ij i ALMANAK VOOR VROUWEN DOOR VROUWE N. 17 94»  Ex Libris  01 1071 65™ UB AMSTERDAM   ALMANAK. VOOR HET JAAR. 179*.  Met dit Jaar telt men ï Van de Schepping der Waereld .... 5743 Jan ren, — 1 de Zondvloed 403^ „ _ " de Geboorte onzes Heeren .... 1794 ,_. —— de Joodfche Jaartelling ..... 5554 - —* de Hegira of Turkfche Jaartelling . . 120S —— Zonnencirkel is . ; Ir Het Guldengetal • • O I)e Epatfla Tg De Zondagsletter B Septuagefima . . . . l6 Fcbr# j Vastenavond , . . . 4 Maart, j Paasfchen < „D ^pri :< Hemelvaartsdag ao Maiï Pinkfter • 8 juni i Advent 30N0V. De Lente, begint 20 Maartl — zomsr 21 Junij. "" Herfst . 22 Sepr. — Winter 2, rjeCt    JA NU AR Y, Louwmaand, heeft XXXI Dagen i O 3 4 5 7 9 10 ri 12 13 14 15 16 17 18 ' 19 20 21 22 23 24 25 26 27 23 29 1 30 1 3^ Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdsg Zondag Ma in dag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydsg Smurdng Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donde»dag Vrydag Saturdag Zondag Maandag D*r>gsdsg Woersdag Donderdag Vrydag N. jaarsdag. Duynk. Leypzig j', Doesb Ouden. j. Eyndhoven j, ThckTphorus. Drie Koningen, Kasfel s Omei j. Middelburg b. Parys j. Hyginius. Open yd. Kopper -Maandag, s Pontiaan, Patiliis. Bi u*£e j. s Antonius. s Pieier/loel. (L N. Jefus, Fa.biaanen Sebasr. .v zijniet* s [Sir eent, Oórfchot j. Antwerpen r>. s Pa & lus bekeer, Kortryk j. Tilburg j. Herenthals j, Emmerik j. Geersbergen p. Luyk j*. Nieuwe Maan , Woensdag den 1, 's avonds ten 11 uuren 59 minuten. Eer/Ie Oiiart, Woensdag den 8, tiamidd. ten 5 uuren 14 min. Folie Maany Donderd. den 16, 's morg. ten 3 uuren 52 minuten. Lnaifle Quart, Vrynasj den 24, voormidd. ten 9 uuren 5 min. Nieuwe Maan^ Vrydag den 31, vourmidd. ten inuiren4omin. zon- eclips. De Z on treed den 19 in /iqaam rlus of de Waterman, optea 8, order ten 4 uur.  F E B R U AR Y, Sprokkelmaand, heeft XXVIII dagen. x | 2 ! 3 4 5 6 7 9 io li 12 13 14 15 16 17 ïd 19 20 21 22 23 24 25 26 27 •8 2Jét/? 's morg. ten 7 uur 41 min. De Zon treed den 18 , in Art*s» of de i Ram op en onder ten ^ uur,-  APRIL, Grasmaand, heeft XXX Dagen." i 2 4 5 6 7 8 9 10 ii 12 1$ 14 15 ïó 17 28 19 20 21 o 2 23 24 35 26 27 28 £9 30 Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vryd3g Saturdag Zondag Maandag D ngsdag Woensdag Donderdag Vrydag Snrurdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Muyden p. s Franc. Wyk b. Zwol b. Dev. le« Hüdebertu% Vincentius. Jud'ca, Gron. p. Kuyl, Naaiden p. Wageningen p. 1 Embden Loen. p. Maarden b» Vianen b. Hos b. Palm • Zondag. Wyk j. Utregt pGorc. p. Weesp b. Woerden b. Witten - Donderd. Goede Vrydag, Vellen , Wyk b. * Paasfchen, 2 Paasckdag. Montf. Weesp b, s Jor. Alkm. p« Vooifchoten k. 1 s Mir. Lcyd. b. Arnh. Edam b. Qtaf. Opentyd. Buren p. Hilv. p. Montf., Weesp b. Hoorn* Mdii» b» Eerfte Quarl. Maandag den 7, 's morgens ten 5 uuren 41 min. Volle Maan, Dingsdag den 15, voormidd. ten 10 uuren 26 min. Laatüe Quart* Woensdag de.i 23, 'smoigens ten 1 uur 8 min. Nieuwe Maan, Dingsdag den 29 ,"'s ntmidd. ten 4 uur 19 min. De Zon rreed den 19 in Tau* rus, ,of de Stier, op ten 5 ouder ten 7 uur.  MA IJ, Bloeijmaand, heeft XXXI Dagen» i 2 3 4 5 6 7 8 9 10 li 12 13 14 15 lö 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woans.lag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag | Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag. Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag s Phil. cn Jac. Huift j. BenfcJi. b. f Vind. Amer. k. Mi/er. Hage k. Swar. k. Bod. p, s Jan Lat. Hage p. Purmerent P. Mich. op. Lis b. Wyk b. Amhem , Leerd.bt Jnbil. Yifeltt. k. Embden j« Maftr. p. Weesp b. Sneek j. Nim p. Lis b. Ubaldus. Torpes. Cantate. • Piudentiana. B-ernaidinus. Weesp, Zevenb.p. Heenvi., Soelni. p. Plnlippus Netius. Joanna. Vocem, f Dag, Gorcump. Joannes» Germanus. Ucmelv. Chrifli, Wasfenaar p#j Peuonella., Eerfte Quart. Dingsdag den 6, 's avonds ten 9 uuren 57 min. Volle Maan, Donderdag den 15, 's morg. ten 1 uur. Laaijle Otiart, DOfideroag den 22, 's morgtns ten 7 uur 44 min. Nieuwe Maan Donderdag den 29 , 's morg. ten 12 uur 56 min. De Z on treed den 20, in Gemini, of de Tweelingen , op ten 4 onder ten 8 uur*.  JÜNY, Zomermaand, heeft XXX Digcn. x 2 3 4 5 f> 8 9 30 li 12 13 14 15 16 17 18 19 20 ai 22 23 54 25 26 27 58 29 S0 Exait. Vianen k. Gron. Opm. p. Briel, Laren p. Gron., Delft p. Gron, Ouriew. p. Enkhuizen j. Vaftendag. Will. p. Pinkfter. Santv* k. 2 Pinkfleirlag. Harderwyk b. Qjiatert, s Bartu s Odul. Arnfr. io. Quat. s Anth. Quatertemper» H. 3 Vuldtgln Puttershotk p. Bom, Ryjisb. p. Hail. j. Loosdr, p. II Sacram. Dev.1. 's Grav. Viy. p. Ludow. Gonfaga. Bosk. Briel k. Vaftendag, s Jan Baptift, Ysfelmuyde p. Zwol leerm. Crefcens. Vastendag. sPet. en Paul. s Paul. gedenk. Eerfte Qtiart. Donderdag den 5, 's namidd. ten 3 uur 14 min. Volle Maan, Vrydag den 13, 's midd. ten 12 uur 58 min. Laatfte Ojiart. Vrydag den 20, 's midd. ten ia uur 30 min. Nieuwe Maan, Vrydag dsn 27, voormidd. ten iouurgómin. DeZoN treed den 20 \x\Can~ eer , of den Kreeft, maakt alhier den langfien dag. Zondag. Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingrdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag' Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Sauirdag Zondag Maandag  JUL Y, Hooijmaand, heeft XXXI Dagen i 2 3 4 5 6 7 8 9 io li 12 13 14 15 16 17 i8 iy 20 21 22 23 24 25 c6 27 28 29 30 31 / Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Heemff. Purm. p, Maria Vifitaf Gieten p. Mart. tran. s Bonif. Schied. ka. Lar. Woerd. k. Schiedam p. Leyden ka. Utr. lo. Geerrr p. Dev. k. Leyd. j. Soelmoi t p. Edam k. Vlisfingen k. Utr. k. Leyd. I. Apostel- fcheiding. Reynildis. Alexius. Edam p. Bernulphu?. llondtsd. beginnen* Gron. Klund. p. s Maria Mag dal. Deventer j. Vastendag, s 'Jacob. s Anna Hoorn Ie. Ker. Gouda k. Voorfchoten p. h artha. | Beemfkr bid. I s Agn. Bccn.il. ke. Eerfle Qiiart» Saturdag den 5 , 's morg. ten 8 uur 34 min. Volle Maart, Saturdag den 12, 's avonds ten io uur 55 min» Laatjle Quart. Saturdag den 19, 'snamidd. ten 4 uur 53 min. Kieuwe Maan, Saturdag den 26, 's avonds ten 10 uur 23 min. zon "eclips. De Zon treed den co in Leo, of de Leeuw, op ter 4 < r.* ds.r ten 8 uur.  AUGUSTUS, Oogstmaand, heeft XXXI Dagen. i 2 s 4 5 6 7 8 9 io ii 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31j Vrydag Zaturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Smiidag Zondag Maai dag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag \ s Pieters band. Portiuncula» s Steven Vind. s Dom'mic, Utr. p. Maria ter fneeuw. Trattsf. C!iU Wyk lootd. Domburg p. Vaftendag. s Laur> Hoorn ke. Grong. Leeuw. p. Waalw. p. Bols b. Rott. Ie. Hage ka. Vaftendag. Maria Hemelvaart. Munnikendam ke* 'sGravel. Zard. k. Hartjesdag. Lis p. Hondsdagen Eind. Rotterdam lootd. Rotterdam lootd. Vaüendag. s Bartholomeus. sLud' Rott. k. Rommel ke. Loenen p. s A'iguftin. sjah Onthoofding. Harlingen leerm. ■ Mi»yd. k. Naard. p. Eerjle Gaart. Maandag den 4, 's morg. ten 1 uur. 15 min. Volle Maan , Maandag den 11, 's morg. ten/iuir44min. MAAN ■ ECLIPS. Laat/Ie Ouart. Zondag den 17, 's avonds ten ro uur 33 min. Nieuwe Maan, Maandag den 25, 'snamidd. ten 12 uur. 43 min- ZON "ECLIPS. DeZoN treed den 22 , in Vïrgo , of de Maagd, op ten 5 onder ten 7 uur.  SEPTEMBER , Herfstmaand, heeft XXX Dagen. i 2 3 4 l 7 8 9 io ji 12 13 14 15 ló 17 13 19 20 21 22 23 24 25 26 27 23 29 30 j Gil. Muyden p. Gend p. Blok. k. Alk. j. Blok. b. Delftk. Schoonr. p. Eleutheiius. Abc. Montf. k. Maria Geboorte. Woikum j. Tertolen j. Rofendaal j. Terv. j. Leuw. 1, Valkenburg p. f Verh. Loen. k. Amfterdam lootd. Amfterdam lootd. Qtiat. sLamb. Gron- j. Leerd. p. Quatertemper. Qtsat. Vaftendag* s Matth. Amft.ke. Utr. Leeuw, p, Texel b. fch. Terfchelling b, Brskel p. Thiel p. Buren p. Maarfeveen k. s Mich. Gor. p. sllier. Kampen b. Eer/Ie Ouart. DLig.sd.ig tien 2, 's namid d. ten 4 uien 48 min. Volle Maan. Dingsdag den 9, 's namidd. ten 4 uuren 11 min. L.aatfte Qjiart, Dingsdag den 16, 's nior?. ten 7 u.iren. Nieuwe Maan, Woensdag den 24, 's morgens ten 5 uur. 14 min. De Z 0 N treed den 22 in Libra of de Schaal, op cn onder ten 6 uur. 1 Ma?ndag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag j Maandag Dingsdag  OCTOBER", Wynmaand, heeft XXXI Dagen i 2 3 A z, 6 7 8 9 10 Jt 12 13 14 *5 ió 17 j3 *9 20 tl 22 23 24 25 26 *7 28 cq 3° S< Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Suurdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag D^rderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag s Bavo, Thiel p. Goeree j. Wyk Ie. Leyden Ontzet, s Franc. Kuyl. p, AmÜelv. Lis k. Bruro. Weesp b. Alkmaar Ontzet, Schagen b. s Fidlor Edam p. Bosre zaturdag. Ooftz. Vian. k. Ny poort p. | Purm. Weesp b. Schoonhov. j. Doesburg b. Amersf. p Vian. b. $ Lucas Alkin. b. Heejysk.Loosdr k. Am ft. Haarl. vaik. slïrf. Weesp b, Vian. Woerden b. Naard. Gouda b. Haar. Schied. b. Leyd. Vlatird. b. Eib. Rheen k. Falie r.dag Amft.b. ' s Sim. tn jfud. Schoonh. VV'vk b. Deifc, Gouda b. Vaftcndag Gor, b. Eerfle Ouart. Donderdag den 2, 's morgens ten 6 uur,53 min. Folie Maan, ♦Donderdag den 9, 'smorg. ten o uur 49 min* Laatfle Otiart.Woensdag den 15, 's avonds ten 7 uur. 20 min. Nieuwe Maan, Donderdag den 23, 's avonds ten 10 uur 58 min. Eerfie Quart. Vrydag den 31, 's avonds ten 7 uur 7 min. De Zon treed den 22 , in Scorpi'j of den Scorpioen, < p ten 7. onder ten 5 uui.  NOVEMBER, Slagtmaand, heeft XXX Dagen. i 2 3 4 5 6 7 8 9 io li 14 13 ] 14 15 : 16 17 : 18 : 19 ! 20 < 2t ! 22 ! 23 ; 24 : 25 : 2ö' ! 27 :28 129 i 30 Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Dondetdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag. Saturdag Zondag Alderheil. Wyk b. Alderz. Vollenhij. Alkm. Arnh. b. Breda, Terg. b. Munnik. Schag. b. Gouda , Lis b. s Wilkbr. Bos b. Grol j. Punn. p. Salvatoris. Arnh., Hoorn b. s Maart. Weesp b. Mun. b. Rott. Ie. A!k«n. p« Lis b. Schied im vark, i Machutus. Sparend., Uytg.k. Gor. p. Arnh. b. Buyfen p. Gore. b. sElifabeth. Lis b. Delft vark, Maria prefentalie. sCec. Alk. la. Ciemens. Koorn,Schoorl b. s Cath., Velfen b. Mun. Vlisfing. b. Hoogft. Lis b. Bos b. Alkrn, !a. Faflend. Alkm. la I Ady. Befl. s Andr. Folie Maan, Vrydag den 7, voormidd: ten 10 uur 15 min. Laatfle (hian* Vrydag den 14. voormidd: ten 11 uur 48 min. Nieuwe Maan, Saturdag den 221 's namidd. ten 4 uur. 39 min. Eer/le Qtiart. Zondag den 30, \s morgens ten 5 uur 19 min. de Zon treed een 21, in Sagitiaritis of de Schutter, op , ten 8 onder ten 4 uur.  DECEMBER, Wintermaand, heeft XXXI Dagen i O 3 4 5 6 7 8 9 10 1 T 12 13 *4 li 16 17 18 ÏQ zO 21 21 ^3 21 2^ ï6 27 S8 29 50 Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dings iag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag i Woensdag s E'&y. Bos j. s Trancisrm. s Barbara. Sabb'is. s Nkolaas, 2 Advent, sAmbr. Maria Ontfang» Linns j. Melchiades._ Rodenburg ]. Jonchimsdal j. s Lucia. 3 Advent Rysfel j. Ton ge! veen j. Helmont j. Onat. Nam?n j. Wunibaldus. Quatertemper, 'ouatert. Faflend. 4 Advent s Thomas. rïalle bevaart. Yv°rde Vullem. Vafler.dag, Kersdag. 2 Kersdag, s Stev. s Jan Evangelist. Onnofele Kinderen. Thomas CanteJb. Savïnuoft en, 7vn en dus ook mede in onze Hollandje won * Te Paramaribo gelegen aan de Rivier Surtnamen, zal le/elve kunnen gezien en waargenomen worden. n^mbThaS morgens ten i uuren 56 minuten. Gehee^vërdiisterd 's morgens MiJMMJ0»* Het midden 's morgens ten 3 uuren 44 minuten. Het begin der verlichting 'smorg. ten 4 uuren 34 min. Het einde 's morgens ten 5 W-n 31 neuten. Da Zesde zal zyn aan de Zon buiten on« «sgj. den 25 Augustus namiddag ten iz.uurcn 43 ™nU'f£J welke Ecfips gering en flechta in de Ts natu de Noord-Pool zigtbaar zal zijn. Ver-  co VERTREK der SCHUITEN, SCHEPEN, POSTWAGENS, enz. Van amsterdam. Op Haarlem, gaar alle uuren een Schuit met Poort opc nen, tot »s avonds ten 8 uuren, buiten de Haarlemmer Poort, en dagelyks de Marktfibuit van »t Water bij dc Papenbrug, Op Leyden, alle morgen ten 10 uur een Kaag van de Overtoom, de Marktfibuit Zom. ten 5 en 's Winters ten 4 uur van 't Cingel bij 't Latynfche School, 's avonds de IJachtfilnüt ten 8 uur v*n de Beerebijt buiten de Vtrechtfi Pooit. En over Haarlem van waar een Schuit vertrekt ten S, 10, 12, i, z, 4, 6 en ir uur. Op 'sHage, alle midd. ten 1 uur van 't Rokkin, ten ? uut van de Beerebijt, of overZ^, va„ Waar eeil fchuit vertrekt na SHage, ten half 4, 6, 8, half n half 1 , 3 , 5 en half 7 uur. Ook rydt \* een PostJL' van ^/?. naar ',//^e en terug yan den ^ ^ 23 dito 's morg ten half 7. Van den 24 Febr. tot der» 2 Odob. 's morg. ten 6 uur. Van den 3 Ocïob. tot den 10 d.to 's morg. ten half 7. Van den zj oét. tot den ,5 Noy. ten 7 uur, Van den 6 Noy. tot den r4 dito tc  co ter, half S. Van den ij Nov tot den 14 Febr 'Smqr$, ren 9 uur (doch bij btfittn water rijdt 'er 'èmMi. ten 1 uur nog een Wagen. KB. Het Coroptoir der PostwaSen word geh. te Amflcvdam in deBeursfteeg, ïn?*H*& ©p 't Leyr.fche Wagenveer in 't Voorhout. 6p Delft, een Schuit op dezelfde uuren en van fcwtfda plaatfen als op »i Oj> Rotterdam', alle midd. tea ia öot een Schuit van 't kokkin ten 2 uur van de Beerebijt, of over XW/i, van vaar alle uuren een Schuit vertrekt. Ook over Gouda, fan waat een rijdt van de if Maart tot den 1 O*ob. «s «.erg. ten 6, 8, 10 en ta uur, >s rianttdd. ten half a. 4 en f uur. Van den 1 Oftob. tot den i4MaKt ,s moig. ten 7, 9 en 12 «ur, » namidd. ten haU 3 , 4 en 5 uur' . , op ta Maart, Apri!, Scpt. en Oftob «s morg. ten 8, en in Mai, Juni*. Jofl en Aug ten 7 me een Schuit. De Nachtfduüt \ geheele jaar avonds ten 8 uur van de Beerebijt, o.k alle dagen de Tter van de Pijpenmarkt. Op Sc-biedam, Ding^d. en Dond. een Schuit ten .« uut vant Kokkin, ten 3 «* van de Beerebijt, ook een Schuit ÓVer Rotterdam en XW/Ï. O» ove. M oF fator*- , alle dagen van de cferfte «" 'S to0* tC" 6 ** ï*l lcnd  C3) fcnd Water of nieuwe of volle Maan, en v,n de tweede Plaats «et't begin van de eerie en laatfte, kwartier der Maan, , morg. ten half 6, gaanje dagelyfcs een uu* £ tot , begin van , volg.de cerftc en'l^e awl op Jen Briel, ovevRonerJ** van waar alle d??en een Op Gomkhsm, 's Woensd »» m». i fiel blJ deLuth, N.Kerfc ofnvppi-r « ' w' ton 9 uur een Df Schuit gaat. Q/> Schoonhoven, alle 14 da<»eti JV j . ï 4 Zomers ten 6, 8 , n • « "ïja. 5 raidd. ten 3 uar eeH Schuiu * z Op  c 4) 0fl zdam over Buikfloot, Zomers een Schuit ten6, 9, s 3 en S mir, 's Winters ten 7, 11, ^, 3 en 4 uur. De aiUfchuit 'smid. teu . uur van de Texalfche Kltif. Op Monnikendam, met de Schuit op BUm. De Marktfchuit aom. ten 2, '« wint. 'smid. ten 1 uur van de Alkm. Scijger. op Hoorn onx Buikfloot, Zomers een Schuit ten 6, 3,9, ir 1 2, 3 en 4 ur.r en de Nachtfchuit met boomfluiten, 's Sinters de eerfte Schuit ten'7, en ten 4 «ut geen Schuit. Ook een Schip alle avonden voor Bcomfluiten van de Nieuwe Brug. Op MedenbUk* 1 Maand, en Dond, * midd. ten 2 uur een Schuit, van de Ni.uvven Brug, en Saturd. * avonds een Schip; of over Zoor*, van waar alle middagen een &*V*m> en dageli3ks een Marktfchuit vertrekt. Qp Zbuizén, alle avonden een Schip, of over Hoorn. fr» waar een rijdt, en voormidd. ten 9 en M uur een Zeil Schuit gaat, O, aUe morgen een Schip ten 9, en'S Maan,, „J ten 2 uur van * Water; of over Haarlem, van alle morgen ten 9 uuren een 2*<«*ti* tydt. Maand Woensd. en Vrijd. ten 2 uur Op Qr-mnente, Maana. w ut'au. eèn van de Haringpakkers Tooren. O* Broek in IVaurland, Maandag, Woensdag en Vrv- r dag  O) dag » namïdd; ten 2 uur een Schuit van de Texelfchs Kaai] of met de Schuit op Edam. Op Wanner en Wormerveer , Maand. Woensd. en Viyd ten 2 uur een Schuit van de Haringpafckers Tooren Op Zaandyk en de Koog,' op dezelfde d,gen en uur. Op Zaandam en aI,c uuren ?cn — ^ Haringpakkers Tooren. Op Burgerdam, Zom ten 8 m ^ ö ' om- ten 8, ro, 2 en 4 ^ ,s w^ ten io3 r en 3 uur, ook Zond. ten 1 nur een Schuit OpdeDiemermeer^nt., Woensd. en Vryd,, ten 12 uur een Schuit van 't Rokkin, by de Vis/teegOp Diemen en mm«hr«g, Maand, en Vrydag ten* een Schuit van 't Rokkin, bij deDoelenfluis. Op Naarden en Zomers Zond, ten 5, 7, l0 4 en half 6 uur; in de Week ten 6,8, ro/2 ' 4 e'n half 6 uur, 's Winter, ten 7, 9, n. * 2 m. . / ' ii» i) 3, en ƒ u:ireert Schuit, van de Princegragt by den Amftel. van waar bij toewater een P0««,a5c.« rydt. Op , van half Maart tot halfOftob. Zond :en5, I *. xo, half 3 en half 6 uur, in de Week ten 6, 9, half ' Zi HaIf4 e" ha!f 6 llur' W Oftob. tot half Maart Zond | ten 8 , 10 , half 3 en half s Maand, ten 3 OM van't Cingel, bij de Heifteeg een Schuit, of over Utrecht van waar dagelijks een Wagen rijdt. Op Ttfilflein, 's Maand. nam. ten 3 uur een Schuit van't Cingel bij »tLlt, School, en ten 6 nor van de Beereb. of over Utrecht, van waar Zooi. ten 3 en'» Wint, ten a uur een Schuit gaat. Oj> Arnbsin en terug, rijdt alle dagen een postw. Zom. éi  ( 7 ) ten uur. 's Wiut. met Poort openen tc Amfl. van h Cingel bij de Beulingüuis, of over Utrtèbt waar 'sm0rg; ten 7 uur een Postwagen rijdt. Op Nijmegen, aJle Woensd. een Van 't CltK gel bij de Luth. N» Kerk of over Utrecht van waar V morg ten 7 en 8 uur, ook van daar op Arnhem , va» waar voorra. ten 8 en nam. ten 2 uur Postwagens rijden. Op Harderwijk, alle avonden een Schip, een uur voor Boomfluiten van de Slijpftcenen Op Zutphcn en Deventer , over Harderw., van waar '3 morg. een Postwagen rijdt , een uur 11a het aankomen van de Jmfterdamfe Beurtman. ; Op Nieuwkerk, Elburg en Deventer, Dingsd. Dond. en Sa. tur.ag een Schip , een uur voor Boomfiuiten. Op Zwol, alle avonden een Schip, van de Oude Bru<* doch in Dec. en J3n. alleen Dingsd. Dond. en Saturd en' by b. floten water een Postwagen van 't Weespcr Veld. Op Hasfilt, Zprners Maandag, Woensd en Vryd. , doch «s Wint. Maand, en Vryd. een uur voor 't luiden der Boomklok , een Schip van de Oude Brug, of alle avonden j met de Zwolfihe Beurtman. Op Meppelt, Steenuil en Bhkziel, Dingsd [en Saturd- * avonds voor BoomO. etn Schip, van de MeppelfcheStijger. Op Volkndoven, Dingsd. een Sehip (2ic mder JK^frJ |  gaat. Op Breda, alle Woensd. avond een Schip van 't Cingel by de Tooren, of over Gornichem of Utrecht f van waaralle jmorgen een Postwagen rijdt, . 0/  C o 1 Op Hemden, Woensd. avond een Schip van ft Cingelby de Bergftnat. Op Bergen op den Zoom over Rotterdam en Donrecht, a maal 's Weeks een Schip, Op >s Bosch, alle Saturd. avondzeen Schip,vandeCingel by de Toren, of over Utrecht, van waar Maand. Woensd Vryd. en Saturd. ' s morg. ten 6 uureeniW^srydr 0/> Texel, Dingsd. Dcnd. en Saturd. een Kaag, van de Texelfche Kaaïj, Op Brusjel, om de 8 dagen een Van * Cingelby de Toren. Op Duinkerken, om de 3 weeken een Schip van't Cingel , over de Bergftraat. Verders gaan alle Maandagen, wanneer het te Amsterdam groote Marktdag ij, nrfcheiden sor pschu iten, Meest, alle ten ta mt Van het Water, het Rokkin, den Auiüd, het Cingel en/. AAN-  C 10 ) AANKOMST der POSTEN te Amflerdam. Alle d a g e N van Haarlem , Leyden» den Haag, Tl otterdam en verdere Zuid-en Noordhollandfche Steden, Dorpen en omleggende Plaatzen, als mede van Texel en de Helde-, Zondag , van Duitschland , Keulen , Luik , Gelderland, Kieefsland, Emmerik, Munfter en Westphalen. Maandag, van Hambu g , Zweeden , Denemark. Poolen, 't geheele Noorden, Ereemen, Luik, Aken en Maaftricht. O.k geheel Ocstvriesland, Groningen en Öyerjbifel. Dingsdag, van Vrankrijk , Spanje , Portugal , Braband, Vlaanderen en Zeeland, Woensdag, van Ital. Buitschl. Luik, Aiten en Maaftricht. Donderdag even als Zondag, als mede van geheel Vries, land, Groningen en Overysfel. Vrijdag, van Vrankrijk, Spanje , Portugal, Hamb. Zweeden, Denemarken, Tooien, 't geheele Noorden, Breewien, Luik, Aken, Maaftricht en geheel Oostytledand, V E R  VERTREK der POSTEN Van Jmfierdam, Van het Generaale post cojviPTOin/op de Voor. burgwal, achter het Stadhuis, Alle avonden , op de Helder, Texel en t VIie ten half uur. Op Zuidholland , Utrecht en de Generaliteit Steden ten 8 uur, doch op 'sHage, Haarlem en geheel Noordholland ten half 9 uur. Zondag, Dinsdag en Vrijdag, op Maaftricht , Luïfc en Aken, >s avonds ten 8 uur. Maandagen vrijdag, opZedand rnetfcLandpost, '.avonds ten 8 uur. Dingsdag en Saturdag, op Groningen, Campen en DeVenter, 's avonds ten half 8 uur. Dingsdag en Vrijdag. Op Italien, Duitschland, Keulen, Bergsland, Gelderland, Cleefsland, Emmerik, de Oostzee , Rusland , Poolen , Pmisfen en Siieilën , ■'s middags ten 1 uur. Dingsdag en Saturdag. Op Hamburg, Zweeden , Denemarken, 'c geheel Noorden, de Oostzee, Pruïifeh, Poolen, Kleficn, Hanover, Bronswijk, Nkufcurg, Oostvriesland «n Overjsfel, 'S avonds ten half 7 uur. Maan'  Maartdag en Donderdag. Op Portugal en Spanje;»* avonds ten 8 uur. Maandag en Donderdag. Op Vrankrijk , *s av. ten half 9 uur. Maandag, Donderdag en Vrijdag. Op Braband, Rijsfel en Fransch Vlaanderen, s'avonds ten half 9 uur. Dingsdag en Vrijdag. Op Groot -Brittannien, sVonds ten half 9 uur. Op America, over Vrankrijk , de eerllc Donderdag in de maand, 's avonds ten half 9 uur. VERTREK der. POSTEN van Lcyden. Alle avonden op alle Zuid- en Noordhollandfcbs Steeden, »t Sticht van Utrecht, BrcJa, *s Bosch, Geertruidenberg en Zeeland ten 8 uur. Dingsdag en Vrijdag, naar Gelderland, Venlo, Kleef, Brcslau, Guiik, Mafyte. Keulen, Munfter en WeStphalen »s mor;;, ten 11 uur. - Op Lotteringen , Zwitzerland , Geneve , Piemont , Hesfen , Lunenburg , Saxen , Mark. brandenburg, Pomeren , Pruisfen, Dantzig , Poolen, Rusland, SileCën, Bjhemen , Hongaiijen en alle Oostenrijkfche Landen, als ook cp Zwol, Benthcim , Embden , Opstvriesland, Lingen, Oldenburg, Breraen, Hamburg, Lubek, Holftcin, Zweeden , Denemarken enz. 's n.-di.  C 13) midd. ten 12 nur. - Op Braband, Vlaanderen, Henegou. wen en verdere Oostenrijke Nederlanden, Bergen op Zoom , Steenbergen en Vrankrijk namiddag ten half l uur - Op ^geland, Schotland en Ierland, >s Bosch , Maaftncht. Lurk, Aken, Luxemburg, Limburg, Narnen, Sedan -en verdere Steeden in Champagne, als mede opOverysfel, Vriesland, Groningen, Drenthe en Twenthe , 's avonds ten half 10 uur. Donderdag op Vrankrijk , S?1nje , nam. ten half r uur Saturdag, op Zwol, Bentheim, Embden, Oostvriesland * L.ngen, Oldenburg, Bremen, Hamburg \ Lubek , Holitem, Denemarken, Zweden en verdere Noordfche ge westen, 's midd. ten 12 uur. - Naar Overijsfel, Vries, land, Groningen, Drenthe en Twenthe, 's avonds ten half io uur. VER,  C T4) VEHTHEK d e r POSTEN. Van 's Gravenbage. Alt-E avonden op alleSteden van Zuidholl. Zeeland. .SBosch. Breda. Geerttuidenb. endeProv van Utrecht s'av. ten 8 uur. Op Amtt. en geheel Noordholland ren 9 uur, Bingsd. en Vrijdag, op Geldcrl DuitschL Pool. Hongarijen, Boheerr.en. Zwiteerl. Ital. en Turkijen . s midd. ten 12 uur. Op Grootbrkt. s'av. ten 10 uur. Dingsd en Saturdag. op Vriesl. Gronïng. Overijsfel en Embden s'av- ten 8 uur. Op Denemarken en Hamburg, s'midd; ten 12 uur. Zond. Dingsd. en Vrijd. op sBosch. Maastr. Emdhov. en Tilburg, s'av. ten 8 uur. Dingsd. op Vrankt. Brab. Vlaand. Bergen op Zoom. Steenbergen, de Willemftad , enz. Donderd. op Spanje en Portugal. AANKOMST der. POSTEN in i' Gravenbage. Zond. en DmkriM Duitschl. Denemark. Zweeden f?ool. Hongarijen Zwitzerl. en Gelderland. Maand.g. Vrijd. uit Hamburg, enz. Dingsd. en Vrijd. uit Braband en Vrankrijk. Woensdag uit Duitschland. Italien en Zwitzerland, Vrijdag uit Spanje en Poitueal. Uit Engeland r.aar de Wind is,  VERTREK der. POSTEN van Rotterdam. Si» 5* & 7 £ o, ^i(u. 4 tuge. Uord. en verdere 7.lirfk^u c - -t bieder brief een fluiv. gegeven worden. Maand en Vrijd. m op Hamb. nuts Amfierd. Maand, en 7W*,v*. Savonds Qp ^..^ ™«fc fff** Dond. en s'av.opBraband enVIaaruL Dingsd. en Fr/*/, s'av. op Grobtbrittanien Dingsd. en rw/rf. op geh. Duitgchl. Pruïsf ' m r-oi. rusi. zweed. Dcftcmraorg, teil Dingsd. Donderd. en Vrijd. op Ponu,aI en g doch iWo tot Antwerpen. AANKOMST der POSTEN ïe Rotterdam, Ai,le morcen ^An:fterdam5HaarI.sHage.Dord en verdere'Zuidholl: Steden. ec««ord. Fooi. Rusland, Zweed. Denen, ita!. en ZwitzeT Dingsd. en r«>*. uit Vrankrijk, Bra5 en V! 1 Dingsd. en Satnrd. uit Hamburg; Uit Engeland naar de wind is, HET  HET LUIDEN der POORTKLOKKEN. Van Jmfterdam. >t verlangen. '* verkorten. 'smo.i's cv. 'smo. s av. Den 2" Tan. half 7 .halfs Den 8 Ang. half 5.half 3 SFebr. 6 5 *5-— . ..SI, 7 24 . half 6 half 6 9Sep half 6 half 7 14 Maart. 5 6 21 half 6 ö Cb 5 half 7 13 Oa. 6 half 6 10 April, halfs 7 21 ~ half 7 5 22-— halfs half 8 öNuv 7 half 5 7 Maij. 4 8 Van 7 Maij tot 8 Ang. blijv. de Poorten, tot's av. half io. uuren ^^""jj^ARLEM en ENKÏ.1UIZEN. *t verlangen. 't verkorten. 'smo. 's av. i'smo 's av. Den 8Tan. ialf 7 half 5 Den26Tulij. 4 8 iFebr. 6 5 14A118 4 balf 8 33 6 half 6 zz ■— half 5 half 8 23 . half 6 half 6 29 half 5 7 4Maait, half 6 6 laSept. 5 half 7 j* 5 6 25 1 5 6 j8 5 half 7 1 Oei. half 6 6 1 April half 5 7 10 half 6 half ö — tialf 5 half 8 18 0 half 6 «o - 4 half 8 25 ■— 6 5 1 Maij. 4 8 joNov. half 7 5 20 — half 4 half 9 12 — half 7 halfs 30 1 7 halt 5 *Dec. 7 4 De Groote Ho»?, Zl/l en Kennemer Poorten zyn alle avon den tot 1 r uur open . en de Spaarivoiider tot het aankoomen det laatfte Trekfchuit. Elk der Poorten kan men na xi uur, voor 30 Stuïy, doen openen,  MENGELINGEN m PROZA in P OË ZIJ,   W„ hebben het genoegen onzen geëerde L«eresft„ by den aanvang van dit Jaar, weder een kleine verj meling vaa ProZa-en Dichtten in die Jaarboekje an eb den ^ ^ ^ geheel even behagen «1 * bet voorige. w , «gen tevens 0M2en bartehjken da0k aan die ^ en weldenkende die ons mot de vernuftige irwZ anhaareniDgVag: dendbe,d bhjven onderlïèanen. terwijl het oDS bijzon«er aangenaam zalzijn, wanneer zij> dit, f**,* fteed, achtervolgende, W meer en «odema, ftukjes geHeveu te vereeren, die rechtreek* fegencht zijn op de beoefening der Vrouwelijke plichten ,a alle die gewichtige bcttrtkinfiCB , waarin wij dooy  door de Voorzienigheid gefteld zijn; om dus dit ona Werkje, van tijd tot tijd , meer en meer te doen beantwoorden aan het oogmerk, dat wij ons, bij den aanvang van hetzelve, hadden voorgefteld. Wij hoopen onze Leezeresfeu die hierin eenig belang {tellen, geen ondienst te doen met de nadere en uitgebreide ophelderingen op de Regelen ter ligchaamlijke opvoeding der Kinderen, die wij in de voorleden jaare beloofden, hier voor een gedeelte te plaatfen. Veele ftukjes, die wij door de kortheid van ons beftek, dit jaar moeten agter wege laten, hoopen wij in een volgend jaar te plaatfen. Wij verzoeken de ftukjes voor den laatften Julij 1794» te mogen ontvangen. r ss wis. J« DOLL»  E L V I S. E AAN E L 1 Z E, Durf, als uw hart, Mevrouw! aan waarheid hulde zweert, De laatfte lettren eener zuchtende onfchnld leezen; >k Heb wel den ramp op aard, doch't veinzen nooit geleerd, De oprechtheid bleef mijn deel, fchoon tot ellend verweezen.- Ellze' eens konde uw ziel EtvUES taal verdaan , Eens durfde ik, onbefchroomd, mijn lot u toevertrouw en „ Eenmaalboodtgiimeoprech^uitlield^uwvriendfchapaan,, >k Mogt eenmaal foitxzfe een zielvriendin aanfchonwena Dan nu - nu alles wijkt - fluit ge ook uw hart voor mij U . . *Moet echter, fchoon 'tmij grieft, mijne onfchnldu vertooOpdat, wanneer ik fterf, des tasters vlóêkharpij, Cnea Mijn nagedachtnis bij de vriendfchap niet zou hoonen.* Heb ééns, flechts ééns bemind; men mint Hechts ééns op^ Mijnhartftondtopenvoor'tgevoelderre^eMe,£<«rf| CO  f a ^ 'kVoiult deugd en fchoonheidin mijn'boezc-mvrieadgepaard,Zij waaren 't die mijn borst, voor zulk een» minnaar, griefde.. Mijn' ka rel, altijd groot, altijd zijn plichtgetrouw, Scheen, hoe de nijd ook fmaalde, een engel in mijne oogen; 'kHad nooit één oogenblik van mijne keuz berouw 5 Zijn hart hadt op mijn hart een onbegrensd rermoogen. De min fchonk ons, elk uur, een nooit voldaane vreugd5 Ml) fmachtsa '« tJikBeti dikwerf, langs den rand eens afgronds heengeleid; :Doch 't overwicht der deugd decdt mij den val vermijden !- P.lijn' minnaar was mijn hare, ook van die zij, bekend ; Hij heeft mij nimmer, door onedle drift,beledigd; 'Zijn ziet fcheen , in mijn oog, aan zuivre min gewend; i Nooit wierdt gevallen deugd in karels hart verdedigd!- Helaas! hadt ook de trouw zoo fter'< zijn hart bekoord „ fHadt ook ftandvastigbeid zoo fterk zijn ziel doen blaaken; Nooit hadt zijn oor 't gevlei der ontrouw aangehoord, I Geen goud zou hem denflaaf der laagfte baatzucht maaken.. Hoe ? .. 'c goud ? .. ja 't goud, elize ! onttrok hem aan mijn Hij zag const anti a, , en - haar te groot vermoogen; (hart; En, na dien tijd moest ik, met onverdraagbre fmart, : Eerst 't uitftel van onz'echt, toen zijnen trots gedoogen! Mijn teêrheid wierdt mïskend,mijn kiesheid wierdtgehoond, Hij dorst mijne armoè, met een ftapel goud, trotfeeren; Ik zachte en zweeg, vriendinldochwietdt met fmaad beloond; : Geen traan droop op zijn hart - niets deedt hem wederkeeren; Mijn fierheid gloeide in 't eind , 'kerkende al mijn waardij, [ Ifc wist dat deugd alle'e'n mijn erfdeel was op sarde; Doch, Tc wist ook, dat die deugd, hoe ook miskend zij zij, ! Een edler fieraad was, dan 't goud van eene onwaardel »k Ging karels hoogmoed met een grammen blik tekeer; I Hij slimplachte ea vertrok, om » nimmer weêr té kcomen; A a O-x  C4; O.n nimmor!«. Ach.'mijn hart aanbadtden wreedaart teerj Moest hij zijne harrvriendin met jammren overftroomen ?.. Naaaw was die minnaar aan mijn tedre liefde ontvoerd, Of'k zag mij door elk een, zelf van mijne ouders, hoonen, Elk waande ik hadt door trots mijn eigen heil beroert, Elk waande als hadt hij recht mijn minnaar te verfchoonen. Zelf- en zie daar een dolk die mij den doodfieek geeftZeif poogt de laster mijne deugd verdacht temaaken; Elk roept dat karei, reeds mijne eer beledigd heeft, En hij, nddientriumph, zijn liefde eerst dorst verzaaken ! Elize! . ,6't is genoeg; 'k ben van mij zelf vold.mii; Godkentmijne onfchuld!. .ach! kondeik dien man vergeetcn, Doch 'k zie met fiddring vaak mijn hart • mij n teerheid aan, In weerwil van een Hem, die mij mijn plicht doet weeten; Dan, fpoedig heeft mijn oog zijnlaatlle traan gefchreidj Was 't immer misdaad trouw aan de eerfte min te weezen ? Is liefde in ons een deugd?.. zoomoet die tederheid JNTochde onftandvastïgbeid noch hoon voor menfehen vreezen, Misken mij niet, Vriendin! in mijne droefFenis, Heb deernis met een hart, dat zuiver dorst beminnen; Dat trouw blijft aan zijn eed, fchoon 'tfnood verhaten is, Eu breng u zomts die trouw, als ge aan mij denkt, te binnen! - o kg, E L-  (S) ELV1RE AAM KAREI» Jüicht Natuur of - gromt de Donder? Kt rel! ... ach mijn lijdend hart Ondervind een bange mengling Van gevoel - van vreugd en fmart!;;. Alles - alles, in 't gefchaapne Voedt mijn wrangen boezempijn • Alles zucht tot uwe elvirb; Gij m*et ongelukkig zijn! Nergens, waar ik 't oog ook wende, Groeit e'e'u bloempjen op mijn paJ, Nergens vind mijn oog een plekjeu, Dat mijri hoop - mijn weusch omvat Heel de waereld, dierbre karei,, Schijnt mij toe een open graf, En mijn aanzijn, droevig aauzijn, A 3  CO Is ma een ohverdraagbre irrafj ... Dikwerf zet mijn geestöntroering Mijne ziel tot wanhoop aan, 6, Dr.n fmacht ik , vruchtloos - angftig, Slechts naar e'inë - e'e'ne traan! Ec'ne traan die mij ver'igte, Die mij troofte'ja 't wrangst verdriet; Dan, helaas! mijn waarde KAREI, 'Zulke traanen ween ik uiet! . ,. Minnaar • Ouders - waarde' panden * Liefde en vriendfehap vloden heèu, 'Jt Heb niets... ach! niets tot troost behouden, Daii 't gevoel . . 't gevoel alléén! . , , 6 Mijn hart - mijn treurig harte Snakt de ontbinding vrolijk toe; Lang reeds was de droeve eivirs Haar gefoltert aanzijn moê' .... K a r e l ! ... ach• ... miskent, vergeeten; Zoo vernedrend is mijn lot Ook van u miskent , vergeeten ; Ook vau karei.! Groote God.' O K O. CLOE  Dis tfomr A en die mij, even als mijn vader, hartelijk liefhad, in den eigenlijken zin bedorven. Van do Natuur begaafd met eenige bekoorlijkheden, verheng. de men zich hierin, en het was door herhaalde loftuitingen, dat ik reeds vroeg trotsch en latdunkend V. ierd. Men begreep*) dat mijne ontluikende fdioonhcid mij ontwijfelbaar een grooten rang sönde bezorgen. Mijn opfchik wierd verre boven mijne fland uitgebreid, en men liet mij alles toe wat ik begeerde, Werkelo.is leefde ik daar heen. Van 't eens vermaak naar 't ander zwevende , kreeg ik een walg van alles wat i> 3 vrouw*  (22) vrouwlijke werkzaamheid heette. Het kon niet misfen of zulk een levenswijze ondermijnde het vermom gen van mijn vader; het verdriet van in mijne opvoe» ding zo deerlijk misgetast te hebben, zijn verminderend fortuin, deeden hem in een kwijnenden toeftand vervallen , en ileepten hein fpoedig ten grave, Befchouw mij nu in dien gevaarlijken tijd van 17 ja* ren, zo opgevoed als ik u zeide, overgelaten aan het bellier cener oude vrouw, welke mij in alles mijn verkiezing liet volgen,- een Voogd, dien ik moet vervloeken, en dien ik bij God aanklaag als de tweede oorzaak mijner gevolgde wandaaden - befchouw mij in dien tocrtand, en ik weet, dat uw hart meer medelijden dan verachting zal gevoelen! Van tijd tot tijd kreeg ik minnaars; dan gedurig verwachtende, dat mij een aanzienlijker lot zou te beurt vallen, wees ik ze met trotschheid van de hand: Eindelijk deedt 'er zich een op die mij geviel. Schoon niet rijker dan de anderen, had hij een los en bevallig voorkomen, en verftoiidde kunst om zich wel te doen gelden, en de vrouwen, aan haare zwaklle zijde te vleijen. Ik beminde hem, en meende op het tederst van hem bemind te worden; dan helaas.' het was louter fchijn, de huichelaar lag bet allsen toe op mijnen ondergang. Hij moest reizen rooi  (23 ) voor zijn comptoir, eu na zijne terugkomst zou Jee wij ons verbinden. Eenigen tijd voor zijn vertrek wist hij mij zo te vleijen met uaanen en met eeden, dat ik, die geen mistrouwen kende, mij aan zijne tederheden overgaf. Hij vertrok ouder de duurde betuigingen van eene fpoedige terugkomst. Mijn toeftand wierd nu treurig. Trotschheid was tot hiertoe het eenigst beginzel, waaruit ik handelde, en nu was ze ook de eerfle die mij mijne vernedering deedt kennen,. Elke dag viel mij een jaar. Geduurende de eerde maand kreeg ik brieven van mijn kar el, hij fcheen niets te'ademen dan ware liefde; ik beantwoorde ze op een gelijken toon, en volgens de infpraak van mijn hart, want ik beminde waarlijk; fpoedig wierd ik de gevolgen mijner onbedachtzaamheid gewaar in de ontdekking mijner zwangerheid < Hier van gaf ik den verrader kennis, hij hield nog een poos aan met veinzen, wenschtezich zeiven en mij hier geluk mede, verzocht mij naar eene gefchikte wooning uit te zien, en hoopte haast te rug te komen. - Mijne grootmoeder ging deze mijne omHandigheid na aan 't harte, zij wantrouwde meer dan ik , doch verborg hare vrees. - De brieven , welke ik ontving, waren niet meer zo menigvuldig, en geduuiïg van aaeer afgelegen plaatfen; eindelijk ontving ik'er B 4 een,  «en, die mij duidelijk het geheel famenwecffel van zijne boosheid open lag, en toen ik dien ontving, was liij reeds naar een ander gewest vertrokken ! . Jlij raadde mij met het overfchot mijner bevalligheden mijn voordeel te doen - Mijne woede was op ditoogenblik onbëfch'rijflijk, dan niets baatte mij. Nu wilde ik mij in vertwijfeling van het leven berooven, danjweder vervloekte ik mijn verleider. In 't eind, de oude Vrouw , die mij bad zien geboren worden, zag mij nu ongelukkig, raad. pleegde mijn voogd, en eenige rechtsgeleerden, dan 'er was niets aan te doen. Onder den last des ouderdoms en der rampfjJöeden verloor ik Mar, die door hare onkunde mij den weg tot tegenheden geopend had Ik zag liet tijdftip naderen, dat mij Moeder zonde doen worden. Mijn toeftand was ijshjk. Onteerd en op den nut t der geduchtfte armoede, wenschte ik te mogen fterven, ik had nimmer 't gebrek gekend, en wel fpoedig zou de getuige mijner fchande den last vermeerderen: mijne kleine bezitting was dóór mijne levens, wijs zeer verminderd, zo dat mijn voogd reeds zeide, dat dezelve naüwlijks toereikende zou zijn tot goedmaking der onkost/.n, die mijn'toeftand vorderde.Van hem, die nu nog mijn lot voor mijn volgend leven ia  ( =5 ) ïn handen had, moet ik u een fchets geven 5 verbeeM u,wat het uiterlijke betreft, een lang mager man, wiens gelaat zich gewend had om eenige geveinsde trekken van vroomheid en zedigheid te vertoonen; dan hijbezat ook niets meer in zijn gedrag dan alleen de vertooning. Hij, die eiken kerkdienst bijwoonde, altoos het woord Gods in den mond had, was een wellustige of een koppelaar, naar mate dit best met zijne gierigheid over een kwam. In den beginne had hij mij onbegrijpelijk uïtgefcholden, mij een vcrdocrweling genoemd, in 't kort hij deedt alles wat hij kon om mij mijnen toeftand ondraaglijk te maakenl Ik beviel van een zoon, en geduurende den tijd dat ik ia *t kinder. feed lag, had Ik allerleije gedachten over mijn toekomend lot. Mijn voogd was mij hatelijk. Ten toppunt van armoede, had ik geen toevlucht tot die bekwaamheden, door welke meenig een zich red, en een beliaan verzorgt. Vrouwelijke bezigheden had ik mmnier geleerd, ik was dus een onhandig fchepfcl, dat alleen geleerd had zich met haare fchoonheid en opfchik bezig te houden; dan wilde ik het btfluit neemen om,als ik herfteld was, de ftad te verlaten,"en te gaan dienen; zonder dat ik dus tot een of ander had beflottn, herftelde ik, en vond mijne fchoonheid niet B 5 v£ï*  (26) verminderd, in tegeudeei zei de fpiegel mij, dat de droefheid en kwijning mij andere en nieuwe bekoorlijkheden hadden gegeven. Eenigen tijd bracht ik nog door in befiuitelooslieid. Mijn voogd herinnerde mij geduurig op de hardde wijze mijne armoede. Eindelijk (lelde ik vast om, wijl ik mijn kind zelve zoogde, naar een dienst als minne om te zien. Ten dien einde vooizag ik mij vooraf van geringer kleeding en verruilde mijne prachtige klederen. Ach! had ik moedsgenoeg gehad om bij dit bcfluit te blijven, dan helaas!, de eerde dap was voor mij gedaan, de tweede drik was voor mij gefpannen, en, daar ik;gecn beginfelen van deugd had leeren kennen , daar trotschbeid alleen in mij was ingeboezemd, kon het niet nnsfen, óf ik moest gehoor geven aan alles wat mij toefcheen ïn daat te zijn, om mij van den vernederenden dap. dien ik ging doen, terug te houden. Den volgende morgen had ik vastgedeld, om in de geringer kleeding naar een geneesheer te gaan , en te onderzoeken of hij mij konde voorthelpen in mijn oogmerk» Bij de wieg zat ik te weenen over mijn lot: ik verbeelde mij, hoe zij, die mij voorheen benijd hadden, mij nu zouden befpotten of beklagen, Mijne kicdederen voor den volgenden dag lagen daar, die, welke    ( 27 ) ie ik uog aan had, waren hetlaatlle ovcrblijfzelmijner voorige trotschheid. Vader! Moeiler! (gilde ik, mijn handen wringende uit,) wie had dit ooit gedacht! In deze vervoering van droefheid opende men mijn kamer.1 Mijn Voogd kwam binnen, vergezeld van een vreemd heer, dien ik in de eerfte fchrik niet duidelijk befpeurde. Hoe (fprak de huichelatr) zo bedroefd! mijn kind? vergeef het mij, dat ik iemand bij u breng. Het is een braaf weldadig heer, welke uwe omftandigheden kent, die u wil bijllaan j maar wat zegt dit boeltje? (wijl hij de hand op de voor mij gefchikte kleederen lag ) lk bloosde om hem,in tegenwoordigheid van een derde,mijn plan mede te deelen, floeg de oogen neder, en begon op nieuw te fchreijen. Hij maakte gebruik vzn dezo mijne verwarring, en verliet het vertrek. De onbekende zat naast mij neder, poogde mij te troosten over mijne vernedering, prees mijne fchoonheid, en raadde mij mijzelven niet aan de droefheid over te geven. Ik bedankte bem voor zijne deelneeming, zag hem aan, en verwonderde mij over zijn fchoon voorkomen. Mijn arm hart, van troost en vrienden beroofd, want dezen hadden mij verlaten ,toen mijn lot was omgekeerd, en fchande en armoede mijn deel was geworden, verheugde zich, dat een enkele Ihaal van deelnee, roing  C 28 > fnuig op mij nederdaalde. Hij rees 0p. Vergeef het mij, dat ik heden onaangemeld bij u ben gekomen! Mejnfvrouw,dit zal niet weder gefehieden; maar mag ik hopen, dat het een en ander, dat ik u zal doen geworden, niet door u van de hand zal gewezen worden ? Toevallig vernam ik uw lot door uw voogd, immers zult gij mij een weinigje meer gevoel dan hij bezit, wel vergeven? Ik vroeg hem, aan wicn ik aeze weldaden verPlicht zoude zijn ? Dan hij bleef er bij dat ik dit niet zoude weten, voordat ik getoond had zijnen bijttand aan te neemen; Ik bleef dien weigeren. Gij wei-ert mij dan het zachtg evoel van wel te doen,en ncn uw kind aan de armoede te onttrekken? Vergeef het mij, dat ik n ben komen ftooren, en waneer u de tegeufpoed drukt, begrijp dan dat gij uw geluk zelve hebt omver geworpen. Dit zeide hij op een toon die treurig was, en vertrok op »t oogenblifc. Ach had ik hm nimmer weder gezien! Deze herinnering en mogelijk bec langduurig fpreeken hadden haar zodanig afgemat, dat zij m haar bed achter over zeeg,en eenigen ti|d in fiaauwte bleef liggen. Nadat zij weder bij kwam, raadde ifc haar om te beproeven of zij fh rust konde komen, en verliet haar. Haar lot gaf mij 2ecr ]ang ftyf tot nadenken, Kunnen  C29) «en ouders wel voorzichtig genoeg zijn fa de keuze van , hun , aan wien zij het bellier hunner kinderen overlaten, vraagde ik aan mij zeiven? Een kwalijk beftuurde kinderliefde lag den eerden grond tot hare rampen. Zij, die, ware zij anders opgevoed geweest , een gelukkig Moeder en Echtgenoote had kunnen zijn J hare kinderen tot deugd en geluk had kunnen opleiden, was nu in het uiterfte verderf ge Hort. Scbriklijk aandenken! Waarom toch , cecile, zijn >er zo weinige vrouwen , die zelden aan de plichten eener Bloeder denken, voor dat zij dit werklijk zijn ? Is het niet eene verkeerde kieschheïd , dat het tnehjt weinig nadenkt op de betrekking, welke op haar wacht? Kunnen wij niet het lot treffen, dat kinderen onzer waardde vrienden, waaraan wij de grootfle verplichting hebben, kinderen onzer naaste bloedverwanten, aan onze zorgen worden toevertrouwd? En dan mijn waarde, waaneer men nimmer bier over gedacht heeft en 'er zelden over denkt-wat wordt dan het lot dier ongelukkigcn, welke onze zorgen en alle onze oplettendheden verdienden? Ellende is niet zelden hun lor. Dan ik weet mijn waardfte, dat gij geen vijandin zijt van ernftige gedachten, en wanneer het lot van deze ongelukkige (gelijk ik mij verzekerd houde; u eves deck  C 30 ) fterk heeft getroffen als het Mj detdt; dan zan,et. dienen om ons beiden te Jeeren. Intusfchen dank ik God dat cl e on het genoegen heeft van wederom de redder der ongelukkiger, te zijn , en dat ik hem hierin behulpzaam kan zijn. Wacht welhaast het ander gedeelte dezer historie door de hand van uwe maria. AAM  C 31 > AAK CE NEDERLANDSCHE MEISJES. Jonge fchoonheên.' in wier boezem 't fijnst gevoel der teerheid blaakt; Zorgt toch dat een drift, zo edel, U niet ongelukkig maakt.' Beproeft eerst Nederiandfche Meisjes! Welk een' man uw hart verdient; Zijt oplettend in *t verkiezen Van een minnaar, van een vriend. Neen, gelooft niet dat de Min-God Op ons oog een fluier fpreidt; Waare liefde, uit deugd gebooren, Schenkt ons louter majesteit! Doch, hebt gij een hart gevonden, Dat uw hart voor 't zijne erkent; Volg dan fchroomloos zulk een neiging En getroost u alle ellend j Min-  c 30 Mïnnefmarten zijn de fpooren- Tot oprechte Iluwlijks trouw, Liefdetraanen zijn de zuilen Van 't gelukkigst echtgebouw! Treed dan, oufchuldvolle harten ! Vrolijk deze loopbaan in; Liefde alleen toont u de grootheid Vati des Scheppers fchepflen min» • Doch, 't moet zulk een liefde weezen, Die uw ziel verhellen kan, En die beantwoord aan de goedheid Van des Vormers waerdig plan,'t Moet een min zijn , die meer d'Eugel, Dan den brooze worm bemint, Die meer fchoon in zielen fchoonheid, Dan in 't fchoon des ligchaams vindt; JNleisjens! hoe de nijd dan lastert, Hoe gevoelloosheid u wraakt, Voelt ge, in '1 eind, hoe Min den flenliug Edel en gelukkig maakt' - Z.    (33) LODISA de COLIGNI. Wanneer men de gefchiedboeken van Europa met aandacht doorbladert, zal men bevinden, dat 'er geen land beilaan heeft, 't welk, naar evenredigheid van deszelfs grootte, zo vruchtbaar geweest is in 'c voortbrengen en aankweeken van uitmuntende mannen, als ons Vaderland, dat zich met recht beroemen mag, in desze!fs fchoot te hebben opgekweekt, zo wel deedelIte Helden, die, 't zij met oen'of degen, zich kloekmoedig in de bresfe fielden ter verdeediging van de dierbaarlle belangen hunner Landgenooten, als de fchrauderfle Veruufcen , die door hun doordringend verfland, verheven genie, of begoochelend kunstvermogen, de eer en luister van hun geboorteland bij de uabuuren verbreid hebben. - Doch was ons Vaderland de wieg en bakermat der dapperfte enfcbranderflémanG «en,  (34) neu, liet kan geen minder roem draagen op eene aanzienlijke rij van doorluchtige Vrouwen, die, door haare buitepgetnecne fterkte van ziel of fcherpzinnigheid van Vernuft, zich hoven haare Kunne verheven, en de andere Sexe op zijde geftreefd of zelve overtroffen hebben. -Ten getuige hiervan ftrekke , onder anderen, dat uitmuntend pronkjuweel van haare Sexe, de trouwhartige echtgeuoote van den onfterfelijken de groot, Maria van reigersbergen, wier beproefde huwelijkstrouw en onbezweeken ftandvastighcid in het barnen der gevaaren, in Nederland zal geroemd worden, zo lacg 'er nog eenigc overblijfielen der voorouderlijke deugd onder het nog niet geheel verbasterd nakroost van de overwinnaaren van filips aal gevonden worden. Onder deeze aanzienlijke rij verdient, mijns bedunkens , ook geplaatst te worden eene vrouw, die , fchoon eigenlij'< niet in dit landgebooren , echter door haare buitengemeene godsvrucht, meer dan wijsgeerige gelatenheid in de zielgrievendfle lotgevallen deezes levens, en de belangeloofle zucht voor de vrijheid en het welzijn deezer landen, niet alleen de achting en eerbied van alle gevoelige zielen moet wegdrapgen, maar zich ook door haare bijzondere en gewichtige betrekkingen tot ons  C 35 j ons vaderland , namelijk als de echtgsnoote van 's lands besten vader wittEM den Etrfien, en de tederhartige moeder van Neêrlands meest beminden Stadhouder fredrik Hendrik, zich op eene uitfteekende wijze bij de Nakomelingfchap verdiend gemaakt heeft» ik meen, LOUISA de COLIGNI, Deeze uitmuntende vrouw , die in haare ziel de zeldfaamlïe deugden vereenigde , zonder dat men ooit in den gantfchen loop haares levans eenig zweemfel van die zwakheden befpeurde, welke haare fexe anders eigen zijn, wierd in den Jaare 1533 gebooren^ Haar vader was de beroemde gaspar de coligni, lieer van Chastillon, Admiraal van Vrankrijk, een van de voornaamite hoofden der Hugenooten, en de eerlijkfte, rondborftigfte en dapperfte man, dien Frankrijk ooit heeft voort^ebragt, - Reeds in haare vroege jaaren won rij een ieders liefde en achting door haare zachte zeden, bevallig voorkomen, uitmuntend verfhnd en meer dan menfchelijke goedhartigheid. Haar vader, die haar teder beminde, en niets vuuriger wenschte daa baar welgeplaatst te zien , vond onder alle de Grooten van zijne partij en Godsdienst, niemand waardiger zijn Schoonzoon te zijn, en deeze zijne uitmunten de dochter ter Geinalinne te geeven,dau deu C a Hee.  Hêeré van telicni, omdat hij in deèzen braaven man, fchoon niet zeer gegoed, meer beleid en dapperheid befpeurd had, dan in cenigen anderen Ridder van zijn tijd. Ook varen zijne deugden zo verheven en zeldfaam, dat alle de geenen, die zich niet gefchaamd hebben, de pen optevatten ter verdeediging van dat vloekgedrocht haarer fcxe, de arglistige en bloeddorllige catiiarina de medkis, die den Admiraal een doodlijke haat toedroeg, hebben moeten bekennen, dat en zij, en de Koning, haar zoon , niet dan met veel moeite waren overtehaalen om, in den Parijsfchen moord, hunne toeftemming te geeven tot den dood van den Heere Tit iONJ. Zo aangenaam had hij zich gemaakt door zijn bevallig voorkomen en zijne edele, oprechte wijze van handelen; het geen ons doet zien, dat de deugd altijd fchoon en beminlijk is, bij welke partij zij ook gevonden wordt , en dat zij zich doet achten en eerbiedigen zelfs in den perfoon van haare vijanden. - Dan het mogt deeze edele vrouwe niet gebeuren , zich lange te verheugen in het bezit van zulk een waardigen echtgenoot, daar deeze, zowel als de beroemde Admiraal , baar vader, de flachtoffers der woeste en moorddaadige dweepzucht waren in dien gevloekten Bartilinacbt, welke, tot een eeu-  eeuwige fehandvlek van het menschdom, altoos zaï geteckend liaan in het fomber gefchied vei haal van Frankrijks euveldaaden , temeer daar de bloeddorst zich, toen ook, van den onfterfelijken nisais bis voomeemens was te ontdoen. Zij vernam dit vóórhaar zo zielgrievend ongeval te Bourgogne, en vluchtte van daar, benevens haar Schoonmoeder en den jongen Heer de chatihon, haar broeder, eerst naar Gcueve, en vervolgens van daar naar Bazel, en eindelijk naar Bern, uit hoofde van het dringend gevaar, daar de moord der Hugenooteu door gantsch Frankrijk algemeen was. Mevrouwe de teïigni, toen nog maar negentien jaaren oud zijnde, gedroeg zich, in haaren weduwlijken ftaat, op zulk eene voorbeeldige, verftandige en godvruchtige wijze, dat Prins willem van oranje, de oufterfelijke grondlegger van Neèrlands Vrijheid, na den dood van zijne echtgenoote charlotta de bourbon, voor de derdemaal weduwnaar zijnde, en gewoon het knijpen zijner veelvuldige Staatszorgen , door het gezelfchap van eene vriendelijke echtgenoote en de eerlijke lief koozingen van het huwlijk, te verzachten, door de maare vau .haar deugd eu bevalligheid bekoord, haar, toen nog maar dertig jaaren C 3 oud  ( 33 ) oud zynde, ten huwlyk verzogt, en te Delft trouwde den ïsden van grasmaand des jaars 1583 ,daar de geboorte va» den beroemden en alom beminden Prins fredrik Hendrik den 29/ïen van Louwmaand des jaars 1584 cp volgde. Toen fcheen haar het geluk aantdagchen. Doch het was niet meer dan een flauwe ftraal van licht, die door de duistre wolkeu heen brak, maar wel ras door nieuw opkomer.de onweersvlagen -wierd weggevaagd , daar deeze vreugd ras in droefheid verkeerd wierd, en de Prins den plegtigen dorp zyus zoons nog geen maand overleefde. Want deeze weergadelooze vrouw , wier noodlot het fcheen te zyn, van alles wat haar lief en dierbaar was, door een geweldigen dood be roofd te worden, moest ook de fmerte ondervinden, deezen haar teerbeminden echtgenoot, met wien zy in de volmaaktfte eensgezindheid leefde , door de dweepzieke hand van eenen gehunrden moordenaar te zien fneeven. Dus was haar leven een famenwcefzel van de zielgrievendfte fmarten en onuufpreekeïyke droefheid, die haar gtheel zouden Lebben ternedtrg(/fl gen, zo zy zich niet, met eene godvruchtige gelatenheid gewapend, gewend had zich aan den wil vau den hemel te onderwerpen. Zederc diea tyd onthield zy zich in Zcelaud, doch Mm  nam daarna, in den Jaars 1591, haar verblijf in s'Hage, een afkeer hebbende van Ltijden, alwaar de gedachtenis van haar overleden gemaal door de vuile zwadder van woelzieke Geestelijken op den Kanzei fmaadelijk; bejeegend wierd. Hier onderhield zij met den godvruchtigen en verftandigen uitenbogaaRdt eene hartelijke en door alle tegeufpoeden heen beproefde vxiendfchap , aan wien de bediening van de Franfche Kerk, die in den Jaare 1591 in s'Ilage tenhaarengevalle was opgerecht, wierd opgedragen, en wisn zij den Prins, haaren zoon , niet alleen in de gronden van den C kris ten Godsdienst, maar ook in de Latijn fokt taaie en de leezing der beste klasfieke Schrijvers deed onderwijzen. Zij bleef zijne godvruchtige leerredenen niet alleen flandvastig aanhooren en het avondmaal met hem houden, in weerwil van deu Itorni der kerkelijke onlusten en dreigende Staatsorkaanen, die deezen braaven man en de zijnen boven het hoofd hingen, maar bletf hem ook altoos getrouw met raad en daad , zelfs toen hij en zijne ongelukkige lotgenooten door het ongelijk der tijden genoodzaakt wierden een ondankbaar Vaderland te verlaaten, en elders een veilfg oort te zoeken, waar zij in eene ongeftoorde vrede en vrijheid des gemoeds hunnen God kouden dienen. In die C 4 hacli*  iiachlijke tijden liet zij niets onbeproefd , het geen tot zijn behoud, waarfchouwing of vertroosting ken dienen , en Hortte haar hart met eene meer dan moederlijke genegenheid in verfcheiden brieven voor hem uit. — Nog fchooner blonk de edelheid haarer ziel in haare zucht voor 's lands Advocaat, jan van oideitiarneveï houd van den vrede en eendracht dezer landen, die in een ougunftig licht befchouwd, en door heethoofdige ijveraars met zwarte verwen wierdeu afgefchilderd - de mishandeliugen van een onbelbnnen gemeen, dat, door woelzieke geesten opgehitst, in zijn baldadigheid geen toom noch breidel kent, en dikwerf zijn beste vaders hoont - dit alles en nog meer dan dit alles - de aanhoudende vervolgingen van haare vrienden, die haar teergevoelig hart verfcaeurden , Aromen haar in eene droefgeestige kwijning, die haar dit land deed verlaa ten, en naar Frankrijk vertrekken. £n gelijk deeze ongelukkige gefteldheid van geest, die maar al te dikwerf in de beste mentchen valt, van een ongelooflijk verderflijken invloed is op onze gezondheid, ons leven langzamerhand ondermijnt, en eindelijk geheel floopen doet, zo fleet ook i o ui s a, ua zo veel Icds £3-  C 43 ; gezien, na zo veele onaangenaamheden uitgedaan te hebben, Neeti kwyneucl leven. Alles baarde haar vrees en argwaan, zodat zy, weinige maanden in Frarrkryic geweest zynde, te FoutaimbLau in een zeer zwaare kraakte viel» meestal uit zeer groote bekommering wegens den tocht van haaren beminden zoon Prins freDEUHaifDtiK naar den P*!iz, daar zij bedtigt was, dat men hem, die zij meende dat ook om de zaak der Remonfrrasten in gevaar was geweest, nu op de flagtbank had gezonden; doch deeze zorg was, gelijk de gefchiedfehrijver brand wel aanmerkt, meer op eene onmaatige zucht eu vrceze van het moederlijk hart, dan op ds reden gegrond, daar Prins m ad rits het behoud van den Paltz te veel ter harte nam, om zulke ge dachten plaats te geeven. Zij ftierf te Fontainebleau den negenden van Wijnmaand 1620, iu 't zevenenzestigfte jaar haares ouderdoms, om haare godsvrucht, befcheidenheid en vredelievendheid algemeen betreurd. Zelfs baud art, hoe ijve» rig bij de Contra- remonftrantfche partij was toegedaan , kon niet nalaaten van deeze Princesfe te getuigen, dat haare godsvrucht , beleefdheid , goedertierenheid en andere deugden zodanig waren, dat een ieder, die haar kende, haar moest eeren en beminnen. Haar  C 44 ) Haar lijk, naar Holland gevoerd zijnde, wierd den SAden van Bloeimaand des volgenden jaars te db ipria « Varftelijfc graf, dat de Staaten der Vereenigde Nederlanden, ter eere van haaren overleeden echtgenoot Prins willeh, hadden doen oprechten, bijgezet, terwijl haare ziel, zo zalig en zo fchoon, haare vlucht nam naar die blijde gewesten der onfterfelijkheid , waar geen partijfchappe„ noch vooroordeel, geen huichelarij noch ftaatazucht meer plaats vinden, om aldaar, verre verhaven boven alles wat wij denken mogen, m de onafgebroken vriendfehap der edelfte zielen en van ,JJe, wat ha=., ^ ^ ^ ^ ^ hogere beflcmming te voldoen , en alleneskens te nadelen tot de volzalige Bron van licht en leven, D E  ( 45) D E OPSTANDING EENER MOEDER WET HAARE ZUIGELING. r f l reent nader, vrouwen J die uwgrootheidkunt waardeeren, Gij, Moeders: voor wierooguwplichtals Moederzweefc, Jij die aan 'c jeugdig kroost zijn plicht alsMensch moet lceren, Gij die dat Kroost tot nut, »t heelal tot'glorie leeft! 'reedt nader en gevoelt, tot loon voor zoo veel zorgen, i Tot loon voor zoo veel angst-tot loon voor zoo veel fmart, loe in de onfterflijkheid die eerkroon ligt verborgen, Die elke bange zucht beloont aan 't moederhart! - !een Tijd geene Eeuwigheid - geen Lotsverwisfelingeu , ö Moeders.' rukken ooit u.w teerheid van uw zij': Jchs ftijgt zij, met uw ziel, door duizend ftarreqkringen > En blijft u, voor Gods throon , iu'c zwerk der zaalgen bij JVelk aanblik voor een ziel als zij, geftemd ten leevcn, 1 Wordt opgenomen boven 'swaerelds ftorawoestijn, !c denken; 'k heb »t beftaan aan fchepzelen gegeeven , I Die met mij, na den dood, onfterflijk zullen zijn! - 6 Moe.  C4ö) 6 Moeders « uwe rang blijft altijd groot - eelaartig; Van u hangt vaak 't geluk van gantfche volken af; Leeft dan uwGod- u zelf uwKroost en 'tmemchdom waardig; Zoo toeft u 't loon der deugd , van achter't zwijgend graf! Komt, reikt mij uwe band; verbeelden we ons te gader Den fterfdsg der Natuur, die alles richten moet, Waarop een Moeder, voor den throon van's levens vader, Verreizend met haar Kroost, haar teerheid fchittreu doet! 'k Zie De Waereld dreunt, de donder ratelt, Alle elementen fuislen neêr, De orkaan brult rond - r ) Na nam sopiiie »t kind in de armen, En zeeg, geheel aanbidding, neêr: Die troosttaal kosr, haar ziel verwarmen , Zij was geen mensch maar ■ eindloos meer!'. Zij zong 't jö der Seraphijnen: Wil, waereld! voor ons oog verdwijnen , Een Moeder blijft, zelfs boven de aardr In haar betrekking, eeuwig Moeder, Zie daar den wil van d?Albehoeder , Haar'' rang is meer dan zetels waard U • mi * ^>  ( 5=) DE ?,10 CD ER ÏY HET Z1EKBEDBE VAN HAAR. KIND. H erleef, mijn wichtje.' en voel-voel door natuur gedrcevert, Hoe uwe moeder, bij uw fchomlend wiegjen, fchreït: Herleef, 6 wellust van mijn angftig - treurig leeven, Uw leeven vormt mijn heil en is mijn zaligheid! - Herleef! .. en gij, 6 God! gij oorsaak aller dingen ! Schenk mij den wiegliug weêr, die mijne ziel betreurt, Zie, vader van 't heelal ! zie op mijn folteringen, Wendt af-wendt af het wee', dat mijne borst verfchcurtj Ach! .. .'k droeg hem onder 't hart, met moederlijke zorgen, Niets nam mij ooit 't gevoel van mijn betrekking af!.. IMaas! moet ik.. rteêsmt.. in 's wieglings leevens morgen , IMijne oogen vesten, op zijn open - gaapend graf» Herleef! ..herleef, mijn Kroost!.. herleef, in'sMoeders armen,: Wordt warm , op 't zwoegend hart, van haar die u bemint! Aartsgoedheid! laat uw gunst zich over mij ontfermen, Hergeef den welftand aan mijn dierbaar-flervend KindJ ru. LAU-  LAURA. L aura, de zo beroemde en kuisfche mlnnaresfe van den gelauwerden Dichter prtrarciia, was den a\den Junij 1314 in de burgt van t'ades, bij Avignon , geboren. Dit bekoorlijk, en door de hand der bevalligheden gevormd, meisje, dat zich van haare eerfte ontluikende jeugd , tot den tijdhaarer liefde met p e t r a rcua) als een voorbeeld van hsare Sexe vertoonde , wierd van haare ouderen als een gefchenk van den hemel befchouwdj zo groot was de regelmatigheid van baar lichaam, en de uitmuntende eigenfehappen baarer ziele. Men kwam om haar te zien, men wilde ze nog eenmaal zien, en nooit had men ze genoeg gezien. Zij nam in jaaren toe, en wies in deugd en fchoonheid ai ). Met een godiijke genie begaafd, volgde ?rïjgeenszins het gemeen der vrouweu, dat fleeds op den uiterlijkea tooi vaa haar lichaam bedacht, het verftand niet D 3 ael-  zelden verwaarloost. Ernftlg zonder in het gemaakte te vervallen , vrolijk zonder verftrooijing , altijd befcheiden, nooit onbefehaamd, kwam zij altijd den wil van haare ouderen voor, en redende het zich tot geeue fdiande de hand te flaan aan de geringe, doch, niet Jnin noodzakelijke, bezigheden des huislijken levens. Zonder eenige zweem van trotschbeid of eigenzinnigheul, maakte zij zich bij de gantfche waereld bemind. *Er was niemand van eenigen fmaak of gevoel, wien zij niet zogt te bebaagen , met wien zij geene gefprekten vol edele gevoelens hield. Toen zij met haare moeder naar Vaudufe ging, was 'er in deeze bekoorlijke valleie geen meisje, dat een verhevener en aanminniger voorkomen had dan onze ï-aora; geene, die, op de oppervlakte van haar ge1 ut, zulk eene geregelde mengeling van leliën en roo•zén vertoonde; geene, die zich met meer befcheidene bevalligheid liet zien; geene die zulke glansrijke, minzauue oogen had,- geene eindelijk, die zich op zulk eene zachte, beminnelijke en inueemende wijze wist tiittedrukken. Alogelijk zal het mijne Leeferesfen, daar het o™ niet gelukt is eer, afbceldfel vantAuute kmnen •mcdcJeel^j, niet -onaatgenar-m zijn, wanneer n, tot bc  ( SS ) bevestiging van *t geen ik hier gezegd heb, van pourtraü. fpreeke, dat nun in den bloei van haare fchoonheid vertoont op een zeer oud fchilderij, dat eertijds den Cardinaal francisco bah eer i Kt toebehoorde. Ondir hetzelve leest reen dit opfchrift: Laura Sada Avemonenfis : dat is', laura vam sades, uit het gebied van Avignon, Men ziet daarop in een half borstbeeld en in half profil een jong'meis* je , bekoor'ijk en vol niajcsuieufche trekken ; op de wangen veel leliën en een weinig minder 100zen; blauwe, glansrijke oogen; een voorhoofd, dat een vorftelijkea diadeem verdiende; een lange, rechte bals, blank als albast, van welke een aartig gouden netje op een zeer blanken boezem afvloeit; bruine hairen, die bevallig in lokken gekruld, en met een foort van griekfehsn helm bedekt zijn, die overal met gouden knoopjes en paerlen bezet is; de fchooufb handen van de waereld, waarbij defchilder, om de kieschheid nog verder te drijven, in de rechtehand een bloem gegeeven, en de linker op een appel gelegd heeft, In'c kort, dit gantfebe pourtrait boezemt niet dan liefde en zuivere deugd in, het geen mij de woorden van 1'eitraRcha waaifchijnlijk maakt, die verzekert, dat D 4 L A ü •  ( 55 ) x. a vr. a alles, wat van deugd en eer eeujgzinsafweek, «et de grootfte verachting befcbouwde. Zo veele fchoone eigeufchappen verdienden zekerlijk: een waardigen minnaar te vinden, en deezen minnaar vond zij ook. Pbtrarcha ontmoette haar den idm April 1327 in de kerk der heilige Klara te Avignon, toen zij nog geen dertien jaarcn oud was. Petr ar. cha ging in zijn drie-en - twintigfte jaar. Hij zag Laura, beminde haar, beminde haar beftendig, beminde haar zolang hij leefde, en zeits na haaren dood hield hij niet op haar Itecds te beminnen. Hec zon ontut zijn de liefdes gefchiedenis deczer beide edele zielen te befchrijven. De werken van den minnendcn Dichter zijn nog voorhanden; zij behelzen deeze liefde, en zullen ze tegen dan wrevel des tijds befchermen. Ik zal liever van den aart deezcr liefde, waarvan men zoveel gefproken heeft, en waarvan men altijd fpreeken zal, een juist denkbeeld trachten te geeven. Ik doe dit met des te meer zelfsgeuoegen, omdat de gedachtenis van petrarcha, zo niet bevlekt, ten mir.ften aangetast is geworden door nijdige en boosnr.r. tige menfehen, die zich niet gefchaamd hebben hunne eigen ondeugden eu buiteafporighedsa deu vreedzaauiea be«  ( 57 ) bewooners van den oever der zachtruifchende Serges» te wrijven. Zijne liefde tot laura befehrijft bij zelve duidelijk in zijn gefprek van den derden dag. Hij verdichte in dit gefprek, dat de Heilige Aucüstinus hem zijne liefde jegens uura afraadde, en antwoord hem dus : „ Alles, wat ik u te zeggen heb, beftaat daarin, dat ik alleen door Laura zoo geworden ben als gij mij ziet, en dat ik nooit het geringfte aanzien, en de eer, die ik geniet, zou verkregen hebben, zo niet iaura, door de zuiverheid haarer gevoelens, de kiemtjes der deugd, die de natuur in mijn hart plantte, ontwikkeld had. Laura was het, die mij bij bet opbruisfchende vuur mijner jeugd tegenhield, om niet in den afgrond der bnïtenfporigheden te vallen; zij V/as het die mijne gantfche ziel verhcfte en veredelde. Zo waar is het, dat de liefde kracht genoeg heeft, den minnaar naar het beminde voorwerp cmtevormer. Geheel zeker is het, dat de lastertongen, hoe grof en laag zij ook zijn mogen, nooit gewaagd hebben, do ■eer van laura afbreuk te doen., dat zij zelve niet gewaagd hebben te beweeren, als of'er iets berispen*- waardig, ik wil niet zeggen in haare daaden, maar ook D s zelft  C 58 ) flelfs in haare woorden vare. Ja, wat nog meer is, de laster , de wreede laster , die nooit verfchcont , Was genoodzaakt haar te eerbiedigen. Van hier is ■het geen wonder, dat zij eene zo zuivere, zo beftendige eer, het edele verlangen, cm mijnen Daam altijd meer en meer bekend te maaken, vermeerderd, en dat Zij de knagende zorgen, die mij mijn geleerde arbeid dikwijls veroorzaakte, verzacht heeft. Zij aüeen wist mij in mijne jeugd te behagen. In mijne jeugd was mijn eenigfte wensch l a v r a te behaagen, haar flegts alleen te behaageu. Om hierin gelukkig te zijn veiachtte ik de grove vermaaken der zinnen, den dierlijken wellust : En gij begeert, dat ik l au r a vergeeten zal , la u n a, die tusfehen het gemeen en mij paaien gezet beeft, die altijd op de leiding mijner (chreden bedagt was, die altijd aan mijnen arm in de loopbaan der eer wandelde, die mijn genie fteeds aanvuurde, op devleu. gJcn der verbeelding verhefte, en mijnen afgeraattea geest meer dan eens op nieuw bezielde." Niets is voor de gedachtenis van laura vleijerider d;;n dir getuigenis , dat haar t> e t r a r c h a geeft. Niets zou voor onze hedendaagfche l aura's roe-) rijker zijn, dun waaneer zij de bevalligheden van haaren geest  C 59 ) geest aanwendden om groote mannen te vormen. En boe ligt zon het haar vallen , in Zulk eene luistervolle onderneeming wel te flaagen! Het is waar, de liefde van f etrarcha zon voot de deugd en onfchuld van lavra mogelijk gevaarlijk zijn geworden, wanneer zij niet op alle gevallen bedagt, hens hart met haar gantfche deugd gewapend en den Dichter .tot zijn plicht terug gebragt had, zj dikwils hij daarvan fcheen aftewijken. Petrarciu bekent zulks zelf in het aangevoerde gefprek: „ Kleene gedienftigbeden, tedere betuigingen, ten rechte tijde aangebragta dienstbewijzen, vleijende beden , dit alles wierd vergeefs aangewend, era haar te vermurwen. Niets was in Haat, om laüu, flegts een oogenblik, die beminnenswaardige fchaamte, die een vrouw zowel ftaat, nit de gedachte te brengen. Zij wist altijd die opwellende hitte van den vluggen leeftijd, waarin wij beiden waren ,' te bedwingen , en veele andere driften, die een minder fterke ziel zouden overmeesterd hebben, in toom te houden. Zeker is het, en ik wil het gaarne openlijk bekeunen , dat de fchrandere raadgeevingen van dit jonge meisje mij onderricht heb. ben in alles, wat tot het gedrag van een vcrftandig  man behoort. Haare zeden, die het model der vol'omcnfte ingetogenheid waren , verftrekten mij geduur-èg tot een verwijt, dat ik verre beneden haar ftond, Zo dikwerf zij mij onder de gedaante van een woedend ros zag, dat toom en breidel verbroken had, en ge. reed ftond om zich in de diepte van een afgrond te verderven, dan wilde zij mij liever verlaaten dan volgen, 'Nooit veranderde zij haar befluit : zij was zich zei ven fteeds gelijk.'' Iloe zeer verdient dit voorbeeld van behendigheid en ftandvastigheid onze bewondering 1 Dit was het karakteristieke van v a v p a's liefde. .Het karakter van petrarcha was flegts door eenige graden van een fterker levendigheid daarvan onderfcheiden. ..w ;6t\, ift'nyrj?1 Mi^»»vf»r*a»iaaf» wJ» Petrarcha had den oever der Sorge verlaatenj was over de Alpen naar Meiiand en van daar naar Verron en Parma gegaan In deeze laatfte ftad vernam hijwelk een treffend nieuws voor een gevoelige ziel! welk een onvertroostbaar bericht voor een minnaar afe pe tr ar cha 1 - hij vernam door een brief van eea zijner vrienden, dat deeze laur a, ede hij zo teder, zo vuurig bemiade, die uuu zq dikwerf, gelegen beid gaf  C6i ) gaf zich te beroemen, dat hij haar meer daa alles ,V dc w-a reld, meer dan zich zeiven bemind had, dat deeze heldin, die zijne genie de verfaevenfte vlucht gaf, die alle zijne fchriftsn bezielde, onder de alvernïelende Hagen van den niets verfchoonenden dood gefnem veld was. Wanneer ik alle de gavoelens, die deeze grievende tijdmg, als een onverwachter, IfcShéetflag, ïn tb nedergflagen ziel van petrarch4 verwekte, bèfchnjVen moer, kan ik het niet beter dan met zijn eigen woorden doen. „ Het was den «ft* April dés jaars 1327des morgens, toen e a ü r a , beroemd door haar eigen deug. den , en bekend door mijne gedichten, mijneoog;n voor de eerfte maal in de kerk der heilige Klrra te Avignon, in de eerfte jaaren mijner jeugd tot zie:> voerde; en in even deeze zelfde ftad, in deeze zelfde maand, in even dezen zelfden morgenftond, in 1 jaar r34S, wierJ dit hcht der waereld het licht des d.53g3 onttogen, toen ik: juist te Verona was en niets van zulk een droevig noodtot vermoedde. Ik ging naar Parma. Hier op een morgen van den \Uen Mai van dit zelfde jaar las ik, (o, ongelukkig ogenblik), dit bericht in een brief van mijnen vriend, Op haar fterfdag tegen den- avond wierd het  onbevkktfce en fchoonite lichaam, dat ooit de natuur vormde, ïn de Kerk der Franciskaners bijgezet. Hiare Ziel,- gelijk den Africanus, waarvan Seneca fpreekt, ging naar den hemel weder, van waar zij gekomen was. Dit w-rcede toeval, dat altijd voor mijnen geeft zal tegenwoordig zijn en mijne traanen vereeuwigen, heb ik met een ftil doch niet dan met veel fmaite vermengd, genoegen hier aan een plaats opgeteekend , ( - dit bericht v. as in een exemplaar van Virgiüus, waarin pe*r arciia altijd plag te leezen-) die ik dikwils gelegenheid heb te zien Dit zal mij ilceds de gedachte doen bijblijven , dat mij op deexc waereld niets meer bebaagen kan, dat het tijd zii, mij uit dit Babij. Ion te redden, dat mij op geene wijze meer bekoort, 7xdert de fterkfte keten, die mij nog daaraan breide, verbroken is, en dat het de allergrootfte ijdelheid zij, a's men een leven hoogfehat , dat gezwinder daa de fchaduwe van ons wegfnelt. Door de genade Gods , ia! mij dit, hoop ik, ligt genoeg vallen, wanneer ik maar ijverig en ftandvastig daaraan denke, dat de zorgen wegens het voorledene overtollig, dat alle hoop ijdel, dat ieder ogenblik onverwacht is. Zo eindigde de benüalijkc l au ra haare dagen» voer  C «3 ) voor we'ke de huwelijks - fakkel nooit heeft mosen htm den, Dè lastere nakonrrelingfehap zal haare zachte, zuivere en edele zeden altijd als het volkomenfte model ter navolging voordellen aan de tedere Sexe., die, zo dikwils zij een traan wijdt aan de gedachtenis van la ujia, telkens een plegtig offer toebrengt aan de bevalligheid en deugd die haar verHexde, * # DE  C 61 ) OVER DE vriendschap. AAN * * * Zon de cd'le vriendfchap, die mijn ziel Aan de uwe heeft geboeid, Geen oorzaak wezen dat de vreugd, Tiians door mij-i ad'ren vloeit? o Ja; zij heeft me op deezen dag Tot zingen aangefpoort, Haar waarde • baar aanminnig fchoon Heeft mijnen geest bekoord : Wat fchept zij voor dtn fterveling Al vreugde en zaligheid! De bleeke nijd, de tweedragt vlu^t, Daar zij haar glans verfpreid ; IIoc blijft zij, zelfs in 't grievendst leed, Een rijke bron van troost, De zagte vree, de kalme rust Is haar beminlijk kroost, « Haar  ( 65 ) Haar leidsvrouw is de blanke deugd , Haar afkomst: is vau Goi; Z j fchenkt, elk die haar mint ea eert, Een hoogst gelukkig lot: Voor haar veracht een Jonathan Den fcepter kroon en troon, En fmaaktj in het aanminnig zoet Der vriendfchap, al zijn loon, Zij perst den grootften menfchenvrieud Zelf zilte traanen af; Hoe bloedt zijn hart om Lazarus, Hoe weent hij bij zijn graf! Ja, zuivre vriendfchap' heilbodini * Gij zijt het zout der aard, Gij zijt ons, i li dit jammerdal, Veel meer'dan fchatteu waard. Hoe heilig is haare infpraak ous, Mijn waaidüe hartvriendinJ Zij drukte zelf haar godliji beeld In onze zielen in! Verdooven wij dan nooit dien gloed, Die in ons harte blaakt, Die van des waerelds rampwoestijn Eea juichend eden maakt.  ( 66 ) Haar edel vuur verwandel nooit In onverfchilügheict, O Neen! {leeds zij ons beider hart Ten Tempel baar gewijd. Dat haar »t vertrouwen fteeds verzei» Zij is het, die den band Der zuivre vriendfchap vaster knoopt^ En fchenkt haar edler ftand. Verbergen wij elkander nooit Den toegang tot het hart, Neen deeleu we openhartig t'zaatn* 't Genoegen en de fmart. Dat wij de godvrucht en de deugd Steeds minnen met gevoel. Nooit boei ons 't fchijnfehoon dezer aard,* "Volmaking zij ons doel! Zoo word, daar 't zedelijk bedelf Nu vaak ons heil verpest, Door ons de reinfte vreugd gefmaakt, In zaliger gewest! C. v. p. H g. v» L.  C67) HET ROOZENFEESÏ VAK SALENCU, Wierd 'er ooit bij een volk e'e'ne enkele inflel'ing gevonden, die een rijke bron van deszelfs talrijke vermenigvuldiging, van eenen vruchtbaaren akkerbouw, de vlekkelooste zeden, en den gezegendften voorfpoed heeft mogen worden, het was het eenvoudige Roozenfeest bij de deugdzaame dorpelingen van Salencia* Reeds van een zeer ouden oorfprong is de mftelling Van dit feest. Men fchrijft denzelven algemeen toe aan den vroomen medardus, Bisfchop van Noijon, die in de 15de eeuw onder de regeering van Koning cloris leefde; een man, wiens naam niet gevonden wordt op de rolle der zogenaamde beroemde mannen , doch die door deeze enkele inftelling veel meer recht van aanfpraak op de onfterfelykheïd gekreegen heeft, dan zy, die door hunne fchitterende daaden van krijgsroem' E * «f  ( & 5 of Staatszucht de waereld in ketenen klonken, of door het weelderig vernuft eener te zeer gewaagde wysbegeerte den gior.d lagen rot die onlusten, welke het mer.schdom ongelukkig manken zonder vooruitzicht op ecnige heilzaame vruchten. Deeze Bhfchop , die heet was van Salencia, een dorp, dat omtrent een halve mijl van Noijon ligt, Was op de gelukkige gedachte gekomen, om, elk jaar, een meisje van het dorp, dat den meesten roem eener onbevlekte deugd had, een gefchenk van 25 iivres en een krans van roozen te geeven. Men verhaalt, dat hij zelf deczen prys van eer en verdienite aan een zijner zusters, die met algemeene goedkeuring tot Roozenmaagd gev oozen was, had gefchonken, van welke gebeurtenis een altaarftuk in de Kapel van den heiligen medaRüus nog ten getuige ftrekt, Deeze belooning moedigde de meisjens van Salencia, op eene uitfteekende wijze, tot deugd en braafheid aan. Behalven de eer, die zij hierdoor genoot, kon zij zekere rekening maaken van binnen het jaar een knappen en eerlijken jongman tot Bruidegom te verkrijgen. De heilige medardus, door deeze onverwachte, heilrijke gevolgen zijner (lichting getroffen, wilde dezelve vereeuwigen, en verpachtte ten dien einde elf of twaalf morgen van zijn landgoed, uit welker inkomften de  C 69 ) de betaaling der 25 livr.s, cn de kosten, die aan het Roozenfeest vetki.oi.ht waren, moest;n worden goedgemaakt. Volgens de oorlprong'ijke inrichting moest niet alleen zij, die deeze eerbeJooning kreeg, een deugdzaam leven geleld hebben, maar zelfs haar vader, moeder, broeders , zusters en verlere maagfehappen tot ïn het vierde gelid, moesten van een even onbefproken gedrag zijn. De ge ringfte vlek, de mtnfte verdenking in haar maagfehap was reden genoeg, om haar volkomen uittefluiten, bij welke de deugicn en wezenlijke verdienften van haare voorouden den echten liempel moeiten uitmaaken van den adeldom van haar afkomst. Dc heer van Salencia heeft, van ouds her tot heden toe, het recht gehad, om uit drie meisjens, die in het Dorp van Salencia geboren zijn, en die hem een maand te voren ter bekranszing worden voorgefteld, eene tot Roozenmaagi te kiezen. Wanneer hij deeze gekozen heeft, is hij verplicht zijne benoeming van den kanzei der parochie te laaten afkondigen, opdat haare rcededingfters tijd zouden hebben , deeze keuze te onderzoeken, en haare bezwaaren daartegen intebrengen, zo zij niet met de ftrengfte rechtvaardigheid overeenfteir.de. Dit onderzoek gefchied met de naaawgezetftc onzijdig. E 3 heid.  held, en het is alleen het doorftaan deezcr proeve, db de keuze van den Landsheer wettigen kan; eene heilzaame inrichting voorzeker, daar anderzins, indien deeZ'i thans zo vuurig begeerde belooning, die den zetel der deugd voor altoos,op deezen grond fchijnt gevestigd te hebben, van de grilligheid van den landsheer afhong, ■het lieve, eenvoudige, deujdzaame landmeisje, dat in haare befchroomdheid het kasteel nauwlijks durft nadexen, voor de wulpfche en vrijmoedige dochter van den pachter zijner landhoeve zou moeten achterliaan, en dus deeze prijs der deugd en onbefmette zeden, welras die der fchoonheid, der list, ja zélfs der misdaad worden zou. Op tien agtften Junij, den feestdag van den heiligen medardus, begeeft zich het Roozenmeisje, orn twee uwen in 'den namiddag, in 't wit gekleed, met gekruld en golvend hair, dat in bevallige lokken langs lat* fchouders vloeit, onder het gefchal der trommen , fioolen cn fluiten, naar het Slot van Salencia. Zij is alsdan vergezeld van haare nabeftaanden en twaalf meisjens van het dorp, die, ook in het wit gekleed, met breec!e, blaauwe zijde linten omgord zijn, en door even zo veel knappe jongelingen van het dorp aan dc hand ge ■ kid worden. De Heer van het dorp of zijn gevolmach- tigr  ( 7* ) tigde gaat haar zelf ontvangen. Zij maakt hem ecna kleine plichtpleeging , en bedankt hem wegens de voorKeur, die hij haar gegeven heeft. Dan geven de Heer ©f zijn gevolmachtigde en de Schout haar de hand en geleiden haar, voorgegaan door mufiekanten, en door eene groote fchaare dorpelingen gevolgd, naar de kerk, alwaar zij, in het midden van het choor, op een bidbankje knielende, de vesper aanhoort, alwaar zij omfluuwd van haare bewonderaars,alleoogen tot zich trekt, zonder eenigen rang of de geringfle i onderfcheiding, dan alleen die van haare deugd, welke allen glans van aardfche voorrechten verduistert. —• JNa het eindigen van de vesper, gaat de geestelijkheid met het volk in procesfie, naar de kapel van den heiligen medardus. Hier wijdt de priester den krans die op het altaar ligt. Deeze krans of Roozenhoed is met een blaauw lint omwonden , en van vooren met een zilveren ring verfierd, welke verfiering van toDewykdehXII Iden haaren oorfprong heeft. Vervolgeus zet de bediende van het altaar, na de zegening en eene op deeze plechtigheid gepaste redenvoering, bet RocEenmeisje, dat voor hem geknield ligt, den krans op het hoofd, en geeft haar tevens de 25 Iivres E 4 ©ver,  ( 7* ) over, in tegenwoordigheid van den landsheer en zijne gerechtsbedienden. Een eenvoudige Roozenkrans is dus in dit oord de ftreelendfte belooning die men de deugd fchenken kan, gelijk eertijds bij de dappere Romeinen de lauweren de dapperheid ten loon verllrekten, en de eikenfcracs de hulde der menschlievendheid was. Na deeze befchenking wordt de bekransde Roozen» maagd door den lieer van het dorp of zijnen gevolmachtigden , en al den ftoet die hem vergezelt, weder naar de kerk geleid, waar men het Te dtum en een lofzang ter ecre van den H. mrdabdds aanheft, terwijl de jonge lieden van het dorp de bekransde maagd met een falvo van fnaphaaufchooten begroeten. Na het eindigen van den godsdienst, leidt de Heer van het Landgoed of zijn vertegenwoordiger de bekransde Roo2enmaagd weder uit de kerk, tot in het midden der groote flraat van Salencia, alwaar zijne leenmannen een tafel hebben laaten dekken, voorzien van een tafellaken en zes fervetten, zes borden, twee m&sfen, een vol zoutvat, twee kruiken met rooden wijn, omtrent 3 en een half Parijsfehe pinten, hou-  C 73 ) houdende, twee glazen met half zoveel zuiver bronwater, twee witce Huivers brooden, een vijftig nooten, en een kaas van drie duivers. Bovendien fehenkt wen de Roozenmaagd, ten teken van hukle, een pijl, twee kaatsballen, en een hoornen pijnfluitje, waarop een der Leenmannen driemaal blaast, voor dat hij het haar overhandigt. - Zie daar dan de bekransde Roozenmaagd, als de Koningin van deezen dag, als de vrouw van deezen oord, als de Vorftin van Salencia, tot welke alle de ingezeetenen van dit vreedfaam oord naderen, om . haar hunne hulde en eerbied te betoonen; terwijl alle de beambten haar hunne offers in het open veUl toebrengen, opdat de hemel, getroffen door zulk een plechtig offer, aan deugd en braafheid toegewijd, den hoorn des overvloeds uitftoite op dien zaligen plek gronds, waar zij in de eenvoudigheid des harten, zo zuiver geëerd wordt. Na het ontfangen van deeze hulde begeeft zich het gantfche gezelfchap naar den tuin van het Slot, onder eenen groeten boom, alwaar de Landsheer met de Roozenmaagd den velddans aanvangt, welke tot zonnenondergang duurt. Dan verzoekt de Roozenmat ons treft, hoe veel 't ons kan vereeren , Wanneer ons hart een zucht aan zijne plichten wijdt!- Z.  (52) CAROLINA AAN HAARE DOCHTER. Gij zijt dan, eïndlijkj tot den grooten {tap getreden, Een ftap gewichtig voor een brave en edie vrouw : Uw teerheid is voldaan - den eed uw* mond ontgleden, Een eed van huwlijlcsmin - een Ced van liefde "en trouw'k Verheug mij in uw keuz', mijn Dochter! - mijn geliefde' Uw heil was fteeds mijn heil- uw wellust was mijnvrsugd; De man die uwe borst door zijne braafheid griefde, Is alle uwe achting waard, h'j is de vriend der deugd, Dan - fchoon uw echt mij ftreelt, vergun uw tedre Moeder, Dat ze u , nogmaals, haar hart • haar wensch - uw hei! verklaar Op dat uw Luw lijk, aan de zij van uw' behoeder, Den fknd der zaalgcn» op de yyaereld, eyenaai',' - B3:  Bemin - doch acht nog moer - den lieBing van uw harte; i Laat reine vriendfchap aan de hand der teerheid gaan; Voorzoom, zoo veel gij kunt, uws eehtvriends druk en Gnarte, En laat toegeevenheid naast uwen eerbied liaan. iVees edel • wees oprecht - vermijd het haatlijk twisten - Heb nimmer een geheim - voed nimmer jalouzi,, Leef naar de wet der orde 5 0p'tvoetft>oorvan een Christen, . Vooral weer uit uw hart het merk der huiglarij! En ach , mijn dierbre -als ooit een ramp uw echtmogt ftooren, i Deel dan met edelheid dien rampfpoed met uw vrind, Laat nooit ontijdig hem de taal der wanhoop hooren , , Do wanhoop voegt geen vrouw, die haaren plicht ^ bemint. Wend, alsdeliormwindloeit, eenhoopendoognaarboven , ! De aartsgoedheid hoort de zucht van liefde en buwujksn»-, Nooit-nooit is zulk een zucht haar luistrend oor ontvloogcn, ; Zij Hort der droeve vrouw gewis haar troosttaal in. De Godsdienst is de zuil van 't achtbaar huwlijks leeven, Met haar verzelt 't geluk den blijden echteling, Met haar kan voorfpoed nooit zich van uw zij begeeven, Met haar gloeit 't liefdevuur in eiken levenskring. Zij maakt de grijsheid jong - zij blond de zilvren hairen, Zij is de vraagbaak voor menschlievenheid en deugd, iZij kan den zomer, aan den laatften herfstdag, paaren, Met godsdienst wordt de ramp.hoefel hij woedt.ookvreugd. ö r x '«Een-  C 84) 't Eenftemmige gevoel doet zij aan 't graf nog gloörert, Bij »c rillen van den dood gevoelt de dood haar macht, Zij doet haar zachte item bij 't treurig fterf bed hooren , Zelfbij den Iaatften fnik, toont Godsdienst ons haar kracht. Bemin de Godsdienst dus , mijn lieve! en doe haar minnen , Van hem, met wien uw hei! zoo teder is verknocht, Leert beiden, door 't geloof, de fterflijkheid verwinnen, 't Geloof heeft 'saardlings heil verheven uitgewrocht! * Roept u een nadrer plicht; 'Abedoel de plicht van Moeder, Dan zij tt'.o Moeder u nog eens ten raad en troost; -Ach! op 't geducht Heelal is niets ontmenscht-verwoeder, Dan 't plichtverzuim der vrouw , in 't zorgen voor haar kroost\ Nu dan, mijn Dochter! lees deez reeglen mijner liefde, Met 't eigen liefdrijk oog, waarmee mijn hart die fchreef, En dat, fchoon huwlijksmïn uw' reinen boezem griefde, Nooit Kinderliefde uw hart-noch deugd uw zij'begeef!    C 85 ) I O II A N N A GRAY, JoHAKNA GRAY, aUdcrS gCZCgd JOHANMA VAN suffolKj eene der bevalligfte en deugdzaamfte vrouwen, die, door het grilziek noodlot, uit dc ftille en zalige rust van het eenvoudige landleven, tegen baar eigen genegenheid , weggerukt , en voor een korten tijd op eenen glansrijken rroon verheven wierd, alleen om haat met des te zwaarer val te kunnen nederftorten, was eene doehter van hensrik oray, Hertog van Suffolk, en nigt van mari a , de dochter van Koning hbndrik den VLUften van Engeland. Zij was gehuuwd met gilford i) tiutEïi den oudften zoon van den Hertog van nor ï hum berl akd, en was nog maar zeventien jaaien oud, toen de jeugdige Koningud u a r d de \'Jdf, door de kuuftenarijen van den eerzuchtigen northumberland verleid, haar, bij zijn testament, Voor de rechtmatige erfgenaam? der kroon verklaarde, F 3 ,ue:  met voorbijgaan van de beide Prmcesfen mar ia en eliz abethj die, een van beiden, na den dood van haaren broeder > het naaste recht tot den troon hadden. Zij was eene Jonkvrouwe, bevallig van houding en gelaat, inneemende van aait, en met de uitmuntenJite vermogens en volmaaktfte hoedanigheden veriierd. Met den overleden Koning van gelijke jaaren zijnde, was zy met hem opgevoed , en fcheen zelfs een grooter vaardigheid te bezitten in het aanleeren van alle de deelen eener befchaafde letterkunde. Behalven haare gemeen» zaame kundigheid in de hedendaagfche fpraaken, had zij zich zeer ervaren gemaakt in de griekfche en latijnfche taaien, en haaren meesten tijd hefteed in het leezen en beoefenen van de fchriften der Ouden. Hierom betuigde zij eene groote onvcrfchilligheid voor andere bezigheden en vermaaken, die haaren ftand en kunne eigen zijn. De beroemde rog er. as ham, de leermeester van Princes eeizabeth, haar eens bezoekende, vond haar bezig met het leezen van de werken van Plato$ terwijl het overig gezelfchap in de diergaarde zich met Jaagen verlustigde, en bij die gelegenheid haare keuze prijzende, zeide zij veel meer behaagen tc fciVppen in het leezen van deezen bewilligen Wijsgeer, dan de anderen in hunne luidruchtige vermaaken, Haar hart, alleen ba* zield  (87 ) bezield van de edelfte drift voor de Wetenfcbappen en' fraaije Ietteren, en vol van de tederfte liefde vooreenen echtgenoot, die haare genegenheid dubbel waardig was, had zich nimmer geopend voor de vleïjende bekoorlijkheden der eerzucht, zo dat zij, geheel onkundig van e listige handelingen van haaren fchoouvader, den Hertog van northumeerland, en de eerzuchtige bedoelingen vanjjaare moeder, de Hertoginne van suffolk, het bericht van haare bevordering tot den troon , met even veel fmart als verwondering aanhoorde. Zij weigerde zelve deeze ambieding, als veel te edel van ziel, om zich te willen verheffen ten kosten van anderen, pleitte met vuur en ernst voor het beter gegronde recht van Princes maRIA, betuigde haar vrees voor de gevolgen van zulk eene hachüjke en zelf misdaadige onderneeming , en fmeekte om in dien ftand te mogen blyven, w aarin zij gebooren was. Met recht mogt zij in verwondering over haare befteuiraing uitroepen : oLot, geheimvol lot! hoe fpeelt gij met den mersch! Was immer dit het doel van mijnen kleenften wensen! Mij, mij, waar dit gefcheuk ligt duizenden vereerde, Mij biedt ge ecu fceptcr, die geen fcepter ooit begeerde;  C 88 ) Mij, dis op 't eenzaam veld de ftaatszorgliefst ontweek, En daar, daar zalig was bij 't rnurmlen van een beek! o Troon! w ie naar u fmacht, gij derft voor mij uw luister! (") Dan ten laatiien overgehaald door de fmeekingen van haaren vader en fchoonvader en de lief koozingen van haaren echtgenoot , onderwierp zij zich aan derzelver dringende begeerten, en offerde de infpraak van haar hart aan eene godvruchtige ouderliefde en zuivere huwelijksmin op. Zij begaf zich, volgens de toenmaalige gewoonte des lands, naar den Tour, alwaar de Raad bevel gaf om haar door het gantfche rijk voor Koningin uitteroepen, fchoon dit bevel flegts in London en de nabowrige plaatfen den io Julij 155$ wierd uitgevoerd. Doch deeze uitroeping wierd van geene toejuiching gevolgd; het volk hoorde dezelve met een fomber ftilzwijgen aan, terwijl die van suffolk en het grootfle gedeelte van den adel, het zij u'.t haat jegens den Hertog van nortïï umeerland, of om dat zij geen Koningin van den Protestantfchen Godsdienst wilden gehoorzaamen, bij maria hunne opwachting maakten, haar dagelijks aanzienlijke verfterkingen bragten, de troepen op hunne zij- , O Fa 1 th, Lady Jobtnna Gray, bh 17 en 18,  (§9) zijd trokken, en zich eindelijk benevens het volk ïn 't openbaar voor M&au, de dochter van hehdriE den Wllljien, verklaarden, die zij voor Koningin uitriepen. De ongelukkige joh ank a, wier partij zich niet tegen de overmacht van mar ia kon handbaaven, zag zich binnen kort door de gantfche waereld verlaaten. Dé vuige hovelingen, die nog kort te vooren de kniën voor haar geboogen hadden; de Raaden die 't belang van Kerk en Staat la haar verheffing zagen , en wier laage hand nog rookte van hun gedaauen eed;zelfs de laffe nor thü meerland, wiens verraderlijke eerzucht haar al dit leed gebrouwen had, alle die fnoodaarts ftondcn thans, op maria's wenk, tot haar verderf gereed. Ach» nimmer heeft de Deugd op aard' getrouwe Vrinden, Zo lang zich glans en praal in haar gevolg bevinden, Heeft zij vereerers, heeft zij vleijers zonder talj Men vindt haargodlijk fchoon. Maar draait het wuft geval, Komt zich de Voorfpoed aan't afzichtte Misdrijfpaaren, Dan zucht ze alleen, dan vlucht de drom dierhuichelaaren Dan valt hij 't Misdrijf toe, vergoodt al wat het wrocht, En vleit, fchoon even valsch, "t gekroonde wangedrocht. (*) Na- . (*) FEITH, Lady Jobanv.a Gray , bi, 55 en f6.  ( 90 ) "Na de ijdele praal van tien dagen een kroon gedra> gen te hebben, keerde deeze jeugdige Voriiinne , die groot genoeg van ziel was om een zetel tekunnenderven , met meer genoegen weder tot haaren voorigen ftand, dan zij gevoelde, toen haar de koninglijke luis» ter en majesteit wierd opgedraagen. ,, Milord , ,, (zeïde zij tegen haar vader) het bericht van mijne verheffing was mij lang zo aangenaam niet, als mij heden het bericht van mijne afzetting is Gij weet ,, met welk een tegenzin ik daarin bewilligde; al bet ,, gezag van u en mijne moeder was nodig cm mijne 5) toeltemming te erlangen. Dns is het niet met het „ laatfte gelegen; ik volg hierbij de infpraak van mijn hart." Dan daar het de heerschzugt nooit genoeg is haar doel bereikt te hebben, maar altoos flochtoiTers voor haare wraake zoekt, zo wierd deeze ongelukkige en beminnenswaardige Vorliin, benevens haaren jeugdigen en bevalligen echtgenoot, die nog geen van beiden den ouderdom van zeventien jaaren bereikt hadden, korten tijd daarna, onder voorwendfel van medeplichtig geweest te zijn aan eenen opftand tegen maria verwekt, ter dood veroordeeld, een vonnis, 't geen zij reeds lang verwacht had, daar haare onfchuld en da ramp-  (PO tampfpoeden haares levens den dood met blijdfchap reikhalzend te gemoet zagen, en haar met volle overtuiging konden doen zeggen: Wat is uw heil, o nietige Aarde? Een vlugge fchaduw, die verdwijnt! Een roos, die op den middag kwijnt! Een vreugd , die dikwerf wroeging baarde! . Wien ooit uw luister heeft gevleid, Ik juichte in mijne onfterflijkheid! . . . En nu - is deeze hoop voor mij ter neer gezegen? Neen, 'k voel hoe zij mij ovrig fchiet; Mijn jeugdig hart, o Dood! beeft uwe komst niet tegeuA Het fiddert op uw naadren niet! Gij, Vreugd en Wellust van mijn leven! Gij, edele Godsdienst! blijft mij bij; Uw reine hand daauwt moed in mij Met u kan ik gelukkig fneeven ; Kom itille rust van 't zalig graf! Ik werp met vreugd mijn' kluister af; Mijn ziel, alreeds vermoeid van in ditftof te woonen, juicht nu zij haar beftemmiDg raakt, Ea  ( 9* ) En voelt, dat bier de Deugd in batten en op troone» U]t einde alleen gelukkig maakt! (») Doch 'daar bet altoos een eigenfchap was van laage zielen, het geleende masker der fcbijndeugd aanteueemen, om haar affchiiuwlijk gelaat te verbergen , 7.0 fpoorde de ijver der Koninginne haar aan, om, ouder fchijn van teder mededogen niet de ziel der gevangene, haar eenen Priester te zenden, die haar met onafgebroken twistredenen van den Protestantfchen Godsdienst zogt aftetroonen, en, onrler het vooruitzicht op vergiffenis en de gunst van MARIA, iu den fchoot der moederkerk overtebrengen. Zij gebruikte hiertoe den Bisfchop caRBIKEP, een van die verachtelijke geestelijken, die, wel verre van het voorbeeld optevolgen. van hunnen Godlijken leermeester, dia zijn gantfche leven aan zuivre menfchenmin toewijdde en opofferde , integendeel niets dan hun eigenbelang en grootheid bedoelen , en de ongelukkigen , die te oprecht van aart en te eerlijk van hart zijn , om hunne godsdienftige gevoelens uit aardfche inzichten te verzaaken, tot voorwerpen turn net O KEI TH, Lady Joüamia Cray, bl. 03.  (93) tiet woede en wraakzucht maaken. Zodanig was ook hier het lot van johanna. Haar boezem gruuwde van het aanbooren der verzoekingen om haaren God, haaren Heiland te verlaaten, haare hoop, haare zaligheid te verloochenen. Neen.' deeze prijs was veel te duur om de gunst van een mecsch te winnen ! Zij had vrijwillig en met vermaak den wreedften dood geleden voor bet behoud van allen die haar lief en dierbaar waren; maar de onbegrensde liefde, die zij alleen aanhaar God fchuldig was, ging alles te boven, en boezemde haar den moed in, om vrolijk alles te derven, en het Heelal te toonen, hoe hier een Christen fterft. Deeze edele, deeze zo grootmoedige gevoelens in eene nog zo jeugdige vrouw, wie het leven anders nog altijd zo vrolijk aanlacht, zouden ieder edeldenkend hart vermeesterd en een traan van mededogen uit de oogen geperst hebben. Doch zij hadden deezen invloed nier op den gevloekteu huichelaar, die, woedende van toorn, dat hij in zijne listige bedoelingen niet gcflaagd was, deeze jeugdige Vorftinne van haar teder beminde gade affcheurde, en hen beiden aan het verderf overgaf. Men had voorgenomen om johanka en g i l~ ford te famen en op één fchavot te Tonerbil te onthoof-  ( 94 ) hoofden; naar ' de Raad het billijk mededogen das volks met de jeugd, fchoonheid , blanke onfchuld en edele geboorte vreczende, veranderde hun bevel, en deeden haar binnen het rechtsgebied van den Tour onthoofden. Op den dag der uitvoering van het vonnis, verzocht haar gemaal vrijheid om haar te mogen zien, doch zij floeg zijn verzoek af. Neen, fchreef zij, neen, lieve gilfobd! de tederheid van ons affcheul zou ons beider krachten overtreffen en ons hart losmaaken van die flandvastigtieid, welke ons naderend einde van ons vordert,- onze fcheiding is immers flegts voor een ogenblik ! Daar aan de overzijde des grafs, waar zuivrer zonnen aan gindfche kimmen glimmen, daar blaauwtons vaderland, onze wijkplaats der zalige ruste, waar geen woedend noodlot noch fcheidinge meer te vreezen is, daar de dood, hetbedrog, noch de rampfpoeden geen toe» gang zullen vinden, om ons eeuwig geluk te flooren. Dan het was der dwingelandije niet genoeg dit onfchuldig paar op het fchavot te doen fneeven, men zogt zelfs de folteringen voor de ongelukkige jo. hanna te rekken. Zij zag haaren gemaal niet alleen naar de gerechtsplaats leiden, maar men bragt zelfs het onthoofde lichaam, nog rookeu.de van het bloed,op eene  ( 95 J eene verachtelijke kar gefleept, onder haare oogen. Ver. beeldt u de aandoeningen, die de tedere ziel van ]f), ii anna op dit ogenblik doorgriefden. Die GIL, Ford, die nog korts te vooren zo frisfe roos die zij voor al >t gebloemta de voorkeus op haaren'boezem gaf, die eedele man, zo jong, zo fchoon, zo vol aanminnigheden, met wien zij voorheen in den fchoot der bloeijende Natuur het ftil geluk, de zoete rust, de aardfche zaligheid genoot, thans een kil ge voelloos , misvormd ftof, met het akelig rouwfloersdes doods omhangen, en het gewormte ten prooi bereid. Mijn God! wat mint de mensch, als hij een fterfling mint' Een hand vol dwarlende asch, die wegfluift voor den windDe fchadu w van een droom - zij vlucht en keert niet weder,' En eindelooze nacht zinkt op den droomer neder I Doch verbeeldt u tevens haare grootheid van ziel, om zich in zulke hartgrievende ogenblikken boven het noodlot te kunnen verheffen, zich zeiven te verfterken door het bericht van zijne ftandvastigheid m de laatfte ogenblikken betoond,en die gevoelensuitteboezemen , welke de ui.mHn.ea.de Dichteresfe, wier hart varj  ( &9 ) *an dezelfde godsvrucht, als onzejj o n a n n a, gloeide * haar in den mond legt. öGilfoRD . , ! ómijn Lief.,! moetikomunogklaagen, Neen: gaa, müu echtgenoot! ik volg u op het fpoor, Een zelfde dag zal ons doen feheiden en hercéne». U w dood ging mijnen do od flegts weinig uuren voor: Gij keert van 't hoffchavot, en ik, ik gra daarheenen, Vertoef, mijn waarde Lief! mi toef een ogenblik, Zo moogc ge uw Wederhelft met u ten hemel leijen. Ik boude uw ziel in 'toog tot aan mijn jongden fnik, En zweeve u trouw op zij, naar't hof der englenrcijen. Daar wacht ons eedier kroon en vaster heerfchappij, Dan ooitBritanje aan uw joh an n a kon vcrëercn; Daar zullen we, ongeftoord gelukkig, zij aan zij, Bij de Oppermajesteit, eeuw uit eeuw in, regeeren (») Dan het noodlottig uur was gekomen, dat ookzijhaar fchuldeloos hoofd der dwingelandije ten offer moest geeven. Zij zegende dit ogenblik , als het gewenschte einde van haarleed, en fleeg geruster uit haaten kerker naar't bloedig moordfehavot, dan zij voorheen uit baar vertrek was op den troon gefteegen. JohanGags, Cm- <*) v a h k e r k s n's Brieven en Gedichteu, bl, 75 eu 76*  Ï9f > Gonflabtl van den Tour, baar om en gering gefchenk tot een altoosduurende gedachtenis van haare vriendfchap verzoekende, gaf zij hem haar zakboekje, waarin zij drie fpreuken, een iu 't grieksch, een in 't latijn en een in 't engelsch gefchreven had, van deezen inhoud nj Warneer mijn lichaam dat nu den dood ondergaan zal* een getuige tegen mij bij de menfchen mogr zijn, dan. zal mijne ziel die de eeuwige zaligheid genieten zalr een getuige voor mijne onfchuld bij God zijn .• - a) De menschelijke rechtspleeging zal zich aan mijn lichaam voldoening verfchaffen, maar de barmhartigheid Gods zal mijne ziele gunftig zijn: - 3) Indien mijn misdrijf ftrafverdiende, was mijne jeugd en onvoorzichtigheid ten minden verfchoouing waardig, en ik vertrouw dac God en de nakomelingfchap gunftig over haaroordeelea zal. Op het fchavot deed zij eene aanfpraak tot deomftanders, met eene ouwrikbaare ftandva.tigheid van zieL Wel verre van eenigzins te klaagen over de wreedheid, waarmede zij behandeld wierd, of eenige haat te laatea blijken tegen haare vervolgers, leide zij, volgens haare gewoone zachtzinnigheid van aart, de fchuld geheelalleen op haar zelf. Zij zeide, dat baar fchuld niet beftoud in bet flaan van haare hand aan eene kroon, wiefi glaas haar oog nooit had kunnen bekopren, maar inde- zol.  < 98" ) éelve inct geetie genoegzaame flaudvastigheid afgewee. zen en verworpen te hebben ; dat zij zich minder misgreepen had nit eerzucht, dan wel uit eenen godvruchtigen eerbied voor baare ouderen, die zij gemeend had achting en gehoorzaamheid verfchuldigd te zijn , datzij den dood gewillig onderging, als de eenigite vergoeding, die zij aan den beledigden Haat geevenkonde, en fchoon haar inbreuk op de wetten tegen de infpraak vau haar eigen hart gefchied was, zij nu, door haare gewillige onderwerping aan haar vonnis, haare genegenheid wilde toonen om te boeten, die ongehoorzaam» heid, waarin eene al te kinderlijke godvreezenheid en ouderliefde haar had doen vervallen; dat zij deeze flraf verdiende door het werktuig geweest te zijn, fchoon onwillig, van de eerzucht van anderen, en dat haare lotgevallen, zo zij hoopte ten minden nuttig zouden weezen om te leeren, dat de onfchuld geene misdaaden verfchoont, indien die eenigzins ftrekken ten verderve van het Gemeenebest. Na deeze aanfpraak leide zij zich neder, om door haare Staatjuffer ontkleed te worden, en gaf zich meteen flatig, onverfchrokken en doorluchtig gelaat aan den fcherprechter over. Daar boog ze zich gerust, volvrolijk voor het lot; De fluijer zonk in 't dof en de Eagel vloog tot God  197/ THEE.ES E JY HET GRAF VA» SIEGWART ek MARIANE. Bij uw graf, geliefde Broeder 1 Bij uw graf, ó waardig paar! Moet mijn oog nw dood betreuren, Wordt ik mijn gemis gewaar, Edle zielen! - Lievelingen ! Wreed miskende - dierbre twee! Ach! bij 't ftaaren op uw rustplaats, Voelt uw zuster 't treffendst wee! Moest een min zoo groot - zoo edel, Te e*el voor dees ftormwoestijn , Dan, in haare ontlooken lente, , Reeds zoo diep rampzalig zijn? Ach! mijn siEGWAR t - Ach, mijn broeder! Welk een noodlot was uw lot Een ontmenscht gevoelloos menschdom , Dreef met uw gevoel den fpot» Oudrenhaat - gevloekte hoogmoed Dreevea u den dolk dooi 't nart,  C 5.S ) Zij die n beminnen moesten, Waareu oorzaak van uw fin art ? Traan en eener wrange droefheid Stroomden door uw cellen heên, En uw beider fchamel leger Drenkte uw zuchten en geween. In uw klooster was noch kalmte,. Was nocji rust noch troost uw deel, Huivrend - van elkaar gef.heiden, Was de droefheid Hechts uw deelj Ik - ik konde u niet vertroosten, 'k Moest Hechts zuchten om uw leed S i ü gw art ! God weet welk een bade Voor uw heil mijn mond ontgleed] Dikwerf floeg ik 't oog ten hemel, Als ik aan uw lijden dacht Als ik voor u, en uw dierbre Voor Gods throon mijn wenfchen bragt. Dan - nu • nu zijt gij gelukkig - Nu is uwe min bekroond Nu, na 't einde van uw leeven, Is uw .tederheid beloond; Eenmaal mogt gij nog eikander Yoor UjW fterfuur wederzien j Sta-  (99) Eenmaal nog, om aan elkander Eenen affeheids-kusch te bien ! •t Sterven deedt u zegenpraalen, In uw graf berustte uw heil, Gij bleeft, hoe de ftormwind brulde,' Voor 't gevlei der ontrouw veil Siegwart! moet uw zuster weenen, Weenen bij uw beider graf? Neen, mijn Broeder ! neen 'k moet juichen » Hier - hier viel uw kluister afi Welk een denkbeeld voor mijn harte, Als het u nu zalig denkt, Als 't u nazweeft in uw rustplaats, Dadr waar niets uw wellust kreukt! jDadr waar gij uw trouw kunt bieden Aan het voorwerp uwer min; Ddar waar gij, voor eeuwig - eeuwig, Juicht met uwe zielvriendin. »k Zal niet morren - *k zal niet treuren, Neen - % zal vrolijk , vrolijk zijn • Gij zijt beiden - wel geliefden, Uw geluk is thans geen fchijn >t Is een waarheid die mij aandoet, 't Is een waarheid, die ik eer, Ga ^  C ioo ) Gij zijt vlij •• vrij fchoon gefforven. En ik heb geen rampen meer! Sluimert - zacbtkens, lievelingen! Sluimert, tot op de oordeelsdag Ik uw beiden weer zal vinden, Blijder dan mijn oog u zag! En gij winden, die de bloempjes Op dit kerkhof zachtkens kuscht, Loeit nooit woedend rond de rustplaatj, Waar de zaligfte onfchuld rust! Neen ö zephirs ! toont uw eerbied, Toont uwe achting aan de deugd, ln den donkren fchoot der aarde Sluimert hier der englen vreugd! Nu mijn sikgwart! rust dan ftoorloos.» Jtoorloos naast uw hartsvriendin Sluimert 's waerelds morgen tegen, Sluimert vreedzaam de eeuwen inj Uwe zuster zal, bij 't klinken Der bazuine aan geenen dag, Vrolijk ïn uwe armen ijlen, Met*en onfchuldvolle lagcb! C.  ( ioi 3 DE VERLOSTE MOEDER* haas kïkd HAAREN ECHTGENOOT AANBIEDENDE. Mijn zielvriend! juich triumf- de fmart is doorgeftaan, Zie hier het zegel onzer tedre huwlijksliefde! . . . Ach! ... Haar in 't lieve wichtje ons beider beeldtnis aan, In ieder trekje fpreekt de teérheid die ons griefde! - Mijn zielvriend! fmeek met mij des hemels zegen af!.. Thans fnoert nog naauwer knoop de lieve huwlijksbanden; Een tedrer aandrift, nu ons God dit kindjen gaf, Vereenigt onze ziel tot dankbaare offeranden! - Mijn zielvriend! zegen 'tKroost,als Vadervmuw KindI Laat eene zachte hand op 'slieflings hoofdje daalen; Gevoel - gevoel met mij • hoe hij ons nader bindt, God zelfs zal dit gevoel in dubbleu maat betaalen ! - Mijn zielvriend! dat ik u aan 't kloppend harte drukk" * De fmart is doorgeftaan , 'k gevoel noch leed noch pijnen? 'kBraveer, aan uwe zij, het treffendst ongeluk; 'üBun moeder" en - die rang doet alle zorg verdwijnen. V. V. ïfjo Jaaren geleefd heeft. Dan, al het merkwaardige ook, 't geen men van hem aangetekend vind, is, dat hij gaarne kaas at, en zig in zija honderdfte jaar fchuldig maakte aan overfpel. - Hij werd gebooren, ftaat er, leefde, trouwde, en ftierf. . De natuur is regtvaardig. Zij vergoed het gebrek van verfland door een lang leven; eu bekroont de domheid met de onfterflijkheid. De voornaamfte en beste Regelen, naar dewelken men de geftelde ligchaamlijke opvoeding der Kinderen moet inrichten , zijn deeze: Over bet tJasfen der Kinderen kort na de Geboorte* Men doet dit doorgaans met water, met melk, met die beiden te gelijk, of met wijn. - Ik heb niets tegen de eerden, veel tegen het laatfte. De wijn heeft geene overeenkomst altoos met het vogt, waarin bet Kind, tot hier toe geleefd heeft, waaraan deszelfs huid gewend is, en moet voorzeker, althans, wanneer ze goed is, deeze, op eene ongewoone, en meer of min gevoelige wijze prikkelen, - Een weinig wijn egter, wat brandewyn zelfs , vermengd met veel water, kan, als het kiud zeer zwak is, worden toegelaaten, Van welk een vogt men zig bediene, hetzelve moet lauw zijn, en  ( ioS ) en met alle mooglijke oplettendheid ten aanzien der meest tedere deelen van het ligchaam, met eene fyne fpons, of zagt linnen, worden aangebragt, - Ik weet wel, dat 'er volkeren zijn, die hunne pas geboorene Kinderen wasfen met en zelfs baden ïn koud water: Doch ik weet tevens , dat de gefteldheid van deezen, ten minften van die , welke zulks niet doen, alleen uit het belaglijn beginzel om zig van anderen te onderfcheideu, hemelsbreed verfchilt van de onze : en dat, het geene oofchadelijk , of zelfs voordeelig is voor hunne, doodelijk zijn zoude voor onze Kindereu, *» Over het Bakeren. *Er zijn Volkeren, die hunne Kinderen geheel niet Bakeren. - Dus doen bij voorbeeld, de Japanners, de Indiaanen, de Mooren, de Wilden van Kanada, van Virginie; en de meeste inboorlingen van Zuid-America. - Door geene zoogenaamde kunst bedorven ; geleid door de eenvoudige Natuur, leggenze dezelveu, geheel naakt, in boomwol, in hangmatten, of, ineen foort van wiegen, bekleed met cenig bond, en omhangen met een lugtig weefzel. - Het Bakeren egter is goed, mits gefchiedende naar den voorgefchreevcn ReG s Sd *  C i*6 ) fel; en zoo , dat bet Kind alle 2ijne ledemaaten , vrijelyk beweegen kan, - Konde men onze vrouwen overreden om zig daar bij te onthouden van het gebruik van zeker moordgeweer, bij den naam van Bakerfpeld bekend, zulks zoude eenen grooten dienstgedaan zijn aan de kleine maatfchappije. Moet in den winter gedaan worden, op een afftand van een lagtig brandend vuur , in den zomer zonder eeiiig vuur hoegenaamd. Dus deeden weleer onze voorouders, - Dus doen nog de landlieden, in de Provinciën van Gelderland, 'Overijsfel, en elders. - Het was te wenfehen, dat wij zulk-s ook deeden! onze kinderen zouden 'er veel bij ■winnen in hunne gezondheid, • althans niet zoo dikmaalen doodelijk gebrand, niet zoo veel bedwelmd, of laat ik liever zeggen, bijna verflikt worden, door het fmeulend Koolenvuur onzer zoo verderfiijke vuurmanden De lucht des vertreks moet matig en meer koel dan tjarm zijn Eene drooge gematigde, en meer koude dan waYnie lucht,  ( 10? ) lacht verfterkt,eeiie vogtige , en tegelijk warme, daarentegen, verzwakt het ligctrtam. Dit is waar van volwasfeuen en bejaarden, Het is niet minder waar vaa Kinderen. Men behoeft geen Geneeskundige te zijn-, om dit te weeten. Eene kleine opmerkzaamheid omtrent ons zelfs, omtrent onze kinderen, is hiertoe genoeg. Men vreeze niet, dat het Kind in zulk eene lacht zal verkouden worden. Want ook dit heeft geea de ïninfle zv aarigheid. Deszelfs natuurlijke warmte, welke inderdaad vrij groot is, beveiligt het hier voor genoegzaam. - Unt dus noch vaders, noch moeders, noch zij die eenieerief bellier hebben over jonge Kinderen, immer gedoogcn dezelvente plaatzen in een vertrek dat laag, vogtig, of warm is. Dat zij even zoo min sedojgen, dar als het vertrek hoog tuuria; en droog is, deeze goede hoedanigheden van hetzelve bedorven worden, door den damp van kooien in vuurmanden en ftooven; of door de uitwaafeming van eenige dierlijüc, plantaardige of andere zelfstandigheden. Over bit Zoegea, 7 Sommige Geneesheercn willen , dat het kind geen gebruik zal maaken van de moederlijke Bout, dan na des-  OoS) deszelfs ingewanden gezuiverd zijn van het Meconhm en het als fchreeuwt van honger. - Indien deeze raad niet gegrond is op een weinig zelfsbelang, beken ik gaarne, 'er de reden niet van tebegrijpen.- De Natuur is eene verftandige en milde Huishoudfter. Zij weet wat ons nuttig is, en geeft ons ougevergd, 't geene wij niet dan met veel moeite langs den weg der kunst verkrijgen kunnen. - Het eerfte zog eener Kraamvrouw naamlijk, is dun, wijagtig, en voorzien met eenige zoutdeelen. Uit kragt deezer hoedanigheden, is het zagtelijk voedend, verdunnend en openend. Het wordt door de nog tedere maag van het Kind gemaklijk verdraagen, ontbind het Mecomum, en bevordert de zuivering. - Wat kan men zig heilzaamer verbeelden voorliet Kind? - Wat, als meer overeenkomftig met deszelfs behoeftens in de eerfte oogenblikken van het leven ?Welk geneesmiddel is hieraan gelijk? Dan in geval dat de Moeder zelve het Kind niet kan zoogen , en de natuur in gebreke blijft het Meeonium uit te werpen , bedienen de Zweedfche vrouwen zig, zegt uNZER,hier toe, van de Penijn Suiker, in zoeten Amandel Olie op gelost. - De Franfche en Hollandfche neemen rooden wijn, waarin zeer veel fuiker gedaan is,- en de Itidiaaneu geven hunne Kinderen honig, met boter vermengd. -  (top ) taengd. - Zelf prijst hy aan, eene door konst gemaakte wye, bereid uit verfche melk, en verfche welgeklopte eijeren. Dit mengfel doet hij even opkooken, zygd het door, zoo draa de melk zig gefcheiden heeft, en vermengt het als dan, met wat zuiker, honig, of het een of ander Buikzuiverend fap - Dit raiddel zegt hij, en ik geloove zulks, kan zeer wel de plaats bekleederj van veele andere purgatien voor kinderen, Ceduurende het eerfte Jaar van het leven, behoort het Kind alleen door de Borst gevoed te worden. Het Moederlyk Zog immers is bet natuurlijkst, het beste voedzel voor zeer jonge Kinderen. De reede zelfs leert dit, en het is onnoodig zulks door Geneeskundige bewyzen te daaven. Ik zal dus enkel aanmerken, dat de eerfte vrouw, die zig def zooging van haar Kind willekeurig onttrokken heeft, moet aangemerkt worden als de fchandvlek haarer Sexe : Gelijk ook, dat en zy, en alle die haar daar in navolgen, verdienen dat het kwijnend en als gedun» rig dervend wigt haar geweeten onophoudelijk pynige met de nadruklijke taal, hetzelve door den menschlievenden bam.aï«erb ia den mond gelegd. Helaas' ia 't op  'j> op deeze \vï;ze , dat gij mij overlaat aan mijn noodftrt!»£ Gij hebt mij dan niet an iers , ah om uwe wellustige driften te voldoen, geteeld . . .' Buiten twi (fel hebt Gij mij ook met weerzin in uw ligchaam gedraagen; nadien Gij u van mij, zoo haast ik het licht zie, ontdoet. Zijt Gij het dan , welke ik in 't vervolg, met den tcderen naam van Moeder zal noemen . ..! Gij, die my den fchat, w*ar van de Heer der Natuur u, ten mynen behoeve , de bewaarfter gemaakt heeft, onttrekt. Neen ontaartc! Gij zijt het niet, die een zoo dierbaaren naam verdient Ziet die Kat eens aan , die met zoo veel genegenheid, haare Jorg-n onder uw oog te zuigen geeft, en eene ftoute en vreemde hand met zorgvuldigheid het aanraaken belet. Ziet die Hond, die , in eene gsduurige Vrees, zig zelve liever van voedzel beroofd, dan eene roekeloaze hand, de vrugt van haar liefde een oogenblik over te laaten. Ziet de Leeuwin en de Tygeres, in haare fchrikbaarende Bosfchen alle haare verwoedheid afleggen, om, op eene tedere wyze, haare ingewanden te openen voor hun die zij het beftaan gegeeven hebben. Ach! ïjdele en wreede Vrouw! Gij maakt het erger dan deeze "Wilde, deeze veifcheurende Dieren. ..! Zijt dan ook het voorwerp mijner veragting! Ik ontzegge U voor al. t»os mijnen eerbied, mijne liefde J  C Ml ) Is de ■Bloeder dooi; Ugcbaams zwakheidonbekwaam om bef Kittd te Zoogen , moet men eene goede. Min verkiezen. Een Min kaïï men zeggen goed te zijn, als ze van aj tot 30 Jaaren oud is : wanueer haar geftel niet geheel ongelijk is aan dat van de Moeder : als ze een zog heeft van 3, 4 of uiterlijk f maanden na de verlosfing : wanneer ze welgemaakt, gezond, fterk is ; eene frisfe kleur, een vriendelijk oog , en goede zeeden heeft :^ als haar tandvleesch bloedrood is , en haare tanden gaaf zijn ; wanneer haar Boezem eene middelhaare grootte heeft; het.zog wit, zonder lucht, noch te dik noch te dun, weinig fraaaklijfc, erj op het vuur niet ftreffibaar is. Minnen welke deeze hoedaanigheden, of immers de .meesten van die misfen, moet men geen Kind aan ver* trouwen. - Vooral fchnuwe men dartele , ontugtige , ziekelijke , vreesagtige , droefgeestige, bijgeloovige , luije, flordige en kwaadaartige Minnen; als deugende tot niets, dan om het Kind, of in gezondheid, of in zeeden, of in beiden tevens, voor altoos, en op een^ onherilelhaare wijze,, te bederven. * * (De verdcïe ophelderingen in een Volgend Jaarboekje.}  LIJST der STUKJ ES. EtvittEaaa Eeize . . - ^ladz. 1 EtviRB aan Karei • 5 Cloë eu Vrïhart Aan de Liefde - • ■ • ?3 De Weetlust . - • Brief van Maria aan Cecile ï Aan de Nederlaudfche Meisjes • • 3» LOUISA DE COLIIG Ut De Opftanding eener Moeder roet haare Zuigeling. 45 De Moeder bij 't Ziekbed van haar Kind • 52 Laura ... - 1 Over de Vriendfchap Aan ** . - 64 Het Roozenfcest van Salencia ; * 6? Strandwandeling • De Ruine . • • • C a 11 olin a aan haare Dochter . « 82 johanna GRAT .... Theresr bij 't graf van Siegwart en Mariane. 97 De verloste Moeder haar Kiud haaren Echtgenoot aanbiedende . • • • 101 Nadere en Uitgebreide Ophelderingen op de Regelen ter Lighaamlijke Opvoeding der Kinderen . » * *  De wed. J. DOLL geeft beden uit: ALMANAK vam VERNUFT en SMAAK»  £>e Wed. j. Dóll te Amilerdain, geeft heden uit en heeft alom verzonden: j. H. CAMPE, vaderlyke raad aan zyv.Ë doch« ter, ze deel, ƒ i : 5, waar mede dit allernuttigst werkje compleet is. Van liet Eetfte Deel zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen. Als mede van de Ontdekking van dmcrica, 3 deelen , met Kaarten ƒ5:8. Reislefchryvingen voor de Jeugd, 1 deel., ƒ2:16* Theophron of raad van een Vader aan zyn Zoon, 2 deelen, f 2 : 4. Beknopte zedeleer voor Kinderen van lefchaafde Lieden, f - ; 15 en van het Volledig Leerflelzel van ■Opvoeding , 4 deelen , ƒ 9 ; 10. alle door den kundige Heei C AMPE.   Te AMSTERDAM, by cc Wed. J. D O L L, in de Kalverjïraat.