VERKLARIN G VAN DE T I T E L P R I N T. D e Kennis van het Goed en Kwaad, Zoo nut en noodig in den Raad, Zit hier op haaren Throon verheven, Gereed om Vonnisfen te geven , Op zaaken die men 't Recht betrouwd. Zy voerd de Pr oef ft een van het Goud, Om 't Waare van het Valfch te fchiften; Een Zeer, om 't Kaf van 't Graan te ziften. Gerechtigheid, die Zy befchermd, En als haar Hals-Vriendin omërmd, Vind zig by haar ter R;cbter zyde :" In welkers' Schaauw, (om zig te vryden Voor Loosheid die op laagen bouwd,) De Onnozelheid zig veiiig houd. 't Beeld 'tgeen me een Winkelhaak ziet dragen» En zig al zagtjens fchynd te fchragen Op 't Water-pas, verbeeld een zaak Die recht in 't Lood is en den Haak; Waarom zy durft te voorichyn komen, En Zeev nog Toetfteen hoeft te fehromen: Dog 't Vrouw-Beeld, met 't Verblind Gezigt, Werd hier Verwezen van 't Gerigt; Wyl haar Bewyzcn en haar Zaaken, Naar Dooüng in de Regtcn fmaaken, En datze op zwakke Gronden fiaan: Dit toond de Naakte Waarheid aan. De Kennis van het Goede en Kwaade, Slaat die Vertoogen naarflig gaade, En luiftert wat de Waarheid zeid; Dog alles met Voorzigtigheid: Waarom men deeze Deugd met Reden, Een Plaats ziet aan den Throon bekleden; Want als Voorzigtigheid ontbreekt, Ter plaatfe daar men Dingtaal fprcekt, Zoo zal men ligt .voor Waarheid keuren,. 'tGeen niets van Waarheid heeft als kleuren Maar Valfch en Onwaar is in 't Hart: En Waarheid, weer te veel benart, En toegedekt met Schyn-gewaden, Voor Onwaar houden en verfmaden. De wyze Vorft Jaftiniaan , Pronkt hier als Wetvoogd boven aan: Een plaats hem Wettig toegeweezen, Om 'tWctboek (*)'tgeen zyn brein voor dezetl Op Eeuwig Perkement befchreef:. Met welk hy Themis Zetel fteef, En vefte op Diamante ftylen, Omheint met Roomfche bondel Bylen, Tot Schrik van de Onrechtvaardigheid % Die 't Heilig Recht fteeds laagen leid. 't Gebouw vertoond in Taffereelen, Verfcheide Bronnen van Krakeelen, Als (a) Eigebaat en (b) Bankeroet, Tc (c) Onrecht verkregen Have en Goed, (d) Begeerlykheid en (e) Argeliften, (f) De Dood, die Well van zoo veel twiften* En Rechtsgedingen zonder tal: Ook hoe men zig gedragen zal, En moet, als men zig aan ziet randen, (Naar Wet en Order van de Landen, Welks Wapens hier meê plaats bekleen f) Zal U Heer Merula ontleen; Zyn Rechtsgeleerde Pen U leeren , MANIER en WYS van PROCEDEREN. . J, G O E R E E. ( «, Corpus Juris. ( a ) Intereffe Proprio. ( b ) Debito ( c ) Ayiijh Cdttti* (d) Cupidita. (e) Aftutm ingannevole. (.f) Motte.  TE LETDEïï", 1 Bj S. en J. LUCSTMANS. j TE CA.MPEN, Bj J.^.DJ! CS ALM O T . f TZ AM STERK Alt, L By M . S CHALEKAMr.   PAULI G, F. P. N. MERULiE J. C MANIER PROCE DE REN, IN DE PROVIN TIEN VAN HOLLANDT, ZEELANDT en WEST-VRIESLANDT, BELANGEN" DE CIVILE ZAAKEN: Getrouwlyk en met neerftigheid by een vergadert uit alle Ordonnantiën, Privilegiën, Instructien, Missiven, Acten, Apostillen, enz. tot dien einde inde honderd jaaren herwaards by de Hooge Overheid, of van wegen dezelve uitgegeven: alles met Civile en Canonyke Rechten, nevens der Rechtsgeleerden zoo nieuwe als oude meerlingen beveiligd: Eerji in den Jaare 1705. met veele Aanmerkingen van voornaam?, geoefende PrattU zyns;en vervolgens met Aanteekeningen, deHedendaagfche PraÏÏyk betreffende 3 VERMEERDERT DOOR M*" G E R A R D d e HAAS. MITSGADERS NU OP NIEUW OVERGEZIEN, VERBETERT, EN CONSIDERABEL VERMEERDERT, door [DIDERI C U S LÜLIÜS, MRSX E N [ JOANNES van per LINDEN, Advocaaten voor de refpeüive Hoven van Jujlitie in Holland. EERSTE DEEL, TE LEIDEN, ") f $. en J. LUCHTMANS. TE CAMP EN, '>By< J. A. »e C HALMOT. TE AMSTERDAM,} [ M, SCH A LE K AM P, MDCCLXXX^   PROVISIONEEL VOORBERICHT AAN DEN E E Z E R. hans hebben wy het genoegen om. aan U, befcheiden Leezer! aan te bieden het eerfte Stuk van Mkrula's Manier van Procedeer en. De fchaars- heid van dit Werk, en de fteeds toenemende duurte van het zelve, maakten een herdruk zeer noodzakelyk. En wy vertrouwen, dat de vermeerdering van onze Aanteekeningen, meefl: al dienende tot opheldering van pasfagien, waar op bevoorens niets of weinig was genoteerd, mitsgaders om aan te toonen, welke veranderingen zedert de laatfte uitgaave in de Praclyk gekomen zyn, den Leezer niet ongevallig zullen wezen. Het tweede Stuk zal, naar alle waarfchynlykheid, in het volgende Jaar mede te voorfchyn komen. Ons oogmerk is, * 2 daar  IV VOORBERICHT aan dm LEEZER, daar agter te voegen de Manier van Procedeeren voor den Hoogen Raad, die onze Auteur, was hy daar in niet belet geworden', Zig in een zesde en zevende Boek ter behandeling had voorgeftelt. Hier mede zullen wy dit Werk befluiten; want de {toffe, die de Auteur op 't einde van 't vierde, en in 't vyfde Boek, zoude behandelt hebben, is onnoodig te tra&eeren, nademaal het onderfcheid tusfchen groote en kleine zaaken, voor zoo veel de form van Procedeeren betreft, tegenwoordig byna geheel in onbruik is. En na dat de Lccn-zaakcn mede zyn gekomen ter Judicatuure-van den Hove, werd daar in eene gelyke ordre, als in andere ordinaire Zaaken, in agt genomen. «—* Vaar wel. «—. DIDERICUS LULIUS. 'S H A G E, den tf^jptember JQAN-NES VAN DER LINDEN, MANIER  MANIER VAN PROCEDEREN, In Civile Zaaken, inde Provintien van HOLLAND, ZEELAND, ende WEST-VRIESLAND. EERSTE BOEK, Handelende in 't Generaal van de JUSTITIE ende RECHTEN: Mitsgaders 't geene daar van dependeerd. EERSTE TITEL, van JUSTITIE, CAPITTEL l Van de Pra&yk, waar in die beftaat, en de Juftitie.' ï. Wat de Praftyk is. 2. Uit wat Spraak liet woord Praktyk genomen , en hoe by andere Natiën genoemd. 3. PraÏÏiferen, PraÜifyns. 4. Diftributie van 't gantfche Werk. 5. Wat Juftitia, of Rechtvaerdigheid is. 6. Animi duce Partes. 7. Ratio mater trium virtutum, Prw dentice, Fortitudinis, Temperantia. 8. Voluntas mater jfuftitia in omnes virtutes fe diffundentis. 9. AdjunÜa Voluntatis3 Conjlantia & Perpetuitas. 10. Jusfuum cuique tribuere squid Jlbi velit. 11. Vox, cuique, quam in Jujlitia deftnitione vim habeat. * TTV PRACT^K is een kunft en wetenfchap, om 't geene Regt is, in 't \\J) gebruik te brengen, en 't zelve de dagelykfche handelingen der Menlchen bekwamelyk toe te voegen. §. 2. 't Is Manier &?c ] Dc Schryver van dit Werk, Paulus Merula, was geboren te Dordrecht den 9 Auguftus I558. Zyn Vader was IVÜlm Merula, die eeril PenHingmeeifer van de» *• a Lande  s L I B E R I. 2. 't Is een Grieks woord: n^aüe?*^, n^if!?, n^j^»; komende van n^Wt?!*»; dat is, doen, in 't werk ft ellen, ih H gebruik brengen. Sommige voegen hier by nog andere woorden, om defe kunft te beteekenen: als Nojwwtjv, No^oJstixii», AiKxiohoyiwv, B;aiT)V, b inprinc. D. de Jufiitia £5? Jure. Item inprinc. Inftit.. tit. eodem. ( 2 ). 6. Voluntas Genus eft. Nam, quemadmodum videre ejl apud'Platonem, Ariftotelem, & alios, principes animi partes funt dua: Ratio êf Voluntas. 7. Ratio vim continet in fe videndi, quid verum, quid falfum, prceclara trium virtuium genitrix, Prudentia, Fortitudinis, Temperantia; quibus, ut fapientijjima mater & JfitgM & proprias in humano Corpore fedes tribuit: Prima quidem, Caput; Secundi 3' Cor; Tertirp, vp.rn, Jecur; Prudentiam locavit in Capite, tanquam in Arce & Capitolio toiius Corporis, ut tanquam Diltairix leges poneret, & omnibus inferioribus mederaretur. Fortitudini Cor adjignavit, ut excelfum £f infraStum concinnares animum, confervaretque & confirmaret opiniones. Temferantiam in Inferioribus conftituit, quce omnes commotiones frcenaret, v dpirdr. Et Cicero lib. ii. Officiorum. Juftitia fine Prudentia plurimum potefi, fine Juftitia nihil yalebit Prudentia. Juftinianus Novella Lxix. Fortitudinem, i c-^ySfov Apt?* ?». 9. Hcec igitur Juftitia ab matre fua refte dicitur, indicato Genere, Voluntas , quce elegantiffimis coloribus depingitur Conftantice £=f Perpetuitatis. Perfettam enim tportet ejfe hanc voluntatem, queeque ad Habitum, Stabilitatem Abfolutionem dedutta. Nam habitus Mc adeo neceffarius , ut etiam fuerint, qui Juftitiam ab habitu definierunt; quales Epictetus, Hierax apud Stokenm Sermone ix. Cicero lib. 3. de Inventione. Quia Conftantia comitari debet omnem Virtutem. Unie elegantur Socrates apud Stobsum Sermone r. 'av^pixs .cv vil fixrwt ff7tx<ïxï@* $ xvtif STtï KxAtts fffioxigtirsciie l<;ws dwtXKlw©* IcpilKa &vxt. 10. H(tc de genere Definitionis. Dijferentia eft tn Jure fuo cuique tribuendoIn eo enim propria Juftitia facultas : Ëa differenties nota tribuitur etiam ab Orpheo Hymno de Juftitia: ij k«9«%«s#ïï yvüpxa dm %d SiovTX fipxGiva;. Videndi Plato lib. vi. de Legibus, Ariftoteles libell. de virtut. &f apud Diogenem Laertium lib. v. Cicero lib. v. de Finib. Ifidorus lib. 11. cap. xxiv. Juftinianus Imperator Novella lxix. in princ. Tribuere autem dicitur fuum cuique, Refertur enim ad alios Juftitia: quemadmodum abunde docent Diatogenes Pythagoricus in libro de Regno apud eundem Sermone ix. Ariftoteles libro v. Ethicon, cap. 1. 11. v. Et alios JpeEtans alia inducit Nomina: ut notat Polus Pythagorseus apud Stobseum eodem Sermone ix. de Juftitia. Fox cuique, re£te additur$ id eft DEO, quod fuum; Homini, quodjuum. CAP I T T E L II. Verdeeling van Juftitie, en wat algemeene Juftitie is. 1. Juftitia tweederhande. 3. Juftitia DEUM refpiciens varias 2. Waar toe zich ftrekt al des Men- confequitur appellationes. fchen doen. j 4. Utï & quce ad Homines fe refert. t.jfuftitia is tweederhande: Univerfalis en Particularis. 2.. Univer- $. 1. Twtederhtnde.^ Over de verdeeling der Geregtigheid in algemitnt en bysmdtrf? Jan men breetier lezen Huber DigreJJ. Cap* 8 Éf9- A 3  6 L I B E R I. 2. Umverfelii of Algemeefie is , welkers doen zich ftrekt zoo tot God als tot de Menlchen : invoegen dat Juftitia algemeen genomen, in zich begrypt meelt alle deugden. 3- Juftitia qua DE UM refpicit, Pietas proprie vocatur, qua nihil aliud in genere, quam ardens Amoris erga DEUM incendium. De hac Juftitia, id eft, erga D E UM pietate, poe'ta: Difcite Juftitiam moniti, & non temnere Diyos. Et inde JEneas apud eundem lib. i. Juftus dicitur Pietate. Hac Juftitia, ft DEUM trinum & unum, nivxêx h teiaSt, rplxSx jN iv uóvxêi fciat, vera DEI vocatur Notitia: Si verbum DEI verum ejfe credat, idque creditum (nam credunt & Diaboli & Impii) ampleüatur, Fides appellatur: Si deteftata peccatum, DEO Je Jubjiciat, ad Divina voluntatis normam Jua omnia dirigat, Timor nominatur DEI: Hac eadem, ft propriam agnojcat Inftrmitatem, non fuperbiat, Jed DEO Je lubens Jubmittat, dicitur Humilitas: Si impetita ab adverfa Fortuna telis, ab murmure temperet, & DEO non irajcatur, Patientia duit: Hac denique ft in vera DEI agnitione & Fide conftanter & perpetuo hac enim ipfijfima Juftitia Junt Nota) perfiftat , Perfeverantia vocatur. Talem igitur Je habet Juftitia, qua DE UM refpicit, nominanda merito divina. 4. Qjia Homines Juftitia refpicit, infinitas confequitur ab variis AStionibus Appellationcs. Nam qua juxta Leges, Superiorum confilio manuque retinet Dijciplinam £f Pacem, vocatur Politia; genitrix, unum emoliens gubernando Populo, Monarchia; plures, Ariftocratia, Democratia : Subjiciens fe Fietate, Probitate, Prudentia praditis, appellatur Honos: Acceptum ab alio beneficium proJe Jfa, ad Remunerationem inclinans, Gratitudo: DEI dona in aliis, propriamque in Je infirmitatem agnojcens, Reverentia: Animi Corporisque moderans motus, Modeftia: Pericula, laboresque defendenda Patria non averjata, Fortitudo dicitur Bellica : perfeverans in propofito honefto quod rette fufceptum; tolerans injurias propter honeftam caufam; defpiciens voluntates, Honores , corruptelas, opes, obtrectationes, calumnias, Invidiam , Fortitudo eft togata : objequuta Rationi in Rebus adverfis, modumque dolori ponens, Patientia vocatur , qua &f paulo ante fpecies Juftitia divina : pro vera benevolentia reddens veram benevo* leniiam, Amicitia dicitur: Rethiens & Animi & Corporis mundiciem, Caftitas appellatur: Veram verita infamiam , Verecundia eft: Affettus motusque Animi & Cor por is regens , Temper antia nomen confequitur: Res proprias cuftodiens, utiliter collocans, vitans fumtus non neceffarios , Parfimonia: vera, jufta, neceffaria in omnibus aÜionibus perpetuo eligens, dicens, faciens , Conftantia appellatiomm induit. Alia praftantijima hujus virtutis nomina, quatenus univerjalis eft, pratereo. §. f. Het geen Merula alhier leert van dc Juftitia divina, is cipeiitlvk ovcrtoilioalzóo dc Roomfche Regtsgeleerden in de Befchryving van de Juftitia nlluhn bcoogen de' Jujtitta humana, en niet de Juftitia divina. Zie Bachovius ad r» vsüt» pig. ro CAPITTEL  TITULÜS I. CAP. III. ? CAPITTEL III. Van Juftitie in 't particulier. 1. Juftitia particularis ofbyzondere. I 3. Diftributiva. 2. Is tweederley. 1 4. Commutativa. 1. particularis of byzondere Juftitia is, dewelke regeerd 't gantfche leeven der Menfchen; vereisfchende, dat een ieder onderdanigheid en eerbied bewyze den goeden en noodigen Wetten ; gemaakt en uytgegeven, om, zoo veel mogelyk is, te bevorderen der Menfchen onderlinge handelingen. 2. Deeze is tweederlei: Diftributiva en Commutativa. Rationem Partitionis hu]us elegantiffimam aperit Matthasus Wefembecius in Paratitlis lib. r Pwdeftar. Tit. 1. Verba Pmftantiffimi ftmul & graviffimi Juris-Confulti adfcribam : Quemadmodum reliqua virtutes funt mediocritates, feu (ut vulgo loquimur) medietates duorum extremorum, vitioforum fcilicet affeüuum, quos intra modum rationis cohibent: ita Juftitia Particularis totam civilis vitce focietatem iisdem cequahtatis Éf mediocritatis regulis atque finibus definit &> coërcet. Porro in civili hominum communitate ftc efl natura compamtum, ut partim ordinandce perfona (int, & Juo quaque loco atque gradu quafi in magno Civitatis Theatro collocandce - 6? qutaad agendum natce funt, fingulis convenientia munera, officia publica, peence, frcemia retle prayeque fattorum, tanquam in ampla domo familiaque funt tribuenda : partim etiam res privatorum communicandce inter eosdem, ö> commutandce ■ quia quum m rebus humanis alii aliorum opera cj> rebus perpetuo ex ordinatione divina, ut communitas fervetur, indigeant : fine affidua rerum permutatione nulla bocietas civilis durare perdiu pojfet. Non autem effet affiduum atque permanens commercium: quiaforet injuftum atque injurium, nifi aqualitate privatarum rerum Janque numero, ponden, menfura conftaret: cceteroqui quum in infinitum contrattus abeant & porrigantur, alteram tandem partem exhauriri , atque ita commutationis perpetuitatem ac durationem collabi perire effet neceffe. Ex quo Ut ut alia cequalitas (in qua ineft #> elucet Juftitia) in ordinandis Perfonis, alil vero %n rerum communieatione obfervetur. In perfonis enim medietas, quo ad nos, feu §. 2—4. Onze Scliryver volgt alhier, met opzigt tot de verdeeJin? der Gere>- 3. Cap. 6. Beter derhalven is de verdeelin» van de Geregtighc.d , opgegeven door Grotius de Jure Belli g> Pu. Lib. 1. Cap. 1. „. ?! nam- in een Ju ht,a expletnx & attnbutrix. De cerfie heeft haare betrekkin? op het Jus plenum np Tn L!CTe fÖ'S !!"/^roorzaakt, by voorb. tusfehen een crediteur en debiteur! Sn,! h\ZZlCtu°P i,et J.ul™m"s Pl™™> waar uit geen geregtelvke adie voortfpruiti hoedanig by voorc. u het regt van een armen tot het vraagla van Aalmoesfen,  8 L I B E R I. feu Perfonalis fimilis proportioni Gemnètricce : in rebus medietas rerum , fimilis Analogia Arithmetica, quaritur, cujus difcriminis ratio expedita eft. 3. Juftitia diftributiva is een gelykmatige uitdeeling onder de Menfchen aller dingen, die gemeen zyn: als van Officien, Verdienften, Straffen en diergelyke; naar eens ieders waerdigheid en bekwaamheid; volgende de regulen van de Geometrie: ten einde God gekend en geëerd, 't Gemeenebeft in zyn vigeur en kracht mag gemainteneert en onderhouden werden : Arg. I. uit. C. de fiat. 6? imag. Vide Davidem Chytrjeüm de Regul. Vitce ad V Praceptum, cap. ï. Nicolaum HemmingiuM, ad locum de Juftitia & ejus Partibus: MatthJEum Wesembecium Paratitlis libro r. Pandeftarum, Tit. 1. num. 11. qui cutiofe indicat hujus Juftitia Cauffas omnes, Effettus, £f contraria. Die een Huis wil timmeren, en gelukkelyk opbouwen, neemt niet om het fundament en andere principaale deelen van het Huis te maaken, den eerften fteen, of het Merite hout, dat hem by geval in de hand komt, maar kieft uit eenen grooten hoop de befte en bekwaamfte: Alzoo ook in een Republyk, moeten van de Prince of Hooge Overigheid niet een ieder die hem vertoond en opwerpt, maar de allergequalifkeerfte en bekwaamfte van Officien voorzien, en tot groote Staten verheven werden: Comparatio in re feria fummis Philofophis ufttata. Zoo wanneer deeze Juftitie niet met alle Induftrie gehandhaaft werd, dan valt de Republyk onder de voet, en gaat tot een gcwisfe mïne en ondergang. Vide prater alios Matt. Wesemb. Parat. lib. ï. Tit. i. 4. Commutativa Juftitia is, dewelke, volgende de proportie van de Arithmetica, onderhoud en field onder de Menfchen eene oprechte en gelykmatige uitdeelinge aller dingen, die een ieder eigen zyn: tenderende , beneffens^Gods «ere (een Autheur wezende van gelykmatigheid) tot ruft en vrede van 't Gemeenebeft, Landen, Steden, en de een met den anderen in 't particulier vereenigende en t' zamenbindende. Zonder deeze en kan geen Huis, geen Stad, nog geen Republyk ftaande blyven: Vide Davidem Chytrjeum & Nicol. Hemmingium locis jam dictis. Hujus etiam Cauffas, Effettus, Cognata, Pugnantiaque, enumerat dofte Vir Magnus, cujus memini, in Paratitlis. (3-) C3.) Vide Grot. Inleid, lib. I. Tit. 1. £? z. TWEEDE  T I TU L U S II. 9 TWEEDE T I T E L, 'van ' • v .rrtr^irJ/i -tob .IMio-iov sa 3?m tb~{3 n?b nr.v qoöl RECHT S-KENN I S S E. I. Definitie van Rechtskennpsfe. [ 2. Waar in die befiaat. U f^702,veel 27 gezegt van 3uJMa: voI§t in onze voorgeftelde Synopfe, // A ju's> dat is'Recht; welkers kënnisfe (ufh daal van eerft een weinig te fpreeken) by de Latynen genoemd wierd Jurifprudentia. Dat is Rechtskennisfe, dewelke is een wetenfchap van Godlyke en Menfchelyke dingen: te verftaan gevende wat Recht en Oncecht isc l.-io. qfuftitia. §.2. D. de Juli. ff Jur. §. 1. Infiit. -ditt. tit.- §. r. Conftit. Jufiihiantad Tfibonianum. 2. De Generaale en Contemplative of Inwendige Kënnisfe werd meen: by alle Natiën gehaalt en geput uit de vermaarde Boeken, die dieshalven hier voortydsby de Romeinen met groote naerftigheid zyn befchreeven: welke daar na gepraftifeert en te werke gelegd werd in een ieders Landrecht, niet ftriclelyk, maar alles gevoegt naar 's r.anH* aarr en koftuime. Als ook by ons eebeurd is; 't wejk genoegzaam blykt uit alle Ordonnantiën, Placaten Statuten &c. by de-Hooge Overheid, of van deszelfs wegen, geëraaneert: ook uit d* Keuren in een iedere Stad gemaakt, en den Inwoonderen te volgen vooree Held. Ons Landrecht is principalyk geregiftreert in de Regifters, die bewaard . , . .111' werden 5. i. Regtskenmsfe £?<:.] De Rorncinfche Regtsgeleerden, byzonder aan de Stöifclia Wysbcgeertc overgegeven, noemen Üc Regtsgeleerdheid een kënnisfe van Godlyke en Men fehelyke zaaken. Het geen dc befchryving der Philo'fophie is. ( Cicero de Qffic Lib * Cap. 2.) Dog oiy deze: wetenfchap van andere te onderfcheiden, voegen zy 'er by dé woorden; Jujli atque Injufti fcimtia. ■■ ■ ) f . §. 2. Alsook by ons gebeurd is.] In hoe verre het Roomfche Regt bv ons gepraSizeert word, vind men onder anderen zeer duidelyk geleerd by H. de Groot Inleid 1 B \ D. §. 22.i.alwaar hy zegt, dat de Roomfche' Wetten eerft-als voorbeelden van wysheid ende billykheid, ende metter tyd door gewoonte als Wetten by ons zvn aangenomen dog alleenlyk m dit geval: Zoo wanneer van eenige zaaken geen befekreven Land-rechten Handyeften, Keuren ofte Gewoonten bevonden werden. Welke leer nader beveftVt word door do Rejolutie van de Staten van Holland van den 25 Mey 1735. inhoudende , dat hst Hof, gelyk alle. andere Regters tn de Provincie van Holland ende Weftvriesland, moet regt doen naar de Wetten en Piacaaten van den Lande-,-mtrgafas-mnrite-Prnfagim^ en Ufantien en by defeSt derzelve naar de befchreven Regten. Zie Gr. Pl. Boek , 7. D. pag. 964. 5. t. Ons Landrecht is principalyk fcpr.] Ons Landrecht, voor zoo verre het zelve beitaat m dc Ordonnantiën, Piacaaten, Publicatien , Rcfoluticn , en diergelyke Wetten van de Staten, is tegenwoordig voor het grootftc gedeelte te vinden in.de n Deelen van het Oroot riacaat Boek; terwyl de Handveftcn onzer Graavcn, zoo uit het oude Hollandfche lluys , als uit de Huyfen van Henegouwen, en van Bcyeren , bycén verzamelt cii uitgegeven zyn door F. van Mieris, in de' 4 Deelen van zyn Groot Charterboek, en de overige ^landvellen van. de.Graven uit. de Huyfen van Bourgondicn en van Ooftcnryk, in de byzondere Privilegie-Boeken van verfcheide Steden, Dorpen en Diftriftéri 'gevonden I. Deel. B Wür.  tp L I B E R I. werden in-de Rekenkamer ? en de Regïfter of Leenkamer; item in de'Memoriaalboeken gehouden :by verfcheide Griffiers, ruitende in de Griffie van den Hove van Holland, doch zeer confufelyk en zonder eenige ordre, naar verloop van den tyd, niet naar vereifch der Materiën. DERDE TITEL, VAN 'T NATUURLYK en ALLER \ VOLKEREN RECHT. CAPI TTEL I. Van Recht in 't gemeen j en Natuurlyk Recht. . i. Wat Recht is. I 3. Gemeen Recht. 1. Hoe veelderleL I \. Natuurlyk Recht. I. "TTu-s, Recht ïs 't geene Juftitia gebied, mitsgaders 't geene de Voorftanders I en (Jitdeelers van de Rechtvaerdigheid voorfchryven van Zaaken , ftrek- • kende tot onderftand en rufte van des Menfchen leeven. Varia jurisDifiributiones apud Ulpianum in l. 1." in princ. D. de Juftit. & Jure; Connanum lib. 1. Commun. Jur. Civil. cap. lil. num. vr. & alios. LL Is tweederlei; Gemeen-en Eigen: Cajus J. C. in l. 9. D. d. Tit. III. Gemeen; dat de Reden allen Menfchen geleerd heeft: en is Natuurlyk, of Aller Volkeren; Naturale & Gentium. ( 1 ). " i V. Natuurlyk Recht is, dat uit dc Natuur fpruit, allen Creatuuren in Hemei, op Aarde, en in de Zee geneerende cn voortkomende , gemeen. Hier uit neemt zynen oorfpronk de begeerte en genegenheid hem zeiven te verdadiger|, en de zynen voorteftaan : zyne aangeboorne Vryheid te handhaven , zyn Geflagt en Specie, ieder in 't zyne, door f samenkomen te vermenigvul; nstnónsgruu n?s zno ^ nwnW cir.ocv. jï;^ >ob bvi lonstn obna ,f ■ , :digen, • (i.) Fida Huc. Grot. de Jure belli ac pac. 1 Principiis Juris naturalis totum traiïatum fcriptib, li tit. 1. £f 2. Gulielm. Grot. qui de \ fit. worden; gelyk mede de Keuren en Coftumcn van dc meefte Steden, mitsgaders ook van verfchtfden Dorpen cn Diftrict.cn apart, gedrukt en uytgegeven zyn. f. 4. Merula volgt alhier het Rorncinfche Regt, in do befchryving van het Jus Nature. Geenzints cgtcr moet men denken , 'dat de Roomfche Regtsgeleerden zyn geween" van dat ongerymd gevoelen , als of de'Dieren der gezonde reden, cn des regts deelagtig waren. Het tegendeel is te zien uit 't Princ. hifi. & L. 1. §. 3. ff. fi quadr.. paup.fec. die. Dog zy verftaan door het Regt der Natuure alleen die voorfchriften en geboden , welke niet Hechts van de Menfchen, maar ook van het' fïomme Vee worden in agt genomen; met dit onderfchcid nogtans, dat de eerfte zulks doen door de reden vie raatfte door een inJiinSus naturalis.  TITULUS III. CAP. I. IX dïgen, lief te bebben, en met eene vriendelyke zorgvuldigheid Optetrekken. In pr. Inftit. de Jur. natur. gent. ff civil. I. i. §. cum arietes. D. fi quad' faup. I. 4. I. fcientiam 45- §• 4- D. ad Leg. Aquil. I. 1. §. vim vi. 27. D. de vi ff vi arm. Cic. pro Milone ff de Inventione lib. 11. cap. v. ff xn. CAPITTEL II. Van Aller Volkeren Recht. 1. Aller Volkeren Recht wat. 2. Is tweederlei. 5. Definitie van het Eerfie. 4. Exempelen. 5. Eens ieders Confidentie. 6. Dit Recht is onveranderlyk. I. Aller Volkeren, (2.) of Gemeen Recht is 't geen de Natuurlyke Reden den Menfchen gefield heeft. II. En is tweederlei: Het een uit hem zeiven fpruitende, ■of van aanbegin der Menfchen herten en gemoed ingedrukt: het ander confequentelyk om oorzaaken ingebracht. III. Het eerfte (dat eigentlyk en waarachtelyk ten regarde van den Menfch Natuurlyk Recht genoemt werd) i5 een zekere kënnisfe van goed en kwaad in des Menfchen hert, als met Gods hand gefchreven,- om te weten willen kiezen en doen wat oprecht en billik is: en te vlieden contrarierende' 't geene gezegtis, en tegen zjmde: Vide Nicolaum Hemmingium in methodo de Lege Naturce: unde queedam apud Sydus illud noftrce Belgica Matheum Wesenbecium, in Pand. lib. 1. tit. 1. IV. Exempelen van dit Recht zyn: God om zoo veel weldaden liefhebbenl. 2. veluti. D. de juft ff jur. Onfe Ouders, Land, en Overheeden beminnen en onderdanig zyn: d. I. 1. Cicer. de invent. loco jam diSto. Wel en eerlyk onder de Menfchen leven: l. 10. Juftitia. §. 2. D. h. t. Inft. §. 3. eodem Nie mand ongelyk en overlaft doen: DD. §§. 2. ff 3. Een ieder laten en geven, dat hem toebehoord: dd. §§. 2. 6? 3. Zig zeiven tot iemands fichade en nadeel niet ryk maken,: l nam ff hoe natura. 14. D. de condiSt. indeb. Zyn bloed niet fchen* den: l. uit. D. de rit. nupt. en diergelyke. V. Van al't welk, zoo goed als kwaad, een iders Confidentie en Medeweten, fe:een gewisfe getuigen, en een onftraffelyk oordeelder. De Confidentie heeft zyn C 2.) Pide Huc. Grot. de Jure belli ac Pa- I commune fit; adeoque fape in ma pa,te orbis tercm- lib 1. * 1. éf 2 per tot Extra jus Natu- \ rarum jus gentium eft quod alibi eft jus naturale rale vix ullum reperitur quod omnibus gentibus | ' «f*™** tJLriumtw J a bctefe verdeeling van het Jus Gentium is in Primawm, & SruT^reVemlvr?.2 ^"d^Pi^en welke alleen den menfehen eygen zyn, e« andere\vord ö,,f, ^ J? f"JT^X0 mturalls inUr omnes hominesconftituit. Het ^tftoSS1^ d° Ir de?' N- G' ^ C" aIs dat & Onvemnderlyk.2 geïyk ook by gevól- ] ltciu'part. 3. cencluf. 18. No. 21. Gail UK 2. gé alle't geene-daar uit is fpruitende. Ber- 1 obf.122. No. 5. |„ C. enveranderlyi. ] ' Zie. Grotius de Jure Belli ae Psc. Lib. j. Cap. I. §. 10.. n..5.  T I T U L U S III. CAP. I I. ï3 't zelve goed is en billyk: §. Se & natur dia. ft. Inft. de Jur. nat. gent. I. pen. Jus. in pr. D. de Juft. Ff Jur. Doch de tyden dragen hen fomtyds alzoo toe, dat, twee natuurlyke Rechten concurrerende en jegens den anderen komende , het een voor het ander moet wyken en plaats geeven: daar van overvloediglyk by de Rechtsgeleerden gehandelt werd, ad d. §. ti. Inft. CAPITTEL III. Hoe en om wat oorzaaken Aller Volkeren Recht is ingevoerd. Het ander uit het voorgaande vloeijende , tendeert en ftrekt zich uit tot het profyt en voordeel van 'sMenfchen leven: ingevoerd om gevoeglyk in te brengen, onderhouden en handhaven de gemeenfchap en de mutuelle Vriendfchap onder allé Luiden: Als Heerfchappyen te onderscheiden, de Landen bepalen, en zeekere Limiten te maken , (4.) Medehandelingen opftdlen, en diergelyke L ex hoe Jure. 5. Ff ibL DD. D. de Jujt. Ff Jur. I. 1. D. de adquir. dominio. . C4-) Medehandelingen epjlellen, Ziet hier van Salmas. iib.i. de ufur.cap.ic. VIERDE TITEL, VAN GESCHREVEN RECHT, dat i S, Van alle PL ACC ATEN, ORDINANTIËN, STATUTEN, PRIVILEGIËN, KEUREN, enz. CAPITTEL I. Van Gefchreven Recht, en de Roomfche Civile Rechten.. ( 1.) 5. Recht van buiten ingevoerd. 6. Ramingen, wanneer 'i Roomfch Beschreven Recht by ons plaats heeft gevonden.- I. Eigen Recht. Jz. Burgerlyk of Land Recht. 3. Gefchreven Recht. 4. Is tweeder lei. !• IC^gerc Recht is niet anders, dan dat de oude Romeinen noemden JUS: T Jfy, Civile- d' h 9- de quo, ejusque partibus cum alibi, turn titulo iï. m I. II. ium, (1.) Grot. Inleid, lib. 1. Tit. 2.. B J  H L I B E R I. II. Luid byna in onze fpraake Burgerlyk Recht, of veel eer Land Recht by ons niet anders zynde, dan dat in deeze Landen gebruikt werd, 't zy 't zelve gefield is in Gefchrifte, of niet. III. Gefchreven Recht, is, 't welke ons in Gefchrifte is voorgefleld• Scribentst ad d. t. fed & ea 35. g» feq. D. de Legibus Senatusque Confultis. IV. En raag aangezien werden als tweedcrlei: of Fan buiten ingevoerd, of By ons gehoor en: welke onderdeelinge met ons gemeen hebben genoegfaam alle andere Natiën, die eenige Rechten gebruiken. V. Richt van buiten ingevoerd, is Jus Romanum. Want alzoo dit Recht uit de overvloedige Fonteine van een Republyk, welke haars gelyk nooit onder de Zon gehad heeft, en ook niet hebben zal, is voortgefprooten in de voornaamite Gedeelten en Landen des Werelds: zoo is 't zelve tot onzer aller genoegen ook uit Italiën [«.] als afgevloeid in deeze onze en Nabuurige Contreyen. I. De Tempore, in quod res illa memoria maxime digna incidit, non liquet. Di- cere [>.] Over deeze Speculatie, wanneer en op wat wyze het Roomfche Recht by ons Autoriteit heeft gekregen , vinde ik ex profejjo gehandclt in een Inaugureel Difpuitvan den Heere Henrik Fagel, van den Jare I727- De titel daar van is, De Origine u/ti Juris Romani in Hollandiê. [Herdrukt in 's Hage 1779. in gr. 8vo. ] In het zelve word by welgemelden Heere beweert, dat het Roomfche Recht eerft uit Vrankryk is overgebracht in Bourgondien , en naderhand uit Bourgondien in Holiand, ter gelegenheid dat Vrouwe Jacoba van Beyeren gedwongen *ynrif» het GraafTelyk Gebied aan Philips den Goeden, Hertog van Bourgondien, aftertaan, op die wyze het Graaffchap van Holland is gekomen aan den Huize van Bourgondien. §. 2. Burgerlyk Recht.] In 't algemeen word by de Groot Inleid. 1. B. 2. D. §. 13. da Burgei--wet genoemt, die tot haaren naaften oorfprong heeft de wille van de Overheid eener BurgerIjke gemeenfehap. Deze Burger-wet (zegt hy §.14.) is tweederley , of eens volks eygen, gelyk de magt der Mannen over haare Huisvrouwen dien van Holland genoegzaam eigen is ; of gemeen, 't zy met alle , 't zy met meert alle Volken : dog evenwel veranderlyk ook zonder bewilliging van andere Volken, als niet raakende de onderlinge gemeenfehap aller Menfchen , gelyk zyn veele Wetten , gefield op den Koophandel ende verfterffenisfen. . §• 5. Want alzoo £r>.] De inhoud van deeze §. word nader opgehelderd en bevestigt door 't geen men vind by Mauricius Regtsgel. Uitfpann. 2. D. Cap. 4. pag 96 alwaar hy zegt: „ 't Verdiend veel opmerking, en 't verfchaft 't grootfte bewys van dc over„ tuigende deugdelykheid van de Roomfche Wetten, dat derzelver achting tot in Lan„ den, die van Italiën verafgelegen zyn, en die nooit door de Roomfche wapenen „ ondergebragt zyn geweeft, is doorgedrongen. Wy konnen dit op ens eigen Land „ toepasfen, daar men, wanneer de byzondere Land- of Stads-Wetten ontbreefcen, het „ Roomfche Regt buiten zaaken, waarin 'tklaarlyk is afgefchaft, gewoon is te volgen." Het zelve word ook met weinige woorden geleerd by Merula in deze J. n. 6. Illud C zegt hy ) fatis conftat, Jure nos Romano uti, quoties fcriptce apud nos Leges, vel recepti mores C? emfuetudines de re controverfa nihil certi ftatuunt. Waar mede wyders overeenftemt de Prefident van Bynkershoek in de Voorreden voor zyne Obferv. Jur. Rom. part. 1. pag. i& 2. wanneer hy aldaar fchryft: Nunc autem Jus Romanum, ut Jus commune, effe recepfwn, multat pofteriorum Principum, Caroli in primis V. 'éf Philippi II., muit» item Ordinum Hollandia Leges fignificant; palam enim, deficientibus Legibus proprüs; remittunt ad Jus Scriptum , vel Commune , quo utroque Romanorum Civile intelligi certum eft. Atque ita, nifallor, fervat utraque Curiat nifi vel manifefta Reit.ublicce ratio, vel perpetuar conjuetudinis auüoritas obftet. < Men vergelyke ook nopens dit ftuk de Inaugureele Oratie van den Heer Prof. van der Keessel de Legiflattrum Belgarum in recipiendo furc Romans prudentia. ( Lugd. Bat. 1770.}  TITULUS IV. CAP. I. ij tere non aufim Auctor es ejus reifuiffe Romanos ipfos, quorum amicas in his Re*ionïbus confuetudines ff crebra curn Batavis commercia teflantur paffim rudera; adeo ut etiam Fratres Magni Populi fuerint habiti ff Mi. Batavia certe nusquam legitur inter Romanorum provincias, quibus Jus reddebatur plurimum ex Legibus, quas viftor vel Imperator ex decem Legatorum fententia vittis dabat: vel quas lap/u temporis ex re nata Confules vel Tribüni plebis Roma ferebant: pertinentibus eo ff Senatus-confultis, aliquando etiam ex Edictis, qua Confules vel Pratores in Provincias ingreffl diligenter fingulis de rebus fcripta proponebant: eaque vel fumta ex Urbanis aut Provincialibus Edittis, quibus Tranjlatis, vel excogitata recens quibus Novis nomen erat. 11. Utrum ad Antonini Imperatoris tempora referenda ft illa Juris Romani in hanc Regionem inveÏÏio, valde dubito. . Quum enim ex ejus Confkitutione in orbe Romano qui ercmt, Ciyes Romani fuerint effetii: l. 17. D. de Statu hominum : Novella lxxviii. cap. v. ff Ciyes Romani Romano plurimum Jure uterentur, quod legenti veteres Hiftorias nusquam non obvium: poffent non incommode dici Batavi, qui, ut alii, propter Fratemitatem ff Amieitiam in orbe Romano cenfebantur, Ciyes eo tempor e Romani facti, ff cum aliis Jus recepifj'e Romanum. lil. Quin ff Uk de Quaftione tanta calculus ferri poffet> Batavis (qui incorrupto Judicio vicinis fuis nunquam fuerunt pofieriores ) pulcherrimam Legum confonantiam, quam concinnarat Juftinianus Imperator , admir■antibus Jus Romanum in ufu ejfe ccepiffe. IV. SiFranci, 'quo tempore Carolus vel Calvus, vel Simplex (uter enim fut rit, ambigitur) primum nobis Principem dedit, Romanum Jus ufurparint : toto non errant ccelo, qui primum Juris Romani in his terris ortum ad ea tempora referat. Veroforte an fimilius Jus Romanum invettum ab Guilielmo II. Florentii IV F. Comité Hollandia XVIII. V. Is enim3 Juvenis xx. annorum, Aquisgranum ab Elecloribus folemniter Ro~ , „. A'.' .... mano . $■ *j «• !•ƒ«??• De tempore £fc] Merula meld alhier verfcheide gevoelens nopens de invoering: van het Romeinfche Regt in deeze Landen. Dc Prelident van Bynkershoek was van gedagten, dat het Roomfche Regt eerft met den tyd van Karei den Stomen hier te Lande gezag gekregen heeft; wanneer hy in Prxfat.. ante Obferv. Jur Rom zeer £.go vix putem, altquam in Hollandia Juris Rommi auüoritatem fuifje ante Carolum Audacew Dog dat de oorfprong der receptie van dit Regt reeds aan vroegere tvden moet worden toegefchreyen, blykt uit de geleerde Verhandeling van den Heer v. d. Spiegel Oorfpr.der Vaderl Regten Cap. 2 tf 3- die aldaar toont, dat in de Frankifche Wetten, en voor al m de tapitularia, (die in dc oudfte tyden hier te Lande benevens de Wetten der Saliers en Ripuanërs zyn in gebruik geween,) te meermaalen van de Lex Romano. ™ J"£ gemaa„kt wordende, men daar door niet anders te verftaan heeft, dan het Codex Ineodofianus of wei het Breviarium Aniani.. Dog deszclfs gezag na den val van het WellLrotlnich Ryk allengskens vermindert zynde, is 'tzelve door de Wetten van Tuftiniaan opgevolgt, dewelke in de openbaare Schooien geleerd en uitgelegd, en door de Geefteiyken niet weinig voorgeftaan werdende, dan ook vervolgens tot de Vierfchaaren overgebragt, en by gebrek van eigene Wetten het rigtfnoer der Regters geworden zvnwaarom dan ook Philips van Leyden, onze oudfle Hollandfche Regtsgllcerde, in zvn. werk de Cura Rap. zoo dikwerf uit het Romeinfche Regt bewyzen- ontleent, en daar uk  i6 L I B E R I, mano Occidentis tmperipprafeStm naStus occajïonem Mam, voluit forti, ut Batavi Imperiali, id eft Romano Jure deinceps uterentur. Accedunt confirmanda magis ïfti conjettura, -quod AuStor fuerit Princeps ille tranferendce Gravefanda in amoenijfimum totius Provincice locum Judicialis Curice, quodque vix ante hunc alius retro Comitis inveniantur Privilegia , Noftratibus conceffa: ut omnino totus ille w-. deatur fuifje in certiore Jure Batavis prafcribendo. VI. Proxime fortaffe an ab veritate abeft Ma opinio, Jus illud ad Nos pede facit o irrepftffe, fubinde coram Judicibus allegatum ab iis, qui Litigantium cauffas fuce vocis patrocinio tuebantur; patientibns fcilicet & perfuafts facile Principibus , ob fummam Juris Romani prcsftantiam, & certiffimas Legum definitiones. Qjiidquid fit; certe ftlent altum Hiftoriographi: an fileant antiquiffima Ma Monimenta qua in Camera Feudali, incertum: quorum quum incredibilis fit ibi copia, fumma. fane cum difficultate ifti rei querendce effent evolvenda* Res interim digna, de qua certius quid conftaret. Illud fiatis conftat, Jure nos Romano uti, quoties fcripta apud nos Leges vel recepti mores & confuetudines de re controverfa nihil certi ftatuunt l. de quibus"cauffis. 32. in princ. D' de Legib. & Confuet. CAPITTEL ïl Van 't Recht by ons gebooren of Lands-Rccht, Ordinantiën en Placcaten. 1. Recht by ons gebooren, waar in be. fiaat. 2. Derogeert 'f Recht van buiten ingevoert. 3. Waerdigheidon7.es Land-rechts. 4. Inw at plaatzen 'ï zelve bewaart werd. 5„ Recht by ons gebooren, tweederhande. <5. Generaal of algemeen. 7. In 'f Generaal werd aangezien het maaken en uitgeven. 8. Wien het maaken toekomt. 9. De Hooge Overheid. 10. In eene Perfoon beftaande. 1 l. In veele. 12. 'i Geene gefiatueert werd heeft den Naam van Ordinantie of Privilegie. ■ 13. Wat Ordinantiën zyn, ende waarom dezelve by ons alzoo, en Placaten: item by de Latynen Conftitu-* tiones genaamd werden. 14. Verfcheide Speciale Namen der Ordinantiën , als EdiEten, Misfiven, Adprobatien, Confirmatieu , Revocatien 9 Continuatien, Alteratien , Inftrutlien , Moderatien , Ampliatien, Interpretatien, ConJenten, en Auctorifatien. 15. Generale Ordinantiën en Speciale. 16. Tem- uit veele Graaffelyke Chartres expliceert. Terwyl men meerdere Voorbeelden, dat reeds in vroege tvden "het Roomfche Regt vry algemeen hier te Lande was aangenomen, vinden kan in de Disftrtatie van den heer J. C. van der Hoop de neceffario Romani Juris, & fubinde quoque Canonici Juris, in Hollandia, Studie, Cap. 3. die onder anderen aldaar pag-, ffö. 6?/ff?, de receptie van dit Regt vry overtuigend betoogd uit de Cojtumen, door veele fteden en plaatfen in Holland in de zeftiende eeuw fuccesfivclyk aan den Hove van Holland overgegeven , in verfcheide van welke gezegt word, dat de Keuren en Coftumea ontbreekeBde, werd regt gedaan naar de befihreyene Regten.  T I T U L Ü S IV. CAP. I T. 16. 17. 18. 19. 20. 21. £2. 23. 24. as- 27- 28. 29. 30. 31. Temporele en Eeuwig-durende. Hooftfiukken van meeji alle Placaten. Het eerfte Hooftjluk, de Voorreden of Prcêfatie van de Placaten. 'De Difponerende Perfoon. De Perfoon, tot welkers regarde de Difpofitie gefchied ende die Difponerende Perfoon aanfpreekt, Merkteekenen van eene Generale Or■dinantie.Salut. De Aanradende Oorzaak. Einde en But van de Difpofitie. Vlor-raad in 't Difponeren. Het tweede Hooftjluk van 't Difpofitief. Twee Leitfterren , die een Prins moet volgen in zyne Difipofitien en Wetten. Deelen des Difpofitie fis. Difpofitief tweederhande , als eenvoudig. Veeldeelig. Leges Statutce & Miscellen. Refervatie van CorreÜie 3 Modera- 17 tie, Interpretatie van de Placaten ftaat tot de difponerende Perfioonen. 32. Het derde Hooftjluk , Bejluit en 'Conclufie. 33. Per/bonen die met 'de Executie belaft wérden , of Principale, als Stadhouders en Raaden. 34. Of Gefiubftitueerde, als Deurwaarders, &c. 35. Attaché. 36. Eorme van een Attaché. 37. Officier des Prince wil terftond moet ter executie leggen. 38. Placet. 39. Bevel van Publiceren. 40. Renovatie alle J'aars te doen. 41. Waar en hoe een Publicatie gedaan werd. 42. EffeElen van de Publicatie. 43- Abrogatie, non obfiant. 44. Confirmatie. 45. Want ons alzoo gelieft. 46. Zegel des Prince. 47. Plaatze van de Difpofitie en Ty£. 4 8. Onderteekening. 49. Coufient in de Difpofitie, L ftecht by ons gebooren beftaat in allerhande Ordinantiën , gemaakt bv de Hooge Overheid, of van wegen en uit den Naam derzei ver II. In deeze Ordinantie is vervat ons Befchreven Landrecht, 't Roomhh Recht van buiten ingevoerd in uitgedrukte Punten derogerende, overmits 't zelve is verfcher en jonger van tyd: DD ad l. non eft novum zó. cum fequ. D. de Les £f Sctis. I. fin- D- de ConfHt. Principum. s* lil. Dit is het Landrecht,^ welk onze Republyk in haaren bloeijenden ft jat en gewenfeh- , Jh , °vern" s ' %tlv,e &c-l Liever had Merülk zig alhier op deeze wyze moeten Ti ^ YTm& 1 Roon,lfche Regt *n deze Landen alleen is aangenomen in Tbl dtum, en dus by ons aHeenlyk gevolgd wordt, zoo wanneer van eeniee zaaken £f™ ^ i„lo der BurVe. r°oht3Cr. Cr 11 HolIaB2 eeniSe ^inige Wetten, ten aanzien van het ï Deel. ' gCVOndün worden' ^ in de n»eefle voorvallende zaakenon-  iS L I B E R ï. gewenfchte voorfpoed is behoudendewelk meede een ieder, daar van volt K-omen kcnnisfe hebbende, kan zonder achterdenken en zwarigheid vergelyken met de Wetten en Statuten van de belle cn voornaamftc Republyken, die heedendasgs onder de Zonne konnen gevonden worden. Dit is het Landrecht, 't welk men door particulier befprek, of byzondere (2.) onderhandelinge niet kan veranderen: l. Jus publicum 38. D. dePatlis; of breken, l. Neratius 20. D. de religiofi. & fiumtib. fiunerum; ook van 't welk men zyne Partye niet kan kvvyten en ontleedigen: / ita autem 3. §. 7. Julianus, D. de adminiftr. Tut. Door dit Recht eindelyk werd.verkreegen, werd bewaard, werd verminderd, en vervreemd 't geene ons toekomt: l. fin. D de Leg. & Sctis. IV. Ons Landrecht, dat is, alle Placcaten en Ordonnantiën werden tot ieders behoef bewaard by ons meeft in drie Plaatzen. De Oudfie in de Leenkamer en Reeherikamtr van Holland, in zeekere Boeken , dewelke Regifters genaamd werden, met verfcheide kouleuren , opgeteekende Letteren, en getal, of anderfints van eikanderen onderfcheiden. De Boeken in de Leenkamer zyn byna zonder getal, fommige zoo oud, dat men ze heeft moeten copieeren, om den inhoud der zeiver a!s te eeuwen, bewaren, en tot allen tyden bereid te hebben, in dc Reekenkamer ziet men, bencffens Speciale Placcaatboeken, Privilegieboeken, Appoinflementbocken, en ontallyke andere, de Oudfte en wel de Principaalfte, de Roode, Groene, Geluwe, en BrefiUé; item de Ruige en Befianeboeken [a.] in alle welke wonderlyke Aften geregiftrcert itaan. Dc Nieuwe te weten van het Jaar cid id xm. of daar omtrent, tot deezen tyd toe, werden bewaard in de Griffie van den Hove van Holland, in zeekere Memoriaalboeken [&.], dra- Cs) Onderhandelingen 't welk men ook door geen Tcliament of eenige andere uitterfte Wilie kan te niet doen, of maken dat )ict zelve in des uitterlten Wille difpofitie geen plaats zoude hebben. /. 42. ff. de Oper. litert. I. 55. §. r, ff. de Legat. r. [ a ] Brezille; item de Ruyge en Eezane Boelen. De Rcgiftcrs wierden zoo genoemt naar de kleur van het leder, daar dezelven niet in gebonden, maar in gewonden lagen.' Brezille is Braziclhoutskleur, dat is roodachtig.. Ruig leder dat niet gcpolyli of bewerkt is. Bezaan is geel leder, en komt van het Franfchc woon Bajané. Anders betcckent Bezaan ook fchapenledcr; zie Iulian. in Appendice pcregrinatum Diiiionum. By onzen Schryver word ook gealleEreert het Groene Regiitër in de Reekenkamer van Hoilandt, Lib. 3. Tit. r. mm. 5, en het Geluwe Register in de Rekenkamer, Lib. 4. Tit. 44 Cap a. num. uit. [/>.] Memoriaalboeken. Hier van heeft men een Repertorium, beginnende Anno 1515. en eindigende Anno 1642 incluis. Het is gedrukt in AcnHage 1643 in .ito. Het voorf/ Repertorium is defeftucus, zoo als ik in mync Aanteckeningen op onzen Schryver heb aangewezen, ad Lib. 2. Tit. 6. Cap. ?■. num. uit. £? ad Lib. 4. Tit. 83. Cap. 6. num. uit. Wat onze Schryver van deze Memoriaalboeken zelfs getuigt, zie hier boven Tit. 2, mm. 2. ze eigene Wetten geheel ontbrecken: gelyk zulks brecder is aangetoond in de RegtsgObferv. over de Groot D. Obf. 6. §. 4. Ons Landrecht, d. i. alle Placaten en Ordonnantiën.'] Hoe weinige Piacaaten en Ordonnantiën, ten .opzigte van het byzoudcr Burger-regt, in den jaare 1592., wanneer Merula. dit Boek heeft uitgegeven , by ons gevonden zyn , kan blyken uit het Repertorium , of Generaal Regifler van het Gr. Pt- Boek. En dus heeft men geen reden, om zig daar op ftcik te beroemen,.  T I T U L U S IV. CAP. II. ip dragende de Naamen van de Heeren Griffiers, dewelke met het opzoeken , be waren, meededeelen derzelver belaft zyn. Werden gevonden van den Méér M. Arnoult Sandelyn, drie; van M joan de Jonge, onk diie; van M Joan van Dam, fes; van M. Bertelt Ernft, acht; van M. Pieter Hameman, drie; van M. Joan de Rechtere, twee; van N. Antonis Duyk, drie, (3 ) Eótloene[ l G GriflSrs neerftig genoeg zyn om al *'t geene of van de Hooge Overheid, of by den Hove Provinciaal geordineert is, te vergaderen, en in hunne refpeétive Memoriaalboeken te doen regiftreeren; zoo hebben evenwei, ten einde met en zoude onbedachtelyk nagelaten werden, zeer wyslyk de Heeren Staaten1 allen Deurwaarders (welkers Ampt is de Piacaaten te publiceeren, en den Volke bekend te maken) belaft de zelve terftond na de publicatie te leeveren m oe Griffis; om by de andere, is 't noodig, gcfteld te uerden. Blykt uit de Ordonnantie van den Jaare cio id lxxiv. Febr. ftaande in 't 7. Memoriaalboek van Bertelt Ernft, fol. Lxxur. Ende alzoo de voorgeroerde plaatfen niet min brand onderworpen zyn, als andere; en dat lichtelyk eene vonk vuurs kwalyk bewaard, voornamelyk daar in Wintertydzoo veel vuur gemaakt werd, den gcheelen Schat van alle deeze Oude en Nieuwe Monimentcn zoude konnen te niet maken, tot groot nadeel van alle Ingezetenen: zoo was het te wenlenen , dat de zelve door fchikking en beleid van de Hooge Overheid, van puölifce 1 erfoonen twee of driemaal getrouwelyk gecopieert, en volgens de Auftentyke Copien gefteld werden op twee of drie verzeekerde plaatzen; als m den Hage, op een ander Oord, eertyds daar toe geordineerd: of in 't Kafteel van Gouda, 't welk de bewaringe van de Char.'res in voorige tyden toegeëigent is geweeft; of elders in eenige andere Stad. . V. Ons Landrecht is Generaal of Speciaal. VI. Generaal en Algemeen noeme ik 't geene alle de Ingezetenen dezes Lands verbind niet alleen tot wetenfehap: Toto Tit. de Juris & Facti ignorantia; maar ook tot gehoorzaamheid; Fehnus in c. 3. num. 5. de Jurejur & fimilia: cn zyn oogmerk hebbende op allen, fteld een ieder voor, dat men doen moet; verbied, dat men laten moet: /. 2. in fine. D. De Legibus. VII. In . (3) Ende 't zedert van de Griffiers Mrs. Comelius Roihnd, AJriam Pots, naderhand Raad in dea vooriz. Hove, IVihem Uedel, Anthony Gunther van Kinfchot, en verfcheidcil andere ter Griffie voorfz. beruliende. §. 5. Generaal of Speciaal.] Een andere, dog eenigzints gelykc, verdeeling van ons Landiecnt vinn men by de Groot In!. 1. «. 2. Ü. §. 16. alwaar hv zegt: De gefchreven Wet m de Landen van Holland met IVe.lvriesland is Landgemeen, ofte Plaatfelyk. §• 6- Verbied Fj>c ] Onder de verbiedende Wetten moeten ook begrepen worden de tötlatende Wetten, oïLeges permifive, dewyl daar door elk en een iegefyk verboden werd den geenen, wien iet werd toegelaten, in het genot van dat regt te verhinderen: de Groot m 1 B. 2. D 5. 2. het geen dan ook de reden is, dat de Staaten ,aan iemand eenig Conient ol Octroy verleenende, daar by allen ende een yegelyk gelaften, datfe den Suppliant van den mhoude van dien, doen, laten ende gedogen, ruftelyk, vredelyk en volfeomentlyk guenietpn, en gebruyken, cesfeerende alle hinder en belet ter contrarie. Zie de Regtsg. Objerv. over de Groot 3. D. Obf. 2. C 2  20 VII. In dit Landrecht zullen wy aanzien voor eerft het maaken van 't zelve}, daar na het uitgeven ende verkondigen. VIII. Het maaken komt toe aan de Hooge Overheid , of die daar toe van de zelve macht vergund is. IX. De Hooge Overheid is by ons, die (4) 'f Hoogfte Gebied heeft over 't gantfche Lichaam van onze Republyk. Is noftra Pattr eft Patria. I. relegatus 39. D. de interdict. relegat. Ejus eft, neftris profpicr:re commodis: l.alearum 2. C. de Aleatoribus, Novella cv. cap. 11. in fine: eaque invefiigare. I. Imperialis 23. in princip. C. de Nuptiis: publicamque utilitatem private? praponere, 1. unica. §. hcec autem 14. in fine C. de caduc. tollend. Novella clxn. cap. 11. inprinc. Adeo ut fi fiecus faxit, repudiare illum liceat. notiffima Confiit. Ordinumannicio 10 xxci. Julii xxi. quum alioquin humilitatem ejus, qua DEUM i-mitari dicitur , exoficuiari fioleamus, fiecundum ea, qua D D. ficribunt ad li fin: C. de doriat. inter vir. & uxor. Is nobis omnem fupplet Juris fiolemnitatem, D D. ad l. omnium 19. C: de Tefiam. Is nobis lex animata. Novella cv. cap. 11. § fiubj ace at. ver fi.-omnibus. Is denique nobis jus totum d. I. 19. de Teflamentis. X. De Hooge Overheid werd by ons geconfidereert in Eene of veele Perfioonen: Een Perfioon pleeg te zyn de Prins, die deeze Landen regeerde onder eens Graven Tiiel. dïEerfte Graaf is gefield van Carolo Calvo , Koning van Vrankryk, naar 't gevoelen van meeft alle de Schryvers, in den Jaare 10 ccclxni. of, zoo zommige Geleerden poogen te beweeren, van Carolo Simplice, in 't Jaar io ccccxrn. Van dien tyd af zyn by ons geWeefl by Succeffie xxxr. Graaven -, zoo Vrouwen als Mannen; van allen de laatfte Philippus III. Caroli V. Imper: F. Koning van Spanjen, &c. ende cui Principatus abrogatus anno cio 10 Ixxxn Cauffas tanta rei pracipuas Tyrannidem & Fidem violatam indicant Ordines Fce- dera- (4 ) Hoogfte Gebied] by da welke ook is dc volheid van Jurisdictie, als zynde een van de elfenticellte partyen van de Souve¬ rainiteit. Confult. van Holl. Rechtsgcl. part, 3. torn. 2. Confult. 326. N. 3. §. 8. Het maaken 0c. ] Zeer naauwkeurig drukt zig hieromtrent uit de Schryver van "{ Fitbiicq Gebed i. D. 4. Cap. pag. 45. feq. daar hy opteld de eigenfehappen, die, volgens het zeggen van de Politicque Schryvers;, aan het regt van Majefteit, Souverainiteit, oP Hooge Overheid annex zyn, om daar uit te bekennen, of het zelve recht ook by de Hee-* ren S'.aaten van Holland ende Weftvriesland zoude mogen zyn; en waar mede hy aldus fcegint: „ De eerlie ende voornaamfte eigenfehap dan is de opperfte Legiflative macht; „ dat is, dat men Wetten en Geboden geeft aan alle ende elks van de Subjecten, ende dat „ uit eigener magt en auftoriteit, zonder dat van nooden is eenige toeftemminge ofte „ auótoriteit van iemand daartoe te hebben, uitdrukkelyk of ftilzwygende; zegge aan alle„ ofte elks vaa de Subjeöen, waar van het eerfte ziet op beveelcn, Placaten, ende Orv, doanwuJen, ende hctlaacftc opOctroye-n, Privilegiën '-'. —• Zie ook Mauricius Regtsg, Uitfpam. ■'. U. 4. Cup. p. 75. in not. |.:.to. d' Eerft e- G ra.fi. 0c. j De hiftorie' der-Graven en-Gravinnen van Ho-lland , ende derzeivcr opvolging, begi,mende met Graaf Diderik den Ille, cn eyndigende mei Philippus xlen ilde, Koning van Spanje, die by 't tlacaat van de Staten Generaal van den 25 July 15&1. verklaard isvervallen te zyn van de Souverainiteit van den Lande, is in 't breede' tiefchreven.door.P. Schriverius in zyne Oude en Nieuwe Befchryv. van Heiland, Zeeland enVriesland C's Hage 1667, in 410 ) L I B E R L  T I T U L tTS I V. C A P. I I. Ü deratarum Provinciarum, dlïïa Conjlitutione anno cio io xxcr. Non tarnen tan-turn odium Noftratibus fuit in fuum Principem, quantum quondam in ejectos RegesRomanis. Apud eos' enim Tribunitia (id eft Terentia) Lege omnes Leges Regice exoleverunt. L. 2. §. 3. de Orig. Juris: apud Nos, quamvis Princeps repudiatus, Conjlitutiones tarnen ejus, ut & retro- Principum, non fuerunt abrogatce : Quidquid enim ab eo, ejufve nomine laudabiliter conftitutum, viresfuas retinuit. XL Veele Perfoonen, die in deeze Landen reprcfcnteren de Hooge Overheid, zyn de Heeren Staten, beftaande zo uit de Edelen, ten rninften drie in getale, als §. 10. Apud Nos, quamvis &c~] Dat door de afzwecring van Koning Philips, in den Jaare 1581. gedaan, niet zyn vervallende Graaffclyke Conftitutiën, zoo van hem, als zyne Voorzaten, kan men hreeder betoogt vinden by den Prefident van Bvnkershoek Quceff. Jur. Pub!. Lib. 2. Cap. I. §. 11. De Heeren Staaten 0c. ] Wat men eigentlyk te verdaan hebbe door de Vergadering van de Staaten van.Holland, blykt niet duilter uit het Kort Vertoog van 't Recht van de Ridderfchap, Edelen ende Steden van Holland ende IVejivriesland van den 16de Oclober 1587. (welk Vertoog of Placaai op bevel van de Staaten is opgefteld door Mr. Francais Franken, toenPenfionaris der Stad Gouda, volgens het getuigenis van H. de Groot Apologie Cap. r. pag. 7.) waarby hoogftdezelve .ut. 1. met zoo vcelo woorden zeggen, dat de Ridderfchap, Edelen ende Steden reprefenteeren de Staaten'van de Landen van Hólland met Weftvriesland; en voorts Art. 14. dat de Collegien van de Magiftraten' ende Raaden van de' Steden, gevoegt by de Vergaderinge van de Edelen, ontwyftelyk reprefenteeren den ganfehen Staat, ende 't geheele.Lichaam van de Landzaaten: . dat omme de Collegien van de Edelen ende Steden te brengen in eene Vergaderinge , zulks niet kan gefchieden dan by de Gedeputeerden van dezelve: • dat de Edelen compareren in competentcn getaale , ende de Steden zenden een Burgermeefter met eenige Raaden, al tot zuiken getaale, als zyluiden goedvinden, naar de importantie van dc zaaken: 1—- met deze.notable. byvoeging; dat deeze Gecommitteerden, alzulks by den anderen vergaderende, reprefenteeren de Staaten van den zelven Lande, niet dat zyluiden in haare perfoonen,-ofte^uit haare autloriteit, de Staaten zyn, mair alleen' •uit kragt van de Cömmisfie van haare PHncipaalen; Indien de voorn. Gecommitteerden dan de Staaten reprefenteeren, zoo fpreekt het van zelfs\ dat hunne Principaalen de Staaten zyn, van' welke de Gecommitteerden hunna Cömmisfie hebben. En van dit zelve begrip', is ook geweeft H. de Groot Inleid. i.B. 2. D. §. 17. en in de notable Deductie nopens 't recht, de bteden competeerende incas van Judicatuure. Zie de Holu.Cqns. 3..0. 2 Vol. Cónfi-226. n. 8. Ook' ftëmt hier mede over een dé Schryvervan 'iPublicq Gebed 1. D. 4. Cap. pag. 4'. alwaar hy zig dus uitlaat: „ blyvende buiten diSpute, dat de Souveraine dispöfitie en de Hooge Over„ beid in de Provincie van. Holland is aan de Staaten van die Provintie, dat is by dcRid„ derfchap en de-Edelen, met dc Regeerders of Vroedfchappen der Steden van dezelve „ Provincie' gezamentlyk, die gereprasienteerd worden by de Staatsgewyze Vergadering „ van haar Eet. Gr. Mog". • • Tervvyl eindelyk dit ftuk geheel word uitgemaakt door eene zeer aanmcrkelyke-Refolutievan 16 S'eptetrb.. 1656. waar by verftaan cn verklaard is ? dat. ,,-foo wanneer in eenige Aclen, Refolutien ofte andërzints gebruykt worden de woor„ den-, Ridderfchap, Edelen en Steden, als dan door het voorfz. woord Steden niet verftaan ,, werden de Gedeputeerden, in de Vergadering comparerende, maar Borgemeefteren en„ de Vroedfchappen zelfs , die door de voorfz. Gedeputeerden ter Vergaderinge alleenlyk „. werden gereprefenteerd". Zie Gr. Pl. B. 3. D. pag. 41. . En hier toe is.-ook be~ trekkelyk de Refolutie van haar Ed. Gr. Mog. van den 25 Mey 1735. waar by onder anderen» gezegtword. „ dat haar-Ed. Gr. Mog. niet kunnen-goedkeuren, dat het Hof, de Verga„ dering voorbygaande, zig zoude adresfeeren aan de particuliere Leden,, elk afzonder,,.lyk.., en zulks niet aan liet Lichaam, welk de Souverainiteit'uitmaakt, maar aan deLcy, .den, welke het Lichaam van de Souverainiteit , of de Souveraine Vergadering van haar. „ Ed Gr. Mog. helpen compofeeren'\ .  »&. L I B E R I. als uit de Gede.putee.vden, „ten minHen twee, der Steden, eensdeels Groote, als Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amfterdam, Gouda: ander-deels kleine, als Rotterdam [c], Gorlnchem, Schiedam, Schoonhoven, Briel, Alkmaar, Hoorn (5) Enkhuizen : ende voorts, ais de nood zulks vordert, alle de andere, de welke op bcftpmde tydgn vergaderen: mitsgaders door goede en wyze direéiie van den Iicere.Advoc.aat des Landts op alle voorvallende zaaken, zoo den ivryg, als Vrede betreffende, met e'kanderen raadfiaan : by ordre Hemmen , ende op alles een vrugtbaarlyk beflyit nemen. XIT. Alle 't geene by de Hooge Overheid, 't zy de zelve beflaat in Eene, of veele Perzomen, geordineerd is, mach verdeeld -worden in tweederlei Alten, dc welke wy met uitheemfche woorden noemen.aan d'eene zyde Ordinantiën, aan de andere Privilegiën. XI ir. Ordinantiën zyn de welke van de Hooge Overheid zyn ingefleld, om. van een ieder ftri&elyk geohferveert tp worden. Ordinantiën voet' non illatia \_d~]s qud'üfus notionenon abjimili Columella libro xn. de Re Rufiica, .cap. 111. quia erdiuant ff ornant Reipublica ftatum, ut cum eodem Columella ff Suetonioloquar^ ideft, eorum, quce femel in Rep. recte, laudabiliter, honefte confiitutd,' ordinem conjervant; interrupta vero, devia, disjeïiq, turbata in ordinem reducunt. Placita, Placaten, Francis- Placards, appellantur ab folenni Ma formula, quam in fine Princeps adj'cribere folitus, Qiiia nobis ita placet, de qua poftea. Latinis dicuntur Conjlitutiones , §.fedff quod yi. Inftit. de Jure Nat. Gent. ff Civili. Appellationis varia-rationes. Earum princeps mihi; quod conftituenda faciant Reipub. Confilituunt enim.cum quce adfialutem pertinent pulcerrimi Reip. Corporis, turn qua ad fingulorum ejusdem corporis membrorum incolumitatem; Jive fipontaneo motu Principi fuggerente, Jive precatione , Jive relatione lite mota occafionem dante. I 3. leges. C de Legibus. Huc pertinent 'Fituli Pandettarum ff Codicis de Conjlituiionibus Principurn XtV. Alia item his Conjlïiutionibus (fipeciatim tarnen') pro rerum varietate fiunt nomina. Nam quoties edicunt adpofito Edicii vocabulo, lidiften nuncupantur: d. I leg. C. de Legibus. Nobiliffima in Jure noftro Edicta D Claudii de Adfcripüone fibi in Tcfiamento facienda: l. fi_ Senatufconf. 3. C. de his, qui fibi adferib. in Teftam. D. Vfipafiani, de adïficiis non démo-liendis vel marmer ibus non detrahenüis, negociandi caufi'a; L 2. C. de adif. privat. D. Trajani, de Latina Liberiate, quod ab Juftiniano fuhlatum; fc unica C. de Latina Libert tollenda: D. Hadriani, de JEdificiis, quod antiquatum ab Impcratoribus Diocletiano ff Maximiano: l. fi is. 5. C. de adif. privatis. Ejusdem, de Jhreditatibiis; quod fublatm ab eodem. Juftiniano: l. 3. .Edicto, C. de Ediüo Divi Hadriani tollendo. Quoties [c] Rotterdam ] Wbhüïa telt Rotterdam alhier onder de kleine Steden. Doch wordt deze Stadt in het Placaat van Haar Ed. Gr. Mog. van den 8 Mey 1674. O vinden in het Groot Placaat-Boek. Vol. '3. Fol. 703.). g-etelt onder die Steden, weiker Voimisfon»' niet excederende de fomme van 6cc. guldens, executie onder cautie hebben • en worden die Steden refpeeïive in de Rubrycque van ■ dat Placaat, groote Steden in Holl ndt gé-noemt. (5) Enkhuiien] tegenwoordig ook Edam, Monnikendam, Medenl-Uk, en Purmerent. [d] Voce non illatia] Zoo ftaat 'er in de Delffchë Druk; dat onverftaanbaar is. In den Druk van 16x9. ftaat beter voce mn iU latina. ' '. n ' I  TITU'L *8.3l C A P II. 23 &«otf« Epiftolarum wftar h-Principe miïtüntur, nomen EMoUrum apud Latino? ex teacorum iSiomate- confiquuntur: d. §. fed ff quod, & ad eum ficribtntes. Lelebnseft Epiftola D Hadriani, de Beneficie Divifitnis Fidei-jufiirum; l. inter xxvi. & fieq D. d^Fidd-juforib. §. fi'pluris. Injlitut. eodem l. Divi. C de conjhtuta pecunia, JSovetIa xcix. Qjiod beneficium non rari hodie ufius Vix enim eft, ut contraïtlts aliquis celebretur apud Notdrios, in quo Ebiftola Divi Hadriani non renunaetur. Huc item pertinent pleraqu-e Epiftola D. trajani ad Pliaiim qua libro x. Epiftolarum. Apud Gallos Lettres audiimt ab notijfima voce Latinaapud Bdgas miffivcn- a mifitando. Qjwties qua jam M a Principe, vel ab aliis conjhtuta, adprobant, Gallis, Belgis, aliisque Adprobationum voce nominantur ■ quoties e adem confirmant, Confirmationum: quoties fianciia quondam renOvant, Renvvationum: quoties eadem continuant ff in longius tempus extendunt, Continuationum: quoties quid in üs alter ant ff mutant, Alter at ionumr 'quoties inftruunt ff pracepta rei conftituta praficribunt, Inftructionum. Nota nobiliffima illa Conftitutio tarok II. (qui v. in Imperia ejus nominis) anni ci'ü loxixi. Am xr qua ad irreprehenfam Juftitia adminiftrationem Prafettus Provinciis, Prafis SeWtores, Advocatu Procuratores , & reliqni ab magno Principe inftruuntur, ff abJolutifftmis praceptis edocentur. Ea xxV 2^ InftruÜio vocatur; vulgo tnftrüSSe van der Hove van Holland,' &> abfolute Inftructie. Nota item Ordinatio illa if' injtructio, qua.ab GuUelmo Principe Auriaco, Hfice Provinciis nomine Ordinum prafedo, prafcrtpta Curia Suprein* anno cio id lxxxh. Mali ultima. Alias pratereo. Qjioties.fummo Juri & nimio Superiorum rigori moderantur, Moderationes cluunt: Quoties qua decreta ff conftituta ampliant, iifique, rebus ita fian tantibus, veldefeftu deprehenfio, nonnihil adjiciunt, Ampliationes dicuntur - D ra l'- 2: r m Fuln-iu00>-> vel mandat. Hujus claffis Ampliatio [el illa quaInJtrutJwu, fiupra nominata, adjeèta ab Ordinibus anno cio 10 lxxix Decembr x-'i. Quoties vel obficuriora, vel dijficiliora, fiuperiorum Conftitutionum interpre', mtur, interpretationes mmcupantur l. uit. §. t C. de Legibus: quoties üs, qua ab alns conftituta ff decreta adfienfum prabent, Confienfionis Acta vocantur • Quoties auctoritate fiua qua conftituta jam muniunt, Auctoritates Latina voce diefposJunt: Autonfations Gallis, Belgis vero Autorifatien appellantur. Ut verbo dicam, quidquid Conftitutiones fiaciunt, ab natura ejus quod fit, wnomina qnafi ob tinent Exempla pafifim apud nos in Tabulatis Feudali ff Rationali: item in Ar chivo Luna Provincialis: apud Gallos vero, Germanos, ff reliquos Belnca In colasin Confiitutionibus, qua typis edita. Ex tanta Conftitutionum variet at e tamque diverfis earum appellationibus fiatis patet, eas non unius ejfe natura, non omnes earundem efje virium. XV. Van de Ordinantiën by de Hooge Overheid gemaakt, zyn zommiVeGcneraal, ende t ganfche Lichaam van 't Gemeene Beft rakende, en over°zulks een ieder verbindende: zommige zyn Speciaal, en particuliere Perfoonen, Steden [ e ] Ampliatio -] Voeg hier by de Nadere I Rade en het Hof van Holhndt van den 24 Maart Amphatie van de InJlruBien voor dm Hoogen | 1644. V . TT Jv^hv^T TJ^n'^ VrcrgeI>'k hicr mede de Groot Inleid, i.k kbli 18. tf#aa! hyleeid, door welke perfoonen en Collegien de fpecuie wetten gemaakt worden,  Steden of Quartierefl van den Lande aangaande, en over zulks dien alleen i ten welkers regarde die gemaakt zyn, verobligerende: Vide D D, in l. 3. Leges ut generales C. de Legibus , &c. Andere zyn Vergankelyk, en voor eenen beflemden Tyd naar .vereifch der zaaken geduurende : de welke zonder getal zyn, en worden dikwils in de zelve uitgedrukt met deeze woorden: En dit alles by Provifie, tot dat anders by Ons geordineert zal zyn, of diergelyke. Per Provifionem, qua voce fiapijfime ufus JVf. Tullius Cicero: Galli fic enunciant; Tout ceci par provifion, jufques a ce qü'autrement par nous en fera ordonnê, vel fimil. verb. Quorum vis: quod conftiiuitur, infiar ejfe prof ent anei remedii; cura & confilio provideri quafi, ne quod imminebat, indecens accidat; ut hoe faltem modo malis incommodifque occurratur: plenius tarnen, quia nondum liquet plene, deliberandum effe pofiea é? habito tnatuviore confilio, validius quid & immutabilius fiatuendum. XVi. Andere zyn Eeuwigduur-ende ,en nimmermeer haare kracht verliezende, 't welk gemeenbyk, naar de Voorreden, óf op andere plaatfen in de Ordinantie, door deeze woorden word te kennen gegeven; Ordineeren en Stameren yoor Ediïi en eeuwige Wet onverbreekelyk en ten eeuwigen dagen te onderhouden, &c. Perpetuitatis illa pracipue ratio: Qiiod necejfitas aliquando flagitet, ut quadam perpetua conjtituantur ad nirniam Iterationem evitandam: D D. ad 1.6. cum filiis , in fine. C. de Curatore furiofi. Hujusmodi 'Conftitutiones apud nos non pau.cce , quod non imputandum Principïbus nofiris , quafi deleclati fuijfent fiuos multis obfiervandis onerare, fied Aüionum potius multitudini: Novella lx. in prafiat. Regiones enim ha, fi qua inBelgica, valde quam funt aÜuefa, his prafertim bellorum tumultibus, Van deeze natuur zyn onder andere ; 't Placcaat van geen Landen te bruiken zonder Huur-cedulle [ƒ_), van dato den xxn. Januari cid id xv. 't welk in den Jaare cid id xxix. gerenoveert is, en gemaakt tot een perpetuel Editt: Item de Ordinantie van de Buiten neeringen [g ], van dato den xi. Oétober co ïd xxxl. Item 't Placcaat, roerende de Policie deezer Landen, van dato den vu. Oótober cm ïd xxxi. en van den iv. O&ober cid id xl. en een derde van denzelfden inhout, van dato den xxx Januari cio id xlv. Item 't Placcaat, van Aougften en ]Ayren rapen [_A], van datoden laatltenjuni cid id xlvi. Item twee Placca- ten, [ƒ] 7.onder Huurcedulle] Vide Repertorium' van de Placaten, gedrukt in den H*ge 1643. fci 4to. pag. 3. columna 1. Groot Plac. B. Vol. 1. pag. 363. Zie mede hoe Tit. 4. Cap. 2. num. 23. in Notis. num. 8. [g] Van de Buitenneeringen] Zie het gemelde Repertorium pag. 22. col. 1. Groot Plac. ,Boek Vo'. 1. pag. 1268. Van Zurk in Cod. Jiatav. Tit. Commercie. §. 12. alwaar hy het Placaat van den 11 Qüob. 1531. rakende de buitenneeringen, fchynt aan te haaien als niet publycq zynde. \_h] Aougften en Ayren rapen ] Zie Repertorium van de Placaten in 4to. pag. 54. col. 2. Groot Plac, Boek Vol. ?. pag. 2y8?. Van Zurk Cod. Batav. tit. Vrugten. $, 1. £? 2. In den ouden Druk ftaat Augften. |, 15. En overzulks dien alleen &c] Het geen by de Staten of Graven van Holland, uit • zonderlinge inzigten, aan eenige Perfoonen, Gcmecnfchappen, ofte Plaatfen is vergund, Jtrekt niet vpor een wet ten aanzien van anderen. Zie be Groot Inleid, all. Isc. $.19. L I B E R fL  TITULUS IV. CAP. II. ay ten, van de Visfcheryen in de Verdronkene Waart van Zuid-Holland, van Stelvke dato den xni. April ere re lix. Item het Edict van de Aanwasfen in denzelven Waart, van dato den xxrr. Mei co re l,x. Item 't Placcaat van de Slachturven, van dato den x. Oótob. cio re lxi. Item 't Place a' van de Zeevaart van dato den laatften Oftober ere to lx ui. Ende van de Mü'hit, van datö deti iv. September co re lxv. Van de Borg-tochten, van dato den xxr Februari cro re lxiv. ende meer andere. Daar worden ook gevonden Piaccaten vermengeld, dat is in eenige punften eeuwig, in eenige voor eenèh tyd d'iurendc als is, beneffens andere, 't Placcaat van den jaare 1563. Mkrtfi 17 naar uit' wyzen der Chufule m 't einde van dien geftelt: Alles by maniere van Provifih ter tyd en wylen toe dat van onzen wegen anderzints daar in geordomrert zal worden: .uitgezonden t geene dat W gedifponeert is op \t ftuk van de Vagebonden en Bedelaars; als wezende t zelve gedaan voor een eeuwig Edict en Gebod 't welk wv willen ten eeuwigen dagen wel ende fcherpelyk onderhouden te worden ' " XVII. Meelt, in alle Ordinantiën, by ofte van wegen de Hooge Overheid emaneerende, konnengefpeurt worden deeze navolgende, a's nrircinale deelen en Hooft-flukken, de Voorreden [z], % Difpofitif, en >t èS XVJIL De Voorreden is mede aanraadende. Vide D D. in l. r. de On> Jur. XIX. In de welke wederom moeten geconfidereert worden voor eerft; de Perjoon des Prince of der Hooge Overheid, bevelende, ve-biedende of van iets difuoneerende, ^ Xaarle by der gratie Gods Roomfche Keizer, Grave van Holland, van Zeeland, ffc Want in deeze qualiteit gefchied de Difhofitieitem, Philips by der gratie Gods Koning van Caftiiien, ffc Grave van Holland', ffc.- Item de Ridderfchap, Edelen, ende Steden van Holland, ffc Refir'Cen terendeden Staten.vat1 de zelve Landen of; De Staten van Holland, Zeiand] en IVeft-Vriesland. De Prins zegd, by de Gratie Gods. Deeze woorden hadden onze Princen zekere hondert Jaaren herwaarts by hunneTitulen doen voe gen, niet als Graven, maar als Keizers, Koningen, Hertogen. Omnis auidem potejlas a Deo Cfcribente Paulo Apojlolo Epiftola ad Romanos cap. xm notante item ex varns Cojma Guymiero ad procemium pragmatici SanÜionis ■ inde ff Home rus Iliados 6. »' « toit h<; ff Hefiodus, 'uii Mo,, /W,^ fed vel imme diate vel mediate. Jmmediate; Imperium; quod hodieque Romanum • Reena Europas nobiliffima, utGalliarum, ff Hifpaniarum, Brittaniarum, ff alia ■ non tauci item Prmcipatus; inter eos vero Ducatus Burgundice, de quo tarnen fubnegat Barth. Chaf. [«'] Voorreden] GcmeerJyk Prommium genoemt. JP\v-?\ril u G°ds-l Pcze ecrtltel vind mcn niet- dat d°or onze oudfte Graaven v> elke geene hoogere qualiteit bezaaten , is gebruikt geworden Daarom vind mPI I' 'thoofd van derzelver Handveften alleen dezeVoorden; Wy EHderic , of?ft ÏJ G«v ZVoT^/m>rd,fen ludm>fe ^'^renfullen/en of hooien S,S Do.Z ie bV ^r gratie, 0{by der genaden Gods, in dc PriviLüTb"afnP n i tfanren de Gr^en .eene hoogere digniteit bezaaten. Zoo treft men eeuw Ins'elïs hi"S Cn u" K°Tï WiIlera' ^even in de helft va" d« d?r iende ^tevo®?Ö«k^ °g St Va" Beyeren' vm Keizer ^imiliaan, cn i. Deel. q  ï6 Chaffen. ad confitet. Burg. procemium, fed quamvis Ulo reclamante, fcribunt fe tarnen Duces Burgundia, DEI gratia Duces. Qiia cauffa, quod noftri Principes , fimulac Comitatus Hollandia per Philippum I. Burgundice Ducem in familiam Lurgundicam eft transfcriptus , caperint adfcribere fuum Principatum Dei Gratia. Qiiod majore jure potuerunt Maximilianus Imperator , cui Maria Karoli I. Filia (quo conju-io in Familiam Auftraicam fumus tranjlati) nupftrat, cum. que ïntèrjeao Philippo II fequuti Karolus II. Imperator ejus nominis' V. cjusque Films Philippus III. Hifpaniarum Monarcha. Mediate ab DEO poteftas illis, qui eam accipiunt ab Imperatoribus, Regibus, aliifque, qui non multo minores. Hl poteftatem , qua praditi , acceptant quidem refcrunt DEO , fed per DEUM etiam alicui Principi, qui in Terris. Primi igitur noftri Principes non fcribebant DEI gratia, quia Poteftatem acceperant ab DE Ö quidem, fed per Galliarum Regem vel Carolum Calvum ut plerique cenfent, vel Carolum Simplu cem, ut Viris Magnis mens eft. Alle 't geene dat de Hooge Overheid ('t zy uez^ive neitaac m J^ene or meer rerjoonen) niemant lubject zynde ende geen Overhoofd hebbende of kennende, met volle macht ende Jurisdictie, tot haa- res L.anus weivaren, rune enae vreae narer Underzaten, gebiedend en verbiedend is, op hoedanige maniere ook die 't zelve doet, en onder wat naam of titel die 't zelve uitgeeft, 't zy by wegen van Renovatien (want vervallen Wetten ende Ordonnantiën, die in ongewoonte zyn gekomen, indien dezelve anders goed zyn , als 't Placcaat van den Jaare cio 10 xl. OStober iv. [ k ] en diergehyke, bchooren (6) gerenoveert en weder opgericht te worden: l. 14. rem non novam, in princ. C. de judic.') of andere; heeft geen minder kracht eri auétoriteit, als de vermaarde Wetten ende Ordonnantiën certyds by de Romeinen geëmaneert en in gefchriften allen Natiën medegedeeld: Arg. §.6. Scd ff quod. Inft. de Jur. nat. gent. ff civ.. Wezende dezelve Hooge Overheid als eene levende Wet van God den menfchen alhier verleend en gegeven: Novel cv. Cat). ir. de Ha'<-Wn~} [fJ] Item Placcaten op Bruiloften, daar by van de Vrienden van den Man maar 20. en van de Vrouw ook 20. mogten genood worden, en maar twee dagen te mogen duuren, Placcaat 7 O&ober 1531. Hem van geen Pillegiften te mogen geven, dan aan Armen, Örd. utf. Ook op de Dood-maalen ten platten Lande, van den 15. Augnffi 1671. En veel andere Placaten meer; allen welken aangaande fferefereert word tot de frefpeclive drie Placaatbocken, daarvan in Druk uitgegeven [«] Op de Habytea] Hier toe behoort het riacaat van de Policie van den 7. Qttob 1,531 te vinden in het Repertorium van de Placaten gedrukt in den Hage 1643, in 4to. pag. 2--. columna v. Placaat van de Policie van den 30 Januari.1545. d. Repert. pag. 53. Col. 2. Placaat uit. May 1546. d. Repen. pag. 54. col. 2. Placaat■ 27. May 1550. d. Repen. pag. 67. col, 2. M'JJive van Vrouwe Maria. 5 'July 1551. d. Repen pag. 67. col. 2. Placaat 9. Maart 1580 Adde van Zurk Cod. Bat. Tit. Habyten. §. 1, föe^e^ effea van realifatie of af- de Geregten, ondcrwcP-o X ™VT C1,auUlIen aangebragt waren ter plaatfe, en aan ben wy ,ö zelfs B^^^fê*** H« «"gebruik van ^ Pl,'nat Htgtsgel. Oyen-.overmGKoorlD Obf.f/ ™ *5' ^ lÓ58- Mder bewezen in de D 3  3® L I B E R ï, en den tegemvoordigen ftaat mag lyden, te remedieeren: A Mdjoribus noftris (inquit Cicero in Vatin.) nulla dia de caufa Leges funt inventa, nifi ut fuos Ciyes conjervarent. Idem lib. 3. OJficiorum cap. 5. Hoe fpectant Leges, hoe voluut, incolumem ejfe Ciyium conjunttionem. Idem denique lib. 1. de Invent. c. 38. Ea virtute R fapientia Major es noftri fuerunt, ut in Legibus fcribendis nil fibi aliud, nifi Salutem, atque utilitatem Reipublica proponerent. Conferyabunt Cives, incolumem fiftent eorum conjunttionem , Reip. denique propofitam habebunt Salutem Leges; fi quod debent, imperent honefta, ut innuit idem Cicero Philippica xr. cap. 12. contraria vero prohibeant: fi, ut idem 1. de Legibus, vitiis emendatis, commendent virtutes. Legum auÜoritate nutuque domitas habemus libidines, docente eodem lib. 1. de Oratore cap. 43. coercemus cupiditates; noftra tuemur: ab alienis meutes, oculos, manus abftinemus. Het Einde word uitgedrukt met deze of dicrgeiyke woorden: Zo is 't dat wy begeerende daar in te voorzien, en erdre te fiellen: Waarom wy de zaaken voorfchreven oyergemerkt hebbende: Doen te weten, dat wy de zaaken oyergemerkt hebbende: Zo is 't dat wy dezen aangezien, willende in alles voorzien en goede regule, ordre , en Policie 'fiellen, ter gemeene welvaart, rufie, en prefervatie van onze Landen, en onze goede en getrouwe Onderzaten van dien; en op dat een iegelyk 'weten mag , hoe hy hem voortam houden en reguleer en zal; om alle fichaden en Inconvenienten voor te komen, fichouwen , en te ontgaan, zo verre zulks mogelyk wezen zal, Rc. Gallice : Nous le tont xonfidcré, ayant égard au bien de la chofie publique. Het Einde dan is, om afteweeren alie aanflaande inconvenienten en mefufen , dezelve naar inhoudt van dc Ordonnantie ftraffende: zonder groot aanfehouw te neemen op 't geene gepasfeert is. Want de Ordonnantie als nu gemaakt en refcindeert niet, noch houd als nul en van onwaarde eenige Aclen, die by eenige Perfoonen voor 't fiellen van de Ordonnantie volkomelyk geabfolveert zyn: en ftraft ook niet, die tegens den inhoud van de Ordonnantie, (12) yoor de Publicatie van dien, zich in eenig punér. ontgaan hebben: l. 9. communium §. 2. ea vero. C. de natural. lib. R ibi D D. ten zy de Prins zulks gewild heeft: l. 21. jubemus. C. ad SC. Veil. Vide R Novell, cxxix. cap. iv. R Novel. cxv. cap. 1. in fin. Maar refcindeert wel de Acten , die noch niet ten vollen volbragt zyn: /. 17. contractus. verf. qua tam R ibi D D. C. de fid. inftrum. R DD. cid l. Leges 7. C. de Legib. R ad l. 21. fancimus. in fin. C. de fiacrofi. Ecclefi. Qiiando conftitutio R ad Prafentia etiam referatur, vide An£r. Gail. lib. ir. Obfervat. 9. num. 6. DD. ad Novell, cxxrx. cap. iv. R ad l. 12. adfiduis §. fin. C. qui potiores in pignore; item ad Novell. 54. in Pr af at. En dat de Ordonnantiën fpreeken van den (13) Aanftaanden tyd, blykt genoegzaam (12} Voor de Publicatie] dewyl geen Wetten noch Ordonnantiën de Onderdanen obligeren, ten zy de zelve behoorlyk, terplaatfe daar zulks behoord, zyn gepublicccrt. COREN. Obf. I. (13) Aanftaanden tyd] Leges enim futuris non prateritis formam dant negotiis. I. 2c. C. de ufur. Li« C. dejuis & legit, hared. h 20. in fin. C. de re/lam. I. 8. m fin. C. de nat. lib. I. 27. in fine C. de pig. & hypoth. I. 12. C. qui pot. in pign. hab. I. 3. in fin. C. de quadrien. pr.cfcript, Doch een Wet kan wel zoodanig worden gemaakt, dat de zelve ook de praterito difponcert: /. unie. §. 2. C. de contraft. jud. Nov. 143. in pref. in fin. te weten als zulks nominatim wordt uitgedrukt. /. 7. C. de Le-  TITULUS IV. CAP. li. rr r°fgf m,,Uit het voordeken Voortaan, dat in meeft alle wordt uitgedrukt twel t geene toekomende is, aanziet, en op het aanftaande dKeerd- iD^k/^irunc '6-c-de«Aif-1 »y*c. jSZ: ïen, v?%" » ■niJoet ook rcga«-d en aanfchouw genomen worden od den Voorraad, m alle Ordonnantiën te gebruiken,- die .df Pr/wzoekï nS af leen by zich zei ven, maar ook by andere zyne naafte , goe en getriuvvê mct kamende te confirmeren naar 'tgoed dunkin en te Vere Euripides: * e//e moils capacem. 2o$ïs r\!&tn& tuv d^ de uitkeering aan *• J«h iedifi V2° pit™, o s;5,te°^as ,c'*"1" b>- *"»*«a  32 L I B E R I. Sehatu (qusm Laievalem, (beneffens ons zynde) vocabant, quique pars quafi erat Principalis Corporis: l. quisquis 5. in princ. C. ad Leg. Juliam Majefiatis) verüm etiam cum Prafetto Regionis, Curia Provinciali, Camera Fifcali R aüis: Si Juftitia negotia effent traïtanda Inftruttorem adibant Senatum Provincialen: Si de Pecunia, Belli Nervo , eft et quafiio, ader at fuis monitis cum primis Camera Fifcalis: fi quid aliud faciendum erat, vel ftatuendum, aliorw.i habebant iocum Confilia; omnia pia, firma, libtra, placida. Sequebantur ficilicet cum alios, turn Alexandrum Severum , qui de Jure deliberaturus, adhibuifte plurimos prudente s; fi de Re militari negotium aliquod incideret, milites veteres, R fienes bene ineritos, locorum, bcllorum, R caftrorum peritos, litteratores etiam & maxime eos, qui Hiftoriam norant, convocaffe legitur, requirens a ftngulis quid Romani, quid ceterarum gentium Principes in re, qualis tune in difceptationem yenerant, fequuti effent, flatuiffent, feciffent; quod in illius vita memoria prodit Lampri^ dius. Monet etiam Vegetius libro ui. cap. ix. pracipuam artem R utilitatem Ducisefi'e, ut adhibitis ex univerfo exercitu fcientibus belli & fiapientibus viris, de fiuis & hofiium copiis fiapius tractet ^ Nam in rebus feliciter agendis, R Con. filiis de Republ dandis caput eft, noffe Rempublicam, ficribente Cicerone lib. tj. de Oratore. Pcriti adhibendi, morum inquam animorumque Provincia gnari: his infua arte eredendum: D D. ad l. 1. inprinc. D. de ventre infpic. Docet Aristoteles libro 1. Ethicor. Earum rerum quemque Judicern ejfe idoneum, quarum eft peritus. Legendus idem lib. r. Topicor. cap. 1. De hujufmodi autem Confiliis a Principe R Summo Magifiratu aliunde petendis confulendi D D. ad d. I. humanum 8. C de Legibus: ad l. jubemus 34. inprinc. C. de appellat. Barth. Chasferi ad Procsmium Confiuetud. Ducat. Eurgund. ad illaj Ordonné, que fix de nos Confeilliers. Dezen Voorraad geeft de Hooge Overheid g2meenlyk te kennen met dusdanige of gelyke woorden, Hier op gehad (14} 't advys van onzen lieven en getrouwen; de Stadhouder, Prefident en Luiden van onzen Rade en Rekeninge in Holland, by deliberatie van onze zeer lieve en zeer beminde Sufier de Hertoginne van Parma, Rc.-voor ons Regente en Gouvernante in deeze onze Landen: By advyze, goeddunken, en rype Deliberatie van onzen Stadhouder, Prefident en Rade van Holland, Zeeland en Vriesland. Item: Gehad hier op 't Advys van de Principale Gouverneurs ende Raden van onze Landen, hebben met rype deliberatie, by advyze van onze zeer lieve ende beminde Zufter, Rc voor ons Regente en Gouvernante in onze voorfz. Landen; de Ridderen van onzer Ordrc: De Hoofden, Prefident en ende Luiden van onze Raaden van Staate, Secreten en Financiën; geordincert en geftatueert, ordineren en ftatueren de Puntten en Articulen hier naar volgende. Item: by Advyze en Deliberatie van de Prefiderende cn andere Raden over Holland, Zeeland en Vriesland. Of: Hebben by rype Deliberatie geinterdi- ceert O4) '{ Advys van onzen lieven, Dit word in de Piacaaten gevoegd, pro jubjetta •nat'ria, waarop de voorfz. Piacaaten gemaakt worden. Want zo het Piacaaten zyn van Poütie of op 't Mak van de Juftitie, zo word daar in gefield;, hier op gehad 't hoog- wys advys van zyn Koninglyke Majefleit van Grcot-Brutanje, &c. mitsgaders den Prefident en Raden van onzen Hove, zomtyds, 't advys van onzen Hove van Juftitie. Zo 't Piacaaten zyn van gemecne Middelen, van onze Gecommitteerde Raden, en zo voorts.  TITULUS IV. CAP. li. j| teert en verboden, interdiceren en verbieden, Vide huc DD in d l jube' mus 34. C. de appel. R in d. I. humanum. 8. C. de Legibus. R plene Lu'cam de ■Penna m l. omnes. C. de decurion. -Zomtyds word-dar ook by gevoegd- Uit onze volkomen en Princ elyke macht: Item: Uit onze rechte Wetenheid en Autori teit: Uit onzen vryen of eigen Wille; volkomen Macht, rechte Wetenfchap SaM .emmipfi.Principi, pracipue ft doEtus R ■ litteratus, quid-venit in mentem TL. fiodus. * ' : . | ■OLi<§' fAsV ircivdeii<;<& , os.olvru itdvrot vcwu, Eo-3-Aqs cf' «u KtxKiïv®', .os Ij e'.J » .\.' "* 4« XXVI. Het tweede Hooftjluk van alle Ordinantiën hebben wy hier vooren W^mtJif^FMiW^ in;C WClk ^* aanfehouw wo?rgenomeS °Vv?m %rbod'des °f van de Hooge Overheid, & XXVII De PrincenM Moge Overheid difponerende, moeten in alle Ordon nantien, Piacaaten, . Edicten, Rc. baare oogen wenden tot GQOS FRR n I!" 1 WELVAREN DER ONDERLATEN. 'Deeze % ?, ZfA^fiLl rZu JiUf7n h}eh°0rT te vo]Sen' D DA * l - fj '4. hac du/iicTde aductoll. & mf ï2. pracipwius m princ. C. de appell. Vide huc Platonem Dialogo 111 de L,?gibus. XXvMJI In \ Difpofitief moet aanfehomv genomen worden op de Divifie ende Refiervatie van .ets, veeltyds bencffens 't Difpofitief g-ande J ' aaIA. t Dijpofitief is eenvoudig of veeldeelig. Eenvoudig, zo wanneer 'f zelve van eenezaake alleen fpreekt, hoewel die in vcelé Articulen is ve?vat Van deeze Specie zyn ontallyke Ordonnantiën. - at* vJtX\'/edfl%' Z° ^nncer 'C Difpofitief breekt Van veelderbande za* ken, d eene d ander g^tfeh ongelyk. Hujusmodi Leges Romani veteres appel labant Saturas teftibus fiemper Fefio libroxvn. de verbor. fi?nific. invocHa tura Ifidoro hb 5. Etymolog. cap. xvx. R Gloffographo, quim icpuü, Salura «wui ^hxav, in quibus omnia tumultuariednfiuficque (iUelimRaUi yoces illas per Saturam ufurpant, Sallufi. in Bello f^no^^iZ't * » , I. verf. <(Y. V. 3pi. 293. " J L Deel. £  3* L I B E R I. i. verf. Et prins. Conftit. ad Anteceffor. item in l. unica, in pr. C. de Latina libert. toll. Auctor Panegyrici Conftantino dicati. Lucïlius üatyra r. Dwmedes libro 3. cap. 6.) erant con^efta, nullo , quemadmodum in Satyris fcribendis fieri folet, ordine feryato. Dicebantur R hujufimodi Leges ab Romanis MificelIce , ab mijlis multarum rerum capitibus. Talis erat Lex Julia Mifcella, qua quid inter alia cautum quidem fuerit, confulendus Jufiinianus Jmp. Novell. 22. cap. 43. Eam legem idem Imp. abrogavit: l. 2. & ibi Authentica. I. 3. de inditta viduitate, R Lege Julia Mifcella tollenda. Joannes tarnen Robcrtus lib. j. Auimadverf. cap. 11. put at nomen hui c Legi effe ab j'ulio Mifcello, cujus opinionem dotte refutat Jacobi Cujacii Mercator , Rerum Antiquarum fuo Dottere peritior lib. r. Notarum, cap. 11. Inter Conftitutiones, quce Saturis vel Mifcellis apud nos adferibendee, principem facile locum fibi yindicat illa, quam edidit Carohis.y. ann. cio id xxxi. 0£t. vu. in qua confufe R tumultuarie Art. 1. de Lutheranis ; 11. de Moneta ; 1,1. de Confuetudinib. Regionum ; iv. de Notarils; v-de Monopolis; vj. de Annonce, caritate; vu. de Fugitivis; vni. de Validis Mendicantibus \ ix. ufique ad xxvi. de Pauperibus; xxvjt. de Potatoribus; xxvni. de Nuptiis; xxix. de Sufceptoribus Puerorum, vel Tefiibus, qui fie fifiunt inüiando Sacris Chriflianis Infanti;. xxx. R xxxi. de Diverfbriis; xxxn. de Ccedibus ;■ xxxin. de iis qui nimio potui indulgent, non admittendis ad henores , deque admijjls hujufimodi quamprimum removendis; xxxiv. ufique ad xl. de nimio in vefiibus'Luxu; xli. R xlu. de Equorum emtione; xlrn. de Blafphemis; xhv. de confieryanda inter Belgicce Regiones concordia: Relata eft in memorialcm Librum Joannis Junii I. fol. 70. Huic non abfimilis eft illa, quce. ab eodem Carolo promulgata cio id xl. Qct. 4. quam legere eft libro ejusdem Junii IJL fol. 20. Alias prcetereo. Apud Gallos inter Saturas Leges prima Conftitutio nobiliffima., quam primo Jui Regni anno edidit Joannes I. Francorum Rex anno cio ccc. Ja■nuarii penultima; Politica , fi quce. alia, digniffima, quce ab aliis etiam poputis legatur. XXXf. Na 't Difpofitief, dikmaals ook in de Conclufie referveert zomtyds de Hooge Overheid of de Prins aan zich de Correttie, Moderatie, Inter■ p-etatie en Verklaringe van alle duifterheden , die uit de Ordonnantie zouden mogen fpruiten of daar in bevonden worden; mitsgaders d:'Alteratie en Ampliatie van dien: Refrverende fonswaarts deeze onze tegenwoordige Ordonnantie te modereeren, vermeerderen, verminderen, zo wy f allen tyden f onzen ditnftes ■welvaren cn bewaarnisfe van onze Landen en Onderzaten ïevinden zullen te behooren. Vide Conftit, de Fidejufjoribus anni 1563. Ott. uit. Ingevalle dan de Ordonnantiën, twyffcLchtig zyn en donker, zo zal derzelver Interpretatiel en Vei" f. 30, jinn. croxxxi. 6a. VIL] Dit Placaat word niet gevonden in het Hollands Plataett-boek, maar js Lreinfereert in het Utrechts Placaat-Hoek i. Deel fol. 413. §. 1. iqèrvift» ItfrJ] Gelvk het van zcIlTpreekt, dat iemand, die de Wetgevende magt kee.it, ook het vermogen beV.it, om de g.-gevcne Weiten uitteleggen, zoo hebben de «raven m der tyd, en naderhand etc Heeren Staaten, by derzelver refpeQive Handveften cn Placauten die* magt zeer dikwUs aan zig gereferveerd, en ook by voorkomende ge~ kgenheden geëxerceerd. Zie.de Objerv, over o& Groot 3-1>. ObJ. 1.  . T I T V L V S IV. C A P. 11. 3 ? O^teMfringby den Prins, of b y al zulken, die ze van des Princen we«en gefteld hebben, begeert en verzocht worden: de welke men voor goed pc wis en onwederleglyk zal volgen: /. leges 6. I. fi bnp. i%. §. r. verf defmimus t. de Legib. Vide hic Chajf. in text. Interpretes num. i. R feqq. Rpfirvationis hujus ratio eft. Qjiod cui principale, eidem competat R AcceJJ'orium; notipfiimis legibus. Uuipoteft leges condere idem conditas poteft ampliare, modrrari, irimu tare, & c. DD. ad l. fi fiepulcrum 4. C de religiofi. R fiumtib. fiuner. R ad l eos qui 26. in pr. C de ufiuris. Item, cui licet quod majus eidem quod minus k eodem Jubjetlo heere debet. I. non debet 21. cum aliis multis D. de Regulis Vu ris: arg. I. cum aurum i9. § pervenlamus i3. D. de auro, argento , mundo, t>c. Legatis. Majus eft condere Leges, minus conditas moderari, ïmmutare. interpretari. 3 XXXII. Voor het derde Hobftftuk van alle Ordonnantiën hebben wy hier vooren gefteld t Befiuit of de Conclufie van-de zelve: deeze heeft ook bvzondere deelen. * XXXIII. Want, in den eerften moeten aldaar geconfHereert worden de 'Perfoonen der genen , die by de Hooge Overheid of den Prins belaft worden zynen wille, hoedanig de zelve is, ter executie te legden. Deezer zominne zyn Principale, zommigc Gejubftitueerde. Principale ,welkers naerfti*hcid\ zorge en trouwe de Prins het handhaven en 't voltrekken beveeld zvner° Ordinantiën. Talesfiunt inGallia Cancellarius, Curies Parlamentorum, Camera Rationum, Fmanciarum (des Coirn^s , Mances, Rc.) Prafiecti item quos Senettialles, Balhvos, Pravoftos appellant, R alii, quemadmodum par et ex nonnullis Francorum Regum Conftitutionibus. Apud nos iidemfiunt Regionum PrafeCti quo) Princeps wipmere fiolitus,ut Lux Luxemburgo , Limbnrgo,Gelria, ValkenbJ. go , R Daelheimio; ut Comes Fandria, Artefia, Hollandia, Zelandiaque R Namurca; ut Donnnus denique Frifia, Trans Ifalano Territorio, Gronings; % Vltrajefon* ditioni. Sunt CancMarii; quos poft Principem agnoficunt Brabantia. Poft prefeüum vero Gema R Trans ifalana Eft Magnus Lallivus, qui vicem Prmcipis gent in Hannonia. Eft Scultetus qui fecundus a Principe apud Mechttnenfes. 6tmt Praftdes, quos prafieclis adjunblos venerantur Luxemburgenfes, Flati- dri, . (15) Verklaringe'] zulks zo is op het verzoek cn propofitie van die van Edam ,by de Ed. Gr. Mo^. Heeren Staten van Hollm.l en Weft-Vriesland [/>], als Souverainen van den Lande, by der zeiver Refolutie in dato den 9. Augufti 646. geinterpreteert, en by nader vcrklaringe geëlucideert het 3. Artikel van dc Ordinantie van de Policie binnen Holland, te weten dat onder 't woord van Ouders aldaar gementioneert, alleenlyk verfïaan worden begrepen te zyn Vader en Moeder, cn geen Voogden; item by Placaat van haar Ed. Groot Mog. in dato den 3i. Juli 1671. alwaar 't woord Ouders gefteld in *t voorfz. 3. Artikel van de Politike Or¬ dinantie word gezegt alleenlvk te begrypen Vader en Moeder, en geenzints Groot-Vader, en Groot-Moeder, veel min eenioe verdere Vrienden in linea afcendenti of collaterah, fchoon de zelve ten opzichte van andere gelegentheden in plaatze van Ouders gereputeertzouden konnen worden, en kan het zelve niet gefchicden als by den Prins van den Lande, qui tam conditor quam interpret Legwn dicitur , in l. uit. §. uit. ff. de Legib M By de Ed. Gr. Mog. Hemn Staten'van Hollandt 8V.] Zie hier van Lib. 2. Tit 6 Cap. 2 num. 3. in Notis. Verf. in laken van Huwelyk. & qua: ibi notavi. E2  3,6 L I B E R L dn, Hollandi, Zelandique, Frifiique , Namurcenfies , Ultrajettini. Simt Confiliarii, qui individui Prcefettorum, Cancellariorum, Prafidum R aliorum Comités. Simt denique alii minorum gentium R inferioris ordinis Magiftratus, qui in hoe primo Conchifionis memhro folent d Principe exprimi. Dit deel van de Ordonnantie word uitgedrukt met deeze woorden: Ontbieden daarom cn bevcelen onzen lieven cn getrouwen den Stadhouder, Prefident, en Luiden van onzen Rade in Holland, dat zy onze voorfchreven Ordonnantie in alle hciare purMen en articulen doen onderhouden en obferveeren, Rc. Gallice , Dennens en Mandement a nó~ ire Chancelier Gens de nos Cours de Parlement ,* de nos Comtes, Finances, Aydes, Rc. .XXXIV. Gefiubfiitueer de zyn Deurwaarders en diergcljk'e , den welke de Prins gelyke laft oplegt, of by middel, of zonder middel. By middel, door do voorgedachte Principale Perfoonen. XXXV. Deeze, zo haaft hun des Princen bevel is behandigt, voegen daar by hunluider Cömmisfie op eencn gezwooren Exploiclier van den Hove van Holland * den zeiven daar by belaftende alzulkcn Placaat van wegen de Hooge Overheid te publiceeren. En word deeze Cömmisfie genoemd Attaché, door dien de zelve a;n de Copie authentique van de Ordonnantie geattacheert is en aangchegt: daar van. gehandeld.word in de Infiructie van den Hove van Holland: §. 35 & $6. Attaché.'] In het 22t. Art. der Inftr. door Merula alhier aangehaalt, werden door Letteren van Attaché eigentlyk alleen verfhall qualificatien van den Hove op deszejfs Deurwaarders, om ter executie te leggen Mandamenten en Brieven van den Graave of zynen Raad. Dog tegenwoordig werden Letteren van Attaché in eenen anderen zin genomen, c.i beteckenen auöorifatien op een Deurwaarder, om ter executie te ftellen Sententiën, geweczen by een Regtcr, die geen Jurisdictie heeft binnen het Resfort van detl Hove; Manier van Froced. van 1729. Tit. 18. Cap. 6. §. 2. en dus inj-efFeéte Executorien op Sententien van andere Regters. - Zoodanige Letteren van Attaché zyn by ft Hof verleent op Letteren requiiitoir van den Raad van Braband, als mede 'van 't Hof van Utrecht op zekere executie van een willige condemnatie, by dat Hof verleent; (Zic.BoEY Woorden-tolk y'èce attaché.') Insgelyks op Sententiën van den Raad - vair Staaten, waar van een voorbeeld gevonden wordt in de Papeg. 1. pag. 585. Ook word by van Zurk in Cod. Bat. vcce Sententiën §. 23. melding gemaakt van een Attaché, verleent op een Arrcft van 't Parlement van Parys. ■ Dog wat betreft dc gevallen, in welke Attachés geweigeit mjj, zoo vinden wy\by Boey d.l. zulks by den Hove gefchicd te zyn op een acte van tauxatic van den Domeinraad van den Heere Prince van Orange, onaangezien de Letteren Requiiitoir; mitsgaders op een Sententie1 van 't Parlement van Bo.urdeaux; en eyndelyk ook nog aan Burgemeeftcrs en Regeerders van Brusfel. Dat voorts in crimineele zaaken geen Attaché noodig is, kan,men vinden by Loenius in Decis. Gaf. 86. - Wy- de;s w ord nog gevraagt, indien de gecondemneerde zig tegen de-executie wil oppoferen, waar die'Oppofiüe moet gedemelecrd worden, by den Regtcr, die de Attaché ver-leent, of die de Sententie geweezen heeft? En hieromtrent fchynt te moeten worden eediftingueerd, of de Oppölitie is. gefunueert op een exces in cxecutione, d-an wel of dezelve-haaren groudflag heeft in de zaak zelve, by voorb. als de gecondemneerde ge■iaanc betalingen of compenfatic wil aljegeeren, _ In het cerlie geval moet de quaefiie behandelt worden by den Regtcr-, die de Attaché verleend heeft; dog in het laatfte geval •vordert''.lp aart der z'aakc/dat de Regtcr, die het Vonnis gewezen heeft, ,en dus befb Beer de merites der-zaake kan o.ordeeien, geadicert worde. .  T I T U* L TT S IV. C K P. I ï. 3$ Uit de Inftru&ie van den Hove van Holland, Artic. ccxxi. „ Item, om te fchouwen d'Inconvenienten, die wel eer gebeurd zyn, zcx „ ordonneeren wy, dat van nu voortaan de Mandamenten en Brieven by Ons „ of onzen Raad geëxpedieert, niet ter executie gelegt en zullen worden bin„- nen onze Landen van Holland, Zeeland en Vriesland, zonder alvorens van m onzen Rade van Holland te hebben bchoorlykc Attaché". En ftaat ook van den zeiven inhoud geregillreerd een Ordonnantie in 't vyfde Memoriaal Bock van Bert. Ernft. Fol. xli. verft, van dato den laatften Juni, cio id lxix. XXXVI. (16) t van noode wezen zal, en men gewoonlyk is publicatie te doen: en aldaar, naar voorgaande Klokflag, en op vier hoeken cn Kruis (Ir aaten der Steden; by u roepende d* Officier van den Plekke\ van wegen de Hooge Overheid, verkundigt en publiceert het Placcaat, in dato den, 0)C. Itftleden, beroerende, Rc. daar van Copie authentyque hier aangehecht is • Laftende en bevelende eenen iegelyk van wegen de voorfz. Hooge Overheid , hem te reguleren naar den inhouden van dien, op peine daar in begrepen. Ontbieden daarom (16) Attaché] word zodanig' genoemd, om dat diezelfde of de Copie Authentvk van de Ordinantie aan het Mandement of Executorie is aangehegt en geattacheert, en worden dc Deurwaarders van den Hove , by zodanige Letteren van Attaché \_q] gcautborife'ert, om ook Sententien by andere Rechters gewezen ter executie 'te leggen-, volgens ftyle van den Hove. Ziet Papegaay fol. 5S6. edit. anni 1668. . [q] Letteren van Attaché] Men prsfënteert aan den Regter, aan wien Letteren Requifitoir gcaddresfeert zyn, Requefte omme Letterdn van Attaché. Zie Papeg. ijle D, Pag. 5S5. Een' Definitie van Letteren van Attaché, zie in de Manier van Proced. Tit. 18. Cap. 6. num. uit. Of Attaché van den Hove op Sententien van Gecommitteerde Raden Inoodig is, zie ad Lib. 1. Tit. 6. Cap. 1. Not. Num. 2. Verf. ten anderen. En myne Neten aldaar. Van Attaché, zie verders Loenii Decif; Cnf 22. Caf 52. Caf. 86. Caf 87. en de Noten van Boel op de gemelde Decifien; als mede nog Boel in Notis Num. 6. ad CaJ. 9.1. Hier wordt .gevraagt of van Letteren van Attaché kan worden geappeilecrt? By den Advocaat St. Aman in zyn' ge- fchrevene Noten op dê Manier "van Proced.Tit. 19. Cap. 6. num. 1. pig. 210. van den ouden Druk, wordt hier omtrent aangetekent dat Rebuffus voor de Negativeiisj ad Conftitut. Reg. TraBatu de Literis Requifitoriis. num. ic. (nota is num. 10. van Gloffa 3.) Dog hymeent, darhet tegendeel by ons zoude obtineren, en van-Attachés kunnen worden geappelleert, om het 103de Art..van de Inflr. van den H. R. Hy allcgcert 'er nog by Cancer. Var. Refol. Part. 3. Cap. 18. num. 61, 62. feqq. die voor de Affirmative is. Hy heeft 'er_ nogtans naderhand by gevoegt , a fententia qua executio permiltitur , v'ulgo Attachés, non appellari , Ordinibus plaadffe vi.ietur in caufd ' Abbatis Sti. Petri Gandavenfis contra Petrum van Male. Refolutie Staten van Hollandt 24. Jan. 1698, - Voor de Affirmative,- Zie Loenh Decif, Caj- 37. 6? ibi Boel. Nota, in de Manier van Proced. Tit. 18. .Cap. 6. num. 1. Ver/. Iemar.t geobtineert. wordt verkeerdelyk gerenvoieertnaar MeIrula Lib. 1. Tit. 4. Cap. 2. num. 35. dewyl aldaar van ' geheele andere Attachés gefproken wordt, • Vide hic. Zie ook Lib. 4. Tit. 65. Ca^-2. mm, 3, ih Notis. &.que ibi dixi, - El  L I B E R I. cm allen Jujlicieren, Officieren, Dienaren en Onderzaten der zeiver Hooge Overheid, dat zy u dit doende ernjlig verjlaan en obedieertn op alle H gunt zylieden des Hooge Overheids toorn duchtende zyn, en daar legens verbeuren mogen. Ons relateerende u W'.dervaren. Gegeven in den Hage, Onder '£ Zegel van Juftitie hier aan gehangen. Den &c. Andere kan men zien en lezen, van den xvn. Augufti des Jaars cid id lui. in 't vierde Boek Joans van Dam, Folio cxxxiv. yerfo. van den x. Oclobris cro id lxvii. in 't vierde Bock van Bertelt Ernft, fol. clxxv. van den xn. Marty cio 13 lxix. in 't vyfde Boek des voorgenoemden Emirs, Fol 31. XXXVII. 't Mandement van den Prins ontfangen zynde, word gemeenlyk terftond d .ar aan gehecht de Attaché. Want men prefumeert, dat zodanig is dey Prince wille en meeninge, dat zyn Bevel met den eerften worde voltrokken: ten ware het Mandament iets hards en wreeds mede bragt: en d; Prins iets ongenadigs ftatuecrde tegens zyne gewoonlyke en aangeboorene goedertierentheid, ftrekkcnde tot der Onderzaten in 't generaal of byzonder groot hinder, fchade, achterdeel en pra-juditie. Want in zulken gevalle wierd d'Exe■cutie gefurcheert eertyds den tyd van tien dagen, uit kracht eenes Senatusconfulti, gemaakt ten tjde als Tiberius Keizer was: Dio libro lvii; Suetonius in ejus vita cap. lxxv. Tacitus lib. in. Annalium cap. li. Refpicit eo Seneca lib. 1. de Tranquillitate, cap. xiv. Sidonius Apollinaris lib. j. Epiftola vu. ab tempor e non ab Auctor e vocat Tiberianum S. C. tribuens illi ([nam & hic abit ab Scriptorum , quos laudavi, fententia^) xxx. Dierum numerum , definitum multo poft plenius ab Imperatorum dementia; quemadmodum fieri fcepe fiolet, ut quod per Jequentem cetatem Legibus adcrevit , ipfis Legibus multo ante fattis adfcribatur. Huidendaags werd d Executie uitgefield den tyd van xxx. dagen [>j , uit kracht van de Ordonnantie der Keizeren Gratiani, Valentiniani., en Theodofii, uitgegeven omtrent het Jaar ccc. /. fi vindicari xx. C. de pcenis; fiuafore D. Ambrofio, quod Sozomenus notat lib. vu. cap. xxiv. Vide quce fcribo in Ecclefiafiica Hiftoria ad dittum annum. Innuit illud de Theodofio Aurelius Viilor fubobfeure in ejus vita: Habuitque, inquit, a nature munere, quod Auguftus a Philofophits JDoÜore. Qjii quum vidiffet eum facile commoveri, ne afperum allquid ftatueret, monuit, ubi irafci ccepifiet, quatuor & viginti Grcecas litteras memoria recenferet, ut illa concitatio, quce momenti eft, mente alio traducta, parvi temporis inter jettu langueficeret. Et paullo ante: Irafci fiane rebus indignis, fed fletti cito: linde modica dilatione emolliebantur aliquando fievera prcecepta Legendum omnino, quod Auguftus d Philofopho Aihenodoro. Nam Augufio confilium datum ab Athenodoro Philofopho Stoico , ne de reis fiententiam ferret, prius quam apud Je Litteras Grcecas xxiv. recitajfet, notant Plutarchus. Glycas Annalium parte Ut. Suidas, Julianus, Rofanus, & alii. Eam vero Conftitutionem vel confirmayit, vel in defiuetudinem abgrejfam reftituit Nicephorus Botoniates LXi. Orientis Imperator:f Conjlitutione, cujus apud Jacobum -Cujacium lib. v. Obferyat. cap. ix In- fcriptioj [r[] Huidendaags werd d'Executie uitgefield 4en tydt van xxx dagen] Zie hier over het 47ite Art. van den Styl van Procederen in Cri¬ minele Zaken ; en het geene daar op by van Leeuwen is aangeteekent.  TITULÜS IV. CAP. n. w fcriptio, ™r'™W T&i& fato yW* D|w4 w/f wr . crJ TH' • T dCfnÜT- JudiCUm fem™™> non de Principalibus Decretis lllarww Exequutio velocior impediri poteft per (i7) Abtelationem ad Pnncipem Majoremve Judicem • herum non itemt deoqu\ lerito iSïï Zpt If XLT/ -^^rf 7^^'^^^ y?./'^«>^^'- /^r.Y fi? impotentior, molliri poteft auoï2ZZ\ -F r &SeneCa ^ Agamemnone : Da Tempus acJpatiumUbi, ZT^lT^ÊZf^TfJ rflcmJ^rocul ^io ad chnfilium illud, de quo ante, quod ab Athenodoro datum Augufto, ut per iram contra alios cogitata& pronuncianda firanare difceret Alphabeti recitatione. Vel ft quis velit dd 11 kim loquidePrincipuumSententiis; dicendum eas exaudiendJs TsentZtiis auaTa tajoftmaturiorem deliberationem pracipue contra manifeftis probationibus conviOos dictam autem leg. fi vindicari 20. loqui de Sententla, quam Tra potius pra- iÊZLn°rfe Pr^f^^^ Hoc fijnen prJereundum , mdicatam fiajnus Legem, fi vindicari, fialvafte Bituricenfies ab Laniena illa, qua VTJnT'-ff^Z^ ^n* l°CLsin m> ^Mormatce erant addicti R hgiom: idquefiuggefitioneR confilio Praftantifiimi Jurisconfiulti Jacobi Cujacii, euthttera Regia, mandantcs Sub ditorum exeidiumfucrant ab Manflratil com- hdich exequutionem; advenerunt eodem fiere die Littem, quibus Rex peenitere fe mandati declarabat Retulerunt hoc mibi decennio poft non fiolum ipfeCu acü/s verumetiam vm honorati, qui tune temporis rebus gerundis interfuerant. XXX Vil/. Verders , waar t zaake dat eenige Bullen of Brieven van den Paus van Roomen afgevaardigt wierden in deeze Provinciën, dezelve en mogen niet ter executie gefield worden zonder Placet: 't welk waren Brieven^by de (17) Appellationem] iii criminalibus caufts regulariter appellatio recipitur l. 6. ff. de appellat. Ten zy dat 'er geprocedeerd is.,' extraordinaris [_s~\, Crimineel, en op eigen confeflic , in welke gelegentlicid Appel geen plaats heeft, volgens Refolufie van de Staten van Holland en We ft- Vriesland, in dato 10. September 159T. Bort in zyn Tratlaat van Crimireele zaaken, Tit. xi, van Appel trent Cnminesle zaaken, eerlle deel N q-? at en 35. . J ' [^] Extraordinaris~] Vide Lib. 2 Tit 6 Cap. 9. num. 12. in Notis. £f qua ibi notavi'. „re Beveelen hoe dezelve zouden mogen genaamt zyn, m^nle^T kt^l^l " S"' f Kerke,y^ Perfoonen, het zy vin het Hof van Ron en , vaYterï Nimtius " Trt rndfl ^lKnÜCl\' Vf dcn ^"nuntius refiderende te to^lK " S„?CSyke Overheid, geen gebruik daarvan zullen mogen m aken ,n^dfc aan 3 Sb?£fzfwrZ\rSriCeTea' t ondei'^^anigegconditien,enbepalh ,^^^ w ais oy net zelve Aft. breeder zyn vermeld: op een ?eld-boete van dnvVr-n.i PnirW tiïpt^T™1 °P arbItraale correflie n™ sWAeW^ÏÏ^^^1^  *o L I B E R t de Hooge Overheid zyne 'beliefte en goeden wille te kennen gaf om -al-zulke Brieven te werk te leggen. Uit de voorfz. Inftruftie 'ibidem. „ En zullen geen Bullen of Refcripten Apoftolyque binnen deeze Landen te .„ werk gelegt mogen worden, zonder alvooren behoorlyk Placet van ons ge„ obtineert te hebben ". Tot vcrklaringe en grondig verftand van 't zelve Artikel, ziet Certaine Ordinance, de non ufer des Provifions de Rome, fans Placet; datée au Mois de Mai cid ccccxcvii. enregijirée au i. volume des Ordinances repofans au grand Confeil de Malines , fol. lxxix. Item: VAdvis de ceux du grand Confeil , touchant les Annales, & fur le fait de Vexpreffion de la valeur des Bênefices en Vimpétration df iceux; R qu'aux gens non idoines ni qualifiez a desfrvir Cures , par faute de la langue ou autrement ne foit ottroyé Placet, ni fur les Bulles difpenfatives de telle idoineté daté en May cid id xxxvi. enregijirée au n. Volume, folio ccxvn. Ziet mede cï Ordonnantie van den Jare 1541. Octob. 20. artic. 3^. en 33. genoegzaam over al bekend, en ook geregifireert zo in het tweede Memoriaal Boek van Meelter Jan de Jonge, als in het voorgenoemde 11. Volume , fol. ccxci. yerfo item VOrdiuance par la Reine Regente, Rc. que fur les Bulles des Nunces Apoftoliques convient obtenir particuliers Placets, datée en Mars 1553. enregijirée au 11 1 Volum. 152. verf. Placet a placere, Tejlabantur enim hoc adfixo Praefeclus, Prafies, Curiceque Provincialis enatus, Bullas Litterafque Pontificias a fe examinatas, de veritate R Impetratione non dolofa fiatis confiare, fibique ea.rundem Exequutionem placere. Hanc enim vocem Legis R Conjlitutionis promulgatorlam appellant Scribentes -ad l. 1. D. de Conftit. princ. R §.fcd R quod Prin..cipi. 6. Inftit. de Jure natur. gentium R chili. Et fane vox deprompta ex purijimis apud Romanos decernendi ritibus in Senatu, cui inter alia Placere quid ut fitret, vel non fieret dicebalur. Videndus Brifjonius libro u. Formular. Antiquar. XXXIX. Zo'danig is 's Princen Bevel, om d'executie te doen door midde. van •Gouverneurs, Stadhouders, Prcfidenten en Raden: zonder middel en dirccteiyk beveeld de Prins den ( 18) Deurwaarders , de voltrekkinge zynes wils , zo wanneer hv zyne woorden dirigeert tot den Eerficn , daarop verzogt, in deezer voegen: En teneinde niemand van dezelve ignorantie en pr etend.ere, bevelen en aullorifeeren wy den Eerjlen Deurwaarder van den Hove van Holland hier op verzogt , het inhouden van deezen te publiceeren: Ende want men van deczen teg. nwoordigen Brief tot veele en verfcheiden plaatfen van doen zal mogen hebben: zal '£ Vidimus van dien onder 'f Zegel autentycq of Copie gecollationeert by onzen Secretarius of Griffier van den Hove voornoemt, volkomen geloof gegeven worden als aan dezen Originale. Et afin que nos Subjets ne puijfent ignorer nótre ürdonn.mce, R ce qui s^enfiuit. Videjiuc DD. ad Authentic. i>i quis in aliquo, C. de edenda; Felinum in c. Albericus, de Tcftibus, R in c. fin. de fid. inftr. Vide R DD. in 4. 2. publicati, C. de Tcjlamentis R quemadmod. teft. ord. XL. Zon> (18) Deurwaarders] of andere perfoonen, die 't hem gelieft  TITULÜS IV. CAP. M. ^ XL. Zomtyds word ook belaft Jaarlykfehe , of alle halve Jaars vemlcuwh^e te doen van de Ordonnantie, en de Publicatie van dien te ververfchcn De Wetten, hoe goed dezelve ook zyn, vervallen door Ongebruik. L 32 de malus, in fin. D. de Legibus. Het Ongebruik procedeert principalyk 'daar' uit dat de Luiden, die tot het onderhouden van dien verobligeert zyn en verbon len niet dikwils van haar devoir en fchuldigen plicht vermaand worden. Moeten over zulks alle Ordonnantiën, die met de billykheid vergezelfchapt, en uit recht en reden zyn fpruitende , ter beftemder tyd gerenoveert en vernieuwt worden- rem non novam, 14. C. de Judic. Exemplum eft in Confiitutione (ut alias pree' teream) de Marina Navigatione [f] anni cm iD Lr. Julii xxx. qua legitur lib. irr. Joannis Dam:i,fol. xcm; Item anni cm ra lxui. Octob. ultima, qua ex. fiat lib. in. Bertoldi Ernft, fol. 56. 1 ^k1' Public^ie geschied by de Gezwoorene Deurwaarders in de princrpaalfte Steden en Dorpen: Novell. 166. in Epilogo; DD. ad l. 2. ut perfectius. C. de Annali praficript. R ad Infcnptionem Novell. 66. Faciunt Nov 120 cab 6;}'2 verfo poftquam; l. penult. C. de defenfor. Civitat Cicero pro Ouinctió, £ alu. lheophilus inquit, iy «rf *sf«p«nrt r?f jtsW uinn , in de aanzienlvkle deelen van de Stad: 't Volk daar toe by klokflag geroepen en by een vergaderd zynde: G/<# in Clem Eos de fepulturis. ad vocem publicari 3 Geminianus Confilio 75; Glofta R Cofmas Guymier in pragmaticam SanStionem. Tit de ex communicatis non vitandis. De Deurwaarder de Publicatie gedaan hebbende k gehouden te laten Copie authenticque, met aanteekeninge des tyds, en onder teekeninge zynes naams, aan de Magillraat van de plaatfe daar zulks gefchied is: door welk middel op veele plaatfen vergaderd word een Schat onzes Lands recht, ten zy t zelve verhmdere zommiger nalatigh id. Doch van de Publicatie der Ordonnantiën en Placcaten breeder hier na. XLIf. Het EffeÜ van de Publicatie, als mede hier - a volkomelvker zal pp zegd worden, is; dat het Mandament behoorlyk gepur.liceert zynde, verbind een ieder dien t aangaan mag tot Gehoorzaamheid. 'Conftitutio puhlicata (nam ante publicationem vmbus caret, etiam apud eos qui non ignorabant fa am Cor, ftitutionem. Baldus in l. 1. §. fin. C. de Caduc. tollend. ) omnes obliiat cwnaJ Scientiam: l leges g. C de L-gibus l. pen C toJvis'&FM^DD.aï l Leges 3. C. de Leg. Alciat. lib. j. prafiumpt. cap. 31. tumadObedientiam, Felinus [t] Demarina navigatione Zie Pla- f Vol I. pag. 782. en Ordonnantie ,n caat en Ordonnantiën ophetftuk van deleereg- eeumg WhlJf*to^^f^£ ten, gemaakt by zyne Keizerlyke Majejleit, van | laatflen Oüob. 1563. in het Groot Plac Boek den i9.Julyi;5i. in het Groot Plac. Boek. J Vol. j. pag. 796. v*'4?' J^Wkte Vemieuwinge fi?r. ] Een notabel voorbeeld van Taarlvkfch >erenrr veerd wordende Wetten, is in de Piacaaten van den 100 en 2coften penJnf IrfS£ fche PubUcanen nopens het vernieuwen van den eed der Trafikanten TmZïoe'Je tüL1 S 1. 41. Deurwa.rdm 8V. ] Het geen Merula alhier leert nopens I« doen dfrP.,W>M 4e%Saue S^ST^' hceftWeawoordig ordinair geen Jffts Seer f mï? Shied T nV! , ' enin de S£eden cn D°rPen door de Secretarisfen, -Jl. u l e L. Jf  yt L I B E R ï. Felinus in c. 3. num. 5. de Ji'r"jur. R adpomam, ft quid contra Confiitutionis praceptum vel prceficriplum qui fearint: L 2. D. de Legibus, Gloffa, Panormilanus, R Felinus in c. 2. extr. de Conftit. Gloff. in c. 2. de reb. Ecclefi. non alienandis, R in c. propofiiifti dift. 82. Dusdanige Effecten, voornamelyk ftrekkende tegens de Overtreders en Ongehoorzamen , worden in de Mandementen uitgedrukt met deeze woorden : Procederende ende doende procederen tegens de Overtreders en Ongehoorzam'n by Executie van de Poenen, daar toeftaande, cn hier boven gefipecificeert: Zonder eeni. ge gratie, fimulatie of verdrag: niet tegenftaande Oppofitie of Appellatie. Des te deen met dies 'er aankleeft, geven wy hun volkomen magt, auctoritcit en zonchrling hevel. Gallice; Procedans R faijans procéder contre les Transgreffeurs R Inobédiens li VExécution des peines, que deffus, Rc. fans efpargner aucun de quelque éiat qiCil fioit. Het is een zaak van kleine importantie Wetten te maken, en Ordonnantiën te ftellen; ten zy dezelve orderhouden, en;eenigen gecommitteert worden, die met ftraffe, in de Ordonnantie gementioneert en uitgedrukt, tegen de Overtreders procederen: DD. ad l. 2. §. 13. poft. originem. D. de Orig. Jur. Novell, cxxxni. cap. 4. De Straffen zyn , naar verëilch der materiën, verfcheiden en veelderhande: doch in 't generaal, zo wie iets attenteert tegens den Wil cn Ordonnantiën van de Hooge Overheid, principalyk indien dezelve billyk zyn, dc zodanige word gezegd doodlyk te zondigen , over zulks grootelyks ftrafbaar, hier of hier namaals: Vide Felinum in c. conftitutus. in 6. col. Extr. de Refcrlptis. Alexancl. in confil. cxxiv. vol. 1. XLIIi. Zodanig is het Eerfte Lid van de Conclufie of't Befiuit in de Perfoonen , dien de Publicatie des Mandements word opgelegt : Het tweede Lid zullen wy ftellen zo in de Abrogatie, als Confirmatie van zommige Ordonnantiën: want deeze allen niet gemeen is. Zo veel d'Abrogatie en Affchaffinge belangt, hoe wei de laatfte Ordonnantiën altyd beter en iterker zyn dan de eerfte, dewelke door de laatfte geabrogeert worden en gebroken: hoe wel ook de laatfte Ordonnantie altyd derogeert de eerfte van één inhoud in de punten, die met de laatfte zyn contrarierende: en dit alles ftilzwygende: DD. ad Tit. C, iiaiientiam reficindi non poffe: item ad l. fin. D. de Confiitution. Principum. ad l. ï. D. ad Legem Aquiliam. Pofteriore priori antiftante, t 1. §• 19. fi fiervi D. de quafl, zo expriraeren nochtans en drukken dikwyls 't zelve onze Princen in haare Ordonnantiën uit: Niet tegenftaande eenige Ordonnantiën, Reftrictien, Geboden of Verboden ter contrarie, voor deeze Tyd by Ons gemaakt en uitgegeven. Niet tegenftaande eenige Ordonnantiën, Privilegiën, Statuten, Cofiumen of Ufancien tér contrarie: dewelke wy niet willen noch verftaan in deezen te moeten ftand grypen: en met diergelykc Claufulen. Vide DD. apud And. Gail. libro 1. Obfi. xvin numero 2. Beigte, Galli, aliique, qttin R pragmatici Doctores , principium hujus Formu1$ coiicipiunt phrmnqne per voces, quce Latince fionant, Non obftante: practice magis, quam Lat ine: quibus notant Baldus ad Authentic. Omnes peregrini C. comi.c! de Succeffonibus: num. 4. R Bartolus in Extravag. ad reprimendum,verb. non obftaniibus, Principcm tollere omnes omnium locorum Confuetudines, omniaque Stê&ta in contrarium-faüa. De ejus efficacia legendi Bartolus ad d. Extravaganttm . Vitaljs. Nemaufenfis in traüatu Claufiularum , Qaufiula. Non obftantibus quibus^  T I T U L U S IV. CAP. IX 43 qulbuscunque ftatutis, Celfius Hugo in Claufiula. Non obftante diana Lege in c n trariumfiaciente, R alii. Addenda notabiles Gloffa in l. fin. yoc tenerlV C ft contra jus vel utilit. public, fif in c. t. voce Noficatur, de Conftitutïollbm in 'tIs wel waar dat de Wetten en Ordonnantiën, dewelke bevonden worden onbillyk en op alle onbehoorlykheid gefondeerd, behooren geabrogeert en van geener waarde by den Prins; verklaard te worden: l. 33. fi\uis. i .lenst princ C. de moffic. teftam. 't zy dezelve by hem of by zyne Voórz ten ge maakt zyn: nochtans mogt gevraagt worden, (,9) of ^ Prins magabrofl ren en te niet doen de billyke en behoorlyke Wetten by zyne voTrfz^oorzaSi of Anteceireursgeordmeerd: De qua materia vide MatthLn de AffM ïn cot turn eonceniones 110. 11. JJD. ml. digna vox. a C Ap T po- R^u „v, 1 n / t. Bart in l 2. 5. fi». de öpt. Leg. Balt. ïonfil.^tur^of t Bertrand. conf. 154. num 1. R 3. part. 3. Van Privilegiën mCoftuimen te abrogeren, ziet in 't navolgende Cap. Hier by gevoegd, zo wleheta Vermeel in eenige Wetten, en allegeerd eenige Ordonnantiën, die by de Hoo^e Ove?h5d «abrogeert zyn, dezelve mag ^A^^uèaM^^^Z^. den: In Conftit ut. ad magnum Senatum. £. i9. in fine. kcaccuieeit woi- XLIV. De Prins confirmeert o >k dikwvls eeniie ronm^,!» P7„,, , r m* —*« A voorgaande PlaccaJ, „, ftÖ^jS^ K ^Wtfiff 3. ^tftj 3- C.ft adverfi. rem judic. Alexander Confilio 122. jtm. 21. olumine ti9) 0/ «n Prw) fc# Grot. 14. 5. ï% 5. 43. 't Is wel w-ar fcfr.] Omtrent de abrogatie der Wetten is yocv nnm,ri,„, 1 men vind by H. de Groot ipolog. Cap. r. png. u aiwatr l v y'LI opmereelvk 't geen „ vóorzigtigê Schryvefs loeren ons. dat nien niét a lè wlLn ? " ^e,er ,w>'ze cnde „ teele, «toet veranderen, alwaafe in een boter alzoo ^°rndcrheid fundarhen„ kan baaten , als het veranderen £&&^Ut/êS^&S^^L^, T neT&^ W -del daar niet belchrcven, als of aan Saulus en zyne Nakomelingen zulk Recht zoude over Gods volk competeren: maar daar word aangewezen 't geene Oude Pi ineen en Tirannen doen zouden, en waar van goede Princen hun zouden hebben te wachten: Gregorius 1 Reg. 10. expofit. 4. Van gelyker kracht zyn deeze Claufulen; die ook by zommige Souveraine Magiftraten, tot groot genoegen hunner Onderzaten, in 't Befluit van haare Ordonnantiën gebruikt worden? Alzo wy tot dienfte van den Lande en vorderinge van de gemeene zaake zulks nodig bevinden. Item: Alzoo den dienft van den Lande zulks is vereisfichende. Of: Want wy tot Welvaren van den Lande alzo hebben bevonden te behoren. XLVI. Ten vierden, moet in 't Befluit regard genomen worden op ^es Princen Zegel. Des f oirkonden hebben wy onzen Zegel hier aan doen hangen ; « 16. Zegel.l Over het groot en klein Zegel van de Staaten Generaal verdient te w^ •cn nagezien dc Unie van den Heer P. Paulus i. D. pag. ji. £? Jeq. en 3. ». pogxo M-  T I T 17 L V S IV. C A P. I f. 4t g2o-) hangen: Et afin , Rc. Nous avons fiait mettre nótre Seel a cês brêfentet Hoe: welIBaldi meemnge is (ut refert Chafifcn. in Conclufione g^fifrï uxtu. Nous avons fait. numero 9.; daü de nood niet verëifcht des PrhicenYc gel te hangen aar. zyne Placcaten en Ordonnantiën: noeht n? s de Coftume fn deeze Landen zich zulks toedragende, dat men des PrinceTEdmen peen SloS W C 2 defid. mftrument Sane Sigillum Prvncipis (cujus in pSmSIS" que inter aha nomen exprefium : c, inter dilectos aa\ illa, i■nMr^kHihi Guido Papa tn x notabili de Fide Inftrument Vidlndus R BaïdTcmTcclxfvit verfic. R it-erum in alio Pfalmo, Volum in ^ pJ+Z r„,n ^onja.cclxxvi r. dem ,5, § 1. D. de Teftam. miiitari; D D. ad l. g ita «i«2w ? 7 ^ ahm. Habeturquelocoplem folemmutfr, fcribene R,lA. rZiir. ™" Urealongacmfuetudo, ut Principic SMlloT— titSL, ImlUm" Bus, defideinftrummt, D D ad 1. £Z/tZ7thïÜ^ T'IJ' T f euftoi. (f exMbit. nor Facit enim publicm.fidemMalt}, de ¥i% ■ V°flit. Regni Sicilië, in exordium Uiten,: Sc ribeuel Ml tana <4? ? ""' litteris. C.de.Epifc g> O». wwwes ik (. j, im. §. fin. ad voctm «stóms- -w^^ae; les lti ekKende tot meerdere Confirmatie van de Ordonnantie ; (fi S. O /l. $uod ]uffu : l. fidejujfor. 26. §. fin. in fin. D. de pig- not» ^S^iff^^^^TWT I Z^\™" 96 imP«»anncvan de materie, Lwicte op&dcn &c, 0f ook wel ' k\Z/Z f zulks' ,„ de» Hage onder ons zegel vi ook wei t kleindere I hier op gedrukt, op-den &c F .  L ï B E R l wr. & hypoth. nifi errörê Subfcriptio fuerit fatta: l. Gajus Sejus 39, in fin. ik fignorat. aSt. I. Titius. 8. D. de refcindenda vendit. XLiX. Zomtyds worden ook daar by gevoegd de Onderteekeninge, Confent, Bewilliginge en Advys der gener die de zaak, daar van in de Ordonnantie gediiponeert was,,ecnigzints fcheen te roeren en aan te gaan; dewelke ook daar over geftaan en hun goeddunken gezegd en gegeven hadden: als 't blykt by de Ordonnantie des Konings, als Grave van Holland, dienende tot vorderinge van de Dykagien en Lande van den Zype, Rc. van Date van 23. Mey ryór. [v] Item: by 't Placcaat van de Criminele Executien en Koften van dien, van date den laatften Mey, des Jaars voorfichreven. [ w ] Zoo veel hebben wy in 't generaal willen aahteekenen van alle Placcaten en Ordonnantiën: volgt dat wy naar onze voorgenomen Ordre, de Privilegiën in de hand nemen. [v] Van date van 22. Mey 1561.] Zie Groot Plac. B. Vol. 2. Fol. 1653. [w] Van date den laatjlen Mey des Jaars 46 1. Ordinis Ratio. 2. Wat Privilegiën zyn. 3. Wat het woord Privilegie in voorige tyden beduide. 4. Waarom Gratiën en Benefitien genoemd. 5. Wien het geven der Privilegiën toekomt. 6. Oorzaken der Privilegiën. 7. Hoe dezelve contrariëren de gemeene difpofitie van Rechten. 8. Moeten niet gegeven worden in prejuditie eens Derdens. 9. Diftributie van Privilegiën. 10. Zommige Eeuw igduur ende, zommige Tydelyke. 11. Eeuw igduur ende Privilegiën. (21) Van Privilegiën^ [a] De Privilegiis quomodo acqidrantur, amittantur, & an revoeentur, eomm effeüu, doüiflime traüat Georgius accacius Enenckehus , qui de Privilegiis tstum traStatum conjcripfit. voorfchmerï) Zie Ordonnantie beroerende de vacatiën wn de flooft-Officiers van dien datum in het Groot Plac. B. Vol. 2. Fol. 1430. 12. Tydelyke, dewelke ook zyn tweederhande. 13. Generale of Speciale. 14. Generale hoedanige. 15. Speciale. 16. Privilegiën van zommige Qjiartieren van den Landen. 17. Privilegiën van den Hove van Holland. 18. Privilegiën van den Rade Provinciaal. 19.. Privilegiën van de Suppooften. 20. Van particuliere Steden. 21. Van Dorpen 22. Van Privée Perfoonen 23. Of *t Privilegie met de Perfoon fterft. 24. Pri- [a] Fan Privilegiën! Addc ReinolW Cv* ricke Commentar'tim Juridic.-Hiftarko-PolitiI cum de Privilegiis, Editum Dantifci, 1652. in 121110. CAPITTEL 111 (21.) Van Privilegiën.  TITülüS IV. CAP. ni.- 24. Privilegiën van Cathlyken en patrocineeren den Heretyken niet. 2;. Gepriviligeerde Perfoonen tegens den anderen. 26. Gepriviligeerde Perfoonen fuccederende in de plaatfe van Ongepriviligeerde. 27. Verfcheide toevallen der Privilegiën. ér: 28. Confirmatie. 29. Is tweederhande, Generale. 30. Speciale. 31. Interpretatie van Privilegiën. 32. Allegatie. 33. Revocatie. 34. Renunciatie.- 35. Derogatie. 36". Turbatie. L Zy g^0eg in 't gros van dc Ordonnantiën, en de ontleedinsrc dcrzel. b^^^^^- Mcthode ^* ™> ^ wy efn weinig li. Deeze zyn huidendaags niet anders, dan Gratiën of Beneficiën die iemand by de Hooge Overheid, of Prins van den Lande, om WS^dïe^ f!nln nf ^^êm tegen de difpofitie ^SggtolgK ten en Ordonnantiën des Lands, zonder merkelyk achterdeel eenes de den " S rilentes omnes ad l qua ex relationibus. 2. C. de Legibus ; R af? ScdR Tia LVCf ^ LftUt' ¥ m Sent. R cLli; DD. adc. Prille- gja, uijt. 11. ranormitanus in c. ohm. de verbor. fimific III. ik zegge huidendaags. Want't woord Privilegium was eertvds ^nrfrh van eene andere kracht en beteekenisfe. In Legibus \u ELlaiïl hB-ï* aha erant verba: PRIVILEGIE NE INROGANW^epctZh Tl Legibus & in oratione pro Sefiio: quibus cautum ab Decem vlris ne dePri^ zd eft finguhs Hominibus Leges ferrentur. Eo enim nihil crudelius, »f&7 * " 1 ciofius, nihil quod Refpublica minus ferre pojfit, ^^fe^^^S, faTnurftTe^ pan jure teneienw , ^ Jura mn in finguios fied univerfos coaftituenntur Ta li notione A. GelliusPrivilegia nominat Jufta de M^^mSTTmAtticar cap X Hinc Cicero Clodio fuggerit. cAn$Sm f£iJÊiL de ipfo Privilegium tuhfje, ut fi in opertum Bonce Dece acceMet , tSe?- fa Paradons Hmc idem in Verrina r. objicit homini impotention EdS 'Jr bis; ut quivis intelligere pojfet, unius hominis caujfa colfcriptJufiS^nl Prl vüegium; (faddeus deinde Verrem eam ob caufiam Jus. Lnjut^em Bu\ tatem Edicta omnium negligere. Hinc denique apud Afconium pJ^nnn Join mentarioin Milmianam. M. Ccelius Tribunus plebis, Milonis ftuïSmob fiftere conatur Pompejanis Legibus , quod R Privilegia diceretin WEm Lri, R Judicia prcecipitari. Videndi de hoc Legis xn. Tabf^^%^S^ wfaAylife||i3 eénKHfi-r^ Uit & We£ dei' ^Tafelen, Siaar integendeel gèiSt dl Wenen slim,"™, tG makcn tCgeu ^^re Perfoonen derfchcid? kan mén na'^n 1 r algemeen te geven -tegen alle Burgers zonder on* Ug. Cl$l Caf" ;tG4?%FREDlJS ^ f" XIL =f* 9. en BS  tg fL I B E K 1: mte interpretationt Gullelmus Budcnis in PandeUas, Jacobus Cnjacius lib. xv. fervatlonum cap. viiu Jofiephus Scaliger ir,i Feftum. IV. Ik noem dezelve Gratiën of beneficiën , met andere Rechtsgeleerden: /. knefimtm 3. D. de Cow/h'f Princip. fimilib. Privilegia naturam induunt Beneficiorum , Pac. Lib. 2. Cap. 20. J. 24 Egter hee& de Heer Mauricius Regtsgel. Uhfpann. ?, Deel. Cap. 5. pag. n.'./(|. zeer wel aangemerkt., dat het gezag en kragt der Wetten zeer word gekrenkt, als men ze al te dikvvils door 't verleenen van veele dispenfatien en privilegiën doet ilaapen ; behalven dat zulks ook veel nvd veroorzaakt, cn tegen die selykheid ftrvd, die het voornaamfte zoet der yryligid is. 't'Was daarom, (zeo'thy) dat'by'de Wet der twaalf Tafelen dit was verbooden , cn dat Zdeucus, de Wetgever der Lokrenfen, zig zeiven liever een oog liet uitlteeken , dan des Volks verzoek van difpenfatie voor zyn' eigen Zoon, die egt-breuk begaan had, ifitewilligen. , . . TT n „ s 6 De verdienjle &fV. ] Dit word nader beveiligt door 't getuigenis van H. de Groot lid. i.B.11. D. §. 10. infiu alwaar hy zegt: „ Ende nog verder, om de luyden aan te „ pnk-  TITULUS IV. SCAP. III. 49 •Zen als eene aanradende oorzaak, waar door de Hooge Overheid tot het verleemen van een Privilegie bewogen werd: §i ^ # quod.6.-verfic Plane. Inftit de jure nat. gent. & civil. Beneficium prcefupponit merita,. inquit Bartolus in k mc adjeat q. D pro fiocio Et quod. ad rem magis, Privilegia cönceduntur in .prcemium, ö ideo ad odiojos r dcmerentes non pertinent, ait Baldus in l. tefcamenta 26. ft. fin. D. de Te ft. milit. De variis Privüegmum Caujïïs, quce plerumque m ns exprimuntur, ficribunt DD. ad l. Bene h Zenone in {me verf. qui emm juis. C. de quadr. prafcript. & ad l. omnes 2. §. feminis 2. verf. red eas. L. de his qui veniam .cetat. impetr. i,Vrï'rrQhbe 2°k Seft£,d7in de vr00!,cn gemelde Definitie: eenigzints tegen de difpofitie van Gemeene Rechten en Ordonnantiën des Lands. Want door deeze Trrh^rZZtm Plivrilfen onderfcheidcn , en als afgewndert van andere Rechts Gedeelten of Leden: overmits dezelve geven ieFs byzonders en anderen Rechten met gemeen: cap. Abbate zs- extra, de verbot: Imiific Illud ed quod ait Paulus J C in d.l Jus fingul are r& D. de JglS\ontatto. rem ratioms, id eft, ut recte interpretatur Joannes Oldendorpius , contra Juris regulas, ratione quaddm in commune collcctas. Het woord Eenigzints, by mv gebruikt, verzacht de Contrariëteit. Want Privilegiën moeten niet regelrecht (ex diametro) ftryden met de Gemeene Rechten, v'ariare potius Privilegium ab Jure lubhco Privatoque quam jiiri adverfari; tenere /è, inauam intro.'limitet Juris Divini Humanique debet: Glofi: & W in l. Jtlm.TJlolTjT® utiht. pubhcam. Unde difiertis verbis rcficribunt Principes. Non damnofa Fifco wc Jur^contrariapoflulare oportet: L. nee damnofa 3. C.-de.precib. Imterat \l ierend Hcec caufifa, quod Privilegium Interpretationem recipiat ab Jure comnL m... Glofifi. in c. cum dileclus,, ad verb. nee Jure communi de confuetud. nifi verba ejus fint certa,a quibus non temere recedendum: c, porro. extra, de prMleï c ad audientiam, extra, de decimis. Nam ubi'verba non funt ambigua, non e'fi locus Interpretationi. I. ille autille 25. D. de Legatis ni. Certe %Jecuin\uePrivl legium contra rationem Juris datum, vel ab Jure Commum diverfum, tanquam Jus Smgulare tolerandum, neque producendum ad confequentias: l. auod vero ia cum feq. D. ae Legibus. 1 X4' VIJL Ik yoege daar by, zonder merkelyk achterdeel eenes Derdens. Want . pag. 686. een Octroy van Keyjer Karei van den 25 Jan. 1533. alwaar dezelve zeker voorregt accordeert aan de Burgemeefters, Schepenen en Radenrder Steden van Zeeland, en aan hunne Nakomelingen; welk woord dus aldaar niet anders kan beteckenen, dan die geenen, welke by hun overlyden, of furro- gatie  TITÜIÜS IV. C AP. in. |t van den Lande by zonder, in ferme van een Eeuwig- Privilegie, die punten hier naa verklaard tot eeuwigen dagen te gebruiken, en onderhouden te worden, zonder inbreken. Doch 't zelve word in alle Privilegiën niet ftriételyk geobferveert. Want in Veele, niet tegenftaande dezelve ook Eeuwigduurende zyn, worden alleen voor merkteekenen van de Eeuwigduurendheid en Onverbreekehkheid uitgedrukt deeze woorden: Fan nu voortaan, zonder limitatie van eenigen expirerenden Tyd. In de voorzeide Formula moet acht genomen worden op de woorden des Princen, uit onze rechte Wetenheid, Rc. Een Prins word nimmermeer geprefumeert te gebruiken eene macht, die abfoluit is; maar eene ordinaire; ten waare hy in zyne Ordonnantiën Gebruikt/* eemg merkteeken van zodanige magt: Joannes Andr. in c. innotuitde eLEtls: Idem R Innocentius in c. dudum de decimis. Baldus in l. bonorum 7 C qui ad mitt. Angelus in d. I. Bene a Zenone uit. C. de quadr. prcefcrip. DD in l quam quam 3 C. de tefi. milit. Hac igitur Claufula Principalibus adpofita Confiitutio. nibus ( quarum fpecies Privilegium ) prafumtionem inducit plenitudinis poteftatis. Habet enim vim Claufulce derogatoria, not ante Glojfa, quce fngularis in c. adhcec lo.ad vocem. elegerint de refcript. Decius. Confilio ccclxxiii. numero 7. R 8 & lonfil cccxc. num. 14. Jafon. in l. refcripta. numero. 2. C. de precib Imp opperend. Baldus in procemium Feudor. numero -.4. R in c. Ecclefia S Maria i numero 7 ut nihil tale pend. innovetur Quaritur fi non inveniatur, ut fape 'fit, .exprefia hac Claufula, an nullus Prafumtioni locus Principem uti volui/Te plenitu dme Poteftatis? R dicenium eft, fi quod facit Princeps Poteftatis plenüudinem requireret, ei fini, ut AÜus valeat potius, quam pereat: Paull Calir in l ex imperfeüo 3. numero 1. C. de Teftanu Idem Confil. ccccxrv. numero ver«\ 'zelfs geéxten^deert etebettefckelT&S?0. f,— "' 1* dc" ueir™dom van 't goed, waar toe 't Privilete.c Dccrejiiit-yK .s, tttulo emptioms verkregen hebben. G 2  ff ,111 t I B E R I. fcicntia, non autem ignorantia prcefumitur ; Deerns Ccnfil. ïd. cvr. numero 3. Estumpla apud Andream Gail, libro Obfcrvat. l's. cap- lvlji. XI!. Tydelyke zyn, welkers krachten geveft zyn op eenige oorzaake, die eens-, ophouden zal; of op eenigen. Tyd, die eens zal omkomen en een einde nemen. Zyn over zulks deeze tweederhande: dewelke haare kracht beneemt of de ophoudende eonaik, of de omkomende Tyd-, Van de eerfte is zodanigen Regul: De Oorzaak van xt vergunde Privilegie ophoudende , houd ook op en verheft zyn kracht 't Privilegie daar uit gfproten. Oor* zaaken van Privilegiën voor eenen zekeren Tyd te vergunnen zyn , eei.ige Staat,. Krygsdienft, Bej'aartheid, Gebrek, Extraordinaire hulpe. Uit kracht hares Staats genieten zeekere Privilegiën alle Magiftr aaien ende Officieren; Legaten; Raden, met Advocaten en Procureurs; Profesforen, met de Studenten en haare Pedellen : alle welkers Staat ophoudende, houd ook op hun Privi egie: Baldus in l Tribunus 20. B. de Teftament.- milit- Oldcndorp. de Jure Singidari cap. x DD. ad Authentic. Habita. C. ne füius pro patre ; DD. ad l. poft duos 15. C. de Advocat. diverf. Judlc. Zulks heeft plaats in Krygsdienft ; l. Tribun'vs --O. D. de Teftam. milit. I. fin. C. de refiitut milit. in Bejaartheid; Baldus ad l. Tit ia. 87. .§. 1. ad illa pojl impletos amios xxv. D. de Legatis 1 r. in GV breklykheül aan Lichaam of Verftand : Scribentes ad h unie. C quando Imper. in er putill- & vid. I: unica C. qui morbo; eindelyk in Extraordinaire Hulpe : S .et etiim Pnnceps fiepenumcro alicui extra ordinem R fine exemplo.fiubvenire: § Sed quod Principi 6. Inftititt de Jure natur. gentium R civili. Van welken e nige ook in de Memoriaal-Boeken van den üove van Holland geregiftreert Haan, als in't Derde van Meefter Arnold Sandelyn , Fol. xxx- het Octroi voorde Staten, om te mogen verzegelen idd. ponden 'sJaars ,om oorzaaken in 't zelve uitgedrukt,, van date den vji. December cid id xxii.. In 't eerfte Memoriaal Boek van Jan van Dam, fol. xxi het Oftroi voor de Staten van Holland, daar by zyne Majeftcit accordeert tot furnislement (dit is de aanraadende asirzaak) van hondert twintig duizent pond. te mogen opftellen zeekeren Impoft op'Wyn, Bier, Laken, Zyde, Fluweel , Beeften en anders, van. date: den v. Tanuar. cm id xlnr. Want de voorzeide fomme gefurneert en opgebragt zynde, is ook expirerende het Privilegie of Oétroi. Item, in 't zelve Bock, 'fol. xxxv, 11. het Oétroi voor de Staten , om te mogen tot betalinge van hun achterwezen, ömïlaan twee Huivers over 't platte Land tot lafte van den Bruiker, en dc Impoft in dc kleine Steden tot volle afkwytinge van dien,, date den xvu Apr. cip id xhv. Voile betalinge dede cesferen dit Privilegie:, en diergelyke. DD. ad l. final. C. de Reftit. milit, Tot een Befluit, Als de aanraadende Oorzaak (indien nochtans '* Privilegie op de Oorzaak alleen gefondeerd is) ccsicert en ophoud, zo cesfeert ook en verheft zyne kracht: V PriviLgie, by den Prins om zodanige oorzaake verleend, blykende by.de voorgaande Oftroyen. Wederom de aanraadende oorzaak blyvende, zo behoord ook in zyn vigeur te blyven H Privilegie, dat uit zodanige oorzaake gevolgt is, en zyn oorfpronk heeft genomen. Als ten cxemple: Die van Dordrecht hebben eenige Privilegiën gefondeerd, of ftilzwygende of uitdrukkelyk, op de groote vermaarde Inundatie of Watervloed, die op Sinte Elizabeths nacht in ■den Jaare cd cccc xxi. principalyk in deQuartieren van Zuid-Holland gefchied-  TITULUS IV; CAP. III. n is, waar door de voorfchreven van Dordrecht groote fchaden hebben geleden En alzo de deerlyke wonde die hen alstoen is geinfligeert, noch niet ten vollen is genezen: zo behoord men hen ook niet te onttrekken de Medicyne, die als toen was, en als noch den ze!ven eenigzints is verkwikkende: c. fipauper.de Prabendis in vi, D D. ad l. 2. §. uit. D, de Donat. I. i. § 5. verf. fexum. £) depofiulando. bi dubium forfitan, utrum Privilegii caujfafuerit Finalis, an fapulfiya: m duko prafumitur Impulfiva, qua finita, non finitur Effeftus: D D. ml 2. injfn. C de Jure D otium. • Decet enim quantum fieri poteft, concesJum a Principe Beneficium confervare: c. decet. de Regul. Juris in vr. Voorts zeker-en Tyd in H Privilegie uitgedrukt ophoudende, zo houd ook op en neemt een einde het Privilegie met zodanigen Tyd bekleed. Dusdanige Tyd word' et fiilzwygende verftaan, of klaarlyk uitgedrukt. Stilzwygende verftaan, als dezelve tot iemands profyt cn genot ftilzwygende loopt: gclykerwys een minderjarige gebruiKt het Privilegie der minderjarigen, tot zyne xxv. Jaaren , 't zelve als dan ftilzwygende verliezende: d. I. Titia %7. §. 1. D. de legat. & FdeucommiJJ 11 ; en zo van andere. De voorzeide Tyd word klaarlyk uitgedrukt, als van dezelve duidelyk mentie gemaakt word, met deeze of diergelyke woorden : Hebben over zulks geconfienteert, geoclroyeert en toegelaten; confenteeren; ottroyeren, en laten toe den voorfchreven van N. voor den tyd van N. jaaren geduurende , &c. Of, Confenteren van nu voortaan tot zodanwen Tyd, &c Want de Tyd omgekomen zynde, verheft 't vergunde Privilegie zyn kracht' D D ad d. I. Titia 87. §. r. ad voces. poft impletos annos xxv. D. de L»gat 11 XIII Zoo veel van de Eerfte Verdeelinge der Privilegiën genomen van den Tyd: behangende d andere ten aanzien der Perfoonen, dien dezelve verleend worden,- zo zyn zommige Privilegiën Generale, zommige Speciale. XIV. Generale zyn, die de Generaliteit raak en , en 't gantfche Land aangaan : van welker getal zyn; 't Privilegie verleend by Johan Hertog van Lotryk, &>c. Grave van Holland^, Zeeland, &c. in den Jaare cid cccc xx. den laatften Pebruary, welkers principaalfte Articulen waren; Dc Landen Van Holland en Zeeland, of eenige Sloten, Steden, Renten of andere goeden derzelver met te aheneeren , of, op hoedanige middel 't zelve zoude mogen gefchie den, in eenes anderen hand te brengen; zonder wil en goeddunkend™ de Staten van den Lande. Vide DD. in l. omnia. C de Pagan. Paton v Ar refi. x. Hoftienf. in c. dileUi de major 6? obedient. Paull. de Caftr. Conf L'Xvr. Felm. m c. ad audientiam de prceficript. Item, geene Uitgeboorenèn tot Officien te admitteren ; l. uit. C. de Oftic. Prat. I. libertus 17! § fed ea. dem tempore. D. ad municipalem. Geene Vreemdelingen Tol vry te maaken • of Munte van goud of zilver te liaan, zonder confent als vooren. Item, dè: Handveften van Hertog Philips, van de oude Dyken te laten ais Slapers tot befcher- in§dGI4)?,rGtr^l7/>^MW!f/!Ö5c^ Mcerde,re Handveften van gelyken aart zvn te vinden * 311 ei e Kegtsgel. Obferv over de Groot 3. D. Obf 21 Objen^\[mmiÜingm T°lvry ^ Zie de Seme^de Ohfervatkn 3. D. Ohf .4,.en 4. D,. G 3  54 L I B E R ï. befchermenisfe van Nieuwe Dyken: van de Na-huyr [ b ]; Van Evocatien; van Beden en Sub ventien; van eenige Mandamenten te verleenen , contrarie den Privilegiën van den Lande; alle van date den xr. Juny cid cccc ui. Item, 't Privilegie van Hertog Karei van Bourgondien, in den Jaare cio cccc. lx. den i. January verleend; nopende de Zee-driften by de Eigenaars, of haare Gecommitteerden te mogen gevifcht cn aangehaald worden: Vide huc omnino Andr. GaiL lib. i. Obfervat. xvni. Item, 't groot en vermaard Privilegie van Vrouwe Maria, hier voren gementioneert, van date den 14. Martii cm cccc lxxvi. inhoudende zellig treffelyke en de autoriteit van de Hooge Overheid grootelyks verminderende Articulen: Item, het Oétroi by den Keizer Karei V. den Staten van Holland gegeven, roerende den geenen, die van Officien in Holland vallende mogen gerepelleert worden, van date den vu. Mey cid jo lv. en andere van gelyke natuure. XV. Speciale worden by ons genoemd, die by Quartieren van den Lande, byzonder by den Hove en Raad Provinciaal, by particuliere Steden, Dorpen, éjfc. en privée perfoonen, van de Hooge Overheid verkregen worden. XVI. Van de Quartieren van den Lande: als het Oétroi voor de Ingelanden van Amfterland, op 't onderhouden van den Dyk gelegen tusfchen Amfteldam en Sparendam, van date den vyfden Oétober cid id xvii. geregiltreert in 't eerfte Memoriaal Boek van Sandelyn, Fol. cxlvi. Item, het Oétroi voor die van Voome, om te mogen opftellen I'mpolten tot furnisfement van haare portie, in eene zekere Bede, van date den laatlten Oétob. cid id lxx. geregiltreert in 't vyfde Memoriaal Boek van Ernlt, Fol. ccxl. Item, het Oétroi roerende den Eilande van Texel, date den i. Septemb. cid id xxxvii. geregiltreert in 't tweede Memoriaal Boek van Jan de Jonge, Fol. cxlvi, &c XVII. Van den Hove van Holland, als 't Placcaat beroerende dat alle haare Sententien, (23) beneden de twee hondert gulden, executie zouden hebben op Cautie: van date den xvi. Mey cid id xxxvii. ftaandc geregiltreert in 't tweede Memoriaal Boek van Joan de Jonge, Folio clvi. verfo. Welke fomme naderhant verhoogt is, als wy hier na zullen zien. XVIII. Van den Raad Provinciaal, als het Placcaat, daar by die van den Raade geoétroyeert worden , in de plaatfe van een aflyvigen Dykgrave of Heemraad , een ander te mogen kiezen, van date den x 11. Oétober cid id xvi. geregiltreert in 't tweede Memoriaal Boek van joan de Jonge, Folio vri. Vide & aliud de aucto Salario Senatorum , Fol. xlu. verfo lib. 1. Bert. Ernft. XIX. Van de Suppooften: Als de Ordonnantie van den Keizer, van date den xxvi. Martii cid id xvi. confirmerende en beveiligende 't Privilegie , principalyk den Suppooften gegund by Hertog Willem van Beyeren, Maximiliaan en Philippus ,• inhoudende , Dat de Stadhouder, Prefident, en Luiden van den Raade, Urdinaris en Extraordinaris, met de Griffier; de Ontfanger van de Ex- Na-hwjr~] Wat Na-huw is Vide Rer.oxatie Placaat aangaande de Pagters en Bruikers van de Landen, van den 24. February 1606. (23) De 2co. gulden zyn nu verhoogt tot 8cc. gulden, Nader Ampliatie Art. 22.  T I T U L U S IV. CAP. 11 t rr Exp/ojclen; de Advocaat Fifcaal, Procureur Generaal, met haareSubftitui ten; de vier S cretarisfen Ordinaris, en zes Extnordina^TL^r^d^ enzesBoden; alle de Advocaten en acht Procureurs [cl; de Luiden van de Reekenmge,! de Auditeur en Clerk Ordinaris; een Commisfar^ een Deur! waarder, een Bode; de Ontfanger van de Efpergne; de Rentmeefter van Koord en Zuid-Holland; de Regiftermeefter en zyn principaal Clerk, &c. oT lalt, ( 24) vry en exempt zouden wezen en blyven van den Accyfen. Vide Jm Gmdon. P*pef. ccc Ixxi. Rfeqa. Luc. de Penna in L mulre. nin vu. col. L. de Digmtat. 2 c^X" 7n" ^ PartkTuTliere Ste^n. Als; dat de Vonnisten van de zes Croote m^mff**^™' mf%\ L!iim> Eredam en Gouda; da* by gevoegt Rotterdam ) met monterende (25) hondert ende twintig guldens haare: hxecut,e zullen hebben onder Cautie, niet tegenftaande Zpell e als ook de Sententiën binnen de kleine Steden gewezen, niet excederiS me van eens C^ zeftig ponden grooten Vlaams,'& bS£2tó£^ Pnvitegien daar van verleden, alle geregiftreert in de MeLriaal Boeken van den Hove van Holland, gelyk hier na gezegd zal wordenTooteeeuw^er Memorien gefield.beneffens andere in de Keur Boeken van eene iedereTtfd Irnhfn/ï1Vlleglen' ^ Ste,den in 'C^nkaUer ««gaande, zullen wy niS b eeder handelen : overmits 't zelve zoude wezen een Begin zonder Einde XXI Vee min van de Dorpen, die ook zonder getal in de voorzeide Memoriaal Boeken geregiftreert ftaan. Den Haag fals wezende w n •, en Refidentie van de Hooge Overheid; eene woonpla^te van **öS'™ allen, die de Juftitie den Inwoonderen deezer Landen aandienen, in daar'toe helpen en zich laten emp oyeren) gaat in 't ftuk van Pwfc^veélc Steden te boven. De Princen hebben voor eene Koftume de Wph ™ zy blydelvk worden ingehaald en by de In^d^o^n^,^^ fchoone Privilegiën te vergeren: veel te meer behooren dezelvf PriZn «ne g?nffenZyJ eeni8e "eldade° door "t verleenen van Privilegiën te beïyïen den plaatten daar zy den meeften tyd zig zyn onthoudende, ja gebooi-en zvn en van haare kintsheid af opgetrokken. Ik fpreeke van de Oudf^/ofte Graven, welker Privilegiën in deeze Landen meeft bekend zyn: Wegen da? niet zonder oorzaake m veeier Ordonnantiën en Privilegiën Conclufie of Befluit ï in Doch dit Privilegie raakt alleen dc Vry- impoft, en dat allecnlyk van Wvn en Bier maar met van andere Confumptien ' De Suppooften van den Hove zyn daaren-boven vry van de Burgcr-wagt, en het geene daar aan dependeen [dj Van de Accyfen] Adde Lib. a. Tit. 17- <~ap. i2. num. 9. in No'.is. (25) Hondert en twintig gulden, is nu <5co. gulden, Placaat van den %. Mey 1674 *£ t S^}S Pond Vlaams, is nu sco. gulden, t zelfde Placaat, 3 8 [c] Procureurs] Opperklerken van Procureurs worden mede voor Suppooften gehouden. Zie de Papeg. 2de D. pag. 450"^? feqq. (24) De Vryheit van de Accyfen [rf], hebben nu ook de zes Secretarisfen, en zyn geen Extraordinaris Secretarisfen, de twee eerfte Deurwaarders, de andere Deurwaarders niet-, nu zyn 'er 16. Procureurs, die alle het zelve Privilegie hebben, alle de Advocaten die in den Haag woonen, en alle jaaren haaren Eed vernieuwen, hebben mede het Privilegie, maar de andere Advocaten niet,  L 1 B E R ï. m 't aanteekenen van de plaatfc, deeze woorden gevonden worden uitgedrukt, Gegeven in onzen Huize van den Hage, Rc. XXlL Nu belangende de Privilegiën van privée Perfoonen, deeze worden ook geconfidereert op tweederlei manieren. Want zommige zyn, die alleenlyk en •fimpelyk één perfoon competeren; zommige die Voelen gelykelyk, doch eenderlei en van eender en gelyke foorte, gemeen zyn. Van de eerlte word weinig, ja met gehandeld in de befchreven Rechten: (Vide DD. ad §. Sed R quod Principi. Inkt. de jur. nat. gent. R civili) alzo 't zelve fcheen onnodig te wezen, overmits die met de Perfoon haare kracht verliezen. Dien nochtans niet tegenftaande, zyn eenige dezer geregiltreert in de Memoriaal Boeken, als in 't vierde van Bert. Ernlt, Folio ccxl een Octroi voor eenen Willem Aemisfoon, Burger tot Leeuwaarden, om den tyd van tien Jaaren alleen te mogen gebruiken zeekere kqnften van 't verzetten, Itellen, en maaken van de Ketels van Brouwers, Verwers, Zeep-en Zout-zieders, van date den xr. Mey cm jo lxxix. Item, een Octroi vooreenen Odulphus Florisfoon van Woerden, om te mogen exerceren zekere Inventie, om met minder brand alle Brouwketels en Ovens te heeten ; zonder in zes Jaaren na te mogen maaken-, van date den x. April cm m lxx geregiltreert in't vyfde Memoriaal Boek van Ernlt voorzeid, Folio cclxxr. Vide R libr. ii. Bert. Ernft, Folio xhx. verfo. Van andere, Veelen, doch unius gentris perfonis gemeen, zyn de voorzeide boeken van de Befchreven Rechten (zo die by andere genoemd worden) vol; ook overvloedHyk bekend in ons Landrecht. Van deezen aart zyn de Privilegiën van Wédw wen s Weezen. Minderjarigen, Armen, Krankzinnigen, Landluiden, Krygsluiden," Studenten, Abfcnten om H Welvaren van de Republyk, hier al te lang om te vernaaien Weduwen, Wezen , Onbejaarde Kinderen , en alle andere Miferable perfoonen, hebben Privilegie, om haare Debiteurs in rechten te betrekken voor den Provincialen Hove, dat is, voor des Princen Raad: Art. vrii. Inftr. Sen. Provinc. I uit. C. quando Imper. inter. pup. Rc. Vide plemus mfra b en Vrouw heeft en geniet het Privilegie van haaren Man, zo lange zy blyft Weduwe, en niet trekt tot een ander huwelyk: l quotiens. 3. R Ui Bart. C. de Privil. s 02 Zoo lange zy bhft Weduwe &c. ] Dat ccn Weduwe, zoo lang zy met ten tweeden huwelyke getreden is, behoud de Privilegiën van haar Man , blykt met alleen uit de Wetten,"door Merula geallegeerd, maar word ook nader bewezen uit de L. 8. ff de Senator. L. ie'. C. de nupt. & L. uit. C. de incolis. gelyk ook daarom da vryheid van Accvfen aan Weduwen van Suppooften alleen competeert, zoo lang zy niet hertrouwen Decif. en Rcfol. van 't Hf n. 29?. Ta zelfs is het door 't gebruik aangenomen, dat de Vv eduwen van Konftenaars en Handwerklieden door bekwaame Kncgts de WnkcLs van haare overledene Mans mogen aanhouden, ten waare zulks door Statutaire Wetten ol Gildé-brieven verboden werd, (Zie Costalius in Adverf, ad d. L. 8.) waar van egter verfcheide zelfs ten «oordecle der Weduwen difponccren, zoo als m den Haagc ■by'dc Gilde-brief van het CUrUrgyns Giide Art. 5?. 6f 59- te vinden in de Keuren van 's Hase pas 163 & ' C\. aan de Weduwen van Chirurgyns gepermitteerd word de winkel aantehouden, mits feilende een Knegt, die bchoorlyk geëxamineerd word , cn mits zie voorts aan de Wetten en Conditiën 'van 't Gilde onderwerpende ■ ■ Eyndc yk is by ens ook een notabel exempel van der Weduwen voorregten te vinden m de VTeduwen der Predikanten, aan welke eerft een annus gratie, cn naderhand een jggJJJ  T I T U L Ü S IV. CAP. lil. ft Privilfchot. l.filii. 22. §. i. Vidua. D. ad Municip. Bart. in l. mulieres. m, C. de Digmt. Als by exempel, hebben de Mannen , uit krachte van haare Digniteit, genoten Vrydom van Accyfen, derzelver Weduwen , zo lange die in den Weduwelyken Haat blyven, zullen ook gelyke Vrydommen behou ien • . naar uitwyzen der voorfchreve Ordonnantie van den Jaare cm ïo xvi Mar' til xxr. Vide R Infirutt. Supr. Sen. art. vr. Minderjarigen in h;,r. Tit. Cod. de ncerec. & ■ad Rübr. tit. Cod. de defen . civit. ,'■ . 5 95 Ijyt hoofde van den Regel, door Merula alhier gemeld, namenüyk, dat een reïriviliöeert per/om tegen een ander t die op gelyke wyze geprivhigeerd is, zig van zyn Privilegie niet bcfienen kan; word by zommige Regtsgeleerden beweerd, dat, indien 'er twee perfoonen zyn, die het zelve .Privilegie hebben, om iemand ter eerfter uftantie voor den Hooger Refter te dagvaarden , de één zig daar van tegen den anderen niet kan bedienen. Dog'dit word door andere Schrvvers wederom ontkent, en zoo men de Remmen van wt erskahten wilde opnemen, zegt de Prefident van Bynkershoek Qua(l. Jur. Priv. L r, Car' 5. niet te weten, welke de meeften zouden zyn. Egter voegt hy 'er by, dat dc Hoilandfchc Praaizyns, welke hy aldaar in notis N.15. opnoemt, byna int eenen mond  TITülüS IV. CAP. in, rp tegen eert ander dien gelyk Privilegie verleend is: Hippol de Matfil W ^Tligant m' ^ 1V' ^ V1' JüdiC' DiJlm m « luSi 5f! Gf'ivik^rt Perfoon komende in de plaatfe van een, die met gepnnhgeert is, kan z.ch niet behelpen met het Privilegie, 't welk hem en re Sr dS ,T rT^IC1'Coon C0^Peteert. DD. «d /. Sf J/c " £' *jG* gfo/. fif -DD. «* f. 8. ft intra. in fin. ad verba, t&^l^ M non mmier.pec. l.fubprztextu. 4. C. dehceredit. act. Panorm £ clo extr, L mintegr.reftit Onbejaarde Kinderen, Weduwen, Weezn, en andre MferaÈ perfoonen hebben, uit kracht van het achtfte Art. der1 tó^SË^CT Holland , voorhaaren competenten Rechter den Juge Provinciaal • doch ?tSS Privilegie heeft geene plaatfe in zaaken, daar'aan de W-hreve^ Arfoonen komen by franfport of Cesfie, naar uitwyzen het mS^SRS^Si öe op de voorzeide Inftr. het r. Art. van de Ordin. ^S^t ëe plenius mfira. * X ■ 1 zr. ■ >H ? XXVII. Eer ik de Privilegiën uit de hand legge, zo wil ik een weinig rfer by voegen van derzelver «O^rtt**, Interpretatie Allegatie] RevoZtiTlhus fiie, en diergelyke toevallen. -"-^«we, is gebruikende: Wy geven, gunnen, verleenen, voorOns, onzen Erven, Nakomelingen en Succesfieurs, welke den Onderzaten fchynen te remitteren de noodzlakelykheid van eenige Nieuwe Confirmatie te verzoeken, zo is nochtans de Couftume, de Confirmatie altyd van den nieuwenPrins te vorderen, alzo 't geene in dezen by overvloed gefchied niet kan hinderlyk zyn. Voor exempel: Florentius de V. Graaf van Hollend, &c. heeft die van Dordrecht in 't Jaar cip cc xxcvi. Septemb. xiv. en cn cc xc. in April geconfirmeert alle Privilegiën, die de goede en getrouwe Inwoonderen verkregen hadden van zyne Voorzaten Graven van Holland, voornamelyk van zyn Vader Gulielmo II. Roomfch Koning, 't Zelve hebben gedaan Guilielmus IV. anno cid ccc Aiv. in Ociober ; Margareta cm ccc xlvr. den laatlten April, en den eerften Augufti; Guilielmus V. anno cm ccc-xlvni. den xxvni. Martii, en xvi. April; Jlbertus, anno cm ccc xl. den xni. Mey; Jacoba, anno cm cccxi'x. den xiv. Febr. &c. XXX- Speciale Confirmatie ( dewelke kan genoemd worden Renovatie) is. als eei nieuw Prins, een z.eker en byzonder Privilegie (welkers kracht door verlo>p des Tyds, of anderzinty vergaan of vervallen was) beveiligt en ver»* nieuwt: zonder regard te nemen op eenige andere. Het « °q Zco ismetmsde OJlme fcfV.] Hieromtrent is door den Heer van de . vVacl vt notis op'de Havdv. van Dord. i. D. pag. 107. zeer naauwkcurig aangemerkt, dat zedert den tyd van Graaf Ia» van Henegouwen het eene ftandvaftige gewoonte wierd, dat de Graven van Holland, bv het aanvaarden der Regeeringe, de Privilegiën en Voorregten der Steden bv opene Brieven beveftigden; dog. dat, geduurende het bewind der Graaven uit het eeïfte damhuis, men van diergelyke beveftiging by het aanvaarden der Regeeringe geene voorbe iden vind, maar wel van zulke Brieven, (waarmede men de voonge met verwarren moet,-) v aar by de Graaven < eenige nieuwe voorregten fchemcendc, te gelyk de Pïivilepien hunner Voorzaten beveiligden-, waar toe hy zig beroept op twee Voorbeelden, door Mfpu'a alhier .aangehaalt, te weten de Handvejtcn van Graaf Flor,s den k. aan de Sfad >■ -«ranch gegeven den 14. September 1284. en-half April 1290 Terwyl hy alleen zulke Hahdvoften bedoeld; welke, door de Graven, by hunne inhuldiging, afzonderlyk ten dien einde eeaeven wierden. Ook is deze kundige Schryver van gedagteu, dat de Steden, nahet "eindigen der Regering uit het Hollandfche Huys, eerft het vermogen bezeten liabbep pm den Grave zekere Voorwaarden, welke hy onderteekenen moeft, voor te Icls? waar van men de reden -aldaar wvders vind aangeteekend, • V :')/'. tnftersints vergaan of vervallen was.] Om deze reden wierd ook, geduurende tofcraaflY^-fcepeertn»*, eenjpeciaale confirmatie of .vernieuwing van eemg byzonder Prm* laaie iraoidiir-eeoordeefd, wanneer het oorfpronkelyke Handveft vernuft was;..ja, t geen no- verder.; 'i.v, ingeval het zegel-daar van was afgebroken; dewyl men begreep , dat de kn a 'er Privilegiën in de voorzeyde gevallen ophield: gelyk de Heer van de Walc zeer wei hVfi aaug 'merkt, en, teffens met voorbeelden beveftigi m .zyne .Aanteeg op. ie. Mandv. van Dord. 2. D. pag. 244. /ej. .  TITULUS IV. C AP. I I I. £ Het Priv&gfe van (27) heeft beginnen te genieten de S;ade Dordrecht (op dat deeze ons ook alhier dienc voor een exempel) vborecniee hondert Jaaren , gelykervvys zulks blykt uit de Privilegiën en Handvefisn, tot dien einde verkregen; voornamelyk van Johan, Grave van Holland, van Zeeland, en Heer van Friesland, mitsgaders' Jan van ^/««. Grave van Henegouwen, van date des Vrydags na Allerheiligen,in 't Jaar ons Heeren cm cc xcix. waar op ge volgt is 't geene deezen aangaande geoftroyeert is van Graaf Willem de / lerde , Grave van Henegouwen ^ van Holland, Rc. in den Jaare cm ceexhv. by navolgende Princen- niet alleen beveiligt, maar ook zeer verrykt en vermeerderd; gelvk zulks uit de Privilegiën zelve genoegzaam kan afgenomen worden: als vmMargareta, date den xxx. July cm ccc xlvi; van Dezelve, date den vrj Martn, cm ccc l. van Willem, Hertog van Wen, Grave van Hol* land, p. date Mey xv en Juny xxv.t!. des Jaars cm ccc lv. van Hertog Alhrecht, zo Ruwaard, date Saturdag na Paasfchen, cro ccc lxix. en des Heit iige kruis-avond Exaltat. cm ccc Lxxru. als naa zynes Broeders overlvden, Srnv«?7/ ^Januario ™CCC XClIr' na den l0°P des Hofs van Holland' van Willem, Grave van Ooftervmd , des voorgedagten Hertoes. Zoone , date des Dingsdaags .na 5. mors dag cm m xciv. van Karei den Vde. Keizer van Hoornen, date den. xviii. Oftobr. des Jaars cm m xl XXXI. Aangaande de Interpretatie, dezelve pleeg de Privilegies te extende- ren ' &ff Stapel-Recht^ Vide in 't Groot Placaat Boek, het derde deel, derde boek, tit.8'. §. 30. Stapel-recht.] Dit recht, voóraamelyk aan de Stad Dordrecht vrp-untv. wnr,) Ar>«i zer voTeen^efohr^^1, H^rfv- ™ w ^ Öfflïf g zer voegen befchreven, „ datzmks een voorregt zv, uvt kra°t van 'twelk llWrfiS „ goederen en KooPmanfchappen, komende uit Lande.' eff Ph b ^ " S „van Dordrecht-gelegen, en de Lek en de Mcrwede neêrgebragtWordende binnen 4 ïw£ T Mark£ m0eten kome»"- Onder de Privilegiën, nopen' SSW» Dordrecht gegeven , word door Merula zeer wel als het oadfte oJSeiii een H^d veftvanjan Grave van Holland, en Jan van hennes, Grave van HenZïwln vin den 6 No TrM2^- deWyï a3n dit Pnviicgie I^rDordfche Stapel-rem voor oWfpronJ fchvï ^^SS^S^^ by <** ?d^e dienften, en tot^ffl de°r S Mcnvpdn nf 1 iDordrecht gcfielt tot een abgemeene Markt van allerlev goederen, de Merwede of-Lek nederkómende, met verbod aan de Tollenaars vart Geervliet en Strier Z™' T eemgC Va'Vde V°°rby vaarcnde SchePen te Ia«n pasfecren, ten men kóndê riordrechlt SekoS"e zyn: wanrom dan ook door BhSeSSS Regeeiders van Dordrecht in zekere Procedures, door hen tegen Bui-cmer fteren Sche ce,,Ti^?aadt e3" Schooilhove," ^oerd, (biykens de l£ V^n 4hv ,geiP° ,ert dat " tfun*«mcm: van dezelve Stapelc was geléytin den Taare % 5" y7Tey rlJP ' rrav,g Vrf H0]la'ld' Jan va,r Av™' Gr*ve van Hcné'lou-- C v»,',i ri Pl^-B' 5de °- pag- 57°' Terwvl vvydcrs ovër deii oorfprong en voortSü* ^ verdienen te worden nagezien v. d. Wall rf. I. pag. tot: en Öd F^*^^*5^W; a!*'mede'de frave D^Wan den Heer Lo/eda^s 2 ORÓo¥rf*°^eA./e' ^etf?5' en ^ct verlland' der Privilegiën'vinden'wy by H.' de reien voor "en.£i £,£ 2" Cfl^ l8- *** »• 4- en ZJfM 3. ÊSp. 21. §.14. nveeRc- S Segffi&W d'e verdienen in acht geflomeii te worden ; eerftelyk, dat men de ' «m gSen fcrS^'VeriSfaÊ? d3t ze iets buiten'of boven 't gemcene Bft geven, dewyl dezelve anders geheel onnut zouden wezen; en-rw tweeden* dat ih? H 3 dien -  Vj3d°fciiLo:i-/ ir ■ i'. Cn ' ' ' Prins vergoeding.eiog.taus, iB^&^&^^^fe^ de publicque utiliteit, met den (.zegt ) dat 'er ook BitfewSSSfan*£L »L * 5f°^ H 5' 7- Ten tweeWegnemen, waaraan K^|de2?VÏ^^^?tt, f6" ^ *» Zekere wet zyn; en dat men daaromtrent b'MmÊ^W^^1 iSFfeW hebbcn' ^rbonden foonen, wien dezelve vSffiff Xlfö^EfW zoodatll3c Privilegiën aan de pet> W 't eerfte geval toSffiSS Vorft'n !Pïfe& C$atlaö' of ^ worden, om dat dezelve een verbienïif^00?^?. ar''W1elgevaJ,en niet verbroken Contra^ met fegS^ cea 2. Dog 11 't laatfte vcval indien ^v,.r^'ü • -i • Zlc DE'Groot.a;/. s. 6. tra* aan eenige Uö'aM^lll gfj* $P voorafgaande fe£ worden; om dat, gelvk!de Wet in 'tit m™ f P. °?T ' kunn=n zy herroepen herfteld Lr, worden\ iMv^jlaSS^ÜS^S; T\™ H weder lyk ook weder kan herfteld Zynde' to'n**- gever. Welke diftinffle ons vry béter^ bS^5 J|,n h 7g TT?r^n is «gen den Welgemaakt, tusfehen Privilegiën, Ifit&m^' *W by M™ fep; geene voldoende reden te geven, SKÏiSf T^r' a's zynde cn regt zouden genieten, als ]^ettoSlSSï?ÏÏ^ * meer zekerheid m dit zyn .gevoelen met .rond word, SffiiES , ? °"ï dle reden 0134:0 Schryver C0?i/?. /W, v. 21. . De W cdTv™ ° n?Z d°0r den Prof- V«£T "dtit. ff lie de Privilegiën, door tWVSmSFmSSfi ecrt, ^'"'ï geregtigt ii fom geen plaats hepben, vollens, dc leer vau GrÖot SSStllT^* kan by 0ns Graven van Holland, ieder voor ^S^^'^;; * V^f' * 24' aIzo° d<= ren zweercn,..de oude Rechten, Plandveften^n Priv^of f ™1 hent.Land hcbbcn ^ •Steden, en de gemeenc Landen van Holland cn vlfeL^" d° goede .gegeven by. hunne Voorvaderen, OfavSffiiSÈS?Suï ^W» 1 ver!eend°ende «MM An «Sm?do?r Si Sfii^LSffi1* Ec,dt 3,200 * * Cra-cn gc I™ wfs ' .«ar * We.™ ^^^^^KtoST^r bC"">'i '' van dc 0->ah. der Hatav Retntb' Can ™ Vn ^ 1- , y DE Groot m zyn TraClait waar uit de Groot v^rvoljc'ns' a°SS? tciT^T *? lv*^ G«- P<* 85 conditiën en voorwaarden, die c „!t w '1 W? deze Wetten waren de magt hadden, om zig zeiven van de vooSe ^«elt^ntWna?^ gCC11 de Groot,.op de aangehaalde plaats van zvnc h °" nden' Egter worden by veften: of Privilegiën, gegeven W^Ss^^4^^^ «'fp^ndert de Handoordcci van Mieris in zyn Charterb. * DeH Z ïo- dol 1 I n*Tm}cB™, volgens het t ahen tyde kunnen herfoepen worden " nie^enftnS Jt °PVQlgers van de Gevers •altoos, doorVorften die inmsfphrn nicttc,pn llaude ze zelfs meer dan eens, vooreen ander hegrih hi de Heéï vll Z hebbcn' bevefti^ moS^n zyn. DoJva, tV. iét. die Me'roTnnent onde^mekl Sïakt % W * ^ ™ O^SIS cerfte geval, wanneer zê aoiSSIföÏÏtSëltn ^ ^' Nak°™1^™- M het feragugt, en door zvnc ^r^SÏeS^Sn E"1*-?' Zynen dood bcmmmermeer wordeninïe»SrenMS^S^ VOlgens 55vn ««rdeeJ, hv) aan den Vorft niet durven betwften Terwv d/r' Z° 1 hy dif Czegt chyncn geftaan te hebben veiW^Win ,i,r > '-i deTGrav'cn zelve ook in dat begrip keurig in agt nemen ' tS Zy m verfcheiden Handvcftcn dit onderfchcid naaÜw-  '64 L l B E R 1 Prins dusdanige Privilegiën , by hem of zyne Predecesfeurs den Onderzaten verleend en gegeten, mag revoceren en van onwaarde verklaren; word by ons dilb'n&elyk geantwoord. ■„■.„-,. ,. Dat Revocatie of Wederroeping geen plaats heeft in gevalle de Perfoon, dien het Privilegie verleend is, den Prins, die't verleend heeft, voor geen OverHeer is kennende. Want Privilegie, by den Prins verleend, aan een UitJheemfch, Vreemdeling en geen Onderdaan zynde, moet niet gehouden worden en bekend als een Privilegie, maar als een Contract. Nu is 't zeeker en -buiten allen twyfel, dat de Prins contracterende zich ook verobligeert en verbind : alwaar 't ook dat hy met de minfte en flechtfte van de waereld te doen badde. Want hy alhier aantrekt de Perfoon van een particulier menfch: Felinus in c. novit. extra, de J.udic. apud quem vide noyem, contra quce dixi, Limita■tiones. Vide huc c. i.% ex parte, de -concef}'. prah. in vi. DD. ad l. 38. qui abfenti. in princ. D de adquir. poff.lnnoc. in c. novit. extra de Judic. in. verf. Tlteodofius, & in c dileStus. in addit. de tempor..ord. Hoftienf. infummam de Privileg. § qualiter. Dan indien de Prins of de Hooge Overheid H Privilegie verleend heeft aan zyne Onderzaten: zo ftaat .te confidereren, of eenige groote en ge wichtige Oorzaak of eenige fpecie van ContracT: den Prins .daar toe geïnduceert en geport heeft, of niet: 't welk men. lichtelyk uit de aanradende oorzaake, die gemeenlyk in de Voorreden word uitgedrukt, zabkonnen afnemen. Want in°evalle de Onderzaten haarcn Prins groote oorzaak en goede redenen hebben gegeven, om zulk Privilegie van hem ,te verwerven., als .daar voor eenige Extraordinaire Beden en Subventien (gelykerwys gementioneerd Haat in 't Privilegie den Staten van. Holland , &c. verleend by Karolus V. den vu Mey cio ro lv. van geen Uitgebot-enen tot Officien te admitteren in Holland) hem hebbende doen genieten: zo behoord de Prins zulk Privilegie, 't zy 't zelve gegeven is by hem of by zyne Voorzaten, niet te wederroepen of breeken. Want by in dat cas uit krachte van Contraór. aan zyne Onderzaten is verbonden: Baldus in l. quife patris. idt. C. unde Lïberi. Abbas in c. 2. de Jurejurando. Doch •alhier word de Prins revocerende gehoord, indien hy zyne Onderzaten kan overwinnen van Ondankbaarheid , of van eenig Delift tegen- -zyn Perfoon geperpetreert , ia gemachineert: Ludovicus Romanus Singul. cccclvi 1. per l Titius' puerum 3. D- de obfeq. Parent. & Patr. prceft. ubl Liberius proper ingratitudinem a Patrono in feryitutem retrahitur , etiam dato pro inanuinijfione pretio. ' _ Indien H Privilegie procedeert uit eene finguliere cn naakte gratie, gunlte, en welgenegentheid des Prince tot zyne Onderzaten (van welker getal wy achten meelt alle de Privilegiën, die de Prins verleend in zyne Inauguratie of blyde Inkomfte) zo zullen wy deeze Subdiftinétie gebruiken: Ingevalle alzulke Privilegiën by den Overledenen Prins verleend en gegeven, ftrekken tot groot nadeel, hinder en prejudicie van de vSouverainiteit en Hooge Overheid, zo mag de fuccederende Prins dezelve Privilegiën revoceeren, casfeeren en nul of van onwaarde verklaren: c. intellecto extra, de jurejurando R ibi D D ut & ad c. paftoralis. extr. de donationib. D D. ad Novell, vu. cap. 11. §. 1. Reden van ?t geene gezegd is, word geallegëert in d. c. intelletto. Want nademaal een Prins gehouden is in zyne Inauguratie te zweeren, dat hy de Landen met al derzelve ** toebe-  TITU.TLUS IV. CAP. III. $ toebehooren wel en getrouwelyk zal bewaaren,- zonder dezelve te vertoorn verminderen, vervreemden, noch in geenerbande manieren dvérgeeverj, noc! dier weerloos worden ('t welk dikwyls gefchiedt door 't verleenen van PrV'*gien) ten zy by wil en goeddunken van zvnen Raade en Steden- ( VU» Pr li leg Joannis Ducis Lotharingice, Rc. Comitis Hollandice, mini ao cccc xx" hebr. uit. Bald. m c. i <§ i verf. qucero an Dominus quo tempore miles, Rc.'in gmerak in r qfi de Feud. fuer. controverf. Hoftienf. in c. delecti. de major R obed. Paull de Caftro. conf. lxxvi. quia fruftra. Oldrad. conf. xcu. Rexhabuit Alex.inl.prohibere 3. §. plan, 4. D. quod vi aut dam. Felin. in c ad aulSn nam de pmfcnpt ) zo is t onbehoorlyk, dat onder zodanigen Eed, niet zoude begrepen zyn de Revocatie van alle onbillyke Gefchenken, en Beneficiën: waar int de Souverainiteit bekomen heeft, .of zoude met verloop des tyds wogen bekomen groote fchade en onvenvinnelyk intereft. Deeze oorzaak alleen beeft KarolumF. gemoveert t Privilegie van Vrouwe Maria, de auctoriteit van de Hooge Overheid grootelyks infrmgerende, zo weinig, janiet, te achten '70a gende, dat het zelve al te zeer naar de humeurig der Vrouwen fmaakte Maar indien het nadeel, dat daar uit gereezen , 0? ui de verleende^ Privilegiën zoude mogen ryzen, niet zo groot is: zo behoord Revocatie of Laftatie geen plaats te hebben. Want een kleine Gifte of Donatie is den Prins met verboden, principalyk indien dezelve gefchied ten re *™ een tweede Prt * ' vilegk  66 L I B E R 1: vilegie van 't eerfte raéntie maakende, of ook niet maakende, indien't eerfté Generaal was , het tweede Speciaal: %$> ?• 2- Per totum c- veniens. de prafcript. . R ibi notata. XXXIV. Wat Renunciatie concerneert, een icgelyk mag renuncieren en arftand doen van 't Privilegium hem vergund: c fi diligenti, de fiere compet l. fi quis C. de pactis. Eft enim Privilegium jus alicui adquifitum, cui qui adyuifivit, renunciare licet: l. fi Judex 4 - . D. de Minor l. pactum 46. D de pactis r & continet ejus qui imperavit commoda, quorum admittitur Renunciatio. Ferdinandus Vasquius Illufir. quceft. 1. c. xlu. num. 6 multa ibi alkgans. In multis tarnen Renunciatio nullarum eft virium, jufque noftrum nobis etiam rmunciantibus R invitis confiervatur. Colligunt illa prester aliós Sebaftianns Medices trafo de confervanda poffefi\ gloff. 11. part. m. num 132. R Mafiuerius Tit. xxx. de Obligat. R Renunciat. inter alia, quando Renunciatio prceberet alt er i occafionem delinquendi' l. fi unus 27. §. paüa D- de pattis. Illud autem notandum, fimplicem Priyilegiorum Renunciationem non producendam efi'e ad fiutura Privilegia. I. qui autem. in princ. D fi quis caution. t. fi ita, D. de aur. R arg. legat. Legend. Schurft. Ctntur. Mi. Confil. lxxxvii. num 12. circa finem. Huc faciunt qncefcribit An- dreas Tiraquellus de utroque retraüu §. 1. Gloft'. 9. numero 124. circa finem. Vide tarnen notata in l. 1. C. de paüis. XXXV. Van Derogatie, in gevalle Privilegiën zyn verfcheiden en on?elyk, zo word 't fterkile altyd geprefereert het krankfte. Potentius, debiliori: Caccialupus in l. omnes populi num- 22. D. de Jufiit. R Jur. Alioqui Privilegiatu-s nonutitur Privilegie contra Privikgiatum: Hppolytus de Marfiliis Sing. xcvin. Robcrlus Maranta parte iv. in v. Judiciorum Diftintt. num. 34. qui alios ibi DD. alhgant. Ideoque minor contra minomn non reftituitur: 1. verum 11. §. 6. item... D. de Minoribus. , . . Gn den xi. Juny Qnobilis hic per Privilegia: Dies) in tien Jaare cm ccccln. is by Hertog Philips, ten verzoeke van de Heeren Staten van Holland, geëmamaneert eene Ordonnantie, Dat, indien namaals by hem eenige Brieven of Mandementen uitgegeven wierden contrarie den Rechten, Privilegiën of Vryheden van den Lande of goede Steden, zulks te kennen gegeven zoude worden den Stadhouder ■ en Raad der zeiver Landen, om daar in te voorzien, alzo van reden behooren zoude. Beloovende, by alzo de voorfchreven Stadhouder en Raad daar in niet voorzagen, daar op alzo te voorzien* of by den Groeten Raad te doen voorzien, dat de Landen en Steden in haare Vryheid niet verkort worden. Staat geregiltreert in 't derde Memoriaal-Boek van Joan de Jonge, Folio xxxiv. De Staten van Holland hebben ook in den Jaare cm 10 lxu. Aug. xvn. verkregen een O&roi, Dat die van den Grooten Rade, noch Raden van Holland geene Provifien van Mandamenten Poenaal of op peine fiadhoudende, noch andere Mandamenten met de Claufule van Inhibitie, zouden mogen decemeren tegens eenige Privilegiën van Steden op 'fftuk van de Policie van den Lande van Holland; zonder eerft ie Requefte tot dien einde geprefenteert, gecommuniceert te hebben, den geenen, die. I 35, Dat indien namaals feft.] Meerdere Privilegiën van gelyken aart zyn te vinden fade.Regtsg. Qbferv, ever de Groqt's Meid, i.D. Obj. 5,  T I T U I ü S IV. C A P. I I X 6r die zulks aangaat, Nifi cauffam, '&c. Geregiltreert in 't tweede MemoriaalBoek van Bert. Ernft, Folio clxxrx. verfo. i X?KVuK Die,ee" andei' % Zln PrlvUeSie turbeert, 't zelve violerende of brekende behoord met ongeftraft te blyven in de zyne: Glo(]\ in e. dilecti filii ^ntfm^''^^C'?^-'S^ul' " CXCV' D??ZC ™ Inbreuk ge- fch.cdmede, als iemand eenige Waaren verkoopt tegens 't Privilegie 't welk een ander tot dezelve alleen te verknopen, fpecialyk verken heeft: DD in c. fignificante. de appellat. Ripa in c. cum Ecclefia. de eau ff. poffeff. & Proür num^.DeciusConfil. cc lxxi. num. n. Rolandus Confil.Vnl£?o. SbTu f-iïZtV^ Turbatlfe.fP^ nos inter principes Urbes maxima* contentiones , b immonales htes; quce factie erumperent in bella plufiquam Civilia, nifi ea, in £1 S S TT™ fï' De Ma *§M#*S. materia vide 0 denderpium, lumen Junfprudentice, m Libro, quem in hanc rem erudite fcripfit. CAPITTEL IV. I. Die van den Provincialen Raade mo- \ gen difponeren op H ftuk van de Style. I [a] Ordonnantiën] Het Hof maakt onder' anderen ook Ordonnantiën iegens Pasquilicn-, verboden Spelen; Straatfchenderyen; beitelen en bcrooven van tuinen en boomgaarden ; op het ftuk van de Wiidernisfen • op de Zeevonden, enz. kan^efwegemfd^ P"vi,!efie Seturbeerd wordende, •een Mandament vm EI !^ ? filu voorzien, en wel fpeciaal door 't vragen van SS SbV^M^^^ Hoogen Raad. gelyk dit te meermaalen niet een boeuen tutna0 is gefchied, zoo als getuigt word by Voet ad tit. ff, de conft, Princ. n. 26. I 2 I. Tnzulker voegen word ons gemaakt en voorgefchreven ons 'Landrecht by de X Hooge Overheid: nu dien om zulks ook te doen van dezelve macht Lr gund ts, zyn de Heeren Stadhouder, Prefident, en Raaden Deeïïlebbïi; macht en autoriteit, -Ordonnantiën [«] en Aften re maaken op 't ftuk vanden Style en anders, dienende tot expeditie en vorderinge van de Procesftn tot pumtie van abuizen of excesfen, die gecommitteert zouden konnen worden bv den Griffier Advocaten, Procureurs en haare Klerken, by de Demwaarders en andere hen in zaaken van de Juftitie en Rechts-handelinge ocSSJerende Want zy daar toe van allen tyden geprivilegeert zyn.. Al lulke Aclen zvn veele geregiltreert in de Memoriaal-Boeken , gelykerwys hier na, als wy zuflen de!■ «rblylent"™™™™11 *oced^n voor den Provincialen RaJ, bre? H. Wat zy in 't ftuk van Ordonnantiën doen boven 't geene gezegd is - worden zy verftaan te doen van wegen en uit naam van de Hooge Overheid Want de Pnns van den Lande mag niet alleen by zich zeiven, maar ook door andere Gecommitteerden,Ordonnantiën tot welvaren van zyne Onderzaten maf ken 2. Per Mum quod facie, ipfe facëre videor.  dS L I B E R I. ken en uitgeven: D D. ad Prafat.Decretal. Overmids geen groot onderfch'eid is, of iets door een ander, by mynen wil, weten, conlènt en goeddunken gedaan en uitgericht wordt; of dat ik zulks zelfs doe zonder iemands bulye daar toe te nemen of te verzoeken: D D. ad l. 4. fiMofamilïas *C de Jure Dcliber. Vide huc Bald. inl. nulli C. de Sent. R hiterloc omn. JvAic CAPITTEL V. Tan 't effeót van Piacaaten , Ordonnantiën, Privilegiën,. en het gevolg van dien. j. De Ordonnantie verbind niemand voor de Publicatie. 5. Ook niet d'en wetenden. 3, Plaatfen, daar men gewoon is Publicatie te doen. 4. EfftUen van de Publicatie. 5- Oueftie, °f (}e Prins is gronden aan eenige Wetten. 6. Opinie der geener- die de Negative fi 'fineren. 7. - Hoogfte machtfichenders: 8/ Meeninge der geener, die hen houden aan (C'Affirmative. 9. De Prins fichynd^vry te zyn-van de Wetten. 10. Kracht -van liet woordehen Schynd. 11. Geen ding den Prins zo eigen als vaar de Wetten te leven. 12. Den Wetten Gehoprzaamen baard Gelukkig Heerfchen. 13. De Wetten zyn boven den Prins. 'ƒ4. Den Prins min toegelaten dan ge- meenen Luiden. X5. De Prins moet hem niet te zeer verheffen boven zyne Onderzaten- 16. Reclitvaerdigheit de yoornaamfte Diiigd eenes Prince. 1 r. Hoe hy de zelve zal mainteneren. 28^ Opinie der geener, die *Tvoorzeide Axioma limiteren.' te, Bewysredenen, op welke de. Negative gefondeerd word, 20. De Machtigfle Prins is die hem zeiven kan. bedwingen en eene Wet fiellen. 21. Een ieder is gehouden goed te doen. 22. Een Prins moet de Wetten, die iiy 'gèfi'eïd heeft,- onderhouden. 23. De Confidentie van een ieder wil onbedwongen zyn. 24. Minder is niet boven zyn meerder. 25. Qjiefiie, of de Prins heerfcht over het Volk , oft Volk over den Prins. 26. Efficiens pot lor Ejfetto. 27. De Prins van het Volk aangenomen, doet niet dan uit den name des ■ Volks. 28. Het Volk field de Wetten door den Prins. 29. De Prins overleden zynde, behouden evenwel de Wetten haare kracht. 30. Waarom de Piacaaten des Princen naamen dragen. 31. Oorzaak van Magifiraten te kiezen. 32. Dat de Prins doet, dat doet het folk. 33. De Prins is een Lidmaat des Volks. 34. Pars non eft potior fiuo Toto. 35. Sterkfte Magt en Krankfte Wil.om die magt te gebruiken, moeten vergezelfchapt zyn. 36. Eens perfoons Wélgevallen. 37. Geen Wetten onderworpen te zyn., is Tiranny. ■ a-8. Niet  T I T U L U S IV. C A P. v. m 3"8. Niet hoe-veel, maar hoe verre iets toegelaten is te zien. 39. Claufula: Want Ons alzo belieft. 40. De Magiftraat moet wel behertu gen 't Welvaren harcr Onderzaten. J- tToewel de Ordonnantiën behoorlyk en naar vereifch der zaaken , by da J_ ± Hooge Overheid of van wegen de zelve gemaakt zyn, zo konnen nochtans dezelve den Onderzaten niet bekend zyn, en ma? een icgelyk daar van ignorantie en onwetenfehap pretenderen, zo lang die binnen de Steden en andere plaatlen, daar men gewoonlyk is Publicatie te doen, by gezwoore Ex- §. 1 & _?. Publicatie Ê?c] Dat in wclgefteldc R'egeerihgcn de Wetten altyd ordentelyk gepubkcetird; en met duidelyke letteren aangeplakt moeten worden , zoodanig dat niemand door dc Wet, dan na dc publicatie verbonden word, al had hy geweetm , dat ze gemaakt was, en in 't kort gepubliceert zou worden; zulks word , behalvcn by meer anderen, ook geleerd by Mauricius Regtsgel. Uytfpam. 2. ü. Ca». 7. pig.m. eg Eeter is door voornaame Regtsgeleerden reeds overlang aangemerkt, dat hieromtrent eenig onderlcheid moet gemaakt worden: te weten, dat de pmlicatie alleen noodig is in zaaken, waar van ieder een van de Gemeente notitie moet hebben, ais zyn • generaals geboden en verboden; maar. dat voor 't overige alle Bevoelen van de Hooge Overheid, met de natuurlyke.regten met ftrydende , by de Officieren en de Onderzaaten moeten geóbedieert worden, t zy dezelve tot hunne kënnisfe köraeh door Infinuatie of Publicatie, en dat ook op gelyke wyze , zoo wanneer een Collegie met eenig- zaaken werd belaft, of daar van ontlaft, het genoeg is, dat aan zoodanig Collegie fuffifante notificatie word gedaan van t bevel van den Souvcrain; en dat om die reden de Hoven van Tufiitie behouden zvn 7Jig te reguleeren, met alleen naar gepubliceerde Piacaaten, maar ook naar de Refolutien van dc Staaten. Zie dc notable Deduftie nopens 't Recht de Steden competeerende in cas van ?ilduatuure, ,n de Holl. Cons. ». D. Conf. 22C. No. -.2, 33, 34 en ic6. en H. de Groot £L log tap. j2. pag. i28 alwaar hy aanteekent, dat by dc Vergadering van Holland, ten tydc ïan t nemen der Rejolutie van den 10. Septemb. 1591. is verftaan, dat de Refolutien over 't Regt van Judicatuure, aan dc Collegien van Juftitie zynde genotificeerd, zoo veel kran hebben als de Piacaaten. Waaromtrent hrcedcr konnen nagezien werden de wederzvd' fche M.sfivens, welke door de Hoven van Juftitie en. de Staaten van Holland in deTaa-' ren 1591 cn 1593. over die materie zyn gcwisfelt, te vinden by Bort van Crimin. Z«*F KÓo» KforT'p' Pi * r^h Ja ZeIfs zyn dc cólIeSic!1 «r Admiraliteit gclaft, haar Hoog Mog .Refolutien te refpecldren, zonder fpeciaale aanfchryviög of.toezfndiiw van dezelve. Zie de Refolutte van de Maten Generaal van V.-Jidy ij28 in 't Gr Pl B°6 D pag. 1330 En van't zelve begrip zyn ook de Staten van Holland nog maar VeimVe iaai ren geleden geweeft; want offchoon het Hofby deszclfs Bcrigt aan de Staaten van Én fff JXovemt? 1.740. m dc zaake van Jacob Volrath, qq. tegen Bewindhebberen van de O i Compagnie heeft gepofeert, datin hunne Griffie, fchoou daar naar gezögt zyntfe, niet wierd revonden, .dat haar Ed. Gr. Mog. ooit het Hof zouden hebben aangeschreven, om zig te reguleren naar de Rcfolutie of het Octroy, door de Staten van Holland aan de O. I Con^ pagnic verleend op den 9. Mey 167.!. of daar jegens geene Prnvifien van Tuftitie te verKenen, zoó heboen dc Staten cgter by derzelver' Rejolutie van den 22. 7«;;y 17^1 verftam dat t Hof verphgt was, zig naar het voorfz. Oclroy te reguleren , cn mitsdien 'het zelvé en hnf;g flCIeU 'r om £e nVcc Maïidamenten, daar by vermeld, in te trekken cn te fte'n nie el. Öh Ja 2eIfs' datop ge,ykc wyzc 00k de Refolutien van den Souverain in fn ^vVgCV3l!e,? gnomen, aan andere ingezetenen dienen voor een Wet, om zf* Sr»»i «f« £e l^l6" daar "aar te regLlicrc"> blykt ons uit een Refolutte van de Staten GeZlh ,« a" Müart I74C' cn uit ccn "an de Staten van'Holland van den n Set- 1 1 „I/5j" ,Mf? ^ege hier by van Zurck Cod. Bat. voce Wethouders §. 6. 11. 1 En dek m\\ en vervalt hier door, naar ons begrip, het geen men vind aangeteekend door den 1-3- Pr*fi-  f0 V I B E R t. Explotöiers, van wegen de Hooge Overheid, naa voorgaande Klokflag, den voornoemden Onderzaten niet zyn verkondigt en voorgedragen: Novell, lkyi. in Pree fat in fin. uU D D. • •. II Ta de Publicatie heeft die kracht, dat een Ongepubliceerde Ordonnantie ook den geenen, die wel en volkomelyk willen, dat dezelve gemaakt was, niet en zoude konnen verbinden: Bald. in l. i. §. fin. de Cad. toll. III De C 28 ) Publicatie (als wy ten deele cap. ir. verfi 41. by occafie van de ontleedinge der Piacaaten gezegd hebben) van alle de Ordonnantiën, by of van wegen de Hooge Overheid gemaakt, word gemeenlyk in alle Steden van Holland: zo Kleine als Groote; ook in de Dorpen, die Stads Privilegiën hebben- als'sHage, 's Gravezande, Groote Broek, en diergelyke: Q. jubemus pen. C. de defenfiorib. Civitat. I. uit. §• 5- C- de delatorib. Novell, cxx. cap. vr. §_2. verf. pofiquam; & clxiv. inEpilogo: ubi plene Dotteres de Locis, in quibus Publicationes faciendce) gedaan by gezwooren Deurwaarders van den Hove van Holland- de welke Copye of uitfehrift laten ineen ieder quartier, daar de Publicatie gedaan is, daaronder Hellende den dag en het Jaar van dezelve, met onderteekeninge haarer naamen. Hoe verre nu dusdanige Copyen en Atlchnt,ten behooren gelooft te worden, vide D D. in Authent. Si quis in ahquo, U de edendo; èf in l. publicati C. de Teftam. . , , , ^ , IV Het effect van zodanige Verkondiginge is, dat een ïegelyk aan de ■Ordonnantie' verobligeert is en verbonden, en dat de Overtreders vallen in de Poenen en Straffen daar in begrepen: en worden den meelten tyd niet gehoort, alle- gerende, (28) Publicatie] Nov. 165. cf ibi D D. Zulks Comclis Andriefz, tot Katwyk op den 3. Tanuary 1600. overleden zynde, achterlatende zyne Moeder, die voigens 't Placaat op 'tituk van dc fuccefficn ab mtejloto in dato den 18. December 1599- cn zulks zo korts daar voor gemaakt, gercchtigt was, of moede fuccederen, en eenige Vrienden van Vaders zyde, die volgens de Politykc Ordonnantie zyne Erfgenamen waren, isby Sententie van den Hove van Holland, m dato den 8. February 1602. dc Moeder haren eifch ontzeid, en de Vaderlyke Vrien¬ den des Ovcrledens Erffenisfe toegewezen,, uit oorzaake dat ten tyde van zyn Ovcrlyden , 't voorfz. Placaat noch niet was gepubliccert, welke Sententie by den Hoogen Raade op den 25. September ü'03. is gcapprobeert; 't zelve is mede by den Hoogen Raad verftaan op den 23. Juny 1621. in een zaak in den Lande van Voorne voorgevallen, meer dan 30. Jaaren na dato van 't emaneren van de voorfz. Ordonnantie, ut videre efl apud Cooren Obf. t. Kinschot refp. 40. Groeneweg. de L. L. abrogat. in l. uit. ff. de decret. ab. ord. faciend. fcf in Nov. 66. cap. i. Prsfident v±N Byvkersiioek (X J. Priv. L. 3. C. 2. pan. 371. m fin. alwaar hy fchryft, dat hit no° niet genoeg blvkt, ofde Refolutien van de Staaten, die met gepubliceerd worden, zoo wel als de Piacaaten, die weercldkundig gemaakt worden, gezag in rechten hCsb4U' niet zehoord ffe.1 Egtcr kunnen 'er gevallen zyn, waar in zommige perfoonen, een wet niet betragtende, waarvan zv buiten hun fchuld onkundig zyn, na dat dezelve al gepubliceerd, en een genocgzaamen tyd, om 'er kënnisfe van te krygen, ventreken was, daaromtrent dan ook verfchoont worden; dewyl iemands onkunde van de Wet, indien ze onvermcidelvk is, hem ten aanzien van de zelve onfchuldig maakt, vo gens de redeneering van H. de' Groot de Jur. Bell. ac Pap. L. 2. C. 2* §• X3- «• 3- vergeleken met L. 2. C, 20. §. 43. n. 2.  T I T V L V S IV. CAP. V. ft gerende, dat zy van de Publicatie geene wetenfchap hebben gehad Want men prefumeert dat niemand behoord te ignoreren, 't geen in de voornaamfte plaatfen zyner Refidentie of Woonplaats by Publyke llrf(^;!taSÏÏS vooren gezegd, gedaan word. Vide huc Gloft. Panormit. RFellHnc, Extr de Conftit. eundem Panormit. in c. i. de Poftul. Gloft] in c 2 dereb ecclef non ahetrV ine propofuifti, in verbo, non probatur, diftinü. lxxxu. Cnful'e ttem DD ad Novellam lxvi. ut fattce Nova Conftituüones poft liLuatines earum poft duos menfes valeant; R in Epilogum Novell lv. f J ^muatmes V. JNu mogt iemand vragen, of de Prins of Hooge Overheid zulke JTmewen Ordonnantie^ by den zeiven of van deszelfs wegen geëmaneert, Renootdrukt is te volgen en te onderhouden: om welke queftie wil en StóVrSïdS deren, zo zullen wy eerft ftellen de meeningen der geener, die we daar van gevoelen ; en daar na refuteren en wederleggtn de prldpaalfte anSfiSn de? geener die contrarie fuftineren. "'gumenten aer wX!i nTiet teSepnftaande ^n zommige Auteurs, veel eer Tyran dichters dan WetfteHers en Princen meefters gevonden worden, de welke vermSvk bv hunne Schriften den Nakomelingen mede hebben gedeeld, als eeTvafte Re- tnZ l\eTnVk^dTam TgA WetUn m Ordonnantiën 1. Princeps. JJ. de L L. & Conftit. frincip. D D. ad §. 6. Inftit. de jur nat eent ,Wu §' 3" de 1*f' Dion- lib- Als of hem7o^e niémand ^en^b^^^^SjÈ*^ Zy" P/«ndament van de 2WS 5 «« de by-  7£ L I B E R !. n'ni Caracalla. vide plene Scribentes ad d. I. Princeps. 31. D. de Conftit Princ:- pum VII. Achtende ook den geenen, die van een ander gevoelen zyn, als hoogfte macht fchenders. VIII. 7,o word nochtans niet zonder groote en gewichtige oorzaaken contrarie gefuftineert by wyze en ervare Mannen, en gezegt dat zodanige Regelen finaaken naar Tirannye: de welke wy ook volgen, en zeggen abfolutelyk: Dat de Prins de Wetten en Ordonnantiën is onderworpen. IX. Want 't betaamt den Prins te onderhouden al zulke Wmen, van de welke hy fchynd los en ontlaten te zyn: /. 23. ex imperfetto. D. de Legat. 3. X.' Alwaar het woordeken Schynd Qquod Videtur Latiné fonat) wel moet genoteert zyn, als voortbrengende den zin, dat de Prins wel gezegd wordt niet gebonden te zyn aan eenige Wetten: d. I. Princeps: doch niet waarachtelyk: arg. d. I. ex imperfecte. XI'. Want als een Prins beleid en bekend, dat hy is gebonden aan de Wetten: zodanige confefiie maakt deszelfs Hoogheid cn tieerlykheid meerder, vader en met grooter eftime by de Onderzaten: /. 4. digna. C. de L L. R Conftit. Princ. En hoe wel de Lex Regia den Prins, als z.snde een uitnemend Perioon, vry heeft gemaakt van alle Wetten, l. ex imperfetto teftamento 3. C. de Teftament. D D. ad §. 6. fed R quod. Jnftit. de jur. nat. gent. R civili: zo is den zeiven geen ding zo .eigen, als naar de Wetten televen, d. I. ex imperfetto teftamento. XII. Zulks hebben ook niet ongaerne gehoord, en toegelaten tot hen gezegd te worden, Heidenfche Princen. Hcec mihi ditta fint de Legibus, ait Apolhnius Thyaneus Imperatori Domitiano, tefie Philofirato libro 8. quas fi. tibi imperare non putaveris, ipfie non imperabls. Xlü. InRoftris, inquit Plinius in Panegyrico, ad optimum Principem Tra'anum, fimili religione ipfie te Legibus Jubjecifii, Cafiar, quas nemo Principi fcripfit. Sed tu nihil amplius vis tibi licere, quam nobis. Qiwd nunc primum audio, nunc primum difico: A'011 eft Princeps fiupra Leges, fed Leges fiupra Principem. XIV. Veelmin is den Pjinitoegelatenj dan particuliere Luiden: veel meer moet de Prins zich wagten en ontbonden van onbehoorlyke dingen aan te richten , dan gemeene Luiden. Welke woorden Baldus ad l. 91. Imperatorem. D. de Hitred. lnfiit. acht waerdig te zyn met vergulde Letteren gelchreven te worden. XV*. Hoe §. 11. Lex Regia gfc] Dit gevoelen van onzen Schryver, cn anderen, ais of de Roomfche Keizers van alle Wetten door de Lex Regia ontbonden zyn gewèeft, is reeds door veele geleerde Mannen wcderlegt. Wanneer men Hechts inziet het Fragment van die Wet, te vinden by Heineccius Aniiq. Rom. L. r. tit. 2. n. 67. bJykt, dat Vespafiaan daar by niet van alle, maar Qechts van eenige Wetten is bevrvu geworden. (Zie Schulti\oji Enarr. ad tit. ff de Conft Princ. n. 8.) Zonder dat daar tegen obfteren de gèrteraaie woorden van de L. 31. ff. de Legib. alwaar men door 't woord Leges niet in 't generaal alle Wetten , piaar de Lex Julia tffapia Foppcea te verftaan heeft, gelyk uit vergclykirfg der infiripfie van die wet confteerd. Zie Cujacius O'jjerv. Lib. 15. 3C-  TITULUS IV. CAP V. n XV*. Hoe wel een Prins van Godt gefield is, ais een Hooft van zvn Vnlfc-. ZO wil nochtans Godt, ja verbied etpresfelyk, dat hy ziel kt te Ler ver^ heffe boven zyne Onderzaten, als wezende zyne Broeders; Deuterori cap. ï7. XVI. Van meerder waerde behoord te zyn by den Prince Rechtvaprr,;,!,,^ (welke is eene deugd vaftelyk onderhoudende,\iet all^tofcffiSfc ten, maar ook m des Princen Perfoon zeiver, alles wat Recht is en Billykf dan Licentie of eene ongetemde Lult: SymmacJmsin Orat pro vetert DeTluftu XVII. Deeze zal de Prins, zynde van dezelve een Kind en Onderdaan iiV telyk konnen mainteneeren en handhaven tusfehen zyne Sdwïaten it Jê JVlinfre van de Meefte niet word verdrukt, verplet of ver reden en'dat een legelyk in zyn Recht geftyft worde en gefterkt Want deJuMiftitocLaf digheid weg genomen zynde, word bevonden dat alle dgfe^&^t^n vf7nfevMv°rdkU^en:/W^ in lib' * * CivitateDeifcaTï Y XVIIL t Voorzeide Axioma, Dat de Prins is hoven de Wetten word hv zommxgen gehmiteert, te weten, dat de Prins niet is gehouden iTeeZewI ten, die den Dehnquanten eenige pene of ftraffe %n afvorderend? want ^v^HZeZ^r^ 7/r>hy m:tJ: 9> ™ 2b> g 35 narm™op. Lib. i. tit. i. ff Cujacium libro 15. Obfervai. 30, deeze: Eerft: Dat niamnt zich zehm nnine Wttten tan irll,,f 7j ' J" ten, 't zelfde te obferveren en te doen 6 dM goed 's> te tracl]- XXII. Want de Wetten die een Print ftPu rwr ,„n 1 • eigen Naam of van wegen t^To^^ ^2\^ T uit z^n régt ,mien: waarom zal 't zelve SverftaaSit «•.<«*•>. K C. I.  ff L I B E R I. e. i. it pac. Couftant. §. fi vero. Heeft hy in zyne Inhuldinge of Blyde In- komfte gezvvooren, den Onderzaten haare Privilegiën en oude FLerkomfien te onderhouden , 't welk is een van de principaalfte articulen van der Princen Eed, vide lib. 5. Joan Dam, Fol. 4.5. verfio. Wezende als een Contraél tusfehen den voornoemden Prins en de Onderzaten) en 't zelve niet doet: waarom zal hy den zelvcn met geweld en Bloed vergieten aftrotzen Getrouwigheid en Gehoor' zaamheid? vide huc D D. & Bart. in extravag. ad Reprimend. in verfic. totius fiddiialh. Clem. 1. §. r. ff ibi Gard. de jur e jur. Paul. Caftr. Confi.yt, 103. ~& 39*. Fide plenijfime confiitutionem univerfiorum Ordinum Anni 1581. July 26. Indiende Wetten kwaad zyn, en ftrydende tegen 't Gerneene Welvaren en der Onderzaten Confeicntie: waarom wil hy zyne Onderzaten daar aan binden, en overtreden de natuurlykc Regulen: Dat gy niet wildt dat men u doet, 't zelve zult gy ook niet doen eenen anderen. Conjlitutiones impias ipfio jure efifie nullas, notant plene D D ad l. final. C. de incefi. nuptiis. XXIfi. Men prefumeert, dat een Prins, die zyne Onderzaten wil obftringeren aan 't onderhouden van eenige Ordonnantiën, ftrydende tegens hun Confeicntie, niet zoude willen in zyne eigen Confcientie aangetaft worden. XXiV. Nu aangaande het ander Punt, alwaar gezegd word, Dat een minder geene Wetten zynen meerder en Opperhoofit kan fiellen: 't zelve word geaccepteert en voor een vallen Regul by ons aangenomen: alzo de Natuur, dat is Godt, geordineert heeft, Dat onder het Menfichelyk Gefiagt altyd zommige zouden heerfichen, zommige gehoorzamen. XXV» Maar men moet zien of een Prins hcerfcht over het Folk, of dat veel eer S g> feqq Dat deeze bewysredeneu, door Merula alhier bvgcbragr, zoo gene¬ raal, "ca zonder onderfcheid, niet doorgaan , word geleerd by de Groot de Jure Belli ac toe L 1 Cap 3 § 8 v 13. alwaar hy te recht heek aangemerkt, dat de regel, volgenswelk" 'de'eeen die iemand aanfteld, hooier is, dan de geen, die aangejleld word, alleen waar is in zoodanige 'aanftcllingen, welker uitwerkingen altyd afhangen van de wil van den aanltcllcr- bv voorbeeld, als een Koning een Onder-Koning. Gouverneur van een Provincie of andere Overheden aanfteld; dewyl het in dat geval altyd van hem afhangt, of hy die nnftelliiwcn wil herroepen. Maar dat die regel geen plaats heeft in zulke aanftclhncen die^inden beginne wel willekeurig zyn, dog naderhand de uitwerking van noodiaaklykheid hebben-, gelyk (zegt hy) een Vrouw haar zeiven eenen Man verkiert, en over zie fteld, dien zy gehouden is altyd te gehoorzaamen; Terwyl hy du nog verder hpvefti"! met een fraay voorbeeld van den Keizer Vakntinianus , die tegen zyne Soldaaten welke hem Keizer gemaakt hadden, zeyde , dat het wel in hunne magt geweeft was hem te verkiezen, om over hen te heerfchen, maar dat zulks geen plaats meer Wl na dat hv door hen was aangefteld. Welk voorbeeld egter alleen betrckkelyk is tot fe'et ecval, waar in een Volk of Gemeenebcft al het regt van regeeren aan een Vorft by ivne aanftelling overgegeven heeft, zonder eenig recht voor zig zeiven te behouden, m-ar niet wanneer een Vorft, onder zekere voorwaarden en bedingen, en dus met een bepaalde magt, door het Volk verkooren is, alzoohet van de wil van een Volk afhangt, welke magt het den Vorft by zyne aanftelling wil opdragen. Zie Puffendorf de Jur. Kat fc? Gent Lib. 7 Cap 6. §. 6. want in dit laatfte geval kan zoodanig Vorft niet gezegt worden hooger te zyn, dan het Volk, dat hem aangefteld heeft; nadien alle zyne daa«len, en handelingen, die tegen dezelve voorwaarden aanloopen, kragteloos kunnen gewaakt worden; volgens de leer van pb Groot in 't gem, Tr»8. Lib, 2. Cap. 14. J. z. n. 1,  TlTULUS IV. CAP. V. Jr{ lylceJls V°lk heerfcht °Ver den Prins: '^S™ dat de Navrage waarfchyn- XXVI. Want de Philofophen zeggen, Dat de voortbrengende Cautfa is boven de geene, die voortgebragt word. XXVII. Het is nu waarachtig, dat een Prins van het Volk word aangenomen, of door Electie, of door wegen van Succelïïe (de welke is als eene fti! zwygende aanneming, te confirmeercn nochtans te zyner tyd by den Eed zo van den Prins, als van het Folk) ontfangende en hebbende alle macht en authoriteit van het Folk: dewelke over zulks niet doet of geene dingen ter handen neemt, dan uit des Volks naame, als van Wetten te Hellen, Oorlogen petee?end™en' ™ ?™ ^ make°' en dierSe,yke A6im de Souverainiteit com- XXVIII. Hier mt kan ontvvyffelyk geconcludeert worden en befloten, dat een Prins; met fteld de Wetten, maar het Volk door den Prins: en zo wanneer de Prins hem onderwerpt en onderdanig maakt den Wetten,die hy gefteld heeft als dan gehoorig is niet zyne Wetten, maar de Wetten en Ordonnantiën van het Volk, die: hem als een Overfte over een ieder in 'c particulier, niet over 't gantfcbe Lichaam generalyk, gemaakt heeft: meerder zyn dan deeze of die* maar minder dan alle t' zamen. ^ XXIX. Dit is de eenige oorzaak, dat de Prins overleden zynde, de Wetten nochtans van den Prins, uit den naam en van wegen het Volk eeftell even wel in haar vigeur blyven, en haare kracht behouden: door dien dezelve" van t Volk door den Prins gefteld zyn, en 't Volk te geener Tyd kan fterven, welkers authonteit 't Leven is van alle Ordonnantiën. Koningen en Princen zvn verdreven , ja omgebragt: haare Wetten zyn gebleven, en in groote eere gehouden. In his enim (inquit Plinius ad Trajanam) quce a mails bene fiunt, Mc tenendus eft modus, ut appareat auclofem, non difplicuifte fattum. Et alio ibi loco: Laudabiha multa etiam mali faciunt. XXX Worden niet te min de Wetten, Piacaaten en Ordonnantiën genoemt tezynvanalzulkePn^m, die dezelve gefteld hebben, als van Karolus, PhC hit voif °' zy m zaak geweeft zyn als Hooft dienaals vai XXXI. Want alzo 't onmogelyk fcheen te zyn dat het Volk gelykelyk iets ter handen zoude trekken (overmids dat de Affairen, die Veelen bevoolen zyin flappelykbeheitigt worden: D D. ad §. r. Inftit. de Saiisd. Tutor. AriftoTn. i!* ILL p° Jyn T -,Ile tyden g6Weeft' en zyn a,s noch by na aIle N^ien , r1rA,Tn> fngebrUlken' fe,nootzaakt te kiezen Eene Perfoon of . weinige vvvtt Uï,den naame van AJlen zouden doen e» benaarftigen. AXX11. Al wat dan de Prins doet, hetzelve fchvnd het Volk te doen waar- Sar des mS? ™ ^ * d° *etten Zyn niet XXXIII. En moet ook de Prins de Wetten des Volks onderdanig zvn als wezende mede in zyn particulier een Lidmaat, ja een Onderdaan val het gan ^U&iJS^ ^ dG Va,dGr dCS HuigGZinS gouden word en fs als SuiderSkï,HSïBg?,nS: eenStuurI?an een lidmaat der Scheepsgenotcn, willende ook onderhouden en met goed exempel voorgaan in 't onderhouden Ka van  76* L I B E R I.' van de Hui?- en Scheeps-Wetten, niet tegenftaande deeze alle beide zyn als Princen en Overften, de eene van 't Huis, de andere van 't Schip. Eenes anders Hooft, niet tegenftaande 't zelve is het principaalfte Lid van 't gantfche Lichaam, zo laat het nochtans niet om dier oorzaaken te zyn een Lid. XXXIV". Daar by gevoegt, dat geen Deel beeter is dan zyn geheel; hoewel het een Deel dikwyls beeter is, dan het ander. XXXV. En genomen ook dat de Prins de macht niet hadde ontfangen van het Folk, maar dat hy abfolut en Souverain was (het welk deeze Landen aangaande ontkent word) zo moet hy nochtans weten, dat welkers Macht allerminfl geloomt, diens Luft en Wil moet allermeeft gebreidelt zyn: Senec. Troade. XXXVI. 't Schynt te ftrydcn met de regulen van Reden en Billykheid, dat Alle Perfoonen zouden gebonden zyn en verobligeert aan 't gene Een Perfoon alleen behaagt, ende wel bevallende is. Eene Perfoon dwaald gemeenlyk. Veele Perfoonen dwalen wel, doch der zeiver dwalinge is klein en verdraaglyk. XXXVII. Het is niet anders, dan Tirannye en een wreede Regeering, geene Wetten onderworpen te zyn, en in alles zyn eigen Vernuft en Zinnelykheid te volgen, alle Goddelyke en Menfchelyke Wetten te veragten. XXXVIII. Een Prins moet niet zien hoe Veel, maar hoe- verre hem iets is toegelaten. Cicer. pro Rabirio. Als hy weet, dat hem Alles is toegelaten, zo moet hy nochtans niet doen , dan dat Pryswaerdig is: Pryswaardig is 't te doen, niet dat iemand toegelaten is, maar 't welk betaamd. XXXIX. De Claufule Want het ons alzo belieft, en ftrekt zich niet tot eenen ongelimiteerden Wil en Luft, maar houd zich binnen de Limiten van de Rechtvaerdigheid en Billykheid; alzo dat zommige Souveraine Magiftraten behaagly* ker en met grooter contentement en vergenoeginge van haare Onderzaten (die met lieffelyke woorden dikwyls willen en konnen te vrede gefteld werden) in plaatfe van de voorfz. woorden in de Conclufie van haare EdiÜen en Ordonnantiën ftellen: Want wy tot Wüvaren van den Lande alzo hebben bevonden te behooren. XL. Voorwaar in deeze maniere van fpreken word merkelyk gezien, dat de Magiftraat zich niet laat verleiden of verblinden door eenige zyner particuliere Affecten: maar ter contrarie dat zy alleen aanfchouw en regard neemt op 't Welvaren en den Voorfpoed haarer Onderzaten. Woorden zekerlyk van meerder importantie en zwaarder gewichte, dan dezelve ten aanzien, fchy* nen te wezen» KAPITTEL  TITULÜS IV. CAP. VI. ' fteifc ruw 5*Ü££qioohq ob ioo mdósid n3 .nsiciup r 01 CAPITTEL VI . Ï9V0 i&A aa ci:cr:.-rT - , •., ii;> 3':p ï'ilstliOi.*.' :3v Van Keuren (29) en Keuren te maaken. (30) 17 1. Macht om Keuren te maaken Folie of Gelimiteerde. n Sr^üartie?m Linden ^a,s Rbnland, Delftand. AWdenPrinf ?m 5 roorne Putte, &>c.) hebben haare thjS&M, die bv den Prins of Hooge Overheid hen lieden gegeven zyn.Sn gefchrifte: naar welke 2. Approbatie, Acceptatie, Auctorifa'tie , &c. verzegt'op Keuren. 3. Kracht van Keuren. (29) Keuren] Waar het woord Keuren van daan komt, daar van word verfcheidcntlyk geoordeeld. Zommige meenen dat liet komt van liet woord XJSH, het welke betekend fedet> Pla«fe. Zo ziet men dat tot fcrent, de Schepenen genoemd worden Schepenen van de Kcurc van Gent. Zo vind men ook in zeekere Oude Keure van den Jaare 1327. gegeeven op St. Laurens dag aan de Stad Zrerikzee, die aldaar genoemd word die Kore van Koning Willem Zaliger gedachtenis, alwaar gefprooken wordende van de Stad of Stede, zo- word dezelve genoemd Chore. Waar van daan dan komt het woord WilJekooren, Willechooren, als of men zeid" Willen van de Keure, dat is, Geboden of Statuten van de Stad of plaatfe. Zulks zo zeggen die van Amfterdam, in t derde deel van haare Handvelïen, Privilegiën en Willckeuren haarer Stad in het eerfte Boek Tit. 1. van de Magiilraat No i „ Myn Heer den Schout metten Schepenen „ der Stad Amfterdamme , Willekeuren fat die ,, Raden van de Steden voornoemt, met hen ,, Willekeuren mogen, en zullen, gelyk dezel„ ve mogen '1 Andere diriveeren het vanhetwoord Kiezen , t welk premifcue by ons gebruikt word met Keuren dat is, uitneemen, om dat de Magiilraat gekoozen of gekooren word uit dc voornaamfle Burgeren van de plaats, za dat dan het woord Wille of Willekooren, bcteekent de Wille en Statuten der Verkoornen tot het Magiftraats An.pt. Andere wederom, wel uit het zelfde woord kiezen met die bctcekems, dat het is een mtgekooren Wille, Leges feletca cuia &c multorum votis £f opinionibus eliguntur Het zy hoe het zy , Keuren zyn panicuhcre Statuten, Gebóden of Willen, die by de Magiftraat van de plaats, tot vordernisfe van der zelve Policie en juftitie gemaakt cn gepubhecert worden. (30) Het recht van Keuren te maaken is den meeften Steden van Holland en Ze" lai d fpeciaal vergund by der zeiver Graven Sokcn d-Odok ,aa2dc c,0,Icgicn hy V^SB genoemd doch de andere Steden, mits^atvL \Feeren vm Heerlykheden [4], Hooge en Middelbaare jurisdictie hebbende, WrfMït toegevoegd uit krachte van haar voorfz Jnnsdiaie; doch moeten daarop verzoe-" van haar Ed. Groot Mog. naar de gcwichVhe.d van de materiën daar in begrepen [aj De Heeren van Heerlykhedenl Zie hier ZUn^et,brCCd^B0RT in z>'n Trc^Lt van Hooge Ambagts-Heerlijkheden 'dë Deel van num. 53. tot num. 67. incluis: en 4de D el mm. 39. en 40. . ^ eei C 3O Höe de Keuren gemaakt worden in de " 3 aan-  L I B E R ï. welke zy hen reguleren. En hebben ook de principaalfte van dien verkreegei volle magt om te maaken Keuren en Ordonnantiën , tot haares Stads of 'sLands nut en profyt: behoudelyk dat zy daar toe nemen, en daar over roepen den Schout of den Bailliu, als Stadhouder van de Hooge Overheid, en mits dien als intervenieerende 't Confent van den Prins van den Lande, Pen dc Steden en Collegien, alhier van Merula verhaald, vide Grot. Inleid, lib. i. Tit. 2. verj. de plaatfelyke gefchreve wetten. Doch competeert het Hof [ b ] het recht om , tanquam judex fuperier, by provocatie, 't zy van den Procureur Generaal [ c ] of andere, kënnisfe te mogen neemen van de deugdelykheid of ondeugdelykheid van dezelve , of ook om die te mogen fuppleeren, daar zy dcfeQueus zouden mogen zyn. [fi] Dog competeert het Hof] Vid. Lib. 4. Tit. 2. Cap. 2c: & ibi notas noflras. ' ' [ c j 't Zy van den Procureur Generaal ] Ik heb tot nog toe geen' dire6t bewys kunnen vinden, om aan te toonen, dat de Procureur Generaal bcvoegt is van Keuren te provoeeren. Het wordt nogtans by de Heeren Staten van Hollandt veronderftelt in het SJle Art. van de Provifioneele Ordre tufeben het Hof en den Haag , van den 2j...Septemb, 1614. Het voorfz. Art. luidt aldus: Dit alles zonder prcejudicie van de Authoriteit den Provincialen Raadt tanquam fuperiori judici competeerer.de, omme by provocatie (nota) het zy van den Procureur Generaal, ofte anderen, kënnisfe temogen nemen van de deugdelykheit ofte ondeugdelykkeit van de Keuren, by Schout, Burgermeefleren, ende Gerechte van V Gravenhage gemaakt. aangcteckcnt, dat 't geen by de Hoog- en Neder-duitfchen Koer of Koorregt genaamt word overeenkomt met het'Latynfchc Eleüio Juris, 't geen gebezigt is in een Latynfch Hand* veft van Koning Willem aan de Stad Dordrecht gegeven den 28. January 1252. aldaar te vinden pag. 2 :. tcrwvl men in dc Nederduitfche Vcrtaaling van dat Handveft deeze woorden leeft; Voert fo" wat Koren of Kiesinge van Regt die Rechter, Schepenen ende Raet gheven, behouden ons rechts, ende recht maken, die fullen wi va/le houden. En dus heeft de voorn. Schryver hier uit te regt opgemerkt, dat ons Nederduitfch Keur , Kiezen en Verkiezen van dezelve betekenis is, als het Latvnfche Eleüio en Eligere, en dat daar van de byzondere Wetten, welke tot beftier en den gemeenen welvaart der Stedenjremaakt zyn, doorgaans Chora, Kora, Keuren, Keurbrieven genaamt worden; naardien dit Keur-regt, eertyds door de Graven by verfcheide Handvcften aan de Regeerders der Steden gegeven, beftaat in de magt, om naar hun goedvinden en verkiezinge, Wetten, Keuren en Beveelen ten gemeenen nutte te maken; gelyk zulks aldaar door hem nader word bewezen. §. 1. En hebben ook de principaalfte ffc.] Dit word beveftigt door H. de Groot in zyne Inleid, r. B. 2. D. §. 18. a. en nog nader in zyne Apologie Cap. 19. pag. 179. alwaar hy bewvft, dat de Bailliuw en Leenmannen van Voorn, van Putten, van Stryen : Item de Bailliuwen van Schieland, van Delfland, van Rhynland, van Kennemerland, met hunne Welgeboren Mannen ofte Leenmannen, van de Graven van Holland permisfie hebben verkregen, om Keuren te maken. Egter is door denzelvcn de Groot cn. meer anderen reeds opgemerkt, dat deze vergunning niet te verftaan is van een vrye ende abfoluute magt, om allerhande Keuren ende Ordonnantiën te mogen maken naar hun welgevallen , maar'bepaaldelyk en alleen van Keuren tot Stads oorboir, en ten gemeenen nutte: te weten van zulke zaaken, die het huishoudelyk beftier, of de Polttie betreffen; gelyk by voorbeeld, het maaken van ftraaten, gragten, bruggen, marktplaatfen, havenen, het doen van neeringe, cn diergelyken; waar over men kan nazien een Advys van H. de Groot in dc Holl. Conf. 3. D. Conf. 185. n. 6. en v. d. Wall in not. op de Handv. van Dordr. 1. D. pag. 24. mitsgaders, d-e Obferv. e-ver de Groot i. D. Obf. 3. en 4. D. pag. 191. feq. alwaar ook noo- bovendien is aangetoont, dat, wanneer door de Graven in der tyd aan de Hollandfche Steden by fuccesfive Handvcften 't regt om Keuren te maken is vergunt, zuks altoos is gefchied, met byvoeging van de-Claufulen , behoudens des Graafs regt; onverm'ndert zyne Jurisd'Bie, £fV. zoo dat dèrhalven geene Keuren mogen worden gemaakt, mloopende tce-enhet gemeene Regt, of tegen 't regt van de Hooge Overheid.  T I T U-L U S -I V. C AL F. V I. 7p C30 Leyden] by Privilegiën van Graaf Flonsvan den Jaare 1266. aan de Stad van Delft in den Jaare 1246. aan de Stad van id]lVan dc Hooge Overbeit 1 Ook we van het Hof van Hollandt. " eI 4^*^^S^P^Ï^ Schryvers, verdie- jurti qwd eritur ex Statutomn diverfitate aS' dt en Rodenburg.* V YF D E Den Mannen van Leene 's Lands.van Putten is in den Jaare era cccc lt* April ix. bf± Hertog Karei van Bourgondien g%éorloft cn geconfenteerr rfft ÏT f^V ï /am3aI!, Z0UC'en Zyn^ ^ ^ m allm ™ den )mre Keuren en Geboden zouden mogen maaken, by taaie en goeddunken van den Baüliu sLands van Putten, em oorbaar des Gemeenten, Rc. De Schonr Pn Schepenen van f 32 ; Leyden zyn tot Keuren en Verboden te maaken bv ver fcheide Pnvdcgien van Hooger memoden de Graven van Holland eemëi feert gebeft en gelaft; als blykt uit de Prefatie, die zy voor iLre emvï Keuren m den Jaare cm o lxxxii. gefteld en geprefigeert hebben. Ook die van Amfterdam, naar uitwyzen 't Privilegie tat1 Graaf Willem verleend in den Jaare cm ccc sin September ix. artic. xur. En andere Steden hebben ge" lyke macht, doch kan alles om kortheids; wille alhier niet verhaald wmdtu Auctie Rafificaie^ éWÊMÉ^Ê' tieren van den Lande, Steden of Dorpen eeconcipieert geraamdl L LLa f tegebragt, als blykt by de Voorreden Gafff V^^^^^l^i; fnddeeeMfmeo IP^V^^W' ^ « feiï? g^e ftr'eert m de Memoriaal-Boeken van den Hove van Holland Vin, uu r. v % . Dam. Fol. cexxnr. Vide R Boëfiwn De™? cTxxnnum ^ CiJ0^ des Succeffions.J. 6. intextu, ne fuccede poLnlelo™ ^ **' lil. Deeze Keuren alzo gemaakt, hebben alleen kracht in de nlaatfo iL, die gemaakt zyn, en extendeeren hen niet tegens dien, dfe hra buSn ^ risdiéhe der zei ver plaatfe zyn onthoudende: D D 7// fL f , Ju" $. Jwx auto» ctvile Inft. de jur. nat. gent. R civili Vid» ap h„Jt • f w 9. » 7. J>. * » êf jur. Balein k 1 C.t. &%f  §3 L I B E R I. VYFDE TITEL, VAN ONBESCHREVEN RECHT. CAPITTEL I. Van Cofiumen. 6. Aanbrenginge der Cofiumen, die niet geabrogeert zyn. 7. Exceptie, Non relata in Graphceum, Rc.- 8. Adhortatie ad Unionem Confuetudi. wim. I TTn den voorbaanden Titel hebben wy gefproken van Redt, twelk ons I hvGefchrifte is-voorgefteld; de ordre vereifcht dat wy een weinig handelen" van 't geene Onbefchreeven is: met een woord genaamd Cofiume, andere Volkeren ook gemeen. Want de Francoifen noemen 'tCoutume; de Italraanen ■Coflume, de Spanjaarden Coflombre; de copeertuitCofci^o. Zo wanneer dan eenige Meelachtige zaaken by de Gefchreeve Rechten niet konnen onderfcheiden en gedeadeert wo den, of dat deGefichreeve Rechten (onder de welke wy Hellen de Ordonnantiën, en Piacaaten van de Hooge Overheid ) daar van geene mentie maaken , of daar op geen Srd of aanfchouw hebben genomen; zo heeft men in zulke geva len geen Tnfei Rechtte volgen, dan de Oude Gewoonte,en men heeft recoiirs en als uiterfle ^hicStoTde fi) Coflume. I. de quibus. 32. inpr. lfi.de inter pr et atione „D de LeTbus. Welke is eene ongefcbreeve Wet en Burgerlyk Recht, ll'vem doobangheid van Tyd, ingevoerd en aangenomen door lang plegen, en een%lzwyeen5 confent en bewilligen der Luiden, met ftrydende met de Wet der Sure: Wefienbec. ex variis ad Pand. lib. 1 tit. 1,1. numero vm. De^nfiue^S, è qui eo pertinen;^ plene,*^">™% R «lii Interpretes in §. Ex non ficripto, Inftit. de Jure nat. gent. R ernft. (O Coflumt] Confuttudo eft jus non feriptum tejultans ex uftbus aiïuuit ampetenti tempore vi populo feu cjusparte mnjori firmatorum , rationabiliter induèt* vim Isgis obtinens. Worden cven- 3 GïY V wel veeltyds in fchrift geredigeert, als wanneer dezelve bekomen meerder den naam van Keuren en Statuten. I. Definitie van Cofiumen. '2. Cofiumen tweederlei. 3. Invoerders van Cofiume. "f 4. Noodige puntten om Cofiume in te voeren. '5. Generale Abrogatie van Cofiumen in deeze Landen.  TITÜLUS V. CAP.J. u mT^ SaiCetUS in TiL C?I-&U* 'ê lonZa c™fuetudo; Azo in Rubric. C. eod. Mofiienfis, Panormitanus, R Canonifice alii, extra, eodem. II. En is tweederlei, Generale en Algemeene; de welke word gehouden als voor een Wet en Ordonnantie: /. de quibus. 32. §. 1. D. de LeMTof 4e Wie en aan eene zeekere plaatfe gebonden; dewelke heeft kracht 'van eene ■Keure: D D. in l r. R Cynus l. 2. C. qua fit long* confuetud. Fa er )n l ex nonficnpto, Inft. de jur. nat. gent. R civili. J *«wwS..« IIJ. Van welke Perfoonen eene Cofiume mag ingevoert worden: vide Seri lentes R Bart. prxcipue ad d. I. quibus: en of 't zelve moet geféhSden, S Confent Weten en Gedogen van de Hooge Overheid, vide cJLn Tal os in d l 2 C quce fit long. conf. Bartolum R Jafionem in d. I. de quibus; Fabrum in fe ifc^^ 'Eundm & An&lwn in d- S- exnonficripto. * IV. Om eene Cofiume in te voeren, zyn principaalyk deeze navolgende nunc ten noochg. Ten eer Jen, dat zy met het Goddelyk en N«uur%ktocTc^ ri f1lnr?^ Cen 5emti Bart- in d' 1 de 32. num. iV. DdeL^b Glofi. b DD tn c. fin. adyerb. rationabilis. de Confuet. Menoch conf Lil num Wc f t Tol \ •• ^ Uf%r- VUS & C- tUHa- * C' contraljtnt T ]'. & c. 1. de onfiuet. in vr. Si qua namque Confuetudo plane rebugnet Natur* R non tatione, D. de LL. R SC. c. varietate, diftintt. 8. Ten tweeden mets. mgvuldig gebruik , en voornamelyk dobbel Regts pleegen: Vide Lauum'decot -juetudine. 34. & . nam Imperator. 38. D. d.t.-Cujacius lilro ^Obferl cal idffifri ff^'W™ in-d.l de quibus, Azo in Rubric. C quffit'lonL Confuet. Baldus R Sahcetus m l. 2. C. d. t. Melius tarnen numerus hic %uS arbitnorelinquitur. Vide Minfingerum Ceniur. vr. Óbftt^S^m^^S. fium ind.l.^de quibus. Ten derden, dat 't zélve GebruikZ7V tn zynen aanvang genomen jrebbe met zodanig voornemen en opftf L da? 't zelve in toekomende tyden gedaan en onderhouden zoude worden Mc LI Col fuetudims auEtorttatem obtinet-, quod quidam aliud fpeïtantes, miam utin^ll rL fiat, exindulgentiaRconniventia Magifiratuum aliquotie^ f^it Contvl mm non mtur ex eo, quod cafu aut ^temere fit m rt<[ua&p2ica;%Tqu% conu behoord het recht van naairing, 'twelk nlaats hn^rr , n! fl^ »,P , 1 zig bepaalen, •in de Landen van'Voorne, Puttc^ en AItcin in WatSS 'In Hfd' ZludD,lo!ia:lJ' en elders. Zie een Wvan f™*^d\\^^Ry^yi Obferv. over de Groot 2. D. Obf. 77. en s. D. pag. 224 Fea. J' *°X' Ca de S. 3. Van welke Perfoonen &c. ] Zie H. de Groot de jur. Bell. ac Pac Lib 2 Gw> , * 5. n 2 a waar hy leerd , dat een Coflume ook kan ingevoert wordenTvan Jr\ ïlt A'JSefhelft!' C" *°W>«^ ^^nneer ze maar geloogtwo^dïï geenenfdie^ h?L?Z'7 %C-\?* opl??dcrinS ran Af™ 5- kan men nazien den Prof. Voet ad tit £ ^^en7^ ontvou^ 1. ü £ £ L. °  14 L I B E R 1; ccmmuni obfervatione in perpetuum ufum fiuficipitur: diftinU. r. c. confuetuda. Ten vierden, is tot het invoeren van eene goede en annemelyke Coftume noodig een bekwaame Tyd: Bart. in d. I. de quibus. num, 14. Jafion. ibidem num. 43. R 44. Bart. in l. Labeo. num. 10. B. de fuppel. leg. Angel. in.d. §. ex non fcripto. in verf. capio gloft'am. Infi. de jur. nat. gent. & civili. DoUores plcrique annos ftatuunt decem. 3 Matthceus Wefenbecius requirit triginta. Duartnus totum illud relinquit arbitrio Judicis, cujus eft judicare, quando homilie s tali vel tali inftituto & rationi vivendi adfiueverint. ^ Vide & Cujacium dilt. lib. xx. Obfervat. cap. r. Certe Coufuetudinem neceffe eft effie prafcriptam; c uit. extra de Confuet. itaque locum non habet, nifi in re prafcriptibili; 93. diilincl c. illud. V. Alzo zich in den Jaare era m lxxx. openbaarde, en bevonden wierd m alle Steden, voor Vierlcharen van Bailliu en Mannen, Gerechten van Schout, Schepenen en Gezwoorens van de platte Landen, zeer groote confufie en verfcheHentheit van Rechten, zo overmits haarlieder Cofiumen in de Rechtvorderjnge, Proceduren, fententieeren en in 't executeeren van de Sententien; als ook in de za.ken de Policie betreffende, als de Huvvclyken, Erffenisfen en BefteriTenisfen, Verkoopingen, Opdragten, Veronderpanden, Verhuuren, &c. zo zyn de Ridderfchap, Edelen en Steden van Holland, reprafenterende ,1c Steden en Graaffchappen van dezelve Landen, veroorzaakt geweelt te maaken in den jaare voorfchreven den eerden April, twee uitneemende Ordonnantiën, de'eene op 't ftuk van de Juftitie, de andere op de Politie: om die by alle de Bailliuwen, Schouten, Mannen, Schepenen, Gezwoorens, en alle andere Officieren, Jufticieren en Dienaars van de Juftitie: item by alle particuliere Perfoonen, onverbreekelyk en van punét tot punfr. onderhouden te worden: derogecrende alle Cofiumen, Ufiantien en Stylen-, den voorfchreeven Ordonnantiën contrarieerende en tegen zynde. Of nu de Prins, of die den Prins en Hooge Overheid reprefenteeren, mogen abrogeeren, weg nemen en te niet doen de Coftumen, vide foannem Fabrum in §. Sed naturalialnfi. de jur. nat gent. £f eivü. Joan. And. in c. licet de conftit. lib. VI. ê? in c. cum veniffent. p.xt'ra. de co, qui mitt. in pofteft. Bart. &? Jaf. in L fimihiR tibi. 12. §. 3. in Legatis. D. de Legat. 1. \ VI. Belangende alle andere Rechten, Cofiumen, en UJantien, die de voorfchreéve Ordonnantie niet contrarieeren, en over zulks niet verftaan .worden geabrogeert te zyn, als van Naafiingen, Nakoopen [a], f'ontgelden b • " Recht [»] Naekoofö Rctra&us cmtionis. Kilian. in Diüionario, Naefling , die anderfmts Sinninge , Nakoop, Aenbobrd, ofte Wedtrdryvirg werd genosmt, H. m Groots Inleid 5de Boek 16de D. initio. kaaffing wordt ook Naarhede genoemt. 7,x W'-U'.nts Pree. Civ, Temp. 10. Cap. 12. In zekere gefchreven Rechten , Cojiuymen en Ordonnantiën van Vlisfingen, vinde ik Aanboorde of Naarhede. Van Aanboord wordt ook gemeldt by Kiliaan in zyn nooit volprezen Woordenboek, die getuigt dat het een Zceufch woordt is, . 1 6 NaatlingenA Over dc verfcheide uitdrukkingen, waar door 't Regt van Naafting wcM te kennen gegeven, als van. Simmge, Nakoop, Aanbmd ,. cn Wederdryvmg, zie cc thutsgel. Cbferv. over 0% Grocï 2 l), Obf 76  T ITULUS V. CAP. x. $3 lo J , Recht vanJLeenen, die by eenige Befterfte, uiterfte Difpofitie Tranf porten Huwdykfche Voorwaarden en anders, hoe dat het zy, «nbefterven en opkomen, Zegelrecht, en alle andere Rechten , die de Steden, Sen Am bagts-Heeren, Collegien van Dykgraven en Heemraden, alle Vafaïen L^en" hof hebbende, Bailhuw en Mannen, Dorpen, Gehuchten enJStlt eenige Jurisdictie hebbende, in dezelve haare JnrSef Ampteï en Offie n genieten en gebruiken: hebben de Heeren Staten in den^e c^ ^l April [*] Pontgelden~] Pondtgeldt is een zekere Huiver geldts, die den Heer van de Plaatfe toekomt wegens verkooping gemcenlyk van onroerende goederen , bedraagende den 6oiten Penning, of den 3ofien Penning, of een Oort-ftuiver , of ook wel een ftuiver van de gulde. Vide Neostad. Cur. Supr. Decif. 29. Papeg. ijle. D. Pag. 63. tot 69. tnclus. Oudenhovens Befchryving van ZuidtHollandt. pag. 549. De Heer van Ryswyk is by Sententie van den Hoogen Rade in date den yden May 1627 gemaintineert in dc posfesfie van 't Pondtgeldt van alle roerende en onroerende goederen, die na 't Hellen van Biljetten in 't openbaar geveilt ende te Koope ge/telt zyn, te weten van elk Pondt Hollandts een halve ftuiver, dat is den 3oflen penning. Papeg. i | d ifle.D. pag. 67. alwaar asngctekcnt wordt, dat een Pondt Hollandts is vyftien Huivers. Zyne Hoogheit dc Prins van Oranje is ais Heere van Monfter verklaart bv Vonnisfe van den Geregte van Monfter, g'ereffti^t te zyn tot het Pondtgeldt van zekere Landen aldaar gelegen, ende van ontrent zes Mergen Tarwe te velde, tot eenen Huiver van de gulde; niet jegenftaande de Verkoopinge niet binnen Moufter, maar binnen dStad Delft publykelyk gedaan was. Welk Vonnis is geconfirmeert by Sententie van den Hove van den xi April 1631. Pap^ p Xt' r,pae- 68- Zie verders van het Pondt-geldt Bort in zyn Traüaat van Hoo/e en Ambagtt-Heerlykheden. 4de Deel. mm 23 CJ feqj. ■ §. 6. Hebbende Heeren Staaten Rc.1 liet eecn MpRtrr* riMri* ,i„ » ;v ^ ., is gerenoveert een voorig bevel, dat alle Cofiumen van dar,ULard- vfn t f" bereK,s binnen zes toekomende maanden , gcreduceert, en in Jefehriff SrtitoeJ^rT8 °VCr' den by den Officier ende Wethouders van alle de Steden , 00 SSde fSta of dt ÏK> tnZ dT aan'tH°f overtezenden Copie Auth. van a ie &Znï Sfi^^^^^ CZie de PrS^eTZt van zoodanlge Misfive ïoSnh e'gShreve^^oplenTS als öoWit, ^S.&wS^eJe.7«ietnfl,VT^Mj*t> dat^«'••zommige Steden, L 2 ver-  $4. L I B E R ï. April r. overmits de onzekerheid der zeiver Cojiumen en Ufantien, en teneinde de Onderzaten niet zouden worden bezwaard met veeie Procesfen en groote koften, geordineerd, dat binnen den tyd van zes Maanden al zulke Coturnen en Ufantien in de Griffie van den Hove van Holland zouden aangebragt en in Gefchrifte overgeleverd worden : om op de onderhoudenisfe van dien in alle qualiteit, en zulks de Staten bevinden zouden ten meeften dienfte van de Onderzaten te behooren, voorzien te worden: alles op poene dat by faulte van Overleveringe op de voorfz. Cofiumen, Ufantien, en Gebruik van Rechten na. de expiratie van den voorfchreeven tyd, niemand in rechten of daar buiten zoude mogen worden gemolefteert, en dat dezelve gehouden zouden worden voor Corrupteelen. Breeder blykende by de Ordonnantie op 't ftuk van de Politie, articul. xxxix.. • Vil. En is uit de voorfchreeve Ordonnantie, noopens dit ftuk, gelprooten een nieuwe Exceptie, die van wegen Partyen dikwyls op de Rolle tegens geallegeerde Cofiumen of Ufantien, voorgewend wordt: Non relata in Graphaum C.onfuetudo, ideoque ejus non habenda ratio. Vil'. Concludam cum voto. Utinam Karolus quidam Moliiictus exoriretur, Or* Aines nofirosnonfnifira{remotis, quce:videntur ibi ejfe, dijficultaiibus3 & propo- fitis, vermits veele Steden cgter Czoo 't fchynt) in gebreken waren gebleven aan die ordres te obediëcren zoo vind men, dat ten tydc van den Hertog van Aiba m oen Jaare-i56p..dooE 't Hof van Holland fnieuwe cn izecr ftrenge bcveelen ten dien einde zyn gegeven, met lyke Regtsgeleerdheid, wanneer hy pag. 45 en 46. zegt: Fcii Commisue uit Leden van de Hoven van Juftitie , of van andere kunaige Rcgtsge" leerden zoude kunnen aangefteld, cn met dc noodige magt voorzien worden , om een %ebeel nieuw Wetboek van het Burgerlyk Regt te ontwerpen." Ondertusfchen is het zeker, dat de groote difficulteiten, aan de uitvoering van. zulk esn werk ycrkUGgt^.het efjjge meer doen wenJ'chen} dan verwag^i?.  T I T Ü L Ü S V. CAP. r: 8j fltis, qua inde manarent, commodis) adhortaturus ad delegandos Duo; Trefive abjoluhfjimi Judicii Viros, qui aufpiciis fummi Magiftratus ablegati omnes har urn Regionum Confuetudines, fumma adhibitafide R diligentia, infcriptisredigerent, redaclas ad Senatum difcutiendas, emendandas, & ad Unionem Concordiamque revocandas referrent; deinde ejusdem Supremi Magiftratus auttoritate confirmandas & publicandas. Vide Molineei orationem fubjunÜam tractatui de Ufuris. Adde art. uit. Conftit. Karei. vu. anni cio cccc uu. CAPITTEL II. Van differentie tusfchen Styl en Coftumen. r. Differentie tusfchen Siyl eir Coflume. 2. Kracht van Styl. 3. Wanneer naar Styl tegen- die-van- Ze elanit, geen Default word vtr'-lee?id.' 4. Wetenfchap van den Styl, by welke* Perfoonen. I. Qpecic van Onbefchreeven Recht, is mede 't geen onze Praélifyns noemen C3 Styl, als ook de Franeoifen Stile; de Engelfchen Stile, zynde eigentlyk een Grieks woord. Tusfchen Coflume en Styl [a] is onderfcheid; dat Coflume plaats heeft in alles; Styl alleen in zaaken aangaande de Juftitie en Rechtshandelinge: D D. ad t. 2. §. fed R. ftC. de veter, ff ure enucleando. I. 1. C. dé facrofanUa E'cclefta. II. Styl en maniere ftilzwygend op de Rölle by de Suppooften, of by Taalmannen in de Vierfchaaren ingebragt, moet gehouden, erkend en aangenomen worden ^ als voor een Wet, en.heeft kracht, en autoriteit van een Ordonnantie: D D. in l uit. in fin. C. de jurejur. §..ult. Infiit. de fatisd. Stilut intattus eft fier vandus: D D. in l. obfiervandum 47. D. de Judiciis; Bart. inl. Jurisperitos. D. de excufat. tutor: D D. in l fin, C. de injur. Hippol. de Marfil. Singul cxviii. R per eum allegati. Fatla enim contra Stilum, vel Stilo non obfervato, inducunt prcefumptionem fraudis, fialfitatis , doli. Felinus.in c. 2. extra, de refcript. Rin c. cauffam, quce, in tertio loco. in fine de probaticn. Jafion inl. tefiamentum. 16. C. de Teftam. Hinc eft, quod Claufula• infolitce, quceque contrafiilum, dolum arguant: D D. inl. fi quis fiub condit. D: infiit. Bartolus in l. quicumque 3. C. de apoch. public. Hinc Reficriptum contra Stilum Curies im- ■ petratum, eft falfum: Felinus in c. 2. extra, de refcript. Hmc denique Senteniia, exprejfe contra Stilum Curice lata, eft nulla-, Guido Pap. quceft. cccxii. Zier; hier. van in Principio hujus libri. . III. DaP ' iL*\TUrhen Co>™?/'1 Ad Je Wïi- j. tuirr. Notandum axioma, Stylus Curhs Jabs~- iem pi. Groots Inleid, tot de Fratt. ijle B. tur pro lege, ijle. Cap, num. ic. & Rebuff.um ab eo allega- Li-3 .  86 L I B E R L III. Dat men tusfchen. Allerheiligen [£] en Licbtmisfe geen Default verleend tegen die van Zeeland, en dat men 't. zelve altyd mag purgeeren onder koften; is Coflume en Styl van den Hove van Holland. Want de billykheid en behoorlykheid is zulks vereisfehende: overmits groote Tempeeften, Stormen en Onweer, den voorfz tyd loopende, hen gemeenlyk voordragen: l. cïyitas. 6. C. de Offic. Recl. Prov. Aratus en Fejlus Avienus s verbieden de Zeevaart ftrictelyk in 't hert van de Winter. IV. Wat van de Styl is, konnen allerbeft en op 't zekerfte jugeeren, oordeelen en attefteeren, (ik fpreeke van den Styl des Hofs van Holland j de Suppooften , die zig langen tyd in dezelve hebben geoeffend. Hier diend de Atteitatie van alle de Suppooften van den Hove, dat het zelve Hof kënnisfe neemt in cas van Posfesfie in Beneficiaale zaaken; en dat het Hof Mandement Poenaal verleend tegen Geeftelykheid,- die in materie Posfesfoir van Geeftelyke zaaken wil ken. nis neemen, van date den xix. Juny cio 10 xxxiv; geregiltreert in 't eerfte Boek van de Jonge, Folio cc xxx. Hier diend ook de Miffive van den grooten Raad tot Mechelen aan den Provincialen Raad in Holland, van niemand te betrekken huiten de Provincie in Geeftelyke zaaken: tenderende by na tot geen ander einde dan om te beveiligen, Dat de Ufantie by oude Suppooften en kloeke Fraclifyns ingevoerd, redelyk is, ftrekkende tot oorbaar van de Onderzaten des hands: van date den xvni. Mey, des Jaars cm m xxvi. Hoe lang iemand de Rolle heeft gefrequenteert, noch kan hy zich niet zeggen of vermeten te zyn Styl-vaft- Daar is altyd op de Rolle ([wezende als eene vermaarde Univerfiteit van drie uitnemende Provinciën) noch iets te leer en: en die de befte en kloekfte zyn, lekennen zomtyds gewilliglyk haare erreur en dwalinge. Niet te min veelen zyn 'er, die in dit ftuk excelleeren; en welkers Pleidoien den Nieuwelingen en Jongen Advocaten zyn, als Lesfen van de Geleerdfte en Treffelykfte Profcsforen in de Rechten. [6]'"Dat men tusfchen Allerheiligen fn?..] Merula zegt hier, dat dit is Coflume en Styl van den Hove. Hy herhaalt dit Lib. 4. 'Jit. «ft rap. 3. num. 5'. Doch niet relatie tot den Hoogen Raadt was dit reeds uitdrukkelyk geconvenieert by het 4de art. van het Trac'taat tusjchtn de 'Heeren Staten van Holland en ïeelandt gemaakt op den 3. Aug. 1587. Dit Traétaat word gevonden agter aan dc Inftructie van den Hoogen Raadt op pag. 54. in de Noten op Merula Lib. 4. Tit. 33. Cap. ï. num. 5. verf, Men geeft geen Default wordt dit al te generaal aangetckent zonder diftinctie te-maken tusfchen het Hof cn den Hoogen Raadt. Tegenwoordig begint de Zecufche vacantie, zoo voor den Hoogen Rade, als voor den Hove met den 1. December, cn eindigt met den laatflen February , volgens de reï% peeiive Refolutien van dc Meeren Staten van Hollandt en Zeclandt. Zie de Conclufie van het Reglement tot bekorting} van de Fr»~ 'ce.fen, gepubliceert den 9. Maart 1728. ZESDE  TITULUS VI. CAP. L ZESDE TITEL, VAN DE GEENEN DIE EIGENTLYK & E C H T E R s GENOEMD. WORDEN. G A PIT T E L i Van Rechters. T. Rechters wie eigêntlyk? Wat in dezelve te conftderêeren? 3. Deugden eens Rechters, als de Treeze Gods. 4. Naerftigheid om de zaak wel te verftaan. 5. Wetenfchap van de Rechten. 6. Genegentheid tot geene de Rechten vereisfchen. 7. ' Eenparigheid tegen een ieder. 8. Afkeer van Giften en Gaven. 9. Wie geen Rechters mogen zyn van Natuure. 10. Wie vermogens de Rechten verboden worden Rechters te zyn. 11. Officie der Rechters in ?f Generaal; en hoe veelderly zelve zy ? 12. " Macht der Rechters, en veelder- hande Speciën van dezelve macht. 13. Hoe veelderhande Rechters: en hoedanige Ordinaire ? 1 nT0trCn-P.^e}md/]d vm Recht, zo Befchreeven, als niet Befchree- JJL ven. Die "t Recht adminiftreeren, worden genoemd< RrrhtZl 4JJ zynde e gentlyk die de voorgebragte GefSen egn?^^mgTz\l^' derfeheiden oordeelen, en daar over reeht fpreeken: xxiu S^ÏÏ n c novam. nrf. quJigitu, C. kjMM IL in *tó'o^^S^^^ i Z «fr gefield" donnantien, ftyl cn gewoontcns daar vfn t ^ • V° gens de Wetten e» 0r~ van den geconWn/erden S Soordeelde Tv^"' mitsSaders °» by o»w«%heid deren wederom, befchryven een ff 1 f,lV°nn,S tef e\ecutie te doen leggen? AnRechten ervaren, en tot dar An m Zl P ^GZe Wyze' dat het is' een eerlyk Man, in  88 L I B E R T. II. ( i ) Tn de Rechters moeten aangezien worden aan de eene zyde de Deugden [c] en Oualiteit; aan de andere.zyde hun Officie en Macht. lil. De Deugden zyn veelderlei. Ten eerlten de Vreeze Gods: i r. Paraupomen. cap. ip. verf. 7. L i. §. optamus ergo 5. C de Offic. FratfeEti Prastorio Africce. Deeze doet, dat zy zich niet laten corrumpeeren en blind maken. Non -oportet Judicem addüïiorem in Judicando effe HU, quem amat, quam cui invidet. Amicitice enim rationem habere non debet: l. properandum.13. §. fin autem. 8. C. de judic. nihilque diffimulare: l unica, in fine, C. de Monopol. Deeze ■doet, datzy zich niet laten wegrukken door haat of nyd. Odium fineenm vetttatis cognitce judicium turbat, fternit, pervertit. ld non eft conftantis ö reilt ihidicis. inquit Calliflratus, cujus animi motum vultus detegit: l. objeryandum. 19. §. ï. D. dc officio Prctfid. Deeze eindelyk doet, dat zy zich niet laten overwinnen door vreeze, om iets aan te richten tegen haare Confcientie. Deteflanda in Judice Pufillanimitas illa, qua in Jure dicundo poWitioris alicujus indignationemvelvimpertimeficit. Judex .mollis efie non debet: lult. 1. vtrj. .hoc itaque, C. de compenfat. ^ Cl) In de Rechters [«]. Ziet Velasco in «Vil Trattaat de Judice perfeSo , alwaar hy alle de Qualitciten, die in een volmaakt Rechter gerequireert worden , zeer treffelyk vooriteld en bewyft. Vide etiam Lambert Goris , in Camment. ad l. 19. pp. de offic. Prcefid. [&) DaMhoud. Praxi rer. civü. CSpiar\ Hier toe dient mede zeker Boeksken \n 8vo. gedrukt te Amfterdam 1733. en hebbende dezen Titel : Kone redenering, behelpende de bequaamheden en pligten van een goed en ongekreukt Regter, lefchreven door JohanneS Corasius, Hoogleeraar der Regten., en Raadsheer in 't Parlement van Thouloufe, &C uit het Franfch vertaalt. Waar agter bygevosgt zyn twee Redenvoeringen over het Gezag, Ampt en Pligten eens Regters, door Marcus Antonius Muretus, en Érycius Puteanus. Beide vit het Latyn vertaalt. [fc] Deze Commentarius wordt gevonden agter zyne Advtrfaria pag. 399- [e] Deugden'] Voeg hier by Lib. 4. Tit. 6, cap. 2. t , neusden tfr 1 Over de Deuqden eens Regters is overwaardig nagelezen te worden een zccV'fraaTc aanteekening van den Raadsheer Heemskerk Batav Ar ad. pag. 477.al« nV^ een Oratie; van zekereii Pd,aa, £4^^^ dVdrUdeidln'van' ccn^gter, door Meru,a aihier gemeld nog verïchVide andere opnoemt, welke aanteekening mitsdien ook voor alle Regters hier e S*%mlW een rigtfnoer kan verftrekken. Men voege hier wyders bv ae aan- Ï^SÏ'SSS^fcïïK Sn Sen'hef^i^ri^T iSf^Sf Jrt 18 bVvolen word, tot perfoonen, die in de Wet behooren te zyn, te kieS^aSeÏn SjSSfiSc Luvden, en integendeel verboden, daartoe te wmn* r-- rente openbaare Ovcrfpceldcrs, of notoirlyke gediffamecrt van andere dchctin of tod oDdcTo %£*"35 een O.^y verleenende nopens het fWllen van de Magiftraat 4e waare Chriftelyke Gereformeerde Religie. Zie C. P. B. 4. fo*. 42/.  T I TtT L U S V I. C A P. I. 6p TV. Ten-tweeden j -Naerfiigheid in *t grondig onderzoeken van de zaaken, u van de eene ah van de andere party e. Judices olim apud Athenienfes jurabant, ^hcylideT" **f utramïue partem fiiniliter audituros ejje. Eleganter lij ts Slxiv SiK»cn va" d<= •teurof Advocaat voor de BankersVvïf t' f * hy e•. va. *>w.,üf -uWvuö. .■..iteav.-'-u;.s.ïW'uV. non-. , , — bytcbrengcn. -'Egter.is zulks by ons niet verder aangenomen, dan met opzigt tot de Hoven van "juftitie, waar in geene andere Leden, dan gepromoveerde Regtsgeleerden, mogen-verkoren worden, uytgezon'deit de Edelen,-die volgens hunne rechten, prceëminentién cn Privilegiën worden geadmitteerd. (Zie dc Refol. van de Staten van Ho'd. van 8. Septemb. i;88. by van ZurcK in Cod. Be.t. m-e Hof §. 26.) dog in de Steden, en vooral ten platten Lande, zoude zulk eene keuze zeer moeyclyk, ja dikwils onmogclyk wezen; cn daarom zyn deeze laage Regters meeft gewoon in zaaken van eenig gcu-igt, het regtoi'dc praftvcq betreffende, (want in zaaken van negotie zyn veeltyds ongeletterde lieden, die de'Koopmanfchap vcrft;>an, betengevat, dan lieden van, Studie , ) het advis van neutrale Advocaten intenemen. Zie van Leeuwen inmt. op de Cnmin. Ordonn. Art. 1, pap. i2j. hoedanige advyfen pro Judice egtcr in cas van gemcene middelen nipt gcoorloft zyn, volgens het 16de Art. van het Reglement van 23. Augujl. 1749. §.(5. De Regulen en "voorfchriften der Regten.] Het is zeker, en door kundige Schryvers reeds opgemerkt, dat een Rechter., die zyn ampt verftaat , daar in., zyn lof moet fiellen, dathy niet alleen in 'twyffelagtige, maar in alle zaaken aan de Wetten, gebonden is, en dat de Wetten het rigtfnoer van zyn oordeel moeten zyn, volgens de L.i. §, 20.ff.de exen. atl. pr.J. ce off. Jud. L. 13. in fin. C. de fent ty interi. naardien in de weereld niets gcvaarlvkcr is, dan wanneer een Regtcr zig verbeeld, dat.hy over de..Wetten redeneren, cn rtaar zyn goeddunken oordeelcn mag. Terwyl iniegpndeel een Rechter altyd moet gedenken, dat hy geen meefter, maar een dienaar der Wetten is., en dus metwyzcr moet willen zyn. En 't was ook hierom, dat de Rechters by de Romeinen, alvoorens in hun ampt te treden, plegtig zweeren moeften, dat zy in hun oordeel de Wetten zouden . volgen. L. 14. C. de Judic. Gelyk op die zelfde wyze ook dc Rechters by ons altyd van duds hebben moeten zweeren, datzy wyzen zouden navolgende de Ordonnantiën, Edicten, Geboden en Piacaaten van den Lande, en by gebreeke van dien, na de befchreeven Rechten en Wetten. Zie de Crimin. Ordonn, Art. 57. cn de Styl van Proced. in Crimin. Zaak. Art. 38. en v. Leeuwen in de net. op de eérfigm. Ordonn. Art. 6. n. 1. En dat ook na de vernietiging van dc Graaflyke- Regeering hieromtrent geen de minfte verandering by ons gemaakt is , blykt al verder uit de Refol. van Haar Ed. Gr. Mog. van den 25. Mey 1735. waar by de Staaten uitdrukkeïyk verklaaren: „ dat het Hof, gelyk alle andere Rechters in de Provincie „ van Holland cn Weftvriesland, moet Recht doen naar de Wetten en Piacaaten van den „ Lande, mitsgaders naar de Privilegiën en wel hergebragte Coftumen en Ufantien, en „ bv defeft derzelve naar de befchreven Rechten." En van geen ander gevoelen is hieromtrent ceweeft dc Prsefident van Bynkershoek, wanneer hy inde Opdragt voor het ifle Deel zvner Obferv. Jur. Rom. aan zyne Amptgenooten in den Hoogen Raade zig dus laathooren : Ligum imprimis religio efl, qua vos tenet, paratos jus non ferre, fed dicere ; £ƒ unde nfi ex Legibus? En een weinig verder: Veflra ea laus eft, ex formula Jurisjurandi, quod prceJlitiftis, leges fervare, Legibus poteftatem veflram circumfcribere, ö3 ubi ülce prctftofunt, proeul habère lutricum dominans illud judicis arbitrium, belluam illam multuemm capitum. En diergelyke term-en worden by dienzelven Prsmdent ook. gebruikt in de Opdragt voor zyne OpuJtüla Vanï argumenti, daar hy zig op deeze wyze uitlaat: Noviftis eo redius jus dici, quo reÜEi'ftus ohfervantur Leges ,,has enim ejfe, mee fi. virunt amamus, folam judicandi normam prcvflant, ■ ■ - non  T I T ü L U S V I. C A P. ï. pt ^quidjpfiejelit, fed quid Lex aut Religie cogat, cogitare. Jufliti*, veftigw piacuit. 8, C. de Judic. JEquitatem informatam, R quce ex Jure colliA totefl non autemcerebrinam, ante oculos habere debet; Abbas apud jafonem l.auod ƒ i in fine. £>. de eo quod eert. loco. Xenophon, *W. «. ^ ^£j£ .Judice calculumferendum. Nam quod cum Legibus congntat, id juftum elTe VU. Ten vyfden, Eenparigheid jegens een ieder. Vitanda enim ^cmio'^M» Exod. 7ao Mauregnault in de Opdragt voorzie Jurid. Obferv. pag. ,3 £ VlTvo^vZJX, tene eene uitvoerige Verhandeling by M\vkici JReglgfl.mjpam., 2 D Cal T dZtr «denTJrd'6 geb°ndenheid dcs $j N Wetten leer v&andjg en oordedlcSg hitr' jEfitatm &e-l Hpe zeer het een ontwyffelbaare Regel is, dat een Re°rer in du- directelyfor S Raade niet zuilen mogen geven advis of raad-, coat ^^^^ ^^^^1^^ dce,fubalterae Geregten exftcerd een Mal Dorpen, •fSiiSKB^ffiSffL'^TC §S °Uten of Secr«fen in de Steden, hen zei ven aafu4n,^ 111 eeni^ zaak™, (anders dan dié tarisfen zyn, Luln°fGeregtcn' waarvan zy Schouten ofSecre- dienende oorden z^n en 'fvS Ce" b°ete van 100 Guldens.- ver- Cerf, j5«r, vece Officieren |; 17. T-^ at te worclen "gezien van Z urck in M z  92 C I B E R ï. Exod. cap xxitt. verf. 3. 6. 7: Levitic, cap to. verf. 15. Ut. ir. Paralïpm cap. 10, ve»/. ?• & Judiciis-non èft exceptio Pnfonarum habenda: c. m Judiao extrdenidic. Nihil iniquwn faciendwn in judicio; in Regula, in Pondcre, in Menfura; Statera fifta R ceqnn fint Pondera, juflus modius, aquufque fiextarins- Levitic cap. 19. rrrfi £?. & VIII. Ten zesden, gjf/fcwr MM G//fera en Gaven-. Lxod. cap. 2-3-. ver}. 0. ft. fcro t Samuel. cap; 12. ver/. 3. lib. W. Paralip, cap. 19. verf. 7. Pelten des Rechters zyn Gierigheid, Gunfte, Plaat, DD ad Novell. 24 cap. xr. 2» jfaf. 'Sm^Rechtev moet zich niet te koop ftellen: l. unica, in fin. C. de Monopol. ot van eens anders Proces zyn roof maaken: l. omnes 3. C ad" Leg. ^k/zö.» Re/>er» maar zich onthouden van alle vuil gewin: l. 6. eadem D. eodem; l. fi per imprudentiam. 51. D. de evicjionibus. Comtmpitur Judex fi: Donationes acapiat:. 1 unica. C. de ContraÜ: Judic: R èorum Rc. Comimpitur promifione 6 daUo? ne - l fi quis tefiibus. 17. C de Tefiib. Prafumitur R corrumpi mutuum.accipiens: 41 quisquis 16. C. fi eert. petatur. Certe Judex pecunia corruptus , tamquam inutilis, removendus l fi quos Judices 3. C de offic._ Pr af. Prat. Nam mdicarc non potefi; fiententiamque ab eo prolatam infirmam jubent efie Impp. m L venales-7- C. quandj) provocare non eft neceff. reufque rtpetundarum puniendus: l. 2 R 3 C ad Leg Jul. repet. Omnium, input Cicero iv. Verrina-, rerum tür-. piijlmum, maximeque nefarium eft, ob rem judicatam pecunlam accipere; pretia habere caldiüam-ftiem-ac religïoncm, Huc pertinet .Hiftoria de pma Sifiamms, A««*«V«' Judicis, qua legüur libro v- Herodoti, cuijuftu Cambyfts detraÜa, cutis; quam quum Rex in Tribunal expandiffet, filio Sifiamnis fuffeÜo-praupit x u t commonefaitus pelle paterna jufie judicaret. IX Aangaande de Qualiteit: Rechters mogen zyn allenj tegen welken geenVerbod h 'r-VerbocTis gefondeert of op de Natuure., of op de Rechtem Van Natuurs wegen mogen geen Rechters zyn, Razende en Dolle Luiden, min* Jcriarizcn, Dooyen,. Stommen: L quum Prater 12. §. 2. D. de fudic. • - Ai- VeR? s a Afkeer Rel Bcha-lven dat een Regtcr geduurende het waarnemen van zyn Rcgtcra7L; "\nn alle elften cn gaven, waar door hy zoude worden gecorrumpcert behoord :TeeA? te fyn, C3e dc J In/Ir.'van den Hoog. Kaai Art. ic. cn de Nad. Am-pi. Jnftr Cap *Jf*2f eaa ende Raadsheer; Heemskerk Batav. Are. pag. 567./»?••) zoo dient ook S^woSeTaaSemer^ dat, om tc geraken tot ampten van Jaftitie mets zal mogen war • V^bodcn";^epi^ren cerd of gegeven, direft of indirect , op poene van pnva ie van. C Öffldeïïtfemde» tot ccnigc-andere digniteiten inhabil verk aard te worden.. Zie. dé rv w Ordonn Art 2. cn Inftr. H. R. Art. 17. en Heemskerk all. loc. . . 'Triï i 't Verbod , dat minderjarigen geene Rechters mogen Zyn,is > IIo''' iiïd op vcrfeheid 1 duidelvke wetten gcfundeert.. Dus vind men onder anderen, da & Léf iKÏÏS 5t««« vo« Holland,.nopens de eletlie van Leenmannen Schenen ende %*Tl£temnin dl voorfz. Provintie,.yan den 2Ï,fte. Fehr 1654. ^. 1 y ^G. B j. D. rf ;f) g ft meert isdat de eleaic van de- voorn. Rechters .in dc refpechvc Quartieren ■t tor iaar eefchieden moet uit een nominatie, gemaakt van een dubbel of tripel getal  Tl TUL US VI. CAP. I. pj X. Vermogens de Rechten mogen geene Rechters zyn Vrouws PerfoonenLfemmx * D de Regul jur. d. §. 2. 33. q 5. f. 7?„L,„, / fin Tde rel ce.pt. arbür.Pide omnino Leopoldum Dickium Titul. Judices qui e[jUolTum SlL ven /. barbanus j D (le offic. Prat d. §. 2. Cèum inter Ée£. Lxcfff. ^/rnfaame of Eerlooze Luiden; e. fcifcitatus. extra, de refcript f eelt wter dileaos. I. 2. D. de Senator. Bern. Wurmferus lib.i. Pral For de judic eapi dïSrdöVlf^ Waa,',by ^tdrukkeJykyoor onze Schepenen «r ïtRrhtenw Jafr°n IS, va%efteld. Welke vervult moet worden, getreden zyn. Zie dc Tegen». Staat der E / 4 f S ' n, ^ ,n hvn 2AlkJaar /m moeten oud wezen 26 jaaren of daar■ hZ'n-*"i pa?'~ ^ uDc Schepenen van haarVrouw Jacoba van den 24. U 4 8 KSÖ K n™^ Va" >' 6)1 boven; volgens een Privilegie van Hertog. Philitu van BouXmHiïJ: V \fY ' ' , Loys i?e>Ar. v«,rf«f/ve i-ta/p^. 3o,. Zfc ook dc Te^w%tt\ n *' ^TV4I£ ÏY Wydcrs moeten de Schepenen"van Leiden oud"wezenZW ro, *5* ben™ ~ 4e Magiftraau befleüinge te Gouda van den lx.' DeTeJ rf5* eTinden |n het G °pl Tn pag. 408. Zie ook de Tegetm. Staat { Regifter der 'Rifote.ZfSS^'f^J^jSt^'^f^ ±.n wanneer men naderhand bemerkte, dat dezelve p,Llltrj»:Jf f 777' CNov. EdaO ^ens. iianacit ook nier over nu ninnT // v,.- m i> r upmci- zyne Apologie Cap 10 i68 w ,os ^ • ^ Paf> Ca^ 20- S- l6- en in vocaatFifcaai van Holland &c' r^V ^ al™hY ^g beroemt, dat hy het Ampt van AdHoven ^la&i^Zi£^ ^^'T',eat va° de ?eeren Staatcn' cn va» de befdb teeken van SgcS^Ë^n l^^Zi^ ^ fg hebbende, tot een ^dë-Ueé^^Irjit^0^^^^^ liaddc verbetering van gagic, maar van haar Collegie erfhvSrf k i hem. ook hadden voorgefJagcn, om te zyn een Lid der dat hydaarTa', de"ge'"- Hoogei/Raad; j£ & , ./fc. ^ 8f/yw"JonffS^ Md 1 VUn Pcnllonans van Otterdam, eenigzints ge- M ,3  $jl L I B E U X cap. xvi. Heretyken; 2j. q. I. c. audivimus. in fine c. excommunicamus. §• eredentes extra, de 'Heretic. Geëxcommuniceerde; c. intelleximus extra, de judic. c, poft cejfionem. extra, de probat. Bart. inl. 2. C. de fientent. R interloc. c. prudentiam. de offic. delegat. d. c. audivimus. 24. q. r. XL Hoedanig zy het Officie of Ampt der Rechters, blykt uit dc gantfche beJeidinge der Procesfen. Illud univerfum conftat, Judici cuncta rimanda, 'R rerum ordinem plenci Inquifitione difcutiendum eft'e; 33. q. 5. c. indicantem: l judu ces 9. C. de judic. Videndi Tancretus libro 1. de offic. cujuslibet Judicis, R Speculator. lib. r. part. r. Tit. de Offic. Judic. Officium Judicis eft vel Mercenat Collegie van Jchoït ten PlT^'Y in de Siede» als Shour R r,.Landa ' m zom">ige Steden h,^ c B"rSemeeJfte«n en Schepenen; niet S vJï üt mede ftem heeft> maar alleen h«t votmis is maanende. Dezelve Collegien beftaan behalven- den Schout , in zeven Perfoonenals Schepe- ?oonnVndvh "?0/en "let ^en'minde^ Perfoonen Vonmsfe wyzen [als met vyf Voor deeze Rechtbanken moeten'komen alle civile zaaken, tusfchen Burgers , Poorters en Ingezetenen, wat zaaken l et ook zouden mogen zyn, ten zy de Perfoonen of zaaken gepriviligeert zyn , om ter éerfter mftamie voor 't Hof van Holland te moffen tomen . iMa„„n ui~. ... " . ° zal worden gefprooken, ook'alle Crimineel ' &3S^£i^ «f Schout Ten tweeden , zyn in Holland en ZeevoltndrdinanS JU?tie 'f Hof> '£ weik dien Janf 7°,geiiaamd,rord het H°f van Holland, Zee and en Vriesland , beftaandc uit n«i" ,',i??iaK nChe Raden»-datzyn Perfoo-nen uit de befte en geleerdfte',. mitsgaders ervar-enfte, byde-Ed, Groot ^ifeeS- Staten •  9S L I B E R I. ons zyn vcelderhande: Ordinaire. Gedelegeerde,,Arbiters en Arbitratturs. Ordinaire zvn die vrye en eigene Jurisdictie of Gerichts-dwang hebben, als zyn in deeze Stalen van Holland cn Wcftvriesland genomineert , cn by den Erf-Stadhouder geëhgeert, en vervolgens beëedigt. " Mitsgaders uit . . . Raden van Zeeland, by de Ed, Mog. Heeren Staten van Zeeland insgclyks genomineert, en by Hoog gemelden Erf-Stadhouder gccligecrt. Aan dit Hof, van welkers praeëminentie luifter cn digniteit hier naa zal gefprooken worden, moeten komen alle zaaken van appél of reformatie van definitive Vonnisten appéllabel zynde , by de voorfz. lager Vicrfchaaren in 't civiel gewezen , mitsgaders ook van crlmineclc zaken , waar in ordinaris, of in cas van ordinaris proces is geproccdeert: hebbende daarenboven noch ter" eerfter infiantie kënnisfe van zodanige zaaken, als'hier naa broeder verklaard zal worden. Ten derden, zo is dc ordinaris Juftitie in Holland cn Zeeland den Hoogen Raadc, welke genoemd word den Hoogen Raadc in Holland , Zeeland en Vriesland , welk Collegie beftaat uit een Prefident , mitsgaders 'zes Hollandfchc , en drie Zeeufche Ttaadcn, cn by Iloogloffelyker Memorie Willem, by der gratie Gods Prins van Oranrie, en in der tyd Stadhouder van Holland, .Zeeland en Vriesland, op den laatften Mei 758'' is geërigeert cn opgerecht; in plaatfe van den Grooten Raad [d~] van Mechekn, welke by bewilliging van de Staten van ver-fi-heidc Provinciën door Hertog Philips van Bourgondien al voor den jaare 1453- is gccrigcert, als blykt uit een Handvcft van den 31° Juny 1452. te vinden in 't Gr. Pi B. 2 D. pag. 679. en de Sent. van-den Hoogen en Prov Raade No. 15. en aan welken Raade voor dezen dc Procesfen uit eenige Provinciën wierden gebragt by Appél, cn uit eenige by Revifie, uaar dc verdragen, die daar Op gemaakt waren. Zie H. de Groot Jlpolog. Cap. 1. pag. 9. cn dc Inftr. van 't Hof Art. 215 & 216. frf] Den Groeten Raad.] Vervolgens dan , 20 kan van alle Sententiën van den Hove van Holland, zo civile als crirninecle , appéllabel, of rcformabel zvndc , aan denzelven Hoogen Raade worden geappcileert of gereformeert. Inftr. H. R. Art. 21. ' Gelyk dan ook dc Ingezetenen der Steden Middelburg, Vlislhigen, Ve.cr, Armui- den dc keure hebben om van Von- nisfen by Burgemeefteren en Schepenen der zeiver Steden gewezen, provoeabcl zynde, te provoceeren , of aan 't Hof van Holland, Zeeland en Vriesland, of den Hoogen Raade, volgens dc Privilegiën hen daar van verleend, en dat om redenen daar in uitgedrukt. Den zeiven Raade is ook gedefcreert kënnisfe te hebben ter eerfter inftantie in verfcheide zaaken, geexpresfeert in de 18, 19, 20, 21, 22, 23. Artikelen van de Inftructie van den zeiven Raade. Kan ook den zclven Raadc raauwelyks of ter eerfter inftantie kënnisfe nemen van civile zaaken, ex conventione partium, die daar van conventie gemaakt hebbende, zulks gezamentlvk aan den zeiven Raade komen te verzoeken by Requefte , hen ootmoedelyk biddende , de Judicature van dien te willen aannemen., waar op dan.by den Raadc, uit het midden van haar Ed. Mog., Commisflirisfcn worden genomineert om voor dezelve tc comparceren en litem te contefteeren. En zyn dc Sententien by den zeiven Hoogen Raade geweezen van die kracht en van dat c ffc cl:, dat dezelve zyn eenarreft, geenzints eenige provocatie of inhibitie fubje£t, als ze reparabel zyn , maar hebben abfolut haar executie zonder eenige cautie. Alleen kau tegen Sententien by den zeiven Raade geweezen, worden geproponcert crreur, of gekomen in Revifie, waar van de practyk cn inftttutic van Revifie zeer klaar geleerd word in de 279. en volgende Artikelen van de Inflruüie van den zeiven Raade tot den uiteinde van dezelve InftruStie toe. Doch dit belet niet dat dezelve Sententie egter word geëxccutccrt, ten waare dezelve irreparabel was , als condemnatie van iemand te moeten trouwen, condemnatien in cas van injurien.daar iemand injuriarum gecondemncert is, cn diergelyke meer. Voorts zo ftaat noch te letten, dat 'er in verfcheide of meeft in alle Dorpen ten Platten Lande die particuliere Heeren hebbcn, is een Collegie van Bailliuw en IVelgeboorne Mannen [e], welkers Jurisdictie is over crimineele zaaken, die by den Bailliuw voor '1 zelve Collegie ter eerfter inftantie worden geïntenteert en getermineert. ' [e] (Velgeboome Mannen.] Hier van *an-  TITULÜS VI. CAP. T. pr deeze Landen, den Hoogen en Provincialen Raad; alle de CoHezien 7nvr rzyn Heeren de Staten Finantie, als van te Admiraliteit de E{K Meepr dolt Simom van Leeuwen in zyn Tractaat Redemng over den Oor/pronk, Reght, ende Onderjcheidt der Edelen en Welborenen in Hollandt gedrutct te Leiden 1659. in 4to. Aan dezelve kan ook worden gcappelieert van Vonnisfen by Schepenen van dezelve Dorpen cn Heerlykheden gewezen. Maar ui den Lande van Rynlan.1, Delfland Kennemcrland , Voorn, Putten, cn Zuid-Holland, zyn over de Dorpen in elks djttrict,geen particuliere Heeren hebbende opgerecht Collegien van Bailjuw en Mannen, pi Bailjuw en Leenmannen [/•], die recht en juiLitic admimftreeren in crimineele znaken zo als hier voor van Bailliuw cn Wc!°-eboorne Mannen is gezegt. [ƒ] Bailjuw en Mannen, nf Bailjuw en Leenmannen] voor dewclkcn dc crimineele zaken beregt worden ; dog voor Schout en Schepenen ten platten Lande komen dc civile zaken. Die met den Bailjuw ten platten ™ ovcr hct cri,"ineei zitten, worden Mannen , Welgeboome Mannen , Leenmannen ook Mansmannen genoemt. W. de Groot's Inleid, tot de PraB. ijle B. Cap. 1. num. 9. S van Leeuw. Rooms-üoll. Regt ifte R id« D num._ 21 , 23 en 25. Anders is 'er onderai1 C tusfchen Mannen of Leenmannen , en Mansmannen of Leensleenmannen. Mannen of Leenmannen zyn die het Leen uit de eerfthandt van 's Lauds Overheit verkregen hebben: dog Mansmannen die hun Leen" wederom van die Leenmannen hebben ontfangen H. de Groot's Inleid. 2de. B. Aifte. D. num 5?. Leenmannen worden Vafalli , Mammannen of Leensleenmannen , Valvafores genoemt. Dc Leenen, die de Leensleenmannen van de Leenmannen houden, worden agterleenen genoemt, fubfeuda. Dc naam van Mannen .en Welgeboome Mannen in de Regtbanken, is daar van daan gekomen, dat een Leenman onder andere dienften van ouds gehouden was met zyn' Heer te recht te zitten. Dit word nos: in zommige plaatfen geobferveert , en onder ancieren ju de Baronnie van Licsveldt, toebehoorende Zyne Ilooghcit Willem Karei Hendrik Fn[o , prince van 0ranje en Nasla 11. Dit wordt genoemt fervitium judiciar-um. Lnde by weigering van den Leenr^J^T «yA^I*e«i. H. de Groot's Inleid. 2de B. ¥fts D. mn. 61. Hier van is L, Deel. [ de Text in Lih. 2. Feud. Tit. 24. ««« fuit prima caufa beneficii amittendi. § o verfu . //, I l^ tamen mn latent, quod fi quis'fuo Domino fujtitiam facere noluerit, feudum quod tenehot perdet. Meede aangehaait by Bort in zvn Iraüiat van het Hollandfch Leenregt yde D Tit, 1, Cap. 8. num. 7, Zie ook hier onder in Alotis. Vers. Zommige Leenheeren. Gelyk dan ook in den Lande van Zeeland mede is een Collegie, dat in 't crimineel Pif Lflde recht doet' daar van en dt.tot derzelver Jurisdictie fpecteert kan gezien worden in de Keure van Zeeland, die daar zeer ampei van is handelende, rinn001? 20 zyn 00k in den Lande van Holland opgericht en geërigeert verfcheidea collegien, die alleen fpeciaal kennisTe, fczag en judicature hebben over zaaken rakende materie van Dykasnen. Als "t Collegie van Dykgraaf en Hooo-e Heemraden van Delfland, Rynland, Schietend-, Kennemcrland , Voorn , Putten en luftiHe T-h Wdke Coyegien Recht' en Juftitie admmiftreeren , zo in 't civÜ als cr=, S' °W Dvke» . Dammen , Sluizen, Wegen , Wateringen , Bruggen , Keulens Kadens, en alles wat daar °v!n dependeur J volgens derzelver Privilegiën , Öaroyen Keuren en Ordonnantiën'daar van zyide! van welkers Vonnisfen provocabel zynde geprovoceert word aan 't Hof van Holland en den Hoogen Raade [g]., hie/voor-emeld da5 van ook gefproken word in ^22 Ar. tikel van de Inftruclie van den Heogen Raade 7? L? H I' Kaf vm Holland e» ^n Hoogen fZ A Yan. sententiën gewezen in materie HnU y rglü? $m Tmen Provoceren aan den Hove , of aan den Hoogen Rade omiffo media tn hebben zodanige Sententiën niet te-enItaande pro vocatie haare Executie onder cautie 22, r Jtr- Cur- SuPr- hic alleg. Art 214 M 2I7. hftr. van 't Hof. Zie onzen Schr£ ver Lib. 2. Tit. 6. Cap. 8. en Lib. 4. fit 110. Cap, 3, Dit heeft ook plaatfe omtrent ^eeuwfche zaken. Vide infra in notis, num. 4- Vers. Alle Steden van Zeeland, ad hunc Tit 0. Lap. m In Zeeland is daar van mede het College van Bailiuw Dykgraafs-Mannen daar van ncr voor gefprooken is, mitsgaders renvoi fan gemaakt is tot dc Keuren van Zeeland. Aangaande de Leenzaakcn ftaat te letten, iN dat  98 ' L 1 B E R I. Meefter Knapen: de Dykgravên en Heemraden: de Gerechten binnen de Stedent de Vierfcharen van Bailliuw en Mannen: de Schepenen en Gezwoorens van de platte Landen: dat het Hof van Holland, Zeeland en Vriesland , tegenwoordig is het Leenhof van heide die "Provinciën , en dat 't zelfde Hof kënnisfe neemt van alle queftien mere feudaal zynde , breeder in de Infiruüie daar van gemaakt, begreepen. Wel is waar, dat voor dezen het gemelde Hol' van Holland, Zeeland en Vriesland, alleen ook gewceft is liet Leenhof van Holiand, die dan daar in Recht en Juftitie adminiftrcerden met den Prefident en Hoilandfche Raden , en dat die van Zeeland , nopende haar Leenen, Recht deden door 't Collegie van dc Gecommitteerde Raden van Zeeland, gekomen in de plaats van Burggraaf cn Leenmannen-, maar dat is nu alles-gcabrogeert, cn zyn die Collegien komen te cesfeeren: vide het 12. Artikel van 't nader - provïfioneel Accoord tusfchen Hblland en Zetled, in dato den 22. July 1674. Van de Sententiën van doezen Lcenhove valt insgelyks provocatie aan den Hoogen Raade', in zaaken provocabel zynde. Zommige Lcer.-Hccren , mede Vafallen hebbende',' hebben insgclyks het recht om Leenmannen te convoceeren, om recht te doen over Leenzaaken en Leenkweftien tuffehen haar fubvafallen vallende, waar van de Provocatie ook is vallende voor 't gemelde Leenhof, vide 't voorfz. 12. Artikel van 't vcorfz. Acccord, cn of wel die geen Coliecien hebben die vaft cn permanent zyn , ook d'kwyls zoo veel vafallen niet hebben dat zv konnen Vonnisfe wyzen , zo verzoeken zy daar toe Leenmannen van Holland of van andere Heeren. Daar is in Holland noch een Collegie van fuffirtó', 'twelk is van den Houtvefter cn Mceftersknaaren, voor dewelke geventilecrt en gedecidoerr worden alle queftien riskende de Jagt, Wiidcrnisfc, Waranden, Boslcheii, excesfen cn fèrftifteh daar 0111-r-ent trefchiedende, waar van hier na breder gchandelt zal worden , van welkers Vonnisfen me ede geprovoceert word aan 't ♦remeldc Hof van Holland. Eindelvk zo is in Holland ,, en namentryk tot Levdcn, noch een Collegie van Juftitie, dat'Recht doet over alle perfoonen , fidmaatcu van de Univerfitcit zynde, zo wel in 't civil als in 't crimineel, waarvan dé Wetten, Statuten cn Ordonnantiën in druk zvn, van dato den 2. Juny 1575- baande in 't Placcaat Boek, van welkers Sententie., geen provocatie \_h~\, maar alleen revifie valt, volgens 't Reglement daar van zynde, in dato "den 6. Oétober 1656. ftaande in de Placcaat- Boeken [i]. En dit zyn altemaal Rechtbanken, de ordinaris Juftitie betreffende , maar daar zvn noch meer Collegien van Juftitie aan de" ordinaris Juftitie niet dependcrende. [h~] Van welker Sententien geen Provocatie.] Adde Loenii Decif. Caf. 102. & ibi Boel m Notis. [£] Staande in de Phcaat-Boeken.] Inliet Groot Placaat-Boek. Fol. 3. pag. 544. Dat is dan eerft 't Collegie van Schepenen Commisfarisfen in de refpeöive Steden , welke Jurisdictie hebben in zaaken, betreffende des Lands Impoften en gemeene Middelen, mitsgaders Fraudes en contraventicn, die daar in begaan Avorden , als daar toe fpeciaal gedelegeert zynde by de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Holland, cn hebben' Jurisdiëüc, zo wel in 't crimineel als in 't civil. Ten anderen, 't Collegie van de Ed, Mog. Heeren Gecommitteerde Raden [&] van de Èd. Gr. Mog. Heeren Staten van Holland en Weft-Vriesland, welke niet alleen Rechters zyn in cas van Reformatie over Vonnisfen by Schepenen Commisfarisfen, als gedelegeerde Reohters ter eerfter inftantie gewezen , maar ook in verfcheide zaaken ter eerfter inftantie kënnisfe konnen necmen, gelyk alles by het Placcaat op 't ftuk van den ophef van de gemeene Middelen alle jaaren vernieuwt wordende , mitsgaders uit de 29. en 30. Art. van de Generale Ordonnantie kan worden geëlicieert. Zynde aan de Hoven vad Juftitie benomen dc judicature over de gemeene Middelen [f]. Ziet de Ampiiatie van de InjlruUie van den Hoogen Raade, den 17. July 1582. en de nieuwe Ampiiatie van de Infiruüie van den 24. Maart 1644. [ Art. 3 t . ] verf. eindeleken. Van Sen, te:.'i'en,by dit Ed. Mog. Collegie gewezen [n] valt geen provocatie, maar alleen Revifie, volgens 't Reglement daar op gearrefteert in 't 31. Artikel van de voorfz. generale Ordonnantie. Ge'lyk dan ook by dezelve gemaakt en gearreftcert is een Ordre op de Procesfen , die mede by den druk gfemeen gemaakt is.weL ■ * • ke  rum; ke is van dato den 22. January 1660. en i» OJofter itf' haar Hoog Mog. zonder verandering gevolgt, en geëxecuteerd word L u°0rcn^W0,rdentif de zaaken' in aPPcl va!1 den Raadc »™ Vlaanderen aan haar Iw ril:, m^ifh*0 veerd' ordirr ter dcciilc gezonde» aan den Raad van Braband, die ais aan mede by delegatie regt doet. JfJfr^Jr? dB ■in Regters hevd hebienl Deze wordcn zecr oneigcntlyk alhier «V gelegeerde Regters genoemt; vermits.met dien naam eigentlyk beteekent worden dé zuiken,, JN 2 die  wz L I B E R l Jurisd. Refert autem, an Delegatus h Summo Principe datus, an ab aïio. Pricrit major eft Potefias, quam docent varii. Clarus libro v. §. fin. quceft. 40. & J'eq. Robertus Maranta part. 4. Difi. Judic. 5. Cujacius lib. 19. Obfiervat. cap. 13. lib. 21. cap. 30. Andreas Gail. lib. 1. Obfiervat. 97. Minfinger. lib. ö'. Obfierv. 99- Diciturque talis Legatus a Latere: DD. ad l- quisquis. 5. C. ad Legem Juliam Majefi. Pofierioris Potefias eft ftriüior: l. uit. C. ubi & apud quem cog. reft. diciturque Judex Pedaneus. Vidend. Tit. C. de pedaneis Judicib. li. Gedelegeerde Rechters zyn in den Hoogen en Provincialen Rade de (4) Heeren Commisfiarisfien: ten eerften, om zittende ter Audiëntie (uit welke oorzaak zy mogen Auditeurs genoemd worden: Vide huc tit. de Auditore apud Speculatcr.') Partyen te hooren, en haare gefchillen te decideeren. III. Ten tweeden, om Produ&ien te ontfangen, Getuigen te hooren, Enquefton en Informatien te doen, de welke eigentlyk Commisfiarisfien genoemd worden. , IV. Ten derden, om Rapport te doen van de zaaken, die hen by diftributie zyn in handen gefteld. V. Behoudende evenwel den naam van Ordinaire Raden: zo dat de manieren, waar door de macht eens Gedelegeerden Rechters ophoud, en een einde neemt, in de voorzeide Raden niet zeer gepractifeert worden: Finiri enim ficribitur Delegati Potefias <. Morte Delegati 18. q. 2. c. dudum, &c. quoniam Abbas, de ojfic Deleg. ir. Morte Delegantis, re adhuc integra-. I. <£f quia nee principahter 6. D. de JurisdiÜ. §. recte. Infiit. mandati. c. licet. in fine. extra, de offic. Deleg. lil. eo, qui delegavit, Cauffiam adfie revocante: l. cum prater. 12. inprinc. ^ . ibi DD. D. de judic. c. Écclefia S. Maria 2. extr. ut lite pendente nihil innovet. iv. Delegato Cauffiam ad Delegantem remittente: c. licet. extra, de offic. deleg. v. legitima recufiatione: c. fiecundo re juris, §. tertio poftulas. extra, de appellat, c. licet ex fiuficepto. extr. de For. compet. vi. finito tempore, quod in Commiffione comprehenfium: c. de de caufiis extr. eodem. vu. lata & exfiequutioni mandata fiententia: c.in litteris. extra, de offic. delegat. I. judex. D. de re judicata. vin. appellatione in cafiu licito: c. direÜo. c. fignificante. c. relatum. extra, ck appellat. (4) Heeren Commisfarisfen.'] Deeze worden onëigentlyk alhier Gedelegeerde Rechters genoemt, maar zyn eigentlyk Commisfarijfen die op de Rolle [i] over zaaken van 't Hof' of Hoogen Raade worden gecommitteerd, of Rapporteurs, dewelke de zaaken door den Prefident in handen worden gegeven, om te examineeren en den Raade rapport te doen. [b] Commisfarisfen die op de Rolle.] Vide Lib. 4. Tit. 29. Cap. 1. & quae .ibi dixi. die niet uit kragte van hun eigen geregts-dwang of jurisdictie, maar uit hoofde van een fpeciaale Cömmisfie en aanftelüng van de Hooge Overheid, in zekere buitengewoone zaaken of gevallen recht fpreken, en om die reden ook extraordinaire Rechters genoemt wo» den, en waartoe zelfs mede het Hof of de Hooge Raad kan worden gebruikt. Zie de Groot Apokg. Cap. 15. pag. 153. & Middellant ai Vromans de F»r. Comp. Lib. 2. Cap. 1. %. 1. n. 2. ZEVENDE  TIT UL U'S VII. CAP. i ï03 ZEVENDE TITEL, VAN DE GEENEN DIE EIGENTLYK GEEN RECHTERS ZYN, EN EVENWEL BY CONSENT EN UIT DE MACHT, HAAR BY PARTYEN GECONFEREERD RECHT DOEN. CAPITTEL L De Arbitris. 2. me geen Arbiters zyn mogen ? j 4. Arbitrium quomodo finiatuv ? I. A rbiters ( i) of Gewillekoorde Rechters zyn , in de welken Partven met JX vrycn wille compromitteren, ftemmen en vereenigen - heffzi oordeel en vonnisfe onderwerpende. Deeze zvn rehondpn fwJ^* d^z. ,ver der zeiver zaaken en gefchilfen te decideere^ ?n In vonSe lt Sen' m r dat de Rechten en Coflume zyn vereisfchende, en niet S het Smnro' mis te treden: /. Pomponius iq. recetiffe ft ihi n 71 n . comPr°- « »<^2^ ad wem, compromijjum. Raid. gft D Z). tik Cl) Arbiters.'} De Arbitris Confulendi D D ad tit. ff. de recept, arbitr. Om dat Arbiters ' of Arbitrateurs (goede Mannen) geen Jurisdictie hebben, zo worden de èompromisfen dikwyls opgeregt onder condemnatie van den Hove van Holland of Hoogen Raade, of ook van den Gerechte van dc Steden of Plaatfen-, daar dc Compromittenten wooncn, waar by dan overgegeven word, zich in den Compromisfc en daai op te volgen uitfpraake, goedwillig te laten eondem"ccren> tzy by den Hove of Hoogen Raade, onder, conftitutie van Procureurs zo om de condemnatie te verzoeken als daar in teconfenteeren, 't welk gedaan zynde, konnen dezelve als andere Sententien ee' executeert worden. AI was daar geen condemnatie op gedecerneert, zo maken dezelve evenwel gewysde , en kan daar op geexcipieert worden. Ook kan op uitfpraken verzogt worden executie gedecerneert te worden , maar alzo 't zélve niet anders zyn als Contraften, zo moet daarin gegaan worden by dien Rechter, die competent is. 582. in fine q> feqQ. (Edit. 17%) «oorden Raadsheer Heemskerk Batav. Arcad. pag.  |04> L I B E R f. tit. D. de recept, arbitr. text. in l. penult verf. fin autem, & feq. C. eotlm: Innocentius in c. Quintavallis. extr. de jurejurando. Spec. d. paro.gr. \. verf. eft cticim. II. Dat Vrouwen, Stommen, Dooven, Krankzinnigen en diergelyke, niet konnen zyn Arbiters, leerd Speculat. d.t. (O- III. Zo wanneer twee Arbiters niet accordeeren, zo moet verkooren en den zei ven bygevoegt worden een Derde: l. item fi unus 17. §. 6. principaliter D. d. t. nifi PaStum intervenerit de Tertio non adfumendo: Petrus Ferracienfis tn forma Libelli, quo agitur ad pcenam Compromijfi, ad illa, concorditer condemmrunt, num. 11. . . IV. Arbitrium variis modis finitur, per mortem Arbitri: per lapjum temporis tn Compromiffo exprejfi: per mortem alterius Litigatorum, nifi dittum fit, quod har es fiuccedat: Excufatione coram Prcetore: per capitales inimicitias & infamiam Jach : per Celfionem bonorum alterius ex Litigatoribus: per Furorem fubfiequutum: Fer fpatium Triennii: Patio de non petendo: Tranfiactione rei: Acceptilatione, Peremtione, R aliis. Confulendi Speculator tit. de Arbltro cjf Arbitratore. Alciatus én Praxi utriusque Juris, & alii. CAPITTEL II. De Arbitratoribus. 3. Verfcheide onderfcheiden tusfchen Arbiters en Arbitrateurs. 4. Sedes Materie. 1. Arbitrateurs of gewillekoorde Rech- tCTS» 2. Wanneer men der zeiver uitfipraake moet volgen? -I rewillckoerde Scheids luiden zyn vrlendelyke Middelaars, in den weken U Partven vrywilliglvk accordeeren en vereenigen: om by den zclven haare zaaken, dilTerenten en gefchillen , naar hun belle verftand en goeddunken, zonder eenige forme, ordre of folemniteit van Rechten, onderfcheiden, Jeiudiceert en gericht te worden: en worden genoemd Goede Mannen. DD. fo e parum venufia & Latina Arbitratores vocant Eos Pacis &4«^*<" lolTuLs, vel Arbitros Honorarios: Speculator d. §. r. verfic Arktra or. PaÏZütanïts in d. c Quintavallis, extra, de Jurejurando. Andreas Gaü. hb. 1. Obfervat. 150. Robertus Maranta parte 4. Diftinü. Judic. 14 II Deezer oordeel zal men volgen indien 't zodanig is , als by goede Mannen behoord uitgefproken te worden. Nam ft injufta fiententia, corrigenda eft per arbitrium Boni Vin. I. fi focietatem 6. & l. fiocietatem. 76. D. pro fiocio. L rO Vim -elyken niet Judex ordinarius, m ] dc Arbitr\Centrarmn tarnen praSicatur. Gum. de zaake waar in hy Judex is, /. 9- §• 2-ff- I pap- dectf- 69'  T I T ü L V S V 1 I. C A P. I l tè f ^tarnen. «, %.fied fi aliquem. ir. D. de recept, arbitr. c. yeniens extra, de III. Daar worden geleezen veelderhande differentien tusfchen Arbiters en Arbitrateurs. Van Panormitano, in d. c. Quintavallis, num 8 &> Iea wórd'n retef^tiMt P°Z & ^rbiMribus vide Tit. D. de recept, qui Arbitr. fi k A c ^ 43- DewfaJ. de Arbitr fi? & 22 T« Hartmannus.lib. z.de Afbitr. Lanfiranc. de OrL cZ jdI^£L£^£u* baldis fa]. ^o«^ Baptifta.Perufïnus • Battifta h «! «* f , Monte.Pefiidano. De Gograbiis a^s^t^ 9^ Pe'r-Jacob' ds que Delegati, neque Sub delegati, nequeArUwi ZeZTJ^'T 0rdma™' ni~ ferentias Juris cLlis 6? Salon ci plrl f num Z Mtrat0res> cm^le [a] Benediüi de Ubaldis.'] Legendum fl?nedictide Vadis. Editus eft TraSatus de Arli. *"s & CompromiJJis Lanfrand de Qriano cum Addtt Benedim de Vadis de foro Sempranii, una cum aliowm de eadem materia TraQatu, Colorr. Agnpp. r5oo. in 8vo. Ook word bv de Ubaldis S VaMus> en niet WIw a ï. Deel. ACHTSTE  ïo6 U I B E R ï. ACHTSTE TITEL, VAN PARTHYEN. CAPITTEL I. Van den Eisfcher of Aanklager. j. Ratio Ordinis. 2. Partyen, Pleyte, Pleyten, &c. ■ 3. Verv'loekinge van de meenigvuldigheit der Procesfen. 4. Ingcvalle van noodt de Procesfen kort te maken. 5. Pleytende Perfoonen. 6. Eisfcher. 7. Wie geen Eisfcher of Aanklager zyn mag ? 8. Niemand word gedwongen Eisfcher te zyn tegen zynen wille. p. Welke 'gehouden zyn tegen haaren dank Eisfchers te zyn? 10. Niemand mag zich zeiven rechten.. 11. Wie zich zeiven mag rechten ? - T Tlïo veel zv gezegd van de Rechters, als wezende de pnncipaalfte Perfoo#/nen vande Rechtspleginge: Andr. Barbatius in ruhr extra, ae Judic. vnafé J^ülrlaZis djldice, tamtam a Perfona principahore: l. qui ex- fT Vota da"Zfnu handelen van (1) Partyen, die tegen eikanderen in rtdMoX^Judicia, vel conventus ad difceptandas caujasnftitut1 by de Francoircn Plaid; de Italianen Piato , de Spairaarden Pleyto. In t Latyn Lis, n5^^Swr%» Mti0- Hiervan Pleyten: denD,Fran?olfe? Pla)d r>  T I T U L U'S V I I I. C A V. I; ^ non licet. de Reg. Jur. in 6*. l. non debet. 41. B. de rei: mr Imo u£* Attori, quam Reo, l. uit. D. de feriis. S' J "T* Uó® llh Godt gave, dat deeze weiniger waren in getal. dan dezelve huid-nd™*wel zyn: de zaaken zouden op eenen beteren voet Joopen, en menzo5en f zien, hoe deerlyk dikwyls Hemel en Aarde, recht en onrecht-SèSnS /. ftftfe* C. d« ag„c. fif «»/&. Ontftellen en trekken te gronde de e«m-ep zarne eenigheid en vriendelyken band des M- nfchclykea geachts ta^e oor" IV. Indien nochtans de noodzaakelykheid veracht rlot mo-, Hd» 1 » C gelyk zulks dikwyls gebeurt, f en laar men t'ZVne ^de vc liez'n ffiS goed recht in de wind flaan., zo is 't ganfeh geraden, d fm "n alle n iddekn aanwende, om de aangevangene Procesfen kortte rnaa'kel-?: T«!i l e ________ >L §. ?. Procesfen £ brecmet het getuigenis van verfcheide treffelyke ÏSeltSSdW^^i1?: £'waar hy beft byzonder aan gelegen is, dat het twWn ï m, ; oewyit, dat er een Gemcencgaan word; naardL,°behalve!"de omot lytl Sen die ÖSSS f JSV** veroorzaakt worden , vrieadfchap daar uitir, f , 5? - bvna dagelyks hier door kyvagicn, fcheldwoo'rden, Serfröfffiii^^S&re^ en dat daar uit ftaan , welke niet alleen enkele menfchen maar ooVJ^ttt i ' °k eeuW?ge h™ onteen ganfche Republicq verzwakkenuK^l^ f^^%P?*^ma?° uitr°eyen, en landfche Ingezetenen zig (fcsSat- .Walde^Jr/»™/* Ve" °pZlgtc van de »0'„ reeftte Holfanders, dfe uit tS^^U^S^^^iSS^Ï dat, fjn geen „ maak feheppen. De nood en de meemate van 'J rechten cn plcytcii ver- „ en Lande inkomen, heeft het zelv ons tffiSS l»MnT ^ lW te Watef „ de oorzaak is van de traage «tóge Van *fS__£' f iS °, \tCd° bcfl0e%heid „ dat'er zommige Boeren in a^Sa^l^nA^, , H°cwel. lk met kan ontkennen, '4i%f^tf$t da;iohndcZreIS?efn'P * °°k W5 omtre"f Heemskerk i./. ^. dood, ten nut e van^^GerÏLne l^ft ^nf''1' Taar n hy WQl zoüde wille» voor zvn üghcid van de rcgtsplcginT d e ofïhoon 1° vcrb,ctcring ziei?' is d° verdrietige langwybreuk op dc vrvheid z^è& ^T.^ g°"S Z^n ,b?grip' geen «gcntlvkc inkomt te'verRrekken: fn lf^^Xr'Wi^^ ^ # Vry La»d O geen hy geloofde , dat niet^nmogclvk f 0/dïhSfen^^^TC^ W°rden • by konnen, ten minften aan kort rór-ht J • die 't rechten met voor geweeft, de helft van haare -erpSL h Irn"' W1C" £ meenig anderzints nutter waar geheel en al ver ten 0 ^verloren S & J ^n 4-anvang 0verSegeven, ja haare zaake 01 venoren te hebben, dan die na zoo veel tyd verlies, zoo zwaare ü 2 kofteu  jo8 L I B E R ï. Jud. Want dezelve behooren niet te zyn onfterffelyk: /. properandum 13. in princ. C. d. t. Lucas de Penna in d. I. litibus. Nieolaus Ever ar di conf. 7. in fine: en moeten niet finifterlyk verlengt worden: l fin §• i- in fin. C. de ad'miniftr. tut. maar de kortheid van dezelve bcneerftigt worden: l. cum. R Jtrdices. 2. §. fin. C. de jur. propt, calum. Want daaraan is niet alleen 't Gemeene Beft' zeer veel gelegen; Bart. & alii DD. in §. fin. C de novo Cod. fac. Baldus. in l.fratris. C. de tranfiaction. Alexander lib. 2. confil. 1. num. 8. Decius conf 285. in fine: maar ook een ieder in 't particulier: l. quum fiervum 6. êf ibi D D. C. de fierv. fugit. Want door Pleyten werpt men zich zeiven willens en wetens in veel verdriets en moeiten: door Pleyten verheft men den fchoonen Tyd , die tot heerlyker occupaties met grooter vrucht hadde konnen hefteed worden : door Pleyten maakt men veel goedts te zoeken; en men loopt met alle vlyt den weg in tot groote armoede, om met opzet van een Jong Plcyter te worden een Oud Becdelaar: zo dat het veel beeter is t Proces eens haaft te verliezen, dan dikwyls winnen en altyd pleyten. M. Tullius Cicero lib 2 Ofic. admonet a Litibus oportere, quantum liceat, & nefcio an paullo plus etiam quam liceat, abhorrere. Eft enim, inquit, non modo liberale, nonnumquam de jure fiuo decedere, fed etiam fruciuofum. . V Van Party en of Pleitende Luiden zullen wy handelen of iq t byzonder, of gèzamentlyk. Ik zegge in 't byzonder Want die pleiten, zyn Een of Meer. Perfoonen Een, aan de eene zyde de Eisfcher: aan de andere, de Verweerder. Vi Eisfcher, Aanlegger (die A£tor) of Klager ( die Accufiator genoemt word) is die iemand voor een Rechter betrekt, hem willende met Recht aanfpreeken of aanklagen: l. in tribus. 13. & M DD. D. de Judic. I. r. D. de in jus voc. I. nihil 2. in fin. D. de communi dividundo. Baldus m l. hbertus 15. D. d. t. de 1U VJl^Alle Perfoonen mogen eisfehen, dien zulks niet is verboden. Onder Weïbod zyn Minderjarigen [a], Krankzinnigen, Qjtifigoed [b~\, Afvalligen van den [a] Minder jarigen.'] Zie Lib. 4. Tit. 40. Cap. 6. num. 2. Ö* ibi Notas. & Tit. 90. Cap. 4 num. 2. Vb] Quiftgoed.] Deze worden voor zoodanigen verklaart, of door den Hove van Holland, of door de Wet van de Stad daar de verquifter woond; wiens nabeftaande de keure hebben om zich daar over te addresferen aan het Hof of aan de Wet. Voet ad Pand. Tit. de curator, furiofo £f aliis. num.10. koften cn zoo "roote moevtcn , eindclyk genoegzaam zonder vrugt te winnen. En pag. fT^anV^ wyders door dien zeiven Raadsheer aangetee- fcend 5at Sn van de vóornaamfle dingen, die men moet onderhouden m 'tfmmx^ &é^Van deTu«iül is, dat men kort recht doet, dewyl het liepen der Procesfen : zood^ig uinec' Us d e gelyk heeft, dat a's hy al Sententie tot syn voorfeel heeft „ bekomen, het de juin ie gaiucn Ulm«. »^ j " R' V^emTMl Dit alles word nader .beveiligt door W. de Groot Ifagog. Lib 1 Cap 2 f 3,en ten opzigte van dc minder arigen kan men hier over mede nazien teRe&teuZuh Bartolus- Novum nota modum agendi: Ago contra te, ut agas. Magifter Navis contra VeÜores, l. 2. inprinc. D. de Leg Rhodiade fattuColonus l. cum mplures 60 « meffem. 5. D. locati: Mater, cui non ceffandum in petitione Füio Tutoris, l. Matris 6. R l. cum a matribus %. C. aui pet Tutot■ Impedire volens matrimonium, R fe opponere Proclamationibus, c. cum'inhibitie, extr. de clandeft. defip. Nuncians novum opus, c. fin. extr de oper. vovi nunciatione. h item, infiante Reo , compdlitur ad agendum deinceps, qui femel Mionempropofiuif Auth. qui femel C. quomodo R quand. jud. Baldus in l mandatum 15. C. mandati. Robert Maranta in Praxi de Implor. ofc. Judic. num. 87. Alios cafius notant Gloft. R DD; ad tit. Codic. ut nemo invit. R in l difl famari C. de mgen.man. Additie ad Gloft'. in c. r. de reftit. Spoliator in 6 AngcdeSCdZfindete« Exceptionibus. Abbas Panormitanus in c. i. X. De Nood is als de Moeder van de RechtshandeJinge, ten einde niemand «graveert zynde, of in zyn goed Recht eenig hinder of letzel geleden hebbende, zich zei ven zoude rechten, of door zyn eigen goeddunken en autoriteit fSSa^^a^!l!?^Jv^ea word, zyn egter de hedendaagfche Schryvers me! iCap ( pf.» "'kS by.01^ Slet 15 ogenomen, Zie W. de Groot Ifag. Lib. « 4- , 11 Leeuwen Cenf. For. part. 2 Lib. 1. Cap 10. n. 14 f. ic Zig zen-en rechten.] Zie tot beveftiging hiervan _fi^.ff. cuoi met, Cauf. L. peg [e] Afvallige van den regten geloove.] Zie d. Li-. 4. Tit. 40. Cap. 6. num. 2. Verb. geè'xcommuniceert. & ibi notas. [d] Nifi petitavcnia.~] Van venia agendi, zie in het breede d. Lib. 4. Tit. 24. Cap. 12. num. 3. fiqq.  1IO L I B E R I. teit zich op zyne wederpartye zoude vvreeken: Marant. part. 3. de de ord. Judic. num. 136. Vide huc tit. [e] C. ne quis in fua cauft. I nullus. C. de Judais R C ad hoc 16. quceft. 1. & text. cum gloft. in c. nifi bella 23. quceft. 1. Specul. in tit. de offic. omn. juii parag, potefi. in princ. Clar. 5. Sent. §. fin. quceft. 35. verf. uit. Solet. T 'Ten waare [ƒ] hem van rechts wegen alzulke macht zonder wegen van Juftitie competeerde: Vide huc titul. C. Qjiando liceat unicuique fine Judice, 6 ad eum fcribentes. Als: Een die zyne posfesfie open vind ftaan, mag zich zeiven daar inftellen, zonder autoriteit van den Juge: l. 1. b 2. R ibi JJ li. D. quod Legatorum. c. 2. extr. de ord. cognit. I. 34. Tit. parag. 1. V. u L XI.1 Een Crediteur of Schuit-heer mag zelve met de hand vangen zynen Debiteur, die hy vind vliedende, of gereetfehap makende om te vlieden, om hem zyne fchuld te ontdragen. Maar de Rechten willen, dat dezelve by den Crediteur terftond gelevert zy in Hegtenisfe: l. 10. ait prater. §. 16. fi debitorem. D. quce infraud. cred. Vide R l. generali. 54. C. de JJecur. _ Een Land Heer of Proprietaris mag op zyn zelfs autoriteit uit zyn goed fteeken den Pagter, die hem de Voorwaarde niet houd, noch zyn lagten niet betaalt: l. cede. 3. C. de Locat. I 2. in emphyteuticariis. C. de jur. emphyt. 6 ibi prceter alios Gothofiredus. 't Welk by ons niet fchynd geobferveeit te wor- r den. [e] Vide huc[_ Adde L. 176. ff. de R. J. Hier toe behoord mede de Ordonnantie van Keizer Karei, als Grave van Holland , van niet te Procederen by wegen van feyten, onder dekfel van eenige Privilegiën, van den 1 April 152^. [ƒ] Ten waare.] Vide etiam Voet ad Pand. Tit. de Judic. num. I en 2. f-f uit ff ad L Jul de vipriv. L. 9. C.Jol.matr. & W. de Groot. d. I. §. 9. daar hy zegt: Des Rechters perfoon is in allen manieren noodzakelyk, want dewyl niemand, buiten " den eerften natuurlyken ftand , hem zeiven rechten kan, zoo volgt daar uit, ofte dat " men zaan moet by den geenen, dien met publicque autoriteit dc Junsdidie is aanbe" volen dat is den Rechter, ofte dat men met gemeen confent Arbiters oi goede Mannen " moet kiezen" Zynde voorts deze Ito ffc breeder verhandelt in dc Regtsg Obferv. over H de Groot 4 D. Obf. 15. alwaar wy hebbcn aangetoont, dat in 't byzonder ook by de HÓllandfche Wetten is vaftgeftclt, dat niemand zig zeiven rechten mag, en dat om die reden een evenaar van goederen, welke hem ontftoien of ontvoert zyn, zoo wanneer hv dezelve naderhand by iemand ontdekt of gevonden heeft, daar van kënnisfe moet geven aan den Regtcr, en aantooncn, dat die goederen hem toebchooren, ten einde dezelve' bv Vonnisfe van den Rechter aan hem wedergelevert mogen worden. « 11 Een crediteur ÊfV.] Zulks is egtcr iroribus nojlris niet anders gcoorlooft, dan 111 eroote noodzakelvkheid, en wanneer 'er periculum in mora is-, by voorbeeld, als een Crediteur zvn Schuldenaar van buiten vind; cn met reden bedugt is , dat hy zig zoude moefti abfenteren , eer hy den Officier of een Dienaar van de Juftitie zoude kunnen krygen, mag hv in dat geval zyn Schuldenaar aantallen en vafthouden, tot dat hy een Dienaar kan bekomen, aan wicn hy den Schuldenaar overleveren moet, die gehouden is denzelven te arreiteren. Zie S. v. Leeuwen in not. ad Peck. Cap 49. pag 55°. Bort v*m 4aWk Cap 6. n 2 I Vout' ad tit. ff. de in jus voc. n. 28. MiddelIand in not. ad Vromans * toro Lomp. Lib'. 1. Cap. x. §. 1. pag. 6. col. 2. cn de Regtsg. Obferv. 4. D. Obf. 15. pag. 62. fiq. 8 11 't Welk by ons niet fchynd £fV.] Dit word alhier te regt door onzen Schryver byeevoczd, dewyl deze uitzetting van den huurder door den eygenaar monbus nojhis niet lan gefchieden', privata, fed pullica Judicis auüoritate, en dus door den Oiiieier of d^zc^s  TITULUS VIII. CAP. f tit den Een Procureur of onderwinder van zaken mag zelfs inhouden 't «reen men hem fchuldig „ van Salaris: zo mag ook eenOntffnger: LzTZ oZia %nfin. D. de Procur. I. 13. debitor. D.de negot. geil ? iV°°lrm§ flfs inhouden't geene hy verlegt heeft, geduurende zyne Ik mag den Dief, dien ik by nacht in myn Huis vinde , vangen, maar niet A^PihTnlF*™* m^ te.def^ren: l ita«ue.\. pLoDadleg. Q &I>. Waar 't dat iemand eenige Nieuw gheden van Waterganle tofötóvkie^he,d7!lde °P °f d°°r myn huis 0f erve opftellen: k z§o?Je dat feitelyk mogen wederftaan, zonder autoriteit van den te: l. 20, auem- zfch LS' Sf ^ f" Elk ««V doe9n ?egén iJTbl'^L^AS^i Y petit- Waare dat ik ie^and vond, ffmiitiri S°mmatie? hemJby my gedaan, by myne Huisvrouvve in myn Huis ^^flTT^h * zoude hem mogen dootHaan: Novell Itj.cap. ï> De his omnibus vide latius Speculat. tit. de Attore. ■ F ï. Definitie' van Verweerder of Aangeklaagde , Reus unde dicatur ? Rei appellatio olim. 2. Verdediging. 3. Hoedanige Perfoonen in Rechten te betrekken. CAPITTEL II. Van den Verweerder of Gedaagde. 4. Ouders of Naafte Bloedvrienden mogen, in Rechten niet betrokken worden. 5. Noch Erfgenamen eens Overledens binnen den negenden dag. 6. Noch Kinderen, Minderjarigen, of diergelyken. I. Antwoorder, Verweerder, Gedaagde of Aangeklaagde, is die zich tegens den Eisfcher of Klaager fteld en befchermt, in Rechten op den Eifch antwoordende: c. forus. de verb. Rgnif. I. Judicium. 10. D. fin. regund. d. I. pure:,. in Subftituyten. Zie de Keuren van Leiden Art. 134. en Voet ad tit. ff. locati n. 18. gelyk ook y™/™ t^f PLaat? hcbbe»de> de eygenaar den erfpagtcr om wanbetaS niet Inl 2 S 1 D "« S Hn' maar tf^gt-rcgtwcttelykmoetukwinncn. Zie de GrÓÓt vl 1' 4" i/'b9'»- 3°'Den een declfle van 't Hof van 20. Decemb. 1615. gemeld by S I^ IhTno!^ 2- ■ 12-d- n-5' en ai Peck 28- D- n'I3- in not- Dscis-en **M §. 11. Ik mag den diefde.] Zie de togtjy. Ofyèrv. over de G«oot 2 D. Obf 87 alw-iar deeze leer van Merula met Hollandfche en Zceuwfche Wetten beveftigt is. A ?' ncn LSrW wnSSaff ^ %Ch°°? dezc ^"amingen in effeöe*ah S^prkun. do HovP ,ÏK Ma^an"eer mln by eene Subaltern Geregt een Citatie gedaan, of by de Hoven eenig Mandament geobtincerd heeft, word de party e altoos genoemt Gedaagde; maar  I I 2 L I B E R t in fine. D. de doli mali R met. except. 'Latinis dicitur Reus, non h Reata, quod vult Quintil. fied a Re, quce petitur. Cicero n.de Orat. Reos appello, quorum res ep% inquit. Nam quamvis ficeleris confcius non fit, Reus tarnen d'citur, quamdiu in judicium pro Re aliqua petitur. d. c. forus. ex Ifidori l. 18. Etymolog. cap. 15. Vid. R c. uit. is- q- 3- É? c- non efi 3- 4- Pfiulus Diaconus apud Feftum lib. 16. lisdem Latinis non male Defenfor dici pofiet, arg. l 1. C. ex- quibus cauff. major, juntta l. 1. D. de tutelis. Hinc Francis Defendeur, qui nobis proprie Verweerder. Appellatio Rei erat olim utrique Litigantium communis. Reus enim dicebatur R qui agebat, R contra quem agebatur, tefiibus Mlio Gallo Attejo Capitone ex Lege Numce Pompilii apud Feftum lib. 16. Refte. Prior enim rem petebat, h Pofteriore res petebatur. unde uterque Reus. Hinc^ Reus Stipulandi vel Stipulando, qui Stipulatur id efi interrogat: Reus promittendi vel promittendo, qui promittit: Idem JElius Gallus loco, quem indicavi. I. 1. Dde duobus reis conftit. Huc pertinent Tituli PandeÜarum quidam, nominatus jam de duobus reis; Inftitutionum vero R Codicis, de duobus reis fiipulandi R promittendi. Nam duo ([id eft duo, vel plures, in pr. Inft. d. £.) Rei funt, Stipulandi quidem, quibus fingulis in folidum debetur, Promittendi vero, qui finguh debent in folidum; l. in duobus 3. D. d. t. Nofira enim inter eft, plures habere Reos: Bartolus in l. liberationem 3. D- de liberat. leg. Quod noviffimo jure aliquantum immutatum. Correi enim (exemplo Fidejuftorum. Auth. Prcefiente. C. de Fidejujforibus) beneficium habent Divifionis, Novel. xcix. «/>l **.Mteyyum, de Reis Promittendi; Auth. hoc ita. C. de duobus Reis; qua vult, ut duo Rei in folidumfipecialiter conftituantur; fin minus, in dubio pro parte t-eneri, nifi alter fit abfiens, vel non folvendo. Hinc item Reus Satisdandi, qui Satisdare obligatus efi, fidejufiore, vel pignoribus datis; Reus fiatis-accipiendi, qui fidejufforem accipit: l. qui hominem 34. §■ quidam 8- D.defiolut. ■ II. Iemand in rechten betrokken zynde, hoedanig dezelve ook zy, habil ol inh'bil, mag zich zeiven verdedigen: c. cum inter 5. R c. delefti 8. de exception. adeo ut dicatur, fi Diabolus effet in Judicio ut Reus, non eftet illi deneganda defenCio Panorm. in Proc. Judic. Tit. de his, quce expediuntur in prima Parte ïfudic. Idem in c. 1. in iv. Notabili de cauft. Pofte f. &> Propriet. W'antVerdediging is een fpecie van Natuurlyk Recht; /. ut vim. D. de Juft. R Jure; cn mag over zulks niet weg genomen worden; /. 3. §. eum igitur. D. de vi R yi armata; Felinus in c dileüi filii. de except. Alexander de Imola Confil. xxevr. vol 1 per totum: ut eo modo fervetur Juris R Mquitatis ratio; d c. cum inter. Quod'verum in Reo Nècëfiario; qui vocatus, R coactus necejfario refpondere in Wudició, legitimat fiua cömparitione Perfionam fiuam, alias illegitimam; c. mtelleximus de judiciis. Nam voluntarius Reus vocatus debet Perfionam fiuam legitimare ■ d c cum inter, R ibi Canoniftce.; Baldus in l quonitm. C de adulter. In3 ' nocentius maar wanneer iemand zig by Verbaal heeft gehouden voor gedagvaard , of tegen ccn geïntroduceerde Reconventie deferifie doet, word hy geheeten Verweerder. Zie W. de Groot ■Ijag. Lib. 1. Cap. 2. 11. 7. cn S. van Leeuwen Cenf. For. part. 2. L 1. C. 10. n. 5 cc o.  TITULUS VIII. CAP. II. II3 necentius in d. c. cum inter. Videndus Hartmannus Prattic. Foren/. Tit. de Reit cap. ii. III. Hoedanige Perfoonen nu in Rechten konnen betrokken worden, zal blvken uit 't geen gezegt zal worden van Dagvaardingen. IV. De Ouders en naafte bloedvrienden mogen in Rechten van de Kinderen zonder oorlof [a] van den Rechter niet betrokken worden: /. 6. R feaq R ib< D D. D. de in jus voc. J 1 V. De Erfgenamen van een Overleedene, als Ouders, Kinderen, Huisvrouwe, Bloedverwant, &c. noch des Overledcns Borgen,noch iemand van zynen wegen mag niet in rechte geroepen worden; ten zy de negen dagen [bi overftreken zynde: l. 6. cum ft injuflum, R Authent. ibi pofit. C. de fepulcr'.violate. VI. Kinderen, Minderjarigen,Krankzinnigen en diergeJykenszvn alleen convenibel in de perfoon vanhaaren Tuteur enCurateur: l. j) R 2. D. de admin. tut. l.fin. C fiadverf. rem judic. I. ü & a. V. qui legit perf. hab. I. acta R l. contra pupillum. D. de re jud. I. orphanotrophos. C. de Epifc. R cler [a] Zonder oorlof.] Zie onzen Schryver L:b. 4. Tit. z\. Cap. 12. num. 3. feqq. cn het geen aldaar door ons aangeteekcnt is. lb] Ten zy de ncgm dagen. ] Ad de JÏÏas- trum Lib. 4. Tit. 24. Cap. i?. num. 3. & Groenevvegf. v ad Auth. item. & Auth. fedneque Cod. defepulcro viol. CAPITTEL III. Van Conforten in een Proces. 1. Confortes ejusdem Litis. ] 2. Staan onder eenen Rechter. I. JLJeer Perfoonen (maakende het andere Lid vanmyneDiftributie cap. r. num. 5.) noeme ik die te zamen of als met eene hand tegen anderen pleyten • Ejusdem Litis Confortes; de quibus Titulus xl. libri m. Codicis. Vide R in ï. unie. C. fi liberalitatis Imperialis fiocius fine hcerede decefierit; maxinv qui litem fimiil contefiantur. DD. in l. j. R 2. C. de confort. ejusd. Ut. II. Indien deeze niet onderworpen zyn eenen Gerichtsdwang, als woonachtig zynde in verfcheide Provinciën, ten einde de zaak niet verdeelt of ftuksgewys afgehandelt worde Cl. nulli io. C. de judic.) zo worden zy gezonden tot eenen Rechter: d.l. r. C. d. t. R tot. tit. D. de quibus ad eundem judic. ea. tur. Qui confiortem habet, ratione par tis fuce poteft agere R conveniri: d.l 1. L eaiem 4. §. finali. I. in exfequutione 85. §. pro parte 4. D. de verbor. obligat. Olim, fi quis Confiortium fiolus ageret, objiciebatur, Quod ageret non adjuntla bperfona Confortis; fi fiolus conveniretur, tuebdtur fie exceptione, Qiwd haberet Confortes: Cujac. & Gothofredus ad d.l. 1. C. de conf ejusd. Ut.lex Sidonii Afiollinaris hbr. iv. Epift. xxiv. Confiortium autem alii pro aliis reiïe agunt R /onve- I. Deel. p niuntur  m L I B E R U niunturin Individuh, ante Litem conteftatam, ^ff^^^:^±^^ Jn dividuis poft conteftationem fub idonea cautione: d.1.2. & ibi Bartel, alnque DD. nifi expreffim alter prohibeat; l fipetitor 31. ibi innto cohcerede. D. 4e judic. I. alt. D. de negot. geft. CAPITTEL IV. Wat men ontrent Parthyen obferveren moet. 1. Wmmeergunfte te dragen den Aan- I 2. Wanneer beiden Parthyen? ]n„„PV >> %• Wanneer den Verweerder? I T7an Parthyen gezamentlyk (vide cap. I. verft O ™] ik alleen zeggen SI éhx^^^^Sê tidus in Cl. num. 17. verf. hoc prximjo. C. * BS, fuiaccujar. M «/. ^Zfiin l. i«mftmantm%t. %. fi Sticlmm 1. ««.5- D. de verbor. oUi- ^SM*-»^ van u. j„„„j„ t „n r i. 4. C tfcedem* L. 9. t. ae exeepv. 4 • . „ D onkunde van hy zwaarder geftraft, dan een attente gv£ üeLp™ de R 6°. Ecn Gc- cen Gedaagden is verfchoonlyker, dan yan, den .Ej ^ LmJ-- g : • ^ aaic SffiïrStfJ^^^ ueeken, word dc zaak welk laa fte voorregt van den Gedaagden 00* beveitu,t wei s . ^ ^eWr ,aia «t«r. Adde Voet ad tit. ff. de re Juéc. n. 18.  TITÜLÜS VIII. CAP. IV. nf aJ^i} ten*etden> dLat men in 't einde zich meert moet buigen aan de zyde des Verweerders, om hem in cas van twyffelagtigheid te abfolveren: /. fiavora. biliores 125. D. de reg. jur. c. cum fint 11. & c. cum pati 65. &> ibi Dynus, de Reg. juris m vi. %. retinendce, verfi. commodum, Infiit. de Interdiü. I. qui ac cujare 4. t. de edendo; l.fin. D. de rei vindic. I. inter tares de aüion. & obligat. I. fi debitor io. D. de pignor. I. ft pars 10. de inoffic. tefi. c. ex litteris 3. §. quod fi ambarum, de prdbation. c. inter c inter dileüos vi. defide Infirument. Ariftoteles Problem. xvnr. ' mtandum. In dit Capittel fpreekt de Au- I of de ander te dra-en, a's wel Cuiustan^ thén, zo zeer niet van guniïe, aan de een | in jure fint fZSÈtrK. ^eICw^?flrt& F1NIS LIBRI I, V 2 'TWEEDE  Fol. 116. TWEEDE BOEK MANIER VAN PROCEDEREN (0 BINNEN de STEDEN, en ten PLATTEN LANDE, mitsgaders voor BAILLIUW en MANNEN, in CIVILE ZAAKEN. E E R S TITEL, T E VAN (%) COMPETENTEN RECHTER en DAGVAARDINGEN. capittel t t. Ratio Ordinis. 2. Gerichts plaatfen hoe- meenigerhande? 3. Oude Coftumen in de Rechtspleginge voor de Laage Vierfchaaren deezer Landen. 4. Geabrogeert, en in de plaatfe der zeiver gemaakt een nieuwe Ordinan. tie. 5. Gerechts dwank, en eens ieders Competenten Rechter. 6. Renvoi in Zaaken, ftaande tot kënnisfe van den Laagen Rechter, met Limitatie. 1 't/Z^een allen Banken, Vierfcharen, fs) Gerechtsplaatfen en Hoeven m ' (1 1T de Bedieninge van de Juftitie gemeen is, in 't voorgaande Boek afgehandeld hebbende: zo vereifcht onze Ordre hier voeren Tit. i. cap. u verf. iv genomen, dat wy zien, wat de zeiven belangt in t byzonder. (1} Manier van Procederen in de Steden. 3 [<*]. Staat te letten, dat niet tegenftaande deeze Ordonnantie, egter veele en verfcheide •Steden, nock haar eigen gemaakte Ordon: i nantien hebben, die nevens deeze meede geobferveert worden , voornamentlyk in Steden die groota Negotie hebbende, veel Proesten onderworpen zyn: als te Amfter- dam,  T I T U L U S I. CA P. I. I 17 11 Hier moeten wy dc Gerechtsplaat/en aanzien, of van de j&r/?e of van de Laatfte. Van de «qfö zyn tweederlei; of van Lger oTvll , Haoger dam, Leiden, Rotterdam, den Haag ; daar van ook zommige om de menigvuldigheid der zaaken , fubalterne Rechters daar' van zyn hebbende, als tot Amfterdam is de Kamer van Schepenen extraordinaire; item Commisfarisfen van Asfurantie , van defolate Boedels, van Zee-zaken, kleine Zaken, en zoo voorts. Van welkers decilie iemand bezwaard zynde aan Schepenen kan appélleeren. O] Manier van Procederen.] Hier over heeft in het breede gecommentarieert Mr. Simon van Leeuwen in een Bocksken, dat laatfc met vermeerderde Noten van Mr.Henrik Verdoen , en. Willem van Aller , is gedrukt te Amfterdam 1721. in Svo. (2) Competenten Regter.~] Die iemand in recht aanfpreeken wil, moet het doen voor deszelfs Competenten Rechter , of Rechter zyner woonflede : l, 2. de jurisdiiï. I. 1. C.ubi de crimine ngi oporteat. By Placcaat van liaar Ed.- Groot Mog.. in dato ?. Ottober 1656. (G. P. B. 2. D. p. 1158. en st\6i. '3. D. p.. 70?.) Is verftaan dat geene van de Onderdanen of Ingefetenen van den , Lande van Holland ende AVeft-VriesIand , ook die geene die in dienft ende eed van . de gcneraale Regeringe van de Unie [a] geëmploycert zyn geween: , of geëmploycert werden binnen den Lande van Holland ende Weft-Vriesland, in eenige van de Provintien van de Generaliteit of onder het diitricï van de generaale Regeering , of daar buiten, en binnen den Lande komende, het zy om van haar verhandelde aan de Generaliteit rapport te doen , ter zaake van delicten , alhoewel in den voorfz. dienft of fa 't ftuk van haa-r officie begaan , alleen in rechten aanfprekelyk, en ftrafbaar zullen zyn voor haaren Competenten Rechter. [0] Van de Unie.] Zie Bellum Jurid. p. •259- & feqq. Bort van Arreften ,. 4de Deel num. 20. & feqq. van Zurck in Cod. Catav. voce Ingezetenen. §, 8. £3? ibidem in notis.. Noch by Placcaat van haar Ed. Groot Mog. in dato den 15. September 1677.. (G. P, B.3. D. p. 1385.1 Dat het in den Lande van Holland ende Weft-Vriesland een indifputabel Recht is, dat geene Ingefeetenm [ij van den zeiven Lande niet fugitief wezende, rtogte in flagranti delibco géaitrappeprt werdende,gcapprchendecrtof in rechten gefteld mogen werden,, anders dan door den Officier , ende voor den Rechter , beiden in haar regard ordinaris, dagelvks en competent zynde. i[S'j Dat geene Ingezetenen.] By Hertog Willem van Bcycren is aan de Poorters van Rotterdam het regt de non évocaiido m criminalibus gegeven, wanneer dezelven niet in flagranti delitto geapprehendeert zyn, by Privilegie van den 2. Dtcemb. 1407. Zie dit Privilegie in de Papegaay ifle Deel pag. 289. En zyn by het Hof, op fundament van dit Privilegie, aan Burgers van Rotterdam Poenalen verleent. Zie Papegaay ifle Deel pag. 288 en 422. _ , Het Privilegie by Hertog Aalbert van Bcyeren, aan dc goede Borgcrs der Stadt Amfteldam op den 26. Juny 1401. gegeven, dicteert; Dat men geen Po;rters van Amfteldam en zal, nog en mag bezetten, bekommeren, aanfpreken , nergens in den Landen benoorden de Maze,. van eenige breuk e , dan binnen de Stad dmjïeldam.- En zyn op fundament van dit Privilegie Exceptien van incompetentie en renvoy, by Borgers van Amfterdam geproponeert, geadmitteert; als by Sententie van Bailliuw en Leenmannen van Kennemerland; en nog by Sententie van den Hogen Rade van den 31. Ju'.y i676. Vide Bellum jurtd. pag. 574 êf feqq. Zie aidaar mecde een Deduöie pag.. 5-/6. in dewelke diergelyke Privilegiën van Dort, Leiden, Gouda, Kennemerland en Haarlem worden aangewezen. 0 Deeze. regel heeft verfcheidene exceptien, namentlyk deeze: 1. Dat Weduwen "ende Wefen mitsgaders miferabele Perfoonen, geprivilegieert zyn iemand uit zyn Stad ter eerfter inftantie te roepen voor den Hove Provinciaal als de fomme die gepretendeert word daar toe hoog genoeg is, ende ten anderen, als zy daar niet aankomen by tranfport of cesue; waar van alle beide nader geiproken zal worden, in 't 4de Èoek Tit. 2".'Cap. o. 2. Zoo wanneer iemand uit een andere Stad in een andere gevonden wordende, aldaar word gearrefteert, waar van daan gekomen is de Regel, Arreft fundeert funsdiaie. Pecic. de Jure p.fi. cap. 1. iVc. 4. Q» cap. 35. No. 1 £f 4'. Maev. de Arreft. Ten derden, wanneer iemand de fuP 3 ris-  IlS L I B E R II» Hooier Rechteren. Van Laager zyn de Vierfchaarên van Schouten, BaiUiüwên, Schepenen en Gezwoorens in de Steden en Dorpen, aan de eene; aan de andere zvdp, van Houtvefier en Meefter Knaapen. \l\ Steden en Dorpen deezer Landen hebben van allen ouden tyden gehad haare bvzondcre Koftumen, zo in 4e Rechtvorderinge, Proceduren, en Sententien; als in de Executien der zeiver: blykcnde volkomelyk by de Keuren daar van zynde: idque vel Privilegio, vel vi immemorialis Confuetudims: qua de reconfulendi Hemming. Goden. Confilio cix. num. 59. Barthol. Ccepolla in Trall. ■de Servitut. Prced. Ruftic. Tit. de Fluminib. Schurf. i. Confil. xxvi. Joannes And & alii ad c. accedentes col. pen. de Prcefcript. Natta Confd. CLX. inprinc. v Kircr.o- risiÜictie van een anderen Rechter heeft geprórogéërt; 't zv den Hove van Holland of •eeöi"e andere 'Vierfchaarên , daar onder hy.'of zvn partve resforteren.-, waar van ook hier'na in "'f qi« Boet gehandeit zai worden. Ten vierden, in rceelc zaken ■, daar van bv den Authcur in deezen tytel cap. 2. "Ten vvfden , in Lccn-zakcn ; daar van bv den Authcur in dezen tytel cap. 3. 'Ten zesden , in zaken van Dyken, Dammen, Sluvfcn, Wateringen, Heulen, Bruggen YVe'egen , welke zaken alleen moeten komên voor Dykgraaf en Heemraden , daar onder die zaken gelegen zyn , ook wel zoo 't maar alleen is uit een agterwyzen of diergelyks, voor Kroos- of Slyk-Heemraden. '' i Ten zevenden , in zaken van dc Wildermsfe welken aaneaande dc zaken moeten komen ter kënnisfe van Houtvefter en Mecsiers-knapen. „ Alzo dikwils tusfchen het Hof van Holland, irftsVaders Burgermeefters [e] en Schepenen van°'s Gravenhagc quxftie voorgevallen is, over de judicatuure der geenen die in den Hage wonende zyn, hebben haar Ed. Gr. Mog. in den Jaare 1614. (op den 27. September,'^) daar op beraamd een Provilioneele ordrc. ,, rel Tusfchen het Hof van Holland, mitsgaders Burgermeefters enz.] Vide qua; notavi ad Lib. 1. Tit. 6. Cap. 1. not. num. 13. verf. Nog is in den Hage. Namentlyk, dat die van den Provincialen Rade zullen blyven behouden de privative Jurisdictie over'alle de Edelen cn Suppoosten, niet exercerende eenige Neeringen en Handwerken tot dienftc van de Borgeren , en over andere geprivilegieerde Perfoonen, • zonder onderfcheid, of dezelve wonen of haar houden ep 't Hof en de dependentiën van dien, of in den Hage. Dat wederom die van 's Gravenhagc zullen houden de Jurisdictie over alle Perfoonen, exercerende gemeene Handwerken cn Neeringen , zo Avel ten dienften van de Borgers' van den Hage, als van de Edelen en Suppooften, zonder onderfcheid, ofdczelve-Pe!rfoonen,alzulkc Necringe of Handwerk doende, wonen of haar onthouden op 't Hof, cn de dependentie van dien, of in den Hage. Dat de Geregte van den Hage zal autoriteit cn judicature hebben over de Transporten van Huifen, Erven', Erffcheidingen, Servituiten, en alle reeelen queftien en zaken over alle in den Hage , uitgefondert van het Buitenhof ende het Binnenhof. Indien iemand word gedagvaard voor een Incömpetenten Rechter, moet aldaar compareren, en aldaar doen proponeren zyne exceptie declinatoir-, als by exempel, iemand gedagvaard wordende voor *t Hof, daar hy notoir voor den Rechter daar hy woond geconvenieert moeft worden, moet aldaar komen proponeren zyn exceptie van renvoi; zoo mede ten opzigte, wanneer iemand voor den anderen lager Rechter word geconvenieert, ais die hy meend over hem incompetent te wezen, moet daarmede excipieren. Maar den Rechter zo notoric incompetent zynde , dat het klaar blykt-, als by exempel , dat een Advocaat voor 't Hof geconvenieert wierde voor den Geregte van een andere Stad, zoude daar tegen by Mandement Poenaal voorzien konnen worden. . (3) Geregts-plaatfen.] Zo als die alle hier voor Ut. 6. cap. 2. in 't net zyn gediftingucert.  T I T ü L U S I CA P. I. ff e tytf?»" ê^el Holland voor alk Vierfchaaten e^Seh^lft^'i^ ck St^n bailliuw en en Mannen, als van de Schouder* Punt^ worden na inhoud Tweede Boek deezes aangevenwerk °gv'oo eerThv^ ^ h? 't gunt aangaat den Competenten Recht7r 7 de ^ nemende Uit de Inftrullie van den Provincialen Raade, art. cc 3CC. y. A lzo men behoord eenen iegelyken in zyne Jurisdictie te on- deezlvdat7 "0hebben Wy ge°rdineerC en ordineeren mit, deelen dat van nu voortaan geen van de Onderzaten onzer Landen van HoHand Zeeland en Vriesland, den anderen zal mogen betref ken in de eerfte Inftantae, dan voor zyn Ordinairen en DaS Rechter binnen dezelve Landen. ^ageiykiciien tot kënnisfe van de Steden^^^ i . zelve,. |. 5 en 6. Tot kënnisfe van de Steden ?t'&üvTn origineel, reeds bekend geween zvndi voor LLTagt cn J^isdiclie van Schepenen is .aar mtegendcel jers meert aoor Vrouw Maria by het Groot t»™®'™^^ Mey 1480. Art. 3. (_ G. P. B. 2. Ht%TwW*i «■ ^to» » ^ ™ ^ej ien die ly't Privilegie van Hertog D. pa/ 675.) en wel in dier r°W*».£*fg e^it la^te Privilegie zyn gedcrogeert, Philips van den jaare 145?- waaren gevoegd by cn b dcrzclvcr Remonfantu zoo als door de Heeren van dW^^/gSJ, BeB Privfl. Ar Örawn van ff*//. «. 52. en van 22. Maart 1617. Art 22 en 23. ue cQ w. »., pnnc.  T I T&$t § ii. ï2r bet Erfgeleegen is [a]: Vide huc l. 3. Acior. verf. fed &>, C. ubi in rem acl. I 38. quod legatur. D. de jud. Glof. in c. fane, de fo'r comp Mynfwg. cent. 3. obf. 34.. num. 22. cj? 23. (4.)i" " 10 CAPITTEL .Vi w ] 3 I* T I 4 Leenzaaken. I I I. Uit het voorfchreeve Privilegie 3 art. ix. T^n zullen die Ingezetenen van eender Stede malkanderen ter Eerfter Inftantie, om wat waereldlyke zaaken dat het zy, betrekken voorden Gerechte der zeiver Stede, en niet verder: noch ook S geenen OÜ Daar ket Erf gelegen is."] Dit is conform het bcfchreven Regt. Tit. Cod. Ubi in rem aüw hic alleg. Óp dit fundament zyn Mippooitcn van den Hove de Jurisdictie van den Hage fubject, ten opzigte van Transporten van Huizen , Erven, Èrffcheidingen Scrvituiten , en alle reëele queftien, uitgezonden van het Buiten- ende Binnen-hof • juxta art. is. vanUeProvifionsele Ordre, aeftelt tÏsfSen denGTT°0tM0^0P de d^™ £v,£ i. ?0VC en den IIaSe> op den 1. tn notis num. 2. verf Ahao y' Cp Provifioneelc Ordrc' tusfchen 't Hof en den Hage, de anno 1614. Art. 12. de Statuten van de Univèrf. te Leiden Art. 30. C G P B r r> * ,nT ^ • , , „ zoo wanneer eenige gebuer-twift om gMgififóVf >WJbJ&3 inhoudende: „ dat „ ken mocht ontftaan, 'rzy ft*toaTiiS-^ffife-^M^ °f %»elyb? fa„ ter eenre , mitsgaders P,rofesfoXen i StuSen en nff Tv?°ndcrs dcr Stede Leiden i teit, ter andere zyde, 't zy ook alleenlvk t^frhl ■LldtmJaten van de u»iver(i- „ ten wederzyden, zóódanige e^r-tS^^ SSKffiP der?e'vei' Univerfiteit, * Y^^it. maar by Schout Schepen* der vóorf^ ^ °' RcCiUers der Ulli- Cap. 3. Leenzaaken.1 Over den oorfrroiU Zr j fceexammcert fal warden." Wy opzettclyk gehandelt in de ReglgTöbf rv IZlfrlT^ W^SP*1** hcbbc» by aangetoonr, dat in de oudfte tyd en he Kter-Amm mSf r I 4 ' ,D" ^ 32- ei1 *W bekleed werd, tot dat in den faare t4«o Herto" tW % Leenzaaken door den Gra.f heeft aangeftelt, om in de Leen-vicrfchaai lvn° J l van Bourgondien een Stedehouder vel, dat van toen voortaan de vSóterdJ^ tf? beklecden, met bygevoegd begeïnftitueerd worden voor gemeldeSwdehoudnr Pngend°mT dcr Leenen zouden '"octe" ofVierfchaar, door zynen Stedehouderin v , Kr ZJ'ne Leenma"»en , in dc Rcgtbank roepen. Naderhand i* tón te houden , behoorlyk bylénte van een Stadhouder en twaalf LtfS3^S&J5 KJ?^""9 ',,een nieuw Lcc"hof houden tot omtrent de afzw^ri™™, ^g tH^- 1 weIk c£tcr aIIecn heeft Hand trede Agter-lecnen'aan de te^^ï^/^G^^^•?,Jud^," van Holland is ovenrebrap-t nn7hl des Giaaffclykheids-lecnen aan hot Hof is andermaal een LfS op?SreKty dft S 5 VM, "f""* vm 3c" 3*'"i«* Jaare ,674. wanneer 't Hof dSff Reït^eb ld i„ " Ia"gel hCcft *cduurt' dan *°t den men heeft* nut ut-izeils «-egugebied m Lcen-zaaken weder als vooren beka- I- Deel, q  322 K ï BE R It geenen anderen Geregten [a] noch Plekken; uitgenomen van Leengoederen, die gaan zullen ter eerfter kënnisfe, daar die naar Leenrechten en ouden herkomen behooren te wezen. Vide ftlenius de Competente judice in Feudalibtts, infra lib. v. (?) CAPITTEL IV. Wie de Daginge voor den Laagen Rechter doet? Uit de Ordonnantie op H Huk van de Juftitie binnen de Steden en ten platten Lande van Holland, geemaneert i. Apr. cio jo lxxx. art. i. De geene die iemand met Recht aanfpreeken wil, die zal dën zeiven by eenen (6) Bode ofte Roedrager van de Steden, van Bailliuw en Mannen, of van de Dorpen, daar hy Recht fpreeken wil, tegen den ( 7 ) naaften Recht dage doen Dagen: Vide hic Duaremmlib.A. Difput. cap. 1. Ê? Joannem Rdbertum lib. 1 11. Sent. Cap. 1. [ o] Tot geenen andere Geregten. ] Op dit fundament is by het Hof verftaan, dat twee Ingezetenen van deze Landen malkanderen buiten deze Provincie niet mogen betrekken. Vide Loenii Decif. Cap.xi. {fibi Boel. CO Qiiem librum non habemits, , quia mors jiuoEtrem pravenit.. (O Bode ofte Roedrager.] Deze worden by de Magiftraat gequalificeert omme alderhande Exploiftcn te doen in des Geregtsjurisdictac, ende moeten partyen ten dienfte 'fiaan , zo in 't dagen als executeren der Vonnisfen i. 8. C. de execut. rei judic. Daar. omme Roedrager genoemd , om dat hy een doorne ftok of ander toeken , hem by de Magiftraat ter hand gefteld, ten tyde van de Dagvaardmge vertoonen moet: word ook dienvolgens genoemd Bode met de roede. Dc citatie moet ook in gefc'hrift- vervat zyn, , ende geteekend by den Eisfcher ofte zynen > Procureur op een klein Zegel, volgens de Ordonnantie op dat ftuk gemaakt, anders zo is de Citatie nul. Meriteeren volkomen geloof in haare relatie, L 5- C. de exaüor. uibuter. I. t. §. 12. ff. de off. praf. urb. Zutphen • Prr.ü. ad verb. Boode art. 8. Ten zy dezelve kwamen feiten te poferen. Papon. lib. 6. tit. 7. art, 8. Imb. libr. 3. lnfi. ferenf. cap. 5. . «lm , (7) Naaften Regtdage.] Zulks geen Rechtdag tusfchen beide mag loopen, ten waare by Overdagingc, anders zoude de Citatie nul zyn. De 'Regtdag is in de Steden alle weeken, 't zy op Dingsdag of Woensdag naar 't believen van den Rcgter, 's morgens ten negen, tien of zulke uure , als de Rechter goedvind, . CAtPITTEL'.  TI TULüg t CAP. V. CAPITTEL V. 123 I. Den Gedaagden Copie Authentyle te \ pr efemeer en fan de Obligatie, &c. \ Ibidem Immediate. R *f de Bode ofte Roedrager ( 8 ) heneffens de DagvaardinJL-/ ge den Gedaagden prefenteren (9) Copye Authentycq van de Brieven van Verbanden, Obligatien, Accoorden, of andere Jnfcimenten, daar op ( 10) van wegen den Eisfcher ten dage dienende ( 11) NamptiiTement of Condemnatie verzogt zal worden. II. En den Gedaagde (12 ) ten minften drie dagen te vooren Dag- vaar- (8) Beneffens de Dagvaardinge.] Anders mag de Gedaagde ten dage dienende da» nemen, ende als noch Copye verzoeken! en behoeft dan niet gereed te zyn omme op de Provifie te antwoorden. Des gedaa»-dens Dagvaardingenloet gefchieden aan den f erfoon , ofte ter zyner Woonfteede aan iemand van zyn Huisgezin, waarvan de Bode 111 zyne relatie mende maaken moet, te weeten aan wien hy het heeft gedaan ende wat nem geantwoord is. Damhoud. prax rer civil. cap. 6a. (9) Copye Autentycq.] Omme daar door voor te komen de errcuren, diegemeeneJyfc ïnlimple copyen werden bevonden. Ampiiatie van de InfiruStie van 't Hrf art o C10) Fan wegen den Eisfcher..'] Ergo non opus eft ut aBor vel reus prcefixo die perfonaliter compareat, fed fufficit conflituiffe procuratoren, ■ ' ja zeHs comparerende moeten een Procureur Hellen , die dingtaal fpreekt en dingtaal houd, die nu ook moet voorzien wezen van bchoorlyke Procuratie, op zetsel gepasfeert, zo wel de Eysfcher als de Verweerder. ' • ' . (11.) Namptisfemmt. ] Geen Provifie wil- ' lende, verzoeken, behoeft de Eisfcher geen [*] nevens dc Dagvaardinge. Vide Sande kb. 1. tit. 8. def. f. Namntislbmcnten konnen ook door oJccn ccnk Ï'S' 0tm>c(tM™ fefltó werden. Sande ifrftrEhffher rjenCop,e te leve- \ ««.] Vtde Lvb. 4, Iü. 66. Cap. 5. num. R | 6? qua ibi netavi. Tn de plaats van Sande alhier in Notis geallegeert, vinde ik niets dat tot deze materie van Copie ten principalen te leveren relatyf is. (12) Ten minflen drie dagen.] Dat is we' ten regarde van twee Perfoonen in één Stad . ofte Plaatfe wonende, anders zo word aan iemand van buiten een dag langer gelekt 't welk ook naar de diftantie van de Plaat' op 14. dagen, drie weeken, ende wel or een Maand word gelégt ter arbitrage van den Rechter. Auth. qui femel, item l. 8 confentaneum C. quomodo quand. jud. fentent trof debeat &V. Nov.112. cap. y. Bald. & SrcnARa ad. d l. 8. Gail. lib. 1. obf 53. ,,. i9. ïjfm Ampiiatie van de Inftrutïie van 'i Hof art 9 Of de drie dagen, ook of de 14. dagen' of anderen tyd moet volkomen zyn , dat daar niet een uur aan fchorc, z. Gail. lib. 1 obf 139. Sande lib. 1. tit. 13. def. 2 De da" moet ook altyd gelcgt worden ofte geprstfgeerd op een Rechtdag, naar dat in de Steden of Dorpen ordinaris Gerecht gehouden word, 't welk, gelyk gezegd is, in zommige Steden is Dingsdag, fommige Woensdag , zynde de andere dagen maar continuatie van den Rechtdag , op pcene van milt l^-'Ü 2.- ff-- fi 1uis in ji's vocatus non ierit '■phC. deferiis. Maar zo de Rechtdag word uitgefteld , zo blyft de Dagvaarding goed. alzo die zig zeiven prorogeert. Maran-t/ p. 2. inemb. 2. de contumacia ». 1. / 4 f de arbttr: Gloss. in h 2. circa finem. Si quis in M voc. non ierit. 2. Hoe lang te vooren te Dagvaarden ? 3. By wien de Copie te betalen?  124 h * 0B .:ES^ 1 H : ï vaarden, zo verre tusfchen twee Burgeren queftie is, öp dat hy gereet komen mag. I ° lil Ln zal de Gedaagde ( 13 ) te zynen redelyken Kollen de Copye betaalen, en de Bode daar van in zyne (14.) Relatie mentie maaken. TWEEDE 03) t'Zynen Kofïen.] Word niet geobfervecrt , alzoo niemand de Copye 'zoude willen aannemen en betaalen , en zo de eisfcher gefrufteerd worden. (14) ln z\ne R l.tie.] Op dat den Rechter conftercn zoude dat hem de Copye geleverd is, en zulks het Namptisfemcnt zoude konnen dccerneren, dat hy anders niet zoude ko-nncn doen. Van OVERDAGINGE. Overdan-ing is een Dagvaarding, waar by iemand gedagvaart word Wr PVi Regter \_b \ , als'waar hy is woonendc. [fc] Voor een anderen Regter.] O verdaging heeft gcmecnlyk plaatfe als 'er Proces is tusfchen twee Ingezetenen woonendc in de Provincie van Holland, dog onder verfcheide lurisdiaien. Daar zyn nogtans wel Regters buiten Holland, die op Letteren Requi- : fnoir van Refters in Holland , Overdagmg accorderen. Gelvk a's is gedaan bv Burgcmeeiteren, Schepenen , ende Raden der St -dc Arnhem , op de Letteren Requiiitoir of Wcetbrief van den Schout der Stad Amfterdam van dato den 3. April 1682. 111 de zake van Frederik Cojct tegen Geertruid Kclfkcn , Weduwe van Guilliam Evervvyn. Êride 't zelve gefchied , zo wanneer de Rechter, die Overdaginge verzoekt, ten rcearde van de zaake , waar over hy t zelve verzoekt, Competent is , dat is dan, of dat het een queftie is, van reëele of Lrfielyke zaaken, of dat deszelfs Jurisdiaic Competent geworden is door arreft, of dat het is ter zaake van een Erffenisfe in de plaats gevallen, of dat de Overgcdaagde daar adminiftratie gehad heeft. De forme van dien gaat toe in deezer voegen , dat de Eisfcher arreft doet door een Gerechts-bode op het goed aldaar gelegen, om de Jurisdictie te funderen, en dat gedaan zynde, dat beklaagd voor den Rechter, dat is de zaake aldaar ter Rolle prefeuteerd, verzoekende requifitoir [cj of een brief aan den Gerechte daar de Perfoon, die Overgedaagd ftaat te wórden, woond, welke • geconfenteerd zynde , aan den Schout van de Stad of Plaatfe daar dezelve Woond, word geprefenteert, die dan daar toe confent draagt, ende zynen Gerechts'bo-ode aucforifeert om de Dagvaardinge te doen, die dan dezelve gedaan hebbende, daar van zyn relatie maakt, en aan den brencer overhandigt, waarop dan voor 't Gcregt, dat de Overdaginge verzoekt, voort geproccdeert word, of den Gedaagden niet comparerende by defaült. [ c ] Requifitoir, ] Zodanige . Letteren Requifitoir worden tc Amfterdam Westbrieven genoemt. Zie Amfterdamfche Secretarie Cap. 10. pag. .227 feqq. Indien de Gerequireerde Regter geene Overdaginge wil admitteren , moet men dan zyn 1 toevlugt 1 nemen tot de Ediftale Citatie. Amfl. Secr. d. Cap. 10. pag. .228.. Zomtyds word ook deeze weete befteed aan de niijift aanneemende, dat is, om de weete te laten doen tot zynen koften, op dat de Requirant met zeekeren penning die Overdaginge mag betaalen, om daar naa, als de Overgedaagde mochte gecondemneert worden-in de koften, mede tot deszelfs laftcn gebragt te worden. Van AFSCHRTVINGE. Hier vooren is gezegt, dat ook Jurisdictie ■ gefondeert word door arreft op perfoon of goed, van een Perfoon buiten iemands lurisdiclie woonende. Maar daar tegens zyn verfcheide Steden die 't recht van affchryvinge jegens den anderen hebben en gebruiken , volgens zeekere contraden en concordaten met den anderen gemaakt , m zulker voegen ,. dat gearrefteert zynde den Borger van de eene Stad in de andere over perioneele fchulden, de Stad , wiens Borger gearrefteert is, bv Misfive laat weten, dat het zvn Borger is, en daarom niet arreftabel is, en zulks dadelyk word ontflagen  T| I T#jL ItSal.aClrVB, v. en gerenvoyeerd voor zynen competenten Rechter. . ,,r W Affchryvinge.1 Adde-BoRT Trlü. van Arreft en 4de D. num. 37. Zulks zo is ook tusfchen de Magiftraat der Stad Leydcn, mitsgaders de refpeéu've' Dorpen in Rynland , gecontribueert hebbende m 't maken van de Vifch-brugge hinnen dezelve Stad, contraS gemaakt in-dato den . . • 15-i-9. dat derzelver Ingezetenen binnen de Stad om pcrfooneele fchulden niet zullen mogen worden gearrefteert, gelyk ook niet de 'Borgers derzelver Stad in de voorfz. contribuerende Dorpen en Heerlykheden, maar 't voorfz. recht van Affcliryvmge tegen den anderen gebruikeji. 125 Wanneer geen DAGVAARDING Dagvaarding is niet van nooden als parthyen of iemand van dien zig by Contract ot Obligatie notariaal, dat is, voor Notaris en getuigen verbonden hebben onder willige condemnatie van eenig Gcregt: maar word die, zo de perfoon of-perfoonen, die t Contratt of Obligatie gepasfeert hebben , tegen dewelke de condemnatie verzoet word, in 't leven zyn, en bok de Procureur van zynent wegen geconftitueert in t leven is, op deszelfs Procureurs conient , de condemnatie , als die verzogt word, gedecerneerd, zonder prsallable Dagvaardinge. ° Q 3 TWEEDE  ,126 L I B E R t I. TWEEDE TITEL, van DEFAULTEN en CONTUMACIEN- CAPITTEL I. Comparuit. Ibidem articulo n. Indien de Aanlegger ten geftelden Rechtdage niet ( i ) compareert, zo zal de Gedaagde geabfolveert worden van de Inftantie, en d'Aanlegger gecondemneert in de Koften, indien de Gedaagde 't zelve rechtelyk verzoekt. Welke Koften de Aanlegger betaalen zal, (2) alvooren hy van dezelve zaake van nieuws Recht zal mogen vermoeken. CAPITTEL II. 1. 2. 34. Eerfte Default tegens\ den Gedaagde Je» EffeÜen Tweede Default \van dien. Derde Default J Eifch over te leveren by den Aanlegger. 5. Adjudicatie. 6. Wanneer den Eifcli te fterken by Eede? 7. Condemnatie tegen den Gedaagden. 8. Wanneer de Gedaagde niet comparerende van den Eifch geabfolveert word? Ibidem art. nr. L Tndien de Gedaagde ten gezetten Regtdage niet compareert, en A gedagvaart is, (3 ) Om te kennen of te ontkennen zyne Obligatie, Con- Compareert.'] Scilicet aüore non veniente in Judicium, jive per Je , five per procuratoren , verzoekt de Gedaagde comparuit,ende voort TrofFyt van dien abfoiutie van de inftantie met de koften. Concordat de InJlruHie van den Hove art. 3. alwaar broeder. Nota, Dat alle 't zelve in Judicio moet werden verzogt, gelyk hier naa brecdcr zal worden gezegt. _ (2) Mvooren.] Auth. qui femel C. quom. £7 quando judex. Damhoud. prax. rsr. civil. cap. 77. (3) Om te kennen of te ontkennen.] Ontkennende fa] kan geen provifie worden gedecerncert, maar de Eisfcher moet ten principalen voort procederen.  TITTJLUS II. CAP li I2r ^PMie.Bricven, Schuld-Brieven of andere Brieven of Infltumenten van Verbande en om op het Namptisfement te verantwoorden- zo tegens den zeiven, ten verzoeke van den Aanlegger, verleend wor den t Lerfte Defauk: * krachte van * welke dfvoorfl Bneven 1houden zullen worden voor bekent, en de Gedaagde geeondemnefrc worden de geachte penningen, in de Obligatie" begreepen, te namptifeeren m handen van den Eisfcher, onder Cautie de Red rvedeen7°°rtS;e eSken VM ^ ExCePtie Declinatoir, dage W° 3 DaSvaardl% te» naaften Recht' II. En indien hy andermaal by den Bode of Roedraager verdamvaart zynde ten naaften Rechtdage niet compareert; & zal tien hem verleend worden het tweede Default; en uit krachte van d en. verfteeken worden van alle ( , ) Exceptien Dilatoir: en zal voorts tegens hem verleend worden een derde Citatie III. En Compareert hy (gedagvaart zynde) niet, zal tegens hem verleend worden het derde Default, en uit krachte van die? v rS ken worden van alle (#9 Exceptien en Defenfien Peremptoir. IV. En ra] Ontkennende.] Vide Notas ad Lib 4 dit. 37. Cap. 2. num. 4. verj. Het kennen & qua ibi notavi. (4) Te namptifertn] Te weten in zaaken daar zulks by proviiie word verzoe val' De,ft' by 't welke hy uit kragte van 't eerfte default gecondcmiieert was ten principalen nienwl brieven van co„f„tune verleiden , gefuftineert werde , dat volgens deeze nieuwe Ordonnantie, tut kragte van 't eerfte default, zulks niet behoorde tc volgen voor den arreftïntwaar jegens by Coca gefuftineera wierS deeze Ordonnantie in cas van arreft geen Plaats cn hnrfr- mH» h;„„„„i ,° , voorfz. Heeren de claufule van inhibitie afgedaan, en verklaard, dat het Vonnisfe executie hebben zoude: En alzoo 'tgearrefteerde n de Junsdiftic van Delft niet meer en was, zo wierd verzogt, dat men 't zelve Vonnisfe ter executie' zoude leggen bv een Deurwaarder van den Hove? 't welk mede geconfenteert is. ExceptUn Dilatoir.] Hce Exceptioner n int Junt ahud quam med:a inventa ad protra. hendam htem, van welke Exceptien de Gedaagde word verfteeken uit kragte van 't tweede default. . s (6) Exceptien en De/enjim peremptoir,] Dit ■ zyn..  128 L I B E R II. IV. En zal de Eisfcher als dan terftond overleeveréri zyn Eifch met de Verificatien daar toe dienende, om daar op Recht gedaan te worden. " . V. En zo verre de Eisfcher zynen Eifch bewyft, den Rechten genoeg zynde, zo zal hem die by den Rechter toegewezen worden met Condemnatie van Kollen. VI. En bewyft hy zynen Eifch volkomelyk niet;zo zullen de Rechters letten, of de zaak zoo geleegen is, dat zy, naar de gelegentheid van de zaake en qualiteit van de Perfoon van den Eisfcher, den zeiven Eisfcher zullen mogen toelaaten zynen Eifch byEede tejlerkenm VII. En bevinden zyde zaake zoo geleegen te zyn; zullen den Eisfcher Eerft den Eed afnemen, en als dan den Gedaagde condera- neeren, als vooren. , . , „ j r» i VIII. En indien de Eisfcher zynen Eifch niet bewyft, en de Rechters ook niet bevinden, dat de zaak ten Eede van den Eisfcher behoort gefteld te worden, zullen deGedaagdens en Defaillanten van den Eifch abfolveeren,en henlieden niet te min in de Koften condemneeren. Dit alles accordeert zo met het cvni, als met het cxx. Articul van de InJlrucHe van den Hove van Holland. zvn Exceptien waar door de zaak by peremptoire middelen werd gedood ende te niet o-edaan : qua funt duplicis gentris , alia enim "emfijiunt in jure, ut funt exceptiones non mmerata pecunia, fententia lata , fraudts, mtnorennitatis tyc. alia in faüis veluti folutwms remiffionis, compenfationis tjfimiles, van welke Exceptien en Defcnficn de Gedaagde word verfteeken by het derde default, en word recht gedaan op des Eisfchers ftukken , ende word dc Gedaagde gecondemneert in dc koften , propter contumaciam , al was hy t' onregt gedagvaart. [6] By Eede te fierken.] Vide Lib. j.fit. 33. Cap. 1. num. ic. in Notis £ƒ qua ibi notav'i. v nj,„ v,d afnemen 1 liet tegendeel heeft plaats in zaaken, waar in een behoor§. 7. EerfldenEed af nemen, j e tcgc r ± ; op ivk voldingen « geva len , de» ^f^ude verdagt gehouden worden, het Vonnis dat de gedaanc Eed ^M^g^e, onder die mits, dat dc Eisfcher of Gevooraf te laten gaa11, .nhoud ende Co,'d vao voorn. Eed dan ook zoo lang daagde met Eede verUaaic, «c- |^ ^°in k te van gcwysde , en defatalia appellatieopgehouden, ^•^^WifJ^^de tégendinger daar over geroepen zynde, nis verloopen zyn ; ten ware ^ paityc & b ^ nwcrp gedoogde, dat binnen den vooinoemd^en t> bewilliging van partyen gevelt Z^t^A&^^^rLeeWe:'in m-op het 5de AH'vm dezt dinnantie n. 12. CAPITTEL  TI TUL U-S SI, CAP. III. I3p CAPITTEL III. Tot wiens profyte Default of Comparuit gegeeven word, benefFens Partyen. Ibidem art. iv. *E\i in alle zaaken daar Default of Comparuit gegeeven word, Zul^ len de Defaillanten op elk Default gecondemneert worden , in de öteden, en voor Bailliuw en Mannen in drie Huivers: en in Dorpen twee iliuvers, ten profyte van de Officiers. CAPITTEL IV. Purge van Default. j 2. Na »t derde Defmh gem Ibidem art. v. Tndien de Defaillanten na het eerfte en tweede Default compareren, X en (7) Purge van Default of Defaulten verzoeken, zullen daartoe worden geadmitteert mits blyvende 't effeft van dien, en betaalende de Kollen met de voorfchreeve Boeten worden^ ^ d6rde DefaUk ge£n Purge admitteert CAPITTEL V. Effect van Default, als Namptisfement word verzocht. Ibidem art. vr. T^n in zaken daar iemand gedagvaart is, Om eenige penningen te beJLJ' taaien, daar van by Regifleren, Schuld-Boeken, of diergelyke befchetd blykt, zal op >t Eerfte Default, d'Affirmatie van de Schulden al Purge verjoeken.] Hier door word ™h her gccn onSe'yk ofte P^judicie anngedaan , ^ant dg ^ r j in cas van Guarant, :de zelve op ''t twee- tLl * "lA geen ïur& nnS verzoeken, maar word gecondemneert zvnen Eisfcher te bevryden, en den zeiven kofteloos ende ichadeloos te houden. InftruSie van den Hove art. 1x5. R  l3o £ I B te R ï\ al vooren gehoort, de Gedaagde gecondemneert worden te Nampiifeeren, en voorts op de vordere Defauken geprocedeert worden, als hier vooren gezegd is. CAPITTEL VI. Effect van een Default op eene Verdagvaardinge, Om executie te zien decerneeren op een verjaard Vonnis, &c. Ibidem art. vn. En als iemand verdagvaart is, omme op (8) Verjaarde Vonnisfen, gcrechtelyke bekentenhfe of willige Condemnatie, Executie te zien decerneeren , en op uytfprdake; Accoorden of trarifd&ien, op zaaken daar • van Rechtvorderinge is geweeft\en daarvan by publyke Inftrumenten blykt 9 Condemnatie te hebben; zal uit krachte van 't Eerfte Default Condemnatie en Executie worden verleend, en de Gedaagde in de Koften gecondemneert, CAPITTEL VII. Effect van een Default op eene Verdagvaardinge, Om Getuige- msfe der Waarheid te geven. Ibidem art. vnr.. Ïtem als iemand gedagvaart word, om (9) Getuigenisfe der Waarheid te geeven, zo verre de gedaagde getuige binnen de Jurisdictie van den Rechter ( 10) prefent is geweeft ten tyde van de Citatie, zal uit kracht (8) Verjaarde Vonnisfen.'] [_a] Vonnisfen der Stede Amfierdam verjaaren niet volgens haarluider Privilegie. Hmdveflen van utmijterdam in 't idi de « «ok op 't Kennen « Untkennen van OWigatien en andere Brieven of Inftrumenten van R 2 Ver-  I52 L I B E R II. Verband, terftond de Gedaagde gehouden zal wezen (i) te antwoorden, zonder daar op eenig Dag [a] of Dilay te mogen verzoeken: op poene dat dies aangaande tegen hem verleend zal worden Deiault, en uit krachte van dien op de verzogte Provifie en 't Kennen of Ontkennen gedifponeert zal worden, naar dat de Rechters bevinden zul* len te behooren. CAPITTEL II. Irj wat zaaken Antwoord , Replyk, Duplyk by monde., plaats heeft. Ibidem art. xr. 17n ten principaafe in zaaken, die in de Beilootene Steeden beleid' J!> zullen worden, daar by ( 2 ) hondert guldens in gelde of in andere goederen, of daar beneeden, geëifcht word, en voor Bailliuw en Mannen of Rechters van Dorpen van Vyftig guldens, of daar beneden ; in gelde of andere goederen; zal de Gedaagde terftond moeten Antwoorden by Monde, en de Eisfcher Repliceeren, en de Vergerd r Dupliceeren, om daar op en op de ftukken en Venficatiar (die Partyen overleveren zullen) by de Rechters Recht gedaan en oeordineert te worden naar behooren: zonder 'dat Partyen ia.de voorfz. Kleine zaaken haar Dingtaalen by Gefchrifte zullen mogen Z Leveren, ten waare hen 't zelve by de Rechters toegelaaten wierd* die zulks zullen, mogen ontzeggen of toelaaten naar ex.gentie van de zaaken. m t' JnUvoo-d:n ] Zo de Eisfcher by de rsriti» copye heeft doen leveren van 'tgcefc^ waar op hy zyne provifie fondeert: atv de s 70 mag de Gedaagde dag nemen, en als noch copye verzoeken, waar op dc provifie word geibndcert. % D«gn Van Dag van beraad , >g*e 4 nRt. lo. Cr-f-. 3. ö'-j"* tl>' notavi. AddeJCap. a d Tit. 39. , , ., r\-) Htndert guldenfT] Alzo dikwils voormêa vèrlcnci«en qus'ftien en differenten v1„ o-eringe importantie, zo zyn m de voor, Sa:«3fe;$tecfe? van Holland tiaar toe Com- misfarisren gefteld, die, of Vrcedem akers eenoemd werden, of Schcpencn,Lxtraordinaris of Commisfarisfen van kleme zaken , welk- aldaar bcfiist worden, en in andere Steden, volgens derzelver Gcoftroyeerdc Ordonnantiën daar van zynde, als tot Ley» den Amfterdam , Rotterdam , ende andere van welkers- gewysde men appelleert aan' Schepeden. Ia andere Steden , vaceren da^elyks daar toe twee Schepenen , die de perfoonen hooren, en zo zy dezelve niet konnen veréenigen , renvoyeren aan t CqN ,cg,c-»» Schone,, Q^pj'rTEL  TITULÜS 'IÏI. CAP. in.; C A P I T T E L III. '133 r. In wat zaaken Dag gegund word. z. Dag om te Repliceeren en Dupliceeren. 3. Alle Zaaken mogen mondeling afgedaan Morden . by confent van Partyen. Ibidem art, xn. ' 1 ~F)nin ^aken excedeerende Perfoneele, zal den Gedaagde in de beflóoten Steden gegund worden tyd van (3) Agt Dagen, en voor Bailliuw en Mannen, en Rech ers^an Dorpen veertien Dagen, om haare Antwoorden als dan by Monde of by Gefchrifte te doen overleveren. II. Endegelyken tyd zal"Partyen gegeeven worden omme te Rephceren ende Dupliceren, alles, peremptoirlyk ende op Verfteken. III. Behpudely*10 wanneer Partyen bereid zyn en willig ook in deeze zaake mondeling haare zaaken te voldingen; zullen 't zelve mogen doen ,, en daar op recht gedaan worden als vooren. C A P I T T E L I V. J- W^^MMÊBtenprin- \2- d* *m$eém Ibidem art. xirr. - I. Ttem in de Steden en voor Bailjuw ende Mannen ende Rechters J- van Dorpen, zullen Partyen of haare Procureurs, die eenige Exceptie willen proponeren ten dage van de Antwoorde, (4.) teffens en t eenemaale alle Exceptien proponeren ; en niet te min onvermindert hare Exceptien, ten Principalen Antwoorden. II. Utgezondert, zo wanneer zy proponeren Exceptien Declina- toir. (3) Agt dagen.] Dat is, of als 'cr o-ecn LT20^ is' ofde ProvifiG 01^gd Socèdeert *" princiPalen word voort (4)' Teffens en t'eenemaal.] Zulks dat niet geoorloft is, ais men ziet dat de eene exceptie niet door den beugel kan een andere te proponeeren , om dat zo doende lites fo~ rent mfinita. J R 3  134 £ I B E R II, toir, Litifpendentice, of Litisfinitae; daar onder begrepen alleenlik Exceptien van Tranfactie ende uitfpraake van Arbiters van Rechten; daar van by publyke Inftrumenten, of de eigen hand van Partyen blykt: welke Exceptien zylieden zullen mogen proponeren, en daar by perfifteren. Accordeert met het lxxxViii. Artkul van de Inftru&ie des Hofs van Holland, en met het 2. Art. van de Nader Ampiiatie. De zaake by Eifch, Antwoord, Replyk en Duplyk voldongen zynde, zal Partyen geordineert worden Dag van ( O veertien Dagen, om haare Hukken endeMunimenten by Inventaris over te leeveren: omme daar op Recht gedaan te worden naar behooren. Ende dat in Zaaken in Rechten beftaajide. CAPITTEL V. Sluitinge in Rechten en overleveringe van Inventaris. Ibidem art. xiv. yiERDE (5) Veertien dagen."] Dit word niet pre- j. cifelyk onderhouden •, maar indien iemand | nogtans nalaatig blyft naa het voldingen de I andere termynen te voldoen, zo mag de 1 Rechter recht doen op. de ftukken aan dc eene zyde gefurneert. Zie de Injïru&ie van den Hove art, 121.  titulüs iv. c a P. £ vierd e titel, NOPENDE HET GEENE IN 'T PROCES, BESTAANDE in FEITEN, GED1fnt^-?/^Pe prodüc™ van getuigen, tot senten 11£ definitive excluis, als vooren. •CA p i T t eli. i* Tyd om ProduÜien te doen. 2. De getuigen Miten .de Jurisdictie woonende. 3. Partyen voor de Examinatie te in(i- Ibidem art. xv. " * Enfe in ™kenConfiuerende(i)inFeitenenbewyS) al Partyen tyd geprefigeert worden van veertien Dagen of drie weken ten angften, om haare getuigen voor den Rechter te doen hoeren ' U. Lnde a s de getmgen buiten de Jurisdidie van den Rechter woonen, «1 by Letteren Requiiitoir aan den Gerechte vande^t t »e, daarzy woonen, de Examinatie werden veraogt ende gedaan iii. En zal de Examinatie van de Getuigen gedaan worden ^r tyen of haarheder Procureurs x*,v. „uren daar toe te v00 ™n (a) get finueert CO ln Feiten.] Zaaken ,beftaandc in Feiten , worden beweezen door getuigen l 13, C. de non mm. pecun. \n zodanige zaa-' ken valt geen provifie. Zaaken in Feiten beftaandc , worden gemcenelvk berchreven by eifch', antwoord, repliek en dupliek, 't welk gedaan zynde gaat men voort by productie en het doen hooren van getuigen, reprochen en faivatien, zonder in de zaaken te pleyten. Doch in de Steden en ten platten Lande word mceflcn tyd geordonneerd zo de zaak in Rechten beftaat , of I ffi geëmbrouilleert is, na wisfeïing ^an.ftukken de zaak te bepleiten, zonder mieeren. Interrogatorien overleveren. 4. - V Gebefoigneerde overzenden beflooten. 5. Salaris van de Examinateurs. 6. Salaris van de Getuigen. productie van getuigen/om den langen trc.n van Procedeeren te verkorten. Maar in zaaken puur in Fciten.be/iaandc .worden de getuigen gehoord cn gefchrceven bv reprochen. 1 (2) Geïnfinueerd zynde.] 'leflimonia enim non vocata parte data non valent. I. fi quando C. de teftib. . fi poftulaverit. §. queefiioni ff ad l Jul de adulter. Nov. 9. Hcec tarnen non ha junt acctpmda , quafi litigatores interrelle debear.t txamnatvm* teftium,fed receptioni dmncaxat ut jusjurandum pmftare eos videant g> interrogntknes ft voluerint Judici exhibeant. Oldendohp m Enchr. except. tejhium N, 4, Std  L I B E R I I. finueert zynde, 't welk Partye gehouden zal weezen te laten doen: en daar beneffens over te leveren d'Articulen, daar op d'Examinatie zal worden gedaan, om by Partye daar tegens Interrogatonen overlevert te worden, indien 't hem goeddunkt, die de Rechter gehouden zal zyn te ontfangen, en de Getuigen daar op mede exami- neeren. . , IV. En zal 't gebefoigneerde beflooten overgezonden worden aan den zeiven Rechter, daar van zy verzogt zyn. V Waar vooren de Gecommitteerde uit de Maglftraten en Secretaris binnen de Steden genieten zullen elks ( 3 ) twintig Huivers 's daags: en binnen de Dorpen vyftien ftuivers, -mits befoigneerende zes uuren 's daags, halve Dagen naar advenant. . x VL En zullen de getuigen betaald worden tot Dücretie van de Commisfarisfen. CAP ITTEL II. Reprochen en Salvatien. Ibidem art. xvi. "t \ Toorfchreeven Bewys gedaan, en den voorfchreeven tyd overV ftreeken zynde: zullen Partyen haare Dingtalen, Informatien en andere Hukken gerechtelyk overleveren by Inventaris binnen act Dagen, en daar na binnen agt Dagen ten wederzyden ligten de Copye van 't geene geproduceert is: en voorts fchryven by Reprochen ;en Salvatien van veertien Dagen tot veertien Dagen, alles peremptoirlyk en op Verfteeken. Sed an Jufficiat procüratorem ad tejlium produBionem vocari? Vide Imbert. I. i. c. 2% ' (3) Twintig ftuivers.'] Dit is geabrogeert, „en.wprdby de Schepenen daar vopren ge¬ noten, zo als naar het lang duuren der befoigncs, cn importantie van zaaken rcd> lyk is. CAPITTEL  TITÜX.US. i.y. CAPJ ui, m CAP ïTf T ;E L II? v Van Certificatien te Recoleeren. Ibidem art. xvir. Ttem fca! geen Recht gedaan worden op Certificatien noch Attefta* A tien, met gerecoleert zynde invoegen voorfchreeven: ten waare de getuigen over Zee of (4.) overleeden waren: in welken gevalle by den Rechter daar op gelet zal worden. . y CAPITTEL IV. Op wat Copyen de Rechter geen aanfehouw zal neemen. Ibidem art. xviu, . Ttem al ook op geene Copier.recht gedaan worden, ten *y deaelve X by den Secretaris van den Gerechte uit den Principalen LmthZ trfeert 2yn Partyen of zynen (; ) Procureur daar oyer geroepen en daar m gefteld den Dag, jaar en Maand van de Collatie (6) I. Deel. S VYFDE Cu^l2°Io.1?i ™6 C0°REN °hf- | vcSg^Tè^fdlg?^ i°, word door de Praaycq bc duceert worden Copien \ niet doov L rXS™'! "e Geregten geëmployeert en geproNotarisien geauthen^Se^ok t }^&™$%%> £««£°ïï ƒ eadmltteSde *£5r ï"?rT,] DD' ad L- Procurator in Jin. C. ae edsndo. C 6 ) Inftr. van 't Hof, art. 68. Ampl. art. i7.  :r3S - L I B E RT I fc vyfde titel, 'van SENTENTIE N, etc CAPITTEL I. Wat eene Sententie definitive moet inhouden? Ibidem art.xix. inprincip.. Alle Sententien Definitive van Gerechten.van Steden, Mannen en. 'Gerechten van Dorpen zullen inhouden: Dat de Gedaagde, ge-condemneert word in \t geheel of ten deele in V gunt van hem geëifcht is;, of daar van geabfolveert: en voorts Condemnatie of Compenfatie van Kosten. •r,p t condemnatie of'Compenfatie ffc] Deeze - condemnatie of compenfatie van koften behoord tc verilrekken. Zie verder nopens deze matene S ™ Lee"^n ' en & en lorfe Art. van deeze Ordonnantie n. 3, $t*yt* 4- «F- ■ \%J- AlJ'lÏ 4 C«j>. ?. dc Aanmerkingen van de Haas aldaar-, mitsgaders Vromans * Fm Lomp. Ut. 4. <<; 27. fwwiwtwi e*,n Mandamcnt van Evocatie, ae qua mfra Lib. 4. /ïr. S 2 ZESDE  " t' I B Ë R I ï. ZESDE TITEL, VAN SENTENTIEN DIE GE-EXECUTEERT WORDEN, NIET TEGENSTAANDE APPELLATIE. [*]. CAPITTEL I. i. Tot wat /omme toe de Sententien ter Laagcr Vierfchaare haare Executie heiben, niet tegenftaande Appellatie. i. Geene Inhibitie in cas d'''Appels of öurcneance in cas van jxajunnum. te verleenen tegens Privilegiën ten waare &c. 3. Geen Provifie van Appel, of Reformatie te verleenen tegen Sententien In> terlocutoir, ten zy, &c. Uit de voorzeide Ordonnantie, art. XX. in princ. & §. fin. I IC1 n zullen alle Sententien, zo Defmitive als Provifïoneele hebben ■11^ haare Executien tot (1) alzulke fomme toe, als de Steden, daar de Sententien gewezen zyn: mitsgaders de Dorpen, geprivile- geert ral Van Sententien die geëxccuteert worden, niet ttgefftddnde Appêtlétie.] In welke zaken alleen Reformatie valt, en -een Appel, mede met relatie tot Zeeuwfchc Zaken, Vide Pave* ille D. pag. 105, 306 , 3^7 « 3°8 , S??3ia«l ^ D. pag. 267 ^t %j, indiu. Manier van Procederen 1 tt. 7. Ca|érfe"zaëfe?öfeï'Appéllabel zynde word «reproponeert Exceptie van niet onfankelykheit in cas d'Appél, waar by men perfiftcren ma;/. Vide- Lib. 4. Tit. 40. Cap. 1. num. y: R qua ibi notavi. ■ .' " "1 ■ Maar indien het eenigzints ipcculatie fubiect zoude mogen weeénj of de zake Appéllabcl is of niet, zoo word dc Exceptie van niet oniankclykheit-in cas d'Appel wel «proponeert, dog met eenen ten princi- ■ lafën geantwoord onder eene fterke protefmtie Wélke proteiïatic van dit effect Is, liat nsderjiand by den Regter wel aizonder- lyk op de Exceptie alleen regt kan worden gedaan, en dezelve geadmittcert. In zoodanig geval word geconciudeert: Ten fine van niet ontfankelyk in cas d'Appél,. en abfolutievan de Inftantie, als zynde deze zakt niet Appéllabel nog Provocabel, daar op alvorens afzonderlyk (of, wel expresfelyk) regt verzoekende , ende niet dan dien onverm'.ndert flïlt" , wordende in cas d'Appél, enz. Ofgefchicdt de Proteftatic aldus: Daar of) wel expresfelyk regt verzoekende ende zender van dezelve Exceptie in het mtnften af te saan , en alleen in gevalle onvermoedelyk de voorfz Exceptie niet zoude kunnen worden geadmitteert, in dien gevalle, en anders niet, antwoordende in Appél concludeerde, enz. Indien men nogtans meent, dat deeze Exceptie gefondeert is, moet men daaruy pepOfferen-, dewvl anders, als men met eenen  TITÜLUS vr. CAP. i 14.1 geert zyn: niet tegenftaande Oppofitie of Appellatie, en ook verleende Provifie en Inhibitie van den Hove, en zonder pnejuditie der zeiver. Uit de Ampiiatie van de InflmUie van den Hove van Holland £fV. geëmaneert by de Heeren Staten, den xxi. Decemb. cio. io lxxix. art. iv. II. Dat mede tegen Sententien Definitive geene Mandamenten van Appel met de Claufule van Inhibitie, of Reformatie met de Claufule van Surcheance verleend zullen mogen worden, tegen de Privilegiën van eenige Steden, Collegien en Plaatfen, en ook niet in andere zaaken: ten zy dat by de Appellanten of Reformanten in haare Requefte geexpresfeert zy de Somme, daar in zy zyn gecondemneert by 't Vonnis, daar van aan den voorfz. Hove zal zyn geprovoceert, mitsgaders de Date van den zelven Vonnisfe. Ibidem art. in. III. Zal ook by den voorfz. Hove geene Provifie van Appel of Reformatie verleent worden tegen Sententien (2.) Interlocutoire van de Ge- ten principalen antwoordt, de Partye daar uiteen argument neemt, als of men op de merites der Exceptie niet veel hadde vertrouwt. Of men nu by zoodanige' Exeeptie , en andere Exceptien alleen pernfteren zal,. of niet, zulks hangt af van de omflandighedcn der zake, die by een' Practizyn wel moeten worden gepondereert. , (1 ) Alfulken fomme toe ] Sed quid fi fententia ultra fummam privilegiatam fit lata, an contra appellantem , faltem usque ad fummam privilegiatam, executimi mandari p'ffit? Costal. ad 1. uit, de Jurisditl. vix putat, Chiid fi aliquis condemnatus in diverjas fummas, quarum fingularum quantitas fit infra fummam fiututariam, coacervatio vero ifiani fummam I excedat, an hese fententia executioni mandabitur pendente appellatione ? Vide Sande decif, lib, 1. tit. 13. def. 4. Q2) Interlocutoire] Interlocutoire of provifionele ten definitive reparabel, quod nota-dum text. in l. 2. ff. de appel, recip. Damhoud. prax. rer. civil. cap. 147. n. 16. £f, ibi notata ad Litt. Q) Rebuff. ad conftit. reg. de fent, execut. cap. 11. £jJ in traft. de appell. art. 7. glofi 2. 110. 28. Faber »> C. de fent. & Interlor. lib.y. tit. 15. def. 2.. Gail. lib. 1. obf. 129 6f 130. Groenew. de II. abrog. ad tit. C. quor. appell. non recip. Uid. ad l. 7. 11. 2. Het welk ook by de Ed. Groot Mog. Heeren Staten van Holland en Weftvriesland, met een fpeciale Refolutie in dato den 19. Maart 1622. is geëxtendeert tot alle Namptisfementen, ende gezegd , dat tegen dezelve geen Appél of reformatie plaats zal heb- 8. 3. Interlocutoire.] Behalven de uitzondering, by dit Art. gemaakt, zvn 'er nag andere gemier*, waar m van een interlocutoir Vonnis van dc Gerechten van'Stedcn oï D > en S 3  I4.3 L I B E R II. rechten van Steden , Bailliuw en Mannen, of Dorpen, ten waare de Executie van dien by der Definitive niet Reparabel zoude weezen. C A- hebben-, filfs niet onder pretext van nulliteit of i. p-g. 303. alwaar hv fchryft, dat, nicttege.i taande d? voorK Re.o'utn, nteeni maal. tegen zoodanige Vonnis feu Provifie in cas d'Appél verzogt cn verleent werd,  TITÜLUS VI. CAP li. CAPITTEL II. I- Sententiën van de zes groote Steden [ 2. Van Rotterdam, van Holland. | I. O ententien by de.Gerechten van (3) de zes Groote Steden van Holland fals Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amfteldam en Gouda) gewezen, niet O) Ses groote Steden.] By de nieuwe Ampiiatie van de InftruBie van den Hogen Rade in dato den 24. Maart 1644. is expres geftatueert: dat van toon voortaan bv de beilooten Steden van Holland (den Hasre daar in begrepen) in zaaken niet meer "bedragende als 50. guldens, en by de Bailjuws en Mannen, mitsgaders de Gerechten van de Dorpen , niet meer als twintig gclyke guldens zal geweezen worden by Arreft, ende geene provocatie onderworpen weezen; behoudelyk dat dezelve niet hebbcn eenige fequele van infamic, ofte van andere merkclykc prejudicie. Het welk nu by Placaat en OBroy van haar Ed. Groot Mog in dato den 8. Mey 1674. verhoogt is tot'de helft hooger, ende zulks ten opzichte van dc beflootc Steden van 50 op 100. «nildens, en ten opzichte van de Bailjuws en Mannen , mitsgaders de Gerechten van dc Dorpen van 20 tot 40. guldens. De definitive vonmsien van alle de groote Steden in Holland; als namcntlyk , Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden , Amfterdam, Gouda en Rotterdam , die voor deezen executabel waaien tot 120. guldens, zo als de Auteur alhier zegt, zyn by de voorfz. Ampiiatie van de InftruBie van den janre 1644. verklaard, dat executabel zouden zyn ter fomme van drie hondert guldens , en van de andere beilooten Steden, mitsgaders van 's Gravenge, voor deezen niet hooger executabel als tot 60. guldens, tot 150. guldens. Ende van Baiijuw cn Mannen van derti°tot Co. en van de Gerechten van de Dorpen van 20 tot 40. guldens. Dog zyn hy Placaat en OBroy van haar Ed, Groot Mog. van den voorfz. 8. Mey 1674. meede de helft verhoogt, ende zulks ten opzichte van dc voorfz. groote Steden tot 600. guldens, en van de andere beilooten Steden, den Hasc daar onder begrecpen , tot sco. guldens, ende van Baiijuw ende Mannen 'tot 120 guldens, mitsgaders van de Dorpen tot 80' guldens. In zaaken van Visfchcrye, tusfchen Zeeluiden, wyzen lage Rechters by Arreft, ende mag van zodanige Vonnisfen niet geappelleert noch gereformeert worden. Vide het 22. Artikel van de Ordonnantie van de Groo>e Visfcherye ende Haringvaart van den iaare 1507 art. 22. ' yl' Ende ftaat te noteeren dat dc voorfz. Sommen zyn te verftaan van Capitaai,. en niet van Inter es pen of koften [a]. O] En niet van Interesfen of koften.] Vi le Lib 4. Tit. ne. Cap. j. „UT. 3. in Notis. VerJ. Ende van dc Interlocutoire, (fquee ibi nota* Vonnisfen van IImtvefters[_b] en Meeftersknaapen, inhoudende pecuniele boeten van 100. guldens ende daar beneden , hebben executie onder cautie. Placaat vun den 'Juny Ï62I. [b] Vonnisfen van Hwtve/ler.] Hiermede komt over een het 6oft* Art. van het Placaat op de Houtveflerye van den 25. January 171' Dit Placaat kan men vinden in het Groot Placaat Boek Vol. 5. pag. 788. [cj Placaat van den 25.ffuny1621.] P,-peg. yfte D. pag. 24.;. num. 4. Dit Placaat word not. op Vrokans de Foro Camp. Lib. 4. Cap. 7. 5. 2 n 3, 1 Middelwant tn  J44 L I B E R II. niet monterende hondert en twintig guldens, zyn Executabel onder Cautie, niet tes;enftaande Appellatie, blykende by de Privilegiën daar van zynde & II. Gelyk word gevonden in het Groot Placaat Boek Vol. i. p. 142c. En is het zelve geconfirmeert by het 6gfle Art. van het laatfte Placaat ende Ordonnantie op de Houtveflerye van den 25. January 1716. ftaande in het Groot Placaat Soek Vol. 5. pag. 788. £ƒ feqq. Hooge Heemraden van Delfland hebben particuliere Privilegiën, dat alle zaaken by hen getermincert tot 2co. guldens haar executie hebben onder cautie. Mag ook niet geappelleert [dim van emiës ^nis/ei, M ZL,f f rr, Ste,den S^zen, niet monteerende de Somme van\x pond n van xl groeten Vlaams >j pond: maar dat dezelve tóSSf' '^^l^^^ 4 f ï vyfferiaïï.» I. D E E L. CAPITTEL 'Heeren Staaten van Hoüand op den k'. Dc- ■ •ccmbcr "1507. gcrefolvecrt, dat van zoodanige Vonnisfen niet mag worden geappelleert of gerefarmeen ■. [i] 't welk naderhand ,te weeten op den 27. September 1663, verandert is" tot een eeuwig Edict, mits-dat die afgedaan zullen worden , zo veel de Edelen°en ■ Suppooften van den Hove aangaat, by den Hove, cn ten reguarde van alle anderen behoorende onder dc Jurisdictie vaiide'Ges rechten in beilooten en bemuurde Steden van den Lande van Holland , (den Hage daar onder begrepen^ by het Collegie van dc Wet, of van den Gerechte in dezelve Steden, daar over zo veel doenlyk,in compieeten getaale , ende immers niet beneden de twee derde parten van 't Coilegic prgfent zynde, uitgezonden binnen dcSrad' van Deitt, daar 't zelve zal gefclueden bv Schepenen. c [aj Ouders.] By de,Heeren Staaten.van Holland is verftaan en verklaart, dat onder het woord Ouders, voorkomende in het 12 Art. van de Polit. Ordonnantie, alleen besrW pen zyn Vader cn Moeder, en èeerizints Voogden, nog Grootvader o{ Grootmoeder Zie R ff 'evaè den 9. Auguftus 1646. en PUcadt Tm 3I' Hy l67l ' beide te vinden in de Manier van Procederen Tit. 7. Cap. 14. mm Caf-4-& ibf EoeL IQ Met mag werden geappelleert of ?ereforMaar in gevalle de Ouders fuceut beeren, en 111 Appél voor het Hof triumpheeren, zo mogende Kinderen appélleren aan den Hoogen Rade: 4. Refoutie van den 5 December 1597. Manier .tan Procederen 'd iw* 7: LaP- T4- num. 4- en is wyders deze materie zeer accuraat'en breedvoerig'verhandelt door den Prefident van Bknkfrs-  HS X I B E R II. CAPITTEL IV. 1. Sententien van de Steden in ZuidHolland, als Briel, Rotterdam, Schiedam, Gorcwn en Schoonhoven. 2. Woerden. 3. Vlaardingen. 4. Zevenhengen. 5. Geertruidenberg. 6. 's /izge.. I T^Vien van den JBMei, Rotterdam ( welke, als hier vooren gezegt is ,-verI 1 kreegen heeft Privilegie van Groote Sieien, noopende de Executie van haareSententien) Schiedam, Gorcum en Schoonhoven is vergunt een Oólroi m den Taare cid id lvi. Novembr. xui. Z)a* niemand zoude mogen appe leeren van eenige Vonnisfen by de Gerechten der voorfz. Somme van eens lx.-ponden van veertig grooten Vlaams, &c. en ftaat geregiltreert m ?t laatfte Memoriaal-Boek van jan van Dam, folio 11. IIIns-dyks dien van Woerden, in den Jaare cid ra lxi. Pebruar. xv. geresiftreert in 't tweede Memoriaal Boek van Bert. Ernft. Folio, exix 8 LI En dien van Vlaardingen, in den Jaare cid id lxii. Mart. xxm. geregiftreert m 't derde Memoriaal Boek van Ernft voorzegt, Folio iv. IV Daar en boven dien van Zevenbergen, in den Jaare cid id. lxtx. Uct. vni eereeiftreert in 't vyfde Memoriaal Boeü van Ernft voornoemd, Fol. clit. ' V Üokbvan Geertruidenberg, in den Jaare cid id lxxxiii. Maart xxm. gere^iftrcert in 't astfte Memor. van Ernft voorfz. Fol. ccxxxvir. _ VI Fn van gelyken die van den Hage, hebbende Stads Privilegie, mogen doen'leggen ter Executie haare Vonnisfen, 't zy van Keuren of andersfints, nietmonteerende de voorzeide Somme, niet tegenftaande daarvan by den Sucrumbant geappelleert. zy, naar uitwyzen het Oétroi by hen in den Jaare öTk"lx? Januar. xx. verworven: geregiftreert in 't tweede Memoriaal Boek van Bert, Ernft, Foliocxxx. CAPITTEL V. 1. Sententien van Zeeland. 2. Van Aruemuiden. 3. Van Vlisfingen. 4. Van Middelburg. ï -TXie van C4) Zeeland hebben in den Jaare cid id xxxrr. Januar. xxvil I J verkreegen een Privilegie, Dat niemand zoude mogen appelleer en van Sententiën *t zy Provifioneel of Defmitif, inhoudende Condemnatie pecumeel, niet r43 Die van Zeeland.] Dc (temmende Steden van Zeeland wyzen in zaaken niet meer bedragende dan 100.guldens, ende dc {malle Steden dertig guldens, mitsgaders de Gerechten ten platten Lande tot 15. gelyke gulden, by arreft, zonder appellatie of reformatie? toe te laten, als de zaak alleen in gelde beftaat, ende niet heeft fcquele van infamie, of andere prarjudicie. Nader provifioneel Aceoord tusfchen Holland en Zeeland de anno 1674. ii. Juny art. 25. De Vonnisfen van Zeeland gewezen ten voordeden van de Grond - Heeren jegens de Panera of Huurluiden, hebben haare exc ccuue.  TITULUS VI. CAP. V. H7 monteerende hovende tien ponden Vlaams, ten zy 'inepardble, gewezen binnen'd, Steden Ziericzee , Goes, Romerswale, Tholen, Vere, Vlisfingen en andere beP.oten ■Steden van den Lande voorfz. maar dat dezelve zouden hebben haare Executie- ni»t tegenftaande Appellatie of Reformatie: mits dat de Triumphant (lelie fuMante Cautie voor t gewysde in de tweede Inftantie; Geregiltreert in 't tweede Memoriaal Boek van Jan de Jonge, Griffier, Folio lxxix. wunddi II De voorgaande Somme van tien ponden Vlaams is den Inwoonderen van Vhsfïngen verhoogt ra den Jaare cid 10 lxxiv. den tweeden Maart tot vy/ffc ponden, naar luid der Privilegiën, hen by Hoog-gedachte WILHELM Prins £S1 C,S?,dh°fr e" Capitein Generaal over Holla"d, Zeeland, Weft-Vriesand, en Utrecht, van wegen en in den naame des Koning van Spanjen, als Grave van Holland, Zeeland, &c. vergund en geoótroyeert Uit de Privilegiën der Stad Vlisftngen van date als vooren, Artic. x. En alzo. de zuelvaart der voorfchreeven Stad dependeert mee/7 van d> J-nfcherye, en van de Negocien van de Koopmanfehap, dat, om te heter te eviteeren alle vexatien en langen trein van Procesfen, tot foulagemenie van den vreemden Koopman, en fngezetenen der zeiver Stad, alle Senten tien zo interlocutoire als Definitive, wezende reparable, en niet excedeerende defomme van ( ?) vyftig ponden groeten Vlaams eens, zullen gee-ecuteert worden onder Cautie, niettegenftaande Oppofitie, appellatie, of *Re- ecutie onder cautie, niet tegenftaande Appellatie-of Reformatie, en zonder prejudicie yan dezelve. Prmftoneel Accoord UisJchen Holland en Zeeland, de anno 16-7. art. 14. mitsgaders nader provijioneel Accoord de anno 161 a art. 31. 'm De definitive Vonnisfen van de voorfz «emmende Steden in Zeeland, hebben haare executie ter fommc van öoé-i ^uldens .uitgezonden die tot hoger of verder zvn geprivihgeeit. Zie 't voorfz. nader provifon'eel Accoord de anno 1674. art- -6. De definitive Vonnisfen 'van de fmalie btcden hebbcn haare executie tot Cc. frUi--dens-, cnvan de Geregten ten p'atten Lande tot 30. .guldens. Zie 't voorfz. nader provifioneel Accoord de anno iója. art. 27 Alle Steeden van Zec-'land', "moeten Appelleren cn Reformeren refpedive aan 't Hof van Holland en Zeeland, als mede 't platte Land aldaar , na den l'ra&ate de anno mliLT" n ,teH.™e dezelve raakten Domeinen , Dykagie, materie posfesibir, of gewezen waren by Burggraaf en Leenman¬ nen , daar van de Appellation of Reformatien zullen mogen verheven worden voor den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland , of Hogen Rade , tot keure ende optie van den Appéllant of Reformant • mits ïmgtans, dat dezelve haare Executie zullen heobcn onder cautie , en daar tegen geen mhit;tre of furcheantie zal mopen worden verleend in cenigerhandc materie, 't Voorfz lrattaat de anr,o IT87. art. 7. Die van Middelburg, Veerc, Vlisfiiweu en Arnenïuyden hebben haare keure omme te Appelleren en Reformeren aan den Hove van Holland, Zeeland cn Vriesland, of aan den Hogen Rade. 't Voorfz. Traüaat ae anno 1587. art. 7. Word ook geen Appél of Reformatie verleend van Vonnisfen interlocutoir of exceptie , uitgezonden van exceptien Declinatoir, litispendentiaj of litistïnitse, daar onder begrepen Compromis , uitibraake en transactie. Nader Accoord de anno 1674. art- 28. (5) Vyf'tig panden.] Verhoogt op doo..gafdens, a's bevoorens is aana;et"c ;d. Ta  T48 / L I B E R II. irfèritok en ronder prsjudkie van dien \ en dat de Executien der zeiver ■ tffr zü)kn gefremt worden onder », dekzel van eenige Claufulen van Inhibitie en Def cnfie> of andere.. lil ( 6 ) Die van Middelburg hebben m den jaare cö cccc lxv. den tv Maart van Hertog Philips van Bourgondien, als Grave van Holland, Zeeland, &c. verkreegen een Privilegie, Touchant leurs Ap; Latdx & Reformaties, & ExeqmUions de leurs Sentences, qui cj enej, feèl- One cflnterloqutoire reparatie ne cbiet Appel: Qtte cn aaltres cas fauït feller ilico, & relever & execitter dedans marante jours, & hallier cauWn de Lxxx. Livres Po:ir Tarnende & ccc. c n^Slt Ft oue fans prejadice deTafpel, 1'ExequUon fe fera{7) V ilïï/lelnLnlafauH integer dedans Fan, & exeqnuter dedans *Tiom, apres avoir eautknné jufques *(8) mis eens Ures: £ s exfeMèrmL Sentences fans caution: & peult Grand Confeil, ou en Hollande a fon cbois Staal= gereg.ftreert in et Rafter van de Privilegiën der Stad van Middelburg, Mio cxxxm, en in het eerfte Volume van de Ordonnantiën , die bewaart worden in den Krooten Raad tot Mechelen, Folio ccc lxxxv. verfo. _ Men leeft ook in het tweede Volume aldaar, »xcni. verfo, Certain AdvisJu Grand Confeil fur les Doleances des Efats de Zeelande touchants d avoir Coiu mers gagez, de non appelier de leur Interlocutoir es reparaties, de lExeS °de leurs Sentences, non obflant Appel, de relever au Grand Confeil ou a la 'Mye) Dat. en Ianvier cid id xxxi. IV Alzo Bailliuw, Burgemeefters en Regeerders der-Stede van Jneinuyden in den Jaare cid id lxxix. aan WILLEM, Prins van Orapjen,. Stadhouder Generaal van den Doorluchtige Prins Ma- f(D Die van Middelburg.-] Verdrag tusfchen Holled en ïeihnii de anno 1587. art. 0 Ende als 'er Mandement verleend word van Appél, svord'erbv gezegd, ftandhoudendc tot d t Cautie , volgens 't Privilegie van Middeibarg, zalzyn gefield. '' " (•7) A caution] Ook nopende de' kotten zo dezelve in coniemnatime zyn. Zulks zo is op-rfen i>. Maart 1608. een Mandament -van-Reformatie, inhoudende de elaufule van • iurcheance "opende de kotten , .t derde Memoriaal Boek van Meefïer Pteter Kanneman, Griffier van den Hove van Holland, Folio cc lxxxviu, reclo Cp 4>nmvyden- Gelyk zulks verfiaan is IJ™11?}'0?™ Holland fn de «aaké van Ai thoms Hardcwyn , woonende tot Middelburg , impetrant ln cas d'Aopel, contra Sèbaibaan Ooftcrmans, weefe van Co™ Onflermans, op den 2. November r657 KvDpI°TniSfen van de Stad Campveere zyn by Provifie executabel, onder cautie van lio.ndert ponden Vlaams T 3 CAPITTEL'. De andere Steden van Zeeland wyzen by arrefi in zaaken niet meer bedragende ais 4. ponden Vlaams, behoudely.'c dat dezelve niet'en hebben eenige fcquele van inf'amic of andere merkclyke prejudicie. Vonnisfen in Zeeland gewezen nopende Landpagten hebben executie , niet jegenftaande Appellatie of Reformatie ei; zonder prejudicie van dien.  L I B E R II. CAPITTEL VI. Sententien van Bailliuw en Mannen. Uit de voorzeide Ordonnantie op 'tftuk van de Juftitie, art. xx. §. u. En ten platten Lande, die geweezen zullen worden voor Bailliuw en Mannen, ter Somme toe van dertig Karolus guldens, niet tegenftaande Oppofitie of Appellatie, en ook verleende Provifie en Inhibitie van den Hove, en zonder prcjuditie der zeiver. CAPI TTEL VII. Sententien binnen de Dorpen gewezen. Ibidem art. xx. §. in. En die gewezen zullen worden voor Schout en Schepenen van de Dorpen, ter Somme toe van twintig guldens, niet tegenftaande Oppofitie of Appellatie, en ook verleende Provifie en Inhibitie van den Hove, en zonder prxjuditie der zeiver. CAPITTEL VIII. •I. Sententiën nopende materie van Dykagie, Watergangen, Sluizen, Wegen, C?c- 2. Ordonnantiën op dezelve. 3. Misfive van Maria aan den Secreten Raad. 4. Misfive van Maria aan den Provincialen Raad. 5. Ordonnantie van den Keizer aangaande de voorfchreeve Sententien. 6. Sententien op de Defraudatie van de Accyzen. Uit de InftruEtie van den Provincialen Raad,, art. ccxiv. Ttem alle Sententien van Lage Rechteren, nopende materiën yan(io) 1 Dykagie, Watergangen, Sluizen, Politien, (n) Boeten van Officiers, Correclien, en andere van gelyke natuure, zullen hebben haare Execu- tie (tc.) Dykagie.'] Concordat IvftruBie van den Jh-o^en Raad art. tót. Fan den Ra'd ven Braband art. 589 £?' 59'. Accoord tusfchen Holland en Zeeland de anno 1674. art. 23. (11) Boeten van Officiers.] [a] Alhier word srefprooken dc mulüa ordinaria non vero de extraordinaria , ut muhi vo'.unt; difhngUiVur etiam, aut enim pan» eji certa ex jlatuto, &  T I T U L U S -V I. CAP. VIII. i?r tk op Cautie, niet tegenftaande Appellatie en zonder 'prajuditie van dien; ten waare nogtans dat'er groote merkelyke redenen waren, die onzen voorfchreeven Hove ter contrarie zouden moveeren, of dat de Executien van de voorfchreeven Vonnisfen waren irreparabel. II Is daarom in den Jaare cro jo xxxvu. Meyxvr. dien van den Secreten Raade belaft, geene Provifien van Rdieven van Appellatie met Inhibitie te verleenen van eemge Vonnisfen van Schepenen, Mannen, Heemraden óf an! dere Officieren forcerende onder den Raad van Holland/ in materie van Dy. kagie, naar uitwende Ordonnantie van date voorfchreeven; genereert in t tweede Memoriaal Boek van Jan de Jonge, Folio clvi. è 1 HL En terftond daar na, te weeten in den Jaare voorfchreeven d ^ m Juny, van Vrouw Maria Gouvernante in deeze tó&S^ eene misfive aan den Secreeten Raad van gelyken inhoud, en met iaft a!sbof yen: ftaande geregiftreert in 't tweede Memoriaal Boek des voorn noemden Joans de Jonge, Folio clt. uië>-iiu^inaen IV Van 't welkjzulks geordineert zynde kort daar na, te weten in den voorfz. Jaare den xn Decemb. de voorfz. Regente by Miffive den Provincialen Raad in Holland heeft doen verwittigen, met deeze woorden, als 'tbM-Tb % yoorze.de Miffive : Nous ayons efcript aux ceulx, du Privé fif » leur defendu de decerner aulcuns Mandemens V Appel, £ Seniences rendu.es par aulcuns Hommes, Efchevins,Heemrades, U aJtn '& ^f^f^Jf^^m vousrainsfeulement fimples Mandamenïs, % £ miitmusaddreffantavous-, ne fut grande & tlgitim oecafion, J!m m%uht ment fur ce eu vofire Advis, en dat daar meer volgd J peallable- V. Op 't zelve is geè'maneert eene Ordonnantie 'by Karei V Keizer in van Appel met inleen by °den Tc^f^ Kr«32£2 worden van eenige Vonnisfen, gegeven by Mannen, Schepenen, Heemraden 72 en Me- Sufpendit etiam exectttionem appellatio quando condemnatio procedit ex caufa infamante Aufrer. dej. 2-j/p. . Ten refpeaevan nulliteit kan zo wel geen inhibitie ftaande gehouden worden,ten waare daarenboven bleek van notoire iniquitcit, of dat de nulliteit concerneerde merita cauJe cs non pruejfus. .  L I B E R II. - ,yorarittkrt- T)at bv Provifie alle Sententien en Fonnisfen Hove Provinciaal ^^r^^IeÏÏ;^ S oosLb. v«n dejyuud&tie van ran de Steden van Holland en J^J^T^^Sm worden, hebben zouden haare Ae ^cynfen^ breed'er blykende by de Executie onder Cautie, met ^SJlY^f," date den xxn. January des voorgenoem- [c] 2 Procureur Generaal, ter Ordonnantie van dezen Hove , kunnen appélleren van criminele Vonnisfen m de Baillmws Fierfi.huren gewezen- Dog, dat dan mede waar is, dat de zalen door „ appelleert heeft aan den Grooten Raad, daar deur die executie van do vnnwv c „ tie gediffereert is, en dat gy daarom beecert te w l „ 1 de voorfz. Senten„ voort zult mogen procedeeren: en want wy het zelvT'redclv'k bévind'n J?fnfi™de „ ren wy u, dat gv voortvaart, en procedeert tor PvPZ,fi„ y bevinden, foo ordine„ aantef.cn de appeïiatie, by den GecZdemneerden 4daah" —Ttrelo^'f* leer van Merula alhier, zoo is door den Hoogen°Raad bv^eT/e'f Cont'r oT^ de Confideratien m de zaake van Mr. Adriaan van der Meden pag] Sem^' Z Z T „ pasfagie uit Merula maar behoeft te worden 'ingezien om SSv* d32fc „ Merula geen intentie gehad heeft, om de mareri» vZ,'a, n f ? • b^rypon , dat rare. ïrtófauS £ rjfEs , '1CC ale Paslagie gelegen zoude mocen zvn dit is yeker dat '« mr ftf • ° lJ Mei va.*miertand breX Seft °SandS' Lil ? ». fS 'rV beV"den ■ iM M«w» V n Dog  m L I B E R IE m breeder zal bljto. Ziet de Miffive aan den Provincialen Raad in Hol- door zoodanig Appél konen te vervahen m ordinaris Procis, het zy dat het is een W , ef ten principale i het geene dan als zoodanig word geïnjlrueen, ende door den Hove word ge- 'tÏÏVen de bovengemelde den ic September 1591. wm'J by van Z-urk in Cod'. Batav. op het word Appél § 21. nog lWaa ffemaakt van een nader aanfchryven bv AM Ho/I. 23. 3P K£ lutie van tin 23. famary 1593- kunnen vin- ^dV Appel plaatfe heeft in een Crimineel PïocJsfdaar ordinaris is geprocedcen, is eene bekende zake, en word ook geleerd by Bort Traant van Criminele zaaen lit. xi. ^Maar'vtfr^dczen Regel is ^T Placont van Haar Ed. Groot Mog. van den 1 7. JunypiS. fdtaandt in hot Gra* Vol. F. pag. .„:, -\ de volo-cnde uitzondering gemaakt: ! bit alle dieven, landtloopers, vagabonden, en (Ira«tMunters, die over deliaenvan dieveryen TSteZryen, eenspublyk zullen zyn gelhaft In d n lyve , en naderhandt weder aan 't plegen Tan ■ zelve fcort van misdaden zullen worden leLden fchJdïg te zyn, en daar over te reg* gefitlt te wzen, vv. het *«**^^a*h vJor de tweedemaal tegen haar te ftatueren, mee StTmien provócertn of appélleren aan eemgen SS R«*r.* ?^ffm tot het verkenen van £ zouden «opn bevoegt zyn fchoon tegen 7n\e bm-ipten* niet alleen op hare confesfie k op atteliatien, bewys-ftukken, en getu:Ten, ja zelfs in ordinaris proces, .zoude mogen zyn gefentameert. 't Zelfde , , wAh««* ,w7o diftinaie s-eobferveert te worden, dat't geen „ Dog Cvoegt hy 'er by,) fchynt deeze y wanneer extraordinarié m fummarie Hier vooren gezegt >s , ve™a^p^^0^?lmaar dezelve ontfangen zynde in een ordi" tegen den Ddtóquant geprocedeert mok maat ^ d'andere zyde s' naiis Proces, dat als dan m^^^L^f^l en hiervan tot den Hoogen Raad:" den Laagen ^^^S^S^^pS& ^ ^ waartoe hy ailegcert dc ^*f"£^f°X toen hy dit Boek fchreef, van de voorfz. 700 dat hier uit zeer klaar blykt, W WW^i y , daar b het middel Van Refdutie van 10. ft*p*K W»ï; iW Slmen in het geval, U»«r *r tegen 2Pél aaj! dc Delinquanten ^SS^Si^FS£ g&iteföt-i zonder dat die Refolutie „Ueelyk- extraordinair, en op liaa^e ^ « J8 0f op een evidente notoneteit per fpreekt va-, Vonnisfen , gev. e/ct °M« «to o | ^ dc yfl„ yflf, f} welk laatfte point ^ °°f èlde Refolutie is geëlucideert geworden. ^ Ve- 3'. Me, x735. waar door de «e lt cn e ae*w b den Adyocaat Fifo$ Mr. der Lat alhier nog aantcmer.cn, dat in den ja»f Raad in de v0orfz zaa- aXtmo-i van WEZEtE.by deszelfs PleWoyc ^oor 0 crimineele Voniftsfen en kV van Mr- Airlaan van ^.JJ^0^^^!^? fcS» ln deze drie gevallen: «#nfMit4en in extraordmans Proces genezen, ^f/1 ' . wordt: 20. als 'er een no" J 'e;'geene of geene genoegzame= eonfesü ge^nden wor« n toire nulliteit in de P»^»r«« ,3?- als^«Jg» vfl„ -t //o/ !rt de VOor/z. zaa* P^- 190 (Zie het ^Wg»va»to Wetó'oye ook blykt, dat de voornoem- Tenvyl uit gefchrevene aantcckeningen ras1 O» f £Ón van üeze drie gc- le. Advocaat Finaal 'er nog verde heef^ bj Subalterne Regters maar zelfs ZSten ecbeurde, hv zelve met alleen \an vj™.™JSleren Gclvk dan ook by diczelve m Sententien van' 't Hof ^^t^^A -n ^ PicUoye, mitsgaders by de gemelde Conuu me £ bewys,, dat zoo wel by t %%e voor/. ?a-/c,veifcheide vao* * ^^b^m^ Mandamenten van Appel. ',,f ais den Hoogen Raad , in zoodamge ^y«u«u .,Vu verleent gev/orden.  T I T U L US V j, CA P. I X, m t Zelfde is geftatueert, ten regarde van Zeeland, by 't nader Verdrag van den zo.Septemb en 14-N0vemb.1596.art. 8 ende9. cndc't Verdrag de anno 167A. art so Hpumit-o u„ r_ ' ' , — ».i»wu>.v, uam ui vutten, dat het ook plaats heeft alfchoon het zoude mogen zyn dat ordinarié was geprocedeert, alzoo men in Zeeland, van allen ouden tyden, gewoon is den Delinquant publyk te prefenteren, tegen den zeiven eifch tcrdoen, en de zaake, 't zy by monde of dingtalen , te voldingen , ende als dan te fententieren en aanftonds daar op te executeren. Maar, dat van Vonnisfen gewezen in zaaken , die ordinarié zullen wezen beleid , dat ' die de Rechter geordineert zal hebben ordinaris te beleggen, ende anders niet, zai mogen worden geappelleert, zo by den Delinquant, als by den Officier, d. katern de anno i6ta. art 00 .„,„ j.,„ «. ._ , art. tt. ^ Jaura 15?°- Meer zoude hier van konnen worden bv georagt, maar alzoo door Mr. Pieter Bort hier van een lyzonder TraBaat gefchreven is, by hem eertyds uitgegeven in Cvo. en nu uitmakende den xide Titel van zyn Tractaat van Criminele Zaken; het welk geïnfereert is in alle zyne Werken in Folio, laatitelyK gedrukt, met een bekwaam Regiftcr, by Johan Arnold Langerak, zoo word du leezer-.daar toe gerenvoyeert. ZEVENDE TITEL, VAN E X ECU TIEN CAPITTEL % Binnen wat tyd men de Sententien in Adlie Perfoneel zal Executeren. Ut de voorfchreeven Ordonnantie op^t ftuk van de Juftitie} Artic. xxm.. ^^m^U?fI,,Se PSnnIngen tS betalGn of teNamptireeren: zuilen naa (i) tien Dagen, zo verre daar van niet geappelleert is3 in CO Tien dagen.] Om dat zodanige Von* nisfcn na tien dagen zyn gegaan bi kratevan gewysde, ende zulks moge datclyk ter executie worden gelegt, tin zy de executie worde gefbhort om de tegenwoordige onmagt van den gecondemneerden veor eenieen tyd , voor welke atterminatie of mtfiel cautie moet worden gefield. Arg ï Vz tc.  1*6 L I B E R I I. Sententie geweezen is,, zyn gelegene en principalyk van Sommatie. 2. Tweede Sommatie. «■waken daar toegelaten is te appelleeren, worden geëxecuteert in manieren hier naar volgende. CAPITTEL II. I> Manier van Sententien te Executeren in Perfoneele Jttien, ingevalle de gecondemneerde Solvent is , en de goederen in de Jurisdictie, daar de Uit de voorfchreeven Ordonnantie, art. xxiv. §. i. I "P\e ( - ) Officier of Bode die gewoonlyk is «Executie te doen, ' U zal hem met de fententie vinden aan den Perfoon of ter Woon* plaatfe van den Gecondemneerden, en den zeiven fommeren binnen xxiv. uren te betalen. . ' H. De vier en twintig uuren overftreeken zynde, «gevalle daar geene betalinge en word gedaan, zal de voorfz. Officier of Bode (3 > andermaal" voldoeninge van voorfz. Sententie verzoeken. 6 C de precib. Imp. offer. Gudelin. de Jure ' rmik lib. 4. eap. 16. verf. plane illud. Groe-; nsw eg. de 11. ajirog. ad L uit. C de ufur. rei Indien nogtans dc gecondemneerde geen borge weet tc vinden , muln docent dat hy mef Turatoirc cautie mag volltaan. Oab. alvar de Valasco tra®, de pnvüeg. pauper, tart 1. quceft. 44. . . Van de ■ materie van executien zal hier naa gehandelt worden Lib. 4. ff) DeOffirier.] Nota, dat hier te lande Vonnisfen van laage Rechters niet ter Executie gefteld worden, by haar ofte t haa~ beveele , nochtails de JUff £ Sc ordinaire Rechters geobferveerd word) maar by ofte ten beveelc van den Sehout of Officier van dte plaatfe daar dezelve gewe¬ zen zyn , reprefenterende hier Irtne dezelve Officier den Perfoon van den Prince j die, zo 't fchynd, de executie van zodliui ge Sententiën aan hem behouden heeft. Christin, ad l. municip. Mechlin. tit. t, art. 30. n. 4. ' (3)' De eerfte termyn van executie word o-enoemd fow.rn.atie, en de tweede renovatie , in de Ordonnantie uitgedrukt met de woorden andermaal voldieninge. Welken termyn binnen 24. uuren insgelyks niet voldaan zynde , word by den Executant geëifcht aanwyzinge van goederen, ende by . faute van dien, alle de goederen var» den gecondemneerden , zo roerende als onroerende, in arreft genomen, om daar aan te j verhaalen voldoeninge van de Sententie s het aan den Wfto> f,fjc' da „___ De manier, op welke men Appel So'retarve 0f Griffie compa- tTbeilaan, dat de Gecondemneerde of zyn P« -« de« H°°: .eert, cn.zig van \Vonn.s of ^ n vau m wwJeQie van Appél moet geren Regter: dog nier int ontftaat e-.n ^^V^^oofiéfcBmflera is? cn hier op antJefchjedtn, als iemand by een Uitipraak van Aibiters gcconowinnct  Tl f ut 0 m+ï4i &| den Dag na de Pronunciatie van de voorfz. Vonnisfen of daar voor gehouden wezen den Gerechte, en ook Partyen of zvnen Procureur* te denuncieeren of infinueeren, op poene dat de Appellant eeene Reparatie van de Attentaten zal mogen verzoeken van 't geene, om te geraken tot executie na de tien Dagen voor 't Exploid zal wezen gedaan. NEGENDE TITEL, VAN REFORMATIE. KerM S-eordi- zer Landen wilden by ^^V^^^f^^^^J^ formatie met zouden toegelaten werden; ten waare zv SrTlJZl r V l°KR'Borge van xxx. Rinfch guld van xl g^Fm^/t^J^f i^ blykt by 't voornoemd Articul: daar by ^voegdTpJa^^f, j?J' ,f ^Y tien van. Sententien van Laage Rechterval ^AfvanHoutd fnV? AppÜlamuteert zullen worden: van date den ö Tantmr , T$ U i n Reforma^ Memoriaal Boek vznAm. Sandelyn, Folio ^ gereSlftreert k 't eerfte woord van Alphen Papeg 1 D t>a*■> a«+ ,, ^ gen, na dat de uitlbraak lëdaan'izi- vn<2Gn Gecondemneerde binnen tien daducent van dezelve uitfpK! en def A82?e" Getuigen moet conflitueeren Regent van Rcducïic met de f a,, 1, ,,, r ^ en',of anderzmts binnen tien dagen MandaVromans de Foro c2p. Lib^Caf 71 T^L^ en doe? «Ploiaeercn°. Zieook mg een manier van interie&iVlWTa~ 5» &J Middellant m «of. ». 4.) Zooda- queft by 't een of ande? Gèree 1 word ook,wel ^aizeert, wanneer een Rel «PpélIeéVen aan 't Hof °6regt 18 Ultgegeven zonder difpofitie, en men daar van wil TIENDE CO Met borge van 30 2?y;;j gulden*] De boeten van Reformatie van Vonnisfen van iaagerRechterenzyn tegenwoordig by'tHo'f ■ zo. guldens. Ende van Appél 40. guldens. Nieuwe Am- \ phatte de anno 1644. art. 9 & I0. Welke, alvoorens 't.Mandemcnt gezeild word, aan den Rcntmeefter van ÖeSScS en moeten zyn voldaan-, en daar varfly Zitantie op 't Mandament blykeri. f q  m EIBER: I t TIENDE TITE L, VAN BOETEN of GELDSTRAF Der geenen die ligtvaerdiglyk, en onberaden Proces aannemen, en voor den Lagen Rechter fuftmeereiu Uit de voorzeide Ordonnantie op H ftuk van de Juftitie, art.xxix. T->n om te verhoeden, dat niemand ligtvaerdiglyk en onberaden E hem tot he fuftineeren van eenige Procesfen begeeve: zo zal Ln U de Rechters van de Steden, en by den Bailliuw van-nu ^5^^^^^^ na de Litisconteftatie definitien Mannen de <^n*^w™' in 't^isfchen of Verweeren, ook ^^l^^^^ «ecood™ worden ,1P AclienReSein driegulden; en in Aétien Perfoneele in den éS^S ™ * gund geacht is. Welverftaande dat do Somme van de voorfz. Poene niet zal excederen «« gulden. öomme van oc eene dgn tren ftulvers- en m Welverftaande dat de zei, p ^fte Pennine niet zal excedeeren de fomme van drie gulden. ^ ffiSn cesfeeren alle Boeten, Profyten en Emolumen, ten, d de Officiers tot nog toe hebben gehad en genoten in Cmb Saken op de Xnftrucïie en Dechïe van de Procesfen. F 1 N I S L I B R I II. D E R b E.-  Fol. iSf, derde boek. MANIER PROCEDEREN, V O O R HOUTVESTER en MEESTER.-KNJPEN. EERSTE T I T E E, a^a^SE DE PERS°ONEN, DEWELKE5 VERSTAAN TOT EXPEDITIE VAN JUSTITIE IN T HOF VAN DE HOUTVESTERYE. G A F I 1? T E L i. 1. Oudheid der Jurisdictie van Houtvefter en Meefter-Knapen. 2. Ordonnantie op de Rechtspleging voor Houtvejler en Meefier-Knapen. i donnantl^te deZelf S^an -naken^eena heerlyke C* diens naams Z%\u°Tlfz lsJ^° T*'im\K*za van R°°™°> Deeembris co jo^vi, welke ik in d,v ^ t ? WeMnde Va" date de" ^k -t«,«00k by m-Xnk £ ^^4T?^«s nawen m Qrionnmm op ,( m j ^ & .y JawbwSclieltM> £ 3 Drukker,. 3- 4fdeeling des tegenwoordigen Boeh 4- Opper-Houtvefter, en deszelfs Ampt; 5- Regijter van de Opper-Houtvefter s  i66 L I B E R I I I. zelve Ordonnantie is geregiltreert in 't eerfte Memoriaal Boek van Mesfter Aar. muit Sandelyn, Griffier van den Hove van Holland, Folio ccviir. Hl Moec over zulks alhier aanfehouw genomen worden eerft op oe Perfoonen tot fligtinge der Gefchillen, die voor de Houtvefterye vallen, verftaande: daar na op de maniere, om alzulke fligtinge bekwaamelyk te weege te brengen. T_ „ . Zo veel de Perfoonen belangt, dezelve zyn zo Houtvefter en Meefter-Knapen, als Ontfanger, Klerk, en andere van mindere qualiteit. IV Hoewel de Opper-Houtvefter in deeze tyden niet belaft is met de bedieningeder Juftitie, ongehouden zelfs in Perfoon te recht te zitten, overmits hedendaags zyn Ampt verknoopt is met het Stadhouderfchap van Holland, ffc. ( Ziet de Ordonnantie van Maximiliaan en Maria, Hertogen van Ooftenryk, &c. uitgegeven in den Jaare cio cccc lxxviii. den xx. Septembr. Staande geregiftreert in de Reken-Kamer van Holland in lt groene Regifter, geteekent met de Letter R.) Drukker, anno 1672. in Quarto uitgegeven, Recueil van de Piacaaten , Ordonnantiën , ende Refolutien op 't Stuk van de IVildernisfe, Houtvefterye , Vogelerye ende Visjcherye ; tegens het onbehoorlyk Jagen ende Schieten; als mede op 't houden van Duyven; 't fiellen van Vogel-koijen; 't houden van Eenden, ende tegens het fchieten ontrent dezelve; Item het Placaat op 't ftuk van de Zeevonden , &c. in den Lande van Holland ende IVeft-Vriesland. Alle meeft geemaneert zedert de 'Piacaaten van de IVildernisfe, by Merula uitgegeven. Eindclyk |is geemaneert een Placaat \ende Ordonnantie op de Houtvefterye en de Jagt m Holland en Weft-Vriesland. Gearrefteert den 25. January 1716. Zie ook over deze Materie van Zurk in zyn Codex Batavus Tit. Wildernisfen. Dat Vonnisfen van Houtvefter en Mecsterknapen , inhoudende pecuniele boeten van hondert guldens cn daar beneden, executie hebben onder cautie, is aangeteekent Num. 3. verf. Vonnisfen, in Notis ad Lib. 2. Tit. 6. Cap. 2. % , Voor de Houtvefterye.] Schoon de benaming van Houtvefterye zeer oud is , zoogc■ „\ ZZ.' " KaS-(Zie den Heer Rendorp in vm-voorfz. b die van Dirk ^Cfi^^?^ *****  i(i V I B E R U I- j 9***uAA «laar van beeind men te vinden ontrent den Jaare ™t "É^ *ÏÏS£taS*« dSëgcnwoordigen Jaare geweeft 0Pf«r- Houtvefters deeze navolgende: i FOICKEN Willems Zoone, is geweeft zon-^ era ccc lxxvi. der twvffel van Adel, doch uit wat geflachte, is onzeeker. Men fpeurt uit veele Inftrumenten van die tyden, dat Adelyke Perfoonen veeltyds geroemd wierden, zonder de benaamingen haa- rcr Stammen of gcflagten daar by te voegen. o H BJRTHOLOMEUS van Raaphorft, Rid cid ccc lxxxi. ■' der, Zoon van Heer Dirck van Raaphorft, me- o H WTL L E NA A R van Weldamme. cid ccc utfxvr. li H. WILLEM Simons Zoon. co ccc xcvn. 7 77" ^0/? iV van Haamftede. 1 £ £ 'ÏI EN RICK van der Woord. O» «ttj Mey l7- t?" ^fjjiVv^ cid cccc xx. Janu. r. . Zoon vani ff. HEN RIK van der Woord Stilo Cunce. vooren gemeld. „ , ïi. H. HEN RIK van Bosfelen, Heer van der Veere, en van Sandenberg. „ vrouwe JACOBA, als zy, van haare Landen era cccc xxxni. 1?' en Heerfchappyen berooft, moefte leven na April xxv. den luft en appetyt des Hertogs Philips. „ ff TiLfffS'van Borsfelen, van Zuilen, en cid cccc xxxm 13- st Martensdvk Mar. xxm. fc/o Cwr;c. in welken het Opper-Houtvefter- Sept. xx. ^mpt eerit verknoopt en vereenigt is met het Stadhouderfchap van Holland. a TT ¥OAN Grave van Egmond, &c. cid ccc xcn. Mey xv. H CORNELIS Cruefink, eerft Lieutenant cid ra iv. Auguft. ix. I7' Houtvefter. In deezen is dit Ampt wederom afeezondert van het Stadhouderfchap van Holland, j JÓ IÖ. X3' « , r. 5. ff kufer &d Deeze en verfcheide anderen op etondet volgendft HeiHve^ers, welker Commisficnallen ter Leenkamer nog voor handen zyn, o den met jEÏ£Mri opgeteld door den Heer &SNDORP m gem. Verhandeling pag. 5,. m  TITULUS I. CAP I. i'69 iï. H. JOAN van Wasfenaar, Ridder, Raad en^l cio ra xx. Decem.xxrx. Kamerling van Keizer Karei. nimfen de Honden de poten, de Katten de ooren af te fnydeft, tob 2rven ^^ voorts de Beeften te doen ichutten, die tot de Zomer of Winter grashuuren niet ingefchroeven zynde, over den beftemden tyd in de Wildernisfe loopen; met de Meefters daar van naar^geleenhè d van de zaake compoferende, als ook met anderen,:die m de Wildernisfe Voien van.en, de Takken afhouwen, en dezelve, mitsgaders ander Hout S-ïen^voerTn: item die de Conynen in de Duinen fteelen die ver. ntiËfezvn den He m e planten, zyne Honden te poten en Katten de ooren e fnyden, &c. Alles breeder blykende by de voorgerede Ordonnantie, en andere Aften daarop gevolgt, te leezen in het eerfte Deel van mjn jagtSock.. III i. II. CORNELIS Cruefinck, Ridder, na-^ cid cccc lxxvii. Sept. derhand ook Opper-Houtvefter. xxviii. 2. II WILLEM OEM van Wyngaarden. 3. H. BALT BAS AR van Brederoede,. Heer van Bergen. 4. H. NICOLAES vanderDuyn. 5. II AREND van Rynefteyn. 6. H. FRANCOIS van Viery. / 7. H. WILLEM van Blois, gezegt Treslong, . Heer van Gryfoorde, Oude-Nieuwe-Tonge, 8 H^WoA^vmDuy venvoirde en Woude,Heer cid id xciv.Auguft.XXX. van Warmond, Alkemade, Esfelickerwoude, 0 tl'^OAN van Wasfenaar, Heere van Duy- | cid id cxxv. Oótob. xiii, venvoorde, Voorfchoten, Starrenburg, &c. J t, 1 Tn de voorize Editien ftaat hier, en eenige regels verder, Hon5. 2 Honden te pot en J 11 °e Drakfaut moet aangemerkt worden, en daarom in den te koten, 't welk zeker yk a s een urn * H^ u duidelyk gevonden den Text door ons verandert is , dewy w 1552. (G. P. B. 1, D. pag. worden in het Flaca".f^ van Zeeltnd van den 8. February 1583. Art. 8. IJJO mitsgaders m het Placart van * a ^ ^ ^ _n p, ■iftW. Pfl^355. — Dit word genoemt ^ £ j345> en lks beftond var. 17. Maart I595- Art. 32. en 7. 1 y * afgeflagen wierd. Zie de Keuren hier in, dat aan den hond een van zyn v F Keuren van Voome van den jaare 1519. van Zeeland van den Jaare 1496 Lap. 5. 1 ÜE. 85. en de oude Keuren van Putten van den jaare 1587. Art. 41. ). i. CAPITTEL'  TITÜLUS I. CA P. ï ï l CAPITTEL III. 4. Der zeiver voortreflykheid. 5. Regifter van de laatfte Meefter Knx~ pen. ï. Meefter-Knapen, en hm Officie. 2. Getal. .3. Mogen eikanderen niet beftaan in namaag fchap. ^et":STn il^5 C?Uer*k is een van de oudfle in Holland) zy» te en ™nÖ£in 1 ^ v™ Houtvefterye, Rechte», dewelke op de klagtS^^^J^1^ Hmtve^ * V» Gemagtigd'en reit vJAemLtie^rfe 0ni ,in ï fente™'^n te voorkomen de gelykheid van Jtemmen, dikwyls veel moejelykheids mede brengende- ^^ZtTmZ°^ ^l?? ^ Z? elkand^n niet mogen beftaan in SYnó^J^e^n ^ yk6nd> Èy Zeeker Articul onder anderen Se" iteld in de vooigemelde Ordonnantie op't ftuk van de Wildernisfe des jaars 1517. Vit de Ordonnantie van den Jaare cio 10 xvn. Art. xxv. Ttem overmits dat deMee/Ier-Knapen tegenwoordig malkanderen zo rin'lT^ f bIoede:zyn' d*'*yn* rechten met malkanderen met behooren Juge te wezen; zo hebben wy dezelve eerevoceert en revoceren mits deeze onze Brieven; willende en ordinerende, dat Toortaan Meejïer-Knapen wezen zullen Lodewyk van Trefong, Lbrant van Wyngaarden, en Cornelis Suys, die daar af den behoorlyken Eed doen zullen in handen van onzen lieven en getrouwen Neve, den Graaf van Nasfauw, onzen Stadhouder, of in zyne abfentie van onzen Prefident en Luyden van onzen Raade in Holland, die wy daar toe committeren. y Wfï\Z°LdCTnueer]yken?taat ™erden meeft verheevên f/behalven dat men leeft van Baander-Heeren ende Riddess) Perfoonen van Adel, mitsgaders Tan de UI Drie in getale] Zie aan het einde van dit Capittel. 4m^^X^at%Ï^É^ gT3g- gC,makBt Ü CCn Van H^- van den o4f}e Juh ia-ai m!,ï„ V J- y 399XaIs mcdc ln een Bnef van Hertog JelbrtcU t^\la^^^^^lS^Jf ^Ordonnantie, door Hertog Philips van Bourpen RcnoeiS de MatsVarZ Zte 5 " *^ 'fV'^f ^Meejler-Kna91 fjf I6S, & Mieris Ch B . ^Dpag^ff 9 ^ FtrhmdelinS P'g. 30» 74 , Y 2  it2 fi l B È U I ? JC rfr «xeaualificeerfte des Lands cn Mannen van Staat, gelykerwys een yder kan. ^r^^ ^vteltv^it^ cn Ordonnantiën, als uit merngvu d,ge Aften, I^Z^e^L*■ die ™ d* Zf6 °P Vede VerfChClden PkatZen ^ %°t ™ ï a^oor^e re^nwyzen , hoedanVge, gedunde de tr^b^a'llSSffih? Oorlogen f geweeft hebben; ende d'een den anderen., of door aflyvigheid, of by refignatie gefuccedeert zyn, ANNO cid io Lxvi. pjParen Meefter- Knaapen van Holland: JonV.hecr Lodewyk van den Binkhorfi, Ambagtsheer van 's Gravenzande, ende namaals Rekenmeefter. Is om oorzaake van de Inlandfche Oorlogen vertrok ken. Anno cid td lxvii. • Jonkheer Bènrïk vander 'Laan. Is mede om de Troublcs uit den Lande geweeken. Anno cio id lxxii, de voornoemde Lodewyk van dm Binkhorfi.. Jonkheer, Hngo van Belois, van Treslong. Anno cio ïd lxxvi. Meefter Pieter Hanneman, Griffier van den Hove van Holland. Anno cio id xern. Heer Jacob van Almonde. Jonkheer Guillaume de Grand, Bailjuw van den Hage. Anno cid id lxxvi. Meefter Adriaan Duyk9 eerfte Reken-Meefter in Holland. Anno cid id xxcv. Jonkheer Pauwels van Loo, Caftelein van Muiden, Droft vanGoyland, en namaals Rekenmeefter. Jnno cid n lxxxit. Jonkheer Cornelis Oom van W-yngaarden. Anno cid id lxxxviii. Jonkheer Andries van 'Thyenen, Bailjuw van Noordwyk, &c. tegenwoordig d'oudfte in -dienft* Anno cid id xcvir. Jonkheer Jchan Pynfen, Heer van Ofhem. Anno cid id xcvni. Jonkheer Cornelis Buys, Zoon van den Heere Meefter Pauwels Buys, in zyn leven Raad, en Advocaat van den Lande ; van Holland. Anno cid id xcvi. Jonkheer Johan vander Camme, Reken-meefterr Anno cid id ca. Jonkheer Antonis- van Duvenvoirde, Heer van den Bofch. Heit  T I T Ü LW S I. CAP.' III. 173 Het Collegie van den Houtvefter en Meefter-Knaapen, [«] word tegenwoordig, bekleed by de navolgende Perfoonen, ende'zyn. T^\e Heer Willem Bentink, Grave J Jp van Portland, Heere van Roon, Pendregt &c. Ridder van de Ordre van de Kousfebant, Drosfaart der Stad en Baronnye van Breda, Lieutenant Houtvefter van Holland en Weft-Vriesland.. De Heer Tranfifalanus Ado'ph van Voorft. Heere van Jaarsveld, &c. Befchreven in de ordre van de Ridderfchap en Edelen van Holland en Weft-Vriesland, en uit dezelve Gedeputeert in den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, reprefenterende by abfentie van Hoog-gemelde Graave van Portland, [ o] Hel Collegie van den Houtvefter en Meestér-Knapen'] Het blykt uit Num. ?. van dit Copittel, dat 'erin Merula's tyd drie Meestér-Knapen zyn geweeft. Dog naderhand zyn 'er vier geweeft, .als uit de bovenftaande Lyften te zien is. Wanneer het getal van drie tot vier vermeerdert is, kan ik niet zeggen. Maar in den Jaare 1716. zyn 'er by die vier nog vier Heeren wegens de Steden gevoegt; zoo dat 'er nu agt Meefter-Knapen zyn." [jEn beftaat tegenwoordig het vcorfz. Collegie uit de volgende Leden: Lieutenant Houtvefter.. De Hoog Ed. Heer Jaceb Philip , Baron van Boetzelaar, Heer vim Nieuwveen, &c. Meefter-Knapen. De Hoog Ed. Heer Aarnoud Jooft, Haren van der Duyn, Vryheer van 's Gravenmoer, Maasdam &c; De Heer en Mr. Gerard van Vredenlurg. , Ontfanger Generaal van de Geeftelyke goederen. De Heer Abraham Gevers, Oud-Raad in de Vroedfchap en Oud-Jjurgemeofter der Stad Rotterdam den Houtvefter van Holland en WeftVriesland. De Heer Karei van Boetfelaar en Afperen,. Heere van Nieuvveveen, Waasdorp, Befchreeven in de Ordre van de Ridderfchap en BLdelèn van Holland en Weft-Vriesland, Raad en Reken-meefter van Holland en WeftVriesland, Meefter-Knaap. De Heer Jacob Baron van Wasfenaar, Heere van Obdam, Hensbroek, Spierdyk, Zuydvvyk, &c. Befchreeven in de Ordre van de Ridderfchap en Edelen van Holland en WeftVriesland , Ridder van de Ordre van den Oliphant, Generaal van de Ca- val- Dc Heer Carel de Dieu , Raad in de Vroedfchap en Burgemeefter der Stad Alkmaar. De Heer en Mr. Joachim Rendorp, Heer van Marquette , Oud-Schepen der Stad Am*ftjrdam. De Heer en Mr. Jan Hubrecht, Raad in de Vroedfchap cn Burgemeefter der Stad Leyden. 'De Hoog Ed. Heer Wigbold Johan Theodoir, Baton van der Does, Vryheer van beide de Noortwyken, &c. De Hoo.g Ed. Heer Jacob Jan, Grave van IVasfenaer, Heere van Wasfenaer , Obdam, &c. Dit Collegie word geasfiftecrt door den Heor en Mr. fhrift'ff-i Jan van Dam, Burgemeefter der Stad Haarlem , als Rentmeester van Noord-Holland. Dezelve is tc gelyk Rentmeefter van de Wiidernisfen. Secretaris. De Heer'en Mr.' Martlnus Gousfit; Subftituit Houtvefter. ■ Hans JoacTtlm Andreas Pynger.J ,  174 L I B E R III. vallerie, Gouverneur van 'sHertogenbofch, en deszelfs onderhorige Forten , Meefter-Knaap. De Heer Johan Pauw, Heere van Reynenburg, &c. Meefter-Knaap. De Heer en Mr. Gerard Bicker van Swieten, Heer van Swieten, &c. Eerfte Prefiderende Raad en ReekenMeeller van Holland en Weft-Vriesland , Meefter-iCnaap. De Rent-Meefter van het zelve Colle¬ gie is jegenwoordig de Heer en Mr. Johan Meerman. De Secretaris van het zelve Collegie, is jegenwoordig de Heer en Mr. Frederik Cunes. De Advocaat van het zelve Collegie, is jegenwoordig de Heer en Mr. Mattheus de Hertoge, Fifcaal Civiel van Holland en Weft-Vriesland. De Subftituit Houtvefter, is jegenwoordig Dirk Tullaar. CAPITTEL IV. Van den Rentmeefter van de Wildernisfe. In voorleeden tyden plag de Wildernisfe te hebben een Rent-meefter, op zig zeiven ; dan is dit Officie om gewigtige oorzaken in den Jaare cid id lxxxv. den xxiii. January, by de Heeren van de Rekeninge in Holland gevoegd aan het Rentmeefterfchap van Noord-Holland, by welke betaald werden zo d'Onkosten, vallende in 't ftuk van de Wildernisfe, als de Weddens van den Houtvester ende Meefter-Knaapen. En is tegenwoordig Rentmeefter, zo Generaal van Noord-Holland, als particulier van de Wildernisfe, de Heer Jonathan van Lustenburg. CAPITTEL V. Van den Klerk van de Wildernisfe. Het Collegie van Houtvefler en Meefter-Knaapen heeft ook een zeeker Perfoon, dewelke genaamd werd Clerk of Secretaris van de Wildernisfe. Zyn Officie is, alle Aften, Vonnisfen, of andere Expeditien wel, rechtveerdiglyk en op't fpoedigfte, hem doenlyk zynde, te expediceren en teykenen, •en daar van, mitsgaders van alle Boeten, Breuken en Compofitien, goeden pertinent Regifter of Protocol te houden; gelykerwys zulks mede brengen hunne Commisfien; en word daar van ook gehandeld in verfcheiden Piacaaten en Ordonnantiën op 't ftuk van de Houtverye uytgegeven, voornaamelyk van den Jaare cid id xvi i i. Uyt de Ordonnantie van den Jaare cid id xvii. rtic. Artic. vu. Die Ontfanger of Clerk is gehouden van alle zaaken, Breuken en Forfaiclen by Houtvefter en Meefter Knaapen berecht en geweezen, goed Regifter te houden: ende t1 eiken daage van Rechte daar  TITULÜS I GAP. V. m gehouden zal weezen, die geweezen, ofte gerecompenfeerde Boeten te doen teykenen: desgelyks de behoorlyke Onkoften daar omme gedaan by den Houtvefter en Meefter-Knaapen; die hy overbrengen zal op zyne Rekemnge, omme daar meede te verifiëren den 'ontWft en uytgave yan dien. ö CAPITTEL'VI. 1. Dienaars van de Wildernisfe. \ 3. Coddeheyers. 2. Deurwaarders. .1 Y\cZüiÈrmsf\hc*^ Perfoonen, ftaande tot dienft en 3_J bevel van den Houtvefter, Meefter-Knaapen, en andere hier vooren genoemd ; als Deurwaarders en Coddeheyers. Iï. Deurwaarders voor deezen tyd zyn twee, en is hun Officie te Citeeren en naar gegeeven Vonnisfen te executeren alle Perfonen , die ts tot nadeel\ hinder en fchaade van de voorfz. Wildernisfe; item van't Jagen en vSn aangerecht hebben; en voorts al te doen dat Deurwaarders in andere Hoven in 't ftuk van hun Officie gewoonlyk zyn te doen JU'rlS!!febeyerS Zyn d£ geeneil5 diC deDuy™» en Wildernisfen deurwandelende, dezelve waar neemen, bezorgende dat die niet misbruvkt worden voornaamelyk van ongequalificeerde Perfoonen, die zygyzelen S m"boZn flaan. Zyn gehouden haare Gyzelingen getrouwelyk te brenL - zS tt^TanLte ?vilifereiV prwatie en arbitraale correéhe, tot difcretie van Meelier-Knaoèn- ?elvk men daar van leeft in de Conditiën en Voorwaarden op h^t^S^'^ ix» en Waranden, Artic. xvi. van date den eerften Feb?. cxo"o xcviir f, SloneerfwoS11' ™ * ™ tae «fe ^ÏÏS. TWEEDE  I76 EIBER II t TWEEDE TITEL, VAN CITEREN. CAPITTEL L i. Jurisdictie van Houtvefter[en Mees- \ 2. Daging. ter-Knapen. I I „v Jurisdiffie van de Hmnfteryi,™ in de Bostenen als Duynen, boB ven en onder de aarde; als in de Binnewateren, van alle welke de L£ digt alle Differenten, Gefchillen, Melulen> j * wvs rfgenomen kan worden \TA«&rJ:Slh ^bSedb&^f?o« V. als Graaf van Holland^h£vooTn ?eroert, als van Daginge in dusdamger voegen word gefprooken: ■Uit de voorzeide Ordonnantie, art. VHL H Ttem die geenen , die men in Recht zal Dagen willen, zal de Hout• 1 vetter lellen in eene Schedulle onder zyn handteyken; eri die Dagen by eenige van de Gezwooren Dienaars van dezelve Wü- , , Tussen M^Zype.l Op deeze^^^"^^7^3 vefterye reeds bepaald by e™v«» ^ Daine„^ tó^«> d" Graaflyk- Chart B. 3. D. f«/r. 792 cn by een re'^f-^?„Xrs by een Placaat van Keizer MaxtHtU van Holland van den laaf en '^^^^^in Hde M,art t5io. als mede «Waan en den Janshertog Karei, nopens de Helmplan tmg'™ £ «fcn 26. Dtt^bfr Rendorp d. Li?'. f>«£. 103. w„iw 1 Hier door moeten alleen verftaan wor- ■ s. 1. In de miiernisfen en Bosfchen van «£^J dcn Graven in vollen eigendom den de Craaflykc Bosfchen, Duinen en Wildernisfen, die den waven1 n , k toebehoorden-, cn die zy r^TvZoTin zZ K3& Verhandeling pag. 25. fffi» zulks door den voornoemden Heer Rendorp in z>nc gciucmc .£cdempnfu;ccrt is.  T I T D L' U S II. CAP. f. ^17 'dernisfe, die wy daar toe au&orifeeren: en dat tnt vnl^n ^A^u^ Salaris, als de Houtvefter en Meefter-Knapen daar op ordineeren Zullen. DERDE TITEL, NOPENDE DEN TYD VAN TE RECHT t e z I T T E N. CAPITTEL I. ï. Hoe dikwyls 's Jaars by Houtvefter en Meefter-Knapen ie Recht gezeten word. 2. De Recht-dagen waar te neemen op de ordinaris weddens. 3. In gevalle menigvuldigheid van 'zaaken meerder tyd yereifcht. Uit de voorzeidt Ordonnantie, art. v*. I. TT tem Zal de Houtvefter met de Meefter-Knapen vier-werf's Taars JL gehouden wezen te rechte te zitten; als in 't beginzel van Ta. jiuarms, April, Julius, en October, Ibidem art. vi. §. 1 r. ij. Welke Fier Recht-dagen 'sJaars [a] de voorfz. Houtvefter, Meestér-Knapen en Ontfanger van de Wildernisfe gehouden zullen wezen te houden op haare Wedden. HL Maar indien de Rechtdagen langer duuren dan twee of drie Dagen, of dat het nood ware meer Rechtdagen in 't Jaar te houdendaar voor zal elk van de voorfz. Meefter-Knapen hebben vyf ftuivers sdaags, en dat van de Penningen van de Wildernisfe; of die van dezelve Breuken, daarom zy te recht zitten, komen zullen. I. Deel. z VIERDE la] Vter Regt.dagen 'sJaars] Nu maar twee Regt-dagen, te weten, op den tweeden Maandag in de maand van Mey, en den eerften Maandag in de maand van Oétober. Art. 68. van het Placaat van den 25. January 1716.  j73 h 1 B e r i i i. VIERDE TITEL, VAN • - J ZAAKEN STAANDE TOT KENNISSE VAN HOUTVESTER en MEESTERKNAPEN. capittel i. Wat zaaken in 't generaal by den Houtvefter en Meefter-Knapen beregt worden. Ibidem art. v. En aldaar t' eiken beregten alle die Zaken, Breuken en Forfaiden, die in dezelve Wildernisfe gevallen en bevonden zullen wezen Cri- j- l.. a?r 1 AUr- de o-cenen . die trcdelinqucert hebben in 't Ca?. I Ber gten alethe zaaken 6?, ] AHc^ ^ ^ Lieutenam Hout_ ftuk van de Jacht of Houtvefterye n^oe^ yan Meefterknaapen van Holland, als vefter worden te Recht geileld yo°r ?*J^1CJ£* ^ apdcre Officieren of Rechters zig ter dier zaake alleen «gPfft&g AS^SS^S^t anderzints kan tegen zoodanig! ten dien opzigte eenige 1^^%^°^^^},^., als broeder te zien is uit een Procedurcn ^et goed fundament Poen^ w Jmaer Hccre van Du_ Mandament Poenaal., by en Hov n Hod ^ y^* venvoirde, als Houtvefter ™nj£ll™a en ™e November 1670. en uit de Sententie van horen Mannen van Monfter verlee ^ °/ d°" ^26 Fehruary iÖ72. in 't Gr. Pl. B. 3- D. den zclven Hove, in die ^J^^^^a^iaSSbSa hunne Procedures over de fol. 713. — En op dat de ^^^^^™SsMr *>» de~ Hov-cn Va" JuffitlC Jacht, door geene Provifien ^WPW'!AeWfe van * van de» 22/ïe mogen verhindert en geftuyt worderr, wj*^ ce"efe/ldecrende in de posfesfie te we^«t^'o^veyboden-iM^^ff^^SWt^^', op allegatie van zooien van de acht binnen ^^SÖ van Complainte, Maintenue, of danige posfesfie, by de voorfz. W*™*^™™*™ Q p B Dj0l. 716. 'twelk eenige andere ^^Vff^^^^JSSSSm de Houtvifterye van den nader geconürmcert is by de p'™^"/^rt ' noe welk verbod egter niet van apt2. Maart 1674. <& *«■ ^^^tAf&^tS * #™ donder particulier, plicatïe is op die geenen, welker Ouders oj«*°ece«eu ^ ^ -c >èeft zvn, „aardien .onfent) voor den Jaare 1572. glqualificeert zyn, vol- dczelve alleen door zoodanige P0S^esllV°knnd7r Prxfident'en Raaden van den Hove Ccns het Placaat op den naam van den Stadhouder, ^xlident e ook zeer vaa Holland, van den 7. Apnl 1593- Zie C. P. o, 1. v. joi. 13 3  TITÜLUS IV. CAP. L m Crimineelyk naar de grootheit en gelègentheid van de Misdaden en Excesfen, die in dezelve Wildernisfen gebeuren zullen. C A P I T T E L I I. Compofitie in Kleine Breuken. Ibidem art. vr. §. i. Ttem indien in dezelve Wildernisfe eenige kleine Breuken vielen, X daar af de verbeurte bedraagt zes pond en daar onder; zal dezelve Houtvefter mogen Compoferen [a] in prsefentie en by advys van de voorfchreeven Meefter-Knapen of ten minften de twee van hen; en den Ontfanger van de Wildernisfe. Welke Ontfanger daar afnemen zal Certificatie, en die overbrengen in zyne Rekeninge als boven. [a] Mogen compoferen] Daar is Art. 66.' van het Placaat van den 25. January 1710". aidus geftatueert: Ende zal de Lieutenant Houtvefter niet mogen compoferen van eenige hooge ofte greote boeten, ofte mefufen, excederende de fomme van veertig ponden tot veertig groeten het pondt, tegens deze onze Ordonnantie gepleegt, als ten everftaan van twee , ten minften één van de Meefter-Knapen ■ van welke al zulke compofitie pertinent Regi/ter zal worden gehouden , ende cp de eerfte of naafie byeenkomfte van Meefter-Knapen daar van rapport gedaan. waarfd.ynlyk dat op dien grond by den Hove van Holland op den 17 Oüober 1607 a™ Tacob van der Poel, Raad en Rentmeefter Generaal van de Domcvnen vm W, kog. over de Stad Brielle en den Lande van Voornc, ^mnd%mVT&Sn!f met opztgt tot de Jacht, is verleent geworden; dewyl dezelve Jacob van der Poel in t voorfz. geva zyn verzoek wel uytdrukkelyk daar op gefundeer had , dat zyne Prïdeces feurs, en vervolgens ook hy Reqw.rant, in de po.fesfie vel quafi%an te Jagen in den Lande van Zr ne geweeft waren. Ge yk zulks confteert uit het Requeft, ten dien eynde door hem^ecre" fenteerd te vinden in de Manier van Procederen voor den Hove van Holland Tit 3 Cal\g?2 Cap. 11 Mogen compoferen.] By de Ordonnantie van Maximiliaan en Maria omtrent het't fcervar1 de Houtvefterye van den 28. September 1477. is aan den Onder- of ÏÏcutenan? Houtvefter verboden, om van geenerhande breuken , aldaar verfchynende hoedaS diï zyn te mogen compofeeren, noch dadinge (transactie) doen, dan by weten en aS van den Opper-Houtvefter, met byvoegingc, dat die Opper-Houtvefter oBk van dc Crimineels srieia ritueel ;.t%en goeddi,nkcij ™ s Z a CAPITTEL  i8o L I B E R III. CAPITTEL III. j. Rechtvar dering in Groote Breuken, en wat dezelve zyn. 2. Asfiflentie van den Procureur Gene¬ raal , in gevalle van Geweld en gnt~ te Force. Ibidem art. vr. §. n. I. "jY/Taar van Groote Breuken, als van Groen Hout te houwen; J_VjL Grof Wild te jagen of te fchieten; de Dienaars of den Duynmc-yer geweld te doen of te refifteren; Konynen by dage of by nagte af te fteken, en diergelyke: dat aal de Houtvefter gehouden wezen te recht te roepen, en daar af vonnisfe te maanen en te nemen, en Correctie en Executie te doen doen, als 't behoord. Ibidem art- vir. §. r. II. Ingevalle dat in dezelve Wildernisfe de Breuken zo groot waren, dat de voorfz. Houtvefter en Meefter-Knapen die niet apprehenderen of niet daar over wyzen zouden durven: zo zullen zy in dien gevalle dat te kennen geven den Stadhouder, Prefident en Luiden van den Raade in Holland: die dezelve doen cauferen zullen by den 'Procureur Generaal van Holland, of anderszints daar in voorzien tot onderhoudenisfe van 'sGraaflykheids Hoogheid en Heerlykheid, als naar de gelegendheid van de zaake daar toe dienen en behooren zal V Y F D E  titulüs v. cap. i. th VYFDE TITEL, HOE MEN PROCEDEERT VOOR HOUTVESTER en MEESTÉRKNAPEN. capittel i. f . Lankheid van Procesfen geween in '£ ftuk van de Houtvefterye. 2. Placaat van 't Kort Recht. 3. Sommarie te procederen. 4. Op ftaande voet te antwoorden. 5. De Klagten hy den Klerk aan te tey. kenen. 6. Replyke, Duplyke 9 Produttie van Getuigen , &c. j. Ordonnantie op 't Salaris, van den 8. Procureur. 9. Secretaris. 10. Andere Dienaars van de Wildernisfe. 11. Dezelve niet te excederen. 12. Executie der Vonnisfen hy MeefterKnapen gewezen. L TrV0r,d!n,men l? dTerr Jaare I54*' §ewaar wierd» &t de Dclinquanten SUf Jn t ftuk van de Wildernisfe door Jaft van den Houtvefter gedaan, en voor Meefter-Knapen in rechte betrokken zynde, allerhande middelen eni prac tyken zogten, om de geïnterneerde Procesfen te traineren en lang flep-nde te houden doorTermynen, m Groote Zaaken gebruikelyk; als te verzoeken Eifch by gefchrifte, Dag van beraad3 Tyd om ce Repliceren, te Dupliceren te dienen van Refponfiven, en diergelyke, waar door de zaaken zeer traaglvk ten einde gebragt wierden, en de voorfz. Delinquanten ongeftraft bleven- be halven dat zodanige vonden veroorzaakten het verderf van de Bosfchen en Varanden; II. Zo heeft de Keizer Karolus FTnno-Jnfrui-or WaA«A>t.**.v« «t„ Holland, willende akulke Inconvenienten wecren, inden voorzeiden Faare 6wrou u^u""-ttUt uiuuuuauLic, ueweine gemceniyK genoemd word 't Placaat van t Kort recht: daar by bevelende dat men in zaaken, de Wildemisfen aan- l 2. Gedaan maken zekere Ordonnantie.] Deeze Ordonnantie van Keizer Karei, anders genaamt t Pla aat van t Kort Recht in 't ftuk van de IVildemisftn van den 11 fuly i<« l« fi vinden in t Gr. Pl. B. i. D. fol. 1419. Dog ruim veertig Jaaren na de afzwecrin'evan de Graaflyke Regeenng, is, omtrent de Manier van Procederen in 't ftuk van de Houtvefterye, by den Houtvefter en Meefterknapen van Holland gemaakt een Nadere Ordïnnanne van den 20. July 1622. met onderfcheid daaromtrent tusfchen kleine, middelbaare, -t00te en crimineels breuken. Zie G. P. B. 1. D.fol. 1426 fif/ej * Z3  tfh, LIBER III. aangaande, niet excederende de fomme van hondert guldens, zoude procedeeren tegen de Transgresfeurs by manieren van naakte klagten, Verbotenus en by monde, ftimmarie, ftmpliciter, de plano, fine figura vel Jlrepitu judicii: alles breeder blykende by de voorgemelde Ordonnantie van date den laatften July des voorgenoemden Jaars, van woord tot woord aangaande 't Difpofityf, aldus luidende: Ordinantie van Karolus V. des Jaars cid id xlv. July uit. ftaande geregiftreert in 't eerfte Memoriaal-boek van Jan van Dam, Folio cxxix. III. S~\nzen lieven en getrouwen Neeve, den Ridder van onzen Ordene, en Houtvefter over Holland, Heere Reynault, Heere van Brederode, van Vianen, &c. faluyt: Alzo wy verftaan, &c. Zo ift dat wy de zaaken voorfz., dc. U ontbieden en fcherpeJyk beveelen, mitsgaders uw Subftituyt, Meefter-Knapen en allen anderen dien dit aangaan zal, dat gyen zy-lieden procederen, Recht en Juftitie doen tegens de Deliquanten en Transgresfeurs van onze Piacaaten, alzo men by maniere van naakte Klagten verbo-tenus en by monde in Kleyne Zaaken gehouden en fchuldig is te procedeeren, zonder tryn of figure van Procesfe, maar fummarie, als in deze en diergelyke zaken, die geen vertrek vereisfchen nog vermogen, behoort, te gefchieden. IV. Ende dat de Delinquanten of Transgresfeurs van dezelve onze Piacaaten, tot onderhoudenisfe van de JVildernisfe gemaakt, op ftaande voet als die voornoemde Klagte verbo tenus alzo by monde gedaan is, gehouden zullen zyn op de klagte te antwoorden: taullo poft. Zonder hunlieden toe te latente mogen eifchen Libel by Gefchrifte; als men in Ordinaris Procesfen gewoonlyk is te doen. V. Mits dat de Klerk van de Wildernisfe gehouden werd de voornoemde Klagten verbo-tenus, die alzo futnmarie by monde gedaan zullen zyn, te teykenen in zyn Regifter. VI. En de voornoemde Transgresfeurs alzo by monde in haare Antwoorden, en gy Houtvefter in uweReplycque, ende Parthyen in haare  rirvLvs v. cap. i. ,j3 haare Puplycque elk in zyn regard gehoort zynde, fummarie, fimpliziter & de plano, fine figura velftrepitu Judk'n, te procederen tot examen van de Getuygen, tot uytinge en decifie van de zaake, in aller manieren als men naar Rechte in fommiere ende kleine zaaken, geen Libel nog Litisconteftatie behoevende, gewoonlyk ia te procederen: nemende alleen regard op de waarheid van de zaake: zonder den zeiven Transgresfeurs toe te laten fchriftelyk eenig. Libel te mogen eysfthen, Eyfch, Antwoorde, Replycque en Duplycque, of andere Termynen in Gefchrifte te houden of over te geeven, nog ooJ< eenige Termynen te houden op eenige Interrogatorien of Contra-Interrogatonen fchriftelyk of onfchriftelyk. U belaftende en ordinerende voorts, mitsgaders uwen Subftituyt en Meefter-Knapen wel fcherpelyk, dat gy en zy lieden de voornoemde Transgresfeurs alzo condemneren en ordineren tot twee fynen per ordinem altemative te concluderen: hier uyt gereferveerd alle zaken, die Bloed of Crym zouden mogen fmaken. Behoudelyk ook en welverftaande, dat deeze onze tegenwoordige Ordonnantie alleenlyk ftandt grypen zal in zaaken niet excederende de fomme van hondert Philippus guldens, &c. iXÏ ,A1Ies gelykerwys in andere Zaaken en Hoven gedaan, en Sententie bv de Meefter-Knapen uytgefproken zynde, word gemeenlyk regard genoomen op de Taxatie van het Salaris der Perfoonen, die in 't ftuk van de mdemisfeZ bruykt worden om de Juft]tie te helpen vorderen en avanceren. He voo,genoemde Salaris was tot den Jaare 1604. geweeft zeer onzeeker, invoegen dat §. 6. In zaaken, niet excedeerende ffc.] Vonnisfen van Vinun^a^ „ a , wX^i&SSk vS de HoZeftS * Manda'Tnten « Appél of Refonnatie'vlu ve van Holland e va, d.S Triy° Ve''Z°gt ende verlccnt worden bV de" Lcenhorm 't voorftlinhiï van den y IrTj^'T^ d%\ ,H°°gen Raad' Zie de van den 2I November 1670 G p r fg' eVd° Re^ie van de Scatm >™ eiland hof by 't Nader P^Jl%i£4b¥'/- 1 ï ?' dog dewyl 't voorfz. Leenvernietin is moet™ ZtL i tu{chen, HMmd en Zeeland van n. Juny 1674. Art. 12. 4 d^HokymHiS^°°I(he Mandamen"« eu verleent wordeii.  184 L I B E K III. dat Partyen, die aldaar in rechten betrokken waren en te doen hadden, niai* mermeer vaft willen, waar mede zy mogten volftaan. Is over zulks, tot weeringe van alle Inconvenienten enopfpraak, mitsgaders tot verzeekertheyd en rulle van de voorgenoemde Perfoonen; ook mede tot goed gerief en genoegen der voorzyde Parthyen, by Houtvefter en Meefter-Knapen als doen goed gevonden, eens voor al daar op te difponeren, en eenige bondige Ordonnantie te maaken, dewelke by de Ed. Mog. Heeren van den Provincialen Raade in Holland gevifiteert zynde, op den vyf-en-twintigften November des vooren geroerden Jaars is geapprobeert en geconfirmeert. Uyt d'Ordonnantie op 't (1) Salaris van Procureur, Secretaris, en Dienaars van de Wildernisfe: VIII. H^e weel en, dat een Procureur, dienende voor de Houtveftery voorfz., genieten en ontfangen zal voor den Eyfch te maaken, in zaaken van gemeene Boeten en Concluftc te neemen, vier fluyvers: Vwr zulke (r) Deze Ordonnantie is by den Houtvefter en Meefter-Knapen verandert , en by den Hove van Holland op den 13. July 1622. [«] geapprobeert en daar by geftatueert, als volgt: 1. "I vat in den eerften, de Secretaris van de Houtvefterye voor zyn loon en falaris, van elke zaake eerft aan te tcykenen, zal genieten een Huiver. 2. Van elke Gyzelinge te boek of te rolle te teykenen 3. ftuivers. 3- Voor 't maaken van de Cedulle van elke Gyzelinge 8. ftuivers. 4- Voor 't teykenen van de Dingtalen en Pleidoye op de Rolle van ieder zaake 4. ftuivers. Voor elk Defaut te teykenen een ftuiver. 6. Als Parthyen van de Dingtalen en Plaidoye Copie verzoeken, t' clkens mede vier ftuivers. 7- Voor elke A&e van Defaut twee ftuivers. 8. Voor ieder Sententie of Vonnisfe met behoorlyke extenfie van dien: indien de fomme beloopt hondert guldens en daar over, achtien ftuivers j en van minder negen ftuivers. 9« Item, als de Secretaris vaceert met Meefter-Knapen, 't zy om infpeótie of iet anders, zal genieten voor elke dag dertig ftuivers, boven zyn defroy. 10. [a] Op den 13. July i<522.] Deze latere I cueil van Scheltos ,.in4to. uitgegeven, AnOrdonnantie is mede te vinden in het Re- \ no 1672. pag. 107. é?  TITULÜS V. CAP. t Hf zulke zaaken te voldingen en Recht te verzoeken, acht fluyvers. En m zaaken, excederende de voorfchreeven Boeten, ah in Boeten van het afftc- ken 10. 'En van Extraordinaire" Befoignen, die zouden mogen voorvallen, zal ftaan tot taxatie van den Houtvefter en Meefter-Knapen. De Procureur , den Houtvefter dienende. ii. De zelve Procureur zal genieten en ontvangen voor den éyfch te maaken, in zaaken van gemeene boeten en conclufien te nemen vier ftuivers. 12. Voor alzulke zaaken te voldingen, en recht te verzoeken agt ftuivers. 13- En in zaaken excederende de voorfz. Boeten, als in boeten van het affteeken met lange Netten, en anders, excederende de fomme van xl. guldens, zullen de koften en elk artikel hier vooren vermeld, eens zo veel wezen. 14. En zullen alle zaaken daar by reconventie iet word ge&fcht,insgefyks dobbel falaris zyn. 15- Voor elk Defaut dat genoomen word, zal de Procureur genieten in zaaken van kleine boeten acht ftuivers, •en daar Defauten gepurgeert zullen worden, daar van zal gelyk Salaris, zo 'Van kleine,middelbaare en groote boegen refpeclive worden genoten. )6. En alzo dagelyks bevonden word, dat des Houtvellers Vierfchaar zeer •word verhindert, en de Meefter-Knapen met veel moeielyke befoignen van parthyen Procureurs gcëmpefcheert, •L Deel. door dien dezelve Procureurs zig onderwinden met procuratie voor den Gegyzelden, in haar abfentie te occuperen, en daar naa di fficul teren, en ïin gebreeke blyven te betaalen en voldoen de.gerechtigheid van ouds daar toe ftaande; zo word wel expresfelyk geordonneert, dat geene Procureurs van nu voortaan eenige beklaagden ofte Gegyzelden zullen mogen dienen, nogte eenig bewys ofte documenten in brengen, ten zy dat zy lieden voor de koften en vifitatie geld, mitsgaders't geene daar van dependeert en toe ftaat, refponderen en vaft ftaan, gereferveert dezelve dien aangaande haare aftie jegens haare refpeetive mecfters. 17- En'zullen dezelve Procureurs de zaken voldongen zynde, van partyen die zy dienen, genieten van elke zaake, t zy groot ofte klein, twintig ftuivers. Dienaars van de Wildernisfe. 18. De Dienaars van de Wildernisfe zullen hebben van de gyzel-cedulle wt te brengen fes ftuivers, als naar ouder gewoonte, ten waare zaake dat dezelve verre buiten de limiten trekken, t welk als dan zal ftaan tot taxatie en moderatie van Meefter-Knapen. 19. De Dienaars zullen genieten van ieder Defaut uit te roepen een ftuiver. 20. Zonder dat iemand van hunlieden iet meer zal mogen eisfehen, of de Luiden afnemen. A a  ï8<5 LIBER III. ken met lange Netten, en andere excederende de fomme van veertig guldens, zullen de Koften en elk Artikel hier vooren vermeld eens zo veel wezen. Mitsgaders zullen alle Zaaken, daar hy Reconventie iet word geeifcht, insgelyks dobbel Salaris zyn. Voor elk Default dat gepurgeert word, zal de Procureur van den Houtvefter genieten in Zaaken van kleine Boeten vier ftuivers, ende in Zaaken belangende groote Boeten acht ftuivers. IX. En dat de Secretaris van de Houtvefterye voor zyn loon en Salaris genieten zal van elke Gyzelinge te Boek te ft ellen een ftuiver: Voor *t maaken van de Cedulle van elke Gyzelinge, vier ftuivers: Van de Prefentatie te Boek te ft ellen, een ftuiver: Van de Notitie te teykenen, van ieder een ftuiver: Voor V maaken van de AcJe met de Dingtalen, van ieder zaake, zonder Zaaken daar ftmpelyk Default gaat, als Partyen niet en compareren , vier ftuivers. Voor 'i maaken van ieder Acle, daar ftmpelyk Default gaat, twee ftuivers: voor ieder Sententie of Vonnisfe met behoorlyke extenfte van dien, indiende fomme beloopt hondert guldens en daar over, achtien ftuivers: van half zo veel, negen ftuivers: van vierendeel zo veel, vier ftuivers: van minder, drie ftuivers. Als de Secretaris vaceert met Meefter-Knapen, H zy om infpeeJie of iet anders: voor ieder dag vacatie boven zyn defroy, xx. ftuivers. Ext raor dinar is Befoigne, die zoude mogen voorvallen, tot taxatie van Houtvefter en Meefter-Knapen. X. De Dienaars van de Gyzelinge zullen hebben van de Gyzel-Cedullen uit te brengen, zes ftuivers, als naar ouder gewoonte, ten waare zaake dat dezelve verre buiten de Limiten trokken, V zvelk als dan zal ftaan tot taxatie en moderatie van Meefter-Knapen. XI. Zonder dat iemand van hun lieden iet meer eisfehen, of den Luiden aj"nemen zullen mogen. XII. Belangende de Executie der Vonnisfen, by Meefter-Knapen geweezen, is in den Jaare ons Heeren 1598. op den tweeden April by de Heeren van den Raade van Holland, Zeeland en Weft-Vriesland gedaan maken en uitgegeeven zekere Acte, daar by de vooren gedachte Heeren, ten verzoeke van Heer Jan van Duvenvoirde en Woude, Heer tot Warmond, Alkemade, Esfelickerwoude, &c. Admiraal en Houtvefter over de vooren geroerde Landen van Ho'land en West-Vriesland, geauélorifeert hebben alle Deurwaarders van den Hove, daar toe verzegt, alle Condemnatien van de Houtvefterye te mogen leggen ter Executie naar gewoonte. Staat geregiltreert in 't tweede Memoriaal Boek van Joan de Regtere, Griffier van de-n H©ve van Holland, Folio xxx. verfo. VIERDE  VIERDE BOEK. MANIER VAN PROCEDEREN, VOOR DEN PROVINCIALEN RAAD. EERSTE TITEL, VA N D E INSTRUCTIE en PREËMINENTIE VAN DEN PROFINCIJLEN RAAD. [aJ capittel ï. I. Ratio Ordmis & Cmtinuati,. 1 2. in/titutk mt & k ^ Upr Reclltmn: de ortfre * ^ ^TSe^ fchied [a] Provincialen Raadl Het Hnf v„, tr~i S EdklGrgtMZiCh in, S Haar Ld. Gr. Mog. gefchreven over het dif- oyT t?elve°enewPPellabmtek Van dat t §*we«n 18 P°sfesfóire zaken, of het alleen over eene Provincie ware ge- telt; maar getuigt dat het by haar Ed. Gr. Mog. genoemt wordt Prefident en Raden over Hollandt, Zeelandt, ende Vrieslandt. Tusfchen beide de Hoven van Juftitie zyn verfcheide Junsdictie-Quaeftien, en ook onder anderen het gein. different, gereguleert by zeker Acammodement gepubliceert den 26. Juny A a 2  jS3 L I B E R IV. fchied voor de Gerechts plaatfen van Hooger Rechteren, dat is vairden Proyinciaalen Raad, ên eertyds van de Leen-kamer. In de Rechtsplegmge dewelke fpecialyk plaats heeft voor rt Hof Provinciaal, Z"11™ vv7 overwegen, voor eerft in 'tkort, wat de Kamer eigentlyk aangaat,- daar na, hoedanige Zaaken in 't zelve Hof verhandeld wordeh, en de Jurisdiftie aldaar fonderen. II. De Kamer van den-.Provincialen Raad is by de Graven en -Gravinnen van Holland, Zeeland &c. voor etlyke hondert Jaaren_geconfiitueert, en by de ' ' ' Suc- (bi Vosr etlicke hondert jaren geconjlittwert] Ziet hier van het Ampel Berigt van den Hove fbgró in 'ie Ampele Deduüien van den Hove van Hohandt en 's Gravrn'"age, gedrukt te Delft 17-8. in ito. en zekeren Brief behelzende twee preuvtn dat het Hof van Hollandt voor den jareifêg. is opgerecht gedrukt te Amfterdam 171T. in Svo cn Fol. 'i,-dezen Briefis ü:c ftclling zoo klaar bewezen , dat het ten uiterften tc verwonderen is, dat 'er t'federt dczelve m het ligt is gekomen, nog Luiden zyn, ja zelfs Luiden, die den eerften rang onder de geletterden Eekleeden, dewelke in weerwil van die overtuigende preuven nog ftaande biyven houden, dat het Hof niet voor.,den jaare 1429. opgeregt zoude.zyn. K 0 GeanJiitue'* 1 De ftclling van den Schryver des Briefs, doo? de Haas alhier in nctiApmelWtnamelvk 't Hof van Holland lange voor den Jaare 1429. zoude zyn opgerecht, ct ookn Kft goedkeuring weggedragen van den Griffier Boe, m zyne Bede^ HnaL »,.« de O cdhe:d van den Hove van Holland, 2 Deelen , gedrukt m s Hage in de jaaren J7!o en 1761 ne dit onderfcheid nogtans, dat de Schryver van gemelaen Brtef dèopUn 't «Mr& Hofiin de Graaven uit den huize van Beyeren toefchryft, vermits SftKS ? é/^yegr;?dathy aan de eene zyde voor de Regeenngv™ } vn tinirr- v-n'Bcveren uitdrukkclyk cn woordelyk tot nog toe mets van den Hove ge„ den Huize van Beyeren mam y j d het beftUur der Graa- " '"elt vfJf H,w^ doorSanVv'anffee?^ gefproken vond &c." En voorts pag. 50. van 2-VeLv£ 'dM hW^ S zSerlyk in den Jaare 1358, dat is, volle 70. 2?/vSK ' » * , moet hebben eehad. * Terwyl integendeel dc Griffier SotvTlsSne HfijwË^2fz),"% s! vakoordeel is, dat'i« Raad v,n A£«^ff «. SAJiS' wekfhy 11. by verwisfeling de Graafiyke Regeering-en R V^TuA-T door hv aldaar hgt »»ƒ van Hotei verftaat, ) reeds onder Jan den 11de, ™de'aewc ftden eerften Graaf uit het Huis van Henegouwen, die van 't Jaar 1300 tot z.nde geweelt «jene^i"^ech&ewéeft Dog van een geheel ander tegenftrydig SIV^ïm^^ffiSpK^ervii. onze Vaderllndfche Oudheden Ho 00 Begrip is nu. iiiiu , e steden competcerende tn cas van Jud-catuie ^KA^tffoMTW^Aeiti d'at hetfèdmairlm van Juftitie door de PM. N ■ M V l3f nZr*on*e),is eeërigeert. Met welk begrip ook verfcheide voornaame cn ZZJ SïiS"ïrd^&emenlfcmm^ als onder anderen de Prehdent v.^ Ir fll? « ^LM- «Af || P^nU Jy alwaar hv aantoond," dat Philips van Bourgondien aan zig zclven de Br ef van den 22JU Mey 1448 te vinden in het Je|^ ^ef ^kf. Comme pw'k m-wg^temnlykunrJlacnauUte voonien tot alll nkendie^kBilftt «5»"^' e»rfe f* rfMn doen in allen Plukken te nmleeZ end 12™ ■ ^ W fe . gentheid der zaake,. Met Wölïe woorden X Z Ut J r c°r"g°™ de Wtdoenders ntnr gelei ken aan dien Raad ^&yIS^S^J^S^r^1^ cn erimineeieV gegronde tegenfpraak lyden ^te^^^^n^^»^ °nZCS oordeeIs> geen Bylagen cgte?de Bedenklgen van ^^dIT^"*??* j^'^ rf' fcnen^o^ met eerder, dan in 'tjaan145, is opSt geworLn n„ Rckei™gen in 's flagc de *^ «-^ï^iff^^^-*^™ A a 3  L I B E R ï V. de Ordonnantie op de Inftructie van de Raad-Kamer, geemaneert by Vrouwè Maria, Gravinne van Holland , van den Jaare cio cccc lxxvi. gefteld in't Regiller van de Commisficn gedekt met Befane [c] geteikent met de Letter C. Folio x. & xi. in de Reken-Kamer. [c] Gedekt met Befane'] Vide fupra Lib. I. Tit 4. Cap. 2. num. 41, & qu£ ibi notavi. cn in zekeren Brief van Jan van Beyeren, van den 17. September 1423. Uit Avelke benamingen de Heer Boey Oudheid van 't Hef 2de Deel pag. 8, 9, 10 en 83. meent te mogen vaftftellen, dat door de eerftgemclde gemeene Raad of Raaden de Graaflyke Hooge JustitieRaad moet verftaan worden, en dat in tegendeel door die Hooger Mannen de Staaten of Ridderfchap en Edelen van Holland gemeent worden. Dog het is door verfcheide Oudheidkundigen reeds lang opgemerkt, dat door dezen Raad oï gemeenen Raad dcr Graaven, ongetwyftelt verftaan moeten worden de Edelen, welke waren mede-leden van de Hooge Regeering dezer Landen , en die hedendaags de Staaten van het Land genoemt worden. Gelyk dit onder anderen word geleerd door Hugo de Groot Oudheid van de Bat. Republ. Cap. 5. pag. 34. Edit. 1610. in 4to. alwaar hy, fprekende van dc Staaten, zegt: „ Vorder „ zoo zal men geen Handveften ofte Aóten vinden van de oude Graaven van eenige im„ portantie, daar niet dc Banerheeren ende Edelen overgeftaan, ende dezclven bezegelt en„ de bekragtigt hebbcn: want deze waren den Oudjlen Raadt van de Graaven." En van 't zelve begrip is ook geweeft Wagenaar Fnderlandfche Hiftorie 3de Deel pag. 17e. /f17. Men voege hier by de Schryver van het Hooge Gcregts-Hof pag. 13. „ Deze Edele Raadgevers „ Qzegt hy) van onze Graaven maakten ontwyffelyk, in dien tyd, uyt den Raadt des „ Graafs, zoo wel als van 't gemeene Land, en waren, zoo als men hedendaags zoude „ fprecken, de Staaten van't Landt." Totftaving van welk gevoelen door gemclden Schryver aldaar veele bewyzen bygebragt worden, en onder anderen ook pag. 37. & feq. een Lannfche Brief of Ordonnantie van Graaf Willem de Ilde , met goedvinden van zyne Raaden, van" den 9. April 1253 waarin hy diezclvc perfoonen , welke aldaar in 't begin de gemeene Raad van zw Edelen, Dienfttuyden, en Leenmannen in Holland door hem genoemt worden, in 'c vervolg eenvoudig zynen Raad noemt. Zie Boev 2. Deel Bylage 22. pag. 136. Terwy] het aan de andere zyde ons meer dan waarfcheinlyk voorkomt, dat door die Hooger Mannen, in onderfcheidinge van des Graafs gemeenen Raad [dat is, de Edelen van zyne Landen van Holland] geene anderen te verftaan zyn, als de Raden of Edelen van de drie Landen, van Henegouwen, Holland en Zeeland, en dus 't eerfte Lid der Staaten van de gemelde drie verfcheide Landfchappen, te gelyk en te zamengevoegt, welke door Hertog Aclbrecht in zekere Uitfpraak van den li. Jamary 1379. uitdrukkclyk zynen Hoogen Raad van Henegouwen, Holland en Zeeland genoemt worden. Zie Mieris Charterboek 3. Deel pag. 346. als medé II. de Groot Oudheid der Bat. Republ. Cap. 5. pag. 35. en de Schryver van 't Hooge Geregtihof pag. 86. En welke in drie andere Uitfpraaken van dicnzclven Graaf van den 19. Septiétef 1358. en den 5 en 9. January 1380. onder de bcnaminge van Raadsluyden uit Henegouwen, uii Holland, en uit Zeeland, of van den Raai van zyne vosrzeide drie Landen voorkomen. Zie Mieris Charterboek 3. Deel pag. 56, 361 en 363. En dus mag men hier uit oordcclen, dat dit buitengewoon raadplegen met die Hooger Mannen, of Raadsluyden, Edelen ende Land-Raden van alle des Graafs Landen, in dien tyd, in zware en gewigtigc zaken, gebruikelyk geweeft is. Waarover broeder kan nagezien worden de gemelde Schryver van 't Ho'oge Geregtshof pag. jC—'i6. CAPITTEL  TITULÜS J. CAP. Ij. ipi CAPITTEL li. té Rejïdentie, 2. Wanneer verandering van Plaatfe word toegelaten. 3. Verfcheide Inftruclien geëmaneerd tot vorderinge van de Juftitie in deezen Hove. l' O"oedanige plaatfe voor de Regeering van GUIT TFT Mt tt rw SS;i^ volste vermoeden, dat dezelve gezogen gevondef hTeft ter pla tftn' daar depSS f ?' °?T was onthoudende, welke Prero*ativeir 1 5Ana„J ?rj™J'a? den Lande zich zulks blykt uit de oude Char 5n\n MunimiS f W"*^ ^envys lem, Leyden en S Gravezande eerfte, die de Juftitie vergund en toegevfe^ JS ?eX*? de fe; geene in zyne Landen bekwaamer a3e dan den HAr l en,vaft^faatieder weet ook hedendaags, een CnmE?f' j dewelke een overmits de welgeSenthe d bekend S , Y" ^ ,do geheele WaereM, Kamer belangt, op eene betereln hd™/ ? beh°OTd' Ja me£ alles « dè dat deeze verandering moefwrcnic&n ?,?.tP,tatS tó VOT°cr™- Behoudeiyï oorzaken™ Oorlog'SffcO ndXö^S' de tiï™»"? creert „ toegeê,ge„d zynde, wederom ingetmen worie! ?Jt%«?S« _ iwzm" Cap. II. §.2. Behoudehk Ft volgende heeft laten fnvlSIL " " e?Publlcee* hebbende, daar £ >. ftnde 't fondament van de confervatic v n l ïlvTTlv" ItC™' °P dat dc Juratie- vve„ mag worden; foo is ons ernftig féfzoek d ^ Pc ,1CquC' wederom inVe geftelt „ overfchikken die namen van de Raaciheeren dinoch Z Tl * Mer diIi'?Cntie ^ilIe» „ ken zyn, ende daar toe noch eeniee ander? tt^°vn bek°me» cn^ niet vertrok„ zyn, nomineeren, om daar uit by Óns bv ZJcT^llflcee^e Perfoonen om Raden te | den, die de Juftitie in den Lande vanVJhnH n CUCf Ra„edt geconftitueert te wor- Pl. B. 3. D. pag. 3, de flrf l w "d Zu ie° admimftreren &c." Zie Gr vm 't Hof 1. fr». ]. VK1J- Vm 1 H°f Nc' 35o. m not.. en de 2,^ ^ Boaci&i  ,r>3 L I B E R IV. Kam. Imp. Tit. xxsiv. In 't Jaar cid cccc lxvii. in Auguftus heeft de Raad ge. rendeert te Haarlem, en in Oftober daaraan in.de Beverwyk: In de laatfte Oorlogen te DELFT. . . . . lil Tot vorderinge en expeditie van de Juftitie in de voorzeide Raad-Kamer ,' zyn verfcheidene InftruÜien gemaakt, van dewelke wel de principaalfte geweft zyn- de Inftruttie geemaneert by Karei van Bourgondien [e], Graaf van Charlois, ten verzoeke van de Edelen en Steden , by expresle laft van den .Hertog zynen Vader, inhoudende cxir. articulen: van date den 4. Septembr. cid cccc lxii. r , _ ... , j Item, de Ordonnantie van Keyzer Maximiliaan [fc], difponerende op t getal van den Prefident; xn. Raads-Heeren, vi. Ordinaire, en vr. Extraordinaire: een Advocaat Fifcaal, een Procureur Generaal, twee Ordinaire Secretarisfen &c.en voorts hoe men zich reguleren zal in 't ftuk van de Juftitie ; van date den xvu. July cio id x. Staande geregiftreerd in 't tweede Memoriaal Boek van Sandelyn, Folio cc xxxi. Cecy-Va fe » auffi au premier Volume des Ordennances, repofans au Grand Confeil de Malines, Foho hxv Noe meer, de Inftruftie-van den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, «ordonneert by de Keizerlyke Majefteit Karolus V. in 't Jaar oio id xxxi. Auluft. xx. inhoudende cc xxxiv. articulen, zeer conform de voorgaande van den TaareciD cccc lxii. Deeze laatfte, overmits de twee eerfte geabrogeerd zyn, zullen wy alleen in 't tegenwoordig werk gebruiken, infererende met te min op behoorlyke plaatfen, zo wanneer iets merkwaerdig in de voorgaande occurreert en te pasfc komt. [a] Inftruüie geemaneert ly Rarel~\ Te vinden in zeker Boek dat dezen Titel heeft, lianrlvejlen en Privilegiën der Graven van Hollandt, en gedrukt is in.den Hge 1663..in 4. op Numero 1. " , ' [i>] Ordonnantie van Keyz'.r Maximiliaan ] Tc yinden in het voorfz. Boek op Num. 6. CAPITTEL III Au&oriteit en Preëminentie van de Raad-Kamer. Deeze Raad-Kamer, beneffens dat ze met veele fchoone Prerogativen en Vrydommen (die gecolligeert konnen worden uit diverfche Privilegiën en veeie Articulen van de voorzeide Inftruóhe 's Jaars cd id xxxi.) gedoteert is, enrverciert, is van zulke autoriteit en preëmi- £Ï2^%£LVorh^^ van de Staaten van Holland van » Augujlus Vófa melding gemaakt wegens eene Inftruüie van t Hof van den Jaare 1521. Zie dc hêtim van Qonfid. ten tyde van J. de Witt pag. 268. & Jej,  T I T u l; ü S X CAP. I ï v m preè'minentie, dat men tot dezelve appelleert van alk Laage Rechteren in Holland, Zeelanden Weft-Vriesland, drie Landen met den anderen onverfcheidelyk verbonden. En overmits men van dezelve Kamer appelleert tot den Hoogen Raad (dewelke voortydstot Mechelen, en als nu om redenen in Holland, zo veel belangd de drie voorzeide Provinciën, zyne refidentie is houdende) zo is voor de laatfte reize geconftitueert, Dat geene (i) Claufulen van Inhibitien by den Hoogen Raade zouden verleend worden jegens Sententien van den Provincialen Ra°ad, met excedermde de fomme van drie hondert guldens: als hier na breeder Zal blyken. C t ) Claufulen van InhiMtien'] Altans moet de Sententie van den Raade provinciaal excederen de fomme van 800. guldens, of kan geen Claufule van inhibitie verleend worden , te weeten van Definitive Sententiën volgens het 22. Art. van de Nadir Ampiiatie van den 24. Maart 1644. En m 't regard van de Provifioneelc , of Interlocutoire Sententien, die zyn geen Apjpél aan den Hoogen Raad fubject, zo wan¬ neer dezelve niet excederen de fomme van 1500 gulden [_a~]. Dezelve worden zo verre onder Cautie geëtecuteert, behoudehk, dat dezelve niet hebben eenige fequtle vai infamie, of ten definitive niet zyn reparabel, Art. 19. van de voorfz. Ampiiatie. O] N-et excederen de fomme van 1500. eul*™J, vjdc Lib-4- Tit no, cap. 1. num, 2. in Cvotu. £r quce %h notavi, 1. Deel, B k TWEEDE  iH L I B E K. ï V. TWEEDE TITEL, VAN ZAAKEN (O STAANDE TOT KENNISSE VAN DEN PROVINCIALEN RAAD, IN DE EERSTE INSTANTIE. CAPITTEL l 3. Of de Juris dictie van den Provincialen Rechter mag gerenuncieeri worden. I. Op hoe veelderley manieren Jurisdictie voor 'i Hof Provinciaal gefondeert word. 1. Cas Royaulx. Jurirp3 L I B E R IV. CAPITTEL III. •I. Nepende de Munte. j 2. Valfch Munten is Hoogfle Macht- | fche?iderye. 1. T , Xtem van zaaken roerende de Souverainiteit van de ( 7 ) Munte. II. Wy hebben hier vooren gezegd, dat alle zaaken ftrekkende tot nadeel van den Prins of tot de Hoogfte macht fchenderye, ftaan tot kënnisfe van den Provincialen Raad: overmits dan de Perfoonen, die valfch Geld, of Munten van kwaden alloye geflagen hebben, die goed Geld gefchroeid, vervalfcht of vermindert hebben, geacht worden te committeren Crimen Icefa Majeftatis, /. 2. f quis nummos. C. de falfa mon. zo volgd daar uit, dat van alzulke Hoogfte michtfchenders kënnisfe moet genomen worden by 't Hof. Ziet ook de InftruÜie uan Vlaanderen art. 28. ibi. Du faiU de la faulfe. (_ 7 ) Munte ] Vide l. 2. C. de falfa moneta. §. a. Die valfch geld of Munten £fV. ] Hier omtrent word door zommige Schryvers onderfcheid gemaakt tusfchen de Muntmeejters van Holland,, cn andere particulUre Perfoonen. De eerften behooren, naar hun begrip, tot de Judicatuure van 't Hof. Zie v. Zurck Cod. Bat. voce Munte §. 49. n. r. dog tegen dc anderen zoude by den ordinairen Regter moeten gcproccdcert worden-, gelyk verfcheiden voorbeelden daar van voor handen zyn. (Zie dc Vonnisfen van Schepenen van Amfterdam van den 25. Maart 1656. en den 9. December 1699. en van Dordrecht van den 12de February 1699. by van Zurck all. loc. §. 36. ij. 5 ö" 6. mitsgaders een Vonnis van Schepenen van Leiden, by S. v. Leeuwen Proc. Crim. 6. D. n. 6.) Egtcr is het ons voorgekomen, dat deeze diftinctie niet wel overcentebrengen is met het 9de Art. van de Infiruüie van den Hove van Holland van den Jaare 153,1. waar by aan alle de Officiers' van de Landen vari Holland, Zeeland en Vriesland is verbooden te compofeeren van verfcheide misdaden, aldaar gemeld, en fpecialyk mede van Munte gevalfcht te hebben; zonder eenig onderfcheid te maken tusfchen Muntmecfters en anderen. Men voege hier by het Placaat van de Staaten van Holland op 't ftuk van de Munte en Muntflag van den 10. December yfiS3j, waar by , onder anderen, Art. r. de vcrvalfching van de Munt cxprcsfclyk is verboden cn geftatueert, dat de Muntmeeflers, Muntgezellen, en andere On erwindeis van zoodanige Muntvervalfchingè met de Dood zullen geftraft worden: Tcnvyl by Art. 47. de onderhouding cn executie van dit Placaat generalyk allen den Officieren der Landen van Holland en Wcftvriesland aanbevolen is , ende geordonneert elks binnen den bédryvd zyndcr Officie tcgeii de Overtreders ende Infracteurs van die Ordonnantie te procederen voor de Wethouderen van hunne Jurisdictie; en wyders nog by het 5ofle Art. van 't zelve Placaat particulicrlyk den Advocaat Fifcaal en Procureur Generaal van den Hove gelaft is, byzondere toezigt te nemen, dat in deeze zaake tegen de misdadigen ende overtreders , zonderling tegen de onagtzaame ende negligente Officiers , geprocedeert werde tot ftraffe na den inhoudc van "dit Placaat; zonder dat ook by die Artt. tusfchen Muntnieefters cn andere particulieren, die zig aan 't vervalfchen van de Munte fchuldig maken, eenig onderfcheid omtrent de Regtbank gemaakt word. CAPITTEL  T I T ü L V S II. GAP, IV. m CAPITTEL IV. t. Onruften Onvreede tusfchen de Ste- J 2. In gevalle zulks by den Provinciaal n' 1 Raad niet kan berecht worden. Ibidem art. vin. §. virr. E Ttem van Onrufl en Onvrede die tusfchen de Steden [a] en CafïeleinX fchappen [b] van de Landen (Holland, Zeeland, en mjï-Friesland) fpruiten en opryzen zullen mogen : Novella xvn. Cap 1 r l j 12. quies quoque. D. de Offic. Prafeiï. urh l. 2. C. de fedit.''/. 38*. fiquh. §. 2. actores, D. de pcenis. I. 13. congruit. in princ. D. 'de Offic. Prttfid. Gail. lib. 1. obf. 3. n. 1. EL En in gevallede Gefchillen, Tweedragten en Onvrede tusfchen de voorfz Steden by den Provincialen Raad niet konden berigt of ter neder gelegd worl 1^' r% wp!;de? dezdve by Tgen van Ev°catie betrokken voor den Prins • Vide Inftr. Fland. art. xvnr. ibi, des Debaths. 1 1 [o] Tusfchen de Steden'] Hier toe 'dient mede het geen gezegt wordt in een' Brief by Margarita van Panna gefchreven aan den Schout van Dort op den 9. Maart 1565. Dat van oproer, feditie ende tumulte . . . de kënnisfe niemande en competeert dan den Provinciael Rechteren, befunder wanneer eenige Steden oft eenige particuliere Heeren tegens den anderen queftie hebben. r> C^fl,dejnfthappen] Zie la Court in zvn Publyk Gebedt. 3de Deel. pag. 147. edit. Am ff 1664. i» 8w cn KiUANus in de woorden Borg en Kaflelem. Cap. IV. §. 1. Tusfchen de Steden] Zie hier over brpndar Aa* trQ^ » ^ n -j Hof 1. D. pag 50. alwaar hy met ierfcheÏÏen voorbeelden bewvft " a?°het Ho T ' dit Art. van haare InflruSHe , door bemiddeliiw of .rftfS- Zl ' A ■ » % volgens Steden van Holland van tyd tot tydheeft beflift Wv'd£JnS rf8*^ dc Boey >n zynvw/z. TVaff. i.V 65-72 en la? ,.TTT S ' r ft d °^ de?, ZeIvcn tien over oproer van ouds geftaan hebban terleL^inl'e v^' 1 ^' ^'V11'tf1'^ .»» 't Hof van 1531. waar ^W^ïri^ffl^^^g dafr'vm S't" Vag gemaakt. Ook ftrydt zulks tegen' onze heülW^ ifXrdeif°Proermfe" in de Steden voor de ordinaire Regters word SoSSt ^ blykt mt de voorbeelden te vinden by v. Zurck Cod. Bat* voce Muiterf § ic 2? «ï vaTn ^SWJh>?^ ^ ^ P^ 225 ^ ^ ^gehomen in « ffaaten aan h7t iTnf?*5 Judl™re over Oproermakers by fpeciaale Refolutie van de wolt i«fft» 1 gedemandeert is. CZie van Zurck all. loc. §. 8. «j not. n O tot ™« laatfte geval waarfchynlyk mede behoord een van 't Hof van den 22 Januari ^• wegens het maken van een Oproer binnen de Stad Dordrecht SWj!3 CAPPTT'EU  2 CO L I- B E H IV. CAPITTEL" V. Wegen van Feyten tusfchen de Edelluiden. Ibidem art. xn. g. II. En of 't gebeurde dat eenige Edelen oT andere van den Landen procedeerden by wegen van Feyten, of malkanderen ontzeiden: -in dien gevalle zo zullen die voorfz. Stedehouder, Prséfident en Ra-den dezelve van onzen wegen op,zekere groote peyne verbieden alle wegen van ( 8) Feyten; en'zullen de voorfz. Partyen accorderen en .verzoenen by alle behoorlyke wegen, indien zy konnen; doende .doen .fatisfactie en beteringe dergeinteresfeerdc Partye, naar gelegenheid van de zaake; bewarende altyds ons Recht, als naar redenen b.-'hoord. Ziet alhier, de Ordin. des Jaars .ckkk) .xxi. April xi. ftaande 'gcregifireerd in 'i tweede "Memoriaal Boek van Am. Sandelyn, Folio xc.xxxix. .Vide huc Gail. lib. i. Obf. iv. De Duello [a], vel Singulari certamine 6? quidquid eo'facerefoteft illuftrando, fcripferunt plene ex profeffo hannes a Lignano, Mediolanenfis.; lacobus de Caftillo, alias -de Villa fancta: Andreas Alciatus, Mediolanenfis; Iulius Ferrettus, Ravenms.; Antonius Majfa Gallctfius, Civis Romamis: Item per occafionem Joannes '-Lecierrier, Parifienfis, in libello de lure Primogenitum; Martinus Garatus, Landen/is, de Bello; Paris de Puteo, de Re Militari; Claudius Coteraus, Turonenfis, de lure & Privilegiis Militum; Stephanus a Cofta, Lufitamts, de Ludo. Conflantinus Rogerius, Gallus, de Summo Bono, Francifcus Sonsbekius, de Feudis, & alii: ex quibus univerfim conftat Duellumvel Singulare eert amen, Diabolo fabricante, inventwn efje: 'prohibitum efe rtgiüariter; lure Divino, Naturali, Gentium, Canonico; in nonnullis tarnen cafibus lure Civili, & quorundam Populorum Legibus atque Statutis concedi folere fed non nifi ex maxima eau fa: locum -non ejfe, .quando (S") Feyten] V. Gail. kt', obf.r. [a] Ce Duello-} Hier over moet nagezfön Worden het Placaat van de Heeren Staten van Hollandt ende Weft-Vrieslandt jegens de Duellen , van den 22. Maart. 1657. ftaande in het Reeueii agt£r de ïnftruCtie op Num. 57. en in het Groot Plac. B. Fol. 2. pag. 450. Men mag over deeze ftoffe wel met aandagt lezen [am a W. Slicher Disfertatio Juridka de debita ac legitima vindicatione exijlimatioms. Ubs & de Duellis. edit. Amft. 1717. in 8ve.  T I TtJ L V S ï % CAP. V. 20ï quando Crimen Teftibus vel alm modis próbari poteft: ejfe enim Natur^ f6 Prefid="t va* Bvnkërshoek Quceft. Jur. Friv L : tap- ■?S ""laat) misfclncn m 't algemeen zoude mogen ze?gen, dat alle de eeeïien d.e voor deezen m dienft van de Graven geweeft zyn, ondeFde turl dictie van Hof behoord hebben, en dat nu daar onder behooren, die ln dienft van de Siatën zvn- j ' v c  202- L I B E E I V: Dat is, Alle Officieren van de Graaflykheid, als Bailliuwen,Schouten, Rent meefters en diergelyke, ftaan te recht voor den Provincialen Hove in zaaken belangende hunnen Dienft, Officie, Overdaad en anders: niet in privé zaaken en hun eigen affairen aangaande: l. 7. per iniquum. C. de jurisd. omn. judic. l.i. C. ubi Senat. I. 3. fi in poffeffione. C. ubi eau ff. fiat. ag. deb. Vide huc art. l, & fex fiq. de PInfiruttion faicte par le Duc Philippe PHardy, Van cid ccc lxxxv. Februar. xv. Ten waare de voorfz. Officiers zich onder haaren Zegel of Hand» teyken verbonden hadden zeekere fomme van penningen te betalen, of andere dingen te doen: Vide infra cap. xir. In alle andere Particuliere Affairen worden de Officiers gerenvoyeerd voor haaren Dagelykfehen en Competenten Juge. Merito autem dubitatur', an hoc in Perfonalibus Atïionibus locum habeat. II. ( io) flier diend by gevoegd, dat hoewel de Graven van Holland, Zeeland, cic. in hunne eigen zaaken zouden konnen Rechters zyn, als geenen Overften ofte Superieur kennende, arg. eorum, qua dicuntur d DD. & pracipuè Rsrtelo, ad tit. C. ne quisinfua cauff. Roland, a Valk 1. Confil. xxix. num. 21. zig nochtans altyd onderwerpen de Jurisdictie van den Provincialen Hove. f ide art. Infir. Sent. Prov. vi. 6? vin. Gelyk ook de Koning van Vrankryk zig zeiven niet en berecht, maar word hem Recht gedaan van 't Parlement, alwaar hy ook dikwils 't Proces verlieft, Papon. 11. Notar. cap. Divifion de ïordre de Plaider. Van gelyken de Keurvorften in Duitfchland zyn convenibel en ftaan te rechte niet voor haaren Raad, maar in Camera Imperiali: ten waare dat zy anders te behooren door Coftumen en Ufantien konden bewyzen: Myn* fii g v. Obfer. r. Vide huc Andream de Ifernia in c. Imperialem. §. prceterea fi 'inter. col. 7. 6? 8. de prohib. Feud. alien. per. Freder, Socin. Conf. cxx. coL ix. [_a] Officieren] Zie ook Lib. 4. Tit. 34. Cap. 2. cn Tit. 40. Cap. 3. num. 3. [&] Niet van anderen als Dykgraven.] van Zurck extendeert dit ook tot Dykgraven in Coi. Batav. tit. Officieren num. 20. & ibi in aot. num. 3. En militeert de ratio Potentatus y-00 wel omtrent Dykgraven , als omtrent Officieren. [ r ] Onder zyn zegel ofte handfehrift niet ver1 ouden heeft.} Dat nogtans Officieren uit Regifters voor het Hof geconvenieert kunnen worden , is by den zeiven Hove verftaan. Vide Loenii Decif. Caf. 40. rj? ibi Boel. (10) Hier diend by gevoegi..} Gelyk dan ook, na dat de Koning van Spanjen afgezwooren is , de Ed. Groot Mog. Heeren Staten van Holland en Weft-Vriesland, cn de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland te recht ftaan voor gemclden Hove, doch niet anders als in zaaken daar zy privatorum loco gehouden worden. Vide art. 3. van 't naden provifioneel Accoord tusfchen Holland en Zeeland, van den 11. Juny 1674, ;.nderen, welke laatften van oordeel zvn, dat deeze woorden bepaaldelyk moeten verftaan worden ten opzigte van de Officieren, die, zoo veel hun dienft aangaat, onderworpen zyn aan de fudicatuure van 't Hof, dog dat de misdaden of delicten, bedreven tegen de Officieren, zelfs in hun dienft, of ter gelegenheid van hun dienft, uyt hoofde van dit Art. niet zouden ftaan ter beregtingc van 't Hof, waar van de Heer Boev het tegendeel aldaar trsgt te beweeren. Wyders moeten wy ter gelegenheid van dit Art. handelende ever de 'Jurisdictie van 't- Hof ten aanzien van Graaffelykheids- Officieren, nog aanmerken, aat wegens de Regtbank dcr geenen, die uit de andere Provinciën naar Holland in de. Collegien van de Staaten Generaal., den Raad van Staten, in de Rekenkamerof in die ■ van,de-Admiraliteiten worden gezonden, verdient te worden nagezien de Preüdcnt vak r-y*\:;Ei^HOEK Queft. Jur. triv, Lib, 1. Cap, 8. >j en 10, .  TITÜLUS r I. CAP. VI. 203 fnpr. velum, i Gail. lib. r. Obf. i. num. 18. &feq. Citatie van Steeden, &c. fondeert ook Junsdi&ie. CAPITTEL VII. r. Suppooften in Cas van Salaris hebben H Hof voor Comp. Rechter. 2. Eerfte Reden. ' 3. Tweede Reden. 4. Derde Reden. S- Herbergiers voor verteerde koften. 'Uyt de Infiruüie, art. lxxiit. t Ttem dat die Advocaten en Procureurs gehouden Zullen wezen tè X refponderen voor den Hove van alle de Zaken, daar afmen de zelve zoude willen vervolgen ( 11) ter caufe van haare Officien. En zullen ook in 't voorfz. Hof intenteren alle Aöien, die zy jegens anderen zouden mogen hebben, (12) ter caufe van hun Salaris [a]: Vide (11) Ter caufe van haare Officien] In andere zaaken worden zy gehouden als private perfoonen. C12) Ter caufe van hun Salaris] Vide/. j.ff. de extraord. cognit. ibi prèfes Provincice de mercedibus jus dieere fokt. & vide notanier l. 10, 11 , 12 fcp 13. & ibid. Brunemann. •Groenew. ad l. i, C. mandati. InJlruÜie van den Rade van Braband art. 295. 't Welk evenwel zo te verftaan is, dat in alle fouveraine of praehdiale Hoven word geobferveert, dat 't Salaris voor elk Hof verdiend, aldaar moet worden gctaxeert ende geëyfchr. Vide Maev. decif. part. 1. decif. 234. Zulks een Advocaat, ifi Holland pradiferende en Salaris verdiend hebbende voor 't Hof, word deszelfs $. 1. Intenteren alle Aüien.] Dewyl in het Art. door Merula alhier "ealleeeert dc T„risdia.e van 't Hof omtrent de Advocaaten en Procureurs alleen wofd bepaalt tot zl £fL« hv hZr1VC T per-^d Y^°fAcr de SuP>»ftm behoord'hebben , dog hl^oSt'er teffens by, dat na dc Provifioneele Ordre van 27. September ï6ia zeker is dat Zwf, ró\perwordendVe0°ziden %&£&l2F"* ^^ïk^!^ Ier5 wXlH SmoM g u" dG Ju™diöie van 'c «ive niet onttrekken kunnen. w?- ders twyffeld gemelde Heer van Bynkershoek d. Lib. r. C«p. 6. of dc Otsper-Klerk-n vL È/SS dle voor't Hof poftulceren , en welke in niemands dtnftzv , dan alle" Jrlal f\ r ^oc"re"rs ï ook ™t de Rechtbank van ' Hof behooren. Do- devvvl ui her %A^Z^H^^^\^ m%?*tY*n '*Hage göeriX% mÏ& SforRiri;]*' atdc °PPer-^erken, zoo lang zy die poft bedienen, voor geene S^aSJS^SS^A^ n°fm d° WagC Sctrokken mogen worden, zoo dunkt on SraS KS/^L*311, bygebragt worden, waaron&tóëlye aan de Haagfche Ma-' yitraat, o( acizelver Rechtbank zouden onderworpen zyn, maar dat veel eer hot S^uen^^ Opper-klerken van de Procureurs uitdrukkelyk onderde M&rff ZY«™T ,Dc °P Meuula is tó zyne Amteekenin^en alhier «nlcgnp, dat hetvoorregt dcr Advocaten, om hunne Clicmicn in cas van Salaris raauw- C c 2 lyfcs  1 t 1 B' "E R IV. $ fcw ** i. Ctëjföii/. PH/#* dfébi&iiï. Au/Ir. anni cid cccc xcviï. ^«tóflf. xvi. 0/ir Gcrechten van Steeden of Dorpen in Heiland , ria- 't zelve laten taxeren voor 't Hol, zoo 't hom goeddunkt: cn is mitsdien in dc zaakè van"zeker Advocaat, tot Leyden woonende, en aldaar voor dc Stad en verfchci«Ten Gerechten zeker Heer bediend hebbende, d'exceprie van renvoi by denzei-, ven Heere geproponeert, gerejecteert. Anders', zo d'Advocaaten zulks begceren.mogen zy ook haar Salaris wel eisfehen en laten taxeren by dc Gerechten, waar voor zy t zelve verdiend hebben ; en ftaat mitsdien 't zelve in haar keure , alwaar t ook dat hunne Mceflcrs in Zeeland woonden [6], niet tegenftaande het eerfte Artikel van het Accoord tusfchen de Staaten van Heiland en Zeeland, op den 7. Maart 1607. gemaakt; als verftaan is op den 3>. January 1613- op de Requefte van Francois de Witte ? en. te voren oo.c 111 een zaake van Jooft van Rhyn,. Procureurs voor den Hove. . [>] Salaris.] In cas van Salaris 15 geen Mandament noodig, maar word het Appoinctement, op-een apart Zegel gefchreven zynde, aan de Requefte geannexcert: en Van het zelve Appoinftemcnt ook geexwloiaeert worden buiten den Hage, zo verve als de Jarisdiftie van het Hoi ftre.tt. Notcead AuBorem noftrum Lib. 4. /«».«3. La>•3. num. 5. Verf. In cas vm Satans.. Dit word- ,nr 'tWrvf ook zoude Plaats hebben met opzigt tot Salaris, voor GeicchIvks-te roepen vooi ^^J^^^^^ Dog dit gevoelen is naar onze gedagtenten van Steden of Dorpen m Holland.verdient, UOg B der ^ b op geene genoegzame grondeniberuitende.Llaris tc doen, dan de Regter, niede, dat geen Regter beter m ftaat is om taxatie van Sags tc ^ * voorwicn'tProces gebeft i1,, en aan- ^^f^i hPy CCn Subaltern Gcregt h de van 't Hof nooit iets gezien heeft. Hierom 00K, icma, J m yan Schepe. koften Recón4emnee?wrd^d^«^i^ zulte attoos t ^ rin. Men zoude i^^^JSl&m^ii was vergunt; dog hier naar zal d,c Aavocaatcn ook rn dat geval zoodanigtpjw g j ^ hfer t n e„ ... men vrugteloos zoeken. Uitdf InftM van tnj / ^ ^ ^ ^ gument gehaalt worden:, want fchoor°J^l^0„\ Hof t moet cgter dat ^t. notoir„ftCT hunne aü:en ter ^'^fo dT%fc«& eenige difpofitien worden «erfean worden pro fuhjeM matend. «anneerm ae * kan men dit-niet anders- |C01aakt omtrent. Advocaaten, Procareyrs en derzeivei MW», - RW vcr. voor den Hoogen Rade ook zoo gcpra&ifcert. Zie-"vérder Lib: 4. Tit. 102. Cap. 1. ftMT ibi dixi. Advocaten, Procureurs, Deurwaarders, cn hunne Erfgenamen , kunnen ook by Mandament van Debitis, in cas van Salaris, verfcheide Debiteuren dagvaarden ; zelfs ook Debiteuren woonende buiten het Rcsfort van den Hove, dewelke dan by Edicte srcda<*vaart worden ; zonder dat in dit geval Arreft noodig is. Zie de Papegaay ifte D pag 72. D02;, in andere gevallen, kunnen geen' Debiteuren , woonagtig buiten het resfort van den Hove, by iunpel Mandament van Debitis met de claufule van Edi&c ?edagvaart worden,.of de Jurisdictie vai-Tden'lIovc moet gefundcert worden door Arreft. Papegaay 2de D. pag. 00. Uit welk exempel évident is, dat door Mandament van Debitis op zig zelfs (buiten het ' geval van Advocaten enz.) dc Jurisdictie van den Hove geetizints is gefunaeert. En is het Mandament van Debitis geene ASie op zig zelfs, maar een qualitas adjeüitia of accesfoir van een' .principale Rauw Aétie. • Ook kan geen geval (buiten dat dcr Advocaten enz.) bygebragt worden , of de jurisdictie van den Hoven is buiten het Debitis atiunde gefundeert, propter continenHam cautie of door Prorogatie van Jurisdictie, cfandere oorzaken. Vide Wassenaer Pro». Judi". Cap. 1. num. S5! Papegaay ifteD. pag. 70 fjf feqq. Papegaay 2de D. d pag. 90. [/;] In Zeeland woonden] A-ddc Papegaay ijle- Deel j&g. 78- Lit- E-  T I T PK U i t l C "A P. V I I. soy IT. Én dit om driederlei oorzaaken: Ten eerften, dat dusdanige Aftien vermengd zyn en fpruyten uyt zaaken, in welke zy gediend hebben; en behoofëfi daarommé in dezelve plaatze geinftitueert te worden: l: 10. rmtH: G. de ju- diciis. j. J lil. Ten tweeden, om dat de^Advocaten, Procureurs, cn ook de Commis- fjnsfen, Griffier, Notarisfen, Rentmeefter van de Exploióten, Deurwaarders, Loden, Sollicitcurs, en andere Suppooften fchyncn en worden georefumeerd met Partyen haare Meefters op de Rolle gecontraftecrt te hebben: moeten daarommé, als in.loco Contrahits, in dezelve plaatze, dat is voor den Provin. aaien Rechter, deeze Aétien geinftitueert worden: arg. 1.2. confenfijj'e, §. 4. omnes; l. 20. -omnem, & ibi-'Bart. I. 36. inter-dim, §. r. /. 45. argentarium ; L 49. venikor. in pr. I. 19. hares^ §. i.tf 2. D. de judic. IV. Ten derden; overmids dat de Jiige, die kënnisfe heeft genomen van de pnncipaale zaake, ook competeerd en toekomt de kënnisfe van het accesfoor of de toevallende z?ake, als zyn de -Kollen van den Procesfe: Vide DD ad h 3. termvnato. C. de fruct. & Litium .expenf. Gail. lib. 1. Qbf. 1. num. 77. V. verftaan, dan wegens procesfen , die by 'tHof geventileert worden.- En het is abfurd te ftclcn, dat in een InJlruUic van t Hof. zouden zyn gemaakt fchikkingen omtrenfz kei ^ 6uba terne Gerechte,! privaivelyk conccmc.rcndc. B.halvcn dat zoo dit Art 'Iffrfwtól uitgelegt, 'er uit zou volgen,, dat een Advocaat by een- ander Hof van JufiitieTbfloorh den Hoogen Raad Sa ans gemonteerd hebbende, daar over zyn Meefter zou kunnen roepan voor 'tHof, 'twelk egter tot dus verre niemand heeft getenteert. ■ Ei S'k is ook deeze qusftie conform ons voorfz. gevoelen door den Hove van Holland -edecideert by.eene Sententie van dato den ige JtUy i73o, nopens een geval, dat een Advocaat zyne Cliënten had gedagvaart voor 't Hof wegens. Salaris, door hem in een-Proces voor Vr, regt van den Briel gemonteerd. Dezelve Sententie luyd % dezer voeden ,, 'tHof, gehoord 't rapport van Commisfarisfen &c,uyttcnde 't Advis,verklaard de Gó„ daagdens met hunne prafentatic op den 12de January i7So. ter Rolle van Slnv „-gedaan, tc kunnen en te mogen volftaan; waar by zy Verklaard hlS"in S'e^qua„ Iiteit bereid te. zyn, om, wanneer door den Impetrant aan den Gerechte der S tadBric le „ zoude zyn overgegeven de Declaratie vair dc koften, in des Imretnnts RpZft i," „ melt, dezelve Declaratie aldaar te zuilen overnemen,' daar ^(def^dvh^E „ te dimmueercn, en by wclgemelden Gerechte te zien tauxeeren, mksgaders no" bérëS " h „fyn ! r if 8'CC" v0,Senstauxatie van evengemelden Gerechte zoude bcvónden wor-" •"S^^Sïïff"**8 eTP^?m\' m$*W*m tegen quitantic op te legge en ,„ e-voldoen.-■ Cendemneert de Gedaagden* in den iuhoude cn naarkomen van develvc ■ „ gicfentaoe; Ontzegt aan den Impetrant zyn verderen of anderen Eifch en refuftincerde* m ^ondemneertuen Impetrant inde koften, zedert dn gedaane pr^fdntatie geva Ier1 ter,, tauxatic en moderatie van den-voorfz. Hove, cn compenfeert de koften , vSor dato'van , » de gemelde prïfentatie gevallen,, om redenen , den Hove daar toe moveérendc, &c 7' v.ni,3-; h at0 D" !"°et alleen verftaan worden van Solliciteurs van Procesfen „ van hierna bv Mekula lib.A.vt19.. Cap. 1. «. s. zal. gchandeit worden, dog- geenzints v4 de zulken, die den Krygsbedienden hunne. Sokiye , tegen zekeren raad opfchietc», en naderhand het. geld van .'t.Land invorderen , gemeenlvbescrj onder den naam van Solhcueurs Militair, als. welke aan de Jurisdafe van. Schepenen van Cc 3_  L I V. *t Geen"gezegd is van de Advocaten en Procureurs, militeert ooit voor Herbergiers en Cabarettiers: die mede, vermogens den tegenwoordigen Style, gefondeert zyn de regtsplegende partyen rauwelyks en ter eerfter Inftantie voor den Hove te roepen voor 't geene zy aan den zeiven, ter caufe van verteerde Koften en anders, ten achteren zyn. Ziet tot verlichtinge van dit Capittel den Titel van Salaris in 't generaal. CAPITTEL VIII. Rector, Profesfores, &c. van de Univerfiteyt te Leyden? worden geconvenieert voor 't Hof Provinciaal. Op den competenten Rechter van den Rettor, Profesforen[a~\, &c.vm de Univerfiteyt tot Leyden , is by de Statuten der gemelde Univerfiteyt s van date den n. July cid io lxxv. gedifponeert in dezer voegen. Uit de Statutenvan de ( 13 ) Univerfiteyt te Leyden, Artic. xxrv. Tfnde zullen de voorfz. ReStor, Profesfeurs, Doctoren, en Magiftri, in *k de Eerfte Inftantie geconvenieerd worden voor den Hove van Holland s < Herbergiers.] Dit zelfde word ook geleerd by S. v. Leeuwen m de noten over Pecxius 'vm Arrejlen ide Deel pag. 20. in de Manier van Procederen Tit. 5. Cap. 6. §. 15. en by van Mphen Papeg 1. D. pag. 26. n. 20. dog met dit onderfcheid cgtcr , dat de laatftgemelde Schryver zulks alleen bctrckkelyk maakt tot Vreemdelingen; want dus lulden zyne woorden- Waarden ofte Herbergiers mtgen Vreemdelingen ter eerfter inftantie convemeeren voor den Ed' Hove, uit zake van koften t'haren huyze verteert, gelyk 't Hof zulks dikwlsverftaan " heeft " Dan dewyl dit gevoelen allean gebouwd word op een gebruik, zonder dat men van zoodanig Privilegie in de InRruEtie, of Ampiiatie Inflrume van 't Hof ecmg gewag vind -emaakt, cn het geen bv Privilegie aan zekere perfoonen gegeven is , tot geene anderen behoord uitgeftrekt tè worden, zoo dat het den Souverain alleen toekomt de Privilegiën nittebreiden, en niet den Rechtsgeleerden of Rechter, (Bynkfrshoek O. J. ïriv L i. Cap. 4.) twyffelen wy zeer of dit gebruik alleen genoeg is, om daar op zoodanig Pnvilc- ^X^fTabareltilrs.] Hier door worden verftaan Braadcrs, Herbergiers cn Kroeghouders. Zie Meyer's Woordenfchat. Ta] ReUor, Profesforen] Adde Lib. 4. Tit. 40. Cap. 3. num. 6. e? qus ibi notavi. (13) Univerfiteit te Leyden] Wat belangt dc Univerfiteit tot Leyden , vide de Papegaay [b] van Willem van Alphen , fol. ?3. van dc Editie van den Jaare 1668. Het Placaat Boek 1. vol. fol. 282. [&] Vide de Papegaay enz.] Alwaar te vinden is het 3Q/?e Art. uit de Wetten en Statuten van de Univerfiteit van Leiden , zynde van den Jaare 1631. Voeg hier by dc Ampiiatie van den 24. Maart 1664. Groet Plac. B. Vol. 3. pag. 546. By welke Ampiiatie is geftatueert: Dat de ReÜor en Profesfeurs, zo»  TITULUS II. CA?. VI XL 2oT land. Ende zy luyden agerende zullen geboden zyn hunne Partye te roepen voor zynen Competenten Rechter. ' CAPITTEL IX. f. Zaaken, Miferable Perfoonen aangaande , worden heregt by 'f Hof. %. Eerfte Exceptie, als een Wees-kind van zyn Tuteur Reekeninge vordert van %yne Adminiftratie. 3.- Tweede Exceptie, als de Miferable Perfoonen komen by Tranfport. 4- Derde Exceptie, als zy eyfchende zyn eenig agterwezen beneden de Somme, voor een dagelyks Regter. 5- 'f Privilegie word ook verftaan van yyke Weduwen y &c. 6\. Stok-oude Mannen zyn ook Miferable Perfoonen, &c. 7. Eene Vrouwe die nooit in den Hou* welyken ftaat is geweeft, mag ook eene W?duwe zyn. 8. Eene Vrouwe, welkers Man Qviliter dood is, is Weduwe. Uyt de voorzeyde Inftructie , art. vin. §. IV. I... Item van Zaken onbejaards Kinderen, (14.) Weduwen en ( 1 y) Wee- vel gezamentlyk en het Lichaam vm den Senaat uitmakende, als in hup, partiiulier, mitsgaders derzelver Weduwen , in de eer/Ie inftantie geconvenieert zullen worden voor den Hove ■ ems zoo zy luiden Aanlegger: zyn, zullen hunne tegenpartye roepen voor hunnen competenten of dagelykfehen Regter; Ende zoo wanneer na het overlyden van den Reüor Profesfeurs en derzelver Weduwen, eenige queftien cfte difputen komen te ontftaan op-ofte ter zake van hunne agter gelaten Boedels', êpte onvcrdeilde en onverfcheidene erffenisfen zal de kënnisfe, judicature ende decifie van dien alleen competeren aan den gemelden Hove; Ende zullen de Curateurs, te fiellen over zoodanige Boedels verzogt ende gecommitteert moeten worden by Prefident ende Raden van den meergemelden Hove ; Des dat daar toe geêligeert ende gecommit teert worden Perfonen Mimen de Stadt Leyden womgtig Ditlaatfe wegens de Weduwen van den Redor en Profesforcn, en de reddmge en curatele van derzelver Boedels was mede geilatueert by Refolutig vm ; -5- July 1658. Groot Placaat Boek Fol 1 CH\Bk*m&] Wanneer tegen een Weouwe Mandament geïmpetreert word , en dezelve huwelykt al eer 't Mandament aan Haai te werk geleid word, zo '"mW haar -Man met het z°clve Mandamentni met bekend is; cn m gevalle hv sreda°-vaart word, zo concludeert men'tot nuiüZZ'IJ exp}°kl: n°S ook de Weduwe-,. B ?Ch£W.?lykt Z-vnde> nm h^ perfonam Jtami in Judicia , en is zulks verklaard by den Hov e van Holland, Jed fi citata fit Ff an.e litem conteftatam nupferit, non haberent loom pmdiiïa quia fubfiftere pofjet citatio in ejus perjona, nee effet mvalida citatio , quia habebat perjonam ftandi in Judicio. L. cum miles ff de alten. jud. mitt. caiif. fatt. ' (15) Weezen] Privilegium pupülorum ceffat cum pupillus petit d tutore rationes reddi hoc enim coram Judice loei, quo tutela ge/la efi fien debet arg. I. heres abfens §. i. de Judic üe his vide late Menoch. de arbitr. Jud cent i. caf. 66: Gail. i. obf. j. n. 4. Decif van den Hove 55. J JteVceS^ decideert, vind men by Sk^IZ^%Z^V, ' ^W** k"?de*n aangaande, isgey JrNkLRsnoEK (Juaft. Jur. Pm, Lib, j. Cap. 3. Zeker Jood,wog-- nendo"'-  2o8 L I B E R 1 V, Weefen, ofte andere (16) miferable Perfoonen aangaande, die aan (16) Miferable perfoonen] Dit Privilegie heeft ook plaats contra Priviligiatum [a]', alzo, dat een Miferable perfoon, by een andere van gelyke conditie, voor den Hove betrokken, niet mag declineren: ita Jud'catum in pleuo Senatu den 22. April 159c. & 20. November 1597. kromhout £f Conink. Vide Covarr. prak. quaft. c. 7. n. 4. Sunt & alia mijerabües perfona, W.pote quce moverent eliquem ad mifericordiam : quales ifte fint relinquitur arbitrio Judicis. Guid. Pap. q. 566. v.. r. En is verfcheiden rcifen d'exceptie, ep dit fondamen: geproponeert, gerejecteert, idque propter verba diSo art. inferta, „ die „ aan den Raad eerft klachtig komen". Vide Groenew. de II. Abroiat. ad d. I. unie. C. quando imp. &c. ubi £] betrekke zynen Moraboir of Tu- §. 1. Die aan den Raad eerjl klachtig komen 1 Hier nit nmffo,, ,i„ r- ,, duwe brieven van Cesfie verkregen heeft htiH^rf^hia^'0*™^ e?n We" men? De negative hier van is in zeker eèvaT bv d r>n T Tn daa' van kennis kan ne- f 9. Juny 1675. Zie van Alphens P^f^/D^orSj °P den iyk op de aangehaalde plaats frezer.-word d^'oll \\^TJ P 8' 2J'-/q- om reden> Sc" Ar/^rtóto, haare Sehuldenaaienwe ijl ?Htf ffil^-^KSÏ niet. Dog van een contrarie begrip is de Prefhim I0epRen' d°ch haare Sulde!sfchers alwaar hy leert, dat het »emelde 1 L/t " ^ b™ke^hoek d. L. i. Cap. 5. laak zyn, en dat fernand , die CesSJ vSoSc?^ïf? 7^"^' dië,AanjeSfte« in een Schuldëisfcher in dat geding• bekleed WvX™ lll^u*^ 1S' fn duS dc Poft van ee» als miferable perfoonen e°achten zvn dezè vl h! -Y °r b>> dat 200 Wed^en ooit Brieven van Cesfie moeten verzoeken W™ V - ""niers dan zyn, wanneer zy om geval van Cesfie, zig niet iiS^\w^lSvm^ -°gCn Zy dan ook ' in 'f dat als dan haarVoo^edS ople-ud ' & ^ '1Crge"S gGZCgt WOrd • hier by, 't geen over de interpretatê ™ PrtlZ~" MT v,ocge 50t nadere beveiliging Jur. Bell. acPac. Lib. 3 CJ, 21 J L Pl^'egien geleerd word by H. de Groot de ^^SvfS^/f'hi" °ver breedcr dc" p^d<™ -n Bynkershork I. Deel. dd C17) In ^gt te blyven] Etiam in Feudalivus quaiftionibus, en is dienvolgendc d'exceptie van renvoy voor Leenmannen, "-eproponeert by N., door een Weeskind' voor den Hove geroepen , gcrejecleert op den .23. Mey 1597. - Dit is ook alzo geftatueert by dc Ed Mog. Heeren Staaten van Zeeland , ten opzigte van Weduwen en Weezen, in Holland woonachtig zynde , willende ageren tegen Ingezetenen van Zeeland. Nader provifioneel Accoord, tusfchen de Ed. Groot Mo per-  TIT U-LUS II. CAE I X. ^ Perfoonen, in 'tvoorfz. agtfte artic. van de Inftrucïie mede begrepen, zouden cesferen; zo wanneer de Crediteur en Debiteur, of Credi eurs en Debiteurs van eene fchulde, onder eenen dagelykfehen Gerechte woonachtig zyn, &c. 6 y ^ertence ditelronbeiaard KmT vvt/" ******** ^ **** en Reden, dat een Creüiteiu onbejaard üind, Weduwe, Weeze, of andere miferable Perfnnnpn 9M b 1 DecieKKe nmten zyne Refidentie: m we ken p-evallr» dp K-nftnn ^ P^danVS^^^W te ^^S^^S^ pen, t nader provifioneel accoord van den 11. Juny 1674. [e] Eenen Zeêlander ter eerfter inftantie 1 Daar was by het iftc Art. van het Provifioneel Accoord van den 7. Maart 1607. geconvenieert dat het Hof ter eerfter inftantie geen' kënnisfe mogte neemen in Zeeuwfche Zaken al ware het ook in posfesfbrio. Maar dit is geabrogeert by het Xlde Art. van het nader Provifioneel Accoord alwaar gezegt wordt; Dat de Praftdenten en Raden van den Hoogen Rade en den Hove in de eerfte inftantie kënnisfe sullen mogen nemen van alle zaken po.fesfoir, zoo ende m zulker voegen, als het zelve aan haar by de refpebtive InftruÜien aanbevolen en gedemandeen is By het 15de Art. van het gem. Provifioneel Accoord van den 7. Maart 1607. is geftatueert als volgf, zoo wanneer eenige partyen hen willen be- i klagen, dat zy kwalyk worden geëxecuteert ofte anderfints verongelykt, uit kragte van eenige Sententiën in Zeelandt gewezen, zal 't zelve moeten gefcheden voor den Regter daar de Sententie is gewezen, ofte daar de executie by Brieven reaui. fitoriaal ofte anderfins gefchiedt ; zonder dat Partyen geoorloft ts by Mandament Penaal ofte andere Provifie de zake ten Hove te vertrekken Het zelve is" byna üfdem verbis geftatueert by het %2fte Art. van het nader Provifioneel Accoord. Nogtans mogen Zeeuwen ter eerfter inftantic voor den Hove geconvenieert worden til cas van Guarand , ob continentiam caufa Papeg. 2de Deel. pag. 98. ] Maar ten reguarde van Weduwen, Weezen, mitsgaders andere Miferabele perfoonen Hollanders zynde , mogen alle Ingezetenen van Zeeland zaaken uit haar eigen hoofde hebbende , betrekken voor den Hove , als der zeiver zaake execdeert dc fomme van 250. gulden, d. nader Provifioneel Accoord Art. 4. J '^Privilegie van Weduwen en Weezen - cesfeert in Holland tn materie yan asfuranUeUY, Ampiiatie van den Jaare 1644. Art. 8. LJJ dn materie van asfurantie] Haar Ed" Groot Mog. hebben by Refolutie van den 12' July 1736. verftaan, dat by den Hove een' Mandament van Rau Aftie te regt verleent was tegen Asfuradeurs, die onder verfcheide Jurisdictiën woonagtig waren; dog daar by gevoeg!.deze cautele, dat aan Heeren Burgermeefters en Regeerders der Stadt Amfterdam , cn aan Burgermeefteren en Regeerders van die Steden, binnen welke Kamers van Asfurantie zyn , vry zal ftaan , zig te-en diergelyke voorvallen te voorzien door" in de ordinaris Formulieren van de Poliren van asfurantie te doen infereren de Claufule van prorogatie van Jurisdictie of fubniisfie aan de judicature van de Commisfarisfen van de Kamers van Asfurantien en Avaryen in de voorfz. Steden. •  214- L I B E R IV. uit de Voorreden van de voorzeide Ordonnantie op 't ftuk van de Juftitie is kleine Zaaken. V. Dit Privilegie num. i. vermeld, word verftaan, niet alleen van arme Weduwen en Wcezen, als gewilt hebben Akxand. in l. ï. num. 15. D. fol. matr. & alii. Conftituerende principalyk de Miferie en Ellendigheid in de Armoede; maar ook van ryke, Roland, confil. lxxvi. num. 34. cum feq. Volum. r. En word zulks in deeze Landen gepraéhTeerd. Ja en mogten in voortyden dit Privilegie niet renuncieren, Natta dict. Conf. id xc. per gloff in l. unie. C. quand. Imper. inter pup. Bald. in c. de caujfis. num. 26. de offic. judic deleg. Gail. lib. i. obf. 1. n. 40. VI. Onder de miferable Perfoonen worden ook begrepen Decrepiti Senes[g~}, dat is, zulke oude luiden , die met het eene been in 't graf gaan, tok ht^o* 7tiS» iv t? e^ovTff ut julianus ajebat. Item die door langduurige ziekten gantfeh uirgeteert zyn : Azo in d. I. unie num. 7. De Incarceratis vide Hipp. de Marf. Prah crim. §. attingam. num. 74. VII. En hoe wel Couvarruvias PraÈt. quafl. cap. 7. num. 2. meend, dat een Vrouwe ongebouwd of ongebonden blyvende, niet kan geacht worden te zyn eene Weduwe, en dat dezelve over zulks nier. geniet der Weduwen Privilegie: ten waare gekomen zynde buiten den huwclyken ftaat tot grooten ouderdom: zo word nochtans naar onzen Styl contrarie gepraclifeert, ex /. cc xlii. malum. §. Viduam. ^. D.de verb. fig. als zy zyn vanibbre conditie, gelykerwys Dienjl- maagden [g] Decrepiti Senes] Nog niet lang geleden is eene Exceptie tegen een Senex decrepitus geproponcert by 't Hoi' gerejecteert. Dog is daar van aan den Hoogen Raadt geappelleert, cn de zake aldaar nog litispendent. 5. 5. Maar ook van ryke.] Vergelyk over deeze quEeftie Vromans de Foro Comp. Lib.i. Cap. t. ft. 9. éf ibi Middellant in notis. cn Bvnkershoek d. L. 1. Cap. 4. §. 5. Niet renuncieeren.] Schoon 'er onder dc oude Regtsdoctoren zommigen gevonden zyn, welke meenden, dat een Weduwe niet validclyk van haar privilegium fori zou kunnen renunciceren, is egter dit gevoelen te regt door anderen verworpen , alzoo 'er geen n-enoegzaame reden kan gegeven worden, waarom de generaalc difpofitie van het Regt, quod unusquisque juri, pro Je introJutto, poteft renunciare, ten deezen geen plaats zoude moeten hebben. Zie Voet ad tit. ff. de Judic. n. 123. §. 6. Miferable perfoonen.] Voigens het getuigenis van Bvnkershoek all. Lib. 1. Cap. 4. is 'er een groot gefchil onder de Regtsgeleerden, wie met betrekking tot de Regtbank, waar aan dezelve onderhoorig zyn, voor deerniswaardige en miferable perfoonen te |houden zvn: Waarom hy de geenen, die zig in dit gefchil begeeren in te laaten, renvoyeert naar de Schryvers by hem aldaar aangewezen, en voorts zig bepaalt, om in'tvervolg van dat Cap. flechts eenige weinige dingen tot een proef ter neder te lïcllen, die 't meelt de HolIandfche Regtbank raaken. , ' § 7 Dienjtmaagden.] Schoon dc Heer de Haas in zyne Aanteek.. ter deezer plaatfe onbepaalt ter neder fielt, dat Dienltmaagden en diergelyke Vrouwsperfoonen haare partyen ter eerfter inftantie niet voor 't Hof kunnen roepen, zouden wy egter liever met den Prefident van Bvnkershoek Quceft. Jur. Priv. Lib. 1. Cap. 4. hieromtrent een onderfcheid maken, of met de betering der eer en Kraamkoften te gelyk gevraagt werd alimentatie voor 'tKind, dan niet. In h eerfte geval is 'tHof ex continentia caufte competent, om dat de zaaken van alle minderjarigen , en dus ook van dat Kind, tot 'tHof behooren. Dogin't laatfte geval, C'tKindby voorb. overleden zynde ) zoude zoodanig Vrouwsperfoon 0 voor  TITULUS II. CAP. IX. maagden f> ], en diergelyke flechte Vrouwsperfoonen. C 24 ) üuia in wtok. mnupta negociatnce aliud cenfendum videtur. J ~~ Uitere VIII Een Vrouw welkers Man gebannen is, of op de Galeye gecondemneert &>, ut verbo dicam , civüiter mortuus, word voor eene Weduwe fehouden arl 2. % fed. neq. ifiud. de tranfl. Epifc. Nam aliquid non haben> $TaZe InZf le, funt Paria: gloff. in l. fin. C. de plagiar. Vide latius Andr. Gaü lü> T b frvatione 1. numens 40. 41. 42. 43- 44. 45- Huc referenda fiEpftla Ret anni cio id mi. Januar. v. relat. in lib. 1. Bart. Ernft. Folio xliv. ö CAPITTEL X 1. Zaaken de Kerken aamaande. f 9 tj,+ tt^t.b 1 ■ , 2. Kerke is als em Weet-kini. 1 3' Sn. Kerhn'gmd « 1 der Uit de voorzeide Injtrutiie, art. vin. J. ir. I. Ttem van Zaken roerende Fundatiën van Kerken f>], gedaan bv A ons of onfe Voorvaderen, Zie het xxviii. an. van de llulf van Vlaand. m V beginzel, ende V gemelde EdicJ van Koning Franclf ^) " ffi «aan tot kënnisfe Kerk belangen ; principalyk' ingevette If^hool Ö M deert [k] Dienftmaagden] Het is tegenwoordig buiten contradiaie, dat Dienftmaagden en diergelyke Vrouwsperfonen, willende aderen in cas van defloratie, hare partye rr eerfter inftantie voor den Hove niet kunnen betrekken, maar dezelve moeten roepen 1 voor den dagelykfehen Regter. (24) En is over zulks de exceptie van renvoi by de gedaagde geproponeert, eerejecteert geworden op den 18. July1634 dog is evenwel zomtyds geadmitteert geworden X. 1. oJ/". i30.  |t $ L I B E R I V. deert zyn. Want de Kerke is in de plaatfe van een Wees-kind, zo veel haare befchermenisfe aangaat: Accurf. ad. L 5. libertos, E de excufat. tut. ^ Officiaalen, ten deele by het Hof van Holland, als politicq opzigt hebbende, zoo over Kerkelvke, als over Weereldlyke perfoonen: dog na het ontftaan van den gemelden uorlofe is de ludicaiuure daar van gedefereert aan 't Collegie van Gecommitteerde Raaden Ln dus word in de Ampiiatie Inftr, van 't voorn. Hof, en in de Inftr. van den Hoogen Raai, die beide na het ontftaan van den Oorlog gemaakt zyn, niet gevonden, dat aan die Collegien eenisre kënnisfe over zaaken van de Religie, en de dependentiën van dien, gegeven is. Waar uit derhalven proflucert, dat indien ooit aan de Hoven van Juftitie eenige kennis e over Kerkelvke Zaaken mag zvn gcattribueert, zulks moet verftaan worden gefproten tc zyn uit gedelegeerde, en niet uit ordinaris Jurisdiftie: gelyk deeze zaak zeer■bondig beredeneert, en met redenen en bewyzen geftaaft is door H. m\ ^°\fl^\Cf ^ pa* 126. fea. waar mede overeenftemt Graswinkel opperfte magt 2de D. Cap. IJ.J. 2 N éftaTioló. M alwaar hy geleerd hebbende , dat het Collegie van Gecommitteerde Raaden! gelyk zulks uit dcrzëJver Commislien te-zien is, onder anderen fpec.a yku belaft ordre te ftellen, dat alles, wat de Staaten ordonnceren m 't ftuk van de Jufcae. Weereldlyke ende Kerkelvke Policie, wel werde geobfervcert, 'er wyders byvoegt, NB. 6 ly- haar, met exclufte van beide de Hoven, ook •tpoint van. de Religie, t welkdnHov l otal n Zde toegekomen. ~ Men voege tot beveiliging hier nog by, de Refo u ie^ andere Vcrklaaring van de Staten van Holland, nopens het Formulier van t Gebed in de SSSwWtW Lande" voor dc H00-C ?h Subid'fernö OvMn van den 27 UpHls6(A in 'tflot van welke Refolutie de executie en riakom.ng van dezelve, OMt •#» tHo2 vanJu[litie, maar eeniglvk en alleen aan de Heeren Gecommitteerde Raaden m d tnSe OuarLen aanbevolen is.° E,r vervolgens is uit dit alles evident, dat de Hoven van luftitif niet bevocgt zyn, om Mandamenten Poenaal of eenige andere Provilien van Tuftuic tegen Kerkelvke Procedure.! of Vonnisfen van Kerkenraacn, Clasfen, of Sy.noJdèn tê verleenen , en daar door den voortgang of executie derze ver te ftuiten ; zoo als ook dien conform eenige jaaren geleden door den Hoogen Raadeis gedccidecrtin de zaak va jannes van Wem, Predikant te WeesP, aan wicn by 't Hof op den 1 Novemi« 175 . "wa verleent een Mandament Pconaal, waar by de Clasl.s van Amfterdam gemterdTcéeW wieSfop haare gedaane Citatien eenige procedures tegen den voorn. Johannes val mm te ondernemen, ofte met dc reeds bedreigde tegen hem voort te gaan; dog v &vSreSd13SSSfrnt by de Clasfis van Amfterdam geappelleert zvnde aan den fiSSTzoo is by Sententie van welgemelden Raade, van dei;.27. July i754- het &1Kfflmwt Bon^serewceert, cn als nog aan den voorn. Johannes van Wena op desze £verzoek aan 'tHof gedaan, verleent Nihil Tcrwyl dit alles nog verder wordbevefti-t dooreen notabele Refolutie van de Staaten van Holland van den 18. FeSwftSS gnomen op dc Requefte van verfcheide Leden van den Kerkenraad van de Ludierfchc Gemeente in 's Gravenhaage , raakende de Proces-koften , die ontftaan waaren BS'S Procedures, door twee Leden van den voorn. Kerkenraad, zonder cemMQuifficatié of Cömmisfie van denzclven Kerkenraad, tegen M. Maasfen, Predikant in dozeh e Gcmecie, gevoert; en waaromtrent dc cerftgem. Leden gedreigt wierden met fe?™Sn?e©i^eaurM voor Schepenen van 's Hage. By welke Relolutie door de SeïSSwonden en verftaan is, dat de voorfz. Requefte zoude gezonden worden Sïi£2KÏÏ&ii* Raaden, met verzoek en attèorifarie, om pp den inhoud van dl'èn cn hè? verzoek, daar by gedaan, na verhoor van die geenen, die gehoord zouden moeten worden, te disponeeren, zoo als zy zouden vermecnen te behooren — En K^dSdfrecSvan Tudicaïüüfé over dc zaaken, rakende dc Kerke lyke Politie, met i\e &c" En wanneer aan die Refo'luthf melde Refó^Vc&è d ! ^VfMtófe» SK dures, ter contrarie gehouden, en deprovifien tegen de executie vaii dc voo&rfz: RefoTutfe" verleent; met verzoek enteffens met ordre aan den Hooien Raad, in dezelve zaakT^e^ verdere kënnisfe te neemen, op poene van nulliteit van dezelve Proced^ SStf ?aadeKn niet g.choudc" zoudc" ZY" die tc obedieeren ' &c — Verwyl 3 n p0 SiaatCÜ ' by occahe ^it zeker Mandament Poenaal door den Hove ProvinS aan de Regeerders van Oude en Nieuwe Niedorp tegen Kerkmeefteren aldaaw tnr leent , by twee nadere Rejolutien van den 4. July en ff&SS^?SZ^S^SlS^ Refolutien van oen jaare 1625. ook ten aanzien van den Hove PrbvMiaaPm?tdrukkelvk hebben geconfirmeert, en dienvolgende goedgevonden, dat het voorn Hof zou werden aangefchreven, ten einde het opgemelde Mandament Poenaal wierde in^roklen zondiï mfar'TJ«T?y} 1 dlfferenteJ?' ovcr geeftelyke goederen oiïtoande? Se tc bemoei en maar dezelve te laten ter Judicatuure en kënnisfe, zoo in 't posfesfóir 'a's in't netitc' volgens de opgemelde Refolutie van den 4. OUober 162*. JL- Onder zoodanige aulTn nogtans, waar van de kennis-neeming aan de Hoven van TuftS niefbehöÖfd W met gebragt worden de gefchillen over het regt van Patroniatfchap 2zo b^haar Fd Cr gjf?l I0" i«54. is verftaan, dat alle quXn, die'over hel re* van Pa K^f' 6t geln daar aan dePend«rt, tusfchen eenige Kerken en particmiere ftSns wf ?r^VtoT te,reyzen' ^ 200 verre d^elveby of dobrESofr werde" Jas^ expediënten in der minne niet kunnen ge aten^ de 0rdinaire Juftuie gerenvoyeert, en ter decilic van dezelve E e I. Deel. CAPITTEL  *i8. L I B E R I V. CAPITTEL XI. Posfesfien van Beneficiën, Leenen, Erven, &c. Ibidem art. vin. parag. xn. Item van Zaken roerende Posfesfie ( Vide 6? art, Inftrucf. xxxix. xl. Cif tres fequentes) van Beneficiën, Leenen [a], (Gail. lib. i. Obferv. xxix.) of Erven. Voegt hier by eene Atteflatie van alle de Suppooften van den ffove, van date den xix. Juny cid id xxxiv. ftaande geregiftreert in 't eerfte Memoriaal-boek van Ioan de Ionge, folio cc xxx. Ende het xxix. art. van de Inftr. van Vlaanderen, ende 't voorfz. articul van Koning Fran::ois. Item de Inftrutlie van den Leenhoven. Confule & And. Gail. lib. i. Obferv. v. CAPITTEL XI I. Obligatien van Officiers. Ibidem art. vm. parag. x. Ïtem van Obligatien van Officiers, daar by ïy hen onder haaren Zegel of Hand-teyken verbonden zullen hebben zeekere fomme van oenningen te betalen, of andere dingen te doen: Videfupra cap. vi. CAPITTEL;. fa] Posfesfie van Leenen] By deeze gelegenheitkan genoteert worden, dat een Leenhof van Leenzaken maar kënnisfe neemt ten p-titoircn, en rakende de proprieteit: maar dat de quxmen, rakende de posfesfie van Leenen, aan den ordinaris Regter moeten komen. Vide Borts Holl. Leen-Regt. ZfleD. ille Cap. num. 17. £? feqq- Waarom ook alhier by het 8Jïe Art. van de Inftr. van het Hof, 1 :ic iudicature rakende posfesfie van Leenen aan'het Hof is gegeven, fchoon 'erten tyde, | wanneer deze Inftruóh'e van het Hof is gemaakt, een feparaat Leenhof was. En fchoon het Leenhof nu door het Hof wordt gcre prsefenteert, zoo kan men egter ook voor den Hoogen Rade, wegens Leenen posfesforié ageren. Bort d. num. 17. die daar toe allegeert het iSrfe Art. van.de Inftr. van den Hoogen Rade. Het welke indiftinclelyk Hanteert, dat dc Hoogen Raadt kënnisfe zal hebben in alk materiën posfesfoir. .  ; TlTULrs II. CAP. XIII, 2ïp CAPITTEL XIII. Obligatien van Edel-mannen. Ibidem art. vnr. parag. xr. ■jgn aangaande van Obligatien van (26) Edel-mannen, zullen daar at mogen kennen by Preventie. CA- ' c 26) Edel-mannen. ] En dit zo zy verbonden zyn by Obligarie ; andere moeten zywr eerfter inftantie geroepen worden voor haaren ordinaris Regter , tj ita obfervatur. Quid autem fi nobihs Brabantia contrahat in pagovel epptdoHolUmdig, m peflea reverfus in Hollaniiam tbt citaripojjit coram Curia ratione contractus loci? ty quamvis videatur quod non, cum nobihs Brabantia; non debeat ejfe deterioris conditiome mercatore Brabantino, qui hic conveniri ncn potejt tuft m ,pf0 opp£de t uU cmtfoElum fuit n ibimvematur,ïs nogtans den 25.Novemb. 1593 liet tegendeel verftaan in de zaake van den Drosfart van Breda, wezende een Edelman tot Breda wonende, dewelke totRyswyk met eenen gecontraheert hebbende, en , daar na • yeder in Holland gekomen zynde, by Mandament voor den Hove gedagvaart, en aldaar gecompareert zynde, had geproponeert exceptie declinatoir, alzo hy in Braband woonde ; welke exceptie by Cafembrood en Pauk is gerejeaeert geweeft uit krachte Cap. XIII. Obligatien van Edelmannen.l Bv het os ff? Art- J.. t a «• $ aan 1462. word aan 'tHof omtrent de Fdelen , Inflm*" vm 't Hof van den daar in beftaande , dat 't Hof kennS neem vl» rv /- • CSck^i1,: Cene bcPaa'de Jurisdiaie eere, daarfy henluiden ondeVLnn^e^ te W*S2 zekere fomme van penningen te beiïat ^S%B"ï?rfi ^ ^ouWe eer en zekerheid van 1531. door Meruoa alhier bntbket word h ^ 1 i7 \ L" by hQtArt- uit de Inftr. te bepaalt tot obligatien MéS^f^Lt^ï®^* Jurisdiffie van 'tHof mcuit dit een cn ander tc kunnen ^n^ej^^^SïS TV^ Dus raai Regtsgebied over de Edelen 4had h^"f> ,i' -T L?f 111 0ude t-vden geen genegatien , onder hun zegel P^5£^S^5S^ Zy Uit h°°fd^ *» OMi- zoo dat zy os* (4-pïïyeïeïlÏÏS^SI föSfü e" &L "og aIIe^>'k èy w ens Jurisdiaie zy woonden vLJo» ^S e-' } voor den 0rdinairen Regter, oikW ïurisdiclie van aïfiKSj^^ Edognaderhand is déïc *W 2-. l6l4. ae^oïïSSMLiS ,° by '3et 9de An- *» Provis- Edelen * ^A^SKS^^^fJfSÏ t ***** -*rS £w«/. Op weiken grond dan ook bv ZTgPÜ, ? g J Ho™wsrks" ten dienfte van de Bar* Privilegie van de Heerïn van ^Riddertctl ?» VS *" **' Mmït IÖ5?" 8CZC^ Wttixl een «ï*wi bnrekbattr te zyn. luT\7 w z-vn' V3n ?rivativily-k v oer den Hov in Ëe ?, van dit Art. Sande lib. r. 1 jJIm g^en in dir ^rticul gezegdword.dat EdeJ-Juiden ter eerfter inftantie mogen geconvenieert worden voor den Hove, rnae zo verre geen plaats hebben , dat de debiteur zynen crediteur zoude mogen roepen voor den voornoemden Hove, om aldaar zyne a&es te inftitueren, gelyk is verklaart den en iSt.m' Zktende tGr audi™ km De Edel-Iuiden , 'in den Haag woonende', zyn alleen convenibel voor 't Hof, volgens provifioneele ordre van de Staten van Hol! énld Wcfï-Vnesland, tusfchen het Hof en den Haag gemaakt den 13. Mey 164-. Tal uitgezondert in zaaken daar den Haag alleen kënnisfe nëemt, gelyk als in •tfchutten lZ Huwelykfche geboden [i], Erffchcidinge, én diergelyke^ Vide Groenew. de legibus^ogatts ad tit Cod. ubi Senatores vel clarijfmi, Rc ad Rubricam. M »"-"•• c«J Den 13. Mey 1647.] De proviftonele Ordre  22C L I B E R IV. CAPITTEL XIV. 1. Obligatien inhoudende Prorogatien van Jurisdictie. 2. Een iegelyk mag Renuncieren het Beneficie tot zyn voordeel ingevoert. 3. Limit ative. 4. Uitgedrukte Prorogatie. 5. Stilzwygende. 6. In gevalle den geprorogeerden Rechter geene kënnisfe competeert van de geprorogeerde zaaken. 7. In wat zaaken Prorogatie van Jurisdiüien cesferen. Ibidem art. vnr. g. n. I. Tysgelyks van Obligatien inhoudende ( 27) Prorogatie van alle * JL/ Turisdidien of Submisfien van den Hove. J II. Het dre hier oremeldt is van den 27. Septemb. x614 A i II. Het is een zeeker Axioma en een Regul, niet weinig gepra&i- feeit, Hove is geprorogeert; dan hoewel dit 8. Art. generaal leid, zo is 't zelve in eenige gelegentheden gelimiteert; want by de Ordonnantie op de kleine zaaken van den2i, December 15J9. is expres geftatueert, dat geen Prorogatie van Jurisdictie zal mogen worden gedaan by die geenen, die in de Steden onder eenen dagelykfehen Regter in Holland zyn gezeten, in zaaken niet excederende ten regarde vanbefloten Steden, den Haage daar onder begrepen, hondert, ten regarde van Gerechten van de Dorpen 50. guld: dog anders is het ten regarde van crediteur en debiteur onder diverfche Jurisdictiën woonende. Maar by de Ampiiatie van de Inftruüie van den jaare 1644. de groote Steden van Holland, als Dordregt, Haarlem, Delft, Leyden, Amfterdam, Gouda, en Rotterdam gepriviligeert geworden zynde), dat haare definitive Vonnisfen executabel zyn by provifie en onder cautie ter fomme van ?oo. gulden , en van de andere befloten Sreden, den Haage daar onder begrepen, tot 150. gulden) dat partyen den anderen niet zullen mogen verbinden te recht te ftaan, als voor den Rechter daar zy beiden woonen, en zulks geen Prorogatie van Jurisdictie van den Hove plaats zal hebben, d. Ampl. Art. 5. By Placaat van den 8. Mey 1674. is nu van de groote Steden 600. gulden, en van andere Steden en den Haag 300. gulden, van Bailliuw en Mannen 120. gulden, en van de Dorpen 80. gulden, hier voren geallegeert pi], fa] Hier voren geallegeert] Hoc Lib.ar Tit. 2. Cap. 9. nttm. 22'.] Maar nopende perfoonen woonende, te weten debiteur en crediteur, onder diverfche Jurisdictiën, is expres geftatueert, eerftelyk: Dar een generale Prorogatie van Jutisdictie, als onderwerpinge aan allen Gerechte en Rechteren, om iemand ten Hove in de eerfte inftantie te conveniëren niet genoeg is, maar dat de Jurisdictie van 'tHof fpecialyk moet zyn geprorogeert [_b] , en daar en boven de fomme moet excederen, ten regarde van befloten Steden, 10-. en in de Dorpen 5 c gulden, d. Ampel. art.. 6. [è] Maar dat de Jurisdictie van 't Hof fpecialyk moet zyn geprorogeert.] Adde GroeneWeg. ad L. z..ff. de Judic. Dog iemantzyn domicilie in Rhynland houdende, kan uit kragte van de generale claufule onder verband van alle Regten en Regteren voor de Vierfchaar van Rhynland betrokken worden. Het zelve heeft ook plaatfe ten opzigte van de Vierfchaar van Delfland , en andere diergelyke Hooge Vierfcharen. Middellant in Notis ad Vrom. de Fero compet. Lib. i. Cap. 1. num 15. Voet ad Pand. Tit. de Jurisd. num. 31.] Item, dat ook de Jurisdictie van den Hove niet zal konnen worden geprorogeert in zaaken van asfurantie, tot wat fomme dezelve ook zouden mogen wezen , d. Ampl, art. 8. Nopende de Ingezetenen van Zeeland \_c], is by 't nader provifioneel Accoord van den n. Juny 1674. art. 15. geftatueert, dat die geenen , die onder eenen dagelykfehen Rechter in Zeeland zyn gezeten, de een den anderen niet zal mogen betrekken elders^ te Rechte te ftaan by Prorogatie van lurisdiaie. [e] Ingezetenen van Zeeland.] Zie hier boven Tit. 2. Cap. 9. num. 23. £f qua; ibi nota-, vimus. ] Wyders , dat niemand, ( dat is dan te verftaan van perfoonen in diverfche Jurisdictiën in Zeeland woonende,) uit obligatien zal mogen betrokken worden voor den Hove , ten waare dezelve inhielden fpeciale Prorogatie van Jurisdictie van den zeiven Hove. Vide art. 3. van 't eerfle provifioneel Accoord. Word ook de Jurisdictie van den Hove geprorogeert door de ' infertic van willige condemnatie [_d] in Aétens Obligatoir , op welke Actcns door den Procureur, van de een of dé ander partye daar in genomineert, de condemnatie verzogt wordende ,by den Hove word gedecerneert; maar zo de Procureurs, daar in genomineert om te confenteren in 't verzoek van condemnatie, overleden zyn, of de conltituanten; kunnen derzelver conftituanteu Erfgenamen geroepen worden tot voldoeninge voor den Hove, mitsgaders ook de conftituanten zelfs om een ander Procureur te conftitueren ,• om dt condemnatie te zien decerneren fje], 't welk dan een pure rauaétie is. 't Zelve is, ten regarde van die van Zeeland, te zien in 't nader provifioneel Accoord de anno 1674. art. 15. [ d] Willige condemnatie. ] Adde fupra Lib. 2. Tit. 1. Cap. j. in fine in Notis Lib. 4. Tit. 18. Cap. 8. num. 5. in Notis,- & Tit. 93. Cap. 7. num. 11 &? 12. in Notis. Op den 27. November 1673 is by bet Hof verftaan, dat geen' condemnatie zal wor£e 3 den  '22 3 L 1 B E R IV. leert, dat een iegelyk raag renuncieren van het Beneficie, en hem zeiven afftan- den gedecerneert op Obligatien ten behoeve van Suppooften gepasfeert, als of dezclven in 't geheel waren fpruitende uit geleende penningen , daar nogtans dezelven zouden {trekken tot voldoening van liet grootfte gedeelte van Salaris; daar maar eenig geld nog by zynde gedaan; waar door aan dc Cliënten zoude worden benomen bet middel om de Declaratien tc konnen doen taxeren ; maar dat zodanige Obligatien moeten in den Raad gebragt worden , om op de caufa debiti- geïnquireert te worden, Papeg. ide Deel pag. 91. . By den Hove van Holland is verftaan, dat geen' Condemnatien zullen worden gedecerneert op Conventien , aangegaan contra ionos mores: ook fmakende na de Leoninafo~ cietas , of inhoudende eenige ftipulatie van onbehoorlyken intreft : als mede niet op Obligatien en andere Inftrumenten obligatoir/zonder naam, fprekende ten behoeve van Toonder des Briefs. Vide Loenii Decif. Caf. 54, & ibi Boel in Natis.t En word van gelyken by den Hogen Rade op zodanige "Conventien en Obligatien geen Condemnatie gpdecerneert. By den Hoogen Rade word mede geen Condemnatie gedecerneert op Obligatien, inhoudende quantitatem incertam; dit is by de Praêtizyns bekent, en komt ook over een met de natuur van alle Sententien; waar toe fpecteert de Titulus Codicis de Seutentia , qua fine certa quantitate profertur. By den Hoogen Raadc zoude ook geen Condemnatie worden gedecerneert op generale Procuraticn ad negotia-; devvyl die mede geen zeker object contineren. Zie wyders van Zurk Cod. Batav. Voce Sententiën §. 16 en 18. By gedrukte Ordonnantie van de Magiftraat van 's Gravmhage van den 22. Auguftus 1684. js geordonneert aan de NotarLsfen aldaar gea'dmittecrt, dat zy geene Actens , waar in ook Burgers van "den Hage compareren, onder willige Condemnatie zullen mogen pasferen , dan onder wi.Iige Condemnatie, zoo wel voor den Gerechte der voorfz. plaatfe., ais voor den Hove van Holland, tb nier onder willige Condemnatie van den roe rHove alleen , ten ware dc Comparanten waren notoire Suppooften van den voorfz. Hove, cn anders niet, op dc boete i' H vier zilverc ducatons Gp ieder Acte. $>e voorfz.. Qritmnmieftaat inde Keuren van den Hage pag, 125. Van willige Condemnatien van den Hoogen Rade, als mede van den Hove, kan niet worden geprovoceert. Maar is by het 3de Art. van het Accommodement tusfchen beide de Hoven, gepubliceert op den 26. Juny 1725 , geftatueert : Dat van willige Condemnatien van het Hof voortaan niet direct aan den Hoogen Rade zal geappelleert of gereformeert worden, maar dat van zoodanige willige Condemnatien, om redenen in Regten gefundeert , van den Hogen Rade zal verzogt worden Mandament van Reliëf met Committimus aan den Hove ; en dat die! zig zal mecnen gegraveert te zyn by Sententie van den Hove., 't zy door het interineren, 't zy door het rejeCteren van het Reliëf, als dan eerft van dezelve zal mogen appélleren o.f reformeren; even gelyk als van willige Condemnatien, by den gemelden Hoogen Rade gedecerneert., aan die geenen , dewelke zouden willen fuftineren jegens d*e Ordonnantiën competerende, en Junsdiftie te prorogeren, d. l.fiquis. Li. D. fi aids in jus voc. non ter. moet nochtans 't zelve verftaan worden, lis het M^SS^i lyk tonde iemand, die op zvne eigene ove'rgifte gecondemneert is,niet gezegt worden gegravéert te zyn , L. 26. ff. de re judic. Voet aa Pandetl. Tit. de Appél/, num. 6 Dog als men al zoude willen appélleren van-een' willige Condemnatie, zoude alvorens fubftantieel Reliëf van de overgifte-verzogrmoeten worden. En is daar op de gemelde Exceptie by het Hof geadmitteert. Dit is alzoo verftaan-, voor dat het bovengemelde Accommodement in de Wereld was. [e] Om de Condemnatie te zien decerneren.] De Procureurs tot een of allen ui'tgeft'óryen zynde, eer dat de Condemnatie is opgemaakt, moet men zyn' partye dagvaarden om de Condemnatie te zien decerneren; maar niet om Procureur Acceptant te Hellen; dcwyl, zoo lang als de Condemnatie nog met is. opgemaakt, daar nog geen judicium is, en dagvaarding om Procureur Acceptant te Rellen dan eerft plaatfe kan hebben, als 'er reeds een judicium is geïntroduceerd Maranta leert in zyn Speculum aureum. Part. 4. Diftintt. 6. num. 39. quod in caufts executivis reconventie locum non habet, en voegt 'er by uit Baldus , quod fi petitur executio inflrumenti Confefftonati, non 'habet locum reconventie, & quod ille qui confitetur debitum, non potefi actorem reconvenire, &■ eft ratio, quia ■in confeffum partes Judicis non funt in alio, nifi in pracipiendo ut folvat, habetur enim pro condemnato. L. un. Cod. de Confeffts. Om deze redenen was Mr. Zeger Th'ierens van gevoelen , dat iemand gedagvaart zynde om Condemnatie op eene Obligatie of ander Conrraét te zien decerneren, geen' Reconventie doen san. .Zie ook Mehula hoc Lib. 4 Tit. 43 Cap. 2. num. 2. in fine. en Manier van Proced. Tit. J.-Cap. 9. num. 9. ] Staat nog te noteren, dat die gene, die Jdln et^fT^IS^^f V°! f«? Vm ^K^unciant; en niet tot eer ea beveftpt dónTdo^LZ^^u Dn ^ord met ec» fraai voorbeeld or-gehelderr ra Betoogt nooi den beroemden Prelident van Bjtnkerskoek in TraQ de Foro Legat. Cap. een Acte heeft gepasfeert, met infertic van willige condemnatie , daar toe conftittieren ■ . de een of meer Procureurs , en hy de Condemnatie niet wil gedecerneert hebben, ■meenende daar toe redenen te hebben de Procuratie, in dc voorfz. AQe ?eltekl, ; -kan revocereiv, eer de Condemnatie is gedecerneert, en daar van de geconftituberde Procureurs adverteren, in welke gévallen de willige Condemnatie niet kan worden gedecerneert: maar in gevallen de Procuratie tn dc voorfz. Aöe zynde gefteld onwederroepclyk, de conftituant egter de Procuratie revoceert, en de 'Procureurs (aar van adverteert, en het zelve by de Procureurs word geallegeert, zoo zyn evenwel de rejpcttive Boven gewoon Condemnatie, ex officie , te decerneren. [f] [f] Zoo zyn evenwel de refpeühe Hoven gewoon Condemnatie, ex officio, te decerneren] Van dit gevoelen is ook Boel in Notis ad Loenii üecif. Caf. 6?. in fine. Nogtans ben ik van ervarene Pradizyns onderregt, dat alle Procuraticngeïnferecrt in Contracten, die onder willige Condemnatie zyn gepasfeert met tegenftaande de claufule onwederroepehk daar in zouden mogen influeren, met effect e kunnen gevoceert of ingetrokken worden Hetgeen fteuntop het regt, hetweike dicteert dat het is de effentia mandati, dat -het revocabel is, en dat' door een paftuni aan de ejjentiaha van een Contract niet kan worden gederogcert. Daar is nogtans eene Ordonnantie van den Rade van Brabant alhier van den 2j.Septe.mb. 1679. waar by geftatueert is ,- dat Procuratien geïnfereert in Contracten , onder willige Condemnatie gepasfeert, met mogen gerevoceert worden. Zie het geene mede tot deeze materie behoort-^'i. 4. Tit. ico. Cap. 1. num. 3. £? feqq. ,  m L I B E R I V. Ivk ingevoerd is tot faveur van den Renunciant; en niet tot eer van den Rechter , ofte faveur en voordeel van een Superieur en Overheer, Privilegie hebbende van alzulker kracht, dat niemant zyne Onderdaanen mag dwingen noreen ander Rechter te Recht te ftaan [g]. Want alsdan konnen Partyen niet Renuncieren ofte Jurisdiaie prorogeren: Maranta part. iv. Dijtmtt. Judic. xrr. num 26. En waar 't zaake dat het zelve gefchiede, zo heeft de vooriz. Overheer mapt zyn Onderdaanen weder tot hem te roepen: c. cum tempore. ubi Fanorm, num. 2. de arbitr. Socin. in c. cum ftgnificafti.num. 44- cumfeq. de pr. compet. Word daarommé niet toegelaaten, dat een Vafal Jurisdictie prorogere ot confentere in een ander Rechter, tegen wil en dank van den Leenheer; c. imperialem §. prceterea. ubi gloff. de prohibit. feud. alien. d. c. cum ftgnificafti. de por. compet. En ingevalle zulks gebeurde, mag de Leenheer revoceren zyn vooriz. Vafal, en dwingen Recht en Juftitie te verzoeken (zo veel nochtans het Leen belangt) apud Pares Curia of Leen-mannen: Scribentes ad l. 29.71 quis m confcribendo. C. de pa£t. , ^ IV. Prorogatie van Jurisdictie mag gefchieden uitdrukkelyk ofte ftilzwygende: uitdrukkelyk, als Partyen met uitgedrukte woorden d'een den anderen verbinden te Rechte te moeten ftaan voor haaren niet-Juge; l. 1. & 2. D. de maic< Deeze woorden worden gemeenlyk uitgedrukt in alle Inftrumenten , Hand-geichriften, Obligatien of Verbant-brieven , &c. als zyn : Onder Verbant van alIon Rechten en Rechteren: Item, Op heerlyke en reale executie van den Hove van HoVand • Item , Met zulk Recht ofte Rechteren, als u gelieven zal, of met Weeskinders Recht [Aj; en andere gelyke kracht hebbende. V. otiL' " [g] Vm ten andtr RsSttr te recJ>t *e ftaan] Een Vreemdeling, dieby eene Obligatie de Turisdiftie van een' Regter heeft geprorogeert, kan voor dien Regter niet anders geconvenieert worden, dan wanneer hy in het territoir van dien Regtcr word gevonden, en moet hy zelfs dan by middel van Arreft geconvenieert worden. Groeneweg. ad Tit. Cod. ubi conveniatur qui cetto loco dare promiftt. Voet ad Pand. Tit. de Judic. num. 73. Facit jjort van Arrejlen ijle Deel num. 13. Zoo dat zoodanige prorogatie van geen effect, fchynt tc wezen: nademaal men, hier te Lande, een Vreemdeling altydt by middel van Arreft voor een' Regtcr bank vaft kan maken, fchoon hy de Jurisdictie van dien Regter niet geprorogeert heeft. Daarom kan men niet dan oneigentlyk zeggen dat de heus contraüus bv ons een forum cojnpetens zoude maken. Want het Arreft, en'niet de heus contrahits , maakt het forum compet ens, [/i] Met Weei-kinders Recht] Vul go Weeskamers Recht. Vide Zurk Cod. Batav. Tit. Wees-kimers. 23 cn in Quesft. Jur. Priv. Lib. 1. Cap. n. pag. 119 Edit. m Quarto alwaar hy lecrd, dat de Gezanten van buitenlandfche Vorften, mitsgaders ook de Gedeputeerden, die uit oTandereProvincien in de Collegien van de Generaliteit naar Holland gezonden worden, ïich bv prorogatie of verdrag aan de Hollandfche Rechtbank niet mogen onderwerpen; omdatzv ailecnvan hun eigen recht kunnen renuncieeren, en niet van dat van hunne Souvera'n- en om dat het prerogatief van de Rechtbank, of het recht van zich op hunOrdfnahen en dagelykfehen Rechter te beroepen, in dit geval niet) zoo zeer meevoert is ten voordeele van dié Gezanten of Gedeputeerden , als wel ten voordeele van den Souverain, welke hen gezonden heeft; op dat nam. aan het Gczantfchap of Deputatie op gecneriey wyze eenige belemmering zou toegebragt worden Zoo als diezclve Prefident dit ftuk zeer naauwkeurig beredeneert in de voorfz. Quetft. Jur. Pm. Lib. I. Cap. 9- t*g- S>8, 99 fc?  TITÜLIM II. C A P. XIV. 22f V. Stil&wygende gefchied Prorogatie van JurisdiStie, als iemand gedoogt dat hy betrokken worde voor eenen incompecenten Rechter. Want indien hvoppof feert eenige Exceptie Dilatoire,zonderalvoorens raentie gemaakt te hebben van Renvoy, zo word hy geprefurneertte confenteren in delzen Zynen nietUS Bart Jaf Alexand m l fi convenerit 18. D. de Jurifd. Bart in l. non videtur D. de Judic. Baldal fin. C. de Judic. Innoc. ctrd Abb. in c. inter monaft. num. de re judicat. Maar indien hy geene Exceptien oppofeert, zo word hier gerequireertLitisconteftatie, al eer zulks kan geprefumeert worden. Glo/THi dl.fi convenerit. Vide latius Felinum in d. c. inter monafterium. num. 4 J'fea extr. de re judic. Stikwygende word ook de Jurisdiaie geprorogeert doZ Reconventie Math. m Decif « mfil. Neap. Speculat, in Ut. de\om\et. %idü adit. in princip. verfic. t). (28) ^"v"- zulke'iSftif SPv3anTartvePnReChter niet heeft by ^ Onderdanen alzuiKe junctie, als van Partyen geprorogeert is, zo is de Prorogatie van geender waarden: Jaf in l fi per errorem col. x'.D. de JurisdTo^udt Bald. ml 1. col. i. C. eed. & in l-tefiamentaV. de teftib. Anders zSe hier' fchynen te zyn niet Prorogatie, maar veel eer Collatie van Junsd ftie die Pri vate Perfoonen met is toegelaten: l.privatorum 2. C. de Jurid.ZnjX VIL Alle Prorogatien van Jurisdictiën cesferen ( 2o ) fn klSne^aien h» dragende tot hondert guldens en daar benedeneind befloo n S eeden van HoUand, den Haage meede> daar onder begreepen; en tot vyft£ KaSdïïs en daar beneden, buiten de Steeden; in gelde ofte goeder™ f11 voorfz. fomme niet excedeerende, zo wannier Par yen vïn eene tÏÏZ ^J* een dagelyks Gerechte woonachtig zyn; naar uitween d'inCffi Remaak od de kleine zaaken., art. 11. hier vooren geallegeert, cap. vin Semaa^ op (28) De Weduwe en Erfgenamen van den geenen, die zoodanige Obligatie gepasfeert heeft, konnen ook ter eerfter inftantie voor 't Hof betrokken worden , Sande lib. I. tit. 3. def. 3. C29) Tn kleine zaaken] De kleine zaakon ?yn nu volgens de nader Am^fafe Arf Z h,npHbefl00te Steeude* 20--?u,den ^ daar beneden, en van het Platte Land 100 galden en daar beneden. g CAPITTEL XV. Exaftien, Concusfien, ;&c. der Officieren jegens anderen. i Ibidem art. vm. parag. vr. Tgnde ook van Examen en Concusfien f>], die zy (Officiers) in hunne Officien mogten bedreven hebben. Vide art. mi Inftr. Prov Ë ■dek^f^it^^^^ I tTuVeV°efl dS0/ dei1 l3atfie» Uifgever ■eieren, num. 20. ende volgende ijmerofs | " ^ I- Deel. p f  22tf L I B E % I V. Et Epijlolam Majeft. Imper. anni cio id xl. Martii xv. relat. in lib. 3, Joan de Jonge, fol. 4.9. & * Flandric. art. 26. 32. 6f 33. tóe & l. in Officiales 4. C. ^/e 0$fc. it(?#. Pröv. /. 2. hac perpetua. C. ubi quis de cur. I. nuttig. C. quor. appell. non recip. I. cum aliquid. 8. /. univerfi. 9. /. uit. C. ubi Caujf.-fifc. I. 3. quotiens. C. ubi Senat, vel Clar. I. 9. meris. §. 11. ijlde f ere. I. 27. Divi §. 1. 6? 2. D. de peen. I. illicitas. 6. de Offic. Praf. Confult fi? Minfmg. Cent. j. Obferv. 8. CAPITTEL XVI. Injurien gecomrnitteerf, jegens Officieren, &c. [ Ibidem art. vm. Parag. 111. Ttem van Injurien, die gedaan werden Officieren, Geeftelicken, of A anderegepriviligeerde perfoonen [a\ Vide 6? art. 3). Inflr. Fland. Hove mag beregt worden. En wordt in het flot van die Memorie gezegt, dat dit ftuk het aller capitaalfte is van alle de geenen, daar ooit tusfchen het Hof en de Magiftraat van den Hage queftie over is ontftaan. Zoo datSuppooften, indien zy ofhunncdomeftyequen, dooreen Burger van den Hage gelsdeert of geinjurieert zyn, voorzigtig moeten wezen, en zig daar over niet aan den Hage, maar aan den Hove addresferen. Zie ook de Papeg. 2de Deel in de Foorreden op het nde Bladz. verfo. fa] Cf andere gepriviligeerde perfoonen] In het Boek geïfvtituleert, Ampele DeduÜien van den Hove van Hoilandt ende 's Gravenhagc, rakende hare Jurisdictiën, en gedrukt te Delft 1738. in 410. wordt op pag. 464. gevonden eene Memorie , omme-te dienen tot-adftruüie van het regt, dat alle Lafte, door wien het ook wezen mag , het zy Burger van den Hage, of van >r\e andere Stadt, gedaan alhier in den Hage aan eenige van de Edelen,' of ander gepriviligieerd Perfoon, cn onder de Judicature van den Hove ifteatende. bi niemant anders als by den zeiven Op XVI Geeftelyken.] Het Hof heeft ih deszelfs Concept-Infiruüie van den jaare [167-. hier maar alleen behouden de Officiers of andere gepriviligeerde perfonen, met voorbygaan van de Gee/lehke perfoonen, die Karei van Bourgondien in dc Inftr. van 'tjaa,■ 1462 An. 94. alleen benoemt tod. De Prefident van Bïnkersiioek: quwfl.Jur.Priv. Lib.i. Cap. 6. meent,, dat z&uiks om "eene andere reden gefchied is, dan om dat het Hof toen van gevoelen was, dat onze Predikanten die Privilegiën niet genieten, die eertyds de Roomfchgczmde Geesielvken hadden; waarom dan ook de Predikanten hun forum ter eerfter inftantie niet hebben voor 't Hof, maar ieder voor hunnen dagelykfehen Regter moeten te regt ftaan. Zelfs Ivdt zulks geene uitzondering met opzigt tot de Predikanten , in den Haage m dienft zynde - zoo als het zelve is 'uitgemaakt by de Refolutie van 14. Maart 1765. Art. 3. volgens welke onder de gepriviligeerde Perfoonen, die aan de privativc Jurisdiaie van den Raadc p-o»Vr>mal zyn gcfubjéfteerd, niet worden gecomprehendeert de Predikanten m den Hage. CAPITTEL-  TITULUS II. C A P, XVIï. aj5y CAPITT EL XVII. Injurien jegens Private perfoonen gepriviiegeert zynde. Ibidem art. xir. in princip. Jtem indien, by gebreeke, negligentie, faveur of disfimulatie van de Bailjuvven, Schouten of andere groote Officiers, eenige Kerken of Geeflelycke Perfoonen, Vrouwen, Weduwen, Weezen, Arme Land-luiden of andere, by eenige Edele Mannen of magtige Perfoonen overlait gefchiede, of ondeugdelicken by hen gevexeert wierden; zoo zullen die Stadhouder, Prefident en Raden de zelve ontbieden, ende op de OverMen Provifie doen, ende by alle behoorlicke Remedien daar inne voorzien, als daar inne behoord. - Vide DD. Ml. i. C. ne lic. potent, patr. I. 2. prajides. C. de Offic. ReöJ. prov. L 12. privilegia. §. 2. C. de facrof. ecclef. C A: P I rr T E L X VI I L Klagten;in. Cas van Nieuwigheyd. Ibidem art. vin. §. ix. Desgelyks van Klagten, die men zal willen doen in Cas van Nieiï* wigheyd et Ongebruyk; alzoo wel van de Vreemde Luyden, Nabuyren der voorfz. Landen, als van de Ingezetenen der zelve. ^r^^WMÉ^t^^M d3t-t0t he^een in di£ ï2*e ** i„l °Pzigte van dc Weezen of minderjarigen geftatueert word' hpn-pw™ p£iï!?ffit iTr: T2Misfiz v% ™ Weezen in de Sterto °"Ur,ent de b°edelfcheidingen der redehke rrmipFh,,^ ^ ' . Hof de Jurisdiflie toegckent word , wanneer het door Ca XV f ZwZ°?n°0r,dee^ • dat de Weeze11 onderdrukt wierden. °f tenuef en ConJZJëP/ 0aSeJ>ru^ H' als ,by den Ho°gen Raad verleent worden, dog of het Hof ^T§ 3fi^5SllVm8eP b6Zit' 'en alz°° verleenengManda,nen: ' Ff 2  228 X L I B E R I V. ve. Vide & art. Inftr. 39. & feq. item Andr. Gail. lib. I. Obf. te. www. 30. 6? O/^t-j. 16. pracipue num. 9. wm drf. i«/?r. i^d. 28. U In fin. D. de Procurat. I. 13. iVJcevia. § r, «xore D. de annuis legat. I. 10. ait Prater « 16 ƒ ek«. D. ?MJ. I »• i" Casv"n ?Urgt- I. Ttem de Jurisdiaie van dm Provincialen Raad word. ook g****^ tecren, en verzoeken Mandament, uit krachte van t w^k LXÏL Hifrïe kan g^k"gerefereert ^X^t^ Jurisdiaie van den Hove te fonderen, geordonneert is, dat die van den 110- vincialen Rade, Uyt de Infiruüie art. vin. Alle Perfoonen by (33) Preventie mogen ontfangen ter Purge. C A- Ta] Lex diffamari] Vide Lib. 4. 2ïr. 37Caf 2 num. ic. &? ?a« ÏW nntavmus. - fV") Suwr Le£. üiffamari C de ingen. ma- ! BumiffiO En is 't zelve by 't Hof alzo dikwils verftaan, als in de zaake van Jacob Acfc^dvk, contra Maria Hogewerf; en voor den Raade van Braband, in de zaake van Tan Howink, Aart Hcndrikfz Bronkhorft,Impetranten in cas van -Injurien cn Poenaal, contra den Majoor 'Boekhout, niet jegenftaande by Commisfarisfen op de Ro.Ie d exceptie was geadmittecrt. Hoc tarnen non obtmet inter Zelandos. frovif Accoord Art. 4. Nader Accoord van den 11. Ju#-* 1674. Art. ic\ 1 r-O Preventie'] [6] Preventie gefchied door d'impetratie van 't Mandament van Puree; dies is d'exceptic van renvoy by een Officier die naa de voorfz. Impetrane?, voor «t doen van 'tExploid, den Impetrant voor zvn Vierfchaar geciteert hadde, gepropor/eert, gerejeaeert den 16. Februar*) 1569Van materie van Preventie vide Giurbam Cciif. 48. Farinac. lib. l. lit. 1. de Inqutfit. Mascapd. de probat. Conci. 1226. Tiber. Decjan. Tra». Crim. lib. 4.' Cap. 21. Hier van is een treffelyk Traftaat gefchreven by Pet. Francisc. Tondutus de Prcevent.Juiicial. Q» Irxventio eft iniroduüa, quamvis quisetiam per Zram imo punttum pmventus eft. I. ft quis eum TTdwff de vuig. & Pup. text. in l muiier Wibi Socin. ff. de reb. dub Imo licet non fit faSta citatio vel formata inqnifttio quando judex urnen recepit teftes pro tofomatw üonem formant, pwent* eft jurMo Decian. lib. 4. Cap. zi. N. 2. Farinac hb. 1. *rW>i^Si»3 Indien een Officier , voor da-o van 't exploiaeren van het Mandament van Purge , Informatie genomen heeft kan hv Exceptie van Preventie voor den Hove nroponc en. Papeg. 1. D. pag. 523. verfu. JnKK Officier 'Het welk alzoo bv den.Hove is verftaan. Loenii Decif. Caf 2. Waar uu de quzftie, wie geprsfereert moet worden, dc Bailliuw van den Hus dehSt, of van den locus domicilii van den Purgant, gedecideert moet worden , namentlyk die geene? die den anderen met Informatie heeft eepwvenieert. Loenii Decif. Caf. 15. De Exceptie van Preventie moet voor het Hof geproponeertworden. Papeg. 2deD. pag.s^  TITUL17S II. CAP. XXIII. 235 CAPITTEL XXIIL Executie te zien decerneren. Is ook de Jurisdictie van den Hove gefondeert, fuper Actione Rei ?udicat* omme Executie te zien decerneren [a] op (U) Verjaarde VonSsS: %l Art. verf. op den XI. Maare. Informatie om Preventie te maken moet gefchieden voor Schepenen , niet voor Notaris en Getuigen, LoeTvir Decif Caf. óo. En wordt dit in het crimineel ontrent alle In formatien gerequireert. Aft. 51. van de Ordonnantie op de Crimineele Jns Mie. en Art. 27. van den Styl van Procederen tn Crimineele Zaken, ubi vide van Leeuwen. In andere Criminele Zaken maakt Informatie, ja zelfs Citatie geen Preventie, indien naderhandt by den anderen Officier Apprehenfie op de perfoon gefchiedt. Loenii Decif. d. Caf. 15. Van Preventie wordt in het breede gehandelt by Bort in zyn TraQaat van Criminele Zaken , Th. 2. num. 2?. £f feqq & TJf- 3. num. 7. ty feqq. Zie ook Papeg. ifie D. p-ag 521. en 522. en onzen Schryver L'b. 4. Tit. 14. Cap. 4. num. 3. £f ibi Notas. num. 7. Lib. 4. Tit. 24. Cap. xr. num. 1. Lib. 4. Tit. 36. Cap. 1. num. 4. & Lib. 4. Tit. 24. cap. 12. num. 11. [a] Omme Executie te zien decerneren] Als ■by het Hof executie is gedecerneert op een verjaart Vonnis van een' fubalternen Refter wordt de executie voor't Hof, én niet voor den fubalternen Regter gedreven; want het ' Vonnis levendig zynde geworden door de Sententie van het Hof, zoo wvft het zig zelfs, dat het Hof zvne eigene 'Sententien executeren moet , en niet dc fubalterne Regter. S Hof KïLk£1&ÈSen'1 He£^beurdzomwylen,dat men genoodzaakt is by waar op men eSiffi^TX °™ ™^ÜÜZ 10 zien ^cernécren, fchoon het Vonnis, ?«^effiéf£Öéndfe&^ hebben, nog niet verjaard is, by voorbeeld een trnru rrrol tóS Jt0l"cnd2.tc derven, eer de executie uit kragte van 't Vonnis of de Sen ! ff & #«' moct '«cn zoodanig Mandament vragen tete°n dc E £ executie vi , ! L I ' cn een • condemnatie tot haar lallen hebbende, voor de Hove ver^ trouwen , dog is op den 2S. Mey ; 49. by den hebbendeïApXiU^^ 'f 'eg™ M Man, als huar4gctrouwd de voorfz eo i cinnat c te Êfc&^P ^ nIan te rOÖPM ' om Neurie op *» SM va, MuW^fB a^eruc^cn. 1. A ^. .83. cn D«iV. <» RefoL van l DfiE L. q * Dog kan een Triamphant den Gecondemneerden dagvaarden, om executie te zién decerneren op het verjaarde Vonnis van een' lager Regter, of voor dén zeiven Refter, of voor den Move van Hollandt. Middell. num. 2. in Not. ad Vrou. Lib. 4. Cap. 5. num 2. van Leeuwen op het yde Art. der Ordonnantie op 't Stuk van de Juftitie binnen de Steden en ten platten Lande. C343' NOTA] [6] De Vonnisfen van Amfterdam, als mede de Vonnisfen van Middelburg verjaren niet. Zfc.NEOSTADius Decij. MM. 43. in den Jaare 1694. in de zaake van Laurens Fareth, Impetrant, om execugedecerneert te hebben op een Vonnist ofte Willige condemnatie van Amfterdam . in dato 8. Maart 1686. contra Nicolaas Vcrhage, q q was exceptie geproponeert van met ontfankelyk, cn was by Sententie van den Rade Provinciaal dc exceptie gerciec3LérL' £n dc exciP'ent gecondemneert in de kolten Van dien incidente. Waar van Verhage appelleerde aan den Hoogen Raade Burgermeefters van Amfterdam zi" voegen-' de , en is by Sententie van den Rade in dato 30.^1694. de Sententie van 't Hof te met gedaan , cn de exceptie geadmitteert. Sb\ Nuta&c.] DcCommcntatorbegaaMii^r een misflag. Want hy zegt, dat Vonnisfen van Middelburg mede niet verjaren , en alle^ce-rt daar ook toe Neostad. Decif. Holl. 43.° \\y -,-•••) v 'r tekent  234^ Art Inftr. Senat. Prov- cxvm. Ampl. Jdde Marant. de Execut. num. 54. (35 ) tekent het zelve aan num. 1^ ad Lib. 4. Ti/. I «c Cap. 7. n«m. 5. In tegéndecl is by d.d Decifie, door het Hof executie gedecerneert 00 een verjaart Vonnis van Middelburg, üe ,-apil yte1ykheden, geensfints in materie v™ reële fervituten in befloten Steden, en van Huis f Vcld-dierfftbaarhedcn ten platten Lande nog ook tegen dc aauelcposfesfie, rJTe de Crcquircerde mogte hebben. ' Mandamerlten Poenaal worden nu, meeft verleend, naa dat alvorens't Hof Partyen - heeftgehoord, vcrleencnde by provifie Appoinaement van comparitie, en dat middei!*wv-lenlanes-2!al blyven m ftaate. ' ral Mandamenten Fanaal] Poenaal is een extraordinair middel, en heeft daarom geen nlntfe als 'er een ordinaris middel overig l ' Manier van Proced. Tit. 4. Cap. t.num. 3. 7ic een voorbeeldt r.um 24. in Notis. ad • Juttere* nojlrum. Lib. 4. Tit. 95. Cap. 5. igp. 7. Zie ook de Papeg. 2de D> pag. 459. 7 Poenaal fundeert Jurisdiaie. Zie de Pate» Je D. pag. 43c Deken en Kapittel van ?Maarten, te Luik, hebben als Grondheere'n van Breuft, gelegen- onder het Duitfche Rvk een regt, dat de Succesfcur van 1emant', die onder Breuft drie bunderen lands L erft geposüdeertgehadt, hen moet betalen  TÏTULTJS II. CAP. XXIV. 2^ geimpetreert worden; zo wanneer Partyeh de eene tegens de andere procederen eene erkentenisfe geeftimeert op 25. guldens, en in gevalle zoodanig een Succesfeur zulks weigert te pnefteren, wordt hy door hun tot voldoeninge van het zelve, uit hoofde van dat reële regt, by reële actie geconvenieert voor den Geregte van Breuft; zonder onderfcheidt of zoodanige Succesfeur onder de Jurisdiaie van Breuft behoort of niet. Gelyk als dan de voorn. Deken en het Kapittel diergelyke Succesfcurs, die de, ze -erkentenisfe weigerden te voldoen, te Breuft hadden geconvenieert. De gemelde Succesfeurs hadden tegen die proceduren van den Rade van Brabant inden Hage geobtineert Mandament Poenaal. Waar tegen by den Deken cn het Kapittel zyn geproponeert de Exceptien van incompetentie en litispendentie. Dog zyn die Exceptien eerft by Commisfarisfen van de Rolle,en naderhandt in Reauditie by het volle Collegie van den Rade gerejeeleert geworden: niet, omdat de middelen, waar op deze Exceptien waren gefundeert, ongegrondt waren; maar om dat hier de Jurisdictie van den Raadt door het Poenaal was gefundeert, en derhalven daar tegen niet geëxcipieert kondc worden. En hadden die allegatien, dat de "jurisdictie van den Raadt niet was gefundeert, en -dat deeze quasftie in loco rei fit cc moeft worden geventileert, ten principalen en in vim peremtorii moeten gefchieden." Zoo alsook -naderhandt ten principalen is gedaan; en daar -by aan de zyde van den Deken cn het Kapittel is getriumpheert met de koften. Inde Manier van Proced. Tit. 4. Cap. 1. num 1. wordt gezegdt, dat meeften tydt een Rauw' Aclie by Poenaal is, en haaft geen fimpel Poenaal gepraöifeert kan worden. Maar dit ïs abufyf, en kunnen verfcheide Pcenalen zonder Rauw Actie verleent worden. Zoo Wordt alleen Poenaal zonder Rauw Actie verleent, wanneer eene Executie tc onre°te pi kwalyk gedaan wordt: By voorbeeldt, midien een Regiereen' Sententie, daar geen' duisconteftaue is voorgegaan , of geen behoorJyk voldingen gevallen, wil doen executeren, zoo wordt tegen die Executie Poenaal 1 .verzogt, cn komt daar geen Rauw Aöie tc , pas. Zie Papeg. ifiel). pag. cn H». 1 Zoo wordt Mandament Poenaal verzoet m- , gen eene executie, die zoude gefchieden ' < -uit kragte van een'.Sententie van't Hof, Ook net Arreft Zie Papeg. ijle D. "pag. 356. ea )Ofcmct Maintenue.-Papeg. 2de D -p-t» n rfe -Maniervm Pmed. fit. 3. CaP. ifnimt 6, 2 wordt  n6 t I B E R IV. tenteerde Ata door onbehoor yke weger te uaine £rovifien Poenaal dan om eenige onbehoorlykhedte me^,ea dat a occupeerden, en den en lange Plaidoyen daar op. va lende'.^^^l^y^ré^n: Om goeden voortgang van doen vQor. k W van Holland, &c. by ad- rys Van den Provincialen Rade verklaart en geordineert. (38) m worüt gezegd, db» geen ^t/fSr«,ae wrak ma; wóritó» •** f^^SiflL «i, I Maar van Alphen gevoelt het tegen dSin dT/ob even »fa«ï zyn Papeg. ïde V. fag. 437, vas , f ? geert aldaar dit zyn gevoelen tegen z> n Üwoonte Waar uitfchynt, dat ei al 111 fyn"?yd óver deze qü*ftie Ipecnlauc^ gemaakt'. Van Poenaal zie ook Lib 4- g*. 9 • Cap 2 in Notis. mm. 4. cn Lib. f ™'£ C*; 1 ntin 16. in Notis. Vers. Item die Bm- FnVl!lf/ LJen niet tegenftaande dat dc Mandament Poenaal word gepraftife£f Vo ™er iemand onder dekfel van Reit'of ander, feitelyk poogt een ander te 0tl\re,fvor!eend geen Mandament Poenaal Men verieenu &: „„„ «i ceii'Marktdaagfche geboden, «w» Poenaal, en als 't Hof de Grieven wp*f ■ muteert de bevelen Poenaal m iimpel dc VeEen Man woonachtig tot Delft, zyn Vrouw in cas van divortie voor dezen Hove -crocpen hebbende, eer dc zaake uitkomt, obtineert de bevelen Poenaal, ftadhoudènde ten. dage dienende , waar by zyne Huisvrouwe verboden word hem eemgimu te vexeren, moeyelyk ts vallen, hem aan te fprceken, of by hem te komen, (want hv, onlangs uit Ooft-Indien gekomen zyn5e répara?™ van haar woonde) Ten dage di-mende-, word'by Leo de Gouda, continuatie van deeze bevelen Poenaal ten uiteinde van de-zaakeverzogt,en daar op gefondeert dat het notoir en in conf'ejfo was, dat deeze Vrouw geduurende haar Mans abfentie, gcboeleert en een Kind bekomen hadde, welkershalven haar Huwelyk tpfo pure gcfcheideri zynde, zy niet te min zig onderwond dw4vks by hem te komen, en hem ziekelvk zynde ik verfcheide manieren te vexc1 ren Bv vonder Werven word ter contrarie eealle-eert, dat de Vrouwe haren Man, uit üoft-Indieu komende, hem tegens gedaan, en hem om vergiffenisfe gebeden hadde, zulks dat hy daar op met haar als zyn Hi isvrouwe eenigen tyd weder geconver1 feert hadde, 'twelk by Leo de Gouda ontkend -'Mandament van ^™ ^^ets ^'o^rt 'fatSvtXt SS tegens niet K«Sn?*i^SS^ rareheert ";«?dan dPo Gedaagde attent facit hoc "WnU verleent Mandament JJ-naarMg , 1 ni* cvf irwintenue met de uatuuit ^'^"worden, heb ik zoo *fi^S& appelleren van de Convatv't Mandament wi-rd. Doch dit diende aiies uP uc P..r cipalc zaake. Nopende de bevelen Poenaa , zeide van der Werven, dewyl cavfa divortu ter eerfter inftantie niet voor dezen Hove maar tot Delft moeftc dienen, wckers: halven de Vrouwe, m cas van divortie- eifch gedaan zvnde, zoude konnen declineren-, dat medl geen incident, als zyn deeze bevelen Poenaal, alhier stemftitueert konde-worden. Brcommisi'arisfen. werd verklaard, dat er geen verdere continuatie van de beveleninnaai valt, doch de zaake in cas van Reaud.Ss bepleit zynde, worden de bevelen Poj  TITULÜS II. CAP. XXIV. 23? Uit de Ordonnantie van den Jaare cid io xci Martii xvi. Dat voortaan daar toe fiaan zal de boete van tien ponden van xl. grooten 't pond, gemerkt de zelve bevelen Poenaal gemeenlyk werden «aal na lang debatli, gccontinueert ten einde van de zaake. Op den 19. Jwrey 1594. is geordonneert, dat zo wanneer den Impetrant van Mandament Poenaal zynen eifch fimpelyk word ontzeid, zonder dat de bevelen Poenaal verklaart werden fub en obreptyf, nogtans d'lmpctranten zullen gecondemneert worden in de boeten, als of dezelve fub en obreptyf verklaart waren. Een Perfoon over een en 't zelve deliS geroepen wordende--by den Officier loei, ubi deliiïum en; commiffum, en by den Officier. Amiciliijui, is hem tegens beide Mandament Poenaal verleend, cn zyn dezelve op eenPlekioye gccontinueert geworden, tot dat dezelve Officiers verdragen of tusfchen haar gedecidcert zoude zyn, wie dat- prxteniie hadde. Item in de zaake van Adriaan en Hendrik van der Burg, gedagvaart in perfoon by den Officier van Leyden cn den Haage, is hen lieden tegen beide bevelen Poenaal verleend, dog by de Officiers daar over geaccordeert. Een Impetrant van Mandament Poenaal hadde, ten dage dienende, obediëntie verzogt, en was by den Gedaagden ook verklaart, maar verfuimt daar op condemnatie te verzoeken , is voons de zaake voldongen en geordonneert te befchryven; eenigen tyd daar na, de Impetrant pretenderende dat 'er geatteriteert was, pretendeerde ter contrarie, dat-'er dc verklaarde obediëntie gedaan Was, verzoekt als nog condemnatie o.pvoorgaande verklariuge , 't welk gecontradiceert Word , doch met prglentatie, dat 'er con. demnade in -futurum gaan zal,, zonder dat uit dezelve pro prateritis, attentatis (zo daar eenige zyn")geprocedeert zal konnen worden, en word by Commisfarisfen zulks verftaan op den 7. December 1633, Daar was. verleend-een Mandament Poenaal tot zeeksreu dage toe precys, zond.-r dat daar by gevoegt was de claufule ende dien dag al, $fc. deeze zaake dede de Impetrant oproepen, niet op den geprsffigeerden dag, maar agt dagen daar na; bv den Gedaagden werd gefultineert, dat de- bevelen Poenaal per lapfum temporis ccsfeerden, en zulks ongehouden te zyn termyn te houden, 'twelk zo verftaan is "op den 16. September 1635. Stryen en Ruyl, Advocaaten. By den Hoogen Rade is zulks op andere tyden mede verftaan. Jonker Barent Cocndcrs , Mandament Poenaal verkregen hebbende tegens een Dochter, die zeide van hem bevrugt te zyn, ten fine. zy hem het Kind niet zoude opzwceren, nochte t' huis zenden, maar haare Actie inftitueren binnen den tyd van zes weeken , is ten dage dienende by haar verklaard, dat zy haare Aóïie binnen den zeiven tyd zoude ' inftitueren,ven het Kind hem niet t'huis zenden zoude, tot dat by den Hove daar op anders zoude worden gedifponeert; en nopende t' opzwecren, verzogte mutatie van de bevelen Poenaal in fimpél bevel, 'twelk by den Impetrant gecontradiceert, en daar op gepleyt zynde, na dat de zaake gehouden was in advys. op den 21. February 1637 zo verftaan is geworden. Ouando notoriê conf at de non jure petentis , attentata non veniunt revocanda. IIerculan. de cttentat. cap. 30.. n 74. Manfred.-. de attentat. lib. 2. concl. 71. £? ideo fi notoriê injufia vel iniqua fit appellatlo, at tent at a non revocantur , faltem non in favorem partis. Zulks is verftaan ten regarde van den Officier van Buykfloot, de welke,, niet tegenftaande 'tHof'hem by Misfive had aangefchreven, dat hy met zeeker Vonnisfe van torture , dat hy geobtlneert hadde, uietzoude voortgaan, met de torture voortging;. en de Vrouwe tot wiens Iafte 'tVonnis, gewezen.was,.by de torture de Dieverye, haar- te lafte gelégd, bekend hadde,...dan naar dat zy kënnisfe bekomen hadde, verzogt Mandament van attentaten Poenael, willende deeze torture als attentaten gerepareert hebben ; de Officier bekende de attentata, maar zeide, zo zulks niet gefchied was,, 'tzelve als nog moeftc gefchieden: 'tHof ontzeid. haar het verzoek van reparatie van attentaten, doch hebben den Officier gereprehendeert, en gécondenv- neert in de boete van 20c. guldens.. Gg 3 van reparatie van attentaten, doch hebben den Officier gereprehendeert, en gécondeni- -  23S L I B E & ï V. dea verkregen jegens d'Executie van Sententien ende Partyen by na daar door het Éffééfc van Appel genieten. Gepubliceert den xxn. April ci 3 id xci. Geregiftreert in v derde Memoriaal-boek van Meefter Pieter Hanneinan, Griffier '5 Hoofs van Holland, Folio cc il verfo. ( 39 ) (39) Dit is naderhand by de Ampiiatie van de InftruBie van den 25. Maart 1644. geaugmenteert, zo dat de Impetranten van Mandament Poenaal tegen een Sententie van de Horen van Juftitie [i], worden gecondemneert in een Boete van 25. guldens, en van andere Poenalen in een boete van 15. guld. d. Ampl. Art. 17. [ft] Tegen een Sententie van de Hoven van Juftitie] Dat is tegen de executien van de Senten-* tien van de rejpeüive Hoven; zoo {sds 'er ftaat A. Art. ij. Zie ,ook Ordre op het betalen van den Impoft van Commisjoriale zaken, en het verzoeken van Poenaal van den 29. Maart 1677.] CAPITTEL XXV. ■1. Arreften. De zelve niet te verleenen zonder gemgtige Oorzaken. I. /^Vok op (4q) Arreften [a] (dewelke zyn als Reële Citatien, daar door de Perfoon word bekommert, over zulks Kommer-recht, of zyne Goederen toegeflagen, door dien Toeflag genaamt, ten einde hy door verdriet van 't Ar- (40) Arreften] Zo wel op Perfoonen als Goederen, tot welken einde men Requefte prefentcren moet, inhoudende redenen tot "\rrcft fondament hebbende, met fuffifantbcwys daar annex, op dat het Hof met goede kënnisfe daar in moge difponeren. [»] Arreften] Arreft gefchiedt ook onder een derden, die dan genoemt wordt de Ge diagde voorzoo veel het Arreft aangaat; dewyl hem de Rauw Actie niet raakt. Zoodanig een Gedaagde moet onder eede verklaren, wat goederen, of penningen, Acticn oi'Crediten hy onder hem heeft, of wat hy fchul.dig is aan den Debiteur van den Arreftant. Zie Bort van Arreften. 5de D. num. 9. £p feqq. Tegenwoordig wordt Arreft, om Juris• diftic tc funderen, verleent op eene zake, hoe gering dezelve ook zoude mogen wezen. By voorbeeldt, op iemands Misfive. En is Arreft, om Jurisdictie tc funderen, by het Hof verleent aan Jan Tourton,Koopman tot Amfterdam, qualüate qua, tegen den Hcerc van Ouwcrkerk en den Procureur Iluisfen, Gedaagdens, voor zoo veel het Arreft aangaat, ten einde dczelven onder eede zouden opgeven, wat aclic en prretcnfie over en ter zake van rapportgelden als anderfins Jean Henry Huguetan te eisfehen hadde van den voorn. Heere van Ouwerkerk, ende die door den gemelden Heere van Ouwerkerk ofte desfeffs Procureur a.in den voorn. Huguetan niet waren voldaan. De goederen van een' overleden Schuldenaar, nogtc zyne Erfgenamen, mogen binnen den tydt van negen dagen niet gemolcfteert of gearrefteert worden. Auth jed neque Cod. de fepulchro vis/. Groenewegen excipieert nogtans ad. d. Auth. num. 3. ten ware daar eenige fufpicic mogtc wezen, dat de Boedel berooft zoude worden , of eenig ander pericuhim in mora. Zie ook onzen Schryver Lib. 1. Cap. 2. num. 5. Obligalièn en Rentebrieven, ftaande op de Comptoiren van Hollandt, zyn ten aanzien van dc Ontfangers niet Arreftabel, nogte ook de verfchenen interesten van dczelven, volgens dc IVaarfchoumrige van Haar Ed, Gr. Mog. van den  TIT U I/U S I I. CAP. XX V. m '*-Arreft efadelyk gedrongen zy te Compareren voor den Juge, &c.) word bejeftigt de /unsdiaie van den Hove; dog niet op alle, maar alleen op al zulke" die met dringende, dwingende en gewigcige redenen bekleed zyn. II. Zo- den 18. Maart i66ï. tc vinden bv Bört in zyn Tra&aat van Arreften. ;ds D. mm. 29 Van gclyken zyn niet arreftabcl gelden of effecten in de Wisfelbank te Amfterdam , volgens Uctroy aan die van Amfterdam by de Heeren Staten van Hollandt'gegeven op den ló.Decetub 1670 mede te vinden by Bort, d. loco num. 30 Zie nogtans hierover nader Boel ad Loenii Decif Caf. 50, Ook kunnen niet gearrefteert worden gagien en maandgelden van die perfonen, dewelke in dienft van dc O. I. Compagnie uit zyn, zoo lang dezeiven in dienft uit zullen zyn , _ volgens Oiïroy door de Heeren Staten van Hollandt aan de O. I. Compagnie verkent op den 9. Mey 1074. en alhi«r volgende. Ext-raft uyt het Regifter der Odlroyen van Haar Ed, Groot Mog. de Heeren Staten van Holland ende Weftvnesland. . »-T"\e Staten van Holland ende Weftvrics„. \J land, doen tc weten, Alfoo ons by „.de Bcwimhebbers van de Geoctroyeerde Mg Ooftindifche Com;agnie defer Landen ge„, remonftreert is, dat eenige luyden vbor„ gevende ten agteren te fyn ende tc prc„ tendecren te hebben op perfoonen in dienft „.van de gemelde Compagnie, naar Indien „ ge- aren wefende, praQifeeren fouden Ar„ reft te doen , onder de Compagnie, op „ de verdiende ofte nogh tc verdienen' ga„ gienvan haare'uytlandige debiteuren, om„ me dan daar op voorts tc procederen,die „ gelden uyt te winnen , ofte kunnen cxe„ cutie daar aen te dirigeren, dat daar door „ foudc worden vcroorfaeckt niet alleen „ dat die perfoonen ongehoort ende 0112cm defendeert fouden werden gecondem„ neert: alfoo feer felden ymant gevonden „.foude werden, die derfelver defenile naar „ behooren kan doen, ende fulx occafie » foude werden gegeven aen quaetwillige „•menfchen, om tot laften van foodanige af„-Weelende perfoonen allerhande ondeug„ .dclyckc prctenfien tc fabriceren, ende by » manquement van contradiftie daar inne te » triumpheren , maar ook, dat dc meerge» melde Compagnie ingewickelt foude wer„ den in feer groote en meeni hvuldio-e „ moeyelyckheden en difputen, als dewefc„ kc door de voorfz. Arreften foude wer„ den belet eenige verdere betalinge te doen „ aen de perfoonen in haren dienft wefen„ .de ; jae als de Arreftanten fouden wer„ den geadmittcert by provifie tot het lig- „ ten.derfomme, die ten tyde van het doen van „de Arreften, op de boeken van de Compagnie „ fouden mogen geftaen hebben, te goede „ te fyn, fouden foodanige debiteurs ondcr„ tusfen in Indien van hunne gagicn dick„ maels meerder hebben 'gelicht, ofte buv„ ten den dienft van de Compagnie in vry„ dom getreden fynde , alle 't verdiende „ t eenemaal ontfangen, fulx dat ymant ten „ tyde van het doen van fodanigh Arreft, ■„ op ende volgens de boeken hier te Lau» °e> BM en dan wel merckelyckc (ommen „ foude konnen te goede hebben, en nog„ tans ten felven tyde ofte altevooren in In1» dlen opgebeurt ofte ontfangen fouden fyn; „ waar door de Compagnie, wanneer fo„ danige hier te goede ftaende gelden fou» de betalen, by Infolventie ofte ook vcr„ fterven van die Arreftanten ende derfel„ ver Borgen, als doorgaens weefende luy„ de van flegtc conditie, de gearrefteerde „ ende uytgefchotene penningen niet en « foude kunnen wederom bekomen ofte „ foo wanneer die Arreftanten ofte hunne „ Borgen, ten beften genomen, al fuffifant „ mogtcn fyn, tot het invorderen van die „ gelden, ten minften foude werden ingen wickelt in oneyndelycke procesfen; be„ Malven dat de Compagnie meede ten hooe„ ften daar aen foudc fyn gelagen, dat haa„ re dienaers een goede 'fomme te gocd'c „houden, waar aen fy haar verhaeï fóu„ de mogen vinden , by aldien fylieden hun „ in hunne funSie ofte adminiftratie komen „ te misgrypen ofte te buyten te gaen, cf „ dat -  Hö L I B E R IV. tt 7oodaniee worden geacht: Ten eerften, dat de Perfoon, dewelke of vékmlw^^^ moeten >WOrden' iS lnf°1Vent Cn mtfg „ dat men op haare adminiftratie te kort , „ komt; desgelyks, alfoo vecltyts denvaerts . „ fouden gaen Iuvden die met eenige fchul- ■ „ den fouden fyn befwaert , was het nog , „ te meer van het interefte van de Compa„ Mie, dat die Iuvden niet cn fouden mo- , „ tren werden pe'condemneert ongchoort , „ eclvck het ook generalyk van den wel„ ftant foude fyn van de generale laeefce, „ dat fulx niet en irmgte gefchieden., en t „ welck d'oorfaeck foude fyn, dat de Be- winthebbcren voornoemt fouden geoordeck hebben ten hoogften billyck, rede„ lvck ende nootfaeckelyk te fyn., dat daar „ inne wierde voorden , boven t welcke „ mededickmaels foude voorvallen, dat eeni' pc perfoonen ook daar op toeleg foude tnaecken, omme onder de Compagnie te „ doen Arreften op die maentgeiden, dewelc„ keby eenige Luyden , in dienft van defelve „ Compagnie fvnde, aen hun vrouwen fouden mopen wezen befproocken,die nog„ tans i als gedaen by perfoonen van geringe ofte geene middelen, tot onderhout ; ende alimentatie van die felve vrouwen, fomtyds ook met kinderen beladen wefende, fouden moeten dienen,waar door defelve dan ookgebreck fouden komen te Ivden , ende de mannen te onwilliger iyn " hun in dienft van de gemelde Compagnie tc begeven; dat men daer cn boven van " tvt tot tyt foude fien gebeuren, dat eem " weefende psrfooncn gefondeert ofte ge" voert fouden mogen worden, ende dat " wvclers de Supplianten eenmael aen dc " vrunden ofte erffgenamen van cenigh " overleden perfoon defïelfs te goc-t wefendc ea°ïe hebbende betaelt, daar nae niet " vcrder'daar over cn fouden rhogdri wcr" d-n ecmoevt, dan alleen tot overlcveriuge " van de Acté van Borgtogte-daar over by " hun genomen ende cederen van de actie tot laftc van defelve borgen , ende fulx " meede eenmael gedaen hebbende, dat fy ' daar meede tecnemael fouden fyn en blv" ven gedechargeert, ende dat de vooriz. • Sun  T I T U/E 17 S IX C AP. XX V. 24.1 t\g te betalen en op te bréngen de Penningen, daar vooren 't Arreft verzoet word. (41) b Ten •is Supplianten hun aen ons addrefTeeren, re„ verentelyck verfoeckende, dat het onfe M 'goede geliefte fyn mogte de opgem: Comp. w met het geene voorfz. is te oétroyeeren , „ ende fulx alle het felve alfoo vaft te ftel„ Ien, ende te laften aen een yder die het „ aengaen magh fighdaar naer te reguleren, „ Soo ift dat wy de faecke en 't verfoeck „ voorfz. overgemerekt hebbende, ende „ Supplianten in het geene voorfz. is wil„ lende believen, uyt onfe rechte weten„ fchap, Souveraine magt, ende auftoriteyt „ geordonueert ende geftatueert hebben, „ ordonneeren ende ftatueeren mits defen , „ dat de gagien ende maentgelden van die „ perfoonen, dewelckc in dienft van de „ voorfz. geoftroyeerde Ooftindifche'Cöm„ pagnie uyt fyn fullen , foo lange defelve „ in dienft als voren uyt fullen fyn, niet „ fullen mogen werden gcarrefteert; darde „ Supplianten onaengefien fodanige Arres„ ten de voorfz. gagien ende maentgelden „ egter aen'de perfoonen, die defelve ver'„ dient ende te goede hebben fullen, ende „ aen dewelcke die befproockenfullen fyn, voldoen ende uyttellen mogen fullen, 'en- Arreft kan ook niet verleent worden over cene zake, daar over elders .formele litis- ■ pendentie is; niji debitarfit ■fufpedus de fuga, 'vel in alio ca/u necefjkatis., pro fecuritate judicii, quod alibi pendet. Bort Trad. van Arreften. 3. D. num. 3 -.] (41) De Arreftis vid. Rebuff. ad conftitutiones reg. trad:, de Lüter. oblig. Art. 6. gl. 3. n. 4°- & Je1- Handveften van Zuyd-Holland, pag. 177. Peck. de Jure fift. Caccialup. de dehüore fufpedo £p Jugitivp. RLevÏum de Arrejiis, qui bene &.diftm&e tradat. /Si d credit ore, Arreftatum fit id quod debitori èjus debetur, primus debitor 'non pvtejl cogere tf. lum ut folvat, nifi relaxato Arrefto, fed potejl d creditore compelli ut deponat quod debet. Masuer. Pit. de executions n.it,. &f 4,. Cvnus in l. 2. ,C. ubi in rem. aftio. Peck. de fut. fill. ca 'n. ir. J ,\ Si qais cumfuft/edo de fuga, vel quemfcit non effe folvendo, fcienter. contrahat, non poteji.eum Joftea incarecrare, .Pa.no au. in 'c. pratter fierilit&em §. Lncati. Bart. ad l. qui ab arbitr ff. quifatifhrc cog. Peck. ibid. cap. -..«. .24. --Mc Arreften wor^cli afgedaan onder iL D t E L. „ de dat boven dien op fodanige Arreften „ geene proceduren tegens uytweefende „ perfoonen gefondeert ofte gevoert fullen „ mogen werden; dat wyders de Supp'ian„ ten, eenmael aen de vrienden ofte erffge„ namen van eenigh overleden perfoon des„ félfs te goet wefende_ga°;ie hebbende bc„ taelt, daar nae niet verder fullen mogen » worden gemoeyt, dan alleen tot overleve„ ringe van. de A6te van Borgtogtc daarover „ by hun genomen', ende cederen van de „ adie tot lafte van'de felve Borge, ende ,, fulx meedeeenmael gedaen hebbende, dat „ fy daar meede t'eenemael' fullen fyn ende „ blyven gedechargeert: endeten eyndede „ Supplianten het volkomen effect, van het „ vo'orfz. ons geordonneerde ende gefta„ tneerde mogen genieten , lallen wy'allen „ ende eeneti ygelyck dien het aengaen „ niagh ügh daaT naar te reguleren. Gedaen „ in den Hage onder onfen grooten Zcgelc „ hier aen doen hangen op 'den 9. ïkey 1674 „ QOnder Jlont,) Accordeert met 't voorfz.' „ Regiftcr, {ende was geteekent') SIMON VAN BEAÜMONT. cautie of de Judicia fifti, of de Judïcito folvendo. L. Lator prmfentium. Decret. de pignorib Hodiè tarnen nemo cogitur fatisdare Tudiea: turn folvi [e] Si fed hodiè. Inftit. de fatifdat. Peck. d. trad. 45. n. j.item notata c./V/esi mbec. lib.2. tit. 8. fc? Ub: 46. tit. 7. [c] Nemo cogitur fatisdare judicatum folvil In tegendeel is by den Hove van Holjandt verftaan, dat Arreften van den Hove niet konnen worden ontflagen, a's onder Cautie voor 'tgevvysde. Middell. in Not. adVnöM Ltb. 1. Cap. 1 num. 44.. pag. 53. col.i. Adde Loenji Decif. Caf. 41. & ibi Boel in Noti.-. nam. 2. Alwaar, wordt getuigt, dat by den Hove verftaan is, dat Arreften, d'je alleen worden' gedaan om Jurisdictie te funderen, afgedaan kunnen worden onder de Cautie de liftende. Zie ook Bort van Aruftsn - jie Deel. per totum. Zoo de fchukit liquide is, kan een Arrcft niet afgedaan worden, dan door.'de voldoeninge van de Proville. Peckius de jure fiftendi.' Cap. 4-. num. '. & 6.'} is by den Hoogéfa Pade 't Arreft eens ■afgedaan , , ahvaar de cautie pro Judkato te zwaar viel te fteilui, op een cautie vuh H n twee-  ,42 L I B E R IV. Ten tweeden, dat hy is Sufpettus de Fuga^ Ten dorden, dat hy is Vreemdeling, Vagebond, &c. i-en •w ecnwul zo veci te betalen , als't gearrefreerde gtfeil waardig was. ■ Cfv'es Middelburgen/es non poffimt ' Arreft ar% furéa verba privilegii, tarnen id fapius in du- ■ •hiurn vccatim eji., & cim quidam Arrcftatus Amfithdami in perfena appellajfet ad Curiam, be n; Arreftatum Cavia cenfuit, qua fententia AmfhWUki èft in Archivis. . Ad bona autem ipforum hoe privilegium non exfnditnr, alzo is verftaan in de zaake tusiehen Gfégoty Gillifz, en Hendrick Antonifë Wisfel. • . Ha res debitoris- etiani poteft Arrejian. Peck. f. 4. n. ic. Ob folam dilapidationem avis non Arreftatur, fed interdicitttr ei bonorum alienatio. Alex. conf. . "ioi. Peck. c. i5. n. i. quid debeat in Arrefto frobari. Peck. cap. 16. «. 3. " Indebitè Arreftatus agit mjuriarum, Socin. ro»;''. ii'. Ub. 3 Peck. dejur.fift c. 18. n. 6. CVccialup. 2. Amllari poffunt teftes ut teftentur, executo- res, tabelliones, ut litteras exhibeant. lus. Ub. l. c. 1. Peck. de jur.fift. d ca. n.15. Res ff perfona ftmul poffunt arreftari. DeC. conf. 64-. Bart. ad l. confentit. C. quom. ff quand. Jud. Peck. c. 4- »• I0- _ . Jïw rufticorum ad agriculturam necejjance arre- flari non poffunt, etiamfi nihil habeaut ruftict. 'Rëbiiff. ad conjl. reg. tom. i. art. 2. § 1. n. 10 Peck. de Jur.ftftendi cap. 5. n. 22. Apparitof in rebus Arreftatis maximam debet adhibere diligentiam, quia percipit lucrum. I. con- traBus ff. de R. I. ft autem nulla eft culpa apparitoris, pereunt domino, qui habet regrefjum contra arreftantcm. Peck.. c. 44. Iemand bemerkende dat Mandament van Arreft op zyn perfoon verzocht en verleend is mag, eer 't felve geëxploiüeert is [d], daar van appelleren Qnam è futuro gravamine appellare r'cct.C.bona.51. Decret. de appellat.) 'twelk gefchied, mits hv in de Griffie gaat, en aldaar zyn Appél laat aanteekenen •, maar als iiet Mandament aan hem geëxploifteert is, moet hy evenwel in Arreft blyven by provüic, by zo verre 't Mandament inhoud, tot dat hy ten dage dienende, met kennisfe van zaken ontflagen zy, ofte dat, zo verre ^■daarvan appelléren wil, 't zelve Arrefl op zyne grieven gerevoceert zy. Peck. de Jure fift. c. 34. Masuer. tit 35- n. 44. Guid. Pap. decif. 235. én 237. . En zulks is verftaan, hy den Hoogen Rade, in de zaake van Cornelis Quaatgebuyr, Impetrant in cas d'Appél, contra de Crediteuren van GcrtfonMeli'ue, op den laatften July 1618. als mede in zaake van Colonel Blake, .Anno 1650. [rf] Eer 't zelve geëxploiüeert is~] Vide mnnino Loenti Decif. Caf. 130.j Het is dikwyls by den Hove verftaan, dat het Privilegie van Krygsluidcn, dat zy om geene fchuld Arreftabel zyn, geen plaatfe heeft in fchulden voor dato van haar dienft gecontrafteert, arg. I. unie. C. in quib. cauj. milites for. prcefcript. van gelyken mede niet als 't blykt, dat.zy uit den lande willen vertrekken , als verftaan is [e] op den 13- Novemcer 1610. en niet blykende van het vertrek van Capitein George Bodwei, is 't Arreft tcgens hem verleend by grieven gerevoceert. Dat twee extraneï onder eenen Rechter gezeten, des anderens Goederen hier te Lande mogen Arrefteren, als de fchuld hier te lande betaald moet worden, is by den vollen Raad verftaan op den 8. Novemb. 1633. 'in de zaake 'van Philips Pelt, als Procuratie hebbende van Anna van Lith, woonende tot Frankfort, Arreftant en geëxcipieerde, contra de Graaffelyke Pupillen van denGrave van Hohenloo , excipienten , alwaar geageerd wierd uit een Wisfelbrief hier te Lande te betalen, en daar van geappelleertzynde aan den Hoogen Rade, is dezelve Sen-tentie aldaar geapprobeert geworden. Alle Arreften op iemands penningen gedaan komen te eesferen, zo wanneer de Arreftant binnen den tyd van zes weeken het zelve Arreft niet vervolgt. Handveft van Zuid-Holland, pag. 407. Art. 22. De Leden van Staten van Holland [ƒ] mogen , geduurende haar Ed. Gr. Mog. Vergaderinge, niet gearrefteért worden, hoewel dezelve, of in den Haage woonen, of van buiten komen, maar moeten onbekommert blyven. Refolutie van de Staten van Holland den 4. OBober 1588. eneene expresfe Refolutie nopende den Heer van Schagen, die gearresteert was, .uit condemnatie van den Hove „ en Mandament- op zyn perfoon verleend,, en is dien aangaande gefehreven, als mede t Hof  TIT U/LUS II CAP. XXV. 243 Ten vierden, dat hy zytte goederén is doorbrengende en dilapiderende Ten vyfden, dat hy geen Certum Domicilium heeft in of ontrent de plaatfe daar men hem wil arrefteren. In den Jaare cid io lxxxiv. Mey v. is by de Heeren Staten gedepefcheert zeekere Misfive aan die van den Hogen en Provincialen Raade, belaftende geene Condemnatien of Provifien van Arreften te verleenen tegen* eenige Verdreven Perfoonen van den Vyand verjaagd; ten zy dat het biyke dat al zulke Perfoonen middelen hebben alhier in Holland en Zeeland, om te betalen. Staat geregiftreert in 't eerfte Memoriaal-Boek van Meester Fteter Hameman, Folio lxiii. o Tij zres^en.' d^ het den Regten genoeg zynde, blyke van de geëifchte bchuldir [g j mt het Handfchrift des genen, die men wil arrefteren, of uit eenjg publyk Inftrument. De quibus omnibus And. Gail. Ub. de Arreft Imper cap Im™»' W'- ïide & DD' ad L unic- C de prohib. fequejir. pee. WelkePoinften tot arbitragie van den Hove in confideratie komen, voor en al eer den Suppliant verleend worde Mandament van Arreft, Vide Alex. & , . aliot 'tHof vermaand in 't -toekomende haar daar naar te reguleren. Refolutie op Woensdag, den OJ Als verftaan is] Papeg. ifte D. pat*. 348 num. 2. [ƒ] De Leden vtn Staten van Holland'} Dat Ambasfadeurs niet arreftabel zyn , vide ad Lib. 4. Tit, 40. Cap. 3. num. 14. Vafte Poorters van groote Steden kunnen ten platten Lande, buiten de vryheden van die Steden, niet gearrefteert worden. Zie Manier van Proced. Tit. 5. Cap. 6. num. 5. en Bort Trad van Arreften. 4de D. num. 39. die aldaar excipieert reële,aöien. Welke de groote 'Steden zyn, zie Lib. 1. Tit. 4. Cap. 2. num. 11 Èf tbi Notas meas. Dog kunnen Poorters van de groote Steden in de andere beflöten Steden van Hollandt wel gearrefteert worden. De vrage is, of den Haag onder de beflöten Steden behoort, en of Poorteren van de groote Steden binnen den Hage arreftabel zyn ? By Schepenen van den Haag is verftaan van ja, maar by het Hof van neen. Zie Man. van Proced. d. Tit. 5. Cap. 6. num. 8. {ƒ 9, Nogtans mogen twee Ingezetenen van eene 5'tadt den anderen buiten de Stadt met arrefteren, en alzoo de Jurisdiaic van hunnen dagelykfehen Regter onttrekken. van Leeuwen Roomfch-Hotl. Regt. $de B. -jdt D. num. 15. Geene Ingezetenen van Utrecht mogen malkanders peffonen of goederen ifl Hollandt arrefteren, nogte Hollanders malkanders perfonen of goederen in de Provintie van Utrecht, volgens Conventie tusfehen de twee Provintien van den 13. Aug. 1657. Zie dc Man. van Proced. d. Cap. 6. num. 10. Vrouwen mogen by ons wel gearrefteert worden, tegen de Auth. Hodie. Coi. de cuflod. reor. Loenu Decif. Caf. 126. ZgJ Blïke va'> de geëifchte fchuldt~\ Dog in de Steden kan het Arreft door een' Bode „ zonder kennis van den Regter, ten pcricule van den Arreftant gefchieden. Van Leeuwen Roomfch-Holl-Regt. 5de B. nde D num, 30. en 31. Nogtans gefchieden Arreften van belang,, by voorbeeldt, op perfonen van disftinaie, in de Steden niet, dan op AuSorifatie va* Burgemeefteren.] «irecht iden LandiM^'E^SÈ* WeSens i?et arrefteeren van Poorters der Stad Dor* 1 am Jjdncle van ^uidholland, van de Wall. Handv. vanDordr 1 D pa* 41, Hh 2  Ht L I B E R B r.0 rw nn /t/7 7 T5 awi fcoBfl feW §• S- tomi. Z> de din a len gevalle mag de Gearrefteerde worden ontflagen , indien hy ftelle fnffiftSe CautS Bart. & Alex. apud And. GaiL dB. traü. de Arreft cap. 4. SS ?i! Arreftên wïdïn ook « Obfery. 27. per. tot. gewe.gerd. Gail. kb. 1. Obfery. II. Ook van Zaken, diealree geïnftitueertzynde-by den-Laegen Rechter, ge- —————— .—. ' • > ■ 1 ,. ■ lïb^SSS^ -orden - & 3- En uit dienzelven grond op dat rn?S Lf- reK ad eund- Jud- eat- »• * proflueert ook-, dat fcdteWde ^IS&^^tt^fti^ niet gefctfeiden word j welke hun allen betreft, in rechten mn^, lP n' ,dle over ecne en dezelfde zaak, die uit hoofde van hun Av.le^ vaard ,ten hunnen refpeeïe ookal'e de overiZ? , « TgCT ^egter konncn WQrden ë^groepen worden .fbhoon 2^ dT zel!,en "™^r Regter kunnen gl- zyn , in een en dezelfde Stadl of pha'ts woonald' f«P"vll,ferdc" ^ m gepriviligeert Voet ad dm. tit. n. ,. en een JdVyfL 11n,nërS ryn ;n0l£enrS dc leer "an'den "Ivcn Profging daar van ook geaUègeert word eert Üïir^f 5' ^ % 35" * 5' J'waar tot b«^ftP Novemb. 1657. En derhalven indie„ 0„de " ve chei^n'n "°VC va" bolland van den 2. zelfde zaak gedagvaard moeten worden"d^r.ve,fch«den perf00nen, die overeen en dcKamerbewaarder%f een Jande r Bedïïnde tn fp',f R SheCr'D G^er'j Kierk ter ™> ImmdtmM iusfchtn beide*HoS van de n^J^^8^uAn' di° V^etlS het Ac' het gemelde Collegie, kan te rein fZ^iT' 7 5' rt" *' ncrSe"s anders , als voor zaak voor denzelven HoöVon R?9rf > 7lde"' 20 moete» °ok alle de overigen in die zigt egter tot ^vl^\^M^f^%^^^ gedagvaard. -J■ Me op! dament dat dezelve onder"ISSdS i^rM-^" ''U Aa'e tegen Asfuradeurs, op fun^ffni.A%. ron.&M.i^V^Sffi inJ ii 611(311 W8*0? zvn> is by Molutie van Haar een van Asfurantie werd gSereS de fW,^" V°°r2ien ' in dc Pol), fre aan de Judicatuure va/^S^in^M.T Pwrogat e van Jurisdiclie of Submisrefpecnve Steden, zoo ten regarde v-frï^1 p,d'rKamci vau Asfura»tie en Avarycn in de dan de qusftien , refolteSSe uit^nSJff *raêrds#Sfe van de Asfuradeurs, als ^^eeriyooidi^i^tenl^dJiS^"^^ Ur e°ffter inftantie «u«en worden rèR B. 6. D. ^. 643. en 75%I| 933 " ^ Asfuranticn en Avaryen. Zie G, ' H h 3. daagdens die alle te zamen eenen Subalternen , hoewel diverfchen dagelykfehen Rechter in Holland hebben, en zo-wanneer het j minder getal van dc Gedaagdens door het meerder getal willen vervangen-z'yn, en 't I meerder gedeelte zulks fuffifantelyk bewyfïook m geen andere zaken of perfoonen ee'pnvilegeert om ter eerfter inflantie ten HotrekSr n' ofandercklideil aldaar te be-  M6 L I B E R I V. gedilaycert worden, en dat door wegen van Evocatie [a\. Vick qua h nabis, notata lib. iVjÊf Gail. lib. i. Obfery. xli. Minfing. Cent. v. Obferv. lxxxi. [a] Evocatie ] Vide mox Caput 29. Tit. 2. van Alphens Pap^. i/Ze £>. pag. 106 R feqq. 2de. D. pag. 109. £f Manier ra/2 Proced. Tit. 8. Cap. 5. Evocatie heeft plaatfe, als onder de Regters Bioedtverwanten van de partye zvn, waar door de zake flepende wordt gehouden. Het kan ook zyn, dat de partye is een Lidt van de Regeling. Evocatie heeft ook in het generaal plaatfe in zodanige gevallen, waar in die .redenen militeren omtrent een geheele Regtbank, waarom een van de Regters uit die Regtbank zoudekunoen worden gerecufeert; dewyl by ons een geheele Regtbank niet gerecufeert kan worden. Als aan den Impetrant van Evocatie zyn eifch en Conclufie wordt ontzeidt, verklaart het Hof, dat de zake behouden zal worden en bepleit voor den Geregte van N. om aldaar ter eerfter gelegenheid geüitet ter worden, zoo het voorfz. Geregt bevinden zal te behooren. En wordt de Impetrant gecondemneert in de kollen, Papeg. lp D. pag. iit. vers. Als den Impetrant. Ratio, om dat het vry wat te zeggen is, een' ganfche Regtbank te fugilieren, en van injuftitie te. infimuleren. By Refolutie van de Heeren Staten van Hollandt van den 6. Septemb. 1591. te vinden in de Papeg. \fte D. pag. 307. is onder anderen verftaan • Dat Pagters en ColleBeurs van de Accyzen van de Steden in regten niet zullen •svorden ontfangen, omme de betalinge van de Aceyzen te ontgaan, ten zy zy eerft en alvoren zullen hebben genamtifeert 't geen zy luyden ter oor,-zake van de Pagten of Colleiïatie der zelwr Actyzenfchuldig zyn; 't wik gedaan zynde, zullen ' alsdan hare Aüie mogen intenteren voor den Gejegte van de Sleden, dewelke gehouden zullen we¬ zen te verflaan tot fommiere infttubïie van dezelve zaken, ende die decideren by hare Sententiën binnen den tydt van twee maanden, op pcene dot na de expiratie van den zeiven tydt van twee maanden, indien partye zulks verzoeekt , de quaftie voor den Hove van Hollandt zal worden geëvoceert. Deeze Refolutie wordt mede gevonden in de Handtveften en Privilegiën der Graven van Hollandt. pag. 39. en 40. op num. n. dog is aldaar gedateert den 10. Septemb. i59l- Hier mede is conform de Refolutie van den 5. April i62,o. te vinden in de Papeg. 2de D. pag. 269. en by Boel in.Notis. ad Loenii Decif. Caf. 70. pag. 485. bchalven datby deze laatfte Refolutie, in de plaatfe van twee maanden, de tydt van drie maanden is geprsefigeert, binnen welke Pagters en 1 Collecteurs zaken moeten afgedaan worden op poene van evocatie. By deze laatfte Refolutie is het zelve me* de geftatueert, omtrent de Actiën wegens het doen van rekeningen van Ontfangers., Rentmeefters, Thrcforiers, ofte andere Adminiftrateurs van eenige Middelen van de refpeétive Steden. Daar valt 'mede evocatie aan den Hove van Zceuwfche zaken. Art. 6. van het nadere Provif. Accoord.van den n Juny 1674. Evocatie wordt by de D D. ook genoemd Avocatie. Adde prater Caput 27. buftii Tit. 2. hunc Lib. 4. Tit. 6. Cap. i. num. 2. & ibi Notas num. 2. en Lib. 4. Tit. 93- Cap. 1. num. 7 ibi Notas. num. i. Van het Privilegie de non evotando, zie Lik. 2. Tit. 1. Cap. 1. ] CAPITTEL X X V I I L QuEeftie van Jurisdiclie. So wanneer quaïftie en gefchil is ter Laeger Vierfchaare van de Jurisdictie, en geen Recht gedaan word ; als dan mag de zaake betrokken warden voor ,den Provincialen Raad: Jtt. xix. January ao ia Lvn.Jtil. Cw. CAPITTEL  riTULüs ri cap. xxix. ï# capittel xxix. Evocatie heeft in de*e Landen geene plaatfe, ten waare. ^vocatie (welkesniet;anders is, dan eene translatie of af vordering van eene zaake hangende of ingefteld voor een Laege Rechter tot era Hoezr z merkelyke redenen, zonder wegen van Appelfatiej GaiL ObferT^z 8 > cesfeert; ten waare om zaaken , die met den Rechiw »n w^iior, ƒ • 1 u V en mogten worden. TO, Sg£ ^P^^cToS^ I^W* ri totumhunc Tit. Mbertum lib. ,. jgfo ife/. c ap . iïuJl'd Gail eentaSn^fcES eMg^X ^ü^» di6 gefchied ™ van de Iaage Rechtbanken tot den Provincaaien Raadals b£ !,i .'f£n Va" d° EaVoéatie zoo is het Privilegie van Hertog Philips van Bonr.onËn\'l den^% 1 V°°nge 2^e C^ door hem alhier geallegeert; naardien 't zelvl^Wly I*52- "bufivelyk welke certyds gefchied, buiten"de^ paaien^ van Hotnd P,7w.flen ë?h*fl andere ofte zynen Grooten Raad te MeM^f^^Z^^WT^é Vn°r den G^> Hertog Philips issverboden, uytgenomen in viergevallen wÏL Jj?" Z' Piivilcgie door met byvoeging van de redenen f waarom A^SvSESSsZtlS^^nV^ °Pgetelt' hebben,.te weten, om zyne Onderzaten te befchutten vlnTnK en moeijemsfen. -En welk Privilegie daar na ook" beveftig" doi! '.fchade« Bourgondien, by derzelver firoot Privilegie van den i/Z? T7,/ i ' Hertogmne van door dezelve Hertoginne met haaren Man, den Aartshen™mUL^ 111 m noS later 26. Mey i48c. Art. 3? gelyk brecder aangetoond if X • Hg™r 1 ,by Han^fivm . 145, en in zyne Me zWk in de HM. Con}. j. ƒ ^/tf ^ ^ '5' d-»è R i> E -  S4g . E I B E K 1 V: DERDE TITEL, VAN ; ZAAKEN STAANDE TOT .KENNISSE VAN DEN PROVINCIALEN RAAD, DOOR PROVOCATIE VAN SENTENTIEN, GEWEZEN TER LAEGER WER- GER TWEEDE INSTANTIE GEPROCEDEERD WORDT. C A P I T T E L ï. i Ratio Ortfiro'i ê? Continuatie. 2. Fan Laeger tot Hooger naajl-v•olgende Rechter te appélleeren. 3. Niet, OmilTo medio [«]. 4. Limitatie. ,, 1 j~ «,n^;0f*>n wnrd voor den Provincialen Raad gefonI. f^P/o T'f'Sie^M &SSe en byzondere Zaten, "die al%J deert de Jur.Sd>a,e, g J »,u.Aa|ei voI d m Se vPo?Senobmbeen brMW hof dezelve Jnnsdiffie geveft word by ^Eé5»£M onder deze voo,bereidfe- Tal Omiiïo medioJVzn Appel omiïo mefe, *\ï de Manier van Procederen voor den Hove. Tit 7 Cat> 10. Als miferabele perfonen, ter cerfter inftanüe, niet hebben ge ageert voor den Hove, maar voor een' lager Regter, zoo kunnen dezelven aldaar komende te fuceumberen , omiiïo medio appelleren aan den Sn Rade. Rebuffüs de fentent. prmf. GloÏT uit § 12- Miferabiles omijjo medio, aan- «haalt by Mr. Pions Pieter Pittenius Cdie zoo wel om zyne heufche minzaamheid ak om zyne overgroote geleertheid by ledex een ten hoogften is geagt geweeft) razyne «•efchrevene Aanteekeningen over Gro^neI ffirKifc. Cod. quardo Imper.uiter.pup. vel vid. vel alias mijeral. perfon. cognofc. en getuigt de gemelde fleer aldaar, dat hy het zelve alzoo voor den Rade van Brabanl dikwils heeft zien praaiferea-j 5. Ingevalle geappêlleert ware Omifo medio. « 6. Met te appélleeren tot Laeger 3 e] ^die van gelyke macht is.  T I T ü L U S III. CAP. I. H9 'lat. %. nunc trattemus.'in princ. Marant. tit. de Appellat, num qc7 a? rea Gafl ■Obfery. lib. i. Obf cxlv. num. 2. Imbert. lib. u. cap. ui. PetrFerr in for' ma Appel, a Sent. defin. ibi. £f ad quemcumque Judicem, &c. ' " ■Uit d'Inflruttie van den Provincialen Raad, art. ccv. Item sullen die van onsen Rade in Holland, als Provinciale Refters,* die kennisfe hebben van alle Vonnisfen ter Laeger Vierfchaarc gewezen in casvan Appél of Reformatie; aleer Partyen in onzen Grooten Rade in Juftitie ontfangen zullen mogen werden; ten zy dat 'er Privilegie of ander Regt is ter contrarie. III. Niet van Laeger tot Hooger immediate, of de naaft-voleende voorbv gaande: I.21 Imperatores, in princ. D. de appellat. Aliud obffrvaturinqul busdam hums Provmcice Pagis, quorum IncolcB non acquiefcentes fuorum \udicwn Prtetons Pcgani® Adfeforum, Sententiis, appellant nunc JTaiZumêpl 7alm P™° eorundm Tnbunali, ad Senatum Pmin~ IV. Tra waare Partye geappelleerde ftilfwygende confenteerde en haar ie. gens zodanige Appéllatie niet oppofeerde. Want als dan zoude dezelve in zodanigen Opper Juge fchynen te confenteren , en zyne Jurisdidie te Zro geren: DD. apud Marant. de Appell. num. 362. apud \uemvide aUas LiMtatio Sup) SenaT M'Colli^ ^Ihniitimm Jt!^%$m j;Z' InZc™][Q dan geappelleerd waare van Laeger Rechter tot Hooger immediate, en Partye geappelleerde haar daar jegens lfelde; zo word de zake * !!!" voyeert tot de naaft-volgende, d. I Imperltores: of ^orfSinfle^JSwel" lant geacht geappelleerd te hebben tot de naaft-volgende. fi^Si SS' m^n^'XXXIX'CöL 4- m DD-«*1 *. 3. si &c|: VI. Men appéJleerd ook niet van Hooger tot Laaeer- DD ad d ■ appellatione; ibi ut minorem appellet. VVant in zuLn gev^ile blyff ^ zfke In fnr ?;fn,ftaat' °f men niet geaPPélI^rd hadde: DD ^ Oo e g. Ma^dg:Z. gl'°0ter *** h6eft d" dC Rechter" to » SeappélleS C A- v-iceeren of mn 't uZr & geiuccumbeert hebben, om van 't ze ve Vonnis tc nm » van alle Vonnisfen van de Schepenen vnn rio rmm„ ■ n, 1 yjë , g word; „ dat Inleid, pag, 63 eii 64. 1 Partyen . Zie S. van Leeuwen Coft, mn rj^ i. Deel. j j  2j9 L I B É R IV. CAP ITTEL I I. 1. Binnen wat tyd men gehouden is te appélleeren. 2. Zonder diftinUie by wie ofte voor wie 'i Appél gefchied. 3. Wat voortyds gepractifeerd is. 4. Ende nu in Frankryk. 5. De Thien dagen zonder Appélleeren overjlreeken zynde. 6. De Thien dagen hoe te reekenen. j. De Gecondemneerde niet wetende vent 'f Gewysde. 8. Veranderinge gevallen op de Interjectie van de Appéllatie, &c. Uyt de Inftruttie 3 art. exevm, I- ¥ tem iïl dat hem yemand gevoeld of wilt zeggen belaft te Zyn by 1 eenieeRegteren, het zy by (1) Interlocutoire [a] ofDefinitive Vonnisfen , binnen onzen voorfz. Lande gegeven, ende hy daar af wil (3) Appélleeren ;hy zal gehouden zyn dat te doen binnen (3) Thien f O Interlocutoire^ Marant. pait.6. deörd. Jud. tit. de appellat, n 202. Art. 103. 104, Van den Hogen Rade. Quando £ƒ tnqua cauh recipiatur appellans ab Interlocutona, vjde ifeNocn. de arbitr. Jud. 40c An vero Judm Interhcuüo-xis pavenen tevocart hceat, vide Tmb. Ub. I. <". 64. . ... ' Jure civili regulariter ab Interlocutona appeliJe nm Heet. 1.2. C de Epifc aud. L. aperti C de Judic. I. pen. quor. appellat non jecip. nji Interlocutio fit irreparabilis per defimtivam l. 2. Ff de appel, recip. vel non. ^'Canones vero ab Interlocutona regulariter_ oppellari permittunt, l. I. in princ. de appel, m 6 e ut debet. Decret. de appell. Secundo tarnen ab t'o appellari prohibitum. Imb. I. c. 64- Interlocutona quando vim habeat defimtivce, vide Guid. Pap. q. 41. & 12. 426. n. 16. 19. Tmb. I. c. 64. Wielant tit 5. c.a6. " [a] Interlocutoire. ] Vide Lib. 4- Ca('2l-)\pélleren-\ Dat men mag appélleren van Vonnisfen van Steden , daar by iemand gebannen word, blykt by zeeker date den g.July Ï541. geregiftreert a t derde Mcmor. van dc Jonge, alwaar .gezexd-word, dat iemand volgens haar Privilegie gebannen uit Leyden , Rhynland, Haage en Haaee-Ambagt, en geappelleert ofte gereformeert hebbende aan den Hove, dezelve zal mo"en woonen, hanteren, en converferen in den Haage, maar niet binnen Leyden of Rhynland. Vide Traü. Bort. de appell. in cnm. cauf. JE R I T U R. Si'appelletur i Sententia minorem fummam continente quam d qua appellari poteft, an interim fupercedendum fit' executioni, dojiec Judex appellationis caufam mhibitionis revocaverit , in contradiaorio Judicio Judicatum fuit Iwc ut attentata reparanda effe, ratio eft m l. fciendumff. de appell. ita ut judici d quo non hceat procedere met d'exccutie, voor en al-eer de claufule van inhibitie is afgedaan, en de Gedaagdens, ten dage dienende, bewezen hebben haar Privilegie, nam alicquin Judex a quo effet Judex in propria caufa, en alhoewel 't zelve moet gezeid worden ten opzigte van sententiën by den Hove Provinciaal geweezen, waar van aan den Hoogen Raade geappel- . . t 1 „„ „rn-i-A rronrifti^pprt dat als tegen een Dclin5. r. men dagend ïn, er mmedc zaaken werdaf ^condemneerlien, indien hy fuant is gewezen een StetttM des umst ais aan ty ^  TITULÜS III. CAP. IX 2jf I ■dagen: Authent. hodie, C. de Appell 2. cum dilecli. in fine. de eMt. c. Jigmjicauerunt. de tefiib. c. quo ad confultationem. de re judic. Bald. ê? Jaf. in l.fi ab arbitrio, D. qui fatifd. cog. Hippol Marf. Sing. clii. II. Zonder aanfchouw of regard te nemen of hem de zaake aangaat of niet. d, Auth. hodie. in voce j euilibtst. dat is, of d'Appellant voor hem zeiven occupeerd, of vooreen ander: DD. ad d. Authentic. III. Hier voortyds worde met diftinaie korter tyd gegund om te appélleeren : l. eos qui de appel. 6. §. 5. fin autem C. de appel. 1. 1. §. u. D quand. ■appell. IV. In Vrankryk word een Appellant gehoor gegeeven ook naa thien en twintig Jaaren: Rebuff. in proxm. Conftit. gloff. 5. num. 93. V. En ingevallc de gegraveerde, by zyn weeten, den voorfz. Tyd van thien dagen het overloopen en voorby pasfeeren , zo zoude de Sententie of t Vonnisfe gaan in kracht van Gewysde, en executabel zyn, J, c. auo ad cor.~ jultationem. VL Daar word gezegd binnen thien Dagen, dezelve Uyt de voorzeydi Inftruciie, art. exevnr. in fin. te reekenen (4.) van den Dage, dat het Vonnisfe was gegeven, of dat ieert is, zo hebben nochtans Commisfarisfen verklaard 'tzelve geen attentaten te zyn, en daar van rcauditie verzocht zynde, is 't volle Collegie geblceven by den appoinétementc , doch daar van is Appél. ( 3 ) Thien dagen ] L. ab eo C. quom. £f quand. Judex. Imb. 2. c.i. Judex teminum appellatioiils prorogare non poteft. Guid. Pap. q. 213. Thien dagen met den dag van 't Vonnisfe daar aan gcreekent. Ita Judicatum eft den 18. April 1593. en den 9. September 1609. by ■welke laatfte Sententie Sion Lm in Appél is verklaart niet ontfankelyk, vermits hy van een Vonnisfe, gewezen op den 17de hadde geappelleertop demyfte van dezelve maand. Papeg. 1. D. pag. 293. cn Middbllawt ca Vromans Lib. 4. Cap. 6. §. 5. n. 5. (4) Van den Dage] Nota Bene)- Dat het Hof exStylo deezen Dag niet mede reekend. Jed mlnlommus Advocati ad majorem cautelam Potent impetrare requeftam cirilem , op dat partyen niet hebben te zeggen. fa, men reekend niet alleen van den dag, maar ook van de uure, zo dat als een Vonnisfe op den eerften Dag van de Maand ten 1? uuren gepronuncieerd is, op den n der zeiver Maand ten elf uuren debitè daar van geappelleerd word. Cooren in decif. Sut>r Cur. obf. 36. G-ail. lib. 1. Obf. 139 e appélleeren wil, zulks tltco moet gedaan worden, zonder dat de fatalia van tien daeen in cïLieTp n rde™Sunt' z°° byden Hove van Holland verftaan is in de zaake va Pha,les Payelle, d^bj eene Sententie van denzelven Hove in dato den Ade Juiy xöo6 WZ gecondemneert onthooft te worden. ( Zie de Decif. en Refol. van den voorfz. Hove N° aq rapeg 1 D. pag. 564. in fine. & Bort TroB. Crim. Tit. 11. Deel 8. N". 24. feqq.) Maar* in-' Z??Jï Senten"ü medebrengt eenige Lyfftraffe zonder de dood, zoo werd de Gecondemv&^^^^^ff^^^J wedcrom gebragt in de Gevangenisfe, en en 29 è f aha van tlcn daScn afgewagt. Zie Bort alk loc N°. 27, 28, li 2  2^ 2 L I B E R IV. dat het tot zynder kennisfe gekomen is [b]; Glojf. & Bart. in !. i, 5. 7V dies D. quand. app. fit: VII Wanf indien de Gecondemnecrde van de Sententie jegens hem gegeven geene'kennisfe heeft gehad; zo word hy altyd daar na appellerende gehoord; In begind eerft de Tyd te loopen van de uure , dat hy 't elve heeft geweeten onder beneficie van Requefte Civile: Marant. de Appel, mm. 203 êf.204. Z.3. C. quomodo & quando judex. . . , , VIII. Belandende d'Interjectie van Appéllatie of Reformatie, k in den Jaare cio 10 xxcviii by gemeen advys van die van den Hoogen en Provincialen Ka. de, gerefolveerd en^befloten 't geene hier na volgd : Ade van den Hoogen en Provincialen Rade op Sinter* mie van Appéllatie of Reformatie, van date den tweeden February cid io lxxxviii. Den tweeden February Anno vyfthien-hondert agt ende tagtig, is by die van den Hoogen ende Provincialen Rade in Holland collegialiter vergaderd zynde, gerefolveerd ende beflöten, datmenin't vaderen van de Procesfen houden zal voor debité geappelleerd, of gereformeerd te hebben de geene, die bevonden werden binnen thien dagen Mandament van Appel,of binnen een Jaar van de Sententien, daar van geprovoceerd werd, Mandament van Reformatie geligt te hebben: al ift zoo, dat by Acle niet en blykt van eenige Interjectie van Appéllatie of Reformatie, of dat by Requefte van den Suppliant omme Mandament van Appel of Reformatie, niet en werd eenige Ca. tegoryke Interjectie van Appel of Reformatie gedaan, met de gewoonste Claufule, Euds appelleerd, ot, reformeert.mts an verbum Appéllatie exprimi debeat Gail. t. obf. 2. n.8. ■ (6) A^a de Appéllatie] Verftaat, na de laatfte Appéllatie binnen de thien dagen, diei: vergund zyn om te Appélleren, gedaan: alhoewel hy ilico fd^Wiciogeappéllecrd moo-te hebben , dies alzo den Appellant die iltco geappelleerd laadde, en op den thienden dag, dezelve Appéllatie, gereitcreerd, zvir Mandament daar na op den 28. dag naar d'eerfte Appéllatie geëxploiteerd zynde, requefte civile , voor zo veel hét nood mogte, zyn, geligt hadde, ornine van d'indebüc profecutie zyncr Appéllatie gereleveert te worden, is by den Hoogen Rade, deprincipaale zaake by Appéllatie aldaar gedcvolveerd zynde, verftaan geweeft, dat hy dezelve Reqiiefte van geenen noode en hadde; van gelyken, zo iemand ih zyn Mandament binnen de thien dagen geligt, infereert • de clauftile, en Appélleerd mits dezen, worden de twintig dagen van dien tyd afeerft gercekend, Meet in Judicio ilico appellaverit. De Jure enim licet vel fcephts de eadtm fententia' appellare. Decif. 86. Supr. Curice. (7; Mandament] Notabilis cafus in OUobri 1592. Snouk gedaan hebbende ehch in cas " 3 3 d'Ap- -  L I B E R IV. cas van Appel: Gloja & DD. in Clement. Si appellat ione, de Appellation. Vide Guid. Pap. conf. x. II. Ende te doen dagvaarden de (3) Partye, ten pro yte van dewelke 't Vonnisfe of 't Appoinctement gegeven is: Vide huc DD. apuo Andr. Gail. lib. l. Obferv. cx. III. Ende ook ten voorfz. dage intimeren de (9) Regteren, die gegeven zullen hebben 't Vonnisfe of Appoinctement, daar van geappelleerd is: Vide Magn. Privileg. Mar. art. v. in medio (10). IV. Ende hen doen geven behoorlycken dag. d'Apcël, heeft Hanneton geëxcipiecrd en geconcludeerd tot defevtie, alzo 't Mandament geligt waS wel binnen den twintigftcn dag Van den thiendcn dag, binnen welke 10.dagen men mag Appélleren, maar met binnen den twintigftcn dag naa d'interjeÊtie zyner Appéllatie , volgens het 204. Artikel van de InluMe van den Hove van Holland «verzoekt dag om op dezelve defertie te antwoorden, dog gecondemneerd zynde op ftaande voet te antwoorden, verzoekt reauditie van dat appoinftcment, en middelcrtyd ligt Requefte civile, om gereleveerd te Z}C8) Partye'] Pui ex refcripto appellatorio m conveniendi Domini ipfi an procuratores, Imb. 5 'c '5 Ouod fi poft refcriptum appellatioms TmZtr'ans' veTejus adverfarius moriatur,, antequam cxecutioni fit mandatum, an pro haredibus vel contra hteredes tradi poffit executiom? Imb. d. CaPC9l Regteren'] Sed an affeffor Judicis an vero tpfe Judex fit conveniendus, vide Imb. 2. c. 6. Tudei d quo femper citatur cum claufula fi pa iutabit intereffe, quce citatio ipfum non adjtnngit ad comparendum, neque dici poteft contumax neque puniri ft non compareat, quia tfta citatio «- CAPITTEL citur citatio voluntarla. 't Zelve nochtans met eefchted zynde, is een Appellant by deu Hoogen Rade verklaard geween in Appel niet ontfankelyk. .Vide Decif. Supr. Senatus decif. 8. in fine. •■' 'tHof verleend wei Mandament m foime van Relict d'Appél, voor zo veel als 't nood zy, dat dc Suppliant zyn Appel binnen behoorlykca tyde niet. geïnterjccïecrd verheven en gedaan executeren heelt. Paupertas enim hoe fcepè cperatur ut, ft[major pars ob eam non profecuta eft appellationem frnrn, posfit reftitui. Auth. de his qui ingred. appell. §. I. eleganter Bart. in l. invitus. C. de procurat. (10) Hoe in Gallia non praüicatur. Rebuff. de Appell. in prof at. n. 3?. Vide ibid. Art. 4. el, 2. n. 3. 6fc. j ' Voor dezen is wel gebruikt geweeft, dat de Rechters haarc Vonnisfen moeiten iuftineren, en 't Vonnis te niet-gedaan worden* de wierden gecondemneert in zeker amende' dan'tzeive wordt nu niet meer geüfeert Vide de Handvefien van Zuid-Holland, pag 118. Van gelyken in Vriesland. Vide Ubb. Emm. Frif. Hift. lib. 20. tAddc Regtsg. Obfery. over de Inleid, van de Groot 4de U. Obf 49O  TITULÜS III. CAP. IV. CAPITTEL IV. Inhibitie. So wanneer geappelleerd is van eenige Sententie Definitive of Interlocutoir re, hebbende kracht van Definitive; zo word gemeenlyk met de Citatie verleend de Claufule van Inhibitie; en word dezelve geïnfereert in 't Mandament; en daar by de Juge of Laage Rechter, die 't Vonnis heeft gegeven, geïnhibeerd en verboden te procederen tot executie van haarluider Vonnis. Fidehuc Andr. Gail. lib. i. Obferyatione clxiv. DD. in c. non folum. de Appella^-in Sexté CAPITTEL V. 1. Brieven van Anticipatie. 2. EjfeEten van dien. 3. Taxatie derzelver. 4. Langer Dag. 5. Appéllatie défert. Uyt de Inftruitie, art. ccvit. M Tpnde of by verftand of faveur van den Executeur den dag (11) XL/ te lange waare gefield; zullen die geappelleerde of geïntimeerde van den Stadhouder, Prefident ende Raden mogen obtineren Brieven van (12) Anticipatie; die hen verleend zullen worden. Vide Rob. Marantam de Appell. num. 233. II By Cap. IV. Geïnfereert tn 't Mandament.'] Het Formulier van de Claufule [van Inhibitie, zoo als dezelve in de Mandamcnten van Appél word geinfereert, is te vinden by van Alphen fapeg 1. D. pag. 291. jn deezer voegen: „ Bevoelende voorts van wegen als boven, op „ zekere groote poene, daar jegens te verbeuren, de voorfz Gedaagden» én Geinthimeer„ dens, 111 prejudicie van dc voorfz. Appéllatie niet te attenteren nog te innovceren, en„ de indien daar iet geattentcert ofte geinnovcert ware, 't zelve terftond en zonder ver„ *rek te repareren, ende Hellen in zynen cerften ende behoorlyken -ftaate."- (11) Te lange] Vide Imb. 2. cap. 4. £? 5. Art. 15. n. 22. Rebupf. ad conftit. reg. tit. de Appell. Quando autem appellans dicitur minus fèftinare, relinqultur arbitrio Judicis. Menoch. de arbitr. Iud. caf. 446. n. 4. (12) Anticipatie [a] De ante vertendo appellante in ofiendenda appell. Vide Imb. 2. d. c. 5. en mogen niet gcimpetreert worden, int ra fatalia appellationis, nifi negotii qualitas aliud fuaferit. Bart. in l. 2. de rejud. Spec. de appel!. i Noviffimè. Felin. in l. appellantes C: eod Qiiamquam praxis hodie fit contraria, ut judicatum anno 1576. menfe 'Septemb. in caufa 'Gallor. Mercator. [a] Anticipatie] Anticipatie heeft ook plaatfe in criminele zaken. Een Gedaagde, in cas van Anticipatie, kan aan het Vonnis of Sententie aequiefce- ' ren.  2.5r5 L I B E R IV. II. By den welken zy den Appellant of Refprmant .zullen mogen doen Anticiperen. m Welkg ren En is niet gehouden in dc koften van . dc inftantic van Anticipatie; gelyk by den t Hove is verftaan. Papegay. 2de Deel. pag. 234-, Zie ook Man. van Proced. Tit. 1. Cap.X. num. uit-, in fine. . . Indien de Gedaagde, in cas van Anticipatie , meent, dat zyne Partye dezelve qualyk j heeft o-cligt, by voorbeeldt, als hy reeds Maldament in cas d'Appél geligt heeft, zoo antwoordt hy op den elfen, in cas van Anticipatie gedaan, als te zien is m ae Papeg. jfie D. pag. 250. num. 5- Dog behoeft de Gedaagde, m cas van Anticipatie, in het zeive cas niet te,ant- . woorden, als hy het Appél wil voortzetten .en behoeft hy ook geen Mandament m cas d'Appél te ligten, als hy maar het Appel Seeft geïn , . Daar moet periculum in mora zyn, als ui Matrimonielc zaaken, zaaken van Arreft, zaaken van Goederen die bcderffelyk zyn., en diergelyke redenen meer. Vide Rebuff. ■ in TraSat. de Anticipat. Dikwyls word m de Mandamenten ook daar by gevoegt, van ten zekeren korten dage eifch te doen 111 cas d'Appél, mitsgaders de zaake te vol- dingen en bepleyten. A!s 'er die groote  TI TÜLUg in. c AP. V, i1T III. Welke Anticipatie, mitsgaders 't Exploit zal werden getaxeert, indien hy triumpheert. IV. Ende indien d'Appellant geanticipeerd zynde, ten dage dienende niet bereyd en waare zyn Grieven te verklaren; men zal hem confenteren nog (13) agt dagen, zonder meer. V. Ende indien hy als dan in gebreeke is zyne Grieven te verklaren, zal zyne Appéllatie verklaard werden Defert, ende gecondem. neerd werden in de Boeten van 't vol Appel, ende in de Koften. C A P I T T E L V [ 1. Default van den Appellant en,Qor^i.z. Comparuit.Tof van den Hove. \ - • " Ibidem art. ccix,' ■ • •• L Ttem of't geviele dat d'Appellant ten gepreflgeerden dage (14} X niet en compareerde, ende die Gedaagde of Geïntimeerde, of- feoi xiovo-idolod no^afqr nv;d )trl r.i ub ,nofiA ab psv bioow bJIm* istn«i norrto-*» nut / ,V .ij.y;i u ks}-.Vr1 iudsO aa .V/ «5 ,? .) .1 .taO is th * «1 *„.,„tji „;v „„<' tc precysheid niet by ftaat, word geprefenteerd zyn grieven te proponeren volgens de taitruótie, op poene , &c. dat dan noch 14. dagen is. .... ^ C10' -Agt dagen-] Veertien dagen voor den Hoogen Rade. Art. 215. Reftitutio adverfus lapfum Fatalium ne minori quidem datur, r.ifi probatis impedimentis inevitabilibus. Hodie tarnen princeps folet relevare. Re8uff. de appell. Art. 1. gl. 2. n. 22. Decif. Cur. Holland. 39. . Tempus appellationis non cm-rit pendente compymiffo. Aut/i.fi tarnen C.de tetnp. appell. Goid. Pap. decif. 115. Costal. ad l. z.fi quis cdut. ik' jud. Rèbuff. de arbïtr. Art. 1. gl. 5. « 5 £f gl. 14. n. 26. &? de appell. Art. 4. gl. i.'n'io Nogtans is op den 6. OZlober 1550. 0p de Rdlle, een Appéllatie defert verklaard, alhoewel de Impetrant aüegeerde, dat hy fton'd op hoope van accoord. Non ufque adeo curandum eft denullitate, fi evidenter conftet appellantem effe jufte condemnatum; Jed alias, 'tHof doet te niet het Vonnis, en doende van nieuws Recht, condemneerd, &c. Alex. conf 34. vol. 3. >hyr ïuLr/sg nsÜB ni 3nr-!!oo(iAfb Int rtt F[-: v.nmo!,r,A« .1 ... n^i .. (14) Niet compareerde] De contumacia appellantis ejusque adverfirii ante litem conteftatam, vide Imb. 2. c. 7. £f de contumzcia- appelldti ,' word5'alleefr ^LlZV'r^f1'] D* W?M 'm d'e praCt^ nlet mcer geufitcerd, maar „?ZL , ' wanneer de Gedaagde in cas van Anticipatie in gebreken blvft ad otto zvne ~Ti oTivn o7' T^d"' ÓC lnümaïe' de APPelIalie defürt ver!daard exp$l de Mm&« dwpnlf^S Procureurs gewoon de boete van Appél eerft oP 'teinde van ae gemelde agt dagen aan den Rcntmccfter der exploiaen te betaalen. I. Deel, ■ g jf vide Inftr. van den Hoogen Rade Art. 21S. «j 219.  2)-3 7 L 1 B E R IV. te eenige van hen (ij)» dede blyken van haardeü Daginge, hen zal gegeven werden Oorlof van den Hove. Ibidem art. cxiv. prior e §. w& Ende by een Default van den Appellant ofte Reformant zal gegeven werden Oorlof van den Hove, ende verklaart d'Appéllatie Defert, indien daar geappelleerd is; ende d'Appellant gecondemneerd^ in de boete van dertig ponden, van veertig grooten 't pond , t'onzen, profyte. Ditto art. ccix. 11 Ende en deden zy van de voorfz. Daginge niet blyken, zo zal hen gegeven werden Comparuit: ende een ander Mandament, omme den voorfz. Appellant te dagvaarden, omme te wyzen 't profyt van 't voorfz. Comparuit; dat welke zal zyn Oorlof van den Hove; ingevalle zy van de voorfz. dagvaardinge deugdelyk doen blyken; ende zal d'Appellant in allen gevalle verklaard werden Qualicken geappelleerd te hebben, ende gecondemneerd in de boete van 't vol Appel, ende ïn de Kollen. Vide: cap. xliv. fape contingit. Extra de Appell. & ibi Glof. CAPITTEL (T5) Dede blyken'] Daarom, als men com■paruit wil obtineren,. moet de Gedaagde C 2 Comtaruit 1 Comparuit, 't welk ook genoemd werd oorlof van den Hove, is een verklarinÊ va?dé^Regte f dat de Gedaagde in regten tegen den Impetrant is gecompareerd, en^ zynrbereidvSighe d heeft getoont, om den Eifch en Coiiclufie , die de Impetrant te«n hem heeft w iln doen en nemen, te aanhooren, en daar op te antwoorden, of te cxcipiecref naar gelegenheid van zaaken; dog dat de Impetrant ten dage dienende in gebreken igebleven, om door zyn Procureur in regten te compareren ; welk Comparuit is «nomen van he èerfte woord van de Aften, die in het Latyn plegen befchreven te fvorden' Zie MerulI JU tit. 3i. Cap. i. §. 3. en W. de Groot M. tot de Pr*. Ub. u Cap. 7. ». 35= J!de copie van 't Mandament, waar by hy |! gedagvaard is, exhiberen.  titulus rata cap. vu, 2JS capittel vii. f Eer/ie ^ J Effenen van het | | Befault by de Geappelleerde. Ibidem art. cxiv. priore in princ. I Ttern in materiën van Appellatien ende Reformatien zal geprocevoy.7 wfrden> de bedaagde wezende Defaillant, als hier na volgd. Te weten, by >t Eer/te Defauk zal d'Executie van 't Vonnis- Ivn ^kI!fgd Terd' gefurc^ert werden tot anders zal *yn geappoinéleerd, «dien 't d'Impetrant begeerd (i7) II. Ende by den (r8) tweeden Defaulte zal, zonder Proces te ma- 11 pT^,^&b gewezm ende ^geappelleerd, of, wel .be ogen m Reformatie: 't Vonnisfe gereformeerd ende gezeyd: Dat hl met en zal profiteren den genen, die V verkregen heefu Vial Fe rr L form. Ltbell. App. ibi, Coram vobis. num. 2 Kk 2 CAPITTEL {}6Z9eJurcheen worden'] Et fic decreta ma «t znhibitio ad finem Mh Q.m* Ub. I obferv. r;5,7? Wanneer 't Mandament inhoud de Claufule ran inhibitie [a], zo verkrygt de Impetrant, voor het eerfte default, dat de ge3eiLeeide "iet maS verzoeken afdoeninge van de Claufule van Inhibitie, en dat dezelve ook niet afgedaan mag worden. la] De Claufule van Inhibitie] Dit wordt Lib. 4. Tit.p Cap„ 1. ia Notis. num. 4. aldus ibetcr uitgedrukt. Uit kragte van 't eerfte Default de Claufule van Inhibitie gecontinueert ten ' uiteinde van de zake, zonder dat de Gedaasde afdoeninge van de Inhibitie kan verzoeken Tweede Defaulte] A. gepoftponeert zynde agter B. komt in Reformatie, B. blyft tweemaal defaülant, quceritur, wat profyt hem moet volgen ? volgens dit artikel zal verklaard worden 't Vonnisfe kwalyk geweezen , &e. en datB. de ontfangen penninee» zal hebben te brengen in de Griffie van een £°Vr.' e?,voom e,en derde Mandamentmet de Claufule om f antwoorden op alzulk verzoek als de Impetrant zal willen doen om op de zelve penningen voor den Defaillant gepnefereert te worden, om daarna by IntendittQ procederen, en zo preferentie te bekomen', indien hy rechtheeft, en alzo is gedecideert den 1. February 1606 ia iLZltlïn Thomas Gerritfz, Impetrant, contra Dirk damp, qualitate qua.  $*, .1 I V t I B E R I V. I f CAPITTEL VIII. t 19") Inhibitie] De Epijtolis inhibhhnis mul- ■ tatraSat Philp. Dec conf. 24. in i. parte. Ii/b i. 36. &f 70. Felin. 2. c. dilectus Deact' de refcrip. Simpele Appéllatie, zonder dc Claufule van Inhibitie daar by gevoegd, word behouden voor gcrefufaert, nam jure qvidm inefi appellationi i-nhibiUo • fed ontfrta ckbst, anders is 't niet ais reformatie. -. . -tllorfimpelvk afdoende de Claufule van Inhibitie, mag de Rechter, d qua ^t.Vonnis .«ëcuteren; maarzo. klaard, dat 't Vonnis zyn. executie zaheb-MJ, onder cautie,, mag men 't Vonnis by oen Deurwaarder haten,executeren. S Ciaufule v.vi Inhibitie ] Een Gedaagde in cas d'Appél conclüdectt, .dat byprovifie gedaan zal wordcn.de- Claulule van Inhibi-j,, ju- concludeer: ook wel tot ApproSSie iifci van het Vonnis ra quseftie-,. wanneer het zelve op liquide Inltrumenten is gewezeu Als het Vonnis wordt geapprobcert, 'is daar mede de ganfche zake uit. c wereldt. En wordt dan op een' Provilie 4i ~u>' tvcq, in zoo verre, dat geene Appeiutiur 01 , . Sen'entie, of het DiClumvanJ een' Sententie ten definitive. geweien. Dtt is met vrcemdt.' Want een Regter kan op een' Provilie de zake wel ten principale afdoen', als hy dezelve bevindt van eene. evidente-liquiditeit. Zoo wordt-op de Manttcnue de zake wel in. het plenair pojjefjoir afgedaan, als dezelve klaar is 3 (*} Item 591. Art. van de Ord. van Draband. r 20) Compulforiaal] Als die van 't Gerechte in gebreke zyn van 't Vonnis'in qwestie en • zvne dingtaalen te exhiberen* zo word, toü dage dienende, uit krachte van de Claufule compulforiaal, tegens. haar geconcludeerd tot exhibitie van-'t Vonnisfe en -dingtaalen, of die middelertydbekomen hebbende, word de zaake, nopende datpoinet, in fiaate gefield; ende-word voorts tegen den Gedaagden geconcludeerd in casd'Appel of Reformatie naar behoorpn. Van Compulforiaal, vide Gail. I. i. obferv.15. n. 3. & obferv. -Van 'een , Sententie, inhoudende veele poinaen'geappellecrt zynde, moet de apr pellant Ibidem art. ccx. I Ttem ineevalle d'Appellant, ten dage dienende, niet en komt ge' 1 furneert met het Vonnisfe, of dede blyken van zyne Diligentie-; zal, tot verzoeke van de Geappelleerde, de Claufule van ( IQ ). gfcMtic [ a \ of - andere Surcheance afgedaan werden. Vide c. nm folum \m Appellat, in Sexto &■ ibi DD. {*). . II En indien 't blykt van behoorlicke diligentie,zal de zaake prn> cipaale blyven heruiten, indien de Gedaagde \ zelve begeerd,tot-dat 4 zaake,om 'tVonnisfe te exhiberen, by {20)Compulforiaal [b] of an- i. Exhibitie van 't Vonnisfe, daar van geappelleerd is , eh afdoening* ■ van de, Miibitie of Surcheance. 2. Compiüforiale of Dwang-brieven.  TIT U-LUS III. CAP. VIII. adv ders-geflegt Zal zyn: Vide huc DD. h l. ij. nee éuffas. &> in l. 19. a Proconfulibus. ibi & aiïa, &c. C. de Appel. Andr. Gail. lib. i. Obfervat. cxxxiv. fiéllant ten dage van eifch, zo partye zulks verzoekt, verklaren van wat poin&en hy verftaat te appélleeren, en confenteeren', dat dc relt mag geëxecuteert worden: anders word verklaard niet ontfankelyk in ApPélen gecondemneerd in dc koften en boeten. Behoudens, dar in materie van lleekeninge^geen.examinatie gedaan zal wor¬ den van één pomét, ten ware 't Hof anders goed-dagte. [Z>] Compulforiaal] Zie Papeg. ijle D. pag. 292. Art. 2. van de Ampliatie van de InftruUie van het Hof, van den 21. Decemb. 1579. Papeg,, 2de D pag. 246. onzen I^Ierbla. Lib. 4. Tit. 66. Cap. <5.]- CAPITTEL IX. ■ ■ - Ibidem art. ccvnr. - I. T tem is't Proces daar van geappelleerd is, Proces by (21) Ge1 fchrifte; het zal te Hove geleyd werden, ende Partye geordineerd., dat zy zien alk de flucken. II. üiigezondert't Secreet, indien daar eenig Secreet is. III. Ende zullen ondervraagd werden, of V daar al is: ende ingevalle het daar al zy, zoo zullen Partyen concluderen, als in Proces by Gefchrifte: Om 't. Proces. by den Hove gejugeert te werden ex iisdem .Aclis, (22) an'bene vel maki Vide.hm. Bart. in l. 62, cum qiiarebatur. r. 'i Proces by gefchrifte ten Hove over te'leggen.' ' ' • - 2. ,t Secreet. 3.,Jugerenex iisdem Actis, an.bene vel male. 4. Grieven. c. num. 4. Anir. Gail. lib. 1. 0//j,y cxlvi. R feqa. R0h Mar. de Appellationib. nwn. 389 & feqq. Specul. in tit. de Appellat. % n o vWm e %LrlPf' JQm'lmh/rt: **; 1 r- ^ 1 r r. Gi& Hanetonium tratt. Judic. part. 111 tit. de Appell. circa finem. Ant. Corfetum in Singul. in voce Ap. fellatio ibiRegula, uh recitat feptem Limitationes 3 in quibus Regula, Nihil L novandum pendente Appellatione, non habet locum. date van des Impetrants Appéllatie gepleegd] Uit deze woorden is klaar, dat Merula van gevoelen is geweeft, dat men in de inftantie, in cas d'Appél , tot reparatie van Attentaten concluderen kan, zonder dat noodig is een Mandament van Attentaten op zig zelfs te verzoeken. Daar wierdt voor den Rade van Braoaud , alhier in den Hage, trefüftineert, dat de Partye hadde moeten figten een Mandament van Attentaten op zig zelfs, en niet konde volftaan met incidenter te concluderen in de initantie, in cas d'Appél , tot reparatie van Attentaten. Maar ik heb daar tegen by Mr. Floris Pieter Pittenius liooren fuftineren t dat die fuftenue was om- CAPITTEL X I» Binnen wat tyd te Renuncieren van de Appéllatie. 2i Voor wat Rechter. Ibidem art. cxcix. I. Ttem alle Appellanten zullen mogen (2?) Renuncieren van liaare X Appellatien binnen (26) agt dagen, na dat zy geappelleerd zullen hebben, den Dag van de voorfchreven Appéllatie, ende den Dag. dat zy zullen Renuncieren, daar inne begrepen: Ferr. in for. ^Ipp. d Sent. defin. ibi, Coram vobis. num. 2 7. II. Behoudelyk dat zy de voorfchreve Renunciatie doen voor den VOOr- Cas) Renuncieren] Non obflante tarnen re iMnciatione poteft adverfarius reus appellationem projequi. I. uit. C. in pr. de appell. Imb. lib. 1 cap. 64. Groenew. ai d. I. uit. C. de appell. (26) Agt dagen] lus. 2. c. 4. 13. Rèbüff, ad conftit. reg. tit. de appell. Art. 9. n. 22, ïg Ar;. 15, gil. 2. & 3,. 13. H Blyken van Renunciatie; 4. Boeten van Renuncieren. daan van alle fundament en ongerymt En is by den Rade van Braband, volgens de' fultenue van den Advocaat Pittenius, gede«deert. Dog indien 'er, in cas d'Appél, alleen maar eifch ware gedaan en nog niet geantwoordt, of in cas Poenaal of van Arreft nog geen' Obediëntie verklaart, zoo zoude, in die gevallen, een Mandament van Attentaten noodig zyn, volgens de leerc van deMamer van Proced. Jit 4. Cap. 3. num tf-1 J\r5a Cap\3- man- «*■ Zoo dat in Notis ad Noftrum. Lib. 4. Tit. 33. Cap. 3. num. 15. abulivelyk wordt gezegt, dat het verzoeken van Obediëntie meer JtyH is,- dan necejjitatis.] J J ' '  rit L I B E R IV. voorfchreven Regteren, daar af zy geappelleerd zullen hebben: of den voorfchreven Regteren binnen de voorfchreven agt dagen behoorlyk infinueren. _ . . _ . r T III. £nde dat van de vorfchreve Renunciatie by Brieven ot ln- ftrument authentiklyk blyke. IV Zonder boeten van drie ponden te betalen, (27) ten ware dat hy Mandament van Appel verheven hadde. Vide ad hoe Cap. Rob. Marant. de Appell. num. 330. 6? Imbert. lib. i. Injlit. for. cap. lxiv. (27) Tenware] Nochtans ten dage die- ' nende mag hy zyn Appél muteren in Reformatie, Imb. 2. c. 14. En dat_ verzoek mag sr^fchieden quocumque tempre litib. mits betalende drie guldens, ten ware 't Mandament van Appél defert waare, en zulks gefchiede zonder collufie van partyen , als verftaan is in 't volle Collegie in Junio 1552. _ De Gedaagde in Appél, reformatie ot reduöie, mag ook, ten dage dienende, Qm- CAPITTEL XI. I. Renunciatie van de Appéllatie door compojitie. 2.. Boeten in cas vanCompofitie te betalen aan handen van den Rentmeejler ' van de Exploicten. Ibidem art. ecu . • y I Ttem dat de Appellanten van 't Vonnisfe van Laage Regters cbm1 poferende of tranfigerende met hare Partye, gehouden zullen wezen f28) binnen 'fes weeken na de Compofitie te compareren in v ' Per- {23^ Binnen fes weeken na de Compofitie] Maar alzo den Rentmeefter niet wel mogelyk is te weeten dc tvd van de compoiitie, zo word dit zelden gepraótifeerd, en betaald d'Appéllant alleen drie guldens. Ja vcraccordeerd zynde , houden, nog evenwel een termyn ofte twee op de Rolle, als of zy niet veraccordeerd waren, en frauderen den Rentmeefter ook alzo van deze drie guldens, want dc Rentmeefter, mits het houden van nog een termyn ofte twee, meeud dat zy dc zaake vervolgen. Ais de Renunciant, zonder dit ofhetiop. Artikel geobferveert te hebben, naderham e komt 3. Ingevalle Partyen 't zelve niet en deden. ' ■ ! • x 4. Niet te appoinctenn zonder Oorlof. 5. d Impetrant van-Congé, om te.jccox" deren, is ook gehouden te betalen de Boeten. dien hy wil) renuncieren van t■Vonnisfe zonder eenige koften, en raauwelyks eifch doen of hooren, ten waare daar verftek genomen waare, of dag om te antwoorden, ofte geconcludeert tot approbatie, hts cajibus ma? hy niet renuncieren, indien de Impetrant daar tegen is, maar moet betalen de koften van dc inftantie, indien hy origineel eysfeher is, of confenteren in de conclulic van den Impetrant, indien hy Verweerder is.  T I T ü L V S. lil CA P. XL 25? Perfoone, of by haare Procureurs, daar toe magt hebbende; ende renuncieren van haare Appéllatie: DD. ad l. 8. fi contra majorem, C. de Appellation, cj? confult. ibi. TranfaSiione (29). II. Ende betalen den Rentmeefter van de Exploiclen drie Karolus Guldens. III. Ende by gebreeke van dien, zal de Procureur Generaal of de Rentmeefter voorfchreven mogen executeren de Boeten van 't fol Appel. Ibidem art. ccix. in fine. . IV. Ende Zullen de Partyen, in materie van Appel (30), niet mogen Appoin&eren zonder oorlof van ons te hebben (3 1). Ibidem art. cenr. V. Item waar 't dat yemand van ons impetreerde congé om te Accorderen in de voorfchreven zaake van Appel, zal d'Impetrant ook moeten betalen dezelve drie ponden van veertig grooten , t' onzen profyte (3 2). komt in Reformatie, mag partye concluderen by maniere van exceptie, van Deferae van 't Appél en abfolutie van de inftantie, ram expenfis, en voorts by Ordïne &c. 2. quia tempus profequendx appellationis elapjum elï. 2. quia appellans non poteft pcenitere fjf libellos appellationis recuperare , quanfum pro adverfario faciunt. Bart. in l. ft quis libellum C. de appell. Nota bene. Renuncians appellationi petit ter- minum Juris , appellatus contradicit, cum coram curia tantum quxratur an reUè appellaverit ? 't Hof verklaard , dat 't Vonnis zyn executie forteren zal. f (29) Art. 218. der Inftr van den Hogen Rade en Art 597. van de Ordonnantie van den JRade van Braband. OO Niet mogen appoin&eren'] Contrarium prebatur ex l. fin. §. fin. C. de temp. appell. ubi Juri appellandi renunciare Heet? R. ibi dici pacifci poffe int er part es ne appellare liceat, hic autem agitar de interpoftta jam appellatione. Vide de hac matsrii Rebuff. Traïï. de litt. impetr. ad renunciat. Art. 4. gl. t. OO Vide Rebuff. TraS. de litt. impet. ai renunciat. Art. 4. gl. 1. (32) Als de Appellant wil acquiefceren, en van zyne Appéllatie renuncieren, zo is hy gehouden in de koften van de zaake van Appél, ten waare dat tusfehen partyen anders geaccordeert waare: Masuer. tit. 35. n. 13. I. D e e l. ^ 3 CAPITTEL  zC.6 h I B E R ï v; CAPITTEL XII. Afftand van de Appéllatie by den Geappelleerden door Renunciatie van 1t Vonnisfe. Ibidem art. cc. Item wanneer (3 3) eenige Geappelleerde of zyn Procureur zal willen Renuncieren van 't Vonnisfe, zal gehouden wezen te doen den behoorliken Eed, Dat 't zelve gefcbied zonder fraude, coüufie, of baat te hebben van zulken Vonnisfe, of om ons te frauderen van zyne Boete. (33) Eenige Geappelleerd:] Si appellatus renunciet fententice, an appellans poffit profequi ap pellationem, vide lus. I. c. 64. in prima inftantia aïïor reo invito liti renunciare , atque renunciando eam penitus extinguere poteft. I. pofiquam Hti C. de p<. DD. in auth. qui femel C. quomodo £? quando Judex. . Renuncians fententite vel inflantia extra Judi cium abjente adverfario, fibi nequaquam prcejudirat neque nocet adverfario, cujus mmine renunciaticnem nemo recepit. I. certum § fi quis abf ff. de emfef. l.fin. C. de interrog. Men mag Renuncieren zonder boeten te gelden voor de litisconteftatie, maar, naa dezelve, vervald men in boete, ten waare by accoord de zaake afgemaakt was, daar toe in allen gevallen congé van den Hove moet verzogt worden. Inftr. Art. 203, en niet te min 3. gulden betaalen d. Art. 201. De Heeren van den Rade laaten nier toe, dat men de Appéllatie zal mogen muteren in Reformatie , mits betaalende 3. gulden, cafu quo het Mandament van Appél defert was, maar 't zelve mag wel gefchieden ante defertionem , zonder eollufie nogtans van partyen. Cap XII. Item -wanneer £fc] Een Gedaagde in Cas d'Appél of Reformatie vermag ook ten dage dienende (indien hy wil) van 't Vonnis , by den Regter d quo tot zyn voordeel gewezen, en waar van door zyn partye gcappélleert of gereformeert is, te renuncieeren, mits geadmitteerd werdende rauwiyks zyn actie te inftitueeren, of eyfch te doen voorden Hove, ende zulks zonder eenige oblaiie of "refufie van kojten: zoo als by den Hove van Holland in den jaare 1629. verflaan is in de. zaake van Jan van Lier, Koopman te Amfterdam , Gedaagde in cas reüef d'Appél, contra J an de Brouwer de Jonge, Kruidenier aldaar, Impct. Zie van Alphen's Papeg. 1. D. pag. 2.^9. feq. mitsgaders nog by twee nadere Sententien van den zeiven Hove van den isfMey 1747. en den 2i.Decemb". 1751. waar van de eerfte by de folemneele intro.Uictic van zyne Hoogheid Willek den IV. als Stadhouder, is gewezen inde zaake tusfehen Adolf 'Maasman, Mr. Timmerman, en Maria van Rooyen, Weduwe wyïen Matthys Maasman, beide woonende alhier in den Haage, eerfl Gedaagdens by Mandament van Anticipatie-, en daar na Appellanten ter eenre; ende Jolnnna Maria Hinneveld, minderjarige ongehuwde Pogter, mede Avoonende alhier, geadiilteerd met Barth. Hinneveld, haaren Vader,. eerft Impetrantcn in 't voorfz. cas , en daar na Geappelieerdens ter andere zvde. . En de laaifte in de zaake tusfehen Maria Duysberg, Weduwe van Pieter Meog, woonende te Muydcn, Impetrant van Mandament van Reformatie; ende Hermanus van Solingen, mede woonende aldaar, Gedaagde in 't voorfz. cas. Ca°. XI!. Pen behoorlyken Eedi.~] Decze Eedt is ihans in ongebruik , als blykt uit de voorfz. Sententiën , als mede uit de voigende Notul, waarvan de Gedaagde in cas d'Appél zig in zoodanig geval bedient. A renuncieert van 't Vonnisfe van den Geregte van ..... mits ée kojlen bly.cn gecempenfeert, en hy geadmitteerd werde rauwiyks eyfch te mogen doen. CAPITTEL  X I T U L TJ S I I I. CAP. XIII. CAPI TTEL XIII. Ibidem art. cciv. Ttem alle (34.) Appellanten van de Laage Regteren, die haare ApX pellatien zullen willen vervolgen [>], zullen die moeten releveren binnen twintig dagen, na dat die geïnterjeeleerd zal wezen: of anders zal die Appéllatie gehouden wezen voor (3?) Defert. DD. ad Auth. Ei qui appellat. C. de Tempor, fip repar. Appell. &> in c. cum fit Romana. &> c. ex ratione. de Appell. Ferr. in form. Appel, a Sent. Defi. ibi. C 34) Appéllatien ' van Lage Regteren ] Te vervolgen binnen 20. dagen , naa de interjectie van den Hove binnen 40. dagen, Art. 216. Sed an dies termini computentur in terminum, vide Guid. Pap. 3.270. Imb. i. c. 37. in fin. Tiraquell. deretraü. §. r. gl. 41. O] Fenolgen] Dit Wordt ook'in dit zelve 204de Art. genoemt releveren ; en in het 216d e Art. der Inftr. van den Hoogen Rade het Appel verheden. Men zegt ook, het Appél profeque De tempore autem infinuanda: appellationis-, vid. 1. 3. in fin. C. de temp. reparat. appellat. De tempore vero profequendce, vide auth. ei qui IMB. 2. c. 4. Twintig dagen buiten den dag van de Appéllatie, ergo den 21. dag mag men Appéllatie verheffen, en citatie doen. De mterjeBione vide Gail. i. obf. 140. ff an verbum hppèllatio exprimi debeat Gail. i. obf 2. n. 8. Tien dagen met den dag van 't Vonnisfe daar aan gereekend [&]. Ra Jtiêèèhim den. 18. April 1593. Secus efi in fatalibus int rponenda appellationis, quee currunt de momen'o ad momentum, ut antea diMm De appéllatione, derehclioneff defertione vide Pelin. ine. ex barte 2. n. 9. Decret. de refcript. Quemodo appéÜc.tioms judicium defertum pronuncmtur. vide Imb 2 cap. 5. ff de refiitutione vide Guid. Pap 0'185' ff nota, dat zo lang een Proces in Appél niet is getermineert, ja al is'tfchoon op't burtet, de Appellant, bevindende eeni°-e defertie van't voorfz. Appél, mag verzoeken *y requefte civile [daar van gcreleveert te zyn , en Word dit dagelyks gepraclifecrd. Appéllatione defertd , quomodo fententia mandetUr executioni, Imb. i. c. ij. ff attentala interim fatta non revocantur. Guid. Pap. q 213 a>i appéllatione defertd judex fuper expenfis pronunciare poffit. Gail. i, obf. 138. n. 4. A fententia vero fuper defertione appellationis lata appellari poteft. Gail. i. obf. 138. n. 4. Tempus appéllationis, renunciatioriis ff 'relevationis currit contra minorem, fed datur re/Iitutio. J [b] Met den dag van 't Vonnisfe daar aan gerekent] Ad de Papeg. ijle D. pag. 293.] C 35 D Defert] Non obftante l. 1. §. i. j» f„u t. de annal. except. etiamfi fub fpecie pacis defertio contigent, ff ita judicatum fuit in rota 6. Üttob.1550. Vide Neostad. decif. 39. Si pars poft tempus elapfum citetur ab aiïore ff is pofiea requeftam civilem impetraverit, concludeert men tot defertie en by provifie, datde claufule van inhibitie afgedaan zal worden ; 't Hof doet af de claufule van Inhibitie zonder meer, en mag als dan Judex d quo voort procederen mét de executie van zyn Vonnisfe , maar als 't Hof wyft dat *t Vonnisfe zyn executie zal hebben onder cautie, zo heeft de Gedaagde in Appél optie, ofhy wil doen executeren by den Rechter aquo, of by een Deurwaa'rder van 't Hof, maar overmits de tweede interlocutie tendeert tot eneryatie van de lager Vierfchaar, en den Appéllant valt tot groote koften , word dan zelden zo gepronuncieert. LI 2 26V 1. Defertie van Appéllatie. 1 2. Conclufie in cas van Defertie. ' 3. Reliëf van Defertie.  263 L I B E R I V. ibi. Et in quantum. numer. 2. Marant. de Appellat, mm. 307. usque ad finem, ubi refert decem cajks , in quibtis Appellat, efficitur Defert a, lm* 'bert. I, 2. In fit. forens, cap. v. II De Appéllatie aldus Defert gevallen zynde, zo mag de Geappelleerde den Appellant doen dagvaarden in materie van Defertie, en ten Dage dienende daar toe concluderen. Vide Mdchwem Geilhufanum m tatultsjuper ordinat. Cam. Imper. part. 2. tit. xxx. Mynfmg. in OhfrvaL Andr. Gail lib u Obferv cxxxvn. 6? feq ubi de qualitate Sententies Dtfrlioms. Rob Mar deAp^ pellation num. 189. cS Hl- ubi difputat, quis Judex pro nunc iet fuper Defertione, 111. Do? mag de Appellant, allegeerende gew,?uge redenen , herr1 by de Hooge Overheid van dusdanige Defertie laten releveren- [c], en zulk Keiier by Requefte verzoeken (36), CAPITTEL [fl Vm dusdanige Defertie laten releveren] Dat Defertie van "Appél weinig wordt gepractifeert, wordt aangeteekent in de Manier van Proud. Tit. 7. Cap. 16. princ. Dog dat Defenie, in materie van Reformatie,„plaatfe hebben kan, heb ik aangetekent ad Liïï. 4. Tit. 4. Cap: 1. ■num. 3. Dat ook hedendaags Revifie kan worden defert verklaart, blykt uit het hier volgende notabele Exempel: Revifie Defert verklaart, om dat de dag van Regten niet dienende was binnen de twee jaren, na 't Arreft van den Hoogen Rade. h f~\\~> huiden compareerde voor den Hoo„ V/ gen Rade in Hollandt Georgc Rozc., boom , als Procureur van Catharina Raye „ Weduwe wylen Cornelis Backer, in zyn ., leven oudt Schenen en Raadt der Stadt ,, Amfte'rdam,EvaRay.e meerderjarige Dogter, Fan Raye Heere van Breukelerwaart, .'' ende Hiljegonda Raye Weduwe wylen G r„ rit Backer', kinderen en défeendenten van ', wylen Tan Raye den ouden, in zynleyen ' Bewinthébber van de Weft-Indifchc Com' pagnie', ende Maria de Raat, Egte-lu.de.i, „ Gedaagde'ns by Mandament van Reyine, „ ende Ëxcipienten ter eenre, op ende jegens de kinderen en Erfgenamen van wylen [acob Cromhout, wonende te Am„ leerdam , Impctrantcn en Geexcipieerdens „ in 't voorfz. cas ter andere zyde, „ Ende dede zegsen, dat.de Sententie van dezen Hopgen Rade, waar van oy „ de Impetrantcn en Geexcipieerdens Man„ 'dament van Revïfe van dezen Hoogen Rade is geobtineert, is van dato den 24. „ February '1699, ende den Regtdag eerft is „ be'.cidt tcgens den 8. Maart 1701. daar „ volgens het 280. Art. van de Inftruétie van '„ dezen Hoogen Rade 't voorfz. Mandament „ ter executie geffelt, ende dag hadde moe" ten betcikent worden binnen den tydt van twee jaren; mits welke redenen end* " anderen is 't noodt nader te deduceren excipierende concludeerde de voorn. Procureur ten fine van niet ontfankelyk en " abfolude van de inftantie , en dat dezeRcr * vifie verklaart zal worden defert, cumEx„ penfs. Verba Art. 280. Jnftr. van Hoogen 'Rade. den>'. Op welke Requefte zal verleent worden dagvaar* dingt ■ on partyen', daar inne de voorfz redenen en mul ielin verhaalt zullen worden; welke dagvaardinge a"Impetrant gehouden zal zyn ter executie te doen Hellen, en dag betekenen binnen den voorf?. tydt' van twee jaren na de pronuntiatie van; den voorfz. Arrefte. . Waar jegens Mr. Jacob van Raveftein als m procureur van de voorn, Impetranten ja  T I T U L u s in. CAÉ X 11 r. :> Geëxeipieerdens concludeerde totrejeétie vail de geproponeerde exceptie, cum ex„ penfis. Ende na dien by den voorn. Ro„ zeboom geperfifteert was voor Rcpiycq " 1/ Zyn° ExcePtic > z°o was bv den voorn. „ Raveitcin insgelyks geperfifteert voor Du» plycq by zyne Antwoorde op dc Excep* ti.e. Gedaan in den Hage den 7. April n '701. » In der zake hangende voor den Hoo» gen Rade in Hollandt tusfehen de kinde- ren en erfgenamen van wvlen Tacob Crom„ hout, wonende te Amfterdam , Impetran„ ten m eas van Revifie, en Gcèxcipieer„ dens ter eenre, ende Catharina Raye „ Weduwe wvlen Cornelis Backcr, in zyn „ leven oudt Schepen en Raadt der'voorfz „ Stadt Amfterdam, Eva Raye meerder"ari"-e „ Dogter, Jan Raye Hecrc van Breukelcr„ waart, en ilitlegonda Raye, Weduwe wy„ len Gernt Backer,kinderen en defcend'm„ ten van wylen Jan Raye den ouden, in „ zyn leven Bcwinthcbber van dc Wcft-Indi„ fche Compagnie, en Maria de Raat, Egte „.luiden, Gedaagdens in 't voorfz. cas°en CAPITTEL X I V. Boeten van 'c Fol of frivol Appel (*}. Ibidem art. ccxï.' Ttemommete eviteren deydele ende frivole Appellatien , t'onre^te re-1- daan: word geordineert,dat alle die geenen die qualik Appelleren yan eenige Laage Regteren, zullen gecondemneert werden inde ko* ten .van Part by en, ende in-beternisfe jegens Ons in de fomme van dertig ponden, van veertig grooten Vlaams 't pond (f) Vide DD I a Tt a.iïfation^- ó. v. m temerè. 4.. L a proconfulibm < o. C. t Ift m f'xeCiitione' C- Wrwn appell. non recip. in quibm 11. de tnphci pana-mjufti appellatWis, quas concordat pojl Bartol Rot, Maranta de Appell. num. 3H. tf.feqq. qui ibidem.etiam exponit, qiuefü fri- voia " ExciPiententer andere zyde, die bv Com„ m.isiarisfen , ter audiëntie van dcRÓUeo-c„ committeert, was gehouden in advvs aan „ t Collcgie van den Rade. 'tllöf&c. „ doende Recht &c'. uittende 't voorfz. Ad„ yys, admitteert d'exceptie van niet ontfan„ kelykhcit by de Gedaagdens in dezen ge„ proponeert, abfoiveert dezelve Gedaa"-„■dens van d'Inflantie, verklaart de Revifie „ defert, en compenfeert de koffen van „ den procesfe om redenen, condemneert „ met te min de Impetranten in de koften „ van de Zegels die getauxcert worden op „ zes ituivers. Gepronuncieert den 13 Mev 1701.3 ' C3<5) Statim tarnen poft appellationem del'ertam, poteft Judex, h qtla eft afpellatum, fententiamjuam mandare executimi. I 18 C d<■ abbell cap reprehenpilis. Decret. eod. perinde enim eft acfi non effet appellatum. gl. ibid. & ita practicatur mGallia. Rebuff. de appell. art 4 slosja 1. n. 1. Appell atus vero ft in catifa appellationis fijtcumbat , an m expenfas condemmndus ? Vide G aêl 1. obj. 152. r«i2 ' Df Boete van APPéi nu 40. gulden, voor den Hoogen Raad, 75 gulden; van Reformatie, voor 'tHof 20 gï- den, voor den Hoogen Raad 36. gulden. Art. o. en 10. van de Nader Ampliatie. [ f ] Art. 232. der Inftr. van den Hoogen Raad LI 3.  s?ó L I B E & IV. vóla Appellation ê? Quod frivole appellans injuriam facere cenfeatur Judicia quo. Quod autem jure Canonico injufte appellanti nulla pcena irrogetur vide Panormitanum, Pbilippum Perufinum. Card. Alex. Andr. & Felinum in c. 2. de appellat. Vide £? huc Wurmfer. i. PracJ. xxiv. Cap. 24.. & DD. in l. 2. C. de Epifcop. audient. item DD. apud Boer. de Conf. Bitu■ric. de Jurisd. omn. Jud. \. xxvm. CAPITTEL XV.' Cautie van 't fol Appel, wie over te leveren. Ibidem art. ecu. Item zullen de Deurwaarders gehouden wezen die Cautie by henluyden genomen, voor die Boete van 't fol Appel, te leveren in handen van den voorfchreven Rentmeefter binnen vier Dagen, naa date, dat zy't ExploicT: gedaan, ende weder in den Hage gekomen zullen wezen; op pcene van Sufpenfie voor d'eerfte reyfe; ende Priyatie voor de tweede reyfe (3 7> Ts daaromme, in 't vyfde Memoriaal-boek van Jan van Dam, Fol. cv. verfo, ecreeiftreerd eene Aae, dat de Deurwaarders, in *t leveren van de Cautien [«] fn materie van Appel, hen reguleeren zouden navolgende het ccn. articul van S-fottroffiiS alzo daar gebrek in bevonden worde, van date den vierden Fe- brTtemCIinI,:t tweede Memoriaal-boek van Meefter Ara. Sandelyn, Folio xlv. fcaat ffereaiftreét een Placaat, roerende, dat de Appellanten haare Cautien zullen brengen aan den Rentmeefter van de Exploióten van den Hove, m date den xi. Juny cro 10 xxin. (37) Dit Artikel cesfeert, alzo men nu .de boeten voor het zegelen van 't Mandament moet betalen. Nader Ampl. AH.13. [a] In't leveren yan Cautie] By Ordonnantie van den Hoogen Rade van den 4. Decemb. 1671. zyn de Deurwaarders gelaft, de Acten van Cautie van het fol Appél, van za¬ ken uit Zeefandt, binnen 14. dagen na het gedaan ExploicT. te leveren in handen van den Rentmeefter, op poene van Sufpenfie voor de eerfte reize, ende privatie van haar Officie voor de tweede reize. Deze Ordonnantie (laat agtcr de InflruSie op Num. 75. ] VIERDE  TITULUS IV. CAP. T. T7i VIERDE TITEL, VAN ZAAKEN STAANDE TOT KENNISSE VAN DEN PROVINCIALEN RAAD, DOOR PROVOCATIE VAN SENTENTIEN GEWEZEN TER LAGER VIERSCHAARE, BY WEGEN VAN REFORMATIE. CAPITTEL I. ï;. Driederley Diftinctie van Appéllatie en Reformatie. 2. Eerfte nopende den tyd 3. Limitatie. 4. Tweede aangaande d'Executie. 5. Stateringe. 6. Derde belangende de Boeten. I. TTToewe] Appéllatie en Reformatie in veele puntten van 70 «*fU* »,t Recto wil7e«&J™*Zl^l >nileD hy he' **** ™ *» Laagen gehouden ï 353' "e"btaSTftïWfS' fe fl"kt^k deeze woorden: UJgedrukt in t ccxn. Art. van de Inftruclie., met &%ÏÏSv%*Uiu£? IL'ZYt r PüT vm I722' K™ 4- is-een Vonnisfe- van Ruaard "ei^ Leenniannen e Kfn^' &dt Z°? iemand vermeent by een£ den Ruaard en daarenboven^  2?2 U I B E K IV Uyt de Injlruiïie Art. ccxn. in princ. Item als van den genen die niet en Appelleren , maar verzoeken provifie in cas van Reformatie: werd geordmeert, dat den zeiven by onze Raden alzulke Provifie verleend zal werden, alzoo verre als hy die verzoekt binnen 's Jaars (t). III En in eene zekere Ordinantie van Karei V. I9l|epfg,j^ JJ* de vier Leden'sLands van Vlaanderen; dog met een hmitatie; aldus luy den de: Uyt ff Ordonnantie van Karei V. van dato den xi. November CIO » xxn. Ten waare, dat de geene, die hem beklaagde, ofte abfent van onzen voorfeyden Lande , of andere notonre edenen ofte wd gefundeerde middelen hadde ende allegeerde; dat hy^n fji) Vide -Christin, in Decif. vol. i. Decif. Z7[a)7Ten waare dat de geene , die hem beklaagde , onbejaard waare enz.] Als binnen het laar geene Reformatie is verzogt, kan men daar feeën binnen de vier jaren Rciief verzoekon. De tydt van vier jaren zynde vermeten, zoude men evenwel nog gerclevcert kunnen worden en tot de-Reformatie toegelaten Bv dc Requefte, waar by het Mandament van Reformatie wordt verzogt zoude dan met ccnen tweederhande Relieven verzoet moeten worden- het eerlte omme l-crelevccrt te worden van den laps van de 'fatalia Reformationis, zynde het eerfte jaar» dat na het gewezcne Vonnis oi .Sententie v erloopen is? en het tweede Reliëfmekkende omme gerclevcert te worden van dat men na het verloop van dat cerfte jaar, bincn de vier jaren , geen Reliëf tegen het omkomen van dc fatalia Refomationis heeft verzoet En worden zoodanige Relievenzeer liet toegeftaan, volgens het zeggen van Groenewegen ad L. uit. Cod. de tempor, m m ieTrffl. num, 2. ff.-3 & Nt ad Merul; 1% 4 Tit 112. Num. 1. Verf. Wanneer. Dog nad'erhandt is by het Sfle Art. van het Reglement tot bekértinge van de Procesfen , gepubltc. 9. Maart 172?. geftatucert, dat m alle zaken, •waar urne voor den geenen, die by Vonnisfe of Sententie, of eenige difpoftie van den Regter heejt Mriumphetrt» geen executie plaats leef,, loo als het is, wanneer aan een Eisfcher zyn eifch is ontzegt met-compenfatie van kojten, (*« hoedaniee wallen tot nog toe tegen den Succumbant zig jlil houdende geen compelle isgeweejt om het zelve Vonnisfe, Sententie, of Difpofitie te doen homologerend gullen voortaan , indien de fuccumbant een geheel jaar blyft ftü zitten , by beide de Hoven ftricïelyk worden geoberveert de fatalia Reformationis by der zeiver nJpeJive InliruStien geftatucert, zonder m die_ gevallen Reliëf te admitteren, als om redenen m Regten bekent. Dit komt over een met het geene reeds certyds was geftatueert by de Ordonnantie van Kar. V. van den li November 1522. alhier door Mf.rula bygebragt. Wydcrsis by het voorz. Sjte Art. van het gemelde Reglement geordonneert als volgt • £?> wordt aamen boven in zoodanige zaken mitsdezen aan den Triumphant gegeven de faculteit, om naden laps van de fatalia van Reformatie, in cas geen pro■ ,ocatie is geïntenteert, zig te addresjeren aan het Hof, voor het welke de provocatie zoude moe. ten komen, en tegen den Succumbant te verzoeken Mandament, om hem te zien verklaren vervallen van alle regt van Provocatie^ m welke materie zal geprocedeert worden, op dezelve wyze als m materie van defertie , en zal de Sententie, daar mne tewyzen, mede van het zelve efc8 wezen, als is eene'Sententie in cas van dejcrtie gewezen.}  TITÜLüS IV. CAP. I. 273 Klagte binnen den voorzeyden Tyde ("binnen Jaar ende Dage) niet hadde konnen ofte mogen doen. Vide & qua ibifequuntur (2). IV. Tentweedem, Appéllatie met Inhibitie fufpendcerd d'Executie, en fluyt de hand van den Laagen Rechter, die 't Vonnisfe heeft gegeven, c. fik JudU te. de appellat, in vi. /. pracipimus. 32. §. fanè 5. C. de appell l. ab ex/ecutzone 5. C. quor. appell. non recip. I. unie. D. nihil innov. appel, interpof. I. 3. appéllatione C. d. tit. c. bonce. extra, de Appellationib. Reformatie verhindert zulks met, maar gaat daar mede voort, ten zy beneffens de Reformatie verleend zy de Claufule van Surcheanee. Ibidem Art. cexir. §. Welverftaande. Welverftaande, dat het Vonnisfe, daar afzy hen beklagen, zyn Executie hebben zal op Cautie, die de gene, die 't Vonnisfe hebben zal voor hem, gehouden zal zyn te (lellen; om te reftitueren 't geene dat hy uyt kragte van dien Vonnisfe zal opheffen, indien namaals bevonden werde, dat het alzoo behoord te gefchieden. V. Zoo verre 't zelve is reparabel; in welken gevallen, van nu voortaan , Stateringe gegeven zal werden by onzen Rade voorfchreven; ten waare, dat 'er zonderlinge zaken toe dienden, daar af den Hove principalyk ( 3 ) bleeke. VI Ten derden, een Appellant, indien hy in cas d'Appél fuccumbeert, en bevonden word t onrechte van den Rechter geappelleerd te hebben, valt in de Boeten van t fol Appel. _ Vide art. Inftr. ccxi. &> Cap. xiv. precedent. Tit. (4; Een Reformant, niet jegenftaande zyne Parthye triumpheert, en ook in de (2) Het Mandament van Reformatie binnen 'sjaars na deszelfs impetratie geëxploiéteert zynde, is op den \z. Mey ifo . verflaan geweeft wel geë'xploióteert te zyn, en zulks dat d'Impetrant geene Requefte civile tegen de defertie van nooden hadde. Vide de hac materia Gail /. i. obf. 147. Ferr. in form. refp. jud a quo Appell. gl. 2. n. 6. Decif. Cur. Holland. 39. Rebuff. ad Conftit. reg. de Appell. art. 1. gl. I. «. ir. (3) Bleeke] En word in 't Mandament dikwyls geïnfereert deeze Claufule (op alzulk verzoek) om te hebben furcheance van Executie van het Vonnis [b], de welke anders geen kragt heeft, dan dat men, ten dage dienende, furcheance verzoeken mag, indien het Vonnisfe nog niet geëxecuteen L DfiïL. is-, word ook zomtyds verleend furcheance ten dage van de antwoordc toe, quo die adveniente ipfo jure expirat, nominatim tot dat parthyen gehoord anders gedifponeerd zal zyn. p] Om te hebben furcheance] Vide Notas ad Lib 4. Tit. 112. Cap. 1. ff qua ibi diximus.] (4) Een Reformant betaald nogtans geene boete] Althans moet een Reformant mede boete betalen [c], Art. ic. van de nader Amphatie, en moet voor het zegelen geflirneert worden, Art. 13. van de zelve nader Ampdatie [c] Boete betalen] De boete van Reformatie is voor het Hof 20. guid. d. Art. 16. van de nadere Ampliatie, en voor den Hoogen Rade 36. guid. Art. 9. van dezelve Ampliatie.] M m  2*4 L ï B E R IV. de tweede Inftantie-Sententie verkrygt tot zyn voordeel, betaald nochtans geene Boeten. Diü. art. ccxn. §. fin. En al wordenamaals verklaard, dat het Vonnisfe, by den Laagen Rechter gegeven, wel gegeven waare, ende dat d1Impetrant, in cas van Reformatie, qualik betrokken hadde in Reformatie; zoo zal d'Impetrant nogtans geen Boeten betalen: Vide Damhouderum in Prax. Civil. cap. 227, &> Prax. Civil. Philippi Wiekind9 num. fmVide Privil. Mag, Maria art. x. in princ. y YFDE  TITUXÜS V. GAP. ï, nf VYFDE TITE L, VAN ZAAKEN STAANDE TOT KENNISSE VAN DEN PROVINCIALEN RAAD, DOOR PROVOCATIE VAN SENTENTIEN VAN ARBITERS OF UYTSPRAAKEN, BY WEGEN VAN REDUCTIE. CAPITTEL t 1. Reductie is eigentlyk geen Appéllatie. 2. Competent Regter in cas van ReduStie. 3. Binnen wat tyd men gehouden is te komen in Reduclie. L edAuftie,1S eene SPecie van Appéllatie, dog niet in de waarheid JI^_ Appéllatie: hebbende met dezelve eene gelvkenisfe en veel gemeens, DD. ad l. 32. non diftinguemus. § cum quidam. 14. ï>. de arbitr. Specul. in tit. de arbitr. §. 1. verf. quod fi a tempor e. II. Tot 4. ReduCtie participeert van Appéllatie ende Reformatie. 5. Of Reduüie fufpendeert Executie. 6. Appel van den Regter van Reductie. (O Reduiïie] Van Reductie [word de boete gefurneert, even gelyk van Appél en Refoimatie, Art. 11. van de nader Ampliatie. De fatalia van de Reductie loopen mede als van Appéllatie en Reformatie. Wanneer by het Cumpromis expresfe en fpecifice is gerenuntieen van Reductie [«], zal geen Claufule van Inhibitie verleend worden, maaralleen effect van Reformatie, Art. 20. van de nader Ampliatie. [a] Is gerenuntieen van Reduïïie~\ ®at iemant in Reductie kan komen, fchoon hy van Reduöie by het Compromis heeft gerenuntieen, is manifeft, uit het 2cÜs Art. van de nadere Ampliatie, alhier in Notis num. 1. aangehaalt. Men kan ook in Reductie komen , fchoon in het Compromis onder zekere poene van Reductie is gerenuntieert. In de Papegaay ïfteD. pag. 234. wordt gezegt, dat iedereen vry ftaat van alle Uitfpraken van Arbiters te komen in Reductie, (als 'er geen' willige condemnatie van den Hove of Hoogen Rade op is gedecerneert) niet tegenftaande het Compromis eenige poene is inhoudende, ende belofte van dezelve te zullen nakomen, (A%a) zonder in dezelve poene gehouden te zyn. Het zelve wordt gezegt in de Ma1M m 2 nhr  •276 L I B E R I V. II Tot wat Rechter Partven gehouden zyn te komen in cas van Rerluftfe, yariUifputatur a DD. apud Ferr.in form. lib ad gnm ex <^™>- &££&«'»**f &£W3 iSrf- word voor CompetenrRechter!n c* van Reductie, en kennisfe neemt van uicfpraken van Arbiters of üewillecoorde Rechters ( 2 ). ^ Daar nier van Proced. Tit. 8. Cap. ?. §. 8. Dog andere Schrwers leeren, dat iemanf, die onder eene "pcenaUteit van Reduftie heeft gerenuntieert, voor zoo verre wel met in de pcene gehouden is, dat hy dezelve niet aanflonds, en zoo haait als hy in Reductie komt, moet voldoen-, maar dat hy egter gehouden is de pcene te voldoen, wanneerde Uitlprake by uiterlyk Gewysde wordt geconftrmpcrt. Dit leeren Groenewegen ad L • ff 4 Cod. de Recept. Arb. Wassenaar Pr ah. Judic. Cap. 26. num. 12. Voet ad Pand. tit. de Recept, qui arbitr. recep. num. 29 ff ab eo alleeati Neostadius & Coren. Adde Zurk Cod. Batav. Tit. Appel. enz. §. 74-»» Wotis. num. 3. in fine.] , [bi Dat het Hof] Men kan ook als men wil, in Reduffie komen aan den ordinaris Regter. Groeneweg. ad L. 1 ff 3- Cod de Recept. Arliiris. num. 7. Voet ad Pand. Tit de Recept, num. 27. in fine. Van Zurk m Cod Batav. Tit. Appell, Reformatie , Reduiïie ,1 74. in Notis. num. I. Manier van Proced. Tit 8 Cap. 3. §. 1. De Prufcsfor Voet geeft ditto ioco een goede reden daar van, dat men by ons, in Hollandt, ook aan den ordmans Re-ter in Reduffie kan komen; namentlyk, dat de Reduffie nergens is geftelt onder dio zaken , dewelke privativelyk ter eerfter itt«antie voor het Hof moeten kom], de Ordonnantiën en ^ ^^^^^ heid, de Keuren en Cojluymen van de Steden, Dorpen , &C. overstemmende^ (3) Eerft gehoon'] Deze communicatie is I by de Staten verboden den ig.JanuaryisM- 1 gcregiflreert in 't derde Memoriaalboek van Mr. I PlETER hanneman, fol. 3h- [o] Hun Officie] Van het Officie van een Regter, zie ook Lib. i. Tit. 6. Cup. i.] [b] De Befchreven Regten] De Heer Henrik Fagel getuigt, in zyn Inaugureel Dispuit, De Origine & Ufu Juris Romant m Hollandid. cedit. Anno 1727.) pag. 2c. dat de woorden, alhier door Merula, Articulo 1 en 2. bygebragt, in de Memorialen niet meer gevonden worden, maar dat dc Bladen, waar in' dezelven eertyds zyn gefchreven c 1 « 2 Keuren en Cojluymen.] Dit heeft niet alleen plaats met opzigt tOt^a/to^ Keuren en1 Coftumen, maar by 't Nader Provif. Accord van 1674. Art. 30., word ook fpeciaal Sr'tHof eclaflin ™ erminecren van de proccsfen der Ingezetenen van Zeeland te r%uleSengctfonndc Privilegiën, Keuren en' Coüumeu van den. Lande v«» Ze«, Steden en Leden van dien, mitsgaders conform de OQroyen, Ordonna, tien eij P^P" ' bv de Staaien van Zeeland gemaakt, of als nog te maken, zoo m cas van Pol}™> f™ niftratie van Juftirie als anderzints, in aller manieren, gelyk 't zelve gefclned in t reaaia Van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland. geween, uitgemeden zyn, cn fchoone Bladen in der zeiver plaatfe geftelt. Wat ftraffe dc handt, die dat fchelmftuk heeft begaan, verdient hebbe, laat ik over aan het oordeel j van alle Liefhebbers van zoodanige Oudheden. , „ In het Repertorium, gedrukt in den Hage 1643 in\io, wordt op pagina 2. gemeldtvan den Eedt van den Raadt, Eedt van de Suppoosten en Com7nisfte van den Raadt; en is daar by'ineen Exemplaar, dat ik bezit, met de handt van wylen den Hcerc Raadsheer Fes aangetcekent, deeze worden nu vermijt.]  T I T Ü L U S V t CAP. II. 28r Reden en Billykheid , in princ, Injl. de Offic. Jud. I. 14. rem non novam, cum authent. hodie. C. de judic. 3. Dat zy een iegelyk, van wat Natie, Staat, Conditie ofQualiteit hy zy. zullen Recht en Juftitie . zo veel in hun is, adminiftreren. Vide prcecedens Cap. 4. Dat zy geene gunfte zullen dragen tot d'eene of d'andere van Partyen. 5. Dat zy nog d'eene nog d'1'andere van Partyen zullen Raad geven. 6. Dat zy, voor of naa Sententie definitive, nog d'eene nog d''anders van d> Partyen, of iemand anders, zullen openbaren H geene in 't belyden van de zaake hy den Raad zal zyn gehandeld. 7. Dat zy hun ter caufe van eenig Proces niet zullen laten, nog dfceftêiyk nog indirettelyk, door Giften ende Gaven [>], corrumperen of misleiden In temus xir. Tabularum er at cum aliis hoe Caput: SEI JOUDÈX ARBITFRVF KAPI1AL ESTOD. Vide A. Gellium libro xx. NoÜ. Atticar. Cap. 1 (4) 8. Dat zp der Partyen zaken, door quader trouwen, niet zullen Mlayeren, uytjtellen of bedneglyk verlengen. LI. Door het behartigen en betrachten van dezen Eed, worden voor al vermorield en te gronde geworpen twee Schadelyke Steen-klippen, aan welke zommigen zig in zulker voegen pleegen, met een grooten afbreuk van haar Eer, Naam en Faam, te ftooten, dat zy daar door verblind zynde, niet zien, wat zo de Waarheid, als de Rechtvaardigheid van de zaake is verëifchende: d eene word in t Grieks genaamd n^*eA^'*; d'andere Aw.oW« n> in Latyn Acceptio Perfonarum, is niet anders, dan Gunrle, die de Rechter, deene Partye meer dan d'andere, dikwyls is toedragende. Is bv Tho mam Incequahtas Juftitice Diftributiva;, in quant urn aliquid alicui adtribuitur tra ter proportionem: Secunda Secundce Quaft. ixni. Art. iy. ivuixur prce- [f ] Door Giften ende Gaven] Ook van eetbare fpyze ofte drank die koopbaar is. Art 10 1.0» de Inftr. van den Hoogen Rade. Uit het voorfz. icde Art. moet wel gelet worden op deze woorden , Ende dat van iemanden, 't zy Steden,^ Colleghn, Perfonagien, ofte particuliere Perfonen, < Nota) die zy weten Proces ofteRegtvorderinge voor den voorfz. Rade te hebben, ofte apparentelyhn te zullen krygen. Waar mede ever een komen de woorden Tercaufevan I eenig Proces hier, door Meruxa, hoe num. 7, uit den Eedt bygebragt. Daarom is, myns bedunkens, aan Raadsheeren niet verboden gaven te ontfangen van nabeftaande of goede Vrienden, die buiten alle apparentie van Proces zyn: vooral, indien geobferveert wordt het voorfchrift in L. 6. § 3 f de Offic. 'Proconf ff Legati. «V, *■„'„-«, ërt Ttri , art z-ccpx xtiiTui. J (4) Qjicepcence contra Judices aliofque Ministros publicos munera accipientes in Liifitania fint confiitutce , vide Molin. de Juft. traü 1 dih 86. ' W Nota: Eer de Heeren Raden in befoignes treden, word alle morgen een Gebed s-edaan , 'twelk ftaat in het tweede Deel van"'de Papegay, in 't laatfl ran de Veor-rsden. ï. D (ï EL, N B C$mrei  282 L I B E R I V. Contra Tl^otwreox^'e» fequentes notanda funt Sententies, & memorie Thsfauro committendce. EX SACRIS LITTERIS: Levitici cap. xtx. verf. %f. Non facies, quod iniqiwm eft, nee hijufte ju* dicabis. Ne confidcra perfonam Pauper is, nee honora vult urn Potentis. Jufte judica Proximo tuo. Deuter. cap. i. verf. 17. Nulla eft diftantia Perfonarum; ita Parvum audietis, ut Magnum: nee accipietis cujusquam Perfonam: quia DEI Judicium eft. . Ibidem cap. x. verf. 17, & M- domhuis DEUS vefter, tpfe eft DEUS Deorum, & Dominus Dominantium; DEUS Magnus, & potens, & terribiiis, qui Perfonam non accipit, tiec munera. Facit Judicium Pupillo ê? Viduce, amat Peregrif mm, &c. Ibidem cm xn.verf. 19. Non accipies perfonam, nee munera: quia manera exuecant oculos Sapientum, ff mutant verba Juftorum. Jufte quod jiiftwn eft perfequeris, ut vivas, &c Ibidem cap. xxvii. verf. 19. MalediClus, qui perverM Judicium Adven* >. Pup'dli & Fiduct; & dieet omnis populus. Amen. (5). 1 Regum, cap. xvi. verf. 7. Non refpicias vultum 'éjus, neque altitudinem liaturde eins, &c. z Paralipomen. cap. xix. vwf. 7. Eft Timor Domini vohifcmn & cum diiigentia cuncJa facite: non eft enim apud Dominum DEUM noftrum mimitas, nee Perfonarum acceptio, nee cupido munerurn. Proverbior. cap. xvm. verf. Accipere Perfonam .Imptt m Judicia, non ■eft bonum, # declines a veritate Judicii. Mdèm cap. xxiv. verf. 23. Cognofcere Perfonam in Judicia, non eft bonum. Qtti dicunt Impio, Juftuses, maledicent eis populi, & deteftabuntur■ eos Tribus. . . Widtm cap. xxviii. verf. 21. Qui cognofcit in Judicio faciem, non bene facit; ifte & pro buccella panis deferit veritatem. SaPient cap. vi. verf. 8. Non enim fubtrahet Perfonam cujusquam 1 ' DEUS, (5) Rebuff. de Sent. provif. Art. %2. gl. uit. Exodi. 12.  T I T U L Ü S 7 1. C A P. II 2g3 D\E US, nee verebitur magnitudinem cujusquam: quoniam puftllum & magnum ipfe fecit, éjf aqualiter cura efl illi de omnibus. Ecclefiaftici cap. xx. verf. 24.. Efl qui perdei animam faam prae confufione, fi? ab imprudenti perjona perdet eam; perfonce autem acceptione perdet fe. Ibidem cap. xxxv. verf. 16. Non accipiet Dominus Perfonam in Pauperem, & deprecationem laf exaudiet. Non defpiciet preces Pupilli, nee Viduam, fi efundat loquelam gemitus. Ibidem cap. xui. verf. 1. Non duplices fermonem auditus de revelatio* ne fermonis abfeonditi: fi? er is vere fine confufione; invenies gratiam in confpe&ü omnium hominum : ne pro bis omnibus confundaris ; & ne accipias perfonam, ut delinquas. Job.. cap..xxxiv.. verf. ip. Qui non accipit perjonas principum; nee cog* noyit Tyrammm, quum difceptaret contra Pauper em: opus enim manuum , ejus funt univerfi. Aiï. Apofl. cap. x. verf. 34.. In veritate comperi , quia non eft Perfonarum Acceptor DEUS. Paulus ad Rom.iap. 11. verf. xi. Non enim eft Acceptio Per fonarum apud DEUM. J Idem ad Galat. cap. 11. vêrf. 6. DEUS Perfonam bominis non accipit. Idem ad EpHf. cap. vi. verf. 9. Perfonanim acceptio non eft apud DEUM. Petr.Epift. 1. cap. 1. verf. 17. Et fi Patrem invocatis eum, qui fine acceptione Perfonarum judicat fecundum uniuscujusque opus, &>c. Ex Antiquis Patribus. Hieronymus Epift. ad Damafum Papam: Alienum te a Perfonis omnium redde judicio: ac propter injuftitiam in Judicio Pauperem ne defendas, nee propter gratiam Diviti indecenter adfiftas; aut, ft non potes facere, cognitionem refpue caufarum. Ambrofius libro 11. Officior. In Judicio gratia dbftt: Cauffa merita difcernantur. Gregorius 11. q. c. Summopere: Remota Perfonarum acceptione, depmtive proferatur Sententia. N n 2 Idem pmtive proferatur Sententia.  284 L I B B R IV. Idem Homil. iv. Mofalium: Perfonam doommis accipere, efl hominem non> quia homo, fed propter aliquid, quod circa ipfum eft, honorare. Idem alibi in Homil. Judicare digne de Subditis nequeunt, qm in Sub*^ ditortm Cauiïs non merita, fed Odium vel Gratiam conftquuntur. Ifidorus lib. IV. de Summo Bono: Judices iniqui errant a veritate Sen-_ , dm ftmfa* qualitatem Perfonam; & exiücerant fape Juftos, dum improbe dtfer.dunt Iniquos. j .....'■ r-.. 11( jDe vilitate conditionis humancer Paaperum caufam ; : Diviium caufam cum inftantia promovetis: in illis rm üfitnUth; 'W iftis ex manfuetudine di/penfalis: illos cum difficul. • ; :os cwn.facinore traclatis: illos' negligenter audms; tjtos-. fübtiliter aufcultatis. \ . Ibidem: Si forte Paupermn caufjam fufcipitis, illos pertinaciier adjuvatis. Pauperes Defpicitis, Divites.honoratis: iftis reverenter adfurgitis, ÜUs fe. fpicabiliter communicatie Ex Ethnicorum Scriptis r Theocritus E^M. . vers. 68. 69 rijf tfMftë \\ M&m Be twepde Steen-klippe, als hier vooren geroerd hebbe, is A^^y,'*, zoDe tweede ötetni k pp , e{j ga de n z0 ]m wannee de Regter ^ CJodanige wyze betoveren, dat hy, de vreeze Tod mo? de een fyde gezet", en zyne edele Confcientie den ruimen toom m Jen wvt veld gegeven hebbende, zig niet ontziet van 't geene recht u onrecht, en dS tegens 't geene onrecht is recht te maken. Contra A»g0 teit  TITULUS VII. CAP. I. 287 Plaatfe met getrouwe, naerftige, geftadige zorgvuldigheid bewaard; voornamelyk, zo wanneer, in voorleden tyden , de nood verëifchte des gedagten Pnncen afwezen: in voegen, dat deze Staat fchynt in Holland geboren en opgekomen te zyn, zo haalt de Princen des Lands haare Mogendheid hebben beginnen, door wegen van huwelyk, zegen, of anders, uit te Hellen buiten de Limiten en Grenzen van de Heerlykheden, hun, van ouds af, aangeërft, of by Keizerlyke Giften vergund. Want den Prins (gelyk dc occalien daar van voor etlyke hondert Jaren verfchenen zyn,) genootdrukt zynde om zig voor een tyd te onthouden in eenige andere zyner Heerlykheid; zo was het'welvaren des Lands, 't welk hy met zyne tegenwoordigheid niet konde begenadigen, vorderende eenen gequaiifkeerden Perfoon , die zulks zoude doen van zynen wegen, mitsgaders op alle voorvallende zaaken en zwarigheden ordre itellen; zo de Juftitie als de Politic roerende, üp het eerfte punct, ei>entlvk ons tegenwoordig Werk en voornemen aangaande, word by den Prins feYdisponeert in deezer voegen : Uyt de Inftr uüie van den Hove van Holland, art. nr. II. Item den Stadhouder zal den Zegel van onzen Leen-Hof van -a- Holland, Zeeland ende Vriesland naar Coftume houden ende bewaren. Ende onder die onzen Name. III. Depefcheren en uitgeven. Ibidem immediate.. Allerhande Brieven, roerende Leenen of andere zwaare zaaken, Ons of onzen voorfchreven Landen aangaande; by advyfe in materie van Leenen, van onze Mannen van Leenen aldaar: ende in andere zaaken by advyfe van den Prefident ende die Luiden van onzen Rade: ende ook, of 't nood is, van den Edelen of van den Luiden van onze „ tcit hebben te bewaren ende doen bewaaren de voorfz. Landen: de Steden, Slooten, „ ttornieren ende Plcckcn op de Frontieren, ende binnen de voorfz. Landen liggende, „ te viliteeren, te onderroeken ende doen onderfoeken , of 't geene dat zv tot bewaar„ nisie van hen felven behoeven, hebben ofte niet, ende daar inne in tvds te doen voor„zien, na dat den tyd ende noot eisfchen zal: Ende gencralyk al te doen, dat tot bc" narn,SJ° e" b?fchermcnisfe van den zeiven Landen, Steden, Slooten ende Piecken " n? j* ' ~r7~/0t exPhcatie van welk Art. men kan nazien P. Paulus Verkl. der Unie van utiecnt 1. u Art. 4. §. 1 die aldaar aantoont, dat het regt tot het fiïgten en Herken van S eden eerft den Roomfchen Koningen, daar na den Graven, en, uit deezer naam, h»n ntT ?1, '6/' toegekomen; en wyders voorbeelden aan de hand geeft van Stelen, die op bevel der Graaifelyke Stedehouderen veriterkt zyn.  288 L I B E R I V. onze Steden , of van anderen, die hy daar toe zal willen roepen ende convoceren. IV. Het welke hy zal mogen doen t1 allen tyden , als 't hem goeddunken zal, na de qualiteit ende gelegentheid van de zaaken. V. Doende nogtans onzen voorfchreven Stadhouder , als hy in Groote zaaken geoccupeert wezen zal, den trein van de Juftitie Ordinaris continueren; ende tot dien einde den voorfchreven Prefident ende die Luiden van onzen Rade verftaan, zonder hem anders te occuperen, ten zy, als boven, als 't nood zyn zal. Vf Dan niet tegenftaande de Stadhouder, zelfs in Perfoon, ia de Raadkamer niet compareert, geavoceert tot befchermenisfe van de pencliterende Renublvke, (qua Privatorum Commodis anteferenda,) zo worden nochtans byna alle Depèfchén en Befoignen van den Move op des Gouverneurs Mam en onderzeen Titel uitgegeven. En ftaat, uit dier oorzaken, in't vierde MemoTÏaal Boek van Re Ernft, Folio cxux, gcregiftreert eene Misfive van de He*, ro" nne van ParS aan den Hove van Holland, dat alle Depefchen m Holland oTdeï Name v^n den Grave van Boffu, als Stadhouder in abfentie van den Prins van Oranien gedepefcheerd zouden worden, van date den xvu. Juny c™o™vn. Item fin 't tweede Boek des voorfchreven Ernft, Folio xxxviir zekere Aóte van Proteftatie, gedaan van wegen des Princen van Oranjen, dat aïo zynTite als Stadhouder, gefteld worde in alle Mandamenten, Misfiven, BefoiSen, &c. van den Hove, het zelve Zyne Excell. met zoude praejudiceeren in de Hc^rlykheden van Ysfelftein, Leerdam, en andere , m Holland, Zeeland en Vriesland gelegen, zyne Genade competerende, van date den xxr. October e»V 5. Wyders,in't eerfte Memoriaalboek van Meefter Pieter Hanneirin , Folio lxv. verfi, ftaat geregiftreerd zekere Refolutie van de ILvren sS- Dat naar den overleiden van Zyne Princel. Excellentie, alle Proviffen van uftitie zoo voor den Hoogen als Provincialen Rade, zouden uitgegeven worden op den Naam van den Piefident en Raden aldaar, van date den Tnlv cio n xxciv Die dezen heerlyken en treflyken Staat in deeze Provintien van des Hooge Overheids wegen, in zekere hondert Jaren herwaards, bediend hebben, zyn meeft al ccweeft finguliere en uitnemende Mannen, van Magt.gen en Grooten Adel, Oprecht, Goedhertig en Eertragtig; Ervaren in Pohtyke zaaken; kloek en 5. 6. Op des Gouverneurs m*.] Dat de Mandamenten en zoortgetyte deP"**1 «ove worden uitgegeven op naam van den Stadhouder, ■ *«fclptt f^^'JJOT vloedig bekent. Alleen merken wy aan , dat by ovcrlyden yan een Stadhouder zulks ^ leen gefchied ten naame van den Prefident en Raaden van den Hove, zoo als daai van .een voorbeeld gevonden word in de Rejoluue van 24. Maart 1702. CU F. ü. 5- u. Vam 8580 genomen by gelegenheid van den dood van Prins Willem den lilde.  TITÜLUS VII. CAP I. 28p Vroom ter Wapenen; Grootmoedig en onvertzaagd tegen des Lands Vvanden; Zorgdragende en Getrouw in 's Lands Welvaren te behertigen, en een ieder m zyn particulier voor te flaan ; den Armen Onderzaten niet overlatende; niet eigenbaatzoekig; eeniegelyk, met uiterlyk gelaat, woordenen werden, den goeden wil harer herten aanbiedendeen op alle manieren te kennen gevende: van wat Natie dezelve ook geweeit zyn. NAA M-R E G I S T E R VAN DE STADHOUDERS. 3 f > °itms Zoon Hert°S Aat-\<36 ccc Chrcnic. de dertiende van dien Naam; breek van Bey- lxxxix Ho an xv. Heer van Arkel; &c. eren, &c. cap. 34. 2. WALRAVIUS, Reinoldi Vrouwe Jaco- cm cccc xxxvnr Zoon; xvi. Heer van Brede- ba, Hertogin- xvn roede, &c. Is binnen's Jaars ne, &c verflegen in de Stad Gornichem: S. 30ANNES,Alberti Zoon, uit kragt van cid cccc Ibid cat> Hertog van Beyeren, &c. g de Vrede, voor xix. Fol. g xvf > den tyd van xix. 2 drie Jaren; deeg welke daar na verlengd is. 4. JACOBUS, Asfueri Zoon WANNES, en cccc mt, ™„ vanSulen, Heer van Ab- Hertog van xxiv Sv„ ^' coude, van Gaasbeek, van Braband , als Wyk te Duyrftede, van Put- Voogd ende ten, en Strenen: Erf-Maar- Momboor van fchalk des Lands van Hene- Vrouwe ¥aco- gouwen: ba, Gravinne, &c. y. JOANNES,Henrici Zoon, Vrouwe cn errr r^'/^ Burg-Graaf van Montfort: CO^. S E. 2wn^ I. Deel. ri ^ 00 6. FRAX-  2PO 6. FRANCO, Florentii Zoon) jHertog Philips \cio cccc ilïtdew. van Borstelen, Ridder, Heer [van Bourgon- xxvm. van Borstelen, Zuylen, St. j dien, na dat tus Maartensdyk, &c. fchen hem en Vrouwe Jaco- ba Vrede was gemaakt. ?. ROLAND US van Üyt. kerke, Heere van Heeftert en Heemftede. Of deze geweeft is abfoluyt Stadhouder,] of Lieutenant van Frank van Borsfelen, is.my onbekend: zo veel ift, dat hy Stadhouder genoemd word in de oude Sententie-boeken van den Hove van Holland, omtrent den Jaare cio cccc xxvni. e 8. HUGO, Gilberti\Zoone, > den zelven, als' cra cccc. Divif. 29. van Lannoy, Heer van S hem 't Graaf- xxxm. cap. t%. Zainóïes, Ridder. leften 0c- van Sandelyn. Breda, &c. Ridder des Gul- 2 tobris. Fol xli. ' den Vlies. Ü 17. ANTONIUS, Jodoci den zelven cid io xxr. mdem Fol. Zoone, van Lalaing, Heer Keyfer zynde. Febr.vin. ccxlviii van Montigny, eerfte Graaf ftü.Cur. van Hoogftraten. Heer van Caftres, den zelven. eft 10 Ibidem Fol. 18. Eerft by Subrogatie: XXII. Mai t<± mf# daar na by abfolute Com- cio 10' Ub. 111 Sand. mlsfie- xxvii. Fol. clxx.x1i. Sept. in. verfo. 19. RENATUS, Henrici Nas- den zelven. cid io xl. \Lib. II. fovn Zoone, van Challon Oótob. iv. Toannis de Prince van Orangien, &c. . Jonge, Fol. lxxxix. verfo. 20. LUDOVICUS de Flmdres den zelven. cro 10 Lib. r. Joan. Seigneur de £rat. . XL1V. ju]. nis van Dam, ixxir. \fol lxx. verfo. 291 Oo 2 21. MAXI-  2p2 L I B E R IV. 21. MAXIMILIANUS AM- \PMlippo, Ko- cid » lvi. ! Zii. v. Joannis ^fó Zoone,vanBourgoigne, ning van Spai- Jun u. van Dam, fol. Heer van Bevere, Eerfte gnen. cxli. Marquis vander Vere. 22. GULIELMUS, Gulielmi den zelven. cio io lix. Lib. t. Bert. Zoone, Prince van Oran- Aug. ix. Ernft Fol. Gien, Graaf van Nasfauwe, cc xn. verfo. &c uyt den Lande vertrokken zynde, is in zyne plaat- t ze gekomen. 23. MAXIMILIANUS de | den zelven. Henning, Graaf van Bosfu, I I &c. ju o Eerft by provifie, 0 cio 10 Lib. 4. 5erf. lx vu. .Era/Z. Fol. Daar na abfolut. May vu. cxlvii. verfo. 24. GULIELMUS, Prince cioiolxx. van Oraignen, &c. weder cio io gekomen. lxxii. 25. MAURITIUS, Gulielmi en HeerenSta- cid 13 Lib. 1. Perri ■ Principis Zoone, geboren ten. lxxxv. Hanneman, fol. Prince van Oraignen, Gra- Nov„ 1. cxcvi. ve van JMasfauw. (1) I Ci) Fredericus Henricus, Broeder van Mauritius, Prince van Orangien , gefield den 5. September 1625. Guüelmus Frcderici, Zoone, Geboorcn Prince van Orangien, Grave van Nasfau, <&e. gefield van dc Heeren Staten, en bceedigt den 20. December 1647. Willem de derde, Prince van Orangic, by de Staten gefield den 3. July 1672. (*) In het tweede deel van de Papegaav, in de Voor-reden, word verhaald, hoe zyn Hoogheyd, Prins Willem de tweede, op den 22. en $3. January 1648. is geïntroduceert te Hooff als Stadhouder van Holland en van Zeeland. Als meede, hoe zyn Hoogheyd, Prins Willem de derde, op den 9. July 1672. te Hooff als Stadhouder is geïntroduceert. Gemelde zyn Hoogheyd, Prins Willem de Derde, is op den 21. April van den Jaare 1ÓS9. in Engeland verheven tot de Koniriklyke Kroon van Engeland , Yerland en Vrankryk, en zyn Princcsfe, Maria Stuart, Oudfte Dochter van Koning Jacobus, tot Koninginne: En is ten zelven dage, door het geheele Verenigde Nederland, daar over gevierd, en veele Arken Triumphale opgeregt: En zyn daarna nog verheven tot de Kroon van Schotland; en dit alles by 't leven van Koning jacobus de Tweede. (*) Na deezen zyn Stadhouders geweeft Prins Willem de IVde,. aangeftelt den 5. Mey 1747. en tegenwoordig Prins Willem de Vde, zeden 8. Mam 17 C6. A G T S T E  TIT 17 LUS VIII. CAP. I. 2P3 ACHTSTE TITEL, VAN DEN PRiESïDENT. CAPITTEL I. r. Prafident waar van gezegd. r 3. Officie in H Generaal. 2. wanneer ingejteld. I h najident [«] word eigentlykgenoemd de Perfoon, die in 't CoIIegie van JT den Rade pnefideert, en als Hoofd voor alle anderen de eerfte en voornaamfte plaatfe bezit: zogezegd van het woord JPrceftdere, 't welk bv de Lavffie4»e^ §emeen]ykbekleedis^^ eeneVcWit, waardigheid, en II. Alzo men niet vind, dat voor hondert Jaren groote mentie semaakt word van Prtefidenten, zo fcbynt de Inftelling van delen StaaTSei zfa oud te zyn: en plegen in voorleden tyden de Stadhouders te doen 't gunt daar °a, als de gedagte Stadhouders met veele andere affairen belaft wierdln, den Prifidenten of Eerfte Raden s opgelegt. Want Stadhouders, wezende perfoonen die veeltyds meer verftand hadden van de wapenen, dan van befchreveXch ten genootdrukt zynde daar benevens met den Prins te ^^^0^ ■of andere zaaken te verngten, ten einde in 't Collegie altyd zoude zyn efn Hooft, Ca] Pmfident,-] Adde Lib. 4. Tit. 8.5. Cap. 2. en Tit. 87. Cap. 6J S de SrJ"° vyfde e„ ft™ Holled e„ WcS. ZSS3; v™ vlS »Sr?^SS *5%*?1«1>»v >= ™ vlcrfon ™e ™ nèn zouden hebben —BmVr™,H» , ""J*™ van drie gequalKceerde perfoo- een Pra-liHo,,; , i TT öecll;nende voorts het Ceremonies omtrent t[e introductie v^n SenPhdddva^ ?. A 24/ aaHKeümg van Mr. Picter de Hiniofa, te vinden in het Gr. Pl. Boek Oo 3  L' I B E R I V. Hooft, om alles te dirigeren, is goed en nodig bevonden een Praefident te Hellen. III. Welkers ordinaris Officie huidendaags is der Partyen zaaken aan die van den Rade te diftribuercn, om dezelve wel overgezien in 't volle Collegie gerapporteert te worden, altyds aanfchouw nemënde, welke, wat of hoedanige zaaken tot zuiken einde behooren opgelegd te worden, als hier na breeder zal blyken, daar van Rapportéren zal gehandeld worden. CAPITTEL II. Heeft laft te vergaderen ck opinien van de Raden. Lyt de Lijtructie, art. IV. Item de Prcefident in abfentie van den Stadhouder, zal hebben lafc de materie te ftellen in deliberatie van Rade; te. vergaderen die Opinien, ende pronunci^ren die Appoin&ernenten by monde of by gefchrifte, terflond na dat zy gefloten worden , naar de méefte. Opinien ende Stemmen. Dc hifcs vide infra. Cap. II. Vergaderen de Opruien.'] Op den 5. Juny 1557. hebben de Staaten van Holland gerefolvecrt, dat by den Advocaat van het Land, (die thans den titul van Raadpenfwnaris voert,) op de naafte Vergadering vermaan zoude gedaan worden, omme te hebbenaugmentatie v5n den Raade, cn dat 'er met twee Kamers mogté gebefoigneert worden, £fc. Zie de Riéues. Befchyvinge ian den Haag tfig D. ijle Si. pag. 127. in not. Egter fchynt hier op niet eerder, dan na verloop van omtrent drie Jaaren, een befluyt genomen te zyn; dcwyl het Hof eerft heeft begonnen met twee Kamers te befoignceren , den 18. December 1560. adfisteerende den PrifiJcnt in de groote Kamer, en den oudftcn Raad prselideerende in de kleine Kamer. Zie de Decif. en Refol. van 't Hof No. 240. Wyders vinden wy in de Foor* reden van het 2de Deel der Papeg. van van Alphen peg. 2. in not. hieromtrent het volgende aangeteekent : „ 't Hof befoigneert met twee Kamers, in de eerfte Kamer de Pnelident „ met vier, vyf of zes Raad en, ende in de tweede, genaamt de Befchrcven-kamer, vyf, „ zes of zeven Raaden, ende oudftc van den Raad praefideert, ende werden aldaar allee» „ afgedaan zaaken, die befchrevcn zyn; ende in crimineele zaaken cn zaaken van groote ., importantie, komen dc Kamers by den anderen, ende werden de voorfz. zaaken alzoo '„ by den vollen Raad afgedaan ende gedecideert." Ook meritcert hier over nagezien te worden de nadere Refolutie van de Staaten van Holland van den 14. September 1674, als mede het Reglement van de Staaten van Holland en van Zeeland op de Befoignes van 't Hof, van den 27. OSober 1677. in 't Gr. Pu B. 3- O. fol. 670 en 673. CAPITTEL:  T I T U L U S VIII. CA'P. III. Z9$ C'APITT. ELIIL 1. Bewaard het Zegel van Juftitie. i 3. Moet de eerfte in de Raad Kamer 2. Mag de andere Raden ontbieden. I zyn. Ibidem verf. Sal ook. I. al ook den Préefident in zyne bewaarnisfe hebben den Zegel in ^ den voorfz. Raad geordineert om 't fr.uk van Juftitie; ende daar mede doen Zegelen alle Brieven ende Provifien van Juftitien, die in den zelven Raad geëxpedieert zullen worden. Vide Inftr. Flandr. art. 22. & 24.. item art. Inftr. Holt. 37. Ibidem art. v- II. Item de Prsefident in abfentie van den Stadhouder, zal hebben prseé'minentie ende autoriteit om te ontbieden die andere (1) Raadsluiden by hem ter Kamer, in zaaken roerende de Juftitie. Vide Inftr. Flandr. art. 1 fi Jbidem art, xiv. in fin. III. Ende £al de Pnefident met den Griffier gehouden Zyn de aller-eerlle te wezen in de Raad-Kamer. Inftr. Fland. art. 16. Et les apres. verf. defquelz. (1) Raadsluiden.] Inter Confiliarios vel Sena- By abfentie van den PnEfident,zaldeoud- tores is prior eft, qui prior mpruit dignitatem. I. Me Raad die funelie bekleeden , doch niet 1. C. de confulib. Guid. Pap. lib. 6. tit. 2. gebruiken den Titel van Pneüdent, maar al- ■drt. 2$; leenlyk van eerften Raad. Cap. III. §. 1. Zegelen.] Men gebruikt by 't Hof tweederley Zegel, een groot en klein Met het groot Zegel, 't welk eertyds was het Wapen van den Graaf, dog na de afzwering der Graaffelyke Regeering is gedresfeerd in de form van een zittende Perfonagie, houdende een zweerd in de hand, worden bezegelt alle Mandamenten, Executorien, &c en beruft het zelve onder den Heer Praefident, en by deszclfs abfentie onder den oudften Raadsheer. Het klein Zegel, of't Signet van den Hove, waar op gefneden zvn de Wapens der drie Provinciën, dient om te bezegelen alle Brieven van 'tHof, Certificatien Atteftatie» &c. en beruft 't zelve ten Hove. Zie Boe/ Woorden-tttlk voce Segel van den Hove CAPITTEL  n)6 EIBER IV.' CAPITTEL IV. Officie van den Prsefident in Extraordinaire Zaaken. De Prsefident zal ook hebben praërainentie en auétoriteit te ontbieden de andere Raads-luiden, Ibidem art. v. Tot zynen huize in Zaaken Extraordinaris, daar geen nood en is Partyen te hooren, tot allen tyden als 't hem goed ende oorbaarlyk dunken zal. CAPITTEL V. I. Wettige corzaakcn van Abfentie. \ 2. Vice-Prafident. I. A Izo dikwyls gebeurd dat de Prefident genootzaakt is hem uit den Raad f\ {van dewelke hy het Hooft is) te abfenteren, overmjds eenige ziekte of andere gewigtige oorzaken en waarfchynlyk e bekommeringen of beletzelen die op zouden mogen komen; zo is geordonneert, dat Ibidem art. iv. in fine. II. In zyn abfentie zal Prsefideren ende den Zegel bewaren de gene, die by hem in de abfentie van den voorfchreven Stadhouder geordineert zal wezen. Vide fi? art. Inflr. Holl. 139. 14.2. $ 14.3. item art. Inftr. Fland. 22. (j. Et quand. De Namen der geenen, die deezen Staat in de naafte hondert Jaren by 0113 bediend hebben, zyn deeze : Nicolaus Ever ar di, qui kuT Ifyyfy Prafes. Gerardus Affendelft Domin. Eemskerk, Eques. Comelis Suys, Domin. Ryfwyckius. Arnoldus Cap. V. §. 2. Abfentie.] By afwezigheid van den Prefident word deszelfs plaats door den oudften Raadsheer vervult; en grypt't zelve ook fland in geval van overlyden. De Groot Ifag. L. 1. Cap. 3. §. 4,  TITU &1| S V I II. C A P. V. Arnoldus Nicol. F. Nicolai fuperioris N. Prcefes bodie Supremi Senatus. Hadrianus Arnoldi F. Cornelii N. Milius. 1 ' Gerardus Wyngaarden Domin. Benthuyfe. (.2) Naderhand hebben het aanzienlyk ampt van Prefident fuccesfivelyk bekleed: Mr. Pieter de Hiniofa, Heere van Wena. Mr. Nicolaas Cromhour, Heere van Vrye- houve. Mr. Jan Oom van Wyngaarden, Heere van Werkendam. Mr. Johan Dedel. Mr. Adriaan Pauw, Heere van Bennelme};. Mn. Frederik Sluyske. Mr'. Adriaan Pieter Hiniofa. Mr. Johan de Mauregnault Mr. Adriaan van der Mieden. En thans, Mr. Wigbold Slicher. NEGENDE TITEL, VAN DE R. A A D E N.' CAPITTEL I. I. r/7o wanneer de nood verë'ifcht eenige verkiezinge niet alleen van Raa- // A den; maar ook van anderen , als Griffiers, RentmeefTers, Drosfaarden Caftelyns, Bailliuwen, Schouten, Dykgraven, Threioriers en diergelyke; zo moeten en behooren voor alle anderen in dezen geprefereerd te worden de geenen , die in de Landen, daar alzulke Officien vallen zyn geboren en gegoed VideMynfmg. Cent. iv. Obf.xxx. £f DD. ad l. 2. trés. C. de Offic. Pr eet _)£> & Bart. adl. 1. D ad M'unicipalem. Vide £f alios DD. apud Vivianum ad Leeturn Introitum. art. ix. verbo Geboren. II. Ten : ■ ■ ■ fTTT^ ' 1 - - J^J°TOetenen^°0r^ &c-l Dat de Uitlanders by verfcheiden Handveftèn zyn uit- ItoTs /ir3?^&:ASften' is breeder bcweze"in de Re^eL °Ve*«™ ™ « I. Deel. Pp • fi Ingeborenen tot Raaden te verkiezen. 2. Redenen. 3. Privilegiën daar toe dienende. 4. Van Hertoge Joan. 5. Huwelykfche Verwaarden tusfehen jfoan Dauphyn van Vrankryk, en Maria Gravinne van Holland. 6. Privilegiën van Vrouwe Maria. 7. Van Karolus V. en Philippus. 8. 't Land is wel voorzien van bekwame Perfoonen.  2g8 L I B E VR 1 v. II. Tón cerften, overmids door Promotie van Vreemdelingen, 'de Tngebo- rcnen hen zeer ontftellen en zeer kwalyk te vreden houden: de-velke niet wel konnen verdragen, dat Vreemdelingen meer credit en geloof vinden,, dan zy zelfs in hun eigen Landen. Daar na word geprefumeerd , dat Vreemdelingen geerte groote wetenfehap hebben van den aard en manieren des Lands, daar zy tot eenige Staten'verfjeeven worden; nog ook 't zelve groote affectie «K^l»'w>a nBV 3'iasH ,wot5 hiihbA .".1/ 1 'MM nev oSasE « ;P.oinUT cb mioiq .-itfl UI. Zulks is dik wils den Imvoonderen deezer Landen by h'aare Graven en Gravinnen belooft gewceft y als blykt' by de Privilegiën daar van zyndé, van dewelke wy alhier geen verhaal zullen doen, dan van de principaahte; voor de rede zesdende den Lezer tot de Regifters in de Reken-Kamer, tot de Memoriaal-boeken in de Griffie van Holland, en tot de Keur-boeken der Steeden, daar by gevoegd 't geen bewaard word in de Leen-Kamer. IV. in den oeriWtj dan kpmt ons te-vooren 't Privilegie den Hollanders verleend by JOAN Hertog van Lothryk, vari'Braband van Limburg, Markgrave des Heiligen Ryks, Grave van Holland, van Zeeland, &c. in den Jaare cio cccc xx. den laatlten Febr. in welk 't navolgende articül wel is een van de tfewigtigfte: Item dat wy dezelve Landen van Holland en van Zeeland niemand en zullen laten of doen regeeren, nog eenige Tkreforieren , Rentmeefters, Cafteleynen, Drofaarden, BailMuwen , Schaftten, nog geenderhande Ampts-lüyden nog Dienaars inden Landen en Steden voorfchreven zetten,- nog doen zetten-, mg maaken, dan Hollanders of Zeelanders, die in den Landen of Steden voorfchreeven gezeten zyn. V. En was 't zelve ook uitgedrukt weinig Jaren te voren in de Huwelykfche Voorwaarde gemaakt tusfehen JOAN Hertog van Toureynen, &c. Zoone des Konings van Vrankryk, ter eenre; en JACOBA van Beyeren, Dochter des hoog-geboren Vorften Hertoge Willtms- van Beyeren, Grave van Hene. «■ouwe, van Holland, en van Zeeland, als toekomends Gravinne van de Landen voorfchreeven ter anderen' zyde; met deze woorden: En zullen in onzen Rade en Dieuftluiden zetten van den Beften en Nutften, die wy vinden zullen moven, en geloven zullen wezen van den voorfchreven Landen, en van genen Vrenu den. Gedateert den 6den Auguft. cid cccc xv. VI. Vrouwe Maria in het ftngulier Privilegie, dat zy in den Jaare cio cccc lxxvi. [«] den Staten van den Lande, door gewigtige oorzaaken, tot Gent op de generaale Dagvaardi-nge verleende, heeft in 't vierde articul van dien voor haar en haare Nakomelingen belooft, Dat zy niemand Raad, ofte Hcoft van denRaade, Griffiers, Rentmeefters,. Drosfarden., Cafteleyns, Threforiers, Dykgraven, Bailliuwen, Schouten en andere, maken of ordineren en zoude ,• nog geenderhande Officien, nog Dienften, Kk-in nog Groot, hoedanig die wezen mogen, in de Landen van Holland, Zeeland en Vriesland'geven nog confenteren zoude, nog die laten bedienen: dan die van de voorfchreven Landen gehoor en zouden weezen, en niet van Vreemde Landen. 'Daar by , tot 'meerder beveftiginge van 't geene voorzeid is, voegende deze Ampliatie: Ende indien eenige Giften van Officien of Dienften by Ons of onze Voorzaun; contrarie van deze Ordonnan-'irffl iiTR " ,-. ' :-ói:'o -ro r y.1 jtobrtslJiU rb Jed [.Vö inirtfcowooS fa v. • > .\ yiy-A oU ui rtèsbv/sd tobssici ;i ,fl»j 10 lvi. Welke Acte van Confirmatie geregiflreerd ftaat in 't eerfte Regifter, gehouden bv Meefter Hadriaan vander Goes, van de Stukken, Octroyen , Privilegiën cn Aélen, by de Staten van'de Landen van Holland verkreegen van dc Keizerlyke en Koninklyke Majefteyten, Folio clxxxiv. in de Reeken Kamer. VIII. De Ingeborenen dan moeten met alzulke Limitatie tot de Staten en Offiden in deeze Landen vallende vooruitheemfcheen Vreemdelingen, uit kragt van de voorgemelde Privilegiën en Handveften , geprefereert worden: te meer alzo een groot deel van de gewigtigfte Procesfen in deeze Landen vallende, beftaan in goede kennisfe van materie van Dykagie, Sluizen, Water regten en 't geene daar van dependeert: daar van Uitheemfchen geen verftand konnen hebben dan 't geene zy in dienfte wezende met der tyd konnen leeren. Vide huc LipJlum in Notis ad Civilem DoUrinam. I. 3. cap. 4. Qid jam veniant appéllatione Indigenarum, an non & Mi, qui, cum Parentes abefjent ex jufta & neceffaris. caujfa, extra Provinciam nati: an non, quidem alibi nati, bic tarnen ab IncunabuUs edu£ti edoüique, aliis difputandum relinquo. [6] OUroyerende] Dit Oöroi van Keizer Karei ftaat ook in het Groot Plac. B. Vol. 2. Fol. 2071.] [c] Philippum III.1 Zie het Groot Plac. Jl. Vol. 4. Foi. 37 en 30. Deze Philippus is de derde van dien naam , als Graaf van Holland; en de tweede, als Koning van Spanje. J Pp 2 CAPITTEL  300 L I B E R IV. CAPITTE L II. 1. Getal van de Raaien tm tyden PUlippi I. ' 2. Mar iet. 3. Philippi III. 4. Van de Arifto Democratie. 5. Naamen der geenen, die als nu dit Ampt bedienen. L TT et Getal van de Raaden in den Provincialen Hove van Holland, is dikJl~_. wyls veranderd gevveeft. De principaalfte Veranderingen zyn deze: Ten tyden Philippi I. zynder gevveeft acht in getale: van welke Raaden een, in de abfentie van den Stad-houder, was pra:fiderende: gelykerwys genoegzaam blykt uit d'Inftruétie van den Jaare cid cccc lxii. Sept. iv. II. Staande de Regeeringe Maximiliani van Ooftenryk en Maria eenige dogter en erfgenaame Karoli I. Zoone van Philippus voorzeyd, is in deze zaake tweemaal verandering gefchied. Ten eerften, zynder geweeft acht Ordinaire Raaden en zes Extraordinaire; naar uytwyzen der Commisfie, den zelven tot dien einde met uitdrukkinge haarer Namen in '£ Franfch gedepefcheerd. Ten tweeden zynder geordineert, beneffens den Praefident, zes Ordinaire, en zes Extraordinaire, naar luyd der Ordonnantie des Jaars cid id x. Julyxvn. Van deze word dikvvyls mentie gemaakt in de Ordonnantie Kar. V. geëmaneert tot vorderinge van de Juftitie in den Provincialen Ride. III. Philippus III. Zoone van Karol. V. voornoemd, als Grave van Holland , heeft Uyt de Ordonnantie ofOttroy des Jaars cid id lxii. Aug. xxvn. art. ir. ter begeerte van de Steden van Holland, ende tot meerdere expeditie van Juftitie, ende gerieve van Partyen in den voorfchreven Rade ïn Holland gefield ende gecommitteerd Twee Ordinarife Raden in de plaatze van Vier Extraordinarisfe, alsdoen weezende: ende daar-enboven nog Vier Nieuwe Raden Commisfarisfen; dewelke alleenlyk Zouden mogen verftaan tot Enquefte ende hooringe van Getuygen buyten de Vacantie: exemplo Senat. Provinc. Flandr. Vide Inftr. Flandr. anni cid id xxii. Mai ix. art. 1. IV. 't Schynt dat dit Getal alzo is gebleven tot deezen Inlandfchen Oorlog toe. Want voor de Troublen ook dikwyls in diverfche Ordonnantiën, Placaaten, Edicten, Judiciëele Aften en anders mentie word gemaakt van de Extraordinaire Raden of Commisfarisfen, 't welk geduurende het Oorlog veranderd is; invoegen dat in den Jaare cio io xcn. beneffens den Prefident deezen Staat zyn bedienende geweeft, V. Ne-  T I T U L U S IX. CAP. II. |ot V. Negen Ordinaire Raaden, zonder eenige Extraordinaire; En zvn geweeft deeze: Hieronymus Borre, Pro-Prcefide, Leonardus Cafembroot. Artus Bredenrodius. Petrus Igniofa. Fredenrichus V'.rhorji. Gerardus Doedefe. Francifcus Conink. Jacobus Paullius. Nicolaus Cromholt. ( r) Ci) Mr.Willem de Groot, in zyn leven Advocaat voorden Hove van Holland, heeft in den Jaare 1656. een Tractaat laten uytgaan, getituleert, Inleidinge tot de Prattyk van dén Hove van Holland, alwaar hy cap. 3. n. 7. noteert, wie toen Raaden in den voorfz. Hove waren, te weten: Mr. Johan Dedel, Prsefideiu. Mr. Hugo Blok. Mr. Frederik van Dorp, Heere van Maasdam. Mr. Diderik Sixtf. Mr. Gualter de Raad. Mr. Aalbert Nierop. Mr. Adriaan Pauw, Heer van Bennebroe\\ daar na Prefident. Mr. Marinus Vet. Mr. Willem Goes, Heer van Boekhorftenburg, Mr. Jacob van der Graaff. Mr. Petrus Okersf»., daar na Raad in den Hoogen Raad. Mr. Adriaan van Almonde. CAPITTEL III. Hoedanige tot Officien te promoveren. De Qualiteiten, met welke bekleed behooren te zyn al zulke Perfoonen, die men waardiglyk tot dezen Staat zoudè mogen promoveren, worden aan- §. 5. En zyn geweeft &>c ] De tegenwoordige Raaden in den Hove zyn de volgende; Mr. Wigbold Slicher, Prsfident. Mr. Pieter Jan Nolit. Mr. Coenraad Le Leu de Wilhem. Mr. Dirk Meerens. Mr. Herman van Hees, Heere van Berkel en Rodenrys. Mr. Francois Rygerbos. Mr. Hendrik Baron Collot d'Efcury. Mr. Johan van Nispen. Mr. Gerard van Minninghen. Mr. Johan Hendrik Milet. Mr. Johan Hendrik Mollerus. Mr. Jacob Verheye van Citters. x, ?Ar\M' Die™enwaardlghk &fV.] Opmerkelyk is hieromtrent een Advys van het Hof aan Prins Willem den Ifte, als Stadhouder," in den Jaare 1577. gegeven, tegen de admisfievan zeker perioon, als Raadsheer in het zelve Hof, op wiens geboorte en kundigheid in de Rechten en Practyk bedenking viel, cn die, naar de gedagtén van 't Hof, niet behoorde geëhgeertte worden, alzoo de Staat van Raadsheer (g-iyk by dat Advys Tczeet word ) is een van de eerlykfte entreffelykfte uyt het gantfche Land. en dat 'er ook toenmaals «eie geléérde , gefchkte, eerlyke ende bedaagde Mannen in Holland waren, die men in 't Collegie van den Raade zoude mogen coöpteeren met meerder eere van 't voorfz. Collegie, en ten beter diènfle van 't gemeene Landt ende den Ingezetenen van dien: Welk Advys te vinden is bv Boey Oudheid van 't Hof 1. D. Byl. 21. . . j PP 3  L I B E R I V. aangewezen in de Inftructie gemaakt op 't fl.uk van de Criminele Juftitie in deeze Nederlanden; zo wel nopende 'tflellen van goede Officieren en Magf. ftraten of Wetten; als 't corrigeren en ftraffen der Crimen, Deli&en en Misdaden, &c Dat aleer yemanden \&n eenige Staten, groot ende kleyne, belangende 't ftuk van de Juftitie ende gemeene Adminiftratie of Bewind, eenige Provifie gedaan werde ( wien dat het ook zy) men behoorlicken hem zal moeten informeren by Treflikke ende Eerlicke luyden, niet Partiaal nog SufpecT: wezende, of hy van de Chriftelyke Religie is, van zyner Wysheid, Wetenheid, Neerftigheid ende andere Sufficiënten ende Qualiteyten; op dat de voorzeyde Staten niet gegeven werden dan den genen, die bevonden zullen zyn goede Catholyke Perfoonen, wel bekwaam, fufficiënt ende gequalificeert: willende dat 't zelve wel fcherpelicken onderhouden werde: De Judicum Qiialitate vide DD. in l. 12. cum Prator. §. 2. non autem omnes. D. de judic. De i_,tate, DD. in l. 12. cum 57. quidam. D, de re judicata. I. 41. cum lege 'Julia. D. de recept, d. I. 12. cum Prator. Cujac. lib. xvii. Obferv. xxxiv. De promotione. ad Novell, clxi. cap. %. Autbent. Credentes. C. de baret. & Manicb. De Eruditione & Scientia. Novell, lxxxii. in pr. De Ingenuitate. Mynfinger. Cent. 4. Obferv. xxxi. Uit de Ordonnantie van den Jaare cid 10 lxx. Jidy v. art. 1. Circa medium. CAPITTEL  iT I T ü L ü S IX. £ A P. I V. %0% CAPITTEL IV. Wie geen Raad zyn mag. Uyt de Inftructie art. ccxxxn. Ttem ordineren dat van nu voortaan in den Raad niet geadmitteert J- zal werden Vader ende Zoone, Gebroeders, (2) Regtfweers, of andere in gelyken grade in Confanguiniteyt of (3) Affiniteyt; (2) Regtfweers'] ld eft, Broeders of Zufiers Kinderen [a]. [a] ld eft, Broeders of Zufiers Kinderen.] 7Ae het 14de Art. dèr InflruÜie van den Hoogen Rade. ] C3) Affiniteit] Ouidfi Confiliario vel Senatori, ab initio rité creaio, hujusmodi affinitas poflea fupervenïat, vide Peck. ad faüum legitimè 73. de R. ƒ. 6. quod fi moriatur uxor alicujus per quam affinitas contraïïa erat, facit quod dicunt DD. vintm vel mulicrem dum ad fecundas nuptias non tranfit conferi fub primo matrimonio effe. Pinell. ad l. fin. C. de Bon. Mat. n. 4. Het 14& Art. van de InflruUie van den Hoogen Raad behclft het zeive, hoe na de Raden malkanderen mogen beftaan,zo inConfanguiniteit, als Affinucii. By Refolutie van de Staten van Holland en Wejlvriesiand, in date 23. Mey 1602. is verftaan : Dat, van toen voortaan, in alle zaaken, voor den Hoogen Raad voorvallende, de Raden zullen mogen worden gefufpeéeert int ra fextum gradum, tam confangftinitatis quam nffinitatis inclufive, dat zyn die malkanderen beftaan als Agters-kinderen, of in eenige andere graad, 't zy van bloede of van lnnvelyke, het welke egter zal cesferen, indien iemand van de Raaden beide de Partyen even na was beftaande. Cap. IV. In den Raad niet geadmitteerd.] Volgens de RofoluHe vin rV St-n™ xi„n,„4 Snd^ot°SeUrS Van-dC ?*% ™ f^^^i^ffil^^^ Zürc™' BmfvievJrV'ir1 'kn IO' Hl"? m I5" December lCfi3- gcallegeert by van met Behoudens nogtans, dat Confauguinei ook zullen mogen worden gefufpeaècrd usque ad decimum gradum. En indien iemand van de Raaden bevonden wierd te wezen het naafte Bloed van Partyen, ftaande in verwachtinge van de een cn anders Succeffie , zal iegclvk van den zelve Rade gehouden zyn, weetende, dat hy Partye in maniere voorfz. is beftaande, 't zelve den Raad tydelyk aan te dienen, cn hem excuferen, Papegaay fol. 678. Op den 24. Mey 16:7. is by dezelve Staten gerefolveerd en verftaan , dat die van den Hoogen Raade zig niet mogen cxcufTcn noch gefufpefteerd worden in zaken de OoftIndifche Compagnie rakende, alwaar 't dat zy zelfs heredeerden in dezelve Compagnie, of eenige Vrienden hr.dde binnen de verbode graden, onvermindert in andere zaaken de Refoiutie op de verbode graden genomen , Papegaay ditlo folio. De Griffier mag niet gefufpeFleerd worden [£] , al roerde de zaake eenige van zyne Vrienden , en zulks is verftaan op den 23. Febr. 1559- Papegaay fol. 679. \_b] De Griffier mag niet gcfufpeüeert worden] De ProfefTor Voet gevoelt het tegendeel ad Pand. Tit. de Jndk. mm. 61. ] By Refolutie van gemelde Staaten, in date 23. Maart 166$. is gerefolveert en geordonneert voor  304 E I ,B E- R I.V: niet jegenftaande eenige Brieven ter contrarie by ons gegeven of nog te geven. Vidè Inftr. Flandric. art. xix. voor een peremptoire Wet, dat van toen voortaan geen Rechters in den Lande van Holland en Wcftvriesland zullen mogen wezen Rapporteurs , in zaaken waar inne hun Zoon, Schoonzoon [_c], Broeder of Zwager zyn dienende als Advocaten of Procureurs, dat mede voor geene Commisfarisfen, 't zy in of buiten de plaatfcn, t'naarder Refidentie zullen mogen dienen eenige Verzoeken by Requefte of anderzints gedaan wordende , noch ook bepleyt worden zaaken waar in iemand gebruikt word als Advocaat of Procureur, die de een ofte anderen van de voorfz. Commisfarisfen in de voorfz. geëxpresfeerde graden van Confanguiniteit of Af finiteit beftaande is, 2de Deel van de Papegaay, in de Voorreden. [c] Hun Zoon, Schoonzoon enz.] Dit verbodt ftrekt zig niet uit tot zaken die voor het volle Collegie van den Rade worden bepleit. Het geen in onzen tyd by exempels gebleken is.] CAPITTEL V. ; i Der Raadsluiden Officie in genere. Der Raaden Officie is (als wy hier vooren gezegd hebben Tit. r. Cap. i. §. i.) met den Stadhouder, of in des Stadhouders abfentie, met den Prefident, te adminiftreren Recht en Juftitie; en moeten hen alleen daar toe begeven ; zonder hen met eenige andere dienften te bekroonen. Is over zulks voor Jangen tyd geordineert, Uit eene Ordinant. van Koning Kaarle, anno cid id. 0£ï. xii. [fl] Dat geen Raden in Holland, Dykgraaf ofte Heemraden in Rynj land, f_a] Ordonnantie van Koning Kaarl, anni I aldaar gedateert 1516. 12. 0%ober en niet cto io. Ocl. xn.] Deze Ordonnantie ftaat in 150 . Adde Lib. 4. Tit. 20. Cap. 1. £p qua het Groot Plac. Boek Fol. 2. pag. 2965. en is ibi nolavi. ] Cap. V. Officie.] Het officie van de Raadsheeren beftaat daarin, dat zy zig in alles gedragen naar de Inftruêtien en hunne Commisfiën. Dienvolgende moeten zv den Praefident in alle redciyke, eerlyke en bchoorlykc zaaken ohediëeren. Inftr Art. 5/in fin. Zy vermogen ook buiten den Haage niet te trekken zonder weten en goedvinden van den Pnefident. Inftr. Art. i". inmed. De Procesfen, die aan bun te rapporteeren gegeven worden, moeten zy, naar hun uyterfte beft, wel ende ernftelyk overzien, en zyn voorts gehouden te maken een Recueil van den Procesfe, zonderling in groote zaaken, waar by klaar moet worden getoont al 't geen tot verftand en expeditie van 't Proces dient. Inftr. Art. 149. Omtrent welk rappoitcercn egter zeer voorzigtig moet gehandelt worden, alzoo de Rapporteur feercet moet houden, dat hem zulk een Proces te rapporteeren gegeven is, en 't zelve bekend geworden zynde, de zaak wederom moet brengen in den Raad, om by den Prsfident aan een ander uitgegeven te worden. Inftr. An. 150. Cap. V. Andere dienften] By van Zurck in Cod. Bat. voce Hof §. 7. in not. vind men egper aangeteekend, dat zommige Raaden van Holland zomtyds wel te gelyk Vroedfchapten van Steden zyn geweeft, waarvan hy twee of drie voorbeelden aldaar opgeeft.  TITÜL'ÜS IX, CAP. V. 5o? land, Delfland, Schieland of elders wezen zullen; maar hen daar af terftond deporteren. Geregiftreerd lib. i. Am. Sandelyn Fol. 8. Huc re/er Legem Genutiam, quam tulit L. Genutius Tribunus PI. C. Marcio Rutilo 4. £. Servilio Ahala coff. anno ab V. C. cccc. xi ne quis Duos Magiflratus uno anno gereret. Lwius Br. 7. Vide & artic 4. infineMagni Privilegii Maria, & art. 8. Confïitutioms Philippi in. Comitis Hottandia, de cognofcendis Gr minibus, anni cu id lxx. July v. 6? Conflit. Prohibitoriam, qua ex/lat lib. 1. M. Pctri Hannetna», Folio 1 17. verfo. Confule &> Bart. in l. uit. C. de ccbortal. Prwcip. ubi & aUt DD. traclant materiam, an quis düpUci numere vel triplici uno eodemque tempor e fungi po fit, qui difiinguunt int er Compatibilia £f non Cömpa* tibilia. CAPITTEL VI. Officie van de Raadsluyden m Specie. Het Officie van de Raaden be ftaat dgentlyk cn principalyk in Rapporteren enOpimeren. Vide infra de Referendis Sententiis. CAPITTEL VII. l. Op wat tyd de Raadsluiden gehouden zyn ten Hove te komen, en hoe lang te befoigneren. 2. In gevalle van laat komen of vroeg fc heiden. 3. Nopens de Extraordinairm. Uit de voorzeide Inftr. art. xiv. I. Jtem om de Juftitie te vorderen, zo zullen de Raadsluiden OrdiA naris ende Extra-ordinaris gehouden wezen te komen in de Raadkamer, van Paasrdien tot Bamisfe, van fmorgens ten feven uuren, ende aldaar blyven befoingeren tot tien uuren toe. Ende van Ba- D CaI' vil j' *: Gehouden wezen &*■ 3 Tegenwoordig compareren de Raadsluiden in de Raadkamer des morgens ten négen uuren f en blyven aldaar befoigneereito t cwaa f m gefchaft. ' g e namiddaS-be:oignes zyn zeden een gerufmèn tyd £ I. D£el. q q  3o6* L I B E R I V. Bamisfe tot Paasfchen, van agt uuren tot elf uuren: ende naar Noe. ne van drie uuren tot vyf uuren: ten waare dat het om zaake anders geordineerd werde. Vide huc inflruSt. Flandr. art. xvi. II. Ende of iemand van de Raadsluyden Ordinaris notabüiter late kwame ten Rade, te weten een half uure na dat den Prsefident gezeten zal zyn; of uytginge voor den Tyd; zal verbeuren de helft van zyne Gagien van dien Dage. III. Ende aangaande de Extra-ordinarisfen, die zullen niet deylen in 't proffyt van dien Voor-noene of Agter-noene, als zy zullen late komen. InftruÏÏ. Flandr. dicJ. art. xvi. Olim etiam Senatores Romani cogebantur mulcla éi? pignoribus venire in Senatum, de qua re vide A. Gek Hum & Ciceronem Philipp. I. & Ub. 111. de Orator. CAPITTEL VIII. 1. Poene der Raaden die uytreyzen en 3. Wat de Raaden moeten doen weder* ter gezetter tyd niet wederkeeren. gekeerd zynde. 2. Griffiers laji in 't aanteykenen der 4. Afkortinge van de Gagien der Ak* Ah/enten, fenten. Ibidem arr. xv in princ. I. Item of yemand van de Raadsluyden Ordinaris uytreysde zonder X ten dage ende uure voorfz. in den Raad te compareren, die zal geroyeerd wezen van zyne (4.) Wedden by de Contre-Rolle van den Griffier. II. Dewelke gehouden zal wezen alle dage te fchryven in een Re.; giller die Namerf van de Raadsluyden, abfent zynde. III. Dewelke ook gehouden zullen wezen in hun wederkeeren den Griffier over te leveren die menigte van de Dagen van hunne Abfentie , om dat te accordeeren met den Regifter van den Griffier. IV. Weke Abfentie de Griffier gehouden zal zyn alle halve Jaren, als men de Raadsluyden ende andere betaald, den Rentmeefter in Gefchrifte in een Rolleken by hem geteykent, over te geven. (±) JVedJ»! Un mnlade eft excufé d'exercer \ ptmr le temp de moladie. Vide Papon. 6.tit. ja charge, fcf ne lai[fe fttre payé de fes gager. [ 12. art. 12. desfalaires taxes £? arrefts. CAPITTEL  T I T U L U S X. CAP. I. 3ov TIENDE TITEL, VAN DEN GRIFFIER. CAPITTEL I. I, Officie van den Griffier in de Opinien 2. Item by alle Deliberatien en Conciliën Stemmen der Raaden aan te tey- fien te voegen de Naamen der Pre kenen. , j fenten. Ibidem art. xxxi. I. ITtem de Griffier [a] zal blyven in de Kamere, als men de Procesfen vifiteerd, ende fcherpelyk toehooren na de Opinien van onze Raadsluyden, ende de Opinien teykenen in een klein papierken, ten eynde dathy de materie verftaan mag, ende badt (*) ftellen in gefchrifte cTAppoinétementen of ( 1 ) Sententien, dewelke hy gehouden zal wezen te toonen onzen Stadhouder of Prsefident, eer men die pronuncieren Zal. la] De Griffier] Adde Lib. 4. Tit. 105. Cap. 3-] (1) Sententien] Le Confeiller, qui a rapporté le Procés, doit minuter le dittum de Varreft, qui « été conclu par la Chambre, oü la rapport a étè fait. Papon. lib. 4. tit. 6. des cours Souveraines arr. 27. Vide Art. 44. van de InftruSie van den Hoogen Rade. An autem diclum corrigi poffit, vide Papon. d. tit. arr. 28. Ub. 6. tit. 2. arr. 27. §. 1. Griffier.] Dit Ampt van Griffier van 't Hof plag, in vroeger tyd , «11e zes jaaren verpagt te worden, als blykt uit de Conditiën en Foorwaarden, waar op liet voorfz. Griffierfchap aan Mr. Barthout Ernft, in den jaare 1557, is verpagt geworden, te vinden by Boev Oudh. van 't Hof ijle D. Byl. 23. pag. 143 fj? feqq. dog dewyl 't Hof de verpagting van dat Officie niet goedvond, is naderhand 't zelve Griffierfchap, by een Refolutie van de Staten van Holland van den 24. Mey 1602, tot een vaft en permanent Ampt gemaakt, en is als toen daar toe verkoren Mr. Anthonis Duyck. Zie Boey all. loc. pag. 150. £? feq. en G. P. B. 2. D. fol. 1450. - Wyders kan men omtrent de wyze, waar op dit Ampt begeven word, nazien het Prov. Accoord tusfehen Holland en Zeeland van 7. Maart 1607. Art. 20 en 21. en werd een Inftruaie voor den Griffier van 't Hof van den it. Maart 1593. gevonden in 't G. P. B. 1. D. fol. 1989. dog 'er fehynt een nadere Inftruaie of Reglement voor de Griffiers van 'J. ,rftc zyn ger"aakt°P den 27. Olïob. 1617. die men geallègeert vind by van Zurck m Cod. Bat. voet Griffie §.4. (*) Badt, i. e. et melius. Zie Kilian voc. Bat. Q q 2 Ibidem  So3 L I B E R I V. Ibidem art. xxxiv. • t 11. Item de Griffier Zal ook gehouden zyn te fchryven ende te regiftreren dagelyks alle de Deliberatien ende Conclufien, die inden Rade genomen zullen werden; aldaar hy nemen ende Hellen zal de Raadsluyden, die in de voorfchreven Deliberatie ende Conclufie prefent geweeft zullen zyn. Vide infra lattus de hac materta. CAPITTEL II. Het Officie van den Griffier op de Rolle. 't /"Officie van den Griffier op de Rolle confifteerd principalyk in der Partyen l ) zaaken op te roepen: Eyfch, Antwoorde, &c. van Partyen aan te teikenen- Uefaulten in 't Prefentatie-boek te regiftreren: Appoinétementen van de Commisfarisfen te boek te ftellen: Sententien of Appoinétementen van den Raad te pronuncieren: Decreten, &c. Van alle 't welk doorgaande wyd en breed getraceerd word. Ibidem art. xxx. I. Tfem ^e Griffier zal expediëren alle Commisfien ende Aclen voor I den Procureur Generaal, in zaaken ons roerende, zonder iet daar af te nemen. Ibidem art. lxiv. II Item de Griffier zal gehouden wezen den Procureurs ofte Partyen hunne Aden, Appoin&ementen ende anders te leveren binnen vier dagen, naa dat hy des verzogt word, op pcene arbitralicken CAPITTEL III., ï. Officie van den Griffier in de Griffie, 4. f f'Aften, Appoinc- als des Hooge Overheyds Atten Gra- j I tementen, Sen- iis te expediëren 1 | tentien, &c. 2 Andere Partyen binnen vier dagen 5. < Regijter van alle4 Recognitiën, O- hun Atten te leveren ! j bligatien, & e. «* Hoe zy procederen zullen in de Acte 6. \ \ Ordonnantiën, voor hun tyd gevallen. V. \_ Plac aten, &c.  T I tf/tf L $ S X, G A-P. I I t $j| gecorrigeerd te worden': ende ook op de peyne,'dat de Procureurs of Partyen hun Intereft, indien zy eenig: daar by hebben, op den zelven Griffier verhalen zullen mogen, indien hy in de fchuld bevonden word. III. En zulks word verftaan van alle Aften, die geduurende zynen Dienft vallen: belangende d'andere Sententien, Appoinftementeu en andere Atfen van den Hove, die by tyden van den Griffier, in der tyd wezende, niet gevallen zyn, maar by de voorgaande, is by de Hooge Overheyd in den Jaare cio 10 lx. den lellen Mey geordineerd, dat boven 't hooft der zeiver gefteld zoude worden Extratt, en onder ■Geëxtraheerd uyt het Regifter van den Hove, &c. zonder die fimpelyk te teikenen, blykende by de Ordonnantie, geregistreerd in t tweede Memoriaal-boek van M.Bert. Ernft Griffier, Folio 19. • Uyt de vooneyde InJkuÜie. art. xxxn. . IV. Item de Griffier zal houden een Regifter van al!e' de' Aclen; Appoinclementen, Sententien en andere zaaken, die geëxpedieerd 'werden in den Rade. V. Ende ook van alle kennisfen of Recognitiën, Obligatien ende Condemnatien, gepasfeerd in de voorfz. Kamere by confente van Partyen, tot zekerheyd van den zelven. Ende wanneer de geene, tot wiens verzoeke de Recognitie', Obligatie of condemnatie gefcKied is, compareerd in de Griffie, ende bekend hem daar af wel voldaan, zoo zal de Griffier of zyn Subftituyt dat teykenen op de marge van den zelven Regifter, tot zekerheyd van Partyen. Ibidem art. xxxiii. VI. Item de Griffier zal ook Regifter houden op hem zeJven van alle ( 2 ) Ordonnantiën, uytroepingen , Publicatien van der (3) Munte ende Provifien, by Ons of onzen Raad geordineerd, om de welvaard van den Landen. (2) Ordonnantieyi, Uytroepingen'] Hinc colHgi meft,quod Senatus habeat potefiatem condené Editta, Pkctta,jw Ordinationes, tam de mo- VI. Wor- neta quam de aliis. C ?) Munte ] Curia frovindaüs in hac cavfa in prima inftantia ejl competens judex, Qq 3  3io L I B E R I W VI. Worden over zulks by eene zeekere Ordonnantie van den Jaare 1574. Feb.i. de Deurwaarders, eenige Placaaten gepubliceerd hebbende, belaft dezelve terftond te leveren in de Griffie van den Hove, omme in 't Memoriaalboek geregiftreerd te werden. Staat geregiftreerd in 't zevende Memoriaalboek van Bert. Ernft, Folio 72. Item de Griffier ende in zyn abfentie zyn (4.) Subftituyt, zal altyd de Eerfte zyn in de voorfchreven Kamere, omme den Stadhouder ende in zyne abfentie dén Prsefident te adverteren, van 't geene dat 'er te doen ende te expediëren is. Vide & art. xiv. in fine, & Inftr. Flandr. art. lxviii. CAPITTEL IV. Moet d'eerfte zyn in de Raad-Kamer. Ibidem art. xxix. CAPITTEL (4) 'Subftituyt~] Un Griffier peut fenir par Vommis ou Subftitut, duquel neantmoins il eft refponfable fur Jon bien. Papon. lib. 6. tit. 6. des Griffiers arr. i. per l. neminem 64. ver/u : ni tarnen C. de denman,  TITULUS X. CAP. V. 3*1 CAPITTEL V. i. Griffiers Subjiituyt. s. Dezelve is mede Secretarius* 3. Namen van de Griffiefs in deeze naajie Jaren. Ibidem art. lxv. I. Ttem dat de Subftituyt van den Griffier, of zyn principaal Klerk X geëed wezende, fchuldig zal wezen van nu voortaan van 's morgens ten zes uuren in den Zomer, ende te zeven uuren in den Winter, tot 'savonts te zeven uuren incluys, in de Griffie zich te laten vinden , bereyd om Partyen te gerieven ende te expediëren. II. In 't Jaar 1545. July 14. is geëmaneerd eene Ordonnantie, daar by verklaard wierd, dat des Griffiers Subftituyt, zo lange als by Subftituyt bleve,ende niet langer, meede exerceren zoude 't Officie van Secretarins, naar vermogen des Griffiers principale Commisfie, 'en 's Keyzers Ordonnantie. Dog hebben zich daar jegens de Secretarisfen geoppofeerd. Staat geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal-boek van Joan van Dam, Folit 133. Heeft over zulks des Jaare daar aan den 16. Oclobr. Vrouwe Maria, Regente deezer Nederlanden, afgeveerdigt eene Misfive, daar by verklarende, dat haare meeninge niet was, dat zo wanneer de Griffier van Holland een Subftituyt aannam, dat dezelve Subftituyt raids dien gefondeerd zoude zyn 't Secretarisfchap te bedienen, ten zy daar op hadde Brieven van Commisfie ; willende 't zelve zulks in toekomende tyden onderhouden [a] en geregiftreerd te worden, op dat 't zelve mogte blyven in memorie. Staat geregiftreerd in 't voornoemde Boek , Folio 233. verfo. f. t. De Subjiituyt van den Griffier.] Het officie van den Subftituut Griffier is, om op de Rolle by dc Commisfarisfen te zitten, de Prasfontatieri van de zaaken op te leezen, ook 't gunt partyen by monde of by g-fchrifte voortbrengen, aan te teekenen, defauten ende verftekken op te fchryen, en de Sententien, zoo interlocutoire, als definitive, te pronuntieeren. Zie W. de Groot Inleid, tot de Pratl. Lib. i. Cap. 3. «, u. en Merula hier voren Cap. s. en word het zelve Ampt tegenwoordig bedient door Mr. johan Theodoor Roytr- ~— Wyders ftaat alhier nog aan te merken, dat 'er, behalven den Griffier en deszelfs Subftituut, in de Griffie van den Hove mede is een Penningmeejl'er, die de emolumenten van de Griffie ontfangt, en nog verfcheide andere zaken te'verrigten heeft, wiens Ampt begrepen is- in diverfe Aniculen van het Reglement voor de Griffie van den Hove van den 17de Jianuary 1656. III. Eer [e] Onderhouden] Zo als dit nu nog word geobferveert. ]  312 L I B E R IV. III. Eer wy komen tot den navolgenden Titel, zullen wy memoria caujja, alhier by voegen de Namen der genen, die in de honderd Jaren herwaarts 'tGriffierfchap van den Hove van Holland bediend hebben. Theedoricus Balduini F. Sivieten. Joannes Rofa. jacobus Bosfaart. Gulielmus Swieten. Theodorus Poes. Joannes Balduini F. Gulielmus Swieten Florentius Flor. F Wyngaarden. Cornelis Balduini F. Albertus Loo. jfoannes Sevender. CID CCCC XLV. CID CCCC XLVI. CID CCCC XLVI. CID CCCC LXIir. CID CCCC LXVII. CID CCCC LXXL CID CCCC LXXVII. CID CCCC LXXXII. CID ID IV. CID ID vr. CID ID VI. Gafparus Beavoor extraordinarii. Henricus Nicolai F. Arnoldus Sandelyn. Joannes Jonge. Joannes Dam. Bartholdus Ernft. Petrus Hanneman. ( 5 ) CIO ID X. CID ID XV. CID ID XXIX. CID ID XLIII. CID ID LVII. CID ID LXXXIH. (5) Na Petrus Harmcman zyn nog fucceffivelyk Griffiers geweeft: Mr. Anthoni Duyk, Mr. Hendrik Pots. Mr. Francois Criep. Mr. Cornelis Rolland. Mr. Adriaan Pots, die daar na Raad is geweeft in 't voorfz. Hof. Mr. Wiilem Dedel. Mr. Anthoni van Kinfchot, Mr. Johan Thierry. Mr. Jan Parker. Mr. Reyer van Bleyswyk. En nu, Mr. Adriaan Bodt. TIT. XL  3 ij X ï T ü L U B XI. ELFDE TITEL, VA N D E SECRETARISSEN DES HOFS VAN HOLLAND. Uyt de Injlr. art. clxxi. TTtem de Secretaris/en zullen anders niet teykenen nog expediëren dan Mandamenten of Provifien van Juftitien, genaamd Venuencourten, Beflöten Misfiven, die hen by den Hove bevolen ende belaft zullen werden. Vide huc A&a Cur. Prov. cmni cid id lxviii. July xx. relata in lib. iv. Bert. Ernft, Folio ccl. verfo. r Tit. XI. Vide huc ABa rjfV.] By de aangehaalde AUe van 't Hof van den 20 ftth isóS I'nnLrfetHetkennen/CVen ,V3n d6n Griffier en de Secretarisfen van den Hove? llol donnecrt, dat niemand, wie hy zy, zig vervordcre , eenige Provifien van n,(W ,,„ï gens de pasferinge van den Hove gedefecheert, uit het Zegel te haaien m«i h' 2 den voorn Gnffier en de Secretarieën,"en hunne O^^lSSSSLSS^S lt ten bewerden op astrale corrcge zoo wie bevonden"wierd contrarie van diei ?e doen. 12 November 1590. volgens welke dezei/e in zaaken, daar in zv voo Commisfarisfen ^ befoigneert zullen hebben, 't zy in materie van preferentie, Óf andere™mSïn J~ Zakken mogen ontfangen en by zig houden, maar dezelve , gèfurneert zynde, leve ên off «de Commisfarisfen. . Wyders heeft het zelve Hof by een Aüe van S « " al mede geordonneert, dat één van de Secretarisfen alle weken precife op den Raad zfi moeten pasfen, beginnende van den oudften eerft, en zulks altooii kVh« ingaan van de Raad zal moeten wezen, en zig laten vinden in de kleine Raadkamer La^ HZm jer tyd en wylen toe hem by den Rade oorlof gegeven'^'ord^on^aT 'g G y P^ 5'« t ■ f°L- X-46 • 7~.rIn?e v?or[Ze eeuw zyn 'er *« Secretarisfen van 't Hof ge ween als te zien is in 't Provif Accoord ven 7. Maart 1607. Art. 22 De Groot Ifar f 7 r \' 3. n 10. en in de Foorreden voor 't 2de Deel van de Papeg pa% 3^Do^dSand hébSn' berS^rHVa%H°IIand e," Ze6land ^ CCne Co;lventie van denÏ63Juny%ï^^^goedgevondea het getal der Secretarisfen te verminderen tot op drie. (Zie G. "P. B. 6. D foïe^fl? I. Deel. TWAALFDE ft r  t, i b e r i m TWAALFDE T I T E L, VA N DEN RENTMEESTER VAN DE EXPLOICTEN. CAPITTEL I. Ontfang. Uyt de InJlruÜie, art SXYII. in fint. Indien onze Stadhouder, Praefident ende Raden van Holland, Zeeland3 Sc. Ons eenige Penningen ( i) toewyzen, zullen die ontfangen werden by Onzen Rentmeefler van de Expkiclen [a] aldaar. Uyt de Injlr. art. xxviii. zal hebben den Ontfang van alle gewysde Boeten, ende andere Exploicten van de Kamere ende die innen. Vide huc art. Inftr. Holl. cci. 6f ccn. item Conjlit. anni cia id xxiv. Juli. Xi. relatam in lib. 4.. Am. Sandel. Folio xlv. S Conjlit. anni cio id lx. Mai. ïx. relatam in lib. 11. Bert. Ernfl, Folio Xv. S Inftr. Brab. Cap. ïx. art. ui. (ï) Toewyfen] An a Curia muliïa irrogata, ah eadem remitti poffit propttr paupertatem fummam neceffitatem ? cenfetur quoa fic , l. 6. §. fin. ff. de cffic. prafid. £f fic praüiccdur. [a] Rentmeefter van de Exploiüen ] Vide quiz notavi ad Lib. 4. Tit. 20. Cap. 1. num. 2- £f CAPITTEL  TITULÜS XII. CAP. II. 3iJ CAPITTEL II. Uitgaaf. De Ontfanger van de Exploiften is gehouden van alle Muitten, Boeten, Confifcatien en andere Poenen en Amenden in den Rade Provinciaal vallende, en van de Penningen daar af komende, te betalen de Vacatiën van al zulke Perfoonen, die aldaar in kleinwigtige Zaaken van de Juftitie befoigneren en hen laten gebruiken. By zekere Misfive van die van de Financie word geordineerd, dat beide de Collegien (te weten die van den Rade en Reekeninge in Holland) hen zouden behelpen met de Penningen, komende van de Exploi&en en Efpergne, van date den laatften December cio jo lxi. geregiftreerd in 't tweede Memoriaal-Boek van Bert. Ernft, Folio cxlvii. Is ook geregiftreerd in 't zelve Boek, Fol. clxxvt. eene Apoftille van die van de Financie, op 'f. verzoek van die van den Rade en Reekeninge voornoemd, om te hebben asfignatie totbetalinge van de Koften van de Miefen van Juftitie, tenderende tot gelyke difpofitie, van date den 7. O&obr. 1562. Vide & Inftr. Brab. cap. ïx, «rt. 1. & 11. item Inftr. Fland. art. lxiv. De Rentmeefter van de Exploi&en is gehouden van den voorfz. zyn en Ontfang en Uitgaaf te doen Reekeninge [0], Bewys en (2} Refte, in de Kamere van de Reekeninge, naar 't luyden van het 28. Artikel van de Inftru&ie van den Hove van Holland. CAPITTEL III. Reekeninge. [3] Rekening'] Hier volgt een Borderel van zoodanige Rekening. | CO Vite l fi ita fucrit 13. §. htec quafiit. l ff. de mmumijj, teftcm. Kt 2 Borderel  3 id* L I B E R IV. Borderel van de Rekeninge van de Exploiden van den Hoogen Raade van Cornelis Buys, Anno 1669. I. afa. Van Boeten van 't Fol Appél —— —- ƒ 150 — o — II. afa. Van Requeften Civile ■ > —• - 46 —■ o — Iiï. af>. Van Reformatien . < < • ■ - 50 — c —, IV. afa. Van Reauditien > • 1 —— —— - 4 — o — V. afa- Van Revific —— —— —— - o — o —Kt VI. afa. Van Reduftie ■ < ■ - 0—0 — VII. af3. 't Recht van 't Zegel ■ - 642 — 14 ~ VIII. *fa. Van Subfidien ' > - 2400 — o —1 IX. afa. Van Reftanten ■ —— < ■"—• - o — o — X. afa. Van geconfigneerde Boetens —* < - 3<5co — o — XI. afa- Van Reformatien • —— 1 > -—— - 360 —• o —- XII. afa. Van Reauditien • — - 20 —■ o —> XIII. afa. Revifien > 1 ——1 - 400 — o — Totaiis Som ma van den Ontfang bedraagt ƒ 7672 — 14 — Uitgaaf. I. afa. Van Uitgaaf van Konyn-gelden &c. / ryjö ~ 3 —■ II. afa. Van Weddens > 1 ■ - 337 — 0 — III. afa. Van Waslicht ■ • > ■ ■ • - 33i — 4 —• IV. af». Van Uitgaaf van refttitutien van boeten ■ • - 2216 — 18 — V. afa. Van Uigaaf van verfcheide perfoonen - 1795 — 15 —■ VI. afa. Van Nieuwcjaaren ■ 1 M-r- - i32 — o — VII. ai"a. Weddens &c. > ' - o — o — CAPITTEL IV. Subftituyt van den Rentmeefter van de Exploi&en. Uit de Inftr. Art. xxviii. in fin. Ende fcoo wanneer hy buyten den Hage reyzen zal: fcoo 2al hy gehouden wezen te laten eenen Subftituyt wel geinftrueerd, ende van alles gefurneerd, om de affairen van de Juftitie te betalen. In de Inftruaie van Vlaanderen art. lxiv. ftaat, dat dezelve Subftituyt, of Gommis moet gefield woiden met aggreatie en believen van den Rade. Ad t Accordeert met het 405. An. der Inftr. vm den Rade van draband. ic A P , I T T E L IL Roerende der Deurwaarders ende Bodens uytreyzen. , Ibidem art. cvi. in fine. onzen StadhouLr, fefideL ende pg^ ^ eer%^oken redie. ( 2 ) ^uartier, daar zy reyzen, op arbitrale cor- co Dit Artikel word niet geobferveert. ken on nlerS ' J" HaSe zig vanTct S '.dat niemand van * «»> ^ F«ne van fufpenfie, of arbitrale corrr-aiv 1 aöllltentle zal mogen onttrek- rr3 CA-  3i8 L I B E R IV. C A P j I T ( T E L III. Getal van de Deurwaarders in de Katnere. Ibidem art. cn. in princ. * Q O 8 3 a vi B cii 3 qÜ A A v7>I11 - * U Ttem de Deurwaarders van de Kamere, die voortaan ( 3 ) twee zullen wezen, gelyk deelende de Profyten, daar af de een altyd by den Praefident zal wezen, zullen, &c. - Twee zulhn wezen.]. Deeze.twee moeten alle ffferploicten en Executien,van wegens het Hof, binnen den Haag en Haagambagt doen , volgens het 102. Art. van de InJiruQie en nader AÜe van 't Hof van den 10. September 1629. Vervolgens zyn dikwylsExploiCten by andere Deurwaarders in den Hage gedaan, nul verklaard, als op den 31.January 166S. in de zaake van Jacob Wich- CAPITTEL IV. Officie van de eerfte Deurwaarders. De Eerfte Deurwaarders van den Hove van Holland doen alle Exploiclen van Partyen , en Executeren- binnen den Hage of daar 't Hof is: item doen uytroepingen , &c. Is ook geordineert, Cap IV. De eerfteDeurwaarders rjff.] Het officie van de .twee eerfte Deurwaarders is, om de Raadshceren omtrent de deure van den 'Raad, mitsgaders de Commisfarisfen op de Rolie, op te pasfen, ende alle dagvaardingen in den Haage ende HaagrAmbacht alleen te doen. Zie W. de Groot Ifag. Lib. 1. Cap. 3. §. 13. en 't Reglement van den Hove op de Rolle van den 21. Oftober 1669. Art. 4-. En dienvolgende zyn by eene AÏÏe van 't Hof van den 8. Mey 1596. als medé by een.Acte van den 10. September 1629. alre' de ordinaire of gemeene Deurwaarders van den Hove geïnterdiceert, om van toen voortaan eenige exploicten in de jurisdictie van den Hage ende Haag-Ambacht te doen, op pcene, dgt dezelve ExploiÊten, waar toe de twee eerfte Deurwaarders van den Raad alleen bevoegd zyn, gehouden zullen worden voor nul ende van onwaarden; ende dat de Deurwaarders, die zoodanige exploiften gedaan hebben, aan de partyen zullen rcfundeeren alle de koften', fchaden ende intresfen, by hen daar door gehad ende geleden, en daarenboven jegens de Hooge Overheid verbeuren de fomme van 20. ponden, te veertig grooten 't pond. (Gr. Pl. Boek 2. D. fol. 1443 en 1463.) ' Wyders hebben de gemelde twee eerfte; Deurwaarders van den Hove ook alleen de bevoegdheid, om de' perfoonen, die in dc Caftelenye van den Hove gearrefteert of gegyzelt zyn, in den Arrefte of de Gyzeling te zoeken en te vifiteeren, volgens Refol. van den Héve van ï, February 1678. gemelt by Boeï Woord. Tolk vnce Deurwaarders in fin. -&innf>'tign. . a ,' J ■ iiöoTKV) okiiitfic lo ,or!r.sv--t or'so'-t - I Uyt mans, contra Cornelis vander Valk, de eerfte 'Deurwaarders met hem gevoegd. De 'Waard ook gecondemneerd in 20. gl. op den 4. February 1642. Genits in 12. gl. den 28. . February 1674. Vander Hoek in 20, gl. en reftitutie van Salaris. Ten zy, dat de eerfte Deurwaarders, ofte een van dezelve, daar toe confentcren. 1 'OfSS t:J lB£i3r^u"ius-iU30i 1 nsb t ' r r . ._'_..TT „t,.^;«.:-r^  TIT u-X Ij s x i i i. A p. i v. $t> j&t tiUR, .nv^hnsl .rnA taftea^S atv ^y>fl sfl-o-3 r" nr Mhk tn«i bnsUoH Uyt' ÏÏt InjïruUies, art. lvii. in fine. dat een van de Eerfte Deurwaarders houden zal Cedulle ende Rekgninge van den génen, die daar niet in de Audiëntie komen zullen. C A P I T T E L V. Van andere gemeene Deurwaarders: ende eerft van hun getal. £ CZetfl Vann te Deurwaarders is dikwils veranderd. In den Jaare cra io Xxv VJ den 28. September heeft Vrouwe Margareta , Gouvernante van de Landen van Herwaarts over, geconftitueert, belangende de Deurwaarders van 't Hot van Holland, dat aldaar zouden zyn twintig in getale; behalven die van den Comptoire: welke Ordonnantie geregiftreerd ftaat in 't eerfte Memoriaalboek van Mr. Joan de Jonge, Folio exen. verfo. Daar na in den jaare cra „ „ Oft. 8.. is geëmaneerd eene Ordonnantie, dat het getal der Deurwaarders voor zeyd geextendeerd zoude worden tot veertig, en dat men 't zelve getal nier zoude excederen, ftaande in 't derde Boek van M. Joan van Dam, Fol iol Dan overmids 't zelve niet wierde geobferveerd, en dat 't getal jn VeVn£ Jaren wederom vermeerderde, zo is in den Jaare 1550. April $. Penrr]\ZP^ë dat men 't zelve getal zoude laten verfterven tot Veertig toe, als te voren Vp' ftatueerd was, Geregiftreerd in 't eerfte Boek van Bert.Ernft Folio 276 Ten laatften, de zaake by na door de Troublen en Inlandfcbe Oorlogen ol 't hon? fte gekomen zynde « op't getal van de Deurwaardersin den Jaare wnBï7ft4\r)Ik0?ie3? ^difponeord, welke Ordonnantie geregiftreerd sin het achtfte Memoriaal-boek van Ernft voorzeyd, Folio xxvn. verfo CAPITTEL VI. Eed. Articulen den Eed van de Deurwaarders belangende, ftaan geregiftreerd in de Memonaal-boeken, beruftende in de Öriffie van den Hove van _ Hol- £• Y', ■ I &c-l °P den 21 • September 1707. is door haar Pd Pr m„„ een Refolutie, dat de Deurwaarders of Gezwooren E^orSeurs & d'n h g" gcnon]ea zouden uitfterven tot het eetal van tien ,nnX h \«Z Z I ' en Haage ^«de, „ datzy getrouw zullen wezen de Hoóge Overheid éh Graaffelykheid van HoIIandVZee- „ land  32d L I B E R I V. Holland, namentlyk in 't eerfte Boek van Meefter Arn. Sandelyn, Folio xxix, item in 't zevende Boek van Meefter Bert. Ernft, Folio-van. verfo & «Ubi. CAPITTEL VII. Borgtogte van de Deurwaarders. Uyt de voorzeyde Injlr. art. c. Item ten eynde dat Partyen verzekerd mogen wezen, zoo zullen de Deurwaarders ende Exploicliers gehouden wezen, naar ouder gewoonte, Borge te fteilen, ter fomme van vyftig ponden grooten Vlaams: om daar aan te verhalen zulcke faulten ende gebreken, als zy luyden in 't exerceren van hunluyder Officie zouden mogen committeren. Vide & ABa Cur'm Frovincialh anni cia 13 lxxii. Febr. xi. relata in lib. iv. Berk Frnfl, Folio exen. verfo. Vide item artic. Injlr. Sen. Frov. cr. CAPITTELVIII. Officie van de gemeene Deurwaarders. Het Officie van de Deurwaarders word principalyk gefpeurd in Partyen te Citeren, Sententien te Executeren, en zo van de Citatie als van de Executie ' land en Vriesland, en voorts Deurwaarder te wezen van de voorfz. GraafTelykheid van Holland Zeeland en Vriesland. Mvn Heeren den Stadhouder, Pnehdent en Raaden derzelver GraafTelykheid obcdiënt en onderdanig te wezen, alle reverentie en getrou" wieheid te bcwyzen, al het gunt dat hun by henluyden gelaft zal worden, wel cn getrouwelyk te agtervolgen, en alle Mandamenten , Executien en Provilien, daar van " ?v verzoet zullen worden, getrouwelyk en met diligentie te executeeren en ten eftec" te te breneen, en het gunt dat zy zullen mogen zien ofhooren in den Raad, fecreet D te houden? en voorts al te doen, dat een goed en getrouw Deurwaarder fchuldig is cn " Cap°VII ^Bot^l'e jlellen.~\ Tegenwoordig moeten de Deurwaarders, voorliet bekomen van hunne'admiftic, cautie fteilen ter fomme van duyzent Guldens, omme daar aan te konnen verhaalen zoodanige fautcn en gebreken, als zylieden in het exereceren van hun Officie zouden mogen committceren ; volgens het voorfz. Reglement van de Deurwaarders, ^Cap'viII Officie fcfc] Het officie van de ordinaire of gemeene Deurwaarders beftaat kortelvk hier in, dat zy gehouden zyn, op het verzoek aan hun gedaan, zonder ailay, vertrek of uitftcl, te exploicleren en te werk te fteilen alle zoodanige Mandamenten , Sententien en Executorien, als by den Hove verleent, hun in handen zullen worden gcltejct.  T I T TT L tl S XIII. CAP. VIII. 3zi Executie by Relatie den Hove te doen blyken. Van ieder deel word <*evoefflyker hier na gehandeld. ö 8 CAPITTEL IX. Refidentie van de Deurwaarders. Belangende de woonplaatzen van de Deurwaarders, is geordineerd dat zy dezelve zouden houden daar 't * i0f is, blykendc by de Ordinantie van den Jaare 1574. July 1. geregiflreerd in't zegende iVIemoriaahboek van Bert Ernft Folio xlviii. verfo. Item by de Ordonnantie van den Jaare 1577 September 4. geregiftreerd in 't voornoemde Memoriaal-boek, Folio cxcr. vrfo- én de Moderatie daar opgevolgd, ftaande geregiftreerd in 't voorzevde Hoek, Folio 198. Is eindelyk by de Ampliatie op d'inftructie van den Provincialen Raad', van date den 21. December 1579. geordineerd, Uyt de Ampliatie op de Inftr. van den Provincialen Raad, art. xx. §. Dat alle. Dat alle Deurwaarders van den voorfz. Hove by den Raade Provinciaal van Holland, met Advyfe van de Staten der zeiver Landen, gedistribueerd zullen worden in Quartieren: ende dat dezelve continuelyk zullen Refideren in de Hooft-Steden van de zelve Quartieren: Sta' tiones vocant. Vide huc ïmbert. Lib. 1. Cap. 1. Zie t voorfz. Reglement van de Deurwaarders Art. 4. En zyn voorts bv twee fuccefr><* AÜens van den Hove van 17. December 1549. en 12. September 1552. alle Deunvaardcrs eeiv ge Executicn doende, geordonneert geworden, geene anderen tot hunne aulrtentic'te ne* toen, dan gezworen Boden of Dienaars van den Hove, ofte de Boden of Dienaars van de Plaats of Jurisdiaic, daar zy de Executie doen zullen. Zie Gk. Pl. B. 2. D fol nM Z 1398. en t Repertorium pag. 6r. col j. en pag. 70. col. 1. terwyf by een volgende l denzelven Hove van th Juny 1555- allen Deurwaarders is geïntcrdicecrt, voortaan tot heurp ashitentie te nemen Boden ofte Dienaars uit den Hage, in ofte .omtrent de Vlekken ,■ daar Ofticicrs (Dienaars hebbende) hun refidentie houden, maar, als '1 xnrn nooden we^A zal, te nemen den naaften Officier of zyne Dienaars tot aslïftentie Gr Pl B 2 D fol 1398. en Repertorium pag 78 col. 1. 't welk nader beveiligt is door een Ordonnantie'van et mldenHovevan26 Apnl 1563. G. P. B. 2. D. fol. 1403. &en Repertorium pag. ,po. col 2 a's mede by het Reglement van de Deurwaarders Art. 9 en 35. I. De ei., Ss CAPITTEL  322 LIB ER IV. C A P I T T È L X, Deurwaarders Stok. Een Deurwaarder zal Uyt de Injlruiïie van den Hove van Holland art. xcrx. in fin. niet Exploi&eren, dan Zyn Deurwaarders Stok in de hand hebbende, op de .Privatie van zyn Officie. (4.) Is ook zulks geftatueerd by eene Ordonnantie van den Jaare cid id xxxr. July v. Dat alle Deurwaarders van eenige Exploi&en of Executie, haar Stok met de. Wapenen van den Keyzer als Grave van Holland in hunne handen hebben zullen, op arbitrale Correctie. Geregiftreerd in 't vierde Memoriaal-boek van M. Joan de Jonge, Folio lxiv. (4) Dit accordeert met het 403. Artikel van de Inflmttie van den Rade van Braband. CAPITTEL XI. Deurwaarders zyn gehouden alle Jaa'rs hun Gebefoigneerde te verantwoorden. ) .1 .tap .1 .tyAxA. J^Zp\^.. ■ • Jte^j- wAtt Uyt de Ampliatie voorzeydy art. xxrr. Alle Deurwaarders zullen gehouden zyn eens 's Jaars te compareren in den Hove van Holland, den eerften Regtdag na de Vacantie van Paasfehen: ende aldaar te verantwoorden ende purgeren hunlieder Gebefoigneerde van''t|geheele Jaar voor den Advocaat Fifcaal, ende twee Gecommitteerden van den voorfz. Hove, in 't gunt de Advocaat Fifcaal, of iemand anders henluyden in zaaken van hunlieder Offi- Cap X Stok ] De Ordonnantie van 5. July I5$i. waar by de Deurwaarders gelaft worden geen exploicten , dan met hun Deurwaarders Stok in de hand, te doen , is te vinden m het Gp Pl B. 2. ü fol. 1387. en is dit gebod gerenovcert by het voorn. Reglement van de Deurwaarders Art. 4. in fine. Op deze Stok is het Waapen van dc Hooge Overheid in Zilver i-efncden, waarom dc Deurwaarders ook Sergeanten van Wapenen genoemt worden. Zie S v Leeuwen in not. ad Peckium van 't hand opleggen 21. D. n. 6. pag. 337. en 25. D. »• 2. pag. 359. £? fii- en W. de Guoot Ifag. I. 1. C. 2. n. 16.  TITUL.IIS XIII. CAP. XI. m Officien zullen willen befchuldigen: ofte uyterlyken voor den Eerften Regtdag na Pincxteren, op peyne van te verbeuren zes ponden van veertig grooten, van elk Exploict, dat zy daar na zullen doen: de twee deelen tot profyte van de Gemeene zaake; ende het derdendeel voorden Aanbrenger. Vide huc Auclar. Imberti Lib. i. CaD. i. ibi mimadvertere. ($) Word ook 't zelve den Deurwaarders belaft bv de Ordonnantie van den Taare ci? id lxxxi. April xxvi. geregiftreerd in 't agtfte Memoriaal-boek van Bert. Lrmt, Polio, cix. (5) Dit Artikel word niet geobferveert, al is het dikwyls geordonneert. CAPITTEL XII. Diftin&ie tusfehen deze ende de Deurwaarders van boven weg genomen. Uyt de yoorzeyde Ampliatie, art. xxi. T"\at voortaan (6) geene Diftinclie tusfehen de Deurwaarders van Boven ende van Beneden gemaakt zal werden: maar zullen mdifferentelyk zonder eenig onderfcheid alle Provifien ende Appoinctementen mogen te werk leggen 5 des verzogt zynde. (6) Geene DiftinBie.] Alleenlyk zo zullen de twee eerfte Deurwaarders alleen de Exploicten binnen den Haag en Haag-ambagt mogen doen, en geen andere Deurwaar¬ ders, ten zy de eerfte Deurwaarders oTta een van dezelve daar toe Confent nebbe» gegeven. Ssa CAPITTEL,  324. L I B E R 'IV. CAPI TTEL XIII. Van de Boden in 't particulier, ende eerft van den Eed, die zy doen, als zy worden aangenomen. 't T Tooft-articul van den Eed , die da Boden prefteren, aleer zy worden J^l geadmitteerd tot het bedienen van hun Officie, is, Dat zyluyden de Brieven, die hen by den Hove, Gouverneur, Prcefident ende Advocaat Fifcaal, &c. in handen zullen worden gefield, met alle neerfiigheid en trouwe zullen behandigen den genen, tot dewelke dezelve Brieven zullen addresferen: en den zelven die hen de Brieven gegeven hebben om te befiellen, Relatie en getrouw Rapport doen van de Preféntatie en Antwoorde daar op ontfangen. Als breeder blykt by de Articulen llaande geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal-boek van M. Bert. Ernft , Fol. xrii, en in 't zevende Boek desfelfs, Folio lxiv. C A P I T T E L X I V. Getal van de Boden. ,1* : . ' ' , . ' •■• r & f{J Alzo in den Jaare cid id xxviii. 't getal der Boden zeer groot was, en de* profyten, die uit zodanigen Officie waren fpruytende, - overmids de meemate, zeer klein en fober: zo is het Collegie der Boden klagtig gevallen* aan den Heere van Hoogftraten , hebbende als Stadhouder van Holland daar op te difDOneren, ten einde hy daar inne by wegen van moderatie.zoude-voorzien; heeft daaromme in 't Jaar voorfchreven den 3, Maart denzelven verleend eene Afte dat de Boden zouden verfterven op twintig, zonder dat getal weder te exced'eren. Staat geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal-boek van M. Joan de Tonge Folio 16. Dog alzo de Stadhouder door verfcheiden Requeften en importutn verzoek van velen in 'trverleenen van.dit Officie wederomme gecircumvenieerd was: zo heeft door aanhouden en ernftig bidden der 'Bodón,' dezelve in den Jaare 1548. September 25 geconfenteerd en beloofd, d:thy voortaan "een Boden meer zoude maken, maar der zei ver getal zoude laten Jerfterven op twintig: geregiftreerd in 't tweede Memoriaal-boek van Joan van Dam, Folio 136. Dat getal is vermeerderd, en tot zes toe verhoogd, by dc Ordonnantie van den jaare isés. Öcïob. 7. geregiftreerd in 't derde Memori alb >ek van Joan van Dam, Folio 117. 't Weik wederomme geèxcedeerd zynde, is by de Ordonnantie van den Jaare 1550. April 11. geftatueerd, dat'c zelve Cap XIIE De Boden. ] Op den 2de December 1608. is by den Hove van Holand- gemaakt écu Ordonnantie, groot 20. Articulen, waar naar de Boden van den zelven Hove zig moeten reguleeren; te vinden.in Jt G. P. B- 2. J).hl. i^%. f«i>  T I T U E ü S X I ï I. CAP. XIV. $2y zelve verfterven zoude tot 26. toe: Staat geregiftreerd in 't eerfte Memoriaalboek van M. Bert. Ernft, Folio 276. CAPITTEL XV, Ss§ CAPITTEL r. Officie van de Boden, alomme Bejlo- ten Brieven te dragen. 2. Al zulke Brieven alleen gezwooren Boden te behandigen. Uyt de Inftr. art. cm. I. Ttem de Boden aangaande, zullen lafl hebben te dragen alomme -1 de Beflöten Brieven van den Hove. DD. ad l. if. Et licet. D. de conjlit. pee. fi? ad l. nihil prohibet. 0. C. Si quis alteri vel fibi fub alt. nom. vel alien, pecun. emer. Ibidem Paulo Poft. IL Ende werd daaromme verboden den Griffier, Zyn Subftituyt ènde den Secretarisfen, dat zy de beflöten Brieven komende van den Rade niemand geven te dragen dan de gezwooren Boden, ten zy by expresfe Ordinantie van den Hove, op arbitrale Correctie. III. Zulks is ook den zelven bevolen by eene Acte van den Provincialen Raad des Jaars 1563. Mei 24. daar by gevoegd: indien iemand van hen luiden bevonden worde ter contrarie gedaan te hebben, 2011de gehouden wezen hen luiden ('t Collegie der Boden; zo veel te geven, als een gezwooren Bode op dezelve reyze zoude verdiend hebben. Staat geregiftreert in 't tweede Memoriaal-Boek van Bert. Ernft, Folio 213. verfo. IV. En ateo de Luiden van de Financie in den Jaare 1562. onderrigt wa. ren, dat te Brusfel dikwyls \ eele Boden uit Holland gelykclyken by die van den Rade en Reeken-Kamere refpeétivelyk gezonden wierden/en dat om kleine zaaken: zo is by den zeh'en op tien zevenden Oftobris gcappoftilleerd, dat die van den Rade en Reeken-Kamer voorfchreven, met den anderen goede Correspondentie zouden houden, in 't uytzenden der zeiver Boden, om alle onnodige koften te re hoeden, daar *t mogelvk was. Staat geregiftreerd in 't tweede Memoriaal-Boek van M. Bert. Ernft, Folio 176. verfo. 3. Op pene. 4. Onnodige Koften in 'i uytzenden der Boden te fchuwen.  3*6 ,U B E I I V. CAPITTEL XVI. Officie van de Boden, eer zy uytreyzen. Uyt de InftruÜie, art. civ. Item zoo wanneer dat men eenige Placaten of groote menigte vaii beflöten Brieven alomme inden Landen van Holland, Zeeland ende Vriesland feenegader met haafte uitzeynden zal, zoo zullen de voorfz. Boden daar om Loten: ende zullen de Brieven met aller neerftigheyd prefenteren alzoo 't behoord, op peyne dat op hen luyden ts vernaaien. By na 't zelve is by den Hove geappoftilleerd in den Jaare cro 10 lv, den 20. July te weten , dat de Boden voortaan alle Misfiven beroerende de zaaken van den zelven Hove, en daar af de reyzen by de Rentmeefters en Ontfangers betaald worden, by beurten dragen zouden. Welke Appoftille geregiftreerd ftaat in 't vyfde Memoriaal-Boek van Joan van Dam, Folio 20. Cap. XVI. Daarom Loten.] Zoodanige Loting moet gefchieden 'smorgens van negen tot twaalf uuren, ende weder na den middag van twee tot zes uuren, op dat niemand zig; desaangaande zoude hebben te beklagen. Zie de voorfz. Ordonnantie voor de Boden van 'U Hof van 2. December 1608. Art. 10. En is voorts nog by het i de Art. van die zelve Ordonnantie gelaft, dat niemand van de Boden zyne beurt-ryze zal mogen laten overtlryken, maar dezelve by andere Boden laten doen, met dien verftande, dat wanneer een Bode om zyne reyze te doen uyt was, ende middelertyd hem een andere reyze te beurt viel, dezelve by andere Boden gedaan zal worden; ende dat zoo wie contrarie dr>ede, daar mede verbeuren zal d'ordonnantie daar van komende, ende twintig fchellingcn daar boven, ten profyte van de Weeskinderen van den Hage. CAPITTEL  TITULÜS XIII. C A P. XVII. CAPITTEL XVII. 327 wederkeeren in haare Ordonnantiën uyt te drukken, 1. Der Boden Officie, als zy wederom zyn gekomen. 2. Den dag van hun uytreyzen ende Uyt de InftruÜie art. cm. I. "pWe zullen gehouden zyn Relatie te doen den Hove van de -L/ Prefentatie van haare Brieven, ende van de Antwoorde, op dat 'er eenige is. II In't Jaar cra 10 xxx. Mey 16". is geëmaneerd eene Ordonnantie, dewelke onder andere poinften en articulen beveeld, dat de Boden in haare Ordonnantiën zouden fteilen den Dag, die zyuitgereyft en weder t'huis gekomen zyn: alles op Privatie, Sufpenfie of Correclie. Staat geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal-Boek van M. Joan de Jonge, Folio xr. CAPITTEL XVIII. Der Boden Woonplaatfen. T^Ve Ordonnantie van den Jaare cio 13 lxxvu. April 29. wil, dat de Boden JL^J hunne Refidentie zouden nemen in den Hage, geregiftreerd in 't zevende Memoriaal-Boek van Bert. Ernft, Folio 236. In 't Kamer-gerigt van Spier word onder de Boden, nopende hun uitreyzen, geobferveerd eene zeekere Ordre waar van wy ook hier vooren cap. 16. gezegd hebben. Tot den welken dan de ordre gekomen is, om met eenige beflöten Brieven of andere Stukken uit te reyzen, is gehouden hem op de reyze te veerdigen, en hem continuelyk te vinden aldaar voor de Cancellarye: ten einde men niet genootzaakt zy den zelven in diverfche quartieren te zoeken, indien men zynen dienft hadde te gebruiken. Vide Part. 'i. Ord. Camer. Imper. vit. 37. ubi plenius de Tabulariis vel Nunciis. Cap. XVII. § i. Relatie te doen.] Zie dc voorfz. Ordonnantie voer de Boden Art 12 in fin waarby de Boden zyn gelaft. Antwoord of Recepisfe wederom te brengen naar behoren, op gelyké boete, als by het voonge 11de Art. is geftatueert. CAPITTEL  328 L I B E R. IV. CAPITTEL XIX, Der Boden Bufch of Wapen. By eene zeekere A61e van den Hove van Holland des Jaars I55r. Oftober 14 word den Boden van den Hage verboden geen Wapen van de MajeHeit, als Grave van Holland, te dragen, of 't gulden Vlieze onder daar aan te hangen. Geregiftreerd in het tweede Memoriaal-Boek van Meefter Bert. Ernft, Folio 112. Vide huc dm. Part. 1. Ord. Cam. Imp. tit. 35. & 36. ubi multade Pixide feu Tesferapublica, qua Tabularii vel yj*|wJu«re- PaS- 54-  TlTütü S XI V. CAP. I I. ,33ï Hoog' pverheyd,hen by die vm den Raade en Reken-Kamer opgeleid en bevolen, ter goeder trouwen m met alle vlyt en neerftigheyd, zonder iemand te drazen of ergens m te fimuleren of disfmuieren, zullen befchudden, bewaren, en ten uit einde brengen. zolkel' DUtZy m deZdVS %aahn U verkn&m> frifterlyk .geene Dilayen zullen tt}Z\ Dat/y £ Meriten van de Fifcale zaaken niemand zullen openbaren tot aglerdeel van den Fifque. r Kvn fJft,DatZlt0tgeJ CQffva^^jadverfe Partye zullen verftaan zonder weten en toelaten van die van den Raade of Reken-Kamer e, dien de zaake concemeerd CiftL ,fry lf CrMe vm hm °§ck niet zullen laUn corrumperen met Giften en Gaven, &c. Vide part. i. Ordin. Camer. hip. Tit ic 60 3 6r itemArtUrelatosinlib. 3. Bert. Ernft, Folio xiz. inlib.j. ejlfdem, Fol.lt CAPITTEL III. Officie van de Fifcalen, in 't generaal. Uyt de Inftr. art. xvil. Item 'de Procureur Generaal zal gehouden zyn te Solliciteren, Stittineren ende Befchudden alle de Zaaken, roerende onze Regten" Hoogheyd ende Heerlykheyd. Vide art. Inflr. Flandr. LV9 Ende <3aar wy eenig Interen;, Adie of Querelle mogen hebben. Ibidem art. xxn. Ende zal. Ende zal generalyken in 't Exerceren van zynder Officie, doen alle 't geene, dat zal mogen dienen tot 'er eere van de Juftitie, ende tot Confervatie ende Onderhoudenisfe van onze Regten, Aucloriteyt ende Hoogheyd; zonder (2 ) iemand te dragen, of ergens in te Simuleren of Disfimuleren. Vide DD. ad l. 3. Fifci. C. de Advoc. Fifeitf Partem 1. Ordinat. Camer. Imp. Titul. xvi. Inflr. Brak Cap v. art. 1. j r Tt 2 CAPITTEL (2) Yemand te dragen.-] Advocatus fiki ■aeaue patrem, neaus UX9rm, Uhsm ^ul[ j los amices in caufa Officll ctgmfcere debet.  A *).»* L' I B E R. ï V: CAPITTEL IV: ï. Mogen geene zaaken aannemen buiten Advys van den Raad of Kamer van de Reekeninge. 2. Niemand in regten te betrekken ten zy by Informatie prcecedente. 3. Dezelve te doen by Ordonnantie van den Hove: ten waare, &fc, Ibidem art. xix. I. Ttem de Procureur Generaal zal geen zaaken mogen aanneX men ( 3 ) voor Officiers of anderen, het en zy dat 'er (4.) oorzaake zy; ènde by Ordonnantie van den Hove, alzoo verre als t roerd juftitie: of van die van onzer Rekeninge, alzoo verre als 'troerdonze Domainen of Financie. Inftr. Flandr. art. lv. verf. Sans toutes IL Ènde zal niemand in Proces mogen betrekken, ten zy by (J ) In- (3) Voor Officiers.'] Op den 28. Maart 1659. is by Commisfarisfen Nierop en van der Graaf, ter audiëntie van de Rolle gecommitteerd , verftaan,dat de Procureur Generaal vermag te intervenieren voor alle Officieren, als de zaake by Appél is gedevolveert, in de zaake van den Officier van Wateringen, contra ecnen Batenburg, wonende in den Hage, den welken te iaden geleid wierd, dat hy zeekerKind, tot Wateringen, het oog zoude hebben uitgefchoten, cn waar over hy, by Schepenen van Wateringc, in zeekere fomme Avas gecondemneerd, en van welk Vonnisfe hy appélleerde , en wierd den Procureur Generaal toegelaten voor den Officier te interveniëren, hoewel, de Advocaat Kerkhove fuftineerdc tegen den Procureur Generaal, dat interventie geen plaatfe hadde, eerftelyk, om dat de'Procureur Generaal geen fpeciaal intreft in de zaake was hebbende , en ten tweeden , om dat niemand een durior adverfarius behoorde te worden geobtrudeerd. Zutphen tit. de inter' vent. quafi. 5 (4) Oorzaak zy.] (hiando qualiter £f quis poffit caufam contra aliam initiatam', defendere, pktiè trallat. Bart. ad l. fi perluforio. 14. ff. de appell. & l. fi fufpetta. de inoffic. teftam. ( 5 ) Informatie pracedente. ] Qiiod nunc dicimus pracedentem facere infonnationem, olim vocatant quaflionem extra ordi;xm mandare , vel quees'tionem habendam decernere, ut de bacchxnalibus ufurpatum tradit Livius decad. 4, lib. 39. cap. 9. fepq. Cicero orat. pro Milone. Vide Imb. lib. 3. cap. 2. Clar. §. fin. q. 5. verf. fcias etiam. « 1. Aannemen voor Officiers g*.] In de aanteekeningen ter_ deezer plaatfe word een voorbeeld bvsrebragt, dat de Procureur Generaal in een cnmmeele zaak, by Appel aan den Ilove gedevolveert, voor den Officier-heeft g.eïntervenieert Meerdere exempelen, van gelyken aart, zyn te vinden in de Decif. en Rejol. van 't Hof N . 49-^en Loenius JV Jf Öar. 61 Onder anderen is in dit opzigt ook merkwaardig 't bekende geval van Pieter Timmerman. Deeze door den Bailliuw van Zuydholland Avegens een njanflag befchuidigtzvnde, werd aan gcmelden Bailliuw by Vonnisfe van Mannen van den Hove en Ere Vierfchaar van Zuydhoiland in dato 24. July 1718. zyn Eifch ontzegt. Dog van dit Vonnis heeft de Procureur Generaal van den Hove van Holland verzogt en geobtineerd Mandament van Reformatie. Of en In hoe verre nogtans aan den Procureur Generaal  TITÜ'US XIV. CAP IV. |jf Informatie precedente tegen de geenen, die hy in regten betrekken wil. III. Ende zal onze Procureur Generaal geene Informatie prece* dente van nu voortaan nemen, ten waare by Ordinantie van den Hove of in zaaken , die by aventuure gefchieden in de plaatze, daar hy waare prefent, als 't Delict gefchied. Inflr. Fland. art. lvi. £? feqq. Ende zal alle Officiers in der Versfcher Daad mogen (d) Prevenieren, apprehenderende den genen, die hy met de Versfcher Daad bevinden zal gedelinqueerd te hebben. Part. i. Ord. Cam. Bnp. tit.xn. Injlr. Bral. cap. v. art. 11. & feqq. (6) Prcevenieren.] [a] Alhoewel tusfehen andere Officieren citatie alleen preventie maakt, nogtans zo prevenieert de Procureur Generaal alle andere Officieren, ook by precedente informatie. Nogtans is tusfehen den Schout van Leyden, die precedente informatie hadde tegen Adriaan en Hendrik van den Burg, en den Officier van den Hage , die praecedente citatie hadde, verflaan, dat de Bailliuw van Leyden ge¬ prefereerd was. Den 12. Oclober 1593. is by Cafembrood cn vander Meer, als Commisfarisfen van de Rolle , verftaan,dat informatie preventie maakt. Vide Clar. §. idt. qittejl. 38. n. 28. Bajard. ad Clar. d. queefi. 38. n. 84 fcf 86. Gail. lib. 1. obf. 29. n. 5. [a] Prcevenieren.] Vide Lib.- 4. Tit. 2.. Cap. 22. ««?».33. in Notis,. & quee ibi notavi.] deeze bevoegtheid van Appéllatie toekomt, kan men verhandelt zien by Boel ad Löenii Decif. Caf. 117. pag. 705. feqq. §. 2. Informatie praecedente.] Ook is de Procureur Generaal by een Ordonnantie van Keizer Karei van 16. April 1545- geauctorifeert, om in de Civiele zaaken van de Graaflykheid, zoo Wel als in de Crimineele, onder Eede te hooren en examineeren alle zulke getuigen, als tot inftructie van de Procesfen ende kennisfe van de Graaflyke geregtigheden dienen zullen, met begeerte, dat alzulke informatien, by den Procureur Generaal gehouden, ftrekken zullen als andere informatien precedente, die by hem gewoonlyk gedaan worden voor de inftitutiel van den Procesfe. Gr. Pl. B. 2. D. fol. 1391. n. 9. . Zie deswegens mede een Aanteekening op' de Decifien en Refolutien van 't Hof No.-117. I §. 3. Ten waare by Ordonnantie &c] Het geen Merula alhier leert ten aanzien van den Procureur Generaal, dat namentiyk dezelve geene informatien mag nemen , dan by ordonnantie van den Hove, is een generaal regt, 't welk plaats heeft omtrent alle Graaflykheids Officieren, alzoo by de Crimineele Ordonnantie Art. 50. en de Crimineele Styl Art. 4. wel uytdrukkelyk is vaftgeftelt, dat geene Officiers tot apprehenfie van eenige perfoonen mogen procederen, nog dezelve dagen, om in perfoon te compareren,, ten zy de Jugen of Refters gedecreteerd hebben provifie van Prife de Corps, of zyn perfoon te doen aantallen, of adjournement perfoneel, of in perfoon te compareren. — Ja de noadzakelykheid van zoodanig een voorafgaande Decreet van den Regter gaat zoo verre, dat de Procureur Generaal, fuccumbeerende in eenige zaaken, daar toe hy geene ordonnantie van den Raade had gehad, en 111 de koften gecondemneert werdende, gehouden is die te betaalen uit zyn privé beurfe, daar anderzints in zoodanig geval, wanneer de Procureur Generaal op ordonnantie van den Raade heeft geprocedcert, dezelve koften gebragt worden tot laden ^an den Lande, volgens Plmtö van den 27. Auguflus 1562. Gr. Pi*. Boek 2. D.fol. 1496.. T t 3 CAPITTEL  334. L I B E R I V. CAPITTEL V. (7) Geene Partyen zal mogen dietien] De Fifcalen mogen particuliere Perfonen in haare zaaken wel adviferen, maarniet in zaaken , die het Oilicio Fifcaal ranken. (8) Gevoegd zyn.] De Procureur Generaal mag zig voegen in zaaken van injurien, a.'s verftaan is in de zaake van Guiliam Zegers, tcgens d'Hcer van Oofterwyk, den 17. Mey 1560. Quaadcl. Ernft. C. fol. 6. (9 ) Arme en miferable Perfoonen aangaande."] Dat dc Fifcalen arme en miferable Perfoonen zouden dienen, word niet geobferveerd. Maar worden de arme, miferable en onvermogende luiden, by particuliere Advocaten gediend pro Deo [aj. En ingevallen die arme onvermogende iuiden geen Advocaat of Procureur, die haar pro Deo dienen, westen te bekomen , zo addresferen zy zig aan den Hove, ciic hun dan voorziet van Advocaat en Procureur , pro Deo. Dog word niemand pro Deo gediend, of hy moet een Acte hebben van de Magiftraat van de Plaatfe daar hy woond, waar by hy verklaard word onvermogende te zyn om de koften van den Procesfe te dragen, cn pro Deo mag bediend worden; cn word dan loco figilli gefteld pro Deo. Art. 4?. van de Ordonnantie van 't klein Zegel van den Jaare 1744. volgens welke die Perfoonen dan ook vry zyn van het kleia Zegel. [a] Pro Deo.] Vide infra Tit. 15. Cap. r. & Tit. 105. Cap. 9. Adde Papegaay 2de Deel pag. 772. Die in de voorigc inftantie pno Deo is bedient, behoeft in de tweede inftantie geene nieuwe admisfie te hebben om pro 1. Moeten alleen des Hooge Overheyds zaaken bedienen. 2. Oorzaak waar omme. 3. Eenige Limitatien van 't voorgaande. Uyt de Inftr. art. xviii. I. 1 tem dat van nu voortaan de Procureur Generaal ( 7 ) geene Par-i- tyen zal mogen dienen; maar alleenlyk onze zaaken fulmineren ende bewaren. Vide DD. ad l. 1. C. de Advoc. Fifci. cj? Inftr. Fland. art. lxiii. & dicl. Part. 1. Ord. Cam. Imper. tit. xvi. Vide & art. 4. Inftr. anni cio cccc lx 11. II. Aangezien dat 'er luttel zaaken geintenteerd werden, hy en moet ( 8 ) gevoegd zyn van onzen wegen met d'eene of met d'andere Partye: mids den welken den zelven niet wel mogelyk is die Partye te dienen ende Ons Regt wel te bewaren. III. 't Voorzeyde xviii. artic. word gelimiteerd, dat de Fifcaal ook zal Uyt de Inftruüie, art. xxv. in fine. gehouden wezen te fuftineren alle zaaken ende queftien (9), arme ende mife- 4. Nopende *t Pleyten van Fifeale zaaken. 5. Aangaande 't maaken van Schrif. tuüren»  T I T tf E U S X I!V.„ C lA P. V. §3? mïfërabie Perfoonen aangaande, 'des: verzogt zynde,: Zonder' daaraf eenig loon te nemen of profyt te hebben; maar zal te vreden zyn met Zyne Wedden. Vide plenius infra. De Rechten limiteren ook 't zelve in der Fifcaalen eigen zaaken, of belangende hun Kinderen, Ouders, Huisvrouwen, ofte Bloedverwanten tot in den vierden graat toe. L 13. petitionem. verfic. egredientem. C. de Advoc. diverf jud L 3. pehtiones. §. 1. titul. ibi feq. Nam inconveniens eft feipfum aut fuos accufare, notiffmisjuribus, & DD. ad l. 17. iniquum. C. de his qui accufare non poll'. £.t alioqm Accufatio, quee contra hujufmodi Perfonas inftituitur h Ff co, non careret UUufiomsfufpicione. De Limitatie heeft ook plaatze in zaaken, roerende pulken weezen, van dewelke de Fifcaal hem draagt,als Tutoor of Momboor: l. 10 In qui. cum feq. D. de poftul. Item in zaaken , daar hy te vooren in gediend hadde, met confent nogtans en gedoogen van den Prince. I. 2. potes.C. de advoc. Fifci. alles ook tegens den Fifque. d. I. hi qui. 10. d. I. potes. 2. Uyt de Injlruttie, art. xxvi. IV. Item de Advocaat Fifcaal ende de Procureur Generaal, als 'er geen Advocaat Fifcaal zal Zyn, zal gehouden wezen dagelyks in den Hage te wezen, byzonder op de Pleytdagen; ten einde dat by zynder abfentie de zaaken Ons aangaande, niet veragterd werden- ten ware dat by den Hove hem anders geordineerd waare. Ibidem art. xxv. (10) Item de Advocaat Fifcaal, of Procureur Generaal, als 'er geen Advocaat Fifcaal zal zyn, zal gehouden wezen te Pleyten alle die zaaken ende materiën Ons aangaande. Inftr. Flandr. art lx. & Inftr. anni cid cccc lxii. art. 4. Item Inftr. Brabant, cap. v. art. &feqq. V. Ende zal maaken alle de Schriftuuren ende Memorien: die daar toe dienen ende behooren zullen, d. art. lx. Vide ad hoe Cap. Confti- tut. ten limiteren het zelve in des Fifcaals eigen goederen, zaaken ofte belangen,hunne Kinderin, Ouders, Huisvrouwen ofte Bloedverwanten tot in den vierden graat toe; item, in zaaken van Weezen, daar hy zig als Tutor in gedragen heeft, 13. verf. egredientem C. de adv. diverf. Jud. pro Deo bedient te worden. Maar word in de Requefte, die men prafenteert om Mandament in cas d'Appél of van Reformatie te hebben, in het voorbygaan gezegt,dat men reeds in de voorige inftantie pro Deo is bedient geweeft.] O-0) Item, den Advocaat Fifcaal.] De Rech-  336 L I B E R IV. tut. anni cid » xlv. Apr. xvi. relat. in lib. i. Joann. Dam. Folk clxxxi. CAPITTEL VI. t Mogen Partyen in Submisfie ontfangen [>], dog by Advys* Uyt de Injlruttie, art. xxvii. Item indien eenige Partyen by onzen Procureur in Regten betogen zynde, begeeren hen te Submitteren in de Arbitragie van den Hove, omme lang Proces, Koften ende Moeyten tefchuwen: zal onze O] In Submisfie ontfangen."] Van Submisfie kan regulariter niet worden geappéllcert ; omme redenen te vinden in de Papeg. 2de Deel pag. 573. Requeftcn omme ontfangen te worden in Submisfie, zie in de Papegaay jfte Deel pag. 668 en 66j. en 2de Deel^ag. 565 6f feq. en by Bort in zyn Tratlaat van Crimineele Zaken Tit. 12. Cap. 9. num. 12. Sententie in cas van Submisfie gewezen infameert niet, juxta L. 6. §. 3- ff- & *»f ?«» not. bifam. Oui juffu Prcetoris pretio dato pattus eft , non notatur. Bort d. Cap. 9. num. 14. Officieren mogen niet compoferen zonder decreet van den Regter. Art. 30. van de nodere Ampliatie der Inftruiïicn, Art. 3. 4» 25 e« 21. van de Ordonnantie van Keizer Karei van den 19.' Mey 1544. nopende Remisfien van Doodftagén, enz. in het Groot Plac. B. Fol. 1. Fol. 321. Waar mede conform is het 2ifte Art. van de Inftruiïie van den Bailliuw van Rotterdam , het welk aldus luidt: Dat de voorfz. Officier niet zal vermogen van eenige Crimineele Zaken te com^ pof eren, ten zy met f pedaal conf ent van twee a drie Heeren Schepenen uit het Collegie, de zake alvorens by dezelven zynde compoftbel verklaart Des zal den Officier, in opzigte van het delict -'an Overfpel, zig reguleren na den Placate van 'den Lande , aanfehryvens van de Hooge Overheid!, ■mitsgaders de Praüycque dien aangaande in deze Provincie vigerende. Tot explicatie van dit artikel ftaat te letten, dat voor dezen aan de Officieren de eompofitie wegens Overfpel, 't zy fecretelyk, 't zy ten overftaan van den Regter, indiftïncr.elyk was verboden by PJacaat van Haar Ed. Gr. Mog. van den xi. September 1677. ftaande in het Groot Plac. Boek Fol. 3. pag. 507. Dog naderhand hebben de Hoeren Stateu gezien, dat de Officieren doorgaans afzagen van het voorf. delift te vervolgen, dewyl zy zig niet wiiden inwikkelen in kolïely'ke Procesfen, cn waar in de probatie zeer difficiel was. Daarom hebben Haar Ed. Gr. Mog., by Refolutie van den 29. July 1679. (te vinden in de Papegaay 2de Deel pag. 523.) verftaan, dat het voorf. Placaat, de voorfz. Compofitie in materie van Overfpel verbiedende, by provilie ende tot nader ordre van Haar Ed. Gr. Mog. zal blyven buiten effect- ende executie. De delióten , waar van niet mag gecompofeert worden , zyn opgeteit Art. 9. van de Inftruaie van het Hof. Alwaar, onder anderen gewag gemaakt word van Moord-brand. Moord-brand word by Kilianus in Diiïion, uitgelegt door incendium violestum. Moordbrand was een' gewéldige Brandftigting, die gefchiedde, om de menfehen, wier huizen in brand wierden geftoken , te gclvk om hals te brengen en te berooven. Vide in zeker Boeksken , genoemd , begin , voortgang en eind der vrye, ende der gewaande Erf-Gravelyke Bedieninge in Holland en Weftvriesland softe of laatfte Deel: het welk gedrukt is re Amft. 1683. in 8vo_. Van Submisfie , zie ook Voet ad Pand. Tit. de Transaiï. num. 20.] Cap. VI Submisfie fff.] De Heer de Haas handelt alhier in notis over de compofitie in crimineele zaaken, dan deswegens kan men nazien, het geen wy brecdroerig gezegt heksen in dc Obferv. over de Inleiding van de Groot 4de D. Obf. 40.  TIT UX V S XIV, CAP. VI. 337 onze Procureur Generaal van onzen wege hem insgelyks mogen Submitteren, zoo verre onze Stadhouder, Prefident ende Raaden, naar gelegentheyd van de zaake, 't zelve goed dunkt. Dewelke zonder lang Dilay 't zelve zullen termineren, na dat zy bevinden zullen jegens Ons ende de Juftitie misbruykt te zyn. CAPITTEL VII. 1. Mogen hen f aller tyden voegen, dog ante Concluf. 2. Met alle Partyen, zonder des Printen Koften. 3. Alzulke Accesfoire zaaken niet te fteilen in de Ordinaris Rolle van den Fifque. 4. Dezelve te avanceren. 5. Nopende 't Voegen van Partyen, met, den Fifcaal. 6. Pref ent atie in cas van Voegen j, Waar toe Partye, daar hem de Fisque mede voegd, gehouden is. Uyt de Inftruiïie, art. xxri. I. Ttem de Procureur Generaal zal t'allen tyden, niet tegenftaande J- den ftaat van de zaake, zoo verre nogtans niet geconcludeerd en is in Regten, zig mogen Voegen, of zyne Conclufie nemen tot onzen Profyte, by Ordonnantie van den Hove. Ibidem art. xvn. in fine. II. Ende zal zig (11) mogen voegen met alle Partyen, zonder onze Koften. Ibidem art. Lr. III. Item de Procureur Generaal zal in zyne Rolle niet mogen fteilen _ (11) Mogen voegen] Indien in prima Inflantia iemand geabfolveerd word van den crimineelen eifch, by den Officier genomen de Procureur Generaal mag van die Sententie appelleren [a] , en d'Officiers appellerende, mag de Procureur Generaal niet alleen hem voegen, maar ook wel parthye formeel maken , (sf ita decifum in pleno Collegio, idque non Jme magno prctjudicio Rei, qui fi obtineat contra I. Deel. Procuratorem Generalem non potefi habere fumptus, daar hy nogtans, zo d'Officier parthye gebleven en de Procureur Generaal zig alleen gevoegd hadde, de koften wel zoude hebben konnen winnen. [a] Procureur Generaal mag van die Sententie appélleren. ] Vide Lib. 2. Tit. 6. Cap. 9. num, 12. in Notis £? qus ibi notavi."] V v  338 L I B E E ï VJ fteilen die zaakrn, daar hy mede Gevoegd O] is: maar alleen die zaa* ken, daar hy Partye Formele is. IV. Ende is 't dat de zaaken, daar hy mede Gevoegd is, agter gehouden werden, zoo zal hy nogtans fchuldig wezen te procederen jegens de Wederpartye voor ons Intereft. V. Ende niemant van Partyen zal zig met den Procureur Generaal mogen voegen , dan tot zynen Kofte. VI. Ende als de Procureur Generaal met Partyen gevoegd is, zoo zal men in alle prefentatien fteilen: N. Eysfcher of Verweerder, ends den Procureur Generaal, met hem gevoegd. V 11. Ende zal Partye in dat cas gehouden wezen den Procureur Generaal te doen hebben Vifie van zyne Munimenten, Schriftuuren of Memorien, al eer hy daar af dienen zal. Inflr. Brak cap. v. arU vu. e/eqq. (12) rb] Gevoerd! Adde Lib. 4. Tit. 47. Cap. \ (12) Vide «i hunc art. DD. ad L 63» f. iWio.] [derejudk. CAPITTEL VIII. 1. Moeten Regifter houden. \ 2. Ende den zelven, vermaand zynde, l den Hove toonen. Uyt de InftruÜie, art. XX. I. Ttem de Procureur Generaal zal gehouden zyn Regifter te houX den van alle die zaaken, die hy als Procureur in de Kamer hangende heeft; of daar hy mede Gevoegd is. II Ende dat Regifter te toonen den Hove tot allen tyden, als hy des vermaand werd. Inft. Fland. art. lix. & Brak cap. v. art. xxvi. C a Gevoegd is.] Dit is nader geftatueert by het Reglement op de Rolle van 21. Otïober 1669. Art 7' volgens 't welk op de Rolle van den Procureur Generaal of Advocaat Fifcaal geene 'andere zaaken mogen worden geprefenteerd, dan daar hy parthye formeel is, of Gedaagde in Cas van Purge, Remisfle en Pardon, zonder daar op te brengen zaaken, waar in hy Gevoegde is. CAPITTEL  1T I T U L ü S XIV. CAP. IX. 33p C APITTEL IX. r. M«w zig informeren op alle Me- i a. ƒ« «//e plaatfen. fufen. \ Ibidem art. xxiv. I. Ttem onze Procureur Generaal of zyn Subftituyt zal zig wel enA de neerftelyk Informeren, t' allen tyden als 't hem by den Hove gelaft zal zyn, van de Concusfien ende Mefufen van de Officieren, Jufticieren ende andere Perfoonen. Vide Inflr. Fland. art. iv. & Brab, cap. v. art. xi 11. II. Ende tot dien eynde zal hem tranfporteren in allen Plaatfen ende Steden, daar 't van noode wezen zal. r Cap. IX. §. 2. Hem tranfporteren £fc] Het is opmerkelyk, dat niet alleen by de oude InJftrutlie van 't Hof van den jaare 1462. Art. 5. den Procureur Generaal bevolen was , om jaarlyks tweemaal een ommegang te doen overal in de Bailiiuwfchappen enda SehoutAmbaehten van Holland. Zeeland ende Vriesland, om te onderzoeken die Opzetten (zoo als daar gezegt word) die 'er gemaakt mogten wezen tegen de Rechten ende hoogheid van den Graaf &c. ende van zyne bevinding aan den Hove rapport te doen; m:ar dat°zelfs by BoEr Oudk van 't Hof ijle D. Byl. 52. pag. 229. word gevonden een Commisfie, by den Raad gedecerneert, ten tyde van den Griffier van Swieten, niet alleen op den Procureur Generaal, maar ook op den Griffier van den Hove , waar by zylieden gclaft wierden, agtervolgens de Inftructie en Ordonnantie van den Hove, te trekken overal in Holland Zeeland en Vriesland, te weten, dc Procureur Generaal Noordwaarts,en de Griffier Zuydwaarts, om henlieden te informeeren op zulke excesfen en gebreken, die van de Officieren der voorfz. Landen gedaan en gepleegt mogten wezen, en de informatien ten Hove te brengen in gefchrifte, om, die gezien zynde, dan voorts daar inne gedaan tc mogen werden, als naar inhoud der voorfz. Inftruiïie daar toe dienen ende behooren zoude. V v st CAPITTEL  §40 L I B E' R IV. CAPITTEL X. (i3) N°g prefent zyn] Volgens Declaratie van Keizer Karei, in date den 12. April 1540. geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal-Boek van J. de Jonge, fol. 142. mag de Procureur Generaal'prefent wefen in 't Vifiteren , Delibereren en Sluiten van dusdanige Procesfen . In de Inftruaie van den Hove van Utrecht, onder 't rapport van den Procureur Generaal, art. 15- ftaat expresfefyk, dat hy moet prefent zyn om 't Hof te Informeren, welverftaande , in crimineele zaaken, zonder nogtans opinie te mogen geven, maar in civile zaaken zal hy niet prefent mogen zyn , in andere, daar hy geen partye nog gevoegd is, zal hy mogen Hemmen gelyk andere Raden, en genieten dezelve emolumenten , zonder nogtans te mogen prsfideren, alwaar 't dat hy de oudfte was.- CAPITTEL Ibidem art. xxin. I. Ttem de Procureur Generaal (hodie Advocaat Fifcaal) is hyRaad 1 of niet, zal niet mogen geven Opinie, (13) nog prefent zyn, als men zal Opiniëren in Procesfen, daar hy Partye of Gevoegde is geweeft; of de zaake anders Ons aangaat. Want de Prins, den welken reprefenteerd in zyne Geregtigheid te mainteneren de Advocaat Fifcaal, zoude alhier fchynen te zyn Juge in zyne eigen zaake, contra tit. C. Ne quis in fua cauffa judic. ibi DD. qui tarnen limit ani. Vide huc Epift. Ccef. Majeft. anni ca id xl. Apr. xn. relatam in lib. 111. Joan. Jong. Fol. exen. & art. InflruU. Fland. lxi:. item Brabantice cap. v. art. xn. & xx.. II. In den Jaare cio 10 lxv. gerezen zynde tusfehen den Procureur Generaai, als nu Advocaat Fifcaal, ende etlyke van de Ordinaire Raden zeekere gefchillen: zo is op den xt. O&ober in den zelven Jaare by de Hertoginne van Parma gedepefcheerd eene Misfive, daar by dezelve verklaarde, dat de Procureur Generaal van Holland, erkend zoude worden als Raad Ordinaris, hebbende mede zyne Wedden, als andere Raaden. Staat geregiftreerd in 't vierde Memoriaal-Boek van Bert. Ernft, Fol. xiv. Bodie aliud objervatur. ï. De Fifcaal mag niet als Raad in Fifcale zaaken Opiniëren. 1 2. De Advocaat Fifcaal is mede Raai \ Ordinaris.  T I T UL U S XI V. CA P. x l Ht CAPITTEL XI. Fifcalen Dienaars. De Procureur Generaal heeft een zeeker getal van Dienaars, die hem overal •s fJ^^f'f^]Wi% Dezeh, als ook des Baillhw s DieZlhJ ■ ^af'rr,S,in den Jaare CI° 13 ötó Sept. v. geinterdicecrd en Sa?ftrïSW Herbe1rgnen tC h0Uden' WeIke OfdonnaltiS ^ft7e^3 Sn W cTio^Lxvmwal 'BoekrvaVT V3n °am' ^ CLXV< ^ o°k in WsfielS £rSï;i^Vlr' Seftatueerd> dat ^ Impetranten van moriaalboek van Bert. £g$ftl ccSx.' i/* §ere§lftreerd in c de^ Me- Ö Deze O^M«»it«V Is van den 10 July 1565. Zie Groot p/», Rnph * 2- 1407. De Deurwaarders zyn gehouden de Dienaars van den Fifcaal tot aiuitenne te nemen, en s-eenf? Sr?T™ir^ .u t o ' r'"w^uutic perfoonen, als Schoenlappers, Snyders. Vide Ordonnantie van den Hove van den 17 BecembenH9. en volgende in het Groot Pkc, B. Vol. 2. lag. 1395. tffeqq. CAPITTEL X I I. 2. Advocaat Fifcaal mag in geene Commisjien reyzen als Raad. Uyt de Injlr. art. xxr. I. Jtem de Procureur Generaal aal geenderhande CommisGen hebben »rt™°^l °f M— te *-ö* Partyen buyten II. Ende *^ G^? #^n$ van den Hove, en de Dienaars van den nieuwe Inftruaien en ReglementenI tt vl?75- 7 Dden Hove van Holland gemaakt twee beteekenen, naar ons begrip, eenvoudie d, Hp pI ' T.e!ke eenig™ts duifter zyn bekomen, om informatie te nemen^weeens ^ geen ^mmislle mag de Subalterne Officieren en de IngezSn vanSLnn?TeC H A-aken ' waar ^er tusfehen ingezetenen van hunne Jurisdiaie procedures zyn begon- * 3 nen, | 2. Subjlituyt in des-zelfs Abfentie. 3- In gevalle van beider Fifcalen abfentie.  34-2 L I B E R IV. II. Ende als hy buyten den Hage reyzen zal, zoo zal hy gehouden wezen tot zynen lafte te laten een Subftituyt, geinftrueerd ende voorzien, om onze zaaken te bewaren ende te fuftineren. III. Ende of 't gebeurde dat onzen Procureur Generaal ende zynen Subftituyt beide Abfent waren, zoo auéloriferen wy onzen voorfz. Stadhouder, Prefident ende Raaden een ander by provifie te mogen fteilen, om geduurende de voorfchreven Abfentie, H voorfz. Officie te mogen exerceren j op dat onze zaaken niet veragterd werden. non, dewyl dc Procureur Generaal niet bevoegt is, om wanneer dc-Officieren der plaatfen van geen negiigentie in hunnen dienft kunnen worden- bèfchuldigt, ter eerfter inftantie indragt tc komen doen in eens anders Jurisdictie. Zie Bort Traa. van Crimineels Zaken Tit. 6. h. 4. feqq. ■ ' §. 2. Te laten een Subftituyt.'] De Procureur'Generaal placht van ouas zyn Subftituut te committeeren by Acte onder zyn hand, mits doende eed in handen van den Prefident en andere van den Raade, als blykt by de A6te van Subftitutie op Jan Henry de Beamoir, in dato den 4. September 1543. Zie Decif. en Refolutie mn den Hove van Holland ATo. 85. Eu wórd dc eed van den Subftituut van den Procureur Generaal gevonden in het 3de Memoriaal-Boek van den Griffier Ernft fol. 112. Zie 't Repertorium pag. 115. col. 2. 5 3. Een ander by provifie te mogen1 fteilen.] Op dezelfde wyze committeert ook *t Hof by abfentie, ziekte of ander noodzakelyk belet van de Officieren in de Steden en Bailliuwfchappen, by provifie den oudften Schepen ot Burgemeefter, of iemand anders, tot het waarnemen van dat Officie, waar van verfcheiden voorbeelden bygebragt worden in de Decif. en Refol. van 't Hof N\ 372. als mede-by Boer Oudh. van 't Hof t, D. pag. 81, £f feqq. en in de Bylagcn No. 61. & feqq. VYFTIENDE  T1TVL u s XV. £Ab. i. m vyftiende titel, VAN DEN ADVOCAAT ende PROCUREUR der armen. CAPITTEL I. De Arme Luiden werden in deze Landen gediend gratis. Wy hebben hier vooren Tit. vin. Cap.v. num. nr. gezegd, dat de Fifcalen, des verzogt zynde, ook gehouden zyn aan te nemen en te fustineren de zaaken van arme en miferable Perfoonen, zonder daar van eenie loon te nemen of profyt te genieten, art. xxv. 'in fine Inftr. Cur Holl Nu mogt iemand vragen, wat te doen ftaat, zo wanneer deeze arme Luiden tegen den Fisquem Recht zullen betrokken zyn? In dusdanigen cas, als ook telgen anderen (de tiscalen in der Armen zaaken niet mogende vacerend word in deeze Provinciën alzulken Perfoonen by Ordonnantie van den Hove eeee ven een Advocaat en Procureur, die hen dienen mogen (i) gratis en om Gods Wille: art. Inftr lxxvhi. Op dat dezelve in 't ongeluk van pleyten g^valfen zynde, daarenboven niet overvallen worden met groote onkofteii van 't-Prn ees uit te voeren, fgè. fi furiofi, in fine. C. de nuptiis. Mafuer. tit xxxiv num. 9. Vtlavianus Veftrius in Praxi Curice Romance integrum habet Caput de Advocato Pauperum, quod ordinarium Romcs notat effe Officium. Ouo etiam vide Part.i. Ordinat. Camer. Imper. Tit. xix. §. ultimo & Tit. xliT R Mvnfinl Cent. 1 • Obf. lxxxi. ^ j"Jirib* ' (1) Gratis ende om Gods wille.] Waar toe die Perfoonen een Acte van Aclmislïe van % Hof moeten hebben, welke gewoonlyk ffliet anders verleent word , dan na voor af den Hove te hebben geëxhibeert Brieven van Voorfchryvmg van hunneMagiftraat, zo als hier voren gezegd is. ' ZESTIENDE  m LI £ E R I y: ZESTIENDE TITEL, DEN ADVOCATEN [*] ende PROCUREURS GEMEEN. CAPITTEL I. Eedt der Advocaten ende Procureurs, eer zy tot het bedienen van hun Officie geadmitteerd worden. Uyt de Injlrume des Hofs van Holland, art. lxxi. mutato folum articulorum ordine. Item niemand zal van nu voortaan ontfangen werden, als Advocaat of Procureur, om in den Raad dagelyks te Pradizeren; hy zy daar toe nut ende bekwaam; ende hy hebbe gedaan den (i) Eed, zulks als hier na volgd; Te weten: I Dat hy onzen Stadhouder, Prcefident ende Raaden in alle plaatfen bewyzen zal Eer e, Reverentie ende Weerdigheyd. DD. ad l. 10. in princ. C. quand. provoc. non efl nee. ^ j"a] Advocaten] Communis DD. opinio efl, quod Doüoratus dignitas liberet a patna potejiate, tefte Mynsing. ad §. 3. Infi quib. mod.jus patr. pot folv. fed apud nos recepta non eft. Dat het Salaris van Advocaten behoort tot het peculium quafi caftrenfe, vide Jacob. Gothofred. in Tratlatu ds Salario. Cap. 13. num. lo. & ibi allegg.] (1) Eed] Papon. lib. 6. tit. 4. des Advo- j cats an. i. & tit. 2. arr. 9. ê? /. 14- § *• "/ i de Judic. Van den Eed der Advocaten, vi-1 de Argentr. ad Conf. Britt. fol. 1970. . Van de ftraffe der Advocaten, zig ïrre-j; verentelyk tegens het Hof dragende, vide. Christin, decif. cur. Belg. vol. 2. deaj. 09 er 1 ioc.  TI TIJ'LUS XVI. C AP. I I I. Dat by neerjlelyk ende getrouwelyk zal dienen zyne Mee/Iers. Scribentes ad l. rem non novam. 14,. (j. 1. C. de judic. HL Dat hy niet dienen zal in eenige zaaken, die hy weet onregtveerdig te zyn: het zy dat hem van de voorfchreven Onregtveerdigheyd bïyke in 'p beginzel van den (2) Procesfe, of daar naa. d. I. rem non novam §. 1. patrom, verf. non autem. 6? ibi Baldus C. de judic. IV. Dal C_2) Procesfe] Neque vero pudor objlare debet caufarum patrono , ut inquit Quintil. lib. 12. c. 7. Injlit. Om. quominus fufceptam litem \ cognita int er difceptandum Iniquitate, dimittat. Vide /. rem novam. II. Dat hy neerjlelyk.] Hier mede Hemt overeen het Reglement van den Hove ot, de Rolle wordtin \°me\1^- 4& waar by zelfs een atóan de meeftersgerïfcteeïï SgTfcgSe Ken^r Pr°CUreUrS' d°°'r «** Verzuim zy ec- II. Getrouwelyk zal dienen.-]Zeer opmerkelyk zyn hieromtrent de woorden van den Raadsheer Mr Anth. Shcher, in zyne fraaije Aanjpraak aan de k^o^vl\^S^^^ op den ydejmuary 1737. pag. 8 en 9. alwaar hy zig aldus uitlaat: „ De eerfte hulp die de „ Advocaat kan toebrengen, is, dat hy in de verlegentheid goede raad geeft, om te re„ medieeren aan het kwaad, daar mede de Confulent gedrefgt werd. Indien nu de Ad„ vocaat aan den Cent verkeerde raad komt te geven f en in een zaak hem inwSeld „ daar uit hy geredt kan worden, zonder zig in het ongemak te begeven van een Proces „ te_ moeten uitftaan, en hem anders raad, zoo begaat hy aan deeze te hulp roepende „ vriend een notoire ontrouw, en is over zoo een verkeerde raadgeving zeer te detefe»„ ren Is de zaak van weinig aangelegentheid, en dat de vriend zig zelven in zyne'fv„ dclyke middelen meer befchadigen zoude door een Proces, ofte door de gevol'en van „ dien , als met dat na te laten, zoo moet deeze te hulp geroepene vriend altyd °trouw„ herag raaden, even of hy in hetzelfde parquet was. En deeze deugd van trouwher" ïlg Ü jm raadgeven is aan alle verftandige menfchen zoo verre cn zoo genoeg be„ kend, dat wy ons daar op niet verder behoeven uyt te laten , maar dat men het zelve „ mag beveelen aan de confcientie van die geenen, die profesfie van dit raadgeven ko„ men temaken." En op dezelve wyze redeneert hier over nog breedvoeriger de Raads" heer van Heemskerk Batav. Arcad. pag. 609. feq. (Edit. 1729.) , Tenvyl al verd<-r de getrouwheid van een Advocaat ook daar in beftaat, dat hy aan niemand openbaart de iecreete informatien, of geheimen, hem van zyn Meefter of Client toevertrouwt of het geen hy weet als Advocaat, by gelegentheid dat iemand met hem geraadpleegt heeft Zie Vromans de For. Comp. Lib. 2. cap. 3. §. 9. & ibi Middeolant in not.. III. Die hy weet onregtveerdig te zyn.] De uitlegging van dit Art. het welk men den Fed van Calumme noemt, werd gevonden by Merula hier -na tit. 17. Cap. 4 s 1 en 2 a's mp de in de voorfz. Aanfpraak van den Raadsheer Slicher pag. 9. n. 2. alwaar hy t'ii de'e "f>rt opzigte zegt: „ Die geene, die in de Rechtsgelèergheid ervaren is, weet zelve w~< „ wat er tot dit Frceceptum, van geen öhregtveerdige fuftenue te voeren, is behoorcndV „ Het komt daar maar op aan, om in dit ftuk een goed voornemen te hebben om zvn* „ evenmenfeh, door ftreeken van kunft, of kwaade praavequen, niet te wülc': ond*r " d™kken of verongelyken, of in zyn eer, of in zyn goéd, of ander gedeelte van zvn » tydelyk fortuyn en wat hieromtrent goed of quaad is, is al mede genoeg bekend nier „ alleen aan de Advocaaten, maar ook aan dc Procuratores, &c." Deezen Eedt van cf lamme waaren de Advocaaten Jure Romano verpligt in elke zaake byzonder te doen, vol-" gens dc L. 2 pr Cod. de Jure). propt, calumn. dog hedendaagfeh is het genoeg een Wnef, lfJlEe tedoen' a,s S geïmmatriculeerd en aangenomen worden, en den zeiven jaarlyks te vernieuwen. Zie Merula Tit. 44. Cap. 3. § 1 a I. Dbbl. X x  H6 V I B E R IV. IV. Dat hy niet zoeken zat eenige onbehoorlyke uytwegen of Dilayen. T. 6. quisquis. (j. nemo. C. de poflul. Cujac. lib. 4.. obfervat. cap.x. y. Dat by geen ( 3 ) overkomjle maken zal, (4) om deel of part in de zake te hebben [d], d.l. quisquis. %. 2. praterea. I. 1. (j. iz.fi cui D. de extraord. cognit l. J. fi qui. C. de poflul. I. 53. fumtus. & ibi gloffa D. depaB. 1.1$. litem. C. de procurat. V L Dat by te vreden zal wezen met den ( $) Taxe van den Hove [e]. DD, (3) Overkomjle maaken] l. 53- fumptus. ff. de paBis. I. 6. quisquis §. praterea cum feqq. C. de pojiul. I. i. §. 12. ff. de extraord. cogn. I. 15. litemC. de proc. I. per diverf as C. mandati. Papon. lib. 6. tit. 4. arr. 3. 19. 20. Pinell. ad l. 2. C. de refcind. vend. p.2. c. 2. n. 33. Gail. i. 1. obf. 44. 71. 1. 2. 3. De Advocaten en Procureurs mogen geen zaaken aannemen op Conditie van Triumphe [c], het welk expresfelyk is verboden art. 58. van de Ordonnantie op bet fluk van Salaris van den Raade Provinciaal van den ló.January 1659 ; en art. 53. van de Ordonnantie van den Hoogen Raad van den 28. Januaty 1659. daar na , in den Jaare 1091, by den Hoogen Raad vernieuwd. , Yc] Op Conditie van Triumphe] Vide L. 6. $. 2. fcp 5. Cod. de poftul. L. 10. Cod de accuf. Art'. 81. InftruB. van den Hove allcg. ab AuBore Noflro. Lib. 4. Tit. 18. Cap. ie] (4) Om deel of part] In jure de quota htis pacifci non licet, l. 5. c. de poftul. An vero de quantalitis, vide Silveftrinam tit. advocatus. ra. 19. [_d] Om deel of part in de zake te hebben] Dit wordt by de dd. genoemt, paBum de quota litis. Vide Voet ad Pand. Tit de paB. i.um, 14.] (5) Taxe] Gail. Ub. I. Obf. 44- «•. 4" Quintil. iz'fc. 12. 7- C/aarf. Imper. capiendis pecuniis impofuit modum ufque ad dena feftertia, quem egrejft repetundarum tenerentur. ta» cit. Annal. lib. 11. cap. 7. in fine. [e] Met rf«z Taxe van den Hove] Zie hier van Lib. 4. Tit. 105. Cap. 6. Dat Pra&izyns in het declareren niet prsecifelyk aan de Inftructie nog Reglementen gehouden zyn, blykt ook uit de Aanfpraak by den zeer geleerden Heere Mr. Anthonis Slicher, Raadsheer in den Hove van Hollandt, aan de Advocaten en Procureurs gedaan op Keppertjes-maandag den 7. January 1737. pag. 13. en 14. alwaar by dien Heere zeer deftig wordt vermaant, Dat men onderfcheidt moet maken tusfehen zaken van zeer klein belang, en zig daar in zoo hoog niet laten betalen, als in groote. Ook dat men voor ongelukkige, of in hare Familie gedrukte menfehen, zoodanige difcretie moet gebruiken , als men wenfehen zoude dat aan ons hvame te gefchieden, indien wy zeiver ons in zoo een ongelukkige ftaat ware bevindende. De reft (voegt 'er Zyne Wel Ed. G. by ) laten wy aan de befcheidenheit der geenen die luft hebben, om voo? genereus en befcheiden geligt te willen zyn. ] V Overkomjle maken zal.] Het is niet alleen by het Roomfche Regt, maar ook volgens de 'praftycq in deeze en andere Landen verboden, dat Advocaaten of Procureurs mee Hunne Meefters verbintenisfen maaken, om deel te hebben in een geding. CJ. Gothofredus in Traü. de Salario Cap. 7. n. 4. in O per. Minor. pag. 258. feq. de Groot Inleid. 3. b. r. d \ 41. n. 63.) het geen nogtans zoo verre niet moet geëxtendeert worden, dat men r»elyk zommige D. D. geftelt hebben,) zoude meenen , dat een Client niet validelyk aan zyn Advocaat eenige liberaliteiten van donatien, legaten of zoortgelyke zoude mogen doen, immers zoo lang aan den Regter, van wiens arbitrium hier veel afhangt, niet blykt van e'en wettige vrees van ongeoorloofde concusfie en calumnie. (van Wezel ad Nov. Ultr Art. 15. Voet ad tit. ff. depaB. n. 18.) Verdienende voorts over deeze ftafte, en verfcheide q'uoeftien, daar toe betrekkelyk, te worden nagezien Merenda Controv, juris Lib. 2.1. Cap. 38.  TITÜLUS XV l CAP. I. 3*7 DD. ad. I. i. §. 10. honorarns. D. de extraord. cognit. I. 3. fi fob fpccie. C. de poftul. d. I. quisquis. (j. apud urbem. $. Cd. tit. VII. Ende generalyk dat hy zig in ende over al dragen zal, alzoo een goed ende getrouw Advocaat ofte Procureur fchuldig is te doen, l. 6. quisquis: $. 1. C. de poftul Vide fi? Capita Juramenti, qua exftant lib. 1. Amold. Sandel. Folio xxix. <£? Camera, Imperial. Ordinat. part. t. tit. lxiv. Ampl. Inftr. Fland. art. xxrv. Magnifrutlus erit adire Mc eruditijftmum Quintilianum lib. Inft. Orat. xn. cap. vir. ^ Daar by gevoegd den Eedt van Getrouwigheyd [ƒ], die zy doen niet als Advocaten of Procureurs j maar als alle andere Inwoonderen dezer Provinciën. [ƒ] Den Eedt van Getrouwigheit] Dewelke hier in beftaat, Dat hy belooft de Graaffelykheit, de Heeren Staten van Holland, Zeeland en Vriesland, de Hooge Overhelt en Staten van dien, te gehoorzamen ende te affifleren, naar zyn uiterfie vermogen, tegens allen en een ygelyken der zeiver Graaffelykheits en der voorfchreve Landen vyan- den, ende voorts al te doen, dat een goedt en ge~ trouw Ingezeten van de voorfchreve Landen haren Hoofd en Hooge Overheid fchuldig is te doen. Zie Sententie van Mr. Erneftus de . . . van den] 25. Maart 1729. -ea Papeg. ijle D. pag. CAPITTEL II. Belangende 't Vernieuwen van den Eedt. Ibidem art. LXXr. in fine. Ende zullen de Advocaten, Procureurs, Deurwaarders; Boden ende Suppoolten van den Hove, van nu voortaan gehouden we* zen hunnen(6) Eed te vernieuwen, alle Jaars, op den eerften Regt- dag ( 6 ) Eed vernieuwen alle Jaars ] Sed quid fi quis renovationem intermittat, an interim amittit Privilegium? R. non amittere,modo fub Jurisdictione Curix £f _Haga Comiiis habitare perfeveret, veluti decifum in caufa Thuningii, de qua ante. Het vernieuwen van den Eedt alle jaars word alleen gedaan voor den Raade Pro¬ vinciaal, maar niet by den Hoogen Raad, alwaar maar eens den Eedt wordt gedaan, wanneer de Advocaten cn Procureurs tot hunne refpective Ampten worden geadmitteerd. In den ^aare 1680. injulio, is Mr. Pieter Ardefch [a] gewezen Theiaurier van Zyn Hoog- Cap. II. Vernieuwen.] Over de qujeftie, of een Advocaat, verzuymd hebbende zyn Eed lli S^.CC«/.aio?g 16 vernieuwen> eSter blyft-een Suppooft van 't Hof, zie Boel adhoz- X X 2  34* L I B E R IV. dag na den dertienden dag, indien zy in den Kage Zyn: of anders-, binnen twee dagen, na dat zy € huys gekomen zyn; op de pene van eenen gouden Karolus. Inftr. Fland. art. cv. Hoogheyd, (althans zyn Majefteyt van Groot Brittan je ,) verklaard vervallen te weezen van zyn Suppooftfchap van den Hove, om dat hy eenige jaaren zyn Eedt niet hadde vernieuwd , dit is gefchied by de Staten van Holland en Welt-Vriesland nadien tyd heb¬ ben de Supppooften van den Hove vry wat beter opgepaft, om hun Eedt alle jaaren te vernieuwen. [a] Mr. Pieter Ardefch] Vide feq. Tit. 17. Cap. ii. num. 8. in Notis.'] ZEVENTIENDE TITEL VAN DE A D V O C A T E N, C AP ITTEL I, By wien de Advocaten worden aangenomen.' De Advocaten worden na voorgaande onderzoekinge en afvorderinge van den Eedt (hier vooren gefteld ) aangenomen by den Praefident, of een Gecommitteerden uyt het Collegie der Raaden. (i) Welke anneminge of ümmatriculatie gemeenlyk word aangeteekend op den rugge der Brieven van hun Promotie en Bekwaamheyd. Vide DD. ad l. n. nemini. C. de advocat. diverf.^ judic t - C i) Welke anneminge ofte immatriculatie £?£.]" De aanteekenjnge van den Eedt in Dorfo vari de Promotie.BTieven , is wel van ouds geweeft, maar word nu een Acte apart gegeeven, zo by den Raade Provinciaal, alsby den Hoogen Raad.e, art. 45. ran de vooifz. Ordonnantie op 't kleyn Zegel de anno 1677. en moet voor den Raade Provinciaal op een Zegel van 16. gulden, van gelyke voor den Hogen Raad op een Zegel van 16. gulden wezen, diüo art. 45. [Zie ook de nieuwe Ordonn. van 1744. Art. 46. CAPITTEL ,  X I T U L ü S X V I I. C- A P. I II CAPITTEL I L '34* C2) Eer iemand om Althans word maar gezien , of de Advocaten hun Promotie-brief hebben van de e.ene ofte andere Academie, en die exhiberende, worden tot den Eedt.geadmitteerd, maar of een Advocaat, die van de Chriftelyke Religie niet is, rot den Eedt mag worden geadmitteerd, is zeer bedenkelyk; en verftaan, dat zodanigen Advocaat tot den, Eedt niet mag worden geadmitteerd. In den Jaare 1658. is het voorgevallen, dat een lood van Religie, genaamt Moifis Israël d'Jcofta, zynde tot Harderwyk Doctor Juris gepromoveerd, en exhiberende zyn Promotie-brief, verzogt geadmitteerd te worden tot het .doen van den Eedt als Advocaat: de Heeren Commisfarisfen bragten het. in den Raad, en na eenige dagen deliberatie, wierd de Jood niet geadmitteerd, maar afgeflagen, op den 19. Otlober 1658. Tweede Deel van de, Papegaay in de Voorreden, §. 5- Uyt wettelyken HuwelykeJ -Veeze geboorte uyt een wettig Huwelyk word heden-' oaaglch tot de admislie der Advocaaten niet gerequireert, en wy twyffel-n ook zeer of zul. eenfzefet; Se£al M Advocaten, welkers namen op' eene Rolle ofte Regifter aangeteekend ftonden. C£ nequis. I 8. cum advocatio. d. I. ! J l ll' 3' PTTm'r hIV ïuhmus- inPrinc' C dead™- diverf. judicior. L 3 jubemus. tn pr. I. 4. laudabik. I. 7. per hanc.in pr. C. de advoc. diverf. hulU cmn. I. r4. nemo. %. nee callidis. %. verf. R quis etenim. C. de adfeffor. Pev?naTngwoStanSs 2Ë 0Dze? ftyI> al,e de §enen' die daar toe bekwaam gevonden worden, gepromoveerd zynde, zulk Officie, zonder iemands teflSizeggen, bedienen, naar dat hem den Eedt by den Raad £ afgenomen 9J iftosri -jabat ma ns^us Iüsv oorl t abnsisb-Hrv'*!; 9vmo"d no loobg slis qo CAPITTEL IV. i. Geene kwaade zaaken aan te nemen. U Dezelve aangenomen: zynde te laaten varen. 3. Een Advocaat van eenige Stad mag tegen dezelve niet dienen, ] I. T^en Advocaat, zo wanneer hem eenige zaaken aangediend worden, beUi noord zig wel te wagten aan te nemen alzulke , die hv wee:in zvne eigene confcientie voor zeeker onregtvaardig en kwalyk gefondeerTte zvi?en verlaate en van het zelve verwittige den Partyen: dewelke/na dat zulks inTer waarheyd bevonden is, niet behooren andere Advocaten daar medrJbemoe! de zaak e ^T^f' een Advoc^ altentend" t Jv / Mat twee ofte meer Advocaten zi? met het Proces van Partyen verzogt zynde, (gelykerwys gebeurd als de zaake vanïrooten ?e' wigte is) bekroonden , en zommige van hun in 't bedienen van de zfake een^e onregtvaardigfaeyd bevonden, mogen afftaan: de andere, die haare ConfcSf tie met overladen en gevoelen, en meenen dat dzaakemet recht maï be" jervat) niet toegelaten andere in plaatze van den afftaanden te kiezen / r„ rzrfupZm'§'l'patrmi- sdmjrm m ^S£S heïord r^rJi™* P^oegd, dat een Advocaat van eenige Stad niet be~ ten waaiem zyne eigen zaaken, of belangende zyne maagen tot inden vier!  ffr -U I B E R IV. den graad. I. petitionem. 13. C. d. t. I. 6. puto. D. de poftul. Rfiland. k Vatte u Confil. I. 10. hi -qui. cum feq. D. de poftul. CAPITTEL V. CAPITTEL VI. 1. Getal van Advocaten in eene zaake. 1 2. Zig niet te voorzien van alle de be- 1 kwaamfte. I. TngevallePartyen bevinden, dat haare zaake gewigtig is en van groote imJ. portantie, invoegen dat dezelve by één Advocaat alleen niet wel zoude konnen bewaard worden: in zulken gevalle laten de Rechten toe twee of meer Advocaten te nemen. DD. ad l. 14. rem non novam. §. patroni. 1. C. de judic. & ad U ultim. C. de advoc. diverf. judicior. ook naar onzen ftyl; principalyk Indien iemagi genootzaakt is in rechten te treden tegen den Fifque (cujus cauffa ijk mala C3) Inquifitie en onderzoek op den Advocaten"} 1 Te onderzoeken hoe veel zaaken een Ad- | vocaat onder zig heeft en bedient, word niet geobferveerd. I l~"\e Advocaten behooren geen meer zaaken aan te nemen, dan zy met JL/ gemak en goede commoditeyt konnen expediëren en ten uyteinde brengen, zonder der Partyen recht te zeer te verachteren. II. Ja, de Praïlïdent zelf, of anderen door hem gecommitteerd, doen in veele Hoven (3) Inquifitie en onderzoek op de Advocaten, den zelven op alle geloof en trouwe afvorderende, hoe veel zaaken een ieder heeft te bedienen en te bewaren. Dewelke bevindende dat het getal en menigte met de diligentie, induftrie, neerftigheyd, en trouwe van den Advocaat wel over een komt, dezelve tot hun Officie neerftelyk vermanen: maar fpeurende dat het getal te groot is, en dezelve alle niet te regt, ook met groote diligentie, konnen geavanceerd worden, vermanen dezelve, dat zy de zaaken, die hen alleen bevolen zyn en gerecommandeerd, wel bewaren, en poogen, zo veel hen mogelyk is, ten uiteinde te brengen; interdicerende eenige andere te aanvaarden zonder hun weeten en confent; op dat Partyen in hun Recht, door meenigvuldigheyd van zaaken, niet verzuymd worden, en eenig hinder of letzel^ daar uit krygen: ook op dat de zaaken, zoo veel 't zelve gevoeglyk kan gefchieden, onder de Advocaten gediflribuëerd en verdeeld worden. I. providendum. 7. C. de poftul. I. 1. §. ait praetor. 4. D. eod. ubi DD. I. 9. nee. quidquam. §. advocatos. 5. D. de offic.proconf. Vide $ Ord. Cam. Imp. part. 1, Tit. XVIII. 1. Hoe veel zaaken een Advocaat be- 1 hoord aan te nemen. 1 2. Inquifitie op 'f zelve.  TITULUS XVII. CAP. VI. 3?3 mala .numquam, nijïfub bono Principe, tejle Plinio in Panegyrico') of eenige andere harde en zware Partye. Moet nogtans wel gewagt worden, dat tot d'eene zyde zo veele Advocaten tot defenfie van de zaake niet worden getrokken, dat aan d'andere zyde de zaake door faulte van Advocaten, gantfch onbefchermd en ongevorderd bfyve. /. providendum. 7. de pojiulando. < 11. Dan daar groote meenigte is van Advocaten (als nu ter tyd in 't Provinciaal Hof van Holland) is voor zulks geene groote zorge te hebben. Dog, dien niet tegenftaande, mogt gebeuren , dat d'eene Partye in de voorbaat zynde zig voorzag van de befte, en voornaamfte ; zyne adverfe Partye de weinig-geftyleerfte en minkloekfte latende; op hoope van alzo tegens zyne Partye te triumpheren en 't Proces (want om de Vi&oire te verkrygen veel gelegen is in de kloekheyd en ervarentheyd van den Advocaat, beneffens de Deugdelykheid van de zaake,) te winnen, daar ook wel op gelet moet worden by den Raad. d. I. providendum. quo pertinet & l. 1. C ne Uc. pot. patroc. lit. prcefi. CAPITTEL- VI ï. Hoe zig de Advocaten op de Rolle behooren te dragen. Uyt de Injlr. van den Prov. Raad,- art. lv. §. Welke. De Advocaten ende ook onzen Procureur Generaal (bodie Advocate Fifcaal) is hy Raad of niet, zullen in 't Pleyten Haan ende reverentelyk bloots Hoofds pleyten, tor dat hen by den Stadhouder, Prsefident ende Raaden; ofte Commisfarisfen, zittende ter Audiëntie van de Rolle, zal geheeten worden te dekken. /. 6. quisquis. in fin. C. de poftul. l.i. C. de Offic. civil. jud. DD. ad JL 3. quoties in princ. verf. eo, qui in crimen. Plinius Sec. lib. I. epiftol. 23. fi? Ub. 2. epift. xi. Cujac. fi? alii DD ad Novell. 71. cap. 1. Vide fi? Lucium de ordine fe~ dendi in Curia Parifienfi, 4.. Plac. 6. ( 4.) Hier diend bygevoegd de Ordonnantie, dat de Advocaten niet mogen playdojeren zonder Tabberd, ftaande geregiftreerd in 't eerfte Memoriaal.boek van C4) Dit Artykel accordeerd met het 137. Art. van de InftruBie van den Raad van Braband. Cap. VIL Playdojeren zonder Tabberd. ] Dat de Advocaaten op de Rolle van 't Hof niet'mogen pleiten zonder Tabberd, en dat zyiieden ook gehouden zyn daar mede ten Hove te tcomen, zonder op de Rolle zynde, een Tabberd van andere Advocaaten ten dien einde te mogen leenen, is op pcene van een Ypocras van 16. ftuivers nader geftatucert by de Vrdre van den Hove op het pleiten en zitten van de Advocaaten vm 12. Maart 1655. Art. 5. als I. -Dii-EL, y y mede  3?4 V t B E R IV. van Meefter Pieter Hanneman, Griffier des Hofs van Hólland, Fol ccir tam eulat. deAdvocato, ubi trattat, Quales Vefies habere debeant Advocati. ' CAP ITTELVIII. Mogen in 't Pleyten geene ongebonde woorden gebruyken. Ibidem art. lxxit. Item de Stadhouder, PraeGdent ende Raad Zullen fcherpelyk (f) punieren d'Advocaten, Procureurs ende andere, die irreverentelyk ende met ongebonden woorden haare zaaken vertoonen, of iet tegens onze Hoogheyd voor/lellen. Art. Injlr. Flanel, civ. /. 6. quisquis $.1. C. de poflul. 2 Ammianm m zyn xxx. Boek zegt, dat ten zynen tyde veele gevonden wier den, die door gebrek van goede allegatien en dringende bewvsredenen , z.V zeer onbedachtelyk begaven ot eenen ongetoomden fuft van fchelden en kwa jyk fpreken, met een ongemeefterd en prachtig gemoet Eerroerige zaaken voor" Hellende: daar over zy ook by wegen van recht-vorderinge groflyk geftraft (5) Puniereii] Non modo repclletur a poftulando , fed et tam extra ordinem pasna mulBabitur pecuniarid, l.i. §. 6. in fin ff. de poftuland. , Ad\occtus proprice vel etiam communis caufa expenfrs repetit, quas erogaffet, fi alium con«uxfftt- Menoch, de arbitr. Jud. caufi 154. mede by het Reglement op de Rolle van den 21. OBober i66q. Art. 42 En dat zulks ook nnogeobferveert word, blykt uit de Ordre van 't Hof op het Jaarlyks vernieuwen van den Eed val den 15. December 1724. waar ia het voorfz. sde Art. mede geïnfereert is SAP™VI11- Met ong'jhonden woorden.] Hieromtrent is nader voorzien by'de Ordre van 't tJnF »p t Pleiten van 12. Maart 1655. Art. 6. en het Reglement op de Rolle van 21 OBober \t o Art. 33 en 43. waar by aan dc Advocaaten uitdrukkelyk verboden is, in het PJaydoiieeren van de zaaken, malkanderen, of ook de Meefters van hunne partyen, met eeni °e ongebonden- of fcheld-woorden, mjunen of anderzints irreverentelyk te bejegenen" welke ArtiHen nog jaarlyks, by het vernieuwen van den Eed, voorgelezen worden Óokvnri men dit geleerd .by voornaame Regtsgeleerden, als Bouricius de Offic. Advoc. Cap 1* Z 13. W. de Groot Ifag Lib. 2. Cap. 1. n. 8 en 9. en den Raadsheer van Heemskerk "b] Alle jaren den Eedt te vernieuwen'] Zie Boel ad Loexii Decif. Cnf. 102. pag. 664.] [c] Mr. Pieter Ardefch] Zie dc Papeg'. 2de D. Foorreden. Folio- 12. verfo. en Bellam Jmid pag. 175. tffeqq.J Cap. X. Gerugts te maken. J Deeze leer word beveftigt door het Reglement op de Rolle van den 21/re OBober 1669. Art. 31. Avaar. by geftatucert is: „ Dat niemand, wie hy zy, zig zal „ vervorderen, geduurende dc Audiëntie van de Rolle, cn inzonderheid als'er gepleit „ werd, te gaan wandelen, klappen, kouten of eenig gerugt te maken, het zy by het „ vuur, of elders binnen of buiten dezelve Rölle, op een poene van twaaif ftuivers." ï 1tegcndeel word in het voorfz. Reglement Art. 32. aan de Suppooften gelaft, zig op de Rolle te moeten honden en dragen in alle lulligheid en modeftie, zonder te mogen loopen gints en weder door de Audiëntie van de eene plaatfe op de andere, maar dat een ieder moe': blyven zitten op zyn gewoonlyke plaatfe, ter tyd toe,,dat zyne zaake opgeroepen zat! worden ; met verdere ordre dienaangaande. ï£ 3  3)S L I B E R IV. • oorlof van den Hove over de vyf Jaren achter bleve; of abfent zynde zonder oorlof binnen de twee Jaren niet wederkeerde, om zynen eedt te vernieuwen: verviel van alles wat voorzegt is, en wederkomende was gehouden ofhy nooit Advocaat geweeft was. Vide Cujacium lib. xin. Obfery. cap. i. III. Diend ook aangeteekend, dat een Advocaat geroepen en verheven zynde tot ecnen anderen ftaat of Officie, alzulken ftaat verlatende, het Advocaatfchap wederom en op een nieuw mag bedienen, zonder iemands tegenfpreken. mits den Eedt vernieuwende, arg. I. fi quis. 9. C. de advoc. diverf. Judicior. CAPI TTEL XII. 1. Der Advocaten Officie is noodig. i 3. Hun Leven geduurende. 2. Gepriviligeerd. I 4. Verfcheiden Privilegiën. 1 TT\er Advocaten Officie is hoognoodig in alle goede en wel geformeerde JL^ Republyken. I. 4. laudabile. in princ. C. de advoc. diverf. judicum. vergeleken, overmits de noodzakelykheid, met den Krygsdienft. /. 14. Advocati. C. d. t. Vide Anton Gravat. ad Vefir. lib. n. cap. xviii. 11. Zyn over zulks dezelve by alle Princen, ook by onze Hooge Overheid vereerd met fchoone Praerogativen en Privilegiën, h 4. laudabile. in princ. C. de advoc. diverf. judicum. lil. Dewelke zy genieten niet alleen zo lange als zy tot zodanigen dienft zig by de Rechts-behoeftigen gewilliglyk om redelyk loon laten gebruiken: maar ook als zy zig daar van met prys en eer verdragen hebben. I. 1. C. de advoc. diverf. jud. 'Cujac. lib. xvi. Obferv. xxu. IV. Hier vooren, alwaar wy gehandeld hebben van de Privilegiën, is by ons gezegd, dat ook alle de Advocaten, beneffens andere Perfoonen, (8) vry en exëmpt zyn van Accyfen, uit krachte van de Ordinant. Kar. V. van date den xxi. Maart cid ia xvi. confirmerende en approberende zeeker Privilegie van Hertog Willem van Beyeren: Maximiliaan en Philippus de tweede Graven van Holland. Van vorderc Privilegiën en Vrydommen der Advocaten word volkomelyk getrafteert by de Rechtsgeleerden ad l. 6. fancimus. C. de advoc. diverf or. judic. alwaar Baldus meend dat de Advocaten ook vry en ontlaft zyn van (8) Vry en Exemu van Accyaen] Alle de Advocaten ende Procureurs van den Rade Provinciaal, alhier in der. Haag, hebben Vryheid van de Stadts-Cyns [«], van Wyn en Bier, cn dezelve komende te fterven, hebben haare Weduwen dezelve Vryheid, zo lange zy ongetrouwd blyven. [0] Vryheid van de Stadts-Ciiyns ] Van deze exemptie jouïsferen alleen Suppooften die zelf huis houden, cn niet die by anderen inwooncn. j §. 4. Vry en ontlajl. van de Nagtwaake.] Dat de Advocaaten en andere Suppooften van dei? Hove, welke vry zyn van de Haagfche Accynfen, teffens ook vry zvn van de Wagt en ■Wagt-penningen,, gelykmede van de Buurt en het betasten van Buu'rpenningen, is bekend ,  TITUL/ÜS XV 11 C ATP. XII. 3*9 van de Nagtwaake: en Peckius de jure fiftendiper alios BB. zegd dat dezelve ook niet mogen om öenige fchulden gearreltecrd worden; 't welk Jafon, Caftrenfis,en anderen beklagen niet onderhouden te worden. Vide £f l. 4. fori. I. 5. quidquid. I. 8. cum advocatio. C. de advoc. diverf. judicior. I. 2. advocates. I. 4. laudabile. C. de advocat. diverfm^ juddc^Guid. Pap. Becif. ccc lxxxviii. cum feqq. Apud nos Peckii eormnque, quos laudat, fententia valet, & in ufu eft. Huc ad dam Corollarii loco Pcediani Mud in Divinationem: Qui defendit alterum in Judicio, aut Patronus dicitur, ft Orator eft: aut Advocaïus, fi aut jus fuggerit, aut priefentiam commodut ' Amico: aut Procurator, fi abfentis negocia fafcepü: aut Cognitor^fi Prcefentis Caufjam novit fic tuelur, ut fuam. kend, en zulks leert de dagelykfche ondervinding: En derhal ven word in het Ampel Berigt van 't Hof, raakende de Jurisdittie-Qjtceflien pag. 45, mitsgaders in de Collatie van het zelve Bertgt met a\ Schriftuuren van, de Magiflraat veen- 'sHage.%. 43 en 44. in de voorfz. Jurisd'flieQuaftién pag. 444. fnet recht beweerd., dat men hit dien ■hoofde -geenerley Contributicn van de Suppooften behoord te vorderen; in wat geval het ook zoude mogen zyn: en dat men inzonderheid ook van die Suppooften, als 'er een fterfgeval in hun huis gebeurt, geen cffaag-geld' voor -de" Buurar behoord -af te vorderen: dcvvyl ajl-e die zaaken maar gepractizeert zyn, om te «nullen en te drinken, en dat die geen nuttigheid in haar zelven hebben, en men daarom de onderhoorigen aan ;den Hove, omtrent dat alles behoorde te laten in hunne volle Liberteit, en zonder cohftrainte door onminnelyke hejegenino-en of anderzints, gelyk dikmaals gefchied is. §. 4. Gearreftesrt -worden.] Dit word hedendaagfeh niet onderhouden , als by die eeenen daar zulks expres geftatueert is; uitgenomen, dat dc Advocaaten, en andere Suppooften van den Hove, nergens gearreftcert mogen worden, om daar door de Judicatuure van een anderen Rechter, onderworpen te worden. Zie S. van Leeuwen in de noten op Peckius Verhandeling van 'bezetten 5. D. n, .13. en Voet ad tit. ff. de in jus voc. n. 39, ACH TIEN BE-  360 t I B E R I V: ACHTIENDE TITEL, VAN DE PROCUREURS. [«] CAPITTEL l 1. Procureurs Officie hoe wel hier yoortyds veragt. 2. By ons nogtans van meerder ejlime. 3. Als wezende hoognodig. 4. Worden voor hun aannemen geëxamineerd van hun bekwaamheid. 5. Welke ook gelegen is in den Ouderdom.6- Ende ge'êedt. 7. Eindelyk onder zeeker getal aangensmen. I. "TTTToewel zommige Rechtsgeleerden agten en gefuftineerd hebben, dat der jX~LL Procureurs ampt is fervil, van geender waarden, conten^tibel en veragt: Glofil Bart. Angel. & alii ad l. fi quis procurationem. 34. C. de decurionib, Dynus in c infamibus in fin deregul. jur. in vi. Panormit. in c. poft cejfionenu num. ■■■ de probat- in zulker voegen dat men dit Officie genaamd heeft infamisfimam Vilitatem d. I. fi. quis procurationem. en Onus, Glojf. in l. 2. neque. C. de dignitat Panormit. in c. imperator urn. num. 9. in fin. de jur. calum Dat mede de Mdelluiden zig tot dit Ampt begeven hebbende, vervallen daar door van 't recht van den Aiel, en alle Privilegiën, die hun uit kracht van 'tzelve Recht competeerden. Guid. Pap, Decifion. lxxxix. éi? quceft. ccc xcix. Vide & l. fi quis procurationem. & ibi Glojf. &? Bart. C. de Decurion. 11. Zo is nochtans ten tyden Diocletiani en Maximiani, Keizers van Roomen, 't zelve geweeft van meerdere eftime, als zommi,?en willen afnemen ex l. litem 15. ubi DD. C. de Procurat. Vide Gitu lib. ir. Obferv. cap. xliii doch zulks word aldaar krankelyk beveiligt. Belangende de geenen , die tegenwoordiglyk by ons dit Ampt bedienen, dezelve worden in goede eftime gehouden. (1 ) III. We- [0] Procureurs'] Van het regres dat een Meester heeft tegen zyn' Procureur, die zyne zake door onagtzaamheit heeft verzuimd , en niet behooriyk waargenomen, of die doleuslyk in zyne zaake heeft ge-handelt. Vide allegg. a Vromans de Foro Cvmpet. Lih. 2. Cap. 4. num. 9. Middell. in Notis ibid. en onzen Schryver Lib. 4. Tit. ?8. Cap. 1. num. 14. in fine.] (1 | En differeren ook grootelyks in baar Ampt van die geenen, die in de befchreven Rechten Procuratores genoemd worden, ut annotat Imb. ir-ft. lib. cap. 12. n. 7.  T ITU1US XVII ft. C A P. I 30-ï III. Wezende der zeiver Officie hoognoodig. Want veele zyn'er, die of overmits hun onërvarentheid in Rechtshandelingen, of hun Abfentie haare eigen zaaken niet konnen of mogen handhouden en uitrechten, genootdrukt over zulks 't zelve te volbrengen door byftand en hulpe van Procureurs. I. i. §. 2. ufus. D. de procur. IV. Deeze worden voor hun aannemen, naar 't luyden van de befchreven Rechten, (2) geëxamineerd, of zy fufficient, nut en bekwaam zyn, om alzulken ftaat, in zig zelven zwaar zynde en laftig, ('t welk eene waara^n^e eigenfchap is van alle Officien) tot voordeel en profyt van bun meefters te aanvaarden en te bedienen. V. Welke bekwaamheid ook eensdeels confifteert in den Ouderdom. Want Baar Rechten (als ook naar denftyl van deeze Nederlanden) worden zelden geadmitteerd tot het Procureurfchap , de Minderjarigen. /. 12. exigendi. verf. Sane C. de procur. ubi Jafon. num. io. 20. dicit hanc effe communem & in l. neque tutores. xi. Cd t. num. 3. Panormit. in c. non injufte. 14. extr. eod. dat is Perfoonen beneden de xxv. Jaren, (zoo inditftuk zommigen interpreteren) beneden de xx. Inftrucl;. Brab. cap. xr. art. 1. VI. Zulks, dat is, bekwaam en fufficient, bevonden zynde, worden by die van den Rade aangenomen, den behoorlykcnEedt, hier vooren aangeteekend, gedaan hebbende. VII. Deeze zyn in den Hove van Holland in zeeker getal, te weten xvi. (3 ) Van <2) Geëxamineerd, 'of zy fufficient, nut en bekwaam zyn] De Procureurs voor den Rade Provinciaal, worden ais noch over hunne bekwaamheid by den zelven Rade geëxamineerd, eer zy daar toe worden geadmitteerd. (3) Zyn voor den Rade Provinciaal zes¬ tien in getal, alle Ordinaris, en hebben alle Vrydom van Stads-Cyns in 't regard van Wyn en Bier, zo als hier vooren gezegd 'u-. De voorfz. zeftien Procureurs zyn mede alle Procureurs voor den Hoogen Rade; en zyn daar en boven noch voor den zelven Hoogen Rade vier extraordinaire Procureurs, §. 3. Derzelver Officie.] Volgens de hedendaagfche praftvcq is het officie van de Procureurs, dat zy de Advocaaten byftaan. Op hunnen naam werden de Aden van de geheele zaak ter Rolle gcinftrucert. Zy verzoeken de uytftcllen , of debattecren dezelve, en dienen in alle dcelen van de Regtspleging. Ook is hun werk, dat zy bv de Advocaaten <*cduung aanhouden , cn hen vermaanen of adverteeren van de beftemde dao-en en termvnen, en dat zy de Schriftuuren, by de Advocaaten gemaakt, in het net doen fchryven: en datzy het Calendner, of korte aanwyzing van dc Inftrumencen, by de Advocaaten ingeitelt, breeder naar dc manier extendeeren tot een Inventaris, en denzelven onderteekenen &c. Zie W. de Groot Inleiding tot de PraiJycq i B. 2. Cap 11 ia en 15 5. 6. Aangenomen.][ Wanneer een Procureur by de Hoven van Juftitie alhier,' na aivooTJt aShtm,VPrklaard e" b?hoor!y-k geëxamineert te zyn, word aangenomen en beëe(lig., krygt hy het regt van reflgnatie op zyn Comptoir, 't welk hem geeft de faculteit fóon S rhZy" Pr°cu™"-P'*«s te m°Z™ ^rhandelen en verkoopen aan een pc I loon, daar toe bequaam, en aan den Hove aangenaam, maar ook om de Ad» van ReftV ^L^M vcrbin,de» c» verpanden, mitS°dat van zoodanige verpanding en vèi bintemsfc ter Fumecrkamcr van den Hove bchoorlyke aanteekenV werde ïfdaan bfviens eene Refolutie van den Hove in dato ». Mey 1731. Gr. Pt. IS. 7D. pZg. %3 } L Deel. 2 z  36*2 t I B E R 1 V. Van dewelke acht zyn Ordinaire, hebbende, als by ons gezegt is, vrydömme van Accyzej en acht Extraordinaire. CAPITTEL II. 1. Niemand behoord zig zonder lafi van iemands zaaken le onderwinden. 2. Geen Procureur zonder Procuratie. 3. Ten ware, &c. 4. Hoofddeelen van een Procuratie. A lzo niemand ma§ wezen een bekwaam onderwinder en onwederleglyk ± \ Voorftander van eens anders mans zaake (4), zonder te hebben van den zelven voorgaande hü en bevel. I. qui proprio. 46. §. 2. qui alium. t. non videiur. 53. D. de procur at. I. 110. in eo §. r. D. de regul. jur. & fimilib. Marant. de Trocur. num. 1. II. Zo is wel te recht geordineerd in alle Hoven, en word ook alhier geprafrifeerd, dat de Procureurs zig niet. vervorderen eenige Rechtspleginge van Partyen aan te nemen, of den zelven in hun goed recht te dienen, zonder behoorlyke Procuratie. III. Ten ware dat Partyen hen waren Navrienden en in bloede of affiniteit hen beflonden. Want in dezen gevalle mogen de Procureurs geadmitteerd worden. (4} Zotuier te hebben van den zelven voorgaande lafi en bevel] De Procuratien moeten gcpasfeerd worden voor een pvblyk Perloon , en Procuratie van een particulier onder de hand, kan niet beftaan , ten zy de particuliere Perfoon is een Edelman [ffl], en de Procuratie met zyn Adelyk Pitfler heeft beveiligd, -Art. 53. van de Inftructie van den Hove; en moeten alle Procuratien geftcld worden op een klein Zegel, volgens de Ordonnantie op het klein Zegel van den Jaare 1744. Art. 9. [a] Is een Edelman] Ten ware een 'Edelman zig ophieldt in verre afgelegen Landen; in welken gevalle zyne Procuratie niet zoude beftaan , of dezelve zoude moeten zyn gelegalifeerd; alzo is verftaan in de zake van . . . by den Rade van Braband, alhier in den Hage, op den 10. November 1733. Vide omnino Berlich. Conclus. part. 1. comlus. 44. num. 34. £f 35. Adde infra hoe 'Tit. ih. Cap. 9. num. 2. ^ ibid. Notas. num. 8. §. 7. Acht zyn ordinaire.] By het Ottroy van Keizer Karei, als Grave van Holland, van den 21. Maan 1516. is alleen aan de acht ordinaire Procureurs voor den Raade Provintiaal , waar op dcrzelver getal toen bepaalt was, verleent vrydom van de Stads-Accyns. Zie de Junsa. Quaft. tusfehen 't Hof en den Haag pag. 105. feqq. en het Repertorium van de Placaaten pag. 4. col. 1. als mede de Deciften en Refolutien van 't Hof No. 191 &? 292. Do°- naderhand is by de Ordonnantie van Vrouwe Margareta van 28. September 1525. het getal van de ordinaire Procureurs voor 't Hof vermeerdert tot zeftien. Zie het voorfz. Repertorium pag. 27. col. 2. en de voorfz. Deciften en Refolutien iVb. 306. alle welke Procureurs zedertdien tyd dan ook vrydom van Stads-Accyns hebben genoten. §. 2. Zonder behoorlyke Procuratie.] Dit is nog laatftelyk geftatueert by de Ordonnantie van 't Zfgel van 1744. Art. 9. medebrengende, dat geen Procureur voor een Eysfcher of Verweerder m iite, dat Is, zoo haaft de zaak ter Rolle is gebragt, en dat daar op eenig termyn gehouden werd, mag oecupeeren, zonder voorzien te zyn van, en te exhibeerer. benoorlykeProcuratie,voor een publicq perfoon gepasfeert, op een boete van twee honderd Guldens.  TITULÜS XVIII. CAP. II. den, ter Ordonnantie van den Raade, zonder Procuratie, mifs (lellende Cautie de rato. I. 35. fed & hts perfonee. in pr. D. de Procur. I. 1. in fin. D. de poft. DD. ad l. 12. exigendi. C. de procur. gloff & DD. in c. nonnulli. g. fin. de refcript. pracipuè Innocent. Panormitan. éj? Sabarella. IV. Alzulke Procuratien houden in zich gemeenlyk deeze navolgende puncten, als Hoofd-deelen: te weten de Namen van den Conftituant; Geconftitueerden; en van den geenen, die de Procuratie ontfangd en fteld in gefchrifte; de zaake; 'tVerband van 'tGewysdete volkomen; den dag van de Confh'tutie, en diergelyke. Spec. in Proozm. in §. ratione. per c. accedens. c. conftitutus extra, eod. £? fimul. I fi procuratorem. Ó5. D. de proc. alles naar ftyl en coftume van de plaatfe, daar de Procuratie gemaakt word. /. femper. 35. de regul. jur. Specuk prceditt. loco. Vide infra cap. ïx. CAPITTEL III. 1. Procuratien zyn tweederlei. %» Generale. 3. Inhoud der zeiver, nopende de Pro-, ceduren. 4. Procuratien van Steden, &c. 1. ^Llle Procuratien zyn of Generale of Speciale. II. Generale zyn, die haare magt ftrekken tot alles (ten zy zulks Speciaal Procuratie verëifcht) nopende de Rechtvorderinge van 't Proces daar op de Procuratie gemaakt is. III. Met uitdrukkinge van de principaalfte termynen, als om rechtelyk te Procederen , 't zy by aanfpraake of verweren, ( want een die geconftitueerd is omme te ageren, word ook verftaan geconftitueerd te zyn om te defenderen, non contra: Ludovic. Roman. Singul. xcv.) zyne zaake te bewaaren, te befchudden, te bedingen, te verantwoorden; alle gëfchriften, libellen en munimenten in rechten over te geven en te nemen; te declineren; te excipieren; te Litiscontefteren; te reconvenieren; domicilie te kiezen; alle dagen en ter* mynen van recht te obferveren; den eedt de Calumnid en^alle andere Eeden in de ziele van hem Conftituant te doen, die 't Recht oorloft en admitteerd; te Repliceren; te Dupliceren,- Getuigen in de zaake te produceren; der Wederpartye Getuigen te zien zweeren; te Reprocheren; te Salveren; in zaake te concluderen; Recht en Vonnisfe te verzot ken, te aanhooren: en ter executie te fteilen; daar van, is 't nood, te appelleren; en 't zelve Appél te profequeren .; en voorts alles te doen dat Procureurs ad Lites competeerd; mitsgaders te fubftitueren andere, een ofte meer Procureurs, hebbende gelykemagt, als boven, &c. Speculat. in d. §. ratione. num. vir, IV. Diend f. 3. Suhftitueeren. ] Deeze magt van fubrtirutie heeft een Procureur, fchoon zulks niet =met zoo veele woorden m zyne Procuratie was geïnfereert. Zie van Leeuwen Cenf. For, ,p#rt. 2. Lib. 1. Cap. 5. n. 7. & ibi de Haas in notis. Zz 2  3ó> L I B E R IV. IV. Diend ook genoteerd dat veele Procuratien verleden worden by Steden,. Dorpen, Collegien, Edelen en andere, tot.alle Procesfen , niet alleen tegenwoordige, maar ook toekomende [a], die hen van iemand zouden mogen gemoveerd worden, Vide infra cap. 9. num. 2. é=? Mar. de Procur. num. 4. CAPITTEL IV. r. Speciale Procuratien. 2. Veele Zaaken vereisfehen Speciale Frccuratie. 3. Hoe men zal weten .of eene generale Procuratie begrypt alzulken zaake, de welke vercyfcht Speciale Procuratie.. ï. O peciale Procuratien zyn, ditrop finguliere en byzondére zaaken luyden j O die by zommigen genoemd worden Procuratien ad Negotia. II. Want een Procureur moet hebben Speciale Procuratie om te Tranfigeren , of met een ander te compoferen; alzo in zulken cas gemeenlyk komt Alicnatie, Kemisfie en diergelyke. I mandato. 60. de proc .1 12. nam £? nocere. D. de pact. Spec. in tit. de Procur. §. ratione igitur-, verf Qjiintus in transaüione. Bart. in l. tranfaüio. C. de tranfaÜ. Maranta part. vi. de Compromijj'o.. num. vin. Joann. a Graffis in traiïatu de Subjlantia lib. Procur.atoris, êf' de kis. quee-contra eum objici pof', in verb. Tranfigentes. num. 11. Om Eedt te accepteren of refereren. /. jusjurandum. 17. §. fin. D. de jurejurando. . Om zig te fubmitteren aan Arbiters, c. per tuas. extra, arbitr. Om te propoferen Criminel, alwaar 't exceptivè. Spec. d. §. ratione igitur verfic. fed numquid media. Chafj'. des droiÜs 6? appart. dHcelle. §. 5. in textu ubi, és droïtts poffeffores. num. 21. fif 22. Bart. in l. pen. §. ad crimenD. de publ. jud. roeend dat een Procureur wel mag voor iemand intervenieren in zaaken die den lyve aangaan, om te aliegeren redenen van abfentie, niet om den Juge voor te houden oorzaaken van 't feyt. En om diergelyke redenen meer, van dewelke getraéleerd word in.gloff. ad c. 4. qui ad agendum. §. Procurator, ad verb. pacifci. extra de Proc. glojf. ad c. 28. non nulli. §. 1. ad verb. fine fpeciali mandato. extra, de Refcript. Wefemb. in nxf. lib. 3. tit. 3. de Procur. num. 7. cif. ij. Ferrar. in ferm. refp. libelf in act,_ hypotb. ad verb. non habentem. Dog in alle Hukken voorfchreven, en andere daar fpeciale Procuratie van nooden is-, mag de Procureur cavcren de rato. 'Panormit. in c. coram dé Offic. deiejg. Bart. in l. Pomponius. 4.0. §. 1. D. de Procur. III. Nu om te weten of eene generale Procuratie, om een Proces waar te neemen, begrypt alzulke zaake, ook zonder uitdrukkinge, dewelke verëifcht i^eciale Procuratie: zo zal men zien, of dezelve zaake, dewelke fpeciale Pro> curatie-. [a] Maar erk toekomende] Een Procureur I die generale Procuratie of Commisfie heeft | van een Stadt enz. heeft in Revifie een'fpeciale Procuratie noodig.]  T I T U h U S . X V I I I. CAP I?. fa curatie vorderd, ten'principalen diend: want in zulken cas, is 't niet aenoeg te hebben generale Procuratie: Of dat dezelve incidenter opkomt in de deductie van de prmcipaalfte zaake; Want alhier moet men wel letten, of deze Incidenten van zulke natuure zyn, dat men daar door zoude mogen beveiligen en weedragen -het principaal; 't zelve verkleinen, dooden en te niet doen. Priore elJu wutu deeze zaak bcgreepen.in generale Procuratie: als exempli cauffa: Een 1 rocureur, uyt den naame van een minderjarige Eisfcher, contendeerd dat hem eenig Land toegewezen worde; de Gedaagde allegecrd prefcriptie; zonder twyffel het Haat alzulken Procureur toe te bogeeren, dat zyn Meefter gereleveerd worde tegens de geallegeerde prefcriptie: hoewel hy anders in zullen gevalle zoude moeten hebben Speciale Procuratie, als num. ir. gevest is. Pokeriore caju word alzulke zaak, percmptoirlyk jegens 't principaal o?ryzende, in de generale Procuratie met begrepen', maar moet daar toe eene Speciale Procuratie verkregen worden. Ferrar. in form. refp. rei convent, ad verb: Simonius C A P I T T, E L V.. i« De Procureur moet het aangenoomen Proces behartigen', en 't zelve niet verlaten, dan om redenen. ' 2. Is na Litiscontejiatie meefter van de Recht splegirige. 3. Wat zulks opereerd. Pi v°01'naamfte Effeéten, die uit de aangenoomen Procuratie ryzen en JLJ volgen zyn, dat de Procureur moet behartigen en beneerftigen het Proces, daar de Procuratie op luydende en gedepecheerd is- eXSle van K« 8 W ^71%^ tV^T™Aeerd worden fj§|S lias. E. %.jm. I. 35. /ed 6? téi §. firn D. de procur. ten waare hv billvke fuf' fifanteenwaarfchynlykeoorzaaken konde allegeren, die hem Lc 'ten «cul feeren en van den opgeleyden laft verdragen" als ziekte, nooX uvtrefeei vyandfehap tusfehen hem en den Conftituant'of Meefter van dT^oeeZen S aat, of andere verhinderingen onvoorzienlyk opgekomen. DD ad d / /? hus §. fin cum 11 feqq.. Want niemand word geprefumeerf zig zelven zö fterk te willen verbinden , of tot iemands dienfte vellichten ,da*KfS en tusfehen zyne eigen zaaken verzuymen of zVn particulier nrofvt en SM ment te rugge fteilen zoude. DD. ad l. prcefe] 6. \^£vti & aZ II. Item dat de Procureur door deze/aangenomen laft zig zelven na Li ° Gedings-,bey^^"ge maakt Meefter van de toeging fal ï ■Jrt lnv°e§en dat alle Citatien en Dagvaardingen, die 't begonnen Proces vereücht, gedaan moeten worden op den naame San den Conftituant, aan de per- foon i J'llf" ^ * ^d vide Groeneweg. ad L. t. Cod. de Jent. ff iv.terloc, . Z z 3  1*6 L ï B E R I V. foon van den Procureur, Mlnf Cent. ït. Obferv. xxxix. die attes moet verdadigen en verantwoorden, dat hy of iemand van zynen weegen in de Proce■ duren doet of aanrecht. Bart. in d. I procuratoribus. & in l. mutati. D. de procur. & in l furiofo 9. D. de re judic. Bald in l. fi quando 19. in vu. quceft. C de tefiib. Abb. in c. 2. col. pen. & Felin in pen. col. de tefiib. DD in l. 1. C. de fentent. & interl. Wefemb. in lib. iv. tit. ui. de Procurat. num. 8. CAPITTEL VI. 1. Alle Pro.curatien mogen voor Litisconteftatie wederroepen worden. 2. Niet na Litisconteftatie. 3. Dog om redenen. 4. De Procureur mag ook na Litiscontefiatie om oorzaaken zynen dienft'. opzeggen. 5. Sententie breekt Procuratie. I. 4 11e Procuratien mogen zonder oorzaake gerevoceerd worden voor Li7~\ tisconteflatie, dat is, de zaake nog in haar geheel, en den Procureur geen meefter van de Rechtspleginge zynde. /. ante litem 16. D. de Procurat. II. M ar na dat het Geding beveiligt, en de Procureur over zulks meefter van 'tGeding geworden is, mag by den Conftituant de Procuratie ofte macht den geeonftituëerden in alzulke zaake gegeeven niet wederroepen worden [«]. I. poft litem 17. D. de proc. Gail. lib. 1. obferv. 46. n 8. III. Ten ware om merkelyke redenen, als interveniëerende 't Confent van den Geeonftituëerden; item om de jonkheyd en onërvarentheyd van den zelven; continuëele en zwaare ziekte; Onachtzaamheyd of anders Misbruyk., Vyandfchap tusfehen hun beiden,- alle Sufpicien, die reizen zouden mogen uyt de Bloed-verwandfehap, Affiniteyt, of Vriendfchap des Procureurs met adverle partye r_a~} Niet wederroepen worden.] Een Conftituant kan zyn' procuratie, na de litisconreftatic niet revoceren, zelfs niet tegen wil en dank van zyne partye. Dit is klaar ex L. 25, ff. de procw: cn alzoo verflaan by den Made van Braband, alhier in den Hage, op den 5 July 1728. Hoewel Grobnewegen ad L. 22 en 23. Cod. de procur. van gevoelen is, dat een procuratie by ons ook, na dc litisconteftatie, kan gerevoceert worden, om dat de Procureurs by ons niet meer zyn Meefters vai* de Procesfen-, waarmede over een ftemt Voet ad Pand. Tit. de* procur. num. 23, Dog Groenewegen moet zodanig worden verftaan, dat by ons een Procureur, na de litisconteftatie, wel mag gerevoceert worden , als maar een ander Procureur in zyn' plaats word geftelt. En dat onze Praftyk daar in difFereert van het befehreven regt, volgens het welke de revo¬ catie poft litem contejiatam, zonder wettige reden, in het geheel niet mogte gefchieden invito procuratore, die door de litisconteftatie litis dominus geworden was. Schoon d;e geene, die hem hadde aangeftelt, een' anderen in zyn' plaats wilde fteilen. Vide L. 16. L. 17. ff. de procur. verb. rmtandi procuratoris; mutare eum. Maar Groenewegen zegt niet, dat by ons een litigant zyn'Procureur zoude mogen revoceren , zodanig, dat hy geen' Procureur in zyn' plaats zoude behoeven te fteilen, erf alzoo de zake invito adverfario kunnen laten dryven. Hy moet geéxpliceert worden uit Imbertus , dien hy alicgceTt. En Imbertus fpreekt, in zyne PraÈ. Civ. ff Crim. Chap. 17. num. 17, van een geval , alwaar iemand zyn' Procureur wel revoceert, maar te g?jvk een' nieuwen Procureur in deszelfs plaats coruïitueert.}  TITULÜS XVÏH. 'CAP. VI. 367 partye; van den Conftituant; en diergelyke. d. I. poft litem. j7. eummultis feqq. Ludovic Rom. Smgul. ccccxvr. Andreas Gail. lib. r. Obfery at ja num 10. Hde & Amanellum de Claris Aquis. Singular. ultimo I V. De voorfchreeven ziekte, vyandTchap en andere beletzelen militeeren mede voor den Procureur, -dat hy ook jegens wil en dank van den Conftituant na Litisconteftatie hem van den laft mag verdragen en zynen dienft opzeggen. d. I. jihus familias. 8. cum multis feqq. D. d. t. V. De Procuratien worden ook gefcheurd en te niet gedaan , zo haaft 't Prei ces daar op t zelve luyd, ten uyteinde gebragt, en Sententie daar op gevolge SaJÏÏDLfr Pi°CU1'fr ,S "let -fh0U-den in de tweede Inftantie of Cas d Appél den Conftituant met weerwil te dienen; ten zy in zyne Procuratie op d eerfte Inftantie gemaakt uitgedrukt ftaat de Claufule, die hem tot zulks zoude mogen verbinden, en hy de zelve ook ftilzwygende geaccepteerd heeft. Tenetur Appellare , fed non profequi. DD. ad. I. maritus. 21. C. de Procur CAPITTE L VII. > Procuratie word ook gereyoceerd door de dood van den l Geconfiltueer^en. 3. Dagvaardinge om Procureur Acceptant te fteilen. \ Con^itmnt- 1 TV ProcuraJtie w?rd gerevoceerd door 't overlyden of van den Confti \JT tiiant de zaake nog in haar geheel zynde: zynde een Procureur on gehouden de Erfgenamen van zyn overleden ;Meefter jegens zVn wil te dipr,™ DD. ad l if. fi defuntlus. D. de procur. I. inten 26. in prl DD.ad i ™7? quia. D. de jurifd. ü II. Of van den Geconftituëerden, dat is, van den Procureur, ook na Litisconteftatie, zonder dat des Procureurs Erfgenamen deshal ven mo»en of moeten bemoeyd worden. I. 57. tam ex contraüibus. D. de judic. I % auis 27 §. morte 3. D. mandat. J 3 *p' III. Maar worden Partyen gedagvaard, Om Procureur Acceptant-te fteilen en d Arrementen van t Proces aan te nemen, en daar inne voorts te procederen met al verfe Partye naar de laatfte retroaüen daar inne gehouden; of daar van te renun eieren en te eonfenteren in de Conclufte van adverfe partye, zoolU/ZZ raad gedragen zal Welk voorgaande naar ftyle van deezen HoveTïlSX eSl^^^^ ja°0k t0t ™e in K-htegn?oe CAPITTEL.  3<5S L I B- E R IV. CAPITTEL VIII. voor Litisconteftatie. g. En na Litisconteftatie. 4. Vdlfche Procureurs. li Wat een Procureur moet doen die geen fuffifante Procuratie heeft. 1. Onder wat beloften een Procureur zonder Procuratie gehoord word, I. \ 11e'tgeene tot nog toe by ons gezegt is, verftaan wy meeft van Procu. J\_ ratien, die fuffifant zj n en fterk genoeg. Waar 't zaake nu eenig Procureur , die zig uit den naame en van wegen een ander in rechten prefenteerde bevond dat zyne Procuratie zoude mogen gereprocheerd en wederleid worden: in zulken gevalle word in zommige Hoven geufeerd, dat hy, 't zelve ten dage dienende den Juge aangezegt en te kennen gegeven hebbende , ftelle zonder uytftel Cautie de Rato, en word als dan geadmitteerd, op zulke conditie nochtans, dat hy met de eerfte gelegendheid, voor en alëer in rechten geconcludeerd zal zyn, van zyn Meefter zal afvorderen volkomener Procuratie , op poene van over zyne negiigentie en onachtzaamheid by den Juge geftraft te worden. Ord. Camer. Imp. tit. xxr. part. 1. II. Is't zaake dat hy van geene Procuratie voorzien is, en dien niet tegenftaande zig nochtans zonder macht prefenteerd, en van de zaake onderwind, ten dage dienende voortbrengende, en den Rechter toonende 't Ma nament, en alle de principaale Stukken, of Judiciele A6ten van de eerfte Inftantie, ook beloovende binnen beftemden tyd zyne Procuratie en magt over te leggen, met ratificatie van alle 't geene hy tot dien tyd toe gedaan zal hebben: zo laat men toe in zommige Hoven , dat hy als dan gehoord worde. d. tit. xxr. £f DD ad de procurat. En indien hy den geprafigeerden tyd verzuimelvk, zonder zyne belofte te achtervolgen, liet overloopen, word als dan gecondemneerd in kotten , fchaden en intereften, die partye adverfe ter oorzaake van dien allegeren zoude konne n en bewyzen. d. tit. xxr. En hier toe diend 'tgeen Kar. V. geconftitueerd heeft, als Grave van Holland, met dusdanige woorden: Uyt de Inftr. art. lii. Item alzoo eenige Procureurs ( j ) zonder Procuratie of volkomen In- ( 5) Zonder Procuratie.] Op den 15. April 1588. is geordonneerd , dat, alzo eenige Procureurs zomtyds voor den Gedaagde dag nemen op Donderdag , Vrydag en in de fi 2. Zonder Procuratie.] Op den Sfte Mey 1587. is ter Rolle van den Hove gepubliceerd •een A3e , dat dc Procureurs gehouden zyn, na de conclufien in regten , te leveren haar Zak met de Procuratie, op poene, dat 't Proces getermineert en regt gedaan zal worden op hun naam.  TITULPS-XVIU GAP. VUL Inftrucflie te hebben, occuperen voor Partyen, nemende diverfche Dilayen, ende namaals hen zelven exonereren, onder dekzel dat zy zeggen geene Procuratie of volkomen Inftru&ie te hebben: Zoo ordonneren wy, dat alzulke Procureurs van nu voortaan, indien by faute van 't geene dat voorzeyd is, Default tegens hun Meefters gegeven word, gecondemneerd zullen worden (6) in de Koften, Schaden ende Intereften van Partye, ende daarenboven arbitralyk gecorrigeerd. Quo refert art. ïx. Conftitut. anni cid id lxvii. Mart. vin. relatct th lib. iv. Bart. Ernft, Folio cc. Vide & Injlr. Brdb. cap. xi. de Procuratoribus, articulo vm. ( 7 ) IIf. Al 't welk verftaan word plaats te hebben voor Litisconteftatie. Want ook na dien tyd kan de Procureur zig van de Rechtspleginge niet bekroonen, zonder Procuratie; ten zy de Rechter nog andermaal (naar ftyl van fomtnige Hoven) hem zulks toeliet, met belofte van zyn Procuratie en volte Ratihabitie van alle den handel, binnen zeekeren tyd, of ten hoogften eer men in Rechten fluyt, over te leggen. In 't welk indien hy; negligent en verzuymig word bevonden, word, in de voorfz. Hoven, beneffens privatie van zyn Officie, gecondemneerd in alle de Koften van 't Proces, daarenboven in alle andere fchaden en intereften, die 't Hof en Partyen daar door hebben geleden, dict. tit. xxi. Ook in gevaar zynde 't gewysde te moeten betalen, DD. ad c. ex infi- nuatione. de weeke , zonder Procuratie te hebben, en ten uiterften, als de zaake twee ofte driemaal opgeroepen is, zig als' dan exonerceren, latende Deffault gaan,geen Procureurs voor iemand zullen mogen occuperen , ten zy datze ten dage als de zaake weder opgeroepen word , gereed zyn den termyn daar toe dienende te voldoen, ten min (ten voor zo veel de provilie aangaat, zo daar eenige verzogt word, op poene van ieder reize te verbeuren een Ypocras van acht ftuivers. Nota : Procureurs worden propter calumwarn wej geïntordicéérd, voor eenige maanden, van eenige nieuwe zaaken aan te nemen, als van Nes wedervaaren is, den 19. April 1517. Is hier vooren gezegd, en diend hier gerepeteerd , dat hier te Lande een dagelykfche praclyk is, dat die geene die by Accoord ofte Contraót een procuratie pasfeerd om een willige condemnatie [a] te verzoeken, ofte daarinne te confenteren , wanneer hy meend, dat zodanige^Condemnatie niet behoorde gedecerncerd te worden, dat hy die L Deel. Procuratie revoceerd, cn de Próeureure daarvan adverteerd, en kan dan de willige condemnatie niet gedecerncerd worden , ten zy dat hy den Procureur ofte Procureurs hadde geconftitucert Onwedcrrcepciyk, in welken cas hy de Procuratie revocerende, en den Procureur zulks allegerende, de refpeftive Hoven van juftitie gewoon zyn Condemnatie te decérneren ex Qfficio. [a] Willige condemnatie.^ Vide Lib. 4. Tit. 13- Cap. 14. hum. 1. in Notis £f quse ibi notavi. ] (6) Én de Koften.] Moet verflaan worden, in dc Keften voor de litisconteftatie. (;0 Zulks, wanneer de Procureur, na bchoorlyke termynen en Dilayen, verftekefi is van antwoordc, en d'Impetrant geadmitteerd intendit óver te leggen , word dén Procureur van de gedaagde geordonneerd, voorde pronunciatie van de Sententie,zyn procuratie over te leggen, op poene van gecondemneerd te worden in de koïïen, fcha'den en intcresfen van partyen, en zulks & verftaan op den 23. February 1589, A a a  t I B E R TV. nuatione. cum feq. extra, de Procurator. Vide DD. in l. Plautius. 6t. D. k Proc. & in l 4. fi Je non obtulit. D de judic. Want als daar geene Procuratie is, zo word by 't Hot* recht gedaan op den naame en tot lafte van denP; ocureur. IV. Om re fluiten, alzulke Procureur? die geene Procuratie hebben, of die dezeh e hebben onvolkomen, ter zaake niet dienende, wede roepen of krachteloos, worden by de Rechtsgeleerde genoemd valfche Procureurs. De quibus, ut & de iis quee contra Procuratores opponi poffunt, vide Glojf. Bart. Bald. Sfllic. in l. Falfus. 19. C. de furt. Bart Bald jafon. in t. lic t C. de procur Robèrt'. Marant. part. sv. Diftincl. Judic. xvir. num. tv. Chafi'an. des droiSts & appnrt d"icell in textu ibi, Sans Procuratien num. 3. Oklndorp. cap < de Exsept. Roland, d Valle 1. Confil. lxxi. num. Wurmfer. 1. Pr act. yin. Obferv. JX. CAPITTEL IX. 2. Procuratien over leggen. a. Wat Procuratien van waarde gehom den worden. I. In 't Provinciale Hof van Holland worden geene Procuratien by de ProcuI reürs op de Rolle övergélégJ: ten waare Partye Adverfe, of de Commisfarisièn zittende ter Audiëntie van de Rolle die verzochten te zien. II. En worden by 't Hof outfangen tweederlei Procuntien: de eene by Gefchrifte, de andere gepasfeerd in de Griffie of apud AÜa, als blykt uit hefr navolgende artikel: Uyt de Inftructie, art. vm. Item van nu voortaan zullen geene Procuratien van waarden ge* houden werden, ten zy dat die gepasfeerd zyn voor den Hove, ende geteykend by den Griffier of zyn Subftituit, onder (8) 't Zegel van Steden, Officieren van Dorpen, voor bekende Notarisfen, onder 't Zegel van Prelaten , Capittelen of Collegien, onderteykend by den Klerk of Sccretarius van den zelven Collegien of Capittele, of onder 't Zegel van Edele Mannen, die pasferende voor hen zelven. Behoudelyk dat zy zyn in goeden forme, ende begrypen 't geene dat zy fchuldig zyn te begrypen in de zaake, daar men ze oorboren (*) wil Confule (8) Z.egel.~] [è] Dè mandato nuda figilli ap~ gqfitïom confirmato. Vide Berlich. part. 1. ie54. fcf part. l. concl. 14. U. 73- [_b~] Zegel.] Vide fupra Lib 4. hoe Tit. 18. Cap. 2. in Notis num. 4.J (*) Oorboren, dat is gebruiken. — Oorbaren 0 or-boren, Uti, utilitatem capere &c. Kiuan.  TITULUS XVIII. CAP. IX, tft Confuk Canonift. ad c. poffefwnem. 7. extra, de Probation. & ad Clem. 1. de Proc. DD. ad l. fi procuratoren!. 6$. D. de Procurat. CAPIT TEL X. 1. Procureurs Huisgenoten hehooren te-, gen den anderen niet te dienen. I- T~Tet gebeurd dikwyls, dat de Procureurs onderling geallieerd zynde van L. A bloede of Affiniteyt, als Vader en Zoon, twee Gebroeders, Zwangers, &c. en in één Huis woonende; van twee Partyen, die tegens den anderen in recht treden, refpeclivelyk verzogt worden; genoodzaakt over zulks tegens den anderen te dienen; waar Uit de Secreten van Partyen zomwylen zouden mogen worden ontdekt, en de een van dezelve bedrogen: Zo is in zommige Hoven pryswaardiglyk geordineert en verboden, dat de Procureurs alzo geallieerd zynde, of in een huis woonende, zig niet vervorderen eenige Procuratien aan te nemen, of te occuperen in eene zaake voor beide Partyen. Vide Inftr. Brabant, cap. tl. de Procurat. art. 3. Stylus nofter contrarium fervat. I1. Is ook by ons den Procureurs en alle andere Suppooften verboden, eeni ge Gelagen te drinken op Taxatie of Koften van Procesfen, op Commisfien of pra&yke in wat manieren dat het zy: of Partyen aan te loopen om hen te dienen, en alzo tot Procesfen te geraken: maar geboden te verwagten dat zy verzogt worden: ite.m geene zaaken aan te nemen op conditie van geen geld te ontfangen, dan als 't Proces gewonnen is [al, Inftr. Senat. Holland, articulo Lxxxr. §. ende en zullen. I 6. fi remuncrandi. §. Manui Paulus. I. 7. Jalarium. D. mandati. Vide & Conftitutionem anni cio 10 xxx. Mzz'xvi. relatam in l. 1'. Jaarmis de Jonge, Folio xr.' fa] Dan als 't Proces gewonnen Adde Lib. 4. Tit. 16. Cap. 1. num. 4. in Notis.] Cap X. §. X Partyen aan te loopen £rV. ] Dit is uitdrukkelyk geftatueert by de aangehaalde» Inftruaie van t Hof Art. 81. en de reden hiervan is, zeer waarfchynlyk, om dat, volgens het voorgaande 71/Ze Art. van dezelve Inftruaie, de Procureurs,zoo wel als de Advocaaten voor en aleer zyiieden by't Hof geadmitteerd worden, by Eede onder anderen moeten belooven , dat zy niet dienen zullen m eenige zaaken, die zy weeten onregtveerdig te zyn Tot Jiaarkominge van welken Eed noodwendig vcrëifcht word, dat zylieden, voor het aannemen van eenige zaak, naauwkcurig moeten weten, waar in de qusftie beftaat, en ten dien einde de papieren en bewyzen, daar toe behoorende , moeten examineeren om over de regtvcerdigheid of onregtveerdigheid van zoodanige zaak grondig te kunnen'oordeelen ; waar toe de Procureurs, die de partyen aanloopen en folliciteeren om hen te die* *en, zig volftrekt buiten, ftaat fteilen. A a a 2 CAPITTEL, J 2. Moeten Partyen op geene Koftzn jaJ gen , of den zeiyen -aankopen om ti dienen.  37* L I B! E R IV. CAPITTEL XI. I. Moeten met korte woorden hun begeerte zeggen. 2. Moeten Zitten, en wanneer ftaan. Uyt de InftruÜie, art. lv. I. Ttem de Procureurs zullen niet meer in d'Audientie fpreken, dan -l met korte woorden hun Termyn houden, ende 't Surplus den Advocaten laten bewaren: den welken zy ook de Requeften zullen doen teykenen, ende dat al op arbitrale Correctie. Vide Injlr. Brab. cap. xi. art. ïx. II. Ende zullen blyven Zitten, ende niet opftaan, dan als haare zaaken dienen zullen; ende als dan gaan ftaan voor hunne Advocatenblootshoofds als de Advocaten pleyten zullen, lnflr.uiï. Brabant, cap. 3$ art. x. (p) (9) Hic Articulus non obfemtur per omnia*. CAPITTEL XII. 1. Moeten hunne Rolle zelf houden. \ 2. Op poene. Uyt de Inftr uttie, art. lvi. ï. Ttem de Procureurs zullen hunne Rolle zelf houden, indien £y X prefent zyn, of in hunne Abfentien by hunne kubftituy ten, Procureurs wezende, en niet hy (10) Klerken. Is fjc) Klerken. ~] Is gealtereerd by &'Ordonnantie van 't Hof op den 25. April 15&8, dat Procureurs by confente van den Hove ab- fent of merkelyk geoccupeert zynde, by hunne Klerken mogen occuperen. Cr. Pk Boek 2. D: fol. 1429. Cap. XI. §. t. Ttem de Procureurs &c. ] Het geen Merula hier meld uit de Inflrutlic van, den Raad van- Braband , word-, met- opzigt tot onze Hojlandfche Praótycq, beter bewezen, door een Ordonnantie van den Hove van 4. February 1568. volgens welke de Procureurs niet mogen pleyten, nog verhaalen redenen en middelen van hunne tcrmynen, maar alleenjyk hunne termynen moeten houden, en met de relt de Advocaaten laaten beworden. Zie .Decif. en Refolutien van 't Hof iV\ 224. 't geen nog nader beveiligt is by de Reglementen op dt Jtoile van den voorfz. Hove ven 20. Janmry 1628. Art. 4. en van 21. October 1C69. Art, 34,  TlTUtüS XVIII. CAP. XII. 3?3 Is daarom geordineerd, dat alle Procureurs in deri Hage gezond wezende (want ingevalle van ziekte, of andere~nootelyke zaake, mogen zy by conlènt van den Rade fubrogeren een ander, wel geïnformeerd wezende van de zaaken enaffairen van hun meefters. Inftr. Btah.-cap. xr. art.xv.} op de PleytdagenJ en zo lange de Rolle geduurd, zeifin Perfopne te Hove komen, ende hunne Rolle en zaaken bow.a-en,- zonder hunne Klerken of eenige Subftituyten, daar toe te mogen fteilen. 11. Op pcene van hun Rolle door te halen , ende- hun Contre-rolle Default te verkenen [«]; behoudens Partyen haar reg:es tegens den Procureur, blykende by He Ordonnantie van date den xxr. December cio id xlt. geregiftreerd in "ê derde Memoriaal-tioek yan M. Joan de" Jonge'Fülio cvi. verfo Vide cj Conftitut. anni cid 10 Lxyjyr, art. hh, Cu) Item alzoo.~\ Dit Art. is gerenoveerd by zekere Ordonnantie [a] van 't Jaar 1584. den 26. Jnny. ^£. en ftaat aldaar aldus ; op pwne dat men haar Rolle deurhalen fal, ende Cnota) haar Contrerelle. defaut obtineren fullen: dit is- eenigzints ,.£: CAPITTEL. X I I I. 'c ' Mogen geene onnodige Dilaien zoeken. Uyt de Inftruiïie van Hoïl. art. liv. C11 ) Ttem alzoo eenige van de Procureurs zoeken Dilayen ende uyei- wegen, om niet te voldoen den "Dag, die by Prefentatië diend, begeerende Cautie, Copye of diergelyke, daar af de dag niet en diend, ende 't welk zy daar te vooren hadden mogen endë Éiehooren te begeeren, omme. daar inne te remediëren, Ordineren wy dat van nu voortaan de Procureurs gehouden zullen -zyn te voldoea den Termyn, daar toe de Prefentatië diend, zonder prejuditie van 't gund dat zy zullen willen , begeeren: 't welk zy zullen mogen doen ende eisfehen by Requefte of nemende Exëcutorie, indien zy Appoinctement daar toe hebben. Vide Inftr. Rrab. cap. xi. art. vm. Aaa3 CAPITT.EIL * meent, Ordonnantie van den Hove, yan geen ver- zoek in judicio te doen, zonder daar toe eerjl ende alvooren te hebben a.'misfie van den Hovey, I ftaande agter de InfiruUie op num. 33.J verltaanbaar," en fehynt de zin daar van tè' wezen , dat als de Procureurs zelfs niet ten Hove quamen', tegen hen, aan hunne Par- . ty , default jvierd verleend, even a's of'er geen Procureur en ware aangeftelt. Om wat reden nu dc Party eigehtlyk Contre-rolle §&■ ■ noemt word, is my niet gebleken.] ib róayud oA&bs. osiaas rno v:i £rs  m LI B E R IV. CAPITTEL XIV. 1. Een Procureur gefufpendeert zynde moet een ander fubftitueren. 2. Ook als hy geoccupeerd is in andere affairen. 3. Regres van geïnteres/eerde partye tegens hun Procureur. Uyt de Inftr uÜie, art. xc. I. T tem wanneer iemand van de Procureurs gefufpendeerd werd om X zyn Abuys, zoo zal hy gehouden wezen terftond een ander Procureur met goede Inftruttie, daar zyn Meefter mede bewaard mag Zyn, in de Griffie te Subftitueren, op de Privatie van zyn Officie, indien hy dat niet en doet binnen den eerften Regtdag daar na volgende , ten eynde dat by zyne contumacie ende deliót Partye niet veragterd werde. II. Ende desgelyks zullen de Procureurs gehouden wezen te doen ,* als zy om eenige zaaket buyten den Hage reyzen zullen, of anders geimpedieerd zyn. De Subftitutione Procurat. vide Glojf. 6? DD. in l. quod quis. 8. /. neque tutores I I. /. procuratoribus. 22. I. nulla 23. C. de Procur. Bart. in h fi procur at orem. 8. (j. fi quis mandaverit. 3. D. mandati. DD. in c. fin. de Offic. deleg. III. "Welke Correctien al wezen zullen, behouden der Partye geïnteresfeerde haare Adtie van haar Intereft tegens den Procureur, of andere, by den welken zy zullen wezen getaxeerd ende gedamnificeerd. Vide Ordin. Camer. Imper. part. 1. art. xx. k j Gefufpendeert.'} Een voorbeeld van een Procureur, propter calumniam, voor eenige maanden gefufpendeert van eenige nieuwe zaaken aan te nemen, is te vinden in de Decif. en Refolutien van 't Hof No. 41. CAPITTEL  T I T ü L ÜXV lil CAP. X V. 37J CA PI ttel XV. Procureurs Klerken moeten zig houden buiten d'Audientie. Uyt de InftruÜie 3 art. lvi. in fine. J s\ C^nae zullen ook hunne (12) Klerken binnen de deuren van de -L/ Audiëntie niet mogen komen, zonder expres confent van de Commisfarislen., Vide Aëfa Cur. Provim. qm ex/tapt lib. 1. Hanneman. Folio cclxxvii. «KJ.JÏÏ.3. t\ r.r...)?t ywstUWtft .- ( .•■.-.() - T- - v,^ . fftfJfT™ dSAUT- "c" de Audiëntie , niet anders komen a» jugea de Klerken van de Procureurs, bin- 1 met ongedekten hoofden. ri3isog,. (n:?ftïfl ch^dipz'ticisw^cs ■fanuary \,'2é. Art. o.. en den 2 . OBober 1660. Art. )6. Cap. XVI. Uit de Griffie te dragen &c. ] Dienaangaande is bv het Reglement voor de Griffie van den Hove van den 17. January 1656. Art. 3. geftatueert,: „ Dat de Boeken of Re-ifters „ die ter Grifte beruften, nergens anders zullen geviiiteerd of sfebeznrd warden, als bi,i„nen dezelve Grime, zonder dat de Clerkcn, of ook iemand a id >rs , vrn^-n Builen 5„dezelve mede naar huys te nemen, veel min te fcheuren,. bekladden, of and Tzints te ,,. mishandelen, op poene vaa arbitrale corredie, en andere, byvv.ojEfraaande1 Ürdonnai> „ tien fpecialyk daar tegen geftatueert.'.' Zie de Ordinantie van'den Ho-e van den xl. September 1569. en den 25. September i586. in 't Gr. Pl. B. 2. D. hl. 1415 tj 2 01 NEGENTIENDE:  37$ L I B E R. IV, TIT NEGENTIENDE TITEL, V A N D E SOLLICITEURS. CAPITTEL L i. Solliciteurs Officie. I 2. Procureurs moeten de Billietten on- 1 derteekenen. I. A Is in rechten gefloten is, dat is, zo wanneer beyde Partyen, gezien J\_ hebbende elkanders Hukken gefurneerd naar hun Inventansfen ,gerenuncieerd hebben van iet meer te zeggen of te produceren; fj? ut verbo dicam, de zaake in ftaat van wyzen gebragt zynde, zo word aan beide zyden aan alle de Raden recht verzocht. En worden tot zulken verzoek gebruikt zekere Perfoonen [«], die zig met ettelyke Billietten vinden, ten tyde als die van den Rade zig naar de Kamer vervoegen, ontrent het Hof of de Raad-Kamer; omme dezelven aldaar mondelyk en fchriftelyk de vorderinge en uitinge van de zaake te recommanderen en af te bidden: 't welk zy nochtans niet mogen doen, ten zy datze voor zeker weten, dat het Proces, 't welk zy vervolgen, "efurnieerd zy, en in Haten van wyzen gefteld, op pcene. II. En ten eindë dat het Hof niet te vergeefs gekweld worde, en de Partyen by haare Procureurs geabufeerd: zo is geordineerd dat die Billietten, die men tot zulken einde, als voorzegt is, zoude willen overgeven, getcekend zouden worden by den Procureur van de partye, expeditie begeerende. Vide Inftr. Holl. art. lxxxvii. Octayianum Veftrium lib. 1. cap. iv. num. 8. e? lik h. cap. per toturn. [o] Zekere Perfoonen'] Dit word nu door dc Klerken van de Procureurs gedaan.] « 1 Zekere Perfoonen] Deeze perfoonen, welke dc groote mcenigvuldigheid der Proeetfen eertyds geintroduceert hadde, c;i-die't Hof frequenteerden ,. om dï Pj-oeeslcn aldaar voort te zetten, en dagelykfch by dc Regters om Sententie aan te houucn, wierden Solliciteurs van Procesfen genaamt, en zyn dezelve in den jaare 1077. als nog m gebiusk geweeft, als blvkt uit een Sententie van ft Hof van den is*. December v&n dat «siveiaar. Zie W de Groot, Inleid. 1. B. 2. Cap. «. 17. en den Prefident van Bvkkershoek OfW- Jur Prtv Lib 1 Cap. 1 pag. 12. - Het Formulier van derzclver Solhcitauc-Biilmten is re vinden' by van Alphen % Papeg. 2. D. pag. 88. alwaar hy ook meld twee gevallen van lirfden, die,"om afdoeninge te bekomen, hun Soliicitatie-Billiet in rym overgaaven; als mede van een Sollicitcur, die zyn Billiet op een zeer indifcreete manier had mgengt.dog *-ien zulks egter zeer kwalyk bequam. TWINTIGSTE  TITULUS XX CAP. I m TWINTIGSTE TITEL, ALLEN GERECHT S-PERSOONEN GEMEE N. CAPITTEL t 1. Grechts-Perfoonen of andere die Weddens van de Graaflykheyd trekken, mogen geene Domaiuen pachten. 2. Of anderen ten Raade ft aan. 3. Of Penftoenen van anderen ontfangen. 4. Of andere Officien van andere Heeren aanvaarden of bedienen. 'Uyt de InftruSlie, art. cc xxx. I. TTtem verbieden den Prsefident, Raadsluyden, Procureur GeneJl-raal, Advocaat Fifcaal, Rentmeefter van de Exploiden ende allen anderen Wedden van Ons hebbende, te pachten ennige Accyfen, Thollen, Cailktten [a] ende andere Gabellen, Rechten of Domainen Ons toebehoorende; of ook part of deel daar inne te hebben, op de Privatie van hunne Officien. Vide DD. ad l ne quis. 3. C. de advocat. diverf. judicior. De bis etiam allo loco dixi. Injlr. Fland. lxv. [a] Caillotien~\ "In zeker Concordaat-, tusfehen den Heere en der Stede Vlisfingen, van den 21.-November 1530, word gemeld van de Kailloote van den Biere ende van den Zoute; en kort daar na van den ouden Accyns ende Kailhote;i van elcker grover tonnen van allerhanden vreemden Bieren. In het Rationarium Aulce £p Imperii Caroli Audacïs, (te vinden in de Veteris avi A.ialeiïa Ant. Matthaei, Edit. Noviff. in -ito. Vol. i.) word pag. 251. gezegt: Dat de Prince heeft enen grooten Hoofmeefter, die mach tot allen Rade alfo wel van der Juftitie als van der orloghe. Ende behoren te recht ene an hem alle fettinghen en quilhten van Princen ende Ambasfadeurs. De Profesfor Matthaeus leid het woord quilloten aldaar af van quilles. Maar hoe hier quilles of kegels in het fpel kunnen komen, laat ik een ander oofdeelen. In het oorfpronkelyke Franfch, van het gemelde Rationarium, ftaat recoiptes £f cteuillates, volgens het eigen getuigenis van Matthaeus. Alen zoude met meer waarfchynlykheid kunnen zeggen, dat cceuillates, ontfang, of recept,zoo als het gemeenlyk genocmtword, komt van cueillir, verzamelen. Zoo vind men by Nicod in zyn Diaionaire : Cueillette, Colleiïa , Lcüio, Collettio. ] l. Deel. B b b Ibidem  373 EIBER IV. Ibidem art. ccxxxr. II. Item wy verbieden insgelyks den zelven [b] op gelyke Pcenen, te wezen van den Raade van eenige Partyen, Kerken, Abdyen, Kloofteren, Steden, Kafteleynen, Heeren, Vrouwen of anderen, wie zy zyn, in zaaken die zy te doen zuilen hebben in onze voorfchreven Kamere. Injlr. Fland. art. XX. III. Of Penfioen van iemand Jaarlyks te ontfangen. IV. Of eenige Officien van Keeren of Vrouwen te aanveerden, of die behouden, indien zy ah nu eenige hebben, &c. Vide qua fupra not at a ad Tit. iv. cap. v. [ c ] CAPITTEL [5J Insgelyks den zelven enz.] Hieronder behoort oo.k de Rentm efter van de Exploiïien, in het voorgaande ëioffc Artykel mede gefbccificeerti Agter de Nadere Ampliatie van de InftruBien van den Hoogen Rads, ende den Hove van Holland van den 24. Maart 1644, vindt men het volgende, zynde hier toe relatief: Zal verders, agtinge genomen zyr.de op 't 16de en &%ifie Art. van de Inftruaie van den Hove van Holland, de Inftructie van den Hoogen Ra de worden 'geqmpttlert ah vo'gt: Dat de "Prefide:;ten, Raden, Advocaat Fifcaal of Procureur Generaal, Grifjisrs , of Subftituit Griffiers en Secretarisfen van beide Hoven, niet zullen vermogen te wezen van den Rade van e'enige Partyen , Kerken , Abdyen , Kloofteren , Sleeden, Kafleleinen, Heeren, Vrouwen, of anderen wie zy zyn, {n zaken die zy te doen zullen hebben in de voorfz: 'Kameren; of ~ook te zyn Mngiftraten , Raden of Vroedfchappen van Steden, Bewindhebbers van de Oof - e.i IVe I-Ltdijche Compagnien, Dykgraven of He:mrukn\ of Penjioenen van iemanden jaarlyks te ontfv.gen; ofte eenige, Officien van Heeren ofte Vrouvfin te aa:iva:rden, ofte die behouden, indien zy ah nu eeir.ge hebben, Êfc. Om dal hier geen' mentie word gemaakt van den Renimccfter van de Exploicten , gelyk.als fpocitice was gedaan in de hier boven bygebragie 23oJie en ijifle Art'fke'.en van de Inftru&ie van den Hove , zo is daar uit nu onlangs voortgekomen eene fpeculatie , of daar door de Rentmeefter van de Exploicten va:i den Hove van ' Holland was'gcdispenfeert van dat 231/fe Artikel, en dcrhalven bevoegt om Officien , van andere Heeren ofte Vrouwen, te aanvaarden ofte die te behouden. Waar op by de Heeren Staten van Holland is verftaan van neen; dewyl door de voorfz. Ahdere Ampliatie niet is gederogeert aan de voorfz. 2?ofte en 2ï,sfte Artikelen. Quod enim non mutatur , cur ftare prohibetaf ? L. 27. Cod. de Teftam. Van het Officie van den Rentmeefter van de Exploicten, vide Lib. 4. Tit. 12. Cap. l, \t 3 C?" 4- J [<] Ad Tit. 4. Cap. 5.] Deze Aücgatie is, volgens den cerften Druk, die by Merula ze li'is uitgegeven in den Jaare 1592. Na zyn Dood, heeft zyne Weduwe en Kinde' ren deze Manier van Procederen, in den Jaare 1613, wederom uitgegeven, merkclyk door Mrrula vermeerdert, zoo als zy getuigen in hunne Opdragt aan de Heeren Staten van Holland. Hier van daan komt het, dat dc Verdeeiingen van den eerftcn Druk onderfchciden zyn van die van dc laatere Drukken. Nu moet men in die plaatfe van Tit. .}. cap. 5. zoeken Tit. c. Cap. 5.J §. 4. Officien van Heeren of Vrouwen.'] Wanneer in den jaare 1739- door de Heeren Staaten van Zeeland tot Rentmeefter der ExploiQen was gedefpicieert Mr. Pieter Piekt, is by Haar Ed. Gr Mog. zwari beid gemaakt aan denzelven zyne Commisfie te verlèenen, uyt toefde dat hy was Gommis van den Domein-Raad van den Heere Prince van Nasfau, het — welk  TTTULüfi Xt CAP. II, %ï$ CAPITTEL lp 't Secreet van de Kamer niet te reveleren. Ibidem art. xvi Ttem dat onze voorfz. Prsefident, Raadsluyden Ordinaris ende ExX traordinaris, Procureur Generaal, zyn Subftituyt, Griffier, zyn Subftituyt, Secretarisfen Ordinaris ende Extraordinaris, ende andere onze voorfz. Raad-Kamer vifiterende, van vat qualiteyt dat zy zyn, niet reveleren 't Secreet van dezelve Kamere; of 't geene dat zy aldaar zullen zien of hooren: op pcene van Sufpenfie van hunnon Staate, den tyd van drie Jaren. Inftr. Flandr. art. xxi. CAPITTEL III. Suppooften moeten den Prsefident in alle redelykheyd gehoorzaam zyn. r\e Raadsluyden en alle Suppooften zyn gehouden den Prefident (als Hoofd J _y van de Juftitie) te obedieren in alle re lelyke en behoorlyke zaaken, Fn ook te komen, wanneer zy by hem ontboden zullen wezen. Art. Inftr. Holl. v. in fine. Inftruct. Flandr. art. n. in fine. welk ftrydig was met het 23 le en 3 fie Art: der ïhjl'ruilie van den Hove, dog de Gecommittteerdens van de wederzydfche Staaten hier over in conferentie getreden zynde, is by Rejotüitê van 27. Apfïïij^- verftaan, dat toen en voortaan de Rentm'eeft r alle dingen zyne tegenpartye met eene vriendelyke vermaaninge door brieven of mondeling interpelleren, [«] en poogen tot't geenede redelykheid is vereisi'chende, te brengen: bv avonture of men de zaake buiten Rechtspleginge mogte afdoen en te neder leggen. Ii Deeze Vriendelyke Sommatie word in deeze Landen gebruikt, en gemeenlyk in de Requefte uitgedrukt met deeze of diergelyke woorden: N "t tegenjiaande hy meenigmaal daar toe verzogt is geweeft : niet tegenftaande divcrfche inter- [ a ] Door brieven of mondeling interpelleren. ] Het fecuurlte is, dat men zyn' partye door een' Notaris, en Getuigen tot betalinge of voïdoeninge laat infinueren; dewyl men alzoo voor den Regter beft proberen kan , dat de interpellatie is gedaan. Indien 'er geene interpellatie is gedaan, ei*de Gedaagde , van §. i Interpelleeren.} Zodanige voorafgaande minnclyke interpellatien zvn volftrekt nood- zakelyk om een condemnatie van koften tegen den Gedaagden te kunnen ikrygen, wa-at iemand die gedagvaard is, zonder alvorens gemaant te zvn, fchoon de fchu.d'deu^deivk is, kan als nog prefenteeren te bctaalen, en aangaande de koften by den Impetrant gedaan, concluderen tot niet ontfankelyk, cum expenfis. Zie van Alphen Papeg. ï.D pas *j ■ J% lJ- *• °- 4- »■ 6- Manier W" Proced. Tit. £ Cap. r; «. r; pag en Voet ' de re Judic n. 22. Dit egter heeft geen p!aats met opligt tot fchulden, welker • Betaaling op een zekeren dag bepaalt is, want dan moet gelden de Regel, fös interpellat • fen^wf,' zulks °P .dre" He J™*n x58i. by den Hove van Utrecht is vete¬ raan , volgens Radelant Decif. Cur. Ultra]. 5. Bbb s.. de deugdelykheid der prastcnfie zynde overtuigt , voïdoeninge praefenteerd, zyn evenwel de koften , die 'er gevallen zyn, tot laften van den Aanlegger. Papegaay ijle D.pag. 30. num. 7. Reboff'ad Conjlit. Règ. inProum. GlofJ. 5. num. penult. fcp uit. Adde Mascard. de Probat.. Concluft 936.] I* Voor alle Rechtvorderinge, heufchlyk zyne Partye Adverfe te vermanen 2. Claufula; niet tegenftaande diverfche Interpellatien, &c. 3. Te zien of Partye habil is, om in- Rechten te ftaan, &c. 4. Raad te zoeken aan goede Vriendeth 5. Zig wel van alles te voorzien. 6. Advocaten te confuleren f. Tot wat-einde.  H| .1 t . I B E R I V. T I T interpellatien, hem by den Impetrant en andere van des Impetrants wegen tot dien einde gedaan. "p v3 'F 8 O Li ^1 L W -fi-' ll-fii A Jl 11 i. Zal ook zien en overdenken, of, beneffens hem , dezelve zyne Partye ook habil en bekwaam is te ftaan in rechten; ook aanfehouw nemende op de competentie van den Hechter. IV. En in zyne Confcientie van zyn goed recht overtuigd zynde, zal by zyne goede, getrouwe en verfhndige Vrienden raad zoeken; dezen zyn voornemen waarsgtelyk en grondeiyk aanzeggende, openbarende en daar op Raad vorderende. Vide Livinm lib. 4- & Ciceronem pro Quinftw & Cecinna. V. Indien by dezen raadzaam word gevonden rechts te plegen, zal zig de Aanlegger wel bedenken, en met alle naarftigheid onderzoekeu, of by zyne zaake wel zal konnen beweeren, bewyzen en waar maaken; 't zy dan door Getuigen , autentyke of geloofwaardige Brieven, wettelyke Inflrumenten en wel gefondeerde Schriften, of op andere manieren en middelen. I, 4. qui accafare. C. de edendo. ibi fcribentes. VI. Duar na zal hy zig met alles tot een of meer getrouwe, vroome, wyze en ve:Handige Advocaten of Raadgevers, mitsgaders tot een naarftig en wel gepraftifeerd Procureur ver . oegen, of door Brieven van alles verwittigen: den zelven zyne zaaken in gefchrifte gefield zynde ('t welk in tyd en wylen den Advocaten en Procureurs zeer vorderlyk kan zyn) in 't kort aangevende, al zyn befcheid toonende, en van alles wel onderrigtende.; zonder iets te verzwygen of agter te houden ( want by dezen, als ook by Medicynen, de waarheid te heelen is zeer hinderlyk) op alles confulerende en raad vragende; om alzo Calumniam en alle fufpicie van bedrog te eviteren en den Raad in 't definiëren te doen verftaan tot Condemnatie van Koften. Een Advocaat behoord zig, jn cas van Confuleren, wel te wachten van Roekeloosheid. Een haaftig en onb :d. gt Advys baard rouwe. Het is geene fchande ( want 's menfehen memorie is krank) de Boeken op te flaan, dat is ftomme Rechtsgeleerden, als onwederleglyke en onvervalfchte Raadsluiden, hem by te voegen; of met anderen, voor alle iuitinge, van de zaake te communiceren, indie., de nood zulks vereifcht. Dat veelen zoeken, word ligtelyk gevon'cn c de quibus dijt. xx. L^ie wat goeds wil uitrichten , moet tyd hebben. Van alle dezen voorhandel fpreekt Karolus V. als Grave van Holland in de Inftruftie tot vorderinge van de Juftitie uitgegeven in dasdaniger voegen : Uyt de Injïruttie, art. lxxxvt. §. 1. Ten einde dat de Partyen by haare Procureurs niet geabufeerd werden: zoo ordineren wy, dat van nu voortaan, wanneer de Procureurs §. 6. Advocaaten'] De Groot in zyne I/ag. ad Prax. For. Bat. Lib. 1. Cap 4. §. ?. is van oordeel, dat, wanneer iemand eeii Proces van eenig aanbelang begint, het raadzaamft is twee Advocaaten te verkiezen, één uit de ouden, om des?eJfs meerden ondervinding, en één uit de jongere, om des te beter tot het waarnemen der zaake te kunnen vaceerc».  T I T TT L U S IX I. C A P. I. 38$ eureurs eenige zaaken zullen aannemen, zullen gehouden wezen re gaan.met de Partyen, indien die tegenwoordig zyn, by den Advocaat , ende met hem van de zaake communiceren ende Confultatie houden-. 'Vide DD. ad Novell e&mn in proef at. VI I. Om te weten hoe dat men .de zaake zal beginnen , ende wat Conclufie dat men zal nemen, of indien de Partye niet komen mag, zoo zal de Procureur in 't beginzel van den Procesfe den Advocaat leveren alzulke Inftructie, als hy heeft, ende daar op met den Advocaat communiceren, als boven; ende dit al ten eynde dat het Regt van Partyen mag verdaan en bewaard werden; ende niet by negligentie of kwaad verftand verzuymd. TWEE-EN-TWINTIGSTE TJTEL, V A N REQ U ESTEN TE PRE SE N T E R E N. eV.r > .sk>M a?ï t*v£*tiï> wv tetfl ïo- 1 ab tcov silo , ttewiio'V tii.v :b«!fj£j i C r.ót CAPITTEL I. 1. De Aanlegger wel gefondeerd zynde, 3. Narralie of verhaal. en de Verweerder opiniairerende, 4. Oorzaak of Medium Concludendi. Requefte te prefenteren. 5. Verzoek of Conclufie. 2. Hoofd-deelen van de Requefte. . 1 ó. Verzoeken zyn veelderhande. I. A ls Partye haar nu in alles wel gefundeert vind, goede hoope hebbende .i\ in de zaake te triumpheren, en de Adverfe Partye nog geen gehoor gevende: zo zal hy vry en zonder agterdenken voortvaren, zynen Advocaat en Procureur de zaake gantfchelyk bevelende; en den Hove Requefte [0] doen prefenteren. Vide Clem. Paftoral. de re Judic at c.\. de cauff. poff. c. cum ad ecclef [a] Requefte] Van Requeften Antidotaai. Zie de Papegaay ijle D. p. 6J7. en 2de D. pag, ?92.3 ■ ■ •■■-...-%«.-'• oii abwcrifii svfos i' jsh ,»»• . < 1 >ioo  334 L I B E R IV. ecclef. de conjlit. En daar in de oorzaake van zyn voornemen en goed Recht voor dragen. II. In deeze Requefte moeten geconiidereerd worden, beneffens d'Infcriptie, gemeenlyk drie principaale Deelen. III, Van dewelke d'eerfte is de Narratie of't Verhaal van de zaake; begrypende in zich eene korte Voorreden, met deeze of diergelyke woorden: Geeft in aller ootmoed [Z>] ende eerbiedinge te kennen N. hoe dat &c. naar gelegentheid en verëisfchen van de zaake. Altyd met uitdrukkinge van des Suppliants name ende ook de qualiteit, [ e ] ingevalle dezelve is een gepriviligeerd Perfoon, als W«.duwe, Oud en krank Man , Oude en kranke Vrouwe, <^f c. of van wegen een die geprivilegeerd is, geageerd word, als Voogd, &c. Welke Qualiteit daar na gefield word in 't Mandament ende in de Pra?fentatie. I V. De tweede Oorzaak of het middel daar op 't Verzoek moet gefondeerd worden, in deezer voegen: Hls nu zoo, dat, &c. niet tegenftaande diverfche Interpellatien en vriendelyke vermaningen, &c. V. Ten derden 't verzoek of de Conclufie, Verzoekt daarom, Sc. met de fluitreden_, Dit doende, &c, VI. De \b~] Geeft in aller ootmoed.] Men zegt nu gemeenlyk, Geeft reverentelyk te kennen. Maar een Collegie, of illuftre Perfonagie zoude aaggen , Vertoont of vertoonen met behoorhk refleB . ] [c] Des Suppliants name ende ook de qualiteit ] By Ordonnantie van den Hove van den 8. Juny 1663, te vinden in het Groot Plac. Boek 3de Deel fol. 2925 is belaft in geen Requeften ofte eenige Aftens dc Weduwen te attribueren de qualiteit van Vrouwen, ofte voor de namen van eenige Perfoonen te adferiberen eenige Eertitulen, 't zy van Jonker, Heere, Grave , Prince , ofte diergelyke ; maar alIeenlyk in dc voorfz. Requeften ende Aflens te fteilen haare bioote namen, ende agter dezelve -haare Woonplaatfen , Ampt ende Bedicninge, Heerlykbcid , in dier voegen, als zy luiden daar mede waarlyk by de Hooge Overheid zyn verleid, ofte andere alzulke wettige qualiteit, waar mede dezelvekennclyk van anderen zullen konnen worden onderfcheiden, ende agter het woord Weduwe de naam ende qualiteit van dewelke dezelve Weduwe is, op poene van een Ypocras , dc Requeften uit te geven , notulen enz. te rooijeren. Hier uit blykt, dat in de Voorreden van het 2de Deel van de Papegaay 13de bladz. of folio reclo, abulivelyk en al te generaal word gezegt,.dat in de Requeften, Dingtalen, Notulen, ende andere Actens, teii Hove geprsefenteerd wordende, de Supplianten ^ofte die de Dingtalen ofte Notulen aangaat», niet gecualificeert mogen worden [onkers, Heeren ofte Vrouwen.] §• 3-. Qjialiteit.'} Dat geene Eertitulen in de Requeften , aan den Hove te prefentecren aan eenige perfoonen mogen worden geadferibeert, heeft ook plaats met opzigt tot Requeften , die geprefenteerd worden aan de Vergadering van Haar Ed. Gr. Mog'*! volgens Rejolutie van 2C Maart 1Ö57. G. P. B. 3. D. pag. 84. » 0 b §.,'5. Dit doende, £?c. IV Uitgaande tegenwoordelyk op den Naame van Stadhouder, mitsgaders de Prafident en Raden over Holland, Zeeland en Vriesland, &c. Vide Gail di£t Ubjcrv. JfLVfir. V. Invoegen dat dezelve Brieven zyn als Bevel van den Juge, & Cauiïa Efficiënt Citationis; zonder welke men tot daginge niet mag procederen. C de exU.rets. ubi Bart. & DD. I. 2. /. 8. conftntancum C. quom. & quand. 1 t n, r a f\ m0rm' iH c' T' de judic. ine. cum fis Romana. de appellat, in c propojuifti de foro competenti. in c. dilecii. de major. & obed. in c. prout. de dolo 6? contumacia. Bald. in l. fi quando. tg. C. de Tefiib VI. Den welken ook moeten obedieren de Perfoonen, daar de zelve aan houden, alwaar t ichoon dat de Provinciale Raad incompetent Rechter waare van de zaake in t Mandament geroerd. Want de Gedaagde moet in allen gevalle compareren, om zyn Privilegium fori of van Gerechts-dwank te alle Len en te concluderen, Dat de zaake, mitsgaders Part yen, behoudens d'eernSdZ Md van den Hove gerenvoyeerd worde voor haar dagelykfichen en competenten Rel n ' 7 % f- prr DJ qmSi m]US V0C' 1 2- D- ne ]_dat zy tot zulken Dage als men in dezelve (7) Bejlooten Brieven'} Men verleend, ten "Waare uit zaake van fchulden, tegen Steeden [u], Dorpen, Officiers en Edelluiden, voor de eerfte brieven, geen brieven van Mandament, dan alleen beflootcn Misfive, die by een Boode behandigt word, en het antwoord gebragt in de Griffie, alwaar partyen Copye begeerende, het verzoeken en ligten mogen , idque propter prajumptionem juris, qua pro iis militat. Gail lib. r. obf. 17. [«] Tegens Steden ] Als mede tegen die in de Ridderfchap befchrevcn zyn. Bynkersh. de Foro Legat. Cap. 16. pag. 131. in 8. Tegen de geenen , die adminiftratie van Stads inkomflen hebben, of van- Kerken-goederen , of andere Godshuizen , worden Mandamenten verleent, en geen Beilooten Mis lives, fchoon dezelve Provifien mede zouden difponeren tegen Burgemeefteren en Regeerders van dc Steden ,. als zy maar geen principaal intreft daar in hebben. Lqenii Decif. Caf. 138. Als een particulier perfoon , nevens een Stad of diergelyk Corpus , in regten zal betrokken worden, cn die particuliere Perfoon zoo wel als dat Corpus prmcipalyk in de zake is geïntcresfeert, zoo word tegen dat Corpus verleent Beflöten Misfive , en tegen die particuliere Perfoon Mdndament. By de Requefte word dan verzogt ex gr. in reguarde van welgemelde Burgemeefteren enz. Beflöten Misfive, en in reguarde van den voorn. N. Mandament, waar by welgemelde Burgemeefteren en den voorn. N. gelaft ende bevolen zy enz. Brieven van Beneficie van Inventaris, als mede Brieven van Cesfie, zyn altyd Opene Brieven, fchoon onder deCrediteuren mog-. ten zyn Steden, of anderen, waar tegen anders gemeenlyk BefJooten Misfives verleent worden. En fchynt in het generaal vaftgeftelt te moeten worden , dat alle Provilien van Juftitie, die by den Hoogen Rade verleent worden , als reprxfentcrende de Hooge Overheid, geëxpedieert worden by Opene Brieven van Maiidamente. Men zoude nog een' andere Regel kunnen valt fteilen , dat, namentlyk , in alle gevallen, daar Committimus plaatfe heeft, Opene Brieven van Mandamcnte noodig zyn. In.materie van Evocatie word, na dat 'er twee Beflöten Mislives voor af gegaan zyn , Mandament van Evocatie tegen het Geregt verleent.] [_b] Bejlooten Brieven'] De Bëflootcn Misfive, die voor af gaat, moet niet geconfundeert worden met de beflooten Misfive of Pró- §. 2. Met Beflöten Brieven.] Hier van worden eenige exempelen gevonden in de Papec. . 1. D.'pag. 406. in not. & 2. D. pag. 351, 360 rjf 425. Egter worden 'er ook wel voor- beelden gevonden, dat by 't Hof, alvoorens op zoodanig.Requeft te difponeeren, alleen* - 1. D e £ l. D d d lyfei ■ i.: Officieren in loco zynde, worden firn- i pelyk ontboden'. 2. Extra locum, met bejlooten Brieyen. g. In gevalle van Cóntumacie.  394^ L I B E R IV. dezelve Brieven zal fpecificeeren, komen Verantwoorden: of fchry- ven 'yk een Appointement is verleent, waar by partyen zyn geordonneert te compareren voor Heeren Commisfarisfen, op hoope van accoord; en dat vervolgens de partyen gecompareerd zynde, en malkanderen niet hebbende konnen verflaan, het verzogte Mandament by 'tHÓf is verleent. Zie de Papegaay i. D. pag. 407 £? 409. in not. en 2.D. pag. 374 en 38^. . Insgelyks, zoo wanneer eenige Provifien van Juftitie, 'tzyvanRau Actie, Pcenaa! &c." worden verzogt tegen de Magiftraten van de Steden, mogen dezelve Provifien by de" Hoven niet dadelyk worden verleent, maar moeten de Requeften, waar by de gemelde Provifien van Juftitie verzogt zyn, of Copie Authenticq van die», volgens de Refolutien van haar Ed. Gr. Mog. van den 10. September 1591. cn den yfte July 1658. alvoorens by Befloten Misftven aan de voornoemde Magiftraten van de Steden toegezonden werden, t»n einde zylieden binnen zokeren tyd dc voorfz. Hoven van de gelcgentheid der zaake, in de Requeften vermeld, onderrigtingc mogen doen, omme in 't verleenen van de verzoete Provifie daar op gelet te worden naar behooren. Zie de Papegaay 1. D. pag. 307 e« 308. G. P. B. 7. D. fol. 922. W. df. Gkoot M.i. B. 4. Cap. n. 11 en 12. . Ook word een exempel hiervan gevonden in de Papegaay ?. D. pag. 417. in not. • Dog kan egter volgens de laatftgemelde Refolutie in de bcllote Misfive gefield worden de gewoone Claufule, hatende alles middelertyd in ftaate en in zyn geheel, welke in de Praclyk genaamt word dc Claufule van furcheance. Zie de Papegaay 2. D. pag. 463. Ende wagt 't Hof ordinair eeni•gen tyd., om 't zelve Berigt te bekomen, 't welk niet tot genoegen van den Hove gedaan zynde, word als dan eerft de Provifie van Juftitie verleent. §. 2. Komen verantwoorden.'] De dagvaardingen by beflote Misfiven, en niet by opene Briefen van Mandamente, worden ook gcëmployecrt, wanneer men ageert tegen de Leden Provifie van Juftitie zelve, die naderhand verleent word, en in dc plaatfe van een Mandament is. In tcgenftelling van de Provifien van Juftitie , die Bejlooten Misftven genoemt worden, noemt men de Mandamenten Opene Brieven van Mandamenten. Die by Beflooten Misfive gedagvaartworden,noemt men Befchrevens ; die dezelven doen dagvaarden, worden Impetranten van Beflooten Misfive genoemt. En word by dc Requefte verzogt Beflooten Misfive, waar by Burgemeesteren en Regeerders van de Stad N. aangefchreven en bevolen werde. Hier op volgt het Difpoiitief. By Refolutie van de Heeren Staten van Holland van den 10. September 1591. is onder anderen goedgevonden en verftaan : Dat by de Collegien van den Hoogen en Provincialen Rade geene Provifie zal worden verleent, zonder alvorens de Requefte van Partye aan de Steden gezonden te hebben, ten einde zy lieden binnen zekeren korten tydt den Rade mogen onderregten, wat van de gelegenheit van de zake is : omme in het verkenen van de verzogte Provifie, daar op gelet ende gedaan te mogen worden naar behooren, op poene van nulliteit. Deze Refolutie ftaat in de Handveften en Privilegiën der Graven van Holland^ gedrukt in den Hage 1663. in 4to., op pag. 39 en 4c. Adde Papegaay 2de. Deel pag. 463. In zekere Misfive, van beide de Hoven, aan de Heeren Staaten van Holland, op het fubjecl van de voorfz.Refolutie,overgezonden den ï6. November 1591, en te vinden in de gemelde Handveften, pag. 40 en 41, word onder anderen gezegt: Dat mede niet practicabel fchynt te wezen, dat men generalyk alle Requeften , tegen Steden overgegeven, zoude eerft moeten overzenden, voor en aleer eenige Provifie van Juftitie te moeten verkenen : immers, dat het zelve in materie van Appéllatie, Reformatie , Maintenue of Complainte , en diergelyke fruftratoir is, en zonder intreft van partye niet kan gefchieden: Het Hof zegt mede in zekere Misfive aan de .Heeren Staten van Holland, van den 11. December 1671-, apud Boel 'in Notis ad Loemii Decif. Caf. 67. pag. 469 , dat de voorfz. Refolutie van 1591, by het Hof in materie van Complainte nooit'is gepraftifcert. Hiervan is de reden evident; aangezien in Complainte periculum in mora is. Dog in cas van Maintenue, zyn by den Hoogen Rade, . op den 2i. Juny 1714, aan Chriftiaan Cafteleyn , oud Burgcmeefter der Stad Rotterdam , voor zig zelven-, ende als Vader en Voogd van zyn' minderjarigen Zoon, Jacobus Andreas Cafteleyn, twee Beflooten Misfiven in cas van Maintenue verleent, de eene  TT TULIJS XXIII. CAP. IV. sparen de Waarheyd van de Zaake; om voorts daar op te voorzien, alzoo 't behooren Zal. III. Ende indien zy niet komen, nog hunne Excufe genoeg Zynde overzenden; zoo zal tegen hen gegeven werden Provifie, als naar eene aan de Heeren van de Vroedfchap, en de andere aan de Heeren van de Wet, deiStad Rotterdam. By den Höve van Holland is in cas van Maintenue en posfesfoir Beflöten Misfive verleent aan Mr. Arnout van Zuilen van Nlevelt , Raad en Vroedfchap der Stad Rotterdam, mitsgaders Bailliuw en Dykgraaf van Schieland , aan Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Rotterdam, Egter vinde ik in de Papegaay ijle Deel pag' 115, eene Requefte , omme Mandament van Maintenue tegen Dykgraaf en Heemraden van A.] den van de Ordre van de Ridderfchap en Edelen van Holland , te weten wanneer de zelve gedagvaard worden in die qualiteit, en niet in hun particulier, volgens Refolutie van d; Staaten van den io-rfe Maart 1678, in 't Gr. Pl. B. 7. D. pag. 940. feqq —— Dewvl voorts, zoo veel ons bekend is, de formulieren van zoodanige Beflote Misfivens niet zeer voorhanden zyn;, zal het, zoo wy hoopen, den Lezer niet verveelen, dat wy'er hier 9.en voorbeeld van laten volgen. Beflote Misfive van den Hove Van Holland, in dato den 8. October idop. v MAURITS, Geboore Prince van Orangien, Grave van Nas„ fau , Catzenelleboghcn , Vianden , Dietz , Meurs, en „ Marquis van der Veere en Vlisfingen, Heere van St. Vyt., „ &c. &c. &c. Gouverneur, Capitein Generaal, en Ad„ miraal, mitsgaders die Prefident ende Raaden over Hol„ land, Zeeland en Vriesland. 3, Eerzame, Difcreete, Voorfienige goede Vrundenl w 0P huvden is 0ns' v'i» wegens Jan Janfz. Taarlingh, Boelhuismeefter of Inner binnen n\-f der Steede van den Brielle en de Vryheid van dien, geprefenteert /ekere Reaues„ te, dewelke Wy U Luiden hier inne beflöten overfeynden. Ordonneerende en bevee„ lende U Luiden van weegens de Hooge Overheid dezelve te vifitecren, ende U Luider „gefuftmeerde, daar inne geroert, mitsgaders de beletfelen daar door gecaufenrt, cofte„ loos en fchadeloos aftcdoen , U Luiden interdiceerende van gelyken meer te doen „ maar dat gylieden zu.lt gehengen en gedoogen, dat de Suppliant, gelyk hy en fyne „ Prsdeccsfeurs en Autheurs altyd gedaan hebben, als Boelmeefter en Inner der voorfz. „ Steede en de Vryheid van dien, zaL mogen compareren en ftaan over alle Verk opin„ gen, die in Boelhuizen of anders, hoe het ook zy, in het openbaar en bv den uitroe„ pe gehouden en gedaan worden, fulks ook en in dier voegen, dat nieman't eenige zoo„ .danige verkooping en openbaare opveylinge binnen der voorfz. Stede en de" vryheid I „rvan dien zal mogen houden en doen, fonder den Suppliant daar over te roepen, en „hem zyne geregtigheid, van ouds daar toe-ftaande, te betaalen: ten waare dat Gyiie„ den eenige reeden hadde ter contrarie, die Gylieden gehouden word op Dingsdag toe- - D d d .2 . „ ko-'-  t I B E R IV. naar Regtswegen behoord. Vide huc Doel. ad l. quotiens. Vfi in firn. C. de dignitat. & Antonium Corfetum in Singul. in voce Citatio. CAPITTEL V. 1. Opene Brieven in cas vanComplaintte. 2. Inhoud der zeiver. 3. Op wien luidende. 4. Informatie op alles. 5. Forme van eene Commisfie in Cas vail 'Nieuwigheid of ComplainUe. Uyt de Injlr. art. xxxrx. I. Ttem de Stadhouder, Pracfident ende Raaden zullen geven ende A verleenen allen den genen, die hen in eas van Ongebruyk ende komende veertien da°-en, als op den 27. dezer maand Oftobris, te komen verklaarcn " -alhier in den Hage voor Mr. Pieter Couwenburg van Beloys, Raad Ordinaris van den " Hove van Holland, als Commisfaris daar toe gecommitteert , omme Parthyen by den " voorfz. Commisfaris daar op gehoord, voort geprocedeert; en op deszelfs Commisfaris Rapport by den voorfz. Hove geordonneert te worden, fulks als van Regtsweegen be,, hoeren zal." En hier meede „Eerzaame, Difcreete, Voorfienige goede Vrunden, ,, den Almogende Heere beveelende. Gefchreven in den .„ Haage op den 8. O&obris anno 1609. ( Geteekent) (De Superfcriptie luyd in dorfo.") 'HOGENHOUCK. Eerzaame , Voorfienige , Difcreete onze goede Vrunden , de „ Burgemeefteren en Regeerders der Stede van den Brielle. (Nog ftaat in dorfo.~) „ Requefte en Misfive, zynde het Venuencour en Commisfie „ op myn Ed. Heere Commisfaris in dee-fes."  TITU L: tTS XXlï l CAP, V, §#f de (8) Nieuwigheden zullen willen beklagen, Opene Brieven van (p) Mandamente. Iï. By (8) Nieuwigheden] PraBici nbvitatis caufam appellant interdiBum retinendz poffeffionis. Vide Masuer. tit. de poffeff. C 9 ) Mandamente ]' Daar zyn verfcheide foorten van Mandamenten [a], als Mandament van Maintenue, five mi poffidetis. Zie de Inftructie van den Hoogen Rade Art. 195. cum feq M Verfcheide foorten van Mandamenten] Te weten, Posfesfoir. Daar is onder anderen ook by ons gcrecipieert een Remedie Posfesfoir ex I.eg uit. Cod. de Edict Divi Hadriani toll. Volgens dit Remedie, word iemand aanftonds geïmmitteerd in de Posfesfic van eene Naiatenfchap, die vertoond een Teftament, dat gaaf en ongecancelleert is, e'n dat uitcrlyk niet heeft eenig zigtbaar gebrek, vifibile vitium. 7Ae hier van Voet ad Pand. Tit. Qiiorum bonorum. Een zigtbaar gebrek is ook onder anderen, als 'er aan het I Teftament ontbreekt dag of jaar, of als'het getal der getuigen niet compleet is geweeft. Dog zyn geen' zigtbare gebreken of vitia vifibilia, als men allegeert dat het Teftament valfch is, of dat de exhseredatie onwettig is gefchied, of dat de Teftateur geen Teftament vermogt te maken, of dat de Notaris inhabil was of niet bevoegt om het Teftament te pasferen. Want het Remedie van deze Wet is een' foort van een' Provifie, Waar van de liquiditeit niet kan worden gcftremt door zoodanige allegatien, die in allen gevalle eenig nader onderzoek vannooden hebben. Voet ad d. Tit. num. j. Over deze materie heeft ex profeffo gefchreven Caesar AkGELus de Paltronibus de Legitimo Contrddittore ad l. Final. Cod. de Editto D. Hadriani tollendo, Colon. 1662. in folio.] Mandament van Complainóle, five interdictum unde vi., quod eft queedam provifto feu largitio PHncipïs rjf Juftitice, quee dztw alicui conquerenti quod poft pacificam unius anni plenam poffeffionem ab aliquo in eadem recenter turbetur, cui annuo poffef'ori Juftitice Princeps hoe beneficium confert, ut per Complaintam eundem paffes, forem in fv.am poffeffionem afferat, & perturbatorem prohibeat ne amplius tui bet:, fed poffeffori pacificum jus relinquat; £? fi r.iid juris habere contendat, id ordine Juftitice experiri incipiat quod utJacere poffit, £f poffefforem £? perturbatoremfimvl per OJharium ad certmn dien cittt, £? in JiHiicium comparere jubet, ut ibi in ptfjes- foris res peragatur -, & videatür utrius jus fit ce quius, £p hac ComplainBa five novitatis provifione removetur omnis perturbatio £f novitas in ca'fu oppofitionis, res contfinliofa fequeftraiur. Gurt. in TraB. de Sequeft. fol. 3. n. 12. August. Perus. TraB. cod. fol. 199. n. 2. £f fequent. Dawhoud. prax. civil. cap. 38. Maintenue [ b ] , eft remediüni 'quod poffefforem inpacifica poffeffione confervat. Eft igitur queedam ■ provifto Mo Principis aut concilii ejas beneficium, quod metuentem ex poffeffione ejici confervat , £? manumittendo tuetur, cum interdiBo contra omnes mi contradkere voluut, £f id douec per Juftitiam polion juri idque habenti conferaiw pos- feffio: ideoque in ifta provifione res imms controverfa in cafu appellationis, per fequeftrem traBai> tur. Damhoud. cap. 41. [b] Maintenue] Nota, het is juift niet noodig,dat alleen op de Rccrederitic weid regt 'gedaan, maar kan ook in pler.ario posfejforio regt gedaan worden, ais voor Commisfarisfen is gepleit, wanneer dc zake t'eenemaal liquide word bevonden. Maintenue word niet alleen verleent tegen den Turbateur, maar ook tegen den geenen die ordre tot de Turbatie heeft gegeven. Wesenb. ad Tit. Uti pofifid. num. 5J Ex his in quibus difl'erant complaiaae & Maintenue [_c] fatis liquet, hecc enim tuetur pojfidentem, illa lurbatum in poffeffione reftituit; ih hac non 'eft tnrbatio faSi, fed oppofitio dumtaxat propter metum faciendx iurbationis ; in illa neceffe eft prccceffijj'e aliquam turbationem, utpote expulfioncm , vexationem , velfublaiionein; in.hac neceffe eft eftendere beneftcialem tïtulum; in illa Jiifficit oftendere annualcm po(feffioncm. v [c] In quibus dijferant Complaincle & Maintenue] Van bet onderfchcid tusfehen Complainae cn Maintenue, zie do Manier van Proced. Tit. 3. Cap. 3 num. 3. feqq ] In Maintenue prctfertim beneficiali cumulatur pofjefforium cum petiterio, qui apparentius ju;: hubét 'obtimt in petitorio. Guid. Pap. decif. 71. in complainBe tantum pojj'effw curatur. Dak;houd. d. IraB. c. 37 40. Als iemand bevind, dat'hem eenig land* toekomt, en een ander in dc posfesfic is, zonder recht of tyte.1, zo mag hy voor den Hoogen Rade verzoeken Mandament , uit kracht van 't welke hy rcéelyk of by feite geftcld word in de posfesfic, en den andc-J d d 3 ros  398 LIB: E R IV. II. By den welken Narratie gemaakt van den Regten ende ( io) Posfesfien van den Impetrant, hoe dat hy binnen den ( 11; laaften Jaare in deugdelyke Posfesfie, Bezit ende Gebruykenisfe geweeft heeft, ende nu van nieuwsgeturbeerd werd. /. 2. vi pulfos. C. unde vi. III. Bevolen zal werden eenige van den Raade, of andere Notable Officieren, de wederpartyen te doen dagvaarden tot eenige van de Contentieufe plaatfen, voor alle andere plaatfen. IV. Ende dat hy op de regten, Posfesfie, bezit ende gebruykenisfe by den voorfz. Impetrant gepretendeerd, ende van die Turbatie, Hinderende Steuringe, die hy hem zeyd gedaan te zyn, htm deugdelyk (12) informere. V. De Commisfien in cas van Complaincle worden meeft gecoucheerd op navolgende maniere; JV. Stadhouder, &c. mitsgaders de Preefident en Raden over Hol- ren eerft bevolen ontwaaringe te doen, niet tegenftaande appéllatie of oppofitie, nullo juris ordine fervato, contra l. msminerint. C. unde vi: (10) Posfesfien'] Requiritur ut pojfideat non tantum civiliter fed naturaliter. Rebuff. de tr.at. poff. Art. 2. requifita tradit. ibid. Art. g. £f d. loc. gl. *. ». 12. Vide etiam Inftructie van den Hoogen Rade Art. 19-. Cn) Laaften Jaare] Contra §. fed interdiüo inft. de interd. Vide Imb. lib. i. c. 33. Wieland pratl. tit. 1. c. 8. Guid. Pap. q. 2jo. Hanneton de ord. Jud. part. 2. c. de excep. fpol. circa finem. Si quis in poflelforio [_d] obtinuit £p in petitorio vincatur, f rutlus quos percepit non tenetur reflituere , nifi a tempore litis in petitorio fontefiatce. Imb. lib. i. c. 33. [d] In poffeffcrio] Volgens het Roomfche Regt, moet "het posfesfoir en petitoir voor den zelven Regter gcventileert worden , propter continentiam caufce. L. 10. Cod. de Judic. Middellant in Notis num. 51. ad VroMans de foro compet. Lib. 1. Cap. 1. §. 26. toont aan, waarin de connexitcit tusfehen het posfesfoir en petitoir beftaat. Adde AuctCres ab eo ibidem allegatos. Des niet tegenftaande , konnen by ons posfesfoire zaken wel ter eerfter inftantie geventileert worden voor den Hoogen Rade, Injlruiïie van den Hoogen Rade, Art. 19. Maar moeten de quaeftien over het petitoir •yoor het Hof, of eenen anderen Regter, daar toe competent, gcventileert worden, "^oo, dat als iemant voor den Hoogen Rade ten posfesfoire ageert, de Gedaagde in die posfesfoire inftantie geen' Reconventie ten petitoire kan doen. Neostad. Supr Cur. Decif. 127. Voet ad Pand. Tit. de quibus reb. ad eund. judic. eatur. num. 4. en ad Tit. de Judic. num. 134. Zie hier ook in Notis num. i.\ en hoe Lib. 4. Tit. 43. Cap. 3. in Notis num. 2.] A Sententia fuper poffefforio lata an appell. [e]. Maranta p. 4. Jud. fift. 9. n. 44 & 45. & Sneid. ad inflit. § 3. pr. n. 18. [ e ] A Sententia fuper poffefforio lata an appell. ] By het 2de Art. van het Acommodement tusfehen beide de Hoven van Juftitie, gepitbliceert den 26. Juny 1725. is geconvenieert: Dat by den Hove van Holland , Zeeland en Vriesland, regt gedaan zynde in 't plenair poffesfoir, de Sententien van den gemelden Hove, in dat cas gewezen, voortaan geenerhande provocatie f 'ibjetl zullen zyn aan den Hoogen Rade, het zy by wege van Appél met inhibitie, of by wege van Reformatie. (12) Informeren] En moet d'Informatie beflöten in de Grime gebragt worden, aleer den dag diend. Vide Art. 95; Nota Bene -. In cas van Spolie , valt o-een Reconventie, noch exceptie van compenfa-. tie, quia Spoliatus ante om.iia efl reflitnendus. Van Complaincle, ziet Mr. Pieter Bort . in zyn Trattaat van ComplainSe, en de Papegaay van fol. 122 tot 200,  TlTULfjS X X II Ï. CAP V. rsyp Holland, Zeelanden Vriesland, onzenlieven en beminden Medebroeder in Raade N. Saluyt en Dilectie. Alzo &c. cumfatti Narrationê pront in Supplice LibelloZo is H dat wy u committeren mits dezen te reyzen ter plaatfe , daar H van noode wezen zal, en gy verzogt zult worden; en aldaar by een Deurwaarder voor u tot zeekeren Dage en uuren doen roepen, en dagvaarden den voorfz. N en allen anderen Perturbateurs, des nood zynde, om te zien informeren en procederen naar inhou cl van dezen, en te allegeren des hen goed. dunken zal, Partyen te hoeren, om van ■alles te maaken Proces Verbaal, en u voorts wel en volkomelyk informeren op de voorfz. deugdelyke Posfesfie vel quafi van den Suppliant, mitsgaders van den Turbel, Letfel, Hindernisfe en Ongebruik daar tegens gedaan: Stellende en redigerende by gefchrifte 't gund gy daar bevinden zult. En indien u blyke zoo veele dats genoeg zy , van de premisfen, byzonder van de posfesfie en gebruikenisfe voorfz , en ook van den Turbel, Hinder en Ongebruik ter contrarien gedaan, immers binnen 'j Jaars, gy als dan van wegen de Hooge OveHieid by u roepende $'Officier van de plekke, is 't nood, maintineerd den zelven Suppliant in dezelve zyne Posfesfie en Gebruikenisfe; afdoende alle Turbel, Nieuwigheid en Ongebruik ter contrarie gedaan, Gebiedende en bevelende van wegen als boven, den voorfz. N. en allen anderen Perturbateurs, des nood word, op zekere groote peinen tegens de Hooge Overheid te verbeuren, dat zy den voornoemden N. laten berufien in zyne voorfz. deugdelyke Posfesfie, kofteloos en fchadeloos afdoende alle Turbel en Nieuwigheid', reflituerende de Vrugten enProfyten daar van by hen ontfangen en opgebeurd, hen verdragende van gelyken meer te doen; zo dat de Suppliant des te vreden zy. Ende in cas van Oppofitie, de Nieuwigheid voor al afgedaan, en alle ding dies aangaande gerepareerd ende gefield zynde in zyneneerjlen en behoorlyken ftaat,ly alle behoorlyke wegen daar toe dienende, ende van noode zynde, niet tegenftaande Oppofitie of Appéllatie , mitsgaders de zaake contentieufe genomen in handen van de Hooge Over* heid als onder die Overhand, om geregeerd en bewaard te worden by eenen lekwa' men Perfoon of Perfoonen, die gy daar toe committeren zult, als Sequefters ,is 'f nood, tot dat anders gedppoinSteerd zal zyn, dagvaard of doet dagvaarden d'Oppo. f anten te komen, of gemagtigde te zenden voor dezen Hove tot zeekeren tamelyken Dage, omme haare redenen te allegeren, te verantwoorden op alzulken Eifch en Conclufie, als de Supplianten zullen willen doen en nemen. En voorts in de zaake te procederen, zo wel noopende de Recreantie, als op de materie Posfesfoir, als tiaar Rechten dienen en behooren zal: Ons overbrengende ofte uitzendende by auientycq gefchrifte, wat gy hier inne gedaan zult hebben en u wedervaren zal wezen. ' Gegeven , &c. De hac materia vide plura infra. ' VI ER-EN-  400 L! B R 'R IV. CAPITTEL §. 4. Zo noodig èfc] De inhoud van deeze §. word nader beveiligt door Vromans ie Tor. Comp. Lib. 3. Cap. s. §. 4. cn door de Regtsgeleerden aldaar, mitsgaders in de noten van Middellant, geallegeert, alwaar teffens zeer wel aangemerkt word, dat al 't geen wegens de noodzakelykheid der* Citatien in de Rechtshandelingen, door Vromans all. loc, gcleert word, insgelyks ook plaats heeft in crimineele zaaken, op dat niemand onverhoord fcdude werden veroordeelt. Zie ook de Contra-Memorie vanConfideratien van den Hoogen Rad} in 'is zake van Mr. A. van der Mieden, pag. 16. & feq. VIER-EN TWINTIGSTE TITEL, V A N.; CITATIEN, DAGINGE, VOOR-EYS, SC HING of VOOR-GEBOD. c a p i t t Ti l l T. Citatie aanvang van 't Proces. 2, By wat Rechten ingebragt en,geapprobeerd. I. //Citatie, Daging of Beroeping is't beginfel, aanvang en inflel van den Proccsfe, en het eenig fundament daar op voorts het gantfch beleid van de zaake fteund en gebouwt word. §. omnium 3. Inftit. de peen. tem. litig.. Angel. Bart. & alii DD, ad Rubric. D. de in jus voc. Spec. in tit. de Citat. in. princ. Lanfranc. de Citat. num. 1. Bart. in rubr. Ne quis eum qui in jus voc: Math. de AjJliCt. in conjlit. reg. Sic. quee incipit, Si quem nojlrum. Socin. in confil.. xn. vol. 11. II. En is ingebragt by de Godlyke en Natuurlyke Rechten, Genef. cap. in. verf. 9. daar na geapprobeerd van alle Volken en by de Civile Rechten. III. Wezende eene Specie van Defenfie. Clem. Paftoralis. de re judic Pancr-. wit. in c. cum olim. de re judic. Marant. part. vi. cap. de Citat. num. 3. IV. In voegen dat de Prince dezelve niet kan wegnemen, ten waare om oorzaaken hem grootelyks daartoe moverende. DD. apud Boer. part. lx'. De-, cif. ccxlvii. num. 5. & 6. Zo nodig, dat indien daar eenige faulte in word gevonden, 't gantfche Proces tegen de gecontumaceerde, zoude wezen nul en krachteloos. Bald. in auth. fi omnes C. fi ab heered. fe abfiin. 3. Is eene Specie van defenfie; 4. Mag niet nagelaten worden.  T I T V Ê V 8 XXIV. CAP. II. *oi CAPITTEL II. Definitie van Citatie. Citatie of Daging is anders niet, dan een Judicieel werk, door welk de Schuldenaar of Beklaagde, door bevel van den Rechter, geroepen word, om te compareren; en geprepareerd zynde, den Aanlegger'of Klager op zynen Eifch antwoord te geven, en op 't zelve wat recht is te hooren wyzen. DD. ad l. i. D. de in jas voc. Socinus in tract. Citat. art. u CAPITTEL III. %. Verbelle Citatie. 2. Privée of Particuliere. 3. Publycque. 4. Reële. 5. Citatie voor Litisconteftatie. 1S tweedernaride: Verbalis, die door den mond vaa den DeurwaarJLLf <3er gefbhicd, met behoorlyke omltandigheden. Welke wederomme op tweederley manieren geconfedereerd word : II. Privata, die aan de Perfoonen of haare Woonfteden gedaan word, DD. ad l. li), plerique. D. de in jus voc. IIL Publicatie openbaarlyk gefchied door Mandamenten, aan de Kerkdeuren, Stad huys of andere publieke en gemeene plaatzen aangeflagen; door Afroepen, Klok-geflag, Trompette en andere diergelyke middelen. Worden by den Grieken genoemd, vo> infra cap. 16 ü. ff 3. J IV. Realis of hand-dadige Citatie is aantafting van de Perfoon. c. fi clerU cus. de Jent.jxcomm lib. vi. auth. qua in provincia. C. ubi de Crimin agi oport. ubi nu. ^ Jajon. pmcipiïe in l. plerique. 18. D. de in jus voc. Vide infra cap. ïx. J J L Deel' E e e V. Zom- é. Na Litisconteftatie, dog voor de Sententie. 7. Citatie na de Sententie. 8. Simple Citatie. 9. Peremtoire.  4os L I B E R IV. V. Zommige Citatien gefchieden ook voor Litisconteftatie; zómmige daar na. Voor Litisconteftatie, als om te recht te komen; om te zien wyzen 't Profyt van Defaulten; om te Kennen of Ontkennen ; om te zien ligten 't Namptisfement onder Cautie; om te Guaranderen, en diergelyke. VI. Na Litisconteftatie, dog voor de Sententie: om Schrifturen te debatteren of accorderen, en daar op te antwoorden by Verbum Credit vel non Credit. Om Getuigen te zien zweeren; om Productien te zien doen; om Arrementen van Proces aan te nemen. VII. Na Sententie; om Declaratie van Koften over te nemen; om Koften te zien Taxeren, &c. VIII. Zommige Citatien zyn ook Simple, zommige Peremtoire. Simple zyn, na welke meer Dagingen gedaan worden. IX. Peremptoire Citatie is, dewelke perimeerd, dood en te niet maakt alle dagingen; en is van zulken Effecfe, dat de gedaagde of Adverfe Partye niet langer mag verbeiden, uitwegen zoeken , en de zaake door Citatie begonft,, ilepende houden. I. 70. e?* tertium. D. de judic. Want de Juge verftaat, en doet in 't Mandament uitdrukken, komt de Gedaagde of niet, dat hy in de zaake zal voort procederen, naar behooren. Vide Bart. in l. fi finita. 15. Julianus. 16. D. de damno infeclo. Panormit. in c. caufifam. extra, de refcript. Vide c? Lanfranc. de Citat. numer. 8. verfic. Sed qucero. Maar de Rechter moet wel acht nemen in wat zaaken een ofte meer Citatien gerequireerd worden, aleer hy peremtoirlyk of met Intimatiemag doen daagvaarden; regard nemende op de natuure van de zaake, conditie en qualiteyt van de Perfoon, die men zal dagvaarden, op de gelegendheid van de plaatze, en bekwaamheid van den Tyd. Want zomtyds daagd men peremptoirlyk na drie Citatien, zomtyds na twee, zomwylen na één, zomtyds terftond en met den eerften, 't welk genoemd word een voor al. nonnumquam. 72. D. de judic. Vide DD. ad l. confentanewn 8. cum feq. C. quom. & quand. jud. £f ad l. contumacia 53. §. j| D. de re judic. c. de illicita. §. de conventmie. 24. q. 3. ubi glojfa. (*) Naar onzen ftyl is d'eerfte Daging peremtoir in Appéllatie van Executie, Injlr. Holl. art. cxiv. In Appéllatie of Reformatie tegen den Impetrant, art. cxiv. &f ccx. Om Brieven van Cesfie te zien interineren. d. art. cxiv. Om Declaratie van Kollen over te nemen, d art. cxrv. In Taxatie van Koften, art. cxvnr. cxcv. Om te zien decerneren letteren van Exëcutoire op Aften van willige Condemnatien, of op verjaarde Sententien van dezen Hove, en op alle Sententiën van andere Rechters, art.cxvin. Item alle Citatien, die gedaan worden na Litisconteftatie, zyn peremptoir, art. cxxi. De tweede Citatie is peremtoir in Simpele Posfesfie, art. xn. In Appéllatie of Reformatie tegen den Gedaagden, art. cxiv. c3f ccix. Om Arrementen van Proces aan te nemen, d. art. cxrv. In cas van Garand, art. cxv. Om te zien interineren Brieven van Remisfie, art. ccxxin. De derde, in Perfoneele Actiën;[ in welke gegeven word een vierde Commisfie ex fuperabundanti, art. cvin. De vierde, in Reëele Actiën, art. cx. En in Crimineele zaaken, art. ccx. C) Vide Gail. lib.. I.. obf. 53. n. 20 £? 22. CAPITTEL  TITUCÜS XXIV. CAP. IV. 403 CAPITTEL IV. r. Tot wiens verzoeke Citatie gefchied. I. T^Ve Rechter mag niemand doen Citeren, om in Rechten te kom ent ±_^r ten zy daar toe by Adverfe Partye verzogt zynde, 't welk te verftaan is, zoo wanneer daar queftie en gefchil is op privée en particuliere zaaken Lanfr. de Citattone, num. 5. fif 9. DD. ad c. fignificafti. verb. petitionem de for compet. I. ad peremtorium. 68. D. de judic. i. fin. C de bon. auct. judic. polTid'. I. 4. §. hoe autem. D. de damno infeüo. (Want anders word gcuieerd in publieke zaaken; in welke de Rechter zulks doen mag, zonder iemands voorgaande Inftantie ofte begeerte c qualiter. 24. de accu/ationib. Socinus de Citat: art. vi. num. 2.) Al zulk Verzoek word by den Aanlegger gedaan by Requefte , 7^VY,angtWeZen in \M™d™™t, per Verba; Alzo N. ons vertoond fe J en naar de mfertie en 'tnarré van de Requefte , Alzo hy CAPITTEL V. 1. Wie de daginge doet buiten de plaatze daar 7t Hof is. 2. Wie binnen den Hage, 3. Wie in cas van Ongebruik. 4. .Straffe der Deurwaarders, zonder Bevel citerende. I. Tn den Provincialen Raad worden de Dagingen, die buiten deplaatze daar 1 tHof is vallen, gedaan by de Deurwaarders, d'eerfte op 't inhouden van t Mandament te werke te leggen, verzogt. Welke Claufule mek S a le Commisflen of Mandamenten word uitgedrukt II. Binnen den Hage of daar't Hof is, worden, ten verzoeke van Partven Kamer^ de ™6D ^ dc Deurwaarders va/de III In Cas van Ongebruik en nieuwigheid gefchied het Esploift bv dén ofte meer Gecommitteerden uit het Collegie der Raden, uit Jcrachte van Opere Bri ven dre den zelven tot zulken einde by den Stadhouder, Praefldent en Raad verleend worden : of by andere notable Officieren, art. Infir. xxxix. zv" ebroken nochtans hulpe en asfiftentie van andere Deurwaarders. FidefuprIC* F. IV. Waar .,^,AP' ^-p^ ^ynde, £fV.] Moribus noftris worden geene Mandamenfn bv den Hove T^SS-SJ^Sr^- ReqUCften' b.yf0™e ™ Supplieat™ ^er,oygt wlrde ! E e e 2  L ï B E R IV; IV. Waar 't dat een Deurwaarder iemand valfchelyk citeerde, als hebbende tot zulks geen bevel van den Hove, is ftrafbaar ex leg. Corn. de Falf en is gehouden civ lyk aan Partye tot intereft. DD. ad l qui nomine. 25. D. ad Leg. Corn. de Falf. Ludovic. Rom._ Singular. cccxni. arg. ejufdem legis. Peckius de jur. Siftendi, cap. xxrn. CAPITTEL V I. I. Alle Mandamenten naar haar forme ende inhouden te werk te leggen. 2. Bevelen of Dagvaarden te doen naar inhouden van de Brieven. 3. Ingevalle van oppofitie, dag. Uyt de Inftructie, art. xcr. I. Ttem omme te adverteren de (1 ) Executeuren van 't geene des X zy te doen zullen hebben; ende te geven forme ende regule om te bad te befoigneren, dan zy hier voortyds gedaan hebben, zoo zullen de voorfz. Executeurs alvooren ernftelyk vifiteren de ( 2 ) Brieven , die aan hen gedirigeerd werden; en dezelve terftond tot verzoeke van Partye ter Executie Hellen, ( 3 ) naar hunne forme ende in* houden, zonder iet te refuferen. II. Ende is 't dat de Brieven begrypen Bevel of Daginge, zoo zullen zy hen tranfporteren aan de Perfoone van den geenen, aan den welken men de voorfz. Daginge behoord te doen: of by gebreeke van dien tot (4) zynen woonftede: ende den zelven doende Bevelen , of hem Dagvaarden naar inhouden van de voorfz. Brieven. De loco ubi quis Citari debeat, vide Inf ra cap. xv. III. Ende vald daar op Oppofitie, Weygeringe of Vertrek: zoo zullen zy den Oppofanten weygerende of Vertrekkende geven of be- tey- (1) Executeuren'] Imb. lib. l. c 5. Steph. Aufrer. in comment. Styl. parlam. tit. de verb. ftgn. Papon. lib. 6. tit. 7. ( 2) Brieven ] Nunciis enim Principis fine litteris non creditur, ipfis, volentibus bcna aliorum capere, quüibet, cujus intereft, poteft refistere l. prohibitum 5. C. de Jur. fifci. Nuncius qui femel citavü, £? nulliter , poterit iterum citart virtute prima ccmmifftonts. Bald. in l. qui per faluteraff. de jurejurand. (3) ATa haare forme] Nifi citationis forma ohfervetur citatio nulla eft. Zaz. vol. 2. conf. J, n. 23. Citatio autem eft aut verbalis aut realis. Bart. ad l. plerique cum feq. de in jus voc. (4) Zynen Woonflede] Vide /. aut qui aliter. §. etfi forte ff. quod vi aut dam. Lanfr. c. i, de citat. n. 3. Bart. Ml auth. fi quis ab alique n. 7. C, de tefiib.  T I T U L ü S XXIV. CAP. VI. 40J ceykenen ( ? ) Dag te Compareren voor den voorfz. Raad, op eenen tamelyken Dag, zonder den zelven te zeer t' abbreviéren ofte verlengen, op arbitrale Correctie. Vide huc cap. xiv. ubi de die Citato prafigendo. De Infigni Citantis Accenfi. En indien niemand de boodfchap begeerd te ontfangen , zo zal de Deurwaarder evenwel zyn Exploift of Dagvaardinge doen , en copye van 't zelve binnen den huize laaten, of dezelve hegten aan de deure [a] aldaar. [o] Hegten aan de deure] Vide infra hoe Tit. 24. Cap. 14. num. 2$. in Notis.] C5) Dag ] An citatio valeat fine exprejja die. Vide Papon. lib. 7. tit. 4. des adjournements arr. 11. £p putat, quod fic. Citatio realis eft, qum fit per perfona? detentionem, capturam £j> arreftum. Bart. in l. plerique cum ftqq. ff. de in jus vocand. fep talis citatio fieri non poteft in Ecclefta invito citato , 1.1. C. de his qui ad E cc lef. conf tig. nee in domo propria, quod quomodo intelligatur, notant DD. in d. t, plerique. CAPITTELVII. Ingevalle 't Mandament inhoud Namptisfement of Handyollinge. Uyt de InfiruEtie, art. xciv. Item wanneer de Executeurs ter Executie Hellen Zullen eenige Mandamenten of Appoinctementen, inhoudende Namptisfement: zoo zullen zy terftond of immers ten Dage dienende, brengen ten Hove, in handen van den Griffier de Nampten, die zy by Executie geheven zullen Cap. VI. §. 3- Tamelicken dag] De dagvaardinge moet in Holland ten minften veertien dagen, en in Zeeland drie weeken , en, zoo in Holland, als Zeeland, ten langften een maand te vooren gefchieden; ende moet, benevens de Copie van het Mandament, aan den Gedaagden ook gelevert, ende ter zyner woonplaats gelaten worden Copie van het gunt, daar op de Impetrant, (willende ten dage dienende provilie verzoeken ) zig funderen zal: en dit al tot koften van den Impetraiat, mits dat hy het zelve in de Declaratie van koften in tyden en wylen zal mogen brengen. Zie 't voorfz. Reglement van de Deurwaarders Art. 6. Cap. VII. Namptisfement.] Het geen alhier by het Q^fte Art. der Inftrutlie geftatueert is, dat namentlyk de Deurwaarders eenige Namptisfementen geëxecuteerd hebbende, de penningen moeten brengen in handen van den Griffier, is naderhand verandert by de Ampliatie Inftrutlie van 1579- Art. 11. volgens 't welk alle Namptisfementen, die by den Hove uit kragte van de eerfte , tweede of andere defauten worden toegewezen, moeten komen in handen van den Impetrant, onder cautie de reftititendo, en'niet in de Griffie van den voorfz. Hove. Het geen ook met de hedendaagfche Pra&ycq overe'enkoomt, volgens welke men gewoon is aan een Deurwaarder, een Vonnis van Namptisfement executeerende, ter handen te fteilen een Alle van Cautie, waar van onder anderen een Formulier te vinden; is by S. vak Leeuwen Fraiï, der Not. 1. D. pag. 664. Ee e 3  406 L I B E K I-V. zullen hebben, zonder die langer onder hen Iuyden te houden J ëndë daar van hunne Relatie te maaken, op peyne daar af gecorrigeerd te werden arbitralyk, ter Ordonnantie van den Hove: ende boven dien te betalen 't Intereft, dat Partye daar by zal hebben genomen. Zulks is ook geordineerd by eene Acte van den Hove, van date den laatften February cio id lvu. geregiftreerd in 't eerfte Boek van Mr. Bert. Enft, Folfo lxix. en by de Ordonnantie, van date den xxvi. April cid jo lxiii. geregiftreerd in 't tweede Memoriaal-Boek van Ernft voorfz. Folio ccvi. verfo. Hier diend [0] by gevoegd eene Ordonnantie van den Hove, daar by geftatueerd word, dat alle de geenen, die by den Hove gecondemneerd zyn om eenige pecunicele fomme te Namptiferen, na de expiratie van een maand na de Pronunciatie of dat die gegaan is in kracht van gewysde, indien de Gecondemneerde in Zeeland [_b~\ woond; of binnen drie weeken, indien hy in Holland acht mylen weegs van den Hove woond, en indien hy naader gezeten is binnen xiv. Dagen; zal mogen t' zynen koftc geëxecuteert worden met de koften van de Exëcutorie; niec tegenftaande hy al fchoon te vreden waare binnen de xxiv. uuren van de fommatie loopende, te betalen; van date den vn. December cio io lxxiii. Geregiftreerd in 't vu. Memoriaal-Boek van Bert. Ernft, Folio xxxv. verfo. Hier diend] Adde Manier van Proced. Tit. Vo. Cap. 1. num. 12. ] [i>] Hoe veel uitftel Zeeuwen hebben voor den Hoogen Raad. Vide Lib. 4. Tit. 95.. Cap. 1. in Notis uum. 3 ] CAPITTEL VIII. In gevalle 't Mandament inhoud de Claufule Op dat Blyke. Uyt de InjlruUie, art. xcv. Item als de Mandamenten inhouden (6) Op dat Blyke, &c. zoo zullen de Executeurs 't Blyken nemen wel ende fuffifantelyk, zonder den Partyen alleenlyk daar af geloof te geven. Vide Inflr. Flandr. art. cxxxvi. Innocent, in c. dudum. extr. de prafumt. circa fmem. Bald. m L mn dubium. C. de Legibus. Guidon. Pap. quetftion. lxx. num. ï. (6) Op dat Blyke ] De hac claufula , fi preces veritate nitantur, vide Imb. lib. 1. c. 62. Junior in c. dudum extrav. de prcef. circa fin. Bald. in l. non dubium C. de 11. Guid. Pap, 4. 70. n. 1. CAPITTEL  TITULUS XXIV. C A P. IX. 40? CAPITTEL IX. ï. In gevalle de Brieven begrypen Aantaftinge van Perfoonen ende Handftellinge van hun goederen. V. Waar inne Reële Citatie principalyk plaatfe heeft. 3. Premisfen die een Deurwaarder moet conjïdereren, eer hy komt tot Aantajlinge van de Perfoon. 4. Moet ook letten op de qualiteit van de Perfoon, die] hy wil apprehenderen* 5. Geprivilegeerde Perfoonen. 6. Niemand met geweld te halen uit zyn Huis. 7. Op de voorzeide Premisfen word naar onzen Styl weinig regards genomen by de Deurwaarders. 8. Handftellinge van Goederen. 9. Vangenis brake, Gevangen Slaken^ of Bezwaren in materie Civile. 10. De Tota materia remijjivè., Uyt de InJlruÜie art. xcir. I. Ttem is 't dat de voorfz. Brieven begrypen (7) Aantaftinge van X Perfoonen {fi vis fiat Accenfo [a] vide infra ubi de Executionib.) of Dagingen te ( 8 ) Compareren in Perfoone, mids Handftellinge of neminge van haren Goeden in onzen Handen, Confeclien van Inventaris of diergelyke: zoo zullen zig de voorfz. Executeurs reguleren naar den inhoude van de voorfz. Brieven; dezelve (9) volkomelyk executerende, zonder iet agter te ( 10) laten. Vide Peckium de jure Sifl. cap. 111. & Xix. II. Deeze (7) Aantaftinge van Perfoonen] Imb. lib. 3. ad Art. 96. \_a] Si vis fiat Accenfo] Vide Lib. 4. Tit. 55. Cap. 1. num. 4. & ibi Not. num. 2. Tit. 93. Cap. 2. num. 3. in Not. & quse ibi notavi Til. 98. Cap. 1. num. 2. in Notis. ] (8) Compareren'] Inftr £f Ordon. de la Juftice criminel Art. 50. 53. & Art. 1, 2, 3, 5. cum feq. de l'Ordre du Stiie Criminel, fait Van I57°- (9) Volkomelyk Executerende] Non obflante appéllatione. Mauson. de cauf. execut. Ampl. 19. 72. ii. (10) Laaten] Anders zoude men mogen concluderen tot Nullité van 't Exploicl, Peck. de jure fift endi cap. 11. & 19. Cap. IX. §. 1. Aantaftinge van perfoonen] Merula meld in dit Capittel verfcheide zaaken, die een Deurwaarder, met opzigt tot 't doen van arreften, zoude hebben in agt te nemen, dog waar van verre de meefle (zoo als hy zelf §. 7. te kennen geeft) tegenwoordig geen ftand grypen. Alleenlyk egter dient te worden genoteerd , dat wanneer een Deurwaarder een Mandament van perfoneel Arreft moet te werk lego-en, hy den Gearresteerden moet brengen in de Carteleneye van den Hove, en niet in eenige andere Herberg, volgens Ordonnantie van den Hove van 16 January 1659. Art. 39. eerenoveert den 13, Qtlober 1747. Gr. Pl, B. 7. Deel pag.. 534.  4o9 L I B E K I V. II. Deeze Reële Citatie, dat is Arreft of Aantafting van Perfoonen en HandHelling van Goederen word ook bevonden (doch niet regulariter) in Civile zaaken plaatfe te hebben : principalyk ineen Debiteur of Schuldenaar die fufpeér, is van vlupten of weg te loopen, geen erfagtig of onroerend goed hebbende. Al'-x. Jaf. in Lr. D. Jurisd. omnium Judic. Idem Jaf. in pr. Injlit. de att. ad. j >. £f 12. Want als dan word den Executeur in zyne Commisfie belaft den Gedaagden aan te taften, en op eene bekwame plaatfe gevangen te leggen. Injlr. Holland, art. xcvi. in princ. III. Doch mag de Deurwaarder het inhouden van al zulke zyne Commisfie niet ter Executie leggen, ten zy alvooren blyke, dat de Schuld klaar en deugdelyk is; dat de Debiteur fufpecf is van vlugten ('t welk ligtelyk geprafumeert word indien zyn Winkel buiten gewoonlyk plegen gefloten blyft, indien hy eenige onbehoorlyke Actiën aanricht, indien hy zyne varende goederen verborgen en in eene hcimelyke plaatfe houd liggende; indien hy geld op woeker neemd, indien hy zig met veel Borgtochten bezwaard) dat zodanige Sufpicie nieuwelyk is opgekomen; dat de Debiteur geen onroerlyk goed heeft; dat hy ten dage van de Schuld wel gefteld en machtig was te betalen , en nu arm geworden is, en van'diergelyke. Damhouder. Civil. Prax. cap. 64. ex Philippo Wieland Temp. ir. cap. xrr. 1 V. De Executeur moet ook naar Rechten letten op dc qualiteit van de Perfoon, die hy wil aantallen; of dezelve Mannen zyn of Vrouwen. Alle Mannen mogen niet aangetaft worden; zo doen ook niet alle Vrouwen, zonder diftinélie. V. Gcpriviligeerde Perfoonen zyn Studenten, Krygsluiden, die eenige Toevoeringe doen in'sPrincen Leger (van dewelke volkomelyk gehandeld word in de Memoriaal-Boeken) Ambasfadeurs, Raaden, Advocaten, Medicynen, Eerbare Vrouwen, Kinderen die noch in 's Vaders macht zyn, en andere meer. De Omnibus vide Peckium de jure Sifiendi, cap. v. Ripenfem ad 11. 6. 7. 8. & 9. de pignor. DD. ad Novell. 53. cap. 5. in fin. VI Naar Rechten mag ook niemand aangetaft worden in de Kerke (Vide tarnen Papienfem pract.) of in zyn eigen Huis, hoe klein, flecht en vyl 't zelve ook zy, en daar uit om Civile zaaken gevankelyk geleid worden. Vide late Peckium diÜ. traSt. cap. 6. Mynfinger. lib. 4. Obf. 69. DD. ad l. nemo. 103. D. de reg. jur. & ad Novell, cxxxiv. cap. v. VU Dan naar onzen Styl word by de Deurwaarders meeft op de voorgementioneerde Premisfen (hoewel zy met zulks belaft worden in andere Provinciën ) geen regard genomen: dewelke in dit ftuk alleen agtervolgen hunne Commisfie , hun by den Rade op 't verzoek van Partyen gedaan depeeheren. arg. dict. art. xca. En mogen Partyen, zig by 't gebefoigneerde van den Deurwaarder gegraveerd vindende, ten dage dienende tegen 'tExploicl; excipieren. VIII. lngcvalle eenige Haaflyke of Erflyke Goederen by den Executeur gefield §. 8. Ingevalle"] Indien de Deurwaarder by het Mandament bevolen word aan te taften eenig perfoon , zoo moet hy by zyn Relaas overfchryven van de aantaftinge, by hem gedaan, en waar hy die perfoon gevangen gelcgt heeft: En indien hy in handen van de Hooge  TITULÜS XXIV. CAP. IX. ty$ gefield moeten worden in handen van den Prins, of de Hooge Overheid; is dezelve Executeur gehouden daar van te maakendeugdelyken en behoorlyken Inventaris; in 't zelve obferverende alle folemniteiten en omftandigheden; als hier na zal gezegt worden. Vide Peckium cap. xliv. Gail. de Arreft. hip. cap. 4. num. 1/. Tot deeze plaatfe moet ten deele gerefereerd worden de Ordonnantie, daar by geftatueerd word dat de Deurwaarders zig niet vervorderen eenige Goederen in Arreft te fteilen of verkoopen, dan in prefentie van den Officier of twee gebuuren van date den xtx. November cid id lxxvi. En word dezelve Ordonnantie geamplieerd, in pra?fentie van twee Schepenen, Gezvvoorens of Gebuuren, wezende de Ampliatie van date den vu. January cid id lxxvk. Alles geregiftreerd in 't zevende Memoriaal-Boek van 'Bert. Ernft,* Folit cxLvrr. verf. IX. Belangende het uitbreeken van een Debiteur om Civile Schulden in Hegtenisfe gefteld zynde, vide Bart. in l.fin. D. de cufi. \& exhibit. Reor. DD. ad l. quotiens. 3. C. de exaSt. Tribut. Bald. in l. fuccurritur. 9. D. ex quib. cauf. major. Peck. cap. 4r. Van Relaxatie of Slakinge, tonfule art. Inftr. Senat, Prov. xcni.. Peck. cap. xlv. 6f trib.feqq. Van Recommandatie of bezwaringe, Peck. cap. xlix. Adde ad omnia Philip. Wiel. Temp. ir. -cap. 12. & feqq. X. Porro de hac materia confulendos prater Peckium Andr. Gail. moneo Panorum.&> DD. in c. 2. 'de fequeftr. poffeff. fif frutt. ad l. unie. C. de prohib. fequeft. pee. Ferrarienf. in forma Sequeftr. feu faxim. 9. Rebuff. torn. 3. trattat. de Sequeftr. feu Commijfariis rei capt. £? faif. deputat. Papm. 8. Arreft. x de Sequeftre & Reftabliffement. Oldendorp. cap. 50. de except. ubi tractat. de Except, Sequeftri. Molinceum in confuet. Parif. part. 2. glojf. 1. in verbo Arreft. CAPITTEL X. [a] Complainite ] Voor den Hoogen Raade Word, in materie van Complain&e, anders geprocedeert als voor den Hove. Van dit onderfcheid, zie de Manier van Proced. Tit. -3. Cap. 2. num. 10. Willem de Groot in ■zyne Inleid, tot de Praiï. ijle B. 5de Cap. num. 40. Middell. in Notis ad Vrom. Lib. r. Cap. 1. num. 29. pag. 67. col. 2. en Bort in zyn 3- In- TraBaat van Complainiïe Tit. 1. num. 53. fj? feqq. Op wat wyze by den Hove in Complaincte word geprocedeert, kan gezien worden u;t zeker Verbaal van Complainae, 't welk gevonden word in den Iaatften Druk van de Manier van Procederen , pag. 477. g3 feqq. En is het voorfz. Verbaal waardig om met attentie gelezen te'worden.] Hooge Overheid geftelt heeft eenige haaffelyke of erffelyke goederen, moet hv daar af tweeScEnS^vanedebeDtKlykenInVentariS' daar t0e ^pen Ten oVcieY of IZ ulff 0 pIaats' en moet voorts committeeren Luyden, nut en bequaam ondcr%y™tLkTnr1eerin^ vat\,dezfIve ?°^™> en hun dïaraf gever, CoZtafS Vromans de Foro Comp. Lib% Cap i \ 2të Y Jmeeke«mS™ ™» Middellant tp L Deel. ' pff ï. Manier e om Complainéte [«] te executeren. I 2. Wanneer de Klager gemaintineerd 1 word in zyne Posfesfie.  4TO D I B E K IV. 3. Ingevalle de Beklaagde zig oppofeerd. 4. Dag te beteekenen voor den Rzde. 5. Conclufie in Cas van Complaincte. 6. Forme van eene Commisfie op een Sequefter. 7. Default in Cas van ComplainÜe ter plaatfe Contentieufe. ?. Kracht van 'f voorfchreven Default. 9. Rparatie en wederrechtinge van alle Nieuwigheden. Cl 1) Vide Art. 195. van dc Inftr. van den Hoogen Rade. Masuer. in prax. tit. de pojfefl'. b.iS. £? feqq. (_i 2) In cas van Oppofitie. ] Hac clanjula non auf'ert poffeffionem , fed tantum Jurisdittionem concernit , ne fcilicet partes ad arma proftliant. Facii. /. intereffe de acquir. poff. Rebuff. d. loc, n. 23. Hoe cafu ft res contentiofa alteri partium cuftodienda detur , recreclentia vocatur , ft f etia Jequtftratio. Reeufp. de mat. pojjejj'. Art. 1. n. 10. Gail. lib. 1. obf. 5. (13" Appéllatie'] Vide /. unie. C. de prohib. Imb, lib. 1 c. 16. c. 64. Hanneton. de ord. Jud. part. 2. cap. de jequeftr. Papon. lib. 8. tit. 10. de fequeftre. Gail. Ub. i. obf. 5. n. Appellari poteft a fententia lata in interditto uti pojftdetis. Bart. In l. . . ff. de appel, recip. Menoch. de retinend. poff. remed. 3. q, 104 £f feq. idem. de recup, poff, rem. 6. q. 40, !• \\ 7y hehben hier vooren gezegt uyt het xxxix. art. van de Inftructie Vy 's Hofs vm Holland, dat dc Commislien in cas van Ongebruik en Nieuwigheid gern enlyk gedirigeerd worden aan een van de Raaden, by welke den zelven belait word, dat hy, achtervolgende den teneur van de voorzeg ie Commisfie en Opene Brieven, de Wederpartye van den Klager doe dagvaarden tot eenige van de contentieuie p!aatzen, voor alle andere plaatzen, en zig deugdelyk infonnere op de Rechten en Posfesfien van den Impetrant, en op di~' Turbatie, Hinder en Steuringe , die hy hem zegt gedaan te zyn. 11. v'oigt m 't voonchreven artieul hoe de voorzegde Gecommitteerde zig .in dit Huk voorder zal hebben te dragen, met dusdanige woorden. Uyt het xxxix. art. van de Inftr. Ende indien by dezelve Informatie hem daar af deugdelyk ende ten vollen blyke, zoo dat het genoeg zy; dat hy als dan hem houde ende maintinere in zyne deugdelyke Posfesfie, Andr. Gail. lib. 1. Obferv. cap. v. num. v. S' feq. ( 11 ) I [ 1. Ende (i 2 ) in cas van Oppofitie, de Nieuwigheden af ende te niet gedaan zynde, ende de zaake eerft ende alvooren met de daad weder gefteld in haaren eerften ftaat, DD. ad c. olim. &.C. grave. extr. de reflit. Spoliat. & ad l. fi maritus 13. C. de Donat. inter. vir. <2? uxor, niet tegenftaande Oppofitie of ( 13 ) Appéllatie; ende de zaake Contentieufe 10. Appointtement in materie Posfes* foir. 11. Straffe der genen 3 die iemand donrechte turberen- 12. Straffe der genen, die 'i zelve doen met kracht en geweld. 13. Straffe der genen, die 't onrecht Klagen, in materie yan Cornplainüe.  TITÜLÜS XXIV. CAP. 4.11 tentieufe gefteld in onze handen, om die onder dezelve onze hand by ( 14) Sequefler geregeerd te worden, ( Vide quos citavi in fine. C. prcecedentis) als by de Overhand: Gail. lib. 1. Obferv. cap. v. num. 2. (15) IV. Zy dan Partye Dag beteykend voor den voorfz. Rade: V. Voor den welken de voorfz. Partyen pleyten ende fchry ven Zullen op de Materie Posfesfoir, ende Concluderen, ten fyne: Om in haare Posfesfie ende Bezit bewaard, onderhouden ende gemaintineerd te wezen: ende dat onze hand, gefield op de zaake Contentieufe, ende die Sequeflratie daar op gedaan, geligt ende afgedaan worden tot zynen Profyte; ende dat hangende 't Proces de (16) Recreancie ende Gebruykenisfe hem gegeven zy, omme de Dingen Contentieufe, daar Quefiie omme is, te mogen gebruyken ende bezitten op Gelofte, Cautie ende zekerheyd, ende tot der tyd toe, dat by de Definitive, anders geordineerd zal zvezen: of anderzins zoo haaren goeden raad gedragen zal. Vide Gail. lib. 1. Obf. cap. v. num. nï. VI. Hier diend bygevoegd, eer wy in deze materie Vorder treden, eene Commisfie, die gemeenlyk by den Executeur gedepecheerd word op den Sequefler, dat is op de Perfoon, die hy committeerd en field over de Contentieufe (14) Sequefier] Vide /. imic. C. fi de moment, poff. fuerit appellat. Bart. in l. 2. jf. de appel, recip. Menoch. de retin. poff. rem. 3. q. 104. (15) Hoe datNieuwigheden afgedaan worden, zo wanneer het gebouw veel gekoft heeft. Vrde Masuer. tit. 11. n. 77. (16) Recreancie] Papon. lib. 8. tit. ir. des recréances arr. 2. quod jus civile primum decretum, Itali temitam , nofiri recredentiam vocant. Reruff. tracl. de fent. execut. Art. 1. gl. 4. in princ. Hifpani interim, Galli recredentiam , Belga provijionale remedium vocitant five fiduciaiiam poffeffionem. De hac mate.iia vide Rebuff. d. loc. item de materiis poffefforiis. Covarr. praè. qucefl. cap. 17. Menoch. de retin. poff. rem. 3. n. 9. £f remed. uit. n. 10. rjf de recup. poff. in pral. n. 2$. Damhoud. prax. civil. cap. 147. de ejus effeüu Specul. de primo decreto. Ferrar. inprax. de forma. refp. rei conv. gl. 2. n. 23. Reflablifl'ement verleend zynde, cn de zaake in Maintenue dienende,'is aan de zyde van Burgemeefteren van Vlislingen .alvo¬ rens te antwoorden , verzogt Copye van de Informatie by Commisfarisfen, op'tExpIoici van de Complaincle genomen, 't welk van wegen partye zynde gecontradiceerd , is na Pleidoije dc voornoemde Burgemcesteren van Vlisfmgen geordonneerd , onverminderd hun verzoek, te antwoorden, den 22. Oclober 1644, volgens de Verklaaringe by Koning Philips, als Grave van Holland, gedaan op den 5. Maart 1557-, behelzende, dat van genomen Informatien, op Executie van Complainclcn, geene Openinge ofte Publicatie van Dcpofitic gedaan zoude worden. Concordat GAIL; lib. 1. obf. 6. n. 4. Vide Art. 195. van de Injlr. van den Hogen Rade, volgens't welk een Impetrant van Complainae word verleend Rcfhblisfenrent, etiam fi tantum doceat de poffeffione per annum £f diem non vitiofa continuata, zonder dat behoefd te doceren van Rechten of van tytel. De hac tota tnateria , vide Mr. Pieter Bort, in zyn Tratlaat van Complaincle, en de Papegaay van fol. 122 tot 2oo, hier voren riiedè geallegeerd, Fff 2  jli£ L I B E R IV. tieufe Goederen, om dezelve te regeeren, en de vruchten daar op ftaafide ten, meeften oorbaare te gebruiken. Ik N. Raad [&] Ordinaris van den Hove Provinciaal in Holland, doen kond tenen iegelyken, dat ik,naar vermogen zeekere Commisfie in materie van Complaintle, verworven en geëxpedieerd op myn N. voorfz in den voorfz- Hove, by N. op en jegens N. en na ook geëxecuteerd, doende dezelve Executie gecommitteerd hebbe en committere mids dezen te wezen Sequefter van N. als van', de Posfesfie tusfehen de voornoemde Partyen in quefiie: omme by den zelven onder d- hand van de Hooge Overheid by my Commisfaris voorfz. daar aangefield , geregeerd te worden, en de Vruchten daar op [taande ten meeften oorbare gebruikt te worden, tot profyte van den geenen die bevonden zal worden beft daar toe gerechtig te zyn, zo lange en ter tyd toe, Partyen in Rechten gehoord, anders by den voorfchreven Raad geappoincteerd zal zyn Behoudens dat de voorfcbreven Sequefter van zynen arbeid en follicitatie, die hy doen zal in de voornoemde vruchten te oorbaren en bruyken als boven ,' van de Penningen van dien tot zeggen van Goede fylannen , of van my Commisfaris, deugdelyk vernoegd en betaald zal worden. t Des ten oorkonden, &c. (17} Ibidem art. XL. VII. Item of Partye, die den Impetrant waare-turberende, niet compareerde ter plaatfe Contentieufe wettelyken gedaagd zynde: Zoo zal by den Executeur, naa Informatie gedaan als vooren, tegens den Defaillant gegeven werden Default. V II!. Pnde zal uyt kragte van dien den Impetrant (18) Maii> tineren ; beteykenende niet te min den Defaillant zeekeren tamelyken Dag, om mede te Compareren voor den Stadhouder, Prsefident ende Raaden, om zyn Exploict te zien approberen; ende den Impetrant breeder te mainteneren in zyne voorfchreven Posfesfie. Gail. lib. I. Obferv. cap. v. num. 5". Mafuer. Tit. de Omturn, num. 8. Ibidem [pyik.N. Raadt] Zie ook een' Commisfie op een' Sequefter in de Manier van Procederen, Edit. Noviff. pag. 5 7. (17 j üp den 26. July 1590. is gerefolveerd, dat de Commisfaris op het Reftablisfement zal difponerc:, , zonder het zelve advys aan 't volle Collegie te mogen fteilen. Cl8) Maintir.eren] Maintenue word ook wel verleend aan iemand die in posfesfie is van iets te doen, by exempel, die in posfesfie is van eenige Renten te ontfangen en de bctaalder zegt den Rentebrief va'fch te zyn, ita Judicatum den 15- Juny 1567. Een Huurman posfideerd niet, daar valt niet te rein Maintenue voor hem is zulk Recht als hy geweeft is, contra l. 3. §. 7 &? 8. ff. uti pojfidetis L r. §. 10. ff. de vi & vi armata. quibus contraria eft l. 12 & 18. ff.eod. zelfs tegen den eigenaar. Wieland temp 1. cap. 11. n. 7. idemque affeiit de eo cui precario ad eerturn tempus conceffa eft. Masuer. tit 11. n. 53 é? 55. Iemand die Recht heeft om een Molen te fteilen, en geen Molen in veele Jaaren heeft gehad, heeft nochtans daar by zyne posfesfie niet verlooren, en is daarom maintcnibel, ten ware hem of zyne Prasdeccsfeur6 zulks geïnterdiceert zynde, hy dezelve interdictie hadde geöbedieerd. -Rebuff. de Mat. PoJJ'. inpraf. n. 184,  T I T U L U S X X I V. CAP. X: :&i3 Ibidem art. xli. IX. Item de geene, die in materie van Nieuwigheyd zal wezen Oppofant, die zal niet ontfangen: worden als Oppofant, hy en hebbe eerft gedaan Berigtinge ende Reparatie van Nieuwigheden, alzoo verre als 'er eenige vald, zonder zig te onderwinden in die Contentieufe Goeden, onder dekzel van Appéllatie of andcrünts. Ibidem art. xlit. X. Item in alle Materiën Posfesfoir, de zaake voldingd zvnde, zullen Partyen werden Ceappoincleerd Aften te makken, ende daar van te diénen met de Munimenten, ofte ook op de Feyten daar inne begrepen, is'tnood, Enouefte te doen: omme Regt gedaan te werden op de Recreancie, of ten Principaale, zoo 't Hof bevinden zal te behooren: ende zal in dezen geprocedeerd worden, als in kleyne Zaaken hier na geordineerd zal werden. f Ibidem art. xliii. XI. Item zoo wanneer bevonden zal werden dat yemand tVmregte den anderen Tbrbatie gedaan heeft in-zyne Posfesfie, die zal boven de Schaden, Koften ende Intereften, daar hy tegens Partye in gehouden is, gecondemneerd werden tot onzen Profyte voor 't feyt ende Turbel, ten minften in de fomme van drie ponden van veertur grooten 't pond. 6 XII Ende waare de Turbel gedaan met violentie of gewapender hand, dat zal ftrengelyk gecorrigeerd werden tot Arbitrage van den Hove. ° XIII. Ende waar 't gevonden, dat iemand in materie van Complainte t onregt geklaagd hadde, zoo zal hy vervallen in dezelve lomme. De tota hac Materia vide DD. ad Tit. C. uti pofïïdetis fi? Utrubu Gail. dB. lib. i. Obfervat. cap. v. &> vi.. Ordinal Camer. Imp. part. ii. ///.via fi? Tit. xxi.- - Fff 3 CAPITTEL  pc$ E I B E R I \L C A P 1 t T E L XI. 2. J { Perpetuatie van Jurisdictie.] 3. > Effecten van Citatie. < Interruptie van Prefcriptie. 4. I | Litispendentie. 5- J L Transmisfie van 't Proces tot de Erfgenamen. 6. Irigevalle van Kraclitelooze Citatie. I. /^itatie gedaan zynde opereert Preventie fa], c. propofuijli. ubi late Soein. \_s de Judic. c. gratum. de ojfic. deleg. in Clem. 1. de Judic. Socin. in Tratt, 'Citat. art. xxxr. num. 2. Éf 4. Jaf. in l.Ji domus. 74. §. in pecunia legata. num. 10. & feq. de Legat. 1. Behoudens altyd de Declinatoire Exceptie. l.Ji quis j;. D. de Judic» II. Perpetueert JurisdióTie. dief:, c. gratum. c. relatum de ojfc. deleg. d. glojf. in Clem. 1. de Judic. c. propofuijli. extr. de for. compet. I. ubi. ceeptum. cif ibi Bart. C de Judic. Cajlrit. ad Mafuer. de Citat. regula xxxir. ■ III. Interrumpeert Prcefcriptionem longijfimi temporis, l.ficuti 3. I. cum notijfimi 7. C. de presfcript. xxx. ann. I. 2. fi quis. C. ubi in rem. Socin. de Citation. art. xxx. num. xxxr. Bart. in l. naturaliter. 5. D. de ufucapionib. Oldrad. Confil. clxxvi. Angel, de Aret. in j. cequè Injlit. de Attionib. Joan. Francif. Bald. intraSt. Prof er. in 1. qua'ft. princip. iii. part. princ. Vide Math. Wefembecium in rsct^t. ad Tit. de Ufurpat. feu Üfucap. num. 15. IV. (19) Induceerd Litispendentie til. Panormit. de Proceff. Judic. in •Cap. Quando Act. prim. deb. inciper. eundo ad Judic. in fin. V. l'ranlmitteert ook het Proces tot de Erfgenamen, ingevalle van 't overlyden des geenen, die iemand heeft gedaan dagvaarden; l. f. quemadmodum. D„ de inojfic. ïejt. I. 36. fcimus. in fin. C. eod. VI. Al 't welk te verftaan is van eene goede, vatte en onwederleglyke Citatie: Want het is een zekere Regul, dat een Citatie, die nul is en van on- isbnoqswo'n' 16 olJn'jloiv jsin "nr.f.boy, • . i * vfaörde,, §. 6. Een Citatie, 'die nul is fjff-} Tot yer.fta.nd van deeze g. moet alhier aangemerkt worden, t?i dat als'ér, ak een of anderen 'hoofde, een misflag in'de Citatie is begaan, en dezelve Citatie daardoor laboreert aan een notoire nulliteit, tfan ook de opgevolgde Rechtshandelingen kragtcloos en van geener waarde zyn, ca dat de Gedaagde niet gehouden is '>p zoodanige onwettige Citatie te compareren. 2°. Dat zoodanige kragtelooze Citatie nogtans voor goed cn van waarde gehouden word, indien de Gedaagde v'rywiilig en ongedwongen op dezelve compareerd, om ten principalen op den Eifch te antwoorden; om dat ecu nietige Citatie in dat geval door het compareren van den Gedaagden bekragtigt word- §J] Praïentte] Vide Lib. 4. Tit. 5. Cap. 22 mm. 33. in Notis , £f qua; ibi notavi.] (19) Citatie maakt geen litispendentie , maar -moet eerft geantwoord wezen in Judicio, net wcJk maakt Litisconteftatie, cn is dan eerft litispendentie, zoo als genoteerd is infra Tit. 40. cap. 3. cn Tit. 42." cap. i. 8. i. [b~] Induceert Litispendentie'} Vide Lib. 4. Tit. 4?. Cap. 3. num. 22. & qua ibi ndtavi.]  T I T U L U'S XXIV. € AP. XI. waarde, geenderhande kracht kan opereren, of eenige'Effecten produceren : in voegen dat geen default mag gegeven worden tegens - den non Comparant, kwalyk en t' onrechte geciteerd zynde; en alles wat volgd eene kwade Citatie, als Sententie en 't gantfche Proces is kwaad, Glofi'. in l. 4. fi accufatoribus ad vocem. Eundem. C. de accufat. DD in l 1. D. in fi quis in jus. voc. non. ito. Dog word alzulke krachtelooze Cifatie als voor goed aangenomen i indien de Gedaagde gewilliglyk en onbedwongen compareerd. I. f. §-. 1,1 D. de fer. dil Bart. in l • D. de in juc voc. Marant. part. vi. 'de Citat. num. 73, Andr. Gail lib 1. Obferv. v. cap. xlviii. num. 3. (20) (20) Namantlyk, om ten principalen te i pareert om de Nullité van de Citatie te alleantwoorden, maai- niet zo hy alleeniyk com- | geercu. ■ CAPITTEL XI L j. Püblyke Perfoonen mogen by ons gedagvaard worden. 2. Item alle Private Perfoonen. 3. Doch zommige met Limitatie, als Ouders, met voorgaande confent. 4. Op zeekere groote Peinen. 5. i Confent verzoeken verzuimd zynde. 6. Kinderen en, Huisvrouw mag men dagvaarden zonder Confent. 7. Als ook Stief-Vader en Stief-Moeder. 8. Erfgenamen van een Overleden wanneer te daagen. 9. Wanneer veele Perfoonen gelykelyk de ma t rite if benomen " V'in d,Cn F^^n op een onwettige Citatie, aan hem Ëd^ aXdLto f& T integendeel denzelvcn vry ftaat, om tegen de onwertrg aaneetootfc^door Mmnl p.™v» nulliteit te proponeren: gelyk zulks broeder is aangetoond door Middelwant m notis op Vromans de-Fw. Comp. Lib. 3. Cup 1 § 5'n u I. |n de Perfoonen die iemand wil Citeren en in Rechten betrekken, moeten I geconfedereerd worden de Qualiteit. of hoedanig die zyn: en de Ouantiteyt ofte meemgte der zelyer , naar uyteisfehen der zaaken en natuure van ?n,?p' p V^ n ?U tClt bnJanSd' is diffe^ntieen onderfcheid tusfehen Publykeen Prikte Perloonen. Publvke Perfo nen, als die in dienft zvn van de Hooge Overheid, van den Lande en Particuliere Steden, mogen wel .ged gvaard en in Rechten betogen worden, art. Inflruil vrrr. xu! & fxxvni contra Edictum Prxtons l. 2. D. in jus voc. Doch op eene andere manier, dan geciteerd worden. 10. Pn cas van Remisfie. 11. Van Purge. 12. Van Cesfie. .13. Om Inventaris te maaken vaneen Sterf'-huis. Ï4. In't verkenen van Privilegiën, &c. 15. Generaale Citatie wanneet niet te gebruiken. 16. Hoe Steden geciteerd worden, en diergelyke. 1 7. Gilden of Collegien. ! 8. Wanneer niet van nooden is Partye te Citeren.  4.rd LIB ER IV. dan Private en Particuliere luiden als h-ier vooren gezegtis. Welke manier nog-; tans moet verftaan worden, zoo verre de zaake betreft haaren dienft en Officie, d. art. 38. in verb. Hun Officie ende Ons aangaande. Want in hun eigen en particuliere Affairen worden zy geroepen als alle andere. II. Alle Private Perfoonen, tegen dewelke iemand eenige Aftie heeft uitftaande, mogen ('t zelve by Requefte verzogt zynde) in Rechten betogen worden. III. Uitgenomen zommigen, die men niet mag dagen,dan (beneftens 't verzoek by Requefte) met Limitatie. In welker getal eerft verfchynen des Aanleggers of Klagers (21) .Ouders, Vader en Moeder, en voorts die gevonden worden in de opgaande Linie. Deeze (alsook deszelfs Leenheer [è]. Spec. de feudis. num- 33. Zaf.in l.Ji nonfortem 26. §. 12. libertus. D. de condiÏÏ. indeb. Vide tarnen Gloff. £f DD. in c. 1. de milit. vaf. Jaf. Fabrum cj? alias in §. pamie s. Injlit. de AU. Everard. in loc. leg. a Lib. ad Vaf in fin. Minfi Cent. iv. Obferv. (21) Ouders~] Si quis parentem in jus vocaverit aut vocare cogitei, debet ante prajentationem libelli, impetrare veniam agendi. Sed venid impetratd in prima caufa five prima inflantia , non opus efl ut iteretur in appéllatione jive Refurmatione, quia eadem caufa cenfetur : arg. I. fin. ff. de re Jud. idque ex decifione totius Setiatus, fi vero in prima Inflantia omiffa fit, potent in caufa appellationis concedi , impetratd ad hoe Requesta civili [a]. Men mag ook in prima inflantia, ingevalle 't zeive by Requefte verzuimd is, aleer het Mandament in 'twerk geleid word, liane veniam verzoeken, 't welk te min zwarigheid heeft, indien men ook ten dien fine Requefte Civile prefentcerd. [n] Rcquejla civili ] In dit geval is geene Requefte Civile noodig. Dewyl de Ouders, in de eerfte inftantie , zonder venia agendi gedagvaart zyndé, zig niet inde Proceduren hadden moeten inlaten , maar proponeren exceptie van non qualificatie Nogtans zoude , in zodanige omftandigheid ,het raad-zaamfte zyn, by de Requefte omme Mandament in cas d'Appél, met eenen te verzoeken venia agendi, voor zoo veel des noods.} [b} Als to\ deszelfs Leenheer. } Dat een Vafal zyn Leenheer in regten kan roepen, zonder venia agendi , gevoelt W. de Groot in zyne Inleid, tot de Prabl. Lib. 1. Cap. 2. num. 6. ab eo allegati. Want fchoon een Vafal, in veele zaken met een libertus of vrygemaakten flaaf gelyk geftelt word., zoo heeft zulks nogtans in deze materie geen plaats. Dewyl het Ediüum van den Praetor den Kbertus onder de perfonen die venia agendi noodig hebben, mede wel optelt;dog zoodanig Ediftum, als zynde een'poenale Wet., kan niet de cafu ad cafum, of die perfona ad perfonam worden geëxtendeert. Nogtans fchynt gediftingueert te moeten worden, dat namentlyk een Vafal, als hy te gelyk is een Onderdaan van zyn' Leenheer, venia agendi noodig heeft , en anders niet. Minsing. Cent. 4. Obf. 92. Gail. de pignorat. Cap. 15. num. 4. citati a Groenew. in Notis ad H. Groth Intrad. Lib. 2. Cap. 41. in fine. By deze gclegenheit moet aangemerkt worden, dat een Vafal niet altyd een Onderdaan van zyn' Leenheer is. Waar van zie Ant. Matthaeus in Traüatu de Jure Gladii cap. 15.] §. 3. Deszelfs Leenheer.} Dit zelve word ook-geleerd by van Alphen Papegaay i.D. pag. 23. n. 11. in fin. dog van een tegenftrydig gevoelen is H. de Groot Inleid. 2. B. 4T. D. §. 51. alwaar hy zegt- „ Ende mag by ons een Leenman zyn Heer in Rechten roepen , zonder oorlof te verzoeken." Waarmede volkomen overeenftemt Voet ad tit. ff. de in Jus voc n. 11. ten waare nogtans (zegt hy) een Leenman .buiten eenige relatie van hetLeen., ook te gelyk was een Onderdaan van zyn Leenheer, om dat een Onderdaan zyn Overheid in rechten niet kan betrekken, zonderverlof verzogt te hebben. Zie mede Middel.liant in not. ad Vromans de For. Comp. Lib. 2. 'Cap. 2. §. 3. n. 6. pag. 167.  T I T U L U 5 XXIV. CAP. XII. 417 Obferv. xcit.) mag. men in Recht-niet roepen abfque venia [c] &c. zonder voorgaande Confent en permi'sfie van den Juge. /. 4. quinque §. 1. D. de in jus yec. I. 3. quiinpoteftate. C. eodem. §. 3.in fin. Infiit. de pcena temer, litig. A. GelMus. lib. 13. cap. iz. c? xiy. Plato in Eutyphtone. Cujac. lib. x. Obferv. ex. geen regard genomen, of de Kinderen, die alzulke Perfoonen willen doen dagen, geprocreëerd zyn in echte of buiten echte. cl. I. 4. in fin. I. 5. quia cum Jeep D. d. t. Want allen Ouders, hoedanig die zyn, moet men alle eerbiedinge bewyzen. /. 6. parentes. D. d. t. alzo zulk recht niet gefondeerd is op de macht en 't gebied, dat den Ouders competeerd over hunne Kinderen: maar vloeiend is uit het natuurlyk Recht cn de Reverentie, die men allen Ouders zonder onderfcheid -en op eenparigen voet fchuldig is. Cujac. d loco vide. IV. En dit alles op zeekere groote-peyne [d], l. xn. fi libertus. I. pen. & uit. D. 3. Absque venia}_ Schoon wy geenzints kunnen toeftemnen het gevoeien van Cujacius Objerv. Lib. 10. Obf. io. meenende , dat dewyl de violsnta in jus votatio thans °een plaats meer hefift, ook even daarom cesfecren zoude de nooHzakelyk'heid, om teceifoüders ageerende , te vragen venia agendi. (Zie Perez. ad tit. Cod. de in jus voc n 3 ) zoo word egter, naar ons begrip, by veeleu nopens dit ftuk een verkeerd denkbeeld'gevormd Men behoord nanielyk een groot onderfeheid te maken, of men ageert voor een fubaltern Geregt, of voor een Hof van Juftitie. In 't eerfte geval is 't noodig vooï af by Requefte te verzoeken venia agendi, om dat de Citatien by ons gefchieden eigener auêioriteit zonder eenige kennis van Schepenen. Hierom vind men dit zelfs by zommige Statutaire Wetten uitdrukkelyk gerequireerd. (Zie onder anderen de Keuren van Ryswyk van den 23 Au~ guftus 1Ö22. Art. 72,) ■ Maar ageert men voor 't Hof, is 't met de zaak geheel anders gelegen. Veelen mecnen noodig te zyn,dat men in zyn Requeft tot het obtineeren van een provifie van Juftitie laate invloeijen de periode, oa^moediglyk verzoekende venia agendi, en voorts UEd. Mog. Mandament Dog, onzes bedunkens,'is dit geheel overtollig, j'a'zelfs eenigzints ongerymd. Want wat is de venia agendi anders, dan een permiffusfi'iicis ad a°-cn-. dum? CL. 4. §. 1. ff. de in jus voc") En die heeft een Impetrant ipfo effettu, zoo dra 't Hof by 't Mandament den Deurwaarder au:1orifeen, om den Gedaagden te dagvaarden tot t aanhooren van den Eifch. ■ Om deeze reden zouden wy ook van gevoelen zyn dat iemand tegen zyne Ouders van 't Hof, of den Hoogen Raade een Mandament °-eobtineerd hebbende, zonder dat hem nominatim was verleent venia agendi, met geen fundament door den Gedaagden tot abfolutie van de inftantie zou kunnen geconcludeert worden • maar wy ftemmen integendeel volkomen over een met het gevoelen van Gudelinus de 4ure Novif]'. Lib. 4. Cap. 5. en Groenewegen de L. L. Abrog. ad L. 6. ff de in ju; voc zitr in dezer voegen uitlaatende: „ Plane li quispiam minime diffimulans fe'filium effe, Libelluin „ fupplicem dedent, ac judex ad defiderium ejus refcripfent, eo ipfo venia data ïntelli„ gitur." Adde ). Voet ad tit. ff de in jus voc. n. 6. fere in fine. §. 4. Zekere groote poene} Insgelyks word dit beveiligt door W. vav Alphen Papeg 1 D pag. 24. n. 16. alwaar hy leert, dat een Zoon, die zyn Vader, of een Slaaf, die zyn Patroon, van wien hy zyn vrydom gekregen heeft, op zvn eisren auQoriteit in regten betrekt, zonder alvoorens te hebben geobtineert venia agendi, daar over gemulóteerd mae worden, En wyders getuigt hy, dat zoodanige perfoonen , in oude tyden-, in een geldboete plegen gecondemneert te worden, cn dat, by faute van te hetaalen, zylieden met roeden wierden gegeesfeit. Dóg deeze geldboete is tiedendaagfeh by ons buiten gebruik, maar werden de OUders, die fine venia geconvenieert zyn, geabfolveert van de inftantie. I. Deel. Ggg en £c] Absque venia} Venia agendi genoemt. I Zie hier van de Papegaay ïfle D. pag. 23 en I 24. Manier van Procederen voor den Hove Tit. I 1. -Cap. 1. §. .3. I [d\Op zekere groote pcene} Adde Papegaay d. ijle D. pag. 24. Diffentit Groeneweg. ai L. uit. ff-, de in jus voc. die meent , dat by ons geen' mulête plaats heeft.]  4-ï 8 l i b e r fv. Z>. de in jus voc. §. fin. Infiit. de pan. tem. litig. Vide Guid. Pap. de valor. folid. fingul. cccxx. & ic xcvm. Welke Poene of Boete competeerende Adverfe Partye, ook van den Prins niet mag geremitteerd worden. DD ad l. 2. venia. C. de in jus voc. quidquid alii dicant. Vide huc Papon. lib. n. Not. vil. Clar. v. Sent. §. uit. qucefi. lix. V. Dusdanig Confent van Rechtspleginge tegen zyne Ouders moet mën verzoeken by Requefte [e] ende obtineren, al eer men iets in die Huk tegens dezelve kan attenteren. DD. ad. d. §. fin. Inftit. de poen. temer, litig. Anders zulks verzuimd zynde, zoude by Partye, als agerende ter caufe van private injurie, genomen worden Conclufie tot Abfolutie van der Inftantie [ ƒ J en by Reconventie tot Condemnatie van de voorfichreven Boete. Zaf. in §. poenales. Inft. de AMon. Bart. & alii in l. fin. D. de in jus voc. VI. Ouders mogen hunne Kinderen abfque venia doen dagvaarden: gelyk ook een Man zyne Huisvrouwe. Cujac. d: c. x. VII. Stiefvader en Stiefmoeder mogen [g] naar onzen Styl zonder iets te verbeuren in Rechten betrokken worden- Vide Alciat. in l. 1. col. 2. C. de in jus voc. licet contrarii fint DD. in l. generaliter. 13. D. eod. Zaf in d. §. pot- VIII. Man, Huisvrouwe, Ouders, Kinderen en andere naaffe Vrienden en Erfgenamen; zoo wel bloedverwanten, als geallieerde door huwelyk, jaa ook de Borgen van een overleden Perfoon mogen binnen den negenden Dag naar [e] By Requefte} Voor den Hove laat men :n het Requeft , waar by Mandament ver£ogt word , het verzoek van venia agendi niet eenen iriflueren. Dog in de Steden, alwaar men zyne partye zonder Mandament of bevel van den Regter dooreen' Bode dagvaart, moet men deze Venia agendi by Requefte voor af verzoeken. Voet ad Pand. Tit. de in jus voc. num. 6. " [ƒ] Conclufie tot abfolutie van der Inftantie} Exceptie van non qualificatie.] Lsl Stiefvader ende Stiefmoeder mogen} Dit gevoelen ook van Alphen in zyne Papegaay pag. 23. num. 12. en van Someren in zyn Tratlaat de Jure Novercar. cap. 15. princ. mm. i. die daar van deze reden geeft, dat poenale Wetten, zoo als is het EdiSum Prcttoris de in jus vocando, niet buiten de geëmaneerde perfoonen geëxtendeert kunnen worden. Maar als dit procedeerde, zouden ook een Schoonvader en Schoonmoeder zonder venia ge¬ roepen kunnen worden,dewyl ze zoo weinig als een Stiefvader en Stiefmoeder in het Edicïum worden geënumereert. De tweede reden, die van Someren bvbrengt, fchynt meer te ftringeren; nam ratio, zegt hy, cup parentes fine venia in jus vocari Prcetor vetat, hcec eft, ne famofa attio contrv eosdem intentetur, L 10. §. pen. ff. de in jus voc. Diffentit Clar', Noodt ad Tit. Pand. de in jus voc. arg. L. 15. Cód. de negot. geft. ubi etiam in vitrico paternus affettiis laudatur. Ook is de L. 13. ff. de in jus voc. voor het gevoelen van den Heer Noodt; fchoon van Someren die anders wil uitleggen. Verba Legis funt aperta, Generaliter eas perfonas, quibus reverentia prceftanda eft, fine juffu Pratoris in jus vocare non posfnmus. Om nogtans een incident voor te komen, is iemand, die Stiefvader of Stielmoeder wil dagvaarden , geraden, dat hy venia agendi verzoeke, voor zoo veel desnoods.} an de Aanleggers geeondemnëert in de koften. Zie Voet ad tit. ff. de in jus voc. n. 6. ih mi. en Middellant in not. ad Vromans de Foro Comp. Lib. 2. cap. 2. §. 3. n. 6. pag. 166 §. 8. Den negenden dag. Dit is alzoo mede verftaan by een Sententie van den Hove van Holland, van 22. December 1554. te vinden in do Sent, van den Hoogen en Proviticiaalen Raade Aro,.43.  TITULUS XXIV. CAP. XII. 419 \_h~] na 't overlyden, niet in Rechten betogen worden, en waar 't dat zulks gefchiede, zo zoude de Gedaagde ten dage dienende mogen concluderen: Tot nullité van 't Exploitt, en Abfolutie van der Inftantie. Auth. Sed neque. C. de Sepulcro violato. Novell. 115. cap. v. Vide & DD. in L 2. in fine. D. de in jus voc. item Novell, lx. cap. 1. Want tot den negenden dag toe ( welke alhier Novemdial apud Latinos genaamd word. Auguftin. in quoeft. fuper. Gen. & alii. ) fchynen zy, en worden gepraefumeerd te beweenen haar Overleden Vriend, d. cap. v. en tot zynder gedagtenisfe Jufta & ^v^óffw» te celebreren. Novell. 34. cap. 3. in fin. en hunne Parentalia of Rou-feeften te befluiten. Donat.in Phorm. IX. Wat belangd de Quantiteit, Meenigte of Getal van de Perfoonen, die men moet citeren: zo zal regard genomen worden op de natuur van de zaake. Indien deeze van zulken aard is, dat ze tusfehen twee Perfoonen alleen geventileerd en afgedaan moet en mag worden, zo is genoeg dezelve Perfoonen alleen te dagvaarden, ingevalle dezelve veelen toucheerd en aangaat, en deeze iegelyk intereft pretenderen, zo is de Aanlegger genootdrukt deeze alle in Rechten te vorderen. DD ad l. 39. nam & ita. D de Adopt. I. 50. fi fervus. r. D. de leg. r. /. 3. non intelligitur. §. 9. Divus. I. 7. fi Fifcus. D de Jur. Fifci. 1.6. certum. §. 3. D. de Confeff. I. 29. etiamfi % fin. D. de Minor. I 13. iti caujfe. in princ. verf. cauffa. D. eod. I. 47. de unoquoque. D. de 're judic. Novell. exix. cap. vi. Paull. V. Sentent. v. §. v. En waar 't dat men in deeze Perfoonen , tot de zaake in zulker voegen gedifponeerd zynde, te Citeren verzuimig hadde geweeft of naalatig, en men nochtans, dien niet tegenftaande, tot de Definitive Sententie waare voort gevaren, zo zoude men mogen concluderen: Tot Nullité van 'f Vonnis. DD. ad l. 63. fcepe. D. de re judic. I. 31. fi petitor. D. de judic. Tit. C. inter alios act vel. jud. al. non noc. I. 10. Modeftü nus. D. de except. I. 1. D. de except rei judic l. 14. fi perluforio. §. 1. D. de appell. I. 1. §, pen. D. qua f ent. fin. appell Symmachus in Epift. 'Quando abfentihus atque ignorantibus inter alios gefta, nocuerunt. 'En zo wanneer deeze verzuimde Perfoonen, hen by de Sententie bezwaard vindende, daar na wilden ageren tegens den negligent en die zulks agtergelaten hadde, tot nullité van dezelve: zo zoude hun in zulken gevalle niet mogen geobjicieerd worden, Exceptio f_/j] Binnen den negenden dag ~\ Adde Nojlrum Lib. 1. Tit. 8. Cap. 2. num. 5."] No. 4?. 1 ■ Zie ook de Papegaay ijle D. pag. 25. H. 18. en de Manier van Procederen voor den Geregte der Stad Amfterdam Cap. 4. Art. 9. §. 9 Veelen toucheert en aangaat} Als 'er meer, dan één Gedaagde is, en de eene Gedaagde het exploit van zyn mede Gedaagden of Gedaagdens wil accepteeren, moet de Deurwaarder daar van een Aöe apart maken, en dezelve hem laten teekenen, en daar van in zyn Relaas mentie maken, dat hy Gedaagde 't zelve exploit voor de andere Gedaagdens heeft geaccepteerd , volgens de Afle, daar van zynde , en dezelve Afte aan 't Mandament mede hegten. Papegaay 2. D. pag. 2 . dog hedendaagfeh word'dit egter niet geufiteerd-, maar, wanneer de één voor den ander een exploit aanneemt, maakt de Deurwaarder in zyn Relaas daar van alleenlyk gewag. Ggg 2  420 L I B E R IV. Exceptie Rei judicata d. I. 10. Modeftinus. & ibi DD. l. -j, ea qua. C. quam. quand. jud. X. Een Remisfionant [i] willende interineren de Brieven van Remisfie, hem by den Prins of de Hooge Overheid , of die dezelve in dit ftuk repraiènteren, verleend: is gehouden te dagvaarden de Vrienden en Magen van de doode of geinteresfeerde Partye: d'Officier van der plekke, daar 't delict geperpetreerd is; den Procureur Generaal en allen anderen, die de zaake eenigzins roerd of aangaan.mag, of hem Partye zoude willen maaken , om de voorfchreven Brie* ven van Remisfie te zien interineren [£], of dezelve te debatteren, en daar tegens te zeggen, in gewoonlyker formen Art. Injlr. Hall. ccxxni. Heeft de Prins over zulks voor Coftume in alle zyne Brieven van Gratie en Remisfie gemeenlyk te infereren de Claufule: Behouden Partye geinteresfeerde eerft en alvoren beteringe [/] gedaan zynde. Ja alwaar 't dat dezelve in zodanige Brieven waare geomitteerd ende nagelaten, zo zoude die nochtans ftilzwygende verftaan worden. Want in alle Gratiën van den Prins worden altyd gepra?fumeerd bygevoegd te zyn deeze woorden: Behoudens Partye gerechtigheid, of andere van gelyker kracht. Vide Matth. de Afflitt. in Conft. Reg. Sic. quee incipit: Muiier qua dotarium. in x. notab. Xt, Allen Perfoonen, die zig willen fteilen ter Purge [-m] van eenig DelicT:, daB f_z] Een Femijjfiomnt} Vide Lib. 4. Tit. 2 Cap. 21. num. 3. £ land: Abraham Selkart van Wouw, „ als Procureur van Cornelis tot „ Rotterdam, Impetrant vanMandament van -„ Purge; die uit kragte van liet felve hadde „ gedaan dagvaarden den Procureur Gene„ raai van defen Hove, den Officier der n Stadt Rotterdam, en, voor foo veel des .„ noods, oock den Bailliuw en Dykgraaf van Schieland, als mede Catharina B., des„ Impetrants Huysvronw, mitsgaders zekere „ Meyd ,.gcnaamt Jannetje Jacobs, en voorts „ alle die fig in defen tegen den Impetrant „ partye fouden willen fteilen; Gedaagdens „ in 'tvoorfz cas ter andere fyde, Eifch doen„ de Concludeerde, by dc middelen van fyn „ voorfz. Mandament en andere, des noods, „ nader te deduceren, dat de Impetrant '» fal werden verklaart, puur, fuyv-er 'ende- „ inno-  TITULÜS XXIV. CAP. XII. '4.21 dat hen word opgeleid, word verleend Mandament, omme te doen dagen by twee Afroepingen, ter plaatze daar zy woonachtig zyn, of daar 'tDeliét. gefchied is, alle de geenen, die zig Partyen tegen den zelven zouden willen maaken, of eenige Denunciatie of Adminiffratie van Getuigen tegens hen zouden willen doen , &c. Art. Inftr. Holl. ccxxv. Vide latius infra. £f DD. ad l. Diffamari. C. de ingen. manumijQ'. ê? Andr. Gail. lib. 1. Obferv. cap. ix. & lvit. Xil. De Impetranten van Brieven van Cesfie [w] zyn gehouden te doen eiteren alle hun Crediteurs. Inftr. Holl. art. ccxxvir. Vide infra. XIII. Item alle de geenen , die eens overledens goederen willen aanvaarden onder Beneficie van Inventaris [o], zyn gehouden te citeren alle de Crediteurs--, „ innocent van het praetenfe delict van over». fpel, in het voorfz Mandament geroerd. » en dat hy by provifie ontflagen fal werden „.van dc perfonele Comparitie, en geadn mitteert te mogen occuperen by Procureur m onder handjtaftinge en belofte, van t'allen „ tyde tot vermaninge van den Hove weit der te Compareren fub pcena confejji conti en nog.eyfch doende in cas van in„ jurie tegen de voorn. Jannetje Jacobs, » concludeerde dat de Impetrant verklaart fal „ werden door de voorn. Jannetje Jacobs „ geïnjurieert te fyn , en defelve gecondem„ neert defelve injurien te beteren, cerlyk „ en profytelyk, eerlykmits Comparerende n m de Audiëntie van defen Hove op hare „ knyen , biddende de Juftitie cn den Impe„ trant (indien hy praefent wefen wil) om « vergiffenis •, profytelyk mits betalende aan „ den Armen foodanigen fomme van pen„. ningen, als U Ed. Mog. fullen bevinden w te behoren; cum Expenjis. ' Dit was een middel om de Dienftmeid reprochabel te maken, indien zy tegen den Impetrant zoude willen depoferen-, dewyl zy nu zyne partye geworden was. Hier op ziet ook de Claufule, die in de Mandamenten van Purge onder anderen ook influeert, Ende ook omme te zien ordonneren op de relaxatie ofte ontflaginge van zyn perfoon, (nota) mitsgaders, de reparatie van Injurien, indien daar eenige valt, ende het zoo behoort. In Criminele Zaken wordt den Officier of. Procureur Generaal zyn verzoek, dat de Gedaagde op Articulen zal worden -gehoon,..meeft altydt toegedaan Zie Loenii Decif. Caf. 44. ibi Boel in Not. Dog in cas van Purge, wierdt voor dezen zoodanig verzoek aanden Procureur Generaal ontzcidt. Papeg. ifte D. pag. 524. Verf. d'Impetranten feqq. Manier van Proced., d. Tit. 2?. Cap. 5, num. 9. Noo-lafis teekent Van Zurk aan in Cod. Batav. °op G het Woord Purge §. 1. Num. 5. in Notis. dat al in den Jaare 1643.aan den Procureur Generaal zoodanig verzoek is geaccordeert; en word in de Manier van Procederen d. num. 9. Verf. Doch. getuigt, dat, by Sententien van den Hove, nu (deze laatfte Druk der Manier van' Procederen is uitgegeven in het Jaar 1729.) tot drie diftinCte reizen zoodanig verzoek aan densProcureur Generaal is geaccordeert. Dit is mede alzoo door den Rade van Braband verftaan , tusfehen Salomon Ephraim en Simon Haymans, van de Joodfche Na^tie , Impetranten van Mandament van Purge, Gerequireerdens en Requiranten contra R. B., Graaf van Rcchteren , qualitate qua, mitsgaders den Procureur Generaal van Braband, Gedaagdens , Requiranten en Gerequireerdens, op den 5. Maart 1734. De reden hier van is palpabel, .dat, namentlyk, een Impetrant van Purge, die puur, zuiver en innocent wil wezen, immers het l.ooren op Articulen niet behoort te declineren ; en als hy dit zoekt te ontgaan, zig graveert met een' fterke fufpicie, dat hy zoo zuiver niet is, als hy voorgeeft. - Van Purge, zie in het breede Bort's Tractaat van Criminele Zaken Tit. 3. per totum. Vide etiam hoe Lib. 4. Tit. 36. Cap, i. num. 4. en Lib. 4. Tit. 2. .Cap. .22. num.. 33. £f quee ibi notavi.} [>] Cesfie} Vide Lib. 4. Tit. 08. Cap. r. . num. ■ 3. opuce ibi notavi.} [0] Beneficie van Inventaris} Brieven van Beneficie van Inventaris worden by den Hoogen Rade verleent, met Committimus aan den Gerekte der plaats ,. daar het Sterf-* huis gevallen is ,. volgens Refolutie van der. 10. July 1677,1e vinden in de Papegaay 2.D^ pag. 22i. en Boel in Notis ad Loenii Decif\ Caf. 94. pag. 604. Zie ook Lib. 4. Tit. 40^ Cap. 3. num. 16. & qua ibi notavi. By ons is geen tyd gepnefigeert, binnen. " welken het Beneficie van Inventaris moer gg 3 -yor'-  422 L I B E R ï V. diteurs, die tegen den Overleden eenige Aélie pretenderen, ten einde zy Compareren t'eenen Competenten Dage, om te zien procederen ten Jnterinemente van de Brieven van inventaris by hen verkregen; en by hen Supplianten Reekeninge, Bewys en Reliqua te zien doen van de Adminiftratie van den Sterf- huize, worden verzogt. Dog, indien de Crediteuren ef Legatarisfen mogten urgeren, zoo zoude dan by den Regter zekere tyd moeten worden bepaalt. Groeneweg. ad L. uit. §. 12. Cod. de Jure Deliber. Sande Decif. Lib. 4. Tit. 12. Defin. 2. Adde Groeneweg. in zyne Aantekeningen op H. de Groot's Inleidinge tot de Holl. Regtsgel. 2de B. 21fle D. Lit. C. met dit gevoelen ftemmen over een Simon van Leeuwen in zyn Roomfch Hollandfch-Regt 3de B. num. 7. Verf. Wanneer, en de Uitgever van den laatften Druk der Manier van Procederen Tit. 6. Cap. 1. mm. 12. als ook Voet ad Pand. Tit. de Jure Deliber. num. 12. Het tegendeel gevoelt van Alphen in zyne Papegaay ijle D. pag. 215. daar by zegt : Brieven van Beneficie van Inventaris moeten binnen zes weken geïmpetreert worden, ende de Inventaris gemaakt binnen veertien (dit moet zyn veertigj dagen na de Impstratic; dan de tydt overflreken zynde, word men by forme van Reliëf geadmitteert. Dit word ook zoo geleerd in den twee• den Druk der Manier van Procederen van het ja:r 1697. Tit. 6. Cap. I. num. 12. Dog, van Alphen fielt zulks ter neder, zonder eenige auéloriteit. In het Pletcaat van Keizer Karei van den 19. Mey 1544. (Vide Groot Placaat Boek Vol. 1. pag. 321. £f feqq.) en gepubliceert den 26. Mey, worden, Art. 39, de folemniteiten van het Beneficie van Inventaris voorgefchreven, dog word daar by geen tyd altoos bepaalt, binnen welken dat Beneficie zoude moeten worden verzogt. Het voorfz. Art. begint aldus: Voorts ordonneren wy, dat de geenen , die hen zullen willen dragen Erfgenamen by Beneficie van Inventaris , zullen gehouden wezen daar toe te verwerven onze opene Brieven daar toe dienende, en dezelven geïmpetreert, doen ende volmaken den Inventaris binnen veertig dagen na de Impetratie. Uit deze periode is in het minflen niet te halen, dat het voorfz. Beneficie binnen zes weken zoude moeten worden verzogt. Daar is een' Ordonnantie op het Interinement van Brieven van Beneficie van Inventaris, gepubliceert te Rotterdam den 25. Maart 1719, waar by Art. 1. is geftatueert: Dat Impetran ten van Brieven van Beneficie van Inventaris zyi gehouden, alvorens dszelven te mogen prcefenteeren om geïnterineert te worden, by folemnelen eede te verklaren, niet zeker te weten, maar te twyffelen, of de Boedel, dewelke zy onder het voorfz. Beneficie willen aanvaarden, is fuffipant of niet, en dat daar van zullen affiaan, wanneer zouden mogen bevinden dezelve niet fuffifant te zyn, om de fchulden te voldoen. Dit fchynt wel over een te komen met de Lex. 22. §. 2. Cod. de Jure Deliber. verbis, fin autem dubius efl, utrumne admittenda fit nee ne defuntti hareditas. Waar mede fchynt te kennen gegeven te worden, als of het Beneficie van Inventaris dan maar plaatfe zoude hebben, als 'een Erfgenaam twyffelt of de Boedel fuffifant is of niet. Maar de vrage is, of de gemelde woorden wel difpofitive, en niet narrative verftaan moeten worden? en of het voorfz. Beneficie wel alleen is uitgevonden, om den Erfgenaam fchadeloos te houden, maar niet ook om het fatfoen van den «overleden en zyne familie te bewaren ? arg. §. 1. in fine. Infl, quib. ex cauf. manum. non licet. Ook is niet te begrypen, wat prejudicie de Crediteuren daar mede zouden lyden, wanneer een notoirlyk infolvente Boedel onder Beneficie van Inventaris wierde geadieert. Nota, de bovengemelde Ordonnantie is niet geoctroijeert. By Refolutie van Haar Ed. 'Gr. Mog. van den 22. December 1735, by den Hoogen Rade op den ij. January 1738. gepubliceert, is goedgevonden en verftaan: Dat het Committimus der Brieven van Beneficie van Inventaris tot het adieren der Boedels van zoodanige Perfoonen-, die buiten de Provinciën van Holland en Zeeland geboortig, en daar nooit gedomicilieert geweeft zynde-, naar Ooft- of WeftIndiè'n zyn uitgevaren , en voor haar retour in deze Landen , in dienft van de Ooft- of WeftIndifche Compagnie zyn komen te overlyden zal moeten worden geaddreffeert aan den Refter van die Stad, voor welkers Kamer zy naar Ooft- of Weft-Indien uitgevaren~zyn, zonder onderfclttid of dezelve Perfonen zyn komen te overlyden op de reis naar Ooft- of Weft-Indiè'n , .dan of zy zyn komen te fterven in de Indien zelve , of ook wel op de te rug reis. Dat Godshuizen het Beneficie van Inventaris niet gehouden zyn te gebruiken. Vide Zurk in tod. Bat. Tit. Godshuizen §. 6.£f7.j  TITULUS XXIV. CAP. XII. 425 huize, en voorts te procederen, als naar Rechten, l.fancimus 22. C. de jur. deUier. Novell. 1. cap. n. § i. & ibi DD. Cajlrenf. Confil. cccxxv. num. n. part. 1. Rebuff. Tom. r. inzft. de Sent. Provifionalib. art. itr. g/o$'. in. XIV. Item waar 't dat de Prins van den Lande iemand woude verleenen eenig Privilegie, of voor ettelyke Jaaren verleend zynde wilde renoveren ende continueren, en 't zelve fcheen met verloop des tyds te mogen prejudiciëren andere Perfoonen: zo is 't van noode te dagvaarden allen den geenen, die daar eenig Intereft of agterdeel by zouden mogen hebben. Want men moet niet prafumeren, dat de Prins of Hooge Overheid willende iemand geven eenig Privilegie, daar door zoude willen wegnemen het Recht van eenen Derden. DD. apud Udalrich. Zafmm Conf. xvi. num. 2. & 3. Hier. Gigas. in quceft. 37. de Penfion, num. 10. XV. Dusdanige manier van Citeren in de zes voorgaande §§. verhaald, als wezenae ueneraaie, moer. men mee genruiKen: ais men weet, wie en hoe veel geciteerd moeten worden. Want uyt Generaliteit fpruyt Obfcuriteyt: welke, zo veel als 't mogelyk is, in de Citatien moet geëviteerd worden. Bart, inl. aut qui aliter. 5. D. quod vi aut clan. & inl. qui ante Kalend as 13. D. de ve'rbor. obligationibus. XVI. Steden en Gemeenten worden gedaagd ten Perfoone van hunne Gouverneurs, Regeerders en Burgemeefters , &c. I. 2. & ibi Bart. C de jure reipub. Mafuer. in tit. de Adjournem. Zo worden ook in 't Generaal, en zonder hun Namen uit te drukken, geciteerd: Bailliuw en Mannen in Delfland; Schout en Schepenen in Schietend; Dykgraaf en Heemraden van Rynland; Schout en Krooft-Heemraden in 't Waterfchap van Woerden: en alle anderen, die een zeeker Lighaam reprecfenteren. Qldrad. Confil. c. per tot. Gail. lib. r. Obferv. cap. XLix. Mafuer. tit. de Adjournem. num. 20. 21. 22. Cafirii. ad Mafuer. de Adjour, ibi ad num 20. XVII. Die een Gilde wil Citeren en in Rechten betrekken, moet doen dagvaarden de Gildemeefters, of by faulte van dien, een van de Gildcbroeders. arg. quee de Collegio dicit Mafuer. in tit. de Adjournem. Vide & Glojf in c. bone memorits, & ibi Panormit. num. 18. de eleêt. Bart. in conjlit. ad reprimendum in verbo, Citatum. Bald. in c. 1. de milit. & vafall. Glojf. in c. fi capitulum. de conceiï. prceb. in vr. in verf. faEtam. Angel, confil. lxv. XVIII. Niemand is gehouden te Citeren alzulken Perfoone, die Prcvfens in Judicio word gehouden. Marant. part. vr. de Citat, num. 12 Bart. & Bald, in l. 1. D. de in jus voc. Lanfranc. de Citat. num, 2. & Jbi Bened. Vadius, de . Petit. [p] Niemand is gehouden enz.} De Schryver wil hier zeggen, dat iemand comparerende, die niet geciteert is, en zig inlatende in dc Proceduren, zonder zig op de defeSltts citationis te beroepen , daar door dat defeél komt te vervallen. . Op die wyze kan by ons, iemand die gekomen is op een Appoinöement nifi caufam, of om gehoort te worden op het verzoek van een Poenaal, Arreft of diergelyke, zig houden voor ge- dagvaart; zoo dat dan geen' Dagvaarding of Mandament noodig is. Et quod igitur ex-ceptio nullitatis ob defeeïum citationis objici non poffit, quando reus comparuit, docent Gail. Lib. 1. Obf. 48. .num. 4. S. Vantius de nullitatib. Proceff. nullitat. 16. Sententiar. titulo ex defeitu citationis num. 81 {ƒ8?. Mïnsinger, Cent. 2. Obf. 18. num. 3. Voet ad Pand. Tit. de in jus voc. num. uit.}  424. L I B E R I V. Petit. num. 17. Bart. d. loco ê? in l. prolatam. C. de fent. interloc. ömn. judic. zegt diltinclelyk, ingevalle de tegenwoordige wil Rechtsplegen, en geene Grieven proponeerd, dat hy ongeciteerd in Rechten word betogen. Want in cas 'van onwilligheyd, moet men hem Citeren, en tyd geven omme te Delibereren. Cujus mentis eft Anten, de Butrio circ. cap. fin. extr. de judic. Nochtans Alex Imol in d. I. l. *» rubr. C. eed. maakt geen onderfcheid tusfehen den Willigen en Onwilligen, aldus in Rechten tegenwoordig aangefproken zynde, zonder voorgaande Citatie; en concludeert: eindelyk dat de Rechtspleginge daar op gevolgd goed is en van waarde moet gehouden worden. • Vide t5? JaJon. ind. I. 1. £? Panorm. in c. tenor, de re Judic. in pen. col. £f Felin. in c. gratum. de-Offic Delegati. ê? in c. 1. num. 19. de Judic. Ufus poftulat etiam Prcefentem Debitorem, Fugitivum, de?iique omnes in introitu Litis Vzrbotenus aut Realiter citari. Citatie is ook niet van nooden, als de Debiteur in zyn Hand-gefchrift zig verbonden heeft tot apprehenfie. Mar. ibidem num. \ r. c? 39- Item als daar is periculum in mora. Mar. num. 15. tercaufe van Oorloge, Gail Ub. 1. Obferv. cap. 13. num. 3. Als daar is fufpicio fugce van den Debiteur of misdadigen. Mar. num. 14. of eens Gedaagde. Ibidem num. 19. Als men wil innen en manen Tributen, Schattingen, Importen en diergelyke publike of 's Heeren Schulden en Penningen. Mar. num. 6 Als adverfe Partye vari zodanige conditie is, dat dezelve 't Proces, ook preefent zynde, niet zoude mogen verhinderen, of iet daar tegen zeggen. Mar. num. 5. Bald. 6f Jaf in l nee quifquam. 9. §. 1. D. de OJJic. Proc. Alexand. in l. recufare. D. ad SC. Treb. Joan. Andr. in c. 2.. de nov. oper. nunciat. Hart. in l. 2. §. quod de frumentaria. D. de admin. rer. ad civit. pert Oldrad. confil. ccxev. Hippolit. de Marfil. Sing. xxx. Gail. Ub. 1. Obferv. cap 13. num. 13. De reliquis cafibus, in quibus Citatio non requiritur, vide Maran. dict. part. 6. de citat. num. 5. ufque ad num. 39. DD. ad rubric. C. de in jus vocando. Mynfing, lib. 11. Obferv. xci. Gail. lib. I. Obferv. (3.. num 3. Dec. in l. 16. qui poteft. D. de jur. & ibi Car. Molin. Hieron. Schurpf. cent. u. confil. lxxix. num. 6. Emanuel Soaref. in 'Iliefauro comm. Opin litt. C. num. 55 & 56. 5. 18. Verbonden heeft tot apprehenfie'] Zoodanig beding is by de Regtsgeleerden bekend onder den naam van Accord van parate executie, welks beftaanbaarheid betoogt is door den Prefident van Bynkershoek 'Qjiceft. Jur. Priv. 'Lib. 2. Cap. 13. §. 18. Tributen, Schattingen &c.} Deeze worden ingevordert by Parate Executie,uit kragte van de Executorie , tot vordering van alle des Gemeene Lands inkomften, middelen, contributien, en bewilligde omilagen, &c. uitgegeven by de Heeren Staten van Holland en Weftvriesland den 31. Maart 1588. te vinden hier na Lib. 4. Tit. 100. Cap.i. §.13. feqq. CAPITTEL  TITULÜÖ XXIV. CAP. XIII. CAPITTEL XIII. Wanneer Citatie gedaan. Citatie gedaan op Feeften , die ingebracht zyn ter eeren Gods, is van geender waarden. Lanfr. de Citat. num. 18. anders word gezegt van Feesten, die de noodzakelykheid der Menfehen heeft geëxcogiteerd en gevonden. Bart. in l. r. §. nunciatio. D. de oper. novi nunciat. Bald. ■& ceteri DD inl. fin. C. defer. text. in l. i. D. de feriis. Vide etiam queedam feq. cap. num. xr. CAPITTEL XI V, i. Ingevalle van Oppofitie tegen de Bevelen. -2. Wat Claufula Juflificatoria is. 3. Effecten van dezelve. 4. Asfignatie van den Dag om te Compareren. 5. Claufule van 'f Mandament ï' eenen Competenten Dage. 6- Competentie waar in gelegen. 7. Tyd om te ramen. 8. Den zelven wel te verlengen, om redenen. 9. Maar niet te verkorten, ten waare. 10. Ingevalle de tyd te kort geleyd is. 11. 'Comparitie op een Dag geleyd, als men geen Recht doet, &c. 12. 'Uure van Compareren. 13. Den Gedaagden Copye te leveren. I. ^To wanneer nu adverfe Partye de Bevelen van des Hóogë Óvefheids wej£_j gen, vaniet te doen of te laten, by den Deurwaarder (achtervolgende 't eerfte Lid van 't Difpofityf des Mandaments of Appoinétements van den Hove, geformeerd naar 't verzoek van de Requefte) gedaan zyn, indien daar eenige Oppofitie, Weygeringe of Vertrek gefchiede, zo reguleerd zig voorts de voorfz. Deurwaarder naar het tweede Lid van 't Voorfz. Difpofitief, dat is naar de Claufule Juftificatoir. En in cas Oppofitie, &c. II. Deze word alzo genoemd, overmids die field en laat in 't goeddunken en vryen wille van den Gerequireerden, alzulke gedane Bevelen te obedieren en gehoong te zyn; of te treden tegen den Requirant in Rechten, om aldaar zig zelven te juftificeren en verdedigen; mitsgaders den Rechter voor té dragen de redenen en oorzaaken, waaromme alzulke Bevelen geene plaatfe op zvn Perfoon behooren te grypen. . xn. uit Cap. XIII. Ter eeren<. Gods. ] Om dat aamentlyk de Zondagen, ofte andere Feefidagèn aan deGoddelyke Majefteit, ende zynen geheiligden Godsdienft zyn toegewyd, op welke tyden en dagen _gemeenlyk alle Burgerlyke handelingen moeten Uil ftaan. Zie Voet ad m. ff. jie per. & dilat. «. 3. en Vromans de For. Comp. Lib. 3. Cap. 1. $. 17. R ibi Middellant m notis. 1 J . / . * ' Y i: I. Deel. Hhh  7L26 L I B E R IV. III. Uit krachte van deze Claufule word by den Deurwaarder Partye geciteerd, en een tamelyken Dag geasfigneerd of aangeteekend , om te Compareren, &c. te zeggen de redenen van alzu'ke Oppofitie en Weer-Wil; mitsgaders te antwoorden op 't Verzoek, dat als dan tegen hem zal worden ge laan. IV. Van dusdanige Asfignatie word gehandeld in d'Inftruótie van den Hove van Holland. Uyt de InftruÜie, art. xliv. Item alle Provifien van Juftitie zullen gefield worden ter Executie by den geenen, aan den welken zy zullen addresferen ende behooren; ter (22) Asfignatie van Dagen, de Executeuren zullen gehouden zyn de voorfchreven Asfignatie altyd te doen: te Compareren, ende te wezen in de voorfz. plaatfe van den Hage, goeds tyds voormiddage, op den eerften Regtdag van de Weeke: ten waare dat by den teneur van den Mandamente anders geordineerd waare. V. Want 't word zelden geprattifeerd, dat fmen in de Mandamenten eenen zekeren Dag, om te Compareren, uitdrukke: maar word den Deurwaarder alleenlyk bevolen de Daginge te doen f eenen Competenten Dage. VI. Deeze Competentie beftaat in de Quantiteit en de Qualiteit van den Tyd. VII. Belangende de Quantiteit, zo moet de Deurwaarder den Tyd ramen naar dat de Zaake, de Gedaagde, .de Plaatfe en andere Circumftantien verëisichen. v VIII. Den zelven wel verlengende [£] om redenen hier vooren verhaald, item. (22) Asfignatie} Te weten, agt dagen in Joco ende vyftien dagen extra locnm, als anno 1652. by Ordonnantie verklaard is. Vide 2V. Ordonnantie Art. 9. [«] En zo de dag van Rechten te kort gelegd is, zo verzoekt Partye by den Hove de zaake in Staate gefteld te zyn. Als 't- Mandament, ten dage dienende , niet t' huis gebragt is, fteld 't Hol' de zaake in ftaate.ex Officio. Partye tot een incompetenten Dage gedagvaard zvnde, mag concludeeren.dat het Exploift verklaard zal worden nul en van onwaarden, en tot abfolutie van de Inftantie met de koften. Fontanell. ad Masuer. tit. 1. n. 1. Contrarium tenet Gail. lib. i, obf, 48'. «. 4. 6? obf. 5?. 't Hof geeft den Gedaagden dag ad certum ditm. [0] Asfgnatie, te weten, agt dagen in loco enz. 3 Dit word woordelyk herhaalt in Netis ad hunc Lib. 4. Tit. 36. Cap. r. num. %. Dog, de Ordonnantie van 1652 , aldaar en hier gemeld,heb ik niet kunnen vinden. Het geen alhier by Merula, uit het gde Art. der Ampliatie van de Inftructie is by gebragt, word mede verbotenus gevonden in het 6de Art. van het Regieinent, waar'naar de Exploitfeurs ofte Deurwaarders van den Hove van Holland, zig,. in het doen van kunne Exploicten, voortaan zullen hebben te reguleren ; zynde gepubliceert den 28. Maart 1680.] [&] Den zelven wel verlengende"] Voor Jacob Chriftiaan Muntz, zyn domiciü'um houdende te Amfterdam , Impetrant van Mandament van Arreft en Rau-Aftie met de claufule van Edicte, is, op den 22. Otlaber 1739 , van het Raadhuis der Stad Briele, by Ediée gedagvaart Sirp Oukema, wonende op Batavia ?  TITULUS XXIV. CAP. XIV. 4.2 ? itèm op dat de Gedaagde zig-daar en tusfehen ma^ hcreiden, cn een goed Advocaat zoeken. DD. ad l. ab Hoftibus 15. in fin. D. ex quib. caujf major Vide & Andr. Gail. lib U Obf. 53. DD. ad l. 5. de pupillo. §. 10. memimJTe D. de tiov. oper. nunciat. Guid. Pap. queeft. lxi. Matth. de Affli& in conjlit. reg. Sic. quee incipit, Caujfas alias in 4. notab. in Conjlit. Si quem noftrorum, in vix. notab. Mar. part. 6. de Citat. num. 65. Glofi'. ad l. nonnumquam. D. de Judic. IX. Maar niet te verkorten: ten waare in zaaken, den Onbeiaarden kindeken en Alimentatien of diergelyke belangende. DD. ad. I. 2. D. de re judic. Tot 't geene gezegd is moet gerefereerd worden dit navolgende Artikel. Uyt de Ampliat. van de Inftrutlie, art. ïx. Ende zal de ^Dagvaardinge ten minften veertien Dagen in Holland, *ende in Zeeland drie Weeken; ende 700 in Holland als Zeeland ten ïangften een Maand te vooren gefchieden : Vide huc Caftriüum ai PraStkam Mafuerii Titul. de Citationibus regul. 31. (23) X. Waar 't zaake dat de Deurwaarder in 't Citeren den Dag om te Compareren tegen recht en reden, en de zaake zulks niet verëisfchende, te kort geleid hadde: zo mag de Gedaagde, protefterende en zyne redenen ailegerende, van den Deurwaarder meerder tyds begeeren. Zomrnigen meenen , dat men van al zulke Asfignatie van tyd mag appelleren. DD. ad c. i. extr. de dilat. Doch onze Styl laat niet toe, dat men van Dagvaardinge, 't zy perfoneele of andere, appelleren, art. Inftr. ccxvn. 't Welk of in deezen gevalle moet verftaan tavia , om te compareren op den eerften Regtdag na de vacantie van Kersmis, van den Jaare 1741, zullende zyn den eerften Maandag na drie Koningen in de Maand Ja- nuary, van den Jaare 1742. ] (23) Art. 112. JnftruStie van den Hooge» Rade. I 9. Ten waare (fc. ] Dit moet met eenige bepaaling verftaan worden, alzoo in zaaken van alimentatie, en andere gepnviligeerdeVhet alleen aan Heeren Commisfarisfen van de Rolle vry ftaat, den Regtdag te verkorten, door het Mandament te verleènef), om pracife adcenum diëm te dienen, waar door dan dikwils veroorzaakt word, dat de Deurwaarder bevoegt is, om den Regtdag korter, dan op veertien dagen, of drie weken tc lego-en dog de extenfie van 't Mandament ordinair zynde, ftaat het aan een Deurwaarder nimmer vry, zelfs niet in gepnviligeerde zaaken . den Regtdag te vervroegen; maar werd de Deurwaarder, den dag van Rechten te kort leggende, daar over arbitralyk gecorrigeert. Inflr van t Hof Art. 91. SS J §. 10. Te kort geleid haddej Indien de dag van rechten, te kort gelegt is, én door den Deurwaarder word geweigert, denzelven op verzoek van den Gedaagden te verlens-en kan de Gedaagde ten dage dienende yerzpeken, dat de zaak mag werden geftelt in "ftaate, wanneer 't Haf aan den Gedaagden dag geeft ad certum diem, al was 't zelfs, dat 'e» provilie was verzogt, ofhy kan coneluderen, dat het exploit zal werden verklaard nul eii van onwaarde, en hy geabfolveert van de inftantie, met de koften, in welk laatfte geval een andere Citatie gedaan moet worden. Zie Middellant in not. ad Vromans tfe Fok Lomp. Lib. 3. Cap. 1. §. 16. n. 30. en Voet ad tit. ff. de in jus voc. n. 14. H h h a  4.28 L I B E R ï V. ftaan worden; en niet veel eer, als de Gedaagde geroepen is tot zynen niet Juge, zoude mogen gedisputeerd worden. Want pojlcriore ca/u- man de Gedaagde niet appélleren: maar is gehouden te compareren, en zyn Privilegiuni /on allege-ende, Renvoi tot zynen dagelykfchen en competentcn Rechter eisfchen, gelyk hier * ooren gczpg i is. XI. Aangaande de Qualiteit >.'an den Tyd, word met veele woorden by de Rechtsgeleerden gediftingueerd, dat Citatie ge laan op een Dag als men Recht do:t,! om te Compareren op- een dag als men geen regt doet [c], is van onwaarde: maar dat Citatie ge taan op eenen Dag, ais men geen Recht doet,, o.n te compareren op een Dag als men Recht doet, voo'- goed word gehouden. Decifion. Rot. ccclxvii. incip. Si committatur Caufa DD. in c. fin. de Firiis. Hoftienf. & alii apud Panormit. in proc. judic in jor. Citationis Judic. Ordin. Innoc in cl. c. fin. defsriis. Marant. de Citat. num. 121. Vide & Gail. lib 1. Obferv. 53. num. 5. Deeze Uiftin&iê, word by onze Deurwaarders niet geobferveerd-, dewelke niet aanzien, op wat Dag de Citatie behoord gedaan te worden: en word a m de andere zyde gepiaótifeerd, als de Deurwaarders voorzegd den Gedaagden geasfignecrd hebben een Dag om te Compareren, als men geen Recht doet dat als dan naar ftyle de Dag gecontinueerd word op den naaften Rechtdag. Vide plenius Gail. dut Obf. 53. (24J XI V. Belangende de uure , of de Deurwaarder niet .behoord uit te drukken, word by de Rechtsgeleerden diftinótelyk gedecideerd: dat zulks niet van noor den is, indien de Juge eene zeékere uure heeft om te recht, te zitten: . maar ingevalle de uure van Rechts plegen onzeeker is, dat als dan dezelve by den Deurwaarder moet geëxprimeerd worden. Joann. de Imolain l. libtr homo u8. §. decem. i. D. de verb. oblig. Bald. in l. fi ut proponis. 5. C. quom. & quand* jud. Panorm. in e. conful'it. extr. de Offic. Deleg. Innoc. in e. cum nobis olim. d? elect. Naar onzen Styl overmits de uure in den Provincialen Raad zeeker is, zo word alleen by den Deurwaarder den Gedaagden aangezegd en geboden te Compareren op zulken. Dag Goeds tyds voor den Noene: 't welk verftaan word in de Zomerdagen van 's morgens ten afcht uuren tot tienen toe ; en 's Winters van negen tot elf, in groote Zaaken; en-in kleine des Zomers van zeven tot a^nte; des Winters, van achte tot negen. Vide plura infra, ubi de Puntto Temporis, quo inchoanda eft publica audimtia, Vide & Caftrit. ad Maf. de Citaiipn. num. 4. XIII. Eindelyk, omme te befluiten, is geordonneerd', dat. Uyt ds Inftr'uüie, art. xax. indien Partye, tegen den welken eenig Exploict-gedaan zal worden-, "9i iocb ffó. el 3a»tea noi - x aan [e]-' -Op een dag als. men geen regt doet} L. 2, §, 1. ff. Si quis in jus voc. ?ion iverit. juncl. L. uit. Cod. de feriis. Zie verders de Manier van Procederen Tit. 7. Cap. H §. 4, 5 in 6. & Voet ad tit. ff. de 'Fer. &f dilat. n. 4 "] {24) Als de Deurwaarder iemand heeft gedagvaart ten incompetenten Dage , mag hy den Gedaagde geconcludeerd worden tot abfolutie van de InrtarTtie en Nullité van 't Exploift. Fontanell. ad Masuer. tit. t. n. rj contra Gail. lib, 1. obf. 48. n. 4. £?  TITULÜS XXIV. CAP. XIV. 429 aan den Executeur begeerd te hebben (25:) Copye van zyne Commisfie ende Relatie; de voorfz. Executeur zal gehouden wezen hem die te geven mids redelyk (26) Salaris, die zyn zal van de fomme van vier ftuyvers, uytgezonderd van zaake van Crime of van ExcelTe, in welke zaake de voorfz. Executeur niet gehouden zal wezen zyne Cómmisfie te toonen, dan na d'Exploicten gedaan. Vide cjf art. ccxxiii. (j. van welke Remisfie, Bart. in h pro-hibitum efl C. de jur. fifci. (27) En worden van zulks te doen by den Raad belaft de Deurwaarders met de Claufule: mits latende aan den Gedaagde Copye van deezen, &c. of, Latende Copye, volgende d'InftruStie: in hunne Commisfien uitgedrukt. Want de Staten van den Lande hebben, ampliërende de Inftruétie van den Hove van Holland, in. den Jaare cio io lxxix. Decemb. xxr. geftatueerd, dat Uit de Ampliatie van de Inftrutlie} art. viir. Alle Mandamenten ende Appoinétementen van Dagvaarden, die by den Hove verleend zullen werden, zullen inhouden deze Claufule: Dat den Deurwaarder zal bevolen wezen den Gedaagde, of in zyne abfentie, f zynder Woonplaatfe aan iemand van zyn Huysgezin of Gebuuren , hebbende de Jaaren van Difcretie, té leveren ende te laaten Copye- van 't Mandament, of Requefte met het Appoinclemer.t, daar uyt de Dagvaardinge zal zyn gedaan; met onnotatk van dezelve Dagvaardinge, ende van den Rechtdag den Gedaagden geprafigeerd. Hac omnia nota ex notiffma Accenforum formula^ Uyt gegeven voor Copye, Sc (28) (25) Copye} De Deurwaarder is gehouden Copye te geven Reo etiam non poftulanti, idque jumptibus attoris, art.j. van de Inftrutlie van kleine zaken. Imb. Lib. i. cap.i. in fine. Papon. lib. 6. tit. 7. arr. 5. Peck. de jure fiftendi cap. 27. (26) Salaris} Executvres - litium, qui f port ularum nomine plus quam debent exegerint, in quadruplum condemnandi. §. item in l. condittit. Inft. de aclionib. (27) Vide Art. 403. van de Inftructie van den Rade van Braband. (2S) By het 105. Artikel van de Inftruïïie yan den Hoogen Rade, word den Deurwaarr ders geordonneerd, in abfentie van den geen die gedagvaart moet worden, of iemand van zyn-Huisgezin, de Copye van het Mandament, &c. te hegten aan deszelfs Woonfiteéde [_d], en niet het ExpIoicVte doen aan de Buuren. [dj Te hegten aan deszelfs Woonftede} Het geen over een komt met het befchreven Regt. Vide L. 4. %. -; 5. ff. de damno infeclo. Dog zoude zulks nu zelden gefchieden; ten ware een Gedaagde op een' afgelegen plaatfe mogte woonen , daar geene gebuuren te vinden waren.] . H h h 3 B8g£  43° L I B E R I y. Daar en boven is geordineerd, Ibidem art. ik. ( beneffens de Copye van 't Mandament) den Gedaagde geleverd, of t' zynder Woonplaatie gelaten te werden ( 29 ) Copye van 't gund daar op d'Impetrant (willende ten dage dienende Provifie verzoeken) zig fonderen zal: ende dit al tot kollen van den Impetrant; mits dat hy 't zelve in de Declaratie van Koften in tyden ende wylen zal mogen brengen. Vide 6? art. Ampl. xx, En is de Deurwaarder of Executeur gehouden de Copye van *t ExploicT: te teekenen met zyne hand en fignature. arg. art. Injlr cxr. §. indien de Verweerder , ten einde Partye zig daar mede mag behelpen, om te doceren d'Asfignatie van den tyd om te compareren. Vide ad hoe cap. Bart. & Paull. Cajlr. in L 1. D. de edendo. (29) Copye van't gunt, £?<:.] Wanneer de Deurwaarder benefTens de Dagvaardinge le-verd Copye van 'tgeen, waar op de Impetrant zyn Provifie fonderen wil, zo moet de Gedaagde, ten dage dienende, en by den Impetrant eifch zynde gedaan en Provifie verzogt, op de Provifie antwoorden, en kan geen Dag om te antwoorden nemen. Maar ingevalle de Deurwaarder , benevens de Dagvaardinge,zodanige Copye niet leverd, zo kan de Gedaagde ten dage dienende, en eifch gedaan en Provifie verzogt. zynde, verzoeken Copye van 't geen, waar op de Impetrant zyn Provifie fondeerd, en Dag te veertien dagen na de lereringe. CAPITTEL XV. 1. Citatie te doen aan Perfoonen. 2. Of by gebreeke van dien, ter Woonplaatfe. 3. Wat by Woonplaatfe verflaan word. 4. Op eigendom of huur word geen aanfchouw genomen. 5. Ingevalle van veele Woonplaatfen. 6. Ingevalle van geen Woonplaats. 7. Ingevalle van Woonplaatfe uit zaake van eenig Officie. 8. Citatie gedaan in Winkels. L ~T\e Deurwaarders ontfangen hebbende de Commisfien of Brieven , moeJL-/ ten zig daar mede na ernftige vifitatie ten eerften opveerdigen, Uyt de Inftr uttie, art. xci. ende dezelve terftond tot verzoeke van Partyen ter exëcutie fteilen» naar haare forme ende inhouden, zonder iet te refuferen. Vide huc  TITULÜS XXIV. CAP. XV. 431 buc Cbaff. des juflices fi? droits. §. v. num. 84. fi? 88. Ende is 't dat de Brieven begrypen Bevel of Daginge, 200 zullen zy zig tranfporteren aan de Perfoonen van de geenen, aan de welken men de voorfz. Daginge behoord te doen. DD. ad l. 1. $. 1. D. de Liber. agnofc. II. Of by gebreeke van dien tot zyne Woonflede. DD. ad l. 1. fi? ad l. dies. ^.prator ait y. D. de damno infecl. ubi precipue Bart. Imol Caflrenf. Alex. DD. item ad l. y. aut qui aliter. (j. 2. fi? fi fortè. D. quod vi aut dam. Boer. in Confuet. Bitur. de Jurisdicl. omn. Judic. §. 10. qui muitos allegat. DD. Matth. de Afflitt. in Conjlit. reg. Sic qua ihcip. Citationis Uttera num. 1. Lanfr. de Citation. num. 3. fi? ibi Bened. Vad. qui plures citat ad hoe DD. Julius Clar. in PracJ. §. uit. quafi. xxxi. verf. Diftum efl. cum feq. Gravet. lib. m cap. iv. num. 1 y. Soaref. in Comm. Opin. Uttera. C. num. 65". Turzanus Opin. cxxxr. Mafuer. de Adjom.. num. 23. 24. 2$. 26. 27. zS. Vide fi? art. vm. Inftr. AmpL. En wel te recht gezegd by gebreeke, (fc qua verba non elettionem Accenfi, fed Citationis ordinem inducunt. Vide Richardum Malumbr. Dynum in d. §. prater, ait. & Bart. in d. I. i. D de lib. agnofc. & Joan. de Imola in c. fi adverfarius. D. de eoqui mitt. in pof.. Invoegen dat de Prins by zyne Ordonnantie hier vooren; of die van den Provincialen Rade in hunne Commisfien met de woorden; Zoo is 't dat wy u committeren mits dezen, te trekken aan den voorfchreven N. of f zyner Woonflede, niet Rellen in 't goeddunken en vryen wille van den Executeur zyn Exploitt te doen of aan den Perfoon, of aan deszelfs Woonftede , zo hem eerft gelegen waare: maar dat hy eerft met alle vlyt en naarftigheid zal zoeken den Perfoon; en by faulte van dien zig eindelyk addresferen tot deszelfs Woonplaatfe. DD. apud Marant. de Citat. num. ii6. (30) Vide & art. 8. Ampliata InftruUionis. III. Woonplaats word eigentlyk verftaan, daar iemand al zyn Goed gefteld heeft, van welke plaatfe hy hem niet vertrekt, ten zy om hoogdringende oor> zaaken, Ichynende te peregr.ineren en van huis te zyn, als hy van daar is; en af te Itaan van zyne peregrinatie en uitwezen , als hy wederom is eekomen. hy. Lives. C deincolis, & ibi glojf. IV. En word geen regard genomen of 't zelve Huis hem eigen is, of eens anders by hem gehuurd, d. I. 4. dies. §. prater, verf verecunde. Item of hy daar in woond om niet, of om geld. 5. 8 fed #> lex. Inft. de injur. I. 5. Lex. §. 2. D. de injur. I. 1. g. habitare, 9. de his qui ejfud. V. Waar ( 30) Vide Rebuff. traS. de citat. Art. 2. gl. 3. n. 2. Masuer. tit. j. n. 1  tj* L I B E R IV. V. Waar 't dat de Gedaagde veele Huizen hadde zo op 'tLand, als in de Stad, en zig diverfelyk daar in was onthoudende; als dan moet hy geciteerd worden tot zulken Huys, daar hy 't meefte deel van 't Jaar in gewoond heeft. Joann. Andr. in clem. cum cauff. de eleEt. Twee huizen gelykelyk bewoonende moet geciteerd worden, daar hy den meeften tyd is, of daar hy heeft zyn meefte goed of Huisgezin. Bart. in d. I. 4. dies, of de Citatie moet gedaan worden tot beide de Huizen gelyk. Joan Andr. diclo loco. By veelen word het Domicilium van den Gedaagden gehouden ter plekke,.daar zyne Huisvrouw, van hem niet gefcheiden., 'tHuis en menagie open houd. Bart. in d.l. t. §. 9. D. de hls qui ejfud VI. En waar 't dat hy geene Huizinge hadde, zo moet men regard nemen of hy eenig ander goed heeft of niet. Indien hy goed heeft, zo is 't zelve mo"bil of immobil: indien 't mobil is in geld, zo moet de Citatie gedaan worden op de plaatfe, daar hy den meeften tyd £on verleerd. Scribent, ad l. 2. C. uli de crim. agi oport. Indien 't immobil is, zo moet de Daginge gefchieden aan de Pagters of op de plaatfe daar 't goed gelegen is. Bart. in d. §. prcetor ait. Maar ingevalle hy geen goed met allen heeft, noch ook promptelyk f31) te vinden is, en 't zelve nochtans niet gefchied door bedrog en opzetten wille; zo zal men de Citatie infinueren zynen Vrienden, zynen Procureur, of andere diergelyke Perfoonen. d.l. aut qui aliter §. 2. etji. D. quod vi aut dam. d. §. prcetor ait. Of men zal hem openbaarlyk in de Kerke of op andere publyke plaatfen uitroepen. Bald. inl. fin. C. de jur. dom impetr. Bart. in l. fi tarnen £5. D. de Leg. 2. VII. Daginge gedaan ter plaatfe van de Geboorte word voor goed gehou, den, niet tegenftaande de Gedaagde eene andere Woonplaatfe heeft ter oorzaake van zyn Officie. DD. apud Boer part. r. Decifione xi. Quod apud nos non efl in ufu. VIII. Of Citatie gedaan in Winkel, Stal, Schip, of diergelyke plaatfen goed is, en van waarden gehouden mag worden? Vide Bart. Alex. & alios DD. in d. §. prcetor ait. D. de damno infetto. Lanfr. de citat. num. 2. §. fed dubitabatur. verf quart'O qucero. (31) Te vinden »V] Ingevalle de Gercqüi- moet alzo by openbaare klokke-flag, en af- reerde niet te vinden is, en hier te Lande fixie van het Mandament ad vahas Curies., de gr-een Domicilium heeft, zo moet de Impe- Gedaagde gedagvaard worden, trant verzoeken dc Ciaufule van Edi&e, en CAPITTEL  TITULUS XXIV. CAP. XVI. 433 CAPITTEL XVI. Item Bekltch. decif. 59 £f 60. part. 1. [a] Zig ganfchlyk onthoudende is buiten de .Jurisdictie j 't Zy dat hy nergens een fixum domicilium heeft; of d-at hy het heeft buiten de Jurisdictie van den Hove. In het eerfte geval moet de Ediiale Citatie gefchieden ter plaatfe daar zoodanig een vagabundus zig Ihet meeften ophoud. Voet ad Pand. Tit. de in jus voc. num. 16. die aldaar mede aantee- kent, dat ook by Edi&e worden gedagvaart,die reali attione worden geconvenieert, wanneer zy niet gevonden worden terplaatfe daar de res immobilis gelegen is. J 3) Rebuff. de citat. Art. 2. gl. r. n. 9. [fe] By openbaren Editie} Men dagvaart ook iemand by Ediöe, in cas crimineel, als hy voortvlugtig is of latiteert. Dagvaarding by Edifteword ook gebruikt, als §. 2. Openbaare EdiSle] Het onderfeheid tusfehen de ordinaire Claufule van Edi&e, en de JMQe ad valvas Curice, is reeds door de Haas alhier in notis aangemerkt. AMeenlyk voegen wy 'er by, dat met het employ van de Citatien by Edicle ad valvas Curice voorzigtig- I. Deel. I i i ïyk >ï. Hoe Citatie gedaan word onder Smale Heeren, welkers Jurisditïie nochtans onder de Graaflykheid is gelegen. Uyt de InJlruStie, art. xcvirr. •I. Ttem waar \ dat eenig Executeur, uyt kracht van zyne ComI misüe, woude exploicteren onder eenige Smale Heeren, die Juftitie ende Heerlykheid onder hen hadden: zoo zal hy gehouden zyn daar toe te roepen den Officier van de voorfchreven Smale Heeren, of hun Stadhouder; ten eynde dat hy tegenwoordig zy, op dat hem goed dunkt, om te zien 't geene des by den voorfchreven Executeur gedaan zal werden: ende dat hy van alles zynen Meefter mag adverteren, of zeggen 't geene des hem goeddunken zal. Vide lom Ordin. Philippi Regis Gail. anni cid cccn. -art. xvm. (32) II. Ingevalle de Perfoon, tegen welke iemand wil rechtsplegen-, zig ganfchlyk onthoudende is buiten de Jurisdictie [0] zo van de Graaflykheid, als des Graaflykheids Vafailen; zo zal men zien of dezelve binnen de Jurisdictie voorfchreven heeft eenig Procureur, Facteur, onderwinder van Goederen, of andere diergelyke Gecommitteerde; of niet. {33) Want priere cafu word den Deurwaarder by 't eerfte Lid van de Claufule van Auctorifatie, &.%, geïnfereerd in 't Mandament, bevolen zynen laft te werk te leggen aan de voorgemelde Perfoonen: pofteriore, word den Deurwaarder voorfchreven by het ander lid van de voorzeide Claufule belaft, zyn ExploicT; te doen' by openbaare Editie [b], op 2. Hoe by Vreemde Heeren buiten de Graaflykheid. | 3. Claufule van Auiïerifatie.  4-34- L I B E M It op de uiterfte palen deezer Landen, naaftgeleg-?n den Plekke, daar de Gere-» quireerde zyne Refidentie heeft: infinuerende den zelven zulke zyne befoigne by als de Gedaagde is op eene onveilige plaatfe, daar het Expioi£t niet ftcuur kan worden gedam, als, by voorbeeld', daar de Vyand grasfeert, Papegaay ifte Deel pag. 70. Op die wyze is zekere Acte op een "Ma:idainent van ComplainCte , by Commisfarisfen van den Hove verleent, binnen de Stad Beverwyk, geëxploicteert aan Schepenen van Amderdam, mitsgaders aan Burgemeesteren, indien zy haar partye zouden willen fteilen. Zie Boel in Notis ad Loenii Decif. Caf. .'.7. pag. 450. £? feqq. Ook bediend men zig in het generaal van deze Ediftale Citatie, als, men onbekende perfoonen dagvaan, waar aan het Exploicr niet kan worden gedaan; alzoo dagvaart men in materie van Purge , behalven den Procureur Generaal en' den Officier' der plaatfe, by EdiCte alle anderen die zig partyen zouden willen fteilen. Zoo word de Claufule van Edicte wel geïnfereert in Brieven van Beneficie van Inventaris, om alle onzekere en onbekende Crediteuren, die'er zouden mogcii weefen te dagvaarden. Papegaay ijle Deel pag. 2^6. Daar word ook verleent Mandament van Willig Decreet met de Claufule van Ediête, waar by gedagvaart worden allen die eenig regt , aétie of toezeggen op eenig huis of land, enz. dat by Willig Decreet i^verkogt, zouden willen prslenderen. Papegaay ijle Deel pag. 442. £f feqq. En worden alle zoodanige pretendenten mede by Edifte gedagvaart by Brieven van onwillig Decreet. Zie Papegaay ijle Deel ^pag. 475. By Schepenen van Amfterdam is gefuftineert tegen het Hof, dat zy in cas van Purge mede by Edi&e kunnen dagvaarden. Over dit different, zie in het breede Boel in Notis ad Loenii Decif. Caf. 67. pag. 444. £f feqq. Onder de redenen, die tegen de fustenue van welgemelde Schepenen militeren, is ook deze, dat een Purge voor fubalterne Regters geen verder .effeÊt kan hebben, dan tegen den Officier en fnwoouders van de Stad of Plaatfe, do? niet tegen den Procureur Generaal of' andere Officiers. Manier van Procederen Tit. 3. Cap. j J. 3. en de Pahegaay, aldaar gealle::eert. By Büel , ter aang'.baald; plaatfe ,pag. 465, word een' Misfive van den Hove aan de Heeren Staten van Holland gevonden, waar in word aair ewezen, in welke gevallen de Procureur Generaal toeftaat , dat Ediftale Citatien by fubalterne Regters kunnen gefchieden, en in welke gevallen niet. By Ordonnantie van den Hove van den 10 September 1732, is geftatueert, dat 'de Deurwaarders by alle dagvaardingen , die by hun, zoo in criminele als in civile zaken , uit kragte van de claufule van Edicte ad vahas Cnria;, zuilen worden gedaan aan Gedaagdens, die zig onthouden buiten de Jurisdictie van den Hove,, dog welker vafte woonplaatfe aan hun zal zyn bekent, by hunne Afte van dagvaardinge (dewelke zy, nevens ingelegde Copie Mandament by hun Beflöten Misfive, gehouden zullen zyn met de eerfte afgaande poft, na hunne dagvaardinge, over te zenden) zullen geven den termyn van veertien dagen, behalven zoodanigen convenabelen tyd, als tot het overbrengen van de voorfz. Beflöten Misfive, met de Copie Mandament en Acte van dagvaardinge , aan den ..Gedaagden ter plaatfe van zyne voorfz. woonplaaffe , en het bequamelyk weder overzenden van deszelfs ordres en inftruêtie aan zyne Gemagrigde , met de ordinaris poften geoordeeit zal worden , naar gelegenheid van de plaatfe van wooninge of onthoudinge van den Gedaagde noodig tc zyn : ende ten opzigte van de geenen, welker plaatfe van onthoudinge ten eenemaal is onbekenr, en die by affixie ad valvas Curice worden gedagvaart, aan dezoo-, danigen den dag van regten te leggen ten min- '!yk moet worden gehandelt, alzoo dezelve dan eerft te pas komt, wanneer men in 't geheel onbevvuft is,, dat iemand anders eenig mede-regt op een erffenis, of eenig ander goed zou willen fuftineeren, dog zoo dra maar de actie van een derden bekend is, of bekend heeft kunnen zyn, is 't niet genoeg de geueraale Claufule van Edicte ad valvas Curice in 't Mandament te infereren, maar moet 't zelve tegen zoodanig perfoon nominatim difpo Meeren. Zie Stokmans Decif. Brabant. 116.  TITU LU S XXIV. CAP. XVI. 4.3$ hy Hejlbten' Misjive [c], daar by voegende Copye van 't Mandament, op dat hy daar van geene ignorantie praïtendere. Welke manier van Exploiteren gehouden word van alzulke waarde, als of die aan de Perfoon van den Gere.quireerden gedaan waare. Vide huc Andr. Gail. lib. i. Obferv. cap. 56. & 57. Marant. de Citat. num. 40. DD. ad l. 1. §. pmftdes. .2. D. de.re.quir. reis. &f Scribentes ad Novellam cxxxiv. cap. v. Lanfr. de Citat. num. xvir. III. Blykende by de Claufule van Auftorifatie: Ende indien de voorfchreven N. zig onthoudende is buiten de JurisdiStie van deezen Hove: zo doet u Exploift aan zyne FaÜeurs , Procureurs ende Onder winder s van zyne Goederen, indien hy eenige heeft binnen deeze Jurisdictie 5 indien niet, by openbaare Editie , op dc ui- terfte fflinften op zes weken', aanvang nemende met den dag van het doen van de voorfz. dagvaardinge en de gedane affixie. Omtrent de Edi&ale Citatie moet nog genoteert worden, dat men dezelvemiet moet ■gebruikeïi, als men die voorby kan gaan , dewyl ze eenigfints fchynt te choqueeren. De Vrouwe Vorftinne van Nasfau , in der tyd, hadde, als Moeder en Voogdesfe van den Heere Prince van Oranje en Nasfau Joan Willem Frifo in den jaare 1703 ,van den Hove van Holland geobtineert Mandament van Maintenue, Posfesfoir en om Actie te inftitueren, difponerende tngen den Heere Koning van Pruisfen, Vader van den tegenwoordigen Heere Koning. Het gemelde Mandament was by Ediftale Citatie ge<ëxploi6teert. Dit wierd by den Hoogftgemelden Koning qualyk genomen, die daar over een' Misfive, op den 16". Maart 1703, •aan de Heeren Staaten Generaal heeft gefchreven, daar in onder anderen zeggende, dat men het voorfz. Mandament aan zyn' Minifter hadde kunnen doen inlinueren , of aan hem zelfs by Beflöten Misfive overzenden. De Heer Praeödcnt van Bynkershoek meldt van dit geval in zyn Tra&aat de For» Legatorum cap. 4. in Oper. Minor. pag. 45. . En geeft hy, Cap. 16. pag. 520. een raad, dat men een' AmbafTadeur niet dagvaarden zal by Ediéte , maar Beflöten Misfive aan zyn huis laten behandigen. Naderhand is een expediënt in die zake gevonden, en. Exploicten gedaan ordinario modo aan den Pro- ' cureur Stipel, als Gemagtigde van dien Koning. Iemands goed, die in dê Provincie van Holland woonde, was Onder eene andere Jurisdictie gearrefleert, en de dagvaardinge in dat geval by Ediéte gefchied-, waar :ïegen Mr. Zeger Thierens allcgeerde, dat zulks, niet hadde moetea gefchieden,; maar by Overdaging. Van Overdaginge, zie Lib. 2. Tit. i. Cap. 4. in Notis poft num. 14.] [c] By Beflöten Misfive'} By Reglement van den Hoogen Rade tot redres, mitsgaders tot dienft en bevorderinge van de adminiftratie van de Juftitie, gepubliceert den 26. November 1726, is Art. 1. geftatueert: Dat in alle Dagvaardingen^ die gedaan zullen worden by Editie, omme te obtineren Default, niet genoeg zal zyn te exhiberen de Recepisfe van den Poftmeefter in den Hage, dewelke de Misfive overneemt om te beftellen, maar dat 'er by moet bygevoegt worden eene Recepisfs van den Poftmeefter van de plaatfe daar de beftellinge gedaan is, of, zoo dezelve niet te bekomen is, een mquipollent bewys van de gedaane beftelling. Nota: Op hét bovengemelde Reglement van den Hove van den 10. September 1732, dient geremarqueert te worden, dat, om eigentlyk 'te fpreeken ,pndèrfcheid gemaakt moet worden tusfehen" de Claufule van EdiSle ad valvas Curie, en de ordinaire Claufule van Editie. De Claufule van Editie ad valvas Curice word alleenlyk in de Mandamenten geïnfereert, wanmeer de woonplaatfen der perfonen, tegen welke die Mandamenten difponeren, niet bekend zyn, en worden dezelve in den Hage van de groote Zaal geëxploifteert of gepubliceert, en ad valvas Curice, dat is, aan de Deure van het Hof of groote Zaale, aangeplakt. De ordinaire Claufule van Ediöte word in het Venu en Cour geïnfereert, wanneer de Woonplaats van den Gedaagden bekend is, en word dan het Mandament geëxploicteert of gepubliceert van de puye'van het Raadhuys der Stede, naaft gelegen aan de plaatfe van des Gedaagdens refidentie, en word Copie van het Mandament door den Deurwaarder aan den Gedaagden toegezonden by beflöten Misfive.] lii %  436* L I B E R IV. terfte Palen deêner Landen, naaft gelegen den Plekke zyner Refidentie: infiriue* rende hem '£ zelve by uwen Beflöten AHsfive en Copye van dezen, op dat hy daar van geene ignorantie pretendere. Welk ExploiEt by-"u alzo gedaan zynde, wy zullen houden van alzulker waarden, als of '£ aan zyne Perfoone gedaan waare. Ons Relaterende, &c. Videfuprd Cap. i. §. ui. (34) (34) Uit krachte van de Claufule en allen tmderen des noods zynde, die in de Mandamenten gemeenlyk geïnfereerd word, mogen niet gedagvaard worden eenige Steden ofte andere notable Collegien, maar moet het Mandament nominatim tegen dezelve difponeren. Ook word de intkimatie, aan die van den Gerechte in cas d'Appél gedaan, «iet verftaan voor Citatie te ilrekken, zoo men de zaake tegen haar als Partye wil doen oproepen, en zulks is by den Hove verftaan, voor de Schepenen van Ter Gouda, in de zaake van N., Advocaat aldaar en Appellant van zeeker Vonnisfe , waar by hem het Pleyten aldaar verboden was, op den 14. November 1630. zynde d'exceptie by Schepenen voornoemd geproponeerd , var. niet geciteerd te zyn, geadmitteerd. y.YF-EÏ%.;  TITULUS X XV. CA P. ï. 43? VYF-ENTWINTIGSTE TITEL, van RELATIE of RAPPORT van d e' DE URWAARDERS, NA GEDAANE CITATIE, C A P I T TEL I. Uyt de Inflructie, art. scvijv , I. TTtem na dat de Executeurs hunne Exploicten gedaan zullen hebben, zullen zy in 't lange (1) overfchryven 't geene des zy gedaan (1) Overfchryven'] Be relations nuntii: Vide Socin. conf. 56. col. 2. vol. 4. Specul. tit. de eitat. §. 4. verf. Hac igitur, citans Zaz conf. 7. vol. 2. n. 28. & n. 20. Alex. part. 3. conf. 2. An.relationi nuntii credatur Bart. in l. tres denunciationes C.'quomodo & quando judex. Blarer. TraB. I. dijfam. fol, 232. Menoch. de arbitr. Jud. caf. 112. Gail, i. obferv. 54. », 4 6? 5- §. i.feaqf] De inhoud van ditCapittel is, voor het grootrte gedeelte, door Merula overgenomen uit de Inftruaie van 't Hof Art. 57. welk Art. met uitzondering alleen van de I i i 3 woor- 2; In de Relatie uit te drukken den Dag yan 't Exploiü. 2. De Perfoonen aan wien, &c. 3. Antwoord derjzelver. j> 4. Refidentie. 5. Dag om te Compareren; 6. Alle hun befoigne. 7. Of een Deurwaarder Jimpelyk zeg* gende dat hy geciteerd heeft, is te gelooven. 8. Of dat hy geciteerd heeft agtervol- gende 't Mandament. 9- De Relatie in gefchrifte te fteilen, en te teekenen. 10. Alles Partyen te leveren.  4-33 EIBER IV*. gedaan Zullen hebben; Vide Papon. lib. vi. tit. vu. Arr efl. v. verklarende den Dag, als zy hun Exploicl gedaan zullen hebben. 11 Of zy dat gedaan hebben aan de Perfoon; of tot zyner Woonflede; in wiens prefentie {quod in defuetudinem abiit;) Wie zy gefprooken zullen hebben ; III. Wat men hen zal hebben geantwoord; IV. Ende gebeurd hem ( 2 ) Refiftentie of Onftuurigheyd, Zal dat by goede verklaringe fteilen in zyne Relatie. Vide huc Joann. Andr. in addit. Specul. tit. de Contumac. v. 1. in marg. addit. V. Ende den Dag, die zy den Gedaagden gegeven ende beteykend .zullen hebben; VI. Ende in 't generaal alle 't geene dat zy gedaan zullen hebben; Alles achtervolgende de generaale Claufule in de Mandamenten uitgedrukt, ende Ons Relaterende u wedervaaren. VII. De dagelykfche quarftie, of men gehouden is te gelooven een Deurwaarder fimpelyk zeggende, dat hy geciteerd heeft werpt op en decideerd Abbas in c. cum parati, de appell. Jaf. in §. quadrupli. Infiit. de Aüion. Specul. qualiter Citat. per viv. voc. §. fed numquid creditur. De citat. VIII. Item of de Relatie van waarden mag gehouden worden , als de Deurwaarder zegt, dathy geciteerd heeft, achtervolgende 't Mandament of zyne Commisfie, Vide Socinum Confil. lxi. volutn. iv. (2) Refiftentie"] Captum eripiens ex manibus executoris, removens vel frangens litteras judiciales, qualiter ■ puniantur, vide Guio. Pap. 4. 579. n. 1 rj? 2, Bald. in l. Ji quis 4. ff. de Jurisd. Guid. Pap. 4. 233. Sed an Fides habeatur referenti de contumeJia verberibus , inter citandum illatis, vide Guid. Pap. 7, 4, 519, 62B. Felin. in c. 1. extrav. de Judic. Imb. lib. 3. c. 6. m gl. verb. oftendit. Aug. ad §. quadrupli n. 20. & feqq. Peck. de Jure jijt. c. 26. n. 4. Chas san. ad confuet. Burg. tit. de inftitut. §. 6. rjf in gl. par leur. woorden: m wiens preefentie; voorkomende in §. 2. nader is beveffigt by het Reglement voor de Deurwaarders van den jaare i68.\ Art. 7. met byvoegmg al-Ieenlvk van de volge nde woorden: „ En zal niet te min d: refiftentie, hem in het doen van "zyn exploit gedaan, fchrif„ telyk met goede fpecificatie en circumftantien overfchryven aan den Procureur Gene„ raai, om daar inne by hem te werden gedaan, als bevonden zal worden te behooren >" 't welk tot geen ander einde aldaar is geordonneert, dan op dat tegen zoodanige refifteiiten door den Procureur Generaal zoude konnen geageert, en henlieden een conditie ftraffe geïnfligeert worden : En gevolgelyk fchynt hier uit beflöten te moeten worden, "dat de voornoemde Deurwaarders, relateerendel in het uitvoeren van hunne bedieiiiiw gèflagen ofgeinjurieert te zyn, op den eed, by henlieden, op 't ftuk van hun officie gedaan monbus nojlris gelooft worden. Zie Middellant in not. ad Vromans de For. Comp. Lib. 3. cap. 26. %. 2. n. 2. £? Auiï. ibid. alL S. van Leeowe-n» in-net-; ad Pecktum de-Jure Siji, Cap. 32 §. 4. n. 4. zonder dat egter alhier word uitgefloten eene probaüo.in,contranum, volgens de leer van Merula hoe Tit. Cap. 6, §. 2. in fin. Uyt  TITULÜS X X V. :C A p. t Uyt H voorfchreven art. IX. Ende zal de voorfz. Relatie gefield ende gemaakt worden in gefchrifte, ende geinfixeert ofte gehegt aan de voorfz. Commisfie of Mandament, onder haar Zegel of. Handteyken. Hoflienf. & alii in c. quoniam contra falf. extra, de Probat. Uyt 't voorzegde art. xcvit. . X. Ende zullen V al leveren den Partyen [a] tot Zulker uure ende tyde, dat die Partye, of de geene die zal wezen gecommitteerd, om dat de ontfangen, dat hebben mag voor dat den Dag dienen zal : om ten voorfz. Dage te toonen zyne Wederpartye, ende elders daar 't behooren zal: op pcene aan hem te vernaaien die fciiade ende Intereft , dat Partye zal mogen hebben ende lyden by hun gebrek ende negligentie. £d] Ende zullen 't al leveren den Partyen enz. ] Daar is een' korte Relatie, en een' lange Relatie. De ko.rte Relaiie fchryft de Deurwaarder agter de Copie van het Mandament, die hy aan den Gedaagde overgeeft, en in welke hy ook den dag fielt, dien hy den Gedaagde heeft geprsfigeert om te com■pareren. Dezelve gefchied in deze forme: Uitgegeven voor Copie, ende de origineele dezes ■Jiebbe ik ondergefz Deurwaarder van den Hove van Holland, geëxploitteert naar zyne forme ende inhoude, daar van den dag zal dienen op, enz. De Gedaagde moet zoodanig Relaas hebben , ook, om dat hy, ten dage dienende, zoude kunnen aantoonen, dat hy tegen zodanigen dag is geciteert, en zulks Comparuit zoude kunnen obtineren, indien de Aanlegger, ten dage in regten dienende, aiet compareerde. Manier van Procederen Tit. i. Cap. r. mm 7. In de lange Relatie, waar van in het hier bygebragte oyfte Art. der IriJtruttie van den Hove word gefproken , addreffeert de Deurwaarder zig aan den Regter De Gedaagde kan, ten dage dienende , wel Copie verzoeken van het lange Relaas ; want te vooren word het zelve aan hem niet gecommuniceert. . Daar kan den Gedaagde aan gelegen zyn , dat hy het lange Relaas ziet. . By voorbeeld , indien een Mandament van Cesfie, of Beneficie van Inventaris aan verfcheids Crediteuren geëxploiaeert is, zoo h»n een' der Crediteuren daar aan gelegen zyn, dat hy uit het lange Relaas ziet, wat antwoord de andere Crediteuren hebben gegeven , om alzoo te kunnen weten , of 'er kans is om het interinement van de Brieven van Cesfie of Beneficie van Inventaris te kunnen difputeren.J CAPITTEL.  ft* L I B E R I V. CAPITTEL II. Nopende de Nampten. Zo Wanneer de Executeurs ter Executie fteilen eenige Mandamenten of Appoinétementen inhoudende Namptisfement, zyn zy ook gehouden daar van in hun Relatie mentie te maaken, als hier vooren gezegd is, Tit. ïv. cap. vu. CAPITTEL I I I. ï. Van de Aantaftinge den Hove te verwittigen. 2. En van de Handftellinge der Goederen. 3. Te committeren bekwame Luyden tot bewaringe der zeiver. Uyt de InftruStie, art. xcvr. ■L Ttem indien de Executeur bevolen word aan te taften eenige Per* A foon, zoo zal hy overfchryven van den aantafte by hem gedaan , ende waar hy die Gevangen geleyd heeft. II. Ende is 't dat hy in onzen Handen gefteld heeft menige Haaflyke of Erflyke Goeden, zal daar af maken deugdelyken ende behoorlyken Inventaris: daar toe geroepen d'Qfficier van der Plekke, ende zal overfchryven van zyn Exploict, ende zenden Copye van den Inventaris , die hy gemaakt zal hebben van de Goeden in onzen handen gefteld, in de Griffie van den voorfchreven Hove. III. Ende zal committeren Luyden nut ende bekwaam tot 'er bewaarnisfe ende regimente van den zelven goeden, ende daar af geven Commisfie onder zyn Handteyken, adverterende van den Naame van den geenen, die hy tot de voorzeyde bewaarnisfe ende regiment zal hebben gecommitteerd: ende zoo veele doen, dat al t'zamen goeds tyds kome in handen van den geenen of der geenre, die 't zal behooren: ende zal doen goede declaratie van den Tyde ende Dage binnen den welken hy gevaceerd zal hebben, met wat Perfoonen, in 5. 2. d'Officier van der PleckeJ Of twee Schepenen van der Plecke. Zie 't voorf. Regie* ment voor de Deurwaarders Art. o.  TITULUS XXV. CAP III. m in wat getaale, op dat zoo waare , dat hy om 't geene des voorfz. is eenige moleftatie hadde : ende na dat men die dingen zal vinden gedifponeerd , zal men Taxatie doen van zyn Salaris. Vide Peckium de Jur. Siflendi cap. xliv. \ ' CAPITTEL IV. Aangaande de Cautie, by den Deurwaarder genomen. ■Uyt de InJiruHie, art. xcm. Item zoo wanneer de Executeurs eenige Cautie genomen zullen hebben in 't Slaken van eenige Gevangen-, of ftellende ter Executie eenige Vonnisfe, of in andere zaaken, daar Cautie behoefd: zoo zullen zy gehouden wezen die Cautie klaarlyk ende expresfelyk te verklaren, ende van woorde te woorde te infereren in hunne Relatie; ende daarenboven ten dage dienende die doen regiftreren in 't Refidentie-boek [&] van den Griffier, op pcene dat te verhalen op hen luyden, [a] In 't Refidentic-Boek] Dit Refidentieboek word in de Griffie, dooreen' van de Ciercqucn van den Griffier, gehouden. Daar in worden geftelt ACtcns van Cautie ; als blykt uit het 93jïe Art. van de Instructie van den Hove, alhier door Mp.rula bygebngt. Daar i'n komen'ook Procuratien en ACtms van interjectie van Appél; als te zien is uit het llde Art. van de Ordre cn Reglement voor de Gi'.ffie vm den Hove van Holland van den 17. January l6$6 , (laande agter de InftruBie op num. 55. Tot de Aétens van Cautie behooren onder ah-leren Aétens van Gauii., die geftelt worden by de geenen , die penningen onder den Griffier«geeon!ignecrt zynde ligten : als, by voorbeeld, Crediteuren, na het houden van de Preferentie. Zie de Manier van Procederen Tit. 21. Cap 3. mm. 4-. Daar worden ter Griffie onder anderen vcele Procuratien gepasfeert, die in Gelderland dienen moeten-, dewyl in die Provincie aan geene Notariale Aclens geloof word gegeten. Nog worden in het Refidentie-boek L Dee l. [ geftelt de Reizen van de Litiganten, waar van zoo even nader zal gefproken worden. Daar is wel by het bovengemelde nde Art. van de Ordre en Reglement voor den Hove geftatueert, dat het voorfz. Refidenti>boek by der hand moet gèlatén worden, op dat het zelve by dc Procureurs ofte anderen raa" worden nagezien. Dog word het voorfz" Artikel, omtrent dat gedec'te, niet geobferveert. Want, dewyl in het Refidentieboek komen ACtcns van gejuftificcerde Cautien , en ook kunnen komen fecre:e Protesten van Suppooften of andere Aétens, die zouden kannen behelzen omüandighcden, daar dén Procureurs of anderen niet aan gelegen legt, zoo word dit Refidentie-boek met reden gefecretcert en opgefloten. Maar word, behalven het Refidentie-boek, no°gehouden een zoo genoemd Extra! Refidèntie-boek , dat pubiyeq is, en voor ieder een open legt. In dit ExtraS Rejidentie-boek worden alleen maar Aétens van interjeStie van Appél en de Reizen der Litiganten , dog K k k geene  44-2 L I B E R IV. luyden, ende op hunne Borgen. FUe Injlr. Fkiulr. art. cxxxvii. gccnc Eiiderc Aclens meer, aansetekent. Dj reize van een Litigant word aldus aangetekent: Den 16. July 1Ó97. VEKKL AR1NGE. Van Wouw. Compareerde ter Griffie vin den Ho^e van Holle; d Mr. Corel Segers, Advocaat , woonende te Middelburg, air lajl en procuratie hel bende van Jan Stevenj'e, woonende te St. j.amer.s in den Eüaade van Walcheren , en verkïairden, den ia. dezer Maand, (nota) van zyne Refidentie plaatSe gtfcheidm, en atMet in den .Hfge gekmne^-te 'zyn, omme de zake van den voornoemde» ¥q 1 Sccvedje, als Gedjagde in cas van Reformatie, te vervolgen, ende ten dien einde met zyne PraHizym te befugneren, op eule jegens Pieter Verhoeven , mede wonende te Middelburg voorfz., Impetrant in 't voorfz. cas, en om geene andere zake alhier gekom'n te zy;t; van meininge zvnde den 2a. dito wed r te vertrekken; verzoekende daar van Acte. Zie wyders de Manier van Procederen Tit. f, Cap. 3. ïfc heb dit Formulier te meer bier ingevoegt, om dat men daar uil ook zien kan, waar van daan het Refidentie -boek zyn" naam gek re., en heeft. Nota , in de Declaratie van koden mac men tot lafte van zyn' Party niet meer brengen, dan de onkoften van drie Reizen. Manier van Procederen d. loco. Ik voeg hi ?r nog by een finguMer Protcir. voor den Hooge'n Rade, mede ter dezer materie dienende. Afte en Protcir. van zyne Perfoneele comparitie dc dato 6. Otlober 1688. voor Diderick, Grave van der Nath. » jT~"ompareerde ter Griffie van den TIoo„ V, gen Rade in Söflant , de Wel Ed. „ Heer Diderick, Grave vander Nath, end? „ St. Romy , ende verclaei de hy Heer Com„ parant, op den 28. funy t6§8 , expres van „ Brtfsïel , plactfe fynder Refidentie , vcr,, trokken,ende alhier» gecomen te fyn,om„ me fyn faeck te bevorderen, die hv gc„ nootfacckt wert te fuftincren , a!s gédaegh,, dc in cas d'appel, ter eenre, op ende „ jegens Franeoi.s van Haleweyn , Heere „ vande Wcrve, Impetrant in 't voorfchreve „ 'cas ter andere zyde, ende als doen gcbleven te fyn tot den 8. Jiiy ,68 -. voor;J fchrevcn, wyders, den derden October „ daer aen volgende, weder van Brusfel ge„ comen, ende alhier gearriveert ter faecke „ voorfchreven, ende van meeninghc fyn„ de niet eerder te vertrecken , voor dat dc „ faecke by defen Hooien Rade fnalvck „ fal wefen geteimin^ert; Gedaen in den „ Hage den fesden Oclober festhienhondert „ achtende tachentigh; (onder fionfy In keix„ nisfe van my, (ende was onderteekent'") Pr. vanden Velde. Zie ook van de Reizen van Litiganten onzen Schryver Lib. 4. Tit. 104. num. 4. J CAPITTEL  TITULUS XXV. CAP. V. 443 CAPITTE L V. Roerende de Claufule, Op dat Blyke. Uyt de Inftrutlie, art. xcv. Item als de Mandamenten inhouden f3) Op dat Blyke, &c. zo® zullen de Executeurs dat Blyken klaariyk met goede Specificatie fteilen in hunne Relatie; ende dat brengen of zenden ten Hove, eer de Dag dienen zal, gtflooten ende bezegeld, als 't behoord. Fland* Inftr. art. cxxxvi. CAPITTEL VI. 5. 1. Geloof gegeven] Over de quaeftic, hoe ver een Deurwaarder of Bode in het gbven yan zyn Relaas gelooft moet worden, kan men nazien S. v. Leeuwen Cenf. For. part. 2. Lib. 1 Cap. 9. ti jj. en met opzigt tot de Dienaars der Juftitie, zie Zurck Cod. Bat. voee Dienaren §. 3 ef 4- Kkk ?, 1. Den Deurwaarders werd volkomen geloof gegeven. 2. De Deurwaarder refererende is als I. TT^nde word alzulke Relatie van den Deurwaarder, overmids deszelfs geJ_L/ trouwigheyd en den I ed, daar hy den Hove mede verpligt is, volkomen geloof gegeven: en de prsefumtie is altyd voor den zelven, dat 't geene hy in 't Huk van zyn Officie gedaan heeft, by hem wel en te rechte gedaan is. Bald. C5? alii DD. ih l. magis puto. 5. §. ne tarnen r jj; D- de reb. eor. qui fub tut. DD. ad t. apparitores . C. de exojti. trïb. Gail. lib. 1. Obf. cap. 54. num. 4. Vide Caftrit. ad biafuer. de Adjor.ibi, ad num. 13! II. Wezende in cas van Resteren, als een onwederleglyk Getuigen. Bald. in c. cum dilectus. extr. de dol. & contumacia. in fine. 1. col Mynf. Cent. v. Obferv. 51. Peck. de jur. Sift. cap. 26 22. Admitteretur tarnen Probatio in contrarium. Vide Scribentcs in l opHrnam. 14. C. de contr. & commit. ftipulat. lil. Of nu eenig Delauit kan geae'cerneerd worden by de Commisfarisfen op de Rolle , a'eer de Deurwaarder Zyne Relatie gedaan heeft, word ten regarde van 't Provinciale Hof te vergeefs gevraagd. Marant part. 4. Judic. 17. Diftinbf. num. (j>. 6. de Citat. num. 55. & 56. alzo gemeenlyk na de ontfangen e (3) Op dat Blyke] Vide Imb. lib. i. cap. 60. Innocent, in cap. dudum. extr. de prafumpt. ' Gum. Pap, quatft, 70. n. 1. item't 110. Art. der Inftr. van den Hoogen Rade. een Getuigen. 3. Geen Default voor gedane Relatie. 4. Prof ent atie uit de Relatie.  444* L I B E R IV. gene Relatie by de Procureurs van Partyen de Prasfenratie geconcipieerd, en te boek gebragt word. 1 V. 't Welk is als een effect, van de Relatie. Want hoe zal men de zaake oproepen en Default verleenen, eer die gepatenteerd is, Hoe zal men pi sefenteren voor 'c wederkeeren van den Deurwaarder . die Partye of zynen Procureur moet rapport doen van zyn gebefoigneerde, en den zelven verwittigen , wat antwoorde de Gerequireef de hem heeft gegeven; of dezel e bereid k te voldoen 't eerfte Lid van 't Difpoütief in 't Mandament-uitgedrukt, datis, dc Bevelen van wegen dc Hooge Cverbèya, ten verzoeke van Partye, hem gedaan; of dat hy op dc Gérèquffeèrde't voorfz. te. werk heeft mrcten leggen het ander lid van t voorfz. Difpofitief, dat is de Claufule Juthrkatoir, om . hem.voor den Hove te komen.juftiiïceren, en redenen oen • oornoemden. Hove voor te houden , waaromm» alzulke Bevelen by hem niet behooren achtervolgt te worden. T7 en deurwaarder doende eene (4 ) valfche Relatie , word op verfcheiden !"\; manieren geftraft, zomwylen aan 't Lyf, zomtyds met privatie vanzyn Qfficie, &c. naar gelesendbeid van dc zaake en vereisfehen van 't Delict. '/.o doet ook, de Deurwaarder, die eene valfche Relatie heelt gedaan doen ; item die in zyne Relatie zegd , dat hy geciteerd heeft, als contrarie waarachtig is: item is ook ftrafbaar, weikers Relatie word bevonden contrariërende entegenfprcekende 't -gebefoi.aneerde van de Citatie. Chajfan.tit. des Juftices & droias '(titelt. §. 6. Mejfiers &f Sergens font. creuz, in.textu ibi, des leurs rapports. mm 6. 7. êf 8. Mafuer. de Adjorn.m, num. 14. Guid. Pap. Decif. XLIV. II. Indien men bevind uit de Relatie of anderzints, dat de Deurwaarder zyri Exploict kwalyk en t'onrechr gedaan heeft, in voegen dat 't zelve is krachteloos,, zo is hy gehouden 't zeh'e te reit.ereren en van nieuws te doen: en dat op zyn eigen koften; zonder dat hy geho rd word zig zelven poogende te excuferén en ontladigen van zyne faujte door onweten cid , nademaal d'Inftruétie van den Hove van Holland hem vo'komelyk ordineerd, wat hy te doen heeft en wat hy laten zal. 'Gail. lib.. r. Obf. cap 54. nym. %. III. Al 't welk hy eerft wel moet incorporeren en inbeelden, eer hy zigendétftaat aan den Stadhouder te folliciteren en aan te zoeken, om tot zodanigen Officie geadmitteerd te worden. Want niemand moet zig onderwinden- iets CAPITTEL VII. 1, Straffe eens Deurwaarders, valfche Relatie doende. 2. Straffe indien hy zyn Ëxplo-itt kwa¬ lyk gedaan heeft. 3. Niemand moet zig onwetende iets. om de r■winden-. ■ (!) Vclfhe Relatie-'] Deurwaarders , een vjU:cI\c Relatie doende, hoe te ftraften. Vi- . f de Specul. tit. de exeeut. fi, 1. verf. fed q-.ice'K ritur. Peck. de jure fijl. cap. 26. n-.,d.  TITULUS XXV. CAP. VII. Uf iets aan te rechten, daar in hy weet of weten moet, dat zyne onërvarendheid anderen zoude mogen hinderlyk zyn en-eenige fchade aanbrengen. L idem juris. 8. §. x. D. ad Leg. Aquil. ZES-EN-TWINT1GSTE TIT E L, VAN P R M S E N T E R E N. CAPITTEL I. Tit. XXVI. Omtrent dezen geheelen ztflen Titul moet nagezien worden, het geen drs-'-wegens nader geftatueert is by de Ordre en Reglemei.t van den Hove van Holland op de Roile 9 , van &n ztfte Ottober 1660. te vinden in 'tRecueil agter de InflruStie van 't Hof. No. 71, , Kkk 3 1. Preefentatie doen. 2. By wicn. I. Tp^c Requirant uit de Relatie van den Deurwaarder fpeurendè, dat de Geil 3 requireerde' het eerfte Lid van 't Mandament, dat is. de Bevelen van de Hooge Overheid van iets te doen of te laten, geen gehoor heeft willen geven ; maar dat hy ( zig willende by wegen van Rechten tegen 't verzoek van hem Requirant verweeren ) door zyne onwilligheid den Deurwaarder voorfz. genoodzaakt heeft, het tweede Lid, inhoudeede de Claufule Juiïificatoir , op zyn Perfoon te werk te leggen: doet in zulken gevalle tegens den geaslïgneerden. Dag. Uyt de Inftructie, art. xlv. Hem Prefenteren den Griffier. II Door hulp en Diligentie van zyn Procureur of Klerk.: III. En is.van zodanige Pra;fentatie geordineerd, dat Uyt de Inftruttie &art. xlvi. de Procureurs zullen gehouden wezen van zaaken, die voortyds gediend; hebben ende gefteld zyn in Staate, hunne Prefentatië in perfoon1 j 3. Wanneer.  4+6 L I B E R I V. foon te brengen in de Griffie des Vrydaags, als men des Maandaags Pleyten zal; dewelke de Griffier ontfangen zal, &c. ende die fteilen in de Rolle. CAPITTEL II. ï. De Grifier is gehouden alle Prcefentatien van Partyen te olttfangen. 2. Geen Prafentatien om voorleden termynen te voldoen f ontfangen. 3. De Rolle in de Zaale te fteilen. 4. Prefentatië van Nieuwe zaaken. 5. Rolle van de Antwoorden. 6. Geene zaake daar Eifch is gedaan, in de Rolle van de Eisfchen te ontfangen. 7. Ten waare. 8. Rolle van de Antwoorden binnen wat tyd af te doen. Uyt de Inftrutlie, art. xlvii. I. Ttem van nu voortaan zullen de Griffier ende zyn Subftituyt gei- houden wezen alle Preefentatïen van Partyen te ontfangen, zoo wel van de zaaken, die gediend hebben by Continuatie als anders. IL Ende zal geen Prefentatië van verzoek toegelaten werden omme te voldoen verleden Termynen. Ibidem art. xlix. HF. Item de Griffier zal gehouden zyn des Saterdaags na de Noene, die Rolle van onzen Procureur Generaal ende ook van Partyen zaaken, die voortyds gediend hebben, ter gewoonlyker plaatfen in de Zaale te fteilen. IV. Ende de Griffier zal geene Prefentatië mogen ontfangen, na dat die Rolle geftawin heeft, ten waren van nieuwe zaaken: dewelke hy zal fteilen in de Rolle, na dat zy komen, tot den Tyd toe, dat men beginnen zal te Pleyten: na welken Tyd hy geene zal mogen ontfangen , zonder Ordonnantie van den Hove. V. In den Jaare cro id lxxxiii. November xxiv. is by den Hove van Holland geëmaneerd, nopende de Pralentatien, eene Ordonnantie aldus van woorde tot woorde luidende, zo veel belangd 't Difpofitief  TITUIÜS XXVI, CAP. II. 44.7 Uyt het eerfte Boek van M. Pieter. Hanneman, Folio xiii. verfo. Zoo is 't dat "t voorfz. Hof, omme daar inne te voorzien, &c. geordineerd heeft, ende ordineerd mids dezen; Dat zoo wanneer in eenige zaaken Eyfch of verzoek gedaan ende Dag genomen zal zyn, omme binnen dezelve weeke daar tegens te zeggen : of geantwoord zynde, Dag genomen, omme te Repliceren: dezelve zaake van nieuws niet zal mogen geprefenteerd werden, om Eylch te doen ofte Renoveren: maar alleen in de Rolle van de Antwoorden, omme te voldoen den Termyn, daar toe Dag genomen is geweeft, volgende 't oude gebruyk ende ftylevan den Hove. V I. Laftende ende bevelende mids dien \ voorfchreven Hof den Griffier ende zyn Gecommitteerden, geene zaake, daar Eyfch of Verzoek gedaan is geweeft, in de Rollen van de Eysfchen te ontfangen: ende den Procureur ook alzulke zaaken in dezelve Rolle niet te fteilen ofte leveren, op arbitrale Correctie. VIL Ten waare by de Commisfarisfen van de R.olle omme merkelyke redenen expresfelyk anders waare geordineerd. VIII. Ordineren over zulks mede , dat alle maanden eens afgedaan ende geabfolveerd zal werden die Rolle van de Antwoorden : midsgaders ook de Kleyne Rolle [a], dienende tot fournislëment van den Appoinctemente Difpofityf in de Groote zaaken: te weten d'eene veertien Dagen de Antwoorden, ende d'andere veertien Dagen de Kleyne Rolle des Donderdaags of Vrydaags 's agternoens. Ende indien de Procureur , wiens Rolle als dan opgeroepen werd , niet' compareerd, zoo zal hy verbeuren een Hypocras van een Philipp. gulden ende zyne Rolle werden geroyeerd Ende de Procureur van Partye Adverfe abfent zynde zal verfteeken werden van den Termyn, f daar toe de zaake dienende of geprefenteerd zal zyn. Ende werd de Griffier ende zynen Subftituyt de Rolle houdende by dezen geauctorifeerd, 't zelve op de Kleyne Rolle alzulks te teykenen ende volbrengen, ook in Abfentie van de Commisfarisfen ter audiëntie van de Rolle gecommitteerd. Gedaan in den Hage, Jaar ende Dag, ende 1 geregiftreerd, als vooren. j>] Kleine Rulle] Deze Rolle is niet meer bekeEt.] CAPITTEL!...  •448 L I B E R IV. CAP I T T E L III 3. Ten tweeden, Nieuwe zaaken. 4. Ten derden, zaaken die eerft geprefenteerd zyn. 1. De Prcefentatien by ordre te ontfangen. 2. Ten eerften de zaaken van de Hooge Oyerheyd jf s ook geordineerd dat de Griffier Uyt de Inftruttie, art. xlv. I. Alzulke Prefentatien zal ontfangen by ordre , zoo die gedaan zullen werden, het zy by den Aanlegger of by den Verweerder, alzoo zy komen zullen. Ibidem art. XLvnr. I L Item in de Rolle [a] zullen voor al liaan alle de zaaken van den Procureur Generaal. Inflrutl. Brab. caf. v. art. xvi. III. Ende [a] Item in de Rolle] By de Ordre en het "Reglenettt van den Hove van Holland van den 21. Oaober 1669, te vinden agter de InftruQie op Num. 71 , is Artikel 1. geftatucert : dat voortaan vier diftiu&e Rollen zullen worden gehouden: r. Eene voor dc zaken , daar in de Procureur Generaal partye formeel is. 2. De tweede,, vooralle ordinaris. 5. Dc derde, voor alle gepriviligeerde. 4. Ende de vierde, voor alle ordinaris zaken. Maar tegenwoordig word 'er omtrent de Rollen eene andere ordre gehouden ; en is 'er nu geen' gepriviligeerde Rolle meer bekend, maar wel de zeven volgende: 1. Ordinaris Rolle. 2. Extraordinaris Rolle. 3. Pioit-Rolle. 4. Decreet-Rolle. 5. Furneer-Rolle. c. Rolle van den Procureur .Generaal'Civiel. ' ■ ■ • Crimi- .neel. 0p de Ordinaris Rolle doet men Eifch; en praefenteert men op dezelve de zaken om Eifch te hooren , om Default, en om .Comparuit te begeeren; ook om Verftecq van Antwoord, Rcplycq cn Dtrlveq. Op de Extraordinaris Rolle komen de andere Termynen van Antwoord, Repiycq en Duplycq ; als mede het prasfenteren van Requeften Civile ; dc Verftekkén op Rcquesten Civile en op gedane Verzoeken; insgelyks andere incidentele Verzoeken ; Willige Condemnaticn ; Eifch doen in cas van Salaris, tot interpofitie van Brieven van onwillig Decreet, ten interinemente van Brieven van Beneficie van Inventaris. Het gebeurt wel , dat dc Procureurs zaken brengen op de Ordinaris Rolle, die in de Extraordinaris Rolle moeten komen en vkfi verfa Maar dit is zeker, dat als een Procureur eene zaake op eene verkeerde Rolle zonde brengen, de Procureur van de Party daar op geen Termyn zoude behoeven tc houden. Op de Dccrcet-Rollc komen de Willi c Decreten alleen. Wat dc Ftimeer-Rolle is, wyft deszelfs naam H>. Zie ook myn' Noten ad Lib. 4. Tit. 75. Cap. 1. num. 2. Voorden Hoogen Rade zvn maar drie Rollen bekend: 1. Rolle daar alle Civile Zaken op komen. 2. Plcit-Rollc. 5. Criminele Rolle.]  TITULÜS X X V ï. CAP. I I L 449 III. Ende daar na de Nieuwe Zaaken: IV. Ende als dan de Zaaken van den geenen, die eerft geprefenteerd zullen hebben , (1) by ordine als vooren. Part. 1. Ord. Camer. Imper. tit. 18. Philipp. Pracl. Wieland. Civ. Temp. nx. cap. x. (). 1. CO By ordine] Tdque ut ordo aliquis peflulan- j tur , l. nee quisquam ,§. obfervare ff. de offic. tium obfervetur, £f omnium dejideria exaudian- [ Proconf. ZEVEN-EN-TWINTIGSTE TITEL, VAN PRtEMONITIE ENDE VOORVERMANING E^ CAPITTEL 1 De Procureurs moeten d1 Advocaten 's daags te vooren, eer de zaake uyt komt, adverteren. Ten einde de Advocaten te bat tot profyt en voordeel van hun Meefters mogen peynzen op de zaaken, die zy aangenomen hebben, omme te berechten, waar te neemen en den Hove voor te houden: zoo behooren de Procureurs goed tyds eenen dag of twee te vooren, eer dat naar hunne gisfinge de zaake zal opgeroepen worden, zig te vinden by de voorfchreven Advocaten , met hen wel en neerftelyk te communiceren van de gantfche gelegendheid der Tit. XXVII. Neerftelik te communiceren rjfc. ] Het bewys van 't geen alhier geleert word is te vinden in het Reglement van den Hove van Holland op de Rolle vm den 21. OBober 1669. Art. 21. volgens't welk de Procureurs, alvoorens eenige Conclufie te nemen, of termyn te houden , verpligt zyn te gaan, of hun Billiet by gefchrifte te zenden aan hun Advocaat, inhoudende advertentie van het geen, daar op de Zaak zal dienen, met inftructie, indien hy eenige heeft, op poen 2, dat de Proctireiir, van dies te doen in gebreken blyvende, zal verbeuren t'elken reyze, en voor elke Zaake, eene Gulden vier ftuivers; met by voeging, dat de Advocaat daaromtrent gelooft zal worden op zyn Eedt. I. Deel. L 11  L I B E R IV. der zaaken, dienende op de toekomende Rolle, 't zy Eisfchende of Verwerende: latende in der zeiver handen alle de Aften, Stukken, Schrifruuren en Munimenten daar toe dienende, omme die te vifiteren en die te bedingen of te de. fenderen naar hehooren. Vide Injlr. Bral. art. xvir. eapitis v. ACHT-EN-TWINTIGSTE TITEL, V A N; F E R ik N, VA CA NT IE N EN D E TYD VAN RECHTSPLEGING^ CAPITTEL I. i., Definitie van Vacantien. 2. Zyn tweederley. 3. Ordinaire. 4. Calendrier. Curia Vacat. 6. Op Hemelvaartsdag en alle Zaterdagen geen Recht te doen. -. Vacantie in de Zomertyd, cf den Oogft 8. Van Chrifi-tmsfe. n. Van Vafien avond. I TT^erien of Vacantien zyn dagen op welken men geen Recht doet, en " H het Hof Partyen geen acces verleend, om Rechtsvordermge. DD. rJ Tit D & C de Feriis. DD. ad l. 5. pridie. D. d. t. De quibus vide ditt. Tit tam juris Canonici, quamCivilis. item Tomum. u des Ordonnances Royaulx. Tit. xv.. du temps des Vacations. &> part. ri, Ord. Cm. hap tit. 33. Novellam Lrcnis ïmp.. ï4. Paponium 3. Not ar. 8. cap. des lettres des Fenes Marches, Oldendorp. de Except. cap. 31. fVurmfer. 1. PraÜ. cap. ™K En mogen naar onaien ftyl geconfidereerd worden Ordinaire en Extraor» èinaire'- III. Cr. 10. Van Paasfchen. ir. Van Cincxen. 12. Verbod van meer Vacantien als de voorgemelde te houden. 13. Effecïen van Vacantien, noopende de Raads-perfoonen. 14. Extraordinaire Vacantien, 15. Andere af deelingen. 16. Renunciatien yan Ferien. iy. Van wat zaaken men, behoord recht te doen in tyden van Vacantien.  TIT U LUS XXVIII. CAP. I +n III. Ordinaire, die byna zonder veranderinge Jaarlyks treyn en ordre houden; ingevoerd zo ter eeren Gods, /. 2. ut in die. I. 6. quadraginta. cum quinq. feqq. C. h. t. als tot nootzakelykheid en profyt der menfehen. I. 1. 2. c? 4. D. h. t. K 2. omnes. 7. C. eod. vermeld en uitgedrukt in de Inftruötie van dea Hove van Holland, met deze woorden: Uyt de Inftruttie, art. ccxxxur. IV. Item wy ordineren, dat in de Kamere van den voorfz. Raade wezen zal een Bert, by maniere van Calendrier. V. In 't welk gefchreven zullen Haan met roode letteren alle dè Keylige Dagen, die men gewoonlyk is te vieren, daar men fchryven zal met zwarte letteren: Curia vacat. VI. De Heeren Staten amplierende d'Inftruftie hebben *t voorgaande geabrogeerd, ordinerende: Uyt de Ampliatie van de Inftruttie, art. xxix. Dat van nu voortaan in de plaatfe van alle die Fefla Palatii ende Vierdagen, komende buyten d'Ordinaris Vacantie (uytgezonderd Hemelvaartsdag ) neffens de Ordinaris Vacantien gehouden zal worden de Saturdag van alle Weken: waar naar alle Suppooften zig mede zullen reguleren. Volgd vorder in de Inftru&ie: 'Uyt de Inftruttie, art. diiï. VII. Ende boven dien zullen in den zelven Calendrier geteykencl ftaan die Vacantien hier na volgende, te weten: VIII. Van den eerften Dag van Augufti, tot den eerften Dag van September: Vide huc Plin. lib. vin. epifl. xxi. Item van den xxn. Dag van December, tot des anderen daags na drie Koningen dag. IX. Item §. 8. AuguftQ By Refolutie van den Hove van 4. July 1737 èn 26. July 1754 is goedgevonden, dat den eerften Auguftus komende op een Woensdag of Donderdag , 'de Vacantie voor den. Raad zal beginnen op Vrydag te vooren , zullende niettemin de Rolle continueeien tot den dag van de Vacantie. Zie BoEr Woorden-Tolk voce Vacantie. L 11 2  4?2 L I B E R I V. IX. Item van 's Maandags voor de Vaften, tot 'aWoonsdags daar na, beyde incluys. X. (1) Item van Palm-avond tot Quafimodo [b], daar aan volgende. XI. Item van Cmxen[c] avond na de Noene, tot des anderen daags Poft Trinitatis. XII. Zonder meer Vacantien te houden. XIII. Binnen welke Vacantien onze Raadsluyden zullen mogen trekken ende vaceren in hunne Affairen ende anderfints, daar 't hen gelieven zal, zonder Weddens te verliezen. XIV. Extraordinaire zyn, die onverziens en onverdagtelyk op komen en geboden worden om verfchcidene oorzaakcn, als om Geluk en Victorie tegens de Vyanden: om des Princen geboorte-dag, blyde Inkomfle, Bruilofte: Item om Nederlagen, Verlies, Tegenfpoed, Pellen, Dieren Tyd, en diergelyke, die Bede-dagen en Vaft-dagen veroorzaaken. /, i. êf 4. C. h. t. I. fed etfu 16. §. fi ferice. 7. D. ex quibus cauf. major. Welke diftributie worde afgenomen en gecolligeerd ex ,d. §. ferice. En word geteekend k DD. in L 3. five pars. C. de dilation. 4, „ik,._n j XV. Eene andere Afdeeling van Vacantien en Fenen of Vierdagen word Gevonden by Macrobius Saturnal. lib. I. cap. xvi, Eene andere by Speculat. de Feriis. §. 1. num. 4. 6f 5- „ . PA j 'XVI. Dat nu Partyen by onderling Contraft renuncieren mogen en afitand doen van 't recht hen competerende en voortkomende uit de Vacantien , dié hun eigen faveur en particulier profyt concerneren, dat is fpruitende uit de Ferien, die tot noodzaakelykheid der Menfehen-zyn ingebragt; en niet uit de Fecftcn, die ter eeren Gods enten regarde van den Prins zyn ingevoerd, of andere van selyker natuure ; word gedifputeerd apud DD. in l. 1. D. I. omnes jüdices. 3. 'C. cjfV. fin. extr. de feriis. . _ •XVII. En dat men in de voorfchreven Vacantien moet Recht doen, doch ex* (1) -Item] Word ons Heeren Hemelvaartsdag gehouden voor een Ordinaire Vacantie , i. Art. 29. Ampl. [è] Qharmiedoy Is de eerfte Zondag na Paaslchen." Op dien Dag wordt de Misfe gelezen,, dewelke begint Quafimodo, en gcfiaalt is uit den eerften Brief van den H.Apoftel Petnis , Cap. 2. verf. 2. Wordt ook genoemt Oüuva Pafchce, Dominica prima poft Paf cha. By ons Beloken Paasfchen. Zie Kim aan op de woorden Bikken Paesfchen, Paefch-achten en Loken. ] [e] Cimaen] Dat is Pinxteren. Cinckfen , Sinckfen, Pentecofte; qua.fi. dicas quinquageftma.; quinquageftmus nempe dies a Pafchate. Kilianus in Dittion. Sinckfenmarkt komt voor in de ATotulen van Hollandt '23. July 155c] L,it Recht doen.-] Deeze qusftie is door haar Ed. Gr. Mog. getermineert by Refolutit y$Jr.4ug, i655- Cfk P-B. l.D.-pag. 921.) waar.by verflaan en verklaart is,  TITU L Ü S ï X VI II. C A P. I. 4?3 extraordinarii, van zaaken die haaft hebben, als van verderflyke Goederend van Inurien, van Dootflagen, van Vreemde Koopluiden ('twelk op veele piaatfen genoemd word Gaft-recht en Buiten-recht) van Dykagien, en diergelyke daar eenig pery-el uit is te verwachten; word-getraceerd a DD. ad l. attus omnes. 8. C. h. t. & in l. fokt. 3. D. eod. CAPITTEL II. 1. Maandag, aanvang van Recht spie- 12. Is or dinar ie de Hooft-r echt-dag van ginge. I. de Weeke.. Uyt de InJlruStie, art. L. in princ. I. Ttem ten eynde dat men bad tot expeditie van de. Procesren zouA de mogen verftaan, zoo werd geordineerd, dat men beginnen zal te Pleyten.'sMaandaags; ten waare dat als dan Heylig-dag vvaare, zoo zal men den Pleyt-dag continueren tot 'sanderen daags. Vide huc DD. ad l. 1. C. de Offic. Civil. Judic. 11. De Limitatie hier vooren gementioneerd, heeft ook als nu by ons geene plaatze, alzo Maandag ordinarii in 't Provinciale Hof van Holland, gelykerwys Dingsdag in den Hoogen Raad, de Hooft-recht-dag is van de Week. C A F I T T E L I I I. fpective Hoven van Juftitie binnen deeze Provintie -gequalificeerd en bevoegd zyn, om, des noods zynde , ook geduurende den tyd van de ordinaire Vacantien recht en .Juftitie te adminiftreren, zonder dat dc diipofitie ter dier oorzaake van eenige nulliteit kan worden geargueert. L.11 3 1. Uure van de Rolle. ■ 2. Cedulle van de Ahfenten. 3. Ver ander inge. 4. Wanneer de Prefentatië gecircumduceerd word 5. Huidendaags geene Rechts-pleginge j, ljelangende de uure van de Rolle, is dezelve in den Jaare cid io xxx. geJ3 prsefigeerd met .dusdanige woorden: ordinarié na Middag. 6. 'lyd van Rechtspleging loopt tot profyk van Partyen. j. Op de behoorlyke uure tenHoye te kamen. ■ mjtft  4*4 L I B E K ï V. Uyt de Inftruttie, art. lvii. Item zullen alle (2) Advocaten ende Procureurs op de behoorlyke uure ten Hove komen, ende daar wezen des Zomers ten ( 3 ) zeven uuren, ende des Winters ten agt uuren: ende in de Audiëntie wezen, al eer de eerfte zaake (4) opgeroepen zal worden, op pcene van vier ftuyvers. 11. Ende zal een van de Eerde Deurwaarders houden Cedulle ende Reekeningen van de geenen, die daar niet in de Audiëntie komen zullen. II f. Welk articul geabrogeerd is by de Ordonnantie van den Jaare cia idlvii. Oétober ix. daar by geftatueerd is, dat men van die tyd af de Rolle zoude houden van 's morgen"ten negen uuren praecifelyk tot elf uuren; en van twee uuren na Middage-, tot vier uuren. IV. En in gevalle eenige Procureurs of Advocaten niet praecifelyk compareerden , of bevangen met den drank kwamen, dat men als dan hunne Rolle en Preefentatie zoude doortrekken. Staat geregiftreerd in't eerfte MemoriaalBoek van Bert. Ernft. Folio xir. verfo. V Doch ook deeze Ordonnantie is eensdeels geabrogeerd in 't pund> van de Rolle te houden na den Middag, niet tegenftaande de zaaken huidendaags meerder zyn in getale, dan als toen: eensdeels ook fpreekende alleen van de Winterdagen. Want in de Zomer word tegenwoordelyk de Rolle gehouden van acht tot tien uuren toe. VI. Welke tyd loopt tot profyt van Partyen: in voegen dat dezelve loopende geen Default of Comparuit verleend behoord te worden: of verleend zynde, indien Partyen, ftaande Rolle en eer dezelve geëxpireerd is, comparëerd, krachteloos cn van geen eiTecl behoord verklaard te worden. Vide huc Bart. in l. aut qui aliter 4. §. fin. D. quod vi aut clam. Felinum in c. confuluit. col 1. de Ófficio Delegati. DD. ad l. liber Homo 118. §• decem. D. de vsrb. oblig. & ad l. fi, ut proponis 4. C. quom. quand. jud, VII. Wat (2) Advocaten] Is geordineerd by Ordon*ïv;;;'« van. 'i Hof, op den 7. February 1634. dat geen Advocaten met Laarzen en Spoorcn in dé banken komen mogen, overmits zy met de Spooren andere impedieren en de'Ta'ubaans fcheuren. Dat niemand met geweer [ a] in d'Audientie mag komen als den Officier. Ordonnantie fiaande in't eerfle Memoriaal-Boek van Sande- lyn, fok 151. verfo, alias 89. verfo. [«j Niemant met geweer] Dit is reeds aangeteekentby Merula Lib. 4. Tit. zo. Cap. 5. Zie ook Lib. 4. Tit. 17. Cap. 7. num. 51^1» Notis. ] (•3) Zeven uuren] Is geabrogeerd. (4) Opgeroepen zal worden, &c] Ntrn *è~ fervatur.  TITULUS XX VIII. CAP. hl ft? V JrL Wat van den Tyd is, 'of uure, zo wel in de Winter als in de Zomer is geordonneerd: üat alle Advocaten en Procureurs op de behoorlyke uure' Zomers ten achten, 's Winters ten negenen, te Hove komen, en zig in de* Audiëntie vinden, ten minflen aleer eenige zaake, daar inne zy dienen, opgeroepen wor i, op de poene van vier ftuivers, naar 't luyden van de Ordonnantie van den Jaare cra 10 lxvu. Mart. vur. art. i. geregiftreerd in 't vierde Memoriaal Boek van M. Bert. Ernft, Folio cc, NEGEN-EN-T WTNTIGSTE TITEL, VAN DE COMMISSARISSEN op de ROLLE. [a] CAPITTEL I. By wien, ende hoe veel Commisfarisfen op de Rolle geordineerd worden. Uyt de Inftruttie, art. l. §. ende zullen. TC:nde zullen op de Pleytdagen by den Stadhouder of Prefident ende Raaden geordineerd werden twee ofte meer Raadsluyden, voor de- [a] Commisfarisfen op de Rotle] Commisfarisfen van de Rolle komende, gaan in een Kamer, genoemt de Requeftkamcr, aivvaar allerhande Requeften gelezen worden. De voorfz, Commisfarisfen letten, in welke zake feftien Stuivers Pe van A?hZ ' tCn 'aften Van de Advocaten, van eene Gulden van ab,t ale cowfti, hv ,! • '"'j' van eene Gulden vier Stuivers, bo-en de pcene Snwoordiï zoo wei i/ W A"' ^eftatueert- W?derS * de uure van de Rolle te- ' 10 de Zomcr' '5morge™ ^n elf tot twaalf. de Jurisdiaie van hei Hof gefundeert is of niet: welke zaken provocabel zyn of niet: in welke zaken Arreften, Pcenalen, rcniedien Posfesfoir verleont mogen w orden of niet. En is het altyd fcreter den Suppliant a limine  #6 L I B E K I V. dewelke alle de zaaken afgedaan zullen werden, indien 't mogelyk is •, ende indien niet, des anderen daags. Injlr. Brabant, cap. xvi. art. i; Vide fip art. 4. Conjlit. anni cio id lxli. Aug. xxvji. Voor honderd Jaren, en daar boven, wierd by Partyen of by hun Advocaten gepleyt voor den Raad, en wierden de Namen van de Praefenten aangeteekend; naar 't luyden van het tiende artikel van de Inftruótie des Jaars cid cccc lxii. September iv. liminejudicii te repelleren, dan daarna eene Exceptie te admitteren. Pcenalen, Arreften en diergelyke extraordinaire Provifien van Juftitie zynde verzogt, worden, alvorenste difponerën, Partyen gcordonneert te compareren. Gemelde Commisfarisfen difponerën zelf op .de Requeften-, dog , by aldicn de zake hun zeer fpecuiatief of van groote confequentie voorkomt, brengen zy dezel-ve in den Raadt. Als 'er verzogt worden eenige Claufulen van Authorifatie op een Deurwaarder, om een Arreft, Verzegeling, gevangen Perfoon &c. de fatto te ontdaan, brengen Commisfarisfen zoodanige zaken ook in den Raadt. Indien de Commisfarisfen zelf op de Requefte difponerën, fielt een Secretaris het Appoinftement op; indien by den vollen Raadt wordt godifponeert, wordt het Appoinétenient by den Griffier opgeftelt. De twee Commisfarisfen, die even voor de Vacantie op de Rolle gezeten hebben, blyven gedurende dezelve in den Hage, om Provifien van Juftitie, die geen uitftel lyden, te kunnen expediëren.] Cap I Me de zaaken afgedaan.] En zoo wanneer de begonne pleydooye op de Rolle in die week niet heeft konnen afloopen, zoo moet die als dan voor dezelve Commisfarisfen binnens Kamers verder afgepleit worden. Zie 't voorfz. Reglement op de Rolle.Art, 6. DERTIGSTE  TITULUS XXX. CAP. I. 4.^ DERTIGSTE TITEL, va n d e ZAAKEN op te ROEPEN. CAPITTEL I. I. Zaaken de Hooge Overheid aangaande j 2. Geene Zaaken andermaal op teroepent voor alle andere op te roepen. 1 dan ten gecontinneerden dage. Uyt de InjlruStie, art. xlviii. in fin. I. Ipn^e zullen voor alle zaaken eerlt opgeroepen werden -de zaaken van onzen Procureur. Uyt de praSi Civil. van Phil Wieland, Temp. ni. cap. x. §I. Daar na de zaaken van miferablen: Daar na de zaaken van de geenen die Dag hebben in Perfoone, of die gekomen zyn in Perfoone: ende daar na de zaaken van andere Partyen, alzoo die geprefenteerd liaan in de Rolle, zonder die ordre te perturberen; ten waare dat het Hof, om eenige redenen, daar af anderfints ordineerde, Inflr. Brabant, cap. xvi. art. v. Apud Nos bic OrJo in Proximis non fervatur. §. ï. Mde zullen voor alle zaaken cifc] Dit heeft plaats des Dingsdags, wanneer de Rolle van den Procureur Generaal moet dienen, en byaldien, na het afloope'n van dezelve nog tyd overig is, moet die hefteed worden in het vervolgen van de ordinaris Rolle welke des Maandags begint. Zie 't voorfz. Reglement op de Rolle Art. % fj? 4. §. 1. De zaaken van miferablen.] Hier omtrent moet genoteerd worden ,' dat geene zaaken .extraordinaris by oproepinge mogen gelezen worden, als di? daar toe van oiids naar practyke met redenen zyn gepriviligeert, alle weike zaaken opgetelt ftaan in de Reglementen van den Hove op de Rolle van den v de January iC 6. Art. j. cn den 21. OBober 1669 Art 8 eng- cn dat wyders, zoo haaft de extraordinaris Rolle afgeloopen is, door den Subftituit Griffier moeten worden opgelezen de verdere pnefentatien, die in de ordinaris Rolle naar haare ordre zullen voorkomen. Zie 't voorfz. Reglement vm den jaare 1669. Art 3 £p 15 I. Deel. M m m  4-?8 l i b e r iv. Uyt de Ordonn. van den Jaare cid id lxvii. Mart. vm. art. vin. ii. Tnterdiceerd mede (ft Hof van Holland) den Griffier ende zy^ nen Subftituyt eenige zaaken andermaal op te roepen, dan ten zeprefigeerden of gecontinueerden dage; op pcene van een Kar. guid. t' eiken reyze tp verbeuren. E EN-EN-DERTI GST E TITEL, VAN GONTUMACIEN en DEFAULTEN, capittel £ t. Continuatie en vervolg dezer Titulen met de voorgaande. a. Defcriptie van Default. 3. Comparuit. 4. Wanneer de Gedaagde Defaillant en Contumax word gezegt te zyn. 5. Verus Contumax. 6. FiÜus Contumax , Prafumtus. 7. Sedes Contumaciarum & DefeUuum. I. TP^e Commisfarisfen zittende ter audiëntie van de Rolle, en de gepraefenJ.LJ/ teerde zaake by den Griffier of zynen Subftituyt opgeroepen zynde ; gebeurd dikwyls dat een van Partyen defailleerd en af blyft: Is over zulks de ordre van ons werk afvorderende en vereisfchende, dat wy alhier handelen van de Defaulten, die by 't Hof verleend worden , niet alleen tot voordeel van een van de Partyen, 't zy Verweerder of Aanlegger, maar ook tot profyt van «le- Hooge Overheid. ^ II. Default is niet anders dan Abfentie of Afwezen van een van beide Par- 5. ?, Andermaal op te rvcpen. 3 By de Ordre van den Hove tegen de ongeregeltheden op de Rolle van den 2cfte Jamiary 1628. Art. 7. is geftatueert, dat, zoo wanneer eenige zaaken ordinaris opgeroepen worden, om eifch, verzoek, of iets anders-te doen, of om te antwoorden, te dupliceeren, of eenig ander termyn te houden, en de Procureur van den Impetrant, of van den Gedaagden, de zaak geprefenteerd hebbende, niet gereed is, om zyn termyn te voldoen, dezelve als dan zal verbeuren een Ypocras van negen Stuivers, ten waare dat hy om merkelyke redenen de zaak begeerde gecontinueert of in ftaat geftelt te kêbben tot eenen anderen "dag, zonder dat de zaak op dezelve prefentatië weder opgeïoepen, maar van nieuws geprefenteerd zal raceten werden,  T I T U L U S XXXI. CAP. I. 4J9 Partyen, 't zy Aanlegger of Verweerder, uit de plaatze daar ten geprafigeerden tyde de geinflitueerde Aótie zoude tusfehen Partyen geventileerd, en eindelyk na onderling Debat by den Juge getermineerd en geëindigt worden. III. En is alhier de Abfentie, geobtineerd by den Gedaagden tegen den Eisfcher, veel grover, zwaarderen onverdraaglyker, dan des Verweerders, als uit eene groote roekeloosheid en onlydelyke vermetelheid fpruytende. Glojf. ine. non licet. in fin. de regul. jur. in vr. Gail. lib. i. Obf. cap. 59 num. 6. verleenende den Gedaagden Comparuit, dat is, de Gedaagden heeft in Rechten tegen den Aanlegger gecompareerd, bereyd deszelfs Eifch en Conclufie, die hy op hem heeft willen doen en nemen, te aanhooren, en daar op naar zynen goeden raad te antwoorden, of excipiëren, naargelegentheid van de zaake, by wegen van Declinatoir, Dilatoir of Peremptoir. IV. De Gedaagde word Defaillant, Ongehoorzaam, Contumax en des Gerechts-veragter geacht, ais hy driemaal, < ot eenmaal eindelyk) geciteerd, en voor den Juge geroepen is, en niet verfchynt. /. 8. conf ent aneum C. quo. mod. & quand. jud. fent. Item als hy zig verfteekt of verbergt, en te wege brengt, dat de Dagvaardinge niet kome tot zyner kennisfe. Melch. Cling. in DecretaL.utJite non conteftata- c. quoniam frequenter. §. porro. num. %. Item als de Gedaagde verfchynende zig aan den Juge niet vertoond, nog antwoord geeft. DO. inl. de eetate 11. §. 4. De oztate. D. de interrogat. injur.fac. Item als hy zonder confent en bewilliging van den Juge wederomme vertrekt en af-wykt. Philipp. Wiel. Temp. uu cap. 5. num. 15. item die den Exploictier voor antwoord geeft, dat hy niet wil nog zal compareren of komen. DD. apud Boerium Quafi ccvi. num 7. 6? Qiiaft- t-xiv. num. 5. £f feqq. V. Want deeze zyn van gelyker natuure, en worden genaamd Veri Ccntumcu ces, dat is, moetwillige endehalfterk Defaillanten. Vide DD. in l. T. c? £ ■vus. D. de in integ. reft. Glofj'. in l. fin- eod. tit. VI. Gelykerwys Prafumtus Contumax is, die gedaagd is t'zynen Perfoon, antwoordende ; Ik zal komen; lk zal mynen Rechtdag waar nemen; Ik hoore en ik zie, of diergelyke redenen, en nochtans agterblyft; of op de beftemde tyd niet compareerd. Deeze moet driewerf gedaagd zyn. Want zulk agter» b!yven kan om andere oorzaaken gefchieden , niet door moetwilligheid: en hy mig daar na komen, en hem purgeren. Vide Felinum in c. quod ad confultationem. col. 3. de re judic. tn FiÜus, die niet gedaagd is t' zynen huize. Want 't Recht fmgeerd, dat de Daginge t' zyner kennisfe niet gekomen is: en deeze moet ook driemaal gedagvaard zyn. Mcec diftinctio Ganonifiarum eft. Vide Philipp I-Viel. di£to loco. Vil. De materia DefeÜuum vide c. fin. §. fin. extra, ut lit. non conteft. é? notat in c venerabilis. §.fecus. de fent- excommunic. in vi. Glojf. in verb manifefiè. in Clem. de dol & cont. Dü. ad l. confentaneum cum feq C. quom. quand jud. Alciat. in tratt. de prcefumtion. 3. reg prcef. 14 Marant. de Ord Judic. part. vu de Contum. fee mem. Judic. per tot. Mafuer. tit 3. de Contum- c? ibi Caftritium. Chaffen. des droitts cf Juftices. §. 7. in pr. Conradum Lagum in method Jur. Civil. part. v cap. 4. c? s Joann. Malfium in Prax Crim in form. Contum. num. 31. Boerium part, 1. Qj«eft, ^. & ad §. 18.' Confuet. Bitur. de Jurisd. omm. Mmm 2 Jui.  4óo L I B E R IV. ^«i. Philipp. Wieland. Temp. 3. cap. 3. cwm feqq. Damhoud. in prax. Civ. ex eodem Wielando. Gail. lib r. Obf 59. & feqq. Hanetonium Judicii plenarii part. II. cap. de Contumac rei & Atl. Inftrutl. Senat. Holland art. cvin, £f quinde^ eim feqq. Inftr. Brab. Senat. cap.1%. &? 19. Ordin. Crim. Imper. Tit. x. part. Ui. 2. S4. TWEE-È N-DERTIGSTE TITEL, VAN DEFAULT TEGEN DEN IMPETRANT IN NON VEN I EN DO. CAPITTEL I. 1. De Aanlegger niet comparerende, heeft de Gedaagde Oorlof van den Hove. 2. Condemnatie in de Koften. 3. Aanteekening van den Griffier. 4. Effeften van het Oorlof van den Hove , ten regarde van den Verweerder. 5. En van den Aanlegger. 10)e^angen^e nu het Default tegen den Impetrant, is geordineerd, als hier JO. na volgd: Uyt■ de Inftrutlie, art. cxi. (i) Item of 't geviele dat de Aanlegger zelve niet kwame tot zynen (I) Item of 't geviele , £fc. ] Mét dit Arïyiel concordecrd de Ordre op 't ftuk van de Justitie , binnen de Steden en ten platten Lande van Holland, in dato den 1. April 1580. Art. 2. De reeden is eerftelyk, dat hy zyn partye daar ïae. geprovoceerd en. geroepen hééft; ten | anderen, om dat hy'tOfficie Van den Rechter vruchteloos maakt, want een Eisfcher moet altyd gereed wezen, arg. c. non licet in fine de R. J. in vi. & cap. caufam.\extrav. de dolo contumacia. junÜa Auth. feq. C. quomodo £? quando judex, Ver». 6. Comparuit wanneer verleend word. 7. Wanneer Comparuit kragt heeft van Oorlof van den Hove. 8. Dagvaarding om te zien jugeren ''tprO* fyt van '£ Comparuit 9. Default van den Aanlegger in cas van Guarand.  TITULÜS XXXII. CAP. I. 461 zynen Dage, ende dat de Verweerder compareerdei indien" de Verweerder deugdelyk doet blyken by de Copye van de Exploicten, geteykend by den Executeur, of anderfins, dat de Dag dient: zoo zal den zelven Verweerder gegeven werden (2 ) Oorlof van den Hove: Inftr. Brak cap.xnu. afticul. 1. (3) IL Ende de Aanlegger gecondemneerd in de Köften. /. eum, quem temer e 79. D. de judic. I. 4. non ignoret. C. de frutlib. & lit. exp. §. 1. verf. bete autem omnia -Infl. de poen. tem. litig-. III. 't Welk de Griffier gehouden zal werden in zyn Regifter te teykenen. IV. Ende zal 't voorfchreven Oorlof van den Hove wezen van alzulker kragc, dat de Verweerder mids dien zal (4) geabfolyeerd werdén van de Inftantie: V. Ende zal de Aanlegger van (?) nieuws niet mogen beginnen andere Inftantie, dan betalende voor al dé Koften van de eerfte Inftantie , ende de pcene van zes ftuyvers bonzen profyte: DD. & pneeipuè Ioann. Sicbartus in l. fancimus. 1$, C. de judic. num. 4. VI. Maar Verfcheelende dit met de Roomfche Rechten -, l. confentanewn 8 C. quomodo & quando judex. I. 53. ff. de judic. ■ Gelyk ook zulks noch in Camera Spirenfi onderhouden word, Gail. lib. 1. obf. 59. Vide Imsert. infl.forenf. cap. 13. Wieland. prac tyk civil. tit. 4. cap. 4. Doch iemand komende voor dat dcVierföhaar af is, z-oude de zaake noch mogen' doen dienen. S.- van Leeuwen, - ad Art. 2. van de Ordonnantie en Inftruttie op het ftuk van de Juftitie ten platten Lande. ï)e attoris contumacia, vide Imb. lib. 1. r.13. Hanneton de Ord. Jud. part. 2. cap. de contumacia rei & aB. Gail. i. obf 59. Poft litem conteftatam , zyn alls'termynen peremptoir. ( 2 ) Oorlof van den Hove ] Alias, congé: datur reo contra aüorem non venientem. Rebuff. de contumacia Art. 3. gl. 1. n. 4. Vide Masuer. tit. 9. n. 5. fjf Fontanell. ad Masuer. tit'.' 8. n. 8. C 3 ) In Gallia aïtori contumaci conceditnr dhs, intra quem ediclum circumduci poffit. Imb. lib. r. cap. 13. jecund. authent. quod fieri C. de dilationib. Vide Rebuff. trad. de contum. tri precf. n. 3. èf Art. 2. gl. 1. n. 11. (•4) (Jeabjilveerd werden] Acior: nonprobantt reus abfolvitur ab illa inflantia rjf aBor condemnatur in expenfas in civilibus caujis, in criminrlibns vero prater .expenfas etiam-in jextam.partem mobilium, £? proceditnr in caufa contumacia: contra attorem ex f onna'Auth. qui femel Cf. quom. $ "quand. Jud. lib. 7. tit. 43. In materie van Evocatie [a] opereerd Default abfolutie'van Rènvoi, cum'effettu dat de ■Evocatie van de zaake, wordt gemier!neert, en dc Gedaagde gedagvaard' te-p.-ocederen, volgens de laafte Retroaclen. Iemand gedagvaard zynde om te zweeren of den Eed te defereren, word dc Eed voor 't profyt van één Default gedcfereert. ' Gedagvaart zynde om een obfeur Vonnis te zien interpreteren, mogen de Heeren op ^t ee'rfte Default interpreteren. \_a] In materie van Evocatie. ] Voor dcnH, R. worden in materie van Evocatie twee' Dcfaulten verleent. Het profyt van het eerfte is condemnatie van koften; en, van het tweede, admisfie van de Evocatie. Art. 214, Inftr. van den H. R. Man. van Proced. Tit, 8. Cap. 5. num. o.] ( 5 ) IV:emvs ] An autem liti £f c'tationi renunciari poffit, vid. L-deftitijfe ff, de Jud. I. poftquam liti. C, de paQisr M m m r>  4.62 L I B E R IV. VI. Maar indien de Verweerder niet promptelyk kan doen blyken, dat de Dag diend, in dien gevalle zal hem gegeven werden Compa* ruit, 't welk geregiftreerd zal werden. VII. Ende is 't dat hy namaals doet blyken, dat de Dag toen diende , 't voorfchreven Comparuit zal verklaard worden weerdig te zyn Oorlof van den Hove; 't welk hem als dan toegewyfl: zal werden, met de Kotten als boven. VIII. Behoudelyk dat hy, om te jugeren 't profyt van 't voorfz. Comparuit, hebbe behoorlyk doen Dagen zyne Wederpartye; ende dat zy niet allegeren dat zoude mogen moveren ter contrarie. Injlr. Brab. cap. xviii. art. 11. IX. Dit is 't geen gevonden word in de Inftruftie van den Hove van Holland aangaande t Default tegens den Impetrant Anderen treden vorder in deeze materie. Vide plenè di£t. cap. xvrii. Inftr. Brabant. cV Philipp Wieland, Temp. 3. cap. 4. per totum. Hoe tantum notabimus: In materie van Guarand komt de Aanlegger zelf niet; de Gedaagde heeft Oorlof van den Hove, met de Koften; en is de Gedaagde daar na niet gehouden te Guaranderen. dift. cap. 18. art. 1 r. diSt. cap. 4. num. 17, Vide & ad hoe Cap. Dl), ad l. 73. cV poft edittum. D. de judic. c? ad l. properandum. 13. C eodem. Gail. lib. 1. Obferv. cap. lix. §. 8. Ende dat zy niet allegeeren &c ] Wanneer, vermits de non Comparitie van een Impetrant of Aanlegger, 't Comparuit wettig is gcobtineerd, valt ordinair daar van geen Purge, om dat de inftantie dan af is, en de Procuratie van den Procureur cesfeert. van Alphen Papeg. ijle D. pag. 30 n. 5. Egter word zomwylen door Commisfarisfen van de Rolle eenigen tyd tot purge van 't Comparuit geconfenteerd, mits daar toe dienen groote en evidente redenen, en anders niet. W. de Groot Ifag. Lib. t. Cap. 7. §. 34. Loenius Decif. Caf. ioc?. en Reglement van den Hoogen Raade van 7. Juny 1658. Art. 1. DRIE-EN-  tt tulüs xxxiii. cap. i. 4^3 DR IE-E N-D ERTIGSTE TITEL, V A N DEFAULT la] ende CONTUMAGIEN TEGEN den GEDAAGDEN. capittel i. 1. In Attie Perfonele het eerfte Default. 1. Profyt van dien. 3. Tweede ütfault. 4. Profyt van dien. 5. Derde Default. 6. Profyt van dien. 7. Vierde Commisfie. 8. Condemnatie ingevalle het Intendit deugdelyk geverifieerd word. 9. De Verificatie dubieus of niet fuffifant zynde 10. Wanneer de Defaillant geabfolveerd word. 11. De Defaillant comparerende op detweede of derde Dagvaarding. ia. Ter vierder Dagvaardinge. Uyt de Inftruttie, art. cvin. ï. "JTtem als iemand den anderen Dag zal hebben doen geven in eenige materie of Actie Perfoneele (uitgezondert de materiën van Posfesfien, Executien, Appéllatien of Reformatien, van Guarand of diergelyke, daar af hierna fpecialyk zal werden gezeyd) is 't dac de Aanlegger compareerd ten voorfz. Dage, ende doet blyken van zyne [<0 Defaulten'] Van Defaulten in cas cri- | Leeuwen Cenfura Forens, Lib. z Cap 26 mineel, zie Bort m zyn Tralcaat vanCrimi- Papeg. ifte D. pag. 562 en ^65 Manier van > Mie Zaken. Tit. 5. ram. 77. £p feqq. van l Proced. Tit. 23. Cap. 6 ] TiT. XXXIII. Default. ] Over de onder-fcheide effenen der defaulten eiiverfteKkerrver-'dient te wordon nagezien Bort Nagel. Werk. Obf, 22. pag. 25. feqq.. ■  46*4. L .1 . B E R I V. zyne Commisfie ende Relatie, ende zyn Wederpartye niet compareerd ; zoo zal gegeven worden ( 1 ) -t eerfte Default. (2) 1l. Y Welk zal zyn van alzulken Profyte, dat de Gedaagde verfteken zal wezen van zyne Exceptie ( 3 ) Declinatoir: ende zal den voorfz. Aanlegger verleend werden.nieuwe Commisfie, om (4.) anderwerf f1) Eerfte Default ] . In materie van Willig Decreet [è] word den Impetrant, voor 'teerfte Default, t'clken reize A&'c gegeven van 't eerfte Default, maar voor 't profyt van het vierde ■ Default, word hem toegelaten' zyn intendit over te leveren, en word een icgclyk geciteerd om dat te zien verifiëren. Propter contumaciam wmctnfetur prorogata Jurisdi&io. add. Bart. in l. non videtur. ft', de Judic. in verbo potent. Van Defaulten, voyez Papon'. lib. 7. tit. 6. des Defaults contumaces, £ff. Den 22. Maart 15' 2. Cafembroot eh Konink op de \Rolle zittende, zo heeft Tromper, te voren geobtineerd hebbende Default tegen den Gedaagden in cas van feparatie van Huwelyk, verzogt, uit kracht van 't eerfte Default, adjudicntie van zyne verzochte Pro' ifie van alimentatie, die hem geadjudiceerd is ,.en de defaillant gecondemneerd 111 dc Koften, en verleend een ander Mandament om te procederen tot dc fopara.tie, doch is hem d -eze Provilie geadjudiceerd, vermits de Gedaagde daartoe gedagvaard was, en na dat de Impetrant eenige verificatien 0 vergelekt hadde , tot bewys van 't geen daar op hy zigfondeerde. Op den f. November 1*92. Igniofa en Dondezen op de Rolle zittende , is verzogt en ook geïmpetrcerd, uit krachte van 't eerfte Default, Namptisfement op een Jaar verfchenen pacten cu ontraimingc van, de verhuurde landen,'alzo de Defaillant 't land zeven laren gehuurd hadde, op conditie, dat indien hy dc.huure terftond na den verfchyn-dag niet betaalde, d - huur uit zoude' zyn, en^hy gehouden de landen te ontruimen- het voorfz. Namptiflement wierd op de Rolle gedecerncerd, en het verzoek, nopende "de ontruiminge, wierd in Advys gehouden, 't welk den 6. November geüit wierd als vooren. Uit. krachte van één Default, te verzoeken reparatie van attentaten. yb] Willig Decreet] Van Willig Decreet, zie de Pa}>eg- Ifte D- & PaS- 4 !°- usque ad pag. 4 o. inclus. van Leeuwen Roomfch Holl. Regt \de B. 18. D. num. 15. Wassenaf.r PraU. Judic. Cap. 2?. num. 36. en de Noten op onzen Schryver num. 35. ad Lib. 4. Tit. ■ 5. Cap. <. J f2) Vide Rebuff. Traiï. de contumacia Art-, 2. gl. 1. (3) Declinatoir] Vide Imb. lib. 1. cap. 26 Ö? 3>. ÊP de fort prcefcrïpi. cap. 2:. Hanneton de ord Jud, c. de except. Vide l. non videtur 3. fjf /. ft quis ex alkna.ff. de Judic. ( 4 ) Anderwerf] Qjiando una citatio fifftciat, quando trina nee e) aria fit vide' Zaz. ad l. contumacia ff. de re judic^ Iemand gedagvaard zynde, om Procureur acceptant te (lellen en arrementen van den Procesfe aan te nemen, word uit kragte van '\ eerfte Default [tj, gecondemneerd; zie Inftruaie van den Hoogen'Raade, Art. 247 Een Appellant eifch gedaan hebbende in cas d'Appél, en by den Gedaagde dag van beraad genomen'zynde, komt des Appellants Procureur te fterven , de Geappelleerde ligt Mandament om Procureur acceptant te ftefféri , zo laat de Appellant Default gaan; ten twecdenmaale gedagvaard zynde en niet comparerende, is tegen hem verleend het tweede Default, en, voor't profyt van dien, comparuit cn abfolutie van de Inftantie. [c] Uit kragte van 't eerfte Default] Dit moet K 2 Nieuwe Commisfie.] Wanneer tegen iemand defaut word verleent, en geconfenteerd een ander Mandament, om te zien wyzen 't verder profyt van 't defaut, mag ook t zelve Mandament verzogt en verleent worden, al was zedert de A.fte van defaut de tyd van vyf jaaren verloopen, volgens Refolutie van den Hove in dato 31. Juny iotc5, Bfe Boz\ Woorden-Tolk voce Defaut in fine.  TITULUS XXXIII. CAP. I 46? derwerf te doen Dagen den Gebrekelyken of Defaillant, om te zien wyzen 7t Profyt van 't voorfz. Default, &c. III. Ende is't dat hy nog niet compareerd, zoo zal tegen hem gegeven worden ( $) het tweede Default. IV. Welk moet zoo verflaan worden voor den Hoogen Rade. Onze Commentator ailegeert ook alhier het 247/ïe Art. der Inftr. van den Hogen Rade, en word dit klaarder geëxpliceert by den Commentator in notis num. z.ad Lib. 4. Tit. 83. Cap. 5. Voor het Hof word de Gedaagde, voor 't profyt van 't eerfte Default, gecondemneen om Procureur Acceptant te fteilen, Manier van Procederen Tit. 8. Cap. 7. num. 3. Dog iemand met eenen gedagvaart zvnde om de Arrementen van den Procesfe aan te nemen , zoo worden voor het Hof twee Defaulten gerequireen. Art. 114. Inftr. Cur. Merula Lib. 4. Tit. 83. Cap. 4. num. 2 en 3. W. de rGROOT Inleid, ifte B. %fte Cap. num. 28. Mavier van Procederen Tit. 8. Cap. 6. num. 4. alWaar vitieufelyk ftaat Art. 14. voor 114. der JnftruEt. van den Hove.] Uit kragte van't eerfte Default, in materie van defertie, word het Proces defert verklaard. ■—— En uit kragte van 't eerfte Default in cas d'Appél, word de Claufule van inhibitie gecontinueerd ten uiteinde van de zaake, zonder dat de Gedaagde afdoeninge van de inhibitie kan verzoeken. Een Gedaagde , in cas van Anticipatie, werd gecondemneerd zyn grieven te proponeren binnen acht dagen [d], [d] Binnen acht dagen] Voor den Hoogen -Raad veertien dagen. Manier van Procederen Tit. 7. Cap. 8. num. 4. Voor het Hof word, voor 't profvt van het eerfte Default, het Appél verklaart defert. Art. 207. der Inftruaie van het Hof. Maar voor den Hoogen Rade gefchied zulks eerft voor het profyt van 't jweede Default. ^rf. 131. der-Inftruttie van den Hoogen Raad. ] A6te van Default verjaard niet. Imbert. lib. 1. cap. 13. in notis. Rebuff. de contumac. Art. 8. gl. 1. n. 14. Zulks is, op denz-j.Ja.nmry 1606, by den Hove van Holland verftaan, dat als tegens iemand Default verleend is, en geconfenteerd een ander Mandament om te zien wyzen het verder profyt van 't voorfz. Default, ook 't zelve Mandament verleend mag worden , alwaar d'Aóie van Default vervyfjaard. L Deel. Een notabei voorval: A. ten achteren zynde aan B. eenige Jaaren Renten , doet B, dagvaarden; B.niet comparerende word Default verleend , en by Provifie Namptisfement ; tot voïdoeninge van 't welke geprocedeerd word op zekere goederen , die by de brandende Wasfehe - kaarsfe verkogt worden, met prsfixiè van Dag van Decreet voor den Hove. B. komt in oppofitie, dog renuncieert daar van en verzoekt purge, Commisfarisfen ontzeggen hem zyn verzoek van purge; in reauditie, 't Hof admitteerd hem tot purge, mits blyvende 't EffecL Advocaten Dirk de Cocq en Leo de Gouda. (5) Tweede Default] Op den zj.Febr. 1592. zittende ter audiëntie van de Rolle Borre en Pauli, is verzogt en geïmpetreerd , voor 't profyt van 't tweede Default [e], dat den Gedaagde ex l. diffamari geïnjungeerd zoude worden perpetuum ftlentium, zonder intendit over te leveren, tegen de notoire ftyl van 't Hof. Vide Gail. i. obf. 12. n. 4. [e] Voor 't profyt van 't tweede Default £fV.l Als iemand gedagvaart is om aftie te inft'itueren, word hy, voor 't profyt van het tweede Default, van zyne Aótie verfteken, en hem geïmponeert een eeuwig zwygea en ftlentium. Papegaay ifte D. pag. 87. W. de Groot Inleid, ifte B. 8fle Cap num. 30. De vrage is, of nogtans de Impetrant niet gehouden is zyn Intendit over te leggen met de verificatien daar toe dienende, omme de Diffamatie te bdvyzen. Daar is by het Hof verftaan van neen,volgens hetgeen by den Commentator hier in Notis word getuigt; die nogtans van contrarie gevoelen is. In de Manier van Procederen Tit 2. Cap. 4. num. 4. word mede gezegt van neen. Dog uit Neostad. Decif. Cur. Holl. 44, ten dien einde aldaar bygebragt, word die negative niet bewezen. Want in het geval van die Decifie hadde de Impetrant, om afitie te inftitueren , ten overvloede het derde eh vierde Default verzogt, daar hy maar twee Defaulte hadde noodig gehad. Nogtans is na in de PraÊlyk gerecipieert, dat den Gedaagde , voor het profyt van het tweede Default, word geïmponeert een eeuwig zwy- N n n ge*  +66 L I B E R IV. IV. 't Welk Zal zyn van zulken Profyte, dat de Gedaagde verKeken zal werden van alle Exceptien Dilatoir: ende zal den Aanlegger derde Commisfie gegeven werden met (6) Intimatie tegen den Defaillant, om hem te zien wyzen't Profyt van het Tweede Default. V. Ende is 't dat hy nog niet komt, zoo zal tegen hem gegeven werden 't Derde Default. VI. Ende zal uyt kragte van de voorfz. Defaulten, de Defaillant verfteeken werden van alle Exceptien Declinatoir, Dilatoir ende Peremptoir. VII. Ende zal als dan gegeven werden de Vierde Commisfie ex filperabundanti [g]; om den Defaillant wederomme te Dagen, omme te komen zien by den Aanlegger zyn (7 ) Intendit over te leggen, met de Verificatien van dien, ende omme Sententie te hooren. ( 8 ) VIII. Ende is 't dat hy nog niet compareerd; zoo zal hy gecondemneerd werden in 't Principaal ende in de Koften j indien de Eysfcher zyn Intendit deugdelyk verifieerd. IX. Ende gen ftlentium, en niet'gedient word van Intendit. ] Men geeft geen Default tusfehen Alderheiügen en Ligtmisfe tegen die van Zeeland [f], nog ook geen arreft," maar alleen interdictie van goederen aan de Crediteuren te mogen veralieneren , en doen dezelve interdictie publiceren , ten einde de crediteuren daar van geen ignorantie pretenderen, h°c fit cum eft pe'ricutum in mora, en Default gegeven zynde, word altyd gepurgeerd zonder reftituüc van koften; Art, 4. van 't Jractaat turfclien Holland en Zeeland, gemaakt in dato den 3. Auguftus 1587. Rebuff. de cont. Art. K. gl. X. n. 19. [ƒ] Tegen die van Zeeland] Vide Lib. i. Tit. 5. Cap. 2. num. 3. & quee ibi dixi\~) Manifefta contumacia etiampurgatur, c. venerahilis §. fecus. de fententia interloc. in 6 Aitor non verJens in Judicium prcetextu cafus fortuiti non excufatur, t item 18. ff. de conjlit. pee. quee limüatur l. 2. §. 4. In Saxen word iemand gecondemneerd abfoluit uit twee Defaulten , Sneidew. de interdict. §. i. n. 16. Vide Papon. des Défaults; ubi £f de differentia inter Verfttck & Default. (6) Intimatie] De inthimatione loquitur Bart. in l. ft apparitor C. de Cohort al. princip lib. 12 & 58. [_g] Ex filperabundanti] In de Steden en ten platten Landen is de derde citatie peremptoir, en gefchied geen vierde citatie. Van Leeuwen in Notis ad Art. 3. van de Ordonnantie op het ftuk van de Juftitie. num. g.] (7) Intendit] Quia ex fola contumacia abfens definitive condemnari iiequit. I. abfentem C. de accuf. I. i , 2, 3. C. de requir. reis. Gajl. i, obf. 6. & lib. 1. de pace publica. c. 15. Vide £f /. 73. in princ. ff. de judic. An autem per contumaciam condemnattis poffit appellare, vide in d. I. 73. in fine l. ex confenfu 23. in fine ff. de appellat. I. I. C. quor. appell, non recip. Imb. lib. 2 c. 13. Contra contumacem perfonali attione conventum quomodo procedi debeat, Vide Sneidew. ad§.i. infiit. de interd. n. 14 £P feqq. (8) Vide Inftr. van den H. R. Art. 252. Tegen welke verificatie hy zeggen mag en reprocheren, zulks als hem goeddunkt; Inftructie van 't Leenhof , Art. 9 & 23. Masuer. tit. de contumacia n. 4. By het Intendit moeten eevoeed worden d'aÊten van Defaulten , [ en verdere productie onder Inventaris.  TITULUS XXXIII. CAP. I. 4ó> IX. Ende indien de Verificatie dubieus ende niet fuffiTant ware , zoo zal de Aanlegger geadmitteerd mogen werden zynen Eyfch te fierken met zynen Eede, tot dilcretie nogtans van den Raade, die confideratie Jiebben zal op de Qualiteyt van de Perfoon, natuur van de zaake, ende anderfints naar Regten. X. Jtnde alzoo verre als 't Hof bevonde, dat de Eysfcher zyn Intendit niet geverifieerd hadde, of dat hy niet behoorde toegelaten te zyn tot zynen Eed: zoo zal de Defaillant ten principaalen geabfolveerd Worden van den Eyfch: ende niet te min gecondemneerd in de Kotten van de voorfz. Defaulten. In/Ir. Brab. cap. 19. art. 23. DD. ad l. 13. properandum. C. de judic. & ad l. 68. ad peremptorium. & feqq. D de judic. Gail. lib.x. Obferv. cap. 60. Phil. Wielant. Temp. 3. cap. 5. ubiplene de Defeclibus contra Reum. Vide cjf DD. ad l. contumacia. 53. D. de re judkata. Ibidem art. cix. XI. Item indien de voorfz. Gedaagde compareerde in de tweede of derde dagvaardinge [h]; zoo zal hy gehoord wezen ten principaalen, mits [A] Compareerde in de tweede of derde dagvaardinge enz.] Zoo de Gedaagde compareert op de tweede citatie, verzoekt hy purge van 't eerfte Default. In welke purge de Impetrant wel kan confenteren •, dog hy kan daar by voegen deze twee mitfen; i. mits refunderende de kojlen; 2. en mits blyvende den effecte van dien, dat is, van het eerfte Default. De effecten van het eerfte Default waren geweeft, dat de Gedaagde was verfteken van alle Exceptien Declinatoir, en dat hy gecondemneert was om te namptiferen , als 'er Provifie was verzogt. Indien de Gedaagde egter infteert om te hebben purge van het Defaut , ook met de effecten van dien, zoo word daarop gepleit, en by het Hof daarop gedifponeert naar behooren. Indien hy nu wettige redenen van abfentie probeert, en h'y dan purge van het eerfte Default, met den effecte van dien,bekomt, zoo kan hy nog proponeren zyne Exceptien Declinatoir. Ook komt dan de provilionele Condemnatie tc vervallen. Dog de koften van den retardemente moet hy in alle gevallen refunderen , Art. 109. lnflr. Cur. Mc alltg. Merula Lib. 4. Tit. 35. Cap. 1. W. de Groot Inleid.ifle B. SJie Cap. num. 44' Manier van Procederen Tit. 1. Cap. 5. num. 1 &? 2. Alwaar de Advocaat St. Aman aanteekent, dathy, in de zake van Vrouwe Louife van Lier , Huisvrouwe van Heer Adriaan van der Myle , Contra den Graaf van derLippe, heeft gefuftineert, ddt aan den Gedaagde geen purge van het eerfte Default, met den effecte van dien-, behoorde re worden toegeftaan tegens wil en dank van de Impetrante, om dat de Impetrante, door het decerneren van 't eerfte Default, hadde verkregen een jus qua; fttum. Waar op het Hof de purge heeft toegeftaan ," mits de Gedaagde refunderende de koften-, voor zoo verre, met den effecte van dien, dat de provilionele condemnatie wierd afgedaan; dog blyvende't effect van het eerfte Default, voor zoo verre dat de Gedaagde verfteken bleef van zyne Exceptie Declinatoir . . . November 1697. Stipel en van Wouw, Procureurs. Uit welk geval te zien is, dat hetverleenen van purge der Defaulten, met den effecte van dien of niet, afhangt ab arbitrio judicis, en dat die zulks verleem N n n 2 ' of  4-68 L I B E R IV. mits refunderende de Koften. /. ij. fancimus, & ibi Joann, Richart. C. de Judic. ( 9 ) X11. Ende indien hy compareerd ter Vierder Dagvaardinge, 200 zal hy niet ontfangen zyn ( 10) iet te zeggen, anders dan (11) wederleggende voorfchreven Exfloffien [&], op dat hy die wederleggenkan. (12) of niet, naar de omftandigheden der zaken. Indien de Gedaagde eerft compareert op de derde citatie, zoo heeft alles hier ook plaatfe , dat gezeid is van het geval, wanneer hy compareert op de tweede citatie. Behalven, dat hy in dit geval ook purge verzoekt van het tweede Default, waar door hy verbeken was van a'le Exceptien Diiatoir. Zie de Pa'egaay ijle D. pag. 29. Manier van Prottderen Tit. 1. Cap 6. Van Leeuwen ad Art. 5. van de Ordonnantie op liet ftuk van de Juftitie num. 3. Vide etiam Notas ad feq. Tit. 34. Cap. r. num.. i.] (9) Vide Rebuff. TraB. de centtmacv Art. 8. gl. 1. n. 12. TraS. de expenf. Art. 5. gl. 1. n. 42. rjf feqq. (10) Iet te zeggen] Hoewel hy verfteeken is van zyne defenfie peremptoir, hy effeftueert ester zoo veel, dat de Aanklager niet geadmitteerd word zynen Eifch met Eede te fterken [f], fed eo non probante reus abfolvitur. Vide l. fancimus 15- C. de judic. &Imb. Ub. 3. e. 3. Menoch. de arbitr. Jud. caf. 154. [f] Dat de Aanklager niet geadmitteerd word zynen Eifcn met Eede te fterken.] Het tesrendeeï"' is nogtans geftatueert by het io8/?e Artikel van de Inftrutlie van den Hove, in het welke onder anderen gezegt word: Ende indien de verificatie dubieus , ende met fuffifant en ware, zoo zal de Aanlegger geadmitteert mogen worden zynen Eifch te fterken met zynen Eede, tot dferctie nogtans van der. Rade, die confidentie hebben zal op de qualiteit van de Perjoon , natuure van de zake, en anderftnts naar '^Hiermede komt over een hst 3de Artikel 'van de Manier van Procederen in de Steden er. ten platten Lande. Het zoude ook ten uiter-ften ongerymd zvn, dat een Gedaagde, diecontumax is, van beter conditie zoude zyn dan een Gedaagde die compareert, en zulksaan de Turisdiaie van den Regter obtempereert ; teren welken de fuppletoire eedt- piaatfc kan hebben. Adde Lib. 2. Tit. 2. Cap. 2. num. 6, 7 & 8. & Lib. 4. Tit. 53. Cap. ï. nnm. 4. ] (11) Wederleggen d'Exploitten ] Terminus, om te zeggen tegens d'ÈxpIoióten, eft accudentalis, in quo non datur abjentia nee alia dilatio nifi in loco unius diSi, & extra locum octo , nifi alia ratio fuadeat contramem.' [_k] Anders dan te wederleggen de voorfchreven ' Exploicten] Op wat wyze Exploicten wederlegt worden, vide hoe Lib. 4J Tit. 40. Cap. 11. Tegenwoordig word een Gedaagde, ook na het vierde Default, geadmitteert niet alleen de Exploicten te wederleggen ,,. maar ook om de Defaulten te purgeren,dewyl defenfie favorabel is. Hy moet nogtans alle de koften refunderen, om dat hy diedoor zyne contumaeie veroorzaakt heeft. Zie de Manier van Procederen Tit. 1. Cap. 7. §. 1 en 2.] (12) Dit alles is conform 't geen in Vrankryk, ten tyde van Masuerus, gepractifeerd wierd, ut videre ejl apud ipfum tit. 3. n. 3, 4 cf 5. ; Uitgenomen dat hy zegt, dat de Gedaagde ter vierde Dagvaardinge ■ zyne peremptoire exceptien nog proponeren mag. Vide etiam- Christin, ad 11. Municip. Mech. tit.ï. Art. 18. n. 52, 53- ëf ^rt. 21. ». 5- 5. 12. Niet ontfang] Op fchdamentWj het «^f£*g^ van den Hove alhier £°l ^Té^d^lmii d^ImpSntilnt^a woïd^an^t fHin-Papeg, l; D. pag. 2$. CAPITTEL  TITULUS XXXIII. CAP. II. 46> CAPITTEL II. 1. .Defaulten in Actie Reëel, en Inftellinge in de Posfesfie. 2. De Gedaagde binnen 's Jaars komende. 3. Binnen 's Jaars niet komende. 4. A£tie in 't Petitoir. 5. De tota materia remisfive, • Ibidem art. cx. t Ttem is 't dat de Gedaagde in Actie Reëel doet Vier Defaulten, X d'een d'ander volgende, de Eysfcher zal gefteld werden in Posfesfie van 't geene daar queftie omme is. c quoniam frequenter, (j. ƒ«• extr. ut Ut. non contefl. I. Fulcinius. 7. §. 18. idem Celfus. D. tx quïb. cauff. in poff. eatur. I. 2. fi quis. C. ubi in rem a&io exercer. deb. II. In welke Posfesfie hy bewaard ende onderhouden zal werden; ten waare dat de Gedaagde binnen 's Jaars kwame, prefenterende Cautie te fteilen, te Regt te ftaan, ende Regts te plegen; mids betalende de Koften van de voorfz. Defaulten: in welken gevalle hy daar' toe (13) geadmitteerd zal werden. Auth. Et qai jur at. C. de bon.auth. judic. pof. Novell. f%: cap. 4. in fine l 8. fi quis §. pen. fed & fi C. de prcefcr. 30. vel. 40. ann. III. Maar indien hy binnen's Jaarö niet kwame, als-voorfz. is;> Zoo zal hy daar toe niet ontfangen werden. IV. Maar zal mogen intenteren zyne Actie in 't Petitoir; indien hem tot den zelven goeden eenige competeerd, zoo zynen Raad gedragen zal. d. §. fin. £g c. 1. extra, de eo qui mitt. in pof c. contingit. extr. de dol. ê? contum. V. Ad hoe Cap, vide Tit. D. & C. de bonis auiïor: Jiud. pof. & ibi DD. item Tit. D. quïb. ex caufis in pof. eatur. DD. ad d. c. quoniam frequenter, extr. ut lit. non contefl. Specul. Tit. de Primo S9 Secundo DeCreto. TraB. Ferrar.in for. refponfionis rei conventi ad verb. in termino fêi afignato. num. 14. S feqq. Robert. Marant. part. vi. de ord. Jud. fecund.memb.Jud, de Contumacia. num. 10. & feqq. Rebuf inpröoemio Confl. Conjlit. glojf. v. num. Gulielm. Hanetoiii.de Ord. Jud. part.11. cap. De eo, qm rmtütur '■' . i *■ in' (13) Geadmitteerd'] l. fi quis 8. §. fed etfi 3. C. de prafcrip. 30. annor. Auth. £] Van Zeeland] Vide Lib. i. Tit. 5. Cap [ ï. ;rum, 3. &f ÏW(E notavi. ] 1 [b] Oorlog en vreeze van Vyanden] Viifc Lib. 4. Tit. 4P. Cap. 11. mm. 3 J  TITULUS XXXIV. CAP. III. g$ XVT. Groote Armoede: in voegen dat de Gedaagde zonder merkclyke oneer en fchande zig niet mag vértoonen voor den Rechter. Innocent.'$n c. ex ratione. c? ibi DD. de appellat. DD. in l. fi procuratorem. 8. § 8. quod & D. •fïici^idciti XV tl. Generalyk als iemand abfent is, niet moetwillens, en doorgezochte middelen: maar den Nood zulks verëisfchende. /. 26. fed & fi in fin. D. ex quïb. caujj'. major. I. 10. cum voluntatis. C. quom. quand. jud. X Vi 11. De Man word ook geëxcufeerd, welkers Huisvrouwe bereif is om te leggen, of die verfch gelegen is. Spec. lib. 2. part. i. quee contra ciiationem opp. § item quod valetudine. XiX. L)e Gedaagde is ook niet gehouden te compareren, noch zig door iemand te excuferen: dewelke vooreen Incompetent Rechter gedaagd [c] is; of op een incompetenten Dag; of op den dag van zyne Bruiloft-. Dood van zyn Vader, Moeder, Broeder', ofZufter; of den welken is toegekomen fchielyken Brand; of Misfchiet (*) van Wyf of Kinderen; of eenige andere kwade fortune. Vide Philipp. Wiel. Temp. 3. cap %. num 12. Van gelyken Vrouwen, die op 't uiterfte zyn van Kind~dragen. D ) ad d l. 2. §. fi non propter 4. D. fi quis caution Sed hac omnia pendent ex arbitrio jfudicantis, qui ex ftilo Jtatuere folet, an Impedimentum, quod allegatur, veniat confiderandum. [c] Foor een' incompetent Regter gedeugd.'] Als iemand gedagvaart is voor een' Regter, wiens Incompetentie notoir is, moet hy niet compareren, maar hy kan zig bedienen van Mandament Poenaal, tegen den voortgang van de Proceduren. Zie het Ampel Rerigt van het Hoe pag. 57. Editionis in 4to. Loenii Decif. Cqj. 102.] --(*) Mifchiei-, dat is, onheil, ongeluk. Kilian. voc. Misfchieden, malé evenire, limate accidere. l Dies» Pp? VYF.EN-!  p2 L I B E K IV. VYF-EN-DERTIGSTE TITEL,; VAN 0. E EFFECTEN ende PiNEK VAN DEFAULTEN. capittel i. De Defaillant zig purgerende kan niet gehoord worden > zonder eerft te betalen de Kotten. De Rechtsgeleerden fteilen een van de principaalfte Effecten, die uit Defaulten voortkomen en fpruiten, dat de Defaillant, tegen denwelken eens Default is gegaan, andermaal in Rechten niet kan gehoord worden, zonder eerft en alvorens zyne adverfe Partye betaald te hebben de Koften, die dezelve door zulken Default gedaan en geleden heeft. Vide Bartol. & DD. ad 1.15 fan* dmus. Q. de Judic. Vide êf Tit. 8. cap. u mm. 1. c? Tit. 9. cap. 1. num. 11. I» Muitten van de Defaillanten ten regarde van adverfi Partye. s. Den Gecontumaceerden word alle audiëntie in alle zaaken ontzeid. 3. Een Gecontumaceerde mag niet appel, leren. 4. Vervalt van zyn Leen. 5. Word gehouden als tegenwoordig, tot capittel ii. J. /^p wat manieren de Defaillanten gemul&eerd worden ten regarde van adverfe Partye, kan uit 't geene hier vooren, doorgaande deeze gantfche materie van Defaulten, gezegd is, ligtelyk gefpeurd en afgenomen worden : en word daar van ook volkomelyk gehandeld by Rob. Marantam part. vr. •Kaf-TYV f«! ~ «ia. J d* zyn prejudicie. 6. Straffe van de Defaillanten tot profyt van de Hooge Overheid. 7. Limitatie. 8. Partyen Defaillanten worden gehoord zig purgerende. 9. De Muitten hebben alleen plaatfe in • de principaale Gedaagdens.  T I T U L V S XXXV, CAP. II. 4.83 ■de Contumacia. num. 9. ufque adfinem. qui ibi recenfet unam pwnam contra AÜo■rem Emanforem; 24. contra Reum. c? inter alias; ( 1 ) IJ. Dat den Gecontumaceerden mag by den Juge ontfeyd worden Audiëntie, niet alleen in de zaake, in welke hy zulks overwonnen is, maar ook in alle andere. Ibidem num. 15. Stylus non obfervat. III. Item dat een, die overmits zyne halfterrigheid gecontumaceerd is, vervalt van het beneficie van Appelleren, num. if. IV. Item dat een Vafal, die den Deurwaarder voor Antwoorde gegeven "heeft, dat hy niet wil noch zal komen of compareren, vervalt van zyn Leen. mum. 22. Non obtinet apud nos. V. Item dat een Gecontumaceerde gehouden word als Pra?fent of in te Kennen of Ontkennen; na dat hem een van beide meeft prasjudiciabel is en hinderlyk. num. 28. & 30. VI. Hoe dat nu de Defaillanten geftraft worden tot profyt van de Hooge Overheid, is by Kar. V. als Graaf van Holland geftatueerd, als hier na volgd: Uyt de Inftrutlie, art. cxxn. Item wanneer dat iemand gewezen is in Default, in wat materie dat het zy; indien dat het Exploict. gedaan is aan zyne Perfoone, z,al boven de voorfchreven profyte van Partye gecondemneerd werden tot onzen Profyte voor 't Eerfte Default in de fomme van zes ftuyvers; ende voor elk Default daar na volgende, in de fomme van 12. lluyvers. Vide & art. 4mp. Injlr. xiv. VII. Ten waare dat de voorfchreven Defaillant comparerende wilde zeggen ( 2 ) gewarige nootzaaken gehad te hebben ; mids den welken hy niet hadde mogen compareren; of anders iet zeggen wilde tegen de Exploicten. VIII. In welken gevalle Partye gehoord, zal hem by den Hove mogen zyn voorzien, na dat men die bevinden zal gedifponeerd, ende de Deurwaarder gepunieerd, indien daar zaake bevonden werde. Vide huc Tit. D. Si quis Judici non obtemp. 6f c. praterea. extra, de Dilat. Glojf. in c. de quanta. 4. quazfl. j. IX. En (1) Plures vide apud Rebuff. TraB. de contumac. Art. 13. gl. nunc. TraB. de expenf. Art. f. gl. 1. n. 42. £f feqq. (2) Gewaarige nootzaaken] Qua caufa fint Jufta excujrent a contumacia, vid. apud Meïioch. de arbitr. jud. caf. 153. Quod fi citatusfine culpafua impeditus fit corn- patere , non dicitur contumax. I. contumacia. ff. de re judic. I. non exigimus §. fi quis ff. fi quis caution. Ter contrarie word dagelyks geobfer» veerd, en alle dagen toegeiaaten purge met Refufie van Koften, etiam in ipfa exccutiom, Ppp %  4.8* L I B E R I V. IX. En deze Mulften ,zo wel jegens de Hooge Overheid te verbeuren als tegens Partye adverfe, hebben alleen plaatzein de principaale Gedaagdens; niet, die geciteerd zyn, als by de geintenteerde Aótie eenig Intereft hebbende: Want deze mogen komen of achter blyven, zo 't hun goed dunkt Vide Robert. Marant. dift. loco. num. 36. Z E S-E N-D ERTIGSTE TITEL, VAN. COMPARITI E N. CAPITTEL I. 5. Partyen ook Comparerende in Perfoon, occuperen altyd by Procureur. 6. Conclufie tot Ontjlaginge van.Pcrfov nele Comparitie. 1,, Partyen Compareren heedendaags by Procureur. 2. ' Hier voortyds ook in Perfoon. 3. Kracht van't woordeken Of. 4_. Perfoneele Comparitie in Crimineele zaaken. I Tp\e zes voorgementioneerdè Titulen worden verftaan, zo wanneer of de I J)' Eisfcher of de Verweerder üefailleren en ter plaatzen, daar Recht en luftitie by mynen Heeren van'den Rade geadminiftreerd word, niet verfchynen Omme 'dan de Pcenen die uit alzulke üefaulten fpruyten, te ontgaan, zvn zvkehouden te Compareren en hunnen Rechtdag waar te nemen, omme teeen den anderen Recht te plcgeri, en dat beneffens raad van Advocaten b ' ' door s t ft ddt brnstfensraad Rc.1 In de oudfte tyden ftond het aan iemand, die in regten . «mpn-n w« vrv 'om, of zelf perfoonlyk zyne defenfie voor te dragen, of daar toe LTp oeureu 're -,0 ken , volgens het door Merula. geallegeerde 6de Art van het Groot %lfle f l rf-Z Maria vm Bmrgondiev., en de Aantekeningen van den Heer Profesfor Trotz ff fff, fi, ,< . Men kan 'er ook nog byvoegen een Handveft van Hertog M Hem ■ \ ?ï;l ,.„, tv-W vereven den 15 4pril 1414, in deeze woorden: „ Item zal elc ^^^iéM^SAi^^tml&n mogen, by oirloff van orden Scout aldaer; " -V.;V dat h boeter,-verbeurd" indien woirden, die foude hi gelden ende betalen « S^rechVwSr™ — En in de Keuren van Oudenwater van 1605 Art. 9* leeft men : & veVe:'yck"fo''rvn felft faecken mogen bedingen voor recht, ende oock mogen ve ^■ï lffi v r broeders ende fufters, mitsgaders broeders- ende fufters-k»nder«-n : t ■-;-I,cfctd ^rreen1ndé'u,e,eIaten wordt fonder dat eenige vrouwen to dg l iep fei/er tuilen doen mogen, dan alleen door haeren gemaehugt. Dog betref  TITULUS XXXVI. CAP. I 48? door hulp en by wezen van een Procureur, vermogens den tegenwoordlgen Styl. I f. Want hier voortyds was Partyen by 't Privilegie van Vrouwe Maria art. vr. alternativé en by optie toegelaten, elks dien 't beliefde; of zyn zelfs woorden op zyn eigen plugt [a] en boeten [b] te voeren en fpreken ; of by eenen Procureur, indien den zelven alzo goed dogre, te doen zeggen, 't Welk Karel V, als Graaf van Holland, niet fchynd veranderd, maar veel eer geconfirmeerd, te hebben, met deze woorden: Uyt d'InJlruStie, art. xlv. Item alle Partyen die dag hebben by (1) Asfignatie, het zy Aan- leggérs [>] Plugt] Vólgens de getuigenis van Kiliaan , in zyn Woordenboek, is pluche een Vlaamfeh woord, betekenende Fortuna , cafus, eventus, en ook periculum. Ook vinde ik dit woord, in die betekenis, in een Vlaamfeh Woordenboek, gedrukt te Antwerpen 163c. in 8vo. [&] Boeten] Boeten beduid niet alleen een Geldboete, maar word ook genomen voor baete, volgens de getuigenis van den zelven Kiliaan op het woord boete, bate. Zoo dat , op zyn eigen, pl'Jgt ende boeten zoo veel wil zeggen, als, ten zynen eigenen perykeUn en baeten.] (O Asfignatie.] [c] Te weten , agt dagen in loco, en 15. dagen extra locum , a's anno 1652. by Ordonnantie verklaard is. Vide N. Ord. Art. 9.. As- fende onfe hedendaagfche Praftycq moet men een onderfcheid maken tusfehen de CitaT tien by de Hoven van Juftitie, en by dc fubalterne Geregten. In het eerfte geval (fchoon by het 4 Petitionemfeu Conclufionem; Jafon , Zafius, c? alii in princip. Infiit. de Attion. Bartol. in l. fi prius. in pincip. D. de oper. nov.nunciat. bed illud de Libelloaudiendum, qui nabis Requefta voc*tury inferenda Mandato Utakoms, ff*  T I T U L ü S XXXVII. CAP. I. 480 Ut fupra ditt. Nam nojier ftylus hoe loco in concipiendis Libellis folum Petitionis feu Conclujionis habet rationem, prioribus ei inclufis per verba Dat de Gedaagde, by de -Middelen in 't Mandament of Venu en cour geroerd, zal &c. Vide Lanfr. cap 5. de Petit. num. 2. Vil. En 't geen by zommige Rechtsgeleerden gefuftineerd word, Qtwd Libellus prcecedere debeat Citationem: byzommigen, quodfequi: (*) is ook beide waarachtig naar onzen Styl. Want Libellus, by ons genaamd Requefte, om te hebben Mandament, gaat voor Citatie: Libellus by ons geheeten Conclufie of Eifch, heeft plaats na Citatie of Dagvaardinge, dat is, ten dage dienende. DD. in e. i. de Libell. oblat. Practici fane omnes valde confufe turbato ordine ,de Libello difputant, quos nofter Stylus feite admodum conciliat. (De quo Gail. lib. i. obfery. 61. n. iz. CAPITTEL II. I. Op de Conclufie wel te letten. -2. Naar den Styl te formeren. 3. Conclufie in Perforiele AÜien. 4. In Reëele- 5. In materia l. 2. C. de refc. yend. 6. In cas van ComplainSte. y. Maintenue. ■ 8. Spolie. 9. In cas van injurie. •io. In materia Legis diffamari Civiiiter. 11. Criminaliter. 12. In cas van Preferentie. 13. Mandament Poenaal. I. (2) T^Ve Conclufie moet geconcipieerd worden pertinentelyk, met weiJ__>/ nige, klaare en verftandige woorden, geene donkerheid inhoudende, niet geconditioneerd, generaal noch alternatief; uit welke by 't Hof en Adverfe Partye grondelyk de grond van de gantfche zaake, de wil en meerang van den Aanlegger, mag verftaan en begrepen worden: om klaarlyk daar óp te mogen Antwoorden, of in dezelve Conclufie confenterende 't Proces te laten varen. Vide Spec. de Libell Concept. §. uit. Ferrar. in for. Refp. rei Con'venti, ad Verba: Libellus eft incertus c? ftqq- Francifc. Curtium in Tratï. de Pofit. Interrog. &P in traSt. de Juram. Cal. num. 22. Want de naaflgenoem- de 14. Op een vervallen Leen. 15. In de Conclufie moeten ook geëifcht worden de Koflen. 16. Zomtyds ook Provifie. ij. En Vruchten. 18. Item Schaden en Intereflen. 19. Ook Winninge van Geld. 20. En poenen Conventioneel. 21. Claufulen inde Conclufien te fteilen. 22. Woorden in de Conclufien, dat de Gedaagde zal gecondemneerd worm den, &£. (2) De Conclufien voor den Hove, moe- ' ten geformeerd worden naar den flyl van den zelven Hove, waar van te zien is de Papegaay van Willem van Alphen , alwaar al- L Deel. lerhande Conclufien op allerhande materiën worden gevonden, zo als dezelve althans worden gebruikt, waarbuiten men niet lig1 telyk moet gaan, Qqq  4po L I B E R I V. de Qaaliteiten maaken den Eifch donker en obfcur. Gail. lib. i. Obf. lxtl Vide & Rob. Mar. port. vr. de Ord. Judic. 3. mcmbro Judic. de Libelli oblat. num. i. Van alle 't welk ons met weinige woorden verwittigt Karei Vt als Graaf van Holland, &c. gelykerwys hier na volgt: Uyt d? Inftruttie, art. lviii. §. pen. Ende zal.. Ende zal de Advocaat op 't maken van zyne ( 3 ) Conclufie rypelyk letten ende goed regard nemen; gemerkt dat de zaake daar op ruft. Vide Spec. dicl. loco- (j. utrum. Ende moet voor al poogen, Uyt d? Inftruttie, art. lxxxvi. in medio'. te weten, hoe dat men de Zaak zal beginnen ende wat (4.) Conclufie dat men zal nemen. ' Want de Conclufie nul zynde en van onwaarde, word ook alle 't geen daar op volgt gehouden voor nul en van geender waarde , c. examinata: ubi Felin. num. 14. de Judic. Glojf. ad verb. fecundum in princ. Infiit. de Obligat. c. 1. ubi Canonift. extr. de Libell. Oblat. II. Worden ook de Conclufien geconcipieerd en genomen naar den Styl en Coftume van ieder Hof of Gerichts-plaats, daar de Quceftie is. Spec. ditt. Ut. §.. nunc. dicendum num. 3. ö3 in fin. §. in pr. Bald. in l. de quibus 32. ad verb. inveterata D. de Legib. ubi fjf Glojf. En tegen den Styl geformeerd zynde, worden by de Aanhoorders befchimpt, en by den Juge gerejecfeerd. Felin. in. t. 2. num. 5. de Lib- oblat. Guid. Pap. in Promm. Decif. Vide & Tiraquell in. tratt. de Peenis in princip. num- 7. Naar onzen Styl hebben wy zeekere Formulus en Manieren, om folemnelyk te concluderen: van dewelke ik alleenlyk alhier zommige zal fteilen en aanteekenen, voor exempelen, als: III. Om te Kennen of Ontkennen eenige Obligatie of Hand-gefchrifte, iemand geciteerd zynde, neemt d'Eisfcher zyne Conclufie gemeenlyk in dusdaniger voegen: Dat de Gedaagde zal Kennen, of Ontkennen zyne Obli-sj7.ï na lur ub «ciBJjs otf&'nxg ol> nsv hrco"^ sb jiviz-laoij vjiul Sh .v gatte (3) Conclufie ] Als de Conclufie , ten dage dienende, kwalyk genomen is, is 't dat de dag diend om te antwoorden, zo mag de Eisfcher ten zelven dage zyne prsfentatie jn den eifch infereren, te weten, om zyne Conclufie te amplieren , quod licet , quia lis 'nondum conteftata eft ^ alioqui intra triduüm id fieri debet, l. fin. C. de errorib, advocat. Betaalende de Acte- van dien dage, quo cafu reo tiovus terminus dilationis eft' concedendus. LanM-anc. in l. quoniam C. de probat. Poft litem *eré contejlaiam, indien men de Conclufie wil altereren, amplieren. of corrigeren,, men .mag dat doen by Requefte Civile [_a], Panor1 mitan. in c. paftoralis cauff. poff. & propriet* cont. pen. \_a]\By\Requefte Civile'] Vide Lib.. \.Tit. 82, ' Cap. 4. ] '■ (4)' Conclufie] Vide Hanneton de ord. Jud. cap. de concl. in caufa. Guid. Pap. queeft. 201, ' 5S7 6f 254. Imb. lib. 3. cap. 19.. Specul. ' tit. de renunciat. £ƒ concl. circa princip, in verb.. £ƒ fcias.  TITULUS XXXVII. CAP. II. 491 gatie van date, &c. inhoudende de fomme , c?c. vorder tot Condemnatie, en h Cs) Provifie tot Namptisfement. (6) Indien de Eisfcher ageerd tot het Kennen .(5) Provifie tot Namptisfement.'] De Provifionibus [_b], vide Papon. lib. 18. tit. i. des provifions. Provifto debet ante omnia expediri ,nec caufa principali poteft jungi. Papon. lib. 18. tit. 1. arr. 35. Contrarie word gepraétifeerd ten Hove, in Appoinftement van Memorien, op alles, non impediunt eam exceptiones altioris indaginis, l. 3. §. 1. ad exhib. Papon, K6.X8. tit. l, arr. 28 , 29 R 30. [b] De Provifionibus] Van Namptisfement kunnen ook nagezien worden Voet ad Pand. Tit. de re judic. num. 8,9, 10, 11, 12 R 16. Van Leeuwen in Notis op de Ordonnantie van 't ftuk van de Juftitie, ad Art. 10 pag. 35. & feqq. van den laatjien Druk. Wassenaer Pratl. Judic. Cap. 6. Sande Decif. Lib. 1. Tit. 8. Defin. Loenii Decif. Caf. 98. R ibi Boel. Zie ook Lib. 4. Tit. 33. Cap. 3. & ibi Notas.] Poteft peti in quacumque parte litis, etiam poft litem conteftatam R ante fententiam definitivam, & ante concluftonem in caufa , juxta notata in c. cum dilettus, de fide inftrum. R ftc habetur in ftylo P^rlamenti Rub. des Proviftons. Rebuff. de fentent Art. 1. gl. 2 n 14. Papon. lib. 18 tit. arr. ?, 5 R r>- Adjudicantur autem in totum ex contrauu, ex iMrographo, R pro parte in alimentis, de quibus vide Pap. d. loc. Die Provifie geobtineerd heeft, is niet gehouden in de zaake ten principaalen voorts te procederen, ten zy de Provilie voldaan ■zy. Rebuff. de fententia Provif. Art. 1. gl. 4. «.12. Daar quaftie valt over een Erffenisfe, word by Provifie Inventaris verzocht, en m et ook geleverd worden. Guid. Pap. decif. 351. Papon.' Ub. 15. tit. 6. arr. 8. Imb. infiit. lib. i. cap. 37- . . Namptitfemeut, Gallicè , mam Garme ,is naar Rechten niet bekend, fed confuetudine ufttata :R introdu&a, ne lites protrahantur, videtur haèere fpeciem pignoris Prcetorii ratione contumacia. Masuer. tit. de contumac. In obligatione fpeciei valt geen NamptisfeTnent, fed folum in obligatione quantitatis liquida & pecuniaria , unde als iemand gedagvaard is, om te doen leveringe van Kooren, Grcyn, &c. volgens de Koop-cedulle , en hy, ten dage dienende, niet eompareerd, zo mag men tegen den Defaillant verzoeken Default, en een tweede Mandament, met de Claufule om te antwoorden op al zulk verzoek van Namptisfement van penningen , tot taxatie van de Pontgaarders. Exceptio novationis impedit Namptisfement,fcilicet fi ftatim probetur in Judicio, l. 40. ff. de minoribus. Als iemand geciteerd is, ut folvat quid annuum, R lite pendente termini alicujus dies \enit, pracipuè quando ante litem conteftatam in principali negotio reus jufjus eft pecuniam fub cautione fidejufforia dare aüori, zo mag me» by Requefte in Judicio verzoeken betaaiinge van den voorfz. termyn te hebben, quia invenitur in Judicio, en zal Namptisfement gedecerneerd worden, niet tegenftaande do zaake ten principaale ten vollen geïnftrueeri zy, en in ftaat van wyzen gebragt is, ita Judicatum by den Hoogen Rade den 4. Juny 1597, cn in den Jaare 1649. in de zaake van den Auditeur Perfyn , contra de Vrouwe van Eusfum. Contra fentit Papon. tit. des Provifions arr. 5. Rebuff. de fentetttia provif. Art. 1. gl. 2, 11. 14. En zoude 't zelve Namptisfement ook niet konnen geëifcht worden , uit kracht van een nieuw Mandament, om partye promptelyk op de Provifie te doen antwoorden; want men kan van eene zaake geen twee diverfe inftantiën maaken. Ita decifum, in caufa Dorpii, contra Kruyningen, dewelke , om te confequeren, verfchenen kuftingen, van de transactie daar van 't Reliëf by Dorp verzogt, was hangende , hadde geligt Mandament met Provifie, daar tegens Dorp hadde geëxcipieerd de litispendentia caufa principalis, en wezende de Exceptie t>y den Hove van Holland gerejeóteerd, is 't zelve AppoinÉtement by den Hoogen Rade te niet gedaan en d'Exceptie geadmitteerd , R fic tota caufa devoluta ad Senatum , den 4 July 1597- Het Kennen of Ontkennen moet voor af gaan, quia eft circa factum, quod fi negaretur, teftibus probandum effet, aut per comparationem litterarum [cj ; teftes autem duo de fcriptura deponentes, videlicet illam effe Caji, femiplene probant; ft de veritate contentorum in ea deponant, videlicet quod viderint illum mutuo accepiffe pecuniam ibi expreffam plenè probant ,■ in hoe enim decipi non poffunt, fecus in Ulo. Bart. in auth. at ft contraBus C. de fidejuff. Rebuff. TraB. de Chirograph. recognit. in praf. n. 32 Qqq 2 Tefi'-  '492 L I B E R IV. Kennen of Ontkennen van eenige ConfHtut:e-brief, inhoudende Hypoteecque, voegd dezelve by zyne Concluüe: En dat voorts d'Hypoteecque voor de Rente ver- £c] Teftibus probandinn effet, aut per comparationem literarum'] Over deze materie, zie Sande Decif. Lib. i. Tit. 8. Defin. 1. Brunnemann. ad L. 20'. Cod. de fide inftrum. Laurentius Zubrodt de Comparatione literarum, in 4to. Ravenau des Infcriptions en faux, in 8vo. Nu onlangs is een Omparatie van de hand van wylen Koning Willem den III, met andere handfchriften van den. zelven , gedaan door den Hove van Holland zelfs, het.geene aanmerkenswaardig is. Zie Fidimus van den Hove van Holland, van een' Misfive van Wylen Willem deil Derden, Koning van Groot 'Brhtannien,.enz. gedrukt in 'sHage by Mattheus Gaillard 17-9. Die zyn' hand,, ter kwader trouwe, ontkend , wierd Jure Romano gecondemneertin het tu-eevouwd van het geëifchte. Auth contra Cod. de non romer, pecun. Dog by ons word hy arbitralyk geftraft. Zypaeus inNotit. Juris Belg. Lib. 2. Tit. 1. de Confeffis. Voet ad Pand. Tit. de Fide Inftrum. num. 11. Zie verders Notas ad noftrum Merul. Lib. 2. Tit. 2. Cap. 2.. num.. 3. en hier beneden Merula hoe Cap. 2. num. 3. in medio.] Iemand iets. belooft hebbende te betalen annuatim, als E. G. een Rente-brief,, mag niet alieenlyk in Rechten geroepen worden om 't geene'Verfchencn is, maar ook't geene verfchynen zal. En word ook zo gcforidemneerd, en mag d'Executie altyd gedaan worden, zonder nieuw Proces, mits ligtende alieenlyk nieuwe Executorialen. Ferka*. prax. tit. 2. gl..i%. n. 6. & hcec eft utiliias ftipulationis annuce, quod una fit, cum fècus in annuo legato obtiheat. Costal. ad l. non quemadmodum 35. ff. de Judiciis. Gail. lib. 2. obf. 74. Gloss. in d. I. quemadmodum & iil.fi ftipulatus fuerim § 1. verf. futurum ff. 4; Verb Oblig. Faber..§ m prajudiaalis. tnfl.. tji aB. n. 31. &'Jeqq. Als een Pagter geroepen ■is uiteen Hüurceel, word voorat eerfte Default gecon«emneert te Namptiferen. Doch geen Huurceel getcekend of gemaakt, of anders ver•ooren zynde, word verzocht Mandament met de Claufule, om als noch te verant Avoorden op 't Namptisfement,. ten waare hy de- Relatie bleek, dat hy te vreden was té betaalen,,welk Confent gezien,. geeft 't 'Hof Default en condemneert tc Namptiferen. Mtiam.inftitoris fui chirographum agnofcere vel r.egare tenetur Dominv.s. Rebuff. de chirograph. recognit. Ait. 1. gl. i. n. 6. Imb. infiit. forenf. lib. 1. cap. 29. Op den 4. December . . . is-' een Curateur gecondemneert te Namptiferen, alhoewel hy fuftineerde ongehouden te zyn, te Kennen ofte Ontkennen, als den Overleden in 't minfte niet beftaande, en derhalven zyne hand ignorerende, want een ieder (ïcdagvaard zynde om te Kennen of Ontkennen, is gehouden, ten minften ter goeder trouwe, zulks te doen. Rebuff. d. n. 6. in fine. Als iemand geroepen is om te Kennen of Ontkennen, en als dan poogt te Ontkennen gefchreven, geteekend of gezegeld te hebben , zo mag men concluderen, of'er van zynent. wegen gefchreven, geteekend of gezegeld is, quia perinde eft an quis ipfe fuhfignet, an vero alius ejus jitjfu five rogatu , l. vice 20. /. 25. C. de donat. Rebuff: in prof at. traB. de chirograph. recognit. n. 57. Etfi fcriptura non fit folemnis, puta ftne die, vel careat fubferiptione, recognita tarnen, operatur Nimptiffement. Idem enim operatur part is confeffto, quod publicum inftrumentum in contraBi' b'us, & fcriptura tantum operatur quantum fubfcriptio l. 1. &, tot. tit. ff, de confeJJ'. I. 16. §. r. jf.' de munerib. Compenfatio illiquida non imfedlt Namptiffcment, fed debet allegari ten principalen: fcepe tarnen accidit, dat de Executie gefurcheerd word, /. 2. l.fi co-iftat. C. de compenfat. tot dat partye compareerd voor Commisfarisfen. In cas van Kennen of Ontkennen , valt geen Renvoi, maar wel in cas van Namptisfement. Rebuff-. de chirograph. recognit. Art. 1 ■ n. 5 R 46. Papon-. lib.,j. tit. 7. arr. 4. Wieland. temp. 5. cap. 5. n. 14. Als iemand gedagvaard-is te Kennen of Ontkennen, moet antwoorden op de Provifie, ten zy d'Obligatie van langen datum is,, mag als "dan ex caufa noch wel delibereren i.f. dao-en. Cautio debet praftari, cum alicui.datur atterminatio, 1.11 l. 3: l. peto §. fin. ff. ' de dimno infeBó. Als iemand ageerd als Aftie en Tranfport hebbende, den Debiteur begeerende te be• taaien, mits den Eisfcher verklaarende [_d] hoe veel hy daar voor gegeven heeft, word gehoord , per diverf as & l. cum ab Anafiqfio C. mandati: ' En mag men• dezelve verklaringe ook.  TITULÜS XXXVII. CAP. II. 493 verklaard zal worden executabel. In Vlaanderen tendeerd d'Eisfcher: Dat de Verweerder kenne of loochene zyne Obligatie, &c. En gaat niet voorder, tot dat ook cisfehen p'ojl litem conteftatam. Idem obfervatur in Confuetudine Rhenolandia ,fed hoe fallit quando quis nomen debitoris in folutum accepit. I. fin. C. quando fifcus rel privatus. Nee habet locum in d. I. cum ab Anaftafiio, fecundumBart. ibid [d] Den Eisfcher verklarende] Het geen hy gehouden is onder Eede te doen. Zie hier van, en over de geheele materie van den RetraBus Anaftaftanus,- Voet ad Pand. Tit. de hxreditate vel aÜione) vendita num. 18, 19 en 20.. Loenii Decif.- Cafa 98. R. ibi AuBores a Boel ad d. Caf. allegg. ] In Namptisfement conftderatur inftnimentum, aut fubftantia contraBus , fi poffit inftrumento contradici, ratione Notarii , teftium, fubferiptionis , Jigilli, anni, menfis, diei Rc. non decernitur. Namptiffement; fi vero fit de fubftantia contraBus de qua controvertitur, ut fi dicatur dolo metuve initus, by Provifie Namptiratur, nifi hodie conftet. Bart. in l. 1. Col. fin. C. plus valere quod agitur Rc. Si tarnen clürographum non'contineat' Caufam ex qua debitum oritur ,an detur Namptiffement, vid. I. cum de indebito §. fin. ff. de probat. I. 2. §. circa 3. ff. de doli except. Negat Rebuff. TraB. de chirograph. recognit. in prafat. n. 66. Vide tarnen Felin. in Cl fi cautio de fide inftrum. Als iemand gecondemneert is te Namptiferen, en middelerwylen geordonneertword te compareren voor Commisfarisfen, furcheerende zo lang d'Executie, zo moet de Gecondemneerde den dag zelfs waarnemen; want, indien de dag voorby liep, zoude de Triumphant mogen Executeren. Aldaar, op de Comparitie, perflfteerd de impetrant by zyn Eifch, de Gecondemneerde by zyir. antwoord, verzoekende continuatie van furcheance, ten uiteinde van de zaake, of dat op 't Rapport van Commisfarisfen zal Worden gedifponeert, en zoude na dèn dag van dc Comparitie weder mogen executeren. Dog is ook,wel anders verftaan- Op den 26..September 1551. verzogt zynde Namptisfement van een laatfte termyn , en by den "Gedaagde gecontradiceerd zyn.de , quia imminebat eviBio l. 24. C. de evitt. Waar op gerepliceerd zyndë , dat Namptisfement geene betaaling was, en hy met de cautie zo wel bewaard was, is zulks eerft' by Commisfarisfen"en daarna in" Reauditie niede. zo verftaan. Namptisfementen [«] ,. by den Hove, tot iemands laften gedecerneerd, mogen niet geëxecuteerd worden tot koften van den Geëxecuteerden , binnen Zeeland woonende ,. in den tyd van een Maand,- nog binnen drie weeken, tot laften van die geenen die agt mylen van 't Hof gezeten zyn, nog binnen. 14. dagen totiaften van'dic geenen-, dienader gezeten zyn. Ordonnantie- van den 7. December 1573.' [e] Namptisfementen'] Het gcerie hier is aangeteckent, is reeds sjezegt by Merula ' Lib. 4. Tit. 24. Cap. 7. Verf. Hier dient byge■ voegt.] Óp den 30. Maart 159-9. is by den Hove verftaan geweeft, dat een Regifter van ccn Chirurgyn, met Eede gefterkt, volkomen preuvè maakt, niet tegenftaande Parthye ontkende de Cure, die de Chirurgyn fufti. neerde gedaan te hebben , en is daar op Namptisfement gedecerneerd. Op'den 20. Juny 1652. is- Namptisfement gedecerneerd 'op een Obligatie ,. daar uit 'drie-en-twintig Jaaren niet gemaand was, in de zaake van Mr. Simon vander Meyden , cum fociis, contra Mr. Hendrik van Willigen, 't Hof' condemneerd by Provifie te Nampti¬feren 300..guldens, met den Intreft zedert den 22. Mey 1619 ,.tot de voïdoeninge toe, en op dén 31. July in Reauditie geapprobeerd. De'Heeren Cormmom cn Mierop, Commisfarisfen. Zulks is ook gedaan in regarde van een Rentebrief, die'24 &• 25 Jaaren geen Renten had gegeven, in dc zaake van de Regenten van 't Oude Mannenhuis-; Kerkho-ven, Advocaat. Zulks is ook verftaan in een zaake van Jacob Loef, als getrouwd'hebbende JüfFr. Vermaals, Weduwe van Goosfen dc Byl, contfa'N. N'icrop, Ambagts-bewaarder van Ryswyk, non obftante quod Hfurts duplum fortis excedebant\ Blok cn Bennenbroek, Commisfarisfen, en in Reauditie geconfirmeerd-den 15. janua-ry 1657. ^Iaaf °P den '3C- Januaf"S 1653 , in de zaake van den Heer Cornelis Paauw, Raad van Zyn.Hoogheid-, contra Theöd'orum Stryker, wordende bepleyt op een Obligatie 3c. Jaaren oud , is geordonneerd, dê zaake te befchryven by- Memorien. ,s (0'Nien>and i^gehctiden eenige-Obhg*- q. q q 3 "*  m L I B E R I V. hy dezelve gekend of geloochend heeft. En in cas van kennen, zo contenteerd d'Eisfcher voort: Dat de Verweerder gecondemneerd zy te namptiferen. In Cas van Loochenen , pnbfenteerd de Eisfcher zulks te toonen , en neemt zyne Conclufie ten Principaalen, te weten : Dat de Verweerder gecondemneerd zy te betalen. Vide DD ad l fatis aperte 2. C. ad L. Cornel de falf. Zo ook naar onzen Styl, als een Obligatie by het eerfte Default gehouden word voor bekend, en de Gedaagde Eifch begeerd te hooren, zo word by den Aanlegger geconcludeerd: Dat de Gedaagde gecondemneerd zal worden den Impetrant te betalen de fomme in de Obligatie begrepen, &c Indien iemand ten dage dienende ontkend eenige Obligatie op hem iuydende, dog niet by hem, maar uit zynen naam by een ander of derde, overmits hy niet konde fchryven, onderteekend,- zo mag men hem als dan dringen: Dat hy ten minften kenne of ontkenne de EffeCten van de Obligatie en den Gevolge van dien: Of, Dat hy kenne ofte ontkenne, of de Obligatie van zynent wegen gefchreven, geteekend of bezegeld is, of met. Quia in idem recidit, an quis ipfe fubferibat, an vero alius ejus rogatu & voluntate, l. vice donatricis 20. I. in donationib. 31. C. de Donation. In cas van Ontkennen rfl, neemt de Procureur Generaal de Obligatie naar zig, omme t Recht van de Hooge Overheid te bewaaren. Vide Authent. contra qui propnam C de non num. pecun. Naar Style van den Hove decerneerd men geen Namptisfement op Extratfen of Copyen [g]i ten waare de Aanlegger konde bewyzen dat dc Originele Stukken door brand of eenig ander ongeval verlooren waren, en dc Verweerder van geene gedane betalinge konde proberen. Anderen fuftineren, dat niemand gehouden is eenige Origineele ftukken over te lessen ten waare Partye adverfe dezelve wilde accuferen van Vallcnneid. Hier dient ook bygevoegd , dat 't wel geoorlooft is voor den Verfchyndag tot Kennen tie tc Kennen ofte Ontkennen, dan die alleen by hem geteekend is, uitgezonden, dat zyne Erfgenamen ook daar toe gehouden zyn. Rebuff. TraB. de Chirogr. R ceiuiL recognit. Art. i. ». 3. ubi plenè. Imbert. Jnji. forenf. lib. i. cap. 29. [ƒ ] In cas van Ontkennen ] Vide fupra hoe Cap. 2. in Notis , verf. Hst Kennen , fcf 3" makende in cas van Proces Eifch van Koften, Schaden en Intereften. Of tot anderen alzulken fynen, &C Deze Acrie competeerd niet alleen aan de Perfoon, die Heer is van 't goed, maar ook zyne Erfgenamen of andere Succesfeurs tegen den« Bezitter, of die argliftelyk en met ontrouwe van de Posfesfie of bezittinge gefcheiden is, ook mede tegen deszelfs Erfgenamen; omme wederomme te vorderen 't goed dat hy bezit of bezeten heeft, 't zy leggende of varende, dog corporeel of aantaftelyk: Vide Tit. D. £f C. de rei Vindic. C. Theodof. eod. Tit.. Jnftit. de Ati. §. omnium verf. aut cum eo. Ferrar. in for. Lib in AEt. reali per totum* Papon. vin. Arreft. xrn. Oldendorp. Clajf. bei. Act. ir. Pabr. in d. §'. omnium. Adverfus eum qui Rem Vindicatam non reftituit, jurat Dominus in L.itemT l. 21. a poffidentïbus C. de rei Vindic. I. 1. & 2. de in litem jurando. Ingevalle twee of meer Perfoonen eenige adtie op een ding pretenderen, en de Juge op ftaande voet niet kan weten wie 't meefte recht daar op heeft: zo mag hy, is 't dat zy gelykelyk en op eenen tyd hun Aélie hebben beginnen te inftitueren, 't zelve doen fteilen in handen van de Hooge Overheid,, ten uiteinde toe van de zaake: of is 't zaake dat d'een komt na d'ander, zal 't zelve adjudiceren die d'eerfte gefprooken heeft, mits den zelven afvorderende Cautie de reftituendo, indien namaals bevonden word zulks te behooren, /. is h quo 57. D. de rei vindic. De fruEtibus, quorum in hac aÜione mentio, vide infra num. xxxvr. Vide ad hunc verfic. prater fupradittos Mafuerium Tit. x. de Petitoria num-. 10. V. In materia legis dat hy volftaan kan met zyne Aftie voor den Hove te inftitueren. Maar is by het Hof verftaan, dat B. zyneAÊlie moeft inftitueren voor den competenten Regter van A. Behalven de Dcciiien hier in dc Noten gemeld , word 'er nog een bygebragt in de Manier van Procederen Tit. 2. Cap. 4. num. 1. Verf. En doet derhalven , na. mentlyk van den 8. November 1702 in de zake van Cornelis Hobbe , contra Laurens Verftrate. In den Jaare 1710 of 1711. is het zelve by het Hof verftaan, volgens de fuftenue van Mr. Willem van Ekpecum , die voor den Gediffameerden pleitte. Teg.cn die fuftenue obfteerde niet, dat in de Papegaay ijle. D. pag. 87. word gezegd, Dat den Gedaagde vry ftaat zyne AUie te inftitueren, 't zy voor den Hove > ofte des Impetrants competenten en dagelykfchen Regter. Want aldaar gaat voor af, dat de Gediffameerde concludeert, dat de Gedaagde zal worden gecondemneert zyne Actiete inftitueren (Nota) voor dezen Hove. Dan zegt van Alphen , dat het den Gedaagde vry ftaat zyne Actie te inftitueren, 'tzy voor i dea Hove, 't zy voor des Impetrants dage- Jyk,~  TITULUS XXXVII. CAP. II. 499 «« tempore. 6. C. de Remiff. Pignor. Actor concludeerd , Dat de Gedaagde gecondemneerd zal worden binnen den tyd van zes weken, na date van dezen, alle alzulke AZlien en Querelen, als hy op den Impetrant eenigzins pratendeerd te hebben , te interneren*voor den zelven Hove, op poene dat by gebreeke van dien, en den geprafigeerden tyd overftreeken zynde, hem geïmponeerd zal zyn ter caufe van dien, een eeuwigftilzwygen en Silentium, Condemnerende den Gedaagde in alle dt Koften, &c. XI. De voorzegde Conclufie heeft plaatfe, als genoegzaam blykt, in Civilibus; in Criminalibus, dat is, in cas van Purge, (qua ex d. I. i. Diffamari. manat) word by den Impetrant geconcludeerd, Dat hy Impetrant verklaard zal worden puyr, zuiver en innocent van, &c. in 'r Venuencour geroerd; en dat den Gedaagde en allen anderen daar op geïmponeerd zal worden een eeuwig zwygen en Silentium, en dat by provifie d'Impetrant ontflagen zal worden van de Perfoneele Comparitie, en geadmitteerd te mogen occuperen by Procureur, &c. Wat belangd in 't generaal deze twee voorgemelde Paragraphen, niemand is gehouden of kan bedwongen worden eenige Aftie, 't zy Civile of Crimineele, tegen zynen wille en believen te inftitueren, tit. C. ut nemo invitus. Ivkfchen Regter. Dog van Alphen zegt niet, dat als de Impetrant concludeert, dat de Gedaagde zyne Actie zal inftitueren voor des Impetrants dagelykfchen Regter,als dan de Gedaagde zyne Actie zoude kunnen inftitueren voor den Hove. Naderhand is egter by het Hof, in de Adie tyd, het tegendeel verftaan , en de Gedaagde gecondemneert zyne Actie te inftitueren voor den Hove, en niet voor Schepenen van N., des.Gediffameerdens dagelykfchen Regter. De ratio decidendi in dezen is mogelyk geweeft, om dat, in dien tyd, de Regters van de Steden zelfs in de Actiën geïnteresfeert waren.] [m] Gail. Lib. Obf. 2. n. 6.] Deze allcgatie is abuficf. In de zde Obfervatie van hst ijle Boek van Gail, word niets gevonden van de Lex Diffamari; en ook niet in de zde Obfervatie van liet zde Boek. Van de Lex Diffamari word by Gail gehandelt Lib. i. Obf. 9, 10 11 en 12. En leert Gail d. Lib. 1. Obf. 9. num. 3. dat de Diffamans zyne Actie inftitueren moet voor den competenten Regter van den Gediffameerden.] In materia Legis Diffamari.'] Van de Actie ex Lege Diffamari, is onderfcheiden de Aüio negatoria; by dewelke word gecontendeert, dat de Gedaagde zal worden verklaart geen regt of actie ten laften van den Impetrant te hebben. De Aüio negatoria raakt de principale zaake zelfs , en levert maar eene inftantie uit;maar de Actie ex Lege Diffamari, is eene prxparatoire Actie, die ge- diftingueert is van de principale Actie zelfs. Daarom is in de Papegaay ijle Deel pag. 86, onder het Hoofdftuk om Aüio te inftitueren, verkeerdelyk gebragt eene vierde Requefte, waar by eene Aüe negatoria geïntroduceert word. De vrage is, of de Aüio negatoria op haar zelve en uit haar natuur de Jurisdictie van het Hof fundeert ? Qjwd negatur. Want indien de Aüio negatoria de Jurisdictie van het Hof fundeerde, zoo zoude de Actie ex Lege Diffamari of Mandament om Actie te inftitueren nooit te pasfe komen,maar men zoude altyd voor den Hove inftitueren de aüio negatoria, en aldus maar eene inftantie noodig hebben. En zouden op die wyze honderde zaken van den dagelykfchen en competenten Regter afgetrokken worden ; het geen ongerymt zoude zyn , en direft ftrydig met het 22-fte Artikel der Inftructie van den Hove. Uit welk Artikel eene generaale Regel vaftgeftelt moet worden, dat namentlyk alle Rauw Actiën voor den dagelykfchen Regter moeten worden geïnftitueert. Die tegen dezen Regel aan fuflineert, dat de Jurisdictie van den Hove is gefundeert, moet zulks als eene exceptie bewyzen. En zal men in alle gevallen, waar by eene Aüio negatoria voor het Hof geïnftitueert word, bevinden, dat de Jurisdictie van dien gefundeert is, uit anderen hoofde, en geenzints uit de natuur van de Aüio negatoria zelve.] R r r 2  joo L I B E R IV. /. uit. C. de ufur. pup. ten waare dezelve een ander gediffameerd hadde, op hoedaniger manieren zulks ook gefchiede, of Civilyk, d l. diffamari. of Crimineiyk, /. 7. fi ea C. de hls qui accuf. of dat dezelve pretendeerde hem eenig recht te competeren op iemands Land, Huis, of andere Goederen. DD. ad l. Julianus. §. fi venditor. 30. D. de atï.emti vediti, alwaar Bartolus zegt: Nota novum modum agendi: Ago contra te, utagas. Vide & l. 2. fi laborante;' pen. D. ad Leg. Rhodiam de jattu. I. 75. fi fic legatum. in fin. D. de Legat. 1. Fcrrar. in form. libell. refp. in act- Hypoth. in verbo, & Renunciationis. num. 2. Mynfinger. lib. 111. Obferv. lxxviii. & Cent. v. Obferv. LXxxr. Vide & fupra num. xix. Want in deeze gevallen word de Diffamateur of adverfe Partye genooddrukt zyne Actie binnen zeekeren tyd te inftitueren: en in cas van onwilligheid, of dat hy 't zelve niet doet; word hem by den Juge geïmponeerd een eeuwig filentium. Vide huc etiam Andr Gail. lib . Obfervat. lx. & feqq. XII. In cas van Preferentie, Dat de Eisfcher geprefereerd zal zyn, voor alle andere Crediteurs van N. geëxecuteerde op de Penningen gekomen van de verkochte Landen en Goederen met de hooft-zomme van. £f c. yll&v hy, &o. Of indien hy. door middelen voor verhaald, niet geprefereerd zoude mogen worden, daar op hy eerft recht is bcgeercnde, dat ten minften hy Eisfcher met zyn voorfchreven agterwezen met allen anderen Crediteuren zal mogen concurreren pond ponds gelyke. Vide huc tit. D Qui potiores in pig. hab. £f C. de his qui in prior urn credit, loc. fucc» & eo fcribentes.. XIII. Bevelen op Poenen den Gedaagde by den Exploiéb'er gedaan zynde, zo Concludeerd d'Aanlegger by de Middelen in-'t Venuencour gementioneerd en uitgedrukt , dat de Bevelen Panaal den Gedaagde gedaan, als wel gedaan, ftadhouden m volkomen effect forteren zullen: en dien volgende de Gedaagde gecondemneerd wor~ den de Proceduren in queftie kofieloos en fchadeloos af te doen ; en hem geinter diceerdt van gelyke meer te doen: maar indien hy den. Impetrant pr af enteer d te rechte te ftaan, en^t gewysde te voldoen, indien '£ nood zy, &c. vel hoe modo: Attor verzoekt eerft en alvooren Obediëntie en Reparatie van Attentaten: en concluderen by de Middelen van H Mandament Poenaal-, dat de Bevelen Pcenaal ftadhouden en effeSk fort er en zullen, &c ut fupra. XIV. Op een vervallen Leen word geconcludeerd, dat de tienden ('exempli tauffa) contentieux verklaard zullen worden vervallen en gedevolveerd aan hem Impetrant: en dat de Gedaagde gecondemneerd zal worden zyne handen daar van tS trekken, en den Impetrant Jaar mede. te laten beworden en gebruiken naar zyne beliefte: en ook te reftitueren de Brieven van Inveftiture daar van ontfangen om gecasfeerd te worden : en ook te reftitueren alle die Vruchten van de voorfchreven Tienden, die hy opgebeurd heeft, of heeft mogen opbeuren, na dat zy vervallen zyn, .en noch ..opbeuren .zal hangende dezen Procesfe, &c. Huc pertinent Titt. Qidbus modis Feudum amittalur in.Uftb. Feudor. lib. x. Tit. v. &■ xvn. lib. 11. Tit. xxiv. ubi vide Scribentes plene. Vide & facob.de S. Georgio, in trattatu fuo Ftudorum , in gloff.'ditiique Vaf alii promiferunt non committere Feloniam. Francif. de Curte in traEt. fuo Feudor. quart. parte, tit. ex quib. cauffs Feui amittatur-. ubiponit xli. Cafus, quibus Feudum cadat in commiffum. Ferrar. in form. Lib. ad revocat. Fendi, ad verba, Nee fuperfiitibus , &c: num; 17. En is wel te noteren 't geene Baldus in l. fok obfequii. 30. C. de liberalv sauffcio.  TITÜ LU S XXX VII. GA P. I I. $01 caujfa. beneffens andere Rechtsgeleerden zegd: Dat de oorzaaken , door dewelke een Vader zyne Kinderen mag exherederen en zyn goed ontmaken, ook militeren voor den Heer, om te ageren tegens zynen Vafal tot reflitütie van 't Leen. Item, dat dezelve ook berooven den Leenheer van 'trech't, 't welk hy door zyne of zyner Voorzaaten gifte, heeft ende pretendeert op een Vafal. Bald. confil. ccliv. in ultimo dubio, vol. 3. Abbas Sicul. cap. {. de Feiid. item Bald. in c. 1. §. domino committente. in verb. ad Vafallum. Si de Feudo fiér. contr. inter Dom c? Agnat. Gail. lib. 1. Obf. 17. n, 4. Mafuer. Tit. 26. de Feudis. num 8. 9. 11. 13. 20. c? 23. Notandum etiam'de Natura Feudi effe, tit non auferatur nifi cum caujfa; cognitione: in voegen, dat ook de Prins van den Lande zyne Onderzaten of Vafallen niet vermag te benemen eenig Leen, zonder voorgaande kennisfe van zaaken; overmits dat in Leengifte gefpeurd word een ContraA-, dat de Prins als Leengever, en de Vafallèrt als Leennemers, dteen tegens den anderen verobligeerd [0] en verbind. Boer. part.ix. Ouceft. ccxr. num. 23. An vero ob prceditias cauffas Vafallus cmfeatur privatusFeudo; ipfo jure,- an privandus ftt per Sententiam: item cui Feudum, quo privatus eft Vafallus, fit applicandum, an Domino, an vero proximioribus, mtm 26- é? 27. Item m Hares Domini poffit revocare Feudum propter Feloniam Vaf alii contra Dominum, licet Dominus nullam querelam moverit. Vide Ferr. ad verb'. Vita ejusdem. num 2. XV. De Conclufie (in voegen hier vooren aangeteekenef, en naar dó1 natuur van de Actie) by monde of by gefchrifte, geconcipieerd zynde: word daar by gevoegd en uitgedrukt de Koft-vorderende Claufule of Proteftatie; Cum Expenfis. [p~] Met de Koften, of Maaiende in Cas van Proces Eifch van Koften: den Juge indagtig maakende en vermanende, dathy-den Succumbant tot pro'fyt van den Triumphant condemneerd in de Koften van den Procesfe. Want Baar onzen ftyl moeten de Koften geëifcht zyn, of de Juge zoude niet gehouden zyn in zyne Sententie op dezelve eenig regard of aanfehouw te nemen; ten waare hy 't zelve wilde doen ex ojficio: gelykerwys ter contrarie dezelve Geëifcht,. en de Juge in zyne Sententie daar van geene mentie maakende, zoude genootdrukt zyn dezelve den Triumphant op te leggen, ten waare om redenen anders behoorde te gefchieden, doch-zommigen meenen, dattde Koften genoegzaam geëifcht zyn, als by de Conclufie gevoegd word de falutaire Claufule Begeer ende recht op alles. Vide huc Scribentes ad l. properandum 13. C. de ja. die. Ferr. in form. Libell. in Attione Reali ad verb. Ét expenfts prafentis caufce Robert. Mar. part. vi. de Judic. crd. tertio membro Jiidkü -de Libelli Oblat. num. 12. Andr. Gail. lib. 1. Obferv. cli. De Litium Expenfis nos plenius hi' fra [?]. XVi. In veele zaaken, den Eifch gemaakt zynde ten principalen, word ook verzogt [0] D'een tegens den anderen verSMigeerd ] Over deeze materie vind men een uitvoeri» Advis van voorname Regtsgeieerden pag . 191. R feqq. van een Roek, het welk voor Titel heeft: Het Regt van Zyne Hoogheid den Heere Prince van O range en Nasfau, Rc. tfc Rc. tot'het Marquifaat van Veere m Vlisfm. gen. ] [[>] Cum Expenfis] Indien de Conclufie verfcheide Poinften qusftieus contineèrt, zegt men aldus : Makende op alles wel expresftelyk eifch van koffen-A [f] Plenius infra] Lib. 4. Tit. 88. Cap. 5, num,. 14. R feqq. ubi vide Notas meas.] R rr 3  $02 LIB ER IV. verzogt Provifie. Als in cas van Kennen of Ontkennen van eenige Obligatie, mag de Aanlegger begeeren Provifie van Namptisfement, dat is, dat de Penningen in de Obligatie begrepen, onder den Hove in de Griffie geconfigneerd worden , om aldaar by den Eisfcher onder Cautie geligt te mogen worden. Vide fupra num. nx. Jn Cas van Spolie concludeerd d'Impetrant, beneffens deredintcgratie van de Posfesfie, dat hy by Provifie gereftitueerd worde tot de Posfesfie van de Goederen, &c. Vide fupra num. vin. In materie van Complaincfe word geconcludeerd., dat by Provifie den Impetrant geadjudiceerd worde de Recreancie, en de hand van den Sequefier geligt tot zynen profyte, op fuffifantc Cautie. Vide fupra num vr. ■ ln materie van Gyzelinge word by Provifie gecontendeert tot Ontfiaginge uit dezelve, en dat de Impetrant geadmitteerd zy, om te mogen occuperen by Procureur. In caujfa Divortii word by Provifie geageerd , dat de Gedaagde gecondemneerd zy d'impetrant te geven Alimentatie [r ], en uit te reiken de Koften noodig tot uitvoeringe van den Procesfe. Confuie PhiL Wieland. Temp. 4. cap. 4. XVII. Beneffens 't Principaal worden ook zomwylcn gccifclic de Vruchten, doch met onderfcheid en diftinftie van den Posfesfeur ter goeder of ter kwader trouwen, item van de Vrugten die genoten zyn, of nog te genieten \_s']. De qua prater alios vide Ferrarienfem in form. lib. in Act. reali. ad verba, Simul cum fructibus. num. 3 & DD. ab eodem allegatos. & Philipp. Wieland. Temp. iv. cup. v. Damhouder, in Civil. Prax. cap. civ. en naar gelegenheid of natuur van de Actie, als in Rei Vindicatione, dat is, zo wanneer iemand ageerd om te hebben de eigenlchap van eenig goed. / fmttus. 33. /. éf ex diverfo, 25. §. r. ubi autem, D. de rei vindicat. I. certum. 22. ibi DD. C. eod. Vide fupra num. vr. In petitione hereditatis; in Erf-vorderinge. /. 20. item. veniunt. §.3. itemverJlc. fructus. I fi quo tempor e. 41. in fin. D. de petit. hered. I. 1. & 2. C. eod. Vide fupra num. vir. In actione Familice ercifcunda; in Cas van Erf-deelinge. I. 44. inter coheredes. DD. ad l. fundus. $1. in pr. D.famil. ercifc. & fupra num. vm. In actione Communi dividundo; als iemand ageerd tot fcheidinge en deelinge van eenig particulier gemeen ding. /. 4. per hoe edittum. §. ficut autem. 3. D. comm. divid. In Judicio Finium Regundorum ; in Erf- of Landfcheidinge door merkfteenen. Scribent, ad l. 4. fed & loei. §. 1. D. fin. reg. In AÜione Mutui; in Wegleeninge. DD. ad. I. 31. cum fundus. in pr. D.dereb. credit. In actione Cotnmedati; in Nuts-leeninge. I. 5. fi ut certo. §. 9. ufque adeo. D. commodati. In actione Depofiti; om weder te vorderen eenig goed, dat iemand inbewajringe gefteld is. C u §. 24. 6? ideo. D. depof. In [r] Alimentatie"] Vide Lib. 4. Tit. 105. Cap. 3. num. 6. in Notis , ftf qua ibi notavi.] [_s] Van den Posfesfeur ter goeder of ter quader trouwen] Zie mede H. de Groot's In llid. zde 3. 6de D. num. 3. , W. de Groot's Inleid, tot de Prabcyk ijle B. -de Cap. num. 26. Groenewegen ad L. 22. C. de R, V. Wassenaer Praïï. Judic. 2ifle Cap. van Leeuwen Cenfur. Forenfi Lib. 2. Cap. 6. mm. 3.  TITULUS XXXVII. CAP. II. jo5 In attione Empti; als men ageerd tot levering van eenig gekogt goed. I, Julianus 13. §. jo. fi fruttibus. cV5 feq. D. de Att. empt. Ê? vend. In Attione Negotiorum gejlorum ; als iemand onderwind gehad heeft van iemands zaaken, in deszelfs afwezen en zonder zyn weten en bevel. t. Ji autem. 8- §. item Ji r. D. de negotüs geji. En diergelyke meer. Vide fupra num. x. xr. & xxn. Qua jam veniant appéllatione Fruttuum, vide Scribentes ad l.Ji abfente. 48. in fin. & l. arbores. 59. §. r. cV 2. D. de ufufrutt. I. Valerius. 50. verfic. Papinianus. ad verb. Penfiones. D de jur. Fifci. I. 41. cum ita. «fff feq. D. de ufu ufufr. & redit. & habit c? oper.per. I. 34. ufura. I. 36. prcediorum. I. 49. fruttus. D. de ufur. & frutt. I. 4.8. bona fidei. in fin. D. de adq. rer dom. I. 9 prcetor. §. 1. quod de&§. 6. in eum. D. de reb. autt. jud. pojfid. I. 10. plerumque. §. 0. fed foetus. D. de jur. dot. Item qua fit dijferentia inter Fruttus Naturales Induftriales, vide DD. ad l. 45. fruttus. D. de ufur. (f=f fruttib. XVIII. Worden ook dikwyls in veele zaaken by den Aanlegger geëifcht Schaden en Intereften [*] Vide Ferr ar. d. forma. ad verb. ê? in jiorenis x. pro omni damno & interefte. Wieland, Temp. iv. cap. vi. Mafuer. Tit. xxxiv. ê? ibi Caftrit. Als in attione Familia ercifcunda, mag ook zomwylen geconcludeerd worden tot Schaden en Intereften, by een of meer van de Erfgenamen het Erfgoed aangedaan. I. tjf puro. 16. §. 4. fed ft. I. damno. 17. I. heredes. 25. §. non tantum. 16. D. famil. ercifc. Vide fupra num. vin. In Attione Communi dividundo, tot Schaden en Intereften , die de Medgezellen door bedrog of negligentie van een of meerder medgezellen geleden hebben, l. 3. in communi in pr. D. communi divid. In Attione Finium Regundo'rum, tot Schaden en intereften by den Aanlegger door 't veranderen van zyns Lands Limiten en belenden, geleden. /. 4. fed & loei. §. r. D. fin. reg. In Attione Commodati, ingevalle Commodator iets willens en wetens geleend heeft, daar door Commodatarius eenige Schade heeft geleden. I \j in commodato. §. 3. in fin. I. 18. in rebus. §. item qui fciens. 3. D. commodati. In Attione Depofiti, ingevalle 't goed by iemand in bewaringe ?efte!d , arger is geworden door onachtzaamheid of bedrog. /. 1. §. fi res. 16. D. depofiti. In Attione Pignoratitia, indien door faulte en bedrog van den Pandnemer 't Pand verargerdis. /. 9. fi rem in fin. D. de pignor. att. I. creditor.'3. C. eod. En in Pignoratitia Contraria mag de Pandnemer concluderen tot Schaden en .ritereften indien hy zig in het Pand by den Pandgever bevind gecircumvenieerd te zvn! I. tutor 16. §. contrariam. 1. D. de pignor. att. In Attione Empti, indien in 't verkoopen eenig gebrek of befwaarnisfe van 't verkochte goed verzwegen is. /. fi fierilis. 21. §. 2. quamvis, D. de att emti. I. non dubitatur. 6. C. de evittion. In attiom Locati, tot Schaden en Intereften, geleden door de Deterioratie van 't geene iemand verhuurd of aanbefteed is. I. 13. item quaritur. §. fi fullo. 6. l.Ji merces. 25. in fin. I. qui infulam. 3.0. in fin. D. loc. cond. In [f] Schade en Intereften] Zie ook Damhouder Praü. Civ. Cap. 224.  ja* LIEER I V. In Actione Condutti, tot Schaden en Intereften geleden uit 't geene by (ie» mand gehuurd en aangenomen is. l.fedaddes. 19. §. 1. D, locati. In Attione MandatiJ, tot Schaden en Intereften geleden by den Bevel-gever, door dien de Bevel-nemer zynen fchuldigen plicht en beloften in 't uitvoeren van de aangenomene zaake, niet heeft acht rvolg:; of dat hy zynen laft te buiten is gegaan. I. diligenter. 5. in pr. D. mandati. I. 27. Ji quis alicui maitdatum. D. d. t. I. cum mandati. 12. C. eodem. In cas van Spoiie word ook by den Aanlegger geconcludeerd tot alle Schaden en Intereften, by hem ter caufe van de Spoliatie geleden ofte nog te lyden, &c. Vide fupra num. xxu. cui conjunge feqq. in cas van Complaincte en Maintenue, XIX. item Winninge en Verloop van gelde. Qiiot modis illud fiat, vide Philipp. Wieland, Temp. 4. cap. 7. Minf. Cent. 1. Obf. lvii. XX. Ook dikwils Poenen en Geld-boeten, daar inne Partyen, om iet te doen, zig d'een tegens d'ander te verbeuren, verbonden hebben. Vide huc Ferrar. in form. Lib. quo agitur ad Pcsnam ex compromijjö, prcecipue ad verba: Parti attendenti. item Philipp. Wieland, Temp 4 cap. vnr. -Vide & Joann. Franc. Bald. in tratt. Prcefcript. in xïn. principali queefüo. num. 6. c? Jajbnem in §. omnes num. 13. Injï. de Att. XXI. Voorzigtige Advocaten fteilen in veele van hunne Conclufien de falutaire Claufule , Of tot andere alzulke fynen, &C item, of zal d''Impetrant volgen alzulke andere fyne en Conclufie, als Hof bevinden zal hem oorbaarlikfl te wezen. Waar mede zy den Juge laten de (11) Liberteit [v] buiten de genomene Conclufie te mogen gaan, en recht te fpreeken, zo hem zyne Confcientie en Gerechtigheid van de zaake zullen aanraden. Want niet tegenftaande zeeker Axioma,, 't welk by dc Rechtsgeleerden voor efjyken Jaaren gefabriceerd is ex §. 32. curare. Injlit. de Attionib. male ab iis intelletto, Sententiam Judicis Libello conformem effe debere, dat de Sententie van den Juge moet zyn conform en overeenftemmende met de Conclufie, by Partyen gedaan en genomen ,• dat is, zo zommige uitleggen, dat de Juge gehouden is Partyen haaren Eifch en Conclufie, zo die leid, gantfchelyk te laten volgen; of gantfchelyk te [ontzeggen, zonder limitatie: zo moogen nog behooren nogtans Partyen , vermogens onzen Styl , den Juge niet te aftringeren , dat hy zig houde binnen de Limiten van de Conclufie, zonder dezelve in 't minfte te excederen; alzo dikwils gepra&ifeerd word, dat by den Aanlegger geëifcht zynde leveHnge van Wynen, Koren of iet anders; de Gedaagde by 't Hof gecondemneerd word ïn de Eeftimatie en waarde ,van 't geene alzo geëifcht is. I. vinum 22. D. de reb. cred. (n) Liberteit] Ita ut pronunciare poffit fuper jure attoris , licet ineptè fuerit conclufum , iir.o fi in pojfefforio tantum aüum fit, judex nihilominus in petitorio fententiam ferre poterit. DD. in c. dileüus de ord. cogn. Gail. i. obf. 61. n. ii & 108. n. 7 R 151. n. 21. MlNsis.geh. cent. 6. concl. 93. f-.:] Waar mede $y den fnge laten de liberteit enz.] Voet ad Pand. Tit. de edendo num. meent met reden, dat de Claufule falutair van weinig of geen effect, is, oiti dat al het geene een Regter mag adjudieeren buiten de Conclufie, gefchied uit kragte van de Wet, die den Regter zoodanige magt heeft gegeven.]  TITULUS XXXVII. CAP. II. fCf tred. Word ook zomwylen de Gedaagde gecondemneerd in mindere fomme • l. 2. arbitraria. §. 8. Nunc de Officio. D. de eo quod eert. loc. alles tot difcretie en goeddunken van mynen Heeren. De Sententie van den Juge zal dan gemaakt en gevoegd worden naar de natuure van de Conclufie. DD. ad l. i8. ut fundus D. communi dividundo. Gebruiken ook deze Claufule, Begeerende op alles Recht en Juftitie geadmini. Jlreerd te worden in befter voegen. Omni meliore modo, daarmede zy in Rechten brengen alle Actiën en Remedien, die hun eenigzints tot vorderinge van hunne zaake zouden mogen dienen en oorbaarlyk wezen: met dezelve ook genezende alle gebreeken van hunne Conclufien. Robert. Marant. part. vi. de ord. judic. tertio membro Judicii de Libelli oblat. num. 9 io. Andr. Gail. lib. 1. Obfervation. lxi. num. 11, 12, 13, Philipp. Wieland, Temp. ïv. cap.x. XXII. Eindelyk, op dat de Aanlegger niet zoude fchynen Executie te vorderen, al eer hy getriumpheerd en Sententie tot zyn voordeel verkregen hadde , adverfe Partye gecondemneerd zynde, 't welk zoude ftryden tegen Recht en Reden, alzo d'executie niet moet zyn 't beginfel van de Rechtspleginge, nifi eert. caf. I. 4. Ji fe non oltulit. §. 6. condemnatum. D. de re Judic. I. f. C. de exee. rei Judic. zo worden gemeenlyk gebruikt by den zelven deze woorden in zyne Conclufie; Dat de Gedaagde zal gecondemneerd worden dit of dat te doen. De quibus vide Bartolum in l. 58. Ji cum nulla. D. de re judic. apud Mafuer. Tit. x. de Petitoria. num. 7. CAPITTEL III. 1. Mondelinge Conclufie. j 2. Schriftelyke. 1 T7nde worden gemeenlyk de Conclufien by de Advocaten genomen (12 ) ' JUj mondeling, en by den Griffier of zyn Subftituyt aangetcekend in de Rolle, beneffens de Prefentatië van Partyen. En ten einde deze aanteekeninge behoorlyk mag gefchieden, en alles van woorde te woorde bekwamelyk tot voordeel van Partyen geëxcipieerd worden, alzo daar veel aan gelegen is: zo behooren d'Advocaten in 't nemen van hunne Conclufien te gebruiken klaarê en bediedende woorden , daar uit de natuur van de Actie ligtelyk kan verftaan worden, diftinctelyk en zonder hen te haaften. Uyt de InftruUie, art. lviii. §. antep. Ende of II. Ende of Partye dogte dat zyne Conclufie te breed ende té Ciz) Mondeling'] De Conclufien worden hêdendaagfch niet meer mondeling genomen, maar moeten in gefchrifte wezen op een klein Zegel, naar gèlegenthcid van zaaken , volgens de Ordonnantie op het klein Zegel I. Deel. groot- van den jaare 1744. Maar die van Zeeland zyn vry van 'tklein Zegel, en worden haare Conclufien by den Procureur nog wel ter Rolle gedicteerd, zo J als hier vooren is gezegL S s s  $o6 L I B E R IV. groot waare, omme by den Griffier geteykend temogen werden: zoo zal de Procureur van dezelve Partye fchuldig wezen op ftaande voet de Conclufie, onderteykend of befchreven by den Advocaat, den Griffier in gefchrifte over te leveren. Dewelke den Griffier anders niet ontfangen zal. Vide Glojf. tS? DD. in c. i. extr. de Libell. oblat. Lanfr. cap. v. de Petit. nam. l i. CAPITTEL IV. Cumulatie van veele Actiën in eene Conclufie. Nopende 't Cumuleren van Actiën ('t welk is, den Eifch breeder maaken en vermeerderen; of eenige Actie compatible niet contrarie der eerfter Actie daar toe voegen) is by den Rechtsgeleerden gedecideerd. dat Cumulatie van twee of meer Actiën in eene Conclufie, naar de gemeene regulen, en ten einde men de menigvuldigheid van de Procesfen zoude fpoedigen en tot een gewenfcht einde brengen, is toegelaten, c. nullus (f ibi Canonift. de regul. jur. in vr. dog met diftinctie en aanfchouw genomen, of'alzulke Actiën fpruitende zyn uyt diverfche oorzaaken of niet. Fide Andr. Gail. lib- ï. Obf. 63. Haneton. part 1. Tratt. Judic. cap de Oblat. Libelli. in fine. Pr att. Ferr ar. in form. Libell. in Att. reali. §. falvo jure addendi. num. 10. & feqq £f aliis locis DD. ad l. 25. haredes. §. 3. de pluribus D. fam. ercifc Vide fupra cap. 11. num.^ 9. ubi tres Attiones cumulantur, Querela inojficiofi, Hereditatis petitie, f$ Families ercifcundce, & num. xxxni. ubi Reftitutio in integrum Êf Refciffio cumulantur, de qua cumulatione vide Albericum de Rofate in l. conduttores penult. C. de Locat. Nota Tacita Cumulationis apud nos eft Claufula, of tot anderen. CAPITTEL V. 1. Emendatie van de Conclufie word toe- 1 2. Dog met diftinttie. gelaten. • I, Tjelangende de Quseflie, of Emendatie en 'Declaratie van de Conclufie J3 naar Rechten toegelaten is; word by meelt, alle Rechtsgeleerden gefus- tineerd d'Affirmative, ex l. 3. edita. C. de edendo. II. Dog diftinételyk : dat de Conclufie mag verbeterd en verligt worden [,«], cn [a] Verligt ■worden'] Als in het volgende Exempel : Elucidalie van een'' Conclufie. „ /""Compareerde voor den Hove van Hol„ land N.: als Procureur van N., ende I „ dede zeggen , dat voorheen aan de zyde „ van de impetranten, by de Conclufie van „ Eifch,  TITULUS XXXVII. CAP. V. w en 't gebrek daar inne gefuppleerd, tot definitive Sententie toe: behoudelyk dat door alzulke verbeteringe en verligtinge de principaale fubftantie van de Conclufie niet worde veranderd, nog de Verweerder belet zyne Deliberatie , an cedere an contendere velit. Scribentes ad l. in delittis 4. §. 3. fi detratta. yerfic. Donec. D. de noxalib. att. 6? ad l. denunciajfe 17. §. quid tarnen 3. D. ad Leg. Jul. de ad-uit. 6f ad d. I. edita C. de edendo. Eleganter vide apud Ferr. 'in form. libell. in att. reali. §.falvo. num. 4 & j. Haneton. loco fupra ditto (13). „ Eifch, wel in het generaal was geconclu„ deert, dat de Gedaagde zoude werden „ gecondemneert het Dogterken, breder „ ten Procesfe vermeit, over te leveren on„ der de magt en opvoeding van de Impe„ trainen, zonder uit te drukken waar en „ op wat plaatfe dezelve opvoedinge fton„ dn re gefchieden, en op dat U Ed. Mog. „ niet zouden mogen denken , dat der„-• zeiver Impetranten hare intentie zoude „ zyn , van de npvnprlinae van dar zp1vp. „ kind te laten gefchieden buiten het terri„ toir van dezen Hove, om alzo U Ed. „ Mog. te onttrekken het gezag, 't geen „ U Ed. Mog. als Qppervoogden over het „ zelve kind competeerde, dat mitsdien de „ Impetranten, omme alle fpcculatien daar „ omcrent tè vermyden , goed gedagt heb„ ben, dezelve Conclufie, voor zo veel die „ generaliter is genomen, by dezen wat na„ der te elucideren, .en zulks doende te « verklaren , dat der Impetranten 'intentie „ nog meeninge niet is, nog ook nooit is „ geweeft, het voorfz. Dogterken elders te n d°en optrekken en opvoeden, onder haar „ gezag,dan in een plaats resforterende on„ der het Territoir en Resfort van dezen* „ Hove, en dat ook haare intentie, niet ver„ der heeft gegaan, in het verfoeken van de „ Condemnatie ten lafte van de Gedaagdens, „ dan om het zelve kind onder haar gezag n te Hoon optrekken , onder het territoir „ ende JurisdiSie van dezen Hove, fuftine„ rende met dezelve nadere elucidatie en „ verklaaringe tc mogen volftaan , en dat „ het zelve alzoo by dezen Hove zal wer„ tien verklaart, en onder beneficie van „ dien perfifteert als nog by zynen Eifch en „ Conclufie in Atlis gedaan , cum Expenfts.] C13 ) Lanfrancus in c. quod contra, extrav t de probat. CAPITTEL VI. 1. Mutatie van de Conclufie, toegelaten voor Litiscontefiatie. 2. Niet daar na. 3. Oorzaake. 4. Wanneer Mutatie plaats heeft tot de Sententie toe. • 5. Salvo jure Addendi, Minuendi,&c. A anSaancïe de Mutatie is de decifie van Rechten en meeninge van de RechtsJT\ geleerden, dat men de Conclufie mag muteren en veranderen tot Litisconteftatie toe, d. l. 3. edita. C. de edendo. (14)., met refufie nogtans en weder- (14) L. fin. C. de error. advoc. Rebuff. Je reftit. Art. 1. gl. r, n. 35. _ 5. 1. Veranderen tot Lttis-Contejlatie toe] Dit moet verftaan worden, ingevalle de verandering van de Conclufie eenige vermeerdering van dezelve medebrengt, alzoo men naar regten en ilyle van den Hove zyn Conclufie niet mag impliceren poft Litem conteftatam, dan onder beneficie van Requeft Civiel-, maar de vermindering van een Conclufie ma» pefchieden*n alle deelen van 't Proces, zelfs na het voldingen. Zie Loenivs Decif. Caf j4o S S S 2  $o8 L ï B E R IV. wederkeeringe der Gedingskoften, by den Gedaagden te vergeefs gedaan en geleden. Accurfi. & Bartol. in d.l. 3. edita, II. Niet na Litisconteftatie, Communis calculus in d. I. 3. edita. Lanfr. cap. V. de Petition. num. 21. III. Want Mutatie gefchied niet zonder merkeiyke afbreuk van de fubftantie van de geïntenteerde zaake, en gewisfe vernieuwinge van de Conclufie : en door Litisconteftatie verbinden zig Partyen als by wegen van Contract, aan de Inftantie, /. 3. licet. §. 11. idem fcribit. D. de peculio. Vide huc Canonijï.in t. inter. de fide injlrument. Jafon. in §. omnium num. 15*. Infiit. de Attionib. IV Ingevalle nogtans geprobeerd kan worden, dat onwetende in 't maken en concipiëren van de Conclufie gefailleerd is, zo word verandering toegelaten tot de Sententie toe, 't zelve by Requefte verzogt zynde met refufie van Kosten , §. fi quis aliud. 35. Infiit. de Attion. I. 3. Jententiis C. de error. Advocat. i. I. 4 in delittis in fin. D. de noxalib att. V. Al 't welk zornmigen meenen meerder plaatfe te hebben, ingevalle in de Conclufie, die men wil emenderen of muteren, gefteld is de Claufule, Salvo jureAddendi, Minuendi, jÈmenAandi_ "Mutnmdi • ^'?a'«Jko nogtans haare limitatie ontfangt uit 't geene hier vooren gezegd is. Want Emendatie en Muta« tie hangt niet van den wil en goeddunken van Partyen, die zulks door zodanige Claufulen in haare Conclufie fchynen te willen ftipuleren; maar is alieenlyk fpruytende uit de Rechten. Glofi'. & Innocent, in d. c. inter delettos. in princip. extr. defid. inftr. Specul. in Tit. de Libell. Oblat. §. nunc oftendamus in fin. Vid$huc Ferrar. ditt. §.falvo jure num. 1, 2, 5 & 8. Wiel. Temp. 4. cap. xr, EINDE van het EERSTE DEEL.