo toornig, dat hy bevel gaf, dat de Bailo, en allen die. van zyne natie te Conftantinopolen waren, zouden onthoofd worden; doch de- Vizier 'en- zyn Perfiaanfche gundeling hielden dit ba  OTHOMANNISCHE RYK. 647 bével veertien dagen op, om den Sultan, tyd tot bedaaren te geeven, en overreedden hem toen, dat hy dit bevel zou veranderen in eene gevangenis van den Baïlo, en deeze wierd, door tusfchenkomft van de overige Chrijlengezanten by den Kaymakam, in zyn eigen' huis bepaald. Toen de Senaat kennis kreeg van dit voorval begon dezelve, om den oorlog voor te komen, verbindtenisfen te maaken met andere Moo. gendheden, en ftelde ten zelfden tyde alle mooglyke midelen in het werk om Morad's gramfchap te ftillen. Ten dien einde fchreeven zy een beleefden brief om zich te verfchoonen, en fchoon zyn antwoord trots, en verontwaardigend was , en niets dan wraak fcheen te ademen, wierd het echter overgebragt door een' Cbaitfh, en was in zodanige bewoordingen opgefteld, dat het bleek, dat men op een vergelyk kon hoopen. Toen Morad van Baghdad terug gekomen was, deed hy Contarini aanzeggen, dat hy hem niet langer befChouwde als een' Afgezant maar als een onderpand voor de genomen fchepen, doch ten zelfden tyde beval by den Kaymakam, dat hy het oor moeft leenen aan eene .onderhandeling. Ingevolge van dit bevel vergunde deeze Staatsdienaar den Bailo een afzonderlyk gehoor, en bemerkende, dat de Senaat niet van zins was om zyne eigen galeijen in de plaats te geeven, kwam hy eindelyk met hem -overesn, dat de Fvnetiaanen tweehonderdtagtigduizend fequmen zouden betaalen, en de fchepen, 'die nog behouden waren, terug geeven. («.) ' „ , , Toen dit gefchil vereffend was nam Morad het befluit om een' veldlogt tegen de Cbrillemnoogendheden y aan te vangen, doch hy wierd hierin belet door eene onverwachte ziekte, welke hem in den tyd van vyf-yj tien dagen uit dit leven wegrukte, op den vyftienden dag van de maand Sbamal in het jaar 1049, nadat («.) Ricaut, ibid. Mramm 3 .> XVf. Boek. xix. Aïd. Hegyra, 1040. LD.1639. Moraü erft.  *6i8 HISTORIE van het XVI. Boek. . xjx. . Afd. Oorzaak van zyn dood. Hy tracht zyn Broeder lbrahim te doen ombreng n. dat hy een en-dertig jaaren geleefd, en zeventien aaren geregeerd had (o). De Cbriftenjcbyvers melden ons, dat Morad begon te verzwakken door veelvuldige buitenfpoorigheden, die zyne maag zo koud en zwak maakten, dat hy zelfs cle ligtfte fpyzen niet verteeren kon,* en dat hy daarenboven veeltyds gekweld was met de jicht, en beroerd ian alle leden In weerwil van alle deeze ongemakken kon hy echter de verzoeking niet wederdaan van tegenwoordig te zyn by een gaftmaal , waarop hem zyne Hovelingen genodigd hadden. In den tyd van den Bairam bedemde hy, op het aanraaden van zyn* Per liaan [chen Gunfte'ing en van den Seliktar - Aga, (Rf) zekeren dag tot een plegtig drinkfecd, op hetwelk de eerdgemelde den lud tot drinken van den Sultan door allerhande verhittende en derkgekruide fpyzen zoveel mooglyk aanzette , en zy alle zoveel wyn en derke dranken gebruikten , dat zy allen, de een na den anderen : fmoordronken wierden weggedragen. Deeze bovenmaatige dronkenfchap baalde den Sultan eene heVige en doorgaande koorts op den hals; het welk de geneesheeren , die voor zyn leven begonnen te vreezen , deed befluiten om hem te doen aderlaaten , doch dit verhaadte zyn dood, die voorviel op den agtden February, in het jaar 1640 Zeker reiziger, die zich toen te Conftantinopolen bevond, zegt, dat hy maar elf dagen ziek was, en dat hy op den agtden dag van zyne ziekte, zyne geneesheeren met den dood dreigde, wanneer zy hem niet herdelden. Doch kort daarna gevoelende, dat hy derfde) Cantem, pag. 249, (p j Ricaut, ibid. ( R) Deeze was Mostafa , die te ge'yk Kapudm Basha , of Groot. Admiraal was. Du Isvra, die ten dien tyde te Co.tjlaniinópolenwis, zegt, dat hy een wê'lg^HiïtaV.t man was, van vyf-of zes-en-twin. lig jaaren oud , en zo bemind by den Sultan dat deeze hem in de plaats van flaaf, zyn vriend noemde. Dm Leire Voyage du Levant, Lett. 4. P. 110.  OTHOMANNISCHE RYK. 649 derven zou; ftelde hy order op het betaalen van z ne fchulden, en op zyne huislyke zaaken. Toen r derhand de koorts meer en meer toenam , befloot 1 zyn' Broeder Ibrabim , en alle de Grooten, die v anden van Mostafa waren, ter dood te doen bre gen, opdat zyn Gunfteling den troon mogt beklir zonder eenigen tegen ftand (S). De voornaamste Ampt naaren , zich verbeeldende, dat lbrahim, even als zyn twee broeders , op den togt naar Per fie verworg was geworden , begaven zich in menigte naar het ziel bed van den Sultan, niet zo zeer om naar de ftaat van zyne gezondheid te vernecmen, en her hunne laatfte eerbewyzingen te -betoonen, als wel on te hooren wien hy tot zyn' opvolger zou benoe men, dewyl een ieder van hen zich verbeeldde , da de keus op hem zou vallen. Doch hun hoogmoed wien grootelyks vernederd, toen de Sultan, om een goec voorwendfel te hebben om eenigen van hen af re dan ken, hen zeer naauwkeurig begon te ondervraagen mei betrekking tot het waarnemen van hunne ampten. Toer hy nu uit hunne antwoorden befpeurde, dat hy niei een' van hen met eenigen fchyn van recht kon doen tet dood brengen, beval hy den Mufti een Fetva te tekenen tot het ombrengen van zyn' Broeder , lbrahim , die door de hulp van zyne moeder tot tweemaal toe dien flag ontkwam. Morad dierf in de armen van zyn' Gunfteling, met deeze woorden; Moftaf o, ii£ derf. Mo/lafa, door de dood van zyn' geliefden Heer als zinneloos geworden, liep naar een vender , en zou zich uit hetzelve naar beneden geworpen hebben, indien hem zulks door de aanweezenden niet was belet geworden. Zohaad zyn voordander overleden was, wierd hy door zyne vyanden gedwongen om vyftienhonderdduizend kroonen uit te (S) Andere zeggen, dat hy dit deed om den Tanar-CJian tebegisnftigen , menigmaal wenfchende , dat hy de laatfte van de linie der Othinans mogt zyn. Ricaut. y- xvi. a- Boek. iy xix. Afd. 11- e d n i ï' 3 I i  XVI. Boek, XIX. Afd. Hy wtseer, groote Sronkaart. :5e HISTORIE van het ■e keeren , en het ampt van Kapudan - Basha te ver* wisfelen voor dat van Basha van Ternes-war, en zy zouten waarfchyniyk naar zyn leven gedaan hebben, indien de vrees voor de gramfchap van de zufter des overledenen Sultans j welke op hem verliefd was, en vooreen' opftand onder het krygsvolk hen niet wederhoudenhadCtf). De Turken hebben "zoveel boekdeelen opgevuld met de befchryving van het leven en de huislyke zaaken van deezen Sultan, dat het te vermoeden is , dat zy vee. le verdichtfelen daartusfchen gemengd hebben. De naauw. keurigfte befchyvers van zyn leven merken aan, dat hy veele dingen' gedaan heeft, die ftrydig waren met de majesteit van een vorft, en. met de-wetten der natuur. Zy zeggen , dat hy veeltyds gewoon was zich met met eenige gunfte. lingen op zyne lufthuizen te gaan vermaaken, daar vuurwerken af te fteeken, maaltyden aan te rechten, wyn in de wynhuizen te gaan koopen , en dan gemeenzaamlyk met hen te eeten , te drinken , en te verkeeren. Daarenboven lchepte hy dikwyl vermaak om oude wyven van tagtig jaaren uit te huwen aan jongelingen van vyftien of twintig jaaren, en oude mannen aan jonge meisjes, en veele dergelyke vreemde kuuren aan te rechten. In dronkenfchap ging by allen zyne voorzaaten, die daar aan overgegeeven geweest waren, te boven. Hy zelfs dronk niet alleen wyn, of gaf verlof om die in het openbaar te verkoopen, maar dwong fomtyds den Mufti, en de Kadileskers zeiven om met hem te drinken. Zyne geneigdheid tot wyn en derke dranken ontdond het allereerst door het volgend geval: Op zekeren tyd vèrkleed over de markt wandelende, zag hy een' man, die genoegzaam ftnoordronken zich in het flyk lag te wentelen. Morad ftond verbaasd over dit vreemd gezicht, en vroeg aan zyn ge volg; wat daar van de oorzaak was , want hy hield hem voor uitzinnig. Toen men hem daarop ten antwoord gaf, dat die man door den wyn bevangen was, begeerde hy te weeten welk eene foort van diank dat mogt zyn , wiens uitwerking hem tot du* (j) Du Loke. Vqj. du Lev. Lett. 4.  OTHOMANNISCHE RYK. 651 dus verre volftrekt onbekend was geweest. Intusfchen waj Mostafa opgedaan», en beval den Sultan met harde woorden , dat hy terug zou gaan. De Vorst, verwonderd over de onbefchaamdheid van dien man , zeide tegen hem: „ Rekel, gebied gy my uit den weg te gaan, ik ben Morad, uw Sultan " „ En ik, " gaf de dronkaait ten antwoord, „ ik ben Bekri Mostafa (T), en indien gy my deeze Stad wilt verkoopen, dan zal ik die van u-kopen, en dan zult gy Bekri Mostafa zyn, en ik zal Sultan Morod weezen " Toen Morad hem hierop vroeg, vanwaar hy het geld zou krygen om zulk eenegroote Stad te koopen , gaf Mostafa tenantwoord: „ Breek toch daarmede uw hoofdniet; want, dat meer is, ik kan nog wel den zoon van eene flavin CU) daar by koopen. " Morad floeg den koop toe, deed Mostafa uit de goot haaien , en hem naar het Paleis brengen. Na verloop van ee. nige uuren wierd Mostafa wederom nuchteren, en zohaast hy zag , dat hy zich in eene kamer bevond , die rondom van goud en zilver blonk , vroeg hy aan de geenen', die hem bewaakten , wat of dit alles te betekenen had; of hy in een' droom dan of hy wezenlyk in het Paradys was ? Zohaast men hem kennis gaf van het geen 'er was voorgevallen, en van den koop, dien hy met den Sulfan gefloten had , wierd hy doodelyk ontfleld , naardien de oplopende aart van den Sultan hem niet onbekend was Doch de nood fcherpte zyn vernuft; hy veinsde niet wel te zyn, en zeide, dat hy derven zou, indien men hem niec een weinig wyn gaf om zyne levensgeesten weder op te wakkeren. Zyne wachters, om zyne dood te verhoeden , gaven hem eene kruik met wyn, die hy heimelyk onder zyn kleed verborg. Kort daarna kreeg Mostafa bevel om voor den Sultan te verfebynen, die hem eenige millioenen voor den koop van de Stad afvorderde ; hierop haalde Mostafa de kruik met wjn onder zyn kleed vandaan , en zeide : „ GrootCl") Dat i? , dronken Moctofa. (ü) Hier Hoor meende hv den Sultan zeiven, want alle de Turkjche Prinfen worden uit flavinnen geboren. Oost. Hist. XII. Deel. Nnnn i XVI. Boek. xix. Afd.  XVI. Boek. XJX. Afd. a Hy wasten vyand van Opium en_ Tabak. i 552 HISTORIE van HET „ Grootmagtigfte Keizer, deeze is het, die gisteren geheel Conjiantinopolen wilde koopen, en indien gy eenmaal zulk een' dierbaaren fc'iatzoudt bezitten, danzoudtgydienhooger achten dan de opperheerfchappy van de ganfche waereld. " Toen Morad hem vroeg , hoe men dien kon verkrygen ; gaf hy ten antwoord ? „ Door het drinken van feezen hemelfchen drank. " De Sultan liet zich overhaalen, en dronk een' ruimen teug; waar door hy, niet gewoon zynde wyn te drinken, welhaast zodanig bevangen wierd, dat hy zich verbeeldde , dat de geheele waereid hem niet kon wederftaan; groote ontwerpen maakte, en geheel verrukt wierd door zulk eene aangenaame vreugle, dat hy die boven het zoet van de heerfchappy ftelde. Vervolgens viel hy in flaap, en ontwaakte weinige uuren daarna met eene hevige hoofdpyn , waarop hy ten uiterfte vertoornd Mostafa deed ontbieden. Deeze verfcheen op het oogenblik,en van het geval kennis gekregen hebbende bood hy den Sultan een' beker met wyn aan, zeggende: „ Hier is uw geneesmiddel. ~ Zohaast Morad dien bltgedionïeén had, was zyne hoofdpyn verdwenen, en hy tot zyne voon'gevrolykheid herfteld (X). Nadat hy dit middel twee-of driemaal herhaald had, wierd hy langzaamerhand zo verflaafd aan den wyn, dat hy byna eiken dag dronken was, Zo groot een liefhebber als Morad was van deezen drank, zo groot een vyand was hy van opium en tabak. Hy verbood het verkoopen van beiden op ftraffe van de dood ; en bragt met zyne hand verfcheiden perfoonen om , die hy de eene vond kaauwen , of de andere rooken. Zeker man, Tiriaki genaamd, ontkwam echter dedooddooreenefchrandere uitvinding; deeze zich niet kunnende onthouden van Sabak te rooken, deed onder zyne tent een' diepen put graa- ven, (X) BEKRI Mbstaft, zyn voorganger in het drinken , wierd naderhand geplaatst onder zyne Mufahib , of geheime raden , eir was altoos by den Sultan,, die by deszelfs overlyden beval, dat ret geheele Hof den rouw zou aanneemen ; en zyn lyk met groote taatfie tusfehen de wynvaatep deed begraaven. Morai heeft dikwyls jetuigd , dat hy , na de dool van Mostafa, ni.nmer een' vro'y., sen d.ig had gehad , en men heeft he:n byna altoos , wanneer des. telfs naaai genoemd: wieri , . in traaasn zie-n uitiwrften of hartgron, lige zuchten loozen. Cantemu.  OTHOMANNISCHE RYK 65$ ven, en dien met groene zooden overdekken, om a^ïe ontdekking voor te komen; doch toen de Sultan op zekeren t57d naar hem kwam vraagen, wierd hy verraden door zyn eigen volk, die hem ontdekten zittende in den put met eene pyp in zyn' mond. De Sultan trok oogenblikkelyk zyn zwaard, om hem van kant te maaken , waarop Tiriaki, ziende in welk gevaar hy zich bevond, opeen'fchertfenden toon uitriep : „ Loop heen, zoon van eene flaavin; uwe geboden gelden wel op de aarde, maar niet onder dezelve." Door dit geeftig gezegde verkreeg hy nieuwe eerampten, en daarenboven het uitfluitend voorrecht van alleen tabak te moogen rooken. Uit deeze ondeugd van Morad fpoort eene andere nog veel gevaarlyker ondeugd , te weeten, de wreedheid- Hy, dorstte naar bloed, en fcheen daar door als gevoed te worden. Menigmaal floop hy ftil uit de vertrekken zyner Vrouwen, door de geheime deuren van bet Paleis, met den blooten houwer in de vuist , en liep blootsvoets, enkel met een' flaaprok aan, als een uitzinnig mensch door de Stad , alles doodflaande , dat hem in zyn' weg ontmoette. Veeltyds ichepte hy 'er vermaak in, uit de venfters der bover> kamers, daar hy gewoon was te drinken en zich te vermaaken , de voorbygaanden met pylen dood te fehieten. Des daags was hy gewoon in onbekende klederen de ftraaten op en neder te loopen ; en nimmer keerde hy terug zonder eenige ongelukkigen om weinig of geene reden ter dood gebragt te hebben. Hy wierd zodanig gevreesd door de geheele Stad , dat niemand zyn' naam onder zyne huisgenooten durfde noemen , veele kleinmoedige menfchen en wel voornaamelyk de geenen, die opium gebruikten, vielen in zwym , wanneer zy flechts den naam van Morad hoorden noemen ; want alle die deeze gewoonte hadden ,, doodde hy , of hy noodzaakte hen om wyn te drinken. Men zegt, dat hy op deeze wyze, geduurende den tyd van zeventien jaaren, welken hy geregeerd heeft, meer dan veertienduizend menfchen om het leven heeft gebragt ,, waar onder Staats-en Krygsdienaars van denhoogften rang. Nu.nn % Doche XVI. Boek. xix. Afd. Zym lui ïenjpoorige vnedhtid.  654 HIST. Van het O T H O M. RYK. XVI. Boek. i XIX, Afd, Zyne geoefendheid in den wapenhandel. 1 i Zyne Jlandvastigheid*n befloten-' heid. I i < ( i i I < i < Doch fchoon Morad aan deeze fnoode ondeugden was )vergegeeven, bezat hy echter veele uitmuntende begaafleden van lichaam en ziel. Hy muntte byzonderlyk uit in die foorten van krygsoefeningen. In de kunst van het boogfehieten overtrof hy alle zyne onderdaanen behalven den beduchten voorvechter Toskoparan. Nog heden ziet men twee narmeren pilaaren , wier afftand van elkander op vyftienlonderd ellen gerekend wordt, over welke tusfehenruimte nen zegt , dat hy een pyl gefchooten heeft. Hy was de jeste paardryder van alle de Othomannen, en hy wist den Jerid, of werpfpies met zulk eene behendigheid en juistheid dt te fehieten,, dat geene Tartaarfche pyl verder kon vlieden of juister treffen. Daarenboven zegt men , dat hy zo plug ter been was, dat het fnelst Arabisch paard hem niet con voorby loopen. Ook was hy niet misgedeeld van verfcheide zielsbe;aafdheden ; vooreerst was hy dandvastig in het regelen i^an zyne zaaken , en zag nimmer af van eenig voornee. nen, voor dat hy het ten uitvoer gebragt, of ondervonlen had, dat het zelve onmoogelyk was. Hy toonde in alle >mdandigheden deeds de zelfde onwrikbaarheid; zodat, iniien zyne jaaren denzelfden top bereikt hadden als zyne groothartigheid , hy zonder veel moeite tot de opperheer, 'chappy van de waereld zou hebben kunnen geraaken. Doch le wonden, die anderen door het zwaard ontvingen, wierlen hem toegebragt door den drank, en rukten hem vroegydig uit de' waereld, wier fchrik hy was (r). De Chnstenfcbryoers zeggen , dat Morad de onafhanglyk. Ie vorst is geweest, die ooit op den Otbomannifchen troon ïeeft gezeten ; maar, dat hy ten uiterde ongodsdiendig vas, in zo verre zelfs, dat hy met de Dcrvishes en de anlere Geedelyken openlyk den fpot dreef. Dat hy levendig :n arbeidzaam van aart maar tevens zeer geveinsd ,■ en laarenboven ten uiterde geldzuchtig was, zodat hy byzyn >verlyden twaalf millioenen in de fchatkist overliet, die by :yne komst tot den troon ledig was geweest (s). (r 'j Cantem. pag & Seqq. (s) Ricaut, uhi fupra. Einde van het XII. Deel. Eerfte Stuk.  HE DENDAA GSCHE HISTORIE; ZYNDE EEN VERVOLG VAN DE ALGEMEENE HISTORIE. TWINTIGSTE AFDEELING. ■Behelzende de Regeering van Sultan lbrahim. |^=^fS|A het overlyden van Morad bleef 'er geen 'llf N^lll nakoomeling over van het Othomannisch ge^f—4% flacllt (lan zyn Broeder lbrahim . die dan tC^—^K ook met algemeene ftemmen tot Keizer verkozen wierd in het drie-en-twintigde jaar van zyn' ouderdom (O- Volgens het verhaal van de Cbristenfcbryvers wierd zyne zaak by de voornaamde Amptenaaren gehandhaafd door de Sultana moeder , Kiofem , tegen de party van den (r) Cantem. pag. 252. Oost. Hist.XH.Deel.II. Stuk. Ooo« XVI. Boek. xx. Afd. Sultan lbrahim Hegyra, 1049. AD 1673. Zyne kleinmoedigheid.  I XVI. « Boek. 1 xx. 1 Afd. i i i 1 i 1 Hy was een beminnaar van ledigheid envrouWsn. 659 aangeprezen , dulden kon; en de vrees Voor de uit. werkingen van haare gramfchap was oorzaak dat deze Gefneden het Hof verliet. Hy ging fcheep om naar Egypten te gaan , met den Kadi van Mecca , en den Mollak van Prufa • doch het fchip wierd op zyn' over togt aangetatst door zes Malt ee fche galeijen , en veroverd na een hevig gevecht, waarin de Kislar- Aga , de Kadi, en de Kapitein van het fchip zelfs fneuvelden. De overwinnaars liepen in eene haven van- Candia binnen , en kreegen van den Bevelhebber , na hem zyn deel van den buit gegeven te hebben , verlof om met hunnen prys te moogen vertrekken. Het kind wierd onder de andere gevangenen aan boord gevonden , en te Malta gehouden voor een' zoon van Sultan lbrahim ; doch toen men bemerkte , dat deze verbeelding ongegrond was, nam hy den geedelyken daat aan , en is naderhand onder de Christenen bekend geworden onder den naam van Padre Ottomanno. IBRAH1M, verbitterd door het verlies van zyne fchepen , toonde zyne gevoeligheid daar over aan allenin Christen Moogendheden , en wel byzonderlyk aan de Fe-^e netiaanen, om dat zy de zee niet zuiverden van zyne x'yanden , maar die zelfs in hunne havens toelieten. De Baïlo gaf ten antwoord, dat de haven, daar de Malteefche galeijen ingelopen waren , geen Kadeel of eenige andere verdeediging had ; en gelyk de Sultan derzelver galeijen niet had kunnen beletten van menigmaal voor Rhodus ten anker te komen , hoe- het dan de Venetiaanen mooglyk was hen uit de. zee te houden ? De Sultan fcheen zo wel voldaan over dit antwoord , dat de Baïlo geen vermoeden had • op den oorlog. Doch toen kort daarna de krygs toerus tingen te Conftantinopolen met grooten ernst voortgezet wierden, begon men zich te Malta insgelyks te wapenen, op welk Eiland het on weder eerst icheen te zullen, uitharden. : XVI. Boek. XX, Afd, 'Serfchoti * derValaanen.  66o HISTORIE VAN HET XVI, Boek. xx Afd List de Turkse Uitvindin der Engelfchen m hunnegoe deren betaald tekry gen. Intusschen begonnen de Venet'saanen , die het ergfte veesden , oo1* op hunne verdeedighig te denken; maar gaven tevens sen hunnen Bailo la't orn te beproeven , of hy den Sultan door geld kon te vreden dellen. Hier op deed by by Hen Grootvizier om gehoor verzoeken , doch wierd onder beuzelachtige voorwendfds afgewezen. -•Deze fchande was eene klaare blyk v^n hunne gevoeligheid ; doch toen Ib-chïn vernam, dag de Republiek, ongerust geworden zy:;de over deze groote toerustingen , zich insgel^ks begon te wapenen > trachtte hy den Baïlo re overtelden , dat dezs toerustingen niet tegen de Venetiaanen waren ingericht, en beklaagde zich, dat zy door hunne achterdocht zyne vriendfehap beleedigden. Intusschen hield de Sultan zich enkel bezig met zyne vermaakai; de vrouwen van zyne Ha*am , of vrouwenhuis waren zower lderig , en zo begeerig om zyden en gouden ftofFen te verkrygen om het zelve op te pronken ; dat menigmaal, wanneer 'er vreemde ichepen voer de Kafteelen ten anker kwamen , galeijen afgezonden wierden om dergelyke goederen daar uit te haaien , zonder daar van eenige aantekening te houden of over den prys met de kooplieden overeengekomen te ,.zyn. Toen nu de Ridder Thomas Bendish , de Afgezant Van Engeland, daar over by den Vizier vruchteloos zyn beklag deed, deedhy vuuren ontfteeken aan de raas van dei tien Engelfcbe fchepen , die toen voor Galata lagen ; .en deed hen toen recht voor het Saray ten anker komen ; want het is een gebruik by de Turken , dat iemaid , die door een' der voornaamfte amptenaars grootelyks beledigd is , vuur op zyn hoofd zet, en diar mede naar het Paleis loopt , als wanneer niemand htm den toegang tot den Sultan mag weigeren. Dit vreemd gezicht der ontdoken vuuren wierd eerst bemerkt door een' bediendes van het tolhuis, die de reden vermoeden-  OTTI0MANNiSCHE R YK. 661 éenóe den Vizier daar van kennis gaf. Deze zond hen daar op terdOnd naar boord van "die fchepen met een groote fomme gelds., en deed verzoeken, dat zy d< vuuren zouden wegneemen ; met belofte , dat hy hel overige insgelyks getrcmvelyk zou voldoen. Toen nu de toerustirgen ter zee-en te knd volkomet gereed waren , ging de vloot op den lantften April on der zeil , beftaande uit drie-en - zeventig ga'eijen, be halven nog agt van Baibar^e , twee galeaslen, eet groot galjoen , en twee-en - twintig transportschepen waaronder tien Engelfcbe en Hollanafche fchepen, dit 'men daar toe gedwongen had , benevens omtrent driehonderd Saïken en • Karamoujals.9 die krygsvolk, ge weer en levensmiddelen aan boord hadden. De landmagi bedond uit zevenduizend Janitzaren , veertienduizene Spahis., Vyftigduizend Timarioiten , en eene groote menigte ander krygsvolk, benevens drieduizend Pioniers. Zy kwamen den zevenden Met te Scio , en hielden van 'daar af een' onzekeren koers , tot dat de oorlog te Conjiantinopolen verklaard was door het in hechtenis neemen van den Baïlo , en het bevel geven om alle de onderdanen van de Republiek in den Anhipel te duoden of tot flaven te maken. (x) De Venetiaanen hadden zich insgelyks voorzien van eene vloot , en voor hunne verdeediging zorg gedragen. Zy zonden ten fpoedigde den noodigen voorraad naar Candia , met bevel aan Cornaro, den Landvoogd van dat Liland, om twintig galeijen uit de haven van Cavea in zee te brengen. Omtrent het midden van Juny verfcheen de geheele Turkfche vloat vcor Gogna, eene plaats omtrent agttien mylen van Canea afgelegen ; hier zetteden zy zonder eenigen tegendand hunne troepen aan' land , en doegen de Venetiaanen in verfcheiden fcher-' mut- O) Ricaut, u¥l fupra. "Oost. Hist. XII. Deel, II. Stuk PppP 1 XVI. : Boek. ! xx. Ai o, ' ; ) Inval der rurken in  S62 HISTORIE van het XVI. Boek. : xx. j Af». Canea ver tvsrd. A.D.lótf. Retmo ver tvtrd. Traagheh der Veneti amen. nutfelingen ; en fchoon de Paus een' magtigen onder* rand zond , behalven dien van verfcheiden andere Itaiaanfche Vorften , kon die echter, uit hoofde van iet al te lang dralen , en van de oneenigheid der Bevelhebbers , niets baten tot het behoud van Canea, jat de Turken , met groot verlies der belegerden , ftornenderhand veroverden. Het veroveren van deze twee Steden gaf de Turken noed ,' om in het volgende voorjaar, de verovering van dat Eiland voort te zetten ; ook hadden zy het geluk van -Retino te vermeederen , daar de Veldheer Cornaro ioor een' musketkogel fneuvelde,- Op zee waren de Venetiaanen ook niet gelukkiger in dit dan in het voorbaande jaar; want door dien de oneenigheid tusfehen de Opperhoofden nog deeds bleef aanhouden , wierden de zaken verwaarloosd , en men liet de Turkfcbe fchepen zo vry voorby zeilen als of 'er geen oorlog was. Ja zelfs , toen de Turkfche vloot, flecht voorzien , in de haven van het Eiland St. Tbeodoras, recht tegenover Canea geankerd was , daar zy die gemakkelyk zouden hebben kunnen verbranden , maakten zy geen gebruik van deze gelegenheid; om welke reden Adoline , toen hy tegen het einde van het jaar t'huis gekomen was, van zyn ampt ontzet, en Capello in zyne plaats gedeld wierd. , Deze Bevelhebber kwam, met eene wel uitgeruste vloot, in het begin van het voorjaar, in de haven van Candia; wanneer Morofini met twee-en-twintig fchepen naar de Dardanellen opzeilde , om den vyand tot een gevecht te noodzaken ; doch ziende , dat deze geen' lust had om uit te komen , keerde hy terug , en fpoordc den Opperbevelhebber , en den Provediteur Grimani aan, om de Turkfche vloot te gaan bevechten, hen van de overwinning verzekerende; doch, terwyl zy zich ophielden met deze zaak in overweging te nemen*  OTHOMANNISCH.E- BYK. 66% men , landde deze vloot , driehonderd zeilen flerk, te Canea, en ontfcheepte daar veertigduizend mannen , het welk de kans geheel en al deed verkeren. Intusd.hen vertrokken de Venetiaanen, gederkt doof de galeijen van den Paus, eri van den Grcotmeeder van Malta , uit de haven van Suda , om de vyanden in de haven van St. 7 beodorus aan te tasten 4 doch toen hen dit oogmerk mislukte, ging Capello met eenige galeijen en galeasfen onder zeil om dertig lurkftbe galeijen , met volk en mondbehoeften geladen, op haaren togt naar Cania te onderfcheppen. - Middelerwyl verliet Me.' tafa Basha die haven, en ging met zeven-en-vyftig ligte galeijen , vier grote fchepen , en eene menigte. Saïken , onder zeil ora naar Conftantinopolen terug te keren ; doch hy wierd op dezen togt overvallen door een' ftorm, waar by hy zeven galeijen en verfcheiden andere fchepen verloor , en genoodzaakt wierd te Zia binnen te loopen, gevolgd door eenige andere fchepen onder het bevel van Mohammed Chelibi. Zyn krygsvolk deed hier eene landing en plunderde alles uit, doch Morofmi , en Grimani overvielen hem en veroverden twee van hunne fchepen. flet fchip van Mcroftni wierd kort daarna door ftorm van de anderen afgedreven , waarop het door veertig vyande-* lyke galeijen omfingeld wierd , die het zelve eindelyk aan boord klampten ; in welk gevecht de dappere Morojini fneuvelde ; doch zyn volk verweerde zich zo dapperlyk , dat de Turken genoodzaakt waren hen te verlaten , te meer dewyl zy twee grote fchepen zagen opkomen om hen te onzetten. De Republiek behaalde echter dit jaar grote voordelen te land ; want in Dalmatie: verfloeg Toscalo Ali Bey ,. en kreeg hem gevangen; daarenboven veroverde hy de Steden Salcover , Polifano , lslan , en meer anderen ; ook hernam hy Novigmdo, Obraózzo , CuPppp 2 ri- xvr. Boek. XX. Afd» Morofiai rntuvett. Voorfpoed iet Vt'Retijanen in Dalmatië.  < XVI. i Boek. 64 HISTORIE van hit ine , Ottifona , Velino , Madino, Cteanfl, 7ïw« -, la/oHfl , en nog veele andere Steden en vestingen , en ü'ndelyk nog de Stad tcardano. De Venetiaanen verloo. en , wel is waar; een groot gedeelte van hunne vloot ïoor een' hevigen ftorm by het Eiland P/ara, doch iit verlies wierd merkelyk vergoed door den tegenfpocd Ier Turken in het beleg van Candia , dat zo dipperlyk verdedigd wierd dat zy genoodzaakt waren de belege. •ing op te breken. Toscalo zette insgelyks zyne over. winningen voort , veroverde Glisfa, en verfloeg Teke. 'yell Basha; doch zevenduizend Albaniërs, die Croja neenden te overrompelen,- wierden overvallen door ;en' hoop Turken , die het grootst gedeelte van hen /erfloegen , terwyl de overigen eene fchuilplaats zochten in het gebergte. (y) Terwïl dit alles in den oorlog voorviel was Ibra. Vim zeer druk bezig met zyne minnehandelingen. Zekere vrouw , die Suchir Para , of fuikerklompje , genoemd wierd , was de beheerfcheres van. alle zyne neigingen ; want, naardien zy alle de openbaare baden bezocht, r.af zy hem deeds bericht van alle de fchoonheden , die in de Stad gevonden wierden ; en toen hy verliefde op de Sultana , weduwe . van zyn' Broeder Morad, gebruikte hy haar als makelares by deze Vorstin , die echter zyne aanbiedingen van: de hand wees. Intusfchen had Puchir Para htm bericht gegeven , dat de Mufti eene zeer fchoone dochter had , waarop hy befloot haar liever ten huwelyk te verzoeken , dan haar te onteeren doch deze Kerkvoogd > die het cngeftadig humeur van den Sultan kende , en daarenboven wist , dat hy reeds verfcheiden Zoonen had , gaf voorzichtiglyk ten antwoord , dat hy de genegenheid van zyne dochter niet mogt dwingen , naardien zulks ftrydig was tegen den Ka. (y).Ricaut, in lbrahim.  OTHOM-ANNISCHE RYK 66$ Kóran ; maar dat, wanneer zy genegen was om in dien voorflag te ftemmen , hy met veel genoegen tot eene zo grote eerbewyzing zyne toeflemming zou geven. Hierop deed lbrahim dit huwelyk aan de jonge juffer voorflaan; doch deze , de lesfeh van haaren Vacer opvolgenae, wees die aanbieding van de hand. De Sultan door deze afwyzing ten hoogde vertoornd deed den Mufii verbannen, en naderhand ziende, dat i alle de aanzoeken tvan Suchir Para vergeefs waren ,1 gaf hy den Vizier bevel om de dochter van den Mufti t te doen vatten , wanneer zy uit het bad zou koomen,' en baar naar het Paleis te- doen brengen, daar hy haar eenige dagen achtereen met geweld tot zyn' wil dwong , en haar vervolgens met fchimp en fmaad aan haar' Vader terug zond, De Mufti ten hoogde verbitterd over dezen hoon , ontveinsde zulks voor een' tyd; doch niet lang daarna verhaalde hy het geval aan Mebe. med Basha, een' der voornaamde leden van den Divan, en aan den Janitzar ■Aga , waarop, men befloot den Sultan af te zetten. Zy.. wisten de Sultana moeder in zo verre in hun belang over te haaien, dat zy haare toedemming gaf tot het gevangen zetten van'haaren zoon , ten tyde toe, dat hy zich zou gebeterd heb. ben; en dat het groot-zegel Achmed afgenomen, en aan Mehemed Btsba zou gegeven worden. Na dat veele andere -Grooten in deze zamenzwe ' ring deel genomen hadden , dwongen de Janitzaren, op{ den zevenden.Augustus , van het jaar i648-, den Sul-1 tan om het zegel aan Mehemed te geven ; -waarop zy' den gewezen' Vi?jfr verworgden, en den volgenden dsg aan den Mufii vroegen, of Sultan lbrahim zelf met behoorde afgezet te, worden als een dwingeland en een^ uitzinninge ? Toen deze Kerkvoogd daarop, een toeflemmend antwoord gaf, dagvaardden zy den Sultan om den anderen dag in den Divan te verfchynen , en dw zyne krygsknechten en onderdanen recht te doen. Pp pp 3 Ibm* XVI. Boek. XX. Atd. lbrahim mteert met eweid ie Dochter van len Mufti. ?y wordt •'dagvaard m in den )ivan te 'erfchyntn.  XVI. Boek. xx. AïB, Hy won afgezet en verworgd 666 HISTORIE vak het lbrahim floeg deze uitdaging in den wind; doch toen dezelve welhaast gevolgd wierd door een Fer-uavanden Mufii, behelzende , dat, naardien de Sultan gedagvaard wierd om rekenfehap te geven , hy verplicht was voor zyne rechters te verfchynen , fcheurde hy het papier in ftukken , en dreigde den opfteller van dit vonnis met de dood. De Mufti, Wel verre van zich door deze bedreiging te laten affchrikken, verfterkte dit vonnis door een tweede Fetva , die nog veel hooger luidde , waar in gezegd wierd ; dat een iegelyk , die de geboden van God niet onderhield , geen waar geloovige was, al was het ook de Sultan zelf ; en dat derhalven deze , door zyne daden getoond hebbende , dat hy een Kt.fr, of ongeloovige was , van rechtswege moest verklaard worden vervallen te zyn van den troon, en onbekwaam om verder het Ryk te beftuuren. Zohaast lbrahim bericht kreeg van deeze nieuwe Fetva, gaf hy terftond bevel aan den Groot-Vizier om Mufti te doen verworgen; doch zyn bevel wierd niet ten uitvoer gebragt , naardien, hy door deze laatfte afkondiging al zyn aanzien verloren had. De Janitzaren verzamelden zich , tegen vyfuuren in den achtermiddag, op eene oproerige wyze voor het Saray, waarop de Sultan den moed geheel begon te verliezen, en in de armen van zyne moeder vluchtte om haar om befcherming te fmeken. Deze , die eene moedige en verftandige vrouw was , ftelde alle haare welfprekendheid in het werk om het krygsvolk te beweegen, dat zy hunnen wettigen Opperheer geen geweld zouden aandoen; hen «tevens beloovende, dat hy afftand zou doen van de regeering, en met zyne lyfwacht naar zyn oud verblyf terugkeren , welke belofte ook getrouwelyk vervuld wierd. Ihrahim leed zyne gevangenis een' tydlang met groot geduld, doch eindelyk tot wanhoop en woede vervallende,- floeg hy menigmaal met het hoofd tegen den  OTHOMANNISCHE RYK. o"<5; den muur, waarom hy op den 17 Augujius door vie ftommen verworgd wierd. (2) De Turjche Hidoriefchryvers, die ons ter hand gekomen zyn , melden niets van het afzetten van dezen Sultan, of van de manier van zyne dood; zy melden ons alleen, met korte en duidere woorden, dat hy, terwyl hy grote toebereidfelen maakte om de Stad Candia te veroveren, op den 18 van de Maand Rajeh, in het jaar io<8, uit dit leven wierd weggerukt, en op de lyst der Martelaars gedeld. Zo zeer als Morad overgegeven was aan den wyn, was Ibrahln genegen tot wellust. Hy fleet gedurig zyn' tyd in zintuiglyke vermaken ; en bediende zich van verderkende middelen, wanneer zyne krachten uitgeput waren. Elke vrydag, die de Sabhatb der Turken is, wierd door hem aan Venus toegewyd, op dien dag wierd hem altoos eene fchoone Juffer, prachtig gekleed, door zyne Moeder, den GrootVizier , of eenigen anderen voornamen Hoveling toegevoerd. De muuren van zyn flaapvertrek waren rondom bezet met fpiegels, opdat het fchynen mogt als of zyne verliefde dryden op veele plaatden te gelyk wierden uitgevoerd. Hy deed zyne bedden met kostbare pelteryen bekleden, op dat de lustkoets van den Sultan des te prachtiger mogt zyn. Hy deed menigmaal in den tuin van het Paleis, Cbasgenaamdy veele jonge maagden byëen komen, en na haar1 bevolen te hebben zich naakt uit te kleden , liep hy zelf ook naakt tusfehen haar in, briefchende als een hengst; en verkrachtte dan, als het ware, de eene of andere, die zich verweerde of achteruit floeg, zo als hy het begeerde. Op zekeren tyd zag hy de teeldeelen van eene jonge wilde koe, waarop hy een afbeeldfel in goud van dezelven door zyn geheele ryk rond ftuurdemet bevel, dat meBi O) Ricaut, ubi fupra. • XVI. Boek. , xviii. An>. Hegyra, 1058. lbrahim onder de Martelaars gefield. Zyn karakter. Hywaszeet Oergegeven ian den wel. ust. Zyne dartele 'emaaken.  XVI. Boek. xx AFJ9. Zyne Zoo ntn. fa) Ricaut, ubi fupra. (*) Cantem. pag. 954. ■66% HISTORIEvashe't men onderzoek zou doen, of 'er ook eene vrouw kon gevonden worden, die eveneens gefchapen was; welke, naar men zegt, eindelyk gevonden, én in het Saray gebragt wierd. Hy verzamelde daarenboven eene menigte SchTideryen, waarop de vèrfchülende wyzen van vermenging waren afgebeeld, en hield zich geduurig bezig met nieuwe uit te denken. Wat zyn' perfoon betréft, hy was breed van voorhoofd, vlug en levendig van uitzicht, fterk van gedel, en welgemaakt van lichaam: echter had hy iets in zyn gelaat, dat geen groot verdand fcheen aan te duiden. Voor het overige was hy zacht en vriendelyk van aart. (a) ■ Hy liet negen Zoonen na, Selim en Othman, geboren in het jaar 1056, en Bay-Tezid en Or-Shan , geboren in het jaar 1058, Mohammed, Solyman, en Achmed hebben den troon beklommen , doch de anderen zyn daarvan verdoken gebleven door "eene ontydige dood. (£)  OTHOMANNISCHE RYK. 669 EEN-EN TWINTIGSTE AFDEELING. Behelzende dt Regeering van Mohammed IV. Gebeurtenis/en- geduurende de minderjaarigheid van deezen Sultan, benevens de verovering van Candia, en Caminiek;. Nadat Sultan Jbrahim dus afgezet was, wierd zyn zoon Mohammed, (Z) toen nog maar zeven jaaren oud, door de Janitzaren voor Keizer uitgeroepen, op den agrften dag van de maand Rajeb, in het jaar 1058. Toen de fchatkiden, die door de overdaad van zyn' Vader, waren uitput geworden door de zuinigheid van den Grootvizier Kioprili Mehemet Basha, (A) weder aan gevuld en alle de binnenlandfche onlusten gedild waren,] deed hy zyne Grootmoéder, welke in het oproer derj Janitzaren deel had gehad, verworgen, en veelen van haare medeplichtigen ter dood brengsn. Hy heroverde Tenedos en Lemnos op de Venetiaanen; kreeg den oproerigen Basha van Halep gevangen , en deed hem onthoofden (Z) Zyne moeder was de Jochter vaa een' Griekfchen Priester, Hit Morea, die naar Conjiantinopolen gevoerd was, eer nog de Wet, volgens welke de Chrisren kinderen by wyze van fchatting opgehaald wierden, vernietigd w». C a n t e m r r. (A) Deeze was de ftam vader van de tot nog toe onder de Turken. 30 doorluchtige familie van Kioprili Oglü Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. Q.qq.1 XVI. Boek. xxi. Afd. Hegyra, 1058. 4.D.\ 649, tultan Mo* lammed V.  XVI. Boek. xx. Aid. Hegyra, 1070. Gebeurtt ntspn in Hungaryer Hegyra, io< 1 AD.i(,i% 670 HISTORIE van het den benevers alle zyne iredcfranders, en zond den Grootvizier af om Tanuva te be egeren, dat hy binnen weinig dagen veroverde Met geers ratndur g.luk voerde hv den oorlog in Hunrary n, daar Ali Bi.'b , inhetj at 0-0, deStad/Fa. radin ftormendt rhand veroverde. In het jaar 1074 ver» overde de Groot izi-t Faz.il Achmed Kin rili Ogli de Stad Vivat. Ook verklaarde de Sultan de>- oorlog tegen Prins Ragot>ki, dien hy overwon, en die kort daarna aan zyne wonden overlee '. Vervolgen* geh?-.') / r.mfylwnien vermeeflerd hehbtnde ftelde hy Michaël Apafi tot Vorft van dat Land aan, mi's betaalende zekcie fchatting De Keizer van Duitfcbland, door den voorfpoed der turken bevreesd geworden, zond gezanten aan den Grootvizier om vrede met hem te maaken ; onder voorwaarde, dat de Turken alles zouden behouden, dat zy veroverd hadden. Deeze vrede wierd eindelyk gefloten voor twintig jaa-ren, volg~ns de voorwaarden der Turken, (ƒ.) Dit is het vluchtig en onvolkomen verhaal, dat de Turkfche fchryvers ons geeven van de veertien eerde jaaren der regeering van deezen Sultan; terwyl zy die gebuertensfen overflaan waarin het geluk hen tegenliep, en enkel die aannaaien, welke tot hun voordeel ftrekten; waarfchyniyk om maar fchielyk aan de verovering van Candia te komen welke zy zo zeer tot roem van hunne Natie rekenen te zyn. Doch om ons te gedraagen als onpartydige hiftoriefchryves zal het noodig zyn, éér. wy met hen voortgaan, een verflag te doen van die gebeurtenisfen, welke de Christenfchryvers ons melden in deezen tusfehentyd gebeurd te zyn. Sui tan M°hanin.ed ftond geduurende zyne minder* jaarigheid, onder de voogdy van zyne Moedbr, wie een raad van twaaif Bashas was toegevoegd, deeze beflooten den ib) C ah tem. gag. 2,55.  OTHOMANNISCHE RYK. 671 éen oorlog tegen de Venetiaanen voort te zetten, die thans hoop hadden op een vergelyk, uit hoofde van de oneenigheden tusfehen de Janitzaren en Spahis, die omtrent deezen tyd voorvielen, en niet zelden tot daadelykheden overfloegen ; en doorgaans zozeer tot nadeel van de laatden uitvielen, dat een tydlang niemand den naam van Spahi in Conftantinopolen durfde noemen. Doch met het eindigen van deeze onluden verdween ook deeze hoop; waarop zy zich met alle vlyt begonnen toe te leggen; op de toerudingen ten oorlog die doorgezet wierd niet alleen in Candia, maar ook in Dalmatiën, Bosniën,( AlbarAen, en Morea; want offchoon Foscufo andermaal': naar zyne Ichepen terug gedreven wierd by CafteU Nuovo; was hy echter gelukkiger in Bosniën, daar hy de vyanden verjoeg tot aan de poorten van Saraï, de Hoofddad van dat land, en Bisano by verdrag innam; doch toen het Turkfch leger in deeze geweden nieuwen onderdand kreeg, waren de Venetiaanen genoodzaakt de veroverde plaatsen te verlaaten en terug te trekkeni Intusscben wierden de Turken, die geduurig invallen' deeden in het Keizerlyk grondgebied, door Forgatz naby^ Buda verdagen; in welk gevecht de Bisha zelf focuvelde, en zyn zoon krygsgevangen wierd gemaakt. Ook diende het geluk hen niet beter in hunnen aanflag op Klisfa, welke Stad zy fchandelyk verlaaten moedea met verlies van vyfduizend, mannen. Ook deeden de /»oJoKken , geduurende dien tyd, hen groote afbreuk op óe Zwarte Zee. Dus leed het Othomannifche Ryk groot nadeel diior de buitenlandfche oorlogen, en door de binnenlandfcrie onluden; de fchuld hiervan wierd over het algem< en aan der Grootvizier te lad gelegd, die daarop eerfl van zyn ampt afgezet, en vervolgens op den eifch van de dsiatifche Spahis ter dood gebragt wierd. I n weerwil van alle deeze tegenfpoeden en oneenig- q heden bleeven de Turken den oorlog in Candia met veele Qqqq.3 yver XVI. Boek. XIX. Adf. ïeheurte. iifn in iosmën. regenfpoed ;rTurken. '.D.1650. 'orlog in andia»  XVL Y BK , XXI. Atu. A.T> 1651. Nederlaag yin de Tur kj ebt Vkst. S?r HISTORIE van het yver voorz-acn, werwaarts zy ccn' fterken onderftand Zonde?: onder het bevel vari Husfeyn Ba. ha. De Stad Candia ?e)v-e was in e r' zeer flechten ftaat, toen zeftig Ridders met zeshonderd Soldaaten van Malta aangekomen, htt k ift'el Martinengo bezcfeden, welke plaats het k eef in gevar.r was; en fchoon de Turken by den vierden verwoeden aanval hetzelve met den fabel in de vaift veroverden, keerden de Ridders echter welhaaft terug en heroverden het met onvergelyklyke dapperheid , alle de Turken, die daarin gedrong n waren, om het leven brengende Doch toen deeze op nieuw de overhand kreegen deeden de Cbriftenen hunne mynen fpringen, en het kafteel met tweeduizend Turken, die daarin waren, in de lucht vliegen. De oneenigheden tusfehen de Janitzaren en Spabis bleeven intusfchen te Conftanimopolen nog fteeds voortduuren : en de Kapudan - Basha wierd door de Venetiaanen ge. flagen, en binnen de Dardanellen met zyne vloot opgefloten gehouden , zodat hy niets kon uitvoeren ; waarover de Turkfcbe Staatsdienaars zo verbitterd wierden, da: zy alle de Venetiaanfche onderdaanen , d?n Bailo zeiven niet uitgezonderd, ut het Turkfcb gebied verbanden. Eindelyk noodzaakte de winter den Venetiaanen om naar huis te keeren, en de Turken de vryheid te laaten om hunne legermagt in Candia by te fpringen, die groot gebrek aan voorraad begon te krygen. Zy leiden zich zo fterk toe op het voortzetten van den oorlogindit Eiland, dat zy in het volgende voorjaar wel elfhonderd fchepen met voorraad derwaarts afzonden. Deeze vloot wierd nagejaagd door de Veneiiimen, die veele van derzelver galeyen noodzaakte om naar Scio te vluchten, met verlies van Miihammed den Basha van dnatoïten den opv )lgcr van Husfeyn, die tot Grootvizier was aangifte-U. (d) ü* (a") Ricaut in Mahomst IV.  1 OTHOMANNISCHE RYK. 67; Op den tienden July dangden de Turken de Venetianei toe een gevecht uit Waarop zy welhaast zeer hevig aar eikanderen raakten; in deezen flag wierd de Kapudan Bashi door een kanonskogel dood gelchoofen, waar op dt geheele vloot in wanorder raakte , en de vlucht nam intusfchen wierden de Galeijen , die de groo:e fchepen op het fleep:ouw hadden , door Mncenigo nagejaagd } waarop dé Turfcfèhe Bevelhebber wel haal! de vlucht narr en de galeijen voor zicH zeiven liet zo gen ; doch dc Jurken wilden liever hunne f h pen verliezen, cianzichcvergeeven , waarop zy dan ook vyf van dezelven in de lucht lieten vliegen , doch de overigen wierden genomen. Kor'om daar bleef na den flag niet éc:i fchip over , zy wierden allen genomen, in den grond gefchoten, of verbrand. Eenige dagen daarna waren de Venetiaanen niet minder gelukkig tegen eene andere Turkfche vloot, waarvan zy negen-en-dertig galeijen, drie-en*-twintig oorlogfcHepen, drie galea;-fen , en drieduizend Soldaaten, die aan boord van de zelve waren, veroverden. Iutusschen nam de oneenigheid onder het krygsvolk meer en meer toe, en deeze was nog naauwlyks geftild. toen de tyding kwam dat 'er twee oproeren ontftaan waren , naamlyk een te Dama/cus en een te Cayro. De Divan was dit jaar en het volgende geduurig bezig met het beraadflaagen hoe zy deezen opftand beft zouden dempen , en deeze tu'fchenpoozing gaf den Venetiaanen tyd om zich in Candia op nieuw te verftreken. In het-< jaar 1654 ruftte de Basha van Buda, die toen tot Kapu.1 dan Ba:ha was aangefteld, eene fterke vloot uit; en^ fchoon hy door de Venetianen aan den mond van deDardaneïien geflagen wierd , met verlies van zes duizend mar nen en zeven fchepen, vond hy egter middel om door hunne vloot door te breken en twaalfduizend mannen op het f-ilnnd C:: dia arm land te zetten. By deeze geJegenheid wist de Groot - Admiraal zyne eigen dienften Q.qqq 3 » \ 1 xvi. Boek. xxi. Af». 1Ds6n. T-derlaag •r Turkhivhot.  ©74- HISTORIE van het -XVI. Boek. xtx Aid. 4.d.16s5- Opr*crder Janitzaren en Spahis. Se Turk fche vloot verwoest. zo zeer te verheffen , en den Groot-Vizier zo zwart te maaken by den Raad, dit zy een' dienaar afzonden om hem te onthoofden , en dat zy zyn' befchuldiger in zyne plaats fielden. Doch toen de laatstgemelde kort daarna zwak en zieklyk wierd , ftelde men den Basha van Halep in zyn plaats om het bevel over den Oorlog in Candia op te vatten ,• doch deeze wierd met zyne vloot op den togt derwaarts door de yenelianen overvallen en geflagen. Hier op begon men eene onderhandeling met den Baïlo ; doch naardien de Turkjche Staatsdienaars bleven aandringen op den afftand van Candia wierd dezelve wederom afgebroken. Doch toen hier over een oproer ontftond onder de Kooplieden en Winkeliers , wierd dezelve op nieuw aangevangen; doch liep andermaal vruchtloos af, dewyl de Turken eene betaaling eischten van tien millioenen voor de kosten van den Oorlog. Intusfchen vereenigden de Spahis en de Janizaren te Conftantinopolen zich met eikanderen, onder voorvvendzeldat zy de misbruiken , die in den Staat ingeflopen waren ,. wilden herftellen. Zy drongen gewapend door tot in den Divan , daar zy den Groot - Vizier afzetteden , verfcheiden anderen amptenaaren uitdreeven; den Mufti naar Jer.ufalem deeden vlugten , en zelfs zo verre gingen ,. dat zy dreigden den Sultan zeiven te zullen afzetten. Vervolgens maakten zy zich meester van het Paleis , braken de fchatkisten open en namen daar uit meer dan twee millioenen Gouds. Toen nu eindelyk dit oproer bedaard was ftelde Sultan Mohammed den Basha van Da» mascus aan tot Groot-Vizier ; deeze was de beroemde Kupeali of Kioprili ; de Basha van Silisiria wierd aangefteld tot Kapudan - Basha , en Hasfeyn - Basha bleef het beftuur over den Oorlog in Candia behouden. Om nu den Oorlog in dat Eiland voort te zetten rustten &q Turken eene groote vloot uit ; doch zo haast  OTHOMANNÏSCHE RYK. fys * ar buiten de Dardanellen gekomen waren , wierden zy overvaLen door de Venetiaanen , die op hen Wachtten , waarop een allerhevige gevegt volgde En Rhoon der. zeiver Orperbrvr berber Marcello fbcuvelde , zettede egter de P>oveaüor de overwinning met zo veel kragt door , dat van de Turkfcbe vloot , die uit zestig ügtê galtiien , agt en - twiniig groote fchepen , en r.egen galeaslen beftond , niet neer dan agttien galeijen ontkwamen , terwyl ale de overigen gei on en , in den grord geichoten of verbrand wierden De Venethmen door deezen voorfpoed moed gekregen hebbende , veroverden in vier d,gen het Eiland Ttnedos , en kort daarna het Eiland Lemnos. De Turkfche Staatsdienaars] hegrypende , dat het verlies van de Eilanden zeer na-: deebg; gevolgen zou hebben , zonden een tahyke vloot af om het Kafteel van Lemnos te belegeren ; doch deeze vloot te Saio ingelopen zynde om daar tien galeijen int Barbaryen aftewagten , met een groot convooy van Saiken , wierd overvallen door den Venhiaanfclen Admiraal die alle deeze Oorlogfchepen benevens eenige SMen verbrande , waar by meer dan duizend lurken het leven verlooren. Hierop wierd wederom eene andere vloot uitgerust , die egter op nieuw geflagen wierd , fchoon de dappere Admiraal Mocenigo daar by het leven verloor. Zy herftelden op nieuw hun verlies , en verfcheenen in het laatst van July voor Tenedos dat door de Venetianen verlaten wierd , dewyl zy oordeelden hetzelve niet te kunnen inhouden : doch Lmrm: hield de belegering nog twee maanden uit ,E waarna het by verdrag wierd overgegeven. Tierop deed'» de Su:tan een voorflag om vrede met de Republiek te materi , mi's dat dezelve afftand deed van Gar.dia , en van Altsfa m Üaimatien , en drie millioenen betaalde voor de kosten van den oorlog , doch deeze voorwaar, «ten wieiden van de hand gewezen T9EM XVI. Boek. XIX. Afd. .ernros •eroverd. •i hernif ■n.  ' XVI. Boek* XXI. Aft. jf.D.1656 Op/land ti Afië. N.D T660 Staat dtr zaaken in Candia. 676 HISTORIE tan het Toen de fchoonbroeder van den Basha vm Halep met zyne onderhorige troepen te Adrianopolis gekomen was , welke plaats men beft.md had tot d& hyoenkomst der troepen , die tot den Dalmatijchen oorlog gefchikt waren, .deed de Groot-Vizier hem het hoofd afhouden ; hierop itrok de Basha ztlf in grote woede tJ veld aan het hoofd van veertigduizend mannen en eischte het hoofd van Kuperli en die van vier anderen ; terwyl hy ten zelfden tyd een' jongeling 'met zich voerde , dien hy uitgaf voor den zoon van Sultan Morad . en wiens recht tot den troon hy zeide te willen herftellen. Toen de oproerigen eindelyk ten getale van tagtig - duizend mannen tot naby Scutari voortgetrokken waren begaf zich de Groot - Vizier met een talryk leger naar Afië ; doch hy wierd door den Basha overvallen en geflagen met verlies van al zyn gefchut en krygstuig. Deeze nederlaag noodzaakte den Sultan zelve naar Afië over te fteeken om den Groot-Vizier te onder fteunen ; waarop hunne beide magten vereenigd zynde een les?er uitmaakten van zeventigduizend mannen ; hierop befloot de Basha een voorflag tot een ve-gelyk te doen , doch onvoorzichtiglyk zyne toeftemming gegeeven hebbende tojt eene byeenkomst in eene afgelegene plaats maakte Miriaza , die afgezonden was om met hem te handelen , zich meefter van zyn' perfoon , en verworgde hem benevens zeventien van zyne medepligtigen ; zo haast deeze tyding in zyn leger verfpreid wierd verftrooide al het volk zich van eikanderen. Intusschen waren de Venttianen niet ledig op het Eiland Candia ; want na eene verfterking van vierduizend mannen Pransch voetvolk , na de Pyrinefcbe vre^ de , gekregen te hebben y veroverden zy wel haast Calamo, Calegro en Epiearno. Vervolgens floegen zy het beleg voor Canea ; doch toen deeze plaats nog door drieduizend mannen verfterkt wierd > zagen zy van dit on&  OTHOMANNISCHE RY]K. fcj ontwerp af, met oogmerk om de Turken te verdryve uit nieuw Candia , welke -fterkte onlangs door hen gc bouwd was , naby de Stad van dien naam ; en hie by zullen wy het voor een tyd lang laaten berusten cm te z:en hoe het met de zaaken der Othomannen i de andere gewesten ten dien tyde gelegen was. (e) De zamenkomsc van het leger , dat tegen den Keize van Duitschland moest optrekken , was bepaald te Bel grado ; doch de Groot. Vizier hier ziek wordende, zone bevel aan Hapt - Basha , Veldheer der legers in Hun garyen, dat hy de belegering van Waradin, die op dei vierden July begonnen was , met allen fpoed moes doorzetten ; doch fchoon dc Turken wel haast tot aar de contrefcarp genaderd waren , en op verfche?der. p aatzen bres gefchótén hadden , vonder zy egter de Stads grift zo uyd en vo diep, dat zy geene mooglykheid Zagen om de Stad te beftormên , dan na dat eene ge« Vargerie vrouw hen ondérregtté hoé de ingezetenen gewoei waren de graft droog te maaken De bezetting wederftond egter alle hunne aanvallen met grpote dapperheid tot op den twintigften Augustus; doch toen tot het uiterfte gebragt zynde gaven zy de Stad by verdrag over . e.i trokken met volle kfygseer daaruit. De Jranfylvaniërs, verbitterd over dit verlies, zetteden hunnen Vorst Bai-kiay , die de Turken begunftigde , af , en ftelden Kemenius in zyne plaats , teffèns hulp verzoekende van den Keizer , aan wien zy Zeke/id , Choar , Ciula , en eenige andere plaatfen afftonden. Hierop voegde zich Montecuculi met een groot leger by Kemenius , en zogt Halil - Basha tot een gevegt teJ noedzaaken. Doch deeze ontweek het zelve voor dien? tyd. Kort daarna ftelde hy Michaël Apafi aan tot Vorst van Tranfylvanien , die terftond een' groten aanhang kreeg; it) Cantem. ubi fupra. Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. Rrrr 7 n XVI. - Boek. r xxi. Afd. j 1 r Geheurtf t nisfen in j Hungaryen. i t i Veder!*trg erDiric- :hers.  6>8 HISTORIE van HET xvr. Boek. XXI Ar». Kuperli Jlerft , en zyn zoon volg', hem < in zyn amp kreeg ; terwyl hy zich van deeze gelegenheid bediende' om de Keizerlyken , die door dit onverwagr geval verbaasd waren geworden , aan te va!.en , met een zo gelukkigen uitflag , dat hy vyftigduizend mannen van hen verfloeg , en Kemenius uit die land-treek verdreef. Deeze VeLlheer bragt wederom een nieuw leger op de been, doch wierd door de Turken andermaal gefl igen ; oor welken voorfpoed de overwinnaars aangemoedigd wierden om Claujenburg te belegeren ; doch zo hiast de Generaal Schmidau uit Hungaryen aankwam braken zy de belegering in alle yl op. 1 n dit jaar openbaarde zich eene hevige pest te Gmfiantinopolen , en de Groot Vizier Kuptrli in kragten beginnende attenemen verkrreg van den Su'tan dat zyn Zoon niet alleen de vryheid zou h-.bhen van hem in het waarnemen van zyn ampt by te ftaan , ma~r hem ook daar in optevolgen : gelyk dan ook Achmei werklyk in dat ampt gefteld wierd op den negentienden Oct»her9 zynde dezelfde dag waarop zyn Vader Kuperli overleed. Ter* fwyl de nieuwe Vizier bezig was met het afdanken van ! eenige amptenaaren , die zyne vyanden waren , en te bewerken dat de Mufti naar G< tiptli gebannen wierd , zette men den oorlog tegen de Venetiaiieh flegts fiauwlyk voord, die van hunnen kant te Milo vyf galei jen verbrandden, en het Kafteel van die plaats veroverden* i I n het volgende jaar klaagden de Algerynen over de behandeling der Engelfcbe Vloot oncier den Graaf van Sandwich , dach zy wie-den afgewezen door de bemiddeling van den Graaf vun fVincheifea , die toen afgezant was van het Engelsche Hof te Conjiantinopolen. >ntuS' fchen viel de Sultan zvne onderdaanen zeer lastig door zyne buiteniporige genegenheid tot de (agt ; in zo verre dat wel dertig - of veertigduizend mentenen fomtyds drie cf vier dagen achtereen ten zynen dienste de hoornen moesten omhouwen. De Groot - Vizier Achmed was van.  OTHOMANNISCHE RYK. 67< van zyn kant nog geduurig bezig met uitrooijen van zyne vyanden , onder de welken niet een was , die hem meer ongerustheid verwekte dan Mortaza , Basha van Baghdad. Mortaza van zyn ampt afgezet zynde nam zyne toevlugt tot den vorst der Kurdcn met wiens dochter hy getiouwd was ; maar terwyl de Groot-Vizier zich wapende , om dien Vorst te noodzaaken tot het uitleveren van den Basha , ontdond 'er een onverwagt oproer in Georgiën. Toen Su'tan Solymam Erzerum veroverd had , wierd 'er een verbond gemaakt , dat van de zeven Prinfen van Georgien drie zouden cynsbaar zyn aan den Sultan , en drie aan den Shah van Perjien , welke ailen zouden daan onder de opperheerfchappy van 4ch\k Pash aan wien de zevende Prins insgelyks zou onderworpen zyn , doch zonder onderdaan van eene der twee voorgemelde Mogendheden te wezen ; doch toen omtrent deeztn tyd de opperde Prins kwam te derven huwde zyne Weduwe voor de tweede maal , en ftond ten gevalle van haaren nieuwen echtgenoot toe , dat haar eigen zoon afgezet en de oogen uitgedoken wierd. Hierop verkoozen de Provintien , die van Perfi. n afhanglyk waren, een nieuw Opperhoofd ; over welke verkiezing de Turken ten hoogde misnoegd waren , en een' anderen in de plaats ftclden die van den eerden afkomdig was ; doch na dat detze dorm bedaard was door het aandeden van een' perfoon , die naar het genoegen van beide de partyen was , keerden de Turken hunne wapenen tegen Mortaza , die zich toen bevond op het Kadeel Zïzn , toebehoorende aan dien dam eer Kurden , die Tezidi genoemd wordt. Toen dit leger op den weg naar dat Kadeel genomen was drongen vyfhonderd Turken tot in het zelve door, maar wier. en wel haast terug gedreven door de Kwelen , doch deeie hen te ver vervolgende lieten ren weg naar het Kadeel open , waarop de overige Tut ken hen den herRrrr 2 togt XVI. Boek. XXi. Afp.  «8o HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXI. Af». De Turkfche loot ve'Jlrooiien veroverd. A D 663. Oor og in n Hungarye togt affneeden , het Kafteel belegerden en eischten dat men hen Mortaza zou overleveren. De belegerde bewilligden wel ras hier in om zich voor grooter gevaar te behoeden , en de Basha wierd terftond naar zyne overlevering onthoofd. Toen de Chriflenen hunne Kerken , die in den grooten brard van het jaar 1660 te Conjiantinopolen afgebrand waren , tegen het bevel van den Groot - Vizier en tegen de wet der Turken weder hadden op gebouwd, onder den naam van woonhuizen en pakhuizen, nam deeze Staatsdienaar dit zo kwalyk dat hy de zelve weder deed omverwerpen , en de herbouwers van dezelve gevangen zetten. Ook verbeterde hy omtrent dien tyd de muntfpetien , die door de Jooden , de Armenijcbe Kooplieden en door andere grootlyks bemoeid waren geworden. In dit jaar wierd de Turkjche vloot , die naar Alexandrien beftemd was , en uit zeventien groote fchepen en zeven-en-dertig Sdïken beftond , die allen zeer ryk beladen waren , na by Rhodus door de Vcnetianen overvallen , die agt - en - twintig Saiken en vier groote fchepen veroverden , en daarenboven veele lieden van den eerden rang gevangen kre.'en. Geduurende dien tusfehentyd wierden de krygstoerustingen tegen den Keizer van Duitschland gedadig voortgezet ; doch dee^e niet genegen om zich in den -jorlog in te wikkelen , zond een gezant naar Buda 3m met den Basha van dien plaats over het voortduuren van den vrede te handelen. Doch toen men dagt dat alle de artikelen van beide zyden bepaald en goed gekeurd waren , wierd in February van het volgende jaar de pSardedaart opgeregt voor de poort van het Paleis van den Groot ■ Vizier , en in de volgende maand trok 5e Sultan in perfoon met het leger op naar Sofia ; daar een gezant die van den Keizer afgezonden was , niet alleen gehoor geweigerd , maar ook in het leger in be-  OTHOMANNISCHE RYK, 681 bewaaring genomen wierd. De Tartaaren kreegen insgelyks bevel van den Sultan om honderdduizend mannen ir Hungaryen te zenden ; doch het viel hun zeer moeilyt aan dit bevel te voldoen uit hoofde van de invallen dei Kozakken , die Jfof hunne Hoofdftad dreigden. Ooi hadden deeze honderd-en-vyftig fchepen in de ZwarteZee , daar zy alles weg namen , dat hen voorkwam ; doch het grootst gedeelte van dezelve fchipbreuk gelei den hebbende , op de kust van Mingreliën , waren de overigen genoodzaakt om naar de mond van den Nieper terug te wyken, dewyl zy door twaalf Turkfche galeijen gejaagd wierden. De Groot. Vizier Achmed aan den Donau gekomen zynde begon zyn leger daar over te doen trekken; doch zyne fchipbrug breekende , na dat omtrent vier duizend mannen van zyn volk daar over getrokken waren, trok Forgatz de Stadvoogd van Neuhautel in den nacht met agtduizend mannen uit de Stad , viel op hen aan en maakte eene groote flagting onder hen ; doch het gerucht daar van wierd welhaast gehoord door het groot leger , dat buiten zyn weeten nu insgelyks de rivier was overgetrokken , en gezaamelyk op deezen geringen hoop aanviel , terwyl de Stadvoogd met eenige weinigen flegts het gevaar ontkwam. Montecuculi de1 Stadvoogd van Raab door Forgatz van deeze nederlaag!" verwittigd, zond hem een onder/rand van duizend man." nen , die zekerlyk door de lurken zouden opgeligt zyn geworden , indien deeze bevelhebber hen niet misleid had door het opregten van eene witte vlag , als of eene onderhandeling begeerde ; doch na dat deeze onderftand veiliglyk in de Stad was gekom n , wierd de witte v'ag geflreeken en de bloedvlag öpgeheist tot groote venvondeiing en verbittering der Turken. H inRop deed > e Vizier de Stad berennen ; en twee batteryen opregten , ieder voorzien van honderd ft uk. Krrr 3 ken • xvr. ! Boek. Afd. Tederlmg m Foi' itz.  682 HISTORIE van het XVI. Boek. xix Afd. Neuhaufel veroverd. Bapperheid van den Graai Seriai. ken kanon , waaruit hy de Stad grootlyks benadeelde en op den veertienden Augustus een' heviren aanval deed , doch met groot verlies terug gefhgen wierd. Op den 28 van dezelfde maand fchoten zy bres in den v al , waarop zy andermaal een' ftorm waagden doen. genoodzaakt wierden aftewyken , en fchoon zy tien dagen ''aar na zo verre gevorderd waren , dat zy reeds hun Vendel op den wal geplant hadden , moesten zy dien egter wederom verlaaten met verlies van vyfduizend mannen. Doch toen in het midden van Septemh r het groot kruidmagaz\n van de Stad ongelukkiglyk in de lucht vloog , ftemden de bevelhebbers van de zelve tot de overgaaf; onder voorwaarde: dat zy veihglyk naar Komorra zouden gevoerd worden; na dat zy de be. legering drie en veertig dagen hadden uitgehouden , en vyftien duizend mannen van den vyand hadden doen fneuvelen ,* en daar onder de Beglerbegs van Romani'èn en //natoliën , benalven nog twee andere Bashas, den Aga van de Spahis en vyf en twintig legerhoofden. Na deeze belegering veroverden de Turken insgelyks Levenz ; en waarlchynlyk zou de Groot Vizier in dit jaar nog grooter dingen gedaan hebben , indien hy niet gemist had in zyn aanflag op Schinta , daar het Keizerlyk magazyn van gefchut en wapenen was. Hy veroverde egter nog Novigrado, en keerde toen terug om te Belgrado te overwinteren ; terwyl hy een leger van dertigduizend Turken en Tartaren afzond om Stiermatk en Croaüen te verwoesten. De Graaf Serini verzamelde in alle haast op hunne aankomst vierhonderd en tagrig mannen , dat. alle de magt was welke hy by een Kon krygen , en posteerde zich daar me.ie aan de rivier Mner om hen den overtogt te boetten , zo haast hy zag dat tweeduizend van hen daar overgetrokken waren, viel hy deeze zo verwoed aan , dat zy welhaast op de vlugt gefl.gen wierden , en de droogte van de rivier wis ■  OTHÖM AKNISCHE RYK. 6S3 wisten , waar door de geenen die het zwaard ontkwamen aile moesten verdrinken ; welke tegenfpoed de geenen , die nog aan de andere zyde waren , zodanig den moed benam , dat zy aan dien kant niets meer dufden or.demeemen. De Graaf Serini in het begin van het jaar 1654. een. leger van vyf en - twintigduizend mannen op de been gebragt hebbende veroverde Berzenche , en B icocza ; van daar trek hy naar Esfek , en na aldaar zesduizend^ Turk-n vei dagen te hebben, veroverde hy de Pahnkan of Voordad , gelegen aan den voet van derzelver ver- 1 maarde b-ug , en dak vervolgens de brug zelve in brand ; die egter door de l urken in veertig "dagen wederom wierd opgebouwd. Op den vyfden Pebruiry ver 1 overde hy de Stad Vvfkelken ftormenderhand , en de.-d^ alle de inwooners ombrengen , vervolgens doeg hy11 het be'eg voor het derk Kadeel van bigeth , beroemd door den aanflag van Sultan Solyman den Pragtigen, met zeshonderdduizend mannen ; doch toen by even gelyk deez- die plaats tot het uiterde gebragt had , wierd hy door de aannadering van een groot leger Turken en Tartaren genoodzaakt de belegering optebreeken. Toen de Groot * Vizier berigt kreeg van den voorfpoed van SeriYii zond hy een gedteke vm zyn leger af, om Serinstvar te belere:en ; doch de Graaf plaatste al het volk dat hy byeen kon krygen in e ne hinderla;g, van waar hy de lurken overviel en meer dan twee duizend mannen van hen verfloeg en daarenboven eene groote menigte gevan en kreeg (jj In het begin van Mei belegerde Serini Canifia welke belegering hy met veel hevigheid voortzette ; doch dewyl Montecuculi de Keizerlyke Veldheer , hem niet tydig genoeg hyflond , was hy op de aankom* van den ff) Ricaut, Ubidam, XVI. Boek. XX Afd. ^verbrandt e brug ven isfcK. > vroverè "Vf keren.  634 HISTORIE VAM HET XVI. Bokk. XX, A/o. Serinswar gejlecht. Voorfpoed van den Graaf Soi fe. Nederlaag «ferTurkei den Groot. Vizier by de brug van Esfek genoodzaakt naar Serinswar terug te wyken , met agterlating van eenige krygsbehoeften , terwyl de vyandei hem terftond agtervolgden en die plaats berenden. Intusfchen vereenigde zich de Graaf mee Montecuculi , en drong by hem aan , dat hy de Turken flng zou leveren ; doch deeze bevelhebber, in de plaats van hem daarin te voldoen, nam bedt van het Kafteel van Serini , zerte den Gouverneur van het zelve af en deed de bezetting van den Graaf, daar uit vertrekken; welke belediging hem zodanig verbit» terde , dat by het leger verliet en naar huis keerde. De Turken met deeze oneenigheden hun voordeel - oende , deeden eene halve maan van de vesting in de lucht vliegen , het welk de belegerde zodanig verfcirikte , dat zy door vrees verbaasd eene der voornoorten open, lieten , waarop de vyandsn door de zelve indrongen , en de bezetting , die uit ne ;entienhon ierd mannen beftond , zich over de brug met de vlugt willende redden brak dezelve , waar door veelen van hen verdronken en de overigen verflagen wierden. Hierop wierd Seiinswar door de 'lurken tot den grond ge~ flecht. I n wedervergelding van dit verlies heroverde de Graaf Soife de Stad N'tra , welke de Turken den Keizer onlangs ontnomen hadden ; gelyk ook Leventz , na dat hy in twee ve'dflagen telkens m -er dan veertienduizend Turken verflagen had. De tVallachiers en Mol. daviers, met eenige Turken en Tanaren vereenigd, befloten de laatstgemelde Stad te hernemen ; doch naaldaar tweeduizend mannen verloren te hebben trokken zy op de aankomst van den Graaf Soife af om hem te gaan bevegten , op den zestienden July. Zo haast de Keizer.lyken in den eerften aanval eene hagelbui van kogels om hen hadden afgefchoten , nam hun hoofdleger de vlugt , en liet de beide vleugels over aan een' ongely- ken  OTHQM/iNNISCIIE RYK 685 ken Öryd , die dus ook welhaast genoodzaakt wierden; hun behoud in de vlugt te zoeken met agterlating van hun gelèhut en bagagie. Zy verlooren behalven .dat: noch veel volk onder het najagen ; . en de geenen die ontkwamen geen overtogt over'den Donau by Gran kunnende verwerven, dwongen de Wallagiers en MoUaviers "kunne Vorsten om raar huis te keeren; terwyl Husfeyn Basha naar Ntubaufel vlugtte , na dat hy .zesduizend mannen van de agt - en - twintigduizend verloren had. De - Keizerlyken veroverden vierduizend wagens met krygsvoorraad en mondbehoeften , meer dan honderd Vendels en twaalf ftukken zwaar gefchut , behalven nog de tenten , wapenen , paarden , kamelen , en den overigen buit. Zy gaven geen kwartier , dm alleen aan zevenhonderd Moldaviers en Wallacbiers , die zy naderhand ophingen met hunne fnaphanen om dan hals. Na deeze overwinning veroverde en verbrandde. de Graaf Soife , Barcbam , eene Palanka , of Voorftad , tegen over Gran. Intusschen deeden de twee groote legers onder den Vizier en Montecuculi niets anders dan elkanders be. wegingen gadeflaan. Eindelyk trok de eene helft van het Turkfcbe leger op den eerften Augustus over de rivier Raab , terwyl de Groot - Vizier bedoren had om den volgenden dag met het overige gedeelte insgelyks overtetrekken ; doch fchoon de veelvuldige regen htm \ belette door het opzwellen der rivier dit voornemen ter uitvoer te brengen , had hy egter daar van niet veel fpyt , dewyl de troepen die reeds overgetrokken waren , het Keizerlyk , leger in getal evenaarden , fchoon zy , gelyk naderhand bleek , dezelve in moed en beleid niet konden opwegen ; want Mont cuculi gafi hen geen' tyd om zich te verichanfen , maar overvjeb hen op den derden Augustus , vroeg in den morgen met eene hevige woede . en vervolgde het gevegrc Oost. Hist. Xli. Dell. II. Stuk. Ssss tot XV!. R-ïiK. >e Turken orden geigen d or ïontecii-  6z6 ■ HISTORIE vakhït XVI. Boek, Arp. . i l I i ] 1 I tat vier uuren in den agtermiddag met eene twyfelagtige kans. Toen nu in dien tusfehen tyd het water van 2e rivier merklyk gevallen was , trokken de Spahis dezelve op verfcheide plaatzen door , en overvielen de Keizerlyken in den linkervleugel , terwyl de Janitzaren aarden bolwerken opwierpen om den overtogt van de overigen te beveiligen. «• Zohaast de Keizerlyke Veldheer zulks bemerkte befloot hy eerst den aftogt te doen blazen ; doch kort daarop ziende , dat zy deeze opwerping nog maar eerst begonnen hadden , fchikte hy zyn leger in de gedaante van eene halve maan , en deed daarop de Janitzaren met eene verdubbelde woede aanvallen , terwyl zyne ruitery de Sphais zo dapperlyk aantaste , dat de Turken begonnen te wyken. . Hier by kwam nog , dat 'er een gerugt onder de Turken verfpreid wierd, dat de Graaf Serini de legerplaats van den Groot - Vizier aan de andere zyde van de rivier had aangetast , het geen zulk eene grote vrees onder hen verwekte , dat zy fchandelyk de .vlugt namen , na meer dan agtduizend mannen op het flagtveld verloren te hebben , terwyl een gelyk getal van hen in de rivier verdronk. De Turken bekennen zelve , dat het Othomannisch Ryk , zederd des zelfs opkomst nimmer een zo zwaar verlies »eleden heeft. Zy verloren zestien flukken kanon, hon. ierd zes - en - twintig Vendels , . den • Standaard van Jen - Groot - Vizier , vyfduizend - Bashas Houwers en tene grote menigte paarden. De Keizerlyken verloren ran hunnen kant omtrent drieduizend mannen , waar mder den Graaf van Nasfau , en eenige andere voor. ïamen Legerhoofden. Naardien nu deeze overwinning den Groot. Vizier liet minder deed verlangen naar vrede dan de Keizer te 'ooren daarnaar verlangd had , wierd 'er eene onderlandeling begonnen , ea de vrede wierd welhaast ge. trof.»  OTHOM ANNISCHE' RYK, c8? troffen met den Keizerlyken Gezant , die in het Turk. fche leeer was. De voornaamfte articulen daarvan wa. ren, dat Prins Apafi 1 ranfylvaniën zou gehouden , rnits aan den Sultan betaalende zeshonderdduizend Ryksdaalders voor de koste» van den oorlog; dat het den Keizer zou vrydaan Gutta en Nitra met vestingwerken te v/rderken , en dat de Provinciën 'Latmar en Zibolthem Jouden terug gegeven worden ; dat de vesting van Ze, cm! eeSt zou worden , -en dat IVaradin 4 D.ródf. letbewy \inge den 3root-Vt:iei aangtiaan.  688 HISTORIE van het XVI. Boek, xxi. Am. D.1ÓG6 Sabbathiy Sevieenge waanae M's<*mde, Jouden. Heer de la Haye, den Franfchen Afgezant, grootelyks mishaagde. O) Dit tydftip is aanmerkenswaardig.door een voorbeeld van bedrog en bygcloof in den pprfoon van Sabbatbay Sevi de gewaande Mesjias óer-tjoedm. Deeze man, die een Zoon was van een* Makelaar vm S nyrna9 wierd, uithoofde van zyne oproerigheid aldaar uit de Synagoge .gebannen., zworf eerst een' tyd lang door Griekenland, en begaf zich toen naar Jerujakm. . Hier maakte hy kennis: met zekeren Nathan-, .een' doortrapten gelukzoeker , i die aannam om voor den Propheet van Subbaïhay te fpeelen , en de ftptitheid had van openlyk te verkondigen , dat binnen den tyd van twaalf, maan • den : de .Mesjias voor den Suhan zou verfchynen , en hem de kroon van het hoofd neemen. Ten zelfden tyde. predikte Sabbaihay óenx fjipdea ts,,Gaza berouw en bekering ; hier door wierd zyne 'faam wyd en. zyd onder dat' volk verfpreid , dat: met, g~oote->menigte he.ri te gemoet ging op zyn' weg naar oniyrna , daar hy openlyk [ den tytel van , Mesfias aannam , en zulks aan de geheele Joodfche natie bekend maakte. De baetdoeningen .en andere buitenfpoori^heden van dat volk gingen alle begrip te boven., Zy. . floegen geloof aan de zotfte' verhaalen , die men van hem verfpreiude., Eenigen verfierden wonderwerken , die hy gedaan zou heb. ben , anderen bezwooren de waarachtigheid van dezelven , . en meest allen floegen daar aan geloof , en dreigden de genen , d e zulks niet wilden doen , in ftukken- te zullen fcheureri , want men vind , zelfs onder de Jooden , eenige lieden van oordeel en gezond verftandi Ten laatfte verklaarde,deeze Bedrieger , dat hy van God geroepen was om naar Lonftantimptjkn te gaan ; doch (g) Ricaut, ibid.  OTHOMANNÏSCHE RYK, 689 doch de Groot - Vizier deed hem daar vatten. en in de gevangenis zetten ; doch dit voorval kon den Jooden van hunne zotheid niet genezen , welker getal en bui tenfporigheid hand over hand zodanig toenam , dat de Sultan hem eindelyk in zyne tegenwoordigheid deed brengen. Het is niet te befchryven welk een vertrouwen zy delden in het vermogen van hunnen gewaanden Mesfias , en in de wonderen , welke hy by deeze gele. genheid zou doen; doch hier nam het geheele klugtfpei ten eenemaal een einde j want Mohammed beval, tot eené blyk van zyne Godlyke zending , dat men hem naakt aan eene fiaak zou binden , en dat als dan eenige boogfchutters op hem zouden fehieten , tevens beloovende , dat , wanneer de pylen niet in zyn lichaam door drongen , hy zelf hem voor den .waren Mesjias zou erkennen. Dit was gantsch geen onbülyk voorftel , doch Sabbat bay verkoos liever openlyk te verklaren , dat hy een Bedrieger was , . en Turksch te worden , dan deeze proef uit te daan. Doch zelfs deeze bekentenis kon zyne verdwaasde navolgers niet te recht brengen ; want de meesten van hen , het zy dan uit domheid , of uit hardnekkigheid , hielden daande , dat het enkel zyne fchaduw was , die in Turksch gewaad zich, vertoonde, maar dat zyn wezenlyk lichaam in den Hemel was opgenomen , om daar te blyven tot dat de tyd , waar in. zyne wonderen moesten geopenbaard worden , vervuld zou zyn. In het begin van het volgende jaar deeden de Tarta. ren eenige invallen in Polen , waarop deeze Republiek' een' afgezant zond aan de Porte , om daar over te klagen ; hierop kwam men eindelyk met eikanderen overeen , dat deeze invallen zouden belet worden , doch dat de Polakken daar voor geene ichavergoeding zouden mogen vorderen ; dat zy de Kajakken , die onlangs van hen tot den Sultan waren overgegaan , niet Ssss % zou- XVI. Boek. XXI. Afd. 'Sreie mtt 'olen.  XVI. Boek. xxi Afd. Hegyra, i < 1 1 €go HISTORIE van het zouden mogen beoorlogen , maaar dat zy integendeel verplicht zouden zyn op Traanden voet den oorlog aan Rusland te verklaren , en d it de Turken een' vryën koophandel , in Polen zouden hebben. Na dat dit verbond aldus gefloten was , en de Vizier den oproerigen Basha van Basrah bedwongen had , begon hy de verovering van Candia met allen ernst doo-r te zetten. (/O Toen hiertoe alles in gereedheid gebragt was ging de Vizier , op den agtienden van de maand Zilkaadsh , in het jaar 1077 , onderzeil van Chania , en na zonder eenigen tegedand zyn volk ontfcheept te hebben naby Fawlochor een dorp niet verre van Candia , dak hy den grond af , dien hy tot de belegering bedemd had. Den volgenden dag ging hy de plaatzen rondom de Stad gelegen bezichtigen , waarna 'er in een' algeneenen krygsraad befloten wierd den Rooien Toren te ondermynen , en na het beftormen der wallen , den eerden aanval van dien kant te beginnen. Tegen het einde van de volgende maand wierd de belegering begonnen , wier gelyk nimmer gezien is , en waarfchyniyk nooit gezien zal worden. De toebereidzelen daartoe waien reeds veeie jaren begonnen; nieuwe troepen vervulden gedurig weder de plaats der gefneu. velden ; en het krygsvolk, dat geen gevaar ontzag , cvierd door beloften en bedreigingen aangefpoord om den ïanval gedurig te hervatten. De belegerden van hunnen ;ant door hunnen moed en de derkte van de plaats onlerfteund , verdedigden de Stad negentien maanden lang net eene ongelooflyke dapperheid , terwyl zy van tyd :ot tyd door Franfcbe en Venetiaanfche hulptroepen onierdeund wierden. Elke duim grond, die 'er gewonnen vierd , was gekogt met het bloed van veele helden , die {h) R ; c a u t in Mahomet iv.  OTHOMANNISCHE RYK, 69 die aan beide zyden fneuvelden. Zo haast de waller plat gefchoten , en door de belegeraars beklommer waren , wier den 'er door de belegerden terftond nieuwe verfchanllngen opgeworpen. En dus begonnen de Othomannen , die zich verbeelden , dat wanneer zy een. maal de wallen beklommen hadden , zy al het gevaat zouden te boven zyn , byna tot wanhoop te vervallen , door dien zy zagen , dat hen telkens wedei nieuwe hinderpalen in den weg gefteld wierden , wiei verovering niet minder moeijelyk was , dan die van de geene , welke zy ten koste van zo veel bloed veroverd hadden. • Na dat ny de Othomannen geheel afgemat en moedeloos geworden waren , wierd dat geen , het welk zy dóór geweld van wapenen niet hadden kunnen verkrygen , te weeg gebragt door zekeren Panajot, ( C ) den Farjiman , of tolk van het hof , die door eene kundige redenvoering den Stadvoogd (D} bewoog om de Stad over te geven op eerlyke voorwaarden. De Groot - Vizier nam in de maand Jomazió'lamel , van het jaar 1080 , bezit van Candia , dat door de Vene tianen ontruimd wierd en hegtte dus aan het Othomannisch Ryk eene Stad , welke door alle eeuwen heen beroemd geweest is als het agtde wonder van de wereld en die als door de natuur zelve fcheen verder kt te zyn , na een oorlog van vier - en - twintig jaren , in welken , volgens de bekentenis der Turkfche Schryvers zeiven, meer (C) Zyn rechte naam was Tanagiotes. Nooit heeft eenig Christen een zo rroot gezag aan het Turkjche Hof gehad. Hy diende den Viller gelyk U'ysfes den Grieken. (D) Deeze was Francisco Moröfini, die zich naderhand beroemd gemaakt heeft door de verovering van Morea. By zyne terug komst wierd hy , zo als Prins Cantemir ons meldt, tot Doge van Venetim aangefteld. i xvr. Boek. xxi. Afd. De Stad Candia ■wordt aan den Groot Vizier ove'gegei ten.  694 HISTORIE van het XVI. > Boek. 1 xxi. Afd. i I 1 1 ] 1 i ; J.D.1667' De belege riiïg begint En wn'dt w.t wisfelr neer dan tweehonderduizend Turkn het leven verloren ïadden. C i) Dus luidt het verhaal der Turken , dat voorzeker len Christenen zeer tot eer ftrekt ; te meer , dewyl :y de overwinning van den Vizier aan list en niet aan lapperheid toefchryven ; doch met betrekking tot de >yzonderheden van deeze berugte be'egerrng , moeten vy onze toevlugt nemen tot de Chriften Schryvers. 3e Stad was op dien tyd verderkt door zeven groote )astions , genaamd , Sabionera , Verturi , Jejm , Martinengo , Bettohlehem , Panigra , en Sr. Andrea in deze allen wierden omringd door eene wyde en diepe *raft , welke van buiten wederom door verfcheiden •avelynen verderkt wierd. O p den veertienden Mei floeg het Turkfche leger , zeventigduizend mannen derk , zich neder tegenover St. Maria in de vlakte van Gioffiro , daar zy eerst hunne liniën begonnen , en die tot aan den zeekant uitllrekten. De Groot Vizier nam zyn kwartier tegen over Panigra ; de Janitzaar~ Aga tegen over Martinengo , :n ce andere Bashas tegen over de andere Bastions. Zy wierpen drie battaryen op , te weten , een tegen Matinengo , een tegen Pmigra , en epn tegen Bettohlehem , waaruit zy kogels fchoten van zestig , negentig , en hondertwintig ponden. De belegerden van hunnen kant , delden hunne verwering ook voornaamlyk naar dien kant in het werk ; de Marquis de Ville de Opperbevelhebber van het voetvolk , had zyn kwartier in het bastion van Jefus ; de Proveditor - Generaal in het bastion Martin-ngo ; en Giakomo Contarini , Groot Hertog van Candia in het- bastion Sabionera. Na dat nu de Stad dus aan alle kanten , behalven aan den Zeekant .bezet was , begonnen de belegerden dea ( i) C A N T B U. pag.- 158.  OTHOMANNISCHE RYK. 695 den vyand te ontrusten door uitvallen en ondermyningen , en deeden met een' goeden uitflag zes mynen fpringen naby den uithoek van de halve maan van het Fort Mooenigo. Van den anderen kant kwamen de Tur. ken zo naby Panigra , dat zy daar ook eenige mynen, deeden fpringen , doch zonder veel nut , een derzeive deed egter eene vry goede werking , waarop zy op deeze bres een' verwoeden aanval deeden , doch terug gedreeven wierden ; gelyk ook naderhand uit eene andere bres in de halvemaans , veroorzaakt door eene fchriklykc ondermyning , die een gat maakte , door hetwelk agt mannen naast eikanderen konden indringen. Beide partyën gingen voort met ondermynen en aan vallen te doen met wisfelvallig geluk ; en de belegerden tot driemaal toe onderftand gekreegen hebbende deeden verfcheiden voorfpoedige uitvallen. Eindelyk tegen het laatst van October beval de Groot-Vizier door een' brief en groote gefchenken van den Sultan aangelpoord , dat men een' algemeenen aanval zou doen , en wel voor1 naamlyk naar den kant van Panigra ; zp dat het de Turken gelukten zes van hunne Vendels op de ruïnen van dat bolwerk te planten , waarop zy het wiaagden tot 'in de graft te komen ; doch na dat de meefte van hen door het fpringen van drie mynen gefneuveld wa. ren , moesten zy voor dien tyd terug trekken. ' Toen eindelyk de winter aankwam , begonnen de, vyandlykheden te verflauwen , en men begon van bei. de zyden van vrede te fpreken ; doch toen deeze onderhandelingen vrugteloos afliepen , maakten de Turken, in het volgende voorjaar , in alle hunne zeehavens o-roote toebereizelen om hun leger van a! het noodige te voorzien , en verflerkten hetzelve op nieuw met zeventigduizend mannen. Ook kregen de belegerden eenigen nieuwen onderdand , waar door de bezetting gerekend wierd vierduizend mannen derk te zyn. IntusOost. Hist, Xd Deel. II Stuk. Tt.tt .Jfchen xvr. Roe;c. XXI. Am' iliiggi 'uk •omtgezet.  é96 HISTORIE van hit XVI. Boek. xxi. Afd. Ett baftio', St. Andre beyiglyk itjlomd. fcben wierpen de belegeraars eene battery op naby het Lazareth ; waaruit zy de haven zodanig onveilig maakten , dat geen fchip daarin komen of ankeren kon. Ook wierpen zy eene battery op naby St, Andrea waaruit zy Framata , eene andere haven voorkleine fchepen, grootlyks ontrustten. Op zeKeren duisteren nacht voeren zy langs den zeekant , maakten een kabeltou vast aan de palisfaden van St. Andrea , en na dezelve door een kunstwerktuig omverre gehaald te hebben breidden zy hunne verfchanzingen ook langs dien kant uit. Doch de belegerden een' uitval doende , noodzaakten hen om binnen hunne oude verfchanzingen terug te keeren , en vernielden eenige redouten en liniën. i Deeze voorfpoed ftelde de belegerden in ftaat om ihunne platte - formen aan den kant daar de gragt langs het baftion van St. Andrea liep , te vooltooi. jen. De Turken bleven egter met een onvermoeid geduld het klein Kafteel Priuli befchieten , benevens het gordyn en het ravelyn van St. Andrea en ftelden tevens hunne uiterfte pogingen in het werk om de gragt te vullen , en fchoon de belegerden op den negen - en - twintigften February een' gelukkigen uitval deeden bleven egter de belegeraars hunne werken b gen dat baftion voortzetten. In deezen ftaat was de belegering toen de dappere Marquis de Ville door den Hertog van Savoyen terug geroepen wierd , en het opperbevel over gaf aan den Marquis de St. André Montbrun , een' Fransch Edelman. Onder de veelvuldige vrywilligers die door de langduurigheid en berugtheid der belegering van Candia derwaards gelokt wierden , was ook de Heer de la F'euil. lade , Hertog van Rohan met een' hoop volk , die in vier brigades verdeeld was , onder het bevel van een getal Edellieden. Deeze deeden een zo verwoeden uitval , met den Hertog aan hun hoofd dat zy door hét groot leger, van de vyanden heen floegen ; doch  OTHOMANNISCHE RYK. *97 al te verre doordringende waren zy genoodzaakt met groot verlies terug te keeren. Omtrent deezen tyd kree gen de belegerden eene verfterking van drie en-dertighonderd mannen Lunehurgfihe troepen ; doch zy wierden zodanig gedrongen door gebrek aan volk dat dc opperbevelhebber Morofini verfcheiden galeijen ontwapende om de bezetting te verfterken. intusfchen deeden zy verfcheiden Mynen met goed gevolg fpringen} en deeden tegen het laatst van het jaar een' uitval by Sabionero , waarin zy byna drieduizend Turken verfloegen , eene battery van hen veroverden , en hun gefchut vernagelden (*) De belegerden groote voortgangen gemaakt hebbende aan de Oostzyde van het Fort St. Andrea, benauwden het bastion Sabionera grotelyks aan de Westzyde, en deden op zekeren nacht een algemeenen aanval op de twee gemelde bastions benevens op dat van Panigra , en op -het • groot b ort Sr. Demetrio ; doch wierden , tot driemaal toe , met groot verlies terug gedreven. Toen niet lang daarna de Marquis Cornaro , en de Baron Spar, met een' onderftand van drieduizend mannen aangekomen waren , deeden de belegerden een' da pperen uitval, waarby de Turken meer dan tweeduizend mannen verlooren. D e Sultan was omtrent dien tyd met zyn Hof naar La* risfa vertrokken om des te nader by den zete> van den oorlog te zyn; daar Signor Molino als afgezant van Pent* tien by hem kwam, om hem voorflagen van vrede te doen; doch hem wierd gezegd, dat hy niets zou bewerken, zolang hy de fleuteis van de Stad Candia niet medebragt; want dat Sultan Mohammed die Stad wilde hebben, bet mogt dan koften wat het wilde, en zyn Vizier zette de belegering met de uiterfte hevigheid voort. Hy deed ver- fchei- (*) Ricawt ubi ftipra, v Tttt % XVI, Boek. xxi. A.FD.  i xvi. i Boek. t xxi. 1 Afd. ; 3e luiten verken wordei yerovtrd, J.D.i66t St. Andre . Staat der zaaken in Hongaryen A.B 1670, Vreae met Venetiën. Geduurende deezen tyd waren de Hungaaren zeer misnoegd, naardien zy, volgens hun gevoelen, door den Keizer niet wel behandeld wierden; de voornaamften deezer misnoegden waren de Graaf Petrus Smni, Nadafti, en Frangipani. die, na eenige onderhandelingen, beflooten de Turken op hunne zyde te trekken,- doch, niet kunnende overeenkomen met den Kaimakau, KaraMofta, omdat hy begeerde, dat zy, even als de Tranfylvanien, fchatting zouden betaalen, zonden zy afgezanten naar Candia aan den Grootvizier, Achmed Kyopnli , m verwachting, dat ay van hem beter voorwaarden zouden verkry. gen; doch deeze niet genegen om zich in een' tweeden oorlog in te wikkelen, wees hen op eene beleefde wys van de hand. Hy deed echter hunne voorflagen in ge. fchrift ftellen, en beloofde, dat hy dezelven by da Staatsdienaars, die toen by de Porte waren, zou inleveren. Doch toen dit verraad van deeze Edelen ontdekt wierd, wierden zy allen gevat en ter dood gebragt. Toen de Grootvizier uit Candia te Adriampolis terug gekomen was, wierd Signor Mo lino, als afgezant van Penetiën gezonden om den vrede te bevorderen , die ten laatfte tot ftand gebragt wierd, en waarby de grenzen van Dalmatien bepaald wierden. In dit jaar wierd het wyn» drinken verboden, uithoofde van de moedwilligheid der Turken vierhonderd twee-en-zeventig.; de Venetiaanen hebben .yerf-hoten vvftitiduizend driehonderd - en - zeventien vaten buskruid-, SïS-WteïSiend een honderd en- negentien bsmben van vyf tiï to vyfhonderd ponden zwaar ; een honderddu.zend negenha*derd-en- zestig s-ranaaten van koper en yzer ; van glns vier - en tagtigduizend agthonderd vier-en- zeventig ; tweehonderd zes - en zeventig duizend zevenhonderd drie-en-veertig kanonkogel*; agtien mi'lioenen vier - en-veertigduizend negenhonderd zeven en- vyfrig panden lood : dertien millioenen twaalfduizend vyfhonderd ponden lont.' Zy lieten omtrent driehonderd ftukken, ligt gefchut m de Stad.  OTHOMANNISCHE RYK. 703 Janitzaren; en Prins Or. Cban door vergif om het leven gebragt op bevel van den Sultan zyn' Broeder. (g) Terwyl Sultan Mohammed, onder voorwendzel van de jagt, naar Tenishahr .(S) vertrokken was, om nader by de hand te zyn tot het zenden van den noodigen onderftand naar Candia. onderwierpen de Sari Kamifh Kozakken, die tot hiertoe onderdaanen van den Koning van Polen ge ' weeft waren, zich aan hem, en zonden hem afgezanten,; waaronder hun Heiman zelf was. Dorojbenko, dus was zyn naam, wierd door den Sultan vereerd met een' paarde (laar t, eene pels, en een Alem - Sangiak tot teken van zyn oppergezag. De Kofakken, die tot dus verre Po» len en Rusland ten dienft hadden geftaan, en welker land, uit hoofde van deszelfs omwegen en moerasfen , en van hunne geduurige invallen in het grondgebied der Turken, de voormuur van deeze beide Ryken geweeft was, deeden dezelven thans vreezen, dat zyn voortaan van dien kant geen geringer nadeel te vreezen hadden dan zy de lurken voordeezen hadden tcegebragt. Dit bewoog den Konig van Polen, om eer deeze nieuwe verbindtenis algemeen aangenomen wierd, een leger derwaarts af te zenden, dat zich vereenigde met de geenen, die nog zyne zyde hielden, en met hen groote vcrwoeftingen in dat Land aanrechtten. De Sultan van deeze daad kennis gek-egen hebbende zond een Cbaujb met een' dreigenden 'brief aan den Kov ning; en toen deeze deshiettegenftaande voortvoer rnetc het pleegen van vyandlykhede 1, verklaarde hy hem den P oorlog, in de maand Sar van het jaar 10S3', tr°k hy op,met een groot leger, cn eene brug over den Donau by Sachs geflagen hebbende trok hy met zyne geheele magt over (g) Ricaut, ibid. (S) Dus wordt Latisfa , de tegenwoordige Hoofdfhd van Tbesjatfên , door de Turken geroemd Cant. Oost. Hist. Xli. Deel. II. Stuk. Vvvv XVI. Boek. xxi. Afb. De Cofak. 'itninderverpen zich an den 'ultan. Fïegvra, 1083. ■D 1672. orkg met jlen  704. HISTORI VAN HET XVI. Boek, XX. Afd. Kaminiel verove rd. Wrede m Eolen. over dezelve. Na een' langen togt door Meldavien veftigde hy zyne legerplaats naby de Stad Choczm. Vandaar zond hy eene ftèrk'ê. p&fty fn fchuken over de Tyras, die by den eerften aanval Z-wanïècz veroverd?, en, nadat deeze zich met de Tartaaren, onder'het bevel van hunnen Chan , Selim Gueray vereenigd had , deed hy eene groote brug over die rivier bouwen. By deeze gelegenheid befpeurde men, dat Duca, de vord van Mohlavien, de vyanden begundigde, uit het wc'geren van timmerhout ; en dat hy zich had laaten omkoopen om den op» Bouw van de brug te vertraagen. Om deeze reden wierd hy afgezet, en zyne goederen verbeurd verklaard, waarop de Edelen van dat Land Petrus tot hunnen Vord verkoozen. Eindelyk op den derden van de maand Rfibio' lachir de Tyras overgetrokken zynde, verfcheen hy met zyn leger voor Kmniniek, welke Stad drie uuren van die rivier afgelegen is. Deeze -plaats is zeer fterk zo door de natuur als door de kunft. Zy wordt omringd door den fneldroomenden vloed Smotricz, wiens oevers aan alle kanten met ruwe en deile rotfen bezet dc Stad byna ongenaakbaar maaken. Daarenboven daat 'er nog een kadeel in het midden van de Stad, dat met wallen van groote hoogte en derkte omringd is, De Polakken, zich op deeze veding verlatende, in verwachting, dat de Othomannen op dezelve hunnen krachten zouden verfpillen, verfchee. nen niet in het veld. Doch de wallen wierden zo hevig befchoten, dat zy in den tyd van tien dagen geheel ver; nield waren. De bezetting zich te zwak bevindende om de Stad langer te verdedigen week in het kadeel ; doch zich weihaafl daar ook niet langer veilig oordeelendey gaven zy hetzelve over onder voorwaarde, dat zy vry zouden uittrekken. * De Polakken donden verbaasd, dat eene veding, die volgens hun oordeel eene belegering van veele jaaren kos.  OT HOM A NNI SC HE RYK 705 kon uithouden, in zo weinig dagen veroverd wierd; en om hen nog meer in verlegenheid te brengen wierd Ka. plan Mehemet Basha, Stadvoogd van Halep, benevens de Chan der Tartaaren, met eenige ligte troepen afgezonden om Lemberg te veroveren; terwyl de Sultan befloten hebbende hen met het groot leger te volgen zich by Bnchach nederfioeg. Toen deeze Stad tot het uiterfte gebragt was, kwamen 'er gezanten in de Tartaarfche Legerplaats, met aanbieding uit naam van den Koning en de Republiek van Polen, dat zy agt-en • veertig vlekken en dorpen in het grondgebied van Kaminiek zouden afflaan; dat zy eene jaarlykfche fchatting van twintigduizend ryksdaalders aan den Sultan zouden betaalen, en dat zy in het vervolg de Kofakken van Doroshenko nooit meer zouden ontruften. Toen de Chan deeze voorflagen gehooid had, wees hy de Afgezanten naar den Sultan, die hen op deeze voorwaarden den vrede toedond ; en daarop in de maand Shaaban naar Adrianopolis terug keerde. (h~) Oorlog met Polen, Rusland en den Keizer, benevens de belegering van Wenen. Terwyl Mohammed wachtte op de aankomd der Poolfche Afgezanten, die hem de beloofde fchatting zouden brengen, en den vrede verder bevedigen, kreeg hy bericht, dat Dorofhenko, Opperhoofd der Kajakken, van hem afgevallen was, en met een talryk leger de Turkfche grenzen ontrudte. Deeze onaangenaame tyding wierd door nog onaangenaamer gevolgd ,■ te weeten, dat de Polakken, door de beloften van den Keizer en den Paus aangemoedigd , nieuwe toebereidzelen maakten tot den oorlog. Kort D daarna kreeg de Grootvizier, Kioprili.Achmed-Basha een'w< brief van den Groot - Kanfelier van Polen, waarby deezevt: hem (ft) Ca ut. pag. 263, & fcqq. Ricaut, ubi fupra. Vvvv 2 XVI. Boek. xxi. Aid. ; \rede rdt weder 'brtken.  XVI. Boek. XXI, Al d. Hegyra, 1084 A.D.16T. Joannes Sobiesky VeUheér van Pole verjlast d Turken. (T) Bestaakdb, volgens Ricaut , uit vyftigduizend ma» Ben, 607 HISTORIE VAN HET hem tekennen gaf, dat de Menden van dat Ryk de voor-' waarden; die de Koning had aangegaan, voor nietig verklaarden , dewyl zulks gefchied was zonder hunne toeftem ming; en dat zy allen veel liever wilden ftervcn, dan den geringften penning, by wyze van fchatting, aan de TutfccTi bet,ncilcn Toen de Sultan zag, dat de Polakken hem mislleid hadden, befloot hy zich ten ftrengfte daarover te wreeken. i De Grootvizier verweet. in zyn antwoord op den brief van den Grootkanfelier , de Polakken hunne trouwloosheid, en dreigde hen met den geheelen ondergang van hun land, indien zy niet, zonder aarzelen, voldeeden aan de ? bovengemelde voorwaarden. De Sultan ziende, dat dee'ze bedreigingen geene uitwerking deeden , trok zelf, in de maand Rabio' lacbir, van het jaar 100*4, tegen hen te veld met een leger niet minder fterk dan het voorgaande ; zich vleijende met dé hoop, dat hy hen op éénmaal zou overmeefteren, dewyl zy door hunne voonge rampen zo zeer verzwakt waren, en dat hy dus hun land aan zyne bezittingen zou hechten, Doch de Polakken, door hunne Schade wys geworden , ftilde alle de binnenlandfche onluften, die grootendeels oorzaak waren geweeft van de voordeden, die de Turken in het voorig jaar op hen behaald hadden, en bragten hunne gantfche legermagt op de been (T), die, onder het bevel van Joannes Sobiesky, by Cboczim de Tyras overtrok, eer de Sultan hen zulks kon beletten. Weinig dagen "daarna kwam Mohammed aan, die op het zien, dat de plaats, daar hy de rivier dacht over te trekken, reeds door de vyanden bezet was, niet weinig verbaasd ftond over de ftoutheid van een valk, dat nog zo kort geheel overwonnen was geweeft; en zich uit dien hoofde verbeeldende, dat hun kwaad noodlot hen moedwillig in. hun  OTHOM ANNISCHE RYK. 707 hun verderf deed loopen, door zich tusfehen de Tyras en den Donau als op te fluiten, gaf hy bevel om hen aan te talten. Hierop, volgde een hevig gevecht tusfehen de beide legers; dat twyfelachtig bleef tct regen den avond; toen Petreczeicus Vorft van Moldavien, en Grrgorius, Vorft van Wal ■ lachien tot de Poolfche troepen overliepen, waarop de linkervleugel der Turken , die door lbrahim- Ba/ba wierd aangevoerd, uitriep, dat zy verraaden waren, en weigerde langer naar hunne bevelhebbers te luifteren. De rechtervleugel wierd insgelyks door de dapperheid der Polakken welhaaft gebroken; doch deeze week in den beginne maar zeer langzaam totdat dezelve al te fterk gedrongen wordende hals over hoofd de vlucht nam, met achterlaating van al het gefchut en de krygsbehoeften. Toen de Sultan, die vier uuren achteruit gebleven was, zyne troepen hierendaar in wanorder zag vluchten, deed hy zyn beft om hen weder bycen te brengen en op nieuw tegen de wanden aan te voeren; doch ziende, dat noch zvne woorden, noch zyn zwaard eenig vermogen op hen had , was hy ten laatfte insgelyks genoodzaakt zyn behoud in de vlucht te zoeken, om niet in de handen der vyanden te vervallen. (/.) De Christenfchryvers melden ons, dat Sobiesky zelf door drong tot in de legerplaats der Turken, en daar met eigen hand den Veldheer Husfeyn-Basba kwetfte; dat het gevecht vyftien uuren geduurd heeft, en dat, onder da lurken, Solyman, Beglerbeg van Bosniën, voornaamelyk heeft uitgemunt; die in het najaagen eindelyk verflagen wierd, nadat, geduurende den flag, zes paarden onder nem waren doodgefchoten ; dat alle de Janitzaren, ten getale van agtduizend in het gevecht zyn omgekomen; behalven nog twaalfduizend mannen van het ander krvgsvoik; en dat zy hunne geheele bagagie verlooren, beftaan. de s) Cant. pag. 2?;. & üqq. Ricaut, uli furra. xvr- Boek. XXL. Afd.  807 HISTORIE vAH HET XVI. Boek. xxi. Am. Joannes Sobiesky •word tot Koning va Polen ver koten. Hy wordt door de RyksJienden nit behoorlyk bygejlaan, (*) Ricaut, ibid. de in vyf - en - twintigduizend wagens met krygsvoorraad en levensmiddelen, en tweeduizend beurzen tot betaaling der troepen. ( k) Nadat het Turkfch leger verflagen was, fcheen niets meer in ftaat om de Polakken de herovering van hunne verloren landen te beletten, of zelfs de grenzen van hun land nog verder uit te breiden. Kaminiek, dat hen daarin' hinderlyk kon zyn, wierd gedrukt door een' feilen hongersnood , die waarfchyniyk de bezetting welhaast zou noodzaaken die veiling te verlaaten ; doch deeze hoop wierd onverwacht vernietigd door de dood van Mi. chael Koning van Polen, die de Edelen van den oorlog aftrok om zich met het verkiezen van een' nieuwen Koning bezig te houden. Na lange beraadflaagingen wierd ;de kroon opgedragen aan Joannes Sobiesky, Groot • Maarfchalk van het Ryk; die niet alleen door zyne doorluchtige afkomft; en perfoonlyke verdinften, maar ook door de onlangs behaalde overwinning op de Turken, de meefte ftemmen tot zich getrokken had. Deeze keus was ganfch niet aangenaam voor het Othomannifch Hof. Naardien dezelve de overwonnen en nog grooter ramp fcheen te dreigen, bragt de Sultan een magtig leger op de been om hem te keer te gaan, en zond bevel aan Selim-Gueray. Chan, om zich met een talryk leger van Bujakfche en Crimfche Tartan en met hem te •vereenigen. De Koning van Polen, die de waare oorzaak'van deeze beweegingen vermoedde, vermaande alle de Ryksftenden, dat zy hunne onderhoorige manfchap -zouden op de been brengen ; doch deeze waren doof voor zynen raad, naardien zy zich verbeeldden, dat de magt der Othomannen, door de laatftgeleden nederlaag verzwakt, in veele jaaren niet in ftaat zou zyn om zich te herftellen; en dat, uit dien hoofde de troepen , die zy op de been hadden, genoegzaam toereikende waren; doch de waare reden  OTHOMANNISCHE RYK. 708 reden van deeze weigering waren dat de Edelen bevreesd waren dat deeze heldhaftige Koning, wanneer geheel Polen zich eenmaal onder zyne bevelen zou gefchikt hebben zou trachten de kroon erflyk te maaken in zyn gedicht. Sobiesky. dus buiten ftaat om den vyand door geweld' te bedwingen , nam voor om hem door lift te verzwakken. Ten dien einde zond hy de troepen, die hy op de been had, naar Kaminiek, om die Stad te belegeren; dit bragt deeze vefting in zo groote verlegenheid, dat de bezetting naauwlyks levensmiddelen genoeg had voor ééne week ; doch de Sultan hiervan bericht gekregen hebbende verzamelde zyne troepen , en trok terftond voort met zoveel fpoed, dat de voorhoede van zyn leger op den tienden van de maand Rabto' lachir, in het jaar io%s naby Cboczim verfcheen. De Polakken, die de Turken no?C in geene twee maanden verwacht hadden, braken, zctv haaft zy de tyding van derzelver aannadering gekregen hadden, in alle haaft het beleg op. Welhaaft herwon de Sultan de Stad Cboczim; voorzag Kaminiek van al het noodige, en veroverde Human. eene Stad in Podohen. lenzelfden tyde kwam Doroshenko , met vierduizend Kufakken. Mohammed te hulp, en bood hem al zyn volk aandoch de Sultan hem , naar liet fchynt, niet veel betrou! wende, beval hem weder naar huis te keeren, zeggende dat by zich van de hulp der Kajakken tegen Polen niet bedienenen kon. Deeze hoon vertoornde Dorojhenko ten hoogde, en d^ed naderhand groot nadeel aan de Oth> mannische zaaken , door den overgang der Makken tot Rusland. Mohammed begrypende, dat hy niet verzekerd kon zyn van kaminiek, zolang het door Chr ijl enen bewoond wierd f naardien deezen zjne vyanden zouden kunnen • bericht' K geeven van alles, wat daar omging, en dezelven gelegen »' heid geeven om de Stad te heroveren, gaf bevel, dat ■ alie derzelver inwooners moeften vertrekken naar de ©verzyde van den Donau by den berg Hcemus, in de • pro* XVI. Boek. XXI. Afd. [am in iels ontzet. Fïegra, 1085. UX1674. 'hoczim iroverd. e invoer. rs van aminiek rdea r tr. Plaatst,  668 H I S T O R IE v a'v het XVI. Boek. xxi. Afo. Hegyra, io87jt.D. 1676 HetPtdfc) leger wordi emjingeld. provincie van Kirk - Ekklefibk, daar hen land tot hun verblyf aangeweezen wierd; en verdeelde toen het land onder tweeduizend fpahis, die te vooren in de nabuurfchap van Bender, Akkierman. en Kili gewoond hadden. Nadat de zomer met het fchikken van deeze zaaken verlopen was, keerde hy naar Adrianopolis terug; daar hy, thans den vyand verwachtende, dien hy te vooren gevreesd had, zich het gantfche volgende jaar aan zyne ver. maaken overgaf, en het feeft der befnydenis van zyne twee zoonen Moftafa en Achmed. benevens dat van het huwlyk van zyne dochter vierde; (JÜ) de gefchenken, (V) die hem, by deeze gelegenheid gedaan wierden, bedroegen meer dan de helft der jaarlykfche inkomfte van het gantfche Ryk. De Polakken, zich verbeeldende, dat deeze werkloosheid der Turken enkel eene krygslift was, waren bereesd iom iets tegen hen te onderneemen; doch toen de koning de waare reden daarvan vernam, bragt hy, in het jaar 1087, een nieuw leger op de been, en Kaminiek voor* by trekkende viel hy in Moidavien, me-; oogmetk om den Sultan op zyn eigen grondgebied aan te taften. Aioham' med, die zyn tyd enkel in dartelheid en met jaagen had doorgbragt, zond, wegens het overlyden van Shisbman lbrahim] Basha met den rang van Seraskier, (W) aan het hoofd van een talryk leger tegen den Koning van Polen af; die hem aanftonds een' veldflag aanbood; doch de Seraskier, die een man van fchrander vernuft en groote krygskunde was, hield zyn' vyand eerft op met voor- dach- (U) Met zyn' gunfteling Kul - Ogli , Basha van Magnefia Ricunt. C 1btb m 1 B. (V)Alle amptena.'.rs die eenige betrekking tot de Staats regeering hebben , zyn verplicht by deeze er) dergelyke gelegenheden den Sultan gefchenken te doen. Cant. (W) Gemeenlyk geroemd Bashbog , dat is , cppjrhoofi of bevelhebber van het ganfche ieger. Cant.  OTHOMANNISCHE RYK. 7n wendfelen van vrede, om hem des te beter in flaap te wiegen} doch kort daarna brak hy, na eenige voorbedachte gefchillen, de onderhandeling af, wist het Poolfch leger lidiglyk te omllngelen, en alle hunne poogingen te verydelen. Eindelyk gelukte het hem den Koning in zyne legerplaats zo naauw in' te fluiten, ( X) dat hy geen' bode naar zyn ryk kon zenden, of een' van daar ontvangen. Toen nu dc zaaken van Polen tot die wanhoopigen' toefland gebragt waren, zend de honing eenige lieden* naar de Turkfche legerplaats om te verneemen, of de vcörige voorwaarden van vrede konden vernieuwd worden. lbrahim Basha zou hierin niet toegeftemd hebben, indien hy niet befpeurd had, dat 'er eene muirery in zyn leger berokkend was, die op het punt ftond van uit te barften. De Janitzaren-, misnoegd over de ver. haafte marfchen , die zy hadden moeten doen om den Koning in deeze verlegenheid te brengen, zeiden, dat het ten hoogfte onredelyk was, dat men hen wilde dwingen om tevens het weder en de vyanden te beftryden; terwyl de Sultan zich enkel met de jagt en met andere vermaaken bezig hield. Van den anderen kant hield de Chan der Tartaaren, befpeurende dat hy by deezen oorlog meer verloor dan won, niet op met den Seraskier voor te houden, dat het best was den voorflaag van den Koning van Polen aan te neemen, en zich dus uit een dreigend gevaar te redden, dan het geheel Othomanniscb leger in de waagfchaal te ftellen door de Polakken tot wanhoop te vervoeren. Toen lbrahim deezen raad eindelyk goedkeurde wierden van beide kanten gyzelaars gewisfeld; doch de Turken, door het gerucht van vrede ach- (X) De Polakken welker leger niet meer dan vyftienduizend manBen fterk was wierden naby Zerauna omringd door meer dan honderdduizend Turken , die hen ig-er i-rede verleenden , toen zy zulk* hu mirst verwagtten. Man ley. Oost.Hist.XJI.Deel.II, Stuk. Xxxx XVI. fcüEK XXI. Afd. 'oorjlag* ■m Vreek,  H l S T O R I E van het XVI. Boek, xxi. Afd, 'Verwaandheid van der, P.nlfchtn afgezant. • Hegva 1088 . A.Q. 167] achteloos geworden , verwaarloosden hunne posten, waardoor de Koning van Polen gelegenheid kresg om zyne legerplaats te verlaaten, et) naby Mobilow eene bende Tartaarenonverwacht te overvallen, die hy zonder veel moeite verfloeg. Toen deeze tyding aan den Seraskier gebragt wierd, die toen juist aan het middagmaal zat met de Poolfche Afgezanten, deed hy hen fcherpe verwyten over hunne trouwloosheid, en over het fchenden van het Recht der Voikeren j en zond terftond zyne ruitery af om de Tar. taaren by te ftaan. De Turkfche ruiters vonden de vy. anden naby Zeraunaf en vielen vol van gramfchap op hen aan op den ^9 van r'e maand Rcijeb-, doch na een hard, nekkig gevecht weeken de beide partyen tegen den nacht naar hunne legerplaatsen terug, terwyl 'er geduurende zeventien dagen geduurig fchermutfelingen van wederzyde met wisfelvalligen uitflag voorvielen. Eindelyk wierd midden onder het woeden der wape.ien de vrede gefloten , en getekend op den zesden van de maand Shaaban. De Polakken deeden by hunne terugkomst de landftenden vergaderen, die, in weerwil van den tegenrtand van den Keizer van Duitfchland, de voorwaarden goedkeurden, en den Palatyn van Kulm als.afgezant.naar de Porte zonden. (/) > Toen de afgezant naby Conftantinopolen gekomen was met een gevolg van . zevenhonderd mannen verzogt hy door een' brief, dat de Grootvizier hem aan de Stads, poort zou te gemoet komen. Toen deeze eer hem geweigerd wierd wilde hy niet inde Stad komen, doch begaf, zich naar Daud Basba; welke kwaaiyk geplaatfte hoogmoed de vrede merklyk vertraagde, te weeten. van de maand Rafib van het jaar 100.8 tot de maand Safr van het volgende jaar. , De vrede wierd echter eindelyk geflooten in het voorgemelde dorp, en de voorwaarden van den zeiven geichikt naar goedvinden van den Grootte D Cant. pag. 284. , ,  OT HOMANNISCHE RYK. 713 Grootvizier. By d.eeze artikelen deeden de 'Polakten niet alleen ' afftand van hun regt op Kaminiek maar verbonden zich ook om hun geheel gezach op de Kofakken van Podohen als onderdaanen aan de Othomannhche Por* te af te ftaan en de Lipka Tart er s (Y) verlof te geeven om te vertrekken. Kortom, de ganfche onderhandeling was zodanig ingerigt, als of niet een Vorst meteen Vorst •maar een heer met zyn onderdaan handelde. Deeze kleinachting kon echter den Poolfchen afgezant niet van zyne verwaandheid genezen, want op dat hy niet zou fchynen met zulk een pragtig gevolg te vergeefs in Turkyen gekomen te zyn deed hy na het fluiten van den vrede den Grootvizier verlof verzoeken om zyne openlyke intrede te doen. By deeze gelegenheid deed hy, behalven andere blyken van trotsheid, zyne paarden met 'zilveren hoefyzers beflaan, en deeze enkel met een of twee nagels vaft hegten, op dat dezelve des te ligter zouden afvallen, en de Turken* zich zouden verwonderen overden rykdorn van Polen, doch het geen hy zich verbeeld had hem tot eer te zullen drek ken viel tot zyne fchande uit, want de Grootvizier zeide, toen men hem een van deeze hoefyzers bragt, dat de paarden van den ongelovigen wel is waar hoefyzers van zilver aan hadden, maar dat zyne narfens zekeriyk van koper moeften zyn, dewyl het niettwel te gelooven was, dat iemand die het recht gebruik van zj* nen zinnen had tot zulk eene buitenfporigheid kon ver- s vallen, (in) Intuffchen wierd Hungaryen door inlandfche? onluften van een gelcheurt. üf fchoon de 'lurken, dieH toen met Polen in oorlog waren, zich daar mede niet61 be- (rn) Cast. pag. 284. (Y) Lipka is de Turkfche naam van Lithawwen waarnaar de Tartaren , die daar nog woonen Lipka Tartm genoemd worden. Zy zyn van den Mahomi taanfehen Godsdienst , en fchoon zy afkomftig zyn van de Crimfche Tartaren , zyn zy egter minder dapper cfc miiwlcr flerki Ca At. Xxxx 2 xvt Bol' k. xxi. AfD. iaat der lafen ia ongary. 1.  714 HISTORIE.van het XVL Boik. XXI, Afd. Ds Mis- naegden vtrjlerkt. J.D.167B. bemoeiden ; doch to^n de Graaf Strazoldo Dnbrezin aan de misnoegden on, no nen had, en dit eene Stad was, die aan den Sukan fenadöag betaalde , befchoude de Turkfche Stadsvoogd dit a's een opeiibaare vredebreuk. Om deeze reden vond men goed de plaats geheel en al aan den Sultan af te ftaan. Dus was de Sraat der maaken toen Kara Moftafa den beroemden Kuperli in zyn ampt opvolgde. Deeze nieuwe Vizier zeer genegen tot den oorlog met nungaryen gaf den JBas'ia van de grenzen verlof om de misnoegden by te ftaan, wanneer hy daar toe gelegenheid zou vinden, ook deeden de Turken verfcheiden invallen , het welk den Keizer grootlyks ongerust maakte. Omtrent den zelfden tyd ontdekte Apafi Vorst der Tranfylvaniers eene zamenzweering tegen zyn leven , waar op hy meer dan ooit te vooren de misnoegden in Hungaryen begon te begunftigen die door deezen byftand zeer onzaglyk begonnen te worden.1 Hun .leger dat uit zeftien duizend mannen beftond wierd aangevoerd door hunnen Palatyn, den Graaf We» zelini, die van voornemen was Zatmar te gaan belegegeren, doch de Duitfche Generaal - Major trok tegen hem op, en verfloeg hem. Kort daarna deeden de mis. noegden aanzoek by den Sultan dat hy zyne wapenen tegen den Keizer van Duitfcbland zou wenden ; doch naardien deeze toen in oorlog was met Rusland, wilde hy daar toe niet overgaan, fchoon hy hen onder de hand met troepen byftond. Terwyl Keizer Leopold door zyn afgezant aan het Turkfche Hof zyn beklag deed over deeze trouwloosheid, vergaderden de Staaten van Hungarye te Altenburg met oogmerk de misnoegden tot hunnen plicht te doen wederkeeren, en befloten, dat de kerken die men aan de Proteftanten ontnomen had, hen zouden terug gegeeven worden; doch toen dit artikel door de Roomfche Geeftlykheid afgeflagen wierd, verbitterde dit de misnoegden des te meer, die daarenboven niet wilden dulden d«S  OTHOMANNÏSCHE RYK. 715 dat de troon van Hungaryen erflyk zou worden in het Huis van Ooftenryk. In weerwil der vredesonderhandelingen bleéven de vyandlykheden tusfehen de Turken en de Keizerlyke troepen nog fteeds voortduuren. Vyfhonderd Duitfche rui^ ters wierden door de vyanden in ftukken gehouwen,5 terwyl zy op weg waren om naar Erlau te trekken; en kort daarna nog tweehonderd door de bezetting van Neubausel. De Keizerlyken vielen, om zich te wreeken, aan op den nieuwen Basha, die door de Porte derwaarts gezonden was, en verfloegen tweehonderd Spabis van zyne lyfwacht. De Beglerbeg van Buda was zo geftoord over deeze belediging, dat hy eenige troepen naar Bas. rak afzond, die met tweehonderd gevangenen terug keer* den. Omtrent tenzelfden tyd ftierf de Graaf Paulus Wezelini, die in het bevel over de Misnoegden opgevolgd wierd door Graaf Emerie Tekeli, die, wel nog jong, maar echter kundig en dapper was. (n) Doch laaten wy voor eene poos van de Hungaarfcbe zaaken afftappen, om den oorlog met Rusland te befchouwen, zo als die door de Turkfche fchyvers verhaald wordt. Zohaaft de vrede met Polen gefloten was, borst 'er een nieuwe oorlog met Rusland uit. Dorosbcnko, Pietman van de Sari Kamish Kazagbi, benevens de andere voornaamfte Opperhoofden, geftoord over den hoon, hen kort te vooren door den Seraskier aangedaan, en om nog meer andere redenen tegen de Turken verbitterd , booden, met algemeen genoegen , den Czaar van Moscevien hunnen diensten onderwerping aan; Bogdan Kimklniski, zyn voorzaat, had reeds voor veele jaaren aan den Vader van den Czaar trouw gezworen , doch was naderhand door geweld van wapenen gedwongen geworden van dit verbond af te ftaan. Nooit kon den Czaar eene ajngenaa- mcï f£f») MiSLty vervolg orrTticMUT in Mahomet IV. Xxxx 3 XVI Boek. XXL Afd. 3« Sultan otkt vtede 2 houdtn.  xvr. Boek. XXL a'f3. De Suk'n zoekt vied( te huiden ■16 HISTORIE van h&t mer aanbieding gedaan worden; dewyl hierdoor, niet alleen de Ukraine, die geduurig bloot ftond voor de invallen der Kofakken, beveiligd wierd; maar ook de grenzen van het Rnsfiseh gebied wierden uitgebreid tot over den Nieper, en de Rusfifcbe Iegermagt verfterkt met meer dan zeftigduizend mannen van beproefde dapper, beid. Het Othomannifch Hof ftond grootelyks verbaasd over de tyding van dien afval, toen de Sultan om, zo ;het mooglyk was, den oorlog te vermyden, en de Kofakken door ftaatkunde weder op zyne zyde te'trekken, Georgius iümieiniski den zoon van Bogdan, (Z) uit zyne gevangenis van de Zeven torens deed ontflaan, en hem tot Hetman aanftelde in de plaats van Dorosbenko; in hoop dat dit volk zich uit genegenheid voor zyn geflacht aar» hem zou onderwerpen; doch de Kofakken, die het Turkfch juk al te hard gevonden hadden, weezen alle de aanbie. din- (Z) Hy was de ©udfte zoon van Bogdan , dien by in de regering opvulde , na dat de eerst gemelde in een veldfla,; tegen de Polakken gefneuveld was , en zette den oorlog met roem voort , geduurende 3 jaaren , doch toen befpeurende , dat het getal vaa zyne Kofakken merklyk minder wierd , en bevreesd zynde , dat by het zelfde lot van zynen vader zou ondergaan , verand-rde hy zyn naam en kleeding , met oogmerk om zich in dc Ukrai .e in een klooster te begeeven. Op deezen togt verviel hy onder eenige Polakken , die hem uit plunderden en deerlyk mishandelden ; doch hy wierd gered door eene bende Tartaren , die hem met zich naar de Krim voerden. Hy wierd eindelyk herkend en ontdekt do>>r zekere Kofak waarop de Chan hem haar de Porte zond , daar hy in de zeven Toorens gevangen gezet wieid. Hy ontkwam uit deeze gevangenis , op eene zeer zeldzaatne wyze ; doch hy wierd op nieuw gevat en jammerlyk geflagen. Hy bleef daar opgefloten vau het jaar 1670 tot 1677 toen hy tegen zyn zin tot Hetman der Ko< fa'.ken wierd aangefteld ; doch hy kon hen nimmer bewegen om zyne zyde te kiezen , dewyl de meesten onder nen zeiden dat hy een bedrieger was. Drie jaaren daarna fneuvelde hy aan den mond vaa den Nieper , ge'yk hierna zal gemeld worden. Cant.  OTIIOMANNISGHE RYK. 717 dingen openlyk van de hand. Toen de Sultan dus zag, dat het volftrekt noodzaaklyk was geweld te gebruiken, zond hy Sh:ylan lbrahim Bisha, Seraskur van Siliftria 9 met zyn geheel leger af om Georgius in zyn gebied te herftellen,' en zich tevens meefter te mnaken van Cherin, de Hoofdftad der Kofakken, en de verblyfplaats van hunnen Hetman. lbrahim, op den zesden Juny, 1678, den Donau overgetrokken zynde, trok Moldavicn en Podoliën door. Naby Chehrin gekomen ftond hy verbaasd daar zefligduizend mannen Rusfen en Kofakkm fterk verfchanst te vinden; hetwelk hem, naardien hy zich niet magtig genoeg oordeelde om hen aan te taften, deed befluiten de aankomst de Tartaaren, die drie dagen achteruit waren, af te wachten Doch de Rusfen van deeze aannadering kennis gekregen hebbende, floegen zich neder op eene voordeelijie plaats, tuffchen de beide legers in, en vielen op de Tartaaren, by hunne aannadering zo hevig aan dat zy, in weinig uuren tienduizend mannen van hen verfloeg.n, waaronder de zoon van den Chan en agt Mirza's waren. De Turken van deeze nederlaag tyding krygende, en vreezende da' dit lot hen ook zou te beurt vallen , wanneer zy langer vertoefde? , wierpen hunne wapenen weg, en vlucht en met zo groote haast, dat zy geene rust namen voor dat zy de Rivier Bos, waren overgetrokken. (A) Deeze tegenfpoed deed den Sultan nog meer naar vrede verlangen ; maar om evenwel zyne eer te redden zond hy een Afgezant, uit naam van den Chan der Tar- taa- (A^ Of Buk van öuds Hypanus genoemd , tusfehen de Tyras en den Nieper. Of fchoon dezelve zo diep is dat l.y niet kan doorwaad worden , is dezelver egtf uit te breiden ais nu, daar Hungaryen afgevallen, en de Keizer door den oorlog me*. Frankryk en Zmd.n uitgeput was, en dus niets de verove.ing kon beletten van d:e landen, weiken voorheen aan het Rumeinfcbe Keiz rnk waren onderworpen geweest. Vervolgens, verklaarde de Sultan dat hy, op dat de last van den oorlog zyne onderdaanen niet al te zeer mogt drukken, nog zeventigduizend beurzen in zyne fchatkisten, een voltallig leger, en alle d« noodige vereischten in voorraad had. De Janitzaren, door den Grootvizier aangezet, begeerden oorlog, en de Sultana Moeder, die zich eindelyk ook door dien Staatsdienaar had laaten overhaalen , op hoop , dat door de nieuwe veroveringen haar pathomalik, of jaarlyksch inkomen, tot tlriehonderd beurzen zou vermeerderd worde 1, ftemde ook tot denzelven Hierop keurde de Mufti, die zyn gevoelen lang ve:borgen had gehouden, des Sultans voornêemen goed, door eene openlyke Fetva } doch in weêrwil van dit alle? ftrooide de tegenparty veele lasterfchriften uit tegen den Divan, en lpoorde het volk aan om tot dien onrecht vaardigen oorlog zyne toeftemming niet te geeven. ; :n Door deeze tegenkanting wierd het ten laatfte noodzaaklyk eenig voorwendlèl uit te denken , om deeze be' zwaaren uit den weg te ruimen, en het vo]k tot dien op^togt te doen loeftemmen. De vredebreuk van den Keii zer met Polen gaf hiertoe inderdaad eene bekwaame gele-  OTHOMANNISCHE RYK. 725 tegenheid san de hand; doch naardien die niet plegtiglyk gefchicd was , fcheen dezelve niet voldoende te zyn. Eindelyk wist men het zodanig te berokkenen, dat de Keizer zelf, en niet de Sultan, de aanvaller zou fchynen te zyn. Om dit te bewerken wierden, op des Sultans naam, brieven aan Keizer Leopold afgezonden , waarin men den Keizer te kennen gaf, dat, naardien Tekeli, en meer andere Hungaarfche Edelen, zich door zyne onderdrukking genoodzaakt gevonden hadden om de befcherming van de Porte te verzoeken, de tiukan hem verzocht, dat hy zyne troepen, die hy tegen hen had afgezonden, zou terug roepen , en al het land, dat hy hen ontnomen had, zou wedergeeven, of dat de Sultan hem anders zou aanmerken als een' verbreeker van den vrede, en dat hy de verdiende ftraf voor zyne haastigheid aan zichzelven zou moeten wyten. Keizer Leopold, niet zonder reden oordeelende, dat de/ Turken enkel eenig voorwendzel zochten om den oorlog aan te-vangen, en zich niet in ftaat vindende om denzelven door te zetten, zond den Graafurn Caprara, als zyn' buitengewoonen Afgezant, naar Conjiantinopolen, met bevel om geene aanzoeken of gefchenken te fpaaren, om den vrede te doen voortduuren. Doch de Grootvizier, Kara Mo (lafa, zond, zonder de aankomst van dien gezant af te wachten , in hetzelfde jaar 1093 > den Beg~H lerheg van Buda, lbrahim Basha, met zesduizend mannen tot byftand van Tekeli; en gaf tevens bevel aan Apafi den^ Vorst van Tranfylvanien, dat hy de Hungaren met zyne legermagt zou onderfteunen. Tekeli, door deezen byftand gefterkt, veroverde geduurende den zomer, Casfovia, Eperirs, Leutscb, Levent, Lipfchet, en Tillek; terwyl de bezettingen van deeze lieden daaruit trokken , met oogmerk om liever eene betere gelegenheid af te wachten dan een' nutteloozen tegenftand te doen. De Othomannen volgens deeze beginfelen oordeelende, dat xvr. Boek. XXI. Af». '.D.16U. 1093.  736" HISTORIE van hst XVI. Boek. XXI. Afd. Zy verklac, ren aen Keizer den *ir,og. dat de oorlog voorfpoedig zou zyn, bedwongen zich niet langer, maar deeden door den Basha van Buda den Graaf Tekeli openlyk tot Koning van Hungaren verklaaren , en deeden een' aanval op het eiland Schut] doeh niet met den gewenschten uitflag. Intusfchen hield de Grootvizier den Keizerlyken Afgezant op met eene valfche hoop van vrede om daar door de Krygstoerustingen van dien kant te vertraagen. Toen hy nu eindelyk keunis kreeg van de voordeden door den nieuwen Koning behaald, deed hy. Caprara by zich ontbieden , en gaf hem te kennen, dat de Sultan den Keizer geen' vrede wilde vergunnen, dan op deeze voorwaarden; vooreerst, dat Hungaryen zou herfteld wordee in den ftaat, waarin het was in het jaar ; dat de Keizer aan den Sultan zou betaalen eene fchatting van vyf honderdduizend guldens; dat de vestingwerken van Leopoldopolis en Gutta zouden geflecht worden ; dat Neutrafchnita en Ekolt , benevens het Eiland Schat, en het Kasteel Muran aan den Graaf Tekeli zou worden afgeflaan; en eindelyk, dat 'er eene algemeene vergiffenis voor de Hungaaren zou afgekondigd worden, en dat zy in het bezit van hunne goederen en voorrechten zouden herfleld worden. Toen Kara Moftafa zag dat deeze voorwaarden van de hand geweezen wierden, verklaarde hy oogenbliklyk den oorlog a-n den Keizer, en deed in de maand Sbawal de paardeflaar ten voor het Paleis oprechten (p). Eenige d velhebuers, eensdeels om door deeze bjyk van beleefdheid hunne gunst te winnen , en anderdeels om hen de fchuld te kunnen geenen , wanneer de z.iken kWalyk uitvielen. Naardien hy oordeelde , da: de Gtaaf Tekeli best bekend was met den toefta ,d van Duitschlmd vroeg hy hen eerst w at zyn gevoelen was , en van welken kant men den aanval moest beginnen , en of men de belegering van Wenen nog dit jaar zou onderneem?n, dan of men dezelve tot het volgende jaar zou uitftellen. (E) By deeze gelegenheid deed dit Opperhoofd der misnoeg;-de Hungaren eene treffende aanfpraak, waarin hy door kragtige bewyzen aantoonde, dat het ten hoogfte ftrydig was met de belangens van het üthomannijcb Hof om We- (E) Schoon de meeste Schryvers onder de Chriflenen de belegering vfin Wtn n aan den raad van den Graaf Tekeli toefchr/ven, vereert Prins Cantemir ons egter , dat zulks onwaar is ; en zegt , dat Aneji Solyman Basha , die naderhand Grootvizier geweest is , opentryk deszelfs onfchuld bewezen heeft , en dat , llunader I rshhn Bisha , Stadvoogd van BeigraJo , die by alle de beraadilagingen tegenwoordig is geweest , hein zeiven verzekerd heeft , dat Tekeli tegen de belegering was , en dien raad gaf , welke in dvn tekst gemeld wor.i-. Hy voegt daarby , dat Tekeli hem gezegd heeft , dat Mowocordjus deezen laster heeft uügedagr, en ditar d >or der» Grootvizier Kara Israh,m Basha aangezet om hem in hegtenis te doen «vemen.  OTHOMANNISCHE RYK. 7*9 Wenen voor als nog te belegeren; dat, naardien zy zoverre verwyderd waren van de Twkfche grenzen, het Othemannifch leger gevaar liep van verwoest te zullen worden, door de bezettingen der fteden va-; het land hetwelk zy moeiten door trekken, eer zy die Stad konden naderen; dat, wanneer deeze belegering door de dapperheid deibelegerden lang mogt aanhouden, de belegeraars zouden moeten fterven van honger, uit gebrek van.levensmiddelen, die door de vyanden zouden onderfchept worden., en dat deeze ten zelfden tyde het leger door hunne geduurige aanvallen zouden verzwakken; dat ingevalle zy Wenen al mogtcn veroveren alle de Christen-Vorften, de Koning van Frankryk zelf niet gezonderd, zich zouden vereenigen tot het herwinnen van eene Stad, welke zy als den voormuur van het Chriftendom befchouden, dat de Duitfche Vorften, zo haast zy zouden bemerken dat er geen ander middel voor hunne veiligheid overbleef, den Koning van Frankryk in het Ryk zouden roepen, en hem tot Keizer verklaaren ; en dat deeze, het overfchot der Duitfche tioepen met zyn eigen leger vereenigende, wel haast ontzachlyker zou worden dan men zich wel verbeeldde. Van den anderen kant hield hy ftaande dat de oorlog) in Hungaryen met minder gevaar en meer voordeel fcan* voort gezet worden, naardien de Hungaren, die thans* zyne zyde gekozen hadden ".ich vrywilligtyk onderwerpen*3 wilden aan den Sultan, en dat de anderen, die nog onder den Keizer ftonden het juk van Üoftenryk moede waren, en dat die land zou kunnen ftrekken tot een magazyn van levensmiddelen en andere noodwendigheden voor volgende krygstogten; dat wanneer hungaryen eens veroverd was het zeer gemaklyk zou vallen niet alleen Wenen, maar zelfs geheel Duitschland te veroveren; dat de Grootvizier zyn leger naby Buda of Belgrado moest neZzzz 2 der» XVI. POEK. XXI. Afd. roor het '.r ore) en an Hcairyen.  XVI, Boek. ' XXI De Grtot vizier ontveinstgtyoeien. 730 HISTORIE van hit derflaan, ten einde hy tegen de vyanden zou kunnen • optrekken, wanneer zy in hc* véld' ver'cheen-n: en ingevalle zy zich opgefloten hielden in do ï& den'en Verting.n, dat hy dan de Tartaaren, en andere Hgte troepen meest af/.enden om het pUte land van Ooftenryk, Móravicn, Bubsemen, en Si'efkn te verwoeden; dat het Keizerlyk leger dus zonder moeite veritrooid zvnde, en uït gebrek aan kroon niet kunnende beftaan, geheel Duitfciu kind in één' enkelen veldtogt zou hunnen veroverd worden. De Grootvizier al te vel op zyne eigen krachten betrouwende, en grooter ontwerpen in het oog hebbende, had g-;en behaagen indien beilzamen en wyzen raad; doch zyn gevoelen verbergende, uit vrees, dat hy'anders de Hungaaren zou vertoornen, beval aan de overige Bevelhebbers, dat zy hun gevoelen insgelyks zouden verklaaren. lbrahim, Basha van Buda, en Achmed-Basha, de Opper-febatbewaarder, die beiden zeer beroemd waren wegens hunne krygskunde, en zeer geacht onder het krygsvolk, het gevoelen van den Veldheer min of meer gisfende, en weetende, dat hy een*'haat zou- opvatten tegen de geenen, di: zich tegen de belegerin? van Wenen Z'. uden aankanten, welke zy volgens de bygebragte redenen van den Graaf letelï ook voor gevaarlyk hielden-, verklaarden zich noch voor de eenej noch voorde andere party; maar zeiden, dat men het aan de bekende wysheid van Kara Mofiafa moest overlaaten , of de oorlog in Hungaryen of in Duitjcbland zou begonnen worden. De Grootvizier hieruit befpeurende, dat deeze twee Bashas niet volkomen van zyn gevoelen waren, vein de9 om zyne oogmerken des te Wer te verbergen, van het gevoelen van Tekeli te zyn; en na aan zyn Ie*er- bevel gegeeven te hebben om naar Tavarin, of Raab te Srekken r zond hy den Keizerlyken Afgezant , dien hy  OTHOMANNISCHE RYK. 73? rot dus verre met de hoop van vrede opgehouden had, nsar Buda , opdat by geene kundfchap zou krygen van zijne handelingen, (g) Nadat, omtrent di n tyd, het geheele leger byëen vergaderd was, by de aankomst van Selim C-ueray, Chan d.r 'lartaaten, trok de Grootvizier de Raab over, kort na de Keizerlyke Hungaaren , die daar geplaatst waren om de doorwaadbaare plaats te verdedigen, doch fchandelyk hunne post verlieten, en zich onder de wallen van Tavarin nederfLegen. Nog naauwlyks bad hy be-^ görrriëri deeze plans te belegeren , of hy kreeg door;, zyne verfpieders bericht , dat de Keizer van Wenen naar Lintz gevlucht was , dat in de eerstgemelde Stad alies in de uiterde verwarring, de wallen bouwvallig, de magazynen ledig, de bezetting zwak, en de inwoonders in de uiterfle verlegenheid waren. Deeze tyding moedigde hem aan om zyn voornêemen door te zetten; ' en na door groote belofen de Janitzaaren en derzelver Aga op zyne zyde getrokken te hebben , zond hy andeimaal om de voornaamfte Legerhoofden, en deed hen hun oordeel afvraagen^ doch deeze nu weetende, dat de Grootvizier zelf in het onzekere was, verklaarden zich eendemmig tegen de belegering van Wenen , zo lang de Steden, d,e ben in d'.n weg lagen, niet veroverd zouden zyn , Tekeli zelf was de voornaamfte, die zich tegen dit ontwerp aankantte, wel begrypende, dat, als dc Grootvizier hetzelve doorzette , zyne gantfche hoop op de Kroon- van Hungaryen vervallen noest. Kara Mojl ifa, ziende dat hy door zyne aanfpraaken niets winnen kon , vert-.onde eindelyk des Sultans Chs-tf-Sharih of Voimagt, waardoor hy gewettigd was om te handelen gelyk hy best zou oordeelen. Zo haast de Bashas dit gekhnft gezien hadden, durf Jen zy niets f j) Cakt. psg. 299, & ftq-q é^é'h lila % XVT. Boek. XXL Afd. 'svsrfn :.tgerd:  73* HISTORIE van het XVI. Boek. xxi. Atd. Belegering van Wenen. Hecrschzugtigeeogmeiken van den Grootvizier. meer inbrengen , maar beloofden aan den Grootvizier, dat zy zyne bevelen gewilliglijk zouden gehoorzamen. Toen de Grootvizier dit naar zyn' zin gekregen had, liet hy eenige troepen achter om Tavarin ingefloten te houden, en trok aan het hoofd van zyn leger op om Wenen te belegeren. Op dien togt veroverden cie Turken de bagagie van verfcheiden Keizerlyke Bevelhebbers, doodden het Volk, dat dezelve geleidde, maakten een groot getal Krygsgevangenen; en verfcheer.en voor Wenen op den agttienden van de Maand 'fomazto'lacbir. Nadat de loopgaven geopend , en alles, dat tot de belegering vereischt wierd, in gereedheid gebragt was, maakte de Grootvizier zich welhaast meester van de buitenwerken , deed de muuren van de Stad door zyn gefchut ter neder vellen of door mynen fpringen; en beftormde vervolgens de Stad zelve met zulk eene hevigheid, dat, fchoon de bezetting, door de ingezetenen onderfteund, de belegeraars eiken duim grond met de ^ roo:fte dapperheid betwistte, de Stad zich echter zou hebben moeten overgeeven , indien de Turkfehe Veldheer dc belegering zo fteik had voortgezet a's in het begin. Maar Kara Mo ft ffa, fchoon anders een man van groot verftand en ondervinding, verblind door heerschzucht en door de magt, waarmede hy zich bekleed zag, oordeelde het zyn belang te zyn de belegering te rekken. Hy verbeeldde zich, dat hy nu magtig genoeg was om hec Otbomannheb juk af te werpen, en, na de Hoofdftad van het Duitfche. Keizerryk veroverd te hebben, een Muzulmanniscïi Ryk in het Wésten te vestigen, dat het Oosterfche zou kunnen evenuarew Hy oordeelde, dat hy niets te vreezen had van den kant van den Sultan, naardien alle de geoefende legerbenden hem toegedaan waren, en het Mohammed niet mooglyk was een dergelyk leger tegen hem op de been te brengen. jDe Duitfche Keizer fcheen voor hem niet zeer te vreezen te zyn, naar-  OTHOMANNISCHE RYK. 733 naardien hy zich v'eide, meester te zullen zyn van deszelfs Hoofdftad , éér de Poolfche hulptroepen , wier aannadering, gelyk genoeg bekend i?, zeer langzaam is, zouden aangekomen zyn. Hy had groote fchatten met zich geb-?gt , en hoopte die nog te vergrooten met de fcliHtten der Duitfche Vorften, die, zo als hy dacht, in die Stad bewaard wierden. Hy wist , dat ce Bashas , en de andere Landvoogden in Hmgaryin , die door hem , geduurenie zyn zevenjaarig Vizierfehap waren aangefteld , cp zyne zyde waren , en maakte daaruit op, dat zy zich niet tegen zyne bevordering zouden aankanten. Niets ontbrak hem dus meer dan lbrahim Basba , den Beglerbeg van Buda , een' man van groot aanzien onder de voornaamfte Janiizaren en Spahis , op zyne zyde over te haaien. Dit ge'uk.e hem door groote beloften. Hy beloofde dat hy het Koningryk van Hungary'èn aan lbrahim Basha voor hem en zyne nakomelingen ten eeuwigen dage zou afftaan ; dat hy alle de overwonnen landen zou uitdeelen onder de Spabis, by wyze van 77v.ar (F) , en dat hy het geheel leger zou"vestigen in die gewesten als eene Volkplanting, na de oude bewooners verdreven , of tot fiaaven gemaakt te hebben. Dt>ch hy behield voor zichzelven , onder den titel van Sultan , geheel Duitschland , tot aan de grenzen van tranbykf Tranfylvanign , en Polen , wedt land hy voor. genomen had in htt aanftaande üar te veroveren , of cynsbaar te maaken. (r) Laa- (iD.CiKT. püg. 303, & feqq. (F> Tirmar - Spahi zyn de Edelen , cf de Ou Iften onder de Spahis , die tot hiince bezoidiBg ett.i^e dorpen op het pl*uè l.-d krygen , en verplicht zyn , naar maate van hun inkomen , volk tot den oorlog te leveren , doch niet miadel Jan uiie mannen. XVI. Boek. xxi. Afb,  t XVI. Boek, xxi. Aw>. De Keizer maakt zich gereed ter verdedi' ging- 34 HISTORIE van hst Laaten wy nu den Grootvizïér en zyne heerschzugtige ontwerpen in zyne legerplaats voor Wenen laaten, en zien welke midaelen de Keizer in bet werk ftelde, om de vyanden af te weeren. Terwyl de Graaf Caprara te Conjiantinopolen vergeefs wachtte na her. bevestigen van den vrede , flangde des Keizers Afgezant in Polen veel beter De Stenden van dat Ryk , aangefpoordj door het algemeen gevaar , of door de vermaaningen van den Paus, hunne inwendige oneenigheden ter zyde Rellende, beflooten eenpaariglyk een ieger op de been te brengen , en den algemeenen vyand van het Christendom te keer te gaan. Hierdoor wierd 'er welhaast een verbond gefloten tusfehen den Keizer en Koning Sobieski; waarvan een der voornaamfte artikelen was, dat ingevalle de Keizerlyke Hocf.iftad of de Hoofdrad van Polen mogt aangevallen worden door de Turken de beide Vorften alsdan in perfoon met hunne geheele magt zouden optrekken , om dezelve te ontzetten. Keizer Leopold nu van deezen kant gefterkt zynde, ftelde in het volgende jaar Karrl, Hertog van Lotharingen tot Opperveldheer van zyne legers aan; en zo haast hy hoorde, dat de corlog te Conjiantinopolen afgekondigd was , beval by hem met alle de troepen, die hy toen op de beer- had , naa: Hungaryën te trekken , en zich daar meester te maaken van het een bf ander kasteel, dat tot befcherming voor Du(tsebland kon ftrekken. De Hertog deed eerst een' aanval op (rran, wier bezetting, zo als men hem bericht had , zeer zwak was; doch bevindende, dat de Turken eene groote verfterking van Wyixar derwaarts gezonden hadden ; ftak hy de brug, die eene gemeenfehap tusfehen deeze twee Steden maakt, in brand , en berende vervolgens IVyw.tr op den negenden van de maand JamazwlacHr. Hier wierd agt dagen lang van be:de kanten gefbeden met gelyke dapperheid , maar niet met gelyk geluk , want de Keizer-  OTHOMANNIFCHE RYK. 73, zer'yke Veldheer vernomen hebbende , dat de Groo( vizier met een talryk leger tegen hem in aantogt was brak de belegering op , fchoon de ftad het niet lanj meer zou hebben kunnen uithouden. Vervolgens vér fterkte hy de bezetting van Wenen met verfcheiden re gimenten,en floeg zich met zyne overige troepen nabj de Stad neder , op de grenzen van Hungaryen en Oo's tenryk , om ter befcherming van deeze beide landen bj de hand te zyn , en veiliglyk de aar komst van den on derftand uit Polen , en andere Lan en te kunnen af wachten. Toen Keizer Leopold vernam, dat zyne troepen Hungaryen verlaten hadden , en dat de Grootviziei in aantogt was om Wenen te belegeren , oordeelde hy zich niet langer veilig in deeze Stad, weshalven hy hel bevel over dezelve opdroeg aan den Graaf Stabrembtrg^ een' man van beproefde trouw, dapperheid, .en voonzichtigheid , en zich toen naar Lintz aan den Donau begaf ; van waar hy brieven afzond aan alle de nabuurige Vorften , om hem om byftand te verzoeken (s). Op den zevenden Mei monfterde de Ke'zer , verzeld van de Hertogen van Beijeren en Lotharingen, zyn leger., dat flechts uit drie- en- veertigduizend mannen beftond, behalven zesduizend gehuurde Polakken , onder het bevel van den Vorst Lubornirsky , een groot getal Vrywilligers , en de troepen van den Elzas , en van den Neder-Rhyn. De artillery beftond uit zeventig ftukken .gefchut , en vyftien mortieren , onder het opzicht van den Graaf Stahremberg , Generaal van de artillery. Het Turksch leger beftond , volgens eene maatige berekening , uit honderd tagtig duizend mannen krygsvolk, behalven de mineurs , konftapels , zoetelaars , en andere legervolgers , die nog wel op veertig-duizend konden gerekend worden. (O Cjnt. pag. 30?, & feqq. .OcsT.HrsT.XIl.Df.el.il. Stuk. Aaaaa > - xvr. > Boek. ; xxt. ï\ro. r De Keizer o- rtrekt mar Lintz. Staat der we-ierzydfche legtrs*  XVI. Boek. xxi Afb. Wenen wol at ht gerd. 7Sr5 HISTORIE van het De geheele bezetting van Wenen beftond uit dertienduizend mannen. De Officieren en Vrywiiligers daaronder gerekend. Toen de Turken nunne naderingen tegen de Stad begonnen , week de Hertog over de bruggen , en floeg zich daar neder ; doch het Kiland Tahor in den Donau geene bekwaame legerplaats zynde voor de ruitery , trok hy de rivier geheel over , en lier de b fcherming van de bruggen aan de Dragonders van den Generaal Schuitz Op den zestienden Mei , kwam de •e-Groo'vzier in het leger , en begon de loopgraa.en te ope- en , omtrent vyftig fchreeden van de contrefcarp naby de voor ftad Uirich ; tevens een gefchrift van opëifching in een' li-.nen zak gerold, in dn bedekten weg dende overwerpen , waarby hy den Stadvoogd en het Volk aanraadde , dat zy Mahometaansch zouden worden , en' de Stad overgeeven , of dat zy anders geene " genade te wachten hadden Een der eerfte ongelukken der belegerden was , dat hun Bevelhebber door een fteen aan het hoofd gekwetst wierd. Intusfchen floegen de Turken , na twee parahelliniën getrokken te hebben , en eene derde naar het daarvan afgefcheiden bastion , met eene Hnia van communicatie tusfehen beiden , rechtten zy eene battery op van dertig ftukken. De Grootvizier bezette de post naar den kant van het ravelyn , verzeld van zyn' Kyeabaya, den Janitzar-Aga, eh den Basba van Rum-eii , die door een' kanonkogel doodgefchoten wierd. Husfein-Basba , Landvoogd van Damascus, kreeg bevel om het Hof-Bastion aan de rechterzyde aan te tasten ; terwyl het ander Bastion , aan de linkerzyde zou aangevallen worden door Achmed, Basha van Temisnzir. Doch, fchoon hunne liniën gebroken wierden door een onverwachten uitval der belegerden , gelukte het hen echter op den 23 july , terwyl er een fterke wind ftadwaarts waaide , eenige bomben daarin te werpen, terwyl zy op ' den-  OTHOMANNISCHE RYK. ?37 denzelfden dag eene myn deeden fpringen , die.echter weinig uitwerking deed ; zy deeden echter een' verwoeden aanval op de bres , maar waren genoodzaakt met verlies terug te keeren. Den volgenden ochtend kwam een bode van den Hertog , die de rivier reeds viermaal overgezwommen had , met een' brief in eene blaas gebonden om zyn' hals , met groot gevaar in de Stad ; waarby hy de belegerden hoop gaf op ontzet , naardien zyn' leger dag aan dag toenam. (t) Intusschen zette de Grootvizier Kara Moftafi de belegering van Wenen voort , niet gelyk de voorzichtigheid, maar gelyk zyne ftaatzucht zulks vorderde, want, zich voorzeker verbeeldende, dat de Stad in zyne handen moest vallen , wilde hy niet , dat dezelve aan alle kanten zou ingefloten worden , of dat men overal even hevig op de bresfen zou aanvallen ; maar beval integendeel zyne Soldaaten , dat zy van dag tot dag maar hier of daar een' aanval zouden doen , op dat de bezetting , door veelvuldig waaken , en verlies van Volk afgemat , het kasteel tevens zoude overgeeven. Toen de Janitzaren , onkundig van des Sultans oogmerken , over deeze handel wys begonnen te klaagen , zeggende , dat 'er meer Volk verloren wierd door deeze geduurige' fchermutfelingen , dan door een' algemeenen aanval van het ganiehe leger ; gaf hy onbedacht zyn oogmerk gedeeltelyk te kennen , zeggende tegen de geenen , die hem kennis gaven van hetgeen onder het Volk gemompeld wierd , dat hy aan de begeerte yan het leger niet voldoen kon , omdat hy wist , datffi er groote fchatten in de Stad waren , en het dus on-™< voeglyk , en tegen des Sultans bevelen zou zyn de-Gr zeiven ter plundering over te geeven. 2ie Daarenboven deed hy in het leger afkondigen, - om te (f j Manley , ubi fupra. Jon es, in Mahoaet IV. Aaaaa 2 XVI. Boek. XXI. Af». bzucht den Mvi-  738 HISTORIE van het XVI, Boek. XXI. Ara. Gebrek na>. levensmiddelen in h Turksch It ger. :e beletten , dat het Volk In de eerfte hitte in de Stad mogt dringen , en deeze fchatten aantasten , dat ~, want eer eenige Qihomannifcbe troepen da wallen mogten met reweld beklimmen , zy zch met een bolwerk zouden hebben te dekken, en zich niet verftouten verder ih de Stad door te dringen , of in eenig huis te gaan , vóór dat hy daartoe nader bevel zou gegeeven hebben. Eindelyk , om niet door gebrek aan graanen gmoodzaakt te. worden om van zyn ontwerp af te zien, of hetzelve uit te ftellen , na het veroveren van dc Stad , deed hy het brood zeer fpaarzaamlyk uitdeelen » offchoon hy overvloed van levensmiddelen had medegebragt , voorgeevende , dat hy een goed deel dtarvan bewaaren moest voor de bezetting , die hy na dé"' verovering in de Stad zou laaten. Intusfchen wierd de voorraad, dien hy* tiitJ Hungaryffi verwachtte, even felyk Graaf Tekeli hem voor!peld had , opgeligt door de ezettin^en van Presburg, Tavar in, en Komorra. Hier"djor ontftond eene groote fchaarsheid in het leger. Dé Grootvizier om deeze ongelegenheid te voorkomen , éér de hongersnood een oproer in zyn leger veroorzaakte , zond een' Basha met twintigduizend mannen af om Tekeli by te ftaan * en Presburg te belegeren , naardien deeze Stad minst in ftaat was om tegeqrtand te bieden ; en dus te bezorgen , dat de levensmiddelen en krygsbehoeften , die te Buda verzaameld waren , veiliglyk naar het Turkscb leger overgevoerd wierden. ' Doch. Hertog Kat el kennis gekreegen hebbende van de oogmerken van den Grootvizier , zond terftond den Prins Louis van Baden net eenige regimenten af, de Tekeli aantastte, en zyne tPungaarfche troepen welhaast geheel verftrooide; welke daad de Tui ken zodanig met fchrik vei vulde , dit zy, na het Ineuvelen van meer dan duizend , in het ^evan :en neemen van eene noj grooter menigte van hun Volk, de vlucht namen, met ach-  OTHOMANNISCHE RYK. 739 achterlaating van duizend wagens, gelaaden met levensmiddelen en allerhande krygsbehoeften. De Janitzaren , op riet hooren van deeze nederlaag en van het groot verlies daaiby geleden , wier len ten hoog ff e verbitterd tegen hunnen "Veldheer , begonnen te fchreeuwen ; dat zy gekomen waren om te itiyden teren de vyanden , maar niet tegen den honger ; en, door misnoegdheid nalaatig in hunnen plicht wordende , gaven -zy de belegerden , aie nu tot het uiterfte gebragt waren , gelegenheid om. zich te herftelien , en de bresien te floppen. De Bevelhebbers zeiven door de halfhartigheid van den Grootvizier den moed verliezende, begonnen hunne zaaken te verwaai loozen ; én zy zouden voorzeker door tle vyanden verrascht zyn geworde:* , zo niet een postbode der Keizerlyken , die opgeügt wierd, hen bericht gegeeven had "van het gevaar, waaraan zy blootgefteld waren. Deeze fiaauwhartige onverfchilligheid had zodanig de overhand gekregen op de gemoederen van het krygsvoh , dat men hetzelve dikwyls hoorde uitroepen : „ o Ongeloovige , wanneer gy „ zelf niet komen wilt, vertoon ons dan flechts uwen hoed , en wy zuilen in minder dan een uur raar „ voor vluchten." En toen de Poolfche hulptroepen aankwamen , wilde niet een der Turken een' voet verzetten , fenoon zy de vereeniging der beide lege-s gemaklyk zouden hebben kunnen beletten , om dit blykbaar gevaar voor te komen- In den nacht vdó- den flag , raakte omtrent een vierde gedeelte van het leger, uit misnoegdheid, verftrooid , en die geoleven waren , fcheenen geen' moed genoeg te hebben om te vechten (a). Volgens dit verhaal zou men zich moeten verbeelden, dat de Turken vo~r Wenen , na de nedenaag by Pra>- geheel werkeloos bleeven ; doch , volgens het verCs) Cakt. pag. 306, & f qq. Aaaaa % XV. i'cEK, XX i. iir'D.  XVI. Boek. XXI Afd. 740 HISTORIE VAHHET verhaal van de Chrhtenfchryvets , zetteden zy de belegering met alle magt voort. Op den 26 July hadden zy voorgenomen éen'^algemeenen ?anvnl te doen , onder het gefchal van al hun krygsmuziek; doch juist toen zy denzelven begonnen, fprong eene myn, die veelen van hen in de' lucht deed vliegen ; en fchoon de overigen fterk aandrongen om den grond te winnen , die daar door open geraakt was , wierden zy echter dapperlyk afgeweerd en met g-oot verlies terug gedreven. Zy hielden echter niet op de belegerden te ontrusten , en toen , op den zesden Augustus, eene myn fprong , die eene opening maakte tot aan de Contrefcarp naby het Hofbastion , deeden 7y op nieuw een' verwoeden aanval , die vyf uuren duurde ; en waarby zy , in weerwil der voorbeeldige dapperheid van den jongen Graaf Lascy , die in het gevecht fneuvelde , meester wierden van de graft van het Hof bolwerk , fchoon met verlies van duiz nd mannen. Op den agtften Augufius deeden de turken eene myn fpring'rn aan de punt van het Hofbaftion, en deeden terftond daarop een' nieuwen aanval; waarop de Stadvoogd, oordeelende, dat het onmooglyk was dit ravelyn, langer te verdeedigen, het gefchut vandaar deed wegvoeren, en toen een' uitval doende dreef hy de Turken uit hunne vcrfchanfingen, en verbrandde alle hunne werken. Eindelyk gelukte het de Tui ken ,' na onvermoeiden arbeid, op den dertienden , de flank van het ravelyn te doen fpringen; doch, naardien de menigte van buskruid al te groot was, floeg de myn naar hunnen eigen' kant uit, me: zo groote fchaade, dat de aanvallers daardoor den moed verlooren. Intuflchen zonden de belegerden, die door hunne dagelykfche verliezen in groote verlegen, held gebragt wiemen, bericht van hunnen toeftand aan den Hertog van Lotharingen door zekeren Kotiinsky, die in Turkfche kleeding: ftil over de pajlisfaden klom, en on-  OTHOMANNISCHE RYK. 74r onder het zingen van een Turkfch liedje geruft hunne legerplaats doortrok. Dezelfde bode kwam behouden terug met belofte van een fpoedig ontzet, waarop zy door h t affte'eken van drie vuurpylen aan het Kerzerlyk leger kennis gaven van zyne behouden terugkomt!, terwyl "zy van blydfchap de klokken luidden, en af het gefchut van de walien tegen den vyand aflchooten. Het zou te lang vallen de verrichtingen van eiken dag aan te haaien Doch, terwyl de belegering op deeze wys voortgezet wierd , vielen 'er in het veld verfcheide vy, andlyke ontmoetingen voor,- waaiby eene groote menigte Turken, Tartaaren, en Misnoegden het leven verloorc"n, en veele wagens met voorraad van tyd tot tyd on erfchept wierden. Hierop eifchte de Grootvizier van Tekeli, dat hy met zyne troepen zou opgekomen om Wenen te helpen belegeren, doch deeze verfchoonde zich van deezen dienft. Intusfchen zetteden de Turken, fchoon zy gebrek aan levensmiddelen begonnen te krygen, de belegering- met alle magt voort. Op den 23 van de gemelde maand veroverden zy omtrent een derde gedeelte van het ravelyn, daar zy een verblyf voor hun volk vervaardigden; den volgenden dag deeden de belegeraars weder eene myn fpringen, doch dezelve deed hen geen voordeel; terwyl een bode de belegerden, tcnzelfden tyd, bericht |>ragt van een fpoedig ontzet. Hierop deeden zy» op den 25 een' zo dapperen uitval, dat zy de Turken uit de graft dreeven, hunne verfchaniingen en fchanskorven vernielden, zes ftukken gefchut van hen vernagelden , en het buskruid uit eene van hunne mynen haalden. Op den tqffèn wierden de< avonds zeftig vuurpylen van den toren van St Stepban s afschoten, om den Hertog van hunne groote ver egenhei'd kennis te geeven; terwyl de Turken onophoudelyk op de'Stad vuurden, eene myn deeden fpringen, en byija een ravelyn zouden veroverd heb- xvr. Boek. xix. Afb.  XVI, Boek. XXI Aib. 742 HISTORIE van het hebben. Op den eerften September deeden de belegerden een' uitval, doch met geen' gelukkigen uitflag; doch by een' tweeden, die denzelfden dag voorviel, verbrandden zy de verfchaniingen van hunne vyanden, en vernielden een zo groot gedeelte van hunne werken, dat zy hunne fchaade in drie dagen niet konden herftellen. De Stadvoogd zag zich echter genoodzaakt, op den derden van die maand, dat ravelyn aan de vyanden over te laaten,* den volgenden dag deeden deeze eene myn onder het Hof boiwerk fpringen , die eene groote bres maakte, en de geheele Stad deed beeven; waarop vyfduizend Turken met bloote houwers terftond door dezelve indrongen, en onder het geroep van Aüab\ Al'abl vier ftandaarden op den wal plantten. By deeze gelegenheid betoonden de belegerden de grcotfle dapperheid en ftandvaftigheid; en na den gant^ ich.n dag geftreden te hebben, dreeven zy de vyanden terug met verlies van twaalfhonderd mannen. Ook floegen zy hen den volgenden dsg in degraft, en fchoon de belegeraars op den zesden van die maand wederom bres fchooten, en dezelve vervolgens twee uuren lang beftormden, wierden zy echter terug geflagen; en verlooren in hunnen aftogt tweeduizend mannen, die fneuvelden door de kanonkogels, handgranaaten, en andere vuurwerken. De blydfchap over deezen voorfpoed wierd dienzelfden avond nog vergroot door het affieeken van vyf vuurpylen van den top van Kakinberg, ten teken dat het ontzet naby was. De Tut ken, wel bewuft van deeze omftandigheden, monfterden hun leger, dat van honderd, agt- en zeftigduizend mannen nu tot op honderdnegentienduizend vierhonderd zes en-vyftig verminderd was. .Derhalven beflooten zy op den negenden den laatften \aanval tegen de ,Stad te doen; dewyl zy begreepen, het. geen ook inderdaad zo was, dat de Stad nu tot het uiteifte was gebragt. Tej*  OTHOMANNiSCHE RYK. 743 Ten dien einde verdubbelden zy het vuur van hun gefchut en mortieren, offchoon zulks niets anders was dan hunne laatfte doodftuipen; want in den achtermiddag begon 'er beweeging in het Turksch leger te komen, en deszelfs ruitery op eene verwarde wys heen en weder te ryden , om van post te veranderen, en zich tot een gevecht gereed te maaken; terwyl de geenen, die achter» blyven moeften om de belegering gaande te houden, hunne werkingen voortzetteden, en negen mynen deeden fpringen, doch zonder merklyite fchade te doen. Op den tienden ontdekte men nog andere mynen, en den volgenden dag befchooten zy de Stad zo hevig als ooit te vooren; doch het gerucht der aannadering van het Christen leger deed eindeiyk hun gefchut zwygen. Deeze aantogt kwam juist ten gelegenen tyde, want de belegerden waren wezenlyk tot het uiterfte gebragt; maar de rook, dien zy van verfcheiden kanten zagen opgaan, en wel voornaamelyk van den kant van Kakmberg, gaf hen nieuwen moed, naardien dit een teken was, dat de Hertog tot hun ontzet kwam aantrekken, (x) Daar wy nu gekomen zyn to: den avond voor den dag van het gevecht, zal het noodig zyn, dat wy wederkeeren tot de Turkfche Schryvers, om te zien welke befluiten in het Turksch leger genomen wierden. Terwyl het wegloopen der Soldaaten alle Bashas ongerust maakte, fcheen de Grootvizier alleen onbevreesd te zyn. Hy deed hen echter by eenkomen om hunne gevoelens te hooren. lhahim Basha, Beglerbeg van Buda, bragt eerft zyn gevoelen in, hetwelk was, dat men het beleg moest opbreeken, vervolgens na het optrekken tegen de vyanden, eene verfchanfii.g maaken van de boomen uit de nabuurige bosfchen, en die met gefchut bezetten, om dus den eerften aanval te Kunnen wederftaan; dat naderhand dc rui- (x} Ricaut. Maslit, ubi fupra. üost. Hist. Xu. Deel. II.Stuk. Bbb bb XVI. Boek. XXI. Ars. De Turken maaken z;ch ge eed ',ot Ueuflag.  XVI. i Boek. 1 xxi Afd. Gevoelen ' fier Bashas. < Hardnek ■ kigheid van den Groot vizier. 744. HISTORIE van het ■uitery de vyanden wanneer zy mogren wyken, in delank moeft vallen, en dat. men dus gemaklyk de overwinning zou kunnen behaalen• Alle de Bashas, eenige weinigen alleen uitgezonderd, keurden deezen raad goed; Joch de Grootvizier kantte zich hardnekkig daar tegen ian; bybrengende, dat, wanneer hy het beleg opbrak, de bezetting van de Stad de werken , d:e men tegen hen opgeworpen had, zou vernielen, hunne wallen herftellen. sn dus de voorige fterkte weder krygen; dat de geringe magt der vyanden, die byna geen leger kon genoemd worden, voorzeker het gevecht zou zoeken te vermyden, dat, zelfs na de overwinning, men veel moeite zou hebben om de Janitzaren tot de belegering te doen wederkeeren, daar zy reeds zoveel ongemakken hadden uitgeftaan; en dat, zo dit al mogt gelukken, echter het regenfaizoen begon te naderen, dat te vooren den Sultan zeiven genoodzaakt had het beleg van deeze Stad op te breeken. Om deeze en anderen redenen befloot hy best te zyn de belegering voort te zetten, zonder af te trekken om de vyanden flag te leveren. Toen de Grootvizier ophield met iprecken, gaven de Bashas hem ten antwoord, dat de bezetting, die zo verzwakt was door ziekte en ongemak, meer bezorgd zou zyn om de veftingwerken, die nog overgebleeven waren te befchermen, dan om dat geen, hetwelk zy verloren hadden, te winnen, en dat, naardien de verfchanfingen fteiker waren dan de veftingwerken der Stad, het voor de bezetting, wanneer men flechts een of twee regimenten Janitzaren achterliet, veel moeijelyker zou vallen om hunne verfchanfingen te vermeelteren, dan voor de Ja. nitzai en om de Stad te veroveren; doch niets kon den Grootvizier van befluit doen veranderen, en hy dreef hetzelve door uit hoofde van. de volmagt, die de Sultan hem gegeeven had. Toen nu het Chriftenleger aannaderde, deed Kara Mos- tOh  OTHOMANNISCHE RYK. 745 tafa, op den 20 van de Maand Ramazan, alle de krygsgevangenen, die een getal van omtrent dertigduizend uitmaakten, om het leven brengen. Vervolgens verdeelde hy zyne troepen, die niet tot de belegering gebruikt wierden, in drie deelen, en gaf het bevel over den lin kervleugel aan lbrahim, Basha van Buda. en over den. rechtervleugel aan Kara Mihemet, Basha van Diyarbtkr; het gros van het leger, benevens de Janitzaren en Spahis behield hy voor zich zeiven. Een gedeelte der Janitzaren liet hy in de verfchanfingen om de Stad ten zelfden tyd te beftormera. Schoon de Bevelhebbers hunnen plicht met groote vlyt waarnamen, ondervond hy echter welhaast de waarheid van het gezegde van lbrahim Basba, en kreeg nu, fchoon te laat, berouw dat hy deszelfs raad niet gevolgd had, want, reeds by den eerften aanval der Keizerlyken, begonnen de geenen, die in de beide vleugels ftoncen, te wyken, en weigerden hunne Bevelhebbers te gehoorzaamen. Toen de Janitzaren, die in de verfchanfingen gelaten wa*en, bemerkten wat 'er op het flagveld omging, verlieten zy uit eigen beweeging de belegering, en weeken uit hunne verfchanfingen, onder voorwendzel van hunne makkers te gaan helpen, doch inderaaad om voor hunne eigene veiligheid te zorgen, wanneer kort daarna de Poollche troepen toefchooten, en op het gros van het leger aanvielen, dat nu geheel zonder befcherming was, begaven de overige Janitzaren en ispabis zich in alle yl op de v'ucht. Toen Kara Moftafa zy 1 volk aan alle kanten verftrooid 1 zag-, en dat 'er geene mo glykheid was om het gevecht'*' te hervacten, keer Ie hy hisgejyks naarde legerplaats terug;k daar hy, zyne tent verlaten vindende, zyn ongeluk met een' vloed van traanen betchreide y en toen den Standaard van Mohammed opne.mende volgde hy het overfchot van zyn leger De opkomende nacht dekte de vluchtenden voor het zwaard der vyanden, doch kon hen hunne vrees Bbbbb 2 niet XVI. Boek. XXI. Afd. Veldflag ufch n de I luitfehen de Turken. Te'erlang '■r Tur5n.  746 HISTORIE van het XVI. Boek. XXI. Afd. niet beneemen, die hén zozeer bevangen had, dat zy, ongevoelig voor den honger en voor de ongemakken van de vlucht, niet ftil bielden voor dat zy by hunne makkers gekomen waren, die achtergelaten waren om Tavaririy dat vyf-en twintig Duitfche mylen van Wenen af gelegen is, te belegeren. , Intusschen waren de Keizerlyken, ziende dat de Otbcmannen, na eene korte fchermutfeling naar hunne legerplaats terug weeken, en niet weetende "wat daar omging, in verbeelding, dat de Grootvizier hen eene hinderlaag gelegd had, omdat zy zich niet konden verbeelden, dat een zo talryk leger op een' zo geringen aanval de vlucht zou neemen. Naardien nu de duifterheid hunne achterdocht vermeerderde , beflooten zy ftil te houden, en den volgenden ochtend de legerplaats aan te taften; toen zy van hunne verfpieders vernamen, dat de Turken gevlucht waren, vielen de Poolfche troepen, door hoop op buit aangefpoord, by nacht in de Turkfche legerplaats; daar zy, behalven honderd-en-tagtig ftukken zwaar gefchut, en eene groote menigte ander krygstuig , een ryken buit vonden, en een' voorraad van levensmiddelen voor veele maanden, (z) De verdere om Aardigheden van de belegering en den veldflag kan de leezer vinden in onze Hiftorie van Duitscbland* Gebeurtenis/en zedert de belegering van Wenen tot aan de belegering van Buda. Terwyl de legerplaats der Chrijlenen weergalmde van gejuich over deeze onverwachte overwinning, en geheel Europa de Bondgenoten geluk wenschte met het ont- («) Cant. pag. 308, & feqq.  OTH OMA NNI SC HE RYK. 747 ontzet van Wenen , ftond hei garsch anders gefchapen met het overfchot der Tui ken , d it uit de nederlaag ontkomen was. Zohaast de Grootvizier te Yavarin gekomen was , trachtte hy , niet zyn geleden verlies te herftelien , maar , om het gevaar , dat hem , volgens de Turkllhe gewoonte , over het hoofd hnsg , van zichzelven op andere te wenden Hy begreep zeer wel , oat dit niet mooglyk was , zo lang als lbrahim, de Basha van Budx , en de andere Bashas , die by de gehoudene raadsvergaderingen tegenwoordig waren geweest , nog in leven waren , dewyl zy , door hunne getuigenisfen , groote kracht zouden kunnen byzetten, aan de befchuldigingen , die tegen hem zouden kunnen worden ingebragt , en zyne aanflagen tegen het Othomannisch Ryk ontdekken. Om deeze reden deed hy , onder eenig voorwendzel , alle de geenen , die hem in den laatften krygsraad tegen gevallen waren, by zich ontbieden , en de Bashas verworgen (G ), en de andere Bevelhebbers ter dood brengen ; voorwendende , dat zy , overeenkomftig met Tekeli , voor de belegering van Wenen geftemd hadden a en hem min of meer daartoe genoodzaakt , fchoon tegen zyn' zin ; dat zy , desniettegenftaande, naderhand zeer traag waren geweest in het uitvoeren ,van zyne bevelen , en de eerften r die zich op de vlucht begeven hadien. Na deeze ftrafoefening floeg hy zich nedev onder de wallen .van Buda, Kara Mehemet , een' man , die altoos blindeling zyn' wil gevolgd had , tot Basha van die Stad aanftellende. Geduurende dien tyd brak het leger der Bond- ge- (G) Djtezb waren de Basfas van Buda, van Esfek , en van Ttsjega, benevens de Aga der Janitzaren. Het krygsvolk w;is he vig vergramd over deezen moord ; te meer , naardien de Bpsha van Buda , en de Aga der Janitzaren by hen zeer bemind waren, HiiLii Bbbbbg XVI. Boek. xxi. Afd.  748 HISTORIE van het XVI, Boek. XXI. Afd. genoten op , en trok oostwaards aan , met oogmerk om eenige verdere vruchten van deeze overwinning te plukken. De Polakken , die het grootfte deel in deeze zegepraal meenden te hebben , wilden dat men hen vooruit zou laaten trekken- Verwaand geworden door het verflaan van. een vluchtend leger , zworven zy door het land zonder eenige order , als of zy reeds de geheele Othomannifche magt verflagen hadden. Terwyl zy dus omzworven , ontmoetten zy by Gran zesduizend ruiters en tweeduizend Janitzaren , die door twee Bashas , in de maand Shawal, byeengebragt waren. Zy vielen met groote verwoedheid op dezelven aan , denkende hen daardoor in wanorder te zullen brengen; doch de Turken , fchoon eerst van voornêemen om te vluchten , ziende , dat zy van het groot Kcizerlvk leger afgefcheiden waren , hielden oogenbliklyk ftand ; en , indien de Duitfche troepen hen niet tydig te hulp gekomen waren , zouden zy alle gefneuveld zyn door de handen der- Othomannen , die duizend mannen van hen verfloegen , en daaronder den Zoon van den Generaal Jablonowski (a). De Christen-Schryvers melden ons , dat , toen het leger der Bondgenoten befloten had Barkan , eene Palanka , of fterkte, tegenover Gran aan te tasten , de Koning van Polen in grooten haast vooruit derwaarts trok , met achterlaating van het Voetvolk , tegen den raad van den Hertog van Lotharingen , die daarop met het grootst gedeelte van de ruitery optrok om hem in het oog te houden. 'loen de Polakken met eenige benden der vyanden flaags geraakt waren , dreeven zy die in den beginne op de vlucht doch deeze naderhand door nieuwe troepen onderfteund wordende , raakte de Koning met zyne ganlche ruitery mede in het gevecht. Kort (a) Cant. pag. 311, & feqq.  OTHOMANNISCHE RYK. 749 Kort daarop kwamen zesduizend Turken, die achter een heuvel verborgen hadden gelegen , te voorfchyn; waardoor de Polakken van vooren en van -achteren zo heviglyk aange'ast wierden , dat zy genoodzaakt waren te wyken. De Hertog van Lotharingen bericht van dit gev.iI gekregen hebbende , fpoedde zich naar de opening van eene vlakte , daar de Turken de Polakken niet vervolgden ; doch toen zy hem zagen aankomen, weeken zy te rug De Polakken waren zo moedeloos geworden door deeze nederlaag en het verlies van tweeduizend mannen , dat de Hertog veel moeite had om hen tot een tweede gevecht over te haaien (Z>). Den volgenden dag overvielen de vereenigde Duitfche en Poolfche troepen de Turken by Barkan , en behielden de overhand na een zeer hevig gevecht. De Othomannen vluchtten in zo groote overhaasting over den Donau , dat de brug brak door de zwaarte , eer nog het vierde gedeelte van hun leger daarover getrokken was , die door den ftroom weggevoerd wierden ; de overigen, die naar Barkan gevlucht waren , gaven op de aankomst der Bondgenooten de ftad , benevens hunne wapenen, en hunne twee Bevelhebbers aan hen over. In den flag fneuvelden omtrent drieduizend Turken; de overigen verdronken in de rivier, of wierden krygsgevangen gemaakt (c). fn deezen veldflag had Prins Louis van Baden het bevel over den rechtervleugel , Dunewali over den linkervleugel , en de Graaf Stahrembsrg over het gros van het leger. De Koning van Polen plaatfte zich in den rechtervleugel, tusfehen de Keizerlyke ruitery en de Dragonders, Jabloreski in den linkervleugel, terwyl de overige Poolfche troepen eene derde linie uitmaakten. In deeze orde van bataille naderden zy de vyan- O) Ricaut en Manley ubi fupra. (O Cant. pag, 311, XVI. Boek. xxi. Afü.  75o HISTORIE van het XVI. Boek. XXI. Afd. Nederlaag der Turken. vyanden ; waarop de rechtervleugel der Turken den linkervleugel der Bondgenooten met zulk eene verwoedheid aanviel , dat het fcheen als of zy in het byzonder tegen de Polakken verbitterd waren. Ten zelfden t)de begonnen de Turkfche treepen , 'die in het nangen van den heuvel geplaatst waren , vooruit te trekken , als of zy van voornêemen waren het gros vaa het leger der Bondgenooten aan te tasten ; doch zy zwenkten onverwacht , en vielen op den linkervleugel aan. Toen de Hertog van Lotharingen deeze beweeging der Turken zag , trok hy dwars door de linie der ruitery aan den linkervleugel , en viel toen met de geheele eerfte linie , die nog niet flaags was geweest , de vyanden in de flank aan , met zo groote dapperheid , dat hy hen geheel in wanorder bragt , zonder dat zy hunne gelederen konden herftellen. Dunewald kreeg bevel om de vluchtenden te vervolgen met het Volk van de eerfte linie , en met de Polakken van den linkervleugel , met welken hy hen najaagde tot aan de poorten van Barkan , daar veelen gedood wierden , en veelen omkwamen in de moerasfehen van Gran, Hierop beftormde en veroverde Prins Louis van Baden het kasteel van Barkan ; daar van de groote menigte Volk , die zich daar binnen bevond , niet een het zwaard of het water ontkwam , dan alleen agthonderd mannen , die in eene redoute gelegerd waren , en die lyfsgenade kreegen. In deezen flag verlooren de Turken meer dan tienduizend van hun best krygsvolk , en nog over de duizend , die krygsgevangen genomen wierden , waaronder de Basha's van Halep , en Siliftria , benevens verfcheiden Aga's. De Duitfche en Poolfche troepen zou» den byna handgemeen geworden zyn, wegens den buit, doch door de bemiddeling van den Graaf van Stabremberg wierd de Stad met den gantfehen buit aan de Polakken overgelaten. Dee-  0TH0MANN7SCHE RYK 75* B-eezê ..nederlaag deed de Turken oproerig worden, in zo verre , dac dc Grootvi ier zich byna niet durfde laaten z'en ; terwyl Tek l, en zyne Aanhangers Gezanten zonden aan den Hertog van Lotharingen , die Baar geene onderhandeling wilde luisteren , dan onder Voorwaarde van volkomcne onderwerping. fVeisbrtm en Leventz namen Keizerlyke bezetting in ; ook verklaarden de landl'chappen van Frinfchin ^ Firnau } en N.ada i zich (tegen de misnoegden. Intusfchen bewoog de Her-* tog den Koning van Poten , na eenige aarzeling om d*1 belegering van Gran te onderneemen (d). De Turkjche Schiyvers melden ons, dat de Cbristenbevllbebbers eerst van dit ontwerp afgefchrikt wierden door het gerucht , dat de Grootvizier met een leger van tagtigduizend mannen tegen hen in aantogt was , om-z^oe geleden fchaade te vergoeden ; doch toen zy bevonden^ dat dit gerucht valsch was , beftormden zy in het n van de maand Z'lkaadeh , deeze vestin^ zó hevijr d;;C de Turken daardoor ten hoogden verfchrikten , en de Stadvoogd Beb--Basha , fchoon hv vierduizend mannen in bezeinng had , op den vierden dag van de belegering , eene Stad by verdrag overgaf, die djn aanval van een veel talrykcr leger zo veele maanden lang had uitgehouden (e). Het veroveren van deeze fterke Stad moest voornaamelyk geweten worden aan de dapperheid der Setje*, fche troepen. Drie van hunne opgeworpen batteryen begonnen , op den s'j Qftober , vroeg in den ochtend tegen de Stad te fpeelen , en deeden veel fchaaie aan [1 t kasteel , dat naar den kant van Buda gelegen is ; zy wierpen ook veele bomben in de Stad , terwyl de Keizerlyken tot. aan de- graft naderden ., en zich daar ver (d) Ricaut & Manley, ubi fupra, {f) Cant. pu 3r*. Oost. Hist. XII. Deel, II. Stl'k, Cccca KVl Bci-<. XXl. '•run wordt i-c-^rd en tgtnitmtn.  XVI. POEK. xxi. Afd. Verfat (ƒ) kicau? & Manley, ubi fispra. 75Z H I S T O R ï E van het verfchanften in weêrwil van alle de poogineen der belegerden om hen zulks te beletten. Ook beftormden en veroverden zy de benedenftad , aan den kant van Barkan , wier inwooners naar het kasteel weeken. De belegeraars ondermynden dienzelfden nacht den heuvel, waarop hetzelve gelegen was ; en eischten vervolgens het kasteel op van de bezetting , onder voorwaarde van vryheid van lyf en goed , welke den volgenden dag , uit vrees voor het uiterfte , door hen wierd aangenomen. De Bevelhebber , Bekr-Basha , benevens eenige anderen , verzochten hunne opwachting te moogen maaken by den Hertog van Lotharingen , die hen zeer vriendelyk ontving. Na bet beha.ilen van deeze voordeden begonnen de troepen de winterkwartieren te betrekken. Terwyl zy hiermede bezig waren , gaf Leventz zich aan hen over; en de Kroaat es veroverden het Kaste el „van Ribonitz , de Stad Proben! z aan de Drave ; het Kasteel van Ej~ feghet , en de Stad en het Kasteel vm Brevenitz naby Kanijia. De ingezetenen van Setzin , die door de Polakken belegerd wa<-en , openden hunne poo.ten eer 'er nog eenige voorwaarden bedongen waren , waarop eene groote 11 ichting onder de bezetting voigde ; waarby twaalfhonderd Janitzaren , en tweeduizend ande e Turken het leven verlooren. Na deeze gebeurtenis keerde de Koning van Polen met zyn leger naar huis. Niettegenftaande deeze fcheiding der Bondgenooten, kreeg het Keizerlyk leger zoveel ontzag by de vyanden , dat verfcheide fterkten der Misnoegden zich op belcheidenheid overgaven , en de Graaf Zibbar , de eerfte Bevelhebber na Tekeli, zich aan den Keizer onderwierp (F). Geduurende deeze gebeurtenisfen in Hmgary'én t trok' PetreczLicus , Prins van Moldaviën 3 nadat de fit*  OTHOMANNISCHE kYH. 753 -Koning vin &ó%h' aftrokken was om Wehen té ontzetten , met de gèenen die zyne party toegedaan waren , vereenigd met Konüki den Veldheer der K\f,.kkeny over den 'Tyras , en viel in Besfarabiën. Dit land zonder eemge befcherming vindende , naardien de Ba. jakfebe en Krimfche Tartaaren meest allen gebruikt wierden in de belegering van Wenen , verwoestte hy hetzelve met zyne Moldavifche troepen van alle kanten , met zulk eene ongehoorde wreedheid, dat hy noch ouderdom , noch fexe ontzag. Hy deed de Tartaarfche hinderen levend impaleeren > of het hoofd verpletten ; ' de maagden fchendeh } en vervolgens vermoorden; de zwangere vrouwen den buik opryten ; en de oude lieden de ongel oordfte pynigingen aandoen , om hen tot het ontdekken der fchatten te dwingen; met één U-oord, by pleegde alle wreedheid , diè men immer heeft kunnen uitdenken. Terwyl de Moldavitrs dus veeleer de rol van feeu-^ len dan van krygsheden fpeelden , kwamen de Tartaa-\) ten , die uit de belegering van Wsnltn ontkomen wa-vi ren , terug ; en bemerkende , dat zy minder fterk ^ Waren dan de vyanden , verfchuilden zy zich op des' grenzen ; doch naderhand nieuwen önderftand gekregen hebbende overvielen zy dezelven., terwyl zy hierendaar in het land verftrooid waren , en namen eene gefhvr.ge wiaak over den moord van hunne lartdgenootert. Vervolgens omfingelden zy de Kozakken , die 3 uk hoofde van hun gering getal , geen" veldflag durvende wttagen , zich verfchanftcn achter hunne legerwagens , en dus langzaam naar de rivier HVémfix voorttrokken. Doch doordien hun getal dagëlyks vermin derde, en -zy gebrek aan levensmiddelen begonnen te krygen., wierden zy eindelyk door hóngersnoöd en fneeuw geheel verftrooid, die hen meer nadeel toebragten , dan hunne vervolgers. In deeze vlucht wierden Ccccc 2 vee- XVI Boek, XXI. A:i>. >? wreed'id der ërs wartt v glyk wnten*  754 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXI. ki». Droevig lot van Du C.jy Vorst van Moléavtën. veeien van hen gedood , en nog veel krygsgevan^en gemaakt; zo dat van deeze geheele magt flecht eenige weinige Kozakken, met Petreczeicus en Konikki in Polen kwamen ; en zelfs dit zou hen niet gelukt zyn, indien de paarden der Tartaaren niet afgemat waren geweest. DUCAT, Vorst van MqUavii'n , onderging een veel 'ongelukkiger noodlot , want, toen hy, na zyne te rugkomst van den krygstogt naar Wenen , zyn Land' geheel in verwarring za^ , doordien de meeste Edelen tot Petreczeicus waren overgegaan , en de anderen naai de nabuurige landen gevlucht waren , en Ja ft , zyn^ Hoofdftad geheel verlaten vond, week hy met een' klein gevolg naar Domneftim , een vlek onder het rechtsge. bied van Putna , om daar betere tyden af te wachu n ; doch terwyl hy zich hier bezig hield met de zaaken va i het Land te regelen , wierd hy onverwacht aangevalle \ door Baïnski , een' Molda'As'r, en Bloedverwant va£ Petreczeicus , die hem gevangen nam en naar Poie.i voerde , daar hy niet lang daarna te Wirfchaü in dd gevangenis ftierf. De Turken fielden in zyne plaats zekeren Demetrius Cantacuzenus , een' Man van edele Geboorte , maar zwak , en beter gefchikt voor vrede dan voor oorlogstvden ; om welke reden hy ook niet lang deeze waardigheid bleef behoud n. g ) Laaten wy nu eens zien , wat 'er. ten dien tyte aan het Ütbomanniscb Hof omgirg. . De Sultan , dia noch van den oorlog , noch van de Staatszaakeo , iets anders wiit dan liet geen hem de Grootvizier daarvan meldde , door dien Staatsdienaar bericht Zynde , dat Wenen het beleg nog maar weinig dagen z-u kunnen ui:houden, verplaatfte zyne jagtparty nader by Cón'ltqntikopolen , met oogmerk om » , zodra hem de tyding van de (f) Cantem. paor hunne voorftelling van den ftaat der zaaken , zich zó overtuigd hield van ae onlchuld van Kara Moftafa , dat hy niet alleen het ombrengen van lbrahim Basha goedkeurde , maar hem ook in het ampt van Grootvizier bevestigde , en hem het bevel over een nieuw leger opdroeg. De Grootvizier had niet durven waagen alle de Bevelhebbers , die kennis van zyne raadflagen gehad hadden , ter dood te brengen , uit vrees , dat de menigte van ftraföefeningen den Sultan kwaad vermoeden zou doen krygen , doch nu door den goeden uitflag van *yne gefchenken aangemoedigd , deed hy Mohammed in ftilte weeten , dat de Aga der Jmitzaren , en eenifje andere Bevelhebbers op nieuw geweigerd hadden zyne bevéien te gehoorzaamen ; doch dat hy zich niet had wil'en bedienen van de magt , die zyne Hoogheid hem gegeeven had , opdat zyne vyanden heruit geene gelegenheid zouden opvatten om 'hem te benadeel , en dat hy om die reden begeerde te weeten, wat des Sultans begeeren was. Ccccc 3 Doch l. : xvl ; Boek. xxi. Aïj. List van den Grootvizier o:n anderen ï an kant te kelten.  XVI, ?oek. XXI, Afd. Zy:e list wordt ont dekt, «n h ter dood g bragt. Hegyra , . 1095ji.Jj.l6S ?S6 HISTORIE van hst Doch deeze ftap , ïh dc plaats van aan zyn oogmerk te beantwoorden , ftortre hem in zyn verderf ; want het Hof onderging omtrent deezen tyd eene groote verandering ; en de Legerhoofden , de by het beleg van Wenen waren tegenwoordig geweest , hadden een getrouw verflag van de gebeurde zaken overgezonden , waardoor de listen en het Staatzuchtig oogmerk van den Grootvizier aan den du kwamen. Dit verflag, gepaard met de tyding van het verlies van Gran , en de nederlaag by Barkan , gaf aan de voórftanders der befchuldigde Perfocnen gelegenheid om de verraaderlyke oogmerken van den Grootvizier aan den Sultan met zulke fterke trekken aan den Sultan af te fchetfen , dat hy aan den Kyehaya van de Kapiji bevel gaf , om hem ter dood te gaan brengen. Deeze vond hem te Belgrado , in de Horden van Mobama ,. bezig met hieuw ; Volk voor zyn leger aan te werven , en vatte hem "in zyn eigen huis , daar hy , na het verwonen van des Sultans bevel , zonder eenigen tegenftand te doen, enkel zeggende , dat hy als martelaar ftierf , door \ vier beulen verworgd wierd , en zyn hoofd naar Cm. flaniinopolen gevoerd. De Sultan ftelde den Kamakan , Kara lbrahim Basba in zyne plaats , en gaf hem bevel om eene ftrenge wraak te neemen over de vyanden, wigefis het leed , dat zy, geduurende het flecht beftuur van zyn' voorzaat , het Otbomanniscb Ryk hadden aangedaan ; maar Kara Moftafa had , door zyne veelvuldige beledigingen , hetzelve al te veel vyanden onder de Christen-Vorften op den hals gehaald , om die op eenmaal te kunnen beftryden. (h) De Christen-Schryvers melden ons , dat toen deeze Grootvizier , in het jaar 1680, des Sultans dochter, een kind van agt jaaren , trouwde , hy allerhande kne- O) Cantem, pig. 3*4. & f(n>  ÖTHOMANNISCHE RYK, 757 knevelaryën en geweld moest gebruiken om de onkosten goed te maaken. Het eerfte middel, dat hy in het werk rtelde om geld te. krygen , was het inftellen van yalfche tefchuldigingen , of onwettige eifchen tegen de Afgezanten der Christen-Mogendheden, Die wierd begonnen met den Franfchen Afgezant , aan wien geweigerd wierd op de Sofa te zitten , wanneer hy ten gehoor wierd toeg' laten. Toen nu de Afgezant op bevel van zyn' Meester , ftoutmoedig op dit voorrecht bleef aandringen , vorderde de Grootvizier van hun eene verantwoording van het geen eenige Franfche Oorlogfehepen bedreven had.'cn tegen de Tripolitaanen in de haven van Scio, en deed , zonder hem eens te willen zien , hem terftond in de bewaaring van den Chausb Bachi ftellen , terwyl hy , behalven voldoening voor de belediging , nog twee - honderd - duizend kroonen ter vergoeding der fchaade vorderde. D e Franfche Afgezant zag zich genoodzaakt om zich aan deeze afperfing tè orderwerpen ; doch om de eer van zyn' Meester te redden , wierd de onderwerping gedaan door zyn' Geheimlchryver , en den Gevolmagtigden der Franjche Natie; (lij ook trof den EnAfgezant s Ridder John Finch , niet veel beier lot ; want de Grootvizier eischte van hem zeventienduizend daalders, onder voorwendzel, dat een groot geef H) Deeze vi?rpen zich op hunne aangezichten voor den Sultan neder , en booden hem dus de gefchei ken ann ,• terwyl de aankondiger van des Sultans tegenwoordi^hti-l , niet luide fcm uitriep : ,-. Ziet de afttezondenen van den Knnlng van ftankfyk zich. vernederen voor otiz'èb joem'uchtigen Vorst , en hem uit naam „ van hunne" Metster , gefchmken aanbieden tot botte voor de fchar.de en de be'edfciing, die de Frarfche fchepen de haven van ,, Scio hebben aangedaan." Vervolgens wierden de tstfehenken ftuk v~r>r ftuk vertoond , en wel tienmaal hooier gefchat dan zy indedaad waardig waren, xvr. 3ojek' XXI. Afd.  758 HISTORIE VAN hbt XVI. Boer. XXI Asoi gedeelte van het geld , dat de Engelfchen in Turkyën gebragt hadden , niet goed was. Toen nie-up. d,- Ridder Finch hem de voorwaarden had overgegeeven , om dezelve na te zien , weigerde hy die terug te g'fven , voor dat de Kooplieden hem vyftig beurzen gefchoten hadden , waarvan naderhand twintig terug gegeeven wierden. De Baïlo van Venetiën, eenige goederen ter fluik willende doen inbrengen , wierd ontdekt , en veroordeeld tot eene boete van dertig luizend daalders; en daarenboven moest zyne Republiek tweehonderd- duizend daalders betaalen voor eenige fchaade, die het V''netiaanrch Krygsvolk in Turksch Dalmatien g;.daan had. Eindelyk moest de Nedtrlandjche Gezant, die eenig gefchil gekregen had met den Tolmeester, zeventig beurzen betaalen , eer hy eene nadere verklaaring der onderlinge voorwaarden kon verkrygen. (i) Het geval met den Baïlo van Ptnetien vv^rdt door de Twkjihc Schryvers meer tot hun voordeel verhaald. Volgens hun zeggen deed Piètrö Chuani, met twee Oorlogfcher.en en drie Koopvaardyfchepen te Conjiantinopolen aangekomen , de Koopmanfcbappen alle naar zm huis brengen. De Tolmeester vermoedende uit hoofde van de memg'e der goederen , dat dezelven niet allen aan den Bailo toebehoorden , doorzocht de Schepen , en bevindende , dat het grootst gedeelte der laading aan b\zonde re Kooplieden was afgezonden , die weigerden daarvoor Tol te betaalen , nam hy dezelven in bef] ■•, en zond die naar de rragazynen van den Sultan. I e Batlo , om de goederen,, die in beflag genomen waren , weder te krygen , toonde uit de operïbaare gefc! riften , dat alle vreemde Afgezanten het voorrecht hadden van allerhande goederen Toïvry in Conjlantiucpolen in te voeren , zowel voor henzelven als voor rekening (f) R-ïcaüt, ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK. 75« ning der Kooplieden ; doch ziende , dat geene bewy zen iets konden uitwerken , loste hy de Schepen er goederen, door eene groote fom geld aan den Tolmeester te geev n. E enige dagen na dit geval, ontvluchtte zeker Venetiaansch Edelman , die te vooren op zee gehangen genomen was , naar de Schepen, die beftemd waren om Morofir.i., den voorigen Bailo naar Venetien terug te voeren. Zyn Heer van dit geval bericht gekregen hebben ie begaf zich naar den Grootvizier verzoekende, dat nem zyn flaaf mogt terug gegeeven worden. Hierop wierd Bosjlanp Basha afgezonden om het Schip te doorzoeken, doch de Kapitein van hetzelve, zeggende, dat hy geen' flaaf aan boord had, kantte zich met geweld daartegen aan. De Venetiaanjche dapperheid moest evenwel ten laatfte voor de Turkjche overmagt wyken; het Schip wierd doorzocht, de flaaf wieid gevonden, en de matroozen, die de wapenen hadden opgevat, wierden gedeeltelyk om hals gebragt, en gedeeltelyk onder ftrenge bewaaring aan boord gelaaten. Gok deed de Sultan , hoorende, dat een Vene-1 tiaansch Schip de ftoutheid had durven hebben, van in[ de baven van Conftantinopolen zelve wapenen te gebruik ken; de beide Bailo's , Ciurani, en Morojini 3 in hech-& tens neemen, en wilde hen niet ontflaan voor dat zvS verfchtidene beurzen tot losgeld voorde matroozen betaald",? en voor hun misdryf geboet hadden. Dewyl Wenen toen door de Turken belegerd wierd en de uitflag onzeker was, verkropten de Venetiaanen deezen hoon; doch. toen zy hoorden, dat de lurken voor die Stad de nederlaag gekregen hadden, eifchten zy voldoening voor denzelven. Toen hen dit geweigerdc wierd, flooten zy een verbond met den Keizer vanrii Duitjchland en den Koning van Puien, en verklaarden* vervo.gens den o rlog aan de Othomannifche Porte. Dee-™ ze verklaanng wierd aan den Kaymakan door den Veneti-T Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. D d d d d ■ XVI. Boek. xx t. Afd. twee ailo's van reneiiëB orden in 'chtenis . en in 'dboete •/lagen. e Vene- ianer> rkfoaren n oorlog i de Jrken.  76o HISTORIE van het XVI. i Boek. 1 xxi. i A?B. j I 1 1 < ] I Toebetetife lm derTurKen. arfcben Afgezant overgeleverd, die kort daarna verkleed dt Conjiantinopolen vluchtte. Deeze onverwachte flag rervulde de Turken met fchrik; want, dewyl zy hunne ;anfche magt tegen Duitfchland en Polen moeften gebruiken, willen zy geen middel om de zeelieden mat de ïoodige bezettingen te voorzien, waartoe een aantal troelen vereifcht wierd, dat een magtig leger kon evenaaren; >ok hadden zy geene oorlogfehepen, behalven de zes •lultanas, die oud en lek waren; en geen vooruitzicht om lieuwe te kunnen aanbouwen, naardien zy al het geld, lat in de fchatkiften voorhanden was, grootelyks noodig hadden tot den veldtogt in Hungaryen. Alle deeze redenen bewoogen Kara lbrahim Basha, om alles tot bevreediging der Venetiaanen in het werk te [tellen. Hy betuigde, dat de beledigingen, waarover zy zich beklaagden, hen buiten weeten van den Sultan waren aangedaan, door de geldzuchtigheid van zyn' voorzaat en beloofde van alles vergoeding te zullen geeven, wanneer zy flechts van den oorlog wilden afzien. Maar de Venetiaanen, doof voor deeze vleijende beloften, ga ven ten antwoord , dat zy al lang genoeg deeze beledigingen verdraagen hadden, en dat nu de tyd gekomen was om zich daarover te wreeken. De Grootvizier, ziende dat het onweder,. hetwelk den Otbomannifiben Staat dreigde, niet kon afgewend worden, maakte zich gereed om dien ftorm te wederftaan. Hy ftelde Shaytan ''lbrahim Bisha , een' man van bekende dapperheid, tot Seraskier tegen Duitfchland, en Ayneji Solyman Basba tot Bevelhebber tegen Poien aan. Hy gaf, aan den Groot Admiraal bevel om op de bewcegmgen der Venetiaanen acht te geeven, en bleef zelf, onder voorwendfel van oapaslykheid, te Cov.ftantinopolen, de Bevelhebbers last geevende om hem alles getröuwlyk te melden, aileen om den Sultan de goede tydingen mede te deelen, en de kwaade, zoveel als mooglyk was , voor hem te verbergen. Ter-  OT HO MANNIS C HE RYK. 76i Terwvl men te Conftantinopolen deeze maatregelcf ram, trok het Keizer'yk leger onder den Hertog var Lotharingen , in Hungaryen; (\ ) en begeerde, omtrenl k t einde van de maand juny, Vicegrado, welke Stad zich- na eene belegering van weinig dagen, by verdrag aan hen overgaf. Vandaar verder trekkende, ontmoetten zy den Basha van Buda, die m aantogt was om hunverderen voortgang te ftuiten, en dreeven hem met groot verlies op de vlucht; vervolgens belegerden zy Vacia, hetwelk Bation Basha poogde te ontzetten , ten dien einde, tot tweemaal toe, een' aanval op de Keizerlyke legerplaats doende, doch hy wierd telkens afgeflagen, en verloor in deeze twee aanvallen vyftienduizend mannen. Hierop gaf de Stadvoogd de plaats over op cezelfde voorwaarden , die aan Vicegrado waren toegedaan, (k) In de plaats van Vacia noemen de Cbri/tenfchvyüers Witzan. Zy voegen daarby, dat, nade verovering van die Stad, het Keizerlyk leger den Donau overtrok, zonder dat hen zulks belet wierd door de Turken, die met een leger van twintigduizend mannen flechts drie mylen van de rivier af waren. Na den overtogt deed echter de Seraskier een aanval op de Keizerlyken, met zyne ganfche ruitery, en eenige benden janitzaren; en overviel hen zo onverwacht dat de Keizerlyken tyd genoeg hadden cm zich in orde van bataille te fchikken; doch de Hertog van Lotharingen, die het bevel had over de ruitery nam den voortogt en wederftond den eerften aanval door karabynfehoten , en voorkwam dus het ver. breeken der gelederen; waarop, het geheel leger in order (*) Cantem, pag. 316, & feqq. (I) Hetzelve wa» niet meer dan veertigduizend mannen fterk, fchoon de Keizer in alles met de bezettingen der Steden honderdagt - en - veertigduizend - en - agthonderd mannen op de beeo ha«i, MtBLIT, Ddddd 2 XVI. Boek. ; XXI. Afd. Verovering van ViceRra;Jo door ie Keizerlyken. •nvanWa- Jd3.  762 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXI. Afd. MetegeHng van Buda. der gefchaard zynde, de Turken door deszelfs geregelden optogt zo verfchrikt wierden, dat zy in wanorde de vlucht namen naar de plaats , daar de Janitzaren met het gefchut ftonden, en door de Poolfche ruitery met groote flachting tot daartoe vervolgd wierden. tl) De Turkfcbe Schryvers melden geen woord van dien flag, welke voor de belegering van Buda zou voorgevallen zyn; zy zeggen alleen, dat. na het veroveren van Füria, en ede omleggende kleine fteden, de Hertog van Lotharingen met zyn leger naar Buda trok, en, op den eerften van de maand Shaaban, zich voor die Stad nederflceg. Zyn eerfte aanval was op Pcsth, eene Stad aan den Donau, recht tegenover Buda, die hy in weinig uuren bemagtigde. Doch terwyl hy zyne fchikkingen maakte tot het beleg van Buda, kwam de Seraskier, Sbaytan Ibrabim Basba, met de geheele Othomannifche magt aantrekken , en trachtte door de linie , die de Keizerlyken hadden opgeworpen, door te breeken; tenzelfden tyde eene troep Janitzaren afzendende, om de vyanden van een anderen kant aan te tasten, en vervolgens te trachten om meerder krysvolk in de Stad te brengen, door zich een' weg te baanen door het leger der vyanden; doch, toen hem deeze beide aanflagen mislukten , floeg hy zyne tenten neder in het gezicht der Keizerlyken, en kwelde hen geweldig door geduurige fchermutfelingen. (m) De verdere omftandigheden van deeze belegering kan de Leezer vinden in onze Hiflorie van Duhfchland. Alleen zullen wy hier nog aantekenen, dat de Keizerlyken, na, op den tweeden October, eene kleine fterkte, die tot het kafteel behoorde, nedergeveld te hebben, den volgenden dag eene pooging deeden cm in de Graft te komen , met vierduizend mannen , doch dat zy met verfje Ricaut & Majilet , ubi fupra.(tn) Caht. pag. 318.  OTHOMAN NISCHE RYK, 75a verlies van vyftienhonderd mannen terug gedreeven wierden. Deeze tegenfpoed gaf de belegerden moed om eenige uitvallen te deen , die hen wel gelukten , naardien de Seraskier het Keizerlyk leger onophoudelyk ontrustte. Dit bewoog de Duitfche Bevelhebbers , die wiften, dat de bezetting nog tienduizend mannen fterk, en van alles wel voorzien was; dat zy , zonder' grooter magt, den toevoer langs den Donau nimmer konden beletten, en dat hunne mynen, niet alleen kwaalyk ingericht, maar daarenboven ontdekt waren , om, op den eerften November, de belegering ,op te breeken, en de -winterkwartieren te betrekken, na een verlies van vyf* en-twintigduizend mannen, (n) De Turkfche Schryvers wyten het opbreeken der bele-j gering enkel aan de laatftgemelde oorzaak, en bekennen6 opentlyk, dat alle de poogingen van den Seraskier, om de Stad te ontzetten, te vergeefs zouden zyn geweest, indien de bezetting niet, het zy dan door toeval, of door verraad, de mynen ontdekt hadden, juift toen de Keizerlyken op het punt ftonden om de Stad van alle kanten te omringen. Want de Bevelhebbers, ziende, dat zy nu van nieuws af aan hunne werken zouden moeten beginnen, en ten zelfden tyd het hoofd bieden aan een veel fterker leger dan het hunne, oordeelden het raadzaamft het beleg op te breeken; hetgeen zy ook deeden na eene blokkeering van vier maanden, zonder'eenigen tegenftand der Turken, die wel zeer verblyd waren, dat zy zich van de vrees voor deezen fchroomlyken togt zo gemak, lyk bevryd zagen. Omtrent dien tyd floeg de Graaf Lascy, die door den Hertog afgezonden was om Wirromt, eene gewigtige vefting mSlavonien, te belegeren, de Turken, die tot hulp van dezelve aankwamen, tot tweemaal toe terug, ......4s TteCk (,»>. ■ . ■ - en (») Ricaut & Manley, ubi fupra. Ddddd 3 X\T. Boek. xxi. a f n. J^e heleve■ing wordt fgebroken. )e reden aarvan.  764 HIS TORI van Hvjs i XVI. B'«c. XKi. Afd. Stait der 31. ken in IMoidaviën en Walla- chao. en beftormde vervolgens de wallen met zulk eene hevigheid, dat de bezetting genoodzaakt was de Stad over te geeven Ook wierd ten dien tyd de Graaf Tekdi door de Keizerlyken by Eperies, in Opper - Hungaryen, gefhgen, by welken flag zyn eigen geheim-kabinet en b gagie genomen wierd. Terwyl de Seraskier van Hungaryen dus ongelukkig tegen de Keizerlyke troepen ftrred, had Ayneji Solyman Basba meer voorfpoed tegen de Polakken by B'wadaghi, daar hy zyn leger byeen verzaameld hebbende, bySackza den Donau overtrok; en hooiende, dat de Poolfche troepen nog niet kwamen opdaagen, oordeelde hy het dicnftiger de zaaken in Wallacbien en Moldavien eerft te regelen dan verder voort te trekken. Deeze beide landea wierden toen geregeerd door de twee gebroeders Cmtacuzenus; te weeten, Moldavien door Demetrius, en Wallacbien door Serban, ( K ) we'ke beiden hy befloten had af te zetten; den eerften, omdat hy een zwak man was, en geheel onbedreven in krygszaaken; en den anderen, om dat hy eene heimelyke verftandhouding had met den Keizer van Duitfcbland, en den Czaar van Moscovien. Hf (K) Deeze was een grootmoedig Vorst, die het ontwerpvormde om de Turken uit Europa te verdryven ; ten welke einde hy zich verbonden had met den Keizer en met den Czaar van Rusland, die hem beloofden , dat zy hem na de verovering van Ctnjlantin* ■ ■polen aHaar Keizer zouden maaken. Hierop verzaam^lde hy agt-endtrdg ftukken gefchut en vier - en • tm tigduizend mannen. Dit vooi neemen was de Turken bekend , doch ten dim tyd door de Duitfthe troepen van alle kanten benaauwd worlende ontveinsden zy hunne gevoeligheid. Zy wierden egter welhaasr van hem verlost door de dood ; naardien hy - gelyk algemeen geloofj wierd , op een gajtmaai verreeven wierd door zyn Broeder Ca Jian.inus Stelnik, en door Braneavas , zyne Zusters Zoon , op dat zy des te p.e- uster zouden kunnen leeven. Hy lier een' Zoon , Prins Georgiu* , tfie in Travfylvan:en onder de befcherming van den Keizer geleefi heeft , en vter Dochters ca. Cahtem.  OTHOMANNISCHE RYK. 765 Hy beroofde inderdaad Demetrius van zyne waardigheid, en itelde Conflantinus Cantemir, Serdar van dat land in zyne plaats; maar Serban kocht hem om door eene groote fom gelds, waarop hy deszelfs verraaderlyke oogmerken verborg, en hem in zyne landvoogdy beveiligde 1 erwyl de Seraskier zich in deeze Iandftreeken ophield, verzamelde Koning Joannes van Polen, op den 12 van de maand Ramazan, zyne troepen by Buchacb, en veroverde, eer nog iemand daaraan gedacht had, Qiiancze aan den lyras, tegen omtrent twee uuren van Kaminiek; hier deed hy eene brug over den Tyras flaan, met oogmerk om langs dezelve met zyne troepen in Moldavien te vallen; doch toen die voltooid was trok de Seraskier den Tyras over, overviel den Koning, en omfingelde zyne legerplaats, de Polakken groote fchaade toebrengende, en hen geene ruft laatende, of tyd geevende om zich in order te lchaaren ; terwyl de Tartaaren alle de omleggende landen verwoeftten. De Koning den wanhoopigen toeitand van zyne zaaken ziende vluchtte eerft met een klem gevolg nit zyne legerplaats, en wierd welhaast door zyne Bevelhebbers gevolgd, die na de bagagie verbrand , en hun krygstuig in een' modderpoel geworpen te hebben , met het overfchot van hun leger naar huis keerden , niet zonder groot verlies geleeden te hebben (L } De Fenttiaanen waren veel gelukkiger dn de Adriatifcbe7' a*S zy begonnen den oorlog te MorkMi in Dalmanen,^. en veroverden vervolgens Urana, Übromazzo en Scardo. ' na; (L) D e Christenfchryvers zeggen , dat de Koning van Polen dit jaar weinig uit voerde , en dat de Turken den fpot met hem dreeven , zeggende , dat hy omgekogt was door den Koning van. Vranhyk , hunnen eenigen vriend onder de Cbriitenvirjlen; en uit dien hcofue maakte zy in het volgende jaar geene toebereidfelen te* gen hem. Joh es. XVI. Boek. XXI. Afd. Inval der Polakken. terfpeed r Venelanen.  vvr. Boste. > xl, Afd. Percvefi yenverd ?C6 HISTORIE van het mi vgrbrWiditen Dernis, en vermeelerden het kafteel Dusrs door eene krygslist. Hunne vloot, onder tót be* vel van Mmfird. die' Candia had ovenregeeven, kwam voor Leuccs, (M) en floot die Stad zeer naauw in, welke ook, na eene verdeediging van zeventien dagen, op den 6 van de maand Ramazan, door den Stadvoogd Bekr Tim wierd overgegeeven, die daarop naar het vaste land ovcrftak. Nadat dit Eiland veroverd was, zonden de Venetiaar.en een gedeelte van hunne magt, onder het bevel van Strafolde, in Acarnwien, eene provincie van Lpirus, en dwongen Veni-zza en Seromero tot overgaaf. Geduurende doezen togt verfloegen zy vierduizend, onder het bevel van Seffer Aga, die hen den doortogt wilden betwisten ; waarna de inwooners van dat land zich vrywilliglyk aan hen onderwierpen. Intusschen was het overig gedeelte van hun leger naar Morea getrokken, en beftormde Perevesa zo hevigIvk, dat, op den 8 van dezelfde maand Ramazan, Mehemet Effendi die daar het bevel voerde, genoodzaakt was die veiling over te geeven. Behalven deeze voordeden der Venetiaanen kreeg men aan de Pote ook nog tyding, dat de galeyen, die afgezonden waren tegen 7ma, een Eiland in den Archipel, met groot verlies geflagen wa- ïeï]R~ara lbrahim Basha oordeelende, dat men alle die plaatfen ligrelyk van de Republiek zou kunnen hei winnen wanneer de Duitfche en Poolfche magt maar eerst afgeweerd was, ftelde de Bevelhebbers, die te vooren zo "•elukkig geweeft waren tot Seraskier tegen dezelven aan, en zond flechts een klein leger en eene vloot Schepen tegen de Penetiaanetu ° In f M") Oif Leucade s ook genoemd Santa Mawa , een Eiland in de Ionif k: Zet , ten Noorden van Cephahnia , te vooren met liet raste land vereenigd.  OTHOMANNISCHE RYK. ?67 In dien tusfchentyd hadden de Duitfche troepen Vimr, of Neubaiijel,.zo naauw mgefloten, dat de honger daar grooter verwoesting aanrechtte dan het zwaard. Deeze Stad wierd eindelyk, op den eerften van de maand Sbaaban in het jaar 1096, formeel beftormd, en de belegering zo hevig voortgezet, dat de bezetting weinig da < gen daarna genoodzaakt was de buitenwerken te vei laaten. (0) Op het bericht, dat de bezetting van die Stad de buitenwerken verlaten had, haaftte zich de Seraskier, Shaytan lbrahim Basha, om dezelve te hulp te komen; doch gevaarlyk oordeelende een zo fterk verfchanft leger in zyne verfchanfingen aan te taften, nam by toevlucht tot zyne gewoone krygsliften , en floeg ten gelyken tyde het beleg voor Gran en voor Ficegrado, in hoop, dat hy daardoor de vyandlyke legermagt van Fhar zou aftrekken. Het geluk fcheen hem in deeze onderneeming gunftig te zyn, want hy veroverde niet alleen Ficegrado binnen wem;g dagen , maar benaauwde daarenboven Gran, dat, zedert de laatfte belegering nog niet volkomen herfleld was, zodanig, dat die Stad niet minder in gevaar fcheen dan Fivur Doch eer d? Seraskier kon voltooi jen het geen hy begonnen had, trok de liertog van Lotharingen,.na zeftien^ duizend mannen achtergelaaten ie hebben'om de belegering voort te zetten, met zyn leger tegen hem op, en verfcheen, op den 2 van de maand Ramazan, in het gezicht van de Othomannifche legerplaats. De Seraskier, zien verbeeldende, dac hy nu zyn oogmrek bereikt had, brak oogenbliklyk de belegering van Gran op, en ftelde zyn leger zo vóordeeljg, dat de vyanden hem noch omfingelen. noch van vooren, noch van ter zyde konden aanvallen zonder het uiterfte gevaar. De rechter vleugel wierd be- (s) Cant. pag. 3-3 & feqq. . Oost. Hist. XII. Deel. il. Stuk. E e e ee XVI. Boek. XXI. Afo. Vivar bek' rerd. Jegvra, 1096. d.D.i6§%.  768 HISTORIE van hbt XVI. Boek. XXI. Afd, NederJaa der Turken. befchermd door den fnelvlietenden Donau; de linkervleugel door eene lange ry van bergen, die zyh veele mylen verre uitftrekte; en hec front wierd gedekt doot wyde en moeyeiyke moerasfchen. In deezen ftand bleef hy vier dagen leggen zonder eenige beweeging te maaken ; het zy dan om door uitftelde vyanden te misleiden , of om hen te verdaan in het doortrekken van de moerasch , wanneer zy zich zouden verftouten , hen aan te tasten ; doch de Hertog zyn oogmerk befpeurende , en overweegende , dat zyn leger , niet zonder groot gevaar , den vyand in eene zo moeijelyke plaats kon aantasten , maakte fchyn van te vluchten , deed den aftogt blaazen , en brak op den 14 tegen den avond , met zyne geheele magt uit de legerplaats op. D e Turken , zich verbeeldende , dat de Dmtjche troepen in goeden ernst gevlucht waren , vervolgden hen met groote ftoutheid ; en fchoon zy verlcheiden maaien terug gedreeven wierden , beftormden zy hen echter den ganfchen nacht in hunnen aftogt ; terwyl de Keizerlyken geduurig vooruit trokken , en hunne vyanden ruimte lieten om de moerasIcben door te trek% ken , en hun front te openen. Toen zy eindelyk zagen dat 'er meer Volk van de Turken overgetrokken was dan 'er zonder verlies terug kon keeren , hielden zy ftand , en vielen op hunne vervolgers aan , met eene zó hevige woede , dat deezen , die hen in groote wanorde gevolgd waren , genoodzaakt wierden in alle yl naar hunne legerplaats terug te keeren. De Keurvorst van Beijeren , die over den eenen vleugel het bevel voerde , volgde hen door de moerasfen , terwyl de Hertog van Lotharingen hen van den anderen kant aanviel , zonder dat een van beiden iets van eikanders oogmerk wist. De Turken, door eene ingebeelde vrees getroffen , vluchtten met zulk eene overyling , dat de Janitzaren , in weêrwil der poogingen van den Seraf-  O TH OMAN NIS CHE RYK. 760 raskier , hunne eigene ruitery doodden , en deeden af zitten , om des te fpoediger te kunnen vluchten ; zc dat van de Turken een grooter getal fneuvelde , door hunne eigen medgezellen, dan door her zwaard hunner vyanden. Hunne legerplaats , bagagie , krygskas , levensmiddelen , krygstuig , met één woord , alles viel de overwinnaars in handen (p). Iktusschen vorderden de belegeraars zd fterk voor Neuhaufel , dat zy , op den 19 van dezelfde maand een' algemeenen aanval deeden , waarby de Turken zich met groote dapperheid verdeedigden , en niet eer de witte vlag uitftaken, dan nadat drieduizend van hunne vyanden door de bres waren ingedrongen ; doch toen was het reeds te laat, naardien alle de krygslieden der bezetting ter dood gebragt wierden. De Stadvoogd overleed den volgenden dag aan zyne wonden , en van zeventienhonderd mannen , het overfchot van eene bezetting van drieduizend , wierden flechts tweehonderd in het leven gelaten (2). Het veroveren van deeze fterke vesting verwekte zulk een' fchrik onder de Othomannen , dat niet alleen dc bezettingen van Novigrado , en Ficegrado , de gemelde Steden verlieten , zohaast zy tyding kreegen van het aannaderen der vyanden ; maar , dat zelfs de Seraskier, anderszins een man van onverzetlyken moedv en een oud k-ygsman , een' van zyne voornaamfte Bevelhebbers tot tweemaal toe naar den Keizerlyken Veldheer zond , om te onderzoeken , of 'er geen' vrede met den Keizer zou kunnen getroffen worden , doch , naardien men van den tegenwoordigen toeftand der zaaken grooter voordeden verwachtte , wierd hy op beide reizen met eene volftrekte weigering afgewezen. Ter- (p) Ca ut, pag. 321 & feqq. [j; Ricaut, a. f, Eeeee 2 XVI. Boek. xxi. Afd. Vivar «« m'ere plaatjen veroverd,  xvr. Boek. xxi. Afd. Verdere voorfpoed der Keizerfchen. Belegerint van Caifc via. 7JO HISTORIE van het Terwyl de Hertog van Lotharingen bezig was met de belegering van Vivat , verwoestte de Graaf Lascy met een gering getal troepen gehe 1 Slavoniën , floeg den Basha van Posbega , verbiandde een groot gedeelte van de brug over de wyde moerasfen van de Drave , en zou Esfek byna ingenomen hebben ; doch het kas. teel niet kunnende veroveren , plunderde hy de Stad, en verliet dezelve toen wederom. De Generaal Scbültz was niet minder gelukkig in Neder-Hungaryen ; daar hy op den 10 van dezelfde maand , Esperiè's , eene ' tad van TekeWs party tot de overgaaf dwong , en Tokiy , benevens .enige andere Steden , die door de misnoegden bez t waren , veroverden. De Generaals Mercy en Heusler , hunne troepen byëengevoegd hebbende , veroverden Zolnok , lbraini , Kalo , Klein- Wat-adin , St. Nholaaskerk , en Saraifa. De aanhang van Tekeli overal geflagen wordende , week naar Casfovia ; welke Stad zy met alle magt verfterkten, met befluit om daar de beloofde hulptroepen van de Turken af te wachten , en liever het uiterfte te waagen, dm zich aan den Keizer te onderwerpen. Toen kort daar na , op den 3 van de maand SUkaadeh , de Graaf Cap ara deeze Stad begon te belegeren , zond Tekeli verfcheiden boden aan den Basha van Waradin om zyn' byftand te verzoeken. De Basha beloofde hem zulks , doch deed tevens Tekeli verzoeken om by hem te komen , en hem te zeggen hoe de Stad best kon ontzet worden. Tekeli , te veel vertrouwen in hem Hellende , begaf zich op weg met zevenduizend van zyne landslieden ; en wier.l door den Basha te gemoet gegaan , éér hy nog te Waradin gekomen was ; deeze ontving hem met groote ëéfbewyziiigen - verdeelde zyn Volk in dé nabuurige plaatfen , en vei zocht vervolgens Tekeli en zyne voornaamfte Bevelhebbers met hem naar de Stad te gaan. Hier gekomen zynde, verzocht  OTHOMANNISCHE RYK. m zocht hy dien Graaf op het middagmaal , er dit bvna ÖJ?.' 'er een Beende in de kame /eRlge Janitzaren , die een bevel van den voeren ^e om r^//geboeid naar Conjiantinopolen^ Sen tr ? ^ °m "eni8en wederftand te bieden , het z:ch binden en wegvoeren ; terwyl zvn gevolg, door verbaasdheid getroffen, als roerloo7uo?d" en de reden van de,ze bandefwys niet durfden vra gen/ Terstond na deeze daad ontbood de Basba Petrotzi \ den vcornaamjen na Tekeli. zeide hem, dat hy nfets te vrcezen had en dat hy het bevel over de /C" ren moest op z,ch neemen tot nader order. PeZfzV ïïfVZSdn f3™ 8™».^ over deeze valsheid , en* gaf den Bashi ten antwoord ; dat , fchoon hv nïr4 wist, wat Tekeli misdreeven'had , en hy hem^Itvd lZenn P°7ren 0i-dürda3n V3n dcn Sulttfn ïad |cnouden , hy echter net twyfelde of zyne Hoogheid ï™7 gn "ƒ 6 ? °% verandering zou maaken in de geze verzeke.:ng gaf hy aan den Basha ; maar toen hy hv^^/!? ^ by z>'n VoIk / be¬ woog hy zyne Jandgenooten , om een' gan sch anderen weg in te daan. Na de Bevelhebbers vifll gegeevS te hebben , hoe verraaderlyk Graaf Tekeli te gevangen genomen was , zeide hy tegen hen dat men te vergeefs de herfteiling der vryheid va ™ verwachtte van een Vo k , dat zelf niet eens wgwat vryheid was , en dat geen ander richtfnoer van zvne daaden kende , dan de onbepaalde wil van zyn £ gelanden; dat zij derhalven behoorden te overweS dat van hhn'? 7" T" hU" ^ ' e» ^ zwerven h ï ff' I" gedUUnS° ^üngfcbap ern te zwerven , het vaderland te zien verwoesten , en in geduunge vrees voer gevangenis te leeven 5 of om ver! Eeeee 3 gif. XVT. Bt ek. XXI. Afd. rekeü' vo'tU ia te hftnts enomen. 'etrazzl >,ndt t»t ypperh-jo/J 1 zyne laats aaxejle'.d.  772 HISTORIE VAN HET XVI. BoEK. XXI. Afb. Petrozzi valt de Tm ken af. Casfovia door de Ke zerlyken veroverd. benevens veele ande, Steden, fr») Cant. pag. 322 & ftqq. ( i) Ricaut. giffenis te fmeeken by den Keizer, wiens legermagt in twee veldt'-gten het geheel Koningryk veroverd had , Casfovia alleen uitgezonderd , en de algemeene fchuldvorgeeving , die hen aangeboden was , aan te neemen. Nadat dit laatfte met algemeene ftemmen aangenomen was , trok Petrozzi met al zyn Volk naar den Graaf Caprara , die nog bezig was met Casfovia te belegeren ; en , na den eed van getrouwheid aan zyne Keizerlyke Majefteit gedaan te hebben , vereemgde hy zyne troepen met die van den Keizer , en beval hen de Turkfche bezittingen aan te tasten- De bezetting van i- Casfovia volgde oogeribliklyk hun voorbeeld , en opende , op den 26 van de maand Zükaadeh , haare poorten voor den Keizerlyken Veldheer (r). Met betrekking tot het gevangen neemen van Tekeli «melden ons de Christen-Schryvers , dat de groote voorfpoed der Keizerlyke wapenen de Turken en de Misnoegden zodanig met fchrik vervuld had , dat zy , zonder eenigen wederftand te bieden , Potak , Regentz , Ungtxsar , en Scraw aan de Keizerlyken overgaven , welke plaatzen alle aan Tekeli toebehoorden ; en dat nog veele andere Steden hun voorbeeld voigden j en dat dit de reden was , waarom de Seiaskier , cm zyne eigen tegenfpoeden te bedekken , dien Graaf te Waradin deed in hechtenis neemen (O- De Polakken troffen een geheel ander lot in Moldavïèn ; want de Koning door den ongelukkigén uitflag van zyn' laatften togt in dat land geleerd hebbende, dat hy daar geen voordeel kon behaalen , ten zy hy de inwooners in zyn belang kon overhaalen , trachtte geduurende den winter door allerhande wegen den Prins Conflantinus Cantemir op zyne zyde te trekken , en hem over  OTHOMANNISCHE RYK. ?? over te haaien , om tegen de Turken op te ftaan. Prin Cantemir deed hem antwoorden ; dat hy gewillig z0i zyn om zyne begeerte te voldoen , wanneer hy flecht few bemerken , dat zyn opftand van eenig nut vooi het Christendom kon zyn , maar dat integendeel . zw bedunkens , dezelve , in deeze omftandigheden , ha' deehg zou worden voor den Koning zeiven ; en dat ofichoon hy al zyne toeftemming wilde geeven, 'de Stenden van het land nimmer zouden kunnen overreed worden om het verlies van hunne goederen en kinderen, die in lurkyen in onderpand gehouden wierden, in de waagfchaal te ftellen. SO BI ES KT , ziende dat hy den Vorst niet kon overhaalen, zond , in het begin van den zomer , zvne troepen naar Moldavien , onder het bevel van Petoet en Jablonomky. Prins Cantemir raadde deeze Veldheeren door een' brief , dat zy zich meester zouden maaken van Kaminiek , eer zy den Tyras , 0f denNiester overtrokken ; naardien hen anderzins , gelyk zy in het voorgaande jaar ondervonden hadden , de terugcogt zou afgefneeden worden, wanneer zy de ned-rla g kreegen , en geen meer grend zouden kunnen winnen , wanneer zy overwinnaars bleeven ; dat hunne inval de inwooners niet dan flaaverny en mishandeling op den hals zou haaien , en dat hy zelf, door de fterkfte bedreigingen , genoodzaakt was, zich by het OW manmsch leper te voegen , en zyn land met alle magt te verdedigen. ° De Poolfche Veldheeren , den raad van dien Vorst veiachtende , deeden hem ten antwoord geeven : dat zy van hunnen Koning bevel gekreegen hadden , om Moldavien te veroveren , en dat zy derhalven verplicht waren , zyne bevelen te gehoorzamen ; e'at de beK gering van Kaminiek moeijelyk , en daarënboven onnodig was , naardien , wanneer zy eens het nabuurig land 3 5 XVI. 1 Boek. 5 XXL Afb. De Polak ken vollen in Moldavien. Raid van Prins C. -anternir.  774 HISTORIE VAN HET XVI. 1 Boek 1 XXI i Afd. and veroverd hadden , de bezetting door gebrek aan evensmiddelen zich van zelf zou moeten overgeeven ; ;n dat zy niet bevreesd waren , van door de Tuiten e zullen geflagen worden , naardien zy eene magt onter hun bevel hadden , die in ftaat was om de ganfche raagt der othomannen het hoofd te bieden Ten belluite vorderden zy van hun , dat hy zyne troep, n mee de hunne zou veretnigen , of dat zy hem anders als een vyand zouden aanmerken. Zonder zyn antwoord af te wachten , floegen zy eene brug over den Tyras , en trekken met hun leger in Moldavien , doch zy waren nog niet verre gevorderd of zy wierden aangevallen , naby het vlek Boyan , door Jyneji Solyman Basha , mee twintigduizend Turken, gevolgd door Selim Gueray Chan , met vyftigduizend Tartaaren , en door den Vorst van Moldavien met vyfduizend mannen. Zohaast de twee legers in elkanders gezicht gekomen waren , verlchaniten zy zich van weêrskanten. De Seraskier en de Cban de Polakken zie~de aannaderen , hielden raad , of zy hen zoud.-n aanvallen , dan of zy zouden wachten tot dat de 'vyander. de Othomannifche legerplaats aantastte, of terug trok. Toen zy het hieromtrent niet konden eens worden , zocht Prins Cantemir, die, zo veel in zyn vermoogen was, alles ten voordeele der Christenen trachtte te beftuuren , den Seraskier te bewéegen om in zyne post te blyven , en daardoor de Polakken te beletten, om vei der door te dringen ; voor reden bybrengende; dat man niet al te onbedacht een' veldflag* moest waagen , dewyl het leger der vyanden zeer talryk was , en de Seraskier flechts vyf-en- twintigduizend mannen had , waarop hy fbat kon maaken , naardien de Tartaaren waarfchyniyk niet eens het eerfte vuur zouden u thouden ; dat, wanneer het geluk hen- tegenliep , geheel Moldavien en misichien Bujak daarenboven voor de Polakken zou moeten buk• ,kenj  OTHOMANNISCHE RYK. 77 ken ; en dat men , kortom , hen kon onderbrengei zonder een enkelen man te verliezen , wanneer % zyn leger met fterke verfchanfingen wilde omringen , el hen door geftadige fchermutfelingen afmatten. De Seraskier keurde dit voorftel goed , waarop Pn'n Lantemtr , door een' vertrouwd perfoon , de Polakker, kennis gaf van het geen 'er in de raadsvergadering was voorgevallen ; daarby voegende , dat zyne troepen aan de westzyde van den Tyras gelegerd waren , en dat zy dus van dien kant niets te vreezen hadden. De Poolfche Bevelhebbers beflooten , op het hooren van dit bericht, eerst de Moldaviers aan te vallen , zich verbeeldende dat zy naderhand minder tegenftand van de Turken zouden ontmoeten. Met dit oogmerk trokken zy oogenbliklyk aan op de legerplaats der Moldaviers , die een uur ver van die der Turken afgelegen was. Prins Cantemn hen in vollen ren ziende aankomen , ftond ten uiterfte verwonderd ; doch zich verbeeldende , dat zv zyn bericht met wel begrepen hadden , verzaamelde hv in haast vyftienhonderd mannen van zyn Volk ; niet om hen te keer te gaan , maar om hen uit hunne doohng te trekken , door het toonen van zyne Vendels die met kruifen en andere Chriftelyke merktekenen verfierd waren ; doch de Polakken deeze vreedzaame en vrien delyke geneigdheden in den wind flaande , vielen met groote woede op hen aan, als of zy hunne ergfte vyanden waren. De Prins over deeze verraaderlyke behandeling ge-7 belgd , deed al zyn Volk in de wapenen komen , &en/i beval hen geweld met geweld te keer te gaan. Dit ' deeden zy met zo veel dapperheid , dat zy niet alleen de voorhoede der Polakken, die zesduizend mannen fterk was , afweerden , maar vervolgens op dezelve aanvie. len , en die , nadat de eerfte drift voorby was , op de vlucht dreeven. Zodraa de Turken door het gerucht Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. Ff fff der i XVI. r Boek, i XXI. Afd. Ve*raadergedragier Polakten. worden lagen.  7 XVI. d Boek- d xix J Afd. ( \ 1 j > I 1 Seromero iêor de Ve netlenen entzet. jffval der aïaiuoten. rS HISTORIE van hst er Snaphaanfchoten in beweeging gekomen waren, zonen zy terftond eenige regimenten tot onderftand van de Moldaviers ; terwyl het overig gedeelte van hun Volk ,p het onverwachtst het Poolsch leger van achteren aantel, waarop , in minder dan een uur zesduizend manlen van hen verflagen wierden , en vyfduizend KoJaken , die van alle kanten omfingeld wierden , verplicht raren , zich gevangen te geeven. De overige man'chap , ziende dat de overwinning naar de Turkjche zyle overhelde , trachtte weder binnen de verfchaniingen ■e komen , doch door de Tartaaren afgefneden Zynde , namen zy de vlucht , met achterlaating van hunne bagagie en krygstuig Maar dit was ook het eenig voordeel , dat de Othomannen d t jaar behaalden ; van alle andere kanten kwa. men niets dan tydingen van hunne nederlaag , en van het verlies van Steden , ja zelfs van geheele Provinciën Vroeg in het voorjaar belegerden zy >eymero, dat zich in het vooiig jaar aan de Venetiaanen had overgf geven ; doch op het aanna.leren van derzelver Vioot braken zy terftond het beleg op (ƒ ). De Mainoten , een Volk van Morea , van alle Kanten de nederlaag der Turken verneemende , v elen van hen af, en verklaarden zich voor de Vénetiaahen. Hierop zond de Sultan eenige troepen af dm hen on ter te b-engen ; doch zy vielen met hulp van Signoï üelp-mo zó verwoed op dezelven aan ,. dat van drieduizend- enyyfhonderd Turken ,, niet meer dan honderdveertig het zwaard of de ffaaverny ontkwamèn . Dit was fkchts een voórfpel van gCWtgtiger gebëurtenisfen; want de Kapitein-Generaal Mor Ji:i zyne Vloot met de Galeyen van den Paus en der Ridders van Malta vereenisd hebbende , zeilde naar de golf van Sapienza , en (t) Cant pag. 323» &-feqq.  OTHOMANNISCHE RYK, m en nadat hy daar de Maimten bewogen had , om andermaal tegen de lurken op te ftaan , itj weerwil van het onlangs gefloten verdrag, befloot hy Koron te belege. ?en ais de gelegenfte plaats om hen te onderdennen, en aan de Republiek getrouw te doen blyven. Ten dien einde entfeheepte de Kapitein-Generaal zyne troepen , beftaande uit agtduizend mannen , betv.lven de rui"e y onder het bevel van de Saint Paul, omtrent eene Kanonschoot , verre van de Stad , zonder eenigen teeenft.ni te ontmoeten O)- , _ ,n „,,„ Nadat, volgens het verhaal van de Turkfcbe Schiy vers de Venetiaanen , cp den n van de maand Rahb (U ïunv) de Stad Koron zeer naauw ingefloten hadden t ok Halil , Seraskier van Morea op met a le de m o-t, ede hy kon byëenbrengen om die Stad te on'zetnn ■ en na eene fte.kte veroverd te hebben , cue de Venetiaanen op den top van een* heuvel tot hunne Verdediging aangelegd hadden , wendde hy het gefchut van dezelve tegen hunne legerplaats ; doch de M^aZCn , die aan üien kant gelegerd waren , overvielen de legerplaats van den Seraskie* , éér hy de fterkte , die hv veroverd had , behooriyk kon bevei.igcn ; en door nieuwe troepen ve fterkt , dreeven zy hem , na een lang en hevig gevecht uit zyne post. Eenige dagen daarna t.ok hy andermaal voorwaarts ; doch de vyanden f e k verfchanst vindende , week hy na eenige fchermutfelingen terug. De Venetiaanen , toen niet langer vot het Uthomanniscb leger te vreezen hebbende, lchooten de wallen plat , en na de Stad , op den 10 van de maand Ramazan , omflngeld te hebben , Verover, den zv dezelve ftormenderhand , na eene hardnekkige verdeediging der bJegerden De Wen wilden , toen zy bemerkten , dat zy de Stad niet langer konden^ (k) Ricaut, ubi fupra. v * F ffff 2. XVI. Boek. XXI. Afd. Koron beegeid. en vertverd.  778 HISTORIEvanhet XVI. Boek,. xxi. Aid Zarnata veroverd. houden , dezelve by verdrag overgeeven , maar toe» was het te laat , nadat alle de fterkten en het kasteel veroverd waren , wierd de ganfche bezetting nedergefabeld (x). Nadat deeze Stad veroverd was , namen de Marnoten (N) insgelyks de wapenen op , en belegerden Zarnata , doch toen de bezetting vernam , dat eenige Venetiaanfche troepen in aantogt waren om hunne vyanden by te ftaan , vonden zy het raadzaam , de S:ad by verdrag over te geeven (z). De verovering van deeze ftad word door de Christen-Schryvers geheel anders verhaald. Zy zeggen, dit, na het verlies van Koron , de Kapudan Basha met zyne galeijen zich voor Cerigo vertoonde , ho pende dat hy daardoor de Venetiaanen voor dat jaar van eenige verdere onderneemingen zou deen afzien , d,;ch , dat hy kort daarna bevreesd wordende , naar Napüi ai Romania terug week. Intu fchen zeilde Morofini , die te Coifu door eenige Saxifche troepen verfterkt was , naar de kust van Zarmta } welke Stad door den Aga , die daar het bevel voerde, aan hem overgegeeven wierd. Deeze Bevelhebber vreezende , dat hy , uit hoof Je van zyne lafhartigheid of verraad , ter dood zou gebrr.gt wor- (*) Cant. pag. 325. (a) Cant. pag. 32*6. (N) Zy zyn afkomftig van de ou^e Lacedammiërs , en zyn nog tegenwoordig de dappere ■ an alle de Grieken. Scmon zy niet nirer d-'-n twaaf luizend marnen in hu veld kunnen brengen , hehnen de Turken hen n nm.er ku"nen oveibeeren , of cy.sbaar maaken ; ook hebben de Venetiamen hen njniitièr wetten taaien vnnrfohryven. Hunne tegenwo ibjy\an Ibrcbim Basba , Seraskier tegen Duitschhnd dien hy van achteloosheid in den flag by Gran befchu dig-te, en hem te last legde , dat hy de foldy der troepen tot zyn eigen gebruik had aangewend (QJ. Dit zqMq ^ (6) Cant. pag 326. (o) Onze Hiftorie-Schryvers zeggen , dat , (oen 'er in Hungaren tuïfcben de Janitzaren en Spahis twist ontflond , Arem-adeh, een rrian van groote wvsherd . rfg ?o'e Groot'zier'acht de tad te ontwen.  XVI, Boek. xxi. Afd. 786 HISTORIE van h«t zan, (3 Auguflus) vier Bashas, met agtduizend mannen ruitery , en tweeduizend Janizaren, om te beproeven of zy door het leger der Keizerlyke en Beijerfche troepen konden doorflaan, en, voor het minft, een gedeelte der Janitzaren in de Stad brengen, tot onderfteuning der belegerden ,• doch de Hertog van Lotharingen, dit oogmerk vermoedende, zond eene bende ruiters af, om hen tegen te trekken, éér zy de legerplaats genaderd waren; en deeze viel hen inderdaad met zo groote hevigheid aan,dat na een kort gevecht de Turkfche ruiters de vlucht namen, en de Janitzaren aan de genade der Keizerlyken overlieten. Op den laatften dag van dezelfde maand, (9 Jugufius) zond de Grootvizier op nieuw tweeduizend Janitzaren, en eenige benden ruiters om zyn voorig ontwerp ten uitvoer te brengen. Deeze met meer omzichtigheid te werk gaande, verrafchten de voorpotten van het Keizerlyk leger; en vervolgens op het Brandenburgfch hoofdkwartier aanvallende, vloogen zy met eene onmenfchlyke woéde door vuur en Haal, en veroverden met den eerften aanval de verfchanfing, die men tegen hen opgeworpen had, doch, nadat Caprara en Heujïer de Brandenburgfche troepen te hulp gekomen waren, omfingelden zy gezaamentlyk de Turken, toen zy op het punt ftonden om in de Stad te geraakenen maakten zuik eene flachting onder hen, dat naauwlyks driehonderd, en die nog allen gekwetst waren, binnen de poorten kwamen. Twee dagen na deeze onderneeming, beftormden ae Keizerlyken, om te toonen, hoe weinig vrees zy voor den Vizier hadden, de fterkfte plaats van het kafteel , en veroverden dezelve na een hevig gevecht. Toen zy nu na dit behaald voordeel op het punt fcheenen van de Stad te zullen bemagtigen, beval de Grootvizer op den 19 van de maand Sbawal, ("18 Augufius) voor de derde reis duizend Janitzaren, gedekt door duizend Spabis en vyf- tien« I  OTHOMANNISCHE RYK, 78/ tienhonderd Tartaaren om te onderzoeken, of zy niet in Buda zouden kunnen komen; doch fchoon deeze zich zeer dapperlyk gedroegen, en zelfs tot aan de verfchanfingen van het Keizerlyk leger doordrongen, wierden zy echter met groot verlies terug geflagen, De bezetting, die om den aanval te begunftigen ten zelfden tyd een' uitval gedaan had, ziende dat hunne vrienden geflagen wierden, vluclüte met den uiterften fpoed en met groot verlies naar de 6tad terug, .Alle deeze tegenfpoeden deeden het Ölhoroar.nifch leger den moed ontzinken; en op het vcrfpreiden van een gerucht, dat de Bondgenooten, zohaaft zy de Stad veroverd hadden, de Turken in hunne legerplaats zouden komen aataften, liepen de meefte foldaaten uit het leger, en keerden naar huis, zonder aan de herhaalde vczoeken van den Grootvizier gehoor te willen geeven. Nadat de belegeraars dus bevryd waren van het gevaar, dat hen van achteren dreigde fH) deeden zy op den 13' van dezelfde maand (22 Augufius) hunnen laatften aanval op de Stad; welke door den Stadvoogd Abdi Basha een' man, die zeer beroemd was door zyne krygskunde , eenige uuren achtereen , met groote dapperheid uitgehouden wierd ; maar nadat deeze zelf gefneuveld was , begon de bezetting den moed te ontzinken, en flechts een' flaauwen wederftand te bieden. Doch tenj laatften ziende , dat de "kans al te ongelyk was , ftaken' zy de witte vlag uit , en verzochten om lyfsgenade; maar (R) En daarenboven verfterkt zynde met agtduizeni mannen, onder het bevel van den Graaf van Schaffenberg begonnen zy op den a September uit alle Batteryen te vuuren ; en eerst eene geveinsde beweeging maakende , ais of zy de legerplaats van den Grootvizier wilden beitorman , vielen zy onverwagt op drie plaatzen in de gefchotene bres (en van de Stadswal , en drongen moediglyk door dezelve heen.; terwyl Abdi Basha de Stadvoogd in dien aanval fueuvelae. Jonis. Gëggg 3 xvr. Boes. XXI. Afd. h Stad 'ord ovep egeven.  788 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXI Afd. Cttal der dooden, ge kwetfttn en gevangenen. Verdere ovetwiit-' ningcn. maar eer de Duitfche Bevelhebbers de drift van hun Volk konden bedwingen , fneuvelde een groot getal der belegerden op de wallen , zodat naauwlyks tweeduizend van hen hec leven behielden (e). B y deeze verovering verloo-en de Belegeraars flechts vierhonderd mannen , en hadden maar tweehonderd gekwetften ; terwyl van de zyde der Turken drieduizend gedooi' , en tweeduizend gevangen genomen wierden , waaronder veele voorname Bevelhebbers waren (ƒ). IN adat Buda veroverd was, nam de Grootvizier, die geduurende den ftorm zyn eigen ongeluk, en dat van het Othomannisch Ryk , met bittere traanen befchreid had, met het overfchot van zyn leger de vlucht; terwyl de bezettingen van Halman , en van andere plaatzen, haare posten verlieten, êh de Steden aan den Keizer overgaven. Zohaast de Hertog van Lotharingen bemerkt had , dat 'er geene legermagt meer overbleef , om hem het hoofd te bieden , verdeelde hy zyne troepen, en zond een gedeelte van dezelve , onder den Prins van Baden, naar Neder- Hungaryen , en een ander gedeelte onder de Generaals Caraffa en Heus Ier, in Opper- Hungaryen. De Prins van Baden belegerde , op den 8 van de maand Ziikaadeb , (15 September) de Stad Simonthorn, en dwong binnen weinig dagen de Turkfche bezetting , om zichzelve en de vesting op befcheidenheid over te geeven. Vervolgens overviel hy Kaposwiwar , welke Stad hv uitplunderde , en vervolgens weder verliet , dewyl hy geen' tyd wilde verfpillen om het Kasteel te veroveren. Van daar trok hy , na nieuwe verfterking onder bevel van den Generaal Scherfenherg gekregen te hebben , naar Vyf. Kerken j en nadat hy , op den 26 van dezelfde maand, (<") Cant. pag. 329, & feqq. Ricaut, ubi fupta. (ƒ) Ricaut , ibid.  OTHOMANNISCHE RYK. 789 maand, (5 Oclober) met zyne voorhoede in het gezicht van de Stad gekomen was , ftafc de bezetting , zich verbeeldende, dat het geheel Keizerlyk leger tegen haar in aantogt was , dezelve in brand ; doch de Prins deed driehonderd ruiters afzitten , om den brand te blusfen, zodat het grootst gedeelte van de Stad overbleef om door zyn Volk geplunderd te worden De bezetting . toen ziende, dat zy zich bedrogen hadden, zocht uit fchaamte de Stad door een' uitval te herwinnen , maar wierd met verlies terug gedreven. Om echter voor deezen misflag te boeten , rechtten zy op de muuren van het kasteel een' zwarten ftandaard,! en zes bloedrooden op , om de belegeraars te kennen te geeven , dat zy befloten hadden voor deszelfs verdeediging hun leven te laaten ; doch toen zy hunne vestingwerken door het vyandlyk gefchut vernield zagen, boezemde het vooruitzicht van eene gewisfe dood hen zachter gevoelens in ; zodat zy hunne bloedvlaggen inhaalden , en aanbooden , het kasteel over te geeven onder voorwaarde, dat zy met hun geweer vry&zouden moogen uittrekken; doch toen hen dit geweigerd wierd, gaven zy zich over op befcheidenheid , en wierden alle gevangen gemaakt , en onder hen een Basha en zeven Begs , op den derden van de maand Zilhajeh , (10 Ottober). Na deeze verovering zond de Prins van Baden den Generaal Scherfenberg , met een gedeelte van het leger af , om Syclos te belegeren; nadat die Bevelhebber , op den 7 van die maand , daar aangekomen was, veroverde hy die Stad by den eerften aanval ; vervolgens beftormde hy het kasteel , en bragt door geduurige aanvallen de bezetting zodanig in het naauw , dat zy zich , op den 12 van die maand krygsgevangen gaven. Vandaar, wierd Scherfenberg terug ontboden dóór den Prins van Baden a die toen te Bar da gelegerd was.. Ver- no- xvr. Boek. xxi. Afd. Vyf Ken :en vero'trd.  79° HISTORIE VAN HET XVI. Boek XXl Afd. Esfek veriveri. Be Grut vizier wc: geflagen. nomen hebbende, dat 'er zich nog eenig? Turkfche troepen aan den oever van de Drave ophielden, nam de Prins bet befluit om hen te gaan bevechten; maar de Turken'^ zohaast zy bericht gekregen hadden van zyn' optogt, namen de vlucht met zulk eene groote overyling , dat zy de Stad Efek aan de .vyanden overlieten, en een gedeelte van de brug verbrandden , om niet nagejaagd te worden. Toen de Prins van Baden zag , dat zy hem ontfnapt waren , deed hy het overig gedeelte van die brug , benevens alle de andere bruggen, die de Turken over de Drave geflagen hadden , in brand fteeken. Op zyn' terugtogt belegerde hy het kasteel van Kaposwiwar, dat te vooren te vergeefs was beftormd geworden ; en . benaauwde hetzelve zodanig , dat de Slotvoogd zich, op den 22 van de maand Zilhajeh, (29 O&ober) op redelyke voorwaarden overgaf. Het ander gedeeite van het Keizerlyk leger , onder de Generaals Caraffa en Heusler , was naar Seghedin getrokken , en had het beleg voor die Stad geflagen. Caraffa , bericht gekregen hebbende , dat tweeduizend Turken, en een groot getal Tartaaren, zich naby Schinta , eene Stad zes uuren vandaar gelegen , nedergeflaeen hadden , met oogmerk om de bezetting van Seghedin te verfterken , zond Veteram met eenige regimenten tegen hen af ; deeze verfloeg de Tartaaren , en veroverde hunne legerplaats , benevens nog vyfduizend paarden Kort daarna keerden de Tartaaren terug , zich verbeeldende , -dat de Duitfchers bezig waren met plunderen ; doch door de wachten der voorposten gefluit wordende , trokken zy oogenblikh k terug. Zy waren '/niet lang weggeweest, of de Grootvizier zelf kwam aan'trekken , en voerde hen met zich terug ; offchoon nu Veteram niet wist, hoe fterk het leger der Othomannen was , wilde hy echter niet wyken , uit vrees , dat hv daardoor zyn Volk den gewoonen moed beneemen zou;  OTHOMANNISCHE RYK. 7n zou; nrar zyra leger in order gefchikt hebbende, wachtte hy de vyanden kloekmoedig af. De Turken waren de eerfte aanvallers , en ftreeden met de uiterfte verwoedheid ; doch , na een twyfelachtig gevecht van twee uuren , weeken zy naar een' heuvel , daar zy door hun gefchut gedekt wierden ; Veteram volgde hen op de hielen , en , na alle moeijefykheden te boven gekomen te zyn, verdreef hy hen uit die post , nadat zy daarby tweeduizend Janitzaren , en even zoveel Tartaaren verloren hadden. Het gevolg van deeze nederlaags was de verovering van Seghedin, op den 5 van de maand w Zühajeh, (12 OÜobei) toen dc afgematte bezetting deeze»» Stad overgaf. Dusdanig was de ftaat der zaaken in Hungaryen; rtfaar in Polen wierd het grootst gedeelte van het jaar in onderhandelingen gefleten. De Keizer had de twee Czaars van Rusland , Ivan en Peter aangezocht, tot .een verbond tegen den algemeenen vyand van het Christendom , opdat zy in de- Krim zouden vallen , en de Tartaaren beletten zich met de Turken te vereenigen, terwyl de troepen der andere Bondgenooten in Hungaryen zouden dienst doen. Toen de Czaars hem deeden antwoorden, dat zy genegen waren, om aan de Porte den Oorlog te verklaren , mits dat zy verzekerd konden zyn voor eene vredebreuk met Puien, wist de Keizer de Polakken eindelyk te beweegen , dat zy van hunne eifchen op Kiow en Smolensko zouden afzien , die zedert verfcheidene eeuwen oorzaak tot veele hevige twisten gegeven hadden , en den vrede te fluiten met Rusland , op den 20 van Jamazib'la•vcel , in het jaar 1097. (y). (S). Koning Joannes Sobiesky door deeze nieuwe verbindtenis nieuwen moed gekregen hebbende , befloot andermaal (y) 'Cant. pag. 330 & feqq. Ricaut, ibid. (S) 3 April 1683- Oost. Hist. XII. Deel. II.Stuk. H h h h h XVI. Boek. xxi. Afd. ïgbedin irdi vtreru.  7 XVI. n Boek. v XXI. h Afb. j c ( c \ ï I < 1 Koning Jo-; annes So- ^ biesky valt in Molda- 1 vie», zonder eenigen tegenftand te tntmoïten. 9i HISTORIE VAN HET mal een' inval te doen in Moldavien , dat de fterkfte oormuur der Othomannen tegen Polen was. Doch , eer y deezen veldtocht begon,, befloot hy nogmaals te beroeyen, of hy den Vorst van dat Landfchap niet door enige onderhandeling op zyne zyde kon trekken. Prins 'onftantinus Cantemir verfchoonde zichzelven van een* penbaaren oorlog tegen de Turken , om de reeds hieroor gemelde redenen ; maar beloofde , dat , inge'alle de Turken en .Tartaaren in deezen voorgenomen' 'eldtogt geflagen wierden , hy alsdan zich tegen de Turen zou verklaaren ; en dat hy hem intusfchen heimelyk :ennis zou geeven van alles , dat 'er voorviel in het Othomannisch leger , en tevens aan zyne onderdaanen >evel geeven, om zyn leger van levensmiddelen te voorden. Op het ontfangen van dit antwoord trok de Koling van Polen , in het begin van de maand Sbawal, len Tyras over , en trok voort tot Jasfy , daar hy , *een' tegenftand ontmoetende , maar integendeel overvloed van wyn en levensmiddelen vindende, die de Prins laar ten dienfte van het Pooifch leger had doen opleggen» veertien dagen lang in feesten en gastmaalen doorbragt. In dien tusfchentyd was de Seraskier , Buikli Moftafa Basba , met vyf - en - twintigduizend ruiters , en agtduizend Janitzaren , den Donau overgetrokken , en had reeds Nuraddin Sultan met dertigduizend Tartaaren in zyne legerplaats ontboden. Hy gaf aan deeze Tartaaren bevel om in Moldavien te vallen , en dat land tc verwoesten , om zich te wreeken over Prins Cantemir , wiens afweezigheid hy als een' afval aanmerkte; doch deeze ramp wierd verhoed door tusfchenkomst van Beg Mirza, een Tartaar uit het gedacht der Cantemirs (T), die (T) Deeze Familie was zeer aanzienlyk onder de Tartaren , uit hoofde van haaren adel en rykdom , zy leid haare afkomst af van Temur , of Timur, by de Christenen bekend onder den naam van  OTHOMANNISCHÉ RYK. 793 die zich tot borg ftelde , dat de Prins binnen drie dagen in het leger zou zyn ; gelyk deeze dan ook, tegen het einde van de maand , daar wezentlyk aankwam. In dien tusfehen tyd trok de Koning van Polen geduurïg verder , met oogmerk om de Turken uit Moldavien te dryven , doch reeds by zyne tweede legering bevond hy , dat zyn Volk gebrek aan levensmiddelen begon te krygen , doordien alle de voorraad te Jasfi bedorven was , uit achteloosheid der Opzienders. Om dit gebrek te herftellen , trok hy de rivier Prutb over, naby Czoc. zura, zich verbeeldende, dat hy de best voorziene magazynen der Tartaaren zou kunnen plunderen, eer de Turken aankwamen, doch hy was nog naauwlyks twee dagreizens verre deeze Stad voorbygetrokken , of de Seraskier kwam met zyn leger aan , en omringde hem ; terwyl de Tartaaren het hooi in brand ftaken , en de Poolfche voerageerders affneeden. De Koning wanhoopig geworden , trachtte den Seraskier tot een gevecht te noodzaaken , het geen deeze echter ontweek , het zy dan dat hy dacht , dat zestigduizend Polakken voor hem te mag- Tamerlan ; deeze Familie-naam Kantemur fceteekend zo veel als dt afkomst van Temur. Een der Prinfen Cantemur ftond veele jaaren achteréén cp, zo wel tegen den Chan als tegen den Sultan , doch deeze laatfte hem door een geveinsd verbond en den Tytel van Beg misleid en gevangen gekreegen hebbende , deed hem van kant maaken. Zyne Broeders onderwierpen zich weder aan den Chan , en ■wierden door hem gefteld in het bezit der Provinciën Ak Kierman en Kili. Zyn Zoon Shah Baz veranderde zyn naam in dien van Beg Mirza, welke zedert op zyne nakomelingen is overgegaan. Die JBeg-Mirza van wien hier boven in den Text gefproken word, kwam veel in Moldavien , en verhaalde aan den Prins Conftantin Kantenï.er, dat, ten tyde toen zyne" Voorouders door den Chan heviglyk vervolgd wierden, een van hun geflacht naar Moldavien vluchtte, en Tiaar het Christen-Geloof aannam , en dat deeze een fVoorzaat van Prins Conflantinus geweest zjnde , hy {Beg Mirza) gevolglyk een Eioedveiwant van het huis van Kantemir was. Hhhhh 2 XVI. Boek. xxi. Af».  794 HISTORIE VAN HBT XVI. Boek, XXI. Afd. Hy raakt i groote ver tegenheid. liet Poolsch leger ver woest. magtig waren, of, dat hy hen verder van Polen zocht te verwyderen. SOB1 ES KI dus in verlegenheid gebragt. trok terug over de Pruth by Vale Strimba, fchoon niet zonder grootte moeite en ontrusting door de Tartaaren, en ftortte 'zyne gramfchap uit op de Móldaviërs , welker land en goederen hy aan zyne foldaaten ter* plundering overgaf. Hy zelf deed te Jasfi twee kloosters in brand fteeken, roofde de gewyde vaten en fieraaden, voerde de heilige overblyffelen van St. Jan van Soczava weg , benevens nog eene menigte juweelen en kostbaarheden , die godvruchtige gefchenken waren van voorgaande Vorften , en nam den Metropolitaan gevangen , omdat hy weigerde dezelven over te geeven. Kort daarna kwara hy aan het klooster der Drie Hiërarchyè'n , en eischte daar de overblyffelen van St. Paraceva van Epibati; (ü) en toen de Archimandriet hem die weigerde , gaf hy bevel om het gefchut aan te voeren , met bedreiging, dat hy de poort zou doen in ftukken fehieten, en zich meester maaken van alle de fchatten ; doch toen de Geestelyke evenwel onverzettelyk bleef , trok hy, het zy dan uit fchaamte , of op aanraaden van zyne Bevelhebbers • terug. Het gemeen krygsvolk , aangefpoord door den honger , en door het voorbeeld van den Koning zeiven , plunderde de Steden en dorpen , zonder eenige plaats , gewyd of ongewyd , te ontzien, (z) Deeze geweldenaryën kreegen echter welhaast den verdienden loon ; -want, naardien de inwooners door de wreedheid der Polakken en Kofakken overal verftrooid waren , (2) Cant. pag. 332, & ftqq. (U) Zy was Eigenaaresfe van het vlek Epibati; bet welk naderhand heelt toebehoord aan den beroemden Apocaucus , Veldheer van den Keizer Andronicus. Cant. Van Apocaucus vind men ge. Tvag gemaakt in de Hiftorie van het Grieks Keizerryk.  OTHOMANNISCHE RYK. 795 ren , en dus hunne huizen ledig gelaten hadden, waren de Pooljcbe troepen genoodzaakt raauw en ongezouten vleeseh te eeten; het geen welhaast zulk een' buikloop onder hen veroorzaakte, dat 'er dagelyks meer dan vyfhonderd mannen in de legerplaats ftierven. Prins Conjtantinm zond daarenboven onverwacht zyne troepen over, die de Polakken verftrooid vindende, hen overvielen , en vierduizend van hen gevangen namen , waarvan hy eenigen deed impaaleeren en anderen levendig verbranden. Toen de Koning te Kotnar gekomen was, vergiftigde een Tartaar met een doodelyk kruid (X) het meer, dat de Stad water geeft, zodat alle menfchen en beesten, die daarvan dronken , op het oogenblik ftierven. Toen de Koning deeze zaak ontdekte, vermydde hy het vlakke land, en legerde zich by. den Siretus in eene plaats van alle kanten met bergen omringd ; naardien het nu zeer moeijelyk was om dezelve te paard te genaaKen, lieten de Tartaaren hem naar zyn land terug keeren, en trokken af, beladen met buit en gevangenen. De Koning overviel op zyn' terugtogt het Kasteel van Nemez (Y), welke Stad door alle de inwooners verlaten was, uitgezonderd negentien Moldavifcbe jaagers, die zich toevallig aldaar bevonden. Sobieski, niet wetende hoe gering de bezetting was, beftormde de plaats vier dagen achtereen met gefchut en bomben , terwyl deeze jaagers dezelve verdeedigden , en meer dan vyftig Polakken doodfchooten , waaronder ook de Veldtuigmeester was; (X) Dit kruid is een zo fterk vergift, dat, wanner het in de fnelvlietende rivier Pruih geworpen wierd , eenige mylen hooger, dan de legerplaats der vyanden , alle de geene die daarvan drinken* voor dat dit kruid voorby gedreeven is , op het oogenblik fterven. Cant. (Y) Eene zeer oude Stad in Neder■ Moldavien, geleegen op een* boogen berg naby de rivier Siretus Cant. Hhhhh 3 XVI. Boek. XXI.  3 XVI. Boek. xxi. < Ar», i ] 1 Be Ktmki ian Polen neemt in Jlilte de vlucht. Vborfpced der Venetiaanen. '96 HISTORIE VAN HET was; doch op den vyfden dag, nadat tien man hen g©. heuveld waren , gaven zy de Stad over, op voor waarIe, dat de bezetting vry zou moogen uittrekken. Toen ie Koning niet meer dan zes jaagers zag uit de Stad konen , die drie gekwetften op hunne fchouders droegen, wierd hy door verbaasdheid, toorn , en fchaamte getrofFen , en wilde hen doen ophangen ; doch liet hen echer gaan op het verzoek van Jablonowski; van daar trok by , na tweehonderd uitgelezen ruicers in de Stad geladen te hebben, naar Soczava, eertyds de Hoofdftad van Moldavien , die hy verlaten vindende met eene bezet:ing verfterkte. Op de tyding van deezen voorfpoed der Polakken , tvierden de Tartaaren terug geroepen, om de verftrooide vyanden op te vangen ; doch , op den t6 van de maand Silkaadeh wierden zy ontmoet door den GrootThezaurier van Polen , dien de Koning met agtduizend mannen vooruit gezonden had, en met groot verlies te rug geflagen. Zy namen echter welhaast wraak over deeze nederlaag, door een groot aantal Polakken van het hoofdleger af te fnyden , die zich genoodzaakt zagen , om in de bosfchen vruchten tot hun onderhoud te zoeken. De Koning het gevaar , waarin hy zich bevond, bemerkende , nam in ftilte, by nacht de vlucht , met een klein gevolg -, onder het geleide van een Moldavifchen Colonel , het overfchot van zyn leger onder het bevel van Jablonowski achterlaatende , die ,. tegen het einde van dezelfde maand , zyn* Heer naar Tavarow volgde. , , De Venetiaanen waren in dit jaar gelukkiger dan de Polakken. In het begin van het voorjaar, veroverden de Morlakken Ottoch . eene Stad , gelegen tusfehen de twee armen van de rivier Cettin , ftormenderhand, en bragten de ganfche bezetting ter dood. De Kapudan Basba deed een' aanflag op Cbielafa , doch week terug op  OTHOMANNISCHE RYK. 79; op het annaderen der Venetiaanfche Vloot. Een gedeelte van deeze Vloot wierd afgezonden om de Dardanellen te blokkeeren, terwyl het ander gedeelte Oud-Navarin aantastte, dat zich by de eerfte opëifching terftond overgaf, en vervolgens Nieuw-Navarin zeer naauw infloot. De Seraskier van Morea haastte zich om de Stad te ontzetten; doch wierd in zyn optogt ontmoet en geflagen door den Graaf van Konigsmark , en den Marquis de Curbon, met agtduizend en tweehonderd mannen. By eene tweede pooging met drieduizend mannen, nieuwe troepen, wierd hy wederom geflagen; waarop de Stad genoodzaakt was , zich op den 26 van de maand Rajeb , (7 Julyj over te geeven. Drie dagen daarna wierd Methone of ^« belegerd, en, op den 15 van de maand Shaaban (26 fulyj gaf de bezetting, door de nederlaag van den Seraskier moedeloos geworden , de Stad over. Om deezen veldtogt te bekroonen , floeg Morofini op den 10 van de maand Ramazan , f20 July) de belegering voor Napoli di Romania , en fchoon deeze Stad zo door de natuur als door de kunst zeer wel verfterkt was , fchoot hy echter binnen zeer weinig dagen derzelver wallen ter neder. Op den zesden dag der belegering fpoedde zich de Seraskier om de Stad te ontzetten ; doch hy wierd ontmoet en-geflagen door Konigsmark, Naardien hy echter wist, dat hy het verlies van deeze plaats metr- zyn hóófd zou moeten betaalen, bragt hy op nieuw een talryker leger op de been ; waarmede hy , op den 9 van de maand Shaival, (18 Augustus) met het aanbreeken van den dag, de verfchanfingen der Venetiaanen aantastte, en zich meester maakte van eene hoogte , van waar hy hunne legerplaats kon befchieten. Jn deeze hachelyke omftandigheid kwam Konigsmark toeschieten , en hield zyne vyanden zo lang op , tot dat Morofini met het overig gedeelte van het leger aankwam. Schoon nu de Venetiaanen de overmagt van het Volk had- XVI. Boek. XXi. Afd.  798 HISTORIE van het XVI, ] Boek. XXL Afd. N. poli di Romania veroverd door de Ve« netiaanen. D" Sultan dort een' voorjlig van vree de aan den Ketzer. wdden, ftreeden de Turken echter, zeven uuren achtes»en , zo hevig als of het geheel Qthomanniscb Ryk van ïcezen veldflag afhing ; doch eindelyk wierden zy genood aakt, de vlucht te neemen. Hierop gaf Moftafa, de Stadvoogd, de Stad en het Kasteel over, onder voorwaarde , dat hy met de bezetting vry zou moogen uittrekken (a~). Naardien de Turken geduurende deezen veldtogt zo ongelukkig geweest waren , zond de Sultan , in het volgende jaar, een' Chausb met vooi Hagen van vreede aan den Keizer , die daarop- ten antwoord gaf, dat hy in geene onderhandeling kon treeden , zonder toeftemming van Polen en PenetiSn. Mohammed , ziende , dat hy geen' vreede kon verkrygen ,~ maakte nieuwe toebcreidfelen tot den Oorlog , en legde ten dien einde het Volk zwaarder fchattingen op , waardoor hetzelve nog meer verbitterd wierd. Intusfchen overlegde de Grootvizier , die toen te Belgrado was , hoe hy middelen zou vinden om Zigetb te verfterken en te behouden ; doch, in weêrwil van alle zyne waakzaamheid , verraschte en verbrandde de Duitfche bezetting van Fyf-Kerken de voorfteden , waardoor de laatstgemelde Stad , en andere plaatfen veel meer verzekerd wierden. De Turken echter vreezende , dat Stuhveisfenburg eerst zou aangevallen worden, wendden alle hunne poogingen aan , om die Stad in een* goeden ftaat van tegenweer te ftellen, fchoon niet zonder daarin dikwyls door de Keizerlyken geftoord te worden. Van alle de Turkfcbe Steden was Aria, of Egra, meest in verlegenheid. Tekeli deed verfcheidene poogingen om die Stad te ontzetten, maar wierd telkens afgeflagen; en in een' gevecht tegen de Husfaaren zelf gewond, terwyl intusfchen zyne Gemaalin Mongatz verfterkte (b). De f/a) Cant. pog. 335, & ftqq. ' fc) K.ica.ut , ubi fupra.  OTHOMANNISCHE RYK, 79 De Basha van Bosniën belegerde, vroeg in het vooi jaar oe Stad Duare in Dalmatiën; doch week op de aan komst der Venetiaanen met groot verlies terug. De Ve netiaanen, door hunnen voorfpoed moedig geworden, belegerden , op den 7 van de maand Shawal, (16 Augustus) onder het bevel van Cornaro , de Stad Zing, die ir het voorige jaar door Valiexi te vergeefs belegerd was geweest , en na de wallen plat gefchoten te hebben . veroverde hy dezelve op den tweeden dag na de belegering , en deed de gantfche bezetting ter dood brengen. Met met minder geluk deeden de Morlakken een' to°t naar Conjlantinepolen; en na door eene krygslist duizend mannen voetvolk en vyfhonderd ruiters van de bezetting uit de Stad gelokt te hebben, doodden zy een groot getal van hen , en volgden de overigen zó kort op de hielen , dat zy gelyk met hen in de Stad kwamen , en, na eenige huizen geplunderd te hebben, dezelve in brand ftaken. Door alle deeze tegenfpoeden wierden de Ulema , en het Volk van Conjiantinopolen verbitterd , zodar zy op-' roerige taal begonnen te uiten; zeggende, dat die draf-1 fen waren voor de trouwlooze verbreeking des vreedes met den Keizer , en dat die niet konden afgewend worden, dan door het afzetten van Sultan Mohammed, die de oorzaak van deezen Oorlog was , en van alle de Staatsdienaars , die deezen Oorlog aangeraden , of daarin toegeftemd hadden. De Sultan, door deeze geruchten uit zyne achteloosheid ontwaakt, begaf zich terftond naar Conftantinopolen, zette den Mufti af, en deed onder het volk verfpreiden, dat niet hy, maar de Mufti zelf en Kara Moftafa Basha, die ter dood gebragt was, oorzaak van dien oorlog waren. Om verder deszelfs gun ft weder te winnen, verkocht hy zyne juweelen om de Soldaaten te betaalen, en toen deeze fom nog niet toereikende was, legde hy eene belasting op Oost.Hist.xii. Deel.h. stuk. iüü ö ? - XVL - Boek. - xxi. Afb. .A.D.i6$7. De Venetiaanenveroveren Zin£. Diroer te Z infhntilOpoltn.  i XVI. < Boek. ' xxi. { Afd. i Veldflag van Mohatz. po HISTORIE VAN HET e Jami 's en de burgerhuizen. Door deeze middelen vierden de zaaden van oproer geflikt, en het volk bewoen om meer ten dienft van den ftaat goedwilhglyk op te irengen. (c) Doch de Turken hadden inderdaad meer gebrek aan rolk dan aan geld; want uit Aften kwamen naauwlyks sesduizend mannen in de plaats van veertigduizend; en het volkwerven in andere plaatsen misflukte. Dit gebrek noodzaakte de Porte om den Grootvizier te beveelen, dat hy vreede zou maaken, op welke voorwaarden het ook mogt zyn,- en de overlevering van Tekeli als eene voorafgaande inwilliging aan te bieden, doch toen de Keizer zes millioenen eifchte ter vergoeding van de fchade, die hy geleden had, en dat alle de plaatfen, die de Turken in Hungaryen nog bezaten aan hem zouden worden afgedaan , en dat zyne Bondgenooten dezelfde voorrechten zouden genieten, wierd dit antwoord door de Porte als eene volitrekte weigering aangemerkt. Het leger van den Grootvizier was , behalven de Tartaaren , de Hungaaren van Tekeli, en de bezettingen der Steden ten minfte vyftigduizend mannen fterk ; en dat der Keizerlyken belfond uit vier-en-zeftigduizend dappere en wel geoefende mannen , die van alles wel voorzien waren. (<0 De Hertog van Lotharingen begaf zich met het Keizerlyk leger naar den kant van Esjek , en trok de Drave over , met voornemen on den Grootvizier aan te taften , die zich niet verre van deeze plaats had nedergeflagen ; doch Solyman Basha was zo voordeelig geposteerd , dat de Hertog , in de plaats van hem aan te vallen, genoodzaakt was, zyne eigene legerplaats te verfterben, om niet overvallen te worden. Toen nu de (O Ca kt. pag. 336 & feqq-  OTH OMAN NIS CHE RYK. Sox de beide legers eikanderen zo naby gekomen waren, begonnen zy eerft eikanderen aan te vallen met ligte fchermutfelingen , en vervolgens met het grof gelchut; maar toen dat der Turken de meefte uitwerking deed, waren de Duitfchers genoodzaakt te wyken; terwyl de Turken hen in hunnen aftogt naar den Donau geduurig vervolgden. De Hertog van Lotharingen hield ftil by Mohatz \ daar hy zyne troepen liet uitruften, en befloot vervolgens naar Zikli te trekken ; doch naauwlyks had hy zyn leger opgebroken , of hy zag eene groote menigte Turken aankomen, die de Duitfche troepen , welke maar langzaam voorttrokken , van alle kanten aanvielen, met oogmerk om hen op te houden, tot dat de Grootvizier met het geheel leger aankwam. Na dus drie dagen gefchermutfeld te hebben , kwam de Grootvizier zelf met het leger aan , en floeg zich neder by , en in een bosch , daar de Keizerlyken waren doorgetrokken. Den volgenden dag , zynde de 4 van de maand Shawal (1 Auguftus) ftelde hy zyn leger in flagorde; en toen ziende, dat het front van het keizerlyk leger zo breed was, dat de beide vleugels eikanderen niet konden by fpringen , gaf hy aan zyn volk bevel van des vyands rechtervleugel te ontruften, en tevens met alle magt op den linkervleugel aan te vallen. ]ngevolgen van dien vielen de Turken met zulk eene hevigheid op den linkervleugel aan , dat zy dien voorzeker op de vlucht zouden gedreven hebben, indien het gefchut der vyanden hen zulks niet belet had; waardoor eene groote menigte van de Othomannen fneuvelde, toen zy onvoorzicntiglyk te verre voorwaart trokken, en waardoor zy genoodzaakt wierden naar het bosch terug te trekken. Zy vielen echter andermaal met eene grooter magt op den zelfden vit ugel aan, maar wierden nogmaals te rug gedreven D e Hertog van Beijeren , die over deezen vleugel Iiiii 2 het XVI. Boek. xxi. Af».  802 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xxi. Afd. Nederlaag van den Grootvizier. Inval in Sclavo- het bevel had , zich verbeeldende , dat de Turken door deeze twee verliezen bevreesd geworden waren, voerde zyne troepen aan om hen in het bosch aantetaften, doch eer hy dit vooraeemen kon ter uitvoer brengen, zag hy de geheele Othomannifche magt gezamentlyk tegen hem komen aantrekken, hierop gaf hy bevel, dat men het gefchut voor het front zou plaatfen, en hetzelve met musketkogels en fchroot laden; het welk eene zo verbaazende uitwerking deed, dat de Turken uit alle yl de vlugt namen. De Hertog vervolgde hen, doch had hen nog naauwlyks een uur nagejaagd , of hy zag de Othomannifche legerplaats tot zyne groote verwondering van alle kanten ten uiterde verfterkt. Doch nadat hunne verfchanfingen op verfcheidene plaatfen door het gefchut der Keizerlyken vernield, waren, drong hy met zyn volk in de legerplaats zelve door; en doodde meest alle de Janitzaren, door dien zy van hunne ruitery verlaten waren. De Grootvizier thans den wanhopigen toeftand der zaaken ziende, nam met een klein gevolg de vlucht, en liet zyne legerplaats met alles dat daar in, was aan de overwinnaars ten buit. (e) In deezen flag fneuvelden agtduizend Ianitza-en benevens hunnen Aga door het zwaard ; drieduizend verdronken, en tweeduizend wierden krygsgevangen gemaakt. De Keizerlyken verlooren by dien flag niet meer dan duizend mannen, (f) De Grootvizier verfterkte na deeze nederlaag , de bezetting van Esfek met verfcheiden regimenten, en, na zesduizend mannen achter gelaten te hebben om de brug by Peterwaradin te bewaaren, week hy zelf naar Belgrado. De Hertog van Lotharingen wel weetende, dat deeze Plaatfen te fterk waren, cm binnen den tyd van twee maanden, die'er flechts nog overig waren voor deezen Veldtogt , veroverd te worden, deed een gerucht uitftrooijen, dat. (e) Cant, p. 337 & f) De Sherif wierd geftoord door een geroep , dat de Shahzadeh in gevaar waren ; want , dat de Sultan be. fpeurende , dat 'er geen middel was om zyne ontthrooning voor te komen, dan het ombrengen van zyne broeders , eenige bedienden afgezonden had , om hen van kant te helpen ; doch de Boftangi Bashi door eenio-e heden van het Hof hieraan kennis gekregen hebbende, had het verblyf van Solyman en Achmed met eene troep Boftangis bezet , en gaf hiervan kennis aan de vergaderde menigte , nadat hy de afgezonden Hovelingen verdreven had. De muitelingen , door deeze tydmg nog meer verbitterd , begeerden , dat de Nakih , en de Sherlf van Si. Sophia terftond het afzetten van Mohammed en de verheffing van Solyman zouden afkondigen, naardien de aanflag op het leven van zyne broeders alleen ' eene genoegzaame rede daarvoor was ; en dat, wanneer men uit befluit uitflelde , de Bostangi Bashi misichen zou kunnen omgekocht worden. Het Gemeen zou den Sultan mis chen met geweld2 afgezet hebben , en welligt hem van het leven hebbenhe be-,c O) Cant. p*g. 343, & f qq Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. LI 111 i XVI. ' fh EK. ! XXI. Afd. f geeven n kennis i hun nneemen.  8i6 HISTORIE van het XVI. JBCEK. 1 XXI. Afd. i jtntwoord van den Sultan, jeroofd , indien de Kaymakan zulks niet verhoed had loor te veinzen, als of hy hun gevoelen goedkeurde. Dus dunne gunft verkregen hebbende , zeide hy tegen de vergadering , dat 'er geene rede was om zich in deeze hngen zodanig te overhaaften , naardien de Shahzadeh zorgvuldig bewaard wierden door den Boftangi Bashi; en raadde hen zich in dit geval te gedraagen op zulk eene wyze , dat de eer van het geflacht der Othomans bewaard bleef, en verdere opfchuddingen verhinderd wierden ; hy zeide verder, dat het nuttig zou zyn , den Sheikb Sherif en den Nakib naar den Sultan te zenden , om hem uit naam van de ülema , van den Krygsftand, en van het volk van zyn gezag vervallen te verklaaren ; en hem vervolgens te verzoeken, dat hy het paleis goedwillig zou verlaaten , en de heerfchappy afftaan aan zyn' Broeder Solyman. Zohaaft deeze raad door de gantfche menigte goedgekeurd was , wierden de Sheikh Sharif, en de Nakib , fchoon zeer tegen hunnen zin , afgezonden om den Sultan die noodlottige boodfchap te brengen; die zy onderdaaniglyk aan hem overbragten , en ver. volgens hem om vergiffenis vroegen over eene daad, waartoe zy door de menigte gedwongen waren. Sultan Mohammed hoorde hen met groote bedaardheid aan, en zeide hen vervolgens , dat zy hem geene andere boodfchap bragten , dan die hy reeds verwachtte i want, dat hy reeds voorlang gezien had, dat het volk opgehitst wierd door de Ulema, die altoos begeerig is naar nieuwigheid, en dat die hen tot dien opftand had aangezet; vervolgens de rechtvaardigheid zyner regeering en zyne krygsbedry ven, geduurende eene regeering van veertig jaaren opgehaald hebbende , zeide hy , dat geen voorwendfel dit godvergeten fchelmftuk van hen Iion bedekken dan de vreedebreuk met den Keizer van Duiischland , en den tegenfpoed van de vier laatstverlopen jaaren; dat zy zeiven nog daarenboven de  OTH O MANNIS CHE RYK. 817 de oorzaak waren van dien oorlog , en dat de Mufti, het hoofd der zaamenzweering, door een Fetva dien oorlog wettig verklaard had Dat zy , in de plaats van Gods gramfchap door vallen en bidden af te zoeken te wenden, gelyk hun plicht was , integendeel het volk hadden opgehitst om zyn gezag met voeten te treeden , waarvan zy de bewaarders en befchermers behoorden te zyn, en met verachting te verwerpen. Vervolgens haalde hy op , hoeveel infchiklykheid hy gebruikt had, enkel om aan het volk te behaagen en vreede te verkrygen , eindelyk daaiby voegende, dat, fchoon hy zeer wel wift , dat het volk door de Ulema al te zeer in deszelfs oproerig voornemen verhard was, hy echter tevens verzekerd was , dat de rechtvaardige God eenmaal zyn wreeker zou zyn , en het misleid volk geftrenglyk draden voor het leed , dat hem thans aangedaan wierd. De Nakib ongevoelig voor deredenen van den Sultan, wierd hoe langer hoe onbefcheidener tegen hem ; en gaf hem met de uiterde onbefchaamdheid ten antwoord ; dat hy door het volk gezonden was, niet om zyne verdeediging te hooren , maar om hem uit naam van alle de Mufuimannen aan te zeggen , dat hy afftand moeft doen van den Thoon, en dat , ingevolge daarvan, zo hy zyne eer en zyn leven lief had , het beft voor hem zou zyn , dat hy de regeering overgaf aan zyn' Broeder Solyman ; want dat, fchoon hy .zich tegen den wil der burgeren aankantte , zy echter hun voor neemen zouden ten uitvoer brengen. Hierop onderwierp ^ zich de Sultan aan zyn noodlot , en gaf hem ten ant-^ woord:" Naardi.-n ik zie , dat de Goddelyke gramfchap, door de zonden der Mufuimannen gaande gemaakt, op myn hoofd nederdaalt, kunt gy aan myn' Broeder gaan zeggen , dat Gods befluit geopenbaard is door de ftem van het Volk; en dat hy verkozen is tot Beheerfcher LIHl 2 van XVI. Boek. XXI. Afd. land dsn tan.  8x8 HISTORIE van het XVI. Boek. XXI. Afd. Regesring en ka rokte van Mohammed. van het Ryk van AU Othoman." Na deeze woorden ge. fprcken te hebben deed Sultan Mohammed afftand van het oppergezag , op den 3 van de maand Moharram , in het jaar 1099. (q). (F). Sultan Mohammed leefde , na zyn' afftand, nog vyf jaaren , zeer naauw in zyn verblyf opgefloten. Hy ftierf in den ouderdom van twee-en-vyftig jaaren , nadat hy veertig jaaren , vier maanden , en zeftien dagen geregeerd had. Hy liet by verfcheidene vrouwen zeven zoonen na, waarvan twee, te wecten Moftafa en Achmed, den throon beklommen hebben; doch de anderen zyn in hunne kinderlyke jaaren geftorven. Hy was een Vorft , die uitmuntte in rechtvaardigrheid en in krygskunde , hy was daarenboven zeer goedhartig , en zyne regeering zeer gelukkig, de vier laatfte jaaren van dezelve alleen uitgezonderd. Sommigen zeggen , dat hy vergeven is geworden door zyn' Broeder Sultan Achmed , op het aanftooken van den Groot-Vi. zier Arabaji Ali Basha ; die eenige voornaame hovelingen van kant had zoeken te helpen en daar in door den Sultan gedwarsboomd wordende op aanraaden van Mohammed, om zich'te wreeken , den Munejin Bashi (G) omkocht om te zeggen, dat hy uit de fterren ontdekt had, dat Mohammed zyn' Broeder weder zou afzetten , en opnieuw den troon zou beklimmen; van welke list de Groot- (?) Cant. pag. 346". & feqq. (F) Welke dag overeenkomt met den 39 OUoler 1687; Doch de Christen-Schryvers ftellen deeze gebeurtenis op den 2Sften van die maand. (G) Hi' is de Opperfte Sterrewichelaar van het Hof,- en de derde in rang van de vier amptenaaren in het binnenfte van het Othomannisch Hof, die onder den Geestelyken rang gefteld worden j de andere drie zyn de Mojsk of Leermeester van den Sultan , de Ha, kim Effendi of Oppjrgeneesheer , en de derde de Jerra Bashi oi Opper - Chirurgyn. C a k r.  OTHOMANNISCHE RYK. 819 Grootvizier zich bediende om Acbmed tegen zyn' Broeder op te zetten ; doch men is doorgaans gewoon in Turkyen by de dood van een Sultan uit te ftrooijen, dat hy vergeven is geworden; en daarenboven is in het algemeen bekend, dat Mohammed voor zyne ontthrooning geduurig gekweld was met de jicht aan handen en voeten ; het welk gevoegd by zyne droefgeeftigheid, welke hy door zyne gevangenis gekregen had , ten laaften zyne levensgeesten geheel en al uitblufchte. (r) (O Cant. pag. 348. & fet2q. TWEE- EN- TWINTIGSTE AFDEELING. De regeering van Soleyman- II. Verwarringen in het Othomannisch Ryk. De Inlegering van Belgrado en de flag van Nisfa. Toen de BqftSnji Bdshi (A) aan Soleymdn de ty-Soitdn s$ ding bragt, dat zyn broeder afgezet , en hyieymn 11 zelf tot den AU Othomannifchen troon verheven was werdt deze Prins, tegen elks verwagting , op deze bood- (A) Hoofb der Tuinbedienden; of Oppertoeziener over de tHiaen. Lllll 3 XVT. Boek. xxii. AïD.  820 HISTORIE van het XVI. Boek. XXII. Afd, Deszelfs vreesachti gedrag. boodfchap met de bitterde droefheid vervuld : „ Waar„ om fprak hy , waarom in Gods naam , wilt gy my„ ne rust verdooren? Laat my » bid ik u , de weiniv ge dagen , welken ik nog overig heb te leeven , „ in ftiltc in myne afzondering doorbrengen , en laat „ myn broeder het Öthomanniscb Ryk bellieren , want „ hy is geboren om te regeeren , en ik, om my voor „ de eeuwigheid gefchikt te maken " De Bo/idnji Bashi ftond in 't eerst geheel verbaasd op deze woorden , maar , zig herftellende , voer hy voort, den Prins te dringen , van zich de verkiezing te laten welgevallen: hem onder 't oog brengende , dat het befluit van de Wafirs , de Ulema, de Edelingen , 't geheele Volk , niet veranderd , noch Sultan Mohammed herfteld konde worden-, zonder groot nadeel voor het geheele Ryk. Soleyman fteeds in onzeekerheid dobberende , antwoordde : „ Dat hy zynen broeder te veel eerbied toedroeg, „ om bezit te willen nemen van deszelfs throon , wel„ ken hy met tegenzin verlaten hadt. Ik zal my eg5, ter vertooncn , voer hy voort, dog ik vrees myn „ broeder." • Eindelyk zeide de Bofldnji Bashi, onverduldig van £ verder verwyl; „ Gy moet, doorlugtigfte Keizer, „ de verlangens en gebeden van het Mujulmanfche Volk „ inwilligen," en onder het uitfpreeken van deze woorden , drong hy hem, als 't ware , buiten zyn kamer, en leidde hem naar de plaats, alwaar de throon gewoonlyk geplaatst was. Toen hy daar gekomen was , verzogt hy eerst zynen geleider en de deurwagters, „ zorg „ te dragen, dat zyn broeder niet binnen kwame, de» „ wyl hy fchroomde in deszelfs tegenwoordigheid te ver„ fchynen." Nadat men hem verzeekerd hadt , dat zyn broeder naar een ander vertrek gebragt was , beklom hy eindelyk den throon , en wierd: door alle de hovelingen als Keizer gegroet. Maar zodra de plegtigheid ver-  OTHOMANNISCHE RYK. 821 verrigt was, verliet hy den throon in aller yl, als een onreine plaats en eischte dbdest (B). Dit gefchied zynde, verwylde hy den throon weder te beklimmen , en toen de hovelingen hem daar toe drongen , lag hy zyn vinger op zyn mond , en beval hen ftilzwygen. Eindelyk wierd hy , niettegenftaande zyne tegenkanting , daar weder op geplaatst, en liet de ülema en de Edelen toe om zyn kleed te kusfeben. Tot zo verre gevorderd , bevestigde hy den Wa.1 zir , Siavus Pasba , en beval hem het oproer te dem-° pen. Toen de JVazirs, naar het paleis terug gekomen waren , beweezen hem de Buluk Agalari of Bevel, hebbers der Janitzaaren , hunne eerbiedigheid , maar vroegen tevens betaling van hunne foldy, en verzogten om een nieuwe Bakbshhh of de gefchenken , die gemeenlyk aan de foldaten worden uitgedeeld by 't begin eener nieuwe opvolging. Siavus Pasbd, de fchatkist ledig vindende , _ zogt de Officiers een tyd lang met woorden te paaijen , en poogde vervolgens de voorname hoofden der oproerigen van een te fcheiden , onder voorwendzel van bevorderingen , welke hy , hen in verre afliggende plaatzen toefchikte. Door dit gedrag wierd de vorige haat der foldaten tegen hem vernieuwd ; zy liepen langs de ftraaten , en riepen openlyk , dat de Wïzir ter dood gebragt moest worden , als zynde een vyand van Soltan Soleyman , een overlooper , en een verbreeker van'zyne beloften. Onmiddelyk daarop, omringden zy zyn paleis,0 werwaards hy op het eerfte gerucht hunner beweegin-^ gen , zig met zyne Officieren begeeven hadt• en wei gerend antwoord krygende op hun voorftel , om den Mi- (B) Dat is, water om zyn hoofd, handen , en voeten te arasfehen , als door den Korén voorgefebreeven , voor de gebeden. XVI. Boek, XXII. Afd. len nieuw }totU tpper'4 van i Wa-  $22 HISTORIEVANHET XVI. Boek, XXII. Hy voor verflager, B't opr gefluit. Minister te fpreeken , poogden zy de poorten op te breeken ; dog Siavus Basha dreef hen met de wapenen, welke hy by toeval in het paleis vondt , terug , en deedt meer dan twintig Janitzaaren fneeven. De fold iten door die flagting te meer verbitterd , vielen met alie hunne magt op de poorten aan , en overweldigden dezelve. Te zelfden tyd fchoot de Wazir verfcheiden oproermakers uit zyn kamer , tegen over de poort met pylen neder , terwyl zyne Officiers , omtrent honderd in getal , de rebellen beletteden van op te klimmen , en hen naar den Divan Khdneh , de plaats , daar de klagten des Volks gehoord worden , dreeven. Hier op volgde een bloedig gevecht , waarin meer dan honderd vyftig van de famenzweerers op de trap gedood , en een even groot getal gewond wierden. Maar eindelyk, nadat verfcheidenen van IVazifs party verdagen waren, vlugteden de overigen naar den top van 't huis , en wierpen zig op ftraat. Hierop week Siavus Pasba weder naar zyn kamer , en doodde in de deur twaalf Janitzaaren met zyn zwaard. Eindelyk vermoeid var dooden it meer dan verwonnen , wierdt hy neêrgezabeld , en • door de foldaaten gedood ; zy hakten zyn lighaam in ftukken , en wierpen dezelve op ftraat (a). ,er Hierop vielen zy met eene woede, daar geen weêrgae van is , onder de Turken, in de vertrekken der vrouwen ; en de neufen , handen en vo.ten van des Wazirs vrouw en zuster affnydendè , droegen zy haar naakt langs de ftraaten , cn bedreeven andere afgryslyke euveldaaden tegen de fiaaven en huisfelyke bedienden. Nadat de familie van dezen Minister dus verdelgj wus, liepen zy ais hongerige wolven door de Stad , en doodden en plunderden elk die zy ontmoeteden , als waren zy alle vooritanders van den Wazir en dcelgenooten van zy- (s) Cant. Hlft. Othom. p. 350. fcqq.  OTHOMANNISCHE RYK. 82; zyne fchuld. De zaaken , kreegen nu eene allerakeligfte gedaante , en de geheele Stad zou vernield zyn geworden , zo de Ulema , die de eerfte beginners van het oproer geweest waren, hetzelve niet geflild hadden ; want voor het keizerlyk paleis vergaderende , ontrolden zy de Sanjaki Sbarif van Mohammed , en lieten door hunne roepers verkondigen ; „ dat alle Mufülmans, die „ niet als ongelovigen befchouwd wilden worden , zig by dien ftandaard vervoegen zouden," Dat bevel wierdt gehoorzaamd , eerst door de burgers , en vervol* ' gens door de Janitzaaren , die , opdat zy niet voor rebellen mogten gehouden worden , de wapenen terftond nederlagen , roepende . dat zy dezelve niet tegen den Soltdn maar tegen deszelfs vyand den- Wazir hadden op. gevat , en da: zy , nu deze geftraft was , gereed waren alles te doen , wat de Sultdn hen bevelen zoude. Volgens het verhaal van y Ricaut wierdt deze be weeding op eene andere wyze geftild. Nadat het oproer nu' drie of vier dagen geduurd hadt, fcheenen de muiters volkomen meester te zyn , want daar waren geen officiers in leven, die eenig gezag over hen fcheenen te hebben; een klein toeval ondertusfchen maakte een einde van hunne willekeurige heerfchappy, welke zy nu vyf maanden, door geweld, het ombrengen en afzetten der Pashds , en menigvuldige wreedheden en roveryen geoeffend hadden. Vier Janitzaaren eenige geborduurde neusdoeken uit zekere winkels geroofd hebbende, wierden vervolgd door de winkeliers , die door een Amir aangemoedigd , alle opftonden , op de plunderaars aanvielen , en twee of drie van hen doodden. Hierop ftak de Amir een duk linnen op een ftok, en hetzelve om hoog houdende, riep hy uit; „ dat alle waare Mufülmans zig naar 't „ Ssr. (b) Cant. ubi fupra pag. 353, Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. M m m m m XVI. Boek. XXII. Afd. Dp welk ene wyZi?  XVI Bjek. XXII. Aid. Be Rebellen gepaft. g24 HISTORIE VAN HET Serrail begeeven, en den Sultan verzoeken zouden , dat " hv den ftandaard van den Propheet te ^oorfchyn bren' % en deze rebellen verftrooye." Waarop de beleg, de burgers te famen vloeiden , het welk faleyntan zo veel Ss gaf, dat de ftandaard op den middag wierdt ongeregt, en het volk by uitroeping bevel kreeg om zis daar onder te vervoegen en te ftryden. Ve n e ongelooflyke memgte menfchen vloeiden onder de munten van het paleis te famen ; Door een 6/^■ ,■ «[ nrediker , tot driemaalen toe gevraagd of zy met den tPegensloordigen keizer te vreden waren ? ^™°jdd« zy met groot geroep van ja ; maar zeiden , dat zy de Óymbas of belhamels van het muitend krysyolk geftraft wilden hebben. Dertien van dezelve wierden terftond levat , en in ftukken gehakt, en de overigen vloden, be Mufti wierdt ook afgezet , om dat hy hunne party gehouden hadt ; en Tabdk Efenii , die door de muiters was afgezet, in zyne vorige waardigheid van Mufü herfteld. De Nifanji Bdsbi , een oud man, wierdt tot Wazir verkoren , en een jong man, vyfde page van de koninglyke kamer , tot Aga van de > lilzaaren aangefteld. Andere opengevallen plaatfen wier. den imselyk begeeven , en toen den volgenden dag alles in rust was , even als of'er niets-was voorgeval, len wierden verfcheiden Armeniërs en anderen , die a]s zoldaaten vermomd , zig onder de oproermakers vermengd hadden , ontdekt en opgehangen. Deze dag kon de eerfte van des Soltans regeering genaamd worden , welke regeering begon met kroegen houden en tabakrooken te Verbieden, waarin hy zo ftriKt was , dat hy op zekeren dag incognito wandelende om te zien of zyne bevelen wierden nagekomen , twee arme knaanen ter dood liet brengen om dat zy tabak verkogten. (c) (c ) Ricaut ubi fupra,-  OTHOMANNISCHE RYK. $2y D e kalmte duurde ondertusfchen niet lang want , toen weinig dagen daarna Soleyman den nieuwen Wazir, Koja Ismael Pasba, belastede , om zig ftil van de hoofden der oproerigen meester te maaken , en hen van kant te helpen, (R) vatteden de janitzaaren de wapenen weder op, en dreigden den keizer en den mi-J nister beiden het uiterde. De Sultan, om den ftorm! van zyn hoofd af te wenden , wierp , op raad van' Kyoprili Mostafa Pasba de geheele fchuld op den Wazir verfpreidende., dat deze zonder des Sultans kennis hadt gehandeld , om welk verhaal te beter geloof te geeven hy hem naar -Rhodus verbande , Hellende Tekkiur Daghi Mostafa Pasba in deszelfs plaats. Het vuur van muitzugt verfpreide zig uit de hoofd-< ftad naar de Provintiën. In Rum-eli, verzamelde Eghen ■ Osman Pasba een aanzienlyk lighaam Spabis , en haalde hen over om den Wazir te verzoeken , ben.de Bakhshisb Julus , of gefchenken , die men hen by de verheffing van Soleyman tot den throon ve: fctiuldigd was , te doen geworden. De Wazir bragt zyn onvermogen by om hen dit gefchenk te doen , waarop zy het geld gingen opnaaien by de inwooneren van 't platte land, en geheel Bulgarien tot aan Sophia toe , uitplunderden. In Afia haalde Gyeduk Pasba zyne benden tot opftand over, en zig met verfcheiden duizenden ftruikroovers vereenigd hebbende , dreigde hy Konfiantinopel zelve aan te tasten. Alle de provintiën van de Anadol Beglerbeglik uitgeplunderd en onderworpen hebbende , trok hy met zyn leger naar Ismid Gyechid (P; en maakte zig gereed om (R) Ricaut zegt , dat over de duizend van de Gyurbas of bedienden der belhamels , den eenen nagt na den anderen , in zee geworpen wierden , maar fpreekt van geene nieuwe opfchuddingen by die gelegenheid. S ?} Dao is dc ovm°S* ran Ismid; zo wordt de golf van Mkomelia geheetcn. Cant. Mmmmm 2 xvi. Boek. xxii. Afd. Vieuwe erwarrin- ~>£r eer inde '^rayintkn.  XVI. Boek. XXII Afd. Agria geeft zig ever. y26 HISTORIE vak het m Krifopolis , of Skutari , te belegeren , zig vergeldende , dat de Janitzaaren , nu al te bezet zouden zvn om op hem te denken : maar zy , hunne woede des nasts voor dat de Stad wierd aangetast , afleggende begaven zig . derwaards, en wierpen daar eenige werken op ; waarna de Pasba aftrok , en kort daarop door het Othomsnisch leger geflagen wierdt. Terwyl het 'Purkscb Ryk dus door inwendige oproeren wierdt verfcheurd , maakte het keizerlyk leger zig van de voornaamfte fterkten van Hongarye meester. Agria , de gewigtigfte vesting in Opper-Hungaryen was , na eene belegering van vier maanden , door hongersnood gedwongen zig op den 20 van Molmram , 1099. over te geeven. Het zelfde lot trof Mongatz , een bvkans onverwinlyk kafteel in 't zelfde land, door lekeli verfterkt , en tot bergplaats van zyn vrouw , fchatten, en papieren gefchikt. Nadat hy , gelyk wy te voren verhaald hebben , gevangen , en /asjow verloren was , verzamelde zyne gemaalin , de heldin haarer eeuw , hier alle de magt, welke zy by malkander konde brengen , en voorzag de plaats rykelyk van alle noodwendigheden ; in hoop van zig te zullen kunnen verdedigen , tot dat de oorlog geëindigd ware, ot het Turksch leger haar kwame ontzetten ; doch toen die magt deze oorden verlaaten hadt , ondernam de Graat Terci in 't jaar 1098 , het kasteel in te neemen Hy beukte het verfcheiden maanden lang met kanon en bomben , dog zonder vrugt • hy befloot dan tot een blokkade , en legerde zig dcrwyze , dat hy alle toevoer volftrekt affneedt : waardoor de Pnrroes lekeli , meer door hongersnood dan door het zwaard overwonnen, genoodzaakt werdt zig zelve en het kasteel op den 14 van Robio'lawel 1099. (6 january 1688.; aan des keizers genade over te geeven. ( e ) i->e(c) Camt. pag. 353 en vol^g. Ricaut.  OTHOMANNISCHE RYK. 827 Dewyl deze overgaaf gelchiedde voor dat de orders , welke haar man haar daaromtrent hadt toegezonden , tot haar gekomen waren , was hy deswegen zo verbitterd , dat hy alle de plaatfen die hy meester konde worden, tot aan Peterwaradin , verwoestede , waarna hy zig met eenige duizenden van zyn volk in het dorp Tbeleig, digt by de gemelde Stad , verflerkte; doch de Generaal heufler {viel op den 6 February met zulk een geweld op zyne verfchanzingen , dat hy de vlugt moest neemen met agterlaating van zes honderd docden en vier honderd gevangenen , onder welke laatften was Genay 9 de hoofdbevelhebber onder hem. (ƒ ) Het gemeen en het krygsvolk te Konjlantinopel hadt de hoop opgevat , dat, op de bevordering van Soleyman een Prins van groote heiligheid, zo als zy zig verbeeldden ; de goddelyke toorn geftild en de vyand afgeflagen zoude worden ; maar toen zy , op de tyding van deze tegenfpoeden zig in hunne verwagting bedrogen vonden , ftrocyden zy paskwillen , in ryna en onrym , in de Jami en den Divan, verwytende niet flegts den Wa> zir en andere grooten , maar den Soltan zeiven zyne verwaatloozing en andere fouten. De minister , om verdere bewegingen voor te koomen , deedt een wagt nagt en dag door de Stad gaan , belettede de nagtvergaderingen , en deedt eenige perfoonen die al te vry fpraken , vatten , dog zondt dezelve , om geene olie in de vlammen te werpen , ongcftraft te rug. Einde-_ lyk bragt des Sultans natuurlyke vreesagtigheid een beter uitwerkzel voort, dan zyne moed., gedaan zou heb-& ben : want onder voorwendzel, dat hy van lugt moest veranderen onttrok hy zig aan de oproerigen door zyn hof naar Adrianopel over te brengen. Het volk fcheen inderdaad regt te hebben van over de kwaade beftiering te (ƒ) Ricaut, Mmmmm 3 XVI. Boek. xxii. Afd. Mongatz geeft zig over. ónder e le. 'egingen. 'jdig veer. komen.  8>8 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xxii. Afb, Z)«Turket verlengen naar den vrede. TranfilvaDia wtrdt oproerig, te klaagen , maar 't waren de regte perfoonen niet, aan welken zy de fchuld daarvan weeten. Hoe zeer de fchatkist uitgeput , en tot welk een behoeftigen ftaat dit ryk gebied gebragt was, bleek by deze gelegenheid , want daar was in de keizerlyke ftallen geen genoegzaam getal paarden, muilezels, en kameelenvoorhanden voor de hovelingen ; en geen geld genoeg by malkander te brengen om de ontbreekende lastdieren te huuren ; zodat de groote heer het gemaakt goud en zilverwerk van het paleis , tevens met zyne juweelen in 't openbaar moest laaten verkoopen om de noodwendigheden te vervullen. Eindelyk in ftaat geraakt om met gehuurd rydtuig te vertrekken voorkwam hy den opftand , juist zo als dezelve op 't punt was van uit te barden. t Te Adrianopel gekomen wilde hy zig m 't eerst met de oorlogszaaken bemoeijen , maar , dewyl hy meer behaagen vondt in zyne godsdienstige verrigtingen, zondt hy Zou'lfikar Effendi fchryver der Janitzaaren , en Alexander Maurokordatus tolk van den Divan , als afgezanten naar den keizer van Duitschland, onder voorwendsel van denzelven wegens zyne komst tot den throon kennis te geeven maar inderdaad om den vrede te bewerken , op welke voorwaarden dan ook zy denzelven mogten kunnen treffen, (g) De Turken , tot het uiterfte gebragt zonden een Aga tot Apafi , vorst van Tranfylvanië , met een openbrief om hem in zyn prinsdom te bevestigen , en bevelen om van hem-een aanmerkelyke fomme gelds te vorderen ter betaaling van de bezettingen , aan den Borysthtnes , of Nieper ; welk geld de nadeelige gefteldbeid van het ryk zo noodig maakte , zeide hy , te eisfehen, dat hy hem tevens met een inval der Tataaren dreig- (g) Cast. pag. 353 > en verv' Ricaut.  OTHOMANNISCHE RYK. 82 dreigde, ingevalle hy aan dit verlangen van de Porte nic voldeedt De Generaal Caraffa van deze bezending d lugc gekreegen hebbende, begaf zig ftraks \ei waards , en overreedde Apafi en de ftenden , die toe te liarmanftadt vergaderd waren , om het voordel va den Aga te verwerpen , en zyne bedreigingen te vei achten, zodat zy op den 9 May 16U , alle gehoor zaamheid aan de Othomannifche Porte volftrekteiyk al zwoeren , en het verdrag met den Hertog van^Lotbe ringen gemaakt, bevestigden. Hierby delden zy zi? on der des keizers befcherming , en ontvingen zyn volk it hunne verfterkte plaatfen , op voorwaarden , dat hun ne voorregten en de vrye oeffening van hunnen Gods dienst ongelchonden zouden blyven. (*) De Wadir Tekhurddghi Mostafa Pashd, 't zv uil vrees voor de Duttjchers , of uit fchroom , dat de Soltdn zig m zyn afwezen mogt laaten overreden hem te doen ombrengen , weigerde het bevel over 't leeer op zig te neemen , en ftelde Rejeb Pashd Seraskier van Hongaryen over het zelve. Dog voor dat de Othomannifche magt te velde trok, gaf zig de bezetting van Alba iW hs of Stul-weisfenbwrg, die den geheelen winter door van de keizerfehen geblokkeerd geweest was , op den 19 van Rajeb over. Op den 8 May 1688 , hadt Caraffa de Stad Lippa ftormenderhand ingenomen en het kasteel gaf zig in weinige dagen over , kort daarna ver. meesterde hy Solmoz , en Legosh , of Lagos. Die Generaal , die het keizerlyk leger in het afwezen van den keurvorst van Byeren kommandeei de, nadat hy den 1urken Ihok en Peterwaradin ontweldigd hadt , zondt mihsym Heuskr om zig van Tiral, een kasteel aan de rivier Tibiskus of Teisje meester te maaken , en de bezetting , door de keizerfehen fterk gedrongen , gaf zig (h.) Ricaut , ubi fapra. 9 * XVI. e Boek. - xxii. 1 Afö. 1 I Alba Regalis geeft zig over.  XVT. Boek. XXII. Afd. Vrees van Yeghen Pasha. DeTuxk ge/lagen. 830 HISTORIE VAN HET zig op den 28 van Ramazan over met vryheid van te moren vertrekken- (i) uw Tlrzelfder tyd was Teghen Bey op marsch om het keizerlyk leger wegens de ziekte van den hertog van Lotharingen , door den keurvorst van Beyeren aangevoerd , tegen te trekken , en bedoelde Belgrado te belegeren. Maar voor dat hy by die Stad kmm , keerde hy naar Sofia te rug , verklaarende , dat het hem onmogelyk was zulke talryke benden in gehoorzaamheid te houden, ten zy hy het zegel en den ftandaard van den Propheet hadt Op de tyding egter van des vyands aannadering trok hy naar Belgrado te rug , alwaar alle de magt, die in deze ftreeken was , zig aan zyn bevel als generaal van Hongarye onderwierp. Hierop deedt hy Hasfan Pasha , ter oorzaake van een oud gefchil , vatten , en zou hem geworgd hebben , zo hy door den eerbied voor den zoon van den Han of Khan van Tartaryen niet weerhouden ware geweest. Toen befloot hy met tien duizend man , by Tekeli's benden gevoegd, de Save over te trekken , en zig by Semlm aan de andere zyde neer te flaan ; maar berigt krygende dat Prins Lodewyk van Baden zig met Caprara vereemgd hebbende, naar Mok op weg was, veranderde hy van befluit, en zendt brieven aan de keizerlyke bevelhebbers te Esfek , om by den keizer den vrede te bewerken. Dog de overbrengers dier brieven , waar toe hy boeren genomen hadt, meer het voorkomen hebbende van fpions dan van afgezanten , wierden aangehouden , men floeg geen acht op het geen zy zeiden dat hunne boodfchap was , en kort daarna wierdt Blok , gelyk vroeger gemeld is , ingenomen. Ondertusschen ftond Prins Lodewyk van Baden , te 3" Poslega hoofdftad van Sclavonien komende , verlegen hoe (i) Cant. pag. 358.  OTHOMANNISCHE RYK. g3r hoe de Save by Prooi over te trekken , dewyl de oevers dooi- tweeduizend Turken bezet waren ; do? Hafskirhn en to .de rivier in fchuiten, met vyfhonderd Meydukken en driehonderd dragonders overfteekende, ver dreeven den vyand, en deeden 'er tweehonderd in 't zand vallen. Vervolgens meer benden overvoerende ve-rfterkten zy de plaats. Drie dagen daarna kwam Tol tl a •' Zig7by,de twee andere 8^aegd hebbende, met agtduizend Turken aan , en tastede te middernagt de Keizerlyken aan ; die in alles fjegts dertien honderd lterk , hem dapper affloegen. Jn een tweeden aanval doodden zy vyfhonderd vyanden, en daarop nieuwe verfterkmg ontvangen hebbende, vielen zy op hunne beurt op de lurken' aan , en verdreeven hen uit hunne verichsnhngen , met verlies van zevenhonderd man , en alle hunne bagagie , waarna zy de plaats in brand ftaken en verlieten. • De Keurvorst van Beyeren aan de Save-, gekomen . kreeg bengt , dat het Othomannüch leger , fterk vyf! en - twintig- duizend man, aan de andere zyde van die rivier begraven lag , met oogmerk om zya verderen doortogt te belemmeren. Tekeli wierdt ook met een Herken hoop geporteerd, om hem by zvne landing te ontvangen. Men befloot derhal ven om dien naet de lurken op verfcheiden plaatzen te ontrusten , "terwyl de Generaals Serini, Strinum en Afpremont zouden poogen op eenigen afdand met zesduizend man over te trekken Dit wierdt zonder eenige tegenkanting uitgevoerd, maar by het Panbreeken van den dag wierden zy door agtduizend Janitzaaren aangetast , van welken zeshonderd ■ wierden neergeveld. Geduurende dit gevegt , 't welk twee uuren aanhieldt, floegen de Duit/obers' een brug over de rivier , en het geheele leger trok nog dienzelfden d.g over is adat deze zwarigheid uit den weg ge. Oost.Hist.XI?. Deel.II. Stok. Nnnnn ruimd XVI. Boek. XXII. Af».  XVI. Boek. xxii. Avn, Belgrado belegerd. 83a HISTORIE VAN HET ruimd was , verlieten de Turken' hunne linien, en vloden , terwyl de Keurvorst naar Belgrado trok , 't welk daar drie dagreizens afligt (£). Dewyl de weg naar Belgrado door het inneemen van Tiral , ( Titul) openftondt , rigtede de Keurvorst van Beyeren zynen togt met het leger derwaards, en de Turken , die by het eiland Sabats zyn overtogt over de Save wilden duiten, verflagen hebbende, trok hy voort, om den Seraskier , die zig rondom die Stad gelegerd hadt , aan te tasten ; maar die Generaal zyne nadering niet durvende afwagten , dak zyne legerplaats en het beneden gedeelte van de Stad in brand, en week naar Semendria. De Duitfchers floegen de belegering rondom Belgrado , en de wallen neêrgefchoten hebbende , liepen zy op den 11. van Zio'lkaadeh , 't welk uitkomt op den 26 Augustus , een algemeenen ftorm. Na een fcherp gevegt van zes uuren wierden de Tur~ ken van' de wallen gedreeven , en weeken naar 't kasteel , maar met zo weinig omzigtigheid , dat de Duit. fckers zig onder hen vermengende, de poort overweldigden , waarop een fcherper gevegt dan het vorige volgde , in het welk , zegt men , de geheele bezetting , uit negenduizend man beftaande , wierd neêrgeveld (O Volgens het verhaal van Ricaut was de keurvorst zelf aan het Front , de Prins van Commercy voerde den regter, den Generaal Heusler den linkervleugel aan, en PM , Sergeant-Majoor van bet regiment van Lotharingen was in het kwartier by het water. De aanvallers traden de gr aft in met veel dapperheid , fchoon door eene hagelbui van kogels ontvangen ; Zy maakten zig meester van de bres; maar hier hadden zy het verdrietig (i) Ricaut, ubi fupra. ■(/) Caht. pag. 358. fcq.  OTHOMANNISCHE RYK, 82j tig gezigt van eene andere nog moeijelyker graft , wei gepalisfadèerd aan de andere zyde , en wierden daarenboven getroffen door bet verlies van hunnen aanvoerder , den GthStf van Schafenberg , gelyk ook met dat der Graven Emanuel van Fnjlinberg en Benrik van Startmberg , bevens verfcheiden anderen , die in den beginne van de onderneeming reeds fneuvelden. De Duitfcbers begonden inderdaad grond te verliezen , en het voordeel ware verloren geweest , hadt de dappere Keurvorst zig niet op de bres gedeld , en den dood gedreigd aan elk , die de minde beweging maakte om te wyken. De foldaaten door het voorbeeld van hunnen Generaal tevens met eerbied en verwondering vervuld , en.aangenoopt , daalen in de tweede graft neder , en beklimmen de palisfaden met zulk eene onverzaagdheid , dat de Turken de vlugt namen en naar het kasteel , door ten brug alleenlyk van de Stad afgefcheiden, geweeken zynde, een witte vlag opftaken, maar zommigen der yverigfte of verbitterde aanvallers te gelyk met hen ingedrongen , deeden hen allen over de kling fpringen. IV, et denz Ifden voorgoed maakten zy zig ook van de andere kwartieien meestér , fchoon in dat van Cummercy horderd Drpgonders fneuvelden, en den G neraal Heusler zyn duim met een musketkogel wierdt afgefchoten. Nkttegenftaande dit alles beklim hy tegen het vyardlyf vuur in , fiouteh,k de wallen met zyn volk, en maakte zig van eene yzere deur neester, waardoor zy in de Stad kwamen , alwaar de Duitfcbers eene vieeshke flachting aanregteden . d ende a'le, zander onderfcheid , over de k mg fpringen. Dus zouden zy ook het bloed gedort hebber van den Pasld, den Aga der Janitzaaren , en ;ndere GfEcers , die in eene kleine affnycing agter het kasteel geweeken waren, Nnnnn 2 by- xvr. Be ek. XXII. Afd. Op vier plaatfen tevens. De Stad ingenomen..  834- HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXII, Afd. Veorfpoed in Bosnië. t De Ras- ciets onderworpen. byaldien des Keurvorst goedheid dit niet belet hadt. (m). Nadat Belgrad» was t' ondergebragt kwamen de Turkfche Afgezanten in het Keizerlyk leger , en verklaarden , dat zy zo wel den vrede kwamen bewerken, als de verheffing van Soleyman bekend maaken. Maar de Keurvorst zeide hun, dat hy geen anderen last hadt dm> om Servië en Bulgaryë weg te neemen , en dat zy, zo zy den Keizer iets voor te draagen hadden , naar Wenen moesten gaan. De Prins van Baden hadt .geen minder geluk in Bosnië i want een groote party Turken , die zyn overtogt over de rivier Ünna betwisten wilden, verflagen hebbende , vervolgde by hen zo kort op de hielen , dat zy Gradiska en Kofianiza verbeten. Hierop ontmoetede hy op den ic. van Zio' Ikaadeh, ("dat is den 15 Augustus') by de kleine Stad Brod , den Basha van de Provincie met het geheele leger , 't welk hy met vyfduizend van zyne manfchap aantastëde en verfloeg (»). Dus eindigde de Veldtogt in Hungaryen , waarna de Keurvorst van Beyeren zig naar zyn eigen ftaaten terug moest fpoeden om dezelve tegen den Koning van Frankryk te verdedigen , die gebelgd was, dat Prins Jofeph Clement van Beyeren tot Keurvorst van Keulen was gekoren, ten nadeele van den Kardinaal Furflemberg, wiens belangen hy door de wapenen onderdeunen wilde. Het Opperbevel over het Keizerlyk leger verviel derhalven op den Maarfchalk 'Caprara , die van Belgrado trok, en Semendria de hoofdftad van Servië , gelyk ook Posh.roeene kleine Stad van die Provintie , in bezit nam,, nadat zy beide door de Turken verlaten waren. Die gelukkige voortgangen bewogen de ingezetenen van Rasciën zig' (»t) Ricaut. als bovon^ in,) Cant. p. 359,  OTHOMAN'N'IS CHE RYK. 835 . zig aan den Keizer te onderwerpen , en een legertje van twintigduizend man te famengebragt hebbende, verrasten zy Waofoa en Zoikolcva , beide aan den Drina gelegen , doodden duizend. Twken en verftrooiden de overigen. Ter zelfder tyd verwoesteden en plunderden twaalfduizend vijanden , meest opgeraapt Volk het land omftreeks de Morava , maar wierden weldra verftrooid door den Generaal Heusler terwijl de ingezetenen van deze ftreeken , door de onbcfchofdheid en den moedwil van dien hoop verbitterd, de wapenen opvatteden , en zig van de Stad Uziga meester gemaakt hebbende , vijfhonderd Turken doodden , en tweeduizend gevangen namen. • Prins Lodewyk van Baden, de Steden Prout en Gr»-ï diska verfterkt hebbende , trok tegen Bertzka , de eeni- < ge plaats in Bosnië, die nog niet ondergebragt was ,1 en weiHe de lurken op zijne nadering verlieten'.' Prins Lodenyk , in omtrent negen weeken tijds deze geheele Provintie t ondergebragt hebbende , wierdt naar huis geroepen , om de Franfchen tegen te ftaan , en droeg het bevel op aan Picolommi, om zig te verzetten tegen den Paiha van Bosnië., die Volk in deze oorden verzamelde.. Tekeli onderwijl met eene partij Turken en Tatarsl of tartaaren verderkt , verwoestede de grenzen van» Walachye en Tranfihame , maar trok op-de aannadering van vierduizend, ingezetenen van Rasciën af, en poogde door brieven de Tranfyhaniërs in zijne partij over te haaien; zij moesten nu, zeide hij, de kwaade behandelingen der Dmtfchers genoeg ondervonden hebben • nu was het de tijd om zig zeiven en hunne nakome! lingen van. de Barbaarjche flavernij, daar zij onder zugteden, te bevrijden (o,). s' f > p Ter () Ricaot, als bov. Nnnnn 3 XVf. BOKK. XXII. Afd. osnic {' ndergeragt. ekeli ekt af.  %$6 HISTORIE van het XVI. Boek. XXII. Afd. ybnrfpoed der Venttiaaaen. Negropont bek' gerd. Terzelfder tyd voerden de Venetiaanen den Oor», log aan andere oorden met een wisfelvaüiger fortuin. In Morea was de 6erask.hr voor hen in 't veld , en dwong de bezetting van Athene die Stad met groot verlies te verlaaten. Hun leger trok kort daarop naar Egribuz , (Negropont) en het nauwe kanaal dat het eiland van het vaste land affcheidt, cverfteekende, floegen zy de beleegering voor die Stad , maar waren door de verdeeldheid onder hunne eigen Cffi.ieren en den dapperen weder ftand der belegerden genoodzaakt met verlies af te trekken. Waar na de beroemde Generaal, Graaf Koningsmark , aan wien de Venetiaanen genoegzaam alle hunne overwinningen , in Morea bevogten , te danken hadden, ziek wierdt en ftierf (p). Maar geea dezer berigten is naar waarheid, indien wy ons op de Christen - Hijtoriefchry vers vertrouwen mogen , die zeer nauwkeurig zyn in hun verhaal , wegens deze ongelukkige belegering Volgens hen ging de Kapitein-Generaal Francisco Morofini, nieuwlings verkoren Doge van Venetië, beflooten hebbende , Negropont (H_) te belegeren, met de Vloot onder zeil, en zettede op den 14 July agtduizend voetknegten en vyfhonderd paarden te lande. De Stad hadt eene bezetting van zesduizend man , en haare muuren met aarde gevuld , waren aan alle kanten wel verfterkt met bastions , forten , mynen en kanon. Aan de regterzyde van de buig hadden luiken eene battery opgeworpen, en hunne tenten langs den ka*it der waterleidingen opgeflagen ; aan de linkerzyde hadden zy eene linie van geCO C«t. pag. 359. (H) Deze Stad wierdt oudtyJs Khalcis geniamd , en Hgt aan den vergaarden Eurijui , of het nauwe kanaal 'u^c^en het eiland cn Griekenland, het welk in zimiriae jf>«rg;.yüen vericheideninaalen in vier- en- twintig uuren ebt en vloeit.  OTHOMANNISCHE RYK. 837 gemeenfchap gemaakt, tusfehen de voorfteden en een heuvel, waarop eene batte)y was, die de zee beftreek, en alwaar Moftafa Pasba , een der Gouverneurs , gepofteerd wierdt, terwyl de ander, lbrahim Pasha de buitenwerken verdedigde. Daarenboven waren 'er nog verfcheiden andere aff ydingen in verfchillende gedaantens met paiisfaden verderkt , en een diepe graft, dertien treeden lang, zig tot de poort van de Stad iiitftrekkende, en met een hoornwerk gedekt. Beneden de molens was eene andere battery van drie ftukken zwaar gelchut , welke den oever beftreek. In yder werk waren eenige foldaaten , om het te verdedigen , byzonderlyk Pranfcben , die bedreven waren , ra bomben te werpen , en andere konstvuuren te bellieren. Tot verdere verfterking lag de Seraskier van Morea zes mylen van daar met vierduizend man. De Venetiaanen zetten de belegering met veel geweld voort ; en de verfchanfingen der vyanden aangetast hebbende, dreven zy de Turken binnen de Stad met een groot verlies. Zy namen ook bezit van de voorlieden ; welke zy nogthans niet konden inhouden. Deplaats was zoo fterk op haar zelve , en werd zoo wel verdeedigd door de bezetting, en het leger, dat haar delete, dat het jaargety intusfchen verliep, terwyl een aanftekende koorts eene groote flagting aanrigtte in het leger der belegeraars. De Venetiaanfche magt verminderde dagelyks door ziek-.4' ten en het zwaard; ook hadden de galeyen van Maltafto: en loskaanen hen onlangs verlaaten , verre egter van de belegering op te breeken , befioten zij tot een algemeenen ftorm , die uitvoerlijk geoordeeld wierdt, en begonden denzelven op den 12. OSober, des morgens omtrent tien uuren, met agtduizend man op verfcheiden plaatzen ; maar de belegerden fchoten zulke vlugten .van kogels uit hun klein geweer tegen de benden , die de XVL Boek. XXII. Afd. gemeens ■m.  838 HISTORIE van het xvr. PiCEK. X \ i. afd. De Mep ring tpgt braken. KHn ver tverd. fq) RfCAUT als bov. ■(r) GAnt. ais' bor. de bres beftormen moesten , dit zij , nadat verfcheiden Officiers en gemeenen gefneuveld waren , den aftogt moesten blaazen , niet onderfteund wordende door ben , die hadden moeten bijfpringen. Geen beter voorfpoed verzelde de andere aanvallen. Op de eene plaats vonden zy den ingang in de Stad door eene zeer deile afdwaling belemmerd; Op eene andere plaats moesten zy, dewyl de Stad van buiten ongenaakbaar was , tot den middel in 't water in de graft daan , blootgedeld voor des vyands gefchut , en leeden verfchriklyk. De aanval duurde verfcheiden uuren , waarin zy meer dan duizend man , en verfcheiden Officieren verloren. De galeijen leeden by die gelegenheid ook zeer veel. Het wierdt nu, door de vermindering van Volk, " onmogelyk geoordeeld , een tweeden aanval te doen : maar om de fchande te ontgaan van de belegering jop. te breeken , na den gcheelen zomer daar mede bezig geweest te zyn , doeg men in den krygsraad voor, om dezelve den winter door te zetten : dog de vreemde troepen verklaarden , dat zy niet blyven zouden, waar op dan tot het opbreeken der belegering moest befloten worden, 't welk niet gefchieden ktmde , zonder aanmerkelyk verlies in den aftogt (q). Dus eindigde het ongelukkig beleg van Negropont. Aan den anderen kant hadden de Veuetiaanen meer voorfpoed in Dalmatië , alwaar Kain, daar Stcaglik,de afgezette Sofd van Bosnië , Bevelhebber van was , met verfcheiden duizend foldaaten , door hen ingenomen wierdt , behalven nog de kasteelen van Verlikka, Quonigrad, en Grasfach Op den 17 Augustus wierd Min door den Procurator Cirolamo Cornaro berend ; en nadat 'er een bres in de buitenv^al getclntcn was , wierden de be-  OTHOMANNISCHE RYK. 839 belegeraars op den 2 September van denzelven meester , dewyl de belegerden naar den binnen wal of tweede affnyding weeken. Op den 4den wierden verfcheiden nieuwe batteryen opgeregt, en het kruidmagazyn der belegerden wierdt door een bom aangedoken : des niet tegenftaande bleeven zy het kasteel en de benedenflad met grooten moed verdedigen : Eindelyk kreegen de Regimenten van Corbon en Sebenica last om het water over te rteeken , 't welk al de verdediging was , welke de Stad aan dezen kant hadt; de zoldaaten zwommen over met hunne fabels in den mond , en de Turken hunne linien verlaatende , weeken naar het kasteel. Zodra de belegeraars de. Stad in hunne magt hadden, dopten zyde buizen en waterleidingen, waar door het kasteel water moest krygen ; waarop de Pasba zig op den 12 September op befcheidenheid overgaf. Hierop devende de Generaal Cornaro , een toeleg] fineedende op Narento , eene oude haven alwaar voor-' maals de koopmanfchappen uit Thracie , Servië , Bosnië , en andere dieeken , gebragt wierden , met zyne magt naar de Stad Narim , drie jaaren te voren aan den mond van die haven gertigt. Hy zettede eenig volk te lande , en befchoot de plaats van een galey, waarop de bezetting fchielyk de vlugt nam ; de meesten derzelven fheuvelden egcer en de overigen wierden gevangen door de Morlaks , die daarop het land verwoesteden , en met grooten buit te rug keerden. (s ) Ondertusschen waren de Turkjche Afgezanten te; Weenen gekomen , en vertoonden , tot den keizere Leopold ingeleid , in des Subar?s naam , de brieven die hem de verheffing van Soleyman berigteden , maar die geen gewag maakten van den vrede , in hoop , dat de Duitjchers denzelven eerst voordaan , en dus de on- (x) Ricaut als bov. Oost. Hist, XII. Deel. II. Stuk. O o o o o XVI. Boek. XXII. Afd. Jarim ter%ten. 'oor/lagen ;rTurkee,  XVI. Boek. XXII, Afd. Eifchenva ie verbot', iie. Forjlt 840 HISTORIE VAN HET onderhandeling gemaklyker maaken zouden. DeOthomannen, in deze hunne verwagting te leur gedeld , booden zyne keizerlyke majesteit, naar deszelfs verkiezing , eene korte wapenfchorfing of den vrede aan ; met byvoeging , dat , zo hy het eerst verkoos , geheel Hongarye onderwyl in zyne magt zou blyven ; Tranfilvanie aan de beide Ryken cyusbaar zou zyn ; Kaminiek ontmanteld aan Poolen terug gegeeven worden , en Belgrado tot de Turken overgaan ? doch indien de vrede aangenaamer was, moest een gedeelte van Hongarye aan het Othomanifche Ryk te rug gegeeven worden. 1 Leopold , met de afgezanten der andere vereenigde Mogenheden geraadpleegd hebbende , gaf dit antwoord; dat hy , fchoon zig uit den tegenwoordigen ftaat der zaaken met grond mogende vleijen van niet flegts het overige van Hongarye te zullen magtig worden , maar zelfs "het geheele Turkfche gebied t-'onder brengen ; egter gereed was om in eenen vrede te bewilligen , mits dat het koningryk van Hongarye , met de Provintiën daar toe behoorende, als Sclavonie , Kroatië , Bosnië , Servië , Bulgarie , en Tranfilvanie , aan hem wierden 'afgedaan , Moldavië en IVallachye vry bleeven ; de vrye oeffening van den Roomfchen Godsdienst door . «-het geheele Turkfche Ryk toegelaaten werdt ; 'de Fran"■ciskaaner munnikken in het bezit van het H. Graf te Jerufalem herfteld en Tekeli aan hem overgeleeverd wierdén. De Poolen begeerden , dat de oude grensperken van hun koningryk herfteld zouden worden , en geheel Krims Tartarye , Moldavië , -Walachye , en het ganfche land aan de berde oevers van den Borysihenes tot aan den Donsuw aan hen worden afgedaan. En om zig *rooter voordanders van den Godsdienst dan de anderen bondgenooten te betoonen , " drongen zy aan , dat alle de Christenen , die onder de Othomanfche bediering leefden » van fchattingen bevryd zouden zyn. Eindelyk  0T-H0MANNI5CHE RYK. 841 lyk begeerden de Venetiaanen, behalven "Morea verfcheiden eilanden en Steden , die elders a-eeds in hunne bezitting waren , de kust van Negropont van Korcyra tot 'Kormhen , een gedeelte van Dalmaüe , en het floopen der havens van Dulcigno en Antivan, ■ De Afgezanten berigteden Soleyman terdond wegéns? de antwoorden , welken zy ontvangen hadden enr de vrede zoude ongetwyffeld getroffen zyn , hadt niet de allerchnsteiykde koning , naaryverig over de voordcelen welken de Christenen op de Turken behaatérzottden , zonder tanige wettige redefi , keizer Le&old den oorlog aangedaan , raadende- den Skltök door zynen Afgezant Cbateauneuf van geen vrede te flüiten (M) dewyl hy voorhadt het volgende jaar in het hart* van Duitjchland m te dringen , en reeds honderdduizend man lot dat oogmerk gereed hadt ; Hy voegde daar by , dat zo de uitkomst aan zyne Wenfcnen beanrW?r° , geheel T)uitfchland , ;.met Weenen des- zelts hooiddad , voor zig zeiven zou honden , ma&r Tonga)ye aan den Sultan herdeden. Soleyman \ door deze aanmoedigende beloften opcewakkerd , verwaar. loosde zyne afgezanten ( N ) welken hy zondt om over vrede te handelen , terwyl hy om niet dan oorlog dagt. " wLP'l ^ Z°ndt ërcote fommen naar Polen . en ko*t den *rekk.gen konmg zodanig om , dat , fchoon deze het bondgenootfchap niet openlyk verliet , hy doorbands egter zor/dX van niet vroeger in 't veld te komen , dan tegen den tyd dat men de winterkwartieren moest betrekken. y ' 11 f N ) Ilr cAUT zegt , dat , ■ toen de Afgezanten aan hemü de geruste bez.tt.ng van alles wat hy veroverd hadt , aa. boderf de ke zer door welke noodlottigheid weet onze fchryver nie" dit met alleen verwierp , m3«r ftrydig met hët gébruik de" Nafen vSg^zetïedï^1 Puffmd°rf' V V""» voor Si ^5?i> Ooooo 2 XVI. Boek. •xxii. Afd. vc5fFrankgejluit.  XVI. Boek. XXII. Afu. Oproer beteugeld. Yeghen te dood gebragt. Voorfpoei tan Gyeduk. S4a HISTORIE tan het Hy bepaalde zig eerst om de binnenlandfche verwarringen te herdellen , en zo dra de Duitfcbers in de winterkwartieren waren, gebruikte hy zyne meeste magt tegen Teghen Ozmdn Pasba , en Gyeduk Pasba , die byna het geheele jaar het Otbmdnfcbe Ryk ontrust hadden ; dit hieldt op , zodra die twee wederfpannige hoofden gevangen waren. (O Volgens Ricaut , geraakte Teghen Pasba, na zyne vlugt uit Belgrado , in twist met Koraddin Galgu , zoon van den Khan van Tartarye ; die hem in zyne drift een bloodaart noemde , beter gefchikt om dieven dan zoldaaten te gebieden. Tegben beval, dat hy in tegenwoordigheid van verfcheideij Tartaarfche heeren gerworgd zoude worden. Daar kwamen klagten over dezen hoon aan het Othmanfcbe hof , en de Wazir poog» de de zaak ten voordeele van Tegben te fchikken , als die hem , terwyl hy Janitzar Aga was , het leven behouden hadt in eene muitery. Maar de Kban zelf te Adrianopel komende om over de verrigtingen van dea volgenden veldtogt te handelen , drong deze zaak met zö veel yver aan , dat Teghen door den Divan veroordeeld wierdt om zyn hoofd te verliezen. Op die tyding bo.st hy in openbaare oproerigheid uit , fchreef aan zyn ouden meester Tedik om het zelfde in AJia te doen, en plund rde het land. Maar toen de Pasba van Sofia bevel kreeg om hem dood of levende over te leveren, vloodt hy naar Aibanie by zyn ouden vriend Mabmud Bey Ogli, die vooraf door de Porte gewonnen , zyn hoofd deedt afhakken , en het aan den Soltan zondt. Onderwyl namen de aanhangers van Tedik of Gyeduk in Afia toe , en de Porte , .om hen te bevredigen , beloofde hen in den Hungaar]eken oorlog te zullen gebruiken , en Tegben tot Generaal o ver hen te dellen. (O Cast, pag. 359. Zie ook Ricaut.  OTHOMANNISCHE RYK. 843 len- D°g zodra men de zeekere tyding wegens den dood van dien Rebel ontvangen hadt, veranderden de gedagten van het Hof ; en hetzelve zondt last aan den Kaymaykam van niet flegts de Afiatijche oproerigen te beletten om naar Europa over te gaan , maar om hen zelfs op hun eigen grond te verdelgen. Jn gevolge van dit bevel tastede hy eene groote party van^dezelve by Skutari aan , en verfloeg haar. Dit benam egter den moed niet aan Tedik , die met zes duizend man naar Prufa optrok , en den Pasba van die plaats met de Kefiran , of het krygsvolk verflagen hebbende , deedt hy zig tot koning van Anatolie uitroepen. Hierop bele. gerde hy Angora , ( Enguri of Ancyra ) welke Stad genoodzaakt was zig vry te koopen voor tagtig beurfen ; elk vyfhonderd daalers uitmaakende. Het Turksch hof nam hierop den toe vlugt tot deszelfs gewoone handelwyze in zulke gelegenheden; het zogt Tedik en t zyne mededanders met fchoone beloften in flaap te wiegen ; Het deedt hen niet flegts op vergiffenis, maar zelfs op bevorderingen hoopen , indien zy tot hunnen pligt wilden wederkeeren. Dog dit hadt geene uitwerking ; want onder voorwendzel van yver voor den Godsdienst , welken zy zeiden dat door de toenmaalige beftierders vervalscht was , riepen zy alle de ingezetenen van Anatolie op , om denzelven te verdedigen. Eindelyk wierdt de Beglerbeg van die Provintie met den tytef van Teftish , of onderzoeker , vereerd , en vertoonde , in die hoedanigheid , eerst aan het volk de bedriegelyke oogmerken van Tedik tegen het geloof; waarna hy hem met zoo goed gevolg aantastede, dat hy eene volkomen overwinning behaalde. De meeste hoofden, onder welken Tedik zelf was , wierden of verflagen of gevangen genomen , en zy , die de flagting ontkwamen kreegen vryheid om naar hunne huizen weêr te keeren. Terzelfder tyd wierdt Rejeb Pasba tot Seraskier Ooooo 3 aan. XVT. Boek. xxii. Al'B. ly werdt edeock  8-n HISTORIE van het XVI. Boek. xxi'. Aeb. Ceplaheii der zaaken ra» More; Seghedw ingencme) Hej. iig A.D.itl aangefteld in de plaats van Teghen , wiens neef met veertig zyner navolgeren , en de Gouverneur van JVidder , door Teghen aangefteld , gevangen genomen zynde , ter dood gebragt wierden. («•) , De bïnnenlandfche vyanden waren nu t'ondergebragt, en de Sultan kreeg dus meer ruimte om tegen de buiten.landfche te werken ; om derhalven de züidelyke Provintien tegen de Venetiaanfche wapenen te beichermen , ftelde hy eerst Lyberhs Gberalkhari (O) die op de galeijen was gebannen , in vryheid ; vervolgens maakte hv hem prins van Mania of de Maynotten. Hy wierdt tot deze verkiezing gebragt gedeeltelyk door den voorfpoed zyner wapenen in Moldavië , 't welk hem overtuigde , dat een Christenbedierder zyne Christelyke onderdaanen beter in onderwerping zoude houden dan een Turksch , en gedeeltelyk door de verzeekeringen van Libmus ,' dat al' het volk van Motèa van de Venetiaanen afkeerig was , om dat deze hen dm Room' fchen Godsdienst wilden opdringen , en dat zy zig derhalven weldra weder- onder de gehoorzaamheid van de Porte begeeven zouden , ingeval een Prins van de Griekfcbe 'kerk tot bedierder van die Provintie wierdt aangefteld. " Toen de zaaken geregeld waren , verklaarde Soley'•; man , om den vyand fchrik aan te jaagen , en zyn g' eigen volk moed inteboeze-nen -, dat hy het leger te° gen de Duitfchers in'eigen perfoon gebieden wilde , en trok, ( « ) Ricaut als bov. (O) By de Europeaanen beter bekend onder den naam van Liïeraki , 't welk , n at de wyze der Grieken , een.e verbastering is van Liherius. Hy was ean inboor] ;ng van Mania , bet oud Laconia. Hy diende in 2yne jeugd op de Fe •etiaarfchs vloot, vervolgens was hy ver'cheiltn jaaren I.oots , maar ein.lelyk door de Turken gevangen, wfércli lïy naar de Gaieijcn gezonden.  OTHOMANNISCHE RYK. 845 trok , zo veel manfchap als hy konde , by malkander gebragt hebbende , naar Servië , als of hy voor hadt, Belgrado te belegeren ; maar te Sofia berigt krygende , dat Seghedwar (of Sigeth ) beroemd wegens het marteldom van Soleyman I. door hongersnood tot de overgaaf gedwongen was geworden , en dat het keyzerlyk leger , 't welk hy zig verbeeldde , dat de handen vol werks tegen de Franfchen hebben zoude , van Belgrado met groote fpoed tegen hem optrok , wierdt hy met fchrik bevangen , en' niet verder durvende voorttrekken , gaf hy het bevel over het leger aan den Seraskkr Rejeb Pasha , met last van niet fchielyk een veldflag te waagen , maar alleenlyk den voortgang van den vyand te duiten. De Seraskier by de rivier Morava ,j in het gezigt der Duitfchers gekomen , en verleid dooru zynen Astrologist, die uit zyne darrekundige waarnee-g mingen hem eene zeekere overwinning voorfpelde, taste» de hen dapper aan , maar moest naar veel verlies afhouden en naar Nisfa te rug trekken. Het was egter zo verre af , dat zyne oogen door dezen tegenfpoed zouden geopend zyn , dat hy , zyne kragten door nieuwe manfchap herfteld hebbende , eene tweeden aanval deedt, fteeds fteunende op de voorfpelling van denzelfden ftarrekyker. Thans wierdt hy geheel verdagen , zyn gantfche leger verftrooid , en ontfnapte hy zelf te nauwer nood met weinigen by zig aan de overwinnende wapenen der Duitfchers , beklaagende te laat de ydelheid der darrekundige voorfpellingen. Toen doorliepen de Duitfchers geheel Servië , namen Widdin , Nisfa Shehirkioi, * en verbrandden Siopia , een Stad van Bulgarye. ( nu ) Uit het eenvoudig verflag , 't welk wy van des^ Seraskiers nederlaag gegeeven hebben , zal de Leezer/?< na- (t) Cant. pag. 360. XVI. Boek. xxn. Afd. )e Serasier gejla«j. tn groote  XVI. Boek. xxii. Afd. Mi-derlaag óferTinkei: BïTarta S46 HISTORIE VAN HET natuurlyk befluiten , dat de Turken veel minder in getale waren dan de keizerlyken , daar zy integendeel ^ indien men de Christen fchryvers geloof mag geeven , twee of driemaal flerker waren. Prins Lodcwyk van Boden , Belgrado op nieuws verderkt hebbende met twee duizend voetknegten by de vorige bezetting te voegen , verfterkte ook Semmdria , trok met zyn leger voort , en legerde zig by de Morava , maar tyding krygende wegens der Turken aftogt op den 2 van Augustus , vervolgde hy hen naar Nisja met het overig gedeelte van 't leger dat uit niet meer dan agttienduizend man beftondt , terwyl dat der Turken , behalven de irreguliere benden , veertig duizend koppen bevattede. Zy waren niet verre voortgetrokken of hunne buitenwagten wierden door een bende Tartaaren aangetast; twee van welken gevangen zynde hen berigteden dat eene groote hoop Turken en Tartaaren onder Soltan Gdga , den zoon van den Chan voor hadt hen op zyde by Pasjarovitz aan te vallen , terwyl de Seraskier bedoelde hen aan de andere zyde met een leger van vyftig duizend man te befluiten » om hen den toevoer af te fnyden. De Prins befloot daarop den Seraskier , die maar twee uuren van hem af lag , op te zoeken en te verdryven , en tiok op den 29 Augustus rustig op hem aan. Op deze onverwagte beveeging weeken de Turken drie uuren agterwaards , wanneer zy aan een moeijelyken doo'togt komende ftand hielden ; dog zy wierden wel ras geflagen en in de bosfchen verftrooid , met verhes van vierhonderd paarden en twaalf (landaarden. : veelen wierden naderhand gedood door de Husfaaren9 die jagt op ben maakten , en de wpgen waren bezaaid met wapenen en kleederen van hen t die dezelve om te beter te vlugten , weg geworpen hadden. [. • Door dezen voorfpoed , aan de generaals Veterani en  OïH OMANNISCHE RYK. 847 en Picchmini grootelyks te danken , aangemoedigd , trok de Prins de Morava weder over , om Soltan Galga , -met 'zyne Tartaaren beneden die rivier gelegerd te gaan aantasten, voor dat hy zig met bet Turksch leger, laatst gedagen , vereenigen konde. Dewyl de wegi langs een zeer nauwen doortogt door een digt bosch i voor een half uur gaans liep , en dan in eene kleine vlakte uitkwam , zo wierden 'er vyf honderd man- on. der den Graaf Solaro gezonden om dien doortogt te ver. zeekeren. Drie duizend Janitzaaren , en eene groote bende ruitery kwam zig tegen dit voornêemen verzetten ; maar de Generaal Beisier ter hulp toefchietende plaatfte zig zo voordeelig in de bosfchen en ftruweh len, dat by den doortogt tot den volgenden morgen openhieldt ; toen de Prins Lodewyk met zyn geheel leger , in eene groote mist aantrok , • en voor het bosch post vattede. Aan de regterhand was hy door kreupelbosch cn een onbruikbaaren grond gedekt en zyn linker vleugel drekte zig tot de oevers van de Morava uit. Maar voor dat de Ruitery konde aankoomen, kla'ar*z de de mist op , en vertoonde onverwagt het Turkschg' leger in volle dagorde juist tegen over de keizerlyke^ infantery , waarop de Turken oogenbliklyk met ztdk een buitengemeen geweld aanvielen , dat Prins Lodewyk nauwelyks tyd hadt om zyne tweede linie in daat van tegenweer te dellen. De keizerlyken ftonden egter den fchok van het vyandelyk groot en klein gefchut met veel ftandvastigheid door , en toen op hunne beurt aanvallende hielden zy binnen 't bereik van een piftoolfchoot, twee uuren lang een hevig gevegt uit, wan. neer het muzyk van de Ruitery, die nu opkwam door bet bosch klinkende , den vyand met zulk eene vrees vervulde, dat zy in het nabuurig bosch vlugteden , en van daar in eene vlakte agter het zélve weeken , alwaar zy zig begroeven. Toen de keizerlyken Oost.Hist.XII.Deel.II.Stqk. Ppnpp hea XVT. Boek. xxii. Ava. en verolgd. I vereent* n zig met Turken.  848 HISTORI tanhei XVI. Boek. xxii. Afd. Nadeelen der beide legers. Slag van Nisfa. hen derwaards volgden , viel 'er een hevige kanonade van weerskanten voor , die anderhalf uur duurde , waarna de Turken naar eene andere affnyding trokken door eene graft gedekt , en degts op ééne plaats genaakbaar. Hierop kreeg de Graaf Palfi last om met zyn regiment zig in het bosch te begeeven , en al het veldmuziek op het fterkst te laaten fpeelen om den vyand te doen gelooven, dat 'er eene derke bende in aantogt was om hen van agteren aantetasten , terwyl Graaf Picolomini zulks van voren deedt. Die aanval wierdt in weerwil van hun kanon , met zo veel moed voort, gezet , dat zy deze post ook verlieten , en in wanorde door de bosfchen trokken, gevolgd door de keizerlyken , die eene vreesfelyke dagting onder hen gemaakt zouden hebben , waren de wegen niet zo fmal en hun onbekend geweest; zy vervolgden hen egter tot in hunne legerplaats te Patafchin , welke zy verlieten met verlies van al hun gefchut, (R) krygsbehoefte , mondvoorraad , en legertrein. Op hunnen weg naar Jago. dina, aan de Morava, werwaards zy in groote wanorde vloden , wierden eene menigte van hen afgefneden door de Hongaar en en Rasciers , die ook verfcheiden gevangenen en zesendertig dukken kanon van de grootde foort naar de legerplaats bragten. (x) De Prins , zyne kragten herdeld hebbende , begon naar Nisfa te trekken , 't welk twintig uuren verder lag , en werwaards hy door bosfchen en over bergen trekken moest. De Turken hadden het grootst gedeelte van hun leger nog in zyn geheel , en waren daarenboven met twintig duizend man verderkt, op de nadering (x) Ricaut als bov. (R) ios Stukken koper kanon , en drie mortieren.  OTHOMANNISCHE RYK. 840, ring van den Prins egter verliet de Seraskier die. Stad en ging zig daar digt by aan den kant van de Nisfava nederflaaii. De Prins floeg zyne tenten een uur gaans van Nisja op , by eene kleine rivier , die in de Nlsfana. valt, eu maakte zig op den 24 September omtrent vyf uuren des namiddags van den kant des heuvels , die boven het vyandlyk leger was, in weerwil van al hunnen tegendand meester. Dit gedaan zynde bedoot hy , op dat de Turken hunne legerplaats des nagts , niet verfterken mogten , hen terdond aan te tasten , drekkende zyne regtervleugel uit naar den voet van den heuvel ,• en zyn linker langs de vlakte tot de oevers van de Nisfava. De Seraskier liet hierop het grootde gedeelte van zyne kavalery , op de helling van den heuvel in flagorde gefchaard, de infantery van den linker vleugel ontrusten , maar ziende , dat deze met haar gefchut aan 't front voorttrok, wendde hy zig om tegen den regter vleugel, en tastede dien aan den voet van den heuvel aan in de flank, die niet beveiligd konde worden. Dit veroorzaakte eenige verwarring onder de Hus-i faaren; maar door andere benden in tyds onderdeund, 0 zouden zy de 'lurkfche paarden over hoop geworpen £ hebben , zo zy door het vyandlyk vuur van eenen anderen kant , niet belemmerd en genoodzaakt geworden waren om hun eigen grond te verdedigen. De benden onder Heisier evenwel , last gekreegen hebbende den vyand op den heuvel aan te tasten , wonnen na een lang gevegt , den top, daar de hertog van Croy , die aan de rivierzyde kommandeerde , kort daarna by kwam , waarna de Turken fchielyk , en met groote flagting , van daar verdreeven wierden. Niettegenftaande deze zwaare nadeelen verzamelden zig egter de vyandIyke paarden weder in de vlakte, en maakten nogmaals een fterken aanval op den linker vleugel, maar Ppppp 2 wier- XVI. Boek;, xx'L Afb. •e Turken 'er hoop worpen.  850 HISTORIE van het XVI. Boek. XXIL Afd. Tekeli gt flagen. wierden afgeflagen, toen wierpen zig de Janitzaaren, die nieuwe lienien opgeworpen hadden , op hen , en noodzaakten hen wederom , een hevigen fchok , welken zy met veel moed tegen de Husfaaren deeden , door te daan ; Toen deze egter door het Regiment van Capara onderfteund wierden , moesten de Janitzaaren eindelyk het veld ruimen en wierden toen met eene geweldige drift agtervolgd -tot in hunne eigene legerplaats. Terzelfden tyd wierdt hun grootst lighaam door eene andere party Turkfche paarden aangetast, maar door de aan komst en hulp van den Graaf 51arrenberg bemoedigd en gellerkt , dreeven zy den vyand in wanorder op de vlugt, en vervolgden denzelven, tot zy door den nagt gefcheiden wierden. In dezen flxyd bleeven tien duizend Turken, en degts drie honderd Duitfchers ; 't welk te meer te verwonderen was , dewyl de eerden gereekend wierden tagtig, de laatde nauwelyks vyftien duizend man derk te zyn. De buit was zeer groot, bedaande uit dertig dukken kanon , veele duizend tenten en verfcheiden ftandaarden , behalven den voorraad van levensmiddelen. Na deze tweede overwinning deedt Prins Lodewyk Nisja wel verderken. en zondt een party uit. Deze trok voort tot Dragoman , vier uuren van Sofia , en kwam te rug met berigt , dat de Turken de derkte van Mostafa Fasba Palanka , en andere kasteelen m dien verlaaten oord ontruimd hadden. De tyding van deze groote nederlaag wierdt ten hove gebragt door Mostafa Aga, die derwaards gezonden was met brieven van Julfigar, den Turkfchen Afgezant te Weenen , en die eenige maanden door Prins Lodewyk was opgehouden. Deze Prins , thans ook berigt krygende , dat Orfowa en Fetiflau verbrand waren, en dat Tekeli met eenige. Turkfche benden gelegerd was by Widdin , alwaar hy ©en. aanjzienlyk huis hadt , befloot langs dien weg naar den  OTHOMANNISCHE RYK. 851 den Donauiv te rug te keeren en hem te flaan. In gevolge hier van begaf hy zig óp den 4 October met eenige weinige benden op marsch , en overviel op den i4den den vyand onverwagt ; Deze , zig zo goed mogclyk in fiagorde Hellende met een hoop van twaalfduizend man , hieldt eenigen tyd een twyffelagtig gevegt met ongewoone dapperheid uit , maar moest eindelyk wyken , laatende duizend man op 't flagveld, met eene groote menigte krygs - en mond - behoeften. Het kasteel weigerende zig over te geeven wierdt zo gebeukt , dat de belegerden op den ioden een verdrag, flooten , dat zy ten getale van tweeduizend vyfhonderd negenenvyftig naar Ntkopolis geleid zouden worden, werwaards Tekeli vóór den dag de vlugt genomen hadt, en alwaar hy hen met traanen in de oogen ontving. Het inneemen van Widdin was van te meer belang , dewyl hier door het geheele land door de twee laatde overwinningen veroverd beveiligd , en alle hulp van Temeswar en andere Turkfche bezettingen in Hungarye afgefneeden wierdt. Beftiering van Ahmed Kyoprili, met de herwinning van Belgrado en andere veroveringen. Op de tyding van deze rampfpoeden haas-, tede Soleyman zig om van tofia naar Adrianopel te' wyken , en zondt aan zyne Afgezanten te Weenen een antwoord , 't welk tot hier toe was uitgedeld ; Hy beval hen alleenlyk aan te dringen op de wedergeeving van Belgrado , zonder, van de andere provintiën van Hongarye gewag te maaken. Dog Maurocordatus begrypende , dat het dwaasheid zoude zyn zulke voorflagen te doen hieldt zynen last verborgen , en gaf voor , dat de Sultan niets overgeeven zoude dan het Ppppp 3 geea XVI. Boek. XXII. Afd. Widdin /». genomen. 9e onder. landeiing vordt ver- v.ewwd.  852 HISTORIE van het XVI, Boek, XXII. Aio, Maar afgt broken. geen te voren gemeld was ; maar naderhand door zynen medeafgezant gedrongen door de bedenking , dat hunner beider levens in gevaar zouden zyn , indien bevonden werdt , dat zy des Sultans bevelen verwaarloosd hadden , deelde hy den waaren ftaat der zaaken aan den keyzer mede , en kreeg net het antwoord , dat hy verwagtede ; want , fchoon Leopold , die niet in ftaat was om den oorlog tegen twee vyanden tevens met goeden uitdag door te zetten , wel in zyn fchik zou geweest zyn een wapendildand op goede voorwaarden te duiten , was hy egter verpligt de zaak tot een anderen tyd uit te ftellen, omdat de Turkfche afgezanten geene genoegzaame volmagt hadden, terwyl hy het , na zo veele overwinningen beneden zyne waardigheid oordeelde om zelfs een afgezant aan de Portè te zenden om den vrede , als 't ware , te verzoeken. Dus wierden groote voordeden verloren , die naderhand niet weder te winnen zyn geweest , alleen om een gewaand punt van eer te bewaaren. Soltan Soleyman hadt , voor dat hy Sofia verliet met toeftemming van zyn Raad in alle de verzoeken der bondgenooten bewilligd , en een lastbrief voor zynen Afgezant tot het volgend oogmerk doen opmaaken. „ Dat hy alle „ zyne poogingen moest aanwenden om een vrede te „ bevorderen en geen achtdaan op de beloften „ der Franfchen ; dat hy den keizer moest poogen te overreeden om Belgrado te rug te geeven en tot een „ grensperk van de beide Ryken te maaken ; dat , „ ingeval van eenige zwaarigheid daaromtrent , hy eerst „ Kanifia , den Giula Temeswar , of anders Groot „ Waradin daar voor in de plaats zou aanbieden ; dat „ hy om de Poolen te vernoegen , zou voordellen Ka- minlek te verdelgen , en zo dat niet voldeedt , die „ plaats aan hen over te geeven : Eindelyk dat de Ve„ netiaanen behouden zouden wat zy genomen hadden , „ en  OTHOMANNISCHE RYK, 853 „ en dat ^er geene melding van Negropont zou worden „ gemaakt.' Deze lastbrief wierdt terug gebragt door Mostafa Aga , die de brieven van den Afgezant gebragt hadt. (y) 0 9 Ondertusschen deeden de twee Legers in Polen1 mets dan zig aan malkanderen vertoonen , zynde doori de rivier Tyrus of Neifter gefcheiden, Maar de tW van Rusland viermaal honderd duizend man , zo als men zeide , op de been brengende , zondt hen met veertien honderd Hukken kanon , onder het geleide van Bajihus Galliczin , tegen de Tartaaren. Die groote toebereidzels liepen op niets uit door de fchuld van des Czars eigen Regiment , 't welk oproerig wierdt terwyl de Rus/en de Stad Or , gemeenlyk Preekop (S) geheeten , beleegerden : zy trokken verfcheiden van de voornaamde Officiers in hunne party , en het leger was verpligt , zonder iets verrigt te hebben , naar huis te keeren. In hunnen aftogt wierden zy door deZ 1 art aar en aangetast, en leeden door de trouweloosheid" yan hun eigen lieden een groot verlies in de agterhoe-* de. Op hunne terugkoomst deedt Peter Alexiowlts , die thans alleen regeerde , een nauwkeurig onderzoek naar den opdand , en floot zyne zuster , die daar de voornaamde baad in had gehad , in een klooster op ; hy verbande Galkcztn als die kundig van de aanflagen der rebellen was geweest , naar Archangel ; en nam wLg? ,ren ÏS blflag ; ^ d00dde twaalfduizend Strdtzen als wilde beesten, openlyk op de markt plaatfen en draaten ; vernietigde deze krygsorde , en for- (y) Ricaut , als bov. het(fchij^ waarmede men komt op gsnaamd. de Krmi hier van bï «wninigen Prchps'Tartarjt XVI. Boek. XXII. Af». )E (*> Cant. pag. 363, en volg.  OT HOM A NNI SC HE RYK. 859 De zaaken op dien voet geregeld hebbende maakte hy zig tot een vroegen veldtogt gereed en bedeedde alle zyne zorg om een leger op de been te brengen en de nodige krygsbeboeften te bezorgen. Maar bevindende dat het geen de Mufti gezegd hadt waarheid was, en dat de Othomannen met zulk eene vrees bevangen waren, dat 'er weinig hoop was van genoegzaam volk te krygen om met voordeel tegen de Düitjchers te ftryden ; vindende ook , dat de fchatkist was uitgeput , en het volk allerwege onwillig om zyn pligt te betragten, floeg by eenen anderen weg in om benden te krygen dan zyne voorzaaten nog gebruikt hadden , en hy voerde dezelven met verwonderlyk veel konst en geluk üyt. De vorige Wazir's hadden in hunne bevelfchriften, alle perfoonen opgevorderd , welker pligt het was ten oorlog te trekken : Maar hy gaf een Ferman in een geheel anderen trant; hy zeide daarin; „ Dat hy het noodig 5, oordeelde het bevel over het Othomansch leger tegen „ de trotfche Duitfchers aan zig zeiven alleen te ver„ trouwen , maar dat hy tot dezen togt geene foldaa„ ten begeerde,, die tot den dienst geprest waren, als „ v/el weetende , dat de wil by God van grootere „ waarde was dan de daad , dat hy de mufülmans al„ leenlyk moest herinneren , dat , volgens de wetten „ van God en zyn Propheet, aan elk bevolen wordt, „ om noch den dood te ontvlieden, noch aan een ge,, lukkiger uitflag te wanhoepen , wanneer het de ver- dedigir.g der wet en de uitroeijing der ongelovigen „ betreft; dat yder Mujulman derhalven , die zig aan ,., deze wet onderwerpt, en moeds genoeg heeft om „ alles voor het geloof te lyden , behoort op te ko„ men , en zig onder zyne vaanen te laaten aanfehry„ ven; maar dat hy , die twyffelagtig of die bang is ,, voor den marteldood , of door zyne zaaken verhin„ derd wordt , in zo verre , dat hy gelooft , dat Q.qïqq3 »dfr XVI. Boek. xxii. Afd. Zynkunflig bevelfchrifu Om velku werven.  8óo HISTORIE van het XVT, i Boek. ' XXII. : Afd. , Deszelfs y.rlazende uitwer* king. i Tïy maakt hervorming in de The forie. , deze beletzelen hem eene wettige verfchooning by , God verftrekken zullen om den dienst niet te aan- vaarden , vryheid zou hebben van t'huis te blyven ; , alwaar hy dan , na zig van alle fchuldige bsdïyven gezuiverd te hebben , dagelyks God om zynen ze„ gen voor het leger bidden moet." Door deze konftige bekendmaaking wierden de krygsieden en het volk van Afia als uit een diepen daap oplewekt ; want tot hier toe wisten de meesten, wanneer sy ten kryg wierden opgeroepen , uit vrees voor draf Legen de onwilligen vastgedeld , zig te verbergen , en jnckwaraen de nafpcoringen der Pasha's , gedeeltelyk ioor giften , en gedeeltelyk door dieeken en vdfche roorwendzels en beletzelen. Maar toen zy zig vonden opgeroepen, om uit beginzelen van Godsdienst den oorlog tegen de ongelovigen te gaan voeren , zo bereideden zig niets degts die , welke bezolding trokken , maar ook anderen , die den dienst verlaaten hadden , voor den veldtogt, uit vrees van voor bloodaarts, of Gyawrs gehouden te worden, in geval zy te huis blee. ven. Dus bragt Kyoprioli Mostafa Pasha dat geen , >'t welk de vorige Wazirs door de drengde bedreigingen niet konden te wege brengen , noch door de Pasb'as , Kapuji , en Chausb verkrygen , zonder eenige zwaarigheid door een woord van den Koran ter uitvoer ; en kreeg meer volk dan eenig Wazir , zedert Kara Mostafa Pasba tezaamen hadt kunnen brengen. Op deze wyze een leger verzameld hebbende wendde hy zyne gedagten om de fchatkist te zuiveren van onregtvaardig geld , dat men daar in geperst hadt , en om denzelven door eerlyke middelen te vullen. Hy vondt den daat der finantien in geene mindere verwarring dat die van 't leger en van 't geheele Ryk. De Wwar's en andere giooten hadden de fchatkist in vredes :yd?n onder verfcheiden voorwendzcls ontbloot ; ook had-  OTHOMANNISCHE RYK. 8öi hadden zy om zig vrienden te koopen, aan zommigen eer kwytfchelding van lasten toegedaan , terwyl zy aan ar deren meer oplagen dan zy draagen konden. Toen ver volgens de oorlog uitborst, hadden de Tefterdars vei fcheiden ontwerpen uitgevonden om hunne ledige koffer te vullen , waardoor zy de burgery derwyze verander hadden , dat men allerwegen het geklag en gemor de volk hoorde , 't welk God om wraak badt over zyn verdrukkers De Wazir weerde door eene geduurig oplettendheid en werkzaamheid alle deze wanorde's, her ftelde al het geld , 't welk zyne voorgangers , d Paska's en fekretarisfen hadden verdonkerd , weder ii de fchatkist , maakte nieuwe wetten wegens het invor deren der fchattingen , en beval dat niemand van eet verfchillenden Godsdienst daar van zou bevryd zyn. Al het geld , 't welk de Godsdienstigheid hunnei voorouderen aan de fchatkamers van de Jami hadt ge» laaten, bragt hy in de openbaare fchatkist , en gaf den Muteveli , die dit heiligfehennis noemden , ten antwoord } dat fchatten , tot Godsdiendige gebruiken gefchikt, in Godsdienst-oorlogen moeten gebezigd worden ; daar by voegende , dat het beter overeenkwam met het belang der Mufelmannen de belchermers der heilige gebouwen daar mede te onderfteunen dan vyanden en roovers. Hy herftelde de geregtshoven , daar tot hier toe alles te koop geweest was, in hunne oorfpron-i kelyke zuiverheid : hy ftrafte de regters , die van omkooping overtuigd wieiden , met groote geftrengheid; hielp die geenen , die onder valfche befchuldigingen ver. drukt wierden , zonder aanneeming van Periöonen, en beveiligde elk voor overlast en moedwil. Hy beval , dat niemand koorn of eenige andere noodwendigheden op eene geweldige wyze van de onderdaanen mogt af. vorderen, maar dat elk die dezelve noodig hadt of verlangde , die koopen moest tot znlk een prys als de bezitter e XVI. i- Boek. - XXII. _ Afd. s t s l My neemt het kerkelyk geld tot zyn gebruik. Stelt orde op le regters.  XVI. Boek. XXII. Afd. Kasfenek belegerd. «<& HISTORIE van het ter goed vqndt daar op te ftellen ; en toen hy door deze en dergelyke maatregelens een groote roem wegens zyne voorzigtigheid , regtvaardigheid , en heiligt1 eid gekreegen hadt maakte hy zig gereed voor den veldtogt ; en op dat zo veele veranderingen geduurende zyn afwezen geen opdand tegen den Sultan verwekken mogten , overreedde hy hem om in de lente naar Adrianopel te vertrekken , ( a ) alwaar wy den Wazir voor eene wyl zullen laaten , om te zien wat onderwyl in Hongarye voorviel. Tot hier toe waren de keizerlyke wapenen verbazend gelukkig geweest maar nu het Ryk door de wapenen van Franbyk in zyne eigen ingewanden , zo geweldig wierdt aangetast , waren veele Duitfche Prinfen verpligt voor hunne eigen veiligheid te zorgen, en wierden derhalven veele benden , die in Hongarye dienden , te rug ontboden. Dus kreeg de keizer den geheelen last des oqrlogs op zyn hals alieen ; en dezelve wierdt met verfchillende uitkomden voortgezet, fchoon meest al voorfpoedig , zo lang Prins Lodewyk van Baden aan 't hoofd der legere was; Het jaar 1600 begon egter niet zeer gundig voor Leopold. Want de Prins van Holftein, die in Veteranïs afwezen het leger in Albanië geboodt , hoorende dat de Turken het land verwoesteden , trok met eenige benden naar Prisferen of Prisfina om hen aan te treffen. Van hier zondt hy op den 1 January den Prins van Hanover en den kolonel Strasfer , met zestienhonderd man om den doortogt van Kasfenek, door de Tinken belegerd , te ontzetten. Deze manfchap den volgenden dag aan komende , plaatfte zig voor een moeras , dat haar dus van agteren dekte , en plantede ter haarer befcherming vier velddukjes voor haar; de Turken die hen niet openlyk dorden aantasten, maar zig in (a) Cant- pag. 365. env.  OTHOM ANNISCHE RYK. 863 in de bosfchen en op de heuvels hielden , zonden duizend Jartaaren in de vlakte af, om hen, ware 't mogelyk , uit te lokken. Strasjer dezelve ziende verliet zyne voordeelige plaatfing om hen te gaan bevegten gelyk hy hen dan ook tot wyken dwong. Maar terzelfder tyd vonden de Duitfchers , die nu m 't open veld- waren , zig van dertig duizend vyanden omringd, tegen welken zy den dryd uithielden van 'smorgens negen , tot 's namiddags drie uuren , toen zy, al hun buskruid en andere krygsvoorraad gebezigd hebbende , eindelyk geheel gedagen wierden. Hier bleeven de Prins van Hanover , de Kolonel Strasjer , en de Graaf Solari , met de meeste Officieren en Soldaaten op de plaats , en de gevangene dierven meest aan hunne wonden ; vjf of zes honderd man egter kwamen , onder begundiging van den nagt, veilig te Belgrado aan. Cp den vierden daar aan volgende trok het regiment van Picolomini , 't welk zig met dat van Strasjer moest famenvoegen , onder geleide van den graaf Monteceik, die geene tyding hadt van de gemelde nederlaag , tot digt by Kasfenek , en wierdt draks omringd door de Tartaaren ; maar de Graaf naar een moeras te rug trekkende , daar een brug over lag , zonde een Luitenant met dertig paarden om het ander einde te bewaaren ; de Tartaaren tasteden hem aan beide zydeh na verloop van weinig tyds aan ; maar de Luitenant door twee kompagniën onderdeund , verdedigde zig dapper tot den nagt , onder welks begundiging zy naar Prisferen weeken , van waar zy naar Pokopia trokken. Te dezer tyd kwam Veteram, tot Generaal in deK; plaats van Puteoiomini aangedeld , met eenige benden uit Tranfihanie te Nisfa , welke plaats , dewyl zyov voor de aanvallen van den vyand openlag , hy , zo goed als hy konde, verfterkte. De doortogt van Kaslenek gaf z\g over ; doch om verfcheiden kleine voorOosï . Hist. XII. Deel. II. Stuk. R r r r r dee- XVI. Boek, xxii. Afd. DeDuitchers ge- inisfa ■fi zig 'r.  86*4 HISTORIE van het XVI. Boek. XXII. Afd. Tekeli's deelen van dezen aart, door de beide partyen behaald j voorby te gaan , ) Kcnisja wierdt zo fterk ingefloten , dat de bezetting grootelyks verminderd en tot het uiterfte gebragt wierd , waarop de Pasba twee Agis aan den Graaf Batbiani zond: , met aanbod van zig over te geeven zo hy in vier weeken geen ontzet kreeg. Dit wierdt afgedagen en de plaats op den 19 opgegeeven , op voorwaarde , dat de inwooners met hunne wapenen en tilbaare have zouden mogen uittrekken , en zig naar de Othomanjcbe Staaten begeeven. De Pasba zelfs bragt de Stads-fleutels in een gouden bekken , dat aan een gouden keten hong , aan den Graaf , en zeide , dezelve overleverende : „ Ik ftelle in uwe han„ den de fleutels eener fterkte , die geene weergade „ heeft in het geheele Othomanjcbe Ryk." Deze fterke Stad ging meer over door verdeeldheden onder de officiers dan by gebrek van voorraad , waarvan nog genoeg voorhanden was voor vier maanden. De wallen waren met zesenvyftig koperen en tien yzeren ftukken kanon beplant ook wierden 'er drie duizend zeven honderd en veertig musketten gevonden, benevens eene groote menigte andere krygsbehoeften. Het zoude ons te verre leiden alle kleine voorvallen, r.die vóór het openen van den veldtogt gebeurden , te melden , maar het verdient opgemerkt te worden , dat de Franfche afgezant aan 't üthomannisch hof om gelegenheid tot gewigtiger gebeurtenisfen te geeven , na lange poogingen een Baratz of Lastbrief verwerf, waarby Tekeli wierdt aangedeld tot Prins van Tranftlvar.ie s met dezelfde magt en voorregten , als aan Bethlem Gba. hor vergund waren geweest Van deze aanftelling gaf Tekeli , door circulaire brieven , gedateerd den 26 juny , kennis aan alle de Steden en Provintiën , verbiedende dezelve eenken onderftand aan de Duitfchers toe te fchikken , en bevelende , dat zy zig met hem, en  OTHOMANNISCHE RYK. 36< en met de Turken verbinden zouden als die kwamen om hun land van de onderdrukking der keizerlyken te verlosien. De menigvuldige benden Tartaaren , die reeds in tValacbye gedrongen waren , en de vermeerdering van lekehs troepen ontrusteden grootelyks de Duitfche Generaals ; zo dat alle de benden in en omtrent Iranfüvanie bevel kreegen , om onder den Generaal Heuslet faam te trekken , en de doortogten die naar ÏVallachye leiden, te gaan bezetten. Eindelyk vertoonden zig om trent het midden van July , de Tartaaren den Donauiv opgevaaren zynde , voor Widdin met vier galeijen en zestig andere fchepen , hebbende vyf duizend man aan boord , en beginnende op de Stad te vuuren Op deze tyding begroetede de Generail Trautmansdorf, met zyne benden m aantogt zynde om de plaats te hulp te komen , den vyand derwyze met zyn gefchut , dat deze genoodzaakt was de rivier wat af te zakken en zig aan de andere zyde van dezelve te legeren. Hierop voorzag de Generaal de Stad met eene bezetting en voorraad uit de floepen , die by op de Tinok hadt , en keerde vervolgens naar de zamelplaats te fugadina te rug. Maar in Augustus gaf de Generaal Veteram , berigt krygende dat de groot Vizir naar Nisfa in aantogt was , bevel , dat alle de benden , die zig in die oorden bevonden , naar de Stad zouden trekken, en aldaar eene bezetting van drie duizend voetknegten en vyfhonderd paarden gelaaten hebbende, trok hy met het overige leger te rug , en ging zig te Alexin (b) legeren. Laat ons thans tot de Turkfche hidoriefchryvers te rug treeden , en acht geeven op de beweegii gen van den groot Vizir of Wazir , die in het begin van de maand Sbawal met het geheele leger naar Belgrado trok ; op zy- (j) Ricaut als boven. Rrrrr 2 xvr. Boek. xxii. Afb. Widdin mngetast. De Wazir '■rekt voort iej. hoi. <4.D.i6è$.  866" HISTORIE VAN het XVI. Boek. xxii. Afd. ) ntcmt Shahr Kyoy weg zynen togt door Kiz Darbend (B) berigt krygende, dat verfcheiden duizend Duitfchers uit deze Stad waren op getrokken om de bezetting van Nisfa te verderken , zondt hy Selim Gyeray , Chan der Tartaaren, met een gedeelte der Turkfche magt om dezelve te onderfcheppen ; deze veel derker in getal , vielen de Duitjehers die reeds in 't gezigt van Nisfa gekomen waren , zo geweldig aan , dat zy hen noodzaakten de vlugt te neemen. Die overwinning beurde den moed der Othomannen weder op , en de Wazir , om des hemels gunst, over zyne wapenen te verwerven , beval dat 'er zonder tusfehenpozing nagt en dag te Conjlantincpel, te Adrianopel , en in het leger, gebeden voor den gelukkigen uitflag van den veldtogt gedaan zouden worden ; en vindende , dat 'er in 't leger eene menigte jongens wa. ren onbekwaam om de wapenen te voeren , en door bedorven wellustigen alleenlyk medegevoerd om hunne onnatuurlyke lusten mede te boeten, beval hy by openbaare afkondiging , dat alle jongens te rug gezonden zouden worden , met bedreiging , dat by aldien iemand in het vervolg met hen betrapt mogt worden, hy zonder verder onderzoek de doodftraf ondergaan zoude , dewyl deze zonde , boven alle andei e hen , die zig daar mede bezoedelden , van den Goddeiyken ze. gen moest berooven , en de reine Godheid een leger , daar zulke euveldaaden plaats hadden met zyne gunst» ryke tegenwoordigheid niet kon begenadigen. Deze fchikkingen gemaakt hebbende trok hy naar Servië , en viel op Sbahrkyoy eene kleine Stad , die minder door de konst dan door de natuur verderkt, alleenlyk bewaard wierdt door eene bezetting van vyf honderd (B) Dat is die doertogt van de Maagd, (eene kleine poort of bres) een der twee doorgangen over den Berg Mcemus; de andere wordt ge aaamd Kapuli Dtitend, of de doortogt van de poort.  OTHOMANNISCHE RYK. %6? derd Hydukken , die , bemerkende , dat zy , geen onderdand kreegen , op den vierden- dag het kasteel overgaven , op voorwaarde , dat zy vryheid zouden hebben van af te trekken. De Janitzaaren wilden hen egter tegen het gemaakt verdrag , uitplunderen , dog werden geduit door de bedreigingen van Ky»prili-Ogli , die ben zeide , dat het noch eerlvk , noch voordee'!ig was voor de belangens van 't Ryk", dat zy den Gyawrs hunne wapenen en geringe bezittingen ontneemen zouden , devffyl zy den Muf uimannen da=.r geen nadeel mede konden doen. Hy waarfchouwde toen deze Heydukken van niet naar Nisfa te gaan , dewyl hy voorneemens zynde die Stad te belegeren , zodra hy dezelve hadt ingenomen , allen die hy van hunne bende daar zoude vinden , over de kling zou laaten fpringen. De Heydukken begaven zig evenwel, zodra zy de Turken verlaaten hadden , naar Nisfa. Onmiddelyk daarop doeg de Wazir eene nauwe be-1 legering voor deze Stad , welke bewaard wierdt door den Graaf Staremberg , met drie duizend Duitfche voetknegten , en veertien honderd paarden. Schoon deze Generaal een dapperen tegenftand boodt , meer met oogmerk om voor de Keizerlyken tyd te winnen van Belgrado te beveiligen , dan met eenige. hoop om deze Stad te behouden, zetteden egter de Turken de belegering zo fterk voort , dat de bezetting zig op den 25ften dag overgaf , op voorwaarde van met hunne wapenen onverhinderd uit te trekken. Zommigen der Shabrkyoy Heydukken , fchoon vermond , door de Janitzaaren ontdekt zynde , wierden door pynigingen genoodzaakt alle hunne rotgezellen., die onder de Duitfche bende vermengd waren , te ontdekken , en Staremberg was verpligt hen aan den Wazir over te leveren ; hy deedt eenigen ophangen , en veroordeelde de overigen tot de galeijen , leggende Staremberg onder dezelfde verpligRrrrr 3 ting XVI. Boek. xxn. Afd. •n Nisfa.  xvï. Boek. xxu. Afd, Widdin weg genomen. t6B historie van het ting , en die verpligting met dezelfde ftraf aandringende , van zig niet naar Belgrado te begeeven , tegen welke S:ad de Wazir in aantogt was ; onder weg bezit genomen hebbende van Semendria en Widdin , welke plaatzen door haare bezettingen verlaaten waren , kwam hy in de maand van Zilkaadeh (c) in *t gezigt dezer gewigtige vesting. Terwyl de belegering van Nisfa wierdt voortgezet, voegde Prins Lodeioyk van Baden zig by Veterani te Jagodina , alwaar men de wyze beraamde om de Stad te hulp te komen : maar toen deze generaals berigt kreegen , dat de Generaal Heusler door den Seraskier en Tekeli in Iranfüvanie geflagen was , beflooten zy met het grootfte gedeelte van het leger derwaards te trekken , zo dat 'er niets kon gedaan worden , om de belegering op te flaan , dewyl de Duitjchers thans zeer zwak waren in Servië. De Wazir , hoerende dat Prins Lodewyk aftrok en zyne laagten van Widdin en Semendria hadt weggevoerd fchikte een deel van zyn leger , ('t welk begroot werdt op dertigduizend voetknegten en vyftig duizend paarden , behalven vyftien duizend Tartaaren , die dagelyks verwagt wierden ) om Widdin te belegeren , waarvan de bezetting , niet meer dan agt honderd man bedraagende , zig op den 29 Augustus overgaf , voor dat 'er eenige bres gefchoten was ; waarna zy op den n September by 's Prinfen leger kwam. De Turken vonden 90 ftukken kanon en mortieren te Nisfa , van waar zy regtsftreeks naar Belgrado trokken langs den weg van Semendria , welks bezetting , fchoon flegts uit duizend man beftaande , onder den Luitenant Kolonel Weingartier een ftorm van het geheele leger dapper ( e ) Ca»t. pag. 36S. B-icAUT,  OTHOMANNISCHE RYK. $69 per uitftondt, maar door het getal overweldigd tot den laaiden man fneuvelde. (d~) Zdra de Wazir voor Belgrado kwam beriep hy een raad van Bashas , om te overwegen , of het bercr ware de Stad te belegeren of alleenlyk in te fluiten ? Zy ftemden allen voor het laatfte ; bybrengende „ Dat de Stad wel yerfterkt zynde door de natuur, en „ wonderlyk fterk gemaakt door nieuwe werken , ver„ dedigd daar en boven door eene bezetting van agt „ duizend Duitfchers , behalven zo veele regimenten „ Bulgaren en Serviërs , in eenen veldtogt niet kon ge„ wonnen , en niet zonder groot verlies belegeidwor„ den ; dat zo de bezetting een dapperen wederftand „ boodt en de Othomannen te rug doeg , deze terftond „ den moed verliezen zouden , welken zy door hunnen „ tegenwoordigen voorfpoed nog nauwelyks hernomen hadden : maar dat , indien de Wazir Belgrado agter „ zig laatende , met zyn leger de Sive wilde overtrek„ ken , en derzelver oevers verfterken , om den vyand „ te beletten van dezelve ook over te komen , de be3i zetting nog in dien zomer , of ten langften in den }, winter , genoodzaakt zou zyn zig uit gebrek aan le„ vensmiddelen over te geeven. Zy voegden hier by , „ dat 'er van bet keizerlyk leger niet te vreezen was , „ dewyl het grootde gedeelte van hetzelve in den oorr> l°g fegen Franhyk wierdt bezig gehouden ; en de „ overigen ; door de Hongaaren verlaaten , meer ,} werks zouden maaken om hun eigen kamp te be3> fchermen , dan de Othomanen aan te tasten.'' De Wazir fchoon ganfchelyk niet van dit gevoelene„ zynde , oordeelde egter aan de algemeene denkwyzewse wat te moeten toegeeven , en doeg zig rondom de Stad- ,(d) Ricaut. als bover/, XVI. Roek. xxii. Afd. ie!grado slsgerd. ingen^- •u  870 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. xxii. Afd. Door het fpringen ra,] het buspoe der magazyn. (jf) Camt. p. 370. Stad neder ; maar berigt krygende , dat de Keizerlyken zig fpoededen om dezelve te komen ryfpringen zag hy zyne fout met zig naar het gevoelen zyner officieren te fchikken , en opende terftond de belegering met de eene helft van zyn leger , terwyl hy met de andere de oevers van de Save bezettede, om den vyand te beletten van over de rivier te komen. Door die verandering van maatregelen won hy de Stad. Hy zoude egter waarfchyniyk in zyn ontwerp gefaald hebben , by aldien op den agtften dag van de belegering de Stad niet grootelyks befenadigd was door het fpringen van een toren , ('t zy dit door een bom of door verraad wierdt te weeg gebragt ) waar door tevens een groot gedeelte van den wal wierdt om verre geworpen. Zodra dit ongeluk gebeurde , riepen de Turken luidskeels , dat dit een duidelyk bewys was van Gods wonderdaadige bydand , en vielen , voor dat de Duitfchers dit voorkomen , of de fchade herdellen konden , met een onbefuisd geweld in de bres en weêrdonden een uur lang , de geheele fterkte der bezetting , die , naarmaate de magt der belegeraaren aangroeide , door het getal overweldigd , na een groot verlies , fchoon niet ongewroken , genoodzaakt was af te trekken. Eenige weinigen ontkwamen met hunnen Generaal de la Croy in booten over den Donauw. (e) Volgens de Christen hiftorie fchryvers waren-'er niet 'meer dan drie duizend twee honderd man voor den dienst bekwaam in Belgrado. De Wazir omringde de Stad op den 1 OÜober met zyne benden , die onophoudelyk met hun grof gefchut gefpceld hebbende tot den 8den (op welken dag da Hertog van Ctey met een boot aankwam.) op de paiisfaden als dolle lieden aanvielen en ftorm- den.  OTHOMANNISCHE RYK. 87: den. Den volgenden morgen raakte de blauwe toren van het kasteel , waarin het voornaam buspoeder magazyn was , in brand , dewelke egter ras geblust wierdt ; maar in den agtermiddag hervattede de brand , en doeg met zulk een woede voort , dat het groot bolwerk , dat het kasteel befchermde daar door overweldigd wierdt , en duizend man van de bezetting omkwamen , die in de lugt vlogen zo wel van de parade als van de wallen ; zo dat 'er nu geen volk genoeg meer overig was om de bres te verdedigen tegen 1 den vyand , die gereed was om zyn voordeel te doen met dezen dag , en met ganfche esquadrons konde intrekken. De Hertog van Croy wierdt ook gewond , en half begraven onder de puin van zyn verblyfplaats. Men delde vast , dat dit onheil veroorzaakt wierdt door de verradery van een Turk in Duitsch gewaad vermomd , of door eenige Franfchen , die in de magazynen gebruikt waren , en dien morgen gedeferteerd hadden , wat hier van wezen moge , de belegerden maakten den beste wederdand dien zy konden , tot dat hunne overige magazynen en voorraadplaatzen ook in den brand raakten , en de eene voor, de andere na in de lugt fprongen , op zulk eene vreesfelyke wyze, dat niet degts het grootde gedeelte der bezetting lheuvelde, maar dat ook duizend lurken , die op dezen tyd de wallen bedormden , en in de Stad drongen , verdelgd wierden , terwyl zy , d.e levendig overbleeven , genoodzaakt waren naar de legerplaats te wyken , niet in daat zynde verder voort te trekken uit hoofde van den vreesfelyken rook en damp en dof. Maar zodra die een weinig opgeklaard was , keerde de vyand , bemerkende de verdagenheid, daar het overgebleven volk zig iii bevondt, te rug, en trok de Stad meer in , dan zy noodig hadt dezelve te bedormen ; weinige Christenen inderdaad waren leevend overig , weinige huizen overOosx. His«. XII, Deel. II. Stuk. S s s s s eind : XVI. Boek. XXII. Afb. Oorzaaken iaarvan.  XVI. « Boek. 1 XXII. Afd. Temeswar verlost. Lippa t'on ier gebragt (ƒ) Ricaut als boven. \j% HISTORIE van het :ind gebleeven. De meeste booten waren gezonken door le puin , die daar in gedort was ; zy die ontkwamen /lugteden zwemmende over den Donau of de Save, De Generaal Aspremont , die met den Hertog van Croy ontkwam , naderhand wegens pligtsverzuim in deze gelegenheid befchuldigd, wierdt gezuiverd door een getuigfehrift van den Prins Lodevsyk van Baden, (f) De Wazir , deze borstweering van geheel Hongarye vroeger dan hy verwagt hadt t'ondergebragt hebbende , zondt vyf honderd Spahi's , elk met twee paarden , en zo veele zakken meel ter verderking en opbeuring van Temiswar , 't welk de Duitfchers nu drie jaaren hielden ingedoten , vindende het , ter oorzaake van de voordeelige ligging der Stad , onmogelyk dezelve met geweld meester te worden. De Stad wierdt verdedigd door Koja Jaffer Pasha, wiens gezag zo groot was by de zoldaaten , dat , fchoon veelen van henger ftierven , de overigen egter weigerden katten en hon« den te eeten , dewyl dezelve by de Turken, voor onreine dieren gehouden worden, Zy waren nu tot zulk een uiterfte gebragt , dat , toen de Spih's aankwamen , . de Janitzaaren op bet meel als uitgehongerde wolven aanvielen. Dit veroorzaakte een gefchil , dat op een bloedig gevegt tusfehen de twee partyen uitliep , van welken eene menigte van beide kaften op de zakken gedood wierden , waarop de overige Spthï's , met hunnen Pasha door de Janitzaaren tot eene verhaaste vlugt gedwongen wierden. ■ Kyop&ili Pasha , de puinhoopen van Belgrado opge- ■ ruimd , en de nadeelen , zoo veel de tyd en omstandigheden toelieten , herdeld hebbende , trok den Donauw over , en Lippa wegneemende dreef hy de Duitfche  OTHOMANNISCHE RYK. 8/3 fche bezetting uit Orfova. Hierop taste hy Esfek aan , een Stad aan cie famenvloeijing van die rivier met de Drave r, in hoop van door derzelver vermeestering zyne nieuwe voordeelen voor vyandlyke overvallen te zullen beveiligen en Sclavonie te hemeemen dog hy was door de dapperheid der bezetting , gevoegd by de aan. nadering van den winter, genoodzaakt zyne onderneeming te laaten vaaren , daar de verandering der zaaken in 'Lranfihame insgelyks niet weinig deel in hadt. (g ) Na het verlies van Belgrado trok de Hertog van' Croy , omtrent vier honderd man by. maikanderen ge-j kreegen hebbende , langs den weg van Titul en Peterwaradin naar Esfek , nemende zo veele manfchap als hy konde , uit de bezettingen , om deze plaats te beveiligen , welke de Wazir aan den Pasha van Bosnië belast hadt aan te tasten , terwyl hy Lippa , aan den vloed Marosk , by Arad , belegerde. By zyne aannadering verlieten de Duitfchers Lugos en Karanzebes. Lippa gaf zig , by gebrek van mondoehoeftcn over , dog op zeer eerlyke voorwaarden , en na dat de bezetting gedurige dormen hadt afgeflagen en den belegeraaren agt honderd [man had doen v.erliezen , terwyl zy zelve flegts tien verloor. Onderwyl verfcheen ook, op 1 den 29 Oclober , Husfeyn , Pasha van Bosnië voor E1-& fek , met twaalf of vyftien duizend man , die de plaats zonder formeele belegering denkende weg te neemen , aandonds op de kontrefcharpen dormden , maar door de bezetting , fchoon uit degts twee duizend man be zonder een fch,x>t te doen , zig op de vlugt begaven , moesten de Duitfchers , na een lang en "bloedig gevegt wyken. In aezen flag .wierden zes generaals , onder welken was Tolecki , gedood , behalven vyf honderd paarden. De overigen weeken naar Hermanftadt , met dertien ftandaarden ; laatende negentwintig andere dandaarden en vier dukken kanon, agter , die door den vyand vermeesterd waren > dewelke egter ook drieduizend man verloor. (£) Tekeli trok na deze overwinning verder , en wierdt door alle de inwooneren der Provintiën met groote toejuichingen ontvangen. Maar voordat hy zig in zyn nieuw gebied bevestigen konde, voerde de Prins van Baden , hoorende dat Belgrado , 't welk hy bedoeld hadt te ontzetten of te derken , verloren was, zyne kragten naar TrarfiLanie , en poogde , verfcheiden plaatfen ingenomen hebbende , den wederfpannigen prins te onder te brengen , Tekeli zig op zyne derkte niet vertrouwende , verliet op de tyding der aannadering van den Duitfchen Prins Cibinium , of Harmanfladt , en week weder naar Turkye, van waar hy naderhand nooit dorst te rug keeren. (I) Op den i ISecembcr kwam Prins Lodewyk te Zatmar , aan de Samos , in Opperhongarye , op welken tyd de zoon van den Wmsk met vyftien duizend man het land verwcestede , en St. Jobs beval zig over te geeven , terwyl de Prins , die niet meer dan twee duizend paarden by zig hadt , zig niet tegen hem dorst waagen : Toen egter naderhand Negrilli , met nog twee duizend «BÖere ruiters zig by hem gevoegd hadt , vervolgde hy een lighaam van twaalfduizend Turken, die de ftree- ken ( k ) Ricaut ali boven. {!) Cant. p. 375.  OTHOMANNISCHE RYK, 877 ken rondom Claufemburg verwoesteden , en dreef her geheel uit Tranjilvanie. De veldtogt eindigde aan dezer kant met het verlies van het eiland van Orfova (in der Donauvo , en aan de oevers van Wallacbye) 't welt zig by gebrek van krygsvoorraad aan de Turket moest overgeeven. De Gouverneur begeerde , volgen; het gemaakt verdrag, naar Belgrado geleid te worden en fchoon de Turken eerlyk genoeg waren om hem tt zeggen, dat die Stad thans in hunne magt was, wil de hy hen egter niet geloovcn , maar drong 'er op dat men hem derwaards brengen zoude. Zy bewilligder •dan eindelyk hier in , tot doodelyk ongeluk van hen en zyn volk , uit zes honderd man bedaande , behal ven de vrouwen en kinderen ; die alle , zodra zj by deze Stad • kwamen , in de gevangenisfen wierder opgefloten , alwaar de meesten hunner dierven , behalven de zulken , die beneden de twintig jaaren ouc waren , welken zy befneeden en dwongen Mabomedaa nen te worden Wat de vrouwen en kinderen betreft . zy wierden verkogt , en alle de bezittingen der onge lubkige gevangenen in beflag genomen, (m) Laat ons nu den oorlog in andere provintiën bezigtigen. In' de elfde maand van 't zelfde jaar (L) bragt de koning van Polen eindelyk ook zyne magt te veld, en dreng de Tyras ( of Niester ) overtrekkende , in Moldavië ; "maar Cantemir , Prins van dat land , weetende , welke lastige gasten de Poolen gemeenlyk zyn , verboodt de ingezetenen , onder zwaare draf , hen eenig koorn aan te voeren of te verkoopen. Dit verpligtede den koning , % die de Hirafus , (of Pruth ) by Stepbanafli reeds overgetrokken was , eenige zyner ben- (m) Ricaut als boven. (L) Invallende met Augustus 1690. 1 XVI. Boek. i XXII. Afd. 1 Onbedagt- > l l 1 : De Poolen Mallen in Moldavië.  878 HISTORIE van het XVI. Boek. xxi. Ar D. ■Metwelni voorfpoed, O 'erjj'rillingen de Venetiaa' oen. benden te rug te zenden om levensmiddelen van andere oorden te bezorgen. Deze troepen , te Soroka , eene» Stad aan de Tyras komende , en dezelve zonder verdediging vindende, terwyl zy hoorden dat daar een overvloed van levensmiddelen voor handen was , namen dezelve zonder tegenkanting in , en keerden , daar eene fterke bezetting agterlaatende , mee hunnen voorraad naar het leger te rug. De koning , door dezen onderdand gederkt , trok ^naar Takobeni eene valey vyf mylen van Jasfi ; maar hoerende , dat Buyukli Mostafa Pasha , met Nuradin Soltan tegen hem in aantogt waren , befloot hy naar Polen te rug te keeren. Toen de voorraad , van Soroka aangebragt , verteerd was , was hy wederom genoodzaakt het bergagtig land door te trekken , alwaar hy op de hielen gevolgd wierdc door de Tartaaren 9 die veele Poolen , terwyl zy in de bosfchen bezig waren vrugten of wortels te zoeken , ombragten of gevangen namen. Zyne terugkomst zou ten uiterden moeijelyk geweest zyn , by aldien de Vorst van Moldavië wel verlangende de Poolen weg te dry ven , maar niet dezelve te verdelgen , den Seraskier niet afgewend hadt van hen verder te vervolgen , door hem onder 't oog te brengen , dat zy nu digt by hunne eigene grenzen waren , en het niet in de magt hadden om de inwooneren eenig leet te doen. Ware die generaal met zyn leger voortgerukt , daar zoude nauwelyks een Pool ontkomen zyn , want zy waren zo benard door een alleruiterst gebrek , dat de Ruitery zig vrywillig aan de Tartaaren onderwierp,, verkiaarende^ dat zy liever gevangen wilden zyn , dan van honger te derven. Van alle de Christen Mogendheden hadden de Vene- rtiaanen alleen voorfpoed. In het begin van den veldtogt wierdt Monemhefia (of Malvajia) de eenige plaats in Morea, die zig tegen hsa verzettede , en die reeds twee  OTHOMANNISCHE RYK, 875 twee zcmers geblokkeerd was geweest, door hen belegerd , en was fchielyk genoodzaakt zig door gebrek aan levensmiddelen over te geeven Ter zee floeg hunne Admiraal Daniël Delphino den Kapudan Pasha , by Mitylene , op de vlugt, na verfcheidene zyner fchepen in den grond geboord of genomen te hebben. Nader, hand vermeesterde Cornaro Kanina en Vallona ; terwyl in Dalmatie Jin Ali Pasha Gouverneur van Hercegovina, Nizikhos ■ en Kuzzos aantastende gedagen en gevangen genomen wierdt , waardoor zyne magt geheel verdrooide. («) Maar ter zee daagden de onderneemingen der Venetiaanen dit jaar niet zo wel ; want toen in Maart twee hunner oorlogfchepen , de St. Jfeppo en St. Mark , by Kandia , door Mezzo Morto , Dey van Algiers, met tien Soltana's aangetast wierden , fprong het laatst genoemde fchip , na den dapperftcn wederdand , dien men zig verbeelden kan , in de lugt , en het ander wierdt genomen. Het zonk egter des nagts met al zyn kanon , vier uuren daarna. (0) Nadat de veldtogt in Hongarye geëindigd was, keerde de Wazir met zyn leger naar Adrianopel te rug, alwaar' hy dcor het volk als de algemeene verlosfer ontvangen^ wierdt; maar , dewyl dc Geneeskundigen van gevoelen waren , dat de lugt van deze Stad niet diendig was voor den Sultan , die aan de waterzugt was, vertrok Kyoprili met hem naar Konjlantinopel , alwaar hy als zegepraalende aankwam ; want daar wierden drie dagen lang openbaare vreugdbedryven gehouden verzeld van feesten en fpelen , waaraan de Franfche Ambasfadeur geen minder kosten aanwendde dan de Turken; om toch duidelyk te doen blyken hoe aangenaam de nederlaag der (n) Cant. pag. 373. env. (o) Ricaut als boven. Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. T1111 XVI. Boek. XXII. Afd. ligepraed an den Sfazir.  880 HISTORIE vak het XVI. Boek, XXII. Afd, De zaaken in Hongarye. Lugo? en Khonad in genomen* der Christenen aan den Allerchristelykften koning was. Hierop bevlytigde zig de Wazir om een talryker en magtiger leger dan ooit te voren op de been te brengen , om den Hongaarfhen oorlog verder te agtervol. gen , waarover hy de beftiering in eigen perfoon wilde op zig neemen. Hy delde Mostafa Pasha tot Seraskier aan tegen de Poolen , en Kaplan Ali Pasha tegen de Venetiaanen. Deze laatfte , zig aan de rivier Celidnus legerende , weerhieldt de Albaniers , die juist op 't punt waren van optedaan. Hy nam ook bezit van Kunina en Val'ona , in 't vorige jaar door de Venetiaanen vermcesterd en thans door hen verlaaten. (p) Wat de zaaken van Hongarye betreft, het zou verdrietig zyn iedere verrigting voor het openen van den veldtogt in 1691. te verhaalen. De dappere Prins van Hanover , vinden wy , dat reeds in January tegen Tekeli , by den doortogt van Terez , optrok , maar vooruit raakende vóór zyne troepen, wierdt hy dood gefchoten uit een hinderlaag by het dorp Sernift. Aan de andere zyde wierdt het kasteel van Tacket en het fort Waradin door den kolonel Pobland genomen , die ook den generaal van Walakhia by Karanfebes verfloeg , en een groot lighaam Turken en Tartaaren belettede in Tranfihanie te vallen. Van dezen doodde hy meer dan duizend, en kreeg drie honderd gevangenen, behalven een grooten buit. In P'ebruary wierdt de bezetting van Groot Waradin door den Graaf Nigrelli gedag en , en fchoon de Turken het kasteel van Nuvi innamen , veidoegen de Kroaaten hen egter by die plaats en velden duizend opde plaats neder. Niet minder ongelukkig waren- zy te Lugos , alwaar -kolonel Pobland de bezetting in eene hinderlaag dreef; en G>) Cant. pa*. 375.  OTHOMANNISCHE RYK. 881 en hen tot aan het kafteel vervolgende, vermeesterd hy het ze've nadat hy agthonderd en vyftig man , vai de duizend, die het zelve verdedigden , geveld hadt. Toen koft daarna de bezetting van Segedin , de Stac Khonad verrast , en alle de inwooners gedood hadden . verlieten de Turken het kasteel in den nagt. Jn Maar] zondt de Gouverneur van Esfek Percilia , die met 40c man hik overrompelde , en met al wat daar in wa; verdelgde , eene bende Turken en Tartaaren verfloeg twaalf honderd nedervelde , en met een grooten buil te rug keerde. Op gelyke wyze nam Antonio , de beroemde Rascienfche kapitein , het kasteel Karakotair , op eene hooge rots gedigt, door eene krygslist weg ; daarna tastede hy tien fchepen , die met mond er krygs - behoeften naar Belgrado zeilden , aan , nam 'er twee van , terwyl twee andere den Rasciers by Modava in handen vielen , en de overige te rug keerden- Ook verdrooyde hy door eene kondenary duizend Turken op hunnen togt om Lugos te overrompelen. Het was nu Juny , en het jaargetyde begon grootere verrigtingen toe te laaten. Graaf Guido van Staremberg trok de benden uit verfcheiden oorden te Saufeberg te famen; onderwyl overrompelden de Rasciers Tim tul , en deeden vierhonderd lurken ever de kling fprfoi gen. Terzelfder tyd hoorde Veterani , de Generaal in Servië , dat 300 fchepen met voorraad geladen, onder het geleide van vier duizend man , van Widdin naar Belgrado waren afgeichikt; en zondt Pobland en Antor.io met gelyke magt van vierduizend man om dezelve te onderfcheppen. Deze , om den vyand te misleiden , flooren zig zo digt in malkanderen , dzt de Turken meenden , dat zy niet meer dan vier honderd fterk waren , weshalven zy flegts een duizend, en vervolgens nog eene tweede party , tegen hen afzonden , waar van duizend in de pan gehakt wierden, behalven Ttttt 2 eene 3 XVI. » Bcek. XXII. | Afd. i Titul over* rtmpeli.  882 HISTORIE VAN HET XVI. Boek, xxii. Afd. 3 i Soleyman fterft. % v Hej. 1102. H.D.1691. ZynPerfoon enKarakter. ;ene menigte , die in hunnen aftogt verdronken , maar Ie fchepen ontkwamen , door zig aan de andere zyde van de rivier te begeeven. Kort daarna nam een party Raseiers vier honderd wagens met voorraad geladen, tuschen Belgrado en Temiswar. Eene andere party tadede Kathina Mostafa aan , en verfloeg vyftien honderd van :yn volk , by Mitrovitz , welke plaats de Turken daarjp verlieten. (#) Alles was nu in gereedheid voor den Hongaarfchen :ogt , maar de Wazir verfchoof denzelven ter oorzaake van den flegten ftaat van gezondheid , waarin Soleyman zig bevondt ,• want hy vreesde , dat , indien de Soltan , geduurende zyne afweezigheid mogt komen :e fterven , een van Mobarmned's zoonen denzelven mogt opvolgen , en hem of van het Wazirfebap of van het bevel over het leger mogt ontzetten. Eindelyk ftierf Soltan Soleyman , door eene verouderde waterzugt uitgeteerd, op den 26 van Ramazan , in 1102 (¥) in den ouderdom van tweeenvyftig jaaren , en na eene regeering van drie jaaren negen maanden. Soleyman was van zyn jeugd af een zwak ziekelyk mensch ; dik van lighaam , laag van gedalte ; bleek en gezwollen van aangezigt met oogen als een Os, eenen zwarten langen baard, met eene vermenging van gryze hairen ; hy was traag van begrip ,. argdenkend, en gaf ligt gehoor aan tydingen , die zyne kamerdienaars hem wegens dezen of geenen bragten maar tevens onderfcheidde zig geen der Othomanfche Soltans meer door heiligheid , godsdiendigheid , en het onderhouden van de wet. (r) Ricaut zegt , dat, ge'yk de boeken zyne aangenaamfte uitlpanning waren in zyn afgezonderd le- (q) Ricaut als boven., (r) Cant. pag. 375. CF) l-J Juny 1691.  OTHOMANNISCHE RYK. 8*3 leven , hy ook door de zugt voor dezelve byzonderlyk bepaald wierdt in zyne verkiezing van Kypriogli voor zynen gunfteling , dewyl deze voor een geleerd man in dat land gehouden en geacht wierdt de bede boekery in het geheele Ryk te hebben. Met dit alles was en bleef hy een dom , plomp , onnozel , en zwak man , beter gefchikt om een Derixisch dan om een Keizer te zyn. ( s ) (r) Ricaut als boven. DRIE - EN- TWINTIGSTE AFDEELING. De regeering van Ahmed II.. T""\E dood van Soleyman , fchoon lang verwagt en JL-/ gewenscht , vervulde egter het Othmanfche hof met nieuwe beweegingen , hoe zeer men dezelve poogde te dekken. De Edelen of Grooten en genoegzaam het geheele volk , neigden om of Mofiafa of' Ahmed zoons van Mohammed , op den throon te zetten , en zommigen zelfs wilden Mohammed zeiven ,. wien zy hadden afgezet , wederom verheffen. De verkiezing ondertusfchen van eenen dezer drie perfoonen was gevaarlyk voor den Wazir ; want indien Mohammed herfteld wierdt, vreesde hy voor zyn leven , als verdagt zynde Ttttt 3 van Soltan Ahmed II. xvr. Boek. xxii. Afd.  534 H IS T O RIE van het xvr. Bomc. XXIIL Afü. talryk lege vn vrywilligen, van vry fterk de hand gehad te hebben in den opftand, waardoor hy wierdt afgezet. Aan den andere kanc indien eene van dc Pralen zyne zoons verkoren wierit, was hy bang , dat deze jongelingen , die tegen het gewoon gebruis , 't welk men omtrent de andere Shehzadch in 't Paleis hieldt , eene milde opvoeding , genoten hadden , en alreeds in de bediering der zaaken onderregt waren , hem van zyne beide waardigheden ontzetten mogten. • Om dit gevaar derhalven te ontgaan befloot hy Jhmed, een jonger broeder van Soleyman , en niet boven hem in wysheid , op den throon te plaatzen ; en dewyl hy , door zynen voorfpoed in 't voorleden jaar , veel gezag en invloed by al het volk zo wel als by de Grooten gewonnen hadt, wist hy hem, den tweeden dag na Solymaifs dood , eenpaarig tot Soltan te doen verklaaren. Op dat egter de misnoegden uit des nieuwen Soltan's domheid gene gelegenheid mogten neemen een opdand te verwekken , ging hy met hem , of liever voerde hy hem , in 't begin van Shawal , naar Alriavopei , aiwaar hy zig geheel op corlogsbereidzelen toelag. De Muzelmannen , door den gelukkigen uitflag van den laatden veldtogt aangemoedigd , kwamen zig van alle kanten vrywillig in zuike eene menigte aanbieden , dat men nooit zulk een talryk leger in eenig Othomansch kamp gezien hadt. De Wazir beval daarop de Pasha's geen meerder troepen in 't veld te brengen , dan bepaald was , dewyl , zeide hy , geen groot leger hoodig was om de Gyawrs te bevegten ; behalven dat eene al te talryke menigte ook ligtelyk gebrek aan voorraad konde hebben , voor dat men Buda bereikt hadt. Maar de zoldaaten , geen acht flaande op dit be: el, trokken met groote hoopen zamen , om zig by 't leger te voegen , vcrklaarende , ' dat het niet was met uit-  OTHOMANNISCHE RYK. 885 uitzigt van betaaling , maar uit yver voor c'e wet, dal zy zig in den dienst begaven , en dat zy zig derhalven met hunnen knapzak te vrede zouden houden , en hun eenigfle geluk ftelden om onder.zulk een groot Generaal Gazi ("A) te worden , of met den Sbebadet (B) bekroond te worden. Tsrwyl dus de roem van den Wazir zo grootelyks toenam , kon de Nyd de dandvastige vervolgder van uitfleekende verdienden , niet nalaaten haare fchigten aan het hof , haar begundigd verblyf , op hem te ditfen. De Kizlar Agafi , en andere Officiers van 't binnen - paleis , t'onvreden , dat Kyoprili Ogli nu alleen a! den invloed hadt, welke zy te voren by den Soltan en het volk genoten hadden , en dat zy thans zelfs veracht wierden , fpanden allen famen tot zynen ondergang , en de domheid van hunnen meeder ten hunnen voordecle misbruikende , vervulden zy deszelfs geest met wantrouwen tegen den Wazir : zy hielden hem voor , dat die eerde Staatsdienaar zwanger gin<* van een ontwerp om hem aftezetten , en de Janitzaaren op zyne hand gebragt hadt om Mostafa , zoon van Mühwtmed , in deszelfs plaats te verheffen, zodra hy van Adrianopel met het leger zou vertrokken zyn. De Soltan , door deze befchuldigingen beangftigd , vroeg wat men oordeelde , dat 'er gedaan diende te worden ? De Kizlar Agafi raadde hem , dat hy den Baltajilar Kyebayafi ( C) zou zenden , om den Wazir te kennen te ( A ) Gazi of Ghazi betekent iemand die veroveringen maakt in eert Godsdienftigen aonog of ter oorzaake van den Godsdiensr. (B) Dat is het Marteldom : want de MoJiammedaanen gelooven , dat allen, die in een kryg tegen de Gyawrs, of ongelovigen, fneuvèleu . als martelaars fterven. (C) De Hoofd-Officier van 't regiment van de B.ütaji (bylmannen , of bylen ) hy is in andere opzigten onderworpen aan den Kizlaf jdgafi» —. Cant. : XVf. Be ek. XXIII. Afd. eene famenzweering  XVI. Boek. XXII. Af d tegen den Wazir itor een flommen tntdekt. S3o" HISTORIE van het :e geeven , dat hy hem verlangde te fpreeken , en dat hy , hem in zyne magt hebbende , verder konde doen wat hy goed oordeelde. Geduurende den tyd., dat deze gefnedene bezig was om de gemelde vermoedens den Soltan in te boezemen, hieldt Düfiz Mohammed Aga , een domme ( D ) de wagt aan de deur ; en uit de beweeging der lippen en handen van de fpreekers bemerkende , dat men maatregels beraamde om den Wazir af te zetten , begaf hy zig , zodra moogelyk , naar dien minister , en deedt hem door tekenen 'een begrip van de geheele zaak krygen. Terwyl by hier mede nog bezig was kwam de Baltajilar Kyebayafi , en berigtede den Wazir , dat de Sultan hem nog eens fchielyk diende te fpreeken. Kyoprili Ogli, hier uit befpeurende , dat het berigt van den dommen waaragtig moest zyn , beval terdond dat men hem een paard gereed zou maaken, en zondt den bode te rug met verzeekering dat hy hem flraks volgen zoude. Toen deze vertrokken was, zondt de Wazir heimelyk om den Janizar-Aga en eenige andere Ojak- Agalari , welken hy wist zyne vrienden te zyn , en in eene korte redevoering de dienden hebbende gemeld, welken hy het Ryk gedaan had , met verfcheiden provintiën » door zyne voorgangeren verloren , weder te bemagtigen , en wat hy naar alle waarfchynlykheid verder zoude kunnen doen met de groote magt, welke hy op de been gebragt hadt, berigtede hy hun verder . dat dit alles zou vernietigd , en zy zelve met hem (D) Daar zyn verfcheidene zulke flommen en dooven in Jt paleis , welker eeniafte werk is, op de deur van het vertrek, waarin de 5«itan in *t geheim met iemand zyner Grooten fpreekt, te pasfen : Nooit worden de^e lieden, even min als de dwergen of hofnarren gebruikt om menfchen heimelyk ter dood te brengen, gelyk de meeste tur*peé'rs verzeekerd hebben. Cast.  OTHOMANNISCHE RYK. gs7 hem van 't leger afgefcbeurd worden door de konrtenaiyen van zorrmige lieden aan 't hof, die den Soltan, een zeer goedaartig Vorst, maar onbedreven in de be tong van Staatzaaken , overreed hadden , dat de Wazir en de Janitzaaren eene famenzweering fmeedden om hem af te zetten. Hy voegde daar by, da?, de? wyl hy dcor een der trotfche hovelingen zou o^evolgd worden die de Othomanjcbe zaaken in een eiE fit zvne vrnS V°ren brCngIn ZOllde' ^ daarogm£ dood fZ-TZT ,dat zy' na zyne afzetti"g ^ dood, ("daar hy betuigde naar te verlangen, om den aannaderenden ondergang van 't Ryk niet te zien } de zorg van deh Staat wilden op zig neemen als waar voor de Keizer onbekwaam w?s; f Want bed00t hT,' " ?, T , zwaanSheid om my in eenig opzit* tégen " f? be\elnvan »yn Soltan te verzetten; en heb dcr„ talven befloten hem morgen het zegel van *t Rvk te „ gaan overgeeven , en hem verlof te verzoeken van „ naar Mekka te gaan." (a) De Janitzar . Jga , en de andere Officiers des^ Wazirs aanfpraak hoerende , noemden den loVan dom de' onvooragtig, onnozel , en riepen dat hy door zv^ê^ wind gl rT'dt geZTid ge'^ de takkLTor den wind , daar by voegende, dat indien hy in zvn voor neemen wilde volharden , zy hem lieve? Ltten °ü den ^Kyopriü Ogli , den befchermer van"e wet den herfteller van het Otbomans «h£d , en den on' JTSSSfM^^ • •zy bel0~°fden te zuilen ltorten , om yder haair van zyn hoofd te ver dedigen , verbindende zig by eede , van nooTeenl ^n" der Generaal geduurende zyn leven t' zSS^ erkennen en zyne bevelen met de uiterde voiïaSgheS^^ bren. Uost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. V v v v v XVI. Boek. XXIII. Afd. t gedrag krygs'en.  XVI. Boek. XXüI Afu. De famen zweering verydeld. 883 HISTORIE van «st brengen. De Wazir die de Officiers alleeulyk ontboden haJt, 'om te weeten , hoe zy ten zynen ^pzigte gezind wa.en, bevindende dat hy zig volkomen op hen verlaaten mogt, zondteen Taikiscb of fchrifte'yk bericht aan den Soltan; „ Dat hy , zo als hy te paard zou ftygen „ berigt hadt gekreegen , da: de zoldaaten, wegens eenige verongelyking van de hovelingen ontvangen , een opftand dreigden ; dat hy geoordeeld had des So'tans „ bevel veilig te mogen verfchuiven om dit kwaad eerst „ te duiten ; dat hy tot dit einde de Offbiers var» 't „ leger by zig ontboden had , en zyne majefteit den volgenden dag berigt zou laaten toekomen , waf „ 'er gedaan was om de beweegingen te ftuiten." Des anderen daags berigtede hy den Soltan door een ' anderen Talkisb , dat hy zyn best gedaan hadt om dit fmeulend vuur van oproer onder de zoldaaten uit te blusfchen ; maar dat hy hen zo weerbarftig hadt gevon len , dat zy weigerden tot hunnen pligc weer te keeren , ten zy de Kizkr Agafi verzonden , en deszelfs Sekretaris onder een geregtelyk onderzoek gedeid wierdt. Hy badt derhalven den keizer , dat hy , dewyl het leger nu gereed was om den marsch aan te vangen , en zig alle waarfchynlykheid van een goeden uitflag opdeedt , door eene ontydige toegevenheid voor zyne bedienden , den voortgang zyner overwinnende wapenen niet wilde ftuiten , en zig zeiven voor groote gevaaren blootftellen. De Kizler Agafi % die uit dezen brief begreep , dat hy verraden was , en dat zyn ontwerpen aan den Wazir bekend waren , verzogt den Soltan hem , fchoon een getrouw dienaar , zeide hy, aan het. belang des Ryks opteofferen , maar dewyl Al> med , dit , uit genegenheid voor den verleider , weigerde , zondt de Wazir een derden Tatkish , waar door de Soltan , uit vrees voor erger gevolgen , wierdt overgehaald te doen zo als men van hem begeerde. Inü ge»  OTHOMANNISCHE RYK. 889 gevolge hiervan wierdt dan dc Kizler Agafi naar Egyp. te gebannen en zyn Sekretaris tot den Wazir gebragt zynde , wierdt in zyn gewaad opgehangen met een zilveren inktkoker aan zyn gordel. De minider,dus in zyn pod bevedigd zynde, deedt, om alle gelegenheid aan de overige Hof-officieren af te fnyden van dergelyke aandagen tegen hem te fmeeden, drie dagen daarna het leger uit Adrianopel trekken , en zig digt onder de Stad in 't veld nederdaande maakte hy verder alles voor den veldtogt gereed. Hier ontving hy met groote eerbewyzen, een afgezant van Willem III. koning van Engeland , die hem zyns meeders bemiddeling , tot 't duiten van eenen vrede, kwam aanbieden. De Wazir verklaarde , dat hy gereed was den vrede op eerlyke voorwaarden aan te gaan , maar bedoelde inderdaad niets anders dan de Duitfchers op te houden , tot dat hy zig meeder van Buda zou gemaakt hebben. Met dit oogmerk trok hy met zyn leger naar Belgrado. maar berigt krygende , dat de keizerlyken, onder £0dewyk , prins van Baden , in 't veld waren , en naar Peterwaradin trokken , rigtede hy zyn togt derwaards; op welke nadering de Duitfche Generaal zyne legerplaats by Islankamen aan de oevers van den Donauw vestigde , en dezelve wel verderkte. De Wazir kwam kort daarna op , en plaatfte zyne' benden aan de regter zyde van het keizerlyk leger, mer oogmerk om deszelfs hei-tred te beletten. Terzelfder' tyd wierden vyf duizend Duitfchers , in haast voorttrekkende om Prins Lodewyk te verderken, onderfchept, afgefneden , en door de Turken, in 't gezigt van 't keizerlyk leger , zodanig ingedoten , dat 'er niet een ontkwam van gedood of gevangen te worden De Duitfchers , die eerst voorhadden de Othomans aan te tasten , veranderden, na dit ongeluk , van bed uit, en hun Generaal bemerkte te laat zyne dwaaling , van zig Vvvvv a in XVI. Boek. xxiii. Hy trekt te ■jelte. 'lag by slankanen.  xvr Boitk. XXIII. Afd. De Wazir overwonnen. 890 HISTORIE VAN HET in zulk zulk een nauw beftek te laaten befluiten, alwaar hy noch zyne troepen uitbreiden, noch zig voor't vyandlyk] gefchut beveiligen kon ; zodat, dewyl 'er geen ander middel was om zig uit deze gevax'yke plaatfing te redden , hy het befluit nam om zig met het zwaard 111 de vuifl een weg te baanen. Terwyl hy met dit ontwerp bezig was, vielen de Jurken , door hunnen laatften voorfpoed opgeblaazen , met woede op de Dutfcbe affnydingen , als of zy 't geheele leger met eenen flag vernielen wilden. De flag duurde zes uuren lang met twyffelachtige uitkomst, en wierdt met gelyken moed fchoon met ongelyke fterkte , voortgezet. De keizerlyken uit hunne wanhoop zelve nieuwen moed haaiende drongen in de Turkfche affnydingen , en de Tm ken uit fchaamte van de overwinning , welke zy in hunne handen hadden , hen weder te zien ontrukken , dreeven de keizerlyken in hunne werken terug waarop zy op hunne beurt indrongen. Eindelyk, toen de overwinning zig voor deOtbomans fcheen te verkiaaren , tastede de Wazir, om hen , die nog weerftand boden , door zyne tegenwoordigheid den moed te benemen , met zyne eigen benden den regten vleugel der Duitfchers , alwaar hy bemerkte, dat de fterkde weerftand was, geweldjg aan, maar in de hitte van 't. gevegt door een musketkogel in de flaap van 't hoofd, gewond , viel hy van 't paard en bragt door zyn dood de overwinning , welke hy inderdaad reeds behaald' hadt , tot de Duitjchers over ; want zyne kamerdienaars , die hier by tegenwoordig waren , door dit onverwagt ongeluk getroffen , riepen hunne metgezellen en andere officiers , om het lighaam van hunnen meester weg te neemen , geduurende welken tyd de Tubulkhana (B) ophieldt te fpeelen. Dit op- (B) Het krygsmuziek, 't welk in een veldflag altyd by den Wa- zk  OTHOMANNISCHE RYK. gor ophouden veroorzaakte groote wanorder onder de Otho. manjche benden , ichoon reeds zegenpraaiende ; zo dat de ruitery, met een fchielyken fchrik bevangen , het voetvolk verliet en eerd de vlugt nam , waar in zy ras door de Janitzaaren 'gevolgd wierden. De keizerlyken , die niet langer vogten om de overwinning te behaalen , maar om hun leven duur te verkoopen en niet ongewroken te derven , de onverwagte vlu^t van den vyand ziende ., drongen voorwaard* , maar langzaam , op dat de Janitzaaren tyd mogten hebben van weg te komen , want hunne kragten waren zo gefpild , dat zy geen tweeden aanval zouden hebben kunnen wederdaan. De overigen der Turkfche voetknegten , de fani-D, tzaaren ziende vlugten verlieten hun kanon en ïeger-vh plaats , en volgden hen met de uiterde verhaasting. Daar ineuvelden in dit gevegt agtentwïntig duizend aan de zyde der lurken , en niet boven drie duizend aan die der Duitfchers , behalven de vroeger gemelde vyf regimenten. Toen egter Leopold berigt kreeg van deze overwinning, verhaalt men dat hy gezegd zoude hebben, niet gaarne dikwils op die wyze te willen zegepraalen , dewyl hy het verlies van agt regimenten nauwelyks in drie jaaren herdellen konde , daar de Soltan} het verlies van agtien duizend man in agttien dagen kónde goed maaken. Na deze zegepraal hernam de Prins van Baden Ltppa ; door de Turken 's jaars te voren genomen , en belegerde Waradin fterk ; terwyl het Turkfche leger , zyne vlugt tot Belgrado voortzettende , daar halte hieldt fr is , en geduarig fpeelt om de zoldaaten aan te moedigen; zodat, wanneer bet ophoudt, dit een kwaad voorteken is by de ¥a- HTV e" h,et is düs niet 20 zeer te verwonderen, dat zy bet thans op een vlugten zetteden Cant. y Vv vvv 3 XVI. Boek. xxiii. Afd. Turken igten.  892 HISTORIE van het XVI. Boek. XXIH. AfB. Het Turksch leger verwoed aang tast. hieldt , en Ali Pasha tot Seraskier aanftelde. (a) Volgens de Chridelyke gefchiedfchryvers bedondt hec Turkjche leger , uit omtrent honderd duizend man , waarvan zedigd duizend de bede zoldaaten in het Turksch gebied waren, behalven vyftien duizend geöeffende Janizaaren. Zy waren voordeelig geposteerd , hebbende den Donauix) van agteren , en een diepe graft met een aarden wal voor zig. Hunne linker vleugel was egter wat meer bloot gedeld dan de regter. Aan den anderen kant was het grootde gedeelte van het keizerlyk voetvolk verdeeld in twintig bacaillons , door twee regimenten paarden , en het meede zwaar gefchut gedekt. Het overige van het leger was naar de gewoone wyze gefchaard, en op het teken van een bom trokken zy allen in een effen linie Voort tot op twee honderd pasfen van den vyand , en toen begon het kanon aan beide zyden te fpeelen. In V eerft bedoelde men des vyands linker vleugel aan te tasten vóór den regter, om ruimte te maaken voor het voetvolk , dat op de ryzing van eene heuvel geplaatst was tegen over de groote verfchanzing der Turken , die met agttien ftukken kanon verfterkt was; gelyk ook om op des vyands ruitery , die onder aan den heuvel in de vlakte gefchaard was, los te gaan , met oogmerk , om , na dezelve overhoop geworpen te hebben de legerplaats te overweldigen aan dien kant , daar dezelve minft verfterkt was. Het fchynt dat de regter vleugel , wat te ver voortgetrokken zynde, het gevegt eer dan de linker aan>.ving , die door het lange gras en ftruwellen verhinderd wierdt zo fchielyk op te komen ; maar aan de vyandlyke affnydingen gekomen zynde wierden zy door de Ja. O) Cant. Hifi;. Othom. p, 381. env.  OTHOMANNISCHE RYK. 803 Janitzaaren met zulk een geweldig vuur van de borstwcenrgen begrott, dat het regiment van Soucoes genoidz^akt was af .te deinzen , tot dat het voetvolk by hen kwam. En nu drongen beide de ruitery en de infartery tot den rand d r affnyding door , en de laatde deedt verfcheiden aanvallen op dezelve , en fchoon zy eenige reizen wierden afgedagen , hielden zy egter. door de brave Hertogen van Holfiein en Aremberg onderdeund , het gevegt van drie uuren na den middag tot des nagts gaande. In dezen tyd wierden alle de hooge officiers»van de infantery gedood , behalven Graaf Guido van Staremberg , en Prins Karei van Vaudemont, die beiden evenwel gewond wierden. Terzelfder tyd wierdt de vyand , hunnen linkera vleugel aanfadende , en in de dank vallende , dapperg afgeflagen door Castelli en Hoffkerchen; maar de Turken , hunne ruitery in één lighaam famentrekkende , vielen met nieuwe woede aan op de brigade van den Generaal Sar au , die tot den regter vleugel behoorde, en hakten twee bataillons ter neder , terwyl die van Ofjing , Beek, met de oude regimenten van Staremberg en Brandenburg zeer veel leden. Dus vvierden de Turken tot zes uuren door de fortuin begundigd , op welken tyd de zaaken in zulk een wanhoopigen toedand waren, dat de Generaals begonden te wanhoopen van een eenig man te behouden , want daar was geene wykplaats voor hen open. Door het gevaar zelf egter aangemoedigd begonden de keizerlyken hunne poogingen te verdubbelen , maar waren op het punt van den rug te wenden , toen zy , die de bagagie bewaarden , en voor noodbenden gefchikt waren , ter hunner onderdeuning kwamen. Op den zelfden tyd kwam het groot leger onder de Brandenburgfcbe generaals Burfu en Brandt, den Graaf Sarau regt van pas te hulp, waardoor het gevegt vernieuwd werd, en hyzyn post tot een uur voor XVI. Boek. XXill. t\vs>. 'un kamp 'forceerde  tgt\ RISTORI tan het XVI. Boek. XXIII. Afd. Geheel over hoop geworpen. Met een groot verlies. foor den nagt verdedigde , als wanneer de brigades van Hoffkircben en Castelli met den regter vleugel door Prins Lodewyk gekommandeerd, naar die zyde van den vyand , alwaar hy niet verderkt was, naderde , en deszelfs legerplaats eindelyk overweldigende hem van die boogtens verdreef, daar hy zyn gefchut geplant hadt. Zodra dit bemerkt wierdt door de Hungaaren en Rasciers , die op 't punt waren van te bezwyken , vatteden zy weder moed , kwamen met een verfchriklyk geweld op , en hakten alles wat in de legerplaats weerÊtand boodt , voor zig neder , waar door den regter /leugel de weg gebaand wierdt om voort te dringen; zodat rle Turken nu ingedoten en van alle kanten aangetast , in een nauwen grond tusfehen hunne affnydingen en den Donauw , verflagen wierden en begonden te vlugten. De ruitery ontkwam voor 't grootst gedeelte door de opening voor den regter vleugel gemaakt ; maar bet voetvolk bleef zig in hunne affnydingen zo dapper verdedigen , dat fchoon de keizerlyken den grond gewonnen hadden , zy' hier egter hun grootde verlies leden , want hier fneuvelde de hertog van Holjieyn en wierden ftroomen bloeds gedort , om den reeds geflagen vyand geheellyk t'onder te brengen. Het overfchot der Turkfcbe ruitery, onder welken zig de Wazir zelfs bevondt, was genoodzaakt hun heil te zoeken door de nauwe tusfchenruimten tusfehen de linien , in welke pooging veele geveld wierden , of verdronken , of doodelyke wonden bekwamen , onder welke laatden de groote Wazir zelf, de Seraskier , en de Aga der Janitzaaren , die allen te Belgrado aan hunne, wonden overleden. Behalven deze en verfcheiden andere voornaame officiers worden de Turken gerekend verloren te hebben , ten minden vyfentwintig duizend man , (waar onder ioooo Janizaaren) tegen drie duizend^ een honderd een en zestig van de keizerlyken , or.der welken veele Of-  OTHOMANNISCHE RYK. 895 ficiers van onderfcheiden verdienden , en hunne ge hwetften bedroegen vierduizend een honderd zesendertig. Hier verwierf de Prins van Baden , om van andere Generaals niet afzonderlyk te fpreeken , onderfelyke eer; en de buit, dien de Keizerlyken vonden , was zeer groot ; want behalven honderd vierenvyftig dukken kanon waren 'er eene menigte vaandels me: den dan. daaft van den groot Wazir, tien duizend tenten i tien wagenvragren kopere munt in des Wazir's tent ^ vierenvyf. tig koffers in die van den Treforier , twaalf met zilver , en vierentwing kisten van Kaftdns of vesten. Toen de tyding van de groote nederlaag te Adrianopel tot den Sultan kwam , maakte hy Ali tot Pasha van Scio , delde Keyebaya tot groot Wazir aan in de plaats van Kyoprili , en zondt denzelven naar BAgrado. Derwaards bedoelden ook Sir William Husfey, en Mn! Collier hem te vergezellen , om een vrede te bewerken : Maar dewyi Sir William op den 14. September overleed , verviel deze onderhandeling , en de Fran> fche Afgezant de Turken aanmoedigende door hen een fterken inval in Duitfcbland te belooven , bragt te weeg dat men befloot, den Oorlog voort te zetten , niettegendaande- de groote bekrompenheid waarin zig het ■Othcmmiseh gebied by mangel aan volk, geld, en brood, bevond. Een gevolg van den flag van Salankemcn behalven hetinneemen van Lippa door Veterani , was dat Brodt inv Sclayonie door de Turken verlaaten werdt, en dat zy in verfcheiden kleine ontmoetingen de nederlaag hadden. Maar het oogmerk van den Prins van Baden was de infiuiting van Groot Waradin in eene geregelde belegering te veranderen , gelyk hy in Ocloher deed; dog, fchoon de Turken , om een dorm te vermyden , de Stad verheten en ep 't Kasteel weken , en fchoon de helft van het zelve door een bcm , die in het kruit magazyn viel, Oost. Hist. XII. Deel. II. Stok. Xxxxx wierd XVI. Boek. xxiii. Am indere mdeelin.  XVI. , Boek. xxiii. Afd, : Zaaken der Arabieren. i j Der Poolen. fnVeneth nen.. 96 HISTORIE van het derd weggeflagen ,. moest hy egter, dewyl de winter nviel , 'en de belegerden zig dapper bleven verdedigen, de belegering weder in eene blokkade veran leren , na eene flerkte opgeworpen te hebben , elie het iasteel bedryken konde. In het begin van 't jaar 1692. ontrusteden , twee érabifche Amirs het land ontrent Damaskus, en hinderden le Karavaanen die naar Mekka gingen tot dat zy de Kacar of tollen en de agterdallen die de Sultan hen werens de Pelgrims fchuldig was , betaald zouden' hebben. In february kwam een Perfifcb afgezant te Adrimopel, met drieduizend agt-en-dertig perfoonen in zyn jevolg en zestig Kameelen met gefchenken voor den Sulfan belaaden. Hy wierdt gehuisvest in een heerlyk paleis , en hadt al zyn keukengereedfchap van zilver ; Hy kwam om den Sultan met zyne komst tot den throon jeluk te wenfchen en rekte zyn verblyf onder voor. wendzel van de oude verbindtenisfen te vernieuwen , maar inderdaad om den zwakken toeftand van 't Ryk op te neemen, weshalven de Turken om hem denzelven te verbergen, verlangden dat hy vertrok. Terzelfder tyd kwam Tekeli aan 't hof , alwaar hy , op verzoek van Chateau Neuf, den Franfchen Afgezant , groote eerbewyzingen ontving van den Wazir , waarna hy naar Hongarye te rug keerde (£). Geduurende de onderhandelingen te Save waren de Poolen , in de laatde maand van dit jaar, de Tyras, ( of Nlejler^) overgetrokken , en in Besfarablen gevalbn, dog door gebrek aan voorraad gedrongen , en berigt krygende wegens de aannadering van den Seraskier , Buijukli Mostafa, Pasha, trokken zy te rug zonder iets merkwaardigs uitgevoerd te hebben. . De Oorlog tusfehen de Venetiaanen en de Turken wierdt nu (&) Ricaut in Achmet.  OTHOMANNISCHE RYK. 897 üu meer met list dan door de wapenen gevoerd, want delaatden wierden meeder van Garbufa , een byna onwinbaar kasteel in Kandia , door de verradery van een Spaansch Officier. Zy poogden denzelfden weg in te flaan te Suia en Spina Longa; maar de Venetiaanen, die fterkten beter gadeflaande ontdekten hun oogmerk, en bragten de famenfweerders ter dood. Arabaj 1 Ali Pasha Kaymaykan van Konftantinc-h pel, (een man beneden veelen in bekwaamheid, maarz in boosheid voor niemand behoevende te wyken,) door Sultan Almed tot Wazir, in de plaats van Kyoprili Ogli zynde aangefteld , deedt het praaten van Vrede weder herleeveri , en leende een gunstig oor aan de afgezanten der Christen vorften ; byzonderlyk Paget den Engelfchen, en Collier, den Nederlanclfchen, die tot dat oogmerk aan de Porte gezonden wierden ; Maar door Mauro Kordatus onderrigt , dat Duitschland zodanig was uitgeput, van geld en volk , dat de Keizer den Oorlog waarfchyniyk niet boven een jaar of twee meer zou kunnen uithouden, fneedt hy eensklaps alle hoop van vrede af, en leide zig geheellyk toe om den oorlog te vervolgen , vattende zodanige maatregels aan , waardoor tevens de fchatkist in daat gefteld , en mannen van grootere bekwaamheden dan de zyne uit den weg geruimd mogten worden. Ter bereiking dier beide oogmerken bragt hy verfcheiden uitmuntende perfoonen van den eerften rangter dood , en nam hunne goederen in bedag. Hier mede niet te vreden beval hy zelfs de Janitzaaren en gemeene Soldaaten , die zig door hunne braafheid onderfcheidden , hcimelyk by nagt op te ligten en in zee te ■ werpen , opdat 'er niemand leeven mogt, die geacht konde worden het Wazirfchap beter waardig te zyn dan hy z:!f. Men hoorde geduurige klagten ten Hove over de-fl ze wreedheden ; en die perfoonen welker levens ge-^ Xxxxx 2 fpaard XVI.. Boek. xxiii. Afd. '«« War. ! vrede ter iegejleld.  898 HISTORIE va» het .XVI. Boek. XXIII. Af 9. Waradin geeft zig over. Hej. n 03 4.D.1691 fpaard wierden 't zy by toeval, of omdat Arabaji hen in hunne waarde en verdienden niet kende , vertoonden aan. den Soltdn, dat op die wyze alle de verdedigers van 't Utthomaniscb 'gebied verdelgd zouden worden , waarop Ahmed dan bedoot om Arabaji , na flegts zes maanden Wazir geweest te zyn-, van dien post te ontzetten. Na hem zynen onregtvaardig verkeegen ryk. dom afgenomen te hebben , deld hy Tarpofchi Ali Pasha, Gouverneur van Damaskus , in zyne plaats. D e nieuwe Wazir was op middelen bedagt om den vrede te bewerken ; maar de afgezanten , die vier jaa. ren te Weenen geweest waren, nu te rug komende, en door den Franfchen Afgezant , zegt men , omgekogt, zetteden de Turken aan , om met den oorlog voort te vaaren , en vertoonden , dat Duitschlani was uitgeput , dat de Keizer, gedrukt onder een fchuld van honderd millioenen ; zyne noodwendigheden niet langer vervullen konde , en dat 'er in Hungarye en Duitschland daarenboven eene groote lchaarsheid van levensmiddelen heerfchte ; welke vertooningen van den tegenwoordigen daat der Duitfche zaaken niet zo valfch als aangenaam aan de Porte waren. De Wazir derhalven alle vreedzaame bedoelingen laaiende vaaren lag zig geheellyk toe om den oorlog te vernieuwen : Maar dewyl het getal der Janitzaren door het zwaard der Duitfchers en vervolgens door de wreedheid van Arabaji zeer verminderd was , terwyl het krygsvo'k , door de laatfte nederlaag bang geworden , niet Ichieiyk faamgebragt konde worden, zondt hy den Seraskier , met zo veel troepen , als by de band waren, naa Hongarye, met last om de grenzen te beicherrneii, de 1'urkfche deden byteftaan en een veldflag met de Duitfchers te vermycen. Hy belettede inderdaad de keizerlyke troepen van de Save te naderen, want zwak y de hadden zy ook geen lust omjzig in een flag in te wikkelen. De Turken kon-  OT H OMAN NIS CHE RYK. *99 konden egter Heufler niet beletten van Waradin } dat voorleden jaar was ingefloten geweest om het uit te hongeren , te noodzaaken om zig op den üi. van Ramazan des jaars Ü03 25 May 1692 (c) over te geeven. Heusler trok, voor dat de Turken in 't veld verfchynen konden , alle de magt, die hy konde , zamen, om de plaats door' belegering meefter te worden Ten dien einde wierp hy in het begin van May 1692. twee bolwerken op , tegen over twee van den vyaad Run~ gar en Kapidan geheeten ; ook liet hy een brug leggen van de Palanka of Olofcbi tot de oude Stad , in weerwil van de uitvallen der Turken ; zodat op den 7. de keizerlyken de Stad niet alleen rondom hielden ingefloten en bekneld, maar ook de graft meeder waren en daarin legerden. Hierop fpeelden de bomben en het gefchut verwoed aan beide kanten tot op den 19. toen het zwaar gefchut aangevoerd en een groote bres ge,maakt zynde , de belegerden, die te voren de opeisfchingen verwierpen , ziende dat, de keizerlyken zig tot den dorm gereed maakten , goedvonden zig over te geven , onder beding van naar Panzova geleid te worden. Daar wierden in deze gewigtige derkte 50 ftukken kanon en 20 mortieren behalven eene groote menigte krygs- en mond-voorraad gevonden. De Othmanen begeerig om zig te wreeken en fcha% verhaal te bekomen , zonden een fterke party naar Er-v fek met oogmerk om een inval in Sclavonie te doen ; maar zy wierden , zo wel hier als te Ti tul en te Tüz, afgedagen door de Rasciers , terwyl de Kroaacen Behatz en Oftrofitz plunderden en verbranden. In July tasteden de Turken de derkte van Port/en by Peierwaradin , aan , maar waren genoodzaakt de onderneeming op (f) Cant Othm. Hift. p. 383 & verv'. X x x x x 3 xvr. Boek. XXIII. Af». Aan den Ge* >ieraal Heu[ler indere mdeelen.  90© HISTORIE van het XVI. Boek. i XXIII. Afd. Zaken van: Molda. vie. Ce Poolei weigeren den Vrede, yp te geeven; zy hervatten het egter andermaal, dog met geen becer uitdag. Daar viel geduurende dezen veldtogt , niets opmerker) ks aan de eene of andere zyde in Hungarye voor ; illeenlyk deeden , de Kroaaten en Rasciers een inval naar Beydan , met goeden uitdag (d). Omtrent dezen tyd drong de Seraskier {ran Bd~ baddghi, Daldaban Mostafa Pasha , vereenigd met Arap Pasba , Gouverneur van Trehizond , in 't einde van Je maand van Zilkaadeh, in Moldavië. Aldaar zig zaamgevoegd hebbende met den vorst van dat land , en twintig duizend Tartaaren , onder bevel van Shabbdz Gyeray Solt dn , trok hy naar Soroka : maar verfchei* den dagen door eene roode loop in de Stad Orbeyus opgehouden , gaf hy de Poolen , die tot hier toe onagtzaam gebleeven waren , tyd om Soroka te verfterken en de bezetting te vermeerderen. Zodra de Seraskier herdelde, haastede hy zig en doeg de belegering voor deze Stad , welker bezetting eerst verfchrikte , maar ziende , dat de Seraskier degts zeven kleine velddukjes en twee mortieren hadt meedegebragt , namen zy weder moed , en velden door hunne uitvallen by nagt eene menigte Turken neder. Eindelyk vondt zig de Seraskier, begrypende dat de wallen niet ondergraven konden worden , als liggende op een rots , en , dat de winter aankwam , verpligt , na eene belegering van dertig dagen en het verlies van drieduizend man , de belegering op te breeken en af te trekken (O, Op 't einde van den veldtogt zondt de Khdn van Krims ■ Tartarye, a'ior Sefa Gyeray op raad van Daltabdn Pashd ' een en zyner Officieren Darwish Shabdn Aga , tot den Koning van Polen , aanbiedende hem Ka. d) Ricaut als boven. (e) Cajst, als boven p. 385.  OTHOMANNISCHE RYK. 901 Kammiek met geheel Podolie en. Ukraine te wilen wedergeven , zo hy van zyne verbindtenis met den Keizer wilde afflaan ; maar de Poolen , die nieuwe hoop had. den opgevat van geheel Moldavië te zullen te onderbrengen wegens den ongelukkigen uitdag van de onderneeming der lurken tegen Soroka , doegen geen acht op de aanbiedingen hun door den Khan gedaan. In hetzelfde jaar befloten de Venetiaanen Morea geheellyk t'ondergebragt hebbende, hunne wapenen tegen Kandia te wenden, en , hun geheel leger naar dat eiland overgebragt hebbende, meenden zy Kanea te verrasfen. Maar de Turken, door een Franjch Schip berigt van hun voornêemen krygende , wierpen zulk een fterke bezetting in die Stad, dat de Venetiaanen met groot verlies afge. dagen, en genoodzaakt werden na eene belegering van vyftig dagen te rug te keeren, met gelyke voordeelige uitkomst verfloeg Soleyman Pasha, Gouverneur van Arnaud. de Monte Negrini die een opftand voorhadden. Hy hernam insgelyks Zuffa en Panduriza. De Seraskier van Morea, door deeze voordeden aangemoedigd, deed verfcheiden invallen in het Venetiaanfch grondgebied, maar bedoelende . Naupactum , (of Lepanto*) te overweldigen , wierdt hy met groot verlies afgeflagen. Ongundiger uitkomften wachteden in Dalmatie den Pasha van Hercegovina, die door AliBeg poogde Cracau te veroveren , want de belegeraars wierden op 't onverwagtst door den vyand aangetast , en op de vlugt gedreeven .* hunne jGeneraal zelf werd krygsgevangen gemaakt, Na het eindigen van den veldtogt wierden den Soltdn in 't volgend jaar tweelingen te Konjlmtinopel geboren die de naamen kreegen van Selim en lbrahim. Dewyl dit nooit te vooren aan eenen Soltdn gebeurd was, merkten de Turken dit aan als eene vooripelliiig van toekomenden voorfpoed , en vierden agt dagen lang met vrolykheden by zulke gelegenheden gebruiklyk. Onder deze vreugdebedryven poogde de Wazir Torpofchi Ali Pasba XVI. Boek. XX lil. Afd. De zaaken der Venetiaanen. Dc Wazir «/gezet Hej, 1104. A.D. 1693.  s XV F. Boek. XXIII. Ai d. Geweld-.ge »pftand. Doer Mis li Effend verwikt. iOZ HISTORIE VAN HET Pasba de vreedes onderhandelingen te vernieuwen , maar dewyl de Mufti hem deswegen berispte en boltdn Ahmed, verklaarde , dat dit buiten zyn weten ondernomen was, wierdt hy , als een verrader van de wet en ongehoorzaam aan de Porte , van zyne waardigheid ontzet , zyn opvolger Buyukli Moftafa Pasha , de roveryen , daar verfcheiden grooten zig door de onagtzaamheid van vorige Wazirs, in verloopen hadden, poogende te duiten, deedt eenigen der fchuldigen openlyk tegen hem morren , en anderen eene heimelyke famenzweering tegen hem fmeeden ; maar dewyl derzelver vergaderingen door den Janhar Agafi , zyn vriend, ontdekt , en de belhamels reet den dood gedraft of gebannen wierden , raakte de Stad welhaast weder in rust.. Terwyl de niéuwe Wazir met oorlogstoebereidzelen bezig , en thans buiten Kov.flantinopol gelegerd was, regtte de Sheikb van Prufa, Mifri Effendi (X) zyn ftandaard in die Stad op , en tekende boven de drieduizend vrywilligers op , onder den tytel van Darwifhes f zonder bezolding of toefchikking van leversmiddelen , enkel in den naam van God en in vertrouwen op zynen hemelfchen byftand. Met deze kwam hy te Adiiancpel, en naar Selim s tempel trekkende op den tyd van het middag gebed , volbragt by eerst zyne godscienstoeffening met veel eerbiedigheid , en deedc vervolgens eene aanfpraak, waarin hy zyn volk eerst be.duidde. Dat het hem van God geopenbaard was , dat de [„ oorzaak der ongelukken van het Othmanifche Ryk niet te „ zoeken ware in de dapperheid der Germaanen noch in de „ zon- fX) H? wss in grooten roem wegens zyne heiligheid ; veelen dagren ester . dat hy het Christendom te veel begunftigde , uit hoofde van zommige uitdrukkingen in de Goridelyke gedigten , welken hy uitgaf , en beval dat in de Jami zouJen gezongen worden. —: Cant.  OTHOMANNISCHE RYK 90: „ zonden der geheele Natie , maar in het degt gedrag „ van zeventien Grooten, en bedierders van de Ryks- zaaken , als den Wazir , den Janitzar Aga , den Kay. „ maykan , den Tefterddr , den Reis-Effendi, en ande,, ren welken hy noemde ; dat , zo deze niet ter dood gebragt wierden, op geen voordeel tegen de Duitfchers „ te hoopen , maar integendeel nog grootere rampen , en zelfs de verdelging van het geheele Ryk te vree,, zen waren. Dat dewyl 'er geene gelegenheid was om een talryk leger tegen de ongelovigen op de been te „ brengen, hy op Gods bevel een lighaam Soldaaten hadt „ verzameld, weinigen in getal en ongewapend , maar „ door de Godde'yke magt bezield en met geene zonj, den befmet ,• met welken hy wilde onderneemen , om „ niet flegts een ontelbaar heir van Gyawrs te ftuiten , „ maar hen zelfs geheellyk uyt het Ryk te verdry ven." Terwyl het gerugt van deze zonderlinge ondernee ming eene groote menigte lieden niet flegts van het ge meene volk , maar ook van Janitzaaren, Spahis en andere lieden van eenig aanzien, deedt famenvloelen , hieldt de Skeykh vier uuren agter malkanderen in zyne aanfpraak aan. De Wazir , hier van berigt krygende, en een opftand vreezende , zondt den Kaymaykdn , aan den Sheykh , om denzelven te kennen te geeven , dat hy hem verlangde te zien; „ Maar Mifri Effendi antwoord„ de, dat hy Gods dienaar was , tot het volk gezonden, om te verklaaren wat hy hem geopenbaard hadt , en „ dat hy geene reden zag , waarom hy zyne roeping „ zoude verlaaten ter believing van zulk een Gyawr als „ de Wazir was." De Kaymaykdn begrypende , dat hy, ter oorzaake van het volk , geen geweld gebruiken konde , keerde tot den Wazir te rug, verhaalde hem wat hy gehoord hadt , en raadde hem de vergadering aanftonds te verftrooyen , dewyl de geheele aanfpraak van den Sheykh gefchikt was om oproer tegen de Edelen , Oost. Hist. Xlï. Deel. II. Stuk. Yy y y y en XVI. Boek, xxiii. Afd; De Wazir wordt on. gerust.  904 HISTORIE van het XVI. Boek. xxiii. AlD, Doet den oproermaa ker barnier en waarfchyniyk tegen den Soïtdn zeiven, te verwekken. De Wazir zondt om den Janitzaar Aga \ en andere Officiers , door Mifri Effendi met den naam van ongelovigen gebrandmerkt, zy gaven Ahmed door een Tdlkifh berigt, dat de Sheykh met een lighaam Soldaaten, als Darixiifbe's vermomd, in de Selimiyab was , en zig ophielde met allerlei haatelyke benaamingen te geeven aan zyne Majefteit, en de eerfte Officiers van den Staat uit te fchelden voor ongelovigen , en vrienden der Duitfchers , uit welken hoofde hy verklaarde , dat het Othmanfche Hof den Goddelyken zegen niet hebben konde. De Soltan , door deze vahebheid en kwaadaartigheid verbitterd , beval dat de oproermaaker terdond gevat zou worden , en dewyl men hem niet ter dood konde brengen , als draagende den grooten tulband (Y) belastede hy, dat men hem met zyne navolgers naar Prufa zoude verbannen. Buyukli Moftafa zondt hier op weder om den Kaymakdn, van den Janitzar Agafi en een goed deel krygsvolk vergezeld , om den Sheykh , die nog fteeds met zyne oproerige aanfpraaken bleef voortvaaren , uit des Soltans naam te begroeten , en te berigten , dat zyne Majedeit van zyne heiligheid gehoord hebbende , begeerde een . gefprek met hem te houden , en hem ten dien einde verlangde oogenbliklyk in 't Paleis te zien. Mifri Effendi antwoordde ; Dat, fchoon „ zy eerder fcheenen gezonden te zyn door Sheytan , „ dan door den Soltan , by egter gaan zoude daar zy hem leiden wilden : en hy voegde daar by , dat zy, „ ten bewyze , dat hy niet uit zig zeiven fprak , bin- nen weinige uuren blyken van de Goddelyke goed„ keuring zyner gezegden zien zouden." Dit gezegd hebbende klom by op des Soltans wagen , van de wag- ten (y) Dezelve behoort tot de Amirs of het jeflagt van Mthummd.  •OTHOMA'NNISCHE RYK. 905 ten vergezeld , en reed met groote eerbewyzingen door de toegevloeide: menigte; maar zodra men hen op eenigen afdand van dezelve hadt , wierdt hy in een overdekten wagen gezet, en naar Rodostus gevoerd , van waar men hem naar Prufa bragt.' Zyne voorzegging wierdt egïer twee dagen daarna vervuld door een grooten wervelwind en florrn, waardoor meest alle tenten in de legerplaats wierden nêergeflagen en omgeworpen , zommige van welken vallende op de vuuren, die voor den toedel tot den middagmaaltyd waren aangedoken , terdond vlam vatteden , welke zig door den fterken wind te eerder verfpreidde , en alles wat daar by was , mede aantastede , waardoor meer dan duizend tenten in den tyd van een uur verteerd wierden , en nog konde men de overige niet zonder groote moeite behouden. Het volk zag het aan, zonder een hand ter hulpe uit te fteeken , zeggende , dat het een oordeel van God was ; om dat men zynen dienaar den getuige der waarheid, gebannen hadt. De Soltdn zelf, met fchrik getroffen, zondt den Sheykh een eerbiedigen; brief, en „ verzogt vergiffenis ; erkennende, dat hy misleid „ was door de verradery van zyne Ministers , en ver„ langende , dat hy naar Adrianopel wilde te rug koo„ men , om zyn zegen te geeven." Mifri' Effendi antwoorde ," „ Dat hy terdond begrepen hadt; dat de fout „ van hem te verbannen by de grooten en niet by den „ Soltan huisvestede , dat hy de misdaad daarom al lang „ vergeven en zelfs vergeten hadt; maar dat hy naar „ Adrianopel niet konde te rug keeren , omdat de geest, „ die hem de eerfte reis derwaards hadt aangefpoord, „ hem geene tweede reis toeliet" (g). Terzelfder tyd ontftondt 'er een brand te Kort-i fbantinopel, waardoor 20,000 huizen en magazynen in de% asfche n' (f) Caht als boy. p. 366 env. » Yyyyy * XVI. Boek. xx.ni. Afd. Deszelfs voorfpellin gen bewaarheid. randt te onftacti>pel.  906 HISTORIE VAN HET :xvi. Boek. xxiii. Afd. Jeno ing* namen. Belgrado belegerd. asfche gelegd wierden. Dit onheil wierd opgevolgd door de verdrietige tyding dat de nieuwe Amir der Arabieren , van Mohammed afdammende, dreigde Bas fora in de Perjiaanfche Golf te belegeren , op welke Stad hy beweerde een erflyk regt te hebben; waardoor de Soltan verpligt werdt krygsvolk derwaards te zenden onder het bevel van den Pasba van Bosnië , om de magt van die oorden te verderken. Dit volk in de nabyheid der gemelde Stad gekomen , ontmoette een vyand , welken zy niet verwagteden ; want , dewyl het land geheel vlaK en effen is» lieten de Arabieren de rivier door het openen der duizen daar overloopen , en zetteden het geheele leger der Turken onder water, waardoor zes of zevenduizend man verdronken en de overigen door het zwaard ligtelyk verdelgd wierden. Na het inneemen van Groot Waradin waren Ghiula en Jeno door de keizerlyken derker angetast. De laatstgemelde plaats was door den Generaal Heufler eenigen tyd ingedoten geweest, en hy tastede op den 16. Juny de voordeden aan, welke hy wegnam en in weinige dagen vervolgens door zyne bomben en gefchut eene bres in de wallen gemaakt hebbende verpligtede hy de Turken, die geen dorrn dorsten afwagten , op den 27 derzelf. de maand zig met verdrag over te geeven ; onmidde* lyk waarop hy voorttrok en de derkte Philagoras wegnam ( h ). Omtrent dezen tyd trok de Wazir van Adrianopel met oogmerk om , langs den weg van Tekeli-, in Tran. filvanie door te dringen. Maar te Diftra hoorende , dat de Duitfchers, na Gena en Pillagothwar weggenomen te hebben , de belegering voor Belgrado gedagen hadden , keerde hy naar Chengbe Daghlari te rug , en geleidde zyn leger met geen minder gevaar dan moeielykheden door (A) Ricaut in Achmet.  OTHOMANNIS CHE RYK. 907 door deze bergengtens nauwelyks wyd genoeg om den doortogt aan een ongewapend man te vergunnen. De Duitfche Generaal , berigt gekregen hebbende , dat de Wazir voorhadt Tranfilvanie te bemagtigen , zettede de belegering , die reeds twintig dagen geduurd hadt , langzaam voort ; maar toen hy bemerkte dat Buyukli Moftafa de bergen was overgetrokken , vermeerderde hy zyn yver zodanig , dat hy, door zyn gefchut en mynen in agt dagen tyds , niet flegts ?e buitenwallen geheel vernield , maar ook de binnende derwyze gefchokt en benadeeld hadt, dat hy de Stadt, fchoon door zestienduizend Othmanen verdedigd , naar dien fchyn zou vermesderd hebben , zo de Wazir , zyn legertrein en zwaar gefchut agterlatende , zig niet gefpoed hadt om dezelve op den agtden dag te hulp te komen. De Duitfchers ligtelyk begrypende , dat zy wegensj hun klein getal niet in daat waren om tevens de bele-r gering voort te zetten , en den Wazir , die op 't punt1 was van hunne legerplaats aan te tasten , het hoofd te bieden , braken op , en trokken met hunne geheele Armée de Save over. De Othmanfche Generaal hun wyken voor vlugten neemende , berigtede den Soltan, dat hy eene overwinning hadt behaald ; maar niet \ durvende de rivier overtrekken , en de vyandelyke legerplaats aantasten, zondt hy Selim Gyeray Khdn, met zyne Tartaaren om de nabuurige provintiën van Hongarye te ver» woesten , en den Duitfchers alle gelegenheid af te fnyden om voorraad te bekomen De Khan , onbedagt zwervende en roovende , werd te Khonad door de keizerlyken , gefchikt om het land daaromdreeks te befchermen , omringd onder het geleide van Hofkirken , en in zulk eene nauwte befloten , dat hy zyne paarden niet gebruiken konde , noch eenig middel hadt om te ontfnappen. Dus tot de noodzaaklykheid gebragt om zig over te geeven, of van honger te fnceven , indien Yyyyy 3 hy xvr. Boek. xxiii. Afd. JeTartaa. :n orer'onnen.  qo8 HISTORIE van het XVI. Boek. xxiii. Afd. Ook by Giula geflagen. Poolen Venetiaanen. hy in dezen toedand bleef, haalde hy de Tartaaren over tot een ontwerp , daar zy nooit van gehoord , veel min gebruik van gemaakt hadden ; te weeten hunne paarden te dooden , en den vyand te voet met het zwaard in de vuist , aan te vallen. Deze onverwagte aanval maakte in 't eerst eene merkelyke verwarring onder de Duitfchers , maar hunnen moed weldra hernemende doten zy den vyand andermaal ten nauwden in, fchoon dezelve byna ontkomen was geweest , en toen hun voordeel met dezelfde drift agtervolgende maakten zy zulk eene flachting onder de Tartaaren , dat 'er, buiten den Khdn, en eenige weinigen van zyn gevolg, nauwelyks een man ontkwam, (i). Ri c a u t meldt dit vooral niet , maar wel eene andere actie van denzelfden Generaal voor Giula , op den 19 Ottober , waarvan hy zyn brief aan den Hertog van Croy aanhaalt , waarin Hofkirken meldt , dat hy onvoorziens ©p de Turken en Tartaaren was aangevallen hen agter de eerste Palanka hadt gedreeven, en zyne dragonders de graft te voet hadt laaten doortrekken ; dat de vyand zeer derk was , bedaande uit 40 benden ruitery , 1200 Janitzaaren , en 2800 Tartaaren , die afkwamen om noodwendigheden in de derkte te brengen, dat 1000 van de laatstgemelden gedood , 2500 beeden buit gemaakt , en alle de aangebragte voorraad verbrand was. Hy voegt 'er by , dat hy zig gereed maakte om de Tartaaren , die naar Debrezin trokken, te volgen , en misfchien. is hunne nederlaag de actie, welke door de Turkfche historiefchryvers aan Hofkirken word toegeëigend. Terwyl de keizerlyken dus wraak namen op de Tartaaren wegens de menigvuldige flagen welken deze den Poolen hadden toegebragt , bleeven de Poolen zelve, (O Cant. pag. 390. Zie ook Ricaut..  OTHOMANNISCHE RYK, 909 ve , 't zy, door de nieuwe aanbiedingen van Selim Gueray verlokt , of door hunne vorige tegenfpoeden afgefchrikt , werkeloos ; (Z) De Venetiaanfehe wapenen lagen insgelyks ftil in Griekenland; In Dalmatie egter belegerden zy Klolukhi ; onder het geleide van Erizzo , Gouverneur van Katarri ( of Kattaro ) maar zy wierden met een aanmerkelyk verlies afgedagen door den Pasha van Hercegovina; die egter niettegendaande dit voordeel, kort daar na wierdt overwonnen door Canegotti. Thans kwam de Wazir naar Adrianopel terug; maar,z terwyl by eene vergelding verwagtede voor dat hy deq belegering van Belgrado hadt doen opbreeken , en den vyand genoodzaakt de grenzen van het Ryk te verlaaten , wierd hy om eene geringe beuzeling van zyne waardigheid ontzet ; want op zekeren dag uitgegaan zynde om zig met de valkenjagt te verlustigen , namen de Koltuk Wazerleri, die lang zyne vyanden geweest waren, hier uit gelegenheid om. den ligtgelovigen Soltan te overreeden, dat hy de Staatzaaken verwaarloosde , en niets dan zyne vermaaken behartigde. Hierop ontmam Ahmed hem het keizerlyk zegel , en gaf het aan Sham Tarabolus Ali Pasba. Om egter niet ondankbaar te fchynen ontnam hy hem niet alleen zyne bezittingen of vryheid niet, maar maakte hem ook Gouverneur van Damaskus ; een zeldzaam voorbeeld onder de Turken. Ali Pasha , den ongundigen toedand van het Ryk£ in aanmerking neemende., en wanhoopende te zege-fe praaien poogde . zodra hy zig tot het Wazir/chap verheven zag , vrede met de Duitfchers en Poolen te maaken (Z) Ricaut merkt aan, dat de Franfche Afgezant te weeg bragt, dat 'er een Gezant van de Porte naar Warfthavnv gezonden wierd ; zodat algemeen geloofd wierd , dat 'er een vrede zou gefloten wor* den , maar hy iegt , dat de Vmtitamn in 't jaar 1693 »niets ondernamen of uitvierden. XVI. Boek. xxu i. Afd. 'e Wazir 'gezet. Vredi wetrd.  910 HISTORIEVAN het XVI. Boek. XXII. Afd. Hej. 1105 A. D. 1694. De Duitfchers aan getast te Peterwa'radin doe den IVazit ken met uitfluiting van de Venetiaanen. Maar dewyl aan den eenen kant de keizer weigerde in eenige onderhandeling te koomen ten zy de Venetiaanen daar in ook betrokken waren en aan den anderen kant de Franfche Af. gezant door gefchenken en groote beloften de Edelen en de ülema geheel op zyne zyde gebragt hadt , verzetteden zy zig eenpaarig tegen dat. ontwerp. De Wazir , dus te loor gedeldt , zondt in 't einde van het jaar 1105 den Seraskier in Hongarye , die na een aanval op Titul gedaan te hebben , met groot verlies wierd te rug gedagen door Caprara , Generaal der keizerlyken ; maar de keizerlyken konden hun voordeel met deze overwinning niet agtervolgen , omdat de keizer , de handen vol werks hebbende aan den oorlog met Frankryk, flegts een klein leger in Hongarye gelaaten hadt, Titul fchynt in het Turkfcb verhaal , een misflag, .te zyn voor Peterwaradin , en eene van de voornaamde voorvallen in den geheelen oorlog word hier met ftilzwygen voorbygegaan. Dewyl het keizerlyk leger in ri694« niet zo talryk was als naar gewoonte , vondt de * Maarfchalk Graaf Caprara , die het bevel voerde , verneemende , dat de Wazir voorhadt Peterwaradin aan te tasten , goed zig onder die plaats te legeren en te verderken. De Wazir kwam inderdaad met zyn leger in 't gezigt der keizerlyken , maar begon , in plaats van hen aan te tasten , zig insgelyks te begraaven , en, 't geen tot hier toe zonder voorbeeld was , opende zelfs zyne loopgraven tegen de verfchanzingen van 't keizerlyk leger. Een vloot van 110 Turkfche vaartuigen naderde insgelyks tot op een kanonfehoot der keizerlyke fcheepen , en kwam ten anker in eene linie van bataailje. De Graaf Caprara over deze zeldzaamheid verwonderd , oordeelde het dienstig nog eene andere affnyding tusfehen de eerfte en de Stad te maaken, waarin hy by gelegenheid de wyk mogt neemen , en mynen voor (O Cant. p. 390. env.  OTHOMANNISCHE RYK. 911 voor de dyken te graaven, en met het noodige te vullen om den voortgang van den Wazir.te, ftuiten. (m). Op den 12 September begonden de legers en vlooten verwoed op malkanderen te vuuren : De aanval der Turken fcheen een volkomen belegering beide van Pe. terwaradin cn de keizerlyke legerplaats , want zy werkten met hunne bomben en gefchut beiden tot den 18. toen zy zig agter de keizerlyke affnydingen vertoonden, maar zy wierden fchielyk terug gedreven door de Husfaaren ; zy trokken insgelyks eene nieuwe paralel linie, zestig pasfen nader aan de vyandelyke legerplaats , en waren bezig dezelve met hunne linie van circumvallatie te verbinden. Op den 19. vuurde de Duitfche linker vleugel , van eene hoogte , met zwaar gefchut en musketten , geweldig op de eerfte linie der Turken , die van alle zyden , ruiters en voetknegten , toefchoten om hunnen linker vleugel te verfterken ; en, toen dien avond , zes bataillons van Brandenburgfche voetknegten aankwamen , fcheen de vyand in zyne aanvallen te verdauwen. Maar , 't geen hen meest belemmerde , was het verlies van vyfentwintig van hunne proviandfchepen ,. welke weggenomen wierden door de Gouverneur van' Titul , die ook drie Fregatten in den grond boorde ; terwyl vyftien honderd Tartaaren wierden afgefneden door een aanval, door den Generaal Basfompiere gedaan ; De zoon van den Khan was onder de gefneuvelden, en dit verbitterde dien vorst der wyze, dat hy dreigde met alle zyne benden te zullen wegtrekken. Des niettegenftaande bleef de Wazir in zyne aanvallen tot den 13 van October volharden , als wanneer een geweldige regen begon te vallen, die zeven dagen lang zo overvloedig aanmeldt , dat de Soldaaten in de loopgraven tot hunne knien ( «O L'Etat Milit. emp. Othra. p. 98. env. part. ii. Oost. Hist. XII. Deel. II. Stuk. Z z z z z XVI. Boek. xxiii. Afd. Door den Wazir. Die afgu lagen vord.  $12 HISTORIE vam hit XVI. Boek. xxiii. Afd. De Venetiaanen nemen Khios. knien in 't water ftonden : dit deed hem befluiten om des nagts (n~) op te breken , gelyk dan ook gefchiedde; Deze verfchriklyke regens , overtuigden den Wazir van zyne dwaasheid ; en hy zoude in zyne bedoelingen niet hebben kunnen flaagen , al ware zyn leger eens zo talryk geweest, (o) Dus eindigden de Turken hunaen veldtogt , maar de Duitfchers voegden nog Giula by hunne andere veroveringen. Laat ons nu tot de Turk¬ fche historiefchryvers wederkeeren. De Poolfche en Rusfifche legers bleven ook dit jaar hunne eigen grenzen flegts befchermen en waren niet fterk genoeg om eenige aanmerkelyke onderneming aan te vangen of door te zetten. De Venetiaanen alleen zetteden dezen veldtogt met yver voort, en bragten het zo verre, dat zy de heerfchappy over de zee zouden hebben kunnen krygen , zo zy hun goed geluk met voorzigtigheid en gematigheid hadden weten te gebruiken. Vroeg in de lente zonden zy , op aandrang der ingezetenen van Khios , den Roomfchen Godsdienst toegedaan (A) eene vloot in zee , en tasteden dat {eiland aan , Siladhar Hasjan Pasha , die toen Gouverneur was , had befloten een dapperen wederdand te doen ; maar .befpeurende , dat de Christen inwooners voorhadden de Stad zonder zyne toeftemming over te geeven , en flegts weinige Turkfche troepen by zig hebbende , oordeelde hy , om te vermyden van gevangen gemaakt te worden , raadzaam' zelfs een verdrag van overgave met de belegeraaren te treffen. De Venetiaanen floten , om den Paus (») Ricaut als boven. ( o) L'Etat Milit. de L'Emp. Othoman p 98. Tom. VI. (A) Zy waren uit Italië en voornaamlyk Venetië herkomstig, zjr bezaten het grootste gedeelte van het Eiland ; terwyl de Grieken het Dverige in hadden , en zy genooten meer voorregten , dan de overige onderdaanen van het Turkfche Ryk genoten.  OTHOMANNISCHE RYK. 9i3 Paus te verpligten , de Griekfcbe Kerken , en haalden de inwooners , deels door dwang , deels door konftenarycn , over om zig naar de Roomfehe kerkgebruiken te fchikken ; terwyl zy in verfcheiden andere zaaken insgelyks tegen de regtvaardigheid en de voorwaarden der overgave handelden. Nadat zy de zaaken van Khios dus naar hunnen zin geregeld hadden , befloten zy Smirna te belegeren ; Maar de Franfche, Engelfcbe en Hollandfche Confuls , hen op hunnen togt te gemoet gaande , fpraken ten voordee'e van die Stad , en drongen , onder andere redenen , tegen de belegering aan , dat meest alle de magazynen vol waren van koopgoederen , die , aan hunne refpeótive natiën behoorden ; en dat de Republiek, byaldien deze voorraad verdelgd of geplunderd wierdt door krygsvolk , deswegen verantwoordelyk zoude zyn by hunne meefters , met den interest daar boven. Hierop ftaakten de Venetiaanen hun voornemen, enkeerden met de vloot te rug ; In Dalmatie namen zy egter , onder het bevel van Delfini, de plaatzen Kiklut, en Klobukb , welke laatfte zy het jaar te voren hadden aangetast. De Seraskier Soleyman Pasba , Gouverneur van Albanië , poogden tweemaalen de eerfte te herneemen , maar wierdt de beide reizen afgeflagen ; ter welker oorzaak hy van nalatigheid befchuldigd zynde , van zyn posst wierdt afgezet en opgevolgd door Elmas Mehemmed Pasha , Gouverneur van Bosnië , onlangs uit het ferrail gezonden. Terwyl de Ottomanfche wapenen allerwegen in Eu-} ropa tegenfpoedig waren , brak 'er een nieuw oproer uit t in AJia, Amir Mohammed , een der Arabifche Prinfen viel met verfcheide duizenden zyner landslieden , op de Karavane , die in Pclgrimagie naar Mekka trok , en pionderde dezelve uit (B). Daar- (B) Nxdtn tyd van I. wierden jearlyks 49,000 gouden krooZzzzz 2 nen XVI. Boek. XX lil. Afd. Zydrei. je» Smirna. Voorfpoed n Dalmaie. ~)e Araieren in e wapenen.  XVI. Boek. xxiii. Afd. Tot vrtdi tverge. hêald. nen betaald aan dè Ardbiirtn van de Woeftyn tasfchen Bamaskus,. Bagdad , en Mekka ; by wyze van gifte onder de benaaming van óuneh , als of dezelve gegeeven wierden voor bet beveiligen der wegen terwyl de bedoeling inderdaad is om de plundering af te koopen. Maar nu , dewyl de Surreh ter oorzaake van den Hongaarfchen oorlog , eenige jaaren lang niet gezonden was, gaf dit den Khan aanleiding tot zyne aanvallen ; Toen dc doorlugtigfte Klidn van Taf tarye onder de Pelgrims gevangen was , verpligteden de Arabieren denzelven om hunne klagten vóór den Soltan te brengen , en rusteden Diet voor dit alle ds agterftsilen betaald waren, Ca»t^ (f ) Cjlnt. pag. 391. feq. (C) Dit moet verftaan worden van den Prins van Mekka-, die «en afftammeling van Mohammed beweert te zyn. 914 HISTORIE VAN HET Daarna het getal zyner benden vermeerderd hebbende , dorst hy Mekka zelfs belegeren ; dog door eerbied voor die heilige Stad , en door vrees van zig aan heiligfchennis fchuldig te maauen , verliet hy dezelve ftraks weder. De Beglerbeg van Sbdm (Damaskus') wierdt met de andere Pasba's van deze dreeken tegen hem gezonden ; maar de Sheykh verfloeg hen aden door eene krygslist, en deedt hen vlugten (/>). Ricaut zegt, de Sharif (C) eene zeer ryke Stad hebbende uitgeplunderd , verdeelde zyn leger , 't welk eene drikte krygstugt onderhieldt , in twee deelen , waar van de eene divifie bleef by den Sharif , tusfehen Mekka en Medina gelegerd; De andere trok naar de Provintie van Basra , om zig tegen de Pasha $ van die ftreeken aan te kanten , en alle gemeenfehap met Hdlep of Aleppo aftefnyden. Eindelyk fchreef de Mufti uit een gevoel van den laagen daat , daar het Ryk toe gevallen was , een brief aan den Sharif om hem tot vrede te vermaanen , en onder 't oog te brengen , dat hy , zonder de Mufulmanfche geloofsbelangen te verraaden , geen oorlog tegen den Sultan kon voeren in een tyd , ter-  OTHOMANNISCHE RYK. 9*5 terwyl het Otbmdns Ryk van alle kanten niet vyanden gedrukt wierdt. Deze brief van den Mufti wierdt onderfteund door de vermaaningen van verfcheiden Pasbas , Mollabs, Kadis , Sheyks, en anderen die den Godsdienst ter harte namen ; zelfs Kalailikos Ahmed Pashd , die met krygsbenden tegen den Sharif gezonden was , wierdt een bevorderaar van den vrede, en maakte ge^ bruik van zyne pen in plaats van het zwaard. Deze vermaaningen , ten voordeele van den Godsdienst , hadden zulk eene goede uitwerking , dat eerst verfcheiden Arabifcbe Prinfen van hunne verbintenis met den Sharif afftonden , en dat eindelyk de Sharif zelf de vyandelykheden ftaakte. Het jaar 1695. begon met een verfchriklyken brand te Conftantiriopel , waardoor 4000 huizen en winkels in de. asfche gelegd wierden ; De Oorlogstoerustingen , zo wel ter zee als te land , gingen egter voort (p ). In 't midden van al dat gewoel, terwyl het Ryk van zo veele vyanden omringd , en byna geheel ondermynd was , verliet Sohdn Ahmed in 't jaar 1106. van de Hegira deze wereld , na vyftig jaaren geleefd , en vier geregeerd te hebben. In geftel en geaartheid geleek hy volkomen naar zyn broeder Soleyman , welken hy egter niet evenaarde in devotie , omdat zyne geest veel levendiger , fchoon niet doordringende was. Hy gaf gehoor aan de lasteringen , welke zyne huifelyke Officiers hem dik wils in de ooren bliezen , en veranderde niet zelden op derzelver aandrang , de gewigtigfte zaaken , of voornaame perfoonen om de beuzelagtige oorzaaken. Hy was zeer gefield* om voor een voorftander en handhaver van geregtigheid gehouden te worden , fchoon hy , uit hoofd zyner domheid, het ampt van regter niet waarneemen kor>- ( j) Ricaut als boven. Zzzzz 3 XVI. Boek. xxm. Afb. \hmed Itrft.- Hej. notf. ft D. 1695' Zyn karakter.  XVI. Boek. XXIII. Afd. Zyne ge-. Jialté. VIER- 916 HISTORIE VAN het konde , en alles geloofde , wat zyne vrienden , door de twistende partyen omgekogt, goedvonden hem wys te maaken (r). Ricaut geeft een gunftiger karakter van hem op; te. -weten ; dat hy eèn vorst was van eene goedhartige* geaartheid , die zelfs geen kwaad vreesde , en niemand eenig leed zogt te doen ; dat hy een levendigen vryen en vrolyken inborst hadt; zynde tevens een dichter en muzikant. en zingende de gezangen welken hy zelf gemaakt hadt, Ook fpeelde hy wel op de Cither en Kolesfeo , op de Perfiaanfche wyze. De zelfde fchryver zegt , dat dè oorzaak van zyn dood was eene groote vermin, dering zyner longen ; dat hy op zyn uiterde verlangde met zyn broeder Mostafa te fpreeken ; ea toen deze niet overgehaald konde worden om by zyn zieltogenden broeder te gaan , hy aan hem met dervende lippen beval te zeggen , dat alles wat hy hem verzoeken wilde , was, dat hy zyn zoon in 't leven wilde fpaaren (s). Hy hadt groote zwarte oogen , en een bleek voorkomen , eene ronde ruwe baard met een mengzel van zwart; een regte en lange neus , een middelbaar datuur , met een vooruitdeekende buik , meer door wa« terzugt dan vet veroorzaakt (O* (r) Cant. pag. 304. (y) Ricaut als boven, (t) Camt als bovea.  OTHOMANNISCHE RYK. 917 VIER- EN- TWINTIGSTE A F D E E L IN G. De regeering van Moftafa II. . Het voorgevallene vóór den Slag van Olash. Na den dood van Ahmed,deedt de Wazir Shdm Parabolus Ali Pasba zyn best om Moftafa , oudften zoon van Mohammed IV. in de verkiezing te doen voorbygaan , even als Kyoprili Moftafa Pasba by d^-n dood van Soltan Soleyman II. gedaan hadt; maar hy daagde niet even gelukkig als deze in zyne poogingen Om zyn oogmerk te bereiken, riep hy eene raadsvergadering van de voornaamde Amptsperfoonen famen ; en vermaande hen om lbrahim, den zoon van Ahmed , een Prins degts drie jaaren oud , op den throon te plaatfen ; tot reden bybrengende , dat het onregtvaardig zoüde zyn de Kroon van den zoon eens Soltans , die in derzelver bezitting geftorven was , te fchenken aan den zoon van eenen , die afgezet, en dus van alle aanfpraak op dezelve vervallen was. Dit waren zyne voorwendzels , maar zyne wezenlyke beweegreden was , dat hy vreesde onder de regeering van Moftafa een Prins in vol. le . kragt , en in de daatzaaken bedreven , die volftrekte magt over den daat en 't leger te verliezen , welke ii hy onder Ahmed gehadt hadt , en hoopte zonder zwaarigheid of tegenftand onder de naam - regesring van een kind Soltin Moftafa. XVL Boek. XXIV. Afd.  XVI. BOFK. XX V. A:,D. Hy 'leve;'; tigt den Wazir. 918 HISTORIE VAN HET kind te zullen behouden. Maar voor dat hy de Ryksgrooten tot zyn gevoelen konde over haaien , gaf Nezir Aga , de Hazanddr Bdsbi (D) berigt aan Mojlafa wegens den dood van deszelfs broeder , en hem zyne gevangenis openende verzogt hy hem den Othmdnfcben fcepter te aanvaarden. De Prins fchikte zig gereedelyk naar zulk een aangenaam voordel, en beklom , terwyl de Wazir over de verkiezing van een Soltan beraadflaagde, buiten deszelfs kennis den Throon, alwaar hy eerst, als keizer begroet wierdt door Chalik Ahmed Aga en CherUes Mohammed Aga , twee Officiers van groot aanzien. Zodra deze verkiezing aan de overige Hof- en Staatsbedienden bekend wierdt, hadt dezelve eene algemeene goedkeuring , en elk haadede zig om des Soltans kleed te kusfen. De Wazir zelfs ziende zyne ontwerpen door de Officieren van de kroon verydeld , beyverde zig , met eene fchynbaare blydfchap in zyn gelaat en houding, zyn pligt by den keizer af te leggen , en wierdt door denzelven met een kleed , met zabelvellen gevoerd , befchonken , terwyl hy hem , zyn ongenoegen insgelyks ontveinzende, beval de Staatszaaken te blyven waarneemen ; waar na hy op den derden dag zyn voornemen verklaarde om het leger tegen de Duit/chers in eisen perfoon te gaan aanvoeren (E). Hy onderzogt, befchikte en regelde alles , gaf last om zwaar gefchut te gieten , en delde ordre op de krygstoerustingen. Hy vergat onderwyl zyns vaders getrouwe dienaaren niet , die na afgelegen oorden veripreid waren , en welken hy ; ( D ) Of bewaarder Van de fchatten in het Trouwen Serrail. ( E) Dewyl volgens Ricaut door Ahmed , flegts vyftien beurfen in de fchatkist gelaaten waren , wierden de groote Officiers en Ulema getaxeerd ; De Wazir op anderhalf millioen , behalven vyf millioen ïuwelen. De Koningin moeder gaf zeven en een half millioen in gereed geld , en een half millioen wieidt genomen van de Wad uwe van den overleden ów'fa».  OTHOMANNISCHE RYK, 919 by met nieuwe waardigheden begunftigde. Onder anderen deedt hy Ehnas Mohammed Pasha een van zyns vaders meest begundigde kamerdienaars uit Bosnië komen , en ' maakte hem eerft Nishdnji Pasha (F) vervolgens Rekiub Kaymaykdn (G). Hierdoor won hy zo veel achting, dat het volk hem eerbiedde als eene zon , die van agter eene dikke wolk helder kwam doorfchynen , en alle wolken verdryven zoude , terwyl het krygsvolk zig van zelve aanbood om in den volgenden veldrogt te dienen. Toen alles vroeg in de lente in gereedheid was, be-^ laftede hy den Wazir zig met het leger buiten Adrianopel neer te daan , drie dagen daarna ging hy , om te weeten wat men van hem en zyne ftaatsdienaars zeide , vermomd derwaards , en bemerkte dat men algemeen onderftelde , dat alles nog , even als te voren , door den Wazir , buiten des keizers kennis , wierdt uitgevoerd. Dewyl dit zyn ongenoegen tegen dezen daatsdienaar aanzettede , bedoot hy hem te bederven ; en bemerkende , terwyl hy de krygstoerustingen onderzogt , dat de vervoertuigen van het zwaar gefchut niet genoegzaam met yzer bedagen en'verzorgd waren , berispte hy hem deswegen ftrengelyk De Wazir , om zig zeiven te bevryden , wierp de fchuld op den Jopchi Bashi (H). Maar deze verklaarde ter zyner verdediging , dat de Wazir geweigerd hadt hem het nodige yzer te verfchaffen. Dewyl de Wazir dit niet konde ontkennen , beval de Soltan hem ter ter dood te brengen , en zyn lyk drie dagen in de Sir ik Meyddn (u) ten toon te leggen. Hy («) Caht. in Moftafa II. p. 395. env. (F) Hyzet de Tura, het merkteken, of karakter , van des Soltan's naam boven de Fermans of Bevelfchriften. Dit is een zeer aanzienlyke post. Cant. (G ) H y moet de zaaken waarneemen terwyl de Wazir in 't leger is. -— Cant. (Hf) Opziener over het Kanon. Oost. Hist. XII. Deel. II Stuk. A a a a a a xvr. B: ek, xxiv. Afd. 'rengthem t dtod.  XVI. Roek. XXIV. Afd. Neemt Lippa en Titul in. Veterant aangetast. pao HISTORIE van het Hy wierdt: opgevolgd door Elmas Mohammed Pasha te voren genoemd , een perfoon van een fcherp vernuft en die deze waardigheid verdiende ; Die verkiezing verwekte egter gemor onder de oude Paska's , die t'onvreden waren, dat zy nu daan moesten onder een jongman , die nog onbedreven in zaaken was. Soltan Moftafa ondertusfchen geen acht daande op dit gemor , trekt met zyn leger den Donau by Belgrado over (I) en neemt Lippa weg Naderhand vermeederde hy Tu tul , en degtede de wallen van de beide plaatzen. Terzelfder tyd door de Tartaarfche fpions berigt krygende , dat Veterani met zeven duizend Duitfchers van Tranfth vanie agt uuren van het keizerlyk leger , door Fredrik Augustus keurvorst van Saxen , aangevoerd , af was , zondt hy Mahmud Beg - Ogli, Beglerbeg van Rumeli met de ligfgewapende benden om hem te onderfcheppen , terwyl hy met het overige van zyn leger haastig volgde. Den tweeden dag kwamhy in 't gezigt van de Duitfchers , die de dapperfte benden genaamd mogten worden , welke Duitfcblarul immer voortbragt , want zonder eenig teken van vrees hielden zy ftand , en daagden in zekeren zin de Turken y die in een verbaasde groote menigte op hen los gingen , tot den ftryd uit. Mahmud Beg-Ogli , fchoon veel fterker in getal j. beval zyn volk niet te vegten , maar alleenlyk den vyand aan den gang te houden tot de aankomst van den Soltan , die terdond aan zyne Janitzaaren last gaf denzelven van alle kanten aan te tasten. Aan den anderen kant hadt de keizerlyke Generaal , twee regimenten agterlaatende om de legerplaats te bewaaren , flegts 5000, man in 't open veld gebragt, die , hoe klein van getal, den (I) Hy vertrok op den ro.- Juny met een leger van 50,000 man, bevelende onder anderen , dat niemand zig door jongens zou mo^ea laaten dienen of op bezaaide gronden ryden , Ricact,  OTHOMANNISCHE RYK. 921 den ichok der Othmanen egter zo dapper nitflonden, dat deze na een korten tegenftand verpligt waren te wyken. De Soltan op cencn afftand de flagting van zo veelen zyner manfchap bemerkende , trok in woede voort, en verfcheidenen der wegloopers met zyn eigen hand doodende drong hy de overigen om het gevegt te vernieuwen. De Turken door fchaamte over hunne terugdryving genoopt, trokken de linker vleugel der Duit/chers voorbv,, tasteden hunne legerplaats met wagens omringd aan , en drongen , fchoon ■ met een aanmerkelyk verlies , in dezelve. Veterani, dat ziende , leidc zyne benden te rug, en op de plunderaars aanvallende, maakte hy daar eene groote flagting onder. Hier op vlugteden de Turken wederom hals over. kop , tot dat zy den Soltan ontmoeteden , die, zien-j de Sbabin Mohammed Pasba, hem in deze bewoordin-' gen beftrafte ; „ De man , die u Sbabin , dat is , de „ Valk genaamd heeft , heeft eene groote onwaarheid „ gezegd ; dewyl gy niet , gelyk een Valk uwe roof„ zieke klauw in het hoofd van den vyand zet ; maar „ even als een kraanvogel eene bende vlugtelingen agter „ u voert." Sbabin , door dit verwyt getroffen brengt met Mohammed Beg de vlugtende benden aan het ftaan, voegt haar famen, en befluitende te overwinnen of te fterven doet een derden aanval op de Duitfchers. De Janitzar Jga, door den Wazir bedraft, doet hetzelfde met de verftrooide Janitzaaren. Dus ving het gevegt weder aan, en wierdt verfcheiden uuren met groote hevigheid voortgezet De Duitfchers zouden egter , naar alle waarfchynlykheid die herhaalde en vereende poogingen nogmaals verydeld hebben , zo Veterani , niet in de hitte van den dryd , door eene wonde genoodzaakt was geweest van zyn paard afteftappen, (K) en zig opeen wa- (K) Hï wierdt, met een Musketkogel door 't lighaam gefchoten, Aaaaaa 2 en XVI. BOFK". XXIV. Afd. Zyne dap>ere verlediging»  922 HISTORIE van het XVI. Boek. XXIV, Afd. En aftogt. De Pooler werkeloos. wagen te begeeven ; want op dit gezigt begonden ftraks de keizerlyken , van hun bevelhebber beroofd , te wyken. Deze aftogt gefchiedde egter in zulk eene goede orde , dat Soltan Moftafa , het gevaar begrypende van zulke dappere mannen door vervolging tot wanhoop te brengen heimelyk bevel gaf aan den Mufti , om door het een of ander middel het Othmanfche leger binnen het kamp te houden. Dit werkte die Prelaat uit door een Fetvab ; verklaarende , dat het ftrydt met de voovfchriften van den Ai koran een vlugt enden -vyand te kort op de hielen te volgen ; en dat elk , die in zulk een bedryf fneuvelde, de kroon van het martelaarfchap verliezen zoude. De Soltan hadt inderdaad verfcheiden gewigtige redenen om zyn volk van verder vegten aftehouden. Hy hadt , wel is waar iooo ruiters en 1500 voetknegten van den vyand geveld, maar deze hadt zig gewroken, door de flagting der eerfte Officiers van 't leger en van omtrent 10,000 Soldaten. De Soltan derhalvcn de Duitfchers een veiligen aftogt hatende neemen , leidde zyn leger naar den Donauw te rug. Op dezen hertogt nam hy Logush en Karanfebes, plaatzen zonder verdediging , weg, en dezelve verwoest hebbende keerde hy zegepraalende door Wallachye naar Konflantinopel. Van den anderen kant Fredrik Augustus , zyne benden meer aan den vyand vertoond dan ten dryd aangevoerd hebbende, deed hen zonder eerrige zegetekenen de winterkwartieren betrekken. De Poolen , 't zy ter oorzaake van des Konings ongcfteldheid , of door hunne vorige verliezen afgeichrikt waagden het niet in dezen veldtogt Moldavië weder in . te trekken , en vergenoegden zig met hunne verove- rin- en kreeg een Sabelhouw op 't hoofd , waar van hy ftierf. Al zyn volk wierdt in ftukken gehakt, hebbende i8jOOo Janitzaaren , era 40,000 Spahi's tegen zig. Kicaut.  OTHOMANNISCHE RYK, 923 ringen verzeekerd en hunne grenzen tegen de geduurige invallen der Tartaaren befchermd te hebben. Deze woeste natie mistede niet jaarlyks Podolïe en pokutie tot aan Leopolis te verwoesten, en de ingezetenen, die te veel, op de Poolfche wapenen betrouwden , gevangen mede te voeren. Ja de winter was nauwelyks over, toen Kapldn Gyeray , Khan van de Krim de voordeden van die vesting zelve overviel , vier dukken kanon van de poort wegnam , en met meer dan 14,000 gevangenen te rug trok , zynde' op het punt geweest van den Generaal Tablonowski zeiven in zyne magt te krygen. Peter I. Czar van Rusland, tastede, met oogmerk om dit kwaad in zyn oorfprong uitteroeyen , in het begin van den zomer Azak (of Azof) het derkde bolwerk van Krimi Tartarye , aan , maar dewyl zyn volk nog niet gewend was om belegeringen te doen , was hy genoodzaakt o nverrigter zaake afte trekken. De oorlog wierdt dit jaar met den meeden voorfpoed\ tegen de Venetiaanen gevoerd , die door hunne verr>f vering van Khios opgeblazen , de heerfchappy over de* zee beweerden. De Turkfche fchepen dorsten zig inderdaad niet vertoonen , men hieldt verfcheiden raadpleegingen aan de Porte , hoe de zeemagt , in. een beteren ftaat te kunnen brengen. In deze raadsvergaderingen onderfcheidde Mezzo Morto (L) te dezer tyd niet meer dan (L) Mezzo, of zo als 't uitgefproken wordt , Mitzo, was een Afrikaan , van Moorfche ouderen geboren , en vermaard door zyne Zeeroveryen in zyne jeugd uit Tunis gepleegd. Hy wierdt in een gevegt tegen de Spanjaards , waarin hy gevangen wierdt genomen , zo zwaar gewond , dat men aan zyn leven wanhoopte , waarvan hy den naam van Medzo Morto of half dooden kreeg. Na eene gegevangenis van 17 jaaren .wierdt hy vrygekogt , en heivattede zyn vorig bedryf met grooten voorfpoed. Voor zyne dienden te Khios wierdt hy tot Kapitein van eene. Galcy aangefteld en toen de Soltan Aaaaaa 3 hem XVIS Boek. XXÏV. Afd. renetiaaif. :he zaaen.  924 HISTORIE van het XVI. Boek. xxiv. Afd. De Vene tiaanen door Metze- Morti geflagen. dan bevelhebber van een enkel fchip, zig op eene zonderlinge wyze , want voor den Raad ontboden zynde keurde hy niet degts een vcnvecrenden oorlog , daar de mecden toe overhelden , geheellyk af, maar boodt ook aan om zelf Kbiós te gaan hernemen , zo men hem flegts vier Soltana's en agt Galeyen geeven wilde. De Admiraal Amujeb Ogli Husfcyn Pasha behandelde hem op dit voordel met verachting , als een verwaand en onbedachtzaam menfeh , en voegde zelfs dreigementen by zyne berisping. Maar de Seraskier M-esrü Ogli, die het voornaams!: bedier van den oorlog tegen de Venetiaanen hadt j zyn ontwerp goedkeurende , gaf hem de Schepen , welken hy verlangde f-ro). . Mezzo Morto zeilde met dezelve naar Khios , werwaards by welhaast van de geheele Turkfcbe vloot gevolgd } wierdt , en , na twee der Venetiaanfche fchepen gefchikt om de haven te befchermen, genomen te hebben, dwong hy de overige te vlugten. De bezetting , die te voren de Turken veracht hadt , verloor op het gezigt van deze nederlaag al haaren moed ; zy hadden zig nooit verbeeld , dat de Turkfche vloot , zo dikwils gedagen , zig zo ras weder zou hebben kunnen herdellen , noch ook , dat zy iemand onder hen hadden , die hen de konst van ter zee te oorlogen leeren konde ; het gevolg' van deze denkbeelden was geweest dat zy , op hunne vloot (ir) Cakt. als bov. bov. p. 397. env. bsm dc waard gbeid van Admiraal met 3 Tugs fchonk , gaf hy hem tl MM - r i iiti l om zyn matroozen pak te blyven draagen. Toen de andere Waxitt hem drongen het zelve af te leggen , zeide hy, dat de lïirkj ht kleeding niet voegde aan een matroos , en dat alle op. nbetanmlyk was voor een zeeman , zodat federt alle de Admiraal* ei: /.'.. kapiteins hun fcheepsgewaad gedragen hebben. Hy onderwees de Matroozen en Zeefoldaaten io de konst van ter zee te vegten. Cant.  OTHOMANNISCHE RYK, 925 vloot vertrouwende , de verfterking van de Stad verwaarloosd hadden ,• En , gelyk alle hunne werkzaamheid ten opzigt van dezelve z;g bepaald hadt om de Griekfcbe kerken te duiten , en andere geweldenaryen tegen het gemaakt verdrag te bedryven , zo wendden zy thans, zig buiten ftaat bevindende om de Stad tegen zulk een magtig leger te verdedigen , alle hunne'gevoeligheid tegen hunne medeburgers , en befloten hen onder de lasterlyke benamingen van verraaders en fchurken , uit te plunderen en -om te brengen. De Grieken zig in deze gevaarlyke gefleldheid bevindende, poogden de woede hunner tyrannen te verzagten, en hen tot barmhartigheid te beweegen door hun fterke blyken hunner getrouwheid te geeven ; dog vindende , dat dc boosheid hunner vervolgeren zig hier door niet verzagten liet , gaven zy, uit gebrek van eene andere uilkomst , aan den Seraskier berigt van het* gevaar daar zy in waren. Die Generaal, zig verbeeldende , dat dit eene fcrygslist der Venetiaanen was om een fchielyken aanval te voorkomen , ftelde de belegering der Stad uit; en gaf dus gelegenheid aan de Venetiaanen , om na de inwooners en de kerken -uitgeplunderd te hebben zig aan boord van hunne overige fchepen in de haven te begceven. Den volgenden dag nam de Seraskier , de vlugt der Venetiaanen verneemende , de Stad in , en de zu'kcn , die zig in de fchepen niei hadden kunnen bergen , uit hunne verholen fchuilpiaatfen te voorfchyn brengende , deedt hy hen fterven. Ook noodzaakte hy die kbians, die tot de Roomfcbe Kerk waren dtfërgègaari , om zig weder by de Griekfcbe te voegen , of hy wierp hen in de gevangenis , en den Grieken de Kerken , die hen ontweldigd waren , wedergeevende, deedt hy die der Latynen fluiten. Dus nam hy op de laatften wraak van alle de geweldenaryen , die, zy tegen de eerfte hadden aan- XVf. BCEK. XXIV. Afd. Zy verlmten Khios»  - XVI. •Boek. XXIV. Afb. De Arabierengeflagen. Hej. 1107. A. D. 16915. De Turken Mngctast, HISTORIE VAM MET aangevangen. En htm ongeluk wierdt niet veel verligt door eene overwinning , welke zy by Argos bevogten, waarin zege men 400 Turken fneuvelden. I n Arabie wierdt derebei Skcykb Amir Mohammed geflagen door de pelgrims, die Arflan Pasha Gouverneur van 'Iripoli te famen bragt, en waarby hy eenige benden voegde; Die gevaarlyke wonde van het Turkfcbe Ryk wierdt dus , zo niet geheeld , ten minden voor een tyd bedekt. Soltan Moftafa vierde by zyne te rugkomst te Adrianopel, deze overwinningen , als zo-veele gundige voortekens zyner gelukkige regeering met groote plegtigheid , en maakte Mezzo Morto , door wiens beleid hy Khios heroverd hadt , opper-Admiraal. Hy beloonde insgelyks de overigen , die zig in dezen veldtogt onderfcheiden hadden ; terwyl de Turken in het algemeen door den laatden voorfpoed aangemoedigd , toen zyne bevelen om een talryk leger op de been te brengen bekend wierden , zig in menigte daar toe liéten opfchryven. Maar voordat hy de noodige toebereidzelen tot den veldtogt gemaakt hadt , belegerde Fredrik Augustus, Keurvorst van Saxen , op het einde van 't jaar 1107 Temes< war met het Keizerlyk leger , De Soltan haastede zig, op deze tyding , om de vesting fchielyk by te fpringen , en de Duitfchers vonden op deszelfs aannadering goed de onderneming te daaken , en zig op een afftand van agt uuren van de Stad nêer te daan , met oogmerk om een waakend oog op de Othmanen te houden. Deze kwamen kort daarna op, en hunne tenten in 't gezigt van den vyand rpgedagen hebbende,op raad van Tekeli, die den Soltan vergezelde , verderkten zy hunne legerplaats met derke borstweeringen, zo wel als met wyde en diepe graften; eene ongebruikelyke zaak by de Turken. Den volgenden nagt bedoot de keizerlyke Generaal tot een ftouten aanval , die zeer roemryk zou geweest zyn , ware hy met eene gelukkige uitkomst bekroond geworden.  OTHOMANNISCHE RYK. 917 den. Daar lag tusfehen de twee legerplaatfen een ftuk gronds vol met doorneflruiken bezet, omringd met een moerasfigën grond ; het kreupelbofch was nauwelyks een Italiaanfche myl lang ; maar het was zo digt dat een ongewapend man daar niet door konde komen, Hier beval hy 24 paden te hakken, cn deedt met he: aanbreeken van den dag het leger met 24 ftukken door die paden trekken , om de borstweeringèn aan te tasten De S'ldaaten voerden deze velen met groote dapperheid uit , en hunne artillery drie of viermaal gelost hebbende , vielen zy geweldig op het kamp van den Soltan aan ; maar ongelukkig troffen zy het fterkst gedeelte van her zelve , alwaar de Janitzaaren , en Mesrli, met zyne Egyptenaar en geposteerd waren. Niettegendaande dit a.les drongen zy in de graften , en maakten eene groote fl-gting onder de Tui km , het welk zulk een fchrik in 't heele leeger bragt , dat de Soltan zelf zyne tent verliet , en naar het ander einde van de legerplaats afweek j maar welhaast wierden zy door bet meerder getal overweldigd, en moesten met groot verlies van volk, en van hunne 24 ftukken kanon , te rug wyken. Deze overwinning was voornaamlyk te danken aan den Wazir Etmas Mohammed Pasha , die de eerfte met r zyn volk de woede der Duitfchers , thans op des Sol-l tans pavilioenen aandringende , ftuitede en door zyn voorbeeld den moed deedt herleeven onder de Janitzaaren , door den fchielyken inval van den vyand in de uiterfte verwarring geraakt. Nadat de Duitfchers aan 't wyken gebragt waren wierden zy geheellyk geflagen door de Bojlanji die , fchoon eeniglyk voor des Soltan's lyfwagt gefchikt , en te voren nooit in eenigen krygsdienst gebruikt , in dit gevaar door Moftafa , wierden afgezonden om de Janitzaaren by te fpringen- Daar wierden egter aan den kant der Turken, neergeveld Moftafa Pas. Oost. Hist. XII. Deïl. II. Stuk, b b b b b ha, XVI. Boek. XXIV. Arr». Duithers af  XVI. Boek. x-xiv. « ▲ro. i i ! Bellus fen ntmen Afof In. O) Cant. pag. 400. (j) Ricaut in Moftafa Ii> ?28 HISTORIE Ta» «t ia , Gouverneur van Temeswar , des Wazirs broeder, ;n verfcheiden andere Officiëren van rang , behalven verfcheiden duizend Janitzaaren en Egyptenaars. Van de Duitfchers wierden de zulken alleenlyk gedood , die in Je graften gevonden wierden. Het overige leger ftondt Jen geheelen dag in flagorde , om de Othmanen zo zy ust hadden op te komen , wel te ontvangen ; maar Ie Soltan met de tegenwoordige overwinning vergenoegd , belastede den Mufti om door een Fetvah alle verder [tryden te verbieden , en weinige dagen daarna ooftsvaards trekkende , eindigde hy den veldtogt (*). Volgens de Christen-gefchiedfehry vers maakte de nagt een einde van den ftryd, welken de keizerlyken den volgenden dag wenfehten te hervatten , maar de Turken hadden hunne legerplaats voor den morgen zodanig verfterkt, dat dezelve onwinbaar wierdt geoordeeld. De keizerlyken verloren hier veel volks, en verfcheiden brave Officiers, byzonderlyk den Generaal Heujler , en den Majoor Generaal Poland , die beide aan hunne wonden ftierven. Ook verloren zy , in de hitte van 't gevegt , eenig kanon, omdat hunne affuiten aan ftukken gefchoten wierden. Aan de zyde der Turken bleeven meer dan agt duizend man , volgens het berigt van een Pasha , die in den flag krygsgevangen gemaakt wierdt (y). De fooien hadden dit jaar , behalven hunne gewoone traagheid , nog eene andere verhindering om een leger in 't veld te brengen ; te weeten de dood van Jo. ban Sebieski , die na eene lange ziekte , op den 17 van Zilhadeb (den 6 Juny 1697.) overleedt; Dit bragt kuyperyen voort, die gemeenlyk de verkiezing van een nieuwen Koning over die Natie vergezellen. Dog, in vergoeding, kwam  0TH0MANNI5CHE RYK. 9i9 kwam Pieter I. Czar van Rusland , onderfteund door Officiers en kanonkrs , welken hy uit Duitschland hadt getrokken , en met een leger , waarin beter krygstugt heerfchte dan 's jaars te voren om Azek, (Azoffte belegeren welk hy zo dapper aantastede, dat de bezetting, na tot 400, gefmolten te zyn , het kasteel overgaf, welk voorbeeld weldra gevolgd wierdt door die van het Kasteel van Luttikh , daar tegen over liggende. Terwyl de Rusfen "aan dezen kant de overhand hebben , belegeren de Venetiaanen Dulcineum , eene haven beroemd wegens de verzameling der Turkfche zeeroovers, maar zy worden door de bezetting genoodzaakt de belegering op te breken , nadat zy Omer Beg , Pasha van Arnaud, van hunne affnydingen dapper verdreven hadden ; fchoon zy , naar alle waarfchynlykheid , een aanmerkelyken fchok geleden zouden hebben , zo niet Liberakhi , Prins van Mania, zyne landlieden door eene krygslist tot*opftand hadt bewogen, zodat de Othmanfche kragten nu verdeeld waren , en de Seraskier zig hierdoor in de noodzaaklykheid bevondt , ten minften gevoeglykst oordeelde , af te tretken, De Venetiaanen aan den anderen kant, vergenoegd met hunne vroegere voordeelen te befchermen , bevlytigden zig om Hexamilion (N) weder te krygen , met oogmerk om Morea te lande te beveiligen. Ter zeo beftierde Mezzo Morto Kapudan Basfa de vloot op eene wyze die te voren den Turken niet bekend was geweest. Hy vermydde het gevegt, 't welk zyne voorgangers altyd gezogt hadden , zonder op wind of gefteldheid van zaaken acht te geeven. Hy befpiedde ondertusfchen alle de bewegingen der Venetiaanen , die van verwondering over zyn gedrag getroffen geen flag dor- (N) Een wal of dyk , zet tnylfin lang , door de landengte w» Ktritw gebouwd , met een Stad niet verre af, tan Zuidwesten. Bbbbbbs XVI. Boek. xxiv. Afd. De zaaken ier Veneliaanen. 1  XVI. Boek, xxiv. Afd. Zegepraal van Mostafa. Pei fifche Afgezant. 930 HISTORI VANHIT dorden waagen , zodat 'er dit jaar aan geene van bei* de zyden iets merkwaardigs verrigt wierdt. Mostafa zyn leger naar Adrianopel te rug geleid en afgedankt hebbende , begaf zig naar zyne andere hoofftad , waar hy zyne intrede deedt met zo veel pragt en ftaatfie , als of zyne overwinningen die der veroveraars van Konflantinopel Hungarye en Egypte overtroffen hadden. Het grootfte fieraad egter van zyne zegepraal was de 24 ftukken kanon , op de Duitfchers by Temeswar veroverd , gevolgd van verfcheiden edele gevangenen in den vorigen flag tegen Vtierani gekreegen. Op den derden dag , na deze openbaare intrede , bezogt de Soltan de graftombe van Ahu Ajub Anfdrï, alwaar hy door den Sheykh van die Jami (z ) met een zwaard omgord wierdt. Op den 1 November kwam een Afgezant van Perfie te Konflantinopel , en op den ao deedt hy zyne intrede te ^Adrianopel op eene zeer pragtige wyze met een gevolg van 150 perfoonen , en hadt gehoor by den Soltan. Het oogmerk van dit gezantfehap was om Babek Soleyman Bey , ter oorzaak van deszelfs onrustige gedeldheid , uit zyn Gouvernement van Karamania te doen zetten ; Om den Perfiaanen eene afzonderlyke plaats , van alle andere Natiën afgefcheiden , in den tempel van Mekka ter verrigting van hunne gebeden te doen aan wyzen; En om de Armenifche Patriarchen in 't heilig land den voorrang te doen geven boven andere van de Christen Sekten , aan den koning van Perfie onderworpen. Na een verblyf van 25 dagen antwoordde men den Afgezant dat Bahek , een erfelyk Prinsdom beftierende , niet konde afgezet worden zonder de wet te verbreken ; Dat de Tempel te Mekka voor alle Mohammedaanen opendondt , en dat men derhalven den Perfiaanen geene afzonderlyke plaat* konde aanwy- zen; (g) Cakt. pag. 402. enw  OTHOMANNISCHE RYK. 931 zen ; Eindelyk , dat in den tyd van den Wazir Mc fiafa Pasha ,' de voorrang in 't heilige land op eere plegtige wyze aan Ae Franken gegeven was , cn dat dezelve niet mogt gefchonden of ingetrokken worden. Op zyn verzoek wierdt egter eene plaats voor Gods. dientsoeffening in Conflantinopel, die voormaals den Armeniërs hadt toebehoord . aan de onderdaanen van Perfie weder gegeeven : Maar na zyn vertrek wierdt dit weder ingetrokken , en de Armenifche Commisfaris kon geen herdel bekomen. (a). Toen de gemelde plegtigheden voorby waren, lag deü Soltan zig geheellyk toe om de krygstoerustingen voortri te zetten , en gaf byzonderlyk last tot het bouwen van 36 groote oorlogfchepen waar van een gedeelte gebruikt ftondt te worden tegen de Venetiaanen cn een gedeelte tegen de Rusfen, die na het innemen van Azak begonnen hadden eene vloot met eene gfoote-menigte galeyen en Galliooten , in de Zwarte zee te voeren. Hy vereerde Mezzo Morto , den Admiraal , in matroozen gewaad gekleed , met drie Tugs, en gaf hem het bevel over de geheele zee , met de eilanden daar in ; Ook fchonk hy gevoegelyke belooningen aan de overige Zee Officiers , aie zig in de vorige togten onderfcheiden hadden. * Om zyn leger voltallig te maaken deedt hy 12,000 Tamaghi Janitzaren (O) en 8,000 Leven, di (?) optekenen, oeffende de foldaaten en hovelingen dagelyks in het gebruik der wapenen , en een Perman hebbende afgekondigd beval hy de geheele derkte (0) Ricaut als boven. (O) NiüuwtiiSGs geëarolleerd , of by gelegenheid gero. Hien uit de Jebeji , of andere nieuwe benden. Cant. (P) Eens verbastering van een ItaUaanfch woord , het betekent de Zeemagren $ een ongeregeld foort van menfchen, maar »nder eenige regelmatigheid gebrast door Mcrto Mezzo. Bbbbbb 3 xvr. Boek-; XXiV. Ars. 'rygstoetstingen.  932 HISTORIE vam h«t XVI. I Boek. XXIV. Afd. De Munt veran derd. a. d. 1697' Opfland i Arabis. :e van 't Ryk te Adrianopsl op Hedrelcz ( of St. George's dag) te verzamelen. Om tot het uitvoeren van alle zyne ontwerpen in daat te zyn was zyne eerfte zorg geld te verzamelen door middel van belastingen op het volk en op de ampten te leggen. Ook maakte hy eene nieuwe fchikking in de munt , daar nooit iemand zyner voorzaaten om gedagt hadt, en daar geen voorbeeld van was in eenig land behalven 1 jaars te voren in Engeland; te weeten , dat alle de goude en zilvere ftukken , die door het Othmanfcbe Ryk liepen , met zyn naam zouden gedempeld worden, ingevolge hiervan wierden de Franfche vyf fol-ftUkjts , de Venetiaanfche Chekins , en de Hollandfche Leeuwendaalers , waarvan in weinige jaaren , veele millioenen ingevoerd waren , naar de munt gebragt , ert hermunt zynde weder op den voet van zilver of goud in de nieuwe munt overgegeeven. Hy verminderde insgelyks de wedden der ampten , zo veel als gevoeglyk gefchieden konde , onder anderen moest het inkomen van Tekeli eene groote befnoeying ondergaan , dewyl hem niet meer dan vyf dollers daags voor het onderhoud van hem zeiven, zyne gemalin , en beider gevolg wierderi toegelegd ; alleenlyk wierdt hen , om hun bestaan nog wat ruimer te maaken , vergund wyn te verkoopen , 't welk op dien tyd verboden was. Ingevolge hiervan zettede deze Prins een wynkelder op in den Griekfcbe' hoek , alwaar hy de Jtappersneering met groot voordeel deedt. Slag van Zenta , en fchielyke fchrik dtr Turken. i De Soltan was geduurig met yver bezig om zig voor den veldtogt gereed te maaken , maar de benden van Afia wierden opgehouden door den voortgang welken de Rebellen in dat gedeelte des Ryks maakten , alwaar zy zo magtig geworden waren , dat men hen by openbaars  OTHOMANNISCHE RYK. 933 re afkondiginge verboodt in Europa te komen, op ftraf, dat men hunne huizen om verre werpen , en hunne Timdrs eft Ziaw2*ttjVerftrooyen zoude met alle de landen, ' die zy van den Soltan inhielden. Deze bedreigingen verbitterden hen , als zynde foldaaten , derwyze , dat zy de ooren en neufèn afïheden aan allen , welken zy gevangen kregen , en hen in dien ftaat naar Konftanti. nopel zonden. Toen evenwel kort daarna de Soltan, eene algemeene vergiftenis liet afkondigen , liepen tien duizend van hen over , en gingen in zyne legers dienen. Mostafa was nu te Sofia , op zyn togt naar Hcn*j garye, alwaar de keizerlyken genoodzaakt waren geweest* de belegering van Bihacz op te breken1; en fchoon hy, by gebrek van nieuwe aankomelingen , niet boven de 40,000 man by zig hadt, was hy egter voorneemens voort te gaan. Hy was zo wel in zyn fchik toen hy hoorde , dat de Prins van Conti tot Koning van Polen was verkoren , dat hy den Wazir belastede aan Tekeli van zynen twegen te fchryven , dat hy hem tot koning van Hongarye hadt verklaard , en hy zondt hem ter zelfder tyd zyne aanftellings-brief met een anderen brief daar by waar van het opfchrift was , Orla Majjar Kr ali ; aan den Koning van Hongarye. Deze ongelukkige Prins was voor zyne gezondheid naar de baden van Prufa , of Burfa , in Anatolie , gegaan , en fchoon hy thans zeer gekweld was met jigt , en zelfs eene beroerte had. gehad , wierdt hy egter door den Chaush onbarmhartig op een wagen gezet zonder dat men eenigzins acht floeg op zyne waardigheid of ongefteldheid. Eindelyk trok de Soltan voort om zig te voegen by de benden die reeds in Hongarye (f) waren , maar het is nu tyd om tot de Turkfche historiefchryvers wêer te keeren. De Soltan, fchoon weetende , dat de Koning van« Franke («) Ri«iui als boT.- XVI. Boek. xxiv. Af». .loftafa rekt VQMti w Belado.  934 HISTORIE van h*t XVI. boek. XXIV, Af D. tegen de Duit- fchess. Frankryk vrede met den Keizer hadt gefloten, verwierp egter de bemiddeling hem door de Engelfchen en Hollanders aangeboden, zig beroemende dat hy alleen in ftaat was niet flegts om zyne vyanden 't hoofd te bieden maar zelfs t'onder te brengen. Tegen den Zomer derhalven voerde hy zyne benden naar Belgrado , alwaar hy zyn leger monfterende het zelve vondt te beftaan uit 135,000 man behalven de kinderen en bedienden van de Paska's, waarvan deezeeen groot getal mede te velde hebben) en eene menigte andere nuttelooze perfoonen. Tegen dit derk leger hadt de keizer degts 46000 Duitfchers te dellen , die aangevoerd wierden door Prins Eugenius van Savoyen met last om de Turken niet aan te tas. ten , of zig in een dag met hen in te laaten , zo bet vermyd konde worden ; maar alleenlyk Peterwiradin, en de andere fterkten van Hongarye, aan den Donauwt te bewaaren. De Turken dit berigt den gevangenen door pyniging ontwrongen hebbende , bedoten in eene Raadsvergadering de Duitfchers , die te Segedm gelegerd lagen te ververmyden , en in Tranfihanie door te dringen. Deze raad wierdt gegeven door Tekeli , die dezelve hier op grondde , dat het niet zwaar zoude vallen dat landfchap t'onder te brengen, niet flegts om dat de keizerlyke Generaal de bezettingen van volk ontbloot hadt , maar ook om dat de Hongaarfche rebellen , ten getale van 50,000, faamgetrokken, aanboden zig by de Othmanfche benden te voegen. Het leger , den Donauw overgetrokken zynde kreeg last naar Temeswar te fpoeden ; maar de Soltan , op den tweeden marsch derwaards , hoorende dat de keizerlyken naar Titul getrokken waren , hieldt weder eene Raadsvergadering waarin bepaald wierdt de vyanden aan te tasten , -op dat zy terwyl de Soltan in Tranfylvanië was , Belgrado iiet mogten wegnemen , daar in tegendeel indien men hen  OTHOMANNISCHE RYK. 935 hen verflagen hadt , geheel Hongarye voor de Turkfche wapenen zoude open liggen. Om dit voornêemen uit te voeren , beval de Soltan, dat de vloot den Donawvo zoude op vaaren tot den mond van de Teisfe , en trok met zyne landmagt naar Titul. Terzelfder tyd begonden de Duitfchers , fchoon\ maar 6000 paarden fterk , de aanadering der Turkeni van den hoogen berg , waar op deze fterkte ftaat jJ* verneemende , de oevers van de rivier , om den vysndlyken doortogt te beletten , met bordweeu'ngen en kanon te verfterken. De Soltan ziende zig door zulk eene hand vol volks gebraveerd, beval verfcheiden Pasha's de rivier in open booten over te trekken , beloo. vende den zoldaaten vyftig gouden kroonen voor yderen Duitfcher , wien zy levendig , en vyf en twintig voor yderen afgehouwen kop , dien zy overbrengen zouden. Niet weetende , dat de oevers verfterkt waren trokken zy zonder eenige orde over ; maar toen zy ten getale van verfcheiden duizenden te faam gevloeid waren , en nog geftadig vermeerderden , loste Jen de Duitfchers , die zig tot nu toe dood ftii gehouden hadden , hun. kanon op de digtde drommen , en daarop uit hunne affnydingen te vooricbyn Ipringende vielen zy hen met het zwaard in de vuist op 't lyf. De Janizann door het onverwagt losbranden van het kanon verfchrikt, poogden de vlugt te neemen dog wierden ten getale van drie duizend gedagen , en niet een zoude het hebben kunnen ontsnappen , zo dc vloot niet juist op dit oogenblik ware opgekomen en het eiland in het midden van de Teisfe hadt ingenomen ; waar door de Janizaren de rivier laager konden overtrekken , en toen in één lighaam tegens de vyandlyke affnydingen optrekken: Hier bp volgt een tweede, dog flaauwer gevegt , want de Duitfchers de Janizaaren geduurig ziende vermeerderden , namen , om niet door het groot getal overOost, Hist. XII. Deel. II. Stuk. C c c c c c wel- XVI. Boek. xxiv. Ata. 3e Turen geUlt.  4 XVI. Boek. XXIV. Aid Aanval ep Peterwa iadin. De Dnit- fcbers ve ■Jchynen. )36 HISTORIE van het weldigd te worden , de wyk naar de Stad , en van daar naar de vlakte van Knbila In den avond daken eenige Heydukken , die agter bleven , het kasteel in den brand , en voigden toen hunne makkers (d ) De Soltan trok hierop met het overige van zyn leger je Teisje over , en ging op den vyand , deeds te Segedin gelegen, aan; en vindende, dac de Du'Ulchsrs, 't zy voorriagte'yk of door haast . de brug in haar geheel gelaten hadden, wendde hy zyn leger mar -en Donau-w, en hieldt hal'e aan het laager gedeelte van het eiland door die rivier tegen over Petaivardin geformeerd. Hier W!erdt in een derüe Raads vergadering beiloten die derkte te belegeren , en eere bi ug over de nv:er flaande het le^er te doen overtrekken , voor dat de keizerlyken uit hunne legerplaats derwaards konden komen Die brug wierdt ben kend een werk van twee dagen te zyn, en zoude inaerdaad ook den tweeden da; volrooid heoben kunnen zyn , byaldien niet eenige manfchap van de bezetcing van Peterwiradin , met vier ftukken gefchuts in het eiland verborgen , toen zy de Tw-kea zagen naderen , verfcluiden hunner fchuiteu met hun zwaar gefchut in den grond gcb .ord hadden, 't Is waar dat zy , toen de Othmunjche vloot opkwam , genoodzaakt waren te wyken , en het eiland te verlaaten maar zy bereikten hun oo:me,k in zo vei re , dat zy de Turken beletteden van de bru£ te eindigen voor den derden dag, en hen daardoor van de overwinning ontzetteden Prins Èugenius namelyk , die , op de' tyding van des bu.ti'is aantog'. , ï>ege.:in hadt. verlaaten , kwam met grooten fpoed op dien dag tegen het ondergaan van de zon , en de vyandlyke legerp.asts voorbytrekkende haastede zig onmiddelyk 'om by de brug te komen , in weerwil der poogmgen van Shahiaz yeray Soltan die , om zyn fchklyken voortga, g te ltuiten , al het gras ver- (d) C aait, p. 404- env.  OTHOMANNISCHE RYK. 937 verbrandde , zo dat 'er in eene ruimte van negen uuren noch voeragie nog water te vinden was. Op deze onverwagte aankomst der Duitfchers wierdt een vierde raads vergadering gehouden , en daar in onderzogt , of het gevoeglyk ware den vyand in zulk een open vlakte aantetasten Voor dat zy hunne legerplaats verderkt hadden ? dan of men behoorde te wagten tot dat zy de Othmanen in hunne verfchanzingen kwamen befpringen. De eerde Wazir poogde den Soltan tot het eerde ge-j voelen over te haaien , bybrengende ; „ Dat het niet; „ met zyne waardigheid of de eer van 't leger over.' „ eenkwam den vyand zo digt by zig te hebben zonder hem den flag aan te bieden. Dat de onverduldigheid , „ waarmede God de Soldaten bezielde tot den flag „ genoegzaam toonde , dat het nu de tyd was om den ,, vyand af te maaken , en dat het , zo men deze „ drift voorby liet gaan , te vreezen ftondt , dat het 5, geheel leger in eene verderfelyke kwyning vallen, of by gebrek van andere bezigheid , tot oproer over„ flaan zoude." Dit gevoelen van den Wazir wierdt ftoutelyk tegengefproken door Koja Jaffer Pasha , een krygsman van moed en ondervinding , die in meest alle'de fiagen tegen de Duitjchers tegenwoordig was geweest. Hy drong aan.; „ Dat hy hadt waargenomen, „ dat , wanneer de vyand ftreedt in een open vlakte , waarin zy naar. welgevallen hun front konden uitbrei„ den , konden voortgaan of te rug wyken , zy altyd „ de overwinning bevogren hadden , zelfs fchoon de Othomanfche benden hen verre in getal overtroffen ; ,, terwyl zy thans eene magt te velde hadden grooter „ dan ooit te voren , en geleid door een Generaal van beproefde dapperheid en beleid, die by niet dagt, „ dat zig met de Turken in een veldflag zou inwikkelen „ ten zy hy zyne benden zo voordeehg gepllaatst hadt , Cccccc 2 „ dat XVI. Boek. xxiv. Afd. >V Wairs gevie. m.  938 HISTORIE van het XVI. = Boek. j xxiv. Aib. Door Jaffer Pasha wederfprohitu , dat hy eeniger maate zeeker was van de overwin» » ning." De Wazir bemerkende , dat meest alle de Paska's tot Jaffers gevoelen overhelden , en verbitterd dat hy het zelve boven zyn eigen zag verkiezen , begon hevig tegen hem uit te vaaren en noemde hem een ongelovigen verrader, die , door zulk een gevoelen voor te ftaan , vermoeden gaf van zig door den vyand te hebben laaten omkoopen , om te beletten , dat den Soltan geen goede raad gegeven werdt. Jaffer Pasha , bevindende , dat des Wazir s hardnekkigheid op geene andere wyze overwonnen konde worden , verzogt den Soltan het gordyn weg te neemen en in perfoon te hooren , wat hy ten nutte van het algemeene belang te zeggen hadt. Dit gefchied zynde , ging Jaffer op deze wyze voort. „ Broeder ! Zo God u zo byzon„ derlyk begunftigt , dat hy u de beste raadgevingen „ inblaast , en u de uitkomften openbaart , kunt gy my niet kwalyk neemen , dat ik , die daar niets „ van weet , niet bündeling in geloove. Ik wil my „ gaarne onderwerpen , om op bevel van zyne majefteit in boeijens geflagen te werden , terwyl gy den „ vyand gaat aantasten ; en zo gy u binnen een uur „ of twee niet op eene fchandelyke vlugt begeeft, wil „ ik my , als een veragtlyke hond , aan alie ftraffen blootdellen die zyne majefteit moge goedvinden my „ aan te doen; Maar indien , 't geen God verhoede „ myne voorzegging mogt bewaarheid worden , hoe zult gy dan uwe onvoorzigtigheid voor God en den „ Soltan bepleiten ? Hy voegde hier by , dat , wat „ ook aan hemzelven mogt overkomen , hy by zyn „ vorig gevoelen blyven en altyd raaden zoude den vyand niet aan te tasten , maar integendeel zyne ver„ fchanfingen te verfterken , en te wagten dat hy aan- » viel ;  OTHOMANNISCHE RYK, 935 „ viel; Dat op die wyze , zo de Othmanen al niet „ zegepraalden , hy ten minften met zekerheid beloven „ konde , dat zy niet geflagen zoude worden ; dat „ zelfs , in geval de vyand de legerplaats mogt voor„ by trekken, en tot aan 't hoofd van de brug voort„ gaan , hy van gevoelen was , dat zy niet tegen „ hem moesten uittrekken , maar hem met bolwerken omringen het welk hem door gebrek vanmondbehoef„ ten zoude noodzaaken , om of hunne legerplaats aan „ te tasten , of den Donauw over te trekken en dus den Turken gelegenheid geeven om hem in dien doortogt, „ zonder eenig gevaar op 't lyf te vallen." D e Soltan , fchoon hy Jajfer's gevoelen goedkeurde, fcheide de raadsvergadering tot den volgenden dag , maar beval zyn volk hunne affnydingen wel te bewaaren , en belastede tevens den Chaushi om hun die zig uit eigen beweging reeds in 't open veld begeven hadden , te doen te rug komen Toen dit niet genoegzaam bevonden wierdt om de drift der Soldaten tot een veldjlag te beteugelen , verklaarde de Mufti door een Fetvah , „ Dat elk , die in zulk een gevegt fneuvelen „ zoude , niet flegts de kroon van Shehadet , of 't „ marteldom verliezen , maar ook zyne ontydige ftout„ heid in de hel betreuren , zoude ." Prins Eugenius ondertusfehen tot de brug gevorderd zynde , en zyn volk , dat van hitte en dorst verfmagtede , met de wateren van den Donauw ver* frischt hebbende , zettede hen in dagorde , en bleef den geheelen nagt zo daan. De Turkfche Soldaten wierden nu met vrees bevangen , dat zy door hunne Generaals weerhouden wierden van te vegten uit zorg en angst , het welk zy als het allerongelukkigst voorteken voor de Othmanfche zaaken befchouwden. De Wazir van hunne gefprekken in de legerplaats gebruik maakende ora Jaffer Pashd by den Soltan ten toon te ftellen , Cccccc 3 drong XVL Boek. XXIV. Ar». Be Sol'tan in twyffel. Laat zig iverhaalen.  XVI. Boek, xxiv. Afd. Om Se?edin te belegeren. Hy trekt Baar Zen (O Cakt. p. 405. env. Ho HISTORIE VAN HKT drong geftadig aan , hoe noodlottig die. groote voorzigtigheid van dezen Officier zoude worden , zo men daar niet onmiddelyk raad in fchaftede ; want dat de vyand geen gebrek aan noodwendigheden konde krygen , dewyl zy den Donauw open hadden , en meester waren van alle de fteden boven hen ; terwyl door 'de werkeloosheid der Othmansn de tyd verloren wierdt , het leger in ledigheid kwynde , en de Duitfchers dagelyks fterker wierden. (e) De Soltan , fchoon niet kunnende toeftemmen om de Duitfchers aan te tasten , fchikte zig egter in zo verre naar des Wazirs gevoelen , dat hy opbrak om Segedin te gaan belegeren , welke plaats de Wazir te kennen gaf , dat het niet boven de tien dagen houden konde ; daar ,by voegende , dat , zodra dezelve zou genomen zyn , het geheele land tusfehen de Teisfe en den Donauw aan de Othman fche gehoorzaamheid zou onderworpen zyn , terwyl de naburige dee'.en van Hongary. en open zouden liggen voor de drooperyen der Tartaaren, die dezelve ftraffeloos zouden kunnen verwoeden; Dat het Duitfche leger zo vermoeid en afgemat was, dat het hen niet zou kunnen volgen , dat zy inderdaad Belgrado zouden kunnen gaan belegeren, maar geen hoop konden opvatten van te flaagen voor eene plaats voorzien van zulk eene derke bezetting, overvloed van mond- en krygsbehoeften, en eene vloot by der hand om daar nog nieuwen voori aad in te werpen; Dat evenwel, tot meerder veiligheid , Juffer Pasha derwaards kon gezonden worden als Gouverneur , dewyl zyne bekwaamheid om deden te verdedigen in de belegering van Temeswar genoegzaam gebleken was. Dewyl de Wazir met dit laafde gedeelte van zyn ;a.raad eeniglyk bedoelde om Joffer Pasha van de hand te zen-  OTHOIVSANNISCHE RYK, 941 zenden , en dan eenige gelegenheid te vinden van zyn dood uit te werken om anderen eene waarfchouwing tegen zulk eene ftoutheid te geeven , wilde Mottafa , d e du doorzag , daar niet in bewilligen , onder voorwendzel , dat Jaffer's raadgeevingen in 't leger noodig varen. Den volgenden morgen , zynde den 5 van Jomazio* dwel , met het aanbreken van den dag brak h' met zyne benden op, en hy floeg, na eene marsch van negen uuren zyne tenten neder bv een meir met eene biug daar over , alwaar de Duitfchers on'angs gelegerd hadden. Den volgenden dag , Kyuchuk jnffer Pashd (C) met vyfhonderd paarden agterlatende , trok hy tot voor Zenta , een Kasteel , te voren weinig bekend , aan de oevers van de Teisfe , in welken togt hy ongemenen fpoed gebruikte. Pkins Eugenius , de Tubulkhdna hoorende , verbee dde zig , dat dit het teken was voor den dag, en: ftelde zyn volk in orde om de Turken , wel te ontvangen ; maar uit zyne lpionnen verneemende , dat zy naar Zenta trokken , gaf hy , dit voor eene vlugt neemende , bevel , dat de Hongaarfche paarden zig haasten zouden , om daar vroeger te zyn , en het zwaarer.en zwakker gedeelte van zyn leger agterlaatende volgde hy onmiddelyk na de gemelde ruitery , met meer moed dan voorzign'gheid , aan het hoofd a'leen van 16,000 man. De Hongaren , dien nagt aan 't meir komende , vonden de Turken , als verwagtende niets minder dan dtn vyand , in daap , en doodden hen alien behalven alleen des Pasha's kamerdienaar. Deze man , die door (C) Hier door de Duitfchers gevangen gaf hy hen een nauwkeurig beiigt van dtm ftaat van het Otmanfrhe leger wanr voor hy na den fl". zyt e vrvhëid verwieif , ook wïerdt hy hy zyne terugkomst, door t'en Sultan wegels deze verradery niet gtftrnft .maar tor zyBe waardigheid herfteld. Hy ftierf egter in 't volgende jaar. Cant. XV1Y Boek. xx lv. Afd. Prins Eu- ;enius ■olgt.  I XVI. Boek , xxiv A?m Moftafa viugt. ?42 HISTORIE van het foor de duisternis ontkwam , vloodt onmiddelyk naar Zenta , en gaf den Wazir berigt van dit ongeval en van de aannadering der Duitfchers, Deze minister , om te voorkomen , dat , het verhaal van 't geen gebeurd was nieuwe bewegingen in 't leger mogt verwekken , fabelde den boodlchapper aandonds neder , en ging den Soltan melden , dat de Hongariers inderdaad jfafer Pashd overvallen hadden , maar naderhand door de Othman)'che kragten gedraft en verdagen waren. Nauwlyks hsd hy dit verhaal ged 'an , toen enige Tartaarfche benden aankwamen , en het leger kennis gaven , dat de geheele Duitfche magt het Othmanfche leger vervolgde , en wel met zo veel fpoed , dat zy reeds op handen waren. Hierop beval de Soltan zyn volk halte te houden , en een brug over de Teisfe te daan , 't welk in vier uuren tyds verrigt wierdt. Des middags trok de Soltan daar eerst te paard over, en toen de Wazir kwam om zyn ftygbeugel te kusfen, hieldt hy hem met eene ftrenge houding af , hem ter zeiver tyd bevelende zorg te dragen , dat alles , wat in de legerplaats was veilig overkwame , want dat hy hem , zo de vyand flegts eene enkele wagen wegnam , een fchandelyken dood zou doen ondergaan. De Wazir , weetende , dat 'er ten minden twee dagen nodig waren , om alles over te voeren , en dat zyn ondergang onvermydelyk was byaldien hy den Soltan weder onder de oogen kwam , zondt eerft agt ftukken kanon met hunne ammunitie ore*, en liet toen de Spahi's met de benden door de Pasha's geleid, overtrekken, maar de overige blyven, voor reden geevende , dat het overig geichut en het gedeelte van 't leger , dat nog niet over was, en dat het voornaamst gedeelte uitmaakte , moest blyven ter bewaaring van de legerplaats, in geval de vyand de agterhoede wilde aantasten. De  OTHOMANNISCHE RYK. 943 De benden waren des anderen daags middags nauwlyks over , toen de Wazir , berigt krygende, dat de Duitscbers flegts drie uuren marcheereies van de legerplaats af waren , 1 op dat hy niet zonder zyne mededingers of benyders derven mogte , zondt om alle de Paska's, die reeds met hunne benden waren overgetrokken, onder voorwendzel, dat by hen wilde raadpleegen. Zy, verpligt zynde aan zyn bevel te gehoorzaamen kwamen te voet, dewyl de wagens op de brug hen verhinderden om dezelve te paard over te trekken. Toen zy allen vergaderd waren , behalven den Kaymaykdm , Bayukli Mistafa Pashd , fprak de Wazir hen op dezen toon aan: Dat de vyand nu in 't gezigt was; dat zy , die te vo„ ren geweigerd hadden te dryden toen zy daar eene „ gunflige plaats en gelegenheid toe hadden , nu ge„ noodzaakt zouden zyn het zonder deze voordeden te 5, doen ; dat zy evenwel nog een geluk overig hadden , 3, van Gazi te zyn , zo zy overwonnen, of Shehid , zo j, zy dapper ftkrven ; en dewyl een dier onfehatbaare „ voorregten hem dien dag te beurt moest vallen, oor*„ deelde hy het onredelyk zyne broeders te berooven 3, van het regt dat zy hadden om hier in met hem te „ deelen. Befchoawt , vervolgde hy , befchouwt het „ Paradys voor u geopend, het welk ik u op Godde„ lyken last, beveel in te treeden , om de geneug„ tens , door onzen Propheet beloofd, te genieten ; }, maar zo gy lieden weigert aan de wet en myne beve- len te gehoorzaamen, zal myn zwaard, (het welk hy „ toonde) u tevens berooven van het leven , dat gy verlangt te behouden , en van ;het Paradys , dat gy weigert in te treeden." De Paskas zig in 't midden van 't leg?r niet tegen den Wazir durvende verzetten , en niet weetende hoe te ontkomen beloofden gehoorzaamheid , en begaven zig naar de liniën, maar dezelve te uitgeflrekt vindende Oost. Hist. Xi i. DiuL IL Stuk. Dddddd voor xvr. Boek. XXIV. Afd. Bejluit vegtinde rejlenen.  XVI. bcek. xxiv. Afd. Slag van Zcnta. 944 HISTORIE VAN HET voor de manfchap , die zy hadden , begonden zy eene kleiner affnyding binnen de groote te maaken. De Soldaaten inderdaad voorzagen hun dringend gevaar, en verweten het den Wazir in zyn aangezigt , dog_ bleven egter gehoorzaamen , dewyl hun behoud hier onmiddelyk in betrokken was. Ondertusfchen verfchynt het Duitfche leger en bedekt de geheele vlakte ; op welk gezigt de Sohan , woedende van toorn en fpyt, herhaalde Khatisharifs aan den Wazir zondt ; hem bevelende Ag Janitzaaren , het gefchut en de Ammunitie over te zenden , daar mogt dan van het overige worden wat wilde. Maar Elmas Mohammed hieldt deze bevelen voor de Pashd''s verborgen , en antwoordde den boodfchapper; „ Dat hy liever vegtende fneuvelen, dan „ op des Soltan's last fchandelyk derven wilde V en hy belettede de Janizaaren van over te trekken. Hy wierdt in zyne oogmerken onderdeund door de verwaarloozing der Vee-bezorgers , die de Duitfchers ziende na ieren, al het vee voor het vervoeren van zo veele duidend wagens gefchikt , in de rivier dreeven. De droom drong hen tegen de brug, en zy dezelve poogende op» te klauteren , deeden drie van de fchuiten, waar op dezelve droeg, in den grond zinken , zo dat niet meer dan een man tevens konde overtrekken over planken , die over de openingen gelegd wierden. De Keizerlyke benden kwamen omtrent drie uuren voor den avond aan , en zig verbeeldende , dat de Turkfche legerplaats alleenlyk door de wagens befchermd wierdt, vielen daar op aan , maar wierden met aanmerkelyk verlies te rug gedagen. Nu bemerkt hebbende dat de Turken , bdialven twee ryen wagens , aan malkanderen geketend , nog door eene dubbele affnyding gedekt waren , en dat de magt aan deze zyde van de rivier veel talryker was dan de hunne , befloten zy eenen anderen weg in te daan. Het bed van de Teisfe, door  OTHOMANNISCHE RYK. 045 door de herfst of winter-regens gezwollen , is vol water , 't welk in den zomer vallende eene zandige ruimte van dertig treden laat aan den voet der westelyke oevers van de rivier , die hoog en oneffen zyn. Hier beval Prins Eugeen een loopgraaf te maaken een weinig beneden het Turkfche Kamp , en verfcheiden regimenten hen langs dien weg van binnen aan te tasten , terwyl hy zulks van buiten zoude doen. En opdat de Soltan, om den Wazir te verfterken , de brug niet mogt laaten herftellen , plantede hy twee ftukken kanon by derzelver hoofd , waardoor zy wel fchielyk vernield wierdt^ Om dit voor te komen hadt Moftafa last gegeven, aan Arnaud Abdi den Kyehaya , om van den anderen oever met vier dukken te vuuren ; maar niets hebbende om de Artilleristen te beveiligen dan eene plaats met riet gedekt , was hy genoodzaakt hen weg te neemen nadat verfcheiden hunner gedood waren. Alles fcheen inderdaad tot het verderf der Turken1 faam te fpannen; want de Janitzaren zelve de Duitfchers^ uit de buitende affnyding verdreven hebbende , verlieten dezelve egter , en begaven zig in de binnenfte, verklaarende dat hun voornemen was om deze alleen te verdedigen. En toen de Wazir met de overige Paska's hen van dat voornemen poogde af te brengen , eerst door bedreigingen , en naderhand met geweld , doeg hunne wanhoop tot woede over , en verdelgden zy niet -flegts den Wazir ert de Pasta's maar alle hurne eigen Officiers , behalven hunnen Aga Delli JJdlta Ogli. In 't midden van deze verwarring maakt een gedeelte van de Duitfche magt zig meeder van de buitende linie door de Turken verlaten , en veinst de binnenfte te willen aantasten ; met oogmerk om den vyand van die zyde van het leger nevens de rivier naa dezen oord te lokken, en hun ■eigen volk langs den oever te fchikken om den aanval des te gemakiyker te maaken. Dit volk zig fchielyk aan Dddddd 2 't XVI, Boek, XX tv. Afd. >« Turke» \eflagen%  946 HISTORIE VAN HET XVI. Boek. XXIV. Afd. Groote Jlagting. 't hoofd van de brug vertoonende vervulde de Othmanen derwyze met fchrik , dat deze alle hunne kragten herwaards trokken , om dc Duitfchers te beletten van hier in te dringen : De binnenfte affnyding dus degt bewaard wordende , wierd ligtelyk overweldigd door de keizerzerlyken , die eerst degts den fchyn gemaakt hebbende van aan te vallen , het zelve thans daadelyk en met zo veel yver deden , dat zy de Turken , die aan de rivier dreeden , welhaast van agteren opkwamen en in de lendenen tasteden , terwyl deze nu ingedoten en van alle kanten gedrongen wel dapper bleven vegten , maar evenwel in verwarring geraakten. Eindelyk vrugteloos gepoogd hebbende een doortogt te overweldigen , wierden zy in den tyd van drie uuren allen tot den laatden man toe geflagen (ƒ). Zulk een groot getal menfchen hadt men nooit een voorbeeld van gehad , dit in zulk een kort bedek van tyd was omgebragt y want de geheele aftie duurde niet boven twee of drie uuren (g> Uir de lysten bleek het , dat 'er gefneuveld waren 14,070 Janitzaaren, met hunnen Aga; 73. O jak en BuIdk Agu'lari; 3,700 Topch{ en Jebeji ; 7000 Arnauds, De Wazir Elmds Mohammed Pasha ; vyftien Pasha s van drie paardenftaarten , zevenentwintig Paska's van twee of een paardenftaarten ; behalven een groot getal van hen r die de Turkfche legers gëmeenlyk volgen ; zo dat het geheel getal der gevelden wel op meer dan dertig duizend mag gerekend worden. De eenige , die ontkwam, was Mahmud Ebn Ogli Pasha van de Arnauds; die. tweemaal gewond, behouden wierdt dóór de fterkte van zyn paard dat hem over de rivier bragt. De Othmanen ftierven egter niet ongewroken , want zes duizend Duit' fcheys zegt men dat in dezen togt omkwamen. Sol* Cf) Cant. pig 407. env. \g) Ricaut in Muftapha Ik  OT HOM A NNI SC HE RYK. 947 Soltan Moftafa , die een droevig en werkeloos aanfehcuwer van dit onheil was , wierdt met zulk eene blinde vrees bevangen , dat hy des middernagts , zonder'eenig geleide of licht, zyne legerplaats verliet , fchoon 'er niets te vreezen was van de Duitfchers , die, vermoeid en afgemat de brug niet herdellen konden in 't gezigt van zyn talryk leger. Hy ngtede zyn togt naar Temeswar doodende den Kapuji Bashi , genaamd 67/«hin Mohammed , een Venetiaan van geboorte , a,s een Christen , en door de Duitfchers omgekogt om verderfelyken raad te geeven , enkel omdat hy hem geraaden hadt zyne legerplaats niet op eene onwaardige wy. ze te verlaaten , noch den vyand , die flegts een klein gedeelte van zyn leger verflagen, hadt , geene gelegenheid tot eene volkomen overwinning te geeven. Om het onheil te vergrooten was de nagt zy duister , dat des SoïtarCs gevolg ; onbekwaam om den weg te onderfchetflen t* veel regts af houdende nanr de Leife , in moerasfige gronden verviel , daar zy zig niet uit redden konden, zonder hunne paarden en bagagie agter te laaten, Eindelyk tegen zonne opgang kwam Soltan MoMa aan de plaats alwaar des jaars te voren een veldflag teeen de Duitfchers was gehouden ; en aldaar van paard 70 wel als van kleed veranderende viugtede hy, onbekend aan elk , naar de Stad , daar hy het o? aan gelegd hadt. • , . , , Het leger des middags ter zelfder plaatfe komende, en noch den Soltan , noch iemand der voornaamde Uificiers vernemende , wierdt met groote ongerus;heid vervuld ; dewelke nog vermeerderd wierdt door een geniet , dat de Soltan door de Hengaren gevangen ot door zvn gevolg aan den vyand overgeleverd was. Hier op verfpreidden zig de Soldaaten allerwegen , en ek was alleenlyk bedagt , hoe voor zig zeiven te ontkomen aan de Duitfchers , welken zy zig verbeelden hen op de J Dddddd 3 hie- XVI. Boek. xx ui. a?n. londcrliix' \t vues. Der Turken , en den Sokan,  948 HISTORIE VAM HET XVI. Boek, XXIV. AtD. Heg. 1109 A. D. 1698. hielen te volgen. In den avond , toen zy .te Temeswar kwamen , deedt de Gouverneur , die last hadt van den Soltan om zyne aankomst te verbergen , op dat ce vyand hem daar niet mogt komen belegeren , de poorten voor hen duiten , waar door de verwarring , en het gerugt dat Moftafa gevangen was, nog vermeerderd wierden ; hier kwam by , dat zy eene al te verhaaste vlugt genomen hebbende , om zig van nodige mondbehoeften te voorzien , zig, zo voor zig zeiven als voor hunne paarden in de grootde verlegenheid bevonden; zy ftierven inderdaad van honger en aorst , en zo 'er eenig ftinkend water in de uitgedroogde moerasfen by Temeswar gevonden wierdt , maakten zy , die de derkde waren , zig daar meeder van, en beroofden de anderen, van een onderdand dien zy nog meer van nooden had' den O). Eindelyk, nadat het Turkfche leger , drie dagen lang , gelyk een Schip in holle zee , zonder roer of ftuurman , hadt omgedobberd , ontdekte óoltan Moftafa , bemerkende , dat 'er van de Duitfchers niet te Vreezen was , zig aan zyne Soldaaten. Deze hem ziende betuigden eene vreugde , als ware hy zegepraalende te rug gekomen , en riepen , dat zy nu hun ongeluk voor niets achteden , nu zy den Keizer veilig zagen , en welhaast eene ftrenge wraak op den vyand hoopten te neemen. Den volgenden dag leidde Moftafa zyne benden naar Belgrado ; en toen Amükje-Ogli Husfey Pasha , Gouverneur van die Stad om wien hy gezonden hadt , hem by Ali Bunar te gemoet kwam , ftelde hy hem , dewyl 'er geene andere Pashd's van drie Tugs tegenwoord'g waren , tot Wazir aan. Na een kort verblyf te Belgrado keerde hy in 't einde van Jomazió' Ldwel nog met zyn leger naar Adrianopel te rug. Dit ( (ü) Ca nt p. 411. env.  OTHOMANNISCHE RYK. 949 Dit was het noodlot der Turkfcbe magt na den Veldflag Wat de keizerlyken belangt , zy bleven dengeheeleti nagt op de plaats der overwinning ; vreezende eenige krygslist , niet ongewoon by de 'Turken ; maaiden volgenden dag trokken zy de Teisfe over , en verzamelden wat Tekeli in de legerplaats overgelaaten had. Hier op , geen zin hebbende in de belegering van zulke derke plaatfen als Belgrado en Temeswar , in z.ük een ver gevorderd jaargetyde , keerden zy hunne wapenen tegen Bosnië ; namen het Kasteel van Doha en Mogla , daken Saray de hoofdftad van het land , in brand , en bragten byna de geheele Provintie t'onder. In deze verflagenheid begaf de Turkfcbe manfchap , gefteld om dezelve >te bewaaren , niet weetende , welke ^andere maatregels zy neemen zouden , zig naar Ddltaban Moftafa Basba , die zig toen te Bichkia , eene Stad in Bosnië, bevondt, en dwongen hem het bevel op zig te nemen. Onder zyn geleide hervatten de Turken weder moed , en ftuiten niet flegts de overwinnende Duitfchers maar verpligten hen zelfs de Save over te trekken, en ontweldigden hen vierentwintig kasteelen aan de beide zyden van die rivier gelegen. 7 o wy ons gezigt naar andere oorden wenden , vin-; den wy , dat de Rusfen zig dezen zomer bezig hielden? met Azak en Luktikh met nieuwe werken te verfterken, J zonder dat zy hier in door den vyand verhinderd wier den , terwyl de nieuwe Koning van Polen, Prednk Augustus , te voren Keurvorst van Saxen , bezig was met de Edelen te winnen , en zig voor den volgenden veldtogt gereed te maaken. Niet lang daarna zonden de Venetiaanen eene vloot naar de Midddandjche zee , en Kiel Mehemed Bey viel met zyne Galeyen op 'Pinos aan , maar moest door Bartholomeo Moro te rug geflagen, dat eiland verlaaten , verfcheide andere ligte gevegten vielen voor np zee met verfchillenden uitflag. De lurkfebe vloot > XVI. Boek. xx i u. Afd. [aakenvtn •osou. 'n van dt Uisfcn en rene;iaa-  95o HISTORIE vam hkt XVI. Boek. xxiv. Ars. Neigingen tot den Vrede. drie rooffchepen wegneemende bragten hen naar KonfbarC. tinopel. Aan tien anderen kant, dewyl de Turken na eene korte fchermutzeüng tweemaal den flag fcheenen te ontwyken , fchreven de Venetiaanen zig twee overwinningen toe (/'). De vrede van Carlovitz, en afzetting van Moftafa. i Zodanige waren de uitkomsten; van dezen veldtogt. Het begin van den volgenden mogt met regt gezegd wor, den het Turkfcb fpreekwoord te bevestigen : Een vyand kent nooit te regt de gefleldheid van zyn vyond. Soltan Moftafa maakte zodra byte Konflantinopel gekomen was, alle mogelyke toebereidzels tot den oorlog , maar met een onrustigen geest , die niet veel goeds vooripeide. De Turken , die zig te voren vrywillig in den dienst begeven hadden , waren nu onwillig om zelfs des Soltans bevelen te gehoorzaamen , en doof voor bedreigingen en beloften. Moftafa , terwyl hy vermomd door de burgery en het krygsvolk , dat in openbaare byeenkomden te famen was , waarde , hoorde dikwils deze woorden van beiderleie foort van menfchen uiten. Het is eene onmogelyke zaak voor de Othmanen , „ dat zy de Duitfchers verdaan zouden. God heeft open- lyk getoond , dat hy op de zyde der Gyawrs is. Hy „ heeft befloten hen te helpen , en hy heeft zyn be„ fluit ten dezen opzigte door genoegzaame tekenen te „ kennen gegeven. Het is vergeeffch zulke ftroomen „ van Mufuhnanfch bloed te ftorten , terwyl wy tegen God zo wel als de menfchen moeten ftryden." De Soltan , die wel wist , hoe -noodig de vrede was om het uitgeputte Ryk te herftellen , verlangde ernflig naar denzelven , maar dorst daar niet eerst van fpreeken , opdat de vyand niet te hooghartig worden , en de (f) Cant. p, 414-422.  OTHOMANNISCHE RYK. 95! de eer van het Qthmanfche Ryk daar by lyden mogt. De Duhjcbe Keizer was v&n zynen kant niet minder verlangende om eens een einde aan dezen oorlog te zien j niet dat hy wanhoopte om de Turken te overwinnen , maar by vreede , dat , indien de Koning van Sranjt m< gt komen te derven voor dat de oorlog geëindigd was , de gefchillen , die wegens zyne opvolging donden geboren te worden , den voortgang zyner wapenen mogten duiten. Ondertusfchen oordeelde hy het evenwel beneden zyne waardigheid een overwonnen vyand om den vrede te verzotken, en hem de eerde den Olyftak aan te bieden. De Engelfcbe en Hollandfche Afgezanten waren inderdaad werkzaam om den vrede te bewerken maar dewyl hunne aanbiedingen zo dikwils van de hand gewezen waren , verkozen zy liever te wagten dat men hunne bemiddeling verzogt, dan dezelve wederom aan te bieden. De Oppertolk van het Othman/che Hof , Alexander Maurokerdaius begreep de neiging van de beide partyen , en niet minder doorzigtig en roemzugtig dan aan de belangen van de Porte verbonden zynde bedoot hy zig een grooten naam te maaKen, door de Porte voor haaren ondergang te beveiligen. Dewyl zyne hoop hieromtrent voornaamlyk deunde op de vreedzaame gedeldheid van den Wazir Huffeyn Pasba, ging hy by dezen zyne opwagting maaken , en , het gefprek op het bedoelde onderwerp wendende , zeide hy hem ; dat hy , de tegenwoordige gedeldheid van zaaken in het Christendom belchouwende , met verzeekerdheid dorst zeggen . dat de Duitfche Keizer grootelyks verlangde naar een vrede met de Othmanen. De IVazU antwoordde, dat het hem niet waarichynlyk voorkwam , dat die Keizer , door zyne laatfte overwinning opgeblazen , en vol hoop van zyne zegepraalende wapens voort re zetten , den vrede , ichoon die hem zeifs aangeboden wierdt , zone Oost. Hist. xi.. Deel. ju. Stuk. £ e e e e e wil- XVI. ' Boek. xxiv. Ars. ro Kordam gebruik tan maakt* cast  t Boek. xxiv. Aid. ZynefchU' kingen. Hy polst d heide par. thyen. >$a HISTORIE van het villen aanneemen , veel minder , dat hy daarnair verangen zoude Maurchrdatus antwoordde , dat dit in Jen eerden opflag zo mogt voorkomen , maar dat hy, zo men hem den tyd van eene week wilde vergunnen om de Christen afgezanten re polfen , zig dorst verbinden, om niet flegts de toedemming , maar zelfs een verzoek van den Duitfchen Keizer voor eene vredehandeling te verwerven Dien tyd ligtelyk verworven hebbende ging MaiirO' kordatus de Afgezanten opwagten , en voorgeevende ; „ Dat hy uit eigen beweeging kwame uit erkentenis voor „ de gunden , welke hy van den Keizer ontvangen „ hadt , en om hem de getrouwheid , welke hy hem ,, als een Cnristen fchuldig was , te toonen zeide hy verder ; „ dat hy wist , dat de Keizer , uit vrees „ voor een Franjchen oorlog , zeer verlangde naar den „ vrede ; dat hy dit aan de Turken niet ontdekken wilde , opdat deze hunne eisfchen niet te verre mog„ ten uitftrekken , maar dat hy , indien zy hem vry,, heid wilden geeven om de zaak zo te bedieren als hy „ gevoegelykst vinden zoude, zyn best zoude doen om ,, zulk eenen vrede te bewerken , als den Keizer bil„ lyker wyze moest voldoening geeven." Ondertusfchen verzogt hy , dat zy hem het diepst geheim met eenen eed belooven wilden ; voorwendende het gevaar, waar aan hy zelf en zyne familie bloot daan zoude, indien men het minde wantrouwen tegen hem opvattede. De Ambasfadeurs antwoordden; „ Dat de Keizer eerlyke „ vredesvoorwaarden , zo zy hem wierden aangeboden , „ misfchien niet verwerpen , maar dat hy dezelve nooit „ eerst van de Puree verzoeken zoude ; Maar dat in„ gevalle de Tolk , in zyn eigen naam , de zaak wil„ de voordellen , hy zyne Keizerlyke Majedeit groo„ telyks verpligten zoude," ' Mauro Kordatus den Wazir weder gaande fpreeken , gaf hem een verlchillcnd berigt ; want hy zei ie hem,  OTHOMANNISCHE RYKJ 953 hem , dat hy uit de Christen Afgezanten getrokken hadt, dat de Keizer niet degts niet afkeerig was van den vrede , maar daar zelfs grootelyks naar verlangde , en hem verzogt hadt op welke wyze ook , een einde van den oorlog te maaken. De Wazir fcheen door deze verzeekering als uit den dood te verryzen , en den kondigen leugenaar omhelzende , zeide tot hem; „ zo gy „ dit Goddelyk werk kunt uitvoeren , en de gewenfchte rust voor 't Ryk herdellen , kunt gy verzekerd „ zyn , dat gy den Soltdn grootelyks zult verpligten , en uwe geheugenis den beftierderen van den Othmm„ fchen daat voor eeuwig dierbaar maaken " Door deze konflenaryen van Maurokordatus begonden beide de Turken en Christenen wat openlyker over de vrcde's zaaken te fpreeken, en dagten, zy mogten dit over en weder doen zonder de eer hunner meeders daar door te kwetzen , dewyl ydere party , door den onderhandelaar misleid zynde , zig verbeeldde , dat het eerfte voordel van den vyand kwam. Zodra dit wat rugtbaar begon te worden, was Feri-\ cle de Franfche Afgezant, in de weer om door kuipe-< ryen, beloften, en andere kondenaryen eene onderhan-* deling te voorkomen ; bybrengende , dat zyn meeder flegts een korten wapenflifdand met den Keizer hadt, en dat hy in weinige jaaren , met grootere fterkte dan ooit te voren , in Duitfchïand zoude vallen. Maar het Othmanjche Hof , door eene noodlottige ondervinding dikwils ge'eerd hebbende , hoe weinige ftaat zy op de Franfche beloften konden maaken , doorde zig niet aan deze tegenkantingen en beval zelfs den Afgezant van deze pogingen af te zien (k). Ondertusschen verzuimden de Turken niets om^ den voortgang der Duitfchers te ftuiten , Soltan Moftafa1? verf (fc) Cant. p. 42a. env. Eeeeee z xvr. Boek. xxiv. Afd. negentlan$ er Fran:hen. 'e vyande* khiden 'ftaakt.  s xvr. v Boek. o xx v. i AfD. Heg. 1109, c A. D. 1697. j I i ( Ds Afgezanten komenzamen. > 54 HISTORIE van het ertrok , in het einde van Zilkadeh , iioq naar Adri. nopel , van waar hy , op den eerften der vo'gende aaand , aan den Wazir last gaf om met het leger naar 'Tungarye te fpoeden , terwyl hy den zomer in het [orp Akbunar doorbragt verwagtende den uitfiag der vreles onderhandelingen. In dezelfde honp bleven de beide egers , de Keizerlyken te Peterwaradin , en de Tur\en by Belgrado , zonder beweging liggen , en bewaarlen alleenlyk hunne grenzen. Het zelfde gefchiedde by le Rusfen en de Poolen. De Venetiaanen hielden evenwel by Mitylene een klein gevegt met de O'bman/chè jloot , die op de vlugt gedreven wierdt , en ondernamen Stolaz in Dalmatie door een krygslist weg te neemen , dog waren verpligt te wyken. De Seraskier, aan den anderen kant poogde Cing te onder te brengen, maar brak , op de aannadering der Venetiaanen de belegering op. Dit zy genoeg wegens de vyandelykheden gedurende dezen veldtogt.1 Laat ons nu zien wat er ten opz'gte van de vredesonderhandelingen voorviel. Toen de Preliminairen te Konflantinopel geregeld waren, wierden er Afgezanten bepaald door alle de Vorden , die in den oorlog betrokken waren. De Turken kozen Rami MebemeiReis Effendi en Alexander Maurokordatus a met den tytel van Beg, en Mabremi Esrar (R). befchonken De Keizer den Graaf Peilingen , en den Graaf Scblik , zy ne geheime raaden ; De Czar van Rusland Prokopius Bogdanovitz Woznicini ; De Poolen Staniflaus Mikhelowwski, IVayviode van Posnanie ; en de Venetiaanen Ruzi- ni , (R) Dat is ; zan wien geheimen onidekt voerden. Hy vondt dezen naam zelf uit , en verzogt langen tyd de Prinfen van Moldavië en Wallachye hem den tytel van Doorlugti^fte in hunne brie- en te willen geeven in plaats van uitmuniendfle , die hem alleenlyk gegeven wierdt als HoofJ uitlegger , of oppertolk , en die niet zo aaa; Zienlyk als de andere gerekend wierdt, —- Cant.  0TH0MANN1SCHE RYK. 95S ni. Paget en Collier, de Engelfcbe en Hollandfcbe Afgezanten zouden als bemiddelaars handelen. Zy kwamen allen op 't einde van 't jaar mo te Carlovitz , tusfehen Peterwaradin en Belgrado te famen , alwaar zy hunne tenten aan de beide zyden van de rivier van denzelfden naam opdoegen. In 't eerst kon men het niet eens worden wegens dei plaats van de onderhandeling , het zitten der Afgezanten , en de orde , waar in zy malkanderen bezoeken zouden. De Turken droegen 'er lang op , dat zy de eerde plaats moesten hebben , welke des Keizers Afgezanten voor zig begeerden ; naast welken de Poolfche Plenipotentiaris begeerde te zitten , waar tegen de Rus. Jen en alle de overigen opkwamen , behalven de Penetiaanfche Miniders , die den naaden zetel aan den Engelfcben Afgezant vorderde. De gefchillen hier over liepen zo hoog , dat alles, wat reeds verrigC" was op niets zoude uitgelopen hebben , zo Maurokordatus niet een middel hadt uitgevonden , om de Afgezanten , die thans geweldig tegen malkanderen verbitterd waren , overeen te brengen. Hy ftelde voor, dat 'er een rond gebouw voor de plaats van famen komst werde opgeregt, met zo veele deuren als er partyen waren , die elk gekeerd waren naar het land , van waar de Afgezant kwame ; dat de tenten op dezelfde wyze rondom het gebouw zouden opgerigt worden ; en dat , op den eerden dag der famenkomst , de Miniders uit hunne tenten gaande met een gelyken tred zouden voortgaan , en dus op denzelfden tyd aan 't buis wezen , alwaar zy elk door zyne deur intredende malkanderen groeten en vervolgens zig in dezelfde orde naast malkanderen plaatfen zouden. Toen dit middel eene algemeene goedkeuring hadt verworven gingen dan de onderhandelingen voort , en j wierdt eindelyk na veele famenkomften en gefchillen, de, Eeeeee 3 lang . XVI. Boek. XXIV. Afd. t Carlo. svitz. De vrede fejloten. leg. 1 ia \ D. 69S.  95Ö HISTORIE van het XVI. 3oEKXXIV.Afd. De vo»c waarden goedgekeurd. anggewenfchte vrede , tot genoegen van elk behalven de Vanfchen op den 26. van Rajebmo (Sj getroffen, en de inftrumenten by alle de Afgezanten getekend. De Kejzer floot een wapendildand voor 25 jaar, op voorwaarde , dat geheel Tranfihanie in dezelfde ui geflrektheid als het door Micbael Apaffi en zyne voorgangers bezeten was geweest , aan hem zou worden afgedaan ; dat Temeswar aan den Soltan blyven zoude , en dat , om te voorkomen , d't die vesting door de omliggende kasteden werde ingefloten , Lippa , Khomad, Karanfebcs, Lugos, Herkomfia , Bech , Bechkertk , en Sablia ontmanteld zouden worden ; dat de vaart op de Teisfe en Maros voor de onderdaanen der beide Ryken zoude vryftaan , en het land tusfehen den Donauw en de Teisfe Bacbkab geheten , in des Keizers magt zoude blyven. Dat de grensperken van het oostelyk gedeelte van Hongarye , aan den Keizer behoorende , zoude zyn een regte lyn getrokken van de mond van de Maros naar de oevers van de Teisje tot den mond van de Bosfut , alwaar dezelve in de Save valt. Dat naar het zuiden de Save de lyn van verdeeling zou maaken tusfehen de Turkfche en Keizerlyke grenzen , tot dat deze rivier de Unna ontvangt ; En dat geene nieuwe derktens behalven Belgrado en Peterwaradin zouden opgeregt , noch oude verbeterd worden binnen de bepaalde grensperken. D e Rusfifche Afgezant doot eene wapenfehorfing flegts voor twee jaar (T) op den voet dat elke party zou blyven (S) Dat jaar begint niet 29 Juny 1698 ; Zodat de 2S van Rajeb, valt op den 15 January 169' - 9- (T j Maür naderhand wierdt een Afgezant aan de Porte gezonden , en de tyd voor 30 jaaren verlangd,, op voorwaarde , dat de Rusfen Afof , en alle andere p'aatfen aan 'e Nieper , op de Turken genomen , behouden zouden ; uitgezonderd alleen Kafikermen by de mond  O TH OMAN NIS CHE RYK. 957 ven bezitten wat hy genomen hadt. De Poolen floten op deze voorwaarden met den Solt dn ; namelyk dat zy zouden hebben Kaminiek , Podolie , en Ukrai ie , welke Provintiën aan hen moesten weergegeeven worden in dezelfde uitgeftrektheid als zy die bezeten hadden voor den eerden togt van Soltan Mohammed naar Poolen ; en dat zy aan den anderen kant afftonden van Soczova, Ne. moz , en Soroha in Moldavië , ten voordcele der Turken. De Venetiaanen bedongen , dat geheel Morea tot aan Hexamilos toe , aan bun behooren zoude , en d ,t het vaste land met Naupaktum of Lepanto,, Prevefa , en het Kasteel van Romania , dat gefloopt was geweest , aan de Turken herdeld zoude worden. Dat de baey van Ko* rinthe voor beide Natiën gemeen zou zyn , en dat de Venetiaanen Lenkade , met de byliggende eilanden bezitten zouden. De jaarlykfche fchatting , welke door de eilanders in den Archipel aan de Venetiaanen betaald was , zou vernietigd worden , en Zakinth van den kant der Turken van dezelfde fchatting worden vry verklaard. In Dalmatie zouden Knin , Cing , Kiklut , Verlïka , Duare , en Vergoraz aan de Republiek gelaten en de grenzen van wederzydfch gebied aan dien kant langs deze plaatfen bepaald worden. De Ragufanen, zouden vry blyven, en de Venetiaanen de Kas-' teelen van Caftelnuovo en Rifano , met alles wat zy1 in de nabuurfchap bezaten , behouden. Beide partyen ' hadden vryheid om hunne oevers met nieuwe forten te verderken , of die , welke vervallen waren , te herdellen uitgezonderd Naupaktum, Prevefa, en het Kasteel van Romania , vroeger gemeld. Di mond van die rivier , welke plaats geflegt en aan de Turken gelaten moest worden. Ook konde onze fchryver , Ricaut , niet vinden , dat de Ru.fen een vryen handel in de zwarte zee verkrygen kondea niettegenfiaande alle den aandrang , dien zy daar toe dseden.j XVI Boek. XXIV. Afd. fy alle dt artye.i.  s XVI. Boek. * xxiv. : Afd. Nieuw en-1 genoegen. ] } i Heg ii ii. A. D. 1699. Tegen den Soltan. 58 HISTORIE van het De Turkfche Afgezanten kregen by hunne wederkomst e Adrianepel, koninglyke belooningen voor hunne nenren aan den Soltans die, den vrede met alle zyne nrarden gefloten hebbende , zyn leger afdankte en naar Konjtantinopel trok. Aldaar de geheele beftiering der zaa:en aan Husfevn Pashd overlaatende vertrok hy met zyn dof naar Karisb tirdn (11) om zig met de jagt te verlustigen , en door die oeffer.ing zyne fpyt te _ verzetten, welke hv over het verlies van zo veele Provintiën voel3e. Maar het volk , byzonderlyk het krygsvolk , was Dnvernoegd over dit vertrek van den Soltan , en deze uitfpannnng na zo veele moeyelykheden . ais or ae vrede ben eeniglyk dienen moest om zyne woord-n en daaden te berispen : Zy maakten geene zwaarigheid om in hunne famenkomsten te zeggen , dat hy icheen voor te hebben om zyne vader in alles te volgen , en dat hv even als deze , na de eerde jaaren van zyne re^eerin» geheellyk aan ftaatszaaKen toegewyd te hebben , de overigen aanhoudend in jaagen fcheen te willen befteeden fchoon hy nog jong was , en zig gewisfelyk door zo veele dienften aan het Othmanfche Ryk met onderfchei den hadt als Soltan Mohammed ; deze laatfte aanmerking hier mede aandringende , dat hy geduurende den laatften oorlog niets van den vyand hernomen , roch eenige daad' , die den dank van het gemeen verdiende , verrigt hadt , behalven alleen , dat hy den vyand belet hadt dieper in 't Ryk te dringen. Zy befloten derhalven , dat, dewyl zyn vader , door zo veele overwinningen beroemd , was afgezet ter oorzaaKe van zyne eehegtheid aan 't jaagen , het te vreezen was , dat een Wk, indien niet een erger, loc den zoon, die hem 0 op (V!-) Een Stnd tusfehen Chorlo of Ckiurli en Purga* nahy den weg ra.' Amnupel, alwaar een fnay Patois is door Mohammed IV. geteuwd voor een Jagtverolyfof JagthuisüidatveimaaiUyk land. Caht.  OTHOMANNISCHE RYK. 9S9 op verre na niet «venaarde , te beurt zou vallen (T). O m deze verwytiogen te ontgaan , gebruikte Soltan Moftafa een miodel , dat dikwils gebezigd was , en week met den IVazir en alle de voornaamde i ifEciers van 't Ryk naar Adrianovel j het w^lk de bedoelde uitwerking hadt ; g. duurende zyn verblyf aldaar kreeg hy in de : maand Rajeh Brieven van den Khdn van 'Iartarye,] dar de Czar van Rusland de kleeding en Godsdienstige gebruiken van zyn land veranderd hebbende , die van Ij itfchland hadt ingevoerd , en een zeer talryk leger , op de Duitfche wyze geoeffend , op He been gebragt; Dat hy bezig was om met den uiterden fpoed eene vloot in zee te brengen , en nieuwe deden en fterkten bouwde aan den Don , den Nieper , en andere rivieren ; Dat derhalven de Soltan op zyne hoede behoorde te zyn, op dat terwyl hy zig wegens de Duitfchers in het westen gerust delde , niet een nieuwe Nemche Gyawr (G} uit het iVoorden het Othmarfche Ryk in gevaar mogt ftellen: dewyl niets de Rusfen beletten konde om geheel Krims Tartarye in den eerden veldtogt af te loopen , voor dat de Ütbmamen het zelve konden byfpringen ; Dat het derhalven noodjg was een vasten vrede te duiten , of onmiddelyk de - oorlog te verklaaren voor dat de vyand zig konde verderken of aanvallen ; en dat, indien de Soltan aa" de waarheid van zyn berigt mogt twyftele ■ hy wel doen zoude met een ge rouw Cfficier te zet.den, die alles op de plaats zeivj mogt onderzoeken Hierop zondt SoLian Moftafa zyn opperftalmeester Kibleli Ogli, zoon van de= fVazi s zuster , bui' ttn * eeten van dien eerden ftaatsd e-^aar , n' ar Krims p Tartarye; met bevel om het gedrg der Rusfen nauw-»* keu* (l) Cant pag 425. env. (G Dat is een nieuwe Ouitfche Ongeio.ige, • Oost. Hist. XII. Dei*. II. Stuk. F ff fff 0 XVfc Bofk. XXIV. Afd. Foebereid* \eltnder tuffen. ilsch ït' tt *n i'leli  xvr. B- 'EK. XX,V. Aio. 960 HISTORIE van het 1 eurïg te onderzoeken , en onrrriddelyk te vu? te komen, zonder iemand iets wegens het oogmerk van deze reis te zeggen, Kbieli Ogli ond;;rtusfchen gaf Van dezen last en die b'doelde reis , voor dat hy vertrok een nauwkeurig be igt aan zynen oom den Wazir H-iJJeyn Pa^hd , tn deze , uit vrees , dat die kleine vonk misleiden een grooter vlam zou voortbrengen , dfn ■ og zo kortelings was ui.^eblufcht , beval zyn noef by de$zel s re rug kr>mst ,• hem eerst te komen zien , berigt te geeven vtn 't i een hy ontdekt zoude hebban , en last te h -alen , w - hy des wegen aan den Sultan zoude oveibjengen , Kibkli gehoorzaamde -an deze bevelen van zyn oom; en wed'rk erende ging hy , verm>ml, hem zien, en deedt hem verdag, dat de Uns,en op twe; plaa fen , namelyk Paroneibi en Azak ( H) ene groo.e vloot gebouwd h-dden, en dezelve dagelyks de-ke- maakten ; 'I at zy Taganorck op eene verbaazende wyze verderkt hadde > , en dat zy meer dan :o,ooo werklieden b^zig hielden om < ieuwe vesting werke i aan te leggen ; Dat de werken te Kamenzaton boven de Nieper reeds voltooyd waren , en de fluizen van die rivier voo' de vaart geopend ; Dat de 'lartairen buiten het fciuereiiand , niets veilig hadden , en geduung omrukt wierden door de invallen der Kofakhn. De Wazir, in aanmerking neemende, dat, byaldien deze en andere dingen van gdyken aart aa d n Soltan gemeld wierdtn, dezel e een nieuwen oorlog ontfteeken zouden vreesfelyker dan die, welke pas gebiulcht was , verzogt zyn neer ; dat hy dezelve wilde verbergen , en zyn meefter overreeden , da het b-'rigt , *t weik de Khan van de zaaken gegeven hadt , lourere verfiering was, of ten minden buiienipoorig vergroot naar (H) Vertnitz en Afof.  OTHOMANNISCHE RYS. 96t taa'- de wyze der Tartaaren , die op buit en plundering vlamden. Dat de Rusfen , inderdaad , geduurende den oorlog veifcheiden kasteelen begonnen hadden re digten, dog nu dat werk ffaakten , en niets meer verlangden dan een vrede en koophandel tusfehen de beide Natiën te bewaaren , en dat , tot dit < ogtterk welhaast een buitengewoon gezant by de doorlugtige Porie zou verfchynen. Kiblelt Ogli met dit veifitrd vtrhaal voorzien begaf zig des anderen daags naar èoltan Moftafa , als of hy zo onmidddyk van de reis kwam , en vertelde hem alies wat zyn oom hem in de mond gelegd hadt. De Soltan , geen wantrouwen aan de waarheid zyner berigten hebbende , wierdt zeer verbitterd tegen den Kban , en befchuldigde hem in een brief , welken hy aan hem fchreef , met fterke bewoordingen , over zyne valfche voorftellingen en opgaven der zaaken. De Kban hier uir ligtelyk bemo kende , dat de Soltan door zynen Opperftale .eeder bedrogen was, antwoordde fchielyk , dat hy nooit in zyne gedagten hadt durven neemen of nog zou durven neem n om den Soltan de minde valsheid on^er 't oog te brengen ; maar dat alles wat hy gefehreven hadt , de pum e waarheid was, maar dat hy vermoedde , dat Aibieli Ogli , door den vyand omgekogt , voor zyne Majefteit hadt verborgen het geen hy gehoord en gezien hadt in de Krim ,• en dat die man hem mogelyk vsn valsheid hadt befchuldigd omdat hy zulke ryie gefchenken van hem biet ontvangen hadt als hy verwagtede. Hy herhaalde nogmaals , dat het berigt , 't welk hy een Soltan gefehreven hadt, in alle zyne deelen , zo «aaragtig was als het licht van de zon , en dat Kibleli Ogli zelf dit niet ontkennen zoude byaldien hy nauwkeurig ondervraagd wierdt Tóen dit antwoord van den Kbdn door onbekendec perfoonen was overgegeven aan den Sollén, terwyl hy^1 uit de Jami kwam zondt hy terftonut om JKibleli Ugli, Fff fff 2 die xvr. Boek. XXIV. AfD, ntdekt e» ■ftraft.  Boek. XX v. Ai o. Do'tahar tot Wazi aa?,gtfteh 96% HISTORIE van hit die met den dood gedreigd wierdt byaldièn hy niet de eenvoudige waarheid meld ie , deze Kon die vrees r:i c wcd-rftian , maar bekende , dat alles wat de Kban gefehreven hadt , inderdaad zo was , en demoedig vergiffenis van zvne misdaad biddende , b' agt hy ter zyner verfchooninj; 'by , dat alles wat hy gedaan of gezegd halt, was gefchied op overreeding vand,«n Wazir, wiens bevelen hy niet kon ndaaten te gahoo.ziamen uic hoofde van deszelfs gezag , en van zyne familie verwantfchap met denzei ven. Dewyl de b driegery van b:ïden dus klaar ontdekt was , beroofde de ^'Uan Kibled Ogli van zyn pos: en bande hem , drjg kort daarop gaf hy bevel om hem ter dood te brengen. Terze'd.r tyd Uusfeyn Pasha van zyn Ampt als Wazir ontzettende bande hy hem naar een dorp by Sillebria zonder evenwel de hand op zyne bezittingen te legden Na die verzanding bleef het Wazirfebap , (daar byna geen voorbeeld van te vinden was ,) 40idr.gen open, t >t de aankomst van Dultaban Moftafa Pasba, Gouverneur van Bagdid, wien de Soltan voorha t tot deze waardigheid te verheffen , omdat hy de A ibieren hadt tVide-gebragt, en geduurende dezen tusfenenty^d hadt Silah iar tiiifin Pasha de belliering der za ken onder den tytel van V kil (m ). Zodra de nieuwe Wazir met zyne waardi^he:d b> k'eed was , deedt hy zig eei.e lyst geeven van de t. derkten , welke het O'hmanfch Ryk voor den Oorlog met de Duitjcbers hadt bezeten , en nog werkelyk bezat , en daar by bevindende , dat eene groote menigte deden over de Saave , welke hy Pasba van Bosnië zynde , den Duitfchers ontweldigd hadt , nu by den vrede aan dezelven waren wedergegeeven , wierdt hy ten urei-ftcn verbitterd en verklaarde, dat zy , die zulk een vrede gemaakt hadden » geen minder Gyawis waren dan (w) CaHx. p, 428. env.  OTHOMANNISCHE RYK. 963 dan de Duitfchers zelve , dewyl zy , buiten noodznaklykheid , zo veele plaac'en door zyn boed aan de ütb ■ tnanfehe heerlchappy onderworpen , hakl.n afgedaan, en Kaminiek , eene Stad door Soltan Mobammea voor een bolwerk van hec gehce'e Ryk gefchikt, terwyl zy, door het oprekten van een heerlyken Jami , tevens als een edel gedenkfluk van dan Mufulmanfcben Godsdienst befchouwd moest worden , in uitwisfeling gegeeven voor drie deden in Moldavië met Christenen gevuld Niet voldaan met de maakers van dien vrede te belchuldigen , en dun vrede zelve af te keuren , befloot hy dien te breeken , en den Poolen in 'c byzonder den oor'og te verklaaren , ais welker zwakheid aan dien kant hy nog Sera&kier zynde , hadt opgemerkt ,• en hy helde te meer over tot dit befluit omdat de verwarde daat van Europa by het overlyden van. den Koning van Spanje zo groot was , dat noch de Keizer , noch eenige Christen Mogendheid hen konde byfpringen. Zyne eerde bezorg'ng was om een voorwendzel te vin- \ den waarom hv den oorlog verklaarde, opdat het volk ,! denkende, dat de wapenftilftand aan den kant der utbmunen gefchonden wierdt, niet bang mogt zyn voor een ongelukEigen uitflag, maar geen fchyn kunnende voorwenden, dat de Poolen het'verdrag gefchonden hadden, verklaarde hy, dat d.e Othmanfcbe gezanen tegen den Koran en des So tan's bevel aangehandeld hadden, door meer af te ftaan, dan zy met hunne lastbrieven konden goedmaaken ; om welke redtn hy befloot hen met oen dood te ftraff.n. Maar begrypen-'e , dat het ge.'.ag van den Mufti een groote hinderpaal in dezen zyn zoude , dewyl hy niet alleen den vrede door zyn Feivab hadt goedgekeurd , maar ook een verklaard befchetmer van de Afgezanten was, bedoor, hy hem heimelyk van kant te helpen, in Ffifff 3 ver- xvi. B esc. Afd. Wattat den /luni.  xvi XXIV. AïD. De vtrraa dery van xyn Kyehaja Ibra him, 964 HISTORIE van hiï vergelding van zyn beweezen dienst en bezorgde bevofv dering. 'len dien einde veinsde hy hem eene byzondere vriendfchap toe te draagen , en ging hem dikwds op eene gemeenzame wjze bezoeken , en over ftaatzaaken met hem fpreeken ; Eindelyk , toen hy het ontwerp ryp oordeelde voor de uitvoering, noodigde hy den Mufti tot eei.e pragtige masltyd , en gaf eenigen van zyne kamerdienaaren iact om den Prelaat, terwyl men hem het water zoude toereiken , om zyne handen te wasfchen , lchielyk te verworgen. Maar deze fchikking berokkende door zyne eigen onvoorzigtigheid , zyn ondergang ; Hy ontdekte zig aan zyn Kyehaya lbrahim Aga , en deeze , om zig by den Mufti in te drin^e 1 , ging , met den Kafdb Basbi of opperde dachter naar denzelven toe, en onderregtede hem , wegt ns het gevaar , daar hy in was. Hier< m begaf de Mufti, eene ongefteldheid voorwende , zig te bedde, en toen de Wazir in eigen perfoon hem kwam bezoeken , om hem nog nader te noodigen, antwoordde hy met eene flaauwe Item, dat het hem ten uiterften letd was, dat zyne fchielyke ongefteldbeid hem verhinderde , van zig by hem te vervoegen, maar dat hy zyn Zoon, den Nakib Effendi zoude zenden, om zyne plaats te vervullen. Zodra Husfeyn Pasha vertrokken was , zond de Mufti om' den Reis Effendi Rami Mehemed Pasha , onlangs tot een Kubbei Wazir aangedeld, en om Maurokordatus , die den toeleg, welke tegen hen gefmeed was , verneem, nde, te famen overeenkwamen, om door eene of andere befchutdiging , het zy dan waar of valsch te weeg te brengen , dat de Wazir wierdt afgezet, en zo 't mogelyk ware, met den dood gedrafr. De Mufti nam deezen last op zig , en ging den Soltan Moftafa den volgenden dag berigt. n, dat de Wazir in eenige nieuwe  ÖTHOMANNISCHE RYK. 9*5- nieuwe ontwerpen, nadeel^g voor het Othmamifhe Ryk, was. ingewikkeld ; dat hy in st geheim een talryk leeger had opgefchreeven , zyne afhangelingen tot Officiers in 't zelve aangefteld , en hen last gegeeven , om de fok daaien aan te zetten tot het vorderen van een vreedebreuk , met byvoeging, dat men den Keizer zoude afzetten, zo hy weigerde , aan d.c verlangen te vol» doen. D e Soltan , gereedelyk geloovende, wat die Prelaat , daar hy eene groote achting voor hadt, hem wegens d.n Wazir aanbragt , deedt hem ontbieden, en hem , zodra by kwam , met verwytingen övërlaader.de , gaf hy bevel, dat men hem ter dood brengen zoude, zonder h m ter zyner verdeeding te laaren fpreeken , en hy gaf zyn post aan Ramt Mehemed Pasha. Maar uit des Wuzirs dood vloeiden als uit eene ryke fontein , droomen van menfchenbloed en onheil voort. De Ulema , burgers en foldaaten van Conjlantinopel , hoorende wat te Adrianopel was voorgevallen , begonden openlyk over de tegenwoordige regeering te klaaren ; verklaarende; „ Dat de nieuwe Wazir , dei „ Mufti, en ancere groote Officiers , fchelmen waren,,! „ en dat hunne ganfche beftien'ng tot den ondergang „ van 't Ryk drekte Dat zy tot dat oogmerk den Soltan overreed hadden , om Daltabdn Moftafa Puf ia „ een der grootde helden van zyne eeuw', die zig „ even luisterryk tegen de Duitfchers en de Arabieien j, onderfcheiden hadt , ter dood te brenpen, ware hy „ fcbuldig. geweest, drongen zy aan, men hadt hem ,, kunnen bannen , om hem , als de geleegenheid ge„ boren wierdt, tegen den vyand te gebruiken; maar „ naaryverig, wegens zyn uitmuntende verdienden, „ en om plaats te maaken voor een ander, hadt men „ hem ter dood gebragt, en tot het Wazirfchap ver» „ heven Hand Mehemed Efendi , een goed fchryver . » in- XVI. Boek. xxiv. Afd. Die ter 10 t i ge- 'iragt vardt. 'Iet nik w\t.  Q6"6 HISTORIE vak het XVr. B )ek. xx v, Ar O' Nieuwe verhittering. Heg. ii 14 „ inderdaad , en een geleerd man , maar onbekwaam ,, voor zulk een ampt ; dit was de reden , waarom men den Sultan , die daarenboven trotsch geworden „ was , overreed ha t , om zyn verblyf te Airianoïel „ te houden , en door de bosfchen te zwerven , ter-. „ w 1 dj h oofdftad van 't Ryk , door de afwezigheid „ van 't hof en de dwinglandy der Gouverneu s tot „de laagfte armoede gebragt was; Dat, om dezelve „ nog meer te benadeelen, Kyoprili A-Mo la Pasba, een „ Jongeling van agttien jaaren , die , bui'en den roem „ van zyn vader , niets hadt om zig aan te pryzen, „ dan zyn huwelyk ïucc de dogter van den Mufti , ,, tot Kaymaykan was verheeven ; ten blyke, dat 'er „ geene paaien gezet mogten worden aan des ü. ƒ is „ wil, die het byna zo verre gebragt haat, dat hy het „ geheele Otbmanfche Ryk met zyn gedacht en afhange„ lingen bezetten konde; dat alle dc beste Mollabfchap-. „ pen door zyne jonge Zoonen bezet war^n, of door „ zulken vervuld , die dezelve duur van hem koópen „ konden; want dat zyn huis een winkel of werkplaats „ voor de fchraapzugt was geworden , alwaar de re;!t„ vaardigheid en kerkelyke waardigheden aan de ryken „ verkogt wierden, in plaats van gefchonken aan man„ nen van deugd, en geleerdheid (0)." Zodanige aanmerkingen en gefprekken toonden duidelyk , hoe geneigd het volk was tot een opdand; djar ontbrak inderdaad niets aan, om denzelven te • voorfchyn te doen koomen , dan een Leider en eene bekwaame geleegenheid, welke laatde hen ras verfchaft wierdt door deii Kaymakan zeiven. In Moharram van li 14, namciyK , nadat dc Jamtzaaren hunne bezolding ontvangen hadden, trokken de Sebeji , die hen naast (0) Cant. p. 432. enz. Zie ook Wotsays Travsk Vol. 1. c. 13- p- 230-  OTHOMANNISCHE RYK. $6j naast in rang volgden , naar de huizen van den Kaymaykan en den Tejierddr , begeerende insgelyks betaald te worden; maar Kioprili Ahd'ollab hen van dag tot dag uitftellende , verbitterde hen in plaats van hen te winnen , waarop veertig hunner naar den Divan gaan , terwyl hy daar de geregtzaaken hoorde, en hem door een Arzubal verzoeken hunne begeerte in te willigen. Dit verzoek deedt zyn jeugdig bloed zieden, en in zyne drift fpreekt hy de Jebeji met harde bewoordingen aan, verwyt hen hunne bewegingen , en beveelt hen te wagten , dewyl 'er geen geld in de fchatkist was. De Snldaaten door die behandeling nog meer verbitterd, overlaaden, aftrekkende , op hunne beurt den Kaymakdm met bitfche verwytingen , en dat wel op de trappen van den Divan, en zo luid , dat de bydanders yder woord genoegzaam hooren konden. DeKaymaykam, hier van berigt gekregen hebbende, be-. val de Muhzurs (R) hen te gaan vatten en by hunnen hoofdofficier te brengen , om hen met den dood te draden; want het is eene hoofdmisdaad onder de Turken eenig regter tegentefpreeken , en voor al te fchelden inzonderheid is doodfchuldig , wanneer het bedreven wordt tegen den Kaymaykdm, die onderdeld wordt des Solidns plaats te bekleden. De Muzurs geweld willende gebruiken vonden tegendand by de Jebeji , die een oproer op de flraat maakende , met de gewoone fpreekwyze der Soldaaten; Toldafb Tokmidor? „ zyn er geene makkers by der hand? " om hulp riepen. Op dit geroep fchoten de Jebeji van alle kanten toe , en verlosten hunne makkers uit de handen der dienaaren van 't geregt , waar op zy naar hun- (R) Hunne naam ftamt af Jhzur , lrer,gen; omdat hunne zaak , behalven het bewaaren van des WazWs Paleis , is de fchuldigen op te brengen , en zo 'er eenigen gevangen gehouden worden , dezelve te bewaaren tot den volenden Div&n. Oost.Hist. XII. Dbel. II,Stuk. Gggggg XVI. Boek. xxiv. Afo. %or den Éaymakan  9^8 HISTORI tam hii XVI. Boek. XXIV. Af». Het Krygsvolk ftaat hunne kwartieren gaande een berigt gaven van 't geen 'er gebeurd was; daar by voegende, dat het vrugtloos was op betaaling hunner zoldy te wagten , zo lang de bediering was in de handen van een jongen , wiens hartenen verdraaid waren door zyne hooge en onverdiende waardigheid. Dus hieldt men eerst de gevoeligheid gaanie en wekte die hooger op , en vervolgens wierdt dezelve nog fterker aangeblazen door Karakafh Mehemed, een man van groote ftoutheid , en die greetig was naar veranderingen in het daatsbedier. Deze de geheele vergadering aantzettende om den ontvangen hoon te wreeken , bragc hei welhaast zo verre , dat zy de wapenen opvatteden , en naar des Kaymaykdrn's paleis liepen. Kyoprili Abdo'llah Pashd , berigt krygende van hunne aannadering, ontfnapte door een agterdeur , terwyl de Jebeji, dus in hunne hoofdbedoeling te loorgefteld, in verfcheidene partyen voorttrokken om de Janitzaren en de Ulermrop te dooken en in hunne pirty te brengen. Des anderen daags kwamen de aanvoerders van het oproer na den Atmeydan (Z) by malkander, en verbonden in die vergadering malkanderen en zig zeiven by eede , dat zy of den Wazir , den Mufti , en andere vo ks-verdrukkers , verdelgen , of in den aandag lneuvelen zouden. In deze vergadering boodtFtruri Hasfan Pasha , aan , hun hoofd en leidsman te zyn , en wierdt door hen tot liaymaykam in de plaats van Kyoprili Ogli , gekoren. De Nakib Kiazibi Mehemed Effendi nam het Ampt van Mufti op zig , en Dorojan Ahmed \ Pasha, een perfoon van geen aanzien , die als Pasha te rug geroepen en afgezet zynde ampteloos leefde , wierdt (Z) Of Hippodromus, door Jujlinianus by St. Stphia geftiat en nog gebruikt wordende om des Keizers paard6H te laaten wandelen en te oeffenen. Cant  OTHOMANNISCHE RYK. 965 wierdt door de rebellen Wazir gemaakt. Kulkyehaya Cha lik Ahmed Aga wierdt Janitzar Agafi , en Diw Al Aga die van den post van Kul-Kyehaya beroofd was, wierdt in dat ampt herfteld. Op hunnen raad floten de famei'zweerders de poorten van de Stad , en lieten niemand uitgaan , dan die do ;r hen zelve gezonden was, om dus te teletten , dat de Soltan van hunne verrigtingen en bedoelingen onderrigt werd . Hier op doegen zy voort om de arfenaalen , die daar waren te beroven, én 'er alle wapenen uit te haaien, zig tot een oorlog met het Ryk ïv daat dellende. Sol tan Moftafa van dezen opdand berigt krygende, zondt Moftafa Effendi, den eerden Sekretaris , om de redenen van zo geweldige bewegingen in zyne hoofdftad te onderzoeken , met belofte dat hy alle de verzoeken der oproerigen wilde inwilligen. Maar op den a,tften dag van den opdand aan de poorten komende, wierdt hy door de wagt genoodzaakt van zyn paard aftellappen, en tot den Atmeydan geleid, alwaar het volk hem als een Spion befchouwende en aangrypende, hem voor dat de Hoofden konden toefchieten om bun te wederhouden , byna dood doegen , en hem , om hem te doen beken, nen wat de Soitan deedt en voorhadt , derwyze pynigden en martelden dat hy alle gevoel en fpraak geheel verloor. Deze omdandigheid ondertusfchen , welke zy aan des Sekretaris hardnekkigheid en niet aan hunne eigen wreede behandeling toefchreven , verbitterde hen nog meer tegen den Soltan : weshalve zy zig ten geta. le van meer dan 50,000 Krygsüeden by malkanderen gevoegd hebbende , op den 19 dag na dat de opdand begonnen was , bedoten de Stad te verlaaten , en Adri» anopel als zynde de mededingder van de hoofddad , geheel te verdelgen, ingevalle de inwooners zig tegen hen zouden verzetten. Te Hapfa , niet verre van daar , gekomen , zonden zy den Soltan berigt ; „ Dat zy de Gggggg * „ wa- : xvi. Boek. XXIV. Aio. Tnkt ge* wapend op naar Adrianopotën.  XVI. Boek. xxiv. Afd. Rh leger voegt zig ly hen. 970 HISTORIE VAN HET wapenen niet opgenomen hadJen om of tegen hem , „ of tegen de Mujulmans, tc ftryden , maar alleenlyk „ om de kwaade Staaisdienaars te noodzaaken van zig te „ onderwerpen aan het onderzoek , 't welk volgens het „ Godiyk oordeel van den Koran over hen moest gebou„ den worden. Maar dat , indien hy het zwaard wil. „ de trekken , om deze zaak te bedisfen, zy geweld 5, met geweld duiten zouden , en dat hy in zulk een ,, geval voor God verantwoordelyk zoude zyn wegens de noode/ooze dorting van het bloed der Mujalmarir „ nen" Ook waarfchua'den zy de inwooners van AdrU anopel niet in de wapenen te komen , indien zy niet uitgeplunderd wilden worden ; daar zy buiten dien ontydigen wederdand , niet voor te vreezen hadden , want dat zy niet kwamen om met hunne broederen te dryden , maar om de Landsverraaders en de verdrukkers van 't Othmmfch gebied te draden (_z). De Sohan verzamelde , op deze boodfchap , zyne Europifche benden met den grootden fpoed , en beval haar onder het geleide van den Wazir Kami Mehemed tegen de oproerigen op te trekken; terwyl deze door een Fetvah van den Mufti Feyzollah Effendi niet degts voor Gyawrs verklaard wierden , maar ook de Kroon van 't marteldom wierd beloofd aan elk die , dapper tegen hen ftrydende , fneuvelen mogt. Maar, toen de beide le. gers in malkanders gez'gt waren, hieldt de Nabib Effen, dï, die als Mufti onder de faamgezwoornen handelde , den Koran voor des Seltaiïs leger om hoog en verzogt hen in aanmerking te neemen ; „ Dat zy broeders wa„ ren van denzelfden Godsdienst , van hetzelfde ,, bloed , en onderdaanen van dezelfde heerfchappy ; „ dat het volk van Konflantinopel de wapens niet hadt m opgevat om het Ryk te overweldigen , of iets tegen » de (a) Caht p. 433. env.  OT H OMAN NIS CHE RYK. 07: 't, de heilige wetten te onderneemen , maar om de on „ gelovigen te ftraffen , en den verachters van de wet „ overeenkomdig met derzelver voorfchriften hunne billyke vergelding te doen toekomen ; en dat zy , z( t', zy zig tegen zulk eene Godvrugtige onderneeming wil „ den verzecten zig niet flegts de verontwaardiging var „ God , maar rok de gedrengde ftraffen op den hal „ ze zouden haaien." Des Sohan's benden wierden doo: deze aanfpraak zo getroffen , dat zy den Wazir verlie ten , en z:g by de oproerigen voegden ; hen met der naam van broeders begroetende. De Wazir vloodt in dezen wanhoopigen ftaat , var twee bedienden alleenlyk vergezeld , en wel vermomd, naar Varna, en van daar weder naar Konflantinopel, ver' bergende zig eenigen tyd in een huis , 't welk hy in d( voorftad van Ayub hadt. Ondertusfchen hadden d ; op' loerigen zig onder de Stad te Solak Chesmeji, gelegerd, en lieten van daar de hoofden van den Wazir, den Mufti , deszelfs zoons , en van Maurokordatus , eisfehen De Soltan , dit verwachtende , hadt den Mufti twee dagen te voren weggezonden, maar van verfcheiden Bojtanjis vergezeld om hem , als 't ware , te ge'eiden. maar inderdaad met oogmerk om zyne verdere vlugt te beletten , en hem te rug te brengen , zo het g.vaai mogt vermeerderen. Vindende der halven , dat de Re> bellen fteeds hardnekkiger wierden in hunne eisfehen , deedt hy den Mufti te rug keeren , en leverde hem met zyne twee zoonen over. Zodra zy hem in hunne magt hadden, floegen zy Spykers in zyne knien, poogende hierdoor, en door andere verfchriklyke wreedheden hem te dwingen ter ontdekking van de oneindige fchatten , die hy algemeen geloofd wierdt cpgeftapeld te hebben , maar zynde een man van veel moed verdroeg hy alles met een zonderling geduld , en fprak geen woord , dan alleen om God wraak af te bidden over zulk een godGggggg 3 hoi ■ XVI. 1 fiCEK. XXIV. ( Af». I t [D« Mufti gemarteld.  XVI. Boek. XX iV. Aid. Mostafa ilaat den throon af eanAhuid 972 HISTORIE va» hst loos en ondankbaar i olk. Eindelyk door zo veele martelingen uitgeput wierdt hy ter dood gebragt , en zyn lighaam (A; in de rivier geworpen , als ware hy een ongelovige en der begrafenis onwaardig geweest. De Solt dn, uit dit alles begrypende , dat het volk meer tegen hem verbitterd was, dan hy zig in 't eert verbeeld hadt , zondt aan Dorojan Ahmed Pasha (B) dden Wazir der oproengen, het zegel aan dat ampt behorende , en bevestigde de andere officieren door hen gekozen , in hunne posten ; met eene belofte , dat hy hen alle hunne overige verzoeken inwilligen , en den Wazir en Maurokordatus, die ontvloden waren, zoude overleveren , zodra zy in zyn magt zouden zyn. Dog de oproerigen, door des Soltans toegevenheid douter wordende , beraamden maatregels om hem af te zetten. Ten dien einde fchikten zy een brief af aan Ahmed broe- (A) Dewyl de wetten van den Koran en het Ryk verbieden van een Mufti of Motah ter dood te brengen, (zynde de zwaarfte ftrafvoor de geheele orde der Ulema en der Kadis uitbanning ) verklaarden dg oproerigen , om de behandeling , welke zy hem aangedaan hadden , te verfcnoonen , dat hy een Gyawrs was , en wilden zyn lighaam ^V]*' «dahmeooanfcbe begrafenis vergunnen , maar huurden een bneiefch Priester om hem in den grond te helpen. Deze man nam zommige lieden , die hem in het lang voortfleepten , terwyl hy vooraanging , zingende in plaats van het gewoone begraafnis lied; Wee uwe ziel! werpende hem eindelyk in de rivier, nndat hy zegt men, u u jCr" met wierook gerookt , en twee Turkfche verzen hernaaicl hadt , waarvan de zin is: Hy is noch uwe noch onze hy is regtJtreeks naar de hel gevaren. Waar mede de Turken zo wél in hunnen lchik waren , dat zy den Papa rykelyk beloonden. Cant. (B Door de Oproerigen dus genaamd , om dat hy f-eieek naar Uoroshenko , Hetman der kofakken , die by de Turken Doraden wierdt genaamd. Maar te voren heetede hy Damad Mme > Pasha , dat is te zeggen Ahmed Pasha de JHefzoon , omdat hy de Zuster van d-n Wczir Amuje Ogli Hiufeyn Pasha , en de Meindrgter van kye. pnU Mostafa Pasha , getrouwd hadt ; Deze was de fchconfte Vrouw van haar tyd , maar zo wellustig , dat zy verfcheiden minnaars hadt , byzonderlyk Franken. Cant.  OTHOMANNISCHE RYK. 973 broeder van Soltan Mostafa, waar in zy hem hun verlangen te kennen gaven , dat hy nademaal zy zwaarigheid maakten om gewapenderhand in des Keizers paleis te dringen , zodra mogclyk in de legerplaats wilde komen , 't zy mee of zonder zyns broeders toeftemming, en dat het leger hem dan onmiddelyk voor Keizer zoude uitroepen. Sol tan Mostafa , dezen brief onderfcheppende , ftondt lang in beraad , of hy zyn broeder ombrengen, of den Scepter vrywillig aan hem afdaan wilde ? Verfcheidene van zyne huisfelyke officiers raadden hem tot den broedermoord, voor reden gecvende, dat de zamenzweerders genoodzaakt zouden zyn hem op den throon te bevestigen , in gevalle 'er geen ander erfgenaam ware voor het Ryk ; Maar de Soltan hadt een afgryzen van zulk een daad , en befloot zig aan de Goddelyke voorzienigheid over te geeven. Hy ging derhal ven naar Ahmzd, en , hem met groote genegenheid omhelzende , gaf hy hem berigt, dat.men algemeen verlangde , dat hy den throon beklimmen zoude , en dat hy "derha! ven de eerde wilde zyn , die hem als Soltan kwam begroeten. By zyn vertrek uitede hy deze reden. Her„ inner u , myn Broeder , dat gy , terwyl ik het >, Ryk bedierde , de grootde vryheid hebt genoten ; „ ik verzoek , dat. gy my dezelfde wildt laaten genie„ ten. Wees ook indachtig , dat , fchoon gy dezen „ throon , met regt beklimt , voor zo verre dezelve „ bezeten is geweest door uwen vader en broeder , de „ werktuigen egter van uwe bevordering verraaderfche „ oproermakers zyn , die , zo gy hen dradoos laat „ begaan , u welhaast ap dezelfde wyze handelen zul„ len als zy my tegenwoordig doen. „ (C) Dit gezegd heb- (C) Akmei volgde den raad van zynen broeder, en voorkwam waai» • XVI. Boek. £XIV. Afd.  XVI. Boek. XXIV. Afd. Zyne geftaltc. Zyn karakter. •waarfchyniyk daar door eene fpoedige afzetting. Dit lot trof hem einiie'yk egter in 1730. door een opftand van 'c krygsvolk , een gevolg van eene flegte reseering ; zyn neef Malimud wierdt in zyne plaats gefteld. Ahmti ftierf in 1736. (D) Eigenl>k zyne afdanking ; zynde een vrywillige afftand , om eene geweldige afzetting te voorkomen (E; Zyne behandeling van Doltabai mag aan zyn oordeel en xyne regtvaardigheid beide dotn twyfFelen. J74 HISTORIE VAN HET hebbende begaf hy zig naar het zelfde vertrek , alwaar syn broeder zig , op zyn bevel , onthouden hadt , en waarin hy , zes maanden na zyne afzetting , ftierf van eene ongedeldheid , uit de droefgeestigheid gefproten. (D_) Hy regeerde agt jaar en eenige maanden. Soltan Mostafa was , in den beginne van zyne regeering , een vorst van groote verwagting ; maar de fortuin deedt zyn hoofd in vervolg van tyd zwindelen. Hy hadt grootere talenten van de Natuur ontvangen dan zyne beide voorzaaten. Want hy hadt een ge. zond oordeel , groote werkzaamheid , en flrikte maatigheid ; Noch gierig in het verzamelen of bewaaren , noch verfpillend in het bedeeden van de gemeene fchatten , hieldt hy een wys bedier in dezelve. Hy was een goed boogfehutter, en bedreeven paardryder : Een liefhebber van geregtigheid (E) en nauw gezet in zynen Godsdienst. Hy verkreeg grooten roem door den vrede van Carlovoitz. ; die , door zyn vader en oomen te vergeefsch gezogt zynde , door hem getroffen wierdt met eene verwonderlyke voldoening aan alle de partyen. Hy was , wat zyn perfoon betreft j middelmaatig van geftalte , rond van aangezigt , en hadt eene fchoone kleur van blank en rood ; zyn baard was rood , dun , en niet lang ; zyn neus kort , en , wat op. waards gekromd ; zyne oogen blauw , en zyne winkbrauwen dun en geelagtig. In het voorjaar kreeg hy  OTHOMANNISCHE RYK. 9?s vlekken in zyn aangezïgt , die , in den winter weder verdweenen. Hy liet geen zoon in leven na , (B) fchoon hy verfcheidene gehad hadt. Hy maakte veel werks van lbrahim Zoon van zyn Oom Ahmed, - wien hy altyd met zig nam , en tot zyn opvolger , dagt men , fchikte , zo hy kinderloos mogt overlyden. (a) (a) Cant. Othm. Hist. p. 435. enz. ■ ^Motraye »6t > dat hy drie zoons naliet, fefus, Mustapha, en Mahomet. Tray vol. I. p. 247 Mogdyk is jfi «en ratsflag voor Mahmud, die Ahmed III. opvolgde Eynde vm het Twaalfde Deel IL Swi; OoST.HrsT.XlI.D£Ei.,n.STüï, Hhhhhh BLAD-  BLAD W YZER D E R VOORNAAMSTE ZAAKEN. A. ^aardbevingen Bladz. 28, 29, 68, 288. Academie te Prufa . . 52. Achlad of Kalat eene Stad, waar gelegen ... 4. Achmed flaat tegen zynen broeder Selim I. op, en word gedood. BI. 297- Achmed I. volgt zynen Vader Mohammed III. op. 564. zyn ongelukkige oorlog met Perfie , 565. zyn dood, 566. valfchevredehandeling met de Keizerfehen, 567. fluit met hen eenen vrede voor 20 jaaren, 585- met Perfie, 589. aanflag cp zyn leven . 591. brengt den Grootvifier Najat Basha ter dood , 594. zekere Jakaya geeft zig voor zynen broeder uit, 596. bevestigt den vrede met den Keizer, 60T. fterft, ald. zyn Karakter. ald. Achmet II. word Sultan, 883. zet den Wazir af om een beuzeling, 909. fterft, 915. zyn Karakter, ald. Aden door de Portugezen veroverd , • 593. Adrianopelen, door de Turken ingenomen. BI. . . 74. Agliman (Kasteel) door de Floren* tynen ingenomen. . 592. Aladin Sultan van Tconium ruimt de landftreek van Karaji Daghi aan Ertogrul in 7, 8. verheft Othman. . . .9. Aladinll. de jonge, zyne vriendfebap voor Othman 10. vlugt uit zyn land, en word gevangengezet. 12. Alaidulid onderwerpt zig aan Bay Tezid en geeft aanleiding tot den oorlog tegen de Mammelukken 278. overwonnen en onthoofd. 310. Albanièn door de Turken bemagtigd 454. ( inval der Keizerfehen in ) * 854- dlhaniërs vermeesteren Morea 213. onderwerpen zig 214. ftaan op nieuws op. . • ald. Amir Sultan van Iconium , zyne getrouwheid voor Joannes Cantac*' zenus 56. zyne. edelmoedigheid. 60. dood eenen Pat'iarch. 61. volhard in zyne vriendfehap. 63. Amogavaren bun verraai en geluk. 37jhmt  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 977 Amurad I. 2ie Morad. Arabieren vernielen het Turkfch leger door Water. 906. plunderen de Caravaan na Mekka, '914. AtJieenen door Mobammed II. bemagtigd. . . 217. B. Baghdad door de Perfiaanen ingenomen. BI. 575, óoö. door de Turken vergeefs belegerd. 628. tweede vergeeffche belegering. 629. door de Turken veroverd. 643. Bay Yezid zoon van Solyman I. maakt opfchuddingen 420. vlugt na Perfië. 527. word gedood in de gevangenis. . . 428. Bay Tezid Vizir van Mohammed, zyne getrouwheid voor zynen Heer. 134- Bay Tezid (Bajazet) Ilderim volgt zvnen Vader Mot ad op, en dood zynen broeder Tacub Chebi. 84. flaat de Moldaviirs. 85. word door hen geflagen. 8ó. flaat Karaman Ogli. 86. zyne veroveringen, ald. flaat Sigismund Koning van Htngaryen. 87, 91. belegert Conjiantinopolen. 88. maakt den Griekfchen Keizer cynsbaar. 89. zyne trotsheid tegen denzelven , 90. verovert Thesfalonica. 91. word van Tamerlan geflagen en gevangen. 95. 103. of hy in eene yzrtn kouw rondgevoerd is. 104. fterft. 108. zyn karakter 109. zyne zoonen. aldaar. Bay Tezid II. doet eeu bedevaart na . Mekka. 166. geeft voor , een ftil .leven te willen leiden. i6j. aanvanrt de rt'geerir.g. 268. zyn broeder Jem betwist nem den throon, (zie Jem) hy beteugek de Moldaviers. 274. verovertKaramaniën. Hhhh 275. begint den oorlog tegen de Mammelukken. 277, doet een inval in Circasfiën. 280. in Moldavièhi. 280. brengt Croatiën onder. 281* zyne overwinningen in Afië. 28r. zend eene vloot naa de Middelandfche zee. 281. valt in Griekenland en Itaiiën. 282. beöorlogtde Venetiaanen. 283. verovert Durazzo. 284. in gevaar door eenen Munnik. 226. zyn zoon Selim ftaattegen hem op. maar word geflagen. 289. Bay Tezid doet afftand van de regeering. 2g2. word vermoord. ap3. zyn Karakter, (ald.) zyne bygelovigheid. . 294. Barbarosfa zyne daaden. 376. bied zyn dienst aan Solyman aan , 377. valt in Itaiiën, 378. bemagtigt het Koningryk Tunis, 379. verovert Regio. . . 402. Bathori (Gabriël) ftaat tegen den Keizer op, 587. word vermoord. 591. Bedrieger (een) werpt zig op voor Muftapha zoon van Bay Tezid, 132. word opgehangen, (ald) een ander bedrieger doet zig voor, 137. word onthoofd. . 138. Belgrado veroverd door de Turken, 3H- belegerd en ftormenderhand ingenomen door de Keizerfehen, 831. heroverd door de Turken , 865, vergeefs door de Keizerfehen belegerd. . . 906. Bethlem Gabor word Vorst van Tranfylvaniè'n, 591. zyne overwinnin* gen, 596. word voor Koning van Hongaryen uitgeroepen, 606. fluit vrede met den Keizer. 609. Bosniën door de Turken veroverd , 310 t'onder gebragt doör de Keizerfehen. . . 835,949. Brand (hevige) te Conftantinopolen , 444> 577 , 637, 905, 915. hh 2 • £u-  97l BLADWYZERde* Buda of OJfen veroverd door de Turken, 361. herwonnen, 363. andermaal door de Turken ingenomen, 364. vrugteloos door de Keizerfchenbelegerd, 369, 762. belegerd en ftormenderhand ingenomen door de Keizerfehen. . 784. Burgondiè'n ( Hertog van) word door de Turken gevangen en gerantzoeneerd, . . 92. By gelovigheid (verregaande) der inwooners van Conjlantinopelen, BI. 199. der Turken en Perfiaanen, 314. Byzantynfche Histotiefchryvers (oor. deel over üe^<-H'cn ) 20. c. Cairt met geweld door de Turken gewonnen. . . 319. Candia (oorlog van) 661. volg, 663. Candia (belegering van) BI. 690. volg. Canisfa door de Turken veroverd. 544. Cantemir Prins, zyn verhaal van de Othomannifche familie, BI. 6. tegenwerpingen tegen zyn verhaal van de oudfte gefchiedenis der Tnrken , 12. oordeel over zyne Historiën. . . 16,17. Cantimir ^ familie der Prinsfen) 792. . Casfovia door de Keizerfehen belegerd, 770. ingenomen. . 772. Chsbrim dcor de Turken veroverd en verwoest. . 719.721. Cherkasfiers een ftrydbaar volk, 278. . inval van Bay Yezid II. in hun land. • . . 280. . Cineis zoon van Kara fu Basha, zyne Krygsverrigtingen , 112. ver- i lost zyn vader, ir3. ftooktdeSWjukfche Prinsfen op tegen MufuU man, 113. vlugt naa Mufulman. . _ 114. . Qneis verovert Ephefen, 127. onder wei pt zig, 129. brengt ;denVi- j fir Bay Yezid ter dood, i4t. vet.' laat Mujtafa en verovert Smirna H6. worddoorMararf 11.geflagen* ija. vlugt, .153, word vermoord,' Cocarde, vanwaar? . Iq?' Conflantinus word Keizer te Conftantinopolen, 171, word gedood in het veroveren dier ftad door de Turken, 195- zyn hoofd ten toon gefteld' \ Conftantinopolen door de Turkenbelegerd, 88, 122. uitvoerig berigt van de laatfte belegering en verovering deezer ftad. 180. volff. Urax dc Theologant verdagt, 149. word wredelyk mishandeld. 150, Cormthen veroverd door Mubammei Cofakken ftroopen tot voo'r Cenftentt nopelen, 605. onderwerpen zig aart de Turken, 703. vallen weder af. Crim (oproer in de) . 48^ Cyprus ( Eiland ) door de Turken be" magtigd. . ; 44J. D. Damascus onderwerpt zig aan de Tur*«• . . 520. David Comnenus laatfte Keizer van Trebizonde , 227. word gedood.' Ka door de Turken vergeefs beleSerd« • . 39r. Dtria (Andrea) Admiraal van Karei V. veroverd Coron en Patras, : 373- flaat de Turken ter zee. 385,' Oragal verovert Wallachien. 157. Dragut Zeerover, zyn voorfpoed. 414. Droom (zonderlinge) van Morad I. vervuld- . . 77 , 78. >uzen of Durztti, .. .' 494* Du-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 979. Ducay Vorst van Moldavien, deszelfs droevig uiteinde. . 754, Durazzo door de Zartsn ingenomen. ?8s. Duz-Alp Vader van Othoman. BI. 4. E. Egypten veroverd door SWwi II. BI. 315. volgg. onderwerpt zig. 334. Egyptenaars ftaan op tegen Soiyman l. 356. beteugeld. . . 358. Emo Venetiaanfch Bevelhebber , zyne wreedheid. . . 493, Engelfche Ambasfadeur te Conjianti' nopel. . . 610. Enge fche gezant (list van den) om zyn geld van de Turken te bekomen. . . f56o. Ephefen ingenomen door de Turken. BI. . . 39. Ertogrul (Ortogrui) Voorvader van Othoman BI. 4. zyne overwinningen , 7. verdryft de Moguls, 8. zyn dood. . , 9< Eski Seray of het oud paleis gebouwt te Conflantinopelen. , 208. Esfek ingenomen door de Keizerfehen. 790. Eügeniüs (Prinsfj flaat de Turken by Zenta. . , , 9$l. Euphrates (oorfprong van den) 315. Ezan , een lofzang der Turken by overwinningen gezongen. 203. F. Fakro'ddin , Emir der Druzen , zyne gevallen en dood, 632, 635. Ferdinand Rooms Koning word Koning van Hongaryen, 363. zyn leger belegert Esfek, 388. het word verftrooid, 389. hy belegert Buda vergeefs, 398. zyn leger trekt foiHongaryen, 406. belegert Pesth. 407. Hh.hhhl Francais I. Koning van Vrankryk. fluit een verbond meiSolyman. 401. G. Gallipoli door Aardbeving verwoest, 68, door Solyman herbouwd. 68. Gaudier (Jan) vertaalt dc Turkfchs Jaarboeken. 111. . Tp. Gauri Sultan der Mammelukken, zyn oorlog met Selim I. 316. fneuvelt in den veldflag. . 3^ Gazinfche Tartaaren doen eenen inval in het ryk der Seljuken i r. Gazall Beg ftaat op tegen Solyman 1. 342. word geflagen en gedood. 343» Georgius Caflriotes zie Scanderbeg.' Genuezen ( lafhartigheid der ) 40. hunne wakkerheid in 't verdedigen van Conflantinopelen, 189. verklaren den . oorlog aan Mokt. med II. , . 2if?. Gefchut en buskruid, (eerfte gewag van ) by de Griekfche fchryvers in de belegering van Belgrado. 162. ■ (groot ftuk) in de belegering van Conflantinopelen. 184, 188; Gheduk Achmed Basha befchuldigd , 275. ontzet door de Janitzaren, 276. vermoord. . 277. Godsdienftige gefchillen onder de Turken, of het Euangelie beter is dan de Koran. . , 362. Gran ingenomen door de Christenen, 527. belegerd door de Turken, 571. veroverd, 580. ingenomen door de Christenen. . - 731.. H. Halep geeft zig over aan Selim I, 320, Halep (Basha van) word ontz3chlylc voor de Turken, 582. verwerft vergiffenis. . .. 586*. 1 3 Hm,  q8o BLADWYZERder Honden uit Conflantinopelen verdreven, 593. mogen niet gedood worden. . . 594. Hongersniod in Hungaryen- 225. Hungaryen (Koningvan) verbreekt den bezwooren vrede met de Turken - - 165. Hunniades (Jobannes ) vak in het Turkfche gebied, 163. word gevangen door den J/orst yan Serviën, 174. fterft. - - 2ii. Husfein Effendi Hezorfen vermaard Turkfch Ichryver. - 16. I. Janitzaren opgeregt , 75. opftand van de Janitzaren. 506. lbrahim Basha ter dood georagt. 382. lbrahim word Sultan, 654. zyn ongenoegen op de Venetiaanen, 659. doet eenen inval in Candia, 66r. onteert de dogter van den Mufti, 665. word voor den Divan ge. d^agd , 666. afgezet en verworgd, 667. onder de Martelaars gefteld ald, zyne wellustigheid, aldaar. Jem ftaat tegen zynen Broeder Bay Yezid II. op, 269. word geflagen, en vlugt naa Italien, 271. word door eenen verrader onder het fcheeren de hals afgefneeden. 273. Jeno door de Keizerfehen ingenomen. 906. Joannes Cantacuzenus flaat de Turken, 55. bygeftaan door Sultan Amir, 56. zoekt hulp by Orchan , 59. doet afftand van 't Keizerryk en gaat in een Kloofter. 69. Joannes Palao'.ogus zoekt hulp by de Westerfcbe Vorsten tegen de Turken , 80. word te Venetien aangehouden om fchuld, 80. word door zynen zoon Andronicus ontthroond, 82. herfteld. 83. Joannes PalceologUi betaalt fchatting iac Morad ï$6. gaat na Italien en woont het Concilie van Florence by, 162. fterft. - 170. Joannes Sepuvius word Koning van Hungaryen 363. zoekt hulp by Solyman. - - 364. Joannes , Waiwoie van Wallachien , zyn voorfpoed, 472 , 473. zyne wreedheid, 474. van de zynen verraaden, 475, geflagen en vermoord. - - 476. Isfander Beg door Mohammed I. vernederd. - - 126. Ishak Malek bied zyne hulp aan Keizer Michaël aan , 39. word omgebragt. - - 41. Ismael Schach door §elim I. geflagen , 302. verovert Ardisk en Aglash , 418. word tot vrede gedwongen. 420. Iflambol verbasterd woord , om Conflantinopelen te betekenen. 88. Italien (inval der Turken in) 264. Justiniani (Giova?miy bevelhebber in Conflantinopelen, 186. word gewond, r99. vlugt. 198. K. Kaffa word den Genueezen ontnomen. 259. KamlnUk door de Turken veroverd. 704. Kara Amid (het volk van) valt af van de Perfiaanen. . 311. Karaman Ogli door Bay Yezid geflagen , 86. en onthoofd. 86. Karaman Ogli door Mohammed I. vernedert. . . 125. Karei de V. trekt op tegen Solymzn, 372. zyn togt naa Tuws. 382. Kayte Bey Vorst der Mammelukken ontziet Bay Yezid, 277. fterft. 280. Kezil Bashi een fpotnaam aan het volk van lsmaei Shah gegeven. 287. Kiminietski (Georg) Hetman derCV • fokken zyne lotgevallen. 7:64 Kiya Aleb Vader vaa Othoman. 4. Ko.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 981 Koman zend tfgezanten aan Mohammed II. - 212. Korkud zoon van Bay Yezid I!. ten throon verheven 267. lta.it dien aan zynen vader weder af by deszelfs terugkomst van Mecca, 268. ter dood gebragt door zynen broeder Selim, - 300. Koron door de Venetiaanen veroverd. 777- Krim (Eerfte Chan in de) 259. Kypirli Grootvizir door zyn zoon opgevolgd. - - <578. Kyoprili tot Grootvizir aangefteld , 855. zyne redevoering nopens den ftaat der zaaKen, 85Ö. doet het voortzetten van den oorlog befluiten,858. zyn bsvelfcbrift om volk te werven, 839. maakt hervorming in- de Threforie, 860. zyne pogingen tot herftel , 861. trekt tegen de Duitfchers te veld , 166. verovert Shahrkoy en Nisfa, 867. belegert Belgrado , 865. en neemt de Stad in, 865. -zyne zegepraal, 879. famenzwering tegen hem ontdekt, 885. trekt te veld , 889. word by Salankemengeflagen, 889. fneuvelt. - - 890. L. Lazarus Prins van Serviën door de Turken geflagen, 77, 81. en onthoofd. - . 84. Leopold (Keizer) zyne eisfehen op de Turken. - - 840. Lepanto door de Turken veroverd. 283. Leunclaviusuitgever der TurkfihePandecten , 19. zyneP«r/i/cöegefchiedenis beoordeeld. - 21. Lodewyk de II. Koning van Hungaryen fneuvelt by Mohatz. 360. Luchtverfchynzel boven Conflantinopelen. - . 005. M. Mechan of Mohan eene ftad. 4. Mahomethanen uit Spanje verdreven. 280. Mainoten vallen van de Turken af , 776. wie zy zyn. 778- Malta vergeefs door de Turken belegerd. 431. volg. Mimmelukken oorlog der Turken tegen hen begint, 277- worden geflagen , 326. hun ryk neemt een einde. - - 334. Manuel Paleologus (Griekfcb Keizer) word cynsbaar aan de Turken, 89. ftaat de regeering af aan zyn neef Joannes Paleologus, 93. of hy Tamerlan te hulp geroepen heeft. 94; Manuel ( Keizer) word belegerd door Muza,en roept MstoimMftehulp. 123. Manuel (Griekfch Keizer) zoekt de vriendfehap van Mohammed I.136. verovert Morea 127. befchermt Muftapha, 133. herftekMuftapha. 140. Mattheus (Griekfch Keizer) door de Serviërs gevangen genomen, ftaat den titel van Keizer af. 71. Matthias Koning van Hongarye» doet een inval in *t Turkfch gebied , 243. in Serviën, 248. verovert Bosniën. - - - 255. Maurokordatus , zyne list om den vrede te bevorderen. 951. Merkwaardig: gebeurtenis in hetverdigen van Carzola. 45Ö. Mezzo Morto Turkjch Admiraal , zyne lotgevallen, 923. fla:tt de Venetiaanen. - - 024., Michaël (Griekfch Keizer) ongelukkig tegen de Turken, 25. neemt zyn toe»  93a BLADWYZERder •toevlugt tot Hazan Chan der Tartaaren , 29. word door de Catalaanen geflagen. - 35. Michaël Vorst van fVallachien zyn voorfpoed. - - 522. Mimbar een zetel of throon. 268. Misnoegden in Hungaryen. 7; 4. Moguis geflagen door Ertogrul , 8. door Othman jj. Mohammed verilaat Ifa 111. ftaat op tegen zynen Broeder Mufa. 117. Mohammed Beg Vo st van Diyarbekr zyne overwinningen. - 314. Mohammed zoon van 2?r.y Tezi^ II. (noodlottige boert van) ^95. Mohammed J. word Sultan, 124. vernedert Karaman Ogli, 125. herbouwt Prufa , 127. vernedert Ceneis, 128- beteugelt de Wallachiers, 132. fterft. - 135. Mohammed II. volgt zynen Vader op, 176. laat zynen broeder verworgen , 177, maakt vrede met de Christenvorsten (ald) vernedert Karaman Ogli, 177. misleid den Griekfcben Keizer, 179. belegert Conflantinopelen ( ald. ) bemagtigt de ftad , en doet daar zyne intrede , 202. enz. overvalt Serviën, 207. zend eene vloot tegen Rhodus en Chio , 209 belegert Belgrado vergeefs, 211. doet tenen inval in Morea, 225. verovert [Semendria (ald.) Sinope, 226. maakt vrede met Ufum Hasfan, 227. beraagtigt Trebisonde, 227. verovert Mitylene en 't Eiland Lesbos, 236. de Vorst van fVallachien weigert hem hulde , 237. hy vak in fVallachien , 238. verovert Bosniën , 240. belegert Croja , 252. maakt zig meefter van Albanien, 254. van Caramanien, 255. belegert Negroponte (ald.) flaat Ufum Hasfan, en dood deszelfs zoon , 258, 259. neemt Caffa in , 259. belegert Rhodus vergeefs, 262. fterft, 264. 2yn Karakter ( aldaar) Mohammed UI. doet zyne 19 Broeders ombrengen , 524. verbond der Christenen tegen hem, 525. verklaart den oorlog aan den Keizer 532. belegert Agra'oï Egra , 534. famenzwering tegen hem , 550. handelt met dL-n Keizer over vrede , 562. zyn dood , 563. zyn Karakter „ - (aldaar) Mohammed IV. volgt zyn vader op 669. zyn oorlog in Hongaryen, 677. fluit vrede met den Keizer, 680. mcc Tolcn 689. met de Venetiaanen , 702. oor] og met Polen, 703. verovert Kaminiek, 704 fluit vrede met de Polen, 704. de vrede verbroken , 705. hy word geflagen, 706. de vrede op nieuw getroffen, 711. oorlog met Ruslandt 715. vrede , 723. zoekt oorlog met den Keizer , 724. verklaart den oorlog, 726. zoekt vrede, 798. word afgezet, 814. enz. zyn dood. . . 8l8. Moldavien (de Vorst van) onderwerpt zig aan de Turken. - 365. Moldavien door de Polen veroverd. 531- Moldavien (onlusten in) 597. Mongaz belegert, 783. ingenomen, 826. Montecuculi (Generaal) flaat de Turken. - - 635. Moren (opftand der) in Spanje, 444. Morad zoon van Achmed doet een inval in sinatolien. - 3°3- Morad zoon van Cr - Chan valt in Europa. - - 72. Morad I. volgt zynen Vader op , 74. bemagtigt Adrianopolen, 74. beftraft door den Mufti, 74. regt de Janitzaaren op, 75. zyne ver\ ove-  V OOR NAA MS TE ZAAKEN. 983 ©veringen 76. doet eenen inval in Serviën, 77. word gedood, 78. zyn karacter 78 zyn dood op ver fchilknde wyzen verhaald. 81. Morad II word landvoogd van Amafia , 131 volgt zynen Vader in de regeeringop, 137. ftiaft Karaman Ogli, 148 laat zynen broederMuJlafa verworden , 148-151. belegen Conflantinopelen, 149. brengt lsfandiar Beg t'onder , 151. verovert Smirna, 152. flaat Cineis Beg, 152 beoorlogt de Venetiaanen , 155 ve'rmeesterd Griekenland (ald.) bemagtigt Thafalmiica, 157. oorJog met de Hongaaten, belegert Belgrado vergeefs, 159. vermeeftert Serviën, 160 trekt in Hongaryen, 161. inval in Serviën, 161. maakt vrede met de Htngaaren , J64. doet afftand van , Stul.Weisfemburg door de Christenen veroverd onder den Hertog Mercure, 546. de-or de Turken heroverd. - . 540, T. Tauris geeft zig over aan de Tur¬ ken, 301. wreedheid daar by de verovering gepleegd. 498. Tekea (Graaf') H' ofd der misnoegden in Hungar en, 715 valt den Keiz.r af,723. door de Turken tot Koning van Haw>aryen aangeihtid , 7:6. raad de belegering van IV'enen af, 72S. in hegtenis gemomen , 771. grflagen, 851. v'orJ bevo'derd , 864. verovert Tranfylvanien, S74. word daar weder uitgedreven, 876. tot Koning van Hongaryen. verklaard , 934. dopr de Turken mishandeld (a'dair.) 7W»> C bannaat en ftad van; door de Turken veroverd. 4 rg. 1'inan Bey Sultan der Mammelukken geflagen door Selim I. 326. zyn vlugt, 329. andermaal geflagen , 332. gevangen genomen (aldaar) ter dood gebragt. 333. Timur-Beg (Tamerlan) zyn inval, 93, flaat Bay Tezid en neemt hem gevangen, 95. verovertSiwas, 97. zyne wreedheid ( ald.) wydlopig berigt zyner overwinning op Bay Tezid , 99. zyn edelmoedigheid v 105. verwoest het Christen Smyma. 107. Tranfylvanië ( Vaivode van) betaalt fchatting aan de Turken, 3(58. word vermoord. 375. Tranfylvanien onderwerpt zig aan den Keizer. - 804 828. Tranfylvanië , zie Zevenbergen. lrehizonde(Keizer van) word cyns- baar aan Mohammed II. 219. Trebizonde ( einde van het Keizerryk van) - - 227. Tripoli door Krygslist ingenomen. 32. Tripoli door de Turken veroverd 1 Tunis door de Turken veroverd5,' 454' ingenomen door de Spaan- Jchen  988 BLADWYZERde* fcben, 472. bemagtigd door de Turken , 477. veranderingen aldaar , 4'3- Turcopoli nemen den Christen Godsdienst aan , 36 verlaten de Cata- ■ laanen , 40. vertrekken 42. Turken zie Otbomannijcbe, hun naam faaatelyk, 2. hunneoudfie geflhiedenis volgens Prins Cantemir, 5. tegenwerpingen daartegen , 12. doen invallen in 't Griekfch Keizerryk , 25, 28, 30. hunne verdeeling onder 7 bevelhebbers, 23. veroverpn Tripoli nut een Krygslist, 32- belegeren fntiua.i^;,;„. 33. worden geflagen door de Grfe*e» 1 55* ontnemen hun vtrfcheide (leden, 67. hunne verwaandheid , 88. vallen in Syrien , 279. wreedheid tegen Jean de ' Chabas, 4.16 tegenfpoed tegen de Keizerfehen , 557. enz. geflagen door de Perfiaanen. 569-581. Tufchenregeering onder Solyman Chelebi, 110. onder MufaChelebi. 118. Txeegevegt tusfehen den Turkfcben veldheer en Tefchovich. 599* U. Ulaius Waiwode van Wallachyen, weigert den Turken hulde, 238. zyne wreedheid (ald.) vlugt, 239. wo:d gevangengezet, en fneuvelt in een veldHag. - 239. Ufum Ha fan zend afgezanten aanMobammtd II. - - «2. V. Vavole of Waiwode. - 3<58Varna { Veldfl-e by ) 166. Veliflig v n Anyra tusfehen Tamerlan en Bay Tsüi. - S9' ten en Boy Teiid, ° 99' ——— van Varna 166. van Casfova'. 171. , ( hevige ; tusfehen de Turken en Perji anen - 301-306. by Mohatz , 359 by Karesta, door gierigheid en plunderzugt verloren, 536. by Ba-kan, 749. van Mohatz, 860. by Nisfa, 846. Salankemen. - 889. - by Peterwaradin. 910. bylk- meswar 929. by Zerta. 94r. Venetiaanen verll :an d Turkfche vloot, 129. verklaaren den 001 log aan de Turken, 244. v, Hen in Morea(ald.) heroveren Lesbos. 246. hun voorfpoed, 205. p'und^ien de Turkfche Zeer.usten, worden geflagen, 260. maken vrede met de Turken, 261, 397, 285, 471- veroveren Cephalonia, 284. Haan de Turk- fch vloot, 672. bemagtigen Cbios 912. verdrukken aldaar de Griek- j'che Christenen, 913. verlatenhet wederom. - - 925. Venetiaanen verklaaren den Turken den oorlog, 759. hun voorfpoed, 765 , 766. bemagtigen Morea, 805. Corinthen en Atheenen, 807. hun voorfpoed in Dalmutien(ald. ) belegeren Negroponte te vergeefs, 836. hunne overwinningen. 878. Verbond der Christenen tegen de Turken. - - 451. Vervolging om den Godsdienst in Hongaryen. - - 574> Veterani Keizerlyke Generaal doorde Turken aangetast, 920. na een dapperen wederftand verflagen. 91T. r'andeti Ocrfchjtaing van een zwerm) ten tyde van een gevegt tusEeheri de Turken en Perfiaanen 314. Voorfpellingen van Mifri Effendi bewaarheid - - 905. Voorzegging van Haje Tekbafch nopens de Janitzaaren. - 7S> Verst  VOORNAAMSTE ZAAKEN. $8t> Vorst (harde) te Conflantinopelen. 606. Vraag (onvoorzigtige) vaneenen Vizir , die hem zyn hoofd kost. 322. Vrede van Cariovitz. - • 954- W. fVallacbien (inval in) door Mohammed II. 23S. verwoest. 570. Waradin ingenomen door de Keizerfehen. - - 898. Weensn door de Turken belegerd, 365. het beleg opgebroken , 367. andermaal belegerd, 782. ontzet. 74S- Wonderwerk ten voordeele der Turken. - • 16. Wreedheid der Turken tegen Bragadino bevelhebber van Famagusta. 454- tVyniruivin geoorloofd verklaard. <5j8. y. Ymen, opftand aldaar, 444. word gedempt ( aldaar.) Z. Zamenzwering van Sauz en Andronicus tegen hunne vaders. 79-82. Zee (verrigtingen der Christenen ter) 468 enz. Zeegevegt tusfehen de Christenen en Turken. - - 395» Zeejlag by Lepante volgens de Turkfcbe Schryvers, 455. volgens de Christenen , 4J6. enz. Zeettcht der Turken op de Rhoode Zee. - - 390. Zeveniergen door de Keizerfehen veroverd, 542. onlusten aldaar, 572. zie Tranf)lvu9itn.