KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK COLLECTIE-TH IERRY BRUIKLEEN van de Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage 7118 - '35    VÉltVÖLG of TWÉËDË DEEL van de VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT»   J. AL X< A11 T, cxcudit .   VADERLANDS CEtË HISTORIE, vervattêsde dë GESCHIEDENISSEN der VEREENIGDE NEDERLANDEN, door JAN WAGENAAR, VERKORT. VERVOLGD o f TWEEDE DEEL, met kaarten, plaaten en portraiten. té AMSTERDAM, eij J O HANNES ALLART. M D C C Ci   VERVOLG op WAGENAAR'S VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT. I. AFDEELING, Nog op denzelfden dag, waar op willem karel hendrik friso overleden was, den 20acn van Wijnmaand 1751, werd aan de Princesfe Weduwe, anna, door eene bezending uit de Staten van Holland, bij het beklagen van den rouw, de eed afgenomen, als Gouvernante en Voogdesfe van den minderjarigen Erf-Stadhouder willem den V. Dit gefchiedde overeenkomftig de fchikkingen, in 1747 beraamd, en men oordeelde het dus niet nodig daar toe vooraf last van de Steden te halen (*). Kort daarop zonden de andere Provinciën , en het landfchap Drenthe, ieder voor zich, bezendingen ten zelf- C*) Vadeilandfchs Hiflorte verkort, bi. A I. f.ro. a, 1.75 ** Schikkingen op de Regering, na den dood vaa WILLEM KAREL HENDRIK FtUSO,  VERVOLG op WAGENAAR'S' I. afd. 175 !• Begrave nis van de: StadhoU' der. *752- zelfden einde; en de Algemeene Staten lieten insgelijks de Vorstin in den eed nemen, als Gouvernante en Voogdesfe wegens het Erf-Capicéin- en Admiraal-Generaal-schap, en het Erf-Stadhouderfchap over de Generaliteits-Landen: zoo dat eerlang de regering zich op dien voet fchikte, welken de reglementen ten aanzien van het Erf-Stadhouderfchap bepaald hadden. Holland maakte 'er reeds in Wintermaand van dit jaar , op voorftel van de Ridderfchap, nadere bepalingen bij, betreffende de voorziening, welke men nodig oordeelde, in het mogelijk en naderhand werkelijk gebeurd, geval, dat de Gouvernante, gedurende de minderjarigheid van de vorstelijke fpruiten, ter erf-'op vol ging benoemd, overleed. Doch wij zullen van die voorziening nader ipreken, wanneer wij beneden over de fchikkingen, naderhand door de overige Gewesten ten zelfden einde beraamd, en bij den dood der Gouvernante ter uitvoer gebragt, handelen zullen. Het voorftel van van lynden van res! sen, Voorzitter in de Algemeene Staatsvergadering, om het lijk van den Stadhouder, op gemcene kosten der Gewesten, ter aarde te beftellen, in het laatst van Wintermaand gedaan, door H. H. M. goedgekeurd, en door de Princesfe Weduwe gaarne aangenomen zijnde, werd het Vorstlijk Lijk, dat, van den 25!le" van Slachtmaand tot den 8:hi11 van Wintermaand, op een praalbedde ten toon gelegen had, den tienden van Louwmaand 175a gelegd in eene kist, gegootenvan eeneftoffe, zo men wil, duurzaa- jüér  vaderlandsche hist. verk. 3 mer dan metaal, en van zodanig eene gedaante, dat het lighaam als t' eenemaal beflooten daar in lag (*). De Kunst-beeldgieter van den Prins had het dekzel derwijze vervaardigd, dat het een van het hoofd tot de voeten gewapenden veldoveriten , in laag verheven beeldwerk, verbeeldde, latende in het gezicht van het heimet eene ronde opening, met een glas, waar door men hat aangezicht van den Vorst zien kon. De kist bevattcde ook in zich een zilveren en een tinnen kistjen, waar in de harsfenen, het hart, en de verdere ingewanden lagen. 'De Griffier fagel, de Raad en Thcfaurier de la bassecour, en de Secretaris hop, hier toe door de Staten benoemd, beraamden, gemecnfchappelijk met den Hofmeester en Domeinraad der Vorstinne, de fchikkingen der Staatlijke uitvaart. Het door hun ingeleverd plan werd door H. H. M. goedgekeurd, zoo wel als de orde der lijkftatie, waar in niet alleen cfe vreemde Afgezandten uitgelaten waren, om verfchilleti over den rang voor te komen, maar ook de Raad van Staten, dewijl deze oordeelde op de Algemeene Staten te moeten volgen, waar toe de Staten van Holland niet konden verftaan. De 4de van Sprokkelmaand was beftemd tot den dag der Begravenisfe, welke toen ook met de grootfte plechtigheid voortging, en die aan het Land 68,000 gul- (*) VadtrU Hifl. verkort, bl. 588, 589, Aj I. AFD»  I. AFD. 1752. Jacob mossfl , Gouverneur Gene raai van NederlandicbIndil. 4 VERVOLG of WAGEN AAR'S guldens kostte (*). Het lijk werd begraven te Delft, in de Nieuwe Kerk, in een nieuwen grafkelder, benoorden den gewoonlijken van de Vortten uit het huis van Oranje. Voorts werd de gedachtenis van den Prins, zoo op den dag der uitvaart, als kort daar na, op de meeste Hooge- Scholen van ons Vaderland door één' der Hoogleeraren, en in verfcheiden Steden en Dorpen door Kerk-Leeraars van onderfcheidene gezindheden, met plechtige Lijkredenen verëerd; en zommige dichters wijdden hem hunne treur-gezangen. Gelijk in deze gewesten het dragen van den rouw over hem voor Staatsperfonen en militairen bepaald was, zoo volgde men dit na in Nederlandsch lndi'ê\ zoo dra aldaar de maare van 'sVorstcn dood was aangeland. In plaats van gustaaf willem Baron van imhoff , op den eerften van Slagtmaand des jaars 1750 overleden, was al"daar, bij voorraad, tot Gouverneur Generaal aangefteld jacob mossel , geboortig van Enkhuizen , doch in zijne vroegfte jeugd op Batavia gekomen, en van waardigheid tot waardigheid opgeklommen. Die aanftelling door den Stadhouder, alsOpper-Gouverneur-Generaal, en door de Bewindhebberen der Compagnie, goedgekeurd zijnde, gefchiedde de inhuldiging op den softe' van Hooijmaand, met de daar gebruiklijke eeretekenen, die meer dan een zweem van Vorstlijke grootheid hebben: t maar (*) In de Vaderlandfche Bijl. vei kort, bl. 5^9. Saat verkeerdelijk 28,000 gulden*.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 5 maar de onlangs aangekomen tijding van het overlijden des Stadhouders, en de daar door veroorzaakte rouwe, verbanden alle luidruchtige vreugde-betoningen. Niet eerder dan den aifte» van Wintermaand dezes jaars, nam de Gouvernante zitting in de Hooge Vergaderingen: eerst in den Raad van State, vervolgens in het Collegie van Gecomm. Raden van Holland en Westvriesland, daar na in de vergadering der Staten van Holland zeiven, en eindelijk in die der Staten Generaal, waar na zij nog eene raadpleeging bijwoonde, tusfchen Gedeputeerden vanlaatstgemelde vergadering en van den Raad van State gehouden. Dit alles gefchiedde op éénen dag, en zonder eenige plechtigheden. Bij Holland werd zij, door den Raad-Penfionaris stein, met eene gepaste redevoering begroet, welke zij minzaam beandwoordde. Zij leverde ook aldaar een plan over, het welk zij had doen ontwerpen, tot vermindering van de Guardes du Corps, en de Hollandfche en Zwitferfche Gardes, dat jaarlijks 110480 guldens zou befpaaren: en zij bediende zich tevens van deze gelegenheid, om het nemen van een fpoedig befluit ten aanzien der Ambten ten fterkften aan te beveelen. Haar voorftel ter verminderinge van het krijgsvolk bij Holland met dankzegginge aangenomen, vervolgens ter Algemeene Staatsvergadering overgeleverd, en aldaar goedgekeurd zijnde, befloot men den Staat van oorlog, voor het toekomend jaar, volgens het zelve in te rigten. In WinterA 3 maanc I. afd, 1752. De Gouvernanteneemt zitting in de Hooge vergaderingen. Haar voorftel ter vermindering van Krijgsvolk  6. VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. i^- maand des voorl. jaars was reeds het befluit genomen, om met Grasmaand 'sLands Krijgsvolk 2008 man te verminderen. Ook was de voorflag der Gouvernante, reeds in het voorjaar gedaan, om de troepen van den Staat op een' meer vasten en min kostbaaren voet te brengen, door 'sLands Hooge Magten goedgekeurd. De Raadpenfionaris stein had hetzelve met een aantal redenen aangepreezen: de volvoering van dit ontwerp-zou met den tijd, vijftien en nu reeds ruim acht tonnen gouds uitwinnen; terwijl de armee, in getal van gemeene dienst-doende manfchappen, weinig meer dan 1600 zou verminderen: de overblijvende militie zou er door bevoordeeld, de'compagniën zouden van menigvuldige gebreken gezuiverd, en de troepen voordaan zonder uitftel betaald worden: voor die geenen, welken hunne posten zouden verliezen, was gezorgd op eene wijze, welke, aangemerkt de volftrekte noodzaaklijkheid eener groote hervorming, aan hun geene wettige reden van klagen gaf, en der Republiek eer deed: men had partijdigheid en onregt vermijd, en tegen geene capitulatie aangegaan, uitgezonderd met opzicht tot de drie bataillons van Oranje Nasfau, en de twee bataillons van Waldeck, die, fchoon eigenlijk overgenomen corps zijnde, bij dit ontwerp op den voet van nationale troepen behandeld waren; doch, ten opzichte der eerstgemelden had de Gouvernante daar aan gaarne hare bewilliging gegeven, en de Vorst van walsdeck had ook toegeftemd, dat zijne twee re-  VATÏERLANDSCHE HIST. VERK. 7 regimenten, in dienst van den Staat, tot I. afd* één regiment zouden worden zamenge- — " voegd, en, onder aanneemlijke voorwaar- I752, den^ met de nationale troepen gelijk liaan: eindelük het voordeel van dit ontwerp, gevoegd bij dat van de reeds gedaane afdanking, zou met den tijd meer dan 1878000, en van nu af boven de 1135000 guldens bedragen. Na dat de Gouvernante nog eene nutti- Schikkfage voorziening gedaan had, ten opzichte jen op de van de fchuldbekentenisfen der Officieren, ^lered^u die, uit verlegenheid, tegen een' hoogen tajre^ interest, gelden opgenomen hebbende,zich nog daarenboven voor meerder penningen fchuldig (telden, dan zij werkelijk genooten hadden: maakte zij eene nieuwe fchikking op de monteering der troupen. De fchotfche 'Brigade zou in het rood gekleed blijven; de overige regimenten Infanterij, de Dragonders, en de Gardes te Paard, in het blaauw; en de andere Kavallerij in het wit uitgedoscht worden: het ftond aan de hoofden der regimenten vrij, om aan de hoeden der Officieren zodanige boordzels en gewerkte knoopen, 't zij van goud of zilver te geven, als zij verkoozen; ook bleef de keuze van kamifolen, opflagen, en verdere uitmonfteringen aan hun overgelaten, mits daar op geen goud of zilver gezien werd, behalven bij de Gardes, aan welken dit toegelaten was: eindelijk alle Officieren, van den Vaandrig tot den Colonel, mogten aan het Hof niet anders verfchijnen, dan in hunne regiments-monteering. A 4 Alle  8 VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. Alle die hervormingen in de Landmagt X baaren weinig verwondering, wanneer men ?752» bedenkt, dat lodewijk Hertog van Brunswijk, in 1750 in dienst van den Staat getreeden, het opperbevel over de troupen, gedurende des Stadhouders minderjarigheid voerde; en dat zijn invloed op de Gouvernante, en de hare op de Staten alles vermogt. Men begrijpt daarom ook ligtelijk de reden, waarom men toen van de Zeemagt zoo weinig repte, als of dezelve nimmer in ons Land beflaan had. De uit. Ondertusfchen maakte toch de Regeering ' voer van in dit jaar verfcheiden verordeningen, die Zaagmo- ter uitbreiding en beveiliging van de weihet" bult vaart ^es Vaderlands ftrekken moesten. Hier 's LandsL toe behooren het ftreng verbod van den uitaannemen voer van Zaagmolens, en gedeelten van devan dijk- zeiven: — het verbod aan Ingezetenen van •werken Holland, van buiten 'sLands rivier -fluisboden^' dijk- gaarens, ijzerwerk, en koperdraad, de Ilati- naai" Spanje beftemd, hier te mogen doordelaars voeren vrij van alle regten, en van het buiop Spanje tengewoone veilgeld. — eindelijk de maatveileendi regelen, door de Algemeene Staten genomen, om te beletten, dat drie Hollandfche Schepen, naar Groenland ter Walvifch vangst uitgevaren, die aldaar in het Ys bezet, en door het Scheepsvolk verlaten waren door iemand anders zonden kunnen worden in bezie genoi„2n, dan door de eigenaars of belanghebbers» Wij  VABERLANDSCHE HIST. VERK. 9 Wij flippen flechts mee een woord aan, 1. afd. dat de jonge Erffladhouder Willem de V, ■ ——' in dit jaar, door zijnen Grootvader, den 1752* Koning van Groot - brittanje, tot Ridder van de Kousfenband verheven werd. De inhuldiging gefchiedde, in naam des Ko» nings, den vijfden van Zomermaand, in het Huis de Oranjezaal. De melding der omflachtige plechtigheden, die dezelve vergezelden, en der zwellende aanfpraken, bij die gelegenheid gedaan, zou minder dienen, om het belang onzer Gefchiedenis te vermeerderen, dan wel om den Leezer eenen lach af te dwingen, vooral, wanneer hij bedacht, dat het voorwerp, waar om al die toestel gefchiedde, een vierjaarig kind was. Even weinig zullen wij de plechtigheden vermelden van het bezoek, door den Franfchen Afgezant, de Marquis de bonac, die omtrent het midden van Wintermaand van'Parijs in den Hage gekomen was, bij den Erffladhouder afgelegd; of van het tegenbezoek, door dezen aan hem gegeven. Meer melding verdient het, dat De Rede Rekenkamer van het Noor der quartier, kenkamer die, zedert de oprigting van het Gemeene-^J1^ best, te Hoorn gehouden werd, met bloei-quanier maand dezes jaars aldaar een einde nam, enimr den naar 'sHage overgebragt werd, om met de Hage overRekenkamer van Holland gemakkelijker en gebrast, eenflemmiger te kunnen handelen. Maar vooral behooren wij niette verzwijgen de nieuwe bewijzen, die de Ingezetenen van ons Land dit jaar gaven van derzelver van ouds beroemde liefdadigheid. Verfcheiden Protefl'anten, om de vervolging, A 5 die  io VERVOLG op WAGENAAR'5 I. JiPD. *753- Onderkenningder Franfche vlug telingen. die zints omtrent een jaar in Frankrijk, voornaamlijk in Languedok en Dauphin'é\ hare woede verdubbeld had, te ontwijken , naar Zwitferland gevlucht; vervolgens, toen zij in dat land, om verfcheiden rede■nen, geene behendige fchuilplaats vinden konden, naar Ierland genodigd, en zich derwaarts begevende; werden, in het doortrekken door Holland, met verfcheiden blijken van hulpvaardige menfchlievendheid verblijd. Te Rotterdam, waar zij- zich ontfcheepten, en van waar zij met een ander, fchip naar Ierland werden afgehaald, verbleeven zij twaalf dagen, gedurende welken tijd zij door de Gouvernante, de Regeering der Stad, en verfcheiden bijzondere perfonen, met aanzienlijke geldfommen begiftigd, en liefderijk onthaald en verkwikt werden. Vier huisgezinnen bleven hier te lande, die vervolgens door hare Hoogheid te Breda van verblijf en kostwinning verzorgd werden. Eene tweede partij dier vervolgden, insgelijks uit Zwitferland zich naar Ierland begevende, vond, in het doortrekken, te Rotterdam het zelfde onthaal. En, daar de onderdrukkingen in Frankrijk bleeven voortduuren, zamelde men in Utrecht, en Deventer, en, eenigen tijd later, ook in Middelburg, Vlisfingen, Zierikzee, en Goes, en elders, rijke liefdegaven in, voor de vluchtelingen, en voor hun, die, om hunne godsdienst - belijdenisfe, op de galeiën gebannen, of in gevangenisfen geworpen waren. De Doopsgezinden droegen hier toe het hunne rijkelijk bij; en de Wal- fche  V ADERLANDSCHE HIST. VERK. n fche Kerkeraad van Utrecht, beloofde den I. vfd. vluchtelingen nog rijkere gaven, bijaldien . zij aldaar hunne wooning verkoozen. '5 Niet minder hulpvaardig betoonde men Gevanzich jegens ongelukkige Landgenooten. Sen«" u't De Manfchappen van 'sLands fregat hei huis in V Bofch, gevoerd bij Capitein vernije hendrik cornelis stenis, en van een verlost, Hollandfch Koopvaardijfchïp, beiden in en de VreWintermaand des vorigcn jaars op éénen ^ metden dag, op de Moor fche kust geftrand, waren ;^"jan door de Mooren gevangen genomen, en vernieuwd, werden te Tetuan in harde flavernije gehouden, en ijzelijk mishandeld. Om dezen, en de overgeblevene van die manfchappen, welken op zes koopvaardijfchepen, zederd 1732 door de Mooren genomen, gevangen gemaakt waren, uit de flavernije te verlosten, ftevenden, in Slachtmaand dezes jaars, twee, Hollandfche Oorlogfchepen, door hoogstraaten en pichot gevoerd, van Gibraltar naar Tetuan: en de eerstgemelde Scheepsvoogd, benevens de Hollandfche Confuls francois en louis butler troffen met de Afgevaardigden des Keizers van Marocco, ' op'den 2111™ van Slagtmaand, een verdrag, waar bij de gevangenen wierden vrijgekocht, en de vrede vernieuwd, tegen betaling van 318954 guldens, behalven nog eenig geld ten gefchenke voor de Mooren. De vrijgekochte, nog dien eigen dag uitgewisfeld zijnde, werden terftond naar het Vaderland overgevoerd, en bereikten, na dat zij te Gibraltar een weinig uitgerust hadden , in Sprokkelmaand des volgenden jaars, behouden Texel. De Keizer mulij abdala had  ia VERVOLG op WAGENAAR'S I. AFD. 1752. j. van collema begiftigt het burger-weeshuis te Mrcda HaarlemfcbeMaatfchappijfGrcning' intusfchen op den vierden van Wintermaand het gefloten verdrag bevestigd, en hij gaf daar van, ten zelfden dage,, bij eenen brief aan de Algemeene Staten kennis. Een bijzonder voorbeeld van weldadigheid en van dankbaarheid tevens/levert de uitterste wil van johan van collema op. Deze, in het burger-weeshuis te Breda opgevoed, had zich vervolgens naar London begeven, waar hij door de draaijkonst en den koophandel veel gelds won. In 1737 ftierf hij, na dat hij eene fom van 5000 ponden fterlings befproken had, waar van lidia catharina , Hertogin van Chandois, leven 'slang de vruchten moest trekken, terwijl, na haren dood, de hoofdfom moest worden overgemaakt aan Regenten van het burger-weeshuis te Breda, om daar van 5000 guldens uit te keeren aan het Armenkinderhuisaldaar, en de overige50,000 guldens aan te leggen, om uit de vruchten daar van aan elk burger-weeskind jaarlijks een halven rijksdaler, en, bij het uitgaan uit het het huis, boven den gewoonen uitzet, 100 guldens te geven. De Hertogin was in 1751 overleden, en de eerfle uitreiking der jaarlijkfche gifte aan de weezen gefchiedde den ï 3dcn van Wijnmaand 1752. De doop-dag des Weldoeners werd door de Regenten tot een feestdag ingefteld, en het wapen van dit dankbaar weeskind, met gepaste""bijfchriften, in de Regentenkamer opgehangen. Tot de Gefchiedenis der Wetenfchappen in ons Vaderland levert dit jaar de volgende .. bijdragen op: dat de eerfte Grondleggers van de Hollandfche Maatfchappije der Weten-*  VADERLANDSCHE HITS. VERK. 13 tenfchappen te Haarlem, die uic zeer kleine 1. afd. beginzelen haren oirfprong nam, op den Bitten van Bloeimaand , derzelver eerfte , I753opzettelijk daar toe belegde, bijeenkomst ^l'c^oo\' hielden: — dat het herftel der Hooge fcho- ffegaat0 " le van Groningen, door den overleden Erf- Van senfladhouder begonnen, door de Geuvernan- ter.. te, die aldaar zeven nieuwe Hoogleeraaren aanftelde, verder bevorderd werd: — eindelijk, dat walter senserf, Ridder Baronet, Burgemeester van Rotterdam, en Bewindhebber der O. I. Maatfchappije, in Oogstmaand overleden, bij zijn' uittersftetï wille bepaald had, dat, uit zijne nalatenfchap, jaarlijks 500 guldens zouden worden uitgereikt aan één der Leeraaren van de Gereformeerde Kerk binnen Rotterdam, ter keuze zijner Weduwe, om daar voor acht leerredenen te doen tegen de Atheisten, Naturalisten , Deïsten , Heidenen , Joden, Muhammedanen, en andere openbaare tegenfpreekers van het Christelijk geloof. Behalven de inwijding der herbouwde groote Kerk te Bergen op den Zoom, welke in de laatfte belegering plat gefchoten was; leverde dit jaar nog deze bijzonderheid op, dat op den 2jaen van Wijnmaand, en twee volgende dagen, na dat aanhoudende Oos- „ ten- en Zuidoosten winden eene zeer laage Qritten!^ Zee veroorzaakt hadden, de fchaars geziene overblijfzelen van het aloude huis te Britten zich weder vertoonden. In het volgend jaar werd het belang van 1753 'sLands Koophandel bevorderd door een Handelhandelverdrag met den Koning der beide Siciliën% bij het welk de wederzijdfche onder-  lx VERVOLG op WAGEMAA'R'S I. afd. derdanen, ten opzichte van de Zeevaart en" — den Handel, eene volle vrijheid verkregen * 1?52' door alle de Koningrijken, Staten, en GeKoning westen in Europa gelegen, en aan beide de der beide Hooge Magten toebehoorende. Ook zouSiciliën. £Qn ^e wederzijdfche onderzaaten, in de Staten der beide verbonden Mogenheden, volle vrijheid van geweten en godsdienst genieten. Dit verdrag, in Oogstmaand geflooten, werd, voor het einde dezes jaars, door den Koning bekrachtigd, die zijnen buitengewoonen Gezant bij dezen Staat, faulon finochetti, dit werk volbragt zijnde, te rug ontbood. "Poging ^e voor^ag van den overleden Stadhouomdein der, tot heritel der binnenlandfche Fabrielandfche ken, in 1749 gedaan, was van zoo weinig Fabrieken vrUcht geweest, dat de Gouvernante, op te beguns daarover ingeleverde klachten, den Staten tl£ei1' van Holland liet weeten, hoe zij, overtuigd van de noödzaaklijkheid der inftandhouding van de inlandfche Fabrieken, bij het befluit bleef, om voor zich zelve, en allen die tot haarhuis, hof, en dienst behoorden, zich aanhoudend van inlandfche ftoffen te bedienen; en dat zij verwachtte, dat dit haar goed voorbeeld nagevolgd zou worden. De Staten befloten hier op, dat in het toekomende, te rekenen van Bloeimaand des volgenden jaars af, alle leden van Regering, zoo Stedelijke als Provinciale, en alle beambten(uitgezondert die, welken niet hooger dan arbeiders of daglooners waren aan te merken) bij het maken van klederen van lakenen, wollen, of zijden ftoffen, voor zich voor hunne Vrouwen en Kinderen, en voor hun-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 15 hunne liverijbedienden, geene andere dan 1. af». inlandfche zouden gebruiken : en dat de winkeliers, bij het aanbieden en verkopen I75avan waarcn niet alleen, maar ook op hunne rekeningen, onderfcheidenlijk zouden verklaren, watinlandfch, en wat buitenlandfch ware. Ondertusfchen bleef men, om verfchiliende reden, de voorkeur aan het vreemde geven, en deze heilzaame verordening had luttel uitwerking. Nog minder Haagden dezelfde Staten in . BeIaï" eens.- poging, om, ter ftijving van derzelver "ng °p de Financiën, eene nieuwe, niet drukkende, je„ecD^"_ belasting in te voeren. Zij gaven naamelijk, belfleenea. in Slagcmaand dezes jaars, eene breede ordonnantie uit wegens een Regt, dat, met den ingang des volgenden jaars, van de fpeelkaarten en Dobbelfteenen geheven zou worden. Doch, eer de vastgeftelde tijd daar was, bevonden de Staten, dat, tot het rigtig uitvoeren van het beraamde plan der invordering nog eenige fchikkingen moesten gemankt worden, waarom zij, in Wintermaand, de volvoering opfchortten tot eene nadere aankondiging, welke echter, voor zoo verre wij weeten, niet gedaan is. Ten dienste der Militie van den Staat, Militair werd dit jaar eene nieuwe proeve genomen, Kweekom een Militair kweekfchool in 'sHage op fchool. te rigten. Reeds in 1748 had w. erskine een wiskundig en Militair Kweekfchool geopend, waar in de Ingenieur chardon hem, wat het Militaire betrof, de hand zou bieden; doch, bij mangel van een genoegzaam aantal leerlingen, werd dezelve wel dra weder gefloten. Doch, in Grasmaand van dit jaar»  16 VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. jaar, hervattede chardon, met behulp van ■ — zijnen zoon, onder goedkeuring van H. H. J753' M., en befcherming der Gouvernante, dit onderwijs, en opende zijne School in het huis van Prins maurits , met eene plechtige Redevoering. Twist tus Na de groote veranderingen in 1748 in ichen de ons Gemeenebest voorgevallen, had de Siaten van Militaire-Jurisdictie het hoofd hooger opende? Huf Seftooken- In het laatst van Wintermaand ProvincU van dat jaar, hadden de Staten van Fries'aal over land, op raad van den Stadhouder, beflohet te regi ten, dat voordaan alle misdrijven, door ftel!en van Militairen begaan, het zij gemeene of anMuicairen. dere' ter kennisneming van den Militairen ' Regter zouden ftaan, en diensvolgens alle Militaire perfonen aan denzelven zouden moeten worden overgegeven, met vernietiging van het regt van Preventie, door het Hof Provinciaal, zederd de oprigting van het Gemeenebest, onafgebroken uitgeoefend. Het Hof, gereed om zich daar over bij de Staten te beklagen had eerst zijne Hoogheid, bij eenen brief, verzocht, dat hij met zijn gezag wilde tusfchen beiden treden, om de intrekking van dit befluit te bewerken. De Stadhouder had begeerd, dat hem gelastigden gezonden zouden worden; daar aan was voldaan, maar zij hadden niets kunnen uitwerken. Even weinig was men gevorderd door een mondgefprek, naderhand, met den Prins, gedurende zijn verblijf in Friesland, gehouden, of door een' naderen brief, in wintermaand van 1749, aan hem afgezonden. Het Hof zag zich dus genoodzaakt den Staten  VAD ERLANDSCHE HIST. VERK. 17 ten een beredeneerd klaagfchrift aan re L attt. bieden , het welk echter, door het tus- "~—"—* fchenkomend overlyden van den Stadhou- l753-, der, eerst den 26llen van Grasmaand 175a volvoerd werd. Hoe krachtig dit vertoog ook gefield ware, en hoe zeer het regt van het Hof nog fterkerwas aangedrongen door een nader vertoog, waar toe het gevan» ' gen nemen van een'militair, die gehouden werd medeplichtig te zijn aan een' begaanen moord, aanleiding gegeven had; de Staten, door de Gouvernante gerügfieund, volhardden bij hunbefluit: en hare Hoogheid zelve maakte, na het verflag van vier door haar benoemde gelastigden over deze zaak gehoord te hebben, den 5cle" van Hooimaand 1753, ditnader befluit op, dat aan den Militairen Regter, bij aanhoudendheid zou worden vrijgelaten de magt, om "militaire overtreders, geheel Friesland door, te doen in hechtenis nemen, en dat, dien onverminderd , tot beter volvoering van het befluit der Staten, tot naauwkeuriger ontdekkinge, nazettinge, en ftraffinge der misdadigen, door het Hof zo wel, als door de Nederregters, op het doen vatten van militaire zoo wel als burgerlijke misdadigers, en het inwinnen van berigten dien aangaande, gelijkerhand, en naar behooren, zou worden gewaakt: zoo dat de militaire misdadigers, op last van het Hof gevat, of door de Nederregters aan hetzelve overgezonden, te gelijk met de ingewonnen berigten, ook ten opzigte van weggevlugte Misdadigers, op verzoek, en, fchoon niet verzocht, bij aankundiging tot afhaaII. deel. B ling.  li VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. Hng , aan den Militairen Regter zouden ' worden overgegeven, ten einde deze ver- I753- (jer nun geding mogt opmaaken, en hen naar behooren vonnisfen. Tevens werd bepaald, dat militaire perfonen voor burgerlijke, en burgerlijke perfonen voor militaire regtbanken gedaagd wordende, om getuigenis der waarheid te geven , daar voor zouden hebben te verfchijnen, of, bij onwilligheid, daar toe genoodzaakt worden. Het Dok te j-fet voortreflijk Dok te Flijjingen, dat in yjijfmgen I0-g0 aangelegd, en door den tijd vervale' e len, ingeftort, en onbruikbaar geworden was, begon men in 1750 te herftellen, en in 1753 was dit werk bijkans voltooid. — De ha>>en De haven van Middelburg werd, ook in dit van Md- jaar, door een gedeelte van den Dijk op te ^eroe'terd nemen»dezelve eenige roeden achterwaards ver je er . ^ leggen, en daar door de fchuuring van het water te vermeerderen , verbeterd. Men hoopte daar door ook eene plaat, de kloot genaamd, te verminderen; doch dit Twist w fchijnt niet gelukt te zijn. Een oud fchen de gefchil tusfchen de Hollandfche en ZeeuwHolland ycjte Admiraliteiten, over den ontvangst der ztuwfcbe Licenten of Verlofgelden, gefield op de Admiraii- uitgaande en inkomende goederen, die de teiten. Zeeuw fche ftroomen moeten doorvaaren, was den ai(lcn van Herfstmaand 175a, dooide Gouvernante beflist. In het eerft onderwierpen zich de Zeeuwen aan die uitfpraak niet: doch een krachtig befluit van H. H. M., den 20(lcn van Louwmaand van dit jaar gegeven, eh eene daar op gevolgde fcherpe waarfchuwing der Hollandfche Ad-  VADERLANDSCHE IIIST. VERK. 19 Admiraliteiten bragten hen tot onderwer- I. afd. ping. Dit jaar maakte insgelijks een einde aan TwjgfJ'in een lang gehangen hebbend en zeer hoog Suriname. lopend gefchil in Suriname. De beroemde Dichter joan jacob mauricius, voorheen Penfionaris van Purmerende, entoen Minifter van H. H. M. bij den Neder-Saxifchen Kreits, was in 1742 als Landvoogd naar Suriname vertrokken, en had dien post nog niet lang bekleed, toen zich eene partij, zekeren salomon du plessis aan het hoofd hebbende, tegen zijn gezag begon te verheffen, en zijne maatregelen te dwarsboomen. Te vergeefsch had hij gehoopt, dat de verheffing van den Prins tot Stadhouder een einde aan dien tegenltand zou maken: men tekende in tegendeel in 1750 een verzoekfchrift, om mauricius van de Landvoogdij te ontzetten. Dit deed hem befluiten, om, na bekomen verlof, naar het Vaderland te vertrekken, waar hij zich zoo volkomen van de tegen hem ingebragte befchuldigingen zuiverde, dat H. H. M., in bloeimaand 1753, een voor hem allergunftigst vonnis ftreeken, en hem vrijheid lieten, om de beledigingen, hem aangedaan, te verhaalen op du plessis en de zijnen, die in de kosten van dit-geding werden verweezen, en tegen welken daarenboven de Fiscaal gelast werd het regt van den Souverain waar te nemen. Dus geregtvaardigd legde mauricius, in Oogstmaand, tot droefheid der Sociëteit, zijn ambt neder. Intusfchen was reeds in 1752, volgens een befluit van H. H. M., B 2 ia  ao VERVOLG op WAGENAAR'S I afd. in Suriname de geheele Regeering veran"— derd, en aan de Ingezetenen eene generale 1753* amnestie voorgeleezen. Voorfpoe Voorfpoediger loop hadden de zaken in digetijfin- het Ooften. Het is waar, twee fchepen pen uit de en ^n bark hadden het ongeluk van in dié»1"* eene v^00t Zeeroovers, naar zekeren angria, Angrianen genoemd, te vervallen; bij welke gelegenheid één der Capiteinen jan louis philippi, zijn fchip, met de reeds geënterde zeerovers, ten getale van eenige honderden, in de lucht liet fpringen. Maar een veel grooter getal fchepen bereikte toch veilig de plaats hunner beftemming; de Gouverneur mossel (*) voldeed aan de goede verwachting, die men van hem opgevat had; en de gunftige tijdingen uit deze volkplanting deeden de Actiën ter ouder hoogte rijzen. Kniphausen bragt, op zijn' krijgstocht naar de golf van Perfïè ondernomen, den trouwloozen Basfa van Basfora tot reden; dwong hem den Hollanderen de vrijheid te laten, om hunne Factorij en alle hunne overige vastigheden te Basfora te verkopen, en hun kantoor naar Careek te verplaatzen; noodzaakte hem daarenboven den afftand van het laatstgenoemd eiland, door zijnen vader aan de Maatfchappije gedaan, te bevestigen, en het geheele oppergebied over hetzelve over te geven; bouwde op Careek eene vesting, wel voorzien van gefchut enmanfchap ; en legde zelfs degrondilagen eener nieuwe Stad, ten dienlïe der na- (*) Zie boven, bl. 26.  VADER LAND SC HE HIST. VERK. m nabuurige kooplieden, vooral van Bende- I. to. rik, die zich onder de regeering en befcberraing der O. I. Maatfchappije wilden /iió' nederzetten. Deze zijn de voornaamfte bijzonderheden , welke de Staat in dit jaar voor de Gefchiedenis opleverde: want de plechtige viering van den vijfden verjaardag des Erfftadhouders — de gouden ftedepenning, op last der Friefche Steden, ten teken va» derzelver verknochtheid aan het huis van Orange, vervaardigd — de luifterrijke intrede van den Franfchen Afgezant de bonac , en zijn eerlle openbaar gehoor bij H. H. M. — de buitengewoone ftaatlijkheid van den optocht der Haagfche Schutterije, aan welker hoofd zich de jonge Erffladhouder ftelde, terwijl zij bij die gelegenheid, door de Gouvernante, met een gouden beker befchonken werd, welken wijlen willem IV. reeds ten dien einde had laten vervaardigen — het vonnis, door het Hof Provinciaal van Stad en Lande, in de zaak van den Burgemeefter van Groningen, jo- iian geertsema, gewezen deze, en zoortgeüjke zaken zijn te weinig gefchikt, om algemeen belang te wekken, dan dat wij 'er in ons kort beftek omftandig van fpreeken zouden. Tot de kerkelijke Gefchiedenis van dit Kerkelijke jaar behoort het mannelijk befluit der clasfis van Schieland, ter ftuifing van het zoogenaamd Beroerings-werk, dat, in 1749» te Nieuwkerk op de Velwwe begonnen (*), en C*) Zie FaJethndfcbt Hiftoric verkort, bl, 584/ B 3  as VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. en zederd naar elders overgeflagen, nu nog ■ ■ hier en daar in Zuidholland voortgezet 1753- werd — het zonderling, en door de Staten van Gelderland afgekeurd, gedrag des Kerkenraads van Nymegen, die weigerde de broeders merkes tot ledematen aan te nemen, om dat de één Vrijmetzelaar was, en de ander niet beloven wilde het nimmer te zullen worden — en de verregaande ongeregeldheden , door Proteflantsch gemeen, bij de inwijding van een Roomsch kerkhuis, te Winfchoterzijl, in de Ommelanden, gepleegd. Legaat van Een weinig uitvoeriger melding verdient stolp. het legaat van den geleerden en braaven jan stolp, den i3den van Wijnmaand te Leyden overleden, na dat hij 10,000 guldens uit zijne Nalatenfchap befproken had aan de Hooge Schole van Leyden, uit welker renten, alle twee jaren, een eerprijs, beftaande in een gouden penning, ter waarde van 250 guldens zou toegereikt worden aan den Schrijver van het beste andwoord op eene voorgeftelde vraag uit de Natuurlijke Godgeleerdheid, of Christelijke Zedekunde. Tot uitvoerders van dit loflijk oogmerk benoemde hij acht leden van den Academifchen Senaat , zijne bijzondere vrienden, met magt om opvolgers aan te ftellen. Behalven de 10,000, beftemde hij nog 1000 guldens tot het maken van den ftempel des gouden eerpennings, die keurlijk getekend, en door stolp zeiven met zeer gepaste randfchriften voorzien is. Voorts befprak hij, dat het overfchot der bovengemelde renten befteed zou worden, t0S  VADER LAND SC HE HIST. VERK. 23 tot den inkoop van goede werken over de I. *™. Zedekunde , Natuurlijke hiftorie, Natuur- ' " " kunde of ter verdediging van den Christe- I753lijken Godsdienst gefchreven, en op de boekerij van Leyden\ Hoogefchool nog ontbreekende. Wij hebben aan deze inftelling reeds een aantal uitmuntende Verhandelingen te danken. Het jaar 1753 fchakelde zich aan het vol- 1754. gende vast met een droeve ichakel, welke Ovcritroomeermaalen hier te Lande het eene jaar ra'"S »" aan het andere hechtte. Het riviertje de Gelderland Berkel, uit Munferland vloeijende , en ^" zich in den Tsfel, binnen Zutphen ontlastende, door het Broekwater tot eene on■gemeene hoogte gezwollen, overftroomde alle de omliggende landen zoodanig, dat, bij menfchen geheugen , hetzelve nooit tot die hoogte fteeg. In' den Tsfel kon het zijne gewoone ontlasting niet bekomen, want het Tsfelwater zelve was zeer hoog, en 'wiesch van tijd tot tijd aan, zoo dat die •rivier, in plaats van het overtollige uit de Berkel te ontvangen, het te rug dreef, en zijn eigen water daar in ontlastte, het geen de overftrooming aan den Berkelkant vergrootte, en het graaffchap Zutphen heinde en veer onderzettede; terwijl de doorbraaken bij Emmerik en Zevenaar dit waterwee nog vermeerderden. Door deze doorbraaken , werd de Overbetawe, waar voor men te Arnhem, door het fchielijk klimmen van het Rhijnv/ater, in groote verlegenheid was, ontzet: doch even daar door moest Overysfel in het noodlot der over- . ftrooming deelen. Het Tsfelwater zettede B 4 daar  24 VERVOLG op WAGENAAR'S IX afd. daar eerst een poldertje, bij Kampen gele""tyTZ" Sen' onder, en ftroomde vervolgens, mee 754> veel aandrangs, tot aan de kruin van den Kamperveenfchen Tsfeldijk, voorts daar overheen, en veroorzaakte eerlang een doorbraak. Kamperveen, Oosterwolde, en een gedeelte van de Vrijheid van Kampen werden overftroomd. De gedreigde grootere fchade werd daar afgeweerd door een geweldige breuk in den dijk aan de overzijde van den Tsfel, die de polder van Mastenbroek in een baare Zee veranderde. Bij Deventer veroirzaakte het Tsfelwater desgelijks eene doorbraak in de SnlppeMngsdijk. De fchaden , door deze overftroomingen geleden , liepen zeer hoog, en zommige menfehen zelfs lieten daar bij het leven. Door de voorzorg en weldadigheid echter der Regeringen en Burgerij en van Zutphen, Arnhem, Deventer, Kampen, en Zwolle, werden de ongelukkige Landbewooners van het nakend gevaar gewaarfchuwd, uit den nood gered, binnen dcrzelver muiiren minzaam ontvangen, van het nodige voorzien, en gulhartig verkwikt. Om het ondergezette Mastenbroek, zoo fpoedig mogelijk, eene ontlasting van water te bezorgen, maakte men op drie plaatzen hulpgaten en doorfnijdingen, welke eene zo gezegende uitwerking baarden , dat reeds in Louwmaand veele huislieden naar hunne verlaten wooningen wederkeerden. En, daar het voeder voor het vee voor een groot gedeelte bedorven was, zonden de weldadige Haarlemmers twee ladingen uitmuntend hooij naar  VADERLANDSC HE HIST. VERK- 25 raar Kampen, en twee dergelijke naar I. afp. Zwolle, om onder de landlieden, naar ieders behoefte, te worden uitgedeeld, i Elders rigtte het vuur zijne verwoestin- De gen aan. De Franfche Schouwburg, mFranfcbe 1752, buiten Amfteldam, aan den Over-™*0^ toomfchen weg, gebouwd, werd op den ten Am!leU jode.i van Oogstmaand, in den voornacht, jamt .e„ door een' feilen brand, geheel verteerd. — bet LandMaar van meer leeds vergezeld was hetfchapS afbranden van het Landfchaps tucht- en ^ ^ werk-huis te Leeuwaarden, tusfchen den te Leeu_ I2den en i3den van Slagtmaand; waar bij -maarden vijf mannen en ééne vrouw deerlijk om- verbrand, kwamen. Van de overige gevangenen, maakten elf mannen, en ééne vrouw zich weg. De overgeblevenen, zijnde vier mannen, en eenige vrouwen, werden eerst eenigen tijd op het Blokhuis bewaard, doch vervolgens, t>p last der Staten, buiten Friesland, gebannen, voor zoo langen tijd, als zij anders nog zouden hebben moeten gevangen blijven. Den mannen beviel dit veranderd vonnis over het algemeen wel, maar onder de vrouwen waren 'er, die_ traanen Hortten over haar lot, bekommerd', boe zij , gebannen buiten 'Friesland, in 't holst van den winter, aan de kost zouden geraken. De Staten magtigden voorts het Hof, om, ook in het vervolg, zulke misdadigers, die anders tot eene gevangenis verweezen zouden moeten worden , met een banvonnisbuiten Friesland te lïraffen, tot dat_ het huis weder opgebouwd zo-u zijn. Zij beB 5 fioo-  s6 VERVOLG op WAGENAAR'S *« *Ft>- flooten tevens tot dien opbouw, en de- zelve was twee jaren later voltooid. Aardbe- In dit jaar van ongelukken bleven ook ving, Or- de Oost-Indiën niet vrij van buitengewoocaan en ne rampen. Eene fchriklijke vuurfpuWatervioe-wing van den brandenden berg op Ternaloostlt' *e' vergeze,d van een geweldig onderdiL '. ' aardsch gedruisch, ging eene allerverfchrikkelijkfte aardbeeving voor, die Amboina, en de naburige Eilanden, met eene volflagene verwoefting dreigde, de openbaare marktplaats het onderfte boven keerde, huizen en openbaare gebouwen vernielde, veele inwooners onder het puin bedolf, en eene onnoemelijke fchade toebragt aan de kostbaare goederen zo der Maatfchappije, als van bijzondere perfonen. Orcanen en watervloeden {lichtten onbefchrijflijke nadeelen op de kusten van Bengale en Coromandel. Het aanzienlijk kantoor van Negapatnam liep groot gevaar, om voor het hooggezwollen water, en den flag der baaren te bezwijken. En de plundering van het kantoor van Bilimipatnam, door de Maratten, kostte der Maatfchappije verfcheiden tonnen fchats. De Gen- Zij leed ook groot nadeel bij de inkruivtmeur pende misbruiken van de geoorloofde en mossel31 °Penge^e^e vaart en handel voor bijzonwaakMe- dere perfonen. De Gouverneur Generaal gen verbo.Mossel, met de Raaden, maakten daarom denbandeij nadere fchikkingen, om allen verboden handel en fluikerijen te weeren, en het ontvreemden en verduilteren van de goederen der. Maatfchappije voor te komen.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 37 men. Dezelfde ijverige Gouverneur I- «p. gaf ook een Placaat uit, beftaande uit 124 I7-, Artikelen, ter beteugeling van de pracht, welke, niet tegenltaande de vroegere bepalingen, in 1631, 1733. en andere jaaren, gemaakt, onder de bedienden der Maatfchappije, en de Ingezetenen van Batavia, tot eene vervaarlijke hoogte geilegen was. \ . De vergunning der vrije vaart op Afri- De vrije ca, dit jaar, ten einde lopende, werd door ««. op de Algemeene Staten tot 1760 verlengd, ^ « met de voorheen daar aan gehechte voordeden, zo ten aanziene van de belastingen, als van den flavenhandel. Wij gaan over ter vermelding van eenir Verkoop Ce zaken, het Stadhouderlijk huijs betref-eeniger fende. Het verfchil over de nalatenfchap van willem Hf', dat lang tuslchen den £n hier te Koning van Pruisfen, en den Prins van door den Oranje gehangen had, was in 1732 uit Koning den weg geruimd, bij een verdrag va»van to/** verdeeling, volgens het welk de Koningfen aan verfcheiden Heerlijkheden in Holland be- W1LLWI v' hield, als de Hooge en Laage Zwaluwe, Klein Waspik, Twintighoeven, Naaldwijk, Hoenderland, Wateringen, Oranje-Polder, V Gravezande, en Zandambacht; voorts het oude Hof in den Hage, en het huis ■ van Hondsholredijk, met derzelver aanhoorigheden. Alle deze heerlijkheden en goederen, de meubilen der huizen daar onder begrepen, werden in Louwmaand 1754, door den Koning, aan de Gouvernante, ten behoeve van willem V, verkocht; en wel de goederen en heerlijk- he-  a8 VERVOLG op WAGEN AAR'S I. Ajrfl. heden voor 700,000, en de meubilen "~7 ~~~ voor 5000 guldens. De uitwisfeling van 754* de bekrachtiging der koop in Sprokkelmaand gelchied zijnde, werden de goederen, door wederzij dfche gemagtigden, met veele plechtigheden en vreugde bedrijven , overgegeven en in bezit genomen. De zesde jaardag des Erfftadhouders prachtig gevierd zijnde, werd hij, weinige dagen daar na, met groote plechtigheden, tot Ridder van S. Joris verheven. Op eene reize, die de Gouvernante, met de Vorftelijke Spruiten, in Zomermaand, door Noordholland',. naar Friesland deed, werd zij e-veral door de ingezetenen met eerbewijzen en vreugde - betooningen verwelkomd en onthaald. Na eenigen tijd op het Oranjewoud vertoefd, en, op de terugreize, te Hoorn, waar zij met zeer veele ftatie ontvangen werd, in de Collegiën van Gecommitteerde Raaden, en van de Admiraliteit van het Noorderquartier zitting genomen te hebben, kwam zij, op den i8den van Hooimaand, op het huis de Oranjezaal te rug. Te Kotter^ dam, werwaarts het Stadhouderlijk gezin "zich kort daar na begaf, om de kostbaare verzamelingen van zeldzaamheden van Natuur en Kunst, door de broeders jan en pieter bisschop vergaderd, te bezichtigen, genoot hetzelve niet minder ecrbetooningen van Regering en Burgerije, Dat echter het genoegen over de tegenwoordige orde van zaken niet algemeen was, blijkt, onder anderen, uit de uitgave  VAD ER LA ND SC HE HIST. VERK. ve van verfcheiden naamlooze fchriften, I. afp. welken door de Regering verklaard wer- ■ ' 1 den te zijn oproerig, en verderflijk voor 754* het gemeene welzijn; tegen welker verfpreiding de Staten van Holland, en het Gerecht van Amfteldam, ftrenge Placaten uitvaardigden; en waar van 'er in dit jaar twee, te Amfteldam, door beuls handen verbrand werden. Wij flippen dit alles flechts met een woord aan, oni van belangrijker zaken, hetzelfde huis betreffende, een weinig uitvoeriger te kunnen fpreeken. Op voorflag der Ridderfchap van Hol- Schikkmland, in Wintermaand 1751 ter S taatsver- f*^0°™ gadering ingeleverd, hadden de^Staten ee- genooten ne nadere voorziening beraamd, omtrentgemaakt de fchikkingen, die gemaakt zouden wor- op de den, wanneer de Gouvernante, gedurende Voogdijs, de minderjarigheid der Vorftelijke Sprui- ™Je d°ge" ten, mogt komen te overlijden. Dit ont- Gouver_ werp, in Sprokkelmaand 1752, aan hare nante, geHoogheid aangeboden, werd door haar jurende de goedgekeurd. Hoofdzaaklijk merkte zij n?i"d?^ja7 'er op aan, dat zij, zoo dra zij op de_be- Vo„tHjkf noeming der perfonen voor de opvoeding, spruiten, welke zij als zeer belangrijk befchouwde, mogtoverbepalingen gemaakt had, daar van aan de lijden. Staten zou kennis geven; vertrouwende intusfchen, dat, indien zulks niet gefchied mogt zijn, eerde dood het belettede, hunE.G. M. daar toe gelasten zouden de perfonen, door haar, bij eene beflotcn Aóte, onder handtekening, benoemd, ten ware op dezelven zulke billijke aanmerkingen aiogten vallen, dat zij, daar van kennisfe  3o VERVOLG op WAGENAAR'S 1; afd. gehad hebbende, hen zelve zou zijn voof- * bijgegaan. Voorts gaf zij in overweeging, *754» of niet de Raadpenfionaris gelast zou moeten worden, op het nakomen dezer fchikking, wanneer het geval daar zou zijn, met aLzijn vermogen te letten. Eindelijk beval zij de grootlte omzichtigheid aan, wanneer deze zaak ter overweeging der Algemeene Staten gebragt zou worden, en bevorens eene behoorlijke voorbereiding der gemoederen. In Gelderland hadden de Staten, reeds in 't voorjaar van 1752, in overweging genomen, of het niet raadzaam ware, eenige fchikkingen te beramen op de voogdijfchap, bij aldien de Gouvernante voor de meerderjarigheid harer kinderen mogt overlijden; en zij hadden, bij een' brief, hare bedenkingen daar over verzocht. In Lentemaand 1754 andwoordde zij eerst, dat zij zich dit voornemen liet welgevallen , en dat zij hare gedachten zou mededeelen, indien de Staten haar eerst het ontwerp dezer fchikkingen wilden doen toekomen. Hetzelve fpoedig door eenige gelastigden vervaardigd, aan de Vorstin toegezonden, en door haar, met weinige veranderingen, goedgekeurd zijnde, werd den i5den van Zomermaand in een Staatsbefluit veranderd; in Oogstmaand, door eenige afgevaardigden, naar den Hage overgebragt, aan de Gouvernante, enden Hertog van Brunswijk plechtig aangeboden, en door dezelven met genoegen ontvangen. Hoofdzaaklijk kwam het hier op neder: de zorg over de opvoeding werd aan  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 31 aan hare Hoogheid overgelaten, in dat Lafd. vertrouwen evenwel, dat zij, uit alle de ' gewesten eenige opvoeders verkiezende, Gelderland niet zou voorbijgaan, dewijl hare Hoogheden van de bijzondere regeringsform en belangen ook van dat gewest zouden behooren onderrigt te worden: omtrent het geen de Cnie raakte, zouden de afgevaardigden ter algemeene Staatsvergadering voorflagen doen tot algemeene vastftellingen: bijzonder zouden zij gelast worden, om de meerderjarigheid der Vorftelijke Spruiten op achttien jaar te helpen bepalen, en het verleénen van zitting in de hooge vergaderingen, om.air lengs kundig te worden, op vijftien jaaren: voorts zouden zij bevel ontvangen, om het daar heen te wenden, dat de Hertog van Brummjk voor Reprefentant van den Capitein Generaal verklaard, en hem, bij lastbrieve, zoodanige magt gegeven werd, als hare Hoogheid het gefchiktst oordeelde: het ftuk der Patenten zouden zij wel mogen laten op den voet, waar op het geweest was van den dood van willem lil, tot aan de verheffing van willem IV; doch eenige puncten zeer tot vermeerdering van den invloed des Reprefentants, omtrent de patenten, de befluiten inden Raad van Staten, en het wachtwoord {trekkende , moeften zij trachten fmaaklijk te maken: het Admiraal-Generaalfchap kon onbepaald, en, zo verre het bedrijf des Admiraals Generaals ter Admiraliteit betrof, op dien voet gelaten worden, als voor  32 VERVOLG op WAGENAAR'S % afd. Voor de verheffing van wijlen Z. H.: het - Erffladhouder- en Capitein-Generaal-fchap - 1/54« over de Gensraliteits-Landen zon aan H. H. M., als voogden, dienen gelaten te worden, behalven dat men het bevel over het krijgsvolk aan den Hertog op zou dragen: inliet huishoudelijk beltier van Gelderland zou het affterven der Vorstinne geene verandering baaren: in alles, waar zulks voeglijk gefchieden kon, zouden de Staten de voogdij waarnemen, als inde magiftraats hertellingen, de kwartiers en landfchaps ambten, en in het voorflaan van perfonen tot binnen- en buitenlandfche commisfien: ten opzichte van de provinciale ambten, zou op de genegenheid der drie bijzondere kwartieren gelet worden: het recht, om verfchillen tusfchen de leden en de kwartieren te beflisfen, zou, gedurende de minderjarigheid, opgefchort blijven: aan den Hertog zou het CapiteinGeneraalfchap van Gelderland, het begeven van alle krijgswaardigheden, van Colonel tot Vaandrig toe, en het geheele gezag over de Militie, tot Gelderland behoorende, opgedragen worden, met uitdrukkelijke uitzondering echter der patenten , waaromtrent men het nader befluit der algemeene Staten zou inwachten. In Lentemaand 1754 had de Gouvernante aan de Staten van Utrecht een' brief afgevaardigd, betreffende de fchikkingen, die zij oordeelde, dat, in 't geval van minderjarigheid , beraamd moesten worden; en reeds in Grasmaand viel daar op een be-  VADÈRLANDSCHE HIST. VERK. 33 befluit, overeenkomftig met de gefleldte- h afd. nisfe van dit gewest, hoofdzaaklijk met dat van Gelderland zamenftemmende. x754* In Lentemaand 1755 (want om den draad dezer gebeurtenissen niet af te breeken, zullen wij hier reeds tot dat jaar een overflap doen) verzocht de Vorstin de Staten van Friesland bij een' brief, dat zij tot hetzelfde einde vier Heeren, benevens den Landfchaps-Secretaris, zouden magtigen. 'Men voldeed aan dit verzoek, en den twaalfden van Zomermaand , werd , ten opzichte van Friesland, met goedkeuring der Vorstinne, een Reglement vastgefteld, in de hoofdzaken insgelijks met dat van Gelderland overeenkomende, maar, in eenige bijzondere wijzigingen, naar het Landsbeftuur van dat gewest, meer bepaald gefchikt. Ten zelfden tijde fchreef zij ook aan Överijsfel, om op dit ftuk voorzieninge te doen. De Staten verzochten , bij haar andwoord, om de bedenkingen, die de Gouvernante haar aangeboden had; en ontvingen wel dra een volledig ontwerp, dat door Deventer volvaardig aangenomen werd, gelijk ook bij Bürgemeesteren van Kampen én Zwolle; doch dat bij de meerderheid der Gezworen Gemeente van de beide laatstgenoemde Steden, en van Hasfelt eh Steenwijk, als ook bij eenige leden van de Ridderfchap ernftigen tegenfland vond. De Meente van Zwolle fprak, in een beredeneerd weigerend befluit, dat aan Schepenen en Raaden overgegeven, en door dezelven aan de Gouvernante gezonden II. deel, C werd,  34 VERVOLG op WAGENAARS L afo. werd, eene zeer rustige taal. Die tegen■' ftand werkte wel eenige verandering en J754' verzachting uit, maar de voornaamfte bezwaaren werden toch niet opgeheven. En evenwel ging het ontwerp in Herfstmaand ter Staatsvergadering door, fchoon vier leden uit de Ridderfchap zich daar tegen bleeven kanten. Kampen trad eerst in Slagtmaand. tot dit Reglement toe. Voorts had hetzelve, in de hoofdzaaken, eene volkomene gelijkheid met het in Gel-' derland beraamde. Bij Stad en Lande waren in 1753 over dezelfde zaak reeds gelastigdcn benoemd,. die, op een' naderen aandrang, in Grasmaand 175.5, een ontwerp uitbragten, dat, zonder tcgenliand, in een Staatsbefluit veranderd werd, en hoofdzaaklijk met dat van Friesland zamenftemde. Gedurende de minderjarigheid, zouden H. H. M. en de Raad van Staten de inagt uitoefenen, die zij van 1702 tot 1747 bezeten hadden, uitgezonderd, dat het bevel over het krijgsvolk, onder zekere bepalingen, aan den Hertog zou worden opgedragen. Omtrent het huishoudelijke van het Gewest zou het Reglement van 1749 in zijn geheel blijven. De begeving der ambten zou, gedurende de minderjarigheid, door de Staten gedaan worden. In Zeeland was dit onderwerp, door den Heer van borssele, reeds voor lang ter tafel gebragt, en in handen van gelastigden gefield, die in 1755 een verllag uitbragten, grootendeels eenflemmig met de andere vermelde voorzieningen, alleen bijzon-  VADERLANDSCHE HIST. VERIL 35 zonderheden behelzende ten opzichte van I. afó. de magiftraats hertellingen te Vlisfingen en *~ ' feere, en de plaatsbekleeding van Eersten 754' Edelen, bij welke fchikkingen de Heer van borssele , toen Reprefentant, bij voorkeuze töc het één en ander werd aangepreezen. Tot de gebeurenisfen van het jaar 1754 stichting behoort nog de Stichting van maria duist der Vrouvan voorhout , Baronesfevanil/?^tf" Vrouwe van Mijnsheerenlund', Moerkerke-de' en Middelharnas, Douariere van fredrik adriaan, Baron van Rhede, Vrijheer van Rensweude en Emminkhuizen, in leven Voorzitter der Ridderfchap van Utrecht. De laatfte van haren flam zijnde, had zij in 1749 een' üitterften wil gemaakt, welken zij dit jaar door den dood bekrachtigde, en waar bij zij, behalven eenige aanzienlijke uitkeeringen, het ambachts-kinderhuis te Utrecht, de weeshuizen te Delf, en in den Hage, ieder voor een derde, tot hare eenige en algemeene erfgenamen inflelde , belopende ieder derde gedeelte ruim 500,000 guldens. De inkomften dezer aandeelen wilde zij, dat door elk dezer huizen zouden aangelegd worden, om eenige der bekwaamfte jongens, niet jonger dan 15 jaren, af te zonderen; dezelven in de wiskunde, rekenkunde, fchilderkunst, Beeldhouwerije, en andere vrije kunsteh te doen onderwijzen, en, door eene verfchillende kleding van de andere kinderen onderfcheiden, uit deze erfenisfe geheel en alleen op te brengen. In Utrecht C 2 zag  Z6 VERVOLG op WAGENAAR'S I. AFD. Spbaera perfcüa, doar jan van den dam ver-, vsarJigd. zag men eerlang, nevens het ambachtskin* derhuis, een deftig gebouw, uit de inkomften dier aanzienlijke hoofdfora opgehaald tot huisvesting dezer afgezonderde jongelingen. Ook tot dit jaar wordt gebragt de uitvinding van zeker kunstftuk door jan van den dam, een' man, wiens opleg tot één der gemeenfte handwerken niets van dien aard beloofde, maar wiens overheerfchende zucht tot Wis- en Werktuig-kunde hem daar in zoo goede vorderingen deed maken , dat hij te Amfleldam openbaare' lesfen in de Natuur- én Sterre-kunde gaf. Dit kunstftuk, door hem Sphaera perfetla genaamd, beftond uit een Spheer, op een voetftuk, waar in een uurwerk was, geplaatst. Dit bragt alle de hemelfche lighamen, als ook onze aarde, in beweeging, zoo dat men daar, met éénen oogflag , alles kon waarnemen, wat aan het uitfpanzel voorviel; en daar door, binnen ééne maand, van de Sterrekunde een ukgeftrekter en duidelijker begrip verkrijgen, dan naar de gewoone wijze, in een' Zeer geruimen tijd. Het uurwerk kon ook afgezet, en alles met de hand in beweging gebragt worden. Het werd geoordeeld boven alle bekende Planetaria den voorrang te verdienen : en de liefhebbers konden hetzelve, benevens veele andere kunstftukken door hem vervaardigd, bij hem bekomen, van onderfcheiden grootte , en met meer of minder bijzonderheden,- naar ieders verkiezing. 4 De vrede met Algiers, die reeds meer clas  VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 37 dan 28 jaren ftand gehouden had, en die I. afd. in Grasmaand 1754, door het inlasfchen Z77~ van een artikel in het vrede-verdrag, be- ^^f' treffende zekere nieuwe paspoorten, enmet door de minzaame betuigingen van den^erj, Dei bij die gelegenheid, bevestigd fcheen, werd in 1755, door eene verandering in het beftuur van Algiers verbroken. De Dei, in Wintermaand 1754, door het zamengezworen krijgsvolk vermoord, en de hoofden der zamenzweerders vervolgens door de Officieren van den Dei omgebragt zijnde, werd ali effendi aga , hoofd der Moorfche Ruiterije, tot Dei uitgeroepen. Deze kon, uit hoofde van het gemor van krijgsvolk en gemeen, dat, gretig naar buit, om oorlog fchreeuwde, zich op zijnen zetel niet bevestigen, en zelfs zijn leven niet behouden, zonder die toomelooze drift in te volgen. Oorlog moest 'er zijn; dit was fpoedig in den Divan beilist: en de keuze van het volk, waar aan dezelve verklaard zou worden, werd door twee omHandigheden bepaald. Het moest een volk ' zijn, waar van men een' rijken buit kon haaien, en van welks middelen van verdediging men het minst te vreezen had. Die bepaalde de keus op de Hollanders. Want, fchoon de Dei zelf in den raad verklaarde, „ dat de Hollanders altijd Hipt de verbindtenisfen nakwamen, rijke gefchenken overzonden, en geene de minfte reden van klachten opleverden; zij hadden toch thands veele en rijk geladen fchepen op 2ee, en het getal hunner oorlogfchepen, om dezelve te dekken, was niet zoo groot, als C 3 d&ï  3S VERVOLG op WAGENAAR'S I. afd. dat der Franfchen en Engelfchen: en dit " ~ was genoeg, om het befluit te bepalen van $755- eene vergadering, waar in niet de regtmatigheid fprak, maar zucht tot zelfsbehoud en belang. Het befluit der oorlogsverklaring werd door een' ambtenaar van den Dei aan den Hollandfchen Conful paravicim medegedeeld : deze gaf met, het eerfte Schip, dat naar Gibralter vertrok, aan de Hceren butler, Confuls van den Staat aldaar, hier van kennis, om de Hollandfche Schepen te waarfchuwen; en zond voorts deze treurige maare, zoo fpoedig mogelijk, naar het Vaderland. Zelf ging hij, met zijn huisgezin en goederen, aan boord van een Engelsch Schip., om naar de eerfte haven in Provence over te fteeken. Terwijl te Algiers alles de handen repte, om Schepen ter roof- en kaap-vaart uit te rusten, wendde men in het Vaderland, door het zenden van oorlogfchepen naar de Middelandfche zee, het verleenen van convoijen, het aanmoedigen van het zeevolk, enz. alle middelen aan tot dekking der Zeevaart, en afbreuk van den vijand. De Baron van wassenaar, Afgezandt van dezen Staat aan het Hof van Madrid, verwierf voor de Hollandfche Schepen, die zich in de havens der Middelandfche zee bevonden, en van Hollandsch convoij verftooken waren, de befcherming der Spanjaarden, die dezelven, met twee oorlogfchepen, tot buiten het naauw van de Straat van Gibraltar geleidden. Men wil, dat ook in den Raad des Konings Spanje beraadflaagd zou zijn, om den Al-,  VADER LANDSCHE HIST. VERK. 39 Algerijnen verderen afbreuk te doen: en '« hen volgend geval fchijnt dit te bevestigen, T75<, Adriaan van der kam, voorheen Commandeur onder de Admiraliteit van Zeeland, thands ter koopvaardij varende, was, in Sprokkelmaand dezes jaars, van de vredebreuk onbewust, van Venetïèn, met een fregat, onder zeil gegaan, om naar Vigos in Spanje te ftevenen ; en op den i4din van Grasmaand, op de hoogte van het eiland Tvica, door drie Turkfche Xebecquen genomen. Het fregat werd naar Algiers opgezonden, en het volk van van der kam, op de drie Xebecquen verdeeld, moest zwaare mishandelingen ondergaan. Door onkunde van den Turkfchen ftuurman, die zich 20 mijlen vergis'te, naderden zij de Baai van Allikanten, en w7erden door vijf Spaanfche Xebecquen aangevallen, en reddeloos gefchoten. Het zonderling beloop en de gelukkige uitflag van dit gevecht, waar van wij alle de omftandigheden in ons kort bedek niet verhalen kunnen, kwam hier op neder, dat alle drie de Turkfche Vaartuigen zonken, dat van der kam, met zijn volk, na duizend doodsangsten uitgedaan te hebben, door de Spanjaarden gered werden; en dat, van de Algerijnen en Turken, omtrent 600 fneuvelden, of in de zee omkwamen, en 496 gevangenen te Cartagefia opgebragt werden. Voorts betrokkende deze oorlog weinig ramps aan de Zeevaart. De Algerijnen hadden voor eerst gebrek aan bekwaame Huurlieden, en bevaren manfchap; en ten anderen gaven hun C 4 oor-  40 VERVOLG op WAGENAAR'S h ayd oorlogen te land de handen vol werks. '~ t Levett, Conful van den Staat te Tunis, ï755* door de Algerijnen, bij het veroveren dier Stad, gevangen genomen, met den aanvang van Hooijmaand 1757 te Algiers in vrijheid gefield zijnde, kreeg kennis van den Dei, hoe deze tot vrede neigde. De Staten zonden daar op den gewezen Conful paravicini weder naar Algiers, om pver den vrede te handelen, welken, de Schout bij Nacht joost sels, in Slagtmaand, tot ftand bragt. He eed Een nieuw bewijs van genegenheid voor der Haag- het huis van Or^/zge, het welk thands door terije ver-1" een ieder als pm flrijd vereerd werd, gameerderd ven Schout, Burgemeesteren en Schepemet dien nen van den Hage, in 1755, door vastte nn den hellen, dat voordaan de nieuw aankomenSiadhou* de Schutters, „ ook den eed zouden doen ,, aan Z. D. H. den Heere Prince van „ Orange en Nas/au, als Erffladhouder, ,, en, gedurende deszelfs minderjarigheid, ,, mede aan H. K. H. Mevrouwe de Prin,, cesfe Douariere van Orange en Nasfau, „ als Gouvernante dezer Landen." De reeds beëedigde Schutters konden echter volftaan, met, op hunnen gedanen eed, trouwe ert gehoorzaamheid aan die Vorflelijke perfonen te beloven. Inenting ' Tegen de Runderfterfte, die, van 1744 van het tpt dezen tijd toe, in ons Land gewoed behoefd ' en waar tegen de Landman, in den ■ ' bijgelovigen waan, dat men zich tegen Gods bezoekende hand niet verzetten mogt, dikwijls zelfs geene gewoone middelen gebruiken dorst, was in het einde.  VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 41 van 1754, in Engeland, een buitenge- l afd. woon behoedmiddel, met een gelukkigen ' uitflag ondernomen, de Inenting namelijk. 1755' De HeerDOBsoN had, van de tien ingeente beesten, negen behouden. Dit wekte zucht tot navolging bij zommigen onzer, boven de gemeene vooroordeelen verheven, Landgenooten. C. nozeman, L'eeraar der Remonftranten te Haarlem, agge roskam kool, Koopman in de Beverwijk, en j. tak, m. d. te Lei]den, door de penningen van meer dan vijftig deelgenooten onderfleund, beproefden in de Beverwijk de inenting aan zeventien beesten, maar waar van 'er flechts drie in 't leven bleven. Niet gelukkiger flaagden de proeven van t. schwenke in den Hage. A. van der gronden, te Hoorn, behield vijf van zes ingeënte kalveren. En p. binkhorst, Burgemeester te Hoorn, had in de HeerenHuigenwaard de proef met één hokkeling genomen, welke herftelde, en vervolgens tegen de befmetting beftand was. Na een' vrij ftrengcn en langdurigen win- Weêrsge- ter, die hier en daar ijsdammen in de ri- ph»ngraanhandel werden, dit jaar, door H. H. dei en Fa* M. tegen gegaan, door een ftreng Placaat blieken, tegen de optie-partijen. De Staten van Utrecht ftrekten dit ook tot de aardappelen uit. ■ De vrijheid van alle lasten, voor zoo verre die van H. H. M. afhingen, werd aan de groote Visfcherij tot aan het begin van 1760 verleend. Ferdinand op¬ dam, en klaas klaverweide van Wasfe* naar, en adrianus van marle uit '5 Hage, uitvinders van eene nieuwe vijzel- of tonnemolen, verwierven daar op, op het gunstig berigt van den Hoogleeraar lulofs, in Hooimaand dezes jaars, een octroij voor 20 jaren, reeds in 1754 door hun verzocht, en eene belooning van 1000 zilveren ducatons, ter goedmaking der kosten, hefteed om hunne proef in het groot te maken. ——— Te Haarlem maakte men veel werk van het aanmoedigen der Fabrieken : men fchreef prijsvragen uit, om nuttige uitvindingen uit te lokken: men bragt wol- en katoen-fpinnerciën in trein, en rigtte eene faai-halle op, waar toe de Regering een huis en gereedfchappen gaf. — Eindelijk bij Ulst, in het Graaffchap Zutphen, legde joan coenraad brand eene ijzerhutte aan; eene onderneming, die, eerst tegengegaan, naderhand begunstigd, aan veele handen werk verfchafte. Aardbee- Op den i8dcn van Sprokkelmaand van ving. II. deel. D dit  50 VERVOLG of> vVAGENAAR'S L af», dit jaar, zijnde een' Dank- vast- en bede^17^6. dag' omcrent 8 uure des morgens voelde men, door onze gantfche Republiek heen,' eene aardbeeving, die evenwel nergens groote fchade deed. Den gantfchen zomer had men verfchrikkelijke onweêren: en den 7*» van Wijnmaand een' vreeslijken Storm, ftormwind, uit den Zuidwesten, die te land en ter zee veel onheils baarde. 1757. Eene ftrenge vorst had, zints den irdc« van Wintermaand 1756 (Hechts eenige weinige dagen omtrent Kersttijd uitgezonderd) tot omtrent de helft van SprokkelYseang, maand van het volgend jaar, binnen-watedoo-braa- ren en rivieren geflooten, en zelfs de ZuiÏZlZ" derzee met Vs wegedamd. Natuurlijk gen. volgde hier op een geweldige ijsgang, waar van tot eene bijzonderheid, die bij menfchen geheugen niet gebeurd was, aangetekend wordt, dat in 't laatst van Louwmaand het ijs binnen Medemblik, ter breedte en lengte van 60 voeten, 14 en 16 voeten hoog boven den kruin van den JVierriem gekrooden was. En ondertusfchen was de fcheeps-fchade, door ' het drijfijs ,veroirzaakt, veel minder dan men gevreesd had. Maar de rivieren, die tot 5, 6, ja 8 voeten digt gevrooren waren, baarden, toen zij los raakten en ijsdammen vormden, veelvuldige dijkbreuken, geweldige overftroomingen en verwoeftingen. In de Rhijn- Waal- en Maas-dijken telde men 17 doorbraaken. Die te Hedel in de Bommelerwaard was de allervreeslijkfle; en die ongelukkige ftreek werd kort daar op  vad erlandsche hist. verk. 51 op door eene tweede ramp bezocht. Het h;-*riii bevangen der groote doorbraak te Hedel l7~Zf* was voor eene groote fomme aanbefteed, ' terftond begonnen, en in 't begin van Grasmaand voltooid. Doch het onftuimig weèr in Lentemaand deed het water in de Maas weder zoo hoog rijzen, dat de kistdam daar voor bezweek, en de Bommeler waard op nieuw geheel overftroomd werd. De bekommering voor gebrek aan graa- Uitvoer nen, inzonderheid aan rogge, welker uit-v"jj voer in meest alle Landen, van waar menb^detu" -gewoon was dezelve in deze gewesten te krijgen, verboden werd, deed de Algemeene Staten raadpleegen over een verbod van uitvoer van graanen. De Amfteldamfche graanhandelaars leverden hier tegen bij de Staten van Holland een fchoon vertoog in: maar des niet te min, werd, bij Placaat van den vierden van Sprokkelmaand, de uitvoer eerst tot den iilcn van. Zomermaand verboden, en naderhand dit verbod tot den I5den van Hooijmaand, en, bij nadere afkondiging, tot den iften van Herfstmaand verlengd. Doch de Oogst was, boven alle verwachting, overal gelukkig, en de vrijheid van uitvoer werd dus niet verder geftremd; De oorlog, in het Duitfche Rijk ont- Oorlog ha ftaan, baarde onzen Staat nieuwe bekom- net Duitmernisfen. De Koning van Pruisfen mQtfche R,.i^ het Britfche Hof een verdrag aangegaan ^ Jekoral hebbende, en daar tegen door de HovenmerniSren.< van Weenen, Verfailles, Petersburg, en Dresden een bondgenootfehap gevormd zijnde, was de eerstgemelde, met het afD % 1p-  5* VERVOLG op VVAG EN AAR'S i afd. lopen van Oogstmaand 1756, aan 't hoofd ————- eens talrijken legers in Saxen gevallen, *757' had aldaar da. winterlegering genomen, en dat Keurvorftendom als een overwonnen land behandeld. Die inval, door de rheeste Duitfche Vorlten, als ftrijdig met de vrij'e gefteldtenis des Rijks befchouwd zijnde; befloot de Koning van Frankrijk, als bij het vrede verdrag van Westphalen verzekeraar van die vrije Rijksgefteldtenisfe geworden, een leger langs den Neder-rhijn te verzamelen. Toen dit leger in Grasmaand 1757 op marsch zou gaan, verzocht d'affrij, voor het krijgstuig van hetzelve, den vrijen doortocht door Namen en Maastricht. De doortocht door Namen werd terftond toegedaan, mits de Keizerin, als fouveraine van dat gewest^ dezelve ook vergunde. Ten aanzien van Maastricht werden eerst bedenkingen gemaakt, uit vrees, dat die toeftemming bij de andere partij mogt gerekend worden tegen de onzijdigheid te ftrijden; maar op een' vernieuwden aandrang bewilligde men ook daar in. Hoe zeer dit ook aan Engeland mishagen mogt, het zag nog met oneindig meer misnoegen, dat de Koning van Frankrijk met de Keizerin Koningin overeen kwam , om Franfche bezetting in Oostende en Nieuwpoort te brengen, en die overeenkomst van den kant van H. H. M. geen' tegenftand ontmoette. Yorke leverde hier over den 28ften van Slagtmaand hevige klachten in. Ondertusfchen hadden de Graaf d'affrij en de Baron van reischach aan den Voorzitter van  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 53 van H. H. M. de noodzaaklijkheid van T. afd. dezen flap aangetoond, en daar omtrent de ~~~~r~ gerustftellendfle beloften gedaan, die ook volkomen werden nageleefd. Indien maar de Engelfchen zoo getrouw aan de gemaakte verbindtenisfen geweest waren! Doch zij gingen voort met hunne Zeeroverijen; traden regten en traclaten, in het bijzonder dat van 1674, met voeten; en lieten zich door de fterkfte vertoogen, die wegens H. H. M. aan hun gedaan werden, tot geen billijker handelwijs beweegen. Over de verkiezing van Burgemeesteren Gefchil te Haarlem ontftond dit jaar een hevig ge- over.d? fchil tusfchen de leden' der Vroedfchap. ™™™s De minderheid werd door de Gouvernante gemeeite. onderfteund, welke door haren invloed ren te wist te bewerken, dat de meerderheid, Haarlem. hoe zeer zich op den duidelijken letter van Stads handvesten beroepende, ter Staatsvergadering het onderfpit delfde, echter tegen de ftem van de Steden Amfteldam, Rotterdam, Dordrecht en Brielle, welke zich het doen van eene nadere aantekening voorbehielden. De twee eerstgemelde Steden lieten ook naderhand deze nadere aantekeningen in de Registers van Staat inlasfchen; en zij, zoo wel als de meerderheid van Haarlem s Vroedfchap, fpraken bij deze gelegenheid eene taal, die hare rondborftigheid eer aan deed, en in dien, tijd niet zeer gewoon was. Gaarne zouden wij 'er hier eenige proeven van mededeelen, maar de kortheid van ons bellek eischt, dat wij van deze geheele zaak Hechts ter loops melding maken. D 3. Daar-  54 VERVOLG op VVAGENAAR'S I. afd. Daar de Duitfche krijg bleef aanhouden, _~ en nu nabij onze grenzen gevoerd werd, ï[5 ,\ vonden de Regering en Ingezetenen van dit beden ah 'Land zich nu en dan in onaangenaamheden de nabij- gewikkeld, die echter op de vertoogen, heid van die daar toe gedaan werden, van de Franden oorlog fc}ie zïjde vrij bereidvaardig wierden wegban onze genomen# Zoowaren, b. v., bij het beoptftaïn. zetten van Oost-Friesland door Fransch krijgsvolk, de inkomften van dat Vorftendom, die tot betaling der renten, en tot aflosfing der hoofdfommen, in 1721-1723, onder borgtocht van H H. M. opgenomen, dienen moesten, beflagen: doch, op de klachten deswegens gedaan, werden derwaarts bevelen afgevaardigd, om deze zaak ten genoegen der Staten te regelen. — Zoo werden ook vier wagens, met 38 vaatjes, en 7 kisten gemunt goud en zilver, en "ruwe baaren zilver, die door Amfteldamfche Kooplieden naar Hamburg afgezonden, maar te Osnabrug, op vermoeden dat zij yoor de Pruisfifche en Hanoverfche legers beftemd mogten zijn, door de Franfchen aangehouden waren, op de vertogen van onzen Afgezandt eestevenon ontfla-gen, en onverminderd naar Amfteldam tc rug gevoerd. — Wegens het bezetten van Nieuwpoort en Oostende door Franjche benden werden de Staten volkomen gerust gefield, entegen het voorgeven, als of de Koning van Frankrijk en de Keizerin Koningin een oogmerk ten nadeele van den Proteftantfchen Godsdienst gefmeed zouden hebben, verdedigde de Franfche Afgezandt de beide Hoven genoegzaam — Tot een  VADERLANDSCHE HIST. VERK. SS een groorer bewijs van genegenheid voor l* deze Republiek werd de vrije invoer van y o" gezouten haring in Frankrijk, die aldaar 75 * zederd eenige jaren verboden geweest was, wederom toegedaan. Ondertuslchen groeiden de ongerustheden voor de veiligheid van onzen bodem aan, toen het vereenigd leger de Franfchen uit Hanover tot aan den den Beneden Rhijn in Kleefsland dreef. Bij het heromzwerven en trekken der vreemde krijgsbenden op de grenzen van onzen Staat, was het, door het digt in en door elkander lopen der grensfcheidingen, bijkans onvermijdelijk, dat 'er fchennis van het grondgebied begaan, en den Ingezetenen eenige fchade toegebragt werd. Dit gefchiedde van beide zijden; doch de klachten daar over vonden gehoor, en werden van voldoening en fchaevergoeding gevolgd. Ondertuslchen gaf de nabijheid des oor- Voorftellogs aan onze grenzen aanleiding tot voor-len tefv.eT' ftellen ter vermeerdering der Landmagt. ™d-S Gelderland en Overijsfel, het eerst voormag^ het gevaar bloot liggende, hadden van de Gouvernante eene genoegzame bedekking van krijgsmagt verzocht; en zij verfcheen daarop den 7an van Zomermaand in de vergadering van Holland, met eene- aanfpraak om vermeerdering van landmagt, op den voet door hnar en den Raad van State reeds in 1755 voorgefteld, namelijk 13450 hoofden, en 1092 paarden. Zij drong den «jgiixii dier zelfde maand dien vóorflag nader aan; maar zij kon de meerderheid van Holland's Staten niet overhalen, om 'er in te D 4 flem-  5(5 VERVOLG op WAGENAAR'S I *Fn. Hemmen. Amfteldam bragt 'er een uitvoe*" ~ rig advijs tegen uit; de Ridderfchap poogI75°' de dit wel te wederleggen, maar vruchteloos. Friesland en Zeeland weigerden zoo wel hare toeftemming, als Holland; en hoe zeer Gelderland, Overijsfel, Utrecht, en Stad en Lande, benevens de Gouvernante, op de vermeerdering der Landmagt mogten aandringen, ging echter dezelve niet door. Engel- De voorflanders dezer vermeerdering fche Zee- werden door die te leurltelling te meer aanroverijen. gezet, om de Zeevaart zonder befcherming te laten; en de Engelfche Zeeroverijen, die hoe langer hoe onbefchaamder gepleegd werden, en dit jaar in het bijzonder den W. I. handel teisterden, bleven ongewrooken. In Oogstmaand 1758 werd de fchade, door deze fchennis aan onze Ingezetenen toegebragt, reeds op meer dan twaalf millioenen berekend. De Kooplieden, bijzonder de W. I. handelaars, zoo wel als de Bewindhebbers der W. I. C., hadden hier over reeds één en andermaal hunne bittere klachten bij de Staten en bij de Gouvernante uitgeftort: 'er waren ook door de Regering voorltellen over gedaan aan yorke, doch deze had, in plaats van dezelven te verhooren, de klagers in het Bezen- ongelijk gefield. Men befloot dus ten derdingen van den maale een plechtig gezandtfchap, uit Koopüe- de aanzienlijkfte Kooplieden van Amflelden hsTe dam, Rotterdam, en Dordrecht, naar den en i3ge' Hage te zenden, het welk mondeling de vernieuwde klachten van den gedrukten Koophandel en Zeevaart aan de eerfte Staats-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 57 Staatsdienaaren voordroeg, en op den otlen L.ato. van Slagtmaand een nadruklijk vertoog aan *~ * de Gouvernante overleverde, met eene l75°' nieuwe lijst van 71 Hollandfche fchepen, ter waarde van 13 millioenen guldens, zederd de tweede gehoorverleening, door de Engelfchen opgebragt. Het andwoord, hier op bekomen, fchoon in den beginne niet vrij van verwijt, behelsde echter ook eenige moedgeving, en hare Hoogheid beloofde zoo ras doenlijk aan de Kooplieden nader verflag te zullen laten doen van den uitflag harer pogingen, in Engeland ter wegneming hunner klachten aangewend. Zij werden ook niet lang daar na weder ontboden, en ontvingen toen een affchrift van een' brief, door hop aan fagel gefchreeven, houdende een berigt van den Staat der onderhandelingen, tusfchen het Engelfche Hof en H. H. iVI. over de klachten den Koophandel betreffende. Dit berigt baarde de grootfte verflagenheid; het was niets anders, als uitftel op uitftel, en een voorfchrift van voorwaarden, waar aan de lijdende Kooplieden niet konden voldoen. Zij befloten dus op eene bijeenkomst, den 25aen van Slagtmaand te Alphen gehouden , eene vierde plechtige bezending naar den Hage te doen, welke den 7den van Wintermaand, ten getale van 40, bij de Gouvernante gehoor kreeg, en, bij monde van den Heer van de poll , een rondborflig en nadruklijk vertoog voordroeg, waar over de Gouvernante vrij wat gebelgd was. Zij wierp, in haar kort andwoord, de fchuïd op de fleden, die teD 5 gen  58 VERVOLG o? WAGENAAR'S I. afd. gen de vermeerdering der landmagt geftemd ? ■- hadden, en zeide, in het heenengaan naar l75°s eene andere kamer, dat de kooplieden, des begerende, met haren Geheimen Raad de larreij verder konden fpreken. De larreij gaf geen' meerder' troost, maar verklaarde in tegendeel, op fterkeren aandrang: „ dat het voor de Gouvernante ,, een poinct eThonneur was geworden, „ om in geene equipagie ter zee te be„ willigen , zonder eene vermeerdering „ van troupen te land; en dat hij de „ Kooplieden niet durfde vleiën met de „ wedergave der fchepen en goederen „ door de Engelfchen genomen." De verontwaardiging der Hollandfche Kooplieden over deze verklaaring laat zich gevoelen, maar niet befchrijven. Zij vervoegden zich vervolgens met klaagschriften bij de Staten van Holland, gelijk ook de Zeeuwfche bij die van hun gewest deden; de Gouvernante van hare zijde deed den ii'ien van Wintermaand een' nieuwen voorflag ter Vergadering van H. H. M. tot vermeerdering van Land- en Zeemagt, en gaf daar in duidelijk genoeg haar misnoegen over de aanfpraak der kooplieden te kennen; door eene meerderheid van vier gewesten werd zij voor haren voorflag bedankt, en een affchrift van haar voorftel aan Holland, Zeeland, en Friesland gezonden, met een' brief tot onderfteuning van hetzelve; maar het kon aldaar niet worden aangenomen, om dat daar bij de vermeerdering der landmagt »an die der Zeemagt verbonden was: en het  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 59 het belang des handels bleef dus aan de L hfd. eigenzinnigheid der Gouvernante opgeof- ferd. Yorke had op denzelfden dag, V5» waar op de Kooplieden bij haar hun laatfle gehoor hadden, bij H. H. M. verzocht in onderhandeling te treden over de wegruiming der gefchillen: en den Mi?ea van Wintermaand' leverde hij een omflagtig vertoog over, vervattende de eifchen van zijn Hof: ten aanzien van den handel, hetwelk cómmisforiaal gemaakt werd, en waar van wij het gevolg beneden zien zullen. Het misnoegen tegen de Gouvernante, Gefchillen dat door deze gebeurenisfen vrij groot ge- over de worden was, werd hier en daar nog ver-verkiezing meerderd door hare befchikkingen op hetva" inwendig beduur. Te Haarlem had zij ™,^r™ salomon van echten, die niet op het/em. en achttal der Vroedfchap ftond, tot Burge- over de meester verkozen, en daar over waren he- benoeming visre gefchillen ontdaan , die, ter vergade- van p Jring van Holland gebragt, aldaar door den ™ kort daar op gevolgden dood der Gouver-derGeë|i. nante onbeflist bleven. Minder hevigen geerden in tegenfland ontmoette de benoeming van het Sthit, philip jacob van borssele van der hooge tot lid der Gee'ligeerden in 't Sticht. De Ridderfchap echter leverde daar tegen vrij fterke vertogen en aantekeningen in, op grond dat de bewijzen van zijn' adeldom, die door de twee andere leden, en vervolgens door de Gouvernante, op advis eener commisfie van Edelen uit onderfcheiden gewesten, goedgekeurd waren, haar niet volledig voorkwamen; en zij bleef dit ftandvastig volhouden. Wij  60 VERVOLG op WAGENAAR'S * Wij fluiten de gefchicdenis van dit jaar g met de vermelding van twee jammerlijke Br^d *op gebeurenisfen: den brand van de kraamen, de Haag. bij gelegenheid der kermis , pp het buifcbe ker- tenhof in 's Hage ftaande, die alle in de mis. asfche gelegd werden, tot zeer groote fchade der eigenaars, welke door eene liefdadige collecte, hoe zeer dezelve de aanzienlijke fom van 19043 guldens bedroeg, Hechts gedeeltelijkvergoed werd : — en, het geen van veel fchrikharender aard, Hetfprin-en deerlijker gevolgen was, het fpringen de der Kruidmakerij Sollenburg aan den OverkerH -Jö/r toomfchen weg, buiten Amfleldam (f), lenburg. waar bij eenige menfchen jammerlijk omkwamen ; waar door alle de gebouwen, omtrent 200 fchreden in 't ronde, en zelfs veele huizen binnen de Stad zeer befchadigd werden; en waar van men de fchokken zelfs in den Haag, te Leijden, Gouda, Rotterdam, en op het Haarlem' mer meir voelde. 1750. Het volgend jaar bragt eene aanmerken Dood en lijke verandering in onzen toeftand te webegravenis ge, ten aanzien zoo van de buiten- als van de VOoral van de binnen-landfche zaken door name*"' den dood der Gouvernante. Zij had reeds eenige jaren een ongezond lighaamsgeftel omgedragen, de duidelijkfle tekens van. waterzucht opleverende. In 't laatst van 't afgelopen jaar was de kwaal zeer toegenomen, en de borst geweldig benaauwdgeworcten. Met den aanvang van dit jaar. oor? (|) Op den 14''"' van Oogstmaand.  VADERLANDSCHE HIST. VERK 61 bordeelden de Geneesheeren de hoop op I. afd. herftelling verloren; de verzwakking ver- —" ■ meerderde van dag tot dag; en den i2den l759' van Louwmaand, even voor middernacht, ontfliep zij zachtelijk, in den ouderdom van 49 jaren, 2 maanden, en io dagen. Hare gedaante was, eer lighaams ongemakken de bevalligheden deden fmelten, fchoon; haar wezen minzaam, hare houding vorlïelijk. Men prees hare godsdienfligheid, haren fmaak in kunsten en wetenfchappen (§), hare kennis van verfcheiden hedendaagfche talen, haar vast ge- (§) De Hoogleeraar p. wesseling zegt, in de Lijkrede op haar gehouden te Utrecht den 2 Maart *759 (bl a2 van de Ned vert.): „ Zij had de ge„ fchiedenisfen van verfcheiden Volkeren naauwkeu„ rig onderzogt, en ter behulp van 't geheugen in ,, gefchrift gefield. De boeken, die ze over de ,, Hiftoriën der Romeinen in 't It&liaansch befchre„ ven heeft, zijn nog voor handen. Omtrent haar Vaderland niet minder willende doen, heeft ze de lotgevallen van het Keizerrijk in 't Hoogduitsch, „ tot haar eigen gebruik, en voor hare kinderen „ opgefteld. Ook is 'er een werk, waar in ze, „ uit de gedenkfchriften der Nederlanden, het geen „ aangenaam, en eenen Stadhouder van dit Gemee„ nebest te weeten nodig is, met oordeel t'zamen „ gebragt, en verfcheiden aanmerkingen over de re„ geringsvorm, de wijze van beduur, en den Staat „ der Nederlanden in 't Fransch daar bij gevoegd „ heeft. Alle deze (tukken heeft ze in haar jeugd, „ wanneer ze met zulk een gewigt van zorgen nog ,, niet beladen was, begonnen en voltooid. „ Ook heeft ze een bijzonder boek nagelaten, vol „ van zedelesfen en leerltellingen van hare geloofs- „ belijdenis." Verg. de Latijnfche- Lofreden door d. van de wijnpersse te Groningen over haar gehouden, den 23 Maart 1759, p. 27, 58.  6*2 VERVOLG op WAGENAARS I. afd geheugen, haar fchrander oordeel, eenö " bij hare fexe niet zeer gewoone maate J75P. van kloekmoedigheid, hare gefchiktheid, om de liefde der Landzaten te winnen, en aan haar te verbinden: men veroordeelde in haar eene meerdere gehechtheid aan de belangenvanBritannie, haar geboorteland, dan haar plicht jegens dezen Staat toeliet; eene te groote gezetheid op hare eens aangenomen begrippen, vooral in 't laatst hares levens; en eene neiging, om haar reeds zoo groot gezag nog verder uit te breiden, en allen, welken dier uitbreiding tegenftand dorsten bieden, met trotschheid en fcherpte te behandelen. Echter zou men uit de algemeene betooningen van rouwe gezegd hebben, dat de droefheid over haren dood algemeen was. De brieven van rouwbeklag, door de Staten van Holland aan haren vader, den Koning van Groot-Britannie, en hare behuwdmoeder, de Princesfe Douaricre van Orange en Nasfau afgezonden: — de plechtige bezendingen van dezelfden, en van de algemeene Staten aan hare weezen gedaan: — het luiden der klokken, acht dagen na den anderen, driemaal daags, één uur lang, en nog drie dagen vóór de begravenis en op den dag der begravenis zeiven: herbefluit der algemeene Staten, om het lijk ten kosten van den Lande ter aarde te beftellcn: de pracht, waar mede hetzelve, zes dagen lang, op een praalbed ten toone gelegd werd: de kostbaa- re {langheid , waar mede het den 23^ van Sprokkelmaand naar 'Delf gevoerd, en al-  V AD ERLANDSCHE H IST. VERK. 63 aldaar, in het choor der Nieuwe kerk in I» *fp. de Vorftelijke Grafkelder werd nedergela- " l7S9s ten: — de lijk- en lofredenen, die in de gehoorzalen der vijf hooge - fcholen, en in de meeste kerken haren roem verbreidden, en de rouwe over haren dood luid verkondigden: — de lofdichten en treurzangen" der Dichters, die haar ten hemel verhieven , en den ramp, aan Nederland door haren dood befchoren, hartroerend fchil- derden: dit alles moest den opper- vlakkigen befchouwer vastelijk doen geloven , dat anna de liefde en de erkentenis van alle ingezetenen, in alle opzichten, volkomen verdiend, en volkomen geno* ten had. n. af-  <54 VERVOLG op WAGENAAR'S II. AFDEELING. II. af:d. Daar reeds te voren bij de onderfchei- ■ den gewesten vastgefteld was, dat, na den l?75y« dood der Gouvernante, en gedurende de over°de-ei1 minderjarigheid der Vorftelijke kinderen, Vorftelijke het gezag over 't krijgsvolk, op eene beSpruiten. paalde Inftruétie, zou worden opgedragen aan louis ernst Hertog van Brunswijk Wolfen-buttel (*), werd dezelve nu ter Vergadering van H. H. M. ontboden, om in die'hoedanigheid den eed af te leggen. Hij voldeed daar aan, en leverde bij die gelegenheid aan H. H. M. een papier over, verzegeld met vijf cachetten, als twee van de Gouvernante, één van den Hove van Holland, en één van ieder der twee Commisfarisfen van denzelven Hove, voor welken de daar in gefloten Aéte gepasfeerd was. Dezelve werd geopend, en bevattede de benoeming der volgende perfonen, ter opvoeding der Vorftelijke kinderen beftemd; uit Gelderland, Jonkheer andries schimmelpennink ; uit Holland en Westfriesland, Jonkheer fredrik hendrik van wassenaar, en Mr. joan abbekerk krap ; uit Zeeland, Jonkheer jan van borssele; uit Utrecht, jan daniel d'ablaing: uit Friesland, Jonkheer EPO (*) Zie boven bl. 31. en verv.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. ctf êpo sjuk van burmania ; uit Overijsfel, V. afd. Jonkheer j. s. sigismund heiden; uit Stad ; 3 en Lande, a. a iddekinGe: -— tot toe- I759' ziende voogden over de vorftelijke Spruiten en derzelver goederen, george lij Koning van Engeland, Vader, en maria Iouisa, Princesfe vmHesfen-Kasfel, Douafiere van wijlen joan willem friso, behuwdmoeder van de Gouvernante: — en tot werklijken of befturend n Voogd louis ernst, Hertog van Brunswijk Wolfenbuttel. Toen ter vergadering van Holland het Voorzie* berigt van het affterven der Gouvernante ninsen otli" ingekomen was, had de Raadpenfionaris dJ- J o in- i •■ i i.. , Voogdij- de Maatsbelluiten, bij het overlijden van fchap geZ. H. genomen, en de Voorziening, door durende dé de Staten vasrgefteld, in gevalle zijner we- minder"** duwe, voor de meerderjarigheid harer kin- r'Sheid» deren, iets menfchelijks mogt overkomen, voorgelezen; en alle de leden hadden een-tie; enz." parig hunne bereidvaardigheid te kennen ingevoerd* gegeven, om de befchikkingen, toen vastgefteld, ftand re doen grijpen. Holland had van die voorlopige voorziening, ten tijde van derzelver vastftelling, geene'opening ter Vergadering van de Algemeene Staten gedaan: maar nu gefchiedde dit, en dewijl, gelijk wij boven zagen (*), bij al>é de gewesten, bijkans dezelfde fchikkingen reeds beraamd waren,(althands voor zoo verre de bijzondere inrigting van het gewestelijk beftuur geene bijzondere Wijzigingen noodzaaklijk maakte), werd da C*^ BI. 29-55. II. deel. Ë  66 VERVOLG op WAGENAAR'S IJ. a0o. de voorflag van Holland, om nu ten de" " zen aanzien een algemeen befluit te nemen, l759' volvaardig omhelst. Men bepaalde dus, dat de minderjarigheid met den ouderdom van 18 jaren zou eindigen, en dat de Erfstadhouder, of Èrfftadhouderesfe, met de 15 jaren zitting zou mogen hebben in de Vergadering van H. H. M., en in den Raad van Staten, na den eed van geheimhouding afgelegd te hebben: ■ ■ dat, gedurende de minderjarigheid, het geven van Patenten zou gefchieden, gelijk in Stadhouderlooze tijden vastgefleld was, doch, zoo mogelijk, met overleg van den Hertog van Brunswijk, aan wien, gelijk wij reeds gezegd hebben, tevens het gezag over de krijgsmagt van den Staat werd opgedragen: — dat het Admiraal-generaal» fchap tot nader befluit onbefchikt, en het bevel over de krijgsmagt te water voor als nog op dien voet zou gelaten worden, waar op het was voor de verheffing van den laatst overleden Stadhouder: — dat H. H. M. over de Generaliteits-landen, als voogden, alles zouden waarnemen, wat tot het Erffladhouder- en Capiteingeneraal-fchap behoorde, uitgenomen voor zoo ver het bevel over het krijgsvolk aan den Hertog was opgedragen: dat zij ook, in die hoedanigheid, aan zich behielden, het regt van pardon en gratie in die landen te verleenen: — en dat de inkomften en wedden des Erfftadhouders, in zijne onderfcheiden waardigheden, betaald zouden worden aan deszelfs Domeinraad. In de beftelling dér Regering en andere huis-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 6*7 huishoudelijke zaken {voor zöo verre het II. afd. Erfftadhouderfchap daar op invloeide,— ■ bragt men de voorheen beraamde fchik- < 59* kingen, waar van wij reeds te voren gefproken hebben, in werking. De Staten van Holland fchreven aan alle Heden, plaatzen, en collegiën aan, om de benoemingen van nieuwe Regeringsleden, die men gewoon geweest was aan den Stadhouder te doen toekomen, gedurende de minderjarigheid, aan de Staten te zenden, om daar uit, als in dit geval de voogdijfchap over den jongen Prins uitoefenende, de verkiezing te doen. In Friesland droegen de Volmagten der Steden aan de Princesfe Douariere van Orange en Nas* fan de Raadsbeftelling in de Steden van dat gewest op, gedurende de minderjarigheid van haren kleinzoon, en de beflisfing der gefchilen, welke deswegens mogten ontfiaan. Zij nam dien last op zich, gelijk ook de haar opgedragen begeving der rondgaande ambten, die voor de Steden van Friesland open vielen. In geen ge¬ west vond de invoering der gemaakte fchikkingen tegenftand, behalven in Overysfelt waar de groote meerderheid van de Gezworen Gemeente der ftad Kampen, welke zich reeds te voren moedig tegen het plan van Voogdijfchap verzet had, zich thands weder liandvastig tegen de invoering van dat zoo genaamd Reglement van tutele kantte. Hier uit ontftonden hevige gefchillen tusfehen haar en den Magiftraat, welken vooral in het volgend jaar tot eene verbaazende hoogte liegen: doch de MaE % gi-  t f58 VERVOLG op WAGËNAAR'S II. afd giftraat vond fteun bij de Staatsvergade" ring, waar, niet tegenftaande herhaalde *759- klachten en protesten, de meerderheid der Meente geen gehoor' kon krijgen. Princes Princes carolina was, reeds voor den carolina dood van de Gouvernante hare moeder, door den ter) huwelijk verzocht door carel chris^l"^Jan tiaan, Prins van Nasfau Weilburg, die ten'huwe-t^ian^s ^ert ranS van Generaal - major in lijk ver- onzen dienst bekleedde. Zij had hem hazochr. re hand beloofd, indien hare moeder, en Zwarigbe- 's Lands Staten- dit huwelijk wilden roeden bij {temmen. De Gouvernante had 'er in beSmtTl^den willigd, en daags voor haren dood , bij daar tegen, rondgaande brieven , aan de Staten van alle de gewesten verzocht, dat zij-dit huwelijk met hunne goedkeuring wilden verééren, en toeftaan, dat de kinderen, daar uit fpruitende, mits in de Gereformeerde religie opgevoed, en daar van belijdenis doende, de voorregten der erfopvolging zouden blijven genieten. 'Er was namelijk te voren bepaald, dat de overerving der erffradhouderlijke waardigheden op vrouwlijke afflammeiingen geen plaats zou hebben, dan ingeval dezen, met bijzondere toeflemming en goedvinden der Staten, zouden trouwen met een'Prins, belijdenis doende van den hervormden godsdienst: en de Prins van Weilburg, fchoon wel uit Nasfaufchen ftamme geboren, behoorde tot de linie van walram, ééne der drie zijdtakken (*), die belijdenis doen van de X«- (*) Namelijk Nasfau Saarbtug^e , Nasfau Ufir,gen, en Nasfau Weilburg. Vati de linie van er- 19  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 69 Lutherfche leere. Gelderland, Zeeland,- H. *td.-. Friesland, Overijsfel, en Stad en Lande~f~~~~ toonden zich terftond gereed, om aan het * verzoek der Gouvernante , die inmiddels overleden was, te voldoen. In het Sticht waren de drie Staatsleden niet volkomen eensgezind. De Stad wilde hare toeftemming geven, zonder dat de gegeven goedkeuring in gevolg zou kunnen getrokken worden , en na dat de drie leden van Staat eikanderen in zoo verre van den eed op het Staatsbelluit van 1748 zouden hebben ontflagen, tot welk ontflag zij zich gereed verklaarde. De Geëligeerden waren bereid, om toe te ftemmen, zonder van het ontflag van den eed te fpreken. Doch de Ridderfchap rekende het Reglement te fterk fpreekend, haren eed op hetzelve te verbindend, en het onderling ontflag van denzelven te gevaarlijk in de gevolgen, dan dat zij in het verzoek, zoo als het lag, bewilligen kon. Zij wilde dierhalven, dat de Staten het huwelijk zouden toeftemmen , maar het verzoek ten aanzien der opvolging alleen dan, wanneer de Prins van Weilburg, voor de voltrekking, mogt goedvinden belijdenis te doen van den hervormden Godsdienst. — Bij Holland fpraken Dordrecht en Haarlem volmaakt in , denzelfden zin, als de Ridderfchap van Utrecht. Amfteldam , Gouda, Rotterdam , Schiedam , Brielle, Alkmaar, en Enkhuizen weigerden insgelijks. De Ridderfchap, Delf, 10 was alleen één Zijdtak, die van Nasfau Liet* evergebleven, E 3  70 VERVOLG op WAGENAAR'S IL afd. Delf, Lei] den, Gorinchem, Schoonhoven, ' Hoorn, Edam, Monnikendam, Medenblik, J759« en purmerende (temden in het verzoek, zoo als het lag. Delf zocht de zaak te middelen door den voorflag, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Gecommitteerden tot het groot Befoigne zouden overwegen, hoedanige eene voorziening, in tijd en wijle, bij H. E. Gr. M., uit derzelver fouveraine magt en gezag, tot handhaving der vastgeileldeRegeringsform, en ter begunftiging van het manlijk oir, Uit dit huwlijk herkomftig, zou kunnen en behoren te gefchieden. Doch de weigerende leden bleven bij hun befluit. — En echter ging, gelijk wij beneden zien zullen, het huwelijk in het volgend jaar door. Zeerove- Befchouwen wij den Staat ten aanzien rüen der van deszelfs buitenlandfche betrekkingen, Engel- wij moeten onzen aandacht wederom op fcben. hetzelfde onaangenaame voorwerp vestigen, als in vorige jaren, de onregtvaardigheden van Engeland'naamelijk. Toen yorke het vertoog overleverde, waar van wij boven fpraken (*), befloot hij hetzelve met eene betuiging van het leedwezen zijns Meesters over de buitenfporigheden en gewelddadigheden, door de Engelfche kapers gepleegd, en van deszelfs bereidvaardigheid, om deze rooverijen te beteugelen. Doch dit jaar leerde op nieuw de waarde van dit zoort van betuigingen kennen. Het aantasten, ophouden, mishandelen, rooven, op. i*) Zie boven bi. 59.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 71 opbrengen, en verbeurd verklaren onzer II. afp«__ Schepen en goederen ging op denzelfden voet voort: en de langwijlige, dikwijls ' ' hoogstonregtvaardige, en altijd zeer kostbaare wijze der regtspleegingen ; en de geringheid van het getal der vrijgegevene fchepen, veroirzaakte, dat de Schippers, die aangerand werden, op last hunner meesteren, met de kapers overeenkomften begonnen te treffen, en derzelver eifchen met geld af te maken, ten einde zij hunne reizen mogten voortzetten, en ontheven worden van de uitfpraken van regtbanken, die het regt kromden, en de verongelijkten verdrukten. Die onregtvaardigheden ftaken te meer af, naar mate men vaardiger regt verkreeg, wanneer het eens eene enkele reize gebeurde, dat onze Schepen van kapers of oorlogsvaartuigen van eene andere natie onregtvaardig aangerand werden; gelijk ons dit jaar ten aanzien van Frankrijk, Zweeden, en Rusland wedervoer. De Handelaars op S. Euflathius en Curacao hadden vooral reden, om zich over de Engelfche roofzucht te beklagen. Verfcheiden fchepen, van daar met rijke ladingen vertrokken, waren in Engeland opgebragt, en men kreeg in Holland tijding, dat het Admiraliteits-hof over dezelven den 6den van Sprokkelmaand uitfpraak zou doen, en alle Schepen met derzelver ladingen verbeurd verklaren , ten aanzien van welke niet geregtelijk beweezen kon worden, welke goederen uit barken , welke van land ingenomen, en voor welke rekening de ladingen afgezonden E 4 wa-  7* VERVOLG op WAGENAAR'S II. afd. waren. Zodanig bewijs was bij geen één tractaat vereischc, de vordering van het> l759' jtelve was dus volftrekt willekeurig, en het was onmogelijk 'er aan te voldoen, nademaal men bij het inladen der fchepen op de reede van S, Eujïathius en Curacao, om de dubbele moeite en kosten van opliaan, weder afgeven, en verwerken, uit te winnen, altijd gewoon is het geen van elders met barken aangevoerd wordt, terftond uit dezelven in de fchepen over te laden, zonder dat men juist aantekening houdt, welke goederen van de wal of uit de barken zijn ingefcheept. De Amfteldamfche en Rotterdamfche kooplieden leverden dus bij H. H. M. den itten van Sprokkelmaand een verzoekfchrift in, dat dezelven de nodige middelen beramen mogten, om die onregtvaardigheden tegen te gaan. Terftond werd daar op befloten, nog dien eigen dag een' bode af te zenden, om, indien mogelijk, te bewerken, dat de zaak dier fchepen, gedurende de onderhandelingen met yorke (*), in haar geheel bleef. Dit had wel ten gevolge, dat de uitfpraak tot" den 24ften uitgefteld werd: doch toen werden de ladingen van 2.7 fchepen, van S. Euflathius en Curacao gekomen, ten voordele der nemeren verbeurd verklaard, mits zij de fchepen den eigenaren te rug gaven, en de vracht betaalden: maar één fchip moest met de lading in het lot der overgave aan de nelneren deelen, dewijl de Schipper een ge- deeU (*) Zie boven bi. 59.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 73 deelte zijner lading te Guadeïoupe had in- ir. afd. genomen. De Kooplieden vervoegden zich " — hier op weder bij H. H. M., en, op hunne klachte, werd een buitengewoon gezandtfchap naar London afgezonden, beftaande uit de Heeren jacob boreel jansz., Raad en Advocaat Fiscaal bij het Collegie ter Admiraliteit te Amfleldam; jam van der poll, oud-fchepen dier ftede; en gerrit meerman, Raad en Penfionaris van Rotterdam. Van dit Gezandfchap werd ook aan yorke kennis gegeven, wiens vertoog, in het laatst van het voorleden jaar ingeleverd (*), inmiddels onderzocht was, en van wegens H. H. M, een voorflag, tot eene nadere overeenkomst ter wegruiming der gerezene gefchillen, had voortgebragt, welke hem in Louwmaand ter hand was gefield. Hoe weinig die voorflag aan het Britfche Hof voldeed, bleek uit een nader vertoog van deszelfs Gezandt, in Sprokkelmaand overgeleverd, vergezeld van een ander ontwerp van overeenkomst, het welk geheel afweek van het traclaat van 1674, en het welk door deAmfteldamfche Kooplieden, in wier handen het door Burgemeesteren gefield was, en die 'er een breedvoerig vertoog tegen inleverden, met regt befchouwd werd, als allerverderflijkst voor den Hollandfc'hen handel. Zoodanig ftonden de zaken, toen ons Gezandtfchap den i^den van Grasmaand in Engeland gehoor kreeg. Het werd met algemeene betuigingen van vriendfchap, ea C*) Zie boven bl. 50. E 5  74 VERVOLG op WAGENAAR'S II. atv. en van gezindheid om de gefchillen uit den weg te ruimen bij den Koning ontvangen: doch welke uitwerkzelen deze nieuv we onderhandelingen hadden, zullen wij Verfterkingin het vervolg zien. Verfterking der Zeeonzer Zee- magt, en genoegzaam convoij was buiten maet .7 _ twijfel oneindig krachtiger hulpmiddel, prijswiar- dan de beste vertoogen; bij het leven der dig gedrag Gouvernante was beide tegengehouden, of onzer zee-traagelijk bevorderd; doch, daar dit jaar lieden. eindelijk tot beide befloten werd, kreeg de koophandel nieuwen moed, en de Engelfche kaperijen verminderden aanmerkelijk. Bij H. H. M. werd, fchoon tegen den zin van Utrecht en Overijsfel, befloten 25 fchepen van oorlog uit te rusten: het placaat, waar bij aan het bootsvolk het gaan of blijven in vreemden dienst verboden was, werd vernieuwd: en 'er werd een ander bijgevoegd, behelzende fchikkingen op het ligten van den tienden man der Groenlandfche, en den vijfden man van andere fchepen. Onze Bevelhebbers hielden ook in verfcheiden gevallen de eer onzer vlag dapper, op. De Schout bij nacht joost sels hernam een' koopvaarder, op de reede van Mallaga, door een' Engelfchen kaper weggenomen: Capitein jan hendrik dol van ouRijK verloste een' 1 Smirna - vaarder door een Engehch oorlogs-fregat in de haven van Livorno binnengebragt; en in de Straat van Gibralter een' anderenHollandfchenkoo^w&zrAer door een' Engelfchen kaper genomen: en Capitein annius lodewijk betting ontzettede verfcheiden koopvaardij - fchepen , naar Mar-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 75 Marfeille beftemd, en onder zijn convoij H. avo. zich bevindende, welken door een gedeel- " te der Engelfche vloot, die hem, onder l759» bevel van de Admiralen boscauwen en broderick, 17 fchepen van linie fterk, op de hoogte van Cartagena ontmoet was, onderzocht en veroverd waren. Koopvaardijfchippers zeiven gaven van tijd tot tijd bewijzen van den ouden Bataaffchenmoed.— Ondertusfchen gaven de vertogen, door de Verlogen Franfche en Engelfche Afgezandten ter ^an l'e" Staatsvergadering ingeleverd, aan onze Re- e„a^„g^. gering nieuwe bezorgenisfen. Terwijl de a.*> laatfte alles aanwendde, om ons partij te gezande doen kiezen, en onzen handel nog meer te belemmeren, door op een volftrekt verbod van allen toevoer aan Frankrijk aan te dringen; predikte d'affrij altijd de ftrengfte onzijdigheid voor, vertoonde hoe zeer zulk een verbod tegen die onzijdigheid ftrijden zou, en bood hulp aan om de verongelijkingen onzer vlagge aangedaan te wreeken. En deze vertoogen ontmoetten bij de onderfcheiden Staatsleden verfchillende beoordeelingen , naar mate het verfchillend gevoelen, en het waar of vermeend belang den éénen meer naar deze, den anderen naar geene zijde neigde. Op dat de vrijheid van gezouten haring Piacaat tein Frankrijk in te brengen, in het voor-gen het leden jaar aan onze natie verleend, niet ve™engea misbruikt zou worden, werd, op voorftel/^^y^^ van den Franfchen Afgezandt, door H. H. e„ En«elM. befloten, een Piacaat uit te vaardigen,fiber, hahoudende, dat de haring,, die in Frankrijh'^ljngevoerd werd, met geene Engelfche zou mo-  76 VERVOLG op WAGENAAR'S II. a*d. mogen vermengd wezen, en dat alle de • fchepen, die haring in Franfche havens l759' zouden inbrengen, moesten voorzien worden met getuigfchriften, dat dezelve alleen van de Hollandfche vangst was. —— De vrijdom van lasten voor de groote Visfcherij werd weder voor 3 jaren verlengd. Steenen Nieuwe bekommernisfen ontftonden dit •m de Dij-jaar voor onze zoo belangrijke Zeedijken, ten door jje Steenen, die men daar aan gelegd had, la™.™ zederd dat nu omtrent 30 jaren de fchriktwagd, baarende paalworm derzelver houten gordingen had doorknaagd, fcheenen de veiligft en beflendigfte Zeeweering te zullen opleveren: doch in dit jaar vond men deze Steenen aan den West-kappelfchen dijk op het eiland Walcheren, denzelfden, waar aan men het eerst de paalwormen ontdekt had, insgelijks door wormen doorvreeten. De bezorgdheid hier over was zeer groot, dewijl 'er geen hulpmiddel tegen den flag des waters vermogend genoeg fcheen , in- • dien ook dit ontzonk. Echter, of fchoon men ook naderhand van tijd tot tijd, zoo als in 1764 en 1773, meer zulke doorknaagde fteenen vond, werd de vrees voor eene geduchte algemeene vernieling gelukkig afgewend. Men bevond, dat deze worm de reeds bekende Pholas was, die in menigte in de Middellandfche zee, als mede aan de kust van Provence, onderop den grond, of ook hooger in't water, gevonden wordt, en die gemakkelijk, door een of ander toeval, aan onze kust konden overgevoerd wezen. Wij  VADERL ANDSCHE HIST. VERK. 77 * II. AF& Wij gaan voorbij den brand, die het ~7~~* aanzienlijk dorp Strijen, op den 22ftcn van °' Bloeimaand 1759, grootendeels in de as- fche legde: en het droogmaken der Noordplasfen bij Hazerswoude, het welk in hetzelfde jaar nog een aanvang nam: —• en flappen over tot de gebeurenisfen van het volgend jaar, waar ons in de eerfle plaats weder te vermelden flaat een ge- Water* duchte Watervloed, in Louwmaand door 'lo^* ea twee dijkbreuken in de dijken aan de ri- ^J^" vier de Maas veroirzaakt, de ééne aan de Noordzijde dier riviere, waar door eenige Dorpen in het Rijk van Nijmegen, en het gantfche land tusfchen Maas en Waal overflroomd werden; de andere aan de Zuidzijde, fchuins daar tegen over, welke het geheele Ravenfieinfche, en een gedeelte der Meijerijë van 's 'Bosch onder water zetstede. Geweldige ijsdammen in de Maas hadden het water opgeftopt, en daar door die dijkbreuken te wege gebragt: en omtrent denzelfden tijd had een ijsdam in de -Marwede, tusfchen Hardingsveld en Gorinchem, het water in dezelve, als mede in de Maas en Waal, ter ongemeene hoogte opgekropt, en een doorbraak in het uitterfle gedeelte van de Bommelerwaard, en één in den Brakelfchen Dwarsdijk veroirzaakt. De rampen, hier uit ontftaan, waren groot, maar kwamen toch in geene vergelijking bij die, welke door het doorbreeken van den Lekdijk den Krimpener en L,opiker waard troffen. Te Schoonhoven fteeg het water tot 69 duimen boven klokkenflag, en dus hooger, dan bij menfehen... ge-  78 VERVOLG op WAGENAARS If. atd. geheugen: en echter werd her gevaar, dat ***■' , die ftad dreigde, nog gélukkig afgeweerd", i 17®°' rnaar de beide gezegde Waarden liepen geheel onder, en het leed der landlieden werd vermeerderd door een kort daar op gevolgden hevigen Storm, welke het water op hieuw wasfen deed, en een aantal huizen en fchuuren, die nog waren blijven Uraan, weg fpoelde. — Op den 20ftcn van Louwmaand befpeurde men niet alleen in StaatsBraband en Maaftricht (waar dezelve den 23 Ll van Oogstmaand van het vorig jaar ook gevoeld was), maar in meest alle gedeelten van dit Gemeenebest, het fterkst echter in Zeeland, fchuddingen eener aardheving, die echter geene rampen van aanbelang veroirzaakte?Voorflag De rampen van den oorlog bleven dit *an Vrede jaar nog voortwoeden. De Hertog van vrucht- Brunswijk had wel op den a5llen van Slagtloos ge- rnaand des voorleden jaars, uit naam der daan. Koningen van Groot-Britannië en Pruisjen ,, aan de Gezandten der Hoven van tVeenen, Petersburg, en Verfailles, in den Nage, verklaard, dat hare Majefteiten gereed waren, om Gevolmagrigden te zenden op zulke eene plaats, als men zou verkiezen, om te handelen over een' vasten en algemeenen Vrede. Doch dit voorftel was eerft den 3den van Grasmaand van dit jaar beandwoord, en wel in dezer voege: „ dat, zijne Catholijke Majefteit zij„ ne bemiddeling aangeboden hebbende „ in den oorlog tusfchen Frankrijk en En,, geland ontdoken, zijne Christelijke Ma„ jefteit gereed was, om, onder die be- „ mid-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 79 „ middeling, over eenen afzonderlijken II. afd* „ Vrede mee Engeland te handelen, dewijl 7~~" „ de oorlog met dat rijk geene gemeen- v00* ,, fchap had met dien , welken de twee „ Keizerinnen en derzelver Bondgenoten „ tegen den Koning van Pruisfen voer„ den: — en dat, wat dezen laatstge,, melden oorlog betrof, het nodig zou „ zijn, dat vooraf alle de bondgenoten, „ en dus ook de Koning van Polen, Keur„ vorst van Saxen, en Koning van Zwee„ den tot de bijeenkomst genodigd wer,, den, eer men daar omtrent eene bepaal„ de verklaring zou kunnen doen." Men zag in Engeland en het lang uitblijven, én den inhoud van dit andwoord aan als een bewijs van weinig neiging tot Vrede, en van een vast voornemen, om nog een veldtocht te wagen; en Frankrijk en Oostenrijk hadden daar toe ook alle toebereidzels en fchikkingen gemaakt. Aan den anderen kant werd de opregtheid van het Engelfche hof in den gedanen voorflag in twijfel getrokken: en zeker was het, dat rog korte dagen te voren de verbindtenis tusfchen Engeland en Pruisfen vernieuwd was; dat daar bij de Koning van Groot Britanniè' zich had verbonden, om in ééns aan zijne Pruisfifche Majefleit 670,000 ponden fterling te fchieten, tot inftandhouding zijner legermagt, ter verdediging hunner gemeene zaak; en dat zij eikanderen beloofd hadden, niet alleen geen vrede of beftand te zullen fluiten, maar zelfs geene onzijdigheid te zullen omhelzen, dan met . wederzij dfche toeflemming.  8o VERVOLG op WAGENAAR'S it. afd. De dood des Konings van Engelandi '—~Z George II, die den 25 tèn van wijnmaand T) d '■ r over^eed •> en door zijn' kleinzoon georcforgeiT Gfe ÖI opgevolgd werd, maakte in-het Konmsr voortzetten des krijgs geerie vmndering; van Enge-en even min in de onregtvaardige behaniuni. deling aan onze Zeelieden aangedaan. En, terwijl men den handelaren van hun wettig eigendom beroofde , voegde men 'er nog dien grievenden hoort bij, dat men hunne eerlijkheid poogde verdacht te maken , en hen van een' ongeöórlofden handel betichtte, om des te meer glimp te geven aan lage berovingen, en onregtvaardige vonnisferi. Dabbeld Ter goedmaking der kosten tot de buiVeitgeld. tengewone uitrusting van Convoijers der Nederlandfche koopvaardijfchepen, befloten H. H. M. voor den tijd van één jaar het buitengewoon veilgeld te verdubbelen met één ten honderd op de inkomende, en een half ten honderd op de uitgaande' Het Hgtengoederen. — Doch de vordering van den van den tienden man der Groenlandsvaarders en den tienden envijfden man der koopvaardijfchepen werd man eopge-°PgeIie'ven \ het we^k voora* aangenaam beven. was aan de Friezen, die meer dan eenig ander gewest hunne fchepen met eigen volk bemannen, en wier fcheepvaart in dezen tijd zeer was toegenomen. Vredever- ' Zedert het fluiten van den vrede met drsg met Algiers in 1757 waren echter onze fcheJigiers na-pen njet geheel vrij gebleven van fchennis {Jer.op5e der Algerijnen ; en zij hadden zelfs beer ' weerd, dat het opbrengen van zommige derzei ven niet iïrijdig geweest ware met hei  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 81 het gefloten Traétaat. De Capitein reinst II. afd; werd dus derwaarts gezonden, en deze" , J bewerkte eene nadere verklaring van het * °' derde Artikel van dat verdrag, hier in beftaande, dat geene Hollandfche Schepen, met Algerijnfche pasporten voorzien, zouden mogen worden opgebragt, of fchoon dezelven mogten geladen zijn met goederen, aan de vijanden van Algiers toebehorende , of met zódanige goederen, welken de Algerijnen met of zonder reden voorwendden benodigd te zijn. Schoon, gelijk wij te voren zagen (*); Huwelijk Hechts vijf gewesten bewilligd hadden in van Pril>het huwelijk van Princes carolina met "s CAR0den Prins van Weilburg, befloten echter den Prins de gelieven hunnen echt op den vijfden Van JVtiSvan Lentemaand dezes jaars te voltrekken: burg. en de befturende en toeziende voogden hadden daar toe eenparig verlof verleend. In Sprokkelmaand werd daar van door den Hertog van Brunswijk bij monde aan den Voorzitter der Algemeene Staten, en door hem en den Prins van Weilburg, bij brieven, aan de Staten der onderfcheiden gewesten kennis gegeven; en de laatstgenoemde beval zich hier bij in de genegenheid der Staten aan. Het andwoord der vijf gewesten droeg tekens van de hartelijkfle goedkeuring. Bij Holland was men tot gene eenparigheid kunnen komen, maar men verklaarde, dat men, de genegenheid der bondgenoten vernemende, het huwe'lijk zou aanzien, zonder zich daar tegen te O Zie boven bl. 69. II. deel. F  8a VERVOLG op WAGENAAR'S 11. afd. te kanten, terwijl men het befluit van den ' , 1 i6deu van Slagtmaand 1748 voor onverI760, kort, en, als eene onveranderlijke grondwet van den Staat, in zijn geheel hield. Het verzocht ontflag van het gaan der huwelijks-geboden werd bij Holland toegeftaan, dewijl 'er meer voorbeelden waren van dusdanige ontheffingen aan vorftelijke perfonen verleend. Staten van Utrecht beandwoordden den brief van bekendmaking met zegenwenfchen; doch voegden 'er bij, dat op het verzoek van wijlen de Gouvernante, uit hoofde van de oneenparigheid der ingebragte advifen, geen befluit kon vallen. Ter Algemeene Staatsvergadering werd dus ook Hechts met vijf gewesten befloten, op den brief van bekendmaking te antwoorden, dat dit huwelijk aan H. H. M. zeer aangenaam was: en bij Holland waren de Afgevaardigden van verfcheiden Steden huiverig, om eene bezending te benoemen tot het afleggen eener plichtpleeging van gelukwenfching bij den Bruid en Bruidegom, of fchoon de Ridderfchap en eenige fteden daar fterk op drongen, en H. H. M. reeds waren voorgegaan. Zij namen het voorftel van de Ridderfchap over, en 'er gebeurde niets van: doch de meeste andere hooge collegiën legden deze plichtpleeging af. Voorts droegen H. H. M. aan den Prins van Weilburg op de waardigheid van Generaal der Infanterie van den Staat, op eene jaarwedde van 10,000 guldens. Friesland fchonk aan carolina 5000 guldens ééns, en een' jaarlijkfchen lijftocht van gelijke fomme. Over-  VAD ER LANDSCHE HIST. VER.K. 83 Civerijsfel eene huwelijksgave van 1000 II. afd. Rijksdaders, en even zoo veel jaarlijks. •* Gelderland zou eene huwelijksgave van * °* 3000 guldens, en even zoo veel jaarlijks aan haar toegelegd hebben: maar één lid maakte zwarigheid, en het voorftel kon dus niet tot befluit worden gebragt. Het huwelijk werd op den beftemden dag in de groote kerk in 's Hage ingezegend door den oudften Leeraar e. van staveren. Uitfteekend was de pracht der vreugdefeesten op dien dag gevierd, en der twee maaltijden eenigen tijd daar na door den Prins gegeven in houten gcftichten , opgeflagen in den geflechten tuin achter zijn hötel, dat hij voornemens was te herbouwen en grooter te maken. Doch ons kort beftek laat geene befchrijving daar van toe* Eer het jaar zijn' kring floot, beviel de Princes van een' zoon, waar over H. H* M. het Gevaderfchap op zich namen, en die op den i3den van Louwmaand 1761 door j. munnekemolen gedoopt, en willem george belgicus genaamd werd. H. H. M. gaven hem een jaargeld van 4000 guldens tot een pillegift, in een gouden doos ter waarde van 400 zilveren ducatons: voorts 400 zilveren ducatons, om in de kraamkamer uit tedeelen: en 250 guldens aan de armen bij den doop. Het gefchil over de invoering van het Gefchilleii Reglement van tutele (f) werd dit jaar te over de Kampen, bij het naderen van den tijd der Roering*. Regeringsverandering, met grootere hevig-be £e lnfi* heid (|) Zie boven bl. 67. F s  fij, VERVOLG op WAGENAAR'S ÏI afd. heid vernieuwd. De Magiflraat wilde de keur, volgens dat Reglement, aan Rid- 1760. derfcbap en Steden, ter goedkeuring zenden voor de afkondiging, doch de Gemeente wilde daar in niet bewilligen: dit had ten gevolge , dat Oud-Burgemeesteren zich voor gecontinueerd hielden. De meerderheid der Meen te weigerde bun evenwel te erkennen, en de Magiflraat op zijne beurte liet die meerderheid, bij de zamenroeping van het tweede lid der Regering* te huis, en floot derzelver leden uit van posten en commisfiën, waar toe zij anders geregtigd waren. Van beide zijden leverde men bij de Staten verklaringen in, doch de Magiflraat alleen vond daar fteun, en verwierf daar goedkeuring-op zijne eigene continuatie. Door het'affchaffen van de keurpredikatie en den keurnooten eed, en door het vervullen van de twee openftaande plaatzen in het lighaam der Meente alleen op te dragen aan de zeven Gemeentslieden, die het met den Magiflraat hielden, handhavende deze zich in zijne aangematigde posten, en de keur ging het volgend jaar volgens het Reglement zonder tegenftand voort. Aan deze onwettige handelwijze van den Magiflraat had de Burgemeester roldanus evenwel geen deel. —- In Gelderland ontftonden, wegens de uitvoering van het Reglement van Voogdijfchap, ook onaangename verwijderingen , te Zutphen, bij de vervulling eener opengevallen Schepensplaats, te Bommel, bij de verkiezing van een' kwartiersman. In beide gevallen hielden de Staten van  VADER LANDSCHE HISJ. VERK. 8$ van Gelderland den Stads Magiflraat de Ui afd. hand boven 't hoofd, en deden deszelfs ~~Z verkiezing, ondanks alle tegenkantingen, l' °' gelden. — Te Goes werd men ook oneenig over de verkiesbaarheid van Mr. l. p. van de spiegel to't Raad dier Stad, doch de meerderheid van den Raad, die hem benoembaar verklaard had, zegepraalde ook daar. Van een' anderen aard was het gefchil, Gefchil dat tusfchen de Staten van Holland en die tusfchen van Stad en Lande lang gehangen had, en ^f^en eindelijk dit jaar bijgelegd werd, over ze-i^l" kere onbetaalde lijfrenten. Toen in 1665 overonbede Staat zich ingewikkeld vond in den oor- uaideLijflog tegen Engeland, en den Bisfchop van reuten. Mnnjler, de Munflerfche krijgsbenden reeds den bodem van Stad en Lande betraden, en tot ftuiting van een' verderen indrang des vijands groote geldfommen vereischt werden, befloten de Staten van dat gewest, onder anderen, geld in Holland op lijfrenten op te nemen, welke zij beloofden, van half jaar tot half jaar, te Amfteldam te zullen betalen. Die betaling volgde ook geregeld tot 1685, wanneer men berfloot daar mede voor eenigen tijd op te houden, en men liet ze zedert meerendeels onbetaald. Daar op de herhaalde klachten der fchuldeifcheren geene betaling kwam, vervoegden dezen zich eindelijk bij de Staten van Holland, welken daarop in 1731 , bij een' hartigen brief aan die van Stad en Lande de -zaak aandrongen, en, toen zij hier op geen andwoord ontvingen, dit in het volgend jaar nog dringenF 3 der  86 VERVOLG op WAGENAARS lis. afd. der herhaalden, met bijvoeging, dat, wan- * ' neer voor bloeimaand geene betaling kwam, zij zich genoodzaakt zonden vinden, om tot één der uitterfte middelen tegen hunne bondgenoten te komen. Doch de moeilijke omftandigheden, waar in ons Land ten dien tijde, en later, door buitenlandfche oneenigheden, enbinnenlandfche twisten , ingewikkeld werd, veroirzaakten waarfchijnl'ijk, dat deze bedreiging lang onvervuld bleef. Toen dierhalveiij na de verheffing van willem IV, de zaken van Regering en Regtsoefening in Stad en Lande op een' vasten voet gebragt waren, hervatteden de Belanghebbenden hunne zaak, en betrokken de Staten van dat gewest inregten voor hun eigen Qerigtshaf. Doch, toen de zaak in flaat van wijzen gebragt was, deden de Staten de Regtsvorderingenflil ftaan. De fchuldeifchers verzochten dus in 1758 bij de Staten van #o/to/zi befcherming, en vergunning, om goederen, fchepen,koopmanfchappen en fchulden der Groningers in Holland in beflag te nemen. Die vergunning volgde in Bloeimaand 1759, onder voorwaarde echter, dat daar van voor den iften van Wijnmaand geen gebruik gemaakt zou worden. Dat uitftel bragt geene betaling of middelen van vergelijk te wege, en dus volgde werkelijk het beflag van alle Groningfche fchepen, goederen, en fchulden, die men op Hollandfchen bodem ontdekken kon. Staten van Stad en Lande, hier over gebelgd, namen dezelfde maatregelen tegen de Hollanders; van beide zijden beklaagde en verandwoordde * men  VADER LANDSCHE HIST. VERK. 87 men zich bij de Bondgenoten; H. H. M. IT. afd. boden hunne bemiddeling aan, en, dezel- Z— ve aangenomen zijnde, werd eindelijk, na 176c>* lange onderhandelingen , het vergelijk op deze voorwaarden getroffen, dat de achterflallen betaald zouden worden tegen 60 van de 100, en wel 10 in geld, en 50 in fchuldbrieven, ten lasten van Stad en Lande, tegen den jaarlijkfchen interest van 2§ ten 100. De welbewezen fchulden beliepen 1109313 guldens en iöftuivers, welker betaling dus zou gefchieden met 110918 guldens en 9 Huivers in geld , en met 554644 guldens en 2 ftuivers in Obligatien. Aan den Texelfchen wal bood zich om- Veilige trent dezen tijd eene veilige legplaats voor legplaats fchepen aan, zonder eenige noemenswaar-™or de. dige kosten. Een Zandbank, onder den S'ach" naam van de Horst bekend, vormde aan ter de den Zuid- en Westkant van Texel, door 't Horst. verloop der diepte, een arm, die als 't ware de daar achterkomende fchepen omvattede. Eerst hadden kleine, en naderhand ook grootere fchepen daar berging gezocht, en dit nam zoo toe, dat nu op één' tijd 50 fchepen in ééne rei achter die Zandbank gefchaard lagen, even als de fchepen in de laag voor Amfteldam. 'Er werd een bijzondere postfchuit aangelegd, beflemd, om de brieven aan de daar liggende fchepen te brengen, en 'er van af te halen. En het fcheen, als of men voornemens was deze gunflige gelegenheid te behouden, door die Zandbank te doen aanhoogen, en duin te vormen van het onF 4 der-  88 VERVOLG op WAGEN AAR'S II. afd. derfchepte Huivend zand. Doch dit werk *—"— werd met geene genoegzame vastigheid *7 ■ ' aangelegd, en, het zij men dit te wijten hebbe aan baatzuchtige inzichten eener ftad in 't Neorderquartier , gelijk zommigen meenen, of aan andere oirzaken, deze Reede verviel binnen kort weder tot hare vorige weinigbeduidendheid ; en bleef Hechts ter berging van kleine vaartuigen «refchikt; dat te meer te bejammeren was, dewijl, door het behoud van dezelve , misfcbien een nu dreigend deerlijk verloop in de Texelfche Zeegaten voorgekomen, of althands verminderd zou wezen. * 1761. Het jaar 1761. gaf weder eenige hoop Nieuwe - op vrede, doch welke even weinig verVrede'son-vuid werd als te voren. De voorflag derhande- kwam fa^te van den anderen kant. De Ste- Keizerin Koningin de Alleen-heerfcheres loos afge- aller Rusfen , de Koning van Frankrijk, en lopen. de Koning van Polen , Keurvorst van Saxen, lieten ten Engelfchen Hove voorHellen doen, om de onderhandelingen te hervatten, en nodigden ten dien einde gemagtigden van dat Hof, en van dat van Berlijn naar Augsburg. De Koningen van Groot-Brittanië en Pruisfen toonden zich gereed, om aan die nodiging te voldoen: en de eerstgemelde leende even vaardig het oor aan roorflagen, welke hem de Koning van Frankrijk liet doen , om eerst tusfchen hen beiden over een' afzonderlijken vrede te handelen, en daar door de hinderpalen uit den weg te ruimen , welken anders misfchien aan eene Uk-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 80 algemeene bevrediging in den weg zou- Ifc afd. den liaan. Van beide zijden werden zelfs , 1 Gezandten ten dien einde afgevaardigd, < de Heer bussij naar Londen, en de Heer stanleij naar Verfailles:- doch door verfchillende omftandigheden, welken te verhalen niet tot ons oogmerk behoort, werden de onderhandelingen afgebroken, en de Gezandten terug geroepen. De voortduring des oorlogs deed dus ook de moeilijke gefleldheid, waar in ons Gemeenebest zich bevond, voortduren. Nu en dan werd ons grondgebied door de Engelfchen gefchonden, die Franfche fchepen op onze kusten en ftranden joegen, en zelfs bij V Gravezande één in brand ftaken. Onze koophandel echter leed dit jaar minder van de Engelfche, dan van de Franfche kapers: en de vriendelijke bejegening , die aan jacob boreel janz. , welke door H. H. M. naar london afgevaardigd werdt, om george III met zijne komst tot den throon geluk te wenfchen, aldaar aangedaan werd, fcheen hoop te geven op eene herleving der vriendfchap met dat hof. < uit . ; Wij gaan voorbij de melding van eenige djngen twisten zoo tusfchen zommige kerkdijken kunfte„ in Zeeland en Holland, als tusfchen de en wetend leeden van den Oud-Raad te Dordrecht, fchappen. in dit jaar gerezen en gedempt, als van geen algemeen belang zijnde: en geven liever eenige bijzonderheden op, tot de gefchiedenis der' uitvindingen behorende. Het zoo dikwijls opgeworpen plan, om het Haarlemmermeer te bedijken en droog F 5 £^  po VERVOLG op WAGE NAAR'S EL afd. te maken, kort na de aanftelling van den 176*2. ionSst overleden Stadhouder , weder le■* * vendig geworden zijnde, raadpleegden de daar in belang hebbende Steden, Dijkgraaf- en Heemraadfchappen ernftig over dit ftuk. Middelerwijl was zekere leofold GENNETé , een Lotharinger van afkomst, die te JLeijden het onderwijs van 'sgravezande genoten, en vervolgens, als Ingenieur en eerfte Wiskunftenaar , een' geruimen tijd in dienst van den Roomfchen Keizer gefleten had, weder hier te lande gekomen. Deze gaf voor, dat hij een waterwerktuig zou kunnen vervaardigen, 't welk nauwlijks de helft zou kosten van een Schepradmolen, en dat zonder wind te behoeven , zo veel zou uitwerken , als tien fchepradmolens, wanneer zij aan den gang waren. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rkijnland, met dit voorftel ingenomen, prezen het., in Louwmaand 1751 , den Staten van Holland aan; werden kort daar aan, door de zeiven, gemagtigd, om met gennetc te handelen ; en troffen met hem eene overeenkomst , volgens welke hij zulk een werktuig zou doen vervaardigen, waar van de bouwftoffen en arbeidsloonen , benevens de huur van de plaats, nodig om het werktuig op te rigten, voor rekening van den Staat zouden komen; terwijl de uitvinder, wanneer hetzelve aan de verwachting bcandwoordde , een jaarrente van 1000 Ducaten zou erlangen. Achter het Pesthuis buiten Leijden, op eene van alle kanten omheinde plaats, begon hij zijn werk-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 91 werktuig te vervaardigen: maar de arbeid 'f *rn ging zoo traaglijk voort, dat het eerst '6u in wijnmaand 1754 in gereedheid was, en toen nog werd de proefneemmg belet door een lek in één der pompen; en naderhand van tijd tot tijd uitgefteld, tot dat de uitvinder in Oogstmaand 1756 , zonder kennis te geven , het land ontweek. Men floot met den timmerman , die aan het werk gearbeid had, een verdrag, om hetzelve te voltoijen: doch deze wilde het doen der proeve niet op zich nemen , eer het werktuig, zo verre het in afwezigheid van gennetó afgemaakt was , door hem was goedgekeurd. Niet tegenftaande herhaalde brieven aan hem , en beloften van zijne kant, verfcheen hij niet weder in het land , en eindelijk vernam men zelf niets meer van hem. Reeds zoo veele jaren te leur gefield zijnde, befloten de Heeren , aan wien het toeverzicht over de uitvoering van het werk was toevertrouwd geweest , volledige opening van al het gebeurde te geven aan de Staaten van Holland, die daar op de Hoogleeraars in de Philofophie aan Leijden 's Hogefchool volmagtigden tot het nazien en beproeven des werktuigs, Dit onderzoek liep zoo zeer ten nadeele van den uitvinder uit, dat in dit jaar befloten werd, de gemaakte overeenkomst voor vernietigd te houden , en het vervaardigde werktuig te doen afbreeken , en te gelde te maken. — Beter fcheenen te flagen de uitvindingen van een werktuig tot het uitdiepen van vaarten en kana-  S>2 VERVOLG op WAGENAAR'S II, afp. nalen , van een ploeg of krabbelaar , om g " Rivieren te verdiepen en zandplaten weg te ' " nemen , en van een nieuw zoort van waterpompen door franscois xavier d' arles de ligniere : — en van een waterwerktuig van eene geheel andere natuur , en zo men zich beloofde voórdeeliger uitwerking, dan de gewoone fchepradmolens; door jacob groenewegen. Beiden verkregen zij daar op het verzocht Octroij. — De opene brieven , waar bij de Staten van Holland den 3often van Hooijmaand van dit jaar aan de Hollandfche maatfchappije der wetenfchappen te Haarlem Oétroij verleenden, gaven een nieuw bewijs van hunnen ijver voor de bevordering van nuttige kunften en wetenfchappen. — Te Groningen kwam in Sprokkelmaand een nieuw Genootfchap tot Hand , onder de zinfpreuk pro excolendojure patrio. Het oogmerk van hetzelve was vooral in te dringen tot de kennis van de gronden onzer Regering en Vaderlandfche wetten : doch het ftrekte zijn plan ook verder uit, tot alles, wat daar toe regtfixeeks, of van ter zijde kon dienen, het zij uit de taal-en oudheidkunde of zelfs uit de Natuurlijke Historie van ons Vaderland, om zich dus den arbeid dier leden, welker letteroeffeningen de regtsgeleerdheid niet regtftreeks, ten voorwerp hadden , mede ten nutte te maken. Oftroij Het Oétroij der W. I. C. werd weder voor der w. I. 30 jaren verlengd , met eenige verandeC ver- ringen ten opzichte van de vrijë vaart op lengd. Africa, onder bepaling van zekere recog-  VADERLANDSCHE H.IST. VERK. pfr ïiitïe aan de maatfchappije , welker ver- II. afbj gunning, in 1754 gefchonken, thands me- , " de ten einde liep. Alleen was 'er eene ' verandering gemaakt, omtrent de fchepen en goederen over andere landen herwaards komende: als mede, dat tot de Vaart op Airica fchepen van allerlei lengte zouden mogen gebruikt worden ; met eene nieuwe bepaling der lastgelden daar van te betalen. * Wij zijn aan het laatfle jaar van den *£^2* bekenden Zevenjarigen Oorlog genaderd , meeTe°^ waar in onzen Staat even wijzelijk zijnegevoigert onzijdigheid bleef bewaren , maar het van de welk nog ontelbare voorbeelden van Zee- voortdufchennisfen op leverde. De ftoutheidr'n8des der Engelfche kapers in de West - Indien or og " ging zo verre , dat zij zich niet ontzagen fchepen , aan Ingezetenen van Nederland toebehorende,-op reeën, havens en baai- 4 jen , onder ons gebied liggende , aan te tasten, te nemen, en in de Engelfche volkplantingen op te brengen: en 'er waren 'er in Engeland, die zelfs niets zoo zeer begeerden , als een' openbaren oorlog tusfchen ons en dat Rijk, om dat zij daar door onzen, reeds zoo fel benadeelden , handel geheel wenschten vertrapt te zien; en die zelfs durfden fpreken van de dijken in Holland te Hechten, om hen, die door weelde niet onder te brengen waren , in 't water te verfmoren, indien zij weigerden in de maatregelen van Engeland te treeden. De Oorlog door Spanje aan Engeland bedreigd , en van bei-  ©4 VERVOLG op WAGENAAR'S II. afd. beide zijden in het begin van dit jaar —- -—'plechtig verklaard, vermeerderde dien 5762. jiaat ^er Engelfchen tegen onze handelaars, aan welken deze Oorlog grootere voordeden fcheen te zullen geven , dan de Britfche nijd dulden kon. Holland drong daarom op nieuw ten flerkflen op de vermeerdering der Zeemagt aan. De uitrusting van 12 Schepen en Fregatten, waar toe den ndcn van Louwmaand befloten was, niet genoegzaam rekenende, fielden de Staten van dat gewest ter vergadering van H. H. M. voor, om , buiten dezen , nog 30 in dienst te brengen. Doch de meeste overige gewesten weigerden daar in te Hemmen, of gaven Hechts gedeeltelijke toeflemming, vergezeld van bepalingen, die gefchikt waren , om de geheele zaak onuitgevoerd te laten. Doch , fchoon tegenflrijdige belangen hier weder het algemeen welzijn dwarsboomden, zag echter dit jaar nog ééne gebeurtenis, die tot eer van den Hollandfchen moed, en tot fchande der Engelfche laaghartigheid en trouwloosheid ilrekte. Capitein salomon dedel , in Oogstmaand , met een Fregat van 20 Hukken, en vier koopvaarders , uit Texel gezeild, weigerde volflandig, aan een Engelfche Oorlogs-floep het doorzoeken zijner koopvaarders toe te Haan ; belettede dit zelfs met geweld, toen men het, niet tegenflaande die weigering, beproeven wilde ; floeg een groot half uur tegen een Fregat van 32 Hukken, dat, ter onderfteuning van de floepen, op hem af-  VADERLANDSCHE HIST. VERK- 95 afkwam ; raakte in dat gevecht, met een H. «f». musketkogel , gekwest aan de neus; en ~7 * gaf zich niet over, voor dat nog eenige 17 uit Duins opgekomen fchepen, waar onder één van 50 Hukken op hem begonnen te vuuren , en hij twee dooden, elf gekwesten, en aan fchip, wand, en lopend touwwerk, niet weinig fchade bekomen had. Hij werd, met zijne koopvaarders , in Engeland opgebragt; doch deze zoo wel als hij kort daar aan weder vrij gegeven, na dat men bevonden had waarheid te zijn, het geen Dedel genoeg verzekerd had, dat zij geene Contrabande waaren voerden. In de daad men was van onze zijde overbodig befchroomd, om fchepen onder befchermirig van'sLands vlag te nemen, welker ladingen maar met den geringften fchijn als contrabande be-. fchouwd konden worden; en men had dit zelfs tot zulk een uitterfte gedreven , dat men aan houtvaarders convoij geweigerd had , wanneer zij naar Franfche of Spaanfche havens beflemd waren, een befluit, dat echter ingetrokken werd op een vertoog van Amjleldamfche houthandelaars, welke aan H. H. M. vertoonden, dat hout volgens de gemaakte verdragen niet onder de contrabande waaren gerekend kon worden. — De deelneming van Spanje in den Oorlog bragt ook kapers van die natie in Zee, en deze fchonden niet minder de Traclaten met dezen Staat , dan de Engelfchen. Voorts deed Spanje, te vergeeffch gepoogd hebbende Portugal mede over te halen om te-  t>6 VERVOLG op WA GENAAR'S II. ayt>. tegen Engeland zamen te fpannen, zijne - — krijgsbenden op het Portugeefch gebied !7"a- inrukken: het welk ten gevolge had, dat de Koning van Portugal van onzen Staat den onderftand liet vragen, bij het Tractaat van 1703 bepaald. Vrede; De Oorlog wekte [dus langs hoe meer bekommernisfen voor ons, doch gelukkig werd dezelve dit jaar geëindigd. De Keizerinne van Rusland op den 25ften van Wintermaand 1761 overleden zijnde, werd opgevolgd door peter III * die eene onbegrensde , en bijna buitenfporige hoogachting VOOr frederik den grooten koesterde, en dus met hem reeds in Lentemaand 1762 een wapenftilftand , en in Bloeimaand vrede en een verdrag van verbindtenis floot , en niet alleen alle zijne Soldaten uit het Opstenrijksch leger te rug riep , maar zelfs kort daar aan met 20,000 man zijnen begunftigden held onderfteunde , om de Oostenrijkers uit Silefië te verdrijven , waar in zij nog zo onlangs door de Wapenen der Rujfen gebragt waren. Toen peter , na eene Regering van 6 maanden door zijne Echt- fenote catharina II. ontthroond , en ort daar aan geftorven was, fcheidde zich wel het Rusjtfche leger van het Pruisfifche af; doch catharina liet haar perfte opzet, om de vijandlijkheden tegen Pruisfen weder te beginnen , vaaren , en bleef volkomen onzijdig. Frederik hervattede met nieuwe krachten zijne krijgsverrigtingen in Silefïê, en maakte een hem foemriik einde aan dezen bloedigen Oorlog* 'Op  VAD ER LAND SC HE HIST. VERK. 97 Op den vrede van Fontainebleau , tus- If afd. fchen Frankrijk , Spanje , Engeland , en Portugal gefloten, volgde eerlang die van l7 -* Hubertsburg , tusfchen de Keizerin Koningin, en den Koning van Pruisfen, met wien Zweeden reeds in Bloeimaand, op het voetfpoor van Rusland, den vrede getroffen had. Aan de Groot -Brittan- nifche troupen, die uit Duitfchland te rug kwamen, werd door onzen Staat, op flerken aandrang , vergund , zich te Willemflad fcheep te begeven. — d' affrij eindigde hier zijn gezandtfchap in zomermaand , met loffpraken over het beleid , waar mede H. H. M., gedurende den gantfchen zevenjarigen oorlog, de ftrengrfte onzijdigheid hadden bewaard. Tot de letterkundige gefchiedenis van Vert,od dit jaar behoort het intrekken van het ™V|eva • Oétroij, dat de Staten van Holland eerst kousseaö. aan een' Amfleldamfchen Boekverkoper voor 15 jaren verleend hadden op de uitgave van de Emile van rousseau , en het ftreng verbod van dit werk te verkopen : — En voorts het oprigten van een fchoon gedenkteken voor den grooten Ge- Gedenkneeskundigen hermanus boerhave (dieteken woar reeds in 1738. aan het menfchdom ont- B01lRHAVa* rukt was) in de Pïeters-kerk te Leijden % beftaande uit een marmeren lijkbusch , gezet op een voetfluk van zwarten fteen, onder andere eenvouwige fieraden , verfierd mét een medaillon, waar op 's mans beeldtenis in grijzen ouderdom , met zijne gewooiie zinfpreuk : simplex sigillum II. deel. G ve-  $8 VERVOLG op WAGEN AAR'S II. Are veri (*); en met dit onderfchrift: salü- " , tifero boerhav1i genio sacrum (f). uitlbratk ^et noi^ van Prles^and deed dit jaar iu dê uitfpraak in de beruchte zaak van onno zaak van zwier van haren , Grietman van Stelonno lingwerf-einde , die , na 30 jaren de geZWiER VAN wigtigfte posten in dienst van den Staat uaksn. binnen en buiten 's lands bekleed te hebben , door twee zijner eigene dochters beticht werd van den wil om onbetamelijkheden met haar te bedrijven, door de regtsgeleerden tentamen criminis incefti genaamd ; die bij eene hem , gelijk hij beweerde, afgedwongen acte zelf verklaarde, dit gruwzaam misdrijf aan de Familie te hebben moeten erkennen; die daar, op door bewerking van den Hertog van Bruns•wijk f welke in dit geval eene voorname rol fpeelde , uit de vergadering van H. H. M. geweerd werd; en vervolgens zich zeiven voor het Hof van Friesland ter zuivering flelde. De Procureur Generaal , de nodige befcheiden ingewonnen hebbende , had geeifcht , dat hij zodanig geftraft zou worden, als het Hof, in goede juftitie , verftaan zou te behoren , met de kosten. Het hof verklaarde den Procureur tot zijn genomen eisch en conciulie voor als nog niet ontvangbaar; abfolveerde den beklaagden ab infiantia; doch r"*) Het cenvouivige is bet kenmerk der waar- hcid. (X) Aan den geneezing bevorder enden geest van JUUkhavü toegewijd.  VADERLANDSCHE HIST. V.ERK. 99 doch ontzegde tevens voor als nog ook H. afd» aan den beklaagden zijn verzoek, om ver- ^ klaard te worden compleet en ten eene- ' maal gezuiverd te zijn van het Crhnen hem ten laste gelegd; en compenfeerde , om redenen, de kosten van den procesfe. In Wijnmaand ontftond een geweldige Brand in Brand op het Raadhuis van dmfttldam™*1™ op de derde verdieping aan de Zuid-zij- Ampel. de , boven de Zegelkamer van Stads Se- jam, cretarij. Door den grooten ijver ter blusfching aangewend , bleef echter de Zegelkamer ongefchonden; en, na gedaan onderzoek, bevond men, dat de vlam meest gewoed had in oude , en voor de Stad minst aanmerkelijke papieren. Een zoort van Walvisfchen Kazilotten Groot of Potvisfchen genaamd, was meermalen , a*n,Bl Ka' van derzelver gewoone verblijfplaatzen^„^kusverwijderd, onze kusten genaderd; doch ten> nimmer in zulke eene menigte, als op het einde van 1761, en in het begin van 176a, toen verfcheiden met de ebbe op onze kusten vast, en in handen der ftrandbewoners geraakten , welke van,, de verkoop der traan , en van het zogenaamd Spermaceti veel voordeel trokken. Doch 'er ontftond eene fchaarsheid van Kabeljaauw eri andere Zeevisch op onze markten uit; de-, wijl de Kazilotten de Visch opaten, of van onze kusten verdreven. In het volgend jaar vond zich onze Staat 1763.' in de onaangename noodzaaklijkheid ge- Gefchil bragt , om wegens eene verongelijking Landgraf den Grava van wartensleben ^ buiten vïnHesftnG a ge-  loo VERVOLG op WAGENAAR'g II. afd. gewoon gezandt bij de drie GeestHjke "—~— Keurvorften, mitsgaders bij den OpperrhijnJ7°3' fchen, Neder - rhijnfchen, en fV~estphaal-> easfel over j-en fcreits, aangedaan, voldoening te vorfrkinr°van deren. De overleden Baronesfe vart Goerts onzen Ge- ha<* nem tot uitvoerder van haren laatften zandt. wil aangefteld, doch in de uitvoering van dezen last werd hij in eenige gefchillen gewikkeld met de Casfelfche Regering , en den Landgraaf, welken eenige goederen n beflag namen, den Gezandt in zijn eigen huis vasthielden , hem rotting eri degen afnamen, zijne papieren onderzochten, een gefchrift daar uit ligtten, en hem beletteden een J bode naar den Haag te zenden, om den Staat van deze geweldenarijen te verwittigen. H. H. M. kregen 'er echter door den gcheimfchrijver des Gezandts ,'den Heere pestel, berigt van; namen de zaak zeer hoog op , en rustten niet, voor dat de Land-graaf, door den Heer van Moser, als buitengewoon Gezandt opzettelijk ten dien einde afgezonden , hun voldoening gegeven had voor deze fchending van het regt der volken : terwijl intusfchcn de Graaf van wartensleben reeds lang te voren , waarfchijnlijk door tusfchenfpraak desKeurvorsts vaa Mentz, ontflagen was.. Zwaare De inwendige toefland van ons land was fcankbreu- dit jaar allertreurigst door een' zwaren kan- flag , die aan het openbaar vertrouwen toegebragt wordt. De omloop der wisselbrieven was zederd eenige jaren verbazend uitgebreid geworden; en daar tegen hadden een aantal vermogende ingezetenen  V ADERLANDSCHE HIST. VERK. ioï nen hunne in den handel gewonnen gel- lh Arn. den geheel of gedeeltelijk daar uit ge- " , "* ligt, en voor rentegevende papieren, en ' •>* wel meest buitenlandfche, verwisfeld. Het gercede geld was dus fchaarsch geworden en de kasfen van veele rijken, anders gewoon hun overvloed van geld tot het disconteren van wisfelbrieven te gebruiken, waren ledig ; terwijl andere het verhaast befluit namen, om hun geld te bewaren, en de wisfelbrieven in te vorderen , zonder op nieuw aan andere, die op tijd liepen , credit te geven. Door het ophouden der disconto was de loop der wisfelbrieven geftremd, en daar uit werden eindelooze verwarringen en de droevigfte ongevallen geboren. In 't laatst van Hooijmaand 2onk het voornaam Handelhuis der Gebroederen de neufville, en met hetzelve eenige andere; en, voor dat Oogstmaand ter helft gekomen was, waren reeds omtrent 40 Handelhuizen in een' redloozen flaat gebragt. Te vergeefsch fchreven eenige Hamburgfche Kooplieden een* rondgaanden brief aan die van Amfleldam, met Herken aandrang om het huis van de neufville te redden : te vergeefsch verzocht de Koning van Pruisfen aan de Algemeene Staten, en de Regering van Amfteldam, dat het credit van dat Huis niet door de Defolaate- boedels -kamer , maar, onder het opzicht van eenige Syndici , door die handelaren zeiven in orde gebragt en vereffend mogt worden: te vergeefsch werden verfcheiden middelen van redding, zoo «1 gedrukte gefchrifG 3 ten,  jest VERVOLG op WAGENAAR'S > - lU afd. ten, als anderszins, voorgeflagens tot aan — het einde van Herfstmaand bleef de han- 27^3' del zieltoogen, en het openbaar vertrouwen vervallen., Doch , toen de vrees voor de gevolgen , die uit deze fchokken konden ontftaan zijn voor de koopkantooren in de Oostzee, Zweeden, en Rusland, door de berigten van daar ontvangen merkelijk verminderd was , greep men nieuwen moed ; de eerfte handelhuizen befloten, naar gewoonte, credit te geven; buitenlandfche koopkantoren trokken hunne wisfels in; en men gaf aan eenige Huizen, die niet onvermogend, maar flechts in den algemeene dwarrelwind verward geraakt waren , tijd om de geftaakte betalingen te hervatten. Welhaast vingen eenige dit aan, en de hoop , dat alles eerlang ten beste zou keeren, wakkerde ter beurze op. Gefchil Bij de koop van Surinamen hadden de tusfchen de Staten van Utrecht met die van de andere Staten van gewesten , tot inftandhouding en voortUtrecht en zetrjng dier volkplanting, aan de W. I. C. Direfteu- ^ regt gegeven, 0m. voor één man te Sëtekwndeelen, in alle ordonnantiën tot betaling, Suriname, welke ten behoeve van 's Lands Capiteinen te voet maandelijks afgegeven zouden worden, voor alle de Compagnien, die, volgens den Staat van Oorlog, ter betaaling van Utrecht ftonden. De Staaten van Utrecht. hadden deze ingewilligde fom maar driemaal en laatst in 1689 betaald: en de achterftallen beliepen thands bijna 450,000 guldens. Directeuren der Sociteit van Surinamen, zeer veele penningen nodig hebbende , tot betaling van mer-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 103 meerder krijgsvolk, dat zij ter beteuge- AFPling der Negers moesten aanwerven, had- I76« den in 1762. op de voldoening dier achterftallen aangedrongen bij een uitgebreid vertoog, waar in zij tevens de redenen wederlegden , door de Staten van Utrecht eenigen tijd geleden voor hunne wanbetaling gegeven. Doch de Staten namen in Lentemaand 1763. een weigerend befluit, vooral daarop gegrond, dat de W. I. C. op eene voor de bondgenoten bedekte wijze, een derde gedeelte van deze volkplanting aan de Stad Amfteldam, en een derde gedeelte aan den Heere cornelis van aarssen, Heer van Sommelsdijk, had afgeflaan. Onder andere voorzieningen , voor het Willem tijdperk van de minderjarigheid der vorfte- Vj'tt.°eei?j lijke fpruiten beraamd, was ook vastge-dg j," field, dat de Erffladhouder of Erfltadhou- Collegiën. deresfe, met de 15 jaren, zitting zou mogen hebben in de vergadering van H. H. M. en den Raad van Staten, na vooraf gedanen eed van geheimhouding (*). Men had ondertusfchen den Erffladhouder reeds , op het onverwachtst, in 1759 , op zijn' elfden jaardag , ter Vergadering van H. H. M. ingeleid, om tegenwoordig .te zijn bij het inleveren van den Staat van -Oorlog. Doch zijne plechtige zittingneming in de hooge Collegiën gefchiedde, t overeenkomftig het befluit, op zijn' vijftienden jaardag , of eigenlijk op den volgenden dag. De Heeren cau en d'ablaing van giessenburg, afgevaardigden wegens Zee- C*) Zie boven bl. 65- » G 4  104 VERVOLG op WAGENAAR'S H. afd. Zeeland en Utrecht ter Vergadering van r Z 1 H. H. M. haalden hem af, en leidden hem *f 3' ter dier Vergadering in, waar hij plechtig verwelkomd zijnde , in handen van den Voorzitter Gysbert jan , Baron van pallandt •, Heer van Glinthuis , den eed van geheimhouding aflegde, en vervolgens naar den Stadhouderlijke Zetel geleid werd. Vervolgens werd hij door drie leden uit dezelfde Vergadering, den Baron van tengnagel , a. van bergsma en K. de t>rews , Afgevaardigden wegens Gelderland , Friesland, en Stad en Lande, bij den Raad van State ingeleid. Tengnagel deed bij deze gelegenheid eene aanfpraak, die door den Voorzitter van den Raad, carel georg , Graaf van Wasfenaar , Heer van Twikelo , breedvoerig beandwoord werd. Wijders werd deze plechtigheid met een maaltijd op het oude Hof, ■en met Vuurwerken , Illuminatiën en andere vreugdetekenen in de Hofplaatze be- floten. De Staten van Friesland en Holland lieten den jongen Vorst een weinig later ook tot de Provinciale raadpleegingen toe. De eerstgemelden wenschten hem bij deze gelegenheid geluk met zijne herftelling van de kinderziekte, die hem in het einde van Lentemaand aangegrepen had. En Gelderland gedacht bijzonder aan die herftelling bij de uitfchrijving van den Dankdag, waar mede de Bedeftonden, die in dat gewest gedurende den zevenjarigen Oorlog gehouden waren, befloten werden. Eene  W3XLKW V, ter Hooge vergadering injfeleid,oiii ei', onder den Eed van geheimhouding, Zitting te neemen.   VADERLANDSCHE HIST. VERK. 105 Eene merkwaardige bijzonderheid in de 11 AFHy Kerkelijke Gefchiedenis was de Vergade- 6 ring der Roomfche Geestelijkheid, m R Slachtmaand van dit jaar te Utrecht ge- gadering * houden , vooral daar zodanige Kerkver- van de gadering zederd 1565. in dit land niet Roomfche gehouden was. Zij beftond echter alleen geesteiijkuit Geestelijken, die tot den aanhang de^JJJ,1* u' zoogenaamde Janfenisten behoorden. De dwalingen van zekeren pierre le clerc , Onderdiaken van de Kerk te Rotten, die zich onder de Janfenisten ophield; en van de Jefuiten hardouin , berruier en pichon , werden op deze Vergadering veroordeeld; en zij betuigde hare volkomenfte. onderwerping aan alle de leerftukken der Catholijke Kerk. Hare befluiten werden , naar gewoonte, aan Paus clemens XIII. gezonden, die dezelven eerst goedkeurde , doch naderhand , op aanftoking van hunne doodvijanden de Jefuiten, veroordeelde. Te Leeuwaarden ontflond een hevig ge- Gefch;, te fchil tusfchen de Regering en den Kerke- Leem-sr. raad, over de beroeping van een' nieuwen den over Leeraar, en de magt der kerkdijken, waar Jemaptdcc in de Predikant blom zoo veele bewijzen ^ J' van geestelijken hoogmoed gaf, en zich zoo ergerlijk en oproerig gedroeg, dat hij ten laatften door zijn eigen ambtsbroeders verlaten, door de Regering in eene geldboete verwezen, en door de Gedeputeerde Staten voor 6 weeken in zijn' dienst gefchorst werd. De winter van 1763. was te opmerklijk, Streng(. G 5 om winter  ta6 VERVOLG o» WAGENAAR'S K- AFP- om onaangeroerd voorbijgegaan te worden. 176 Eene ftrenge koude, gepaard met harde i #• Vorst begon den ao«« van Wintermaand des voorigen jaars te heerfchen, en hield onafgebroken aan tot den 23ftcn van Louwmaand, wanneer het ijs, in ftilflaande wateren, bijkans z voeten dikte bekomen had. De Zeevaart werd belemmerd, en de handwerken Honden het grootfte gedeelte van Louwmaand flil , het welk de fchamcle gemeente jammerlijk knelde. T en Maas werden door zware vragtfwagens en koetzen met 4 paarden bereden: en den ijwfrn van Louwmaand kon de Zuiderzee tusfchen Enkhuizen en Staveren reeds paard en flede dragen. Voor Scheveningen hadden de fchotzen Zee-ijs zich zodanig opgehoopt , dat ze een' ijsdam vormden , hooger dan de hoogde duinen bij dat Zeedorp. Amfteldam had groot gebrek aan water daar de laagte van het water in de trekvaart tusfchen die Stad en Weesop, den ijsbreeker en de waterfchuiten een' geruimen tijd vast deed zitten. Een zwaare ijsgang in Tbc,?/kroodt tusfchen den 2iftc» en 22ft«i van Louwmaand verfcheiden Schepen op gevaarlijke plaatzen, en eenige kwamen in dit gevaar om. In 't laatst van Louwmaand liet de vorst af, en men beloofde zich door een' zachten dooij van het ijs bevrijd te zullen worden, doch op de helft van Sprokkelmaand hervattede zij hare heerfchappij weder voor eenige dagen. Het winterkoren had door de felle vorst veel geleden, het koolzaad was voor cea  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 107 een gedeelte weg , en door het fchraale 11 weer, dat op de koude volgde, kwam het I7(5^ gras laat aan. De winter van het volgende jaar was Doorbraazacht, maar niet van leed ontheven. De^ eae. veelvuldige regen veroirzaakte veel op- mi " perwaters: dat van den Rhijn bragt Wapeningen in Louwmaand in groot gevaar^ het rijzen van den Tsfel joeg de aanwooners vrees aan 5 maar de Bommelerwaard had dadelijk het ongeluk , dat de Waaldijk weder tusfchen Rosfum en Herlijnen doorbrak , en de geheele waard onderzettede. In de Meijerije werden een groot gedeelte van de Heerlijkheid Vacht, .. en verfcheiden dorpen rondom 's Bosch ■ overftroomd. Met moeite hield men de Maasdijken boven en beneden Heusden, maar de Stad leed fchade aan eenige vestingwerken. Met.het einde van Louwmaand viel het water, doch het begin van Sprokkelmaand vernieuwde dezelfde akelige tonelen. Vijf doorbraken te Herwen veroirzaakten eene ongemeene hoogte des waters op den Rhijn; de laatfte van dezelven fpoelde de lijken uit de graven. Te Zutphen braken twee gaten in de Kanons-dijk. Bij Deventer klom de Tsfel zoo hoog, dat men de Schipbrug moest wegnemen. Voor het einde van Sprokkelmaand was echter het water binnen deszelfs oevers wedergekeerd. Deze herhaalde overftroomingen gaven dit jaar weder aanleiding tot nieuwe raadpleegingen en onderhandelingen tusfchen GelderlandHolland,  lo8 VER.VOLG op WAGENAAR'S Am land, en Utrecht over algemeene voorzor1/64 Sen tegen &t land bedervend onheil; doch yerfchfl van gevoelens, en wezenlijke'of vermeende ftrijdigheid der onderfcheiden belangen deden dezelven thands weder even vruchtloos aflopen als te voren meermaals. Bedijking Gereeder viel het voldoen des aanzoeks ótt Boven- der voornaamfle Ingelanden van de Boven*«^«-poi-kerker-polder , bij Amflelveen, ter droog-, making van 1741 morgen gronds , bij de Staten van Hollattd toegeltaan , en door het verkenen der gewoone vrijdommen aangemoedigd. Gefcbiilen Zederd eenige jaren waren tusfchen de lusfcben de bedienden der Hollandfche en Engelfche fdemEH'maKrcha^en in Bengalen verregaande geifcbe o.,oneenigheden gerezen en vijandlijkheden i. iwaat- gepleegd. De Engelfche Afgezandt yorke fchappijër. had in oogstmaand 1760 deswegens een breed klaagfchrift bij H. H. M. ingeleverd, houdende dat de Hollanders in 1759. zich gewapend hebbende, zo men vermoedde, om een' inval in Bengale te dóen, eerst met één, vervolgens met nog 6 of 7 fchepen, op de Ganges gekomen waren, terftond zich van verfcheiden Engelfche fchepen en bezittingen hadden meester gemaakt, en daarenboven een leger van 70a Europeanen, met eenige honderden inlanders, in de wapenen gebragt, om de Engelfche fterktens en koopkantoren te overweldigen : dat zij echter, in dezen aanval kwalijk geflaagd zijnde , zo wel te water als re lande, door de fchepen en krijgsmagt der Engelfche maatfchappije waren over-  VA DERLANDSCHE I3IST. VERK. !•{» overwonnen en genoodzaakt, haar om vre- H. afi»» de te vragen , met bekentenisfe van den , ' aanval te hebben hegonnen , en belofte, ' t* om de geleden fchade te boeten. De berigten , bij Bewindhebbers der Hollandfche maatfchappij ontvangen, en door dezelven van tijd tot tijd bij H. H. M. ingeleverd, luidden geheel anders. Zij getuigden van de grootlle onregtvaardigheden , en mi»* handelingen, haar door de Engelfchen aangedaan, en dezelven klommen, gedurende de onderhandelingen over de afdoening van het eerfte voorval, al hooger en hooger. Zie hier eenige uittrekzels uit de vertoogen door Bewindhebberen, in 1761 ea vervolgens, deswegens bij H. H. M. ingeleverd: De uitrusting in 1759 had niet Bengale, maar de kust van Cormandel bedoeld; doch, terwijl dezelve gefchiedde, ontving de Gouverneur Generaal menigvuldige klachten over geweldenarijen van den Nabab van Bengale, en hij gaf daarom den Gouverneur van Cormandel last, om zo veel krijgsvolk , als hij gevoeglijk konmisfen, naar Bengale te zenden; dit volk, in Bengale landende, werd door de Engelfchen gewelddadig in zijne tochten gehinderd , onder voorwendzel , dat zij Bondgenooten van den Nabab waren: de Engelfchen fchoten zelfs op de fchepen der Maatfchappije , die de rivier opvoeren , beroofden dezelven, en dreven de op waards gezonden manfchap weder naar beneden: de Hollanders werden dus eindelijk genoodzaakt, geweld met geweld te keeren, doch fchoten in den flag op de Ganges te kort;  ns VERVOLG op WAGENAAR'S ÏT. afd. kort: de Engelfchen dwongen de bedien" g den der Maatfchappije met de Mooren een' ' 4* vrede te fluiten, welks voorwaarden, door de Engelfchen Ontworpen , ftrekten , om de Nederlanfche Maatfchappij in Bengale volftrekt Werkeloos te doen worden : de Nabab, de Bondgenoot, en het werktuig der Engelfchen, hiermede niet te vrede, belegerde een fort der'Maatfchappije , fneed allen toevoer af, en noodzaakte de Hol, landers, niet alleen eene groote fom te betalen, maar ook de buitenwerken van 't Fort af te breeken : hij vorderde, onder een nieuw voorwendzel, meer dan 22 tonnen fchats, en men kon het nieuw geweld, waar mede hij dreigde, niet afkopen , dan voor ruim 7 tonnen gouds, en de belofte van alle de daar zich bevindende krijgslieden weg te zenden: de Hollanders voldeden aan dit verdrag, maar de vastigheid der Maatfchappije bleef bezet door de krijgsmagt des Nababs, en de Engelfcheni die hem volftrekt beheerfchten, weigerden dezelve te laten aftrekken, en dwongen de Nederlanders tot het tekenen eener nieuwe en fchandelijke bevrediging , volgens welke zij zich geheel onder het opzicht des Nababs en der Engelfchen fielden, en zelfs moesten gedogen, dat derzelver officieren in hunne forten kwamen , om te zien, of zij ook meer Soldaten en oorlogstuig hadden , dan bij 't verdrag was bepaald. Deze bezwaren , met verfcheiden andere klachten, als over de verhinderingen, door de Engelfchen aan de Hollanders toegebragt, in het inzamelen van fal-  VADERLANDSCHE HI5T. VERK. tti ialpeter en amphioen, en in den lijnwaad- IL *fbl' handel; over geweld, door den Comman- —-> deur tinker gepleegd aan een fchip der 17°4* Nederlandfche Maatfchappije, om hetzelve te noodzaken , den wimpel voor de Engelfchen te ftrijken; over den onderftand, door hun aan den Koning van Candia, den vijand der Nederlanders, verleend, en het overweldigen van Natter en Tapanioly enz. werden van tijd tot tijd door Bewindhebheren bij II. H. M., en door derzelver Gezandten aan het Hof van London, met klem van redenen, voorgedragen. Ook hadden Bewindhebberen in hoijmaand 1762, reeds drie afgevaardigden haar London gezonden, welke met twee gelastigden van de Engelfche O. I. C. een jaar lang in onderhandeling waren, doch geene opheffing der bezwaren konden bewerken. Hun verflag werd door Gelastigden van H. H. M. onderzocht, die daar op in louwmaand 1764 berigtten, dat de onderhandelingen vruchteloos afgelopen waren, ter oirzake van verfchillende begrippen over den zin der verbonden van 1667 en 1674; waar op H. H. M. befloten, door hunnen Gezandt van welderen , van den Koning van Engeland eene ftellige verklaring omtrent den zin dier verdragen te vorderen; en tevens over de nieuwe klachte der Nederlandfche Maatfchappije de nodige vertogen te doen. Deze verdrietelijkheden waren nog ver- overwïnmeerderd door de voortduring van den ningen op oorlog, reeds jaren lang op Ceylon tegen denKoning den Koning van Candia gevoerd : doch van Cattm de-  ;i3 VERVOLG op WAGENAAR'S ÏI. afd. dezelven wierden in 't volgend jaar met ~—~Z— eene volflagen overwinning bekroond. De I7"4« Gouverneur van dat eiland lubbert jacob, dia, en Baron van Eek, had, van 't midden van vrede met Louwmaand tot het begin van Lentedeuzdven'maand, in 9 Veldflagen, den vijanden der maatfchappij den zegen afgewonnen, den rijkszetel Candia vermeesterd, en den Koning naar 't uitterste van 't gebergte verjaagd: welke daarop gedwongen werd tot een vredesverdrag, waar door de Maatfchappij zeer bevoordeeld was, en dat den 13 van Sprokkelmaand 1766 getekend werd. Het O. I. Intusfcben had de Maatfchappij nieuwe fchip/Vyë«- fchade geleden door het aflopen van het burg as'ge-Q. I. fchip Nyenburg, gevoerd door fchiplopen* per jacob ketel, dat in bloeimand 1763 in zee gelopen, den 15den van zomermaand .door het muitend fcheepsvolk vermeesterd werd. De Schipper en de voornaamfte Zeeofficieren werden vastgezet, verfcheiden gekwetst, de Onderftuurman doodelijk gewond, de lading en de bijzondere eigendommen geplunderd en beroofd, twee kisten, één met ftaven goud, de ander met elf zakken ducaten, geopend, de ftaven aan ftukken gekapt, en alles onder de muitelingen verdeeld. Een gedeelte van hun kwam met het fchip te Caijenne, een ander gedeelte met de boot en fchuit bij Rio Grande in Portugal aan land: beide gedeelten werden ontdekt, vastgezet, en door de hoven van Frankrijk en Portugal uitgeleverd; de eerstgemelden naar Suriname, de andere naar Texel overgevoerd;  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 113 voerd; en allen met de ijzelijkfte ftraffen H. «*• voor hunnen euvelmoed en ontrouw be- ""TT""1 loond. Op Rio de Berbice was in het voorle- opftand den jaar een nog vreezelijker opftand önt- op Rio 4* ftaan. In Sprokkelmaand hadden de Ne- Eerbiet. gerflaven ééne Plantadie vermeesterd, de geest van muiterije was vervolgens voortgeflagen, en door de lafheid en trouwloosheid der Raaden , welken voor het bergen van hun goed zorgden, in plaats van de voor handen zijnde middelen van verdediging te gebruiken, tot die hoogte geklommen, dat eindelijk bijna alle de Blanken, die de moordlust der Negers ontkomen waren, na het in brand fteeken van het Fort, de volkplanting verlieten. De Schepen met vluchtenden , de rivier afgezakt, ontmoetten bij de post. St. Andries een Schip uit Suriname met 100 man krijgsvolk; men befloot met deze verfterking de rivier weder op te varen, en den muitelingen het hoofd te bieden; en geholpen door eenige manfchappen van Demerarij, door eene bende vrijwilligers van Barbados , en door het krijgsvolk , dat door H. H. M. , op bekomen berigt van den opftand, met drie Fregatten, onder bevel der Capiteinen haringman , bisdom, en van oyen, naar Berbice was afgezonden, verkreeg men, na een hevig gevegt, weder de overhand over de muiters , en de volkplanting in zijn bezit. De Negers werden gevangen genomen, of keerden vrijwillig weder : die niet fchul < dig waren aan brand of moord , werden II. deel. H aa»  IH VERVOLG op WAGENAAR'S II. afd. aan hunne eigenaars te rug gegeven ; de ' "i overigen , en vooral de hoofden van den 17°4- opftand , ter dood gebragt met ftraffen, zoo affchuwelijk, dat onze pen weigert, dezelven te boek te ftellen. -Vrees Een ongenoegen, door den Keizer van voor eene Mcirocco opgevat tegen onzen Conful devie.iebreukJVIETRIO colety, die bijna 44 jaren in dat met Ma- j^jjj, gewoond had, was de oirzaak , dat hij hetzelve binnen 3 dagen moest ruimen, en baarde vrees voor eene nieuwe vredebreuk. Doch , toen de Keizer overtuigd werd , dat de befchuldigingen tegen colety ingebragt , dat hij voorraad aan de Spanjaarden zou gezonden hebben , valsch waren , verdween dit ongenoegen met de vrees voor Oorlog, en de Conful werd herfteld. Nieuwe Reeds in 1757. waren raadpleegingen rsadpiee- gevallen over het verzoek des Raads van Kingen Staten, om vast te ftellen eene iaarliikfche over ver- . 1 j t> meerderirg equipage ter zee, ten koste van de Provan Land vinciën, boven het geen de Collegiën ter en Zee- Admiraliteit uit hare ordinaris imkomften magt. konden doen. Holland drong dit jaar daar weder op aan, voorftellende, dat ter jaarlijkfche uitrusting van 6 Fregatten een vaste post op den Staat van Oorlog gebragt zou worden, tot 250,000 guldens, of zoo veel meer, als men nodig mogt oordeelen. Om dit bij de Bondgenoten te meer fmakelijk te maken , ftemde dat gewest tevens toe in eenige vermeerdering der landmagt: doch des niet te min bleef een zoo nuttige voorflag ook nu weder zonder eenig gevolg. Tot  VADERLANDSCHE ÏIIST. V E R K. 115 II. afd. Tot de bijzonderheden, welken de Ge- —~,— fchiedenis op het jaar 1764. nog vermeldt, 17 behooren de oproerige bewegingen, door gepeupel van de Roomsch-catholijke belijdenis, op aanftooking van dweepende geestelijken, te Vaals bij Aken aangerigt, tot ftoorenis van de godsdienstoefeningen der Proteftanten: — de openbare en met veele plechtigheden vergezelde aanneming van willem V. tot lid der herformde Kerk: — en het houden van het hooge Leengeregt onder den Eikeboom te Zutphen, eene plechtigheid, die zederd 1698. niet gezien was: tot die van het volgend jaar de 1765, uitvaardiging van nieuwe Placaten tegen landlopers, dieven, en roovers in onderfcheiden Provinciën, noodzaaklijk gemaakt door het omzwerven eener groote bende roövers, uit Duitschland afgezakt, en allerwegen in dit Gemeenebest zijne roove- rijen en afpersfingen voortzettende: de , ftrafoefening van den lang vermomden en eindelijk ontdekten booswicht abraham maggaris, die onder de aangenomen naamen van joannes lambertus koster, en joannes cato kamerling lang ftraffeloos een' reeks van fchelmerijen bedreven , en met den mantel van buitengewoone godsdienftigheid omkleed had: het ver¬ bieden van voltaire's Verhandeling over de verdraagzaamheid; en het openlijk verbranden van twee andere Franfche werkjens , die gefchikt gerekend werden, om allen godsdienst te ondermijnen : — de mislukte pogingen van eenige Zeloten , om e. t. de cock, Leeraar der herformden, H a eerst  Si6 VERVOLG op WAGENAAR'S II. afd. eerst te Haring i en naderhand te BeeP '—~r— gum, onder de Clasfis van Leeuwaarden ? J765* een' jongman van ongemeene begaafdheden , als onregtzinnig te doen veroordeeien: — het gefchil tusfchen den Magiflraat van Bommel, en de Dekens def Gilden gerezen over de vervulling van eene opengevallen Regentsplaats: en eindelijk de verklaring, door de Staten van Holland gegeven, dat de eed , door Canunniken van eenige Capittelen in Utrecht, als zodanigen, gedaan, hen niet hinderen zou, in hunne vergadering zitting te nemen, en de toelating, op dien grond, van Mr. d. r. wykerheld bisdom, Secretaris van Rotterdam, en Canunnik van het Capittel van St. Piet er te Utrecht. Poging, Voor ons kort beftek is het genoegzaam, om de . zulke bijzonderheden Hechts even aan tc XidTn ftipP^. Een weinig uitvoeriger melding willem V. verdienen misfehien eenige gebeuremsfen , een jaar te het huis van Orange betreffende , cn «9 vtrvroe- 1765. voorgevallen. In het kwartier van *ea* Zevenwouden in Friesland werd door één lid een voorftel gedaan, om de meerderjarigheid van willem V. één jaar. te vervroegen. De meerderheid der leden van het kwartier verklaarde , wel te mogen lijden, dat dit voorftel aan Gecommitteerden van het Mindergetal werd medegedeeld ; en vervolgens in de drie andere kwartieren gebragt , gelijk gefchiedde. Doch maria louisa , Princesfe Douariere van Orange en Nasfau , aan wie de Regeringsbeftelling in de Friefche lieden, gedurende de minderjarigheid was opgedragen,  VA DEP LANDSCflE HIST. VERK. rijgen , toonde haar misnoegen over dit II. &rn. voorftel aan Gecommmitteerden uit het - Mindergetal , en gaf hen tevens te ken- s765nen , dat de jonge Vorst aan wien zij daar van berigt gezonden had, hetzelve even zeer afkeurde. Deze verklaring ter Staatsvergadering medegedeeld zijnde, werden de volmagtcn van het kwartier van Zevenwouden gemakkelijk overgehaald, om van dezen voorflag af te zien \ en denzelven als niet gedaan aan te merken. De Princesfe Douarierebeleefdeondertusfchen DePrin de meerderjarigheid van haren kleinzoon cesfeDouaniet ; zij ftierf den odc" van Grasmaandriere fterfu 1765, om hare godsdienftigheid, zachten aard, en weldadigheid algemeen betreurd. Dewijl men zich fliptelijk aan de fchikkingen , op de minderjarigheid beraamd, wilde houden , aanvaardde Princes carolina , die vroeger dan haar broeder den ouderdom van 18 jaren bereikt had, de Magiftraats-befteliing in de Friefche fter den tot het tijdftip toe , dat dezelve aan haren meerderjarig geworden broeder zou kunnen worden opgedragen. In de onderhandelingen , in het voor- Klachtea leden jaar over de verbetering der rivieren des Ko. gehouden , was de Kleeffche Krijgs- en nings van Domein-kamer ook betrokken geweest; Pruisfen o. en men zag van dezelve nog een and- verhetPlan woord te gemoet. Doch in plaats en het Hoogftift Munfter, over eni het weIker bepaling men in 1729. vruchteHoogftift looze onderhandelingen gehouden had , Munfter werden in Wijnmaand 1765, door wederbepaald. zijdfche gelastigden, tot onderling genoegen , bepaald. En in 1766. kreeg deze overeenkomst hare behoorlijke bekrachtiging door het zetten van lleenen paaien , die voor altijd de grenzen zouden af? _ , perken. Brand te >r. * . , , Hiherfum .. 1 de rampen van du jaar behoort een en Leyden. ijzelijke brand, welke op den 251™ van Zomer-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 123 rnermaand in het bloeijend Dorp Hilyerfum l{1 woedde, en, van de 710 Huizen, 203, en ^ daar onder de meeste Fabrieken, van La- ' kens, Baaien, en Streepten, gelijk mede de Kerk en Toren, verdelgde. Men begrootte de fchade op een Millioen Guldens: en een blinde Vrouw en een Kind kwamen bij dit ongeval deerlijk om. Kleinder in begrip , minder in fchade , doch deerlijker in het omkomen van menfchen was een tweede brand, die in den nacht tusfchen den 2den en den 3den van Wijnmaand te Leyden , bij de Vischbrug , 4 Huizen verteerde. De bewooner van het huis, waarin de brand ontftaan was, vond , benevens drie van zijne vier kinderen, in den vuurft'room zijn graf. De gewoone liefdadigheid onzer natie voorzag, in het ééne en in het andere geval, blijmoedig in den nood der verarmden. Hilverfum werd eerst door de gaven van de bewooners der omliggende buitenplaatzen , en vervolgens door eene inzameling in verfcheiden fteden, liefderijk bijgeflaan, zoo dat het verbrand gedeelte weldra uit de asfche verrees. Te Leyden deed men eene Collefte, die 14957 Guldens bedroeg , welken onder de bewooners van drie der vier verteerde Huizen verdeeld werden, dewijl de edelmoedige eigenares van het vierde, de Weduwe van gysbert waller , niet alleen voor haar aandeel had bedankt, maar zelfs begeerd, dat men het huis, waarin zij haar winkel zou doen, terwijl haar huis weder zou worden opgebouwd,  124 VERVOLG op WAGENAARS UJ.AFo. bouwd, bij dc inzameling niet voorbij zou -——- gaan. — Dezelfde deugd der Neder- '700- landeren vertoonde zich dit jaar luisterEeuw. rijk bij het vieren van het honderdjarig Eleè" feesc van het Eleëmofyniers-huis te Atn■ofynierj fteldam, waarop aan meer dan iooo kinhuis u Am-deren 'een deftig onthaal gegeven werd. fieUam. Onder die geenen, die aan den jongen Kunsten Stadhouder, hunne offers van eerbied wijtn Weten-den wilden, waren ook de Beftierders van fchappen. ]?et kunstgenootfchap Pi&ura in 's Hage , die hem in Wijnmaand tot Opperbefchermer en Opperdeken aanftelden, en op een* prachtigen maaltijd en grootsch Vuurwerk onthaalden , waarbij ook de Prins van weilburg, de Hertog van brunswyk, en andere aanzienlijke lieden tegenwoordig waren , en als leden der broederfchap ingehuldigd werden. Van meer innerlijke waarde was de nieuwe luister , die der Teken-Academie te Amfteldam dit jaar te beurte viel. Na eene lange kwijning, zederd eenigen tijd, het hoofd weder opgebeurd , en op hare nieuwe fchikkingen de goed keuring van Burgemeesteren verworven hebbende, deed zij in Grasmaand de eerfte plechtige uitdeeling der beloofde eereprijzen, en verkreeg niet lang daarna eene kamer in het benedenfle gedeelte van het raadhuis ten gebruike, in plaatze van het vertrek boven de Leydfche Poort, voorheen aan haar toegeftaan. Voorts zag dit jaar de eerfte grondflagen leggen van de Maatfchappije der Nederlandfche Letterkunde , en van het Dicht- en Let- tW-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. iss teroefenend Genootfchap, onder de fpreuk IILaits Kunst wordt door arbeid verkregen , bei- ' den te Leyden opgerigt. 170©* De Gefchiedenis van het jaar 1767 neemt 1767. weder, gelijk meermaals, eenen aanvang met Berigten berigten, betreffende den waterftaat der Re-betreffende publiek. Zeld-zaamer was het verfchijn-de zei dat zich op het einde van het vorige, r'n •en hat en in 't begin van dit jaar opdeed, dat in "aarenT de meeste rivieren gebrek aan water was. De Rhijn was, bij Manheim, niet alleen op ondiepe plaatzen doorwaadbaar , maar op de diepfte* plaatzen omtrent die Stad bereikte hij naauwlijks den buik van een paard. Te Keulen werden de grondflagen vaneen' fleenen brug zigtbaar, welke men niet wist dat daar ooit over de rivier gelegen had. Overeenkomstig hier mede was de laagte van die rivier, en van de Waal in de Nederlanden. Op de Tsfel bij Beventer , en op de Lek boven Vreeswijk, flond de fcheepvaart door de droogte eenigen tijd geheel ftil, en de koopwaaren moesten met wagens, of kleine platboomde fchuitjens worden vervoerd. — Ter vernieuwing der onderhandelingen over de Voorzorgen tegen overftroomingen waren in wijnmaand van het voorleden jaar gevolmagtigden van Gelderland, Holland, Utrecht en Overijsfel, op de Treveskamer in den Hage bij één gekomen: die onderhandelingen werden dit jaar voortgezet: verfcheiden kundige lieden werden gelast den ftaat der rivieren op te nemen, over de middelen van-verbetering onderling te raad- ple-  126 VER VOLG or WAGENAARS III.afd, plegen, en voorftellen te doen: doch met r dit alles, en fchoon de Stadhouder de gel7°71 voeiens tot eenigheid poogde te brengen, bleef het verfchil van dezelven zoo groot, dat alles dit jaar al weder fteeken bleef. — Beter uitwerking hadden de raadpleegingen over de middelen ter beteugeling van het Haarlemmer meir, het welk reeds zoo veele dorpen en vruchtbaare landen had ingezwolgen, en thands het bloeiend Aalsmeer dreigde. Na alvorens den raad van des kundigen te hebben ingenomen, en hunne voorftellen door den InfpecTreur van 's Lands rivieren, den Hoogleeraar lulofs, re hebben doen onderzoeken, befloten de Staten van Holland, den i2den van Lentemaand, dat, de voorzieningen , begroot op 771,400 guldens, ten kosten van den lande zouden worden gemaakt, en door het Hoogheemraadfchap vwaRhijnlandvervolgens onderhouden : en dat de bezorging van den oever van Leimulden langs de Grietpolder, die op 55837 guldens berekend was, mede door den lande zou bekostigd worden, mits de bedijkers van den Grietpolder en de Vriefekoopfche poelen aan Dijkgraaf en Hoogheemraaden van Rhijnland eene opgebragte en belegde fom van ruim 15000 guldens in vollen eigendom overdroegen. Te Aalfmeer verwekte dit befluit zoo veel vreugde , dat Schout, Schepenen en Ingelanden tegen den aiften van grasmaand een' dankdag uitfchreven, en tevens geboden, dat dezelve jaarlijks, op den verjaardag van den Stadhouder bij herhaling gevierd zou worden. —tVoorts wer-  VADERLANDSCIIE IIIST. VERK. 127 werden aan zommige Ambachten in Hol- Hf apd. land dit jaar vergunningen tot droogma- ~~~Z(~~ kerijen verleend; en aan jacob jonge- ^ ^* neel te Rotterdam, en laurens smit te Amfteldam octroijen gefchonken op watermolens, door hen uitgedacht, van welke men eene meerdere werking verwachtte, dan van de gewoone fchepradmolens. Den flag, die onze Katoendrukkerijen Voorziedreigde, door de baatzucht van zommi- ^nt8vIee|.°n gen, welken zich niet ontzagen op eenepen van heimlijke wijze katoenen lijnwaden met Katoenen valfche en onbeftendige kleuren te druk- metvalfche ken, poogde men in Hofland voor te ko- kleuren men dooreen piacaat, waar bij bevolen voorechte, werd, dat de katoenen, met valfche en onbeftendige kleuren gedrukt, van die met echte en beftendige moesten onderfcheiden worden door een zwart lijstjen aan de ongedrukte zijde langs de beide zelfkanten. — Een zoortgelijk piacaat lieten ook H. H. M. afgaan. Het bijzonder belang van een gewest Erfmaking verhinderde dit jaar in een ander het in van Mr. p. ftand brengen eener nuttige inrigting, waar mogge tot toe een bijzonder perfoon, met eene vors- hec °PriS- •ijj j- i • j j j- • ten eener tehjke milddadigheid, de nodige pennin-Hooge_ gen gefchonken had. Mr. pieter mogge, fchooi te die, na de gewigtigfte Staats-posten be- Zierikzee. kleed te hebben, in 1756' teZierikzee overleden was, had bij uitterftcn wille eene fom van 420,000 guldens befproken, ter oprigting eener Hooge-fchooi in gemelde ftad, in gevalle de Staten van Zeeland dit toeftonden. De uitvoerders van zijn' laatften wil hadden daar toe het nodig verzoek gedaan ;  laS VERVOLG or WAGENAAR'S 11I.AM. daan; en, na lange raadpleegingen, zag •—~— Zierikzee eindelijk een gunstig ftaatsbefluit *767* tegemoet, toen de eerfte .Edele , benevens Middelburg, Goes, en Tholen eene volkomene toeftemming verleenden, en de andere Staatsleden zich niet ongenegen verklaarden. Doch het oétroij, door philips II., als Graaf van Holland en Zeeland, aan die van Leijden in 1575 verleend, houden- , de dat nimmer in Holland of Zeeland dergelijke fcholen zouden mogen worden opgerigt, &\s de Leijdfche, had reeds in Zeeland bij zommigen zwarigheid gemaakt: Curatoren der Letjafche fchooi hadden reeds op dien grond in 1757 zich bij Staten van Holland vervoegd , om het opngten eener Hoogefchool in Zeeland te beletten: dezen hadden daar op eens en andermaal bij Staten van Zeeland aangedrongen, dat zij van het oprigten eener Academie in hun gewest mogten afzien: en, fchoon de Staten van Zeeland zei ven eenmaal dien aandrang met een betoog van hun regt beandwoord hadden; fchoon de nadere ^bedenkingen van. Holland door die van Zierikzee opgelost waren ; fchoon , bij het eindelijk befluit, de Afgevaardigden van Middelburg, Tholen, en Goes, nog verklaarden van het regt van Zeeland tot het oprigten eèner Hooge - School overtuigd te wezen , de Zeeuw fche Staatsleden befloten echter eenparig , Zierikzee te verzoeken , om van de zaak af te zien, en weezen het verzoek der uitvoerders vari den laatsten wil van den Heer mogge vari de hand. ' G@-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. i2<)! Gelukkiger uitflag had de poging van HT.afd. eenige menfchenvrienden, om eene Maar- ~~~ "~ fchappije op te rigten, welker wedergade l?6?' tot nog toe nergens werd aangetroffen, °P»sting die tot behoudenis der Drenkelingen naa- dtr lVi.aat" melijk. Zij gaven eene bekendmaking SSSZ uit, ter aanwijzing van de beste hulpmid-van Dren. delen ter redding dier ongelukkigen; voeg- kelingen, den 'er den prikkel bij van eerbeloning, door een' gouden penning of 6 ducaten toe te zeggen aan een' ieder , die een' drenkeling gered zou hebben, en van fchadeloosltelling voor de gemaakte kosten; en namen het vooroordeel weg, dat tot dus verre geheerfcht had , als of een drenkeling, die, zonder tekens van leven gegeven te hebben, opgehaald was, na dat hij met het hoofd boven water was vastgemaakt, door niemand aangeroerd, veel min in huis genomen zou mogen worden. Milde infchrijvingen onderfleunden de edele pogingen der tien eerfte aanleggers van deze Maatfchappije; verfcheiden Regeringen werkten met 'hun mede; en in andere landen werden op hun voorbeeld dergelijke Maatschappijen opgerigt, welken eenpaarig aan de Nederlandfche welverdiende eer toekenden, van haar opgewekt te hebben , om ook, ware het mogelijk, verborgen levens - vonkjens aantebïaazen. De vrienden van het huis van Orange Fchtverhadden dit jaar weder rijke ftof van blijd- bindtenis fchap, en gelegenheid van ftatelijke vreug- van wilde te bedrijven, over de echtverbindtenis LEMV met van den jongen Vorst, met fredrica sophia preder1ca II. deel. I wil-  l3o VERVOLG op WAGEN AAR'S IU. afd. wilhelmina , Princesfe van Pruisfen, Nigté ' Z— van Koning fredriic II. Dit huwelijk door 17 7' den Koning en de gantfche koninglijke faSOPHIAWIL milie , en door H. H. M. met zegenbede van*!rVa«- goedgekeurd zijnde, werd de ondertrouw , fen. op den i7Ata van Hooijmaand door frederik zeiven, op het lusthuis Charlottenburg voltrokken : en de echtverbindtenis op den 4^n van Wijnmaand, door den HeersACK, Opper -confifioriaal Raad en Hofprediker van zijne Majefleit, te Berlin ingezegend. Den 3o,len kwamen de jonggetrouwden op de Oranjezaal aan, en, na aldaar de gelukwenfchingen van alle de hooge Collegiën ontvangen te hebben , deden zij den o^n van Slagtmaand hunne plechtige intrede in den Hage, bij welke gelegenheid rijkdom en fmaak in Eerepoorten , Vuurwerken , Illuminatiën , en andere openbare vreugdebedrijven zich weder luisterrijk vertoonden. * I758 Het Doorluchtig Paar deed in het vol- , *• gend jaar verfcheiden fpeelreisjens, als iensevan,S" «aar Haarlem, waar zij, onder anderen, het vorst- de voornaamfte bloemisterijen, juist m den lijk paar. bloeitijd der hyacinthen, befchouwden: — naar de Helder en Texel, waar zij de daar liggende oorlogfchepen bezagen en met dezelven een vermaaklijk tochtjen deden . — naar Amjleldam, waar zij zich eenige dagen ophielden, om al het merkwaardige te bezichtigen:— naar het.Loo, waar zij een bezoek van frederik den grooten ontvingen : — eindelijk naar Gouda, werwaarts zij met Prins hendrik van  VADERLANDSCFTE HtST. VÉRK. 131 van Pruisfen, die zijne Nigte op het Huis tlt^m in V Bosch een bezoek was komen geven, "—~7T" vertrokken om de beroemde kerkglafen, ^ eene pijpenmakerije , en verdere bijzonderheden te befchouwen. Van te weinig algemeen belang, om Verfchef'er uitvoerig van te fpreken, zijn de °e- den Staat* fchillen, dit jaar begonnen, voortgezet,ëefchilieii' of afgedaan , tusfchen Dordrecht en Gorinckem over het Stapelregt, een voorregc onder de Graaflijke regering aan eerstgemelde Stad gefchonken , en ten opzichte der laatstgemelde , en verfcheiden andere Steden dikwijls op eene allerdrukkendfte wijze uitgeoefend: — tusfchen de leden der Regering van Monnikendam, over de begeving van ambten, en de magiftraats- beftelling : tusfchen de Vroedfchap en den Magiflraat van 's Gravenhage , over de bepaling van derzelver wederzijdfche regten: — en tusfchen de Stad Middelburg en de overige 'Zeeuwfche Staatsleden , over de plaats-bekleding van eerften Edelen, door den Stadhouder aan den Raadpenfionaris steengracht opgedragen. Aangenamer zal den Lezer zijn uitvinding het berigt aangaande de uitvinding van der r^f den heere cornelis ploos van amstel Prentkunst te Amfteldam, om eene tekening, inharevan c' juiste grootte , en met eene naauwkeu-PL00S TAR ngheid , dat 'er geen het minfte flreepje^^ aan ontbreekt, in plaat te brengen. Aanleiding hier toe gekregen hebbende door 't befchouwen van eenige Franfche prenten, als tekeningen van rood en zwart krijt in 't licht gekomen, baarde zijn werkzaame en I 2 vin'  i32 VERVOLG op WAGENAAR'S III.afd. vindingrijke geest eene kunst, geheel ver- — fchillende van die der Franfchen; en die, I768, fchoon zij in eenige opzichten gemeenfchap mogt hebben met die der in den fmaak van tekeningen gedrukte kunstplaaten , door knapton en pont in Engeland uitgegeven , echter door hem uitgedacht cn voltooid was , eer ooit het werk dier Engelfche kunftenaren hem onder 't gezicht kwam. Reeds in 1764. waren de kunstkenners met de eerfte proeven zijner kunst verrascht, en deze betuigden eenpaarig, toen zij naderhand het werk der Engelfchen zagen , dat hetzelve door onzen vaderlandfchen kunftenaar verre overtroffen werd. De gelijkheid tusfchen de afdrukken, en de originelen was zoo groot, dat de uitvinder de eerstgemelden, ter onderfcheiding, met zijn wapen tekenen moest. Hij hield natuurlijk zijne kunst geheim , doch verklaarde tevens openlijk, dat hij dezelve aan de nakomelingfchap niet zou onttrekken. De Nijd gaf voor , dat dit kunstwerk niet enkel door platen zou vervaardigd worden, maar dat de hand'er boven dien behendiglijk, met rood of zwart krijt, inkt of zappen, de eigenaartige gedaante eener tekening aan gaf. Kenners zagen terftond de valschheid van dit voorgeven; doch, om hetzelve volkomen te logenftraffen, verzocht de Heer ploos, in 1768 , vier Directeuren benevens den Secretaris van de Haarlemfche Maatfchappij , waar van hij dit jaar lid geworden was, om, onder belofte van geheimhouding, zijn' kunstarbeid te komen befchouwen.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 133 wen. Hij vervaardigde in hunne regen- IH-. afd. woordigheid eene kunstplaat, die hij, tot *:—' hun volkomen genoegen , met alle kjeuren, gelijk aan het Origineel, op zijn pers met olijfverf drukte : en zij gaven hem daar van een volledig getuigenis. In Lentemaand van het volgend jaar DePrinbeviel de Gemalin van den Erffladhouder ces bevan een wel voldragen, maar doode, man- v8,t van nelijke vrucht. ef" dood De heerlijkheid Montfoort, bij de ver- kmd" deeling der nalatenfchap van willem III, as*v *** aan den Koning van Pruisfen gekomen, en jjü|3 ^n door hem tot nog ter leen bezeten van de örangeafAlgemeene Staten (aan welken de opper-gedaan, magt over dezelve , bij het barriere-tractaat, was afgeflaan) ging den 8*™ van Zomermaand dezes jaars, met alles, wat 'er toebehoorde, bij eene plechtige overgifte van den Koning van Pruisfen, weder aan het huis van Orange over. Mahmoud begi , Afgezandt van den Gehoor Basfa en Regering van Tripoli , kreeg in Van den Sprokkelmaand ftaatlijk zijn eerfte gehoor Gezandt bij de Algemeene Staten , en verzekerde uan. Tl > hen van de voortdurende vriendfchap der^' Tripolitaanfche regering. Jan hop, die omtrent 35 jaren in onder- Ontflag fcheiden posten, en zederd 1753 , als Raad "»n den en Thefaurier Generaal der Unie, denThefau/ Lande gediend had, verzocht thands, êéü J^F* ouderdom van zestig jaren bereikt heb-^™* bende, zijn ontflag, en verkreeg hetzelve op eene vereerende wijze, en daar bij eene gedachtenis , ter erkenning zijner beweI 3 zen  134 VERVOLG op WAGENAAR'S III. afd. zen dienften. Paulus adriaan gilles , Secretaris van den Raad van State, volgde l77°- hem op. Pieter steyn , Raadpen- P.steyn fionaris van Holland, werd, voor de vijfopnieuw bemaal, verzocht, dat ambt nog voor vijf onf aan Jaren te aanvaarden ' en vold,eed aan dat geilek verzoek , fchoon hij omtrent dezelfde jaren telde, als hop. Gefchil Het gefchil , tusfchen Bewindhebberen tusfchen der W. I. C., en Hoofdparticipanten ter. Bewind kamer Amjïeldam ontdaan , over de jaarhebberen wedde van 36,000 guldens, welke de eeren Hoofd rïen^ jn wêerwü van de laatften, aan kerwPi dinand van collen , als Reprefentant van C. Z. H. hadden toegelegd, werd dit jaar ge¬ ëindigd door de verklaring van den Stadhouder , dat hij, tot kennelijk wederzeggens toe, ten behoeve van zijnen Rcpre-, fentant, afftand deed van 't geen hem, bij de opdragt van het opperbewindhebberfchap, was aangeboden.' Gefchil Zoo werd ook dit jaar gelukkig een eintusfehen de gemaakt aan een gefchil tusfchen den den Procr. jyiomber of Procureur Generaal van GelSJ- derland , en den Magiflraat der ftad Nijland,'m megen gerezen, wegens het uitoefenen van de ftad het lijfflraflijk regstgebicd in het rijk vm Nijme Nijmegen. Deze zaak was reeds dikwijls gen. ter Gelder[che Staatsvergadering gebragt , doch, uit hoofde van de verfchillende gevoelens der drie kwartieren, werd dezelve aan de uitfpraak des Stadhouders overgelaten , die in Zomermaand 1769. befliste, dat Schepenen der flad Nijmegen de criminele jurisdictie in het rijk van Nijmegenzouden blijven uitoefenen, onder het be- • leid  VA DERLANDSCHE HIST. VERK. 135 leid van den Burggraaf, als landelijken IU.atd. officier van hetzelve rijk. - Zeeland deed dit jaar een' nieuwen aan- I77°drang, om den voorflag, reeds in 1755. Aar^ra"g ter verbetering van het Muntwezen ge-^fót" daan, in een befluit veranderd te krijgen, hei (M van De voorflag werd door de overige ge we s-het Mumten overgenomen, en, dien onverminderd, wezen, in handen van Raaden en Generaal-meesters der Munten gefield, die 'er ook fpoedig op berigtten , in de hoofdzaak met Zeeland inftemmende. Van den ijver onzèr Landgenooten ter Geleerde bevordering der wetenfchappen, droeg de Genootoprigting van drie geleerde Genootfchap-fchappe«» pen in één jaar een vereerend bewijs: — naamelijk het Zeeuwsen Genootfchap der Wetenfchappen te Vlisfingen, onder de zinfpreuk: non fordent undis , door de Staten met derzelver befcherming vereerd : het Bataafsch Genootfchap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam , waar aan de Staten van Holland, niet tegenftaande de bezwaaren , door de Haarlemfche Maatfchappij daar tegen in- gebragt, oétroij verleenden: en het Genootfchap, onder de zinfpreuk: floreant liberales artes, te Amfteldam. Tegen de flerfte onder het Rundvee die RumJer. in het voorleden jaar op nieuw was begon-flerfte. nen te woeden, en dit jaar groote verwoestingen aanrigtte, werden in de bijzondere gewesten gepaste voorzieningen gedaan, en hier en daar de daar door verarmde Ingegetenen uit 's Lands kas onderfleund. I 4 Bij  136 VERVOLG oè WAGENAAR'S III, afd. * " • Bij dien ramp kwamen weder herhaalde l77°' overltroomingen. Door de menigvuldige Dourbra regens s in herfst van 1769, was het water in onze Rivieren zoo hoog gezwollen, dat den a8ften van Wintermaand eene door braak kwam in den Rhijndijk , tusfchen het fteedje Huufen, en het dorp Angeren, één uur boven Arnhem, waar do.or.alle landen, tusfchen Rhijn en Waal, van Huufen, en het Panderfche Kanaal af, ter wederzijde van de Linge, tot aan den Dief dijk en Gorinchem toe, en dus eene uitgeftrektheid van 55544 morgen lands, overftroomd werden. Den laatflen dag van dat jaar bezweek ook de Lingedijk, bij Rumpt, waar door dat dorp , en Gellikum in de Tieler■ waard gelegen, overvloeiden. Door gepaste voorzorgen hoopte men nieuwe fchaden voor te komen; doch die hoop werd deerlijk verijdeld , toen , op den z7(iea van Louwmaand 1770, de nieuw gemaakte beflagkaden door het hooggerezen Rhijnwater overweldigd, en de arme landlieden andermaal in den kommerlijkflen flaat ge-: bragt werden. De gewoone Nederlandfche milddadigheid verzachtte zoo veel mogelijk het lot dier elendigen; de Ingezetenen van Holland, en vooral die van Rotterdam muntten hier in uit: doch 'erwasmeer nodig tot herftel der fchaden, en ter voorkoming, zoo veel mogelijk, van dergelijken ramp. De plaats, waar de Rhijn-dijk was doorgebroken , was Pruisfisch grondgebied , en, daar de onderhandelingen en ge-  VAD ER LAND SC HE HIST. V E R K, 137 gefchillen, tusfchen de gewesten dezer Re- III afd. publiek, die daar bij belang hadden, en ™* den Koning van Pruisfen , over de water- l77°' werken en rivieren nogniet tot een gelukkig einde gebragt waren , was men beducht, dat de herltelling der gezegde doorbraak daar door vertraagd zou worden. Maar de onderhandelingen hier over tusfchen de Gelder fche en Kleef fche gevolmagtigden fchikten zich weldra naar wensch : op. den 9:icn van Grasmaand namelijk floot men deze overeenkomst, dat het maken ' en herftellen van den Rhijndijk bij Huufen geheel aan den Gelderfchen 'zou overgelaten worden , om daar mede te handelen, als of het hun eigen dijk ware: de gemagtigden tot de dijkfchouwe wegens het ambt van Oyer-Betuwe, zouden met twee gemagtigden van de Kleeffche zijde 'sjaarlijks de fchouwe over dezen dijk voeren , die door een fcheidpaal, met het opfchrift Angeren en Betuwfchouw , van den anderen dijk zou onderfcheiden worden : het herftellen van de wallen en de ongefpoelde muuren van Huufen zou voor rekening van die ftad blijven. De Gelderfchen werden in de zwaare kosten , tot dit dijk-herftel benodigd, door Holland onderfteund, uit hoofde van het aandeel , dat Asperen , Heukelum, en Spijk daar in had: —■ en in Slagtmaand was het werk voltooid. De Princesfe van Orange , die in Geboorte Wintermaand 1769. door de kinderziekte van een aangetast, en daar van gelukkig herfteld Princesfe was, werd op den 28tol van Slagtmaand van 0rartm 1770. verlost van eene Princesfe, die den5"' I 5 19de!!  138 VERVOLG op WAGENAAR'S III. atv. ipden Van Wintermaand gedoopt werd. De ' vreugde-bewijzen bij deze gelegenheid wa- l77°' ren groot; doch, op verzoek van Z. H., werden de llluminatiën , uit hoofde van den duuren .tijd, achtergelaten, en, in plaatze daarvan, bij de openbare dankzeggingen in de kerken, en bij inzamelingen aan de huizen ; aan vermogende Ingezetenen gelegenheid gegeven, om het geld, voor de llluminatiën beftemd, ter verkwikking der. armen te befteeden. Evenwel bedroegen de pillegiften, zo van de Algemeene Staten , als van de bijzondere ge-> westen, en eenige Hollandfche fteden 36,300 guldens ; en de giften in de kraamkamer, die van Z. H, daar onder gerekend, 2025 ducaten. —■ Gehoor ^en Maroccaansch Afgezandt, hagdi vaneen' mahometh resini , door den Keizer herMaroc- waards gezonden, om voor denzelven eenicaanfehan ge zaken in te kopen, en bij die gelegenAfgezandt. jiei(j ^ j_r ]yr. van de voortdurende genegenheid zijner Maroccaanfche Majefleit te verzekeren (een' last, waar toe hij reeds twee malen was gebruikt geweest) verfcheen in den Hage met eenige gefchenken voor den Erffladhouder , en kreeg bij hem zoo wel, als bij H. H. M. plechtige audiëntie. Handel- Zoo aangenaam die verzekering van aangefchil houdende vriendfehap voor dezen Staat met oen Was, zoo onaangenaam was een gefchil in KanUdeüm ^ met ^etl KeurvorsI: van de Pa^tz Paltz. gerezen. Ter bevordering van den bloei der inlandfche Tras-molens, en Zuikerrafinaderijen, en ter voorkoming van het nar  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 139 nadeel, dat dezelven door die Fabrieken ni.AFn.^ in Duitschland, en wel bijzonder door de" Zuiker-rafinaderij van Dusfeldorp leeden, hadden H. H. M. niet alleen eene gantsch nieuwe belasting gelegd op het inkomen van de gemalen Tras uit Duitschland, maar men had ook eenige vaten Duitfche Zuiker aangehaald, uit welk laatlte een lang en moeilijk pleitgeding rees. De Keurvorst, vernemende, dat de kooplieden van Dordrecht en Rotterdam die maatregelen vooral uitgelokt en gedreven hadden, deed.uit wederwraak eenige fchepen, in die fteden te huis hoorende , en den Rhijn met koopgoederen bevarende, aanhouden , en van dezelven zwaarder tollen vorderen, dan van die, welke van Amft'eldam kwamen, of daar heen moesten. De klachten , door H. H. M. bier over gedaan, werden op een'hoogen toon beandwóord. Doch , toen zij, hij eene openbare afkondiging, alle vaart en handel op en met de landen van den Keurvorst voor den tijd van 6 weeken verboden; na verloop van dien tijd dat verbod verlengden ; en genoeg deden zien, dat het hunne ernftige meening was, hetzelve niet weder in te trekken , voor dat de Keurvorst hunne bezwaren zou hebben opgeheven ; toen daarenboven de Koning van Pruisfen , en de Keurvorften van Mentz, Keulen en Trier, ter wegruiming van het gefchil hunne vriendelijke hulp leenden; verfcheen de Heer cornet , buitengewoon Gezandt van de paltz weldra met een vertoog, waar uit bleek, dat de Keurvorst niet meer ftond  i4o VERVOLG ov WAGENAAR'S III afd. ftond op de heffing der belasting, op de " Tras, dat hij de zaak der aangehaalde 1770. duiker aan de beflisfing des Regters hier te lande overliet, en dat hij bereid was , om de Kooplieden van Dordrecht en Rotterdam op denzelfden voet te behandelen, als anderen uit deze gewesten , die den Rhijn bevoeren. En dus verviel alle oirzaak tot onmin, en het gezegde verbod werd opgeheven. Gerchil yan ianger duur was een gefchil in ons twee ka- *and zelye tusfchen Bewindhebberen der meren der W. I. Maatfchappije ter voorzittende kaw. I. mer Amfteldam, en Hoofddeelgenoten ter Maat- kamer Zeeland, ten opzichte van de Volkfchappiie piantjng aan de rivier Esfequebo , en het °uelo daar aan onderhorige. Reeds omtrent het '* ' midden dezer eeuw had dit gefchil een aanvang genomen, door een befluit der kamer van tienen, in oogstmaand 1750 vastgefteld, waar bij alle bijzondere kamers verzocht waren, dat zij de reeders en handelaars op Rio Esfequebo wilden aanmoedigen, om fchepen derwaarts te zenden; alzo men bevondt, dat de gewasfen der Maatfchappije, en der bijzondere planteren, bij mangel van fchepen aldaar te lang bleven liggen (*). De afgevaardigden der kamer van Zeeland hadden daar in niet bewilligd, en de hoofddeelgenoten dier kamer beweerden wel dra , dat dit befluit ftreed tegen derzelver uitfluitend regt, om alleen op Esfequebo , en de onderhorige rivieren te vaa- (*) WaGënaar's Vad. Hift., XX. D., bl. 3^5. en verv.  VADERLANDSCHE HIST. VERK, i4t vaaren en te handelen. De zaak voor de Hf. afd. Staten Generaal gebragt zijnde, werden al- dnar zoo door hun, als door de Staten van l77°' Zeeland ter eenre, en door den Reprefentant van Z. H. , en Bewindhebberen der voorzittende kamer Amfteldam , en door de Staten van Holland ter andere zijde , verfcheiden betoogfchriften en befluiten ingebragt, ter verdediging van ieders vermeend regt. Doch, fchoon Bewindhebberen het uitfluitend regt van Zeeland op Esfequebo' lierk hadden tegen gefproken, floegen zij echter tevens voor, het gantfche bezit dier Volkplanting wel aan de kamer Zeeland te willen afllaan , indien deze aan de Maatfchappij de onkosten voldeed , door haatvoor dezelve volkplanting gedaan, en derzelver onderhoud voor het vervolg op zich name. Zij voegden 'erbij, dat die onkosten, van 4000 tot 30,000, en 40,000 guldens in 't jaar gerezen waren, en dat het niet redelijk ware, dat Zeeland alleen de voordeden van Esfequebo trok, en het onderhoud ten lasten der Maatfchappij liet. Alle de berigten en tegenberigten, hier toe betrekkelijk, werden in handen van eenige leden van H. H. M. gefteld, doch de dood van Willem IV, en andere redenen veroorzaakten , dat het gefchil toen onbeflist bleef (*). Eindelijk , na dat hetzelve op nieuw verlevendigd was, en van beide zijden (*) Wij hebben dezen oorfprorg van het gefchil wac hooger moeten ophaion, om dat 'er in wmgenaar's Vaderlandfcbe Difterie verkort geene melding van gemaakt was.  142 VERVOLG of WAGENAA R'S III.afd. den weder een aantal gefchriften waren in» — geleverd, bragten de gecommitteerden uit i77°' H. H. M. , in zomermaand 1769 , een breedvoerig berigt in, behelzende den üitflag hunner raadplegingen over de voorwaarden , op welken Esfequebo aan de Zeeuwfche Hoofddeelgenoten zou worden overgegeven ; en tevens over de vraag , welke mede in het gefchil betrokken was, of Demerarij ook mede in die overgave begrepen zou zijn. Hun gevoelen kwam daar op neder, dat, indien H» H. M. niet gezind waren, om zeiven de beflisfing op zich te nemen, de zaak zou moeten worden overgelatcn aan het oordeel van een onpartijdig gerichtshof, of van fcheidslieden , door Z, H. daar toe te verkiezen. Zeeland bewilligde in den voorflag, maar Holland verzettede zich daar tegen bij een flerk befluit, den 29'*™ van lentemaand 1770 ter vergadering van H. H. M. ingeleverd. De raadflagen der bondgenoten waren verfch'illende; De één wilde nog wegen van minnelijke fchikking beproefd hebben, de ander was voor de beflisfing van een onpartijdig gerigtshof $ een derde meende , dat Z. H. de oneenigheden vereffenen, of als fcheidsman het gefchil beflechten moest. Voor het laatfte verklaarden zich de afgevaardigden van H. H. M., wier gevoelen daar over op nieuw was gevraagd : en in oogstmaand werd de Stadhouder van wegens de algemeene Staten nadrukkelijk verzocht, fcheidsman in deze zaak te wezen. Hij nam dit op zich, en deed in wijnmaand eene uitfpraak , hier op nederkomende , dat  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 143 dat aan alle Ingezetenen dezer Republiek m. afd» bet regt toebehoorde , om op Esfequebo • . en Demerarij vrij en onverhinderd te mo- 1770. gen handelen; en dat diens volgens de aanfchrijving , van wegen de kamer Zeeland aan den bevelhebber dier Volkplanting gedaan, (om naamelijk aan geene fchepen, uit de havenen dezer landen komende, het laaden of losfen op Esfequebo of onderhorige rivieren toe te laten, zoo zij niet met een' hout- of zout-brief, door de kamer van Zeeland afgegeven, voorzien waren) behoorde te worden vernietigd. Om echter tevens aan de Ingezetenen van Zeeland een voegelijk en redelijk aandeel in die vrije vaart en handel te verzekeren, oordeelde hij het dienftig, dat de volkomen uitwerking der gedane uitfpraak opgcfchort zou blijven tot den tijd , dat de middelen en maatregelen ter verzekering van dit aandeel beraamd zouden wezen. Doch , om intusfchen de ingezetenen der overige gewesten niet langer van hun onbetwisbaar regt verftooken te laten, zouden drie fchepen, uit andere havenen der Republiek, buiten die van Zeeland, en niet voorzien van een' hout- of zout-brief, bij de kamer van Zeeland afgegeven, naar Esfequebo mogen vaaren. In wintermaand had de Stadhouder een Reglement in gereedheid, behelzende de bepalingen , onder welken de vaart en handel op die volkplanting, met het begin van 1771, vooralle handel-drijvende ingezetenen van den Staat zou worden opengefteld. Die bepalingen voldeden niet volkomen aan eenige Amlteldamfche kooplieden ,  144 VERVOLG op WAGENAAR'S III.afd. den,'die daar over nadere vertoogen inle- ■ ■ verden, welke ten gevolge hadden, dat in l77°' 't begin van 1772 eenige veranderingen in het Reglement gemaakt werden, waarmede deze zoo onaangenaame zaak een einde nam. Schik- Zeeland had reeds lang aangedrongen op kingen op ^Q vermindering van deszelfs aandeel in de lin bvan algemeene lasten van het Bondgenootfchap. hef aan- Toen dit onderwerp in 1770. met nieuwen deel van ernst behandeld werd, trachtten H. H M. Zeeland Zeeland over te halen, om met de andere in de ai- kcmclgenoten Z. H. te verzoeken, om te fa^n^n beflisfen, op welke wijze dat gewest, in het Bond den tegenwoordigen toeftand, bij voorgenoot- raad, behoorde te gemoet gekomen te fchap. worden, en in ftaat gefield, om nevens dezelven aan de verplichting, in het dragen der lasten van de Unie , te kunnen voldoen. Zeeland wilde Z. H. wel tot fcheidsman nemen, maar meende, dat hij verzocht moest worden, te bepalen, welke vermindering van quota, of ander temporeel foulaas provifioneel aan dat gewest, in deszelfs tegenwoordigen toeftand, zou behoren te worden vergund. Om die verfchillende gevoelens over den last, die aan den Stadhouder , wanneer hij als fcheidsman benoemd werd, gegeven zou worden , te vereenigen , vertrok eene Hatelijke bezending uit H. H. M. naar Zeeland, maar dè onderhandelingen, die omtrent 13 weeken duurden, liepen vruchteloos af. Z. H. nam dan de beflisfing op Zich, zoo als de- zelve hem door de zes bondgenoten opgedragen was, en verklaarde, bij wege van uit  VADERLANDSCHE HIST. VERK. itf üitfpraak : „ dat Zeeland, provifioneel IN.af*. „ voor 7 jaren , van 'c begin van 1772 * „ naamlijk, tot het einde van 1778, bij de I^7°* „ verdere bondgenooten zou worden te „ gemoet gekomen, door middel van het „ jaarlijksch profijt van de volle post van „ de fortificatiën buiten de Provinciën, „ ter fomme van 300,000 guldens, op den „ ordinaris ftaat van oorlog voorkomende, „ met dien verftande, dat Friesland, om „ den min voordeeligen toeftand van des„ zelfs finantiën, van de reëele contribu,, tie in het opgemelde foulaas zou blijven „ geëximeerd, en bij continuatie des„ zelfs aandeel in de voorfchreven post, „ ter fomme van 34638 guldens zou pro,, fiteren: en dat diens volgens, bij het „ formeren der ftaten van oorlog voor de „ gemelde jaren, waar in dit foulaas bij „ Zeeland zou worden genoten , de post ,, voor de fortificatiën buiten de Provin„ ciën tot de fom van 334638 guldens zou ,, worden verhoogd, en dat van deze alzoo „ verhoogde post eene fomme van 300,000 „ guldens op Zeeland, en de overige 34638 op Friesland zou gerepartidëerd worden.'* Voorts zou Zeeland alles moeten aanwenden ter verbetering van den ftaat van des* zelfs geldmiddelen , en van deszelfs verrigtingen in dezen, na verloop dier 7 jaren , aan Gedeputeerden uit H. H. M. en den Raad van State, opening geven: en* wanneer dit ten genoegen der overige bondgenooten gefchiedde, dan zou dat gewest hetzelfde voordeel nog 7 jaren blijven genieten. Zeeland berustte in deze fchikII. deel. K klng»  l4(5 VERVOLG of WAGENAAR'S 'ïïI.afd. king , fchoon onder veele tegenverklarin- gen wegens het gedrag der overige gewes- l77°* ten- Ook aanvaardde het met dankbaarheid het aanbod des Stadhouders om 100,000 guldens uit zijne eigene gelden te verftrekkcn, zonder daar voor eenige interest te begeeren, en alleen onder voorwaarde van wedergave , wanneer de kas des gewests zulks toe zou laten. Eer deze beflisfing inkwam , hadden de zes gewesten , op de zeer onvoldoende toeflemming van Zeeland in den gewoonen ftaat van oorlog, een redmiddel beraamd , om . ten lasten van Zeeiand, "zoo veel als het te kort komende bedroeg, ten comptoire generaal van de Unie, tegen de gewoone intresfen, op te nemen, en daar uit de betalingen te doen; 'welke gelden Zeeland, voor het einde des jaars, weder moest bezorgen, onder bedreiging van het anders bij executie op dat gewest te verhaalen. Twist in' Een gefchil in Friesland ontftaan over Ffiesiand het, door het Hof Provinciaal betwiste, over het t dcr Grietslieden en Magistraten , om Procureur- hunne Procureur-Fiscaals af te zetten, üscaais at werd dit jaar, door den Stadhouder, ten te zetten, voordeele der laatstgemelden beflist, en het Hof onbevoegd verklaard, om zich zodanige zaken aan te trekken. Pogingen Na veele vroegere en vruchtelooze potot het be« gingen ter beteugeling van de losbandigpaien der nejd ^er drukpersfe, die telkens afgefpronUrukpersfe gen waren^ door de moeilijkheid, om dat oogmerk te bereiken, zonder tevens de behoorlijke vrijheid te bepalen , kwam in 1769, een plan ter bane , om cenfores li- bro-  VADERL ANDSCHE III ST. VERK. 147 brorum, of keurmeesters van boeken aan te 'II afd. ftellen , en , dit afgekeurd zijnde, een ~~fl~~~~* concept-placaat van het Hof van Holland tegen godslasterlijke en ergerlijke boeken , gefchriften en prenten. Doch ook dit werd niet vastgefteld. Verfcheiden pennen fcherpten 'er zich tegen, eenige Amfleldamfche Boekverkopers leverden 'er bedenkingen tegen in, en vooral werd 'er van wegens de Leijdfche Boekverkopers c. van hoogeveen Junior , p. van der eyk en d. 'vygh eene Memorie tegen uitgegeven , die voor een meesterftuk gehouden werd, en zekerlijk veel toebragt, om deze zaak ter ftaatsvergadering buiten befluit te houden. Op den 2Qacn van bloeimaand werden in Br9rid te het fteedjen vznBronkhorst, het welk niet meer dan 60 Huizen telde, 2.1 van dezelven, benevens 2 fchuuren, 1 koornberg, en 13 ftuks hoorn-vee, door de vlammen Overftrco- vernield. Voorts eindigde dit jaar ,miDfien« gelijk het begonnen was, met zwaare overftroomingen , door zwaare inbraken in de Gelderfche Rhijn- , en Tsfel- en Betuwedijken veroirzaakt. Terwijl het water, of liever het ijs nog tryi, op de velden ftond, voegde een harde ftormwind, in Louwmaand 1771 , nog fchade aan fchade toe. De ijsdamroen in de Lek en Waal dreigden toen ook de rivier-dijken in Holland, en de Bommeler•waard; doch daar 'er gelukkig fchot in het ijs kwam, de dammen los braken, en het water viel, kwam men meest met de K 2 vrees  148 VERVOLG op WAGENAAR'S 'lil. afd» vrees vrij : alleen deed eene ijs-kropping in de Linge, bij Gorinchem, de rivier zoo 1771' hoog zwellen, dat de Dijk tusfchen de dorpen Spijk enDaalhem bezweek, fchoon de val in de rivier maakte, dat fpoedig de inbraak weer kon bevangen worden. De Hollanders, naauw van dit dreigend gevaar zeiven gered, zorgden toen weder broederlijk , door ruime inzamelingen, voor de arme Gelderfchen, die in 't laatst van het afgelopen jaar door de overftroomingen ongelukkig geworden waren. Tiet Ad- Te Harlingen brandde in Louwmaand het miralueits- Admiraliteits-htiis zo verre af, dat Hechts h"is,te „ de muuren flaan bleven, en de geheele SeSndS cretarij , benevens alle de papieren , een prooi der vlammen werden. De pakhuizen, ter wederzijden van hetzelve ftaande, met fcheepsbehoeften vervuld , brandden tot den grond toe af. Het huis Leeuwenburg, aan de Admiraliteit toebehorende, werd toen tot eene vergaderplaats en Secretarij aangelegd en vertimmerd, en op de plaats der afgebrande huizingen bouwde men nieuwe Magazijnen, «irwch. Schaarschheid en duurte van veld- en held,duur*aard-gewasfen veroirzaakten bepalingen ot te - Vee*verboden van derzelver uitvoer: de fterfte — aanhoudende veefterfte deed eenige navrees voor , voorzieningen omtrent het vee ma- P,est'Z1£ ken: en eene pest-ziekte , in Polen en omliggende landen uitgebroken , deed eenige voorzorgen tegen derzelver overbrenging geboren worden, vruchte. Doch laat ons de oogen van zoo veel looze wn-ramps afwenden, en naar de overige ge-  V ADERLANDSCHE HIST. VERK. 149 beurenisfen van dit voor degefchiedenisniet IN afd. zeer vruchtbaar jaar keeren. Vooral ftaat ons ' hier nog te vermelden de vernieuwde en zeer '' * fterke aandrang van Holland ter vermeerde- drang ter j rr - r 1 verineer- ring der Zeemagt, waar bij tevens ter taiel vloed, die in .bloeijmaand in Noordholland veel fchade deed , na dat, op den 27aea . . II. deel. L van  16a VERVOLG op WAGENAAR'S III.afd. V3n Grasmaand, een harde ftorm uit het Noord-westen het T voor Sparendam tot eene verbazende hoogte had doen rijzen, en de Zuiderzee op onze kusten dermaate doen zwellen, dat de oudfle menfchen nimmer iets dergelijks gezien hadden: — eene Biigeloo-bijgeloovige vrees, bij veelen in ons land vige vrets ©ntitaan, dat de waereld op den 8tten Meij voor den vergaan zou; geboren uit den fland, weider ^arde ^en men meenc*e dat de Planeten op dien ' dag zouden hebben; en zoo hevig en ontrustend bij zommigen, dat de regeering van Friesland goed vond daar tegen eene gerustfteilende waarfchuwing te doen: —— de oprigting van het Geneeskundig GenootNieuwe fchap, Servandis civibus, te Amfteldam: —• Schouw- eindelijk de inwijding der nieuwe Schouwl^,am burg aldaar, die men in Grasmaand 1773 ingewijd!'" begonnen had te bouwen, en waar in men het eerst op den i5de" van Herfstmaand 1774, een klein flukjen, door den capelmeester bartholomeus rulofs ter dier gelegenheid vervaardigd 4 gevolgd van de Jacob Simonszoon de Ryk van lucretia wil- helmina van winter , geboren van merken , ten tooneele bragt. . Wij zouden ook hier reeds moeten melding maken van het begin der Noord-Americaanfche onlusten , en ons gedrag daar onder ; en van den nieuwen ftrijd der gewesten over vermeerdering van Land- en Zeemagt: doch wij fpaaren dit tot eene volgende Afdeeling. IV. AF-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 163 IV. A F D E E L I N G. JhCen aaneengefchakeld ftelzel van dwing- IV.af». landij en onderdrukking , in de duisternis - van het kabinet van Groot-Br itanniën ont- l774* worpen,om de bloeijendeNoord-Americaan- Be8in der fche volkplantingen van hare regten te bero- No"rf' Am ven , en aldaar eene loutere militaire rege-y-.^ on_ ring in te voeren, was reeds jaren in bewer- lusten, king geweest, en begon zich, zederd den vrede van 1763, meer en meer tevertoonen. Om de in den oorlog uitgeputte fchatkist met de rijkdommen der nieuwe waereld weder te vullen, wilde men den Koning ëene willekeurige magt over dezelve in handen ftellen. In plaats van de volkplantingen , die in de gevaren en kosten des oorlogs gedeeld , en , gedurende denzelven, den Koning meer onderfteund hadden, dan hij had kunnen hopen , eene betere behandeling te doen genieten, had het zegevierend einde des krijgs den trots der Britfche Staatsdienaren dermate doen zwellen, dat zij veel ondernemender en onderdrukkender geworden waren. America moest nu fchatting fchuldig verklaard worden, en het geen men voorheen als eeno gift had gevraagd, en van hunne genegenheid verzocht T als een regt worden afgeeischt, en, bij weigering, met geweld afgedwongen. Dit nieuw onregt, gevoegd bij de fchraapzucht, waar mede het MoeL 2 der-  164 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. derland reeds lang alle de voordeden des ' Americaanfchen handels aan zich. getrokken l7?^' had, bragt het lang gerekt geduld der volkplantelingen ten einde. En echter waren klachten en gebeden nog jaren lang de wapenen, waar mede zij hetzelve poogden af te weeren. Doch, toen deze, fchoon door verfcheiden fleden in Groot-Brittanni'ê zelve, en zelfs door eenige leden van het wetgevend lighaam , met mannelijken nadruk, onderfteund , geheel geene uitwerking hadden , befloten de volkplantingen eindelijk, afgevaardigden te benoemen op eene algemeene vergadering te Philadelphia, om aldaar te raadpleegen over de beste middelen , ten einde de veege vrijheid voor den jongften fnik te bewaren. Men werd daar te raade, allen in- en uitvoer tusfchen Engeland en America te doen ophouden, en zich alle gebruik te ontzeggen van de goederen , die onderworpen waren aan de nieuwe, zoo willekeurig opgelegde, belastingen. Men maakte 'er verfcheiden fchikkingen ten algemeénen beste, en ging zekere verbindtenisfen aan , die ten grondflage flrekten van een' volgenden vasteren band. Van wederzijden fchoot men nu de wapens aan, en fchoon het Engelsch Minifterie , en deszelfs vrienden , binnen weinige maanden , een voor het Moederland gelukkig einde van dezen krijg voorfpelden , die trotfche verwachting werd door de uitkomst naar verdienflen bedrogen. Vreemd krijgsvolk werd naar America overgevoerd , en 's Konings Raad vaardigde een wreed verbod  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 165 bod uit, niet alleen van allen koophandel, IV. afd. maar ook van allen ommegang met de we- ~f77, " derfpannige volkplantingen. De Americanen hadden in den afgelopen oorlog , ten dienlte van het Moederland, 24,000 mannen geworven , gewapend , gekleed , en op hunne kosten onderhouden ; en deze manfchappen, toen op veele aangelegene posten gebruikt , hadden eene geoefendheid in den krijg verworven , die naderhand groot nut aan de volkplantingen deed, zoo dat deze dienst, hoewel door de dwinglandij met zwarte ondankbaarheid beloond, echter zijn eigen loon in 't vervolg bewerkte. Men legde zich nu met ijver toe op de vermeerdering der Landmagt, en men was gelukkig genoeg, om eenige Engelfche fchepen, met kruid en ander oorlogstuig geladen, te vermees- \yys. teren. Bij het dorp Lexington, 15 mijlen van Bofton, viel de eerfte vijandlijke daad voor op den iQden van Grasmaand 1775, toen een handvol Americaansch krijgsvolk, met de landlieden, zich moedig verzettede, tegen de Engelfchen, die opkwamen, om eene menigte krijgs- en andere behoeften in die ftreek te vernielen. 'Er volgde een hardnekkig gevecht op tusfchen 600 Americanen onder den Generaal warren , en 1200 Engelfchen onder den Generaal howe , waarin , aan beide zijden, bijna de helft fneuvelde of gewond werd. Dit, en het in brand fteeken van Charles-town vermeerderde de verbittering, maar overtuigde de volkplanters ook meer en meer van de noodzaaklijkheid eener grootere bezoldigL 3 de  *56 VERVOLG op WAGENAAR'S IV.afd. de en geregelde krijgsmagt, onder bekwa- me bevelhebberen, om de plaats te vullen 1775- der geenen, die zich, op 't eerfte alarm, op een' ongeregelden voet bij één vergaderd hadden. Tot opperbevelhebber koos men george Washington , die, den 22acn van Sprokkelmaand 1723 geboren, in zijne jeugd meer tot een ftil land- dan het woelig krijgsleven opgevoed, maar echter, door het lezen der beste fchrijveren , in de kunst des oorlogs geoefend, in den laatften oorlog tusfchen Engeland en Frankrijk , over eenige manfchappen , tot befcherming der volkplantingen , met zoo veel beleid en moed het bevel gevoerd had , dat hem het bevelhebberfchap over de krijgsmagt in Firginia, waar hij te voren landopzichter geweest was, werd opgedragen ; die, na het aangaan van een rijk en aanzienlijk huwelijk , van dat bevelhebberfchap afftand deed, en zederd den Staat volijverig als Raadsheer diende; die vervolgens, overeenkomftig den algemeenen wensch des volks , tot één der afgevaardigden op het eerfte algemeene Congres verkoren werd; en wiens geheel volgend gedrag, in alle bijzonderheden, bewees, met hoe veel regt de algemeene liefde en eerbied voor zijne kunde , eerlijkheid , en vaderlandsliefde hem thands tot dat opperbevelhebberfchap riepen. Hij aanvaardde hetzelve in Hooijmaand, onder voorwaarde evenwel, dat hij daar voor geene bezoldiging zou behoeven te ontvangen , maar flechts weeklijks eenig geld tot vergoeding der onkosten van zijne  VADER LANDSCHE HIST. VERK, 167 ne open tafel, en andere noodwendige uit- IV.afb. gaven. " De natuur-wet en demenfchlijkheid hadden reeds genoegzaam moeten zijn, om an- ^itwerkdere Mogendheden te nopen, ter onder-f^'zenn»L iteuning van de goede zaak dezer verdruk-bij andere ten; en echter is het, wanneer men den 'Mogendgewoonen gang der llaatkunde nagaat, tehed8SK denken, dat die drangredenen weinig zouden hebben afgedaan, wanneer 'er geen ilerker drijfveer, het belang, ware bijgekomen. Maar dit belang fprak duidelijk en ilerk- Aan de ééne zijde zou de verbaazende vermeerdering van magt, die aan Engeland te beurt zou vallen, wanneer het dit rijk gelukte, de Noord-Americaanfche Volkplantingen tot zódanigen Itaat van afhanglijkheid te vernederen , dat zij kruipende de gevorderde fchattingen, naargelang der behoeften van het moederland, opbragtcn, den trots van deszelfs befluurderen nog meer doen zwellen, hunne voor de belangen der overige zeemogendheden gevaarlijke ontwerpen meer uitvoerbaar maken, en het evenwigt van Europa doen verbreeken. Aan den anderen kant beloofde ;de handel met de Americanen, wanneer de boeijen , waar aan dezelve gekluisterd was, verbroken werden, aanzienlijke voordeden aan hun, die tot het verbreeken van dezelven zouden hebben medegewerkt. Frankrijk en Spanje gaven wel dra ondubbelzinnige bewijzen, dat zij die redenen van belang voelden. Het dralen der zending van een' Franfchen afgezandt naar L 4 het  168 'VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. het Britfche hof, de krijgstoerustingen in ~~~ Frankrijk en Spanje, en het druk heen en 775' wederzenden van postboden tusfchen deze beide hoven waren reeds kwaadfpellende tekenen; maar duidelijker openbaarden zij hunne oogmerken, toen Engeland Duitfche troepen wierf, am daar door de volkplantingen te dwingen : tzij verklaarden toen openlijk, dat zij dezen dwang met geene onverfchillige oogen zouden aanzien: en Frankrijk liet krijgsvolk naar S. Domingo Martinique en Guadeloupe overfchepen. Gedrag Wanneer geene andere redenen het bevan ons let hadden, dan zou het belang van ons Gemeene Gemeenebest gevorderd hebben , dat ook omtrent!' £0en reeds °Penlijk voor dezelfde gevoelens waren uitgekomen; en, wanneer men edeler drangredenen had kunnen en willen gehoor geven, hoe zeer zou het dan den overwinnaren van philips gevoegd hebben, hen, die hun voetfpoor drukten , reeds bij de eerfte poging tot flaaking hunner banden , krachtdadig te onderfteunen! Doch, hoe vuurig dit ook door eenige braaven verlangd mogt worden , de ftaat der zaken , en de gezindheid van anderen lieten dit voor als nog Vergeef niet toe. Onze zeemagt was in een' diep fche aan. .vervallenen ftaat. Holland had reeds in vermeerde.1775 weder op nieuw ten fterkften aanring der gedrongen op derzelver herftel, en wel bijjeemagr. zonder op de aanbetaling der gewesten in de petitiën van 1770 en 1771 voor buitengewoone uitrustingen, en op derzelver toeftemming tot den in het laatstgemelde jaar  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 169 jaar gevraagden aanbouw van 24 fchepen IV.afd. van linie (*). Die aandrang was in 1773 *"' op nieuw herhaald, en door H. H. M. l<75' aan de gewesten gezonden. Doch , niet lang daar na, volgde een plan, om de landmagt met 1368 paarden en 8927 hoofden te vermeerdéren, waar van het jaarlijksch onderhoud 1,560,654, en de recruut en aanrits-gelden 653,987 guldens zouden belopen. En, fchoon Stad en Lande, Friesland, Overijsfel, Gelderland en Utrecht, toen daar in zoo wel, als in den aanbouw van 24 fchepen van linie, bewilligden, had echter het één zoo min als het ander voortgang, dewijl Holland ftaan bleef op het toeftemmen in eene jaarlijkfche fom van 780, 000 voor de kosten van jaarlijkfche uitrusting ter zee, en de gevoelens daar over niet te vereffenen waren. Op een' tijd dierhalven, waar in wij ons anderszins met veel vrucht zouden hebben kunnen doen gelden, ter fnuiking van den trots onzer naijverige naburen, bevonden wij ons in een' ftaat van volmaakte onmagt. En dit, gevoegd bij de meerdere overhelling van hun , die den meesten invloed in het beftuur der zaken hadden, tot de belangen van het hof van London, dan tot die van Verfailles, veroirzaakte, dat men zich voor het tegenwoordige reeds genoegzaam te vrede moest houden , wanneer men maar kon bewaard blijven bij die onzijdigheid, die in den voorigen oorlog wijslijk, hoewel met groote moei- (*) Zie boven bl. 149. L 5  i7o VERVOLG op WAGENAAR'S TV ah;, moeite, bewaard was. Yorke verzocht, • ~~" in naam van zijn hof, dat de uitvoer *?75' van krijgsbehoeften uit dit land mogt verboden worden; pn aan dat verzoek werd voldaan: men meende dat de volkplantingen die verbod niet aanftootelijk konden vinden, dewijl dit Gemeenebest, als eene onzijdige Mogendheid, geene contrabanden aan de vijanden eener Mogendheid , met hetzelve niet in oorlog, mogt toezenden : en dat Engeland hetzelve zou aanzien als een bewijs, dat men geen oogmerk had, om zich in den twist te mengen. Intusfchen zal het vervolg van dit gefchiedverhaal doen zien , dat wij buiten denzelven niet blijven konden : maar wij moeten eerst nog eenige andere bijzonderheden , tot dit jaar behorende, aanftippen. Verloop De vaart op Suriname was zeer flcrk, en der aaken de t'huisvragten van koffij, züiker, cacao op Sutt. en katoen bedroegen dit jaar de fomma van ***** 1,416,250 guldens. Doch, daar de hooge prijzen der gewasfen, in vroegere jaren, eene onmaatige drift verwekt hadden, om plantagiën aldaar, en aandeelen in geldbeleeningen op dezelven te bezitten, vonde.n de geldopnemers zich , bij de daling der prijzen, buiten ftaat, om de beloofde hooge renten te betalen; het vertrouwen kreeg een krak, de prijzen der plantagiën , en der fchuldbrieven op dezelven, namen geweldig af; en zij, die voor veel gelds-, van anderen opgenomen , plantagiën gekocht , en van flaven en andere noodwendigheden voorzien hadden, konden het  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 171 het ondernomen werk niet aan den gang IV- afd» houden. i77<» De binnenlandfche rust liep, op het ei- ^VD' land Walcheren, groot gevaar van ^oore- °pr(oej._ nis, dewijl de boeren aldaar, ter gelegen- |a„d M'al heid eener nieuw ingevoerde belasting op cbenn. de landerijen, argwaan en misnoegen hadden opgevat tegen jan dingmans , Infpecteur en Opper-Commis van het eiland, en zijn' zoon abraham dingmans , Commis der Watering, en van de vijf ambachten. Bij eene volkomene zuivering van den ecrstgemelden , in de volle Staatsvergadering, bleek de ongegrondheid van dat misnoegen , het welk echter, zonder ftrenge maatregelen, en verfterking van krijgsvolk r niet te dempen was, en niet volkomen een einde nam , dan na den dood van jan dingmans, die niet lang daarna, vermoedelijk aan de gevolgen van den fchrik, door het oproer veroirzaakt, ftierf. Op den 5den van Slagtmaand ftond het Hooge aanzienlijkst deel dezes lands veeg , door™*^ geweldige flormwinden , die , onder een akelig onweer van donder en blikfem, de woedende zee aanfluwden, over dijken en dammen heen joegen, onze Huizen dreigden te doen fpringen, alle menschlijke voorzorg te verijdelen, en verfcheiden onzer gewesten met de baare zee te vereenigen. Het grootfte gevaar werd echter gunftig afgewend, en een blijde dag brak aan na den kommer-volften nacht, die, behalven de fchaden aan dijken en waterweeringen toegebragt, te lande veel vee vernield , veele koopmanfchappen bedorven ,  172 VERVOLG op WAGENAAR 'S IV- *FD- ven, en op zee eene menigte van fchepen I77 deerlijk gehavend, op ftrand gezet, of in de diepte bedolven had. Haring . Voorts werd de haringvisfcherij in dit vangst be- jaar aangemoedigd door eene belooning gunftïgd. van 500 guldens te verkenen aan ieder fchip, 't welk ter haringvaart en haringvangst zou worden uitgerust. Maatfch. De Stadhouder aanvaardde den titel van der Let- Befchermer van de Maatfchappije der Neterk. in derlandfche Letterkunde te Leijden in 1766. S£ °PgeriSc (*); en ziJ* werd> op haar vergenomen. zoek' ter Staatsvergadering van Holland goedgekeurd , en het door haar aangenomen zegel bekrachtigd. Tweede Eindelijk Leijdens Hoogefchool vierde , derSd" mec veeI ftaatlijkheid en vreugde, haar fcheHoo- tweede eeuwfeest. De Staten van Holland ge-School.vergunden 10,000 guldens, tot goedmaking der onkosten : de Stadhouder vereerde het feest met zijne tegenwoordigheid :' de Hoogleeraaren gaubius en van royen hielden plechtige redevoeringen , de laatstgemelde in dichtmaat: en vier Studenten, die hunne Studiën volbragt hadden", brants- ma , vosmaer , forsten, en van der ' heim, werden more majorum, dat is met de kap, tot Doétoren bevorderd, de twee eerften in de Regtsgeleerdheid , de derde in de Geneeskunde, de vierde in de Wijsbegeerte. * 1776. De Britfche heerschzucht vond in AmeDe Schat, rica oneindig meer tegenlhnd, dan zij verwacht (*) Zie boven bi. 124.  VADER LAND SC HE Hl ST. VER K. 17% wacht had, en zij werd daardoor genoopt IV-afp. ter vermenigvuldiging der middelen , om dien tegcnftand te overwinnen. Men be- J*m " floot dus, onder anderen, om de Schotfche'™e^*" brigade , bij monde van den Afgezandt geefSCh yorke, van onzen Staat te rug te eifchen.d„orEn. Die eisch vond onder onze landgenoten geland ie voorftanders , welke uit gehechtheid aan^8 gevorEngelands belangen die van hun eigen Va- derd* derland vergeeten : doch anderen beweerden, dat wij hoe genaamd geene verplichting hadden om dezen eisch toe te ftaan; dat het voldoen aan denzelven tegen de onzijdigheid, die door plicht en belang ons voorgefchreven was , lijnregt ftreed; dat het een volk , het welk zich zelve uit de flavernij verlost had , vooral niet voegde mede te werken, om een ander volk, het welk dezelfde edele pogingen deed, onder de roede des onderdrukkers te houden; eindelijk dat het inwilligen der begeerte van Groot-Britannië ons het misnoegen van Frankrijk en de Noord-Americanen op den hals zou haaien, en dat de gevolgen hiervan allernadeeligst voor ons konden zijn , vooral zoo de zaak der laatstgemelden mogt zegevieren. Met deze en dergelijke redenen beflreed, onder anderen, de beroemde capellen tot den pol het gevoelen van hun , die Engeland genoegen geven wilden ; hij zag zich wel dra door de ftem van Amfteldam en andere ftaatsleden onder- lteund; en de eisch had geen gevolg. • Hoe veel voordeels deze handhaving onzer onzijdigheid ons gaf, bleek uit den rijken winst, dien wij van de vaart en den handel op  174 VERVOLG op WAGENAAR'S IV, afd. op onze W. L Volkplantingen trokken; en ' , het was die onzijdigheid, die zoo wel de ' aangebodene handelgerneenfchap met de Americanen voor als nog deed afwijzen , als de herhaalde aanzoeken van Engeland, om bijfland van volk en fchepen. Hejtme. Ondertusfchen verklaarden de Ameriearkanen nen , alle hoop op eene redelijk vergelijk verklaren afgefneden ziende, op den 4dcn van HooijhangWk- maand l77& ■> zich vrij en onaflianglijk, en de Enge!' zwoeren alle vereeniging met Groot-Brifchenvo\- tannië, in hoedanigheid van Moederland, harden in Voor eeuwig af: en op den 4den van Wijnhunneon- j^and werd tusfchen de Staten van Nieuw dïheden" Hamfphire — Masfachufetsbaay — Rhode- tegen ons. eiland en Providence — Conneclicut Nieuw -Tork — Nieuw-Terfey — Penfylvanië — de Graaffchappen Nieuw -Caftle, Kent, en Susfex — aan de rivier Dela~ ware — Maryland — Virginië — NoordCarolina — Zuid - Carolina en Georgië, op een Congres te Philadelphia vergaderd, eene Confederatie en eeuwige Unie, uit XVI. Artikelen betraande, gefloten en getekend. Ook na die gewigtige gebeurenisfen, bleef onze Staat nog onzijdig; doch dit voorzichtig gedrag kon ons evenwel niet beveiligen tegen denonregtvaardigen wrok van het Britsch Minifterie. Het zag met leede oogen den winst, dien onze Ingezetenen trokken van het vervoeren van fcheepsbehoeften uit de Oostzee en het Noorden naar Spanje en Frankrijk; en het befloot dus, met verbreeking van het Tractaat van 1674, en van den regel vrij fchip ^ vrij goed, „ om alle fchepen der Inwoon-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 175 „ deren van dit Gemeenebest, met mas- IV. afd. „ ten , hout, en fcheepsmaterialen gela„ den, beftemd naar Frankrijk of Spanje; „ aan te houden, op te brengen, en, ten ,, voordeele der terugeifcheren , voor de wezenlijke waarde te verkopen aan de ,, Commisfarisfen der Admiraliteit." Yorke dorst daarenboven, uit naam van den Koning, zijn' Meester, van de Staten eifchen , ,, dat zij de nodige bevelen zou„ den geven , om alle Schepen , van de ,, wederfpannige Coloniën komende, den „ toegang tot derzelver havens te belet,, ten , of, bij aldien ze 'er zich bevon,, den , ze op (taanden voet te doen ver- trekken; een eisch, die evenwel niet ïngevviliigd werd. De handel op onze Eilanden in America werd, bij voortduring, met veel voordeeis, gedreven ; doch Suriname leed groote fchade van de invallen der boschnegers, en dit onheil werd grooter door de gefchillen, hier te lande gereezen, over het zenden van verflerking van krijgsvolk derwaarts. De Raad vun State deed ten dien einde eene petitie, waar in Holland ftemde, en die door de Algemeene Staten, met een' flerke brief tot aandrang, aan de overige gewesten gezonden werd ; doch voor als nog had dit geene uitwerking. — Het Oétroij van de O. I. C. werd dit jaar wederom, op den ouden voet, voor 20 jaren vernieuwd. De aanvang van dit jaar ging verzeld van Strenge eene koude , welke zelfs die van 1709 enw,nter1740 overtrof. De Zuider-zee lag digt, °j"ftro°' de  i76 VERVOLG op WAGENAAR'S •IV afd. de Noord-zee was met fchotfen bedekt, T. j~ van het ééne Zeeuwfche Eiland ging men ' l77u> over net ijs op het andere, en op het T haalde het ijs 17 duimen. In het na¬ jaar moesten veele plaatzen op nieuw een waterwee bezuuren, daar de zee tot eene bijstere hoogte Hijgende , dijken en dammen doorbrak , en veel menfchen en vee vernielde. Maat- Leed de landbouw , door dien ramp , fohappij wederom veel, de bevordering van dezen van een voornamen tak van welvaart werd in dit ouw. zej£-tje jaar een meer bijzonder voorwerp van de pogingen eeniger kundige en vaderlandlievende mannen, welke te Amfteldam eene Maatfchappij ter bevordering van den landbouw oprigtten , waar aan het Vaderland reeds een aantal uitmuntende verhandelingen , en zeer veele allernuttiglte ondernemingen te danken heeft. * I777< In het volgend jaar werd de vrede met Vrede den Keizer van Marocco herfleld, die in met Ma. *775 ■> door de wispeltuurigheid van dien recco ge- Vorst, verbrooken was. Zijne oorlogsbrokenen verklaring joeg niet veel vrees aan, maar hertïeid. fcheen veel eer eene gunftige gelegenheid aan te bieden, om onze zeelieden te oefenen: zij bragt niet te min eenige belemmering aan handel en fcheepvaart toe, vooral zederd dat een naar Surinamen beftemd fchip door twee Maroccaanfche fregatten genomen, en te Mogador opgebragt was. Twee andere koopvaarders vielen daarna nog den zeeroveren in handen, welken echter daar van weinig genot hadden, daar ' de  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 177 dezelven door hun , op het naderen van IV. afd, twee Hollandfche oorlogfchepen, op ftrand 777/ gezet zijnde , eerlang in ftukken floegen. ^77' Dedel en bentink , de Bevelhebbers der gemelde oorlogfchepen , joegen toen het Admiraals-fchip des Keizers, en een ander Maroccaansch fregat op ftrand \ en, door derzelver vernieling, was zijne zeemagt zoo verzwakt, dat hij genoodzaakt werd, voorflagen te doen tot het vernieuwen van den vrede , welke den 29^ van Zomermaand 1777 gefloten werd. De genomen Surinaamsch-vaarder werd te rug gegeven, en de Hollandfche gevangenen, ten getale van 75, bekwamen zonder losprijs, hunne vrijheid weder. Oneindig meer leed onzen handel van de Zeeroverooverijën der Britten , die , onder den rijen der naam van Bondgenoten , zederd lange ge- Engel/cben woon waren, ons bij alle gelegenheden de wrange vruchten van hunnen ijverzucht te doen fmaaken. De Algemeene Staten ontvingen dus weder de dringendfte klachten, zoo van Bewindhebberen der W. I. C, als van bijzondere zeehandelaren, over de nadeden , die zij van de Engelfche oorlogfchepen en commisfievaarders leeden. De oorlog met Marocco had aan onze zeemagt wel een beginzel van nieuw leven gegeven, doch zij had te lang gekwijnd, 'dan dat zij fpoedig tot eene aanmerkelijke fterkte gebragt kon worden. De ongeneigdheid van zommige gewesten bleef ook de hinderpaal van derzelver genoegzame Maatreeevermeerdering. Op aandrang van Holland len daar te* werden de gewesten verzocht, ten fpoe-gen. II. deel. M dig-  178 VERVOLG op WAGENAAR'S IV^afd. digften volledig in te Hemmen in de zoo lang reeds ih overweeging gehouden petitie 777' van 18 April 1771. Overijsfel, Utrecht, en Stad en Lande Hemden tot het uitrusten van 6 oorlogfchepen, en 6 fregatten. In Bloeimaand deed de Raad van Staten een petitie tot het in zee brengen van 20 , fchepen. Holland Hemde 'er gereedelijk in toe: zommige van de andere gewesten waren wel huiveriger, maar het befluit viel echter, om 4 fchepen van 60, 7 van 50, 3 van 40, 3'van 36, en 3 van 20 ftukken. De Stadhouder (die kort te voren Fries-, land, Groningen, en Drenthe bezocht had, en overal met pracht en vreugde onthaald was) vertrok nu ook, op uitnodiging der Admiraliteit, naar Amfteldam, om-'s Lands werf, magazijnen en oorlogfchepen, en de verlevendiging der werkzaamheden aan dezelven te befchouwen. Dit bezoek gaf nieuwe hoop op verdere opbeuring; maar echter kon aan het verlangen 'naar genoegzame convoijen niet voldaan worden, uit hoofde van het gebrek aan zeevolk, het welk men door het verbod van Werving voor vreemden dienst, door het afkondigen van pardon voor deferteurs, en door het uitloven van grootere handgelden, poogde te verminderen, doch hét welk evenwel zoo groot bleef, dat onze handel en fcheepvaart eene behoorlijke befcherming moesten blijven ontbeeren, en die van Oostende, in tegendeel zoo zeer bloeiden , dat men weder voor eene verlegging beducht werd. Nieu-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 179 Nieuwe onaangenaamheden, werden ons IV. afd. veroirzaakt door de klachten van Engeland _ over 't gedrag van joannes de Graaf be- '''' velhebber van S. Èuftathius, als of hij de K;achte™ , 'm . 1 .J der Enecl- mwooners, met oogluiking der regering,^ 0fever ongeoorlofden handel met de Noord-Ame- den Bevelricanen had laten drijven; Het voorzittend hebber van lid der regering van het eiland 5. Chris- Euflatophel, greatiiead, had aan hem den ijrdSktius* van Wintermaand 1776 een' brief gezonden , waar in hij en over -dien handel, en over een eerbewijs , dat aan een Americaanfch fchip, ter rheede van S. Èuftathius geankerd , zou aangedaan zijn, en het welk het Oranje-Fort met 13 fchooten begroet zou hebben , in fterke bewoordingen klaagd. De graaf had zich, bij zijn andwoord, bepaald tot het onbe^ wezene dier klachten, en tevens zich beroepen op zijne meesters, als de eenige perfonen op aarde, aan welken hij van zijn gehouden beftuur verandwoording fchuldig was. Greathead zond de brieven, hier over gewisfeld, naar Engeland over, en het duurde niet lang, of yorke had dezelven in den Haag, en leverdeze bij H. H. M. in, te geHjk met eene Memorie , waar in hij eischte eene plechtige ontkenning van de eeregroete, die aan de, zoo als hij zeide, oproerige vlag der Americanen gedaan zou zijn ; en de onmiddelijke terugroeping van den Bevelhebber de graaf. Deze ftukken werden door Holland overgenomen; door de Algemeene Staten in handen der gelastigden tot -de buiten-landfche zaken gefield, om ze te M 2 on-  l8o VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. onderzoeken, en daar van ter vergadering •■' verflag te doen ; en tevens aan Bewindl777' hebberen der W. I. C. gezonden, om 'er op te berigten. 't Leed niet lang, of, in gevolge van dit alles, werd door H. H. M. aan den Koning van Engeland een andwoord gezonden , wel in eene manlijke taal opgefteld, maar echter te veel blijken dragende van, geduld en toegeeflijkheid. Men beklaagde zich , in dit andwoord, wel met het hoogfle regt, over den beledigenden toon, die in de Memorie van den Engelfchen Afgezandt geheerfcht had; maar men voegde 'er tevens bij, ten bewijze van den ernst, waarmede men de ingebragte klachten onderzoeken wilde, dat men, afgaande van de gewoonte om flechts een fchriftelijk berigt te vorderen, den bevelhebber van S. Euflatius in perfoon had opontboden , om zich te verandwoorden ; voorts dat men alle eerbewijzing, die aan Noord-Americaanfche fchepen gegeven mogt zijn, uitdrukkelijk ontkende, voor zoo verre daar uit de erkentenis van de onafhanglijkheid dier volkplantingen befloten zou kunnen worden; en eindelijk, dat men allen uitvoer van oorlogsbehoeften derwaarts op nieuw ten ftrengflen verboden had. In de daad, men had dat verbod niet alleen vernieuwd, maar ook, bij het verleenen van convoij, vijf nieuwe bepalingen gemaakt, meerendeels flrekkende, oin allen bedekten toevoer van krijgstuig naar de volkplantingen te weeren. In Engeland was met dit antwoord der Staten ook genoegen ge-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 181 genomen ; en echter werd de regering, IV.atb. bijzonder van Amfteldam, door inlandfche fchrijvers zelvcn befchuldigd , als of zij een' ongeoorlofden handel met de Americanen begunfligde. Yorke herhaalde dien zang bij alle gelegenheden , ftookte de verdeeldheden tusfchen de regeringsleden aan, en poogde daar door zijn oogmerk te bereiken, om ons namelijk geheel te doen . n van allen handel en fcheepvaart op Frankrijk en Spanje, voor zoo verre het den Brit gelustcn mogt daar aan paaien te ftellen, en om, even daar door, ons van onze onzijdigheid te doen afgaan, ons in groote gevaren te brengen, en onzen bloei geheel te vernielen. In Suriname was de ftaat der zaken niet Staat d«r verbeterd. De ontrustende invallen des ^JJJj^ binnenlandfchen vijands, onderfteund door weglopers , hielden aan , en verdelgden veele kostbaare plantadiën ; een fchraale oogst, en de laage prijs der goederen fteldcn de planters buiten ftaat, tot het betalen der renten van de opgefchoten geldfommen; en de verdeeldheid onder de regering der volkplanting zelve, belemmerde alle wijze voorzieningen en werd dus de grootfte ramp van allen. Toen die oneenigheden bij H. H. M. bekend, en onderzocht geworden waren, fpraken zij het gefchil ten voordeele van den Gouverneur uit, doch zij toonden tevens hun misnoegen, dat hun herhaald bevel, om de volkplantingen door een cordon te beveiligen tegen de boschnegers en weglopers, nog niet uitgevoerd was. Dit ftuk werd nu M 3 rc&'  18a VERVOLG of WAGENAAR'S IVtAFD- met meer ijvers ter harte genomen, en de l7yy Staten ontvingen, in Slagtmaand 1777, .(\* een plan van dit cordon , uit Suriname. Doch, terwijl men hetzelve onderzocht, werd door de belanghebbenden in de volkplanting een uitvoerig verzoekfchrift bij H. H. M. ingeleverd, houdende een vertoog van de onoverkomelijke zwarigheden, welken de uitvoering van dit plan ontmoeten zou, en van het ontoereikende van hetzelve , tot het oogmerk, waar toe het moest dienen, en voorts een verzoek, dat het krijgsvolk, het welk men voornemens was van daar te rug te roepen niet alleen, tot kennelijk wederzeggen toe , blijven mogt, maar ook de nodige verfterking ont, vangen, dewijl zij dan alleen de vereifchte redding der vervallen zaken hopen konden. Dood van Den 3clC11 van Wijnmaand dezes jaars ve°neur°U" overleed de Gouverneur Generaal van Nevan inji$,derlandsch Indië, jeremias van riemsdijk, en werd in die waardigheid, bij voorraad, opgevolgd door reinier de klerk. De handel Een gevoelige flag dreigde den handel op °^Djutt[a>' Duitschland, door een gefchil tusfchen de land ftaat , °'ti/t t< • eenigen keurvorstendommen van Mentz en iner, tijd ftil. rer eenre , en de ftad Keulen , ter andere zijde, gereezen over de fcheepvaart op den Rhyn. Keulen had zich van tijd tot tijd die gantfche vaart aangematigd , zelfs tot Mentz, Trier , en verder op. De Keurvorsten verboden daarom aan de Keulfche fchepen de vaart door hunne Staten; het welk ten gevolge had, dat ook hunne vaartuigen, die beneden Bonn kwamen, aan- ge-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 183 gehouden werden. De handel op de Paltb, 111 A de Elfas, Lotharingen , en Zwitferland iy?7_ ftond hier door eenigen tijd geheel itil, doch de vaderlandlievende ijver der keurvorstelijke hoven gaf 'er binnen kort weder den loop aan. . Voorftel Onder de gebeurenisfen, in dit jaar bm- ^ v> d> nen onze Republiek voorgevallen, was CAPELLEN> vooral merkwaardig de poging, door Jonk- wegens de heer johan dirk van der capellen, op Provincia. den 'Overijfelfchen landdag, aangewend,h ttmmtom zijne medeftaatsleden te rug te roependtot de getrouwe naleving van twee in onr bruik geraakte , immers meer dan eens overtreden articulen van het bezworen regerings-reglement, waar bij was voorgefchreven, dat voor de vacerende commisfiën, door de ridderfchap van elk quartier, en door elke ftad, eene nominatie van vier perfonen aan den Stadhouder moest worden aangeboden, om daar uit eene keuze te doen ; en dat noch in de vergadering der Ridderfchap, noch in de regeringder Steden, eenige perfonen mogten worden toegelaten, die aan de landfehap, wegens ontvang of beftuur, verandwoordelijk waren. Deze poging echter bleef zonder uitwerking, en de edele ridder kon zelfs niet, dan na veel marren en tegenftand verwerven , dat zijn voorftel in de Staatsregisters werd ingelafcht. i ~m De vijfjarige dienst van den RaaapemiOr ^ Qp ris Mr. pieter van bleiswyk op den a8(jci: nieuw trot van Slagtmaand ten einde gelopen zijnde, Raadpenwerd hem deze post op nieuw , met een- fionaris parige itemmen, opgedragen, op denzelf- «nficfteld. M 4 den  184 VERVOLG op WAGENAAR'S enz. IV afp. den voet, waar op hij dien te voren aanJ777 vaard had. 777- De heerlijkheid Borkelo , of Borkulo, dojr den naar de rivier Berkd of Prieel, aldus geStadhou- heeten, werd, door den Stadhouder, voor der ge- 600,000 guldens, aangekocht van den kocht. Vorst czartoryski, Generaal.vsji Podoliën, Lieutenant-generaal des Koningrijks en Republiek van Polen, en zijne Echtgenote, Gravinne van Flemming: en twee gemagtigden van den Prins van Oranje aanvaardden aldaar, in zijnen naame , het hoog , nsfebe- *aa&* en middelbaar regtsgebied. rijin - Fa- Tot de gefchiedenis van den handel en brieken. fabrieken, gedurende dit jaar, behoren het enz. befluit der Staten van Holland, om , ter aanmoediging van de walvischvangst, 30 guldens te betalen aan de boekhouders van fchepen, voor eiken man , die, in 1777611 1778, ter walvisch-of robben • vangst zou zijn uitgegaan: het verleenen eener belooning van 400 guldens voor iedere haring-buis, die van deze landen zou uitvaren : de oprigting van een' Oeconomi- fchen of Huishoudelijken tak van de Hollandfche Msatfchappij der wetenfchappen te Haarlem (die dit jaar haren vijfentwintigHen verjaardag vierde ) bijzonder gefchikt, ter regtstreekfche bevordering van koophandel, landbouw, handwerken, en visfcherijën , door eerprijzen en beloonin- gen: de eerfte beginzelen der Vader- landfche Maatfchappij van reederij en koophandel , te Hoorn, door cornelis ris , Leeraar onder de Mennoniten, ontworpen, met het weldadig oogmerk, om de armoede  VAD ERLANDSCHE HIST. VERK. Ï9$ de te verminderen de naarstigheid te doen IV. afd. herleven, en de kinderen der armen in tucht en goede zeden op te leiden: — de oprig- //'* ting eener uitgebreide laken-fabriek te Amersfoort, die door Staats- cn Stads-regering aanmerkelijk begunstigd werd, en waar in fpoedig tusfchen de 1500 en 1600 nienfchen aan het werk kwamen: eene loflijke poging der regering van Deventer, om binnen haare Stad een fabriek van wollen ftoffen aan den gang te helpen, en alzoo den armen brood te bezorgen: eindelijk de onderneming van Mr. willem hendrie van hasselt, om op een landgoed, niet verre van Zutphen gelegen, zijde-wormen te kweeken, en zijde te winnen. Het woeden der runder-fterfte in Friesland en Groningen, waar drie vierden van het ziek wordend vee ftierven, bragt veel toe, om de inenting der kalveren meer in zwang te brengen. De petitie voor den Staat van oorlog 1778. voor 1778, en een plan door den Raad van oozèhanState ingeleverd, ter vermeerdering van kien zee. het krijgsvolk te lande, gaven aanleiding vaart blijft aan de gewesten , om wederom derzelver i^rc"°rd,lëC verfchillende belangen en gevoelens te ^eincg0JJt doen fpreeken op het ftuk der verfterkingbeeren, van land-en zee-magt. Holland vond in den twist tusfchen Engeland en deszelfs Noord-Americaanfche volkplantingen eene drangreden voor de vermeerdering der eerfte; de overige gewesten bcflooten uit de gefchillen, in Duitfchland over de nalatenfehap van den Keurvorst van Beijeren M 5 zwee-  i86 VERVOLG op WAGENAAR'S lv- AFD- zweevende , tot de mogelijkheid van een' 1778. algemeenen oorlog, en dus tot het raadzame eener fterkere wapening te lande. De Hollandfche Ridderfchap onderfleunde het laatlte gevoelen, en zij wisfelde daar over, ter Staatsvergadering , bijzonder met de Stad Amfteldam , uitvoerige vertoogen. Die verdeeldheid bragt natuurlijk werkeloosheid voort, waar door de verfterking van het krijgswezen, te water zoo wel als te lande , goeddeels achter bleef. Onze kwijnende zeemagt werd daarenboven nog verminderd, door het verlies van twee fchepen , Kennemerland, dat in 't dok voor Amfteldam in brand geraakte, en bijna geheel vernield werd, en Alphen, dat in de haven van Cnracao, waarfchijnlijk door toe doen van een' krankzinnigen conftapel, in de lucht fprong, door welke ramp van de 230 koppen, waar mede het bemand was, Hechts 28 overig bleven, en op het eiland, en de overige in de haven liggende fchepen, groote fchade aangerigt werd. De verleen^ de convoijen bleven liggen, en onze koopQire vaardijfchepen vielen, bij menigte, in hanvaardife" den der Britfche roovers. Het getal der handelin- genomen Hollandfche fchepen beliep, algen en ei. leen in het korte tijdvak van den 2dcn van fchm van Oogst-tot den 2o«e" van Herfstmaand, omEngeland. trent ioo. Slechts één koopvaardijfchip, dooreen' kaper overweldig, werd door den Capitein willem van braam hernomen en in Texel binnen gebragt. In onze WestIndien pleegden de Engelfchen insgelijks grooten moedwil, poogden de rivieren van Esfequebo en Demerarij bezet te houden; ont-  VADERLANDSCHE HISÏ. VERK. 187 ontrustten de kleine vaartuigen onzer volk- JV. afp. planteren, naar de plantadiën vaarende; _ en namen de Americ aan fche fchepen op ons • < grondgebied, en zelfs onder het bereik onzer forten. Menigvuldige berigten en klachten van en over alle deze mishandelingen, herhaalde reizen bij H. II. M. ingebragt, en met dringende verzoeken om voorziening befloten, noodzaakten hen, om daar over aan het Engelfche hof nadere en fterkere vertogen te laten doen, door hunnen Afgezandt, den grave van welderen , wien zij tevens preezen wegens de ijverige pogingen, die hij uit zich zeiven reeds ten voordeele van de eigenaars der genomen fchepen had aangewend. Te gelijk werd de last, in 1774 aan de bevelhebbers onzer oorlogfchepen gegeven uitgeftrekt tot de fchepen van ingezetenen van dezen fraat, den wil hebbende naar eene haven van Frankrijk >> of Groot-Britannien-, met bijvoeging, dat zij alléén die waaren vcor contrabande moesten houden, die als zoodanige befchreven waren bij de tractaten van London van 1 Dcc. 1674, en van Verfaijles van 21 Dec. 1739. In Engeland deeden onze herhaalde vertoogen weinig uitwerking. Lord suffolk liet onzen Gezandt weeten , dat aan .de Admiraliteiten bevel gezonden was, om alle fchepen, die geene fcheepsmaterialen aan boord hadden, ten eerften te ontflaan , en te zorgen, dat de zodanige niet meer opgebragt werden; en dat hij yorke gemagtigdhad, om ten aanzien der fchepen , met fcheepsmateriaalen ge-  l88 VERVOLG op WAGENAAR'S IV.afd. geladen, welke aangehouden waren, deze "~I778~ *'ch*kkin£ voor te flaan, dat de vracht zou 77 ' worden betaald , en de lading overgenomen , uitgezonderd wanneer het bleek, dat het Franfche eigendom was. Dit andwoord , noch met het regt der volken , noch met hetTra&aatvan Marine ftrookende, bewoog de Amfteldamfche en Rotterdamfche kooplieden, om op nieuw bij H. H. M. hunne klachten in te brengen, en hun verzoek om eene krachtdadige befcherming van handel en zeevaart te herhalen. Hunne pogingen werden onderfteund door een fmeekfchrift der koopvaardijfchippers, waarin de natuur fprak, en het belang der lagere rangen bij koophandel en zeevaart onopgefmukt werd voorgedragen. Eene plechtige bezending van Amfteldamfche kooplieden vervoegde zich ook bij den Stadhouder, en deed, bij monde van jean de neufville eene dringende aanfpraak, om eindelijk verleening der reeds zoo lang opgehouden convoijen te verwerven. Zij werd beandwoord met de belofte , dat men den kooplieden alle mogelijke voldoening en genoegen zou trachten te geven, maar het vervolg zal leeren, hoe weinig daar aan voldaan werd. Yorke kwam fchielijk ter baane met den door Lord suffolk reeds aangekondigden voorflag van fchikking, en voegde 'er bij, dat de koning verlangde opregt de traclaten in acht te nemen voor zoo verre die niet regtftreeks ftrekte, om hem aan een dreigend gevaar bloot te ftellen; dat billijkheid, gematigdheid en nooddwang  VADERLANDSCHE HIST. VERK. i?j dwang zijn gedrag regelden; maar dat hij IV.afd. ook vertrouwde, datH.H.M. hunne onder- <, 1 danen niet zouden geregtigen, om, onder *' ' convoij, fcheepsbehoeften in Frankrijk te brengen. De Staten andwoordden, dat zij, als niet vermogende ce befchikken over den bijzonderen eigendom hunner ingezetenen, zich niet konden inlaten over het voorgeflagen ontwerp van fchikking; maar dat zij in het denkbeeld flonden, „dat, bijaldien „ het ernst was, dat Z M. hunne regten „ niet uit het oog wilde verliezen, en de ,, noodzaaklijkheid, om den toevoer van ,, fcheepsmaterialen te beletten , (eene ,, zaak , waar toe de koning voorgaf ver,, plicht te zijn op den grondflag van ei„ gen verdediging en behoud) niet wilde ,, uitftrekken tot alles, 't welk onder die ,, benaming zou kunnen begrepen worden, ,, maar zuiyerlijk bepalen tot die ftoffen, ,, waar op de grondbeginzels van eigene ,, verdediging en behoud geacht konden ,, worden regtftreeks te werken, de gele,, genheden om daar over te twisten zich „ tegenwoordig zoo zeldzaam zouden op,, doen, dat H. H. M. niet zouden behoe,, ven Z. M. te verzoeken, om met onpar,, tijdigheid en ernst te onderzoeken , of de,, ze noodzaaklijkheid in de daad zoo groot ,, was, als zij zich in den eerflen opflage ,, voordeed, en zoodanig, dat dezelve ee,, ne willekeurige overtreding van de uit,, drukkelijke letter der traclaten zou kun,, nen billijken." Dit laatfte floeg op het befluit, om geen convoij te verleenen voor masten en ongezaagd hout, tot het bouwen van  193 VERVOLG op WAGENAAR'S IV afd, van fchepen van oorlog vereischt, het welk "~I7_g~~ onlangs bij de Algemeene Staten genomen ' * ' was, fchoon Amfteldam daar tegen, ter vergadering van Holland, een krachtig vertoog had ingeleverd, en verklaard, dat in zulke eene zaak, die de verandering der tractaten betrof, bij meederheid niet kon befloteh "worden. In Engeland gaf men, na den ontvangst van dat andwoord, wel nieuwe bevelen aan de kapers, waar in men de groote ongeregeldheden en' onverfchoonlijke geweldenaarijën , die men zelf erkennen moest gepleegd te zijn, uitdrukkelijk verbood; doch des niet te min zonderde men uitdrukkelijk uit fchepen , geladen met fcheepsbouw ftoffen, of goederen, die tot aanbouw van fchepen konden dienen, die men bij voortduring opgebragt wilde hebben , en opbragt. De Friefche kooplieden, die een bijzonder belang bij de houtvaart hebben, leverden hunne billijke bezwarren bij H. H. M. in over derzelver ovengenoemd befluit, en drongen dezelven aan door eene plaats aan te halen uit een' brief van j. y. de swart , Refident van den Staat aan het hof van Rusland, onlangs bij H. H. M. ontvangen, waar in uitdrukkelijk gezegd was, dat de verflagenheid, door het gedurig opbrengen der hout-fchepen veroirzaakt, zoo groot was, dat, zonder toereikende voorziening , de geheele handel en fcheepvaart op de Oost-zee in het volgend jaar zou moeten ftil ftaan. Het Franfche hof kon, na het nemen van dat befluit, ook niet langer zwijgen. Deszelfs Gezandt, de Hertog de la vauguion, le-  VADERLANDSCIIEIIIST. VERK. 19I leverde twee vertogen in, waarin hij eene IV. afd. nadere verklaring van H. H. M. vorder- ^ de, omtrent de door hun te houden onzij- n digheid, en tevens duidelijk genoeg liet "«gezien , dat, wanneer dezelve niet flipt in drjngt aan acht genomen werd, de Nederlanders zon- Cpeener,aden uitgefloten worden van het genot der dere vervoordeelen, bij het laatfle reglement des klaring omKonings, op den handel en de fcheepvaart der onzijdige volken. Het andwoord, hierhakl> op gegeven, fchoon vol van uitdrukkingen van vriendfchap en onzijdigheid, bevattede echter niets bepaalds, wegens het voor nemen der Staten, om de onaf hahgelijkheid van het Gemeenebest, en de regten der ingezetenen, op grond der tractatcn, tegen de willekeurige bepalingen van het Engelfche hof te handhaven. Men kon er veel eer uit afleiden , dat men, om het ongenoegen van Engeland te ontgaan, infch'iklijkheden zou gebruiken, tot nadeele van Frankrijk zoo wel, als van onze eigen landgenoten. Daar dus de la vauguion last had, om geen ander andwoord aan zijn hof toe te zenden, dan waarbij in de duidelijkfle bewoordingen het voornemen eener volkcmcne onzijdigheid aan den da'g gelegd zou zijn, weigerde hij dit andwoord aan te nemen. Hetzelve werd daar op aan onzen Gezandt bij 't Franfche hof lestevenon van berkenroode toegezonden , om het aan den graaf de vergennes aan te bieden; doch ook deze wees het af, en begeerde dat les te ven on om een meer voldoenend andwoord fchrijven zou. — Door dit alles geraakte in de daad de Staten in ee-  192 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. eene zeer groote engte, daar zij van beide ' 7 « zijden geprangd werden; en de verlegen ' beid werd niet minder, toen de oorlog tusfchen Frankrijk en Engeland ook in dit waerelddeel begon. Men had dit reeds lang voorzien, doch, na dat op den 4dcu van Sprokkelmaand 1778 een verdrag van vriendfchap en koophandel gefloten was, kon het niet langer uitblijven. De Engelfche Admiraal keppf.l nam eenige Franfche fregatten ,• en de Koning van Frankryk gelastte daar op , den Admiraal des rijks, om brieven van reprefaille tegen de Engelfchen af te vaardigen , en moedigde de kaapvaart zoo fterk aan, dat zij aan den Brit zeer groote nadeelen toebragten. Van het tractaat, met America gefloten , gaf Frankryk aan de andere Mogendheden, en dus ook aan onzen Staat, kennis: een]Eng'elsch nieuwstijding - fchrijver verfpreidde ook, dat een voorflel van een verdrag tusfchen de Americanen en ons ter tafel van H. H. M. gebragt was; doch dit gerucht was geheel valsch: welke voorzorg ondertusfehen door de regeering van Amfteldam, of met hare voorkennis, gebruikt was , om te verhoeden , dat ons Gemeenebest van den handel op America, wanneer hetzelve geheel onafbanglijk geworden was , niet zou worden uitgefloten, hopen wij in 't vervolg te melden. Wij moeten hier den draad voor eene wijle afbreeken, om eenige andere bijzonderheden , tot de gefchiedenis van dit jaar behoorende , te verhalen. De  VADERLANDSCHE HIST. VER K. 193 De invloed eener betere denkwijze en IV. afd. van. zachter zeden had reeds lang de ver- T"" beurdverklaring der goederen doen be- x77"* fchouwen, niet als eene ftraf den misdadi- Verheurd* gen, maar als eene wreede onregtvaardig- ^[^'"'"f. heid den naastbeflaanden aangedaan. In ren af e. Holland was zij reeds in 1732 afge-fcasft." fchaft (*) , maar in zommige gedeelten van de Republiek bleef zij nog in gebruik. In Gelderland was het wel een regel, dat niemand te gelijk lijf en goed verbeuren kon, maar in misdaden van gekwetste majesteit , vadermoord , en geweldige fchaking, leed die regel uitzonderingen. Doch in 1778 vonden de Staten goed, ook in die gevallen , de verbeurdverklaring af te fchaffen. En de Algemeene Staten vernietigden, op den 10 'en van oogstmaand van hetzelfde jaar, voor de Generaliteits-landen, en de volkplantingen van den Staat, die fchreeuwende regtsvordering, alleen tot vermeerdering van 's Vorften inkomften uitgevonden. Alle voorftanders der onvervreemdbare Gefchilregten van den mensch wenschten vuurig,len over dat dezelfde geest van billijkheid de haate- de affcbaf' lijke D rostcndienften, waar door de Over- rjrf)Stenysfelfche landman zoo lang gedrukt was , diensten ia geheel vernietigen mogt. 'Er lag wel een Overysfel. befluit van Ridderfchap en Steden van 1631 , bij het welk aan de Drosten een jaarlijks inkomen van geld werd toegelegd, ter vergoeding dezer dicnften, welken dus daar door werkelijk afgekocht waren. In 't (*) Refol. van Holland', 1 Mey 1733. II. DEEL. N  194 VERVOLG op WAGENAAR'S TV.afd, 't Reglement op de Regering der Provïff"~~q~~ cie van 1657 was wel uitdrukkelijk vastge'' ' field : „ Dat de Drosten zich geconten,, teerd zouden moeten houden met hunne „ ordinair tractamenten , ende profijten , „ zonder de ingezetenen van hunne respec,, tive Drost-ampten met eenigerhande las,, ten te bezwaren, met wat naame die ook „ genoemd mogten worden." Doch het befluit van 1631 fchijnt opzettelijk verdonkerd te zijn geweest, en het aangehaald artikel van het Reglement van 1657 werd niet nageleefd. De oude onderdrukking had althands reeds een zeer geruimen tijd de landlieden weder gekneld , en dezen reeds lang gereikhalsd hebbende naar de ontheffing van dit zwaare juk, hadden in 1759 verzocht van zoodanige dienften, immers buiten het Drost-ampt, bevrijd te mogen worden. De gelastigden, in wier handen dit verzoek gefield was , bragten eerst in 1774 rapport uit, en fielden toen vóór het benoemen van zes Heeren , om dit fluk eens vooral op een' vasten voet te brengen. Die benoeming gefchiedde, en deze Commisfie verklaarde in 't volgend jaar van begrip te wezen, „ dat de Inge,, zctenen , welke verplicht waren Dros,, tendienflen te doen, dezelven als nog , „ als voorheen, zouden behoren te kun,, nen of te mogen doen ; doch dat de „ geenen, welke mogten verkiezen dezel,, ven af te kopen, zulks zouden kunnen ,, en mogen doen, mits voor ieder wagen,, dienst aan den Dorst van het District be„ talende één gulden, en voor ieder hand- ,, dienst  VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 19$ j, dienst vijf duivers: doch dat in Distric- IV- *FD« ;, ten, waar dezelven reeds op zekeren ' g ,, prijs gefield waren, of des wegens eene ,, overeenkomst gemaakt was , hetzelve ,, daar bij als nog zou behoren te verblij„ ven." De Ridderfchap met de Steden Deventer en Kampen ftemden in dezen voorflag. Zwol kon daar toe niet verftaan , maar ftelden op den landdag van 1776 een plan voor, ingerigt om de dienstbaarheid geheel te doen ophouden; verzettede zich tegen het befluit der meerderheid, waar bij het rapport der Commisfie goedgekeurd werd ; en liet daar tegen in de Registers van Staat een nadere aantekeninginlasfchen. De zaak bleef fleepende tot aan den voor^ jaars - landdag van 1778 , toen jonkheer johan derk van der capellen tot den pol een meesterlijk Vertoog over de onwettigheid der Drostendienften inleverde , dat naderhand ook afzonderlijk gedrukt is. Hij betoogde , dat deze dienften in derzelver aard een zoort van flavernij waren , waar toe niemand der ingezetenen, volgens het natuur-regt verplicht was; en dat ten overvloede het gewaande regt der Drosten in 1631 afgekocht was. Hij bragt het charter van deze afkoop te voorfchijn; betuig* de zijne verontwaardiging over de onbefchaamdheid van hun , die , na dien tijd met verbreeking van goede trouw, de ingezetenen, fchoon zij het met hunnen gelde afgekocht , en hier van een deugdig handfchrift verkregen hadden , op nieuw met het juk der dienstbaarheid hadden gedrukt; hij wilde echter de tegenwoordige N 1 Dros-  Io5 VERVOLG op WAG ENAAR'S IV. afo. Drosten , als die hunne ambten eenvouZ7T~ wiglijk op den voet hunner voorzaten ont- v7 • vangen en bekleed, en waarfchijnlijk deze zaak nooit in haar waare licht befchouwd hadden, met deeze fchuld niet bezwaaren; hij wilde zelfs, dat aan de tegenwoordige Drosten (doch aan geene volgenden) zoo lang zij die ambten zouden bekleeden, uit de provinciale kas jaarlijks een fomme zou worden toegelegd , evenredig aan het nadeel, dat zij door het gantschlijk ophouden der Drostendiensten zouden komen te lijden; maar dat voorts, bij Publicatie aan de Ingezetenen van het platte land zou worden bekend gemaakt, dat zij, ten eeuwigen dage, van het doen dier dienften ontflagen waren. Dit vertoog baarde, zoo als ligt te verwachten was, groot misnoegen bij de Vergadering; het werd in handen van eenige leden gefteld , om te on- ■ derzoeken , of 'er ook eenige taxatoire termen tegen de vorige leden der Vergadering in gevonden werden ; en op den Najaars-landdag werd (fchoon ca pellen in eene bijlage , die hij toen inleverde , zijn vertoog mannelijk verdedigd , en nader aangedrongen had) overeenkomftig het verflag der Commisfie befloten , hem op te leggen, ,, Zijn vertoog over de Dros„ tendiensten weder na zich te nemen, ,, met betuiging van zijn leedwezen, over „ de taxatoire expresfien in hetzelve voor„ komende niet alleen, maar ook over het „ drukken en verfpreiden van hetzelve , „ met belofte van zich daar van in het toekomende zorgvuldig te zullen wach- „ ten."    VADERLANDSCHE HIST. VERK 197 „ ten. 'Er werd eene bedreiging bijge- IV. afd. voegd van een nader befluit, bijaldien hij ~ weigeren mogt aan deze zachte en infchik- l'< lijke wijze , zoo als men het noemde , te voldoen. Het andwoord , door hem den volgenden dag hier op gegeven, was zoodanig, dat het der heerschzucht niet voldoen kon; en het bedreigde nadere befluit werd dus genomen, houdende, dat tegen hem voor de hooge bank van Juftitie der Provincie zou worden geprocedeerd, wegens de taxatoire en ongemefureerde expresfié'n in zijn vertoog voorkomende, en het doen drukken en divulgeeren van hetzelve: en dat hem tevens zou worden aangezegd, om zich, tot uitdragt van zaken, uit de vergadering van Ridderfchap en Steden te onthouden. Een nader vertoog van ca pellen , waar in hij , onder anderen , zich, zelfs onder aanbod vaneede, poogde te zuiveren van alle oogmerk , om de vergadering , of eenig lid van dezelve te beledigen, deed geene uitwerking: en hij moest eenigen tijd voor de onregtvaardigheden zijner vijanden zwichten , om in 't vervolg met te meer luister te zegepralen. In andere oorden van ons Gemeenebest, Oproeren wekten onverdraagzaamheid en valfche z^land godsdienst-ijver dit jaar fchandelijke op- ^jaai. roeren. In Zeeland, waar tot dus verre tandjluis. flechts vier Statiën van Roomschgezinden waren, hadden de verftandigen reeds lang het verleenen eener ruimere vrijheid aan deze Christenen als voordeeling voor den handel befchouwd : en de Regeering van N 3 Vüt-  198 VERVOLG op WAGENAAR'S iv. afd. Vlisfingen had dit jaar aan eenige kooplie" g den van Duinkerken , die zich aldaar '' ' wenschten neder te zetten, nevens het burgerregt, eene plaats ter verrigtinge van hunnen Godsdienst toegedaan. Dit was genoeg, om de dweepzucht in beweging te brengen: verzoekfchriften en vertogen tegen die vergunning werden niet alleen door bijzondere perfonen, maar ook door den Kerkeraad, bij de regeering van Vlisfingen ingeleverd; toen dit niet baatte, vervoegde men zig bij den Stadhouder ; maar de heillooze ijver was zoo groot, dat men het andwoord van dezen niet eens inwachtte, maar tot dadelijkheid overiloeg , en een oproer ftichtte, dat, zelfs door twee Leeraars van den Godsdienst aangeflookt, zich verder in het eiland Walcheren uitbreidde, en , door fchandelijke tpneelen (van het plechtig inhalen van een' gebannenen deugcniet, bij voorbeeld) aanmerkelijk verzwaard zijnde , niet kon beteugeld worden zonder verfterking der bezetting , en het ftraffen der belhamels. Te Maas- landf.uis , waar de oneenigheden over het kort of lang zingen der Pfalmen reeds in 1776 een volkomen oproer voortgebragt hadden, dat toen door het vatten der hoofden, ert het verlecnen van brieven van vergeving en vergeeting aan de fchuldigen , geëindigd was, werden om dezelfde belachlijke oirzaak nieuwe wanorden aangerigt, welke echter door eene nieuwe zeer, ernftige waarfchuwing fpoedig fchijnen beteugeld te zijn. Vro-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 199 Vrolijker ontwerpen voor de gefchiede- IV. afd. nis zijn de berigten van de eerfte wording g of den toenemenden luister van zoodanige j inftellingen en ftichtingen , waar door de en andere verlichtiug bevorderd, de ijver tot het Genoot beoefenen van kunften en wetenfchappen fchappen. aangevuurd, de zenuwen van de welvaart des'Vaderlands verfterkt, en het geluk des menschdoms uitgebreid wordt. Met genoegen dierhalven vermelden wij hier de eerfte algemeene Vergadering van den Oeconomifchen tak der Hollandfche Maatfchappije te Haarlem, den ijjden van herfstmaand van dit jaar gehouden, een genootfchap, waar van het ontwerp eerstin den voorleden jare verzonden was, en dat nu reeds 55 Departementen, en 3000 le- , den telde: —- De oprigting van een Genootfchap van Kunften en Wetenfchappen te Batavia : Het in werking brengen van het grootsch plan van .pieter, teyler van der hulst ] een' burger van Haarlem, die , in grasmaand van dit jaar overleden zijnde, door zijn' dood zijn' uiterfte wille bekrachtigde , waar bij bepaald was, dat zijne geheele zeer aanzienlijke nalatenfchap, (uitgenomen eenige goederen, waar over hij bevonden mogt worden andere fchikkingen gemaakt te hebben) aangelegd zou worden tot onderhoud van twee altijd - duurende Genootfchappen , waar van het ééne aan de opheldering en verdediging van de waarheid en vrijheid van en in den Godsdiensten den Burgerftaat, en het andere aan de Natuurkunde, de Historiekunde, de Tekenkunde, en dePenningN 4 kun-  aoo VERVOLG op WAGENAAR/S IV. afd. kunde toegewijd zou zijn; tot gouden eer- " „ penningen, uit te deelen aan de fchrijvers ^'7 van andwoorden op prijsvragen, tot voornoemde Wetenfchappen behoorende ,• en tot het vermeerderen zijner verzamelingen van Boeken , Penningen , Tekeningen , Prenten, en Werktuigen, die altijd onvervreemd onder het opzicht van de beftuurders dier Genootfchappen blijven moesten: —- De verheffing van een Kunstgenootfchap , reeds in 1773 te Utrecht opgerigt , tot een Provinciaal Genootfchap van Kunften en Wetenfchappen, door het gezag van den Souverain bekrachtigd: Eindelijk de opening en inwijding van eene Kunst- en Tekenzaal te Utrecht; en van een Genootfchap van Teken - SchilderBeeldhouw- en Bouw-Kunde te Middel- burg: Alle bijzonderheden, waar bij wij met vermaak langer verwijlen zouden, zoo de kortheid van ons beftek dit niet verbood. * 1779. Den 29^en van Louwmaand 1779 was Tweede het juist twee eeuwen geleden , dat de eeuwfeest Unie, of Vereeniging tusfchen de zeven v? 1 -;e vrijë gewesten , te Utrecht gefloten was. C/°mI/n ^en v'ei"de dus ook aldaar, op dien dag, 'ter gedachtenis eener zoo gewigtige gebeurtenis, een plechtig feest, waar op de Hoogleeraar bondam, in de gehoorzaal der Hooge School, en de Predikant hinlópen, in de Domkerk, ter zake dienende redevoeringen hielden , en het welk met een' prachtigen maaltijd, vuurwerken, en andere vreugdebedrijven befloten werd. De  VADERL ANDSCH E HISI. VERK 201 De voortduring van den oorlog tusfchen IV. afd. Engeland en deszelfs Noord-Americaanfche volkplantingen, deed onze Zeevaart over 779- het algemeen zeer voorfpoedig gaan , en hed"^e"ygJ onze Reeders en Zeehandelaars zouden dus de uitlTe. de verhooging van hetlast-enveilgeld, wel- rtrekcueid ke dit jaar ingevoerd werd, met vermaak der be- gedragen hebben, indien zij maar eene be- fcherming fcherming genoten hadden , geëvenredigd ^ ^ t aan dezen zwaarderen last. Üoch de ver- te veriee. fchillende belangen en eifchen van Frank- nen, bij- ryk en Engeland, die onzen zwakken ftaat zonder in de grootlle verlegenheid bragten, en nog OJtI hst meer de verfchillende gevoelens en inzich-convo,'i;* 0 .. , . , ren wan ten van onderfcheidene partijen hier te ian* jjouifcbf de, bragten langdurige twisten voortover^, de maatregelen , die men te nemen had , en eene rampzalige werkeloosheid was het treurig gevolg van onvruchtbaare raadplegingen , en nuttelooze vertoogen , waar in de onderfcheiden leden van het bond. genootfchap hunne verfchillende ftelzels poogden te verdedigen, zonder dat de één den anderen kon overhalen , om in zijne ontwerpen te komen. Frankrijk bleef aandringen op een meer vfn'p^'". bepaald andwoord, het welk den Koningrijk.Nieuw volkomen zou kunnen verzekeren van de Reglement ftrengfte onzijdigheid dezer Republiek ge- op de Zeedurende zijnen oorlog met Engeland, en v.aar1, en op het verieenen eener onbepaaldebefcher- "a'^w 10" ming van den handel onzer ingezeten op de Franfche havens , voor zoo verre dezelve volgens den uitdrukkelijken letter van het Tractaat van Marine , in 1674 met Engeland gefloten , geoorloofd was. Om defï 5 zen  202 VERVOLG op WAGENAARS IV.afd. zen aandrang kracht bij te zetten , werd " ZZT" door den Franfchen gezandt bij H. H. M. I7/9' een affchrift ingeleverd van een nieuw Reglement, aangaande den Koophandel en de Zeevaart der Hollandfche fchepen , waar bij de voorregten, bij het Reglement van 26 Julij 1778 , Art. 1, aan de inwoners der vereenigde Nederlanden toegeflaan, herroepen, en de vijf eerfte Artikelen van . v het Reglement van 21 Oftober 1744 weder in werking gebragt werden , en waar bij tevens was bepaald , dat, van den 26^11 Jan. 1779 af, de fchepen der Nederlanders zouden betalen het regt van vrachtloon, den 24^"" Nov. 1750, en ió^en Julij 1757 bepaald: terwijl de Koning zich voorbehield, eene nieuwe tollijst te doen uitgeven, betrekkelijk tot de eigen Koopmanschappen der Nederlanders , en de voortbrengzelen hunner Fabrieken. Eene flaauwe hoop , dat de raadplegingen over dezen nieuwen aandrang naar den wensch des Konings zouden uitlopen, had de uit\ voering van dit Reglement wel tot. den achtften van Sprokkelmaand doen opfchorten ; doch de Franfche gezandt had daar bij ftellig verklaard, dat het van dien dag af ontwijfelbaar in werking gebragt zou worden , indien hij in dien tusfchentijd geen echt en duidelijk berigt ontving, dat alle fchepen, met uitfluiting van die , welke met fcheepsbehoeften , en bij naame met Timmerhout, geladen waren, voordaan de nodige befcherming zouden genieten. Hier op werd wel bij H. H. M., op den 28rten. van Louwmaand, befloten, de op-  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 203 opfchorting van convoij, aan Schepen met IV. afd. Scheepstimmerhout naar Franfche havens beftemd, die den 19*» Nov. 1778 bepaald was , buiten werking te feilen; maar het dadelijk verleenen van convoij bleef toch achter , zoo wel als het geven van een meer voldoend andwoord aan den Franfche gezandt: want het andwoord, dat bij Holland met meerderheid, tegen de flem van Amfteldam en Haarlem aan, en vervolgens bij H. H. M. vastgefteld was, voldeed hem niet,' en hij weigerde het aan te nemen , toen men het poogde te overhandigen. Het nieuwe Reglement werd dus afgekondigd, v en in werking gebragt: en, daar men aanhoudend bleef marren, om aan Frankryk genoegen te geven, werd vervolgens ook het bedreigde nieuw Tarif op de koopwaaren, welke de ingezetenen van dit Gemeebest in de havens van dat rijk zouden invoeren , met het einde van Grasmaand vastgefteld. Hetzelve behelsde, dat de Koopmanschappen en voortbrengzels van het gewas, de visfcherij, de fabrieken, en de handel der onderdanen van de vereenigde Nederlanden , bij derzelver invoer in de havens van Frankryk , zelfs ten tijde der jaarmerkten en met inlluiting van de havens dier Steden , die eertijds voor vreemden vrij gehouden werden , boven de tegenwoordig in gebruik zijnde belastingen , voordaan vijftien ten honderd van derzelver waarde zouden betalen. Verfftolfen • evenwel meekrap , ruwe hennip , ongefponnen wol, fmeer, weedasch, harst, t.eer, pik, masten en timmerhout zouden hier  504 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. ^iej. van uirgezonderd, en op den vorigcn jy7q voet behandeld worden. ' Door deze dringende eifchen en maatrevan Eest- 1 n n den eenen *am geprangd , werd ° ons gemeenebest aan de andere zijde niet minder benaauwd door de vorderingen van Engeland. Yorke gaf niet alleen den pden van Grasmaand een vertoog over , waar in hij, onder den fchijn van den Staat tot het handhaven zijner onzijdigheid en onafhanglijkheid te beweegen, in de daad, en zelfs door bijgevoegde bedreigingen , poogde te bewerken, dat men, die onzijdigheid en onafhanglijkheid aan de Britfche belangen opofferende, zijne eigene ingezetenen verftak van het genot der voordeden , waar toe zij door duidelijke verbonden geregtigd waren : maar hij deed eenigen tijd daar na nog een anderen flap, welke de verlegenheid aanmerkelijk vermeerderde. Tot het midden van den Zomer waren de vijandlijkheden tusfchen Engeland en Frankryk voortgezet , zonder dat van de zijde dier beide kroonen eenige openbare oorlogsverklaring gedaan was; maar in Zomermaand gaf de Koning van Frankryk eene verklaring in 't licht, ter verdediging van zijn gedrag, en ten betooge, dat Engeland de eerfte aanvaller was in den dus lang gevoerden waterkrijg, die thands van zijne zijde als een volledig verklaarde oorlog moest aangemerkt worden: Spanje riep zijn gezandt aan het Engelfche bof te rug, en liet aldaar eene oorlogsverklaring overleveren: de vereenigde Franfche en Spaanfche vloot vertoonde zich daar op  VADERLANDSCHE HIST. VERK. aoj op ter hoogte van Plymouth , waar men IV. afb. voor eene landing beducht fcheen. en yor- "' „_~ ke nam uit dit alles aanleiding, om, op '™* den 22 Julij , zonder tijdverzuim , de hulpbenden te vorderen, door onzen Staat bij de traftaten van 1678 en I7i6aan Engeland toegezegd, wanneer dat rijk in zijne bezittingen aangevallen of bedreigd zou worden. Deze vordering aan de gewesten ter overweging gezonden zijnde, bragten drie quartieren van Friesland hunne Hemmen daar over uit. Westergo en Zevenwouden meenden, dat het geval, bij de tractaten bepaald, niet belfond, en dat dus de Republiek tot het geven van hulpbenden ongehouden was. De Steden konden hier niet mede initemmen, maar begrepen evenwel , dat aan den gezandt een uitflellend andwoord moest gegeven worden , op grond van de onmogelijkheid , om voor als nog aan de verbintenisfen te voldoen. Bij de andere gewesten fchijnt deze eisch lang zonder overweging gebleven te zijn , en yorke drong ook een geruimen tijd niet op andwo&rd aan , misfehien genoeg te vrede, dat hij het zoo verre gebragt had, dat men uit vrees of uit liefde voor Engeland het verleenen van convoij aan de Houtfchepen tot dus verre had geftremd. En het was misfehien voornamelijk met oogmerk, om dit verder te ftremmen, dat hij ruim vier maanden later zijnen eisch hernieuwde , waar op echter even min eenig andwoord volgde ; zoo dat hij zich genoodzaakt zag, in het volgend jaar een derde vertoog over dit ontwerp in te leveren,  ao6 VERVOLG op WAGENAAR'S IV.ai'd. ren, waar van wij de gevolgen beneden ~~ zullen zien. — Nieuwe vrees voor moei*779' lijkheden met Engeland ontftond reeds dit pavu ,0" jaar u*c eene andere gebeurtenis. Twee wee En& Engelfche oorlogsfregatten onder de Engelo-!ifche^-fche wal Haags geraakt met een klein Esgaten in quader van 3 fregatten en een brigantijn, Texel op. jn dienst van het Americaansch congres, en ftaande onder het opperbevel van paul jones , hadden voor de overmagt moeten zwichten , en waren in Texel opgebragt. Yorke vorderde één en andermaal, en zeer dringend, dat de genomen fregatten heilagen en te rug gegeven zouden worden, en dat men het Scheepsvolk zoude ontflaan: terwijl hij den bevelhebber paul jones een misdadigen en oproerigen onderdaan des Konings, een weerfpanneling en Zeerover noemde. De Staten andwoordden eerst, dat zij nimmer gewoon waren zich in 't minst of 't meest aan te matigen eenig oordeel over de wettigheid of onwettigheid van de daden van hun, die fchepen, niet van deze landen, vaarende, in Zee genomen , en met zich in de Zeegaten dezer landen ingebragt hadden; dat zij zich dus •ook niet konden inlaten in een onderzoek over de wettigheid of onwettigheid dezer prijzen; dat zij dezelven zoo eerder zoo beter naar Zee zouden doen zeilen, zonder toe te laten, dat zij vervreemd of verrept , of derzelver last gebroken werd ; eindelijk, dat zij zorge zouden dragen, dat aan deze fchepen geene oorlogs ammunitie geleverd werd, en ook geene andere Scheepsbéhoeften , dan zij nodig hadden om  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 207 om Zee te bouwen, en de eerfte buiten- IV aed. landfche haven te bereiken, terwijl intus- ^ fehen aan de zieken en gekwetsten de no- *1 J' dige hulp zou worden toegebragt. Bij een ander befluit echter werd, tegen de ftem der voornaamfte Steden van Holland bepaald, dat wanneer dit Esquader niet, zoo fpoedig de ftaat der Schepen en de wind dit veroorloven zou, weder vertrok, men hetzelve des noods met geweld daar toe dwingen zou. Doch het kwam niet tot de uitvoering van dit befluit, daar paul jones, met zijne fchepen en prijzen na lang zammelens, den a^p van Wintermaand in Zee ftak, en aldus aan deze moeilijke zaak een einde kwam. Ondertusfchen waren van den kant van T^'*" Spanje ook onaangenaamheden opgerezen, cpvtf^. die de neteligheid van onzen toeftand vermeerderden. De wet tegen den invoer van Engelfche waaren, en het nieuwe Kaapreglemen,t, den 24^" Junij en ifter» Jiilij dooiden Spaanfclien Monarch uitgegeven, baarden in de gevolgen groote nadeelen aan onzen handel en zeevaart: een groot aantal onzer fchepen werd in Spaanjche havens gebragt op vermoeden , of voorwendzel, dat zij die wetten hadden willen overtreden, en bijzonder in Gibraltar, dat door de Spanjaarden van de landzijde belegerd, en ter Zee ingefloten was, behoeften brengen : en de klachten, daar over van onzen kant ingebragt , werden beandwoord met de zwaarfte befchuldigingen tegen onze koopvaarders, wier gedrag ftrijdig genoemd werd met de verbonden, met het regt  2o8 VERVOLG oP WAGENAAR'S IV.afd. regt der volken, met alle oorlogswetten, ' met de goede trouw, en met de onzijdig- '' heid, waar van onze Regering belijdenis deed. De Koning verklaarde zelfs rondborftig, dat hij in zijne maatregelen geene verandering zou maken, zoo lang 'er geene voorziening genomen of verzekering gegeven werd, dat de Engelfchen de onzijdige fchepen met Spaanfche goederen zouden ontzien. En in de daad, fchoon de Staten, bij een iïrcng Piacaat, alle vaart op Gibraltar verboden, en daar door hunne ingezetenen van deze kwellingen poogden te bevrijden, zoo bleef ook deze poging, gelijk wij in 't vervolg zien zullen, geheel vruchteloos. Verfchil» Aldus leed onze zwakke Staat tallooze len ,e ge_" nadeelen door de twisten onzer naburen ; voelers waar uit wij de grootfte voordeden hadder Staats den kunnen inoogften, zoo 'er tijdig zorg leden ove' gedragen was, om ons ter Zee geducht ren van*6 te h1^0 ' ten einde WÜ onze onzijdigCtnvoy. heid behoorlijk konden handhaven , en onze regten doen eerbieden. Maar, gelijk wij reeds begonnen te zeggen, verfchil van gevoelens en belangen had hier te lande zelve reeds toen de gemoederen zoo verdeeld, dat alle onze veerkracht daardoor geheel verlamd was. 'Er waren 'er, die, fchoon zij niet ontkennen konden, dat ons bij het traclaat van 1674 de vrijheid gelaten was, om met onze fchepen alle goederen, de contrabande waaren uitgezonderd, naar en van de Franfche havenen, en van de ééne haven naar de andere , over te brengen, en dat men dus bevoegd was tot het  VADERLANDSCHE HÏST. VERK. Hofnet intrekken van het befluit, den ioJen IV.af». November genomen, om bij voorraad, en ~ * tot nader ordre , aan geene Houtfchepen l779* convoij te verkenen; echter die intrekking in de tegenwoordige omftandigheden niet raadzaam oordeelden. Zij meenden , dat het aan de wijsheid der Regering overgelaten moest worden te bepalen, of het verkieslijker ware , alle takken van handel zonder onderfcheid te willen befchermen, al moest dit gepaard gaan met het in de waagfchaal ftellen der gewigtigftc belangen van den Staat, bijzonder in de volkplantingen ; dan wel het genot van éénen tak voor eenen tijd vrijwillig op te offeren, om de vruchten der overigen rustig en vreedig te kunnen plukken. Engeland zou buiten twijfel , zo dra men tot het convoijeren der Houtfchepen befloot, een esquader op onze kusten zenden, om het convoij te onderfcheppen, en 'er was daar uit eene onvermijdelijke rupture te wachten in een tijd, waar in het Gemeenebest noch te lande, noch te water, in ftaat was, omeenigen aanval te wederftaan. Frankryk had geen regt, om van ons te eifchen, dat wij gebruik maakten van alle de vrijheid, die ons, uit hoofde van ons tractaat met Engeland toekwam; de Republiek was door geen tractaat, hoegenaamd, verpligt, om goederen , aan Franfche ingezetenen toebehoorende , onder haare befcherming te nemen , en het was gevaarlijk voor onze onafhangelijkheid, wanneer wij aan jFr#»£ryk zoo veel invloeds toeftonden, dat wij ons door hetzelve lieten dwingen, om al XI. deel. O het  o;o VERVOLG op WAGENAAR'S IV.afd. het regt, dat wij door het tractaat van 1674 — verkregen hadden, in den volften en uitgeftrektften zin te handhaven , en ons daar door aan gevaren bloot te Hellen, die wij, in onzen tegenwoordigen toeftand , het hoofd niet konden bieden. Men moest dus althands niet eerder aan het convoijeren van Houtfchepen denken, voor dat de Republiek in een beteren ftaat van tegenweer gebragt was. Zoodanig was het gevoelen van den Stadhouder, voorgefteld in eene aanfpraak, ter vergadering van Holland gedaan , en in een rondgaanden brief aan de overige gewesten; en van die Staatsleden, welke hem toegedaan waren. Aan de andere zijde beweerde men , dat het befluit, om het volkomen regt der ingezetenen , op den duidelijken letter der traftaten gegrond, zonder uitzondering te handhaven , de goede verftandhouding met En* geland niet behoorde te verbreken; dat alle uitzondering, die men toeliet, in het gebruik maken van dat regt, noodzaaklijk 'bij Frankryk als partijdig befchouwd moest worden, en werkelijk aldus werd befchouwd , blijkens het nieuw Reglement en tnrif, waar door de handel dezer landen zoo ijzelijk leed; dat het, ter wegneming van die drukkende belemmeringen onvermijdelijk noodzaaklijk was, hoe eerder hoe beter tot het verleenen van onbepaalde convoijen te befluiten, en daar niet mede te wachten, tot dat eerst de nodige uitrustingen ter Zee gereed waren; dat ondertusfchen de uitvoering van dit befluit kon uitgefteld blijven, tot dat de vereischte oorlog  VAD ER LANDS CUE HIST.VERK.aii logfchepen in ftaat van zeilen zouden ge- JV. afd. bragt zijn , mits echter , dat het binnen ^770 het lopende jaar volvoerd werd. Dit,was het gevoelen van de meerderheid van Holland, Van CAPELLEN TOT DE MARSCH, en eenige andere Gelderfche Edelen, en eenige Friefche volmagten , en van weinige Staatsleden elders. De Hollandfche Admiraliteits-collegiën floegen , in een berigt op één dier menigvuldige verzoekschriften, die van tijd tot tijd , door de kooplieden bij de Staten ingeleverd werden, om onbepaalde convoijen te verwerven, een middenweg voor, waar door zij zeiden dat aan Frankryk en Engeland beiden genoegen zou kunnen gegeven worden. Zij rieden namelijk, dat convoij verleend zou worden aan de Houtfchepen, in 't najaar van 1778, om convoij in Texel binnen gevallen, en reeds geladen , voor dat de oneenighedcn tusfchen Frankryk en Engeland uitgebarften waren ; dat voorts voor het vervolg het verkenen van convoij aan Houtfchepen bij voorraad zou worclen geftaakt, en zelfs de uitvoer van Masten en zwaar Scheepstimmerhout, dat men hier te lande zelfs noodig had, verboden, om daar door des te beter alle zwarigheid op te heffen. Holland keurde dien raadilag af, en volhardde bij het .befluit om onbepaald convoij te verkenen , doch de overige bondgenoten aarzelden, om daar in bij te vallen. De ijver, waar mede deze zaak'in Holland gedreven werd veroirzaakte , dat dit gewest uitgezonderd werd van de uitwerking der harde maatregelen, die in O 2 Frank-  212 VERVOLG op WAGENAARS IV.afd, Frankryk vastgefteld waren, ter drukking " ~T~ van den handel der ingezetenen van dit Gel'' meenebest. Eerst werden de Zeehandelaars van Amfteldam , naderhand ook die van Haarlem (welke beide Steden tegen het onvoldoend andwoord aan de Franfche gezandt geftemd hadden) van de werking van het nieuw Reglement uitgezonderd; naderhand werd dezelve , zoo wel als die van het nieuwe Tol-tarif, voor de ingezetenen van geheel Holland tot aan den utenyan Oogstmaand opgefchort; en eindelijk werd bepaald dat de Steden Dordrecht, Haarlem , Amfterdam , Rotterdam , en Schiedam , (die ter vergadering van Holland voorgefteld hadden, of men ook eenige nadere 'middelen zou kunnen aanwenden , om de andere gewesten te nopen tot het Hemmen in de onbepaalde convoijen) in het vervolg alleen dat voorregt zouden blijven genieten. Deze onderscheidingen verbitterden de andere Staatsleden nog meer, en men liet zich zelfs verluiden, dat het ' éénig oogmerk van het Franfche Hof was , om daar door invloed te hebben op de befluiten der onderfcheiden raadsvergaderingen hier te lande, en den geest van tweefpalt aan te kweeken. Zwakks Door alle die oneenigheden , nog aanfhat onzer merkelijk vermeerderd door'de gewoone Zeemagt. twisten onder de bondgenoten over het geven van toeftemming tot het vermeerderen van land- en zeemagt, en de traagheid in het betalen der aandelen in reeds toegeftaanen aanbouw en uitrusting van Schepen , bleef niet alleen het verleenen saneerionbepaald  VADERLANDSCHE HIST. VERK. aij paald convoij achter , maar ook zodanige IV. aed. fchepen, omtrent welker lading bij geene ~~Z^ der twistende partijen eenige bedenkingval- ** Ion kon, bleven lang van alle befcherming verfteken. Nieuw bootsvolk was in dezen tijd moeilijk aan te werven, of men nam, daar de tweefpalt, gelijk doorgaands, werkeloosheid baarde, de zaak niet genoeg ter harte. Het oude volk verlangde afdanking, en uit dit verlangen ontftond zelfs op eenige fchepen, ter reede van Texel liggende, een geest van muiterij, die op het fregat deVenus totgevaarlijkeuitterfienkwam, en niet dan met ftrenge maatregelen , en het ftraffen van eenige belhamels kon beteugeld worden. Eindelijk evenwel werd bij H. H. M., op voordragt van de Admiraliteiten, befloten, om bij voorraad, en hangende den twist over de Houtfchepen, een bepaald convoij te verkenen aan fche- Eindelijk pen, niet met masten of zwaar timmerhout ^ordJin beladen, naar West-Indien en de kust van cf"f Africa, en naar de Middellandfche Zee, en yerieend. alle plaatzen op de Engelfche en Franfche kusten onder wege. Holland zag dit befluit aan , en bleef op onbepaald convoij aandringen. Den ^ften December ftak de Schout bij Nacht lodewyk. Grave van bylandt in Zee , met vijf oorlogfchepen , waar van twee naar de West-Indien en drie naar de Middellandfche Zee beftemdwaren, en een groot getal koopvaarders, die of naar Curacao , S. Euflathius, Suriname, en andere plaatzen in de West-Indien, of naar Livorno, Barcelona, de Straat, Mallaga , Genua , Cadix , Sevilien, Lisfabon, O 3 Br est,  e!4 VERVOLG op WAGENAAR'S IV-AFP' Br est, Rochefort, /' Oriënt , Bourdeaux , enz. den wil hadden. < />• Bylandt had, overeenkomftig mee het vaardli°0P" ^fluit van de meerderheid der Staten, geevfoüt'on- ne Houtfchepen onder zijn convoij genoder by- men, en zelfs alle mogelijke voorzorg gelaüjdt's bruikt, dat geen derzelven onder 't convoij convoij, fchuilen konden; maar aan vaartuigen, ge- door FIFI • 1 i i * ■ * ö ding san. lade"n met hennip en ijzer tot ballast, en gevallen , naar Frankryk beftemd, had hij geen geleien in En- de geweigerd. De Capiteinen der twee geland op. oorlogfchepen , naar de West-Indien begïbragc. flemd, had hij bevolen bij hem te blijven, tot aan het einde van het Kanaal, uit vrees, dat zijne Koopvaardijvloot misfehien mogt worden aangevallen. En deze vrees was niet ongegrond. Twee dagen na zijn uitzeilen , ontmoette hij een fterk Engelsch Esquader onder bevel van fielding , die van hem eischte, dat hij de Koopvaardijvloot, die onder zijn geleide was, zou laten onderzoeken. Bylandt weigerde dit, maar verklaarde op zijn woord van eer, dat hij geene fchepen met contrabande waaren, en zelfs geene met Scheepstimmerhout , onder zijn geleide had. Fielding verklaarde evenwel last te hebben tot het onderzoek, maar dat hij het op zich nemen zou, zoo ver van deszelfs Hipten letter af te gaan , dat hij het onderzoek Haakte, indien de Schout bij Nacht op zijn woord verzekeren kon, dat hij geene fchepen onder zijn geleide had, geladen met goederen, waar van Scheepsmaterialen, en in 't bijzonder touwwerk, gemaakt konden worden. Dit kon bylandt niet verklaren, de En-  VADERLANDSCHE HIST. V E R K. 215 Engelfche bevelhebber bleef dus op hetonderzoekftaan, en, daar hetzelve, als ftnjdhr mettraftaten, vriendfchap, en bellendij gebruik, ftandvastig geweigerd werd, liet fielding den volgenden morgen een floep naar één der koffen toeroeijen, om het onderzoek te doen. Bylandt , die zich den gantfchen nacht flagvaardig gehouden had , deed tweemalen met fcherp on de floep fchieten ; maar terftond daar op werd zijn fchip , en dat yan kinsbergen , door drie Engelfche limefchepen befchoten Zij beandwoordden dezelven, doch, uit hoofde van de zeergrote meerderheid van het Engehch esquadcr , gat bylandt het fein tot ftrijken ; de Engelfchen zetteden toen het onderzoek voort, in , na dat één der Engelfche Capueinen aan onzen Schout bij Nacht afgezonden was, om met hem te fpreeken over het doen der groetfchoten, enz., werd onze vlag weder opgehaald, en het falut, hoe onvoeglijk dit ook ware na zulke eene behandeling, wederzijdsch op den gewoonen trand gedaan. Bylandt had toen zyne reis kunnen vervolgen, maar hij verkoos te blijven bij de koopvaarders, die aangehouden en te Spithead opgebragt werden; hij liep dierhalven ook daar binnen, met de Capueinen kinsbergen en silvester , maar aan nauman en mulder, die naar de West-Indien beftemd waren , gaf hij beve , om hunne reize te vervorderen. Groote beweegenisfen ontftonden over deze fcliennis onzer vla», doch derzelver verhaal behoort tot de gefchiedenis van het volgend jaar. ö O 4 Tot  M6 VERVOLG op WAGENAAR'S lv>A|,p' Tot die van 1779 behoort nog het ver1? ongelukken van het O. I. fchip Woestduin, Het o r dat ln Hooimaand voor ^ kamer Zeeland fchip ' 'te huis komende, bij het inzeilen van den Woeuduin Deurloo, of de zoogenaamde Rasfen, door veraeiid. plichtverzuim van den loots, aan den grond gezeild, en kort daar op verbrijzeld werd, zoo dat men van de lading niets noemenswaardigs kon bergen. Van de fchepelingen echter verlooren flecht 10 of 12 het leven; terwijl 87 hun behoud voornaamelijk verfchuldigd waren aan de ftoutmoedigheid van twee Vlisfingfche broeders jacob en jrans narrebout, die, na dat het fchip reeds aan ftukken geflagen was, met hunne fchuit en tien manfchappen derwaarts Voeren, geen gevaar ontziende, om dezen plicht van menschlievendheid, op de edelmoedigfte wijze, te volbrengen/ De Oeconomifche tak vereerde hen, op eene ftaatlijke wijze, een zilveren gedenkpenning en • S3 ducaten, en Bewindhebberen der O. I. C. , ter kamer Zeeland, deeden hun een gefchenk van 1800 guldens, onder hen en hunne tochtgenoten te verdeelen, zoo echter, dat ieder der broederen een dubbeld aandeel ontving. De loots kreeg een geesfeling, brandmerk , het zwaard over \ hoofd, en werd gebannen. LfUdS" De luchtsSefteldheid van dit jaar was faeid1 t 200 buitengenwoon, dat zij een bijzondeBefmette- re me!ding verdient. Na dat op den laatlijke ziek- ften dag van 't jaar 1778 een onweder van m. donder, bfikfem, hagel, fneeuw, plasregen, en fterke rukwinden, zoo zwaar, als men naauwüjks ooit in den zomer, en mis. fchiea  31e GeWoeders JïAKREIiOUT, redden de Scliipln-euliejiug'eu van het i ■ verongelukt Q.I.Conip.ScMjj ror.SIDUIÏ'.   VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 917 fchien nimmer, bij menfcben geheugen , IVUfd. in den winter in ons Vaderland, gezien "~~ZZ(~^ had, wijd en zijd ontzetting had verlpreid, en hier en daar groote fchade veroirzaakt volgde op den eerflen dag van 1779 een ontzettende Noordweste ftorm, die om middernacht reeds begon, tot op den middag duurde, en het water tot een ontzettende hoogte dreef. Maar hier medefcheen de lucht ook uitgewoed te hebben. 'Er volgde een zeer zachte winter , eene zoo buitengewoon vroege lente , dat de wer- 1 king en wasdom van het groeiend rijk een maand en meer vervroegd werd, en zelfs het dierenrijk den invloed der vroege warmte zichtbaar vertoonde; een drooge enhee-j te zomer, die echter door de regenvlagen,' welke nu en dan, en vooral in 't begin van Herfstmaand, met zwaare donderbuiënvielen , aangenaam verfrischt werd, en dus aan den Herken groei van allérleië vruchten weinig of niet hinderde; een buitengemeen gezegende oogst; en een zoo zacht najaar, dat het bijna eene nieuwe lente geleek, en veele boomen op nieuw bladeren en bloesfcms droegen, die zommige tot in 't laatst van 't jaar behielden. Voor het menschlijk lighaam evenwel had de aanhoudende hitte en droogte, en bovenal de zeldzame ftïlte, zeer fchadelijke gevolgen , en kwaadaartige ziekten Hoorden alomme de vreugde over de vruchtbaarheid van het jaar. In Gelderland, en boven al in het Graaffchap Zutphen, en het quartier van de Veluwe woedde de persloop of zoogenaamde roodeloop; Holland werd O 5 door  2i8 VERVOLG op WAGENAAR'S ,IV' AFa' door kwaadaartige herfst- en gal-koortfen 1779' gete^sterdi in Zeeland heerschten wel najaars ziekten, maar niet gevaarlijk, noch befmettelijk,- in Utrecht fchijnen zich beginzels van de loop geopenbaard , maar geene aanmerkelijke gevolgen gehad te hebben; maar te Harlingen en elders in Friesland heerschte die vreeslijke kwaal zoo veel te heviger, en te Franeker overleden in ééne maand 30 menfchen aan rotkoortfen; te Kampen in Overysfel rigtten dezelfde koortfen, en de loop eene deerlijke verwoesting aan; in Stad en Lande regeerden eerst gal-koortfen, maar naderhand drong 'er ook de loop door; en Drenthe en de Meijerij van V Hertogenbosch bleven ook van derzelver woede niet vrij. Aan een aantal menfchen kostte deze vernielende plaagen het leven , fchoon het getal der geftorvenen pp de ééne en de andere plaats merkelijk verfchilde, het welk zekerlijk ook, voor een gedeelte van de behandeling afhing. De Hoogleeraar van geuns zag zijne geneeswijze te Harderwyk met een' zeer gelukkigen uitfiag bekroond, en verwierf zich veel roems door eene verhandeling over dit onderwerp gefchreven. Voorts vloeide uit dezen ramp toch dat goede voort, dat de opmerkzaamheid verdubbeld werd op de ziekten, die uit de natuurlijke geftelheid van ons vaderland voortvloeien , en de middelen , om dezelven "voor te komen en te genezen: en de indruk, dien het geleden onheil gemaakt had, bragt mogelijk veel toe, om een groot aantalbegunftigers te bezorgen aan de Natuur- en Ge-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 219 Geneeskundige Correspondentie - Sociëteit , >v-AF0welke omtrent dezen tijd in den Haag op- l77Q, o-erigt werd , met oogmerk om de landziekten , en de middelen tegen dezelven , door vergelijking van onderfcheiden waarnemingen", uit alle de oorden der Republiek verzameld, beter te doen kennen: en welke hare geboorte verfchuldigd was aan den Haagfchen Geneesheer j. j. van den bosch , die in een , door de Hollandfche Maatfchappij met goud bekroond, andwoord op de vraag: „ welke zijn de ziek,, ten , die uit de natuurlijke gefteldheid „ van het Vaderland voortvloeien ? hoe „ kan men zich tegen dezelve behoeden? ,, en door welke middelen kunnen ze ge', neezen worden ? " het eerfte ontwerp van zodanig een Genootfchap gefchetst l^s Gravenhage leverde dit jaar mot een Begaap ander en zeer prijzenswaardig voorbeeld op ^ duinen van eene verftandige zorg voor het :bewa- bij Scheveren der gezondheid van het menlchelijk ningen ge. lighaam. Abraham perrenot, Domein-iticiic. raad van den Erffladhouder, een man wiens verftand en hart zeer hoog geroemd worden, had reeds verfcheiden jaren vroeger, in eene uitgegevene verhandeling , zijne landgenoten gepoogd te overtuigen van het groot nadeel, dat het begraven derdooden in de kerken aan de gezondheid der levenden toebrengt. Hij wilde nu zijne leer door zijn voorbeeld bekrachtigen. Hij had ruim een jaar geleden , te zamen met eenige andere menschlievende mannen, van Gecommitteerde Raaden van Holland eene plaats in  223 VERVOLG op WAGENAAR'S IV.aed. jn om a^e fchepen en vaartuigen, benemen on«horende aan de Nederlanders, welken zij zer scha- mogten ontmoeten, die eenige goederen, P^n« aan zijne vijanden toebehorende,aan boord hadden, of ook goederen , die, volgens de algemeene wet der volken, geacht worden contrabanden te zijn, te nemen en aan te houden. Befluit tot Dit moest nog komen bij den hoon onhet veriee-zer vlagge aangedaan, om ook hen, die te nan van voren geaarzeld hadden, hunne Hemmen onbepaald tot ver}eenen van onbepaalde convoijen tonvoi], te geveilj tnands daar toe overtehalen. Zeeland echter weigerde, fchoon niet met eenparigheid van alle de Staatsleden, voor als nog daar toe te komen, maar bleef in tegendeel aandringen , dat men vooraf nog eene onderhandeling met Engeland zou be~ proeven. Gunstiger Ondertusfchen had dit befluit der meerbehande. heid die gunliige uitwerking, dat Frankryk img onzerniec aHeen de bezwarende Ediéien ophief,  VADERLANDSCIIE TIIST. VERK. 387 hief, die in het voorleden jaar omtrent den IV afd. handel en de fcheepvaart onzer Natie waren I7g0 ~ uitgegeven; maar zelfs bevel gaf tot de . ' vergoeding der gelden, uit kracht van die ^.^"^n Edicten, door de bedienden der tollen oüt* sn spanje. vangen. — Ook van Spanje ontmoetten wij een gunftiger behandeling; door de aanhoudende goede dienften van den Grave van rechteren , onzen Gezandt aldaar , werd bij den Koning bewerkt, dat hij een nieuw breedvoerig regiement maakte omtrent de behandeling der Schepen van onzijdige Mogendheden , en in 't bijzonder alle onregtmatige aanhouding van de onze verbood. De regtsgedingen, der reeds aangehoudene werden met fpoed voortgezet , en met dit gewenscht gevolg, dat, daar in Sprokkelmaand reeds eenige fchepen waren vrij gegeven, in Lentemaand het ontflag van een veel grooter aantal volgde. Ook werd de invoer van Hollandfche Kaas en Boter en gezouten Vleesch , in de Spaanfche Havens, wederom vrij gefteld-, en het inbrengen van huiden bleef alleen verboden. De onderdrukte kooplieden fchiepen hier uit nieuwen moed, en, daar de Staten, op den 26ften van Grasmaand, op het laatfte antwoord van Lord 'stormont een wederandwoord hadden afgevaardigd, waar bij de befchuldiging, als of bylandt aanvaller geweest ware, bondigd afgeweerd; de fchennis der traétaten , door Engeland gepleegd , overtuigend bewezen; en mét waardigheid, en op een' vasten toon, op voldoening en herftel, en het ontflag der P 2 koop-  ai8 VERVOLG op WAGENAAR'S IV.afd. koopvaardijfchepen , zonder form van ' ~ regcspleeging, aangedrongen was, had men . 1700. ^e h00p opgevat, dat nu ook door daden aan deze woorden klem zou worden bijgezet, en de vrijheid der zeevaart met kracht Peiitie befchermd. Doch deze hoop miste als tot eene n0g hare vervulling. 'Er was wel in Sprokbuitenge- ^maand reeds door den Raad van State rustiniUlt* eene Petitie ingeleverd, ter vinding van de kosten voor eene buitengewoone uitrusting van 52 Oorlogfchepen en Fregatten : doch, fchoon daar toe bij de meerderheid van zes Gewesten befloten was , en Zeeland alleen , en dat nog tegen het advis van Zierikzee aan , zijne toeftemming geweigerd had , ging evenwel die uitrusting traaglijk voort. Aan geld ondertuslchen ontbrak het niet. De kosten moesten voor de helft gevonden worden uit de zoo even gemelde toegeftane petitie, ten belope van 2,623,590 guldens , en voor de helft uit het fonds van het verhoogde last- en veil-geld, waar van de verdubbeling weder voor een jaar verlengd was, met bewilliging van de meeste kooplieden.zeiven, die daar over vooraf geraadpleegd waren. En dat fonds had toen nog zoo veel vertrouwen , dat, wanneer de ontvanger van hetzelve last kreeg, om 2,000,000 guldens op hetzelve op te nemen, ter goedmaking der gedachte kosten , die geldopneming niet alleen terftond vol was; maar zoo veele liefhebbers vond, dat de aandeelen groot opgeld deden, niet tegenftaande de lage renten van i\ ten honderd. Doch het gebrek aan manfchap was zeer groot, en het  VADERLANDSCIIE HIST. VERK'. 22p het had zeer veel moeite in, de 39, zoo IV.afd. grootere als kleinere, Oorlogfchepen, die p thands van de 69, die wij bezaten, in dienst ' gefield waren , behoorlijk te bemannen. De vaderlandlievende daad der regering van Woerden moet hier niet verzwegen worden, die aan ieder haarer Ingezetenen, die op de Vloot als Soldaat of Matroos dienst zou nemen eene belooning van tien guldens , boven het gewoone handgeld, toelegde. Meer ondertusfchen deed het Piacaat der Algemeene Staten van den 26'ten van Hooijmaand af, waar bij (met eenige bepalingen evenwel) het overgeven van den derden man van de Koopvaardijfchepen, tendienfle van den Oorlog te water gevorderd werd: door welk bevel, te Ligting Amfteldam alleen, in 't laatst van Herfst- ™"dedaen maand, reeds tusfchen de 1300 en 1400 man< mannen op 's lands Schepen gebragt waren. Niet tegenflaande men uit deze maatre- De koopgelen fcheen te moeten denken , dat 'er handel een ernflig voornemen ware , om onzen J^,ft J^"" handel en zeevaart krachtdadig te befchermen, die befcherming bleef evenwel achter. De volkplantingen werden aanhoudend zonder eenige noemenswaardige bedekking gelaten , de zeehandelaar dorst geene fchepen onverzekerd laten uitlopen, en de prijs der verzekeringe was, door de groote onveiligheid der zee, tot de ongehoorde hoogte van 20 en 30 ten honderd geftegen , en dus genoegzaam, om allen voordeel weg te nemen. Daar de Engelfchen onverzettelijk bleven in het voorneP 3 men,  233 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. rnen , om geen toevoer van Scheepsbe' ö hoeften naar Frankryk of Spanje te gedo17 °' gen, en van de toegezegde convoijen tot nog toe niets gekomen was, werden eenige kooplieden , geen' anderen weg open ziende, te raade, die waaren met vaartuigen naar Gent, en van daar met wagens naar Fankryk te zenden, eene vervoering , welke verbaazende kosten dat rijk, in zijne groote verlegenheid om dien voorraad, zich getroosten moest. Aanhou- De Engelfchen , door onze werkeloosdende ver- heid , ftoutmoediger geworden , gingen beurd-ver-voort ^ ongeliraft, alle regelen van regt zer fche-"en billijkheid ten onzen aanzien te fchenpen door den. De regtsgedingen over de Schepen de Engel- van het convoij van bylandt werden, op fcben. dezelfde onregtvaardige wijze, voortgezet. Zeven van dezelven werden , na dat de fchippers, en het fcheepsvolk, zeven maanden lang , verregaande balddadigheden en veel fmaad hadden moeten verdragen , op het einde van Hooimaand , verbeurd verklaard; de fchippers na elk een flag met 's Koning flaf ontvangen te hebben, op de verachtelijkile wijze daar af gejaagd, met verlies van alles, uitgezonderd alleen hunne kleding; en de Schepen, den iften van Oogstmaand, te London, voor ruim 528000 guldens verkocht. Van de Engelfche kapers leeden wij overal onGeweld noemlijke fchade, en den bitterften hoon. dadighe- Twintig van dezelven kruisten rondom den der£«- Euftathius , beletteden niet alleen alle sel chen in . 3 , j • 1 onzetfest-mtyaan •> maar berigten van daar mgekoIndien. men meldden zelfs, dat zij reeds in Slagtmaand  VADERLAKDSCHE HIST. VERK. 9*1 maand van het voorleden jaar een vaartuig IV. *n. uit de baaij hadden weggehaald , en een g ander, onder het gefchut des eüands ten anker liggende, op klaaren dag, in t gezicht van het Hollandsch Oorlogfchip, en ondanks het fchieten van hetzelve, en van het fort, genomen. Eene Americaanfche brik fchoon met een touw aan den wal vastgemaakt , ligttèn zij uit de baaxj van Saba en brandden los op de inwoners, didie poogden te beletten. Een ander fchip , van dezelfde natie , joegen zij bij SEt ftathius op het ftrand en plunderden hetzelve, en, toen de foldaten du wilden Sngaan, fchoten de Engelfchen met kogels en fchroot, op de inwoners doodden een jongeling , kwetsten verfcheiden nesers! en namen, in weerwil van het vuur der forten en Oorlogfchepen een vaartuig onder den wal weg. Niet alleen ïïpers? maar zelfs Koningsfchepen pleegden dit, en grooter geweld. Zeven &n t U Oorlogfchepen hadden voor de Stoom baaij van S. Martin het anker laten lallen , en'maakten zich terftond meester vTeemge Americaanfche Schepen, voor de h venten anker liggende. Zij zetteden vervolgens soo Zee-Soldaten, m de plaats zelve aan wal, en eischten niet alleen op alle de fchepen en goederen der wederfpannSe en oproerige onderdanen des Konings van ÈfSand (zoo'noemden zij de Americanen) maar ook de perfonen zelve. De Gouverneur verklaarde, zich daar tegen, overeenkomftig zünen last, te zullen verzetten. Maar de Engelfche bevelhebber robbhoh P 4 vei  432 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. vertoonde hem daar op eene order van den * J7g0 Admiraal rodney, gelijkluidende met die, 'u * welke deze Admiraal van London ontvangen had, en houdende bevel, om de Stad in brand te fteeken, en de vesting werken te vernielen , indien 'er Hechts de minfte tegenftand geboden, of één enkel fchot op de fchepen gedaan wierd. Hij gaf hier op aan den Gouverneur, overeenkomflig zijne begeerte, eene eigenhandig ondertekende verklaring, behelzende, dat hij Uitgeweid op order deed; en overmeesterde daar op alle de Americaanfche Schepen, die hij daar vond, en die met tabak geladen waren , en liet alleen die tabak vrij , welke bewezen werd verkocht, en op de waag der Compagnie gewoogen te zijn. Het. volk dier fchepen werd, voor zoo verre het zich met de vlucht niet had kunnen redden, gevangen genomen. Op Curacao namen ,zij de barken, aan onderdanen van den Staat toebehorende, en vaarende naar de Franfche bezittingen, om 'er koophandel te drijven , gewelddadig weg, en Geweld- verklaarden de ladingen verbeurd. In dadighe- de Middellandfche Zee ftremden zij onzen de"d,er^K" handel op de verregaandlte wijze. Te 'PortélSael Mahon had men te voren een Conful gelandjcbe had> do°r den Koning van Engeland aanzee, en el- gefield, die een billijk man was; maar hij ders, zelfs werd afgezet, om dat hij nog geen één oP onze Hollandsch Schip had prijs verklaard. Zijn kasten. opvolger voldeed beter, bij hem was alles prijs, en hij had nog geen één Schip vrij verklaard; zommige Regters, en meest alJe Advocaten en Procureurs waren deelge- uo-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 233 noten in de kaaprederijen. Een gerui- IV- aed. men tijd hadden de Engelfchen, in de ha- ~~fZö)(f~' ven van Lisfabon, eene wijkplaats gevon- < den, om de in zee weggeroofde fchepen op te brengen, en te verkopen, zelfs zonder vonnis of gewijsde van de Engelfche Admiraliteit, of eenig ander regt, dan dat van den fterkften. Aan dit misbruik eener vrije haven had de Koningin perk gefield, door eene nieuwe wet omtrent de vreemde kapers, die in hare havens met prijzen zouden binnenlopen. Dit gaf onzen Gezandt, aldaar, smissaert , moed, om ten voordeele der opgebragte Hollandfche Schepen flappen te doen, die in 't eerst met een ge- lukkigen uitflag bekroond werden: maar de Engelfchen vonden een middel, om den Holwind uit een anderen hoek te doen waaijen, en alles veranderde in Portugal ten onzen nadeele. Zelfs tot op onze kusten moesten wij de fchennis der Engelfchen zien en gedogen. Een Franfche kaper, van de reede van Hellevoetfuis in zee geftoken , werd door drie Engelfche Koolfchepen nagezeild, befchoten, tot aan de vuurbaak der haven van Goéreê vervolgd, en aldaar, op een afftand vanjzes roeden van de plaats , op ftrand gejaagd. Het volk vluchtte 'er af, maar het fchieten der koolfchepen hield niet op, en noodzaakte zelfs de werklieden, die aan ftrand arbeidden , te vluchten. Nog twee kleinere koolfchepen, gelijktijdig uit Hellevoetfluis gezeild , voegden zich bij de drie , bleven met dezelven den zonder volk in 't zand liggende kaper befchieten , zeilden fteeds P 5 rond-  2.?4 VERVOLG op WAGEN AA R'S .Iv'AFP' rondom hem heen, tot dat de vloed hem 1780. w^ot maakte, wanneer de Engelfchen met floepen aan zijn boord kwamen , 'er de Franfche vlag afhaalden, hem van den oever lleepten, aan het grootfte koolfchip vastmaakten , en 'er mede weg voeren , terwijl zij aan den kustbewaarder, die hen tot omzichtigheid ried, toeriepen : wij zullen de kaper medenemen , wij zijn ook kapers. — Zoo wel over dit geval, als over het fchenden van 't grondgebied van den Staat op het eiland S. Martin, werden door van welderen, uit naam der Algemeene Staten nadruklijke vertogen bij het Britfche hof gedaan : maar klachten, die met de mond van het gefchut niet onderfteund werden , baatten niet bij eene Natie , welker onregtvaardige wrevel tegen ons zoo hoog geftegen was, dat zelfs op hare oorlogfchepen en kapers, wanneer zij koopvaarders van ons ontmoetten, waar tegen zij geene fchaduw van een voorwendzel tot prijsverklaring konden inbrengen, evenwel zomtijds de gruwelijkfte mishandelingen werden aangedaan aan ons fchéepsvolk , het welk aan het Engelsch boord gehaald, naakt op het gefchut uitgeftrekt, en met hoonende flagen geteisterd werd. Verbond Gelukkig nog voor onzen Staat, dat ook van gewa. ancJere onzijdige Mogendheden regtmatige ^■"di'beid **°^e van klagen kreegen over den Brit* en [otiKS.fihen euvelmoed, en zich beter wisten te ding van handhaven. De Ottomannifche Porte, geons Ge- gebelgd over verfcheiden fchennisfen van haar grondgebied, door kapers gepleegd, ge-  VADERLANDSC-HE HiST. VE RK. s35 gelastte den Groot - Admiraal die onbe- IV-^ hoorliike handelwijze des noods met geweld ^ te keer te gaan, en de nodige belcnerming ineenebest te verkenen aan de koopheden en vaar tui-10£ hetzel. eren van alle volken, welke in het Turkfche ve. RJik handel dreeven, en welker hoven met hetzelve in vriendfehap ftonden ; en van dezen last werd aan de Engelfche en Fran- . fche gezandten kennisgegeven. De SSederlandfche fcheepvaart in de Levant, van hier onbefchermd gelaten kon daar door op eene meerdere veiligheid hopen. Maar gelukkiger uitzicht voor eene meer algemeene befcherming van de zeevaart opende het plan, door catharina II., alleenheerfcheresfe aller Rusfen,xnei haren Staatsdienaar, den Grave nikita van panin, ot ontworpen, of immers het eerst aan den dag crebragt , om alle Zeemogendheden, niet in den oorlog betrokken, te vereenigen, en met zamenverbondene krachten den vrijen handel en fcheepvaart te befchermen. Op het einde van Lentemaand zond zij aan de hoven van London, Verfailles en Madrid eene verklaring, houdende de grondbeginzels, waar op zii voornemens was, in 't vervolg, de hinderpaalen, aan de vrijheid van den koophandel in 't algemeen,en aan dien van Rusland in 't bijzonder in den weg gelegd, op te ruimen. Die grondbeginzelen waren de volgende: i. Dat de onzijdige Schepen vrijelijk van de ééne haven naar de andere, en op de kusten der volken, die in oorlog waren, zouden mogen vaaren. 2. Dat de goederen, aan de onderdanen der gemelde oorlogende Mogendheden toebehorende , 0 vrij  *36" VERVOLG op WAG ENAAR'S -ÏV>AFD' vrij zouden zijn, uitgezonderd de contra1780. bailde waaren: 3. Dat de Keizerin, ten aanzien dier waaren, zich hield, aan Art. XI. en XII. van haar handel verdrag met Engeland, en de bepalingen, daarin vervat , uitbreidde tot alle oorlogvoerende Mogendheden: 4. Dat zij de benaming van geblokkeerde haven alleen toeftond aan zoodanige eene, daar men niet dan met blijkbaar gevaar zou kunnen inlopen , wegens de fchikking der Mogendheid, die ze met fchepen, hunnen ftand blijvende houden, en in genoegzaame nabijheid zijnde, aantastte: 5. Dat deze grondbeginzelen in de regtsgedingen en vonnisfen over de wettigheid der prijzen, tot een regel zouden moeten dienen. Zij voegde 'er bij, dat zij, ter handhaving dezer grondbeginzelen, een aanmerkelijk deel harer zeemagt deed uitrusten; dat deze maatregelen evenwel geenen invloed zouden hebben op de ftrenge onzijdigheid, door haar fteeds in achtgenomen, en waar van zij niet zou afgaan, zoo lang zij daar toe niet getergd en genoodzaakt werd; maar dat zij ook van de oorlogende magten verwachtte het afvaardigen van de ftelligfte bevelen aan de Admiraliteiten en bevelhebers om die grondbeginzelen te eerbiedigen, als getrokken uit het oorfpronglijk wetboe.k der volken, en in hunne verbindtenisfen zoo dikwijls aangenomen. Engeland zag deze verklaring zekerlijk met groot ongenoegen, maar andwoordde 'er evenwel op, dat de ftipfte bevelen gegeven, en nu nog vernieuwd waren , om de vlag der Keizerinne en den handel  VADERLANDSCHE HIST. VERK 237 del harer onderdanen te ontzien , volgens Iv-App» het regt der volken, en den inhoud der be- gQ^ ftaande verbonden; en dat, zoo niettemin eenige fchennis dier herhaalde bevelen plaats greep, de Admiraliteits-collegiën ' die beledigingen, door voldoende uitfpraken, zouden vergoeden. Frankrijk en Spanje betoonden het grootfte genoegen over deze verklaring, als blijkbaar inftemmende met derzelver grondbeginzelen . Spanje voegde 'er alleen bij, dat ten aanzien der ingeflotene vesting Gihrctttar, het gevaar, om daar in te komen, bleef ftand houden, zo als bij het 4de Art. der verklaring was bepaald, door het getal der fchepen, aldaar kruisfende , om de influiting te vormen; een gevaar nogthands, dat de onzijdige fchepen zouden kunnen ontgaan, als zij zich hielden aan de voorzorgen, vastgefleld in eene verklaring wegéns de onzijdige fchepen. De verklaring der Keizerinne was ondertusfchen vergezeld gegaan van eene uitnodiging aan de hoven van Koppenhagen, Stokholm , Lisfahn, en aan de Vereemgde Nederlanden, om in deze gewapende onzijdigheid deel te nemen. Beenemarken en Zweeden traden den 9deu enaito van Hooijmaand tot het voorgemeld verbond toe: en het fcheen in 't eerst gefchapen, als of ons Gemeenebest dit nog vroeger zou doen. Want, toen de Prins gallitzin, buitengewoon gezandt des Rusfifchen hofs, op den 3den van Grasmaand, aan H. H. M. terhand gefield had een affchrift van de bovengemelde verklaring der Keizerinne aan de oorlogende Mogendheden^  S3S VERVOLG op Vv" A G E N A AR'S IV.afd. den, en daar bij had gevoegd eene uitnodiging, om met haar, en de overige onzij17°°' dige Staten eene gemeene zaak te maken, voor zoo verre die vereeniging zou kunnen dienen om den koophandel en de fcheepvaart te befchermen, met onderhouding tevens van de naauwkeurigfte onzijdigheid; toen namen de Algemeene Staten reeds den 24ften derzelfde maand een eenparig befluit om den gezandt te andwoorden, dat zij bereid waren, om aan de oorlogende Mo. gendheden zoortgelijke verklaringen te doen, en ten uitterften genegen, om nevens de Keizerin, en de verdere onzijdige Mogendheden, in onderhandeling te treeden over de maatregelen, waar door de vrijheid van zeevaart en handel , onder eene flipte waarneming van onzijdigheid tusfchen de oorlogende Mogendheden, zoo voor het toekomende als tegenwoordige , op de krachtdadigfte wijze, zou kunnen gehandhaafd worden. En echter werd eene zaak, waar toe men zoo fpoedig en eenpaarig befloten had, en welke dien haast vereifchte , eenen geruimen tijd fleepende gehouden, zoo dat men 'er niets naders van hoorde, dan verfchillend verfpreide geruchten , tot in Hooijmaand, wanneer befloten werd , twee Ridders , wassenaar van s'tarrenburg en heecke- ren van brandsenburg, beiden afgevaardigden ter vergadering van H. H. M., naar Petersburg te zenden, om over deze zaak te handelen. De Staatlijkheid van dit gezandtfchap baarde natuurlijk een nieuw verwijl. Al dit dralen intusfchen liep bij vee- len  VADER LAN DSC HE HIST. VERK. 239 len in 'toog, en 'er waren 'er, die meen- nr.AFD. den, dat de vrienden van Englandh.xe.TtQ 1780"" lande, door den onverwagten voorflag der 7 Keizerinne voor eene korte wijl buiten zich zei ven gebragt, daar in wel vol vaardig hadden gedeind, maar nu, bij nader indenken, de nadeelige gevolgen dier toetreding voor hunne partij inziende, tijd zochten te winnen tot afweering van eenen zoo geduchten flag. Gallitzin gaf inmiddels, omtrent de helft van Hooijmaand , in naam der Keizerinne, aan H. H. M. kennis, dat, ingevolge hare gedane verklaaring, drie harer esquaders in onderfcheiden zeëen kruisten, en dat zij zich vleide, datH. H. M. wel de nodige bevelen zouden willen geven, op dat die esquaders, en ook enkele fchepen en fregatten van dezelven, in de Nederlandfche havens de vrije inkomst zouden hebben, en aldaar de nodige hulpen eene goede behandeling ontvangen. Deze drie esquaders beftonden uit 15 Schepen van linie, en vier fregatten. Het ééne was beftemd, om in de Middellandfche, het ander om in de Noord-zee, en het derde om op de hoogte der Portugeefche kusten te kruisfen. De Noordfche handelaars trokken van deze werkzaamheid groote voordeden, daar het marren onzer Staten aan onzen handel groot nadeel toebragt. De prijs der verzekering voor fchepen met fcheepstimmerhout, hennip, en dergelijke waaren geladen, van Nerva op Bourdeaux, beliep voor Rusfifche Schepen Hechts vier ten honderd; terwijl voor onze onbefchermde fchepen, met die, of zelfs met andere, waa-  54» VERVOLG op WAGENAAR'S IV.afd. waaren geladen, naauwlijks eenige verze*~jyo0 kering , zelfs tot ongehoorde prijzen te ' ' bekornen was. Om het zammelen in onze eindelijke toetreding tot het ontworpen verbond eenigzins te verfchoonen , vertoonde men een verregaande fchroom, of Engeland het aangaan van zoodanige eene verbindtenis ons niet zeer euvel zou afnemen, en daar uit aanleiding nemen, om zich door het wegnemen onzer buitcnlandfche bezittingen te wreeken. En dit ging zooverre, dat men het aanbod der Keizerinne, voorheen zonder eenige uitzondering aangenomen, thands in het Hollandfck befoigne , op den 23ften van Hooimaand, oordeelde niet te moeten aanvaarden , of „ hare Keizerlijke Majefteit moest zich „ willen verbinden, om, met de verdere „ onzijdige Mogendheden, alle onze vas„ te bezittingen, zo binnen als buiten Eu„ ropa, te guaranderen en te verzekeren." Amfteldam verzettede zich , in eene bondige aantekening, tegen het bijvoegen dezer voorwaarde: doch de Algemeene Staten befloten , de twee genoemde gezand-' ten te gelasten, om de guarantie der bezittingen van den Staat, in de Oost'-en West - Indien, aan het Kus ft fche hof voor te dragen; als mede, dat inmiddels geene oorlogfchepen van den Staat, tot geleide en befcherming van den koophandel beftemd, zouden uitlopen , tot dat men zeker berigt ontvangen had, dat'het verbond • der gewapende onzijdigheid gefloten zou zijn , en getekend. De gezandten kwamen met dezen last, op het einde van Oogstmaand  VADER.LANDSCHE HIST. VERK. 3*1 maand, te Petersburg aan, leverden op JV. afd. den vijfden van Herfstmaand hunne geloofs- go; brieven aan de Keizerin over , en hadden ' vier dager laten een gefprek met den Grave van panin, waar in zij opening gaven van de voorwaarde, onder welke zij gelast waren tot het verbond toe te treden. Zij kregen tot andwoord, dat de verzochte guarantie klaar in het verdrag met Deenemarken lag opgefloten , en ontvingen een affchrift vancdat verdrag, met verlof om het over te zenden, onder beding van geheimhouding. Bij het 8fte Art. van hetzelve , was bepaald, dat, bij aldien ééne der twee Mogendheden, of beide te zamen, bij gelegenheid, of uit haat dezer verbintenisfe, of om eenige reden hier toe betrekking hebbende, wierd ontrust of aangevallen , de twee Mogendheden eene gemeene zaak zouden maken, om zich onderling te verdedigen, en eenflemmig te werk te gaan, ten einde zich eene volkomene voldoening, zoo wel voor den hoon hunne vlaggen aangedaan, als voor de fchade, welke hunne onderdanen daar bij leeden , te bezorgen. Door dit beding vermeende de Graaf van panin, dat aan den wensch van H. H. M. volkomen voldaan was ; en dat dit in een afzonderlijk geheim artikel, waar op onze gezandten aandrongen, niet duidelijker of vollediger konde gefchieden. De Engelfchen wendden intusfchen al hun vermogen aan, om ons Gemeenebest uit dit verbond uit te fluiten. Zij beproefden dit eerst te Petersburg, waar zij zelfs zoo verre gingen, dat zij den Grave van panin met eene II. DEEL. Q f0»  S42 VERVOLG op WAGENAAR'S IV. afd. fom van 100,000 ponden fterlings daar toe " j »Q poogden om te kopen. Toen zij hier in ' ' niet Haagden, wisten zij evenwel , door hunne vrienden hier te lande , onze toetreeding aanmerkelijk te vertragen; en bijna was het hun gelukt dezelve geheel te doen mislukken. 'Er werd zwarigheid op zwarigheid gemaakt, en de raadpleegingen der bondgenoten tot in het oneindige gerekt. Eindelijk evenwel waren de voorftanders van het verbond , zoo lang door onze kooplieden vuurig verlangd, en zoo heilzaam voor onze kwijnende zeevaart gehouden , het marren moede. Op den aollen Tan Slagtmaand , werd met de meerderheid van vier gewesten , Holland , Friesland , Overijsfel, en Stad en Lande , befloten , tot de twee gelijkluidende overeenkomften, tusfchen het Rusfifcke Hof, en de Koningen van Deenemarken en Zweeden gefloten, tee te treeden; en te bewilligen in de verplichtingen in het afzonderlijk artikel vervat, en aan te nemen de voordeden, daar in bedongen. Ten zelfden dage bepaalde men, met dezelfde meerderheid , aan de oorlogende Mogendheden eene verklaring af te zenden, houdende dezelfde grondbeginzelen, welke in die der Keizerinne vervat waren, en waar, in de verbonden, tusfchen H. H. M., en de hoven van Madrid, J^ondon en Verfailles ftand grijpende , uitdrukkelijk waren genoemd. Van dien dag af dierhalven kreeg onze Staat, uithoofde der toezeggingen aan onze gezandten gedaan, reeds de volle aanfpraak op alle de voordeelen van het verbond. Toen het befluit  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 043 fluit aan onze gezandten toegezonden werd, IV. afd^ kregen zij last, om in de waardigheid van g0> buitehgewoone gezandten van dezen Staat aan het Hof te verfchijnen, om het werk met des te meer luister te voltrekken. Met dat character bekleed, werden zij den2'3ft«n December aan de Keizerin aangeboden ; den volgenden dag werd de toetreding bij eene volledige Afte voltrokken ; en den 4 „ het Commercie-tractaat, zoo als hetzel„ ve dan ontworpen en goedgekeurd zou „ zijn, bij de verdere bondgenoten tot „ vastheid te helpen brengen." Voorts magtigden zij denzelfden van berckel , om, door de neufville, de handelingen met w. lee voort te zetten, en met denzei ven een ontwerp vaneentra&aat van commercie te maken, het welk, zo dra de erkentenis van de onafhanglijkheid der Americaanfche Staten, door Engeland,daar zou mogen zijn, tot een voorwerp van overweging der Staten van Holland, door de Regering van Amfteldam, zou kunnen worden voorgefteld. Het gevolg dezer onderhandelingen was een praeparatoirlijk plan van een tractaat van commercie, aan te gaan tusfchen H. H. M., de Staten van de VII Provinciën van Holland, en de XIII vereenigde Staten van Noord- America , om, ingevalle Engeland haar voor vrije volkeren erkent, als dan zulks te brengen ter tafel van H. H. M. , zoo als woordelijk het opfchrift van het ftuk luidde. Onder hetzelve ftond: „ Dit is een ruwe fchets van een traftaat „ van commercie, welke ik, ingevolge van •„ den last en inftruéliën, door den Heer „ Mr. engelbkrt francois Van berckel, „ Raadpenfionaris van de Stad Amfterdam, „ aan mij jean de neufville, burger der „ voorfchr. Stad Amfterdam, gegeven , „ hebbe geëxamineerd , overwogen , > en „ gereguleerd, met william lee, fchild„ knaap , Commisfaris van het Congres, Q 3 » als  346 VERVOLG op WACENAAR'S IV. afd. ü als een gefchikt travaat van commercie, 1780 " om te kunnen worden aangegaan , tus/ ' „ fcben H. H. M., de Heeren Staten der „ VII Provinciën van Holland, en de ge„ unieerde Staten van Noord- America. „ Gedaan te Aken, 4 Sept. 1778 (Get.) „ J. de neufville." Voorts werden deze onderhandelingen, overeenkomstig derzelver aard, geheim gehouden, tot dat een De on- onvoorzien toeval dezelven ontdekte.' De derhande-"Sewezen voorzitter van het Americaanfch lingen tus-Congres, henrij laurens, ftak uit Amefchen Am-nca herwaards over, op een Amerikaanfch fieldam en.vaartuig, dat door eewEngelfch fregat,, op America- de nooSte van Neufoundland, den iodenSepnen om- £ember 1780 genomen, en te Dartmouth dekt, en opgebragt werd. Hij zag zoo dra niet een afgekeurd, gewapende boot rop het fchip aankomen, of hij wierp een doos met papieren over boord, waar onder zich ook een echt affchrift bevond van het gemelde praeparatoirlijkplan, benevens verfcheiden andere ftukken-, waar uit de betrekkingen tusfchen onderfcheiden ingezetenen en leden van regering , in de Nederlandfche en Americaanfche Staten, blijkbaar konden worden. Doch het lood, aan de doos gehangen, om dezelve te doen zinken, was te ligt; de Engelfchen vifchten dus dezelve op, en de .papieren werden eerst naar London, en vervolgens naar den Haag gezonden, waar zij door yorke aan den Stadhouder werden ier hand gefield. Op den aoften van Wijnmaand leverde de Stadhouder deze papieren ter vergadering van Holland over, niet zonder blijkbare ge- voe»    VADERLANDSCHE HIST. YERK 147 voeligheid, en met bijvoeging , dat hij 1V.au>. nimmer gehoord had van eenige raadplee- ^ sin-en, veel min volrcagt, om een traftaat met de Noord-Americaanfche Colomen aan te eaan. Amfteldam kreeg affchriften der ftukken, om daar op ten fpoedigsten te dienen van berigt. Dit berigt kwam reedsvijf dagen later in; verhaalde de zaak eenvouwig, zoo als dezelve gebeurd was; enbevattede voorts een' aandrang, dat H.h.Ur. M ten fpoedigsten mogten verklaren, met dit berm volkomen genoegen te nemen, te meer, daar 'er reeds verfcheiden geruchten over dit geval liepen, waar aan een lid van Staat nie? behoorde te worden blootgefteld, en welker nadeeligen invloed de Regering van Amfteldam, door alle gepaste wegen en middelen, zou moeten tegengaan. Ierwijl de ftaten over dit berigt raadpleegden, leverde yorke, op den io^" November, een fcherp vertoog in, waar bij hij eilcnte eene uitdruklijke afkeuring dezer onderhandelingen; eene fpoedige voldoening, geevenredigd aan de belediging, welke hij zeide dat daar door aan zijn' meester was aangedaan; en openbare ftraf van den Fenfionaris van berckel, en zijne medepligtigen: onder bedreiging, dat, bij gebreke daar van, de Koning de Republiek zou aanzien, als goedkeurende de aanflagen, die zij weigerde af te keuren en te ftraffen; en dus zich gedrongen zou vinden tot het nemen van maatregelen, welke de handhaving zijner waardigheid, en der wezenlijke belangen zijns volks van hem vorderden. 1 erwijl'veelen dit vertoog, en vooral den toon, J Q 4 dlc  548 VERVOLG op WAGENAAR'S IVjAfd, die in hetzelve heerfchte, en de fchendnai78o~ meri van fablie, cabale, en complot, waar ^ " mede het doorvlochten was, luid afkeurden , en de wijze, en voor Engeland in 't geheel niet beledigende, voorzorg Atx Amfteldamfche regering, ijverigpreezen ; werd ondertusfchen, door de Staten van Holland* den 23"*" van Slagtmaand, bij meerderheid, befloten, alles, wat door die regering, in deze zaak, verrigt was, af te keuren, enteyens te doen onderzoeken, en te overweegen, „ hoedanige eene nadere voorziening, ,, en krachtdadige middelen, zouden kun„ nen en behoren beraamd en vastgefteld ,, te worden, waar door dergelijke onder„ nemingen van een lid der hooge regering, ,, buiten kennis, en medeweeten van zijne „ medeleden, voor het toekomende, zou„ den voorgekomen en tegengegaan kunnen „ worden." Toen dit befluit van Holland, waar tegen Amfteldam eene breede tegenverklaring inleverde, bij H. H. M. ingebragt was, befloten dezen, aan yorke te doen andwoorden, dat zij nimmer eenige raadpleegingen hadden gehouden, veelmin eenige volmagt gegeven, om met de Americanen in onderhandeling te treden, over het regelen van eenig tractaat, hoe ook genaamd; en dat zij alles, wat daar in verrigt was, t'eenemaal afkeurden. Doch de Engelfche gezandt, met dit andwoord niet vergenoegd, leverde den iatden December een nogfcherper vertoog in , waarbij hij op nieuw op voorbeeldige ftraffe en volkomene voldoening aandrong,'er bij voegende, dat de Koning nu nog wel die ftraffen, en dat her- ftel  VADERLANDSGHE H1ST. VERK. 249 ftel in handen van H. H. M. ftelde, maar dat j^** hij, in geval van weigering of ftilzwijgen, go> dit zelf op zich zou nemen. Drie dagen later vorderde hij reeds andwoord op zijn vertoog, doch men bragt hem onder 't oog, dat hij, bij een verblijf van 29 jaren hier te lande, genoeg moest weeten, dat de regeringswijze van dit land zulk een fpoedig andwoord niet toeliet. Intusfchen befloten de Staten van Holland, den 2ifte° December, alle de ftukken, tot deze zaak betrekkelijk , te ftellen ih handen van den Hove van Holland, om te dienen van advis, of daar in iets gevonden wierd, 'twelknaar regten, en volgens de vastgeftelde wetten en placaten van den lande, ftoffe zou kunnen opleveren, tot hetwettiglijkaanvangen van crimineele procedures, tegen Burgemeesteren en Regeerders van Amfteldam, die ten tijde van het ontwerpen van het tractaat geregeerd hadden, en tegen den oudften Penfionaris dier Stad: welke procedures zij echter tevens verklaarden, dat, in allen gevalle, achtervolgens 'slands privilegiën, nergens anders, als voor den dagelijkfchen en bevoegden regter, gevoerd konden worden. Den volgenden dag vonden H. H. M. goed, van dit befluit, dat toen bij hun ingebragtwas, aan yorke kennisfe te geven. Doch deze weigerde het aantenemen, en over te zenden, weshalven het terftond naar Engeland, aan van welderen afgevaardigd werd, op dat deze het aan 's Konings Staatsdienaar mogtc overgeven. Doch men had dezen onzen Gezandt te London , zederd den i6dsn van Winter, Q 5 maandj  *5° VERVOLG op WAGENAAR'S IV'AFD'_ maand, toen aldaar onze toetreding tot de 17%). gewapende onzijdigheid bekend geworden was, listiglijk alle gelegenheden afgefneden, om de verklaring dier toetreding over te leveren, dewijl men het plan had, om ons op het lijf te vallen met een' oorlog, waar in dat verbond ons niet zou kunnen Oorlofis aacen' en dus vooraf geene wettige kenverkiaring" msgevi"g daar van wilde toelaten. In den van Enge - naciit van den 19«» December beflootmen, land. met de daad, onzen ftaat den oorlog aan te doen, en yorke te rug te ontbieden: en stormond weigerde daar op alle onderhandelingen met welderen, zo zij geene voorflagen van voldoening en bevrediging behelsden. Schoon dus onze gezandt, inden nacht, tusfchen den 27'ten en28ften van wintermaand, last kreeg, om de verklaring, wegens de toetreding tot de gewapende onzijdigheid te overhandigen, en dan London te verlaten; en fchoon hij herhaalde reizen zich van dien last poogde te kwijten; hij kon daar in niet flagen, dewijl stormont hem telkens zijne papieren ongeopend te rug zond. Van welken inhoud het Manifest was, waar bij ons de oorlog verklaard werd, laat zich uit het te voren verhaalde gemakkelijk opmaken. De zaak van het tra&aat met America werd 'er ruim en breed in uitgemeeten, maar van onze toetreeding tot de gewapende neutraliteit, kwam 'er geen woord in, fchoon in Engeland zelve veelen openlijk zeiden , dat deze de voornaamfte oorzaak van den oorlog ware. Yorke kreeg den 23,len van zijn hof bevel, om dezen Staat onmiddelijk te verlaten, en vertrok,  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 251 trok, na nog één' dag heimelijk in den IV^ Haag vertoefd te hebben, den fegtaj naar ^ Antwerpen, hield zich daar nog eenigen tijd op, en Hak vervolgens naar Engeland over. Zijn geheimfchrijver bleef nog een geruimen tijd in den Haag, zijnde, naar zommieer gevoelen, met vrij meer dan de lchikHng op de huislijke zaken zijns meesters belast. De gevolgen dezer oorlogsverklaring hier te lande zullen wij op het volgend jna?zien, en nu flechts met een woord aanitippen de voorbereidende fchikkingen, die men maakte, toen men het onweer zag aankomen, waar toe vooral behoorde het opontbod der verlofgangeren, om bij hunne regimenten te komen, en het beramen eener fchikking tot het uitlopen onzer oorlogfchepen, der beveiliging van de zeevaartin te Noord-zee, in de Middellandfche zee, en elders, maar bovenal in de W. I., docti tot nog toe met weinig vruchts, zoo als het vervolg leeren zal. . Wij zouden hier dit jaar kunnen tluiten, want het levertverd r weinig zoo merkwaardigs op, dat het in dit korc beftck verdiene verhaald te worden. Met drie woorden evenwel willen wij gewagen van het voltooijen eener nieuwe haven, voor binnenlandfche vaartuigen, even beoosten het oude fchild op Texel, en het aanleggen eener nieuwe bergplaats voor de oorlogfchepen tusfchen het Amfteldiep, en den vasten wal omtrent de Zijp, bij de zogenaamde ;Oude Sluis, tegen over 't Westeinde van WiennSen, in eene geul of diepte het Veer genaamd; welke beiden door het verloop der zee-  252 VERVOLG op WAGENAAR'S ■ÏV,Aro- agaten noodzaaklijk gemaakt werden , 1780. choon de laatste niet aan de verwachting beandwoordde: het graven van een vaart van 9 uuren lang in Drenthe, en het aanleggen van een nieuw dorp Kloosterveen aan deze vaart: het oprigten eener ree- denje, ter bevordering van de Vlasteelt, te Barfingerhorn en Kolhorn in Noordholland: en het uitfchrijven eener prijsvraag over het voor- of na- deel van een verbod van uitvoer van Hooij uit Friesland. m Omtrent de luchtsgefteldheid van dit jaar vinden wij aangetekend, dat van den 22ft™ van Hooimaand tot den i8den van Herfstmaand, de hitte en droogte buitengemeen groot was, en dat de Oostlijke winden, anders hier te Lande in den zomer, en vooral in Oogstmaand, zeldzaam, thands, fchoon met weinig krachts de heerfchende winden waren. Op veele plaatfen woedden befmet- s celijke ziekten, en eene buitengewoone iterfte even iierk , als in het voorledenjaar. V. AF-  VADERLANDSC11E HIST. VERK. 253 V. AFDEELING. hebben reeds gezien, in welke V.afp. eene werkeloosheid onze Staat, door ver- gj fchil van gevoelens en belangen, gehouden was, en ïuen zal daar uit ligtehjk kunnen deiijkheopmaken , hoe groot een gevaar onzen on- den na de bcfchermden handel en zeevaart dre.gde,^£toen nu eensklaps de oorlog met Engeland £r™]ogJ. was uitgebarsten. Dat gevaar werd onder- vetklaring. tusfchen nog vermeerderd door het laat ontvangen van de tijding der oorlogsverklaring, tot welker fpoedige overzending onze gezandt van welderen wel geene moeite gefpaard had, maar die, door toevallige omftandigheden, en allerwaarfchijnlijkst ook door kunstgreepen der Engelfchen, lang was opgehouden. Men wist dezelve in Frankrijk en te Ostende eerder, dan hier, en wij kregen 'er uit laatstgemelde plaats de eerste kundfchap van. Groote verwondering baarde het intusfchen, dat nog op den 25!tal December 1780, toen het vertrek van den Engelfchen gezandt reeds daags te voren was bekend geworden, twee oorlogfchepen de Princes Carolina, en Rotterdam, onder bevel van J. statink en A. T. van volbergen, en een O. I. C. Schip, de vrouw Catharina TVilhelmina, gevoerd bij P. van proyen, dat, behalven eene rijke lading, 100,000 rijksdalers aan boord had, uit de Maas in zee liepen. Een bode, den 24'^n met tegenbevel uit den Haag ver-  254 VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd. vertrokken, kwam te laat te Hellevoet, en *"7~7 men mompelde, dat men geen 500 of 600 ' guldens had willen belleden, om deze, nauwlijks in zee gelopen, fchepen dooreen'visfcher te laten inhalen, en dezelve te doen te rug keeren, en alzoo millioenen fchats voor den lande te befparen. Want, het geen ligt te voorzien was, alle drie deze fchepen werden kort daar na in Engelfche havens opgebragt. Daar de Algerijnen zeiven, in 1755, na eene oorlogsverklaring, binnen de twee eerfte maanden geene vijandlijkheden pleegden, begonnen de roofzieke Britten dezelven terftond, zoo dra de oorlog befloten was. Reeds in de eerste dagen waren 550 brieven van marqué uitgegeven, en het aantal van hun, die dezelven vroegen, was nog zoo groot, dat zij eikanderen verdrongen. Den 2d-n van Louwmaand waren reeds 60 koopvaarders in de handen der Engelfchen gevallen, en, voor het einde dier maand beliep het getal ruim 200, welker waarde men op 15 milioenen guldens begrootte. Gelukkiger kwam 'er een vloot van 145 Vifchhoekers af, die, kort voor de oorlogsverklaring in zee gelopen, maar tijdig gewaarfchuwd zijnde, in onderscheiden havens weêr binnenviel , na flechts $ fchepen verloren te hebben. Gelukkiger ook de O. L retourfchepen, om welken tijdig van den oorlog.'te verwittigen, ehdes noods door Franfche oorlogfchepen te doen befchermen, door Bewindhebberen voorzichtige maatregelen genomen waren ; en die ook behouden in onderfcheiden havens van Spanje enNoorwegen binnnenkwamen, uirge» zon-  VADER LA NDSCHE HIST. VERK. 455 derd het fchip Concordia, dat, vaneen^- V.afb. gelfchen Kaper eenige grondfchoten bekomen hebbende, zonk, na dat de manfchap gered was. Wij waren nog buiten ftaat, om door geweld van wapenen iets, ter vergoeding onzer groote fchade op, den Brit te vermeesteren; maar een hevige ftorm,den ladenvan fprokkelmaandopgeftooken, joeg eenige Engelfche kotters en kaperfcheepjens op onze kusten, en in ons bezit; en deed een rijk geladen Engelfch O. I. fchip, de Generaal Barker genaamd, bij Noordwijk ftranden, waar van de manfchap door de wakkerheid van den Predikant van royen , en zijne dorpelingen, grootendeels gered, en krijgsgevangen gemaakt werd. De maatregelen, die men, na het ont- Maatre. vangen der oorlogsverklaring, in de eerste gelen ter plaats bij de hand nam, om zich ter verdedi- '^eJon. ging toe de rusten, en den vijand afbreuk (ier(chei_ te doen, beftonden, behalven de reeds ge- den peiinoemden, in het opontbod van de Vlagof-tién. ficiers, en de Ingenieurs uitdegrensfteden, naar den Hage; 'het zenden van Zeeofficiers en Ingenieurs naar de kusten en fterke plaatzen, om de batterijen te onderzoeken, de vervallene te herftellen, en nieuwe op te rigten; het brengen van uitleggersin de zeegaten ; het ftrand van wachthuisjens en gefchut, de zeeplaatzen van bezettingen, en derzelver bewooners, voor zoo verre zij niet op zee waren, van geweer en onderwijzers in den wapenhandel, te voorzien; het inkopen van hout, om fchepen te herftellen en aan te bouwen; het verbieden van den uitvoer van fcheepsmateriaalen en oorlogs- be-  256 VERVOLG op WAGENAAR'S V, afd. behoeften, van het verkopen en overbren' T *" gen van fchepen in 1781 of daar na volbouwd • I# en alle vifchvaartuigen, van het verkopen' en verhuuren van fchepen en het toevoeren van behoeften aan de Engelfchen, en van het timmeren op bijzondere werven voor bijzondere rekening, om het benodigd werkvolk te verkrijgen; een gedeelte van hetzelve des zondags door te doen werken; en ook op de O. I. C. werf en elders fchepen te doen opzetten. Met alle die aanltalten tot eene groote toerusting, werd 'er evenwel zeer weinig uitgevoerd, om ons op zee geducht te maken, het voornaamfte, zooniet het eenigfte, dat thands te ftade kwam. De eeuwige twisten der bondgenoten over de vermeerdering van Land-en Zee-magt, die nooit minder, dan nu, haddenbehorenvernieuwd te worden, verlevendigden zich; en onderfcheiden voorflagen, en petitiën van den Stadhouder en den Raad van State, die nimmer het geliefkoosd voorwerp, de vermeerdering der landmagt, konden uit het oog verliezen, gaven daar toe aanleiding, Reeds den 2ÓrLen van Wintermaand was het voorftel herhaald, dat in Maart 1779 gedaan werd, om ten minften 50 of 60 Schepen uit te rusten, en onder dezen niet minder, dan 20of 30 van linie; de landmagt te vermeerderen tot 50, of 60,000 man; de grensplaatzen in een' behoorlijken ftaat van tegenweer te ftellen; en de oorlogsmagazijnen van de vereifchte behoeften te voorzien. Na de oorlogsverklaring deed de Raad van State eene petitie van 94 oorlogfchepen, en 50,000 man landtroepen, en den voorllag eener N geld-  VaöërlAndsche hist. ver ic geldopneming van 14 millioenen, om daar V. afd. uit de nodige kosten vaardig te vinden. 'Er volgde den 2211"1 vanLouwaand een plan, ' ' om het krijgsvolk van den Staat lang de kusten te plaatzen, en in drie bijzondere legers zamen te trekken; en eene petitie van een millioen bij voorraad, om hier toe de kosten te vinden, met voorbehoud van nadere voordragten. Zonder den uitflag der raadpleegingen hier over af te wachten, werd den 2dcn van Sprokkelmaand een nieuw plan, ter vermeerdering der landmagt met ruim 20,000 man, verzonden: en, daar reeds eenige gewesten te voren in de vermeerdering van 14,000 man geftemd hadden, volgens den voorflag van 1778, zoo meende men , dat die gewesten de vermeerdering nu wel zoo veel zouden willen vergroten, en dat de weigerende eindelijk wel zouden willen toeflemmen : men had onder deze verflerking , om het plan fmaakelijker te maken, 1200 Artilleristen gebragt, die men zeide, dat aan de zeekusten nodig waren, en 1200 Mariniers, die des noods tot bemarining der oorlogfchepen konden gebruikt worden. Als ook hier op geen befluit kwam , daagde den elfden Maart een zoogenaamd conciliatoir plan op, waar bij eene vermeerdering werd voorgeflagen van 936 paarden, en 17668 voetknechten, van welken 6000 voor den zeedienst zouden genomen worden. Eindelijk verminderde men zijn eisch in zoo verre, dat men, in Wijnmaand, bij voorraad alleen een corps van 6000 Mariniers vroeg , onverminderd evenwel de voortzetting der raadplegingen II. deel. R van  85$ VERVOLG op WAGEN AA R'5 V.afu. van de gewesten over het plan ter vermeer- ~— dering; der landmagt. Van alle deze plans I7 leezen wij niet, dat één tot befluit gebragt of uitgevoerd werd, behalven dat van eene geldopneming van 14 millioenen. Het ééne plan, of het ééne gedeelte van hetzelve werd door dezen der bondgenoten goedgekeurd, het andere door geenen. Indien al eens de meerderheid het omtrent de hoofdzaak eens was , verfchilde zij echter omtrent de wijze: en was 'er zelfs ook zodanige overeenftemming, dat het befluit kon worden opgemaakt, dan haperde het nog aan de uitvoering. Zoo ging het althands met het laatstgemelde planter oprigting van een corps van 6000 Mariniers, waar voor de meeste bondgenoten hadden geftemd. Want daar van kwam geen man op de vloot; de Stadhouder meende naderhand, dat zij ongefchikt waren om daar dienst te doen, en ftelde den 5den Junij 1782, reeds een ander ontwerp voor, om de manfchappen voltallig temaken; eenige volmagten uit het quartier van Oostergo in Friesland fchijnen het dus zoo kwaad niet voorzien te hebben, toen zij, tegen dit plan Hemmende, onder anderen , zeiden, dat 'er, onder voorwendzel van Mariniers, of Zee -Soldaten, eenige jaren geleden, ook twee regimenten waren aangeworven, die tot nog toe nooit in den zeedienst gebruikt waren, en dat het dus te vreezen ftond, dat, werden 'er geene bepalingen, of liever bedingen en voorwaarden , gemaakt , met de thands aan te werven Mariniers eveneens zou gehandeld worden, en het dus op één uk-  VADERLANDSCHï HIST. VERK. 259 uitkomen , als of men de armée van den V A?p» Scaatwezenlijkmet6ooo man vermeerderde, I7gu het welk zij voor de vrijheid der Repu- ' bliek zeer gevaarlijk hielden. En ondertusfchen was dé fchaarschheld Schaarschvan volk ter bemanning van 'slands fchepen be^rae"d zeer groot. Amfteldam had reeds den 26;fe11 "^"f? van Louwmaand ter vergadering van Hol- ve'ihoging land geklaagd over den traagen voortgang der handder wervingen; voor reden daarvan opge- gelden, geven , dat de Collegiën ter Admiraliteit niet gemagtigd waren om genoegzame handgelden te beloven; en aangedrongen, op het aanleggen van raadplegingen over de beste middelen, ter begunfliging der werving. Bijzondere ingezetenen dier ftad- hadden ten dien einde eene infchrijving geopend, die in korten tijd tot 25,000 guldens was aangegroeid. De Algemeene Staten hadden , op voorftel van Holland, eene petitie doen vervaardigen , ter verhoging der aanritsgelden , welke 462500 guldens beliep ; en ingevolge van dit befluit hadden de Admiraliteiten van Amfteldam en de Maas, aan ieder bootsgezel, die zich in dienst zou begeven, 75 guldens beloofd, te betalen, zoo dra hij, behoorlijk uitgerust, zich aan boord zou hebben begeven; en tevens aan de aanbrengers van matroozen aanzienlijke beloningen toegezegd. Doch, niet tegen Haan de deze maatregelen bleef de fchaarschheid voortduren, waar toe ook onder anderen medewerkte het te gelijk doorzetten van de werving voor de landmagt , welke aan die voor den zeedienst groote afbreuk deed. Geen wonder dierR a hal-  26*0 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. halven , dat over de bezwaarlijkheid der " 77 bemanning van 's lands fchepen nog zwaar • geklaagd wierd in de berigten wegens de oirzaken der werkeloosheid en traage toerustingen , door de onderfcheiden Admiraliteits - collegiën bij H. H. M. ingezonden ter voldoening aan een befluit, dat, op voorftel van den Stadhouder , den 28ft in zulke omftandigheden , manifest weinig, dat de Staten, den 12lic!1 van Lentegen En- temaand het Manifest van Engeland door geland, - een treflijk Contra-manifest beandwoord- KenCdeki"den' Waar in de redenen door het Britsch pers. ^ ' Minifterie voor de vredebreuk gegeven bondig wederlegd, en de onregtvaardige han- de-  vADERLANDSCHE HIST. VERK. »«J delingen door Engeland aan ons aangedaan in het helderst licht gefteld werden Het gu Wtte weinig;, dat zij een piacaat afkonden , waarbij zij aan Engelfche kapers en commisfievaarders'het aandoen onzer zeega e™, het daar binnenlopen, en alzoo he fnveüV maken der binnenwateren door het nemend plunderen en vermelen van fchepen goederen en koopmanschappen, en C'pleegen van allen moedwil en geweld op de ïranden of aan den vasten wal op Sifftraffe verbonden, (een ftuk, welks afiJ LiL den van Louwmaand , en dufnfdegoorToJsverklaring van Engeland ^eden niet zonder grond als zeer vreemd en ongepast aangezien werd), Men moest met elene woorden alleen , maar met daden voord zulken vijand beftrijden: en het was dus voor den beminnaar van het Vaderland eene grievende fmarte, zooveel tijds zon derinoegzaame werkzaamheid heen te zien Sn , en zoo menige gelegenheid ong* bruikt 'te zien voorbijgaan, ™»««dg viiand afbreuk, aan ons voordeel had kun Zworden wasTn Gras-- We,,,, convoi van 30 transportschepen,_ waar op zich tusfchen de twee en drie duizend man zou zfüen: 'de Stadhouder deed omtrent dien tijd de wapenfchouw over onze Texelfhe vlU en men vleide -ch algemeen dat hii tot het uitzeilen van dezelve last ' zou gegeven hebben: die hoop was ook niet R 4  204 VERVOLG op WAGENAAR'S r V,AFP- ongegrond, maar men vernam wel dra, dat gl het bevel van uitlopen den 29^.1 van Qras. maand was ingetrokken, en onze oorlogichepen lieten dus niet alleen het gemeld convoi, maar, zoo men wil, ook omtrent 100 Engelfche fchepen, die om denzelfden tijd zonder eenig geleide naar de Zond üevenden, ongeftoord hunne reize vervolgen. • Op nader bevel liep de vloot den 9** Van Bloeimaand in zee, doch keerde reeds den B4ften op hare oude legplaats weder, berigt brengende, dat zij wegens het mistig weer 's vijands convoij niet had kunnen aantreffen. Merkwaardig is het, dat zoo dra zij in zee geftoken was, reeds in de Engelfche nieuwspapieren gelezen werd, dat zij fpoedig in onze havens te rug zou keeren; en dat geregtelijke verklaringen, voor de Regering van Amfteldam. behoorlijk geftaafd, eene ongeoorloofde verftandhouding, waar door de Engelfchen voor hun goud van alles wat hier te lande omging volkomen onderrigt werden , volledig bevestigden. — Het fcheen als of de werkeloosheid, en het verzuimen van gelegenheden, om den vijand afbreuk te doen, waar van de uitvoerende magt befchuldigd werd, zich ook aan zommige fcheeps - bevelhebbers mededeelde. Twee koopvaarDe S.B. ders van Smirna komende waren door Enk. binkes gelfche kapers genomen , en één derzelven JEU T ?/ita Fechï? °Pgebragc , terwijl drie zuim ge- land'chepen teLtvorno werkeloos lagen. De vpnnisd. eigenaars van het fchip , het welk te C#vita Vechia opgebragt was, vernemende, dat hetzelve aldaar niet zou mogen blijven, maar-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 265 maar naar Livorno zou moeten verzeilen, V.afd. hadden groote hoop, dat het toen ten min- ^ ften nog door onze oorlogfchepen, vóór ' het inlopen te Livorno, hernomen zou worden. Doch de Engelfchen bragten het onverhinderd binnen, zonder dat één onzer fchepen was uitgelopen. Het gedrag van den Schout bij nacht binkes, die over de drie landsfchepen het bevel voerde en zich bij een' onvoldoenden brief aan H. H. M. gepoogd had te ontfchuldigen, werd in een' krijgsraad onderzocht, welke hem veroordeelde tot eene ontzetting voor drie jaren van zijn' post als Schout bij nacht, en verftek van zijne jaarwedde, en hem daar en boven in de kosten van het regtsgeding verwees. De Stadhouder keurde dit vonnis wel goed, maar verklaarde evenwel, in een' brief aan H. H. M., dat het verzuim van binkes alleen was toe te Schrijven aan zijne hooge jaaren, en geenszins aan lafhartigheid of eenig kwaad opzet, waar van hem nimmer bewijs was voorgekomen. Wij hadden ondertusfehen nog een aan- Heldental Bevelhebbers, op wien de blaam van moed va„ werkeloosheid, of onverschilligheid voor oorthuis de eer van 's lands vlag , in "t geheel nietenMELViLL. vallen kon, maar die in tegendeel, wanneer hun daar toe de gelegenheid verfchaft wierd, overtuigend beweezen van den ouden heldenmoed niet ontaard te wezen. Wij zullen daar van op dit jaar nog meer dan één roemruchtig voorbeeld te melden hebben, en hier alleen ter cere van de Capiteinen oorthuis en melvill, die met de fregatten R 5 * Brieh  i6S VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. Brieïïe en Caftor, ten tijde van het zoo even " o " verhaald geval, onder het opperbevel van 17 '' binkes te Livorno lagen, aanwijzen, hoe zeer hun volgend gedrag overvloedig bewees, dat het hunne fchuld niet was , dat de gezegde koopvaarder niet hernomen, maar door den Brit onverhinderd in Livorno binnen gebragt werd. Toen zij namelijk kort daar na , op een' kruistocht ten dienfte van de O. I. C., den 30*™ van Bloeimaand, met twee zwaarder en beter bezeilde Engelfche fchepen, de Crefcent en Flora , Haags geraakten, verdienden zij beiden door hunne dapperheid den grootften lof. Oorthuis, die op brielle het bevel voerde, deed, na een gevecht van 3unren, deCrescent ftrijken , fchoon hij 'er geen bezit van nemen kon, dewijl zijn fchip zoo ontredderd was, dat hij daar over geen beftuur had: hij kwam evenwel behouden te Cadix binnen, met 12 dooden en 40 gekwetften. De Caftor, een oud vuil fchip van 36 ftukken , twaalf en zes-ponders, dat tegen de Flora, een groot nieuw en welbezeild fregat, van 44 ftukken, achttien-en twaalfponders, liaan moest, ftreed ongelukkiger, daar hetzelve eindelijk door zijne weerparty genomen werd, doch niet dan na een gevecht van z\ uur, waarin het gefchut van de ééne batterij meerendeels onbruikbaar, en het gantfche fchip reddeloos gefchoten werd, terwijl men op hetzelve 21 dooden, en 42 zwaar gekwetsten telde; een gevecht dierhalven, dat aan bevelhebber en volk de grootfte eer aandeed. De Capiteinen en het fcheepsvolk van beide de fregatten ont- vin-  VADERLANDSCHE Hl SI. VERK, i6> vingen blèr te lande ook grooten lof, en aanmoedigende beloningen. De Crescent %u en de Cafior werden naderhand door de /W^« hernomen, van welken hetlaatstgemelde, met korting van h der waarde, door H.H.M. terug gevorderd werd. _ Schoon de Nederlandfche kapers m^de- Vang ur, zen oorlog op verre na zoo veel met deden g»** als in vorige oorlogen, bragten zij echter fieTOj> den vijand meer nadeel toe dan onze oor- derS4 loefchepen. Te Rotterdam , Amfteldam , Vlaar dingen, in den Haag, en in Zeeland, kwamen eenige plans van kaapreederijen te voorfchijn, die aangemoedigd door onderfcheiden gunftige befluitcn van H. H. M., en, op derzelver verzoek, eenige verandering verkregen hebbende in de eerst afgeSevene, maar voor de tegenwoordige omHandigheden minder gefchikte lastbrieven, een aantal commisfievaarders uitrustten, welken over het algemeen niet ongelukkig Haagden, fchoon aan zommigen rampen te beurte vielen, die anderen affchnkten van het deel nemen in deze ondernemingen, zoo als , bij voorbeeld , het in de lucht fpringen van de kaper de dappere Patriot, na een hevig gevecht met een Engelsen tweemast fregat; en het verlies van twee nieuwe fchoone kotters , de Hercules en Mars , gevoerd bij jan en pieter hoogeboom, bijgenaamd de Aardappels, welke voor het fregat de Artois, dat door de Engelfchen op de Franfchen veroverd was, zoo fpoedig ftreeken, dat zij niet vrij bleeven van ongunftige vermoedens. Men  , s«8 VERVOLG op WA GE NA A R'S _*FD-V- _ Men zal, na het te voren verhaalde, 1781. zicn n*et: behoeven te verwonderen over Verval den ramPfp°edigen ftaat van onzen handel van Handelen zeevaart in dit jaar, noch over de onenScheep-beilen en gevaren, die onze volkplantingen vaait. drukten en dreigden. De Amfteldamfche waag, altijd anders zoo vol gewoel, had dikwijls Hechts ééne enkele deur open, en 'er werden geene noemenswaardige goederen aan-of af-gefleept: andere kooplieden, beroemd door den handel, zagen binnen hare muuren eene akelige ftilteheerfchen: pakhuizen en zolders bleven vol goederen, die de waereld hadden moeten rondgezonden worden, maar die niemand kon of dorst verzenden : een aantal knechts werden afgedankt, en fleepers en pakkers, die anders in den dienst der kooplieden een ruim beflaan vonden, liepen bijna ledig. De vrees floot de geldkisten, het lopend geld werd fchaarfch, de waarde van het papier daalde aanmerkelijk, en naauwlijks kon men tegen zes ten honderd geld bekomen, wcshalven de Regering van Amfteldam, ter voorkoming van dreigende onheilen , befloot eene beleeningskas te openen, die tegen aï ten honderd , op roerende goederen en effecten , geld zou verftrekken. Zeldzaam zag de zee onze vlaggen. In 1780 zeilden 2058 Hollandfche fchepen door de Zond, in dit jaar Hechts 11. Het getal der in - en uit - gezeilde uit de Maas en Goêreé was in het voorleden jaar 1621, nu niet meer dan 959. De Texelfche en Vliefche lijsten, die, in 1780, 3641 fchepen telden , konden nu Hechts 1322.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. a6p 1^22 opleveren. Op den 2öftcn van Louw- V- afd. maand, was reeds alle fcheepvaart uit de „ havenen dezer landen , als mede de walvisch- ' vangst, en groote en kleine visfcherijen verboden. Hier op werden wel, deels bij het piacaat zelve, deels naderhand op de verzoeken der belanghebbenden, eenige uitzonderingen gemaakt, als ten aanzien van fchepen van vreemde volken , met uitfluiting zelfs van de Engelfche, voor zooverre zij voor de oorlogsverklaring in onze havenen geweest waren (*); voorts commisfievaarders; fchepen van de O. I. C; fchepen behorende aan , of bevracht door de W. I. C., of beftuurderen van Suriname, en verdere volkplantingen; kleine fchepen over de Wadden, de Elve, de Eems, de Wezer, om den Oost, en naar de Vlaamfche havens varende, mits onder zekere bepalingen ; fchuiten ter verfche vischvangst, en fchepen, ter Noordfche en Tslandfche visfcherije varende; en fchepen, beftemd naar de Oostzee , mits dezen niet anders , dan onder behoorlijk convoij. Doch, met alle die uitzonderingen , bleef evenwel het verbod, hoewel misfehien door de omftandigheden gevorderd, vooral, wanneer men op de gevolgen zag, allergeduchtst voor onze zeehandelaars, die met leede oogen. de voordeden van hunnen handel , door vreemden, in 't bijzonder die van Oftende, za- C *) De Engelfchen ontfioegen ook on?e Schepen, die voor de oorlogsverklaring in Britfche ha vens waren binnsn gelopen, en eerst aldaar beQagen waren gewee&t.  270 VERVOLG o p WAGENA AR'S V«flrp. zagen genieten , en eene geheele verleg-yOj ging van denzei ven derwaarts vreesden. En zelfs van de gemelde uitzonderingen had men geenszins het volle genot. Op het convoij voor fchepen naar de Oostzee werd zeer lang te vergeefsch gewacht ; en de visfehers, aan welken het uitlopen vrij gelaten was, werden, door gebrek aan befcherming, zoo veelvuldig ten prooije aan de mishandelingen der Engelfchen, dat veelen de lust van Zich op zee te begeven verging. Het duurde tot in Slagtmaand, eer de vaart weder open gefteld werd, doch voor de fchepen, ter walvisch- en haringvangst beftemd, bleef het verbod toen nog in kracht : en het flilflaan der haringvaart gedurende dit gantfche jaar overtuigde wel den vreemdeling , die zich nu van andere haring bedienen moest, proefondervindelijk van de meerdere voortreflijkheid der Hollandfche, maar beroofde ons tevens van aanzienlijke voordeden. —- Een, groot gevaar dreigde onze kooplieden door de weigering der Engelfche verzekeraars, om de genomen fchepen te vergoeden, die zij voor de oorlogsverklaring verzekerd hadden; en men vreesde daar uit groote bankbreuken; echter dit liep gelukkig af, daar 's Konings bank de zaak ten voordeele der Hollanders uitfprak. Staat der Doch maar al te gegrond werd de vrees zaken in de bevonden, die men terllond na de tijding volkplan- der oorlogsverklaring voor onze weerlooze tingen. volkplantingen, vooral in de JVest- Indien had opgevat. S. Eustathius een marktplaats, van waar teAmericaancn een aantal behoeften  •VADERLANDSCHE HIST. VERK. 27* ten ontvingen, was lang een voorwerp van Jfcai» den haat en naijver der Engelfchen geweest, fchoon zommige onderdanen van den Koning van Engeland zelve den handel op NoordAmerica niet minder ijverig dreeven dan de Hollanders, en men zelfs meende te kunnen bewijzen, dat yorke, die zoo fcherpelijk over onzen handel met 's Konings vijanden gewoon was teldagen, zelf aanzienlijke partijen haver, en misfehien ook meel, waar aan hij wist dat de Americanen groot gebrek hadden, voor zijne eigen rekening, en met een' winst van drie capitalen op een gedeelte dier verzendingen, aan hun had doen afzenden. Wij hebben te voren (* ) reeds gezien, welke klachten tegen den Gouverneur van S. Euftathius de graaf , wegens begunstiging van ongeoorlofden handenwaren ingebragt, en hoe hij deswegens ter verandwoording werd opgeroepen. Men bevond hem onfchuldig, en hij keerde naar het eiland te rug. Maar de haat tegen Eu(lathius bleef bij de Engelfchen ingeworteld, zoodanig dat stormont zich niet ontzag inliet Parlement te zeggen, dat, indien dat eiland voor drie jaren verzonken was, het reeds lang met den Americaanfehen oorlog zou gedaan geweest zijn. Men had dus zoo dra niet, in's Konings raad, tot den oorlog tegen de Nederlanden befloten, of den volgenden dag werd een floep uit Engeland naar Barbados in de Westindiën afgevaardigd, met bevelen aan den Admiraal rodney, en den £*-) Zie boven, bi, 179, i3o.  sfi VERVOLG op WAGENAAR'S jV'afp' den Generaal vaughan, om de vijandlijk1781. heclen tegen de vastigheden van den Staat in dat waerelddeel aan te vangen , en S.Euftathius het eerst aan te taftè.n. Ja zelfs beweeren zommigen, dat deze last reeds voor de oorlogsverklaring zou gegeven zijn. Doch, hoe dit zij, rodney en vaughan ontvingen denzelven den a/^n Januarij 1781, en gingen reeds den volgenden dag van S. Lucia onder zeil, met eene vloot, die den 3dcn van Sprokkelmaand in de baaij van S. Euftathius inzeilde. Capitein F. S. Grave van bylandt lag 'er met het fregat Mars van 36 ftukken, kortling daar aangekomen, met eene menigte koopvaardijfchepen, en onder dezen veele rijkgeladene: hij was, even als alle de eilanders, onkundig van de oorlogsverklaring, en zond, volgens gewoonte, een floep naar den Engelfchen Admiraal, om hem te verwelkomen, en zijn' dienst aan te bieden: maar wachtte dezelve te vergeeffch te rug, en kon daar uit niet als alles kwaads voorfpellen. Intusfchen hadden de Engelfchen hunne oorlogfchepen tegen de batterijen gerigt, en het volk ter landinge in gereedheid gebragt. Zij zonden voorts dezelfde Hollandfche floep, bemand met Engelfchen, met een witte vlag na' den wal, en eifchten het eiland, met zijne onderhorigheden, en alles, wat 'erop was, en aan hetzelve toebehoorde, in den naam huns Konings op , aan den Gouverneur Hechts een uur tijd gevende, om zich te bedenken. Toen bylandt zijnfloep, dus bemand, en met dit teken, over de reede zag vaaren, vuurde  VADÈRLANDSCHE HIST. VERK. 373 dé hij daarop, zonder te raaken, dewijl de V. afd. floep achter een oorlogfchip week. Hij r~~" kreeg vervolgens een' Engelfchen officier aan boord, die de Mars opeifchte: maar andwoordde, dat hij de vijandlijkheden zou afwachten. Drie liniefchèpèn begonnen onmiddelijk op het Fregat te vuuren, het gaf van Wederzijde dé laag, maar ftreek vervolgens als niet beftand tegen de ovcrmagt. De Gouverneur, en de overige leden der regering, geen vermogen tot wederftand hebbende, gaven ook het eiland over: en de nabijgelegen eilanden S. Martin en Saba ondergingen hetzelfde lot. De Engelfchen lieten van het fort Orange (het welk zij , naar den naam van hunnen Koning, Cc'jrge heetten) nog eenigen tijd de IIolliVidfchs vlag waeijlcn, en kreegen door die listaiog 17 Hollandfche koopvaarders in handen, die, van alles onbewust, de baaij in' ; zeilden. Zij hadden in het eiland reeds 200 li^ifchepen bemagtigd ; voorts eene ontzachlijP^jnenigte kon p waaren, waar van alles «IjdlHp cvr overgave zoo opgevuld #!iit!,v.!i'Ï3a*, 'de pakhuizen dezelven niet kunnende bergen , het grootfle gedeelte daar buiten ftond, en de oevers met tabak en zuiker als overdekt waren; drie millioenen aan gereed geld; en -eene groóte menigte van oorlogsbehoeften. Terftond na de overgave van het eiland, ontdekte rodney, dat de Hollandfche Schout bij nacht crul, ruim een etmaal te voren van daar vertrokken was, om, met het oorlogfchip Mars van 60 ftukken , 23 rijkgeladen koopvaarders naar Europa te geleiden. Hij vaardigde terII. deel. S ftond  27* VERVOLG op WAGEI^AAR'S v Ars. ftond twee liniefchepen en een fregat af, ,— j_ om ^ convojj vervolgen , het welk reeds den volgenden dag, op de hoogte van Antigua, ingehaaldwerd. Men riep terftond, dat crul de vlag zou ftrijken, en bijdraejen. De braave man weigerde dit, kreeg daar op onmiddelijk de volle laag van het grootfte oorlogfchip, werd in den aanvang van het gevecht, dat hier op volgde, doodelijk gewond, en ftierf kort daar na, betreurd en geroemd van al zijn bootsvolk, waarvan de overgeblevenen nu nog zich niet verzadigen kunnen, in bet prijzen van zijne bedaarde dapperheid , en zijn uitmuntend character (*). De lieutenant van halm wilde den ongelijken ftrijd, waar in hij de enderfte batterij , dewijl de ftukken met de (*) Het zal den Lezer niet onaangenaam zijn, hier een bijfchrift op dezen braven man te vinden, door onzen beroemden dichter bilderdnk vervaardigd , en gedrukt onder een plaaijen , wasr op de lijkbus van den Schout bij nacht, met gepast bijwerk, voorgelïelJ wordt; vooral, daar hetzelve noch in ha werk, dat wij verkorten , gevonden wordt, noch, voor zoo verre wij weeten in de verzamelingen van bilderdyk's dichtftukken herdrukt is. Wie weet van fldd'ren of bezwijken Daar 't vaderland en glorie geldt; Bataven! 't voegt u niet, na de oude helden blijken, Na 'c dierbaar bloed, geplengd op ilacht - en water - veld. ó Vest uwe oogen (lcclus op zo veel eedle lijken, En viiegt kloekhartig in op 'c Brittenlandsch geweld! Of zoude onze eeuw in moed voor die der vaadren wijken. En is hun leeuwen aart, de fchrik der Koningrijken, Op wieken van den tijd voor eeuwig hcengcfncld? 6 Neen; daar is 'er nog, die 't voorgedacht gelijken, Wier borst van vrijheidsliefde en gloeiende eerzucht zwelt.De naam, dien 't dankbaar (lift op deeze bus doet prijken, 'JEurig-t Neerlands grootheid nog, voor't minst,in Oenen held.  VADER LAN DSC HE HIST. VERK. 275 de trompen in 't water haalden , niet kon V. afd. gebruiken, voortzetten: doch vond dit on- " ondoenlijk, en zich in de noodzaak, om, na een gevecht van omtrent een half uur, te ftrijken. De Mars, redloos in mast en wand, en door een Engelfch oorlogfchip op fieeptouw genomen , werd met 22 koopvaarders C want één ontfnapte deze reize) te Euftathius opgebragt, waar het lijk van den Schout bij nacht met krijgseere ter grave befteld werd, terwijl men hier te lande naderhand zijne gedachtenis met een' gedenkpenning vereerde. De mishandelingen, aan de bewoners van het eiland aangedaan, waren allergruwelijkst; geene bijzondere eigendommen werden ontzien, maar de inwoners, van zilver, geld, Haven, rijke en volle pakhuizen, en andere bezittingen ' beroofd , uit hunne wooningeti geftoten. Dit lot trof de Hollanders niet alleen, maar zelfs de Britfche kooplieden, die zich aldaar bevonden , of 'er hunne goederen en belangen hadden; en niet alleen de kooplieden van London, maar ook eenige leden van het Parlement, lieten zich , in fterke bewoordingen, tegen dit beroven van bijzonderen eigendom uit. Doch alle deze vertogen baatten weinig. Rodney haastte zich, om zijn geftolen buit te gelde te maken, of in eene veilige haven te brengen. Een groot gedeelte veilde hij in 't openbaar, bij welke gelegenheid de kooplieden van de Deenfche eilanden, bijzonder van S. Thomas, aanzienlijke winften deden, daar zij de eenjgfte onzijdige naburen waren , die zich als kopers konden opdoen, Sa eö  27<5 VERVOLG ob WAGENAAR'S V afd. en peheele pakhuizen met kostbare goede- ren 'opgevuld, of rijkgeladen fchepen, m I7'81, één koop geveild, en voor een vierde van de waarde, of minder, gen-even werden. Een ander gedeelte van den buit, beftaande in eene aanzienlijke hoeveelheid zuiker, koflij, indigo, tabak, en rijst, werd op last van rodney en vaughan in eene menigte koopvaardijfchepen ingeladen, en den 17-1™ Maart naar Engeland gezonden, begeleid door twee oorlogfchepen, en twee fregatten, waar van één een gedeelte van het geld, dat van de verkochte goederen gemaakt was, aan boord had. De Franfche Admiraal de la mothe piquet, tijdig van de reize van dit convoij onderrigt, zeilde uit Brest, om hetzelve te onderfcheppen, en bragt aldaar, in 't begin van Meij , 23 koopvaarders van hetzelve op. Hij zou dezelven waarfchijnlijk alle bemagtigd hebben, en zelfs de oorlogfchepen en fregatten, indien het Admiraalfchip minder log geweest ware. Veelen onzer kooplieden vleiden zich met de teruggave van dezen hernomen buit, doch deeze hoop werd verijdeld, door dien 'er toen nog geene fchikkingen gemaakt waren tusfchen Frankrijk en ons, ten opzichte van de prijzen,en het hernemen van Franfche en Hollandfche fchepen op de Engelfchen , waar omtrent eenige maanden later een verdrag gefloten werd. Kort na het bemagtigen van S. Euflathius, kreegen de Engelfchen ook Demerary en Esfequebo in handen, en wel zoo gemakkelijk, dat zij veel eer konden gere-  VADERLANDSCEIE HIST. VERK. 277 kend worden aan hun aangeboden en over- V. afd, gegeven, dan door hun genomen te zijn. Z— Het zij dan dat de' ingezetenen dier volk- *7°l' plantingen vreesden , voor eene barbaarfche behandeling; hetzij, dat bloohartigheid of kwaade trouw de oirzaak der zoo gereede overgave was; het zij eindelijk, dat veele planters , onder den last der in Holland opgenomen gelden zuchtende, de verwisfelïng van regering als een middel aanzagen, om van hunne onbetaalbare fchulden ontheven te worden; zeker fchijnt het, dat de Gouverneur p. van schuilenburg, op het vernemen van de tijding der vredebreuk, ineen gefprek met zekeren james cl-irke, over den-weerloozen ftaac zijner volkplantingen, en het gevaar van door Engelfche kapers mishandeld te worden , zich aldus had uitgelaten , dat hij liever voor een konings fchip de vlag zou ftrijken, en liever een' konings officier de hand geven , dan de inwooners of zich zeiven aan de mishandelingen van kapersblootgefteld zien : dat da»ar op de Engelfche bevelhebber van Barbados, cunningham, door clarke van dit gefprek verwittigd zijnde, en aan de kapers het uitzeilen belet hebbende , aan schuilenburg een' lieutenant met een' vredevlag zond, om hem, zoo als hij zich, in een' brief aan dien Gouverneur , uitdrukte, „ gelegenheid te verfchaffen, om „ de volkplanting aan den koning van ,, Groot-Britanniën over te geven, op de,, zelfde voorwaarden, als rodney en vaug„ han, aan S. Eu/lathius, S. Martin, en „ 'Saba hadden toegeftaan;" en dat daar op S 3 ter-  2?8 VERVOLG op WAGENAAR'S v. afp. terftond de overgave met bereidvaardigheid — gefchiedde. De inwoners verkregen even- 1781. wei naderhand veel gunstiger voorwaarden, dan die van S. Euftathius. Zij mogten bij het vol bezit van hunne goederen blijven, en zouden voor eerst volgens hunne tegenwoordige wetten geregeerd worden: alleen hadden zij den eed van trouwe af te leggen aan den koning van Engeland, aan wiens officieren daarenboven alle 'de goederen en krijgsbehoeften, aan de W. I. C. toebehorende, moesten worden overgeleverd: de bevelhebber, de andere officieren , en het krijgsvolk kreegen vrijheid , om met een kartelfchip naar Holland te gaan , en hunne goederen mede te nemen. Rio de Berbice viel in Engelfche handen, na dat het aangevallen was door twee Engelfche kapers , met landtroepen bemand, welke de plantadie van j. h. van kinsbergen, voorheen Capitein in 'slands dienst, die hun wederftand bood, in brand ftaken, en de daar liggende fchepen mede namen. De Engelfche bevelhebber ftond den ingezetenen dezelfde voorwaarden toe , weike aan die van Esfequebo en Demerary verleend waren. De Britten bleven evenwel niet lang van deze volkplantingen meester. De Markgraaf de bouilló , bevelhebber van Martinique, hernam S. Euftathius op den 2j5ftcn , November , na dat hij den vorigen nacht geland was op eene plaats, waai de Engelfchen dachten dat niemand aan land kon komen, en de bezetting onverhoeds overrompeld had. Hij zond onmiddelijk den bur-  VAD ERLANDSCHE IIIST. VERK. 2-9 burggraaf de d amas , om ook Saba te ver- V. afd. meesteren, en dit gelukte op dezelfde wij- ~ ze , zonder eenige tegenweer; gelijk ook S. Martin , waar eene zwakke bezetting lag , terftond in de handen der Franfchen viel. BouiLLé vond op S. Euftathius zakken geld, gemerkt met de namen van zommige inwoners, en in 't huis waar de Engelfche bevelhebber cockburn gewoond had, in bewaring gefteld,. tot dat het hof van London 'er over zou gevonnisd hebben. Hij gaf dezelven aan de eigenaars te rug , maar andere zakken , met de naamen van rodney en vaughan getekend, eigende hij zich toe, en deelde ze onder de zijnen uit. Hij herftelde voorts de ingezetenen bij hunne vorige regeringsform , onder de heerfchappij der Algemeene Staten, voor welken hij verklaarde op het eiland bezetting te willen houden, tot dat 'sKonings troepen door die van H. H. M. zouden zijn afgelost. De herftelling der Hollandfche regering werd door het opheisfen en begroeten der Hollandfche vlag op het fort aanger kondigd. — Esfequebo , 'Demerary , en Berbice, werden, in 't begin van 1782, door kersaint, met eenige Franfche fchepen daar opgedaagd, zonder flag of floot, hernomen. Na dat men hier te lande van de vermeestering van S. Euftathius, en andere volkplantingen , door de Engelfchen , tijding ontvangen had, was men ook beducht voor Suriname en Curacao , doch de berigten . van daar waren gunftiger. In Suriname was men van de vredebreuk verwittigd door S 4 Ca-  s8o VERVOLG op WAGENAAR'-S v afd. Capitein de rook, die ren dien einde met o een oucl fregat derwaarts afgevaardigd was, ' ' en, dezen last volbragt hebbende, op zijne terugreize nog een Engelsch berkentijnfchip met levensmiddelen nam. Men ftelde de volkplanting in een' behoorlijken ftaat van tegenweer, en, fchoon eenige kapers de ftoutheid gehad hadden , van de rivier op te zeilen , de aldaar liggende fregatten weezen ze af, en de voorzorgen, die men genomen had, waren zoo wel berekend, dat men voor nieuwe en ernftiger aanvallen bewaard bleef. Op Curacao waren twee oorlogfchepen, onder bevel van rietveld en cras , die op het tijdftip der vredebreuk uitgezeild waren , behouden aangeland , en hadden aldaar nog twee fregatten gevonden. Deze middelen van verdediging, dë daar toe gunftige ligging des eilands, en gepaste voorzorgen, benamen den Engelfchen den moéd tot eenigen aanval. En zelfs nam Capitein jüstus boot één van de twee Engelfche kapers , van 26 ftukken , die zich op de hoogte dezer volkplanting vertoonden; en zond denzel- ven ter kruistocht rondom het eiland. Délmina was door een Engelsch fregat aangevallen, maar had hetzelve doen wijken; en onze bezetting aldaar had zich , uit wederwraak , van de Engelfche bezitting Sacconde meester gemaakt. Om_ ondertusfchen de volkplantingen , die wij nog behouden hadden, van het nodige te voorzien , werden de belanghebbenden te rade derwaarts eenige gewapende fchepen met behoeften te zenden, die, ik  VADERLANDSCHE HIST. VER K. 381 in gemeenfchap zeilende, desnoods, eene V.afd,. vijandlijke magt , die niet te groot was, —- zouden kunnen wederftaan, en misfehien 17°ï' zelfs, wanneer zij daar toe vrijheid en gelegenheid kregen, door het nemen van enkele fchepen, die zij op hunne reizen ontmoetten , den vijand afbreuk doen. Ter aanmoediging dezer onderneming beloofden H. H. M. eene belooning , geëvenredigd aan de meerdere en mindere kosten , op de uitrusting en wapening van grootere en kleinere fchepen vallende; voorzagen dezelven van lettres de marqué; en zegden tevens het geleide van één óf meer oorlogfchepen of fregatten toe, welke de fchepen van den Staat in die volkplantingen liggende zouden aflosfen, en aan dezenliet bevel brengen, om met de koopvaarders, die den wil naar het vaderland hadden, te rug te keeren. Het leed niet lang, of 17 gewapende koopvaarders, ruim 1200 koppen , en omtrent 400 ftukken gefchut voerende, lagen gereed, om naar de W. I. te ftevenen. Eene dergelijke fchikking was reeds te voren met bewindhebberen van de O. I. C. gemaakt, en, ingevolge van dezelve, lagen in Oogstmaand 8 O. 1. fchepen in Texel, en eenige in de Maas gereed , ieder met 50 ftukken gewapend ; welke, fchoon zij niet van gewoone lettres de marqué voorzien konden worden, evenwel vrijheid verkregen, om vijandlijke fchepen te vermeesteren, en in welker uitrusting de Staten uit 'slands kasfe de Compagnie te gemoet wilden komen , door ten dien einde eene petitie van 2294400 gulS 5 dens  282 VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd dens te doen ftellen; terwijl voor de bui- tengewoone kosten der gewapende W. I. fchepen eene petitie van 1200,000 guldens werd opgemaakt. Toeftand De toeftand van de O. I. C. was ondervan de tusfchen ook verre af van voordeelig te zijn. O.I.C. Schoon de Staten van Holland haar 1200,000 eH ftjat guldens tegen dubbele interest hadden opder zaken O O in de o. gefchoten, tot voortzetting harerwerkzaamlndiëii.' heden en befcherming harcr bezittingen, vond zij echter zich in groote verlegenheid, nademaal veele geldfchieters, van welken . zij penningen opgenomen had op recepisfen, onder de gewoone voorwaarde, van met 6 weeken van beide zijden de hoofdfom te kunnen opzeggen, nu door de vredebreuk bekommerd geworden zijnde, hunne gelden te rug vorderden. Men verhaalt, dat een rijk ingezeten van Amfteldam op éénmaal drie tonnen gouds van de maatfchappij te rug eischte. In dien hoogen nood verkreeg zij van de Algemeene Staten opfchorting van de betaling dezer Recepisfen, welke fchikking dezelven zeer in prijs deed dalen, daar zij anders doorgaans opgeld deden. ■ De zwakke ftaat van verdediging aan de Kaap de goeds Hoop was bekend, en men was dus voor die kostbaare bezitting ten uitterften bevreesd, te meer, daar de Engelfchen onderfteld konden worden het groot belang van dezelve zoo levendig te voelen, dat zij buiten twijfel alle pogingen zouden aanwenden, om zich van dezelve meefter te maken. In de daad de Admiraal johnstone was met eene vloot ten dien einde uitgezonden, en zijn VERVOLG op WAGENAAR'S  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 283 zijn toeleg zou zeker gelukt zijn , indien v-afpde hulpvaardigheid der Franfchen denzei- gl> ven niet verijdeld had. Toen de tijding der vredebreuk in Frankrijk aankwam , lag 'er juist een fchip gereed , om bevelen naar S. Maurice over te brengen; en men bood dus onzen gezandt aan, om met hetzelve het berigt van de oorlogsverklaring aan den Gouverneur van de Kaap te zenden , die hier door reeds den 29rt<-'n Maart daar van kennisfe kreeg. Voprts ftevende de Franfche Admiraal de suferen, met eene vloot, en 1200 man landtroupen, derwaarts, om dien fleutel der O. I. zeevaart tegen de Engelfchen te helpen verdedigen. Deze had bij S. Jago eene ontmoeting met johnstone, waarin beiden zich de overwinning toefchreven, maar waarvan de suffren ten minsten zeker dat voordeel had, dat hij den Engelfchman verkloekte, en zijn voornemen, om vóór de Franfchen. de Kaap te bereiken, verijdelde. Den 22^™ Junij zeilde de Franjche Admiraal Baaij Fats binnen , en de vreugde der ingezetenen , op zijne ontmoeting, waste grooter1., daar zij den voorigen dag , op het eerfte gezicht van fchepen, zijne vloot voor eene Engelfche gehouden hadden. Men maakte nu, met gemeen overleg, zodanige fchikkingen, die het oogmerk van johnstone, om de Kaap, bij een' onverhoedfchen aanval, te overrompelen, geheel te leur ftelden. Hij bragt ons echter groote fchade toe, door het nemen van eenige O. I. fchepen. Eén van dezelven, de held Woltemade, met krijgs - en mond - behoeften en veel fchats  284 VERVOLG op WAGENAAR'S V afd. fchats naar Ceylon beftemd, werd genomen u" ^oor v*er fcnePen van johnsïone's vloot, 7 ' die hij uitgezonden had, om de kust van Africa op te nemen ; en vier haalde hij zelf uit de Saldanha - baaij , terwijl een , vijfde (waar van hij den brand, door de manfchappen die het verlieten 'er in geftoken, zoo ligt niet blusfchen kon , als van de overigen) in de lucht vloog. Met dezen buit keerde hij naar Engeland te rug, en de Kaap bleef behouden. Aldaar was, daags na het ontvangen van de tijding der vredebreuk , een Engelsch fnaauwfcbeepjen ten anker gekomen, dat prijs gemaakt, en als advis -jacht naar Ceylon gezonden werd. Op Batavia (waar de in 1780. overleden Gouverneur reinier de klerk door Mr. willem arnold alting opgevolgd was) ontving men de tijding der vredebreuk in 't begin van Junij, en men ftelde zich dus aldaar in ftaat van verdediging, zoo dat het ook daar den Engelfchen niet gelukken kon, ons grondgebied aan te tasten. — Maar Negapatnam, op de kust van Coromandel, eene zeer gewigtige bezitting, werd door den Admiraal hughes , en den Generaal munro , na eene belegering van omtrent eene maand, bij verdrag ingenomen: — en deze overwinning werd in 't begin van 178I2. gevolgd door het ftormenderhand veroveren van de forten Trinconomale en Oostenburg, op Ceylon, waar de Engelfchen een' goeden voorraad van krijgsbehoeften vonden. Na lang marren kreeg eindelijk de Texelc\do« fcne vloot de lang gewenschte gelegenheid, genbank. om aan den vijand bewijzen te geven van ha-  , VADëRLANDSCHE HIST. VÈillt. aSj haren heldenmoed, en ijver voor de eer" V- , van 'f Vaderland. Het herhaald verzoek ~ gu van de belanghebbenden op de vaart naar de < Oostzee, die ons niet alleen van levensbehoeften, maar van de meeste benodigdheden tot het voeren van een' zeeoorlog voorzien moet, baarde eindelijk het befluit om aan hun convoij toe te zeggen: en eène vloot van 6 oorlogfchepen, 8 fregatten, en i kotter, nevens eenige advis-jachten en uitleggers, ftak werkelijk ten dien einde den iftetl Augustus in zee, verdeeld in twee fmaldeelen. Het eerfle, onder bevel van den S. B. N. zoutman was beftemd , om 72 koopvaarders , na Tetershirg , Riga , en Nerva moetende, door de Noordzee, enjt Schagenrak, tot aan 't Kattengat te geleiden , en de fchepen uit de Noordfche havens, den wil naar 't vaderland hebbende, als mede de in Noorwegen liggende O. I. fchepen te rug te brengen. Capitein van kinsbergen moest, met het andere fmaldeel, het eerfte tot op zekere hoogte vergezellen, de kusten beveiligen, in de Noord* zee blijven kruisfen, en op de bewegingen van den vijand acht flaan. Reeds vroeg in den morgen van den 5ded, toen gelukkig de beide fmaldeelen nog niet gefcheiden waren, ontmoette onze vloot eene Engelfche onder bevel van den V. A. hyde pareer , die meer dan 100 koopvaarders uit de Oostzee naar Engeland geleidde. Dezelve beftond uit 6 oorlogfchepen, 5 fregatten, en 1 kotter: zij had dus eenige fregatten minder dan de onze, maar, daar deze, in een' geregelden zeeflag van geen' anderen dienst zijn, dan om het convoi te dekken, de fei- nen  s85 VERVOLG op, WAGENAAR'S v.afd. nen te herhaalen, en heen en weder zeiI78i~ Iende den viiand afbreuk te doen; daar boven alles de hoeveelheid van het ijzer, en de onverdeeldheid van hetzelve in aanmerking komt; en de Engelfchen, door het zwaarder charter hunner fchepen en hun zwaarder gefchut, op ons een voordeel van 873 ponden ijzer in ieder laag hadden; zo kon men de meerderheid der Engelfche vloot boven de onze met regt niet ontkennen (*). Doch de f*) Defterkte der vlooten wordt aldus opgegeven: Adr.i. de Ruiter: . . 64 ftukken . s» b. k. zoutman. Holland. 64 . . Cspt. dedel.' Adm, Generaal ... 74 —— . —— v.kinsbergen Adm, Piet Hein . . 54 . v. braam. Batavier . . . . 54 —— . eentinck. Erfprins . . . . 54 . ~-~ braak. Argo .' . . . . 44 . staring3. Zephir . . . . . 36 . wierts. Bellona . . . . . 36 . dekker. Amphitrite . . . 36 . v. woensel. Medemblik . . . 36 . ; v.reyneveld»' Eensgezindëeid . . 36 . bouRitIus. Venu% . . . . . 24 . v.uechteren. Do/pbyn . . . . 24 — . mulder. * Ajax 24 ; . v.welderen. Benevens de advisjachten, en uitleggers, de Zeebaars, Zwaluw, Spion% Kemphaan, en Brak. * * Princes Amalia. . . 80 ftukken . Capt. macartney. Fortilude . . .'.74 . v. At parker. Berwick 74 . Capt. ferguson. Bienfaifant . .. . . 64 . braitwaithe Bufalo 60 — . •< truscott. Preston . . . . .. 50 . — graeme. Dolphin 44 . blair. Artois 40 . macbrïbe. , Latona 38 . h. parker. Belle Poule . . . . 36 . batton. Cleopatra . . . . 32 . murray. Surprife 10 —— . Luit. rivext»    VADERLANDSCHE HIST. VERK. 2S7 de o-rootere fterkte van den vijand fchrik- v-AFgte de onzen niet af. Zoutman deed ten 8l< 6 uure fein voor de oorlogfchepen, om zich in dagorde te fchaaren ; en voor de koopvaarders, om lijwaards af te deinzen, met eenige fregatten tot derzelver dekking. Met opgeheefe vlaggen wachtte men, vol brandend ongeduld, den vijand af, die met 8 fchepen, voor den wind af, ftaatlijk aankwam , zijne koopvaarders onder de befcherming van eenige fregatten loefwaards "•elaten hebbende. Omtrent 8 uure hees zoutman de ftrijdvlag op, en niet voor dat de Engelfchen op den afftand van een halve Snaphaanfchoot genaderd waren, werd 'er van één der beide kanten gevuurd. Parker plaatste zich tegenover zoutman, en elk had, in dezen geregelden zeeflag, zijne partij: de Argo, fchoon Hechts een fregat van44 ftukken, moest in de linie liaan. Van beide zijden werd woedend gevochten, en fchoon de Engelfchen , behalven hunne meerdere fterkte, nog het voordeel van den wind hadden, de ijver van ons volk bleef onbezweeken, en het gaf onlochenbare blijken, dat het niet ontaard was van den ouden heldenmoed. De twee voorfte fchepen van de Engelfche linie waren wel dra zo gehavend , dat zij wijken moesten , en loefwaards buiten fchoots liggen bleven. In 't begin van den flag fneuvelde de Engelfche Capitein macartney; en wondde een zwaare kogel onzen Capitein bentinck zoo gevaarlijk, dat ' hij daar aan eenige dagen later overleed. Zijn tweede Capitein bosch zettede het geJ vecht  a88 vervólg op W ag ENAAR's! v. afd. vecht óp de Batavier , tegen zijne tegeri» ~~V7%i~ partih de Bienfaifant, zoo moedig door, ' ' dat dezelve , na omtrent i| uur Haags geweest te zijn, afdeinsde, en alleen öp den afftand van een zesponder fchot vuuren bleef. De Batavier kreeg daarop nog driemaal de volle laag van een' vierenzeventiger, die hem dwars op zijde liep, en, na hem verlaten te hebben , op de Argo afkwam , welke eerst met den Dolphyn was Haags geweest, en nu nog het geluk had, van de fokkeraa van dezen ontzachlijken vijand weg te fchieten. Lang evenwel kon de Argo , die reeds zeer veele dooden en gekwetften had , en door reddeloosheid naauwlijks drie ftukken meer gebruiken kon, tegen zulk eene overmagt niet beftand blijven: en staring kreeg dus bevel, om uit de linie te wijken , welke door kinsbergen eh bqsgh weêr werd gefloten. Parker dëed eene poging om dezelve te brceken; met de Fortiturfe, en nog een zwaar' fchip , naderde bij den Batavier , welke door deze twee fchepen, gezamentlijk met de Bienfaifant, en nog een fregat,zoo reddeloos gefchoten werd , dat hij een wrak geleek: kinsbergen liet hierop zijn fchip eenige ftrceken afvallen,'t welk in'svijands oog den fchijn had, als of hij uit de linie week, doch eensklaps loefde hij weêr op, en begroette parker's voorfchip , en de andere fchepen, met zulk een vuur, dat ze bij den wind opftaken, en onze linie, na ruim drie uuren vegtens, verlieten. Parker deed nogmaals eene poging, om eene flagorde te vormen, doch vondt dit, volgens    VADERLANDSCHEHISt.VERK.a89 gens zijne eigene bekentenis, door de red- _y^AFn^_ loosheid zijner fchepen , ondoenlijk , en "gl. daagde dus niet weêr op : fchoon de onzen, beneden winds van den vijand, ter plaatze des gevechts, met de zeilen op de boorden, liggen bleven, ten teken dat men hem afwachtte , indien 't hém gelusten mogt den kans te hervatten. Het vervolgen van den vijand was voor onze redlooze fchepen onmogelijk. De Batavier was ftuurloos, en moest verzoeken, om op fleeptouw genomen te worden. Holland zonk, niet tegenftaande alle pogingen tot behoud aangewend , na dat het volk, met achterlating evenwel van eenige gekwetften en zieltogenden, op de Spion was overgegaan. Alle de overige fchepen waren aan masten en tuigagie zeer befchadigd, en zommige hadden grondfchoten bekomen. Na dat dus eenigen tijd te vergeefsch gewacht was , of de vijand ook lust betoonde, den flag te hervatten, gaf de Schout bij Nacht bevel aan de oorlogfchepen, en aan het ganfche convoij, om naar de eerfte haven de beste te zeilen: en den iadcn en 13^ van Oogstmaand kwam alles weder binnen. Het getal der dooden op de Hollandfche vloot was 142, dat der gekwetften 403. Parker gaf 104 dooden op, en 339 gekwetften, en, onder dezen, verfcheiden voornaame Officieren. De Engelfchen hadden ook met fpek, mesfen , fcharen , oud porcelein , en dergelijk ontuig gefchoten , doch denkelijk was dit niet op last der bevelhebberen, maar Hechts door het woest en driftig gemeen gefchied. II. deel. T Op  s$o VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. Op het fchip van kinsbergen waren i s koe* ; r voeten vermist, door het volk waarfehijn- I<7®1' . lijk naar den vijand verfehoten , zonder weten of last des bevelhebbers. Te'ver■ , geefsch beroemden de Engelfchen zich op de Overwinning, daar onze vloot ontwijfelbaar het llagtveld behield: evenwel hadden zij dit voordeel boven ons , dat hun convoij behouden in Engeland binnen kwam , en dus dit gedeelte van pareer 's oogmerk bereikt werd, daar het onze, tot zeer groot nadeel van den handel, zijne reize niet vervorderen kon. Indien de fchepen uit de Maas en Zeeland, zoutman 's vloot verfterkt hadden., de uitllag van het gevecht had voorzeker ook even zeer tot ons voordeel geweest, als dezelve ons nu tot eer flrckte. ■Welke de oirzaken ook mogen geweest zijn , dat deze fchepen niet waren medegezeild, zoo. veel is zeker, dat de redenen, die men daar voor opgaf, verre waren van aan allen te voldoen , en dat integendeel hier omtrent bij vëelen zwarte .vermoedens reezen. Ondertusfchen ondervonden zoutman en zijne vlootelingen de hartelijkfte bewijzen, van de deelneming en dankbaarheid der.natie. Het lijk van benti,nck werd in de Nieuwekerk te Amfteldam, met een zeer aanzienlijke lijkftatie, begraven; en ter zijner eere eene penning geflagen, eneengedénkteken vervaardigd. De zieken en gekwetften, die deels op twee fregatten, in Texel liggende , en ter hunner berginge'gefchikt , :en deels naar het gasthuis van Amfteldam overgebragt waren, genoten de best mogelijke oppasfing, allerleië verkwikkingen, | en  wirï r f ai Y vu-ebra de BoowrsoanltJcJie 11 cMen.   ( VADERLANDSCHE IIIST. VERK. *pt en gepaste beloningen va geld en eereteké- V- afd. hen. De bevelhebbers en andere officie- gl. ren, die in het gevecht deel hadden gehad , werden in hunne rangen verhoogd , en met fchitterende eeretekenen begiftigd; en zij zoo wel als alle manfchappen der vloote ontvingen een gefchenk van twee maanden maandgeld, terwijl daarenboven aan al het bootsvolk een vrolijke dag gegeven werd. De beroemdfte dichters zongen den lof der Doggersbankfche helden (*) ; de vrouwen droegen linten , met zoutman 's naam getekend, en andere verfierzelen ter hunner eer;' gepaste gedenkpenningen onderfcheidden hen bij den tijdgenoot , en bragtten den roem hunner daden bij de nakomelingfchap over; met één woord, dé drift om hunnen moed te beloonen , en hunne eer te vereeuwigen , was vrij algemeen zoo wel bij den ingezeten, als bij hen, die in 't bewind gefteld waren. Met genoegen vernam men, dat bij deze gelegenheid dezelfde eeretekenen, die de Bevelhebbers en Officieren , welke op Doggersbank geftreden hadden, ontvingen, ook werden toegelegd aan die van de fregatten Brktte en Cafïor, van welker heldhaftig gedrag wij boven verllag gedaan hebben. Voorts werd ook voor de aanhoudende onderfteuning der helden , die in den dienst des vaderlands verminkt geworden waren , en der weduwen , kinderen, en moert) Zie, onder anderenr FÓlift Oden enGedicbten, II. D , bl. 57. Nieuwlaisd's Nagelsten gedichten b. i8. en verv. T a  aps VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd moeders van de gefneuvelden, door onder~7 fcheiden infchrijvingen liefderijk gezorgd; l7°l' en de inzamelingen ten dien einde te Haarlem en Amfteldam, door eenige menfchenvrienden, die zich daar toe vereenigd hadden, gedaan, vergroot door de gaven van elders ontvangen , gaven de eerite aanleiding tot de oprigting van het Vaderlandsch fonds, dienende in V algemeen ter aanmoe diging van V lands zeedienst, en in. V bijzonder ter onderfteuning der behoeftige weduwen van zeelieden in dien dienst gefneuveld; het welk, onder een vereenigd uitmuntend bellier gebragt en gebleven, nog voortgaat den vaderlande uitftekende nuttigheden te bewijzen , en der menschlicvendheid aangename offers te brengen. Eindelijk voorzag men ook liefderijk in de verzorging en verkwikking onzer krijgsgevangenen in Engeland , waar van'veelen met het inzicht, om hen tot het nemen van dienst tegen hun eigen vaderland over te halen , gruwelijk mishandeld werden , en welker behandeling , fchoon zommigen tarnelijk te vrede fcheenen,, over het algemeen aanmerkelijk 1 verfchilde van die, welke hier te lande den £»ge//c^TDSCHE HÏST. VERK. 297 Engeland gunftiger was, dan aan ops. Rus- V.afd^ land bood' zijne bemiddeling tusfchen on- ~1 ^ zen ftaat en Engeland aan , zonder één ' woord van het verbond der gewapende onr zijdigbeid te reppen. H. H. M. verklaarden °zich bereid, tot het aannemen dier bemiddeling, en tot het herftellen van den vrede op billijke en eerlijke voorwaarden, maar voegden 'er bij, dat zij verwachtten, dat de Keizerin inmiddels geene inbreuk zou toelaten op het gezegde verbond, maar in tegendeel onzen Staat de wezenlijke uitwerking van hetzelve doen genieten, bij aldien de onderhandelingen het gewenfcht gevolg niet mogten hebben. Engeland weigerde de bemiddeling , en wilde in geene andere onderhandelingen tot vrede komen, dan die een' algemeenen vrede ten voorwerpe hadden, en waar in de Keizer ook gekend wérd. Toen de Keizerin dit aan de Staten berigtte , voegde zij 'er bij betuigingen van haar leedwezen over deze teleurrtellin"- van hare voornemens om Engeland door nieuwe pogingen tot vreedzame gevoelens over te halen, en van haren wenfeh voor het wel Hagen eener toekomende algemeene vredes - onderhandeling, bij welke zij aan de Republiek alle mogelijke hulp beloofde, „ op dat dezelve ten eeriten mogt „ wederkeeren tot den ftaat eener onzij„ dige Mogendheid, en daar door weder „ ten vollen onbegrensd genieten alle de „ regten en voordeden, welke derzelver „ toetreeding tot de verbindtenisfe tus„ fchen hare Keizerlijke Majefteit, en de „ Koningen hare bondgenooten, haar moest T 5 „ ver-  298 VERVOLG oP WAGENAAR'S v', AFP" »i verzekeren." Dit gaf genoeg te kennen, 1781. ^at ^e verzoc"te hulp niet verleend zou worden; en de kort daar op gevolgde weigering van een' Rusfischen Admiraal , om eenige Hollandfche Koopvaarders van Cadix naar de Oostzee te geleiden, en de man-. fcha,ppen van een verkocht oorlogfchip in te nemen, bevestigde ten vollen, dat de Hollandfche fcheepvaart thands van het meergemeld verbond geen regtsftreekfch nut te wachten had. En in de daad Rusland toonde in't vervolg zoo.duidelijk naar de Engelfche zijde te neigen, dat Engeland, het welk eerst ook den Keizer tot bemiddelaar begeerd had, naderhand bemerkende, dat josephus II. den Engelfchen niet genoeg aan de hand ging, en dat de Keizerin hun gunftiger was , hare bemiddeling alleen aannam, en zelfs voor die van Zweeden, dat de zijne later aanbood, en op een billijker en onpartijdiger trant fprak , van de hand wees. H. H. M. merkten die verandering in de gezinningen van Rusland, en gelastten dus den Meer brandsen, die met den Prins gallitzin over de bemiddeling handelen moest, wel hunne begeerte naar een' eerlijken vrede te kennen te geven, maar tevens te verklaren, dat de bemiddeling alleen door hun onder die voorwaarde kon "* aangenomen worden, dat het verbond der gewapende onzijdigheid tot een grondflag gelegd wierd. Portugal, dat wel niet • in,dit verbond begrepen was, maar echter tot, de onzijdige Mogendheden behoorde , weigerde aan onze oorlogfchepen een langer verblijf in zijne havens, onder voorwend-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 299 wendzel, dat de .onzijdigheid deze weige- Vjm^ ring vorderde; en hield echter met alleen 8l, zijne havens altijd voor de Engelfchen oVm, maar vergunde hun ook daar de fchepen , zelfs die zij van onzijdigen roofden, op te brengen en te verkopen : en hetzelfde hof gaf 6ök, bij andere, gelegenheden, bewijzen van ziine partijdigheid en onopregtheid tegen onzen ftaat. Doch, fchoon wij van geene der onzijdige Mogendheden eenige hulp ontvingen , en de Nederlandfche vlag in het verbond , waar op de hoop van zoo veelen zich billijk gevestigd had, geene regtftreekfche befcherming vond, de zeehandelaars even- 0nzs wel beproefden met goeden uitflag, om er koopvaarzijdelings eenig nut van te trekken , doorders vaa- % hunne "fchepen" onder vreemde onzijige- ojgw Vlaggen te doen vaaren. * Vooral werden hier toe Pruisftfche en Keizerlijke vlaggen gebezigd. De Koning van Pruisfen had Zijne onderdanen verboden den oorlogende Mogendheden eenige krijgsbehoeften toe te brengen, doch aan het overvoeren van alle onverboden waaren zijne befcherming toegezegd,.en daar bij verklaard te verwachten, dat de oorlogende Mogendheden aan hunne gewapende fchepen niet zouden toeftaan, Pruisfifche fchepen, beladen met masten, hout, hennip, teer, koren, ot dergelijke materialen, geene eigenlijke krijgsbehoeften zijnde, maar in de gevolgen daar toe kunnende gebruikt worden, die het voornaamfte en bijna eenigst voorwerp van den Pruisfifchen handel uitmaakten, te ontrusten ; nademaal men van zijne onderda- ÏÏ6ÏÏ  3op VERVOLG op WAGENAAR'S V. att). nen niet kon verwachten,-'dat zij, om des - ö oorlogs wille, hunnen handel den dood** fteek zouden geven. Kort hier na, op den 8ften van Bloeimaand, trad hij tot het verbond der gewapende onzijdigheid toe, waar in hem de Keizer nog voor het einde van dit jaar volgde. Om zich dus van de vlaggen dezer Mogendheden te kunnen bedienen, • kochten verfcheiden onzer zeehandelaars het burgerfchap te Oftende of Embden, of in andere Keizerlijke of Pruis fifche Steden. De Koning van Pruisfen evenwel maakte nieuwe bepalingen, om eenige misbruiken hier omtrent voor te komen , en beval onder anderen, dat aan niemand het gebruik zijner vlaggs zou worden vergund, dan die huis, goederen, en bezittingen in zijne landen had. Doch dat fchijnt onze kooplieden niet belet te hebben, om zich van dit redmiddel te bedienen. Den I4den Oftober voeren omtrent 60 koopvaarders, .de Nederlandfche vlaggen voor vreemde verwisfeld hebbende, uk Texel, onder geleide van één Zweedsch fregat. Zij hadden de Doggersbank nog niet bereikt, of de Engelfche bevelhebber stewart hield 'er met eenige oorlogfchepen op aan, en wilde de koopvaarders doorzoeken. De Zweedfche Capitein weigerde dit toe te flraan, en stewart hield daar op af, maar berigtte die weigering aan zijn hof, het welk daar over bij het Zweedfche klaagde, doch een andwoord ontving, waar bij het gedrag van den Capitein goedgekeurd werd, en het welk, aan de Rus fifche Keizerin medegedeeld zijnde, eene verklaring van die Vor-?  VADERLANDSCHË HIST. VERK. 3oi Vorftin ten gevolge had, dat zij, in gelijke gevallen, op dezelfde wijze zou andwoor- ^ den, en doen handelen. , ,, Aanzoek Ondertuslchen had de openlijke verkla- yan Nggf^ rin£r en aanvang van den oorlog tuslchen £»- America celand en onzen ftaat eene in 't oog lopen- tothetaantade verandering te wege gebragt ten, opzich- gaar, eener Te der Noord- America anfche vol.kPla^-:^eton«n. Reeds vroeg in 't voorjaar had john zeq staat# Lams, lid van 't Congres, en door hetzelve herwaards afgezonden, pogingen gedaan om bij dit gemeenebest erkend te worden , en was daar in door den Franfchen gezandt de la vaüGuion onderfteund. Den Iaën van Bloeimaand hield adams een mondgefprek met den Voorzitter van H H. L\h van lynden tot hemmen bood denzel- ven een vertoog aan, ter aanprijzmge eener onderlinge verbindtenisfe tusfchen de beide Staten, het welk een meesterftuk heeten mag, in fchikking, ftijl, en klem van drangredenen; en gaf daar bij tevens te kennen, dat het Congres hem benoemd had tot Minister Plenipotentiaris bij dezen Staat, en dat hij bereid was, om zijne oirfpronghjke geloofsbrieven over te leveren. . Hij ontving ten antwoord dat de Voorzitter, hoe caarne hij ook aan dit verzoek zou wnlen voldoen, zich'tot de aanneming dier geloofsbrieven onbevoegd oordeelde, naoemaal de onafhanglijkheid der vereenigde Staten van Noord - America tot dus verre door deze Republiek niet was erkend; dat ' echter van zijne boodfchap aan H. ƒ*• «J« berigt zou worden gegeven, doch dat hij, indien hij anderszins van onze Regerings-  jol VERVÓLG op WAGENAAR'S ■V' AFD'_. *"orm on^errigt: mogt zijn, niet moest ver1781. wachten> dat H. H. M. in een zaak vart zoo veel gewigt iets finaals zouden belluiten, alvorens de Staten van alle de gewesten zich daar over hadden verklaard. Nog dienzelfden dag gaf van lyndeN aan H. H. M. kennis, dat zekerperfoon, zich noemen* de adams bij hem was geweest, en hem van den ontvangst van brieven van credcntie, aan H. H. M. van de vereenigde Sta-, ten van Noord - America verwittigd had, met verzoek om dezelven ter kennisfe van H. H. M. te willen brengen. Hij voegde 'er bij, wat hij aan adams geandwoord had, en dit andwoord werd ten vollen goedgekeurd en gepreezen; terwijl tevens de afgevaardigden van alle de gewesten {Zeeland uitgezonderd, dat in 't geheel geen advis uitbragt) van het gegeven verflag affchriften namen, en aan hunne zenders mededeelden (*3- Doch, hoe zeer onderfcheiden Staatsleden de aangebodene verbindtenis allerheilzaamst keurden, en, ter aanprijzinge van dezelve, onder anderen, door van der capellen tot de marsch op den Gelderfchen landdag, en door het quartier Ooft er go ter Friefche Staatsvergadering zeer krachtige vertogen werden ingeleverd, de zaak bleef dit gahtfche jaar fleepende, tot groot leedwezen van een aantal ingezetenen , de handeldrijvende in 't bijzonder, aan welken de koele en traage be- (*) Refol.van H. H. M. de Staten Generaal, 4 Meij 1781.  VAÏ5ERLANDSCHE HIST. VERK. 303 behandeling van een zoo aangelegen onder- V *fd. werp geweldig mishaagde. Gelukkiger gl> Haagde adams in bet openen eener geldopneming hier te lande van een millioen guldens: en men had reden, om te denken-, dat de drie millioenen door Rusland, en de vijf millioenen door Frankrijk, omtrent dezen tijd, en de laatften onder borgtogt van den Staat, in Nederland opgenomen ook voor de Americanen beftemd waren, die natuurlijk ter veftiging en verdediging der aangenomene onafhanglijkheid groote fomme.n nodig hadden. Alle deze geldopnemingen hadden weldra grooten toeloop, en 'er werden veele gelden in geplaatst, die van verkochte Engelfche fondfen kwamen. Op denzeifden dag, waar op het berigt v^ ^ der boodfehap van adams bij H. H. M. in-clHavmgt kwam, leverde de Amfteldamfche Penfiona- te reaftejris van berckel een vertoog bij Hollandüngofvrijin, om vvijfpraak van den hem door voR- van Hooijmaand dit befluit uit, dat H. H. M. geene redenen waren voorgekomen , welke eenigen grond gaven tot zodanige befchuldigingen en verdenkingemvan kwaade trouwe en corruptie, als den Hertog, in eenige naamlooze fchriften, en bij onteerende geruchten werden te laste gelegd; dat zij in tegendeel dezelven hielden voor onwaarachtige en hoonende lastertaal, en hem van den aangewreeven blaam volkomen vrij en zuiver kenden; en dar. dus de Staten der onderfcheiden gewesten zouden worden verzocht, om, ter beteugeling van zoodanige lasterfchriftende nodige voorzieningen te doen. Hoe zeer de Hertog zijne gevoeligheid voor dit blijk van vertrouwen betuigde, oordeelde hij echter, hetzelve nog niet genoegzaam, maar liet twee dagen later door den Voorzitter ter Algemeene Staatsvergadering inbrengen, dat hij zich overtuigd hield, dat H. H, M. het daar bij niet zouden willen laten berusten, en dat ook hij aandringen moest op een naauwkeurig en ftreng onderzoek zijner zake door de gezamenlijke bondgenooten , en een daarop volgend regtvaardigend befluit en voldoening.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 311 ning. De afgevaardigden der gewesten wer- V. af». den verzocht van dezen naderen aandrang - 1 kennis te geven , op dat hunne principa- ' ö ' len daarop, bij hunne raadpleegingen over den brief des Hertogs, behoorlijk acht mogten liaan. In die raadpleegingen bemerkte men, bij de Staatsleden van onderfcheiden gewesten, een groot verfchil van gevoelens. 'Er waren 'er , die meenden, dat deze zaak in 't geheel niet ter tafel van II. H. M. behoorde, maar of aan Holland, of aan den gewoonen loop des • regts moest worden verzonden; dat de Hertog , met zijne klachten in den fchoot der Algemeene Staten uit te ftorten, te kort had gedaan aan den eerbied, den Souverain verfchuldigd, en dat deswegens voldoening en herftel behoorde en kon verzocht worden; dat de afgevaardigden ter vergadering van H. H. M. zich met deze zaak niet hadden behoren in te laten, en dus hun gedrag moest worden afgekeurd, en het door hun geveld oordeel niet erkend ; dat ieder lid van regering het regt hebbende om over zaken 'slands regering betreffende zodanige voorftellen te doen , waar toe men zich in geweten verplicht rekende , althands aan Burgemeesteren van Amfteldam, over den ftap door hun gedaan, geene moeilijkheid hoe ook genaamd moest veroirzaakt worden : zommige namen zelfs alles, wat door die regering gezegd was, voor zich over, en wilden ook Z. H., bij eenen brief, op ?t vriendelijkst en nadruklijkst verzocht hebben , om den Hertog op de best mogelijke wiize toe te laten, zich aan het beftuur van zaV 4 ken  3*3 vervolg op wagenaar's v. afd. ken te onttrekken, en de Republiek te ver,.» 'L laten. Maar aan den anderen kant wave l, ren 'er qqIj a die bij Holland wilden hebben aangedrongen, om Amfteldam te noopen tot het inleveren van bewijzen voor de gegrondheid der befchuldigingen of verdenkingen op den Hertog geworpen; die hem, bij gebreke van die bewijzen, eene volledige voldoening geven wilden ; en reeds, vooraf voor zich verklaarden, van de onwaarheid dier befchuldigingen overtuigd te zijn , en den Hertog van allen blaam vrij te kennen. In Utrecht en Gelderland werden zelfs fcherpe placaten afgekondigd tegen alle gefchriften, waarin zijne eer beledigd werd, en men behoeft 'er dus niet aan te twijfelen, of de meerderheid was daar van het laatstgemeld gevoelen, gelijk ook in Stad en Lande en OverijsfeL Het quartier Westergoo, en vier Grietenijen van de Zevenwouden in Friesland; Haarlem en tien andere -fteden in Holland; Zwolle, en eenige ridders in Overijsfel en Gelderland, ftonden geheel of gedeeltelijk het eerstgemelde voor^ De Hollandfche Ridderfchap zam» melde, en het kwam in dat gewest tot geen befluit, zoo min ah m Zeeland, waar echter het verflag der gelastigden tot deze zaak gunftig voor den Hertog was. Doch , zonder het inkomen der befluiten van alle de gewesten bij H. H. M. af te wachten, plaatfte de Hertog op 't einde van Wijnmaand, in alle nieuwspapieren, eene bekendmaking, ter zijner verdediging tegen den laster, waar van hij zeide het onfihuldig voorwerp te zijn, en verklaarde daarin,  VABERLANDSCHÉ HIST. VERK. 313 daarin, in 't bijzonder, dat hij, gedurende v- A*\ de 30 jaren, welken hij den lande had ge- ^u diend , zich nimmer met de zaken van de zee had ingelaten, en dus zeker de oirzaak niet zijn kon van het voorgewend tegx. beftuur der zeezaken. Deze bekendmaking had weinig ingang, maar het baarde in tegendeel verwondering, dat de fteller zich wel tegen naamlooze fchriften verdedigde, maar niet tegen de vrij duidelijke befchuldiging, tegen hem ingebragt, in een'brief van d. w. van lynden , afgevaardigden wegens Zeeland ter vergadering van H. H. 3VJ., en laatftelijk buitengewóón gezandt van den Staat aan het hof van Zweden. Deze brief was in Hooimand reeds ter vergadering der Algemeene Staten ingeleverd, en ftrekte om hun te verzoeken verfchoond te worden van het eerst aangenomen gezandtfchap bij Keizer josephus II, bij wien zommigen meenen dat van lynden door den Hertog in een ongunftig licht geffeld zou zijn, toen deze den Keizer, bij zijne reize door Holland, in den Haag had gefproken. Hoe dit zij, in dien brief werd niet alleen over den invloed van den Hertog op de raadpleegingen over de gewigtigfte belangen van den Staat vrij ongunftig geoordeeld, maar ook genoegzaam te kennen gegeven, dat hij,- bij de meerderjarigheid van den Stadhouder in 1776. pogingen zou hebben aangewend , om zich als deszelfs Confulent, of eenigfte Confiliarius te doen aanftellen en erkennen: eene befchulding, die men meende dat vooral door den HerV 5 tQg  314 VER VOLG op WAGENAAR'S V- jfd. tog had behoren wederfproken te worden, ' g indien dezelve ongegrond ware. ™' Daar hij ondertusfchen bemerkt had, dat het in deeze en geene gewesten niet wel was opgenomen, dat hij deze zaak ter tafel van H. H. M. had ingebragt, leverde hij aan den Voorzitter hunner Vergadering, in Slagtmaand, eene nadere verklaring in, houdende, dat het oogmerk van dezen ftap nimmer geweest was, van hun een geregtelijk onderzoek zijner zake, of eene onmiddelijke voldoening te verzoeken; maar alleen, om in zijne betrekking als Veldmaarfchalk van den Staat de hooge befcherming te vragen van H. H. M., als hem bekleed hebbende met dat characler, van zijn perfoon in dezen onaffcheidelijk, waarom hij oordeelde , dat de blaam op zijn perfoon gelegd aan hun niet onverfchillig kon zijn ; ten einde hij, door hunne gunltige tusfchenkomst, daar van mogt worden gezuiverd ter plaatze, en in dier voege, als. zulks zoude behoren. Deze nadere verklaring werd weder bij de afgevaardigden der onderfcheidene gewesten overgenomen. Voorts werd 'er dit jaar niets verder in deze zaak gedaan , behalven dat de Koningen van Deenemarken en Pruisfen, door hunne gezandten , bij de Algemeene Staten hun verlangen lieten betuigen, dat zij het daar heen ltuuren mogten, dat deze netelige zaak ten genoegen, van den.Hertog mogt aflopen., i poging _ De zoo even gemelde reize van Keizer van Am- jqsephus ,11 in dit jaar , onder -den naam ■ ' | . van  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 3>5 van Graaf van falkenstein, door een-ge- Y- ***m deelte van ons land gedaan, verwekte bij gl< • veelen vrees, of hij ook ten oogmerk heb- ben mogt, de Schelde, bij het verbond van 0J/de Munfler ten voordeele der vereenigde ge- Schelde gewesten gefloten, wederom te openen, entend te dl oostenrijkfche Nederlanden op nieuw het knjgen. middelpunt des handels te maken. De Antwerpenaars , daar bij het hoogfte belang hebbende, leverden in de daad ten dien einde een verzoekfchrift bij hem m , doch zii kreegen ten andwoord, dat hij veel deels in hunnen voorfpoed nameen denzelven op allerleië behoorlijke wijzen wilde bevorderen, maar dat tegen het openen der Schelde geen geringe hinderpaal was m de heilige trouw der nog ftand grijpende verbonden. Dit edelmoedig antwoord nam de vreeze onzer handelaren weg, die anderszins zeer wel hadden ingezien, dat wij in onzen tegenwoordigen toeftand, indien de Keizer werkelijk dat ontwerp had gehad hetzelve zeer bezwaarlijk met geweld zouden hebben kunnen beletten Doch met lang na zijn vertrek uit de Nederlanden kwf m 'ereen ander ftuk ter baane, dat men De Bar als een gevolg zijner reize kon aanmerken; rlerenj* het plan naamelijk, om de Barrière,Ste-x^ den te ontmantelen, en de krijgsbezettin2en 'er uit te doen trekken, van welk voornemen hij ,1 zonder eenige voorafgegane onderhandeling, in Slagtmaand aan onzen Staat kennis liet geven „ ten einde zij ten dien opzigte de behoorlijke orders mog^ " 'ten doen toekomen aan de Generaals en andere Officieren, over het krijgsvolk,  316 VERVOLG op WAGENAAR'S V-af",', „ in zijner Majesteits Oostenrijkfche heer1781 " fchaPPiJen bevel voerende." En, fchoon ♦ ' H. H. M. eerst eenige nadere verklaring verzochten, eer zij op deze boodfchap een bepaald andwoord geven konden; en naderhand nog eenige uitzondering ten opzichte van Namen poogden te verwerven," zij werden wel dra onderrigt, dat des Keizers befluit, om geene enkele plaats zijner heerfchappij, in welke Hollandfche bezetting lag, van de flegting der vestingwerken, en derzelver gevolgen uit te zonderen, zoo onherroepelijk-was, dat daar tegen geene vertoogen zouden kunnen baaten, of zelfs aangenomen worden. Zij gaven dierhalven toe, en zonden de nodige bevelen aan het krijgsvolk van den Staat, om die plaatzen te ontruimen. Aan zommigen gaf deze ontmanteling ftof tot kommer, maar anderen, en zoo 't fchijnt op veel duchtiger gronden, Helden vast, dat de barrière-fteden -ons nooit nut, maar wel groot nadeel en gevaar konden aanbrengen, en zij zegenden dierhalven den inval des Keizers, welke het Gemeenebest had ontheven van een' zwaaren last, om welken af te werpen hetzelve misfehien zelve of nooit moeds genoeg zou gehad hebben, of te weinig de oude vooroordeelen zou hebben kunnen overwinnen. ' De gewigtigfte gebeurenisfen-van dit jaar hebben ons zoo lang bezig gehouden , dat wij eenige weinige-bijzonderheden, die nog tot deszelfs gefchiedenis behoren, en van minder algemeen belang zijn, hier flechts meteen woord kunnen aanftippen, en den Le-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 3'7 Lezer, die daar van meerder befeheid be- V AFP' geert, naar het grootere werk verwijzen 8l. moeten. Dezelven zijn eene geweldige overltrooming in het ambt tusfchen Maas en j,yaal het aanleggen van eene haven voor de oorlogfchepen \n\Nieuwe Diep — de beginzelen van een nieuw dorp op de bedijkte Hoogplaat in Zeeland, — het afzonderen eener fómma van 4000 guldens jaarlijks, door den Occonomifchen tak , ter uitrusting van 100 behoeftige jongelingen, binnen de Republiek geboren, ten dienste der koopvaardije en zeevaart — het ontwerp eener Maatfchappij ter verbetering . van den landbouw en de veefokkerij, en ter aanmoediging van het fchoolonderwijs en de nijverheid op het platte land in Friet' \an\ _ de affchaffing van het begraven in de kerkte Zuilen, en het aanleggen eener begraafplaats buiten dat dorp — het oprigten eener fchoone graftombe voor hugo de groot in de Nieuwe kerk te Delft — en eindelijk het zeer ftreng verbod van een boekjen, aan het Volk van Nederland gerigt, en ftrekkende ter gisping van het gedrag der Stadhouders, en ter aanprijzing eener meer volkomene Volksregering. In'tbegin van hetvolgende jaar gaven eeni- 1782. ge verfchijnzelen in de daad hoop, dat de lang- Maatredurige klachten over werkeloosheid einde-gelen, om lijk meer ijver zouden hebben te weeg ge- den ™r|°S bragt, in het nemen en uitvoeren van zoo- £e danige maatregelen, welke ons in ftaat kon- voeren t den ftellen , om eenen geduchten vijand omworpatr met vrucht het hoofd te bieden. De Algemee-  3i8 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. rneene Staten drongen in een' brief aan de *^ZsT~ gewesten fterk aan op de vermeerdering vari ' ' Jand- en zee-magt, en voegden daar eene petitie bij van 8,409,700 guldens, tot den aanbouw van 19 zwaare fchepen, 7 van 70 en ia van 60 ftukken, waarin alle de gewesten toeftemden. Daar de bepaalde buitengewoone uitrusting met den eerften van Bloeimaand ten einde liep , werd 'er een ontwerp van eene nieuwe uitrusting voor de volgende ia maanden ingeleverd, welke 12,573,011 guldens kosten zou; de Stadhouder onderfteunde dat ontwerp, en de Raad van State werd verzocht 'er eene petitie van op te ftellen. De bemanning der vloot was daar bij berekend op 2530a' koppen ; en men dacht tegen den eerften van Grasmaand 6 fchepen van 60, 8 van 50, 11 van 36, en 10 van 20 ftuk1 ken in gereedheid te hebben, benevens 2 kotters van io ftukken , en eenige advisjachten en kleine vaartuigen. In den loop van het jaar zouden 'er nog 3 fchepen van 70, 7 van 60, en 1 van 50, benevens vier fregatten van 40 ftukken bijkomen. Friesland ftemde eindelijk toe in de oprigting van een corps Mariniers. De Algemeene Staten beiloten de Schotfche Brigade, die omtrent 1570 in hunnen dienst trad, in nationale Krijgsbenden te veranderen. Voorts vonden H. H. M. goed, den Admiraal Generaal der Unie te verzoeken , om op zodanige eene wijze, als hij best zou oordeelen, met het hof van Frankrijk ten fpoedigften te beramen, hoe de krijgsverrigtingen ter zee, voor den aanftaanden tocht,  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 3'9 tocht, van wederzijden het best zouden V-afd. kunnen worden ingerigt tot afbreuk van 1 ^ den gemeenen vijand; het Franfche hof nam gaerne het voorftel van gemeenfchappelijke maatregelen aan, maar betuigde tevens te verlangen, dat men vooraf van beide zijden verklaarde, dat, zoo dra dit plari vastgefteld was, daar van op geenerleië wijze, en om geenerleië oirzaak zoude worden afgegaan, dan met onderlinge bewilliging; en, toen H. H. M. die verklaring gedaan hadden , werden de wederzijdfche plans door den Franfchen gezandt, en onzen Admiraal Generaal uitgewisfeld. . Doch, hoe zeer deze maatregelen goede ™fn uitzichten van voordeel öp den vijand ge-1£ on°wor. ven mogten , de uitkomst beandwoordde pene maat. weinig aan de verwachting. In 't beginregelen, van Grasmaand zeilde Capitain E. C. staring met eenige fregatten uit, voornamelijk ter onderfchepping van eenige transportfchepen met 1500 man Hanoverfche troepen, die volgens ingekomen berigten te Stade zouden worden ingefcheept, en onder befcherming Hechts van één fregat naar Engeland overgevoerd: doch in 't begin va" Bloeimaand keerde hij, zonder eenige ontmoeting gehad te hebben, in Texel weder. — van der beets met twee fregatten naar de Zond gelievend , om acht Koopvaarders derwaarts te geleiden, bragt dezelven wel veilig te Elfeneur, en nam zelfs op dezen tocht twee fchepen van een Engelsch convoij, en joeg eenige van hetzelve op ftrand: doch, daar hij te Elfeneur vijf gewapende vaartuigen van de Engelfchen  3ao VERVOLG op WAGENAAR'S V' ArD' fchen aantrof, en zich daarenboven op zijne 1782. tw.ee fregatten veele zieken bevonden, kon' hij de terugreize niet aannemen, noch aan' de daar liggende Hollandfche koopvaarders, die den wil naar het vaderland hadden, befcherming verkenen , terwijl hij in tegendeel Zien moest, dat een Engelsch convoij, meer dan 150 fchepen fterk, van daar onder zeil ging. » De V. A. van bylandt was in Grasmaand met eenige oorlogfchepen en fregatten in zee geftoken, dóch in 't be gin van Bloeimaand zeilde hij weder binnen. j Omtrent dezen tijd daagde eene groote Engelfche vloot in de Noordzee op, en een krijgsraad in Texel gehouden keurdé toen het weder uitlopen van de onze niet raadzaam. — Deeze raadflag werd bevestigd in twee krijgsraden, tegen het einde van Zomermaand, en den eerften van Hooimaand, op bevel van den Admiraal Generaal gehouden , waarin de nieuwfte berigten , die omtrent de fterkte der vijandlijke magt ingelopen waren, ih overweging genomen werden. Eindelijk evenwel zeilde de V. A. hartsink den yAca van Hooimaand in zee (in gevolge van nieuwe berigten, en nieuwe raadpleegingen doof hem met den V., A. van bylandt, en den S, B. N. van kinsbergen gehouden) met eene vloot van 11 fchepen van linie, 5 fregatten, en 3 kotters, voorts 8 O. I. fchepen , waar van de meeste 50 ftukken voerden , en 3 Surinaamvaarders. Het Oosten West- Indisch cohvooij, door de vloot Zó verre in 't gezicht gehouden en begeleid, tot dat men tegen de vijandlijke magt in de Noord-  VADER LA N DSC HE HIST. VERK. 331 Noordzee hetzelve genoegzaam beveiligd . V. afd. achtte , vervolgde zijne reize met een' fris- " I_o„1 fchen en gunstigen wind. Maar meerder voor ' 4 deels bragt ons dit uitlopen ook niet aan, want het nemen van een Engelfch éénmastfcheepjen door het fregat de Pallas mag hier naauwlijks in aanmerking komen. Omtrent de helft van Oogstmaand kwam een gedeelte der vloot weder voor Gaafs ten anker, na dat de vlootvoogd te vergeefsch gewacht had, de Engelfche convoijen, waar van hij narigten kreeg, te onderfcheppen. Een ftorm had verfcheiden fchepen zoo geteisterd, dat men te raade was geworden, bij de eerfte gelegenheid tot herftel binnen te lopen. Nieuwe bevelen van Z. H. deden nogthands den V. A. befluiten, de aankomst der overige fchepen buiten af te wachten, en clan in een' krijgsraad over de uitvoerlijkheid dier bevelen te raadpleegen. Doch de uitflag dier raadpleegingen was, dat de omftandigheden een' nieuwen tocht voor als nog ontrieden: hartsinck liep met de meeste fchepen binnen , terwijl eenige door een ftorm voor Gaats verftrooid zijnde, en groote fchaden bekomen hebbende, den V. A. in onzekerheid lieten, hoe veelen 'er tot een' verderen kruistocht zouden kunnen bijeengebragt worden. Toen echter alle de fchepen binnen gevallen waren, en de Admiraal Generaal zich den 2oftcn van Oogstmaand naar de reede begeven had , om den ftaat der ontredderde op te nemen, en te zien, of dezelve fchielijk weder bekwaam zouden zijn om zee te kiezen, kreeg hij ten dien aanzien geen ongunftig verflag , II. deel. X en  ga* VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. en gaf dus last, om met het herftel allen "—p— mogelijken fpoed te maken. Doch weldra *7°2, kwam 'er weder eene andere hindernis, die het uitzeilen beletrede. Eene Engelfche vloot vertoonde zich andermaal op onze kusten, en, fchoon dezelve eenige dagen daar na zich weder verwijderde, werd evenwel in een' krijgsraad het uitlopen voor als nog onraadzaam geoordeeld, zoo lang men geen zeker berigt had, dat die vloot de Hoofden was doorgegaan. Bij H. H. M. kwamen wel berigten in , die fcheenen te bewijzen, dat dezelve westwaarts vertrokken was , en 'er geene redenen meer wa/ ren, die het binnen blijven konden wettigen of onfchuldigen; doch de V. A. hartsinck, die, ondanks de aan hem gegeven bevelen, om zich tot het verkrijgen van naauwkeurige kundfchap in ftaat te ftellen, zeer gebrekkige of valfche berigten aangaande de fterkte en bewegingen des vijands fchijnt gehad te hebben, bleef in Texel; en toen hem den 15 en van Herfstmaand de betere narigten, die men in den Haag had, toegezonden , en de bevelen tot uitzeilen herhaald waren , werd wel den i6[cn het fein tot gereedmaking gegeven, doch, volgens het oordeel derlootzen, was de wind toen tefchraal, en dezelve liep tegen den avond geheel tegen, zoo dat 'er toen weder niets van het uitlopen kwam. De vijand zelf fpottede met deze bedrijveloosheid, en eene koopvaardij-vloot van meer dan 300 fchepen, de aanzien 1 ijkfte, die ooit voor Engelfche rekening uit de Oostzet gezeild was, vertrok den iod-u en 1 ide11 Sept.  VADERLAND SCHE HÏST, VERK, 393 Sept. uit de Zond naar Engeland, en kwam V. afd. daar, onder een zeer zwak geleide, behou- ~T"oT~~ , ,. ö 1702. den binnen. ' Al dit marren , het zij dan fchuldig of Kiaellten onfchuldig , baarde overal groot misnoe- ksloos. gen, deed de klachten over werkeloosheid h?id: wanin de llaatsvergaderingen zoo wel, als on-rouwen, der de ingezetenen, dagelijks toenemen, en en verdeeld vergrootte het wantrouwen én de verdeeld- neden' heden. Toen de uitfehrijving van den dankvast- en bede-dag voor dit jaar ter vergadering van Holland ingeleverd was , hadden reeds veele fteden haar ongenoegen laten blijken over de koelheid, waar mede daar in van den oorlog gefproken werd, en tevens daar over, dat in denzelven van den llag op Doggersbank geen enkel woord gerept was, en dat 'er geene aanmaning in voorkwam, om Gods zegen over de wapenen van den Staat af te fmeeken. De regering van Vlisfmgen had bij de uitfehrijving een aanmerkelijk bijvoegzel aan de Stadspredikanten rondgezonden : en de Staten van Friesland hadden dezelve geheel verworpen , en eene andere in de plaats gefteld. Toen naderhand in zommige gewesten maandelijkfche bedeftonden ingevoerd werden, hadden zommige Staatsleden zich daar tegen verzet, die dezelven ongepast rekenden, zoo lang men niet me/ meer ijver arbeidde om den vijand afbreuk te doen , en dus het werken aan het bidden paarde. Maar bij het aangroeien van het misnoegen over de llapheid in het nemen vanma atregelen tot afbreuk van den vijand, ftelde Goes in Hooimaand ter vergadering X 2. van  354 VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd. van Zeeland voor, om de aldaar aangevan*~T— gen bedeftonden , uit hoofde der werkeI?^2' loosheid , te ftaaken. De Staten van dat gewest fchreven fterke brieven aan H. H. M*. en aan Z. H., om naauwkeurig onderrigt te bekomen wegens de oirzaak van de werkeloosheid der zeemagt, en zonden daar van affchriften aan de bondgenooten, met verzoek, dat dezen hunne pogingen ter almeene ftaatsvergadering mogten onderfteunen. Leijden deed ten zelfden einde een nadruklijk voorftel ter vergadering van Holland, het welk meer in bijzonderheden liep, een aantal vragen bevattede waarom deze en geene bijzondere maatregelen niet genomen waren, en voorts een' eisch inhield van affchriften der bevelen door den Admiraal Generaal van tijd tot tijd aan de zee - officieren gegeven, en van de handelingen der krijgsraden. Dit voorftel, dooide meeste Hollandfche fteden terftond zeer' geprezen , en door zommige krachtig onderfteund , en voor het hare aangenomen, baarde den van Herfstmaand, ter vergadering van Holland, het befluit, om eene bezending aan den Stadhouder te doen , en van hem door dezelve te doen afvragen eene algemeene opening aangaande den ftaat van het zeewezen, en het beftuur van den tegenwoordigen oorlog, en in 't bijzonder voldoende andwoorden op de vragen, in het voorftel van Leijden vervat, en nog vier andere, door1 Dordrecht, Delft, en Schoonhoven daar bij gevoegd. Amfteldam drong bij deze gelegenheid op nieuw aan op het voortzetten der raadplee, - - , gin-  VADERLANDSC [IE HIST. VERK. 335 gingen, óver het toevoegen vtjn een' raad V.afp.^ aan den Stadhouder, en verklaarde haar gevoelen daar over nader, door aan te too- / nen, dat zij thands juist zulke Commisfarisfen bedoelde voordeezen zee-oorlog, als te voren in land-oorlógen onder den naam van Gedeputeerden te velde bekend geweest waren, en dat de last aan dezelven te geven zou kunnen worden ingerigt op denzelfden voet als die, welke aan Commisfarisfen naar Texel en Zeeland den i8den April 1665. gegeven was. Doch hier op viel nog geen befluit. De evengemelde bezending opende den 3den van Wijnmaand, op de Oranjezaal , haren last aan den Stadhouder,doch zonder vrucht. Hij meende omtrent het onderwerp der hem voorgeftelde vragen alleen aan H. H.M. verandwoording fchuldig te zijn, en zou bij dezelven fpoedig , overeenkomflig de belofte door hem reeds den ud-n van Oogstmaand in het fecreet befoigne gedaan, eene Memorie inleveren wegens zijn gehouden beftuur in den tegenwoordigen oorlog, waar bij die vragen derzelver andwoord zouden vinden: de vergadering van Holland zou dan natuurlijk daar van ook opening ontvangen, en, indien dan dezelve haar onverhooptelijk niet mogt voldoen, dan was hij bereid nadere ophelderingen te geven. De beloofde Memorie verfcheen den 7Am van Wijnmaand ter algemeene ftaatsvergadering, met eenen brief tot geleide. Beiden werden door den Stadhouder perfoonlijk overgegéven, en de afgevaardigden der gewesten namen 'er affchriften van, om deX 3 zei-  326 VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd. zeiven aan hunne zenders mede te deelen. J7g~ De Memorie was een zeer uitgebreid ftuk, ' ' waar in de Stadhouder zijn gehouden beleid gedurende den oorlog uitvoerig poogde te verdedigen , en ten Hotte regt verzocht tegen de menigvuldige befchuldigingen ten dien aanzien tegen hem ingebragt. 'Er'kwam wel dra een uittrekzel van in 't licht, dat niet alleen voor een' zeer geringen prijs verkocht, maar zelfs in menigte naar alle oorden der Republiek, de kleinfte plaatzen niet uitgezonderd, verzonden werd, om voor niet aan des begcrenden uit te deelen (*). Voorts verfcheenen wel dra veele gefchriften , waar in dit ftuk , zoo wel als het daar in ontvouwd gedrag van den Stadhouder, op zeer verfchillende wijZen, beoordeeld werd (f). Befluit, Ondertusfchen had de Franfche gezandt om rien de la vauguyon reeds den 2 ift=u van lierfstfcnepen maand aan zijn Z. H. voorgefteld, dat tien van Bij voorbeeld, te Almeloo, een itedëksn in Tweuthe, ontving een boekverkoper .00 exemplaren van di>. uittrekzel, om dezelven voor niet uit te deelen , waar van echter fl ;chts twee of drie sf^eh-ald werden De titel van dit uittrekzel was: Zakelijke inhoud van de Misfive en Memorie door Z. H. den lieere Piince van Orange en Nasfau aan H. IL M. den 7' Oei, .1782. overgegeven f in zig behelzende eene omftandige opening van boogst deszelfs bellier a/s Admiraal Generaal van de Unie. Het was gedrukt te Rotterdam, bij bkivnet en hake, (t > *Jen vindt'er onder anderen, eens zeer uitgewerkte en bondige beoordeeling van in de Algemeene Bibliotheek, (uitgegeven te Amfteldam bij oe yreduwe J. bqlu) IV. D. No. 2. bi. 20S— 236.  VADERLANDSCHE HfST. VER K. 327 van 'slands fchepen terftond naar Brest v^AFn^_ mogten gezonden worden , om zich met go \ 'sKonings fchepen te vereenigen, van waar _" dezelven, indien H, H. M. dit mogten goed- J? vinden, onze afgelegene bezittingen, bij genomen, zonder in Afia , zouden kunnen gaan be- m1at niet febennen, oi' wel gezamenlijk met de Fran-ahgefche fchepen, die zich te Brest bevonden ,voerd. "het Westen en Zuiden van Engeland infiuiten, de convoijen van den vijand onderfcheppen , en zijn' handel afbreuk doen: voorts, dat de vloot der Republiek, zonder uicftel, mogt gezonden worden aan de andere zijde van het Kanaal , om aldaar , zo het mogelijk was, een zeer rijk geladen ; convoij, het welk verzekerd werd in 't be' gin van Oogstmaand van Jamaica vertrokken te zijn , te onderfcheppen. De Admiraal Generaal vond in deze voorflagen groote zwarigheden, maar H. H. M., aan wien hij dezelven mededeelde, achtten dezelven van geen genoegzaam gewigt, om aan het Franfche hof een weigerend andwoord te geven. Zij belloten den ^n van Wijnmaand, 5 fchepen van 60, 3 van 50, één fregat van 36 en één van 24, nevens een kotter of advisjacht naar Brest te zenden, ten einde aldaar te overwinteren, en de nadere bevelen van hier af te wachten , of vereenigd met het Franfche fmaldeel zodanigen tocht in de Europeefche zeeën te do"en , als de beide bevelhebbers dienftig zouden oordeelen: met dien verftande evenwel, dat deze last voor vervallen zou moeten gehouden worden, wanneer, door aan- . houdende Westlij ke of veranderlijke winX 4 den»  328 VERVOLG op WAGENAAR'S V afd. den, of ook door eenig onvoorzien toeval, 7~ 's lands fchepen mogten worden opgehou< ' den en verhinderd, om voorfchreven reize, vóór den 8'tonOcftober eerstkomende te ondernemen. Wanneer ook, de gemelde fchepen reeds in zee zijnde, de wind niet gunftig of beftendig genoeg mogt wezen , om, naar de regelen svan foldaat- en zeemanfchap, de reize naar Brest voort te zetten, dan moesten dezelven terftond zeilen naar de kusten van Engeland, ten einde de fchepen van het Engelsch convoij uit de Oostzee, die te Yarmouth en Huil waren ingelopen, en van daar naar de rivier van London of andere havenen zouden willen verzeilen , als nog te onderfcheppen , en op die, en op alle andere gevoeglijke wijzen, naar gelegenheid, voor de O. L fchepen , die uit Drontheim herwaards verwacht wierden, meerdere veiligheid bezorgen. Den 5den van Wijnmaand kwam dit befluit in Texel aan , en de V. A. iiartsinck kreeg toen tevens last, om met alle de fchepen, die, boven de tien tot den tocht naar Brest beftemd,'*»! gereedheid waren, uit te lopen, tot het afhalen en verfterken dér verwachte convoijen , en zodanige andere ondernemingen, als hij en de andere vlagofficieren raadzaam zouden oordeelen. De V. Av van bylandt , tot het opperbevel over den tocht naar Brest benoemd , bevond zich in den Haag, ontving daar zijn' last, en vertrok daar op wizx Texel. Doch op den 7dcn gaven vijf vlag-officieren aldaar eene verklaring, houdende, dat negen van de tien fchepen, die tot deze reize beftemd wa-  VADERL ANI>SC HE HIST. VERK. 3*9 waren, wegens gebrek aan levensmiddelen, V- afd^ klederen , 'en andere behoeften , en ver- go fcheiden andere redenen te lang om te mei- ' den , volkomen buiten ftaat waren, om de expeditie naar Brest ten uitvoer te brengen. Te vreemder luidde deze verklaring, daar ' alle deze fchepen tot den iltcn Meij 1783. in dienst gefteld waren, en het misnoegen over het beftuur der zeezaken klom door deze nieuwe teleurftelling ten top. In een gefprek der Hollandfche bezending met den Stadhouder, in de brieven door Friesland over dit onderwerp aan de bondgenoten en aan Z. H. gefchreven, in een befluit van Stad en Lande , en in een voorftel door Zierikzee ter vergadering van Zeeland gedaan, werd over dit voorval eene zeer rondborftige taal gevoerd, en een aantal vraagen daar toe betrekkelijk voorgefteld, waar op de Stadhouder zulke onvoldoende andwoorden en oplosfingen gaf, dat men noodzakelijk op een nader onderzoek naar de oirzaken van het niet voldoen aan het gegeven bevel moest blijven aandringen. Op een volgend jaar zullen wij den verderen loop dezer zaak nagaan. Toen ondertusfchen H. H M., op den Nieuw» pdcn Van Wijnmaand, van ihet mislukken bevelen tot van dezen tocht berigt ontvingen, befloten het doen zij dat (onverminderd het onderzoek over J^P™ het gewigt der redenen van het niet voldoen fciiepen aan hunne bevelen) uit aanmerking, dat het Einde der tijdperk, binnen het welk met gerustheid zeetochten eenige fchepen naar Brest hadden kunnen van dit jaar. verzonden worden , reeds verftreken was, en dat ook, volgens de laatfte berigten, in X 5 Duins  330 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. Duins weder een fmaldeel verzameld wierd, " ~ZZ~ als nu de Admiraal Generaal op alle moge^ • lijke wijzen zou doen fpoeden met het uitzenden van een genoegzaam aantal fchepen, ten einde te verhoeden, dat hetDromheimfche convoij niet behoefde te overwinteren, of door overmagt des vijands genomen of vernield wierd. Overeenkomstig dit bevel zeilde de S. B. N. van kinsbergen, den i2den van Wijnmaand, uit Texel, met 4 fchepen, en een kotter, om te kruisfen, doch viel den 2den van Slagtmaand weder binnen , zonder eenig vijandlijk fchip te hebben ontmoet, en na het doorftaan van veel ftorms en zeegevaars, waar door het geheel nieuwe fchip de Unie op zijde geflagen, en terftond gezonken was, zonder dat men'één' man had kunnen bergen. Omtrent het midden van Slagtmaand kwamen de 3. O. 1. fchepen, die reeds van Hooimaand 1781 te Drontheim gelegen hadden, gelukkig binnen. Zij waren den i7den van Oogstmaand 1782, onder geleide van drie oorlogfchepen en een fregat van Drontheim gezeild; doch toen gewaarfchuwd voor de Engelfche vloot, die zich omtrent dien tijd voor onze kusten vertoonde , en in Bergen weder binnengelopen, van waar zij den aQ(ten van Wijnmaand de reize naar het vaderland aannamen. Omtrent denzelfden tijd kwam ook Capitein van der beets, met het convoij uit de Oostzee, behouden in Texel: doch Capitein haringman, nevens hem van Elfeneur gezeild, met het fchip Zierikzee, dat zeer lek was, ftrandde op het rif van Schapen, en verloor 20 van zijne manfchappen. ■b , Met  VADERLANDS.CIIB HIST. VERK. 33» Met den naderenden winter , maakte men V- *fd. fchikkingen, om de vloot zoo in Texel, als ^ in 't Flieen in Zeeland, winterlage te doen leggen; enhkr mede eindigden de zeetochterTvan dit jaar. Veeten hadden zwaar over werkeloosheid geklaagd, zeer ernstige vertogen waren daar over in de Staatsvergaderingen ingeleverd, maar de Admiraal generaal hield" het daar voor : „ dat, fchoon „ deze campagne minder fchitterend ge" wccst ware dan de voorgaande, . dezelve echter van meer wezenlijken dienst en nuttigheid geweest was voor de Repu- „ bliek." , De vernieuwde toezegging- van fcnade- Verrlgtinieosftelling aan kaapreederijën , ingevallegen en iot'er vrede of wapenftilftand, voorden ^rs-f^^n ten van Louwmaand 3783., met Engelandy.,^ mogt getroffen worden, hield den lust ter kaapreederijë levendig. Zeeland, vanouds daar voor beroemd, muntte daar in uit. Zommige kapers behaalden geene onaanzienlijke voordeden , en 'er waren 'er onder de Bevelhebbers dezer vaartuigen, die eene maate van onverfchrokkenheid toonden , welke zomtijds aan ligtvaardigbeid grensde. De namen van n. jarrij, v. le turcq, en j. caffin worden vooral onder die van de onvertzaagdften geteld. Maar te bejammeren was het, dat zij niet eenige onderfteuning vonden in 's Lands vloot tegen de aanvallen van Engelfche fregatten en kotters, waarvan de Noordzee wemelde, en die voornamelijk uitgezonden waren,om op de Zeeuwfche kapers te pasfen ; welke ook genoegzaam alle genomen werden. Een com-  335 VERVOLG op WAGENAAR'S > V' AFD1 commisfievaarder, van Rotterdam uitgeva1782. ren' de lattre le grand genaamd, die, na dat hem eerst een prijs ontweldigd was, zelf genomen en deerlijk mishandeld werd, fchrcef aan zijne reeders: „ Jammer is het, ,, dat zich niet een paar Hollandfche fre,, gatten in dé Noordzee hebben bevonden, ,, welke ligtelijk de geheele vloot, welke „ wij gezien hebben , hadden kunnen prijs ,, maken ; terwijl nu de Engelfchen de ,, Noordzee gerust oyer en weder vaaren, ,, wel weetende, dat zij niets waagen, ligt,, lijk tegen eenen enkelen kleinen kaper „ beltand zijnde ; doch het is des niet te ,, min ongelukkig, dat gij daar door uw „ geld, en wij onze vrijheid verliezen nioe- ,, ten." Een kaper van Zierikzee, j. w. sextroch, nam , in Wijnmaand, een paketboot, waar in een maal met omtrent 2000 brieven gevonden werd, die men allen onderzocht, maar waar in men geen bewijs van ongeoorloofde verftandhouding vond. Dit geval had ten gevolge het afvaardigen van een bevel, om voord aan de paketbooOngeoor-ten ongemoeid te laten. Dat men intusfta!.rf^ ^e '"fchen middelen vond , om de Engelfchen ding'met van alles genoegzaam te onderrigten, bleek, Engeland, onder anderen, daar uit, dat de Bevelhebber van een Engelfch fregat, aan den bovengemelden 'caffin, na dat hij hem genomen had, zeide: ,, wees welkom, Vriend^ ,, fchap! waar zijt gij zoo lang gebleven? „ Gij zijt, dat weet ik, voorleden raaan„ dag 's middags ten één uur uit Vlisfingen ,, gezeild, en wij hebben u lang gewacht.'' In Holland was, om alle ongeoorloofde ver- ftand-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 333 ftandhouding, zonder welke dergelijke bij- Vzonderheden niet hadden kunnen gewéeten JJJJ] worden, tegen te gaan, in Oogstmaand, een piacaat afgekondigd, waar bij het verhuuren van vaartuigen aan. ftrand , tot het overbrengen van perfonen of brieven naar Groot - Britariïön , zonder uitdrukkelijken last van de uitvoerende magt, op zwaare ltraffen verboden werd. Hoe meer men van de noodzaaklijkheid dezer voorzorg, door de dagelijkfche ondervinding, overtuigd moest worden, met des te meer bevreemding zag men in de nieuwspapieren, dat Z. H. den elfden van Wijnmaand, op last der Algemeene Staten, alle Bevelhebbers van 's Lands fchepen en commisfievaarders bevolen .had, om de Engelfche lootsbooten in geenen deele te mocijen, veel min dezelven te nemen, of op te brengen. -Men meende, dat zodanige toegevendheid niet alleen eene verbodene briefwisfeling zou kunnen begunstigen, maar zelfs zoo verre zou kunnen misbruikt worden, dat vijandelijke lootsbooten ongeftraft de dieptens en itroomen, bijzonder van Zeeland, zoo binnen als buiten , kwamen peilen. Middelburg drong ter Staatsvergadering aan op de herroeping van dezen last, en ook elders gaf men daar over zeer veel misnoegen te kennen; het welk evenwel dat gevolg had, dat Z. H. dit niet nemen of moeijen der lootsbooten , bij eene nadere . opheldering, alleen bepaalde tot de zodanige, welke rondom de havenen en kusten der drie koningrijken van Engeland, Schotland, en Ierland, in derzelver werk ontmoet  334 VERVOLG op 'WAGENAAR'S V. att). moet werden, en-bewijs hadden van waarlijk lootsbooten te wezen. ' ' Met het begin van Slagtmaand (lord de ^r^."^affpraak van gemeenfchappelijke krijgsver^"^'""rigtingen met Frankrijk te eindigen. De Frankrijk vroedfchap van Amfteldam\ van de noodtotgemtie» zaaklij kheid van het voortduren dier vereefcnappelij- niging overtuigd befloot dus den 14'' '■' van ke knjgs- Oogstmaand, door hare afgevaardigden, bij gen.'81"1" Holland te doen voorftellen, i. om te bewerken, dat ook, voor het volgend jaar de krijgsverrigtingen gtimeenfchappelijk beraamd en uitgevoerd werden: en i. om te beproeven, of hetFrarifche hof geneigd zou zijn, de banden tusfchen de twee volken naauwer toe te halen, door het vernieuwen van Bet handelverdrig van 1739, waar bij onze ingezetenen, met betrekking tot het ftuk van handel en zeevaart, in Frankrijk op denzelfden voet gefteld werden met de natuurlijke onderdanen des rijks, en ten aanzien der lasten, boven andere vreemdelingen, begunstigd. Op 'den 23''-" van Wijnmaand werd bij Holland op het eerlle voorftel befloten, dat men, betreffende de gezamenlijke krijgsverrigtingen met Frankrijk, het ftuk ter Algemeene Staatsvergadering daar heen zou wenden, dat, bij vernieuwing en verbreeding van het befluit van 4 Maart, Z. H., als Admiraal Generaal van de Unie, verzocht mogt worden , om op zodanige eene wijze als hij gefchiktzouoordeelen , met het Hof van Frankrijk ten fpoedigften de wijze te beramen, op welke de operatiën ter zee, van wederzijden; of met zamengevoegde magt, gedurende dezen oor-  VADER LAN DSC HE H1ST. VERK. 335 oorlog, tegen den algemeenen vijand zou- v fl™> den kunnen worden ingerigt. Wegens het g2> tweede voorftel vond men goed , alvorens daar op een volftrekt befluit te nemen, den Raadpenfionaris te magtigen , om aan den Hertog de la vauguyon opening te geven, van het verlangen der Staten, om de afgebrokene onderhandelingen over het handelverdag, hoe eer hoe beter, hervatte zien, en des aangaande, door tusfchenkomst van dienafgezandt, de neiging van 't Franfche hof te beproeven. Zoo zeer de voortduuring van den oorloü deze naauwere verbindtenis met Frankrijk aanriedt, zoo natuurlijk was het ook, dat dezelve invloed had op de raadpleegingen over eene reeds lang door veelen gewenschte vereeniging met he nieuw Gemeenebest in America, Het beloofde and- Erkente^ woord, op het voorftel door joiin adams nis van de den 4dcn van Bloeimaand 1781. aan H. H.onafhang. M. gedaan, om als Gezandttder Americaan- h^y\ fche Staten bij dit Gemeenebest erkend te^..^ worden, was dat gantfche jaar achtergebleven. Eindelijk dit lang uitftel moede zijnde, leverde hij den 9den van Louwmaand 1782. aan den Voorzitter van H. H. M. een gefchrift over, behelzende eene herhaling van het voorheen gedaan aanzoek, en vrage om een beflisfend andwoord, het welk hij aan zijne Souverainen zou kunnen laten toekomen. In de meeste gewesten van ons Vaderland werd dit aanzoek krachtig onderfteund , door een aantal van de gegoedfte ingezetenen, die bij de uitbreiding van den bloei des handels, der fcheepvaart, en  33. dat H.'H. M. in Hooijmaand, op voorgang :I7ft^ van Holland befloten , haar te doen andwoorden, dat zij wel deze nadere-verklaring , met gevoelige dankerkentenis, aanmerkten, als eene daadlijke uitwerking van de goede dienften harer Majeftait; dat daar door ook de hoofdzaak, waarop de onder-, handelingen zouden behoren gebouwd re worden , dermaate was opgehelderd , dat zij, de zaak uit .dat oogpunct en op zich- zelve befchouwende > niet langer in twijfel zout. den behoeven te hangen , om dezelven gezet aan te vatten 5 doch dat het aanhoudend gedrag van het hof van London, bijzonder onder het vorig Minifterie , hen genoodzaakt had , om-meer en meer voor hunne eigene veiligheid te zorgen, en.op krachtdadiger middelen van verdediging beducht te zijn, en dien ten gevolge met Frankrijk een plan van wederzijdfche krijgsverrigtingen vast te ftellen, waar door zij zich buiten ftaat bevonden , om gedurende deze campagne,-zonder medeftemming van den Franfchen Koning , aan eenige voorflagen het zij.tot een wapenftilftand , of tot het fluiten van een? bijzondere vrede, gehoor te kunnen geven; dat deze verbindtenisj gevoegd bij het hernemen van onze; door dejt vijand veroverde PFest - Indifche bearfthigsn door ,de, wapenen van Frankrijk:, .mitsgaders bij de. dagelijks .meen,ent niewr^tgenemende waarfohijnlijkheicl vooy.êen;fpoedig; herftel van den, algemeerien vrede , hen noopte, om aan de Keizerin in bedenking te geven, of niet de Republiek, door het Y 4 aan-  344 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. aannemen van het voorgefteld beginzel, de *" 7 bevrediging onder alle de oorlogende Mo- ï7o2. gendheden zou kunnen bevorderen, en dus nuttig wezen aan het groot en roemrijk plan, dat de Vorftin met den Keizer zich tot dat einde had voorgefteld, en het welk zij ontwijfelbaar thands meer gefchikt zou vinden, en dus ook bij voorkeur trachten uit te werken., en door hare voorftellen ten dien einde bij de oorlogende Mogendheden te herhalen, en tevens eene plaats voor te flaan , tot het houden der onderhandelingen , tot welker bijwoning HL H. M. dan ook bereid waren met" den eerften Staats- • dienaars te benoemen. Van dit antwoord werd aan Frankrijk kennis gegeven, gelijk ook reeds van den eerften brief v-an fox gefchied was; en de Franfche Koning betoonde zich vaardig, om ter gerustftellirjg van H. H. M., op hun verzoek, te verklaren, dat hij het voorftel om hunne zaak van de zijne niet af te fcheiden met vermaak aannam , en dat de gevoelens zijner ftandvastige genegenheid het hem tot eene onfchendbare wét zouden maken, om met de grootfte zorg voor de wezenlijke belangen van de waardigheid en voorfpoed van dezen Staat te waaken: gelijk hij dan ook den aan hem gedanen voorflag van een' bijzonderen vrede met Engeland van de hand wees, en betuigde .buiten weeten en toeftemming zijner bondgenoten in geene onderhandelingen te„ zullen treeden. Na dat deze pogingen', om een' afzonderlijken vrede met één' of anderen der oorlogende Mogendheden te fluiten, vruchteloos afgelopen wa-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 34-5 waren , fcheen een algemeene vrede het V- AFBy eenig overblijvend middel, om geheel van ga> den last des oorlogs ontllagen te worden. En het bleek ook wel dra , dat Engeland daar toe zocht te geraken, fchoon fitzherbert, de Engelfche gezandt aan het hof te Brusfel, die 'naar Parijs vertrokken was , om de vredes voorflagen door grenville gedaan te hervatten, in 't eerst nog de voetHappen zijns voorgangers drukte, en wilde dat Frankrijk zijne bondgenoten losliet. Doch vergennes weigerde dit ronduit, en de la vauguion verzekerde H. H. M. op nieuw , dat het Hof van Frankrijk geen oogmerk had, om den vrede met Engeland, afzonderlijk van deze Republiek, en zonder derzelver belangen te helpen handhaven, te (luiten. Het zeker berigt, dat men intusfchen in den Haag kreeg van de aanftaande opening der onderhandelingen over een' algemeenen vrede te Parijs , bewoog H. H. M. niet alleen , om aan onzen ge woonen gezandt aldaar van berkenrode de nodige volmagt tot het bijwoonen van dezelven te zenden , maar ook om hem een lid uit hun midden, gerard brantzen, burgemeester van Arnhem , als gevolmagtigd Minifter toe te voegen. Deze kwam in Herfstmaand te Parijs aan, en werd door onzen gewoonen gezandt aan de vergennes voorgefteld, welke ook bij deze gelegenheid de vriendfchappelijke gevoelens van den Koning zijn' meester voor de Republiek plechtig herhaalde ,• en niet lang daar na, toen men ongunftige vermoedens verfpreid had , als of de vrede tusfchen Y 5 Groot-  346 VERVOLG op WAGENAAR'S v AFD- Groot - Britanim en Frankrijk en Spanje, .1782. met uitlatinS va« onzen Staat, genoegzaam getekend was, op nieuw verklaarde, dat 'het nooit zijn voornemen geweest was, de -Republiek vari hare aanfpraken te ontzetjen,' maar alleen om haar den weg tot het zoo-dra mogelijk deel nemen aan de onderhandelingen te gereeder te baanen. Twee zaken waren bij een' toekomftigen vrede vooral voor ons belangrijk , de teruggave onzer genomene volkplantingen, en eene billijke fchaêvergoeding voor de ons ontroofde fchepen en goederen. Omtrent het eerfte ontvingen H. H. M., op derzelver aanzoek, van den Koning van Frankrijk de gerustftellende verzekering , dat hij door het hernemen van eenige volkplantingen der Republiek op den gemeenen vijand , voornamelijk bedoeld had haar te befparen de opofferingen, welke zij tot derzelver wederverkrijging bij den vrede misfehien zou hebben moeten doen; dat hij nimmer zich had voorgefteld, dezelven te leggen in de fchaal van wedergaven en vergoedingen , welke hij aan Engeland zou kunnen aanbieden,- maar dat in tegendeel zijn rtand■vastig voornemen was „ aan de Republiek te rug te geven zoodanige harer volkplantingen , die bij een' algemeenen vrede in zijne magt zouden wezen. Bij openbare aankondigingen werden de. kooplieden en boekhouders van fchepen , die daar bij belang hadden, uitgenodigd om de fchade, door het wegroven van fchepen en goederen bij- hun van de Engelfchen geleden, optegeven, ten einde die door gelastigden -tsr.J g . uit  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 347 uit hun midden ter kennisfe van 'slands resering zou kunnen worden gebragt, en alzoo op vergoeding daar van bij de vredes onde^delingen aangehouden. Die fchade werd op tachtig millioenen guldens begroot Wat 'er van de vergoeding kwam , zullen wij zien bij het verder ontvouwen der vredehandelinge, die, hoewel in Wintermaand dezes jaars van onze zijde begonnen , voeglijker oP het volgend jaar lalbehandeld'worden, .om dat wi, dan tevens den geheelen afloop .zullen kunnen geT? midden dezer handelingen over den vrede liet het zich aanzien, 01 ui^ marken o- in eenen nieuwen oorlog met eene: andere jermishan. Mogendheid zou ingewikkeld worden: ende!jng van het ontbrak niet aan dezulken, die meen- Deenfebe den, dat Engeland heimelijk daar toe voed-febepen S gaf. Na* dat de ^H*&g^%fe*u onzen Staat de st. saphorin meermalen geklaagd had over mishandelingen aan i)^/^fchepen aangedaan , leverde hij. eene nieuwe en zeer bittere klachte in over de zoo hij zeide barbaarfche behandeling-, welke aan, een Deensch O. I. fchip, het kasteel 7)ansbur° genaamd , en gevoerd bij .^apiSSSS bij gelegenheid dat hetzelve de Kaap de goede hoop aandeed, om er ue sewoone ververfchingen te ontvangen, wedervaren was. Men had, (zoo als,het vertoog van den gezandt, den jfW Hooijmaand ingeleverd, medebragt) des Capi^ teins verzoeken geweigerd , hem met geweld wederho.uden , en om dat hij zich wilde verwijderen van eene plaats, waar ■ • 1 • men  348 VER VOLG op WAGENAAR'S V. afd. men geen regt had- hem bevelen te geven 1782 cem befchoten> geplunderd, en met zijn' ' ' Muurman gevangen gezet, en zonder middel van verdediging gelaten. De gezandt verzocht hier voor voldoening en fchade-• loosftelling, en wel met vermijding van alle langwijligheid, die de formaliteiten - verichaffen, wanneer men regtvaardige voldoening tracht te verijdelen. Het berigt ondertusfchen, dat van Bewindbebberen onutS'm MaatfchaPPijë op deze klachte bij • M- ingeleverd werd, gaf een gantsch ander verflag van den toedragt der zake, en bewees , dat in het Deenfche klaagfchrift alle omftandigheden verdraaid of verzwaard waren; dat men fuglede, uit hoofde van vermoedens van vijandlijke verftandhouding, en van zijn gedrag jegens het Beltuur van de Kaap niet anders had kunnen of mogen handelen; en dat H. H. M. veel eer reden zouden hebben , om zich over den Deenfchen Capitein, dan de Koning van Beenemaken, om zich over de behandeling zijner fchepen aan de Kaap te beklagen H. H. M. lieten dit door hunnen gezandt den Grave van rechteren , aan het Deenfche hof weeten , en tevens aldaar hunne klachten inbrengen over de" oneerbiedige uitdrukkingen in een tweede vertoog van s. saphorin vervat, waar in hij binnen acht dagen antwoord geeischt had op zijne vordering, dat terftond langs verscheiden wegen bevelen naar de Kaap-zouden worden gezonden , om de Deenfche ichepen vervolgens it^aïlen opzichte als vrienden te behandelen, — Het zelfde hof en  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 349 en dat van Zweeden klaagden ook dikwijls V.afd.^ over het gedrag onzer kapers. —- Bijzonder werd,n. koelberg, die met veel voor- / deel het'kaperfchip te Veerenaar voerde,^» en gewoon was langs de Zweedfche kusten, marken en van welke hij geboortig was, te kruisten, Zweeden van fchending van het Zweedsch grondge over onze S befchuldtgd. Een fchip, door hem in KaPerS, , eene Zweedfche haven opgebragt, werd aldaar ontflagen, de kaper-capitein kreeg bevel om tot nader order niet van boord te gaan , en het roer van zijne kotter werd afgenomen. Na het onderzoek zijner zake blfek zijne onfchuld, en H. H. M. trokken zich dus dit geval ernftig aan , vorderden ziin ontflag, en deden den ZweedfchenKoning boodfchappen, dat zij niet anders verwachten, dan dat Z. M., van de waare toedragt en omftandigheden der zaken onderligt, zich veel eer over het gedrag van den Commandant van Marftrand, dan over dat van koelberg onvergenoegd zoude nou- ^Uit het geen wij op het voorleden jaar %mjm aangaande den ftaat onzer zaken ™°*0oa.In. volkplantingen gezegd hebben , vergeie-• mn en op ken met het berigt, dat wij op dit jaar de gaap de van de voortdurende werkeloosheid onzer goeje Hoop zeemagt hebben moeten geven , zal dej0™ Lez"rgligtelijk voorfpellen dat de toeftand grj^l van onze O. I. en W. I. Maatfchappijen pij< thands ook verre afwas van bloeiende te zijn. En evenwel zoude die toeftand nog zeer veel elendiger geweest zijn , indien ^niet de Franfche wapenen het geen w^onbe-  3j0 VERVOLG op WAGÈNAAR'S V. afd. fchermd lieten befchermd, en een goed gë' j„g2 deelte van het geen ons ontroofd was her^ " nomen hadden. De Franfche Admiraal de suffren , die den Engelfchen vlootvoogd iiughes , in den Indifchen Oceaan, in den tijd van zeven maanden, vier maaien met wisfelenden kans, flag leverde, hernam Trinconomale op den laatsten van Oogstmamd. Hij' had, gelijk wij boven (*) Zagen, doof johnstone te verkloeken, reeds in't voorleden jaar de Kaap de goede Hoop behouden: in grasmaand van dit jaar kwam aldaar eene andere Franfche vloot , onder bevel van de eussy, die op zijn' overtocht derwaards zich meester had gemaakt van eert groot Portugeesch vaartuig, het welk eene meenigte van krijgsbehoeften voor de Engelfche O. I. C. te Madras aan boord had. en in dezelfde maand daagden 'er nog twee Franfche transportfchepen op met een' grooten voorraad van gefchut. Ondertuslchen werd de welvaart van die aangelegen ne uithoek zeer benadeeld door het voortdurend misnoegen der vrijburgeren tegen de bedienden der Compagnie , waar omtrent reeds in 1779 een klaagfchrift aan bewindhebberen gezonden was, dat in dit jaar door een nader vertoog aangedrongen werd. Ook had men 'er aan veele noodwendigheden groot gebrek, en de acht gewapende fchepen, van welker reize wij boven (f) fpraken, landden aldaar eerst op het einde van het jaar, (*) Zie boven bl. s83. (t) Zie boven bl. 350, ■ ! ■ : ■ ;  VADËRLANDSCUE H1ST. VERK. 351 jaar 1 na dat zij met veele tegenwinden had- V.afd. den geworsteld, en döor ziekten zoo yeel volk verloren, dat het bezwaarlijk viel de t fchepen te befturen, en men reeds bijna tot het uitterfte gekomen was, om het overgebleven volk op de befte fchepen over te brengen, en de overige te verlaten. De O. I C was door de handfluiting in het voorléden jaar aan de Hollandfche kameren voor den tijd van een jaar verleend, en naderhand verlengd, wel uit een dringend gevaar gered maar het vertrouwen , dat zij te voren had, was 'er bijna geheel door verdweenen. En ondertusfchen groeiden hare geldbehoeften dagelijks aan. De gewoone uitgaven waren aanmerkelijk vermeerderd door de crroote fommen, die hadden moeten hefteed worden, om de vastigheden in de Indien van krijgsvolk, krijgsvoorraad, en andere behoeften te voorzien; en die kosten hepen te hooger, dewijl die verzendingen voor een aroot gedeelte uit vreemde havenen hadden moeten gedaan worden. 'Er kwam bij het nemen en vernielen van vijf fchepen in de Saldanha-baaij, het in Engeland opbrengen van een t' huis komend fchip, het in den grond fchieten van een ander, .het gemis van retourfchepen, en de daar uit geborene onmogelijkheid om over de daar in geladene fchatten te befchikken. In deze verleo-enheid verwierf de Maatfchappij vwHolh'nd een borgtocht voor de reeds opgenomene anticipatie-penningen, en voor eene nieuwe geldleening van acht millioenen. — Door een oud ingeflopen misbruik pleegde aan de O.I.C. vergund te worden inde wis- lel-  35* VE RVOLG op WAGENAAR'S v' AFD; felbank van Amfterdam meerdergelden te Iate-n affchriJven' da" zij aldaar op hare rekening had. Van deze vergunning, verleend op tijden dat de groote winsten en gunftige toeftand dier Maatfchappij aan de vaardige . teruggave dier gelden geen twijfel liet, maakte zij doorgaans gebruik bij het vertrek der fchepen uit deze landen naar China en de Indien, tot bevordering van derzelver uitrusting; en de bank kreeg die fchuld van zelve betaald uit de verkochte ladingen der t' huis gekomen fchepen, welke in bankgeld moesten worden voldaan. Doch zederd 1780 bragten de zwaare verliezen der Maatfchappij haar buiten ftaat, om aan de bank hare fchuld af te doen, welke in 1782 tot de verbazende fom van 5,650,000 guldens, klom, entoen inde boeken der wisfelbank op rekening van de ftad overgedragen werd, terwijl aan Commisfarisfen van de bank tot meerdere verzekering ter hand gefteld werden onderfcheiden fchuldbrieven, ten lasten der O. h C, onder borgtocht van Holland, te zamen dezelfde fom bedragende. De ftad deed vervolgens een gedeelte van deze fchuld aan de wisfelbank af; maar de Compagnie is tot op dit oogenblik toe 079S) voor de geheele fom hare fchuldenaresfe gebleven (*). In (*) Misfive van de Municipaliteit van AmReldam aan bet vertegenwoordigend Hghaam des Bataaffcben volks, 35 Sepr. '798., gedrukt in de Bijlagen tot de bejluiten der eerfte Kamer van bet K L. 27 Sept. ï7S>9., bl. 6, 7.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 353 ' In de W. I. volkplantingen waren de prij- _v- AFD', ?en van verfcheiden behoeften tot eene verbazende hoogte geklommen, en zommige ^ der in 't geheel niet verkrijgbaar. In M«»öjHltn ia ine kostte in 't begin van 't jaar een ponddeW., fpiikers 15 ftuivers, een paar fchoenen Toetod. rV gulderfs , een " en een tonnetjen zout 80 guldens, Men benriint ligtelijk hoe welkom daar de fchepen waren, die gewapend, en door eenige fregatten begeleid , in 't voorst van Grasmaand uit Texel gezeild , in Zomermaand in de volkplantingen aankwamen, en in den dringendften nood voorzagen. Den 7 van Hooimaand zeilden weder drie Sunnaamvaarders uit Texel met nieuwen toevoer Op Curacao kwamen van tijd tot tija eenige gewapende koopvaardij-fchepen aan. Onder dezen was de dappere Capitein geer- . MAN, die in 't gezicht der haven, en van de daar liggende lands fchepen , door een Engelsch dat tien de, en omtrent 200 koppen fterker was dan hij , bijna drie uuren geflagen hebbende, eindelijk reddeloos gefchoten, en door de oorlogfchepen niet onderfteund zijnde, zich overgeven moest, maar door rietveld en boot, die ten laatften toch uitzeilden, hernomen werd. In Berbice welks Gouverneur p. h. koppiers , door den heroveraar der volkplanting den Graaf de kersaint van ontrouw befchuldigd, naar Sunnamegezonden, doch vervolgens naar het vaderland overgeftoken zijnde , door H. H. M Onfchuldig verklaard werd, had men in t voorjaar aan alles gebrek. Uit de W. I. 11. deel. Z  354 VERVOLG op WAGENAAR'S v- Aff»' volkplantingen konden, bij gebrek aan ge1782 noeSzaam geleide, geene fchepen naar het ' ' vaderland komen. De inkomllen der W. ï. Maatfchappij waren dus bijna tot niets gebragt , en hare uitgaven aanmerkelijk vermeerderd, vooral door .de buitengewoone kosten tot meerdere verfterking van Suriname. Buiten ftaat zijnde om aan hare verbindt,enisfen te voldoen , zocht zij bij H. H. M. onderfteuning uit 'slands kas, of borgtocht voor op te nemene penningen te verkrijgen; en, daar zij zich niet zoo lang redden kon, als de raadpleegingen over dit aanzoek duurden , verfchafte Holland haalbij voorraad 100,090 guldens ter leen. In Grasmaand verkreeg zij de vrijheid, om onder borgtocht van 11.' H. M. een millioen guldens, tegen drie ten honderd op te nemen ; doch bij alle de kamers te zamen werden in deze geidligting Hechts 63,000 guldens ingefch reven. Holland werd dus op nieuw aangezocht , en Gecommitteerde Raaden van dat gewest bragten op dat vernieuwd aanzoek dit oordeel uit, dat aan de W. I. C., op de gewettigde, en onder borgtocht van H. H. M geopende, geidligting, 587,000 guldens zouden kunnen worden opgefchoten, uitmakende met de reeds aan haar door Holland verftrekte 350,000 guldens, en met de inge'fchrevene 63,000 guldens , juist het volle beloop der ontworpene geldopneming. Staat van Wat voorts den ftaat van handel en zeejen ban- vaart in dit jaar betreft, het getal der ingevamvis- ^omen en uitgezeilde fchepen was zekerlijk veel grjoter dan in het voorleden jaar, ■ doch  • VADERLANDSCHE HI S T. VERK. 355 doch meest onder onzijdige vlaggen De En^lfche kapers, die de Widdellandfche zee ^ zeer onveilig maakten, belemmerden de ^..^ f^ vaart naar en van de Levant voor brkte,..eiI 'hmdfche fchepen grotelijks , waarom ver- mi(1delen Sf ioSS de vlag van [öt hecftel. 'c Gemeenebest Ragufa bedienden. Ondertuslchen bloeide & f heepvaart op 0^«■d> voor eene vrije haven verklaard, zeer fterk , en eene droevige ondervinding oill ikte maar al te zeer de vrees voor verleg d s handels. — Om den zinkenden koophandel te onderfteunen, werden die van den Geregte in /bnfleldam te raade de ordonnantie op" de Wisfelbank te vernieuwen cn te verbreeden, om aan alles eene grootere geregeldheid en zekerheid te geven.Se haringvisfeherij werd onder behoorlijke voorzorgen en bepalingen weder opengefteld, en door de Engelen met gemoed waarom ook H. H. M. verboden het toebrengen van eenigen hinder aan de Engelfche "visfeherij. De haring , een jaar gemist zijnde, werd driftiger begeerd, en de zeven eerfte tonnen in de Zlte aangebragt, golden ieder 800 guldens. D^g^ fche visfehers voeren meest onder Keizerlijke en Pruisfifche vlag; doch de Keizer verordende, dat aan geene visfche s, on Ter zijne vlag vaarende , befcherming zou Wen verlfend, zoo zij meVS***» waren van zeebrieven voor de visfcherije, lor de regering v.nOoflende oï Nieuwpoort behoorlijk uitgevaardigd. — De wa yischI- Groenland en Straat-Davt*™ voS onze fchepen nog niet opengefteld.  2Sö VERVOLG óp WAGENAAR'S -V' *FD1 ma.ar de eigenaars van dezelven kreegeö 1782. vrijheid - om onder de nodige bepalingen hunne fcheepen en vleeten aan onderdanen van onzijdige Mogendheden te verkopen. Geen fchip ter walvifchvangst Uitgerust viel dit jaar in onze havens binnen, tot groote verachtering van eene visfcherij, die anders uit de onvruchtbaarfte waereldoorden niet zelden in de havens dezer landen veel fchats invoerde, en, fchoon zomtijds op zich zelve befchouwd niet voordeelig, door de bijkomende werkzaamheden van fcheepsbouw, touwflagerij , traankookerij , en het geen daar van verder afhangt, den ingezetenen groote voordeden fchonk. Te meer fpijts baarde dit, om dat het den weg baande* om den Engelfchen, reeds lang hierin onze mededingers, een bellisfende meerderheid in deze visfcherij te doen behouden.— De vermindering onzer bloei deed natuurlijk de ingezetenen , die het wel met het vaderland meenden, bedacht zijn op mid^ delen, om derzelver verdopte bronnen weder te doen vloeien. Met dit oogmerk werd onder anderen te Enkhuizen eene maatfchappij van handel en visfcherije opgerigt* waar van de aandeden 500 guldens kostten, ert die reeds in Sprokkelmaand van het volgend jaar een aanvang met de uitvoering maakte, en vijf fchepen aankocht. — De Oeconomifche tak van de Hollandfche maatfchappijder wetenfchappen te Haarlem, eenigzins verachterd zijnde, beproefde den ijver der deelnemeren aan te wakkeren, door aan den Stadhouder den titel van Proteclor op te dragen, welken hij volvaardig aannam ,• tevens  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 357 vens zijn voornemen te kennen gevende, V.atb; om op 't voetfpoor van zijn' vader aan zijn hof alleen voortbrengzelen van inlandfche fabrieken tot kleding te doen gebruiken. — Binnen den tijd van 14 jaren was teDelft een derde gedeelte der plateelbakkerijen uit gebrek aan vertier gedoopt. Dit verval was grootendeels veroirzaakt door de zwaare belastingen buiten 'slands op den invoer vanDelfsch aardewerk gelegd, en door het toenemen van den invoer van vreemd, bijzonder Engelsch , aardewerk binnen deze landen. De belanghebbenden verzochten dus bij H. H. M. een verbod van invoer van Engelsch aardewerk, op zwaare ftraffen. De Staten van Utrecht deden ook een voorftel, tot het weder invoeren van de oude belastingen op vreemde wollen en zijden lakenen. En de Fabrikeurs van wollen dekenen te Leyden verzochten, dat de plakaten, reeds voor meer dan 50 jaren gegeven ( *), en zederd meermalen herhaald, tegen den invoer van vreemde dekenen, doch thands dagelijks, verfmaad en overtreden , mogten worden vernieuwd, en tot de zoogenaamde Rollen en Du fels uitgeftrekt, waar van zij te voren meer dan 1000, en nu nauwlijks 200. ftukken verkochten. De gelastigden van H. H. M. tot het onderzoek van de beide eerstgemelden voordragten oordeelden een verbod niet raadzaam, dewijl daar door het (*) Piacaat van H. H. M- van 8 Mey 17*8. Het verbod was zejfs eene uitge tre':t tot dekenen te. Afo*y?r/ff*/gefabriceerd; Refol.vanH.H.M, 14 Sent,. z3  358 VERVOLG op WAGENAAR'S het voordeel verloren zou worden, dat zee 1782. v!ele ïDgezetenen trokken van het wederom uitvoeren van een groot gedeelte dier ingevoerde goederen naar andere landen , en dewijl het verleggen van andere handeltakken het gevolg zou zijn van het verlies van dezen. Men ried dus , in de plaats van een verbod, tot verhooging der inkomende regten zoo op de Vriezen en Du fels, ais op de gouden en zijden lakenen, en het vreemde aardewerk , met uitkeering evenwel van die verhooging voor dat gedeelte der ingevoerde goederen, welke bewezen zouden worden weder uitgevoerd te zijn. Utrecht nam hier genoegen in, maar fteïde tevens voor, die verhooging ook uit te ftrekken , tot de ftoffen geheel of gedeeltelijk • uit katoen vervaardigd (met uitzondering evenwel van de katoenen lijnwaden) ; en tot de gedrukte papieren , kamerbehangzeis, welker veelvuldige invoer van buide-lde6 papiermolcns aaomerkelijk .bena- bZ™A[% A I?° inwendi§e Sefchiedenis van ons Vades lands ü5!'ia"d beSon allengskens meer belangrijk te worden. Verfcheiden leden van regering meenden , gedurende den loop des oorlogs, opgemerkt te hebben, dat bij de raadpleegingen over veele gewigtige onderwerpen de ftemmen van zommige hunner medeleden niet zoo vrij waren, als het belang des Vaderlands vorderde, maar te veel af bangelijk van den wil des Stadhouders , wiens beftuur langs hoe meer afkeuring en wederfpraak onderging. Dit gaf aanleiding tot pogingen om die af bangelijkheid te vermin-  VADEIU-ANDSCHETÏÏST. VEftK. «9 minderen, en men zocht ten dien einde .J-r^ veele oude voorregten weder te h^haven, ^ I e door aanmatigingen van de eene er a heid van de andere zijde, zederd een gerui men tijd, waren verdonkerden vertreden gewaden ^^^^dhte^ den vermeerderden de gelegenheid hier toe, en terwijl de Stadhouder en zijne yriende het eens verkregen gezag hardnekkig zochten te verdedigen, en hunne tegenwerking tater weT^^^e men met meer Kch en ijver de■ ingcflopen gebreken van hec Sm sbeftuur begon te herftellen, werden de partijfebappen langs hoe meer opgetekt en de drift in het prijzen en laaken, vereeren en hooncn van de werkzaamfte Sanders der beide partijen nam dage- ^Zlterland begon de GezwoorenGe- DHtfc meente van Arnhem loflijkc t-ppen te v doen ter handhaving der Stedelijke voor-*» *^ regten Zij leverden bij den Magiftraat een d^ fted vertoog in , waar bij zij, als tweede lid van !i)k, vüo:S, hare grievende fmart betuigde regten. over het'verkorten van Stads regten in een aantal bijzonderheden ; maar zij bepaalde zich thands in de eerfte plaats en voorname jk tot de aanftelling van een Schepen en Raad, bij overlijden van één derzelven. Vol wns het Regerings-reglement van 1750. moesten de overige regeringsleden, m zulk eTn geval, eene benoeming doen van twee nerfonen, en deze den Stadhouder aanbieLn om 'e'r één uit te kiezen. Zederd eenige jaren was dit in onbruik geraakt en de Stadhouder had, zonder voorafgaande be-, Z 4  tCo VERVOLG op WAGENAAR'S J^llül "oemir)g» d5e aanfïelling gedaan. Het gelijkheid te vernietigen of te verminderen. De Stad Dokkum bcfloot in flagtmaand, dat ^ de rondgaande ambten, op her quartier der fteden vallende , door de volmagcen van Dokkum niet aan Z. H. zouden worden opgedragen , om daar over naar goeddunken te bel'chikken ; maar dat de ambten op die ftud vallende aan zodanig een volmagt van da r zouden worden opgedragen., pp welken men een volkomen vertrouwen„ftelde, dat hij,, (volgens Art. XXV. van het Reglement Reformatoir) „ naar zijn verftand „ en rechte confciemie, ten gemeenen beste en welvaren , zou' dieren zonder „ affeftie, gunst, of ongunst." Verderftelde zij vast, dat niemand in de Vroedfchap van Dokkum zou worden toegelaten, dan die de daar toe ftaande vercischten bezat, naar inhoud van het Regerings-reglement, zonder dat veel vermogende aanbevelingen daaromtrent eenige verandering zouden mogen maken. Na dat de regering van Dokkum aan de overige tien Friefche fteden, en aan den Stadhouder van dit befluit kennis gegeven had , werden eerst door Bolsward en Hindeloücn, en naderhand ook door Franeker , Tlst, Slooten, Sneek en Leeuwarden dergelijke befluiten genomen. Doch Harlingen , Stavoren, en Workum fcheenen niet over. te balen, om dit voorbeeld te volgen. Ondertusfchen liet Dokkum , thands door zeven andere fteden gerugfteund , aan dezelven in Louwmaand 1783. een'rondgaanden brief toekomen, behelzende eene uitnodiging om te Leeuwarden gemagtigden te II. deel. Aa zen-  370 VERVOLG op WAGENAAR'S ^XF'P- zenden, tot het beramen eener fchikking "3-g~ der commisfiën , en het maken van een* / ' rooster der omlopende ambten op het quartier der Steden vallende, voor den aanftaanden grooten landdag: en deze rooster vervolgens vervaardigd zijnde werd , niet tegengaande de langdurige tegenkantingen van de drie Steden , die met dezen maatregel niet inftemden , eindelijk bij een ftaatsbefluit goedgekeurd en bevestigd. Friesland De Staten van Friesland hadden fang te drir/gmn vergeefsch aan H. H. M. opening gevor- nL° vtn ddrd van den ftaat van het Cwhpióir Geneden Stast rclal. der Uniei zi) vernieuwden dien eisch detC-ene dit jaar, en, daar zij betuigen moesten geen raliteits denkbeeld te hebben van een bondgenootkas, en fchap, waar in de beftuurders van der bondrfn^zliner Senoten gemeenfchappelijken eigendom , quoV met'eenigen fchijn van regt, de opening van den ftaat der zaken aan de leden , die zulks vorderden 4 zouden kunnen of mogen weigeren , verklaarden zij befloten te hebben, om van nu' af aart te rugge te houden alle zodanige penningen, als Friesland wegens renten van Generaliteits fchulden jaarlijks betaalde, tot zoo lang H. H. M. eéne volledige voldoening aan hunnen billijken eisch zouden gegeven hebben. Hetzelfde gewest leverde in Grasmaand een uitvoerig vertoog bij H. H. M. in , waar bij de in deze eeuw reeds dikwijls gedane klachten, dat Friesland, naar maate zijner uitgeftrektheid en bronnen van welvaart, te hoog was aangeflagen in' de algemeene lasten van het bondgenootfchap, op eene drin-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 37* dringende wijze herhaald werden-, met bij- v-AF!y^ voeging, dat de Staten, niet tegenftaande ~ga< den flechten ftaat hunner geldmiddelen, tot voorkoming van verwarringen in de tegenwoordige ongelegenheden van den oorlog, wei hadden willen toeftemmen in de gewoone en buitengewoone Staten van oorlog voor het lopende jaar, doch dat zij , wanneer op hun wettig beklag gedurende dit jaar geen voldoend befluit genomen Werd, zich in de onvermijdelijke noodzaaklijkheid zouden bevinden, om ten opzichte van den Staat van oorlog voor 1783. zodanige maatregelen te nemen, als zij tot herftelling van hun uitgemergeld gewest gefchiktst oordeelden. Waar in die maatregelen beftaan zouden, toonden zij in een' naderen brief, in Wijnmaand afgezonden, waar in zij, zich nadruklijk over het onbeandwoord blijven van hun vroeger vertoog beklaagd hebbende, verklaarden, bij ontftentenisfe van een fpoedig en voldoend andwoord, in de aanftaande Staten van oorlog, en in alle volgende petitiën, niet hooger dan tot ƒ 8-13-2J te zullen toeftemmen, en dus de quota van hun gewest met drie ten honderd te zullen verminderen. Zij kreegen hier op ten andwoord, dat de zaak aan gelastigden ten onderzoeke was overgegeven, doch dat zij uit haren aard voor eene zoo fpoedige behandeling ongefchikt was, en ook in den tegenwoordigen zwaaren tijd niet gepast doorgezet zou kunden worden; weshalven H. H. M. verwachtten, dat de gedane bedreiging onvervuld zou Aa 2 blij-  37» VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. blijven. Maar zich met die andwoord niet "~~ o te vrede houdende , fchreven zij in Slagt' ~' maand weder, dat de rijd van vijf maanden hun lang genoeg voorkwam, om eene zaak van die erkende aangelegenheid bij het geheele bonHgenootfchap ter hand re nemen, en af te doen, vooral daar reeds zederd 1718. dit onderwerp bij herhaling ter overweging van H. HE. M. gebragt was,- en dut zij dus verwachtten, dat de verdeeling op den Haat van oorlog voor 1783. overeenkomftig met hunne geopenbaarde welmeening zou gefchieden , op dat zij, in geval van onverhoopte weigering, hunnes ondanks niet genoodzaakt zouden worden , om zodanige krachtdadige maatregelen in 't werk te Hellen , als de zichtbaare regtvaardigheid hunner zake hun aan de hand gaf. Herftsl- In Over ij $(el was de afdoening der zaak litlg van van CAPELLEN TOT DEN POLL, wiens uitZet- cAPEixtN tjng ujt je Staatsvergadering wij boven ver pull. rneld hebben (*_) , tot in dit jaar onafgedaan gebleven. Te vergeefsch had hij zich jaren achter één met de herilelling van zijn regt gevleid, te vergeefsch de tusfehenkomst van den Stadhouder ten dien einde ingeroepen , te vergeefsch herhaalde aanbiedingen van een minnelijk vergelijk gedaan, die zelfs door de drie fteden, en vijf ridders waren onderfteund geworden ; de meerderheid der Ridderfchap had lang aan zijne billijke aanzoeken tegenftand geboden , en het opmaken van een befluit ten zij- c*; bi. ip7.  VADERLANDSCHE HïST. VERK. 373 zijnen voordeele tegengehouden, hoe zeer 'er in de daad, volgens de oude orde der ga< vergadering , reeds lang eene "^rdjh.id van Hemmen zich voor hem verklaard had h Grasmaand 178*, had de Meente van Zwolle (welke Stad over de Drostendienften eenparig met capellen dacht, en zich het vroegst zijne zaak had aangetrokken) bii derzelver toeftemming in de verzochte belastingen verklaard daar toe befloten te hebben in verwachting, dat de Drostendienften zouden worden afgefchaft, capellen in de vergadering der Ridderfchap toetelaten, en de drie fteden van Overtjsfel ferfteld in het regt, om als 'er zich een lid uit de Ridderfchap bij haar voegde , met meerderheid te befluiten Doch de voor£aU landdam deed ten dezen aanzien nog Set sa" OP den najaars-landdag bragt pallanot ioiZuithem, Landdrost van Ts/e Ztdtn, twee uitvoerige raadflagen in, een voor de affchaffing der Drostencuenften , en het andere over de herftelling van capelHij wilde, hoe eer hoe ^er, immers ftaande dezen landdag, den zoo dikwerf aangeboden weg van minnelijke atLening beproefd , en daar toe zes leden ■ benoemd , of anders capellen in regten toegelaten, en hem intusfchen terftond van de uitzetting uit de Raadzaal ontheven hebben Daar de afgevaardigden der Steden ook gelast waren "voor de atfchaffing der Drosfendienften te Hemmen, was er de meerderheid voor, doch men het der Ridderfchap één', dag tot beraad, eer het beAa 3 "Ult  374 VERVOLG op WAGENAAR'S V Arp- fluit werd opgemaakt. De meerderheid van 1782. dat ]lghaam ftelde den volgenden dag voor de wederzijdfche gevoelens over de wettigheid of onwettigheid der Drosten-dienften te onderwerpen aan den Hoogen Raad, het Hof van Holland, of eenig ander Hof van Juftitie : en zij bood zich vervolgens aan , om intusfchen de misbruiken , die in het vorderen der Drosten-dienften mogten plaats vinden, te helpen verbeteren, Maar de afgevaardigden der Steden, uit hoofde van den bepaalden last hunner zenderen in dit voorftel niet kunnende treden, lieten daar op aantekenen : „ de afgevaardigden der „ drie Steden hebben verklaard, dat zij het „ ftuk der Drostendienften, als zijnde daar „ op door de drie Steden, met medeftem„ ming van den Drost van Tsfelmuiden, s, eenparig beraadflaagd, voor afgedaan hou, " dJU\en in gevolge van dien de Drosten„ dienften afgefchaft:' De meerderheid der Ridderfchap hield dit befluit voor krachteloos, men deed tegen eikanderen aantekeningenen tegen-aantekeningen, en de zaak bleef hier bij voor als nog hangen. Doch de zaak van capellen , hoe naauw daar mede verknocht, kreeg echter op dezen landdag een' gewenschten uitflag. De pogingen om eene bijlegging te treffen, tusfchen den 22ften en 20ftcn yan Wijnmaand aangewend, waren vruchtloos uitgevallen, dewijl men de wedertoelating dan eens onder meer , dan onder minder bepalingen wilde dulden, en hij alle voorftellen, die Voorwaarden behelsden, volftrekt van de hand  VADERLAKDSCHE HIST. VERK. 375 hand wees, ja de te voren vrijwillig gedane V.afd._ Zoen, om tot een vergelijk te komen, ^ Kiet gedaan aanmerkte Na veel onderhandelen bragt de Ridderfchap, op den I** v n Shgtmaand, het eindelijk befluu m dat terftond de uitfluiting ophief en,de beraamde regtsvordering de De Griffier putman gaf ei den Kiacier ke'nn^ van : doch, daar de landdag op t ïm™ van fcheiden ftond, vergenoegde hij zich met op de eerst volgende vergadering z t^ng te willen nemen, en liet door den Griffier andwoorden : „ *«*2**ï „ ven Edelman , even als voorheen d. landdagen zou bijwoonen. De a.ge Vaarffen der Steden, met die toezegging St te vrede zijnde, en vorderende,^ hl verzocht zou worden, om onmiddelijk ter veïadeing te verfchijnen, werd zi,n zwage Winck tot wekkeren verzocht hem , & te ha en, en hij ging met dezen ter vergadering, waar alle&de afgevaardigden der 1 edenf en eenige Edelen hem de hand toereikten Bij de ingezetenen van üvetijsjet «let al een maar ook in andere gewesten, befpeu"deenmen zeer veel vrengde over deze eebeurenis, welke met maaltijden, en an Ere beton neen van blijdfehap gevierd, en der reïerhiR Te Leeuwarden werd eene burZr fSeit opgerigt, onder de zinfpreuk ger-locieteit op^c■ „ , vanwij door vrijheid en ijver, de eerite ww j In de latere gefchiedenis van ons vaderknd  376" VERVOLG op WAGENAAR'S JLafd^ melding vinden , en die naderhand door zoo 1782. veele Revolgd werd. De zucht toe de waDe/ULhtPen0 emn£ hcrleefdè °nder de ingezet* tot dewa nen' nict a,Ieen in Zeeland, waarde vrees penoere- voor eene landing der Engelfchen haar tot nirg her een' plicht maakte, door de Regering zelve keft. voorgefchreven ; maar ook elders, vooral in Friesland. De burgerije van Dokkum verzocht wapenen , en bood aan, dezelven ter verdediging van Stad en Land te dragen op zodahigen voet, als Staten van Friesland voeglijkst zouden vinden. De Stadsregering nam met dit aanbod volkomen genoegen , en onderfteunde hetzelve ter Staatsvergadering. Het quartier van Oostergo had daar reeds het voorftel gedaan, om het VllLe Artikel der Unie van Utrecht (waar bij bepaald was , dat ingezetenen dezer landen, tusfchen de 18'en 60 jaren oud , zouden worden gemonfterd en opgefchreven , om ter befcherming en zekerheid des vaderlands te worden gebruikt) in werking te brengen. Het quartier der Zevenwouden had bij meerderheid daar in toegeftemd , maar de twee andere waren daar toe nier te.bewegen. > Vrijheid Terwijl zommige vaderlandlievende manZZT ïe" hunne P°ginSen ^nwendden, om door S der i1"""6, Schriften de burgeren tot eene drukpers. lUISLtc kenms van derzelver waare belangen te brengen, werd de drukpers ook dikwijls ichendig misbruikt, om papieren onder het volk te brengen, die of uit hoofde van de valfche befchuldigingen die zij bevatteden, Pt wegens den toon waar in zij gefchreven wa-s  VADERLANDSCHE MIST. VER K. 377 waren , alle braave menfchen, van welke V. afd^ denkwijze zij ook wezen mogten , geweldig mishagen moesten. Doch, terwijl men het < verfpreiden van het laatstgemelde zoort van gefchriften poogde voor te komen , tegen te gaan, en te ftr.;ffen , tastte men ook zomtijds onfchuldige voortbrengzelen der drukpers aan, en vergreep .zich dus tegen bare vrijheid, die bij elke natie, welke hare regten kent, voor één harer grootfle heiligdommen gehouden wordt. Zommige nieuwspapieren en andere gefchriften waren vol met befchuldigingen tegen onze fcheepsbevelhebbcren,- dochv hoe zeer 'er onder hen wezen mogten. welker gedrag geenszins was vrij te pleiten, was het "er vv.;rre af, dat die befchuldigingen alle gegrond zouden zijn. Zoo was bij voorbeeld eene aanklachte van verregaand plichtverzuim , in de Zuïdhollandfche Courant ingebragt jegen den S. B. N. van kruyne, die op de Zeeuwfche llroomen het bevel voerde , na gedaan onderzoek valsch bevonden. Verfcheiden Vlagofficieren en Capiteinen , dergelijken laster moede, gaven in Wijnmaand aan den Admiraal Generaal een door hun ondertekend klaagfehrift over, waar in zij verklaarden dat zij, indien hunne naam verder ongeflraft gehoond werd, zich volgens hunne beginzelen van eer en plicht verbonden zouden rekenen, osn het beftuur over die lands-fchepen, waar over zij zich tot nu toe een eer gemaakt hadden het bevel te voeren , aan zoodanige anderen over te laten, in welker bewind het volk dat vertrouwen zou ftel- Aa 5 len,  378 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. len, waar van men hen door dusdanige " o fchandelijke middelen had trachten te be°2' roven. Dit gefchrift ter vergadering van H. H. M. ingeleverd zijnde , befloten zij hetzelve aan de gewesten rond te zenden , met een' aandrang tot het doen der nodige voorzieningen tegen de ongebondenheid der drukpers. — Amfteldam had reeds in Bloeimaand een voorftel gedaan, om het Piacaat van 170a. tegen het plaatzen van Staatsftukken in nieuwspapieren te doen handhaven. Het hof van Holland had in Herfstmaand aan de Staten bij een' fterken brief voorgefteld, het afvaardigen van een nieuw Piacaat, ter beteugeling van het dagelijksch misbruik der vrijheid van fchrijven en drukken.— Een boekjen, getiteld de Oranjeboomen, door Frank de Fry, hebbende op den titel een' Oranjeboom, met dit opfchrift; ten dage als gij daar van eet, zult gij den dood ft erven (*) had reeds te voren de aandacht van het Hof getrokken; want den aillen van Sprokkelmaand ftelde hetzelve bij eenen brief aan de Staten voor, om hunne verontwaardiging over dat boekjen, bij eene Publicatie aan de ingezetenen te doen blijken; en tevens om de ongebondenheid der Diemermeerfche, Zuidhollandfche, en andere couranten op eene krachtdadige wijze te beteugelen. — Over een ander ge- (*)Pieter Vreede heeft zich naderhand als Schrijver van dit ftukjen bekend gemaakt: zie zijne Vcrandwoording aan de Bataeffcbe natie en aan bare vertegenwoordigers (Leijden J79O bl. 49.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 3?9 gefchrift, ten titel voerende: een brief over J- af°^ de waare oor-zaken van 's lands ongeval, ge- I7ga. vonden tusfchen Utrecht en Amersfoort, leverde de Pruis fifche gezandt, Baron van thulemeyer, den I7den van Wintermaand, een vertoog in, waar in hij de verontwaardiging van den Koning zijn' meester te kennen gaf over den hoon in dien brief aan den Stadhouder, en deszelfs Gemalinne, 's Konings nigte, aangedaan, en ten fterkftenaandrong op het nemen van maatregelen tot 'ontdekking van den fchrijver, op dat hij, zoo wel als de boekverkopers die het verkochten, voorbeeldig mogten geltraft worden. 'Er werden zwaare boeten op het uitgeven, nadrukken, en verfpreiden van het genoemde llukjen gefteld en groote belooningen aan hem, die drukker of fchrijver ontdekken mogt, toegezegd; doch zij werden niet ontdekt. — Te Utrecht werd een weekblad uitgegeven, onder den titel van Post van den Nederrhijn, dat met zeer veel graagte gelezen werd. De Hoofdofficier dier ftad , de Graaf van athlone , had reeds in 't begin van't jaar, uit naam van den Stad- ( houder, aan Burgemeesteren verzocht, het drukken en verkopen van hetzelve te verbieden: doch dit verzoek was afgewezen, en men verzekert zelfs, dat de Stadhouder, beter van den inhoud van dit blad onderrigt, in die afwijzing berust had. Doch niet lang daar na wekten eenige vertogen nieuwe klachten, en de Hoofdofficier deed den drukker een geding aan, hem aanklagende, wegens het drukken en verkopen van een libel, het  38o VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd. hetwelk volgens hem eene ftrekkihg zou hebben tot vilipendie van hooge Staatsper- 1782. fonen in dienst van dezen Staat, en dus eifchende, dat hij tot eene boete van iooo guldens verwezen, en de exemplaren der aangeklaagde nummers, voor zoo verre zij nog onder hem berusten mogten, verbeurd verklaard zouden worden. Deze zaak werd voor het gerecht van Utrecht met open deuren bepleit, en met eenparigheid van Hemmen den Hoofdofficier zijn eifch ontzegd, en de aangeklaagde van kosten vrijgefproken. Danka- Daar veele ingezetenen zich langs hoe dres van meer openlijk tegen den Stadhouder begonbnrpers nen £e verklaren, zochten eenige zijner aanvan den , , v •' , Baag^n hangers daar tegen een tegenwigt te maken, den stad-door hem, uit naam van burgers, fchutters houder, en ingezetenen van den Haag een dankadres te doen aanbieden, vol van betuigingen van vertrouwen op, en erkentenis van zijne pogingen ten dienste des Vaderlands. Twee vermeulens , vader en zoon , en gustaaf undeen , een Zweed , liepen daar mede in den Haag bij de huizen rond: doch het vond geen gereeden ingang, zommige officieren toonden zelfs hun ongenoegen over dit rondgaan , en de Collonel jan slicher, die zich bezwaard vond om her mede te tekenen, en zelfs daar toe niet beliuiten kon, na dat in 't eerfte opftel eenige veranderingen gemaakt waren , hield 'er een gefprek over met den Bailluw van den Haag, het welkten gevolge had, dat deze, uit naam van den Stadhouder aan de re-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 381 regering verklaarde, dat Z. H. het aanbie- ^/ufd; den van zodanig een adres wel alleen toe- ^ fchreef aan een' goeden ijver voor hem en, * zij:, huis, maar echcer niet gaarne eendankadres ontvangen zou, ten ware alle de ondertekenaars' hetzelve met genoegen en uit overtuiging onderfchreven ; dat het hem vooral leed zou doen , wanneer over het tekenen of niet tekenen van hetzelve eenig ongenoegen onder de burgerijeontftond; en dat her nemen van maatregelen ter voorkoming van dat ongenoegen, en ter bewaring der rust, hem aangenaam zou zijn. De Regering beüoot daar op het ter tekening leggen van , en het omlopen met het voorschreven adres te verbieden : doch slicher ontwierp een ander, in algemeener bewoordingen begrepen, het welk door de Regering goedgekeurd, op de fchutters doelen ter tekening gelegd, door omtrent 1100 leden der Haagfche fchutterije getekend, en den i8,en van Wintermaand door den krijgsraad aan den 'Stadhouder overgeleverd werd. Doch twaalf dagen te voren zochten de 7,00^ voorftanders van het eerst ontworpen, en nupde S. door de Regering verboden dank-adres in den Haag< eene beweging voort te bren- hdd; gen , die van fchroomelijke gevolgen had kunnen zijn. Een hoop volks , voor een groot gedeelte uit bedienden van den gefchutgieter van Holland, en van den boekverkoper pierre gosse beftaande, voorzien van flambouwen , en verfierd met orangelinten , zworf onder voorwendzel van het 5. Ni-  38a VERVOLG of WAGENAAR'S ■ V. afd. S. Nicolaas - feest te vieren langs de ftraa■—~— ten, zingende en fchreeuwende hoezee ! yil7°z' yat orange ; trachtte een' ieder , dien zij ontmoette, te noodzaaken om zich bij haar te voegen; dwong de Officieren der bezetting op het buitenhof, de kokarden van de * hoeden te nemen, en orange-kokarden in de plaats te ftellen, met hun te zingen, te dansfen , en bovengemelden kreet aan te heffen ; en pleegde meer dergelijke onbefchoftheden en ftraatfchenderijen. Dit bedrijf, door zommigen als eene onfchuldige vrolijkheid verfchoond , door anderen als beginzelen van een zeer ftrafwaardig oproer befchouwd , fcheeh de werkzaamheid der Juftitie niet te hebben opgewekt: en men befloot daarom ter vergadering van Holland het Hof te gelasten , 'er een naauwkeurig onderzoek naar te doen, en van den uitflag van hetzelve fchriftelijk berigt in te leveren ; en voorts Gecommitteerde Raaden te verzoeken, om met kennis en overleg van den Stadhouder de nodige fchikkingen tot behoud van de openbare veiligheid te maken. Van beide deze Collegiën kwamen wel verzachtende berigten in, maar het on* derzoek naar de aanvoerders van dit werk werd evenwel voortgezet , en opgedragen aan Mr. joannes gerardus luiken , die bij onpasfelijkheid van den toenmaligen Advocaat Fiscaal benoemd werd om in deze zaak het ambt van Fiscaal waar te nemen. Het bleek bij dit onderzoek volledig, dat het verwekken dezer beweegenis in een naauw verband ftond met liet tekenen van het eerst ont-  VADERLANDSCHE HÏST. VERfC. 383 ontworpen dank • adres : de Magiflraat van Vden Plaag gaf dus last, om het oirfpron- l?^2" gelijk ftuk, waar mede de vermeulens en ' ündeen rondgelopen hadden, op te halen. Doch dezen, die het grootst aandeel hadden aan het bedrijf van dien oproerigen avond, waren reeds vertrokken, en men kon dus het gezochte ftuk niet magtig worden. Zij weeken op Kleeffch grondgebied; een Deurwaarder van 't Hof werd met opene brieven hen nagezonden, om hen te doen aanhouden; doch de Kleeffche regering weigerde aan den inhoud dier brieven te voldoen , en de Koning van Pruisfen keurde naderhand die weigering goed. 'Er fchoot dus niets anders over, dan hen in te dagen, doch zij verfcheenen op die indaging niet, en het Hof werd daar door belet, tot de eerfte bron der gebeurenis op te klimmen. Ondertusfchen werden Gecommitteerde Raaden gemagtigd , om het vervaardigen, tekenen, en rondbrengen van dankadresfen' in den Haag tegen te gaan: en te Rotterdam, waar men met dit werk ook bezig was geweest, werd het door den Hoofdofficier gefluit. Wij kunnen de gefchiedenis van dit jaar Het werkniet fluiten, zonder melding gemaakt te heb- huis te ben van eene loflijke poging om den ledig- <4mftelganger aan het werk te helpen , en de ftra- ™* °P£e" ten van bedelarijen te zuiveren, te Amfteldam aangewend , in de oprigting van een werkhuis aan de buitenkant dier ftad , op het JVeesperveld, het welk eene fraaije vertoning maakt onder de openbare gebouwen, en welks inwendige inrigting de algemeene; goed- «  384 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. goedkeuring wegdraagt van inlanders etl *—"~ vreemden. Hetzelve was in Slagtmaand de1702. zes jaars voltooid , en het is grootendeels gefcbikr rot een, werkhuis voor die geenen, die 'er zich vrijwillig in begeven , om 'er voor een' bepaalden tijd op eene'betamelijke wijze de kost te verdienen, en voor bedelaars die van de ftraten geligt worden,* maar hei dient ook om 'er zodanigen in op te (luiten , die voormaals op vonnis van fchepenen in het fpinhuis geplaatst werden. Kinderen van bedelaars van zekeren ouderdom worden 'er ook in opgenomen, cn in leezen, 'fchrijven en rekenen onderwezen. De jongens fchikt men meest ter.zeevaart, en de meisjens, in vrouwlijke handwerken onderwezen, groeien meerendeels tot dienstboden op. Het huis heeft eigene inkomsten, maar deze zijn met de winsten van het werk nog niet toereikende tot goedmaking der kosten. De Stad moet jaarlijks aanzienlijke toelagen doen (*). (*) Vol 'en dacht. .De petitie tot den jaarlijkfchen Staat rustitigen van oorlog wees dit uit , daar bij dezel- tervoordve fterk op de vermeerdering der zeemagt setting aangedrongen werd, doch wederom , g0-^™ lijk gewoonlijk , niet zonder bijvoeging van opwekkingen ter verbetering der landmagt. i De Admiraal Generaal droeg den o»? van Louwmaand ter vergadering van H. H. M. voor, dat de ftaat van zaken niet toeliet, iets te verzuimen, 't geen eenigzins ftrekken kon , om de zeemagt in een behoorlijken ftaat te ftellen,dewijl de vrede zeer onzeker was , en op het treffen van denzelven geenszins ftaat gemaaktkon worden. De afgevaardigden der Admiraliteiten ' ftelden ' dus, met zijne toeftemming,voor, het maken van aanftalten,- om de aflopende Equipages der fchepen van oorlog te doen vervangen, en het beramen van gemeenschappelijke maatregelen met de mede oorlogvoerende Mogendheden \ om den gemeenen vijand de meeste af breuk te doen, en hem daar door tot vrede te noodzaken S en zij verzochten gemagtigd te worden , tot de uitrusting der nieuw aangebouwde'fchepen. De kosten hier toe, en tot de verzorging der reeds in dienst zijnde fchepen gevorderd, werden voor de acht laatfte maanden van dit, en de vier eerfte van het volgend jaar, begroot op 13,956,073 guldens:- en de Raad van State werd verzocht daar van eene petitie op te maken. Ten II. deel. Bb zelf-  386 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. zelfden dage verzochten gemelde Gecom- • muteerden , dat , dewijl de petitie van s7$3' 1,500,000 guldens , in 1780 gedaan , tot aankoop van gefchut en verdere krijgsbehoeften voor de vloot, op verre na niet toereikende was, voor bun een nieuwe petitie ten zelfden einde mogt worden opgemaakt, niet kleiner dan de voorige, en met bijvoeging van eene tonne gouds voor ieder Collegie ter Admiraliteit, en van ten minften 2,100,000 guldens , tot verdere aankoop van Artillerie en ammunitie van oorlog. Ook daartoe werd de Raad van Staten gemagtigd: maar Hechts twee Gewesten , Gelderland en Holland, Hemden in deze petitiën, en Holland trok van de eerstgemelde nog 3,188,000 guldens af, voor de kosten van fchepen, die nog niet in dienst gefield waren. — Onze kaperfchepen , die gedurende dezen oorlog meer afbreuk aan den vijand gedaan hadden , dan de zeemagt van den Staat, gingen" voort hem te ontrusten. De Zeeuwen bleven, gelijk altijd, hier in uitmunten: vooral verdient bier met roem gedacht te worden de Kaper-capitein jarry, een Franschman van Nantes geboortig, die met zijn kaper de Vlisfinger een aantal prijzen maakte , doch eindelijk door een Konings-kotter aangeklampt, en door denzelven in een heet gevecht van meer dan een uur reddeloos gefchoten , op het gezicht van nog . een Engelsch fregat dat op hem afkwam, Hxijken moest, en, na dat hij dit reeds gedaan had, nog een laag met fchroot ontving, waar van een ftuk, hem dwars door den  DeKaaper deTlisHngcJ? Cap! JAEJELY door tttfcagelsch KoniiiöTcliip geuooiiieii.   VADERLANDSCHE HIST. VERK. 387 den buik gedreven, na twee dagen lijdens, Veen einde aan zijn leven maakte. 1783. Ondertusfchen werd deze krijgszuchtige ' a gedaante wel dra niet weinig veranderd onderh,-. door den loop, welken de onderhandehn-delingen, gen over den vrede namen. Onze Gezandten , leste venon van berkenrode en erantsen hadden den 6*»> van Wintermaand 1782, met voorweeten en overleg van 't Franfche hof , aan den Engelfchen gezandt fitzherbert voorflagcn van een vergelijk gedaan, en daar bij,_behalven een vrije vaart, volgens de beginzelen onlangs door fox zeiven erkend , ook de wedergave gevorderd. van alle bezittingen ons door de Engelfchen in den oorlog ontnomen, en de vergoeding der fchaden door onze ingezetenen, gedurende denzelven, van hun geleden. Bij het antwoord op deze voorflagen werd alles, wat in de vorige handelingen over de vrije vaart gezegd was, als vervallen befchouwd, om dat men toen van onze zijde het aanbod van een' afzonderlijken vrede niet had willen aannemen. Dewijl H. H. M. niet gezind fcheenen, de oude verbindtenisfen met Engeland te hernieuwen , liet de Koning voorftellen, dat de beide Staten, ten aanzien hunner onderlinge handelbetrekkingen, zich eenvouwig zouden gedragen volgens de algemeene grondregelen van het regt der volken. Indien de thands oorlogende Mogendheden na den vrede nieuwe fchikkingen vormden, zou hij zich gereed betoonen tot het aangaan van zulke verbindtenisfen van koophandel, als best met de gefteldheid en weBb a der-  • 3S3 VERVOLG óp WAGENAAR'S V. itd. derzijdfche belangen der beide Staten overon een zouden komen. In de teruggave der ' ó' vermeesterde bezitn'ngen ffemde hij , behalven in die vzw-Trimonomale op het eiland Ceilon, met de onderhorigheden. Aon den eisch van fchaêvergoeding kon hij geene plaats geven , 'maar wel toeitaan , dat de beflisfing over de prii?en voor de vredebreuk gemaakt, aan de Britfclie gerigtshoiren overgelaten werd. — Dit andwoord werd in 't begin van 1783. door onze Gezandten aan den Grave de vergennes medegedeeld; en in een wederandwoord vroe^.gen zij voor 'eerst, wat men door de onbepaalde' uitdrukking , algemeene beginzelen van het. regt der volken, verftond; en verklaarden voorts, dat zij de uitzondering van fFrinconomale bezwaarlijk met de gematigdtheid des Konings konden overeenbrengen, ■en dat, fchoon zij zich daar over niet uitIvoeriger mogten uitlaten, zoo lang het eei> ifte artikel., de vrije vaart bétreffende, niet •was afgedaan, zij echter niet dachten, ooit volmagt te zullen krijgen, -om den affland dier, bezitting te onderfchrijven. De handeling over de fchaêvergoeding begrepen zij dat uitgefleld kon worden, tot dat men over de twee andere pureren overeengekomen was.. Ondertuslchen vernam men wel dra, dat de voorlopige voorwaarden van den vrede, tusfchen alle oorlogende Mogenheden, uitgezonderd onzen Staat, den sb$9 van Louwmaand getekend waren. De vergennes . gaf hier van aan onze Gezandten kennis, en nodigde hen, om dezelven mede te tekenen; maar zij andwoordden, dat zij  VADBRLANDSCHE HÏST. VER.K. 389 zij daar op niet gelast , en de zaken tus- V. aft, fchen Engeland en ons nog niet tot die .„ ' riiphèid gekomen waren. Onze Staat werd echter mede begrepen in den wapenftil- J^ape?" 1 ftand , bij die voorwaarden aangegaan en 1 an * gerekend. De wapenfchorfing werd hier te lande bij afkondiging, en door fchepen opzettelijk daar toe uitgerust in de Oosterfche en Westerfche volkplantingen bekend gemaakt. De bedeftonden werden in Hollanden de Generaliteits landen afgefchaft. Voorts werd in Bloeimaand , bij H. H. M. , op voorftel van Z. H. befloten , de buitengewoone handgelden , die federd eenigen tijd ter aanmoediging van 's lands zeedienst gegeven waren, \e doen ophouden, en eenige wachtfchepen en uitleggers te doen afdan* ken; ja zelfs werden 'er, vooral bij de Admiraliteit van Amfteldam, een aanmerklijk aantal matroozen afgedankt: men legde reeds raadpleegingen aan over het getal der fchepen , die, indien de vrede getroffen werd , dit jaar in dienst' zouden gehouden worden, en over het gebruik, dat daar van zou worden gemaakt, gelijk ook over den voet, waarop de zeemagt vervolgens in vrede's tijd gebragt en gehouden zoude worden : en in Zeeland dankte men reeds werkelijk fchepen af. Deze fchikkingen moesten buiten twijfel als zeer voorbarig befchouwd worden , zoo lang men geen meerder hoop had op een' eerlijken vrede; en het was dus zeer natuurlijk, dat daarop dpor onderfcheiden ftaatsledèn fcherpe aanBb 3 mer-  393 VERVOLG op WAGENAAR'S V.afd. merkingen gemaakt werden (*) , en dat " ~— men naderhand de zeer nadeelige voorwaar-. I7"3* den, waarop men genoodzaakt werd den vrede te fluiten, niet alleen toefchreef aan de groote werkeloosheid gedurende den oorlog, maar ook aan die vroegtijdige ontwapening en verzwakking onzer zeemagt. In de daad de loop , welken de onderhandelingen over den vrede namen, deden wel dra een' ongunftigen uitflag vreezen , en de uitflag bevestigde die vrees al te zeer. Hoewel onze Staat tot den wapenftilftand was toegetreeden , deed 'er zich , in het trelfen der voorwaarden van den vrede, geene geringe moeilijkheid op; dewijl het Gemeenebest daar aan wilde arbeiden onder begunftiging van en medewerking met Frankryk; en Engeland liever zag, dat het afzonderlijk handelde met het hof van London. Frankryk ondertusfchen had de teruggave onzer op de Engelfchen heroverde volkplantingen beloofd , en het was dus ons grootst belang , ons van de medewerking van dat rijk in den vredenhandel niet te beroven. Eene andere moeilijkheid vond men in de geflrengheid der eifchen van de Engelfchen omtrent de voorwaarden zelve. In deOost-Indiën warenTrinconomale enNegapatnam, behalven eenige mindere koopkantooren , in hunne handen gevallen : Trinconomale was hun wel weder door de Franfchen ontweldigd, maar zij wilden echter Negapatnam, op de kust van Cormandel, (*) Cour ter van Europa, I, Deel, bl. 12, \s%  VADERLANDSCHE HIST.VERK. 391 del eene handelplaats in veele opzichten voor ons van het'grootlte gewigt, behou den • en hier mede niet te vrede, vorder den "zU eene vrije en onbelemmerde vaart in de nVlche zeeën op de Moluhjche eilanden waar van zij door verbonden waren ïiteèiloten, en door welker verkrijging zij onzin fpec'erijhandel, den een gen uitfluiten den handel die ons overgebleven w«^den bodem konden inflaan. De O. I Maat fchappii, eene buitengewoone vergadering van zev ntienen in den Haag befchreven hebbende , leverde in Sprokkelmaand een uSewerk vertoog bij H. H. M. m, waarm toeftaan dezer eifchen lijden moe t nadruk kelijk voorgefteld werden. Het advis van Holland den van Lentemaand ter verfaderrng van H. H. M. uitgebragt , was fat meS geen afftand hoegenaamd aan EnS i doen, maar in tegendeel aan1-infren op eene vri]e vaart , op den voet van het verbond der gewapende onzijdigheid door Rusland ontworpen, en tevens oneene behoorlijke fchadeloosftelhng, en voorts" dat men over het zenden van een Gezandt van hier naar London kon handekn Viif gewesten ftemden hier in onmiddeiiilk toe, en, fchoon Zeeland aandrong 3Lr befluit , al was het maar voor L„ on te houden, het werd tertol7 $o\n2 , en°naar Parys afgevaar- digToen onze Gezandten daar van aan de verceLS kennis gaven, en hem daar bij ver zochten den Koning over te halen, om aan 13 b 4  392 VERVOLG 'of WAGENAAUT J/.afd. den Staat de beloofde onderfteuning, en. I78q zijne krach|:dadige tusfchenkomst te doen ondervinden, kreegen zij daar op een andwoord , dat weinig troost gaf. De Graaf gaf voor, in het befluit van H. H. M. meer eene begeerte te vinden om den oorlog voort te zetten, dan om zich met Engeland te bevredigen: en hij hield dus hetzelve zeer ongepast in de omftandigheden, waarin de zaken gebragt waren door een' oorlog, welke grootendeeds door onze werker loosheid zoo ongelukkig gevoerd was. Hij verzekerde, dathetverfte, waartoe hij het had kunnen brengen, was, het hof vvaLon* don te doen afftaan van den eisch dpTrincor nomale : Negapatnam had hij onmogelijk kunnen bedingen, en, daar de Republiek niets had öm in de plaats te ftellen, kon men zonder opoffering op geene bevrediging hopen: tot het afftaan'van den eisch op eene vrijë vaart in dé Oost er fche zeèen, meende hij dat de Engelfchen niet zouden te bewegen zijn; en op het verkrijgen van fchadeloosftelling gaf hij geene hoop: even min dacht hij, dat de Engelfchen de vrijë vaart op den voet der gewapende onzijdige heid zouden toeftaan , en H. H. M., voegde hij 'er bij , zouden aan die erkentenis, ook weinig hebben, zij moesten zelve het regt van de onzijdige vlag doen eerbiedigen. Toen onze Gezanten aandrongen , dat Frankryk, volgens de gedane beloften , buiten de Republiek tot geen bepaald vredesverdrag mogt overgaan, gaf hij even weinig een voldoenend andwoord, maar in . tegendeel vrij duidelijk te kennen, dat het be-  VADERLANDSCHE HIST; VERK. 393 belang van den Koning den vrede vorder- V.afd^ de- dat men het definicif traftaat reeds had g kunnen fluiten, maar dit alleen had vertraagd, om den Staat tijd tot onderhandelen te geven; en dat hij hoopte, dat men van dien tijd gebruik zou maken , om tot de algemeene vredehandeling te kunnen toetreeden. , Bij den Engelfchen Gezandt fitzherbert kreegen onze gelastigden vooral geen meerder hoop op eene billijke bevrediging. Op hunne voorftellen , en de redenen, waarmede zij dezelven bekleedden, andwoordde hij niets anders, dan dat hij zijne laatst gedane voorliggen ten uitterften billijk hield, dat de Graaf de vergennes ze ook als zodanig aanzag, dat hij dus ook bij de Republiek geene zwarigheid in 't aannemen van dezelve had verwacht, en dat hij door zijn last verbonden was om daar bij te volharden , en aan geene anderen het oor te leenen. Hij beloofde echter van de voorflac-en onzer Gezandten aan zijn Hof te zullen kennis geven ; mits zij ook aannamen H. H M. te berigten het geen hij gezegd haa, en bijzonder, dat men geen hoop kon hebben, dat bij het Engelsch Miniftene, zells niet bij verandering van hetzelve , eenige \ andere geneigdheid te wachten ware. -rtf Eene nadere poging onzer Gezandten, en van een' bewindhebber , en den Advocaat der O. I. Maatfchappij, welke zich ook te Parys bevonden , om den atltand van Nesapatnam te ontwijken, en daar voor een aanbod te doen van de vastigheden der Nederlandfche Maatfchappij op de westkust Bb 5 van  394 VERVOLG op WAGENAAR'S V- afp- van Sumatra en van Suratte , deed even " «„ weinig uitwerking, dewijl de Engelfchen ' dien voorflag geheel onaannemelijk keurden. Zij bleven dus op den afftand van Negapatnam, en de onbepaalde vaart inde O. I. Zeeën ftaan , en eischten daarenboven, dat het falut op zee zou worden gegeven overeenkomftig met het bepaalde in het 4de artikel van het traftaat van Westmunfler van 1674, en dat men, tot voorkoming van alle klachten, welke zich omtrent de vaart op de kust van Africa van tijd tot tijd hadden opgedaan, zich wederzijds zou verbinden , om onder geenerlei voorwendzel eenigen hinder toe te brengen aan den handel van vreemde natiën, in de havens van ééne der beide Mogendheden. Te vergeefsch leverden onze Gezandten een ander plan van bevrediging in, ontworpen in de gedaante van een voorlopig tractaat, en op de reeds aangevoerde gronden hoofd•zaaklijk (leunende: te vergeefsch boden zij naderhand in plaatze van Negapatnam, een equivalent in geld aan: de Engelfchen bleven onverzettelijk op hunne eifchen ftaan, en Frankryk drong onophoudelijk op een eindelijk befluit van onze zijde. Vergenjnes berigtte zelfs aan onze Gezandten, dat de zaken tusfchen Frankryk , Spanje , en Engeland geheel vereffend, en de wederzijdfche verdragen , in tegenwoordigheid der Staatsdienaren van de beide Keizerlijke hoven, vergeleken, en thands in't net gebragt waren; en dat men met de tekening zou hebben kunnen voortvaren, indien men niet had willen wachten, tot dat de zaken met Hol-  VADERLANDSCHE HïST.VERK. 395 Holland insgelijks waren vereffend. Doch V:tt*T ftaat van £«r*p« volftrekt vorderde het fluiten van een' volkomen' vrede en dat de i andere Mogendheden met veel ijver daarop aandrongen : en hij hield dus ten fterkften I daarop aan, dat onze Afgevaardigden ten allerfpoedigften mogten voorzien worden : van een befluit, waar bij zij gemagtigd werden, om eene geheele af komst van za- ' kCNa SfS' alles ter kennisfe onzer Re- De «ed. «ering g bragt was, bragten de Staten vangroten. o<»» van Oogstmaand voor ™rweliik was betere voorwaarden te beSnge afftand moest doen van Negapa„2! in de vrije Scheepvaart door de MohMche eilanden bewilligen, en m t Salut ef zee toeftemmen. En terftond daar op werd de« voorlopige raadflag met een Postbode naar Parijs aan onze gezandten ££ndtn. Dezen waren juist den vorigen dasrdoor vergennes verwittigd , dat men ïef bepalen van den dag tot het tekenen Wvredes-verdrag niet langer kon mcftelle■ d £nge//cAegGezandr, de Hertog van LnchestIr, had dit volftrekt op den Tö^ van Oogstmaand bepaald wil.Ieri heb• maar met groote moeite verwierf men lZ " Jt den 3-jan Herfstmaand Schoven werd. Toen hier van bi de Al- Vgeemeene Staten berigt was ingekomen Werd aldaar met vier gewesten , Holland, I Jrlesland, Utrecht en Overijsfel, een beSgenomen, in het wezen der zaake met  396 VERVOLG op WAGENAAR'S J..afo. den zoo evengemelden voorlopen raad' *7*3> van^^inftemmende. Ingevolge * van hetzelve vernieuwden onze gezandtfn nogmaals hunne pogingen, om betere voor" ' waarden e bedingen, maar, daar deze wederom mislukten, zagen zij zieh genood zaak , om op den fa van Herfstmaand de voorlopige voorwaarden te tekenen vaneen' : zeer nadeehgen vrede. Dezelve beftonden uit ell artikelen, waar van het genoeg zal zijn in du kort begrip alleen de volgende vijf op te geven; H Wat aanbelangt de eer der „ vlag en het falutterzee, door de fche- " £!L \Thïl^ V00r die zii"er Groot„ Brmanmfche Majefteit, hier in zal re- I ,, fpeéhyehjk gehandeld worden od dezelf„ de wijze, als 'er voor het begin van den „ ^andsgeeindigden oorlog heeft plaats ge» ,hfad- — IV. De Staten Generaal ftaan - at, en guaranderen in vollen eigendom " *lP\?root-Brittannif<;h. den Hertog van manchester voor, om de g3 prsliminairen in een definitif tradtaat te ver- ' anderen. Zij vonden hem echter hier toe zoo bereid niet, als zij verwacht hadden, maar, na lang zammelen, kwam hij met een' voorllag ter baane, om het volkomen vredesverdrag in den Haag, of te London te fluiten. In de vergaderingen der gewesten, en bijzonder in die van Holland, ontftonden bij de raadpleegingen over dezen voorflag zeer hevige twisten; echter werd dezelve in bijna alle door de meerderheid afgekeurd: Zeeland alleen hemde ter algemeene vergadering daar voor: en H. H. M. befloten dus op den i2dcn van Louwmaand 1784, met zes gewesten, om het verplaatzen der vredes onderhandelingen van Parijs naar elders af te flaan. Het duurde tot in Grasmaand van dat jaar, eer de Koning van Groot- Brittannië zijnen toenmaligen gezandt te Parijs , dan. hailes last gaf, om den vrede op den voet der voorlopige voorwaarden te tekenen. Dit gefchiedde eindelijk den i7d™ van Bloeimaand, en den i5den van Zomermaand werd door de Algemeene Staten het verdrag bekrachtigd, en deze bekrachtiging naar Parijs, de plaats der onderhandelingen, afgezonden. Ondertusfchen had de Koning van Frankrijk, reeds in Wijnmaand van 1783, door berenger, die, bij afwezigheid van den Hertog de la vauguyon , de zaken van het Franfche Hof bij dezen Staat waarnam, aan H. H. M. een vertoog laten inleveren, waar • 1 n — xr  4eo VERVOLG op WAGENAAR's Jl_FD:_ waar in regtftreeks de belofte vernieuwd ,_g, werd , te voren door den Grave de veró' gennes aan onze Gezandten gedaan, datalle de> Hollandjche vastigheden, welke door de Franfche wapenen op Groot-Br ittanni'è heroverd waren, voor niet, en zonder eenige vergoeding , aan de Republiek zouden worden wedergegeven. De Griflier fagel werd door de Algemeene Staten gelast,, om hunne erkentenis voor deze gunst in beleefde bewoordingen aan den Franfchen gelastigden te betuigen. Fagee legde deze boodfchap eerst-mondeling af, doch,, toen berenger weigerde een mondeling antwoord op eene fchriftelijke verklaring aan te nemen, werd aan hem vervolgens een affchrift van .het befluit van H. H. M. ter hand gefield. De Staten van Holland _ oordeelden nogthands dat hier mede niet ■ voldaan was aan de verplichting van dit Gemeenebest voor een zoo gewigtig gunstbewijs; zij wilden hetzelve op eene meer onderfcheidende wijs erkend hebben , en lieten bij H. II. M.' inbrengen een opftel van een andwoord, dat naar hunne gedachten door onze Gezandten te Parijs aan het Franfche hof. overgeleverd . en waar van aan berenger een affchrift ter hand gefield moest worden. Aan deze voordragt werd voldaan . en vergennes betuigde aan onze Gezandten het genoegen van< z'yn' meester over dit nader andwoord. Wij hebben in de korte befchrijving van den oorlog, die met een zoo fchandelijken vrede eindigde, zeer dikwijls moeten mei* ding maken van het misnoegen, dat bij een i . groor;  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 401 groot gedeelte der Staatsleden zoo wel, als V. atv. der burgerijen van Nederland, heerfchte _ " over het beltuur, dat in denzelven gehou- I7°3' den werd ; van de menigvuldige klachten over werkloosheid, en zelfs over ongehoorzaamheid aan de befluiten en bevelen der hooge Regering ; en van de verdenkingen die bij veelen plaats hadden, als of dit alles toe te fchrijven ware aan eene ongeoorloofde verknochtheid van het hoofd der uitvoerende magt aan de belangen van het vijandig Groot - Britannië. Geen wonder, dat dit misnoegen, die klachten en die verdenkingen vermeerderden, toen de loop der onderhandelingen zulk een ongunstig einde voorfpelde, en vooral, toen het verdrag gefloten was, het welk zoo zeer tot ons achterdeel en ter onzer vernedering itrekte. Geen wonder, dat daar uit verdubbelde pogingen ontfprooten , zoo wel om de fchuldige oirzaken der reeds begane verzuimenisfen op te fpooren, als om in 't vervolg dezelven minder mogelijk te maken. Tot de eerstgemelde pogingen behoorde het voortzetten van het onderzoek naar de redenen, die den beraamden tocht naar Brest hadden doen mislukken. OnderHoe zeer het verflag van den afloop de- 7oek der zes onderzoeks, dat uit den aard zeer veel redenfn tijds vereischte , ons een paar jaaren in de m^u^en Gefchiedenis moet doen vooruitlopen, oor- van , van df fpraak over deze zaak onbepaald vertraagd StaJ!i0ll. werd, liet de algemeene Geest niet na de-derlijke zelve vooruit te lopen. Men hield de fchul- aanbeveHndigheid der daar in betrokken perfoonen gg^ als uitgemaakt: men meende de hoofdbron deB Wa_ van alle verwarringen, die ons Vaderland penhandel. niet flechts buiten"'slands een vernederend vertoon deeden maken , maar ook inwendig beroerden en verdeelden , gevonden^te hebben in den te onbepaalden invloed des Stadhouders zelfs op de wetgevende magt* en men oordeelde alleen door zijn gezag binnen de behoorlijke paaien te brengen, den Staat uitwendig geducht te maken en inwendig zijnen kwijnenden bloei te zullen hergeven. Niet weinig werkte daarin mede het voorbeeld van Noor d-Amerika, en de gefchriften over de Burgerlijke Vrijheid, ter gelegenheid van den Oorlog van Engeland met deze Volkplantingen, in het licht verfchenen Dit herlevendigde meer dan ooit in den Nederlander de liefde tot de vrijheid en den afkeer van alle onwettige onderdrukking. . ; 't Geen in bet voorgaande jaar m Gel- In Gelderdcrland, in eenige Steden van Holland enla™boven al in Friesland gebeurd was , omtrent de regeerings-beflellingen en ambten (*) diende ten voorfpel van 't geen 'er dit iaar, boven al in Gelderland, Holland, J Utrecht, (*) Bladz. 368. Cc 4  408 VERVOLG ep WAGENAAR'S v- *FP; Utrecht, Friesland en Overysfel voorviel. I7g ' Overal trachtte men ingeflopen misbrui^ *• ken te herftellen, onwettige aanmatigingen te vernietigen, verloren regten te herkrijgen. Deze poogingen werden des te geduchter, van den eenen kant, door de veelvermogende ondersteuning van zodanige regeeringsleden, die zich met den meesten ijver tegen den onbepaalden invloed van het Stadhouderlijk gezag verzetten ; van den anderen kant, door een ongemeenen ijver tot den Wapenhandel , waarin dit tijdvak bijzonder uitmuntte. Dus trachtte de Burgerij van Nijmegen haar verloren invloed op zaken van regeering te herkri jgen , door een zedert den jaare 1752. in onbruik geraakte gewoonte te herftellen, van de Gemeenslieden, die nu flechts tweemaalen in het jaar bijeenkwamen , alle maanden te doen vergaderen. Hevig en onbuigbaar was de tegenftand van de Magiflraat tegen dit befluit. En hoe zeer gemagtigden van wederzijden ter vereffening van dit gefchil alle minli'jke poogingen aanwendden , bleven de Gemeenslieden bij hunne eischen, de Raad bij zijne weigering, onverzetlijk ; in zoo verre, dat de eerften de Vergadering willende doorzetten, de kamer gefloten vonden , en door alle ^ voorftellen geen verandering in het befluit des Raads kunnende te wege brengen, te raade werden , om aan de Burgerij, als hunne lastgevers kennis van hunne verrichtingen te geven. — Zoo ook wilde de gezwooren Gemeente te Arnhem omtrent de begeving van Schepensplaatzen, die nu door den  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 409 den Stadhouder verkoren werden, volgens V. a*b! ftadsregten en privilegiën gehandeld heb- " ben. — Inzonderheid muntte de gewapende / *' Burgermagt uit in ijver tot de wapenhandel. Plechtig was haare afvuuring, die on, der anderen ook vereerd werd met de tegenwoordigheidvanden JonkheercAPELLEN tot den marsch, en befloten met drinken van zodanige Conditiën , die den geest dezes tijds nadruklijkdeedenkennen, en waarbij de gewapende lighamen van verfchillende lieden en de patriotfche Regenten bijzonder gedacht werden. Bij deze fpanning der gemoederen kan het niet bevreemden, dat eene beuzeling de ernstigfte gevolgen voortbragt. Het oude Kerkhof was door de Magiflraat aan een rijken Jood, daar omtrent woonachtigafgedaan en eene nieuwe begraafplaats buiten de Stad aangewezen, met een muur behoorlijk omringd en van ijzer hekwerk voorzien. Bij de kennisgeving van deze verrichting ontflond reeds eenig gemor, 't welk tot een daadlijken oploop overging, toen het eerfte Lijk op dit nieuwe Kerkhof zou begraven worden, zoo dat de Magiflraat raadzaam oordeelde, om de Militaire bezetting tot befcherming van het Stadhuis interoepen. Weldra echter werden zij vervangen door een Vaendel gewapende Burgers, die hun dienst hadden aangeboden. Den volgenden avond beproefde men, het Lijk ter aarde te be t ellen, en nam de noodige voorzieningen ter beveiliging van hetzelve. Het bleef ook ongemoeid;het bollend grauw koelde zijn moedwil aan de huizen van zommiC c 5 ge.  4io VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. ge regeeringsleden. Dit bewoog de Ma' o giftraat, om haarbefluit weder iutetrekken. l7°Z' Het gemeen, door deze toegeving ftouter, rustte toen niet, dan na dat het het Lijk weder opgegraven , in de St. Jam Kerk ter aarde befteld , en het geheele Kerkhof verwoest was. Wel ras echter keerde de orde en rust weder : dewijl de 'Magiflraat in alles toegaf. Het Provintiaal Gerigsthof oordeelde echter tegen alle zodanige oproerige bewegingen eene fcherpe afkondiging te moeten uitvaardigen. Onmiddellijker dan al het vnorige, betrof het gefchil, over de vrijheid der jagt, de regten van Zijne Hoogheid. Ken aantal van drie honderd Amhemfche Burgers leverden in het najaar een verzoekfchrift in, waar in zij hun deugdlijk regt zedert onheuglijke tijden bezeten, tot de vrije Jacht over de geheele Feluwe beweerden , welk hun in den jaare 1750 door den Stadhouder willekeurig was ontnomen. De Stadhouder, door de Magiflraat van de gezindheid der Burgerij kennis gekregen hehbende , beweerde even fterk, van zijne zijde, zijn regt op de voordduuring der bepalingen ; dat een reglement, door zijn Vader gemaakt, en door hem hernieuwd en zedert dertig jaaren in gebruik niet dan langs den weg van regten kon vernietigd worden. Hij zorgde dus , dat het Hof Provintiaal de •noodige voorziening in het werk ftelde, ten einde 's lands ordonnantiën door geen willekeurig befluit van eenige ingezetenen gefchonden werden. Tot tweemaal werd eene fcherpe afkondiging, ter voorkoming van  VADERLANDSCÏIE HIST. VERK. 411 van de krenking dezer ordonnantiën door V- afd. het Hof uitgevaardigd, die echter weinig j„ uitwerkten, daar de Burgerij bij haar ver- / klaard befluit volhardde , om het regt , haar van alle tijden toegekend, maar alleen in een tijdperk van overheerfching haar ontnomen, te handhaven en gebruik van hetzelve te maken. Te Zutphen trachtte de "Burgerij haare verdonkerde voorregten te' herftellen en ftelde ten dien einde een collegie van twaalf Gemeenslieden, wien zij als haare vertegenwoordigers de handhaving haarer belangen En regten aanvertrouwde, en die den tijtel van tweede lid der regeering van Zutphen aannamen. Hevig was de tegenkanting, die zij ondervond, in negen leden van de Magistraat , terwijl zij in de drie overigen, de Heeren b. j versteghe, f. j. van mr cappel•len' tot rysseet' en a. rode van heecke-rén7 even ijverige en openlijke voorrtan;ders'aantrof. Het gingr zelfs zoo ver, dat de' eersten reeds bedacht waren om ge'bru-ik te maken van den fterken arm; één van hen werd nagegeven, openlijk gezegd te hebben, „ dat'hij 'ervoor uitkwam, den „' Prins de noodzaaklijkbeid'-voorgehóuden „ te hebben , dat 'er te Zutphen burger,, bloed geftort werd". Doch van den anderen kant werd de ijver tot den wapenhandel door de drie laatsten onder de welgezinde Burgerij zodanig onderfteund en aangevuurde dat men het niet Waagde, om fter'ke maatregelen te beproeven. Te Harderwijk was men mede ijverig, om de regten en privilegien der Burgerij in- zon-  412 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. zonderhèid omtrent de keuze van fchepe* "~7Zö~ «en te handhaven, ten einde zoodanige per' 3' zoonen te weeren die vreemdlingen of wel buiten de Stad woonachtig waren. — Eer wij van dit Gewest afftappen , verdient nog gemeld te worden, dat men ook hier, even als in het nabuurig Overijsfel, de ontheffing van het juk. der Drostendiensten trachtte te bewerken. Zij intusfchen, die uit deze vernedering van hun medeburger de grootlle voordeelen trokken, lieten niets onbeproefd, om de tekening van fmeekfchriften, daar toe ftrekkende, te belemmeren. Dus namen de ftadholders en fcholtusfen. de onkunde des eenvoudigen landmans in hun belang, en wisten veelen tot eene ondertekende verklaring overtehalen, dat zij bereid bleeven tot het verrichten dier diensten. Op anderen werkte men door belangzucht. De Zutphenfche Magilbraat gelastte de opzichters van de Godshuizen ,. om alle boeren , die landen van hen in pacht hadden, .de teekening van zodanige requesten te verbieden. Zelfs de Godsdienst werd door zommige Predikanten en Priesters ter hulp geroepen, om den bóer te leeren, llaaf te blijven. Anderen weder lieten 'er ftrenge afkondigingen tegen doen. Ondanks deze tegenkantingen, werd het request door omtrent vijfhonderd Boeren getekend. ' Het befluit der Staten was weinig gunstig aan hunnen wensch: het vergunde alleen, den zodanigen, die zich tot die diensten niet verpligt rekenden , de Hoofdofficieren deswegens in regtente betrekken; terwijl het voor  VADERLANDSCHE HIST, VERK. 413 voor het overige de Drosten in hunne ou- V. de bezitting liet blijven. I?83. Ook in Holland ging de affchaffing der ^ Stadhouderlijke Regeerings - beftellingen hand aan hand met den herlevenden ijver tot den Wapenhandel. In zeer veele fteden riep men de aloude privilegiën in, verkracht door inkruiping en overweldiging. ■ En deze vorderingen vonden haar fteun, 01 in eene welgeoeffende Burgermagt, gereed om haare regenten te befchermen ,■ of in bijzondere Genootfchappen van Wapenhandel, waar men minder hulp van de gewoone burgermagt verwachtte, welken thands overal begonnen opgericht te worden. Dus befloot Dordrecht geene aanbevelingen van den Stadhouder bij de verkiezing van Regeeringsleden meer te volgen , maar zeiven hier over beftelling te doen. Men formeerde' zelve een tweetal, bij de keuze van Burgemeesteren, en liet de keus hier uit aan den Stadhouder. Het collegie van de goede luiden van achten, de vertegenwoordigers der twee en dertig ftadsgilden, geen onaanzienlijk deel der regeering uitmakende, oordeelde mede geene aanbevelingen van den Stadhouder te behoeven, maar deed zelve eene vrije keus. De lust tot Wapenhandel was daar zeer fterk, niet alleen bij de dienstdoende Schutters; maar zelfs ontftond 'er fpoedig een ExcercitieGenootfchap, de vrijheid genoemd, uit de aanzienlijkfte wachtvrije Burgers en kooplieden grotendeels beftaande , en leefden beide deze lighamen met eikanderen in de broederlijkfte eensgezindheid. — Minder  414. VERVOLG op WAGENAAR'S .v APD- ka" dit laatste gezegd worden van de wa"mA, penoeffening te Leijden, die door ongeluk* kige gefchillen tusfchen het Vrijcorps, (uit wagcvrije Burgers en inzonderheid leden der Univerfiteit beftaande,) en den Bur • gerkrijgsraad, traaglijk voordging. Niettemin poogde men ook aldaar allen invloed des Stadhouders op de regeeringsbeftelling te weeren. — Gornichem volgde mede het voorbeeld van anderen in de weigering der aanbevelingen. -r Schiedam ftelde in de vergadering van Holland voor, om alle politieke ambten alleen aan inboorlingen te begeven. Doch kwam van dit voorftel niets, naardien de Stadhouder het zelve met dit bijvoegzel vermeerderd wilde hebben , dat zij tevens waren leden van de waare Gereformeerde religie, en daarvan bewijzen toonden. Ook aldaar ontftond welrasch een Lighaam van gewapende Vrijwilligers , met voorkennis en goekeuring der regeering, en dat zelfs uit de ftedelijke kas onderfteund werd. Op. gelijke wijze muntten de Burgers van Rotterdam, Gouda en Heusden uit in ijver tot, en bedrevenheid in de wapenoeffening. — Te Schoonhoven hadden de Kiezers zeiven het tweetal geformeerd ter vervulling van een Magiftraatspost, door den dood opengevallen, en boden dit den Stadhouder aan, ten einde daaruit de verkiezing te doen. Dan deze , gewoon in zodanige gevallen zeiven onmiddelijk te kiezen, gaf deswegens zijn hoogst ongenoegen te kennen, t welk de meerderheid der Kiezers bewoog, om de onmiddellijke aanftelling aan den  VADERLANDSCH E HIST. VERK. 415 den Stadhouder te laten. Dan dit Col- ^Jff0^ legie, door verandering van perfoonen tot " eene andere denkwijze geraakt , werd ' ó' ook dit befluit nog dit zelfde jaar weder ingetrokken. In den Briel was de invloed des Stadhouders onbepaald, , als zijnde het aldaar de gewoonte, om jaarlijks door afgevaardigden den Stadhouder te vragen, wie hij tot de naamlijst van Schepenen en tot verkiezing van Oudfchepenen, Burgemeesteren en Raaden geliefde aanteprijzen. Even hetzelfde had ook plaats, bij 't openvallen van Vroedfchapsplaatzen, Stadscommisfien en Bedieningen. Hier ook ftonden de voorregten, bij Octroij van den Jaare 1650. even als in andere Hollandfche fteden, tegen over de gewoonte, zedert den jaare 1766. in achtgenomen. De helft der Magistraat ijverde voor de eerfte: de andere helft handhaafde de laatfte, tot dat de overgang van één lid, de laatfte deed zegepralen. Deze verdeeldheid floeg over tot de Burgerij, waar van het eene gedeelte voor de meerderheid, het ander voor de minderheid was. De laatfteechter, fchoon overftemd, liet het hierbij niet berusten; maar wist bij de Staten van Holland een befluit te bewerken, waar bij de Magiflraat gelast werd zich in de begevingen van alle posten en ambten naar de Handvesten, Privilegiën en Oftroijen te gedragen. In Noord-Holland drukte men dezelfde voetftappen. Alkmaar gaf het eerfte voorbeeld van de vernietiging van alle Stadhouderlijke verkiezingen en aanbevelingen, bij  416* VERVOLG op WAGENAARS V^afd. bij openvallende posten van regeering^ ambsten of bedieningen. Hevig was de ' J" tegenftand van Z. H. tegen dit befluit< Doch geene verandering in hetzelve kunnende te wege brengen, bragt hij zijn beklag bij de Staten van Holland in, die daarop, na langwijlige deliberatien, een befluit namen, het geen hem nog meer ongenoegen gaf , dat, onverminderd het wederzijdsch gefustineerde , zoo wel van Z. H., als de Stad Alkmaar, en hangende de deliberatien over deze zaak , de op handen zijnde verkiezingen van Burgemeesteren, Schepenen en Thefauriers door H. E. Gr. M. zeiven gedaan zouden worden. Ingevolge van welk befluit, ondanks de tegenkantingen der Ridderfchap en het beklag van Z. H. over hetzelve, de verkiezing van regeeringsleden in Sprokkelmaand des volgenden jaars gefchiedde. Ook deze Burgerij was de eerfte in betoonden ijver tot den Wapenhandel, waar toe zich daadlijk een aantal van omtrent zeshonderd vrijwillig aanboden. Purmerend volgde het voorbeeld van Alkmaar. Te Enkhuizen was de Burgerij niet minder ijverig, maar ondervond eenige tegenkanting bij de Rege erin g. Utrecht. ' Het gewest Utrecht bleef ook niet achter in de bepaling van den Stadhouderlijken invloed en in de aanmoediging tot den Wapenhandel. Zedert veele jaaren was het aldaar, evengelijk elders de gewoonte , den Stadhouder niet alleen de keuze van regeeringsleden te laten, maar hem zelfs te verzoeken, om zodanige aantel  VADËRLANDSCHE HIST. VERK. 417 te bevelen, als hij op de nominatie gebragt V- afd. ' wilde hebben. Dit laatfte, alleen een inge- " j-o* Hopen'misbruik zijnde, befloot men op de ' *■* dringende verzoekfchriften van een aanzienlijk gedeelte der Burgerij, den Stadhouder alleen de keuze te laten uit zelf geformeerde benoemingen. Deze liet zich dit welgevallen. Amersfoort, Montfoort en IFyk bij Duurftede volgden het voorbeeld van de Stad Utrecht. Ongemeen ook was de ijver in alle die plaatfen tot den wapenhandel. Niet alleen werden de Schutterijen op een geduchten voet herfteld, maar bovendien overal genootfchappen van wapenhandel opgericht, gedeeltelijk uitwachtvrije, gedeeltelijk uit wachtdoende burgers beftaande , onder welken het genootfchap te Utrecht onder de zinfpreuk Pro Patria & Libertate inzonderheid uitmuntte. Aldaar was het ook , dat de eerfte beginfelen van de burgerlijke gelijkheid erkend en geëerbiedigd werden, daar zij, die van andere kerklijke Genootfchappen waren , met de Gereformeerden gelijk bevoegd verklaard werden, om alle zulke bedieningen te bekleden , tot welken de alleen vastgeftelde Godsdienst geen noodwendig vereischte was en die op de Staats- of Stads-regering geene regtftreekfchc betrekking hadden. In Friesland was de lust tot wapenoeffening even algemeen als in andere Gewesten, Fnes'an»< en werd door de Regering niet minder aangevuurd. Het Vrij-Genootfchap te Leeuwaarden ontving zelfs 400 Geweeren uit'slands magazijn ten gebruike, tot zo lange het. zich anderen kon aanfchaffen. Hetzelvewerd > II. deel. D d eene  4i8 VERVOLG oh WAGENAAR'S V. afd. eene openbaare plaats ten wapenhandel aan'~^ZoZ~ gewezen en aan de krijgsbezetting last ge- / o* geven om het alle krijgseer te bewijzen. Overys- In Overysfèl kreeg de affchaffing der fel> Drostendienilen dit jaar zijn volledig beflag, door de openlijke afkondiging van dezelve. Deventer, dat hier op het eerst gedrongen had , was ook het eerfte gereed met de aanftelling van twaalf Burger-gecommitteerden, om uit naam der Burgerij met de Regering te handelen tqt herftel van regten en vrijheden. De Stadhouderlijke aanbevelingen werden afgefchaft, de geformeerde benoemingen werden alleen aan den Prins gezonden om daaruit te kiezen, en toen die keuze fiiét gefchiedde, gelijk de rang vorderde , gaf men zelfs op deze geen acht, maar herftelde dezelve, gelijk men oordeelde te behoren. Ook hier vonden deze ftappen fteun in eene welgeoeffende burgermagt — Kampen en Zwol volgden weldra dit voorbeeld en lloeg dit zelfs over tot de kleene fteden en in het Twentfche. Bijzonder geviel het de kleene fteden , dat, na zoo veel woelens •over 't jagtregt, door de groote Steden, met bijkoming van de Jonkheeren van der capellen tot den pol en pallandt tot zuithem , tegen de overige Ridderfchap, was vastgefteld , dat de burgers der drie groote Steden, door geheel Overysfèl, de vrije jagt zouden genieten, en de burgers der kleene Steden , binnen de palen van ieder Drostampt, tot welk zij behoorden. Bijeen- Andermaal zag men in dit jaar eene bijkomst van eenkomst te Amfteldam van die aanzienlijke Re-  VADERLANDSCHE HiST. VERK. 41? Regeringsleden, welken den maaltijd ter v-AFn- ^ gedachtenis van de Herftelling van den Rid- g der capellen tot den pol gevierd had- ' den , en dus als ijverige voorlïanders van uite^ee™ea eene grondwettige herftelling bekend fton- fcheiden den. Onder dezen telde men uit Gelder- Cew;steti land de Baronnen van nyvenheim en ca- 'e dmfiet- pellen tot de marsch, van lynden zr\damj. h. zuilen van nyveldt , Uit Holland den Peniionaris gyzelaar , den Delftfchen Vroedfchap vredenburg, van halteren, romswinkel, blok en van der burgii , Vroedfchappen uit Leiden , hoofd van vreeland , p. van leyden , b. e. abbe- ma, l. hovy, j. b. bikker en c. van der hoop, Vroedfchappen uit Amfteldam, horbach , Vroedfchap uit Schoonhoven , van der mieden, paludanus dl van foreest * Vroedfchappen uiz Alkmaar, benevens do Secretarisfen ryzeR 'en n. du tour, ebbenhout Vroedfchap en blok , Secretaris te Enkhuizen. Uit Utrecht capellen Heer van schonauwen. Uit Friesland, de Grietsluiden s. van aylva , e. van aylva , j. van ysinga , r. l. andringa de kempenaar en j. c, bergsma, volmagt van Oostdongeradeel. Uit Overysfèl, de Baronnen pallandt tot zuithem en capellen tot den pol. Daar nu uit Zeeland of Stad en Lande niemand tegenwoordig was, wil men, dat zommigen van dezen, van wegens de eenftemmig denkenden in die Gewesten, met blijken van goedkeuring voorzien wa.ren , nopens de maatregelen, die genomen ftonden te worden. Schoon hunne raadllagen den tijd van zes uuren duurden en volDd a gends  420 VERVOLG op WAGENAAR'S v- AFD« geneis de olmftandigheden niet anders dan "~~oT~" hoogstgewigtig konden zijn , lekte echter ' °' van het verhandelde op die bijeenkomst niets uit. Alles bereidde zich dan, door het gehele land, om den invloed des Stadhouders te beperken. Overal werden verzoekfehriften ingeleverd, en om den vervallen Wapenhandel , als het bolwerk der vrijheid geacht, te herftellen. en om de aanbevelingen des Stadhouders aftefchaffen , en hem niets meer overtelaten, dan de keuze uit de benoemingen, die hem toegezonden werden. Overal bijna werden die verzoekfchriften gunftig aangenomen. En hoe zeer de magt der ftedelijke Regeringen aanwiesch , naar mate de invloed des Stadhouders afnam, gewendde echter het Volk daardoor allengskens om meerder inzage en invloed op zaken van beftuur te verkrijgen. Affctof- Nog gevoeliger neep werd aan het gezag fing van de jes Stadhouders toegebragt door de affchaf • Jurhdic. fing -der Mi,itaire Jurisdiftie. Reeds voor tje 5 tc' tien jaren was dit een onderwerp van raadpleging geweest. Het gebeurde met den Vaandrig de witte had tot hervatting Van dit ftuk aanleiding gegeven. Holland ging voor, met de uitgeftrektheid van deze regtbank te bepalen alleen tot zuivere Militaire zaken , en haar alle regtsoeffening over gemene -burgerlijke of lijfftralfelijke wandaden te ontnemen en dezen tot den gewonen regter overtèbrengen. Ligt bezeft men , dat de Stadhouder, als het hoofd der uitvoerende magt, hier bij niet onverfchillig bleef. Doch zijne  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 4ïi zijne tegenvertogen wrochten thands even v- afp, weinig uit, als in andere gevallen. Wel- g haast volgden de overige Gewesten het 'voorbeeld van Holland, waardoor nog in dit jaar ter Algemeene Staatsvergadering de Hoge krijgsraad werd afgefchaft. — Dit ging in fommige Gewesten vergezeld van de a ffchaffing van andere misbruiken in het krijgswezen, wel van minder gewigt, maar waar door men meer en meer liet gevoelen zijne gezindheid, om het oppergezag over hen, die men betaalde, zelve te willen uitoeffenen en dit geenzins aan iemand anders ovcrtelaten, die hier door in (laat zou kunnen zijn even die zelfde bezoldigden te gebruiken om hunne Meesters de wet te ftellen. Niet onduidëlijk was toen reeds te voor- Pogingen zien, waar henen alle die pogingen zou-iot handden uitlopen, en dat ieder ftap , die men laving vaa op dezen weg vorderde, tot anderen zou ge- ^"f^™ leiden. Echter oordeelde men tot hier toe^^^ nog niets verricht te hebben, het geen den Stadhouder ftof tot gegronde klachten over eigenlijke verkorting zijner regten kon geven. Alles bepaalde zich nog Hechts tot herftel van ingeflopen misbruiken. Zeer bevreemdde het dus den Pruisfifchen Gezandt van tiiulemeyer eene Memorie, uit naam van zijn Meester, te zien inleveren, waarin deze zich over de handelwijze omtrent den Stadhouder beklaagde, en op herftel der hem aangedaane grieven ernftig aandrong. Dit gefchrift werd ontvangen met een ge■ voel, evenredig aan het bezef van waarde en onafhangelijkheid, dat geene bemoeijing van ee&ige buitenlandfche magt met zaDd 3 ken,  422 VERVOLG op WAGENAAR'S V, /rt. ken, die als zuiver huishoudelijk befchouwd ____ _ werden , gedoogde. Het volgende 'tijdperk *7°3- zal leeren, hoe men oordeelde hier in te moeten handelen. Een ander tegenwigt tegen de vermeen, de onderdrukkingen, den Stadhouder aangedaan, meenden zommigen te moeten ftellen, in de openlijke bewijzen van 's Volks liefde tot hem en zijn huis. Een groot gedeelte des Volks, het huis van Oranje , als den grondlegger der Republiek, 'dankbaar erkennende , en het zelve als het fchild van den heerfchenden Godsdienst aanmerkende, kondaar toe te gemaklijker overgehaald worden, naar mate men de verongelijkingen en ondankbaare vernederingen van hetzelve ten breedfte uitmeette. Reeds in het voorgaande jaar hadden ernftige bewegingen in de Hofplaats plaats gehad. Nu ook werden de fnaren gefpannen, om den verjaardag des Stadhouders buitengewoon te vieren. Het gebeurde ten dien dage te Rotterdam was van die natuur en uitgeftrekte gevolgen, dat het verdient hier bijzonder gedacht te worden ; ook komen andere fteden minder in aanmerking, om dat de vreugdefeesten aldaar' op dien dag meer geregeld afliepen. De geest van oproerigheid dan vertoonde zich aldaar, reeds bij de aannadering van dien dag, op eene ontzettende wijze. Men fprak reeds van huizen te plunderen; men liep rond , om geld voor' de aanftaande vrolijkheid aan de huizen te bedelen en afteperfen , onder de geweldigfte bedreigingen aan hun, die hierin weigerachtig ble-  VADÉRLANDSCHE SUST. VERK. 423 bleven De vrees voor onlusten vermeer- _^/FD-_ derde niet weinig, toen het zakkedragers • Gild het verzoek deed, om de vier her- ' poorten, die zedert de meerderjarigheid des Stadhouders niet vertoond waren, ten gebruik te mogen hebben. Bij de overweging van dit Verzoek kantte Burgemeester b-gaart zichernftig tegen hetzelve, en verklaarde dat het eenmaal tijd werd,, om aan alle die geweldenarijen een einde te maken , die her beste gedeelte der Burgerij reeds lang verveeld hadden. Zijn ambtgenoot van der heim voegde hem daarop toe; dat Z. H. nu zedert een geruimen tijd, zoo door blaauw boekjes als paskwillen, was mishandeld , dat het meer dan tijd was , dat hij eens weder wat werd verheven , verzekerende tevens , dat 'er niets dan vreugde zou bedreven worden. Echter werd wel rasch duidelijk, wat onder dat vreugde bedrijf moest begrepen worden, toen van der heim hem een ituk Oranje lint aanbood, betuigende, dat het wel nodig kon zijn, zich daarvan te voorden .— Het verzoek om de Eere - poorten toegeftaan zijnde, werden dezelven op de nieuwe Markt opgericht en s avonds verlicht. Een derzelven pronkte met dit veel betekenend vaersje De Staatszucht van Bourbon, de Heersch- zucht van Bnttanje Verdrijft uit Nederland den rampfpoed van JJ Oranje. Dus bloeit die fchoone wonderboom, In weêrwilvan het T, en van den Merweflroom, » . D d 4 °p  424 VERVOLG op WAGENAAR'S V. afd. Op denbeftemden dag, tot welks viering 1783 ™en door de baldadigfte bedelarijen en afperfingen het geld had bijeengezameld, was de ongebondenheid allerhevigst. Belagchelijke en verfchrikkende vertoningen wisfeldèn eikanderen af; hier zag men een hoop jongens van allerleie. jaaren , met Oranje mutzen, patroontasfen en linten verfierd; daar eene groote menigte gemene vrouwlieden , waar van de voorste een zotskap op had, met een luidruchtig gezang en gefchreeuw hand aan hand danfende aankomen ; elders een molenaars wagen, onder een woest getier en 't zwaaijen met de hoeden, door de itraten rijden, hebbende een molenaarsknecht., op een der paarden gezeten, een opgefierde Vrouwe muts op het hoofd, en een vies in de hand; verder hoorde men een gezelfchap van mannen met verfierde bogen en kroontjes hunne vreugde door luidruchtige hos* zees! uitboezemen. Ware het hier bij gebleven, men zou deze dwaasheden ligtlijk , hebben kunnen voorbijzien; doch het werden tevens toneelen van geweld. Men dwong de voorbijgangers onder verfierde bogen, door vrouwen gedragen, te bukken; men moest de woelende menigte geld geven, of met haar drinken. En niemand durfde zich verftouten van zonder Oranjeverfierfelop de ftraten te verfchijnen, wilde hij geen gevaar lopen van gellagen, of ïn 't water gefmeten te worden. In den namiddag vermeerderde de onrust toen eene bende van drie honderd fcheepstimmerlieden, allen met Oranje verfierd en onder het roe-*  Woeste Yretigde-bedi'ijveii tt'llottci'dam.   VADERLANDSCHE HIST, VERK. 425 roepen van hoezee , vivat oranje de Stad v. afd. doortrok. In huis was het voor zommigen - ' even onveilig als op de ftraat, daar de on- I783« zinnige menigte zelfs ook daar in drong, en de bewoners dwong, om Oranje op te zetten, hoezee te fchreeuwen en mede te danfen: in eenige winkelhuizen waren zelfs de waren niet veilig. Dit alles gefchiedde onder het oog der Regering zonder dat 'er de vereischte voorzorgen genomen werden, om die baldadigheden te \ keeren. En geen wonder! zommigen toch befchouwden dit alles als een prijswaardig vreugdebedrijf. Daar toch Z. H. gelijk men zeide, zedert een geruimen tijd zoo gelasterd en verongelijkt was, moest het Volk ook eens gelegenheid gegeven worden, om zich te developpeeren, en openlijk hunne denkwijze teh opzigte van den Stadhouder aan den dag te leggen. Zij nog, die'ter beteugeling der ongeregeldheden in de wapenen gekomen waren, gedoogden niet alleen onder hun oog het plegen van dezelven, maar veelen van hen waren zelfs met Oranje verfierd, en door het gebruik van drank buitengemeen luidruchtig en vrolijk, beandwoordden zij het hoezee der fcheepstimmerlieden. Zoo gewigtig de gevolgen waren van Gefchillen den Engelfchen Oorlog voor de binnen- óveJp,ge" landfche~rust, zoo rampfpoedig waren zij ook voor de geldmiddelen. Friesland drong dit jaar ten fterkften op verminder 'ring van haar aandeel in de algemeene lasten, en wel op een afflag van drie op de elf ten honderd. Haar volharding in dien Dd 5 eisch  4üö verv olg op wagenaar's V.afd. eisch was zoo fterk, dat zelfs bedreiging —~~—- van fterke middelen van bedwang daar in 1-7°3' geene verandering te wege konden bren,gen. Utrecht niet minder bezwaard, zocht een afflag van één ten honderd te verkrijgen. Zeeland en Stad en Lande verklaarden, zo men tot die vermindering befloot, dat zij de vermeerdering van lasten daar uit voordvloeijende niet konden dragen. De/e gefchillen gaven dus aanleiding tot een, door velen lang gewenscht, befluit, tot eene herziening der quoten van de bijzondere gewesten , waar van de volgende tijd ons de Vorderïn- uitflag zal leren. Maar boven alles gen van de had deze oorlog aan de Oost- en WestinOost- en difche maatfchappijen de gevoeligfle nepen West-ir,di toegebragt. De eerstgemelde leverde in Zofcbe maat- mermaand dezes jaars een vertoog; in, zoo aan de Algemeene Staten als aan de Staten van Holland, waar in zij opening gaf van haar hachlijken toeftand en op onverwijl- . de hulp ernltig aandrong. Deze beftond niet minder dan in veertien millioenen. Holland was terftond gereed, om met een voorfchot van een millioen den dringendften nood te verzachten. Doch bij de Algemeene Staten was in de helft van Slachtmaand nog geen befluit gevallen, het welk een nader dringender vertoog noodzaaklijk maakte. Eindelijk dan werd aan de maatfchappij bij wijze van voorfchot vier millioenen uit de Generaliteits kas verftrekt, en tevens eene geldleening van acht millioenen ten haren behoeve in Holland gedaan, waar van de Obligatien na agt jaaren in gewone fchuldbrie- ven  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 4»7 ven ten laste van't gemeéne Land, onder V.afd. vrijwaring van Holland, veranderd zouden g worden. Niet minder dringend verzocht ' ó' de Westïndifche maatfchappij om' onderftand in fchepen en geld, dit laatfte ten bedrage van drie millioenen. Hoe zeer intusfchen de luister van ons Een M*Vaderland thands eenigzins beneveld fcheen, JJjJïJjjL. ontving het echter nog dit jaar zodanige zandt in& blijken van achting, die aan de Nederlan- Holland, ders, als een handeldrijvend Volk, hoogstaangenaam moesten zijn. De Keizer van Marocco zond in dit jaar een gezandt, taleb omar job, aan den Staat, om de gewone gefchenken zelf af te halen. Hij verkreeg een openbaar ftaatlijk gehoor bij , H. H. M. en verzekerde hen van het verlangen van zijn Meester, om de goede verftandhouding op alle bekwame wijzen aan te kweken. Hij gaf hier van ook de ftrelendfte blijken , daar hij uit naam des Keizers aan de Republiek het uitfluitend voorregt boven alle sndere Volken vergunde, om op St. Croix te varen en handelen, haare ingezetenen in alles met zijne onderdanen gelijkftellende en haar verzekerende, dat de Nederlanders, zich in 't rijk onthoudende, of van tijd tot tijd nederzettende, als de eigen landaart behandeld zouden worden. In het volgende jaar vertrok hij uit Zeeland met een Oorlogfchip, voerende ten gefchenke voor den Keizer dertig ijzeren en twintig metalen ftukken, en het zeil en touwwerk voor drie Fregatten, behalven zakuurwerken en andere kleinere kostbaarheden. VI. AF-  4a8 VERVOLG op WAGENAAR'S VI. A F D È E L I N G. VI. afd.IVauwIijkg was de oorlog met Engeland 1784 6eëiQdiK.d» of gefchillen met het Huis van * Oostenrijk dreigden het Vaderland in een nieuwen oorlog te zullen wikkelen. Derzelver gevolgen intusfchen gaven wederom maar al te veel voedfel aan de plaats hebbende verdeeldheid der gemoederen. Gefchil- Gefchillen over de grensfcheiding tuslenmetdan fchen het grondgebied van dezen Staat en Keizer, no- dat der Oostenrijkfche Nederlanden, reeds in Se wart I?83' aangevangen> waren de voorlopers van op de ejlchen, van een veel ernftiger aard, die, Schelde, naamlijk, van de opening der Schelde, gedaan den 4lk" van Bloeimaand des jaars 1784. H. H. M. droegen daadlijk zorg, om de grenzen tegen iederen onverhoedfchen aanval te dekken , en riepen de bemiddeling in van het Franfche Hof, terwijl zij tevens den Keizer hunne gezindheid lieten blijken, om in onderhandeling te komen. Deze, ondanks de tastbaare onregtvaardigheid zijner vorderingen, liet niet af, de plegtigfte verzekeringen van zijne vredelievende oogmerken te geven , maar verklaarde te gelijk, uit hoofde van de vijandlijke toerustingen op de grenzen van onze zijde, dat hij den minsten aanval op zijn grondgebied als eene vijandlijkheidzou befchouwen. Welhaast werd al het voorgaande gevolgd van eene nog uitgeftrekter vordering, de volkomen t  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 429 men vrije vaart op de Schelde voor zijne on- VI. afd. derdaanen naar de beide Indien, vergezeld ~ van eene verklaring , dat zijne Keizerlijke 1 Majefteit befloten had, de vaart op dezelve, als geheel vrij en open, te herftellen, zullende hij iedere beleediging, zijn vlag^ aangedaan , om hetzelve te beletten , als eene formeele oorlogs verklaring en eene daad van vijandlijkheid aanmerken. Na deze Heilige 'verklaring bleef geene keuze over tusfchen den oorlog en eene toegeving aan de buitenfporigfte eifchen. Tot het laatftenogniet kunnende befluiten, getroofte menzichïiet eerfte, en ftelde onverwijld order , om de gezochte doorvaart te beletten. Niettemin werden de nodige maatregelen van voorzigtigheid en gematigdheid genomen, om het gevaarlijk uiterfte, den oorlog, zoo veel mogelijk voortekomen. Dit ftemde ook juist in met de gevoelens van het Franfche Hof, dat, hoe zeer ook gezind om in dit geval als middelaar te dienen, echter op gematigdheid van onze zijde ten fterkften aandrong. Zelfs werd een ftellig befluit genomen , om wanneer een Keizerlijk fchip, voorbij Lillo varende, zich niet vrijwillig wilde laten onderzoeken, of de verfchuldigde regten betalen, geen het minfte'geweld te gebruiken. Deze voorzorgen werden nogrhands te laat genomen, gelijk de uitkomst leerde. Den van Wijnmaand zag men een Een Kei. Brigantijn, onder Keizerlijke vlag, van Ant- 3""^.. werpen afkomen, met oogmerk om den door- aanggaenh"ia. tocht te beproeven. De Luitenant cupe- deni rus , een halve canonfchoot boven den Capitein  430 VERVOLG op WAGENAAR'S V*-AFB- pitein volbergen bij Saftingen geankerd 1784 ^SS60^-» zond eene floeP met een officier om den fchipper tot ankeren aantemanen, 't geen deze weigerde. Cuperus riep hem hier op toe bijtedraaijen; dan hier aan geen gehoor gevende en doorzeilende, deed deze een fchot met los kruid; dft even weinig uitwerkende, liet hij daadlijk een fchot met fcherp, en toen dit mede vruchtloos was, hem de volle laag geven. Dit deed de Brigantijn bijdraaijen, waarop hij in bewaring genomen en met een wacht bezet werd. Twee uuren na deze ge- beurdtenis, kwam de bode met het bevel, om in zodanig een geval niet te vuuren of een kogel voor over te zenden. Dan het fchot was gedaan. Oorlogs. Zie daar dan nu den oorlog verklaard, toerusriu- althands in het begrip van Zijne Keizerlijkt Majefteit. Nog in die zelfde maand gaf hij dan ook reeds bevel aan 40000 man, om naar de Nederlanden op marsch te gaan terwijl van onzen kant de oorlogs toebereidfelcn niet minder fterk doorgezet werden. De landmagt werd met 10824 man . voet, - en 1014 paarde - volk vermeerderd. Ook was men bedacht om ligte troepen in dienst te ftellen, als best gefchikt om tegen de verwacht wordende Ulaanen, Pandouren en HusJ'aaren en ander woest gefpuis gebruikt te worden. De fluis bij Lillo werd geopend , waardoor die geheele landftreek, als ook de ommelanden van ■ Liefkepshoek onder water werden gezet: het zelfde hulpmiddel nam men ook te Sluis en Sas van Gent te baat. De Schelde werd  VADERLAMDSCHE KIST. VERK. 43Ï werd met gewapende vaartuigen bezec. Men VI afd. verbood den uitvoer van oorlogstuig en le- " „ vensmiddelen naar'de Keizerlijke landen. ' 4' De ingezetenen van Overmaaze en in bet GraaïCchav Vroenhove werden gewaarfchuwd, om hun voorraad, als beesten, granen en verdere eetwaaren naar Maastricht te brengen. Inzonderheid zorgden Hf. H. M. om zich van de hulp van Frankrijk te verzekeren; wiens andwoord grote hoop gaf, als behelzende, dat Z.M. zich nog vleidde, langs den weg van onderhandelingen, eene verzoening, geduurende den vast naderenden winter te zullen kunnen bewerken; dat Z. M. intusfchen bevelen had gegeven, om twee obfervations armeen op de grenzen, als een van 60,000 man voor Vlaanderen , en een van 40,000 voor den Elzas, te doen zamentrekken. In dit jaar echter, bleef het bij de krijgszuchtige toerustingen en voorbereidzelen tot verdeediging en aanval aan de eene en andere zijde. - Deze gereedheid van het Franfche Hof tot Verbond hulpbetoon had haaren grond in het verdee- van vrienddigend verbond tusfchen hetzelve en onzen^J^g^ Staat, waar over de onderhandelingen toenbgfcher. leevendig waren, en dat, zonder deze nieuw mini' metopgekomen gefchillen, misfehien toen v\Frankryk* gefloten zou geweest zijn. Reeds in het jaar 1781 met Engeland oorlog voerende, hadden zommigen , en vooral de Ridders capellen tot den marsch en tot den pol, geijverd, om zich nauwer met Frankrijk te verenigen. In het jaar 1783. bij den loop der vredesonderhandelingen met Engeland, drong trien op nieuw op de noodzaak-  43» VERVOLG op WAGENAAR'S VLafp. zaaklijkheid om zich met Frankrijk te ver' I7o." binden en zich daar door van den Engel* fchen invloed te onthefTen. De Burgers van Deventer, Enfchedê en andere plaatzen leverden ten dien einde, bij de opening van den Overysfèl fchen landdag, in Slachtmaand deszelfden jaars, hunne verzoekfchriften in. Onder deze voorbereidingen deeden de Staten van Utrecht in Sprokkelmaand van 1784. het voorftel in de Vergadering van H. H. M., om onze Ministers te Parijs te gelasten, om te toet- , fen, of'er eenige genegenheid bij Z K. M. plaats had, tot het aangaan eener verbindtenis met deze Republiek, gegrond op den voet des TracTraats van onzijdigheid, en gebouwd op de wederzijdfche handelbelangen. Friesland ftrekte dit voorftel daadlijk verder uit, en oordeelde, dat men een verbond van onderlinge befcherming voor een bepaalden tijd behoorde aan te gaan, waar bij de Republiek, aangevallen wordende, door een bepaald getal troepes of fchepen door Frankrijk zou bijgeftaan worden, terwijl zij aan de laatfte, in het zelfde geval, onderfteuning in fchepen en geld zou verlenen. Deze voorftellen in de gewesten overwogen wordende, vond het eerfte, ftrekkende tot een verbond van vriendfchap en koophandel met Frankryk, den meesten bijval bij de meerderheid in Gelderland; anderen weder vereenigdenzich meer met het laatfte. Hier uit werd dan bij H. H. M. in Bloeimaand dezes jaars het befluit geboren, dat de beide voorftellen vereenigde, om naamlijk, door onzen Gezandt te  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 433 te Parys te onderdaan, of Z. K. M. ge- V-f. atb. negen zou zijn tot het aangaan eener nadere ö ' verbindtenis met den Staat, gegrond op de wederzijdfche belangen, en bijzonder ingericht ter beveiliging der regten en bezittingen der Republiek, zullende, na ingekomen andwoord, over de voorwaarden nader worden gefproken. Deze voorftellen vonden het gunftigst onthaal, en het leed niet lang, of de Graaf de vergennes ftelde onzen Gezandt een ontwerp ter hand, daartoe ftrekkende. Dit, bij de Gewesten in overweging genomen zijnde , kwamen allen , Overysfèl alleen uitgezonderd, dat zijne Afgevaardigden niet gelast had , overeen, om tot eene verbindtenis met Frankryk toetetreden. Hoe zeer nu ook dit befluit van H. H. M. den 8"ei1 van Herfstmaand dezes jaars genomen werd, deeden de gefchillen met den Keizer het fluiten en tekenen van het Traétaat tot in het laatst des volgenden jaars verfchuiven. Daar Z. K. M. zich als middelaar in die gefchillen had aangeboden, kon hij niet, ten gelijken tijde, een verdedigend verbond met den Staat aangaan. De beknoptheid van ons beftek veroorlooft ons alleen van den inhoud van het Tractaat te melden, dat bij het zelve aan dezen Staat, ingevalle van vijandlijke' aanvallen, werd toegezegd een hulp van toooo man voetvolk, 2000 ruiters, 12 Schepen van linie en 6 Fregatten ; waartegen de Republiek zich verbond tot een hulp van 6 Linie fchepen en 3 Fregatten, en 5000 man voetvolk en 1000 ruiters, of anders derzelver waarde in geld, wordende 1000 man der II. deel. Ee eer-i  4J4 VERVOLG of WAGENAAR'S VI. afd. eerften gerekend tegen ƒ 10,000 Hollandsen : L o en even zoo veelen van de laatften op ƒ 3°i000 m de maand. Nog hield het in, dat de beide partijen haare toeftemming niet zouden geven aan eenige onderhandelingen of negotiatien , die de een of andere van dezelve zouden kunnen benadeelen. Ook werden in het zelve de fchikkingen met den Keizer geguarandeerd , die toen reeds gefloten waren. De prachtigfte gefchenken werden wederzijdfeh aan de Onderhandelaars gedaan. Dus ontving de Graaf de vergennes een verguld zilver tafel Servies, ter waarde van ƒ 20,000: terwijl onze Gezandten , de Heeren van berkenroode en brantsen , ieder met een gouden Doos, met 'sVorften beeldtenis, ter waarde van 40,000 Livres vereerd werden. Te AmfteU dam vierde men deze heuglijke gebeurtenis met eene maaltijd, voor 76 Perfoonen gefchikt, waar de Franfche Gezandt, de Markgraaf de verac , de vier regeerende Burgemeesters en andere Amfteldamfche Regenten, benevens de aanzienlijkfte Kooplieden tegenwoordig waren. Goude en Zilvere gedenkpenningen werden ter dezer gelegenheid vervaardigd. Intusfchen was het 'er veraf, dat deze gebeurdtenis door het Engelfche Hof met een gunftig oog befchouwd werd, blijkens een vertoog, door den Gezandt harris , hangende het fluiten van het traftaat ingeleverd, en dat niet onduidelijk den wensch aan den dag legde, om de Republiek van deze vereeniging aftetrekken. Burger- De dreigende houding des Keizers had wapening een gewigtigen invloed op de geestgeftel- te-  VADERLANDSCHE IIIST. VERK. 435 tenis van dien tijd.- Indien er al iets aan VI. afdJ mogt geweest zijn, dat de voorftanders van de Stadhouderlijke partij het Vaderland in I7°4' deze zwarigheden gewikkeld hadden , om ten Plattett de aandacht der natie van die voorwerpen Laude* aftetrekken, waarmede zij zich tot hier toe had bezig gehouden,zoo moet men erkennen, dat die mijn geheel verkeerd fprong , en alles tegen de bedoeling werkte. De gevreesde aanval deed de Burgerwapening met meer kracht en ijver dan ooit doorzetten en algemeen worden, ook daar, waar zij tot hiertoe weinig opgang had kunnen maken, naamlijk ten platten lande. De Staten van Holland befloten in Slachtmaandeene algemeene opfchrijving van alle weerbaare manfchappen op het platte land, van de 18 tot de 60 jaren te laten doen, ten einde bij loting de derde man van dezelven in de wapenen gebragt en geoeffend zou worden. Deze maatregel, fchoon alleen genomen ter beveiliging en befcherming tegen plaats-'--., lijken overlast, vond den krachtdadigften tegenftand in het vermoeden, dat deszelfs oogmerk was, om zoodanige geoefiènden tot den krijgsdienst te presfen , en buiten de plaats hunner woning te gebruiken. Dit was oorzaak dat in veele plaatzen in Zuid-Holland als Oestgeest, Leiderdorp, Hoornaar, Moerkapelle in Schieland, Sliedrecht, en Meerkerk, de loting niet dan met hevige onlusten gepaard ging, verklarende zommige boeren, wel voor den Prins, maar niet voor de Staten te willen vechten , gaande dit zelfs zo ver; dat 'zij in weerwil van de flrengfte afkondigingen, zich met Oranje Ee 2 ver-  4*6 VERVOLG op WAGENAAR'S VI apd. verfierende en de Oranje vlag op de too" „" ren zetteden. In eenige plaatzen werd de ' "*" opftand door de. Gewapende Vrijwilligers uit de nabijligffcnde fteden gedempt en de loting doorgezet; op anderen moest men. het Ipel gewonnen geven • \—- Alle de overige Gewesren volgden het voorbeeld van Holland met de wapening des landmans te bevelen , echter vond zij in de meeste Gewesten een hevigen tegenftand , daar alomme het ongegrond denkbeeld van presfing tot den krijgsdienst , of werklijk heerschte , of gebezigd werd, om oproerige bewegingen aan te zetten, en zich geweldaadig tegen dezen maatregel te verzetten. Ellendige Gelijk de oorlog met Engeland gediend toeftand fad, om de zwakheid der Republiek ter zee A^iJ^Ln te leren kennen , zoo waren de onlusten flising aan •> . , , de landzij-met den Keizer het juiste midael om de de. ogen te openen, omtrent den Staat van verdeding aan de landzijde. De Penfionarisfen de gyzelaar , van rerckel en van wyn met den Directeur Generaal van 'slands vestingwerken du moulin, en den Generaal van marktveld, als eerfte officier der Artilltrij, een onderhoud deswegens gehad hebbende, hadden zodanige openingen wegens den toeftand op de Grenzen ontvangen , die van derzelver allerdiepst verval getuigden. Overal waren de grensvestingen jn zulk een weerlozen ftaat, dat zij niet bekwaam waren den minften fchok te wederftaan, en 'er jaren vereischt- werden, om.dezelven in ftaat van tegenweer te ftellen. De Arfenaalen en Magazijnen waren ge-  VADERLANDSCHE KIST. VERK. 437 genoegzaam allen geheel onvoorzien. De VT. afb. Raad vnn Staten, dat ©öllegle, aan wiens beheer deze zaak was aanbevo'en. nam de- ' ze opening, buiten hun last. door die Heeren gedaan, zeer euvel op. Hij oordeelde zich zelfs ongehouden om aan een'ge bijzondere Provintie openingen- deswegens te geven. De Staten -van Holland namen deze beide Officieren in hunne bijzondere befcherming, en zochten nadere toelichting te erlangen. Onder zekere bepalingen veroorloofde eindelijk de Raad van Sta'en aan deze Heeren, om de verlingde nadere opening te doen. Daar door werd dit Gewest in (iaat gefield, om niet Hechts het diep verval in de?.en te kennen, maar ook zodanige middelen tot herftel op te geven , als de tegenwoordige rijd verdragen gegrond waren, te handhaven, of ' het ftaatsgeftel van deingeflopen misbruiken te zuiveren en het Stadhouderlijk gezag te bepaalen. Het bleef bij geen fchrijven. Zommige Gewesten waren werklijk reeds bedacht op een grondig herftel. Zeeland toonde zich hierin het eerfte ijverig. Haare pogingen werkten zoo veel uit, dat bij de Bondgenoten in Bloeimaand dit gewigtigbefluit,betrelfende hetFinantiewezen en de Middelen vandefenpe eenparig werd genomen. — Omtrent het eerfte; dat eene perfoneele commisfie gedecerneerd zou worden, om de Provintiale quoten te regelen, den ftaat der Generaliteits kas te onderzoeken, alsmede welk een gebruik van dezelve ter algemeene verdediging zou behoren gemaakt te worden. Welke commisfie beftaan zou uit eenige weinige leden, door ieder Gewest te benoemen , en met bijvoeging van eenige Commisfarisfen uit den Raad van Staten en Generaliteits Rekenkamer. En ten aanzien van de middelen van verdeediging. 1. Om een nauwkeurig onderzoek te doen naar den ftaat onzer middelen van verdediging te water en te land. 2. Om eene commisfie van eenige leden en minifters der regering te benoemen, om Z. H. te asfifteeren in het Beftuur over 'slands Militie te water en te lande ; en inzonderheid te onderzoeken, welke nadere voorzieningen omtrent het werk der Patenten gedaan zouden Ee 4 kun-  440 VERVOLG op WAGENAAR'S Vl A7B- kunnen worden, en eindelijk , om onderzoek 1784. te doen' op welk eene wijze de Militaire Jurisdictie en discipline in de Generaliteits landen zou behoren gereguleerd te werden. gaande' Daar iedere ftaP tot verandering in het Brief van Staatswezen, 't zij ook van welk een aard, Z. H.aan van de zijde van Z. H. befchouwd wérd, de Staten als een inbreuk op zijne wettige regten en we.ten'en PrivileSiën' en van den kant der Patriotten, tusfchen als .eene .verbetering van ingeflopen miskomstvan bruiken, ja als eene grondwettige hertheiden Ko- üng; daar ieder van zijn kant even weinig nrnsr-an toegaf, -T- de Natie in deze gefchillen Pruisfen. rijkJijk deelde , en de een deze partij, een 31 der geene aankleefde, — daar geen regtér of bemiddelaar dezer gefchillen zich aanbood, of ook kon aangenomen worden , dewijl zij, die de teugels van het Beduur in handen hadden, zich in alle deze huishoudlijke befchikkingen als oppermagtig aanmerkten; - zoo moest natuurlijk iedere poging van de eene en andere zijde, zoo wel tot vemiciging van dus genoemde voorregteu, als tot r-andhaving van dezelven, de bitterheid, tweedragt en het misnoegen onhegrijpJijk doen aangroeijen, welken niet weinig aangevuurd werden , daar iedere partij, door een onbeteugeld gebruik der 1 PCiS> den geest des Volks tot zich poogde te trekken. Hangende de raadplegingen der Bondgenoten over het zoo even gemelde befluit, zondZ H. eenrondgaanden brief aan Holland en de andere Gewesten , opgevuld met klachten over verongelijkingen, en de dringendfte aanbiedingen, om toe'  VADER LAN DSC HE HIST. VEÏÏ K. 441 tot herftel van het vervallene in den Staat VI.afd; mede te werken. Men zorgde niet minder, dat dezelve in tiids aan de Natie bekend *7°4' werd. Natuurlijk wrocht dit niets anders uit, dan bij zijne vrienden, de uitgebreidfte toejuiching van zijne prijswaardige gezindheden , en niet minder lokte het van den anderen kant uit de grievendrte verwijten over het gevoerde beduur, als met zodanige betuigingen weinig drokende, en de herhaling van het zoo dikwijls aangevoerde | dat alle de vermeende verkortingen van voorregcen Hechts herftellingen van ingeflopen misbruiken waren, doordennood der omftandigheden voorgefchreven. Geen gunftiger onthaal zelfs vond een brief van den Grootcn frederik , ten behoeve van zijn bloedverwant gelchreven. Jaloersch. op hunne Onafhangelijkheid, konden de Bondgenoten geene de minde bemoejing van eenige buitcnlandfche Magt met zaaken , die zij als zuivèr huishoudelijk aanmerkten, gedoogen : ook droeg de brief zelve te veel blijken van onkunde der innerlijke gedeltenis van ons Staatswezen, ©m geene verfchalking van de welmenendheid diens fchranderen Kdnings te onderftellen. Die fchrijven deed dus alleen de verbittering toenemen , en verfterkte de gezetheid op eigen begrippen. Het andwoord op dezen brief, dat meer dan vier maanden achterbleef, bragt de verfchillende partijen geen duimbreed nader tot eikanderen. Zommige Vaderlanders waren wel van oordeel , dat de bemiddeling des Konings van Ee 5 Pruis*  443 VERVOLG op WAGENAAR'S VI. afd. Pruisfen gezocht moest worden, van wiens ' ~Z wijsheid en rechtvaardigheid zij eene gereede l' 4* toeftemming in het herftel van misbruiken, en de hervorming van het Staatswezen verwachtten , terwijl deszelfs invloed Z. H. zou overreden , om in fchikkingen te komen en eenige opofferingen te doen. Dan, hier naar had men ten dien tijde nog geen ooren. De Afie Boven alles deed de volgende bijzondervan Confti' beid het heerfchend wantrouwen en misItntfcbap noegen aangroeijen. Zedert eenigen tijd ontdekt,- Waren onder de hand geruchten geftrooijd uek^anf' weSem een bejlaand verdrag tusfchen Z. H., den Her- bij den afloop van zijne minderjaarigheid, tog »an en den Hertog van Brunsmjk , waar bij Brumwyk deze zich verbonden had , om geenen in uit de Re- ane gevallen van zijn raad te dienen. Depubliek. ze geruchten vonden zooveel geloofs, dat de Staten van Holland ernstig bedacht waren , om naar het beftaan van zodanig eene verbindtenis onderzoek te doen. De uitkomst bevestigde het vermoeden. De acle zelve, door Z. H. op verzoek van gemelde Staten , overgeleverd zijnde, hield in eene verbindtenis, van de zijde des Hertogs, om Z. H. in de waarneming van alle zijne gewigtige posten met raad en daad te onderfteunen, zich ten dien einde altijd nabij den perfoon van Z. H. te houden; terwijl Z. H. hem voor alle verandwoordlijkheid, aan wien het ook ware, vrijwaarde, als zijnde aan niemand, dan aan Z. H. rekenfehap verfchuldigd. Op deze verbindtenis had de Hertog den eed afgelegd. Niet  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 443 Niet alleen aan Holland, maar ook aan al- VI. afd. Ie de overige Gewesten, als ook aan de Al-< ö " gemeene Staatsvergadering werd deze Acte 17 4« door Z. H. gezonden , vergezeld van een brief, waar in hij zijn gehouden gedrag hier in verdedigde. Holland en Friesland befchouwden het aangaan van zodanige verbindtenis als eene inbreuk op de gewestlijke Oppermagt en eene fchending van het verdrag, waarop de Hertog in dienst dezes lands was getreden , als hem verbiedende alle bemoeijing met zaaken, politie of justitie betrefTende, endrongen op de ontzetting van alle zijne posten en zijne verwijdering van het Grondgebied der Republiek. De Hertog zocht bij die Gewesten, welken zich nog niet verklaard hadden , te verwerven, dat hem zijne verdeediging bij het geheele Bondgenootfchap mogt overgelaten worden. De zaak bleef hangende , en zou, bij de verfchillende begrippen der Gewesten , nog lang naar de eindelijke uitfpraak gewacht hebben , toen de Hertog, niet kunnende verkrijgen om in zijne verdeediging gehoord te worden, befloot, overeenkomstig het verlof, hem bij zijne dienstaanvaarding gegeven , om zijne posten nederteleggen en de Republiek te verlaten. In Wijnmaand verwittigde hij de algemeene Staten, den Raad van Staten en den Stadhouder van dit zijn voornemen, gaf den volgenden dag hier van kennis aan de Officieren en den voorzittenden Burgemeester van 's Hertogenbofch , alwaar hij als commandant thands zijn verblijf had, en nam met kaartjes affcheid van alle de leden  444 VERVOLG op WAGENAAR'S VI a»d. den der Regering. Den i6Jen dier maand ". o ~~ verliet hij den Bosch onder den toeloop ee' ner gróte menigte Volks, om zijn verblijf te Aken te nemen. Onlusten Dit jaar was niet minder vruchtbaar in infon.mi woelingen en onlusten, in veele Steden van ge Steden. ons Vaderland, dan eenig der voorigen, ja fcheenen zij van trap tot trap opteklimmen. De Wapenoefening was meestal degrondflag van dezelven. Naar mate toch de Voorftanders van het Staatsherftel zich daar op meer totlegden , en het oogmerk aan den dag legden, om het ten bolwerk voor de pogingen ter bewerking van hetzelve te doen verfirekken, naar mate begonnen de Voorftanders van het Oranjehivs bedacht te zijn, of om dezelven tegentewerken, of zich mede te wapenen. Zodanige bedoelingen bcfpeurde men duidlijk te Zutphen , daar de wapenoefening zeldzaam zonder ftoornisfen plaats had, en leden van het Deventerfche Vrijcorps, aldaar gekomen om dezelve te aanfchouwen, aan de militaire Wacht aan de Poort hun Zijdgeweer moesten overgeven; ja, daar aanzoeken gedaan werden , om eene nieuwe I ompagnie Schutters , zedert het jaar 1748. niet meer beftaan hebbende, en die zich toen aan onrustige bewegingen had fchuldig gemaakt, weder op te richten. — Te Arnhem werden de tooneelen des voorgaanden jaars omtrent de plundering des Kerkhofs vernieuwd. De Regering nam weder de hulp der krijgsbezetting te baat, en floeg het aanbod der gewapende Schutterij ter handhaving van de rust, van de hand. Dit veroorzaakte eene verregaande ver-   OsttuLoetinor van eeuPatroidHeH nra'e r -s ea. IZnl'.ni-cLi. 'S tutertgjin de ttirfstraat te akithe mo:.  VA DE RL AND SC HE HIST VERK. 445 verbittering tusfchen den bezoldigden Krijgs- VI. atd. knecht en den gewapendenBurger, die wel "^-g. haast tot daadliikheden overfloeg. Beiden 7 ** deeden nu ronden door de Stad. Op zekeren nacht, beide ronden eikanderen in eene Straat ontmoetende, wilde de eene voor de andere niet wijken: van woorden kwam men tot daden, en beiden fchoten op elkanderen. Twee Officieren en eenige Sol-' daaten werden gekwetst : een Grenadier bleef dood. Door dit gebeurde werden Burgers, en Soldaaten zoo verwoed, dat de laatsten op de waag, de Hoofdwacht der Burgers een hevig vuur maakten , waarop dezen hen niet fchuldig bleven, 's Anderendaags de Regering op het Raadhuis vergaderd zijnde, werd het zelve door de gewapende Burgermagt zoo nauw bezet, dat niemand 'er af kon komen, en1 vorderde %\) als toen het herftel haarer regten. De Magiftraat bleef onverzetlijk bij haar and woord, dat deze zaak in handen van de Staten der Provintie ftond overgegeven te worden, en wist tevens heimlijk middel te vinden, om den Bevelhebber der krijgsbezetting kennis van haar benarden toeftand te doen krijgen. De geroerde krijgstrom deed de bezetting daadlijk te wapen lopen. De Burgers verlieten toen langzaam het Stadhuis en welhaast werd de rust her- fteld Te Thiel was de Burgerij niet minder ijverig in de Wapenoffening,- d^ch ten zelfden tijde, dat zich een gewapend lighaam opdeed, uit de aanzienliikfte jongelieden beftaande, ontftond een ander, dat met Oranje ftrikken verfierd en den Schout aan  446 VERVOLG op WAGENAAR'S VLafd. aan het hoofd, de wapenen hanteerde. Dit 17U bewo°g de Regering, om alle bijzondere ' T* lighaamen van wapenhandel te verbieden, de oeffening in den Wapenhandel nogthands , vrijlatende, en tevens een nieuw wacht reglement voor den Burgerkrijgsraad te ontwerpen. Holland, en in deze, de fteden Leiden en Rotterdam proefden dit jaar inzonderheid de wrange vruchten der zwevende onlusten. In Zomermaand dezes jaars brak het fmeulend misnoegen onder het Leidfche * gemeen tegen het Wapengenootfchap tot daadlijkheden uit. Men vergenoegde zich niet met het inflaan der glazen in de Huizen van genootfchapsleden , maar zelfs één , de Luitenant der Schutterij harteveld, werd feitelijk aangerand. Het ontbrak aan geene afkondigingen, de fcherpfte bedreigingen vervattende. Krijgsvolk werd uit het naburig 'sHage ontboden , tot herftel der rust. De Armverzorgers bedreigden de bedeelden , die zich aan zodanige-buitenfporigheden fchuldig maakten, met het inhouden hunner bedeeling. Agt der oproerigen werden in hechtenis genomen en ontvingen fpoedig ftraf. Een derzelven, trago, zocht bij Z H. pardon te verwerven. Deze gelastte den Hoofd-Officier, de ftukken tot het regtsgeding behorende hem toe te zenden en inmiddels de volvoering van het Vonnis op te fchorten. Het Geregt en de Vroedfchap begrijpende, dat aan dien last van Z. H. niet moest voldaan worden, ontving trago zijne ftraf, beftaandeingeesfeling, vijf jaaren gevangenis, en tien uitbanning.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 447 ning. Hier mede ftilde weldra de wanorde. VI» afp. Onder alle deze woelingen mag niet verge- I7g, ' ten worden de valfche Befchuldigingen van ' zekeren j. grijfzoe en j. c. van der sand, de eerfte als Koetfier, de laatfte als Keukenmeid bij den Heer g. c. van der meulen gediend hebbende, omtrent deszelfs huisvrouw, als of zij hen door het uitloven eener aanzienlijke fom had trachten om te kopen, om Z. H. van het leven te beroven. Deze zaak, gerechtlijk onderzocht wordende, bleek niet lang daarna, de volledige onfchuld der aangeklaagde, alzoo de beide befchuldigers, door wroeging des gewetens gedrongen, de valschheid hunner aanklacht beleeden. Deze zaak duurde tot Oogstmaand des volgenden jaars, wanneer beiden het Schavot beklommen; de Koetfier met eefn koord om den hals aan de galg vastgemaakt, en een bord boven het hoofd, waarop ftond meineedige falfaris : dus werd hij ftrenglijk gegeesfeld, gebrandmerkt en voor 30 jaaren in het werkhuis gezet en vervolgens gebannen. — Zijne medeplichtige onderging ook eene harde, geesfeling en had boven haar hoofd het opfchrift valfche getuigen. Verder werd haar een negenjaarige gevangenis en eene verbanning voor agttien jaaren opgelegd. Te Rotterdam was de verjaardag van Z. . H. wederom niet zonder veel bewegingen afgelopen. Ook had men daar de ontbinding van het Genootfchap weten te bewerken. Ten zelfden tijde, dat het de goedkeuring der Regering verzocht op de gemaakte ontwerpen ter regeling van hetzelve, leverden  448 VERVOLG op WAGENAAR'S VI. afd. den anderen de dringendfte verzoeken in, 1784. t0t ontt,indir|2; van hetzelve. De Regering poogde het Genootfchap te bewegen, om zich zeiven te ontbinden, tot bevordering van de rust en eensgezindheid. Eenparig echter begreep hetzelve, op deraeestgepaste wijze bij de Regering aantedringen, om, wel verre van zich zel>/e te vernietigen, ten gevalle van eenigen, meest onbekende perfoonen en die althands geen burgers van de Stad waren, het ingeleverde Reglement wilde goedkeuren. Dit gedrag; fmaakte 1 de Regering weinig : zij oordeelde zich gedrongen haar hoogst misnoegen over hetzelve te betoonen, en daarom het geheele Corps te moeten vernietigen. —• Hoe zeer de gelegenheid en yver tot de wapenoeffening door dit befluit belemmerd werd, bleef echter die lust bij veele wachtdoende Burgers leevendig. De Adelborsten van de Compagnie No. 9., onder den Capitein elzevier, tevens lid der Vroedfchap, ftak hier in wel het meest uit. Welhaast waren zij zoo ver gevorderd, dat zij geene zwarigheid vonden, om met bajonetten op de geweeren ter wacht te komen, een wapentuig, van het grootfte nut bij oproerige bewegingen. Bij herhaling ftond deze • compagnie bloot aan mishandelingen van allerleijen aard. Schelden, dreigen, werpen met vuil en ftenen, floten, dringen en dergelijke bewegingen vergezelden gewoonlijk haar optocht. Zelfs de tegen-, woordigheid des Capiteins kon geen ontzag bij de ontzinde menigte verwekken ; ja werd zijn huis meer dan eens met plundering  VADERLANDSCHE UIST. VERK. 449 ring gedreigd. Afkondigingen hier tegen VI. avd. gedaan, waren van geen de minfte vrucht, ■• daar de handhaving ontbrak en bij derzelver I?^4. lezing het oproerigst gefchreeuw geduld werd. De 3de van Grasmaand fcheen beftemd , om die compagnie het gevoeligst leed aan te doen. Het voornemen daartoe , werd zelfs vooraf door aangeplakte briefjes bekend gemaakt. Eer de Adelborften nog op de Parade-plaats bijeenkwamen, moesten veelen reeds de geweldigfte mishandelingen ondergaan. Op de Parade-plaats zelve werden de oude toneelen herhaald, 't Geweer van den Luitenant van zwyndrecht , die de dringende menigte wilde keeren, werd aangegrepen en hij met een flag bedreigd. De dader werd echter terftond gevat en in het midden der gelederen geplaatst. Dit verdubbelde de woede der menigte, die dezen in vrijheid wilde ftellen. Om ruimte te maken was men genoodzaakt het geweer te vellen en dus den marsch aantenemen. Onder weg nam het gedrang en geweld dermate toe, dat de Compagnie halte moest houden, wilde zij niet geheel uit een gedrongen worden. Niet dan na dat eigen lijfsbehoud zulks gebood, daar de menigte niet flegts met fteenen wierp , maar eenigen zelfs met fcherp fchoten, gaf de Luitenant van zwyndreCht bevel tot vuuren. Dit herhaald zijnde, raakten eenigen gekwetst. Op deze wijze bereikte de Compagnie het Stadhuis , ftelde zich om hetzelve te beveiligen, en, fchoon de alarm klok reeds luide, nam het geweld zodanig toe, dat ook hier gevuurd moest worden. II. deel. Ff Eeni-  450 VERVOLG op WAGENAAR'S Vf. afd. Eenigen raakten daardoor weder gekwetst: '—t— één werd in hechtenis genomen. Dit gaf I7°4- hun eenige ruimte om de Wacht te kunnen betrekken. De Compagnién, op het luiden der alarmklok in de wapenen verfchenen zijnde, waren veelen van dezen met Oranjelinten verfierden beandwoordden dezen het geroep des Volks van Oranje boven met uitingen van denzelfden aard. — Deze zelfde oproerige bewegingen, bij volgende dagen herhaald wordende, bewoog dit een aantal van omtrent honderd van de aanzienlij kfte kooplieden, om zich deswegens bij de Staten van Holland zei ven te beklagen en voorziening te verzoekbn , welke requesten vervolgens door anderen en zelfs door de Vroedfchap elzevier onderfteund werden. Ondanks de tegenwerking van de Rotterdamfche Regeering, die zeer euvel opnam, dat met voorbijgang van haar, men daadlijk de voorziening van H. E. Gr. M. had ingeroepen, werd wel haast eene commisfie uit de Vergadering benoemd, om de zaken zei ven plaatslijk te onderzoeken. Op eene ongewoone, plechtftatige wijze werd dezelve te Rotterdam 'ontvangen en begroet , doch ondervond fpoedig, dat zij van te weinig magt voorzien was, om tot de-diepfte bronnen van ' den opftand door te dringen , alzoo het politiek onderzoek daadlijk ophield, waar het crimineele begon. De afkeer, van het politieke met het regterlijke te vermengen, altijd befchouwd als den grondflag der gevaarlijkfte dwinglandij , maakte veelen huiverig, hoe zeer anders daar toe-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 451 toe gezind, om uitgeflrektervolmagt te ver- VI. afd. leenen. Eindelijk werd befloten, om haar i7q 7~ ' met deze magt te voorzien , om bij het ' geregtlijk onderzoek tegenwoordig te mogen zijn, eene raadgevende ftem te hebben, en, des noods, de zaken optefchorten. Hoe zeer men mogt verwachten, dat alleen de eerbied voor deze commisfie genoeg zou geweest zijn, om de rust der Stad te bewaren', was het gemeen ftout genoeg , om zelfs na haare aankomst, de oude toneelen van belediging der wacht te vernieuwen. De commisfie kon echter op de Mag'iftraat niet verwinnen , om eene nieuwe •flxenger afkondiging te doen. De beruchte cathrina mulder, Kaat Mosfel gebijnaamd en cornelia of Keet swenk , als aanvoerders der oproerigen , door de bewerking der commisfie in hechtenis genomen en buiten allen toegang gezet, werd echter gelegenheid gegeven om haare vrienden te fpreken, en veranderde dit haare gevangenis in een verblijf van vrolijke bezoeken. Ja werd dezelve op den verjaardag der jonge Prinfes geïllumineerd , en maakten zij zich met haare vrienden op dien dag regt vrolijk. Niets fcheen met een woord gefpaard te worden, om haare gevangenis te verzachten. Alle deze oproerige bewegingen maakten Afkondide ftrengfte voorzieningen noodzaaklijk : ging van gelijk dan op den i6^n van Zomer- fJHl™ maand de Staten van Holland eene ftrenge™^ ^ea afkondiging tegen onrustige bewegingen,'oproerieu. en het dragen van tekenen of leuzen van zen. oproer en partijfchap uitvaardigden ; die ^ F f 2 ech-  +Sa VERVOLG op WAGENAAR'S VI. afd. echter in veele plaatzen , daar de partij zigé■—~—'baar geltijfd en aangemoedigd werd, van 17"4« weinig vrucht was, en de onbepaalde uitdrukking van tekènen van partij fchap zoo wel op zwarte cocardes, fchoon alleen gedragen door hen die Leden waren van gewapende lighamen , als op Oranje verflerfels werd toegepast. Voortgang Daar men onophoudelijk werkzaam was der Staats-in het werk der Staatshervorming, moest . hervor- natuurlijk de eene flap tot den anderen m^|jn ^"geleiden. Geen onder de Gewesten vor'ec ' derde hier in met fneller fchreden, dan het Sticht, als wilde het aan de anderen het voorbeeld geven. Het in Utrecht ge- • nomen en als wettig beweerde Sraatsbefluit, om de tusfchentijds openvallende Raadsplaatfen door de Vroedfchap zelve te begeven, werd thands in werking gebragt in de verkiezing van den Heer p. e. voet van winssen. Z. H. door een brief hier van bericht gekregen hebbende, fchreef hij wel dra aan de Staten en de Stad, zich over dezen flap ten hoogden beklagende, en zijn regt op die verkiezing bewerende. Dit fchrijven wrocht zoo weinig uit, dat de Vroedfchap nogïdit zelfde jaar, zonder Z. H. te kennen, eene opengevallen plaats zelve vervulde-, in de aanltelling van den Heer 'p.- c. bürman de bassecour. Deze handelingen gaven" aanleiding tot verder nadenken, tot redenwisfelingen en oneenigheden. Het Regerings-Reglement van 1674. was thands het onderwerp der gefprekken en twisten van den dag. Dit be-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 453 bewoog de Magiflraat van Utrecht om de W. afd. Burgerij op te roepen, om binnen den tijd ' I7g, *van vijf weeken alle haare wettige bezwa- ' ren op te geven; gevende tevens bericht, A dat van Staatswege eene commisfie van . negen leden benoemd was, om alle dezelven te onderzoeken. Ook werden de inwoners der overige Steden en van hét Platte Land op gelijke wijze opgeroepen, om mede hunne bezwaren aan de Staatscommisfie van negen binnen zekeren tijd in te leveren. Op deze uitnodiging kreeg men wel haast een overvloed van Burgerbezwaren; en zag men ook wel haast verfchillende ontwerpen van eene verbeterde form van befluur, en de duchtigfle betoogen van de onwettigheid van het Regerings-Reglement van 1674. in 't licht verfchijnen. Tien leden werden uit de Vroedfchap benoemd om zulke bezwaren, die alleen de Stad betroffen, aftefcheiden van de geencn, die het geheele Gewest raakten. De laatflen werden aan de Staatscommisfie van 9. overgegeven. Gemelde commisfie dezelven onderzocht hebbende, leverde den iftcu van Herfstmaand haar verflag, benevens een ontwerp van een verbeterd Regerings-Reglement in, dat bij de voorftemmende leden in advijs gehouden, bij Stad cn Steden werd overgenomen. En, ora het werk te verhaasten, werd vastgefleld, zoo dra men ter afdoening gereed was, eene buitengewone vergadering te befchrijven; wanneer ook Z. H. gereed zou moeten zijn, om zijne gedachten nopens die ftukken intebrengen. F f 3 Twee  454- VERVOLG op WAGENAAR'S VI-AFD- Twee afdrukken van dit ontwerp kregen I7§4 ^ °ok de eerl1:e Tekenaars der Bezwaarpdn/ 4" ten in handen, om de bedenkingen der Burgers vóór den 22ften van Herfstmaand daar op intewinnen. Dan, deze tijd te kort geacht, om deze gewigtige zaak aftedoen, en den dag der Regeringsverandering .op den 6lea van Wijnmaand, en dus nog voor de beflisfching dezer zaak invallende, verzochten omtrent 1800. Burgers uitftel voor het inleveren hunner bedenkingen tot het laatfte der geftelde maand, en opfchorting van alle beftelling omtrent de Regering. Beide verzoeken ingewilligd zijnde, werd hier van ook aan Z. H. kennis gegeven, die echter alle deze flappen zeer euvel opnam, en deswegens zijn hoogst misnoegen duidelijk liet blijken. Ter betere waarneming haarer belangen benoemde dat gedeelte der Burgerij, dat hierin werkzaam was, vier en twintig gemagtigden, die door de Magiftraat goedgekeurd en gewettigd werden. Vereeui. Nog verdient hier aangetekend te worging en den, dat in dit jaar alle plaats gehad hebhouding 56nde naariJ'ver en oneenigheid tusfchen tusfchen de gewapende Burgermagt, die thands tot de Wapen-1700. man gebragt was, en het Genootfchap genoot- van Wapenhandel, geheel uitgedoofd en de ichappen. band van eendragt tusfchen beiden op het nauwst werd toegehaald. Eene vereeniging, die, fchoon ineen ander opzigt, zich nog in dit jaar door alle /de Gewesten uitftrekte, én deze gewapende lighamen een geducht aanzien gaven. Het Patriotsch Gezelfchap te Alkmaar voorgefteld hebbende de oprichting  VADERLANDSCHE HISTV VERK. 455 tino- van zekere verftandhouding, en bet VI. ah^ beleggen eener algemeene vergadering van ^ afgevaardigden vangewapende Corpfen, om het plan daar toe vastteftellen, zag men den iftcn van Wintermaand binnen Utrecht eene zodanige bijeenkomst van afgevaardigden van vrijwillige Wapengenootfchapoen door 't geheele Gemenebest, met oogmerk om eene gemeenfchaphjke werking tusfchen die Genootfchappen te vestigen Het getal der vergaderden bedroeg ruim vijftig, en men verwachtte wel haast een voltalliger zamenkomst. —• intus fchen bleef dit Gewest even weinig bevrijd van oproerige bewegingen als andere Winden, het geen eene ftrenge afkondiging tegen zodanige heilloze pogingen noodzaaklijk maakte. F en ongelukkig gefchil in de Staatsver- GefchUj£b£& Overfsfel tusfchen de E^en^Ofn Steden, wegens het regt van over ft m- «jg ming, liep dit jaar zoo hoog, dat, wime ;M(lem_ men d^ Gewest niet aan de droevigfte ming. verwarringen bloot geven, de Bondgenoten zich gedrongen zagen, gelijk zij dan ook door beide partijen daar toe aangezocht waren, om zich in dezelven te meneen. Eene commisfie van zes leden, uit ieder Gewest één, naar Overysfèl gezonden, beflischte eindelijk in Lentemaand des volgenden jaars, na alle minnelijke pogingen ter bemiddeling uitgeput te hebben, dezen twist volgender wijze: „ dat niet meer dan een enkel befchreven E; delman nodig ware, om met gevolg^der drie Hoofdlieden Deventer, Campen ^  45<5 VERVOLG op WAGENAAR'S -VI,AF1 » Zwc°l te effe^uëren, dat overftemming 1784. " geformeerd en geconcludeerd kan wor„ den.' Zeefpha- Het Vaderland dus uitwendig bedreigd, en inwendig gefchokt, moest dit jaar ook rampen van een anderen aard en vooral ter t Zee ondervinden. Capitein aberson be¬ last met het mede overbrengen des GezandtsvAN berckel naar Noord-America, gaf bericht dat dit fchip met 303 zielen vergaan was , hij alleen met nog 13 zielen , waren gered geworden. De Capitein, Graaf van rechteren , was geheel ontredderd en als een wrak in Cadix binnen gekomen. Een Orcaan in de MiddellandJcne Zee, het fmaldeel onder den Vice Admiraal reynst treffende, had , onder andere fchaden, ook het fchip Drenthe doen omflaan en zinken, 's Lands kotter de Ajax een lek gekregen hebbende, was mede overzijde geflagen en gezonken, flechts 30 van de 75 man had men kunnen berwlnS ~ B"itenSewoon ftreng was ook de winter. Winter tusfchen dit en het voorgaand jaar. Binnen den tijd van vijf maanden van Oogsttot Wintermaand hadden de Thermometers eene hitte van92graden, en eene koude van 3 graden onder o, getekend. Het Ys groeide in den Amflel tot 24 duimen. Menfchen werden zelfs gevonden door de koude van t leven beroofd. Dit veroorzaakte een hoogklimmend gebrek bij de fchamele Gemeente, aan't welk echter de bekende milddadigheid des Nederlanders evenredig was. Alleen in Amfteldam, Rotterdam, Leiden, . Schiedam en Groningen werd met eikande¬ ren ,  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 457 ren, eene fom van omtrent ƒ 93,000 inge- VLami. zameld. De gevolgen van dezen Winter wa- g ren in het voorjaar van dit jaar allerver- ft fchrikkendst. De akeligfte berichten ontving men uit de Gewesten Gelderland, Overysfèl en de Stad Gornichem , nopens de verwoestende doorbraken en overftromingen, door het losgebroken Ys veroorzaakt. Maar ook deze ramp vond haare verzachting in de Mederlandfche edelmoedigheid. Be commisfie ter directie van het Departement - des Oecanomifchen taks te Amfteldam toonde zich op de dringende aanzoeken van eenige menfchenvrienden terftond bereid, om zich met het moeilijk en omfiagtig werk van de inzameling en uitdeeling der liefdegaven te belasten, en werd hierin krachtdadig onderfteund door de goedkeuring der Regering. Welhaast mogt zij zich verheugen over de inzameling der aanmerklijke fom van ƒ 244,433. Door deze . aanzienlijke fom zag zij zich in ftaat gefteld den landman zijn verlooren vee, zijne omgefpoelde woningen te hergeven, zijn gemis aan gewas, bedorven,over.ftort of wegr o-efpoeld en vergraven land te vergoeden, en hem weder in het bezit te ftellen van verloren grof huisraad , koopmanfchap of andere middelen van beftaan, allés naar de mate der behoeften. Zelfs had zij eenigepenningen verftrekt tot herftel van eenige openbare kerken en twee Roomfche Vergaderplaatzen, alsmede het bouwen van een Diaconiehuis te Ryswyk op eene hoogte , om bij overftroming ook ter berging van menfchen en vee te dienen. Door het voorY f 5 bed-.  458 VERVOLG op WAGENAARS _VI,Arp- beeldigst wijs beftuur had zij het genoegen 1784. den ramP niet flechts herfteld te zien, maar nog de fom van ƒ 2263 overtehouden. Toeftand Deerlijk was het ook gefield met onze Swe!t Y°lkPlan»t?gen in de Oost- en West-Indien. Indifche De Oost - Indifche Maatfchappij verzocht, Maat- dit jaar weder een onderftand van twaalf fchap. millioenen; de West Indifche herhaalde haaP'jen, ]-e verzoeken des voorigen jaars en voegde 'er een aandrang bij om eene nieuwe fom, zich ten hoogften beklagende over het gebrek aan befcherming. Niettemin verdient hier gedacht te worden eene allerluisterijkfte overwinning door den Capitein van braam over de Koningen van Riouw en Salangoor in de Oost bevochten , waardoor beide Rijken en deszelfs onderhorigheden Wingewesten der Republiek werden. Dan deze aanwinst was wel fchitterend , maar baatte niets bij het plaats hebbend geldgebrek. Dedood Een zware flag trof ook dit jaar de vrienden ™D,™ van hetStaatsherftel,in den dood des Ridders LArtL».L»\ ....... „ - tot den an der capellen tot den pol. Hij w3s pol. a^s het Ware het middenpunt van alle de pogingen en bemoeijingen, daar toe ftrekkende, de man des Volks , dierbaar door zijne verdrukking, beroemd door zijne zegepraal, geliefd wegens zijn onvermoeiden ijver en ftandvastigheid , waar mede hij de zaak, die hij op zich genoomen had, rustig verdedigde. Eene uitteerende verzwakking , een gevolg van zijn rustlozen arbeid, fleepte hem weg den 6den van Zomermaand in den bloeijenden ouderdom van 43 jaaren. Zijn dood werd algemeen betreurd  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 45* treurd bij alle tegenwoordige voorftanders der ftaatsverbetering en zijne nagedachte- g+> nis vereerd op eene wijze, die blijken droeg van het gevoel van het gewigt van dit ver- ll£De tegenwoordige ftaatkundige gefchil- RJ£é len, hoe rampfpoedig ook in veele opzig- gezinde ten hadden van den anderen kant een guns- atmen tigen invloed op de begrippen nopens devrijg.. burgerlijke gelijkheid, en bleken zeer ge- AUdJ» fchikt te zijn om den publijKen geest ie regten en verlevendigen, die zedert zoo veele jaaren middelen. in Nederland was uitgedoofd. Het eerste bleek duidelijk in eene meerdere gelijkftelling in voorregten van de Roomschgezinden met de overige Protestantfche genootfchappen. De Afgevaardigden van Haarlem hadden dit jaar ter Statenvergadering het voorftel gedaan, om het piacaat van den jaar I749> waarbiï aan alle Protestantfche Diaconiën en Godshuizen vrijdom van 's lands regten en middelen was toegeftaan, met dit bijvoegfel te. verbreeden; dat het geen in hetzelve wegens die vrijdommen ten opzigte van andere Godshuizen was vastgefteld, voortaan mede zou plaats hebben omtrent de armen en Godshuizen in 't gemeen, alwaar die zich op openbaar gezag in dit gewest mogten bevinden. Dit voorftel, fchoon de Jooden mede influitende, werd in een gunstig befluit veranderd, voor zoo ver het de Roomsen- Oprichgezinden betrof. - Het laatfte, de verle-J»» ™ vendiging van den publijken geest, was fchool " duidelijk zigtbaar in de oprichting van een voor de kweekfchool voor de Zeevaart, en die van zeemrt.  0o VERVOLG op WAGENAAR'S VI-AFD- & maatfchappij tot nut van het algemeen 1784. Com™sfa"sferi van het Vaderlandsch fonds', rf •* in 1781 opgericht en beftemd tot verzachting van het ongelukkig lot van weduwen en kinderen van in 's lands dienst gefneuvelde zeelieden of van gekwetsten en verminkten, wenschtenaan deze ftichtins; een algemeen nuttiger ftrekking te geven Ten dien einde waren zij bedacht op de oprichting van een Kweekfchool, waar in de Nederlandfche jonge lieden tot den zeevaart opgeleid en bekwaam gemaakt zouden worden. Een der Commisfarisfen , de Heer titsing, tijding uit de Indie gekregen hebbende van eene aanzienlijke fom, ten behoeve van zodanig eene ftichting aldaar opgezameld, floeg men daadlijk handen aan het werken zag hetzelve, met de hoogste bujken van goedkeuring en deelneming, boven verwachting bekronen. Amfteldam vergunde terftond een ruim gebouw aan de ïkant, voormaals tot een werkhuis gediend hebbende, aan hetzelve ten gebruike. — De Staten van Holland fchonken eene toelage van ƒ 10,000. tot de onkosten der vertimmering , en deeden toezegging voor zes jaaren van een jaarlijkfchen onderftand van ƒ 4,000. Vrijdom van alle L,ands en Stads belastingen werd vergund De Heer h. hope vereerde een Fregaticheepje, om bij de befchouwing de beoeiieningte kunnen voegen: — De AdmiAaïte,t rf Amfteldam het tuig; en de Vice, Admiraal zoutman een ftel vlaggen De Bewindhebbers der Oostindifche Maatfchappij te Amfteldam bepaalden, dat van ieder. fchip,  VADERLANDSCHE HïST. VERK. 4Ö1 fchip, in ieder jaar, van die kamer naar VI. de indien vertrokken, ƒ 14- betaald zou g4> worden, Eene menigte Kooplieden en Reeders te Amfteldam, Zaandam, Bordrecht, Rotterdam en Schiedam leverden bij de Staten van Holland een verzoekfchrift in, waar bij zij verzochten, dat op alle inkomende fchepen, naar evenredigheid hunner reize, eene geringe belasting gelegd zou worden: aan welk Vaderlandsch verzoek gereedlijk voldaan werd. In deze ftichting nu werden Jongelingen, van allerleie kerklijke Genootfchappen, op het grondgebied van den Staat geboren, van 10 tot 16 jaaren aangenomen, en, om niet, onderwezen in alles, wat de zeevaart betreft, en ook, volgens de verfchillende kerklijke huishoudingen, in de waarheden van den Christelijken Godsdienst. Hunne opvoeding ftemde geheel over een met het beroep, waar toe zij opgeleid werden. Ver genoeg gevorderd zijnde, werden zij met de nodige toerusting in zee gezonden, en te rug gekomen zijnde, op de blijken van een goed gedrag, weder aangenomen en gehuisvest. Het getal der kweekelingen werd eerst op 50 bepaald, zonder te rekenen, zodanigen, voor welken geheel of gedeeltelijk betaald werd, die altijd boven het gewoone getal werden aangenomen: dan dit getal groeide weldra aan tot 150. — Zie daar dan eene allernuttigfte ftichting voor een zeehandeldrijvenden Staat, grotendeels door toelagen van particulieren tot ftand eebrazt, en die binnen tien jaaren, tijds zoo h b bloei-  46a VERVOLG op WAGENAAR'S - VUfd. bloeijende werdt, dat zij, na eene uitgave ï-oV" van twee tonnen gouds in dien tijd, nog 7 ** eene gelijke fom kon overhouden en aanleggen, waar toe alleen door onze landgenoten zoo hier als in de Indië in dien tijd», omtrent drie tonnen was opgebragt. Oprichting Aan den Doopsgezinden Leeraar j. Maatfchap.NlEUWENHUIZEN had het Vaderland de oppij tot nut "gting eener maatfchappij, te danken, vanhetAi wier bedoeling was, de verlichting van den gemeen, gemeenen man en de verbetering van het Schoolwezen te bewerken, door de uitgave van werkjes, door den kgen prijs, voor ieder verkrijgbaar, en in eenftijl, geheel naar de vatbaarheid van ongeoèffende verftanden gefchikt. Den i6ie» van Slachtmaand dezes jaars hield zij haare eerfte gezette bijeenkomst, toen nog uit een zeer gering aantal leden beftaande. Nauwlijks was der natie door een kort bericht van haar aanwezen kennis gegeven en tot het deelgenootfchap uitgenodigd, of de maatfchappij telde in Louwmaand des volgenden jaars, bij de vergadering, waar in de eerfte prijsvraag werd uitgefchreven, honderd agt en dertig leden. In den tijd van zes jaaren groeide zij dermate aan, waar toe de geringheid der toelage, Hechts op een ducaat in 't jaar gefteld, niet weinig toebragt, dat zij in 1791. op 1740. leden rekende. * 1785. ' Voor eenige ogenblikken verlaten wij de Toebe- inwendige beroeringen des Lands, die dezen reidzels totjaarkring wel het meest kenmerkten, om den Eincdès dreiSenden 00rl°g met den Keizer, tot Lands. deszells.geheelen afloop, te vervolgen. Ge- , ducht  VADERLANDSCHE HIST, VERK. 463 ducht en niet minder kostbaar waren de VI. afd. toerustingenter verdediging die, in dit jaar "3. met nader te vereffenen, toegedaan. Friesland VI. afd. en Stad en Lande namen he: over, en voor i^e*-*behiel Jen zich hunne aantekening 'egen het ' 5* te nemen bi fluit. Zeeland voe.;dezich hierbij. D^/.e drie Gewestfei oordeelden, dar alvorens hierop een befluit-te kunner nemen, de affchriften van deze voorflagen ter kennis hunner zenders moesten gebrngi zvjn geweest; waane^en de o"e rigen bewi crden, dat de fpoed en ge heimhouding , die deze zaak vorderde , zulks- niet v roorltoofde. Zelfs in Gelderland en Overysjel, fc hooft de Afgevaardigden der eerfte Provincie het nemen van bet befluit op '.-Keizers voorflagen niet had willen ophouden, en die der laatfte mede geftemd hadden, was men verre af van dezelven goed te keuren. Men befchouwde dezelven, als.vernederend voor de Republiek en als den prijs van een ongelukkig' gevoerden oorlog. Traagli.k gingen de onderhandelingen voort, die zelfs in Bloeimaand voor eenige dagen opgefchort werden. Niet dan met moeite en weêrzin befloot men om, volgens den aandrang des Keizers, den Graaf van wassenaar en den Heer van leyden, als Afgevaardigden naar Weenen te zenden. Daar ' . de vredeshandelingen te Parys gedreven werden, befchouwde men deze bezending als het vernederend voorkomen hebbende van een verzoek om verfeboning. De afkoop van de vorderingen op Maaftricht was ook een punt, dat groote moeilijkheden in den voortgang baarde. H. H. M. konden niet dan tot vijf millioenen beflüiren. In-tusfehen drongen Frankryk beide en RusGg 2 land  468 VERVOLG op WAGENAAR'S V1' AFD- land zeer fterk aan, om zich met-den Kei^ 178-T. zer te verSelijken en in de voorflagen , te * treden. Eindelijk ontving men den 24ften van Herfstmaand uit Parys de voorlopige artikelen om tot een grondflag van het verdrag te dienen. Drie Gewesten verklaarden zich allerfterkst tegen dezelven. Gelderland oordeelde dat zoodanig een vredesverdrag alleen te pas kon komen na een ongelnkkig gevoerden oorlog, waardoor als dan aan de waardigheid der Republiek geen nadeel zou tpegebragt wezen: waarom zij de ratificatie overlieten aan die Gewesten, welken de laatfte Inftruétie voor de Ambasfadeurs hadden gearrefteerd, waartoe haare Afgevaardigden, zich als or.gelast, verklaard hadden niet te concurreeren, doch daarom de conduite niet te willen ophouden. Zeeland Hemde metGelderlandenmerkte op, datdePraftiminairen ver afweken van de Inftruétie aan de Ambasfadeurs, dat dezen dus, of hun last waren te buiten gegaan, of een geheimen last moesten gehad hebben. Friesland was in dezelfde denkbeelden. Zoodat weder met de meerderheid van vier tegen drie Hemmen het vredesverdrag ftandgreep. Het geen echter wel het meeste de fluiting van het zelve bevorderde , was (daar de Keizer op eene vergoeding van 10 Millioenen aandrong en H. H. M. niet ho. ger dan tot vijf konden befluitenO het aanbod van Frankryk, om dat meerdere De Vredevoor. deszelfs rekening te nemen. Deze met den zwarigheid daardoor weggenomen zijnde, Keizer ge-werdt dan eindelijk den 8aen van Slachtfloten. maand de vrede met den Keizer te Fon- tas-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 469 tainsbleau gefloten. De voornaamfte ar- VI» afd. tikels van het Verdrag waren van dezen g inhoud. Volgens het VI. beloofden H. ' 5' H. M. de uitvloeijing der wateren van het land van Z. K. M. in Vlaanderen en aan den Maaskant te doen reguleren, om zoo veel mogelijk de overftroming voor te komen. In het VII. werdt de Souverainiteit des Keizers erkend over het gedeelte der Schelde van Antwerpen tot aan het einde van het land van Saftingen. Terwijl het overig gedeelte tot aan zee door den Staat zou gefloten worden , overeenkomftig het Trablaat van Munjier. Het VIII. en IX. bevatte de Hechting van de Forten Kruis* fchansen Fredrilt Hendrik en de ontruiming van Lillo enLiefkenshoek. In het XIV. ftaat Z. K.M. af van alle Pretenfiën op Maaflricht, het Graaffchap van Vroenhoye, de ambachten van St. Servaas, en het Land van Overmaas, aandeel der Staten. Terwijl H. H. M. in het XV. eene vergoeding toezeggen van 9 Millioenen en ƒ 100,000 Gl. Hollandsch, en nog eens, naar het. XVI. Art. eene fom van ƒ500,000 ter vergoeding van Z.Ms. onderdanen, die door de overftroming geleden hebben. Daar dit yerdrag door de tusfchenkomst en bemiddeling van den Koning van Frankryk gefloten was, werd hij ook door de beide partijen verzocht de guarantie van hetzelve op zich te willen nemen. Bij dit Verdrag voegden de wederzijdfche Gemagtigden nog eene overeenkomst van eenige artikelen, allen van huishoudelijken aard, —§ Allen, Gg |  470 VERVOLG op WAGENAAR'S VI'AFD- die in deze onderhandelingen werkzaam ,-g- geweest waren , ontvingen luisterrijke gez 3* fchenken. Dus fchonk de Keizer aan ieder onzer Afgezandten een Gouden Snuifdoos, waarin een briefje ter waarde van ioooo Livres. De Graaf de mercy, Gezandt des Keizers , kreeg van onzen Staat een ring ter waarde van ƒ 10,000. Zijn Secretaris een Gouden Snuifdoos met ƒ 3000. De vergennes, als bemiddelaar, een ring van ƒ 16,000. De Franfche Gezandt bij dezen Staat, de veirac, een kostbare Doos ter waarde van ƒ 20000 en zijn Secretaris insgelijks een fraaije geëmailleerde Doos, waarin een Medaillon- met edel geiteenten omzet. Inwendi- Dit jaar, dat de Republiek met een buige toeltand tenlandfchen oorlog bedreigde, en niet eer desiaads. dan op deszelfs einde, de uitwendige rust verzekerdevwas! even rampfpoedig voorden inwendigen vréde. De binnenlandfche tweefpalt rees tot.zulk eene ontzettende hoogte, dat de gevolgen 'er van niet te overzien Waren. .De voorwerpen des gefchils werden Va-?, e.r"stifier 'gedaante. AJleïigkens Ontwikkelde zich meer en meer het ontwerp van1 de zijde des Volks en die zich tot deszelfs voorffanders verklaarden-, om, onder de benaming van eene grondwettige herftelling, niet flechts den Stadhouderlijken invloed hoe langs hoe meer te beperken, maar het Staatsbeftuur meer onder den invloed des Volks te brengen; van de zijde der Regering, om het aan dien invloed te onttrekken en het geen men den Stad-  V AD E.RL ANDSCHE BIST. VEU.K. 471 Stadhouder ontnomen,.had, voor zich zeive te behouden. Dit veroorzaakte de ge- I?g vaarlijkfte fcheuringen onder hen,, die als ' Pitriotten bekend jonden: terwijl de partij, des Stadhouders flechts op één punf werkte, het. herftel van Z. H. in alle zijne reeten en prerogativen; zonder m het geringste puntje iets;toetegeven. Deze drieërleije werking, ieder eyen zeer tegen den anderen gekant, dompelde het, Vadeiv land in een ftaat van verwarring en^miusten , die alle de genoegens , welken de uitwendige rust beloofde , verbitterden en vergiftigden. , v tt In den aanvang dezes jaars leverae Z. 11, ter Algemeene Vergadering een vertoog.*» behelzende eenige middelen tot verdediging des lands tegen den naderenaen vijand. Dit vertoog was vergezeld van eene verdeal- VerJedi* ging van zijn gehouden gedrag, reeds van de fchrift vat, eerfte daren van zijn bewind tot op den tegen- - n' woordigen tijd. Dit kon niet anders of moest gepaard gaan met bittere aanmerkingen, die, van de zijde der bondgenoten, bij wederwerking, aanmerkingen van denzeltden aart uitlokten., En ware het bij eene bloote penneftrijd tusfchen deze magten gebleven! maar helaas! . Gelijk de partij des Stadhouders door alle zodanige verdedigfehriften, de achting, liefde en vertrouwen zocht te winnen van zodamgen, als zich voor hem verklaarden en de haat en het misnoegen tegen haare tegenftanders, te wetten; even zoo ook poogden deze laat-: ften,door nietminder fcherpe aanmerkingen Gg 4 en  47* VERVOLG op WAGENAAR'S _^VI.afd. en grievende verwijten de algemeene onte178-?. vredenheid over het gevoerd beiïuur van Z. H. aantevuren. Dit werkte niets anders uit, dan dat het Volk tusfchen beide meer en meer partij koos, de haat en bitterheid tusfchen Burger en Burger meer en meer veld won, en reeds van verre alle de akeligheden van Burgerkrijg bedreigde. Tot nu toe waren Requesten en Adresfen ter onderfteuning of ter opwekking van poogingen tot beperking van het Stadhouderlijk gezag, oprichting van Wapengenootfchappen en van Burger bijeenkomsten; aanftelling van Burgergemagtigden ter waarneminge en voorftand der Volksbelangen, de wapenen, waar van de eene partij zich bediende ; terwijl de andere daar tegen overhelde, zoogenaamde Feestvrolijkheden , geroep van Oranje boven , en verfiering met die kleur of medailles, des Prinfen beeldtenis voerende, beginfelen van plundering , en perzoonlijke aanrandingen van anders denkenden; fchoon zij ook reeds in dit jaar zich van dezelfde wapenen, als haare tegenpartij bezigde, begonnen te bedienen. • Dezelfde ramfpoedige uitwerking en toeneming der verbittering, bragt een voorlid van Z. H. voort, weinige dagen na de Voordel ingeleverde verdediging , ter vergadering en inlevc van Holland gedaan. Een fluk hebbende ring door doen vervaardigen, in den form eener Afeene a7" kondiSing°m de waarachtige fentimenten zij-. JtondLing nes harten aan de natie bloot te leggen en tothi-rftd dezelve tot rust, eendragt en gehoorzaam-f d« rast. "'  F! VADERLANDSGHE HIST. VERK. 473 heid te vermanen , wilde hij hetzelve ter VI. afp._ publicatie en afficïie naar de fteden en het g platte land verzonden hebben % daar bij < ■ zijne verwachting te kennen gevende, dat H. E. Gr. M. door te ftrenge mefures te nemen omtrend daaden , die alleen door bijkomende omftandigheden misdadig worden, en een ongehinderden loop te laten aan zodanige haatverwekkende middelen, die uit haren eigen aard regelregt^ ftnjdig zijn tegen alle godlijke en menfchlijke wetten, het kwaad niet mogten verergeren. De af kondiging. was overeenkomstig de bedoelingen van Z. H. volkomen ingericht. Dit zelfde ftuk werd ook door hem, vergezeld van een dergelijk fchriftlijk voorftel, naar de overige Gewesten verzonden. Over het algemeen befchouwden de Bondgenoten dit ftuk als een indragt op hunne Gewestlijke oppermagt. Niemand buiten zich de magt toekennende tot het doen van afkondigingen, en oordelende of reeds genoeg gezorgd te hebben ter bewaring der rust, oi daartoe buiten zoodanig een ftuk genoegzame middelen te bezitten, werd het terzijde gelegd, en wrocht niets anders uit , dan nieuwe brandftof aan het fmeulend vuur van tweedragt te verfchaffen. — Echter verdubbelden de Staten van Holland de waakzaamheid tegen alle oproerige bewegingen door herhaalde ftrenge afkondigingen , die in de Hofplaats een ongunstig lot troffen , daar men de ftoutheid had dezelven aftefcheuxen of met vuiligheid te befmeeren . zonder dat men de daders hiervan kon opfporen, ! Gg 5 Diï  474 VERVOLGop WAGENAAR'S |VI'AFP'_, ' Dit vuur barstte iVzekere mate van heI7o- yigheid in dè Hofplaats zelve uit, den ttq Onlusten^", herfstmaand, en verdient deze bijzonin den derheid meer om' haare bedenklijke gc-vo^ Haag va. gen' dan weI innerlijk gewigt, de hoogontneming "e -opmerking. Dien dag ondergingen van het eenige leden van Exercitie GenootfcbapolTdtT Pen VM andere Plaatze"v in gezelfchap van zetting aan fenootfchaPsleden uit den Haag, waarvan Z. H. sommigen met de kennelijke tekenen hunner genootfchappen voorzien waren , den verregaandften moedwil van tenig gemeen, dat hen fchold en met fleenen wierp , en zelfs door het gezicht der Justitie niet weêrhouden werd, om met hunne beledigingen voord te gaan : al het welk de inroeping van de hulp der Krijgsbezetting noodzaaklijk maakte, en het geen zelfs die onrustige gevolgen hadt, dat;s nagts in drie huizen de glazen wierden ingeflagen. Deze openbare fchending van dërus't der vergaderplaats van 's lands Hoge magten had ten gevolge, dat de Staten van Holland aan Gecommitteerde Raden last gaven , om door de ftrengfte middelen' voor de bewaring der orde en rust te waken. Overeenkomllig dien last gaven dezen, met voorbijgang van Z. H. die als Capitein Generaal het commaWdb over den Haag oeffende , hunne bevelen aan den Capitein der Hoofdwagt , betreklijk het verdubbelen en uitzenden der Ronden. Naauwlijks kreeg Z. H. hiervan kennis, of hij beklaagde zich deswegen ten fterkften in eene bu'itengewoone Vergadering van H. E. Gr. Mog., bewerende , c ' ■ dat  VADERLANDSCHE IIIST. VERK. 475 dat-het hem als Capit. Generaal alleen toe- W.apd^ kwam aan de bezetting orders te geven, en " g dat dus .Gecommitteerde Raaden zich met bij een Capitein der Hoofdwagt, maar alleen tot hem moesten vervoegen. Deze klacht bleef zonder eenige uitwerking. De Staten keurden het gedrag van Gecommitteerde Raden volkomen goed, en de zorg voor de rust en veiligheid werd geheel aan dezelven overgelaten, terwijl dat gedeelte der krijgsmagt als daar toe gebezigd werd, alleen aan dezelven verandwoordlljk gefteld wierd. Reeds den i8ien dier zelfde maand ontvingen de Staten van Holland en H. H. JV1. afzonderlijk, dringende brieven van den Tusfchen. Koning van Pruisfen. Indien aan de laat f * ften verzocht hij dezelven bij de Staten aervan Yruii. Gewesten, en inzonderheid bij die van^Btenbe. Holland tusfchen beiden te treden, ter we-hoe,van derbezorging aan Z. H. van het ontnome- Z. H. ne. Tot dezelfde bedoelingen , herftel der verwijdering en van de verkorte regten van Z. H: waar onder bijzonder het commando over het Guarnifoen in den Haag gerekend werd, ftrekte de brief aan Holland, en hield tevens in eene * heufche aanbieding als bemiddelaar der ontltane gefchillen. Het andwoord van Holland, waar bij zij beweerde door haare verrichtingen aan de wezenlijke regten van Z. H. geene indragt toegebragt te hebben, - voldeed Z. M. zoo weinig, dat hij niet kon nalaten zijne gevoeligheid over het zelve te toonen. 8 & ■ De_  4?5 VERVOLG op WAGENAAR'S Deze memorie *an den Pruisfifchen GeJ7g zandt werd weldik gevolgd van een ver? C00S vai- Z- H. zélve, waar in hij de gronden waar op de'Staten van Holland gemeend hadden het gezag over de Haa*Jche bezetting uitfluitend te bezitten, poogt te wederleggen en beweerde, dat het commando over dezelve niemand dan hem toekwam, met verklaring tevens dat hij, bij de aanneming van het fijftema van H. E. Gr. M. zijn eer en waardigheid in de waagfchaal zou ftellen, met zijn verblijf beftendig in den Haag te houden. In weerwil van alle deze tegenkantingen bleven H. E. Gr. M. bij het genomen befluit om Ie? vlnegde5et commando aan zich zeiven te behouStaten van den » volharden, wordende het befluit echHollavdtotter Hechts met de meerderheid van één ljandha- ftem genomen, waarom Z. H. verklaarde Y>"g van het zelve te befchouwen als nooit genotet^ opper- men of ingetrokken, ' ?ezsg' Deze ftap werd van anderen gevolgd, die duidelijk de gezindheid der Staten toonden, om hun oppergezag in den volften nadruk te handhaven. De vaendels der bezetting, tot hier toe met de wapens van Z. H. befchilderd, werden met de wapens van Holland rerfierd. Een gelijk wapen moesten ook de ringkragen der Officieren voeren. Staande de Vergadering mogt aan niemand dan aan de leden krijgseer bewezen worden: de zogenaamde Stadhouderlijke poort, tot hier toe alleen voor den Stadhouder geopend, moest voor alle de genoemde leden geopend blijven. De ftedelijke J?ch,'  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 411 ten zouden voortaan niet meer des Prin- VI-AFfl> fen, maar der Staten vlag voeren. „g^ Weldra deed Z. H. geftand aan de bo- ' 3 vengemelde verklaring. Hij verliet den,a;t ,'sGrai Haag, deed een reisje naar Breda, ter venhage, bezigtiging der grenzen, vervolgens naar Friesland, waar zich zijn gezin reeds bevond, ter bijwoning van het Eeuwfeest der Franekerfche Hoogefchool, en vertrok eindelijk naar zijn lusthuis in Gelderland, het Loo, van waar hij in den Haag niet weder te rug keerde. In weerwil van de ftrenge afkondigingen, was echter in ieder Gewest of Stad, waar hij en zijn gezin doortrok, het Volk op de been, om door Oranje verfieringen en het geroep van Oranje boven hem bewijzen van hunne verkleefdheid te geven. Terwijl men dus in den Haag ijverde, Merkwaafora het Oppergezag der Staten tegen den ^se4Trirt invloed des Stadhouders te handhaven, van eeuige bleef het Volk niet onledig, om zich Leiffche van zijn invloed op zaken van beftuur Burgers te verzekeren. Drie honderd en elf*™ »• E" Burgers te Leiden ontwierpen een adresGr" ' aan H. E. Gr. M., met verzoek om fpoedige opening van den Staat der Generaliteits kas, van den Staat der uitwendige verdeedigings middelen, tot verandering in het collegie van den Raad van Staten, en tot verwijdering van den Hertog van Brunswijk van het grondgebied der Republiek, wiens zaak toen nog hangende was. Maar Algemeene nog duidelijker ontwikkelde zich dit ont- vergadewerp ter verzekering van de Volksinvloed, ring van afin een ftuk, vervaardigd in eene algemeene j^'jjj'^ Ver- "  4?8 VERVOLG op WAGENAAR'S VL AFD' Vergadering van afgevaardigden van gewa1785. P5nde Genootfchappen in Holland, in Holland- Wl.;nmaand^ te Leiden gehouden, waar in fchewa- onttCr anderen de volgende punten ter openge- verweging aan het algemeen worde: voornootfchaF-gedragen. om daar op in eene naasrvoit»e«. gende vergadering te befluiten. \. de Vrijheid is een onvervreemdbaar goed van alle Nederlandfche Burgers. II Zij beftaac in geregeerd te worden naar wetten, waar in zij zeiven of door hunne vertegenwoordigers geftemd hebben. III. Deze- vertegenwoordigers worden aangefteld door het Volk volgens een vast en geregeld plan. IV. Het Volk maakt de benoeming, waar uit de geheele raad de verkiezing doet, zo het al niet jaarlijks in de plaats der afgaande leden zelve kiest. V. Het regeringsbeftuur word onherroepelijk gelaten aan de onderfcheiden collegiën en departementen yan Staat. Niettemin behoud het Volk zijn invloed op zaken, van beftuur en blijft de vrijheid van fpreken, fchrijven en het inleveren van petitiën heilig. VI. Ter verzekering van de vrijheid der Burgerkrijgs • ' raden, worden de Officieren door de Schutters zeiven gekozen. VIL Niemand word tot eenigen post van beftuur verheven, die niet eenigen tijd aan de wapenoefening heeft deel genomen. VIII. Overal zullen Burgergeroagtigden aangefteld worden, ter handhaving van 's Volks regten, en om toe re zien op het beftuur der geldmiddelen. IX. Jaarlijks zal 'er rekening gedaan worden van iedere plaatslijke, gewestlijke en de Generaliteits kas, zoo echter,  VADER LAN DSC HE IIIST. VERK. 479 ter, dat hei publiek crediét daar door niet VI- a^lijde. X. De ftembevoegden moeten eene zekere gegoedheid hebben. Meerdere 2 vereischten worden gevorderd in hen, die als kiezers gemagtigd worden. XI. In alle kleene ampten zullen, de verdienften gelijkftaande, inboorlingen den vreemden worden voorgetrokken. 3 De invloed van deze gewapende Ge- Vergadenootfchappen werd des te ontfaglijker, daarr'ng te ?er zelfs algemeene vergaderingen werden gehouden. Dus zag men in Sprokkelmaand^.,andermaal binnen,t/m?cZtf,eene bijeenkomst den der van Afgevaardigden uit alle Wapen-Ge-, wapennootfchappen, der Républiek. In dezelve Genoot, werd een nationaal adres aan de Staten van Holland ontworpen en getekend , deze,lf- hcele Re. de punten behelzende, als dat van de Leid- rabiiek. fche Burgers. In eene derde nog talrijker, in Zomermaand terzelfder plaats gehouden, werd eene a&e van verbindtenis tot handhaving der Repubiikeinfche conltitutie getekend, waarbij deleden zich vereenigden, om het Volk, de Regenten en den Stadhouder, ieder bij zijne regten, overeenkomftig de oorfpronglijke conftitutie van ieder bijzonder Gewest, tot den laatften druppel bloeds te verdédigen, en elkander vrijwaarden voor alle de onaangename gevolgen hunner pogingen Dit ftuk, aldaar getekend, werd ook ter tekening in alle de Gewesten rondgezonden. Echter weerhield de bedenking, dat in her zelve een geregeld plan van verrichtingen en de aanwijzing van een ■hoofdof aanvoerer'ontbrak, veelen,om hun naam op het zelve te zetten. In  4«o VERVOLG op WAGENAAR'S VI. afd^ jn Gelderland drukte men het Ipoor vari I785. Holland, maar vond daar minder onderfteuH (t i "ing in de denkwVze van het Beftuur. Eenige liriSwerk verzoekrchriften ingeleverd wordende die de* in Gelder, zelfde punten, als die in Holland waren aangeiand. boden, behelsden, met uitzondering echter van één punt, 't welk alleen dat Gewest betrof, de herziening van het Kegerings reglement van 1750., — werden deze niet flegts gaaf van de hand gewezen, maar ook door den Hoofdofficier en Magiftraten in de Steden en ten Platten-lande nauwkeurig onderzoek gedaan naar de tekenaars en de redenen van hunne tekening; niemand echter van dezen hieldt zich fchuil: allen verklaarden uit eigen vrije overtuiging getekend te hebben. Niettemin vond het ftuk der herziening van het Regerings-reglement een fterken fteun in de Ridders van der capellen tot den marsch , nyvenheim en zuilen van nyveldt , welken op den Landdag dit ftuk in overweging wilden geven. Dan de Voorzitter weigerde het in omvrage te brengen, op grond, dat zodanig een voorflag tot niets minder ftrekte dan om den grond te leggen tot de omkering vaneen Reglement, door alle de leden der Ridderfchap bezworen. Geen gunstiger onthaal vond een voorftel van 'diezelfde Ridders, om, daar Z. H. zich thands op het Loo bevond, hem uittenodigen , om dezen Landdag bijtewoonen , en van zijne in den voorleden jaar bij misfive gedane aanbiedingen , van tot herftel der rust en van ingeflopen misbruiken te willen medewerken , gebruik te maken. In alle de drie  Vader lands c he hist. verk. 4st drie kwartieren, waar dit voorftel gedaan VI. afd. werd , werd het of verworpen of in advijs gehouden. Capellen tot de marsch l' ^ deedt eene fcherpe aantekening daar tegen. Voor het overige was ook dit Gewest vruchtbaar in gebeurtenisfen , van denzelfden aard, als welken het geheele land beroerden. Van den eenenkant, onrustige bewegingen tot verheffing van Oranje ; van den anderen, ijver tot den Wapenhandel, die hier begunstigd, elders weder* ftreefd werd. Daar weder pogingen, om invloed op.de keuze van Regenten te verkrijgen , die nu eens gelukten, dan weder door den hevigsten tegenftand verijdeld werden. Ook aldaar begon de leer doortedringen, dat de Oppermagt in den boezem des Volks huisvest en alle Regeringscollegien daarvan hare magt ontlenen, welke echter bij het beftuur befchouwd werd als de daarftelling van eene volftrekte Volksregering en de omkering der tegenwoordige conftitutie. De plegtige viering van het tweede Eeuw» Viering feest van Frieslands Hoogefchool te Fra-van het neker, op den q2fte11 van Herfstmaandï'*66;:6 c . Eeuwfeest- geelt ons eene aangename verpozing vanderHooge. de gebeurdtenisfen , die ons geene dan fchooi te fmartelijke gewaarwordingen verwekten. Franeker. Daar de dreigende Oorlog met den Keizer Z. H. elders riep, en dus belette dit Feest bij te wonen, waar toe hij anders als afftammeiingvan den grondvester derSchool, Graaf lodewyk van nassau, door de Friefche Staten was uitgenodigd, nam echter het Stadhouderlijk Gezin de reize derII. deel. Hh waards  4?s VERVOLG op WAGENAAR'S VI'ATD' waards aan. Ten beftemden dage, onder . g- hetlosbrandenvan het Gefchut en het luiden ' .•>' der klokken , te Franeker aangekomen , werd H. K. H. door de Curatoren, vergezeld van den Academifchen Raad, met de Fcdels in plegtgewaad en begeleid door het geheele ligchaam der Studenten, met ontbloot zijdgeweer en met verfchillend gekleurde cocardes , ter aanwijzing der Faculteiten, verfierd, ingehaald en benevens haare kinderen naar het Stadhuis gebragt, alwaar het hoge Gezelfchap door eenige vrouwen van aanzien ontvangen werd: terwijl de Schutterij en het Genootfchap van Wapenhandel, door Gedeputeerde Staten daartoe verzocht, in de wapenen gefchaard Honden. De Rector-Magnificus verwelkomde deze hooge Perfonaadjen, en reikte aan ieder van dezelven een Gouden Gedenkpenning, ter dezer gelegenheid toepasfehjk vervaardigd over, wordende aan ieder van het Hofgevolg een Zilveren van denzelfden ftempel gefchonken. Zodanige zilveren waren ook aan alle de Studenten uitgedeeld. Na gehoor gegeven te hebben aan de Magiftraat en Vroedfchap der Stad, en eene bezending uit de Studenten, begaf zich H.K, H. op het gegeven teken, benevens de Staats- en Stads-Regering, en allen tot de Hoge School behorende, naar de Groote Kerk, ter bijwoning van eene Gedachtenis Redevoering van den Hoogleeraar s. h. manger, afgewisfeld door de ftem eener beroemde Zangeres, door veelerlei fpeeltuig onderileund, en vervangen, door een Latijnsch Dichtfluk van den Hoogleeraar  VADERLANDSCHE H IST, VERK. 483 keraar t. van kooten. Na het eindigen V|-AFD' dezer plegtigheid werd door H. K. H. en g verdere perfoonen de Tempel van Minerva ' 5' bezigtigd, door de Studenten op de brede plaats opgericht, en met veel faiaaks gebouwd, welke des avonds verlicht werd. Den volgenden dag werden drie Studenten, met de gewone plechtigheden met de Kap gepromoveerd; waarbij de Schutterij en het Wapengenootfchap weder in de wapenen waren; wordende des avonds de Tempel andermaal verlicht. Wegens Overysfèl verdient hier alleen Herftelmelding, dat men daar niet minder ijver iing»werk betoonde tot herftel der Regering, vooral" Overysna de zegepraal der Steden over de Ridder-^' fchap in het ftuk der overftemming. De Ingezetenen van Kampen , Deventer en Zwof vervoegden zich met verzoekfchrif- " ten, waar het hoorde, om de affchaffing te verkrijgen van hetRegerings-Reglementvan 1675, — de herftelling der oude regten en privilegiën, — de oproeping der burgerijen tot inlevering van bezwaren, — de vrije keur van Schepenen en Pvaad door deMeentens — de aanftelling der Gemeentsliedcn door kiezers uit de Burgerij , — de magt om onwaardige vertegenwoordigers uit het ligchaam der Meentens te verwijderen. Ook de kleine Steden wenschten verbetering van het Regerings-Reglement en van den lastbrief waarop de Stadhouder was aangefteld. Gunftig was de uitilag dezer pogingen. Zij deedeninde drie Steden eene commisfie geboren worden , om met Gemagtigden uit de Burgerij een plan tot een Hh 2 ver-  484 VERVOLG op WAGENAARS VI. afd. verbeterd Regerings- Reglement te beraT o- " men : e" veroorzaakten eene bijeenkomst < 5' van Afgevaardigden dér kleine Steden te Ommen, ter beraadflaging vandegefchiktfte middelen tot het erlangen van een volkomen herftel in alle regten en vrijheden haar toekomende. Onlusten Het Gewest, _ en de Stad Utrecht , leteUtrecbi verden nog dit jaar zodanige bijzonderheover de den op , die van den eenen kant het verv£rk^2e7ninsS moeden dceden geboren worden , dat de ïléer sicH' P°Sin^en der ij veraars tot de beperking t£rjian. van den Stadhouderlijken invloed meer de vestiging van hun eigen gezag, dan het herftel van volksregten beoogden , en van den anderen kant voedfel gaven aan de vrees dat de bedoelingen van de voorftanders van 's Volks vrijheid en invloed alleen op volftrekte volksregering of wel regeringloosheid uitliepen. Hangende nog de raadplegingen over een verbeterd Regerings - Reglement, leverden de 24 Gemagtigden uit naam van 1215 Burgeren, in Sprokkelmaand, een verzoekfchrift in bij Burgemeesteren en Vroedfchap, in welke laatfte eene plaats was opengevallen , om bij de vervulling van dezelve het daar heenen te wenden, dat daartoe niet verkozen werden zodanigen , welken zich geheel en al niet gemoeid hadden met der Burgeren bezwaaren of zich aangekant hadden tegen de punten tot herftel. De Regering , dit verzoek van de hand wijzende en de vrijheid haarer keuze aan zich houdende, werd bij meerderheid de Heer sichterman benoemd , die juist de perfoon was,  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 485 was, in het verzoekfchrifc bedoeld. Dit VI.afd. veroorzaakte een hevig misnoegen en deed " een ander voorltel geboren worden , om / 5* bij monde in de Vroedfchap zelve de bezwaren tegen den Heer sichterman intebrengen. Met veel moeite gehoor verkregen hebbende , daar eene perfoonlijke verfcbijning in de Vroedfchap iets^ geheel ongewoon was, ontwikkelde p. p. j. ondaatje, uit aller naam, in eene breedvoerige aanfpraak de bezwaren der Burgerij tegen deze benoeming. De Vroedfchap , menende in deze bezwaren geen genoegzamen grond te vinden , om haare keuze te vernietigen, volhardde in dezelve bij een befluit den tiden van Lentemaand genomen. Dit befluit het ongenoegen vergrotende , verzocht ondaatje 's avonds ten 7 uuren van denzelfden dag gehoor, terwijl eene ontelbare menigte het Raadhuis omringde. Hier leverde hij in een allerfterkst protest tegen deze volharding, met den ernfligllcn aandrang, om nog zittens vergadering, het befluit weder in ' te trekken , kunnende anders voor de gevolgen niet inftaan. De Vroedfchap bevreesd geworden door deze verklaring als ook door de ftelligtle verzekeringen , dat de vergaderde menigte niet zou gedogen , dat iemand der leden het Raadhuis verliet, voor dat aan het verzoek voldaan was, gaf eindelijk toe en zag van de benoeming af. Zestien leden deeden aantekening, verklarende tot dit befluit niet vrijwillig maar, door overmagt des Volks, gedwongen gekomen te zijn. De menigte, van het befluit Hh 3 be-  486 VERVOLG op WAGENAAR'S ■ VLafpV 5eric,ht Sekregen hebbende, fcheidde be1785. JaardJ UIt een- Weinige dagen na dit gebeurde zag men niet minder dan 19 Leden als twee Burgemeesteren, en de overigen Raden, hunne ampten nederleggen, waarbij zich 15 Burger Officieren voegden. Geen aandrang werd gefpaard, zoo wel van de zijde der Gemagtigden uit de Burgerij en Schutterijs als van den kant der Vroedfchap om hen tot een ander befluit te brengen, die dan ook van dit gunftig gevolg was dat zij den 29^1 van Lentemaand hunne verlaten posten weder opvatteden. Intusicben was de eerfle daad dezer weder vo talhg geworden Vroedfchap , om haar gekrenkt gezag te herflellen, door het be11 uit van den avond van den iidcn als door dwang afgeperst en als niet genomen aan te merken. De Heer sichterman van zijne vernieuwde aanftelling kennis gekregen hebbende, deed toen vrijwillig afftand. Dit werd gevolgd van een fcherpe afkondiging tegen oproerige zamenkomflen, in welk licht ook de vergadering van den irdeB werd voorgefteld. Zelfs werd ondaatje door 1 "r 1°?? 0fficier in Perfoon gedagvaard , ais lchuldig aan openbaar geweld tegen de Magiflraat, een misdaad, die anderen ten voorbeeld aan den lijve behoorde geflraft te worden. Deze flappen deeden de bitterheid niet weinig toenemen. Een aantal van ruim 3300 Burgers en Ingezetenen leverden eene verklaring in, dat zij, het geItelde in de afkondiging ook op zich zeiven toepasfende, aandrongen om vrij verklaard te worden van oproerige en muitzucht  VADERLANDSCHK HIST. VERK. 4*7 zuchtige bewegingen. Inzonderheid toon VI-AFP^ den zij hun misnoegen tegen den Raad "™ yvoy, wien zij , als een verrader en val- ' fchen befchuldiger;, verklaarden niet langer als Raad te erkennen, maar zijn plaats als vacant te befchouwen. Ten zelfden tijde de algemeene vergadering der VVapengenootfchappen te Utrecht gehouden wordende, merkten dezen het gebeurde aan als eene openlijke verkrachting der volksftem, en verklaarden zij den eisch tegen ondaatje, als de zaak van het gantfche Volk van Nederland te befchouwen. Echter bleef die geregtlijke vervolging voor eenigen tijd opgefchort , hoe zeer ook de Burgergemagtigden, die met hem eene gemeene zaak maakten, op onverwijlde afdoening aandrongen. , , Eenue ongeregeldheden bil deonderteke- Afkonning van verzoekfehriften mMontfoort en het ^g™0 Nederkwartier voorgevallen zijnde, namen ^ ^ de Staten 'sLands van Utrecht daar uit ge- Utrecht, legenheid, om het aanbieden ter tekening entegen hec het tekenen zelve van verzoekfehriften ,tekenen het ftaatsbeftuur betreffende, ten ^herp-.»JP°^ ften te verbieden; wordende de overtreders " 'ten> als verftoorders der rust, bevorderaars van tweedragt, en verbreking van het vertrouwen en den eerbied, aan de wettige Overheid vcrfchuldigd, aangemerkt, en als zodanig met ftrenge ftraffen bedreigd. Zonder tegenftand werd deze afkondiging overal gedaan. . , Onder zodanige onlusten was eindelijk Het conhet ontwerp van een verbeterd Regerings-c^t-Rereglement voor de Stad Utrecht in gereed-S«ri»ës to Hh a heid  438 VERVOLG op WAGENAAR'S ■ Vl AFP- heid. gebragt. Het Reglement voor het Ge1785- ■WeSt' Sefchikt om dat van 1674 te vervanglemenc ' n°S ondf handen; dan werd het voor da eerLste blJ voorraad ter kennis des Volks Stad £/. gebragt, om, na de bedenkingen op hettrecht in zelve vereffend te hebben , beiden beflisf-resri- fchend vastteftellen. Den agfte» Van 7c\ *WfM»d verfcheen het in 't licht ver, de r-,,,,.tf 7ucld van eene Afkondiging, waar bij altozelve. ^ bevoegde Burgers en Ingezetenen uitgenodigd werden , om binnen den tijd van 14 dagen .hunne bedenkingen op hetzelve lchnftelijk, getekend en verzegeld ter Sccretarij over te brengen , zullende hierin geene qualificatie erkend, en zij, die geene bezwaren hadaen ingeleverd, gerekend worden, als in het zelve geftemd te hebben. Daadlijk waren de Gemagtigden van de Burgerij en Schutterij in de weer, om tegen deze Afkondiging eene tegenverklaring te geven, hun regt bewerende, om in dezen, in naam hunner volmagtigers te handelen. Veel zwarigheid vond de tegenverklaring der zestien Gemagtigden uit de Schutterij, om haare wettigheid door de Vroedfchap te doen erkennen. Niet dm na eene oproeping der geheele Schutterij, die hoofdlijk de gegevene volmagt met ia bevestigde, werden zij in hunne hoedanigheid^ aangenomen. In het midden van Henstmaand werd de Burgerij andermaal opgeroepen, om binnen 14 dagen 't zif hunne aanmerkingen op het Ontwerp in te leveren. Dezen ingekomen en aan de Jo gelastigden tot onderzoek terhand gefteld zijn-  VADERLANDSCHE IIIST. VERK. 489 zijnde, verzochten de Burgergemagtigden VI-A*°eene bijcenroeping van de Staten van het g« Gewest, ten einde door dezelven de Stads- ' regering tc Ontflaan van den eed op het Reglement van 1674, met betrekking tot de punten , die het huishoudlijke der Stad raakten en inmiddels opfchorting der gewone Regeringsbedelling. De Staten vergaderd zijnde wezen dit verzqek van de hand, en werden op den gewonen dag der regeringsverandering de nieuw aangekomen leden op den ouden eed aangefteld , welke ook gedaan werd, door zommigen van hen, die gecontinueerd waren. De Burgergemagtigden, vernemende, dat zelfs een aantal van ra leden den eed op het gehaate Reglement, en wel zonder uitzondering gedaan hadden, leverden deswegens een fterk vertoog in , waarbij zij verklaarden alle de zodanige voor hunne wettige Regenten niet te erkennen. Een tusfehenko- < , mend voorftel van Z. H. aan de Staten, om in 's Gravenhage eene bijeenkomst van onderbandelaars te belegden cn onder zijne bemiddeling de gefchillen,, te vereffenen , hield de zaak flepende tot in Wintermaand. De Burgerij des marrCns moede, wenschte eindelijk afdoening. Den f£Sen gefchiedde eene oproèping van Burgers op de bepaalde loopplaatzen. Ten getale van omtrent 5000 bijeengekomen zijnde, werd het volgende verzoek aan de Vroedfchap te doen, algemeen toegeftemd , om, naamlijk, het tusfchen den Raad en Burgerij reeds vereffend Reglement, wegens de bijzondere regeringsbeltelling der Stad, op heden vast te Hellen, aftekondigen en binnen den tijd Hh 5 van  49=> VERVOLG op WAGENAAR'S VÏ AFD- V£m drie maanden in te voeren. Geheel afï7g_ wijzend was het andwoord der Vroedfchap, zich bezwaard vindende in het verzoek te treden, uit hoofde van haar eed op het Reglement van 1674. Dit befluit wekte het misnoegen der vergaderde menigte, die verklaarde niet te zullen uit een gaan, voor en aleer aan haaren wensch voldaan was De Vroedfchap op nieuw vergaderd, maar toen op verre na niet voltallig zijnde, oordeelde zich uit dien hoofde niet bevoegd, om in het genomen befluit verandering te maken, maar gaf tevens plegtige verzekering van de fpoedigfte afdoening. Een tijd van twaalf uuren was 'er met alle deze bemoeijingen verlopen, gedurende welken de vergaderde menigte, in het ongunstigst weder, in de open lucht had doorgebragt. Hoe zeer ook misnoegd , fcheidde zij dien avond vreedzaam, 's Anderen daags vergaderde zoo wel de Burgerij als de Vroedfchap weder. Het befluit der laatfle , fchoon eenigzins veranderd en meer fchijnbare hoop gevende, was nogthands ver, van aan de verlangens der menigte te voldoen. Dit had ook ten gevolge, dat de vergaderde Burgerij verklaarde, niet uit elkander te zullen gaan, of tegedoogen,dateen lid der Vroedfchap, het Raadhuis verliet, zoo lang haar verzoek niet was ingewilligd. De Vroedfchap, voor erger gevolgen beducht, flemde eindelijk in den wensch der menigte, fchoon het befluit blijken droeg van eene vrucht van dwang te wezen. Daadlijk daarop volgde het voorftel, het welk mede werd ingewilligd, om de ftedelijke Afgevaardigden ter Staatsvergadering, die  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 491 die den volgenden dag ftond gehouden te VI. afd. worden, een bepaalden last, overeenkomftig j-g het genomen befluit, medetegevcn. Op dc?e Vergadering werd het voorftel der Afgevaardigden, om ontflag van den eed op het Reglement van 1674 voor zoo ver het de Stad betrof, geheellijk afgewezen; en het gebeurde volkomen als eene daad van geweld befchouwd. Eerlang bleek ook de Vroedfchap in het zelfde gevoelen te ftaan, daar zij het gevallen befluit op den 20ften van Wintermaand als onwettig en van onwaarde verklaarde, en zich onbevoegd oordeelde, om, zonder toetreding der Staten, zich te ontflaan uit den eed op het oude Reglement, en dus de opgevatte hoop der Burgerij op de invoering van het nieuwe , in een flag , verijdelde. Geheel andere tooneelen , dan tot hier In Amerstoe te Utrecht aanfehouwd waren, leverde/^'* wordt Amersfoort op. Welke pogingen de Bur-dR^.eng gerij en Schutterij ook aanwendde, om dedehu;ptan aanftelling haarer Gemagtigden door de Re-krijgsvolk gering bekrachtigd te zien, om door dezenugeroehaarc bezwaren over het concept-reglement pen. te vereffenen, zij waren vruchteloos. Eindelijk zegepraalde zij. In eene buitengewoone Vroedfchapsvergadering werden de Gemagtigden in hunne hoedanigheid er« kend. Doch in deze Vergadering flechts de minderheid verfchenen en dezelve niet door Burgemeesteren belegd zijnde , verklaarde de meerderheid, na vijf'dagen, het befluit onwettig, en fchreveri aan Gedeputeerde Staten, verzoekende zodanig een befluit te ne-  492 VERVOLG op WAGENAAR'S ,VL*FD' nemen, als zij her meest gefchikt oordeel17**. u' °m de Regering hij haar wettig gezag < 3 te handhaven. Dezen vaardigden in aller ijl een boode naar Z. H. af, met verzoek om door krijgsvolk de Regering dier Stad te ruggefteunen. Reeds den volgenden dag, kregen 8o man Ruiters en 320 voetknechten last om in Amersfoort te rukken. Den i7den van Oogstmaand vertoonde zich de Generaal van der hoop aan 't hoofd dezer krijgsmagt voor de poort van Amersfoort en werd onverhinderd binnengelaten. Algemee- Deze ftap verwekte in Utrecht de hoo"-ZTovel' omuZQtünZ en vrees voor hetzelfde lot, dcfen Sp ,egCH heJwelk men door gepaste maatrege*m machte te voorzien , daar toe ook de hulp van alle Patriotten inroepende. Vruchteloos waren de pogingen van de Afgevaardigden der Stad, om het krijgsvolk weder uit Amersfoort te doen uittrekken. — Intusfchen werd deze daad zeer verfchillendbefchouwd. De Staten van -Friesland keurden dien ftap volkomen goed : Holland bood haare bemiddeling in de gefchillen aan. Dan het • was inzonderheid bij de Burgerijen , bij welken deze ftap de hevigfte gevoelens' van verbazing en verontwaardiging voortbragt, en vooral in de Geweste^Holland en Overysfèl. In de meeste fteden dier Gewesten werden verzoekfehriften getekend aan den ftedelijken Raad , ten einde deszelfs afgevaardigden ter Staatsvergadering m last te geven , om de terugroeping der troepen, uit Amersfoort, voorzoo ver zij op de repartitie dier Gewesten ftonden, te bewerken, en verder te beletten dat geene  Het inrukken dei- Militairen in Amersfoort.   VADERLANDSCHE HIST. VERK. 493 Militaire magt gebruikt werde tegen eeni- VLafdgeBurgerijen, ten dien einde de nodige be- 17$~t palingen Hellende aan de magt om paten- . ten te verkenen. Dan, welke befluiten ook hier uit geboren werden , de krijgsbezetting bleef in Amersfoort, en het bleek, hoe weinig zij gefchikt was om het eigenlijk doel haarer inroeping de bewaring der orde en rost, te vervullen. Het .leed niet lang, of er ontllonden gefchillen tusfchen Burgers en Soldaten, die, vooral ter gelegenheid van het afvuren der fchutterij allerhevigst waren: van woorden kwam het tot daaden, die den woesten krijgsknecht tot het plegen van veelerleie baldadigheden, perzoonlijke beledigingen en ilraatfchenderijen aanporden. Te Wijk bij Buurflede zegepraalden de Het voorftanders van het Staatsherllel volkomen. NieuwDe Regering werd aldaar van den eed op R-egericgsi het oude Stads reglement ontflagen en het^j^JJ1 nieuw ingevoerde, bekrachtigd, en door de DtlttrjMe, Gemagtigden in naam des Volks onderte- ingevoerd, kend. Dan de Gewestlijke Staten weigerden den Afgevaardigden dier Stad te erkennen, en toonden zich gereed om eene commisfie derwaards te zenden , ten einde in onderhandeling te treden hoe het verrichte weder te vernietigen. Het andwoord der Regering vervatte eene verdediging van het gehouden gedrag, en haare moedige volharding bij het beflotene , nogmaals aandringende op de erkenning haares Afgevaardigden. Welhaast het gerucht zich verfpreidende van aanrukkend krijgsvolk, werden  +54 VERVOLG gp WAGENAAR'S yi. Mv. den de poorten gefloten en reeds de proef I7o- van eene kunstoverftroming genomen. ' 3' Thands, ingevolge het ingevoerde Reglement de Regeringsbeflelling verrichtende, ontving Z. H. de naamlijsten van Burge» mccfteren en Schepenen, om daar uit te" kiezen: de keuze van Raaden was hem volgens het zelve ontnomen. Z. H. deze nominatien als geheel informeel befchouwende, wilde hij de Regering genoodzaakt hebben , om hem eene andere te zenden. Dan zij bleef het ingevoerde Reglement handhaven. Even weinig wrocht een befluit der Staten uit, met aanmaning, om binnen agt dagen eene andere lijst, als ook eene nominatie van Raaden aan Z. H., ingevolge het Reglement van 1674., te zenden — eene aanmaning, die van de fcherpfte bedreiging vergezeld ging. Voorzigtigheid met kloekmoedigheid vereenigende, weigerde zij den doortocht over haar grondgebied aan zes honderd man krijgsvolk, om naar Arnhem te trekken. IN iet zonder grond vermoedende, uit hoofde van de onbepaaldheid van het patent, welke de bedekte beftemming dezer magt was, wees zij dezelve een veel korter weg naar Arnhem, en verklaarde, hangende de gefchillen, geen krijgsvolk op het grondgebied, veel min in de Stad te zullen gedogen. 1786. Had ons Vaderland de zegeningen van eendragt, rust en orde mogen fmaken, dit jaar, 't welk wij thands voor ons hebben, zou genoegzaam niets opmerklijks voor  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 49$ voor den Gefchiedboeker opgeleverd heb- VI. am>. ben, behalven eenige niec algemeen be- gó langrijke befchikkingen en gefchillen, uit < de bewerkftelliging van zommige Artikelen van het gefloten Vredes Tractaat met den Keizer voortvloeiende. Dan de verftoring dier rust, door woelingen van yerfchillenden aard. maakte juist dit jaar hoogst merkwaardig. Ook in de zogenaamde Generaliteits-Lan- 'sHtrtt. den ontwaakte de zucht tot herftel. DeStad^«»ea 'j Hertogenbosch vorderde overeenkomftigja!) de aloude privilegiën, de aanftelling van ge ren rj,a. boren Brabanders 'm den Raad van Juftitie.banders ia De aanzienlijke post van Advocaat Fiscaal Jen raa had en uit Regenten Hollan(l en uit Overysfèl veele Gewapende uu Devert' Burger Corpfen ter hulp doen aanfnellen, ter, Kam- Onder dezen zag men manfchappen uit Amfen^Zwolfteldam, s'Hage, Delft, Leiden, Dordrecht, M*ari5.H. en vooral uit Zwol en het Dorp Wijhe, Deventer en Campen , zelfs ook uit Harderwijk. Een Overvloed van krijgsbehoeften werd derwaards gezonden. In' het vooruitzicht van alle de jammerlijke gevolgen van,  Conferentie van Gecommitteerden der drie Hoofdftcrlen van üVEBYSSïX,Lij zijn 1100GHF.ro op hel Loo, den 4 Sept.r/Sö.   r VADERLANDSCHE HIST. VERK. 5°3 van dezen dreigenden binnenlandfchen krijg, VUpoogden de Steden Deventer, Kampen en g^ Zwol het nakend onweder nog te keeren. Niet alleen fchreven zij deswegens aan de Staten van Gelderland, maar vaardigden eene bezending van negen Heeren af naar het Loo, om Z. H. te bewegen ter bewerkftellMn"- van alle mogelnke middelen, om op eene zachter wijze de gerezene gefchillen te vereffenen. Dan, welk een aandrang zij ook bezigden, om hem zijne verpligting als Stadhouder voorteftellen , die hem riep tot tusfchenkomst en ter bemiddeling van zodanige gefchillen, en tevens de gezindheid van Hattem vertonende, om tot vergelijk te komen, zij hadden de fmart, van hunne welmeenende pogingen te zien mislukken. Z. H. beriep zich op zijne verplichting als Capitein Generaal, om de orders der Staten ftiptlijk te volvoeren, en verklaarde hier in niets te kunnen doen. Alles kondigde dan de volvoering der Hattem geweldigfte maatregelen aan, terwijl de be-brfcho£ dreigde Steden zich tot gedachten weer-« ftand bereidden. De Major spengler tot Bevelhebber der afgevaardigde Krijgsmagt aangefteld, had onder zich een detachement Ruiters van 50. man \ de Regimenten voetvolk van Sommerlatte en van Plettenberg en een Detachement Artilleristen. Den 4tol van Herfstmaand verfcheen deze magt voor Hattem, en vaardigde de Bevelhebber een Battaillon van Plettenberg af, om in die Stad bezetting te houden , met bedreiging, om in geval van weigering dezelve in brand te zullen fchieten. Het andwoord der Stad li 4 was  , 50+ VERVOLG op WAGENAAR'S ,VIÏ>AFD- waf geheel afwijzend. Het Krijgsvolk nu 17&6 er aanrukkende , werd met Grof gef ' fchut begroet, het geen door een hevig kanonvuur en het werpen van Bomben, Houwitfers en Granaten in de Stad, beandwoord werd. Niettemin, welziende hoe weinig dit Steedje gefchikt was , om een aanval te verduren, befloten de verdedigers hetzelve te verlaten , en op het grondgebied van Overysfèl de wijk te nemen. ■ En nu trok het krijgsvolk onverhinderd in de Stad en koelde zijne woede ? le Plunde"ng van de verlaten huizen der Patriotten. Elburg Het voorbeeld van Hattem drong die van lelT' fhurg ' ™ den ftorm «iet ^wachten, krijgsbe- , ° r3SC e a%ez°nden benden nader zetting in. kwan,en' verheten allen, die meenden iets te vrezen te hebben de Stad, en trokken naar hec naburig Kampen. Zonder wederftand trok de bezetting binnen , en bleef deze Stad bevrijd van die wanorders, welke Hattem beproefd had. De ge- De gevluchte Regeringsleden van HatSel'vanf^r breven een aandoenlijken ZZolh--e[ aa" de Statcn van Holland, waarin &6urgver.Zï^,hun deermswaardigen toeftand openlegzoeken. degende, allerdringendst fmeekten in hunne befcher-- befcherming genomen te worden. Deze ping van werd echter niet daadlijk verleend. H **«!■ E. G. M. verzonden dit ftuk zelve aan de Staten van Gelderland, met verzoek om nadere opheldering wegens de gebeurdtenisfen daarin vermeld , verklarende echter dat, zo onverhoopt het vermelde waar bevonden werd ; zij gezind waren die onge, luk.7  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 505 lukkigen hoede en fchut te verlenen. Het VII. afp. andwoord van de Gelderfche Staten hierop was in een zeer hogen toon geftemd, doch weinig afdoenend. Dezelfde Regenten den aden van Slacht- De gemaand hun verzoek herhalende, om zoda-"l"chce nige krachtdadige middelen daarteftellen, ™^'en als meest gefchikt zouden bevonden wor- pjbwgers den, om de hun daadlijk toegezegde pro- in Holland teclie en het effect, der Unie werklijk te liefderijk doen genieten, en dit door verfcheiden verzorgd, verzoekfehriften' van de aanzienlijkfte en mindere Steden aangedrongen wordende, vierden Haarlem en Alkmaar dezen omzwervenden tot wijkplaatzen aangeboden : terwijl de Nederlandfche milddadigheid door rijklijk ingezamelde liefdegiften in hunne dringende behoeften voorzag. — Op alle deze tooneelen volgde eene algemeene Amnestie, van de Staten van Gelderland waar van echter een groot aantal, en onder dezen, de beide Elburgfche Predikanten, en een Bakker, als ook de Advocaat daendels, uitgefloten waren. Schoon onder die uitfluiting ook de uitgewekenen en binnen zes weken niet teruggekeerden begrepen waren, was het getal der teruggekomenen niet noemenswaardig; terwijl dat der uitgewekenen uit beide Steden omtrent 500 bedroeg. Na de bezetting der beide Steden volgde daadlijk, x.c Elburg, de afkondiging der gehate Publicatie en te Hattem, de beëdiging van den gewezen, Guarde du Corps dinckgreve. Hoe merkwaardig ook de overige gebeurdtenisfen dezes jaars in dit Gewest mogen geweest zijn , noodzaakt ons de li 5 rijk-  SoS VERVOLG op WAGENAAR'S .VUafp. rijkheid der ftof, dezelve, als van minder 17%6 uitSeftrekte gevolgen , of minder aangelegenheid, voorbijtegaan, om ons toe het Sticht te bepalen , dat ons weder een geruimen tijd zal bezig houden, als zulke voorvallen aanbiedende, die de wijdstftrekkende uitwerkzelen voortbragten. Het Nieuw De aofte van Lentemaand moest, volRegerings gens den eisch der Burgerij, in het laatst «ec^™Xdes voorleden Jaars gedaan, de dag der beëdigdtn «voering van het Nieuw Regerings-Reingevoerd, glement zijn. Na de vernietiging van het toeftemmend befluit der Vroedfchap, zag ieder dien dag met huivering te gemoet. . Hij verfcheen; 's morgens ten 9 uuren kwam reeds de Schutterij in de Wapenen, waar bij zich ook de wachtvrijen voegden, en vaardigde uit iedere compagnie eene commisfie af, om aan den Raad de invoering van het Reglement voor te ftellen, en wederzijds door Raad en Volk te beëdigen. Ten twee uuren keerde deze commisfie te rug met de afzonderlijke fchriftlijke verklaringen van negen en twintig raadsleden, van welken twaalf door de Burgerij goedgekeurd werden. Hier van aan den Raad bericht gegeven hebbende, kreeg men ten 6 uuren het andwoord, dat alle de leden bij hunne gegeven verklaring bleven volharden. Eindelijk drong de Burgerij, des wachtens moede, dat dan de elf leden hunne gedaane verklaringen met eede zouden bevestigen, en dat • nog dien zelfden avond de geheele ver- gaderde Burgerij op 't Reglement in den eed zou genomen worden; gelijk dan ook nog dien zelfden avond ten 10 uuren ge- fchied-  VAD ER LAN DSC HE HIST. VERK 507 fchiedde. Voor elf uuren fmaakte Utrecht VII. afd. het genoegen van het nieuw Reglement' j-g^' wederzijdsch door twaalf leden uit den ' Raad en de Burgerij beëdigd en dus ingevoerd te zien. Gedenkpenningen werden geflagen om deze heuglijke gebeurdtenis te vereeuwigen. Dan niet lang duurde deze heldere zon- De Vroednefchijn van eendracht. De Burgerij, in-a-hap weigevolge het nu beëdigde Reglement, 16. Ge - |ert ^ committeerden verkozen hebbende, onder- cou^n[t_ e" vond een even onverwachten als hardnek-teerdetJ -m kigen tegenftand bij de Vroedfchap, ter den eed te beëdiging van dezelven. Gedurig werd de - nemen, zelve uitgefteld. Dit bragt eene verklaring voort van de Burgerij, waar bij zij begeerde dat die beëdiging binnen 4 weken zougefchieden, zullende anders na dien tijd zoodanige Regenten, die dan nog mogten tegenwerken, daadlijk worden ontzet en anderen in hunne plaatzen gefteld. Onmiddellijk na deze verklaring, fchreef zij aan de Bondgenoten en alle gewapende Genootfchappen, tot rechtvaardiging van dit haar befluit en uitnodiging tot hulp-, betoon, de nood zulks vorderende. Wat meer is, zij vaardigde eenigen af naar den Franfchen Gezant, om hem van deze gedane verklaring kennis te geven, ten einde alle ongunftige vooroordeelen wegens den te doenen ftap voor te komen. Dus De Burgeliep het aan tot den ilte'1 van Oogstmaand, rij neemt wanneer de Burgerij kennis kreeg, dat deze^ds Vroedfchap zwarigheid maakte, de 16 Ge-1^™™" magtigden te beëdigen. Dit had dezen ftou- in den eed. ten ftap ten gevolge, dat de B urgerij den volgen-  So« VERVOLG op WAGENAAR'S VII. afd. genden dag op de Neuda vergaderde en, j_§(5> na troiumelflag uit naam van 't geheele ligchaam der Utrcchtfche Burgerij, de Regering opriep, om in den geflagen kring te verfehijnen, en aldaar de Gemagtigden in den eed te nemen. DjMveige- 0p deze 0proeping verfchenen flechts Vroed- viïf Vroedfchaps Leden, die nu zwarigfchapsle- heid maakten, om dien eed af te nemen, den afge- in naam des Raads, uit hoofde van hun fteld. ■ kleen getal, zonder echter het regt der Burgerij daar toe te willen tegenfpreken. En nu ging men dan over tot de beëdiging der Gemagtigden, onder de plegtigfte betuiging, van geen anderen weg opengelaten te zien;' leggende zij den eed afin handen van de oudfte en jongfte Capiteins en Luitenants, onder het geprefenteerd geweer der dienstdoende Schutters, terwijl de wachtvrijen met ongedektcn hoofde ftonden. Na dit bedrijf lazen de Offi eieren, ieder voor hunne compagnien, eene infinuatie voor, waar bij de weigerachtig gebleven Vroedfchaps leden van hunne posten vervallen verklaard werden, welken hun nog denzelfden dag werden toegezonden. Op de veiligheid der Stad bedacht, ftelde men den Heer eyck tot Gouverneur der Stad aan, en werd de bezorging van alles wat de verdediging betrof aan de Heeren gordon, keer en d'averhoXjlt opgedragen. Drie dagen na dit gebeurde fchreven de Staten van dit Gewest een brief vol beklag aan de Algemeene Staten; gelijk ook de 2.7 afgezette Raadsleden aan de Staten van Utrecht  VADERLANDSCHE IIIST. VER K. 509 Utrecht en Z. H. fchreven; al het gebeurde VII. afd. voor nietig verklaarende, en toezeggende, ~öV" in hunne commisfien te zullen blijven vol- l' ' harden, en zich alleen van de Vroedfchaps vergaderingen voor eenigen tijd te zullen onthouden. Doch dit ontwerp werd ook geheel verijdeld, daar zij den 8'tal dier maand aanzegging kregen, om zich van alle daaden van Regering te onthouden, en de 2.Sabcpaald werd, om hunne open gevallen plaatzen door anderen te doen vervullen. Vijftien Leden waren "er reeds verkoren, Ds Bnrge. om dezen te vervangen. De plegtigheid ^ ft^t|n hunner beëdiging en huldiging was zeer fe{ papge. ongemeen, en met moeite weerhouden wij zette ons, om niets meer van dezelve te melden, Vroeddan dat zij in de handen van de twee oudfte fchapsleCapiteins en Luitenants. en twee oudfte jg"^6" Gecommitteerden den eed aflegden; waar na zij ook in handen van den nog aanblijvenden Raad den eed deden tegen de corrupteele. Dit alles gefchiedde onder het losfen van het gefchut, bij iedere verrichting; gedurende de plegtigheid, waren alle gepaste voorzieningenter bewaring van de rust en orde genomen, en alles liep dien dag zeer geregeld af. Dannuookwasdefcheuringonherftelbaar. De State» DeStaron van het Gewest zich niet langer te*a°i Utrecht veilig, of althands die plaats voor [éggen Vde zich niet meer gefchikt oordeelende, ver- v<*gadelegden hunne Vergadering te Amersfoort, ring te Am na alvorens voor de verfterking van de be- menfyort, zetting aldaar gezorgd te hebben. Op de eerfte Vergadering was van de Steden Utrecht, tVyk en Montfoort niemand tegen- woor-  $:6 VERVOLG op WAGENAAR'S "Viï- flFD- woordig. Zij wilden ook geene als wettf—1786 ge afgevaardigden erkennen^ die den eed ' ' op het nieuwe Reglement hadden afgelegd. Zeven van de in Utrecht afgeftelde Vroedfchapsleden, in het begrip van de onwettigheid hunner afftelling, oordeelden zich bevoegd, om aldaar als afgevaardigden der Stad te verfchijnen. Utrecht het gevaar duchtende, dat haar thands dreigde, keurde niet Hechts die Staatsvergadering geheel onwettig, maar fchreef ook aan Z. H. om de afzending van krijgsmagt voor te komen, en aan Holland om hulp van krijgsvolk, ter dekking van 't Gewest, terwijl zij voorts alle middelen beraamde, om zich tegen allen aanval in zekerheid te ftellen. Welhaast bleek haare vrees niet ongegrond te zijn, dewijl de Regimenten van van Eferen en Monfter op het Stichtfche grondgebied gelegerd werden. Doch, van de andere zijde, vloeiden van alle kanten gewapende Burgers uit Holland toe, ter verdediging. Intusfchen ging men voort, met het beëdigde Reglement te handhaven. Den I2den van Wijnmaand, de dag der gewone Regeringsbeftelling, werden de nieuw gekozen en de oude aanblijvende Regering-Leden * met dezelfde plegtigheeden, als den 28rtcn van Oogstmaand, ingehuldigd, en dus de laatfte hand aan het Reglement gelegd. van'dèng Onder alle deze onrustige bewegingen Honderd wer:d ^\itev niet verzuimd, den teatilen en Vijftig-yan Bloeimaand, den honderd en vijftigften ftenjaardag jaardag van Utrechts Hooge School te vieder Hooge reri) bij welke gelegenheid ook vier waküK,.tekere Jongelingen met de kap gepromoveerd wer-  VADER LANDSC HE HIST. VliRK. 511 werden. Die dag gaf een tooneel van alge- VJI. afd. meene vreugde en eensgezindheid, zooveel , te ftrelender, daar hij, die van onrust en ' ' tweedragt afwisfeldc. Het getal der Stu denten was gelijk aan dat der bloeijendfte tijden,en beliep 208., — eene dubbele ftof voor den Redenaar s. rau, om den toenemenden bloei en luifter der Hooge School te verheffen. Dan eewigtiger, fchoon minder aangename ?:ebeurdtenisfen roepen onze befchouwing elders. Van de tegenwoordige gefteltenis der Gébeurtezaken kon men te Amersfoort niet anders nlsen te verwachten, dan eene vcifmonng van a\-fooru le pogingen tot Staatsherftel. Dit gebeur de ook. De Burgergemagtigden werden bij de Redering niet erkend, en het Wapengenootfchap vernietigd: die Stad ondervond ook de baldadigheid van den onbeteugelden krijgsknecht. Alleen aan het huis van den Heer cohen werd door plundering eene fchade van 1400-:-: guldens toegebragt. Wyk bij Duurftede volgde in allen dee- HetNleuw le het voorbeeld van Utrecht. Den 2o!ie» Regering! van Lentemaand werd ook aldaar het nieu- ffy,?™*^we Regerings-Reglement ingevoerd, ^-lQUJ^ed'j noegzaam met dezelfde plegti-heden. Zes ingevoerd. Leden van den Raad deeden den eed op hetzelve; de zes overigen weigerden en bleven, ondanks alle aanzoeken ter overreding, volharden. Welhaast werden zij dan ook van hunne posten vervallen verklaard, en anderen in derzelver plaats aangefteld. De Staten van het Gewest vaardigden daadlijk eene afkondiging af, waar  5ia VER VOLG op WAGENAAR'S VII. AFD» waar bij de herftelling der afgefteldeti ' ' gelast en den nieuw verkoren verboden werd, eenige daad van gezag uitteoeffenen. De Magiftraat weigerende den nodigen bijHand tot het doen dezer afkondiging te verlenen, gefchiedde zij zonder klokkengelui, en werd daadlijk van eene Stedelijke Publicatie gevolgd, van regtftrijdigen inhoud. In allerijl fchreef de Raad aan de Staten, ter regtvaardiging van haar gedrag, en aan Z. H. om geen Patent tot den aanmarsch van Troepen te verlenen. De Staten van hun kant, over dit gedrag ten hoogften gebelgd, zonden een Pander met een Bode tot het doen van citatien tot crimineele dagvaardingen tegen die Raaden, welken het Reglement beëdigd hadden. Doch bij den derden van dezen gekomen zijnde, werd hij met zijne papieren in hechtenis genomen, en, ondanks alle pogingen tot zijn ontflag vast gehouden. Wat meer is, na tien maanden gevangen gezeten te hebben werd hij gevonnisd, om het grondgebied der Stad voor altijd te verlaten en de kosten der Juftitie te betalen. Even als in Utrecht werd ook aldaar al het nodige verricht, om de Stad in ftaat van tegenweer te ftellen, de hulp der Wapengenootfchappen ingeroepen, en werden alle weerlozen, benevens de waardigfte goederen de Stad uitgezonden, ter beveiliging van dezelven. De Her- Bij alle deze geweldige flappen dezer vorming twee gte(jen en de daar ujc voortvloeivan nettie- , . . .. , „ westlijk Je"de verwarringen, kan men ligt bezefRegerings fen, dat de grote zaak, de hervorming Reglement van het Gewestlijk Reglement traaglijk voort-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 513 voortging. Deels werden de zaaken meer VII-aki*. en meer uit haar geheel gebragt., deels 'ZZ ' bleef het verfchil wegens de wezenlijkfte I-7y6* hoofdpunten tusfchen" Z. H. en het Be-b,i'ftach" ftuur gedurig het zelfde. Zoo rasch hetter' laatfte zich beriep op regten en privilegiën, ftelde Z. H. daar tegen over zijne regten en prerogativen , die hij als even heilig aanmerkte. Ingevolge het voorig bepaalde, werd wel van wegens de Staten en Z. H. eene commisfie tot onderhandeling en vereffening benoemd , dan de tijd der bijeenkomst in de helft van Oogstmaand bepaald zijnde, deeden de gebeurdtenisfen van dien en volgende dagen die handelingen vruchtloos af breeken. Even ongelukkig Haagden ook de po- De Pogingen der Bondgenoten ter bemiddeling, gingen van Holland zoo lang mogelijk onzijdig wil- zonnniïende blijven, 'bood zijne bemiddelinggeGew"" aan, zoo Wel aafl Utrecht als Gelderland. S'ing Zeeland, Overysfèl, Stad en Lande toon-misiukden zich ook daartoe gereed. De Staten ken. te Amersfoort gaven daadlijk blijk van tot zodanige onderhandelingen te willen toetreden , en drongen zelfs hierop bij de Bondgenoten. Dan, Utrecht toonde zich niet zeer gereed , om die bemiddeling te aanvaarden , althands zij wilde dezelve niet dan onder deze voorwaarden aannemen : de verwijdering van alle krijgsvolk van het Stichtfche Grondgebied — verzekering van, ftaande de onderhandelingen, geene troepen te zullen afzenden — het voorbehoud van alle zodanige regten der Stad over welken men zich in geene on- II. deel. Kk der-  5U VERVOLG op WAGENAAR'S VIL afd. derhandeling kon inlaten ~ de wering van TT" alle zodanigen uit de onderhandeling, die I-7 ' zich reeds partij verklaard hadden. — De Stad PFyk maakte dezelfde voorbedingen; alleen met die verandering , dat zij de .wering uit het eerfte Lid vorderde van Mr. w. e. perponctier de sedlenitzk t\ — Dus had de aangebooden en aanvaarde bemiddeling , daar de begrippen zoo wijd uit elkanderen liepen , geene uitwerking : men oordeelde andere middelen te moeten bezigen om zijn regt te handhaven of te herkrijgen. Befchik- Holland zulks wel voorziende, was reeds kmgen tijdig op eigen verdediging en hulpbetoon «an Hol- aan net bedreigde Utrecht bedacht. Zij haare"Ver ^e"de den Generaal Major van ryssel tot ^ijgsm;gt legièn. Hier bij kwam nog de ijver om mfT rj' gewapend uittetrekken, 't zij ter befcher- ' ming van Holland of ter verdediging van het bedreigde Utrecht. Een aandoenlijk tooneel hier van leverde de Stad Haarlem op. Zij, hoe traag en achterlijk in den ijver tot den Wapenhandel, toen reeds andere Steden daar in uitmuntten, was echter dit jaar onder de eerften om Utrecht ter hulp te fnellen. Den 8ltol van Herfstmaand zag men , onder eene ongemecne toevloed van aanfehouwers, een vijftigtal Schutters , uit de Schutterij en het Vrijcorps, onder het geleide van den Capitein j. j. cambier , naar Utrecht uittrekken. Daadlijk was de Nederlandfche milddadigheid overvloeiende, ter bijeenbrengingvan de nodige penningen, ter goedmaking der onkosten. Binnen weinige dagen beliepen dezen ƒ 7800 Gl. bchalven nog een wceklijkfche toelage van bijna ƒ 100 Gl. Intusfehen, daar de meerderheid der Staten van Holland zich met de werkzame Burgers tot één doel vereenigde, waren de oneenigheden en woelingen der ijveraars voor den Stadhouder en zijne regten van mindere betekenis, als die onderfteuning misfendc , door welken zij in andere Gewesten zoo gevaarlijk werden. Geheel anders was het in Overys/el, pog;„set, Friesland , Zeeland , en Stad en Lande jn Ove>ysgefteld , wier gefchiedenis wij thands nogyWior her. kortlijk zullen befchouwen. Overysfèl zucht- «orrnlng te mede onder het juk van een Regerings-van het Re-  S«4 VERVOLG op WAGENAAR'S vn AFD- Reglement het zelve opgedrongen in het 1785 noodlotl:ig jaar van 1675. Deventer was Reeerinês eerfte ^r Staatsvergadering gereed met Refie *enL v°orftel tot herziening daar van 5 mept. doch de Ridderfchap verklaarde , dat zij 'er niet in kon treden, als bedoelendde-de geheele vernietiging van een Rer glement, op het welke zij den eed had afgelegd : dat zij dus tot geene verandering van het zelve kon komen, dan die met eenpaarig goedvinden en met goedkeuring van den Stadhouder werd daargelïeld. -Niettemin wrocht dit voorftel zoo veel uit, dat op den vokenden landdag in Bloeimaandeene commisfie van zes leden uit de Ridderfchap en Steden benoemd werd, om het te onderzoeken. Op den landdag in Wijnmaand verflag doende , bragt zij tevens een ontwerp van een verbeterd Reglement ter tafel, welkers overweging en afdoening bepaald werd op eene volgende Vergadering den 4^ van Wintermaand, tot welke deze landdag op reces fcheidde. In deze gecontinueerde Vergadering het voorflel gedaan zijnde om, daar de bezwaren tegen het oude Reglement te veelvuldig waren, om nu geheel aftedoen en de zaak echter fpoedvereischte, nuflechts, als bij voorraad eene verbeterde befchikking op de begeving vanStaatscommisfiënen ambten te maken en , d«s de Staatsleden hunne onafhanglijkheid te hergeven, als ook de kleene Steden in haare regten te herftellen , werd dit overgenomen. Op den volgenden landdag in Louwmaand des volgenden jaars werd daar. men den grootften hinderpaal vond tot de in-  DeUittogl der Burgert uit HAA»I.B3tnaUTILECHT   ^ABERLANDSCHE HIST. VER K. 515 Invoering van een nieuw Reglement, in de VILaf^ nauwgezette aankleving aan den eed op het oude gedaan, het voorftel gedaan dat de leden ' van Regering zich op het voorbeeld van vroegere tijden, onderling van den eed op het oude Reglement , voor zoo verre daartoe nodig, zouden ontflaan. Dit gewigtig befluit "werd echter niet genomen, dan mee eene hevige tegenkanting van zesentwintig Staatsleden. Z. H. kennis van het verhandelde gekregen hebbende, befchouwde het oude Regerings Reglement, als een gefloten verdrag tusfchen hem en de Staten, waarin buiten zijne bewilliging geene verandering gemaakt mogt worden: hij protefleerde dus tegen het befluit , waarbij de Staatsleden zich onderling va^ den eed op hetzelve ontflagen hadden. Echter was hij bereid om hi onderhandeling te komen over alle zodanige punten , welke de conftitutie van Overysfèl en zijne wezenlijke regten als Erfftadhouder niet benadeelden , ten dien einde eene commisfie ter onderhandeling voorflaande. Op den Landdag in Lentemaand van 1787. deze brief in overweging genomen zijnde, toonde de meerderheid zich tot zodanige onderhandeling bereid, en werden zes leden afgevaardigd, om met de Heeren, doorZ. H. daartoe gemagtigd, de onderhandeling aantcvangen. Ook deze had dezelfde heilloze uitkomst als die over de Utrechtfche gefchillen. Na vier dagen werkzaam geweest te zijn, fcheidden de onderhandelaars den i6dcn van Grasmaand des jaars 1787. onverrichter zake van een. Niet minder ijverig was men in de hervorming  525 VERVOLG op WAGENAAR'S J™^. mingderReglementenopde Stedelijke reo-e1786. rinS- In Deventer waar men in het voorleden Concept Jaar'ee»e Commisfie hier toe benoemd had, Regiement was zodaanig een Concept-reglement vervror de vaardigt. Dan, juist dit werd de bron va'n heS«ajSfege. vige twisten onder de Patriotten zeiven Volte, g"^hff ^.werdenaanalleburgers, zonderonderfcheidvan Kerkgenootfchap, gelijke regten toegekend. Hiermede konden zij, die tot het hervormd Genootfchap behoorden , zich niet vereenigen. De Overlieden der Gilden boden de Regering een verzoekfchrift aan, getekend door veele leden mt verfcheiden van de Gilden , waar bii zij aandrongen, dat daar zij in hetzelve Concept verfcheiden Artikelen gevonden had- Knstehjke Gereformeerde Religie, het geheele Concept vooreerst geltaakt mogt blijven; dat zij althands , indien die Artikelen bij Raad en Gemeente goedgekeurd werden, dezelve met zouden aannemen en van geener waarde houden. Deze verfchillende begrippen der Ingezetenen hadden ten gevolge, dat zommigen zich vereenigden , om nieuwe Burgergemagtigden aantefiellen, in de plaats der ouden, onder wier beleid de zaak des Rcglements zoo ver gebral was. Dit baarde weder nieuwe oneenigheden, die de afdoening van het Reglement tot een volgend jaar vertraagden. • _ Vergun Ten blijke echter dat deze gezindheids- SS. 'f lrvni?aigecmeen \n ?yerijsfel heerschte, êezinden «rekke,dat de Staten dit jaar aandeRoomschom Kerk- gezinden in Hengelo, Borne en Almelo vergunden, om naar hun goedvinden, zonder be-  V AD E RL AN D SC HE HIST. VERK. 527 betaling van eenige recognitie voor zich VIL afd. Kerkhuizen te mogen bouwen. De lnwoo- _og. " ners van het cerstgemelde Dorp de kos- / ten van eene nieuwe Kerk niet kunnendel1^"^0 goed maken, deeden eene inzameling,- en0JUwe * het bleek, dat hunne Protestant fche landgenoten ruim zoo veel als de Roomfchgezindenhzdden bijgedragen. Veele onroomfche eigen erfden deeden tot een betoon hunner verdraagzaamheid, bomen, ten timmerhout bekwaam , in hunne bosfchen vellen , tot dienst van de Roomfche Kerk te Hengelo, terwijl min vermogende boeren dit hout aan hunne Roomschgezinde landgenoten vragtvrij bezorgden. Op het voetfpoor van Holland werd ook . Vergadedit jaar voor Overijsfel eene algemeene Ver-^^J gadering van Afgevaardigden der gewapen-a.,Genoot. de Corpfen in dat Gewest , te Kampen ge- fchappen. houden. Men begrootte toen het getal der wan Over. gewapende Manfchappen in dat gewest op'>'SM ruim '3500. man. Ook uit dit gewest trokken veelen uit ter hulpe van Utrecht. De Gefchillen in Friesland, tusfchen de Gefchillen Staten en Z. H. betroffen niet het Gewest- ™fjil!S' lijk Reglement, gelijk in Gelderland, Over-'an ' ijjel en Utrecht, maar bepaalden zich meer tot het Stedelijke, en wel tot deze punten; of Z. H. het regt van verkiezing van Magistraals perfonen toekwam; en of de Staten wel het regt hadden , om nieuwe reglementen op de Stedelijke Regering daarteltellen. Leeuwaarden had het eerst aanleiding tot deze gefchillen gegeven, waar de Burgerij beweerde het regt van vrije Magiflraats verkiezing te hebben, het welk alleen  523 VERVOLG op WAGENAAR'S jïïi* leen door ee" onwettig geweid haar wa^ 1786. ontnomen. _ Omtrend het laatste punt was a ueenISzlns toegevend , maar op het eerfte beweerde hij alleen de verkiezing te hebben. De Burgerij van Leeuwaarden, van deze belhsiching kennis gekreegen hebbende, en m het begrip van alleen dit regt te bezitten, deed den voorbceldlozen ftap, om bij het Gerichtshof eene dagvaarding tegen den Stadhouder te verzoeken , ter relaxatie van het betwiste regt en om te horen eifeh en conclufie. Het Hof bragt, gelijk men wel kon verwachten het andwoord uit , dat deze zaak geen objeét was van de ordmans justitie. Middelerwijl floegen de Staten ijverig handen aan 't werk met het ontwerpen en invoeren , van het Regeringsreglement voor Leeuwaarden, 't welk den I9fa van Lentemaand gereed zijnde , den riT ÏPvoefd» d0°' het' welk het regt van Z H. tot de verkiezing meer dan 001c bevestigd werd, Staatibe- # De ijver tot den Wapenhandel nam ook frent wa.™ 7 dlt G7eSt d^ks toe' Te Leeuwaar* «ent wa d d me d ^ ^ y nootfchap. va" Afgevaardigden der Wapen - Genootpen.de icbappen gehouden. Hoe zeer'er geene Dtukpers manfchappen uittrokken ter befcherrnine ^envanvc„oekfchnft bjj de Staten .q ^ ten. veelvuldig, om in gefchillen tusfchen Regenten en Burgers geen krijgsvolk te gebruiken. De meerderheid der Staatsleden, bij welke een juist ftrijdige geest als in devoori' ge jaren fcheen te heerfchen, legden die verzoekfehriften niet alleen terzijde , zonder ze mee  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 5*0 met eenig befluit te verwaardigen , maar VIL afd. vaardigden welhaast eene afkondiging uit ter *^ZgjT~ bereugeling van de vrijheid der Drukpers, ' en om het.gezamenlijk tekenen van verzoekfehriften te beletten. Deze werd daadlijk gövolgd van eene andere, waar bij alle bijeenkomften van afgevaardigden van Wapengenootfehappen verboden werden , en inzonderheid de Algemene vergadering van gecommitteerden der Genootfchappen binnen Leeuwaarden ontbonden werd. De briefwisfeling tusfchen dezelve en de Staten van Holland wees niet minder uit, dan dat zij ver af was van de flappen der laatflen in dit tijdsgewrigt goed te keuren. Intusfchen was de minderheid uit zestien Staatsleden beftaande, in vlak ftrijdige begrippen en volkomen eenftemmig met den geest der Hollandfche Staatsleden. Welk verfchil van gevoelens, het eigenaardig charakter des Friefchen Volks in aanmerking genomen zijnde, geen minder hevige verdeeldheden deed duchten, als welker! de Staatsvergadering van Utrecht verfcheurden. Stad en Lande, fchoon minder deelen- _ Pogingen de in de Staatsbewegenisfen, bleef echter',1 Sta<*en i i j ' -1 f Lande tot niet geheel vrij van dezelven. Eenige ge- ^eï^t fchillen ontftaan zijnde over het regt begrip van het zogenaamd Reglement Reformatoir voor de Stadsregering van Groningen, tusfchen Z. H. van de eene, en de Burgerij en Regering van de andere zijde, leverden een aantal van 934. Ingezetenen den i4detl van Wintermaand een verzoekfehrift in ter oproeping van het II. DEEL. LI Volk,  533 VERVOLG op WAGENAAR'S "VII.afd. Volk, om gemagtigden aanteltellen tot her- — ziening van alle deelen van de Regerings- 1786. conftitmie der Stad. Dit verzoek door den Raad toegedaan zijnde, werden zoo wel van wegens de ondertekenaars als den Raad eenige perzoonen benoemd, ter vorming van een plan van Volksoproeping. Gelijk deze herziening hoofdzaaklijk bedoelde, óm' van den Stadhouderlijken invloed ontheven te worden, even zoo ook was dit het oogmerk van verfcheiden' leden van het tweede Lid van Staat, in Stad en Lande. Op een voorftel van den Heer h. de sanera veldtman ftemde het Kwartier Fivelingo tot de affchaffing der Stadhouderlijke aanbevelingen, bij de beftelling der commisfien jn de Ommelanden: doch de meerderheid der twee andere Kwartieren voor het oude gebruik ftemmende, befloot men tot dit laatfte. De minderheid echter wraakte de wettigheid van dit befluit,bewerende, dat de ftemmen geflaakthadden, en dat dus, niet overeenkomftig misbruiken, maar overeenkomftig de vastgeftelde wetten had moeten befloten worden. Z. H. door de eerfte partij ingeroepen zijnde, beflischte het pleit ten nadeelc der laatfte. Zelfs werd de eerfte voorfteller de sandra veldtman, door eene regtbank van negen Heeren, monfler Heeren genaamd, door den Stadhouder aangefteld, veroordeeld, om van den Landdag uitgezet en van de Regering uitgefloten te worden. In de gefchillen tusfchen Holland, Gelderland en Utrecht betoonden de Staten zich hoogst afkeerig. van alle geweldige middelen, zoowel aan de  VAOERLANDSCHE HIST. VERK. 531 de eene als aan de andere zijde, maariTelden v^An^ voor de benoeming van vier Heeren uit ie- "I7g5; der Gewest, door de Bondgenoten zeiven te doen, om zich naar de laatstgemelde Provintien te begeven en de gefchillen aldaar bij minnelijk accoord, of wel als fcheidsmannen aftedoen. Ook weigerden zij uit dien hoofde het krijgsvolk in hun Gewest, op repartitie van Holland ftaande, op het Patent van dat Gewest te laten uittrekken. Dan de gefchillen waren reeds te hoog gerezen, om langs dien weg het einde aan dezelven te zien. Even gelijk Friesland en Groningen dit Gebeurdjaar door Z. H. en deszelfs gezin, na, terg^ia gelegenheid van het ontnomen Commando, 'sGravenhage verlaten te hebben, bezocht was geworden', genoot ook Zeeland deze eer. Prachtig en luifterrijk was het onthaal, dat hij in de Steden van dit Gewest aantrof. Hetzelve verlatende, vertrok hij naar 's Hertogenbosch, van waar hij zijne reis naar AerZoovoortzettede. Welke vruchten het bezoeken van dit Gewest voortbragt, zal de volgende tijd leeren. Inmiddels waren de Ingezetenen ook aldaar ijverig in het tekenen van verzoekfehriften ter voorkoming van het gebruik van Militaire magt in Stedelijke gefchillen. En het onthaal derzelven bij de Staten was zoo gunftig, dat zij onverwijld Z. H. verzochten, om daar toe geene troepen, op repartitie van dat Gewest ftaande, te bezigen; ja zelfs den Bevelhebberen gelastten, om geene zodanige bevelen te gehoorzamen. Eenftemmig met die van Stad en Lande, poogLl a den  53i VERVOLG op WAGENAAR'S VI1- AFD; den de Staten dezes Gewests de zwevende 1786. gefcnilJe" la"gs minnelijke wegen weg te ruimen, doch even vruchtloos. Niettentin zag men dezelven, ten tijde dat de bemoeijingen van Pruisfen en Frankryk eene daadlijke tusfchenkomst; van buitenlandfche magten deeden vrezen tot eene geweldige beflisfching, het befluit nemen, om in zodanig geval zoo veel mogelijk te zorgen, dat hunne Ingezetenen niet de ongelukkige flachtoffers werden van een twist, die hun, noch als leden van het Bondgenootfchap, noch provinciaal, in eenigen deele aan- in Sï" De ffeest van oproerigheid, die in volwen en te Senden ciid in ditGewestallergeweldigst zich Cm. vertoonde, begon dit jaar reeds het hoofd optefleken in het Eiland Schouwen en de Stad Goes. In Slachtmaand hadden eenige boeren uit^dat Eiland zich met oranje verleerd, in Zierikzee vertoond. Op het gezigt van den Baljuw met zijne dienaars hadden zij zich nogthands van dien tooij ontdaan. Dan eenige uuren later fchoolde een aantal door den drank verhit zamen, en toonde alle tekens van een aangroeijend misnoegen. De Schout hulp der Bezetting verzocht hebbende, om twee boeren te vatten, werd zelf op den grond geworpen, onder het zeggen, dat men geene Militairen tegen Burgers mogt gebruiken; dat dit den Prins in het geval van Hattem en Elburg tot eene misdaad was gerekend. Welhaast echter kwam 'er hulp, en twee der oproerigen werden gevat. Verre dat dit doortasten het vuur demp-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 533 dempte, ftookte het hetzelve meer aan, en VU.af»: men kreeg bericht, dat een aantal van 300."' j>£~~ boeren naar de Stad optrok, om hunne ' Medeburgers te verlosfen en het dragen van zwarte cocardes te doen verbieden. Groot was de onrust der Stad op deze maar. Zich niet fterk genoeg oordeelende, om met de Schutterij, het Genootfchap en de Krijgsbezettirg dien hoop te ver- • drijven, verzocht men Krijgsvolk van Gecommitteerde Raden ter hulp. Echter bleek, bij de uitkomst, dat de vrees het gevaar vergroot had, alzoo zonder deze hulp de oproerige beweegingen geftild waren geworden. Te Goes Honden de leden van het Wapengenootfchap meermalen ten doel aan mishandelingen, welke alleen gefluit konden worden, door die Wapenoeffeningen bij voorraad te doen opfchorten. Wij kunnen, na het doorwandelen van de. pj>e'"ffe« J . . 1 -in Drenthe zeven Gewesten, niet nalaten nog eeni-pn d, Ggi ge bijzonderheden betreffende het Land- „era/iteits. fchap Drenthe eh de Generaliteitslanden landen. aanteftippen. De Ingezetenen van het eerfte waren, op het voetfpoor hunner nabuuren, niet minder ijverig om zich in den Wapenhandel te oeffenen. Men telde ook daar verfcheiden Genootfchappen. De Regering, den fchijn niet willende hebben van eene bedoeling om dezelven te vernietigen, verordende echter zodanige maatregelen, die dezelven weinig van hun wezen overlieten. Dus verboodt zij onder anderen derzelver leden fcherpe patronen te hebben of te gebruiken \ buiten uitdruk- . LI 3 lij-  53+ VERVOLG op WAGENAAR'S VII-AFD- Ujken last der plaatslijke Regering. In de 1786. Generaliteitslanden ontwaakte dezelfde ?' ' geestdrift. Om aan dezen te gemoet te komen, befloot de Raad van Staten in Wintermaand des voorgaanden jaars, om van de Stadhouders en de gewone Gecommitteerden der vier Kwartieren van de Meyery van V Hertogenbosch eene opgave te vorderen van de wezenlijkfte bezwaren, de Ingezetenen aldaar drukkende, en derzelver bedenkingen over de beste wijze ter wegruiming van dezelven; ten welken einde zij van de Regering van ieder Dorp en plaats de opgave van de meest drukkende bezwaren moeiten vragen; doch daar • hier alleen de Regering en niet het Volk gehoord werd, kon men uit dezen maatregel geenszins die verligting wachten, welke het meest gewenscht werd. In Wijnmaand leverde de Commisfie verflag in, doch bleef het ook hier bij berusten, d l3 Man'° Befchouwen wij thands eenigen dier bijlui op ' zonderheden, welken meer het algemeen Noord-A- belang der geheele Republiek betroffen, tuerka, en van welken de plaatslijke gebeurdtenisfen ons tot hier toe teruggehouden hebben. Welke hooggefpannen verwachtingen men wegens den Handel op Noord America ook gevoed had, de uitkomst voldeed aan dezelven zeer weinig. De Handel dier nieuwe Republiek groeide, hand over hand aan, en ftrekte om den onzen te doen afnemen en verdorren. Zeer beklaagde men zich over den fluikhandel der Ingezetenen van dat waerelddeel op onze ) Oost- en vooral West - Indifche Volkplan- tin-r  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 535 ringen,-het welk liet befluit voortbragt, VU. afd. waar bij Z. H. gelast werd om eenige Fre- ^ gatten en ligte Vaartuigen te beftemmen, om bij de eerfle gelegenheid naar de WestIndifche Volkplantingen te flevenen, ten einde dien ongeoorloofden handel krachtdaadig voortekomen. Ontbrak het bij de eerfle ontluiking diens handels aan geene perfoonen, die, als om itrijd zichaanboden, om de posten van Confuls aldaar te bekleden, thands daar de voordeden zoo ver beneden het peil hunner ujtzigten gedaald waren, leverden drie van hun een verzoekfchrift in bij H. H. M., om, daar zij zonder eenig inkomen aangefteld waren, en de onkosten, die hun post vereischte, zeer hoog liepen, hun een behoorlijk inkomen toetevoegen. Doch werden deze verzoeken gaaf van de hand gewezen. _ Heilzaam voor den thands kwijnenden Bepaim^ Scheepsbouw, die meer en meer bedorvenRevenvan werd door de aankoop van vreemde GX\Turkfcbe buiten 'sLands gebouwde Koopvaardijiche-pasfen. pen, welken dan met Turkfche pasfen voorzien werden, was het befluit van H. H, M., waar bij dit geven van zoodanige pasfen alleen vergund werd aan Schepen, hier te Lande daadlijk gebouwd, geëquipeerd en aan Ingezetenen van den Staat behorende. Zeeland echter verklaarde zich aan dit befluit niet te houden, maar té zullen voortgaan met het geven van pasien op den ^Tekenden wij in een vroeger jaar de gun- Mj*™ ftige toezeggingen van den Keizer van Ma- ^g LI 4 roc"  536 VERVOLG op WAGENAAR'S VII, A>P- rocco a™ (*ï, thands nu het op derzelver 1786. vervulling aankwam, bleef hij weigeren van de ba. t^l?™ ? V°ldoe"- Welke pogingen H. ven van r1, o°k aanwendden om overeenkomftig Sr. Croix. "et bepaalde, den uicfluitenden en vrijen handel op de haven van St. Croix te verkrijgen, zij waren vruchtloos: hij liet verklaren, gezworen te hebben, gedurende zijn leven, op St. Croix geen etablisfement te zullen dulden, en dat hij voor geen millioen die haven weder zou openen. Het aanbod derhalven van de haven van La Rache was de eenige vrucht der aan hem gezonden rijke gefchenken. Van den anderen kant, bleef ook het zonderling aanzoek van Z. M., om een onbepaald getal Nederlandfcbe Stuurlieden en Matrozen, om zijne Schepen te bevaren , onder toezegging van anderhalve foldij, zonder gevolg, daar vol- * gens de gefteltenis dezer Landen ten dezen Staat deraanZie" §ee" dW3ng k°" werkenZeemagt. .De Zeemagt van den Staat was dit jaar niet onaanzienlijk, vooral daar dezelve een diepen Vrede genoot, als beftaande uit 122 Vaartuigen, waar onder 54 van 40. tot 74 ftukken , en 9. op ftapel ftaande , van welken één van 76., drie van 64. ftukken. Bij dezen bloeijenden ftaat van het ZeeWezen kan men het voorftel van Holland ter Algemeene Vergadering niet ongepast Vinden, om den Koning van Frankryk, aan wien men zich zoo veel verfchuldigd re- (?) Zit bl. 44 8.  VADER LANDSCHE H1ST. VERK. $17 rekende, te verzoeken, om, ten blijke VH.*ro. van de gevoelens van deze Republiek, j-g^ twee Schepen van Oorlog geheel in gereedheid gebragt, wel te willen aannemen. ÏVJcn beftemde hiertoe twee nieuw nagels, bij de Admiraliteit van Friesland in gereedheid, als daar toe het meest gefchikt. Dan, fchoon vier Gewesten 'er in Hemden , kwam echter van den voorflag niets. De toeftand der Oost- en West-Indifche Deerlijke Maatfchappijen, reeds in vorige jaren zoo ™ ^ zorglijk, was, in dit, weinig verbeterd ge-en ma_ worden. In genoegzaam alle de Volkplan- indifche tingen in de West, en vooral aan de Kaap Maatin de Oost, heerschte een verregaand mis- fchappijen. noegcru der Ingezetenen over het plaatslijk Beftuur. Van de laatstgemelde plaats waren drie Burgers naar het Vaderland gezonden, om hunne bezwaren in den fchoot des Souvcrains zeiven uitteftorten. Eenige verbeteringen werden 'er dit jaar in het huishoudelijk Beftuur der Oost - Indifche Maatfchappij vastgcfteld, dewijl Holland aan deze zijne toeftemming tot de verzochte leening van 10. millioenen verbonden had. In geene drie jaren eenige uitdeling gefchied zijnde, bevonden zich verfcheiden Armenkasfen, gewoon hier uit haare jaarlijkfche inkomflen te trekken in eene grote verlegenheid. Vooral gold dit op de jooden. Reeds in het voorig jaar hadden derzelver Armverzorgers hunne klachten deswegens bij H. H. M. ingeleverd, en de Staten van Holland om hunne gunftige onderfteuning verzocht. Dit had niet alleen bij Bewindhebbers dien invloed, dat LI 5 zii  533 VERVOLG op WAGENAAR'S VII. atv. Zij voor die jaar eene uitdeling vastftel1786. den' maar was ze]fs z- H. edelmoedig genoeg, om van zijn aandeel hem toekomende ƒ 17993. 19 . 8. aftelt aan ter gemoet koming aan de armen voor het driejarig gemis. Wat de West-Indifche Maatfchappij betreft, hoe hoogklimmend ook aldaar het gebrek aan geld, en aan de nodige verdediging der Volkplantingen ware, de verfchillende gevoelens en belangen xder Bondgenoten beletten wederom in dit jaar daaromtrent! eenige voorziening te doen. Holland wilde zijne toeltemming tot den gevraagden onderlland van 3. millioenen niet geven, ten zij de vaart naar Demerary en Esfequebo aan alle Ingezetenen der Republiek, het geheele jaar door, op een gelijken voet werd opengelteld. Zeeland, die van de bepalingen daar op het meeite voordeel trok, kantte zich hier voornaamüjk tegen, en bleef dus de geheele zaak fteken. * 1787. Thands treden wij een der merkwaarDe Peti- digfte jaren onzer Vaderlandfchc Gefchietien tot dedenis in; merkwaardig, om de ontzettenZee Ma^t de Sebeurdtenisfen, die deszelfs gedachte 0 nis onverganglijk zullen maken. Reeds bij de inlevering van den buitengewonen ftaat van Oorlog te Lande en ter Zee, bleek, welk eene hoogte de verwarring bereikt had. Holland wilde in de betaling der Landmagt niet deelen , ten zij de Troepen , op zijne repartitie ftaande, en zich in Gelderland bevindende, naar de Generaliteitslanden verlegd werden. Gelderland wil-  VADERLAND SC HE HIST. VERK. 539 wilde in dien eisch niet bewilligen, maarvil. afd. vorderde dat het aandeel van Holland voor zijne rekening genegotieerd en het dus ge- -7« quadrons van thuyl op het Slicht aanruk- "j_'gi ken. Zestig Ruiters van de laatften geraakten nog, eer zij te Zeist kwamen, in eene fchermutfeling met 20 Husfaren en even zoo veele Jagers van salm, die voor de laatften voordeelig afliep. Dit was dus de tweede vijandlijkheid. Dit bewoog de Utrechtfche'Staten , ïe 'Amèrsfoortvergaderen'dc,om aan alle de Gewesten, Gelderlanden Bolland uitgezonderd, brieven af te vaardigen , opgevuld met bittere klagten tegen het laatstgenoemde gewest,als maakte het aan"ftalte om het Sticht te overheerfchen, als wilde het een burger oorlog verwekkenen op deze gronden de algemeene hulp inroepende. "Ongemeen fcherp en hevig was ook de brief, dien zij omtrent denzelfden tijd aan Holland afvaardigden en welke voor niets minder dan eene oorlogsverklaring werd gehouden. 'Hollandblee? hun geen andwoord fchuldig, met verzoek om nadere verklaring van zommige uitdrukkingen, waar op zij wederom zodanig een andwoord gaven, dat de breuk nog verder verwijderde. De hoop op onderhandeling was nu ge- De Stad heel vernietigd; en de fcheuring ongeneeslijk. Ingevolge, daar Van befchreef Utrecht e,neStaats. eene Staatsvergadering ter gewone plaats/ergade. tegen den i'ï3<™ van Zomermaand. Allen ring, die werden daar toe uitgenodigd, behalven de afgemr■ afgezette Utrechtfche Raaden. Ter dezer Vergadering verfchenen drie afgevaardig- Aigemee. 'den van wegens het lid der Geëligeerden oe vergar en van de Ridderfchap, fchoon deze drie derirtg. Heeren reeds leden geweest waren van de Amersfoortfche Vergadering; — als ook de  544 VERVOLG ep WAGENAAR'S Tl AF!l de Afgevaardigden van Utrecht, Wyk bij 1787. Duurftede en Montfoort. Daadlijk werden van deze Vergadering Afgevaardigden gezonden eer Algemene Staats-Vergadering, waar dus van het zelfde Gewest tweeërlei Afgevaardigden verfchenen. De gefchillen, wie van dezen, als de eenige wettige bezending, moest toegelaten worden, liepen zoo hoog, dat Holland eindelijk zich genoodzaakt vond te verklaren', dat indien men middelen in het werk ftelde om de Gedeputeerden van Utrecht feitelijk te weeren, het dezelven in zijne befcherming zou nemen en de Afgevaardigden van Amersfoort het grondgebied ontzeggen. De beflisfehing van dit geichil duurde zoo lang, dat beide Afgevaardigden nog ten tijde der volgende omTegenftrij-wenteling zitting hadden behouden, lefvïdê^ Vk deze tegen elkander gekante VergaS Ln te denngen ^ vloeiden de ftrijdigfte bevelen Utrecht en voort > die de Ingezetenen in geene kleine simen- verlegenheid en verwarring bragten. Dus fiort. fchreven de Amersfoortfche Staten eene geldlening uit, en die van Utrecht verboden daar m deel te nemen; verboden de laatften het dragen van oranje, de eerften fielden dit volkomen vrij. Even zoo ftrijdig waren de bevelen aan de Predikanten , ten • hSS. ™£\™?2? Vnrichti7,hunner gebeden- Ue Stad bleef intusfehen niet vrij van onlusten. Eenige bekende aanklevers van Z. H. de ftoutheid hebbende om eene bijzondere Sociëteit op te richten, waren het huis als ook de woningen der leden ten doel aan de woede eener verbitterde menigte. De Vroedfchap oordeelde geen  VA DE RL AND SC HE HIST. VÈRK. 545 geen gepaster middel tér fluiting van dien VU afp. 1 moedwil te kunnen vinden , dan door die ~ " vergadering te ontbinden, waarna de rust ' ook weder eenigzins herfteldè. Utrecht, thands volkómen in ftaat vanbé- Belegeleg zijnde^ daar in het Dorp Seist een Camp ring van van 4000 Man, onder het Opperbevel van Utrecht. den Generaal van monster, geformeerd was, en welke magt dagelijks toenam, nam ook zodanige maatregelen ter verdediging, als haar toeftand vereischte. De Rhyngraaf van salm , het blakendst vertrouwen genietende , werd tot Generaal en Chef van alle de gewapende manfchappen in Utrecht aangefteld* Herhaalde uitvallen werden uit de Stad gedaan, om de werken der belegeraars, welke hoe langer hoe meer de Stad be-1 nauwden, te verftoren, die echter van weinige uitwerking waren. Het ontbrak ook niet aan verraders van binnen , die door alle zodanige tekenen, als in die gevallen gebruiklijk zijn , de belegeraars van den toeftand der Stad verwittigden. De bruggen , die gemèenfchap met het vijandlijk Camp konden maken, werden afgebroken; de uitvoer van eetwaren naar verdachte plaatzen werd ten flrengfle verboden; Liniën ter verdediging werden opgeworpen ; de toebereidzels ter Inundatie in gereedheid . gebragt : en de toevoer van zwaar gefchut en oorlogsbehoeften was uit Holland ontzaglijk. Men toonde in alles niets minder, dan het befluit te hebben, om, gelijk de Officiers der Stedelijke Schutterij, in een Declaratoir aan het Defenfiewezen der Stad, zich uitdrukten, aan geene overgaaf II. deel. Mm te  545 VERVOLG op WAGENAAR'S VIL att), te denken , dan na de vernieling en platfchieting der Stad , ja veel liever de Stad * *' aan vier hoeken in den brand te (teken, dan aan den vijand zich te onderwerpen. Deze maatregelen werden van een anderen gevolgd, die in deze omftandigheden weinig kan bevreemden, waarbij de Staten Z. H. in deszelfs waardigheid, als Kapitein Generaal der Provintie, fufpendeerden, met inhouding van alle Traktementen en Emolumenten, daaraan verknocht, tot zoo lang hij hunne bevelen eerbiedigde. Ktpbe. In weêrwil van alle de geduchte toebewekton. reidzeIs om Wyk bij Duurftede in ftaat van verhip- tegenweer te ftellen, zag men die Stad in derd in Hooimaand zich zonder één fchot overgeWbk bij ven. Den 6de» dier maand vertoonde zich Duur. de Collonel van quadt met eenige manI" • fchap voor de-Stad, en eischte binnen gelaten te worden, flechts vijftien minuten tijds.toc overleg gevende, onder bedreiging, van na dien tijd geweld te zullen gebruiken. De meerderheid des Raads befloot daadlijk tot het openen der Poorten en het laten intrekken der bezetting. De gewapende Burgers namen de wijk naar Utrecht. De Heeren de la faille, en de wys Commandant van het Amefsfoortsch Genootfchap, werden in hechtenis genomen, doch fpoedig weder ontflagen. Dit geluk viel niet te beurt aan van der kemp, en de nys Commandant der Stad. Dezen in verzekering genomen zijnde werden eerst in het volgend jaar, en niet dan onder borgtocht van ƒ 49,000 ieder , tot fchaêvergoeding, ontflagen. Natuurlijk bezeft men,  VADER LA NDSCHE HIST. VERK. 547 men, dat het gevolg dezer inrukking van vILafd. krijgsbezetting was het herftel van alles —« op den ouden voet. Doch tevens was men l7°7* bedacht om eene verfchansfing aanteleggen, om de Stad voor Inundatie te beveiligen. Amersfoort, de zetel van hen die Utrecht De Kerk door geweld poogden te doen bukken en re Amerstevens de bewaar- en werkplaats der oologs- f00'/ . toebereidfelen kwam dit voorregt dit jaar JJ'u^™ zeer duur te ftaan. De kleine Kerk, van ouds genaamd de Lieve Vrouwe Kerk, thands tot een kruidmagazijn gebezigd, fprong in de lucht en werd zoo geheel vernield , dat niets dan de muuren en een gedeelte van het dak overbleven. Zeventien menfchen verloren bij dit deerlijk ongeval hun leven: anderen waren zwaar gekwetst. Onder de gekwetften telde men ook een Bombardier, de onvoorzigtige veroorzaker van dezen ramp: van onder de puinhopen . nog levendig gehaald, bekende hij met een mes de roest van de buis eener bombe te hebben willen affchrappen , dit had vuur veroorzaakt, 't welk zich aan het omftaande kruid der werklieden had medegedeeld. De grootfte voorraad van kruid, want in 't geheel bevond zich daar 160 vaten , was nog behouden gebleven, doordien het aan hetandere einde der Kerk geborgen was, en aldaar onder het nederftortend dak dermate bedolven werd , dat het geen vlam vatte. Door ijlings toegebragte hulp werd de verfpreiding van den brand voorgekomen. Montfoort volgde de flappen van Utrecht. Deafzetj De Burgerij had aldaar haare Geconfti-ting van Mm 2 tueer-  543 VERVOLG op WAGENAAR'S _IL 'FD-, tueerden. Door dezen, in het laatst van 1787. °°£st:rnaand, den Raad hebbende doen bijeeniee Ma ?enroePen » verfcheen zij voor het RaadKilt™»- huIStewifl de Geconflitueerden één breed,p.rzoo. voerig adres inleverden, waarbij zij de ontnen te zetting vorderden van den Vroedfchap van Mmtfooru dam , den Secretaris havicic en den Maarfchalk de ruever , als bekende Stadhoudersgezinden. Na een uur raadplegens, deelde de Burgemeester story aan de vergaderde menigte mede, dat het befluit overeenkomflig het verzoek der Burgerij gevallen was. De uittreding van den Secretaris havick was 'er daadlijk een fprekend bewijs van. : Thands verlaten wij voor een oogenblik dit Gewest , tot het tijdflip , wanneer de loop der gebeurdtenisfen ons weder tot het zelve zal brengen, maar om geheel andere tooneelen te aanfchouwen , die voor als nog voor het kortzigtig menschlijk oog in de toekomst geheel verborgen zijn. Gefchil Terwijl Utrecht en de nabijgelegene om!TUSh trek het t00neel opleverde van binnenlandAlïemee- fchen. °orJ%N waren de Hoge VergaderinBe&ateri 8en ln 's Gravenhage het worflelperk van en de Sta. de bitterfle' gefchillen. Nauwlijks hadten van den H. H. M. van het voorgevallene te Holland Utrecht kennis gekregen, of de meerderen^ held van dezelve daagde den Generaal van van het ryssel, ter verandwoording, over het zenurijgsvolk. den van troepen uit het cordon naar Utrecht, als eene fchennis van het grondgebied van dat Gewest. In geene kleine verlegenheid, hoe hierin te handelen , daar hij zoo wel aan de Algemeene Staten, als'aan die van Hol-  VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 549 Holland, door den eed verbonden was, oor- VII. afd. deelde hij zich nogthands aan de bevelen ~~7> " der laatften het meest gehouden. Deze ge- ' y trouwe aankleving haalde hem de ongenade van H. H. M. op den hals, waardoor hij van alle zijne posten werd verlaten. Waar • tegen hij weder door de Staten van Holland in bijzondere befcherming werd genomen. Dan ver af was het, dat alle de krijgsmagt, ter betaling van Holland daande, in het zelfde gevoelen omtrendde verpligtingen desceds verkeerden. Zeer veelen, in het cordon zich bevindende, vonden zich bezwaard, om den eed aan Holland te houden, en oordeelden zich meer aan dien, aan de Algemeene Staten gedaan verbonden , het welk een fterk verloop uit het cordon voortbragt. Terwijl die troepen, welken zich nog in andere Gewesten, fchoon ter betaling van Holland, bevonden , en die door H. E. Gr. M. gelast werden naar de Generaliteitslanden uittetrekken, mede uit dit begrip van den eed , weigerden te gehoorzamen. De meesten vloeijden naar Gelderland toe , waar zij in dienst genomen en rijklijk bezoldigd werden. Waarlijk de toeftand van het krijgsvolk was hachlijk: de bevelen der Algemeene Staten en die van de Staten van Holland liepen vlak tegen eikanderen in: beiden beloofden fchut en befcherming aan de gehoorzamen, en bedreigden den ongehoorzamen met de gevolgen hunner hoogfte verontwaardiging: aan beiden door den eed verbonden, dieniet altijd gehouden kon worden, zonder tegen een van beiden te zondigen, was de keuze, . Mm 3 wel-  SSo VERVOLG op WAGENAAR'S VILafp- welke eed het meest verpligtend was, voor I7g_ den krijgsman, ten uiterften moeilijk. Intusfchen Jiep deze twist tusfchen de Staten van Holland en de Algemeene Staten zoo hoog , dat ieder dag eene fcheuring der Unie dreigde. Inteke Nog zwarer flag fcheen aan het verdedinin? te gingswezen toegebragt te zullen worden, dal'L WJ]n ,de RidderrchaP bij Holland op de behoeve atdanklng van het Corps van salm aanvan het drong. Dan de meerderheid Hemde voorde Corps van aanhouding, toen Amfteldam voordroeg dat denRhyn eenige Ingezetenen dier Stad , gehoord Taim hebbende van de bekrompenheid der Geldmiddelen, als eene reden voor die afdanking, , deeze aangeboden hadden, om dat Corps te betalen, voor vier Ileerenmaanden, waartoe zij reeds bij intekeningeene fom van f 160,000 gelen S" Gls' in £ereedheid hadden. — Om het ververtier- zwakt Cordon te verlterken , werd ook, kingvan ondanks de tegenkantingen van H. H. M , hetCor- in de Generaliteitslanden met zeer goed don. gevolg eene werving gedaan. Had men reeds 111 Herfstmaand des voorleden jaars alle gewapende Schutterijen en gewettigde Genootfchappen, die de befcherming der vrijheid ten doel hadden, in bijzondere befcherming genomen, thands werd dit ook tot foortgelijke Genootfchappen ten platten lande uitgeftrekt. Niet weinig vuurde dit den ijver aan: terwijl die befcherming ontzegd werd aan zodanigen, wier aankleving aan den Stadhouder bekend Aantlel- was- ■«— Gelijk deze maatregelen dienden fing van de ter verfterking der krijgsmagt, was ook Pïofmuaie het voorftel van Amfteldam, in den aanvang van  VAD ERLANDSCHE HIST. VERK. 551 van Zomermaand gedaan, en fpoedig vi! afd.'' in een belluic veranderd, zeer gefchikt, -- - . om haar met orde en nadruk te doen l7°7werken. Overeenkomftig met hetzelve,commisfie werd eene commisfie van vijf leden be-|?Jfihet noemd, vervolgens de commisfie tot het ^ " ' defenfie • wezen betiteld, welkers werkzaamheden waren alles te regelen, wat de verdediging van deze Provincie en de Stad Utrecht betrof, en die daar toe met de uitgeftrektfte volmagt bekleed werd. De plaats van haar verblijf was Woerden; en de leden die tot dezelve verkoren werden, d. j. canter camerling, f. g. blok, j. de wit, m. van toulon , en c van foreest. Te Woerden aangekomen, werd zij met alle krijgseer ontvangen, en had tot eene wagt het gewapend corps der Leijdfche Studenten. Wel rasch was deze commisfie werk- Werk. zaam, om den ijver der getrouwen te be-zaamhemoedigen. Zij bepaalde, dat alle de Of-d-n van ficieren voor een jaar dubbel traftement^1^ zouden genieten, en alle gemeenen bo- het defe„. ven de 12. ft., ,hun reeds in den voorle-fle.Wi;zea den jare toegeft\ian, nog eene verhoging van 10. ft. 's weeks. Ten gelijken tijde droeg zij zorg, om het verloop van het cordon te beletten, door de krachtdadigfte middelen, die daar toe gefchikt waren; fchoon zij in veele haarcr werkzaamheden niet weinig gedwarsboomd werd: daar de achterdochtige vrees voor het te uitgeftrekt gezag van eene uitvoerende magt haare pogingen verlamde, gelukte het haar toch, om de grenzen van Holland M m 4 aan  5S2 VERVOLG op WAGENAAR'S V?~ AFp aan de" kant van Gelderland'beter te voor|7g_ zien. Ook ftelde zij den Generaal van ■ £YuSi5EL tot commandant van Naarden, den Rhijngraaf Van salm tot Opperbevelhebber over alle de troepen; tot tweeden Comman • oant den Majoor vanderborch en totkwartiermeefter Generaal den Majoor van helpEr^aann'/r°P haar v°ord"ragt werden doorH. E. Gr. M. aan de in dienst van Holland verminkte burgers , en aan de weduwen der gefneuvelden geëvenredigde fchaever^oedingen toegezegd. Zij beloofde aan lederen overloper, die in dienst der Staten oyerging, zes ducaten, hetzelfde ook aan ieder vreemdeling, die zich aanbood, en gat den Collonel van sterrenbach last , om een corps, beftaande uit een Regiment voetvolk , eenige Dragonders en Artilleristen opterichten. Bij alle deze ichikkingen, verzuimde zij ook niet op de verdediging te water bedacht te zijn. Zoo op de rivieren als op de Zuider-zee werden gewapende Uitleggers geplaatst, ten einde het Gewest van dien kant tegen a len overval uit Gelderland te dekken , als ook het vervoer van Oorlogsbehoeften naar den vijand te beletten. Hier in handelde zij gemeenfchaplijk met eene Stedelijke commisfie te Amfteldam, tot verdediging dier Stad aangefteld. Dan hier ftond Z. H. als Admiraal Generaal in gemengd te worden, daar zommige Gewesten over het aanhouden of opbrengen hunner Vaartuigen verftoord, eenige fchepen van Oorlog, op de Zuider-zee wilden laten prengen, om deze weder veilig te maken \ waa^  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 553 .waar tegen Holland het befluit nam, om VII-afd. zijne Admiraliteiten te gelasten geen oorlogfchip te gebruiken dan ter befcherming * f* van den handel buiten 's lands; zullende die Bevelhebbers, die ftrijdig hiermede, aan de bevelen van Z. H. of H. H. M. gehoorzaamden, geene betaaling meer genieten. Dus tegen allen overval van buiten gedekt, Hat vüepoogde de patriottifche partij zich ook van gend Leger binnen te verfterken. Op een voorftel van wNZu^[^ Delft, op eene Provintiale vergadering van Gewapende lighamen in Leyden gehouden , werd een burgerleger opgericht , geheel uit gewapende Burgers, zoo te paard als te voet beftaande, en voorzien van alles wat tot een Veldleger vereifcht werd , waar over de Commandant van het Delfsch Wapengenootfchap a. c. mappa bevel voerde. Het werd beftemd om oproer en muiterij te beteugelen en te ftraffen, en om tevens tot een oeffenfchool voor den gewapenden Burger te dienen. Even zodanig een leger , gewoonlijk het vliegend Legertje genoemd , uit hoofde , dat het zich overal moest bevinden, waar de nood zulks vereischtc, werd ook in Noord-Holland opgericht. Intusfchen dat Holland'zich zelve op deze V. r-aar' wijze verzekerde en het bedreigde Utrecht die'Dg van hielp verdedigen, was het boven alles^°Iva<-^rL'C" werkzaam, om, en aan de tegrooten hveen Sud_ vloed eenes Stadhouders, en aan de nogh'.ud.r, gevaarlijker dwinglandij van veelen of wei- Capi'.ein nigen, Aristocratie of Oligarchie genoemd,en Adnsipalen te ftellen, en aan het Volk een verMm 5 fchul-  554 VERVOLG op WAGENAAR'S VII. afd fchuldigden invloed op zaken van beftuur 1787. te verfcb-affen. In Wijnmaand des voorir«l Jeno F? JaaJrS had Amfteldam reeds een voorna! van J5el gedaan, tot het benoemen eener perHolland. foneele Commisfie, om de paaien van de uitvoerende magt van den Stadhouder, den Kapitein en den Admiraal Generaal te onderzoeken , en voor deze waardigheden inftrucTrien te beramen. Haarlem bond dit in dit jaar nog nader aan, en vereenigde hier mede een ander nopens de palen van den volksinvloed in zaken van Beftuur, waar toe het mede eene Commisfie benoemd wilde hebben , ten einde te onderzoeken, welk een invloed aan het Volk in eene Volksregering; bij vertegenwoordiging, toekomt. Het eerfte voorftel vond geen tegenftand: reeds den 15** van Sprokkelmaand werden twaalf leden benevens drie Ministers benoemd tot dezen gewigtigen arbeid. Hoe zeer de volgende omftandigheden het vruchtgebruik van hun arbeid vernietigden, nogthands gelukte het hun aan hunne beftemming te beandwoorden, en de Inftrueïie voor den Stadhouder, den Kapitein - en Admiraal Generaal van Holland gereed te hebben, eer zij gewelddadig ontbonden werden, welke lastbrieven zodanig ingericht waren , dat de herftelde Stadhouder dezelven in handen krijgende, betuigde, niet ge-' dacht te hebben, dat men het zoo redelijk met hem zou maken. Het voor. Het ander voorftel over de bepaaling ftel over Van den volksinvloed ondervond echter öe ,n" dien fpoed niet, noch in de benoeming . • der  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 555 der commisfie daartoe, noch in de voort- V" zetting des werks.. Hevig waren de ge- g fchillen over de benoeming, daar zorami. ge Steden agt Perzonen , en de Ridder- Vo]ks op fchap en andere Steden een getal van 19., hetBeftuur,en geheel anderen voordroegen. Verdere en invoe. gefchillen over de wettigheid der benoe- ring van het ming maakten zommigen, die reeds be-Re£ring. noemd waren, huiverig, om de commis- .nBHaafm fie te aanvaarden: vijf verkorenen bedank-km> ten. Deze tegenwerking bewoog Haarlem om , hangende de uitkomst van het voordel , in den engeren kring der Stad, dit gewigtig onderwerp af te doen, en den invloed des Volks op het Stedelijk beftuur te regelen. Hier toe werd daadlijk eene commisfie uit de Vroedfchap en eene uit de Burgerij, zoo gewapende als ongewapende, benoemd: uit wier vereenigden arbeid een Regerings - Reglement werd geboren , dat, na onderzoek, de algemeene goedkeuring weg droeg, en door de Staten van Holland geaggreëerd zijnde, den 5den van Herfstmaand op de plegtigfte wijze werd ingevoerd, en tevens door den Raad en de Burgerij beëdigd; gefchiedende deze plegtigheid op de grote markt in een prachtigen Tempel , tot dit einde vervaardigd. De fnelle voortgang der volkszaak te Gebeurd. Haarlem was eigenlijk zijn oorfprong ver-tenfofen fchuldigd aan de gebeurdtenisfen van Heus-^ lieus\ den, die het eerst de aanleiding tot het ' voorftel over den volksinvloed gegeven hadden. In het begin dezes jaars, den 6. van Louwmaand, was aldaar de Magiftraat door  S5« VERVOLG op WAGENAAR'S VILafd- doe* de gemagtigden des Volks uit den *78?. Mik Z 1?8Ï a§^d ontflagen, e« daad/ /' Jijk een ander Beftuur aangefteld , „a dat ten zelfden dage het nieuwe Regerings. reglement ingevoerd en door _de Burgerij haare Gemagtigden en den nieuw ver' koren Raad beëdigd was. Het gevolg - dezer verandering was, dat deze Stad haar oud_regt weder inriep, om zitting en ftem in de Vergadering van H. E. Gr. r? hebben- -Zeer verlegen was men met dezen eisch , daar men de gevol-en der vergunning, ten aanzien fvan andere kieme Steden, duidelijk inzag. Welverre dan, van aan dien eisch gehoor te geven , - tZTn dCA StateV °m alles in die Stad weder op den ouden voet te herftellen en ai het verrichte ten aanzien der Regering verandering te vernietigen. Zelfs belCt men tot meerderen aandrang, eene commisfie derwaards te zenden. De Hemdenaars befchouwden dezen ftap als eene daad van geweld en riepen de andere Gewesten ter hulp. In weerwil hiervan, verlcheen de commisfie aldaar, den 2o«en van Lentemaand vernietigde al het verrichte en herftelde de oude Regering. Het aan- ur , ZOïLOXn ZU"'"S werd kepende gehouden. Woerden _ Het voorbeeld van Hemden moedigde kei„ensTemet a leen W#r** aa» »t een gefijk £ «c??n;oek» ma" Poogden ook andere kleine ten Zitt;Dg ^«len en het platte land invloed op in de Ver- « Jands regering te verkrijgen. Het is Sn Hn% 51Cr°m dat eenige inSeze*nen van AmftelvanH. E. dam eene premie van ƒ 1000 uitloofden voor den ïnleveraar van het beste plan no-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 557 nopens de gevoeglijkfte wijze, waarop de VIL afd. kleine fteden en het platte land ter Staats- „ vergadering zouden kunnen gereprefenteerd ' '" &j Gr. m. te worden. verkrijgen De woelingen in de Hofplaats, door de ' * Voorftanders van Z. H. aangericht, bleven In .J cJ.*n. onophoudelijk voortduren, zelfs met ver- venj}„ge, achting van alle bevelen van den Souverain. Ook telde men aldaar twee Oranje Sociëteiten, die grooten toeloop hadden. Haarlem en Dordrecht drongen derhalven ten fterkften , om een gedeelte van het Corps van Salm tot krijgsbezetting in 's Hage te leggen , verklarende anders geene afgevaardigden te zullen zenden. Het befluit hierop marrende, bleven deze beide Steden , als ook de afgevaardigden van Amfteldam, den Penfionaris van berckel uitgezonderd , van de Vergadering afwezig. Zelfs de Franfche Ambasfadeur had reeds verklaard niet gaarne in eene onveilige relidentieplaats te verblijven. Dit had ten gevolge dat de bezetting met eenige manfchappen van van pabst en byi»andt verfterkt werd en in den bijzonderen eed van Holland genomen. Te meerdere reden tot deze voorzorg HetVaangaf eene gebeurdtenis , die ten bewijze (jel der ftrekt van de verregaande losbandigheid Lijfgardes van die dagen. Op het Vaandel van hetvandeStaRegiment Lijfgardes te voet van Holland, ^-J™ waar onder de wacht op den 1811-11 van fCrtandelijk Sprokkelmaand was opgetrokken , vond befchilmen een galg verbeeld , van welke een derd. ftreep liep tot aan den kop van den Leeuw, een ftrop verbeeldende. De Vaandrig van der  558 VERVOLG op WAGENAAR'S vi1' a™' der hoop , deswegens verdacht , nam de 1787 vlucht-> en> °P de indaging niet verfchenen zijnde, werd hij voor altijd een lande uitgebannen. Gebeurd- Rotterdam , waar de geest van oproetenisfen terigheid tot hier toe zoo veele onlusten Rotterdamgefticht had, onderging thands lotgevallen van een anderen aard. Op het voetfpoor van veele andere fteden, was hier ook een collegie van Burgergemagtigden aangefteld en eene Vaderlandfche Sociëteit opgericht. De voorftanders van den Stadhouder volgden dit voorbeeld, en vormden ook eene cpregte Vaderlandfche Sociëteit, benevens geconftitüeerden. Daar men de wortel van de heerfchende orde van zaken in de gefteldheid der Regering meende te vinden, wilden de Patriotten een oud privilegie inroepen, waar bij de Vroedfchap niet uit «14 maar uit 40 leden beftaan moest, ten einde langs dien weg de meerderheid voor hunne partij te winnen. Daar hunne vertogen en aanzoeken daar toe bij de Staten van Holland zodanig wederftreefd werden , dat de zaak hangende bleef, zochten zij een korter weg. Den 23fte!* van Grasmaand, zag men den Heer a. h. kreet aan het hoofd van eene Commisfie uit den krijgsraad en van de geconftitüeerden, benevens een groot aantal leden der Vaderlandfche Sociëteit, op het Raadhuis verfchijnen en daar, uit naam van den krijgsraad en een aanzienlijk gedeelte der Burgerij, de ontzetting eifchen van zeven leden uit de Vroedfchap, met aandrang, om derzelver opengevallen posten daadlijk te ver-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 55* vervullen, en dan de afgevaardigden der VII.afd. Stad uit 'sHage te herroepen en anderen ~ o_ in derzelver plaats te ftellen. Na vrij wat ' ' * tegenftribbeling, werd echter aan alle die eifchen voldaan. En nu was 'er eene dubbele afvaardiging van Rotterdam m de Vergadering van H. E. Gr. M., die beiden even zeer de wettigheid hunner zending beweerden. Dan het leed niet lang, of de verklaring, van deze zaak voor zuiver huishoudelijk te houden , door de Staten van Holland gedaan, befiifchte het gefchil ten voordeele der patriotten. Het gebeurde te Delft had eene zeer TeDelft. nauwe overeenkomst met dat van Rotterdam. Ook aldaar was de geest van de meerderheid der Regering tegen het herftellingswerk zeer gekant, waarom die Stad in de Vergadering van Holland ook meest met de Ridderfchap ftemde. Niet alleen bevonden zich aldaar twee Sociëteiten, der verfchillende partijen toegedaan, maar ook twee Wapengenootfchappen van onderfcheiden denkwijze. De Gemagtigden van het Patriotsch gedeelte der Burgerij zagen ook in de verandering der Regering het eenig hulpmiddel, om deze Stad voor haare partij te winnen Toevallig was de nabijheid van he: Burger - of Vliegend Legertje, dat onder de rook der Stad gecampeerdlag, zeer gunftig voor hunne wenfchen. Den aiften van Oogstmaand werden, na dat men alle voorzorgen had gedragen, zoo om de rust te bewaren , als om allen tegenftand voor te komen, door degemeenfchap uit de Stad met het Vliegend Legertje opentehou- den,  $6o VERVOLG op WAGENAAR'S W^fd. den, door de Geconftitüeerden uit deBurge8 rij elf Vroedfchapsleden van hunne poster* ontzet en dezen daadlijk door de aanftelling van anderen vervangen, Alles gefchiedde zonder de minfte opfchudding. -~ Deze W«k- gebeurdtenis ons met het Vliegend legertie luobe. eenigzins bekend gemaakt hebbende, moehetVr. en,w;i. hle£ bll ^g melden, dat deszelfs gendU- oedoeüng fcheen, om, van de eene plaats ger. naar de andere trekkende, ook op meerdere plaatzen de ontzetting van regeringsleden in de Steden te onderfteunen, en de aanhangers van Z. H. ten platten lande te ontwapenen, welk laatfte niet altijd zonder ongeregeldheden toeging. Dus trok het van JJetjt naar Vlaar dingen, en vervolgens naar Mamjluis, waar daadlijk op deszelfs komst aJies van gelaat veranderde. De Briel, waar de klem der Regeering in de handen derStadhoudersgezinden was, en men, in weerwil van alle afkondigingen der Staten , voortging, met de openlijkfte blij. ken van zijne verkleefdheid aan den Stadhouder te geven , ftelde zich in ftaat van tegenweer tegen deszelfs komst. De bruggen werden opgehaald, de poorten gefloten, het Gefchut op de wallen geplant en de posten door de Burgerij en krijgsbezetting bewaakt. Dit vernemende, waag- 1 de men het niet de Stad te bezoeken. Gewei- De omtrek van Dordrecht leverde thands digoproer de verfchriklijkfte tooneelen van eigenlijk lyerLd SezeSde\Burgerkrijg. In Oud Beyerland ^ was het Wapengenootfchap door Oranjegezinden ontwapend , niet zonder mishandeling en gewelddadigheden, gevolgd van plun-  VAD ER LAND SC HE HIST. VERK. 561 plunderingen, terwijl de Oranjevlaggen op VH.afs, de torens pronkten. Vrijwillig bood zich g eenige gewapende manfchap aan het De- ' fenfiewezen te Dordrecht aan , om uittetrekken ter ftuiting dezer oproerigheden. Dit vergund zijnde, naderden zij den volgenden morgen het gemelde Dorp, waar zij daadlijk door eenige met Oranje verfierde boeren, doch zonder fchietgeweer* aangevallen werden. Dezen overmeesterden zij rasch; doch welhaast brandde men van alle kanten met klein Geweer van het Dorp en uit de Huizen op hun los; waarop zij terftond het Kanon op de oproerige menigte lieten fpelen, het welk door het klein Geweer onderfteund werd. Dit bragt haar ijlings tot wijken, met achterlating van eenige dooden. In de Oranje Sociëteit van dat Dorp vond men een groot aantal geweeren en krijgsvoorraad. Ruim dertig werden gevangen genomen. Meerdere uittochten deeden die zelfden ter ontwapening van de Oranje gezinde boeren in de Dorpen van dien omtrek. Eer wij Amfteldam bezoeken , dat ons onlusten uit hoofde van het gewigt en de menigte en Regeder gebeurdtenisfen het langst zal doen rings-yervertoeven , zullen wij alleen wegens Noord- ""gj* Holland het gebeurde te Hoorn optekenen. De meeste Steden van dat Gewest hadden tot hier toe meestal ftrijdig met Zuid-Holland geftemd; Hoorn inzonderheid was geheel op de zijde des Stadhouders. Een kleen toeval bragt daar de belangrijkfte veranderingenvoort. Het dragen van een zwarte Cocar* de door den knegt van het Patriotsch Ge* II. deel. Nn noor^  5Ö2 VERVOLG op WAGENAAR'S VILj^fd. nootfchap gaf in het begin van Lentemaand g aanleiding tot gewelddadigheden aan zijne * /# woning,om welke te keeren hij het waagde onder de menigte te fchieten, terwijl een oproermaker in verzekering werd genomen. Dit veroorzaakte den volgenden dag het verzoek bij de Regering tot vernietiging van het Genootfchap, tot uitbanning van dienknecht en vrijlating van een in het oproer gevangenen. Daadlijk werden dezen verzoeken ingewilligd, en werd het overig deel van den dag in ongeregeldheden van dien aard, als men bij zodanige gelegenheden gewoon was, doorgebragt. Veele aanzienlijken, verlieten de Stad, en boven alles, de Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier zich aldaar niet veilig oordelende, verlegden de Vergadering naar Alkmaar. De Staten van Holland van dit alles verflag krijgende befloten eene fterke krijgsbezetting derwaards te zenden, en tevens het onderzoek dezer zaak aan de Gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier aantebevelen. De Regering fpande wel alle middelen in; om dit voortekomen, door herhaalde betuigingen , dat alles zich in de volmaaktfte rust bevond, zelfs fchreefzij rondgaande-brieven aan de Steden, om in deze zaak gunftig te ftemmen , haar geval met dat van Hattem en Elburg gelijk flcllende, en dringende -om haare zaak door het Hof te doen beoordeelen en niet door de Gecommitteerde Raden, die zij als gedelegeerde Regters befchouwde; — dan dit was vruchteloos. Den 23^ van Lentemaand deeden Gecommitteerde Raden, begeleid door de krijgsbezetting, als het ware, eene zege- vie-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 563 vierende intrede in Hoorn , waar bij zich vrr.AFr»; ook de gevluchte Patriotten voegden. Daad- ""^T * lijk veranderde alles van gelaat; de belha- lt°7' mels van het oproer werden in verzekering genomen ; het banvonnis tegen den Genootfehaps knecht herroepen ; de Schutterij en het niet gewettigd Genootfchap ontwapend ; het Vrijcorps hcrlield. In Herfstmaand werden ook aldaar Geconftitüeerden benoemd , en een weinig tijds daarna door dezelven, onder de onderfteuning van het nabijgelegen Noord-Hollandsen vliegend Legertje, negen Leden van de Vroedfchap van hunne posten vervallen verklaard en anderen in derzelver plaats geftcld, waarop onmiddellijk eene nieuwe afvaardiging naar de Vergadering der'Staten volgde , om eene geheele andere ftem in dezelve uittebrengen. Het laatfte lot trof ook Medenblik, waar mede op dezelfde wijze , onder de begunftiging van het BurgerLeger, de Regering door Geconftitüeerden veranderd werd. Amfteldam vereenigde dezer dagen ge- Gebeurdnoegzaam alles in zich het geen wij tottenisfente hiertoe in andere plaatzen flechts ftuks--fw^'" Wijze gezien hebben, en gaf als het ware am" den toon in Holland , fchoon het eerde voorbeeld, of het oorfpronglijkc in Utrecht gezocht moet worden. De eerfte geruchtmakende ftap, dien men aldaar zag gebeuren , was de aandrang van den Krijgsraad bij de Vroedfchap , in het begin van Sprokkelmaand om de afgevaardigden der Stad ter Staatsvergadering nopens zekere punten overcenkomftig het verlangen der Burgerij te doen ft.emm.en. De BurgeNn a mees-  554 VERVOLG op WAGENAAR'S VII. afd. meester hooft, openlijk zich den voorftanj o der dezer zaak verklarende, verworf des' wegen bij zeker gedeelte der Burgerij veel toejuiching. Hij was ook de fterkfte fteun van alle zodanige pogingen; want zijne overige Ambtgenoten, dagten in dezen niet met hem gelijk. Schoon niet zonder hevigen tegenftand , werd aan de aanzoeken desKrijgsraads gehoor gegeven; en van daar ook zoo veele ftoutmoedige voorftellen in de Vergadering van Holland, als waarvan wij boven reeds gewaagden. Door dit goed gevolg bemoedigd, werd men ook aldaar bedacht om een Collegie van Burgergemagtigden opterichten , die, nu mee den krijgsraad en het Wapengenootfchap eene gemeene Zaak maakten. Op h^et voetfpoor vznÜtrecht, want in Holland was ten dien tijde zoo iets nog niet gebeurd, waagde men den ioden van Grasmaand, en volgende dagen , den ftap om verandering in de Regering te bewerken. Op een verfpreid gerucht wegens een geheim ontwerp, om den Stadhouder in alle zijne waardigheden te herftellen , werd de ijver gaande , om dien ilag voor te komen. Onder de gewoone voorzorgen voor de rust der Stad begaf eene commisfie uit den Krijgsraad, door eene ontelbare menigte gevolgd, zich naar het Raadhuis en eischte bij een aan Burgemeesteren overgeleverd vertoog, de weering van 9 Leden uit den Raad. Het ftuk, fchoon niet getekend, werd niettemin als in naam van de Schutterij aangenomen, die, voorzoo ver zij tegenwoordig was. het perfoonlijk bekrachtigde. Aan dien eisch werd zonder tegenftreving, die nutlooa ge-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 5Ö5 geweest zou zijn , voldaan. De openge- Vil afd. vallen plaatzen werden fpoedig , volgens ~~ een door den Krijgsraad en Geconftitueer- / '* den overgeleverd dubbel, door anderen vervuld. Op deze omzetting van eenige Vroedfchapsleden, volgde welhaast die van de Burgemeesters dedel en beels, die bet in alle deze zaaken juist niet met hooft eens waren: de vierde Burgemeester cliffort was door ziekte altijd afwezig. De Vroedfchap ftelde ook hier andere perfoonen aan uit een overgeleverd dubbeltal. Eindelijk kreeg de Hoofd-Officier zijne beurt, die mede van zijn post ontzet en door een ander opgevolgd werd. Intusfchen bleven de voorftanders van Z. H. mede niet werkloos. Meer dan eene Sociëteit werd 'er opgericht, uit wier boezem eene menigte adresfen voortvloeide tegen de pogingen der anders denkenden gericht, en de fterkfte afkeuring hunner ftappen inhoudende. Een van deze verzoekfehriften gericht aan de Staten van Holland en tot herftelling en wederinroeping van Z.H., als ook tot wederbrenging van al het verrichte in de Stad op den voorigen voet , ftrekkende , gaf aanleiding tot een oproer, waarvan nog geen voorbeeld in de Republiek was gevonden. ■ De onlusten namen haar oorfprong uit een . Wijnhuis, waar'de voorbijgangers of mishandeld, of ter tekening gedwongen werden, en eindigden aldaar, met eene geheele uitplundering van het huis. Met deze wraak niet vergenoegd, begaf de hollende menigte zich 'naar andere Woningen van bekende voorftanders van Z. H., om in derzelver plundering haare woede te koelen. Nd 3 Ook  566 VERVOLG op WAGENAAR'S VIL AFU' Ook die lot trof de Huizen van de Burgemees1787. ters rendorp en beels. Anderen werden nog tijdig door de hulp der Schutterij beveiligd. Omtrend gelijktijdig ondergingen eenige Patriotten op Kattenburg hetzelfde lot door 0ranjegezinden. En om in dit ftrafwaardig bedrijf niet verhinderd te worden, haalden zij de Brug aan 't Kattenburgerplein op, waardoor zij ongenaakbaar waren. Op het zien naderen van eenige Schutters haalden zij eenige ftukken Gefchut uit'sLands Magazijn en plantten die bij de Brug. Daartegen werden uit Stads Arfenaal eenige ftukken door de Schutterij aangevoerd. En nu brandden Burgers tegen Burgers in het holst van den nacht ,uit Gefchut en klein Geweer op eikanderen 'los, het geen fommigen met den dood moesten bekopen. Eindelijk, het plengen van Burgerbloed, zoo veel mogelijk , willende voorkomen, was men bedacht, om zich van de Brug, het koste wat het wilde, meester te maken. Daartoe werd een Vlotfchuit met zes ftukken gewapend, en tot eene drijvende Batterij vervaardigd. Met deze gelukte het onder de Brug te komen. Een Matroos had de ftoutheid, om uit het vlot bij de brug opteklimmen, de touwen los te maken en dus de wip te doen vallen. Het anderdeel der Brug toen mede latende zakken, trok de Schutterij , onder een hevig fchieten van wederzijde 'er over , dreef de oproerige menigte op de vlucht, en nam eenige gevangen, waarna een even losbandige hoop de fchandelijkfte plunderingen aan zommige Huizen van Oranje gezinden op het eiland verrichte. Ook andere oorden der Stad on-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. S6r ondergingen ten dien zelfden dag een geiThft, zoo dat het getal der geplunderde Huizen 43 beliep , waaronder 8 van Pa- / /' tnotten en de overigen van Stadhoudersgezinden. Weinige dagen na dit gebeurde ondergingen eenigen het welverdiend loon, wordende één, uit de Waag, en een ander gefneuvelde aamde beenen opgehangen, en f werden ftreng gegeesfeld en in t Werkhuis gebannen. . n r Even gelijk andere Steden was Amjtel- Wa3rdgel. dam iiverig, om het benauwde Utrecht terd;rsM„ £p koinen. 'Dan zijne Schutterij tot^ ei-en veiligheid te zeer behoevende, vreesde gezonden, tnen haar door" bezendingen uit dezelve te veel te verzwakken. Men richtte dan in zomermaand eene werving van Waardgelder aan, wier getal tot 600 bepaald was, die allen voorStadsrekeninggeldeed,gewapendenmet ƒ,. • - 'S weeks bezoldigd werden. Ieder, die aan de gevorderde vereischten beantwoordde, werd aangenomen, uitgezonderd dienstdoende Schutters en weggelopen Soldaten Groot was de toeloop tot dezelve: W één dag had men reeds een Compagnie vol- ^Oy'erysfel, door de nauwe betrekking van Gebeurd. eenheid in doel en werking met Utrecht tmiifen in en Holland verenigd, volgt, in den loopO^f. des verbaals .' natuurlijk op het laatst_ genoemde Gewest. Deszelfs gefchiedenis van het voorig jaar bragt ons- tot het aibreken der onderhandelingen tusfchen de gemagtigden van Z. H. en die van de Staten, ter wegruiming der verfchiüen. Na de verijdeling dezer hoop op vereemging,  563 VERVOLG op WAGENAAR'S JAL*». gingen de Staten van dat Gewest, wier 1787. ™«derfaeid zich thands voor de zijde der Patriotten verklaard had, op hun weg ft out' Pu nDbUKengeWOonen La"ddag te Kampen het Provintiaal Regerings Redement in deze gewigtige punten veranderd, m zoo ver het betrekking had 0p de goedkeuring der keuren van kleine Steden en de begeving der Provintiale Ampten en Commisfien In gevolge de laatste bepalingen, werden de Staatscommisfien door de Staten zeiven begeven , en de Afgevaardigden ter Algemeene' Staatsvergadering terug, en zelfs ter verandwoording geroepen en hunne plaatzen door and"! ren vervuld die aan den ftrengsten last- tirhef^^T^6"' °m -ereenkomstig het gevoelen hunner zenders te raden en te ftemmen. Daar zij het gebruik van fterk^ *! bUrgerIiJke gefchilïe" zoo fterk afkeurden, en deswegens reeds aan Z. H. gefchreven hadden, riepen zii den Generaal Majoor van der'hoop, die fchoon in hunne foldij ftaande, in diens der Staten van Utrecht, te Amersfoort^ gaderd, was overgegaan, vóór den Iad«, van Zomermaand ter verandwoording. Ook ftelden z,j vast, om willem V. als* Capt tem Generaal tegen- dien zelfden dag op te roepen ter verandwoording van zijne fchenmsvan de uitdruklijke orders, dié'zK aan hem gegeven hadden. Beducht voor beTnLT 1 aanSrenze"d Gelderland, oenoemde men, even als in Holland, eem Provinciale commisfie tot het defenfie-  VADERL ANDSCHE HIST. VERK. 5«P wezen: de gewapende vrijwilligers van dat VlI.a'6. Gewesc werden in dienst en Soldij geno- g men, ter verdediging van het Gewest. Ge- < •' fchut en krijgsbehoeften werden uit de Hollandfche Magazijnen, bij vergunning van de Gecommitteerde Raden, geleend, als ook gebruik gemaakt van den krijgsvoorraad, in de Ommerfchans voor handen. De gehele Burgerkrijgsmagt werd verdeeld in drie Brigades, en werden alle dezelven gefteld onder het Opperbevel van den Ridder de ternant. Zelfs kwam men, fchoon te laat om hier van gebruik te maken , op het denkbeeld, om een burgerleger opterichten. De Wapen-genootfchappen in Drenthe, die allen zich volvaardig getoond hadden, om zich met de Overysfel/ehe gewapende Burgermagt te vereenigen, wer-^ den in befcherming genomen. Intusfchen ondervond men in Hasfelt een gevaarlijken tegenftand. Deze Stad, geheel aan de zijde des Stadhouders, poogde zich tegen de pogingen der Patriotten in ftaat van tegenweer te ftellen, zoo door aanzoek tot vermeerdering der bezetting, als het aannemen van Waardgelders. Doch werden de maatregelen dier Regering even fpoedig verijdeld, als. zij ontdekt waren geworden. Deventer , in het midden der hevigfte HetStewoelingen verlaten hebbende, leverde indelijkRe. dit jaar niets op, dan de treurigste toonee- f{l^m len van Burgertwisten, die de invoering (f ^jmB, van het nieuw Regerings-reglement ge- teu heel tegenhielden. De gelijk - flelling van . leden van het Roomfche en doopsgezinde Kerkgenootfchap met die Nn 5 ' van  S?o VERVOLG op WAGENAAR'S van het Gereformeerde, in alle regten en 1787. voordeden als Burgers, was een doorn in het oog der Gilden en van andere Burgeren. Dezen nieuwe Gecommitteerden benoemd hebbende, weigerde de gezworen Gemeente dezelven te erkennen, en befloot de Raad den i5den Van Louwmaand de laatfte hand aan het Regerings - reglement te leggen. Ten dien dage nieuwe pogingen door de Gecommitteerden, tot erkentenis van de wettigheid hunner aanilelling bij den Raad aangewend wordende, wilde deze alvorens van de acle der qualificatie zich meester maken , en daar men voorzag, dat dit niet gemaklijk zou toegaan, werd het vrijcorps in de wapenen gebragt. Dit, met één Veldftuk optrekkende, toog op last der Regering naar het Gildehuis om die acle opteëifchen, en, op de weigering hier van, bleef het voor het zelve post houden. Deze maatregelen waaren echter van weinig vrucht, om den tegenftand te verwinnen. In tegendeel leverden de nieuwe Gecommitteerden den volgenden dag een verzoekfchrift in , ibrekkende, tot ftaking van alle pogingen tot verandering in Stedelijke en Provincie Regerings-reglementen, en drongen zij nogmaals op de erkentenis hunner aanftelling: terwijl zij zeiven de oude Gecommitteerden een infinuatie t' huis zonden, waar bij zij van hunne posten vervallen verklaard werden. Eenige Regeringsleden, dier hardnekkige tegenftreving moede, waren reeds gezind hunne ambten nederceleggenendeStad te verlaten; doch deze  VADERLANDSCIIE HIST. VERK. 571 ze'ontvingen zulke overtuigende blijken van VHde goedkeuring der anders denkende bur- g gers, dat zij daar door bemoedigd werden, 1 (' om met Heviger hand hun gezag te handhaven. Het bovengemeld verzoekfchrift werd dan als alle raadpleging onwaardig verworpen . de aanftelling der nieuwe Gecommitteerden vernietigd , en de magt der Gilden alleen tot Gildezaakcn beperkt. Intusfchen was het Reglement nog niet ingevoerd, en echter de tijd der Magistraats beftelling daar. Dit bewoog de gezworen Gemeente, om, zonder eenige aanbevelingen van den Stadhouder, zelve ten beftemden dage de rcgeringsbeftelling te doen; terwijl volgende omftandigheden de invoering van het Reglement geheel onmogelijk maakten. Ook van een anderen kant ondervond Onlusten Deventer, zelfs bloedige onlusten. Eenig'" Dae» gefchil ontdaan zijnde in een Burger-Socie-'"' , teitshuis , bekend als eene verzamelplaats van Oranjegezinden, tusfchen leden van die Bijeenkomsc en Zwolfche Vrijwilligers, was dit van zodanig gevolg, dat beide partijen op eikanderen vuurden en van de eerften 5 fneuvelden, terwijl de laatften ook eenige gekwetften bekwamen. Het fluiten en vernietigen dier Sociëteit, en het in hechtenis nemen van eenige oproermakers waren de gevolgen dezer gebcurdtcnis. Men bevond dat derzelver Leden een getal van c0o bedroegen. Tot meerdere verzekering, werd ook de Schutterij ontwapend en van allen , die weder in dienst gefteld wilden worden, de verklaaring afgevorderd, van tegen  57» VERVOLG op WAGENAAR'S W Aq.. gen alle-wederinvoering van den Stadhou1787. Eerlijken invloed zich te zullen verzetten. Kuim 400 Man bleven ontwapend. Dan werd het getal der Gewapende Manfchap-' pen daar door gering, hulp uit Zwol vergoedde dit gebrek; terwijl men van buiten zich poogde te dekken tegen allen inval uit Gelderland zoo door Ponten in flede van den Schipbrug op den Tsfel te gebruiken, als door verfchanfingen aan de landzijde op te werpen. dSe~' 0n\trend denzelfden tijd, dat men in Si*?- £T ""-een NieuwRege»ngs-Reglement Reglementtracntte meevoeren, was men ook daar toe te Zwol. ■ werkzaam te Zwol. De Gecommitteerden tot het ontwerpen van het zelve booden te midden van Louwmaand vier en twintig punten ter goedkeuring aan, die ten grondlage van het zelve zouden ftrekken. Meer dan 1800 Burgers vereenigden zich bij ondertekening met dezelven. Bij de Regegenngs-verandering, die kort daarop inviel; werd Raad en Gemeente verbonden, om deze punten ten grondflage van het Reglement te leggen. Welhaast benoemde deze eene Commisfie uit haar midden om zodanig een Reglement te ontwerpen, zonder hiertoe eenigen der voorige Gecommi tteerden of der Burgerij toe te laten, terwijl de Leden elkanderen verplichtten , om alles met de diepite geheimhouding te behandelen. Even weinig als dit gedrag den Patriotten fmaakte, nog minder voldeed hun het Concept toen het aangeboden werd, als waarin veelen der genoemde punten niet te vinden waren, en andere artikels van het zelve met de  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 575 de verklaarde denkwijze der Ingezetenen VILaf^ lijnregt ftreden. Ingevolge hier van ver- gvaardigde de Burgercommisfie een verbeterd Concept-Reglement voor de Stad, doch was bier mede te laat gereed , om 'het genoegen van deszelfs invoering te kunnen ondervinden. . De toeftand van Gelderland in dit staatvau laar, die zich uit het voorverhaalde ligte- Gelder. lijk laat opmaken, leverde een geheel ftrijdig toneel op met het geen wij m Utrecht, Holland, en Overysfèl gezien hebben De meerderheid der Staatsleden van dat Gewest, geheel afkeerig van alle Staats- . hervorming, nam zodanige maatregelen, als aan dezelve het gefchiktst toefchenen, om de nog plaats hebbende Conftitutie te handhaven. Alle Militairen, die ongezind waren om den Provintialen eed aan Holland te doen, vloeijden derwaards-en werden daar befchermd en rijklijk bezoldigd; en om1 den Militairen arm des te meer lievigheid te verkenen, herftelden de Staten de Militaire Jurisdi&ie , die in de andere Gewesten reeds was afgefchaft en nodigden de Bondgenoten tot het formeren van eene algemeene landswet omtrend de Militaire Jurisdictie. Intusfchen ontbrak het ook aldaar niet aan moedige ijveraars voor Staatsherftel, die, ondanks alle fcherpe afkondigingen daartegen, ter hulpe van het benauwde Utrecht gewapend uittrokken, en aldaar een bijzonder ligbaam vormden, bekend onder den-naam van de Ge»derfche Brigade. .  SH VERVOLG op WAGENAAR'S ^^al^T^ del bl>ondere Steden wasi s?s allerakeligst en heerschte in alle derzel- oLL Jer ^ëevfen zoodanig eene in 'c oog Indectf. J°Pende gelijkvormigheid, ten aanzien van ierfib. «jd en wijze die het vermoede! op ™ Steden. vooraf bewerkt plan niet weinig verfterk- omheft T T dC onMn^e moeke ontheft,-om die treurtoneelen in alle bii- ÏÏeKSÏ ^ befch0UWen- donder thancis alle die plaatzen aanterocrcn, waar den 8«™ van Lentemaand op het plegtigst gevierd werd, door zich met Oranje te verleren Vlaggen op de toorens celplanten, S ken te laten luiden en fpelen . en welke feestviering, hier meerf elders minder van veelerleie baldaadigheden fegens per! Wn en huizen vergezeld ging- bepalen 7clL°nS ,3lIeen t0t de verfehriklijke" oproeren, die genoegzaam allen gel jktiidig g het laatst van Zomer-en het begin van Hooijmaand unbarsteden, en veelen het le- ïm óm d\rlerwijJNijmegenwaarfchijn« lijk, om dat het der woede aldaar aan voorwerpen ontbrak, alleen vrij bleef Ihiel Harderwijk de verwoestende uitwerkzelen van dien tuimelgeest. Mee al waren Militairen de aanleU s l\v h ten over het Oranje dragen waren de vooriopers; van woorden kwam het tot daaden, torafzonderlijke fchermutzehng n toe aanranding en zelfverdediging, gS hier door het ftaal , daar doof h« lood beflischt werden ; daarop volgde bet inflaan van glazen en plunderen van huizen 'en  VADERLANDSCHE HIST. V E R IC. 5^5 en vergaderplaatzen van Patriotten , die VH. afq. ook wel eens gewelddadig, doch meestal j-g^ vruchtloos, door onder den hoop te fchie- ' 1 ten, verdedigd werden. Na de bekoeling dezer woede trad, eerst de Regering tusfchen beide en gelastte, ter handhaving der rust, de ontwapening der Burgerijen , en het algemeen dragen van Oranje verfierzels. Onderzoek naar fchuldigcn werd nergens gedaan en nog minder iemand geftraft. Ten blijke , hoe men deswegen dacht ftrekt, dat, te Zutphen, een Ruiter onder het plunderen door een fchoenmaker doodgefchoten zijnde met krijgseer begraventerwijl de verdediger van zijn huis en bezittingen gevonnisd werd tot eene vijf entwintigiaarige gevangenis in het Tuchthuis, en voor zijn geheel leven uit de ftad gebannen. En nu tot Zeeland overgaande zullen Staatsomwij daar de Staatsomwenteling, alleen door.we£t: de ingezetenen van het Gewest, zonder ^?~ftf" eenige hulp van buiten, zien daarftellen; althands indien het tegengaan van alle pogingen tot hervorming van ihgeflopen misbruiken den naam van Staatsomwenteling verdient. Reeds in den aanvang dezes jaars , begön 'dit Plan zich te ontwikkelen, door de inlevering van eendankadres bij de Staten van dat Gewest, welkers tekening op verfchillende plaatzen van de ontzettendfte oproeren vergezeld was geweest, daar veelen ge weldadig daar toe gedwongen waren geworden. Te Goes en Oproer in de omliggende ftreken van ZuUbeve- t^qeesia land , waren ter dier gelegenheid onlus- Zutdèevtten gebeurd, welken alleen te Goes eene plun-  5;5 VERVOLGop WAGENAARS VII. afd. plundering van meer dan 50. huizen, wier 1787. fhade 0p f 300,000 begroot werd, hadlandbV den voo"§ebragc, en die veele ingezetede teki. nen. teru Verging tot de vlucht genoodning van zaakt hadden. — Onlusten wier bedoeeendank- Bng niet onduidelijk was, daar zij, nauwadresaan lijks gebeurd, van eene algemeene AmnesMaien tte gevolgd werden. Dit dank-adres, op zodanige onrustige wijze ter waereld gekomen , behelsde eene verklaring van inftemming in alle de befluiten en maatregelen door het Beftuur, zedert het begin van den Engelfchen oorlog genomen , en inzonderheid met het befluit van den i6den van Wijnmaand des voorgaanden jaars, boven (*) gemeld. Indien men al, volgens de toen zwevende geruchten, den Raadpenfionaris van den spiegel voor den ontwerper van dit vertoog niet moet houden, zeker is het dat het in hem ter Staatsvergadering een fterken fteun aantrof, en hij, voor den eerften Edelen en Tholen de ftem uitbrengende, op een voegelijk andwoord op het zelve, allerfterkst aandrong. De tegenftand van Zierikzee en VUsfmgen belette niet, dat hij eindelijk met vier Steden (f) dit door hem ontworpen andwoord doordrong, om , uit naam van vijf leden van Staat, en op derzelver authorifatie, en voor zoo ver ieder van dezen hier toe geconcurreerd had, te verklaren het genoegen der Staten in deze adresfen en 'tevens hun (*) Zie bl. $ ja. C t) Zij waren de eeriïe Edele , Middelburg t Goes, Tbolen en Veere,  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 57/ hun bepaald voornemen, om in de zoo zeer VH.apd. goedgekeurde maatregelen te volharden, g op de medewerking der ingezetenen hierin ftaat makende. De oproerigheden in dit Gewest aanlei- Onder« ding gegeven hebbende tot een Staatscom-z°^;|ar misfie, ter nafporingvan derzelver bronnen, ^°[*™~ bragt deze welhaast verflag uit bij monde OJ)]üSl,n van den Penfionaris, in het welk onder de inhei Gebijzondere oirzaken der zwevende onlusten west. de volgende geteld werden ; het dragen van zekere tekenen van onderfcheiding — de bijzondere benamingen van partijen — de afzonderlijke Sociëteiten — de Gewapende Genootfchappen — een zogenaamd Vaderlandsch fonds — en de onbeteugelde losbandigheid der Drukpers. Overeenkomftig deze opgave werd te gelijk een ontwerp van afkondiging overgelegd. Intusfchen kon dit verflag, bij het verfchil van begrippen, geen algemeenen bijval vinden en werkte het niet anders uit, dan dat Middelburg van de Concept - Publicatie vervolgens gebruik maakte. Onder de oirzaken, die andere Staatsie- -Aftewan den aanvoerden, behoorde ook de heime- Jer.bind.... •• i n. tenis van hjke wijze , waarop zekere acte van ver-eeni„e bintcnis van eenige Leden en Miniftcrs detzecuwRegering, tot handhaving der Républi-/. eenige Zeeuwfche Regenten inteftemmcn. — 1787 Het bleef hier nier bii' om zetfs het laatfte overblijfzel van herftellingszucht te vernietigen , werd de Schutterij van de Edele Busje, die zich wel het meest op dé wapenoefening toelegde , alle Exercitie verboden ; en veroorloofde de Regeering zich, om van de Penningen van- het Vaderlandsch fonds zich meester te maken. Alle deze maatregelen van zorg voor de rust van de eene, en toegeving en onderwerping aan de andere zijde beveiligden deze Stad niet voor oproer. Het nam zijn oorfprong uit een gefchil over een rood vlaggetje, van de grote mast van een Speeljacht waijende, het welk men voor een Prinien vlag verwi'sfeld wilde hebben. Het geweld kreeg hier volkomen voldoening, daar het Jacht door het gezelfchap verlaten was ; doch, daar mede niet voldaan; begon men met de Leden des Genootfchaps te dwingen, om op de gewondheid van den Prins te drinken. Een was 'er, die weigerde ; geene befcherming vindende, maakte hij van het regt van zelfverdediging een onvoorzigtig gebruik , en fchoot onder de menigte, het geen hem op eene geheele uitplundering van zijn Huis tc ftaan kwam. Hoe zeer de bovengemelde Schutterij haar hulp aanbood, werd zij afgewezen en het handhaven der rust aan anderen overgelaten , die blijkbaar deze ichriktoneelen met een oog van welgevallen aanfehouwden. Na de plundering van nog eenige Huizen op dien dag, bereidde men zich om den volgenden het zelfde werk te •hervatten. Toen trof dit lot den Doftor l. STE-  VADERLANDSCHE HIST. VERK, 581 l. stevening. Deze had zich tot tegen- VII. afd. ftand bereid , en, fchoon alleen door één " „ bedienden geholpen, fchoot hij met Draaij- < * ' basfen uit zijn venfters op den ontzinden hoop, van welken meer dan eene zijne plunderzueht met het leven boette. De woedende menigte, thands nog meer verbitterd, plantte een ftuk kanon voor het Huis, waaruit zij het Huis befchoot, doch zijn wederfchietenmaaktezulkeenfchrik on der dezelve, dat zij fpoedig aftrok. Welhaast zag hij echter eene bende Gewapende Manfchap aankomen , niet ter zijner befcherming , maar om hem in hechtenis te nemen; waardoor hij, op lijfsberging bedacht wordende, zijne woning verliet; en gelukkig in veiligheid geraakte.- De Regering daagde hem vervolgens in, ftelde eene Premie van ƒ 1000 op zijn lijf en fprak het doodvonnis over hem uit. Zijn huis was nu geheel ter plundering overgegeven. Nog gruwelijker wreedheid veroorloofde men zich ten huize van den Notaris beljaard. Een bediende, daarvan medeopdenplunderhoopfchietende, trof een boer doodlijk. De verwoede menigte in huis gedrongen, weet naar boven te geraken en werpt den knecht ten zoldervenfter uit, waarna hij door de overigen op het wreedst mishandeld en ontzield^ werd. Ons beftek niet toelatende, breder uitte wij den in een verhaal van de verdere plunderingen , zullen wij hier al- * leen aantekenen, dat dit fchandtoneel befloten werd met een afkondiging der Regering , waarbij zij haare aankleving betuigde aan de Staats.- Stadhouderlijke en O 0 3 Stads-  $8* VERVOLG op WAGENAAR'S vit. afd. Stads-Regering met het Erffladhouder, l7g7 fchap, gelijk het in 1747. Z. H. was opf /# gedragen, en met het uitlteken der Oranjevlag van het Stadhuis, gepaard van de hier bij gewone vreugde bedrijven , wordende tevens alle Schutters van de Edele Busfe onder den Eed verpligt, om deze Conftitune te handhaven, of anders genoodzaakt, zich verlies van burgerregt en verbanning uit de Stad te getroosten. Waarna de rust in de Stad terug keerde. Oproer te Genoegzaam gelijktijdig was het oproer rinfmgen. te Viisfingen uitgeborften. Het zelfde Jacht, dat te Middelburg het fmeulend vuur had doen ontvlammen, had daar reeds vroeger dezelfde uitwerkzelen gebaard. Om dat zelfde roode vlaggetje had het ook daar overlast geleden, waartegen het echter door de Regering de krachtdadigfte befcherming had genoten. Om den voortgang van dit kwaad op het nadruklijkst te fluiten befloot de Regering, die reeds het gebeurde te Middelburg vernomen had, de Stad van dien kant tegen alle overkomst van plunderaars te verzekeren. Doch deze maatregelen moest zij weldra ftaken , daar de Krijgsraad verzocht de ontbinding van het Nationaal Fonds ; de inflemming van deze Stad ter Staatsvergadering met Middelburg, Veere, Goes en Tholen; het terug haaien van het geplante kanon, en het uitftekeh van de Oranjevlag. De onbepaaldfte toegeving in deze en foortgelijke eisfchen kon, noch de Stad van plundering, noch de Regering van de ondervinding der hoogfle onaangenaamheden bevrijden. Om aanleiding tot het  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 5S3 het eerfte te vinden, ftrooide men uit, dat VU. afp. de Patriotten de Prinsgezinden wilden ver- g moorden. Hierop volgde eene plundering , die 45 Huizen , waaronder de fierlijkft'en der Stad, genoegzaam tot puinhopen bragt , en waar onder niet wemig geftolen werd; Hierop volgde het ontzetten van hunne posten van tien Regeringsleden , van welken zommigen op het Stadhuis in bewaring wierden gehouden door een gedeelte van het Gemeen , terwijl een ander hunne Woningen uitplunderde, en zouden zij , zonder krachtige tusfchenfpraak' en eene plechtige bezwering, van de thands herftelde Conftitutie te zullen handhaven , nog niet eens de vrijheid bekomen hebben, om in de Stad te mogen blijven, daar men zelfs hun de Stad wilde ontzegeen. In Veere werd eigenlijk met geplunderd, Onlusten doch zag men daar toneelen, waar van in re Veere. Nederland nog geen voorbeeld aanfehouwd Was. De 3d-n van Hooijmaand was reeds bepaald tot plundering der Stad , zijnde de Huizen daartoe beftemd reeds op een lijst getekend. Dien dag was echter het eerfte werk, om de Zierikzeefche afgevaardigden, die zich, op hunne reis naar de Staatsvergadering , juist in die Stad bevonden , het vertrekken te beletten. De Secretaris ermgrins , zich op weg begevende , met oogmerk, om de afgevaardigden hulp te verleenen , werd door den woesten hodp omfingeld, mishandeld en ont • kwam ter naauwernood het lijfsgevaar , door zich als arreftant naar de Hoofd O 0 4 wacht  584 . [VERVOLG op WAGENAAR'S JI^*fd wacht te begeven. De Zierikzeefqhe afge1787. vaardigden werden niet dan met veel moeite en gevaar uit hun Logement naar bet Stadhuis , onder het geleide van eenige Regeringsleden gebragt. Na eenigen tijd aldaar in de grootlte angst doorgebragt te hebben , daar de verwoede hoop niet dan van doodflaan en ophangen fchreeuwde, herkregen zij hunne vrijheid door zich met Oranje te verfieren en raakten gelukkig in hun Vaartuig. — Het bleef hier niet bij; de perfonen , op het lijstje getekend, werden ten getale van 24. onder meerdere en mindere mishandelingen uit hunne Huizen gehaald, en naar de Hoofdwacht gefleept, waar ook de Hr. ermerins zich nog bevond. De Raad d. w. de cliever en de Notaris j. s. halfman werden ter dezer gelegenheid gevaarlijk gekwetst, en bragten'er. ter nauwernood het leven af. Deze gevangenen , door fchildwagten met . ontbloot ' zijdgeweer bewaakt, Heten in de kommerJijkfte angften deze uuren , daar de bloeddorftige menigte niets minder dreigde, dan hen allen te zullen ophangen en hunne Huizen te plunderen. Eindelijk zag men het zonderling vertoon , dat eenigen, zich noemende Geconftitüeerden der Burgerij hen lieten aanzeggen om voor hen te verfchijnen. Daar werd hen door één derzelven afgevraagd , of zij erkenden kwalijk gehandeld te hebben, daarvan berouw hadden, en gezind waren de oude Conftitutie, het Synode van Dordrecht en de Privilegiën der Stad te bezweren. Op alle deze vragen door alle de aan wezenden, door nood  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 58$ nood gedrongen, ja geandwoord zijnde, VH.au>. werden zij vervolgens naar het Stadhuis g geleid, waar zij in de vierfchaar de gedaane beloften met eede moesten bevestigen. Ook hier aan voldaan hebbende, herkregen zij hunne vrijheid, Niemand intusfchen was geplunderd geworden ; alleen vorderden de Visfchers,.behalven drinkpenningen, ook nog fchavergoeding voor tijdverzuim , waar" op Patriotten en Prinsgezinden intekenden. Zierikzee , het langst en het ftandvas- Oproer te tigst de, zijde der Patriotten aanklevende,Zierikzee. onderging'het laatst, maar ook het hevigst, hetzelfde ramplot , dat reeds zoo veele Steden geteisterd had. De pntwapening des Genootfchaps, hoe zeer een deel der Gewapende Burgermagt geworden^was het voorname doel der onrustige menigte en de kloekmoedige tegenftand aan dien eisch gaf de aanleiding tot'het oproer. De plundering reeds beginnende, terwijl de bedoelde leden de Wapenen nog in handen hadden, waagden zij het op den woedenden hoop te fchieten, waar door 30 gekwetst werden en 3 fneuvelden. Men begreep eindelijk, dat zelfs deze tegenftand het oproer niet zou ftillen, dat niets dan de ontwapening der vorige genootfchapsleden de rust zou kunnen herftellen, en befloot dan ook daartoe. Dan te laat: de Patriotten, nu onbewapend aan de verbitterde wraak blootgefteld , ondervonden dezelve op de jammerlijkfte wijze. Eenigen werden wreedaardig vermoord, en hunne lijken op het gruwzaamst mishandeld. De daar op O 0 5 vol-  585 VERVOLG op WAGENAAR'S V1L AFD1 volgende plundering, die in één etmaal tfp 1787. lleP? verwoestte 116 huizen, 't Weik alles •• gclchieddc onder het luiden en fpeelen der klokken, en waar bij fchandelijk gefiolen werd. Daar op volgde de verandering der Regering , die op de ongeregeldfie wijze töegmg. Ten huize van den Gecommitteerden Raad P. a. de fONG las men uit een opgefchoven raam de vergaderde menigte eene lijst van Regeringsperfonen voor: Zoo rasch flegts eene ftem riep; die 'er Uit, werd zodanig een gefchrapc. Hier mede niet vergenoegd, werden deze afgeItelden, als ook eene, menigte andere Burgers, wier huizen allen geplunderd waren uit hunne fchuilplaatzen, waar zij twee etmalen zonder eenig voedzel doorgebragt hadden opgezocht, en op het Stadhuis in bewaring gebragt. Den volgenden dag werden zij, uitgezonderd een dertigtal, weder in vrijheid gefield, na den eed gedaan te hebben , van zich ftil en onderworpen te zullen gedragen. Het gemelde dertigtal werd nog eenige dagen in bewaring gehouden, en dagelijks aan de onbefcheidenfte nieuwsgierigheid blootgefleld , die in-hunne vertoning, als een ongewoon Ichouwfpel, voldoening vond. Toen nog werden niet allen ontflagen: zeven bleven nog vier maanden crimineel zitten. De om- De gebeurde onlusten te Middelburg en in wenteling andereSteden de Staatsvergadering in het *oimn?iWbeêin van H°o'jm^Md voor eenige da-en J ' opgefchort hebbende, werd dezelve hervat, en nam toen de Raadpenfionaris daar Uit gelegenheid, om de boven opgegeven oir-  VADERLANDSCHE HÏST. VSRK. 587 oirzaken der onlusten nader aantedringen, VIT.afb. en uit hoofde daarvan, als het eenig middel ™ g tot herftel der rust en voorkoming van derlijke ongevallen, zodanige maatregelen voorte flaan~als ftrekken konden om die bronnen te dempen. Overeenkomftiü dezen boodt hij een ontwerp van afkondiging aan, in zodanig een geestgefteld en, hoe ' Zeer eenige Staatsleden, die alstoen het oproer nog niet beproefd hadden, fterk daar tegen ijverden, werd het den i3den van Oogstmaand aangenomen. Dit ftuk, dat aan de omwenteling in dat Gewest het volledig beflag gaf, behelsde, na eene breedvoerige opgave van het geen de Staten als de ware oirzaken der bittere gefchillen aanmerkten — en na eene plegtige verklaring van hunne gezindheden, als tot het bewaren van de conftitutie, het handhaven van de onafhankelijkheid van het Gewest, het befchermen van de voorregten der ingezetenen , het maintineren der Hooge waardigheden van Z. H. volgens den opdragt van 1747 en 1766. en tot aanwending van alle pogingen om hem in dezelven te herftellen — een allerftrengste afkeuring en verbod van afzonderlijke wapenoefening, de collefte van penningen tot een Nationaal fonds, en alle daaden van dien aard. Verder werd hier bij eene "algemeene amnestie voor alle politieke misdaaden zedert 1778. (*) Zommige der reeds verhaalde oproeren zijn eerst na deze vergadering gebeurd, fchoon wij ószel .-en allen , ordes h?Wer(, op elkandaren hebben laten volgen.  538 VERVOLG op WAGENAAR'S .VÏL AFD-. tot heden aangekondigd, met uit- ,787. defi. ?g alken Van crimi^ele misdaa- Scheuring J?««lfj*e verdeeldheden, die thands de der Staten geheele Republiek teisterden, heerschten Vergde- met geene mindere woede, in Friesland en tekening en inlevering van Politike Adresien, had ip dat Gewest het misnoegen ten hoogten top gedreven bij de voorftanders Van Staatsherftel. Inzonderheid was de tegenftand van eene minderheid van zestien £ïtS-!deiltegen, de maa^gelen der meerderheid hoewel meest altijd vruchtloos, T lm?ïer.heV1S- Zich verplicht gevonden hebbende, om tegen het genomen be- 2< 17?3ie van de inroeping van buitenlandfche Mogendheden, ter beflisfching der gefchillen, eene nadruklijke tegenverklaring te doen, oordeelde de meerderheid dezelve zoo beledigend, onrustftokend en misdadig, dat zij dezelve den ii.. maand te Franeker te befchrijvem Onder de redenen daartoe gaven zij op , dat de meerderheid der Staten te Leeuwaarden vergaderd, het vastgefteld Reglement in veele opzigten gefchonden hebbende, van haare eommisfien vervallen was , en zij , in die maatregelen niet getreden zijnde, de eenige wettige Staatsvergadering uitmaakten. Dat, uit hoofde van het befluit van den udcn van Oogstmaand, hunne perfoonlijke veiligheid in Leeuwaarden gevaar lopende, zij te rade waren geworden, om de Staatsvergadering naar Franeker te verleggen, tot'welkers bijwooning zij alle wettige medevolmagten opriepen. Nauwlijks 'bijeengekomen zijnde, vaardigden zij eene afkondiging uit, waar bij de Staatsvergadering te Leeuwaarden vervallen verklaard, en alle Ambtenaren van gehoorzaamheid aan dezelve ontflagen werden, en tevens ieder aangemaand, om geene andere Staats - vergadering dan die te Franeker vergaderd was ,• woor wettig te erkennen. Deze ftap werd natuurlijk gevolgd, evenals in het Gewest Utrecht, van deftrijdigfte befluiten en maatregelen der tegen elkander gekante vergaderingen. De Franekerfche Staatsleden ontboden hulp van alle gewapende Burgers en Genootfchappen, en namen dezelven in hunne hoge befcherming. — de Leeuw aar dfchen integendeel vernietigden alle  590 VERVOLG op WAGENAAR'S VII. afd Je befluiten, ter begunstiging der Waperi"1787 genootfchappen genomen , en ontbonden dezelve, onder het ftrengst verbod van den • Wapenhandel voorttezetten. Van beide vergaderingen kregen de Ontvangers van 's Lands lasten het ftrijdigst verbod, om Gelden te vervoeren, van den eenen kant naar Leeuwaarden ; van den anderen naar Franeker. Vaardigden de eerften brieven af naar de Bondgenoten en H. H. M. ter berigtgeeving en regtvaardiging van den gedaanen ftap: de laatften zonden mede brieven aan H. H* BI. met kennisgeving van het gebeurde, en van hunne genomen maatregelen ter handhaving van hun gezag. Inzonderheid maakten de eerften daadlijk werk, om Z. H. aantefchrijven, om geene militie, opFrieslands repartitie ftaande, ter beflisfching van burgergefchillen te gebruiken, als ook aan alle Bevelhebbers, om geene zodanige bevelen te gehoorzamen. Streng waren ook de orders omtrend het Regiment van plettenberg, door de Gelderfche Staatsleden gebezigd. Niet alleen ontfloegen zij het Van den dienst en fielden het buiten foldij, maar gelastten zij zelfs alle ingezetenen, om, ingevalle het corpswijze zich binnen het Gewest gewapend mogt begeven, het zelve als vijand te befchouwen , te ontwapenen en gevanglijk naar Franeker te brengen , op ieder man eene premie van ƒ 30. ftellende. Te gelijker tijd fchreven zij allen militaire Hoo'fdbevelhebbers binnen het Gewest, om hunne onderhorigen ftellig aftevragen, of zij bereid waren alleen en met  VADER LANDSCHE HIST. VER K. $91 met uitfluiting van alle anderen , de or- v}I;*rD; ders van de Staten te Franeker te ge- ""I7g7. hoorzamen, en Helden een korten tijd ter beandwoording : zullende de weigerende als vijanden des Vaderlands befchouwd en behandeld worden. Vernomen hebbende, gelijk wel te voor- F.areker zien was, dat de Leeuwaardfche Stateni:i thac vaa tot ftrenge maatregelen befloten hadden, g*bis&it was men te Franeker op geduchten tegenftand bedacht. Aanzienlijk was de voorraad van krijgsbehoeften, die uit Holland derwaards gezonden werd : groot de toevloed van gewapende Vrijwilligers, die uit alle oorden van het Gewest derwaards toevloeijden. Men ftelde ook aldaar eene commisiie tot het defenliewezen aan, en droeg het bevel over de Stad op aan a. tuinema. Koe zeer dc Stad weinig gefchikt was, om een beleg van eenigen duur te wederftaan , nam men echter zodanige maatregelen ter verfterking , die haar voor allen onverhoedfehen overval beveiligden. Te Leeuwaarden intusfehen ftelden de d* Staten Staten van hunne zijde even dezelfde mid- te indelen in het werk, onrzich te verdedigen.waar^en. De krijgsbezetting werd verfterkt, het Ge-^f„i;ivgerbe" fchut op de wallen gebragt, en mede eened^ht< commisfie tot de zaken der verdediging aangefteld, en de Schutterij door een nieuwen eed ter hunner befcherming verbonden. Harlingen, zich aan de zijde der Leeu- Harlingen waardfche Staten voegende, nam mede ftllóaan zij. gefchikte voorzorgen ter verdediging, zoo £^er wel aan de zeekant, als de landzijde. Niet- eeu' te-  502 VERVOLG op WAGENAAR'S _VIL /FD- temin betaalde het zijne aankleving aan die? 1787. Partii zeer duur' daar de Gewapende Vaarvaardfibe tuiSen '?P de, Zuiderzee , wegens het GeSiaten. west Holland, het van dien kant allen toevoer affneden ; gelijk Franeker benevens Sneek en Bolswaard aan de landzijde den doortochtftremden. Gelukkig datde korte duur dezer maatregelen het nijpend gebrek voorkwam, 't geen anders daaruit onvermijdelijk moest voortvloeijen. — Even gelijk Harlingen, kozen ook andere Steden partij. Dus voegden Dokkum, Sneek en Bokwaard zich bij Franeker , die mede allen op verdediging bedacht werden. Hoe oorlogzuchtig daar door de gedaante van het Gewest ook was, en welk een feilen burgerkrijg alle deze maatregelen dreigden, bleef het nogthands, ten zegen voor dit Gewest, alleen bij middelen ter verdediging, terwijl geene der beide partijen zich voor als nog ten aanval ernftig toerustte. Alleen werd door de Staten van Lceuwaar* den een aanval op het Dorp Steens, een aanzienlijk verblijf der Gewapende Vrijwilligers, met 300 Voetknechten, een Esquadron Ruiters en 4 ftukken Gefchut, ondernomen, en werden de Vrijwilligers, tegen die overmagt nietbeftand, uit hetzelve verdreven. . Gebeurd- De twisten in de Staatsvergaderingen renisfen in van Stad en Lande, (fchoon niet zoo Stad en hooglopende, als in Utrecht en Friesland,* Lande. wam, echter emft.g genoeg ^ Qm a,_ daar dezelfde toneelen als in deze Gewesten te vrezen. De Gefchiedenisfen des voorgaanden jaars hebben ons de Stad Gro- nin-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 593 nin&ni het eene Lid van Staat, alszeer ïjve- vil.Ara. rig voor de Staatshervorming, maar ook met g minder.; de Afgevaardigden der Ommelanden, * het andere Lid van Staat uitmakende, als zeer af keerig van alle j als zodanig door hen geachte, nieuwigheden, doen kennen, Het tegenwoordig jaar bragt die tweedragt tot eene hoogte, die mede het gevaar van fcheuring tusfchen de beideStaatsleden dreigde, ten minften werd daar door de ftem van dit Gewest ter algemeene Staatsvergadering f enoegzaam nutloos voor beide partijen gemaakt. — Het ontwerp van het Regerings Reglement voor Groningen , waartoe in den vorigenjaareeenecommisfie benoemd was, in dit jaar, ten dage van de gewone Regeringsbcftclling nog niet gereed zijnde, befloot de Regering, op het verzoek van een aanzienlijk aantal Ingezetenen , de gewone verandering van Regering voor dit jaar optefchorten, ten einde van den Stadhouder-4 lijken invloedop dezelve ontheven te wezen. Z. H.des verftendigd zijnde, toonde hierover blijk'baar zijn misnoegcn. — Te Jppingadam, ging het nog verder: de meerderheid des IVlagiftraats bewerkftelligde de verandering, zonder, als naar gewoonte, Z. H, hierin te kennen; Van beide partijen, waarin de Burgerij verdeeld was, had de Regering ftrijdige verzoekfehriften ontvangen. De minderheid der Regering, benevens die Burgers, welken reeds een Request tot handhaving van de regten van Z. H. ingeleverd, maar daarop geen gehoor gekregen hadden, vervoegden zich met hun beklag bij het Gewestlijk Gerichtshof. Dit Hof zich " II. DEEL. Pp bö*  594 VERVOLG op WAGENAAR'S m bevoegd oordelende om zich in dezen bur1787 gertwist: te mengen, beftoot eene commisfie derwaards te zenden, die onder haare eerfte verrichtingen de fcherpe patronen van het Wapengenootfchap in beflag nam. De Stad, de bevoegdheid van het Hof wrakende? om zich met dit gefchil te moeijen, wildealle Procedures opgefchort hebben, tot , - éat de zaak nader onderzochtzou zijn: de Heeren der Ommelanden, wilden integendeel de zaak aan den gewonen loop der Juftitie overlaten. Dit bragt de allerhevigfte gefchillen voort aan de eene zijde, tusfchen het Hof, dat, door de Heeren der Ommelanden geftijfd, die de partij des Hofs gekoren hadden , de regtsvorderingen tegen de meer, derheid der Appingadamfche Regeringsleden wilde voortzetten, — en de Stad, van de andere zijde, die derzelver opfchorting eischte. Eindelijk toch gaf het Hof toe en bewilligde in het uitftel. Maatre- Gelijk overal elders, deelden ook hier.de het* oT WdPenSenootrchaPpen , vooral uit hoofde rich:s-Hofvan hun 5iver in hec buiten van alle onrusteden de **ge bewegingen, in den haat der StadhouWapenge- dersgezinden. Eenige onlusten door Orannootfchap- jegezinden opgeftookt, door hunne hulp pen. gedempt zijnde, deed het Hof eene algemeene aanfchrijving aan alle Regters, om de Ingezetenen te waarfchuwen , van niet gewapend uitretrekken , zonder toefte'mming van het Geregt der plaats; verwachtende verder, dat, indien zij ter ftuiting van oproeren buitengewone hulp mogten behoeven , zij zich bij het Hof zouden vervoegen. De Wapengenootfchappen leverden  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 595 den daartegen een adres in bij de Staten , vil. afü, waarin zijden duidelijkften aantoonden dat --zodanige maatregelen , als bet Hof voor- *7*7ftelde , volftrekt ongenoegzaam waren ter beteugeling van oproeren, dewijl de hulp der Geregten of te zwak was, of meesta te laat kwam, om de verderflijke uitwerkzelen van dit kwaad voortekomen. Oproer te Inzonderheid ondervond het Jppmgadamfche Wapengenootfchap dien haat der^,w# andersdenkenden, en gaf dit aanleiding tot volflagen burgerkrijg. Bij het eindigen zijner Zomer-Wapenoefeningen afvurende, ftond het ten doel aan de beledigingen en moedwil eener baldadige menigte. Des avonds in het Societeitshüis zich verlustigende , fchoolde de oproerige hoop voor hetzelve bijeen, en vermeerderde de woede van uur tot uur dermate, dat men eindelijk de glazen infloeg , de ongewapende Leden noodzaakte uit het zelve de vlucht te nemen, en zelfs het huis uitplunderde, waarna nog andere Huizen in hetzelfde lot deelden. Den volgenden dag trokken de voorftanders van Z. H. , die aldaar een gewapend ligchaam uitmaakten , met vier vaandelen , als in zegepraal de Stad door. Dan, een getal van ruim drie honderd boeren van de omliggende Dorpen, ter hulp van het Genootfchap aanrukkende , werden dezen gewelddadig geweerd; het welk een gevecht tusfchen dezen, geholpen door het Genootfchap en de Stadhbudersgezinden , voortbragt. De laatften, de zwakften zijnde, werden gedwongen de vlucht te nemen. Den anderen dag Pp 2 een-  59$ VERVOLG op WAGENAAR'S YU' AFD' echter kregen dezen ook bijftand van twee I787~ honderd gewapende boeren, waardoor een V n,euw gevecht ontftond, waarbij de Genootschappers andermaal de zege behaalden. Om dezelve te bevestigen, diende eene bezending van Groninger Genootfchappers, ruim 120 man fierk, met veldftukken voorzien, die,onder veldmuzijk intrekkende, de Oranje gezinden ontwapende en eenige belhamels gevangen nam. Het Hof van het voorgevallene bericht gekregen hebbende, wilde daadlijk eene commisfie derwaards zenden, gefterkt door f militaire magt. Dan Gedeputeerde Staten aarzelende om tot de afzending van militie patent te verlenen, bleef dit achter. Groningen , onder wiens Heerlijkheid Appingadam behoorde , en zich alleen gerechtigd achtede om de gefchillen aldaar te beilisfchen, vaardigde eene commisfie af begeleid door ftedelijke vrijwilligers en een gedeelte der krijgsbezetting, en herftelde weldra de zoo deerlijk gefchonden rust dier Stad. De Appingadamfche Rigter wiejRInga , als geene de minfte poging ter Kuumg der onlusten aangewend 'hebbende , werd van zijn post verlaten , eh der Heer w. h. hoving in zijne plaats aangefteld De tegenkanting des Hofs, die ook hier de bevoegdheid der Stad hevig betwistte, was vruchtloos, en zag bL, zich gédrongen den laatften in den eed te nemen. Overwin Na deze befchouwing der vereenigde tot de om Gewesten, is het voor ieder opmerkzamcn wentehng duidelijk, dat de rampzaliglte Burgerkrijg ge-  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 59/ gereed ftond uittebarften. Gewest tegen VII *fd. Gewest, en ieder van dezen tegen zich g zeiven gewapend zijnde, fcheen men Hechts ' het teken van den aanval aftewachten, om Burgers tegen Burgers te doen ftrijden en de zege ten koste van de geheele welvaart des lands te behalen. In dezen hachlijken toeftand, welkers uitkomst even zoo duister als verfchriklijk zich-vertoonde , gebeurde 'er iets, dat in zijne gevolgen het gelaat der zaken op het onverwachtst veranderde en dezelven een keer deed nemen ? hoedanig door Velen weinig voorzien was. Het was in het laatst van Zomermaand, H K H< ' dat H. K. H., begerig om aan de zaken op imre haares Egtgenoots een gunftige keer te ge Hs door ven , Nymegen , thands het gewoon ver-mia™ blijf des Stadhouders, verliet , en de reisgJJ* ' naar \Hage aannam. Haar gevolg beftond flechts uit eene Hofdame en een Kamerheer , benevens een Klerk der Secretarij, een Kamerdienaar en twee Kameniers. De Baron bentink en de Gouverneur der jonge Prinfen de stamfordt reden vooruit. Dit kon zoo ftil niet gefchieden, welke zorgen ter geheimhouding men ook gedragen had, of de maar van haare reis vloog haare komst vooruit. De commisfie van Defenfie te Woerden gaf onverwijld last , om haar , op Hollandfchen. bodem gekomen Zijnde, tegen te houden. Tusfchen Schoonhoven en Gouda aan èeFlist aangekomen, werd zij door de aldaar post hebbende manfchap verzocht, haare reis niet verder voort te zetten. Door dezelve en eenige laatcs Pp 3 aan-  598 VERVOLG op WAGENAAR'S VII.afd. aangekomen Ruiters begeleid, werd het j-o- gezelfchap bij GoejanFerwelleJJtm over< {gezet én in het huis van een landman gebragt. Welhaast zag men ook aldaar de Leden van het Defenfiewezen camerling, blok , de wit , toulon , benevens den Secretaris costerus aankomen, om H. K. H. te onderhouden. In dit gefprek vertoonden zij, dat zij, in dit hachlijk tijdftip geene vrijheid hadden gevonden , om H. K. H. onverhinderd haare reis te laten voortzetten, maar gedrongen waren, om alvorens deswegens het welbehagen der Staten van Holland te vernemen, ten welken einde zij, reeds vóór hun vertrek uit Woerden, een bode naar den Haag hadden gezonden. De Prinfes daarop te kennen hebbende gegeven, dat haar oogmerk met deze reis goed 'was, drongen zij, om hetzelve te mogen weten, doch ontvingen hierop een weinig voldoend andwoord. Vervolgens, daar het huis, waar men zich bevond, niet gefchikt was tot een nachtverblijf, en H. K. H., hangende het goedvinden der Staten, haare reis niet verder kon voortzetten , kwamen zij overeen, om haar naar Schoon ■ hoven te geleiden. Twee Leden der Commisfie met een gedeelte der Ruiterij vergezelden haar tot Schoonhoven , van waar zij nog den zeilden dag affcheid van haar namen, onder dankzegging van H. K..H. als ook van den Baron bf.ntinck voor de oplettendheden voor haar perzoon betoond. De Prinfes den nacht te Schoonhoven doorbrengende , fchreef den volgenden dag aan den Griffier fagel en den Raadpenfionaris VAN  Onderhoud met haare k.II&OGEEIE aan de CioejanverTvelle Slui^.   VADERLANDSCHE KIST. VERK. 599 van bleyswyk. Beide brieven waren ge- VJLafK fchikt om de redenen van haare reis, die I7g7< zij gehoopt had, dat een geheim zou zijn gebleven tot hare komst in sHage, bloot te leggen; en dezen waren, om door hare rusfchenkomst medetewerken ter verhoeding van een Burgeroorlog, en ter vereffening van de gefchillen op gronden van de Conftitutie , verzoekende tevens van deze hare oogmerken aan de Algemeene Staten en de Staten van Holland kennis te geven. Van Schoonhoven naar Leerdam vertrekkende, ontving zij daar het toegezegde bericht door de Commisfie van Defenfie , behelzende , dat de Staten den brief der commisfie, als ook dien aan den Griffier en den Raadpenfionaris hadden overgenomen, het gedrag der commisfie intusfchen appreterende De Vorftin haar oogmerk mislukt ziende, keerde van Leerdam naar Nymegen "De" Algemeene Staten van het gebeurde IMand verwittigd, trachtten door alle overredende jjj»^» middelen H. E. Gr. M. overtehalen , ora^ goed. op deze zaak een onverwijld gunlbg beUuitkeariogwan te nemen , hun de bedenklijke gevolgendezetegenvan dit marren, van wegens Buitenlandfchehoudmg. Mogendheden , voorhoudende. Dan dezen bleven bij de overneming volharden. Welhaast ontvingen zij eenen brief van H. ïv. . H zelve, met érnftigbeklag over de gehoudene handelwijze, eene openbaareen genoegzame voldoening vorderende over den geleeden hoon , enprotesteerende tegen alle de rampfpoedige gevolgen, die uithetopnouden harer reis en het verhinderen haarer goede Pp 4 oog-  6oo VERVOLG op WAGENAAR'S y^o. oogmerken zouden voortvloeijen.. Norr eaf 8 z.j aan ieder der Bondgenoten bericht van het gebeurde en de affchriften van de brieven, door haar deswegens gefchreven. Z. H. fchreef mede een dreigenden brief aan de Algemeene Staten, zijne uiterfte gevoeligheid oyer_ dezen hoon te kennen levende waarbij hij tevens liet zien, dat de°Koninglijkehuizen, waaraan beiden vermaagfchaot waren, niet onverfchillig konden blijven aan eene zoo geweldadige handeling/ Vracht- De aandrang van H. H. M. bij de StarK"^ Van Hollands herftel der Ingedane KM. bij S"eve aa? H. K. H. herhaald wordende, de Staten ondervond een even ongunstig onthaal. u\ meerderheid van dezelven vereenigde zich welhaast met een raadflag van Xfieldam m deze zaak, waar bij zij het noodzaaklijk achtte, dat H. K. H. zich gedurende de tegenwoordige onlusten buiten de Provincie hield , aan haar intusicben onverlet latende, om, indien zij ï ltf E"H; F" °* M' had voortedragen zulks bij Adres te dóen. Het€e- ' Hqedanig het gedrag van H. H M en van tSTt tFÏÏ^k GeB£Ste" " dS ge™ omige . ' Kan gemakhjk uit het voorgaande o-e_ Gewesien. géwordén. Gelderland, Utrecht, of liever Amersfoort, Friesland, en Zeeland ( Gro' Vingen, fcheen'er zich buiten te houden) gaven, zoom hunne brieven , als in hunne laadsflagen ter algemene Staatsverrader^ de duidelijkste blijken van afkeuring van dezen ftap en van hunne gezmdheici, om alle derzelver gevolgen voor rekening van miani te laten. De gevoelens van Overysfèl  VADERLANDSCHE HIST. VERK. Col hiM waren zeer gematigd. Het andwoord VII. afd» der Staten van dit Gewest op den bnet % van H. K. H. aan hun gericht, hield den iuisten middenweg tusfchen den hogen toon der gefchriften van de wederzijdfche partijen. • Welhaast echter was het, voor den op- Eisch des merkzamen en door geene partijzucht be- Konings nevelden befchouwer, gemaklijk te voor- j« Ptu* zien, welk een keer deze geheele zaakf»^^01 zou nemen. Slechts twaalf dagen na het TOor H K> gebeurde, leverde de Heer van thulemeyer, ü. gezandt van Pruisfen, eene memorie bij de Algemeene Staten en de Staten van Holland in. In de laatfte drong hij , in # naam des Konings, Broeder van H. K. H. op het allerfterkst op eene eclatante en fpoedige voldoening wegens de terughouding der Prinfes, en op de ftraf van hen, die daar aan deel gehad hadden: terwijl de eerste alleen gericht was,' om H. H. 1 M. te bewegen, om zijn aanzoek bij Holland te onderfteuncn. Het andwoord van dat Gewest, waarmede het niet lang draalde, bewees deszelfs gezindheid, om tot het uiterfte voltehouden. Het verdedigde het gedrag der Woerdenfche commisfie, als niets verricht hebbende, zonder bijzondere qualificade en authorifatie, en waar van dus al het. ftraf waardige op de lastgevers terugkeerde : terwijl het, als Oppermagtig in zijne huislijke zaken, zijn regs handhaafde, ' om zodanig om trend zijnen Staatsdienaar te handelen, als het geraden óórdeelde , en de noodzaaklijkheid dezer terughouding beweerde. op grondende ••■ Pp 5 bl3  *» VERVOLG op WAGENAAR'S VlU^bij diekomst gevreesde en werklijk in * had hebbende onlusten (*). Het tw*e_ de vertoog des Gezandts op dit andwoord gaf de duidelijkfte blijken, dat het, welverre van aan de oogmerken te voldoen cte kloof verbazend verwijderd had Hi merkte het aan als een ontwijkend andwoord: de vrees voor oproerigheden Hechts een gezocht voorwendzel, en drong dus op nieuw op een prompt en voldoenend benuit. Dit werkte niets anders uit, dan eene aanfchrijving aan de commisfie te Woerden, om een nauwkeurig verflag van bet gebeurde omtrend de aanhouding te geven, ten einde daar van in een nader andwoord gebruik te maken , dewijl de tweede memorie des Gezandts blijken had gegeven van onkunde en verkeerd begrip nopens veele gewigtige bijzonderheden. Lcr echter dit andwoord der Staten, dat, fchoon even weinig voldoende, als het eerfle, echter op een zachteren toon geftemd , was, uitgevaardigd was, drong'de Gezandt den iod•■« van Herfstmaand op een ftellig andwoord, binnen 14 dagen te geven, ter beflisfching, of men-gereed was voor den aangedanen hoon voldoening te geven, en zo ja, welke. Dit werd gevolgd van de eiichen van zijne Pruis[ifche Majefteit zelve, diemet minder inhielden, dan, — belijdenis van fchuld, verzoek om excuus, - ge- reed- D." °?'(1^en in Gelderland hadden juist ten «pass-..*** e-<■<**  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 603 reedheid om de zodanigen te ftraffen, als W<*W de Prinfes zou requireeren, —■ de herroe- g ping van alle beledigende befluiten, ter dezer gelegenheid genomen, - eene uitnodiging aan Haar, om zich in den Haag te begeven, om, in naam van haar Echtgenoot over de gerezen gefchillen in onderhandeling te treden, - en tevens niet verder voorttegaan met eenige fuspenhe, afzetting of andere maatregelen, ten nadeele van Z. H., dewijl men daar door alle verzoening onmogelijk zou maken. Op deze voorftellen , door Amfteldam Bedui aangemerkt als beledigend voor de Souverainiteit dezer landen, werd, volgens den£w,eAfge. raadflag van helgroot befoigne, aan welfce vaardi);den derzelver onderzoek was aanbevolen geworden, befloten twee buitengewoone Af- ly»* ««• gevaardigden naar Berlyn te zenden , om <*n. nadere opening van alles aan den Komng zeiven te geven, welkenzoudenvertrekken, zoo rasch bij andwoord des Konings bleek, dat hij dit gezandtfchap wilde ontvangen. Eer wii echter den draad der gebeurd- Poeingén tenisfen, die uit deze woelingen voort-om ZH. vloeijden, volgen, roepen ons andere ge- ^ (e liiktiidige voorvallen, ora voor eenige fchul(clien ogenblikken de zaak. der ophouding van H. K H. te verlaten. - Het laatst gedeelte der voorftellen des Pruisftfchen Gezandts had betrekking tot eenige pogingen ter lufpenfie van Z H. Dit noodzaakt ons, om hier het gebeurde daaromtrend optetekenen. De aanleiding daar toe werd geboren uit een, den aó'« van Bloeijmaand uit- . gegevene verklaring van Z. H., waarin MJ  *>4 VERVOLG op WAGENAAR'S sezindheid aan den dap- legde om f7j inet Gelderland, Utrecht en alfe V ' Gewesten, die het zelfde bedoeïïen 1? detewerken tot herftel der rus \' Jerkrijging van alle de pr ro" i' Z h, aan zijne waardigheden t kende. Hoe zeer de bedoeling van dit ftuk op bevrediging fcheen uittelopen werd het in Holland als eene vnlI^L» 7 Sn werd ' ÏJ? In„°nder andere" gedron- i- Gr. M.: nechts eene Hem on brak om de meerderheid te verkrijg,™, dair «.4 den voor de f„,pe„|ie broden * JET1 H '"i"^?/" "«« d* vooronders van Z. V.» Z. a "- ° ™"«»^ mede niet werkloos, om züi «IJ een Kaadpeniionans getekend door In™' «tenen ^ ^eUs^7JZ. Delft, Gmnchem, Overfckie, Rhoon R,,. 2:r'r«Me°ihM^ ><•> ■»& Havmg dei conOuune en herflclling van z. ii  VADERLANDSCHE HIST. VERK. $d$ Z. H. Zij werden wel rasch gevolgd van VIL Artb anderen uit Rotterdam, Gouda, Bricl en „ andere plaatzen in Holland, allen < hetzelfde.bedoelende. Op zommige plaatzen werd de voortgang der tekening dezer fchriften door de Regering belet, op anderen ontftonden daar uit bittere onlusten. Werd de Vergadering van Holland op Nadruk, deze wiize gefchud, gefiïngerd en benauwd, lijk verhaar werden nog bekommerender uitzig- wos tot reten aangeboden, in den meer en meer aan- 2;,;'^olka. groeijenden en niet zelden de palen over- invioe,i, Hijgenden invloed des Volks, op zaken van Beftuur. Zij zag dat, fchoon al de zaken met Z. H. vereffend waren, dan nog een oneindig moeilijker gefchil ter wegruiming overbleef dat over den invloed des Volks naamelijk en de grenzen eener reprefentative democratie. Wij zwijgen thands van andere vertogen en verklaringen, zoo door enkele plaatslijke Wapen - genootfchappen of Burgerfocieteiten, of door Vergaderingen van Afgevaardigden van dezelven ingeleverd, om ons thands tot dat geen -te bepalen , 't welk wel op den hoogsten toon geftemd was, en de meeste bekommering kon wekken. Den Hften van Oogstmaand zag men te Amfteldam eene Vergadering van 200 Afgevaardigden van Wapen-genootfchappen , Schutterijen en Sociëteiten uit 107 of 1 ia Departementen, der geheele Repubiek, om over 's Lands belangen te raadplegen. De punten, op deze; Vergadering behandeld , betroffen den invloèds des Volks op de Regering — , de Vrijheid der Drukpers, de invoering van eene vaste Land-militie en de medewerking der on- ge-  tföS VERVOLG op WAGENAAR'S J^I!' gewapende met de gewapende Burgerij. 1787. Omrrend hec laatste werd befloten, dat de gewapende en ongewapende Burgerij wederkerig eikanderen onderfteunen zouden en in eikanderen ileun en befcherming vinden. Hec beflotene op de eerfte punten werd mede blijkbaar, uit dit merkwaardig adres, den 30^ van Oogstmaand ter Staatsvergadering van Holland ingeleverd Het was gegrond op het voorftel, door Haarlem den 30»™ van Louwmaand gedaan ter benoeming van eene commisfie tot den Volksinvloed (*) Men beklaagde zich in hetzelve, over de handelwijze omtrend dit voorftel gehouden , en ftelde dus het volgende voor; dat een Staatscommisfie benoemd zou worden, om met en benevens eene, door de Burgers der Hemmende en der kleine fteden benevens het platte land verkoren, het plan eener geregelde Volkvertegenwoordiging te ontwerpen, — dat de Drukpers door eene ftaatswet vrij verklaard zou worden; dat, bij eene evengelijke ftaatswet, de Wapenhandel, en eene vaste vrijwillige landmilitie ingevoerd en vastgefteld zou worden, opdien voet, als door de afgevaardigden dezer Vergadering, in zamenftemrning met de bovengenoemde commisfie, zou ontworpen worden. „ Eindelijk , ▼ dus was het flot van dit nadruklijk adres, . „ infteren zij ondergetekenden, dat op dit „ adres binnen den tijd van 14. dagen door „ Uw E. Gr. M. worde gedisponeerd; „ ver- (*) Zie bl. 555.  VADERLANDSCHE HIST. VER K, 6e? „ vermids zij, in cas Uw E. Gr. M. hierop VII. afd. „ binnen dien tijd geen antwoord zouden ,, mogen geven, zuïks zullen houden voor ' ' ,, een weigerend andwoord , en . in dit „ onverhoopt geval, aan zich referveren „ zodanige middelen, als zij zullen oorde„ len te behoren, om hunne belangen te „ behartigen en hunne wettige begeerten ,, daarteftellen." Natuurlijk bezeft men, hoedanige indrukken zulk een vertoog ter Staatsvergadering moest maken. Het werd overgenomen: omftandigheden, toen nog weinig voorzien bij de meeste hoofden der partij, voorkwamen deuitfpraak tehbeftemden tijde. Keren wij na dezen uitftap'tot de ge- inrop. volgen van de ophouding van H. K. H. ping van terug. De Pruisfïfche Gezandt van het Ftmfcbs voorneriien van Holland tot eene bezending huipen van twee afgevaardigden bericht gekregen w^nr<0„" hebbende, liet duidelijk genoeg blijken ,jgzelv?. hoe weinig hoop hij had, dat zulks iets ter afwering van den dreigenden ftorm zou uitwerken. De Staten zeiven fchcenen mede het op den uitflag van dezen maatregel niet te willen laten aankomen , alzoo zij ten zelfden dage een Renbode naar Parys afvaardigden, die last had om reeds den 13den aldaar te moeten zijn, waarmede z)j de daadlijke hulp van den Koning van Frankryk inriepen. Het vooruitzigt op die hulp, waar aan niemand een oogenblik twijfelde, gaf de partij een onverwrikbaren moed, die haar het uiterfte gerust deed afwachten \ — een vooruitzigt, dat door de dagelijkfche toezeggingen van den Franfchen Ge- Keren wij na dezen uitftap'tot de ge- \RXoc- voigen van de ophouding van tl. 14.. 11. ping van  608 VERVOLG op WAGENAAR'S Gezande meer dan ook bevestigd was ge1787. worden, hoefeer er reeds zaken gebeurd waren, die den onbevooroordeelden als zoo veele voorboden van eene te loorgeftelde verwachting moesten ftrekken. In t laatst van Oogstmaand , zag. men den fchoonzoon des Franfchen Gezand^ den Haag•verlaten, en den 7*» der volgende maand den Gezandt zeiven volgen, en wel' met de ongemeenfte overhaasting Niettemin wist. het blind vertrouwen op de gedane toezeggingen voor dit verhaast vertevirlden6" gerusdleIlende redenen t^^J^?^- Holland oP middelen bedacht -denKaningwas*. om het geven der gevorderde volvan i>r«»-d?emng,te ontwijken, verzuimde de Ko/-«totdennmg van Pruisfen niet, alle noodige toe- Nederlan- des nood geweiddadi^ tg yer.^ J Heeds in Hooijmaand maakte hij allen toerei om een leger te Veld te brengen, dat ten dien einde op de Pruis f fche Grenzen verzamelde. De berichten yan onzen Gezandt aan het Berlynfche Hof bevestigden de gezindheid des Konings, om troepen te laten aanrukken. .Tegen het einde van Oogstmaand; werden de eerst verwarde sèruchten zekerer: zij bepaalden het getal der aftezenden troepen op 19000. man?behalven de jagers,, en Helden den Hertog van brunswyk tot Opperbevelvoerer van dezelven. me^A^u1 dena™gvan Oogstmaand kwam £ ruk! t He"0S«lyete Nymegen,, om aldaa* de nodige berichten nopens den toeftand van'  vaderlandsche hist. verk. j gebruik van de onderhandelingen, die met hetBerlynfche Hof nog gaande gehouden werden en die menigvuldige af endingen van Gouriers. vereischten. Hij vaardigde den Kapitein v&N kleist af, met brieven voor den Pruis f fchen Staatsdienaar, en liet hem in het heengaan den weg over Nymegen, Wyk bij Duurflede en Schoonhoven nemen, en in het terugkeren over Krimpen, de Alblasferwaart, Nieuwpoort, Ameiden , Vianen , Leerdam, Asperen en langs de Linge over Thiel trekken. Hij Verdeelde zijne magt in d VERVOLG op WAGENAAR'S , t _ViI onderwaterzetting. Eindelijk werd het ge,_g7 vreesde zeker, daar twee leden van dezelve Commisfie de ontwijffelbaarfteberichten ga- te^rfVer*ven van den aantocflt der Pruisfen. Am' b* ' fteldam en Dordrecht Helden daarop voor, om de Vergadering der Staten naar de eerscgemelde Stad te verleggen. Dan den i6Je* dier maand was 'er nog geen befluit op gevallen, ïn flede hier van, waren de meeste afgevaardigden Hechts op eigen veiligheid bedacht en verlieten de Vergadering en den Haag. Des avonds van den i7dcn wanneer flechts weinige afgevaardigden tegenwoordig waren, deed Gouda het voorflel, om, het aanbod wan Amfteldam afwijzende, alle de afwezigen tegen den volgenden dag te befchrijven, en als dan zodanig te befluiten, als de nood van het Gewest zou vereisfchcn. En nu was Holland op> het punt, om dezelfde fcheuring der Staatsleden te ondervinden, die Utrecht en Friesland reeds getroffen had. Den ri^en werd te Amfteldam eene Vergadering gehouden, waar echter , buiten de afgevaardigden dier Stad, alleen tegenwoordig waren die van Alkmaar en Purmerend. Het klein getal der afgevaardigden drong haar om die zamenkomst flechts den naam van conferentie te geven; fchoon hen den naam van E. Gr. M. werd toegekend, terwijl de Staats-Vergadering in 'sHage nog bleef voortgaan. Manifesf Dan het word tijd, om den marsch van v?.n den hct Pruisfisch leger en de gevolgen van SruStSf dcszelfs inval nategaan. Een Manifest van den Hertog ging zijne komst vooraf, waarin hij aiie Ingezetenen aanmaande om zich . te-  VABERLANDSCHE HlSt. VERK. 6lt tegen het inrukken zijner troepen niet te VII. atb. verzetten, maar hen hierin alle gemak toe ~7~^~~ te brengen, oen zodanigen veiligheid voor ' •" perfoon en goederen belovende , alzo het oogmerk zijner komst alleen was, Z. H. in zijne waardigheden te herftellen, en aan de beledigde Prinfes voldoening te verfchaffen, die alleen de fchuldigen zou treffen, Gelderland ontving, gelijk men wel kon Ongereverwachten, de troepen het gereedst, overal Fph,^e? werden de Poorten voor dezelven geopend. ^/byrJe Aldaar zou men geene ongeregeldheden ljomst der verwacht hebben. Niettemin waren zij, die Pruiïfen. aldaar als'Patriotten bekend ftonden, even zoo wel het flachtoffer der partijfchap, als. in andere Gewesten. Veelen hunner werden door de Pruis fifche Soldaten , volgens de aanwijzingen hunner verbitterde landgenoten uitgeplunderd, en zelfs gevangelijk naar Wezel gevoerd. Daar dit Gewest het minst in de. hervormingen gedeeld had, viel 'er ook niet veel te herftellen: alles bleef op den ouden voet, en men kan niet zeggen, dat 'er een omwenteling plaats had. Overysfèl, lag, na Gelderland, het eerst Omwenaan de beurt , om door de Pruisfen be-teling in zocht te worden. Den iaden van Herfst-Overysfèl, maand verfcheen een Adjudant GeneraalonietdG van den Hertog van Brunswyk in Campen,0^?'der* waar de Landdag vergaderd was, een brief^,^^ van den Koning overleverende, in welken hij de Staten dén vrijen doortocht voor zijne troepen door hun land verzocht naar Holland, om zich in dat Gewest voldoening te verfchaffen. De Staten zonden daadlijk een andwoord aan den Koning* Qq 2 waar-  6i2 VERVOLG op WAGENAAR'S V.IL AFP- waarin zij verklaarden, van, zonder fchen1787. ding der Unie' den gevraagden doortocht niet te kunnen vergunnen: dat zij deswegens alvorens aan de Algemeene Staten moesten fchrijven, en ook intüsfehen Holland zouden trachten te bewegen , om Zi M. genoegen te geven. Vruchtloos.intusfchen was hun fchrijven aan de beide Staats-Vergaderingen : de langwijligheid der deliberatien, hoe ongepast ook in dit hachlijk ogenblik, belette zoo wel de Algemene Staten, als die van Holland, om ten juisten tijde een bellisfchend befluit te nemen. Intüsfehen fcheen dit uitftel:zoekend fchrijven ook bij den Hertog van even weinig vruchts geweest te zijn : den I5den krees de Staatsvergadering bericht, dat de Pruisfen voortrukten , en zich reeds . te Oldenzaal en te Almelo bevonden. Onder dit verder voortrukken derPruisfen, en terwijl zij reeds het grootst gedeelte van let Gewest bezet hadden, werd een landdag tegen den 28^ dezer maand befchreven , en daar , ongeacht de verklaringen van verfcheiden Ridders, dat geene zaken beflischt konden worden , zoo lang de Pruisfen zich op het grondgebied van het Gewest bevonden , tot de herftelling van Z. H. in alle deszelfs wettige regten en privilegiën , volgens het Reglement van 1748. befloten, en werden verder alle de gemaakte veranderingen vernietigd, en alles weder op den vorigen voet gebragt. Nu bemerkte men duidelijk het geheele oogmerk van den gevraagden doortocht. Immers, om in Holland te komen, behoefde  VADERLANDSCHE HIST. VERK. <5i3 de men juist niet Overysfèl aantedoen: ook VIE afd. trokken geene troepen door Overysfèl naar g Holland, maar bleven zij, die post gevat ' '? hadden, in het Gewest. Het eenig oogmerk was dan , om, onder de begunftiging van de Pruisfifche magt, de omwenteling in dat Gewest daar te (lellen, zonder welke men daar toe geen kans zag s, daar het beftuur en de Ingezetenen, althands wat de meerderheid betreft , in deze één lijn trokken. Nog duidlïjker bleek dit in de drie hoofdlieden Deventer, Zwol cn Kampen. De eerfte Stad, die het eerst door Pruisfen bezet werd, en waar de Ora-nfëgexinden een aanzienlijk getal uitmaakten, ondervond ook, het eerst , hoe weinig men zich op de toezeggingen van zekerheid, veiligheid en krijgstucht kon verlaten. Ongeftoord werden daar de verwoestende plunderingen toegelaten , in welken het Gemeen thands over de geleden beteugeling wraak oeffende, en door'de Soldaten' niet weinig geholpen werd. Voor het overige werden overal de Wapengerrootfchappen en zelfs de Schutterijen ontwapend, en alles, dat maareenigzins hervorming kon genoemd worden , weder op den voorigen voet herfteld. Schoon Utrecht geen deel had in de be- Orawenlediging, H. K. H."aangedaan, bezeft men teling in gemaklijk , dat, zoo uit hoofde van te Utrecht. plaatslijke gelegenheid van dit Gewest, als om de in hetzelve heerfchende gefchillen, dit Gewest voor alles aan de beurt lag, om overmeesterd te worden. — Zoo dra vernam men daar niet, dat het Pruisfisch leger zich werklijk in Gelderland bevond, of men Qq 3 n.a»  6r4 VERVOLG op WAGENAAR'S Vi'AFD' nam de nodige maatregelen ter verfterking 1787. der Stad' en om de Inundatie te doen weri ken: de Rhyngraaf van salm begaf zich den 14^1. van Herfcsmaand max Woerden, om met de commisfie tot Defenfie de middelen te beramen , die de tegenwoordige nood vereischte. Op zijn vertoog, dat Utrecht wel beftand was tegen de magt, tegen hetzelve door Z. H. aangevoerd , maar geenszins tegen die des Konings van Pruisfen; dat die Stad ook bovendien afgefneden, omfingeld en het daarin leggend Guarnifoen krijgsgevangen gemaakt kon worden , ten zelfden tijd, dat een ander gedeelte der troepen in Holland inviel; dat dus het beste was in dezen nood met alle de krijgsmanfchap Utrecht ie verlaten, en meer op de verdediging van Holland te denken, waarop het bijzonder aankwam ; — befloot de commisfie hem te volmagtigen om , wanneer hij oordeelde den hoogften nood daar te zijn, met alle gewapende manfchappen Utrecht te verlaten, en naar de grenzen van Hólland de wijk te nemen. En ten einde hij daar in te minder tegenftands bij de Regering van Utrecht mogt vinden , gaf men hem tevens een open prder , om Utrecht, met zijne manfchap te ontruimen', waarin hij flechts de dagtekening kon invullen, om aan de gemelde Regeering te vertonen. Den reden van Herftsmaand keerde de Rhyngraaf naar Utrecht terug , waar tevens tijding was , dat de Pruisfen de Lek reeds overgetrokken waren , dat den volgenden dag 11,000 man voor Utrecht beftemd  VADEHLANDSCHE HIST. VERK. 6i? ftemd waren , terwijl 7,000 naar Gomichem JU. a^d. en 5,000 naar Vianen trokken. Ten ge- • lijken tijde, vertoonde hij aan de Regering ' <' de ontvangen volmait tot ontruiming der Stad. Welk eene verflagenheid, welk een fpijc en woede deze berichten veroorzaakten , kan men ligt bezeffen. Eén der Burgercompagniën had moeds genoeg, om te verklaren, dat zij het verlaten der Stad niet zou gedogen , maar de Poorten en Wallen bezetten en geweld met geweld keeren. Vruchtloos was echter deze tegenftand. Niemand deelde in dien ijver. Ieder was flechts op eigen veiligheid bedacht. Den nacht werd hefteed, in alles tot de vlucht te bereiden. Den volgenden dag verlieten alle de gewapende hulptroepen , Burgers en Militairen , in twee deelen de Stad , het een onder het geleide van den Rhyngraaf, trok naar den Uithoorn , Ouwerkerk , den Overtoom en Weesp, het ander, onder het bevel van den Majoor van der borch , nam den weg naar de Nieuwerftuis, Loenen, Vreeland, Muiden en Naar den: op deze wijze poogde men boven alles Amfteldam te dekken. Dit was 'ook de verzamelplaats van alle uitwijkende Burgeren, die aldaar het ongeloof aan de aannadering der Pruisfen wel rasch in de droevigfte zekerheid zagen verkeeren. De uitkomst bewees , dat de Stad althands vroeg genoeg verlaten was. Den i6den van Herfstmaand des voordemiddags zag men , geen Pruisfen, maar wel eenig Voet en Paardenvolk uit het nabuurig Qq 4 Camp  6i6 VERVOLG op WAGENAAR'S VIL afd. Camp te Zeist binnen trekken, en de 1787. Poorten en bet Stadhuis bezetten. Weldra werden dezen gevoed door Z H zeiven, die nng dien .zelfden dag zijné intrede deed. Den volgenden werden reeds alle nodige fchikkingen gemaakt, om alles op den ouden voet te herdellen, gelijk dan ook reeds den derden dag na hec overgaan der Stad , de Staatsvergadering ter gewone verblijfplaats werd gehouden. Afkondigingen bij af kQncigingen dienden tee verbreking van alles, wat, ingevolge de jongstgenomen maatregelen en fchikkingen op de Regering, was vastgelleld. Reeds op den ig-ien Werd een bid uur met deze woorden bevolen, „ ten einde den Goe„ dertieren God in 't openbaar met de Ge,v meente plegtig te danken, voor de merk„ waardige, allergelukkigite en gezegend„ ile verlosfing en redding van 'de Stad „ zonder bloeditorting, geweld of tegen„ hand , en te bidden om de heritelling „ der rust in de naburige Steden en Pro„ vinnen, midsgaders den vorigen bloeit „ en de welvaart der Stad." . • Inval fa DrTie Gewesten, Gelderland, Overysfèl, Pnrsfe^ in en Utrecht waren dan nu reeds op de Haband Jijde van Z. H. gebragt; Zeeland had door zich zelve de omwenteling daar^efteld. Het kwam dan nu alleen op Holland aan , dat niet alleen tot de voonge Conditutie herlleld , maar bovendien nog tot het geven der gevorderde voldoening genoodzaakt moest worden. Dit gewonnen zijnde zouden Friesland en Groningen van zeiven volgen.  VADERLANDSCHE HIST. VERK. 617 De eerfte vijandlijke aanval gefchiedde VH.An^ op Gornichem; en, zonder eene ónvoor- g zieligheid, zou deze zelfs aldaar niet plaats ' gehad hebben. Deze Vesting was ver at, ^ Qgrnfa van in een behoorlijken ftaat van tegenweer chem gebragt te zijn, fchoon het aan gewapende manfchappen aldaar niet ontbrak, a. p. van der capellen, ondanks zich zeiven, tot Commandant dier Stad aangefteld, was alleen bedacht , om dezelve bij de aannadering der Pruisfen overtegeveh, om haar voor erger lot te beveiligen. Op de tijding, 'smorgens dep 171"1 van Herfstmaand ontvangen , dat de Pruisfen zich te Dalem vertoonden, had hij de ftrengfte order gegeven , om zonder zijn fchriftlijk bevel jiiet te fchieten. Dan, welke voorzorgen hij ook deswegens genomen had, onkunde van krijgsgebruik verijdelde dezelven, en berokkende hem en Gornichem het deerniswaardigst lot. De Pruisfifche Bevelhebber een Officier met een Trompetter, ter overlevering van een opëisfcbingsbrief, afgezonden hebbende, had men onbedacht op den . Trompetter gefchoten. Dit, als een teken van volftrekte ongezindheid tot 'overgave aangemerkt, werd'daadlijk gevolgd van een hevig Bombardement. Cappellen, buiten wiens weren het eerste fchot gefchied was, over dit werpen van bomben ten uiterften verbaasd, liet daadlijk het wit vaandel op• Heken , 'c geen het fchieten deed ophouden , èn verwierf een mondgefprek met den Bevelhebber des belegs. Van dezen vernam hij het eerst , wat aanleiding tot het bombarderen bad gegeven. En nu was Qq 5 hij  6ii VERVOLG op WAGENAAR'S -1^-1 hlJ genoodzaakt, om zoo goed hij kon de zaak 1787. te redaen. Hij verbond dan zijn eigen perfoon als Gijzelaar, voor de nakoming der , voorwaarde, dat geen Gewapende de Stad zou uittrekken, en dat allen de Wapens zouden neerleggen en zich als krijgsgevangen overgeven; waarna ieder naar' de zijnen zou mogen terugkeeren, en de Stad voor plundering beveiligd blijven. Doch ten zelfden tijde, dat hij aan de eene zijde der Stad deze voorwaarden floot , was men aan de andere bezig met dezelve te fchenden. Vol fchriks openden de Burger hulpbenden de poort, en namen, gewapend de Stad uittrekkende, de vlucht naar Dordrecht en elders. Dit ontkomen der bezetting, en welgewapend, werd hem, die echter hier aan geheel onfchuldig was, door den Hertog van brunswyk zoo euvel geduid, dat hij als Gijzelaar gehoudenwerd voor al het leed, 't geen door dezen aan de voorflanders van den Stadhouder mogt aangedaan worden. Als zoodanig werd deze ongelukkige naar Wefel gevoerd, en moest zoo veel leeds verduren, dat hij', nauwlijks uit den Kerker ontflagen en in het Vaderland teruggekeerd, den geest gaf. Gorinchem , op deze wijze in handen der Pruisfen gevallen , oordeelden dezen zich geregtigd, om het als eene verwonnen Stad te behandelen. Befchreijenswaardig waren de plunderingen en verwoestingen , aldaar aangericht' tegen hen, die als voorflanders van Staatsherftel bekend ftonden. Het gemeea verlaagde zich , om hen overal aantewijzen. Even het zelfde  VADERLANDSCIIE HÏST. VERK. 619 de jammerlijk lot trof de opgezetenen ten V"platten lande; dagelijks gingen de Husfa- g • ren op flrooppartijen uit, want dezen was het meest om roof te doen ; overal vonden zij gedienstige lieden, om de bedoelde voorwerpen aantewijzen : na hen eerst uitgeplunderd en van alles beroofd te hebben, werden zij gebonden naar Gorinchem. vervoerd, om zoo verder naar Wefel overgebragt te worden. Na de overgave van Gorinchem, den fleu- Overgang tel van Holland aan dien kant, zag menv«*' Dagdagelijks het verder doordringen te gemoet.mW' Dordrecht moest nu volgen. Omtrend deze Stad was den Hertog, als den zetel der Patriotten bekend en als het grootst aandeel gehad te hebben in de verwerping van 's Konings eifchen niet wel gezind. Ook aldaar fcheen men op tegenweer bedacht, althands, in zoover zij ftrekken kon, om eene voordelige fchikking te verkrijgen. De Rietdijk , de eenige plaats waar deze Stad genaderd kan worden, was door eenige batterijen verfterkt. De Poorten waren gefloten en de Schutterij in de wapenen. Zoo rasch echter de Pruisfen verfchenen en de Stad opeischten, werd van alle verdediging afgezien en eene Capitulatie gefloten, op welke de Stad aan de Pruisfen werd ingeruimd. Het was deze Capitulatie, die de Stad voor plunderingen beveiligde, en gelijk zij den Patriotten in veele opzigten voordeelig was, zoo ftrekte zij ook ten bate van veele, nog gevangen zittende, Oud-Beyerlandfche Boeö ren,  «30 VERVOLG op WAGENAAR'S m«rp- "n ' ,in.het ,aa"t oproer gevat, die nu ' ",7g daadlijk in vrijheid gefteld werden. Plande a S'hoonhoveni daadlijk na Gorinchem aan t£ tode teU" ],gSe"de, trof hetgeluk van BordPtuhftn recM ni«» fchoon het met een bezoek in Scbwn. Yan den Hertog zeiven vereerd werd. Doch Jtoe*. juist deze eer kwam hetzelve zeer 'duur te ftaan, daar hij van zulk een ftoet Husfaren en Jagers gevolgd werd, behalven nog het Regiment Infanterie van waldek, dat die kleenq Stad door bezetting overkropt werd. Inzonderheid trof de huizen der Patriotten • het jammerlijkst lot. Zommigen hadden inkwartiering van 28. anderen van 34. man: een zelfs herbergde 24. man < pakknechts en 16. paarden. De fchade daar door aan den Vroedfchap de weille alleen toegebragt, werd op ƒ 40,000 begroot. Bij deze inkwartiering voegde zich eene ogenbliklijke vordering van behoeften voor Volk, Paarden, voorliet aanleggen van een magazijn van Fouragerinp-, voor het timmeren van een Schipbrug over- de Lek , voor het plaatzen van het hoofdkwartier en krijgscommisfariaat in de Stad. Hier mede niet vergenoegd, befchouwden zij de verlatene huizen , met regt of onregt, als huizen van Patriotten, wier goederen, als van vijanden , buit verklaard waren, en fchaamden zich ook niet dezelven geheel ledig te dragen en van alles te beroven. Zommigen werden geheel tot inkwartiering toebereid , en als zodanig deerlijk gehavend en uitgebroken. Zelfs was het .Comptoir van Stads ïhefaurie,  VADERLANDSCHE IIIST. VERK. fat van de 100. en aoo. penningen, geheel ge- VII. arri. ruïneerd en uitgeplunderd. Zoo dat de ^"* fchade der Stad onberekenbaar hoog liep. / ' * De Pruisfen in het bezit van Dordrecht Versiide. Zijnde, kon men hen dagelijks te Rotter-™*™ ia dam verwachten. Reeds vóór derzelver j^'" aankomst, werd alles gereed gemaakt, om aan bet doel hunner zending te beandwoordem Het Oranje dragen was algemeen, en niemand waagde het zonder dit teken op de llraten te verfchijnen. De in Grasmaand afgezette Raadsleden' verfchenen weder ter Vergadering Nieuwe Afgevaardigden werden naar \Hage gezonden. Zij, die deel gehad hadden aan de jongstleden hervormingen, verlieten meestendeels de Stad. Den 20ften van Herfstmand werd een brief aan den Hertog afgevaardigd, met bericht, dat de Stad gereed was, de Poorten voor de Pruisfen te openen: verzoekende zelfs, dat hij 200. Husfaren wilde zenden, met bevel, om eene ftrenge krijgstucht te onderhouden: onder verzekering, dat op dien dag de oude Regering herfteld zou zijn. De verzochte Husfaren en meer dan die kwamen weldra, doch, wel verre van een geltrenge krijgstucht te onderhouden, itelden zij zich zeer baldadig aan. Niet zoo gemaklijk ging het in het na- Gebomd, burig Delft toe; fchoon de tegenwoordig-£f.n)Sren ie heid of medewerking der Pruisfen aan de Delft. onlusten, die daar gebeurden, geen deel had. Zoo ras vernam men daar de aannadering der Pruisfen niet, of het Wapengenootfehap maakte zich meester van eenige  622 VERVOLG op WAGENAAR'S !E3> jfc" ]eden der afgezette Regering, hen in l^7- irfrf gwarmg h°Bd«"te, met oogmerk, gelijk zij verklaarden, om wanneer zij tegen den vijand uittrokken, dezen in het heetfte vuur te plaatzen, en op hen het leed te verhaalen, dat in hun afzijn, door de Oranjegezwden hun mogt aangedaan worden. Op de tijding van de qvergave van Gorinchem en Utrecht, toonde het zich bereid, om. met het Burgerleger, het geen zich in zijn terugtocht indien omtrek bevond, mttetrekken, ter verdediging des Vaderlands. Dan de Regering, de Stad niet geheel weerloos willende laten , daar de Schutterij ontwapend was, belette dezen uittocht; ook werden de gevangen Raadsleden , na één dag en nacht in verzekering geweest te zijn, weder in vrijheid geHeld. De uitkomst toonde, dat de Regering niet overbodig beducht geweest was. Den joden van Herfstmaand kree* men bericht dat eene plunderbende , wel 400. man fterk uit den Haag in aantocht was, om in Delft haar fchandelijke rol te Ipelen. Terftond werden alle maatregelen genomen, om haar te keeren. De afgezette fchutterij kwam op den eisch der Re- ■ gering in de Wapenen, het kanon werd geladen, de Poorten werden gefloten. On den middag naderde de woesre hoop met itokken, bijlen en geweren gewapend. Ge- ■ weldadig werd de gefloten poort opengebroken: en daar alles nog in verwarring was, gelukte het den fchenzieken hoop eenige huizen te plunderen. Een twintigtal onderging dit deerlijk lot. Allengs- kens  VAD E RL AND SCH E H!3T. VER K« 61$ kens echter kwam de Schutterij in het ge-VH- atp.^ weer, en belette nog de geheele uitplun- g dering yan het Sociëteits hm?,. fchoon het / grootfle gedeelte reeds vernield was, door zoo met kanon als klein geweer opdcnplunderhoop los te branden, het geen veelen kwetste en één deed fneuvelen. De Schutten;, in fterkte, hoe langs hoe meer, aano-roeijende, bragt eindelijk de bende tot wijken. Naar mate de vlucht en verwarring onder hen toenam, naar mate werden 'er meer seveld. Eindelijk, tot aan de vest vervolgd,', zagen zij geene andere uitkomst, dan het water aan het zogenaamde Duivelsgat in te gaan ; hiér ontkwamen het velen met zwemmen, terwijl de Burgers op ben fchoten, en eenigen verdronken: vóór drie uuren zag Delft zich van dit fchuim verlost. V/aar na men alle nodige zorg droeg, om de Had tegen dergelijke overvallen zoo veel mogelijk tc beveiligen. Holland, van den eenen kant reeds over- Omwen. meesterd zijnde, en van den anderen be- ^J'*^ nauwd wordende, zag men duidelijk, dat tegenftand nutloos zou wezen, en oordeelde'men het best vrijwillig overtegeven, het geen men niet langer kon behouden. Op het voorftel van Gouda, eene buitengewoone vergadering van de Staten van Holland den i8de» van Herfstmaand gehouden wordende , gelijk wij reeds met één woord meldden, werden daar, op voorftel van de Ridderfchap , de volgende befluiten ..genomen: de fchorfing van Z. H. als Kapitein Generaal werd ingetrokken; het bevel over den Haag hem weder opgedragen, met  •> dat ik verlang, dat de voorgemelde auI7g_ •>■> theurs en bewerkers in hunne eer en ■ ' •>•> goederen aangerand en nog veel minder „ in gevaar gebragt worden, van hun le„ ven te verliezen ; maar dat zij , buiten „ alle verdere vermoedens, van hunne amb» ,, ten, door welken zij in ftaat zouden we,, zen, nieuwe moeilijkheden te veroirza„ ken , ontflagen zullen worden." Dit was dan het eigenlijke punt, waarvan alles afhing. Ten gelijke tijde, dat deze bezending met de Prinfes in onderhandeling was getreden , was eene 'andere naar den Hertog , om, den uitflag der eerfte vernomen hebbende, Z. H. nader te onderhouden. Dan het fchriftlijk andwoord van dezen, reeds van dien uitflag verwittigd, was de akelige voorbode van het lot, dat thands de Stad dreigde: „ hij fchreef, dat daar hij „ zag, hoe men in Amfteldam de zaken op „ de lange baan zocht te fchuiven. en al„ daar niet voornemens fcheen aan den „ Koning de geëischte fatisfaétie te ge„ ven , noch de oude conftitutie te her„ ftellen, hij genoodzaakt zou zijn 'sKo„, nings bevelen optevolgen." — Èene bedreiging , die zeer fpoedis vervuld werd, daar hij den 30^ van Herfstmaand een Trompetter met een brief zond , behelzende dit fchrikverwekkend befluit, ,, ik houd „ den ftilftand van wapenen heden avond „ tusfchen zes en zeven uuren , op wel„ ken tijd de Heeren Gedeputeerden te n Amfteldam terug kunnen wezen , ge» „ ëindigd te zijn. Ik heb op de allervolv ftrekcfte wijze befloten om voofttegaan v en  VADERLANDSCHE HtST. VEB K. 631 en mijne orders ter uitvoer te brengen , VII. afd. " zo ik geen brief ontvange van H. K. H. g7"~ n Mevrouw de Prinfes van Orange, bij f * " welke hoogstdezelve mij bericht, en verzoekt de troepen te doen ophouden." _ Zien wij intüsfehen kortlijk, hoe het bui- Overgang ten Amfteldam gefteldwas. De drie Steden ^ Naar. Naar dm, IVeesp, en Muiden waren W^jJJgS de magt der Patriotten en dienden tot voorposten van Amfteldam. Hoe zeer de Pruis. fen de wapenftilftand fcheenen te eerbiedigen belette dit echter niet, dat men zich van de twee eerften langs een anderen weg meester maakte. De Collonel van de pol, te Weesp het bevel voerende , ruimde, op aanfehrijving van den herftelden Kapitein Generaal die Stad aan de Pruisfen in. De Generaal Majoor van ryssel , thands tot Bevelhebber van Naar den aangefteld, ontving dezelfde bevelen van de Staten van Holland, als ook, om geen orders van de ontflagen commisfie van verdeediging te gehoorzaamen. Thands zich van alle betrekkineen tot Holland ontflagen rekenenae , verliet hij het land. De Collonel mattha in zijn plaats door Amfteldam aangefteld , weigerde, op dezelfde bevelen eenige, orders dan die van de Stad te gehoorzamen. Daarop zich naar Amfteldam kerende, om , naderen last te bekomen, gaf de Collonel livingston , in zijne afwezigheid, de Stad aan de Pruisfen over. En nu in die zeltde hoedanigheid te Muiden aangefteld , welkers bezetting meest uit gewapende Burgers beftond, weigerde hij moedig, aan zodanige eisfehen gehoor te geven en rustte zich Rr 4 toe»  632 VERVOLG op WA GEN AAR-S »yï;''Ay°'tpe.? om. die veste daPPer fe verdedigen: 1787. Sclijk hij, rra een' kloeken tegenweer geboden te hebben dezelve niet dan op eene eervolle Capitulatie overgaf. Aanval De Raad , de bedreiging des Hertogs voorpos6 ZOrgVJuIdig ëeheim gehouden hebbende, ten. was de fchrik en ontzetting in Amfteldam boven mate , toen men 's morgens ten 5. uuren van den van Wijnmaand het gebulder des Gefchuts hoorde. Onbeschrijflijk was de angst en verlegenheid, die de Inwoners, bij deze onzachte wekking uit den flaap, vervulde. Welhaast vernam men , dat in dit ogenblik eene algemeene aanval gedaan werd op de buitenposten aan de Duïvendrechtfche Brug, te Ouderkerk , aan 't Weesper Tolhek en den Diemerdam. Dit ontzettend fchieten duurde, zonder tusfchenpozen, van het aanbreken des dagcraads tot o uuren voor den middag. Zien wij thands, hoe het zich aan die Posten toedroeg. Halfweg werd zonder flag of floot bij verrasfching ingenomen. Met een aantal vaartuigen was de vijand , begunftigd door een voordeligen wind, over het Haarlemmer-meir, te middernacht in alle ftilte te Slooten geland. Van daar naar Osdorp getrokken, waar hij eenig Volk op den Haarlemerweg Het, fpoedde hipzich in allerijl ter verrasfching van Halfweg. Gemaklijk viel het hem de nog flapende wacht te overmeesteren. Zij nog, die eenigen tegenftand wilden bieden , zagen weldra hunne pogingen verijdeld, daar alles in de uiterfte verwarring was. De bezetting werd krijgsgevangen gemaakt, terwijl weinigen  VADERLANDSCHEHIST. VERK, 633 in de vlucht lijfsberging wisten te vinden. v"-ArBDeze verrasfching werd gevolgd van de be- g zitneming van Sparendam, gewigtig door de Huizen en waterweringen. — Ten zeilden tijd was ook een ander gedeelte, mede over de Haarlemmer Meir, aan de ka-. toendrnkkerij de Lelij bij de nieuwe Meir, aan land geflapt, om met het aanbreeken van den dag Amflelveen van achteren aan aan te vallen. Hoe zeer de tegenftand op dezen post geducht was , daar men hier op den aanval was voorbereid, moest eindelijk de dappere desportes , de verdediger van denzelven, voor de overmagt zwichten, en met de zijnen de wijk naar Ouderkerk nemen, waar hij ook gelukkig aankwam. Het welgelukken van dezen aanflag, het Dorp Amstelveen geheel in der Pruisfen magt Hellende , redde den Hertog uit eene groote verlegenheid , daar hij, bij zijn aanval van dit Dorp van voren, zulk een tegenweer ontmoette, dat hij aldaar gedurende 4 uren werd opgehouden — Dapper en niet minder onverwacht was ook de tegenweer' aan het Weesper Tolhek. De bezetting, nog vóór het tijdftip des algemenen aanvals willende overrompelen , werd de vijand aldaar zoo kloekmoedig afgewacht, dat hij, na den aanval verfcheiden reizen herhaald en met weinig manfchap verloren te hebben, ge- ( dwongen werd, buiten het bereik van het gefchut te wijken. - Een zelfden vruchtlozen uitflag had de aanval op den Duivendrechtfchen Brug, welke post, hoe hevig en vuurig ook aangetast, zulk eene hardnekkige tegenweer bood, dat de Rr 5 vijand  «34 VERVOLG op WAGENAAR'S .y^j™ vijand hec bij zijne poging lict berusten, °en °7etpna; der andere posten afwachtende. De Post te Ouderkerk, door den Burger-Kapitein de wilde verdedigd,, was door vier batterijen verfterkt, daar te boven waren alle toegangen tot dit Dorp zoo wel bezet, dat men wel kon verwachten, dat de overmeestering zoo gemakliik niet zou vallen. En waarlijk, na een aanval van drie uren , door moed aangevoerd en beleid onderfteund, had dè vijand nog geen duim grond gewonnen ; en moest na het verlies van veel manfchap, met ichande terugtrekken. Moeilijk is het te gisfen, hoedanig de uitflag van dezen mislukten aanflag bij de voordduring des belegs, yoor Amfteldam zou geweest zijn: zeker is het, dat de moedige verdedigers dezer posten van hun arbeid geen andere vrucht wegdroegen dan den roem van zich dapper gekweten te hebben , daar weinige uuren, na het gevecht, de order werd gegeven, om de posten te verlaten en ftedewaards te keren. Bemin- Het oogmerk des Amfteldamfchen Raads Ih aiie d. Jl'k_beleg blootteflellen, voor het welk zij rcheneno-voIftrekt met gefchikt was, had alleen gevergang zocht de best mogelijke voorwaarden te bedierStad. dingen, en hadde de Hertog, op het verzoek van den Raad, den Wapenftilfland flechts twee dagen willen verlengen en den aanval uitftellen , hij had zonder eenig geweld , zijn oogmerk bereikt. Dit blijkt, daar de Raad reeds den avond van den 30^» van Herfstmaand een brief aan de Vergadering van  V ADER LAN DSC HE HIST. VERK. 63S van Holland had afgevaardigd met kennis- VIL-»», eevins dat dezelve befloten had Gelastig- g den naar 's Haee te zenden, om met leden v'n H E.GnM. in onderhandeling te treden, over het Reven eener voldoende faisfactie aan Z. K. M. en H. K. H., om de verdere aannadering der troepen en de daaruit gevreesde onheilen voor de Stad voor te komen. Het nemen van zodanig Ie befluit moest natuurlijk den last tot het verlaten der voorposten voortbrengen - Nog ftaande de vergadering beh l,Aan H F Gr M. eene commisfie, om "me?ï ^e«en van Amfteldam dè onderhandeling aan«evsfigeti■.. derhandelingen duurden vijf dagen. Moei Ujk was helden Raad te bewegen, om de n euwlings verkoren Regerings- Leden te ontflaan egn de afgezetten te herftellen Dan hoe vernederend en bezwarend de voorflagen ook waren, die gedaan werden, geen andere keus hebbende, dan dezelven foeteftaan, of zich alle de rampen,de belegs te getroosten, waar van de Stad reeds den bitteren voorfmaak ondervond, iet % zich eindelijk het eerfte welgevallen. Den 6tol van Wijnmaand kreeg de Stad bericht, dat de onderhandelingen met H. E. Gr M. gefloten waren, waarvan de yoornaamfte punten behelsden; - inftemming in , ■ de reeds boven vermelde eisfchen des Konines*vanPraw/ö»; - toetreding tot alle de befluiten der Staten, gedurende het afzijn ■ der Afgevaardigden van Amfteldam tot herftelling van Z. H. en de voonge orde vanzaaken, genomen, en eindelijk bewilli-  (36 VERVOLG ot WAGENAAR'S S^gfe* f* d« ontzetting der nieuwverkoren 1787. ?gS*Leden' En ™ bleef 'er no" de dadigmg met den Hertog over S eisch was het overgeven der Leidde Poon aan z.jne troepen, tot dat de ontwapening der Berger- vrijwilligers volledig Z 'e? fchied zijn. Deze vordering toSeftaan ■S£rVn%eHWeldni ^ ^«Scanderen. De Hertog vestigde zijn Hoofdkwartier op den Overtoomfchen wU terzetten.^ Tr°epen de ■ fa^e [r al]eDaf d'k0"heid, desbeft^ ons verbied, de Princes.^ 6 £evo,Sen dezer overgave van die Stad «meetekenen, alleen dit nog melde^ de, dat zij een harer meestgefchatte P,f. vi egien moest zien verkrachten, door het SteSï k*bezeiti«g'-^-van"jïoe nier toe altijd verfchoondwasgebleven haas ten wij ons, om den afloop der fa" sSe zelve te befchouwen. Den 6^ van^ Witmaand vervoegde eene bezending uit R E. Gr. M. z,ch bij H. K. H. om van haar 7e vernemen, welke eindelijk de fatisfa<5tSwas die zij vorderde, en die tot hier toe onbe.' paald was gelaten. Haar fchriftlijk andwoord, twee dagen later bij eene tweede gehoorverlening overgeleverd, behelsde rtnlZ,J Tk Ver^Sde met de verwi de' nng van;haar perfoon, en het buiten allen bewind ftellen.van hen, die Autheurs en medewer ers van de geweldige aanhouding van haar geweest waren. Geene per- ^vnoeen,d/PaaldIijk, 3aDgeduid hebbende, vervoegde men zich andermaal bij haar om opgave hier van te erlangen. De Lijst van  VADERLANDSCHE HIST. VERK. f37 van deze perfoonen was gereed en werden VII-afp. de volgende, als llachtolFers van haare bij- g zondere gevoeligheid, op dezelve gevonden; J d. j. canter camerling , Vroedfchap te Haarlem, f. g. blok, Schepen te Leiden, t. de wit, Schepen te Amfteldam, m. van totjlon , Vroedfchap te Gouda, c. van forkest, Vroedfchap te Alkmaar, h. Coster us , Secretaris te Woerden , c. j. de lange, van Wyn gaar den; c. de gyzelaar, a. van zeebergh , p. l. van de kasteei.e , e. f. van berckel ,' en c. w. vis- scher, Penfionarisfen te Dordrecht, Haarlem en Amfteldam, l. t. de kempenaar, Vroedfchap te Alkmaar , a. p. van leyden van Hardinxveld. b. e. abeema, l. hovy de jonge en j. b. bicker, zijnde de vier laatsten, Leden van het defenfie wezen te Amfteldam. De Ridderfchap en de meeste Steden betoonden de grootfte bereidvaardigheid om deze lijst met haare goedkeuring te bekrachtigen. De meesten der genoemde Heeren bleven echter in de Steder hunner wooning. Eenigen vertrokken buiten 's Lands. Dit was ook het lot van zeer veele Patriotten, zich op Franfchen bodem begevende; welk verlaten van het land zoo druk liep, dat de Regering te Amfteldam, bij den Franfchen Conful tusfchen beiden trad, om het onbepaald afgeven van Paspoorten te ftui- tGn C*}' Hier ( * ) Onder deze vluchtelingen kan echter de B hijngraaf van sa lm niet gerekend worden, die oaauwlijks na  638 VERVOLG op WAGENAAR'S VII.afd Hiermede dan kreeg hec werk der fao fatisfadtie zijn volledig beflag. Welke-aan'°7m leiding hec thands befchouwde ook moge geven toe veel bedenkingen over de uitwerkzelen der partijfchappen in den lande, zullen wij ons daarover hier niet uitlaten. Hoe verfchillend intüsfehen deze gebeurdtenis befchouwd werd, kunnen de volgende niet ongeestige ftukjes uitwijzen waar mede wij deze verkorte Gefchiedenis zullen befluiten. Het eerfte werd op 't einde van Wijnmaand geftrooid gevonden. 'tVerraad tot 'sLands bederf volbragt, Geftijfd door Buitenlandfche Magt; De Kluisters voor de Deugd gefmeed; De Moordenaars met Gunst bekleed; 'sLands Braven vluchtend en verjaagd; Der Burgren Lijf en Goed belaagd, Tot prooij van plundering en geweld; De Vlijers in Bewind gefield; De Staaten zonder magt of regt, En Dienaars van hun eigen Knecht, Het Oproer vollen toom gevierd, Den Krijgsman door een Vrouw beftierd; De Vrijheid ganfchlijk overmand; Zie hier den Staat van Nederland. < Van 'c zelve maakte men deze omkeering. Het na het verlaten van Utrecht te dmfteldam eekoraen, van daar in alle ftilte, reeds vóór den loden vat* Herfstmaand, naar zijn Vaderland de wijk had genomen.  VADERLANDSCHE HIST. VERK Ö39 Het heil van V Vaderland volbragt; VII af"; Door V wijs befiier van Pruisfens magt; g Dg Kluisters voor den dwang gefmeed; De besten weêr met Gunst bekleed; De Muiters vluchtende en verjaagd; Geen eerlijk Man thands meer belaagd; Door V woedend Patriotfch geweld; De Prins weêr in't bewind gefield; De Staten in hun volle Regt; De Meester hoger dan de Knecht; Oranjes naam alom gevierd Plet Leger weêr naar regt befiierd; De Patriotten overmand; Zie daar den Staat van Nederland, EIND F." VAN HET TWEEDE DEEL. AAN-  Aanwyzing DER p l a a t e n. De Tytelplaat vóór den Tytel , li Willem de V. ter hooge Vergadering ingeleid, om 'er.' onder den eed van geheimhouding, zitting te nemen, Bladz. 2. Porirait van Mr. Pieier van Bleiswyh, A. L. M. &> Philof. Doctor. Raadpenfionaris van Holland. . .' 15a 3. _ van jr> \0Am derk van der Capellïn, Heer van der Pol, Appeltern, Altfort, enz. enz. enz. 195 4. De Gebroeders Narreboui , redden defchipbreulielin- gen van het verongeluk. O.I Corsp. Schip, Woest duin. 216 5. Willem de V. levert de papieren van den Heere LauREN5 over 5 6 6. Portrait van J. A. Zoutman, Vice-Admiraal van Hel. land en Westvriesland . 2g6 ' 7. Willem dï V. vereert de Doggersbankfche helden." 290 8. Porrrait van John Adams, Gezant der Noord Ameri cafcbe Staten in de Vereenigde Nederlanden. . 336' 9 ~ van Mr. Pieter Johan van Beechel, Mi- nifler Plenipotentiaris van den S aat dei; Vereenigde Nederhneen, bij de Staten van Noord-America. 338 10. De Kaper De Flisfmger , Capt- Jarry , door een Engelsch Konings fchip genomen. . . , 38^ 11. Woeste vreugde bedrijven te Rotterdam. . . 424 12. Ontmoeting van een Patrouille Burgers en Militairen, . 'sNachts, in de Turfiïraat te Arnhem . . 444 13. Het inmkken der Militairen in Amersfoort. • 492 14 Conferentie van Gecommitteerde der drie Hoofdlieden van Overysfèl, bij zijne Hoogheid, op '1 Loo, den 4 September 1; 86. . . . . • r03- 15. Gevaerts en de Gyzelaar door Mourand tegen gehouden , bij de Stadhouders Poort ... 533 16. De Uittogt der Burgers uit Haarlem naar Utrecht 534 17. De Princes aan Goejan Verwellefluis gearrefterd, 598 BLAD.  BLADWIJZER der vocrnaamftc perfooneu en zaaken vermeld in de VII Afdeelingen, van 't Vervolg op de VERKORTE VADERLANDSCIIE HISTORIE. A. Amfteldam, ontwerpt een Apreparatoirlijk plan van een ardbeeving, in Oostindii'n, trattaat metNoord-amnica, Iïladz. 26: in Nederland, . klaagt, in 1781 , Barbarijen, Spanje, enz. 43 : over de traage voordgang door de gantfche- Repu- der werving, 259: tracht bliek, 50, 78. den Stadhouder een ge- Afte van confulentfchap ont- heimen raad toetevoegen, dekt, 442. 260: opent een belenings- van verbindenis tus- cas, 268: dringt aan op fchen Regenten, 516,577. de verwijdering van den Adams (john) als Noord- Hertog van Brwmvijk Wolamericaansch gezant erkend, fenbuttel, 306: fourr-eert 336. tot het in dienst houden Admiraliteitshuis te Harlin- van den Rhijngraaf van gen verbrand, 148. salm, 550: negenRaadsAlmnus: zijne ontlecdkun- leden worden van hunne dige verzameling gekocht posten ontzet, 564: ook voor deUniverfiteit, 149. tweeBurgemeestersenden Algiers, verklaart Nederland Hoofdofficier, 565 :geweitien oorlog, 37 : maakt dig oproer aldaar , ibid. weder vrede, 40: doet Kattenburg wordt befchobuitenfpoorige vorderin- ten , '566: de ftad zendt gen, 118. Waardgelders naar Utrecht, .iffifemaar.herneeuit zijne rech- 5.67 : wordtin ftaat van teten, 416. genweer gebragt, in 1787, Amersfoort, bepaalt den in- 627: fluit een' wapenftilvloed des Stadhouders, ftand metde?n(wye»,628: 417 . roept krijgsvolk in, hatsctélt met h. k. h. over 491: gevolgen daarvan, bevrediging, 629: allede 492 rgebeurenisfenaldaar, voorposten worden door wegens het ftaatsherftel: den vijand aangevallen , 511: de kerk fpringtinde 632 bewilligt in alle de lucht, 547. eifchen, en gaat aan de Pruisfen over, 634B > Bladz..ioo: in 1772, 153. Pa r ierefte den, on t r u fm d, 315. Begraafplaats, bij Siheveningen aangelegd, 219: buiten Zuilen, ^17. 'Belasting, op fpeelkaarten en' dobbelfteenen-, heeft geen' voordgang, xè Bei.gicus , (willem geoe." ge) Zoon van den Prins van , Weilburg, wordt geboren, 3,^ Bebtinck, op Doggeribank gewond , fterft, 287: zijne begravenis, 290: ge. denkteken voor hem opgericht, iud. Berckel, (e. f. van) Penfionaris van. Amfteldam , ontwerper van het bekende preparatoirlijkplan, 245: Engeland eischt zijn ftraf," 247: hij zelf vordert ftraf ofvrijfpraak, 303.-wordt weder ter ftaats vergadering toegelaten, 353. Berc-  Vaderlandfche HISTORIE. 643 Berckel , (Mr. p, j. van) wordt,Minister bij Noordmnertca, 333. Bergen op den Zoom: de herbouwde kerk aldaar, ingewijd, 13- Bergplaats (nieuwe) voor oorlogfchepen aangelegd , 251. Betting, (a. l.) Capt. ter zee: zijn lofliik gedrag, 74- Binkes, (n.) S. B. Nacht , gevonnisd, 264: door den • Stadhouder vrijgcfproken van laf hartigheid of kwaad .• opzet, 265. Bleiswijk, (p. van) wordt Raadpenfionaris van Holland, enz. 1S!- Blom, Predikant te Leemvar dem zijn oproerig, gedrag, 105. Boeiuiave , (11.) wordt te Leiden een gedenkteken opgericht, 97' Borkelo, door den Stadhouder gekocht, 2-84. Bovenkerker polder ■ wordt bedijkt., Ic8- Braam , (Capt. van) overwint de Koningen van Kieuwen Salngoor, ' 458- Brakel : (p. van) zijn gedrag omtrent den Vaandrig . de witte, 363: zijn ftraf, 365. Brand, (j. c.) legt bij Ulst, in Zutphen, een ijzer-harte aan, , 49- Branden, 25, 60, 77 i'1 't •Raadhuis té Amfteldam, 99} \; teHilverjum, 123: te Leiden ibid, te Broiéhorst,. 147 •' te Harlingen, 148: in den fchouwburg te Amfteldam, 155Ss Brielle, begeert meerderdeel aan 't ftaatsbeftuur, 361; ijvert voor haare rechten , 415: wapent, zig tegen 't vliegend legertjen, 56?. Bruin, (a. de) verzeilt zijn fchip ,294: vonnisfen desaangaande, ibid. Brunswijk, (Hertog van) opperbevelhebber der Pruisfifche troupen, ingerukt ter zaake der fatisfaftiè van h. k. Hj vaardigt een manifest uit, 610. Brunswijk Wolfenbuttel (Hertog van) zie lodewijic (ernst) Burgerwapening, ten platten lande ingevoerd, 434: zie verder, Wapenhandel. Bijland, (l. Graave van) S. B. Nacht: zijn gedrag tegen helding, 214: gevolgen daarvan, 220: wordt vrijgefproken , 222 : onttrekt zig aan 't onderzoek wegens de expeditie, na :r Brest, -4°6. C. Campen zie Kampen. Capellen, (a. p. van der) Commandant te Gorinchem, gevanglijk naar Wezel gevoerd, Bladz. 617. Capellen , (van der) dpet een voorftel wegens de Provinciaale commisfiën, 183. Capellen tot.den poll,: j. d. van den) ijvert tegen de drostendienften, in Overijsfel, 195: wordt de vergadering ontzegd , 197 : weder herfteld,372:fterft, 458. Carolina, (Prinfes) door 2 weil-  «44 BLADWIJZER van 't vervolg op de Verkorte weilburg ten huwelijk verzocht, 68: huwt, 81 : bevalt van willem george belgicus , 83 : aanvaardt de Magiftraatsbeftelling in Friesland, 117. Cock,(g. t. de) Gereformeerd Predikant, van onrechtzinnigheid befchuldigd, 116. Collema, (j. van) begiftigt het Burgerweeshuis te Breda, 12. Conciliatoir plan , ter verfterking van 's Lands zeemagt, 257. Crul , S. B. Nacht, fneuvelt, 273: bijfchrift op hem , door eildehdijk , 274, in de noot. D. Dam, (j. van den) vindt de Sphara perfeüa uit, Bladz. 36. Dedel , (Capt. salomon) zijn kloekmoedig gedrag, 04 Deenemarken, klaagt over mishandeling aan de Kaap , 347 : over 's Lands kapers, 349. Defenfie-wezen: 't Hollands ch, te Woerden, 550,551» 597 • 't Amfteldamfche , 552 : 't Overijsjelfche, 568 , 'c Friefche te Franeker, 591. Delft, verandert haar Vroedfchap, 560: het voorgevallene aldaar, in 1787, 621. Devetiter, gedraagt zig loflijk omtrent de fabrieken, 185: fchaft de Stadhouderlijke aanbevelingen af; 418: ge fchillen aldaar over 't Regeeringsreglement , 526, 569: door bloedige onlusten beroerd, 571. Dinckgrsve, (a.) Garde du corps van willem den v , tot Raad te Hattem aangefteld, 497 : als zodanig beëedigd , 505: (zie verder Hattem. Dok te Flisfengcn herfteld, 18. Dol van ourijk , (j. h. ) verlost een Surinaamsvaarder uit de handen der Engelfchen, 74. Dordrecht, fchaft de aanbevelingen van den Stadhouder af, 361 , 413 : paat, in 1787, aan de Pruisfenovet, 619. Drenthe en Generaliteitslanden, mengen zig in 't herftellingswerk, ■ 533. Droogmaakerijen vergund,' in 1767, 127. Drostendienften in Overijsfcl; gefchillen over dezelven* 193 . 373 : worden afgeeft. ■ 418. Drukpers: derzelver beteugeling mislukt, .46: haare ongebondenheid, 376:Fn>i. land tracht haar te bedwingen, 520Duist van voorhout, (m.) Baronesfe van Rhede, vrijvrouwe van Renswoude, enz. haar ftichting, -r Duivendrechtjche brug: de PruisJen worden aldaar afgeflagen, in 1787, 633. Duurte van leevensmiddelen, 148 : verbazend groot in Surinamen, Dijkbreuken, in 1753, 23" 24. 50: in 1760, 77: in 1764, 107: in 1770, 136, 147 en 148:in 1776,176: in 1784, 457. E.  Vaderlandfche HISTORIE. 64S E. Eckhakt, (a. g.) vindt een fcheprad uit, enz. Bladz. 149Eeuwfeest, der Nederlandfche vrijheid , 150 : van 't ontzet vmAlkmaar, 156: van dat van Leijden, 160: van de Leijdfche Hooge Schonk, 172: van de Unie van Utrecht, 200: van de Academie re Franeker. 481. Elburg, verzet zig tegen de Staaten van Gelderland, 499: tegen 't inrukken van krijgsvolk, ibid: ontvangt hulp van gewapende Burgers , 502 : neemt krijgsbezetting in , 5°4 : haar gevlugte Regenten verzoeken befcherming van Holland, ibid: de gevlugte inwooners in Holland verzorgd, 5°5Engeland, fchendt het verdrag van 1674, 47- doec eifchen nopens den handel van den Staat, 59 = betuigt een valsch leedwezen over de rooverijen ziiner kaapers, 70: tracht denStaar partij tegen Frankrijk te doen kiezen , 75 5 vordert de Schotfche brigade terug , 172 : volhardt in deszelfs onrechtvaardigheden omtrent den Staat, 174: klaagt over ongeoorlofden handel op St. Euftatius met de Americaanen , enz. 179: deszelfs onbillijke vorderingen, 186: eischt hulptroupen van den Staat, 204: fchendt der Staaten vlag, 214: gevolgen daarvan, 220, 224 : dringt aan op Ss hulptroupsn, 275: deszelfs last omtrent het neemen van Neder! andfche fchepen, 226 • blijft voordgaan met het verbeurd verklaaren derzei ven: zonderlinge fmaad de fchippers aangedaan, 230.-trachtden Staat buiten de gewapende neutraliteit te houden , 241: deseelfs gebelgdheid over 't bewuste preparatoirlyke plan, 247 : dringt aan op't ftraffen der ontwerpers van 't zelve, 249: verklaart den Staat den oorlog, 250: begint de vijandlijkheden alvoorens die verklaaring bekend was, 253: neemt alzo St. Euftatius, St. Martin en Sabi weg, 272, 273: krijgt Demerary en Esfequebo in handen , 276 : ook Rio de berbice, 278: neemt Nagapatnam in, en verovert Trinconomale en Oostenburg, op Ceylon, 284: fpot met den Staat,322:geeftbewijs van ongeoorlofde verftaHd* houding binnens Lands , 332: verklaart Noord-america onaf hangelijk , 339 : doet aanzoek tot een afzonderlijken vrede met den Staat, 340 : wordt afgewezen , 343: deszelfs eifchen tot grondflagen van vrede, 39e: wenscht onze binnenlandfche verdeeldheden weggenomen te zien, 519. Engelfche O. I. C: haar fchandelijk gedrag omtrent dea Nederlandfche, 108Engelfchen: hunne zeeroverijen, 47 , 56: meer dan immer buitenfpoorig, 70» 3 8o*  6{6 BLADWIJZER van 't vervolg op de Verkorte 8o : fchenden 't grondgebied van den Staat, P-g : ploegen hunne zeerooverijen met nadruk in de West■indien , 03 : volharden in die fchandbedrijven , 177 : hun moedwil in de Westindien, 186, ago : in de Middelandj'che Zee, 2:2: zei fs op onze kusten , 233 : handelen volgends 't recht des flerkften ,ibid. mishandelen 't Nederlandfche fcheepsvolk, 234: ook de inwooners van St. Euftatius, 275: krijgen op Doggersbank de nederlaag, 28 ?: hun fchandeüjk gedrag in 't gevecht, ibid. Expeditie naar Brest, aangelegd, 327: mislukt, 329: onderzoek naar de reden daarvan, 401: de commisfie daartoe benoemd rapporteert , 404: de zaak loopt vruchtloos af, 407. F. "C'abrieken (Inlandfche) bcvoordeeld, Bladz. 14 : aar-gekweekt, 49: een van lakens te Amersfoort opgericht, 185, Fonds, (Vaderlandsch) ter aanmoediging van 'sLands zeedienst opgericht, 292. Forten van den Staat, ge'fleehtj 469. Frankrijk, gedraagt zig redelijk omfrent den Staat in den Duitfchen oorlog , 54 : geeft den invoer van haring -vrij-, 55: biedt den Staar "hulp aan tegen de Engelfchen, 75: vordert deszelfs f verklaaring van onzijdigheid in den N. Amencajchen oorlog, 191: fluit een'tractaat met deN.Americaanen, 192; dringt den Staat toe onzijdigheid , geduurende den oorlog met Engeland, 201: maakt een nieuw re. glement van koophandel , 'enz. 202 : ook een nieüw toltarief, 203 : zondert Hol. land uit in deszelfs ftrenge maatregelen, 211: heit be. z waarende edicten op,226: herneemt voor den Staat, St. Euftatius , Saba , enz. 278 : befchermt de Kaap De goede hoop, 283: brengt een verbindenis met den Staat op het tapijt, 305; werkt gemeenfcbaplijk met denzeiven , tegen Engeland , 319: fielt eene expeditie naar Brest voor, 326: die v/el bepaald, maar niet uit. gevoerd wordt, 327, 329: verklaart zig genegen to; den Staat,345,enz.herneemt Trinconomale, 350: deszelfs gedrag in de Vredesonderhandelingen , tusfchen den Staat en Engeland, 393: be■ looft andermaal zijne heroveringen , om niet, terug te zullen geeven, 400: is bemiddelaar tusfchen denStaat en josephus den ii, 42i:fluie vaet den Staat een verbond van befcherming, enz.431: bevordert den vrede met Keizer josephus, 468: belooft f/o/te(/bijftand tegen den Stadhouder, 5i5:poogt de gefchillen, desaangaande, te vereffenen, 581. lEDi,itICA SOPHIA" TPILHELMINA ,  mina, huwt met willem den v , 130 , bevalt van een dood kind, 133: van een dochter, 137: van willem fredrik , 150: van wi lei.i glïorge fredrik, 160 : wordt te Franeker plechtig ingehaald , 482 : wordt op haar reis naar 's Haage tegengehouden , 597 : openbaart het oogmerk dier reize, 599:keert naar N megen terug , en vordert fetisfaöie van Hol. land , ibid. komt met haare kinderen zegepraaiende, in 's Haage terug, (1787") 625 : doet fatisfa&oire eifchen , 6$6, Fkedrik de tweede , Koning van Pruisfen, verzet zig tegen de verbetering der rivieren , 117: klaagt over den hoon , den Stadhouder , enz. aangedaan, 379: dringt aan op herftel van deszelfs grieven , 421: zijne tusfehenkomst. desaangaande, 411, 4-75; is Ss" belgdop Holland,^ 6: tracht de verdeeldheden in den Staat wegteneemen, 559: fterft, *bid. Fredrik willem , Koning van Pruisfen, zendt een ge■ magtigde in 'sHaage, ter nederlegginge van de verfchillen. 519: vordert fatisfaftie voor het tegenhouden van ti. k. h. , op haar reis naar 'sHaage, 601, 602 : doet desaangaande eifchen , ibid. zendt troupen in de Republiek, 609: zie verder Pruisfche troupen. Friesland: verfchil aldaar over Ss Vaderlandfche HISTORIE. 64? mïsdaadige militairen, ï6": handelt met de Gouvernante over haar voogdijfchap, 33: brengt de desaangaande gemaakte fchikkingen in werking, 67: deszelfs huwelijksgift aan Prinfes carolina, 82: ftelt het volk gerust, wegens een gejuicht dat de wereld vergaan zoude, 16:: deszelfs gevoelen over onbepaald convooi, 211 : neemt de zaak des Hertogs van erunswijk wolfestïuttet. ter hand, 366: maakt fchikkingen op de rondgaande amten,368: wil vermindering van Quo te, enz. 370, 425: dringt aan op de ontzetting van den Hertog van brunswijk wolfenbuttel, 443: deszelfs verrichtingen in 't herftel lingswerk , 527 : neemt een befluit tegen de wapengenootfehappen, en licentie der drukpers, 523: fcheuring der Staaten-ver» gadering, 588: tien leden vergaderen re Franeker, de overigen te Leeuwarden, 589 : ftrijdige werkzaamheden der beide vergade» ringen, ibid. enz. zij wa • penen zig tegen elkander, 591: de Leeuwarder Staaten laaten het dorp Steens inneemen, 592: het voorgevallene in 1787, 626". G. (Gelderland, keurt het gedrag ^ des kerkenraads van Nymegen af, in de zaak van de Gebroeders merkes, Bl- 22: 4 han-  ©48 BLADWIJZER van 't vervolg op de Verkorte handelt met de Gouvernante over haare voogdijfchap, 30: komt tot geen befluit wegens een huwelijksgift aan Prinfes carouha, 83: 'er ontftaat verfchil overde Regeeringsbeftelling , 84: houdt een dankdag wegens de herftelling van willem dek v, van de kinderziekte, 104: deszelfs gevoelen in 1779, over een onbepaald convooi, 211: tracht vergeefsch de drostendienften afgefehaft te krijgen, 412: beijvert het herftellingswerk, 480: vaardigt eene algemeene amnestie uit, betrekkelijk het voorgevallene met Hattem en Elburg, 505 : herftel t de militaire jurisdictie, 573: oproerige bl ijken van Oranje-gezindheid in veele fteden, 574 Gelderjche brigade : haare geboorte, 5^ Generaliteitslanden : zie Drenthen. Genneté , (leopold) vermeet zig een waterwerktuig uitgevonden te hebben ; doch 't werk komt niet tot ftand, 00. Genootfchappen opgericht; 125» 135, 154» 162, 199,' 200. George de 11, Koning van Engeland, fterft, 80 George de iii , Zijn fcomst tot den Engelfchen troon, 89 : 't zelve belooft den Staat iet „ g°eds, md. Gereformeerden: hunne oproerige onverdraagzaam. < heid tegen de Roomfchen ■ te mnfilioteraijl, 22; in Zee- ■• >*nd, 107. Gevaerts en de gyzilaar j aanflag op hun leven, 521. Gevangenen, uit de Moor/cl e jlaavernij verlost." n. Gewapende onzijdigheid , door de Keizerin van Rusland ontwoxpea, 235: de Staat neemt'er deel in, 242: blijft voor denzei ven zonder vrucht, 295, enz. Goes: oproer aldaar , 532, Gornichem, weigert de aanbeveelingen des Stadhouders van Magiftraatsperfoonen, 414: gaat in 1787 aan de Pruisfen over, 617: plunderingen aldaar, 618. Gouvernante: zie anna. Graaf (j. de) (Bevelhebber van St. Euftatius , verandwoordt zig, wegens een vermeend eerbewys, aldaar een Amerkaansch fchip aangedaan , 180: wordt onfchuldig bevonden, 271 Graanen: uitvoer dei-zalven' verboden in 175- -r GrenZ,fi]' „tusfchen Gelderland en Munfter, bepaald i->2 Groene wecen, (jacob) uit", vinder van een nieuw waterwerktuig , q2 kroningen: de herftelling van deszelfsHoogefchool worde door de Gouvernante bevorderd, 13: befluit nopens de voogdijfchap van deeze 34; is in twist met Holland, over onbetaalde lijfrenten, 85: poogingen aldaar tot eene grondwettige herftelling, 520: ge. i volgen daarvan, 5o2 'VZEtAAR, zie CGVAEHTS. , II,  Vaierlandfche HISTORIE. 64» H. TJaagfche Burgen, zenden een dankadres aan den Stadhouder, Biadz. 380. Haarlem, voert een nieuw Regeeringsreg'ement in, 555Haarlemmer Burgers, (Gewapende) trekken naar Utrecht. 522. Haarlemmer-meir, beteugeld, 126. Handel , op Spanje vrij gefteld , 8 -s op Duitschland ftaat ftil, 182. Harderwijk, ijvert voor haare rechten, 411Haken, (o. z. van) door zijne dochters beticht van onbetamelijkheid omtrent haar, 98. Haringvaart: zie Visfcherij (Groote.) Hasfelt, verzet zig teges, de Patriotten, 5<5o. Hasselt , (Mr. w. h. van) tracht zijdewormen te kweeken, 185. Hattem, weigert een garde du corps van den Stadhouder als Raads • lid te erkennen, 498: verzet zig tegen het inrukken van krijgsvolk , 499: ontvangt bijftand van gewapende Burgers, 502: •wordt befchoten, verlaten en geplonderd , 503 : de gevlugte Regenten verzoeken befcherming bij Holland, 504: de gevlugte inwooners in Holland verzorgd, 505. Haven te Middelburg, verbeterd , 18: een nieuwe bij Texel aangelegd , 251: in 't Nieuwe Diep, 317. Hertogenbosch, Cs) wil alleenlijk Brabanders in den raad van justitie, 495. Heusden , tracht zitting bij Holland te verkrijgen, 555» Hilverfum, genoegzaam afgebrand, 123. Holland, bepaalt nadere voorziening wegens de Gouvernante, 2,29: verbiedt het buiten 's Lands aanneemen van fluis- of dijk-werken, zonder verlof, 8: verbiedt, • ftrenglijk , naamlooze gefchriften , 29 : deszelfs fchikkingen in de voogdijfchap der Gouvernante, 67 : verfchil onder deszelfs leden over 't huwelijk van Prinfes carolina, 69, 81: twist met Stad en Lande over onbetaalde lijfrenten, 85: dringt aan op vermeerdering van zeemagt, 94 : verbiedt de verkoop, der Emilia van rousseau , in weêrwil van 't verleend oftrooi, 97; geeft ocfrooï tot het droogmaaken van den Bovenkerker-polder, 108, vordert weder verfterking van zeemagt, 114: verklaart de Utrechtfche Canmraken bevoegd tot lidmaatfchap van deszelfs vergadering, 116: draagt willem den v, het geeven van patenten op,enz. 120: begeert nogmaals verfterking van zeemagt, 148 : maakt fchikking op de ftrandvonden , 151 : vordert weder verfterking van zeemagt, 168, 178: moedigt de walvischvangst en haringvaart aan, 124: ijvert Ss 5 an-  6SO BLADWIJEZR van 't vavolg op de Verkorte andermaal voor vermeerdering van zeemagt, 185: handelt over onbepaald convoi,2io: keurt het bewuste preparatoirlijke plan, door Amfteldam ontworpen, af, 248: fielt die zaak in handen van 't hof, 249: vordert van den Stadhouder opening wegens de zeemagt, 325 : waakt tegen ongeoorlofde verftandhou. ding met Engeland, 333 ■ befluit tot het verlengen der verbindenis met Frankrijk , 334 : redt de IV. I. Compi uit haar geldgebrek, 354 : houdt de zaak des Hertogs van Brunswijk Wolfenbuttd buiten verdere raadpleeging, 366: handhaaft den Brielle bij haare rechten, 415: verhoort des Stadhouders klagten over Alkmaar niet, 416: dringt aan op de ontzetting vsn den Hertog van Brunswijk Wolfenbuttel, 443: verbiedt alle oproerleuzen , 451 : ontneemt den Stadhouder 't commando in 's Haage, 474: neemt het corps van den Rhijngraaf van salm in dienst ,4 7: fuspendeert willem den v als Capitein Generaal,501 .-befchikc over 't krijgsvqik ter V?rdediging van Utrecht, 514 : Helt voor om Frankrijk twee ] oorlogfchepen te fchenken, 536: tracht de zweevendc verfchillen te bemiddelen , . 539 : onderfteunt Utrecht krachtdaadig, 545 : is in verfchil met h. h. m, over 't gebruik van krijgsvolk, 548: wil geene oorlogfchepen gebruikt hebben dan ter befcherming van buitenlandfchen handel, 553• vervaardigt een inftructie voor een eigen Stadhouder Capitein en Admiraal,ibid. keurt het tegenhouden van h. k. h. goc-d, 599: blijft bij die goedkeuring volharden , 600 , 601 : befluit desaangaahde gezanten naar Berlyn te zenden , 603 : viaagtFrankrijL'shulp, 607 : trekt de fuspenfiën van den Stadhouder in, 623: verzoekt hem naar 's Haage terug te keeren, 624: bewilligt in de fatisfatfoire eifchen van h. k. h. 637. • Hollandfche Maatfchappij der Weetenfchappen, te Haarlem, houdt haare eerfte zitting, 12: verkrijgt oftrooi van Holland, 02 Hooft danielsz, , ( heneük ) Burgemeester , en hoofd der volkspartij te AmfteU rrCkm; 564. Hoogplaat , in Zeeland: een nieuw dorp, 3I7. Hoop, (van der) Vaandrig,' gebannen wegens 't fchilderen van een galg op 't vaandel der lijfgardès van Hofland, Hoorn-, onlusten en regeeringsveranderingen aldaar, 5<5r Hor, Cj.) ontflagen als Ra3d' rhefeurier Generaal van de Unie, I33< _ t-Iorstf de) legplaats voor fchepen ; meer volkomen gemaakt ; doch weder vervallen, g7. Hu-  Huco de groot : een graftombe voor hem opgericht, , ,„ 317- j Buis te Britten: deszelfs overblijffels zichtbaar, 13- ï. Tndijking, (Groote) op luid- X beveland, Bladz. 156. . Inenting van het rundvee, beproefd in 1755. 4°- In hop van navolging, begraafplaats in de duinen , bij Scheyeningen, gefticht,22o. J- Tacob, (lubbert) Baron J van Eek: zijne oorlogsbedrijven in de Oostindiën, Bladz. in- Tarry, Kapercapitein, zijne bravoure en dood, 386. Jefuiten: hunne orde wordt vernietigd, IS7- Tones , (paul) brengt twee Engelfche fregatten in Texel op : vordering van Engeland desaangaande, 206. Josephus ii, (Keizer) vordert en verkrygt de ontmanteling der BarrièreSte» den van den Staat, 3T4ï eischt de opening der Schel■ de, 428 : een Brigantijn van hem wordt aangehouden, 429 : hij bereidt zig ten oorloge tegen den Staat, 430 : de aanmarsch zijner troupen wordt vertraagd, 4i4: treedt/ met den Staat in onderhandeling over vrede, 466: fluit den zeiven, 468. Vaderlandfche HISTORIE. €5* K. Tfaap- oT Commisfie - vaarden * ■*v {Nederlandjche) hunne ver- i richtingen, Bl. a- ■ , 3 1: Deenemarken en Zweden , klaagen over dezelven , 349: blijven den vijand atbreuk doen, 386. . Kamerling/johannes cato) ook genaamd johannes lambertus koster, eigenlijk geheten abraham magaris, befaamd booswicht, geftraft, j*5' Kampen, fchaft de Stadhouderlijke aanbevelingen af, 418. Kazüotten, in grooten getale op onze kusten, in 1762,99Kerkenraad te Nrmegen: deszelfs gedrag omtrent de Gebroeders merkrs, 2% Kloosterveen: nieuw Dorp, in Drenthe aangelegd, 252. Kniphausen, bedwingt den Basfa van Basfora: bouwt op Careek eene vesting, enz. 23* Koophandel, wordt bevorderd in 1756 , 49 • door werkeloosheid benadeeld , 201: blijft bij aanhoudendheid onbefchermd , 229 : deszelfs verval, 268 .-worde onder onzijdige vlaggen gedreven , 299: ftaat van denzelven in 1782, 354Koopüeden(Hollandfche)bdi\aagen zig, te vergeefsch, by de Gouvernante, over de rooverijen der Engelfchen: worden fmaadlijk door haar behandeld, 56: enz. Koster , (johannes lambertus) zie kamerlihg. Kraa.  652 BLADWIJZER vm 't vervolg op de Verkorte buiten Amfteldam, gefpron- en blijft in dienst van den Kweekfchool (Militair) £ gericht, ,„1753, 15. de oorzaak van 'sLand 7~7T^,Je Zee_ geb>ekkigen ftaat van ver- gericnr, 459. deswegen verëerelijking, 300: wordt door h. h. m. onfchuldig verklaard, 310 • -r.r. , begeert hetzelfde van ie'. Tandfchaps tucht- en werk- ' dere Bondgenoot afzonderhuis te Leeuwarden ver- lijk , ibid. gedachten der brand, in 1754,liladz. 25. Bondgenooten over die Last- en Veil-geld verhoogd, zaak , 3 r 1 : hij verdedig! t , . 2or- z'g openlijk , 312 : doch Laurens , (henry) Gewe- niet tegen d \. van ltnzen Voorzitter ran 't Ame- den , afgevaardigde van ncaanfche Congres vak in Zeeland ter vergadering van handen der Engelfchen, 246: h. h. m. 3x3* Denemargevolgen daarvan, ÏWrf. enz. ken en Prwsfin moeien zie Leengerecht, (Hoog) onder met die zaak Tri hl den eikenboom te Zutphen verlaat den Haas , lü raad gehouden nj. . des Stadhouders, enz 368 • Leyrfm.trachtden invloed des legt zijne posten neêr en Stadhouders te weeren , verlaat de Republiek 445 414:oproer aldaar over de Lynden, (d. w. van) Lid wapenoefening, 446: vee- der vergadering van h h len van haare burgers leve- m. befchuldigt den Hertoé ren bij Holland een merk- van Brunswijk Wolfenbuttel waardig verzoekfchrift in, . 7 477- Lodewijk, (ernst) Hertog M. van Brunswijk Wolfenbuttel, Voert het opperbevel over Ihfaasftuis, in opftand over 't de troupen, geduurende 1V1 pfalmgezang, Bladz. io8. des Stadhouders minder- Maatfchappij der drenkelinjaarigheid, 8: hij legt, na gen, opgericht, ï2o den dood der Gouvernan- tot bevordering te, in die hoedanigheid , van den landbouw, oneeop een bepaalde inftructie, richt, „< den eed af,64: wordtook van rederij e.i werkelijke Voogd over de koophandel te Hoorn, op. Vorsthjke fpruiten, 65: gericht, l84. Maat-  Vaderlandfche HISTORIE. 653 Maatfchappij ter verbetering van den landbouw en veefokkerij in Friesland, opgericht, 31.7- . van handel en visfcherij, te Enkhuizen, opgericht, 35^- .— totNut van 't al- gemeen, opgericht, 460. Magaris, (a.) zie kamer. ling. „ . .. Mailleeots (Graaf de) zijne posten en jaarwedden, 463. Marck, (e- a. van der) Profesfor te Groningen, afgezet, ^l6°' Maria lcuisa, Prinfes Douariere vau Oranje en Nasjau, verzet zig tegen het ver* vroegen der meerderjaangheid van willem den v, n6 ; toft, «7- Marmontel , verfchü over zijn Belifarius, t-59> Mauocco, dreigt den Staat met oorlog, 114: deszelfs Gezant heeft gehoor bij h. h. m. en den Stadhouder, 138 : vrede met hetzelve gebroken enherfteld, 176: zendt om de gewoone gefchenken , 4^7 : bevoorrecht den Staat, Md: weigert de haven van St. Croix te openen, 535Mauricus,(j j.)Landvoogd van Surinamen gerechtvaardigd tegen du plessis, 19. Medemblik, regeerings-verandering aldaar, 563Melvill, Zee-Capitein, verdedigt zig kloekmoedig, 265. Meulen, (g. c. van dér) deszelfs huisvrouw oe- fchuldigd van een' aandag op 't leven van den Stadhouder, 447- Middelburg , verfchrikkeiijk oproer aldaar , 579 •' verklaart zig voor oranje, 58T. Miggrode, (j.van) Zeeland'; eerfte hervormer, wordt een gedenknaald opgericht, 158. Militaire jurisdictie: twist over dezelve in Friesland , 16, 151- zij wordt in alle de gewesten afgefchaft, 420. Mogge, (Mr. r.) zijne erfmaaking tot het oprichten van een Hooge fchoole te Zierikzee, 127- Montfoort komt aan 't huis van Oranje , 133 •' bepaalt den Stadhouderlijken invloed , 417 : afzetting van Magiftraatsperfoonen aldaar , 548. Mossel, (j.) wordt Gouverneur van Indien, 4, 20: waakt tegen verboden handel, 26 .-beteugelt de pracht onder de bedienden der Maatfchappij, enz. 27. Mourand, maak teen'aan flag op 't leven van gevaerts en gyzelaar, 521. Muiden, geeft zig , in 1787, bij capitulatie, aan de Pra'rJenover, 632. Mulder, (catharina) bijgenaamd kaat mossel, en cornelia Of keet swenk, befaamde oproermaakfters te Rotterdam , worden gevat, 45'Muller , (p. e.) Luthersch Predikant te Leeuwarden, verfchü met hem, 44N.  6*54 BLADWIJZER van 't vervolg op de Verkorte N. ]\Jaarden,%eett z ig, i n 178 7,aan de Pruisfen ovsr, BI. 631. Narreuout, (jACOBenfrans) benevens andereinanfchappen, redden verongelukte, ichepelingen , en worden daarvoor beloond, 216. Nationaal fonds opgericht , 5x7. Neufville , (Gebroeders dh) hunne bankbreuk , en ge volgen daarvan, in 1763, 100. Nicolaas vrolijkheid, (St.) in 's Haage, 381. Nieuwenhuizen,(j.) oprechter der Maatfchappij', Tot nut van 't Algemeen, 462. Noord-america, begin en voordgang^ der onlusten aldaar, 163 .'enz.'verklaart zig onaf hangeiijk, 174- doet bij den Staat den voorflag tot eerie verbindenis , 301 :' wordt door den Staat voor onaf hangeiijk verklaard , 336 : fluit niet denzelven een verbond van vriendschap en koophandel, 337: ftaat van den handel derwaards, 534. Noordkerk, beroemd Rechtsgeleerde, fterft, 149. Noordplasfen (De) bij Hazers. » woude, worden droogge- 1 maakt, 77. Nyënburg. O. I. C. Schip, < afgelopen, in 1764, 112. Nymegen, tracht zijn' invloed op zaaken van regsering te ( herkrijgen, 408. O. Q7conomifche tak oDgericht, 184: deszelfs eerfte zitting, Bl. 199; fchënkt de Gebr; Narrebout, enz, een gedenkpenning, 216 : rust jaarlijks honderd en vijftig jongelingen ter zeevaart uit, 317: draagt den Stadhouder den tijtel van Proteftor op , 355. ijvert voor ongelukkigen, 457. Ondaatje , (p. p. j.) te 'Utrecht gedagvaard wegens 't plegen van openbaar geweld, Onderhandelingen tot weg. neeming der zweevendegefchillen te Utrecht, afgebroken > 540. Onlusten (zie ook Oproer,) te Arnhem, over een nieuw kerkhof, 409, 444.-aldaar en te Zutphen over den wapenhandel, 444; te Thiel, 445 .- te Leidenen Rotterdam, ' 446 : door geheel 't Land , wegens den Stadhouder, 471: te Utrecht wegens 't verkiezen van een' Vroedfchap, -484 ; in 's Haage, 55? : te Hoorn , 562 ; te Deventer zeen bloedig, 570: te Veere, 583. Dnwéder, (zwaar) 42, Polen wordt verdeeld, 151. Post van den Neder-rhijn, pleidooi over denzei ven, 379.Potvisfchen: zie Kazilotten. Preparatoirlijk plan van een traftaat met de Noord-amencaanen, enz. is van zeer gewigtige gevolgen, 244. Proteftanten.-ongeregeldheden door hen aangericht, 22. ^ovinciaal Genootfchap te Utrecht opgericht, endoor den Souverein bekrachtigd, n . r 20°- Prmsfsn: (Koning van) zie FREDRIK den TWEEDEN, en fredrik WILLEM. >- Pruisfifche troupen rukken in Gelderland, 609: derzelver gedrag aldaar, 611: dringen door, ibid. enz. hunne plunderingen en verdere wanbedrijven, 613, 618, j 619; worden hier en daar moedig afgeflagen, 633. Plaimberijming , (Nieuwe) 158: 't zingen van dezelve verwekt oproer te Maas. 198. Q- Quoten: (Geweftïijke) gefchil over dezelven, Bl: 4*S •• befluit tot hetregelen van dezelven, 439-. R. ORDELIJKHEID, (coknelis) TT vindt nieuwe waterwerken uit, Bladz. 154. Regeering: fchikkingen op dezelve, na den dood van willem karel hendrik. friso, 1; enz. Rekenkamer van 't Noorderquartier, naar 's Haage overgebragt, 0 Renswoude, (Vrouwe van) 'haare ftichting, ,/ Rio de Berbice, opftand aldaar" 113: valt in handen der Engelfchen, 278 : wordt, boorde Franfchen, voorden Staat, hernomen, 279. Ris, (cornelis) ontwerper van de Vaderlandfche Maatfchappij van rederij' en koophandel te Hoorn, 184 Rivieren: berichten aangaande dezelven, i2c Rodney en vaughan: hun fthandüjk gedrag te St. Eu/tams, enz. 27J> Roode loop : woedt in een groot gedeelte der Repu. bliek, in 1779, 217; ftrekt ter bevordering der Geneeskunde, aig> ïoomsckgezimlen, houden te'UtrecU,  Vaderlandfche HISTORIE. 6" 57 Ütrecht , eene kerkvei gadering, in 1763, 105 :gedraagen zig oproerig te Vaals, bij Aken, 115: hunne armen worden vrijge- > field van 's Lands rechten en middelen,459: verkrijgen in Overijsfel vrijheid om Kerkhuizen te bouwen , 516. Rotterdam beil-iit geene aanbeveelingen van den Stadhouder meer in acht te i neemen , 361 : oproerige' vreugdebedrijven aldaar, ter gelegenheid van de verjaaring des Stadhouders , 421 •• oproer over den wapenhandel , 447 ' heeft dubbelde afvaardiging bij Holland, 558 :zet, in 1787 , de poorten voor de Pruisfen open, 621 JtoussEAUjzijne Emile, wordt, na verleend oclrooi, door Holland verboden, 97. Rotten (van) Predikant te Noordmjk, benevens zijne dorpelingen .gedragen zig kloekmoedig in 't redden van Engelfche fckipbriu- i kelingen, 255. S. Salm,(De Rhijngraaf van) gaat in bijzonderen dienst vmHolland, Bl. 497: verlaat Utrecht, in 1787, 6i5Schaarsheid van leevensmiddelen > 184: vermindert, 150; zeer groot in Surinamen, 353» Schiedam, befluitgeene aanbevelingen van den Stadhouder meer te hooren, 361 .• yvert voor meerder deel aan's Lands beftuur, ibid!: wil de politieke amten alleen aan inborelingen begeven hebben, 4*4» Schieland: haar claslls fluit de kerkelijke beroeringen, 214 Schoonhoven , befluit tot bet begeven der regserinsposten , zonder kennis van den Stadhouder, 361: ijvert voor meerder deels aan 's Lands beftuur, ibid: trekt dat befluit in; doch neemt het op nieuw , 4*4 •' de Pruisfen plunderen 'er ge-> • weldig, in 1787» 62°Schotfche Brigade, door Engeland terug gevorderd . ö 172* Schouwburg (Jranfchi) buiten Amfteldam, verbrand ,2g .* ook de Nederduitfche in Amfteldam, 155' de nieuwe aldaar ingewyd» I(j2« Schouwen: oproer aldaar ,532Schutterij, (Haagfche") trekt op met den jongen Stadhouder aan haar hoofd, 21: haar eed wordt vermeerderd met dien aan den Stadhouder, 4O. Sels,Q.) S. B. Nacht,het. neemt van de Engelfchen een' koopvaarder, 74Senserf , (w) Ridder Baronnet, enz. zijn zonderling legaat, "3Sollenburg, Kruidmaakenj, buiten Amfteldam, gefprongen. 60 ■ Spanje, befchermt de zeemagt van den Staat, 36 : verwekt denzelven onaangenaamheden , 207: deszelfs gunftiger behandeling, 2170 Sphcera perfeüa, door j. van dam uitgevonden, 3<5. c Staa-  7 wordt geweldiger,83: beeft ook plaats in Gelderland en Zeeland, 84: tusfchen Holland en Groningen over onbetaalde lijfrenten, 85: met Hesjen-Casfel, over de vei- 3 on-.  6fo BLADWIJZER van 't wvolg ,p Je V«h«t ongelijking van den Nederlandfcben gezant, 99: te Leeuwarden over de magt der Kerklijken , 105 : te Bommel over een regentsplaats , 116: in Friesland over den Academifcben Senaat, 112 ; over het Dordsch Stapelreclit , enz. Ï3": tusfchen Bewindhebberen en Hoofdparticipanten der W. I. Comp. 134: tusfchen den Procureur Generaal van Gelderland, en de ftad Nymegen, 134: tusfchen twee kamers der W. I. Comp. over Esfequebo , 140; ook 157 : ;n ' friesland over het recht om Procurt urs-Fiscaal aftezetten , i46:over de militaire jurisdictie, 151. ü. Uitvindingen,Bladz.36,90, 0t,enz.i27»i3i,149.154. Virecht, CDeProvinciejmaakt fchikkingen op de voogdijfchap der Gouvernante, 32: haare flaatsleden verfchillen over 't huwelijk van Prinfes carolina , 69, 82 : geraakt in twist met de Sociëteit van Surinamen, 102 : bepaalt den Stadhouderlijken invloed, 4'6 : begeert minder gequotifeerd te worden, 426: verbiedt het tekenen van Politike Requesten, 487: de Staaten verleggen hunne vergadering naar Amersfoort, 509: de hervorming van 't gewestlijk regeringsreglement blijft achter , g'8 ? de poogingen van fommige gewesten, tot bemiddeling der gefchillen, mislukken, 5x3j de Staaten hefchuldigen Holland, van 't Sticht te willen overbeerfchen, 533 Utrecht, (De Stad) eerbiedigt de gelijkheid, betreffende Godsdienftige begrippen, 4x7: zet de fiaatshervorming voord , 452? on luslusten aldaar over de verkiezing van een' Vroedfchap, 484: 't gebeurde omtrent een nieuw rege• ringsreglement , 488: 't zelve wordt ingevoerd, 5C6 ; gevolgen 'daarvan , 507: de honderd-en-vijftigfle jaardag der Hooge Schoole gevierd, 510: be» fchrijft eene bijzondere Staatsvergadering , die ook afgevaardigden ter Algemeene Vergadering zendt, 543: tegenflrijdigü bevelen daaruit voordgevloeid, 544; onlusten aldaar , ibid. wordt belegerd , 545 ; de n;eum. Staaten fuspendeeren wil» lem den v ais CapiteinGeneraal der Provincie, 546: wordt verlaten , iri 1787,615: door de PruisJen ingenomen, enz, ÖI(j, V. Vaderlands Fonds ter aan» moediging van 's Lands zeedienst, aangelegd, Bl. 29Z. Vaughan, zie rodney. /etpest, 135, 148; vermin* dtrt, 150: in Frieslanden Groningen, jgj.  raderlandfcht HISTORIE. 66s Veere: onlust aldaar, 583- Voltaire ; zyne VerhandeVeilgeld , Cbuitengewoon) lint over de verdraagzaam. verdubbeld, 80. heid verbonden, enz. 115. Verbond; vanvriendfchapen Vondel: gedenkteken voor koophandel met N. Ame- hem opgericht, 15?, rica,337: van vriendfchap Vrede, met Marocco veren befcherming met Frank- nieuwd, in 1751 «enz. ri: ryk, 431. metde Algerijnen,ini755. Verdediging aan de landz'rj- 40: in 1762, met welken de: elendige ftaat van de- de zevenjaarige oorlog zelve, in 1784, 436: de eindigt, 96: met Candia, gewesten zorgen ieder in "764 > 111 •' in "783, afzonderlijk voor haar, zeer nadeelig voor den 437: wordt verder ver- Staat, 395" tnst den Duit* beterd, 4#3- fchen Keizer, 46». Verdrag van handel met Si- Vreeswijk of de Vaart : geciliën, 13. vecht aldaar, 541: gevol- Vergadering van Regenten, gen daarvan, 54*'» voorflanders eener grond- Vruchtbaarheid, (zonderling wettige herftelling, 4'9" ge)ini779> aI°" hunne werkzaamheden, 516: tekenen eene afte W. van verbindtenis, ibid. Visscher, (cc) Burger- w/"aa„n,relders* ,1 ,1 Capitein, fneuvelt aan de W fielten naar Utrecht Vaart, 54"*- gezonden, Bladz. 567. Visfcherij : (Groote) lasten JVacheren: oproer aldaar, 171. op dezelve vrijgefteld, 171: Walvischvangst, aangemnewordt begunftigd , 172, digd, "84. j 84: verboden, 269 i we- Wapengenootfchappen . verder opengefteld, 355- eenigen zig. 454'. houden Vlagofficieren, klaagen over eene vergadering van at-: de ongebondenheid der gevaardigden, uit Holland, drukpers, 377- te Leiden ,477 ? uit geheel Vlasrederij , in Noordholland de Republiek, te Utrecht, aaneelegd, 252. 479" uit Ovenpfel, te Kam- Vliegende legertjens (Zuid- pen, 5Vj te/-esu%f±n'd m Noord-Hollandfche) op- 528: worden door Friesland gericht, 553: derzelver verboden, 529: ijveren bedrijven, 560,563. voor den volksinvloed op Vlislingen, verlaat de verga- de regerinit, 606. dt-ring van Zeeland , 579: Wapenhandel: zucht tot denverfchrikkelijk oproer al- zeiven herleeft, 376, 409» daar, en verandering der 4"3, 4H» 4"6,4"7 ,4'ö5 Regering, 582. 420: ten platten lande ïn- yiugtelingen,(.Franfche-)i\im* gevoerd, 434' verweKC fchoots onderfteund, 10: onlusten, 4442ie ook amt* Wapenftilftandin 1783 Tt 3 WAR',  Wartensleben, ("Graaf van) Gezant van n. h. m. door den Landgraaf van Hes/en • casfel beëdigd, 99. Waterberoering, 42. Watervloed , in Gelderland en Qverijsfel, in 1753, 1%: in Oostïndièn, 26: in -757• 50: in 1760,77; in 1764, 107: in 1770,136, 147: in Aloordhlland,162: «n 1775 i 17" •• in 1776, «76 : in 't Amt Tusfchen Maas en Waal, in 1781, 3'7 * in Gelderland Overdjsfel, en de Stsd Groningen, x784, 4s7. JVeesp, geeft zig aan dc Pruisfen over, in 1787, Ö13. IVeesper tolhek : de Pruisfen worden aldaar, in 1787, kloekmoedig afgeflagen , "633. WEtLBuao. (Prins van) trouwt Prinfes carolina , •8r ; wordt Generaal der infanterie van den Staat, 82. Werkhuis te Amfteldam, opricht, in 1782, 383. Wesiïndiè'n: nadcelige omftandigheden aldaar, I53 : ftaat der zaaken aldaar in I782» 353Wes'.ïndifche Compagnie: haar octrooi wordt verlengd, 92: verfchü tusfchen twee kamers over Esfequebo, "40, 157: haar toeftand in "782, 353: verzoekt om onderftand, 427 : haare gefteldheid in 1784 , 458 : in 1786, 537. Willem de v, wordt Ridder van den kousfeband, 9: van St. Joris, 28, neemt Zitting by h. h. m. 103, by Friesland en Holland, 104: aanvaardt het Stadhouderfchap, 119: plechtigheden desaangaande, 120, enz: wordt Opperbewindbebber van deO.I. Compagnie , 121: doet een reis door de Republiek, ibid: doet zijn' invloed gelden, vooral in Friesland, 122: wordt Opper • beichermer, enz. van 't Genootfchap Pictura, in 's Haage, 124: huwt fre- DEtUCA sophia wilhel- mina, Prinfes van Pruis, fen, 130: gedraagt zig edelmoedig omtrent de W. I. Compagnie, 134: bepaalt Zeeland's aamfeel in de algemeene Jasten, 144 •' doet een reis door drie Provinciën, 155: wordt Befchermheer van de Maatfchappij der NederJandfche letterkunde, te Leyden, 172: koopt Bofkelo, 184: zijn gevoelen over onbepaald convooi, in 1779 , 208: levert de papieren van laurens over, 345-: zyn gedrag in de zaak van den Hertog van Brwiswyk Wolfenbuttel 209: weigert Holland opening van zijn gedrag omtrent de zeemagt, 325: levert desaangaande een memorie in, bij h. h. m. ibid : dteze wordt verkocht, en, des noods, om niet gegeven.., 236: zijn gedrag in de expeditie naar Brest, 327, 329: beveelt den Engetfclieloois. booten niet te moejen , 33;: wordt Protector van den fficonoau'Ichen tak , 356: yen Öóa BLADWIJZER van 't vervolg op de Verkorte  Vaderlandfche HISTORIE. °«3 verm zig tegen het her- y/rf. 5*5- ^ fteliingswlrk, 359 ■ verde- desaangwnde, m Gron* diRtdenHertoBvanBrtuw- |», 530: *?™Jjn.~e£ Jfc Wo'fe,:buttel tegen /««d, 531 zune edelmoeK«to»<< , 366 : zijne ge- digheid omtrent de armer dachten oveïeendankadres S38r wordt gefaspendeerd aan hem, 381: wil ver- ■ als Capitein Geneiaal der grooting der zeemagt, Provincie Utrecht, 54i85: handhaaft zijn recht komt in s Haage terug, op de vrije Jagt in de Ffe- 6M;gevolgen »r« ftm. 4io:verzetzigtegen Willem «-«««.Pr ns van, Ernaar, wegens 't ver- Oranje, enz. wordt gebokiezen van Magiftraats- ren, vomJ*' perfoonen, 416: tegen't Willem george affchaffen der Militaire Prins van Oranje, wordt jurisdictie, 420: vaardigt geboren, „ een rondgaanden brief uit, Willem kwel met klagen, enz. 440: Fbiso-. zijn «Ik wordt ter levert de bewuste Acte van aarde belleld , 3 • Confulentfchapover, 442: plechtigheden desaangaan beklaagt zich by Ütrecft* de, „„^Hdheover Inbreuk op *yne reen- Winfchourzyl- onSerebeIdne ten. 4t2: levert zyne den aldaar, verdediging in bij isi J«. Winter, (ftrenge) in, 1763 , 471: ijvert voor »t herftel 105: m »77«. -7s- iri der rust, 471: beweert 1784, 45°' zyn recht op't commando Witte, (j. e. de) door in'.H^dathem ontno van Brakel tot verraad men wordt, 476: verlaat omgekocht, 363 : z'l_a den Biae, 477: zendt ftraf, 3öakrtjesvolk In Amersfoort, Woerden: loftiik gedrag dier 492: verzet zig tegen ftad in 1780, «9: tracht fok fcy duur/lede , 494 = ftem in Holland s vergad^* fielt één zyner Gardes du ring te verkrijgen, 55ö. corps aan tot lid van den Woestduin, Qt O. I. Comp.) Raad te Hattem. 497: verzeilt, «6, wordt door Hollandss- Wyk by duurftede , beperkt üendeerd als Capitein Ge- den invloed des Stadhouneraal, 501; weigert.de ders , 4*7: voert een gefchillen met Hattem en nieuw regeringsreglement Elburg te vereffenen, 503 i" > 493. 5" : wordt zijn gedrag in deStichtfche door krijgsvolk ïngenozaaken, 509, enz.: ver- jnen, 546* ijdelt het bijleggen der Y. zweevende verfchillen , mi: verzet zig tegen 't "VTorke , Gezant van hngehsrftellingswerk in Owr- \ land by den Staat, ftookt de  66^ BLADWIJZER van 't vervolg op de Vetk.rafal.Hifi, ] de verdeeldheden tusfchen de Regeeringsleden aan, enz. Bi. i8l: verlaat den Haag, 250. Yzerhutte, in 't Graaffchap Zutphen, aangelegd, in -756, 40. Zaagmolens j de uitvoer derzei ven, of gedeelten van dezelven, verboden, _ , , Bladz. 8. Zeeland, voorziet in de voogdyfchap der Gouvernante, 34 , 85 : dringt aan op 't herftel van het Muntwezen, 135: wordt te gemoet gekomen in de algemeene lasten, 144: weigert alléén, te ftemmen in de vermeerdering der zeemagt, in 1780, 228: verzet zig tegen den Stadhouder, 465; tegen militaire magt in burger-gefcbillen, 53" : tegen h. h. m. in de zaak der Turkfche pas/en, 535: omwenteling van zaaken aldaar 575, 586; derzelver vergadering, voor een tijd, opgefchort, 579: verklaart zig, in 1787, voor oranje , 587. Zeemagt, ('s Lands) wordt verfterkt, 74: blijft de noodige handhaving ontbeeren , 185 : ftaat van dezelve, 212 , 260, 261: haare werkeloosheid, 263 ; zonderling gedrag met dezelve, 292 .• haare verrichtingen, in 1782, 319; nadere werkzaamheden van dezelve, 329: haar aanzienlijke ftaat in 1786, 535. Zeefchade, in 1784, 456. Zeeflag op Doggersbank ,2845 op veelerleie wyze vereerd en vereeuwigd, 290, _ 291. Zeeweeringen, aan den Hel. der herfteld, 155. Zevenwoude, ('tQuartier van) tracht de mondigheid van willem den v een jaar te vervroegen, 116. Zierikzee: oproer, plondering en moord, aldaar, 585 : de Regering wordt 'er veranderd, 585. Zoutman , S. B. Nacht: zijn dapper gevecht op Doggers, bank, 285: de mode neemt zijn' naam aan , 291. Zuid-beveland: groote indijking aldaar, 150, Zutphen, ijvert voor haare rechten, 411: onlusten aldaar over de wapenoe_ fening, 444. . Zweden, klaagt over de kapers van den Staat, 349. Zwol, fchaft de aan beveel ingen des Stadhouders af, 418: verfchü aldaar over 't .egeerings-reglernent, 572. Z.