15   ALMANACH TOT NUT V^N , 'T ALGEMEE N. XX 71   01 1124 2152 UB AMSTERDAM   ALMANACH TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN, Foor het Jaar 1/95* DOOR. G. BRENDER a BRANDIS, Mathematicus enz, te Amjieldam. te amsteldam, Bij MAT THIJS SCHALEKAMP.   VERDUISTERINGEN in het E v zullen, in dit jnar, twee Zon' en twee Mcmn - Eclipfen voorvallen, van welke de beide Maan - Eclipfen alleen, in onze gewesten zullen zichtbaar zijn. De eerfte Zen - Eclips zal beginnen den 2often Januarij, des avonds ten io uuren, en eindigen den 2iften'smorgens, ten 3 uuren 9 min. zullende vooral in China en Japan gezien kunnen worden. De tweede Zon - Eclips zal beginnen den i<5den ' Julij, 'smorgens ten 5 uuren 17 min.; en eindigen ten 10 uuren 30 min. Deeze verduiftering zal alleen in dfrica, op bet Eiland Madagascar, en de Aïiïopifcie en Indifcbe Zeeën zichtbaar zijn. De eerfte Maan - Eclips zal beginnen den sden Februari)', des avonds ten. 11 uuren tj min. liet midden zal zijn den'\3dtn Februarij-, 'des morgens ten o uur 43 .min.^.jeji.,fréf einde ten 2 uuren 9 min. Zullende^e Maau^ duim aan de Zuidzijde verduifteren.""" Deze' verduiftering zal in geheel Europa, dfrica, en het grootfte gedeelte van Aften zichtbaar zijn. De tweede Maan-Eclips zal zijn den 3iften Julij, het begin 'savonds ten 7 uuren 7 min.; het midden ten 8 uuren 3 min., en het einde den jaar 1/95.. 1 Au  VERDUISTERINGEN. i Augustus, 's morgens ten i uur 19 min, De ISlaan zal, in deeze Eclips, nog geen 3 duim aan de Noordzijde verduifleren: zullende de gtheele Eclips alleen iti de Oostelijke deelen van Europa gezien kunnen worden. ND. De op- en ondergang der Maan, benevens haar plaatfe , of het Hemelteken daar zij des nachts in is, iteat op eiken dag aangetekend.  Met dit Jaar telt men: Van de Juliaanfche Periode. 65c? jaarert. Van de Schepping dér Waercld 5744 .... Van den Zondvloed . . 4088 - Van de Joodlche Jaartelling, begin riende 14 September. 5556 ■ ■ Van de Turkfche Jaartelling, beginnende 18 Julij . . 1210 Van de Unie van Utrecht in 1579 216 . Van de Oprichting der Oostindifche Compagnie in 1602 i$3 ■ ■ .. — Van bet Sijnode van Dordrecht, in 1618 - - 177 — Van den Mnnfterfchen Vreede, in 1648. 147 •* Van de Oprichting der Maatfcha.ppij: tot nut van,talgemeen'm 1784. II ~« De Zonnencirkel is - - 12 Het Guldengetal 10 De Epaclra - - - 9 De Zondagsletter - D. Septuagefiraa - - 1 Febr. Vastenavond - - 17 Febr. Paasfcheu - 5 April. Hemelvaartsdag - 14 Maij. Pinkfter - 24 Maij Advent - - 29 Nov. De Lente begint - - 21 Maait. De Zomer begint 22 Junij. De Heiist begint - 23 Sept. De Winter begint 2.2 Dec. De Eerfte Quatertemper 25 27 en 28 Febr. De Ttveede Qjtatertemp. 27 29 en 30 Maij* 1 De Derde Qjtatertemp. 16 18 en 19 Sept. De Vierde guatertemp. i<5 18 eil 19 Dec»  J.ANUARIUS, Louwmaand, heeft 31 dagen. JANUS , een Romeinfche. afgod met twee hoofden, welken men wilde, dit het voorgaande Jaar en het tegenwoordige te gelijk befchomvde , gaf den naam aan decze maand. Voorheen , en op fommige plaatfen in ons Vaderlmd nog heden, de wetten in decze maand geleezcn m bezwooren wordende, wil men , dat dezelve daarna (volgens het Engclsch woord Laiv of IVef) Louii'maaiidg&eetcn zij. 1 Donderd. Nieuwjaarsdag, 'smorgon. 2 Vrijd. Diiiak. Leipz. Cr 4, 24. n 3 Saturd. Doesb. Oudenaard, (ó* 5.40. n 4 Zond. Eindhoven cfr 6.48. 3 Roomfcbe K. Luc, II. 21*. en Lutherfche K. voorm. Mat tb. II: 1-12 Luttb. K. namidd. Matth. II. IS- 18 's avonds vs. 19-23. Gereform. K. ïfte Zondag van den Heidelbergfcben Katecbis mus, ® Volle Maan, Maand. d. 5, voorin, ten 9 uur. 53 m. 5 Maand. Thelesphorus. fav. op. 6 Dingsd. Drie Koningen, 5. 21. Q. 7 Woensd. Kasfel (fr 6. 27. SI 8 Donderd. St. Omer £r 7. 36. 9 Vrijd. Middelburg cfr 8.45.»? Den io gaat dtf Zon op ten 8 uur,. 7 min., onder ten s uur., 53 min. 10 Saturd. Parijs <£r 9.51 ^ 11 Zond, Open tijd, 10.57.=aw Roomfche en Lu tb. K. yoorm. Luc. II. 41-s?. Nufn. Lutb.K Rom. XII. 1-6. Geref. :de Zond. 12 Maand. Koppermaandag. 11.57.A (f|[ Laatfte quart. Dingsd. den 13, 'smo. ten 5 U. 10 m. 13 Dingsd. Juletta. fm. op. 14 Woensd. St. Pontiaan. 1. 5. ra  . lf»v 1 _ . 1 T» f— ~ _ «- »»» 15 uonaero. rauius. 2.12 «1 16 Vrijd. Brugge (TJ 3.16.+* 17 Saturd. St. Anthonius. 4.22.+* 18 Zond^H. N. Jefus, St. Pieterft. 5. 25 > Roomfche en Luth.'K.voorm. ^c*. ÏI. 1- 15. Namidd. Z.af&. iST. it«»>. XII. 7-16. Gerefor. 3 Zond. 19 Maand. Marius en Martha. 6.2.2.^ Den sollen de Zon in Aquarius (iVt) of den Waterman ; op ten 8 , onder ten 4 uuren. 20 Dingsd. Fabiaan en Sebast. 7.22.^0 (fj| Nieuwe Maan, Woensd. denai, 'smor. ten o uur. 28. min.. Zon-Eclips, 21 Woensd. Agniet. fav. ond. 22 Dond. Vincent. 6. 8. ?cz 23 Vrijd. Oorfchot cCr 7.27. X 25 Zö»^. Paulus bekeering. 10.8. V Roomfche cn Lutb.K. voorm. Matth. VIII. 113/Na- midd.£a'&. AT. 1 Ccr V. 7. Gereform. 4de Zo»*/. 26 Maand. Kortrijk CÖ* 11..28. V 3§j) Eerfte quart. Dingsd. den 27, 'sav. ten 9 uur.2?. m. 27 Dingsd. Tilburg cö" fin. ond. 28 Woensd. Herenthals CÖ" o. 45. h a$ Donderd. Emmerik c5" 2. 2. n 30 Vrijd. Gee'rsbergen 3.17. * Den 3iften,de Zon op ten 7uur. 36 min. onder ten 4 uur. 24 min. 31 Saturd. Luik <£r 4«2$,s  FEBRUAR1US, Sprokkelmaand, heeft 28 dagen. De Reinigingen der Romeinen, welke Fcbrtia gehceten wierden, en door Paifs Priesters, in dceze Rlaand binnen Rome vube&d werden , door het omloopen met een Gcitenvaclit : gaven don naam aan deeze Maand , zo als het vergaderen van Hout öf SprbJkktlen , dit bij ons gedaan heeft. Zij zou echter beter Schril;!.-. Imaand he.ten , om dat men 'er om de 4 jaaren, in het Schrikkeljaar, een Schrikkeldag invu'r. 1 Zond, Septuagefima, 5. 30. «3 Rttmfcbe en Lutb. K. voorm. Mat tb. XX. 1 -16. Lutb. K. namidd. 1 Cor. IX. 24 - X. 5. Gereferm. K. 5de Zond. 2 Maand. Maria LichtLnis, 6. 22. SI 3 Dingsd. Geidorp 7.4 SI Volle Maan, Woensd., den 4,'s mo. ten 0. uur. 51 min. Maan-Eclips. 4 Woensd. Arnemuiden <£r fav. op. 5 Donderd. Agatha. 6. 20. wj 6 Vrijd. Dorothea. 7. 28. »ty 7 Saturd. Nioort cö" 8.35. a. 8 Zond, Scxagefima, 9. 41 Roomfche.e« Lutb. K. voorm. Luc Vlil. 4.15. Namidd. Lutb. K. 2 Cor. XI. 19-XII. 9. Gere~ formeerde K. 6de Zond. 9 Maand. Apolonia. 10.47. Den 10, de Zon op ten 7 uur. 20 min. onder ten 4 uur. 40 min. 10 Dingsdag Breemen cö" 11.52.nt iï^ Woensd. Roermond cö* ftn. op. @Laatftequarr.Dond.den 12,'smo. ten 2 uur! 27111. 12 Donderd. Eulalia. c.55.-** 13 Vrijd. Gregorius . 1.59.-**  14 Saturd. Valennin. 3. 3 +» 15 Zond. Quinquagefima. 4, 3. Roomfche en Lutb. K. voorm. Luc. XVILI. 31 45* Naraidd. Lutb. K. 1 Csr. XIH. 1 - 13. Gereformeerde K. 7de ZW. 16 Maand. Juliana. 5. o. -Jo 17 Dingsd. Vastenavond. 5.49^ Den 18. de Zon inP;$m (X) of de Visfchen, pp ten 7 onder ten 5 uuren- iS Woensd. Aschdag.Beflot. tijd. 6.30.1^ @ Nieuwe Maan,Dond. den 19, nam. ten 1 uur 15 m. 19 Donderd. Bonifacius fav. ond. 20 Vrijd. Maastricht ^< 6. 25.X 21 Saturd. Pipinus. 7.48.T 22 Pieterftoel. 9- 9- "Y\ Roomfche en K. voorm. Mattb. IV. 1 MI. namidd. Lutb. K. 2 Cor. VI. 1 -10. Gereformeerde K. 8fte Zond. 23 Maand. Utrecht, 10. 3i.« 24 Dingsd. St. Mattkijs. 11. 51*^ 25 Woensd. Qiiatert. Gouda 12 Donderd. Arnh. tfr Thiel. fm. op. (^T Laafde quart. Vrijd. den 13 , 's av. ten 9 u. 39 m. J3 Vrijd. Schiedam ^pC 0.56.+* 14 Saturd. Juliana. 1. 5S. 15 Zond. Lctarc, Texel Schapenm. 2.54. -jo Roomfche en Zafè. K. voorm. Job. VI. 11-15. ; nam. Za/^. K. G£. V. 4- 10. Geref. 15deZond.- 13 Maand. Buuren . 2.33.5*5; 14 Dirgsd. Weesp. Montf. 3. n.as 15 Woensd. Woerden 3*44. X  16* Donderd. Hoorn ~*€. 4» H* 5C 17 Vrijd. AnafUfius. 4. 41. v 18 Saturd. Kastr. Velzen 5. 5. V Nieuwe Maan, Zond. den 19. 'smorg. ten ^ 8 uur. 41 min. ip Z*. K. voorm. 3"o&. XII. 12-16. Nam. K. iPet. II. 21-25 Gereform. 16de Zond. Den 20. de Zon in Taurus (V) of den Stier, op ten 5, onder ten «7 uur. 20 Maand. Alkmaar. Wijk «f 8.37.^ 21 Dingsd. Vechten K. p.58. n 22 Woensd. Woerden n.ïö.n 23 Donderd. St. Joris. Trigt ^ fm.ond. 24 Vrijd. Terfchelling Leerd. 0 26.G 25 Saturd. Marcus. 1.22. Q. 3H' Eerfte quart. Zond. den 26, 's morg. t. 2 u. 50 m. 26 Zond. Jubilate. 2. 5. $1 Roomfche en K. voorm. Joh. XVI. 16-23. Nam. Lutb. K. iP«f. II. 11-17. Gereform. 17de Zond. 27 Maand. Leijden ï& 2.39 & 28 Dingsd. Wijk Wc4 3.6. 29 Woensd. Monnickendam fl'f 3.30. »y Den 30, de Zon op ten 4 uur 38 min. onder ten 7 uur, 22 min. 30 Donderd. Edam ^< 3'5i»C 1.19.^ (fj^Laatfte quart. Dings. den 12, 's mo. ten I uur. 6 m. 12 Dingsd. Zuilen (6* i..53*X 13 Woensd. Maastricht :*< 2.18.X 14 Dond.Hemelvaard. Leijd.K. 2.4i.'v 15 Vrijd. Nijmegen 7f€ 3. 6. r  16* Saturd. Ubaldus. 3'33' H 17■. ZondExaudi Amersf. Brusf.K. 3.59.Vf Roomfche K. voorm..^e*. XV. 26. - XVI. 4 namidd. Lutb. K. I IV. 8- II. Geref. 20(te Zond. Nieuwe Maan, Maand, den 18, nam ten 4 u. 6. m. 18 Maand. Utrecht ^< fav. ond. 19 Dingsd. Harmeien. Kerm. 8.56. n. 20 Woensd. Schoonh. c& Gr.2*C 10.12.23 Den 21, de Zon in Gemini (n) of de T> 5 Vrijd. Oudew.^C Enkh. 3 Vrijd. Purrner. Gief. z9<- 9- 8 a« 4 Saturd. Martijns Translatie. 9.46. tvs 5 Lar, Katw.Woerd K. 10.19 — Roomfche K. voorm. flfarf.VUI. I 9. K, £»11. namidd. -La/i. K. iPeMU. 8-15. Gere/. 27. ZW. 6 Maand. Gorinchem 10.46. X 7 Dingsd. Bunfch. Schied. c& 11.10.X 8 Woensd. Procopius. 11.33.^ (ff Laaifte quart. Donderd. d. 9. nam. ten 2u. 39- 9 Donderd. Geertruidenb. ^ 11.56. V Den 10. de Zon op ten $u. 52 m. onder ten 8 u. 8m. 10 Vrijd»-Dev. K. Leijden (0* fmo.op. 11 Saturd. Edam Kerm. o. 21. V 12 Zond. Vlisfingen Kerm. o. 49. n Roomfche K. voorm. Mattb. VII. 15-23- Lutb. K. Mattb. V. 20-26. namidd. Rom. VI. 3-n. G«r«/*, 28 Zond. 13 Maand. Utrecht 1.21. n 14 Dingsd. Leeuw. 05" Leijd. Ka. s. ©.23 15 Woensd. Aposcelfcheiding. 2,49.22  Nieuwe Maan, Dond. den 16.'smo. t.711.49.111. 16 Donderd. Reijnildis. fav. ond. 17 Vrijd. Alexius. 9 o. SI 18 Saturd. Sijmphorofa. 9-3© Q. 19 ZmtL Rhijnsb. Oudsh.K. 9«55 «t Roomfche K. voorm. Luc. XVI. 1-9. Jjuth. K. Mare. VUT. 1-9. namidd. Lutb. K. üoiw. VI. 19 23. Gereform. 29 Zond. 20 Maand, 'tbegin der Hondsd. 10. 17. nt 21 Dingsd. Klund. Leijd. Ie. 10. 36. =£v 22 Woensd. Middelburg cö* 10.55.-0. ^Eerfle quart. Dond. den 23. 'smorg. t. 7u. 49. ra. Den 23. de Zon in Leo (Q) of den Leeuw, op ten 4, onder ten 8 uuren. 23 Donderd. Deventer (£f 11.14. >»{• 24 Vrijd. Vastendag. Gron. (fr 11.34.01» 25 Saturd. St. Jacob. Franek K. 11.58.ny 2(5 Zö» 30 Donderd. Grol ' ". 2.28.^ © Volle. Maan, Vriid. den 31. 'sav. ten 8- u. 14. m Maan - Eclips, van 7 uur 7 m, tot 8 uur. 59 m. Een 31, de Zon op ten 4 uur 20 min, onder ten 7 uur 40 min. 31 Vrijd. Zwol. Beemlïer K. fav. op.  AUGUSTUS, Oogstmaand, heeft 31 dagen. Deeze Maar.d werdt in d?n Almanach van JSuma PbmflitQy Koni«0' van Home , Sext Mis of de Zesde geheeten ; beginnende het Roir.einfchc Jaar met Maart. Naderhand werdt hij aan den Keizer yin-fiatus gewijd, e.i naar denzelven genoemd. 1 Saturd. Piet. b. Heus. t.Aa. K. S.so.^ 2 Zond. Portiuncula. 8.50. X Roomfche K. voorin. Luc. XVI1L 9-14. Lutb.K. Luc. XVI. 1-9. namidd. Lutb.K. iCor.X. 6-IO. Gtreform. 31. Zend. 3 Maand. Stevens vind. 9. 15.X 4 Dingsd. Domin.Tha.Cap.K. 0.37.V 5 Woensd. Maria ter Sneeuw. 10. o.T 6 Doaderd. Transfig Christi. 10.24.* (g Laatfte quart. Vrijd. den 7. s'av. ten7 uur 7 min. 7 Vrijd. Wijk .10.50.tf 8 Saturd. Domburg "^C 11.20. n 9 Zo;?^. B^vervv. 's Gravel. K. 11.57.11. Roomfche K. voorm. Man-. VII. 32*37. Lar£. K. £«<:. X!X. 41-48. namidd. Lutb. K. iCar. XII.I-II. Gereform. 3a Zo»*?. Den 10, de Zon op ten 4 uur 36 min. onder,ten 7 uur 24 min. 10 Maand. St. Laurcns. Hoorn K. fm.op. 11 Dingsd. Linf.Loenerfl.UtF. Ie. 0.43. s 12 Woensd. Bolsw. ^ en óf 1.36. s 13 Donderd. Hijpolitus. 2.32. SI @ Nieuwe Maand, Vrijd den 14, nam. t. 6, u. 15. m. 14 Vrijd. Colh0rn K. fav.ond. 1* Saturd. Maria Hemelvaart. 7.59- "7  16' Zond^Dokk. Sn. (fr Za'and. K. 8. 23. n*/ Roomfche K. voorm. Z,«t. X. 23-57. K. £«f. XVIII. 9-14. namidd. Laf*. K. ïCor. XV. I-10. Gereform. 33 Zond. - .17 Maand. Hartjensd-.Haar]. 8.43.-3. 18 Dingsd. Vreel. K. Lis. :?H£ 9. 3. •&< 19 Woensd. Ludowicus. 9.21. =o= 20 Donderd. Einde der Hondsd. 9 40. tn 21 Vrijd. Privatus. 10. 2. m. @) Eerfte quart. Sat. den 22, nam. ten 3 11111-45 m. 22 Saturd. Tiinotheus.^ 10.28.-r-> Den 23. de Zon in Virgo (trj/) of de Maagd, op ten 5. ond. ten 7 uuren. 23 Zond. Gorlchem. K. i'o.58.+-> Riomfcke K.-voorm. Luc. XVII. n-io. Lutb. K, M 25 Dingsd. Bosch. Tergoes (& fmo.ond. 25 Woensd. Rotterdam lo. o 19.^ 27 Donderd. Rotterdam lo. 1.14. «stag Vrijd. Sr. Augustinus. 2 18. vcz 29 Satnrd. $t. Jans onth, Dev. Ie. 3.31.x @ Volle Maan, Zond. den 30,s'morg. ten6115701. 30 Zond. Goes (TJ Rotr. Bod. K. fav. op. Roomfche K. vooim. Mattb. VI. 24-34. Lutb. K. Luc. X. 23-37. namidd. Lutb. K. G«/. III. 15-22. Gereform. 35 Zo«^. Den 31, de Zou op ten 5 uur 15 min., on<;er ten 6 uur 45 min. 31 Maand. Naarden ppC 7.44. r  SEPTEMBER, Herfstmaand, heeft 30 da?ren. De naam van deze Maand is nog geheel naar den oud.'n A!ma«ach van Vlum'a Pompilius gefchilcc; geèvende hut latijnfclle woord September, eigenlijk de Zevende maand ce kennen. 1 Dingsd. Arrer. Abc.'Baambr. K. 8.10 v 2 Woensd. Alkmaar & < 8.34.V 3 Donderd. Kampen -8.59.V 4 Vrijd. Delft Zaarm. 9. 27, 5 Saturd. Berthijn. 10. 2. n (j^Laatfte quart. Zond. den6,':mo. ten o uur. 16 m. 6 Zond. Monnikend. WeespK. 10. 45. n Roomfche K. voorm. Luc. VII. 11-17. Lutb. li. Luc. XVJI. 11 -19. namidd- Lutb. K. Gal. V. 16 - 24. Gereform. 30 Zond. 7 Maand. Frankf. Zi-erikzee (ü\i 1. 35. 23 8 Dingsd.Maria Geb. Blokz. 0 fm. op. 9 Woensd, Workura 0.36. & Den io, de Zon op ten 5 u. 35 m. ond. t. 6" u 25 m. 10 Donderd. Tertholen (ü* 1.44 €1 11 Vrijd. Rofendaal (ö* 2. 56. "7 12 Saturd. Valkenb. Terveer 4. 8. »iy @i Nieuwe Maan, Zond. den 13, 'smo ten 7 uur. 5 m. 13 Zond. Willemft.LeijderdorpK.fav ond. Roomfche K. voorm. Luc. XiV. 1-11. Lutb. K. Mattb. VI. 24-34. namidd. K- G*/. I V. 15. — VI. 10. Gereform. 37!te Zo»i. 14 Maand. Kruisverh. Nijm.^C 15 Dingsd. Vleuten Kermis 7.34"£-  v 22 Dingsd. Cock. Maarfen K. 11. 10. V» Den 23, de Zon in L&r* fW) of de Schaal, op en orrder ten 6 uuren. 23' Woensd. Linus. ^- ond. 24 Dooderd. Terfchelling o. 10 t£ 25 Vrijd. Brakel 0 ^ 26 Saturd. Cijpriaan. 2-34-X; 27 Buuren Oudew. K. 3-54-* 2lM«/M« K. voovm. Matth. IX. \'\Llf' K* XIV. I -11. namiud. Laf*. KIV. 1-6 Gereform. 39fte Z#»ff. (g) Volle Maan, Maand, den 28 nam. ten 4 uur 47 m. 28 Maand. Utrecht ^ _ Tav. op. 29 Dingsd.5*. Michiel.ZwoX. (ff 6.43.^ Den 30 de Zon op ten 6 uur. 16 min. onder 5 ten 6 uur. 42 m n. 30 Woensd. St. Hieronijmus. 7.  OCTOBER, Wijnmaand, heeft 30dagen. De Iaïimlcha naam deezer maand wijst aan. dat het de Astfti van het oudjaar oer Romeinen was. — De Wijnoogst, welke in decze maand plaats heeft, gaf'er den nederdahfchen «aam aan. 1 Donderd. Warmond. Mocn. K 7.36. v 2 Vrijd. Beverwijk Leerzn. > 8. 9. n 3 Saturd. Leijden ontzet. 8.50.0 4 Zond. Edam Amfterv. Kerm. 9, 39.s Roomfche K. voorin. Mattb. XXIE 1-14. K. Mattb. XXII. 34 -46. namidd. Lutb. K~. I C«r. I. 4-9. Gereform. 40lte Z^»^. (g[ _ Laatfbe quart. Maand, den 5 , 's rao. ten 6 u. 33 m. 5 Msand. Gorcum (Ö* 10,37.23 6 Dingsd. Korthoef. Herm. K. 11.42.& 7 Woensd.'Weesp. ^ fm.ep. 8 Donderd. Alkmaar ontzet. o. 53. »y 9 Viijd. Viauen w(* 2. 6. m; ^ D^n, 10, ds'Zon op ten 6 uur. j6 min. onder ten 5 uur 24. min. 10 Saturd. St. Vi&or. 3,17. ny 11 Zond. Waddinxv. Voorb. K. 4.27,=^ Roomfche K. voorm. ^oir. IV. 47-54 Lutb. R. Mattb. IX- x -8. namidd. Luth. K. IV, 22-28. Gereform. qiiÏQ Zond. ® Nieuwe Maan. Maand. d. 12, '*av.ten 10 u. 40 m. 12 Maand. Nbuwpoort ïp€ fav. ond. 13 Dingsd.'Dorthuiz. Drieb. K. 6. 5. m, 14 Woensd. Purmerend 6.25.111 l$ Donderd. Schaagen ut <5.48. »n,  16 Vrijd. Amersf. Vianen ftf 7.14. +* 17 Saturd. BoereSaturd.üitg. iwr 7.45.4* 18 Zond. St. Lucas. Loosdr. K. 8.22."}o ■Roomfche K. voorm. Mattb. XVIII. 28-35. K. Maj-tb, XXII. 1 -14. nam, Lutb. K. V. 15 - 21. Gereform. 42(10 Zend. 19 Maatid. Amft. Haarl. Hilv. #sf 9. 7.^0 20 Dingsd. Emmenes, Soest K. 10.2, ^> 3'Eerrte quart. Woensd. d2i,'smo. ten 3u. 32. m. 21 Woensd. St. Urfel. 11,6. «as 22 Donderd. Asperen ^ frn.ond. 23 Vrijd. Schiedam o. 18.X 24 Saturd. Haarl. Varkenmarkt. 1.34 x 25 ZK.- < Luc. XXI. 25 36. namidd. Lutb. K. Üözb. XV. 4-13, Geref. 49 Ze»/*. 7 Maand. St. Ambrofius. 3.26". in, , 8 Dingsd. Maria Ontvangenis. 4.32.H1 9 Woensd. Liuns <£r 5.37.+» Den xo, de Zou op ten 8 uur 15 min. onder ten 3 uur 45 min. 10 Donderd. Melchiades. 6.42.+?» 9 Nieuwe Maan ,Viijd. den 1 i, voorm. t. 11 u. 36 m. 11 Vrijd. Roodenburg. Ö" fav. op. 12 Saturd. Joac'himsdal (£f 4.50. *> 13 Zond. 3 Advent. 5. 38 Roomfche R. yoórm. Joh. L 10-28. Laf*. K. Mattb. IX> 2 io. namidd. Laf*. K. i Cor. IV. 1-5. Gereform. 50 Zo»*/. 14 Maand. Rijsfel có* 6". 34.^ 15 Dingsd. Tongelveen cfr 7.37.;^  16 Woensd. Oiiatert, Helm. (fr 8.46*. tts 17 Donderd. Namen, Bergen (fir 9 59. X 18 Vrijd. Quatertemper, 11.14. X Eerftequarr. Sat. den 19,'smo.ten7uur.50 m. 19 Saturd. Qiiatertemper. fmo. ond. 20 Zond. 4 Advent. o. 31.Y Roomfche K. 'voorin. Luc. III. 2-5. K. Joh- I. 19-28. namidd. Lutb. K. P<&/7. IV. 4-7. Gereform. 51 Zond. 21 Maand. *S/. Thomas. i.49.;V Den 22ften de Zon in Capricorhut (^)o) of den Steenbok , maakt alhier den korften dag , van 8 uur 18 min. 'smorg. tot 3 uur 42 min. avonds. 22 Dingsd. Halle bedevaart. 3. 10.V 23 Woensd. Yverde vullera. 4. 34. u 24 Donderd. Vastendag. 5. 57. n @ Volle Maan, Vrijd. den 25, s' av. ten 10 u. 42 m. 25 Vrijd. i?e Kersdag, fav. op. 26 Siturd. 2de Kersdag. St. Stev. 4. 36.23 27 Zond. St. Jan Euangelist. 5.44. SI Roomfche K. voorm. Luc. If. 1-9. Lutb. K. Z.wc. II. 33 - 40. namidd. Lutb. K. Gal. IV. 1-7. Gereformsxpi Zendi 28 Maand. Onnozele Kinderen. 7. o SI 29 Dingsd. Thomas Cantelb. 8.17. uy 30 Woensd. Savinus. 9»3ï»,T7 Den 31, de Zon op ten 8 uur 15 min. onder ten 3 uur 45 min. 31 Donderd. Silvester. 10.43.m/  KLEIN ZEGEL, mtt de vijfdt Verbooging. ï Zeg. van 3 ft. kost/- 5 ft. 1 Zes. van 4 gl. kostƒ5 -1 — / 24 - : •- • /4C0.000 — ■ / 48 - : REKENINGEN, Specificatiën, Bedaratien , Aften van Befltkken, Ordonnantiën Asfignatien, enz. Alle Rekeningen aan Particulieren, wegens geleverde Goederen , Arbeidshoven, Daggelden , Salaris, Vacatiën, Verfchotten, wanneer dezelve bedraagen van 50 tot 100 gl., moeten gefchreven worden op een Zegel van 3 ft. Boven de 100 gl. op een Zegel van 6 ft. ten lasten van den Debiteur. De Memerien en Rekeningen van Makelaars wegens Overdragten van Goederen, van welken liet Zegel betaald is, de Notkicn van Prefe'fhrtn en Doctoren in de Medicijnen, en Chirurgijns, voor zo verre de gedane Vifites aangaan, zijn van deze belasting vrij. Alle Rekeningen, ten lasten van liet Gemeene land, de Sttden, Collegien, Amhagten , Gerechten , Polders, Gildens enz. Van ƒ 10 tot 100 gl. bedraagende, op een Zeg. van 3 ft. —— / ico tot~2oo gl. 1 ■■ 6 ft. — / 200 tot 400 gl. ■ ■——— 12 ft. —— / 1000 tot 2000 gl. 1 1 - —— 48 ft. En voor elke icoo gl. daar boven, nog met een" Zegel-van 24 ft. te verhe-ogen; alles ten lasten van den Crediteur.  DE STAND DER PLANEETEN, VOOR DEN JA ARE 1-7.95-' -Lang heeft men onder den gemeenen Man verfpreid , • en men zegt het nog dagelijks: dat, als 'er een Ster digt bij de Maan ftaat, men dan zwaare Stormen en Onweêren te duchten heeft. Men zal intusfchen, door het waarneemen van de volgende nabijheden der Planeeten bij de Maan, de onwaarheid deezer vertellingen genoegzaam kunnen A op-  opmerken: ten minftcn, het is te hoopen, dat men het tegendeel, uit het geregeld verfchijnen der Planeeten, en het "ongeregeld ontdaan van Stormen en Onweêren , ziende, door deeze en andere waarneemingen zo veel kunde zal verkrijgenj dat men zich niet langer zulke Fabeltjcns zal laaten wijsmaaken. Daar verders aan alle Menfchen drie der voornaamile Hemelbollen, van ons Waereldftelzel , bekend zijn , namelijk de zon de maan en den aardbol; fchoon voor 't overige, veele Menfchen onkundig blijven, welke Sterren, de zes overige Planeeten zijn; zo achten wij het niet ondienftig, vijf van dezelve aan hen te leeren kennen, door de Maan; namelijk wanneer die Pla* veeten digt bij dat Hemellicht ftaan. — Dus vind men in de volgende tafelen, voor elke Maand, eene aankondiging van de nabijheid der Planeeten, merrur1us , venüs, mars, j uPITER en iATURNÜS, bij D£ maan; met  [3 ] met bcpaaüng van den tijd, den ftreek, en den aflland, in voeten-, hebbende wij de Maansmiddenlijn zelve, tot deze voetmaat genomen; vermïds men zuiks, bij de Maan -Eklipzen mede gewoon is te doen. Wij hebben dit echter alles Hechts zo ongeveer genomen, als genoegzaam was om den Planeet te vinden, en te Ieeren kennen... JANUARIJ 1795. MEr.Kuiuus, is.-niet zigtbaaiv venus, zal den 19 's morgens ten 6 iruren, 18 voeten ten N. W. van de maan liaan. marss zal den 24, 'savonds ten 4 uur. 30 min. 9 voeten ten N. W. van de maan liaan. jupiter, is niet zïgtbaar. saturnus, z<ü den 28, 'savonds ten 10 uur. 6 voeten ten Notrden van de maan Haan. FEBRUARIJ. merkuïuus, is niet ziatbaai. ve-  [ 4] vekus, zal den 16 'smorgends ten 4 uuren, % voeten ten Noorden van de maan Itaan. mars, zal den 22'smorgends ten 4 uuren, 9 voeten ten Noorden van de maan itaan. tupiter, zal den 17 's morgens ten 6 uuren, 9 voeten tèiï vjW. Z. W. * van de maan liaan. saiornus, zal den 25 'savonds ten 4 uuren 30 min. ia voeten ten W, N. W. van de maan (laan. MAART. merkurius, is niet zigtbaar. vfmjs, zal den 17 'smorgends ten 5 uuren, voeten ten O. N. O. van de maan itaan. •mars, zal den 2a 'savonds ten 10 uur. 30 jntn. 10voeten ten Noorden van de maan itaan. .upiter, zal den 17 'smorgends ten 5 uuren, 8 J voeten ten Westen van de maan itaan. satüRNUS, zal den 24 '$ avonds ten 4 uuren 4001111. 6 voeten ten Noorden van de maan Itaan* APRIL. merkurius, is niet zigtbaar. venus, zal-den 16 'smorgends ten 4 uuren, 5 voeten ten N. van de maan itaan. mars,  [5] mars, zal den 20 'savonds, ten 8 uuren, y voeten ten -N. van de maan ftaan. jupiteR, zal den 13 'smorgends ten 4 uuren, 10 voeten ten Oosten van de maan ftaan. saturnus , zal den 21 's avonds ten 7 uuren , 11 voeten ten W. N. kW. van de maan ftaan. ME IJ. - merkurius, is niet zigtbaar. venus, zal den 16 'smorgends ten 3 uuren 30 • min. 9 voeten ten N. N. W. van de maan ftaan. mars, is niet zigtbaar. jltpiter, zal den 11, 'smorgends ten 2 uuren, 3 voeten ten VV. N. W. van de maan ftaan. saturnus, is niet zigtbaar. Junij. ; 1 , MERRURlus, zal den 18, 'savonds ten 9 uuren 30- min. 7 voeten ten n.^ n. w4 van de maan tiaan. Venus, is bij de maan niet zigtbaar. mars, is niet xigebaar. Jupiter, zal den 7, 'smorgctic's ten 2 uur n . » voeten ten Öoiten van de maan. itaan. A 3 SA-  [«] saturnus , is bij de maan niet zigtbaar. N. B. venus en saturnus zullen, den 27 'smorgends ten 3 uuren, digt bij elkaar itaan, aan de Noordoostzijde van deu HoriFon. JULIJ. . "MF.rkur'Us , is niet zigtbaar. venus, zal den 14, 'smorgends ten 3 uuren, ro voeten ten N. ö. van de maan liaan. mars , is niet zigtbaar. 3Upiter, zal den 4, 'smorgends ten 3 uuren, 3 voeten ten Oosten van de maan ftaan. saturnus, zal den 13, 's morgens ten 3uuren , 12 voeten ten N. N. O. van de maan ftaan. AUGUSTUS. -metuujrius, zal den 13, 'smorgends ten 4 unren 5 voeten ten O. Z. O. van de maan ftaan. "V&nus, zal den 13 'smorgends ten 4 uuren, 3 voeten ten Oosten van de maan (ban. mars, zal den 73 'smorgends ten 4 nareni; 16 voeten ten O. N. O. van de maan ftaan. jvpiter, zal den 27, 'savonds ten 8 uuren, 9 -voeten ten' Wssttn van de maan ftaan. sa-  [7] saturnus, zal deh 9, 'smorgends ten 3 uuren, 14 voeten ten O. N. O. van de maan itaan. SEPTEMBER. merkurïus, is niet zigtbaar. ven^s, is niet zigtbaar. mars, zal den ir, 'smorgends ten 5 uuren, 5 voeten ten O. van de maan itaan. jufxter, zal den 23, bij de Maans opkomst» zeer nabij de N. O. kant der Maan zijn; ten 6 uuren 30 min. zal de maan jupi1tr- bedekken , zullende jupiter ten 7 uuren aan de N. VV. zijde der maan weder ten voorfchijn komen. saturnus, zal den 5, 'snagts ten 12 uuren, 4 voeten ten Noorden van de maan ftaan. OCTOBER. merkurius, zal den 14. 'savonds ten 5 uurea 30 min. 14 voeten ten Z. van de Maan itaan. vf.nus, is niet zigtbaar. mars, zal den 10, 'smorgens ten 4 uuren, 7 voeten ten Z. W. van de maan ftaan. jupiter, zal den 21, 'savonds ten 6 uuren, 14 voeten ten Westen van de maan Itaan. A 4  [ 8 ] SAturnks, zal den 3, 'smorgends ten 5 Uuren, ■ 3 voeten ten N. O. van de maan Itaan. NOVEMBER. merkurïus, is niet zigtbaar. venus, is niet zigtbaar. mars, zal den 7, 'smorgends ten 7 uuren, ri voeten ten Z. 0. van de maan ftaan. jupiter, zal den 17, 'savonds ten 7 uuren, een half voet ten N. van de maan ftaan. saturnus, zal den 26, 'savonds ten 9 uuren, 4 voeten ten N. van de maan ftaan. DECEMBER. merkurïus, zal den 9, 'smorgends ten 7 uuren, 7 voeten ten Z. O. van de maan itaan. venus, is niet zigtbaar. mars, zal den 6, 'smorgens ten 7 uuren, ro voeten ten Z. Z. O. van de maan ftaan. jupiter, zal den 15, 'savondsten4uuren30 min. 6 voeten ten N. W. van de maan ftaan. saturnus, zal den 24, ."smorgens ten 5 uuren, 6 voeten ten N. van de maan ftaan. DE  DE TWEE UEEHEZN".   DE TWEE BEEREN. een sterrekundig gesprek. In eene dier avondgezelschappen, wel-* ke jasper met zijne reeds genoeg be» kende buuren, jan en piet er, geduurende den voorigen Winter gehouden heeft; viel het gefprek op de fierrekundige waarneemingen, en de beelden die men op de Hemelglobe vindt. Jasper den voorigen avond beloofd hebbende, dat hij zijne Vrienden eens met twee Beer en zoude bekend maaken, zo hadden zich nog eenige Vrienden uit de nabuurfchap, dien avond bij dit gezelfchap. gevoegd; en dit gaf hem eene gepaste gelegenheid, om als voornaamite fpreeA 5 ker,  ker, het gefprek zulk eene wending te drie, die er voor liaan, zijn de Paarden. JA SPER. Juist getroffen! Gij wordt reeds een flerrenkundigen , want gij weet de fterren al te onderfcheiden, fchoon het nog maar in 't grove is. PIETE R. Ja, maar deeze ftejren heb ik lang gekend. jaspe r. En hen derhalven ook lang van anderen onderfcheiden. Intusfchen kan ik u verzekeren, dat men dit zelfde gefternte, waarfchijnlijk het eerst van allen m onze gewesten gekend heeft, zijnde door de fterrekundigen de grooie Beer geheeten. jan. ut grooti Beer! zou men wel grappa  C 13 1 ■f'tgev naam immer voor een geftemte hebben kunnen uitdenken? Wat doen 'er Beeren aan den Hemel? pieter. Zwijg broeder, want mogelijk zou jasper u vraagen, wat 'er Wagens aan den Hemel doen? jas per. Gij hebt alle beiden gelijk. Echter zou ik jan moeten toeftemmen, dat dit gefternte meer naar een Wagen, dan naar een Beer gelijkt, zo dat die eerfte benaaming mij natuurlijker voorkomt. ja n. Evenwel is het fpan Paarden niet geheel juist; ?er loopen er drie voor -elkander, en alle aan eene zijde. jasper. De Zeelieden hebben 'er Paarden van gemaakt, maar die drie fterren gelijken meer naar den Disfelboom van den Wagen. pi eter. Het zullen Zeepaarden zijn! j a s p e r. Men kan het den grooten Wagen noemen --  [ H ] men — cle Vaarden behoeft men niet om te denken. jan. Ten minden niet, zo lang men aan een flilfiaandcn Wagen denkt; want deze fchijnt waarlijk wel op dal te daan, nadien ik deeze derren altijd in dien ftand zie. JA SPER. Zij gaan in onze Noordelijke gcwesten zekerlijk nimmer onder, maar in denzelfdcn ftand blijven zij echter nooit. Dan, mogelijk verward gij de Beerett wel onder elkander. j a n. Hoe! zijn 'er nog meer Beeren aan den Hemel? jasper. Ja , de kleine Beer, in welke men de Pooljler vindt. PIETER. Maar waarom heeten deeze derrenbeelden, of Wagens — want de laatfte zal denkelijk een zelfde gedaante hebben ais de eerde — eigenlijk Beeren ? jas-  C 15 ] jasper. Zo veel ik 'er, door aanhoudend leezen, van vernomen heb/ wil ik u gaarne mededcelen; fchoon het enkel Griekfche Fabelen zijn; die het vindingrijk vernuft verzon, om deszelfs genie te toonen, en den Menfchen eenig vermsak te veifchafFen. Hoort, wat ovidius er van verhaald. — L ijcaon, Vorst van Arcadien, had eene Dochter calisto, of Schoen g'ebeeten; op deeze werdt jupiter verliefd, neemende, om haar te verleiden, de gedaante van diana de jagtgodin aan. Cicero noemt deezen verleider, jupiter den Ildcn Koning van Arcadien, en tijdgenoot van lijcaon, terwijl anderen calisto voor eeu liefhebiïer van de jagt houden, welke volgens, het gebruik van dien tijd , met de huid van eene Beerinne bekleed was. Doch wij volgen ovidius. Juno, de vrouw van jupiter, niet zonder reden oplettend op het gedrag van haaren man, ziende dat calisto al re vrij  t 16 3 ^rii met jupiter omging, veranderde haar in eene Beerin, na dat zij een zoontjen arcas gebaard had. Deeze laatfte naderhand gereed ftaande om zijne Moeder met eeu fpriet te treffen. werdt daar in door jupiter wederhouden, die Moeder en Kind, m de gedaante van Beeren, onder de fterren aan den Hemel plaatfte. Hierom zingt onze Landgenoot hoogvliet, op net fpoor van ovidius; Na slif.fieren zij naast malkaar aan \bemels trans: De «n-oote Beerftar/?re«/> voor uit, met baar en glans; D&lemvfcbtjnt hadr, als eenlijftraivant tevolgen: Nog woedt er Tuno op,en bidt, door ivraak verbolgen, De blonde TëW, dat zij haar bet nat der zee Niet nadren laate, maarfteeds vieigere, op baar bet. jan. Dat is waarlijk aartig gevonden! jasper. Het aartigfte, of vernufiigfte , is eigenlijk in de drie laatfte regels opgesloten, nadien het eene zinfpeeling op eene fterrekundige waarheid is. Juno wil  C 17 ] wil niet, dat de Beeren het nat der Zee, of de Oceaan naderen; zekerlijk, om dat deeze fterren bij den Poolkring ziinde, zo hoog boven onzen Horifon of gezigteinder blijven , dat ze nimmer bij ons ondergaan, of, zo men zegt, in Zee zinken. JAC*. Men moet zich, met recht over het genie der Griekfche Fabeldichters verwonderen. Maar hoe kwam dit gefternte aan den naam van Beërf JASPER. Dit valt niet makkelijk u te zeggen. Want dat ditgefternte, als in het Noorden zijnde, den naam van Beer zou gekregen hebben, oin dat de Beeren zich in het Noorden ophouden, is alleen eeae gisfing. Mogelijk is de volgende bedenking meer gegrond. De bovenfte fter in het vierkant, ter reckterzijde, of het Noorder-agter Wtel> voert den naam van Ditbe ; nu had dit woord in 't Hebreeuwsch een dubbelen zin, betekenende Dobe, in den gewaonen B zin  c; is ] zin, fpreekende, om dat deeze fter voor de eerfte Zeebouwers, wezenlijk als fpreekende konde aangemerkt worden. Doch het woord'-Dobe\ betekende m \ Hebreeuwsch ook een Beer; en het was in deezen laatflen zin alleen, dat de Phoeniciers den naam van dit gefternte, met' hunne fcheepen, overal verbreidden. Maar mogelijk is de ganïche gefchiedenis alleen daarom verdicht, om dat Arkust in 't Gneksch, een Beer betekend. jan, Ik wist niet, dat elke fter op zich zeiven, nog een bijzonderen naam had. jasper. Ik kan u verzekeren, dat de 85 (terren, die, volgens f lamste ad, alleen tot den grooten Beer behooren, alle hunne eigen naamen hebben, echter niet alle even bijzonder. pie ter. Hoe boeten dan de drie fterren van den Disjelboom, of mogelijk van den Haart van uw Beer, of Meerin? J  [ 19 1 ja sp E r. De eerfte aan den (taart noemt men AMoth , de middenfte Mlzar, en de laatfte Benetnasch. jan. Welke wonderbaare naamoa! j a s p eb. Meest Arabifche, die men niet dagelijks noemt, zedert baijer, in zijne Uranometria begonnen heeft, om de fterren met Griekfche letteren te kenmerken; en dit door de meede fterrenkundigen gevolgd wordt. pieter. Ik heb zulke Griekfche letters wel op Globes en Kaarten gezien, maar nadien ik die niet uit kan fpreekeu , zal de benoeming dier fterren, en derhalven ook de flerrekunde, voor mij en anderen altijd een raadzel blijven. ja sper. Ik zouu dit raadzel kunnen oplosfen, zo dat gij ten minden, bij bet zien van Griekfche letteren, hunnen Griekfchen naam ook zult kunnen noemen. B 2 jan  [ *>] jan en PI eter. o Weest zo goed, en helpt ons daar mede. jasper. Ziet daar het kleine griekfche Alphabeth, met de uitfpraak der letteren. alpka. /S 6, beta. y, gamma. s, epfilon. 2of#. 0, ffaft7. JAN. Gaarne zou ik nu eens beproeven, of ik zommige fterren kan noemen. jasper. Wel aan! zie hier een plaatjen, op welk ik de twee Beeren getekend heb, en de ftaart van den grooten Beer met de drie fterren, Motb, Jflw en Be. net* i, jcta. x, kappa. a , lamda. ft, nu. », ni. e, omikron. 7T> tl. ff, ro. tr, figma. t, tau. vy ypfilon. chr. i ^ l«, omega,  E m ] netnasch, gekentekend door Griekfche letters. Hoe heeten nu deeze fterren? jan. De eerfte CO Epfilon\ de tweede ( £) Zeta; ©n de derde ( v ) Eta. jasper. Zeer goed. Gij ziet dat ik mij vooraf ook eenigzins gewapend heb, met deeze Tafel; want bet Grieksch is mij ook zo gewoon niet. Ik zal daarom ook nog verfcheidene naamen voorbijgaan , welke aan de twee Beeren, in het Grieksch en Latijn gegeeven worden. pi e t e r. Liever zou ik eenige kentekenen van n weeten, hoedanig men deeze fterrenbselden het best aan den Hemel kan lecren kennen. Gij fchijnt 'er in dit plaatjen eenige aauleiding toe te geeven. ja sper. Dat was mijn oogmerk: maar vooral om u den Poolfler te leeren vinden, die in alle gevallen, zo wel voor de B 3 fter-  [ 22 ] fterrekunde als Aardrijksbefchrijving , asnmerkelijk is. JAN. Gaarne zullen wij die Poolfter leeren kennen. JASPER. Dit zult gij, zonder veel moeite, uit uw zeiven kunnen doen. Wanneer gij geduld genoeg bezit, om een gedeelte van den nacht de verfchillende Herren opmerkzaam te befchouwea, en op derzelver hoogte en ftand, door behulp van e*enige kenbaare toorens of hoogten, naauwieurig te letten; dan zult gij ras gewaar worden , dat onder de Noordelijkfte fterren, een redelijk heldere fter uitblinkt, welke den ganfchen nacht, bijna altijd denzelfden ftand behoud; en deeze is de Poolfter; zijnde de uiterfte in den ftsart van den kleinen Beer. piet er. Dat zou ons menig nachtjen kosten! jasper. Geenzins. — Maar , ik zal het u raak-  G 23 ] makkelijker maaken. Gij kent den grotte Wagen of grooten Beer reeds. Wanneer gij u nu verbeeld een regte lijn te trekken, door de beide agterwielen (*) alpha en (/S ) beta, van deezen grooten Wagen, dan zal die lijn verlengd zijnde, zeer digt langs de Poolfter heen gaan, en u dezelve daar door aanwijzen. JAN. Is die verlenging altijd hetzelfde, in welken tijd van het jaar, of op welk een uur van den nacht? JASPER. Geenzins. Wanneer gij in 't begin van November, des avonds om zo uuren, de waarneeming wilt doen, dan zal de Poolfter hooger ftaan dan de groot e Beer, en dus zal uw lijn, atn den bovenkant van den grooten Beer, tot de Porfier verlengd moeten worden. Daar tegen zoudt gij in het begin van Meij, op het zelfde uur, den groo? ten Beer op net hoogfte aan den Hemel vinden, zo dat de lijn van de twee agterwielen dan aan de benedenzijde B^4 ver-  verlengd moet worden, om de Poolfter te ontmoeten. Op andere tijden zal men deeze fter ter zijden van den grooten Beer gewaar worden, doch in alle gevallen zal de Ptolfter aan de» kant van de fter ( * ) alf.ka, of aan den kant van den ftaart, gevonden worden: en de Noordpool, of hei Noorder aspunt der Waereld, is daar digt bij. PIETER. Het fchijnt dat die Poolfter van veel belang in de fterrekunde is? JASPER. Zij was het niet minder in de Zee« vaartkunde. Om te kunnen reizen, behoorde men vooraf de ftreeken te kennen. Men moest dus het Oosten en Westen Ieeren vinden. Daar mén nu noch in het Oosten, Westen, noch Zuiden, eenig vast teken vondt, naar het welke de overige ftreeken geregeld konden worden, zo begreep men, bij de eerfte fcheepvasrt reeds, dat de groote Beer, als in het Noorden zijnde, zeer ^efchikt was, on als een vast kenmerk ie  [25] ie kunnen dienen. Men verhaald , dat de Phoemciers, de uitvinders hier van waren; zij zeilden 'er zekerlijk zeer lang op; en fchoon zij niet altijd wisten waar zij waren, en wel eens het langs.de kusten raoeflen houden, om niet re verre aftedwaalen,- zo verbeterde zij dit ecbter in het vervolg zeer veel , door nu acht te geeven op den kleinen Beer, die minder van het Noorden afwijkt dan den grotten Beer, en wiens niterfte (Ter, zo als ik gezegd bebbe, de Poolfter was.. JAN. De fterren in dan.grooten Beer komen m ij grooter voor, dan die in den kleinen Beer. JASPER. Zij zijn ook wezenlijk grooter; ten minflen de vier die in het vierkant ftaan, van welke Dube de «-oornaamfte W Op een anderen tijd zullen wij eens over de clasfifcbs grootheden der fterren jpreekêrj; wanneer blijken zal, dat men ook in deeze rangfehikking alle opB 5 let-  C *3 ïettendheid heeft waargenomen. Lasten wij hier eindigen, na u aanbevolen te hebben, om zo veel mogelijk den ftand der fterren te befchouwen, en die met het voorgedragene te vergelijken; wanneer gij zien zult, het 6/nh^ «ene toverij is, de fterrenbeelden te leeren kennen, wanneer men er maar niet overhaast mede omgaat. Veraer moet ik u herinneren, dat fommige menfchen deeze zeven fterren, ook wel het zéven gefterate noemen, zijnde dezelve alle in den groeten Beer , van de tweede grootte. JAN. Wij hoopen die tweede, en andere grootheden , nader van u te hooren.... PI E T B R. Ook zou ik nog wel iets van de overige fterrenbeelden wü!en weeten. JASPER. Geeft tijd, geeft raad. Wij moeten het Hemd niet over den Rok haaien, maar zagtkens voortfpoeden. DE  DE KUNST VAN ZWEMMEN. Vinder den gemeenen burger cmzes Vaderiands, fchijnt de Zwemkunst, toe lUesdea, meer geliefd te zijn, dan bij imeer aanzienelijke Menfchen. Zelden ;ontmoet men kinderen van de laatften Idie die kunst verdaan, terwijl zogenaamde gemeene jongens, des Zomers iniet zelden hun vermaak en oefening Idaar in vinden. Wanneer men evenwel lopmerkt, van hoe veel gewigt deeze kunst ? voor het vervolg , voor de uatuurelijke verlenging van ons leven kan zijn; wanneer men bedenkt, in iwelke bijzondere gevallen men kan komen %  [ 23 ] men; en wel in zulk een waterrijk Land als wij bezitten, daar zo veele menfchen jaarlijks, bij gebrek van te kunnen Zwemmen , omkoomen; dan ziet men hoe loflijk het is, deeze oefening bij alle rangen van menfchen, zo veel mogelijk, aan te raaden; nadien liet zelfbehoud 'er geduurig aan verbonden is. Een der grootfte Meesters in het Zwemmen was de overleden Dr. ben-' jamin franklin, welke eenigen tijd in London zijnde , een ontwerp had gevormd , om aldaar een Zwemfchool opterichten. „ Op zekeren dag (zegt hij) met . eenig gezelfchap uitgegaan zijnde, om de liefhebberijen van don saltero, in het Koffijhuis te thelfea te zien ; kleedde ik mij , van daar te rug keerende , op verzoek mijner medegezellen uit, en fprong in de rivier de Theems, ik zwom van nabij Chelfea door tot Black-friars brug, maakende intusfcheia, ten bewijze mij'ner vaardigheid, verfcheidene bewee' gin  C 29 ] gingen , zo onder als boven water. Deeze vertooning verwekte veel verwondering en genoegen bij hen, voor wien dit alles nieuw was. ik had in mün jeugd veel vermaak in deeze ligchaamsoefening. Ik wist niet alleen alle de (tanden en wendingen van theveNot, maar ik kon die ook maaken; hier bij voegde ik 'er nog verfcheidene van mijne eigen vindieg, in welken ik het nuttige met het fraaije poogde te vereenigren. Bij deeze gelegenheid maakte ik alle die beweegingen , en was zeer vermaakt met de verwondering, welke zij bij de aanfchouwers verwekten. Kort hier na werd ik ontboden bij den mij toenmaals nog onbekenden Heer w. wijndham. Hij had op de eene of andere wijze gehoord, van het geen ik tusfchen CheU fea en Black -friars - brug, in de Theems verricht had , en tevens dat ik een jongeling, binnen weinig uuren '■> de kunst van Zwemmen geleerd had. Zijne twee Zoonen (tonden op het punt o lu  C 3°] om op reis te gaan. Hij wenschte dat zij vooraf leerden Zwemmen, en bood mij eene edelmoedige belooning aan, Indien ik dat onderwijs wilde op mi} neemen. Dan , de onzekerheid vau mijn verblijf in Londen > mankte dat onmogelijk. Ondertusfchen mag ik Uit die voorval befluiten , dat indien ik in Engeland gebleven ware, en een Zwem Jchool had opgericht. ik-Vrrj wat geld zoude gewonnen hebben." Gij ziet hier uit, Landgenooten! wat de' Heer wijn*ham in London aanwendde , om zijne Zoons in het Zwemmen te doen onderwijzen ; ' en fchoon het waar is, dat franklins Zwemfchool nimmer tot ftand is gekomen, daar men toch hier te Land weinig nut van zoude getrokken hebben, zo zijn zijne Regelen om te leeren Zwemmen toch door hem in 't licht gegeeven, eu deeze zijn het , welke ook aan u — van veel dienst kunnen zijn, waarom wij dezelve hier mede deelen. __ Het  [ 31 ] Het is voor niemand te laat om te keren Zwemmen, fchoon elk 'er niet even veel gelegenheid toe heeft. Ieder toch is Jbevreest voor het verdrinken , en hierom is het noodig dat men de proef neemt van die Regelen, welke ons voor het verdrinken kunnen bewaaren. Niets ftrekt zo zeer om de vrees te verdrijven , dan de bewust! beid , dat men in fiaat is, om, bij i eenig ongelukkig toeval , naar Land te kunnen Zwemmen; of dat men zich ; zelve zoo lang in 't water kan boven houden , tot een Vaartuig ons kan redden. Men weet nog niet genoeg, in hoe verre kurken en blaazen nuttig kunnen zijn om het Zwemmen te leeren; de proeven met de Schapanders, door den Heer h. spille te Amflerdam , en door anderen, genomen, voldeedcn echter zeer wel, om dat die werktuigen Ide vrees voor het zinken beneemen. 'Misfchien zouden eenige weinige kurken van genoegzaamsn dienst kunnen zijn ,  zijn, om het ligchaam van den Zwemmer te onderfcliraagen-, wanneer hij de ftreek leert, of de wijze om handen en voeten, tot het maaken van voordgang , uittefpreiden. Maar men zal geen goed Zwemmer zijn , voor dat men eenig vertrouwen ftelt , in de kragt van het water om ons te onderfteunen. Het is derhalven raadzam , dat men dit vertrouweu, in de eerfte plaats tracht te verkrijgen : bovenal , daar 'er verfcheidene Zwemmers zijn, die door een weinig oefenings , in het geen daar toe noodig is, ongemerkt §e Zwemftreek gekreegen hebben, die ons. als 't waare, door de natuur geleerd wo^dt. De handelwijze, hier bedo ld, is deeze: üiest eene plaats, zo ais de Paardewedden buiten fommi^e Nederlandfche ftedea zijn, waar het water allengskens dieper wordt. Tree daar bedaardlijk in voord, tot dat het water aan de borst komt', keer u dan om, naar het Land toe, en werp een BJ in  [ 33 ] in *t water, tusfchen u en den oever; hetzelve zal naar den grond zinken, en, als het water helder is, gemakkelijk door u gezien kunnen worden. Het Ei moet zo diep in het water leggen, dat gij het niet kunt raaken, dan door 'er naar te duiken. O n u zeiven hier toe te bemoedigen , moet gij bedenken, dat gij van dieper naar ondieper water gaat , en dat gij , weder op uwe beenen komende, en op den grond ftaande, uw hoofd verre boven hec water zult uitfteeken. Duik dan in hetzelve, met open oogen, naar het Et toe, en poog, door met handen en voeten in het water te werken, voor uit en bij het Ei te komen. In deeze onderneeming zult gij bevinden, dat het water u tegen wil en dank opbeurt, dat het zinken zo gemakkelijk niet toegaat als gij u verbeeldde; dat gij niet, dan met moeite, tot het Ei kunt naderen. Dus voelt gij de krage van het water om u te onderfteun<;n , en gij leert op die kragt vertouwen; C ter-  [ 34] terwijl uwe' poogingen om dezelve te overwinnen, en het Ei te bereiken, u de wijze leeren, hoe gij met handen en voeten in het water moet arbeiden: eene werking die u naderhand te pasfe komt in het Zwemmen, om uw hoofd hooger boven 't water te houden, en in hetzelve voord te fpoe- Deeze leerw'nze moet men u, ais Leerling in de Zwemkunst, te ernftiger aanraaden, omdat, fchoon het bewezen is , dat uw ligchaam ligter is dan water, en dat gij 'er langen tijd in z oudt kunnen drijven, indien uw mond vrij was om te ademen , en gij u zeiven in een voegzaamen ftand hield, men niet durft vooronderftellen , dat gij de noodige tegenwoordigheid van geest zoudt hebben, om alle «Ie onderrichtingen, u gegeeven, omtrend de houdingen en beweegingen, in acht te neeraen ; zonder dat gij , door de ondervinding, een hebbelijk vertrouwen, op de onderfteunende kragt  - [35] des waters gekregen hebt. De fchrik, de veileegeudheid , kan u dit alles doen vergeeten. Want, hoewel wij ons zeiven beroemen redelijke fchepfels te zijn; fcbijnt reden en verfhnd , in zodanige gevallen , ons weinig te ftade te komen; en de Dieren, die wij flechts een geringe flikkering van Reden en Verftand toeftaan , blijken ons , in dit ftuk, voor uit te zijn. Het is echter noodig; dat gij u de volgende ondervindingen zo diep in het geheugen prent , dat ze u , bij eene voorkomende gelegenheid van dienst kunnen zijn. Foor eerst. Dat, fchoon de beenen, de armen , en het hoofd van den Mensch, vaste deelen zijude, in hun foort zwaarder zijn dan versch water, de romp nochtans, inzonderheid het bovenfte gedeelte , ter oorzaake van de holligheid, zo veel ligter dan water is, dat het geheele ligchaam zamen genomen, te ligt is om geheel en al onder het water te zinken; maar C 2 dat  [ 36 ] dat een gedeelte zal boven blijven, tot dat de longen met water opgevuld zijn; 't geen ontftaat door water, in ftede van lucht, in te neemen; wanneer een perfoon , in 't fchnkken adem tracht te haaien, als neus en mond onder water zijn. . Ten tweeden. Dat de beenen en de armen, in hun foort ligter zijn dan zout water, en derhalven door hetzelve gedraagen zullen worden \ zo dat een menfchelijk ligchaam, in zout water, niet zou zinken, fchoon de longen als voorheen gevuld waren, dan alleen door de grooter foortgelijke zwaarte van het hoofd. . Ten derden. Dat, daardoor, iemand op zijn rug in zout water liggende, en zfjne'armen uitftrekkende, gemakkelijk in een' fland kan blijven, dat hij mond en neus ter ademhaalinge vrij houde, en door eene geringe beweeging der handen, het omwentelen kan voorkomen, indien hij anderzins daar toe eenige neiging gevoelde. ^  ; C 37 ] Ten vierden. Dat iemand, in versch water zich op zijn rug nederliggende, niet lang in dien ftand kan blijven, dan door, met de handen, in het water btuveeging te maaken. Laat hij dn na dan zullen de beeaen, en hst benedenfte gedeelte des ligchaams, allengskens zinken , tot hij regt over einde korae, in welken ftand hij zal blijven , wanneer hij de holte van de borst en het hoofd over eind houdt. Ten vijfden. Wanneer echter, in deez'en regtftandigen ftand , het hoofd regt tusfchen de fchouders gehouden wordt, even als wanneer wij op den grond ftaan, dan zal de zinking, door de zwaarte van dat gedeelte des hoofds, 't welk buiten het water is, dieper dan neus en mond gaan •, en misfchien een weinig boven de oogen komen, weshalven iemand, met zijn hoofd in dien ftand, niet lang in het water kan biijven. C x Ten  C 39 1 Ten zesden. Wanneer het ligchaam als vooren onderfchraagd wordt, en over einde blijft, zal men, het hoofd agter over liggende, zodanig dat^ het agterfte gedeelte geheel onder 't water komt , en de zwaarte van hetzelve daar door grootelijks onderfieund worde, het aangezicht boven water en de ademh-ïaling vrij houden, bij elke inademing een duim rijzen, en bij elke uitademing even zo veel zinken; doch nooit zo laag dat het water hem over den mond kome. Ten zevenden. Indien, derhalven iemand, geheel onbedreeven in de Zwemkunst, bij toeval in het water geraakende , tegenwoordigheid van geest genoeg haut, om zich van woelen en flaan te onthouden, en het ligchaam den natuurlijken ftand te laaten aanneereen , zou hij lang voor verdrinken bevrijd kunnen blijven, en misfchien lang genoeg om hulpe te ontvangen. Want, wat de klcederen betrefr, derzelver bijkomend gewigt is, in het water»  C 39] ter, niet zeer groot, en wordt door het water ondeifchraagd: fchoon men dezelve, uit het water komende, zeer zwaar vindt. Men kan evenwel niemand raaden, om het op zulk eene tegenwoordigheid van geest , in zodanig eene gelegenheid , te laaten aankomen J waarom Zich in 't Zwemmen te oefenen, voor ieder eene wenfchelijke zaak moet zijn. Immers, de menfchen zouden, indien zij Zwemmen konden, in veele gelegenheden, veiliger en gelukkiger zijn , als ontheven ziinde van de lastige aandoening der vreeze; om nu niets te zeggen van het genoegen , in zulk eene verraaakelijke en gezonde Ügchaa nsoefening opgefloten. Inzonderheid behoorden alle krijgslieden, zo wel de Bevelhebbers als de Soldaaten, te leeren Zwemmen , nadien hen die kunst dikrr.aals te ftade kan komen , zo in het verrasfchen van den vijand, als in het behouden van hun eigen leven. En, mogelijk zou men op de Schooien, eu C 4 an-  [4*1 andere Huizen van opvoeding, zoda« nige fchikkingen kunnen maaken, die aan de kinderen zo wel tot eene uitfpanning, als eene reiniging zouden verftrekken; en die hunne ligchaamen fterk maakende, hen tevens deeze heilzaame kunst zoude doen leeren, die eenmaal geleerd zijnde, nimmer vergeeten wordt. In het grondloos nat gedompeld, Daar de laatfte lioop verdwijnt; Door de fchiik ganséft overrompeld, Ziet men, hoe de kunst verfchijnt. 't Logse lijf wordt opgeheven, 't Stervend Mensch te rug gegeeven, Aan ziju fchreijend huisgezin. JTankbaarhcid ontvonkt de harten, Zwemkunst voert ons, zonder 1'martcn, Weer naar 't land, ten leven in. DOC-  DOCTOR F A U S T U S. W elk een afgrijfelijk Mensch! welk een Monfler der natuur, was deeze Doflor in zijnen tijd! Hij, die zich met de zwarte kunst ophield, die zich zeiven aan den Duivel verkogt hadt ƒ Was het wel wonder, Leezer! dat zulk een Schepfel , door de zwarte geest gehaald wierdt? Ten minden het zou geen wonder zijn , indien wij bewezen, dat alle die fprookjens , die van hem uitgaan, verdicht ziin, om hem haatelijk te maaken: waar toe de redenen ook niet verre te zoeken zijn: zo als in het volgend verhaal genoeg zal blijken. Er zijn twee lieden , onder den naam van johannes faustus geC 5 weestj  weest; of liever, 'er is er maar één geweest, en de ander is verdicht: ten minden volgens het gevoelen van veelen. De laaide zou aanleiding gegeeven hebben, tot de toepasfiug op den eerden. Hij wierdt voor een Boeren zoon uit Zwabcn gehouden, die zeer naardig dodeerendé, te fFitïenberg Docter in de Godgeleerdheid wierdt. Na verloop van ti d zou hij die dudie hehben laatèn vaaren, en zich toegelegd hebben op de geneeskunde, het waarzegden , en het voorfpellen uit den loop der Suiren. Middelerwijl erfgenaam van zijns Vaders broeder geworden ziinde, zoude hij alle zijne goederen in veele ontuchtigheid doorge* bragt , en zicb geheel en al aan de toverii, en de bezweering der geesten overgegeeven hebben: zelfs zoo, dat hij een verbond voor 24 jaaren met'den Duikel zoude gemaakt toebfósn , die hem ee. en geest tot zijner dienst zou. de gegeeven hebben, onder den naam van mephistopheles. Eindelijk, dac  [ 43] dat hij in het Dorp Rimlich , des nachts tusfchen 12 en 1 uuren, in het 41 fte jaar van zijnen ouderdom, op eene fchrikkelijke wijze zoude omgebragt zijn. — Zie daar de verdichte * aust us! Wat de waare johannes faustus aanbelangt, deeze heeft in Holland zeker niet veel goeds gedaan, en kan, om dat geval, ook geenzins door ons gepreezen worden. Het geval is voor foinmige Leezers dubbel waardig het hier aan te treffen , om dat het de uitvinding een der edeifte kunden betreft. Men weet dat laurens janszoon koster, in den jaare f431, Schepen , en naderhand ook Burgemees?er van Haarlem geweest zijnde, aldaar de Drukkunst heeft uitgevonden. Deeze man , woonende toenmaals op de Markt, over het Graaflijk Hof, dat nu het Stadhuis te Haarlem is, wandelde dikmaals in den Hout, volgens gewoonte van veele Burgers in die ftadj en vooral in die tijden, op ag- ter-  C 44 1 termiddagen en Heilige dagen. Een liefhebber van Kunften en Wetenfchappen zijnde, had hij van jongs af, zich nu en dan, met fnijden en graveeren bezig gehouden, en had ook verfcheidene maaien een en ander kunitenaar bezogt, om hen ftiizwijgende de kut.st aftezien. Bij het wandelen in den i Hout , nam hij nu en dan een ftuk van een Boomfchorsfe , het zij van een Beuken- het zij van een Eiken* of Lindenboom, die daar in menigte gevonden wierden, fneed daar, met het mes, eenige letteren in, en ftek dezelve, na ze in een papier gedaan te hebben, in zijn zak. Het zij hij zich, op den grond, ter ruste heeft neêrgezet, en de vogtigheid van buiten, door zijn zak, in het papier is getrokken; of dat hij, door het wandelen in het zweet geraakt zijnde , het papier alzo nat geworden is; hij vondt, wanneer hij hetzelve weder uit zijn zak haalde , de Letteren die hij in de boomfchorsfe gefneeden hadt, in  [45] • in het papier ftaan. Dit gaf hem aanleiding, om, bii eene nieuwe wandeling, zijne fnijkunst te vernieuwen, föijdende eenen geheelen regel, omfvplreerd. in een fchorsch, of ftukjen hout; en een blaadjen papier nat gemaakt hebbende, drukte hij daar den gefneeden regel op, en zag dat dezelve regt en zuiver op het papier was afgedrukt. Toen maakte hij het gefneden ftuk hout zwart met fchnjfinkt, drukte het op nat gemaakt papier, en vondt de letteren nu meer leesbaar, doch zo, dat hij wel merkte, dat de fchrijf-inkt te vloeijende was. Hij zweeg eenigen tijd ftil, doch ging intusfchen voord, om het gelukkig ontdekte werk tot meerder volmaaktheid te brengen. Toen hij de zaak geheel dacht meester te zijn, openbaarde hij, het geen hem gebeurd was, aan zijn zwager thomas hetersz , welke met hem, een dikker en meer klevende inkt uitvondt , waarna zij beiden geheele vor*  [4aar daar woonende, ging gemeenlijk zelf zijne eetwaaren koopen, en wanneer de Vrouw, die zijn huishouden ophield , niet t'huis was, leidde hij zelfs het vuur aan, en maakte zijn eeten gereed. Hij heeft in dat huis, met eigen handen, een houten bedftede, en een bad voor zich gemaakt, welke beiden hij daar gelasten heeft. E De  De Scheepsbouw, voor welke peter zoo fterk was ingenomen, bloeide toenmaals te Zaandam bij uitneemenhcid, . Eerst had men 'er zich, met het verftellen van oud en klein vaartuig, opopgehouden. Naderhand maakte men Smakken, Smalfchepen en dergelijken, tot dat men 'er eindelijk ook groote Scbeepen begon te bouwen , die aanvanglijk te Enkhuizen en Edam, doch naderhand ook te Aker/loot en in de Rijp gemaakt wierden, . Dit werk groeide te Zaandam zo magtig aan, dat 'er 2^ Scheepstimmerwerven Jangs de Binnemaan gevonden wierden. ïn de jaaren 1702 en 1705 telde men, in de Bannen van Oost- en Westzaanen, nog ko Scheepstimmermansbaazen, die groote Scheepen maakten. Een van deezen heeft, in den tijd van 22 Maan-, den, 20 Schepen in 't water gebragt, van welken hij 'er eenigen van alles , moest voorzien. Een ander leverde, in den tijd van 5 weeken, een Schip, van de. kiel af, geheel opgetimmerd,, voor  [ 67 j voor de paaien van Amjlerdam. Welk eene herinnering, wanneer men heeden het "verval, ook in deeze kunst, in ons Vaderland , en te Zaandam befchouwd! Van den uitgebreiden Houthandel, de veele Zaag- Olie- Papieren Pelmoolens, zullen wij, zo min a's van de Zeildoekrederij en vislcherije van Zaandam, thans ipreeken. Op dit bloeijend Dorp , daar het geklop en getimmer, van den vroegen morgen, tot den lasten avond, bijna niet ophield, leefde Czaar peter nu geheel in zijn Element. Hij floeg geen eenen dag over , of hij liet zich op de Timmerwerven viaden., alwaar hij zich , roet een bijl in de hand, onder de werklieden mengde; en zi n vermaak vondt in de Meesterknechts te diénen, die hij naauwkeurig alle de niamen vroeg van de minfte fiukjetis, riie in het bouwen van een Schip te p.is komen. Hout, Nagels, Ijzers, Touwen, alles kende hij fpoedig, nadien hij zulk een fterk E 2 ge-  I 63 ] geheugen bezat, dat wanneer men hem maar eens den naam van eenig ding gezegd had, hij denzelven nooit vergat. Hij had zich bij de Scheepstimmerlieden, onder den naam van peter michaeloff opgegeeven, doch men konde hem geen meer v rmaak doen, dan hem pi et er baas te noemen. Die hem, mijn heer! en naderhand, toen hij bekend was geworden, zijne majesteit ! heette, keer-' de hij den nek toe; maar door pieter baas te zeggen, wierdt men i zijn' vriend. Het was niet op de Scheepstimmerwerven alleen, dat de Czaar dagelijks; verkeerde: neen, hij ging van gelijken in de Ijzerwinkels, in de Lijubaaneu , in de Zaagmoolens , in de: Oliemoolens, en in die, in welken men papier maakt. Hij onderzogt daan alles, met eene oplettenheid die bijna onbegrijpbaar is; ja, op zekeren .tijd , dat hij in een Papiermoolen kwam , proefde hij de pap, daar het  [6p r riet papier van gemaakt wordt ; en naa het werkvolk een oogenblik te hebben zien werken, nam hij eenen vorm, en goot, zelf in de eerfte reize, een blad zo fijn en gelijk, dat men 'er over verbaast ftond. De Sraaten Generaal verwittigd zijnde, dst het Gezantfchap van Czaar peter, de Nederlandfche grenzen naderde, hadden het te Nijmegen, onder het losbranden van 't gefchut, en ander eerbewijs , plechtig doen onthaaien , en hunne Jagten toegezonden. Riet deeze kwam het, den 26"ften van Oogstmaand 1697 over Gouda , te Am fier dam. De Regeering van laatstgenoemde flad , weetende dat de Czaar, fchoon onbekend, bij dit Gezantfchap tegenwoordig was, befloot,. eenige buitcngewoone eerbewijzingen aan hetzelve te laaten' doen, zonder dat zulks voor andere Gezanten, in gevolg zou getrokken kunnen worden. Plechtig wierden deeze Gezanten ontvangen, hebbende de Czaar-zich onE 3 der  [ 70 ] der deszelfs gevolg gemengd. Men liet een fchoon vuurwerk voor hen op den Am/lel affteeken ; onthaalde hen prachtig in den Doelen; men liet hen al het merkwaardige in deeze groote waereldftad befchonwen ; hen met 12 koetfea des avonds naar den Schouwburg brengen, alwaar men de Toverijen van Armida , en den gewaanden advocaat voor hen vertoonden. Den 27ften September deeden zij hunne intrede in den Haag , alwaar de plechtigheid vergroot werdt , door den Vreedehandel te Rijswijk begonnen, wordende dit Gezantfchap, alle eer , geduurende deszelfs verblijf in \ Holland, aangedaan. Piet er baas maakte al ras, dat hij met alle deeze ijdele ' Feesten niet meer te doen had. Hij begaf zich , zo dra hem mogelijk was , weer met zijn Boeijer naar Zaandam-; alwaar hij, nu, door het volgend geval bekend werdt. Een jong Zaandammer, die te Moscou of Feronize woon-  m i woonde , had aan zijnen Vader gefchreven , dat de Czaar in Holland wasi- en had denzelven, in zijnen brief zo naauwkeurig gefchetsr, vooral door een wratjen, 't welk peter op de wang had; dat men hem daadeliik daar aan moest kennen. De Vader had, op het ontvangen van dien brief, dit geheim medegedeeld, aan den Barbiers jongen , bij wien de Rusfchen zich lieten fcheeren. Deeze knaap , het kenteken weetende, bewees nn den Vorst meer eerbied dan de overige Rusfchen; en maakte welhaast, dat dit nieuws geheel Zaandam door bekend wierdt. Hier door kon de Czaar niet zo vrij meer uitgaan als voorheen, ziende zich telkens van eenen hoop nieuwsgierige menfchen omringd; het welk zelfs zoo verre' ging, dat op zeekeren tijd, een jongen, dien hij wat hardelijk van zich ftootte, de ftoutheid had, om hem een verrotten appel . in het aangezicht te fmijten ; welke de Czaar afveegde ? zonder E 4 . " *e»  [7* 1 iets te zeggen. Burgemeesteren var* Zaandam echter, van deeze daad kennis gekreegen hebbende, verboden , op liifftraffe, eenigen Rusch fmaadheid aan te doen; welk gebod zeer wel nagekomen wierdt. Pieterbaas bleef omtrend zeven weeken te Zaandam woonen, fchoon hü met zijn Boeijer, dikmaals in Amfterdam kwam. Dan, na dat hij alles te Zaandam onderzogt en aangetekend had, kogt hij alle de werkdrfTcm, die rot het bouwen van een Oorlogfchip van. den tweeden rang noodig waren; en ging toen te Amfterdam* in een klein huisjen op de Oosterfche Kaai woonen, laatende dit Schip bij de Admiraüteits werf aldaar onder zijn opzicht bouwen, gaande hij dagelijks met een groote Bijl op fchouder, naar de Timmerwerf. Hij verzuimde intusfchen niet, om met de voornaamfle kundenaars van Amfterdam, en vooral met Burgemeester witzen, bekend door deszelfs ervaarenheid in den Scheeps; bouw  LTZl bouw en Zeevaart, gemeenzaam teverkeeren : welk een en ander hem gelegenheid gaf, om veele kunstftukken te zien, en veel te leeren. Een aartig gezegde moeten wij, bij deezegelegenheid, van hem vernaaien. De Jooden hadden zijn Vriend wit zen, weeten te bepraaren , dat hij voor hen. bi; den Czaar aaahield, dat zij, even als andere Natiën , den toegang in Ruschland mogten verkrijgen , voor welken zij peter hunne erkentenis wilde betoonen , door een gefchenk. van honderd duizend gulden in geld.. Peter hoorde wit zen, in den aanvang van dit voorftel , zeer ernftig> aan, doeh antwoordde hem eindelijk, al lagchende : Mi in gsede Hter witz e n , gij kent de Jooden , en de denk-wijze van mijne Natie: ik ken ze beiden ook-, Doch ten opzichte van de laatfte, is het nog geen tijd èm den 'Jooden een vrij verblijf in mijn land toe te (laan. Zeg hen, uit wijn' naam, dat ik. h£n-r voor hun aanbod bedank E 5 ?n  C 74] m dat ik waarlijk medelijden met hen zoude hebben, indien zij zich in Ruschland moesten nederzetten. JVant, offchoon zij den naam hebben , dat zij in handel en wandel, de ganfche waereld bedriegen , zou ik toch beducht zijn, dat zij bij mijne Rusfchen verre te kort zouden fchieten.'" In het midden van Louwmaand 1698, begaf de " Czaar zich naar Helvoetjluis, en van daar naar Engeland, alwaar hij door wiLi.em de derde, die hem in Holland reeds gefproken had , even gunftig onthaald wierdt. Zijne nieuwsgierigheid daar voldaan hebbende , kterde hij, in het begin van Bloeijmaand weder naar Amjlerdam. Door eenen ftorm, op de Hoiiandfche kust belocpen wordende , waren eenige Beeren van zijn gezantfchap zeer ont'fteld; doch peter wist van niets, en zeide: - om hen te troosten: hebt gij wel ooit gehoord, dat een Czaar van Moskovien in Holland verdronken is? Zij konden hier weinig op antwoorden 7  T 75'] den, doch waren blijde, toen zij het vaste land weêr onder hunne voeten hadden. Veertien dagen laater, verliet de Czaar ons Vaderland, en vertrok geheel voldaan, over JVeenen naar zijne Staaten; pm dat men hem daar,ter demping van een nieuw oproer , over zijne reize enz. — nodig had. Het verblijf van Czaar peter de Groote , zo te Zaandam als te Am* ficrdam, had hem geheel voor de Hollanders ingenomen; en bij was met hunne Zeelieden zo gemeenzaam daar door geworden , dat hij- nadeihand, in zijn eigen land, diktnaals vermaak vondt, om met hen in gezelfchap te zijn. Hij kon ook geen ander fpel, dan Hollands Gravejasfen, doch fpeelde zelden. Ais hij 's avond ergens te gast was, moest de Heer van het huis, eenige Scheepstimmerlieden met hem verzoeken; oeeze deedt hij naast hem zitten , en ging er , even als met zijns gelijken, mede om. Voor al was hij gaarne in het gezelfchap yan -Hol*  176J Hoüandfcbe Schippers, met wier eenvoudigheid hij zich dikmaals vermaakte. Op de begravenis van een Koopmansvrouw te Petersburg, welke peur zelve, met zijne Chirurgicale Inftrumenten het water had afgetapt, bevonden zich, nevens de Czaar, ook eenige Hollandfche Schippers. Na darde Beker, volgens de Rusfifche wijze van begravenisfe houden, een en andermaal rond geweest had, kwam de Podaal ook in handen van een' Hollandfchen Schipper. Deeze, zich eenigen\ ti:d bedacht hebbende,, welk eene gezondheid hij wel op den Keizer zoude inftellen , fchonk eindelijk den Pocaal vol, gaf het dekze! aan zijnenVader, die - mede een Schipper was, en naast bem zat; en keerde- ziefr naar zijne Keizerlijke majefleit: dien hij met eene helle ftém toeriep: MijnNeer! de groote Pieter! lang leeve uw ïïi-OUW, Mevrouw de Keizerin! — Dit ftuttte den ouden Man, dien hij het dckzel gegeeven had , om dat het hem  -hem te lomp voorkwam. Hij ftond •derhalven in ijver op, nam zijn' Zoon den Pocaal met deeze woorden uit de hand: Benje gek, Jongen? Watts dat voor manier van fpreeken? Laat mij deeze gezondheid in/lellen; dat ver(la je u niet. — Hier op keerde hij zich naar den Czaar, boog zich, en zeide met een deftig gelaat; Lang leeve zijn Majejlèit , mijn Heer Keizer Piet er! Lang leeve haare Exellentie de Vrouw Keizerinl — Het gantfche gezelfchap kon zich naauwlijks van lagchen onthouden, doch peter de Groote vermaakte er zich hartelijk mede , en antwoordde, met een vrolijk gelaat: Dat was goed! Dat was goed! Ik dank 41 Schipper! Het was peter niet genoeg, dat hij de Hollandfche en andere Schippers , nu en dan , bij gelegenheid ontmoette, hij bezogt hen dikmaals, aan boord van hunne Schepen , te Petersburg. Hij bekeek dan de timaeraadjen van hunne Scheepen, vooral  [ ;s 1 al als 'er iets nieuws aan te zien was» Hij Het zich van de Schippers met een glaasjen brandewijn , wijn , kaas, en befchuit onthaalen^ en fprak met hen van hunne vaart, in 't bijzonder door de Oostzee; - hoorde gaarne hunne aanmerkingen van het geen zij door ondervinding geleerd hadden, en liet zich daarover, dikwijls in een wiidloopig gefprek met hen in. Daar tegen hadden zij de vrijheid om aan het Hof re verfchijnen, en onverhinderd alle feesten bij te woonen, bij welke gelegenheid' zij dikmaals met een goeden roes aan boord te rug kwamen. Deeze vrije omgang hield alle de bedienden van de kroon in ontzag; want zo dra 'er maar het geringde voorviel, dat een van deeze Zeelieden niet aanflond, dan dreigde hij terflond, dat hij het zijne Majefteit, den Keizer pbteh zeggen zou: En. dat was genoeg. Toen peter eens een pas aangekomen HoIIandfchen Schipper, die te ■ voo •  £79] vooren veel op Archangel gevaaren ,. doch nu voor de tweedemaal , nsar Petersburg geltomen was,- ep de Promenade in den Tuin van het Keizerlijk Zomerhof zag wandelen * vroeg hij denzelven : of het hem nu in Petersburg , niet beter beviel dm 9, eertijds in Archangel? ■ En, of hij nu niet liever hier naar toe , dan „naar Archangel zeilde?"—■ Geenszins i antwoordde de Schipper, zonder eenige bedenking. De Czaar die dit antwoord niet verwagt had, Hond hier een weinig* verwonderd over te kijken, en vroeg hem, half geemelijk, naar de oorzaak. Ja, zijn Ivlajefteit, zeide de looze eh vrijmoedige Schipper , die _ intusfchen begreepen had , dat hij , met zijn eerfle antwoord, zijn Hof zeer flegt bij den Czaar moest gemaakt hebben : Ja\ ja, te Archangel k'reegen wij, na onze aankomst ; nog wel eens lekkere pannekoeken , 'maar hier niet. —• ,, Wel „ Schipper," antwoordde de Keizer lag-  • C 3o ] Isgcbende, ,, daar is raad voor; "ko'n „morgen met alie uwe Landslieden, de andere Schippers , bij mij aan het Hof, dan zal ik u tooneu, d?.t „ hier niet minder lekkere pannekoe- ken zijn dan te Archangel^ Zo ras zijne Majesteit weder aan het Hof gekomen was, liet hij zijn Opperkok roepen, belaste hem een goed tractement Hollandfche pannekoeken, en wat 'er bij behoorde, voor den volgenden avond klaar te maaken. Des anderen daags werden alle de Hollandfcne Schippers , tegen 'savonds, aan het Zomerhof genoodigd, en, in tegenwoordigheid van zijne Majesteit, met pannekoeken en een deftig tractement , in den Tuin onthaald, en eerst met het aanbreken van den dag wel befchonken , en vrolijk van het Hof gelaaten. Dit was het gevolg van Czaar peters reize naar Holland, en zijne gemeenzaame omgaflg te Zaandam; van welke het volgend geval, ten flotte  C Si ] flotre van tMt Verhaal zal dienen Ce duiirende zijn verbfïif te Zaandam, li d hij eene' zoo groote genegenheid opgevat voor zekeren mus, dat hit flenzelven met zich naar Rnschland nam, alwaar hij hem Kapitein van een Schip maakte, op het welk hij zelve, langs alle de rangen der Zeevaart, wilde opklhvmen. De Czaar oo zekeren tijd , zich op dit Schip be vindende, vroeg aan mus, welk de geringde bediening ware, waar med'« men op een Schip moevt beginnen te' aienën. De Kapitein antwoordde, dat iet diö van Zwabber was. Wel aqn • seide de Caar, ik wil u van daag" toot Zwabber dienen. Mus zich inleidende dat peter korts wijlde, ge5ood hen een touw, boven aan de fcst z,jnd„e' Ios ^ maaken. De Czaar tlom aanftonds na-r boven, en wel net zo veel gezwindheid, als em Matroos zou hebben kunnen dö«n ntusfchen meende mus vnn angst te ■■«wijken, nadien het zeer ftsrk waaiF de,  [ 80 ] Isgchende,' M daar is raad voor; "koTri „morgen met alle uwe Landslieden, -,, de andere Schippers , bij mij aan ,7 het Hof, dan zal ik u tooneu, dat hier niet minder lekkere pannekoe„ ken zijn dau te Archangel" Zo ras zijne Majesteit weder aan het Hof gekomen was, liet hij Zijn Opperkok I roepen, belaste hem een goed trac- / "tement Hollandfcbe pannekoeken, en/ wat 'er bij behoorde, voor den volgenden avond klaar te maaken. Des anderen daags werden alle de Hollandfcne Schippers, tegen 'savonds, aan het Zomerhof genoodigd, en, in tegenwoordigheid van zijne Majesteit, met pannekoeken en een deftig tractement , in den Tuin onthaald, en eerst met het aanbreken van den dag wel befchonken , en vrolijk van het Hof gelaaten. Dit was het gevolg van Czaar peters reize naar Holland, en zijne gemeenzaame omgaflg te Zaandam; van welke het volgend geval, ter Hout  L Si ] (lotte van fit Verhaal zal dienen Ge duiireode zijn verbef te Zaandam, hm hij eene- zoo groote genegenheid opgevat voor zekeren mus, dat hf? den «elven met zich naar Rnschland nam, alwaar hij hem Kapitein van. een Schip maakve, op het welk hij i zelve, langs alle de rangen der Zee'vaart, wilde opkliivmen. De Czaar op zekeren tijd , zich op dit Schip be ! vindende, vroeg aan mus, welk de ! geringde bediening ware, waar ined» irnen op een Schip moevt beginnen te' :diene--!. De Kapitein antwvoord,?e, dat het die van Zwabber was. Wel aqn » izeide de Cpar, ik wil u van daag voor Zwabber dienen. Mus zich inbeeldende dat peter korts wijlde, gebood hesi een touw, boven aan- de m-st zijnde, los te maaken. De Czaar klom aanftonds na*r boven, en wel Ègret zo veel gezwindheid, als ean Matroos zou hebben kunnen düh anderen dingen van die natuur, Tweike geboden de Keizer, even als een oplettende en g-edienftige Zwalker verrichtte, tot dat zij in de Haven gekomen waren. Zoo veel waarde Landgenooten , deedt een Keizer van Ruschland, om zijne Natie- den Scheepsbouw en Zeevaartkunde te leeren. Hoe fterk moet die, waarlijk- groote msn, overtuigd zijn geweest, van het nut en voordeel dat deeze beiden aan een Maat kunnen toebrengen! En zedet; dien tijd is de Scheepvaart in Rmchland, ©ok tot zulk eene hoogte geklommen, dat gemelde Rijk zich thans mede onder de Zeemogenheden van Eu-  C 33 ] Europa kan tellen , of rangfchikken. — In den jaare 1716* bezogi de Czaar deeze landen ten tweedenraaale, doch nu in gezelfchap van zijne Echtgenoote, die zeer veel liefde voor hem had, en die hij nu de plaatfen wilde toonen, alwaar hij zo veel geleerd had. Overal incognito reizende, kwam hij met een klein gevolg, tegen het vallen van den nacht, te Nijmegen aan, trad aan eene gemeene Herberg af, om daar te overnachten, en met het aanbreeken van den dag , zijne reis voort te zetten.' Hij begeerde dus, voor zi;n avondmaal, niets anders dan ■weeke Eijeren, en een fluk brood met Hollandfche boter en kaas. Zijne Reisgenooten hielden , hem, bij deezen maatigen maaltijd gezelfchap, dronken daar bij een paar flesfchen wijn, en leiden zich te flaapen. Met het aanbreken van den dag , ftond de Postchais reeds in den ftal ingefpannen. Eer de Czaar verfcheen, vraagde de Rijksmaarschalk schapeloff , F 2 naar  C'84 3 naar de verteering. De Waard eischte honderd ducaaten. De Maarfchalk verwonderd, vraagde of hij zich niet fchaamde, voor een douzijn Eijeren, en een ftuk brood met boter en kaas , en twee flesfchen wijn , zo onbefehoft veel te rekenen. Niet met al, antwoordde de Waard : gij moet mij honderd ducaaten bet aaien, ah V u belieft ; dit herhaalde hij een en andermaal, en liet zich niets afdingen. Schapelof f niet op zich willende neemen, om zulk een ongehoord gelag op de rekening te brengen, vraagde den Czaar, hoe hij zich hier in gedragen moesr. Zijne Majesteit, in het vast vertrouwen zijnde , dat hem niemand kende, kwam zelfs, als bij geval, in den ftal, dien de Waard gefloten hield, en vraagde hem, waar voor hij toch zulk eene groote fom van honderd ducaaten begeeren, of eifchen kon? — Wat groote fom van honderd Ducaaten ? antwoordde de Waard; ik zou wel duu zend  [85] zend Ducaaten betaalen, als ik Czaar van Ruschland was. Peter keerde zich om, zonder één woord te fpreeken; wenkte den Maarfchalk, om de honderd Duca tten te betaalen. De onbefchaarade Waard ftreek het geld naar z ch, maakte de Staldeur open, en wenschte den Heeren eene goede reis. Hoe zeer verfchilde de denkwijze van deezen Waard, met die van peter den Grooten, welke eerfte het uitmuntende van een Czaar daar in fcheen te ftellen, dat h'j vèel geld konde verteeren en uiueeven. Zeker zou deeze Man, indien hij Czaar ware geweest, niet naar Holland gegaan zijn, om op een Dorp het werkzaam leven van een gering Scheepstimmerman te lijden, enkel om dsar door zijne Natie te'kunnen verlichten en befchaaven , en zijn eigen leven, daar door in gevaar te brengen: zo als het naderhand dikmaals geweest is, fchoon hij alle de vooroordeelen zijner Natie nog te boven is gekomen, die nu ziine na^edachtenisfe zegent. djj  DE WONDERDOENDE PAARDEN N -L" iemand bijna, bezogt immer de oude Rijksftad Keulen, of men toonde hem aldaar, op het zoidervtn> er, van het Logement : de flad Praag, ftaan de op de Niewve Markt , niet verre van de Apostelkerk; t*ee gefchiklerde Paardenkoppen; welke, ais zekere gedenktekenen ; van het volgend wonuer, zo men zegt, aM ar gelchied , tot heeden nog zijn overgebleven. TE KEULEN. Voor  E *7 1 Voor eenige Eeuwen werdt uit dit buis eene Vrouw begraven, hebbende, naar het gebruik vsn dien tijd, haare ringen en kostbaare verfierfelen , zelfs in de kist nog aan. De Doodgraver belust op eenige van die kleinodiën, nam den eerften nacht na haare begraving reeds te baat, en ging flilletjens, met een lamptaarnren en houweel in de Kerk , om het graf te openen, en het lijk, dat nog geen 10 uuren onder de aarde geweest was, te pionderen.. Het Graf en de kist geopend, en eenige verfierfelei reeds weg genomen zijnde, ftak een gouden ring den man te veel in de oogen, om denzelven aan den vinger van de dood- Vrouw re laaten. Deeze echter te vast zittende , moest met geweld van den vinger getrokken , zo niet geveild worden. De Doodgraver hier mede bezig zijnde, begint de doode Vrouw te fchreen» wen , haare oogen te openen, en zich zeiven in de kist op te heffen. De F 4 Roo-  [ 88 ] Roover, verfcbrikt en vol angst over bet geval, loopt oogenbliklijk weg, en laat lamptaarn en houweel irr den loop. De Vrouw tot zich zeiven komende, en verblijd zijnde over hasie redding, zoekt den naasten weg om uit de Kerk te geraakeia , en loopt daadelijk naar huis. Ze klopt aan. Men vraagt: wie is daar? Op het antwoord dat het de Vrouw van den huize is, die op dien dag begraven was , loopt de Meid naar binnen , en brengt aan den Man dit onverwagc bericht. Deeze, dien dit ongeloofli k voorkomt , geeft ten antwoord, dat dit zoo onmogelijk was, als dat zijne Paarden uit den fial naar den Hooizolder konden loopea, en het vengfter uitkijken. Zo als hij ge^gd hadt, gefchiedde. De beide Paarden galoppeeren den trap cp, en kijken nog,, tot op den dag van heeden, uit het vengfter vsn den Hooizolder. Mogelijk beviel het den Man niet zeer, dat zijne Vrouw te rug kwam, zo mia  C 89] min als de Man bij gellert, die de draagers waarfchouwde, dat ze met zijne doode Vrouw, niet jal te digt bij de Heg zouden komen, om dat 2,e eenige jairen te v.ooren, door die h(*g uit een fchijndood verrezen was. Dan , hoe het zij , deeze Keulfchs Vrouw leefde nog zèeven jaaren, in welken tijd zij een groot ftuk linnen fpon en weefde, het welk men nog heeden, boven haar graf, in de nabijgelegen Apostelkerk,, vertoond. Wat zullen onze Leezers nu van dit verhaal detsken? — Dat het alles naar waarheid is? — Dat hoopen wij niet; om dat het klimmen der Paarden naar de Zolder, en dat wel op het enkel gezegde van den Man , zulk eene ongerijmdheid is , dat het in geene gezonde herfenen kan komen. — Maar zou het dan alles geloogen zijn ? — Geenzins : een gedeelte 'er van is waar; en het overige is verdicht. Zie hier, op welk eene wijze. F 5 Dat  [90] Dat de Vrouw begraaven, berooft, en daar door uit het Graf weder opgeftaan is , lijdt de minfte twi ffel. Of zij zo aanftonds uit de Kerk naar huis is gegaan , zullen wij niet heiligen : het kan waar zijn: en dat zij noq: zeeven jaaren naderhand geleefd heeft, is zeker. Maar hoe komen nu dis Paarden in het Spel? — Want dit laatfte is zeker verdicht Ge. r ken, ee>5 Hoogduitscb Reiziger , meent: dat in de oude Riddertijden, op deeze Markt, of groote plaits, de Tournooijen of fteekfpde» gehouden wierden; ea dat uit bet buis . vrnar de Paarden uit het Zoldervengfter kijken de Ridders in het Peik waren geraden. Deeze Paarden dienden dus waar cbijnlijk , alleen om de plaats ann te toon n, dat de RMdefipëlan daar gehouden zijn. Doch een nieuwer Reiziger, maakt dit gedenkteken nog eenvoudiger, wanneer hij, en wel met veele anderen , gelooft : dat in dat huis voor  [ pi 1 voor been een Stalhouder gewoond heeft, die ten teken dat hij Paarden verhuurde, waarfchiinlijk deeze gefehilderde Paarden, in hét Zöldervengfter gefield heeft. — Hoe het zij, welk: gevoelen men ook van deeze hatfte omheize ; het is niet onwanrfchiinliik dat het eerfte geval in dat huis kan gebeurd zijn: maar het klimmen van de Paarden naar boven , is ze' kerüjk, op die wijze, en bij die gelegenheid, niet gebeurd. TWEE  TWE E spook-historien; Men verhaalt, dat in ons Vaderland, de volgende gebeurtenisfen hebben plaats gehad, die wij bij elkan. der zullen opgeeven , .fchoon wij daarom met gehouden willen wordeu als of wi) voor de waarheid inftonden. Geenzins wij befchouwen dezelve als Sprookjens, die, gelijk de meefte fcpook Historietjens , meestal als een Sneeuwbal van een'berg, dat is, zeer • vergroot tot ons komen : weshalven men wel doet wanneer men 'er niet veel van gelooft; nadien ze zich zeiven dikmaals wederfpreeken ffilTeV^" *?U1\ in het' an^rzins f Vff weurdt .a'om verfpreid, dat «t er, s nachts m fpookte; en dit bleek.   *T BE"\rAl- van Clcche , ën dit laatfte van Clocher, hitiken, of mank gasn , af; om dat de klok bij het luiden, even als iemand die mank gaat , van de eene naar de andere zijde overvalt , of waggelt. De klokken zijn in het Noorden en Westen, veel eer dan in het Oosten in gebruik geweest; roepende men te vooren , het volk naar de kerk, door den flag van houten en  I 108 ] eïpenbeenen hamers, zo als de Turken nog heeden, door het roepen en icbreeuwen der Priesteren, op de Mosqueen, doen. In oude tijden laiddende 1 nescers zelv-, inzonderheid in de Hoofdce" wierden daarom Campanarl, ot Klokluiders genoemd. Het voorname oogmerk der klokluiding was derhalven, en is nog, het famenroepen der menigte, zo tot het houden van txodsdienftige oefeningen, als tot het hooren afkondigen van geboden, en keuren, tot het beduur der plaatfen vereisent wordende. Dit oogmerk is evenwel niet zigrbaar m het luiden der klokken , bij begravenisfen, dat even zo eentooni^ als verveelend is; en van het welk men , met zeker fransch Hekeldichter, zou kunnen zeggen: Pour honorer les morts, il font mou< rir les vtvans. Om de dooden te eer en, ver moerd men de levenden. Hier bij moet. derhalven een ander doe-  [ ie-9 3 doelende plaats hebben , het welk wü kortelijk zullen opgeeven ; waar na zal blijken , dat het Iniden der klokken, bij de begravenisfen, volgens deszelfs oorfprong, vooral bi] de Protestanten, niet goedgekeurd kan worden. De klokken werden oudtijds , in Roomfche landen , gedoopt en meestal naar Heiligen genoemd , ftaande bi] deeze dooping, eenige lieden als getuigen. Men fchrijft de eerfte klokdooping aan Paus johaNNES den Xlll den, toe, welke in den jaare p66, de groote klok van de kerk van Lat eraan te Rome, met zijnen naam benoemde; het welk bower, in ziine Historie der Paufen , echter tegenfpreekr, Dan , wie ook de infteller van het doopen der klokken wezen moge, zeker is het, dat zij geduurende eenige Eeuwen zijn gedoopt geworden, wordende hunnen naam niet zelden op de klokken gefneden. Dus las men op zekere klok^ welke in den jaare 17-18, Kit de Franciscaner kerk te JLmbücn gehaald  Monnikkeoietters: ' * 0llde Anno Domini m. cccclxxxïx , Ma* na tk hete, 5 Dat Closte to ralderen hef mi la* ten ghet n. J l t/ZTFimciscus- cus was de PafrGOH * FwR4NeCIdsJ ftond maar nu in dezelve Haat. Ver«VoïSe1 V00rbeelden «ouden hier b j toon°engd !™?B worden> "Iet om te InT L* *l'*°*mige fpotters wil- Juiden, het volk wilde bij een ver- In wij760 °fzij door die Helügen , wiens naam de klokken voeroen met eigen monde geroepen w.erden; maar enkel om te bfwijzen dat zij wezenlijk naamen hadden; fchoon er  L m ] er ook wel zonder naamen geluid wierden. Dus ftaat op een klok te Keulen' 'ÏU es kein gantzes, fo ist es eln haMtes. Mich had'gegosfen Hans Diderich Kalbes. Geevende dus enkel den naam van den Maak et te kennen, die zeker op denzelven heeft willen rijmen ; en daarom eerst fchreef: is het geen ge* heel dan is het een half. (halbes). Sommige klokken daar tegen , toonden zigtbaar het oogmerk , waarom zij luidden , zo als op zekeren klok leGent. Roland! Roland! wan ick kleppe, fo is brand. Een gebruik dat nog heeden in fommige plaatfen van ons Vaderland gebleven is, namenlijk, dat men de klok luidt, wanneer er brand is. Het voornaame oogmerk echter, waarom de klokken geluid wierden, bij het begraven, was oorfpronglijk uit het gevoelen, dat zij, als met veele plegtigheid gedoopt zijnde, door haar geluid , de kwaade geesten konden verdrijven. Hier om was het, dac men, zo*  [ "O 20 dra de zieken op het uiterfte lagen , de klokken liet luiden. Dat dit oogmerk niet verdicht, of aangewreeven is , bewijzen veele klokken zelve: bij voorbeeld, te Erfurt, heeft zekere klok dit opfchrift; Die grosfe Sufanna treibt den Teuffel von danna, dat is: de groote süsanna verdrijft den Duivel! — En, op de klok te Butibach in bet Hesfen-Darmflad/che, ftaat aldus: Est fua vox bombam, potens depelïere Satan. — Dat is — Haare ftem is bombam, zij kan verdrijven den Satan. Het is aan deeze vooronderflelde kragt derhalven, en aan de gewoonte om de klokken te luiden, als 'er zieken heel flegt lagen, dat men het luiden der klokken, bij het begraven der lijken , moet toekennen: fchoon zommigen dit gelui, als een beweenen, of rouwbeklag, over de overledenen aanzien: in welk gevoelen het zekerlijk den Proteftanten minder bedenkelijk voor moet komen* VER-  VERMOMMING VAN DEN GOUVERNEUR GENERAAL JAN PIETERSZOON KOEN. Cjïïelijk de meeste Standen der Meafchen hunne rechten en pligten hebben, door welke zij aan den ai-jj«'--ü?.enen keten der zamenieevinge verbonden zijn , zo is 'cr niets ong-.iV.iikier en nadeel iger, dan dat man, inet-e^n oog van verachting, op z }■-,.. i ip naade* ren rang geptaatften mede ueObseh nederziet, en desz.lis ri-c^un voorbij ziet, fchoou men hem fcijnc >iigten doet waarneemen. Veekijaa ve? vc te  [ H4] zulk em onvoegzaam gedrag, verwarring ge in de Maaifchappije, om dat hetzelve afkeer cn weüerftreevinge irboe ztmde , op denzelfden tijd dat men hoogachting en dienstvaardigheid moest ontmoeten. Duizenden voorbeelden zouden wij kunnen aanvoeren , in welken een tronen gedrag door de grootöe vernederingen werdt aftervoigd ; ter» wijl verfcbiilende rampen én tegenfpoeden, niet zelden het loon der minachtinge waren. Het volgend geval zal daarom overtuigend bewijzen, dat ieder in zijnen kring,, even zo vriendelijk én omzichtig behoord te zijn, omtrend zijnen minderen , ais oplettend £ti eerbiedig omtrend zijnen meerderen: fpruitende deeze verpligtin^ zo we! uit het heilzaam gebod, wegens de leefde tot ziinen naasten, als uit het verband 't welk de rangen en Harden der Menfchen tot eikanderen hebben. Jan Pieterszoon koen, geboren te 'tl-cvp, was iü den jaare 16*07, als tn^v.en Kóópman* voor de Kam r te Xiooi n ,  [ H5 ] Hoorn, naar Oost - Indien gevsaren, en , in dien zelfden rang A° if5ü te rug gtkon:ea. In den jaare 1612, werdt hij bij de Kanier Amfterdam, a's OpP'.r Koopman aangenomen, en den titel en het bewind , sis Commandeur over twee Schepen, aan hem gegeev n, Met deeze in Indien gekomen zijn re ? werdt hij , door zijn goed gedrag en bekwaamheden, in het volSpend jsar, tot het ambt van Raad en Diredcnr Generaal, over den Koophandel van geheel Indien verheven. Een ambt dat te vooren niet bekend wrs, maar door hem, irer die eer eed werdt. Cp den 31 Oclober t6>^ iyerdt hij tot Gouverneur Generaal van ftcënandsch ludiën sangefleld , weï%e telling eerst in Junij \6iS, te .Batavia bekend werdt. Van die» tijd, tot den jsare 1623* bletf hij in dat bewind , verzoekende toen nasr het Vaderlcnd te rug te mogen keertn ; bet welk hem werdt toeceftaan , na tat een zijner besce vrienden , dis door B 2 hem  [ »6] hem het meest bevorderd was, in zij - ■ ne plaatfe was opgetreden. In de maand September 1623, kwam 1 koen met vier rijkgehdene Schepen 1 in Zeeland aan , wordende door hec 1 vijfde Schip, dat Van deeze vloot was; afgeraakt, in November gevolgd. De; goederen die deeze Schepen aanbragten, verftéfktëi de Oost - Indifche Compagnie zodanig, dat men als eene wezenlijke bijzonderheid , in 't voorbij gaan, kan aanvoeren; dat eénige weinige Kooplieden toenmaals alle de Peper der Maatfchappe beüaande in ipooo Baaien, voor 45 Tonnen gouds, bij verdrag, opko-gten. De aangekomen Gouverneur Generaal veifcheidené zoaken van gewigt a|n de Bewindhebberen' der ^Jëderlandfchfi Oost Indifeke Compagnie m.ëi è e ïeeld hebbem de, en door ben, voor zijn uitmunn tend beftuwr, bedankt zijnde, werdri 'daadelijk verzogt, om andermaal op zeer vereer^d? Voorgaarden, . de ren ze naar Oost-Indien te hervatten, het welk  ["7] welk hij ook, reeds in den jaare 1625 zoude gedaan hebben, ware het volgende niet voorgevallen. Op den 27 van Sprokkelmaand 1623, was te Amboina, onder het beduur van den Nederlandfchen Gouverneur, herman van speult, zekere rechts* pleeging, over eenige Engelfchen geoefend; over welke rechts-pleeging de Engelfche Oost-Indifche Compagnie, eerst te Londen, en daarna in 'sHage, zulken ophef, en zoo groote beweegin« gen tesren de Nederlandfche Oost ■ Indifche Maatfchappij maakte, dat ze, met alle geweld, gemelde van speult, en allen die over de Engelfchen te Amboina* als Pvechters gezeten hadden , wilden opontboden en geftraft hebben. Dit was hen noch niet genoeg , maar zij trachten dit bedrijf ook aan den Heer koen te wreeken, fcboon hetzelve naa zijn vertrek gebeurd was- En daar zij wisten, dat hij, dien zij zoo doodelijk baatten, weder als Gouveneur Generaal was aanH 3 ge-  [ »8 ] genomen, zo (lelden zij alle middelen in het werk, om zijn vertrek te verhinderen: welke raidddelen hen al te lans gelukten. Koen was, geduurende deeze gïfchiilen tusfèheh de Rngelfche en Nederiandfche Compagnie'n', Bewindhebber van de Kamer Hoorn geworden ; en bekleedde dat ambt tot in den jarre iÖ27 , wanneer da Oost-Indife'ie Maatfchappii, zijn vertrek naar de Indien , vol (trekt noodig oordeelde , willende hetzelve eenter, èeuige.i tijd, voor de Êngejfcheu Bedekt houden. Eénlge Schepen, over welken hij het bewind zoude voeren, tot de reize gereed gemaakt zijnde , begif zich de Gouverneur Generaal k o k n ■ geheel onbekend, als Konjiapèkmaat\ aan boord van het Schip da Gaïliaife van Hofri; het welk, met ve.rfcheidene anderen, den 19 Maart 1627, uit Texel in Zee liep. Zie daar, Leezer! een der bekwaam, fis mannen van zijnen tijd; een der kun  [ "9 1 kundfj?flen en kloekmoedigften die immer op da Indien voeren ; die als Gouverneur Generaal reeds zoo veele landen, aan de overzijde der 'l eei gelegen, ond r het bewind der 0>stïndifche Compagnie bad gebraAt, eu die den fchrik'der Javaanen , en te gelijk dien der Engelfchen zijnde, ten nutte van zijn Vaderland, zich in het kleed van eenen neringen Konïapehmaat, vcor zijne Vrienden, voor zijne reisgenooten, ja voor de geheele vioot, over welke hij het gebied moest voeren , tot op eene zekere hoogte, verborgen wilde houden. Höe bijzonder was deeze vermomming ! Hoe wonderbaar derzei ver ontknoopinj^ en volstomene ontdekking, welke wij nu zullen mededeelen. Toen de naar Indien ftevenenJe Vloot op de bepaalde hoogte gekomen was , op welke koen het bewind over dezelve zoude aanvaarden; verzogt hij, op de beleefdfte wijze, met den hoed in de hand, aaa den Schipper, H 4 •f  C 120 ] of hij zo goed geliefde te zijn, om een Scheeps - raad te beleggen, alzo hij iets van gewigt had voor te dragen. _ De Schipper , bevreest zijnde dat dit zonde zijn om over hem, of over eenige andere Scheepshoofden, te klaagen , vraagde den Konftapekmaat vrij fbaf: wat hij te zeggen had; en of bij het niet weeten mogt? koen antwoordde, dat het zaaken waren, die hij niet aan hem , maar aan den geheelen Raad openbaaren moest; en dat de Schipper het derhal ren niet kwalijk geliefde te neemen, dat hij het hem , voor deeze reis, niet zeggen kou. Bit antwoord deed den Schipper te meer denken , dat de Konflapekmaat voorneemens was, om over hem te klaagen. Dit deed hem, in zijne oplopenheid en gramfchap , denzelven toebijten : VentI gij zult het mij zeggen 9 of ik wil geen Scheeps - raad voor u beleggen t Meent gij dat wij niet anders te doen hebben, dan over elke beuzeling Vergar de ringen te beleggen ? — Schipper! zei-»  [ 121 ] zeide koen, het zijn geene beuzelingen, maar zaaken, die ik u niet kan noch mag zeggen! — Mij niet! — fchreeuwde de Schipper, nog mee? be vreest dan te vooren. Ik wil het weeten; en zeg u nogmaals, dat ik ander zins geene Vergadering voor u beleggen wil. — Koen vond dus best om op eene betere gelegenheid te wagten, en de oploopenheid van den Schipper te laaten bedaaren. Naa verloop van een dag of twee ging hij weêr alleen bij den Schipper in zijn kamer, en deed denzelven, met alle beleeftheid, het voorig verzoek. De Schipper , niet minder onbefcheiden dan te vooren , dreigde hem voor den Mast te laaten zetten, en wakker wat voor zijn broek te doea geeven , indien hij hem niet aanftóads» zeide, wat hij den Scheeps - raad had voortedragen. Koen voerde den Schipper te geraoet, dat deeze hem zijn verzoek niet kon , noch mogt weigeren j dat hij ongehouden was o;a H 5 hem  r 122 ] hém vooraf re zeggen , wat hij in den Scheeps raad had voorre-dragen. Dat 'er veel aan geleden lag, dat hij ten eerften voor den Scheeps- raad verfcheen; en dat hij Schipper , wel had Je toetezi.n, nadien dit alles ter zijner verantwoordinge liep. De Sch pper zulk een ■■ taai ongewoon zijnde, en tevens overwegende, dat het zeggen van deezen man op voeten itond, zei eindelijk, heel bars: JVat verantwoording ? Fent ! Ik wil met uwe zaaken niet te doen hebben. Na den middag zal ik Scheeps-raad beleggen ; en dan zu.'len wij hooren, welke zaaken van gewigt een luisnek van ee.i Konjlapckmaat heeft voorteclraagen. De Scheeps-raad vergaderd, en de gewaande Konftapelsmaat voor denzelven verfcheenen zijnde, verzogt de laatfte , dat de Schipper den Commandeur van de Vloot aan boord geliefde te [jouwen [ dat is, door een Scheepszein aan boord te ontbieden,] alzo hij zaakea vaa het uiterfte gewigt te zeggen  [ ] gen hal. Da Schipper meende dol van gramfchsp te worden; begon hem wakker uitufchelden; en, met geen minder barsheid dan te vooren, te walgen: of hij zich niet fchaamle, eerst mét hem, daarnaa met den ganfchen Raad, den fpot te drijven? — Koen antwoordde beleeft, doch teveas vrijmoedig:: dat hij , noch met den Schipper, noen met den ScheepsRaad den fpot dreef, maar dat hij den Commandeur van de Vloot, noodzaakeiijk en ten eerften fpreeken moest; en dat hii niet wist, da; 'er eenen anderen weg, dan deezen was, om daar gevoeglijk e.i fpoedig toe te geraaken. Vent j zei de Schipper, kost gij mij dat niet alleen gezegt hebben, dan zou ik, ah het t.oodig was, dat wel verzorgt hebben ? —' fVét had de Scheeps-raad daar mede te doen? Moest ik die daarom ■ beleggen ? Na we et en wij nog net zoo veel als te veoren. — Schtpper! zei koen weder, ik mogt u dat alleen niet yerzoehn; maar WOEST  [ i24 ] moest dat aan deezen Raad, zo ah ik nog doe, voor [lellen. Ik zeg u nogmaak, dat ik den Commandeur moet fpreeken; en zo gij mij langer uitJlelt, zal ik, tot mijn leedwezen, genoodzaakt ' zijn * hem mijn verzoek , door andere wegen* te doen weeten. — De Schipper en alle de Raadsperfoonen, deezen Konjlapelsmaat met zoo veel grond hoerende fpreeken, deeden hem buiten ftaan. De meeste Leden zeiden: Wie weet wat hier agter verborgen is? Wij zouuen^ door hem zijn verzoek in deezen te weige • ren, onze handen lelijk kunnen branden. Zou iemand, in een vollen Raad* zulk eene zaak verzoeken* zonder reden van belang? Is het maar een beuzeling* de Commandeur moge hem naar •verdjenflen flrafen. Dit ging bij alle de Ledea door, zo «'at het befluit was , den Konftapelsmaat zijn verzoek toe te ftaan, doch vooraf, om zeker te gaan, eerst alles aan te tekenen, wat hij in de Vergadering ge- i  C i*5 ] gezegt had. De Schipper, nu wel eens zo nieuwsgierig ciau te vooren, belastte aanftonds een Sjouw- of Zeinwimpel, voor den Commandeur van de Vloot, op te haaien. Het was reeds laat op den dag, en dit zein verwekte eene bekommering in de geheele Vioot. De Commandeur kwam zonder üïtftéï over, en het voorval met den Konflzpelsmaat verdaan hebbende , was hij riet minder verwonderd dan de Schipper, en liet, door nieuwsgierigheid geperst , terdond Scheepsnaad beleggen. In dien tusfchentijd had koen zim Opperbevelhebbers gewaad aangetrokken, en zich van alle zijne befcheiden voorzien. De avond was reeds gevallen, en het licht opgedoken, toen de Konjlapelsmaat, aldus hervormd, in de Vergadering veifcheen. De verbasstheid, die het gezicht van zulk een raan, in hen allen verwekte, kan men zich beter verbeelden dan uitdrukken. Noch de Schipper, noch ie-  [ 1:6 ] iemand vsn den Scheepsraad ke&def^ noch wisten in het eer^t wat zij zagen. Zij befpeurde in zijn gelaat we! eenige trekken, naar den Konlmpclsmaat gelijkende , maar het dei tig gelaat , en de geftrengheid , die hij na vertoonde, gevoegd bij de kostbaarheid zijner kieedinge , deed die gelijkheid genoegzaam als verdwijnen. Hij liet hen niet lang in den 'dut, maar deed hen nog meer verzet fl-.ap, ■wanneer hij den Commandeur , met v el deftigheid dus aanfprak : Heer Commandeur! Ik ben de Gouvet reurGeneraal van Oost-Indien, jan p i et'erszoon kof. n. Zie hier mijne Coinmiifie. De Hceren Ben//dWrbns lubben goedgevonden , mijn vertrek , door ait middel voor de Engelfi. 'ten te verbergen; en hekfan mij belaft onder h(t r-mbt en den naam van Konfl/dpelsmaat van dit Schip, tot muren* eeze hoogte , vei borgen te blijven ; en v ris dan kennis te geevcn wie ik was. Doch kt is des Schippers mbcJelui. en~ heid  [ 1; hiid fchuld. dat decze Sc foeps • raaa u niet eerder kernis heeft kunnen gecven, dat uue tegenwooi digheid hier vereischt wierdt. — Da Commandeur zat als buiten z'ch zei ven verrukt, de Schipper ais van den donder getroffen , en de geheeie Raad was'tot zuik eene verbaastheid vervoerd , dal niemand, in den beginne, een wo >rd konde voortbrengen. Na dat zij een weinig van deeze algemeene verrukking he-rfteld waren, verzogt de '€êtn*mandeur, daf de Heer koen, ordenslialve, eens heen en weder geliefde buiten te ftaan, tot dar hij de brieVen, wegens hat Bevelhebberfchap den Raad voorgelezen, en daar op een behoorlijk befluit genomen zoude hebben. Ka dat fcij was buiren ?seyaaïi, las men de gezegelde brieven, 10 van Hun Hoog Mogende, ah van pfeSi Prils? van Oranjen, en van de rl -pf-en Bewindhebberen , de Vorga*orii # voor. en men befioot den herfcieedd'en Kvnftapchwaat, als Opt>^:: visot.  vlootvoogd te erkennen. Hierop ver« zogt de Commandeur , den Heer kof. n weêr binnen te komen, gaf hern ziine papieren weder ; maakte h?m het befluit der Vergadering bekend ; ftand van zijnen ftoul op, en bood hem die voorzittende plaats aan. De Heer koen gezeten zijnde, deed eene deftige en net gepaste aanfpraak, en zeide vooraf tot den Commandeur , dat hij zijne zaak in order behandeld, en zeer wel gedaan had, van hem1 niet , dan naa het leezen der papieren, te erkennen. Dat hij getoond had een man te zijn, die zijn ambt verftoud, en die verdiende Verder geholpen te worden; en dat hif, bij de eerfte gelegenheid aan. hem gedenken zou. ■— Blaar gij, Schepper, zeide - hij , zich naar denzeiven keerende ; gij zijt waardig , dat ik u aanflonds van uw ambt afzette, en dat ik u verder, ter; ffneget' "an ariaeren, naar veraicnjfe ftraffe; om dat gij mij een verzoek h bt dur*  [ 129 ] durven weigeren , het welk gij , volgens uwen last, den minjlefi Matroos &f Soldaat niet weigeren mogt : veel min hem dreigen , om voor den mast te zetten* gelijk gij mij gedreigd hebt. Ook is het u onbekend, van wat belang het zoude 'kunnen zijn , V geen zelfs de allergeringfle op het Schip zou mogen te zeggen hebben-. Nu ziet gij, welke zwaar igheid daarin kan fteeken, jsBh hoe gij, door zulk een bedrijf, in flnat zoudt zijn, om, of het verderf van een ganjche Vloot, of ten minften van u zeiven, u op den hals ' te haaien. — De Schipper, bijna van angst bezweeken, bekende grooteüjks* in deezè misdaên te hebben; doch bad om vergiffenis; beloovende , nadien hij nu gezien had, het geen hij nooit verwagt had te konuen zien, in het t >ekomendft voorzichtiger te zullen zim; en zich aan dit geval zodanig te zuilen fpiegelen, dat hij nimmer aan den minden, zulk een verzoek meer weigeren, of iemand reden van I klaa-  [ 13© 1 klsagen geeven zoude. De Opperbevelhebber koen met deeze vernedering en belofte van den Schipper voldaan, v.'rgaf hem zijne misdaad; liet hem zijn ambt van Schipper behouden, en belpstte hem, om den volgenden d?.*, tijdelijk alle de overige Scheepsbevelhebbers der Vloot aan boord te fj ouwen; om hen, op eene voegzaame wijze, kennis van het voorgevallene te geeven; en zich als Gouverneur Generaal van Neêrlands Indien, van hen te doen erkennen, zo als ook in orde gefchiedde. — Op deeze wijze voer koen, in èèn jaare 1647 naar Oost - Indien. Niet Img was hij daar weder als Gouverneur Generaal ingehuldigd , of de Keizer van Java belegerde met eene ontzaglijke krijgsmagr , de Hoofdflad Batavia. Dapper, afgtflagen zijnde, hervatte de K< izer eene tweede belegering , geduurende welke korn, 50 September i6ap, aan de Roodeioop ever etd. —  C 131 1 Het voor verhaalde geval dient voornamen.ijk om te doen zien* dat men van de grootfte trotsch heid tot de uiterfte laagheid moet vervallen, wanneer men zijne driften geen meester is: terwijl de befcheiden man , die ieder in zijnen kring eerbiedigt, in welken ftand ook geplaatst zijnde, voor niets te vreezen. heeft! OVER  OVER. DE KO FF IJ. Er is zeker niets in ons Land, dat, behalven het Brood , meer aan het algemeen bekend is, dan de «Is zijnde de gewoone drank van de meesten onzer Landgenooten. Over het geheel weeten veele lieden, die Koffij drinken, echter niets van den aart en eigenfchappen van den Koffijboom; niets van de invoering van de Koffijboonen in ons Land, en geheel Europa ; en bijna even zo weinig van het goed of kwaad, dat het drinken van Koffij, het menfcheliik ligchaam kan doen ; weshalven 1 ö wi],  KOFFIJ.   C 133 ] wij, over eene en andere omftandigheid, hier iets zullen zeggen. De Koffijboom is oerfpronglijk uit gelukkig Jrabien, alwaar de beste Koffij noch op de Markt te Mocha, aan de Roode Zee gelegen, gevonden wordt. Zij groeit in menigte in de landlïreek Jemen, om de (leden Betel» fagui, Sanaa en Salbani, liggende de eerstgemelde ftad, omtrend 35 mijlen van Mocba. De boom dte de Koffij draagt, groeit wel eens tot eene hoogte van 30 of 40 voeten, zijnde zijn omtrek meermaalen 15 a 20 duimen. Wanneer hij tot zijne volkomene grootte gekomen is, gelijkt hij, ten opzichte van zijne geftalte, veel naar onze Appelboomen van agt of tien jaaren. Oud wordende krommen zich zijne onderfte takken, doch breiden dezelve zich tevens in het rond uit, waar door zij omtrend een Zonnefcberm vormen, tiet hout van den Koffij boom is teder , en zo buigzaam , dat de einden der langde takken, tot op 2 I 3 of  C 134 ] - of 3 voeren van den grond, nedefgetrokken kunnen worden. De fchors is eenigzins witachtig en ruuw. Het bi?,i, fchoon diumer' en niet zo fpits sfloopende, heeft veel overeenkomst met dat van den Citroenboom ; ook is de kleur iets donkerer. De Koffijtjsow is altijd groen , vaLende deszelfs bladeren nimmer gelijklijk af. Men vindt in alle faifoenen van het jaar bloefem en vruchten 'er aan ; zijnde de eerfte wit, en naar Jasmijn gelijkende. Dezelve heeft een aangenaamen reuk, waar in iets balzernschtigs doorfteekt, die met de bitterheid van den fraaak niet overeenftemd. Zodra de bloefem is afgevallen, zet zich aanvanglijk, eene zeer kleine ligtgroene vrucht, in zijne plaats, die rijpende rood, en in gedaante bijna als eene groote kers wordt, waaneer zij eindelijk donkerrood is. Deeze kers kan men, als eene voedzaame en frisfche vrucht eeten. Onder het vleesch van dezelve, vindt men, in een  C 135 ] een zeer dun vliesjen, de boon of kern, in p'aarfe van een pit; zijnde deeze zeer zagt en cniangenaau van füiaak, doch naar maate de kers rijp wordt, kriigt de boon allengs haare hardheid. De Zon en lelijk die roode vrucht geheel opgedroogd hebbende wordt haar vleesch, 't welk men te vooren at, een' baende twee Kooplieden te Conjtantipel, elk een Koffijhuis, ontvangende ï Lief-hebbers op zeer nette Sofaas t voetbanken. Dé Letterkundigen, de •ichters , en de Beminnaars van het oei, waren de eerften, welke in dié uizen bijeenkwamen. De kop Koffij ostte flechts een Asper, of een bale ftuiver hollandsch. Deeze Huizén amen fpoedig in getal toe, zo dat ïen 'er wel haast de Sasfd's en de groot:e ambtenaaren van het rijk vondt. leeds klaagden de Imans, dat hunne Moskeen ledig , en de Koffijbuizen laar tegen vol waren. Eindelijk voeren  [ i4o 3 Koffij, echter moest hij haar lot op feren aan h< t vonnis der menigte w ke haar veroordeelde Daar op we alle Koffij , die in Mekka gevond werdt, verbrand; haar gebruik" ftre verboden, en de overtreders van verbod geflraft , en op een en Ez door alle de ttmten van Mekka, fpiegei van anderen omgeleid. De< vervolging duurde evenwel niet lai want de Sultan van Egypien , be onderricht zijnde , vond niet goe dat zijn Iandvoogt van Itfekèa zu ftrenge ftraffe oeffende over een gebr dat te Cairo zo veel goed deedt; niet tegen den Alkoran frreedt , c halven noodzaakte hij den landvoogd veibod in te trekken. Dus werdt Koffij te Mekka,, in haare voarige herfteld, en federt door veele and plaatfen , zelfs tot in Conftamim verfpreidt. Ieder vondt nu, even het Opperhoofd, der wet, finaak in Koffij. De Prie/lers die buanen die moesten veirichteu; de Ambagtslie.  t Mi ] die des nachts moesten doorwerken; de Reizigers, welke de hitte der Zon ([vilden vermijden; in 't kort, alle de ifngezeteuen. Te Mekka leidde men jfcelfs huizen aan, waar men de Koffij jin het openbaar fchonk ; wordende idaar bij niet zelden gefpeeld zo op ifiet fchaakbord, als op bijzondere Mujjzijk - Inftrumenten. Omtrend honderd ijjaar na de invoering der Koffij te Aden , jopende twee Kooplieden te Conjlanti\\tiopel, elk een Koffijhuis, ontvangende de Lief-hebbers op zeer nette Sofaas of voetbanken. De Letterkundigen, de Dichters , eu de Beminnaars van het Spel, waren de eerften, welke in dié huizen bijeenkwamen. De kop Koffij kostte flechts een Asper, of een halve ftuiver holiandsch. Deeze Huizén namen fpoedig in getal toe, zo dat men 'er wel haast de Basfas en de groot| fte ambtenaaren van het rijk vondt. I Reeds klaagden de Imans, dat hunne Moskeen ledig , en de Koffijhuizen I daar tegen vol waren. Eindelijk voeren  C '4* ] ren zij nier enkel tegen de Koffijhuizem maar tegen de Koffij zelve uit, willende die onder de Iterke dranken betrekken; welke beweering de Mufti van: Conftantinopel » willekeurig genoeg , door zijn vonnis beflischte: En zie; daar, in eens alle de Koffij huizen van; Conjiantinopcl gefloten! En de Dienaars: ■van het Gerecht te gelijk bevel gegeeven, om het gebruik van deezeni drank overal te weeren. Dit verbod was echter den Turken,, over *t geheel genomen, niet aangenaam. Zij konden niet begrijpen dati zij zich aan Koffij dronken konden i drinken, en gingen derhalven in ftil-• te, met het drinken van dien verboden drank voort. De Dienaars van i het Gerecht, door eene vruchtelooste! waakzaamheid vermoeid, lieten einde-' lijk voor een fteekpenningjen toe , dat: men de Koffij in 't geheim verkogt en ■ dronk ; ook lieten zij oogluikende toe, dat eenige Kooplieden, met ge fiojen deuren, in hunne binnenvertrek- km  I C '43 J pen Koffij fchonken. 'Er kwam een ffiieuwe il/i:fri, die minder naauwzien13e dan zijn' voorganger zijnde, eene ' merkelijke verzagting en verandering; in liet verbod te wege bragr. De Koffijhuiïten wierden welhaast nog meerder befcogt dan te vooren. De Vizier* den in.aak der Natie ziende, leidde 'er eene "belasting op ; en ontving dit geld even lo gretig, als de Muzulmannen hec munne in de Koffij kuizen verdronken. JDoch de vrijheid die men vervolgens lam, om in deeze huizen, over Staatsftaaken te fpreeken; terwiji men ftout lenoeg was om de gewigtigfre zasken, ip'nlijk te beflischten, bewerkte in Worjfaniiropel een nieuw verbod van de wffij huizen: doch de Koffij is 'er tot heeden|n zulk eene hoogachting, dat het eene |;enoegzaame en wettige rede van echtfiheiding zoude zijn , wanneer een fr"urk zi;ne Vrouw weigerde Koffij te lasten drinken, of, dooi armoede, de p&e'n der Kéffij niet konde betalen. uit  L '44 ] Uit Turkijen floeg het gebruik van de K<-ffij naar Venetién in Europa over. Men wil dat de Reiziger t heven ot, dezelve het eerst ia Frankrijk, of te Marfeille bragt, zijnde 'er in den jaare 1669 nog maar weinig Koffij huizen in Parijs, toen mahometh de vierde, solimanaga met eene menigte Koffij naar het Hof van Frankrijk zond. £n den jaare 1652 bragt een Engelsen Koopman op Turkijen , met naame edwards , een Griekfche knecht, p'asqüa, naar London mede, om Koffij klaar te maaken: deeze richtte aldaar het eerfte Koffij' huis op i uit Engeland wierd deeze drank in Holland bekend , het welk omtrend den jaare 1680 fchijnt gefchiedt te zijn. In Frankrijk vondt de Koffij veel tegenftrubbeling van wegen de Geneeskundigen, doch anderen verdeediaden haar weder. Ondanks deeze gefchillen, wierdt haar gebruik algemeener, nadien het volk 'er fmaak in vondt. In Holland ging het even zo: zij vondt 'et  [ i.45 3 'er daadelijk hunne vijanden , d!e haar fei-'olden voor een krenkfter der gezondheïd ; een bederffter en verbrandfrer van het bloed; een verflapfter der Zenuwen; een moeder van lamheden, en een aankweek fter van magerheid. Da '{Koffij had evenwel ook daadelijk haare Vrienden, die voor haar in de bresfe fprongen; en onder deeze muntte de beroemde 'bonteroe uit, welke zijne tegen ftreevers het pleitgeding deedt verliezen, fchoon zij mogelijk de beste zaak verdeedigden. Schoon de Hollanden de eerste niet waren, die het gebruik der Koffij in hun land invoerden, zij waren toch. de eerste, die den Koffij boom in Europa bragteh. Aanvanglijk mislukte de Proefnee uingen, nadien men flechts de halve Boonen, zo als dezelve uit Indien komen in den grond plantten, het welk eigenliik met den geheeleni Noot moeste gefchieden. Hier door maakte men elkander wijs. voorai int Engeland% dat deeze vrucht nergens K an-  [ H6 ] anders, dan in Arabien wilde groenen. De Amfteldamfche Burgemeester witzes was imusfchen van een geheel ander gevoelen, en gelukkiger m zijne onderzoekingen. Hij ■^Td!1de"hG(V"' rerneur Generaal van Neerlandsch Indien, den Heer van hoorn om verfche vruchten van den Koffij boom, uit Arabien naar Java te doen vervoeren. Deeze in den jaare 1690 aldaar eeplant zijnde , voldeeden volkomen aan de verwagtïng\ Men teelde weldra zeer goede Koffij op Java., Van Bftavtabngl %en den Koffijboom in Hollanden van A-*v A9 1718 naar Surinamen over, op Welke ÏMtflfc kust de voordteeling gelukkie flasgde. De Heer pancrace, Fransen Conful te Amfteldam, zond van daar een naar Franknjk aan lodewijk den XIFden, welke boom fl-chts vijf voeten hoog was, en verSns in de GedcvWriften der <ïWe Academie der iVetenfchappen voer dl fkale 1713, door den Hoogleraar in £ Krui» / J * * s i e * befebreven  [ H7 ] ! Da Arabieren bereiden hunne Koffij om te drinken, bijna gelijk wij gewoon zijn; doch zij drinken die zodra zij [ gekookt is, zonder haar te laaten bezinken, ©f er Suiker onder te mengen , en uit zeer kleine kopiens. Eenige {kan, zodra zij de Koffij kan van \ het vuur neemen, een natten doek om dezelve, het geen het dik terftond, j doet zmken, en het vocht zo vèel te t klaarder maakt. Hier door zet zich een | ditnne room op de Koffij' en waasfemc zij , in de kopiens overgegooten wordende , niet alleen veel frefltwr, maar geeft ook een vetten damp op, dien zij gr.;rne ruiken, en er veele uitmuntende hoedanigheden aan toe fchrijven. Lieden van aanzien echter, bereiden de Koffij op eene andere w'ijze,Men neemt de Koffiboonen zelve niet' maar de bast van de Koffij, in welke zij beïkten liggen ; dêeze' bast wel rijp zijnde , breekt men , en le^t dezelve ia een kleine test, op een vuur van kooien , roerende dezelve K 2 g€.  [H8] 1 ffefladig om, op dat zij niet, gelijk de gewoone Kcffi] ; brande , maatf eenige kleur bekome. Tevens laat men het war er in een Koffijkan koo4 ken en wan: eer de bast gereed ïsj werpt men dezelve in de Kan. doend* daar omtrend een vierde gedeelte vaj die vliesjens bij, welke om de boa nen gevoaden worden. Deeze dranj wordt in Ar abten voor een onvergs liikelük vocht gehouden, en Kfjj op zijn Sultans geheeten, om dat dj Sultans en Grooten van het Hof, dj zelve dus klaar gemaakt drinken. D| kleur van deeze fcffi gelijkt vel naar die van Engelsch bier; zijnde d fmaak minder bitter, dan die der gj brande Koffiibooner. Men twr.fte niet of de Europefche Lekkerbekke zouden die ook gebruiken, ware hj niet , dat deeze bast , versch gj bmikt moetende worden, geene ve voering uit Arabien toeliet; geevem de minfte vochtigheid haar een kiwi den fmaak.  [ 149 ] De Koffij wordt in het Ooiten, op^ rhenkborden zonder voet , of op laden van befchilderd of verlakt hout önd gediend , zijnde veel grooter an de onzen, nadien 'er ten minden jijftien of zestien kopjens op ftaan unnen. Daar tegen zijn die kopjens, ■ingians geheeten, en bij de aanzieelijke lieden , in kleine zilveren aasjens ftaan de , omtrend de helft Jeiner dan de onze , en worden och nimmer vof gefchonken. Men e t 'er geene lepeitjens bij, nadien de 'toffij daar zonder fuiker , en zeer peet en fterk gedronken wordt* EeniK laaten 'er een enkelen droppel |eest van Amber in vallen. Anderen poken de Koffij met eenige geftooten Kruidnagelen; anderen met een weiiig Indifche Anijs, en anderen met pad van de kleine Kardamom. Welk een groot onderfcheid tuslchen üeeze geurige Koffij, en die welke 'vx VVederland, vooral door den geeieenen pan, gedronken worde! Doch hoe dikK 3 maals  C 15° 3 maals drinkt deeze des morgens vroeg, en ook om ] 1 uuren; voords na den middag , en eindelijk des avonds , eeni£ bruin gekleurd water, dat men. Koffij geliefd te noemen, om dat het zijne bruine kleur, van de Koffij, en fomtijds te gelijk, van de gebrande Cichoreij, verkreegen heeft! Daar de Du'tfcher integendeel, die zo min de Koffij als de Suiker , uit de eerfte hand kan bekomen ; altoos fterke Koffij met Sui/cer drinkt: en de zuinige Nederlander befpot. Zeker zou het drinken van goede fterke Koffij, éénmaal daags, veel beter, en gezonder zim, dan telkens gekleurd warm water te flobberen. Maar, is de Koffij ten opzichte van de gezondheid voor- of nadeelig? — Het drinken van veel warm water is ten minften geenzins gezond, om dat het de Maag verflapt: maar het water is de Koffij niet; fchoon men geene Koffij kan drinken , zonder water. Sommigen verzekeren dat de Jicht en de  [ I5i ] de Waterzucht, in Engeland zeldzaam zijn geworden, zedert men 'er Koffij heeft beginnen te drinken: als mede (dat zij tegen de Beroerte en de RooIdenloop, een zeer goed middel zoude zijn: Zelfs heeft men lieden die deezen drank voor een algemeen middel houden. Dikmaals echter doet de Koffij, geheel tegen ftrijdi ge uitwerkingen, waardoor men haar niet veel kan betrouwen. Eenige gebruiken Koffij, om den afgang te bevorderen,, fen bij anderen baart zij verftoppingen. Beiden kan men verklaaren uit de iwijze, op welke de Koffij gedronken kvordt, Alle warme dranken werken op de nuchtere maagen, zo dat de jafgang daar door kan bevorderd worIden, en mogelijk nog meer door de [Suiker en de Melk, welke eerfte, de gemeene man echter maar zelden gebruikt. De Koffij zelve fchijnt daar kegen, door haare zelfftandigheid, perder ter verftopping dan ter opening gefchikt te zijn. K 4 Veele  L 15* ] Veele houden de Koffij voor een voedzaam middel , ook weet men dat de Turken 'er zich niet zelden, ingevallen van nood, den honger mede , verdrijven; terwijl elk krijgsman onder hen , altoos een zekeren voorraad Koffij bij zich heeft. Intusfchen zo heeft de Koffij weinig voedzaame dealen in zich; zij verzadigd, maar zij voedt niet; terwijl het laatste voornamelijk van de. Melk "bntfhat. De Gene es heerea zijn zeive, ten opzichte van deezen drank , het op verre ra nog niet eens. Eenige honden de Koffij voor eene verfterking, anderen, voor een bederf van de Maag. Veele drinken haar terftond na den maaitijd, om de fpijsverteering te bevorderen; anderen danr tegen geiooven, dat deeze drank de Maag verfhpt, winden verwekt, en hartkloppingen veroorzaakt : dit laatfte is zeker' weder het gevolg van het warme water. Andere b-kennen dat fterke Koffij een fterker omloop van het bloed, en  [ 153 J en eene beving in de Leden veroorzaakt; ; en dit is juist de oorzaak, waarom de Koffij den- flaap belet, en door de zodanigen bet eerst gedronken wierd, die des nachts wakker dienden te blijven. De Turken gebruiken -de Koffij heden nog, om er wakker en vrolijk door te worden: wil men derhalven goed flaspen , dan behoord men 's avonds laat geen Koffij te drinken, nadien zij de levensgeesten te veel in be weeging brengt. Z\\ is dus des morgens her be-'te, niet alleen om het gemoed te vervrolijken, en den flaap te verdrijven ; maar tevens om de nuchtere Maag te gemoet te komen welke eêfiigë fpijze en drank fchijnt te vorderen. K 5 MID-.  M I D D EL OM HET HOOI VOOR EENE TB STERKE E ROE IJ ING TE BEWAAREN. O p elke duizend ponden, of een Voer Hooi, die men in den Berg of Schuur le^t , ftrooit men drie ponden zout; zorg draagende, dat het Hooi in het midden iets hooger gehouden worde, nadien anders het Zout, door het broeien van het Hooi gefmolten zijnde, te veel naar het midden zoude zakken. — Het Zout moet ook niet op een hoop, maar over de geheele oppervlakte gelijklijk verfpreid worden. " — Dit middel is uitgevonden door den Heer bergsma, Grietman yan Vante-  C 155 ] tumadeel in Friesland. Na eene zes ja? rige beproeving aan zijn eigen Hoo1 maakte bij hetzelve A9. 1790 bekend", eenige Noordhollandfche Landslieden namen er mede de proef van, en de uitflag bewees , dat het middel in alle opzichten voldeed: niet alleen tegen het fterk broei jen van het Hooi; maar men bevond tevens, dat men met 4000 pon-* den van zulk Hooi, meer konde doen dan met 5000 ponden ander Hooi, terwijl de Beesten het gezouten Hooi, boven dien, met meerder fmaak eeten, en 'er beter van groeijen. Ook is be-r wezen dat dit Hooi gezonder voor het Vee is, om dat het meer aandrijft tot drinken, waar door 'er eene verdunniag in de vogten der Dieren wordt te wege gebragt. BE  D E FRANSCHE TIJDREKENING VERGELEKEN MET DE GEWOONE TIJDREKENING, voor den jaare 1795. De Tijdrekening der Franfchen , is begonnen op Zondag az Septb. 1792., toe 1 men de Koninglijke Waardigheid aldaar aFgefchafc en Frankrijk voor eene Republiek verklaard hack. Het derde jaar der Franjche Tijdrekening is derlialven het derde jaar der Republiek, het welk £2.Septb. 1794. begonnen is. Schoon men deeze Tijdrekening had kunnen m'sichen, kan men haar echter, nu zij onder e-cne naburige Natie in .gebruik is, niet wel a^terhaten. Wij'gceven haar derhalven, met hetzelfde oogmerk van het voorgaande jaar, voegende de nieuwe Feesten op elke Decade, en de Gefchiedcni&len, Baar \ Framch, 'er bij.  fSferde Maand Decemb. \ A0.3. Ao. Ï794« JSfivos. Smeumaand, j 1 eerfte d.*\ 21 'Zond. 1 2 tweede W22 Maand. f 3 derde 2,23 Dingsd. j: 4 vierde 1 024 Woensd 5 vyfde L ^25 Dond. 6 zesde ^26 Vrij d. 7 zevende 1 Ë.2? Saturd. Sagtfte VzüZond. i 9 negendeJ 29 Maand, j lodende 30 Dingsd. ! 11 eerfte *\ ?i Woensd 12 tweede 1795 13 derde re 2 Vrijd. 14 vierde 2. 3 Saturd. 15 vyfde ^Ztni. 16 zesde f i? =5 Maand. 17 zevende 1 g 6 Dingsd. 18 agtfte 1 &■ 7 Woensd 19negende! • 8Dond. 20 tiende 9Vriid. 21 eerfte * 10 Saturd. 22 tweede &\iZond. 23 derde 812Maand.. 24 vierde ^13 Dingsd. 25vyfiie l —14 Woensd 26 zesde j^i 5 Dond 27 zevende »16 Vrijd. 28ngtfte ? 17 Saturd. 29 negende 18 Zond. 30 tiende J 19 Maand. Franftbe Kronijk. 5. Landau'orAt&t, en de'Li» " nien van IVeisfetibttrgy door de Franfchen Ikthomen. A° 2. 6. loulon door de Franfchen hernomen. A° i. 7. LODEWIJK XVI. beroept de Staaten Generaal. A° 17B8. io. Fext van afkeer voor de Tirannen en Vw ngelanden. 114. Noirmoutier door de Republiekeinen hernomen ^ en de Oorlog in Feudeé geëindigd. A" 2. 20. Feest aan de IVaarhe'cï. 21. Het Fort Vauban, dooide Keizerlijken verlaaten. A° 2. 26\ LODEWIJK CAPET , j aan hoop; verraad fchuldig verklaard. A° 1. 1 27. Nieuwe verdeel ing van Frankrijk. 1790. 1 29. Doodvonnis over LODE; WI K CAPET. A° 1. . 30. Feest aan de Gerechtig, j beid.  j'yfde Maand. 'fanuary J° S- i?95. Plttvios. Recgenm. 1 eerfte "| W20 Dingsd. 2 tweede ^21 Woensd $ derde r.22D.->nd. 4 vierde ^23 Vrijd. 5 vyfde L £ 24 Saturd. 6 sesde J £25 7,ovd. 7 zevende Maand. Bagtfte 27Dtiigsd. 9 negendeJ zS Woensd 10tiende 29 Dond. 11 eerfte » ^30 Vrij d. ï 2.tweede ^31'Saturd. lS^erde n \Febr. 14 kierde a. 2 Maand. 15 vyfde L 2, 3 Dingsdi zesde j j~ 4 Woensd 17 zevende 2 5 Dond. 18 agifte £ 6 Vrijd. 19 negendej ' 7 Saturd. 20 tiende SZtnd. 21 eerfte • 9 M tand. ca tweede —10 Dingsd 2 3X 7 Saturd. l8a&tfte 2 SZtnd. 19 negende o 9 Maand. £0 tiende ' lóDirrgsd. ci eerfte 11 Woensd 221 wede 12 Dond. 23der.!e re'13 Vrijd ■ 24 vierde 3.14 Saturd. 25 vijfde n i^Zond. 26 zesde ^ió Maand. 27 zevende 2 i7 Dingsd. 28agtfte % 18 Woensd 29 negende "19 Dond. Ec Jende 20 Vrij ri. Franfche Krenijik, 7. 5r" door de Franfchen verlaaten, Aa o. 7. \t Revolutit - Leger afgefchaft. ar. 10. i*Ve.rf der Heldhaftigheid. 12. Ccertuidcnlerg, door de Franfchen verlaaten. Ao. r. De Ministers afgelchaft, cn twaalf JOmmisfien aangelteld. 2. 13. V P.mcbeon opgericht. 1791. De Franfchen verlaaten Breda. Ao 1. 20. Ftftf-.ff or de Engelfchen genomen. Ao 1 26. Feest aan de SokU-aen op het oud KaireelJ gegceven 1792. 27. Decreet van de eerfte 400 Millioenen As/igna*; ten. 1790 Rei/e naar Sf. C/oa^. 1791, 30. De Adel afgefchaft.. 30. Feest der Sftizijnfcbe Wijsbegeerte.  Zevende Mtand. Mrntrt. Germinal. Spruitmaand. A° 3- *[ 1795. 1 eerfte 21 Snturd. atwede 22 Zond. 3 derde n 23 Maand. 4vierde I 524 Dingsd. 5 vijfde f n 25 Woensd 6 zesde C2öDond. 7 zevende 327 Vrijd. 8agtfte ^ÖSuurd. 9 negende '2.9 Zond. io.iende 30 Maand. 11eerfte 31 Dingsd. 12 tvvede 1 April. 13 derde ^ 2 Dond. 14 vierde o 3 Vrijd. 15 vijfde 1.2. 4 Saturd. 16 zesde I 0 SZand. 17 zevende ^ 6Maand. i~8 agtftc 2 7 Dingsd. 19 negende 8 Woensd 20 tiende J • 9 Dond. 21 eerfte 10 Vrijd. 22.twede cii Saturd. 23 derde J2 12 Zo«^. 24 vierde £13 Maand. 25 vijfde I 0i4Dingsd. 2ó zesde Woensd 27 zevende Sj^óDond. 28agtfte n 7 Vrijd. 29 negende " 8 Saturd. 30 tiende J 19 Zond. h  Franfch» Kronijk. j. Oorlogsverklaring aan den Koning van Hengarijen cn Beheemen» Ao. 179?. 10. Eerfte Veldflag bij Deornik. 1792. 10. Feest der Liefde. 11. Landrecij door de Geallieerde Mogenheden mggnomen. Ao 2. 12. Dc Grensftedcn verlaaten, of open gefield. 1791. 16. Opening van de Staaten Generaal te Ver- faiUes. 1789. so. Decreet van 1200 Milliocnen Asfignatenf door de Nationaals Conventie» I. ao, Feest der Huwlijks* liefde. 30, Feest der Ouêerliifde.  Agtfte, Maand. April. 'Tio'real. Blotijmaand. Au 3- -795- 1 eerfte 1 ao Maand. 2 twede Wat Dingsd. Sderde 2,22 Woensd 4 vierde n 23 Dond. 5 viifde W 024 Vrijd. 6 zesde |£ 25 Saturd. 7 zevende ^jidZond. "8 agtfte V17 Maand. 9 negende J 28 Dingsd. lo tiende 29 Woensd ji: eerfte *\ 30 Dond. 12 twede ^ 1 Maij. 13 derde % 2 Saturd. 14 vierde 2. zZond. I5vi;fde L° 4 Maand. 16 zesde | ö sDingsd. 17 zevende o 6 Woensd ï8 agtfte o. 7 Dond. 19 negende ♦ 8 Vrijd. «zo tiende 9 Saturd. 21 eerfte «\ \oZond. 22 twede a11 Maand. 23 derde «12 Dingsd. 24 vierde £13 Woensd S5 vijfde 1 Mi4Dond. .26 zesde r ^15 Vrijd. ; 27 zevende 216 Saturd. ; 28 agtfte \f 17 Zond. i 29 negende * 18 Maand. 50 tiende J 19 Dingsd. La  Fretnfche Krent jk. 3. Veldfiag van Pech, bij Doornik. 2. Bastitf door de Engelfcben genomen. 2. • 9. Colliure, St. Elme en Vendre door de Franfchen, op de Spanjaarden hernomen. 2. 10. -,13 Maand. 26 zesde « *4 Dingsd. 27 zevende »i5 Woensd 28 agtfte p 16 Dond. 29negende J7 Vrijd. 30 tiende * 18 Saturd. L 4  Franfche Kr en ijk. 2. Verk'aaring dat het Vaderland in gevaar is. 1791. 3. Luik door üc Franfchen ingenomen. 2. 4. SlTES levert de Rechten van den Mensch in. 1789. 5. Mentz door de Pruisfclea genomen. 1. 8. Maaltijd aan de Verbondene, door tethion. 1792- 10 Valenciennes, door de Keizerlijken genomen. 1. Brits fel, verzoekt een deel van Frankrijk te zijn. 2. 10. Feest des Ongel aks. 12. De Ridder- Ordcns afgefchaft. 1791. 17. Vernietiging der. Rechten en Priviligien van bijzondere Peri'onen. 1791. CaJvd gaat aan de Engelfchen over, 2. 20. Feest aan den Land beats. 23. De Tuilleriên bezet, 'nM groote Revcl. ós Republ. Cevfiit» door de Natie aangenomen , en de Kunirglijke waarde afgeicbaft. i. Fouter abie en St. Sebastiean door de Fierf len genomen. 2. 28. Ï3cx'\fgezanidcr^'/'ffK/^.'/£r5/^iVttvau Anurika in de Conventie ontvangen ; QjHespoi, Vatengiennét en Condi, doorde Fmnfcien hernomen 2. 30. Op- oiubod van de geheele Fr&nfcbe Natie, ten Oorloge. 1. qo. Feest aan de Indufirie, of Vernuft en Vlijt».  mifde Maand, iTbermidtr. Hittemaand. A° 3. 1795* j 1 eerfte *) 19 Zond. 2 twede M20 Maand. 3 derde 3.21 Dingsd. 4 vierde £ïïitW**XQ& ] 5 vijfde 1 323 Dond. • 6 zesde f f» 24 Vrijd. 7 zevende £ 25 Saturd. 8 agtfte P 26 Zo*;d. o negende 27' Maand. 10 tiende J 28 Dingsd. in eerfte *] 29Woensd 12 twede ^30Dond. 13 derde o3i^r«-^« jI4 vierde g. 1 Saturd. 15 vijfde Lrc 2Zand, 16 zesde iö3 Maand. 17 zevende j o 4 Dingsd. Ïi3 ï'^fte E 5 'Woensd 19 negende I ? 6 Dond. pogende J 7 Vd;d, 21 eerfte 8 Siisurd. [ 22 twede ö 9 ?f«»rf« ( 23 d er'de § 1 o VJ aand. T4 vierde «11 Dingsd.. ; 25 vijfde > 5 f2 Woensd £Ö zesde ? g 13 Dond. S7 2e"ende -114'Vriid, 28ag.fte ?isS>?nrd. : 2ynegende 16 Zend. : 30 tiende J 17 Maand. L 5  Fraufche Kronijk. ' 5. Lougwij aan de Prïtisfcten 1702. . 6. De Afgezant van Geneve, in de Nationale Conventie ontvangen. 2. 8. Toulon aan de Engelfcben. I. 9. Tracta'at te Pilnitz. 1791. S/s/f aan de Franfchen. 2, 10. i^e^ «ter Bestevaders. 11. MarfeiUe, aan de Nation. Convent, hergev. 1. 13. Uitvinding van de Télégrapbe. 2. 14. Mocrd teAWi. 1790. De Busch-kruid-fabnck te Grtnelle gefprongen. 2. 16. Moord der Staatsgevangenen te Parijs. 1792. 18. De Nation. Verg. zvveert bet Kon:ngfcliap af. Bevestigd de Vrijheid en Gelijkheid. 1792. 20. Feest aan bet Nagejlacbt. &6. Qjiesnoi aan de GeaU. 1792. Duink. ontzet. I* 27. Lodewijk de XVI neemt de Conttit. aan. 1791. 28. Avigntn, en het Graaffchap Fenaisfjn, verklaaren zich voor een deel van Frankrijk. 1791. 30. Feest des Geluks,  I TtvaalfdMaand. Augèstüs. i jFruöiidor. Vruchtmaand* I A° 3. J795. j ï eerfte r8 Dingsd. a tweede W19 Woensd 3derde 2.20 Dond. 4 vierde «21 Vrijd. ■ 5 vijfde L-22 Saturd. I 6zesde f £23 Zond. 7 zevende g.24 Maand. 8 agtfte P 25 Dingsd. 9 negende J 26 Woensd 110 tiende 27Dond. 1*1 eerfte «\ 28 Vrijd. 112 tweede h29 Saturd. 13 derde tW.?tnf'\ 14 vierde n 31 Maand. 15vijtde Lo ïSeptbr. 16 zesde f o 2 Woensd 17 zevende f g 3 Dond. i8astfte gt4Vnjd. 10 negende ? 5 Saturd. 20 tiende - 6 Zond. 21 eerfte *> 7 Maand. 22 tweede <-< SDingsd. 23 dorde q 9 Woensd 24 vierde • 2-io Dond. i 25 vij:'*de L In Vrijd. 26 zesde j £ 12 Saturd. 27 zevende £13 Zond. 28 agtfte £14 Maand. 29 negende ' 15 Dingsd. 30 tiende * 16 Woensd  Franfche Kronijk. 4. Dc Koning van Napels verklaart den Oorlog aan Frankrijk. 2. 5. Laatfte Zitting vr.n de Nat. Verg. en ifte Zitting van ie Nat. Corn: Deer. van affcMaffing der Koningen* en Fraukriik voor ééne ondcelbaare Rcpubl. verklaar! i-2. Vccreti niiéns de Zeevaarss - A&e. 2, ■ • 1. Grondvesting der Republiek, tfgi, 4. Te üeum over de Confiitutie. ipft, 6. Het Hof v?n Orleans afgL-fchaft. 2. 7. MONTESQUIEU neemt Savaijcn in. Frankrijk in «4, De» parlementen verdeeld. 1 8. Mzzfl ingenomen en tot -en 85de Depr. verklaard. 1. 9. Laatfte Zitting der geconJlitU.JNtit. Verg. iymu GUSTIIfE neemt Spiers. 1, - 10. Eerfte Zitting der gewettigde Nat. Verg, i?pr. 10. Eeeit aan pjet Hoogfte (Vezen tn de Natuur. ïi. Moord der Staatsrjcvangenin te' Parijs, iryz* De £fïb*e" Van Mtmcb «anscnonien: irCp. Een Ni«u. we 1 ijdreKen;ng ingevoerd, f. 15. De Kóïiini lijice Familie te Parite te rag gctÉKflt. 1^80. Aan, Ï$S^ ^ngclfcbeu^texiQ Frtuifcbt Jihuipaxe te' (Jetwa. 2. 16. J piouviUt ontzet. !*V. J./.'*',t entzrt. 1. 18. IJo:j hernomen, t. 15. Toscautn verklaart zich tïgen de t£. «. 3. 20. /■■ raun hernomen door de l'ratiftbai.'2. 20. aan bet Mettfibelijk ge)'lacht. 22. \VURMSER , Oosten,: Generaal overweldigd de llnhn v«n rKtsfinburg. ?.. 24. MotitbM ar'd verklaart zich voor een d,el vr Frankrijk, a. 26". Maubfuge ontzet. 2. MARIA ANTHüLvETTE van Oo/?e» rijk, Wed. van LODEWIJK GAPET, geguüioct.neerd. ï. 27. Warms genomen 1. ll' rw%™£mg mn £ Gecm^ N«t. Verg. te Parijs. i78. I ï 1 eerfte - 2 V1'')^ 12 tweede | ^ 3Za'11'"- 13 derde J % 4 Zond'1 Ï4 vierde 1 g_ 5 Maand. I -15 vijfde I " öD'mgd. 16 zesde ?3 7 Woensd. 17 zevende \ n 8 Donderd, 18 agtfte I o. 9 Vrijd. 19 negende I • 10 Saturd. J 20 tiende 11 Zond. Si eerfte ^ 12 Maand.' 32 tweede £J 13 Dingsd. 23 derde 2. i4Woertsd. 24 vierde o" 15 Donderd, | 25 vijfde M 16 Vrijd. 26 zesde ?? 17 Saturd. 27 zevende 8 18 Zond. 28 agtfte o* ipMi'.aiid. 29negende- 20 Dingsd. 4 3otienac •» 2i\Voeusd,  Franfche .Kronijk. j. Frankfort door de Franfchen genomen. iP 5. Long-wij hernomen door de Franfchen* li, 10. Feest aan de Weldoeners van hst Menscbdotn* xi. Hebert, erissot, en 20 'andere,gedeput. in de Nationale Conventie , geguiilotineerd. 2. 12. Veele Geelielijken vérklaaren zich voor de Natie. 1789. 15. Ph. d'orleans, anders egalitc, geguillott. 2. 16. 't Verraad van Straatsburg ontdekt. 2. 17. Zogenaamde dag der Reden. 2. 18. Bergen in Henegoutv. door de Franfchen gen. 1: 19. Vonnis des doods tegen de Emigranten. 1791. 20. Feest aan de Martelaars der Vrijheid. 1791, 23. 91 Fort Vauban, door de Keizerlijken gen. 2.' 24. Brusfel genomen door de Franfchen. X. 27. Decreet tot opening der Schelde. 1. 29. - ■ ■ « van Vrijheid voor alle Volken» i» 30. Feest, van Vrijheid en Gelijkheid.  \Tvceede Maand. Q5lober0 [jBrnmaire Nevelmaand. A°4- M 1795. \ 1 eerfte ~i "22 Dond. i 2 nvccde | ^23 Vrijd. I 3 derde | nT24 Saturd, s 4vierde j w.25 Zend. \ 5 vijfde L n 26 Maand, s 6zesde [ £27 Dingsd. 7zevendc 1 ^28 Woensd ! Bagifte 1 • 29Dond. 9negendeJ 3° Vrijd. 10 tiende 3ijSattird. ii eerfte *) iNovb. 12 tweede £ 2 Maand. 13 derde * sDmgsd, 14 vierde ] 2. 4 Woensd k5 vijfde li 5Dond. 36 zesde rV 6\njd. ^7 zevende S ;Saturd. «3 agtfte n 8 Zond. tg negende J * 9 Maand. Eo tiende 10 Dingsd. 121 eerfte «1 n Woensd 122 tweede 012 Dond. .•23 derde g_i3 Vrijd. «4 vierde n> 14 Saturd. ItS vijfde L 315 Zond. m zesde j g 16 Maand. ï>7 zevende 1 »17 Dingsd. 5L8 agtfte ? 18 Woensd .ï'9 negende 19 Dond. |o tiende w 20 Vrijd.  Franfche Krenijk. 10. Feest der Republiek. 13. Frankfort, door de Pruisfchen ingenomen. ï. Manifest van de Nationaale Conventie, tegen de Vereenigde Mogenhedcn. 2. 17. De Franfchen te Confantinopsl erkennen do Franfchc Republiek. I. l3. 't Prinsdom Chimai, verklaart zich voor een deel van Frankrijk. Decreet wegens de Vrij* beid van alle Godsdiëniten. 2. 20. Feest aan de Vrijheid der TVaereld. ai. Lötjewijk capet , veffierd zich met de tekens der Nationaale Conventie. I. 22. Onrusten te Aix. 1791. at. De Franfchen trekken naar Napels. 1. 29. Declaratie van den Keizer, wegens den Oorlog, van het Keizerrijk, r. 30. Feest aan de Vaderlandsliefde,  \ Derde Maand. Novethb* \jFrimaire Rijpmaand* | A° 4. 1795. I 1 eerfte "| 21 Saturd. j 2 tweede ^22 Zond. 3 derde £23 Maand» 4 vierde ^"24 Dingsd. j 5 vijfde L 325 Woensd j 6 zesde Jg 26 Dond. 7 zevende a.27 Vrijd. 8 agtfte ? 28 Saturd. 9 negende J 29 Zond. 10 tiende 3oMaand.^ 11 eerfte n iDecemb* 12 tweede H 2 Woensd 13 derde % 3 Dond. 14 vierde g. 4 Vrijd. 15 vijfde Ln 5 Saturd. 16 zesde 6 Zond. >7 zevende o 7 Maand. 18 agtfte 8 Dingsd. 19 negende ■ 9 Woensd 20 tiende 10 Dond. 21 eerfte n Vrijd. 22 tweede I 012 Saturd. 23derde I S 13 ZoW. 24 vierde '1 % 14'Maaud» 25viifde I —15 Dingsd. 26 zesde 16 Woensd 27 zevende £17 Dond. 28 agtfte p 18 Vrijd. 29 negende 19 Saüird. 30 tiende ** 20 Zond. M  HET LUIDEN DER POORTKLOKKEN. Van Amflerdam. ,t Verlangen der dagen. 'f Verhorten der dagen. I 'smo. 's av. 1 'smo. i 'sav. I Den 22 Tan. - ! half 71 half5 Den 8 Aug. half 5 half 8 I —— 8 Febr. : 6 5 — 25 5 7 '1 , 24 - hall 6 harf'6 — 9 Scp. ;ha1f6|half7 =—14 Maart 5 6—21 half 6 6- 28- 5' half7 — 30a. : 6, half 6 . 10 April halfs 7—21 ; half7 , 5 ! 2-z-— half 5 half8 — 6Nov- ! 7 . halfs 7 Maij 4 8 1 Van 7 Me ij,'tot 8 Aug. blijven de Poorten, tot 'savonds half 10 uuren, open. Van HAARLEM en ENKHUIZEN. '/ Verlangen der dagen. V Verkorten der dagen. 'smo.'sav.' • ,'srao. sav, - Den "-8 ]an. half7 halfs Den 26 Julij { 4 r8 , 1 Febr. 6 s — 14 Aug. ' 4 bali7 j8 6 hall6 — 22 halfs half» . 23 ■ half6 half6 29 hall s 7 4 Maart half 6 6 — 12 Sep. ; 5 halfó t.o : 1 5 6 — 26 — ' 5 6 18 I 5 half? — 1 Ocl. half6 8 1 April halfs '7 — 10 .half& halfö , _ halfs half» — 18 . 6 hallö !5 4 half8 — 25 .6 5 _ o0 4 8 — ïo Nov. half7 halfs i Maij half4 half9 — 12 half 7 bah5 — 30 . 7 haiiS 4 Dcc. j 7 4 II ET  HET LUIDEN DER POORTKLOKKEN. Van GOUDA en LEIJDEN. >t Verlangen der dagen. '< Verkerten der dagen. I'smo.'sav. ^mo- 's-ay. Den 15 Tan. 'h.6,61 5 Den 1 Aug. ia f4-hall 9 _ 1'Febr. half 6 half 6 - 15 halt 4 , , » r- ; 5 6— 1 Sept. 4 hall 8 1 Maart half 5 half 7 - 15— halfs 7 j - 4 7—1 Oct. 5 hall 7 i ï April half 4 halfS - 15 -- halfS « t- - half4 8 — 1 Nov. h.6,6 halfö iMaij 1 3 half 9— ?5 : „-f 15 3' 9~ 1 Dec* h-6,6 halls NB. Wanneer 2 getallen tusfchen één lijn voorkomen, dan ziet het eerfte getal op Gouda j het ade op Leijden, zo als 15 Jan. enz. Van ROTTERDAM. U Verlangen der dagen, 'tVerkorten der dagen. 'smo. i'sav. !'smo. j'sav. Den 1 Febr. 4 | 5 Den 1 Aug. half 41 half9 tt - : 4 ' half 6 — 15 hall 4 8 jMaart 4; 6—1 Sept, halt 4 half 8 ,5 -— I 4 ; half 7 - i5 — half4 - 7 1 April half4 ~ " 1 4 half7 iS— half4 halt8 — 15 4 6 , . iMeij half4 8 - I Nov. 4! 5 * 15 &■ half4 ibftlfa — 15 1 4ihalfs M 2  MORGENLIED. Wijze: Wat is cns al vreugd gegeevettt *t TVforgenrood. zo fehoon, zo teder, Glimt tot 's merfchen vreu?.!e weder, 't Lagchend geurig Veldvei fchiet, Vaagt de neevlen van 't verdriet. Aan zijn Phillis borst gezegen, Op het maifche gras gelagen; Groet de Heïder, op zijn fluit, 't Morgenrood met lief geluid. 't Duif ken weet, door kotkeroeren 't Gaaiken aan zijn min te fnoaren. Kirrend wijkt bet: loert en keert Geeft zicb over, wijl 'e zich weert. 'tDigre Bosch voed Orgelkeelen, Die op zijne takken kweclen. 't Ferfte licht wikt hunne vreugd , Zingen, darilcn, zijn verheugd. Bij«  [ i8i ] Bijkens die hun honig gaêren, Zuigen die uit duizend blaéren : Daar hen Roosjens en Jasmijn , 't Klaverveld ter ruiling zijn. M 3 De 't Westenwindjen kusclit de topiens Van bedaauwde bloemenknopjens , Die gewekt, uit open blaên, 't Veld inec geuren overlaön. 't Morgenrood, zo fc'^oon, zo teder, Glimt tot 's menfchen vreugde weder, 't Lagchend geurig Veldv?rfeinet Vaagt de neevlen van 't verdriet.  De STANDVASTIGE VRIJSTER. Wijze; '* Moet met geduld tot morgen (jEen Doodshoofd met oogeu als vuur, Gezien en bedremmeld verlaaten. Dat teken was, enz. Dat alles heb ik reeds gezien, Maar zie ik Krelis daar niet komen? Ja zeker, hij is het. Misfchicn, Heeft hij mijne vieeze vernotuen! Dit teken toont toch al te klaar, Dat mijn Foorfpeliea gekheid waar."/» ' M 5 YÈR-  VERDRAAGZAAMHEID Wijze : Laatstmaa! toen ik lag en Jliep. ; j^egt mijn Mosder maar eens A , Dan zegt Vader, ftraks daar na B, B, altijd B. Zij moet willen — hij moet ftillen. B, H, altijd B. Anders fdiretuwt zij: ach! en wee! Gaarne houd hij haar te vreén, En zegt dus öp al haar reên: Ja, ja — altijd ja! Want weÊritreeven ,-doet haar beeyfiJi» Ja , ja, altijd ja , Vader B, en Moeder A. Moeder is wat woordenrijk, En daar door krijgt zij gelijk; Eén, céi', wóefdjen dén, Doet zij volgen, gansch verbolgen; Eén, één, wóordjefi één, Volgen drie en zestig reên. Wordt door Vaders haastigheid Tegen B eens ü gezeid : Dan zegt ze X op zijn fpoor. Hij geduldig, blijft dan fchuldig. Hij bromt na' — zij gaat voor, 't Ganfcbe A. B. C. Wéér door.' De  De BEDROEFDE BRUID. Wijze. Hoor Kees mijn Vrijer, Piet, Aaltjes Minnaar, Lag iLtryende in-den nood, En zijn Verwinnaar Was maagre Hein, de Dood. De droeve Bruid lag daar, Te kermen vol misbaar, En riep: ö Dooi! keer weder! „ Ach! zié mijn bitter leed, s, Vel mij ook neder! Hein had. die reden, Nog naauwclijks gehoord, Of wend zijn tchreden, En zegt: nier ben ik voord: „ Ik eindig ftraks uw fmarr." Doch zij doof vrees benard, Zem:, met verbleekte lippen: Och! haal mijn Buurmans Wijt 7, Laat haar niet flippen." ,%, Höe ! welke ftreeken , Dus vangt hij lagchend aan, ,j Doet u dus fpreeken V Wat heeft die Vrouw misdaên? H Haar Man (roept zij) is goed: „ Wie weet wat hij mrj doet; „ Zijn medelijdend harte „ Verdrijft wettigt mijn rouw „ En angst en ftnarte. Het  Het AFSCHEID. Wijze: PAmour est un Enfant tremp'eur. I3rie dagen naa den bruiloftsdag Moes; Lieuwenfcbrik vei trekken; Zijn jonge Vrojiw riep; Weel en ach! En zeker 't was geen gekken. Hij moest naar 't bloedig Oorlogsveld, "Daar bloot ftaan voor 't gevreesd geweld, Van Kogels en Kanonnen Die alles overwonnen. Naauw lichtte 't uur van arfcheid, aan Of alles zwom in traan en ; Het enkel woordjen: ik moet gaan! Veiftoort het fchoonst vermaahen. Maar, 't Rijtuig komt. ó Wreed verdriet} Wie hoort de klagt der Icheone niet.? Ze omhelst haar halsvriend teder, Doch, zinkt in onmagt neder. De  [ 189 3 De Man bewoogen door haar {mart Voelt zich den boezem kloppen. Wat Man bezat zoo'n ftecnen hart, Om zoo veel op te kroppen ? Verwonnen door haar rouwbeklag Roept hij; „ Wat zal ik kiezen? — ach! „ Mijn Vrouw, mijn tweede leven! „ Mijn reiz' is opgeheven ! De Kaauw hoort zijn lieffte 't laatfte woord,. Of roept, als gansch verrezen; „ Wat zegt gij? — heb ik wel gehoord? „ Hoe kan mijn Man zoo wezen! „ Hoe! gij' woud blijven, hier bij mij! „ Verftaat gü dan geen ipotternij? ——. Vertrek, mijn lieve Jongen, \„ Mijne onmagt was gedwongen!"  De AFLEIDER Wijze; Een lief kind van vijftien jaar en. J ïCxThArt had naamv dienst genomen, 0f zij" viel hem bitter zwaar. Om zijn moedwil In te toornen Stond de Rotting altoos Klaar. Voor weinig geld, moest onze Held, geduung. Rxerceeren. ■ Zijn keel bleef droog, maai* zim Geweer, Zat, als zijn Ondergoed, vol fineer. Poeder in 't haair, een fchoone .Rok» Kreeg hij geduurig 'door de ftok.'/. Moe van zorg en rust verlangen , f Hoort hij fpreeken van een Man, Die langs ijzivn Onweêr^ftangen, 't Biixeravuur aileiden kan. 1 Dit troostend woord, is pas gehoord, of mj Sden Man gaan zoeken. Zie daar mü" handgeld, zegt hij, Vriend, Geef mij her we ktuig dat mij dient. Gij hebt 'ei toch wel een bereid, Dat ah' de flagen van mij leidt.-/-  INHOUD van deezen ALMANACH, ' Verduisteringen, * . bi. i Almanach. - . vu Prijs der Zegels. . » xxjk De Stand der Planeeten voor 1795. 1 De Twee Beeren. Een Gefprek. 9 j0