TAFEREEL VAN NATUUR en KONST.   TAFEREEL VAN NATUUR en KONST; behelzende, ka eene algemeene ; landbeschryving en beknopte historie der verscheiden volken, enz. enz. een volledig REGISTER OVER HET GEHEELE WERK. Een- en- Twintigste Deel. Te AMSTERDAM, By PlETER MEIJER, op den Dam. MDCCLXXXIV.   BLADVULLING; De befchouwing van Amerika heeft óns werkje befloten; eene nadere befchouwing van een gedeelte van Amerika , voor ons het allergewichtigile, za! niet ongevoeglyk alhier ter laatfte bladvulling dienen; ten welken einde wy eenige aanmerkingen over het groot belang van onze koloniën in Amerika, byzonderlyk van Suriname, voor ons Gemeenebest; als ook over haar verval; uit dat uitmuntend werk, de Courier van Europa, zullen overnemen. De aangelegenheid der kolonie van Suriname, voor onzen Staat, kan voor eerst worden opgemaakt uit de voordeelen .welken wy daarvan onmiddelyk genieten. Het beloop der Produkten, welken zy verfchaft, mag veilig berekend worden jaarlyks te zyn. l8,ooo Vaten Suiker. 15, ooo.cco Ponden Koffy. 600,000 Ponden Cacao. 300.000 Ponden Katoen. Deze begrooting is "opgemaakt uit lysten Tan produkten, welken de Kolonie, eenige * jas-  a BLADVULLING. jaaren door malkander geflagen, vóór den jongften oorlog heeft opgeleverd; zynde de misgewasfen daar mede onder berekend. De bruto waarde dezer goederen zal, ten minften pryze gerekend, eene zeer aanzienelyke fom bedragen, als 18000 Vaten Suiker a ioo per vat . ƒ 1,800,000 15,000,000 Ponden KofFy * 5,250,000 600,000 Ponden Cacao * 125,000 300,000 Ponden Catoen * 225,000 Het welk te famen beloopt eene fomma van . ƒ 7,400,000 De kolonie van Suriname kan dus veilig geïekend worden jaar voor jaar op vier en zeventig Tonnen Gouds, in den fchoot van het moederland, uitteftorten; In den fchoot van het moederland, zeg ik, dewyl in het beloop van hjare voortbrengzelen geenzins mede in aanmerking is genomen, het geen, uit baarea boezem, naar Noord-Amerika en andere landen wordt vervoerd,gelyk de Maiasfie der fuiker en eenige andere waaren. öe gemelde fom van 7,400,000.—.:_ jaar- lyks  BLADVULLING. S lyks is dan een voordeel voor ons alleen, het geen wy met geene vreemde Mogendheden behoeven te deelen. In de tweede plaats verfchaft de zeevaart uit het moederland naar deze volkplanting mede geene geringe voordeden aan den Haat, dewyl men rekenen kan dat jaarlyks vyftig fchepen , door elkander op twee honderd koop. mans lasten begroot, uit de Republiek derwaard heen vertrekken, en ryk beladen wederom te rug keeren , het welk inderdaad geen gering gedeelte uitmaakt der aanzienlyke navigatie dezer landen, dewyl, onder alle de rederyen van Schepen bier te lande, geene gevonden worden, dewelke aan haare deelneemers grooter voordeel geven dan die, welke op deze Kolonie, en de overige bezittingen van den ftaat in de West-Indien, ondernomen worden, daar veele derzdver haare uitgefchooten gelden met eene aanmerkelyken winst uit de vragt penningen der Schepen zomtyds in eenen, dog meest al in twee of drie reizen, verdiend, wederom terug ontvangen. De aangelegenheid dezer volkplanting blykc * 2 in  4 BLADVULLING. in de derde plaats al verder uit de aanzien? lyke voordeelen, welken 's Lands fchatkist jaarlyks van dezelve geniet .zonder dat dezelve daarentegen eenig uitfchot ten gevalle der Kolonie behoeft te doen; immers tot den jaare 1776. betaalde men, in de Provintie van Holland alleen, aan Waag impost der Koffy 8-2 : per duizend ponden ; de Suiker betaalt nog heden 2 : 1 : 8 per duizend ponden; de Cacao 4 : 16 • : en de Katoen 3:3hetwelk dus bedraagt. Van 18,000 Vaten Suiker tegen 800 $ het Vat gerekend - - 46,125:-: Van i5,ooo.oco $ Koffy « 121,500:-: Van 600,000 ffi Cacao o 2880: : Van 300,000 ffi Katoen *• 945: : f 171,450:-: Deze penningen kunnen op geene andere wyze worden aangemerkt dan als een louter gefchenk, en zuivere gifte, welke de Kolonie jaarlyks aan dekasfe van het moederland doet, terwyl de algemeene ftaat des lands, ten wiens behoeve dezelve geheven en opgebragt wor- ■' den,  BLADVULLING. 5 den, geene kosten van eenig aanbelang ter befcberming, veel min ter aanmoediging, van den landbouw dezer Kolonie tot hier toe heeft aangewend. Hoe beklaagelyk is het, dat zulk eene bezitting in zulk een deerlyk verval is geraakt. Eene der voornaamfte redenen van dit verval der Kolonie, en waar omtrent het hartelyk te wenfehen was, dat, door tusfehenkomst der hooge regeering, eene goede fchikking gemaakt konde worden, is het roekeloos verkenen van Crediet, waar mede men, in vroegere jaaren, op de onzekerfte gronden , groote geldfommen tegen den jaarlykfehen interest van 6 ten honderd aan de Planters heeft opgefchoten; eene rente welke zy onmogelyk goed maaken konden. Dit hadt ten gevolge , dat de Plantagien aanmcrkelyk fteigerden in prys.dewyl een iegelyk, die Hechts onbezonnen genoeg was om eens anders penningen te waagen.voor deze zo gereedelyk verleende gelden Plantagien aankogt; Langs dezen weg wierden veele oude planters en eigenaars aangezet om van die omftandigheden gebruik te maaken.en hunne bezittingen tot hoögen prys te verkoopen, De nieuwe onderneemers gevoelden wel • * 3 ras  6 BLADVULLING. ras den zwaaren en drukkenden last hunner fchuldenjdaar verliepen Hechts weinige jaaren, geduurende welken zy zig in ftaat bevonden om de interesfen der opgenomen gelden behoorlyk te kunnen voldoen; waar door verfcheiden plangtagien, tot zeer groote fcbade der planters zo wel als der geldfcbieters, openlyk by executie verkogt wierden ; het welk dc Kolonisten in een geheel miskrediet bragt, terwyl het een verbaazend aantal weduwen cn weezen hier te lande deedt zugten. Eene andere reden van het verval der Kolo. nie moet gezogt worden in de verhoogde belastingen , welken de Planters verpligt zyn op te brengen aan de Ca.sfa van defenfie tegen den binnenlandfchen vyand. Deze zyn reeds geklommen tot <5 ten honderd van alle de voortbrengzelen, welken de grond der volkplanting opbrengt, nicttcgenftaande de pryzen der Produéten in het moederland al meer en meer tot éenc aanmerkelyke laagte gedaald zyn , waardoor aan den Planter zomtyds niet zo veel overblyft «'fis hy tot het koopen en onderhouden zyner flaaven,en andere noodwendigheden , van nooden Jieeft. De misgewasfen en ongunflige jaargety - - - III. 35. Alkalisch Zout. Zie Alkalyu Zout. Alkalyn Zout in Holland, - XIII. 154, Alhantra. Ridder - Orde in Spanje, IX. 141,142, Alkmaar Belegerd, . . XV. 227. Allegator. Eene foort van Krokodil op de Oevers van Jamaïka, de levenswyze, voorttecling enz. van dit Dier; . hoe de Negers hetzelve vangen , XX. 154—156. AHodia en Feuda. Berigt deswegen , XII. 42, 43, Almanak. Gregoriaajifche Almanak, . VII. 108, Aloë, Befchryving van den Aloëboom en de Aloë, II. 166—168 Befchryving van de Aloë van Amerika veele foorten van Aloë zy kan jaareu lang blyven groeijen 'zonder Aarde van welke Aloë men het bekende geneesmiddel bekomt, XIX. 252-256. Alpen. VIII. 49, 50. Befchryving van het Alpisch gebergte in Italië, X.90. Alpisch gebergte in Zwitfe'land> ; • XI. 128-139. Ah  VOORNAAMSTE Z A A K E N. J Alphonfus I. Koning van Spanje, IX. 189, 190. Alphonfus II. In 792. verdryft de Mooren uit verfcheiden Steden van Spanje , - ix. 191. Alphonfus III. Bygenaamd de Groote, Koning vaii Spanje, - - IX. 192. Alphonfus IV. In 925. Koning van Spanje, IX. 194. Alphonfus V. IX. 197. Alphonfus VI. . . ix. 200. Alphonfus VII. - - IX. 200. Alphonfus VIII. - - IX. 201. Alphonfus IX. - - IX. 203, 204. Alphonfus X. - - IX. 207, 208. Aluin. Sulfer-, Vitriool , Aluin - en Menie - Steen in Zweden, V. 29,30. Berigt wegens een Aluinberg in Duitschland en de wyze van het' Zout te bekomen, XI. 93, 94- Eigenfchappen beftand- deelen en oorfprong van liet Aluin RotsAluin —— waar men liet Aluin vindt, XIII. 107—169. Op het Eiland Milo, XVI. 189 — 191. Zie ook Pluim - Aluin. Oorfprong van liet Aluin 191-193. Aha. De Hertog van Alva in de' Nederlanden, XV. 215-228. Amadavat - Vogel. Belchryving van denzclven, II. 148. Amandelboom. Befchryving van den Amygdalus of Amandelboom en deszelfs vrugt, IX. 57—60. A 4 Ame-  8 BLAD WYZER der Amaril. Wat deze ftoue Zy: . ■ ■ op *t Eiland Naxia, - - XVI. 103,194. Amazooncn. Berigt wegens de verbazende Rivier der Amazoonen, XVIII. 26, 27. Ambagten. De Boeren in Noorwegen ocficnen alle handwerken, IV. 198, 199. Zie ook 219, 220. Amber. Groote Hukken Amber in des Konings Kabinet te Koppenhage, IV. 189. Wat Amber is 00'fprong — bereiding — gebruiken , XI. 117—121. waar de Amber of Barnfteen gevonden wordt wat dezelve is uitwendige befchryving daar van zy ligt in beddingen — diertjes in dezelve — verworiderlyke eigenfehappen van de Amber, - - - XVI. 18-31. Ambergrys. foorten en gebruiken van Ambcrgrys, III. 390—396. Lelykc Mank in 't branden, V. 63, 64. Ambona. Handel der Nederlanderen, XIV. 298. Amerika, by de Ouden waarfchynlyk bekend, XV1T. 1. Reeds voor Kolumbus misfehien ontdekt, 2, 3. De regte ontdekking door Kolumbus, 3 — 12. Naam, ligging en verdeding van Amerika, 12—19. Verovering van Amerika oorzaaken die dezelve bevorderden wreedheden der Spanjaarden, 20»-33. Vorige en tegenwoordige lugtgefteldheid van Amerika —— door welke oorzaaken dezelve veranderd is , 34—66. De >!aniok, het Woorora - vergift, en de Maïe , in Arno-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. $ Amerika, XVII. 66—82. Ziektens der Amerikaanen,8,3—131. Handel van Amerika, 132—137. Inwooncrs van Amerika, 138—318. Zeden en Gebruiken der Amerikaancn , 318—355. Verbastering der Dieren in Amerika, 355—363. Hoe Amerika bevolkt beeft kunnen worden , 138 — 141. Geringe bevolking van dit Werelddeel, 141 — 148. De gelykenis welke, alle of de meeste Amerikaanfclie volkeren op malkanderen hebben, en dc redenen daar van, 213—220. Zie ook Zuid- Amerika en Noord-Amerika. Amerikaan/die Eilanden. De Antilles of Voorcüanden,XX. 5—iS. De Lukaïfche Eilanden, 18-22. De Karibifche Eilanden , 22—42. De Bermudi. fche Eilanden, 42—45. De Azorifche Eilanden, 45—49. Dc Pool - Eilanden, enz. 49—59. Byzonderhedén op de Amcnkaanfche Eilanden , 60—85. Ziekten op dezelve , 86—88. Planten en Gewasfcn , S9—137. Dieren, Vogels, Visfchen, Amphibia, Infekten, 138—214. Zeden en gebruiken — Creoolen, 214—22t. Het Eiland Taiti of Otaheite, 222—285. Nieuw Zeeland, 286.—313. Nieuw Holland, 314—321. Aanliangzel over de Slaaven, die op de Eilanden van Amerika gebruikt worden, - 322—379. Amethyst. Befchryving van dezen Steen, XI. ui. ui. Amient, Zie Asbestos. A 5 Am-  •ia BLADWYZER der Ammomac Zout. Zie ook Sal Ammomac. Ammoniak Zout in het Tuifveen, - . XIII. 154 Ammons - hoorn. Zie Comu Ammonis. Amphitheater. Wat het zy . . Overblyfzels van een Romeinsch Amphitheatcr te Neismes, VJII 172, 17.". Amptcn. De groote Amptcn in Engeland, VII. 60—66. Amptfafen in Saxen, wat zyn, - XII. 167,168. Amjlerdam. Befchryving van de Oude Kerk aldaar, XIV. 1—14. Befchryving van de Nieuwe, 14—30. Befchryving van het Stadhuis 53-78. Het rust op 13659 paaien, ald. 54. Amfterdam valt den Spanjaarden af, XV. 243. Door Willem II. belegerd , 306. 'Amygdahis. Zie Amandelboom. Ananas. Befchryving van den Ananas of Pynappel, II. 157—159' Aneximander. Hoofd der Jonifche Sekte, XVI.251. Ancyra. Zie Angora. Andes. Berigt wegens dit gebergte in Peru; en van de opmerkelyke ziektens, welke zy, die hetzelve beklimmen, ondervinden, XVHI. 35 40. Groot verfchil tusfehen de Oost- en West - zyde aldaar, 39, 40. De Cordeliëres zyn een gedeelte der Andes, XVHI. 38. Zie ook Cordeliëre;. Andries. Ridder-Orde van St. Andreas of van den Distel, in Schotland, - vil, 75, 76. Atlr  VOORNAAMSTE Z A A K E N. n Angel der Byëu door liet Mikroskoop befchouwd, XIII. 279,280. Angola. Berigt wegens de Slaaven van de kust van Angola, - . - XX. 331. Angora. Befchryving van deze Stad, 1.130—134. Anhalt. Berigt wegens dat Vorftendom, XII. 161, 162. Anjou. De Hertog van Anjou in de Nederlanden, XV. 249. De Hertog van Anjou, Hendrik van Valois, Koning van Polen in 1573. XVI. 133. enz. Anna fwanowna, Keizerin van Rusland, V.256,257. Anna van Bronswyk, Keizerin van Rusland, V, 258 , 259. en 261, 262. Anna. Koningin van Engeland, VII. 224—227. en XV. 371. Aula. Zie Tapir. Anfon. Bemagtigt het Acapulcó Schip, IX. 131. Antelopt. Hoe in Perfie Jagt daar op gemaakt worden, » . I „O ' i. 289, 290. Antigua. Staat van het Eiland Antigua, XX. 34. Antilhs. Algemeen berigt wegens de Antillifche Eilanden t XX. 5—18. Geweldige regens en verdervende Iugtgefteldheid 'op deze Eilanden, 72-74. Antiparos. Zie Grot van Antiparos. Antoninus. Pius, Pilaar van dien Keizer te Rome, X. 207. An~  ie BLADWYZERder Axtonias de Heilig, befchryving van het oude klooster van St. Antonius in dc woestyne van Thebaïs> - - III. 129-131. Antwerpen. Hoofd Kerk en Jefuitfche Kerk te Antwerpen, - - XIV. 49,50. Apaches. Kort berigt wegens dit volkje in Nieuw Mexiko' - - XIX. 34, 35. Appel. De Mangoftatn is gelyk aan een Appel, II. 176. Vlaa - Appel. Zie op dat woord. Karmozyn-roodc Appelen,. - - m. 338. Appelen van Sodcm befkan niet, - I. 91,92. Aquiapulco. Het Aqnapulco - Schip der Spanjaarden . door Lord Anfon bemachtigd, iX. 131. Befchryving van Aquapulco derzelver Jaarmarkt , het Aqnapulco-Schip, - XIX. 15—18. Aquilcja. Het Hertoglyb Paleis van den Patriarch aIdMr' - " XX. 45-49. Arabieren hunne zeden en gebruiken, I. 189.-196". Aranjuez. Berigt wegens het Koninglyke Palcis aldaar' " - - IX. 103. 104. Ararat. Berg die daar voor gehouden wordt, I. 85. ArchangeJ. Berigt daar van, . v. 191. Archimedes. De uitvindingen van dien Wysgecr Oorlogs-machines, . x. 145-147, Archipel. Goud- en Zilver-mynen op de Eilanden : van den Archipel, . xvi. 184, 185. Ar.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. !$ Arecet. Befchryving van de Areca en dcszelfs gebruik, - - II. 163, 164. Arend. Land-en Visch-Areud in Noorwegen, IV., 125, 126. De Arenden op de Orkadifche Eilanden voeren zomtyds kinderen, dikw' ls lammeren , weg, VI. 46. Die een Arend doodt mag van elk huisgezin eene Hen eisfchen, ali. Drie foorten van Arenden befchryving en natuuriyke Historie van den Arend Wyfjes jongen levenswyze enz. X. 40—49. VUe- ' gende houten Arend van Regiomontanus, XI. 253. Arend-Uil. Zie Uil. Argcntiere. Verlaten Zilvermynen op dat Eiland, XVI. 184. Terra Cimolia aldaar, 194, 195. Areopagus. Berigt wegens dezen Regtbank en deszelfs gezag, . - - XVI. 315, 316. Aristippus. Zyn leerftelzel, XVI. 254, 255. Aristoteles. De Wysgeerte van Aristoteles alleen in Pcrfie, - - - II. 66. Arkadie. Bergen in Arkadie by de Oude Poëeten geroemd, - - XVI. 202. /fries. Obelisk van Graniet aldaar, VIII. 175, 175. Armenifche Christenen in Holland, XIV. 222, 223. Armeniërs. Dc ftaat der Armeniërs in Tuikye ,XVf. 363, 3t>4. Armenifche Bolus. Befchryving daar van , en deszelfs gebruik, - - I. 73, 47» Ar-  H BLADWYZERdBr Armoede. Armoede der Kauadarehe Wilden , XIX, J3i, 132. Arnhem; liet Hof van Gelderland aldaar hét huis van Maarten van Rosfum, XIV. 95, 96. Atnoud. Historie van onzen Hóllandfchen Graaf fltrn0ud'' " " - XV. 46-49. Arms. Berigt wegens deze Wilden, XVII. 1S9,190. Artois. Dryvende Eilanden in Artois, VIII. 70, 71. XIII. 9. Grond- en lugts - gefteldheid , -' '3/ Aranielffche Marmerfteenen. - XVI. 187 1S8 Asbestos. Veel in Groenland, IV. 44. Z;e ook van de Asbestos of Anriant, VI. 150. Werktuig om de Asbestos of het onbrandbaar Linnen te wceven en gebruik van dat Linnen , VIL 9. Nadere befchryving van den Asbestos of Amiant ver- fcheiden foorten . onveranderlykbeid weefbaarheid gebruik van het onverbrandbaar Linnen wyze van het te fpinneu en te weeven enz. - _ x_ ?7_^ Afia moet ons meer belang verwekken dan eenig ander werelddeel, I. 5, 6. Deszelfs voordeden van grond en lugtftieek ald.. Veele overblyfzels der oudheid aldaar, ald. 6. Ligging en verdeelin-, ald. 7. De zeven Kerken van Afla, I. 129, i30.. Apatisch Turkyë, Landin, Bergen en Lugtgefteldheid van hetzelve, ... j. 7—9. Afiatisch Tartaryë. j_ 235_o3r, JKg»  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 15 Aspergies worden afgemaaid, . V". 293. Asphaltisck msir. Befchryving van hetzelve , I. 87-92, Asphaltum. Zie Joodenlym. Asfa duits. Zie Eenzoin. Asfafoetida. Wat het zy? en derzelver gebruik, II. 168, 169. Asleria of het Katten-oog, befchryving van dit edel gelteente, - - H. 19? ( iq8. Astracan. Befchryving van dat Koningryk en van de Stad Astracan, - v. 277—28(7. Aslroïtcs. Zie Star-Steenen. Atabalipa. De historie van dezen ongelukkiger! Vorsr> - - - XVHI. 133. Athene. Befchryving van de Oudheden aldaar, XVI. 302—317. Athos. Berigt wegens dien Berg, XVI. 199, 200. Airebaten. . . XIV. 122. Augustus. De uitgeftrektheid van het gebied, dat Keizer Augustus voor zig behieldt, X. 247, 248. Hy was de grondlegger van de alleenheerfching in het Romeinsch gebied, - x. 249, 250. Aagsburg. Het opmerkelyk Stadhuis aldaar, pragtige Herberg ftigting voor 106. onge¬ lukkige huisgezinnen, XI. 292—295. Beri"t wegens den Godsdienst aldaar, XII. 103, 104. Au-  3<* BLADWYZERder Aureïïus. Het geen Marcus Aurelhts betreft. Zie op d.it woord. Autun. In Bourgonje, overblyfzels der Oudheid aldaai'> - • Via. ,?si,7?. Auvcrgjic. Doodelyke Bron in Neder-Auvêrgne , VUL 65. Verfteenende beek in Opper - Auvêrgne, 71. Zonderling Meir, - - -2. Ayalanches. Zie Sneeuw . klomp. Avis. Ridder-Orde van Avis in Portugal,, IX. 142. Azorifche Eilanden of Azores. Zie een algemeen berigt wegens de Azorifche Eilanden , XX. 45 -49. B. .JQaard. Waarom de Amerikaancn geen baard hebben, XVII. 229—234. Bacon. Zie Roger Bacon. Baco Verulam, - . VI. 266 267. Bachus. De Tempel van Bacchus te Rome is nu de Kerk van de H. Conftantia , - - x. 204. Bad. De baden van Bath , Bristol enz. Zie op die woorden. Heilzaame baden in Perfie, I. 330. Baden in Frankryk, - VIII. 61—63. Baden {Stad) Befchryving van die Stad in Zwitferland en derzelver Baden, XI. 143,144. Baden in Zwaben en derzelver baden , XI. 146. Baden Stad in Oostenryk, ook in Hongaryen, X. 146. Oudheden te Baden in Zwitferiand, XII. 16, 1-. . Bag-  voornaamste Z A A K E N. ïf tiagntres, Bnden aldaar, . vm 6l ^ fiaja. Oudheden aldaar. . v „, ' X. 214 , 215. Bajazeth. . _ I. 204, Bakkeljauv. Zie Kebbeljauw. Balbek. Overblyfzels dier Stad. . 7. i50_,6t. Balfem. Drie foorten van Balfems in Zufd-Amerl■ ka, derzelver inzameling en gebruik, XVIII. i83— 103. Balfem van 7o/«, zie op dat woord. Balfcmhg. De plaats daar de Heiland gcbalfcmd is, I. 172, 173. .Waarom de Egyptenaars de lyken balfemden, III. 07, 98. WyZe hoe zy dezelv. balzciuden, . . 107-1,2. Balfem Cileads. Befchryving van den Boom en des- zelfs Balfem, I. 48,49, Zy is de Balfem van Mee- ca, aldaar. Balfem van Peru. Hoe dezelve ingezameld en behaiKicld wordt, en gebruik daar van, XVIII. iSS- 191. Bamlerg. Domkerk aldaar en Kostbaarheden in dezelve, XI. 269-271. Bisfchoplyke Paleizen ai- daar, , „ 289,290. Banana-boom. Melding daar van, M. 268, 269. Befchryving van den Banaanboom en detóelfs vrugt op de Amerikafche Eilanden-wordt voor de vrugt, welke de verfpieders uit Kanaan te rug biagren,' gehouden ■ eerbied voor dezelve op Madera, xx, 89-91. XXI. Deil. jj g  is BLADWYZERder Banille. Drie foorten van Banilles zy groeijeri op eene zonderlinge vvyze — gebruik van deze vrugt, - - - XVIII. 175-178. Eanjaanen. Hunne Godsdienstige begrippen,II. 177. Banjxanboom. Befchryving daar van en het gebruik, II. 177, 178. Bank van Engeland. Berigt daar van, VII. 104—106. Barbados. Bevolking, Voortbrengzels enz. van bet Eiland Barbados, - . - XX. 33, 34. Barbary'd. Algemeen berigt wegens hetzelve, III. 138—141. Natuurlyke zeldzaamheden , 141 —188. Dieren, 141 — 171. Gewasfen en Delffloffen, 171—179. Bronnen , holen enz. , 180—r38. Voornaamfte konsten , handwerken , enz. 188— 193. Merkwaardige openbaare gebouwen en andere voortbrengzels van konst , 193—209. Merkwaardige overbiyfzels der Oudheid, 2*9— - - - 221. Barden. In Ierland, VII. 28. Bardifcbe Gezangen op de Orkadifche Eilanden, VI. 86, 87. De ■ Barden opvolgers van de Drüiden hun aanzien', 91,92, Maregge. Baden aldaar, - VIII. 62, 63. Bamevdds Eilanden, - - XX. 54, 55. Bamjleen. Berigt wegens den Barnfteen en deszelfs eigenfchappen en gebruik, - XI. 117—141. Bamjieen of Jn. bet;, waar dieStoffe gevonden wordt — wat zy ;s —— uitwendige beichryving uaar van — diert-  VOORNAAMS TT. Z A A K E N. , ,y diertjts, ja zelfs dieren, in dezelve gevonden . hanre verwonderlyke eigenfcliappen, XVI. 18—31. Barometer. Hoe men met den Barometer de hoogte der Bergen kan meeten, - XI. 129, 1-o. Barrière -Traktaat, in 1715. . » XV. 380. Bartolumeus. Het Eiland Bartolomeus - XX. 42 Basfia. Slegt gedragt der Basha's in Turkyë' . Tandgeld, - . XVI. 329. Baskirie weinig feekend, ; V. 277. Bastille te Parys, - VHI. 163, 1Ö4. Batavieren. Meluing daarvan. XIV. i2r. Oude Batavieren en Friefen tot aan den tyd der Romeinen , XV. 1—4. Hunne onderwerping aan de Romeinen , 4-14. Chudius Civilis , 14-22. De Batavieren na dien tyd, - . 22_o5. Balk. Befchryving vsn de Baden te Bath, en het gebruik der wateren , - . VI. 206—21 r. Baviaan. . ,T Bazel. Geftigten aldaar, - xi. 311 -I2. Behey. Berigt wegens deze plant, XVIII. 181, 182. Bèiiett. De Chineezen hebben veel pragt in hunne bedden, . . „# ^ Bedelaars in Rusland, verzoeken zingende om een aalmoes, . . y> 22I> - BC-  ao BLADWYZER der Bederving. De Suiker is een kragtig middel tegen bederving, XX. 120. Beefaal. Zie Torpedo. Beeldenftorm in de Nederlanden, - XV. 214. Beeldhouwkonst in Perfie, TL. 72. Door de Egyptenaars uitgevonden , III. 60. Beeldhouwers gebruiken de Pottcbakkers-kley, - XIII. 105. Beenderen. Onmantig groote menfchen -beenderen , IV. 185—188. Groote dieren -beenderen , Mammuths-beenen genaamd, in Siberië, wat eigenlyk zyn?V. 147—153. Verfteende Beenderen, XIII. 183—192. Reuzen-beenderen in Holland, 187, 188. Beenderen door het Mikroskoop onderzogt, 244, 245. Opmerkelyke beenen en fchelpen in 'Noord-Amerika opgegraven, XIX. 244— 247. Beeren in Spitsbergen, IV. -13, 14. Befchryving van de Beeren in Noorweegen, en de jagt op dezelve, 109—114. Beeren zyn liefhebbers van Honing, V. 141. Beeren-jagt in Polen , XVI. 13 ,14. De langftaartige Beer van Linnteus befchreven, XVHI. 219—224. Hoe de Noord - Amerikaanfche Wilden hunne Beeren-jagt aanleggen. XIX. 325, 1 326. Beerviseh in Noorwegen, - IV. 123, 124. Begraafenis. Zie Lyken. Zie ook Graflieden. Grafpiaatfen en Begrafenis-gebruiken onder de Chineezen, - - II. 345—349« Me-  VOORNAAMSTE Z a a K E N. 5t Begrtafplaatfen in de Pyramiden , zie Pyramide. Zie ook Maufolea en Katakombcn. Een zonderling hol met veele vertrekken voor begraafplaatfen, by Tangier, . . UI. 220,321. Behendigheid. Verwonderlyke Behendigheid van een Meisje in Indië, . ji, 203 20^ Belastingen in de Nederlanden, XIV. 245—248. Belemnites ofDonderflxenen, - . yi. 172, Belluga. De kuit van dien visch yerfchaft de kave- jaar groote handel daar in, V. 282. Zie ook Steur en Kave jaar. Bengale. Produkten , XIV. 301. Bengaalfche Spegt. Befchryving van deazelvenII. 148, 149. Benzoin. Befchryving van de Benzoin, of Asfa dulcis , en derzelver gebruik , - 11.169 — 171. Berbice. Berigt daar van, XIV. 314. Korte Historie van die Kolonie, . XVIII. 82- 84 Berg Capiro. Zie Caplrt. De Berg Athos, Chimera enz. Zie die woorden. Bergen. Opmerkelyke Bergen in China en Japan , II. 280—282. Gefatsoeneerde Bergen in China, 338, 339. Wysgeerige bedenkingen over den oorfprong deiBergen — nuttigheden derzelvcn . ketens van Bergen ,enz. VIII. 51-59. Bergen in Groot - Brittanje , enz. VI. 188-200. Bergen voordellen het weder, XI. 122. Z\e 0,,kRellzen.gebergt^Mor^ visch.gebergte enz. hoogte der Zwitferfche BerB 3 gen,  aa BLADWYZERber gen, XI. 129—131. Nut der Bergen, XI. 137.* 139. Berg-val te Chiavenua , - 159 — 162. Berg - Hertogdom. Berigt daar van, XII. 135—137. Berg ■ Paarden. Zie Paarden. Bergroos van Dioscorides. Berigt wegens deze plant, XVI. 177—179. Bergrot. Zie Marmot. Bergjiraat. Berigt daar van, . XI, 125, 126. Beril. Befchryving van dit edel gefieente, II. 194, 195- Berlyn. Koninglyk Palcis aldaar, Charlottenburg, XI. 308-310. Berigt wegens die Stad, en haarè lotgevallen cbz. - XII. 171,172,175,185. Bermudis of Bermudifche Eilanden. Zie een alge, meen berigt wegens de Bermudifche Eilanden , XX. 42—45. Bern. Aardbeeving aldaar, XI- 159. Voordecli?e gefteldheid der Boeren aldaar , 264. Groote Kerk te Bern , 273. Oudheden in het Kanton XII. 15—17. Geftigten aldaar Standbeeld voor Willem Tel, - - XI. 310, 311. Bernacles. Of zy van Schelpvisfchcn voortkomen ? VI. 46—48. Bernera. Berigt daar van, - VI. 18—20. Bcfrhaafdheid. Dc geringe vorderingen , welke de Autcïikaanen in de befchaafdheid gemaakt hebben, in  VOORNAAMSTE ZAAK EN. S3 in weerwil van eenige gebruiken onder ben, die het tegendeel fchynen aan te duiden, XVII. 30?-. 317. Hoe de Wilden in Noord - Amerika de befchaafdheid befchouwen, XIX. 117. Uiterfte ruwheid der minst gevorderde Wilden, ■ 131,132. Befmeering. waarom de Wilden in Amerika zig met vet befmeeren ? - . XVII. 347-349. Befnyclenis. De bcfnydenis wordt onder de Taïtiers als een Godsdienstig gebruik onderhouden XX. 2"4, 275. Befland. Twaalljaarig heiland in de Nederlanden, XV. 287. Bcthkhcm. Tegenwoordige Staat van dat vlek I. 183, 184. Bevalling, Gebruiken daar by onder dc Groenbrrders, IV. 75, 76. Gebruiken by dc bevalling in Lapland , 321 , 322. Gemaklyke bevalling der Amerikaanfche Vrouwen , en waaróm ? XVII. 246, 247. Bever. Befchryving van de Bevers en hunne huishouding Casrorcum ol' Bevergeil, V. 124— 136. Uitwendige befchryving van de Bevers - hunne zintuigen Zakken waarin het Casto- reum is hunné levrnsvvyze,het bouwen hunner dyken en hutten huishouding ge- mecnebcstcn — voorttceling — Béver. jagt - eenzaame Bevers of kuil Bévers vreesfelyke vernielingen, welke de Bévers aanregten f» zy B 4 kun-  24 BI. ADWYZER der kunnen buiten het water lecven — Bever-gei! — handel in de Bevervellen , • XIX.294—318. Bevergeil. Zie Casloreum. Bevolking. Naar maate een Land minder bevolkt is vermeerderen de Infekten, XVII. 359, 360. De bevolking vermindert de koude , 51. enz. Weinige bevolking van Amerika , XVIII. 141 —149. Waarom de Wilden nooit volkryk kunnen zyn? XIX. 105. enz. Beul. Het Ampt van Beul is aanzienlyk te WirtembcrS> <■ - - XII. jol. Bcyeren. Historie van onze Graaven uit het Huis van Bcijcren, . . XV. 105-146. BeyerfcheKrcits. Algemeen berigt daar van,XI.9—\{. N.ider berigt wegens dc ingezetenen, regeering, Renden enz. - . xil. 91—94. Bezaanljes. Een zonderlinge visch in Zuid - Amerika, - - XVIII. 276-278. Bezoar. Betchryving van de verfclieidene Bezoars en deszclfs gebruik, II. 127—131. Bezoars van zwyri- herten, 394. Wat de Bczoards zyn die der Vigegnes, - - . XVIII. 230 ,231. Bezoeken. Befchryving van de plegtigc bezoeken in Turkyë, . . XVI. 345—348,. Bibliotheek. Zie Boekery. &{tlre by Parys, , - VIII. löo, i6r. Bier  VOORNAAMSTE Z A A K E N. I5 Bier. Hoe men in Nieuw - Yerfey bier en brandewyn van Mispelen vervaardigt, . XlX. 219, 220, Biesbos. By Dort h?e geformeerd. XIII. 197. BUL Wat zy. I . v„. Ö Bisdom. Bisdommen in Denemarken enz. IV. 206—208. Biska/ett. Geen vreemde Bisfchop mag den Biskaayfchen grond betreden, . . ix. ijg. Bisfchop. Geen vreemde Bisfchop mag op Biskjayfchen grond komen, IX. 158. Beginnende magt der Gtrechtfche Bisfchoppen, - XV.45,415. Bisfchop van Munster. Zie Munster. Bisfchoppen in Zweden , . y. 59. Blaas. Werking van het Zwemblaasje der visfehen, fXl. 186-188. Blaauw. Overzecsch Blaauvv,hoe gemaakt word, I. 3^8, 329. Bladen. Boomen en Bladen ond-r de Aarde gevonden> - - - XI. 1.2. enz. Blafirds. Verfchillende naamen der Blafards de gefteldheid hunner oogen — hunne leeftyd — zy zyn geen onderfcheiden geüagt maar ziekelybe perfoonen, . XVJI> I79_,88, Blake. Zeedag tegen Tromp, . XV. 311. Blanketfd, Osfetong (zekere wortel; kan daar to; dienen, . IV. 227, 258. B 5 Mlen-  tS BLADWYZERder Bleitheimhoufe Befchreven, - Vf. 305—30''. Blindheid. De blindheid, die wy Gutta Serena noemen, zeer gemeen in Amerika, XVII. 131. Onder de Airtcrikaanfche Wilden kunnen geen Blinden zyn, - - - XVII. 339. Bloed. Deszelfs omloop door Harvey ontdekt, VI. 270. Omluop des bloeds deeltjes derzelver kleinte hoe het bloed door het mi- kroskoop onderzogt wordt? hoe vergift op Eiet bloed werkc? hoe geesten en oliën— hoe het bloed zig vertoone als 'er gebrek aan wey is ftroom des bloeds door de flagSderen — in kikvorfchen, Garnaalcn, kleine, (pinnen enz. Xlil. 225—240. Bloedjleen in Spanje, ■ gebruik daar van , IX. 67, 03. Blooheid en Domheid der Amerikaanen, XVII. 249— 256. , Bed.'ejaanfche Boekery te Oxford , berigt daar van, VI. 309—311. Nog eene andere Boekery, VI. 311 , 312" Boekery van Ptolomeus te-Alexandrye, III. 123, 124. Boekenxn te Oxford, VI. 309—312. Des Konings Boekery te Parys, - VIII. 169, 170. Boekweit. Teelt en behandeling van den Boekweit — het Meel, - - - XI. 83—85. Boeren in Noorvvecgcn, IV. 198, 199. in Denemarken,  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 17 ken, IV. 219-222. hunne armoede in Polen, XVI 50, 5t. Bohème. Algemeen berigt wegens dit Koningryk, XI. 31—37. Nadere befchryving van het karakter, de gebruiken, de bestiering, Godsdienstige Historie enz. der Bohenjerere.XU. 51— 61, Historie van Bohème en HongarjS, . - XH. 315«.348. Bokken. Bokken in Indiü. die UJtskUl vcrfcliaffen, II. 131 — 133- Verwofiderlyke fchranderheid der Bokken en Geiten op Juan Fc mandes Eiland, in zig tegen de Wilde houden té verwéeren, XX. 13S- Boteslaus. Vorsten van dien naam in Polen, Xvv! ö8, enz. Bologna. Kathedraale Kerk aldaar, X 187 t88. Paleis van des Paufen gezant, 199, 200. Scheevé Toren, 200 Bologmfche Steen is Phosphcriek; _ hoe dit ontdekt werdt zyne eigen fchappen, X. 87-89. Bomhen. De historie van derzelver uitvinding is onzeeker Wat zy zyn. . XJ. 249, 250. Bonzes i„ China, II. 326. Zie ook Geestelyken. Boomen. Een Cederboon, van eene verbazende grootte, I. 47. Zonderlinge Boom op 't Eiland Cey. Ion, Talepot genaamd, II. 416. een andere Boom hettule, 4,6, 4,7. De p^fe Boom, 417,4:8. Hoe de Negers'de lange Boomftammen beklimmen, IK. 2Ö4. Boomeu in Lapland, IV. 275, 276. Wen Iaat dc Boomen in Zweeden nutteloos ver! rot-  a!> BLADWYZERdïr. rotten, V. 7. Boomen regclmaatig in de aarde, VI. 239, 240. Boomen en Bladen onder den grond gevonden , XI. 112—117. De verlcheidene foorten en byfoorten van Boumem in Noord-Amerika , byzouder in Kanada , XIX. 248—250. Vrugtboumen aldaar, 250, 251. Smeeriuom. Zie dat woord. Boomvorfchen. Befchryving van de Boomvorfchen in Griekenland, - XVI. 155—157. Borax. Wat dit zout zy hoe verzameld worde en waar toe diene, - I. 322—325. Bosch. Het Huis in 'f Bosch. Zie dat woord. Bosfchen. Groote Bosfchen in Duitschland . XI. 91. Boter. Men kan geen Boter karnen als 'er Suiker in de karn is, en waarom? - ' XX. 126. Bougainville. Het verblyf van den Heer Bougainville op het ei'aiid Taitc, zyne ontmoetingen aldaar en zyne befchryving van hetzelve, XX. 239. enz, Boulogne. Koninglyk Palcis in bet bosch van Bou1° ne, - VIII. 150. Bouquetin. Berigt van die wilde Geit, X. 40. Bourbón iT Archembaud. Medicinaal; water aldaar VIII. 63, 64. De Stam der Botubons heeft vier ■Koningen uitgeleverd, 231. rje Hertog van Bouibcr,, Regent van Fr'ankryk zyne historie, Bour.  VOORNAAMSTE z a a k e n. ï, Bourgonje. Medicinaale wateren aldaar, VIIF. 64. His'orie van onze Graaven uit het Huis van Bourgonje* * ' XV. 146-158. Bouwing. Zie Gebouwen. Bouwkunde der Perfiaanen, - I. 338—344, Braaking. Braakzugt is eene flandvastige uitwerking in het beklimmen van de Andes, en niet van de Cordillieres, - - - XVIII. 36-38. Brabant. Berigt daarvan , XIII. 7, 8, LugtsgefteMheid enz. aldaar, - . 33j Braminen, - . . II t-o Brand. Vernielende branden in DuitScMand, XI. 162, 163. Brand te Londen in iöfiö. en de ootzaaken daarvan, VI. 241—244. Een andere brand te Londen in 't jaar 1712. 244, 245. Een vreefelyke biand by Cainbndge, - 245-247 Brandenburg. Berigt wegens Keur- en Markbrandenburg . geltcldbeid historie en lotgevallen Godsdienst, oudeen tegenwoordige, enz. xn. 171—^4. zie ook Pruhfen. Brandende berg. Zie Volkuno. Brandende bron in Lancashire , - VI. 16. Brandewyn. Wat het zy handel in dezelve in Frankryk VIII. 113, „4. Hoe men in NieuwYerfey Bier en Brandewyn van Mispelen vervaar^'&t> • - XIX. 219, 220. Braai-  3o BLAD WYZER der Brandnetel in Abysfyirië, yfetyk vergiftig. III. 323. Braziliaanfche Balfem, is van twee foorten ' gebruik daar van , - - XVIH. 191—193. Brazilië. Voordeel voor de Portugcezen, uit die bezitting, IX. 134- De oneindige opbrengst der Mynen in Brazilië, XVII. 133, 134. Diamantinynen aldaar, 135. Berigt wegens de Wilden van Brazilië, 190, 191. Tegenwoordige gefieldheid , voortbrengzelen en ■ regecring van Brazilië , XVHI. 69—75. Nader berigt wegens de Braziliaanfche Wilden. - - 101-112. Brazilië ■ hout, waar liet valt 'befchryving van den boom en het hout, - XVIH. 178, ijp. Breda. Groote Kerk te Breda, XIV. 4S Bredafche Vreede in 1667. - - XV. 326. Breeuwen. Met welke Stoffen de Engelfche brceuwen, - ■ ' - - VI. 171, 172. Brein. Zie Herfenen. Breinfteen, - - I. 45, 4$ •Breinen. Haare koophandel, XI. 262, 263. Het. Directorium aldaar berigt wegens het Aarts¬ bisdom , XII. 148—152. Regeering enz» van de Stad, - - 15S, 159- Brief. Men gebruikt in PerOë verfchillende foort - van Pnpier naar den rang der Perfoonen, aan welken men fchryft, - - II. <5o. Briei.  Voornaamste Z A A K E N. gi Êriel. Den Briel ingenomen , . XV. 220. Brhtol. Bristolswater van welken aart VI. 211. Bristolfche Steen, - . . VI. 162,163. Brittannia. Oorfprong van dien naam, VII, 134 135- Oude Britten, - 136-138.^2! ■ Britten. Historie en overblyfzels van het Huis te Britten> " " XIV. 113-117. Broeder-moord, gebruikelyk by de Mahomedaanfcoe Sultans, ... 1 ' - i. 203, Broeken. Berigt van dezen Berg, - XI 126. Bronnen. Genezende Bronnen , I. 87. Heete SjronOen in Kamfchatka, 249. Zonderlinge Bronnen in China en Japan, II. 280-232. Sulferagtigo Bronnen op Sumatra enz. 421. Opmerkelyke Bronnen in Baïbarlje, III. 181. Zeer heete bronnen, aid. Vcrtteencude Bronnen ald. Honderd holen Bronnen, 187, 1C8. Zeer heete bron in Ysland, IV. 162, 163. Propheetifche-bron, by het Wetter-meir, V. 34. Brandende bron int Lancashire, VI. 16. Zonderlinge bronnen in Groot Brittanje, 2,3. enz. Opmerkelyke bronnen in Frankryk VIII. 63-70. Opmerkelyke bronnen in Italië-, X. 134-144. Bron te Padcrborn , die zis; tweemaal in een etmaal ontlast en met geweld weder opkomt, XI. 147. Andere zonderlinge bronnen. - XI. 147, 148. Brmd  5» BL4DWYZER der Brood in Noorwegen, IV* 200. Brood van Boomfchorfen in Zwecden, V. 13. Brood van Ignames en Patates op de Amerikafche eilanden, XX. rit, 92. Bruce. Robcrt Bruce koning van Schotland, VII. 329, 330. Btuggtn. Opmerkelyke Brug in Perfie, I. 346—348 Opmerkelyke bruggen in China, II. 334 , 335. Brug van London befchreven , VI. 294 —29Ó. Bruggen te Parys, VIII. lói —163, Bruggen in Spanje en Portugal, IX. 107—109. Verbnazende brug te Venetië, dc Rialto, X. 199. HeerlykÉ brug te Praag, over de Muldau, XI. 281, 282. Historie van J. Vepomucenus, den Brug-Heilig, ald. Brug over dc Rbone te Bern Duivelsbrug te Uri, 314. Brug te Dresden, 306, Ake- , lige bruggen in Peru, XVIII. 306—308. Brug van Roticn, 310. Incas brug ald. Bruiloft. Befchryving van een Bruilofts - feest in Turkyë, . - XVI. 354—356". Bruinvisch. Bruinvisfchen • vangst by Terreneuf XX. 199. enz. Gebruik van de visch en de huiden, 201 , 202. Bruneliault. Koningin in Ffank'ryk, VIII. 206. enz. ' Brunswyk. Aaiizienlykfte geftjgten aldaar , XI. 302, 303. Bmsfel. Keizerlyk Palcis te Brusfel, . XIV. 53. Buc  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 3I Buccinum. Zie Purperyisch, Buenos Aires. De Runderjagt in Paraguay en Buenos Aires, om de huiden te bekomen — toeriemende waarde dier huiden, XVHI. 241-243. Buffel. Buffels in Indie, II. n?. Buffels in Spanje befchreven, IX. 40, 41. zie ook Stieren. Buffel-jagt in Kanada deze dieren zyn daar grooterdan in Europa Muskeljaat-Buffels, »X. 331-334' Buggabuggs. Zie Mieren. Bulgarie. Befchryving van dat Koningryk, V. 275. Bullebak voor de Vrouwen in Guinee, m. 237— 240. Burggraven. Oude betekenis en oorfprong, XII. 292—205. Burgos. Cathedraale Kerk aldaar, IX. 95, 96. Buskruid. Wat het is uitvinding, VI.263. Uitvinding en historie van het Buskruid. Wat het zy? Reden van deszelfs werking, XI. 036-248. Over het Cefchut, zie op dat woord. Bute. Berigt van dat Eiland het is het Vader¬ land der Stuarts, . , yj_ „ Butor. Zie Langhals. Buxton. De bronnen en wateren van Buxton, VI. 211—213. Bijen. Derzelver vernuft in Egypten, III. 62, 63. XXI. DB el. c Hoe  34 BLAD WYZER der I-Ioe in Rusland de Bijën gehouden worden, V. 140, 141, De Angel der Bijen voor het Mikroskoop, XIII. 279, 280. Befchryving van de Bijën ■ haarc huishouding aanUweeking - zwermen — honigraaten de hommels _ regeering honing — wasch, XVI. 159— 174. Zonderlinge manier om dc zwermen of nesten der Bijën in de bosfchen van Nooid - Amerika , op de ftreeken van het kompas te ontdekken door middel der driehoeksmeeting, XIX. 403 406. Zie een berigt wegens een zonderlinge foort van Bijen op het eiland Guadaioupe, - XX. 211—213. C. Cacao. Hoe de Cacaoboom groeit en de Cacaoboonen behandeld worden? - XVHI. 173—175. Cachelot. Berigt daarvan, IV. 31. Cachelot of Sperma - ceti visch, befchryving en openina van dezen visch om dc Sperma-ceti te bekomen ,XIX. 377—381. Zie ook Sperma Ceti. èaffers. Zeer wilde volkeren, - III. 357. Cairo- Kafteel te Cairo, III. 74—76. Moskeen al. daar, 77. Kerken van de Cophten aldaar , 79, 80. Overblyfzels der Oudheid, 124—128. Joodfche Synagoge, 128, 129. De put van Jofeph aldaar, 124, 125. Waterleidingen, 125, 126. Voorftad Caruffa, - - - - 126, 127 Caledoniers. Naam der oude Schotten, VII. 292. Cal-  voornaamste Z A A K E lV. j£ Calvinisten in Schotland Vrr r » » ij. 40, enz. C«**r/VS*. Befchryving van eenige voorname pu. blieke gebouwen aldaar vr 3 vi. 299—301. Caneellus of Kluizenaar, een Visch die in vreemde Ichelpen gaat huisvesten, fchoon zelf met een fchaal bedekt Bedoeling der Natuur daarvan XIX- 384, 385. Cendia. Befchryving van het onderaardfehc Doolhof vanCandia, . . XVI. 2oo-ai3< Caninefaten. Melding van dezelve, - XIV. i-i, Cantarides. Befchryving en gebruik van deCantarides of Spaanfche Vliegen, . IX. 45, 40", Cüjw. Zie fli^o C<#sf. C^rt/efte Stam. Historie van de Capetifche Stam in Frankryk, . VIII. 228. enz. Capiro. Zonderling verfchynzel van den Berg CaPil'°- " - XVIII. 303, 3o4. Capitolium. Zie Kapitolium. Capfa ■ muscli. Zie Muscfi. Carafa. Voorftad van Cairo, - nj. I2~ I2j> Carapullo. Eene plant van Zuid. Amerika, XVIII. 172. Carcajou. Eene zoort van Noord - Amerikaanfche Tyger i . inwendige gefteldheid van dit Dier — uiterlyk voorkomen . , deszelfs levenswyze en geaartheid, . . XIX> 3^^u  jo BLADWYZER der Carinthic. Berigt wegens dit Hertogdom, XII. 87,88. Carlos-Vogel op Ceylon, - II. 392. Carloyingifche Stam in Frankryk. De Historie daar. van, • - VIII. 222—228. Cartejius. Zie zyne Hstorie, fatnenftelzel en lof, VIII. 115-121. Carthego. Weinige overblyfzels daarvan, III. 212, 215. Carthtmiu. Zie Saffraan. Cartier. Togt van Jacques Cartier naar Noord-Amerika, - - XIX. 98,9?. Cafan. Bcfcliryving van die Provintie en van de Hoof ftad Cafan, - V. 272—275. Casjla lignea, eene zoon van Kaneel, II. 410. Caspa Fislula in Egypte; befchryving daarvan, en deszelfs gebruik, - Hl. 29—31. Casfini. Zyne Ontdekking van de Wagters van Jupiter, - - - VIII. 111. Castor. Zie Bèver. Castoreum. Wat het zy? Hoe behandeld worde? G'.bruik daarvan, V. 126—129. Nader berigt wat Castoreum is, hoe het kan gebruikt worden , hoe het werke, hoede Kanadafche vrouwen het gebruiken , XIX, 314—317. Catacombe. Zie Katakombsn en Mummie- Ca.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. Cataraèta of Vogel van Diomédes. Berigt wegens denzelven, - . . y>-,„ Cathnnna ÏI. Keizerin van Rusland, V. 268—270. Cat/iarina Alexiemia Keizerin van Rusland, haare 1,isCOde' " V. 255, 256. Caucafus. Befchryving van dit Gebergte, 1. 86. Cavejaar. Kuit van de Steur, ingezouten enz. V. Ï375 I38. Groote handel in Cavejaar— door Tikon Demedoif gevestigd, V. 282. Zie ook 288,289. Caijenne. Hiftorie en gelleldheid van . Caijenne in Zuid - Amerika, XVHI. 86—89. Veerkragtige Harst van Caijenne; welk gebruik de Heer Macquer daar van heeft leeren maaken, XVHI. 196—201. Ceder ■ boom. Derzelver befchryving, I. 46—48. Een van eene verbazende grootte, 47. Berigt wegens den Ceder- en Dadelboom, XVIII. 180, l8r. Ceilon. Handel op dat eilaid, XIV. 297, 298. Celten. Volgens Pezror, de eevfte bewooners van Frankryk' - - vin. I9i. Cehiberiërs. Oorfprong van dezen naam der Spanjaarden, - - - ix. ,58. Chaltaws. Kort berigt wegens deze Wilden van Noord - Amerika, . . XIX. 90. Chumeleon. (Befchryving van den) I. 10. Zonderlinge oogen, u, 12. Zy leeven van Vliegen en C 3 niet  ja BLADWYZERder niet enkel van de lugt, 12, 13. Hunne verandaring van kleur is wezenlyk, 13, 14. Vcrklaaring van dat verfchynzel, 15—17, De Chamelcons zyn in Egypte grooter, - III. 20. Chamois. Berigt van die wilde Geit, Kamocs- leer, ' . • - X. 39. Champlain. Samuel deChamplain ftigter van Quebec, in Noord-Amerika, - - - XIX. 99. Chaoafarou. Befchryving Van dezen visch van NoordAmerika, - - - XIX. 375, 376. Charcas. Algemeen berigt wegens de Audiencia los Charcas in het Spaansch Koningryk Peru, in ZuidAmcrika, - - XVIII. 47—56. Cliailemagne. 7.\t een kort begrip van de historie der Keizeren en volgende Opperhoofden van Rome tot op Charlemagne, X. 249—308. Gebied vati Charlemagne in onze Nederlanden, XV. 37. env. Charloltenburg by Berlyn, - XI. 309, 310. Clierakees of Cheroquois. Zie eenig berigt wegens deze Wilden van Noord-Amerika, XIX. 90, 91. Cherry-eiland. Befchryving van hetzelve, IV. 45 , 46. Chiavenna. Bergval aldaar, - XI. 159 — 162. Chiealy - chicaly. Berigt wegens dieu fchoonen Vogel in Zuid - Amerika, - XVIil. 257, 258. Chicafaws. Kort begrip wegens deze Wilden van Noord-Amerika, - . XIX. 50. Chika.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. j» ChiU. Een droakenmaakendï dranis onder dc Amerikanen, hoe dié bereid worde? XVII. 82 8" Chili. De Indiaanen van Chili, hunne kleur, geftaltè, gebruiken, XVII. 191, 192. —Befchryving van dat Land, van deszelfs voortbrengzelen, bevolking, handel, enz. XVIH. 57-61. r>c 'historie van de verovering van Chili, door de Spanjaarden, 141. enz. Chiltou. De zonderlinge historie van S. Chilion,en zyn langduurigen flnap zonder voedzel, XX. 175— 179. Chimera. Berigt wegens de Bergen Chimera, XVL 200, 201. Chimie. Zie Scheikunde. Zit ook Alchemie. China. Algemeen berigt wegens China en Japan, II. 239—245- Natuurlyke zeldzaamheden, 245—282. Dieren, 245—251. Gewasfen 251—273. Ddt". ftoOen, 273-278. Volkanoos, Watervallen , Bronnen , enz. 278-282. Konsteri, Handwerken , Fabrieken, enz. 282-316. Merkwaardige openbaar* Cebouwen, enz. 316-342. Merkwaardige wetten, gewoonten, historie, enz. 342-354. Kleur, kiceding, enz. 355-358. - Oudheid van de drukkunst in China, XI. 209. Hunne letters, woor- ■ den en taal. 210-212. Handel van onze O. I. . Compagnie aldaar, - . XIv. 305> Chilfcn, melding daarvan. - . j], Iog. Chomogny. Befchryving van die Ysvaley, X. 93-94. C 4 Chrem-  40 BLADWYZERder Chremnitzer Goudmyn, - - XI. 94—96. Christendom. Begin van het Christendom in onze Landen, XV. 47—30. Vervolg van hetzelve, 31. env. Begin van het Christendom in Polen, XVI. 83. en 119. Christenen in Periie, II. 85. — Oude Christenen in Spanje, - , - . ix. I5?. Christoffel. Bezitters, lugt, enz. van het eiland St. Christoffel, - . . XX. 35. Christophorns Columbus. Zie Kolumbus. Chistoval de la Havana Zie Havana. Christus. Ridder - orde van Christus in Portugal, IX. 142. Cijnifehe Philofophie. Berigt wegens de Cynifche Philofophie in oud Griekenland, XVI. 263—266. Ciboaboom, - - III. 264, 265. Cicer. Behandeling en gebruik daarvan in Barbaryë, III. 171, 172. Cimolia Alba. Zie Pyp - aarde. Cinnaber. Zie ook Kwikzilver. De Cinnaber verfeh'aft de Vermilioen. - - - XX. 137. Circasfte. Befchryving der Circasiiers, I. T97, 198. Cirri. Welke gebouwen dit waren • overblyf- zels in Frsnkryk, ym. 175. circi te Rome, X. 210. Cis-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 41 Cistus ladanifera. Zie Bergroos van Dioscorides. Citroen - boom. Hoe de Oranje- en Citroen - boomen behandeld moeten worden ? . nf- — 47 55» Civetkat. Befchryving van de Civet - kat en de Civet, H. 133—135. Civetkat in Ethiopië, III. 322» Clar/bndonfche Drukkery, . vi. 312, 313. Clermont. Verftcenende beek aldaar, Vin. 71. Clocester. Domkerk aldaar, - VI. 285 286. Clotarius. Koning in Frankryk, VIII. 207. env. Coburg. Het vertrek waar Luther zig verborg, XII. 6, 7- Coija. Een Infekt, het welk,geplet wordende gooide huid vergiftigt, - XVIH. 287,288. Colibri. Befchryving van dit klein en aartig Vogeltje in Zuid-Amerika, . XVHI. 253—256. Colica Pidlonum. Zie Colique dePoiSiou. Colique de PoiSiou, VIII. 76, 77. De Colique de Poictou, hoort in Amerika oorfpronkelyk t'huis XVII. 129. Collegianten. Zie Rynsburgers. Coloquint. Befchryving, eigenfchappen, III. 36, 37. Columbus. Zie Kolumbus. Columna Rostrata te Rome, X. 207. Columna Milliaria te Rome, 2o8> C 5 Co::,.  42 BLADWYZER der Compostella. Cathedraale kerk aldaar, IX. 92, 93. Ridder-orde, . . . ,— Conchenille. Wat de Conchenille is , en lioe zy word ingezameld, . XVIII. 296-300. Condamine. Zie dn la Conda-mnc. Condor. Befchryving van dezen vree.sfe.lyk grooten Vogel iu Zuid - Amerika, - XVHI. 249—25 j, Confucius. Gevoelens zynar navolgeren in China, 35°, 35i. Coiijlantia. De Kerk van de H. Conftantia te Rome was voormaals de tempel van Bacchus, X. 204. Conflantina. Oude overblyfzcls dier Stad, 216— 219. Conjlantinopolin Veroverd, I. 205. — Aardbevingen te Conftantinopel, XVI. 242, 243. Dikwils brand en pest, 243,244. Algemeen berigt wegens deMosquecn aldaar, 276—278. De Mosquee van Sophia is een allerheerlykst gebouw; derzelver historie en befchryving, 278—281. Verfiag van de andere Mosquecn in die Stad, 281—286. Befchryving van het Serrail te Conftantinopel, 288 293. De Hippodromus of . Renbaan, 294 — 299. De Obelisken by dezelve ald. 295—298. Verbrande Kolom ald. 299. Historifche gedenkzuil, 300—302. Pragtige optogt van den Sultan naar de Mosquee, 333, 334- Cos-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 41 Confaittiuut-fa Groote voert den Christelyken Gods. dienst in Spanje in, IX. 171, \n, zie een kort begrip van de Romeinfchc Keizer, historie tot op Conftantinus de Groote, X. 249-274. Van Conftantinus de Groote tot op Justinianus , X. 274 — 283. , Conti. De Prins van Conti tot Koning van Polen verkoren, in 1Ó97. . . XVI. ,42_,44, Contra-Rcmonflranten en Remonftranten in de Nederlanden in dezelver oorfprong, XV. 288. env. Cook. Reis van kapitein Cook rondom Nieuw-Zeeland, en zyne berigten wegens de Wilden van dat eiland, XX. 286-313. Deszelfs togt naar,en berigt van, Nieuw Holland. - 314—-u, Copea. Een foort van Pilt in Noord - Amerika , XIX. 239- ^Copermctts. Voordrage en bewys van het wereldftelzel van Copcrnicus, XIII. 203, 204. en XVI. -\ - , 37—47. Cophten. Kerken der Cophten te Caïro, Hl. 79, 80. CordeUeres. De Andes van peru krygen in Chili den naam van Cordelieres gewaarwordingen in het beklimmen van dezelve derzelver verbazen. de hoogte enz. XVitT. 37, 38. Zie ook Arn'es. Het verblyf der Franfche Akademisten op de Cordelieres, om een graad te meeten,XVIII, 313—324. Cordua. Guhedraale Kerk aldaar . tv ^ » ja. 90, Co-  44 BI, ADWYZER.de*. Cornu. Ammonis in de aarde gevonden in Enge. land» VI. 187. 188. Cornwal. Mynen aldaar, VI. 140—150. KynansHol aldaar, VI. 202, 203. Des Kouings oudfte zoon is 'er Hertog van inkomiten, VII. 57, 58. Coromandel. - . xiV. "00. Corfica. Zie Korftka. Cortex VVinteranus. De wilde Kaneel wordt dikwils voor de Cortex Winteranus verkogt, maar mort daar van onderfcheiden worden, XX. 108. enz. Cester. Zie I.aurens Coster. Coucoujou. Zie een berigt wegens deze glinsterende muggen of vliegen op St. Domingo, - XX. 12. Cracau. Zie Krakatt. Cracus. Vorst van Polen , in 700, - XVI. 67. Creeks. Kort berigt wegens deze Wilden van Noord Amerika, , XIX. 90. Cretsolcn. De uiterlyke gcftalte der Creoolen op de Amerikafche eilanden hun karakter en zeden hunne vrouwen en liefde handel hun gedrag jegens de Slaaven, enz. XX. 213—221. Croatic. Zie Kroatië. Croix. Berigt wegens het eiland St. Croix, XX. 39, 4°. Het eiland St. Croix, in de groote Zuid- Crem-  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 4$ Cromwel. Berigt van Olivier Cromwel, VII. 216— 218. en XV. 309. Richard Cromwel, VII. 218. Cuba. Ontdekking van dit eiland bezitters — grond, enz. - - XX. 6—8. Cubalo. Berigt wegens het grot II Cubalo by Virenca, . . . x. ,32. Cumeefche Sybilla. Zie Sybilta. Curacao. Zie Kuras/au. Cusco. De Stad Cusco in Peru is zeer opmerkelyk XVHI. 43,44. Cuthbirt. St. Cuthberts kraaien. Zie Trochita. Cyrenaïfehe Sekte in oud Griekenland, XVI. 254, 255- Czaar Pieter I. Zyne verrigtingen ter befchaving van Rusland, V. 155—155. en 160—174. Zyne historie, ... 247—25";. D. Dadelboom. Befchryving van den Dadelboom en deszelfs teelt, en bevrugting,, enz. I. 307—311 in Egypte en derzelver gebruik, Hl. 28, 29. Honing van den Dadelboom in Barbaiyë, 173, 174. Verfcheiden foorten van Dadelboomen derzelver vrugt en hout, - XVIH. 180, 181. Dag. Dagen en nagten in Noorwegen , iv. 99. Dag-  46 BLADWYZERder Dagvlieg. Befchryving en leven van dit tnfokft XIII. 53_5n! Damascus. Manufaétuuren in yzcr en ftaal aldaar I. U3. Damasten 115. Mosquee van St. Jan. Damasten. Zie Damascus. Dampen. Vier foorten van dampen in.de Myncn doodclyke dampen in putten, kelders, enz. VI. . 154—162. Vuurige dampen op het land uit Zee, VI. 229, 230» Dampkring. Hoe men de zwaarte van d-.n Dampkring bepaalen kan, . XI. 189, 190. Danebrug. Ridder-orde van Danebrug, IV. 230, 231. Dans. De Wilden verrigten de gewigtigfte zaaken danfende — hunne wyze van danfen. Dc Mans en Vrouwen danfen niet te famen, XIX. 133— 136. Zonderlinge Dans op den Iaatften dag van het karnaval in Italië. X. 243. Dans - ziekte aan het fteeken van de Tarantula toe* gefchreeven uit de Milt - ziekte verklaard, X. 54— 63. Dantzig. Gebouwen aldaar, - XVI. 34, 35. Darean. bericht van die vrucht. - II. 176, Darten. De Wilden van den zeeboezem van Dariën XVII. 178, 179. Darygronden in Holland, - XIII. 129—131. Dau*  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 47 Dauphiné. Brandende bron in Dauphiné befclirevea VIII. 66. DayldComnenus, Keizer van Trebifonde, I. 206,207. Decnen. Inval der Decneii in Engeland, VII. 158. env. D-enfche IVal. Melding daarvan , . iy. i95, Deldi. Het Pa'teis van den Mogol aldaar, II. 212- 215- Deikery. Is het heerlcbend gevoelen onder de Mahomedaanc», . . . XVI. 330-332. Dekens voor kleeding en bed , . I!Jt l8£) Delft. De Nieuwe Kerk aldaar, XIV. 34-36. Het Stadhuis te Delft, . . 79—81 Delf, Aardewerk. Van welke ftofle hetzelve gemaakt hoe die Stoffe behandeld de Hukken .ver- vaardigd verglaasd enz. worden, XIII. n2— Ii3, Delffloffen. Zonderlinge DelfftoiTen in Engeland, VI. 176. enz. Onderzoek deswegen, VI. 180— 183- env. Zonderlinge Delfftof in Ierland, Entrochi, Trochita;, St. Cuthberts - kraaien, 183^186. Deifftoffen van fchelp - yisfehen ftarfteenen, 186, D.erlyke en groeibaare zclfftandigheden of deifftoffen onder de aarde van tyd tot tyd gevonden, XI. 112-117. Zonderlinge DelfftoiTen, in NoordAmerika opgegraven, . XIX. 244-247. DeU  48 BLADWYZERder Delmina. Befchryving van dit Fort, UI. 286—28S. Delos. Befchryving van de overblyfzelen der Oudheid op dat eiland, . XVf. 319—327. Demetrius. Valfche Demetriusfen als Vorsten in Rusland opgeworpen, . V, 242—244. Democritus. Berigt wegens dien Wysgeer en zyne leer> " - XVI. 272, 273. Denemarken en Noorwegen. Algemeen berigt, IV. 90—104. Dieren, 104—144. Gewasfen, 144—151. Delfftoffen, J52-156. Bergen, Meiren, Bronnen en Draey-kolken, 156—164. Algemcene rampen en onheilen, 164 — 167. Voomaamfte uitvindingen en ontdekkingen , 167 -175. Merkwaardigfte openbaare gebouwen, en andere voortbrengzels van konst, 175—196. Karakters, wetten , gewoonten en overleveringen der Inwooneren, 196—252. Staatsveranderingen en andere merkwaardige gebeurtenisfen, . - 252—267. Denneboom. Waarde daar van, - IV. 148, 149. Dervis. Zonderlinge gebruiken der Dervi's in TurkyS, - - - XVI. 356,357. Descartes. Zie Cartefius. Dcspotismus. Volftrekte Regeeringen onder de Negers, III. 225. Despotieke regeering onder de Natches in Noord-Amerika, fchoon nog Wilden ingevoerd, - . XIX. 111114. Dt  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 4P De la Condamine, meet een graad onder de linie XVHI. 23, 24.Historie van die verrichting, 313—324. DelFit.- Historie van Jan de Wit, XV. .314—528. env. Hy wordt gewond, 339. Hy wordt met Zyn broeder vennoord, - . 345—349. Diakoneu in de Nederlanifche Kerken, XIV. 17-, Diamant. Verfcheiden foorten waar meest vallen behandeling vaifche Diamanten hoe te onderfcheiden, II. 180—188. Diamant van twee millioenen Hollandfche Guldens in het Paleis van Pitti, X. 195. Hemelglobe van Diamanten voor de Starren ald. 195. Brazielfche Diamanten — een van verfcheiden millioenen, XVII. 135. Berigt wegens der Portugeezen voordeden van de Brazielfche Diamanten — bepaalde regten env. XVIII. 148-150. Diana. Tempel van Diana te Ephefen, I. 127, i2g. Dichtkunst. Zie Poëzie. Dieffial. Dievery in achting onder de koreki, I. 274,2/5- Straf op diefltal in Zweeden , V. 67,68. Diego ffAlmagro. Deszclfs historie in de verovering van Zuid-Amerika, - XVIH. 130. env. Dieren. Leevcnde Dieren in Marmer,VI, 119,120. Hoe de Dieren van malkanderen leeven, XI. 73. Dierlyke Zelfïtandigheden onder de aarde gevonden XI. 112—117. Dierlyke verfteende zelfftaudightden, XIII. 183—192. Alle Dieren verbasteren in XXI. D bel. D Ante.  5o BI, ADWYZER der Amerika en zyn daar minder volmaakt,XVII. 355-, ^368. Naarmaate minder menfchen en dieren in een land zyn, vermeerderen de Infekten, XVII. 359, 360. Aanmerking var, den Hr. de BufFon over het gering getal, de kleinte,en zwakheid,der Dieren in Amerika, - XVIII. 239-241. Biertje. Binnen in een zandkorrel ondckt,XHI. 214. Diertjes in vogten 218 — 225. env. Diertjes in het Mannelyk zaad, XIII. 247. env. Ook in het zaadvogt van andere Dieren , ald. 248. env. Binnen in Hukken Amber gevonden, XVI. 23, 26". Door kunst daar in te brengen ald. . 24. Dieyery in achting onder de Koreki, I. 274i 275, Dikte. Bystere dikte van Eduard Bright, VI. 124. Diocletianus. Zie een kort berigt van deRomemfche Keizer-historie tot op Diocletianus, X. 249— 272. Vervolg van Diocletianus tot op Conftantinus de Groote, . . X.272-274. Diomedes. Vogel van Diomedes, zie CatarecJa. Dirk. Historie van den Hollandichen Graaf, Dirk den I. . . . Yi/ .„ XVl 43. 44- Dirk den II. . _ XV. 44) 45, Dirk den III. . . xy> Dirk den IV. - ; . xv. 5?_6u Dirk den F. „ . xv> 6g_7o< Dirk den VI. - . xv. 7I_75> Dirk den VII. - , . XV. 79-87. Distel. Zie Andriet. Di-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Sl Divan. Wat betekene, . tit lil. 70. Doge. Het Paleis van den Doge te Venetië, X. i98 Zyn karakter en gezag, 226-228. Naams'.oorfprong, 226. Doge van Genua 228, 229. De Doge van Venetië trouwt de Adriatifche Zee 233- Dom. De Dom en Domkerk te Utrecht, XIV. 43— Domheid en Blooheid der Ainerikaanen, XVII. 287- 297. Domingo. Grootte, ligging, inwooncrs, voortbrengzels, bezitters, van St. Domingo, - XX. 10-13. Dominica. Naams - oorfprong en historie van het eiland Dominica, XX. 38. Zie een berigt wegens een zonderlingen Trekvogel aldaar, en jagt op den. zeivan, 151-154. Domkerk. Zie Kerk. Don. Rivier. Zie eenig bericht daarvan, V. 120. Don. Eer tytel, deze tytel is doorPelagius in Spanje ingevoerd, - . . iX. lSj. Doniaga. Zie Ton'oaga. Dondcrffeenex. Eenige melding daarvan, VI. 174. Wat er van de vertelling van Donderfleenen te houden zy? . . XIII. 193-195. Den 'jan van Oostenryk in de Nederlaaden, XV. 239. env. ÏÏonKsrks, Zyne historie, . VIII.395.env. D 2 Dted.  52 BLADWYZER.de* Donil. Onverfchilligheid der Amerikaanen voor den Dood, XVil. 247, 248. en XVilI. 99, 100. Dooien. Zie Lyken. Doode Zee. Zie Asphallisch meir. Doolhof. Befchryving van het vermaarde Doolhof, in Egypten, III. 112—114. Overblyfzcls van hetzc]ve, - - - III. 114—n6. Doolhof van Candia. Zie Candia. Doop. Gebruiken by den Doop in Rusland, V. 219. Doopsgezinden. Derzelver oorfprong verfcheiden foorten, kerkelyk bellier,enz. in de Nederlanden, - . XIV. 208-214. Dordrecht. Vreeslyke overftrooming by Dordrecht, in 1421. en vermoedelyke oorzaak daarvan, XIII. 197. Het Stadhuis te Dordrecht — Raadkamer XIV. 73. Draadgewasfen. Eenige foorten van Draadgewasfen in Zuid . Amerika, en derzelver gebruik, XVIH. 184—186. Draakenblaed. Over deze Gom en den boom Draco arbor, zie - - JJ. 414, 415. Draakenoog of Lenyën, - - II. 272. Draco - arbor. Zie Draakenbloed. Sraeikolk. Verfcheiden Draeikolken in Noorwegen en  VOORNAAMSTE ZAAK EN. sg en op He eilanden Fcro, IV. 159—.162. Zie ook Maalstroom. Dragant. Zie Gom Dragant. Dragt. Zie Kleeding. Drake. De Admiraal F. Drake is door kreeften levendig verfcheurd, . Xx. 84, 85. Drank. Verfcheiden dronkenmaakendc dranken hy de Wilden, en de wyze hoe zy die gebruiken, XIX. 137— i4°t Drehell. Deszelfs vaartuig om onder water te ger bruiken , zie op Vaartuig. Drenthe. Kort berigt daarvan, XIII. 7. Regeeringsvorm van dat Landfchap, . XIV. 159 160. Dresden Brug aldaar, . . XI. 306. Drommedaris. Befchryving van den Drommedaris, I. 20, 21. Dronkenschap. Gemeen in Rusland, V. 199. De Wilden zoeken allen iets dat hen kan dronken maaken,XIX. 137. env. Waarom zy zig drenken drinken? . T„Q 133, 139. Druiden. Overblyfzel van een tempel der Druiden , VI. 15,16. De Druiden door de Barden opgevolgd, 91, 92. Overblyfzcls van een ouden tempel der ■ Druiden by Salisbury , berigt wegens de Druiden, VH. 15-25. Druiden in Frank ryk , VIII. I92, 193, Kort berigt'wegens de Druiden onder ie oude Gaulen , . Vmt 102, 19-1. D 3 Druip.  54 BLADWYZERder. Druipfteen. Zie StalaBites. Druiven. Behandeling der Druiven enz. in Frankryk VIII. 41—43. Zie ook tVyngaard en IFyn. s Drukkery, Clarendonfehe Drukkery , zie op dat woord. Drukkunst. Uitvinding van de Drukkunst en derzelver historie Chineefche vvyzc van Druk- ken, XI. 208—232. Gefchil over de uitvinders Bid. Leltergieten, zie Letters. Wyze van de letters te zetten en te drukken , XI. 235—243. Dudaim. Eene plant in Abysfynie, - III. 329. Duif. Vliegende houten Duif van Archytas, XI. 253. Duikers. Hoe de Pacrl - duikers onder water blyven, I. 299—303. Befchryving van de Duikers - klok van Halley, 299—304. Verbeteringen aan denzelven, door Dr. Triewald, 304, 305. Vaartuig om onder water te gebruiken, van C. Drebell, 306. Muin. Het afzanden van de Duinen door wien uitgevonden hoe het gefchiede? gebruik van dat zand env. - XIII. 133—140. Duitschland, Sohemen, Hongaryë en Zivitferland. Algemeene befchryving dezer Landen, XI. 1—64. Dieren, 64 — 79. Gewasfen , 79. DelfftofFcn , 91—121. Bergen en Holen, 121—139. Geneezende en andere zonderlinge Bronnen , Meiren, en Watervallen , 139—159. Algemeene rampen en onheilen, 159 — 166. Voornaamfte uitvindingen en  VOORNAAMSTE ZAAKEN. ss en ontdekkingen , XI. 167 — 265. Voornaamftê openbaare geestelyke gebouwen , 266—279. Paleizen en andere wacreldiyke geftigten, 279—315. Overblyfzels der oudheid en andere zeldzaamheden XII. 1—17. Zeden, wetten, gewoonten en overleveringen , 18—247. Staatsveranderingen en andere merkwaardige gebcurtenisfen, 247—344. Du'velery -tan Chavmont, een feest ter cere van St. Jan in Frankryk, - VIII. 189—190. Duivelsaars. Zie Holen. Duivels - eilanden. Dus noemen de fchippers de Bermudifche eilanden, XX. 43. Zie verder Bermudes. Duiven die brieven overbrengen, - I. 115. Dumez. Zie Pharaos - vyg. Durham. Domkerk aldaar, - VI. 282—284. Dwaalftarien. ' Zie Planeeten. Dweepery onder de Indiaanen, - II. 231, Dwina Rivier, V. 120. Neder-Dwina, 120,121. Dyken. Verbaazende kostbaarheid der Dykcn in de Nederlanden, XIII. 195, 196. Hoe onze Zeedyken gemaakt worden, ... 103—111. D 4 Ebbe  5<5 BLADWYZER der E. Ebbe en Vloed. Wonderiyke vericliynzels vjn de Ebbe en Vloed by bet eiland Bernera, ("onder de Schotfche eilanden) VI. 19, 20. Zie ook 25. en 28. De uitwerking van den vloed op de Garónne VIII. 72. Verwonderlyke Ebbe en Vloed van den Euripus, XVI. 231—235. Natuurkundige opheldering wegens de oerzaak van Ebbe en Vloed, 235—239- Stroom in de Straat van Gibraltar, XVI. 236-242. Ebbenhout. Waar groeit; dc boom, III. 387— 389. Ebto Rivier in Spanje, - - jX. 13. Eburones. . . X1V. 123. Echini. Zit Egelvisfchcn. Echo. Merkwaardige Echo in Egypte, III. 90. Merkwaardige Echo's in Gioot Brittanje, VI. 225-227. Wat de Echo is , 226 , 227. Zonderlinge Echo digt by Milaanen, - . X. 200, 201. Edelen. Zie Smeekschrift der Edelen. Edele Gefteenten. Verbaazende menigte in het Palcis van Pitti, X. 195. Edele gefteenten vindt men onder Keylleenen, XIII. 143. Edele gefteenten in Amerika, . . XVII. 1 -,5. Edenburg. Voornaamftê gebouwen aldaar, VI.313 — Eden ■ Hole. Zie Holen. Edik»  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 57 Edikt van Nantcs. Zie Nanles. Eduard I. Koning van Engeland, VII, i$r. env. Eduard II. . „ VIr< Ig4< env>' Eduard III. . . V|I> ^ env> Eduard W. . . V1L 19?m env> Edaara r. - - vi [. 200. I Eduard Bright woog 616 pond, enz. VI. 124. Eekhoorns in Indië, II. 137. Eekhoorns in Noorwegen, IV. 119. Hoe de Eekhoorns her water overtrekken in Lapland, 271, 272. Voortteeling ald. Daar zyn verfcheiden foortcn van Eekhoorns ia Penfylvanie worden gegeten vliegende Eekhoorns worden ligt tam gemaakt Aard-Eekhoorns derzelver winterverblyf — laten zig niet tam maaken, - XIX. 338—341. Eenden. Byzondere foort op Ysland, IV. 138—140. Eereboog. Oveiblyrzels van oude eerebougen te Rame' - - ' - - X, 205,206. Eerstgeboorte. Regt van eerstgeboorte in Duitschland' - " XII. 41,42. Eeuwig Edikt, - . XV. 314. Efendi. Wegens deze waardigheid in Turkyë, XVI. » 329, 330. Egehisfchen. Befchryving van Egelvisfchen op de Noord - Amerikafche kusten, met den bek onder in het lyr, enz. . XIX. 385-3S7. Egypte. Algemeen berigt wegens hetzelve , III. 5-9- Natuurlyke zeldzaamheden, 9-56. Die. 0 5 ren,  53 BLADWYZERder ren, III. 9—22. Gewasfen, 22—39. Bronnen, ovcrftroomingen, watervallen en andere byzonderheden van den Nyl, 39—56. Voornaamftê uitvindingen en ontdekkingen, fraaylle konsten, handwerken, env. 56—72. Merkwaardige openbaare gebouwen en andere voortbrengzels van konst, 73 — 80. Overblyfzels der oudheid, 80 — 131. Wetten, gewoonten, en ftaatsveranderingen, Hl. 131—137. Egyplifche doorn. Zie Acacia. Egyl tifche Rot. Zie lchncumon. Eikenboom. Maarenlakken op denzelven, zie dat woord. Eilanden. Indiaanfche Eilanden , zie dat Woord. Afrikaanfche Eilanden, zie op dat woord. Dryvende eilanden in Artois, daar Vee op weidt, VIII. 70, 71. Nieuwe eilanden by Santorini, uit zee opgekomen Befchryving daar van , XVI. 212—230. Nog andere eilanden insgelyks aldaar, 230—233. 'Over den oorfprong der eilanden in het algemeen —— dezelve zyn door de zee geformeerd, XX. i—5. Over de Eilanden van Amerika. Zie Amerikafche eilanden. Over dc Lukaifche, Karibifche, enz. eilanden , zie op die tytels. Eland in Noorwegen, IV. 108. Befchryving en natuurlykc historie van den Eland, - XI. 74—77. Elbucn Retiro. Berigt wegens dit Paleis, IX. 104; 105. Ele .  VOORNAAMS TB ZAAK EN. 55 Ele&rlcueit. Glasagtige en harstagtige Elechicitelt — die van den Barnfteen de*e eigenfchap van aantrekken woidt pok in git, glas, lak enz. be-. fpeurd, XV.' 27. De Eléctafche aantrekking ver- fchilt van de Magnetifche: eigcnfchappen der ElecTxifche, 28 - 30. Zy is de grond van de beweging der hemelfclie lighaamen ald. 30. Elephantiafis. Zie Melaatsheid. Eliz-abeth, Keizerin van Rusland, V. 259— 268. ' Elizabetk, Koningin van Engeland, VII. 209—212. Embden. Een Stad in Oost - Friesland, XII. 140. Emir. Zekere titel onder de Turken, I. 191. Empaleeren. Befchryving van die Straf, I. 188, / 189. Endvogels. Hoe in kooijen gevangen worden , VI. 117. Engeland. Over Nieuw ■ Engeland, Zie dat woord. De historie van den Oorlog tusfchèn Engeland en Spanje, onder Philippus de V., IX. 235—299. Entrochus. Befchryving van deze delfft fin Ierland, VI. 183. env. Ephemeron. Zie Dag-vlieg. Ephefe. Overblyfzels daarvan, - I. 124—128. Epicurus. Berigt wegens dien wysgeer en zyne leer, XVI. 274, 275. Er*-  60 BLADWYZER der Erabyauws. Zekere gezwellen der Amerikaanen - berigt daarvan, . XVÜ. 123-125. Erfenis. Zie Legaat. Erfwetten in Zweden, V. 68. Erfurt. Klok van 33 vreten, de grootte in Europa, aldaar, XI. 273, 274. Lotgevallen van die Stild> * - - XII. ióo-i7*. Erisca. Berigt van dat eiland, - VI. 21 22. Erwt-vorm. Een Zonderling en fchadelyk Infekt in Kieuw- Yerfey, Nieuw -York enz., XIX. 393, / 394- Escuriaal. Befchryving van het Escuriaal in Spanje , kerk Klooster • Collegie heeft 14, 000. deuren, . ix. 96—103. Eskimaux. Berigt wegens dit volkje en hunne taal befchryving van hunne kleinheid, lelykheid, levenswyze , wapenen, enz., XVII. 154—165. Hoe de Eskimaux vermoedelyk in Amerika zyn gekomen hunne geftalte plankjes voor hunne oogen, . XIX. 95 , 96. Esmarouten. Soorten, grootte, gedaante H.193,194. Esfequebo. Historie en voortbrengzels dier Kolonie ' XVIH. 84, 85. Ethiopië. Zie Abysfynie. Evaric. Koning der Gothen in Spanje, - IX. 178. Eu.  voornaamste Z A A K E N. (Sr Euclides de Meetkundige, . XVI. 246 I Euclides de Wysgeer of overnatuurkundige, hoofd der Megarifche fekte, XVI. 255. Zyne leer 256, ■ 257. EugerMis. Lusthuis van Prins Eugenius, XI. 313, 3'4. " Euripus. Berigt wegens de verwonderlyke ebbe en vloed van den Euripus, - XVI. 231—235. Europiscli Turkyii. Algemeen berigt wegens hetzelve XVI. 151-155- Dieren, 155-174. Gewasfen, 174—183. .DelfflofTen, 183 — 199. Bergen, Rivieren, Holen, Volkano's, nieuwe Eilanden,>en merkwaardige overftroomingen, XVI. 199 — 242. , Algemeene rampen, 242—244. Uitvindingen en ontdekkingen, 244-276. Befchryving van de rr-erkwaardiglte gebouwen, en andere zonderlinge kunstwerken, 276-293. Oi-erblyfzels der oudheid , 295—327. Merkwaardige wetten en gewooit- 327-304. . Euflatius. Staat en beftiering van het eiland St. Eu" - - XX. 41, 42, Eijeren. Krokodil - eijeren „ hoe uitgebroeid worden III. 12, worden aan de Gambia gegcreu zelfs met het kieken daarin , 12. De wyze hoe de Effyptenaars de eijeren in ovens uitbroeijen, 63 — 66. Eijeren door vrouwen gelegd,IV. 182—184. Ook door mannen, !84. Vogelen zonder eijeren voortScteeld» - - ' - 184. Ey.  62 BLADWYZER der Eykcn - hout is flegt in Amerika , . XVII 39. Exarchen. De historie van het Exarchaat van Ra. venna en van de Exarchen, . x. 290. env. Ezels in Perfie als rypaarden gebruikt, I. 287. F. Faadh. Zie Luipaard. Fabelen. Oorfprong daarvan in 't Oosten, n. 71. Fabrieken. Veele en fchoone Fabrieken in Perfie I- 337, 338. Fabrieken in China, II. 282—285. Fabrieken in Barbaryë, IU. 188—i9r. Historie der Engelfche Wolle Fabrieken, VI. 251 — 258. Zie ook 265. Fabrieken in Frankryk, VHI. 87—90. Taünus. ■ De Tempel van Faunus, thans de kerk van Stephanus, • - - X. 204, Feesten. Het feest Neurus in Perfie", II. 60, 62. Dat van Hasfan en Hasfein, 76, 77. Vyftien groote feesten in Rusland, - - V. 216. Feodale Rcgecrina, zie Leenroerige Regeering. Ferdinand, Bygenaamd de Groote, Koning van Spanje, - - ix. 199. Ferdinand UT. D" historie van Spanje en Portugal van Ferdinand de Grotte af tot op Ferdinand UI. in 't jaar 1325. . . . iX. 205-211. Ferdinand VI. De historie van Fer.';>iand VI. Koning van Spanje, . . ix. 264—299. Ferm  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 63 Ferdinand en Ifahella. Vervolg der historie van Spanje tot op Ferdinand en Ifahella, in 1472. IX. 211—220. De historie van Ferdinand en Ifahella 220—224. Ferdinand vanOostenryk. Gouverneur der Nederlanden> ' - • XV. 30I. Fero, De eilanden Fero, IV. 102—104. en 151. en 248—252. Feuda en Allodia. Berigt deswegen, XII. 42, 43. Fez, Groote menigte Mosqueen aldaar, III. 196, I97. Filips. Historie van onzen Graaf Filips I., XV. 146—149. Filips II. XV. 158. env. Zyne huldiging in 't jaar 1549. 191, 192. Hy trouwt Maria, Koningin van Engeland, 193, i94. Zyn beilier in de Nederlanden, 200. Afgezwoorcn, - 249. Filips III. zyne historie, . XV. 276—295. Filips IV. . . Y\r XV. 295, Finantiên. Kamer der Finantiën,in de Nederlanden , XIV. 129? 130. Flamingo. Befchryving van dien Vogel, m. 324. Flev.ry. De historie van den Kardinaal de Fleury, als eerften Staats- minister van Frankryk, VVO. 295—348, Floops. Zeker volk langs de Rivier de Gambia, Hl. 333, 234. Flo-  dl B L A D W Y Z E R der Florence. De Catliedraale Kerk aldaar, X. 165 — 167, Kapel van Se. Laurens, 167, 168. Zie ook Toskaanen. Florida. Ontdekking van Florida. Lugt en grondgefteldlieid &c. van Oost-Florida, XIX. 50— 54. West-Florida, - . 5j. Floris. Historie van onzen Graaf Floris den I., XV. 61—65. Floris den II. - - XV. 70, 71. Floris den III. ■ - XV. 75—79. Floris den IV. - - XV. 87—92. Floris den V. XV. 94-98. Foelie en Olie van Foelie , - II. 401, 402. FontaineMeau. Het Koiiinglyk Paleis van Fontainebleau, ... VIII. 149. Fonlein. De verwonderlyke Fonteinen van Marli, VIII. 146-148- Formofa. De Eergen op dat cüand, II. 420, 421. Fortuin. Tempel der Fortuin te Rome, X. 203, ' 204. Forum der Romeinen is nu de koekamp te Rome, X. 208. Fraaijc kunsten in oud Griekenland, XVI. 275, 176. Frctncisco. Algemeen berigt wegens de Stad 5;. Francisco, in de Aadiencïa Quito, in ZuiJ- Amerika , XVIH. 22, 23. Fren-  vóórnaamste 2 A A K E N. Frandscus I. Bygeuaamd de herfreller d-r weten, fchappen, Koning van Frankryk, VIII. 258-260. Fruneiscus II. Koning van Frankryk, VlU. 262, ■' 263. Franke:,. De iiistorie der Franken, voor zo verre de Galliën betreft, VIII. i96. env. De oude Franfchen, 199. env. De heerfebappy der Franken in onze landen, - . XV 2- Frdnkfort aan den Mahi. Het Raadhuis aldaar, XI. 295, 296. Berigt wegens de Stad en den Godsdienst aldaar, . Vlt XII. 107—109. Franke Kreits% Algemeen berigt daarvan, XI. n-13. Nader berigt wegens de Regeering en Ridder - orde van Maria, karakter der inwooneren ■ enz. XII. 94—101. Frankryk. Oorlog va» Frankryk met Engeland in 1739. VII. 238. env. A!gemeen ben.gt s . Frankryk, VIII. x _ l6. Dieren, 16-33. Gewasfen, 34_49. Bergen, 49 _ 59. OnderaardMie Holen, geneezende en andere zonderlinge' Bronnen en Melren, Co-80. Voornaamftê uitVindingen en ontdekkingen, 81-123. Voornaam- i f °Penba"^ Sjouwen, !23_i72. Overblyfzels der Oudheid, 172-177. Zede„, Gewoonten en Overleveringen, 177- I00. Staatsveranderingen, ■ en andere merkwaardige gebeurtenislen, 192-4,2. Gefchii van onzen Staat met Frankryk in 'c jaar «•SC XV. 3,6, 3,7. 0wI met ■ j " fel. Duul, F. l6-  6b BLADWYZER der 1672. 333. env. De Frnnfcke bezitting in Zuid. Amcrika, XVIII. 85 — 89. Ondeifcheiding tusfchcn een Christen en een Franschman, in Peru, XVIII. 93. Freburg. Opmerkelyk kluizenaars verblyf digt by die plaats, - - XI. 275—279. Fredrik Augustus. Koning van Polen in 1Ö97. XVI. 144. env. Fredrik van Oostenryk. . XII. 295—301. Fredrik Henrik. Stadhouder, zyne historie, XV. 297—304. Zyn zoon Willem II. tot zyn opvol, ger benoemd, - . 299. Fret. Wat dit in de Glas - fabrieken zy? VIII. 92. Friefen. Oude Frifii, XIV. 121. Oude Fricfen en Batavieren tot aan den tyd der Romeinen, XV. 1—4 Zy onderwerpen zigaan dc Romeinen ,4—14. Claudius Civilis, 14—22. Hunne historie na dien tyd, 22—25. env. Worden Christenen, 30.' env. Zy vorderen in befehaafdheid, 39. env. Friesland. Stemhebbende Steden aldaar, XIII. 6. Lugtsgcfteldhcid enz. van Friesland, 32. Friefche Runderen, Paarden en Schaapen, 40. Regeringsvorm in deze Provintie, XIV. 154—158. Geaartheid der Fricfen, - - 253— 260. Fulmar. Befchryving van dien opmedie'yken Vogel en deszeifs gebruik , • VI. 51 —54-- Fnngi. Zeeker Zeegewas . I. 45- Fun-  Voornaamste ZAAKEN. ^ Fungus marlnus. Zie eene befchryving van dezen zonderlingen visch. of zoöphyt, i„ de Noord. Amerikafchezeën, . m in de Nieuwe Kerk te Amltêrdain, XIV. 22-25.' Ö»«W. Zyne historie en ontdekkingen, X. ,53— ' 155. Zie ook zyne ontdekkingen, xnr. 2021 ■■Gal!. Berigt wegens ~St.Gall, XII. 2:4, 2I5l 1 G,///nV. wat iï^ G,///c/£ betreft, zie op dat woord. , Gambia. Befthryvjng van de volkeren langs de Camb.a, in. 23o-240. Lugtsgefteldheiden Weder aldaar, =34-236. De taaien, 236, 237. Landen, 24o4 »4i. De Gambia is op zommige plaatfen zeven mylen breed, 284. Ganges. Eerbied der Indiaanen voor die Rivier, II. 223 Ganymcdes, I' 153. Ganzen. Bernacles Ganzen , zie op Beritac 'üs. So■land.Ganzen. Zie op dat woord. De Ganzen kunnen met over zommige velden in Yorkshire vlfc» ^n, VI. 129. Ganzen van 25 en 3o pond, in groot Britanje; zeer ll00g in pjys? ^ 116. £ 3 Gaf.  63 BLADWYZER dek Garnaalen. Omloop des bloeds in de leden en (harten der Garnaal.-n , XIII. 236. Garnet. Zie Granaat. Garonne. Zonderlinge uitwerkzels van den vloed der zee in die Rivier, - . VIII. 72. Gasteryen in Kamfcbatka, • I. 260—2Ö2. Gastmaal. Zie Maallyd. Gastvryheid. Wat van de Gastvrylieid der Wildenin Amerika te houden, zy ? XVII. 310—312. Gastvryheid der Noord - Amerikafche Wilden , XIX. ii6". Gaulen. De oude Gaulen in Frankryk hunne Godsdienst en voornaamftê Goden hunne oude historie, .- - . VIII. 192. env«- Geblaas. Kloof in eene rots daar een Geblaas uit komt, -■ VI. 2Ö4. Gebouwen. Zeer oude Gebouwen duurzaame wyze van bouwen , - III. 208, 209. Gebrekkige Lied'n. Waarom thans meer in Amerika dan voorheen ? - • XVII. 339, 340. Gedenknaald. 7Ae Obelisken. Gedenkzuil in Tornea , - IV. 239—292. Gee'stely'ken in Perfie, II. 76 — 78. Driemaal honderd en vyftig duizend Bonzes, of Priesters, ih China, 326. Geestelyken onder de Groenlanders IV.87-.89. Zweedfche Ceestelykhci.d, V. 53-61. _ ~t De .  TOOnNAAMSTE ZAAKEN. (fp De Geestelykheid in Rusland, 222 224. De Geestelykheid m Groot Britanje en Ierland, VU. 31—37. env. De Geestelykheid in Frankryk , VIII. ,179-181. De Geestelykheid in Spanje en Portu" " - IX. 12a—13$. Geesten der Laplanderen, geloof in dezelvcn , IV. 298—300. Gehoornde Wieg. Dezelve is drie duim lang . heeft twee paar vleugelen haare hoorns, en verdere natuurlyke historie, - XX. 206—210. ■Geiten van Anatohc, in de vlakte van Angora enz. derzelver hair is agt of negen duim lang, en dient voor de fynfte fabrieken, I. 18. Befchryving van de wilde Geit, of Rupïcafora, VIII. 19-21. De Geiten zetten fchildwagtën uit tegen de roofdieren XI. 66. Verwonderlyke fchranderheid der Geiten en Bokken op Juan Fernandes eiland in zig tegen dc honden te verweeren , XX. 138—141. Wilde Geiten, Chamois, zie dat woord. Wijde Geiten. Bottquetins , zie dat woord. Zie ook SteenGeiten. Gelderland, XIII. 3, 4. Opper - Gelderland , 11. Lugtgcfteldheid aldaar, 3r. Lugt en grond in Opper-Gelderland, 38. Regeeringsvorm in de*e Provintie, XIV. 151, 152. Geaartheid der Geldersen, , , 25Ó-258. Geleerdheid. Jn hoe veele bedieningen dezelve re -i>as komt, V. 33, 39. Zie ook Onkunde. GeE 3 leerd-  BLADYVYZER der leerdheid in Rusland, 153—159. De Geleerdheid in Spanje, IX. 88, 89. Zie ook 127, 128. De Geleerdheid is zeer gering in Polen, XVI. 65, 66. Gemurmeld Papier. Hoe gemaakt worde ? XIII. 302—304. Gember. De teelt van dezen wortel — gebruik — eigenfchappen, II. 266 — 268. Hoe en waar de Gember groeit en gewonnen wordt, en dcszelfs. gebruik in Amerika, . . XX. in 114* Gemmi. Berigt van dien Berg, . XI. 131. Gtndfche Pacificatie, - XV. 23^, Geneeskunde in Perfie, K. 68, 69. Geneeskunde in Egypte uitgevonden, III. 61. Het Collegie der Geneeskunde te Parys , . VIII. 169, •Geneesmeester. De Dokters, Priesters of Tovenaars, onder de Amerikaanfche Wilden, XVII. 351— 355. Geneesmiddel. Zonderlinge Geneesmiddelen in Lapland, IV. 323. Hoe Geneesmiddelen op het bloed; werken, - - XIII. 229—231. env.. Gensraale Staaten. Zie Staaten Generaal. Generaliteits.landen. Berigt daarvan , XIV. 133.-j 134. Qeneraliteits Muntltmir. Berigt daarvan , XIV. 128, 129. Cc  VOORNAAMSTE Z A A K E N. yt Generaliteit, Rekenkamer. Berigt daarvan , XIV. 128. Ceneve. Meir van Geneve. Zie dat woord. Toren van Julius Caafar te Geneve, XII. 17. Historie en Regeering dier Stad, - XII. 2.11—214. Cenoveva. De Kerk en Rcliquiën in dezelve te Parvs, . . VIII. 135-137. Ger.ua. De historie der Genuëezen, in den Oorlog tusfehen Spanje en Frankryk en het Huis van Oostenryk, onder Maria Therefa, IX. 266—299. Kathedraale Kerk te Genua fchotcl van Sma- ragd, X. 183—187. Oud Rostrum aldaar,217. — Doge, - . 228, 229. ■George I. Koning van Engeland, - VII. 223—232. George II. Koning van Engeland, - VII. 233—291. Georgië. Gefteldheid en inwoouers van Georgië iu Noord-Amerika, - - XIX. 55—57. Geraamte van Yvoor te Koppenhage, IV. 190, 191. Gereformeerden te Frankfort aar; de Main, niet wel behandeld, XII. 107. Wie den naam van Gereformeerden in de Nederlanden dragen — hunne kerkelyke beftiering, - XIV. 165—196. Geregtshof in den Hang, . XV. 120. Geregts - oefening. Zie Regts - oefening. De Koning van Zweeden zit voor in het hooge Gerigtshof, V. 64. Myn-Gerigt in Zweden, 65. Geregts-oefE 4 'fc-  72 BLADWYZERder fening in Rusland, 232—234. Ysfelyke draf van de Roovers in Aftracan , - 291, 292. Germaanen. Historie der oude Germaancn tot op de onderwerping aan de Romeinen, XII. 247—262. en XV. 9—22. Germain. Het Koieinglyk Paleis aldaar, VIII. 143, 149. Gerst. Teelt en behandeling van de Gerst, XI. 80-82. Gefcheni. Befchryving van den omgang, dien de Turken in Oorlogstyd doen om gefchenken te bekomen, . . XVI. 357—360. Gefchut. Historie van het Gefchut en de Boraben, XI. 248-250. Gethfemant, . . . I. J83. Getyên. Zonderlinge fpringvloeden en keerftroomen in 1738 en 1740. op het eiland Guadaloupe ,by een fel Orkaan , voorgevallen, - XX. 66—£2. Gevangen. Zie Krygsgevangenen. Gevogelte in Egypte, - - III, 17. Gezwellen. De Amerikaanen krygen zekere gezwellen, Yaws en Erabyaws genaamd; befchryving daar van, - . XVII. 123—135. Gibraltar. Opheldering wegens den ftroom in de> ftraat van Gibraltar, - - XVI. 236—242. w  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 73 ■ Ginfeng. Befchryving van dezen wortel ma meling, eigenfchappen, enz. H. 257-266. • Glacteres of Tsvafei/tn. Zie dat woord, Gfer. Glasgieteryeji in Frankryk , VI». 91 — 97 Hoe Glas gemaakt worde, 92, 93. De hitte vef* andert alles in Glas, 96, 97. Groote Rekbaarheid van het Glas Glasfpinnen, . 97,98. " Glasagtige Steenen worden, oud zynde, Talk,XIII. 149. Glatfcher. Zit Tsb'ergen. Glatz. Algemeen berigt wegens dit Graaffchap, XI, 45. Staat en Regeeting van dit Graaffchap', XII. 72,73. Glazen. Gefchilderde Glazen in de Oude Kerk te AmiTerdam, XIV. 6-3. Befchryving van die in de Groote Kerk te Gouda , . X|V „g_40 Glimworm. In Suriname enz. . XVIII. 291, 292. Glit. Zie Goud-güt. Globe. Byster groote Globe te Petersburg, V. J79) 180. Glosfopetra. Berigt daarvan, . XL'iitf > Gnesna. Berigt wegens de Domkerk aldaar, Xyi. 335 34» Gobelins. De Fabriek van de Gobelins of Tapyt«•ecveryen, enz. te Parys, . VIII. 8,-53, ? 5 Cods.  74 BLADWYZER DER Godsdienst. Zonderlinge Godsdienstige gebruiken der Korcki, I. 272—274. Der Jalustki, 278,279. Der Ingajeri, 281, 282. Godsdienst in Perfie, 1[. 73—8t. Godsdienst in China;— Sekten, II. 326, 327. Godsdienst der Negers, III. 290, 291. Godsdienst der Groenlanderen , IV. 85 — 89. Godsdienst der Laplandcren, 294—500. Strenge Godsdienst -yver in Zweeden , V. 60. Godsdienst: onder de Samojeden, 324, 325. Godsdienst in' Groot Eritanjc en Jerland, VII. 31—52. Godsdienst van de Oude Gallen, VIII. 192. Godsdienst in Frankryk, 179—181. Oude en tegenwoordige Staat van den Godsdienst in Duitschland, XII. 35—40. Godsdienst in Polen, XVI. 57, 58, Goede hoep. Zie Kaap de goede Hoop, Goeree. Oude Stad by Gocree , - XIV. 118. Gom van Senegal;—— de Eoom —— twee foorten, - - III. 266, 267. Gom Dragant. Berigt wegens deze Gom en derzelver gebruik, - - XVI. 174—177, Gom Tacamahaca genaamd, en derzelver gebruik, III. 389. Gom Tragecanth. Zie Gom Dragant. Gomorra en Sodom, - I. 83 en 91. Gordels der Barbarcsken, - III. 190, 191. Cati  VOORNAAMSTE Z A A K E N. yj kathard, Befchryving van den Berg St. Gothard , Xf. »34, 135. Gottorp. Het Kafteel van Gottorp, [V. 178,170. Goud wordt in China veel uit het Rivier-zand en Slib gehaald, II. 273, 274, Goud in Guinee cu Nigritic,III. 270. Hoe zy het bekomen,272, 273. Mynen, 273 , 274. Goud in Monomotapa en So- fala, 347—349, Goudmyn in Engeland, VI. 168. Goudilof andere Goudmyn aldaar, 172,173. Verbaazende rekbaarheid van het Goud, VIII, 98-103. Berigt wegens de Chremnitzer Goud' myn hoe het Goud van de erts worde afge- zonderd, XI. 94-96. Coud maaken. ZicAkiiy. mie. Goud- en Zilver-mynen op Siphamo, in den Archipel, waarom niet bewerkt ? XVI. i34 185. Verbaazende opbreng der Mynen van Bra' zilte en Potofi, XVII. 133-135. Het Goud in zyn natuurlyken Haat hoe hetgevonden - boe het van de andere Metaalen gescheiden, word ? XVIH. 151-153. Goud en Zilver in Louiüana, XIX. 235—238.' Gouda. De groote Kerk te Gouda befebryvin- van de gefchilde-rde Glazen, XIV. 36—40. Gouden Bulle. Drie affchriften *iarvan wat die Bulle behelze? . . XII 2 ' Gouden Henne of Kinki in China, H. 249, Vond. en Zilver ■ visch in China, 11. 247, 248. Gouc»  ?6 BLADWYZER der Goudglit. Wat Goudglit enZilverglit zy,en waartoe het gebruikt worde, ... XI. 98. Goud-Spelonk. Berigt wegens eene zonderlinge Goud-Spelonk in Mexiko, en opheldering daarva"> - " - XIX. 210-212. Goyler. Die Vogel is een voorteken van iïorm, VI. 61. daad. De grootheid der Graaden onder de linie en in 't Noorden gemeten, XVHI. 23, 24.' De historie van deze venigting, - «13 334, Graauen in Egypte. Zie Oogjlen. Graaf. Oorfprong der Graaven, XII. 292. env. Paltzgraaveri enz. zie die tytels. Oorfprong der Graaven in de Nederlanden, XV. 40 en 42. env. Graaven van Holland en Zeeland; derzelver historie, 42. env. Uit het Huis van Holland, 43— ico. Uit het Huis van Henegouwen, 100—105. Uit het Huis van Beijeren, 105 — 146. Uit het Huis van Bourgonje, 146—158. Uit het Huis van ! Oosicnryk, - . 158. eny. Graaviug. Vreemde voorwerpen in het Graaven gevonden in Engeland, V. 176. env. Ocsterbanken en Zccfchclpcn , enz. VI. 177—179. Dieren enz. ald. Onderzoek deswegen; - 180—183. env. Graflieden. Zie ook Gra.'tomten, Maufolea en Katakombeii. De Tinken manken hunne Graflieden by hun^evco, II. 215. Gelyk ook de Chineczen J II.  VOORNAAMSTE Z A A K É N. ff» 0, 345» 346. Romeinfche . Saxifche —— Deenfcbe begraafplaatfcn op een der fchotfche eilanden, VI. 67—63. Graf van negentien voet, aldaar, - . b3t Gra/l. Zie ook Kanaalen. Graftomben. Overblyfzels van zeer merkwaardige Graftomben te Perfepolis, II. 15—17. Als ook te Noxi Rus tan, . 17—20. Granaat of Garnet. Berigt daarvan, IX. 65,66.Granaatboom. Befchryving van den Granaatboom,- IX. 55-57. Granaatfteen. Befchryving daarvan, I. 84, 8j. Granada. Zie Grenada. Granvelle. Historie van Granvelle , XV. 206. env. Gras. Vergiftig Gras in Noorwegen, IV. 147, 148. Berggras, fpyze voor de menfchen, 150. Ongemeen lang Gras langs de Wolga, V. 293. Brand .in hetzelve, hoe verfpreidt, 294. Al te voedzaam Gras in Ierland, VI. 113. 35 foorten van Gras waar best groeien Gras zaaijen, hoe gefchiedcn moet?Eigenfchappen van de byzondere foorten van Gras, enz. - XIII.73—84. Grasworm. Een vernielend Infekt in Noord - Aac rika' " • XIX. 395,396. Gratrwhinderland. ' Berigt wegens hetzelve , XII. 206, 2Ó7. Ore.  78 BLADWYZERöErt Grenada. Ligging en bezitters van bet eiland Gfe* nada, XX. 37. Nieuw Grenada. Zie op Nieuw Grenada. Grenadines. Berigt van de eilanden Grenadines, XX. 37, 38. Grieken/and. Oud Griekenland, XVI. 244 ,245. Pinlofopben ald. 246. Starrenkundigeu ald. 247-249. Fraaye konsten in oud Griekenland, 275, 276. Grifons. Zie Grauwlunderland. Groenland. Oud Groenland en Spitsbergen, algemeen berigt daarvan , IV. 1 - 13. Duren 13-37. Vrugten, Gewasfen en DelfftoiTen, 37-46. Eerfte Volkplanting in Groenland, 46—64. Hoedanigheden, zeden en gewoonten der Inwooneren , 64— ,89. Historie van Grocnlanderen naar Denemarken gevoerd, - . . 53_6oi 'Groeien in Perfie, . 5 jj. 50> 'Gronden. In Holland zyn verfcheiden foortcn van gronden of aarde's, . XIII. 90-140, 'Groningen, XIII. 6. Lugtsgcfteldheid enz. in Groningerland , 32 , 33. Regecringsvorm in deze ProVintie' " " XIV. 158,159. 'Groot - Britasje en Ierland. Algemeen berigt daarvan, VI. 97-109. Dieren, 110—129. Gewasfen, 130—140. DelfftoiTen, VI. 140-188. Merkwaardige Bergen, Holen, Bronnen, Meircn en Rivieren, 188-232. Algemeene rampen en 011- hei-  VOORNAAMSTE ZAAK EN. yjf • Vieilcii, 232—251. Voornaamftê uitvindingen en ontdekkingen, 251—270, Merkwaardige openbaare gebouwen, en andere byzonderheden vaa kunst, 271 — 315. Overblyfzels der Oudheid, VII. 1—31. Karakter, wetten, gebruiken der Inwooncrcn, 31 — 134. Staatsveranderingen en historie, 134—346. De Groot Britannifche bezittingen in Noord - Amerika, . XiX. 47—86. Groote Heer. Zie Sultan. Groots Kerk te Haarlem. Befchryving daarvan ,XIV. 3°-34* Grooten. Pragt der Grooten in China, II. 361—363. Groot Polen. Algemeen berigt daarvan , XVI. 4—6". Groot Privilegie. Zie Privilegie. Grotte del Capi. Berigt wegens dat lTol verklaaring der verfchynzclen, - X. 128—129. Grotte del Seri. Berigt wegens ditSlangcnhol in Italië, - - X. 130, 131. Grot van onze lieve vrouwe de la Baume in Frank- ' ryk,befchryving van dat merkwaardig onderaardscl* Hol, - - . VIII. 60, 61. Grot vanAnliparos. Befchryving van hetzelve,XVI.- 203 —209. Grudii, . . mVi I22< Guadalaxara, Algemeen berigt wegens dc Audientia W ' U-tia-  80 BLADWYZER DF.r. Guadalaxara of Nieuw Galücie in Mexiko XIX. 25-27. Guadaloupe. Berigt wegens liet eiland Guadalöupe, XX. 29, 30. Vreesfelyk Orkaan met zonderlinge fpringvloeden en keerfïro'omcn, in 1738. en 1740. op dit eiland voorgevallen, 66—72. Zie eene omfirandige befchryving van den Zwavelberg op dit eiland, 74-80. Befchryving van eene zonderlinge Melaatsheid ep het eiland Guadaloupe, door Dr. Ptysfontl waargenomen, 86 — 88. Zonderlinge trekvogels aldaar, 151 — 154. Vuurvliegeri op Guadaloupe zo groot als een Kever, 206, 207. ■Zonderlinge Byën aldaar, - - 211-215. Guadalqüiyfr Rivier, . . ix. 13 Guadittna Rivier, . _ jx, 12, J3. Gunna Een woord van dit Dier, III. 242, 243. Geatimala. Algemeen berigt wegens de Audientia Guarimala in Mexiko, en wegens de hoofdfrad van dien naam, . . XIX. 27—32. Gtiavas, ... jij. 339, Gtsaxc.ka. Berigt van deze Provin.ie van Mexiko, XIX. 20, 2T. GKerkkc. Uitvinder VBO de lugtpomp en het windroei's * XL 173, 179. en 194. env. ■ - XIV. 123. Gut-  voornaamste ZAAK RN. &; I Guiana. Algemeen berigt wegens Guiana, XVIII. 75-77, 85. ■ Guinee en Nigritie. Algemeen bérfgt wegen hecaclve, ïir. 222-041. Volftrekt gezag van zommige Vorsten, 225. De luist ongezond, 226. Oorzaa. ken daarvan, ald. Wonnen in 't vel, 227-229. De Gambia, 229-240. Natuurlyke zeldzaamheden, 241-275. Dieren , 241 _ 261. Gewasfen , f 251 ~27°- DelfftoiTen, 270-275. Voornaamftê' konsten, handwerken en gewoonten, 275—303. Guldenvlies. Ridderorde in Spanje, IX. 141, Berigt I wegens deze Ridder-orde, het juarlyks feest, enz. te weepen , - - XII. 81, 82. Gulik. Berigt wegens de hartogdommen Gelik en Berg, - . yit 0» - XII. 135—137. 'Gutta Serend. Deze blindheid zeer gemeen in Ame- \ - xvn. i3i. • H. Haag. Het huis in 't Bosch by den Haag, Xivl 51, 52- Gercgtshof in den Haag, wanneer begonnen , . - - v,r , XV. 119 Haagdoorn. Zonderlinge Haagdoorn - boom , Vf. 139, 140. manen en Haanengevechten op Sumatra, II. 394,, 395- tiaaring. Historie van den Haaring, IV. 131—,-ƒ. Befchryving van den Haariug uit Watfon - zyne verhuizingen of togten . verfcheiden XXI. DEEL. f  ga BIADWYZERdèr benden, VI, 34 — 37. Historisch berigt wegens de Haring ■ visfcheiy, en den handel daar in , 37—46. De historie der Haaring - visfchcry van de Neder{raderen, XIV. 265 — 271. Daar de Haaring geteeld is komt hy een volgend jaar weder, XIX. 376, 377. Haarlem heeft de eer van de Drukkunst, XI. 212— 232. Befchryving van de groote Kerk te Haar. lem, XIV. 30 — 34. Het Stadhuis aldaar, XIV. 78, 79- Haayen. Befchryving van dezelve, II. 395, 396, Hoe de Haaij n gevangen worden, IV. 29, 30. Witte Hav.y, zie Zee-Kalf. Hagedis. Groote Hagedisfen in Egypre, III. 21, 22.' Daar is eene foort van kleine Hagedisch op de Antilifche eilanden, de Vliegenvanger genaamd, zeer gemeenzaam in de huizen en zelfs op de tafels,XX. 157—159. Hair. Waarom de Amerikaanen geen hair aan de kin, en aan de lippen, en aan de natuurlyke deelen, hebben ?en de vtouwen dit laatfte zo wel als de mans ontbeeren? - - XVII. 229—234. Hairvlegt. Zie Poolfche Hairvlegt. Halle. Weeshuis aldaar, - XI. 305. Halley. Deszelfs duikers - klok, zie Duikers. Hals-gezwel of Kwab in het Alpisch gebergte, X. 143, 1.44. Halve '  VOORNAAM STB Z A A K E N. ; Halve Maan. Waarom de Turken eene halve Maan in hunne wapenen voeren, XVI. 284, «285. Hamburg. Haare Koophandel, XI. 259-262. Opkomst, gefteldheid en regeering dezer Stad, . Godsdienst aldaar, - XII. 156-159. Hameien. Fabels wegens de rotten en kinderen al. daar, en opheldering daarvan, XII. 153—155. \ tlamptoncourt befchreven, - vi. 296—298. Handwerken. Zie ook Ambagt. Handwerken in Egypte, UI. 61, 62. Handwerken van de Negers in Guinee, 276, 277. Handwerken in de Nederlam3en> - - XIV. 262-264.' Hannibal. De oorlog van Hannibal tegen de Romeinen begint in Spanje, - JX. l6o. env. Jlanover. Berigt wegens die Stad,en de aanzienlyke Gebouwen aldaar, ' - X[. 300-302. Ilanzee Steden. Betekenis vah dien naam; derzelver verbond, - XII. i59-l6l. Harden. Eene harde levenswyze is niet gunstig voor de bevolking of het lang leven, XIX. 105—107. Harray. Befchryving van dat eiland, VI. 17,13. Harst. Zie Veerkraglige harst van Caijenne. Hartzgebergte. Melding daar van, XI. 127, 128. Hurvey. Ontdekt den omloop des bloeds, VI. 270. F 2 . ui-  8* BLADWYZERder Havana. Hoofdftad van Cuba Citadel. Havéiv XX. 8; p.' Haver. Soorten teelt voordeden, XC< 86—88. Hazelnoot. Groote Hazelnooten - boom, VI. 139. Heemskerk. Graftombe van den Admiraal Jacob Heemskerk, in de Oude Kerk te Amfterdam, befchreven, - - XIV. 8—12. Heete Bronnen. Zie Bronnen. Heete Gronden op het eiland Nevis, XX. 80—83. Heidelberg. Befchryving van het Öeidelbergscb wyn vat> , - ' ■ XI. 296-298. Heiligen in Rusland, - V. 219—221. Heimwee van Zwilfeis. Berigt daarvan, XII. 197, 198'. Hekla. VuurfpUWende Berg op Ysland, IV. 163-, 164. Helena. Het eiland St. Helcna, en deszclfs bewoolie"> - - - III. 378, 379. Helketels. Drie diepe putten dus genaamd in Enge. tend ,■ - - vi. 204—206. Helmftad. Akademie aldaar, XI. 303 , 304.- Hemelfclie lighaamen. Zie Planeeten. Henegomve, XIII. 9, 10. Cror.d- en lugts - gefteldheid,  voornaamste ZAAK EN. ss '*ieid' 35, 36. Historie der Graaven, uit liet huis van Hei.egouwen, . xv. I00_IO5, Hennep. Teelt van Vlas en Hennep: nuttig. heden van die planten, . VI. 135—^p, Henrik I. In Engeland, . VII. ,67. env. UHenrik II. , vn ... VII. 170. env. •Henrik III. . . vu vn. 176. env. f Henrik F. . vtt , VII. 193. env. 'Jlcnrïk FI. . vrr " VII. 194. eiiv. llienrikFU. . VII. 202. env. Henrik F//f. VII. 205. env. Zie ook 342. /Ie.irik f. Koi.ing van Frankryk, VIII. 233. Jler.rik II. Koning van Frankryk, VIII. 260-262. Henrik III. Koning van Frankryk. Zyne historie, VII1. 266-269. Henrik IF. of Ilenrik de Groote, Zie zyne historie, VIII. 269-272' Henrik FI. Keizer, zyn gedrag het keizerrvk wordt verkiesbaar-, . . XII. 290-292. feraclitus. Herige, van hem en zyne leer, XVI, 271. 272. Herbergzaamheid. Wat van de Herbergzaamheid der AmerikaanfcheWilden zy te houden? XVII. 310- 312. ? 3 Her.  gó BLADWYZERder Hcrrulaneum. Door eene uitbarsting van denVeruvius: overdekt, X. 110. Wat men daar opgegraaven heeft, - - X. 217—223. Herder. De beftiering en behandeling van dc Herders in Spanje, IX. 23—36. Verachting voor Schaapherders in den Zvvabifchen kreits, XHi 101. Herhauwlng. Dc Parkieten herkauwen , II. 143—146. Men kan deze Vogels buikipreekers noemen, 145»; 146. Order de verfcheiden foorten van Parkieten' munt de Maccao uit, - 146, 147. Hermyn. Zie Ilermeïyn. Hermelyn in Noorwecgen, IV. 119—121. Hernhutters. Berigt van dezelve. XIV. 222. Herrenhaitfcn. Koninglyk Luft - flor, XI. 301—302. Herfenen. Door het Mikroskoop onderzogt, XIII. 246. Herten, In Groenland of Spitsbergen, IV. 14, 15. Roode Herten in Noorwegen , 108. Hertenjngt te; Fredriks burg, - - 231—233. Hertog. Oorfprong der Hertogen , XII. 292. env. Heyen. De Hollanders moeten hunne huizen enz*.l op geheyde paaien bouwen —— zeggen vaii Erasmus daar over, . XIV. 54, 53. Hiacinth. Befchryving van dit edel gefteente, II.; om  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 87 Hippopotamus in Egypte, . . m, p_ flirt. Zie Kilda. Hispauiola. Zie Domingo. Hitland. Berigt daarvan , VI. 1—4. Hitlandfche eilanden ald. Afkomst, zeden enz. der Hitlanderen, 71—74. Regeering, - - 78—80. Hof Provintiaal, melding daar van, XV. 120. Holen. Opmerkelyke holen in Frankryk. Over het hol Grotto del Cani , zie dat woord. Zie ook Grutto del Serpi, Paufilypo, enz. Honderd putten oï holen in de rotfeu uitgegraven in het Ryk van Marocco, III. 185—133. Zonderling begraafplaatshol by Taugier, 220, 221. Aanmerkelyk hol op 't eiland Harries, VI. 69. De drie holen in de Piek van Derby, namelyk Eden Hole, Pools Hole, en Duivels - Aars , befchreven, 194 — 200. Wokeyhol, 200 — 202. Kynans hol, 202, 203. Parkhol, 203. Zonderlinge holen m Italië, X. 128— 134. Hol in Duitschland, van meer dan 20 mylen diep, XI. 126. Holen op het eiland Md > , XVI. J90—192. Hol of Grot van Antiparos , zie op dat woord. Onderaardden Dojihof van Candia zie op Candia. Holland. Berigt daarvan. XIII. 4, 5. Lugtsgefteidheid aldaar, 29,30. Gronden in Holland, 90—140. Steenen, 140—151. Mineraalefi, 151 — 169. Zwavel en Metaal, 169 — 174. Omkorstingen, verF 4 lieg-  iS BLADWYZER.de* ngcn en Dclfftcficn', 174—195. De Provin* tiaale Collcgien in Holland, XIV. 135 —142. Regecring van bet Platteland, 142-148. Regeering in de Steden, 148—150. Geaartheid der Hollanderen, 255, 256. Historie van de Graven uit h^r, Hollandsch 'Huis, XV. 43—100. Wat. Nieuw Holland betreft, zie op dien tytel. Uolflein, - - IV. 92,93. Honden. De wyze om met honden , voor lieden sefp'atóen, te reizen, in Kamfchatka, I. 239,240, 257-259. Vreesfclykc wilde honden , III. 323, 324. Ongemeene fchrariderheid èri tederheid van een hond te Cornwill', Vï. 125, 126. De honden vernielen de runderen in Paraguay en Buenos Aires, XVIII. 242, 243. De honden worden in Kanada voor Trekdieren algemeen gebruikt, en moeten zelfs de vrouwen, ja de mans, op reis voorttrekken, XIX. i.15, 216. De historie der wilde honden,op juan rernaudes eiland, . XX. 138—141, Hongaryê. Algemeen berigt daarvan, XI. 47—50, Zie ook Opper Hongaryê. Nadere Befchryving van Hongaryê en dcszelfs Inwooneren, enz. XII.' 218—239. Berigt van de Ilongaarfelie of Petetfche ziekte, XI. 165,166. Handel en voortbrengzeis van Hongaryê, XI. 263. Historie van dit Koningryk, XII. 218 — 221. Regeering; Reisbe- dienden, •• Koninglyke Kroon Kroon-' bewaarders, Rykskleinodiën, enz. 221—230. podsdienst en Geleerdheid aldaar, 230—232. Krygs. '■ n'agcj  voornaamste Z A A K E N. 89 magt en Ridderorde, 232-237. Karakter, kleedy, enz. der Hongaaren, 237-239. Historie van Bohème en Hongaryê, . 306-318,. Honig. Vergiftige Honig aan de zwarte zee, I. 58-60. Honig van den Dadelboom, zie Dadelboom. Drift van de Beeren naar honig, V. 141. Medicinaal gebruik van den honig XVi. 173, 174. Hoofd. Hoe de Amerikaanfche Wilden hunne hoofden, ooren , en aangezigten mjsmaaken, XVH. 34I-34?. Hooglanders. Derzelver Karakter, zeden, beftaan enz. op de Westcrfche eilanden van Schotland,Vj. 82-96. Hoorn. De Deenfche en OldenBurgfche Hoornen in des Konings Kabinet te Koppe;aJiageii, IV. 193— ?95.( Hoornen in en op het hoofd van vrouwen, VI. 124, 125. Hoornen der Infekrên voor het Mikroskoop, . . xlUi ?85) 28ö> Hoorn-uil. Zie Uil. Hop. Teelt van de Hop in Engeland, en gebruik van deze Plant, VI. 133-135. .. Hop i„ Duitsch. }m' ■ - - XI. 85. Ilorologie. Zie Uurwerken. Hospitaal. Hospitaal voor verminkte Zoldaaten te Parys, VIII. 156-158. Algemeen Hospitaal, digr by Parys, VIII. i59, Ifj0. Hospitaal der Vondel, lingen te Parys, 160. De Bicctrc, 160, i4j. f 5  po BLADWYZER der Hotel Dieti. Befcliryving van het Hotel Dien te >a- I rys, - - - VIII. 158, 159. I Hottentotten. Befchryving daarvan, Hl. 337—375. I Jioubaara. Befchryving van dezen vogel, III. 150, 1 151. I flout. Men laat het hout in Zweedcn nutteloos ver- I rotten, V. 7. Hout-branden .voor mesting in Zweden, U, 12. Steenagtig hout in Spoletta, X. 89, 90. Verlleend hout, XI. 113. env. Hout. dat ongemeen ligt is, in Zuid-Amerika, XVIII. 186". Houtluis. Zie ook Mieren. De Houtluis is een lastig Infckt in Pcnfylvanie en New-Yerfey, XIX. 403. Houtman. D; drenst van Cornelïs Houtman in de I vaart der Nederlanderen op (jlost-Indië , XIV. | 279, 280. ' floy. Befchryving van dat Schotsen eiland, VI. 6,7. || Zonderlinge Steen aldaar, 65. Zonderlinge Flik- I kering ald. Ilnbert. Ridder-orde van St. Hubert, XII. 120, II 121. II IJuchu. Een vermaarde Chineefche wortel, II. 268. II Ilucn of Ween, Kafteel en obfervatorium van Tyclio H Brahe' aldaar geltigt, - IV. 169—175. II lltigo Capet, . VIII. 202—230. env. II Huif 1  VOORNAAMSTE Z A A K V. N. 9j Huis in 't bosch, van den Prins van Oranje, by den Haag. Uitweadigo befchryving daar van, XIV. 51, 5-«. Huis te Britten. Zie Britten. Huishouding der Laplanderen, - .IV. 310. Huismusch. Zie Musch. Huizen. Zie ook Wooningen. Byzondere bedoeling der Tu,ken, in het bouwen hunner huizen — wyze van bouwen baden in dezelve , vrou¬ wen - huizen afzonderlyk , enz. XVI. 340—345. Husfiten. Korte historie der Ilusfitcn , XII. 55 — 63. Huwelyk. De HuWelyken in Kamfchatka, 1.262—267. Denkbeelden en gebruiken wegens het huweK'k onder de Mabomedaanen in Perfie,If. 85—97. Huwelyks - gebruiken onder dc Indiaanen , 221, 222; Vreemde huwelyks- gebruiken in Indië, 232, 233. Huwelyks - gebruiken in China, 342 , 343. Huwelyk onder de Hottentotten, III. 372, 373, Huwelyks-gebruiken in Lapland, IV. 319—321. Laate huwelyken 111 Zweden, V. 53, 54. Huwelyks gebruiken in Rusland. 203—210. De vrouwen in Samojedic worden gek egt voor 2 of 3 Rendieren ,324. Wen koopt zo veele vrouwen als men goedvindt te hebben, ald. Huwelyk in Engeland, VII. 77, 78, Slegte huwelyks-gebruiken te Venetië, X. 239. Huwelyks-plegtigheden in Polen, XVI. 52. Huwelyks . gebruiken in Turkyë, XVI. 349 — 351. Het byfaapen van den Sultan . zie op Sultan, zie. ook  r- BLADWYZER der ook Bruiloft. De Peruvianen willen geen meisje trouwen of het moet dikwils befiaapen zyn,XVII. 239r Huygens. Ontdekt den iing van Saturnus, XIII. 204, 205. Hijana. (Befchryving van den) j. 2, 22> Uydepark. Berigt daarvan, - VI. 292. h Jaartelling'm Rusland, - v. 236, 237. Jacboa. Zonderlinge werking van zyne pis, II. 303. Jaccba yan Beijeren. Haare historie, XV. 125— 146-. jacobs. (St.) Fort in dc Gambia , . UI. 284. Jacobus I. Koning van Engeland, VII. 212. env. Jacobus II. . VII. 220. env. zie ook 344. env. Zie insgelyks, XV. 258. env. Jacobus VI. Koning van Schotland, VII. 336—338. Jacobus. Ridder ■ orde van den H. Jacobus in PortuSal> - - - ' IX. 142. Jagt der Grpenlanderen , IV'. 79. De Jagt is de groi tfte bezigheid der Laplanderen, 316—319. Befchryving van der Polen Jagt op wiide Stieren en Bee.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. pj Beeren, XV[. 12, 13. Hpe de oorfpronkelyke Wilden van Kanada de Jagt oeflenden, XIX. 101 — 103, Jakhals. Befchryving van dit dier houdt zig by den Leeuw, III. ,45> ,4«yin Frankryk, de duivelery van Chaumont genaamd, VUI. 189, rSc, Jtn  94 BLADWYZERder Jan. Bygcnaamd de goede, Koning van Frankryk, in I35°- " - VIII. 247, 240. Jan. Ridder-orde van St. Jan, in Portugal, IX. 142. Jan. Historie van onzen Graaf, Jan I. XV. 98. Die van Jan II. - - 100—102. Jan van Oostenryk. Zie Don Jan van Oostenryk. Jan Maeijen eiland, gemeld. - IV. 7. Janitfaaren. Hunne geweldenary in Turkyë, XVI. 328 . 329. Janfenisten. Berigt wegens het gefchil tusfchen de Jefuiten en-de Janfenisten , - XIV. 199—203. Januarius. Het wonderwerk van het bloed van den H. Januarius te Napels befchreven en verklaard, X. i^—ri-. Janus. Eerfte Koning in Italië met Saturnus, X. 245- Japan. Algemeen berigt wegens hetzelve en China j II. 239—245. Natuurlyke zeldzaamheden , 245— 282. Dieren, 245—251. Gewasfen , 231 — 273: Dclfftoffen, 273—278. Volkaano's, watervallen, bronnen, enz. 278—282. Konsten, handwerken, fabrieken. enz. 282 — 316". Merkwaardige openbaare gebouwen enz. 316 — 342. Merkwaardige wetten, gewoonten, HKtorie , enz. 3^2 379. Onze O. I. Compagnie in Japan, XIV. 304, 305» Jas.  voornaamste Z A A K E N. pj Jaspis. Berigt Van dien fteeri. . IX. 65 67 Javaansch b.'aauw. Wat is, . x.X i^j Iberiërs. Oorfprong van dezen naam der Spanjaar**» ' - - IX. i58. Iberus. Ibcria naam van Spanje, - IX. 13 Ibis. Befchryving van dien vogel in Egypte, nr. 15, 16. Ichneümdn of Egyptifehe Rat, berigt daarvan, IHV I4, '5- Mnenmon-wesp. Dit Infekt doodt en verflint de Kakkerlakken in Noord - Amerika, XIX. 400, 401. Ida. Zekere Berg in Mayfi'ë, . j, Ida. Een Berg op het eiland Candia, XVI. 203. Jeddo. Het Paleis van den Japanfchen Keizer aldaar II. 329—33[. Tempels aldaar, - . 33,. Jelfrey Hudfon. Een ongemeen klein perfoon, zyne historie, . . VI. 121-123. Jeniseea. Rivier en Stad van dien naam in Siberië, v' 308—310. Jeniskoi. Zie Jeniseea. Jcricho. Balfem van Jericho, Zacrone, I. 49, 50. Roozeii van Jericno, - 50, j£. Jerland. Zie ook Groot Britanje enjerland. Algemeen berigt, VI. 106—109. Zie ook 113, n4, Overvloeu van Lyën , 114. Ceeue vergiftige diere iu  96 BI. ADWYZERder ren, ald. Linnen, 135. Reuzen Kasfye, 173— 175. Delfftof Entrochi Trochitcn , 183—186.'- Bergen, 194. Meiren, 220, 221. Oudheden van Jerland, VII. 3o, 3!. Godsdienst aldaar, 51—53. • Regecring, 70, 71. Kaïakter, zeden, gebruiken, landsgeft'eldheid , handel, enz. van jerland, 126 — 134. De historie van. Jerland, - 338—346. Jerfey. Zie Terfey. Jerufakm. Tegenwoordige flaae van deze Stad, I. 166—180. Jifuitèh. In de Nederlanden ' berigt wegens het gefchil tusfchen de Jefuiten' en de Janfenisten , XIV. 199—203. Jefuiten niet geduld in Rusland, V. 221, 222. Ignamc. Hoe men op de Amerikafche eilanden van de Ignames en Patates brood maakt, XX. 91, 92. Ha. Berigt wegens dit "Schotsch eiland, VI. 29, 30. Illinois. Berigt wegens deze Wilden van Noord-Amerika» - - - XIX. 93. -iW in Peru, XVIII. 133-137, 140. Indiaanfchi eilanden^ Algemeen berigt • wegens dezelve, II. 380—384. Natuurlyke zeldzaamheden, 384-421. Dieren', 384 —397. Gewa.sfen , 397— 419. Deinioffen, Volkano's, en bronnen, 419— 421. I Indiaanfche Fyg óf Opuntia. Berigt daar van , XVIII. 162. I"- I  voornaamste z A A k e n. pf ■Mie. Algemeen berigt wegens het zelve, II. 88^ 109. Natuurlyke zeldzaamheden , 109 - 198. Dieren , 109-I54. Gewasfen, 154-180. Delfftoffen, 180-198. Fraajfte konsten, handwer. ken, enz., i93 — 207. Merkwaardigfte openbaare Gebouwen, 207-221. Merkwaardige wet■ ten, gewoonten , historie, enz. 221—238. Re. ■• geerings - wyze in Neerlandsch Indië, XIV. 291— 297. ïndhio. Befchryving vah de plant en de wyze hoe men de Indigo vervaardigt, II. 173-175. Gebruik van dezelve, ald. Wat de Indigo is . ver. fcheiden foorten van Indigo, wanr en hoe geteeld wordt nipfcn die dezelve vernielen — bereiding van deze Verffloffe , XX. 132-136-. inenting. Hoe, en door wien, de Inënting der kihderpokjes in Amerika gebragt is , - XVII. n5 Inkt. Chinecfchc Inkt, - H. 294, 295. inquifitie. Befchryving van delnquifltie en derzelver handelwyze in Spanje en Portugal, IX. 115—122. Inquifitie in de Nederlanden, XV. 188—190. Infekten door het Mikroskoop befchouwd, XIH. 278. Meer dan dertig foorten van Infekten in Hukken Amber, of Barnfteen, gevonden , XVI. 23-26. Zy zyn ook door kunst daar in te brengen, ald. 24. Naar maate in een land minder menfehen en dieren zyn, vermeerderen de Infekten, XVII. 359, 360. XXI. Dee t. G Me«  -j8 BLADWYZER der Menigte en grootte der Infekten in Amerika, 360—368. 'Opmerkelyke Infekten van Zuid • Amerika! XVIH. 287-300. Invalides. Hospitaal voor verminkte Z Idaaten te; Parys, - - VIII. 156-158. Joannes Nepomucenus. Historie van dien Heilige XI. 281, 282^ Job XXXIX: vs. 17—20. opgehelderd, I. 26.. Joliannitcr orde. Zie Maltheef-he Ridders. Jo!lu''fs. Langs de Rivier de Gambia, III. 231J Jona Kou begrip van dat eiland, VI. 27» JSniféhe Wysgeeren, - - XVI. 251 en 253.! Jbtden in Perfiê, II. 84,85. In Engeland , VII. j.6.| Berigt wegens de Joodcn in Holland, XIV. 223J 224. De Staat der Jonden in Turkyë , XVI. 361—A 363. Joodfche Volkplanting in Noord - Amerika, XVII. 218', 210-< Joodenlym aan de doode zee, 1.90,91. Wordt ooki elders gevonden ald. Jork. Zie Tork. Jofapliai- Het dal van Jofaphat, I. 179. envs Jofeph. Befchryving van de aevangenis van JofepH te Cairo, en inzonderheid van de Jofephs put, IlfJ 124, 125 J Jofephns. Historie van Duitschland tot op Keizer" Jofephus, - - XII. 247—290. JothA  VOORNAAMSTE HAKEN, $ft | fóth, Berigt van dien Berg, . XL I2pj ^ .//o^oAr of Berigt wegens deze Wilden, van Noord-Amerika, en hun land, XIX. 91-93, ; tjaac Newton. Zie Newton. Ifahella. De Historie van Ferdinand en Ifabella,IX. 211— 220. hlhmlfehe Spelen. Berigt daar van , XVL 317, jj-g, Overblyfzcls van het Isthmifche Toneel" aldaar', 318 , 319. helle. Naams, oorfprong Staaten d!e tot Ita. he behooren - rivieren i bergen . grond karakter der Italiaancn I hunne taal Godsdienst krygsmagt ge¬ leerdheid enz. X. 1-30. Dieren, 30-72. Ge. wasfen, 72-77. Delfftoffen, 77-90. Bergen, 90-128. Holen, 12S-134. Geneezende en andere zonderlinge bronnen, meiren en watervallen, 134—Ui. Algemeene rampen, 141 — 144, Voornaamftê uitvindingen en ontdekkingen, 144—I5g. Voornaamftê openbaarc gebouwen en andere kunstwerken, 159-201. Overblyfzcls der oudheid, 202- 223. Wetten, gewoonten en zeden der In• .wooneren, 223 — 243. Staatsveranderingen en historie, 244—308. 'Italus. Koning der Enotriers heeft zyn naam aan Italië gegeven, - - X. 144. 'Itrad. Koninglyk slot te Praag', \\, 27-9-281. G a yuan  ïoo BLADWYZER der Juan Fernandes eiland. Anfons vcrblyf op JuaitFernandes eiland, en opheldering wegens de Roman Robinfon Crufoë, XVIII. 68, 69. Wonderlyke gevegten tusfehen de bokken en geiten en de wilde honden, op Juan Fernandes eiland, XX. 138— 141. Visch op de kusten van dit eiland, 203, 204 Jugajeri'. Hunne gebruiken , - I'. 281, 282, J'uÜus Cafar in de Galliën, - VIII. 193. env. Julius Vlndex iri Gallic, - VIII. 194. env, J.urah. B«rigt wegens dit Schotsch eiland , VI. 27—29. Justinianus. Zie een kort begrip van dcRomeinfche Keizer-historie tot op Justinianus, X. 249—283. Van Justinianus tot op Totila, - 283—288. ftyan III. Keizer van Rusland, V. 258, 259. en 261 , 262., K Kaap a Corfe - kafteel in Guinee, III. 285 , 286., Kaap de Goede Hoop. Befchryving daar van klimaat en weder bergen — kasteel — kerk — distrikten en ingezetenen Compagnies - tuin enz. III. 331—346. Zoutverzamcliug zout- mynen verfcheiden foorten van aarden fteen- groeven, enz. aan de Kaap de Goede Hoop, 35c— 352. Kaap-  VOORNAAMSTE Z A AKEN. JOr Xacpfche Wyn. Historie daarvan, III. 340—343. "Kaarf-n. Over den Stok-kaars, zie dat woord. Befchryving van de Trafieken in Louifiana om Kaarfen uit het fmeer van het fineer- of waschboompje te bereiden , - XIX. 272—282. JCaas- en Brood-fpel. Historie van het Kaas- en Brood fpel, - - XV. 161. env. mléiieljauw in Noorwegen , behandeling , IV. 134. Kabbeljauw visfehery der Nederlanderen, XIV. 264. Verbaazende gulzigheid en fterke fpysverteering van de Kabbeljauw, XX. 191. Kabbeljauw - visfehery in de Noordzee van Europa, door de Eugelfchen» de Franfchen, de Hollanders, en de Noorwegers, 191. De Kabbeljauw - visfehery op de Terreneuf.fclie banken, en al wat daar toe behoort, 189— 202. •Kabesworm in Surinaame enz. - XVIII. 291. Kade. Welk eene bediening dit zy in Perfie II. 77. Kadlx. Aardbeving aldaar in 1755. IX. 73—75. Kakerlikes. Zie Blaf ar is. Kakkerlak. Zie eene befchryving van dit Infekt , en deszelfs fchadelykheid in dc huizen, enz. —— iemand, dien een in 't oor gekropen was, XIX. 398—400. Deszelfs vyand is dc Ichneumon wesp, 400, 401. Ktttifornie, Ontdekking van Kalifornie —— is geen G 3 eiland.  -jüï B L A d w Y Z E R der eiland,- [trekking des lands — geftcltenis — j volkrykheid inwoonerenj omwéntelh* I gen tegenwoordige regeering, XIX. 35—42, I Breedcrc befclnyving van het Karakter enz. der Kaliforniers en derzelver domheid en eleiule, XIX,] 164—174. Kalvarie, - - I. 171, 172. Kalmukken in Rusland, V. 194. env. Verder berigt; van dit volk, - 285 , 286, en 295, Kameel. Befchryving der KamceTen en derzelver be-j handeling, - - I. 18—20, Kameelpardel. Befchryving van dit Dier, III. 320,] 321. Kamerdoek. - ♦ - VIII. 91, Kamfer. Uit den wortel van den Kancelboom , II. 405, Uit eenen anderen boom op het eiland Bornec^ 411. Hoe behandeld worde? 411, 412. Eigen fchappen van de Kamfer, - ■ 4*2, 413 Kamoes leer. Wat het zy? i - X. 39; Kampemoeljes. Oneindige menigte in Moskovie, vi j ,9. iCamfchatka. Verfcheiden byzonderheden daarvan, I. 238 249. Wetten, gebruiken en overlcveringeJ aldaar, - ' - 250—28s| Kanaal. Groot Kanaal tusfehen dc rivieren Laola ei Camishinka begonnen doorCzaarPicter,V. 292, 293I  VOORNA AM STB Z A A K F. N. 103 KaYiailen in China, II. 337, 338- Befchryving van. het Koninglyk Kanaal van Languedok, VIII. 108— 112. Kanaalen van Bnaré en Orleaus, 112,113. ■Kanada. B rigt wegens de Wilden van Kanada , XVII. iö-, 168. De gevleidheid, gebruiken, karakters* enz. der Kanadafche Wilden, in hunnen tiatuurlyken Baat, byde ontdekking dezes lands, XIX. 99. env. Zond rlinge Oudheden in 't harte van Kanada ontdekt, 231 — 234. Muskus-rot van Kanada. Zie Oudatra Kaudy - Stiikfh Wat Kandy - Suiker is en hoe gemaakt wordt, - . XX. i->4. Kaneel en Kaneelboom, Vogt dat uit den wortel drupt, g oei beste Kaneel enz II. 404-410. De wilde Kaneel wordt dikwils voor de Conex VVuiteranus verkogt befchryving van den wilden Kaneelboom de bast en des- zelfs gebruik, - . XX. io3-m. Kanoos der Grocuïatule en . IV. 79—83. B fchry. ving van de zeer opmerkelyke en kunstige Kanoes der Taitiërs, XX. 278-281. De Kanoes der K'inidi anen, XIX. 132, 133. Wegens de Schuiten, van bast, zie dat woord. Kanunnik De Keizer is altyd een der Kanunnikken ' van onze lieve Vrouwe Kerk te Aken, XII, 146, 147. Kapellen Vlerken van Kapellen, Motten, enz. voor het Mikroskoop, XIII. 288. G 4 Ka-  104 BLADWYZERder Kapitolium te Rome. T X. icj(, Kaprificatie der Vygen. Zie Vygen. Karaïben. Befchryvirg van deze Wilden, XVII, 174-178, Karavaanen worden zomtyds onder liet zand begraven, I. 9. Laplandfcbe Karavaanen naar Noorwegen en Finland, - IV. 328, 329, Karayanfera. Karavanferyen in liet Oosten, I. 349— 352- Karbonkel. Befchryving daarvan, II. 188 — 190, Karei XII. Koning van Zweden, V. 89—93. Karei I. Koning vun Engeland, Vü. 214. env. Zie ook 343. Karei II. —-r ! VII. 219. env. Karei VI. Keizer in bet Duitfche Ryk, een gedeelte zyner historie, - VIII. 297—303. Karei VII. 1 1 Gemaal van Maria Therefta. Zyne historie, VIII. 316. env. KareiIV. Bygenaanid de Schoone, Koning van Frankryk , - - - - Vlll. 245, 246. Karei V. Bygenaamd de Wyze, Koning van Frank-1711, in 1364. - - VIII. 248, 249, Karei VL\ Byscnaamd de Welbeminde, Koning van Irankryk, in 1380. 5 Vlll. 249—251.  voornaamste Z A A K E N. ios Karei VII. Koning van Frankryk, in i422, VIU. 251, 252. Karei VIII. Beklom in 1483 den Fnftifchen f hroón in den ouderdom van 13 jaaren en 2 maanden, VIU, 255-256. Karei IX. Koning van Frankryk, jn 1560. Vlll. ^63—266. Karei I. De historie van Karei V. of Karei I. Koning van Spanje, IX. 224—226. De historie van denzelfden Karei, vader van Filips bekend onder den naam van Karei V. XV. 177. env. Karei V. wordt Keizer, 182, 183. Karakter van Karei V. 185-189. Staat af van de Regeering \ 194-198. Zyn dood, . . 198,190.' Karei II. De ,historic van Karei II. Koning van Spanje, opvolger van Philippus IV. IX. 231 — Karei de Groote. Zie Charlemagne. 233* Karet de Stoute. Historie van onzen Graaf Karei de Stoute, . .1 yM i' ' ' xv' 149—152. Karei van Gelder, - - - XV. 177. env. Karei II. Koning van Engeland, XV. 32o. Zyn dood, ... 368. Karei XII. In Polen , . XVI Karibifche eilanden. Zie een algemeen berigt wegens de Karibifche eilanden , . XX. 22—42. G 5 Kar.  iotf BLADWYZER der fia*naval. Befchryving van de Karnavals venr.aakerï te Veneticn - waarom toegelaten? X. 235— 238. Dans op den laadten dag . 243. Karnen. Een weinig Suiker belet boter te karnen en waarom? - - . XX. 126. Kamiole. Bejigt wegens dit 'Hertogdom, XII. 88,89. Karolina. Naams - oorfprong van Karolina . voortbreng/els —— inwo -neren, Zuid- en Noord - Karolina, - X.X. 58—60. Karputhisch Gebergte, . • xi. 128 Karpers kunnen lang buiten 't water leeven, XI. 181. Kasfta. Wat de Kasfia is, hoe zy groeit, de boom daar zy aan groeit, de beste Kasfia; het geheim om dezelve te konfyten is verloren, gebruik XX. 114—116. Kastilie. Hoe met Ferdinand Kastilie en hetKoningryk van Leon in het huis van Navarre zyn overgegaan, - - IX. 199. Katahomben. Daar zyn by Tangier eene foort van Kauikombeh, III. 220, 221. Befchryving van de Katakomben of onderaardfche Grafplaatfen te Napels, . - - X. 212, 213. Katoen. Zeer groote Katoenboom, III. 267—268. Katoene Stoffen, welken de Negers vervaardigen, ' 2.75 > 276. Berigt wegens het Katoen-boompje — en  VOORNAAMSTE Z A A K E N. rn liet Katoen — eene andere foort van kruipend Katoen - gewas medicinaal gebruikvan Katoen, XVI. 181 — 133. Tien duizend baaien Katoen worden jaarlyks uit Smyrna alleen uitgevoerd , 182. Hoe de Katoenboom eu deszelfs vrugt groeit verfcheiden foorten hoe veele Stoffen, en op welk eene wyze dezelve, vart het Katoen vervaardigd worden , XX. 101—105. Katten - oog of Asteria, zie dat woord. Katten-oog op^Ceylon, - - - II. 420. Katwyk. Oudheden in 1696. te Katwyk gevonden XIV. 117. Kayman. De verflindzugt van den Kayman zyne overeenkomst en verfchil met den Krokodil, XVIH. 273-276. Keel-gezwel. Zie Hals - gezwel, Keelkwabben. Eene gemeene kwaal in zommige (treeken van Zuid - Amerika; eu waarom. XVII. 119, 120. Keizer. Pragt van de Chineefche Keizers, II. 358— * 361 en 363. Keizerryl- van Duitschland —— de regten van den Keizer en de Keurvorsten enz. door de gouden Bulle bepaald, XII. 2, 3. Plegtigheden van de Keizerverkiezing,s,4. en 20—23. Keizer-krooning, en fieraaden daar by gebruikt, 4—6. en 23—26. Het geen  ïo8 BLADWYZER der geen verder de Keizerlyke waardigheid betreft , 26—34. en 122. Wanneer de Keizerlyke waardigheid in Duitschhnd ophoudt erfelyk te zyn en verkiesbaar wordt, 262 — 264. Zie ook 290 — 292. Twee Keizers te gciyk, „ 295-301. Kelders. Doodelyke dampen in Kelders enz. Vt. 158—162. Kenftngton befclirevcn, . VI. 298, 299. Kepler. Ontdekkingen van joannes Kepler , XI. '75-1,-8. Kerken. Over de Gereformeerde Kerk zie Gereformeerde,. De Lutherfche Kerk, zie Lutherfchen enz. Oude-kerk te Amfterdam , Nieuwe, kerk aldaar enz. zie op de byzondere naamcn der Kerken, of van de Steden, alwaar dezelve zyn. Kerken uit de rotfen uitgehouwen inAbysfinic, III. 309,319. Domkerken in Deenemarken, IV. 175 ,176. Kerk in de rots uitgehouwen in Noorwegen, 195, 196. Befchryving van verfcheiden Keiken in Engeland VI. 271-289. In de Domkerk van St. Giiles in Schotland kunnen drie Predikanten te geiyk prediken, 288, 289. Kerken in Spanje en Portugal, IX. 89-96. Kerkenraaden in de Nederlandfche Kerk, XIV. 175, 176. Kettu.'e. Zie Eoom> Keu-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. I09 Keulen. Berigt wegens die Stad en de oudheden aldaar, XH. n-13 Elfduizend maagden ald. Berigt wegens het (feurvorftendom, 124—147. Zieook " ' H5,M6. Keurvorsten. Derzelver magt, regten, enz. zie op de naameu hunner Keurvorstendommen. Berigt wegens het getal, en de waardigheid der Keurvorftep, enz. - - . xil. 31-33. Keyfteen. Befchouwing van de Keyfteehen en derzelver natuur, Xllf. 143-147. Hoe zy in Holland zyn gekomen, ald. Men vindt 'er edele gefteenten onder ald. Kiekens. De wyze, hoe deEgyptenaars.de Kiekens in Ovens uubroeijen, . III. 63—66. Kikvorsch. Omloop des bloeds in het vlies tüsfchen de pooten , XIII. 234. Kikvorfchen binnen in Hukken Amber gevonden, XVI. 23. Zie ook Boomvorfchen. Kilda. Befchryving van het eiland St. Kilda, VI. n-14. Kina. Historie vau de ontdekking der deugden van de Kina, waar gevonden wordt? verfcheiden foorten affchilling van dezen bast, XVIÏI. 165-169. Kinderen. Kinderen die niet zuigen, hoe behandeld worden in Indië, II. 229. Gcmaklykheid van het Kinderbaarea en gebruik des aangaande in Kam- fïhat.  jio BLADWYZER DEa Tchatka, r. 268. Dc Kinderen éerbieden dc Ouders zeer veel, in China, U, 352. zie ook Ouderen. Een verfteend Kind in 't Kabinet te Koppenhagen, IV. 181, 182. Van twee Kinderen, te gelyk «é< baard , moet de Heer op de AVestcr eilanden een onderhouden, VJ. 90. Kind met twee hoofden, I24. De aanneming tot Kinderen is onder de Turken en ouder de Armeniërs zeer gemeen,XVI, 364. Hoe de Indiaanen van het land van Magellaan de Kinderen hard' maaken , XVIH. 127. Kinderen van Hameien. Zie Hameien. Kinderpakjes. Zie Kinderziekte. Kinderziekte in Pegu, II. 234. Kinderziekte zeer ■gevaarlyk in Guinee, III. 227. Kinderziekte in Groenland, IV. 66'. Vreesfelyke flagting ,door de kinderziekte in Surry, VI. 248. De uitwerkingen der kinderpokjes by de Amerikaanen; waarom dezelve onder hen zo • vrcesfelyk waren? XV. 115—119. De kinderziekte is voor de Negers geduurende hunne overvoert doodelyk, XX. 339. Kinki. Zie Gouden Henne. Kitawiali. Een vogel in Barbaiyc, IH. 154. Klasfis in dc Nederlandfche Kerk, XIV. 176—179. en 184. Kleeding. Zie ook opfehik. Kleedihg der Chineezen, II. 356—358. Der Japanners , 366. Kleeding der Barbarcskcn, III. 190. Kleeding der Groenlanderen ,  VOORNAAMSTE Z A A K F. N. JU ren, IV. 69, 70 KleeHing it, Nooiwegen, 201. 202. Kleed'ing der Uplarderen , 308 , 309. Kleeding en veflferTeién der Nova - zemblers , V. 33i 332. Kleedmg in Rusland, 235, 236. De Kleedy der Turkfche vrouwen nauwkeurig befclireven , xvr. 335-333'. Kleef. Het flot zwaanenburg dé Diergaarde, XI: 299, 300. Klein Polen. Algemeen berigt daarvan , XVI. 6—9 Klein Rusland. Algemeen .berigt daar van XVI. 7, 8. Klem. De klem of kramp is eene gevaarlyke ziekte in Peru, en in Suriname, XVIII. 95 Q<5 Klerk. Oorfprong van dien naam' XII, 293. Kleinheid. Vcrwonderlyke kuustftukken in 't klein IV. 190, iyi. Ongemeen kleine perfoonen, VI. 121 — 123. Kleuren. De Tarandus neemt de kleur aan der boomen, daar hy opis,I. ,4. De rupfen hebben meestal de kleur der gewasfen daar zy op lceven , 14. Aan. merkingen van den Hr. de Bufon over de kleur der menfchen, byzpnderlyk der Wilden m Amerika, XVII- i73—173. Onderzoek wegens de zwarte kleur der Negers , en hoe veele vermengingen met de Europeaanen noodig zyn om dezelve te doen °Pll0udc"? " - 220-229. Kley.  in. BLADWYZERder Kleigrond in Holland, XIII. 00,91. Pottcbakkers; kley— Pottebakkers, 101 — 105. Boeldhouwers-kley j 105. Deblaauwc Pannebakkers.kley en de wyze van pannen en vloer fteenen daar van te maaken, 105— 112. Delffclic Aarde of kley,en het gebruik dat daar van gemaakt wordt, 112—r 151. Grof Aardewerks- kley Steenbakkers.-kley, en Steenbakkcn, 119—126. Poot-of Teel - kley, 127—129. Klokken. Groote Klokken in China, n, 335, Klokken door de Duitfchers uitgevonden , Xt. 151. De grootftc Klok in Europa is te Eifurt, 273 ,274» Snelheid en verte van het geluid der klokken, 274— 276. Kloof. Daar een geblaas uftkomt, VI. 204. Zonderlinge kloof door eene Aardbeving, 232 env.- Klooster van St. Antonius in Egypten. Zie Anto.. nius. Verbazend Klooster digt by Petersburg, V. 1S1, 182. Kluizenaar. Zeer opmerkelyk Kluizenaars verblyf by Ficburg in eene rots uitgehouwen met veel vertrekken, XI. 275—279.. Een visch, Kluizenaar of Cancellns geheten, zie op dat woord. Koeijen, Zie ook Stieren. Van twee Kalveren die ééne Koe,of twee Lammeren, die een Schaap,werpt op de Wester eilanden, is één voor den Heer, en van tweelingen ook één Kind voor zyne rekening op te voerifn. VI. 90. Koeijen in Noonveegèn, IV. 105, icó. Koeijen verdedigen zig met vereende kragten tegen de Roofdieren, XI. 65 , 66. Kof*  voornaamste HAKEN. tjbfl Koffie. De historie van de Koffie,derzelver opkomst in Europa, en Medicinaale eigenfchappen, I. 35 — 40. Koffieboom. Befchryving van denzelven, I. 34—37. Kokosboom. Befchryving van dien Boom en deszelfs gebruik, - - II. I50_IÓ3 Kolken. Zwelg- kolken in Derbyshire , VI. 22r. Kolom. Verbrande Kolom te Conftantinopel, XVI. 299, 300. Historifche gedenkzuil aldaar, 300, 301. Kolom van Granaatfteen aldaar, 3oi -02. Kolosfus. Groote Kolosfus - beelden in China en Ja. pan, II. 339 — 342. Kolosfus beeld te Rhodus, 339—341- ■Kolumbus. De historie der ontdekking van Amerika, door Kristophorus Kolumbus, X. 148—152. en XVII. 3—12. en 21. Kompas. Historie van het Kompas en deszelfs werking ophelderingen van den Magneet, V. 18—29. Befchryving, uitvinding, en gebruik van het Kompas, - VI. 260—265. Koning. De Koninglyke waardigheid van Zweeden, na den dood van Karei XII., V. 93—105. Koningen in Engeland, VII. 53—57. De eerfte Koningen in Frankryk, onder de Leenroerige Regee. ring, en onder de Major-Domus, VIII. 208. env. Korte historie van de voornaamftê bedryven der XXI. Deel. h Ko.  tf4 BLADWYZER DÊif Koningen, van de verfcheiden huizen of Hammen1 in Frankryk, 214. env. Lysten van de naamen der Koningen van Frankryk, - 219. env. Koning van Spanje. Leuvigild is de eerfte Koning in Spanje geweest, die de koninglyke verfierfelen heeft gebruikt, - . ix. 180. Koningryk. Berigt wegens de Koninglyke waardig, hcid en regecring in Polen, XVI. 55, 56. Wenfeflaus , de; eerfte Koning in Polen, in 1319. in. Konsten. Akademie der konsten te Petersburg, V. 155—J59- Konsten door het geval ontdekt,VIII. 88, 89,, Konstjiukken. Verwonderlyke Konstftukken , XI. 253. Kool der Rendieren in Lapland, IV. 277,. Kooien. Steenkoolen, zie dat woord. Koophandel in groot aanzien in Perfie, II. 93. Ge«'i bruiken daar omtrent, 93, 94. Koophandel op! eene zeer vertrouwde wyze gedreven in Barbaryë . III. 192, I93. Koophandel door Czaar Picter I. In Rusland ingevoerd, V. 166—174. Befchryving van den Engelfchen Koophandel, VII. 91—108.Koophandel en Manufaktuuren in Spanje en Portugal , IX. 128. Berigt wegens den Koophandel der Nederlanderen. Visfcheryen — Oost-en ' . 'West - Indië Levant enz. XIV. 260—320. Km  voornaamste ZAAKEN éÜ 115 Koper. Koper-mynen in Zweeden , V. i5_iS, Hoe het Koper behandeld worde? 16, 17. De historie van het Koper te graven, te behanden, .voordeeIer, enz. VI. 145-149. Koper in LoniOana, XIX. 'KopernicHs. Zie Copernicus. ■Koperrood, . ;- VI> iffg. Koppenhagen. Des Konings Paleis aldaar, IV. t?6~i7ï. Konihglyk Kabinet, . . 179-195! Koraal. Befchryving van het Koraal . deszelfs g.oey _ verfcheiden foorten — visfehery daarvan h Perfie, enz. I. 311-318. Koraalen onder de aaide gevonden, . . XI ^ Korekl. Een volk ten Noorden van Kamfehatka, be. fchryvmg van hetzelve, . I. 270—276; Kormthe. Verfiag van de overblyfzeleu der oudheid ■ aldaar, _ -vin rt< ' - XVI. 317, 318. Korniole. Zie Karniole. Koon. Zie ook Oogften. Koorn kan lang bewaard worden, III. 185-187. Hoe het Koorn in Guinee enz. gebruikt wordt, . . „()2^ 2Ó,. Koortfen. Afgaande Koortfen zyn, door geheel Amerika, eene volks - ziekte, XVII. 129,130. Korfika. Vcrfchaft de befte Amiant, X. 79, 80. Kofakken in Rusland, - ' V. 195 en 197.' H * Kou-  fis BLADWYZERder Kostbaarheden. Onwaardeerbaare kostbaarlieden itiliet Paleis van Pitti, - X. 192-196. Kouds. Vrugtbaarheid en koude in Lapland, IV. 287,288. Felle koude en groote hitte in Rusland, V. 123. Noodzaaklykheid van de koude, VIII. 75, 76. De koude is onder gelyke breedten fterker in Amerika dan in de oude wereld, XVII. 47. env. De bevolking vermindert de koude, 51. env. Koufeband. Historie van dc Ridderorde van den koufeband, - - VI. 302—304. Kraamsn. Zie Kinderen. Krab. Hoe de Krabben de Oesters vermeesteren, IV. 136. Zee - krabben van agt of negen pond, XX. 204. Kroegen met eenige witte Vederen, VI. 115. Krakau. Berigt wegens het Kafteel en de Domkerk aldaar, XVI. 32 — 34. Deze Stad door Cracu-s geftigt in 700. - - 67, 63. Kramp. Eene gevaarlyke ziekte in Peru , XVHI. 95 5 96. Krankzinnigheid. Zonderlinge krankzinnigheid in 1733. in Frankryk, - - VIII. 74. Kreeft. Kreeften»handel in Noorwegen, IV. 137. Levenswyze der Kreeften, XIII. 67, 63. Kreeftsoogen, zie op dat woord. Kreeften. eiland. Hier is de Admiraal F. Drake, levendig door Kreeften verfchéürd, XX. 84, 85. Kreefs^  VOORNAAMSTE Z A A K E N. ll? Kreeft's-oogen. Wat zyn? Waartoe zy den Kreeften dienen, enz. . . XIII. 68-7o. Kreits. Oostenrykfche kreits, Beijerfche kreits enz. zie op die tytels. Het opmerkelyke in de kreitfen van Quïtschland, maat, regeering, godsdienst, historie, enz. zie XII. 75. env. Oorfprong van de Kreits-vcrdeeling, . 30t_30- Krekel. Zonderlinge Krekels in Noord - Amerika , die alle zeventien jaarcn wederkomen, XIX. 394, 395- Kreoolen. De Kreoolen in Amerika behouden veel van de onvernuftigheid, en zwakheid, des Landaarts en zy iecven korter dan de Europeaanen, XVII. 297—3°3- De Kreoolen in Peru, XVIH. 93—95. Kristallen in Lapland, IV. 283, 284. Ktistal in het Alpisch gebergte, - X. 35, 85. Kristophorus Kolumbus, Zie Kolumbus. Kroatië. Algemeen berigt daarvan, XI. 53. Deszelfs inwooners en gefteldheid, - XII. 246, 247. Krokodil. Befchryving van dit dier levenswy- ze en voortteeling Uoe gevangen worden,— traanen, III. 9—14. Overeenkomst en verfchil van den Krokodil en Kayman, XVIII. 275, 276. Daar is in Amerika eene foort van Krododil ,Allegator genaamd; zie dat woord.. Zie ook Land-krokodil. Kroon. Berigt wegens de kroon, en krooning, van II 3 den  •pS BLADWYZER dek den Koning van Hongaryê, en de verdere RykSr kleinodiën — byzondtre zorg voor die kroon, enz., - - XII. 227—230, Kroonjlad. Verbaazend fleenen Kanaal aldaar V. 183—186. Kroonvogel. Befchryving van den Kroonvogel, die uit de Oost-Indien gcbragt wordt, II. 147, 148. Kruieiging. liet kruis cn de kruieiging van dep Heiland te Jerüftlem, - 1. 173, 174. Kruidnagel en Kruidnagclboom, II. 402 , 403. Xiygsgcvangcn. Hoe de Noord-Arucrikafche Wilden hunne krygsgevangenen behandelen, welken zy of dooden of in dc plaats der gefneuveldcn aannecmerij - - XIX. 127—130. Krygsmagt. Bcftier daar van in Zweeden, V. 71 — 74. Krygsmagt in Groot Brittanje en Ierland, VII. 109—114. Krygsmagt in Frankryk, VIII. 187—189. Krygswezen. Misbruiken in het krygswezen van Per-' fie, II. 92, 93. Krygswezen in Duitschland , XII. 44 — 46. Krygswezen in de Nederlanden, XIV. 226—233. Berigt van het krygswezen in Polen, j opoiiibod van den Adel, - XVI. 58—62. , Kunsten. Verwonderlyke postuurmaakers kunsten, zie ook konsten, II. 203—205,  VOORNAAMSTE Z A A K E N. lip. Kurasfau. Bezitters, beftiering, voortbrengzels van het eiland Kurasfau, - . XX. 25—27. Kuriles. Gebruiken enz. der Kuriles, I. 276—278. Kurk. Kurkboom de wyze van kurk te ver. zamelen, - . X. 74, 75, Kwab. Zie Halsgezwel. Kwakers. Zie Quakers. Kwakkels in de woestyne waren niisfchien Sprinkhaanen, - - III. xfy Kwartels in Polen, . XVI. 12. Kwikzilver of Mereurius. Wat het zy, hoe gegraven . en behandeld worde ? IX. 63, 64. Mynen van Kwikzilver in Hongaryen wyze hoe het behandeld wordt • veele gebruiken daar van,XI. 106—109. Hoe het kwikzilver gevonden en vergaderd wordt, XVIII. 162—164. Hoe men deCin\ naber of Kwikzilver - erts behandelt, — zy is in Louifiana, - - XIX. 235, 236. K Labberdaan. Wat is, enz, - - XX. 194. Labrador. Berigt wegens de Wilden van het Land van Labrador, XVII. 166. Zie eene omftandife befchryving van Terra di' Labrador; de woestheid H 4 yan  Iio BIADWYZER dis van liet land, de lugtftreek, voortbrengzels, die-, ren, vogels, enz. en inzonderheid van de inwooneren, hun Karakter, gebruiken, enz. XIX. 142— 163. Ladanum. Wat dc Ladanum is — gebruik daarvan, . . . XVI. 177—179. Ladoga. Beroemde Ladogafchc vaart, V. 180. Lakboom. Befchryving van den Lakboom en het Lak. II. 164—166. Lam. Befchryving en opheldering van de Meloen, het Scytisch of Tarlaarsch Lam genaamd, V. 141— J45- Lama. De groote Lama der Tartaaren, II. 351. Eene foort van Schaap in Zuid-Amerika, tot lastdier gebruikt, verwonderlyk leerzaam en nuttig, XVHI. 224—226. De Pacos is daar eene foort van. Zie Pacos. Landbouw. In Zweden , V. 2. Hoe veel de boerenarbeiders, van uit Osnabrug alleen , uit Holland komen haaien, XII. 133. Zonderling Landbouw gebruik in Drenthe, XIII. 71, 72. De Wilden laten den Landbouw aan hunne Vrouwen over, XIX. 101, 102. Land • k> okodil of Schik, - - III. 21. Langhals. Eene foort van Butoor, III. 151, 152. Langosta, Zie Locusta. Lang.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. I2I Langle. Ongemeene kortheid en kleinheid van JeffreyHudlbn ,en van Philippa French , VI. 121—123. Zeer lange pcrfoonen , . i2~5 Languedok. Kookende en fchuimende bron in Lang. gnedok, VIII. 65. Koninglyk Kanaal van Touloufe lo3—112. Lapis Specularis. Zie Talk. Lapis lazuli. Befchryving daarvan, I. 327—329. Lapland. Algemeen berigt, IV. 268—270. Dieren 270 — 275. Gevvasfen, 275 — 280. Delflloffen, 281—286. Bergen, rivieren,meiren en bosfchen, 286—292. Zeden, gewoonten en andere by-onderhedcn der Inwoonercn, 292—329. Bjusfisch Lapland. Zie op dat woord. Las Cafas. Gegronde aanmerking tegen den Bisfchop Las Cafas, . XVII» 149, ,50. Latium. Naam van een gedeelte van Italië,oorfprong daarvan, - . . v „ .1 ' - X. 245. Laudanum is minder goed dan Opium, J, 5$ Launitz. Algemeen berigt daarvan , XI. 45—47. Laurens Coster is de eerfte uitvinder van dc Drukkunst XI. 212—222. Zyne wyze van ontdekken . 222— 232. Lausnitz. Vroegere ftaat der inwoonercn — Godsdienst, enz. . . XI1, H 5 la.  M* BLADWYZERder Lava. Berigt van de Lava en deszelfs gebruik X. io3, 109. Zie ook - 119, 120. Ledort. Zie Bergroos van Dioscorides. Leenroerige Regeer ing in Frankryk ; eenig berigt daar ■van, - - - VIII. 205. env. Leer. Turksch leer. Zie op dat woord. Leeuw. Befchryving van den Leeuw zyne ge- aartheid jagt op denzelvcn, III. 141—143. Edelmoedigheid van den Leeuw, 146, 147. Dc Jakhals volgt hem, 145. Hoe de Leeuw verlinkt wordt' " - - 323, 3*4, Leeuwenhoek. Berigt van de Slikroskoopen , waarvan Leeuwenhoek zig bediend, en welken hy aan de koninglyke Maatfchappy te Lopdcn gelega- 1 teerd,. en van de ontdekkingen, die hy daar mede gedaan, heeft. f - XIII. 207—293. Legaat. Hoe dc Brammen Legaaten krygen, II. 230. „Leger. De Lcgerplaatfcn der Tuiken zyn zeer pragt!g- " - XVI.360,361. Leiinitz. Zyne historie gefehil met Newton, XI. 167-175. Leïcester in de Nederlanden, XV. 254—269. Lemnifchg /Sarde. Wat deze ftoffe zy?- hoe gegraven en verzonden worde? XVI. 196—199. ** ,. Le.  VOORNAAMSTE Z A A IC E N. I». Lenyen, Zie Draaken- oog. Leon. Catbedraale Kerk aldaar ,IX. 94, 95. Overgang van Kastilie en het Koningtyk van Leon in het huis van Navarre, - .. jpQ> Lepelblad in Groenland, - - IV, 38, 39, Lestok. Zyne historie, - V. 265, z66. Lelclii. Befchryving en gebruik van dien wortel in China, . - - II. 271, 272. Letters. Lettergieten, hoe dat gcfchiede, XI. 233 — 235. Chineefche letters zie China. Levant. Levantfche handel der Nederlanderen , XIV. 315 , 316. Leven. Qnverfchilligheid der Amerikaanen voor 't leven, XVII. 247, 248. eu XVIII. 99, 100. De inwooners in Peru lceven lang, XVIII. 96. leuyigild. De eerfte Koning in Spanje, die de tekenen der koninglyke waardigheid heeft aangenomen, - - - IX. 180. lewis. Befchryving van het eiland Lcwis VI, 14—17- Leyden. Befchryving van het Stadhuis te Leyden, XIV. 3 [ — 83. Befchryving van den Burgt, 83,84. Van de Akademie gebouwen, 84—87. Bclegerin" van Leyden, - - XV. 229. env. Lichtende Vlieg. Daar is op St. Domingo een glinsterende Vlieg, van welke de Inwooners een glanzig  «4 BLADWYZER de*. zig Tap maaken om zig mede te beftryken , XX. 12. Nader berigt wegens de lichtende Vlieg of vuurvlieg, - - . 206, 207. Lichtfield. Domkerk aldaar, - VI. 284, 285. Liefde. Waarom de Amerikaanen zo zwak en flaauw zyn in alles wat de liefde van de fexe betreft, XVII. 234—247.- Kunsten, welken zy gebruiken om het vermaak der byligging te vermeerderen, ald. 237. Liefdedrift der Noord-Amerikaanen is klein, en waarom? XIX. 119 — 123. Onbepaalde involging der liefdedrift, op het eiland Taiti, XX. 276. env. Lieve Vrouwen Kerk te Pary«, VUT. 123—125. Lignum Dulee. Zie Zoethout. 'Lima. Berigt wegens de Provintie Lima ,en de hoofdftad van dien naam, in Peru, XVIII. 40—42. De ftad Callao de Lima, • . 42, 43. Limburg. XIII. 10, ir. Grond- en lugts-gefteldbcid, - - - - 37, 38. Lincoln. Domkerk aldaar, - VI. 277, 278. Juincornet. Berigt wegens eene Sepia of Zeekat, op de kusten van New- Foundland of Terreneuf, Liucornet geheten, - - XIX. 392. Linnaus. Samenfielzel van Karei Linnaus , V. 39—4i. Li»-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. I2S Linnen. Een byzonder foort van Linnen, in China,. II. 284, 285. ' Lintworm. Zie het geval van een Lintworm, HL 229, 230. Lisfaban. Aardbeving in 1755. te Lisfabon : omkeering van die Stad, IX. 75 —83. Cathedraale Kerk aldaar, • - VIII. 240—242. * . Le-  I2Ö BLADWYZER dk-r - Lodewyk X. Bygenaamd de Stoute, Koning van Frank; ry,; > " - VIII. 244, 245. Lodewyk XL Koning van Frankryk zyne korts historie, - . VIII. 253—255. Lodewyk XII. Bygenaamd de Vader des volks, Ko. ning van Frankryk , - VIII. 256—258. Lodewyk XIII. Bygenaamd de Rechtvaardige, Koning vanlrankryk j deszelfs korte historie, VIII. 272— 27Ö. Lodewyk XIV. Koning van Frankryk, zie deszelfs historie, VIII. 276—287. Edikt van Nantes herroepen, " - 28 r. Lodewvi XV. Koning van Frankryk, deszelfs ftaatkundige historie, Vlll. 2">7—412. Hertog van Orleans Regent ald. 288—293 Hertog van Bourbon Regent ald. 293—2951 Kardinaal de Ff ury ald. 295—34^- Oorlog met den Keizer, tot in 1739. ald. 295—302. Oorlog met Engeland ■ Maria1 Thcrefia —— Keizer Karei VIL ot in 1745. ald. 302—372. Vervolg tot den Akenfchen Vrccde, in 1748. ald. ... 372—412.' Lodewyk van Beijeren, - XII. 295 -301. Logaritlimt. Door wien ontdekt, - VI. 270. Lombarden. Hunne historie en gebied in Italië, X; 291. env.' Londen. Befchryving van den brand te Londen in , 1666. VI. 241—243. Oorzaaken, 243, 244. Een';  VOORNAAMSTE Z A A K E N. iif ' andere brand in 1712. VI. 244,245. Pest te Londen vóór den grooten brand , 247. Eene andere in 't jaar 1625. 247, 248. De Towr en de brug van Londen, 293—296. Oudheden van Londen, VU. n-13! Lood en Loodmynen in Engeland , fchadelyke dampen' " - vi.I5,_l6o. Loogzout. Opheldering wat het zy, VIII. 63, 64 Loretto. Cathedraale Kerk te Loretto Santa Cafa of het heilig huis oprchik van de H. Maagd Schatkamer en kostclykheden, x! 173. Lorkenboom.' . r I. 244, Los. Befchryving van dezelve in Noorweegen, IV. 116, 117. Hoe de Los of Ounce op de jagt' van de Antelope gebruikt wordt. 1. 287-L190. Loius in Egypte befchryving en gebruik, III. 34^. Louifiana. Historie van Louifiana - Wilden -lhat — gefteldheid der inboorlingen, XIX. 42-47. Daar wordt in Louifiana veel Koper gevonden ; Daar zyn ook goede Mynen van Kwikzilver , Daar is ook Goud en Zilver; zonderlinge blyk daarvan. Daar is ook veel Orpiment of Sandrak, 235-238. Andere Delfftoffen, aldaar 238. Steencn, 239. Louvre. KohinglykPaléis, VIII. 152,153. Louwa. Zie Visfeher ■ yogel. Lui.  128 BLADWYZERder Lubben. Wanneer de Hottentotten hunne kinderen" van eeneu zaadbal berooven, III. 367, 368. Lubeck. Raadhuis aldaar, XI. 305, 306. Berigt wegens die Stad en de oudheden aldaar, XII. 13,14. en 155, 156. Lucia. Berigt wegens het eiland St Lucia, XX. 31. Ludyvigsburg. Berigt wegens dit Slot , XI. 201, 292. Lugt. Derzelver verbaazende uitzetting — haare eigenfehappen, XI. 178—193. Is voorplanten en dieren onontbeerlyk, ald. Zwaarte van den Dampkring, hoe te weeten, - - 189, 190. Lugtpomp. Uitvinding en verbetering van dc lugt. pomp haare werking, XI. 178—193. Wel¬ ke dieren langst onder de lugtpomp leeven, XI. 192—194. Lugtroer. Befchryving en gebruik van het lugtroer, XI. 194—198. Lugtsgejleiclheid is zeer ongezond in Amerika, XVII. 42. env. Lugt • verhcvelingeti. Zie Vcrheyelingen. Luik. Bisfchoplyk Paleis aldaar, XI. 299. Befchryving van het Bisdom en de Stad, XII. 127—130. Luipard. Het dier Faadh uit den Luipard gefprotcn, III. 148. Andere dieren, die naar den Luipard zweemen, - - 148, 149- Luis.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. i» Befchryving van de Luis door het Mikroskoop befchouwd, XIII. 223—227. Derzelver voorn celing, 257, 258. Verfcheidenheid vali luizen , 2j8—260. De zalm is met luizen gekweld IV. I • • :. 124-1 p Lukaïfclie eilanden. Zie een algemeen berigt wegens I de Lukaïfclie eilanden , . XX. 18 .22 f landen. Domkerk aldaar, s v v. 50. I Luiker. Het vertrek, waar hy zig verborg, te Co. burg, Xti. 6, 7. VeranderingWelke de leer van Lutiier in het ftaatsgcftel heeft voortgebragr -8 , 40. De lc.r van Luthcr vctfpreidt zig in Polen, XVI. 125. luterjehen. Berigt wegens dezelve in de Ncderlan1i dc,\ " " ■ - XIV. 203,204. thxemkrg, ook bét Paleis1 van Orleans genaamd, VItf. 155,1561 fiuptanburg eene Provintie van de Nederlanden, kort berigt daarvan, XHL 10. Grond- en luchtsgefteldbeid,27. Het Schaapenvlecsch is 'er Zeer lekker, 4i. .Luyüart. Befchryving van de dieren, Luyaarts ge- , lieten, en hun elendig beflaan, X'VIII. 215 2ty. J-yken die biet vergaan gevonden zyn; I. 134, ig5. Hoe de Kanifchatsdaalen met de Lyken handelen, 269, 27b. Gebruiken der Koreki daar omtrent j =75, 276. Die der Jakutskoi, 281. en der Juga: jeji, 281, 282. Waarom de Egyptenaars de J.y.. XXI. Deel. I ^ern  i5 ^ Mangostan, kort berigt.daarvan, - II. 176;. Mauheim. Keurvorstelyk ilot aldaar, XI. 298. I 3 Ma*  !34 BLADWYZER der Manilla-handel der Spanjaarden, IX. 130. env. Berigt wegens het Manilla -fcliip te Aquapulko, XIX. 17, 13. Maniok. Bcrig't wegens dit voedzel en vergift in Amerika. —— Proeven met dit vergift, op hon. den en een menscli genomen., XVII. 66—73, Manna. Mannaboom — foorten vim Manna — kenmerken van de beste, XVI. 72—74. Eene foort van Manna in Polen, . XVI. 15. Mannelyk-zaad. Diertjes in het mannelyk - zaad, XIII. 247. env. In bet zaadvogt van andere dieren, - - - . 248. env. i Mannelyke roede, of Mannelyk - lid, zie Teellid. Mantua. Nicmant mag daar gewapend inkomen , X. 2.32, 233. Manufakluuren. Zie Fabrieken. Maravedies. Hoe veel waardig, . IX. 136. Marcafieten in Lapland, • IV. 283,1 Marcus Aurelius. Loffpraak van Marcus Aurclius , j X. 259,] Marcus. De Cathedraale kerk van St. Marcus, te I Venetië,, - - X. 172. j Maria. Pilaar van Maria, - VI. 197, 198.'] Maria. Cathedraale kerk van de H.Maria te Loretto, 3 en de opfchik; van de II. Maagd, X. 173—178, ] A/a.1  VOORNAAMSTE Z A A K E N, 135 Maria. Koningin van Engeland, Vil. 208, 209; en 222. Maria. Koningin van Schotland, VII. 333 336. Maria. Historie van onze Gravin Maria, XV. 152— 158. Maria. Gemalin van JPillem UI. met denzelven op den throon van Engeland, XV. 360. Haar dood . 366. ■Maria Galante. Zie eenig berigt wegens het eiland Maria Galante, - - - XX. 32. Maria Thcrefia. Koningin van Hongarycn &c. haare historie, VIII. 303. env. Historie van Duitsch. land tot op Maria Therefra, , XII. 247—272. Zie ook r - - XV. 389. Maria Thcrefia. Historie van de Ridderorde van Maria Thcrefia, - XII. 82 — 85. Ma'riëitiurg, Het Slot Mariënburg te Waartzburg, 290, 291. Marilnkerk te Utrecht, - XIV. 45—.47. Margareet. Historie van onze, Gravin Margaree't, XV. 104, 105. Markgraven. Oude betekenis en oorfprong, XII. 292, 293, Slarü. Het koninglyk Paleis te Marli water- bakken, verwonder]) ke waterwerken en fonteinen aldaar, . - VIII. 146—148, I 4 Mar-  I3ö BLADVVYZERder l/armeldiir. Zie Marmot. / Marmer. Zeer wit Marmer of Albast in Arabic, l. 82, 83. Marmer in Guinee enz. III. 274. Loevende dieren in 't hart van Marmerklompen, VI. J19, 120. Het kaakebeen van een menscli, 120. Groot gevaarte van zwart Marmer aan den zeekant in Jerland , de Reuzen - kasfyen genaamt, t 73 —175. VoortrefTelyke Marmer - groeven in Griekenland en op Paros, XVI. 186—188. Berigt wegens een doorfchynend marmer, . 3Sg 30g. Marmora Arunddlana te Oxford, VI. 310,311, Marmofa. Zie PHïïander, Marmot. Befchryving van bet Mirmeldier in Noorwegen, IV. 121 —123. Omftandig berigt en natuurlyke historie van dc Marmotten of Marmeldieren, X. 31 — 39. Nog twee foorten van Europlfche Marmeidiereu, . 38,39, Marocco. Het keizerlyk paleis aldaar, III. 193—196. lMosqnce niet vergulde ballen, 194, 195. Marroquin. Wat dit leder is, en hoe het bereid worde? I. 106—113. Marroquin - leder maaken is een voornaam handwerk in Barbaryë, 111. 18;:. MarfeMc. Befchryving van dc pest te Marfcille, fn 't jaar 1720. . . VIII. 77—3o. Martin. Berigt wegens het eiland St. Martin, XX, 31,. 32. Mar.  VOORNAAMSTE Z A A K F. N. ij, i .'(^tinique. Grootte en ftaat van liet eiland Marti ■ nique, - ... XX. 30 Maryland. Waarom de Provintie Maryland in Noord- Amerika dus genoemd is voortbrengzelen —. Tabak enz. . , X|X. Ö2j 6, Masfah en Merida, - - I. X85 j^-. Maslik. Plantagiën van Mastik , op het eiland Scio — befchryviqg van den Mastikbooinj en de wyze van den Mastik te bekomen, l.óo—62. Gebruik van den Mastik, ald. - - 62 Mn tl lilas. Dc Aartshertog Matthias in de Nederlanden , . . vv xv. 242. Mauperiuis meet een graad in 't Noorden, XVI{r. 23, 24. Maurits. Historie van prins Manrits, XV. 254 . 297- Samenzwecring tegen Maurits, 296. Dood van Maurits, Mauritius, eiland, - . . IH. 377, 378. Maufolea der oude Romeinen te Rome, X. 211, 212. Maxinüliaan. Zyn bewind in de Nederlanden, XV. 177. env. zyn dood in 1519. XV. 181 182 Mcc.co. Tempel aldaar, . u ' 11. 330. Mecca. Tempel en bedevaarten. . I. ijS Meeonium. Zie Opium. 1 5 Me.  138 BT.ADWYZER der Medelyden onder de Wilden , . XIX. 118. Medina. Het graf van Mabotneth aldaar, I. 119,120. Meekrap. Teek en behandeling van de Meekrap , XI. 88, 89. Het teclen en behandelen van de Meekrap in Zeeland en ordonnantie daarop, X1IT. 85—89. Meerkatten, in Indië, - » \\, I35 Meermin is de zee - bond, IV. 143. Befchryving van de Meermin , historie van de Edamfche en andere Meerminnen, - XIII. 60 63. MeetkqUm om 'de hoogte van den Nyl te bepaalen III. 127, 128. Meir. Wetter ■ meir, zie dat woord. Meir van Car? neole, zie Zirjtnïtfer zee. Meir Moeris, zie Mos, ris. Zonderlinge meiren op Ysland , IV. 162 16", ^onderlinge meiren in Engeland, VI.219,220. In Ierland , 220, 221. In Herfordshere, 225. Zeer zonderling meir in Portugal, IX. i3. Meir van Geneve, berigt daarvan, XI. 154—158. Berin we. gens de zoet-en zout-water meiren by Mexiko, die. gemeenfehap met malkanderen hebben ,X)X. 175 '7M Meisje, Ongcmeene kunsten van een Meisje in Indië, II, 203 — 205,! Melaatsheid. Befchryving van deze ziekte , I. 102— 106. Befchryving van de Melaatsheid in Ztn'dAmerika, XVII, 1,19—123. zie de befchryving van  VOORNAAMSTE Z A A K E N. igjj van een zeer opmerkelyke Melaatsheid, in 1748. door den Ilr. Peysjonel, op het eiland Guadaloupe . waargenomen, - XX. 86 88. Meloen. De Meloen het Scytifche of Tartaarfche lam geheten, befchryving daarvan, V. 141—^145. Mf napiers. Melding daarvan, - XIV. 122. Mcndippe -heuvelen, - VI. 154'^ 1S9, 200.' Menie. Sulfer-, Vitriool-, Aluin-, Menie - fh-cn in Zweden, - . V. 29, 30. Mensch. Lange, kleine, dikke, perfoonen, zie lang. te , kleinheid, dikte. Menfehcn. Verfcheiden treffeu.de voorbeelden van, fterke voortteeling en hoogen ouderdom van menfche n in Noord - Amerika , XIX. 229—231. Menfehcn - beenderen van eene onnatuurlykc grootte in holen in Spanje, - IX. 19. Menfehcn -eeten. Oorfprong, bedoeling, en historie van menfehen te eeten en te offeren in Amerika XVII. 319 — 336. De Nieuw - Zeelanders, zyn waarlyk menfehen ■ eeters ; XX. 296 298. Menfehen - offer. De Scythen en oude Gaulen offerden menfehcn, VIII. 192. Oorfprong cn historie van de Menfehen .offers in Amerika XVII. 319 336".., Mentz. Keurvorstelyk Palcis aldaar, XI. 298, 299, Oud-  140 BLADWYZERder Oudheid dier Stad, en oudheden aldaar, XII. 7—9. Berigt Wegens het Keurvorstendom, 121 123, Groot befchik van Keur-Mentz in de Keizer - verkiezing en huldiging, . , IJS Mephitis. Zie Polckat. Mcrcurins.' Zie Kwikzilver. Mergel. Berigt daarvan op 't eiland Argcntiif- re» * * XVI. 194, iog. Meribah. Befchryving van deze rots, I. 187, 188. Meroyingifche Stam in Frankryk, VIII. 204. env. Merlrick. Kostbaar Bont, - vi. 53. Bferwe. Melding daarvan, . xil. 20. Mesting. Berigt wegens het mekten van dc Ianderyen en de ftoffen daar toe gebruikt, VIII. J07, 108. Mequinez. Aanzïenlyfce gebouwen aldaar, IJL 197, 198. Meiaaien in Barbarye, III. 173, 179. Metaalcn in Abysfynie, 346—349. Metaalen in Groenland en _ 'Spitsbergen, IV. 42 44. Metaalen in Noorwegen , 152—154. Metaalen in Zweden, V. 15— 18. Metaal-zenden in Holland en Gelderland, XIII. 240. Men. i  VOORNAAMSTE 2 A A K E N. I4t Meudon. Komnglyk Palcis by Meudon, VIII. 149 15°. ■ Mexiko of Kieuw Spanje. Algemeen berigt daarvan,—. deszelfs historie regeéring Ccestelyken enz XIX. 3. env. Historie en befchryving van de Stad Mexiko, en de twee meiren by dezelve als een van zout, en een van zoet, water, 6 ig. Over Nieuw Mexiko , zie dien tytel. Befchryving van de Stad Mexiko, zo als F. Cortes dezelve vondt,.i77—189. Nadere befchryving van de Stad Mexiko, zo als dezelve tegenwoordig herbouwd is , 190 199. Afzonderlyke befchryving van de vermaarde zout- en zoet - water meiren by *«Stad, . . XIX. 175 —17r. MiehaSl. Ridderorde van den Aarts-engel Michaël te Keulen ter verdediging van Gods eer,XII. 126. Middelburg. Befchryving van de Abtdy - Toren te Middelburg, XIV. 41—43. Befchryving van de AhU. dy, of Staaten vergaderplaats, XIV. 88 91. Middellandfche-zee. Opheldering wegens het water * dat daar inftroomt haare groote uiiwaasfe- ,r,in5' " ■ - XVI. 240—242. Middelzout. Eigeufch'appen , foorten, enz. XIII. 155— Mieren. Zie ook Mieren - eet er. Mieren op Ceylon , II.385. Natuurlyke historie onzer Mieren, 385— 39°*  J42 BLADWYZER der 390. Befchryving van zekere witte Mieren , ofiïuggd-' iuggs in Guinee, en haare huishouding,III. 248-i 250. Vreefelyke mieren in Congo, 327, 323. Verfcheiden foorten van Mieren in Zuid - Amerika' ' derzelver huishouding en vernielingen , XVIH. 292—296. Uiteren-eeter op Ceylon, II. 385. Berigt wegens den Tamandua - guacn, of Mieren. eeter in Guiana en hoe hy dc Mieren lokt en eet, XVHI. 238, 2391 Miguël. Berigt wegens het eiland St. Migucl, XX; 47, 48. Mikroskoop. Wat het zy uitvinder foor- ten verbeteringen Mikroskoope'n van Leeuwenhoek _ zyn legaat aan het koninglyk . genootfehap van Londen ontdekkingen met kat Mikroskoop, XIII. 207—293. Het nut van het Mikroskoop, . . 2pj ^ Mildanén, Verwonderlyke Eclio digt by Milaaneu, X. ,200, 201. Milo. Berigt wegens dat eiland, XVI. 188 193. Miltziekte is de oorzaak van de verfchynzelen. welke men aan het Steeken van de Tarantula toerchryft' ' ' - X. 54—63.- Minden. Berigt wegens dit Vorstendom, XII. 1381 Miiteraalen in Groenltmd en Spitsbergen, IV. 44. Ml.  Voornaamste ZAAKÉK. 143 hMineraale Wateren in Perfie, . I. 329, 330. ï Mineraal- gronden in Holland, XIII. 129—131. en 151. enV. \ Mineraal-zanden, in Holland, - XIII. 140. f. Mincrya. Een tempel van Minerva te Atheene, tlians eene Mosquee, befclireven,XVI. 302 306. WÊthgftlie. Befchryving der Mingrelïcrs, I. 196, 197' Misdaad. De {taffen der misdaaden, zie op Reg/soefening. De zuiver-proeven-wegens aangetygde misdaaden in Indië, II. 234—236. Slegte wyze van regtspleegen in Italië, X. 239—241. Misda; diger die op eene zonderlinge wyzd ontkomt, V. 291, 292. Mismaa iiheid. Hoe en waarom dc Amerikaanfche Wilden hunne lighaamen misvormen? XVII. 340— 348. Mispelen. Hoe men in Nieuw - Ierfey bier en brandewyn van Mispelen vervaardigt, XIX. 219, 220. Moeris. Befchryving van het meir Moeris in Egypte, III. 52—56. Mogol. Zyn paleis te Agra, II. 208—210. Te Dehli,2i2—215. Dcthroon, - ■ - 213. Mokka. Handel van onze O, I, Compagnie aldaar, XIV. 306. Ma*  144 BLADWYZERdjcr Mole. Opmerkelyke verichynzels in die rivier, VfV 221 , 222. Moldavië, Berigt wegens de Moldaviers en Walk* _cl'ï"s' ; - - XII. ajM Mondigheid in Engeland, . •. vil. 78 , 70; Monomotcpa. Goud aldaar, . Ut- 347, 348 Monstert onder kinderen en dicien, VI. 114-— 127. Montpellier. Kookende en fclruimende bron byMont-pellur, - . . mï. 65- Moaren. De invallen der Mooreu in Spanje en derzelver lotgevallen, - IX. 187, (88. env. Morayie. Algemeen berigt daarvan, XI. 37 39, Nader beiigt, . . XII. 63 — 65. Moravisch Gebergte. Berigt daarvan, XI. 124, 125. M'oria. Mosquee aldaar, _ ( j_ Morkoyai. Een voedzel in Kamfcliatka , I. 246.1 Morfe. Zie Walrus. Morfighe'd der Groenlandereir, . iv. 67 69. Mortieren uitvinding daarvan, - XI. 250. Mos. ViTicheiden foorten van Mos in Lapland, en „derzelver gebruik, - IV. 280 282. Mofaïk Werk. LeJc'iryving van deze konst, X. 155 — ^ 158. Mofaïk werk teFrascati, - 216,217. Mos- 1  voornaamste Z A A k E n. j4j ;; Moscow. Befchryving der aanzienlykfte gebouwen aldaar, V. 182—100, Ilofflot Kremlin aldaar . 186, 187. Kerken, ,87, l88. Tweede, derde' en vierde kwartier, 188, x89. Huis van den Patriarch groote klok, 190. Vier duizend Brandewyn . huizen ald.. 199. ■Moskovie. Berigt wegens het zelve, V. 121 123. | Wrfeheiden volkeren naams - oorfprong _! omwentelingen zeden, . 192—19S. Moskovisch Glas of talk. Zie Talk. Mosqueen, I. nö—iao, Koninglyke Mosquee te Hispahan, 341. env. Merkwaardige Mosquee te Com, 348. Mosqueen in Barbarye, III. 207,208. Berigt wegens de Turkfchc Mosqueen , en byzon•i der die van Conftantinopel, voornamelvk die van Sophia, XVI. 276—286, Te Adrianopel, ald. 286, 287. In andere plaatfen van Turkyë, 287, 288. Befchryving van een Tempel van Mïnèrva te Athene , thans eene Mosquee , 302 306. Pragtige optogt van den Sultan naar de Mosquee, 333, 334.' filosfclen. Berigt daarvan, - Xjjr, o6> Motten. Vernielend in Noord - Amerika, XIX. 396, Moufon. Zie Hand. 39"" Mouch.tehed in Perfie, . 'Ij 62 6' Mufti. Berigt wegens die waardigheid, XVI. 281. XXI. Deel. k mi:£.  i4« BUDWUER ber Muggen. De Mug door liet Mikroskoop befchouwtf, . derzelver cytjcs, enz. XIII. 274—278. De Muggen zyn onverbeeldelyk lastig in Penfylvanie —— middelen, welken men daar tegen gebruikt, XIX. 401 — 403., Daar is op St. Domingo eene lichtende of glinsterende foort van Muggen, van welken de Inwoonei s een glanzig lap maaken, daar zy zig mede beftryken, - . XX, 12. MvMhaufen, Historie van die Stad, XII. 217, 318. Muilezels-. Wilde Muilezels, die eeniglyk dienen tot fpyze in China, II. 245 ,246. Aart en gebruik van de Muilezels in Spanje, - IX. 43 , 44, Mms. De Spiervezelen van een Muis zyn zo dik als die van een Os, - XIII. 242. Muizen vallen met vereende kragten , op den veelvraat aan, eu verflindcn hem, XI. 72, 73. Muil. Berigt wegens dat Schotsch eiland, VI. 26 ,j Mummie. De bewaarplaatfen der Mummies of Catacomben in Egypte - ligging enz. der Mummies de kisten doozen by dezelve enz, 111. 102—107. Mummie-putten te Alexandrye, ■ - - Hl. 120J Munchen. Keurvorstelyk Paleis aldaar, XI. 284—- 287. ; Muni*  VOORNAAMSTE Z A A K E N. JA» Mundnigoes langs dc rivier de Gambia, ni. aan Munnik. Munniksklooven of rotfen, XI. 126, 127 Munster. Berigt wegens dc Stad en bet Bisdom, XII. 130—132. De Bisfchop van Munster beöorlogt de vereenigde Nederlanden,XV. 322. env. MunsterIclie Vreede, * 4 yi« * AV. 304. Munten in Polen, i ^ xVI 6 Muntkamer. Zie Generaliteits- Muntkamer. Muntwezen iti Duitschland, . XII ^ Mnrcia. Overftroomingen aldaar, ix. 86 87. Capfa-musch in Barbarye, . Iir. 153. Mufeum of Mufaum. Oorfprong en betekenis van dien naam, VI. 308. Mufamin te Oxford, 308. 309. Muskaat- noot en op de Bandafche eilanden, II. 397- 402. Dc Boom de voortplanting van den- zeiven door de Vogelen 399—401. Eigenfchappen van de muskaat, . 401,402. Muskus. Wat de Muskus zy — verfcheidene foorten daarvan ■ gebruik, . it. f3;ï I35< Muskus- rot van Kanada, zie Ondatra. Musquetoos in Guinee, . Hl" , 248. Musquiten. Zie Musquetoos. K 2 Muur.  ,48 bLADWYZERder Muur. De groote muur in China, H« 3Ï5, 3S*« Muur en Wal van Adrianus, enz. Zie Wal, enz. Muur-zout. Soorten en kenmerken, XIH. 154, 155- Muziek in Perfie, II". 72. Zugt van de Rusfen voor de Muziek, V.-211. Muzikamen op de Orkadifche eilanden in vasten dienst by de aanzienlyken . hunne invloed, yi. 86,87. Uitwerkzelen van de Muziek in het fteeken van de'Tarantula ,X. 52 63. Waar door Italië zo veele Muzikanten verfebaft? 241.— 243. Muziek in ïurkye, XV!. 348, 349» Mynen. Zie ook Zout - mynen. Mjrn • Gerigt in Zweden, V. 65. Verfcheiden foorten van dampen in de mynen, VI. 154 —158. Hoe de arbeiders zig voor derzelver dampen, befchutten ongezonde arbeid, XI. 99. Historie van de wigchel/ roede 0111 Mynen te ontdekken , 100. Waarom de Turken hunne Goud- en Zilvermyneu niet bewerken, XVI 184, 185. Verbazende opbrengst der Mynen van Brazilië en Potofi, XVII. 133 — 135. Myrobalan. Befchryving van verfcheiden foorten en gebruik, - - H. 172, 173. Myrrhe. Befchryving van de Myrrhe - boom, de Myrrhe en derzelver gebruik \ï. 4344- Myrrhe en Wierook in Moravie, - XI. 85. Myten. De Myten door het Mikroskoop onderzogt — derzelver historie, . XIII. 260 —264. Naald-  voofiNAAMsTE ZAAK E N. N Naaldberg in liet Dauphaneefclie, ook ontoegankehke berg .genaamd, . . Vlil,5o,5i. .Nagt. Zie ook Z)^. |YsW«r. XIII. 10. Grond- en lugtsgefteldlieid , 3i67. Voornaamftê uitvindingen en ontdekkingen , 167—175. 'Merkwaardigde openbaare gebouwen, en andere voortbrengzels van konst, 175 — 10.G. Karakters , wetten, gewoonten, en overleveringen der Inwooneren, 196«—252. Staatsveranderingen en andere merkwaardige gebcurtenisfen, 252—267. Nova Zembla. Algemeen berigt daarvan, V. 328 — 331. Karakter, gefteldheid, zeden en gebruiken der inwoonercn , - - 331—334. ' Noxi Rusian. Overblyfzcls van zéér opmerkelyke Graflieden aldaar , - - II. 17—21. Nux Vomka. Wat is ,en deszelfs uitwerkzelen, II. 179, 180. Nyl. Voordeden van den Nyl oorfprongen van die rivier, haare ryzingen en daalingen . verdeeling over de landcryen vrugtbaarhekl daar door voortgebragt watervallen ■ het Meir Moeris enz. III. 39—53. Mcetkolom , 127, 128. Nymegen. St. Stevenskerk aldaar, XIV. 47. Befchryving van het valkhof aldaar, 91—95. De Stad is zeer oud, - - 119, 120, Nym-  m BLADWYZER der Kymphenburg. Het Paleis va„ Nynrphenburg, Xh 287, 289. Nymweegfche Vrede in 1678. - - XV '55 O. Obelisk. Wat dit zy? Obelisk va„ Graniet te Arles VHF. ,75, I?6. Obelisken te Rome, X.2o8-2ro' Obeltsken te Konftantinopelbefchreven , XVI. 295J 299. Ober-a. Koningin op bet eiland Taiti, berigt van dezelve, en baare historie met den Engclfchen KaPitein Wallis, . . XX. 230—238. Observatorium. Obfervatoriëu te Parys, te Green wich, en in China, . IV Oby Rivier, V. Hg, OStavio May. Zyne uitvinding in de Zyde - fabrieken , VIII. 83, 89-. Oesters. Verbaazend groot in de Indifche Zeen, U- 396, 397- Oesters aan de boomen, Hl. 250,' 251. Byster groote Oesters aan de Orkadifcbe' elanden, VI. „«. Befchryving van deOester — haar leven boe gevangen worden? XIII. 64'—<35. Offerhanden. Wat de menfehen . of* -'--den betreft zie op Menfehen - offer. Oker  VOORNAAMSTE ZAAK EN. j-j : Oker-gronden in Holland. XIII. 129 131. Soorten van Oker. hoe groeit? ald. Oldenbarncveld gevat, enz. . XV. 293. env. Olenm Vitrioli. Zie Olie van Vitriool. Olie. De Olie is een fpecifick tegen het vergift der Adderbeeten, — historie van W. Oliyier te WindI for. — Addervangers, III. 165 — 168. Veel Olie in Algiers en Tunis, 192. Oliekheren van de watervogels en Bevers, V. 12Ö, 127. De Tulmar fchiet Olie uit zyn hek, als hy in gevaar is waardy van die olie, - - VI. 52. Olie van Olyven of Olyf- olie. Zie Olyyen. Olie van Vitriool, hoe geftookt wordt, XIII. 153, I '54- Olifant. Befchryving van dit dier, II. 109—125*. Gebruik van de Olifanten , 113—7115. Derzelver fterkte, 114. Voedzel, voortteeling enz. 114 — 119. Hoe zy gevangen worden enz. 119—122. Hunne verknogtheid, 122—125. Wilde Olyfanteri op Ceylon, 384. Stuk van een Olyfants Kaafcebeen tot Agaat vcrfteend, X. 89. Ridder-orde van den Olyfant, , IV. 230. Olifantstanden. Handel in dezelven in Guinee, III. 281, 282. Olifants • tanden van 150 pond, IV. 182. Olifants - tanden enz. in fteenen onder den Srond> Ü - XI. 115. OU-  158 BLADWY2ER.de* Olivier Cromwel. .Berigt van hem, VN. 216 £tM en XV'. 309. Olyf-berg gemeld, . . h ,gJ Olyven. Zes foorten van Olyfboomen — derzelver teelt. Olyven en Olyf-olie, VIII. 43 40. ! Olyf-olie. Zie Olyven. Olympus. Kort gewag daarvan, I. 86. Berigt we. \ geus den berg Olympus, - XVI. 201 202. Omer. Dryvende eilanden by St. Omer, VIII. 70,71. Omkorjlingen, gefchieden door vuur doof" Wa« ter verfchïllendë foorten .— Druïpftcen —— Tuffteen, enz. XIII. 174. env. Zie ook Verflee- \ ning. Ondatra of Muskus ■ rot van Kanada. Uitwendige befchryving van dit dier waarnemingen van de Ilr. Sar ra/in, over hetzelve heeft veel gelykheid mer den Bever; deszelfs huishpu. ding , levenswyze , voortteling — verfchaft aangenaame reuk-ftof, - XIX- 318 325. Ongevoeligheid. Zie een trek van de uiterfte ongevoeligheid der'Nieuw-Hollanderen, XX. 317. Onkunde. Diepe onkunde in Rusland vdrjr Czaar Pieter I. . . v. 153. Onthaal. Zie Castery, Bezoek cn Verkcering. Out.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. IJ(jr Ontmanning. De ontmanning hack by de Amerikaa. nen plaats, - . XVH. 24S. Ontoegankelyke berg. Zie Naaldberg, Omveder. Vreesfelyk en opmerkelyk onweder, Vr« 235, 236. Zie ook - . „37. Oog. Oogcn vanbyen, wespen, mieren en vliegen voor het Mikroskoop, Xllf. 281—284. Oo™ van een puistebyter ald. 284. Oogen van myten, buizen, enz. ald. - - 284, 285. Oogfien in Egypte twee 's jaars,- Hoe? III, 37—39. Ooren. Hoe de Amerikaanfche Wilden hunne hoofden, ooren en aangezigteu mismaaken, XVII. 340—347» Oorlog. Oorlogen in Kamfchatka, I. 259. Befchryving van den omgang dien de Turken in oorlogs* tyd doen,om gefchenken te bekomen ,XVI. 357— 360. De oorzaalcen en wyze van Oorlogen der Wilden in Noord - Amerika, , XIX. 123 131. Oosten. De meer oostwaards liggende landen , in Europa, zyn kouder onder dezelfde breedte dan de Westelyke, . . v. 123, 124, Oostenryk. Historie van onze Graaven uit het huis vau Oostenryk, - . XV'. 158. env. Oostenrykfehe Kreits. Algemeen berigt daarvan, XI. 4—9. Nadere befchryving daarvan ; Inwooners, Godsdienst, lütfpanning, euz. XII.76—79. Staat van  l6o B L A D W Y Z E R der van Geleerdheid, 79, 80. Inkomsten, 3o, A Öpstenrykfehe Kreits—. Ridder ordes, 81 85. Binnen - Oostenrykfche landen, S6 87 Oostenrykfche Nederlanden. Regeeringsvorra in dc' zelve, XIV. 160—164. Aard enz. der Ingezetencn' ' * 320—323. Oost- Friesland. Historie inkomsten Godsdienst enz. - XII. 139 — 142. Oost - Indifehe Compagnies. Berigt van de Engelfche Oost-Indifehe Compagnie, VII. 96 98. Historie van dc Oost-Indifehe Compagnie in de Neder.' landen, XIV. 278 — 367. Nadere historie van de opkomst en voortgang dier Oost-Indifehe Compagnie, XV. 274. env. Oost-Indifehe Compagnie te Ostende , zie Ostende. Ooyevaar. Eerbied voor dezen Vogel befchryving van dcnzelven is een Trekvogel; aanmerkingen over dit vertrekken der Oiievaars enz- * - XIII. 41 — 53. Opaal. Befchryving van dit edelgefteente, I. 79 82. Nagemaakte Opaal te Haarlem, ald. 81, 82. Opliir. Rykdom daarvan, . m, 3_|q. Opium. Hoe men die bekome, I. 51, 52. Deszelfs gebruik, ald. . '- . 52 _50-. Oppcr-Hangarye. Algemeen berigt daarvan, XI. 50 , 5 tj Merkwaardige zoutmyn , - 91-—93. r Of.  voornaamste Z A A IC E N. 'Opper - Rliynfche Kreits. Algemeen berigt daar van 1 . XI. 17—22. Regeering, Godsdienst, enz. XII.' ioö—ui. Jouanniter Ridder-orde, ald. 109—] ui. Opper-Saxifeke Kreits. Algemeen berigt daar van, XI. 30, 31. Breeder berigt Kcurvorstelyk' «""'• t 4 XII. 161 — m. Opposfum. Zie Philander. Oproer. Het Kaas- en Brood-Spel genaamd, zie op dien tytel. De Plooijery geheten , zie op dat , woord. Opfch;k. Waarom de Tnrkfché vrouwen zig pragtig klecden, - . m*6u Opunlia. Zie hidiaanfche Vyg. Opwagting by dc Grooten in Perfie, tf, 5p q0w Orangerie. Zie Oranjeboom. Oranje. Prins van Oranje, zie milem I. enz. Oranjebaum. Berigt daar van, V. 182, 183, Oranjeboom. Hoe de Oranje- en Citroen-boomen be. ban leid moeten worden? . jX, 47 rg Oran-Outang op Java, II. 393. 0ran Outang in Afrika Sater historie van eenigen, Ui. 310—313. Oreade s. Zie Orkadifche eilanden. XXI. Deel. L 0re-  i6t BLADWYZER der. Orenoque. Berigt wegens de rivier Orenoque of Cw noko, in Zuid-Amerika, - XVIII. 26. Orgel te Ulm, te Exeter, te Lubek. XI. 271, 272. Orgel in de groote Kerk te Haarlem, XIV. 31, 32. Orignak. Berigt wegens dit Noord-Amerikaansch Dier, en boe men daar jagt op maakt, XIX. 327, 318. Orkaan. Opmerkelyke byzonderheid in Pcnfylvanie wegens het voorfpellcn van een Orkaan, XIX. 213, 214. Zie een befchryving van geweldige Orkaanen in 1738. en 1740. op het eiland Guadaloupe voorgevallen met zonderlinge fpringvloeden en keerftroomen, - XX. 66 72. Orkadifche eilanden. Berigt daar van VI. 4 10. i Zeden , gebruiken , enz. 74—78. Regeering , 78—80. Koophandel, . 80—82. Orkneyfche eilanden. Zie Orkadifche eilanden. Orleans. Paleis van Orleans, zie Luxemburg. De Hertog van Orleans, Regent van Frankryk, zyne historie, - - VIII. 288—293. Oronoko Zie Orenoque. Orpiment in Louifiana, -. XIX. 238. Orula. Zie Boom. Osnabrug. Berigt wegens de Stad en het Bisdom — welke fommen de landlieden in Holland gaan verdienen, - . XII. 133—135. Os.  VOORNAAMSTE 2AAKEN. jfö Osfen. In Perfie gebruikt om op te ryden, I. 287. Osfetong. Nut en behandeling van dien Wortel,IV. 277. 278. Ostende. Historie van de Oost - Indifehe Compagnié te Ostende, - XY. 382—385. Osvogel in Barbarye, - • UI. i52. Otakeite. Zie Taiti. Ovsrfpel. Zonderlinge manier om het overfpel te fixafien, onder de Kuriles, I. 277, 278. Zonderlinge ftraf op het zelve in Indië, H. 229.. Overftrooming door Aardbeving, VI. 235, 236. Andere opmerkelyke overftrooming , 236 239. Dé Zeedyken in Holland enz. tegen overftroomingen , XlV. 103—in. Schrikkelyke overftroomingen en watervloeden in de Nederlanden in 't jaar 1190., XV. 78, 79. Overwinningen. Het Plein der overwinningen te Parysj* Zie ViBoire. Qverysfel, XIII. 6. Lugtsgefteldheid enz. in dié Provintie, XIII. 31, 32. Regeeringsvorm in dezclve5 - - - XIV. 152—154. Overzeesch blauw. Zie Blauw. Oude Kerk te Amfterdam. Befchryving van dezelve, XIV. 1—144 Oude Lieden by de Samojeeden van kant gemaakt > V, 324. De Amerikaanen dooden hunne oude L a lie-  164 "BLADWYZER der lieden reden daarvan , XVII. 337 .339V Waarom de Wilden hunne oude lieden ombrengen ? XIX. 140, 141. Zie ook, . 155,156. Ouderdom. Verfcheiden treffende Voorbeelden vat* hoogen ouderdom en fterke voorttecling van menfchen in Noords Amerika, XIX. 229—231. Ouderen. Groote eerbied voor de Ouderen in China II. 352. Ouderen by de Hottentotten verlaten, III. 370—372. Ouderlingen in de Nederlandfche Kerken, XIV. 174, 175. Oude Wyyen en Oude Mans. Berist van deze Vis■ fchen in Zuid.Amerika, XVIII. 284—286. Oudheden. Overblyfzcls der oudheid in Barbarye, JA. 208, 209. Andere 209—221. Overblyfzcls der oudheid in Groot Brittanje en Ierland, VII. 1—31. Oudheden in Spanje en Portugal, IX. 110—113. Oudheden in Turkye, XVI. 293—327. Zonderlinge Oudheden in 't harte van Kanada ontdeI;t> - - XIX. 231 —234. Ounce. Zie los. Oxford. Befchryving van de Univerfiteit; het Muftemn enz. - - VI. 30—7312. Pee-  voornaamste ZAAK e, N. :t*s P. -Paaien in den grond voor fondamenten — zeggen van Erasmus des aangaande , XlV. 54 55 Paalworm. Zie Zeeworm. Paap Jan. Zie Priester Jan. Paarden en. Paardryden in Barbarye, III. r49, * Paarden in Noorwegen, IV. I0-, De ,u,^ d£ • wilde Paarden, een goed Bont, V. 294. Hitland- fche Paarden hoe gevoed worden? VI. 32 Paarden in Friesland, XIII. 40. wilde Paarden zyn het gewoon voedzel der Indiaanen van hcx land van Magellaan, XVIII. ,22_i24. Hoe deze ■volkjes de wilde Paarden vangen , 127, 128. De Bergpaarden in Peru zyn Wonder fnel, 233, 2,4~ Paarlemoer. Wat het zy ? I. 295, 296. Van welke Schclpvisch men hetzelve bekomt? '- . i,oc lnen de Schelp bekomt ? . xx. 204_2o6a Paarlen. Paarl - visfcïicry in de Perfiaanfche golf, I. 291, 292. Oorfprong, volmaaktheid enz. der Paarlen , 292—295. valfche Paarlen, boe semaakt worden? 295. Paarl - visfehery , door Thevehot befohreven, 297—307. Paarl-mosfel i„ Noor- ■ «egen. JV. 130', 137/ Paarlen in Lapland, 285, ?8 - * XIV. 302. Peru. De kleur van de Wilden van Peru, XVII. 188, 189. De Peruviaancn willen geen meisje trouwen of het moet dikwils beflapen zyn, XVII, 23Ps  172 BLADWYZER der 53 ElendTge armoede der Peruviaanfche taai XVIL 3°6. env. Algemeen berigt wegens her Spaajisch Koningryk Peru, en wat het al'bevatte, XVIH. 34—69. De rndiaanen ven Peru lecven .onder eene akelige verdrukking, 91 „3> De Creoolen aldaar, 93—95. Verder berigt wegens de inwoonercn van Peru,zo Creoolen als Spanjaarden en Indiaanen, 96—101. De historie van de verovering van Peru door de Spanjaarden, 129— 347. Balfem van Peru, zie op dat woord. De - verrigtingen en ongemakken der Franfche Akadepusten in Peru om een graad te mceten, 313— 324. Pest te Marfcille in 1720. zie VUL 77—80. Verfcheiden pesten in Duitschiand, XI. 163 165. Pest te Warfchau, in 1708. - XVI. 37. Peter III. Keizer van Rusland j zyne historie , V. 268. PcterVorough. Domkerk aldaar, VI. 279, 280. Peterhof. Beiigt daar van, - v> ,g Petersburg. Akadcmie aldaar, V. 154 1-9. cn 179, 180. Befchryving van Petersburg, 174—183. Weg naar Moscow, 1S0, 181. Klooster van Alexsndcr Ncwsky, . . l8l ,« Petetfche ziekte. Zie Ilongaarfehe ziekte. Petroleum of Rots - oly. Zie op dat woord. Ph [Philander. Nauwkeurige befchryving van den Phi'. lander, Opposfum , Marmofa, en van den verwotiderlyken zak, waar in hy zyne jongen beivc ——. ophelderingen van den Hr. Eujon. wegens den groey dier jongen, en de verwonderlyke voortteeling, - - XVIH. 202—214. Philippa French, Zy was geene drie voeten lang toen zy trouwde, - - VI. 123* Philippus I. Koning van Frankryk, VIII, 234. env. Philippus II. Augustus. Koning van Frankryk , VII?, 237—239. Phillppus III. Bygenaamd de Stoute, Koning vaa Frankryk, - VIII. 242, 243. Phillppus IV. Bygenaamd de Sdioone, Koning van Frankryk, - VIII. 243, 244. Philippus V. Bygenaamd de Lange , Koning var» Frankryk, . VIII. 244, 245. Philippus VI. de Valois, Koning van Frankryk , VIII. 24Ó, 147-  i74 BLADWYZER. der Philippus II. De historie van Philippus U. Konin* van Spanje, . | IX. 2a6j Philippus UI. De historie van Philippus UI. Koning van Spanje, IX. 228 , 229. Afval der Portugezen onder deszelfs Regceriug, _ 20g 22^ Philippus IV. De historie van Philippus IV, Konin" van Spanje, . 1X- 22Q__23 * Philippus V. De historie van Philippus V. Koning van Spanje, - - . 1Xi 233— Philofophcn in oud Griekenland; hunne historie en gevoelens, - XVI. 249 275, Philofophifche /leen. De historie der uitvinding van den Philofophifchen {teen, en de bedoeling daar VM» " ■ . XI. 200—>2o8. Pholeys. Langs de rivier de Gambia, III. 231— Phosphorus. De Bolognifche Steen maakt Pl-.osphorus eigenfehappen, - X. 87 — 89.1 Plan. Eene bjrrondere huid-ziekte, welke de Ne. | gerseens ïnbun leven krygen;zie dezelve befchre-| ven, en de oorzaaken daar van onderzogt, XX. j 355. 356. Piasters in Spanje, ... jX- j Pkkawillanees. Wilden in Noord-Amerika, XIX. 94. I Pit*  voornaamste Z A A K E N. 175 Pitten. Invallen der Pieten in Engeland, VII. 149. env. Zie ook 291. Over den Wal der Pieren, zie dat woord. Piek van Teiieriffe. Zie Tenerife. Piemont. Berigt daar van, X. 6—10. Vervolgingen tegen dePiemonteezen, - . 7> env. Pieter. Dc St. Picters Kerk te Rome, X. 159— 165. Pieter I. Zie Czanr Pieter I. Pieter Hein. Verovert de Zilver - vloot, XV. 197. Pik. Eene zonderlinge foort van Pik of Teer in Engeland, - - VI. 171, 172. Pilaar van Maria. Zie Maria. Pinoguacu. Zie, Papaija. Pipa. Groote Surinaamfche Pad ; ophelderingen van Dr. Fermin,wegens haare voonteeling in den rug, XVIII. 269—273. Pifa. De Cathedraale Kerk van Pifa overhellende Toren aldaar, X. 168—171. Zonderling gebruik. - . . . . 23ij 232. Pifang- vygen, - - III. 338,339. Pistasjes. Befchryving daar van en derzelver gebruik, . 1, 3l0j 3H, PU-  I?S BLADWYZERde» Pitti. Het Paleis van Pitti, van den Groot Hertos van Toskaanen met de kostbaarheden en kunstftdkken in het zelve, - x. 190 Igü- Pizarro. De historie van Erancois Pizarro, in da verovering van Zuid - Amerika, XVHI. l2g. Cnv. Planeeten. Elektrike beweeging der Planeeten , XVi. 30. Stelzels der oude Griekfclie Starrekundigen wegens de beweging der Planeeten, 247 ^51. Planten. De bevrugtiug der Planten, byzonderlyk des Dadelbooms, I. 309. Of",bet Koraal tot de Planten behoore, ... 311—316. Plateelbakkery. Zie Delfs Aardewerk. Platina del Pinto. Befchryving en waarde van die Metaal, .. . xvm. 158 — 161, Plato. Zynr fchrifteü en zyn Rebel van YVysgeerte XVI. 056—25-3. Pleiten. Elk mag in Zweden zyne eigen zaak beplei. tcn> ■ -:; V. 65. Pleura. Zonderlinge rampen van die Srad XI. 160—162. Plinius, de oude neemt de uitbarsting van den Vefuvius waar, X. 110 112. zie- ook 113, 114. Beoordeeling van dien Schryver, . i^jj. Ploeg. Byster ligte ploegen in Zweden, V. n» Plooi-  voornaamste Z A A K E N. J7j VkPfooijery. Beroerte in de Nederlanden, de Plooijery I genaamd, - - . xv. 374> IPluim - aluin.' Wat is op 't eiland Milo,XVT. 189, 190. \Podlacfiie. Gewag daar van, - XVI. 8 itodolie. Melding van Podolie, XVI. 8, en 14. Poel in Portugal, daar kurk en Broo, enz. inzinkt, IX. 18, 19, \Poèzie in Perfie, . . II. 69. Poitou. 7,ie Colique de Poitou. Polekat. Huishouding van dif Noord - Amerikaansch dier de onv.rdraaglyke flank van deszelfs pis voorvallen die dit aantoonen , XIX. 344—349- zy worden tam gemaakt ald. 349. Polen. Algemeene befchryving van Polen , XVI. 1—11. Dieren, 11 —14. Gewasfen , 14, i5. Delfftoffen, 15 — 31. Gebouwen, 31—35. Algemeene rampen , 35—37. Merkwaardige ontdekkingen, 37 — 47- Wetten, zeden en gewoonten, 48 — 66. Staatsveranderingen en historie, 66— 150. Zie ook Groot Polen enz. Pameren. Berigt wegens dit Hertogdom,XII. 194,195, Pomona. Berigt van dat eiland, VI. 7 9. Pompejei door eene uitbarsting van denVefuvius verwoest, X. 109, ito. XXI. Deel. M p,«.  173 BLADWYZERder Pompejus. Kolom van Pompejus tc Alexandrye ITI iï9, 120. Pont au change tc Parys, . VIII. 162 16" Pont muf te Parys befchreven, VIII. 161 162. Pool-eilanden. Zie een algemeen berigt wegens de Pool - eilanden, enz. - XX. 49 59» Pools-Hole. Zie Holen. Peolfche hairvlegt. De aart . oorzaak ge- nezing dezer ziekte, - . XVI. 35 37. Poolfehe Taal. Berigt daar van, - XVI. 54. Pooren in het menfclielyk vel, . XIII. 252. Porcelein. Zie ook Delfseh Aardewerk. De Pcrfiaanen maaken zeer fraay Porcelein, l. 333, 33. Chineefche Porcelein - aarde , ii. 276 — 278. Het Chineesch Porcelein, 298—316. Europifche PorJ celeinen, 276, 277. Porccleine Toren tc Nanting> * •- • 331—333. Porfierjleen. Befchryving van denzelven , I. 83, 84.. Groote Porfierfteen te Palmyra, i45; i46. Porto Rico. Vrugtbaarheid, vroegere naamen, vorige ftaat , voortbrengzels, fluikhandel, van het eiland Porto Rico, . XX. i"—i-.i Portugal. Zie ook Spanje en Portugal. Rivieren ,1 JX. 11 —14. Kaapen , Baaijcn , Bergen, enzj 15 —19- Lugtsgefteldheid enz. 38 , 39. Gewasfen, 47—Ci. Dclffloflcn, 61 — (58. Kerken,] Pa-I  voornaamste Z A A K E N. Paleizen, enz. zie op die woorden. Koophandel en Manufaktunren, IX. 133—136. Regeering, 139- env. Ridder-ordes, 142. Kroons - inkom' ften, 143. env. Historie enz. 158. env. Oorlog der Nederlanden tegen Portugal, XV. 318 env. De bezittingen der Portugeezen in Zuid - Amerika, XVIII. 69—75. Vosnet. Berigt wegens de kerken aldaar, XVI. 34. Posteryen in Duitschland . Ryks - Postampt, XII. 46, 47. Potofi. Verbazende opbrengst der Mynen van Po. tofi, XVII. 134. Berigt wegens de groote en volkryke Stad Potofi in Peru, XVIII. 48, 49. Potsdam. Voornaame geftigten . Sans Souci, XI- 307, 308. Potlehakken. Pottcbakkers - kley . de konst en behandeling vsn het Pottebakken, XIII. joi— 105. Potvisch. Zie Cachelot. Praag. Koninglyk flot en verbaazende brug aldaar, XI. 279—282. Hooge School aldaar, 282. Charter van Alexander de Groote, XII. 1, 2. Affchrift van de Gouden Bulle, . . 2,3. Pragmatieke Sanltie. Berigt daar van, XV. 385. Pragt. Pragtige optogt van den Turkfchen Sultan M 2 als  l8o BLADWYZER der ttlshy ter kerk gaat, XVI. 333—335- Pragtlge kleeding der Turkfche vrouwen, 335 — 338 Pragc in de Turkfcbc legerplaatfcn , . 3Ö0 361. Predikant. Berigt wegens liet ampt ,beftaan , beroeping «nz. der Predikanten in Holland, XIV. 1137 174. Presburg. Slot en Paleis aldaar, . XI. 313. Preshyteriaanen in Engeland, . VII. 38. Pretendent in Schotland, VII. 253—281. In Frankryk» - - - 282. env. Priesters. Zie ook Geestelyken. De Dokters, Pries- , ters, of Tovenaars, onder de Ainerikaanfche Wilden, - - XVII. 351 —355, Priester Jan. Tytel vari den Abysfynifchen Keizer, en waarom, - . UJ. 305, 306. Privilegie. Het groot Privilegie van Vrouw Maria, XV. 153. Procellana. Zie Storm - vogel. Proces. In Zweeden zyn de Proces • kosten klein, en waarom? - - - V. 65. Pruisfcn. Regcering Krygsmagt, Gods¬ dienst— historie en lotgevallen, XII. 171. env. Ptolomeus. Zyn waereld.. ftelzel, III. 58—Go. Puimflecn. Wat het zy —— menigte — gebruik , X. 84, 85. Pu.  VOORNAAMSTE z a a k e n. jRj Puriteinen in Engeland, . VII. 39 Purperrisch. Befchryving van den Purpervisch, en het Purper, I. 30—34. Het Purper was zeer duur by de Romeinen, . ,0> Putten. Doodelyke dampen in Putten^, Kelders, enz. VI. 158 —162. Zonderlinge Put niet ver van Bristol, VI. 203, 204. Diepe Putten, Hel - ketel I , genaamd, 205,206. Zonderlinge Put niet ver van Pcmproke, 219. Opmerkelyke Put of Wel te Orvieto, X. 201. Puzzuoli. Oudheden aldaar, - X. 214, 215. Pylaaren. Zonderlinge Pylaaren in 't hart van Ka. nada ontdekt, . XIX. 231 234. Pylen. De vergiftige Pylen der Amerikaanen dooden I oogenbliklyk, - XVII. 77—80. Pytt - appel. Zie Ananas. Befchryving van den Pynappel in Zuid. Amerika, . XVHI. 182, 183. Pyp - aarde. Berigt daar van op 't eiland Ar- >gentiere, - . XVI. 194, 195. Pyramhle. Befchryving van eenige Pyratniden in Egypten, en de begraafplaatfen in dezelve, III. 81 — ico. Oogmerk van dezelve, • 93—100. Pyreneeu. Berigt daarvan, VIII. 49, 50. en IX. 14. Pynnont. Wateren van Pyrmont, XI. 141 —143. M 3 , Pyt-  j82 BLADWYZERder Pyrrho. Berigt wegens dien Wysgeer, XVI. 273 274. Pythagoras. Zyne ontdekking in Egypte, III. 57. Nader berigt var, dien Wysgeer, XVI. 246, Ily was het hoofd van de Italifche Sekte, 251. Zyne historie en wysgccrte, - - 268 .271. Q- Qjicksrs. Hunne historie , leer eu zeden , VII. 40— 45. Nader berigt van dezelve, XIV. 221, 222. Qiiebec. De historie , gefteldheïd, en voortbrengzels van de Provintte Quebec in Noord -Amerika, XIX. 76—-8 r. Quedlenburg. Berigt wegens die Abtdy, XII. 162, 1C3. Qjuio. Zie een algemeen berigt wegens de Spaanfche Audientia Quito in Zuid-Amerika,XVIII. 20-34. De Franfche Akademisten hebben digt by de Stad Quito een graad gemeten, - 23, 24/ R. ' Raad ran Staaten. Berigt wegen* dit kollegie, XIV. j 127, 128. Radboud. Koning der Fricfen, - XV. 31—34. Rambostan, . . ij. ■ Ra,  VOORNAAMSTE Z A A K E N. Igg Jta«« Piscalrix in Noorwegen, of'Zee - duivel. IV. 134, 135. Raphontica. Onderfcheid van dezelve niet Rbubarber, - - I. 57, 58. Ratel/lang. Uitwendige befchryving, en inwendige ontleding van de Ratelflang in Noord-Amerika . de tanden zy rusten in den winter —i— waar zy zig onthouden zy zyn traag . waarom zy ratelen zwemmen fterk haar voedzel of zy de vogelen en andere dieren door hen aantekyken, kunnen dwingen te naderen —— haare beeten middelen daar tegen de zwynen zoeken en eeten de rateU Hangen zy zyn ligt te dooden —— midde¬ len 0111 haar byten te voorkomen - ■ zy worden gegeten —— berigt wegens den ratel enz., XIX. 35°—372" Kave. Water-rave, zie op dat woord. Ravenna. Over het Exarchaat van Ravenna, zie op het woord Exarchen. Rees. Een Portugeefche munt, - IX. 37: Reformatie. Begin der Reformatie, XV'. i3ö. env. Regen. Daar valt zeer zelden regen in Spanje, IX. 20. Vertellingen van wonder - regens van asch> kikvorfchen, enz. XVI. 212, 213. Geweldige regens op de Antillifehe eilanden ,en oorzaaken daar M 4 van,  IÏ4 BLADWYZER.de* van, XX..72,73. Uitwerkzels, welken dezelve ii de lugt voortbrengen, . . ^ Regeering in oud Egypte, III. 131 —133. Oude en tegenwoordige Regeering van Denemarken, IV. 208 Regeering in Zweeden na den dood van Karei XII.. V. 93 — 111. Rcgecring in Rusland, 227—234. Regceringswyze der Noord Amerika, fche Wilden, in hunnen oorfpronkelyken Staar, XIX. 109 — 114. Regtbank. Slcgte Regtspleging in Italië, X. 239 — 241. Regts-oefening in Japan, II. 363 — 365. Regtsoefilning in Indië, 227, 223. In China, 352 — 354- Reigers Eene foort, die niet groot er is dan eene duif I. 28. Reizen. De manier van reizen in Lapland , IV. 3io—315. Rekenkamer. Zie Generaliteits - Rekenkamer. Keliauiën te Neurenberg, • . Xil. 5, 6. Rem'ni. Ove-rblyfzeis der oudheid aldaar, X. 214. Remonflrantcn. Berigt wegens dezelve in de Nederlanden, XIV. 205—208. Remonftranten enContia-Remonftr::nten in derzelver oorfprong, XV. 288. env.  VOORNAAMSTE Z A A IC E N. 135 I Remora. Zie Zuigerviseh. ■ ' Renatus Deseartes. Zie G.rtefius. Rendier. De Lapland rs reizen daar mede, IV, SU—315. Hoe dit dier des winters voedzel bekome, 315, 316. Verbaazende fpoed, dien de Samojeeden met hunne Rendieren voor de Sleeden maaken, - - _ y. "21 Requefens in de Nederlanden, XV. 228. env. Reuzciibtendersn in Holland, XIII. 187, 188. Zie ook ' ' - Vl. 123, 124; Reuzen-gebergte. Berigt daar van, XI. 121 124. Reuzen ■ kasfyë, zo genaamd, in Ierland befchrevcn, VI. ,73 — 175. Rhaad of Sas/ah. Een vogel in Barbaryë, III. 153 *M> Rheims. Domkerk aldaar, VIII. 125, 126. Oudheden aldaar, - . '/o 175. Rhinoceros. Befchryving enz. van dit dier, II. 125— 127. Rhone. Onderaardfehe lóóp van die Rivier, VIII. 72. Overftrooming in den jaare 1751. . Rhubarber. Befchryving van de Rhubarber en derzelver gebruik, - . j, 56—58. Riius. Befchryving van dien heester, I. 109. M 5 Rhyv,  Ï8tj BLADWYZER der Rhyn. Loop en takken van den Rhyn ■ veran. deringen in die rivier . zorgen daar omtrent XIII. 13—10. Rhymburgers. Zie Rynsburgcrs. Rialte. Eene verbaazende brug te Venetic, X, 195. Richard /. Koning in Engeland, VIL i-j, 172 Richard II. . vil, 191—193. Richard III. VU. 200'. env. Ridder - orde van denOlyfant, Danebrug, enz. zie die woorden , RicUlcr-orde van den Koufeband, zie Koufeband. Ridder - ordes in Zweden, V. 69—71. Ridder - ordes in Italië, X. 223—225. Drie Oos- tenrykfclie Ridder - ordes , XII. tfl 86. Vrou- welyke Orde,genaamd de Starrekruis - orde , berigt daar van, 85, 86. Ridder-orde van Hongaryê 234—23"- Ridder - ordes in Polen , XVI. 62—64. Rietgras. Brood van Rietgras in Louifiana, XIX. 293. Rivcrius. Zyne verdiensten in de Kruidkunde, VIII. 121. Rivieren. Veele Rivieren in Kamfchatka bevriezen nooit, 1. 249. Verfcheiden Rivieren zyn voorwerpen van aanbidding by de Indiaanen, II. 223, 224. Zonderlinge Rivieren in China , 278—280. De Tingoezen verhuizen hooger of iaager naar het zwellen van de Rivieren. V. 306. Opmerkelyke verfchyiizels hl dc Rivier de Mole, VI. 221, 222. eu  VOORNAAMSTE Z A A K E N. ig7 en in de Lambourne, V!. 222—224. Zonderling verfc'iynzel in de Rivier Oife, 230, 231. Rivieren in Spanje en Portugal, IX. n —14. Rivieren in Duitschland. XI. 57—61. Veele Rivieren in de Vereenig ie Nederlanden, en ook in de Oostenrykfche, XIII. 21—26. De Rivieren ' Alpheus en Eurotas lopen ook onder den grond voort, XVI. 203. Een heet Riviertje op liet eiland Nevis dat langs een koud beekje loopt, - XX. 81 3-> Rivier-paard. Zie Hippopotamus, Rob. Befchryving van dien visch, IV. 32, 33, en 130. YslandfcheRobbeu, 142. Robben - visfehery by Noor-vist, VI. 59 — 61. Byzonderheden van deze dieren , 60. Robbenvangst op de Terreneuffchc banken, - XX. 195. env. Robert de Devote. Koning van Frankryk, VIII. 233. Robinfon Crufoi'. Opheldering wegens die Roman XVIII. 68, 69. Robyn. Verfcheiden foorten gedaante enz. II. 190, 191. Robyneu op Borne, - 420. Roger Bacon. Zyne ontdekkingen, VI. 263, 264.' en 266, 267. RoJtanje. Natuurkundige befchryving van dir Meirtjc Xlü. 179—183. Roll - rich Stones in Oxfordshire, VII. 25 , 26. Rome, St, Piet;rs - kerk aldaar, X. ïjj—165. Het Va-  138 BLADWYZER der Vatikaan, X. i83 —191. Het Kapitolium, i9i, 192. Oude platte grond van Rome, 202. Pantheon of de Rotunda, 202, 203. Tempel der Fortuin, 203, 204. De Tempel van Faunus, nu de Kerk van Stephanus, 204. De Tempel van Bac chus, nu de Kerk van Conftantia, 204. Tempel van den Vrede Eercboogen Kolommen -- Pilaar van Antonhms Pius - Columna Roftrata enz. Veele andere overblyfzcls deioud beid , 205—212. Welke landen ten tyde van Augustus onder het gebied van Rome Itonden , 247, 248. Romeinen in Engeland, VII. 138. env. De oorlo" der oude Romeinen tegen Spanje, IX. 160. env. Uit Spanje verdreven in 483. 171—1?S. Romeinen in de'Nederlanden, - XV. 4. env. Romer - maanden. Oorfprong en overblyfzel daarvan XII. 25, 26. Roomfehe Keizers. • Zie de historie der twaalf eerfte Roomfche Keizeren kortclyk aangefript, X. 249 — 257- Die der volgende Keizeren tot op de dertig Tyrannen, 257—263. Vervolg van de Keizerhistorie tot op Diocletianus, 268—272. Verder vervolg van dezelfde Keizer - historie tot op Conftantinus de Groote,272—274. Vervolg van Conftantinus de Groote tot op Justinianus, 274— 283. Van Keizer Justinianus tot op Tofila, 283—. 288. Van Totila tot op Alboin, eerften koning der  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 189 der Lombarden, X. 288—293. Van Alboin toe op Charlemagne, - - 293 298. Roomfche Tyrannen. Zie eene naamlyst der dertig Roomfche Tyrannen, zo genaamd, die te gelyk zig als alleenlieerfchers zogten op te werpen, omtrent het jaar 270. der Christen tydrekeuing, X. 269, 270. Roomsch •Katholyken. Berigt wegens dezelve in de Nederlanden, - - XIV. 196 201. Rooyers van beroep en uit nood in Astrakan, V. 290. Hoe geïlraft worden. - - 291, 292. Roozen van Jericho, - - J. 50, 5r. Rusfttm. Het huis van Maarten van Rosfum te Arnhem,. ... xiV. 96. ■Rostrum. Oud Rostrum te Genua, X. 217. Rotfen. Neerflortende Rots op de Stad Bergen, IV. 167. Rotfen als geklecde Munnikken , XI. 126, 127. Eene zeer zonderlinge rots op de kust van Mexiko, - - XIX. 214. Rots-olie, Befchryving van de Rots .olie of Petro. leum, en deszelfs gebruik, X. 137—139. RotSfplant. Hoe geformeerd kan worden, VI. 197, 198. Rótten. Veldrotten, zie op dat woord. Geene rotten in Sutherland, - . VI. 129. Rot-  loo BLADWYZER der Rotting ■ riet. . . g Rotunda. Zie Pantheon. Rouaan. Domkerk aldaar, . Vin. 126, 127 Roucou. Wat deze Amerikafche Verfftof is —_ hoe zy gewonnen en behandeld wordt, XX. 1-0 131» Rouwgewaad in Indië, II. 226. Rouwgewaaden in China, 340. Zie ook Grafjleden en Begrafenis. Ruiter. Graftombe van Michiel Adriaansz. de Ruiter in de Nieuwe Kerk te Amiterdam ,XIV. 25—30. Rundvee. Zeer veel Rundvee in Hongaryê ook in Zwitferland : wyze van het te behandelen — Het verdedigen aldaar tegen de Roofdieren, XI. 64 66. Rundéren zyn zeer groot in Friesland XIII. 40. Runderjagt in Paraguay en Buenos Aires om de huiden dezer dieren tc bekomen XVIII. 241—243. Toenemende fchaarsheid der Runderen aldaar, . . 2^„ Rupicafora. Zie Geit. Rupfen hebben veelal dezelfde kleuren als haare planten , I. 14. Vernielende Rupfen in Noord - Amerika, XIX. 395. Rupfen die de Indigo volftrekt vernielen, - . XX. 134, 135. Rusland. Algemeen berigt wegens hetzelve, V. 116—124. Dieren, 124 — 138. Gewasfen, 139—146. DelfftoiTen, 146—.i53. Voornaamftê  VOORNAAMSTE Z A A K E N. igi fte uitvindingen en ontdekkingen, V. 153»—-174. Merkwaardige openbaare gebouwen en andere voortfarengzcls der konst, 174.—192. Zeden , gewoonten , en overleveringen , 192—237. Staatsveranderingen en andere merkwaardige gebeurteuisftn 237—27°- zie ook klein Rusland, iht Rusland. Rusfifche Compagnie in Engeland. Berigt daar van VII. 102, 103. Rusjisc/t Lapland, - V. 326, 327. Rusfisch Tartarye. Verdeeling — Rivieren. hoofdftad Bulgarie Baskirie Astracan Stad Astracan, voortbrengzels des lands en der wateren . - Kalmukken bevaaring van de Wolga Roovende Tartaa- ren Czaritza Camïskinka vrugt- baarlieid des lands enz. - y. 271 295. Ruwheid. De uïterfte ruwheid der Kanadiaanen ,XIX. 131, 132. Rykdommen. Hoe de Wilden in Noord - Amerika de rykdo mmen befchouwen, . ' XIX. 116 117. Rykslan in Dnitschland. Welke misdaaden daar toe bchooren , wat die ftraf influite, XII. 40,43. Ryksdag in Duitschland, . XII. 28 35. Ryksmisfe in Duitschland, - XII. 48, 49. Ryks.  191 BLADWYZERder Ryksflenden van het Duilfche Keizcrryk. Bcri Ryksvorsten. Berigt wegens de Geestelyke en waereldlyke Ryksvorsten, - Xll. 33, 34. Rynsburgers. Berigt wegens deze!ven hoe zy den Doop bedienen gevoelens wyze van vergaderen, enz. - XIV. 214 220. Ryst. Befchryving daar van II. 156, 157. Veroorzaakt geene blindheid,ibid. Vyf foorten van Ryst, 418, 419. Ryst in Moiavie, - XI. 8j. S. Saba. Het klein en bar eiland Saba , XX. 42. Stéeërs of Christenen van St. Jan. Deizelver gevoelens en gebruiken in Perfie, - II. 80—-84. Sabeldieren. - - IV. 272. Safer. Berigt wegens dezen fteen, XI. 110, 111. Saffraan. Wilde Saffraan of Carlhamas in Egypte, III. 38. Historie van de Saffraan en Saffaan • teelt in Esfex, - - VI. 131, 132. Sn-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. jgg I ■ Sago. Hoe men dezelve op de Molukfche eilanden I bekome? II. 413,414. Voordeelen van den.Sago boom, i * . I Sasfah. Zie Rhaad. \ Sal Ammoniac. Hoe in Egypten vervaardigd worde? III. 67 — 72. Geneeskundig gebruik, 72. Salamander. Befchryving daar van —— hoe zy \ in 't vuur kunnen leeven, - II. 137 i30, Sal Gemma in Catalonie . gebruik, IX. 68. Salié'rs, melding daarvan , . XIV. 121, Salisbury. Domkerk aldaar, VI. 278, 270. Oudheden aldaar, Stonehenge, Tempel der Druiden, VII. 15—25! Salifche tVet. De Salifche Wet in Frankryk ij -on. der Faramond vastgefleld, . VIII. 220. Salomo. Putten van Salomo te Tyrus, I. 163—165. De Tempel van Salomo, 174, 175. Fonteinen of Vyvers van Salomo, 185, 186. De vaart van Salomo naar Ophir was zeer voordeelig, III. 349. Salpeter. Zie ook Nitrum. Salpeter- berg in Sallzburg, XI. 93, 94. eigenfehappen oorfprong gebruik, enz. van het Salpeter, XIII. 163—167. Saltzhurg. Domkerk aldaar, XI. 268, 269. XXI. Deei. N stil  104 BLADWYZER. der Stil VolaüUOleofum. Hoe op het bloed werke. Xllr. ■ 231» Samiel. Befchryving van dezen wind , I. 100—102. Samifche aarde. Befchryving van dezelve, I. 71,72. Samojedie. Algemeen berigt, V. 225. en 317. env.1 Rivieren, Meiren, Eergen, enz. 318. Karakter, ligliaamsgefteldheid, zeden en gewoonten der In» wooneren, 319—326. Samojeden betekent MenIchen-eeters, - - 319. Sandelhout in China, - II. 268, 269. Sandrak in Louifiana, - - XIX. 238., Sansfouci. Berigt van dat Lustflot, XI. 307, 308. Santal. Zie Sandelhout. Santonni. Nieuwe eilanden bySantorini uit zee op-j gekomen, ... XVI. 212—230J Saratou of Saratof, tweede Stad in de Provintie vaitj Astrakan befchreven, - V. 289—291^ Sardanupalus. Zyne historie, - II. 21—23.1 Sardis. • Overblyfzels daarvan , I. 128, 129.! Sardyn. Aas voor de Kabbeljauw; visfcherj| daarvan, - - XX. 191, 192, Sasfafras. Wat de Sasfafras is, en derzelver nuttige cigenfchappen , - - XIX. 286—288. Sater. Zie Oran Outang. Sa  VOORNAAMSTE ZAAK EN. ipg Saturmts. Eerfte koning in Italië met Janus, X. 245. De ring van Saturnus door Huygens ontdekt» - - - Xtli. 204, 205. Savoije. Berigt daarvan, . X. 4—6". Saxen. Zie ook Opperfaxifche kreits enz. Berigt en historie van het Keurvorstendom — Regee. ring, Godsdienst, Ampten, enz. XII. 163—168. Saxers. De Saxers in Engeland, VII. 149. Oude Saxers en Friesfen, hunne historie, XV. 24. env. Sceptici. Berigt wegens deze Sekte, XVI 273, Schaalvisch. Een Schaalvisch, die in vreemde fchelpen gaat huisvesten. Zie Cancellus. Scliaamdeelen, Hoe de Amerikaanfche Wilden hunne Schaamdeelen bedekken, XVII. 349, 350. Schaapen in Anatolie enz. met ftaarten van 10, 20, 25. ponden zwaar , daar men wagentjes onder maakt,I. 16 —13. Engelfche Schaapen kunnen in Frankryk niet flaagen, VI. 251,252. Getal —behandeling — verweiding, Scheering en opbrengst van vyf millioenen Schaapen in Spanje, IX. 21 36. Schaapen in Friesland en Namen, XIII. 40, 41. Eene foort van Schaapen in ZuidAmerika voor Lastdieren gebruikt, en Lama «olieten, wonder leerzaam en die.nftig, XVIII. 224— 226. Nog ccne kleiner foort, Pacos of Vigognes geheten, in dc Magellaanfche landen , 226—231. N 2 Schaap'  196 BLADWYZERbEr Schaapherder. Zie Herder. Scheikunde. Oorfprong en volmaaking der Schei» kunde» " - XI. 196—208.. Schelde. Loop van die Rivier, XIII. 20 21. Schepen. Zie Schip. Scheeps - bouw. Historie daar van in Rusland, V. 160—163. en 166—174. Schelpen. Opmerkelyke fchelpen en beenen in NoordAmerika opgegraven, XIX. 244—247. Byster groote fchelpen in des konings kabinet re Koppenhagen, IV. 186—189. Schelpen zyn in zekeren zin de jaarboeken der Wilden in Noord-Amerika, XIX. n5. Schelp - fakken, die het Paarlemoer geeven, XX. 204—206. Schelpvisch. Groote menigte zonderlinge Schelp, visfehen in Engeland, in den grond gevonden, VI. 183—188. De Cancellus of Kluizenaar, fchoon met een eigen fchaal bedekt,gaat in vreemde fchelpen huisvesten, XIX. 384, 385. De Schelpvisch Nautilus. Zie op dat woord. Scheeren van de Schaapen in Spanje, IX. 32 36. Scheurbuik. - . iy-, 3g} j„ Schietgeweer. Zie Gefchut. Sctift 1  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 197 Schilder door liefd:, XIV. 49,50. Kunstkamer voor de Schilders op 't Stadhuis te Amfterdam, 75. Hoe de Amerikaanen zig befchilderen , XVII. 348, 349. Wegens het gebruik der Wilden, om zig het aanaezigt enz. te befchilderen , X!X. 104. De Vrouwen , op het eiland Taiti , befchilderen haar middel en billen donker blauw, aanmerkingen over dit gebruik der onbefchaafde volkeren Van zig te befchilderen, XX. 265, 266. Schilderkonst in Perfie, II. 72. Schilderkonst by deEjyptenaars, - III. 60. Schildknaap in Engeland, - - VII. 74, 75. Schildpad. Drie foorten van Schildpadden ; derzelver historie waarde van de fchaal voortteeling nuttigheid 1 jaarlykfche jogt eijeren het vleesch der Schildpadden , hoe te gebruiken haar vel hoe gevangen worden leeven lang zelfs van de harfenen. beroofd — en van haare fchaal en zonder voedzel, XX. 159—174.. •Schip. Indiaanfche Schepen en Vaartuigen , II. 201, 202. Groote en zonderlinge Schepen onder de Ouden, - - VI. 259, 260. Xdiotland. Algemeen berigt daar van, VI. 101. en 105. Zie de byzonderheden op Groot Eritanje. Schotfche kerk, VII. 46—-51. Regeering ,68—— -s. Karakter, zeden, gebruiken, enz. der SchotN % ten,  jo8 BLADWYZERder ten, 114— 123. Oefteldhei.1 , voortbrenezels handel, 123—126. Schorfche invallen in Enge. land, 149. env. Historie van Schotland, 292. Pretendent in Schotland, . 253 28i. Sikotfehe eilanden. AIgeme°n berigt wegens dezelve, VI. 1 — 32. Dieren, 32—61. Gewasfen , 61—63. Delfitoffen , 63 — fi5. Overblyfzclsder Oudheid, 65—71. Karakter, zeden en gebruiken der Inwoonercn, - 7J qö", Schriftfasfen in Saxen, wat zyn, XII. 167, Schubben der visfehen voor het Mikroskoop , XIII. 289—291. Schulden van onzen flaat. Zie Staats - fchulden. Schuiten van bast. Hoe men in New - York van den enkelen bast eens booms , in anderhalven dag een fchuit vervaardigt, daar men groote reizen mede" doct» -' - XIX. 224—229. Scinc Zie Landkrokodil, - m. 2I, Sclavonie. Zie Slavouie. Scorpioen in Barbarye, III. 163, 164. De Scorpïoerr is zeer vergiftig, . „44; Scytisih of Tartaarsch Lam. Zie Lam. Sebestens boom in Egypte. Befchryving en gebruik, ! "I- 33, 34-1 Segovie. Overblyfzel van eene R.omeinfche waterleiding aldaar, * . IX. nj. f Se.  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 199 Seine. Overftrooming van die rivier in 't jaar 1696. VIII. 73. Sena. Befchryving en gebruik der Sena, III. 32,33. Seneca. Voorfpelliug van Seneca wegens de ontdekking van Amerika, - - XVII. 2. Sens. Domkerk aldaar, - VIII. 126. Sepia. Berigt wegens eene Sepia of Zeekat, op dc kusten van New • Foundland of Terreneuf, XIX. 392- Serafynen • orde: Ridder - orde in Zweden, V. 70. Serenades in Spanje, - - IX. 157. Serrail van jongelingen voor de koningin aan de Malabaarfche-kust, II. 233, 234. Befchryving van het'Serrail te Conflantiuopcl, XVI. 288—293. Hoe veel Osfen, enz. jaarlyks en dagelyks voor het Serrail noodig zyn 291, 292. Gebruik van den Sultan als hyden nagt by eene zyner vrouwen wil doorbrengen, - - - 3515 352« Sertorius doet Spanje tegen de Romeinen opftaan, ' IX. 166, 167. Seville. Overftroomingen en ftormen aldaar, IX. 87, 88. Cathedraale kerk, - - 93 , 94-, Sexe. Waarom de Amerikaanen zo weinig werk van dc Sexe maaken, en zo flap in de liefde zyn, XVII. 234—247. H 4 Sl~  aoc BLADWYZER her Seite. Eene Chineefche plant, JJ, 27i> -. Shamees. Noord. Amerikafche Wilden, XIX. 95. Shanachies. Bardfehe zlngers op de Orkadifche eilan. den , VI. 86, 87. Shelmlna. Een voedzel in Kamfchatka, I. 245, 246. Sikm. Onze O. I. Compagnie aldaar, XIV. 304. Siberië. Voortbrengzels van dat land, I. 947. Natuurlyke zeldzaamheden van het zelve, 248 249 Algemeen berigt, V. 297—3,2. Zeden en gewoonten der Inwoonercn, 3,2—3,6. Naams- oorfprong —— beftaan der bannelingen , ontdekking enz. 298 — 300. Tobolski en andere Steden , 300—305. Mislukte poogingen tot verdere ontdekking, 305 — 308. Rivieren on- vrugtbaarheid enz. . _ 3ogi eny> Sidder - visch. Zie Torpedo. Sidon. Overblyfzels der Stad , - j, l6l > 1Ö2t Sienna, Cathedraale kerk aldaar, X. 171 , ,72. Sigismundus Augustus. Koning van Polen, XVI. 127. en 130—132. Silefie. Algemeen berigt daar van, XI. 39—45. Na. der berigt wegens den (laat regeering; Godsdienst enz. van Silefie, - xil. 65-72. SU  VOORNAAMSTE Z A A K E N. ïof Siiiqua Hirfuta is een fpecifiek middel tegen de wormen in de maag en ingewanden der Amerikaanen XVII. I25_lag\ Sioux. Kort bericht wegens deze Wilden van NoordAmerika, . XIX. 94. Sinopifche aarde. Befchryving van dezelve, J. 72 73- Sinaï. Melding daarvan, . I. 187 Shit. Befchryving van dat Schotsch eiland, VI. 22—26. Slaap. De zonderlinge historie van S. Chilton, die zonder voedzel tweemaal in een verbazend langen flaap leefde, . XX. 175 — t?9% Slaapbollen. Zie Opium. Slaaven in Guinee, III. 278—281. Slaaven-handel, 278—280. en 292, env. Zonderlinge histo- ' Tie van Slaaven, 292—303. De ftaat der Slaaven in Turkyë is vry draaglyk, XVI. 352, 353. zie een aanhangzel over de SJaaven die op de eilanden van Amerika gebruikt worden. . Oudheid van de Slaaven - handel in Guinee ook onder de Souverainen van dat land dat land wordt daar door uitgeput van volk overvoert der Slaaven, hoe gefchiede? hoe veele Slaaven jaarlyks naar Amerika gebragt worden . derzelver prys historie van dezen handel . ziekten* der Slaaven, hoe de verfcbillende N 5 Na-  e02 BLADWYZER der Natiën de Slaaven befchouwen en behandelen —- elendige toeftand der Slaaven in Amerika ■ hunne ziektens aldaar welke verbeteringen men omtrent de beftiering der Slaaven zou kunnen maaken groote verliefdheid der Europeaanen op dc zwartinnen ongeoorlofdheid der Slaa- verny De Slaaven zullen t'eeniger tyd hunne kluisters verbreken , ' - . XX. 322 379. Slagaderen. Derzelver klopping in kleine vaatjes van dieren enz. door het Mikroskoop waargenoihen XIII. 233 — 240. Slakhen. Zie ook Schelp-/lakken. Slakken kunnen zeer lang zonder lugt ieeven, XI. 193, 194. Stang. Wat de Ratelflang betreft, zie op dat woord. Over de Zwarte-/lang, zie dat woord. Zilverkleurige Slang in Siam haar vergift en tegengift, II. 153, 154. Slangen op Ceylon, 386—390. Op het eiland Cote zyn zeer groote Slangen, 391. Gehoornde adders in Egypte,III. 17 , 18. De Slang Thaibannes , 18, 19. Aspis-Slangen , 19, 20. Slangen in Barbaryë, 156 —158. Zie ook Adder. Slangen langs de Gambia, 243, 244. Slangen aan de Kaap, 325 327,. In het kouingryk Congo zeer groot, 327. Slangfteenen in Engeland, VI. 186—188. De Slangen-beeten zyn zeer gemeen en noodlottig in de Nieuwe wereld middelen daar tegen, XVII. 130, 131. Vreesfelyke voortteeling der Slangen, 361. Zeer veele en groote -Slangen in Zuid - Amerika, XVIII, 243—249. • SU-  VOORNAAMSTE Z A A K E N, 205, "Slavome. Algemeen berigt daarvan, XI. 51, 52, Nader berigt wegens liet koningryk Slavonien , deszelfs regeéring en inwooners, XII. 244—246. Sleedevaart in Denemarken, IV. 234, 235. Slinger. Uitvinding der Slinger-uurwerken, XI. Smak, een heester, - - J. 109. Smaragd. Schotel van een enkelen Smaragd te Genua, - - - X. 183—187. Smeekfchrift der Edelen in 't jaar 1566. XV. 210 — v 212. Smeerboom. Berigt wegens het Smeer» of Waschboompje in Louifiana, en hoe men dat Smeer beha. ,deld om 'er kaarfen van te maak en , XIX. 272— 282. Smeeren. Waarom de Wilden zig befmeeren, XIX. 104. Smit. Quintyn Masfey werdt van Smit Schilder dooide liefde, - . XIV. 49, 50. Smyrna. Uit Smyrna worden j'aarlyks tien duizend baaien Katoen uitgevoerd, ' - XVI. 182. Sneeuw. Sneeuwhoopen in Noorwegen , IV. 100. en 166, Sneeuwklomp. Vreesfelyke groote en vernielende Sneeuwklompen die van dc Alpifchc bergen rollen opmerkelyke historie van een huisgezin 011. der de fneeuw begraven . gciinge oorzaaken die dit nadeel voortbrengen, - X. 94 —104. / Sneeuw*  «>4 B t A D W Y Z E R Cf:R Sneeun•fehoen der Laplanderen IV > *v. 0io , 3U. Sodom en Gomorra , T »o i. ba yi. ***** was zeer by de Amerikaanen en waarom? . XVll. 24S. So/a/d. Coudmynen aldaar, - 111. 348, 349 SfiUmd-gans. Befchryving van dien Vogel , vreemde dingen in zyn nest hoe°gevtngeii wordt . de jongen en eijeren, VL 48 5I. Sol/atare. Berigt daarvan, - x. 138, j39. Splyman de pragtige , zyne. historie, I. 209-212. Soh-atcs, zyne historie en leer, XVI. 252, 253. Somerfet-houf* te Westminlter befchreven , VI. 290—292. Sephia. Befchryving van de Mosquee van Sophia te Conftantinopel, . XVI.278 — 281. Seuriquois in Noord - Amerika, . XIX. 95 Sorbonne. Befchryving van het Collegie van Sorbonne te Parys, . „ VIII, 167, 1C8. Spa. Eigenfchappcn van de Wateren van Spa, XI. J39—-14-. Spaanfcke Vlieg. Zie Cantarides. Spanje. Oorlog van Spanje met Engeland in 1739. VII. 238. env. Spanje en Portugal, algemeen berigt ÏX' '—39- De oorfprong der benamingen Lufitanie en Spanje, IX. 1, 2. Rivieren , if — 14. Naam  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 205 Naam van Iberia, IX. 13. Gebergten, 14, 15. era 20. Lugtsgeileldheid, 19,20. Schaapen, en der- zeiver behandeling wol , 21 — 39. andere dieren , IX. 40—46. Gewasfen 47—61. Delfftoffén, 61—63. Algemeene rampen en onheilen, 69 — 83. Voornaamftê uitvindingen en ontdekkingen , 88, 89. Openbaare gebouwen , 89—. 113. Karakter en geaartheid, wetten en gebruiken, der Spanjaarden enz. 113—158. Staatsveranderingen en historie, 158 — 308. Throons - opvolging van Spanje, in 1698. geregeld, XV. 369. Succcsfie-oorlog, 370. Wreedheden der Spanjaarden in het veroveren van Zuid - Amerika , XVHI. 138. env. De Spaanfche bezittingen in NoordAmerika, XIX. 3 — 47. Nieuw Spanje. Zie Mexiko,. Spegt. Bengaalfche Spegt. Zie dat Woord. Spel. De Noord - Amerikaanfche Wilden zyn geweldig verflingerd op hazard - fpelen, XIX. 136. Speling der Natuur in de afbeeldzels op fteenen, IV, 189, 190. Spelonk. Wat de Goud - Spelonk in Mexiko betreft» Zie op Goud - Spelonk. Sperma Ceti. Men haalt de Sperma Ceti uit den kop van den Cachelot hoe men deze ftofle behandelt ■ > welke de beste is waartoe tóst, - - XIX. 377—38i. Sphinx  ficö BLADWYZERder Sphinx. Befchryving van dit Egyptisch beeld, UI. i°i, 102. Spiegel; De Perfiaanen gebruiken meestal ftaalen Spiegels, ... I- 336. Spier-vezelen. Zie Vezelen. Spin. Omloop des bloeds in de pooten van kleine Spinnen , XIII. 237. Kleinheid van haar Zaadvogt, 250. Spin door het Mikroskoop onderzogt, 268— 271. Zie ook Spinneweb. Eytjes der Spinnen — foorten van Spinnen, befchryving van eenigen, 270—274. Spinnewjb door het Mikroskoop onderzogt, XIII. 271, 272. Spitsbergen en Oud Groenland. Algemeen berigt daar ^ van, IV. i~-i3. Dieren; 13__37. Vrugten, Gewasfen, en DelfftoiTen, 37—46. Eerfte Volkplanting in Groenland, 46- 64. Hoedanigheden, zeden en gewoonten der Inwooneren , 64 89. Sprinkhaan. Zie ook Locusta. Sprinkhaanen in Barbaryë , III. 159 , l6o. Historie van eene bende Sprinkhaanen, 160 — 163. De Kwakkels i„ de Woes:yne, 163. Groote menigte van Sprinkhaa- nen in Astrakan kunnen, onder water Iee- ven, V. 282,283. Sprinkhaanen worden in Spanje door de Patryzen verdelgd, IX. 45. Sprinkhaanen in Nieuw Yerfey, die om de zeventien jaaren 111 groote menigten wederkomen, XIX, 394, 395. Spring-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 207 Springvloeden. Zie ook Ebbe en Vloed. Zonderlinge Springvloeden en Kcerftroomen in 173S. en 1740. op liet eiland Guadaloupe , by gelegenheid van een Orkaan, - - XX. 66—72. Spyker. De groote waarde, welke de Otaheiters in Spykers Hellen , en gevaar, dat de En^elfchen in hun verblyf by hen daar door liepen, XX. 227—229. Spyze. Zie ook Voedzel. Spyze der Chincezen,II, 354- 355- St. Jan. Zie Jan. Staal. Hoe het met Verguldt wordt ingelegd, 1.113, 114. Staaten Generaal. Berigt wegens deze vergadering, XIV. 126, 127. Staaten - land. Berigt van het Staaten - land en de Straat Brouwer, - - XX. 54, 55. Slaatsfchulden, XIV. 244, 245. en 248. env. Sladhouderfchap. De historie magt ii> komsten onkosten > ftaat, enz. van de Stadhouders der vereenigde Nederlanden, XIV. 233—244. HetStadhouderfchap erfeiykgemaakt, XV. 352. StalaSliies of Druipfteenen in Holland, berigt daar van en van derzelver formatie, XIII. 176 —178. St*.  108 BLADWYZERder Stanifiaus. Koning van Polen, een gedeelte zynet historie, VIII. 294. env. en XVI. i45. env~. Ridderorde van St. Staniflaus in Polen, 63, 64'. Stapelrtgt in Duitschland, . jjlt. 47 4g Starren. Getal en naamlysten der Starren , IV. W—173. Starrekruis-orde. Eene Vrouwelyke Ridder-orde, XII. 85, 86. Starrekundein Petfie, II. 67,68. Starrekunde by de Oude Grieken - beoeffend - hunne ftelzels, XVI. «47—-51. Starfleenen in Lasfington , . VI. 186—-188 Star-visch. Zie ook Zee-Star. Starvisch Stel/a arborescens geheten, zie op dat Woord. Stel!* ma. rina, zie op dat woord. Steden. De Hollandfche Steden nemen toe in aanzien en gezag, . . XV. 99,-00. Stedingerland. Berigt daar van, XII. 143, i44. Steenbokken. De Steenbakkeryen befchreven, XIII. 119——126. Steenbokken, zetten Schildwaglen uit tegen de Roofdieren» - - - XI. 66. Steen.  voornaamste Z A A K E N. 5091. Steen. O vei-den Zwemfieen, zie dat woord. Over den Bristolfchen Steen, zie dat woord. Zie ook Vloerfteenen. Steenen aan liet Asphajtisch meir, die zeer zonderlinge eigenfchappen hebben , I. 89— 91. Steenen in Barbaryë , III. 178. Kleine , platte, ronde Steentjes als geld, in Lapland, 282, 283. Zonderlinge af beeldzels in Steenen, IV. 189, 190. Edele Steenen aldaar, 283 — 285. Steen in Zweden, die Sulfer, Vitriool, Aluin en Menie verfchaft , V. 29 , 30. Uitgehouwen Steen,verblyfvan een [Iermiet op het eiland Hoy, Vl. 65, Zonderlinge Steenen Hol van Macdonald, 70,71. Groote Steenen zonder kennelyke oorzaak verzet, 231, 232. Leevende dieren een menfehen kaakebeen geraamte van een krokodil in 'c hart van Steenen, 119, 120. Bolqgnifche Steen, zie dat woord, Steenagtig hout in Spoletto, X. 89, 90. Verfcheiden foorten van Steenen in Holland Keifteenen en derzelver kenmerken — hoe zy in Holland gekomen zyn? _ onthielt- baare Steenen en derzelver kenmerken oude Steenen worden Talk zaamgeftclde Steenen , XIII. 140—151/ Zie ook Keyfteen. Oudé Romeinfche Steenen in 1647. op Walcheren gevonden , XIV. in iij. Stoone hinge, Ruil* run Stones, enz. zie die woorden. Tournefort beweert dat de Steenen groeijen . XVI. 205 , 206. Hoede Steenen groeijen, XIX. 239, 240. Kalkagtige Steenen ald. 241. Daar zyn geheel geene Steenen in Virginie, . . 213. 'XXI. Deel. O Steen-  aio BLADWYZER der Steenagtige zelfïtandigheid , Rots-piant. Zit dat ( woord. Steen-geiten. Befchryving van de Steengeiten jagt in Peru op dezelve, XVIII. 231 233. Steenkoolen. Groote menigte,VI. 171. Steenkoolmynen andere Itoffen daarin, VI. 171. Stella. Hoogte van dien berg, .. xi. 132, Stellet arborescens. Zie ook Zeeflar. Zit de befchryving van dezen zonderlingen visch met oneindige takfchietingen , in Noord - Amerika waargenomen, - . XIX. 381—384. Stella marina of Vyfyott. Zit eene befchryving van dezen visch in Noord-Amerika, XIX. 387, 388. Stenden van het Duitfche Keizerryk. Zie Ryksfienden. Stephanas. De kerk van Stephanus te Rome was eertyds de tempel van Faunus, - x. 104. Stefanus Battori. Koning van Polen, XVI. i35 137. Sterven. Zie ook Graffleden en Begrafenis. Onverfchilligheid der Amerikaanen voor 't fterven, XVII. 247, 248. Steven, Ridder - orde van St. Steven , in Hongaryê, XII. 233—239. Stittr  voornaakstu Z A A K E N. a,, i»«?r. Befchryving van dien visch , en van de Steurvisfchery in Rusland en Cavejaar, V. 136— 138. Zie ook - 281, 282. eu 488, 289. Stieren. Wilde Stieren in Ethiopië, in. 315—320, Wilde Stieren-jagt in Polen befchreven, XVI. 12, 13. Slieren-gevegt. Befchryving der Stieren .gevegten in Spanje en Portugal, . IX. 146—156. Stiermark. Eerigt wegens dit Hertogdom en deszelfs Inwooneren, enz. . . xil. 86, 87. Stinkdier. Zie Polekat. Stoffen. Voortreffelyke Stoffen tot kleederen, enz. welke de Taïtiers uit den bast van een zeker boompje weten te vervaardigen, en de wyze hoe zy dat verrigten, . XX. 281 283. Stoifche Philofophen in oud Griekenland. Berigt wegens dezelve, - - XVI. 266 268. Stokholm. Openbaare Gebouwen, IV. 48. Geleerdheid te Stokholm, V. 37, 38. Ryksbank aldaar, 46, 47. ■Stekkaars of Palo «le Luz, . XVIH. 305. Stakviscfi. Wat is, hoe behandeld wordt, enz. XX. 194. enw, Stompkop. m » IV> J2^ O 3, St**-  «hs BLADWYZER der Stoonelienge. Befchryving van dit oud overblyfzet' by Salisbury Tempel der Druiden, VII. 15—25. Storm. VI. 237. en 240. Omftandige befchryving van eene vreesfelyke aardbeeviiig en ftorm in 1692. op Jamaika voorgevallen, en de aanhoudende gevolgen daar van, XX. 60—65. Geweldige ftormen in 1738. en 1740. op Guadaloupe voorgevallen met zonderlinge fpringvloeden en keerltroomen 66—72. Storm - vogel. . 1. 241. Straat van Gibraltar. Zie Gibraltar. Straf e». Zie ook Regts ■ oefening. Gebrekkige Strafoefening in Italië, - X. 239—241. Strand. Hoe men zig tegen het afnemen van onze Stranden verzeckert, - XIV. 109, 110. Strasburg. Domkerk aldaar, VIII. 129—132. Uurwerk, - - - 131, 132. Struisvogel. Befchryving van denzelven, I. 24— Hy broeit zyne eijeren niet uit, 26. Is zeer dom, 27. Waarom hy yzer doorzwelgt, 26, 27. Stuifmeel der Planten, - - XIII. 247. Stukken van agten in Spanje, - IX. 136. Styx. Waarom eene helfche rivier? XVI. 202. Succesfe • torlog. Zie Spanf*. • l7I) ^ Tegelbakkery. Berigt daar van, XIII. 118, 119. Tel. Zie milem Tel. Telcskoop gevallig uitgevonden — door wien ? ontdekkingen daar mede gedaan, XIII. 200 205. Twceërleie Teleskoopen, . 205207. Tempels. Heidenfche Tempels in Indië, II. 2i6-~221. Groote menigte, 221. Verbaazend getal van Tempels in China, 326. Befchryving van eenige, 328, 329. Tempels in Japan, 330, 331. . Zeer Groote Tempel in Egypte, Hl. 119. Teneriffe. Togt naar de Piek van Teneriffe, III. 380—385. Oorfprong van dien berg, 385, 386. Andere Bergen op Teneriffe ald. Aardbeving op ktKlve. - - 386, 387. Te-  voornaamste Z A A K E N. üijj Tercbinthus. Zie Tetpentyn. Ternati. Handel der Nederlandercn aldaar, XIV. 299. Temi. De vermaarde waterval aldaer, X. 140, Terpentyn. Befchryving van den Terpentynboom 'op Scio, I. 63, 63. Gebruik van den Terpentyn 63, 64. Waar valt — ook op Cyprus, ald. 64. Verfcheiden foorten van Terpentyn, 64, 65. Terra Cimolia. Zie Mergel. Terra del Fuege. Vuurberg op dit eiland ontdekking — Straat —— Kaap Horn —— Kaap Noir — Mauritius en Staaten - land, XX. 50—54. Terra Firma. Algemeen berigt wegens die Spaanfche Audientia in Zuid - Amerika, XVIII. 3—9. Terra di Labrador. Zie Labrador. Ttrreneuf. Berigt wegens de Terreneuffche Wilden, XVII. 166, 167. Nader berigc wegens Terreneuf, XX. 189. env. Terreneuffche Visfehery. Verflag wegens het eiland Terreneuf ■ Kabbeljauw aldaar op de banken , wanneer komt en verdwynt ——— Labberdaan en Stokvisch, hoe behandeld wordt , gevaaren en onzekerheid van deze visfehery ——. Robben of Zeehonden ——— Bruinvisfchen . Aal of Paaling enz, - - XX. 189—202, Tc*.  ==o BLADWYZER der Tetuan. Het Pileis van den Basha aldaar, III. ipg— 200. Tkales. Zyne ontdekking in Egypte, III. -%. Nader berigt wegens zyne ontdekking, XVI. 245. philofophie van Thales van Milcte, a49 asu Thttut of Theutatas. Zie dat woord. Theater. Onderfcheid tusfcbeu Theater en Amphi- theater, . . v VIII. 172. Thee. Zie ook Zuidzee.Thee. De Theeboom , verfcheiden foorten behandeling inzameling eigeufchappen van de Thee, II. 251—257. Theima. of Baden te Rome, . X. 210 211. TJiermifche Baden, . . j g^ Thermometer. Befchryving en gebruik van den Thermometer, - . Ynr „„ AI II. 293 — 207, Theyart. Zie Abraham Theyart. Theutates is dezelfde als Mercurius, yill. 192. Thomas. Het eiland St. Thomas, . XX. 40. T-iuringeu. Historie van dit Landgraaffchap, XII. J03-—171. Tiende penning van de Nederlandcren gevorderd , XV. *iy, sso.  VOORNAAMSTE Z A A K F. N. aat Tigris. Deze Rivier loopt onder den grond, I. 92- 93- Tin. Aart en eigenfchappen van liet Tin hoe gegraven en behandeld wordt Tinmyncn* VI. 140—144. Historie van de Mynwerkers , 144 —147- en 149—151. Edele Gefteeiitens in de ïininyiien, .. - 150. Tirol. Berigt wegens Tirol en deszelfs Inwooncren enz. - . XII. 89—pr. Tleskal*. Berigt van deze provintie van Mexiko XIX. 21 , 22. Tobol Rivier, - IV. 300. Tobolski. Befchryving van deze lioofdffad van Siberië, - - V. 300 — 302. Toevingers. Zie Touyinga's. Toggenburg. Historie van dat Graaffchap, XII. 2ig— 2t~. Toledo. Cathedraale kerk aldaar, IX. 89—92, Ovcrblyfzels der oudheid ald. - n2. Tolerantie. Zie Verdraagzaamheid. Tolu. Deugden van den Balfem van Tolu Fee men dezelve bekome? - XVHI. 190, 19 , Tonbaga. Een Metaal in China, • - H. 274. 3>  sii BLADWYZER der Topaas. Befchryving daar van, II. 195 i07. Dje van den grooten Mogol van 20300 pond fterlings waarde, . W. Toren. Porceleine Toren te Nanking, II. 331-333. Overhangende Toren te Pifa en te Bologne. Zie die woorden. Tomea. Zonderlinge Steen aldaar, IV. 289—202. Torpedo. Werking van dezen visch — oorzaaken daar van — verfcheiden gevoelens, III. 251 261. Tortue. Berigt wegens het eiland La Tortue, XX. 32. Toscaane. Zie Toskaanen. Toskaanen. Het Paleis van Pitti den Groot Hertog van Toskaanen toebehoorende, met de konstftukken daarin, X. 192—196. Lusthuis van den Groothertog, . . ^ ^ Tovenaars. De Dokters, Priesters of Tovenaars onder de Amerikaanfche Wilden, XVII. 351 355. Toverkunde. Zie ook 'aarzeggery. Tovertrommeisder Laplanderen, IV. 300—302. Tovertou. wen van dezelve, . . 302} i0J> Toyertouwen. Zie Toverkunde. Toyertrommels. Zie Toverkunde. Te.  voornaamste Z A A K E N. ni~ Totila. Zie een kort berigt van de Romeinfche Keizer-historie tot op Totila, X. 249—288. Vaa Totila tot op Alboin, eerden Koning der Lombarden, - - - X. 288—29> Touloufe. Het Koninglyk Kanaal van Touloufe vat. 108—iiz.- Toumtfort. Zyn Botanisch Systema, VIII. 121— 123. To 11 rno'tjpelen. Berigt daarvan, XII. 49, 50. Touv'mga's. Daar is in Guiana een geflagt of familie van menfehen, zonder vingers aan de handen; zy worden Touvinga's (Toe - vingers; genaamd, berigt wegens dezelve, . XVII. 212, 213. Touw van de plant Espart» in Spanje, IX, 37» Tower of Tour te Londen befchreven, VI. 293,294, Toxetndrcn gemeld, - XIV. 131» Traaniusfen te Koppenhagen, - iv. 193* Tragacanth. Zie Gom Dragant. Tramontane kwyt. Opheldering van dat fpreekwoord* X. 18, 19. Trekvogels. Ophelderingen desaangaande, VI. 55— 57. De Scheermes-fnavel in Wales, V. 116,117. Waar de Trekvogels des Winters zyn' waarom zy vertrekken? — Godsdienstige aanmerkingen over dat vertrek enz. XIII. 44—53. Befchryving van  S24 BUDWïZIR Btl van eene opmerkelyke foort van Trekvogels op Guadaloupe en Dominica, en jagt op dezelve XX. 151 —154. Tiier. Oudheid dier Stad, XII. 10. Berigt wegens het Keurvorstendom, - . 123,124. Triewald. Deszelfs Duikers-klok. Zie Duikers. Trinidad. Berigt wegens dit eiland , XX. 29 , 30, Triple Alliantie, . . xv. 307. Trochila. Befchryving van deze delfftof in Ierland, VI. 183. env. Troje. Overblyfzcls daarvan , - I. 121—12". Tromp. Zeeflag tegen Blake, - XV. 311. Trouwen van de Adriatifche Zee, door den Doge van Venetic, . . x. 233—235. Truffels. Befchryving en gebruik van de Truffels in ltalie' - - - X. 75, 7(5. Tulanten gemeld, . XIV. 121, Tuffleen. Over de formatie enz. van den Tuffteen Rokanje, - . XBI. '178—183. Tuilleries. Koninglyk Paleis , VIII. 153 , 154. Tul- 154, 155. Tuinrrugten in Barbaryé', III. 172-175. Tuinvrugten aan dé Gambia, 269. Tuinvmgten in de Compagnies Tuin aan de Kaap de Goede Heóp, 332— 34o. Tu.  VOORNAAMSTE Z A A KEN. 2ig Tunis. In datRyk is Je pragiigfte Mosquee van Bar- - - in. 200. Turf. Turf op HitlandVI. 72. In Engeland, l?6 en i?8. Hoe de Turf gemaakt worde? welke Stoffe het zy? . . HU. 93 98. Turin. Het Koninglyk Paleis tc Turin, X. 197, .98. Turken. Hunne historie, - I, 20o.>.227. Turkttis. Befchryving der Turkooizen, I. 325—- S27. Turkfche Aarde. Berigt daarvan , XVI. 198,199. Turkfche Compagnie in Engeland. Berigt daar van , VII. 101, 102. Turksch Leder. Bereiding daar van, 1. 332, 333. Turkyë. Zie Jfmtiseh Turkyë en Europisch Turkyë. ■ Tweelingen. Hoe de Hottentotten met de Tweelingen leeven , III. 3Ó9. Een kind van de twee, voor rekening van den Heer op te voeden, op de Westerfche eilanden, Vt. 90. Tweelingen die tuImaakt gelyk zyn in voorkomen en neigingen, 120, 121. Twigtwees. Kort berigt van deze Wilden van NoordAmcrika, - . . . XIX. 94. XXI. Deel. P T>i.  saö BLADWYZER der Tycho Brahë. Deze Wysgeer en zyn ftelzel ,IV. 167— 175- Tyger. Befchryving van den Tyger, I. 23, 24. Natuurlyke historie van dit Dier, UI. 146 148. Deszelfs vernieling, 322, 323. Wat de Vliegende Tyger betreft. Zie op dat woord. Tyrns, I. 162, 163. Putten van Salomo aldaar , 163 —166. v. Uilen; Die 'voor Toverhekfen gehouden worden, III. 246, 247. Befchryving en nadeelen van den Iloorntül, of Arend-uil, - . xi. 78, 79. Uitvloeizels. De wilde Ganzen fterven zo zy over zekere velden in Yorkshire vliegen,VI, 119. Doodelyke dampen in putten, kelders, enz. 158—162. Vuurige uitvloeizeis op het land uit zee,229,230. Uitwaasfemlng. Zie ook Dampen en Uitvin,;zeis. Hoe onze uitwaasfeming gefchiede door dc zweetgaten, XIII. 251—253. Hoe veel de middellandfche zee uitwaasfeme, - XVI. 240, 241. Ukraine. Algemeen berigt daarvan , XVI. 8, 9. Ulm. Domkerk aldaar, XI. 271, 272. Berigt van deze Stad, . . XII. 134, 105. U.iau  VOORNAAMSTE Z A A K E N. r,a, I7*w " - - XIII. 12. Upfal. Zwaare brand te Upfal, V. 36, 37. Univerfitcit aldaar, 37. Openbaare gebouwen, 48—50. Utrecht. XIII. 6. Lugtsgefteldhcid enz. in die Provintie, 30. De kerken te Utrecht, XIV. 43—47. Befchryving van de Staaten - vergadering , van het Hof Provinciaal, en van het Stadhuis, te Utrecht 96 103- Regeeringsyonn in de Provintie Utrecht, 150, 151. Geaartheid der Stigtenaaren, 256. Beginnende magt der Utrechtfche Bisfchop-'' pen, XV. 45, 46. Unie van Utrecht, 247. Vrede van Utrecht, in 1713. . 379. Uurtelling in Italië, - • X. 230, 231. Uurwerken. Gebrek daar van door water vervuld, II. 201. Uurwerk te Strasburg, VIII. 131, 132. Historie van de Zonnewyzers water - horo- Vrgies — Veer- en Slinger -horologies, XI. 251— 258. V 2  aa8 BLADWYZER dek V. Vaart. De beroemde Ladogafche Vaart, V. 180. Vaartuig. Vaartuigen van Bast, zie Schuiten yen Bast. Vaartuig om onder water te vaaren, door C. Drehell. uitgevonden, I. 306, 307. Indiaanfché vaartuigen , II. 201, 202. Zonderlinge vaartuigen, welken de Taïtiers weten te vervaardigen, XX. 278—281. Vaderland. Gunstig gevoelen der Samojeedeu voor hun elendig Vaderland, V. 323. Valken op de jagt tegen de Antelope gebruikt, I. 290. Groote Valken in Egypte uit hun aart tam , III. 16, 17. Valkhof. Befchryving van het Valkhof te Nymegen, XIV. 91 — 93. Valladolid. Koninglyk Paleis aldaar, IX. 105—107. Groote Plaats of Plein met sooboogen, 110. Falois. De ftam der Valois heeft veertien Koningen uitgeleverd, ... yill. 231. Varken. Zie ook Wilde Zv/ynen. Speen - Varkentjes in Biskaaije, als hondjes voor de Dames, IX. 43- Vos-  VOORNAAMSTE ZAAK EN. na Vasco Nugnes de Balboa, zyne historie in het veroveren van Zuid-Amerika, XVIH. 129. env. Vasten. Godsdienstig vasten uit fchaarsheid in Moskovie, V. 139, 140. Wyze van vasten in Kusland, 215, 216. Wcekelykfche vastendagen in Engeland, om de visfehery aan te moedigen, VI. 112. Vastenavond-vermaak in Denemarken , IV. 233 234. Vatikaan. Befchryving van het Vatikaan te Rome, X. 188 —191. Vee. Tegen Roofdieren bewaakt in Guinee, III. 289. Veelvraat in Nootwegen, IV. 118, 119. Befchryving van den Vuelvraat cn deszelfs geaartheid en levenswyze, . . XI. 66 74. Veehvyvery. De veehvyvery is op het eiland Taiti aangenomen, - - XX. 275. env. Veenaarile. Een zonderling bed van veenaarde—__ veenputtén enz, in Engeland, VI. 176—178. Onderzoek deswegen , - 180 —183. env. Veengronden in Holland en Turf-maaken oorfprong der Veengronden, XIII. 91—98. Veenbranden , - - 1973 i9s. P 3 Veer-  230 BLADWYZERder p'eerkragtige harst rart Caijenne. Verwonderlyke eigenfchappcn van deze zelf>ftandigheid welk gebruik de HeerMacquer dan- van heeft leeren maaien, - . XVIII. 196—201. Vel. Schubbetjes en zweetgaten op het menfchelyk Vel, door het Mikroskoop onderzogt, XIII. 251 — .-53. Veldmuis. (Zie ook Muizen ,) . X. 72 *">. Veld- rotfehj van Kamfchatka, - - L-aaSt Vendósme. Plein te Parys, - VIII. 170, 171. Venetië. De Cathedraale kerk van St. Markus te Venetien, X. 172. Het byfehrift van Sannazarius op Venetië, met dc vertaaling, 173. Het Palcis van den Doge te Venetië, 19S. 400 Paleizen, f;n 450 Bruggen enz. 199. Hoe de Doge de Adriatifche Zee trouwt, 233—235. Het karneval aldaar 235 — 238. Brug-gevegten, 238, 239. Zonderlinge huwelyks - gebruiken, - 230> Vcnetiaanfche Terpentyn. Wat cigénlyk zy? I. 65. Vernis - ziekte. De Vernis - ziekte is uit Amerika in Europa overgebragt; historie en bewyzen daarvan XVII. 84—115. De Franfchen onder Borgainville hebben waarfchyniyk de Venus - ziekte het eerstop het eiland Taiti gebragt, XX. 261—263. Ve-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Z$t Vera Cruz. Oud en Nieuw Vera Cruz; aanleg, ha. ven, koophandel, fterktc, - XIX. 23—25. Verazzani ontdekt Terreneuf, - XIX. o3. Verbranden. De Vrouwen in Indie plagten zig met de Iyken haarerMannen te verbranden, II. 224— 226. Verdraagzaamheid. Eene verdraagzaame fekte onder de Perfiaanen, II. 78"—81. Verdraagzaamheid in Rusland, - - - V. 221,222. Verfflanten. Berigt van eenige verfplanten inZuidAmerika, - - XVIII. 170—172. Vergasten, Hoe de Poolen malkanderen vergasten, XVI. 50. Vergift. Zonderling vergift in Camboja, II. 178, 179. Vreeslyk vergiftige brandnetel in Abysfynie III. 328. Vergift van beeten van zommige dieren in Barbaryë, 164, 165. Historie van William Olivier, te Wendfor , die zig van een vergiftigen Adder liet byten, en zig door Olie genas, 165— 168. Hoe het adder - vergift werke, 170, 171. Vergiften hoe op het bloed werken, XIII. J229— 231. env. Berigt wegens het Maniok vergift, en proeven .daar mede - en wegens Woorora vergift, beiden in Amerika , XVII. 66 ■— 80. Eene zonderlinge vergiftigende plant, Manchinel genaamt, in Zuid-Amerika, XVIII. 183,184. Vergift in Noord-Amerika, dat den Wilden bekend, P 4 eu  132 BLADWYZER de*. en vry gemeen, is, en dat niet dan na een langen tyd zyne uitwerking doet zonderling gevat deswegen, XIX. 220—224. Zie een berigt van verfcheiden wonderlyke vergift boomen in NeordAmcrika, 282—386. Het hout en de vnigt van den Mancelim'er boom bevat een zonderling vergift, en de pylen, met het fap van dezen boom beftrceken , behouden zeer veele jaaren hunne vergiftige eigenfehap, . xx>07 Iel< Vergiftige dieren zyn er niet op Ierland, VI. 113. Verhcvelingen. Opmerkelyke lugtverhevelingen in Engeland enz. VI. 227. env. Zie' ook 237. Vergrooting. Hoe veel het Miskroskoop van Wilfon vergroot, . . XIII. 215. Veikouytdfieiji. Zonderlinge Verkouwdheid in Frank5& * - VIII. 74, 75. Ver lakken. Wat het Japansch verlakzei zy ? II. 285— 287. Vermiljoen is de Cinnaber tot poeder gebragt enz. XX. 137. Vermond I. Koning van Spanje in 789. IX. 191. Vermond II. Koning van Spanje, - IX. 197. Vermond UI, Koning van Spanje, « IX,ioS. Vernis. Japanse!) verlakfel. Zie Verlakken. VCT'  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 2jH Vernuft der Dieren. Zonderling overleg van de Koeijen, Geiten en Steenbokken, XI. 65, 66. Van de Muizen, 72, 73. Zie ook Natuurlyke ingeving der dieren. Verona. Oud Amphithcater aldaar, X. 214, Verrotting. De Suiker is een kragtig middel tegen de verrotting, - - XX. 129. Verfnilles. Befchryving van bet koninglyk Paleis aldaar, VIII. 137—146. Tuinen, 142—146. Bezorging van Water, - - 147. Vtvr.fpiUing in Denemarken, - IV. 217—219. Verftecning. Een zonderling verfteeud kind, IV. 181, 182. Verfteenende aarde, VI. 169, \~q. Verfteeningen van visfehen, bladen enz. oT derzelver indrukzels op Steenen, 179. Onderzoek deswegen, iüo—1E3. env. Verfteenende beek in Opper»Auvêrgne, VUI. 71. Verftecning van planten en dieren onder de aarde, XI. 112—117. Verftecning is dikwils maar omkorsting ge. fehiedt door vuur en water Stalaclites of druipfteenen in Holland Tuiïleen—1—vcr- ftcende deden van menfehen eu dieren Reu- zenbeenderen in Holland vogelen visfehen doornen van Roggen plantge- wasfen —- donderfteenen, XIII. 175—197. Vervolging om 't geloof in onze landen , XV. 187— J?9. p-5 m>  S34 BÏ.ADWYZER dbx Verwen. Die konst is in groote volmaaktheid inPerCe' * • ï'* Vefuvius. Vorige en tegenwoordige Haat van den Vefuvius historie van deszelfs uitbarstingen van de oudfte tyden af, . X. 105 121. Vet. Waarom de Wilden in Amerika zig met vet befmeeren, - XVH. 347—349- «1 XIX. 105. De Suiker belet het vet te fchciden, en vette lieden moeten daarom Suiker gebruiken, XX. 126— 123. Vetter-meir. Zie Wetter-meir. Vezelen door het Mikroskoop onderzogt , XIII. 240—244. Via Jppia. Berigt daarvan, - - X. *i6. Via Flaminia. Berigt daarvan, . X. 216. ViSoire. Plein te Parys, - v VIII. 171, 172. Vier Natiën. Het Collegie der vier Natiën te Parys, Vlll. 168, 169. Vigogne. Eene foort van Schaapen ïn Zuid-Amerika tot Lastdieren gebruikt, kleiner dan de Lama, XVIII. 226 -231. Zy verfchafferi Bezoaids , ald. 230. Vikaris van het Duitfche Ryk, . XII. 27. Vincennes. Koniriglyk Paleis, VIII. 150 152. Vincent. Bezitters en voortbrengzels van bet eiland St. Vincent, - - - XX. 39. Vin,  VOORNAAMSTE ZAAKEN. a»5 Vinvisch. Befchryving daar van , IV, 26, 27. Virginie. Algemeen berigt van Virginie in Noord. Amerika Naams - oorfprong, XIX. 60—62. Virgula Divina. Zie Wigchelroede. Viriatus, herlteller der Spaanfche vryheid, tegen de Romeinen; zyne historie, IX. 164—166. Visch. Goud- en Zilver -visch , zie dat woord. Wat den visch Stella Arborescens genaamd, aangaat zie op Stella Arborescens. Lancellui Egelyisfchen Stella Marina, enz. zie op die woorden. Visch in de Groenlandfche Zeen, IV. 34. Over deBeerviscli. Zie dat woord. Visch in Noorwegen, IV. 127. Op Ysland, 140. env. Monfteragtigc visch van eene ongelooflyke grootte in Nortbumb?rland gevangen, VI. 12S, 127. Eene andere op het I eiland Thanct, 127. Door welk middel de viaich in het water ryst en daalt, XI. 186—183. Kan lang zonder lugtlceven, 194. Omloop des bloeds door de vinnen en ftaatten van kleine vischjes, XIII. 234, 235. Schubben der visfehen, voor het Mikroskoop, 289 — 291. Visfchen verftcend onder de aarde, XI. nö. In heet water lecvende f 147. Verfteende visfehen in Holland , Xlïl. 190 —192, Opmerkelyke visfehen in Zuid - Amerika, - - . XVHI. 276—287. Visfcher. Berigt wegens een Roofvogel op de An- tiUifche eilanden Visfcher genaamd. Hoe hy vischt en tam gemaakt wordt, XX. 150, 151. Vis-  «36 BT. ADWYZER der Visfcher - vogel of Louna, in China, II. 249) 250< Visfehery der.Groenlandéren, - iv. 79-^-83. Visfehery van de Belluga voor de Kavejaar, Vr. 282. Visfehery in Engeland aangemoedigd door weekelykfche vastendagen, VI. 112. De Terreneuffche yisfchery, zie op dat woord. Visfehery der Nêderlandèren — Kabbeljauw, Zalm, enz Haring-visfehery Walvisch - vangst, XIV. 264 — 277. Overvloedige visfehery op de kusten van Juan Fernandes eiland, XX. 203, 204, Vist. Zie Noordvist. Viterbo. Heete bronnen digt by die Stad, X. 135. Vitriool. Sulfer, Vitriool enz. in Zweeden, V. 29, 30. Deszélfe aart eu eigeafëhappen Olie van Vitriool XIII. 153, ,54. wat natuurlyke Vitriool 's ? foorten —. wat door konst verkregen Vitiioolen, XI. 102—104. Vitrioolagtig water wcerftaat verrotting ; — gebruik, 104 106. Vlaa-appel. - . ra, 389, 390. Vlaanderen. Xllt. 8, 9. Lugtsgeltcldheid ald. 34. Grond ald. 35. Vlas. Teelt van Vlas en Ilennip, VI. 135 139. Vleermuizen in Indië, II. 151 —153. Zeer groote Vleermuizen, vliegende Katten genaamd, op Cornco,294. Vledcrmuis is een viervoetig dier,XIII. 238, 239. Vleesch  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 137 Vlcesch. Vleesch-vezelen. Zie Vezelen. Vleugelen der Infekten voor het Mikroskoop . XIII. 28(5—288. Vlieg. Wat de Gehoornde Vliegen betreft. Zie op dat woord. Vliegen. Verbaazend veele, en van eene byzondere zoort, in Guinee, III. 247. Veei en lastig in Lapland, IV. 273—■275. Vzeren Vlieg die rond vloog van Regiomontanus, XI. 253. De Inwooners van St. Domingo maaken een glanzig fap van de lichtende Vlieg, waarmede zy zig befmeeren, XX. 12. Vliegende Kuiten. Zie Vleermuizen. Vliegende Tyger. Befchryving van een Amerikaan sch Infekt met zes vleugelen, dus genaamd, XX. 210, 211. Vliegenvanger. Zie dc historie van eene foort van kleine hagedis op de Antillifche eilanden, Vliegenvanger genaamd, zeer gemeenzaam, zelfs op de tafels, - . XX. 157—159. Vlinder. Van vier duimen vlugts in Barbarye III. 153. Vloed. Zonderlinge vloed by de riv*ier der Amazoonen, .... xvui. 301—303. Vloerjleenen. Hoe onze roode en blaauwe vloerfteenen gemaakt worden, - XIII. ur, 112. Vlooi.  £SS BLADWYZER der Vlooijen. Vogel - vlooijen , XIII. 259. De vlooijen door het Mikroskoop befchpuwd derzelver natuurlyke historie, 264—268. De vlooijen zyn zeer menigvuldig in Noord - Amerika, XIX. 397. Voedzel. Zonderlinge voedzel s in Kamfèhatka, I. 244—246. en 280. Voedzel der Groenlanderen, IV. 71 — 73. Voedzel in Noorwegen, 200, 201. Voedzel der Laplanderen, 305, 306, Voedzel van de Rusfen, V. 202, 203. Berigt wegens het fterk voedend poeder van den Heer Bouébe, XIX. 292, 293. De historie van S. Chilton, die zeer lang,flaapende,zonder voedzel leefde,XX, 175 179. Voet. Kleine voeten der Chineefche Vrouwen , II. 344- e" 353. Vogels. Zie ook Watervogel. Vogel van Diomedes. Zie CataraSla. Vogel. Carlos -vogel. Zie dat woord. Vogel van Amadavat. Zie Atjiadavat. Vogel. Zie ook Gevogelte. Vogels van eene verwonderlyke fehoonheid, I. 28. Vogelen gelyk bloeisfems, II. 149. Hoede Indiaanen water-vogels vangen, 202, 203. Vogels in Barbarye', III. 15°—156. Vogels van zes voeten langte, 245, £J6. Vogels in Groenland, IV. 36, 37. Derzeiver mest maakt aarde ald. Gevogelte in Noorwe-  VOORNAAMSTE ZAAK EN, 239 wegen, 124—127. Vogelen zonder ey voortgcteeld, 184, De Soland - ganzen laaten een hunner wagt houden terwyl zy flaapen, VI. 50. Zie ook Trekvogels. Het vernuft der Trekvogelen is verwonderlyk, XIII. 51—53. Verfteende vogelen in Holland, 188—190. Ydere foort van vogelen heeft haare vlooijen, 259. Opmerkelyke vogels in Zuid - Amerika, - XVIII. 249—269. Vogelnesten in Cochin - china; derzelver gebruik, II. 150, 151. Volkano. Daar zyn zeer veel volkano's in China, II. 278. Verfcheiden brandende bergen op de Indiaaufche eilanden, 420, 421. Oorfprong van de vuurfpuwende bergen, X. 125, 126. Gen [luk brandende grond ter zyde van een der Appenynfche bergen andere plaatfen in deze bergen, die vlammen vertoonen, X. 126, 127. Hol,dat brandende ftof uitwerpt, - . 134. Volhynii is -zeer vrugtbaar, . XVI. 8. Volftrekte Regeering. Zie Desptïismus, Volterra. Byster zwavelagtige bron by die Stad, X. 135, 136. Voorteken in eene rivier, ■- VI. 230, 231. Voortteeling. Fabelagtige voortteeling der Groenlandfche Eenden, IV. 36. Hoe de voortteeling van planten, menleken , en dieren geschiede? X11L  240 BLAD WYZER der XIII. 24i-—251. De verwonderlyke voortteelin» van de Philanders, Opposfum's, Marmofa'sj en de nieuwe ophelderingen , welke de lieer 15ajon daar aan heeft hygebragt, XVIII. 202—214. Verfcheiden treffende voorbeelden van fterke voortteeling van menfehen in Noord - Amerika , XIX. 2i9—231. Vos. Befchryving der Vosfen in Noorwegen, IV. 117, n3. Vreede. Overblyfzcls van den tempel aan den vreede toegeweid te Rome, - X. 205. Vredehandeling in 1607. in de Nederlanden XV. 283. Vrouwen. Derzelver bezigheden in Kamfchatka, I. 256. Haare dragt enz., 257. Gebruiken , 267. Vrouwen in China, II. 344 en 357, 358. Vrou- ■ wen erven niets van haare Mannen onder de Uurken; III. 61,62. Bullebak in Afrika om de Vrouwen in onderwerping te houden, eene foort van leevende Afgod, 237—240. Vrouwen in Zwceden, V. 54. Vrouwen in Rusland, 203 — 210. Voorrcgr.cn der Vrouwen in Engeland, VII. 77, 78. Vrouwen in Spanje, IX. 156. De Vrouwen in Polen, XVI. 51, 52 en 53. De klecdy, het gedrag en de ftaat der Vrouwen in Turkyë , XVI. 335—34°> De Turkfche Vrouwen genieten vee. vryheid , 353 , 354. Waarom de Amcrikaanfche Vrouwen geen hair aan de Natuffrlyke deelcn heb ben ?  Voornaamste Z A A S E N. m ben ? XVU. 231. env. Karaïbifche Vrouwen , 176—178. Amerikaanfclie Vrouwen in het alge. meen, 243. env. De Wilden in Noord - Amerika verruilen hunne' Vrouwen over en weder onder malkanderen, - » XIX. 119, Vrouwelyke Ridderorde in Oostenryk, XII. 85 86. Vrugtbaarheid. Wat de vrugtbaarheid der menfehen of de voortteeling, aangaat. Zie op Voortteeling. Vryheid. Welke Vryheid in ons land plaats heeft, XIV. 225 , 22ÖJ Vuurige verhevelingen. Zie Verhevelingcn. > Vuurfpuwende berg. Zie ook Polkano. Vuurfpuwende bergen in Siberië, - 2^ Vuurfteen. Zilver en Gouden vuurfteen, VI. 172. Vuurfteen is Zwavelftcen; - XI. 100, 101. Vuurvlieg, U. 149. Daar zyn op de Amerikaanfcbe eilanden Vuurvliegen, by welker licht men leezen kan ook in Italien, XX. 206, 207. Vyfvoet of Stella Marina. Zie dat woord. Vygen. Hoe de Vygen door de Caprificatie tot ryp. heid gebragt worden? i. 66 — 69. lndiaanfche vyg, Ui. 329. Pifang-vygen, . 338„ XXI. Debl. Q. WaaU  BLADWYZER dex W. Waalfche Kerk. Derzelver Synoden , XIV. 187— 190. Waarzeggery, der Laplanderen, IV. 300 303. Wacht. De Soland-ganzen houden wacht, VI. 50. Wal der Pitten. Zie eene befchryving van den wal der Pieten, of den wal der Saxen, door de Romeinen Valium Barbaricum, Pratcntura, en Clufura genaamd, en derzelver overblyfzeleu. VII. 1 — 7. Wal van Adrianus en Wal van Sint /Elius, in Schotland, - - VII. 2—6. en 13—1^ Wales, Algemeen berigt daar van, VI. 98, 99. en 101. Trekvogels aldaar, 116, 117. Oudheden aldaar, VII. 26 — 28. Des konings oudile zoon is 'er Prins van inkomften van dat Prinsdom, 57- 58. Wallachye. Berigt wegens de Moldaviërs en Wallachyërs, - - XIJ. 242. Wallis. Het verblyf van kapitein Wallis op het eiland Taiti, en zyne berigten van het zelve, XX. 222. env. Wal-  VOORNAAMSTE Z A A K E N. t43 Walliferland. Berigt wegens het zélve, XII. 207 209. Walrus of Zeepaard. Befchryving daar van IV. 27, 28. Berigt daar van waarde der tanden, V. 334- tPalvlsch. Voordeden - Soorten — Kenmerken en befchryving Geaartheid ——. Wal- visch-vangst • Traan, enz. IV. iS—26. en 30—32. Walrus, zie op dat woord, Vinyisch, zie op dat woord. Zwaardvisch, vyand van den Walvisch. Zie Zwaardvisch. Noordkaper, Cachelot, Sperma Ceti, enz. zie die woorden. Nadere byzonderheden van den Walvisch , 12!—130. Historie van de Walvisch - vangst der Nederlanderen, - - XIV. 271—.277. Waniba. Koning van Spanje in 672. kort berigt van zyne historie, - - IX. 135. Wandluis. Slingering in derzelver vaten - De Wandluis kan zeer lang lecven, XIII. 237. Warasdin en Warasdynen. Berigt daarvan, XII,245, 246. Warmte. Zie ook Koude. Felle koude en groote hitte in Rusland, IV. 123. Onnatuurlyke warmte in 1528. enz. in Frankryk, en nadeelige uitwerkzcls daar van, VIII. 75,76. Hoe warmte en koude op het bloed werken, XIII. 239, 240. De warmte is onder gelyke breedten, minder in AmeQ_ 2 rika  »44 BLADWYZERder rika dan in de oude waereld, XVII. -47. env. rje bevolking bevordert de warmte, . 51. env. Wsrfchau. St. Jans Kerk en Paleizen aldaar, XVI. 31, 32. Pest aldaar, in 1708. - . 37. Wasch. Verzameling daar van in Guinee , III. 282, 283. Wasch-boom. Berigt wegens het Wasch- of Smeerboompje in Louifiana en deszelfs teelt; en boe men dat Wasch behandelt om 'er kaarten van te inaakcn, . - XIX. 272—282. Water. 't Welk de boomen verfchaffen, II. 416 ,417. Water uit de aarde opkomende in York, VI. 224, 225. Zie ook 239. Medicinaale wateren in Frankryk, viii. 03, 64. Verfleend water in Auvêrgne, 71. Veelheid van water in Holland, XIII. 196. Water-keering, zie Dyken. Helder water in zee voorfpelt in Noord - Amerika een Orkaan, XIX. 213, 214. Water - beweeging in dc Aardbeving van 1755. IX. 83—86. Waterkevers. Hoe die lugt fcheppen, XI. 181. Waterleidingen te Cairo, III. 125, 126. Waterleiding van de Karthagiuenzeren , 212,213. Andere oude waterleidingen in Algiers, 212 214. Waterleidingen der Romeinen te Rome, X. 211. Wa  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 24? Water rare van Kamfchatka. Befchryving daar van T. 240, 241. Waterval de Zalmfprong. Zie dat woord. Waterval in Noorwegen, IV. 159. Waterval by Gotten- burg, Onpeilbaare diepte, V 35, 36. Op- merkefyke watervallen in Italië, X. 140, 141. Watervallen in Duitscbland, XI. 148, 149. Zie eene omftandige befchryving van den verwonderlykcn waterval van Niagara in Noord-Amerika, XIX; 200 — 209. Berigt van eene andere zonderlinge waterval in het zelfde waerelddeel, in NieuwYork, . . xiX. 209,210. Watervloed. Zie Overftrooming. Watervogels. De Watervogels en de Bevers hebben olie klieren of zakken om hunne huid voor het water te befchutten, .. V. 126, 127. Waterwerken van Marli. Zie Marlt. Weede. Teelt van de Weede in Engeland, en gebruik, - . vi. 132, 133. Weder. Voorteken van flegt weder als de Goyler verfchynt, VI. 61. Het weder wordt door de bergen voorfpeld, . . XI. 122, Weefkonst. Zie Weeven. Weegluis. Zie Wandluis. Ween. Zie lluen. Q 3 TPte.  «4* BLADWYZER be r Weenen. Domkerk aldaar, xi. 26.6 268, Keizerlyke brug aldaar Keizerlyke Bibliotheek Twee merkwaardige zuilen, 282—284. Vrecde van Weenen in 1735. . . XV. -87 Weeshuis by Halle, - . • jji. ^ Weeyen. De historie van het Weeven, VI. 251— 257. Weg. Akelige wegen in Noorwegen, IV. 156—158, Verbazende weg van Petersburg naar Moscow, V. 180, 181. Verbazend llegte wegen in Amerika door der Spanjaarden verwaarloozing, XIX. 216— 219. Jl'eiien. Hoe die aangelegd en onderhouden moeten worden, xiii. 75 — 84. Weilanden al te goed in Ierland, ... yi. jij. Wel. Opmerkelyke Wel of Put te Orvieto, X. 201. Weldaadigheid. De Wilden zyn uittcraart weldaadig en mededeelzaam, om dat zy geene rykdommen Hebben, ..... xiX. 116. Wenfeslav.s. De eerfte Koning in Polen in 1319. XVI. in. Werktuig. Voortreifclyk werktuig om zyde te reeden in Engeland, ,. . VI. 257, 558. Wersten in Rusland, - v. 234, 235. Wcs-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 247 Westerfche eilanden, (onder de Orkadifche) berigt' van dezelve, VI. 10—32. Zeden, gebruiken, bcftaan enz. - • - 82—96. West -Indifehe Compagnie. Historie van de Nederlandfche West-Indifehe Compagnie. XIV. 3°7— 314. Westminstcr. De Abdy kerk aldaar befchreven, VI. 28ó—288. Paleizen aldaar, 289—292. Verdere befchryving van Westminster,; den Towr, debrug van Londen, enz., - - 293 — 296. Wcstphaalfche kreits. Algemeen berigt daar van , XI. 24—26. Nader berigt Luik Mun* fter Osuabrug Paderbom Gu- lik Berg enz. - XII. 12?—148. Westphaalfche Vreede. Zie Munfterfche Vrcede. Wceienfehappen. Sterke zugt tot wetenfehappen onder de Perfiaanen, II. 61—63. Hunne weinige geleerdheid, 63 — 71. Egypte was van ouds de Zetel der wetenfehappen en geleerdheid, III. 56—61. Wetten inKamfchatka, I. 254. Wetten in oud Egypte, III. 132, 133. Weiter - meir of Vetter - meir in Zweeden , befchry» ving daar van, - - V. 31 — 34. Wey van bloed, - - XIII. 235. Q 4 Wiex  248 BLADWYZER der Wier. Hoe onze dyken van Wier, of wier riemen gemaakt worden ? t XIV. 105—iop. Wierook. Befchryving van den Wierookboom, den Wierook, en deszelfs gebruik, I. 41—43. wie, rook en Myrrhe in Moravie, - XI. 85. Wigchelroede. Voorgevens wegens de Wigcheiroede om Mynen te ontdekken, - . XI. 100. Wilden. Berigt wegens de Eskimaux, deAkanfans, de Wilden van Terreneuf, van Labrador, van Kanada, en verfcheiden andere Wilden van Amerika, XVII. 154.—170, Aanmerkingen van den Heer de Buffun, over derzelver kleur, 173—178. Hunne gebruiken , taaien , herbergzaamheid , zwelgzugt, luiheid enz. in Amerika, 303—317. Hunne wapenen, 318. 319. Waaraan men hun gebruik van menfehen te eeten en re offeien moet toefchryven, 319-— 33ö- Hoe zy de oude en gebrekkige lieden behandelen, 337—340. Hoe zy zig mismaaken en verfieren, 340—351. Hunne Dokters, Priesters of Tovenaars, 351—355. De Wilden van Brazilië zo als zy nog tegenwoordig zyn, XVIII. joi—112. Waare dog akelige afbeelding van de Wilden, 112—114. Zeer wilde volkeren in 't land van Magellaan, 115—127. Zie een berigt wegens de onderfcheidene wilde volkjes in NoordAmerika, en van dc landen , welken door de Engeifchen aan dezelve overgelaten zyn, XIX. 87—96. De eerfte ontdekking dier Wilden j en de Staat , waar  VOORNAAMSTE Z A A K E N. 243 waar in men hen vondt; . hunne taaien,oor. logen, gebruiken, karakters, enz. XIX. 101—141. Eenbyzonder verilag wegens de Natches,die , fchoon wild,onder verdrukking leeveu, 111—-114. Uiterfte ruwheid der minst gevorderde Wilden, 131, 132. Wilde Geit. Zie Geit. Wild-'Zwyn. Tajaeu genaamd. Zie op dat woord. Befchryving van het Wild - Zwyn in Spanje, IX. 4!-43. Wilgen worden tot fpys, en de bladeren als thee, gebruikt in Kamfchatka, . I. 245. Willem. Historie van onzen Graaf Willem de I. XV, 85, 87. Die van Willem de II, - , XV. 92—94. D:c van Willem de UI, • - XV. 102—103, Die van Willem dc IV, - . XV. 103 —104. Die van Willem de V, . - XV. 105—106". Die van Willem de VI, - - XV. 120—125. De Prinfen van Oranje van dezen naam, zie onder Willem I. Willem II. env. Willem I. Graftombe van Willem I. in de Nieuwe Kerk te Delft, XIV. 34—36. Willem 1. Prirts van Oranje , zyne historie , XV. 209 252. Zyn voordel van 't land te verbaten , 233. De Hooge Overheid 0. 5 aan  • 3o BÏ.ADWYZER der aan Willem I. cvpgedraagen , 251. Dood van Willeml, , - - . 252> Willem II. Tot zyns Vaders opvolger benoemd XV. 299. Hy trouwt met Maria, 302. Hy volgt .zyn Vader op, 304. Hy belegert Amfterdam. 306. Zyn dood, . .. . . „o8i Willem III. Wordt Kapitein General, XV. 332. Hy wordt Stadhouder, 340. Moord der de Witten 345 — S49« Verandert de Regeering, 349. Het Stad. Jjouderfchap erflykverklaard, 352. De Geiderfchen bieden hem het oppergezag aan, 353. ny evl jja. riaop den throon van Engeland ,360. Zyn dood. 371: Willem lil. in Engeland,VH. 221. env. Zie 0011344. Willem Tel, maakt Zwitferland vry, XI. 310,311. Willebrord. Predikt het Euangclie. Bisfchop te Utrecht, XV. - 32. env. Wilfon. Hoe veel het Mikroskoop van Wilfon verSroot, - - . xill. 215. Winchester. Domkerk aldaar, VI. 280-— 282. Wind. "Regelmatige winden,MoufonsofPasfaat-winden in Indie , II. 103 — 105. De Pasfaat - winden in 't algemeen, 105—109. Welke winden, en hoe veel, in de Nederlanden regec*en ? XIII. °8 39. Over de Samie'1 of hectcn wind. Zie Samièl. Windroer. Zie Lugtroer. Windfor. Het Koninglykflot aldaar, VI. 301—305. Win-  , VOORNAAMSTE ZAAI? EN. '151 Winter. Winter - Taifoen in Peru, XVIII. 304, 305 \ Wmteranus Cortex. Zie Cortex Wmleramn. Winter-verbluf der Laplanderen, IV. 305 — 308. der Samojeiden , V. 321, 322. Zie ook Wooningen, Winter - vogels. Zie Trekvogel. Wisfelbrief op den Hemel, . If. 230> Wit Rusland. Berigt daar van, - XVI, 10,11. Witte Adelaar. Ridderorde in Polen, XVI.62,63. Witte berg. Hoogte van dien Berg, XI. 132—-134. Wittemberg. Het amp: van Beul is daar aanzienlyk, XII. 101. Wityisch . . . IV. 32. Wurtzburg. Het flot Marienburg aldaar, XI. 290,' 291. Wol. Waardoor de Engelfcbe Wol beteren overvloediger is. Engelfcbe Schaapen naar Frankryk , VI. 251, 252. Wolle Fabrieken in Frankryk, - VIII. 90. Wolf. De wolven,en bet vangen daar van in Noor' wegen, IV. 114, 115. Jaarlyks plagten 300 Wolven in Groot-Brittanje als (chatting te moeten op. gebragt worden , VI. III. Befchryving van denWolf waar t'huis hoort deszelfs geaartheid , - - VIII, 16 —19. Wolga. Rivier, V. 119. Bevaaring van de wolga, V.  252 BLAD WYZER der V. 28(5. Geweldige ftroom , 288. Kavejaar - visch in dezelve, ald. Vrugtbaarheid aan de westzyde, 293. Wooningen. De wooningen der Kamfchatsdalen befchréeven, I. 255, 256. en 280. De wooningen der Perfiaanen', 338 — 340. Men ontvangt in China de bezoeken niet binnen in de huizen, 11. 317. Houten huizen in Japan, boe gemaakt en gemeubileerd, II. 318, 319. De huizen in Egyp. ten, III. 73, 74. Huizen in de Levant, 201 — 207. Zie ook Gebouw. Befchryving van de hulzen der Negers in Guinee, enz. 288. Der Groenlanderen, IV. 83,84. In Noorwegen, IV 202 204. Der Laplanderen, 306—308. Der Samo- i«den, ... v. 321. Woorora - vergift. Scbiclyke werking van het zei- ve ■ wyze hoe het bereid wordt, hoe het werke? men kan de dieren, daar mede gedood, eeten, men kan het zelfs in den mond nemen, is doodelyk aan pylen geftre- 1;e"> - " - - XVII. 73—Co. Wormen. Tusfchen vel en vlccsch in Guinee, II[. 227, 228. Lange Wormen in Perfie, ver- fcheiden zonderlinge gevallen van Wormen in Engeland, Lint-worm, 228 — 230. Wormen in de maag en ingewanden is eene gemeene ziekte in Zuid-Amerika, fpecifiek middel daar tegen, XVII. 125—129. en 233, 234. Opmerkelyke Wormen in Zuid - Amerika, XVHI. 291, 292. Wyk  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 25J Wyk te Duur/lede. Het (lot aldaar, XIV. 119» Wyn. Goede wyn in Barbarye, III. 176. Het vervaardigen en behandelen van den w'yn in Frankryk , VIII. 41—43. Zie ook wyngaard en druiven. De Mahomedaanen drinken wel wyn, XVI. 331, 332. Wyngaard. Natuurlyke historie van den Wyngaard. Voortplanting; behandeling — fnoeijen; inzameling der druiven; — wyn ; Vlll. 34—-43. De wynftok ziet men in Amerika, XVII. 36—38. Wyngaarden in Kanada, - XIX. 251, 252. Wysbegeerte onder de Perfiaanen, II. 66—68. De oude wysgeeren hadden veel van de Egyptenaaren geleerd, . . . III. 56—58. X. Xerxes. Zyne historie , , II. 42—46. V. Taws. Zekere gezwellen der Amerikaanen en berigt daar van, . . XVII. 123—125. Teraek. Zonderlinge gebruiken aldaar, I. 199,200. Terfey over JSieuw-yerfey, zie dat woord. Incas-fleen. Befchryving van den Incas - fteen, XVIII. 161, 162. Terk  a54 BLADWYZER de* Tirk. De hoofdkerk aldaar befchreven , VI. 27- —277. Oudheden van die Stad, VII. 7 iI0> Over Nieuw -york, zie dat woord. mergin. - - . XI. 136—i3g. Tsvaleyen der Alpen, - • X. 9%' Islani. Befchryving daar van, IV. 101,102.en 137— 144' en 154 —156. en 235—248. Tvoor. Zie ook Olyfantstanden. Yvooren kunstftukkcn te Koppenhagen, . IV. 190, ipi, tukatan. Berigt van deze Provintie van Mexiko, XIX. 19, 20. ïzer. In Glocestershirc, Behandeling daar¬ van, VI. 164—167. Yzer Steen, 169.. Eigenfchappcn van het Yzer, —— gezuiverd of StaafYzer, Staal env. - XIII. 172—-174. Z. Zoaivogt. Zie Mannelyk zaad. Zaagvisch of zwaardvisch. Zie dat woord, Zaccone. Een Bal rem • heester by Jericho ,1. 49,50. Zalm, met luizen gekweld, IV. 124. Wyze van teelen, 13», 131. Berigt daarvan, XI. 77. en XIV. 264, 265. Zalmfprong. Hoe de Zalm over dezen waterval fpringt, . - . vi. 12S. Zand.  VOORNAAMSTE Z A A K E M. tgt Zand. Zandbcddingcn in Holland, XIII. 91.. Verfcheiden foorten van Zand aldaar, XIII. 131—140. Afzanden van de Duinen , - ... Uitvinding daarvan, voordcelen, — hoe gefchiede, , gebruik van dit Zand, - . 133 i^0t Zandkorrel. Diertje binnen in een zandkorrel ontdekt, - . XIII 214. Zebra. Befchryving van dit Dier, III. 321, 322. Zee. Het water in zee by het eiland Nevis, XX. 8z, 83. Zee-distel. Zie Zee-Egel. Zee-duivel. Zie Rana Piscatrix. Zee-dyken. Zie Dyken. . Zee-Egel of Zee-distel. Een febelpvisch in Zuid- Amerika, zy voorzien de ftormen , XVIII. 279—281. Zeegebogen in China, II. 333, 334. Overblyffels van oude Zegeboogen in Frankryk, VIII. J73 175. Zeegewasfeu.Waarom geene wortels hebben , 1.45 ,45. Zeehtnden. Zeehondenvangst by Terreneuf, XX. 1515. env. Zeekalf of witte Haey, - IV. 141,142. Zeekat. Zie ook* Sepia. Befchryving van den Zeekat, . . • I. 243,244. Ze-  s56 BLADWYZER de* Zeekoe. De uitwendige befchryving van den Zeekoe, zy zyn levendbaarende, niet te verwarren met den Phocas, zy zyn Zeer zwaar, haare jongen , hebben vier of vyf duim (pek op het vleesch, enz. XX. 185—-I88. Zeeland. Berigt daarvan , XIII. 5. Lugfsgefteldheid aldaar, XIII. 28, 29. Verfcheiden byzonderbeden van Zeeland zyn in het werk met die van Holland verbonden, en onder dien tytel te vinden. Wat Nieuw Zeeland betreft, zie öp dien tytel. Zeeleeuw in Kamfchatka, I. 241 243. De historie van den Zeeleeuw uit Anfon's reize befchreven, hoe zy aan land en hoe in het water leeven, — hunne verwarde gevegten om de wyfjes, . zy zyn goed voedzel, . Xx. ,r<, l8s. Zeemagt. Berigt wegens de zeemagt van de Republiek der vereenigde Nederlanden, XIV. 230 233. Zeep, in China uit den grond opkomende, li. 275. Zeep-aarde, by Smirna ; hoe daar Zeep van gemaakt worde, 11. 63_7,. Zeepaard. Zie ook Walrus. Nadere aanmerkingen over de Zeepaarden, - - I 319. Zeefchulm, op het eiland Harries, een medicyn, VI. 63. Zee-fcorpioen, - . IV. 135,136. Zee-  VOORNAAMSTE ZAAK EN. tjp Zee-jlar. Veele overblyffels van dien visch in de aarde in Engeland, - VI. 183—.185. Zeevaart. Historie van den Zeevaart by de Engel, fchen, VI. 258 —205, Zee vogels. Hoe op de Orkadifche eilanden gevangen worden, - - VI. 77, Zeeworm. Befchryving en historie van dit Infekt, XUI. 56—60. De Zee-wormen zyn zeer menigvuldig in Amerika, — middel tegen de Zeewormen, - - XVII. 36a—365. Zee-zout. Berigt daarvan, XIII. 157—163. Zie ook Zoutkeet. Zcilfteen. Zie Magneet. Zenuwen door het Mikroskoop onderzogt, XIII. 245, n6. Zevenbergen. Historie, regeering, Godsdienst, In» wooners, enz. van dit vorstendom, XII. 239 — 243- Ziekten in de Nederlanden, XIII. 199, 200. Zilver Vuur/leen en gouden Vuurfteen, Zie Vuurfteen, Zilvermynen in Hongaryê, Hoe het Zilver verkregen wordt, ——. opbrengst in Saxen, XI. 96—99, zilverrayn op het eiland Argentere in den Archipel, waarom niet bewerkt, XVI. 184. Het zilver is overvloedig in Peru, hoe men liet fn zyn natuurlyken ftaat vindt 1 —— hoe het XXI. Deel. B, van  BLADWYZ E R der van.de andere meraalen wordt afgefcheiden?XVlit >55 — '58. Zilveraderen in Engeland, VI. 173. Zilver-glit. Zie Gout glit. Zifvcrmyn teKoningsberg. IV. I52. cu eldcis in Noorwegen, IV. 152 153. Zilvermyn te Sala in Zweedeh , V. 15. Z'Over y/oot. De Zilvervloot veroverd, XV, 297. Zi;.tuigen. De zintuigen der Wilden zyn zeer lyn, XIX 105. Zirhiilf.-r Zee. Befchryving van dit verba-zend meir', het meir van CdrnêöTe genaamd , er. ver laaring dér vcrïchynzelen , . Xt. 149—1=4. Zoethout. - . tl, 168.- Zomer. Schadelyke zomerwarmte in den Winter in 1528. env. In frankryk, , Vlll. 75 7G, Zondfc't'c tollen in Denemarken, - IV. 227, 228.- Zout. Natuurlyk zout in poelen in Guinee, env. II!. 275. Natuurlyk zout in Abysiynie, Angola, 349,-350. Hoe men liet aan de Kaap inzamelt , 350. Zoutmynen aldaar, 351. Zoutklompen in plaats van'geld, 354. Verbaazende hoeveelheid zouts, op het eiland Bosmaiiè by Aftra. can, V. 281. Het zout vergaderen enz. in Frankryk, Vlll. 103 —107. Uitvoer van zout aldaar, 107. Zout.voor Mesting in Polen , 107. De Schaapen in Spanje hebben op zommige landen zont nodig, pp andere niet, IX. 26, 27. Vicrderleic zout in Catalonie, - * IX. 63.  VOORNAAMSTE Z A A K E N. ïrj^ Zouten. Natuurkundisc befchouwing van de zouten , —— zuuTe zouten, vitriool, Alkalyn - zout, muur «zout, —; middelzout, —■ zoudkeeten befcueev^n enz. XIII. 152 — 163. Salpeter of Ste v, - mat en de :Jfs" éigenfchappen, gebruik en formaatie, Xlll. 163. 167. Zie-ook Loogzout en- Zout-mynen: Zout-bronnen in Cheshire, VI. 217, 218. Te Leamington, . . VI. 218, 219. Zoutkeet. Befchryving van de Zoutkeeten en de wyze hoe men het gezuiverde keuken-zout bekome, - - XIII. 157—163. Zoutmynen in Opper - Hongaryê, berigt daarvan , «Zoutblnemen. Km-k in de Myn, env. XI. 91 — ■93. Befchryving van de zoutmynen in Polen en de wyze hoe zy bewerkt worden , XVI. 15 — ig. Zoutwater • bronnen in Frankryk. Zie eene befchryving van die merkwaardige bronnen-, VIII. 66—70, Zuid-Jmerika.De Spaanfche bezittingen in het Zelve, XVHI. 2. env. Het koningryk Nieuw Granada. 3—34. Het koningryk Peru, 34—69. De Portuseefche bezittingen , 69—75. De Ncderlandfche bezittingen, 75—85. De Franfche bezittingen, 85 — 89. Lighaamsgcfteldheid , geaartheid en gebruiken der Zuid • Amerikaanen, 90 —128. Historie, 129—147. Delfftoffen, 148 —165. Aardgewasfen, 165—201. Dieren, 202—249. Vogels , 249—269. Water-dieren, 269—276. VisK. * fchen,  »6o BLADWYZERder , fchen; 276—286. Infekten, 287—-300. Na. tuurlyke zeldzaamheden, » 301—324. Zuiderzee. Hoe geformeerd is, XIII. 198. Zuidvist en Nnnrdyist, VI, - 20, 21. Zuigen. Hoe de kinderen, die niet zuigen, in Indië behandeld worden, II. 229. Zuigervisch of Remora. Befchryving daarvan, — In welken zin zy de Scheepen ophouden , XVIH. 281—284. Zuidzee - Compagnie in Engeland, berigt daarvan, VII. 99—101. Zuidzee-Thee of het Kruid van Paraguay. Berigt van deze plant en deszelfs algemeen gebruik, XVIH. '93 195. Zuiverproef wegens misdaaden in Indië, II. 234— 236. Zurich. Stadhuis aldaar, . XI. 312. Zuurzout. Deszelfs éigenfchappen, XIII, 152 enz. Zutphen. Hoofdkerk aldaar, XIV. 47. 48. Zwaluwen. Waar die 's winters blyven , XIII. 44. enz. Zwaanenjagt des Konings te Fredriksburg, IV. 133. Zwaarlyyigheid. Zie Dikte. Zwaard - orde. Ridderorde in Zweeden, V. 70. Zwaardvegers. Befchryving van deze kunst in Perfie, - - -I. 334—336. Zwaard-  voornaAMSTB Z A A K E N. 161 Zwaardvisch, een vyand van den Walvisch, befchryving daarvan, - IV. 2$, 49. Zwdbifche kreits. Algemeen berigt daarvan, XI. ij — 17. Karakter der inwooneren, naams- oorfprong, historie, — Godsdienst, — Regeering, enz. - XII. 101 —nr. Zwaluwen in Noorwegen, IV. 126,127. Samenkomst en vertrek der Zwaluwen, - VI. 116. Zwaluw.nesten in Chochin china, derzelver gebruik, II. 10, 151. Zwart. Onderzoek wegens de oorzaaken waarom de Negers zwart zy n , en proeve, hoe veele generaties nQodig zyn om die kleur te doen ophouden, XVII. 220—229. Zwarte - jlang. Haare kleur en gedaante, — vlugheid, valt zelfs de menfehen aan, — men fchryft haar 't zelfde betovefend vermogen toe als aan de Ratelflang, . XIX. 372—374. Zwavel. Menigte van Zwavel op Ysland, IV. 155-. Sulfer, Vitriool enz. Steen in Zweeden,V. 29, 30. Over het verzamelen van de Zwavel, kenmerken van de beste, XI. 101, 102. Gebruik daar van, 102. Éigenfchappen, verbindtenis met ander* zelfflandigheden enz. XIII. 169—171. Zwavel op het eiland Milo, XVI. i83, 189. Oorfprong van de Zwavel, • XVI. 192. R 3 Zwa-  stf! BLAD W YZER dbi Zwavelberg. Gmftandige befchryving van den Zwa. velberg op het eiland Guadaloupe, XX. 74—80, Zwavelbron in Lnncashire, VI. 216, Zie ook 228. Zwavel - erts. Zie Zwavel, Zweden. Algemeen berigt wegens het zelve, V. 1 —9. Dieren, 9—14. Delfftoffibn, 15 30. Bergen, Meiren, Wa ervallen en Bronnen, 3r — 36 Algemeene rampen en onheilen, 36, 37, Konsten en uitvindingen, 37—48. Openbaare gebouwen, 48—51. Zeden, wetten en gewoonten, 51—75. Staats-verandering en Regeering, 75—115. Zweet-ziekte. Befchryving van de Engelfche zweet- " ziekte, - - VI. 248—251. Zwelgkolken. Zie Kolken, Zwemjleen dryft op 't water, - VI. 150, Zwitfcrland. Algemeen berigt daar van , XL 53— 57. Beigen, 128—139. Oudheden in Zwitrerland, XII. 14-—17. Produkten van Zwitfcrland, XI. 264, 265. Karakter der Zwitfers , hun Heimwee, XII. 196—198. Regeerine en Godsdienst, 199—201. Krygswezen, 202, 203. Hanteering en beftaan, 204—206. Bondgenooien, Grifons, Wallifer'and , Neufchatel en Geneve, 2c6—214. St. Call-Toggenburg, Mublhaufen, 214—218. Historie van Zwitfcrland, 319—344. Zwynherten op Sumatra, » H. 394, Zr  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 2G3 Zyde en Zyde Manufactuurcn in China,II. 282—284, Verbeteringen in het behandelen der Zyde in En« geland, VIII 21—32. rie ook Zy wurm. Zyde -fabrieken. 4000 Getouwen zyn er te Lyons , —Verder berigt van het zyden weeven, env. VIII. 1 .87—90. Zyde - reedery. Voortrtflyk werktuig daar toe in Engeland , - - VI. . 57, 258. Zy worm. Befchryving van den Zyworm, deszelfs teelt en behandeling,fpinning; het verga leren enz. van de zyde; bereidingen, voordeden, oude historie , van den Zjworm enz. in Frankryk, VI,I. 21—32. Verbetering in het behandelen enz. der zyde in Engeland, 21- 32,.