TAFEREEL van NATUUR en KONST.   TAFEREEL VAN NATUUR en KONST, behelzende, 3y eene algemeene landbeschryving en beknopte historie der ver. scheiden volken, alle de voornaamste byzonderheden die in de bekende waereld, mkt* betrekking tot de natuurlyke historie , den godsdienst , de staatkunde , de weetenschappen, konsten, koophandel, enz. voorkomen. Gr tot deels naar'het Engelfcbe gevolgd. Negende Deel. Te AMSTERDAM, By PIETER MEIJER, 0p den Dam. MDCCLXXU.    Uur -müui&tn- Otot? <* ment- nut SEeiulm .  TAFEREEL van NATUUR en KONST. SPANJE en PORTUGAL. Algemeen Berigt. Spanje en Portugal zyn de twee IaatfteRyken aan den zuidwestelyken hoek van Europa; den naam van Portugal wil men afleiden van de oude ftad Porto, en zekere plaats Cale, die in oude tyden niet ver van daar heeft gelegen. De Latynfche naam Lufltania, wil men dat van eenen Koning afftamme die Lufcis werd genoemd,en voor den tyd van Christus geregeerd hebbe. Spanje heeft zynen naam gekregen van de IX. Deel. a Phe-  2 Tafereel van Natuur en Konst. Pheniciè'rs ,die een konyn in hunne taal Spanje noemen, en dewyl zy zeer veelen deezer dieren in dit land vonden, toen zy 'er na groote droogte aankwamen, hebben zy het Spana of Spania, of konynen-land genoemd. Spanje en Portugal te famen genomen, liggen tusfchen de 35 en 44 graaden noorder breedte, en tusfchen de 4 graaden ooster en 9 graaden wester lengte. Deeze beide Rykcn zyn breed omtrent 210, en lang omtrent 250 Duitfche mylen. Ten westen en zuiden grenzen zy beide aan de Spaanfche zee, aan een inham der Middellandfche zee, en aan de ftraat van Gibralter. Ten noorden aan de baai van Biscaije, die ook Mer de Biscaye, en in 't latyn Mare Cantabricum genoemd word, van het aangrenzende landfchap Biscaije, dat in oude tyden den naam van Cantabria droeg; ten oosten grenst het aan Vrankryk, door de Pyreneefche gebergten, en aan de Middellandfche zee. Het Koningkryk Spanje behelst verfcheiden Koningkryken, die thans flegts provinciën  Spanje en Portüg. Alcem. Bërigt. 3 cié'n zyn, en onder eene kroon behooren, als in het midden: nieuw Kastilië, in 't Iatyn Caftella nova, een Koningkryk aan de rivier de Taag, en oud Kastilië, Caftella vetus, een Koningkryk aan de rivier de Douro. Ten westen het Koningkryk Leon, Legio, aan den Douro; Extramadura, eene provin. tie aan den Taag, en Guadiana, op de grenzen van Portugal; Andalufië, of Vandalitie, een Koningkryk aan de Guardalquivir; ten zuiden Granada, een Koningkryk aan de Middellandfche zee; Murcia het kleinfte Koningkryk van allen aan Granada grenzende; Valentia, een Koningkryk aan deMiddelandfche zee. Ten noorden Gallicie, een Koningkryk aan 't einde van Spanje; Asturie, een landfchap of Vorstendom; Biscaije, aan de baai van dien naam. Ten oosten Navarre, een Koningkryk aan de grenzen van Vrankryk; Arragon, een Koningkryk aan het Pyreneefche gnbergte; Katalonie, een Vorstendom aan de Middelandfche zee. De Balearifche eilanden in de Middelandfche zee, die vier in getal zyn : Majorka, Minorka, Ivika en Fermentera. In het Koningkryk nieuw Kastilië fs MaA 2 drid  4 Tafereel van Natuur en Konst. drid, de hoofdftad van geheel Spanje, welke, fchoon geen Bisfchoppelyken ftoel hebbende, met regt een van de grootfte en rykfte lieden in de waereld mag gerekend worden. De fteden in deeze ptovincie, welke met een Bisfchoppelyken ftoel vereerd zyn, zyn vooreerst: Toledo, voormaals de hoofdftad van Spanje, en de grootfte en rykfte Aartsbisfehoppelyke ftad van de waereld, Rome uitgezonderd. Cuenca, Cividad Real, Guadalaxara, Hueta Gueta, en Alcarez. Behalven deeze Bisfchoppelyke zyn 'er verfcheiden andere fteden, en inzonderheid Alcala de Herores, Almanza , het Eskuriaal, en Aranjuez. In de provincie oud Kastilië ligt de ftad Burgos, een Bisfchoppelyke (iad, Vallalodid, de ftad Avila, de ftad Osma, de ftad Siguenza, de ftad Caiahorra, de ftad Logronno, de ftad Soria, digt by welke oudstyds de ftad Numantium was; en behalven deezen vind men 'er de fteden ft. Domingo, Roa, Najrera, Aranda, en Calzada, die allen een Bisfchoppelyken ftoel hebben. In het Koningkryk Leon, vind men de fteden  Spanje en Portug. Aigem. Berïgt. 5 den Leon, Salamanca, Curdad, Rodrigo, Zamora, Astorgo, Palencia, Toro, Medina del Rio Seco, die alle mede een Bisfchop hebben ; en behalven deeze nog de fteden For de Cillas, Medina del Campo, en AIva, die dat voorregt niet genieten. De provincie Extremadura of Estremadura behelst zeven Bisfchoppelyke fteden, te weten: Merida, Bajadox, Placentia, Coria, Truxillo, Lerena, Xeres de los Cavallaros, behalven verfcheiden fteden , die de Bisfchoppelyke fteden in geen opzigt dan in groote en getal van inwooneren behoeven te wyken, hier onder zyn wel inzonderheid Alcantara en Medilin. Men vindt in de provincie Andalufie of Vandalitiè', een Aartsbisfchoppelyken ftoel in de ftad Seville; de Bisfchoppelyke fteden van Corduba, Jaen, Medina Sidonia, de ftad Cadiz, de ftad Gibralter, onderhorig aan Groot-Brittanje, de fteden van Port St. Maria, Ezeja, Baeza, Osfna, St. Lucar, Anduxar, Carmona, Alcalareal, Lucena, Arcos, Marchena, Ayamont, Ubeda en Mo.gwer. A 3 Het  6 Tafereel van Natuur en Konst. Het Koningkryk Granada bevat de ftad Granada , die een Aartsbisfchoppelyken ftoel heeft; de Bisfchoppelyke fteden van Malaga, Almeria en Guadix : de andere voornaame fteden in deeze provincie zynRonda, Antiquera, Baza en Loye. Murcië' bevat drie Bisfchoppelyke fteden, vooreerst Murcia, die tevens de hoofdftad van dat Koningkryk is, vervolgens Lorca en Carthagena: de voornaamfte fteden die dit voorregt niet hebben zyn Caravace en Mula. In het Koningkryk Valencia is de ftad Valencia, die reeds zeer vroeg een Bisfchoppelyken ftoel gehad heeft; vervolgens de fteden van Segorbie, 't welk men onderfteld de hoofdftad der Celtiberi geweest te zyn; Origuela, Zativa en Alicante, zeer bekend om de lekkere wynen, die men ons van daar overvoert; de ftad Denia, Gandia en Morviedro. De andere voornaame fteden zyn Villa Hermofa, Villareal en Alcira. Het Koningkryk Gallicië bevat de ftad Compostella, die een Aartsbisfchoppelyken ftoel heeft, de Bisfchoppelyke ftad Lugo, Tuy, Oren-  Spanje en Portug. Algem. Berïct. ? Orenze, Mendonedo, Corunna of de Groyn, en de ftad van Betanzöf; en behalven deeze zeven Bisfchoppelyke fteden zyn 'er nog eene groote menigte andere niet minaanmerkelyk, en wel inzonderheid Ferrol, Vigo en Rivadavia, In het landfchap of Vorstendom Asturië, 't welk zyn titel geeft aan den Kroonprins, vind men enkel de Bisfchoppelyke en hoofdftad Oviedo, en Santillana, eene kleine zeeItad. Ordonna en Fontarabia, zyn de eenige Bisfchoppelyke fteden in het landfchap Biscaije. De voornaamfte fteden zyn Bilboa, de hoofdftad; St. Sebastiaan, een bekende zeehaven ; Tolofa, Vittoria, eertyds Byzantium; Port Pasfage, St. Andero, Laredo en Placentia. In het Koningkryk Navarre is de Bisfchoppelyke ftad Pampeline, Estille, Olita, Tadela, Cascant, Viana en Tafalia. In het Koningkryk van Arragon is de ftad Saragosfa een Aartsbisdom; de ftad Ofoa, JaA 4  8 Tafereel van Natuur en Konst. ca, Terucl, Taracona, Albarafin, Balbastro Calatajud, Burgia, Borja en Daroca. BehaU ven deeze fteden, die een Bisfchoppelyken ftoel hebben, is 'er eene groote menigte fteden waar van fommige de Bisfchoppelyke fteden w grootte noch rykdom niet behoe«en te wvken. J In het Vorstendom Ratalonië zyn de fteden Barcelona, de hoofdftad van die provincie, deftadTaragona, Tortofa, Lerida, Urgel, Gironne, Vich , Solfonna, Balaguer Manrefa. Dit zyn de voornaamfte Bisfchoppelyke fteden in deeze provincie, maar men moet aanmerken dat Rofes, fchoon geen Bisfchopsftoel hebbende, egter eene zeer aanz.enlyke ftad is door haare fterkte, koophandel en gemakkelyke haven. Van de vierBalearifche eilanden, in deMiddelandfche zee gelegen, welke wy ftraks hebben opgenoemd, heeft het eiland Majorka, de ftad Majorka, welke de hoofdftad isMinorka, het welk den Engelfchen toebehoort, bevat CitadelJa en Mahon, welke de voornaamfte fteden zyn; Ivika heeft Ivika tot hoofdftad; en het eiland Formentera heeft geen  Spanje en Portdg. Algem. Berigt. 9 geen fteden, het is onbewoond en onbewoonbaar wegens de menigte van flangen; waarom het reeds by de ouden den naam van Colubraria of Opleiufa voerde. Het Koningkryk Portugal, 't welk van zeer oude tyden af tot Spanje behoord heeft, fchoon een afzonderlyke kroon hebbende, word in zes provinciën verdeeld, die op alle landkaarten duidelyk worden aangewezen, waarvan twee bovenaan, twee onderaan en twee in het midden liggen. Boven aan vind men voor eerst Entre Minho e Douro, in 't latyn later amnia geheten , en Traos os Montes, in het latyn Transmontam geheten, dewyl het over een groot gebergte aan de Spaanfche grenzen ligt. Die aan den beneden kant liggen, zyn Alentep, in het latyn Transtagana, dewyl het, ten opzigte van Lisfabon, aan de overzyde van den Taag ligt, en Algarvc, in 't latyn Algarvia, dat den titel voert van Koningkryk, fchoon het zeer klein en merkelyk kleiner is dan Murcie, het kleinfte Koningkryk in Spanje. In het midden vind men Estremadtira of Extremadura, aan beide oevers van den Taag, en Beira, een groot landA 5 fchap  io Tafereel van Natuur enKonst. fchap ten noorden van Estremadura, en tusfchen den Taag en Douro gelegen. EntrcMincho e Douro bevat deoudeAartsbisfchoppelyke ftad Braga; en de ftad Oporto, die een Bisfchoppelyken ftoel heeft; de fteden Guimarames, Viana, Caminka, Valenza, Monzoa en Ponte de Lima. Traos of Tralos Montes bevat de fteden Braganza, Chaves, Miranda, Villareal, Villa Ploor en Freuxo de Espadacinta, De twee eerstgenoemde fteden hebben een Bisfchoppelyken ftoel. Alentejo, anders genoemd Entre Tajo e Guadiano, heeft vier fteden, van welke eene een Aartsbisfchop en de drie anderen een Bisfchop hebben, te weten Ebora ofEvora en Portalegre, Elvas en Beja. De andere aanmerkelyke fteden zyn Villa Vitiofa, Estremoz, Aviz, OJivenza,Moura,Serpe enCampo Major. In het Koningkryk Algarve telt men vier Bisfchoppelyke fteden, Silves, Tavira, Lagos  18 Tafereel van Natüür en Konst. wen, enz. en als een wonderwerk der natuur befchouwd worden. Op den top van een keten bergen, Estrella geheeten, in Portugal, vind men twee meiren van eene groote uitgeftrektheid en diepte, voornaamelyk een van de twee, 't welk men zegt dat onpeilbaar is. Het geen voornaamelyk in dezelve Haat op te merken , is dat zy ftil zyn wanneer de zee ook ftil is, en in eene groote beweging wanneer het op zee ftormig is; waarom men gist dat zy eenige geheime gemeenfehap hebben met de zee, en dit is nog te waarfchynlyker, dewyl men fomtyds wrakken van fchepen in dezelve vind, fchoon zy opeen afftand van.byna 13 Duitfche mylen van zee liggen. Daar is nog een ander zonderling meir in dit landfchap, het welk men zegt dat tegen een'aanftaanden ftorm een verfchrikkelyk fterk geluid maakt, het welk men opeen' afftand van zes of zeven mylen hooren kan. Men verhaalt ons ook van een poel, Fervencas geheeten, omtrent zeven mylen van Coimbra, waarin alle, zelfs de ligtfte ligchaamen, die men in hetzelve werpt, zo als kurk, ftroo, vederen, enz. zinken en naar den grond gaan. Hier  Spanje en Portüg. Algem, Berigt. i$ Hier mogen wy byvoegen een voornaame bron, digt by Estremos, waarin het hout verfteend of liever met een fteenagtige korst bedekt word; maar de verwonderlykfte omflandigheid is, dat deeze poel des zomers water genoeg opgeeft om verfcheiden molens te doen gaan, terwyl dezelve in den winter geheel en al droog is. In de valei van Roncal, in het Koningkryk Navarre, in Spanje, zyn verfcheiden groote en ruime Holen, in welke men veele menfchenbeenderen vind, en fommigen deezer van eene verbaazende grootte; men heeft eene menigte onwaarfchynlyke vertellingen van deeze beenderen gemaakt, fommige van welken te belagchelyk zyn om 'er van te fpreeken , en de overige zyn op losfe overleveringen gegrond. Dewyl Spanje een zeer uitgeurekt Ryk is, is het zeer natuurlyk dat de hitte en koude aldaar merkelyk verfchilien; In de maanden Juny, July en Augustus is het verfchrikkelyk heet midden op den dag; waarom de inwooners dan gaan flaapen, en des avonds zich zo veel te laater naar bed begeeven; maar B 2 het  ao Tafereel van Natuur en Konst. het overige van het jaar is de lugt aangenaam en gematigd, en over het algemeen een der gezondfte van Europa. Maar fchoon de hitte geduurende deeze drie maanden de fterkfte is, is het vry koel in de fchaduw; en zo koud des nagts, dat het een reiziger doet huiveren, en de grootfte hitte duurt over dag zelfs maar een uur vyf zes. ]n het noorder gedeelte van Spanje is de lugt veel minder heet dat in het zuider, en dewyl hier meer bergen zyn is het land aan vry harde vorsten, regen, en andere ongemakken van het weder geduurende den winter blootgefteld, maar zelfs hier is het op het platte land nooit zo koud in den winter, dat men in de kamers daar men zyn dagelyksch verblyf houd vuur behoeve te ftooken. Het regent hier zeer zeiden, dan in de zonnelanden,, en dikwyls gaan 'er geheele maanden voorby, dat mea geene enkele wolk te zien krygt. De Bergen van dit Koningkryk zyn bedekt met zwaare hooge boomen, van verfcheiden foorten, die alle zeer goed voor timmer-of brandhout zyn. De rotsagtige deelen zyn hedekt met wilde tym, majolyn, en andere aro-  Spanje en Porttjg. Algem. Berigt. 21 aromatike kruiden, welke dienen om een groot getal geiten en fchaapen te voeden. Daar zyn tweeërleie foorten van Schaapenin Spanje; grofgewolde, welke altoos in de landftreek blyven waarin zy geworpen zyn, en die in de winternachten op (lal gedreeven worden; en fyngewolden, welken geduurig in de open lugt blyven, en zomers uit het koel gebergte der noordelyke gewesten van Spanje, na de zuidelyke warme valeijen van Andalufie, Manca en Estremadura overgebragt, en aldaar des winters geweid worden. Uit de naauwkeurigst opgemaakte rekeningen blykt dat 'er vyf millioenen fyngewolde fchaapen in Spanje zyn , en dat de wol en het vleesch eener kudde van tienduizend fluks, het eene, door het ander gerekend, jaarlyks omtrent 24 realen Huk voor ftuk uitlevert, welke wy zullen ondcrflellen de waarde van omtrent 12 zesthalven te bedragen. Van deeze 12 zesthalven voor ieder fcli3ap blyft 'er maar een als zuivere winst in handen van den eigenaar, drie komen 'er van aan den Koning, en de overige agt worden aan onkosten, voor wei-, herder-en fcheer- & 3 lOQ.  22 Tafereel van Natuur en Konst. loonen, tienden, honden, zout, enz. hefteed. Dus brengen de vyf millioenen fchaapen jaarlyks 60 millioenen zulke zesthalven op, iets meer of minder; van dezelve genieten de eigenaars omtrent vyf, de Koningklyke fchatkamer over de vyftien, en het gemeeii veertig millioenen. Om deeze reden draagen ook de kudden dier fchapen, door de Koningen van Spanje in hunne willekcuren den naam van bet Koningklyk juweel der kroon, In voorgaande tyden was dat juweel wezenlyk aan de kroon gehegt, en verfcheiden elkander opvolgende Koningen waren heeren en eigenaars van alle de kudden; hier uit zyn de veelvuldige keuren, ftrafwetten,voorreg. ten en vryheden, onder verfcheiden regeeringen , tot behoudenis en byzondere beftiering der fchaapen voortgekomen; om die rede werd ook een Koningklyke raad opgerigt, onder de benaming van den Raad der groote kudde des Konings, welke als nog, alhoewel de Koning geen enkel fchaapmeer bezit, in wezen is. Deeze groote kudde des Konings geraakte, onder verfcheiden re- gee-  Spanje en Portüg. Algem. Berigt. 23 geeringen, en naar vereisen van veelerhande redenen van ftaat, allengs in vreemde handen, waarby tevens alle de vrydommen overgingen, welke in het jaar 1731 byéén vergaderd , en in een groot folio boek, beflaande over de 500 bladzyden, onder den titel van de nietten der Koningklyke kudde, uitgegeven wierden. Koning Philips de We werd door den oorlog en gebrek aan geld genoodzaakt, de vier laatfte kudden der kroon, beftaande uit 40,000 fchaapen, aan den Marquis van Sturbietta te verkopen. Een kuddebeftaat uit 10,000fchaapen, welke weder in tien kavelingen gefmaldeeld is, en word door eenen man beflierd, die 400 of 500 fchaapen in eigendom bezit,die Merk, gaauw, wakker, wei-en weerkundig, en in de ongemakken en ziekten der fchaapen wel bedreeven is. Hy voert een onafhangelyfc bewind over 50 herders eri 50 honden, vyf voor ieder kaveling: hy verkiest, kastyd en verjaagt dezelve naar zyn welbehaagen, eii is de eerfte en opperfte herder der gantfche kudde; men kan zyn gezag uit zyne jaarwedS 4 de  24 Tafereel van Natudr en Konst. de opmaaken. Dezelve beftaat uit meer dan vier honderd guldens en een paard, waar tegen de eerfte herder eener kaveling maar ruim 20; de tweede 17 of 18; de derde 13 ; de vierde 8; en de vyfde, zynde een jongen, 5 of 6 Hollandfche guldens 's jaars wint; buiten en behalven nog twee ponden brood daags, dat hunne geheele toegift is. Zy mogen eenige bokken en fchaapen onder de kudden houden; maar de wol is voor hunnen meester, en zy zyn alleenlyk eigenaars van de lammeren en derzelver vleèsch. De opperfte herder geeft in de maanden April en Oftober aan ieder van hun een daalder of zes fchellingen, tot een drinkpenning onder weg, waarin al het verval van deeze arme menfehen beftaat, welke het gantfche jaar door aan de ongemakken van lugt en weder bloot gefteld, en in een hutje gehuisvest zyn. Dus moeten 25,000 mannen, en wel doorgaans tot een hogen ouderdom toe, zich generen , terwyl zy de Koningen met fcharlaken, de Bisfchoppen met purper kleeden. Deeze 25,000 zielen hoeden alleenlyk de fyngewolde fchaapen in Spanje, met een even groot getal bulhonden, die mede ieder dagetyks hunne twee ponden brood hebben. Ik heb  Spanje en Portug. Algem. Berigt. 25 heb, zegt de fchryver van dit berigt, die kudden dikmaalen des zoniers op de bergen en heuvels, en in de dalen van Leon, oud Kaftiliè', Cuenca en Arragon zien weiden, ik heb hen dikwyls mede in hunne winterkwartieren, in de valleijen van Mancua, Estremadura en Andalufië ontmoet. Ik heb, in de buurtfchappcn Montana eene, en in die van Molina Arragon, twee zomers doorgebragt; dus verhaal ik niet alleen dingen die ik zelf gezien kan hebben en wezenlyk gezien heb, maar ook die my door een des kundigen bejaarden priester bevestigd zyn, die my zeide de zoon van een fchaapherder te zyn, en de kaveling onder zyn vader 15 jaaren lang geleid en geweid te hebben. Het eerst en voornaamst waarop de herders letten , wanneer hunne kudden uit het zuiden naar de zomer-duinen te rug gekeerd zyn, beftaat in dezelve zo veel zout te geeven, als zy maar willen eeten. Ieder eigenaar legt aan zyne kudde van duizend fchapen, 100 arobes of 55 quintalcn zout toe, welke binnen omtrent 5 maanden dooi dezelve verorberd worden : zy eeten geen zout B 5 ter-  26 Tafereel van Natuur en Konst. terwyl zy derwaards gedreven worden , etï geduurende de winterweiding krygen zy ook in het geheel geen zout. Deeze gewoonte heeft altoos ftand gehouden, en is de waare reden waarom de Koningen van Spanje den prys van het zout niet zo hoog als die in Vrankryk is, kunnen doen ftygen. Want de herders zouden daardoor genoodzaakt worden hunne fchaapen minder zout toe te deelen, hetgeen zy onderftellen derzelver aart en gefteldheid, mitsgaders de waardy der wolle, grootlyks te zullen verminderen. De herder plaatst 50 of 60 platte fieenen op den afftand van omtrent vyf voetftappen van eikanderen, waarop by zout ftrooit, en de fchaapen zeer langzaam door dezelve heenen leid, terwyl ieder fchaap daarvan zo veel eet als het wil, dog wanneer zy op de kalkagtige gronden, of op de bouwlanden, na den oogst weiden, krygen zy geen korrel meer. Egter moet de herder wel zorg draagen dat zy niet te lang zonder zout blyven, maar wanneer zy op eene plek van taai en kleiagtig land gekomen en aldaar een kwartier uurs geweid zyn, dan vervoegen zy zich wederom na de fteenen om zout te eeten. Indien zy op een 'gemengden bodem komen, gelyk dik-  Spanje en Portug. Algem. Berigt. 27 dikwyls gebeurt, dan eeten zy zout naar evenredigheid. Vraagt men den herder, waarom de fchaapen op een kalkagtig land geen zout in het geheel, en op een gemengden bodem maar weinig zout eeten ? hy zal zeggen, om dat het bouwlanden zyn, mynHeer! Ik weet het, en waarlyk wie zou het niet weeten, dat de kalk overvloedig van zoutdeelen voorzien is ? Maar het zout door de fcheikundigen daar uitgetrokken, kan niet voor het echte gehouden worden dat'er plaats in heeft, voor dat het de ftooking ondergaat, dewyl het vuur nieuwe vermengingen kan voortbrengen. Het kan zeezout of ten minften het kan zoutagtig zuur zyn, 't welk in de grasplanten opryst, en aan den fmaak der fchapen voor zout voldoet. In het uitgaaii der maand July, worden jaarlyks zes of zeven rammen in ieder kaveling van honderd ooijen toegeiaaten; en wanneer de herder oordeelt dat dezelve befprongen zyn, fchaart hy alle de rammen afzonderlyk byéén, om op zichzelven te weiden; dog als dan is 'er nog eene andere kaveling van rammen, welke mede afzonderlyk weid, en nooit de ooijen befpringt, wordende alleenlyk om de wol en voor de flagters gevoed. Want alhoe-  28 Tafereel van Natuur en Konst. hoewel de wolder hamels fyner en hun vleesch fmaaklyker dan dat der rammen is, zo ■weegt egter de vagt van een ram zwarer dan van een hamel; welke ook zo lang niet leeft als een ram; het geen dan ook de oorzaak is waarom men zo weinig kavelingen van hamels in de Koningklyke kudde van Spanje ontmoet. Drie ramsvagten wegen doorgaans vyf-en twintig ponden, en tot gelyke zwaarte word de wol van vier hamels of van vyf ooijen vereischt. De zelfde evenredigheid vind men ook in hunnen leeftyd, welke men uit hun gebit kan opmaken. Want zo dra de tanden hen begeeven, dan kunnen zy geen gras meer kaauwen, en moeten tot de flagtbank overgaan; de tanden der ooijen, vermits haare tedere gefleldheid en vermoeijende weiding, beginnen,wanneer zy vyf, die der hamels wanneer zy zes, en die der fterke rammen wanneer zy agt jaaren oud zyn, uitte» vallen. Het verkopen van ramsvleesch is verboden; dog men Hoort zich weinig aan die wet, men weet de oude rammen te lubben, en zo dra de wonde genezen is, verkoopt men dezelve aan de flagters tot laager prys dan de flegtgewolde hamels; 't welk de reden is waarom men doorgaans te Madrid zulk  Spanje en Portug. Algem. Berigt. 09 zulk liegt ïchaapen-vleesch eet, en aldaar da» gelyks meer rams-en minder lams-vleesch dan in andere gedeelten van Europa te koop word geveild. In het laatst van September gaan de herders aan het roodmaken met okerverf. De oker, anderzins roodkryt genaamd, is in Spanje zeer gemeen; de herder ontbind ze in water, en befmeert 'er den rug der fchapen mede van den nek tot aan den ftaart. Sommige willen dat de verf zich met het vet der wolle vermengt, en dat de vagt der fchaapen daar door een vernis bekoomt, 't welk voor regen en koude ondoordringbaar is; anderen zeggen dat de zwaarte dier befmeering de wol nederdrukt, en derzelver groei .en lengte in grofheid verhindert, en nog anderen beweren, dat het roodkryt de kragt heeft van een verterende aarde, welke een gedeelte der uitwaasfeming naar zich trekt, die anderzins de wol vuil en ruw zoude maken. Op het einde van September beginnen de fchaapen hunnen togt na de laage vlakten; derzelver vertrek is van onheugelyke tyden af reeds bepaald, door keuren vastgefteld en zo wel  3o Tafereel van Natüitr en Konst. wel geregeld als de optogt van krygsbenden. Zy mogen op alle onbebouwde en gemene velden vryelyk weiden, maar dewyl zy nu en dan ook onvermydelyk over bebouwde plaatfen gaan moeten, zyn derzei ver eigenaars volgens de wetten gehouden, een doortogt voor de fchaapen door hunne wyngaarden» olyftuinen, en door de aan de fteden in 't gemeen toebehorende bouw-en weilanden, ter wydte van ten minfte 90 yards open te laten, ten einde zy malkander niet verdringen. Deeze doortogten zyn dikwyls zo lang, dat die arme fchepfels 6 of 7 uuren daags moeten voorttrekken, eer zy op opene en onbebouwde velden kunnen komen, alwaar de herder hen langzaam voortleid, om op hun gemak te kunnen weiden; dog zy houden nergens ftil, noch hebben eenigen rustdag; de minfte weg die zy op een dag afleggen is twee uuren gaans, altoos den herder volgende, en overal weidende tot dat zy het einde van hunnen togt bereikt hebben, die zy, fchoon meer dan 150 myleirlang, in minder dan 6 weken afleggen. Ieder kaveling word zorgvuldig ter zelfde plaatfe geleid om te weiden alwaar zy geworpen zyn en het voorige jaar geweid hebben, maar dit vereischt weinig moei«  Spanje en Portüg. Atcm. Berigt. 31 ; moeite, dewyl de fchaapen zich uit eigen beweging derwaards begeven; 's avonds zet men ! de netten uit, die van fparto gemaakt en get fchikt.zyn om de fchaapen by elkander te houden, en voor de aanvallen der wolven te be1 vryden. Eindelyk liaan de herders zelf I hun hutje op, waartoe het hen vry ftaat van i ieder boom een tak te flaan. Hierop volgt l de moeijelykfle tyd voor de herders, wanneer de ooijen naamlyk beginnen te werpen. 1 Vooreerst zonderen zy de bevrugte van de tonbevrugte af, welke eerste naar het beste i en de andere naar het flegtfle gedeelte der ilandflreek gedreven worden. Wanneer de lammeren geworpen zyn, worden ze met hunne moeders na eene bekwaame plaats geleid. De laatstgeworpen lammeren worden nog afzonderlyk op de vetfle en beste grond gezet, om in flaat te zyn van met de eerstgeworpenen te gelyk de terug reize aan te ineemen. In de maand Maart betaalen de 1 herders hunne halve tiende, zynde het twmitigfte lam. Alle deeze fnyden zy de flaarten 1 tot op vyf duimen af, zy merken hen de neus met een gloeiend yzer, zy zagen uit voorzichtigheid hen een gedeelte der hoornen laf, en zy ontmannen de rammen door hen ge-  32 Tafereel vanNaiuür enKonst. gefchikt tot belhamels, dog zonder eenige opening te maken. De herder draait alleenlyk de zaadballen in hunne bekleedfels eenige reizen om, tot dat de zaadvaten gelyk een flrop geftrengeld zyn, waarna zy opdrogen, en zonder eenig gevaar verdwynen. Zo dra de maand April aankomt, geven de fchaapen op allerleie wyze hunne lust tot vertrekken te kennen. De herder moet als dan zorgvuldig oppasfen dat zy hen nietontloopen , fchoon hy verzekerd is dat zy geen gevaar lopen van een anderen weg te gaan dan die zy gekomen zyn. De kudden die naar Leon en Kastilië gaan worden onderweg gefchoren, terwyl de anderen hunnen weg naar Molina en Arragon vervolgen. Zy beginnen, indien het weder goed is, den eerden Mei te fcheeren, want de wol moet droog weezen, ten welken einde ook de fcheerhuizen zeer ruim zyn. Ik heb 'er gezien in welken men 20,000 fchapen plaatfen kon, en welke meer dan 50,000 gulden kostten; ook moeten de ooijen na haare fchering flegts by trappen aan de lugt bloot gefield worden. Om eene kudde van 10000 fchapen te fcheeren, worden 125 fcheerders gebruikt, wel-  Spanje en Portitg. Algem. Berict. 33 welke ieder daagiyks twaalf ooijen en agt rammen de wol afhalen. De reden hiervan is dat de rammen niet grooter zyn en meer wol hebben dan de ooijen, en ook dat men hen gelyk deeze laatfïe de pooten niet durft binden, dewyl de ondervinding geleerd heeft dat de rammen zich als dan onder de fchaar zouden dood fpartelen. Zeker getal fchaapen word een in langwerpig vierkante fchuur geleid, welke 4 a 500 voeten lang en 100 breed is, waarin zy over dag opgeflooten blyven. Zo veele als men oordeelt dat de fcheerders den volgenden dag zullen kunnen afdoen, worden van daar naar een naauwe, kleine, en laage hut gedreeven, welke men de zweetplaats noemt, en alwaar zy zo digt als mogelyk in den nagt voor hunne fcheerin» opgeflooten worden , om ter deeg uit te zweeten, het welk men zegt dat de wol zagter maakt. Van daar worden zy den volgenden dag naar het ruime fcheervertrek gevoerd, «dat aan de zweetplaats fluit. Na het fcheeren worden zy een voor een met teer getekend, wanneer met een die geenen welke reeds van de tand zyn, ter flagtbank worden afgezonderd. De gefchooren fchaapen gaan, wanneer het weêr goed is, in de velden een IX. Dsel. C wei-  34 Tafereel van Natuur en Konst. weinig weiden,en worden 's avonds by goed weder in 'r voorportaal, maar by flegt weder in de fchuur zelve opgeflooten. Wanneer zy nu allengs aan de open lugt gewend zyn ver» volgen zy met korte dagreizen hunne pelgrimagie. - Zo dra de fchaapen gefchoren en de wol gewogen is, word dezelve van ieder vacht op drie hoopen gegooitj de wol van den rug en de buik is de allerfynfte, van den nek en van de zyden de fyne, en van de fchouders en dyen de groove wol. Deeze drieërlei foort zyn op verfehillende pryzen bepaald, doch de gewoonte is den gantfchen hoop voor een prys te verkopen. De verkoping gefchied na dat de wol gewasfchen is, wanneer zy buiten het Kyk vervoerd word, of op een verren afftand gaat, want dewyl zy door het wasfchen nooit minder dan de helft haarer zwaarte verliest, en veelmaals nog ligter word wanneer de zweting geweldig geweest is. Word daardoor de helft der vragtloonen uitgewonnen. Daar zyn nog eenige weinige dingen in agt te neemen, welker onderhouding eene kudde ten  Spanje en Portug. Algem. Berigt. 3r ten hoogfte nadeclig of voordeelig kunnen zyn. Vooreerst moet een herder zorg dragen de fchapen des morgens nooit te laaten weiden voor dat de witte daauw geheel opgetrokken is;en dezelve nooit eenig water te laaten drinken waarin het kort te vooren gehageld heeft. Dit hagelwater zou een geheele kaveling treurig maken en doen uitteeren ; a'Ie de fchaapen zouden weigeren te eeten, en zy zouden misfehien alle lterven. Deeze fchaapen, waarvan wy tot nóg toe gefproken hebben, zyn de fyngewolde; de fchaapen van Andaluhe integendeel, welke nooit van grond veranderen, hebben groeve en lange wol, ja fommige zeifs zo lamr dat Zy over den grond fleept. Dit word nergens anders door veroorzaakt dan door hunne ftille leevenswyze. want indien men hen de togten mede Iaat doen verliezen zy in twee of drie gcflagten hunne groove vagt, en indien men de fyngewolde op den zelfden grond laat weiden, verbasteren zy even fchrelyk. Ge duurige hitte en koude, welke de fchaapen tusfchen beide onder dak doen blyven, maakt derzelver wol grof en gefpikkeld. Alle de dieren die in de open lugt leven, zo veelen C 2 n,y  36 Tafereel van Natuur en Konst. my bekend zyn, behouden altoos de koleur hunner voorvaderen. Onder de grofgevvolde fchaapen vind men de allerfraaist gefchakeerden, van welke ik onder de fyngewolde nooit een enkel ontmoet heb. De vrye, dog minder overvloedige, uitwaasfeming in de open lugt, word fchielyk weggevaagd, daar dezelve integendeel aangroeit door de ongemeene hitte, waaraan de fchaapen die des nagts in grooten getale in naauwe plaatfen opgeflooten worden, onderhevig zyn, en deeze broeijing is misfchien als de oorzaak van de verbastering in de vagt der fchaapen aan te merken. De Valleijen in Spanje zyn doorgaans ongemeen vrugtbaar, en brengen misfchien de beste tarw en garst van geheel Europa voort,' en dit laatfte graan in zulk een overvloed, dat dit het gewoone voer van paarden en muilezels is in plaats van haver, die zy vry Jchaars hebben. Het land verfchafc insgelyks wynen van verfchillende foorten in grooten overvloed, benevens olie, wasch en honig, die men in dit land uitmuntend vind. Men vind 'er ook veele fyne vrugten, zo als oranje-appelen, limoenen, pruimen, citroenen, aman-  Spanje en Portdg. Acgem. Berigt. 37 amandelen, druiven, dadelen , vygen, kastanjens, granaatappelen, peeren, perfiken en kappers; maar behalven hunne tarvv en garst vind men weinig koorn in Spanje, gelyk ook weinig vlas, hennip, haver, enz., 't welk gedeeltlyk door den aart van den grond, maar vooral door de lui- en logheid der inwoneren toekomt. Weinige landen hebben zulk een groten overvloed van gevogelte, zo wel wild als tam, en van viervoetig wild. De voornaame Manufafluuren van dit land zyn zyden Koffen, wol, yzer,koperen zout, waarvan zy zulk eene verbaazende menigte hebben, dat dit een groote tak van handel is. Yzer en koper vervoeren zy minder dan men zoude verwagten, het welk door de logheid der inboorlingen en gebrek aan handen veroor:^;} T?r word. In fommige Bergen vind men edele fleenen, ook marmer, aluin, zwavel, falpeter en andere mineralen:fommige bergen brengen ook eene plant voort, by de Spanjaarden Esparto genoemd, van welke zy allerhande fooiten van touwen en want maken; daar zyn onuitputbaare yzermynen in het landfchap Biskaije. C 3 -Goud  38 Tafereel van Natuur en Konst. Goud en zilver zoude 'er ook genoeg gevonden worden, inzonderheid in de Pyrenefche gebergten: maar men zoekt in Spanje geene bergwerken te bearbeiden, zo lang de WestIndien nog niet uitgeput zyn. Het moerasfige land verfchaft een menigte van biezen en. riet, voor matten en andere gebruiken. Wat de Lugt van Portugal betreft, fchoon» onder dezelfde lugtiïreek als Spanje liggende; word de hitte, die anders nog grooter zoude zyn dan in Spanje, zeer gematigd door de zeekoelten; in het noordergedeelte is de lugt van zelve kouder en meer onderworpen aan regens. De lente is in het algemeen hier zeer aangenaam, en Lisfabon is federt eenigen tyd zeer bezogt geweest door zwakke lyders, en teringagtige perfoonen uit GrootBrittanje, die hier om de gezonde lugï en heilzaame bronnen komen. De grond is hier het flegtfte uit geheel Spanje, daar is gebrek aan koorn, en nooit kan Portugal de helft zyner inwoneren van graan voorzien, maar zy krygen hunnen toevoer uit verfcheiden landen van Europa, en uit het nabuurig Afrika; integendeel heeft men hier een grooten overvloed van wyn, olie, limoenen, oranje-en gra-  Spanje en Porttjg. Aigem. Berict. 39 granaat-appelen, vygen, druiven, amandelen, kastanjes en andere vrugten. Het land geeft ook veel uitmuntenden honig, zee-en rivier-visch, en zee zout, voornamelyk by ft. Ubes, waarmede men een zwaaren handel, dryfr. Men vind in Spanje en Portugal zeet goede paarden, de Spaanfche egterovertreffen de andere ver in fraaiheid: maar wegens de ongelykheid van den grond, en om dat zy beter ter been zyn, gebruikt men meer muilezels onder den man, en voor het rytuig. Dewyl het voêr hier zeer fehaars is, vind men 'er weinig hoornvee, of troepen fchaapen, en die men 'er al vind zyn klein en mager, fchoon het vleesch redelyk goed is:maar hun beste vleesch is van varkens en geitjes. Het land is op veele plaatfen zeer bergagtig; de bergen bevatten alle foorten van ertfen, inzonderheid van zilver, koper, tin en yzer, benevens eene groote menigte cdelu fteenen en fraai geaderd marmer. Niet ver van Lisfabon vind men een falpeter-myn, maar niet een van alle deeze metaalmynen word bewerkt, dewyl de inwooners van het nodige, door hunne buitenlandfche volkplantingen voorzien worden. C 4 NA-  4o Tafereel van Natuur enKonst. NATUURLYKE ZELDZAAMHEDEN. DIEREN. Men vind in de bosfchen van Spanje byna allerleie dieren, uitgezonderd beeren, onder de voornaamfte behoren zonder twyfel de Buffels of wilde Osfen; zy zyn het talrykfte in Andalufië, en de Spanjaarden gebruiken hen onder anderen tot de bekende ftierengevegten. Het is een foort van Osfen, met zeer groote, kromme en neergebogen horens. De byzonderheden van het geflagt zyn wel bekend , en naauwkeurig door de fchryvers der Natuurlyke Historie opgegeven. De hoornen van den os zyn hol, rond en naar vooren gebogen ; zy zyn van een halfronde gedaante, en eene gelyke oppervlakte; hunne voortanden zynagt in getal, en zy hebben geen hondstanden. De Buffel, die wy reeds gezegd hebben; dat onder het geflagt der osfen beheort, is «eer groot en doorgaans grooter dan onze grootfte osfen; hun kop is zeer zwaar, het voorhoofd zeer breed, en hun gezicht zeer trotsch en vreeslyk; hunne oogen zyn breed en voor-  Spanje en Portug. Natuorl. Zeldz. 41 vooruitpuilende, hunne ooren breed en lang, hunne hoornen zyn van een git zwarte koleur, en in één gedraaid; zy zyn zeer dik van onderen, maar fcherp aan de punt; hun nek is dik, en ongemeen kort; hun vleesch hangt hun zeer los aan de keel; hun lichaam is grooter in evenredigheid dan dat van onze bullen, en hunne pootcn zyn dikker , maar omtrent even lang. Zy zyn doorgaans zwartag»g grys van koleur, maar hier in is zelfs veel verfcheidenheid; gemeenlyk zyn zy een weinig wit onder den buik en voor het voorhoofd. De Buffel is oorfprongkelyk een inboorling van het oosten, maar is in eenige gedeelten van Europa ingevoerd geworden, waar dezelve op fommige plaatfen voor een last-beest dient, om pakken te draagen, en men gebruikt 'er de meik der wyfjes zo als die onzer koeijen. Maar hy is altoos .genegen om kwaad te doen, en men moet het niet wagen om hem los te laaten loopen op eene plaats daar menfchen wandelen. v Het wild Varken of Zwyn is mede een inboorling van deeze Ryken, en dewyl het niet anders is dan een varken in zyn wilden C 5 flaat,  4? Tafereel van Natuur en Konst. ftaat, zou het belagchelyk en zelfs dwaas zyn hier een byzondeie befcbryving van hetzelve in te voegen ; het dier is echter in zyn Wilden ftaat zeer ongelyk aan de dieren van de zelfde foort, welke wy tam , en om zo te fpreeken, tot huisdieren maken; en hierom hebben fommige fchryvers hen als twee verfchillende foorten aangezien en behandeld. De algemeene kenmerken van het zwynengeflacht zyn genoeg bekend, de boventanden zyn vier, die van het onderfte kaakbeen zyn agt in getal; deeze zyn lang, plat en lepelagtig; zy hebben twee hondstanden aan de bovenkaak, en deeze zyn kort; aan de onderkaak hebben zy 'er aan ieder zyde een, en hunne pooten zyn gefpleten. Men vind het wilde Zwyn op bergagtige plaatfen, en het houd zich doorgaans in digte bosfchen op; deszelfs ligcbaam is bedekt met tweeërlei hair, het eene merkelyk langer dan het ander, •welk onderfcheid ook veel duidelyker in de wilde dan in de tamme te zien is. De wilde Zwynen hebben hun meeste hair van een donkere koleur, en zo zagt en gekruld, dat het voor de fchoenmakers niet mogelyk is, den borstels, zo als hier in Hol-  Spanje en Portco. Natüürl, Zeldz 43 Holland, door de geïloken gaaten van het leer te krygen. Men vind in het landfchap Biskaije zeker foort van Speenvarkjes, die zo 'klein en aartig zyn, dat de dames aldaar dezelve op haaren arm en in haaren fchoot als Bouloneefche hondjes draagen. De Spaanfche Schaapcn, voornaamlyk in den omtrek van Segovia, in oud Kastilië, zyn door geheel Europa beroemd wegens de fynheid van hunne wol, en de Spaanfche Paarden worden eveneens om hunne gezwindheid en fchoonheid gepreezen. Men vind de foelöe in Andalufië en de fterfeffien in Asturiën; maar hoe uitmuntende deeze dieren hier zyn mogen, zyn de Spanjaarden evenwel reeds van oude tyden af gewoon geweest een groot getal muilezels op te voeden, welke, fchoon niet zo vaardig, echter veel grooter en flerker zyn dan paarden. De Muilezel is een gemengd foort van viervoetig dier, doorgaans van een ezel en eene mer. rie, maar ook fomtyds van een ezelin en een hengst geteeld. Het is daarom een foort van monster, vanmiddennatuur tusfchen zyne ouders ,  44 Tafereel van Natuur en Konst. ders, en uit dien hoofde onbekwaam tot de voortteeling. Zo voorzichtig is de natuur in het vermeerderen van geflagten. Men bedient zich gemeenlyk van Muilezels, in landftreeken alwaar rots-en fteenagtige wegen zyn, als omtrent de Alpen, Pyreneën, en andere gebergten. Men houd een groot gedeelte deezer dieren daar ter plaatfe; zyn zy gemeenlyk zwart, fterk, welgemaakt en groot,en men vind 'er van vyftien of zestien handbreedten hoog. Geene dieren zyn zo gefchikt tot het draagen van zwaare lasten, en geene zyn zo veilig ter been. Zy zyn veel fterker tot het draagen van lasten dan onze paarden, en dikwyls zo gezet als onze rypaarden. Zy kunnen verfcheiden maanden agtereen reizen, met een last van zes of agthonderd ponden op hunnen rug: ook zyn zy veel minder bang dan cnze paarden, en zy kunnen tweemaal den ouderdom van een paard leven, en zelfs werken; deeze muilezels, die Heviger ter been zyn, zyn beter onder den man dan paarden, vooral om te flappen of te draven, maar hun galop is wat ongemaklyk. Ik  s?anje en PoRTUG. NaTUURL, zeldz. 4j Ik heb reeds in het begin aangemerkt dat men in Spanje ongemeen veel Konynen vind, die dikwyls de vrugten groote fchade doen • men vind hier insgelyks in fommige jaaren een verbazende menigte Springkhanen, die, wanneer men haar niet zogt te verdelgen, alles' vernielen zouden, maar de Patryzen maken 'er jagt op en verilinden dezelve, ook hebben de Spanjaarden de voorzichtigheid van alsdan geene patryzen te dooden. De Cantaride is mede een inboorling van Spanje, zy is in Engeland en de Nederlanden gemeenlyk onder den naam van Spaanfche Vlieg bekend, fchoon men dezelve ook in Vrankryk. en Italien vind. Het is een foort van vlieg met vier vleugelen, de borst plat, en de zyden van den onderbuik tot elkander toegebogen. De Cantaride behoort eigenlyk tot het geflagt der torren; zy is doorgaans een half duim lang, en een derde van een duirn of wat minder breed: zy is van eene fchitterende en fchoone koleur, van boven een helder groen, met een weêrfcbyn of fchaduw van goudgeel. Uit de eitjes der Cantariden koo- men  46 Tafereel van Natuur en Konst. men een foort van kleine wormtjes, van eene donkere kouleur, en niet zes pootjes, voort; en deeze wormpjes wisfelen naderhand hunne gedaante voor die van volwasfen Cantariden, gelyk de rupfen die van kapelletjes aannemen: na dat men dezelve gevangen heeft, houd men hen boven den waasfem van azyn, ligt hen in de zon te droogen, en verkoopt hen in dien (laat. Het is, dunkt my, niet oneigen hierin het voorbygaan te melden, dat het voornaame gebruik der Spaanfche vlieg uitwendig is, en beftaat in het maaken van trekpleisters. Wy vinden ook een tinÊluur van Cantariden in den apotheek, het geen men voor eene uitmuntende medicyn houd. Het is een pisdryvend en ftonden bevorderend geneesmiddel, en men heeft het in de jigt met goeden uitflag gebruikt. Om dit tin&uur te bereiden, neem twee drachma's verbryzeide Cantariden, een half drachma Cochenille, en anderhalf pint overgehaalde brandewyn; disteleer het te famen in een bad van heet zand, en filtreel het tinótuur om het te gebruiken. GE-  Span-je en Portug. Natüdrl. Zeldz. 45? GEWASSEN. Onder de voornaamfte gewasfen, welke zonder merkelyke zorg of oppasfen in Spanje en Portugal groeijen, en die, fchoon met zeer veele moeite en zorg behandeld, in Engeland nooit een genoegzaamen trap van volr maaktheid bereiken, is de Oranjeboom. Deeze plant groeit overvloedig in het geheele land, aitoos groen zynde, en te gelyk eene groote menigte fchoone welriekende bloemen, en eene verfcheidenheid van vrugten dragende, waarvan fommigen pas gezet, an¬ deren volkomen ryp zyn. . De Oranjeboom , in 't latyn Aurnntinm geheeten , is, volgens het fystcma vanLinnams, een foort van Citroenboom, in het latyn Citrus. Het is niet noodig een botanifche befchryving van deeze boomen te geeven, om dat dezelve thans genoeg bekend zyn; wy zullen alleenlyk aanmerken, dat 'er inzonderheid twee foorten van Citroenboomen zyn, , ,.^..^tl «ju utn naam van limoen-boo- : mp.n Hrniran An„u ti-_ . • i ~.ua&>.„, uuuij weise rjciacn aoor Liin- 1 nffius mede onder één geflagt betrokken wor- i Hoi-. De  48 Tafereel van Natuur en Konst. De Citroen- en Limoen-boom is oorfprongkelyk van Mediën , Asfyriën en Perfiën, en de Oranjeboom is uit de Indien herkomftig, en wierd in Europa het eerst door de Portugeezen ingevoerd; en men zegt dat de allereerfte Chineefche Oranjeboom, dus genoemd om dat men dien uit China overgebragt had, en van welken alleen alle de boomen varrhet zelfde foort in Europa afgeftamd zyn, nog te Lisfabon bewaard word: hoe het hier mede zyn moge, de boomen van dat geflagt IeeVen zonder tegenfpraak lang, en misfchien de langde van alle planten, men heeft verfcheiden derzelver tusfchen de twee en dvie honderd jaar in tuinen bewaard, die zelfs toen nog de vertooning maakten van eene jeugdige fterkte. Daar zyn veele verfcheidenheden van beide deeze foorten; en de ftad Sevüle in Spanje geeft haaren naam aan eene verfcheidenheid van Oranjeboomen, welke om de aangenaame zuurheid van hun fap geprezen worden. De kwekery en behandeling der beide foorten is de zelfde. De wyze om de Oranjeboom uit zaad teteelen is als volgt;indien uw oogmerk is om fcheutjes te krygen tot het enten van  Spanje en Portug. Natuurl. Zeldz. 49 van oranges, kan dit het best gefchieden door het neemen van citroenzaad, uit een verrotte vrugt, in de lente, want de Hammetjes van die foort zyn beter dan eenige andere, zo wel om hunnen fchielyker groei, al meerdere gefchiktheid om 'er de enten, het zy van oranje-, citroen- en limoenboomenop te zetten. Men moet een warm bed maken , het zy met paardemist of run. Het laatfte, wanneer men het krygen kan, is op verre het beste; de zaden moeten in potten gelegd, en deeze moeten, wanneer het bed genoegzaam is klaar gemaakt, daarin gezet, worden. De potten moeten dikwyls begooten worden, en de glazen van de broeikas op het heete van den dag met matten bedekt of befchaduwd, en de glazen fomtyds opgenomen worden om lugt te geeven. De zaden zullen in drie weeken opkomen, en een maand hierna zullen de planten in ftaat zyn om in afzonderlyke potten verzet te worden. Dan moet het bed vernieuwd, en fommige potten half gevuld worden met frisfche aarde, gemengd met verrotte kocmist. Plaats een plant in het midden van ieder deezer potten, en vul dien dan geheel met de zelfde aarde; plaats dan deeze potten in een nieuw jx. Deei. ï) Warm  jo Tafereel van Natdur ek Konst. warm bed, en begiet hen alle dagen. In July zullen de planten reeds twee voeten hoog zyn, en moeten dan by trappen aan de lugt gewend worden, door de glazen der broeikas meer en meer open te zetten. In September moeten zy in de orangerie geplaatst, en geduurende het winterfaizoen dikwyls een weinig bevogtigd worden, en in de lente moet men haar van boven wasfohen, om haar van vuil te zuiveren. In de lente moeten zy wederom in eene zagte broeikas geplaatst, en in Juny wederom aan de lugt gewend worden. In Augustus zullen zy in Haat zyn om te enten. Wanneer zy nu geënt zyn, moeten zy op nieuw in de orangerie geplaatst worden, men moet de enten van de zon afkeeren, maar hen zo veel vrye lugt laten als mogelyk is, en hen dikwyls begieten. Zy moeten den geheelen winter in de orangerie blyven, en in de lente nog een bed van run hebben; dan moet men de Hammetjes omtrent drie duim boven de enten afïhyden, en hen zo veel water geeven als zy nodig hebben. De geënte Hammetjes zullen met deeze voorzorgen in July omtrent drie voet hoog zyn, en zy moeten by trappen tegen de lugt verharden, om het geduurende den win, ter  Spanje en Portug. Natuurl. Zeldz. ft ter in de orangerie te kunnen uithouden, en gelyk de Hammen dan eene genoegzaame -hoogte zullen hebben, is het te deezer tyd gevoeglyk hen te toppen, om de Ham te noodzaaken in zydelingfche takjes uit te fchieten. Deezen eerften winter zullen zy teder zyn, en moeten zorgvuldig opgepast worden, maar na dien tyd vereisfchen zy geen meer zorg dan andere volwasfen boomen. Dit is eene geregelde en zekere wyze om zyne orangerie met oranjeboomen te vullen, maar daar is 'er nog eene die wat fpoediger in zyn werk gaat, namelyk van die bomen te kopen , welke jaarlyks uit Italiè'n overgevoerd worden. Deeze zyn zo groot wanneer wy die krygen, als die van onze eigen kwekery in tien of twintig jaaren worden; en fchoon dezelve dan flegts kleine kruinen hebben, kunnen zy in drie of vier jaaren, met oppasfen, eene zeer goede kruin maaken, en zeer fyne vrugten voortbrengen. In de keus van deeze boomen verdienen die geenen, welke twee fpruiten in een tak hebben, den voorrang boven die, welke alleenlyk één hebben , en de regtheid van den Ham, frischheid deitakken, en dikte van den bast zyn vereisch*~ D 2 een,  j2 Tafereel van Natuur en Konst. ten, daar men grootlyks agt op moet geven. Wanneer men nu een genoegzaam getal van deeze boomen gekogt heeft, moet men elk hunner in een tobbe met water zetten, met zyn kruin en halve dam boven de oppervlakte van het zelve; op deeze wyze moeten zy drie dagen ftaan blyven, dan moeten zy hier uitgenomen, hunne wortels gezuiverd en fchoongemaakt, de toppen der takken afgefneden, en ieder afzonderlyk geplant worden, in potten , juist groot genoeg om alle hunne wortels te bevatten, in een mengfel van frisfche aarde en koemist. Met deeze potten moeten zy in een matig warm bed van run geplaatst worden, en men moet altoos eenige potfcherven op den bodem der potten leggen , om te beletten dat de openingen niet verftopt raken, en het uitlopen van't water te bevorderen. Zy moeten op gefchikte tyden behoorlyk begooten worden, en in de maand van Juny zullen zy vry lange fcheuten krygen, welke men moet beletten voort te groeijen, om den boom zytakken te doen voortbrengen. Zy moeten nu trapswyze aan de lugt gewend en in het midden van July in de open lugt, op een warme plaats, en voor wind befchut, dog buiten de hitte der zon gezet worden. In September moe-  Spanje en Portüg. Natuürl. Zeldz, 53 moeten zy weder in de orangerie geplaatst, en maar weinig begoten worden, geduurende den winter. Den volgenden zomer moeten de takken gekort en belet worden in de lengte uit te groeijen, om een goeden kruin te maken, en men moet ben dikwyls begieten. Na deezen tyd hebben zy geen verder oppasfen nodig, dan jaarlyks in andere potten gezet te worden; het welk in April gefchied, na dat men den grond hier toe 'sjaars te vooren met koemisten frisfche aarde toegemaakt hebbe. De wortels moeten een kwartier uurs in 't water liggen weeken, en dan zeer fchoon gefchrobd worden, eer men die in den nieuwen pot overplaatfe. Indien oude oranjeboomen kwade kruinen hebben, is de beste weg dezelve zagjes af te fnyden, en 'er op dezelfde wyze mede te leven als met de boomen die eerst uit Italiën overkomen. Alle oranjeboomen moeten dikwyls begoten worden, maar weinig tevens, het water moet altoos gelegenheid hebben om af te lopen naar den bodem van den pot of vat; zy moeten in den winter zö veel frisfche lugt hebD 3 ben  H Tafereel van Natuur en Konst. ben als het weder toelaat, en zy moeten m de orangerie niet te digt op eikanderen flaan. In den zomer moeten zy geplaatst worden daar zy de morgen-en avondzon hebben, zonder te veel voor den wind bloot te ftaan' en men moet hen niet voor Ocïober in huis nemen. Het beste mengfel om oranjeboomen in te zetten, ,s twee derden verfcbe aarde,uit een goede weide, welke niet te los of te vast moet weezen; deeze moet omtrent tien duim diep met de groente opgenomen, en met de zelve gemengd worden om te rotten, tevens met een derde koemist: deeze grond moet ten minnen twaalf maanden gemengd liggen voor dat men denzei ven gebruikt, en men moet tevens verdagt zyn denzelven alle maanden om te keeren, wel te mengen, en de groente doen rotten; dit zal ook de klonten breken, en den grond fyner maken. V00r dat men deeze aarde gebruikt kan men dezel ve ook door een wyde zeef laaten loopen, om er de groote lïeenen en de wortels van de zooden uit te ziften, maar men moet vooral den grond niet te fyn ziften, want dit is-  Spanje en Portug. Natuurl. Zeldz. 5$ is zeer nadeelig voor de meeste planten, maar vooral voor oranjeboomen. Wy hebben reeds te vooren gezegd dat men op de zelfde wyze de beide foorten moet behandelen , maar men moet verdagt zyn dat de citroen- en limoen-boomen ' veel tederer zyn dan de oranjeboomen, en daarom geduurende den winter warmer geplaatst moeten worden. De Granaat-boom is een inboorling van Spanje en Portugal, zo wel als van Italien, en het grootfte gedeelte van Afrika. Hy is de Tunica der Botanisten, en is een gellagt van planten van de order der Monogynia, behoorende tot de klasfe der Kofandria, volgens het fystema van Linnseus; zynde de eerfte order van de twaalfde klasfe van dien beroemden kruidkundigen. De calix of kelk is een blyvend perianthium, beftaande in een enkel gekoleurd blad, van eene fraaie gedaante, in vyf fegmenten aan den kant verdeeld; de kroon beftaat uit vyf rondagtige, fteile, opene bloembladen: de vrugt is een groote ronde appel, met den kelk gekroond, D 4 en  56 Tafereel vak Natuur en Konst. en tot negen celletjes geformeerd, de zaadjes, zyn talryk, rond en fappig. Daar is maar een foort van dit geflagt, van welke 'er eene menigte is met dubbele bloemen , Balauflina genaamd. De Granaat-boom teelt gemakkelyk voort door de takken in de lente op den grond te leggen, welke in een jaar tyds reeds een goeden wortel zullen hebben , dan kunnen zy reeds verplant worden op een plaats daar men hen al tyd wil laten Haan. Het beste jaargetyde om deeze boomen te verplanten is de lente, even voor dat zy beginnen uit te botten; zy moeten in een zwaaren ryken grond geplant worden, in welken zy veel beter bloeijen dan in een fchraale dorre aarde; zy moeten ook tegen warme ïchuttingen gezet worden. De bloesfem van deezen boom koomt altoos voort uit de uiteinden der takken, die dat eigen jaar nog gefchooten zyn: hierom moeten alle zwakke takken van het voorige jaar afgefnoeid, en de fterkernaar maate van hunne fterkte gekort worden, om aan alle zyden van den boom nieuwe takjes te krygen. Schoon de vrugt van deezen boom zelden eenigen merkelyken trap van volmaaktheid bereikt in onze noordelyke lan,  Spanje en Portug. Natcurl. Zeldz. 57 Janden, waar door dezelve merkelyke waarde kan verkrygen, egter moest'er, wegens de fchoonheid van hunne fcbarlaken koleurige bloemen, en de verfcheidenheid van hunne vrugten, in ieder tuin één geplant worden, dewyl de teelt derzelven zo weinig oppasfens vereischt. Men gebruikt de bloesfems der granaat-boomen en de fchil der vrugten in den apotheek, en men houd hen voor zeer fterk famentrekkende middelen. De Amandel-boom verdient ook onder de inboorlingen van Spanje en Portugal geteld te worden, fchoon dezelve ook wel in andere landen gevonden word, en ook zonder eenigen teelt in Barbaryen groeijcn. Deeze boom, welke de Amygdalus der Botanisten is, maakt een onderfcheiden geflagt van planten uit, van de order der Monogynia, behoorende tot de klasfe der Ifocandria : zynde de eerHe order van de twaalfde klasfe, volgens het fystema van Linnteus. De kelk is eene neêrvailende blocmkoker, uit een enkel blad beftaande, van eene pypagtige gedaante, en verdeeld in vyf verdeelingcn; het kroontje beftaat uit vyf bloembladen , van eene lange en ovaale gedaante, flomp, hol, en in de kelk D 5 in-  58 Tafereel van Natuur en Konst. infchietende; de vrugt is een groote, harige, rondagtige noot, met een langwerpige fleuf of vooren ; het zaad is van eene ovaale ingedrukte gedaante, met de kanten aan beide zyden uitftekende; metnetwyze voorentjes, en beftipt met holletjes. Linnaeus onderfcheid van dit geflagt flegts drie foorten: i. Amygdalus met al de infnydingen der bladen fcherp, of den Perfik-boom. 2. Amygdalus met bloemblad gelykende bladen, en de lagere infnydingen of tanden, klieragtig, zynde de gemeene Amandelboom. 3. Amygdalus met bloemblad gelykende bladen , die naar onderen dunner worden, of de Dwerg-Amandelboom. Dewyl de Perzikboom in de meeste landen van Europa zo gemeen is, zoude het hier ongevoeglyk zyn alle deszelfs verfcheiden foorten, en wyze van behandelingen, welker getal de kenners niet minder dan veertig tellen, op te noemen. De gemeene Amandelboom teelt voort door denzelven op amandel of perfiken flam in de maand van July regtftandig boven op in te enten; de volgende lente, wanneer de knopjes uitkomen, kan men die laaten opfchieten om den ftam te verlangen, fchoon de gewoone ma-  Spanje en Porthc, Natuurl. Zeldz. 59 manier is hen op die hoogte in te enten» als men voor heeft den flam te laaten blyven ; en het tweede jaar na de inenting mogen zy na de plaats vervoerd worden daar men hen vervolgens wil laaten. Het beste jaargetyde om deeze bomen in drogen grond over te brengen, is OQober, zo dra de bladen beginnen af te vallen: maar voor een natten grond is de maand February veel gefchikter. De derde groeit zonder eenigen teelt in het noorden van Afia. De wortels van deeze foort maaken uitloopen of zuigers, waar door zy in groote menigte voortteelen; maar indien men deeze niet jaarlyks wegneemt, zullen zy de oude planten by gebrek van het nodige doen nerven, dewyl deeze feheutjes dikwyls zeer laag by den grond blyven,en andere feheutjes voortbrengen. Die planten, welke door inenting worden voortgeteeld, zyn veel beter dan de andere. Daar zyn tweeè'rlcic foort van Amandelen, zoete en bittere, welke beide men in de medicynen gebruikt: de zoete Amandelen hebben een zagten aangenamen fmaak, en worden voor verkoelende, helende, verzag* ten-  60 Tafereel van Natuur en Konst, tende en voedende gehouden. Men perst eene olie uit dezelve, die een onfchadelyk en goed middel in graveel, en in heesheid, verkoudheid, aamborstigheid, tering, en in alle borstkwalen ten hoogfien dienftig is. De bittere Amandel word zelden gegeeten, maar is een nuttig geneesmiddel in veelerhande gelegenheden; dezelve bezit een prikkelende, afdryvende en openende kragt. Hoffman pryst het gebruik der bittere amandelen zeer aan, om den groei des fteens in de blaas te beletten, ten welken einde hy des morgens belast drie of vier van dezelve te eeten. Het is byna ongeloofiyk hoe veel goed zy doen in alle graveelige ongemakken, dewyl zy de pis en de graveelfïof afdryven, waar door de ileen gevormd word, gelyk hy door herhaalde proefnemingen gezien heeft. Sommigen meenen dat men dezelve nugteren met vrugt gebruiken kan, om de dronkenwording te voorkomen, op welke wyze men zegt dat Keizer Claudius die gebruikt heeft; en Plutarchus verhaalt, dat zeker doktor, die een groot drinker -was, vyf bittere amandelen nam by ieder beker dien hy dronk, om de hitte en de dampen van den wyn neer te zetten. Het  Spanje en Portüg. Natuurl. Zeldz. 6t Het zoude ons beftek verre te buiten gaan, eene naauwkeurige en volledige befchryving van alle de byzonderheden te gecven, welke in de gewasfen van Spanje en Portugal plaats hebben, wy hebben daarom flegts van die bomen gefproken, welke onze opmerking wel het meest verdienen, en op welker voortplanting men zich in ons land en andere landen toelegt. By gelegenheid van deeze bomen kunnen wy egter nog kortelyk zeggen, dat men in deeze beide Ryken nog een Eik aantreft, welke men de Olm-Eik, of altoos groenen Eik noemt, en die alleen door zyne meerdere zwaarte en zyne beftendige groenheid van de onzen verfchilt. DELFSTOFFEN. Men graaft uit de ingewanden der bergen in Spanje en Portugal eene groote verfcheidenheid van Mineraalen, inzonderheid yzer, koper, loot, kwikzilver, aluin, en kalamintfteen: men vind hier ook fteengroeven van verfcheiden foorten van marmer , en in de mynen van dit land agaat, granaat, jaspis en andere fteenen van waarde. Hier zyn goud-en zilver-mynen geweest, die men  62 Tafereel van Natuur en Konst. men te vooren met een zeer goeden uitflag bewerkte; en de rivier de Taag was reeds in oude tyden beroemd om zyn goud-zand, gelyk blykt uit de fchriften van Plinius, Ovidius en Mela; maar nog meer uit die van den beroemden oudheidkenner Refendins, die een getuige van hetzelve geweest is; hy zegt dat de wetten van Portugal verboden het zand van die rivier daar uit te haaien en weg te ueemen, en dat de Koningen van dat land een feepter voerden van goud, dat in de Taag gevonden was, fyner dan eenig ander dat men in de gantfcbe waereld vinden konde. Wat de goud-of zilver-mynen van dit land betreft, zy zyn of door de Romeinen, Carthaginienferen , of andere natiën uitgeput geworden , of door de inwooneren verwaarloosd ; federt zy in iTaat geweest zyn zulke groote menigten van deeze metaalen uit hunne Amerikaanfche ftaaten te doen overkomen. Van alle de mynen in Spanje en Portugal zyn die geenen dan het meeste waard, welke de inwoneren van yzer en kwikzilver voorzien, van welken beiden zy een grooten overvloed hebben. Hun yzer is uitmuntend , vooral het geen uit de bergen van Biscaijen word opgegraven, van waar men het zelve in groote me-  Spanje en Portug. Natuure,. Zei dz. 63 menigte naar de meeste gedeelte van Europa verzend, zo wel als naar de binnenlandfche fmederyen. Sommige beweeren dat het Spaanfche yzer het beste in de waereld is, maar het Zweedfche heeft doorgaans den voorrang, om dat het Spaanfche fomtyds in het koud worden fcheurt. Kwikzilver of Mercurius is een vloeibaar mineraal, koud op het gevoel, van een heldere zilver koleur, zeer zwaar, vlug, en het welk zich met alle metalen wil vereenigen, en wel inzonderheid met goud, waarmede het zich zeer naauw verbind. Men vind het fomtyds in zyne gedaante van vloeiftof in het binnenfte der aarde, en dan noemt men het Maagden-kwik, maar men vind het gewoonlyk in klompen, fomtyds zeer hard enfteenig, van eene roode, geele, of zwartagtige koleur; of anders onder de gedaante van een rood zwavelagtig mineraal, Cinnaber genoemd. Om de Kwikzilver van de erts en aarde te zuiveren, is de gewoone weg de klompen zeer fyn te malen, het poeder met water te mengen,en het zelve fterkte fchudden, tot dat het water zeer dik en troebel word. Wanneer het een weinig geftaan heeft om  (54 Tafereel van Natuur en Konst, om te bezinken, flort men 'er het water af, giet 'er frisch water op, en het mineraal word gefcbud en behandeld als te vooren; dit herhaald men zo dikwyls tot het water eindelyk volmaakt klaar word, laaten* de de Mercurius en andere metaalagtige en ftenige ftof op de bodem van het vat. Hier by gooit men het fcbuim van gegooten yzer, en distilleert het in een groot yzer retort,waar door de Mercurius van alle verfchillénde delen gezuiverd word. Het Agaat, dat men insgelyks in Spanje vind, is een fyne fleen, gedecltelyk al en gedeeltelyk niet doorfcbynend, gemeenlyk met verfcheiden koleuren geaderd en gevlakt, welke aderen en vlekken fomtyds bomen, dieren, vrugten, bloemen, en andere natuurlyke voorwerpen verbeelden. Daar zyn verfchillénde foorten van agaaten, die verfchillénde namen hebben,overeenkomfligmet hunne verfchillénde koleuren, en trappen van doorfchynendheid; van welke de Sardiaan en Sardonix de voornaamfte zyn. De Agaat, voornaamlyk de Sardiaan of Corneliaan, is altyd zeer geagt geweest voor zegels , zynde een fteen daar geen lak of was aan  Spanje en Portüg. Natüüre. Zeldz. <5j aan kleeft, welke zich wel laat graveeren, en een fyn polyfel aanneemt. Men fchryft deezen fleen verfcheiden medicinaale kragten toe, welke egter alle ingebeeld fchynen. Wy zullen hier nog fpreken van een Agaat, van welke de Boot in zyne historie der edele fteenen melding maakt, die de grootte heeft van een' mans nagel, en waarin een Bisfchop met zyn myter zeer wel verbeeld word, maar wanneer men den Meen een weinig omdraait, men het hoofd van een man en eene vrouw ziet. De heer du Fay heeft ons in de memorien van de Koningklyke Academie der weetenfchappen de konst medegedeeld om Agaaten te verwen, en met verfcheiden fchoone koleuren te befchilderen, en hy merkt naderhand aan dat de flguuren van takken op deeze fteenen, het zy natuurlyk, of door konst gemaakt, met fterkwatcr kunnen uitgewischt worden. De heer Boyle zegt ook dat men de Agaaten in het vuur hunne koleur kan doen verliezen. De Granaat of Garnet, gelyk dezelve ook genoemd word, is een fteen van eene roode IX. Deel, E ko-  66 Tafereel van Natuur en Konst. - koleur, gelykende naar die der pitjes van een' granaat-appel, waar van hy zyn' naam ontleend. Granaaten worden in oostelyke en westelyke onderfcheiden; de eerstgenoemde worden ons uit verfcheiden gedeelten der Oostindiën aangebragt; de laatstgenoemde vind men in Spanje, Bohemen en Silefien, van alle welke de Boheemfche het meest gewaardeerd, en door fommigen boven de Oosterfche gefield worden. Deeze fteen.fyn gefloten , word gezegd hartkloppingen te flillen, melancholie te weêrftaan, en het bloeden uit den neus teflempen; fommigen zyn zelfs bygelovig genoeg om de Garnet of Granaat deeze zelfde krachten toe te fchryven, wanneer men hem om den hals draagt. De Jaspis is een fyne fleen, niet veel verfchillénde van den Agaat, uitgezonderd dat dezelve doorfchynender, zagter, en niet zo wel te polysten is. De gebloemde Jaspis, die men in de Pyreneë'n vind , is doorgaans met allerhande koleuren gefchakeerd, fchoon fommigen maar eene koleur hebben , gelyk rood of groen; maar deeze worden het minst geagt. De groene met roode vlekjes word nu voor de beste gehouden, vervolgens de purper- en in-  Spanje en Portug. Natuure. Zeldz. 6j incarnaat-koleurige; men fchryft byna de zelfde krachten aan deezen fteen toe als aan de Granaat, en waarfchynlyk op een geene betere gronden. By deezen mag men een' anderen fteen voe^ gen, fchoon van veel minder waarde: de Hsematites namelyk of Bloedfteen: men vind denzelven in Spanje, en in verfcheiden andere deelen van de waereld; hy is een yzeragtig, zwaar, hard, metallig famenftelfel van een roode, zwarte, en fomtyds van een yzer koleur, en van een aardagtigen famentrekkenden fmaak; fommigen deezer fteenen hebben een ongelyke en hoekagtige oppervlakte, gelyk die, welke 'men in Spanje vind, en voor de besten in Europa houd; anderen zyn hobbelig, gelyk trosfen druiven, by voorbeeld , die men ons uit het Hyrcanifche woud , uit Duitschland overbrengt; en anderen zyn gevormd gelyk ingewanden, of de oppervlakte der hersfenen, in verfcheiden bogten en draaijingen. Deeze fteen, gefloten, is reeds van oude tyden af gebruikt geworden om het bloeden uit den neus, het uitfpatten van bloed, enz. te beletten, en om zweeren in de long te geneezen. Men heeft dit poeE 2 der  68 Tafereel van Natuur en Konst. der ook zeer goed bevonden tot het bevorderen der maandltonden. De Zout-mynen in de bergen van Cataloniën, behoorende aan den Hertog van Cardona, een der eerfle Grandes van Spanje, verdienen ook onder dit artikel begreepen te worden. Men delft vierderleie foort uit dezelve, wit, bruin, rood en glinfterend, welke op verfchillénde lagen boven elkander gevonden worden. Het eerde is gelyk aan ons zee-zout, fchoon het niet gekorreld is; het tweede is van een yzer en leikoleur, maar bezit de meeste hoedanigheden van het witte ; het derde verfchilt enkel van de overige foorten door de vermenging van fommige aarde, welke het een roden koleur geeft. En de vierde foort, fraai blinkende, is zo doorfchynende als kristal, en het eigenlyke Sal Gemmce der drogisten. Dit laatfte foort kan, gelyk yzer in het vuur, gloeijen , maar het fmelt gemakkelyk in water. De drogisten wasfchen het egter, om het te meer aanzien te geeven , maar zy draagen wel zorg van het aanftonds droog af te vegen. AL-  Spanje kn Portüg. Ramp. en Onheil. <5> ALGEMEENE RAMPEN en ONHEILEN. Spanje en Portugal heeft het meest van aarcibeevingen geleden; maar deallerzwaarfte aardbeeving, en die het noodlottigfte voor deeze Koningkryken was, viel voor op Saturdag den eerden November 1755. Geene vcrhaalen van de allerfchrikkelykfte ongelukken kunnen half het beklaaglykc van deeze gebeurtenis vertoonen; de fchokken ftrekten zich van het zuiden naar het noorden tot de lengte van 2500 mylen uit; en wel niet het vreeslykfie geweld; zy veroorzaakten het zelfde op zee, in de rivieren en meiren, meer dan 5000 mylen in de rondte. Deeze aardbeeving fchynt in Groenland begonnen te zyn, alwaar men, gelyk ons verhaald word, een Merken fchokvoelde, in het begin van November; van daar verfpreidde dezelve zich zuidwaards, bykans in een regte lyn, de oostkant van welken (treek op een afftand van vyf graaden was van den meridiaan van Londen, fchoon men haar inderdaad te Portsmouth gevoelde; voorts, in diezelfde rigting onder de Noordzee, de eilanden Ferro, E 3 en  yo Tafereel van Natucr en Konst. - en fommigen der wester eilanden van Schot, land voorbyloopende, en door de Ierfche zee en het zuidwestelyke gedeelte van Engeland heengaande, vervolgde de aardbeeving haren loop, door de zee en het Kanaal, naar de Biskaaifche zee, en fchudde geheel Portugal en een groot gedeelte van Spanje, van waar dezelve met een verbazenden fpoed in den zelfden loopftreek, onder de zee naar het vaste land van Afrika, de Koningkryken van Fez en Marokko voortliep , tot dat zy waarfchynlyk in den Zuider-oceaan zich eene opening maakte. Dat de loopftreek van deeze Aardbeeving zodanig geweest is, blykt uit de omftandigheid, dat de fchok byna in den zelfden tyd in alle landen gevoeld wierd, door welke dezelve liep. Een kwartier na negen uuren in den morgen, wierd deezefchudding te Cork, In Ierland, te Portsmouth, en eenige andere plaatfen van Groot-Brittanje gevoeld, maar, waarfchynlyk vry diep onder den grond zynde, deed zy geen fchade in Groot-Brittanje of Ierland. Omtrent ten half tien uuren wierden de inwooners der ftad Porto of Oporto, in Portugal, door een ratelend geluid verbaasd ,  Spanje en Portuc.Ramp. en Onheil. 71 baasd, liet welk den fchok onmiddelyk voorging, door welken de geheele ftad gefchud ■wierd; verfcheiden fchoorfteenen, daken en kruisfen v/ierden neergeworpen, en fommige kerken van boven geopend; het was hier eene aanhoudende en geregelde aarbeeving, zynde het eerfte foort van aarbeeving, volgens Ariftoteles ; en waare het dus niet geweest, meent men dat de geheele ftad in een puinhoop veranderd zoude zyn. De inwooners wierden in de grootfte verwarring gedompeld , niet wetende waar zy hunne veiligheid zoeken zouden; fommigen begaven zich. naar de rivier om fchuiten magtig te worden, of zich aan boord van fchepen te begeven, en andere vlugtten naar andere kanten, terwyl zy zodanig van fchrik verftyfd waren, dat zy niet wisten werwaards zich te zullen begeven. Veelen bleven op het midden der ftraat het invallen der huizen afwagten, fommigen zonder hoeden, of kappen, anderen zonder kousfen of fchoenen, maar alle in de grootfte verwarring en ontfteltenis die men befchryven kan. De toeftarid van hen, die naar den rivierkant liepen , was mogelyk nog akeliger, dan van hen die op ftraat bleven; want de rivier omtrent twintig roeden van E 4 hen  ?a Tafereel van Natuur en Konst. hen afwykende, vloeide met een groot geweid en verfchrikkelyk geraas weder te rug, en overftroomde alles; twee groote Brafiliaan' fche fchepen, die voor den boom Jaagen, wierden door een woedende golf zeer hoog opgenomen, en door dezelve over den boom in de rivier gezet, over plaatfen heen die te vooren geheel droog waren; dit ging toe zonder merkelyke fchade,maar' met de grootfte verwondering en fchrik der arme matrozen en Huurlieden, die niets anders dan een onmiddelyken dood verwagtten. De zee ebde en vloeide, na dien fchok, tot den nagt, drie of vier voet in vyf of zes minuten; de fchepen dreven, fommigen de rivier open anderen af; men voelde nog verfcheiden kleine fchokjes na, deezen, geduurende den geheelen dag, maar alle zo gering dat zy maar even voelbaar waren. Na tien uuren wierd dezelfde fchok te Madrid gevoeld, waar dezelve agt minuten duurde, maar zonder aanmerkelyke fchade te doen, uitgezonderd aan de toorens van fommige kerken, die hy deed van één fplyten. Ik zwyge van den fchrik en de verbaasdheid, die zy alle den inwooneren aanjoeg. Dec-  Spanje en Portug. Ramp. en Onheil. 73 Deeze fchok wierd te Seville even voor tien uuren gevoeld, en was hier zo verfchrikkelyk, dat de inwooners dien dag voorden oordeelsdag aanzagen; alle de kerken wierden in puinhopen veranderd, en de toorens, die van fommige invielen, deeden een groot getal menfchen omkomen. Eenige weinige minuten voor tien uuren voelde men de fchok te Kadix, waar dezelve omtrent vyf of zes minuten duurde, en zo geweldig was dat de geheele ftad gefchud wierd, en op zulk eene wyze, dat het volk niet in (laat was op hunne beenen te ftaan; het water in de regenbakken onder den grond floeg met zulk een geweld tegen de zyden derzelven aan, dat het gantfche water byna in fchüini veranderde. Ieder vlugtte uit de huizen en kerken in eene vreeslyke ontfteltenis; maar hier veroorzaakte de aardbeeving geene' fchade, dewyl de gebouwen by uitnemendheid (lerk waren. Omtrent een uur later begon de zee, die ftil was, terwyl'er byna geen windje waaide, eensklaps op te zwellen. Men zag op den afftand van agt mylen van de ftad een golf, ten minden zestig voet hooger dan gemeenlyk, van alle zyE £ den.  74 Tafereel van Natuur en Konst. den de ftad naderen. De inwooners vreesden alle oogenblikken gelyk te zullen verdrinken , en liepen de ftraaten door, om biegtvaders en genade fchreeuwende. Ter zei ver tyd floeg de zee met het grootfte geweld tegen het westelyk gedeelte der ftad , dat zeer rotsagtig is, welke omftandigheid het geweld der golf voor het grootfte gedeelte brak: dezelve floeg egter met zulk eene woede tegen de wallen aan, dat zy tot in de borstweeringen kwam; zy nam een ftuk van de wallen af, ter lengte van agttien roeden, borst in de ftad, ftroomde over de ftraaten, nam het zand en de wallen mede, maar liet de huizen ftaan, zo dat flegts twee of drie menfchen verdronken. Hier na dagt ieder dat de ftad zelve weggefpoeld zoude zyn ; want fchoon deeze golf was afgelopen, konden de inwooners egter nog meer golven zien aankomen. Zy hadden toen niet de minfte hoop van hun leven te bewaaren; het volk begaf zich naar hoogten, terwyl de monniken van allerhande kloosters op ftraat het volk zegeningen uitdeelden ; allen fmolten zy in traanen en hadden flegts een onmiddelyken dood voor oogen; een groote menigte liep uit naar de landpoort, om naar het eiland te vlugten, maar  Spanje en Portüg. Ramp. en Onheil. 75 maar helaas! deeze elendigen ontmoetten het zelfde geweld der zee als in de ftad, en het was hun niet mogelyk wederom te keeren, gelyk zy wel wenschtcn, want zy verdronken allen, mannen, vrouwen en kinderen. In deeze allerverfchrikkelykfte omftandigheid bleef de ftad byna twee uuren, wanneer de zee wederom begon te ebben, maar zy bleef nog in een kokende beweging. Alles wierd uit de haven weggefpoeld; de baai was vol met omgeflagen boten, dryvende vaten en houtwerk, maar de fchepen leden geene fchade. Omtrent ten half tien uuren begon de fchok te Lisfabon, en duurde met het verfchrikkeJykfte geweld omtrent agt minuten, in wel7 ken tyd de meeste, ja byna alle openbaare gebouwen en byzondere huizen van die trotfche hoofdftad wierden omver geworpen, en omtrent vyfdg duizend menfehen onder de puinhoopen verpletterd; want die dag ongelukkig een groote feestdag voor de Roomfchen zynde, en de aardbeeving juist geduurende de eerfte mis beginnende, wierden duizenden onder de kerken begraven, dewyl deeze groote gebouwen, byzonderlyk die, wel-  76 Tafereel van Natoür en Konst. welke op eene hoogte gedicht waren, het eerst leden, ja zeer weinige kerken of kloos. ters ontweken eene algemene verwoesting. Geduurende deeze fchok, die met zulk een vervaarlyk geweld vergezeld ging, dat veelen dit voor den jongden dag aanzagen, beefde de aarde zo vervaarlyk, dat het volk zich naauwlyks konde ftaande houden. Deeze fchok wierd omtrent een kwartier daar na van een andere gevolgd, die niet minder fterk was, geduurende welke de aarde zich op verfcheiden plaatfen opende, en geheele ftraaten hebbende ingezwolgen, eene öntzaglyke menigte vuur, water en rook uitbraakte. Ter zelfder tyd rees het water in de'rivier eenige roeden loodregt omhoog, waar door die geenen, welke de algemeene verwoesting ontgingen,door hetgefchreeuwvan anderen bemerkten dat de zee aankwam, waarop allen over de puinhopen van kerken en huizen klruterende, en over duizende dooden èn dervende heen (lappende, zich naar de heuvels zogten te begeven : verfcheiden fchepen gingen in de Taag te gronde, door de beweging van het water, of wierden bedolven door het invallen van het Koningklyk paleis  Spanje en Portug. Ramp. en Onheil. 77 leis en andere gebouwen, aan de oevers van die rivier gelegen. Omtrent een half uur na deeze tweede fchok, kwam 'er een derde, welke eenige minuten duurde; en een vierde omtrent ten twaalf uuren, wanneer het zich liet aanzien dat alle de elementen hadden faamgefpannen om den geheelen ondergang van deeze groote ftad uit te werken. De vlammen braken op twee verfchillénde plaatfen uit,en vernielden byna alles wat nog ftaande gebleven, en door de aardbeeving niet tot puin verpletterd was. Deeze brand nam hand over hand toe, gedeeltelyk door den fterken wind, en gedeeltelyk doordien niemand in die yslyke omftandigheden, waarin men zich thans bevond, dagt om de vlammen haren verfchrikkelyken voortgang te betwisten; zo dat het vuur, het welk de wind naar alle kanten verfpreidde, den brand aan andere plaatfen mededeelde, en geduurende agt dagen met groot geweld, en wel in het voornaamfte gedeelte der ftad bleef woeden. Voor dat deeze brand begon was de verwarring en elende reeds onuitfprekelyk; want ge-  78 Tafereel van Natudr en Konst. geduurende den eerden fchok was de gehee* le ftad, door de dof die uit de indortendc huieen voortkwam, duisterer dan de donkerde nagt; dit was niet zo dra opgeklaard, of het tooneel der plotfelyke verwarring en verwoesting, door deeze fchok veroorzaakt, bleek duidelyker. Hier zag men eene menigte menfchen liggen zieltogen , daar zag men geestelyken diegeenen abfolutie geeven, welke nog levende waren; men hoorde van alle kanten muuren, fchoordeenen, gevels, ja gantfche gebouwen tot den grond toe indorten, terwyl het gefchrei en gejammer van ongelukkigen, die alle hunne bezittingen, en hunne waardde panden door het vuur en de opengefcheurde aarde ingezwolgen zagen, en de naare doodsklagten der geenen die half onder de puinhoopen begraven, alle oogenblikken den fchrikkelykflen dood vooroogen hadden, den algemeenen fchrik en ontfleltenis nog geduurig vergrooten. Een groote kaai, opgedapeld met goederen, digt by het tolhuis, dortte in, en nam in den val omtrent zeshonderd perfoonen mede, die alle vergingen. De Koning, Koningin, en de geheele Koningklyke familie ontweken het paleis even voor dat hetzelve inftome. Pe Spaanfche Ambasfa- deur  Spanje enPortug. Ramp. en Onheil. 79 deur vond met negen zyner bedienden zyn graf onder de puinhopen van zyn huis. Eene byzondereVoozienigheid fehynt de Proteftan. ten in dit ongeluk wel te hebben willen verfchoonen, want van de groote menigte, die te Lisfabon woonden, vergingen flegts veertig of vyftig perfoonen. De rede van deeze wonderlyke verlosfing was voornaamlyk dat een groote menigte hunner uit de ftad gegaan waren, voor dat de aarbeeving begon; want den eerften November, zynde Allerheiligendag, was vastgefteld voor een Auto-da-fé; by welke gelegenheid den Proteftanten dikwyls beledigingen worden aangedaan. Deeze vreeslyke plegtigheid, welke hen in grooten getale genoopt had de ftad op dien dag te verlaaten, had tevens een groote menigte landlieden in den omtrek van Lisfabon bewogen naar de hoofdftad te gaan, om deeze droevige vertoning te zien, door welke omftandigheid veel meer Portugeezen omkwamen dan anders zoude gebeurd zyn. In dat vreeslyk ongeluk ontging naauwlyks eenig gebouw in Lisfabon het algemeene lot, uitgezonderd de Munt. Al het volk dat de al-  80 Tafereel van Natuur en Konst. algemeene verwoesting overleefde, begaf zich naar de velden.en een groot gedeelte van hetzelve was halfnaakt. De waarde der goederen, die men door deeze famenlopende noodlottigheden verloor, was onfchatbaar; want allerhande koopwaren, meubilen en klederen verteerden tot asch ,zo dat de inwoonersnaauwlyks iets overhielden dan de klederen die zy aan hadden, in welke droevige omftandigheden zy genoodzaakt waren meer dan twee maanden in het veld te blyven, onder tenten, of aan boord van fchepen die op de rivier lagen, of onder den blooten hemel , met den bykomenden last van verfcheiden ziekten, het gemeene uitwerkfel van alle aardbeevingen, die met uitbarstingen van vlammen vergezeld gaan. De leezer zal zich mogelyk verwonderen ons te hebben hooren zeggen, dat de aardbeeving van het begin af met eene verbaazende fnelheid voortging; en dat dezelve te Lisfabon ten half tien, te Cadix eenige minuten voor, te Seville by, en te Madrid eenigen tyd na tien uuren gevoeld wierd; dat de aardbeeving verbazend fcbielyk is voortgelopen, blykt uit den ontzagchelyken weg dien de-  Spanje en Portug. Ramp. en Onheil. 81 dezelve in zulk een korten tyd heeft afgelegd , en het Iaatde geval laat zich zeer wel begrypen, en dryd hier niet tegen, wanneer men in aanmerking neemt dat dit niet door de zuidelyker ligging deezer plaatfen, ten aanzien van Lisfabon veroorzaakt wierd , dewyl by voorbeeld Madrid één graad 45 minuten noordelyker dan Lisfabon ligt, maar dat de waarfchynlyke oorzaak van dit verfchil, het verfchü van de lengte deezer plaatfe, ten opzichte van Lsfabon, zyn zal; want Madrid 5 graden 10 minuten ooster lengte van Lisfabon liggende, moet de Zon in zyn Meridiaan twintig minuten eerder dan Lifabon hebben; en op dezelfde wyze moeten de lieden Seville en Kadix, als zynde mede ten oosten van Lisfabon gelegen, de Zon ook vroeger hebben. Eenige maanden lang na de aardbeeving .van den eerden November 1755, wierden 'er .op verfchillénde tyden nog herhaalde fchokken te Lisfabon gevoeld, wanneer 'er verfcheiden uitbarstingen in en omtrent die dad voorvielen, voornaamelyk te Cintra, alwaar men digt by een rots verfcheiden vlammen en zwaveldampen zag voortkomen. Daar is IX. Deel. F niet  te Tafereel van Natüur en Konst. niet eene aanzienlyke plaats in het Koningkryk Portugal en Algarve, of zy hebben meer of min haar deel gehad aan dit ongeluk. De Bisfchoppelyke fteden Coimbra en Braga hebben veel geleden, en ft. Ubes is voor het meerendeel ingezwolgen geworden; de voornaamfte bergen van Portugal wierden door deeze aardbeving tot in hunne fondamenten gefchud, anderen fpleeten en borsten van één, en ontzagchelyke brokken derzelven kwamen tot groote vrees en fchade der inwoneren tot in de valeijen nederploffen. Deeze fchokken, welke zulke verfchrikkeJyke verwoestingen in Portugal hadden aan» gerigt, wierden door geheel Spanje, uitgezonderd in de provincie Cataloniën, en het Koningkryk Arragon en Valencië, gevoeld. Tariffa en Gibralter wierden beide gefchud: te Faro wierden omtrent drie duizend der inwoneren onder de puinhopen hunner huizen bedolven, en een groot gedeelte der ftad Mallaga wierd verwoest, gelyk ook Port ft. Maria, ft. Lucar, en verfcheide anderen. In 't kort, een dik boekdeel konde naauwlyks de byzonderheden der verwoesting behelzen, die door deeze aardbeeving veroorzaakt was, •ge- -  Spanje en Portüg. Ramp. en Onheil. 83 geduurende welke de Minko, de Douro, de Taag, de Guadiana, en verfcheiden andere rivieren, tot eene verbazende hoogte liegen, en hunne dyken overftroomende, een groot deel fchade aan verfcheiden Ianderyen toe. bragten, daar zy doorliepen. Van de zuidkusten van Spanje en Portugal liep de aardbeeving den zelfden loopftreek, onder zee door, na Afrika, en vernielde een groot gedeelte van de ftad en haven van Algiers, en andere plaatfen op de kust van Barbarye; van daar ging dezelve voort naar Marocco, alwaar op den ioden der zelfde maand de ftad Mequinez, met het grootfts gedeelte der inwooneren, door een aardbeeving geheel en al verging, gelyk ook de halve ftad Fez, en een leger van 12000 Arabieren, die digt by de ftad Mequinez gelegerd waren, alwaar de aarde zich opende en hen inzwolg; ook wierd het halve eiland Madera vernield. Van alle de verfchynfelen die by deeze noodlottige aardbeeving voor Lisfabon plaats hadden, was 'er geene zonderlinger dan de «ngewoone beweeging in het water. ScheF a pen  84 Tafereel van Natuur en Konst. pen op zee wierden gefchud als of zy tegen rotfen geflagen waren, en dat op een afftand van meer dan vyftig mylen van de kust van Portugal of van eenig ander land. Het water roerde zp fterk te Kinfale in Ierland, dat een floep van zestig ton, welke ten anker lag, van zyne ankers wierd afgeflagen, zyne twee nieuwe kabels gelyk twee draaden gebroken, en de floep tegen het ftrand aangezet in een oogenblik, enkel door de geweldige beweging van het water, dewyl 'er geen de minfte wind was. De vischfchuiten draaiden in de rondte gelyk zo veele kurken, en zo fchielyk als de onrust van een fpit. De zee iiep te rug,maar kwamaanftonds weder aan, met een geweld te groot om te befchryven; en deeze verbazende ebben en vloeden, duurden van drie uuren in den namiddag, tot tien uuren des avonds. De golven rezen niet trapswyze, maar, met een hol en akelig geluid , ftegen zy dikwyls ter hoogte van zes of zeven voeten in een minuut, en waren dan weder in een oogenblik gelyk met de oppervlakte van het andere water; het waterwas zo drabbig als modder, zag zeer zwart, en ftonk onverdraaglyk. Op  Spanje en Portug. Ramp. én Onheil. 85 Op verfcheiden plaatfen in Groot-Brittanje wierd niet alleen de zee, maar ook rivieren, meiren en vyvers in de zelfde geweldige beweeging gebragt. Het water wierd in de vaarten en gragten in de Nederlanden , gelyk om Amflerdam en om verfcheiden andere plaatfen, op de zelfde wyze fterk gefchud; gelyk ook op eene menigte plaatfen in DuitschIand, Denemarken en Zweden; en naar den Westkant, tot aan de Barbados toe, zag men van vyf uuren in den agtermiddag tot tien uuren des avonds , de zelfde fchielyke ebben en vloeden opden eerflen van November 1755. Verfcheiden Heden in Spanje in zulke valIeijen gelegen, welke geen kanaalen of beddingen hebben, om het water te ontvangen, 'twelk op fommige tyden van het jaar van de heuvels af komt Horten, vooral na een Herken regen, zyn dikwyls onderhevig aan gevaarlyke overflroomingen , welke zo fchielyfc en met zo veel geweld neêrkomen , dat de inwooners dikwyls naauwlyks den tyd hebben om zig te bergen, voornaamlyk wanneer zulke overflroomingen by nagt voorvallen ; om welke reden 'er in alle deeze plaatfen wagten aangefleld zyn, die op de eerfte aanF 3 na-  86 Tafereel van Natuur en Konst. nadering van eenig gevaar van dit foort, tydig waarfchouwen, door by voorbeeld eene zwaare klok te luiden ; op bet hooren van welken allen menfehen op hunne veiligheid agt geeven. Eene dergelyke overftrooming was het welke in 1508 de ftad Cividad Real, in Nieuw-Castilie, voor het grootfte gedeelte onder water zetten, door de ftroomen welke van de nabuurige heuvelen afzakten, en door de overftroomende rivier de Guadiana;zo dat veelen der inwooneren hun leeven verlooren, een groote menigte huizen vernield, en zeer veele andere fchade aan de ftad toegebragt wierd. De ftad Murcia , de hoofdftad van het Koningryk van dien naam, is dikwyls door de rivier Segiera overdroomd geworden, welke langs deeze ftad loopt, en die door de groote menigte fneeuw , in den winter van de rondom liggende heuvelen af komende zakken, zo wel als van de aanhoudende en zwaare regens, over haare oevers heen loopt, en veel fchade doet. In het jaar 1651 rees dezelve zo hoog , dat zy 1065 huizen , en vier kloosters omver wierp, en een groote menigte menfehen om het leeven bragt, be- hal-  Spanje en Portug. Ramp. en Onheil. 87? oalven zeer veel vee; het water fteeg zelfs tot den top van het groote altaar der Cathedrale kerk. De ftad Seville is dikwyls overftroomd geworden, door de groote en fnelle rivier de Guadalquivir, welke op verfchillénde tyden onbefchryflyk kwaad aan deeze plaats gedaan heeft, byzonderlyk in het jaar 1626, wanneer behalven andere fchade , omtrent vier duizend menfehen in dezelve verdronken ; en in 1708 gebeurde 'er weder eene overftrooming van de zelfde rivier in deeze ftad, welke behalven zeer veel ander nadeel, verfcheiden honderd huizen om ver wierp. Deeze zelfde ftad heeft ook dikwyls en zeer veel van groote en vreeslyke ftormen geleden , fommigen van welken men verhaalt dat verwoed fterk geweest zyn ; één voornamelyk, in het jaar 1463 voorgevallen, welke men zegt dat een fpan osfen van den ploeg opnam, in de nabuurfchap van Seville , alwaar dezelve ook een der kerkklokken, van een kerk aan ft. Augustinus toegewyd, wegnam, en een boogfehoots lengte vervoerde. Maar het fchrikkelykfte ongeluk dat deeze F 4 "" ftad  88 Tafereel van Natüur en Konst. ftad ooit overkwam, was eene befmettelyke ziekte, welke zig in het jaar 1649 openbaarde, en zo hevig woedde, dat 280,000 in* wooners aan dezelve overleeden. VOORNAAMSTE UITVINDINGEN en ONTDEKKINGEN. Schoon de Spanjaarden en Portugezen in het algemeen lieden zyn van een doordringend verftand, en verheven begrip, zyn zy egter in deeze gaaven weinig door ftudie aangekweekt, en de waereld heeft gevolgelyk niet veel verpligting aan hen wegens eenige voornaame ontdekkingen of uitvindingen in de vrye konften en weetenfchappen. Men vind twee en twintig Univerfiteiten in Spanje, waar onder zeer voornaamen zyn, maar egter kan men hunne geringe geleerdheid voor een groot gedeelte toefchryven aan hun gebrek aan Schooien en Akademiè'n , alwaar men de weetenfchappen volgens de hedendaagfche wyze leert; want zy die ftudeeren , liggen zig voornaamelyk op de oude philofophie toe, en zyn zodanige flaven van de gevoelens der ouden , dat zy van geene andere fystemata willen hooren; en wat de geleerdheid betreft, de  Spanje en Portug. Uitv. en Ontd. 89 de Spanjaarden en Portugezen zugten baarblykelyk onder deeze twee groote nadeelcn, naamelyk gebrek aan vryheid van de drukpers, en hunne flaverny in de boeyens der Inquifïtie. Wy zyn egter de Biblia Complutenfia aan den kardinaal Ximenes , Aartsbisfchop van Toledo , verfchuldigd. Dit was het eerfte boek, uit meer dan eene taal belïaande, dat hier ooit gedrukt was, en hetzelve wierd gemeen gemaakt in het jaar 1520, in zes deelen, het Lexicon hier onder begreepen. Het zelve wierd in vier taaien gedrukt,zynde het Hebreeuwse!:, Chaldeesch, Grieksch en Latyn, en diende tot een model voor dat van den Heer Walton, het welk nuttiger en naauwkeuriger is, en voor dat van den Heer le Jay, te Parys gedrukt met zeer veel kostbaare verfierfelen. OPENBAARE GEBOUWEN. Onder de Cathedraale Kerken van Spanje heeft die van Toledo het grootfte regt op onze aandagt,als zynde zekerlyk eene der edelfte en rykfte in de waereld. Men wil dat zy oorfprongelyk begonnen zou zyn gebouwd te worden door den Apostel Jacobus, maar zo F 5 als  5»o Tafereel van Natoür en Konst. als zy tegenwoordig Haat wierd zy gebouwd in den jaare 1227 , door Koning Ferdinand den III: het is een gebouw van fchoonen witten deen, zeer fyn en kondig gebeeldhouwd. Dezelve is 384 voeten lang, 191 breed, en 107 hoog. Derzelver pragtig dak word onderdeund door 88 zwaare kolommen , die dezelve verdeelen in drie groote vleugels , waar van de middelde ongemeen groot en pragtig is. Agt groote en fchoone poorten van geel koper, met fraai je voorportaalen, zyn de ingangen van dat kostelyk gebouw , boven het welk een grootfche tooren is, wiens gesiigt zig zeer ver in het nabuurige land uitftrekt, voorzien met een zeer zwaar klokkenfpel. Het koor van het groote altaar is verfierd met het fynde beeldhouwwerk dat men met oogen zien kan , en word ingellooten door kostelyke yzeren deuren, die op gronddukken van jaspisdeen rusten. Aan elke zyde van het altaar is een geel koperen predikdoel, die door pilaaren van het zelfde metaal onder■fleund word. Het koor der kanunniken word op de zelfde wyze ingellooten, en is verfierd met zeer kondige beeldhouwdukken in hout en jaspis. Deeze beide kooren zyn opgepronkt aan de buitcnzyde met fraaije beelden in nis- fen,  Spanje en Portttg. Openb. Gfbouw. 91 fen , en andere overheerlyke Hukken , die verfcheiden historiën uit de Heilige Schriftuur vertoonen: wat de Kapellen van deeze Cathedrale Kerk, die 'er eene groote menigte behelst, betreft, het is onmogelyk derzelver fchoonheden en rykdommen te befchryven, of dekostelyke gedenktekenen der Koningen, Aartsbisfchoppen, en andere doorlugtige perfoonen, wier overblyffelen hier ten grave befteld zyn, te melden. De voornaamfte deezer Kapellen, Segrario genaamd, waar in de fchat der Kerk bewaard word , is aan alle zyden met jaspis van de vloer af tot het dak toe opgetrokken; en het altaar, het welk ia een nis ftaat, is van vooren bedooten door een baluftrade van zilver. Het beeld der heilige Maagd, ieevensgrootte , is ook van zilver; en rondom het altaar hangen eene menigte lampen van het zelfde metaal. Veertig of vyftig groote kabinetten zyn in den muur uitgehouwen, welke met eene verbaazende menigte gouden en zilveren vaten , en andere kerkgereedfehappen, zo als bekers, koppen, kruisfen , bisfehops- of abts-ftaffen, en myters, gevuld zyn. De Tabernakel, onder Welke de hostie op groote feestdagen in proccïfie word omgedraagen, is geheel en al van zil-  pa Tafereel van Natuur en Konst» zilver verguld, en op de keurigfte wyze gewerkt. Hy kan in zeven duizend ftukjes uit malkander genomen worden, en is zo zwaar dat dertig man dezelve naauwlyks kunnen draagen. Binnen den Tabernakel is een vat van zuiver goud, fommige andere vaten van het eerfte goud dat uit Amerika overgebragt wierd, welke het geheiligde brood bevatten. Hier is ook het beeld van de heilige Maagd, zittende op een rots van fyne fteenen, onder welke een diamant is zo groot als een duivenei. In het kort, een geheel boekdeel zoude geen volledige befchryving van deeze Cathedrale Kerk, noch al de byzonderheden onder derzelver fchat te vinden, behelzen kunnen. De Cathedrale Kerk van Compostella, aan ft. Jago, of ft. Jacobus den Apostel, welken de Spanjaarden verzekeren dat in die ftad begraven is, toegewyd, is een fterk en kostbaar gebouw,dat een zeer pragtige en fraaije koepel heeft met vier ftatige torens verfierd. De Tabernakel van het altaar, is misfchien de fraaifte in de waereld, door zes engelen, als door zo veele kolommen, onderfteund; en het beeld van den grooten Apostel is onderfteund door vier Koningen van Spanje. Dit al-  Spanje enPortdg. Openb. Gebouw. 93 alles is van zilver verguld, op het allerkonstigfte gewerkt, en op alle mogelyke wyze verfierd. Hier zyn zes groote zilveren kandelaars, vyf voet hoog, der Kerke door Philippus den lilden gefchonken; en omtrent dertig zilveren lampen worden altoos brandende gehouden in deeze Kerk, behalven veertig of vyftig waschkaarfen rondom het altaar. Dewyl hier eene menigte pelgrims, uithoofde van Godsvrugt, hun verblyf houden, is 'er een groot en deftig hospitaal gebouwd, digt by de Cathedrale Kerk, om de arme zieken te ontvangen , welke daar met de uiterfte zorg en menschlievenheid behandeld worden. Sommigen zyn van gedagten dat de Cathedrale Kerk van Seville , in welker maakfel een mengfel van Gottifche en Moorfche bouworde heerscht, zeker iets in zig hebbe, dat een grootfeher aanzien geeft dan eenig gebouw in het Koningryk. Het is zekerlyk een zeer Matig gebouw, zynde 470 voeten lang, 270 breed , en 128 hoog; en deszelfs dak word onderfteund door een dubbele ry zeer fchoone kolommen. De toren van deeze Kerk is 350 voeten hoog , geheel van gebakken fteen gebouwd , met groote venflers om licht te  94 Tafereel van Natuur es Konst. te geven aan den trap, welke zo zonderling gemakkelyk is dat men denzelve te paard, en zelfs met een rytuig op kan ryden. De toren loopt van boven uit in een koepel, op den top van welken de gedaante van een vrouw is van geel koper, welke draait om de wind te wyzen , gelyk een weêrbaan. De Kerk is van binnen verfierd met beelden, fchilderyen, gedenktekenen en andere fieraaden , welke eindeloos zouden zyn om te befcbryven; daar is een pragtige tabernakel voor het hooge altaar, het welk van louter zilver, en meer dan 600 ponden zwaar is, het bewerken van deezen tabernakel zegt men dat 40000 dukaten gekost heeft. De Cathedrale Kerk van Leon word naar verdienden geroemd om de fehoonheid en regelmatigheid van haare bouworde, en de fraaiheid en verfcheidenheid van haare verfierfelen, in welk opzigt men dezelve voor de fcboonfte in Spanje houdt. Dir blykt uit het Spaanfche fpreekwoord tot de drie Kerken waar van wy gefproken hebben, in deeze Kerk te Leon, betreklyk, het welk dus luid: ,, Seville verdient onzen eerbied om ,, zyne grootte, Toledo om zyne rykdom- „ men,  Spanje enPortuc. Openb.-Gebouw. „ men, Compostella om zyne Merkte, en „ Leon wegens zyne fchoone beeldhouw. ,, kunst." Deeze Kerk is insgelyks opmerkelyk om de overblyffels van één Keizer, zeven en dertig Koningen , en verfcheiden andere doorlugtige perfonen, die daar begra* ven zyn. Maar van alle de Kerken in Spanje is de pragtigfle die van Cordoua, welke nog de Mesquila genaamd word, zynde oorfprongelyk een Mosquee geweest, in de agtlïe eeuw gebouwd door den beroemden Moorfchen Koning Abderhaman , en deeze mag met regt onder de wonderen van de waereld geplaatst worden. Dezelve is 600 voeten lang, en 250 breed , en de top , welke verbazend fterk en fraai, en rykelyk verguld is , word gefchraagd door 365 kolommen van fyn marmer. Deeze Kerk heeft vier en twintig deuren, verfierd met beeldhouwwerk; en fommigen van derzelver kapellen, welke zy ten getale van omtrent drie honderd heeft, zyn ten uiterften fchoon , wel befchilderd, verguld , en op alle mogelyke wyzen verfierd. De Cathedrale Kerk van Burgos in Oud Cas-  96 Tafereel van Natuur en Konst. Castilie, is een van de pragtigfle en rykfte Kerken in Spanje. Dezelve wierd gebouwd door Ferdinand den lilden, in den jaare i122, en is 260 voeten lang, 206 breed, en van een evenredige hoogte. Zy heeft vyf Choren, of groote Choor-kapellen, waar van elk met een groot orgel voorzien is. De CathedraleKerk van Lisfabon, gelyk dezelve was voor de aardbeeving van den ecrflen November 1755, was een trotsch gebouw, zeer zwaar, eenigzins lomp, en in denGothifchen fmaak: maar gelyk dezelve op een heuvel flaat, levert zy een fchoon gezigt uit: en wat dezelve in fchoonheid en fierlykheid aan de buitenzyde ontbreekt, vergoed zy door de rykheid der verfierfelen van binnen ; zo als beelden , fchilderyen, kerkgereedfchappen, van goud en zilver, op de konftigfte wyze bewerkt, en verrykt met de kostelykfle juwelen. Het koninglyk Paleis van het Escuriaal, zo genaamd van een dorp in de nabuurfchap van het welk hetzelve flaat, op den afftand van twee en twintig mylen van Madrid, is niet alleen het pragtigfle Paleis van Spanje, maar ook  SrANJÈ EN PORTÜG. OpENB. gebouw. £7 ook misfchien van Europa, en word door de Spanjaarden niet ten onregte voor een der wonderen van de waereld aangezien. Dit paleis, het welk een klooster, kerk.akademie, bibliotheek, Koningklyk paleis, enz. te gelyk behelst, wierd door Koning PhiJippus den Uden gebouwd, ter gedagtenisfe van eene overwinning, door zyne troepen op de Franfchen, digt by ft. Quintin in Picardiën, in het jaar 1551, 0p ft. Laurens dag, behaald, ter eere van welken Heiligen de Koning een gelofte deed van dit pragtige gebouw te ftigten, in gevalle zyne troepen de zege behaalden. Het geheele gebouw maakt een groot vierkant, omtrent drie duizend voeten aan eiken kant, en beftaat uit een fraaijen gryzen fteen, uit eene nabygelegen berg gedolven , en zo wel gepolyst, dat men dien voor marmer zoude aanzien. De vensters van vooren, en in de pavillioenen aan eiken hoek zyn om en by ten getale van 1100; maar die binnen in het gebouw zyn begroot men op zo veele duizenden. De voornaamfle zyde, welke op het westen ziet, heeft drie fchoone deuren, voornamelyk die in het midden, door welke IX. Deel. G men  93 Tafereel van Natudr en Konst. men in de kerk gaat. Dit is een groot en fchoon gebouw, in den fmaak van de ft. Pieters kerk te Rome. Het is 364 voeten lang, 230 breed, en van eene evenredige hoogte; het gewelf, hetwelk uit fyn verguldfel en fchilderwerk beftaat,wordonderfchraagd door kolommen van deDorifche bouworde, welke het in zes ruime vleugels verdelen, met agt- en veertig kapellen en altaaren, behalven één zeer groot aan het oosteinde, 't welk boven alle befchryving fraai is. De tabernakel van het groote altaar is van porphier-fteen, met de punt van een diamant befneden; het zelve is gemaakt in de gedaante van een koepel, door agttien agaten kolommen onderfteund en verfierd met goud en fyne fteenen. Het altaar zelf is van een fyn zwart marmer; en agter het zelve is dc muur bedekt met een vierkant ftuk porphierfteen, waarin men de binnen zyde van de kerk zo duidelyk zien kan als in een fpiegel. Het is verwonderlyk de facristy te zien, gevuld met de klederen, bekers en andere kostlyke vaten en gereedfehappen , die tot dé kerk behoren. Hier is een groot getal beelden van Heiligen, enz. die zeer fraai gewerkt, en onder welken verfcheiden kleinen van goud en zilver zyn. Onder de fchilderyen , wel.  Spanje en Portdg. Openb. Geboüw. 99 welke men meer dan zestien honderd in getal rekent, zyn'erveele, welke zeer groot, en van de eerfte meesters uitgevoerd zynt Onder de groote kapel is een ruim en fchoon maufoleum, of begraafplaats voor de Koningklyke familie, welke plaats men Pantheon noemt, zynde een rond gebouw, op de wyze van het Pantheon te Rome. Men gaat tri het zelve neêr langs vyftig marmeren trappen, en de deur van het zelve is van koper verguld, en zeer keurig gewerkt. Het gewelf is geftreept met jaspis, tusfchen in gefpikkeld met kleene koperen plaatjes, en de vloer beflaat insgelyks uit vierkante jaspisfteenen, en uit marmer, dat een ftar in het midden maakt. Vlak tegen over den ingang is een foort van Kapel of Oratorium op de pragtigfte wyze, voornaamlyk een crucifix, dat met diamanten en andere fyne fteenen verfierd is. In het midden van dit fraai gewelf is een groote koperen kandelaar, onderfteund door engelen, en de vier Evangelisten, van het zelfde metaal; en in zes-en twintig nisfen, welke met de fraaifte ornamenten verfierd zyn, ziet men een gelyk getal lykbusfen van zwart marmer ftaan, der^tien of veertien van welken reeds gevuld G 2 zyn,  ioo Tafereel van Natuur en Konst. zyn, met de geftorven Koningen en Koninginnen van Spanje, en de andere wagten om de overblyffelen der volgende Monarchen te ontvangen. Wat de Koningklyke vertrekken , of 't geen men eigenlyk het Paleis kan noemen, betreft, men zoude een geheel boekdeel nodig hebben, indien men eene volledige befchryving van het zelve wilde geven , gelyk 'er reeds verfcheiden in de waereld zyn, die enkel over de fraaiheid van dit Paleis handelen: het zal daarom nodig zyn in het algemeen aan te merken, dat deeze vertrekken groot, ftaatig, op de pragtigfle wyze gemeubileerd, en met alles wat ryk of fraai is verfierd zyn; dat 'er over het geheel een groote verfcheidenheid is van marmer, jaspis, en andere fyne fteenen^ door de beste meesters en in den grootften fmaak befneden; en alle de zalen, galleryen, trappen, enz. met keurlyke fchilderyen behangen zyn , om niet van de fraaie behangfels, kostelyk goud-en zilverwerk en andere rykemeubilen te fpreeken. Het Klooster, in het welke twee honderd geestlyke broeders zyn, van de orde van ft. Jeronimus, beftaat uit vyf hoven of vier- kan-  Spanje en Portug. Openb. Gebouw. ior kanten, elk van welk verfierd is met een marmeren fontein. Het groote klooster, hetwelk 210 voeten in het vierkant heeft, is bevloerd met wit en zwart marmer, gelyk ook de gaanderyen in de tuinen binnen dit klooster; en in het midden van het zelve is een kapel, in de gedaante van een gewelf, aan alle zyden open, en onderfcbraagd door marmeren kolommen. Het refeftorie of de groote eet-zaal, waarin de monniken hunnen maaltyd houden, is zeer lang, en verfierd met fraaie fchilderyen en portretten, onder welke laatften 'er een is, verbeeldende Karei den Vden en Philippus den Ilden, die door Engelen ten hemel opgevoerd worden. Daar zyn verfcheiden ziekenplaatfen voor ongeflelde broeders van dit klooster, twee groote kamers om vreemdelingen te ontvangen, negen keukens, meer dan veertig kelders en fpyskamers van allerhande foorlen, onder den grond, en elf vaste regenbakken, die elk meer dan twee honderd tonnen water kunnen inhouden. Het Collegie, waarin een aanzienlyk getal fludenten op des Konings kosten onderhouden worden, is een zeer fraai gebouw, en C 3 dg  102 Tafereel van Natuur en Konst. de bibliotheek beantwoord in alle deelen aan het overige van dit edel en verbazend geliigt. Dezelve bevat eene fchoone verzameling van boeken, in alle taaien en in alle faculteiten , eene groote menigte manufcripten, in eene zeer goede order gefchikt; de kasfen, waarin zy geplaatst zyn, zyn net befneden, en van het uitgezogtfte hout in Spanje en de Indien. De vloer is fraai bedekt met marmer, de lambrifeering en het platfond is verfierd met keurlyke fchilderyen, verbeeldende de vrye konfien en wetenfchappen. De boeken, die omtrent 100,000 in getal zyn, ftaan geplaatst in vyf galleryen, de een boven de andere, en alle fraai befchilderd door Titiaan , en andere beroemde meesters. Maar om den leezer eenig algemeen denkbeeld van de verbazende grootheid van dit Paleis te geeven, moet men in aanmerking neemen het geen F. Francisco de los Santos zegt, die eene befchryving van het Eskuriaal heeft gegeven, in een dik ftuk in folio, dat men naamlyk meer dan vier dagen zoude werk hebben om alle de kamers en vertrekken flegts door te gaan; dewyl de lengte van & den  Spanje en Portug. Openb. Gebouw. 103 den weg drie- en dertig Spaanfche mylen gerekend word, het geen op 120 Engelfche mylen uitkomt; en behalven het getal der venders, het geen wy reeds, fchoon beneden het ware getal, begroot hebben, verzekert Alvarez de Colmenar, in zyne Delices de l'Efpagne, dat 'er meer dan veertiea duizend deuren tot dit gebouw behoren. Het Koningklyk Paleis van Aranjeuz, omtrent 30 mylen ten zuiden van Madrid gelegen , fchoon verre beneden het Eskuriaal in uitgedrektheid en fchoonheid van gebouw, overtreft het zelve egter zeer veel door zyne aangenaame tuinen en waterwerken , welke men hier in de hoogde volmaaktheid vind. Het is gelegen op een eiland door den droom van de Taag en de Xarama gevormd, en een brede vaart van de eene rivier tot de andere gemaakt. Een fraai terras loopt rondom de tuinen, welke zo wel met water uit de Taag voorzien worden, dat zy nooit ongemak van de hitte der zonne hebben, maar in een deeds duurenden daat van groenheid en bloesfems blyven. In 't kort, het groot getal van fraaije fonteinen, grotten, watervallen, belommerde wandelingen , zomerhuizen, en G 4 an»  *t>4 Tafereel van Natuur en Konst. andere verfierfelen van dit paleis, maken dit het aangenaaihfte verblyf in het Koningkryk, fchoon de Koningklyke familie haar meeste verblyf op het Eskuriaal houd. Te Madrid zyn twee Koningklyke paleizen : het eene ftaat aan de westzyde van dé ftad, en is een groot en pragtig gebouw, beftaande in verfcheiden binnen-hoven, met markten rondom, en eene groote menigte vergulde balkons, welke een fraai gezicht uitleveren. De Koningklyke vertrekken zyn zeer ryk gemeubileerd, en verfierd met fraaie tapyten, fchilderyen , borst- en ftandbeelden. Het andere paleis word onderfeheiden door den naam van Cafo de! Campo, en de Koning begeeft zich dikwyls derwaards in het heetfte van den zomer, om zich in koele fchaduwagtige plaatfen te ververfchen, welke de grootfte waarde aan deeze verblyfplaats byzetten. In het afhellen van een heuvel,digt by Madrid, is een fchoon en pragtig paleis, El bnen Retiro, of de goede fchuilplaats, genaamd , het welk zyn naam gekregen heeft omdat het cai plaats is werwaards de Koning zich dikwyls  Spanje en Portug. Openb. Geboüw. 105 wyls begeeft, om het hof-en ftadgewoel te ontwyken. Het is een zeer groot vierkant, van gebakken fteen gemaakt, en geflankeerd met pavillioenen op ieder hoek; het heeft een parterre, en een fontein in het midden van hetzelve. De vertrekken zyn groot en ftaatig, op de fraaifte en pragtigfte wyze gebouwd, en met uitgelezen fchilderyen verfierd. De tuinen hebben eene menigte fchaduwagtige wandelingen , vaarten, gragten, waterwerken en ftandbeelden; en alle de vermaakelyke verfcheidenheid , welke konst en natuur in ftaat zyn voort te brengen, om eene aangename verblyfplaats te vormen. Tusfchen het paleis Buen Retiro en de ftad Madrid, is een vermakelyke vlakte, aan beiden grenzende, door renen van populierbomen overfehaduwd, en met drie- en twintig fonteinen verfierd ; dit noemt men de Padro, waar de adel, en meest alle fatfoenelyke lieden des avonds in hunne koetfen of te paard een lugtje gaan fcheppen. Te Vallalodid is een Koningklyk paleis, het welk, fchoon oud,groot en pragtig gebouwd is; en te Toledo is een ander pragtig paleis, door Koning Alonzo den VIden gebouwd; G 5 maar  roö Tafereel van Natuur en Konst. maar een der grootfte byzonderheden van deeze foort in Spanje, is een oud Paleis en Kasteel te Granada, door de Moorfche Koningen geftigt. Dit uitgeftrekt en pragtig gebouw, hetwelk in goeden ftaat gehouden •word, ftaat op een heuvel, en heeft de vertooning van een kasteel, zynde omringd met een fterken wal, verfterkt met torens en bastions, en groot genoeg om een guarnifoen van veertig duizend man te ontvangen. Het beftaat uit verfcheiden plaatfen voor elkander, de eerfte van welke een edel en uitgeftrekt gebouw is, bevloerd met marmer, en verfierd met een fontein aan alle vier de hoeken, en eene fraaie gragt van welwater in het midden, van waar het water door pypen tot in de zalen en kamers van dit paleis geleid word: het geheel gebouw is van effen fteen, maar de muuren zyn aan den binnenkant overdekt met marmer, jaspis en porphierfteen; de lambrifeeringen zyn in verfcheiden kamers verguld, en in verfcheiden plaatfen van dit paleis vind men raadfelagtige figuuren en infcriptiën. Het fraaifte gedeelte van dit Koningklyk gebouw is een groot vierkant, El quadro de los Leonesgenaamd, rondom het welk eene gallery loopt, die door honderd  Spanje en Portug. Openb. Gebouw. 107 derd zeventien kolommen van wit marmer onderfteund word. In het midden van dit vierkant is een fraaie fontein, alwaar eene groote marmeren kom door twaalf leeuwenbeelden gedragen word; welke altoos water uit hun muil fpuiten. Aan dit paleis, en in het afhellen van den heuvel is een vermaakelyk park en tuinen; en de geheele plaats is een fraai gedenkteken van de grootheid der Moorfche Vorften. De Koning van Portugal had een paleis te Lisfabon, het welk een edel en fraai gebouw was, aan de oevers van de Taag gelegen, en pragtig gemeubileerd; maar dewyl dit paleis in de aardbeeving op den eerden November 1755 is ingezwolgen, houd het Hof tegenwoordig zyn verblyf te Villa Vitrofa, omtrent vyf-en twintig mylen ten zuid-oosten van Lisfabon, alwaar een fraai paleis is, met een fchoon park, dat tien mylen in den omtrek heeft. De ftad Padrono, een zeehaven in het Koningkryk Gallicië, tusfchen de rivieren Sar en Ulla gelegen, heeft een brug over elk van deeze rivieren , waar van men zegt dat de eene  io8 Tafereel van Natuur en Konst. re door Pompeus den grooten, en de andere door Julius Cefar gebouwd is. Alcantara, in de provincie van Estramadura, heeft een pragtige brug over de rivier Tajo, door den Romeinfchen Keizer Trajanus gebouwd: dezelve beftaat uit niet meer dan zes bogen, fchoon zy byna 600 voeten lang is; men begroot derzei ver hoogte 200 voeten boven het water. Te Badajos, in de provincie van Estremadura, is een fraaie brug over de rivier Guadiana, die uit dertig bogen beftaat, en meer dan 1500 voeten lang is; en te Merida, in de zelfde provincie, is eene andere pragtige brug over dezelfde rivier. Cordana, in Ahdalufie , heeft eene fraaie brug van zeventien bogen over de Guadalquivir, welke met verfcheiden ftaatige torens voorzien, en door een der Moorfche Vorften gebouwd is. Te Madrid is eene fchoone en pragtige brug over de Mauzanarez, door Philippus den Hden gebouwd, de brug van Segovia genaamd :  Spanje en Portuc. Openb. Gebouw. 109 naamd: VaNalodid heeft een fraaie brug over de rivier Pifuerga, en te Saragosfa zyn twee fchoone bruggen over de Ebro, de eene van fteen en de andere van hout, wordende de houten brug voor de fraaifte van dit foort in Europa gehouden. Te Coimbra, in Portugal, is een fraaie brug over de rivier Mondego, in eene dubbele rei bogen beftaande, den een boven den ander; en men rekent dat in de kleene provincie van Entre Minhoet Douro, in dit Koningkryk, niet minder dan 200 bruggen, van fraaie vierkante fteenen voorhanden zyn. In de ftad Madrid is eene vierkante plaats, Plaza Major of de Groote Plaats genaamd, welke 436 voet lang, en 234 voet breed is, geheel en al met bogen, op de wyze van Covent-Garden in Londen, beneden met open wandelplaatfen, waar men egter voor zon en regen befchut is. Tegen de bogen of pilaaren aan komen 136 fraaie huizen van agteren uit, met doorlopende reijen balcons, die de een tegen den ander aankomen, en allen naauwkeurig gelyk zyn, dewyl het niet één huis vry fiaat van de andere te verfchillen in de ge»  j io Tafereel van Natuur en Konst. gedaante van venfters, balkons of eenige andere byzonderheden, om de regelmatigheid van dit gebouw niet weg te nemen. Op deeze plaats worden de ftierengevegten en andere openbaare vertooningen te Madrid gehouden ; het is ruim genoeg om met alle gemak óo.ooo aanfchouwers te bevatten. Te Vallalodid is mede zulk een vierkant, met een markt in de rondte, naauwkeurig naar die van Madrid nagemaakt, beftaande uit vyf honderd bogen, en drie duizend vensters, die alle in het volle gezigt zyn, en honderd dertig fraaie deuren of poorten, waar door men in de huizen gaat, die hierin uitkomen. MERKWAARDIGE OVERBLYFSELS DER OUDHEID. Dewyl de Romeinen langen tyd meesters van Spanje geweest zyn, mag men natuurlyker wys verwagten nog eenige overblyffels van hen te vinden; ook zyn 'er behalven de oude gedenkftukken, waar van wy in het Voorige hoofdfluk gefproken hebben, nog verfcheiden overblyffels der Romeinfche oud*- heid  Spanje en Portug.Overbl, derOüdh. i i r heid in eenige gebouwen, welke men nog in fommige deelen van dit Koningkryk aantreft, fchoon men het misfchien de invallen der Mooren in Spanje en Portugal te wyten heb, be, dat wy niet meer byzonderheden van dit foort overig vinden. Daar is geen overblyffel der Romeinfche pragt in Spanje opmerkelyker of beter in zyn geheel gebleven, dan eene waterleiding te Segovie.door Keizer Trajanus gebouwd. Dezelve is van eene verbazende grootte, beftaande uit twee reijen bogen, boven malkander, welke het water in grooten overvloed door de ftad leiden, en niet alleen hier mede de huizen, maar zelfs verfcheiden fonteinen, en andere waterwerken, in de tuinen der vermogendfte in woneren van deeze ftad, voorzien. Dit gedicht is van groote fteenen gebouwd , en fchoon het reeds zo veel eeuwen gedaan heeft, is het nog hegt en fchoon, en heeft zeer zelden verbetering nodig. Te Madrid daat onder andere oude overblyffels nog een groot duk van een Eereboog, thans door de inwoneren van die plaats Boog van St. Jago genoemd; en te Tarragona zyn nog  112 Tafereel van Natuur en Konst.nog de ruïnen van fommige Romeinfche gebouwen, voornaamlyk van een amphiteater, voorhanden, die men gedeeltelyk tot het bouwen van een kerk, daar digt in de nabuurfchap, gebezigd heeft. Te Toledo vind men ook nog overblyffels van een zeer fraai Schouwtoneel. Men zegt dat 'er ten tyde der Romeinen een tempel in de ftad Lisfabon was, aan Minerva toegewyd, in welke eenige riemen, een roer, en een ftuk van het agterfteven van het fchip hong, welke men beweerde van het fchip van Ulisfes te zyn, den geineenden ftigter van de ftad en den tempel; en uit eenige oude gedenkftukken in de nabuurfchap van Cintra, niet ver van Lisfabon opgedolven , blykt het dat op een rots van den zelfden naam twee tempels geftaan hebben, een aan de zon, en een aan de maan toegewyd. Te Serubal , omtrent twintig mylen van Lisfabon, is een fraaie Romeinfche waterleiding. De wallen van Santarem, omtrent veertig mylen ten oosten van Lisfabon, wierden door de Romeinen gebouwd; en niette- gen-  Spanje enPortug.Overbl. derOddh. i 13 genftaande hunne groote oudheid, worden zy tot op deezen dag toe voor zeer fterk gehouden. Te Evora, in de provincie van Alentejo, heeft men verfcheiden gedenk/tukken met Romeinfche infcriptiën opgedolven; en te Villa Vitiofa, de tegenwoordige refidentie plaats van den Koning van Portugal, heeft men eene groote menigte Romeinfche munt gevonden, met verfcheiden infcriptiën daar op, waar uit blykt dat hier een tempel was aan Proferpina toegewyd. WETTEN, GEWOONTEN EN ZEDEN DER IN WONEREN. De Spanjaarden overtreffen in 't algemeen de Portugeezen in fraaiheid van geftalte en in verhevenheid van verftand. Deeze laatfte zyn ongemeen hooghartig en verraderlyk, zeer aan gierigheid en woekerzugt overgegeven, en wraakzugtig, kwaadaartig en wreed. Hetgemeene volk, zegt men, dat zeer aan het Melen overgegeven is: niettegenftaande ditmoet men zeggen dat zy zich in veelerhande gelegenheden als een dapper en porlogkundig volk gedragen hebben. Zy zyn met regt beroemd om hunne bedrevenheid in de zee- IX. Deel. H vaart,  ii4 Tafereel van Natuur en Konst. vaart, en om de veelvuldige ontdekkingen die zy beide in de Oost-en West.Indien gedaan hebben. Schoon wy dus onvoordeelig van hunnen geest en inborst gefproken hebben , is het hier even als in andere plaatfen waar, dat men fommige brave en geleerde lieden onder hen vind. De vrouwen zyn hier en in andere heete landen niet zo vrugtbaar als in kouder klimaaten; maar zy zyn hier en in Spanje zeer fchoon in haare jeugd, fchoon altoos eenigzins olyfkoleurig. Haare oogen zyn zeer zwart en fchitterende, en behouden haaren glans, na dat zy alle haare bekoorlykheden reeds verloren hebben. Het is hier zo wel als elders de mode dat de dames hun vel en geitel bederven met fmeerfels en waters : maar fchoon levendig en geestig hebben zy egter een teder gevoel van vröuwelyke eerbaarheid. Beide mannen en vrouwen maken zeer veel gebruik van brillen, niet zo zeer om hun gezigt te helpen, als om eene vertooning van wysheid en deftigheid te maken. De kleding der Portugeezen, even als die der Spanjaarden, plag voor nog zeer korten tyd geene verandering onderhevig te zyn, voornaamlyk onder de mannen; maar voor eenige jaaren zyn zy mede reeds begonnen de .  Spanje en Portug.Wett.Gew. enz. i i ƒ de Franfche modes te volgen. Wanneer dc vrouwen te voet langs ftraat gaan zyn zy "gewoon lange (luiers te dragen, welke haar hoofd bedekken en maar even haar aangezicht vry laten. De openlyke Godsdienst in Spanje en Portugal is de Roomsen Catholyke, federt dat de Mouren uit het land verjaagd zyn In Portugal zyn egter zeer veel heimelyke Jooden onder den adel, de bisfehoppen,de priesters, monnikken en nonnen, ja onder de inquififeurs zeiven. Nergens word egter de Roomfche Godsdienst met meer pragt en uitterlyke vertoom'ng beleden dan in Spanje, en nergens vind men minder waare Christenen. Hunne yver en hunne bygelovigheid is oneindig grooter dan in eenig ander Roomsch-Catholyk land, Portugal uitgezonderd. God en Jefus worden hier veel minder aangebeden dan de heilige Moedermaagd. Nergens heerscht de inquifitie onbepaalder, dewyl 'er geen onderdaan in deeze beide Ryken is, die niet voor het heilig geregtshof kan aangehaald Worden, om te onderzoeken of zy wel heïliglyk alle de inftellingen van de kerk van Rome onderhouden, en om hen in geval van H 2 ver-  ii6 Tafereel van Natuur en Konst. verzuim als ketters te ftraffen. Dit geregts. hof wierd in de twaalfde eeuw door vader Dominicus en zyne navolgers opgerigt, welke door Paus Innocent den lilden gezonden wierden, met bevel om de Catholyke Vorsten en volkeren te vermanen van de ketters uit te roeyen, naar hun getal en rang te vernemen, en een getrouw verhaal daar van naar Rome over te zenden. Hierom wierden zy Inquifiteurs of Geloofsonderzoekers genoemd; en dit gaf de geboorte aan dat vreeslyke geregtshof, het welk in Spanje eigentlyk en wel te Madrid thuis hoort, en het welk negen mindere geregtshoven onder zich bevat, namelyk dat van Seville, Toledo, Granada, Cordua, Murcia, Cuenca, Logrona, Lenera, en Vallalodid. De prefident in dit geregtshof te Madrid word de Inquifiteur Generaal genoemd, waarvan wy ftraks nader zullen fpreken. Deeze heilige regtbank heeft zich niets flegts door geheel Italië, Spanje en Portugal, maar ook door een groot gedeelte van Oost-en West-Indien uitgeftrekt. Dit duivelfche geregtshof neemt kennis van kettery, Jodendom, Mahometanendom, fodomie en veelwyvery, van tovery en de zwar- .  Spanje enPortug.Wett.Gew.enz. 117 zwarte konst, Godslasteraars, overlopers, meinedigen, bedriegers en fcbynheilige perfonen; en de geheele natie is zo bevreesd voor het zelve, dat de ouders hunne kinderen, de mannen hunne vrouwen, en de meesters hunne bedienden aan de officieren van hetzelve overgeven, zonder in het minst te durven tegenfpreeken. Op Saturdag niet te werken, of geen varkensvleesch te eeten, is genoeg om iemand als een Jood of Turk te doen aangrypen, van alle zyne goederen te beroven , en eindelyk te doen verbranden. De gevangenen worden een langen tyd gehouden, tot zy uit wanhoop hunne eigen befchuldigers worden, en de reden van hunne gevangenneming verklaren; want men zegt hun nooit welke hunne misdaad, noch welke hunne befchuldigers zyn; ook worden zy nooit tegen getuigen gehoord. Zo dra zy gevangen genomen zyn gaan hunne vrienden in den rouw, en fpreken van hen als dooden, hunne vergiffenis niet durvende verzoeken, op dat zy niet als medepligtigen opgeligt worden. Wanneer 'er geen fchaduw van bewys is tegen den vermeenden misdadiger, word hy losgelaten, na de wreedfle pynigingen en eene langduurige en vreeslyke gevangenis uitH 3 ge-  n8 Tafereel van Natuur en Konst. geftaan te hebben, en met het verlies van het grootfte gedeelte zyner goederen. Het vonnis tegen de gevangenen word openlyk en met eene zonderlinge plegtigheid afgelezen. In Portugal flaat men een theater op, groot genoeg om drie duizend perfonen te bevatten, in het zelve plaatst men een ryk altaar, en maakt 'er zitplaatfen aan beide zyden, in de gedaante van een amphitheater. Hier worden de gevangenen geplaatst, en tegenover hen is een hooge ftoel, werwaards zy één voor één opgeroepen worden, om hun vonnis van een der inquifiteuren te hooren leezen. Deeze ongelukkige menfehen weten welk een lot hen te wagten ftaat, door de klederen, welke zy dien dag aan hebben. Die geenen , welke in hunne eigen klederen verfchynen worden losgelaten, met betaling van een boeten : die geene, welke een Santo benito, of helder geel kleed zonder vlammen aanhebben , met een ft. Andries kruis voorzien, behouden hun.leven, maar verbeuren alle hunne goederen; die geenen, welke de gedaante van vlammen van rode fergie gemaakt op hun Santo benito genaaid hebben, zonder eenig kruis, .  Spanje en Portug.Wett.Gew.enz. 119 kruis, krygen vergiffenis, maar worden gedreigd verbrand te worden, indien zy weder misdaadig worden, doch die geenen, welke, behalven deeze vlammen, op hunne Santo benito hun eigen portret hebben, omringd met de gedaante van Duivels, worden veroordeeld om in de vlammen te derven. Indien een Jood voorgeeft een Christen en Roomsch-Catholyk te zyn, (terwyl hy wezenlyk een Jood is,) door de mis, de biegt, enz. by te woonen, of na bekeerd te zyn, of voor te geven van bekeerd te zyn, weder tot het Jodendom vervalt, en ontdekt word, maakt de heilige inquifitie zich meester van hem. In het eerde geval , afdand doende van hun Jodendom , worden zy veroordeeld tot eene ligchamelyke draf, of openlyke fchande, en krygen dan bevel om zich in den" Christelyken Godsdienst te laten onderwyzen. In het tweede geval, wanneer zy weder afgevallen zyn, of van hunne kettery geen afdand willen doen, worden zy zonder genade verbrand. De inquifiteurs, die geestelyken zyn, fpreken het doodvonnis niet uit, maar maken en leezen een ade, in welke zy zeggen dat de fchuldige, volgens zyn eigen bekendtenis, zulk of zulk een misdaad bedreven hebbenH4 de»  ï2o Tafereel van Natuur en Konst. de, met zeer veel tegenzin aan den waereldlyke regter word overgegeven, om naar zyne verdiendengedraft te worden; en ditgefchrift geeven zy aan dezeven regters, die aan de regter zyde van het altaar zitten, waarop deezen aandonds het doodvonnis opmaken en tekenen. De gevangenen dus in handen 'van den burgerlyken regter zynde, worden aanflonds met ketenen , en naar de criminele gevangenis geleid, en van daar in een uur of twee voor den waereldlyken regter gebragt, die, na hen gevraagd te hebben in welk geloof zy meenen te derven, het vonnis uitfpreekt, dat de zulken die zeggen in den Roomfchen Godsdienst te willen derven , eerst gewurgd , en dan verbrand; maar dat de zulken, die hun verfchillend geloof tot hunnen dood behouden, levende verbrand zullen worden. Hoedanig ook hun befluit zyn moge, zy worden aandonds naar de geregtsplaats vervoerd , alwaar zo veele daken opgerigt daan als 'er gevangenen verbrand moeten worden, met eene groote menigte droog ligt hout rondom hen. De daken van hen die in hunne kettery volharden, zyn omtrent vier roeden hoog, een kleine rand van boven heb< ben-  Spanje en Portug.Wett.Gew. enz. 121 bende voor de gevangenen om op te gaan zitten. De bekeerden en weder aigevallenen worden eerst gewurgd en dan verbrand, De anderen klimmen na den Haak langs een ladder op; en de priesters die by hen wagten, verlaaten hen eindelyk na verfcheiden verma-, ningen om in den boezem der kerk weder te keren, en zeggen dat zy hen voor den Duivel laten, die op hunne ellebogen zit, om hunne ziel te ontvangen, en in de vlammen van de hel te werpen. Hierop hoort men een groot geweld, en het volk fchreeuwt aan alle kanten: „ I-aat den hond gezengd worden", het welk men doet door heet brandende takkebosfen, aan dokken vastgemaakt, hen in het gezigt te (looien, tot dat zy in hun wezen tot een kool gebrand zyn, het welk met het luidrugtiglle vreugdefchreeuw vergezeld gaat. Eindelyk deekt men het hout onder aan den daak in brand; de vlam reikt zelden hoger dan het bankje, waarop die ongelukkigen zitten, zo dat zy van onderen eer gebraden dan verbrand worden; dit noemt men een Auto da Fé, of daad van geloof, en mag met regt het laatde bedryf van het inquifitie treurfpel genoemd worden. Het is een foort van feest of fchouwfpel, dat zo dikwyls vertoond H 5 word  122 Tafereel vanNatudr en Konst. word als 'er een genoegzaam getal van inquifitie-gevangenen van kettery overtuigd worden , het zy door hunne vrywillige of afgedwongene bekendtenis, of op verzekering van fommige getuigen; het is de fchrikkelykfte wreedheid van priesterlyke tiranny, en flrekt ten verwyte van de menfchelykheid zelve. De Inquifiteur - Generaal is een perfoon van groote magt, waardigheid en rang. Hyword door den Koning benoemd, en door den Paus bevestigd, en zit aan het hoofd van den bloedraad te Madrid, het voornaamfte van deeze geregtshoven, gelyk wy gezegd hebben; welke meer dan twintig duizend officieren in hunnen dienst hebben, als fpions en onderzoekers door geheel Spanje en de Indien verfpreid. Het Christendom is ongetwyfeld in Spanje zeer oud, en daar waren verfcheiden Christen bekeerlingen reeds ten tyde van Paulus, die in zyn brief aan de Romeinen van zyn oogmerk fpreekt om Spanje te gaan bezigtigen. Daar zyn agt Aartsbisfchoppen in Spanje, zeven in Amerika, en één in Afia, te Manilla. Ieder van welke Aartsbisfchoppen zyn onderhorige Bisfchoppen heeft. In Portugal is een Patriarch, ver- fchei-  Spanje enPor.tug.Wett GEw.ENz.1a3 fcheiden Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen. De Patriarch, heeft altoos den rang van Kardinaal, en.,is van het Koningklyke huis. De Aartsbisfchoppen hebben een gelyken rang met Marquifen, en de Bisfchoppen met Graven. De Portugeezeu hebben zo wel als de Spanjaarden ook Aartsbisdommen en Bisdommen in de andere waerelddeelen. De fommen, die de Paus hier uit kragt zyner voorregten jaarlyks ontfangt, gaan, zegt men, de inkomften van de kroon te boven, en dê Nuncii misfen nooit zich in een korten tyd te verryken. De Aartsbisfchop van Toledo, in Spanje, is altoos primaat, kanfelier van Kastilië, en, uit kragt van zyne waardigheid, geheime ryksraad. Men zegt dat hy jaarlyks een inkomen van meer dan een millioen Hollandfche guldens heeft. De Koning benoemt alle Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen, en federt den jaare 1753 zyn alle kleiner geestlyke bedieningen ook ter zyner begevinge. Hy heeft onlangs ook de magt gekregen om op alle geestlyke. bezittingen lasten te leggen, naar vereisch van zaaken. Schoon het gros der natie arm is, is de geestelykheid by uitnemendheid ryk, en- hunne inkomften van allerhande foort verbazende groot. De meeste  124 Taferêel van Natuur en Konst. te fteden en ftaten behooren hun toe, en ze zyn van alle lasten ontheven; egter is hunne gierigheid onverzadelyk, voornamelyk die der bedelmonniken, fchoon zy een gelofte van armoede doen. Men heeft eene naauwkeurige lyst van de jaarlykfche inkomften der Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen, die wy hier niet ongevoeg- ' lyk oordeelen volgens de orde van het alphabet in te voegen. Albavazin Almeria Astorga Avila , Badajoz „ Balbastro Barcelona Burgos Cadix Calahorra Canariaï Carthagena Ciudad Rodrigo Compostella dukaten 6000 6000 10000 20000 18000 8000 10000 40000 12000 18000 10000 24000 10000 60000 Cor-  Spanje en Portüg. Wett.Gew. enz, 125 dukaten Cordova , . . 40000 Corca . . . 20000 Cuenca . . . 50000 Girona . , . 3000 Granada . . . 40000 Guadix » . , 80oo Huesca . . , 13000 Jacca . . . 3000 Jaen . . ; 20000 Leon . , , 13000 Lerida , , . 1200a L"ge . . . . 10000 Malaga . . . 20000 Majorka . , . 20000 Mondonnedo . . 4000 Oreuze . . . i0000 Orchuela . . . 10000 Osma . . . 26000 Ovildo . , . I200Q Palencia . . , 24000 Pampelona . . 25000 Plazentia . . ; 40000 Salamanca ; , 24000 Saragosfa . . . 45000 Segorbia . . . I200O Segovia . . ', 24000  ia6 Tafereel van Natuur en Konst* S«viïïa Siguenza Salzona Tarracona Tarragona Teruel Toledo Tortofa Tuy Valencia Vallalodid Vigh Urgel Zamorra dukaten ióoooo 40000 4000 2ócoo 20000 12000 30000o 15000 ioooo 40000 15000 6000 9000 120000 i»3 85,000 Wanneer men dit aües byéen trekt, krygt men aan de enkele inkomften der Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen de fom van een millioen driemaal honderd vyf- en tagtig duizend dukaten. Hunnë koophandel,- die ook vry van alle lasten is-, is ook een ryk fonds voor hen: maar egter moet men in aanmerking nemen dat de order der Jefuiten, die deeze koophandel het meeste voordeel toebragt, onlangs uit  Spanje en Portuc.Wett.Gew. enz. i 27 uit deeze beide Ryken verjaagd, en alle hun. ne goederen beflagen zyn; het welk met de grootfte handigheid, geheimheid, en goeden uitflag beide in Europa en in andere landen tot deeze, kroonen behorende is uitgevoerd. Men dagt dat hunne invloed by het misleide volk zo groot was, dat geen Koning iets tegen hen zoude durven ondernemen. Schoon de Portugezen en Spanjaarden lieden van geest eu verftand zyn, kan men egter flegts weinigen vorderingen van hen in de geleerdheid verwagten, terwyl de geestlykheid hun uiterfte best doet, om hen in onwetendheid te houden, alle geleerde voorflellen als ketteryen verbrandende, en tegen den zetel der zanggodinnen als tegen de woonplaats des duivels, en de fchoole der helleuitvaarende, alwaar de duivel de ondeugden onderwyst. Daar zyn in Spanje en Portugal vier- en twintig Univerfiteiten, behalven een zeer groot getal akademiën, maar zy zyn alle zo gefield, en liggen onder zulk een dwang, dat zy nooit eene redelyke mate van ware geleerdheid zullen kunnen verkrygen. De inquifitie is zeer gereed om alles op te laten halen, het geen bedoelen mogt de oogen des volks te openen. Daar zyn zeer weinig drukkeryen in  128 Tafereel van Natdur en Konst. in Spanje, en de meeste boeken in die taal worden in andere landen gedrukt. De Portugeefche fpraak verfchilt niet veel van de Spaanfche: het Latyn is de grondtaal van beiden. Maar het Portugeesch verfchilt hier meer van, en is harder voor het oor dan het het Spaansch. Het Portugeesch word gefproken langs alle kusten van Afie cn Afrika tot China toe, maar vermengd met de verfchillénde talen, die daar oorfprongelyk gefproken worden. , Wat den Koophandel en de Manufa&uuren aangaat, de Spanjaarden zyn ver af van hier in zulk een goed figuur te maken als men zou verwagten. Het grootfte gedeelte van hunnen landbouw, manufaftuuren en handwerken , word door Franfchen uitgevoerd, voornamelyk in de beide Kastiliè'n en in provinciën die midden in het Ryk liggen,dewyl de inboorlingen, of te vadfig zyn om zich met zulke moeilyke, of te grootsch om zich met zulke veragtelyke bezigheden op te houden. Hierom keeren de Franfchen doorgaans met een goed fortuin weder naar hun vaderland. De voorname manufafluuren in Spanje zyn gewerkte ftukken zyde, wol, yzer, koperen au-  Spanje en Portug.Wett. Gew. enz. 120 andere metalen; maar deeze zyn oneindig gebrekkiger dan den ftaat tot welken zy gcbragt zouden kunnen worden : hier door gaat een groot gedeelte der Amerikaanfche fchatten in handen van buitenlandfche kooplieden over, welke hun met goederen voor hunne koloniën in het nieuwe waerelddcel voorzien. Het is egter zeker dat Spanje federt dat'er Vorsten uit het huis van Bourbon den troon beklommen hebben, zyne inkomften vermeerdert, zyne kragten te land en ter zee vergroot, en zich meer op manufaöuren en landbouw heeft toegelegd dan tevoren, in zeker opzigt die werkeloze logheid afgefchud hebbende, welke dit volk veragtelyk maakte in het oog van andere natiën: maar het zal nog een langen tyd aanhouden voor dat zy in ftaat zullen zyn om de behoeften van hun eigen land en die van hunne bezittingen in Amerika in eenen aanmerkelyken graad te vervullen. Spanje heeft eene ongemeene gefchikte ligging voor den koophandel; maar deszelfs meeste voortbrengfels worden door vreemdelingen uitgevoerd, uitgezonderd het geen zy zelf naar de Indien brengen; en wat dien handel zeiven betreft, zyn zy weinig beter dan faftoors van de Engelfchen, Fran• IX. Deel, I fchen,.  J30 Tafereel van Natüur en Konst. fchen, Hollanders, en Italiaanen. Het fmokr kelen, het welk te vooren zeer veel gedaan Wierd, houd, om zo te fpreeken, tegenwoordig geheel op. Sedert het jaar 1750 heeft men den uitvoer van het zilver toegeftaan, mits het uitgaande regt van 3 percent te betalen. Van het jaar 1735 tot 1756 hield men op vlotten en gallioenen te gebruiken, en de koophandel op Amerika wierd met register-fchcpen gedreeven; maar heden zyn deeze uit het gebruik geraakte vaartuigen weder in zwang gebragt. De Asfogue-fchepen zyn twee fchepen , die kwikzilver naarVeraCruz overbrengen , voor rekening van den Koning. Daar is eene kompagnie, die, by uitfiuiting van alle anderen, het regt heeft van op de Caraccas, en eene andere op Porto Rico, de baai van Honduras, de provincie Guatimalo, en het eiland Hispaniola te handelen. Maar men zegt dat de Spanjaarden het regt,dat zy Op een gedeelte van het laastgenoemde eiland hadden, aan de Franfchen hebben afgedaan, en volgens de laatfte vrede met Vrankryk en Spanje gefloten, hebben de Engelfchen vry. heid om Campechiehout in de baai van Honduras te kappen. Jaarlyks zeilt 'er een fchip, fomtyds twee, van Manilla, op het eiland van  Spanje en Portug. Wett.Gew. enz. 131 J van Luconia, een der Philippynfche eilanden, of naarAcapulco, in Mexico: hunne Ia1 ding, die aan de kloosters behoort, beftaat I in de voornaamfte noodwendigheden voor dat waerelddeel; maar dit fchip brengt in re» tour van Acapulca byna niets anders dan geI munt zilver en goud mede, en de lading be» | draagt doorgaans een ontzagchelyke fom, ge, lyk blykt uit den fchat in het Acapulca fchip, door Lord Anfon bemagtigd. Dit gallioen had aan boord een millioen driemaal honderd dertien duizend agt honderd drie- en veertig ftukken van agten, en vyf-en dertig duizend zes honderd twee- en tagtig oneen ongewerkt zilver, behalven eenige Cochenille en eenige weinige andere koopmanfehappen, boven al den buit van gewerkt goud , zilver en juweelen. Naderhand wierd het fchip zelf te Kanton voor zes duizend ftukken van agten verkogt. De ftad Manilla wierd in den laatften oorlog doordeEngelfchen ingenomen, onderden Generaal Droper en den admiraal Pokocke, en wierd door de Spanjaarden gerantfoeneerd; maar het rantfoen is na dien tyd nooit betaald geworden , ten minftcn flegts gedeeltelyk. In retour voor de manufacturen naar Amerika gezonden, ontvangen de SpanjaarI 2 den  132 Tafereel van Natuur en Konst,' den goud, zilver, cochenille, indigo, decacao of chocolaat - noot, campechie-hout, en andere fyne houten, fuiker, tabak, fnuif,en andere voortbrengfels van dat waerelddeel, dat ook het grootfte gedeelte van Europa en Afia met het zilver voorziet, het welk zy in hunne gallioenen overbrengen. Ten tyde der Mooren en Gotten, zegt men, dat Spanje tusfchen de twintig en dertig millioenen menfehen bevatte; terwyl 'er tegenwoordig niet boven de zeven of agt millioenen gevonden worden: en dit word onder andere redenen veroorzaakt door de grootschheid en luiheid der inwoneren, door gebrek aan manufacturen en goede inftellingen, verzuim der mynen en van den landbouw, het verdryven der Mooren, het bevolken van Amerika, zwaare belastingen, het groot getal kloosters, ee. ne verregaande wellustigheid, en hier uit noodwendig volgende onvrugtbaarheid der beide fexen. Hunne losbandigheid en onvrugtbaarheid word gedeeltelyk veroorzaakt door hunne levenswyze; want zy maaken een fterk gebruik van fpeceryen, en drinken zeer veel chocolade en Herken wyn, gemengd met brandewyn. De oorzaak van het gebrek aan volk in Spanje word ook gedeelte- . iyk.  Spanje en Pobtug.Wett.Gew. enz. 133 lyk veroorzaakt door deszelfs armoede; niettegenflaande dit, rekent men dat het Ryk jaarlyks, behalven andere forrjmen, boven de 26 millioenen (lukken van agten ontvangt; maar gelyk de meeste manufacturen, welke naar America verzonden worden, door Engeland, Vrankryk, Italië, en Holland geleverd worden, zo komen ook een groot gedeelte der fchatten, waar de gallioenen mede te rug komen, in handen der kooplieden van deeze natiën. Wat de Manufacturen in Portugal betreft, die zyn zeer gering,en befbaan voornaamelyk inzyden en wolle klederen, en eenig linnen; maar hunne buitenlandfche handel is zeer aanmerkelyk, voornamelyk met Engeland, welk Koningkryk een groot gedeelte van hunnen wyn, zout, buitenlandfche geryflykheden en vrugten overneemt, in retour voor hunne wollen manufacturen, waar mede de Portugezen hunne Afiatifche, Afrikaanfche en Amerikaanfche koloniën en onderdanen voorzien. Hunne plantagiën in Brafiliën zyn zeer veel waard, en verfchaffen hun goud, diamanten, indigo, koper, tabak, fuiker,gember, katoen, huiden, gommen, gedroogde I 3 me-  134 Tafereel van Natuur en Konst. medicinale planten, en verfcheiden foorten van fyn hout. Van hunne plantagiën in Afrika brengen zy goud, ivoor en Haven mede, om hunae fuiker- en tabak-plantagiè'n in Brafiliën te bewerken. Zy hebben nog verfcheiden volkplantingen in de Oost Indiën, maar van veel minder aangelegenheid dan de reeds genoemde, te gelyk met de Azores of Westeréilanden, Madera, en de Kaap Verdifche eilanden; maar een groot gedeelte van de koopwaren en rykdommen, van deeze verafgelegen landen mede gebragl , worden door de meeste nabuurige volkeren der Portugezen zeer getrokken, om de goederen die zy denPortugezen ter vervoering naar hunne koIoniën verfchaffen, daar tegen te vereffenen. Des Konings vyfde deel van het goud dat uit Brafiliën naar het vaderland word overgevoerd, bedraagt, jaar door jaar, meer dan drie millioenen, zo dat men den uitvoer van het goud uit Brafiliën, jaarlyks op meer dan vyftien millioenen Hollandfche guldens begrooten mag. Lisfabon is de grootfte haven In Europa, na Londen en Amfterdam. De Hollanders hebben de Portugezen hunne meeste volkplantingen in Afia en Afrika ontnomen. Of het door eenig kwalyk begrepen po-  Spanje en Portug.Wett. Gew. enz. 135 politiek oogmerk, door eenig volksvooroordeel , of eenige andere oorzaak bygekomen zy, is onzeker; maar de tegenwoordige eerde minister heeft, geduurende zyne bediering, alle gelegenheid waargenomen, om de Britfche faktoors en derzelver koophandel, in dit Koningkryk te plagen, mismoedig te maken en te onderdrukken. Dit gedrag fchynt te verwonderlyker, daar hetbedaan der natie zelf als een onafhangkelyke daat, zo langen tyd en zo dikwyls op de magtige befcherming van Groot-Brittanje gedeund heeft; het welk ook altoos in alle gelegenheden zich als een getrouw bondgenoot en edelmoedig vriend heeft gedragen. Indien de voordeden, door den koophandel tusfchen deeze beide natiën behaald, niet wederzyds waren, zoude dit gedrag eenigzins verfchoonlyk fehynen; maar het tegendeel is ongetwyfeld getoond, door de groote voorkeur die Engeland zo langen tyd aan de Portugefche vvynen gegeven heeft, voor welken zy geen andere marktplaats konden vinden, en gevolgelyk de derke vertiering die zy van dezelve in Engeland gemaakt hebben. Veelen, en niet zonder reden, hebben zich verwonderd over de ongevoeligheid van het I 4 Brit-  >30 Tafereel van Natuur en Konst. JMrfche ministerie, dat zo langen tyd de me nigvuldige mishandelingen, beledigingen en onwaardigheden verdroeg, welke de Brit fche kooplieden zo dikwyls in dit Ryk zyn aangedaan, en niet mineer over de vermetelhe.d van den Portugefchen minister, die Wh dorst blootnellen aan de verontwaardiging van eene natie, welke zich zelve zo gemakkelyk en 20 ftreng reg[ Men betaalt in Spanje met realen, en maraved.es de plata, welke een ingebeelde munt m v,er-e„ dertig marnvedies worden op een reaal gerekend, het welk omtrent een zesthalf Hollands geld bedraagt. De gouden punten zyn pistolen of doubions, omtrent 34 Hollandlchefchelhngen waardig; dubbele! vierdubbele, halve en vierde pistolen. De -ivercn munten 2yn realen, wat minder dan een feheümg Hollands geld waardig, pias. rers of ftukken va, agten, die omtfenc een ryksdaler waard zyn, benevens halve e« kwart nukken van apen, maar deeze J ,eerzeldz,am. Zy hebben ook klein koper! geld, kwarten en otfaven genaamd, Jht «nzeoudehalveüuiverseuoortjes. DeSpaan- fche  Spanje en Portug. Wett.Gew. enz. 137 fche eskudos, of kroonen en dukaten, zyn ingebeelde munten, en beide omtrent drie en een halve gulden Hollands geld waardig. Daar zyn ook ingebeelde piasters en pistolen. In Portugal betaalt men met een foort van munt, rees genaamd, en met crufadoes, waar van de oude aan 400, en de nieuwe aan 408 rees gelyk zyn : maar dit zyn ingebeelde munten. De zilveren munten zyn een vintain, waarvan een gelyk is aan 20 rees; een reaal aan 40, een halve festoen aan 50, en een geheele aan 100. De gouden munten zyn de moedas of moïdores, gelyk zy meest genoemd worden; en de Johannesfen en derzelver onderverdeelingen. Honderd rees zyn even veel waard als 18 Huivers. Nicttegenftaande het Portugefche geld in zulk eene menigte naar andere landen vervoerd word, is egter de uitvoer daar van op levensftralfe verboden. Wat de conltitutie van Spanje betreft, het is tegenwoordig een volftrekt erfelyk Koningkryk , alwaar de vrouwelyke linie by gebrek van mannelyk zaad opvolgt. De Koning I s telt  138 Tafereel van Natuur en Konst. telt in zyn tytel de meeste provinciën op, die hy nog bezit, of waar van hy bezitter geweest is. Als men van hem fpreekt word hy gemeenlyk zyn Catholyke Majefteit, of de Catholyke Koning genoemd. De Erfprins voert den tytel van Prins van Asturiën, en de andere Koningklyke kinderen, zo Prinfen als Prinfesfen , worden Infanten genoemd. De Koningen van Spanje worden nooit gekroond ; zy fchynen de magt te hebben om over de kroon te befchikken, ten voordeele van wat tak der Koningklyke familie zy verkiezen, waar van men een voorbeeld heeft gezien, toen Karei den Ilden zyn kroon aan den Hertog van Anjou overgaf. Voor de beftieriug van het gouvernement en der geregtshoven, zyn hier verfcheiden raadkamers en tribunalen; als de junta, of kabinets raad, de geheime raad, de krygsraad, de raad van Kastiüiën, de Inquilitie of bloedraad, de raad van Indien, de zeven Koningklyke geregtshoven, enz. Sedert het begin der zeventiende eeuw, en de regeering van Philippus den lilden, hebben de cortes of parlementen van dit Koningkryk opgehouden. De hooge adel beftaat bier uit Graven, Marquifen en Hertogen. De Grandes, die den VOOï-  Spanje en Portüc.Wett. Gew. enz. i 39 voorrang boven alle de anderen hebben, na den Koning en de Koningklyke familie, worden uit deezen benoemd. Zy hebben het voorregt van in 's Konings tegenwoordigheid met gedekten hoofde te verfehynen, die hen in zyne brieven den tytel van doorlugtig geeft; en wanneer hy tot of van hen fpreekt, hen hunne Emenencies noemt: maar behalven de Grandcs zyn 'er anderen, die in tegenwoordigheid van den Koning zich ook dekken mogen, als Kardinaalen, Aartsbisfchoppen , Nuncii, de Groot-meester van Malta, de Generaals van de order van ft. Dominicus en ft. Franciscus, Ambasfadeurs van gekroonde hoofden, de Ridders van het Gulden-vlies, en van de drie krygsorders van ft. Jacobus, Calavata, en Alcantara, wanneer de Koning, in hoedanigheid van Groot - meester, hunne refpeótive kapittels bywoont. Geen Grande kan om eenige misdaad geapprehendeerd worden, dan door de uitdrukkelyke order van den Koning, en behalven dit hebben zy verfcheiden andere voorregten. De kleine adel noemt zich zelve Cavalleros en fiidalgos. Wat de conflitutie van Portugal betreft, het zelve is een volftrekt erfelyk Koningkryk. Oud-  140 Tafereel van Natuur en Konst, Oudtyds zyn zo wel hier als'in Spanje cortes of parlementen geweest; maar zy hebben reeds federt langen tyd hun deel in de regeering verloren. Voor de beftiering van het burgerlyk gouvernement is 'er een raad van ftaten, en verfcheiden fecretarisfen; voor de zaken, het oorlogsdepartement betreffende, een krygsraad; voor de inkomften van het Ryk een finantie-kamer; en voor de bediening van het regt verfcheiden hooge regtbanken, met mindere onderhorigen onderhen, in de verfcheiden diftriéten, in welken het Koningkryk verdeeld is. De fteden hebben hunne byzondere geregtshoven. De uitwyzing der juftitie-hoven worden geregeld naar het Roomfche regt, de Koningklyke ediclcn, het jus canonicum, en de Pausfelyke bullen. De adel is zeer talryk, en verfcheiden onder denzelven zyn afftammelingen van natuurlyke zoonen van den Koning. Zy worden in groten en kleinen adel verdeeld. De hooge adel beftaat in Hertogen, Marquifen, Graven, Markgraven en Baronnen, die ook Grandes zyn, maar van verfchillénde klasfen; men ftaat hen toe zich in tegenwoordigheid van den Koning te dekken, zy hebben den tytel van Don, en zy trekken een jaarlyks pen- fioen  Spanje enPortug.Wett.Gew. enz. 141 fioen uit de Koningklyke fchatkist, om hen in flaat te (lellen hunne waardigheid te beter op te houden: de Koning geeft hen den tytel van doorlugtig in zyne brieven, en behandelt hen als Prinfeu. De zoonen van een Hertog zyn ookGrandes, en deszelfs dogters hebben den rang van Marquifinnen. De lager adel, waaronder byna alle fatfoenelyke lieden zich rekenen, noemt men Hidalgos, het welk flegts zo veel als hier Mynheer betekent, en zy mogen zich den tytel van Don niet zonder des Konings uitdrukkelyke toeflemming aanmatigen. Van alle de Ridderorders in Spanje is de Ridderorde van het Gulden Vlies de voornaamfte, welke in den jaare 1430 door Philippus den goeden, Hertog van Bourgonje, wierd ingefteld, en die nu dc Koningen van Spanje en het Huis van Oostenryk gemeen hebben. De orde van ft, Jago de Compostello wierd in den jaare 1175 door Ferdinand, Koning van Leon, ingefteld. De orde van Calavatra is zyne geboorte aan Sancho den lilden van Kastiliën verfchuldigd. Ferdinand den Ilden, Koning van Leon, heeft de orde van Alkantara geftigt. De drie laatstgenoemde or-  142 Tafereel van Natuur en Konst. orders hebben groote kommanderyen of Haten, die tot ben behooren. De meesters van dezelvcn waren eens zo vermogende, dat zy het gezag van den Koning over hen durfden betwisten; waarop de Koning zich zelf door den Paus Groot - meester van deeze orders liet maken, op dat zy zich niet langer voor onafhangkelyk van den Haat mogten aanzien. De ridders van deeze drie orders worden voor edellieden gehouden. In Portugal heeft men de Ridderorders van Christus, het teken van welke een rood kruis binnen een wit kruis is; het getal der kommanderyen van deeze ridders bedraagt 444. De orde van den heiligen Jakobus; het teken is een rood kruis, in de gedaante van een kroon; een groot getal Heden cn kommanderyen behoren tot deeze orde. De orde van Avis, welker teken een groen kruis is, in de gedaante van een leiy, en het getal der kommanderyen is 49. Schoon deeze orders van Godsdienflige inflellinge zyn, mogen de Ridders egter trouwen. Eindelyk de orde van H. Jan, welke ook veele kommanderyen heeft. In  Spanje enPortug.Wett.Gew. enz 143 In de laatfte eeuw beliepen de inkomften van Spanje 16 of 17 millioenen, maar by den dood van Karei den Ilden waren zy zodanig verminderd, dat zy niet meer dan 7 of 8 millioenen bedroegen. Tegenwoordig worden de inkomften der Spaanfche kroon, uit Spanje zelf gerekend, op vyf of zes millioenen Hollandfche guldens, behalven het geen dezelve van Amerika trekt. De zilvermynen zyn daar onuitputbaar, en een vyfde gedeelte van derzelver voortbrengfelen behoort den Koning. De fchattingen zyn in Spanje menigvuldig en zwaar. De landtroepen rekent men in vredetyd op agttien duizend , en moeten in tyd van oorlog talryker zyn, Hunne zeemagt beftaat tegenwoordig in omtrent 40 oorlogfchepen, fregatten en quebekken. Verfcheiden hunner oorlogfchepen worden nu in de Havana, en van cederenhout gebouwd. Wanneer de Engelfchen in den laatften oorlog de Havana innamen, vonden zy 'er verfcheiden van dit hout famengefteld. De inkomften der Portugefche kroon zyn federt de ontdekkingen der Brafiliaanfche mynen zeer aanmerkelyk; maar het is on- mo-  144 Tafereel vanNatcür en Konst. mogelyk dezelve naauwkeurig te bepalen, Sommigen hebben gezegd dat.zy, vry van alle onkosten en penfioenen, meer dan drie millioenen Hollandfche guldens beliepen ; anderen (lellen dezelve zeer veel kleiner. Dit is ten minden zeer zeker, dat de inkomende regten en andere imposten verbaasd hoog lopen. Behalven de Koningklyke domeinen, zyn de erfelyke daten van het huis van Braganza, de monopolie der Brafiliaanfche (huif, de munt, het geld dat uit de verkoop der indulgencies, die door den Paus vergund worden, voortkomt, het vyfde gedeelte van het goud, dat uit Brafiliën word overgebragt, de pagt der Brafiliaanfche diamanten, de groot meesterfchappen der ridderorders, benevens nog veele andere dingen, ryke bronnen, welke ontzagchelyke fommen gelds opbrengen. De krygsmagt der Portugezen, te water en te lande, is egter niet zeer aanmerkelyk, hunne landtroepen zyn de flegtde van geheel Europa, en hunne zeemagt heeft zeer weinig te beduiden. Portugal zoude zeer g^maklyk door de Spanjaarden kunnen veroverd worden, indien het niet onder de befcherming van Engeland dond. Wat  Spanje en Portitg.Wett.Gew. enz. 145 Wat de taal der Spanjaarden betreft, dezelve gelykt, vooral in Kastilliè', daar zy 'let zuiverde gefproken word , meer dan eenige andere taal in Europa,naar het Latyn, vermengd met Arabifche woorden en uitgangen, door de Mooren ingevoerd. In fommige provinciën is de gemeene taal eene verbastering van het oude Fransch, of liever Gaskonsch, het welk zeer weinig in de andere provinciën verdaan word. Het gemeene volk, zegt men, dat in Biskaije een verbasterd Gottisch of Celtisch fpreekt, het welk eenige overeenkomst met het Waalsch en Iersch heeft. Wat het karakter der Spanjaarden betreft, het ontbreekt hun niet aan lust ■of bekwaamheid, gelyk wy meermaalen te kennen gegeeven hebben, voor de wetenfchappen, maar zy hebben naauwlyks eene ^oede gelegenheid , om waare geleerdheid of kennis, ten minden in hunne fchoolen en -univerfiteiten, te verkrygen. Zy worden met verwondering, om hunne geheimhouding, ftandvastigheid, deftigheid, geduld in tegenfpoeden, en getrouwheid, befchouwd. Men zegt ook dat zy zeer (lipt zyn om hun woord te houden, groote vyanden van loogens, matig in eeten en drinken, en zo naauwkeurig IX. Deel, K 2 Tafereel van Natuur En Konst»; in den ouderdom van 85 jaaren, na 52 ge• regeerd te hebben. Romir de Me, zoon van Vermond, was in 843 zyn opvolger. De Giaaf Nepotianus Hond tegen hem op, hy overwon hem , en liet hem de oogen uitfteeken. Hy had het zelfde voordeel op de Mormannen , die hem aantastten, en gedwongen waren te vlugten, Hy ftierf te OWédo, na eene regeering van 26 jaaren , laatende zyn zoon Ordogno tot zyn opvolger, in 850. Ordogno de Ifte was gelukkig in het be-> gin van zyne regeering, en ongelukkig op het einde. Hy verfloeg Mufa , wiens wapenen vreeslyk waren ; Mahomet , Koning van Cordoua, die hem met een magtig leger kwam aantasten , had het zelfde«lot als Mufa, maar Mahomet kwam in 't volgende jaar weder re velde , en was overwinnaar. Ordogno regeerde 12 jaaren , en ftierf te Oviédo. Alfonfus de lilde, zyn oudfte zoon, volgde hem in 863 op, zyn moed deed hem den bynaam van den grooten verwerven. Ee-  Spanje enPoriug.Staatsverander 193 Eenige oproerigen wilden zig zyner heerfchappy unttrekken, maar hy dwong ze met de wapenen tot hunnen pligt weder te keeren. De Mooren , die met een magtig leger waren overgekomen, zig verbeeldende dat de omftandigheid dier verdeeldheden hen gunftig zoude zyn , wierden geflagen. Hy regeerde48 jaaren. Die regcering duurde zyne kinderen te lang, die van begeerte brandden om zeh e het oppergezag te voeren. Om de nadeelige gevolgen hunner onverduldigheid voor te komen , verdeelde hy zyne Staaten onder hen, en gaf aan Don Garcicis de Koningryken van Leon, van Oviédo, en van Kastilië, en aan Don Ordogno Galicie, en dat gedeelte van Luiitanie, dat hem behoorde. Garcicias regeerde, zonder zig in eenigopzigt te onderfcheidcn, ftierf na verloop van 3 jaaren, en zyne Staaten gingen in 913 over aan Ordogno. den Ilden. Deeze zag zig dan bezitter van de Staaten , welken Alfonfus de groote beflierd had. Hy. vestigde zyn verblyf te Leon. Van daar, dat hy en zyne opvolgers den tytel van iX. Deel. N Ko-  194 Tafereel van Natuur en Konst. Koning van Leon voeren. Hy leverde den Mooren verfcheidenmaalen flag, en met vry veel voorfpoed, zo men daar van uitgezonderd de overwinning, welke de Mooren op hem, en op den Koning van Navarre, zyn bondgenoot, in de valei van Junquera behaalden. Hy ftierf in 924, na tien jaaren geregeerd te hebben. Zyn dood wierd weinig betreurd, om dat hy de Graaven van Kastilië onregtvaardig had doen fterven. Froila de Hde maakte zich in 924 meester van den troon, die aan zyn neef behoorde. Hy had het ongenoegen van Kastilië het juk zyner heerfchappy te zien affchudden, en de gedaante van eene Republikeinfche regeering te zien aannemen. Hy regeerde een jaar en eenige maanden, en ftierf aan de melaatschheid, het geen hem den bynaam van melaatfchen heeft doen geeven. Alfonfus den IVden, zyn neef, wierd in 925 met het opperfte gezag bekleed. Wel verre van zich toe te leggen om de Kastiliaanen tot hun pligt te doen wederkeeren, liet by hen integendeel zich uitbreiden,, en grooter worden door hunne veroveringen. Hyftond de  Spanje en Portug.Staatsverander. 195 de kroon aan Ramirus, zyn broeder, af, en begaf zich in een klooster. Kort daarna wilde hy denzelven weder beklimmen, maar Ramirus deed hem de oogcn uitfleeken, en zond hem naar zyn klooster te rug. Hy regeerde flegts 6 jaaren. Ramirus de Ilde onderfcheide zich in de oorlogen, welke hy tegen de ongelovigen voerde. Op het einde zyner dagen kreeg hy fmaak in eene geheel ftrydige levenswyze. Hy begaf zich in een klooster, na agttien jaaren en eenige maanden geregeerd te hebben. Ordogno de lilde volgde in 950 aan Ramirus op. Hy had tevens den Koning van Navarre, den Graaf van Kastilië, zyn fchoonvader, en Don Sanche, zyn broeder, te beftrydcn; zyne dapperheid verydelde hunne ontwerpen. Hy trok vervolgens tegen de volkeren van Gallicie, die tot Don Sanche overhelden, en bragt hen te onder. Hy drong door tot in Lufitanie, en veroverde Lisfabon, dat geplonderd wierd. Deeze Vorst, zulk een goed ftaatkundige als groot oorlogsman, wist de gevoelens van bnat, waarvan hy bezield was, ter zyde te (lellen. Hy hielp N 2 den  196 Tafereel van Natudr en Konst. den Graaf van Kastilië, met een vermogenden onderftand, om tegen de Mooren op te trekken, welke hy verfloeg. Ordogno zou deeze voordeelen niet verwaarloosd hebben, maar de dood nam hem weg, in 955, na eene regeering van vyf en een halfjaar. Sanche, de Me van dien naam, bygenaamd de dikke, was een zoon van Ramirus den Ifden. Door Ordogno, bygenaamd den kwaaden, van den troon géjaagd, wist hy daar met de wapenen in de vuist weder op te klimmen. Het vergif, dat men hem ingaf, brak zyn leven af. Hy regeerde twaalf jaaren. Ramirus de Ilfde was nog geen vyf jaaren oud toen hy zyn vader, in 967 opvolgde. Zyn moei, Elvire, en de Koningin moeder, regeerden voor hem. De Graaven van Gallicie, van Leon, en van Kastilië, moede van onder vrouwen te buigen, erkende Vermond, zoon van Ordogno den lilden, voor Koning. Ramirus,die haast meerderjaarig was,trok tegen Vermond en zyn aanhangers op, en verfloeg hen. De ongeloovigen maakten gebruik van die verdeeldheden, en wonnen grond. Ramt.  Spanje en Portug.Staatsverander.iq? mirus ftierf in 982, na eene regeering van 15 jaaren. Vermond de Ilde wierd door den dood van Remirus meester des Koningkryks. Het begin van zyne regeering was niet gelukkig. Almanzor behaalde verfcheiden overwinningen op hem. De Mooren belegerden de ftad Leon en verfcheiden andere fteden, die ingenomen en geplonderd wierden. Het geluk der Mooren was egter van geen langen duur. De ziekte vernielde het grootfte gedeelte van hun leger, en Vermond verdelgde het overige door het ftaal. Hy regeerde 17 jaaren, en ftierf in 999. Alfonfus de Vde volgde zyn vader Vermond den Uden als Koning van Leon op. Onder zyne regeering waren de Mooren onder malkanderen verdeeld; hy deed daar zyn voordeel mede, hernam de ftad Leon, en herftelde de vestingen. Hy tastte de Mooren aan, naar de zyden van Portugal, en wierd daar, in de belegering van Vifeu, met een pyl gekwetst, daar hy aan ftierf, na 28 jaaren geregeerd te hebben. N 3 Ver-  ïo8 Tafereel van Natuur en Konst. Vermond de IJlde, zyn zoon, beklom, nog jong zynde, in 1028 den troonen regeerde vreedzaam. Hy trouwde de jongde dogter van Don Sanche, Graaf van Kastilië, en wilde zyne zuster Donna Sanche ten huwelyk geeven aan den jongen Graaf van Kastilië, zjn fchuonbroeder; maar deeze wierd van fchurken, door de kinderen van Vela omgekogt, vermoord. De moordenaars en derzelverrfiedepligtigen wierden met den dood geit ra ft. Kastilië verviel hierdoor weder tot den Koning van Navarre, om dat zyn gemalin een zuster was van den jongen vermoorden Graaf. Vermond kon- Kastilië én Navar. re niet zonder nayver onder hetzelfde hoofd vereenigd zien. De Navarreesch meende die gevoelens te zullen dooven, door toe te ftaan in het huwelyk van Don Ferdinand, zyn tweede zoon, met Donna Sanche, weduwe van den Graaf Don Garcias, eenige zuster des Konings Vermond. Dit huwelyk bezorgde flegts een korte vrede. Don Sanche, Koning van Navarre, fiierf, en aanflonds verklaarde Vermond den oorlog aan Ferdinand, zyn zoon , Koning van Kastilië geworden • deeze vereenigde zyne kragten met die des Konings van Navarre, zyn broeder. Vermond word aan-  Spanje enPortug.Staatsverander.I99 aangetast in de vlakte van Tamaron, en verliest daar het leven. Ferdinand nam Leon in, en deeze verfcheiden uitkomften deeden Kastiliën, en het Koningkryk van Leon in het huis van Navarre overgaan. Vermond regeerden agt jaaren. Ferdinand, bygenaamd de groote, ter oorzaake zyner zeldzaame hoedanigheden, beklom den troon van Vermond den lilden door overwinning, en by opvolging tevens. Verfcheiden maaien vatte hy de wapenen tegen de Mooren op, en even dikwyls verfloeg hy hen. In 1040 ondernam hy de belegering van Combra, en dwong de ongelovigen om hem de plaats over te leveren. Hy verdeelde zyne ftaaten tusfchen zyne drie mannelyke kinderen, om dezelve onafhangkelyk te bezitten, en 'er .zo veele afzonderlyke Koningkryken van te maaken. Don Sanche had Kastilië, daar onder begrepen het geen de Navarrers, na deu dood van den Koning Garcias, was afgenomen. Alfonfus had hel Koningkryk van Leon,met het grondgebied van Campos, en een gedeelte van Asturiën. Don Garcias had Gallicie, met het geene zyn vader op de Mooren, in Lufitanie, veroverd had. N 4 Fer"  20o Tafereel van Natuur en Konst. Ferdinand de groote leefde en regeerde tot "'den ouderdom van zestig jaaren. De nayver verdeelde welhaast de drie Vorften. Sanehe de ,1de,de oudfle broeder, vwerd omgebragt, Don Gareias gevangen ge- e d ftaatenvanPerdinafdgSnt JoTjCnV'd'n0 er- Die Vorst LaktPe ^rooteverovermgen, en ontnam den Aiooren JanT ftad' de munnik Ber- ^ t hof «et was daar, dat Alfonfus de Ude ft.erf, na 44 jaaren geregeerd, en i7 maanden gekwynd te hebben. Alfonfus de VUIfte, Koning van A -g Z.c ,n II09 meester der Staaten van AU fonlus den Viden, uit kragt va" ^ne gemalin d»e een dogter was van den la.astgenoemden.Diê gemalm deed hem de voordeelen , welke hem deeze verbil]dtenis ^ ^ ,f a iee" ^oorzaakte hem meer kwelling dan •"ede oorlogen, welke hy te voeren had. Ha.- ongebonden leven verpügte hem tot twecreizenomhaaroptefli.ten< Wt de gevangenis te ontkomen, en de Bi* Moppen en de„ paüs . j haar be]ai^e|i ^ bren-  Spanje enPortug.Staatsverander 201 brengen; haar huwelyk wierd verbroken, en na deeze egtfcheiding ftelde zy zich in bezit van Gailicié'n, dat haar behoorden, en de Infant, dien zy uit haar eerfte huwelyk met Raymond, Graaf van Bourgonje had, beftierde Kastilië. Alfonfus was een groot oorlogsman, en een volmaakt Vorst. Zyne wapenen waren bvna altoos zegepraalende tegen de Mooren, Hy was aan 't hoofd zyns legers, toen hy den 7den September 1134 fncu-velde. Na zynen dood viel Navarre aan Don Garcias, zoon van den Prins Ramir, en Arragon aan Ramirus, munnik te Saint Pons, ten deel. Deeze zich meer gefchikt vindende voor het klooster, dan om de uit-geftrekte pligten eens Konings te vervullen, betrouwde de regeering van zyn Koningkryk aan Raymond Beranger, den vierden van dien naam, Graaf van Barcelone, en volgde zyne roeping. Garcias, Koning van Navarre, viel op de jagt van zyn paard, brak een been, en ftierf in 1148; zyn zoon Sanche volgde hem op. Alfonfus de VUIfte, Koning van Kastilië, N 5 ' ZOün  202 Tafereel van Natuur en Konst. zoon van Raymond, Graaf van Bourgonje, en van Urraka, deszelfs gemalin, kleinzoon van Alfonfus den VIden.was een Godsdienftig Prins, zonder gemaaktheid; regtvaardig, zonder al te geftreng te zyn , en driftig voor den roem van zyn ftaat. In den beginne had hy Garcias en Ramirus aangetast, maar in 't vervolg liet hy hunne ftaaten in rust. Hy trok tegen de Mooren naar Andaloufie, alwaar de overwinning hem volgde. Toen hy naar zyn Koningkryk te rug dagt te trekken, ftierf hy te Freneda, den 2often Augustus 1157, in den ouderdom van 51, en na eene regeering van 35 jaaren. Hy verdeelde by zyn leven zyne ftaaten tusfchen zyne twee zoonen ; Sanche, zyn oudfte, had de beide Kastiliè'n, en Ferdinand het Koningkryk van Leon en van Galliciën. Sanche de lilde was naauwlyks meester van Kastilië, of hy wierd door de Mooren aangevallen. De vrees, dat de ftad Calatrava eerlang onder de magt der ongelovigen vervallen zoude, bragt den fchrik onder de Tempeliers, die dezelve bewaarden. Twee religieufen booden aan dezelve te verdedigen. In erkentenis van deeze edelmoedigheid  Spanje enPortug.Staatsverander.2C3 heid vergunde men hen eene krygsorder in deeze ftad te ftigten, bekend onder den naairi van Ridders van Calatrava. Sanche beloofde eene gelukkige regeering, maar dezelve duurde flegts een jaar. Die Vorst ftierf in 1158, in den ouderdom van 23 jaaren. Zyn zoon Alfonfus de IXde, gezegd de goede en de edele, volgde hem in 1158 op. Ferdinand van Leon, en de Koning van Navarre, maakten gebruik van zyne minderjaarigheid, om een gedeelte zyner ftaaten te overweldigen. In vervolg van tyd kreeg hy verfcheiden fteden, die hem ontnomen waren, weder, met uitzondering van die, welke de Koning van Leon had weggenomen. Hy behaalde verfcheiden voordeden op de ongelovigen, terwyl Alfonfus de groote, Koning van Portugal, hen insgelyks fterkdrong. Deeze laatfle ftierf in Ï185, betreurd van allen die de deugd waardeerden. Hy regeerde 73 jaaren. Ferdinand van Leon overleefde den Koning van Portugal geene drie jaaren. Hy had een verdrag gemaakt met den Koning van Navarre, en met zyn neef Alfonfus den IXden, by  204 Tafereel van Natodr en Konst. by het welk men regelde, aan wien deplaatfen, welken men den Mooren ontneemen mogt, behooren zouden. In 1210 wonnen zy op deeze ongelovigen een veldflag, onder den naam van Lofa bekend, waarin men verzekert, dat meer dan tweemaal honderd duizend Mooren fneuvelden. Alfonfus de IXde fiierf in 1214, na eene regeering van 56 jaaren. Zyn zoon Henrik was zyn opvolger op den troon van Kastiüe. De jonge Henrik, Koning van Kastilië, had naauwlyks den troon beklommen, of de dood nam hem in 1217 weg, in den ouderdom van J4 jaaren, door bet nedervallen van een dakpan , die op zyn hoofd ftortte. Sanche, Koning van Portugal, zoon van Alfonfus den grooten, had het grootfte gedeelte van zyne regeering befteed om de plaatfen te herftellen, die de Mooren vernield hadden, en om zich tegen hongersnood en overftroomingen te beveiligen. Uit Don Sanche, die in 1212 ftierf, in den ouderdom van 57, en na eene regeering van 26 jaaren, wierden Ferdinand, Alfonfus de Ilde, en Don Pedro geboren. AI-  Spanje en Portüg.Staatsverandee.205 Alfonfus de Ilde, trouwde Donna Urraka, dogter van Alfonfus den IXden,Koning van Kastilië. Hy had ter zelfder tyd te worfteien tegen zyne broeders, zyne zusters, de Barbaaren, den Paus, en de blikfems van het Vatikaan. Zyne broeders weeken eindelyk, en begaven zich de een naar Marokko, en de ander naar Kastilië. Hy zelf regeerde elf jaaren en eenige maanden, en ftierf in 1223, in den ouderdom van 38 jaaren. Eenigen tyd na den dood van Henrik, Koning van Kastilië, wierd Ferdinand de lilde, bygenaamd de heilige, tot de opvolging van de kroon geroepen. Die Vorst, na de binnenlandfche verwarringen weggenomen te hebben, wendde zyne wapenen tegen de oi> gelovigen. Deeze optogten gefehieden voor het jaar 1230, toen zyn vader Alfonfus, Koning van Leon, ftierf. Die dood zette hem een tweede kroon op 't hoofd. Ferdinand maakte zich gedugt door zyne krygstogten, toen de dood hem in 1252 wegnam. Men fchryft dien Prins de aanftelling van den Koningklyken Raad van Kastilië toe. Men is aan hem een nieuwe verzameling van wetten fchuldig, welke hy den beroemdfte regtsge- leer-  206 Tafereel van Natuur en Konst. leerden van zyn tyd belatste by malkander te voegen, en 'er een Corpus Juris van te maaken, 't welk men nog heden las Partidas heet. Hy deed in 1240 de univerfiteit van Palencia naar Salamanca overbrengen. Hy liet verfcheiden kinderen na, en Alfonfus de Xde was zyn opvolger. Sanche de Ilde, zoon van Alfonfus den Ilden, Koning van Portugal, beklom den zelfden troon, in den ouderdom van 20 jaaren. De Mooren vielen in zyn land, maar hy verdreef dezelve, en ontnam hen plaatfen, welken zy zynen voorgangeren ontweldigd hadden. Hy voerde den Chrisjelyken Godsdienst in, in alle de fteden daar hy zich meester van maakte. Hy gaf zyne gemalin Mencia en zyne gunstelingen al te veel gezag. Hy bezwaarden het volk met buitenfporige belastingen , welke zy heftten, om hunne tomelooze fpilzugt ftaande te houden. Het volk klaagde hier over vrugteloos; de Grooten voegden zich by het volk, en de Koning wierd afgezet. Zyne regering duurde omtrent 20 jaaren, en hy ftierf te Toledo, in 1246. Alfonfus de lilde, zyn broeder, volgde hem  Spanje en Portüg.Staatsverander.207 hem op. Hy ftraftehen, die de gunst zyns broeders misbruikt hadden. Geene hoop hebbende om kinderen by zyne gemalin te verwekken, verftiet hy haar, en trouwde Beatrix van Kastilië. Andalufie was het toneel zyner wapenen. Hy nam de fteden Arouca en Arecena in; regeerde 35 jaaren, en ftierf in 1279. Dionyfius, zyn zoon, volgde hem op. Alfonfus de Xde, bygenaamdde wyze, opvolger van Ferdinand, Koning van Kastilië, leefde ten tyde van Alfonfus den lilden, Ko* ning van Portugal. Hy zag niet zonder nayver den voortgangen der Portugefen, en was op 't punt van hen gewapenderhand aan te tasten, toen Paus Innocentius de IVde die krygsdrift, door zyne bemiddeling, maatigde. Hy wendde toen zyne uitzigten elders, en deed eenige gelukkige ondernemingen tegen de Mooren, maar de fortuin keerde hem den nek. De ongelovigen behaalden veel grooter voordeden op hem, dan hy op dezelve bad bevogten. Alfonfus had deftaatzugt van naar de Keizerlyke waardigheid te ftaan, maar hy had te weinig voorftanders onder de Keurvorften. Hy maakte werk van de gelcerdI heid, en zyn geest was met veele kundigheden  2o8 Tafereel van Natuür en Konst. den verrykt. Hy maakte ftarrekundige tafels, bragt de wetten van Spanje in eene nieuwe order,en meerder duidelykbeid. Don Sanche, zyn eigen zoon, was zyn vyand. Deeze liet zich door zyne heerschlust zo verre vervoeren, dat hy zyn vader beroofde van al het gezag dat hem nog overfchoot. Alfonfus was genoodzaakt by de Mooren hulp te zoeken, om zynen zoon tegenfiand te kunnen bieden. Maar de dood van Alfonfus deed die verwarring ophouden; zyne regeering duurde omtrent 30 jaaren. Don Sanche de IVde, gezegd de dappere, beklom den troon van Kastilië, tegen de regels der billykheid, en ten nadeele van Alfonfus en Ferdinand, kinderen van zyn oudften broeder. Zich ontllagen hebbende van eenige artikels te vervullen, van een verdrag metDionylius, Koning van Portugal, gefloten, kwam hy tot een openlyke breuk. De Kastiliaanen en de Portugeezen trokken beide in malkanderslanden, en verwoestten alles. Dionyfius, moede van het bloed zyner foldaten te plengen, flelde den Kastiliaanen een tweegevegt voor, maar de dood voorkwam dit. Don Sanehe ftierf in 1295, na eene regeering van elf jaaren. Fer-  Spanje en Portug. Staatsverakder. 209 • Ferdinand, zyn zoon, de vierde van dien naam, voigde hem op. In 't eerst van zyne regeering leefde hy niet in vrede met Diony1'tus, Koning van Portugal, in het laatst van zyn leven viel Dionyfius verfcheiden maaien in de landen van Kastilië,-en verfpreiddeoveral den fchrik _en het afgryzeiij terwyl de galeijen van Ferdinand naar de haven van Lisfabon ftevcnden. De Sarraceenen maakten van die verwarringen gebruik; zy drongen in Andalufie en regtten daar verwoestingen aan. Ferdinand oordeelde het toen raadzaam , vrede met Dionyfius te maaken, en dezelve wierd door een dubbel huwelyk bevestigd. Ferdinand trouwde Conltantia, dogter van Dionyfius, en Alfonfus , broeder van Conltantia » trouwde Blanca, zuster van Ferdinand. Don |uan en Don Alfonfo de Lacerda, deeden eenige poogingen om Ferdinand eene kroon te ontneemen, die op hunne hoofden had geplaatst moeten worden, zo dezelve niet door Don Sanche den IVden , overweldigd was , maar hunne poogingen waren vrugteloos. In 1309. vereenigden Kastilië en Arragon zig tegen de Mooren. Het was in een optogt tegen hen, dat FerdinandUtierf in 't jaar J312, IX Deel. O in  210 Tafereel van Natütjr en Konst. in het 24fte jaar van zyn ouderdom , en het 17de van zyne regeering. De dood van Alfonfus, broeder van Dionyfius , volgde eerlang op dien des Konings van Kaftilie. Hy had verwarringen in het Koningkryk te weeg gebragt, en zyn dood wierd niet ■betreurd. Het was omtrent in dezen tyd, dat de order ' der Tempeliers vernietigd wierd. Men I leidc hen afgrysfelyke misdaden te last, moo- I gelyk zoude men hen minder fchuldig gevon- I den hebben, zo zy minder ryk geweest wa- I ren. Men vestigde op hunne puinhoopen ee- | 11e andere order in de Koningkryken van Por- I tugal en Algarve, onder den naam van rid- I ders of krygslieden van Jefus Christus; de I goederen welken de Tempeliers in die twee Koningkryken'bezaten, gingen tot deze order over. Dionyfius regeerde toen in Portugal. Dit was een regtvaardig, milddnadig, vreedzaam Vorst; zonder vreesagtig te zyn , onthield hy zich egter zo lang van de wapenen op te vat- I ten, tot dat hy alle middelen van verzoening I vrup:- I  Spanje ên Fortug. Staatsverander. 211- vrugteloos beproefd had. Hy ftierf in 't jaar 1325, na 45 jaar geregeerd te hebben. Zyn zoon, die verfcheiden maaien tegen hem was opgeftaan, volgde hem op. Alfonfus de IXde, opvolger van Ferdinand ^ Koning van Kaftilie was op den troon. Hy was llegts één jaar oud, toen hy denzelven beklom. De ftaatzugt der grooten , die geduurende deze minderjaarigheid regeeren wilden * bragt Kaftilie eenigen tyd in verwarring en twist. Alfonfus, om den loop dier wanorder te fluiten , vattte reeds in den ouderdom van 15 jaar, den teugel des gebiedsaan.Schoon hy eene dogter des Konings van Portugal getrouwd had, beoorloogden die twee' Prinfen malkanderen egter dikwils te water' en te lande. De Paus haalde hen over om vrede te maaken; zy gaven malkanderen over' en weder de plaatfen te rug, welken zy den anderen ontnoomen hadden , en vereenigden hunne magten om de Mooren aan te tasten. In het jaar 1340 en de volgende, verloren de ongelovigen verfcheiden veldflagen, men ontnam hen fteden, en hunne vloot wierd ver^ nicld. In 1348. regtte de pest vreesfelyke' verwoesttngen aan in Italië, Sicilië en geheel O 2 Span-  ±\ï Tafereel van Natddr en Konst. Spanje. Die pest woedde nog in 1350 , toen Alfonfus, Gibraltar belegerende, daarvan wierd aangetast; hy ftierf den 26. Maart 1350 , in het 3Qfte jaar zyns ouderdoms, en bet 38fte dat hy den naam van Koning had gevoerd. Don Pèdro, bygenaamd de wreede, was zyn opvolger. Alfonfus de IVde, Koning van Portugal, overleefde hem flegts weinige jaaren. Hy verdiende den bynaam van dapper. Hy was groot in den vrede, gelyk als in den oorlog. Zy die meer gehegt zyn aan de vrouwen, dan aan de goede order, verwyten- hem van eene dame, van eene zonderlinge fehoonheid, daar zyn zoon buiten zyne kennis mede getrouwd was, te hebben doen fterven. Alfonfus overleed in 't jaar 1357, na eene regeering van 32 jaaren. Don Pedro de Ifte volgde hem op, alle de historiefchryvers zeggen eenpaarig , dat hy zeer betreurd wierd. Hy verdiende het te zyn, zo hy die fchoone fpreuk, welke men hem toefchryft, in praktyk bragt. „ Dat een „ Koning, die een dag liet voorbygaan zon„ der goed. te doen, den naam van Koning „ on-  Spanje en Portdg. Staatsverander.213 „ onwaardig was". Hy ftierf te Estrémis in 1367, in den ouderdom van 48, en na eene regecring van 9 jaaren. Ka-stilie was zo gerust niet onder de regeering van Don Pedro, bygenaamd den wreeden. Hy was maar 15 jaaren oud, toen hy den troon beklom. Hy trouwde Blanca van Bourbon, maar Maria van Padille was het voorwerp zyner tederheid. Zy was derwyze meesteres van zyne genegenheden, dat hy die geenen daar zy iets tegen had, gereedelyk aan haar opofferde. De Koningin Blanca wierd verftoten. Hy trouwde nog Joanna de Castro, die het zelfde lot had. Hy verwyderde door zyne wreedheid alle de harten zyner onderdaanen van zich. Henrik zyn broeder, maakte van deze gelegenheid gebruik ; hy ftelde zig aan 't hoofd der misnoegden, verfloeg Don Pedro, en verdreef hem uit zyne ftaaten. Henrik onderging kort daarna het zelfde lot, maar hy had nauwelyks het land verlaaten of hy was daar weder in. Vrankryk had hem benden en geld verfchaft. De Kastiliaanen der wreedheden van Don Pedro moede, weigerden hem hunnen byftand Hy wierd ■belegerd in het kafteel van Montiël, alwaar O 3 Hen-  21-4- Tafereel van Natuur en Konst. Henrik hein met eigen handen doodde. Zo,, danig was het einde van Don Pedro in 14Ó9 , na eene regeering van 19 jaaren. Die Vorst was" de> laatfte van den wettigen tak der Koningen uit Raymond van Bourgonjx? gefprooten, Henrik de Ilde beklom den troon van Kastilië, en de Kastiliaanen Hortten in nieuwe onlusten , door de verfcheiden aanfpraaken, welke de Koningen van Arragon, van Navarre, pn van Portugal op dit Koningkryk maakten. Henrik was geen wettige zoon van zyn voorganger, en dit was grond genoeg , om ten minsten tot een voorwendzel te dienen voor Vorsten die hunne ftaaten uitbreiden wilden. Ferdinand , Koning van Portugal tastte Henrik aan; deze zyne benden verzameld hebbende , zette zyne veroveringen tot Braga voort, daar hy zich meester van maakte. Hy onderwierp ■ de provintie Tralos Montes, cn nam Sarmona in. Door tusfehenkomst van den Paus wierd dc vrede getroffen; dog dezelve was van korten duur, en wierd, omdat men de verdragen niet na kwam, eerlang, van penen nieuwen oorlog gevolgd. De Paus bewerk.  S>anje enPortug. Staatsverander.2i5 werkte andermaal eene bemiddeling , en de Infant Beatrix, zuster van Ferdinand, Koning •van Portugal, trouwde met Don Sanche,broeder van Henrik. Toen het verdrag getekend was, hielden Ferdinand en Henrik een mondgefprek op de Taag. De laatfte ftierf in 1379, in den ouderdom van 46 jaaren, na eene regeering van 14. Don Jan, zyn zoon, volgde hem op. Ferdinand , Koning van Portugal, vanwien ww reeds gelegenheid gehad hebben te fpreeken, maakte met dezen opvolger van Henrik een vrede, die niet lang duurde; de oorlog wierd egter andermaal door een vrede bygelegd; en Ferdinand gaf zyne dogter Beatrix aan Jan, Koning van Kaftilie , ten egt, op voorwaarde dat de kinderen die uit dit huwelyk verwekt mogten worden, de kroon van Portugal zouden erven. Ferdinand ftierf tegen 't jaar 1383, in den ouderdom van 44 jaar, na 17 geregeerd te hebben. jan, die by den dood van Ferdinand den troon van Kastilië bezat, maakte ftaat van heni op den troon van Portugal te volgen. Hy had de dogter cn vermoedelyke .erfgenaame van O 4 Fe».  216 TAFEREEL VAN NATDUR EN KONST. ■Ferdinand getrouwd, maar de Kastiliaanfche regeering was niet van den fmaak der Portugeezen, zy verkooren zig een Koning naar hun zin, en hunne keus viel op Donjuan, Grootmeester der order van Avis. Men kwam tot een oorlog, die veel bloeds kostte. De Portugees behield de kroon door 't geweld zyner.wapenen. De Kastilaanen , fchoon meer in getal, wierden aan ftukken gehakt, en lieten tien duizend man op de plaats. De Portugeezen vieren nog jaarlyks deze overwinning met veel pragt, De vrede wierd eindelyk getroffen, en Jan ftierf kort daar na, a 1390, aan een val van zyn paard; hy was maar 33 jaar oud, en had flegts U jaaren geregeerd. Henrik de Illde.zyn zwn, volgde bemop; de oorlog ontftak ozidnr zyne rcgccrlng verfcheiden maaien tegen de Portugeczen. U. | die oorlogen waren kort, cii hadden geene nadecüge gevolgen. Dc bofnoeijing, welke hy maakte in de zwaare jaarwedden der edeJen, gaf aanleiding m ccn opiland , die hem meer ongerustheid haarde dan dc buitenenfche oorlogen. Henrik was van een zwakke gefteldheid. Hy ftierf in 1407, en regeerde 16 jaa-  Spanje enPortug. Staatsverander.217 16 jaaren. Hy liet zyn zoon Jan den Ilden tot zyn opvolger. Do troon van Portugal, door den dood van Ferdinand ledig zynde, riep de natie Don Juan, natuurlyken zoon van Ferdinand, voor Koning uit. Hy verfloeg, in verfcheiden ontmoetingen, de Kastiliaanen, nayverig van hem op den troon te zien. Hy wist zich op denzelven te handhaven, door zyn dapperheid en wyze beftiering. Hy maakte zich gedugt by de Mooren. Hy landde met eene ontzag. chelyke vloot van twee honderd fchepen te Ceuta, eene zeer rykc ftad , en de aanmerkclykfte van Afrika. Hy pionderde dezelve, en voerde onwaardeerbaare fchatten mede. Het was onder de regeering van Don Juan, en volgens het ontwerp van den Infant, Henrik, die veel tyd aan de beoeffening der wiskundige wetenfehappen befteedde, dat de Portugezen het voorgebergte van Atlas, en de kaap Sierre Lionne omzeilden; men ontdekte Madera , en de Kanarifche eilanden. Don Juan ftierf in 't jaar 1433, betreurd van de geheele natie, om dat hy in zyn perfoon alle de hoedanigheden vereenigde, die een groot Ko0 5 ning  2i8 Tafereel van Natuur en Konst; ning karakterifeeren. Zyne regeering duurde 48 jaaren. Eduard, zyn zoon, volgde hem op den troon van Portugal. Hy zond zyn broeder naar Afrika, om de Mooren te bevegten. Hy behaalde eenige voordeden op dezelve, maar eindelyk krygsgevangen gemaakt zynde, wierd ■hy los gclaaten , onder uitdrukkelyke beloften, dat de Portugezen dc ftad Ceuta weder overleveren zouden. Dewyl die Had niet overgegeven wierd, bragt Ferdinand, die als gyzelaar gebleven was, het overige zyner dagen in de gevangenis der ongelovigen door. Eduard ftierf aan de pest, in 1438,111 den ouderdom van 37 jaaren. Hy regeerde flegts vyf jaaren; cn men wil dat hy eene onweêrftaanlyke Weifprekendheid had. . Kastilië was toen onder het gebied van Jan den Ilden.zoon van Henrik den lilden. Ferdinand zyn oom, naderhand Koning van Arragon geworden, beftierde het Ryk geduurende zyne minderjarigheid. De ftaaten booden hem de kroon aan ; zyne grootmoedigheid liet hem niet toe dezelve aan te nemen. Toen Ferdinand zich van de beftiering ontdaan had, toon-  Spanje en Portüg. Staatsver ander. 219 toonde Jan de Nde dat hy beter gefchikt was om geregeerd te worden, dan om zelf te regeeren. Hy gaf te veel gezag aan de Konneftabel Alvares, die daar misbruik van maakte. De Koningin en de Prins der Asturiè'rs, daar zich dc Koningen van Navarre en van Arragon byvoegden, verbonden zich tegen hem. Men kwam tot de wapenen: de Koning opende dc oogen egter in 't vervolg, en de Admiraal verloor zyn gezag en zyn hoofd op een fchavot. De Koning ftierf in 1454, in den ouderdom van 50 jaaren, waarvan hy 48 jaar den naam van Koning gevoerd ha,d. . . Henrik de IVde , zoon' van Jan den Ilden, beklom den troon van Kastilië. Zy ongeregeld leven verwekte hem de veragting zyner onderdanen. Gelyk hy zich door zyne wellustigheden ten eenemaal uitgeput en bedorven had, zo dat hy zelf van zyne onmagt overtuigd was, liet hy Bertrand de Cueva, een aanzienlyk man, en van een fterk geftel, zyn plaats by de Koningin beklceden. Zy beviel van de Infante Joanna , die by de misnoegden voor onwettig gehouden wierd. Hy floeg de Mooren verfcheiden maaien, en ontnam hen Gibralter. Dikwyls vergenoegde hy zich  520 Tafereel van Natuur en Konst. zich met hunne graanen van het veld te haaien, hen door honger, zeide hy, tot onderwerping willende dwingen. Hy antwoordde hen, die on'vernoegd waren, om dat men niet handgemeen poogde te worden, dat hy het leven van een enkelen zyner onderdanen boven de flagting van duizenden der vyanden Helde. Hy deed de Infante Johanna tot erfgenaam van Kastilië uitroepen, maar dit werkte verwarringen in den ftaat, en niets anders. De Kastiliaanen, de heerfchappy van Henrik niet langer kunnende verdraagen, zetten hem af , en Alfonfus zyn broeder wierd door de rebellen tot Koning uitgeroepen. De rebellen niet in ftaat zynde Henrik zelve te hoonen, wreekte zich aan zyne beeldtenis. Zy plaatften het op een theater, op de markt opgerigt, maakten het een proces, en wierpen het neder. Alfonfus ftierf, en Henrik hernam den tytel van Koning; maar hy ontving de wetten vandeoproerigen. Ferdinand, zoon van Jan den Hden, Koning van Arragon, trouwde Ifabella, zuster van Henrik, en wist zich van de kroon te verzekeren, zo wel door •zyne pcrfoonlyke verdienften, als door de kuiperyen der misnoegden. Henrik ftierf in 1473,  Spanje en Portüg. Staatsverander. 221 1472, in den ouderdom van 45 jaaren. Hy regeerde 20 jaaren en eenige maanden. In den tyd dat Henrik op den troon van Kastilie zat, was Alfonfus de Vde op dien van Portugal. Die twee Vorften, verre van malkanderen den oorlog aan te doen, gelyk hunne voorgangers gedaan hadden , vereenigdenalle hunne kragten,om de ongelovigen aan te tasten. Alfonfus maakte vrede met Ferdinand, en ftond van zyn eisfchen op Kastilië af. Die Prins ftierf in 1481, na 43 jaaren geregeerd te hebben. Zyn zoon Juan de Ilde, gezegd de groote, wierd tot Koning van Portugal uitgeroepen. Hy wist het gezag der Grooten te befnoeijen, 't welk overmaatig was geworden. Die Hoeren hadden het regt van leven en dood over hunne vafalen ; hy fchafte dat af. De Portugezen zyn hem verfcheiden ontdekkingen fchuldig, welke hy door Jaques Cane, naar den kant der Oost-Indien liet doen. Ily doodde met eigen hand den Hertog de Vifeu, broeder der Koningin, die het haatlyk ontwerp gefmeed had om het leven zyns Konings te verkorten. Hy ftierf in 1495, na eene re- gee-  222 Tafereel van Natuur en Konst. geering van 14 jaaren. De goedheid en regtvaardigheid waren de gronden van zyn karakter. Na den dood van Henrik aarfelde Kastilië niet zich te beroemen, Don Ferdinand, die ook Koning van Arragon was, tot zynen Koning te hebben. De party der misnoegden, de kuipery, en de zwakheid der wapenen van Alfonfus, Koning van Portugal, alles liep famen om hem de kroon op 't hoofd te laaten. Hy verdreef, door zyne dapperheid en fiandvastigheid, alle de Mooren uit Spanje, Hy verfloeg en onttroonde Boabdil. Grenade en verfcheiden andere fteden ondergingen het juk zyner heerfchappy; hy maakte zich meester van Napels, zo wel door zyne behendigheid , als door het geweld zyner wapenen. Na zyn gezag vermeerderd, en van zyn Koningkryk eene wykplaats van gerustheid gemaakt te hebben; werkte hy met al zyn vermogens om het Ryk bloeiende te maken. Hy hoorde de voordellen van Christophorus Columbus, die groote denkbeelden en uitzigten had. De Koning begreep dezelve; hy had een juist oordeel, en nam een ontwerp aan, 't welk in Portugal, in Engeland, te Venetië ver-  Spanje en Porti'g.Staatsverander.223 verworpen was. De onderftand, die Christophorus Columbus verzogt, om zyn ontwerp ter uitvoer te brengen, wierd hem toegedaan; hy (leekt in zee, en welhaast word zyneverwagting door de uitkomst bekroond. Hy ontdekte van verre land, hy naderde het zelve, hy ontfeheept, en zet voet in de nieuwe waereld , daar Spanje ongemeten fchatten uit gei haald heeft. In 1505 ftierf de Koningin Ifi?bella, en welhaast beklom Philippus, gezegd de Vlaaming, die Donna Joanna, dogter van Ferdinand en Ifabella getrouwd had , den troon, tegen verwagting van zyn feboonvader; maar zyne regeering duurde niet lang; hy ftierf in 1506. Ferdinand begaf zich welhaast naar Kastilië, en hernam het oppergezag. Hy gaf zyn vertrouwen aan den Kardinaal Ximenes, die in 1508 eenige optogten tegen de Mooren deed. In 1516 ftierf Ferdinand, de fynfte ftaatkundige, welke Europa ooit gehad heeft. Portugal was niet minder bloeijende dan Kastilië. Emmanuël, opvolger van Jan den Ilden , voerde daar de gouden eeuw weder in. Hy breide zyn gebied tot in Oost-Indiën uit, en ftrekte zyne uitzigten verder dan zyn voor- gan-  224 Tafereel van Natuur en Konst. ganger. Hy maakte zieh meester van den Afrikaanfchen handel, van den mond der Roode zee tot aan Japan. Mauritanië en Guinée, met de fteden van Ormus * van Malacea, van Cochin, en Goa, gingen onder zyn gebied. Het was onder zyne regeering dat Onerikus Vesputius Brafiliën ontdekte. Door eene zwakke toegevenheid voor Ifabella, zyn eerfte vrouw, verdreef hy de Mooren uit zyne ftaaten, en dwong de Jooden zich te laaten doopen, onder bedreiging van anders flaaven te zullen zyn. Hy ftierf, na eene regeering van 26 jaaren, op den t3denDecember 1521. Don Juan de lilde, zyn zoon en opvolger was een Prins, die zich deed beminnen en verwonderen, door de hoedanigheden van zyn geest en hart. Hy verkoos een vreedzaam leven boven het gewoel der wapenen; zyne onderdaanen fmaakten 'er de zoete vrugten van tot aan zyn dood, die in 't jaar 1557 voorviel; hy regeerde byna 36 jaaren. Kastilië was minder vreedzaam , onder de regeering van Karei den Vden, opvolger van Ferdinand. Weinig tyds na dat hy den troon bc-  Spanje enFortug. Staatsverander. 225 i beklommen had , had hy ook de Keizerlyi ke kroon op't hoofd. De oorlog wierd zyn I hoofdbezigheid; hy overwon verfcheiden maaI len Franciscus den Iften, maakten hem krygs; gevangen, en bewaarde hem bykans een jaar : op het kasteel van Madrid. De Franfche ' Vorst verwierf zyn vryheid niet dan op zeer 1 drukkende voorwaarden, dewelke hy ook niet volbragt. De flaatzugt van Karei den Vden maakte verfcheide Vorften ongerust. De Paus ftelde zich tegen hem, maar Rome wierd welhaast ftormenderhand ingenomen en geplondcrd. De Paus was genoodzaakt zyn veiligheid in het kasteel ft, Angelo te zoeken. Karei beval openbaare gebeden voor de verlosling van den H. Vader te doen, fchoon hy de werkoorzaak was van zyn gevangenis, en dc meester om hem zyne vryheid te fchenken. Na zyne kragten naar den kant van Afrika gewend te hebben , alwaar zyne wapenen zegepralende waren, trok hy vervolgens weder tegen Vrankryk op. Hy tastte de proteftantfche landen aan, die weigerden zich aan de uitfpraaken van het Concilie van Trente te onderwerpen. Eindelyk zogt Karei de rust, daar hy tot hier toe gantsch geen fmaak in gevonden had. Na de Nederlanden,Spanje,en IX. Deel. P de  226 Tafereel van Natuur en Konst. de Indien, aan zyn zoon Philippus, en het Ryk aan zyn broeder Ferdinand, Roomsen Koning, afgeftaan te hebben, begaf hy zich in het klooster, alwaar hy ftierf in September 1558. Portugal had toen Sebastiaan tot Koning. Dewyl hy maar drie jaaren oud was, toen hem deeze waardigheid te beurte viel, nam de Kardinaal Henrik de beftiering op zich Deeze Vorst naderhand zelf regeerende, toonde eene groote krygslust. Hy deed twee veldtogten in Afrika tegen de Mooren, in den eerften was hy overwinnaar; in den tweeden v/ierd hy overwonnen en gedood, in de vlakte van Thamista, in 't jaar 1578. Hy regeerde 21 jaaren. De Kardinaal Henrik volgde zyn neef Sebastiaan op. Verfcheiden Mogendheden maakten eisfehen op die kroon. De Kardinaal had die jaaren, dat hy de pretendenten niet lang konde laaten wagten; hy ftierf in 1580. Philippus de Ilde had van zyn vader Karei den Vden, de Indien, de Nederlanden, en Spanje. De heerfchende lust, die de inwooners  Spanje enPortug.Staatsverander.227 ders der Nederlanders voor den Hervormden Godsdienst hadden, en hunne afkeerigheid van de Inquifitie, daar men hen aan Wilde onderwerpen, deeden hen alles opofferen , om zich der Spaanfche heerfchappy te onttrekken. Philippus zond tegen hen den Hertog van Alba , die veel wreedheden pleegden , Zonder de ingezetenen t'onder te brengen. Het bevel wierd vervolgens aan andere legerhoofden opgedragen, die niet gelukkiger waren dan hy. De Prins van Oranje was een voorllander van de Reformatie. Philippus verloor, voor zyn dood, een goed gedeelte van de Nederlanden. De troon van Portugal was'open. Philippus de Ilde, die Uit Ifabella van Portugal, oudfte dogter van Emmanuël, geboren was, had wel bewysredenen om dezelve door den weg van overreding te verkrygen, maar hy wilde geen kroon verfchuldigd zyn aan iets dat naar onderwer'ping of bede zweemde; hy verkreeg dezelve door de kragt zyner wapenen, in 1581. Men verwyt hem de wreedheid van zyn zoon Don Carlos te hebben doen ftèrven. Philippus regeerde 42 jaaren» en ftierf in September P i Na  228 Tafereel van Natuur en Konst. Na zyn dood beklom zyn zoon Philippus de lilde den troon. In 1609 erkenden de Aartshertog en hy de vcreenigde Provinciën voor vrye en onafhangkeiyke Staaten; hy had de onvoorzigtigheid van meer dan agtmaal honderd duizend Mooren uit zyne Staaten te verjaagen. Deeze Vorst, die niets merkwaardigs verrigtte, en die zich door zyne gunstelingen liet regeeren, ftierf in den ouderdom van 43 jaaren, in de maand Maart 1621. Hy regeerde 22 jaaren en eenige maanden. In i64ofcbudde de Portugeezen, al te hard behandeld door Spanje, het juk haarer heerfchappyc af. De ftad Lisfabon' was de eerfte die opftond. Vasconceüos, de minister der Kastiliaanfche dwinglandy, wierd in zyn eigen huis omgebragr. Men maakte zich van de kasteden en marktplaatfen meester. De geboorte van den Hertog de Bragance, meer dan zyne verdienden, bewoog de Portugeezen om hem op den troon te plaatfen. Hy wierd gekroond onder den naam van Jan den IVden. Noch de laage verraderyen der Spanjaarden, noch hunne krygsverrigtingen konden Jan den IVden niet van den troon bonzen. De wapenen der Portugeezen waren bykans al-  Spanje en Portuc. Staatsverander. 220 altoos zegepraalende; de fortuin begunfligde hen egter niet eveneens in de Indien. De Hollanders behaalden eene overwinning op hen, die het volllrekte verlies van het eiland Ceilon naar zich fleepte. De Koning gevoelde zyne kragten fints eenigen tyd verminderen; hy ftierf in den ouderdom van 52 jaaren,den 6den November 1656, na eene regeeringvan zestien jaaren. Philippus de IVde, opvolger van Philippus den lilden , zag onder zyne regeering de Spaanfche monarchie de geweldigöe flagen toebrengen. Van den eenen kant weerde zich Holland, verontwaardigd door het enkele denkbeeld der Inquifitie, met alle heldhaftigheid, die een billyke zugt voor vaderland en vryheid kan inboezemen. Dit kleine land vogt te water en te land, en zegepraalde bykans altoos. De Munfterfche vrede liet hetzelve in het bezit der veroverde plaatfen , en beveiligde deszelfs roem en vryheid voor allen aanfpraak der Spanjaarden; aan den anderen kant lieten zich de Katalaanen , verdrukt door Hertog van Olivares, en moede van als flaaven behandeld te worden, zo verre vervoeren , dat zy vergaten onderdaanen te zyn, en P 3 Sa-  &%o Tafereel van Natüor en Konst. gaven zich aan alle de ufterftén der wanhoop over. Nog bereidde het noodlot meerder onlusten aan Philippus. Hy was onbekwaam om zelf te regeeren. De Hertog van Oliva* res, zyn eerde (taatsdienaar, een man van weing bekwaamheid of flaatkunde, behandelde de Portugeezen met hardheid. De verdienden wierden van de ampten uitgeflooten • lieden van niets, zonder bekwaamheid of geboorte, vreemdelingen, vervulden de waardigheden. Die onbillykheid, gevoegd by den natunrlyken afkeer, welken de Portugeezen voor de Kastiliaanfche regeering hadden, fpoorden hen aan om van meester te veranderen, en de kroon aan den Hertog van Bragance op te dragen, die dezelve aannam en wist te befchermen. De Engelfchen maakten zich van Jamaika meester, en het Rousfillonfche was het deel, dat Vrankryk by het vredeverdrag der Pireneën ten deel viel, Philippus, na een groot gedeelte zyner (laaten te hebben zien afvallen, by mangel van bekwaamheid om dezelve wel te beftieren, ftierf in 1665, na eene regeering van 44 jaaren. Alfonfus de Vide was nog een kind,toen da  Spanje enp0rtdg.staatsverander.23r de regeering hem, na den dood van Jan den IVden, zyn vader, ten deel viel. Geduurende zyne minderjaarigheid had de Koningin moeder al het bellier, en voerde den oorlog tegen de Spanjaarden. Deeze hadden meermaalen de nederlaag dan de overwinning. Alfonfus gaf zich aan een ongebonden en fchandelyk leven over. De fnoodfte lieden des Ryks waren zyne gunstelingen. De Koningin , zyn gemalin, verliet hem. De buitenfporigheden, waar toe hy zich ten haaren opzigte had laaten vervoeren, hadden al haar geduld uitgeput. Het gemor van de Grooten en van het volk bewoog den Koning om zelf zyn onttrooning in 1667 te tekenen. Hy regeerde 11 jaaren. Karei de Ilde, Koning van Spanje, na den dood van Philippus den IVden , had een gedugten nabuur in den perfoon van Lodewyk den XlVden. De Franfche Monarch had aanfpraak op de opvolging van Philippus den IVden, en om dezelve te doen gelden, verklaarde hy Spanje den oorlog,en ontnam hetzelve een menigte plaatfen in Vlaanderen, die by de vrede-verdragen aan Vrankryk bleeven. De Spanjaarden voegden zich verP 4 vol-  £32 Tafereel van Natuur en Konst. volgens by de Hollanders tegen Vrankryk, Het zelve won la Franche-Comptéopde Spanjaarden ; de vrede van Nymegen verzekerde hetzelve dat land. Men maakte een beftand voor twintig jaaren, maar vond goed om bet weder te verbreken. Men leverde veldllagen. Lodewyk de XlVde behaalde overwinningen; hy belegerde plaatfen, nam dezelve in, en by de vrede van Ryswyk Hond Spanje aan dat Ryk de veroverde plaatfen af, met uitzondering van Bourgonje, en eenige plaatfen in de Nederlanden. Karei had geene erfgenaamcn , en zyn uitgeputte kragten fcheenen hem geen lang leven te belooven; verfcheiden Mogendheden hadden zyn Staaten by voorraad onder malkanderen verdeeld. Het geheim kwam ter kennis van Karei, die hunne ontwerpen verydelde. Hy maakte zyn testament, waarby hy de opvolging der Monarchie en van alle zyne Staaten, aan den Hertog van Anjou, kleinzoon van Lodewyk den XlVden, afftond. Karei ftierf in 1700, en de Hertog van An. jou volgde hem op, onder den naam van Philippus den Vden. Al-  Spanje enPortüg.Staatsvekander.233 Alfonfus' de Vide was niet meer, federt het jaar 1683 , en zyn broeder Don Pedro was met de oppermagt in Portugal bekleed. De vrede was met Spanje getroffen op eerlyke voorwaarden voor Portugal, het welk men erkende onafhangkelyk te zyn van de kroon van Kastilië. Don Pedro trouwde de Koningin zyne Schoonzuster, welker huwelyk met Alfonfus vernietigd was. De Vorst was den troon waardig, welken hy bekleedde. Hy deed zig van zyne onderdaanen zo veel beminnen, als zyn broeder zig daarvan had doen haaten. Hy ftierf in 1706. Zo dra Philppus de Vde in Spanje was gekoomen, zag hy zig genoodzaakt de wapenen op te vatten, om zig van de kroon te verzekeren. De Aartshertog Karei de lilde, zoon van Keizer Leopold , betwistte hem zyn regt tot dezelve ; Philippus zag onverfaagd het Duitfche Ryk, Engeland , Holland , en zyn Schoonvader zelf , den Hertog van Savoije, zich tegen hem verbinden. Hy bood den vyanden fpits , en deelde het gevaar met den foldaat op het vlakke veld of in de loopgraaven. Hy had Portugal tegen, dat den Aartshertog een wykplaats gaf ; hy verklaarde het P 5 zei-  234 Tafereel van Natuur en Konst. zelve den oorlog, en ontnam het verfcheiden plaatfen. Zyne wapenen hadden den zelfden goeden uitllag in Spanje niet. Madrid en verfcheiden andere (leden „ op de aannadering van den vyand, door vrees bevangen, erkenden Karei den lilden voor Koning. De Hertog van Berwick, die voor Philippus in Spanje het bevel voerde, deed de vreugd aan de vrees opvolgen. Hy verfloeg her leger der bondgenooten by Almanza, den 25 April 1707. Philippus ondervond meer dan iemand, dat het lot der wapenen onzeker is. Karei had de kragt zyner benden aan de kant van Napels; by maakte zig daar meester van in 1708, en deed zig voor Koning erkennen. De legers waren van weerskanten in beweeging tot in 1711, toen Karei de lilde tot Keizer wierd verkooren. In 1712, maakte Philippus den vrede met Engeland en Holland, en weinig tyds daarna met Portugal. De Keizer deed zyn benden aftrekken; den iöden January ftond Philippus de kroon af, ten voordeele van Lodewyk den Ilten zyn zoon. De regeering van dien iaatfle was niet Iang.hy ftierf den 31 Augustus van het zelfde jaar. Philippus hernam de kroon, in 1724, zond de Hertog van Bourbon de Infante van Spanje,  Spanje en Fortpg.Staatsvf.rander.23J je, die Lodewyk den XVden ten gemalin was tocgefchikt, te rug, het welk de beide hoven voor eenigen tyd in verdeeldheid tegen malkanderen bragt. In 1739, verklaarde Engeland den oorlog aan Spanje, omdat de Spanjaarden den Engelfchen den vryen handel in de Indien verboden hadden, en omdat de eerden aan de laatden eene fom van 95,000 pond dcrling fchuldig waren , waarvan zy de betaaling weigerden. Philippus beantwoordde de oorlogsverklaaring der Engetföhen, door die welke hy den 28(ten November 1739, deed. De Admiraal Vernon nam Porto Bello in, en ontmantelde het. Deze verovering wierd van die van Chiagra gevolgd , dat eveneens behandeld wierd. Toen dreeven de Engeifchen openlyk verboden handel ten nadeele der Spanjaarden en van andere natiën. De Engelfche natie toonde den Admiraal Vernon de levendigde erkentenis. Het einde van 't jaar 1740 verliep zonder eenig gevegt. De dood des Keizers Karei den VIden, op den 20 October des zelfden jaars voorgevallen, was eenergebeurtenis daar de meeste hoven vanEur ropa belang in namen, Engeland maakte zyn  B^ö Tafereel van Natüur en Konst. zyn werk om derzelver beweegingen naauwkeurig na te fpooren, om 'er zyne maatregelen in het vervolg naar te neemen. Aan den anderen kant deeden de Spanjaarden , door hunne dapperheid de onderneeming van den Admiraal Vernon tegen Karthagena mislukken. Deze verloor negen duizend man en was verpligt zes zyner fchepen in den brand te fteekcn. Op het valsch gerugt, dat de Admiraal Vernon zig meester van deze plaats gemaakt had, hadden de Engelfchen zig aan onbefebryflyke vervoeringen eener uitgelaaten blydfchap overgegecven. Men floeg zelfs medailles, waarop de Spaanfche Generaal Don Blaz de Lesfe vertoond wierd op zyne kniën liggende, en de fleutels van Karthagena nedrig aan den Admiraal Vernon aanbiedende. In den tyd, als het volk in de blydfchap zwom, kwamen lieden die beter onderrigt waren , hen uit hunne aangenaame dwaaling trekken, en de gemelykheid volgde toen op de vreugd. Deze optogt kostte den Spanjaarden geduurende den tyd van twee maanden wederfland niet meer dan twee honderd man. Na den dood van Keizer Karei den VIden, nam de Koning van Spanje kwalyk, dat dc Her-  Spanje enPort^g-Staats ver ander. 237 Hertog van Lotharingen , gemaal van de Aartshertogin, die zig in het bezit der opvolging van den Keizer gefield had, uit kragt van de Pragmatieke Sanctie, de hoedanigheid van Grootmeester van 't Guldenvlies aangenoomen, en de bediening daarvan zelfs reeds verrigt had met nieuwe Ridders te maaken. Hy belastte zyn fecretaris om te Wenen tegen deze nieuwigheid te protefleeren, en te verklaaren dat zyne Majefteit ganfchelyk afkeurig was, om eenige handelingen goed te keuren , welke gefchieden mogten ter benadeling van het uitfluitend regt, het welk dezelve had om wettige fouverain van de order van het Guldevlies te zyn. Spanje liet dit ftuk egter vaaren, om zig tot een ander gewigtiger onderwerp te bepaalen. De Graaf de Mondje, deszelfs Ambasfadeur te Frankfort, gaf eene memorie in't licht, waarin hy het regt van zyne KatholykeMajefteit op de opvolging van Karei den VIden met redenen aandrong. En de Koningin va-n Hongaryen ziende den ftorm opfteeken, drong haare bondgenooten ernftig om haar onderftand toe te fchikken. Zy had dien noodig te meer omdat zy reeds door den Koning van Pruis-  238 Tafereel van Natpür en Konst. Pruisfen was aangetast , die Silefiën te nig eischte. Spanje wilde werken en de wapenen voeren, maar dat Ryk konde alleen den last en onkosten van dezen oorlog niet draagen. Het had federt eenigen tyd in de Engelfcben een geduyten vyand te beftryden. Men deed al avat men konde om Vrankryk in deszelfs party te brengen. De Kardinaal de Fleury, 't zy uit gemaaktheid cf uit ernst, toonde zig altoos afkeerig om zig met Spanje te verbinden; hy weigerde zelfs den doortogt van 't leger door Rousfillon en Provence. Het hof van Vrankryk vreesde, dat die vergunning voor eene foort van verbreeking des verdrags van 1738 mogt genomen worden. Het volhardde by zyne weigering , zodat de Spanjaarden, die Rousfillon reeds omeingelden, genoodzaakt waren af te trekken, en de zee weder over te fteeken. In het zelfde jaar 1741, landde de Admiraal Vernon den 2Qften July op het eiland Cuba, en maakte zig, zonder eenigen wederfiand, van Wakhenam meester, waarvan hy den naam in dien van Cumberland verander-  Spanje en Porthg. Staatsverander. 239 derde. Die haven is de fchoonfte en veiligfte welken 'er in de West-Indiën is. Maar de Spanjaarden zogten hunne vergoeding in Europa. De Hertogdommen van Toscaanen en Milaan, die van Panna en Piacenfa waren, zonder verdediging, toen de Spaanfche fchepen te Barcelona, op de kust van Toskanen kwamen. Spanje zoude onge- . twyfeld zyn voordeel gedaan hebben met zulk eene voordeelige gefteldheid, maar de aanfpraaken van den Koning van Sardinië op een. gedeelte der Staaten van dat Ryk. Die Vorst maakte zich meester van het Milanëefche en drong zelfs door tot in de hoofdftad van dat Hertogdom. Hy had reeds den voet op den vyandlyken grond, toen hy een manifest liet uitgaan, waarin hy zyn regt op het Hertogdom Milaanen aandrong. Dit manifest bragt egter alle de uitwerking niet voort, die Viclor Amadeus de lldëdaarvan verwagtede, weshalven hy, doordevoordeelige aanbiedingen der Koningin van 'longaryen gelokt , een verdrag met dezelve maakte, om haar tegen haare vyanden in Italië te verdedigen, en haare bezittingen aldaar te  240 Tafereel van Natuur en Konst. te handhaaven. Dit verdrag was het werk en de vrugt van de bemiddeling van Engeland, het welk zig verbond om aan den Koning van Sardinië, geduurende den oorlog, een onderftand van vyftig duizend pond llerlings 's jaars te leveren. De Hertog van Modena, weigerende zig by den Koning van Sardinië te voegen, begaf zich naar Venetië. De Koning trok in deszelfs (laaten, nam de hoofdftad in , en bombardeerde het kasteel, 't welk zig den 30(len Juny 1742 overgaf. De bezetting, uit 3000 man beflaande, was verpligt zich krygsgevangen over te geeven. De Hertog van Montemar, bevelhebber van het Spaanfche leger , deed eenige poogingen om de Panaro over te trekken, met oogmerk om Mirandola te hulp te koomen. De Koning van Sardinië maakte ook eenige beweegingen om die plaats magtig te worden, zy wierd den isden July ingellooten, den 21 Hen aangetast, en den 22ften gaf de Ridder Martinori, die het bevel had, dezelve over de bezetting wierd krygsgevangen genoomen. In de maand Augustus noodzaakte Engeland  .Spanje en Portug.Staatsver ander.241 land der Koning den beide Sicilié'n zig van zyn verbintenis met de Spanjaarden los te maaken, de wapenen neêr te leggen, en eene ■ftrikte onzydigheid tusfchen de Koningin en haare vyanden te houden. In September drong Don Philippus door Savoije in Dauphiné., maar het ontbrak hem aan onderfland, dien hem door den Kardinaal de Fleury beloofd was; en welke thans wierd ingehouden door een geest van zuinigheid., waardoor die Prelaat altoos beheerscht wierd. De Koning van Sardinië verliet de oevers van de Panaro, om zyne eigen Staaten ter hulp te fnellen. Don Philippus was genoodzaakt Savoije te verlaaten, maar zonder het voorneemen op te geeven , van daar weder in te dringen. In December nam het Spaanfche Ie-, ger op nieuw den weg naar Savoije , en bykans onder de oogen des Konings van Sardinië, die niet goed vond in deze gelegenheid het gevaar van een veldflag te loopen. De regeering van Chamberry en van Annccy gingen Don Philippus te gemoet , en booden hem de fleutels haarer lieden aan. De Koning van Sardinië koos op den 28ften December de party om naar Piemont te rug te trekken. LX. Deel, Q Den  S42 Taferkei, van Natuitr en Konst. Den 8ften February 1743, wierd het Spaanfche leger handgemeen met de Oostenrykers en de Piemonteezen. Het gevegt begon te Campo Santo; het vuur was zeer hevig, daar bleeven twee duizend man op de plaats, en daar wierden evenveel gekwetst, ieder party fchreef zig de overwinning toe. Het is zeker dat de voor- en nadeelen vry gelyk waren. De Hertog van Modena was toen te Venetië ; hy vertrok van daar, om zig by het leger van Spanje, waarvan hy thans opperbevelhebber was, en 't welk in Romania lag, te vervoegen. Hy liet vooraf een manifest uitgaan, waarin hy zyn gedrag van zig aan 't hoofd van 't Spaanfche leger geplaatst te hebben, verdedigde. De Engelfchen koozen de party om oorlogfchepen naar de Adriatifche Golf te zenden , om i den Spanjaarden de gemeenfchap der zee af te fnyden, en te beletten dat men hen geene levensmiddelen en oorlogstoerustingen zond. In een anderen optogt was de Admiraal Knowles verpligt van voor Porto Cavallo te wyken, na een zeer aanmerkelyk verlies geleeden te hebben. Vier Indiaanen, Me-  Spanje en Portug.Staatsverander.243 Meftifcben en Zwarten, aan den Gouverneur van Porto Cavallo gezonden , bragten niet weinig toe tot .den goeden uitflag , dien de Spanjaarden hadden. Daarenboven was de toegang dezer haven ongenaakbaar voor de -Engelfche fchepen door de voorzorg, die de Gouverneur gehad had om voor dezelve een fchip te laaten zinken. De Engelfchen hadden geen beteren uitflag •voor het eiland Gomera, 't welk door den ehef d'escadre Wvndham wierd aangetast. Deze, na twee dagen lang een geduurig vuur gemaakt te hebben , tegen de twee forten die het eiland beftreeden , deed den Gouverneur aanzeggen, dat hy zig moest overgeeven, en hem aanftonds vyftig pypen van den besten wyn zenden. Zie hier het antwoord van den Gouverneur. Het is zo Lakonisch, dat het den lezer niet kan verveelen. „ Dié. „ go Boéno, Katholyk kommendant van dit ,, eiland, groet den heer kommandant Karei „ Wyndham, en antwoord het volgende op „ zyne voordellen; dat ik voor myn vader„ land, voor myne wet en voor myn Koning, het leven wil verliezen. Dus zal de Q 2 „ derk-  244 Tafereel van Natuür en Konst. „ fterkfte overwinnaar blyven. God bewaa„ re u. i Juny 1743. Uwe gehoorzaame Dienaar Diego Boen0. De Chef d'Escadre de landing niet durvende waagen , fchoot nog een poos uit zyn gefchut, en was eindelyk genoodzaakt de belegering op te broeken. • De Admiraal Anfon was gelukkiger in zynen togt in de Zuider Oceaan. Behalven verfcheiden rykgelaaden Franfche fchepen, daar hy zich meester van maakte, "nam hy ook de Ihd Payta, op de kusten van Spaansch Ameri. ka, in. Hy vond daar groote geldfommenen eene verbazende hoeveelheid gefteenten. De j ftad wierd drie dagen ter plondering overgegeeven, en het geen men niet kon medeneemen , wierd verdelgd en verbrand. Spanje verwagtte van overlang onderftand van Vrankryk, welken dat Ryk beloofde en I niet zond. Zelfs fcheen de verkoeling op de ] vereeniging en goede verftandhouding te volgen. Maar Vrankryk deedt eindelyk poogingen ten voordeele van den Infant Don Phi- ! lip-  Spanje en Portug.Staatsverander.245 lippus, en zond hem de benden, welke by in de tegenwoordige gedeldheid nodig had. Hier op viel, den 8ften en oden Oflober een gevegt tusfchen Don Philippus en den Koning van Sardinië voor, hetwelk den eerden 600, en den laatden 200 man kostte. De beide Vorsten, elk aan 't hoofd van hun leger,verdeelden het gevaar met den foldaat. Don Philippus zag zynen Sekretaris door eenenfchoot dood aan zyne zyde nedervallen. Dc Koning van Sardinië, fchoon onpasfelyk, vergat zyn ongemak, en bevond zich overal, waar de roem en het daatsbelang hem riepen. De vereenigde eskaders van Vrankryk en Spanje werden fints langen tyd, in de haven van Toulon geblokkeerd gehouden, door de vloot van den Admiraal Mathews. Zy raakten eindelyk op den ic-den February 1744onder zeil, en wierden op den 22den door de Engelfche vloot aangetast. Het gevegt was zeer fcherp, inzonderheid tusfchen de Engelfchen en de Spanjaarden. De Spaanfche Admiraal, na een lapgen en dapperen wederdand tegen het vuur van den Admiraal Mathews, was aan 't wyken, toen Q 3 zvn  Hfi Tafereel van Natuur en Konst. zyn fchip, door de Engelfchen in den brand gedoken, in de lugt fprong; een ander Spaansch fchip van 60 dukken wierd genomen. De Heer de Court, Chef van hetFranfche eskader, was langen tyd enkel aanfehouwer van den ftryd, hy mengde zich daar eindelyk in, en ontnam de Engelfchen in een dryd van drie uuren een fchip, 'twelk zy op de Spanjaarden veroverd hadden. Het voordeel was aan den kant der Engelfchen, fchoon men uit de wederkeerige befchuldigingen, welke de hoofden der Engelfche vloot, by hunne te rugkomst in Engeland tegen malkander inbragten, fcheen te moeten opmaken, dat de overwinning hen outfnapt was. De Engelfche vloot beftond uit 47, en die der Franfchen en Spanjaarden te famen uit 35 zeilen. Tot hier toe had Spanje in de Franfchen flegts flappe bondgenooten gehad; maar federt dat deezen de Engelfchen en de Koningin van Hongaryen den oorlog verklaarden, bragten zy zwaarer Hagen aan den gemeenen vyand toe. Vrank-  Spanje ehPortüg.Staatsverakder.247 Vrankryk zond in 1744 meer benden aan Don Philippus, dan deeze verwagtte, en een Prins van den bloede, om dezelve aan te voeren. Den iften April trokken Don Philippus en de Prins van Conti, die het bevel over de Franfchen had, de Var over. Den 2den verlieten de Piemonteefche troepen, die in Nice waren, de ftad, en dezelve gaf zich over. De Koning van Sardinië had zyne kragten agter de retranchementen van Ville Franche en Montalban verzameld. De beide Prinfen tastte hem den 2often aldaar aan, maakten zich van deeze plaatfen meester, en namen de guarnifoenen krygsgevangen. De aftogt der Oostenrykers en van derzelver bondgeooten ,• gaf de Spanjaarden gelegenheid om zich tot Vintimiglia, in het Genueefche gebied, uit te ftrekken; zy drongen in het Marquifaat Dolo' aqua, in de afliangkelykheid van Piemont, en namen het kasteel in. De Koning der beide Siciliën had niet weinig toegebragt tot den goeden uitflag der Franfche en Spaanfche wapenen, door de hulp, welke hy hen heimelyk deed toekoQ 4 men,  243 Tafereel van Natuur en Konst." men, onder de fchyn van defertie, of door kleine benden, dewelke zich langs omwegen naar de plaats hunner beftcmming begaven ; maar eindelyk de onzydigheid openlyk verbroken hebbende, ontving hy het Spaanfche leger in zyne Staaten, en deed manfchap aantrekken om hetzelve by te fpringen. De Koningin van Hongaryen verklaarde hem den oorlog. Die oorlogsverklaaring wierd gevolgd van die des Konings der beide Siciliën. Deeze Vorst, onderfteund door de Spanjaarden, aan welker hoofd de Hertog van Modena en de Graaf de Gages waren, maakten zich van Veletri meester. Hun leger, en dat van den Prins van Lobkowits, kreegen hun beftaan uit Campagna diRoma. Deeze tastte het vcreenigde leger der Spaanfche en Napolitaanfehe troepen tot in hunne affnydingen aan; zyne benden drongen tot Veletri door, en pionderden daar verfcheiden huizen. Men wist hen egter te verjaagen van Veletri, en van den nabygelegen berg, daar zyzich meester van gemaakt hadden; die aanval was hevig en bloedig; Veletri en de omliggende velden waren met lyken bezaaaid; meer dan drie duizend man van het leger van Lobkowits fneuvelden, en in het vcreenigde leger  Spanje enPoriug.Staatsverander 249 ger deed men het getal der dooden op twee duizend beloopcn; het getal der gekwetften was van wederzyden groot. De Prins van Lobkowits maakte meer gevangenen van het vcreenigd leger, dan dit van hem bekwam, hetwelk veroorzaakt wierd door het voordeel dat hy in den beginne des gevegts op hetzelve had. Verder viel 'er in dit jaar 1744 niet veel gewigtigs in dit gedeelte van Italië voor; maar van een anderen kant trok Piemont de aandagt van Europa tot zich. Don Philippus en de Prins van Conti waren naar hunnen wensch gedaagd, in het aantasten van Mont-Alban en van Chateau Dauphin. Zy maakten het ontwerp om in Italië door te dringen, door de valei van Stura, welke de natuur zo wel als de kunst ongenaakbaar fcheen gemaakt te hebben. Die valei, tusfchen twee zeer deile bergen liggende, heeft niet veel meer dan 20 toifes in de breedte; zy was door verfcheide hoogeborstvveeringen met yzeren boomen voorzien, geflooten; deeze hinderpaalen egter ftuitten de beide Prinfen niet in hunnen togt. De affnydingen der valeijen van Stura cn van Chateau Dauphin wierden den i8den en I9den July Q 5 over-  250 Tafereel van Natudr en Konst. overweldigd; de Piemonteefche troepen, die dezelve verdedigden, wierden neder gemaakt, hunne voornaamfte officiers gedood of gevangen genomen, en Chateau Dauphin verlaaten, met de artillery die daar in was. De beide Prinfen trokken naar Demont. De ftad, die zonder verdediging was, wierd tusfchen den 6den ei: ?den Augustus ingenomen, en de loopgraven voor het kasteel tusfchen den oden en ioden geopend; hetzelve gaf zich den i7den over, en de bezetting wierd krygsgevangen gemaakt. Na het veroveren van Demont vonden Don Philppus en de Prins van Conti geen hinderpaal om naar Coni te trekken. Dit was een der fterkfte plaatfen van Piemont, zo wel ter oorzaake haarer ligging, als door haare vestingwerken aan den kant der beide rivieren. Zy deeden het vereenigde leger van Vrankryk en Spanje naar deeze ftad optrekken. Men begon de belegering des nagts tusfchen den i2den~en i3den September. Het vuur fler belegerden was verfchriklyk. De Graaf van Leutrum, die het bevel voerde, deed twee uitvallen, den eenen op den i3den, en den anderen op den iaden, die beide zeer bloe-  Spanje ENP0RTUG.STAATsvERANDER.25r bloedig waren. De Koning van Sardinië oordeelde een veldflag te moeten wagen, om Coni te verlosten. Hy vertoonde zich inflagorde voor de Had, en de Infant Don Philippus , en de Prins van Conti, na de nodige maatregels genomen te hebben, om de werken voor Coni te bewaren, fielden zich in ftaat van tegenweer. De actie begon den 3often September; het gevegt was hevig, en duurde tot in den nagt. De fortuin verklaarden zich voor de bondgenooten, en de Piemonteezen lieten, aftrekkende, meer dan vyftien honderd dooden en vyf. en twintig honderd gekwetften op het fJagveld. Aan den kant van het leger der bondgenoten rekende men meer dan agt honderd dooden, en meer dan vyftien honderd gekwetften. Het paard van den Prins van Conti kreeg twee fchoten; de hoed van den Marquis de la Mina wierd met verfcheiden kogels doorboord. De boeren van Piemons waren niet ledig geduurende het gevegt. De Koning van Sardinië had vierduizend van dezelve, met eene bende van duizend man geregelde troepen gezonden, om zich van de Magazynen en Hospitaalen, die in dc ftad Del Borgo waren, mees-  152 Tafereel vanNatudr en Konst. meester te maaken ; maar zy wierden met verlies van drie honderd man afgeflagen. De bezetting van Coni maakte ook gebruik van de omftandigheid van den veldflag, om een uitval te doen; dit had ook geen goeden uitflag; de eerfte decharge deed het zelve met verhaasting naar de ftad te rug keeren. De Prins van Conti en Don Philippus blce. ven by hun voornecmen om zich van Coni meester te maaken, in weerwil van het geftrenge jaargetyde en andere hinderpaalen. Maar daar kwamen zwaarighedcn die onoverkoomelyk waren. De overftrooming van de Gesfo en van de Stura, die hunne bruggen reeds wcggenoomen had, begon weder op nieuw ; en dewyl alle gemeenfchap met de ftad Demont hier door wierd afgefneeden, had het leger gebrek aan levensmiddelen, en was genoodzaakt zich met kastanjes te behelpen. De loopgraven ftonden onder water, en zelfs buiten de loopgraven konde men den voet niet droog zetten; men moest dan beiluiten de belegering op te breeken , het welk in het midden van Oöober wierd .uitgevoerd. De  Spanje en Portug.Staatsverander.2J3 De Spanjaarden fehikten zig om hunne winterkwartieren in Savoije en in het graaffchap Nice te gaan neemen, en de Franfchen gedeeltelyk in Provence, en gedeeltelyk in Dauphiné. Gelyk het vertrek der Bondgenooten den Piemonteefen de lust zoude hebben kunnen wedergeeven , om Demont te herneemen, ten einde zich van alle ongerustheid aan dezen kant te ontdaan, zo deed de Prins van Conti die plaats op den i4den November degten; hy fchikte de zeven maal honderd duizend ponden buskruid, welke in deze'plaats voorhanden waren, om dezelve te doen fpringen. Het uitwerkfel dier mynen was zo verbazend, dat de rotfen, waarop dit fort Mond , wierden omgekeerd, en dat de aarde eene myl in de rondte beefde. De Koning van Sardinië, die niet veel meer dan een myl van daar was, hoorde zelfs het geraas der verdelging van een kafteel, het welk hem kort te voren ongemeete fchatten had gekost om het te verfterken. In December hernam Don Philippus Oneille , het welk hy te voren verlaaten had, en in January r745 maakte de Marquis de Kastelar, aan het hoofd van verfcheiden kompagniën grenadiers van het Spaanfche leger zig van dq ftad  254 Tafereel van Natuur en Konst. ftad Loano en van verfcheiden dorpen in den omtrek meester. In de maand February ontmoetten de detachementen van de Spaanfche en Piemonteefche legers malkanderen in de valei van Bortagno. Men wierd handgemeen, maar de ftryd duurde kort, en daar wierd weinig bloed vergooten , omdat de Spaanfche Generaal, de Graaf de Gages , geen ander oogmerk had, dan om tot het gebied van Genua door te dringen. Het welk hem gelukte, na zyne agterhoede dapper verdedigd te hebben tegen den aanval der benden van het leger des Prinfen van Lobbowitz afgezonden. De Genueezen zagen de Spanjaarden zo dra niet in ftaat om hen in hunne onderneemingen te onderfteunen, of zy toonden zig openlyk vyandig tegen den Koning van Sardinië en zyne bondgenooten. Zy verklaarden dat zy voor hunne eigen veiligheid , tien duizend man voegen zouden by de benden, die tegen de Picmonteefen in de wapenen waren. Zy beklaagden zich grootelyks over het verdrag van Worms, waarin de Koningin  Spanje enPortüg.Staatsverander.255 gin van Hongaryen over de ftad en het Marquifaat van Final , ten voordeele des Konings van Sardinië befchikt had, fchoon dit een goed was, 't welk ben behoorde, en 't welk zy in den jaare 1713, van Keizer Karei den Vfden gekogt hadden, voor eene fomme van zes miljoenen. Daarenboven oordeelden zy niet werkeloos te moeten blyvon in een tyd, dat de Piemonteefche troepen tot op de grenzen van hun gebied waren doorgedrongen, en alle de toegangen naar het zelve hadden ingenoomen. Aan den anderen kant liet de overrompeling van Vintinilie, alwaar men de magazynen hadt afgebrand , niet toe langer te zwygen en te ontveinzen. De Prins van Conti was niet meer in Ita. lië. Vrankryk had den heer de Maillebois benoemd, om daar onder den Infant Don Philip te kommandeeren. Die Prins en by regelden de verrlgtingen van den veldtogt; daar was ook verandering in het Oosrcnrykfche leger; de Graaf van Schulemburg was den Prins van Lobkowits, in het kommandement van het leger opgevolgd. Hy drong door in de vlakte van Novi, grondgebied van Ge-  256 Tafereel van Natuur en Konst. Genua, en volgde de Spanjaarden en Franfchen-, daar hy flegts twee dagreizen af was. De vyanden beflooten hem aan te tasten, en den isden Juny tegen het einde van den dag trokken de Spanjaarden en Franfchen in zeven kolommen tegen hen aan, waarvan vier uit Spanjaarden , en drie uit Franfchen beftondcn ; zy tastten gezamenlyk het Oos■tenryksch leger aan, maar waren genoodzaakt af te trekken, en onder Piacenza te wyken.; Dit gevegt kostte van weêrskanten vry wat bloed. De Franfchen en Spanjaarden verlooren meer dan vyf duizend man, aan dooden en gekwetften op het flagveld. De overwinnaars verlooren insgelyks veel volk. De Spanjaarden namen wraak op Serraville , dat zy belegerden en veroverden. De Koning van Sardinië, vol fpyt van de Genueefen met de Franfchen en Spanjaarden vereenigd te zien , verzuimde niets om de •Engelfchen te beweegen in zyne gevoeligheid deel te neemen. Deeze zonden inderdaad een Esquader ter zyner hulpe, het zelve kwam den 25ftén July den fchrik te Savona verfpreidden, het bombardeerde de ftad, onder voor-  Spanje en Fortcg. Staatsverander. 257 yoorwendfel van twee Spaanfche fchepen, die in de haven waren, te willen verbranden ; maar de Gouverneur verdedigde zich dapper, en noodzaakte het Engelsch esquader te wyken. De Genucefen zetten zich naar alles federt dat zy den Koning van Sardinië den oorlog verklaard hadden. Ondertusfchen waren de Piemonteefche en Oostenrykfche wapenen niets minder dan zegepraalende. In het begin van September maakte de Graaf de Gages zich van de forteres vanTortona meester. De frad en het kasteel van Acqui wierden door den Marquis de Pignatelli veroverd. De Hertog van Modena maakte zich van Pavia meester , de Graaf Lautrec van ft. Colomban; hy trok naar Ixiles om daar de belegering voor te Haan, maar dat fort zoude hem te lang opgehouden hebben , en aan den anderen kant wierd hy door de Waldenfen ontrust, die zyn toevoer onderfchepten , en de aankomst van zyn grof gefchut beletten. Hy brak dan de belegering op, en trok de rivier van Clufon over, in tegenwoordigheid van zes duizend vyanden, die in het dorp Josfeau voordeelig gelegerd waren. De Graaf van Lautrek, tastte IX Deel. R hem  258 Tafereel van Natuur en Konst. hen aan, verfloeg hen, en noodzaakte hen te vlugten. Het oogmerk van Don Philip was om tot een beflisienden veldflag te koomen, de andere party integendeel belïeedde al haar aandagt om denzelven te vermyden, om de Staaten des Konings van Sardinië of het Milaneefche en de andere plaatfen, daar de Koningin geld en levensmiddelen uit trok, niet in de waagfchaal te (lellen. Het Milaneefche was egter door de verovering van Pavia bloot gefield; en dit was de reden dat de Oostenrykfche Generaal zich van de Piemonteefen affcheidde, welken hy te Monte Cafiello liet en zyne benden de Po deed overtrekken. Don Philippus , die ernstig wenschte handgemeen te worden, deed zyn leger in vyf kolommen optrekken, om de Oostenrykers aan te tasten. Op den 27ften September, met het krieken van den dag, waren deeze kolommen op den oever van de Tanaro, tegen over het land van den Koning van Sardinië. Zy trokken de Tanaro over, tastten de Oostenrykers en den Koning van Sardiniën aan, drongen in het kamp der Piemonteefen , en noodzaakten hen naar Cafal te vlugten. Dit nadeel kostten den Oostenrykers en  Spanje en Portug.Staatsverander. 259 en Piemonteefcn aan dooden en gekwetften zes honderd man, behalven twee duizend , welken de Franfchen en Spanjaarden krygsgevangen maakten. Deeze hadden maar honderd vyftig man dooden , en minder dan drie honderd gekwetften. De belegeringen van Pezetto en Valentia, waren geduurende de maand O&ober de bezigheid van Don Philippus. In de maand November gaf de ftad Cafal zich over, het kafteel verdedigde zich, maar wierd ook ingenoomen, en de bezetting krygsgevangen gemaakt. Men maakte zich van Asti, eene ftad van Italië, in het Piemonteefche, meester,gelyk ook van het kafteel. Den iöden November kwam Don Philippus binnen Milaan , daar hy met open armen en groote vreugdeblyken van de burgery ontvangen wierd, maar de bezetting van het ka-' fteel floot hem de poorten, Jiy floeg 'er de belegering voor, maar brak dezelve weder op; de legers betrokken hunne winterkwartieren , omdat het jaargetyde te verre verloopen was. R 2 Het  26o Tafereel van Natuur en Konst. Het was te deezer tyd, dat een Engel sch csquader ondernam om Genua te bombardeeren, maar aan den goeden uitflag wanhoopende, zeilde het naar Final, daar het eenige bomben in wierp , gelyk ook te San Remo. Zy bombardeerden vervolgens Bastia , hoofdftad van het eiland Corfika , dat aan den Genueefen behoorde , terwyl eenige misnoegden de plaats te land inflooten. De Genueefche Gouverneur week met zyne bezetting, en de misnoegden maakten zig van de magazynen medster, welken hy agter liet. Rivarola nam bezit van deeze plaats uit naam des Konings van Sardinië; de Genueefen ontnamen hem dezelve wel haast, en behielden haar. De Spanjaarden, de Franfchen , de Napolitaanen , en de Genueefen hunne bondgenöoten hadden hunne veroveringen verre en fehielyk uitgebreid. Maar in het volgende jaar '1746, kwamen de veroverde plaatfen weder onder hunne eerfte meesters. De vrede van Dresden gaf der Koningin gelegenheid, om een onderftand van omtrent dertig duizend man naar Italië te zenden. Zodra deeze benden aangekoomen waren , wen-  Spanje en Portug. Staatsverander. 261 wendden de Oostenrykers en Piemonteefen alle hunne poogingen aan om hunne nadeelen tc herftellen. In de maand Maart 1746, hernam de Graaf Brown, Oostenryksch Generaal, Guastalla. Men maakte zich ook van Cafal en Aki. meester. Den ioden der genoemdo maand trokken de Oostenrykers weder in Lodi, en den 2often in Milaan. Parma , Tortona , Valencia gingen insgelyks over , fchoon de Maarfchalk de Maülebois groote poogingen deed , om de belegering der laatfte plaats op te liaan. * Na eenige voorvallen van minder belang vcreenigde de Maarfchalk de.Maillebois zich. met Don Philippus, en zy trokken gezamenlyk op de Oostenrykers aan, tusfchen welken en het vereenigde , leger op den ióden Juny dezes jaars 1746, een zwaare ilag voorviel by Piacenza, waarin de Oostenrykers de overhand behielden; daar bleeven van het leger, der drie kroonen boven de vier duizend dooden, en zes duizend gekwetften liggen, .en daar wierden drie duizend vyf honderd krygsgevangen gemaakt. Van den kant der Keizerfchcn Melde men het getal der dooden en gekwetften op vyf duizend. Het is. te verwonderen, dat R 3 'cr  Tafereel van Natuur en Konst. 'er niet meer op het flagveld geblecven zyn, als men bedenkt dat 'er van weêrskanten meer dan twaalf duizend kanonfchooten zyn gedaan , zonder de uitwerkfelen van het klein gefchut, en het handgeweer geduurende meer dan twaalf uuren, die de flag duurde, te rekenen. De Koningin betuigde haare vreugde en erkentenis wegens deeze zegepraal, niet flegts door aanzienlyke belooningen aan de hoofden , m*r ook door een zeer vriendelyken brief aan haar geheel leger in Italië, waarin zyelk, van den Generaal tot den minsten foldaat, betuigde hoe voldaan zy was over hun gedrag. Philippus de Vde, Koning van Spanje, overleefde niet lang de helden zyner natie, welken het vuur en ftaal in den flag van Piacenza hadden doen fneuvelen. De Vorst ftierf fchielyk op den oden July 1746, in den ouderdom van 62 jaaren en 6 maanden, na eene regeerieg van 46 jaaren. Hy was de tweede zoon van Lodewyk, Dauphin, en van Maria Ann« van Beijeren, en Oom van Lodewyk den XVden, Koning van Vrankryk. Hy was in 1701 getrouwd geweest met Maria Lou-  Spanje en Portuc. Staatsverander. 263 Louifa. Gabrielle van Savoijen, dogter van wy!en den Koning van Sardinië , Viclor Amadeus, geboren den i7den September 1688 , en geftorven den i4den February 1714, en in het zelfde jaar trouwde hy, in een tweede huwelyk met Elifabeth Farnefe , dogter van Odouart Farnefe den Ilden, Hertog van Parma en Piacenza , geboren den 25ften Oöober 1692. Philippus de Vde had van zyn eerfte huwelyk Lodewyk den Ifien, Koning van Spanje en de Indiën,te Madrid in 1707 geboren, en in 1724 geftorven. Don Philippus , Infant van Spanje, geftorven in 1702, Don Philippus Pieter Gabriel , Infant in 1719 overleeden, en Ferdinand den 23ften September 1713 geboren, die den troon van Spanje na na den doods zyns vaders beklom ; uit zyn tweede huwelyk had hy insgelyks verfcheide kinderen, namelyk vier Prinfen en drie Prinfesfen. Philippus de Vde, liet zich niet verbysteren door den fchitterenden luister, die den troon omringt; hy ftpnd denzelven af ten voordeele van Lodewyk den Iften, en beklom R 4 hem,  2Ö4 Tafereel van Natuur en Konst. hem, na den dood van dezen zóón niet weder, dan om aan de wenfchen van een volk te voldoen, 't welk onder zyne wetten leeven wilde. Hy leidde een afgezonderd leven, en het was een troost voor hem, én misfchien een geluk voor het volk , dat de Koningin den last der regeering op zich wilde Deernen. De Koning had daar oene waare erkentenis voor aan haar, gelyk bleek in zyn testament, waar by hy haar, behalven de regten die tot haar als Kohiuginne weduwe vervielen , zes maal honderd duizend piasters renten, het kaftcel van 11. Ildofonfus in eigendom, cn verfcheiden andere voordeden toewees. Ferdinand dc Vide den troon beklimmende, .vond de inkomften van den Staat door den oorlog uitgeput. Hy verminderde door , een wyze zuinigheid de buitenfpoorige peniioenen,en fneed de onnodige uitgaven en jaarwedden af; maar hy maakte zich een punt van Godsdienst alle de testamentaire fchikkingen zyns vaders naauwkeurig uit te voeren. Hy herriep eene menigte Heeren, die onder de voorgaande regcering verzonden of verbannen waren. Naauw-  Spanje'en Portcg. Staatsver ander. 165 Naauwlyks was Philippus de Vde dood , of Ferdinand vernam dat zyne benden , mei die van Vrankryk-vereenigd, handgemeen gei wcest waren met de- Oostenrykers en de Pieinontcefen, in een :gevegt, 't welk elf uuren geduurd had. Daar 'fneuvelden van weerskanten omtrent drie duizend mannen, en beide partyen fchreeven zich de overwinning toe, fchoon de Franfchen en Spanjaarden het flagvcld aan de Oostenrykers en Piemonteezen hadden overgelaaten, en naar Tortonc geweken waren. De Generaal Nadasti, die Piaeenza, geduurende het gevegt, geblokkeerd had, maakte van dit wyken der vyanden gebruik, om dc ftad'ftormenderhand te. veroveren ; dog de bezetting voorkwam dit, en plantte in tyds het ■witte vaandel. Nadasti vond een grooten voorraad van levensmiddelen en ammunitie in de ftad. De verovering van Novi, van Serravallc, van Gavi, en van Voltaggio, waren de verdere vrugten, welke de Oostenrykers en Piemonteezen van den goeden uitflag hunner wapenen, in den ftryd by Rotte Fredo, hadden. R s De  z66 Tafereel van Natuur en Konst. De Koning van Sardinië, die de Genueezen wilde vernederen en onderwerpen , flelde den Oostenrykfche Generaalen voor, om een inval in de Staaten van de Republiek te doen. Men keurde dit goed, en daar wierd vastgefteld, dat zyne Majefteit daar door de valei van Bormida zoude indringen, en dat de Keizerfchen den dubbelen doortogt van Bochetta zouden overweldigen, waardoor zy den toegang tot het grondgebied van Genua krecgen. De Franfchen, Spaanfchen, en hunne bondgenooten, hadden, zo veel zy konden ,.in de verdediging dier posten voorzien; 24 kompagniën Franfche grenadiers, 40 pikets Spanjaarden en Franfchen, en 4000 man Genueefehe troepen, die zich daar verfchanst hadden, hakten boomen neder, en flopten de wegen voor het gefchut. De Generaal Graaf van Brown, die den last had om deeze posten te vermeesteren, flaagde daarin ; hy volgde den raad van twee misnoegden van Genua, die hem een doortogt over den berg Parey aanwcezen. Hy overviel de vyanden van twee kanten tevens , en maakten zich, in weêrwil van een zeer dapperen wederftand, van den begeerden post, en van al het vyandelyk gefchut meester. De Keizerfchen trokken vervol.  Spanje en Portüg. Staatsverandf.r. 267 volgens naar ft. Pierre d'Arena, en fneeden alle gemeenfchap tusfchen Genua en haare bondgenoten af. Ten uitterften groot was, op het hooren deezer tyding, de verflagenheid te Genua. Men maakte egter het gefchut gereed, en men wees het krygsvolk en de burgery elk hunne posten aan; maar ondertusfchen maakten het gefchrei van vrouwen en kinderen, en de vervloekingen van anderen, een deer}yk fchouwfpel. Elk was in eene naare en ruste.'ooze bewceging, en het gejammer was algemeen. De zulken, onder de oude Raadsheeren, die altoos voor de onzydigheid geweest waren» fielden voor de party der onderwerping te kiezen, en de genade der Koningin van Hongaryen af te fmeeken. Dit voorftel wierd, in weêrwil der tegenfpraak, gevolgd. Men zond Senateurs naar den Oostenrykfchen Generaal, om eene wapenfchorfing te verwerven, en de genade der Koninginne over de ftad af te fmeeken. „ Ik zal, antwoordde de „ Generaal, zorg draagen voor uwe ftad, ik zal wagten binnen de poorten (lellen, om „ alle  268 Tafereel van Natuur en Konst. „ alle wanorder voor te komen". De Senateurs bragten in, dat de grondwetten van de Republiek geene vreemde wagten toelieten. „ Wat grondwetten.' hernam de Generaal, „ wat Republiek! Ik ben het, die u wetten „ geeven zal." De afgevaardigden regelden egter verfcheiden byzonderheden met den Generaal di Botta, die zich daarna naar Genua begaf, alwaar hy aan den Raad de voorwaarden overhandigde, op w-elke de Republiek in de befcherming haarer Keizerlyke Majefteit ontvangen konde worden. De hardfte deezer voorwaar, den waren , dat de bezetting krygsgevangen zoude zyn , -dat de Doge met zes der voornaamfte Senateurs binnen een maand naar Weenen vertrekken zouden, om vergiffenis te vragen voor hunne voorledene fouten, ende genade haarer Keizerlyke Majefteit in perfoon af te bidden, en beterfchap te belooven. Volgens het elfde artikel moesten zy aanflonds een fom van vyftig duizend genovines betaa-r len, maar.de gevoeligfte flag voor de Republiek was die, welke dezelve door den Graaf de Ghoteck wierd toegebragt, die haar den ïften September verklaarde , dat het niet anders  Spanje en Portug. Staatsverander. 269 ders dan billyk zoude zyn aan den kant haarer Keizerlyke Majefteit, te vorderen, dat de Genueezen de kosten van een oorlog, daar zy haar ingewikkeld hadden , betaalden ; maar dat haare Majefteit van dit haar regt willende afftaan, zich vergenoegen zoude, indien de Genueezen flegts drie millioenen genovines in de krygskas haarer Majefteit leverde ; te i>etEalen in drie termynen, te weeten, één millioen in den tyd van tweemaal vier- en twintig uuren, één millioen in den tyd van agt, en het derde binnen veertien dagen, buiten het welke zy zich naar de geftrengfte behandeling zetten moesten. Geduurende deezen tyd vorderde den Koning van Sardinië, niet zonder moeite, door de valei van Bormida. Final was veroverd, gelyk ook Savonne. Het was by deeze ftad dat vier Nobles van Genua de genade zyner Majefteit kwamen affmeeken. Tegen het einde van Oftober verlieten de Franfchen en Spanjaarden Vintrinille, of Vintriniglia, eene ftad van Genua, tusfcbeh Monaco en San Remo, met eene kleine haven en een kasteel, 't welk belegerd en ingenomen wierd. Fe-  270 Tafereel van Natuur en Konst. Eenige dagen daar na onderwierp zich Mont Alban, en de bezetting wierd krygsgevangen gemaakt. Tortone en Ville Franche gaven zich over; en de bezetting mogt in agttien maanden tyds niet tegen de Keizerin Koningin, of haare bondgenootcn, dienen. Zodanig waren de omwentelingen der fortuin , welke de Franfchen en Spanjaarden ondervonden, na te vooren met reuzenftappen in het Milaneefche ingedrongen te zyn. Piemont had hen vrugteloos getragt te fluiten, «n de inwooners van Turin zagen bykans van hunne muuren de boeijens fmeeden, welke men voor hen fchikte. De Franfchen en hunne bondgenooten, gedwongen met verhaasting [talie te verlaaten, en de Var weder over te trekken, begaven zich naar Savoye, Provence en Dauphine; maar men liet hen den tyd niet om zich in deeze winterkwartieren van hunne vermoeijenisfen te herftellen. De Oostenrykers en de Engelfchen, om de Franfchen , die al te magtig waren in de Nederlanden, te verzwakken, maakten eene flerke afwending naar den kant van Provence. De Generaal, Graaf van Brown, trok aan 't hoofd van vyftig duizend man, zowel Oosten-  Spanje en Portug. Staatsverander. 27 r teurykers als Piemonteezen, de Var, byna zonder wederftand, over, en verfpreidde zich vervolgens in Provence, belegerde Antibes, maakte zich van Vence, van Grace, vanFrejus, en van ft. Tropez meester. De Marfchalk de Belle Ifle, die na de herroeping van den Marfchalk de Maillebois, het bevel over hetFranfche leger voerde, zag met fmart den voortgang der wapenen van den Graaf van Brown. Hy had verfcheiden ontwerpen in het hoofd om den vyand te rug te dryven, maar de magt ontbrak hem. Terwyl hy de onderltanden uit Vrankryk verwagtte, dekte hy 20 duizend man, welken hy onder zyn kommando had , met het kanon van Toulon. Men zag niet dan verwoesting in dit gedeelte van Vrankryk. De Oostenrykers en Piemonteefen hielden deerlyk huis ; zy hadden zich reeds van de eilanden ft. Honorat, en ft. Afargariet, onder begunstiging der Engel fche vloot, meester gemaakt. De Engelfchen dccden ook een landing in Provence,alwaar zy egter minder kwaad deeden, dan fchrik verwekten. De vrees verfpreidde zich tot binnen Aix, van waar fommigen leden des  272 Tafereel van Natuur en Konst. des Parlements en andere welgeftelde lieden verder afweeken. De Oostenrykers en Piemonteefen konden het egter niet lang in Provence houden; zy verlieten het, zodra de Marfchalk de Belle Isle zyne verfterking gekreegen had, en een gedeelte der Spanjaarden de winterkwartieren verliet, om zich by hem te voegen. De Hongaarfche Generaal trok de Var weder over, na zyn leger meer dan twee maanden in Provence te hebben doen beftaan. De belemmeriug om geld voor de Koningin van Hongarye te vinden , drukte de Ge7 nueefen niet weinig. Het was byna twee maanden, dat de termynen van betaaling waren om geweest, en zy hadden nog flegts de helft der drie millioenen opgebragt , en dit was nog niet dan met de uiterfte moeite toegegaan. De rykfte lieden bragten hun zilverwerk naar de munt, daar men geld van floeg; de Keizerin Koningin deed dejuweelen, die de Genueefen beleend hadden , ter waarde van vier of vyf maal honderd duizend gulden, dezelve afneemen. De bank was uitgeput, en de particulieren konden niet meer. Dc Mar-  Spanje enPortug.Staatsverander. 273 Marquis di Botta bleef onbuigzaam, en dreigde hen met militaire executie, zo zy zich niet haastte om het ontbrekende der drie millioenen Genovines op te brengen. Zy, die nog iets hadden, zonden het heimelyk naar de kloosters, en begaven zich naar hunne landhuizen, maar zy wierden onder zwaare flraf bedreigingen verpligt, om fchielyk naar de ftad te rug te komen. Dc Genueezen, vernederd, ontbloot, en byna tót den ftaat van Haven gebragt, kroegen hunne vryheid door den onverwagtfteu omzwaai weder; eene onzigtbaarehandfcheen de Republiek op haare eerfte grondvesten te herftellen. De Marquis di Botta, op den cerften December dezes jaars 1746, den Senaat van Genua om een Heep van kanon en mortieren, voor de verrigtingen van den Graaf van Brown verzogt hebbende, kreeg ten antwoord , dat de Raad zich niet wilde aankan, ten tegen het goedvinden van het hof van Weenen. Den 5den begonden de Duitfchers, na twaalf der grootfte ftukken weggevoerd te hebben, ook eenige mortieren te vervoeren. IX. Deel. S Ter-  274 Tafereel van Natuur en Konst. Terwyl zy een derzelver door eene naauwe en digtbewoonde ftraat voortfleepten , brak een rad van bet rolpaard, en dit toeval deed veele menfehen derwaards famenvloeijen. Een officier, die aan het hoofd van dit kommando was, deeze aanfehouwers willende verwyderen, gaf een derzelver een flag met zyn rotting; hy wierd terftond betaald voor zyne geweldigheid, en ontving van den beledigden een fteek met een mes; toen wierd de verbittering van weêrskanten gaande; het volk kwetfte veele Duitfchers met (kenen, en liep vervolgens naar het arfenaal om wapenen te haaien, terwyl anderen zich meester maakten van de kruidmagazynen, en zich vereenigden om alle Duitfchers dood te flaan. Des anderen daags zond de Marquis di Botta honderd arbeiders, om de vervoering der mortieren voort te zetten, die door een Luitenant met dertig grenadiers gedekt wierden. Dit volk wierd aanflonds door de menigte aangetast, die vervolgens eene battery van grof gefchut tegen de poort van ft. Thomas plantte. De Genueezen tastten ter Zeifdertyd, metdenbajonnet op den fnaphaan, een  Spanje en Portug. Staatsverander. 27J .een nabuurige post aan, waarin vier kompagnien grenadiers lagen, die hen te rug dreeven. Ondertusfchen poogde de Senaat vrugteloos de menigte te beteugelen, en ichikte twee leden hunner vergadering naar den Marquis di Botta,om|hemte bidden, „dat hy tot ,, geen uiterften wilde komen, wegens een ver„ gryp, daar de hoofden geen deel aan hadden, „ dewelke zelfs de geestelyken, en allen die „ by het volk aangenaam waren, reeds ge,, bruikten om de gemoederen te bedaaren." De Oostenrykers hadden het bastion van ft. George, en de hoogten van ft. Spirito ingenomen , om de ftraaten van Balbi en ft. Thomas te beftryken. De Genueezen waren niet vervaard voor deeze toebereidfelen; zy begonden den aanval zonder eenig voordeel; het was hen nog niet mogelyk zich van de poort meester te maaken ; de Oostenrykers fchooten hevig op de ftraat van Balbi, alwaar het gros der menigte was. Wyntonnen, welke men fchielyk geledigd had, om daar moed uit te haaien, waren de fascinis die hen dekten. Den 8ften was 'er eene wapenfehorsfing die 24 uuren duurde. Men begon eene onderhandeling, die welhaast wierd afgebroken, S 3 de-  276 Tafereel van Natuur en Konst. dewyl de Genueezen volftrektelyk begeerden, dat de Duitfchers hen de poort van ft. Thomas, en het fort van ft. Benigno, met hunne artillery zouden overleveren, en gyzelaars geeven. Den ioden maakten de Genueezen een geweldiger vuur dan ooit, het geen de Oostenrykers bewoog" om het kanon en de mortieren van het Bastion van ft. Benigno tegen de ftad te wenden. Eindelyk wierden de Duitfchers van de poort van ft. Thomas, uit het fort ft. Benigno, en van de Brandaris verdreven; zy verlieten de voorftad van ft. Pierre d'Arena, nadat zy omtrent drie duizend man, de gevangenen daar onder gerekend, verlooren hadden. Den nden namen zy den weg van Bochetta, alwaar de boeren, die deel in den opftand genomen hadden, hen den doortogt betwistten. Het was niet langer de helft des volks alleen, die voor de Genueezen ftreed, de voordeden, welke reeds behaald waren, hadden moed ingeboezemd; bykafis alle de inwooners waren in de wapenen. Men deed de monniken hunne cellen verlaaten, en Hoopte de kluisters der galeiboeven, om het vaderland van flaverny te helpen verlos- fen.  Spanje enPortdg .Sta ats ver ander. 277 fen. De Duitfchers hielden de post van Bochetta niet lang in , de Genueezen verdreven 'er hen den i3den uit, en noodzaakten hen naar Gavi te vlugten. De Marquis di Botta verloor in deeze aftogten zyn legertrein en gefchut. De benden, welke hy langs de rivier verdeeld had, hadden geen gelukkiger lot; de inwooners hakten hen in ftukken, en het overfchot borg zich naar den kant van Luca. Den iöden December volgde de rust en ftilte op zo veel gewoel en wanorder; de vyand was ten minften buiten den omtrek der muuren, men opende de winkels weder en men erkende geene vreemde meesters.. De Koningin van Hongarye heeft nooit kunnen flagen in haare poogingen, om de Genueezen door onderhandeling weder onder haare gehoorzaamheid te krygen; het was niet meer het volk dat het bevel voerde, het waren de hoofden van deRepubliek, die het volk wapenden en aanvoerden. De Marquis di Botta behaalde, den i4den February'1747 eenige voordeden op hen; de Koning van Sardinië had hem gefchut gezonden ; hy tastte daar Bochetta mede aan, en vermeesterde die plaats; men vervolgde de vlugtelingen, waarvan veelen door het Haal S 3 om-  278 Tafereel van Natuur en Konst. omkwamen. De boeren der valeien van Perfevera, van Ia Serivia, en de inwooners der voorftad ft. Pierre d'Arena wierden overwonnen en ontwapend. De Oostenrykers verwagtten verfterking, om Genua geheel weder t'onder te brengen, daar zy des te beter in hoopten te Oaagen, om dat aldaar eenige verdeeldheid heerschte. Het volk, fier op het eerst den vyand aangetast, en op eigen gezag verdreven te hebben , wilde Genua tot een ander Rome maaken, en mede ftemhebben in den Raad, of het regt om deszelfs befluiten goed te keuren of te verwerpen; maar het liet zich allengs van zynen eisch afbrengen , en trad onder de voorige gehoorzaamheid ; de Raad hernam zyn gezag, en behield het tegen alle de poogingen der Oostenrykers aan, die vrugtcloos eischten, dat men het overfchot der drie millioenen Genovines betaalde. Gelyk de Genueezen ondertusfehen meer moed en drift dan kragten hadden, en de Oostenrykers fteeds werkten om de ftad weder onder hun geweld te krygen, zo namen de Genueezen toevlugt tot den Koning van Vrankryk, die hen geholpen en bygeftaan heeft,  Spanje en Portug. Staatsverander. 279 heeft, tot op het oogenblik dat de vrede getroffen wierd. In gevolge de orders van het Franfche hof, zond de Marfchalk de Belle Ifle hen uit de havens van Marfeille en Toulon, meer dan 70 vaartuigen, die agt duizend man, zo Franfchen ais Spanjaarden, overbrengen moesten; maar dewyl dezelve door flegts één fregat gedekt, en door eenige Engelfche oorlogsfchepen aangetast wierden, verloor deeze bezending verfcheiden vaartuigen, en omtrent duizend man; het overige gedeelte, kwam egter behouden te Genua aan. Eindelyk gaf het Engelfche hof bevel aan den Admiraal Medley, om Genua te blokkeeren, en eenftemmig met den Generaal Schulemburg, die toen het bevel bad over de Oostenrykers, te werken. Deze meenden de Genueezen fchielyk te onder te brengen , om zich vervolgens by het leger des Konings van Sardinië te voegen; deeze Vorst vertoonde zich, federt eenigen tyd, niet aan het hoofd zyner troepen, en het was door de orders, en onder het oog van zyne Koningklyke Hoogheid, den Prins van Piemont, dat het kasteel van Savonne vermeesterd wierd. By de overgaaf wierd de bezetting, uit S 4 1100  a8o Tafereel van Natuur en Konst. iioo man bedaande, krygsgevangen gemaakt, " De Genueezen zagen zich, door de toebereidzelen van den Generaal Graaf van Schulemburg gedreigd, om ten minden zulk een dreng lot als te vooren te moeten ondergaan. Deeze Generaal, de verderking, het gefchut en oorlogsbehoeften, welke hy verwagtte, ontvangen hebbende, deed zyn leger den nden May opbreken, om den vyand in alle zyne buitenposten aan te tasten. De Hertog van Bouflers, aan wien de Koning van Vrankryk het bevel zyner troepen gegeeven had, was te Genua, alwaar zyne tegenwoordigheid den geest der burgery en der regeering meer dan ooit opwekte. Men draalde om tot daadlykTicden te komen, tot den' aiden May deezes jaars 1747, wanneer de Graaf van Schulemberg, naby Genua, en van vier kanten tevens, eene hoogte naby het klooster Rivorolo deed aantasten. Het vuur was geweldig van weêrskanten, en duurde meer dan vier uuren; men fcheidde eindelyk, zonder eenig voordeel, en na veel bloed vrugteloos vergooten te hebben. De aanval van Seoncra, die vroeger gefchied was, had nog beter gevol-  Spanje en Portug. Staatsverander. 2S1 volgen voor de Genueezen, als die de Oostenrykers vcrdreevcn. Nadat de Oosterykers en de Piemonteefen de Var weder overgetrokken waren, maakten de Franfchen en hunne bondgenooten het ontwerp om eene landing te doen op de eilanden ft. Honorat en ft. Margrita, maar verfcheiden omftandigheden belemmerden geduurig de uitvoering. In de maand May maakte men alle de noodige fchikkingcn voor dezen optogt. De Ridder de Belle Isle , die daar mede belast wierd, deed zich van Spaanfche troepen onderfteuncn , welken hy van Languedok te'rug ontbood, alwaar zy een gedeelte van den winter hadden doorgebragt. De gemelde eilanden fcheenen met geen hoop van eenen goeden uitflag aangetast te kunnen worden. Behalven de fterke bezettingen, die de forten befchermden, fcheenen verfcheiden Engelfche oorlogfchepen, die langs de kussen kruisten, den toegang derwaards onmogelyk te maaken. Deeze hinderpaalen ftuitten den Ridder de Belle Isle niet. Zyne eerfte zorg was om in verfcheiden havens vair Vr.inkryk, galeijen, floepen en feloeken te doen gereed maaken, welken hy vervolgens met S 5 het  282 Tafereel van Natuur en Konst. het gefchut en de noodige amunitie naar Cannes deed brengen; men oeffjnde het volk om met beteren uitflag re kunnen werken. Een ftorm had de Engelfche fchepen verftrooid , den 25(len Mei wierd het weder ftil, en de Ridder de Belle Isle maakte daar gebruik van, en deed des morgens ten 7 uuren het teken geeven,om alle de troepen fcheep te doen gaan. Men zeilde naar de bedoelde eilanden, alwaar de landing niet lang betwist werd. Men ontfeheepte in alleryl het grof gefchut „ om de Engelfche oorlogfchepen, zo zy zich vertoonen mogten, het hoofd te kunnen bieden. De toren van ft. Honorat wierd aangetast, de kommandant gaf denzei ven over, en wierd met zyne bezetting krygsgevangen. De Ridder de Belle Isle deed vervolgens het fort aantasten in het gezigt van eenige Engelfche fchepen . welker tegenwoordigheid den belegerden geen dienstdeed. Men maakte zich van het fort meester, en de bezetting wierd krygsgevangen gemaakt. Het hof van Vrankryk nam niets meer ter harte, dan om de Genueefen voor het gevaar van inneeming te beveiligen. Men poogde eerst deu Graaf van Schulemburg te verzwakken ;  Spanje enPörtüg.Staatsverander.283" ken; en om den Koning van Sardinië te dwingen zyne troepen, welken hy voor Genua had, te rug te ontbieden, en zich van den Oostenrykfche Generaal af te fcheiden, maakte de Marfchalk alle fchikkingen om de Var over te trekken. De Ridder de Belle Isle trok die rivier inderdaad over op den 3deu Juny, aan het hoofd der Franfchen en Spanjaarden , en byna zonder wederftand van den kant der vyanden. Men maakte zich van Nice meester ; Villa Franca, Mont-Alban en derzelver forten gaven zich over, en de bezettingen wierden krygsgevangen gemaakt. Geduurende de maand Juny viel 'er niets van belang tusfchen de Genueefen en de Oostenrykers voor. Don Philippus had zich by den Marfchalk de Belle Me gevoegd. Deeze ondernam, onder de orders van dien Prins, de belegering van Vintimile, dat zich den iften July overgaf. De officiers en foldaaten wierden krygsgevangen gemaakt. De Marfchalk de Belle Ifle was voornaamelyk bedagt om den Koning van Sardinië te ontrusten, en om hem te nood-  284 Tafereel van Natuur en Konst. noodzaaken Genua te verlaaten. Om dit doel te befchieten, zond hy detachementen naar den kant der valei van Sture; de Koning van Sardinië kreeg daar naauwelyks tyding van of hy fcheidde zich van den Graaf van Schulemburg af, om zyne eigen Staaten te hulp te fnellen. De Genueefen zagen het gelukkig oogenblik naderen, dat zy geene gevaarlyke vyanden meer voor hunne muurèn hadden; zybegonden hunne vreugde reeds bot te vieren ; maar dezelve wierd wel haast geftoord door den dood van den Hertog de Bouflers, die hunne vryheid met zyn raad en arm waskoomen onderfteunen, zyn graf wierd met de traanen der burgery befproeid, en om huijne gevoelens van erkentenis aan de nakoomelingfchap te doen vertoonen, wierd de naam van Bouflers in het gouden boek gefchreeven, dat is te zeggen, op het register van de eerfte familiën der republiek. De wapenen van het huis van Bouflers zyn federt in een kwartier van die der republiek geplaatst , gelyk dit huis die van de Republiek insgelyks jn de zyne gevoegd heeft. Ter-  Spanje en Porthg. Staatsverandek, 2&y Terwyl de Genueefen begonden adem te haaien, zogt de Ridder de Belle Ifie handgemeen te worden met de Kcizerlyken en Piemonteefen troepen by d'Exiles. De faam , welke in Italië gelyk overal elders den zonderlingen voorfpoed van den Marfchalk van Saxen in Vlaanderen uittrompette, ftietditeenigermaate de eigenliefde van den Ridder de Belle Ifle. Hy wilde de uiterfte poogingen aanwenden, om tot den zelfden trap van roem te ftygen. De Keizerlyke en Piemonteezen lagen te Col de 1'Asfiette verfchanst. Den ic-den July tastte de Hertog de Belle Ifle hen daar aan met 40 bataillons in drie kolommen. De aanval was hevig en duurde lang. De Franfchen waren tot aan den voet der affnydingen doorgedrongen , maar wierden viermaal te rug geflagen. De nagt overviel hen, en zy waren genoodzaakt naar Sestricres te wyken, werwaards de vyanden hen met den degen in de vuist vervolgden. De Franfchen hadden negen ftukken kanon by zig, en behalven de gemelde drie kolommen van 40 bataillons, hadden zy nog agt bataillons de referve; de retranchementen van Col de 1'Asfiette wierden flegts door elf bataillons zonder kanon verdedigd. De  286 Tafereel van Natitür en Konst. De Ridder de Belle Ifle fneuvelde in deze aftie, ziende dat de voornaame aanval niet naar zyn zin voortging, nam hy zelf een vaandel, 't welk hy op het glacis van de redoute plantte, alwaar hy een banjonetfleek in den arm kreeg ; zich vervolgens te rug willende begeeven, ontving hy twee fnaphaanfchooten, waarvan de eene kogel hem door het hoofd ging. Deeze aanval kostte Vrankryk meer dan zes duizend man, men telde omtrent vier honderd officiers die op het flagveld gefneuveld waren. Het verlies aan den kant der Keizerfchen en Piemonteefen bedroeg flegts 120 man aan dooden, gekwetflen of vermisten. Het is waar, dat Vrankryk door deeze afwending Genua behield, dewyde Graaf van Schulemburg , door het vertrek der Piemonteefen te veel verzwakt , order kreeg om het grondgebied vait de republiek te verlaaten. Schoon het land rondom geheel verwoest was, de boomen verbrand, de huizen en paleizen om verre geworpen, de kostbaarfte meubelen vernield waren, had men egter nog grooter onheilen verwagt of gevreesd. Het vertrek der Oostenrykers verfpreidde eene  Spanje enPórtug.Staatsverander. 287 eene vreugd in Genua, die bezvvaarlyk is uit te drukken. Den 23Üen July hield men eene algemeene dank-procesfie , daar de Doge, de fenaat, alle de ollegië'n van regeering, de adel, de burgevy en de voornaamfte inwooners by tegenwoordig waren. Daar waren meer dan 800 priesters . zonder alle de geestelyke orders, die daar ook by kwamen, te rekenen. Dit fepst eindigde met een groote avondmaaltyd, welke de heer Grimaldi, Generaal van de troepen der republiek, aan de Franfche en Spaanfche officieren gaf. De Genueefen van de Spaanfchen en Franfchen vergezeld, deeden in de maand Oclober eenige flroopen in Montferrat, maar met weinig gevolg. De Hertog de Richelieu, die den Hertog de Bouflers opvolgde in den post van Generalisfimus van de republiek Genua en haare bondgenooten , begaf zich den 2den Oöober naar den raad, alwaar hy den Doge en den fenateurs zyne- geloofsbrieven , als minister plenipotentiaris van het hof van Vrankryk, en copie van zyne kommisfie als generaal en chef van de troepen der beide kroonen overhandigde. Met den Heer de Richelieu kwamen  288 Tafereel van Natour en Konst. men de vermaaken en bevalligheden. De Genueefche dames vonden byna de vergoeding haarer vorige ongeneugte , in de galante feesten en geduurige vrolyke partyen van den nieuwen Generaal. Hy wilde egter toonen, dat hy niet minder uitmuntte in het veld van Mars, dan in de galanterie. Hy ondernam de gemeenfchap af te fnyden, tusfchen Campo Fredo en Ovada, twee gewigtige posten der Oostenrykers op de grenzen van de republiek Genua. Den isden OQober Helde hy zich aan 't hoofd der Franfchen, deiSpanjaarden en der Genueefen , te zameti «en corps van 12 of 13 duizend man uitmaakende, en trok aan op Campo Fredo , en het katteel van Rosfiglione; maar de vyandeu hier van verwittigd, waren op hunne hoede, en weezen hem af met verlies van volk en veele krygstoerusting. Den volgenden dag kwamen zy hem zelfs langs den weg van Rosfiglione befiooken , dreeven het leger van den Hertog van Richelieu op de vlugt, en vervolgden hem tot de laatfte affnyding ,1a Canallona genaamd, op de hoogten van Voltri. Deeze aftogt, die eene menigte foldaaten het leven kostte , benam den Hertog de Richelieu den moed niet. Hy zond een ander  Spanje enPortug.Staatsverander.sSö der detachement naar la Bochetta , 't welk insgelyks door de benden van dén Generaal Graaf van Nadasti wierd afgeweezen. De Hertog de Richelieu , geen kans ziende om meer te cnderneemen, keerde naar Genua te rug, zich vertroostende met de hoop van gelukkiger te zullen zyn , by eene nadere gelegenheid. Ondertusfchen had de bezetting van Vintimille reeds lang gebrek aan levensmiddelen , en leed veel. De Heer de Belle Ifle, die onder de orders van Don Philip kommandeerde, deed zyn leger aantrekken, om den vyand te noodzaaken de blokkaade voor deeze plaats op te breeken. De voorhoede maakte zich terflond van eenige posten meester, nam verfcheiden benden krygsgevangen , en deed de Keizerfchen van Castellar opbreken. Deeze hielden de hoogten in, die moeijelyk te genaaken, en dus gefchikf waren om den foldaat vrees te verwekken. Men floot de oogen voor die hinderpaalen, en men kwam tot de uitvoering. Zes duizend man kreegen order om drie aanvallen te doen, welke men vastftelde. Zy wierden door 24 bataillons onderfleund; men zond IX Deel. t 0ok  20o Tafereel van Natuur en Konst. ook eenige detachementen langs de zee, naar den kant van Manthon, en op eene andere plaats naar Sospello. Zodanig was de fchikking der Franfchen en Spanjaarden, toen zy het gevegt begonnen. De Keizerfchen wierden in hunne posten geforceerd, en weeken met den eerden aanval. Men drong door tot het kasteel van Vintimilie, welks toegang terftond vrv gemaakt wierd. De Keizerfchen verlooren in deeze aftie zeven of agt honderd man, buiten de gekwetften en krygsgevangenen; de Spanjaarden en Franfchen vogten met eene ongemeene dapperheid. Nadat het kasteel van Vintimilie van levensmiddelen en andere noodwendigheden voorzien was, liet het jaargetyde niet meer toe nieuwe optogten te onderneemen. Don Philippus gaf order aan de Generaals, om het leger raar Nice te laaten afzakken. De Koning van Sardinië deed poogingen om hem den weg te floppen; maar die waren vrugteloos. Don Philippus kwam den i3den November te Nice, van waar hy zich nnar Montpellier begaf. De Hertog de Belle Me liet 20 bataillons Spanjaarden onder het bereik, om Vintimilie ter hujp te fchieten, in-  Spanje enPortüg.Staatsverander 291 gevalle deeze plaats wierd aangetast, en begaf zich naar Vrankryk, om de ontwerpen voor den volgenden veldtogt te helpen beraamen. De Marquis de M.'repoix kreeg, geduurende zyn afwezen, het bevel over de Franfche troepen in Provence, en in het Graaflchap Nice. Wat Genua betreft, de Hertog van Richelieu befleedde het einde van 't jaar 1747 om de buitenwerken dier ftad voor de aannadering der vyanden te beveiligen, en hy deed ten dien einde eenige forten en affnydingen opwerpen, welke hy met kanon beplantte. In de maand January 1748 ondernam de Heer de Richelieu den Piemonteezen een post van belang te ontweldigen, te Varagina, vyf mylen van Savonne. In weêrwil van het geweldig vuur der ftad, deed de Heer de Genfac de poorten nederwerpen, en was op het punt om daar in te trekken, toen de Piemonteefche officier, die in de plaats kommandeerde, verzogt te kapituleeren. De bezetting, die meer dan 400 man fterk was, wierd krygsgevangen gemaakt. Na de poorten, de muuren, en de verfchanfingen van Varaginë verdelgd te.hebben, kwam de Heer T 3 Ro-  292 Tafereel van Natuur en Konst. Roquepine te Voltri te rug, alle de gevangenen met zich brengende. De officieren, welken de Heer de Richelieu op hun woord van eer ontfloeg, kwamen hem daar voor bedanken; hy onthaalde hen pragtig. Den ioden February belastte de Franfche Generaal, den Graaf de Lanion, zich van het kasteel van Lavenza meester te maaken, de Hertogin de Masfa Carrera, aan wien het zelve toebehoorde, vooraf waarfchouwende, dat men het haar weder inruimen zoude, zodra de Oostenrykers niet meer by der hand zouden zyn, om 'er zich voor hen zeiven meester van te maken. De Engelfchen hadden de Genueezen, in verfcheiden ontmoetingen, vaartuigen en andere bezittingen ontnomen, en dezelve wierden by forme van regtspleging verkogt. De Hertog van Richelieu, fteeds oplettende om Genua te behouden, ondernam om Savonne te verrasfen; maar de vyanden, in tyds daar van verwittigd, namen te goede voorzorgen. Hy tastte alleenlyk een buitenpost aan, alwaar men veel gevangenen bekwam , en verfcheiden magazynen met paarden  Spanje en Portug.Staatsverander.293 denvoêr vermeesterden, welke men in den brand ftak. Het wierd tyd een oorlog te eindigen, die de Mogendheden had uitgeput. ,Het kongres te Breda gehouden, was vrugteloos afgeloopen, en te Aken vernieuwd. De preliminaire vredevoorwaarden wierden daar door de Afgezanten van Vrankryk, Engeland, en de Staaten Generaal vastgelleld. De herftelling van alles wat aan weêrskanten veroverd was, maakte den grondflag dier voorwaarden. Men gaf aan Genua haare voorregten en onafhangkelykheid weder; men Helde de guarandeering der Pragmatieke Sanöie van den oden April 1713 vast. Wat Spanje betreft , men bevestigde het verdrag van Asfiento, wegens den Negerhandel, op den 26ften Maart 1713 te Madrid getekend. De Koning van Vrankryk en de Staaten Generaal verbonden zich om hunne goede dienden by den Koning van Spanje aan te wenden, om deeze kroon te bewegen, dat dezelve aan den Koning van Engeland, als Keurvorst van Hanover, de fommen betaalden, welke hy te vorderen had. Men Helde de hernelling der Staaten van den Hertog van Modena, en den T 3 af.  294 Tafereel van Natuur en Konst. afftand der Hertogdommen Parma, Piacenza, en Guaftalla, voor den Infant Don Philippus vast, met regt van wederkeeringtot den eerften bezitter, ingeval de Koning der beide Siciliën tot de kroon van Spanje geraakte, of de Infant zonder kinderen kwam te fterven. De verdragen van Westpbalen, van Breda, in 1667, van Madrid, in 1670, van Nymegen, van Ryswyk, van Utrecht, van Baden, in 1713, de kwadruple alliantie, te Londen, den 2den Augustus 1718 getekend, dienden tevens tot bafis voor deeze preliminairen, en wierden bevestigd, met uitzondering van eenige artikels, die byzonderlyk gemeld werden. Zie daar hoofdzaakelyk het geen Spanje en de Mogendheden van Italië betreft. In de volgende maand May gaven de Mogendheden , die in oorlog geweest waren, bevel om de vyandlykheden te doen ophouden. Het hof van Spanje fcheen eerst misnoegd over de klaufule van reverfie der Staaten aan Don Philippus afgeftaan, maar gelyk de zwarigheid een onzeker toekomende betrof, liet men  Spanje en Portitg.Staatsverandee.295 men zich overhaaJen. Zyne Kathoiyke Majefteit was voldaan over de andere artikels, te meer, om dat hy verwagtte dat men het grootmeesterfchap der Ridderorder van het Guldenvlies regelen zoude. Men moet hier by aanmerken , dat de drie Mogendheden, die de vredepreliminairen hadden bepaald, tevens op zich genomen hadden, om haare bondgenooten daar in te doen treeden. Deeze gebeurtenis, welke men nog niet gedagt had zo naby te zyn, verrastte Europa op de alleraangenaamfte wyze. De handel kwynda allerwegen; de beurfen *waren uitgeput, en veelen, die vóór de verwarringen in de ruimte geweest waren, moesten zich nu bekrompen behelpen, en lecden dikwyls gebrek. Dewyl de Koningin van Hongaryen nog niet hadtoegeftemd in de vredepreliminairen, gebruikten de Oostenrykers en Piemonteezen het overfchot van hun buskruid , om Bastia te belegeren; en van den anderen kant maakte de Graaf van Brown zig, door verfcheiden posten te overweldigen, meester van de geheele valei van Carenza, de opper Var, van haaren oorfprong, tot aan ft. Pietra di Vara, van de valeijen van Siegalvera, van T 4 Co-  296 Tafereel van Natuur en Konst. Comineglia, Valetta,.cn verfcheiden andere diftrikten. De Spanjaarden wilden ook de pos: van Monc flo'cco overweldigen, daar de Generaal Baron d'Andrcaü kommandeerde, maar wierden daar gefluit. Eindelyk dreig, den de Oostenrykers Genua nog met een inval, en drongen door Bachetta, tot Campo Morone door. De Hertog de Richelieu deed hen te rugge trekken, niet door de wapenen , maar door den volgenden brief, welken hy ?an den Oostenrykfchen Generaal fchreef: ,, Mynheer! Ik heb de eer van aan uwe Exe. „ lentie kopy te zenden, van de akte, waar by haare Keizerlyke Majefteit bewilligt in „ de pruliminarien , welke ik van myn Hof „ ontvange; waaruit gy zien zult, dat alle ,, vyandlykheden tusfchen onze legers moe„ ten ophouden den i5den deezer maand, „ Ik verzoek uwe Excellentie my de roaatre„ gelen te willen mededeelen , welke zy „ dienftig zal oordeelen, om alle verdere en „ nuttelooze bloedvergieting voor te komen, „ en om de rust in Europa te herftellen." Ik heb de eer, enz. Uit het kamp van Cafarza, den ioden Juny 1748. Getck, Hertog van Richelieu. Alle  Spanje en Portug.Staatsverander.297> Alle de Moogendheden voegden zich vervolgens by de preliminaire artikels te. Aken, de veroverde plaatfen wierden wedergegeeven, en het vrede-verdrag, het welk den 18. Oftober te Aken door de kontraktccrende Mogendheden getekend , en vervolgens door de andere toetredende Mogendheden aangenomen en getekend wierd, is niet dan eene uitbreiding en verklaaring van de Pielimmarien. Weinig tyds daarna liet de Koning van Spanje aan de Engelfchen verklaaren, dathy het verbod tegen hunnen handel ten ecnemaal opgeheven, en de noodige orders afgevaardigd had, om denzelven op den ouden voet te herftellen, en alle de fchepen der Engelfche natie in zyne havens toe te laaten. De Marquis de Sotto Major, Ambasfadeur des Konings van Spanje te Aken, deed daar , ter gelegenheid van de fouvereiniteit en het grootmeesterfchap der order van het Guldevlies. eene proteftatie, waarby hy te kennen gaf, dat zyne Katholyke Majefteit geene Mogenheid op aarde erkende, die hem deeze fouvereiniteit en dit grootmeesterfchap der gemelde order mogt betwisten, als welke onaffcheidbaar aan de kroon van Spanje geT 5 hegt  spil Tafereel van Natuur en Konst. hegt waren. De Graaf van Kaunits leverde hier eene andere proteftatie tegen in, waarin hy beweerde, dat het grootmeesterfchap der orde van het Guldevlies aan den Keizer behoorde in hoedanigheid als gemaal van de Keizerin Koningin van Hongarye en Bohème, fouveraine der Nederlanden. De manfehap der oorlogvoerende Mogendheden die op zee was , had nog geene kennis dat de vrede was getroffen. Het Spaansch eskader van zeven fchepen , door den Admi-^ raai Reggio gevoerd, naar de hoogte van Jamaika gefteevend zynde , nam verfcheiden fchepen weg van de koopvaardyvloot, die in de maand Oftober 1748 van dat eiland vertrokken was. Wel haast wierden de Spanjaarden door den Admiraal Knowles onderhaald, wiens eskader uit zeven fchepen beftond , daar onder de Lenox begreepen, die de koopvaardyvloot dekte, en die zich by hem voegde. Den i2den October ten drie uuren begonden de Spanjaarden den aanval; het gevegt, het welk tot 10 uuren des avonds duurde, was zeer fcherp. Het Spaansch eskader wierd zeer gehavend, en week naar de kust, na den brand in één zyner fchepen ge-  Spanje enPortug.Staatsverander.299 geftooken te hebben , het welk niet mede voort kon, omdat de masten waren weggcfchooten. De Admiraal Knowles konde hen niet vervolgen, omdat zyne fchepen byna zo veel geleeden hadden als de fchepen van het Spaansch eskader, zodat geen van beide de Admiraals zich beroemen konde van voordeel behaald te hebben. Het was naar het gevoelen der Engelfchen, eene vreemde zaak, dat de Admiraal Knowles niet overwonnen, en de Spaanfche vloot in Engeland opgebragt had; men deed hem, by zyne wederkomst rekenfehap geven van zyn gedrag, en de regters hetzelve onbevooroordeeld onderzoekende, oordeelden het fchuldeloos, en overeenkomftig met het karakter van een goed officier. Schoon het vredeverdrag te Aken geflooten en getekend was, bleeven 'er egter nog eenige fchikkingen tusfchen zommige Mogendheden te vereffenen. Men hield een kongres te Nice, en ingevolge de overeenkomsten daar gemaakt, trokken de Franfchen , de Oostenrykers, de Piemonteefen en de Spanjaarden uit de Staaten van deRepubliek Genu'a, uit die van den Hertog van Modena, en  300 Tafereel van Natuur en Konst. en uit de Staaten, welke door het verdrag van Aken aan Don Philippus waren toegelegd. In de maand January 1749, gaf de Graaf de Harrach, Gouverneur van het Milaneefche , de volmagtiging in het licht, welke hy van het hof van Weenen ontvangen had , om den infant Don Philippus in het bezit der Staaten van Panna, Piacenza en Guaftalla te Hellen, en hy maakte de inwooneren deezer Staten bekend, dat zy den koningklyken Infant Don Philippus, zyne kinderen en hunne mannelyke nakoomelingen als wettige Hertogen en Vorsten hadden te erkennen , tot dat de Voorzienigheid daar omtrent anders befchikte, en dat het geval van wederkeering , in het verdrag gemeld , daar ware. Haare Keizerlyke Majefteit ontfloeg, hen ten dien einde van den eed van getrouwheid, welken zy haar gedaan hadden. Ferdinand de Vide, na een oorlog teneinde gebragt te hebben , die reeds lang voor dat hy den troon beklom , ontflooken was, bevlytigde zich de gemaakte breuken te herftellen, en het volk te verligten. De zeezaa- ken,  Spanje enPortug.Staatsverander.3oi leen, de fchatkist, en deAmerikaanfchehandel verdeelden zyn tyd en aandagt. Alles met eigen oogen poogende te zien,. deed hy hen, die met de zorg der byzondere zaaken belast waren, met eene verdubbelde naauwkeurigheid en trouw werken. Ministers zyn bedienden, en bedienden hebben altoos het oog des Meesters noodig om hun pligt wel te betragten. Daarenboven de pagters, die airoos daarop uit zyn, om hun eigen beurs te maaken, en die niet fchroomen om zich ten koste van het gemeen te verryken, door het volk uit te zuigen om zich zeiven te mesten, konden hem met alle hunne fraaije voorwendzeis niet bedriegen. Zy booden hem het ontwerp aan van eene evenredige belasting; *y las en verwierp het zelve. Om alle vredebreuken met andere Moogendheden voor te koomen, beval hy zyne Staatsdienaaren om met den HeerKeene, Ambasfadeur van Engeland, gelykerhand te werken , en de zwaarigheden , welke tegen den wederzydfchen gerusten handel der beide natiën met malkanderen opryzen mogten, te helpen uit den weg ruimen. Uit het zelfde beginfel, en door een gevolg  302 Tafereel van Natcur en Konst"* volg van deze oplettendheid om den handel te' befchermen, deed Ferdinand eene vloot uitrusten, om de vermetelheid der Barbaryfche zeeroovers te beteugelen en te ftraffen; en oordeelende dat de kerkelyke goederen en inkomsten niet nuttiger bedeed konden worden dan tot uitroeijing dier ongeloovigen , lag hy der geestelykheid eene belasting op, om de noodige lommen te bekoomen, om deeze vloot in zee te brengen. Zyne wyze en voorzigtige maatregels hebben de Spanjaarden en de Indiaanen, op de kust van Caracos, die gepoogd hadden, zieh met geweld meester te maaken van den handel der compagnie te d. Sebastiaan gevestigd, beteugeld , en tot vorige gehoorzaamheid doen wederkeeren. De verbintenis van het Spaanfche hof met dat van Turin wierd derker dan ooit door het huwelyk van de Infante Dona Maria Antonia, met den Prins Viftor Amadeus, oudde zoon des Konings van Sardine, in Juny 1750 geflooten; andere Mogendheden vatten daar wel eenigen naaryver over op, maar de rust wierd niet gedoord. Het  Spanje en Portug.Staatsverander.303 Het is waar, dat het Spaanfche hof, met ongenoegen ziende, dat 'er met deszelfs geflagen vyanden de Barbaryfche roovers, verbintenisfen wierden aangegaan, om dezelven openlyk van gefchut, buskruid en kogels te voorzien, den koophandel der Hamburgeren op de havens van Spanje verbood ; dog dit wierd door tusfehenkomst van eenige Moogendheden herfteld. Naderhand floot de Koning van Denemarken een traktaat van vrede en koophandel met den Keizer van Marokko. Dit wierd te Madrid zo euvel opgênoomen, dat men alle onderlinge fcheepvaart en handel tusfchen de Spanjaarden en de Deenen verbood, dog dit is in den jaare 1757 insgeJyks weder herfleld. Jan de Vde, Koning van Portugal was flegts aanfehouwer van de verwarringen die Europa geduurende zyne regeering beroerd hebben. Het begin van die regeering was moeijelyker. Na den dood van Don Pedro zyn voorganger, bleef hy met Engeland tegen Spanje en Vrankryk vereenigd; hy begunstigde eveneens de wapenen van Karei den Illden.die in hetzelfde verbond getreeden was, maar in 1712, hielden de vyandlykheden op , en het hof van  304 Tafereel van Natuür en Konst. van Portugal maakte vrede met Vrankryk. Dit hof Hond den Portugeezen kaap Nord in Brazil af, gelyk ook de landen by de rivier der Amazoonen. En by den vrede, die iri 1715, met Spanje geflooten wierd, gaf men hen het kasteel van Nonder met deszelfs afhangkelykheden, het eiland van Verdoejo , en de kolonie van het H. Sacrament weder, met een fchadeloosftelling van 600 duizend ecus, in verfcheiden termynen te betaalen. Wanneer men geene belangen van den eerHen rang meer te verhandelen heeft, is men dikwiis te oplettender op dingen, die in andere gevallen als beuzelingen befchouwd zouden worden. Men kan de moeilykheid, die de Abt de Livri met het hof van Portugal had, als zodanig aanmerken. Deeze Abt, in 1724 in hoedanigheid van Franfche Ambasfadeur te Lisfabon gekomen zynde, vorderde van Diego de Mendoza, Sekretaris van Staat, een eerst bezoek. Deeze weigerde dat, en beweerde, dat het aangenomen gebruik niet vergunde den Franfchen Ambasfadeur deeze begeerte toe te Haan. Het Hof onderfteunde zyn Minister, zodat de Abt de Livri vertrok, zonder gehoor by den Koning van Por- tu-  Spanje en Portug. Staatsverander. 205 tugal gehad te hebben. Dit dranggefchil had egter geen verdere gevolgen.' Het volgende jaar gebeurde iets in Holland , hetwelk eerst een emftiger aanzien had. De Abt de Mendoza , wien het hof van Portugal derwaards had gezonden, om eenige zwaarigheden, ter oorzaake van den Negerhandel in Afrika, uit den weg te' ruimen, gebruikte in eene memorie, aan haar Hoog Mogende gerigt, eenige harde uitdrukkingen, die de zaak tot eene breuk zoude gebragt hebben, waar hy niet fchielyk te rug geroepen, en door een bekwamer ftaatsdienaar gevolgd. De Koning van Portugal brak met het hof van Rome, hetwelk aan hetzelve, onder verfcheiden voorwendzels, den Kardinaals hoed voor den Nuntius Bichi weigerde. De Kardinaal Corfini den Pausfelyken Stoel beklimmende, poogde dien onmin uit den weg te ruimen, en Haagde daarin. De verbintenis is naderhand zo volkomen geworden, dat zyne Heiligheid den Koning van Portugal, in erkentenis van deszelfs verknogtheid aan den H. Stoel, in 1749, den tytel van zeer getrouwen of zeer gelovigen Koning, Rex Fide- IX. Deel. Y Jisy  3oö Tafereel van Natuur en Konst. lismus, door eene Pausfelyke bulle heeft op.gedraagen. De Koning heeft den inhoud deezer Bulle aan de Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen van zyn Koningkryk medegedeeld. Sedert de maand May 1749 gebruikte mendee-zen tytel in alle ftaatspapieren, en de andere Magten van Europa hebben dien erkend. In 1735 waren de Hoven van Portugal en Spanje op het punt van de vrede te breeken, , wegens een onderwerp, 't welk niet de minfte oplettenheid verdiende. De Heer de'Belmonté, Ambasfadeur van Portugal, aan het hof van Spanje, was te Madrid, toen zyne dienstboden, buiten zyn kennis, eene wyk. plaats gaven in zyn hotel, aan een boer, wien de geregtsdienaars wegens eene misdaad naar de gevangenis bragten. Deezen kwalyk te vreden, dat men hen hunne gevangene had ontnomen, beklaagden zich deswegen aan de magiftraaten, dewelke daarvan berigt gaven aan den Staatfecretaris, die de livrei bedienden van den Ambasfadeur uitdeszelfs hotel deed haaien. Het hof van Portugal deed op zyne beurt de livreibedienden van den Spaanfchen Ambasfadeur inde gevangenis werpen. De Afgezanten vertrokken van weêrs- kan.  Spanje enPortug, Staats ver ander. 307 kanten; Spanje eischte voldoening; Portugal wilde die van Spanje hebben. Daar was niet minder nodig dan de bemiddeling der hoven van Verfailles, Londen, en den Haag, om de gevolgen van dit voorval te fluiten. Men kwam overeen, dat het hof van Portugal ongelyk had, dat de bedienden der beide Ambasfadeurs in vryheid gefield worden, en men malkanderen Afgezanten zenden, zoude. De Portugeezen hebben altoos veel moeite gehad, om de Indiaanen van Goa in bedwang te houden. Deeze begonnen in 1729 een oorlog tegen den Onderkoning. In de maand May 1746 was dezelve verpligt eene hunner fterke plaatfen in te neemen, en deed de inwooners , ten getale van meer dan 500, over de kling fpringen. Portugal heeft door den gerusten ftaat, welken het aan den kant des oorlogs lang genooten heeft, groote rykdommen opgelegd. De verwoesting van Lisfabon heeft, gelyk wy gemeld hebben, oneindige vernielingen, en onwaardeerbaare verliezen veroorzaakt; maar de wyze, -waarop men zig, V 3 na  308 Tafereel vak Natuur en Konst. Ha dit ongeluk, gedraagen, en hetzelve zoveel mogelyk herfteld heeft r toont, dat het Ryk niet minder dan uitgeput was. Einde van bet negende Deel.