T O W N S E N D S R EI Z E DOOR SPANJE. R E R S T E D E E L.   R E I Z E door SPANJE, gedaan in de jaaren MDCCLXXXVI en MDCCLXXXVII. door JOSEPH TOWNSEND, A, L. M. en predikant te pewseij in het graafschap wilts. o i t het engels cii. Met Plaatcn. EERSTE DEEI- te haarlem bij a. l O O S j E S P.z., mdccxcii*  01,604  INHOUD VAN HET EERSTE DEEL, EERSTE STUK. Onderrichtingen voor Reizigers in Spanje. . . . Black, i Reis van Londen tot Parijs. . . 5 Kabinetten van natuurlijke hiftorie te Parijs. . . . I3 ümftreeken van Parijs met opzicht tot de delfftoffen. , . , 31 Karnaval te Parijs. . . . 37 Reis van Parijs tot Belgarde, met de manufaftiiuren te Lyons. . . 41 Reis van Belgarde tot Barcelona. 83 Bar-  INHOUD. Barcelona, procesfie'n aldaar, academiën, gerechtshoven der inquifïtie, andere gerechtshoven, gasthuizen , tuchthuizen , handwerken , manufaftuuren, koophandel en bevolking. . . • 103 Munten, geld, gewichten en maatcn van Catalonien. . • l55 Omftreeken van Barcelona, met betrekking tot delf'ftoffen, landbouw en voortbrengzelen uit het plantenrijk. . • • • M  ONDERRICHTINGEN voor den REIZIGER door SPANJE. Om op eene aangenaame en gemaklijke wijze door Spanje te reizen, behoort men in de eerfte plaats eene gezonde lighaamsgelteldheid te bezitten, en zich wijders te voorzien van twee goede knegts, krediet-brieven op de voornaam fte fteden, benevens brieven van aanbeveling aan eenige der beste lamilien, zo wel van inboorlingen, als buitenlanders , die zich in dat Rijk neêrgezet hebben. De taal wordt zonder veele moeite geleerd. Van de knegts moet de één een Spanjaard, de ander een Zwitzer zijn, en één van hun niet flechts tamelijk ervaren wezen in de kookkunst, maar hij moet ook daarbij de kundigheid bezitten, om al het noodige voor de reis te bezorgen. Dit laatfte onderftelt eene volmaakte kennis met de landftreeken, waardoor men begeert te reizen, ten einde altoos genoegzaame voorraad van wijn, brood en vleesch aan zodanige plaatfen te koopen, waar deze levensmiddelen uitmuntend in iiaarc foort gevonden worden, en toereikend, om I. Deel. A dea  a REIS boor SPANJE. den reiziger aan zulke oorden geen gebrek te haten lijden, waar men dezelve niet bekomen kan. Wijders moet bij, voor zich zeiven, zijne knegts en reistuig, drie fterke muilezels koopen, bekwaam tot het draagen van den last, welke hen zal opgelegd worden. In zijn reistuig moet hij hebben bedielakens, een matras, een wollen en gedikte deken , tafellaken , mesfeh, vorken en lepels, als ook een koperen ketel , groot genoeg om zijn vlecsch daarin te kooken. Dit laatstgenoemde wordt al te famen in een lederen valies gepakt, 't welk met een flot voorzien is. Ieder knegt behoort ook een fnaphaan te hebben, die aan de zijde van zijn muilezel hangt. Wil men als een oeconomist in Spanje reizen, dan is men genoodzaakt zulke gelegenheden voor lief te necmen, als zich aanbieden om over weg te komen. Men reist dan te post , waar posten ingefteld zijn, of in gezelfchap van Officieren, die na hunne onderfcheiden ftaiidplaatfen zich begeevcn; men huurt een koets, of onderwerpt zich vreedzaam aan het gebruik van een kales, kadcfinc (*), paard, muilezel, oï Borrko. Dit laatfle is best gefebikt, ten einde bet land door te flrijken, of tusfehen de gebergten om te zwerven. Zijn 'er cp zijnen weg eenige plaatfen, in welke zich bandieten of ftruik rovers onthouden, dan is het veiligst dat hij zich vervoege bij de Sc- 0 °Pen eIjaïs> ri'e van dén paard getrokken wordt. Fe:u  REIS door SPANJE. 3 gewoonc voerlieden, die hem in dat geval zullen ïaaten rijden op cenen goeden muilezel, en aldus ■de plaats doen beflaan, welke anders een baal koopmanfehappen zou ingenomen hebben. Wie een liefhebber van de kruidkunde is, zal aan een Borrico zekerlijk de voorkeus geeven; te meer, om dat men deze overal huuren kan, waar, gelijk in fommige dorpen, gecue paarden noch muilezels te bekomen zijn. Ik heb mij met voordacht van dezen eerwaardige» naam bedient, voor het geduldigfte van alle dieren ; alzo ik de kieschheid van ccn jong reiziger ongaarne bcleedigen wilde, door denzelvcn, voor hij nog eens van huis vertrokken is, in voorraad te verhaalcn, dat hij zich nu en dan zal genoodzaakt vinden op ecnen ezel te moeren rijden. Dan hij wectc tot zijn troost, dat een ezel op verre na zulk een verachtelijk voorkomen in Spanje niet heeft, als in de kouder gewesten van het noorden. De voor hem gefchikste tijd om zijne reis te beginnen, is in den herfst, wanneer hij dezelve neemen kan over Bajonm, Burgos, Valladolhl, en Scgovia, fpoedende zich aldus na het hofvcrblijf te St. Ildefonfo. Hier moet hij zich voorzien van goede aanbevclings - brieven op de voornaamfte lieden in Spanje, alzo al het vermaak dat hij op zijne reis hoopt te ontmoeten , van dezclvcn afhangt. Gcduurende den winter kan hij het geheel zuidelijk gedeelte van Spanje bezien, als Toledo, Cordova , Serille , Cadix , Gïbr alter , Mallaga , Gratiada, Carthagena, Murcia, Alicantcn ,■ VaA 2 Ie»-  4 REIS door SPANJE. iencia en Barcelona. In de lente, over Saragosfit na Aranjuez wedevkeerende, kan hij de merinokudde (*_) volgen op haaren weg na de noordelijke gebergten, terwijl die landftreeken, aan welken hij nu den rug toegekeerd heeft, onbekwaam geworden zijn te bereizen, ter oorzaake van de aldaar heerfchende finacbtende hitte, gebrek aan levensmiddelen, en kwaadaartige koortfen. De zomer wordt derhalven best docrgebragt in Gallicien, dsturien en Biscayen, daar men Salamanca en Leon, op den weg derwaards bezoekt. Was ik van zodanige onderrichtingen voorzien geweest, vóór ik mijne reis na Spanje begon, dan had ik eene zwaare ziekte kunnen ontfnappen, welke ik mij, door de geweldige zomer hitte, op den hals haalde. In Engeland worden de afgaande koortfen gemeenlijk toegefchreeven aan de befmettende uitwaasfemingen van ftaande poelen en moerasfen; doch in Spanje wijt men dezelve aan de heete {traalen eener brandende middag-zonnc; en ik ben genegen te denken, dat deze in de daad niet zelden de waare oorzaak van de afgaande koortien zijn. reis (*) D? fijn-gewolde fchaapen in Spanje komen nooit op Hal, maar moeten altoos in de open lucht blijven. Tot dat einde doet men met dezelve, alle jaaren, eene lange reis, om des zomers in de koele gebergten der noordelijke gewesten, en des winters in de zuidelijke warme valcijen van Audalufien, Estr.'madura enz. geweid te worden. Dit reizen gefcliied altoos zeer geregeld, in verbaazend groote kudden, en dit ic bet, wat hier d* merino-kudde genoemd wordt. Vert.  REIS door SPANJE. $ REIS van LONDON na PARIJS. Ik verliet London op den 30*31 van Louwmaand 1786; en nog dien zelfden nacht het kanaal overgezeild hebbende, kwam ik den volgenden dag te Calais, van waar ik mijne reis met de postkoets j of zogenaamde diligence, voortzette, en op den rden van Sprokkelmaand, vroegtijdig, in het hotel de Mesfageries te Parijs afllapte. Van Calais is de geheelc weg, tot in de nahuurlchap van Parijs', bergachtig, en de afftand tusfeheu die twee fteden bedraagt honderd en zevenenzeventig (Engelfcbe) mijlen. Het is eene open landftreek, beftaande mccrendeels uit bebouwd land, tusfehen 't welk maar weinig houtgewas gezien wordt, Calais zelve ligt in eene vlakte, die met kleine keijfteentjes. als bezaaid is. Het zand daaromfïreeks is eert foort van ftof-zand, en wordt dus van den wind zeer ligt verftrooid ; wat verder wordt hetzelve vaster; dan dewijl het altoos door eene harde regen famenpakt, zo kunnen dcszclfs voortbrengzelen niet anders dan onzeker zijn. Wanneer men. Boulogne agter den rug heeft, wordt de grond alA 3 lengs  6 REIS door SPANJE. lengs Heviger, tot dat zij omtrent Amiens, en zo ook nabij Parijs, in een fterke klei met weinig zand overgaat. Langs den geheelen weg door Picardijen ziet men krijtbergen, doch hier is het krijt vast, en hard genoeg, om huizen van te bouwen. Komt men verder in Isle de France, dan ontmoet dit krijt aldaar het vitriool - zuur, en verandert in een vaste gijpsfteen; van deze wordt eene menigte gebrand, tegenwoordig bijna alleen voor eigen gebruik, maar weleer ook mede voor den uitvoer buiten 's lauds. De ftad Parijs heeft de eere gehad haare naam te gecven aan dit nuttig foort van cement (*), als zijnde deze de plaats, van waar wij dezelve oorfpronglijk in Engeland invoerden. De gewoone loop van den akkerbouw in Picardijen, is voor het eerfte jaar, tarwe, en voor het tweede, gerst, of haver, wordende het land vervolgens het derde jaar braak gelaaten. Men mest hetzelve met krijt; als ook met mest uit de (lallen en fchaaps- kooi jen. Gcduurende de zes zomermaanden worden de fchaapen, tusfehen horden, op de braaklanden ingefloten; doch de zes wintermaanden houdt men ze den geheelen nacht over in ftallen of hokken, zo wel tot bedekking, als veiligheid, alwaar zij dan eene menigte van zeer goede mest agterlaaten. Deze fchaapen zijn klein; de herder gaat altoos vooruit, en op het veld bij el- (*) De gebrande gijps, of pleister - kalk, wordt in Engeland piaster of Paris (Parijfclie pleister} genaamd. Ferr,  REIS door. SPANJE. 7 elkander zijnde, maakt zulks eene fraaije vertooning. De ploegen zijn hier uitmuntend; in gedaante overecr.komftig met die van Norfolk en Rotheram. te famen vereenigd; hebbende weinig ijzer dan het kouter en de fehaar. Aan dezelve is geen ketting noch ftellcpont (drail), maar alleenlijk een houten (luitboom, om de plaats van de laatstgenoemde te vervullen, met een houten beugel, ten einde de ploegbalk te verlaagen. De raderen zijn hoog, de balk kort, en het gcheele toeftd is tevens beknopt en ligt. In een' zandigen grond gebruikt men twee paarden voor dezelve, doch drie op kleilanden, en deze worden zonder drijver zeer wel beftuurd. De eggen zijn driehoekig, en met houten tanden bezet, 't geen de ligthcid van den grond genoegzaam kenmerkt. Uit gebrek aan ftroomend water, wordt bet koorn in windmolens gemaalcn, van welke men te Calais meer dan twintig te gelijk in 't oog kiijgt, en nabij Parijs ziet men zesendertig zodanige molens, tusfichen die ftad en St. Denis. In Picardijen zijn eene menigte zeer uitgebreide weilanden , welke gemaklijk bevochtigd konden worden; maar het fchijnt, als of men daar deze manier van verbetering nog niet heeft ingevoerd. Abbeville en Amiens zijn fabriik - (leden. In de ccrlle worden goede damasten gemaakt; de laatftë is beroemd om haare wollen goederen en kamclotten. Dc hoofd-kerk te Amiens is zeer bezienswaardig. De  8 REIS door SPANJE. De voorgevel van dat gebouw is bijzonder in zijn foort. In 't jaar iaao wierden de grondllagcn daarvan gelegd, en 't geheel was in 1288 voltooid. Haare lengte haalt vierhonderd en vijftien Parijfchc voeten, de breedte over het kruis honderd twee en tachenttg, en de hoogte is vierhonderd en twee voeten. Montreuil ligt vermaaklijk op eene hoogte, en is bijna geheel omringd van eene uitgeftrekte weide. Het is voor "t overige een ellendige ftad, even als de meeste dorpen zijn in Picardijcn. De huizen zijn laag; de winkels klein, morsfig en liegt geftolfccrd, 't welk de zekerfte kenmerken zijn van heerfchende armoede. Kort na mijne aankomst te Parijs, ontbeet ik met den abt morel let, wiens boekerij, uit eene keurige verzameling van agtduizend boekdeclen beftaandc, een voorbeeld is van wijsgcerige rangfehikking, berustende op de drie hoofd-hoedanigheden der menfchelijke ziel, als oordeel, geheugen en verbeeldingskracht. Zijn lees - lesfenaar is van een bijzonder maakzel, doch de gemaklijkfte die ik ooit ergens gezien heb. Hij zit m een groote leuning - ftoel, met recht uitfteekende leuningen, welke eene ligte lesfenaar onderfteunen, die aan een plank, van omtrent drie voeten lang, is vast gemaakt. De lesfenaar heeft twee dekzels, de dén boven de ander, waarvan de bovenfte voor fchrijftafel dient , of zodanig agter over kan geflagen worden, dat hij met het onderlle dekzel een hoek van 45 graaden maakendc, te gelijk ver- ftrek-  RÉIS door SPANJE. o ftrekt tot een fcherm , wanneer hij voor het vuur zit, of om eenig boek daartegen te laaten rusten, waarvan hij een uittrekzel begeert te maaken. Aan zijn rechtehand ftaat een ligt tafeltje op rollen, ten einde de kleine lesfenaar te ontfangen, wanneer hij zijne armflocl verlaaten wil; en aan zijn linkehand ftaat een groote lesfenaar, voor zodanige boeken en papieren, als hij noodig heeft bij zijn werk te raadpleegen. Hij bood mij dien avond, een kaartje aan, van toelaating voor den tijd van drie maanden, in eene allcraangenaamfte focieteit, bellaandc uit vierhonderd leden, die hunne bijüenkomften houden in de kunst-zaal van bet Palais royal. Hier hebben zij een groote zaal, voor een gemeenzaam gefprek; een zeer gefebikte cn met de dagelijksch nieuw uitkomende gefchriftcn wel voorziene leeskamer; als mede nog een derde kamer voor mufijk , hebbende een gaanderij, voor die liefhebbers zijn van het fchaak-fpel. Beneden deze vertrekken is een kofïïj-huis, van waar men alle foorten van ververfebingen bekomen kan. Den volgenden dag wierd ik van hem bij de Franfcbe academie ingeleid , ten einde den heer de guibert eene lofrede te hooren uitfpreeken, over zijnen voorganger, den beer t hom as. De zaal was opgepropt vol van den cerften adel in Frankrijk, welke zich daar niet enkel uit nieuwsgierigheid liet vinden , maar bij wijze van een compliment aan den nieuwen academist. Ik achtede mij gelukkig deze plechtigheid te mogen bijA 5 woo-  to REIS door SPANJE. woonen, en fcbepte veel vermaak in de redevoering, van welke niet één fijne trek de aandacht der toehoorderen ontfnaptc. De redevoering beltond hoofdzaaklijk uit die zwierige foort van welfprekenheid, welke aan de Franfche natie zoo bijzander eigen, en voor haare taal zoo gefchikt is. Zijne befchrocmdheid affchilderende, met welke hij zulk een uitmuntend medelid, als de heer Thomas was geweest, opvolgde, drukte hij dezelve in deze woorden uit: ,, Wanneer een post bezet is geweest door buitengewoonc talenten, „ en het publijk langen tijd gewoon was de luis„ ter van verhevener verdienllen te aanfehouwen, „ dan kan deszelfs opvolger geene toegevenheid ,, verwagten; het voorwerp hunner ecrebewijzing beftaat nu niet meer; het geëerbiedigd beeld is ,, van voor hunne oogen verdweenen; maar het „ voetftuk blijft, en deszelfs hoogte wordt de „ maatftok , naar welke men de uitgeflrektheid ,, der achtinge bereekent , welke men voor den genen opvatten zal, die zich verltout om zich ,, zelve daarop te plaatfcn." Een algemeen handgeklap deedt hem zijne redevoering, voor eenige oogenblikken, bij decze woorden afbreeken. Toen hij vervolgens het karakter van den heer thomas fchetfle, zeide bij: ,, Zijne natuurlijke on,, volkomenheden dienden eenig en alleen, om ,, hem de daar tegen overflaande hoedanigheden „ te doen aankwecken; in diervoegen, dat ik „ nimmer ontdekken kon, welke zijne gebreken zouden zijn geweest, dan door de deugden, in „ wel-  REIS door SPANJE. u ,, welke hij meest uitblonk." Hier weergalmde de zaal van nieuwe toejuichingen, uit alle oorden der vergaderde menigte. Wanneer een perfoon eenmaal de algemeene achting heeft verworven , (telt men gemeenlijk meer vertrouwen in hem, dan hij verdient. En waarin nu ook zijn talent beltaan moge, het zij geest, boerterij, of wclfpreekenheid, indien hij, door ons dikwijls bewoogen te hebben, als het ware ons voorbereid heeft om telkens op nieuw bewoogen te worden, dan befchikt hij over ons naar eigen welgevallen, en door onze verwagting geftadig op den uitkijk te houden , kan hij of gelach , of goedkeuring, zelfs bij de beuzclachtigfte gelegenheid, van ons vcjwagten. Dit was hier fomtijds het geval met den heer de guibsrt, die de meeste toejuiching verwierf, wanneer hij haar , naar mijne gedachten, minst verdiende. Onder anderen- de ontijdige dood van zijnen voorganger beklagende , hief hij in dèzefvoegen aan : „ Wanneer een boom, na honderd lente-lijden „ gebloeid, en zijne vruchten even zo veelmaalen ,, in den herfst over de aarde verfpreid te hebben , ,, door de hand des tijds met onvruchtbaarheid ,, geflagen zijnde, valt, en niet meer te voorfchijn ,, komt; dan heeft hij z:jne bef temming vervuld, ,, en onderwerpt zich ter bekwaamer tijd aan „ de onherroepelijke wet: maar laat een boom in „ zijne, volle kracht, overvlocijende van fappen, „ die jaarlijksch nieuwe wortelen fchiefr, en door zijne vruchten en bladen, de rijkdom en de „ roem  U REIS door SPANJE. „ roem der omliggende velden belooft te zijn, s, van den donder getroffen, op het onverwagtst „ vernield worden; boschgoden, herders en vee„ hoeders begeeven zich nu allen derwaards, alle „ bejammeren denzelven; de afgeknotte Ham, thans ,, geheiligd , is voor eene lengte van tijd met „ pleng-offers bedekt, en wordt met hunne traa„ nen befproetd." Hier berstten het handgeklap en de algemeene toejuichingen herhaalde keeren uit, met hernieuwd geweld, en Hoorden hem een' aanmerkelijken tijd in zijne redevoering. De Franfchcn zijn voorzeker veel levendiger van verbeelding, en ook meer verliefd op figuurlijke fpreekwijzen, dan de Engelfchen; maar minder gewoon aan de koelheid van eene wiskundige flipte manier van betoogen. Zijn flechts de beelden rijk en Hout, dan geeven zij aanflonds blijken hunner goedkeuring en verwondering, zonder één enkel oogenblik te overweegen, of ook dezelve gepast en nauwkeurig zijn. In alle hunne bijëenkomllen leggen zij de levendigfle gevoeligheid aan den dag. Gefield op het fchitterende, gaat nimmer eenige uitdrukking welke de aandoeningen opwekken kan, niet één treffend beeld, niet ééne welluidende volzin , bij hen verloorcn, of mist de bedoelde uitwerking op dezelven. De Franfche academie houdt haare vergaderingen in de Lcuvre. Er waren drie honderd en twintig biljetten uitgedeeld; doch ik denk, dat wel nabij de vierhonderd perfoonen tegenwoordig waren. Ik  REIS door SPANJE. 13 Ik bragt eenige der volgende dagen door, met bet bezoeken der kabinetten van natuurlijke zeldzaamheden te Parijs. Het kabinet des konings is vermaaklijk gelegen aan den ingang der koninglijke kruid-tuin. De graaf de buffon zeer ziekelijk zijnde, werd ik in het kabinet ingeleid door den heer daubenton , die alle mooglijke oplettendheid voor mijbetoonde. Uit het dieren-rijk heeft deze verzameling, naar mij toefchijnt, nergens haar's gelijke; en in dit gedeelte der natuurlijke hiftorie muntte de heer de buffon voorzeker uit. Delfltoffen zijn 'er in zeer groote menigte; waaronder groote brokken goud en zilver; ik kan echter niet zeggen, dat mij dezelve wel uitgezogt voorkwamen, en over 't algemeen is de verzameling .daarvan minder in haare foort, dan ik die in verfcheiden bijzondere kabinetten heb gevonden. De gekristallifeerde diamanten zijn fraai, doch van meer waarde voor den natuurkundigen , dan juwelier. De aqua- marince - kristallen (beril- fteenen) zijn ongemeen groot. De fmaragdeu van Peru zijn groot en helder; eenige derzelven zijn enkele kristallen met zeshoekige prisma's; andere troswijze drufen. Van tin zag ik hier een groot kristal uit Boheracn; maar voor 't overige weinige fraaije (lukken. Het fpathachtig looderts met zilver, van Bigori in Dauphiné, is zeer opmerkenswaardig. Het  ï4 REIS door SPANJE. Het {pathachtig looderts in'dunne fpiesfen, van den Ham, is in de daad fierlijk» De voornaamde en kostbaarde daaltjes van koper, zijn de malacbiten uit Siberien, van welke eenige foorten zeer fraai gepolijst zijn. Het fpiesglas in lange fpiesfen, met zwaarfpath uit Bohcmen, is overheerlijk. De zwavel met groote agtzijdige kristallen, wordt gezegd van Catalonien te wezen, doch is, naar het mij voorkomt uit de Conil-mijn, nabij Kadix. Men heeft hier, gelijk in alle andere kabinetten te Parijs, groote twaalf hoekige granaatcn, met eene gelijkfoortige overkording van groene talk, uit het hertogdom Stiermarken. Wanneer hiervan de korst weg genomen is, blijkt het, dat deze garnaaten in de talk, als derzelvcr cigenaartige matrice, gevormd zijn. Onder de dclfdoffen zijn de opmerkelijkdcn: Een groote nautilus, houdende bijna drie voet -in diameter. Olifantstanden uit Siberien, met een olifants dije-been uit de nabuurfchap van de Ohio , in Canada. Ik herinner mij in bet kabinet van den heer catcot, te Brijlol, beenderen van een olifant en van een aap gezien te hebben, beide in de deengroevcn bij Bath gevonden. Het varenkruid waarvan de afdrukzels in de koolmijnen van Walles gevonden worden, en zo ook de koraal-foorten van de St. Vincents-rots nabij Brijlol, zijn, even ais de aapen en olifanten, na-  REIS door SPANJE. 15 natuurlijke voortbrengzelen van Oost-indien, of van landen onder de verzengde lugtftreek. Zeer verfchillend zijn de oplosfingen van dit Verfchijhzel, welke aan de waereld megcdeeld zijn door catcot, buffon, de luc, white- hurst, hutton en saussure, benevens nog verfelieiden andere vroeger fchrijvers, minder waardig om genoemd te worden: doch ouder alle dezelven is niet dén volmaakt overeenkomftig met de waarheid, of met de verfchijnzelen welke de natuur öpleverd, niet tegenftaande ieder van deze fchrijvers fommige belangrijke waarheden voorftclt, boven al df, luc, die hierin alle de overigen zeer verre overtreft. Bijaldien ooit eene, in allen opzichte voldoende gefchicdenis des aardbodems in 't licht verfchijnt, zullen wij dezelve waarl'chijnlijk aan eenen man te danken hebben, die dat onderwerp, meer dan dertig jaaren lang, met de uiterfte oplettenheid beftudeerd heeft; die wijders meer dan gewoonc gelegenheden daartoe heeft gehad, en van wien in de daad de meeste nuttige waarneemingen afkomftig zijn, op welke onze beste hedendaagfehe auteurs hunne faracnflcllen gebouwd hebben. Deszelfs verhandeling over de oude kasteelen, wordt van alle geleerden te recht bewonderd; maar, zo' hij lang genoeg mogt leven, ten einde de waereld te verrijken met eene waare gefchiedenis des aardbodems, en van de veranderingen welke deze ondergaan heeft, zal dit de roem, van alle zijne andere werken verduisteren, en zelfs de allerongelo- vig-  ï king van het vuur. Wij maakten een begin met het onderzoek van zijne kalkachtige zwaar -fpathen, welke, boven alle andere mineraalen, in de gedaante hunner kristallen meest verfchillen. Deze , even als de zogenaamde hondstand-fpath van Derbijshire, zijn van hem nagefpoord tot de fchuinsfch zeszijdige (rhomboidalparallelopepid~) vorm , hebbende volmaakt dezelfde hoeken als het IJslands kristal, of dubbel ftraalbuigend kalkachtig fpath; en hij bewijst , dat zij niets anders zijn dan eene famenvoeging van fchuiusfche ruiten , die I. Deel. B van  18 REIS door SPANJE, van de bafis tot den top regelmaatig kleiner wof» den. Deez' onvermoeide onderzoeker van de geheime wegen der natuur, heeft, door zijne nacht-ftu. dien, zich bijna eene blindheid op den hals gehaald. Een zijner vrienden verhaalde mij een bijzonder geval, 't welk zijn braaf hart zeer veel eere aandoet. In deszelfs jeugd ontving hij eene goede opvoeding, en met de toeneemende jaaren vondt hij in alle zijne behoeften voorzien, zonder dat hij ooit ontdekken kon, aan wien hij alle deze weldaaden, of ook zijne geboorte, te danken had. Om tot de kennis van het ééne te geraaken , deedt hij zijn best het ander uit te vinden. Zijne eerfte poogingen, welke hij tot dat einde in 't werk ftelde, wierden beftraft door eene emfh'ge vermaaning, om zich daarvan te onthouden. Hij hield zich toen eenen geruimen tijd ftil, en fcheen in die onzekerheid te willen blijven; doch zulks eindelijk moede, en hoe langer hoe ongeduldiger geworden om een geheim te ontdekken, dat met zo veel zorg voor hem bedekt wierd gehouden , begon hij op nieuw zijne nieuwsgierigheid bot te vieren. Dewijl hij nu geene verdere waarfchouwing ontfing, om dit werk te ftaaken, werd hij van Hap tot flap vermeteler in zijne navor- , fchingen, tot hij op het onverwagtst de draad van zijn onderzoek vondt afgefneden, eer hij nog de bron ontdekt hadde, uit welke alle aan hem beweezen weldaaden voortvloeiden. Hierdoor eensklaps  REIS door SPANJE. 19 klaps in zijne verwagtingen te leur gefield, en van allen onderfland beroofd , bleef hem geen ander toevlucht over, dan zelve in zijne behoeften te voorzien. De bekrompen omltandigheden waarin hij zich thans bevond, bragten hem in kennis met den Heer poster, die hem de bezigheid opdroeg, om de naamlijst zijner mineraalen te vervaardigen, welke hij te Parijs verkoopen wilde. Deze bezigheid boezemde hem allengs fmaak in voor de natuurlijke hiftorie, en hij verkreeg daardoor eene juiste kennis in de mineraal-kunde. Eenige jaaren daarna overleed de marquis de ROMè, die, bij zijne uiterfte wil, hem niet alleen voor deszelfs zoon erkende, maar ook alles aan hem naliet, wat hij met mooglijkheid doen koude. De weduwe van den marquis, benevens haare dochters, gaven zich vervolgens over aan de edelmoedigheid van de Roaiè de l'isle , die tegen haar zcide: „ Gij zijt aan de overvloed ge„ woon geweest, en uwe dochters zijn opgeleid „ tot groote verwagtingen: ik daartegen heb ge* „ leerd van weinig te beftaan; dus zal ik voor „ mij zelve Hechts een kleine lijfrente neemen, „ gij met uwe dochters moogt dan het overige ,, genieten." De Heer sage, van wien ik de voornaamfte bijzonderheden van dit verhaal ontfangen heb, nam eene bekwaame gelegenheid waar, om deze edelmoedige daad aan den tegenwoordigen koning voor te Hellen, die daarop zijne inkomften met eene aanzienlijke fom vermeerderde. Hij leeft nu in B 2 eene  2ü REIS door SPANJE. eene tamelijke overvloed, bemind en geacht vanf zijne vrienden, en bewonderd bij alle die op geleerdheid en waare verdienden eenigen prijs dellen. De heer de la eove, woonende in de draat des Champs EUfêes, en intendant van Dauphinè, bezit eene verzameling van mineraalen, cenigermaate gelijkende aan die van den heer d'orey, doch met meer finaak gckoozen, en uit kleiner forteeringe bedaande. In 't bijzonder munten de voortbrengzelen zijner eigen provincie daarin uit, bovenal de fchorl, violet, groen en wit van kleur, alle gekristallifeerd, en vermengd in denzelfden deen met asbest. De heer au bert, koetsmaaker des konings, in de voordad St. Denis, heeft eene verzameling van nog fraaijer en in een' beteren ftaat zich bevindende mineraalen, dan eenige der voorgenoemden welke hij, zo ik mij niet vergis, hoofdzaaklïjk te danken heeft aan den heer f os ter, in Covenw garden te London, van wien een groot gedeelte der fijnfte foorten van mineraalen, in de kabinetten van Europa, afkomftig zijn. De heer de jOmbert, thefaurier van Langtiedoc, in de plaats Vendome, heeft mede een wel ingericht kabinet van mineraalen en delfdolfen, waarvan de fchikking is gemaakt door den heer sage. De forteeringen zijn goed, en veele daarvan keurlijk; doch zij zijn inzonderheid ingericht met betrekking tot de weetenfehappert. De hertog de la rociiefoucault heeft twee groote vertrekken, behalven nog twee kleine kar  REIS door SPANJE. 11 ït-amers, alle opgevidd met mmeraalcn, welke niet gefchikt zijn volgens hunne rangen en foorten, maar volgens de landen uit welke zij zijn voortgekomen. Eene menigte derzelven ziet men hier dubbeld, waarvan fommige goed, fommige flegt,eenige geheel,andere ellendig gebroken, maar al te famen met ftof overdekt zijn. Die daaronder meest uitmunten, zijn een groote klomp zwavel met agtzijdige kristallen van Conil in Spanje, een zeer fraai ftuk bloedfteen van eene aanmerkelijke grootte en fraai gepolijst, als ook fpicsglas in groote kristallen. Doch het opmerkelijk 11e in deze verzameling is een ftuk helder rots-kristal, met een overfraaije tak van kwartz, wit gelijk cmailjeerzcl, fchietende in 't midden van hetzelve. Men ziet hier weinige verfcheidenheden van tin of koper. De calcedonij en agaaten van Auvergne, die ik aldaar zag, zijn zeer opmerkelijk, als zijnde de voortbrengzelen van volkaanen, welke in die provincie al federt langen tijd uitgeblust zijn. De abt uauy, medelid van de koningklijke academie, bezit eene verzameling van kristallen, welke een ieders aandacht overwaardig is. Hij bewijst, dat alle kristallen, van hoedanigen omtrek of gedaante die ook zijn mogen, famengefteld zijn uit oorfpronglijke, zeer kleine en hoofftoffeHjke kristallen, en dat verre de meesten , door ze behendig te verbreeken , van hunne famengeftelde tot dcrzelver eenvouwige en hoofd {loffelijke gedaante , kunnen terug gebragt worden. Ik zag £ 3 hem?  42 REIS door SPANJE. hem, in mijne tegenwoordigheid, een misvormde klomp vloeifpath, door middel van een ftomp mes, veranderen in eenen agtzijdigen kristal en het willende dezelve ook niet gemaklijk eene andere gedaante aanneemen. Hij ontdekte zulks bij toeval j want, waargenomen hebbende dat de hoek van een gebroken zeshoekige prisma van kalkfpath , volkomen gelijk was aan de rhomboidale, was hij daardoor aangezet om ook andere deelen van het kristal te beproeven. Hij bevond daaruit, dat deze kalkfpath geheel en al befiond uit fchilfers of blaadjes van volkomen langwerpige ruiten, welke gemaklijk , doch alleen op hunne eigen oppervlakten braken , en ruitswijze kristallen voonbragtcn. Deze ontdekking wordt thans van hem agtervolgd op andere gekristallifeerde zelfttandigheden, waarbij hij de oorfpronglijkc of hoofdftoffelijke gedaante fomtijds verkrijgt door heetmaaking en weder afkoeling in water, op andere tijden door de ruuvve masfa, of het famengefteld kristal, met een hamer in Hukken te flaan, veranderende hierbij zijne bewerkingen, naar den onderfchciden aart dezer zelfftandigheden. Hij heeft het zeer verre gebragt in de wiskunde, van welke weetenfehap hij zich ook, bij zijne nafpooringen, met zeer veel vrucht bediend heeft. Deze ontdekking geeft eene allerfraaifle opheldering aan de zeer vernuftige waarneemingen van Roatè de l'isle, wegens de hoofdftoffelijke en famengeftelde gedaanten der kristallen, en verfpreidt een aanmerkelijk licht over dezen tak der natuurlijke hiftorie. De  REIS door SPANJE. 23 De heer hassenfratz, ingenieur bij de koninglijke bergwerken, en hoogleeraar bij de onlangs geftichte bergwerks - academie, bezit eenige weinige doch wel uitgezogte mineraalen, welker grootfte waardij daarin beftaat, dat hij dezelve, onder het waarneemen van zijn beroep, in eigen perfoon heeft verzameld. Het valt moeijelijk te beflisfen, of hij meer uitmunt in de fcheikunde , dan in de mineraalkunde; want hij is in beiden zeer ervaren. In de wandelingen die wij famen deeden , bragt hij mij onder anderen ten huize van zekeren stoutz, een Duitfeher, die beroemd is om zijne uitfteekende kennis der mincraalen en bergwerken; waarom hij dan ook, van wegens de Franfche regcering, is gebruikt geworden, ten einde de mijnen van Hongarijen, Bohemen, Saxen en andere gedeelten van Duitschland te bezoeken, ik bevond zeer veele kennis in hem nopens den aart der bergen, in welke mijnen gevormd worden. Zijne verzameling is volgens een bijzonder plan opgemaakt: elke foort van mineraale zelfftandigheden in zijn kabinet, ftaat in verband met anderen uit dezelfde mijn, en formeert aldus een kleine verzameling op zich zelve, beftaande uit het metaal in zijne erts, te famen met alle tusfehenkomende laagen of verfcheidenbeden in de rots, van haare kruin af nederwaards, al te famen met nauwkeurige aanwijzing der onderfcheiden dieptens , en waarneemingen wegens de bergen waarin in het mineraal gevonden is. Sedert ik Parijs verliet, B 4 heb  24 REIS door SPANJE. heb ik vernomen dat de graaf d'aranda hem na Spanje heeft gezonden, voor welk land hij eene kostelijke aanwinning wezen zal, uit hoofde van zijne uitmuntende bekwaamheden. De heer hesson, in de ftraat Si. Honoré, bezit de fierlijkfte en best geregelde verzameling van mineraalcn, welke ik ooit gezien heb. De rangfchikking daarvan is volkomen lecrdellig. In zijne verzameling van keijen, vindt men derzclver geheelc natuurlyke hiftorie, van hunnen aller-, Tiiuwften ftaat af, tot het gene wij, uit hoofde zijner fraaiheid, derzelver allervolmaakfte foort noemen zouden, tevens met alle verfcheidenhcden welke daarin voorkomen, volgens eene zeer geregelde fchikking. Hij volgt deze zelfde manier, inet alle mineraalen en metaalachtige zclfftandigheden, welke hij nafpoort in alle hunne verfchijnzeIcn en gedaanten, van de hoofdlloffelijkcn af, totde meest famengeftelden toe; vertoonende de mineraalen op deze wijze niet alleen in derzelver matricen , maar ook in alle floffen, waarmede zij verëenigd zijn. In geen kabinet heb ik nog ooit zoo veele fraaiheid en weetenfchap in dezervoegen met elkandcren gepaard gevonden. Een gedeelte dezer bewonderenswaardige verzameling is, ten deele uit gebrek aan plaats, doch inzonderheid wegens gebrek aan geld tot het aankoopen van de noodige kabinetten, nog niet in orde gebragt. Het is waarlijk jammer, dat een man van zoo veele bekwaamheden , die, in zijne reizen na de geberg|ens, in het bezoeken der voornaamfte bergwerken m  REIS door. SPANJE. vair Europa, en in het nauwkeurig nafpoorcn van 't gene deze bevatten, zulke onvermoeide nijverheid aan den dag gelegt heeft , op eskere manier gebrek moet lijden, en daardoor in zijn onderzoek der wcetenfchappen wordt belemmerd. Maar nog verwonderlijker is het, dat een man van zulke uitgebreide kundigheden, geheel en al onbekend kan blijven, en onder alle monarchen van Europa, onder alle grooten der aarde, onder alle voorftanders van weetenfehappen, niet één weldoener en befchermer zoude vinden. De beer sage is directeur van de munt, en opperde van de koninglijke academie voor de bergwerk - kunde. Wanneer iemand, die in dezen tak van weetenfehappen niet ten eenemaale onbedreeven is, en daarbij eenige fmaak heeft,de ruime zaal intreedt, in welke de mineraalen bewaard worden, weet hij niet wat hij meest bewonderen moet, het gebouw zelve, of de voorwerpen welke het bevat. De fierlijke eenvouwigheid des gefchilderden koepels, de omringende gaanderij met zijne pilaaren en pilasters, de gebeele met Italiaansch dukkadoor - werk bedekte foldering, de overcendemming en juiste evenredigheid welke alom uitblinken, en de fchikking der mineraalen, verwekken al te famen de verrukkelijkde aandoeningen van vermaak. In deze fraaije zaal, waarin eene edele eenvouwigheid met Wezendlijke fmaak om den voorrang drijden, is een bekwaame plaats afgefchotcn voor een laboratorium j waarin de heer sage zijne procfneemingen B £ vepi  aö REIS door SPANJE. verricht, terwijl hij lesfen geeft aan zijne kweekelingen. In 't midden van dezelve is, door een fcherm, wederom een plaats voor hem afgeperkt, welke zijn kabinet voor mineraalen formeert. Deszelfs bijzondere oplettenheid is hierbij gericht op de bevordering van wezendlijke kennis: om welke reden hij altoos zodanige Hukken heeft uitgezogt, als best gefchikt zijn om de metaalcn te vertoonen met derzelver matricen, onderfcheidcn famenvoegingen, en de zuurcn, het zij zwavelachtige, arfenikaale, of phosphorifehe, door welke zij gemineralifeerd zijn. Behalven deze klasfikaale' verzameling, heeft hij in de gaanderij ook nog eene provinciaale, in welke hij de mineraalen gefchikt heeft volgens de plaatfen van waar dezelve afkom (lig zijn. Zodanige manier is zeer behaaglijk, en tevens leerzaam. Om het geheel te voltooijen, heeft hij, in een afzonderlijk kabinet, ook nog de uitkomst neergelegd van zijne allernauwkeurigfte procfneemingen, met de onderfcheiden mineraalen uit deze keurige verzameling. Deze onwaardecrbaare fchat is tot gebruik beftemd van de ftudentcn, in de onlangs opgerichte academie voor bergwerkers, welke academie voor een ieder, zonder onderfcbeid van natie of godsdienst, open ftaat. In deze inftelling, even als in alle andere, die gedicht zijn ter uitbreiding van het rijk der weetenfchappen, en om onder alle rangen van menfchen nuttige kennis te verfpreiden, zonder dat zij eenige kosten daartoe behoeven aan te wenden, moeten wij ons verwonderen over de  REIS door SPANJE. 27 de edelmoedige denkwijze, over de uitneemende mildaadigheid, en over het gevoel van waardigheid, 't welk de behcerfchers van Frankrijk ten allen tijde heeft doen uitmunten. De heer sage is de opperfte, de vader, en ter zeiver tijd de hoogleeraar in de feheikunde, bij deze academie. Buiten hem zijn 'er nog vijf werkelijke hoogleeraars, die ieder een jaargeld van vierentwintig honderd livres trekken. Wijders zijn 'er vijf opzichters, hebbende ieder een jaargeld van drie duizend livres, vijftien honderd voor reiskosten , en driehonderd bij wijze van gcfchenk, indien zij zulks door hunne naarffigheid verdiend hebben; zes ingenieurs, met een inkomen van zeshonderd livres, vierhonderd voor reiskosten, en tweehonderd als een vrijwillige gift; eindelijk twaalf ftudenten, of fcholicren, met een jaargeld van zeshonderd livres, en tweehonderd tot een gefchenk. Van deze reizen beftendig twee in Duitschland, die alsdan ieder drieduizend zes honderd livres genieten, tot goedmaaking hunner reiskosten. Behalven de benoemde ftudenten, zijn 'er ook nog twintig boventalligen, zonder jaargeld, om te gelegener tijd de plaats der afgaanden te vervullen. De opzichters en ingenieurs bezoeken alle mijnen of bergwerken in Frankrijk , en doen vervolgens verflag aan de regcering, niet flechts van derzelver voorbrengzelen, maar ook van het daarbij plaatshebbend befhiur, en van alle zodanige waarneemingen, als zij noodig oordeelen haar onder 't oog  28 REIS door SPANJE. oog te moeten brengen. Zij worden insgelijks, van tijd tot tijd, na vreemde landen afgezonden, ten einde onderzoek te doen na de verbeteringen, welke in het zoeken na mijnen, en in het bewerken van dezelve gemaakt worden. Het is ligt te begrijpen, dat de Franfche mijnen voorzien zullen worden met zeer bekwaame ingenieurs en beftierders, uit deze bergwerkkundige academie , van welke alle leden eene blaauwe uniform, draagen , met de letters M. R. op hunne knoopen. Het verwonderde mij ten hoogften, in meest alle kabinetten alhier, en nog meer in alle gedrukte naamlijsten, eene zaak te ontmoeten, welke misfchien in de natuur niet eens beftaat; te weeten natuurlijk zuiver tin. Wat men als zodanig opgeeft, heeft een dof en bros voorkomen, en is in de daad niets anders dan tin, tot de ftaat van verkalking overgaande. Terwijl wij om deze ligtgelovigheid lachen , moeten wij tevens beklaagen, dat kundige mannen zich zoo gemaklijk Jaaten bedriegen , en, zonder eenig voornemen om eene onwaarheid voort te planten, alle zodanigen misleid hebben, welke eenigermaate op hunne kennis en geloofwaardigheid vertrouwen. Ik ontdekte, zonder de minde moeite,wat tot dezen misflag gelegenheid heeft gegeeven; aangezien ieder (taaltje van dit gewaand natuurlijk tin uit mijn eigen kabinet is voortgekomen , en van daar uitging onder de naam van gedephiogifteerd tin. Hiervan heeft men groote brcukltukken,zelfs gehecle blokken, in de moerasfen nabij Si, Austh gevonden, doch nooit op eens  REIS door SPANJE. *g Mne aanmerkelijke diepte, en altijd op eenen geringen afïiand van den een' of anderen oude fmeltoven, of wooning, van welke men bij overlevering heeft, dat zij, in lang voerleden tijden, in 't bezit van jooden zijn geweest. Aan dezelfde plaatfen heeft men insgelijks koperen gereedfehappen gevonden, die ook meer of min verkalkt waren, waarvan eenige bros en rood, andere verzadigd met gedephlogifteerde lucht, en uit dien hoofde overkorst zijn met malachiten. Deze verandering verfpreid een ftraal van licht op het rood koper-erts met agtzijdige kristallen, 't -welk tusfehen takken van natuurlijk koper in diepe mijnen is gevonden. Hier verfchillen wel de omftandigheden, doch de werking der natuur is in beide gevallen de zelfde. Na dat ik alle kabinetten der natuurlijke hiftorie te Parijs bezien hadde , befloot ik vervolgens ook de landfireck, rondom die ftad, te gaan befchouwen. Het opmerkelijkfte in de nabuurfchap is Mont* martre, een berg van gijps-fteen, ten einde van de ftraat Montmartre. De beddingen in dezelve liggen horizontaal. Van deze( heeft men, tot op eene diepte van meer dan honderd en veertig voeten, zestien open gelegd, welke in de navolgende orde gezien worden. De grond is zandig, bedekkende gebroken krijt,waarin vuurfteenen, en onder deze: kleij; verfteendc fchulpen; kriftallen van maanfteen (feleniet); gijps-fteen; kalkachtige aarde; kleij; gijps-fteen; kleij; gijps-fteen ; mergel-kleij; lensvormige maanfteen - kriftallen, meerendeels paars* wijze en m'et de oppervlakten aan elkander gevoegd j  30 REIS door SPANJE. voegd; vollers aarde, zijnde volkomen vrij van alle onzuiverheden, in een laag ter dikte van omtrent agtien duimen; gijps-fteen, afgefcheiden in bladen door laagen van maanfteen-kristallen', en doormengd met delfbaare beenderen. De groeven en uithollingen in dezen berg zijn verbaazend, ten einde aan de menigte van ovens de noodige toevoer te leveren, om altoos aan de gang te kunnen blijven. De gijps - ftecn is faurengefteld uit maanfteen (feleniet) en krijt; deze gebrand of geroost zijnde , waardoor de eerftc zijn kristalifeerend water, en het laatlle zijne vaste lucht of krijtachtig zuur verliest, gaat over in een meelachtig poeder, zijnde de bekende pleilter van Parijs: wanneer dit poeder met water tot een deeg beflagen wordt, flurpt de maanfteen aanftonds het water in, en vervolgens kristallifeercnde, wordt hetzelve zeer hard. Tc Belmont, omtrent een halve mijl van hier, heeft men gelijkfoortige beddingen gevonden. Voor ik van London vertrok, had ik eenige lensvormige kwartz-kristallen gekogt; en dewijl deze gedaante aan het kalkachtig foort eigen is, was ik begcerig de plaats te zien, van waar dezelve komen. Met dat oogmerk bezogt ik de kalkfteengroeven in de nabuurfchap van Pas/ij, waar ik op de volmaakfte wijze daaromtrent voldoening kreeg, en duidelijk zag, dat de kwartz de plaatfen ingenomen hadde, welke ledig waren gelaaten door de ontbonden feleniet, die, gelijk ik te voren aangemerkt hebbe, kalkaarde is met een vitrioolachtig zuur verzadigd. De kalkfteen is hier belaaden met één  REIS door SPANJE. 31 één en tweefchelpige delfbaare fchelpen; en zijne laagen liggen horizontaal. Uit deze groeven haalt men bouwfteenen voor Parijs. Veele derzelven ftrckken zich meer dan driehonderd voeten onder den grond uit, wordende het gewelf door zwaare pilaareu onderfteund. Nader bij de ftad graaft men putten , omtrent tachentig voeten diep, alwaar men de ftecnen uitbreekt, en ze met werktuigen na boven brengt. ]n de nabuurfchap van Parijs ziet men hoegenaamd geene blijken van oorfpronglijke bergen. De delfftoffen zijn alle dcrwaards overgebragt, en liggen 'er in horizontaale beddingen. Nabij Fontainebkau wordt de zogenaamde gekristaliecrde zandfteen (gres christaUiféj- gevonden, zijnde famengeftcld uit zand, met eene kalkachtige verbind - ftoffe. In dit kristal heeft zekerlijk de kalk de overhand,en neemt de rhomboidaale vorm van het kalkspath aan; hoewel het op het gezicht en gevoel fchijnt, als of zandachtige ftoffe de grootfte hoeveelheid uitmaakte. Wegens de overvloed van feleniet ( gijpsfpath, of gijps - maanfteen ) alom in de nabuurfchap van Parijs, is het putwater aldaar onbruikbaar. Dewijl ik veel had hooren fpreeken van pont de Neuillij, was ik begeerig deze brug te bezien. Ik maakte gebruik van een' fraaijen dag en heldere zonnefchijn, in de maand Februarij, wandelende op een' vroegen morgen dcrwaards , mijn weg neemende door de tuin der Thuilleries en de Elifecfche velden. Van daar gaat men door een wijde  gs REIS boor SPANJE. de laan, met een goede ftraatweg ia het midden ^ tot op den afftand van omtrent vier mijlen. Hier omttreeks is een effen grond, door afgele-» gen heuvels omzoomd. Het aardrijk is een fchraat zand, geheel en al beploegd, doch te fchraal en te ligt voor tarwe; het is al te famen open veld, dat, even als in Engeland en over geheel Europa, uitgezonderd Ierland, in kleine verllrooide akkers afgedeeld is. Deze manier om het land in zeer kleine Hukken te verdeelen, is een bewijs van de traage vorderingen des landbouws in vroeger eeuwen, toen men flechts van tijd tot tijd, naar maate de toeneemende bevolking zulks noodzaaklijk maakte, van de gemeene weilanden telkens een nieuw gedeelte afzonderde, en, voor zo verre den landbouw aanbetrof, hetzelve onder de talrijke landhuurders van eene heerlijkheid verdeelde. In Engeland wordt de fnelle voortgang des landbouws in laater tijden , zeer duidelijk gekenmerkt door de rechtloopende heggen tusfehen de akkerlanden, gemerkt alle oude afperkingen van dien aart krom loopen. Tusfehen Parijs en Pont de Neuüly zaait menmeerendecls gerst, haver en rogge, en men ploegt het land met twee paarden, welke door den ploeger alleen, zonder drijver beftuürd worden. ■ Nog geene twee mijlen van Parijs, aan de linke; baud, is bet boscb van Boulogne, waaruit de ge-, heele landftreek daarom heencn zoo overvloedig met wild voorzien wordt, dat ik, tusfehen dit bosch en Parijs, in een' omtrek van nauwlijks honderd; mor*  REIS door SPANJE. 33 morgen hrads, meer dan vijftig koppels haazen, en ten minden honderd koppels patrijzen zag: een vreemd verfchijnfel zo nabij de hoofdltad, 't geen niet enkel aan de gefleldheid der Franfche regeeringswijze kan toegefchreeven worden, maar ook tevens aan de ftrcngc uitvoering der wetten. In dit laatfte moeten wij mede de oorzaak zoeken van de veiligheid der perfoonen en bezittingen in Frankrijk; alwaar te zeiver tijd weinigen geftraft worden, om dat maar weinige het waagen durven de wetten te overtreden. De brug te Neuillij is volkomen horizontaal, en opmerkelijk om deszelfs fierlijke eenvouwigheid. In mijne terugkomst bezogt ik het Hotel dieu, waarin tweeduizend vijfhonderd en vierenzeventig Heken, behalvcn nog vijfhonderd en een en zeventig officianten of bedienden zijn; dus, over 't geheel , drieduizend eenhonderd vijf en veertig perfoonen, welke daar gehuisvest en gevoed worden. Hier zag ik in één bed vier perfoonen bij elkander ; doch men heeft 'er wel zes of zeven bij elkander gehad, en onder deze de fterveuden tusfehen de dooden. De zieken, alhoewel voor dezclven zoo ellendig gezorgd wordt, kosten het publijk dertig foh, dat is omtrent vijftien Huivers, daags. De gewoonte van zoo veele beklagenswaardige fchepzelen in één bed te fluuwen, zal afgefchaft worden , en voorzeker om zeer gegronde redenen; want wat mensch, die maar één oogenblik bij zich zelve redeneert, zal twijfelen kunnen wat beter is, Hechts weinigen gelukkig, of veele ten uiterfleu C cl-  34 REIS door SPANJE. ellendig te maaken. Doch de weldaadigheid is, ïerl allen ongelukke, niet zelden blind. Deze veranderiug in de inrichting van het Hotel dieu,is ten deele bewerkt door, zo niet geheel alleen toe te fcbrijven aan Mevrouw ne c ke r , die , in het gasthuis van St. Salpice, een navolgenswaardig voorbeeld heeft gegeeven, 't welk tot zeer bijzondere roem vcrftrekt, zo wel van het vcrltand, als der menschlievendheid van deze allerachtingswaardigfte vrouw. Zij heeft namelijk gezorgd, dat ieder zieke met een afzonderlijk bed, met de beste oppasling, en met alles wat denzelven eenige troost en verlichting kan te weeg brengen, voorzien worde. Nogthans kost haar dit al te famen, door eene wel overdagte fpaarzaamheid, Hechts zeventien [oh cn zes deniers ieder dag, zijnde weinig meer dan de helft, van 't geen ieder zieke kost in het Hotel =dieu. Den volgenden morgen bezogt ik het gasthuis, la Salpetriere genaamd, waarin meer dan zevenduizend vondeling-meisjes, benevens weinige bejaarde armen, en omtrent negen honderd ftegte vrouwlieden onderhouden worden. Dit laatftc getal is reeds op zich zelve groot; echter worden alleenlijk zulke gemeene ligtekooijen in dit huis opgenomen, die zich aan de eene of andere misdaad fchuldig gemaakt hebben. Op de lijst der ftads regering (Police~), ftaan meer dan agtentwintig duizend van zulke ondeugende en ellendige vrouwlieden aangetekend, welke, zo dra het Hechts donker begint te worden, de ftraaten van Parijs doorkruisfen.  REIS door SPANJE. SS In dit gasthuis worden ruim agthonderd kinderen bezig gehouden met fpinnen en naaldewerk, onder welk getal verfcheiden, in het vervaardigen van 't allerfchoonfte borduurzel , uitmunten. Wanneer eene alhier gehuisveste bejaarde vrouw fterft, moet haar man het gasthuis verlaaten. Het beftuur daarover is in handen van eene huismoeder, veertien priesters, twee en dertig geestelijke zusters van eene hooger klasfe, en nog twee en vijftig andere zusters, die aan deze ondergefchikt zijn. Op den 10 van Sprokkelmaand woonde ik eene plechtige dienst bij in de kerk van St. Eufiache, voor de rust der ziele des overledenen hertogs van Orleans. Dit gefchiedde met de grootlbe pracht, en alles in een' zeer goede fmaak. De ftraat, op deze kerk uitloopendc, was bezet met ruiters en foldaaten, op een' behoorlijken affland van elkander geplaatst, behalven nog eenige die geftadig patrouilleerden. De voorgevel van de kerk, benevens het geheele koor, waren met zwart bekleed. Aan 't benedeneinde van het koor was een doodkist geplaatst, op een fierlijk ftellaadje, of lijkbaar , van omtrent dertig voeten hoog, vierentwintig voeten lang, en agtien voeten breed, geheel en al bedekt, ten deele met wapenfchilden en daartoe behoorende fieraaden, ten deele met historifche fchilderijen, formeerende eene wel geëvenrecdigde piramide. Op de vier hoeken van het voetftuk Honden vier lijk-busfen, door kolommen onder» fchraagd, en gevuld met voorloop, waaruit eene blaauwachtige fpeelcnde vlam voortkwam, welk C s foort  56 REIS door SPANJE. foort van licht voor dit treurig tooneel best gefchikt was. Over deze verheven lijk-baar was nog een verhemelte, hangende aan het gewelf, omtrent veertig voeten boven de doodkist. Op het altaar was een zilver crucifix geplaatst, levens grootte, insgelijks bedekt door een rijk gehemelte, verfierd met pluimen, en door vierentwintig groote waschkaarsfen in goude kandelaarcn verlicht. Rondom het gewaand lijk waren wachten geplaatst, ten einde te toevloed van menfehen af te weeren: ik zeg, het gewaand lijk, want het lighaam van den overledenen was reeds te vcoren, met dezelfde pracht en ftaatfie, te Vale de Grace begraaven, en zijn hart op het land in bewaaringe gebragt. De voornaamfte rouwdraagers bij deze gelegenheid,waren, zijn zoon de tegenwoordige hertog van Orleans, benevens de hertog van Bourbon, verzeld van alle hunne naastbeftaanden en vrienden. De lijk-rede werdt uitgefproken door den abt fauc H e t , die, gelijk alle goede franfche fchrijvers, met het aan hun bijzonder eigen foort van welfpreekenheid, niet zelden tot het waare verhevene opklom. De hertog van Orleans is eigenaar van het Pala'is roijal, thans de meest bezogte avond-wandeling, waar men even goed befchermd is voor de zon in den zomer, als voor de regen in den win* ter. De lengte van dit vierkant is negenhonderd voeten, en deszelfs breedte drie honderd en zestig; de wandelweg is twaalf voeten breed, en omringd met koffijhuizen, gaarkeukens, en allerlei foorten van  REIS door SPANJE, 37 van winkels. Het plein is beplant, met grof keizelzand beftrooid, en wordt 's avonds behoorlijk verlicht. De fchilderijen, zo in dit paleis als te Verjailles, en die waarmede verfcheiden kloosters rijkelijk vcrfierd zijn, zijn reeds door anderen zoo wel befchreeven, dat ik daarvan niet één enkel woord fpreeken zal, altoos in 't oog houdende dat ik mij 11a Spanje haaste, en Frankrijk Hechts in het voorbij gaan bezocke. Die zaaken, welke door andere reizigers onaangeroerd zijn gelaaten, en nogthans onze opmerkzaamheid verdienen, wilde ik alleenlijk ter loops aanhaalen, ten einde tusfehen Calais en Belgarde geenc al te groote gaaping open te laaten. 's Avonds van den 28 dier zelfde maand, zijnde deze de laatftc dag van den karnaval, aan welke de Roomsgezinclen hunne vrolijke fmulpartijen voor veertig dagen vaarwel zeggen, was geheel Parijs in bewceging. Eenige duizenden haarer in woondcren hadden zich in maskerade-klecderen gedoken; mannen in de kleeding van vrouwen en deze wederom in die van mannen, al te faamen eene groote verfcheidenheid van karakters aanneernende, en veele de van hun aangenomen karakters met zeer veele levendigheid ophoudende. Pa-ufen, kardinaaien, munniken, duivels, hovelingen, harlekijns en advokaten, alle zonder onderfcheid in het gedrang ondereen gemengd. In de ftraat St. Honoré alleen, zag men eene vergadering van meer dan honderd duizend menfehen.. Deze ftraat C 3 is-  3$ REIS door SPANJE. is twee mijlen (*) lang. Men had zodanige voorzorgen genomen, dat met deze verbaazende menigte van volk;, en ongeacht meer dan vierhonderd koetfen aan de ééne zijde van de ftraat, met een misfchicn gelijk getal aan de andere zijde, elkander geftadig voorbij reeden, nogthans geenerhande ongeluk gebeurd is, noch gebeuren kon. Om de volkomenfte orde te handhaven, waren aan de einden van elke ftraat, door welke rijtuigen pasfeeren konden, foldaaten geplaatst, en in 't midden van de ftraaten patrouilleerden geftadig zo wel ruiterij als foldaaten, ten einde de koetfen in hunne rechte lijn te houden. Hiertoe gebruikte men honderd man van de garde te paard, en twaalfhonderd van de garde te voet. Ik zag een fraaije koets, zonder de minfte opfchudding in bewaaring neemen, ter oorzaake van eene onbescheidenheid des koetziers. Ten tijde van het huwelijk des konings, had men Verzuimd zodanige voorzorgen te neemen, waardoor verfcheiden honderden van menfehen vertrapt of verpletterd wierden, en aldus ellendig om het leven raakten. Voor mijn vertrek van Parijs, verkreeg ik een kaartje van toelaating in het Licée, nabij het Palais roijal, waar een zeer talrijk gezelfchap van voornaame heeren en dames bijeen komt, ten einde de lesfen in de weetenfehappen aan te hooren, wel- (• ) Wel te verdaan Engtlfclie mijlen, gelijk overal elders in dit werk, waar van mijlen; zonder nadere bepaaling, wordt ge* fptooken. VerU  REIS door SPANJE. 39 welke door geleerde mannen,van den eerden rang in hun beroep, aldaar gegeeven worden. De weetenfchappen welke men hier inzonderheid beoeftent , zijn de wiskunde, fcheikunde, natuurlijke historie, proefondervindelijke wijsbegeerte, ontleedkunde, burgerlijke gefchiedkunde, befehaafde letteren, en alle de taaien van Europa. Het toeftel dat 'er gevonden wordt, is waarlijk prachtig, en de wiskundige werktuigen zijn de beste die men ergens kan verkrijgen. Deze maatfchappij heeft eene rei van vertrekken, alle even fierlijk, waarvan het één beftemd is tot leezen en fchrijven, een ander voor de gemeeuzaamc verkeering, en het derde voorliet gecven van lesfen. De inteekening is niet meer dan vier Louis d'or in het jaar.. Ik was zeer verwonderd over de vloeibaarheid en lierlijkhcid van taal, waar mede de hoogleeraar in de ontleedkunde fprak, en niet minder over de ongemeene aandacht zijner toehoorders. De Franfchen kunnen met al hunne wuftheid, zeer deftig zijn, wanneer de omdandig. heden zulks vereifchen. Na het einde van dit aangenaam bezoek, ging ik affcheid neemen van den heer hassenfratz, wien ik beczig vond met het hcrhaalen en bevestigen van eene proeve, welke men in Frankrijk onlangs heeft genomen, en die van het grootde belang is voor de linnen-bleekers. Deze gehecle kunstbewerking wordt volbragt in twaalf uuren tijds; kunnende men zes ellen linnen bleeken, door middel van dezelve, voor de waardij van één duiver Hollandsch. Tot dat einde begint men met het dcphloC 4 gis-  |o REIS door SPANJE. gisteeren van zekere hoeveelheid zuur van zeezout, door middel van bruinfteen (manganefe^), en na dit alvorens in water ontbonden te hebben, verzadigt men het zuur met een alkali, laatende aldus aan de gedephlogilteerde lucht de vrijheid,' om op alle gekleurde inmengzels te werken, welke in de ftoffen, die gebleekt zullen worden, mogten aanwezig zijn. Op dezelfde manier kan mede het groen, wasch van Amerika wit en bruikbaar gemaakt worden. Ook kan dit middel dienen , om de vastigheid der kleuren in lakens en andere ftoffen te beproeven; want zo deze verfchieten, gefchied zulks enkel door de werking der gedephlogifteerde lucht, welke in onzen dampkring verbreid is. Deze pi'oefneeming verklaart insgelijks de uitwerking van den bruinfteen op het glas, dat daarvan doorfchijnend wordt gemaakt. ' Voor ik Parijs verliet, deed ik onderzoek na de gewoone marktprijzen der levensmiddelen, welke ik vond de volgende te wezen: Jonge hoenders en eendvogels, het ftuk vijf en vijftig fols. Een kleine kalkoen, vijf livres. Versch vleesch, het geheele jaar door, tien fols het pond. Kalfsvleesch en verkensvleesch, tegenwoordig zestien fols het pond. Boter, zes en dertig fols. Wijn, in de ftad twaalf fols, en buhen de ftad agt fols de boutelje. Het is een foort van ft.iatkunde der Franfche regeering, om dit alles in Parys duur te houden. REIS  REIS door SPANJE. *r REIS van PARIJS tot BELGARDE. Zo dra ik het oogmerk van mijne komst te Parijs , het aanfchafFen namelijk van recommandatiebrieven voor Madrid, bereikt hadde, en het weer nu gunftiger was geworden om mijne reis te vervorderen , dan in het begin dezer maand, zette ik mij den veertienden van lentemaand in de postkoets op Lijon. Ik vond in dezelve een aangenaam gezelfchap: ook is deze manier van reizen gansch niet onvermaaklijk voor lieden, die '5* morgens te twee uuren hun bed verlaaten kunnen, en reeds vóór negen uuren hongerig genoeg zijn, om hun middagmaal te kunnen houden. Wij fpijsden den eerften dag te Melun, en (liepen 's nachts te Vilkneuve la Guiarre. Den volgenden dag door Sens gekomen zijnde, waar het praal - graf voor den Dauphin zeer bewonderd wordt, namen wij ons middagmaal te Villeneure le Roi, en (liepen te Auxerre, na welke ftad een groote pasfagier- of marktfehuit van Parijs aangelegd is, die de rivieren Seine en IJonne opvaarende, haar reis volbrengt in drie Üagea-j en de twee C 5 tus-  4* REIS door SPANJE. tusfchenkomende nachten, zonder zich ergens op te houden, hoewel langzaam voortvaart. liet reizen met deze fchuit, welke des zomers veel gebruik wordt, is over dag zeer vermaaklijk, alzo men geftadig de fchoonfte uitzichten heeft over allervruchtbaarfte landftreekeu , die de fraaifte veranderingen van tooneelcn opleveren. De pasfagiers neemen hunne eigen bedden mede, welke zij in een ruime kajuit uitfpreiden. Auxerre is eene bloeijende ftad , liggende zeer gelegen voor den koophandel. Haare hoofdkerk is een fraai, oud, en bezienswaardig gebouw. Jammer is het maar, dat het kapittel tot nog toe geen toeneemend fonds aangelegd heeft, om 't geen aan dit heerlijk gebouw ontbreekt, te a^oltooijen,en de tooren, die hen dagelijksch hunne traagheid verwijt, eens eindelijk geheel tot ftand te brengen. Aan gene zijde van Auxerre wordt geen krijt meer gezien, maar men ontmoet in deszelfs plaats een kalkachtige ajduinfteen, of vaste kalkfteen, in horizontaale beddingen, doch even als het krijt, zeer fterk belaaden met voortbrengzelen der zee. De gedaante van het land, voor zo veel het aardrijk , de rotfen, landbouw en voortbrengzelen betreft , gelijkt vrij wel na de landftreek tusfehen Bath en Atford, met deze bijzonderheid, dat alle heuvels hier eenzelfde hoogte hebbende, klaarblijkelijk eerst ontftaan zijn na de zondvloed, en aldus geformeerd wierden door zwaare overftroomingen, zijnde voorts door diepe holle wegen van elkander afgefcheiden. Hier heeft da natuur haar werk nog aics  REIS door SPANJE. 43 niet geheel voltooid; want zo min de bergen, als de •vnleijen, hebben derzelver eigenaartige gedaante en karakter tot heden toe nog niet aangenomen, maar alles ligt 'er, op eene woeste eir verwarde wijze, als dooreen gefmecten. Wanneer geweldige ftortregens en watervallen de holle wegen nog meer uitgediept, de valeijcn breeder gemaakt,en de uitfteekende hoeken van de fteile bergen zullen afgefleeien, en aan deze eene langzaame afhelling gegeeven - hebben, zal daardoor den regen zijne vernielende kracht worden benomen, de woedende watervallen zullen in zagt glijdende ftroomen veranderen , en de oppervlakte dezer heuvels, alsdan met aangenaam groen bekleed, zullen daardoor voor toekomende verwoestingen beveiligd blijven. Te Vermanton begonnen wij groote brokken graniet te vinden, welke de watervallen van de toppen der bergen na beneden medegefleept hebben, en te Rouvraij aankomende, zagen wij daar de graniet-rots zelve. Deze omftandigheid alleen overtuigde ons, zonder noodig te hebben den barometer te raadplegen, dat wij hier de grootfte hoogte in dit gedeelte van Frankrijk beklommen hadden; de zaak nader onderzoekende, ontmoet men in deze nabuurfchap de bronnen eener menigte rivieren, welke hunnen loop neemende na het oosten, noorden, westen en zuiden, zich uitftorten in de Stilte, de Loire, en de Saone. Niet dat wij hieruit het bcfluit moeten opmaaken, als ware de graniet de bovenlte bedding deiaarde , welke de kalklteen en het krijt bedekt, aan- ge-  44 REIS door SPANJE. gezien wij juist het tegendeel ontwaar worden-; doch waar het oog ketens van fteile graniet-bergen ontdekt, leert de ondervinding, dat wij daar na geene hooger grond behoeven uit te zien. Aldus vinden wij de zaak gelegen , op den uitfteekendfte hoogtens der Alpifche gebergten. Het aardrijk omftreeks Rouvraij is vermolmd graniet, van welke de kwartz en veldspath op de bergen blijven liggen, waartegen de klei en glimmer na beneden in de valeijen af'fpoelen. Alles is hier omheind akkerland, en men fpaat 'er vijf paarden voor den ploeg. De hoofdkerk te Autun draagt blijken van zeer hoogcn ouderdom. Toen ik de blaauwe marmeren trappen na dezelve opklom, verwonderde ik mij over de menigte grijphieten in dit marmer, waarin men geene de minUe blijken ziet van eenige andere foort van fchclpen. Na dat wij een' geruimen tijd langs het oever van de Arroux, een kleine rivier welke in de Lotre valt, afgedaald hadden, en op eenen veel lageren grond gekomen waren, was ik niet verwonderd daar ter plaatfe marmer te ontmoeten. Omtrent vijf [uuren gaans van Challon gekomen, terwijl wij begonnen na de kant van de Saone nederwaards te daalen, verboren wij de graniet uit het gezicht, en vonden 'er alleenlijk kalkfteen, bekaden met grijphieten, en bedekt met zand,'t welk van hooger pïaatfen derwaards afgefpoeld fchijnt. Te Challon wordt een' aanzienlijke koophandel gedreeven in graanen en wrju. Wij konden de  REIS door SPANJE. 45 rivier Saone niet afvaaren, gelijk ons eerfte voorneemen was, uit hoofde dat het water buiten haare oevers was getreden. Schoon de landftreck langs de boorden van die rivier, naar maate men Li jon nadert, zeer verrukkelijk is, had ik echter dezelve reeds gezien, en bezat een levendig denkbeeld van de fchoonheden, welke zij naar alle kanten oplevert. De grond tusfehen Challon en Mascon is vruchtbaar , en meerendeels vlak land , doch wij ontmoeteden heuvels en graniet eer wij nog te Lijon aankwamen; en in de daad, waar de Saone in die Had vloeit, heeft zij voor haar zelve een weg gebaand door de granietfteenen rots, welke zij heeft uiigegroefd tot eene diepte van omtrent honderd voeten, laatende het oever aan de eene zijde van de rivier loodrecht, gelijk een muur. Door geheel Bourgondien bedient men zich van osfen op den weg, bij de hoorens aan elkander gekoppeld, 't welk zekerlijk de beste manier is om die dieren te laaten werken. De reden daarvoor is gemaklijk te begrijpen, wanneer wij flechts in aanmerking neemen, dat geene der kleiner fpieren van den nek aldus eene meer bijzondere infpanning behoeven. En hoewel de drukking groot is, zijn echter daardoor alleen de wervelbeenderen , in gelijke evenredigheid,digter in elkander gedrongen, bijna op dezelfde manier als de fchenkel- en dije- beenderen van een man, die van de zogenaamde Samfons-gordel gebruik maakt. Men weet, dat wanneer iemand zodanige gordel om zijne lendenen flaat, zich vervolgens op een bank nederzet, mee zij-  46 REIS door SPANJE. zijne hielen tegen het een of ander onbeweeglijk voorwerp geplaatst, en zijne bcenen recht uitgeflxekt houdende, als dan geene tien, noch zelfs twintig mannen, die uit al hun macht aan den gordel trekken, hem beweegen kunnen. Doch indien een ftcrk man, die zich te veel op zijne kratfiten verlaat, hiervan de proef neemen willende, het touw, dat aan de gordel is vastgemaakt, in zijne handen neemt, - aldus de treklijn boven bet evenwicht brengt, en geen ander ftcunpunt behoudt waarop hij zich verhaten kan, dan de infpanning zijner fpieren, in een oogenblik van zijne zitplaats opgeligt, en voor over op zijn aangezicht kan getrok* ken worden. Maar, alle redenecringen hierover aan een' kant zettende, is het genoeg alleen aan te merken, dat de zaak voor zich zelve fpreekt, en een ieder die gezien heeft, welke zwaare lasten twee osfen,in dezervoegen famengekoppeld,kunnen Voorttrekken, zal zeer zeker aan die manier van dezelve in te fpannen, verre weg de voorkeus moeten geeven boven de gewoone manier in Engeland en elders, van ze met een houten juk om den hals famen te koppelen. Ik zal de befchtijving van Li jon, voor zo veel de openbaare gebouwen betreft, aan anderen overlaaten, en Van die ftad, Hechts met opzicht tot haare manufadtuuren fpreeken. In eene bekoorlijke luchtftreek, aan de famenvloeijing van de Saone en Rhone gelegen, moet zij al zeer vroeg een plaats van aangelegenheid geworden zijn. Ook munteden haare inwoonderen ten allen tijde uit,wegens derzei-  RËÏS Door. SPANJ ÊV 4?- 2elver nijverheid, kunften en vrijheidsliefde. Zij bezat onder de Romeinen, als eene bevoorrechte ftad (munkipium~), zeer kostelijke vrijheden; en vervolgens eene volkplanting geworden zijnde, werd zij als zodanig geliefkoosd en befchermd. Onder de heerfchappij van Frankrijk gekomen , genoot zij mede bijzondere voorrechten, als wordende door haare eigen magiftraat geregeerd, en door haare eigen militie befchermd. Vier jaarlijkfche kermisfen, ieder van vijftien dagen, onder de regeering van lodewijkXI. ingefteld, hebben, tot bevordering van haaren koophandel, zeer veel tocgebragt. llaare goede regeering lokte, natuurlijker wijze, veele ingezetenen derwaards , terwijl de onlusten , welke op onderfcheiden tijden in de nabuurige itaaten gereezen waren, maar inzonderheid in het jaar 1290, tusfehen de zoo beruchte factiën der Guelphen en Gibelliucn, aanleiding gaven , dat eene menigte van burgeren, uit Italien en Florence, de wijk namen na eene ftad, binnen welker muuren zij in vrede en veiligheid leven konden. Het hoofdzaaklijk beftaan en de bron van welvaart voor de ingezetenen van Lijon, berust op de aldaar aangelegde zijden manufactuuren, in alle derzelver onderfcheiden takken. Ka rel IX. was de eerfte, die deze in Frankrijk invoerde, hoewel zij eerst inzonderheid wier" den aangemoedigd door de waakzaame oplettendheid van hendriic IV, welke vorst, in 't jaar 1602, een contraft floot met eenige kooplieden, voor  ^5 REIS door SPANJE, voor de leverantie van viermaal honderd duizend moerbeziën-boomen, vijf honderd ponden zaad, en vijf honderd en twintig ponden zijdewormen eieren, benevens zes duizend exempiaaren van een werk, behelzende allerlei nuttige onderrichtingen en handgreepen omtrent de behandeling dezer planten, wormen, en van de zijde door de laatften voortgebragt. Dit alles moest verdeeld worden in de generaliteiren van Parijs, Tours, Orkans en Lijon, naar gelang van honderd boomcn en een halve once eieren voor ieder kerspel. De kerkelijken, zo wel regulieren als waereldlijken, bevor* derden dit werk door hunne lesfen en voorbeelden. Doch uit hoofde van de burgerlijken oorlogen, welke Frankrijk geduurende twee minderjaarigheden beroerden, werd 'er in de daad weinig uitgericht Ipt aanmoediging van dezen voordeeligen koophandel, tot eindelijk lo de wijk XIV het ltaatsbeftuur i aanvaardde: van dat oogenblik af maakte dezelve eenen zeer fnellen voortgang. In 't jaar 166-7 waren 'er nog niet meer dan twee duizend weefgetouwen aan het werk, en in 1768 reeds meer dan elf duizend. De vorderingen in . de zijdeteelt waren echter geenzins evenredig aan de-, ze voortvarendheid der manufaeturiers, invoegen 1 men tegenwoordig nog genoodzaakt is, om over: twintig millioenen ponden gewicht aan zijde bui-' ten 's lands te koopen, ten einde de markt ge»< noegzaam daarmede te voorzien. De zijde^veevers te Lijon zijn, in zekeren op-' zichte, de algemcene wetgeevers in den fmaak der: van  REIS door SPANJE. 49 van hun gefabriceerde doffen, en hebben daardoor een voorbeeld gegeeven aan de waereld, van 't geen de naaijver kan te weeg brengen wanneer zij wel beduurd wordt. Nergens wordt ook de fmaak zoo naardig aangekweekt, als te Lijon, waar men de monopolie van dezelve als het ware bezit. De manufacturiers hebben wel eens bezigheid verfchaft aan meer dan honderd teekenaars, welker uitvindings - kracht, zonder de minde tusfchenpoozing, bedendig ingefpannen is, ten einde nieuwe patroonen uit te vinden, behalven wanneer zij verlof krijgen om afweezig te mogen zijn. Dit wordt haar fomtijds, zelfs voor een tijd van twaalf maanden vergund, om intusfchen hunne verbeeldingskracht te laaten rusten, en aldus nieuwe denkbeelden te verzamelen. De eerde van-wien wij gewag gemaakt vinden dat in dit beroep uitgemunt heeft, was re vel, de vriend en medegezel van lebrun, een kundenaar, wiens bekwaamheden die van zijne opvolgers zoo verre overtroffen, dat zij hem als hunnen raphael befchouwen. Na deze kwam de la salle, even beroemd om zijne vogels, landfchappen, bloemen en vruchten. Jean robin, willende dat de borduurders de natuur nabootfen, en in hunne werken eene rijke verfcheidenheid van haar ontleenen zouden, leide nabij Parijs een tuin aan tot aankweeking van uitlandfche gewasfen, en ook daardoor tevens, zonder dat oogmerk te bedoelen, de eerde grondflagen h Deel. D tot  So REIS door SPANJE. tot de geneeskundige kruidtuin. Hier was het, dat de beroemde pier re vallet, van Orleans, b orduurd er van Hendrik IV cn l o d e w ij k XIII, die fmaak verkreeg, welke hem zoo beroemd gemaakt heeft. Hoewel de ftad Lijon altoos bijzondere voorrechten heeft genoten, moest zij nogthans menigmaalen met groote zwaarigheden worftelen. Deze zijn op eene uitmuntende wijze aan den dag gelegd , door den Abt bertijolon, in een werk 't welk hij over dat onderwerp heeft gefchreeven, en dat onlangs uitgegeeveu is. Nadien alle regeeringen van Europa bij zijne waarneemingen belang hebben, zal ik dezelve zeer beknopt voordragen. De onderfcheiden hinderpaalen tegen de bloei cn welvaart des koophandels, zijn altijd geweest, en zullen blijven zo lang dezelve beftaan: i. Oorlogen, het zij buitculandfche of binnenlandfche, burgerlijke of godsdienftige, uit verdeeldheden in den ftaat, of vrijheids - liefde voortkomende; aangezien de koophandel het gedruis der wapenen vreest, voor de lauwrieren vlugt, en alleenlijk bloeit onder de fchaduwe van vreedzaams olijfboomen. o. Vervolging en onverdraagzaamheid in het ftuk van godsdienst; als, bij voorbeeld, de herroeping van het edict van Nantes, 't welk in Frankrijk dezelfde uitwerking heeft gehad, als de uitdrijving der Mooren in Spanje. 3. IVeUen, (trekkende om den mauufact-urier of koopman, op eene onbefcheiden manier, in zaa- ken  REIS door SPANJE. Jt ken die zijn beroep betreffen , te dwarsboomen, of hinderlijk te zijn; waardoor men hem te nauw cp de handen ziet, zich in zijne bezigheden fleekt, hem van nuttige onderneemingen terug houdt, of door afpersfingen en knevelaarijen moedeloos maakt. 4. Belastingen, welke het vertier der koopmanfchappen , het zij middelbaar of onmiddelbaar, benadeclen. Men heeft eerst in 't jaar 1743 toegedaan, dat de Lijonfche manufactuuren onbelast mogtcn uitgevoerd worden; maar tot op den dag van heden toe, moeten alle levensmiddelen, inzonderheid de wijn, deze ftad inkomende, zwaare impost betaalen. Het gevolg hiervan is, in de eerfte plaats , eene merkelijke verhooging van het arbeidsloon; en dewijl de weevers, eiken invallenden feestdag, de nabuurige dorpen zeer greetig gaan bezoeken, ten einde zich aldaar tot cenen maatigen prijs op wijn te vergasten, vervallen zij hierdoor zeer ligt tot dronkenfehap. 5. Feestdagen: waar deze in menigte gevierd worden, rijst natuurlijker wijze de waardij der overige dagen , terwijl zij tevens tot allerlei foorten van buitenfpoorigheden aanleiding geeven. 6. Vooroordeclen ten aanzien van den woeker , (trekkende om het geld buiten omloop te houden, eh dus de rente van hetzelve, tot groot nadeel van die noodig hebben het ter leen op te neemen, aanmerkelijk te doen rijzen. Als een gevolg hiervan is de rente te Lijon gemeenlijk zes ten honderd. 7. Weelde onder de manufaétufiers, als vertee- D 2 ren-  5fc REIS door SPANJE. - rende allengs derzelver kapitaal, waardoor zij in hunne onderneemingen belemmerd worden. 8. Tijtels van adel en rang, aan kooplieden toegedaan, uit een ongerijmd denkbeeld van aldusden koophandel aan te moedigen , doch waardoor men in de daad den droom afleid, welke eigenrlijk den koophandel kan doen bloeijen. Deze verkeerde daatkunde is in onze dagen gansch niets ongewoons. ' Hoe veel fchranderder was het gedrag van l ode wijk XI. Die vorst was een vriend des koophandels, welke hij aanmoedigde door de uitdeekendde gunstbetooningen, door wijze fchikkingen, en door aan zijnen tafel alle de genen toe te laaten, die in de bevordering van denzelven uitmunteden. Een koopman, maitre jean genaamd, trots op deze bijzondere blijken van hoogachting, begeerde in den adeldand verbeven te worden; de Koning bewilligde zijn verzoek, maar liet hem vervolgens niet meer aan zijne tafel toe. Misnoegd -wegens deze minachting, terwijl hij zich in zijnen nieuwen daat tot meer oplettendheid jegens zijn perfoon gerechtigd oordeelde, waagde hij het zijne klagten daarover in te brengen, doch werd met dit antwoord den mond gedopt: „Gaa henen, mijn heer „ den edelman. Toen ik u aan mijne tafel deed „ zitten, merkte ik u aan als de eerde perfoon ,, van uwen rang; maar nu, gij de laatdc van ,, uwen tegenwoordigen rang geworden zijt, zou „ ik de overigen beleedigen, indien ik u voortaan ,, dezelfde gunst bewees." Dc  REIS doos. SPANJE. 53 Be geleerde abt, aan wiens werk ik zeer veele onderrichting te danken heb, prijst de witte wijfjes-moerbeziënboom aan als de beste voor zijdewonnen, en denkt, dat zo men deze diertjes toeliet, op de boomen in de vrije lucht, mits voor den regen beveiligd, te mogen leven, zij alsdan niet alleen veel ftcrkcr en minder onderhevig 'aan ziektens zullen worden, maar ook ongelijk beter zijde voortbrengen zouden. Hij maakt gewag van eenen perron, wiens zijdewormen even zulke witte en fraaije zijde voortbrengen, als die van Nanking. Om de BengaaH'che zijde te bleeken, behoorde men dezelve, volgens zijne aanprijzing, herhaalde kceren te laaien wecken in een loog van wijngeest en zee-zuur (marine acid), gemengd in evenredigheid als twee en dertig tegen één. Volgens zijn bericht, is 'er geen volk dat meer werkt, noch llegter eet, dan de weevers te Lijon. Zullen deze, voor zich zelve en hunne kinderen, de zeer fobcre maaltijd verdienen, dan moeten zij reeds voor opgang der zonnc het bed verhaten, cn aan hun weefgetouw tot laat in de nacht blijven zitten. Hij zegt, dat 'er geen voorbeeld is van drie op elkander volgende genachten, welke weevers zijn geweest: want het eerftc gedacht wordt zwak, het tweede zieklijk, en het derde komt nimmer tot rijpheid, ten zij het in een grond overgebragt en aan eene bezigheid gehouden worde, die beide gunftiger zijn voor de gezondheid. Volksverhuizingen zijn dikwijls het gevolg dezer harde levenswijze; aangezien geene wetten, noch P 3 ke'  54 REIS door SPANJE. ketenen , den kundenaar en handwerksman kunnen wederhouden van zijn vaderland te verlaaten, wanneer hij daar ten prooi van honger cn wanhoop moet vertrekken. (*) De voornaamde kooplieden en manufacturiers te Lijon worden gezegd protestanten te wezen. Is dit zoo, dan is deze waarnceming een ieders aandacht ©verwaardig; en de invloed van godsdienstige gevoelens, in het belemmeren of bevorderen van naarftigheid en naa-ijver, verdient, als eene (taalkundige vraag, zeer nauwkeurig onderzogt te worden: doch ik zal van dit onderwerp voor het tegenwoordige aftrappen. Dewijl ik al het merkwaardige te Lijon, op mijne voorige reis, reeds bezien hadde, en zeer verlangde van daar te komen, deedt mij zulks met ongeduld acht geeven op het rijzen en vallen van bet water in de rivier. De dag na mijne aankomst in die (bid, begonnen wij tegen den middag eenige hoop op te vatten, dat de jaagfehuit zou durven waagen te vertrekken. Het water droomde af met eene verbaazende fnelheid, en daalde oogenfcbifnlijk, invoegen het wel dra binnen zijne gewoone oevers was terug gekeerd. De pasfagiers liepen nu na de kaai, de fchuit nam haare laading in, en voor twee uuren na de middag dreeven wij reeds met de droom na beneden. Dit vaartuig is voor pasfagiers zeer gemaklijk, heb- Ziet Commerce de Lijon, par M. 1. Aihé bertholoNj &c. &c.  REIS door SPANJE. SS hebbende een goed verdek om in droog weêr daarop te wandelen, en een warme roef of kajuit, tot welke de deftige reiziger, wanneer de lucht koud of regenachtig is, zijne toevlucht neemt. Tusfehen de hooge gebergtens van Dauphiné in eene bogtigc koers doorftuurende , en omtrent twee uuren gaans ieder uur voortdrijvende, kwamen wij, na omtrent vijf uuren gereisd te hebben, te O»drieux, een klein dorp niet verre van Vienne, 't welk om zijne wijn zeer beroemd is. Monüeur david, de herbergier, gaf ons geen gering genoegen, en deedt zich zelve eerc aan, door de forteeringen van welke hij ons proeven aanbood. Hij verkoopt deze wijn tegen zes lov.is d'or de pUcei ieder piêce houdt twee honderd en vijftig flesfen, of ten naasten bij een oxhoofd. Het is een zoete, doch bij uitftek geurige wijn. Den volgenden morgen, zijnde den 21 van Lentemaand, voeren wij'beneden Heremitage voorbij, alwaar de heer larnage, heer van Tain, jaarlijksch omtrent zeven honderd oxhoofden van de allerkeurigfte wijn inoogst, welke vervolgens door zeker koopman te Tain, bourgoire genaamd, aldaar voor zijne rekening verkogt wordt. De luchtftreek en de grond zijn zeker beide gunstig tot het voortbrengen van goeden wijn; echter hangt de bijzondere uitmuntenheid van deze meerendeels af van de keuze en behandeling] der wijnftokken, waarop de heer larnage zijne gehcele aandacht vestigt. Wanneer men Vdeme nadert, nabij welke plaats D 4 dc  $6 REIS door SPANJE. de I/ere in de Rhone valt, maakt deze rivier een hoek na de rechte hand, als ware hij van zijnen gcwooncn loop afgeweeken, en dat hij agter de bergen zich verfchoolen hadde; vervolgens heeft men een zeer aangenaam gezicht op Vaknee, gelegen op eenen rijzenden grond, in eene vlakte van omtrent zes mijlen breed. De bergen zijn hier kalkachtig. Een derzelven, die ten westen van de rivier cn tegen over Valence gelegen is, rijst loodrecht in de hoogte, en vertoont zich als ware hij midden door gefneden: nogthans ziet men het minfte overblijffel niet van die helfte, welke daarvan verboren is gegaan. De laagen of beddingen liggen horizontaal; de grond in de vlakte is enkel zand, doch aan veele plaatfen vol met keilleentjes, tot eene aanmerkelijke diepte. Den geheelen weg die wij tusfehen de bergen afleiden, waarvan fommige nabij de rivier, andere meer afgelegen zijn, zagen wij telkens, het zij op dcrzelver kruinen, of anders tegen het hangen van den berg, de overblijfzels van oude kasteden, welk eertijds ieder zijn klein dorpje van daar befchermen koude, en waarvan eenige de blijken draagen ccner zeer hooge oudheid. Wij bragten dezen nagt door te Ancone, en pasTeerden den volgenden dag voorbij Viviers, de hoofdftad van Vtvarais. Deze kleine bisfehoppelijke ftad heeft eene zeer romaneske ligging, en zou, uit een bekwaam oogpunt befchouwd, het voorwerp tot een zeer bevallig landfehap opleveren. Tegen den middag kwamen wij te Pont St.  REIS door SPANJE. 57 Esprit, welke geringe ftad met eene zeer fraaije fteenen brug pronkt, zijnde vierhonderd en twintig roeden lang, en ruim vier roeden breed. Hier verlieten wij den marquis de Gras en eenige andere officieren, aan welÊeii. ik den geheelen weg over, van Parijs tot hier toe, een aangenaam reisgezclfchap gehad hadde. Thans begon ik mijne reis alleen voort te zetten. Van Lijon tot Avignon, zijnde een afftand van honderd en twee en vijftig "mijlen, betaald men niet meer aan vragt, dan twaalf livres, of omtrent zes guldens hollandsch. De prijzen der levensmiddelen te St. Esprit, zijn door de magiftraat aldus geregeld: osfenvlccsch Vijf fols (of twee en een halve ftuivcr) fchapen* vlccsch zes, bchalven in Junij en September, zijnde alsdan zeven fols het pond. Het arbeidsloon is, in den winter twintig fols daags, doch in de wijn-oogst tien fols, benevens de vrije tafel. Te Pont St. Esprit trof ik een koets aan; die Ieedig terug keerde. Het koste weinig moeite met den voerman overeen te komen, om mij voor de prijs van negen livres tot Montpellier te brengen, zijnde een weg van omtrent zeventig mijlen. Van de oevers der Rhone af, reeden wij, verfcheiden mijlen verre, geduurig opwaards, rijzende de grond allengs hooger. Ik merkte op, dat de kalkftcenen rots hier en daar, hoewel niet overvloedig, doormengd was met klein rond grof zand van wit kwarts. Het land , dat wij doorreisden , is vruchtbaar: de koornvelden zijn omzoomd met p 5 moer-  53 REIS door. SPANJE. moerbeziën - boomen, wijngaarden , vijge -, aprikoos.en perfikke-boomen, welke metëen dienen om dezelve voor de wind te dekken. Na de hoogtens van Faügnilre geftadig opklimmende , kwamen wij door Bagtioh, eene zeer oude maar ellendige ftad-, van hooge wallen ingcfloten, en weleer verdecdigd door een aantal toorens. Nabij de top van deze bergen, ziet men de rimwe uitfteekende punten van de kalkftecnen rots vernield en bloot gelegd door de vorst,door de wind, en door de regen, aan welker geweld deze verhe. ven landftrceken geftadig blootgefteld zijn. Tusfehen deze rotfen kronkelt de weg door, en biedt den reiziger, bij eiken (tap, de betoverendde uitzichten aan van (teile ruuwe klippen, doormengd met de hulst, genë ver-boom , palmen cijpresfen , behalven de thijm, lavendel en eene aangenaame verfcheidenheid van bloemen. Onder deze rijke overvloed, trof mij niet te min de dwergachtige gedaante der genéverbomen en cijpresfen. Wij (liepen 's nachts te Faligniere, een ellendig dorp, dat outtijds verdecdigd wierdt door een kasteel, waarvan de ruïnen alleen overgcbleeven fchijnen, ten einde de inwoonderen aan dcrzelver gelukkiger toeftand te herinneren, nu zij niet langer noodig hebben door zodanige kasteelen befchermd te worden. In deze landlircek gebruikt men geene andere werktuigen tot aanbouwing van de wijngaarden, dan die mede in Cormval gebeezigd worden, namelijk de tweetandige greep en fpadc, welke mis- fchien  REIS door SPANJE. 59 fchien beide van celtifche oorfprong zijn. Men bedient zich daar ook van een ligte zwingel-ploeg, zonder kouter of reestepiank, van een zeer zondering maakfel, voorzien met een lange boom, welke onmiddelbaar aan het juk vastgemaakt wordr. Het ploegen gefchied met twee osfen, die aan de hoorns famen gekoppeld zijn, en door den ploeger zelve bcftuurd worden. De grond is hier zeer ligt- Van VaUgniere af daalden wij beftendig nederwaards,na de beroemde Pont de Garde,zijnde eene Romcinfche waterleiding, welke twee hooge bergen , tusfehen welke de rivier Gardon droomt, aan elkander verbindt. Zij bedaat uit drie boven malkander gebouwde bruggen , te faamen omtrent honderd ,en vijftig voeten hoog; de lengte van het bovende 'of verhevende gedeelte van dit gebouw is agt honderd voeten, doch het onderde, naast bij de rivier, beeft dechts de lengte van vijf honderd voeten. De bencdende brug heeft zes, de middende elf, en de bovende vijf en dertig boogen Het geheel is van groote gehouwen deenen , volgens de Toskaanfche orde, gebouwd, waardoor bet voorkomen van grootsheid en eenvouwigheid in hetzelve zeer gelukkig is vcreenigd. Voortijds diende het, ten einde de dad NistneS van water te voorzien. Omtrent veertig jaaren geleeden heeft men bij dit gebouw nog een brug over de rivier Gardon aangelegd, welke daar zeer noodig was: de genoemde rivier is hier omtrent zeventig voeten breed. Te  Go REIS door SPANJE". Te Remoulin , niet verre van Pont du Garde, hs> Raat de kalkfteen - rots geheel en al uit gebrokea fchelpen, door een kalkachtig cement vereemgd, en vermengd met klein rond gruis van wit kwarts, juist op gelijke manier, als ik bij het opklimmen na Pont St. Efprit insgelijks had waargenomen. Den 23 van Lentemaand kwam ik tegen den middag te Nismes aan, en begon terftond mijne oogen te vergasten, met eene befchouwing van de aldaar voor handen zijnde eerwaarde overblijffelen. Van deze kan men eene nauwkeurige befchrijving vinden in vericheiden boeken , door reizigers uit alle natiën gefchreeven. In het tegenwoordig oogenblik is mijn gemoed bezig met de befchouwing van een ongelijk eerwaardiger voor werp, dan deze gedenktekenen van Romeinfche grootheid; want mijne geheele aandacht is eenig en alleen gevestigd op het bevallig beeld van eenen herder , die alleen voor zijne kudde leefde. Deze was de heer de hecdelievre, laatstoverleden bisfehop van Nismes, een prelaat even uitmuntend om zijn verftand, als om zijne menschlievendheid en godvruchtigheid. Niet te vreden met uit zijne eigen middelen de rampen der behoeftigen te verzagten, vermeer erde hij ook in zijn gebied de voortbrengzelen van den arbeid, door het vieren van verfcheiden uit het groot aantal heilige dagen, welke Hechts de luiheid cn ondeugden voeden, tot op de daaraan volgende zondagen te verfchuiveu. Bij het uitdeden van aalmoefen werdt zijne menschlievenheid door befchcidenhdd bs- ftuurd,  REIS ööor SPANJE. fl ftuurd. Hij was een vijat d van die foort van mildaadigheid, welke uit eene blinde gevoeligheid om> ftaaten geenen anderen grondilag heeft, dan het algemeen medelijden. Hij raadpleegde daarbij te zeiver tijd zijn verftand en hart, en was even min genegen zijne oogen van het zien der ellende af te keren, als om deze enkel te verlichten, ten einde haar pijnelijk gezicht te ontwijken; maar hij bood den behoeftigen altoos zodanige hulp aan, wanneer het gebrek zich openbaarde, als de rede en godsdienst beide moesten goedkeuren; laatende de armen die juiste graad van gebrek gevoelen, welke, zo lang zij hunne vrijheid genieten mogen, altijd noodig blijft om derzelver arbeidzaamheid levendig te houden. Aldus geleek hij den kundigen hovenier, die de kwijnende plant begiet, en niet langer aanhoudt met dezelve te begieten, dan terwijl de hemel zijne regen aan haar onttrekt. Als ecu ijverig voorftander der bijzondere leerftelHngen van zijnen godsdienst, maakte hij geen onderfcheid in de uitoeffening zijner weldaadigheid, en duldde niet alleen hen, die de zelfde leerftellingen niet konden aanneemen, noch overeenftemmen met de godsdienftige plechtigheden in dat land voorgefchreeven, maar dczelven ook wel doende. Dcez' kerkvoogd bragt, door zijne wijsheiden mildaadigheid, te weeg, dat in een tijdperk van vijf en veertig jaaren het getal der inwoonderen van Nismes veel meer dan verdubbelde; want bij, de aaanvaarding van zijn ampt, Hechts twintig duiacnd aldaar gevonden hebbende, had hij echter voor  6a R Ë I S door SPANJE, voor zijn' dood het geluk , van die ftad bevolkt te zien met vijftig duizend zielen, die hem zegenden* Na den 24. van Lentemand, tegen den avond, Montpellier bereikt, en daags daaraan mijne brieven aan den graaf' de jPerigord, gouverneur van die provincie, overgeleverd te hebben, begon ik terftond de gefteldhcid van den grond daaromdreeks te onderzoeken. Het eerde voorwerp dat mijne opmerkzaamheid trof, waren de aspergies, welke hier in 't wild groeijen. Deze wilde aspergies worden wel gegeeten, maar zijn geenzins zo groot, noch ook zo zoet en aangenarm van fmaak , als die in de tuinen aangekweekt zijn. Aan de overzijde der Perou wandelende , vond ik daar een gesnavelde of vogelfchelp - oester ( ostrea rostrata') (*), cn rond ziende, ontdekte ik weldra de plaats, waar dit kostbaar overblijfzel gelegen hadde, toen deze thans verheven grond nog onder de oppervlakte van de zee fchuilde. Hier ziet men een geregelde bedding , omtrent anderhalve voeten dik, van deze cestcrfchalen, onvermengd met eenig ander foort van fchelpen of zelfftandigheid, loopende van het oosten na het westen, gelijk in elke ftecngroeve , welke men in deze richting geopend heeft, kan gezien worden, en zich onder de Perou verbergende. Eenige dezer fchelpen worden gevonden in de overhangende rots, (*) Denkelijk bedoelt de fdirijver liiermede een grijphict, au* enz., door eene kalkachtige verbindftoffe met eikanderen vereenigd^ Van hier heeft men een fchilderachtig uitzicht over de omleggende vlakte, welke met een weelderig groen overdekt, en van ruuwe bergen ingefloten is. De volgende dag fpijsden wij te Bezien, eene bisfchoppelijke ftad,in welke het kanaal van Languedoc beftendig de rijkdommen uitftort,dieuit denlandbouvv voortvloeijen. Het koorn, de wijn, brandewijn, olijven en olie, de voortbrengzelen eener uitgeftrekte hndltreeke, welke eertijds buiten het bereik des koophandels lag, vinden tegen-, woordig in deze Had een fpoedig vertier; terwijl de omliggende gewesten, met zeer geringe vrachtkosten, wederom van daar voorzien worden met de voortbrengzelen der afgelegenfle natiën. Tusfehen Pezenas en Bezien, doch nader aan, de eerstgenoemde plaats, is een bedding van poddingfteen, bedaande hoofdzaakltjk uit blaauwe fchist, welke zijne hoeken en fcherpe randen wel is waar heeft behouden, doch flechts fpaarzaam in eene kalkachtige verbindftoffe verfpreid is. Nader aan Beziers is de kalkfreen belaaden met turbina, osfenharten, mosfelfchaalen,oesterfchaalen en kamfchulpen, welke diep ingedrukt en duidelijk kenbaar zijn. Nog voor den avond kwamen wij teNarbonne, hebbende dien dag een weg van agt en een halve Franfche mijlen (lieues) afgelegd. Deze mijlen zijn van eene onzekere langte, want eenige houden  REIS door SPANJE. 73 den nog geene volle drie, andere wel vier gelfche) mijlen. De geheele weg,van Beziers af, reist men door pene vruchtbaare tóndftreek en gefladige koornvelden, welke befchaduwd worden van wijngaarden, olijf-, moerbeziën-en amandel-boomen, die bij eiken ftap de allerbetoverendfte uitzichten opleveren. Te Narbonne is een kleine rivier, welke, door de nijverheid haarcr inwoonderen, een veel zekerder bron van rijkdom voor dezelven is geworden, dan of het zand van dat riviertje goudltof ware. De droom dort zich uit in een kanaal, meer dan een halve mijl lang, aan welks boorden uitgedrekte tuinen zijn, die bevochtigd worden door waterwerktuigen , van eene opmerkenswaardige eenvouwigheid. Deze werktuigen beflaan uit een rechtdandig rad , van twintig voeten diameter, aan welks buitende omtrek veele kleine fcheppers , of vierkante emmers vast gemaakt zijn,ten einde het water op te haaien uit eenen put, die gemeenfehap heeft met het kanaal beneden, en het zelve vervolgens uit te gieten in een hooger waterbak, welke ter zijden van het rad geplaatst is. De emmers hebben eene zijdeiingfche opening, waardoor zij het water in. neemen en weder uitbuiten. Om de fpil van het rad fluiten vier dunne balken, welke elkander in rechte hoeken kruisfen, en na de uiteinden dunner toeloopcnde, aldus agt ligte armen formeeren. Dit rad is geplaatst in het rondeel, nabij het middenpunt  -?4 REIS door SPANJE. punt van het pad, of de paardeweg, onmiddelbaar aan dc rechtftandige fpil, in welks bovende gedeelte de (taart is vastgemaakt; doch nabij den bodem is het weder omringd van vier kleine balken, uitmaakende agt even zodanige armen, als die om dc fpil van het water-rad (luiten, waarvan ik zo even gefproken heb. Terwijl nu de muilezel in zijn pad rond loopt, vatten deze armen, welke voor tanden dienen, beurteling de armen aan de fpil van het waterrad, en doen dit laatfte ronddraaijen. Dit werktuig, hoedanig men niets cenvouwiger noch beter koop bedenken kan, brengt eene groote hoeveelheid water na om hoog, doch heeft niet te min twee gebreken, welke beide aanltonds in het oog vallen. Het eerfte gebrek beftaat hierin , dat een gedeelte van 't water uit de emmers itort, en in de put terug valt, na dat het reeds tot eene aanmerkelijke hoogte opgehaald was; het tweede is, dat een groot gedeelte van het water, 't welk ontlast zal worden, hqoger dan de waterbak wordt opgehaald, en alleenlijk op dat tijdltip In dezelve wordt uitgeftort, wanneer de emmer het hoogfte toppunt van den cirkel bereikt heeft, en dus op het punt ftaat van wederom te daalen. Beide deze gebreken zijn gemaklijk te verhelpen , door flechts de vierkante emmers aan het eene einde open te laatcn, doende dezelve zwaaijen om een fpil, welke een weinig boven derzelver middenpunt van zwaarte is geplaatst; en wijders dc holte van de waterbak in zodanige richting te zet-  REIS door SPANJE. 77 ten, dat de emmers, terwijl zij loodrecht hangen,' aldaar gefluit wordende, zich om hunne fpil moeten draaijcu, en het daarin voor handen zijnde water uitftorten. Uit de bak loopt het water, door kanaalen, na ieder gedeelte van den tuin. Deze tuinen zijn verdeeld in perken, of bedden, waarvan eenige grooter, andere zeer klein zijn, wordende van elkander gefcheiden door kleine kanaalen, of greppels, uit welke een jongen het water, eerstin de verfte greppels, en vervolgens in de overigen, door middel van een gieter vcrfpreid, tot alle de bedden en greppels, óf met water bedekt, df daarmede opgevuld zijn. Niets kan de overvloedige inzameling hunner tuin- en veldvruchten, noch ook de werkzaamheid van die genen overtreffen, welken in de tuinen en velden arbeiden. Dewijl ik óp deze vermaaklijke wandeling eenige beijen in het oog kreeg, die belaaden na hunnekorven terug keerden, herinnerde mij zulks, dat Narbonne beroemd is om zijne honig, en ik befloot dezelve te proeven, voor ik die ftad verliet. Met dat oogmerk begaf ik mij ten huize van zekeren apotheker, die gezegd wordt altoos de beste te hebben, en het meest daarvan te verkoopen.' Zijn naam is dartiguelongue. De honig welke hij te voorfchijn bragt, was bij uitftek geu-' ïig van fmaak, en had een fraaije witte kleur: deze word te Narbonne verkogt voor vijftien ftulftrs het pond. Hij zendt dezelve, wanneer zij  M REIS door S P A NJ Ej fcij na Engeland moet verzonden worden, aan eenen koopman te Cette. Wij reisden den volgenden dag elf en een halve Franfche mijlen (/ieues) tot Pcrpignan, dc laatfte ecnigzins aanzienlijke ftad na dezen kant in Frankrijk. Men zegt dat zij wel bevestigd is, doch ik ben niet in ftaat daarover te kunnen oordeelen. De geheele weg over is eene zandige grond. De rotfen zijn kalkachtig, en veele der bergen, zelfs tot op derzclver kruinen, met zeer groote brokken kalkftcen bedekt, die van tijd tot tijd zijn afgekruimeld. Het geheel gouvernement van Rousfillon is eene vruchtbaare, en tot aan de voet van de Pijreneen uitneem end wel bebouwde landfteek, overvloeiende in koorn, wijn, olie en zijde, al te famen van de beste hoedanigheid. De fchraale en ruuvve bergen , welke men op eenen afïtand van drie of vier uuren gaans aanfehouwt, leveren eene vertooning op van eenen gansch anderen aart, als het volkomen tegenbeeld zijnde van deze rijke en vruchtbaare valeijen. Zelfs de bergen hieromitrceks blijven in geenen deele onbebouwd, maar ondervinden thans, tot op eene aanmerkelijke hoogte, den voordeeligen invloed der toeneemende rijkdommen van dc met meer overvloed gezegende valeijen, welke zij omringen. Want terwijl men door de bogtige openingen, tusfehen deze gebergten, langzaam na boven klimt, ziet men wijngaarden en olijf boomen in ieder plekje weelderig tieren, waar Hechts de nijverheid middel heeft gevonden om dezelve te kun-  REIS door SPANJE. 79 kunnen planten: zo verre ook de ploeg reiken kan, ftaat men verwonderd over de weelderige groei van het koorn. De uitzichten-, welke men op alle wegen tusfehen de Pijreneen heeft, zijn verrukkelijk. Wanneer men derzelver kruinen begint te naderen-, krijgt men weldra Belgarde in 't oog, als leggende op een berg, die boven alle de overigen uitftcckt, en deze doortocht, of enge pas, tot op eenen grooten afftand verdeedigt. Die vesting, welke de laatfte is in het Fransch gebied, is veel opmerkelijker om haare fterkte, dan om haare i'choonheid. Door geheel Roufülon ontmoet men menigte van menfehen, die aarde in kleine korven op hunne hoofden draagen, uit gebrek aan kruiwagens. Voor de algemeenheid dezer vreemde handelwijze kan ik geene andere reden gceven, dan dat zij dezelve misfehien geleerd hebben van de bergbewoonders, welke voorzeker geen beter manier, om de aarde tegen de fteile opgangen na om hoog te brengen, bedenken konden. De menfehen zij overal meer geneigd tot navolging, dan om de moeite te neemen van zelve te denken, of na nieuwe uitvindingen te zoeken. De ploegen welke men hier gebruikt, zijn gefchikt voor den grond, en overeenkomftig met die ik in mijne reis langs de oevers van de Rhone reeds befchrceven heb. In deze landftreek fpijst men in de herbergen, Voor twee livres aan de gemecne tafel, en betaald vijf  8ö REIS door SPANJE. vijf en veertig fols voor de avondmaaltijd, waaronder begreepen zijn brood, wijn en het nagtverblijf. • Naar maate men de grenzen nadert, vermeerdert ook het getal der tolbedienden, die alleronbefchofst en lastig zijn, wanneer hen de handen niet gevuld worden. Niet tegenftaande derzelver menigte en waakzaamheid, wordt hier nogthans een' zeer aanmerkelijke fluikhandel gedreeven. Men begroot het getal der fmokkelaars, die zich in de Pijreneen onthouden, op meer dan vijftienhonderd, al te zamen lieden welke de ftoutfte en wanboopigfte daaden durven onderneemen; dewijl zij vooraf weeten, aan welke wreede ftraffen zij overgeleverd zullen worden, indien men hen in handen krijgt, zo reizen zij altoos wel gewapend en in fterke benden. Somtijds wordt een commando foldaaten tegen hen afgezonden, doch met weinig vrucht, alzo geen der beide partijen zeer belust is, om met de andere handgemeen te raaken. De fmokkelaars die de minste roemzucht niet bezitten , verlaaten zonder tegenzin het flagveld, en denken op niets anders, ten ware zij eene zeer groote en zichtbaare overmacht hebben, dan om zich met hunne goederen in veiligheid te ftellen; terwijl daartegen de' foldaat, die deze dienst zo wel gevaarlijk als fchandelijk oordeelt, zeer ongenegen is op dezelven aan te vallen. Wanneer deze vermetele avanturiers het ongeluk hebben in de handen der justitie te geraaken, worden eenige van hen gehangen, andere geraadbraakt» en  REIS door SPANJE. 8ï fcn zelfs fommige levendig verbrand (*>• U°e .zeer druischt bet niet aan tegen de menfchelijkheid, dat de regeeringen, door hunne verkeerde ftaatkunde, zodanige ftrikken voor het menschdom fpannen! Hoe gemaklijk ware het daartegen, indien zij Hechts een ander ftelzel van belastingen wilden invoeren, om het leven van zo veele öïi« derdaanen te fpaaren, om deze wreedheden te vermijden, om zo wel die genen welke zich thans aan den fiuikhandel overgeeven, als dia van haar aangetteld en betaald worden ten einde tegen denzelvcn te waaken, eenen voordecligen arbeid te laatcu verrichten, om wijders eene onderlinge gemeenfehap te openen met de ganfche waereld, en aldus de nijverheid, de welvaart en het geluk van elke handeldrijvende natie op den aardbodem , te vermeerderen. Zo lang de regeeringen van Europa zullen voortvaaren met het aanftooken der plaats hebbende na-ijver in het ftuk van koophandel, cn, uit hoofde van zulke zwaare belastingen, den fluikcr zeer groote belooningen voor oogen te houden, zullen zij ook, ieder van hen naar evenreedigheïd, de nadeden daarvan ondervinden ; ieder zal, met opzicht tot de algemcene nijverheid en welvaart, zich door anderen zien dwarsboom C*) De IJsfelijkheid dezer zwaare rtrafoefTeningen in Frankrijk, is de aandacht der nationaale vergadering geenzins ontfnapt. Deze heeft, door een lofwaardig befluit, vastgefteld, dat de doodfchuldigen voortaan op de minst pijnelijke manier, voor hunne overtredingen geftraft zullen worden. Vm, I. Duel. F  8* REIS door SPANJE. boomen; de rcgccringen zullen onder haare burgeren eene menigte van nuttelooze leden tellen; en niet dén onder hen zal krachts genoeg bezitten, op eene behoorlijke waarneeming der wetten aan te dringen. Het is zeker te beklaagen, dat, terwijl de dageraaad der verlichting alötn aanbreekt, en de oogcu van Europa geopend fchijnen om van dat licht gebruik te maakeii, hetzelve nogthans te vergcefsch verfpreid wordt, en de natiën als nog zo weinig moeite neemen, ten einde die zwaare kluisters af te fchwkiaa, welke de onkunde, in de donkere ecuwen van leenroerige regeeringloosheid, overal den koophandel opgelegd heeft. reis  REIS door SPANJE. 83 REIS van de SPAANSCIIE GRENZEN tot BARCELONA. Geen mensch, die niet in eigen perfoon de oudervinding daarvan heeft, kan zich een recht denkbeeld vormen van het wezendlijk genoegen, waarmede een reiziger op eenig land neder ziet, dat hij voor de cerftemaal zal intreden. Ieder voorwerp wordt aldaar voor hem belangrijk. Zijne oplettendheid verkrijgt geftadig nieuw voedzel, door eene weelderige verfcheidenheid van geltalten en van voortbrengzelen , van zeden en van menfehen, waar mede hij tot hier toe onbekend geweest is, en at te tarnen medewerkende, om, naar evenredigheid van zijne achting voor de wectenfehappen, bij elke fchrede die hij doet, zijnen fchat van kundigheden te vermeerderen. De uitwendige gedaante van het land, veele lighaamen uit het planten en dierenrijk , zijn ten zijnen opzichte nieuw, of hebben ten minften iets nieuws voor hem, dat hij te vooren bij anderen niet waargenoomen hadde. Zodanige zelfs, met welke de gewoonte hem reeds gemeenzaam had gemaakt, vertoonen nogthans aan zijn oog nieuwe fchoonheden, uit hoofde van dc afwijkingen , welke zij aan de verfcheidenheid van grond cn van lucht te danken hebben. F 2 Bij  «4 REIS door SPANJE. Bij mijne eerftc intrede in Spanje, na dat ik mijne oogen eenigen tijd had laaten omdwaalen, ten einde een algemeen denkbeeld te verkrijgen van de landftreek, welke onmiddelbaar voor mijn gezicht open lag, werdt mijne opmerkzaamheid fpoedig gaande gemaakt door een verfchijnze], dat diertijds geheel nieuw voor mij was. In het opklimmen van de Pijreneen, ontdekte ik in de hooger ftrcekcn van dat gebergte, na de kalkflcen uit het oog vcrlooren te hebben, niets anders dan fchist,tot op derzelver verhevendfte toppen toe, en terug ziende na de vruchtbaare landsdouwe, welke ik agter mij gelaaten hadde, vermaakte ik mij zelve met op te merken, hoe zeer zij de weelderige groei haarcr veld - gewasfen meerendeels verfchuldigd is aan eene gelukkige vermenging van kalkltccu cn fchist. De rotten, die haare kruinen tot in de bovenfte luchtgewesten opfteeken, zijn aldaar bloot gefield aan de vcreenigde werkingen van vorst en regen; zij kruimelen dus allengs af, cn verbrijzelen tot ftof, dat vervolgens door de winden verftrooid, of door waterftortingen na de valeijen gefleept wordt. Hier formeert de vermolmende fchist alsdan een vette klei, terwijl de kalkfteen, welke zo overvloedig in de laager llrcckcn wordt gevonden, in eene kalkachtige aarde overgaat, cn beide ook het zand mede aangebragt hebbende, dat daarin huisvestcde, vereenigen zij gezamentlijk hunne fchatten, om de daar beneden liggende gronden met eene onuitputtelijke voorraad van vruchtbaare mergel te voorzien. Tot  REIS door SPANJE. 85 Tot dus verre ontmoette ik niets, waar over ik mij behoefde te verwonderen; doch toen ik eindelijk de toppen dezer bergen was overgetrokken,, en nu Spanje ingetreden zijnde, na het zuiden begon af te daalen, alwaar ik nog betovcrender tooneelen, vruchtbaarder velden, en kenmerken van meerder rijkdommen dagt te vinden, zag ik mij in deze mcening jammerlijk bedrogen; want dc gedaante der onmiddelbaar voor mij liggende landltreek had een fcbraal en woest voorkomen, zonder dat mijn oog daarin een enkel vrolijk plekje gronds ontdekte, waarop ik mijne opmerkzaamheid met ceuig genoegen kon gevestigd houden. Ik beken, dat ik in den eerden opflag zeer genegen was, deze akelige vertooning, óf aan gebrek van nijverheid van den kant der inwoonderen, óf wel aan eenigerhande misdag in dc ftaatkundige huishouding van dit rijk toe te fchrijven; doch ik ontdekte, bij nader onderzoek, wel dra de wezendlijkc oorzaak dezer onvruchtbaarheid, in de fchraale geüeldheid van het aardrijk, en in het ontbeeren van die twee onwaardeerbaare voedfters van het groeizaam leven, te wecten de kalkfteen en de fchist, welke alleenlijk aan dc noordelijke zijde van de- kruinen der bergen gevonden worden. Want zo baast men aan dc zuid-zijde begint af tc daalen, verandert den aart der rotfen, cn men ontmoet 'er bijna niets anders dan graniet. Deze om Handigheid is niet alleen aan de Pijrenccn bijzonder eigen. Zij wordt mede in andere Iiooge berg-ketens waargenomen, en is bij gevolg, F 3 ott-  86 REIS door SPANJE, onzer oplettendheid over waardig. Ik zal haar dus, bij eene volgende gelcgendheid, nader onderzoeken , en intusfchen maar alleen aanmerken, dat die aarde, welke uit de ontbinding van graniet ontftaat, altoos zeer ongunstig is voor het plantenrijk. Want hoewel de genoemde ftcen alle de famenftellende deelen des mergels bevat, heeft nogthans het zand daarin te veel de overhand, en de evenredigheid van de daarmede vermengde kleij is zoo gering, dat daauw tu regen zeer weinig tot de voeding der planten kunnen toebrengen; aangezien deze vogten het zand veel te fehielijk doortrekken, óf ook te fnel weder uitwaasfemen, en zich met de dampkrings-lucht vermengen. De evenredigheid dezer inmengzcls, welke men bevonden heeft de meeste vruchtbaarheid aan te brengen , is , wanneer de grond beftaat uit gelijke deelen van klei en kalkaarde, vermengd met een vierde gedeelte des geheels zuiver keizei-zand. Het uitmuntende van die evenredigheid is bewezen door de procfneemingen, welke de heer t i l i. e t des wegens heeft genomen, en te vinden zijn in de gedenkfehriften van de academie der weetenlchappen, voor het jaar 1772. Men kan het Pijreneesch gebergte met geene mooglijkhcid overtrekken, zonder zich te verwonderen over de wijsheid van het tractaat, in het jaar 1660 gefloten, en waaraan dat gebergte zijnen naam gegeeven heeft, als zijnde daardoor de Éatuurlijkfte van alle grenzen, de oceaan alleen uitgezonderd, tusfehen twee groote handeldrijvende na-  REIS door SPANJE. 87 natiën vastgedeld. 'Er is een tijd geweest, toen nog rivieren aangemerkt wierden ais de onwraakbaarde grensfcbeidingen voor eenen ftaat; dan ueze veranderen bunnen aart, naar maate de befchaavmg bij een volk toeneemt, en zij worden thans van alle natiën, als het kostelijkst gedeelte hunner bezittingen aangemerkt. Zwaare bergketens hebben integendeel gemeenlijk overvloed aan enge doortochten, welke gemakbjk verdcedisrd kunnen worden, en dienvolgens de natuiu-lijkde, zo wel als de derktde grenzen mtmaaken,tegen eenen machtigen nabuur. Het middenpunt, of de grenslijn omdreeks de toppen dezer be-en, wordt even doorgaans bepaal*, door de fcheiding van het water, 't welk na de ééne of de andere zijde van het gebergte af/droomt; en ncwijl zodanige kruinen zeer zelden bekwaam zijn tot den landbouw, laatenzij ook doorgaans cenc toereikende ruimte over, welke de vruchtbaarder bezittingen der twee «abwrige naden van elkander alzondert. üc alleen nuttige voortbrengzelen van het plantenrijk op deze hooge bergen, zijn de groen-eik (ilex) en de korkboom , welke laattte , uit hoofde van zijne fchors, zeer voordeelig is. Wanneer deze boomen vijftien jaaren oud ge worden zijn, begint derzelver nuttigheid reeds te blijken; zij worden alsdan voor de eerstemaal gcfchild, doch deze fchors is nog maar alleenlijk goed tot branddoffe. Agt jaaren laater gefchied dit voor de tweedemaal; de fchors is dan ongelijk bcF 4 cr'  88 REIS door SPANJE, ter, doch krijgt haare volkomenheid niet eerder dan ten einde van het derde tijdperk, waarna deze boomen, nog honderd en vijftig jaaren lang, alle tien jaaren eene nieuwe inzameling van zeer goede vcrkoopbaare fchors opleveren. Men fchilt ze in de maanden Julij en Augustus, daarbij zorgvuldig toeziende om de binnenlte bast niet te kwetzen. Van Perpignan tot Jonquera, een dorp bewoond door zes honderd en zeven en twintig zielen, en het eerfle dat men van dezen kant, na zijne intrede in Spanje, ontmoet, is de afïfcuid zeven Franfche mijlen, of vier Franfche posten. Hier beginnen de herbergen derzelver geheele armoedigheid reeds ten toon te fpreiden. Mm ziet daarin geene bedfteden meer, maar in de plaats daarvan alleenlijk drie planken, rustende op fchraagen, om een matras te onderftcunen; wijders geene bed - gordijnen , noch glazen in de vensters, Het is niet onvermaaklijk te zien, hoe de boeren als om ftrijd, zich oeflenen in de kunst, om te drinken zonder de fles met hunne lippen aan te raaken; en de hoogte uit welke zij het vogt, met eenen geftadigen Aroom, in den mond laatcn vallen, zonder hun doel te misfen, of een enkele droppel te vcrfpillen, is in de daad verbaazend. Zij bedienen zich tot dat einde van flesfeu met een zeer nauwen hals, en leeren, van hunne kindsheid af, met eenen wijd geopenden mond te flikken. Op den ioden Van Grasmaand verlieten wij Jun~ quera met het krieken van de dag, neemende een' geruimen tijd onzen weg ter zijden van een beekje,  \ R E I S door S P A N j E. 89 je, dat des winters in een' geweldigen ftroom ver-/ andert. De grond, gelijk ik wel verwagt badde, beftaat uit 1'chraal zand; nogthans is het bebouwd land bedekt met wijngaarden, olijf - boomen cn rogge, het onbebouwde daartegen heeft overvloed aan korkboomen. Aan den voet der Pijreneen vinden wij eene uitgeftrekte valei, van alle kanten door bergen ingelloten,behalyen dat zij alleenlijk eene opening heeft na de zeekant, zijnde nabij CastiHon de Emfiurias, in de baai van Rofes. In deze groote •vlakte, of liever kom, die, wanneer wij uit de hoogte op dezelve nederzien, een vlakke en effen bodem fchijnt te hebben, zijn eene menigte van heuvels, waarvan fommige ftijl, andere met eene zagte helling oprijzen, cn overdekt zijn met onderfcheiden foorten van aarde , doch inzonderheid met vergruisde of vermolmde graniet. Plaatfelijke omHandigheden hebben aan de deelen van dezen ftcen eene meer dan gewoonc evenredigheid van klei bijgezet, waardoor de anders zeer onvruchlbaare kwartz uitneemend vruchtbaar is geworden. Van Junquera heeft men drie uuren gaans tot Figueras, eene ftad van vier duizend zes honderd en veertig inwoonders, waar dc Spanjaarden thans bezig zijn met het bouwen van eene vesting, welke onderdek! wordt onwinbaar te zullen wezen. Wat haare flerktc aanbetreft, ben ik geen bevoegd rechter om daarover met grond te kunnen oordcelen; doch de fchoonheid aangaande, kan ik mij niets fraaijers van dien aart verbeelden.. In dezelve zijn barakken voor honderd cn vijftig compagnien p 5 voet-  po REIS door. SPANJE. voetvolk en vijfhonderd paarden; wooningen voor zestig officieren, hebbende ieder een keuken, een eetkamer, en twee ruime flaapvertrckken; voorts eene lange rei van magazijnen tot het bergen van levensmiddelen, en vier kruid - magazijnen , alle z^er ruim, net, fraai, en zodanig gebouwd, dat zulks door geene bomben kan vernield worden. Om de bezetting van water te voorzien, is onder de paradeplaats een groote water-bak, waartoe dezelfde fteengroeve dient, uit welke alle de fteenen voor deze uitgeltrekte gebouwen gehaald zijn. De wallen , in het meerder gedeelte van de vesting, zijn uit de levendige rots gehouwen, en worden door toereikende bastions verdeedigd. Men zegt dat twaalf duizend mannen in ftaat zullen wezen om deze werken genoegzaam te verdeedigen. In haare nabijheid is nogthans een heuvel, van waar mert de vesting kan beftrijken; doch het lijdt geen twijffel , of het geduld en de nijverheid deiSpanjaarden zal hem voorzeker uit den weg ruimen, of ten minften tot beneden het waterpas hunner werken flechten. Men zal bezwaarlijk een recht denkbeeld kunnen vormen, van den verbaazenden arbeid, welke aanhef dichten dezer vesting verfpild is; doch op gezag van lieden, die in daat zijn dezelve te berekenen, mogen wij met grond beweeren,dat indien zodanige arbeid en kosten bedeed waren tot de verbetering; van het aardrijk, het aanleggen van boerderijen, het graaven van kanaalen, het verbeteren der wegen, en het aanmoedigen jian vreemde-  REIS door. SPANJE. 91 delingen om zich in Spanje neêr te zetten,in plaats van fterktcns te bouwen, ten einde hen daaruit te weeren , daardoor in dc gedaante des geheelen lands eene zeer merkelijke verandering, niet Hechts door een ongelijk fraai jer uitwendig voorkomen, maar ook ten aanzien van zijne fterkte, zou plaats gehad hebben. De dwaasheid van alle aanvallende oorlogen begint hoe langer hoe beter in Europa begreepen te worden, doch vooral in Frankrijk; en wat de verdcedi-ende oorlogen betreft, bewijzen de tegenweer van Amerika door haare gelukkige uitkomst, als mede die van Corüka, welke laatfte, hoewel niet gelukkig uitgevallen, aan Frankrijk ten minsten vijf maaien zo veel gekost heeft, als zijne geheele aldus verkreegen bezitting waardig is, dat een land,fchoon uit zich zelve maar tamelijk fterk, doch 't welk door deszelfs eigen ingezetenen behoorlijk verdcedigd wordt, geene vestingen noodig heeft, ten einde de aanvallers te rug te drijven. Groote vestingen kosten niet alleen onnoemelijke fommen bij den cerften aanleg, maar ook vervolgens zo verbaazend veel van onderhoud , dat zij gemeenlijk uit dien hoofde meer of minder in verval geraaken. Zodanige vestingen vercifchert daarenboven, ieder op haar zelve, eene kleine armee tot verdccdiging, cn wanneer het oogenblik van beproeving daar is, kan het verlies van dezely_-n dikwijls alleen afhangen van dc lafhartigheidof verraadcrij des bevelhebbers. Wel verre van het vaderland cn deszelfs inwoondcren te beveiligen > worden zij aldus niet zelden eer.e veilige fchuil- plaats  92 REIS door SPANJE. plaats voor den vijand. Is de verdeedigiug daarvan aan dappere en kundige mannen toevertrouwd, onderleid zijnde dat het land wel bevolkt is en goed beftuurd word, dan is evenwel de vraag, of men van dezelven en hunne onderhoorige, benden in het veld niet meer dienst zou kunnen verwagten, dan wanneer deze in eene vesting opgefloten zijn? De hardnekkigde tegenftand welke de Romeinen ooit ontmoet hebben, werd haar geboden van eene ftad zonder wallen. Uit eene onlangs gedrukte redevoering van den graaf van hertzberg, blijkt het gevoelen des laatst overleden konings van Pruisfen nopens dit onderwerp: want, terwijl die monarch ongemeen zuinig was ten aanzien van het onderhoud zijner vestingen, en maar geringe lommen daaraan betteedde, was hij in tegendeel zeer mild bij het aanmoedigen des landbouws en der manufactuuren in zijne Itaaten, waaraan hij groote fchatten verfpilde. Hierdoor heeft hij, behalven meer andere voordeelen, in een kort tijdvak van Hechts weinige jaaren, honderd en negen en dertig dorpen gedicht,en in dezelve aan twee en veertigduizend zes honderd en negen huisgezinnen wooningen bezorgd, langs de oevers van de rivieren de Oder, de Have/ en de Elve; mitsgaders nog voor drie duizend huisgezinnen aan AcNetz cn I-Vartha. ■ Vestingen zijn alleen noodzaaklijk ter verdcediging van onwettig aangemaatigdc heerfchappijen, of om de grenzen van eenen daat te beveiligen tegen de invallen eener barbaarfche natie, welke niets anders dan roof en plundering bedoelt. Da  REIS door SPANJE. 93 De prijs der levensmiddelen te Figueras is zeer opmerkelijk: oslenvleesch en brood kosten ieder omtrent twee blanken het pond trois gewicht , doch het fchapenvlees negen duivers. De reden van dit buitengemeen verfchil is geen ander, dan dat men 'er met osfen ploegt , en zeer weinige fchaapen heeft. Tusfehen deze ftad en Col de oriol, bedaat de rots, waar dezelve zichtbaar is, uit kalkdeen. Van Figueras tot Gerona is de afdand zeven uuren. Omtrent half wegen tusfehen deze twee plaatfen, trekt men over eenen hoogen berg, la Cuesta Regia genaamd. Onder bet opklimmen ziet men in de eerste plaats een foort van poddingdeen, bedaande uit 'gladde afgeronde korrels keizei-zand, welke door eene kalkachtige verbindftoffe zijn vereenigd; vervolgens, van het middende gedeelte van dien berg, tot op deszelfs kruin toe, in tegendeel fchist. Aan de andere zijde wederom nederdaalende, ontmoet men beneden bij den voet op nieuw dezelfde foort van podding-deen, waaruit ik befluit, dat deze den geheelen grondflag van den berg uitmaakt. Dit verfchijnzel is zeer opmerkenswaardig, en verdient wel een nauwkeuriger onderzoek en befchrijving, dan een haastig reiziger daaraan bedeeden kan. Gerona is zeer vermaaklijk gelegen tegen eene afhellende fchuinte,het uitzicht hebbende na het zuidwesten , en gevoed wordende door eene waterrijke en vruchtbaare valei, welke voor de middagzon open ■ftaat, doch ten oosten en noorden ingeflotcn is van hoo-  94 REIS door SPANJE, hooge bergen, die haar tegen de guure winden beveiligen. De geheele ftad fchijnt van dc voorfchreeven poddingfteen gebouwd te wezen. Het aardrijk, dat uit zand cn klei beftaat, brengt veelerhande foorten van graan en voort; gelijk boonen, erwten, vijgeboonen (lupinen}, tarwe en gerst,als ook fpurric cn klaver. Men delft dit land om met orietandigc greepen, of vorken, of gebruikt daartoe even zodanige ploegen als ik te vooren heb befchreeven; met dit onderfcheid alleen, dat zij flechts een ftaart hebben, en in plaats van pennen, voorzien zijn van wee ijzeren vleugels aan de fchulp vast gemaakt, (trekkende zich wat verder uit dan dc kip, ten einde ecnigermaate de plaats van recstcplankcn Qmould-boards) te bekleeden. Dc ploeg wordt van osfen voortgetrokken. De geheele weg over, tot Mataró toe, beftaat de grond, zelfs het zand langs dc zeekust, uit niet:; anders dan de kwarts cn giimmer- deelen van vermolmde graniet: waar deze van haare kleideelen niet geheel en al beroofd zijn, kan zodanige grond bekwaam gemaakt worden om eenige planten te voeden. ■ Met gebeurt maar al te dikwijls, dat men, zonder genoegzaam onderzoek, overhaaste gevolgtrekkingen opmaakt uit zekere omftandigheden. Doch indien het mij geoorloofd is, bij deze gelcgendlieid, eene waarfchijnlijke gisfmg aan den dag te leggen, zonder mij daardoor aan gelijke befchuldif»ag bloot te ftellen, zou ik het als mijn gevoelen •opgecven, dat overal waar glasaartig zand in menig-  REIS door SPANJE. 95 nigtc gevonden wordt, het zij nabij de zee, of op kalkachtige bergen, zulks altoos van de graniet afkom ftig wezen moet. Na vier en een halve Spaanfche mijlen van Gerona afgelegd te hebben , kwamen wij te Granotta, daar wij ftil hielden om ons middagmaal te houden. Op den afftand van iets minder dan drie en een halve zodanige mijlen van Calella, befpeurt men eene aanmerkelijke verandering in de gedaante van het land; want de valei daar ter plaatfe verhaten hebbende, beklommen wij nog eens de bergen, welke, gelijk ik wel verwagt haddc, uit graniet beftaan. Zodanige verfcheidenheid is niet onaangenaam; want hoewel deze bergen nauwlijks gefchikt zijn voor eenige landbouw, behalven de wijngaard, heeft nogthans de natuur haar niet geheel verwaarloosd, maar ze met meer dan gcwoone mildaadigheid gekleed in altoosduurend groen, en in ruime overvloed befchonken met de fraaije haagappel-boom (arbutus), benevens eene rijke verfcheidenheid van blocmdraagende heesters cn welriekende kruiden. . Zo haast wij deze altoos geurige bergen over waren, daalden wij nogmaals neder in eene valei, welke, door hooge klippen, tegen de aanvallen der zee beveiligd wordt. In deze valei trokken wij door eene rivier, die de gefteldheid van het land, waardoor zij hecnenftroomt, eenigermaate aanwijst: want hoewel het water in dezelve diertijds zoo 3;iag was, dat zij zonder het minfte gevaar kon doorgewaad worden, ftroonit nogthans deze zelf-  S>6 REIS door SPANJE. de rivier, na fterke regenbuijcn, met ontembaars woede, en ileept alsdan alles mede, wat zij in haaren weg ontmoet, Dewijl de bodem van de valei vlak land, en de grond, tot eene aanmerkelijke diepte, fchraal zand is, 't welk geene natuurlijke famenhang heeft, zo hebben de wat erftortingen, die door geene vaste oevers beteugeld worden, het bed daarvan allengs verwijderd tot bijna een vierde van eene mijl. Dit zand is klaarblijkelijk afkomftig van graniet; doch de geduurige affpoelingen waaiaan het bloot gefield is, hebben het volkomen beroofd van alle kleideelen, met welke het weleer vermengd geweest is.. Toen wij deze rivier,niet verre van haaren mond waren overgetrokken, beklommen wij een' heuvel, van wiens kruin wij neder zagen op eene zeekust, waar de geheele natuur een buitengemeen fraai gezicht opleverd. In de landftreck, die wij nu agtcr onzen rug lieten, hadden de wijnftokken nog niet begonnen uit te botten, en men hoorde 'er geen vogeltje op het gebergte zingen: hier, daartegen, vertoonden de wijnftokken reeds wijd uitgefpreide takken, belaadcn met bloczems en jonge vruchten, terwijl het pluimgedicrt als om ftrijd fcheen te ijveren , wie van hetzelve onze ocren met het verrukkelijkst gezang fireelen zoude. De laager heuvels waren overdekt met wijngaarden en olijf boomen; en op de zee zag men eene verbaazende menigte van visfehers vaartuigen overal verfpreid. Van deze bekoorlijke plaats, ontdekt men insgelijks, zo verre het oog reiken kan, een groot aantal dorpen. In  REIS door SPANJE. 97 fel een derzelven, CalelJa genaamd, dat, volgens den aart der Spaanfche taal, Caiklia wordt uitgefproken, namen wij dien nacht onze huisvesting. Het bevat agt honderd en agt en zestig inwoonders, en heeft omtrent vijftig visfchers vaartuigen. Den volgenden ochtend, toen wij onze reis ten vijf uuren voortzetteden, werd ik van verwondering getroffen, op het zien van kinderen, oude mannen en vrouwen, die ieder een kleine kerf droegen, en al te famen, even als in het zuiden van Frankrijk, zorgvuldig de uitwerpzelen bijeen vergaderden, van de daar voorbij gaande paarden en muilezels. Deze gewoonte, welke de fchraalheid van het aardrijk aanduidt, bewijst oogenfchijnlijk, dat de ingezetenen alhier, ten minden om hunne nijverheid , alle lof verdienen. Het gedrag der boeren in 't westen van Engeland, is juist het tegendeel hiervan. Want terwijl deze, wat de mesting van hun land betreft, zich geheel en al verbaten op het zand en de zee-wieren , welke den oceaan opleverd, verzuimen zij intusfehen een nuttig gebruik te maaken van de veel rijker bronnen van overvloed, uit hun eigen vee voortfpruitende. Het is waar, zij houden aldus wel dat geen in waarde, wat de Cataloniers verfmaaden; doch de laatften zijn wederom zeer zorgvuldig in het opzamelen van fchatten, welke de anderen toelaaten dat verloore.n gaan: het ver' fhndigfte in dezen zoude zijn, zich van beiden te bedienen. I, Deel. G De  93 RËIS door SPANJE. De weg van Calella tot Mataro, zijnde omtrent Vier uuren gaans, loopt geheel en al langs de zee» kust, het eerde gedeelte over rotfen van graniet, het laatfte over het ftrand. Mataro, een blocijende zeehaven van negen duizend zes honderd en negen en zeventig inwoonderen, werdt, om zijne getrouwheid en verkleefdheid aan de thans regeerende familie, tot eene ftad Verheven. In dezelve zijn drie munniken- en twee nonnen-kloosters, benevens een algemeen gasthuis. Deze ftad geeft bezigheid aan negentien weefgetouwen en zestien kousfen - weeverijen; men maakt 5cr insgelijks eene menigte van kant, drukt 'er veele linnens voor den uitvoer na Amerika, en zij is beroemd om haare uitmuntende roode wijn. Nauwlijks ziet men in de ftraaten een ledigloopend mensch; doch het is met dat alles te bejammeren, dat zo veele arbeid verlooren gaat, ten aanzien Van de genen die zich met de lint - weeverijen beezig houden: want in plaats van verfcheidcu ftukken te gelijk, of in de:ns af te weeven, zijn alle hunne getouwen enkel. Komt zulks voort uit onkunde , dan behoorde de regecring zorg te draa1gen om hen beter te laaten onderrichten; maar is het een uitwerkzel van vooroordeclen, dan moest men deze lieden, door het aanbieden van eerebelooningen, uitlokken, om hunnen kostclijken tijd beter te bezuinigen. Door geheel Catalonien ftaat men verwonderd bij eiken ftap, over de arbeidzaamheid der inwoonderen, die, van den vroegen morgen tot den laaten  REIS door SPANJE. 99 ten avond hun werk in iiet veld verrichtende , met ongelooflijke moeite een aardrijk vruchtbaar maaken, dat van de natuur gedoemd fchijnt om maar alleen dón wijnftok te voeden. Doch zo haast is men tot Mataro niet genaderd, of men verwonderd zich nog meer, op het zien der caaromftrecks liggende landhoeven , welke al te famen als zo veele tuinen aan te merken zijn, verdeeld in perken van omtrent vier voeten breed, met een greppel of kanaal voor ieder bed, om het water door te laaten. Ieder landhoeve heeft zijne eigen noria (*)i zijnde een foort van ketting - pomp , welke, uit hoofde haarer bijzondere eenvouwigheid, eene uitvinding fchijnt te wezen van zeer lang voorleden tijden. De landbouwers fcheppen eiken morgen, door middel van dit werktuig, zoo veel water uit de bron, of put, als zij oordeelen voor eenen ge? heelen dag nöodig te hebben, cn verdeden het des avonds over ieder gedeelte van hun land, naar maate den aart der vruchten, welke hetzelve voortbrengen moet, zulks vereischt. Dc bakken, in Welke zij het water overgieten, houden omtrent twintig, dertig, zelfs veertig voeten in 't vierkant, en zijn drie voeten hoog boven de oppervlakte van den grond. De fteencn muur, welke na het water fchuinsch afloopt, dient voor de vrouwen, om aldaar hun linnengoed te wasfchën en te beuken. (.*) Het Spaansjch woord noria of enoria, betekend eigenlijk een rad, om warcr mede te putten. Vert. G 2  iso REIS dooi» SPANJE, ken. Het aardrijk, uit louter zand van vermolmde graniet bellaande, is zoo ligt, dat men 'er niet meer dan twee osfeii, of één paard, of zelfs maar één muilezel voor de ploeg behoeft te fpannen; nogthans wordt hetzelve, door medewerking van het Water, zeer vruchtbaar gemaakt, en brengt op eenen zelfden akker koorn, wijn, olijven en oranje-appelen voort. De Amerikaanfche aloë wordt hier geplant, om voor heiningen te dienen. Toen wij Barcelona naderden, moesten wij eene rivier overtrekken, in welke ik omtrent vijftig misdaadigers lelde, alle in 't groen gekleed, en beezig met het bed daarvan te zuiveren, terwijl eenige fchildvvaclïten, op bekwaame afltanden geplaatst, ben beletteden te ontfnappen. Het fpruit waarfchijnlijk uit minachting jegens deMooren voort, dat de Spanjaarden hunne fnoodfte misdaadigers, cn zelfs de beulen, in 't groen kleeden, welke dc geheiligde kleur is der Mahomedaanen, doch inzonderheid in Afrika. Van Montpellier tot Bellcgardc is de weg overal breed, cn wordt uitneemend wel onderhouden; maar zo dra heeft men zijne voeten op het Spaansch grondgebied niet gezet, of het tegendeel vindt plaats, tot omtrent twee uuren van Barcelona af, fchijnende het bijna, als of 'er, federt de fcheppinge der waereld, hoegenaamd geene moeite was genomen , ten einde voor het gemak, of de fpoedige voortgang, noch ook zelfs voor de veiligheid van zulke reizigers te zorgen, die zich in de noodzaaklijkheid bevinden van dezen weg te moeten nee-  REIS door SPANJE. ioi neemen. Zodanige wegen moeten voorzeker aan eenen Engelschman allerellendigst toefchijnen ; doch zo wij terug zien op een tijdperk van dei tig of veertig jaaren geleeden, toen onze meeste biunenlandfche wegen nog in gelijken toeftand waren , en in 't oog houden hoe zeer dezelve naa dien tijd verbeterd zijn, dan is 'er nog al eenige gegronde hoop, dat de arbeidzame Catalonier eens eindelijk zijne aandacht vestigen zal op een voorwerp van zo groote aangelegenheid, en onze kinderen, die deze vermaaklijke laudftrcekcn bezoeken willen, met minder gevaar en meer gemak door dezelve reizen zullen, dan hunne vaderen voor hen gedaan hebben. Ten zuiden van de Pijreneen is de lente-zon zeer verkwikkelijk voor den reiziger; nogthans gaat dit bevallig jaargetij voor hem verzeld met eene omftandigheid, welke, bij een roomschgezind volk, niet zeer aangenaam, noch ook voor zijiie gezondheid zeer' bevorderlijk wezen kan. Hij moet namentlijk leeren, om zich, geduurende de veertig dagen van onthouding, alleen te voeden met visch en groetens; want hoewel men thans in Spanje, door bijzondere toelaating, vier dagen in de week vlccsch mag eetcn, zijn nogthans weinige der ingezetenen genegen, om van dat voorrecht gebruik te maaken. Het gerijf in de herbergen en op den weg, is meer dan tamelijk goed, cn boven dien beter koop dan in Engeland of Frankrijk. Men betaald voor eene volante, me: een' goeden muilezel befpannen, G 3 be-  ros REIS door SPANJE. benevens den wegwijzer, de verteering der beide laatften daarbij gerekend, niet meer dan vijf fchellingen (*) daagsc'h; wijders, vijftien Huivers voor het middagmaal, zonder eenige bepaaling in de hoeveelheid van wijn, twintig Huivers voor het avond-eeten en bed, en in den morgenftond twee Huivers voor chokolaad. Alzo deze prijzen op dien voet geregeld en vastgcHcld zijn, kunnen dezelve nooit aanleiding geeven tot eenig gefchil met den waard', waartegen ook zelfs de gcduldigfte reiziger, niet zelden in Frankrijk genoodzaakt is, daarover met de herbergiers te krakeelen. Overal ziet men in dit land zwaare lasten door osfen voorttrekken; men ontmoet deze dieren alom op de wegen, en zij gaan met eenen lugtigen tred. Omtrent vijf en vijftig Huivers Hollandse!). Vstt. BAR-  REIS door SPANJE. 103 BARCELONA. Ik had op deze reis te meer fpoed gemaakt, om het genoegen te hebben van de laatfte week in de vasten te Barcelona door te brengen, en het beeft mij naderhand ook niet berouwd , zo veele moeite te hebben genomen, om bij de plechtigheden van dezelve tegenwoordig te zijn. Dc burgerij doet mislchien nergens zoo veele kosten, en geene overheid kan zorgvuldiger wezen ten einde alle ongeregeldheden daarbij voor te komen , dan dc burgers en ftads-regeeriug van Barcelona, ten tijde der plechtige omgangen in de paslicweek. Op woensdag den twaalfden van Grasmaand kwam ik in deze ftad aan, en bezogt den volgenden morgen vroegtijdig de kerken, om de toebereidzelen te bezien, welke men gemaakt hadde voor het fchouwfpel van dien avond, aan welke men het laatfte lijden van onzen Verlosfer zou vertoonen. Jk vond in ieder kerk twee levensgroote beelden, die boven alle andere», welke aldaar hunne gevvoone ftandplaats hebben, uitmunteden, en thans de onmiddclbaare voorwerpen van de godsdienftige eerebewijzing des volks waren; liet een verbeeldende den Zaligmaker vauhetkruis G 4 at"  104 REIS door SPANJE. afgenomen, het ander de maagd maria in haarebeste opfchik, doch van zeven zwaarden doorboord, en over het liggend lighaam van haaren zoon leunende. Een foort van toouccl, voorzien met verfcheiden renen van pilaaren, op welke eene menigte van wasch-kaarsfen flonden, verfpreidde een' ongemeenen glans , terwijl een welluidend koor-gezang de ooren der aanfchouweren ftreelde. De ftraaten waren dien geheelen voor de middag opgevuld met meer dan honderd duizend menfehen, die beftendig van de ééne kerk na de andere liepen, ten einde hunnen blaakenden ijver en godsdienfhgheid daar door aan den dag te leggen, dat zij zich in ieder van dezelve diep ter aarden boogen, en de voeten van het geëerbiedigst beeld kusten. De meeste der aanfehouwers waren inboorlingen van deze ftad; doch bij zodanige gelegendheden wordt Barcelona ook bezogt door zeer veele lieden uit de nabuurige dorpen, en zelfs eenige uit afgelegene provinciën. Tegen het vallen van den avond begon de ftaatelijke omgang, gaande langzaam en zeer plechtig langs de ftraaten. Alles was daarbij wel geregeld, en in de beste orde. Het laatfte avondmaal van Christus met zijne leerlingen gehouden, de verraaderij van judas, verzeld van de priesters en krijgslieden, de geesfeling, de kruisfiging, de afneeming van het kruis, de zalving van het lighaam , de begraafnis, en alle verdere omftandigheden hiertoe behoorende, als mede de voornaamfte gebcurtenisfen welke op het lijden van onzen Za-  REIS door SPANJE. 105 Zaligmaaker onmiddelbaar volgden, wierden al te famen vertoond door levensgroote beelden, welke, in eene juiste en geregelde orde, op verheven dellaadjen geplaatst waren. Van deze mogen fommige in de daad prachtig genaamd worden, en alle waren zoo volkomen rijk verfierd, als' fnijwerk, verguldzel, zijde Moffen, brokaad, fluweel en het fraaiirc borduurzel, door de bekwaamde kundenaars vervaardigd, dezelve met mooglijkheid konden opfchikken. Geene kosten waren 'er gefpaard , noch ten aanzien van de daartoe gebeezigde doffen, noch van kunstbewerking, noch van vvaschkaarfen, welke, bij deze gelegcndhcid, in eene verkwistende overvloed gebezigd wierden. Ieder van deze dellaadjcn werd gedragen op de fchouderen van zes mansperfoonen, die echter volkomen verborgen waren onder een dekkleed van zwart fluweel, dat,van derzelver kanten afhangende, tot digt aan den grond reikte. De procesfie werd opgeleid door een goed aantal mannen, in het gewaad en de wapenrusting van Romeinfche krijgslieden , en gefloten door de foldaaten van het garnizoen. De onmiddelbaare afdand tusfehen deze voor - en agterhoeden, was opgevuld door de zo even befchreevenc groepen van beelden, verzeld van agt honderd burgers, gekleed in zwart geverwd dijf linnen met los hangende ficepcn, draagende ieder een flambouw in de hand. Beha'ven deze waren 'er ook nog honderd en lachen* tig boetelingen, welke mijne opmerkzaamheid meest aan zich trokken. Gelijk dc eerden, droegen zij G 5 ieder  ïo6 REIS door SPANJE. ieder een flambouw in de hand, doch hunne kleeding was zeer bijzonder, als hebbende eenigzins de gedaante van een jas, welke om het bovenlijf digt fluit en bijna tot op den grond afhangt , zijnde gemaakt van donkerbruine faai, met een kap op het hoofd, gelijkende na 't geen men gemeenlijk een zots-kap noemt, te wectcn kegelvormig, en bedekkende het hoofd en aangezicht volkomen, doch met gaten voor beide de oogen voorzien. Het oogmerk van deze zonderbaare kleeding is, de boetelingen onkenbaar te maaken , op dat zij zich niet behoeven te fchaamen. Dezewierden gevolgd van twintig anderen, die, het zij uit hoofde van een knaagend geweeten, of omdat zij zich aan fnooder misdaaden fchuldig gemaakt hadden, of daartoe gehuurd waren, of wel met het menschlievend oogmerk, om tot de algemeene fom der verdienden, ten behoeve van dekcrk, grooter aandeel toe te brengen, de procesde bloots voets bijwoonden, fleepende zwaare ketenen , cn draageude groote kruisfen op hunne fchoudcrs- Deze manier van boete te doen is zeker vrij gedreng; doch, tot hunnen troost, had men dezelven ook de post van eere aangewezen; want onmiddelbaar agter hen volgde het heilig lijk in een glazen kist, en omringd van vijf en twintig priesters, in hunne rijkde plechtgewaaden. Nabij het onderdeld lighaam was eene keurige bende muzijkantcn , fpeelende op hoboos, klarinetten, waldhoorns en fluiten, het zagtvlocijendst en allerplechtigst muzijk. Aan dit gedeelte der proces*  REIS door SPANJE. io? fic ontbrak niets, om de uitwerking daarvan zo volkomen als mooglijk te maaken ; en ik boude mij verzekerd, dat alle dc aanwezendcn, welker zielen voor de indrukken der harmonie vatbaar waren, in hun oog een traan voelden opkomen. ' Bij de hedendaagfche omgangen hebben niet langer zulke voor dc menschheid bcleedigende, ca met de gezonde zedekunde onbeftaanbaare misbruiken plaats, als ten tijde van de ridderfebap, met alle haare woeste begrippen, daarbij waren ingeflopen. De burgerlijke overheid heeft nu, onder bedreiging van de ltrengfte kastijdingen, die verfoeijelijkhcden zeer ernftig verboden, welke, als wezendlijke afftammclingen der ondeugd, zelfs in dc minst verlichte eeuwen niet gewaagd zouden hebben zich in 't openbaar te vertoonen, dan onder het masker en verbindend gezag van godsdienftigheid. De overfpeler, die de gunst van zijne gebiedder tracht te winnen, nu niet langer zijne liefdedrift opentlijk aan den dag kunnende leggen, of zich zelve in haare tegenwoordigheid geesfelen, om door deze ftrenge kastijding haar medelijden op te wekken, is thans genoodzaakt dc duidernis te zoeken, en wanneer hem dc lust bekruipt om zodanige tuchtiging te ondergaan, dan moet hij die verrichten waar geen menfchclijk oog hem beloeren kan. In deze eeuwen van meerder ken* nis en befchaaving, ziet het menschdom met verbaazing terug op het vreemd en zeer ongerijmd gedrag van deszelfs voorvaderen, toen deze, onkundig in alles behalven de wapenen, een godsdienst  io8 REIS door SPANJE. dienst omhelsden en voortplanteden, welks invloed zij nimmer gevoelden, en de zuiverheid van welks voorfchriften zij niet begreepen. Het bijgeloof had diertijds in Spanje niet alleen zijnen troon opgericht, maar geheel Europa bukte onder deszelfs ijzeren fcepter, en alle natiën, bij welke de zegepraalende banieren der Gothen en Vandalen wapperden , koesterden de verfoeijelijkfte ondeugden in dezelfde harten, welke fcheenen te gioeijen van eenen blaakenden ijver voor den roem van God, ten minden voor zo veel de allernauvvkeurigde oplettendheid ten aanzien van de uiterlijke godsdiendige plechtigheden , daarvan getuigen konden. Geheel Europa is allengs dezen daat van Gothifche onkunde ontwordeld, en het is te hoopen dat Spanje, hoewel in dit geval de laatde zijnde, echter niet het minst verlicht zal worden. Zo dra dit tooneel voorbij was , keerde het volk zeer bedaard na huis; en hoewel 'er meer dan honderd duizend perfoonen waren bijeen vergaderd geweest, om hetzelve bij te wbonen, hoorde men nogthans van geenerhande ongeluk. Den volgenden morgen voor agt uuren, wandelde reeds eene andere procesfle van dezelfde foort, maar nog daatclijker dan de eerde, door de draaten, en tegen den avond wederom eene derde, bij welke alle edellieden te Barcelona, ieder van twee bedienden verzeld, tegenwoordig waren. Deze droegen beurteling een crucifix, van levens grootte, en zoo zwaar, dat niemand hunner in daat was om hetzelve voor eenen eenigzins geruimen tijd te tor-  REIS door SPANJE. 109 torsfen. De ftellaadjen en beelden waren dezelfde niet, welke men den voorigen dag vertoond hadde, fchoon zij dezelfde gebeurtenisfen voorftelden. Ieder fteliaadje was volkomen opgevuld met levensgroote beelden, en omringd met een prachtig vergulde, rand van doorgebroken beeldhouwers werk; ook fchuilden de draagers, even als in de voorgaande procesüen, onder rijk geborduurde behangzels van zwart fluweel. Tweehonderd boetelingen in 't graauw gekleed, verzelden dezelve. Nog waren 'er, bij ieder van deze omgangen, eene menigte van kinderen, waarvan fommige niet boven de drie jaaren oud, draagende kleine kruisfen, ieder met een flambouw in de hand. Deze laatfte worden bij alle procesfien gebruikt, al gefchieden die ook op 't midden van den dag. De ftellaadjen met derzelver groepen van beelden, zijn het eigendom van onderfcheiden corporatien, het zij van edellieden of kunftenaars, en volgen elkander in de omgangen, naar maate van hun recht tot den voorrang. Zodanige groepen worden de verborgenheid der corporatie genaamd. Die der Franfche kunftenaars is een ecce homo; doch om zekere reden wandelt de conful voor dezelve, alleenlijk verzeld van de geringde onderdaanen zijner natie. De volgende dag, aan welke ik, alzo het een iaturdag was, zodanige gebeurtenis niet verwagt hadde, werd 's morgens te negen uuren de wederopftanding aangekondigd door het luiden der klokken , het flaan van trommelen, het gebalder van 't ka-  ïio RÉIS door SPANJE, kanon, het gejuich des volks, het uitdeeken vari vaandels, en in één oogenblik werden alle vöorafgaande tekenen van droefheid opgevolgd, door die van dolzinnige vreugde. Verfchciden jaaren agtcrëcn waren deze proccsficn door de regcringe verboden geweest, ui1" hoofde van de misbruiken welke bij dezelve waren ingefloopcn, en in derzelver plaats was de karnaval ingeftcld, die niet minder verzeld ging van aJ het' losbandig geraas cn wanorde, dat ik daarbij te Parijs reeds opgemerkt hadde, en alle die dezelve ooit in Italien bijwoonden, aldaar insgelijks gezien hebben. Na dat echter de inwoondereu van Barcelona, in 't jaar 1774, zich hadden aangekant tegen den eisch der regceringe, die begeerde om ook van daar, even als uit de andere fteden cn gouvernementen van Spanje, den vijfden man voor den krijgsdienst te ligten, werdt mede de karnaval verboden, waardoor de koophandel, welke geduurende dezelve altijd zeer levendig was , zoo aanmerkelijk verllaptc, dat de gczamcntlijke ingezetenen luidkeels om de herftclling hunner procesfien riepen. Men houdt 'er naa Paasfchen nog ééne, doch met ongelijk minder omllag. Omtrent zeventig priesters, draagende ieder een brandende flambouw, en vooraf gegaan door een heraut met zijn vaandel, brengen de gewijde ouwel, onder een gehemelte van karmofijn - rood fluweel, bij de zodanigen, die zich buiten daat bevonden, om dezelve in de kerken te ontfangen. i De  REIS door' SPANJE. m ■ De ftraaten te Barcelona zijn nauw cn krom, gelijk die van alle oude fteden. Dc voormaalige Romcinfche ftad kan nog heden ten dage zeer wel onderfcheiden worden, en beflaat een kleine hoogte in het midden van de tegenwoordige ftad , zijnde één van haare poorten en verfcheiden haarer toorens in tamelijk goeden ftaat gcbleeven. Men ziet daarin eene menigte van grafftecnen, al■taaren, beelden en opfchriften, benevens een tempel van Neptunus, welke al te famen door oudheidkundigen uitvoerig genoeg befehreeven zijn. Ferdinand en is abel la ontmoeteden in deze ftad c o l u m n u s, toen hij van Amerika terug gekeerd was; cn die zeeman zeilde ook uit deze naven, op zijne tweede tocht dei-waards, in het jaar 1493. Wanneer men dc kerken te Barcelona bezoekt, ziet men aldaar eene omftandigheid bevestigd, welke men zelfs in de gcringfte dorpen ten zuiden van de Pijreneen waarneemt. Het blijkt namentlijk, dat alle derzei ver lieraaden eerst omtrent het begin der zestiende eeuw zijn uitgevonden, na dat het goud en zilver van Amerika in Spanje overgebragt was; want ieder altaarftuk en pilaar wijst duidelijk aan, dat de befchaaving van den fmaak geene gelijke vorderingen maakte , met de hand over hand toeneemende vermeerdering van rijkdommen. Men wierd van deze laatften, om zo te fpreeken, onverhoeds overvallen, cn was dus nog onbereid, om van de overvloedige fchatteu welke de Spanjaarden toevloeiden, een bekwaam ge-  na REIS doo"r SPANJE* gebruik te maaken. Hier van daan, dat zelfs pilaarcn van dc famfingefteldè en Corinthifclie bouworden , overlaaden zijn met nieuwe iïeraaden, en het zij dezelve geribd of gewonden zijn, ziet men ze echter altoos belaaden met klimop of wijngaardranken , en bijna geheel bedekt door de menigte van engelen, die om dezelve gints en herwaards vliegen, of van cherubijns, welke op de takken klauteren; daarenboven zijn alle deze ongerijmde lieraaden met blinkend goud overtrokken. Het tegenwoordig geflacht is verlichter, en zijn fmaak ongelijk befchaafder; aan hetzelve ontbreekt nogthans den moed om misbruiken te verbeteren, en deszelfs godsdienftige gebouwen te ontblooten van die overtollige fieraaden, welke de blinde ijver en godsdïenffigbeid zijner voorvaderen tot een foort van heiligdom verheven hebben. Een van hunne beste fchrijvers heeft de ongerijmdheid daarvan aangewezen, cn zijne vertoogen maakten op de regecringe zodanigen indruk , dat zij , door wijze fchikkingen, voor het toekomende hierin voorzien heeft. In deze ftad is eene academie voor de fraaije kunften, welke ten behoeve van iederëen open ftaat, en waarin alle die daartoe lust betoonen, onder het opzicht van Don pedro moles cn meer andereu, die, even als hij, in hunne bijzondere vakken uitmunten, in de tekenkunst, bouwkunde en beeldhouwkunst om niet onderwezen worden. Er zijn tot dat einde zeven ruime zaaien, op 's konings kosten wel voorzien van tafels, ban-  REIS door SPANJE it3 banken, licht, papier, tékenpennen, tékeningen, modellen en klei , als ook te gelegener tijd van levendige voorwerpen. Men geeft hier lesfen, 's morgens van tien tot twaalven,en 's avonds van zes tot agt in den winter, doch des zomers van agt tot tien uuren. Deze academie wordt vlijtig bczogt. Ik telde daarin, op zekeren avond, meer dan vijfhonderd jongelingen, onder welke veele waren die zulke tekeningen vervaardigden, dat zij blijken droegen of van groot vernuft, of van meer dan gewoone lust en beoeffening. Het is geenzins te denken, dat alle deze jongens, misfehien niet één derzelven, tot fchildcrs beftemd zijn: maar dit was ook in de daad het oogmerk niet van de regeeringe, en nog veel minder van den graaf campomanes, die de uitvinder is geweest van deze ftkhting. De jongelingen die dagclijksch de lesfen bijwooncn, zijn mecrendeels, zo niet alle, leerlingen in het een of ander handwerk of beroep. Het kan echter niet misfen, of hunne bekwaamheid in de tckenkunde moet voor dezelven zeer nuttig zijn; aangezien het genoegzaam van zelve fpreckt, dat alle andere kunflen bevoordeeld worden door deze kunst, welker bijzondere eigenfehap het is door navolging uit te munten. Het ontbreekt Engeland als nog aan zodanige inftelling, die aldaar te noodzaaklijker zoude wezen, om dat niet alleen de beeldhouwer, dc bouwmeester en de werktuigkundige, maaiv insgelijks dc koetsmaaker, <3e kabinetwerkcr, de weever, zelfs de kleermaaI. Deel. H ker  114 REIS door SPANJE, ker en veele andere handwerkers, groot voordeel kunnen trekken uit die nauwkeurigheid van 't gezicht en vruchtbaarheid van uitvinding, welke, dooide beoefening der rekenkunde en net kunstmaatig affeherfen van allerlei voorwerpen, best van allen kan verkreegen werden. Don pedro moles is een kunstenaar, wiens werken algemeen bewonderd worden om de fraaiheid zijner trekken, en daarin voorkomende kracht van uitdrukking. Het is waarlijk jammer, dat hijhet graveer-ijzer aan een' kant gelegd heeft; want hoewel hij misfehien nuttiger zal kunnen wezen als opzichteren beduurder van deze academie, zou hij echter, als plaatfnijder, duurzaamcr roem verworven , en meer ten voordeele van zijn huisgezin gewerkt hebben. Van de zeven groote zaaien die hier zijn , is eene zaal ingericht tot een fchool voor de zeevaart, en als zodanig voorzien met al wat noodig is, om lcsfèn te geeven in de ftuurmanskunst. De leerlingen van deze klasfe, zijnde thans maar zes cn dertig in getal, komen hier alle dagen, des morgens van agt tot tien, en des namiddags van drie tot vijf uuren, bij elkander. Sedert dc eer(le oprichting dezer nuttige kweekfchool, zijn uit dezelve meer dan vijfhonderd bekwaame zeelieden voortgekomen , die in (laat zijn om een fchip, door alle zeeën en na alle gewesten der aarde, te kunnen fiuuren. Niet minder van al het noodige uitneemend wel voorzien, en even goed ingericht als de voorgaande,  REIS door SPANJE. 115 de, is ook de krijgskundige academie, beflaande uit drie prachtige vertrekken ten behoeve van zodanige leerlingen, die daarin hunne ftudicn geregeld voortzetten, en wel van de cerfte beginzelen der wiskunde af, tot op de verhevener kundigheden van hun beroep. Behalven deze inftellingen, tot onderwijs van jongelingen die voor dc kunften of wapenen bcftemd zijn, ontbreekeu 'er ook geene van meer algemeene nuttigheid, en welke voor alle burgeren zonder onderfchcid open ftaan. Deze zijn een kabinet van natuurlijke historie, benevens vier openbaare boekerijen, te wecten drie algemeene, en een vierde dat zich alleen bepaald tot werken over de genees-en heelkunde. Het voornoemde kabinet behoort aan Don jaïme salvador. Uit het geen men mij nopens zijne verzameling bericht hadde, had ik groote verwagtingen van dezelve opgevat; doch ik beken, dat de uitkomst geenzins daaraan beantwoordde. Omtrent dertig of veertig jaaren gclecdcn, kon men dezelve als zeer opmerkenswaardig befchouwd hebben; doch die wectenfchap zelve, te gelijk met de kabinetten der liefhebbers, zijn na dien tijd zo veel verbeterd, dat zulke verzamelingen, waarover men te vooren zich verwonderde, tegenwoordig, en niet zonder reden, met eene koele onverfchilligheid befchouwd worden. De algemeene boekerijen zijn die van het bisfchoppelijk collcgie, van de Carmeliten, en der Dominikaane». De laatstgenoemde verdient, na H 2 mij-  nó REIS door SPANJE. mijne gedagten, wel de meeste opmerkzaamheid, als bevattende een grooter aantal van hedendaagfche kostbaare werken, dan een der overigen lk zag daarin, onder anderen, de ruinen van Palmira in 't En'gelsch; dc hoofden van rar.haöl door Pïdanza; du hat.dk befchrijving van China; Montnnsns de la Grece; Hiftoire gencalogique de la maifion roijale de France, &c. des anciens barons, par le P. Anfeiine; Antichita di Ercolano; Muratori thefaar. vet. itifcriptionum; Numismata vir. ilhist. ex Barbadica gente; Danubius pannonico mij ficus enz., welker naamen reeds genoeg zijn om aan te tooncn, dat deze verzameling geenzins verachtelijk is. Om kort te gaan , in hoedanigen tak van weetenfehappen men ook eenige onderrichting begeert, kan men verzekerd zijn de beste werken, welke daarover handelen, in de édne of andere van deze boekerijen, tot welke men dagelijksch, dc heilige dagen maar alleen uitgezonderd, zes uuren lang kan toegang krijgen, tc zullen aantreffen. In het Dominikaancr klooster is een vertrek geheel en al opgevuld met boeken, welke dooide inquilitie verboden zijn. Op dat echter niemand in verzoeking vallc die te leczen, zijn alle de openingen tusfehen dezelve opgevuld met duivels, knabbelende op menfehenbeenderen van onderflelde ketters ; doch als vreesde men, dat het gezicht hiervan nog niet toereiken mogt om de nieuwsgierigheid te beteugelen, zijn die boeken nog daarenboven zorgvuldig opgefloten, en niemand wordt in dat vertrek , zonder bijzondere vergunning, toegelaaten. In    REIS door SPANJE. ïif In dit zelfde klooster zijn authentique registers van meer dan vijfhonderd vonnisten tegen ketters uitgefproken, behelzende derzelver naamcn, onder- ' dom, woonplaats, de tijd wanneer veroordeeld, en hoedanig de uitkomst daarvan geweest is; te weeten, of de veroordeelde lighaamlijk, dan wel in beeldtenis verbrand zij, als ook of hij zijne ketterfche dvvaalingen herroepen hebbe, cn dus bewaard gebleeven is, niet van het vuur cn den brandftapel, want in dat geval kon hij op nieuw afvallig zijn geworden, maar van dc helfche vlammen. De vrocglïe dagtekening is van 't jaar 14; 0, en de laatfte van P26. Onder elk opfchrift is bet afbeeldzcl van den ketter, doch bij Cmraigen half, bij anderen meer dan voor drie vierde gedeelten door duivels verflonden. Ik was zodanig verwonderd over dc misfclijke gedaanten, welke de fehilders aan hunne helfche geesten gegeeven hadden , en over de vreemde houdingen der ketters, dat ik mij niet weêrhouden kon van eenige deïzielven af te tekenen, toen ik eens de gelegenheid daartoe had, zonder van iemand opgemerkt te worden. Eénigeh tijd daarna zat ik bij één der inquiliteurs, die mij de eere aandeedt van mij een bezoek te komen gceven; deze, zonder erg daarin te hebben, vatte mijn memorie-boek op, en floeg het toevallig juist bij dat zelfde blad open, dat deze tekeningen behelsde. Ik lachte, en hij bloosde; doch geen van ons beiden fprak op dat pas daarvan een enk-el woord. Toen ik, vijftien maanden daarna, te Barcelona weder gekeerd was, zeide bij, met een H 3 glim-  Ii8 REIS door SPANJE. glimlach: „Gij ziet dat ik een geheim bewaaren „ kan, en dat de grondbeginzelen van eere aaiï ,, ons geenzins onbekend zijn." Geduurende mijn verblijf te Barcelona, had ik gelegendheid om alle de gerechtshoven der inquifi-tie, in eene groote procesfie bijéén vergaderd tezien, ten einde in de St. Catharina kerk, aan de Dominikaanen toebehoorende, het feest van St. pedro de martelaar te vieren. Gelukkig ware het geweest voor het christendom, indien alle feestvieringen der inquifitie zoo onfchuldig waren geweest, als deze tegenwoordige. Tot roem van dit gerechtshof te Barcelona, wordt over 't algemeen erkend, dat alle leden van hetzelve mannen van verdiensten zijn, die ook meerendeels om hunne mcnschlievendheid uitmunten. Dewijl ik de kerken op alle uuren bezogt, wanneer daarin eenigerhande dienst verricht wierd, befloot ik met eenige vrienden eene zogenaamde boetmisfe bij te woonen, welke in het klooster van iSf. Felipe Neri, op vrijdag-avond den agtentwintigften van Grasmaand, wierd gebonden. Het eerste gedeelte van de miserere was zo dra niet geëindigd, of alle. deuren werden gefloten, de lichten uitgedaan, cn ons omringde eensklaps de diepfte duisternis. In dit oogenblik, toen het oog buiten ftaat was om eenigerhande voorwerp te ontdekken, 't welk de ziel kon aftrekken, werd de aandacht door een welluidend gezang opgewekt, doordien de geheele vergadering haare ftem verhief, en, met ccne verrukkelijke plechtigheid, het mis* ere-  R E I S D o o r- SPANJE. iit>- vrere hielp zingen, in 't eerst op cencu zagten en klaagenden toon, doch intusfchen de rug ontbloot en zich voor eene gccsfeling toebereid hebbende, begonnen alle devoote aanweezenden, .genoegzaam op het zelfde tijdltip, zich zelve te kastijden. Thans nam het gezang trapswijze toe in fnelheid en luidruchtigheid; men kastijdde zich met meerder nadruk, naar maate dit zingen fchrceu wen delen fchorrcr wierd, tot, na verloop van omtrent twintig minuuten, alle ouderfcheiding van geluid ophield, en alles met een zwaare zucht eindigde. Hoe zeer men mij tot iets verfchrikkclijks voorbereid haddc, overtrof dit nogthans zoo verre mijne verwagting, dat mij eene koude bui vering beving; en zelf een van ons gezelfchap, die anders gansch niet zw-ak van zenuwgcllel is, hiervan te vooren niets geweeten hebbende, borst in traanen uit. Deze foort van ligchaams -kastijding wordt op eiken vrijdag in het jaar herhaald, doch meermaalen geduurende de vasten, cn is in dc dille week het dagelijksch gebruik. Ik durfde niet vraagen, welk voordcel of nuttigheid men van die daad van geftrengheid kon verwagten? doch uit hoofde van de heerfchende ondeugden in Spanje, heb ik reden om te denken, dat zodanige gewoonte weinig of geene invloed heeft op de verbetering der zeden. Dc zogenaamde hespicio, of het werkhuis voorde armen, werd vervolgens door mij bezogt. Deze inftelling nam haaren oorfprong in 't jaar 1582, omtrent welken tijd alle regeeringen van Europa de zaak der armen in crndïge overweeging begonnea H 4 te  J2o REIS door SPANJE. te neemen Met dit werkhuis is het gasthuis van barmhartigheid vereerrigd, waarover in 't jaar 1699 de zorg werdt opgedraagen aan de nonnen van St. Fra'ncisco, genaamd Moncias tèrciarias de St. Frdncisco. Het geheel gefticht onderging in 1772 eene aanmerkelijke hervorming. In hetzelve worden kinderen opgenomen en verzorgd, welker ouders met een talrijk kroost overlaaden zijn, als onk beedelaars en andere behoeftige voorwerpen. Men telde daarin, in 't jaar 1783, veertienhonderd zes cn zestig armen; het jaar daar aan volgende dertienhonderd drie en (achentig; en in 1785, toen ik mij aldaar bevond,was hun getal veertienhonderd en zestig: dus bedraagt het middengetal, voor de genoemde drie jaaren , veertienhonderd zes en dertig. Van deze zijn omtrent duizend in ftaat om te kunnen werken, driehonderd zijn krankzinnigen, cn de overigen kleine kinderen. De gezamentlijke kosten van dit gefticht, beloopcn 'sjaars omtrent twee en veertig duizend en tweehonderd livres Catalaansch, of ten naatsén bij zes en vijftig duizend agthonderd Hollandfche guldens. De koning betaald, voor ieder arme,eiken dag veertien maravedis, zijnde omtrent één duiver, tot het koopen van een rantfoen brood; de vrijwillige giften bren* genomdreeks vijftien duizend livres Caralaansch op, cn het geen vervolgens nog te kort komt, wordt door den bisfehop daarbij gelegd. Het breien, fpinnen en kantwerken is de gewoone bezigheid der wouwen en kinderen; het kaarden, kammen, lpinüen en weeven van wol, vlas cn boomwol,die der man-  R E I S door SPANJE. in mannen. Wat zij daarmede verdienen, is bij uitftek zeer gering; want zo wij bet jaar rekenen op drie honderd werkdagen, dat nogthans in Spanje geenzins plaats heeft, en in dit huis duizend arme lieden onderftellen die bekwaam zijn om te werken, dan zullen derzclver verdiensten , hoofd voor hoofd , ten naasten bij één Huiver riaagsch uitmaaken. Zodanige verdiensten zijn niet te min , na evenredigheid , nog grootcr, dan in de werkhuizen van Engeland, over 't algemeen genomen. Alhoewel geene armen beter gekleed, beter gefpijsd, beter opgepast,beter gehuisvest,noch met meer menschlievendheid,wanneer hun eenige ziekte overkomt, kunnen behandeld worden, vergecten zij echter niet ligt het verlies van derzelver vrijheid. Alle deze vertroostende handreikingen, verliezen dienvolgens haare geheele waardij, wanneer zij tegen dc vrijheid in de weeg* fchaal gelegd worden; en maar zeer weinige, indien men de ftokoudc en afgeleefde of doodtij* zwakke lieden hiervan uitzonderd, zouden binnen deze muuren wenfehen te vertoeven, zo men hen flechts vergunnen wilde, dat zij van deur tot deur hun brood muiten beedelen. Dit grondbeginzel brengt niet te min zeer goede uitwerkzelen voort; want dc meeste jongelingen te Barcelona ,die eemgzins braaf of verftandig zijn, vereenigen zich in broederfchappen, of genoodfehappeu tot onderlinge onderfteuning, genoegzaam op gelijke manier, en ten naasten bij volgens het zelfde plan, als de vriendelijke genoodfehappen in Engeland. Deze broederfchappen hebben ieder eene eigen naam, H 5 out"  12.Z REIS door SPANJE. ontleend van den naam des heiligen, onder wiens befcherming zij zich begeeven hebben. Dezelve zijn alle op een' zeer goeden voet ingericht, en dewijl zij daarenboven wel beftuurd worden, zo laaten zij geene andere dan dc allerzorgelooste en onwaardigfte voorwerpen over aan de febande, van tusfehen zotten en krankzinnigen te worden opgefloten. De zodanigen die in ftaat zijn te kunnen werken, doch liever een luij en ondeugend leven willen voeren, worden aan de beftraffing der wetten overgelaaten. In de ftad is een verbeterhuis, dat al te opmerkelijk is, om met ftilzwijgen voorbij gegaan te worden. Hetzelve dient tot tweeërlei oogmerken; als, in de eerfte plaats, om gemeene ligtekooijen en vrouwelijke dieven daarin op te fluiten; en in de tweede plaats, tot verbetering van vrouwen welke hunne mannen ongetrouw geweest zijn, of hunne familien, door een ergerlijk gedrag, tot fchande ftrekken. Tot dat einde is dit huis verdeeld in twee bijzondere afdcelingen, welke gcenerhande gemeenfebap met elkander hebben, waarvan de eene real ca fa de galera, en de andere real ca/a de correccion genaamd wordt. Voor ieder perfoon, in dc cerfte afdeeling opgefloten, betaald de koning dagclijksch zeven penningen (deniers') om agtien oneen brood voor te koopen, en negen penningen , zijnde omtrent één ftuivcr, voor vleesch. Het fonds waaruit deze kosten goed gemaakt worden, ontftaat uit zekere geld-boeten; doch om hetzelve te vergrooten, zijn deze vrouwlieden genoodzaakt den  REIS door. SPANJE. 123 den geheelen dag zo lang te moeten werken, als zij zien kunnen. Zij winnen in dezervoegcn, door haaren arbeid, tusfehen de vijftig en zestig duivers in dc .maand, waarvan zij de ééne helft voor haar zelve hebben , terwijl van de andere helft de alcaijde of gouverneur een tiende gedeelte trekt, om hem tot het waamcemen van zijnen plicht aan te moedigen. Dewijl deze vrouwlieden, gelijk gezegd is, van den morgen tot den avond werken, zouden zij in de daad veel meer verdienen kunnen, zo niet de menigte van heilige dagen zulks verhinderde. De aanzienlijker vrouwen, die eene drengcr tuchtiging verdiend hebben, dan waarmede derzclver mannen, vaders, of andere nabedaanden haar eigentlijk bcdraffen kunnen, worden, op bevel der overheid, geduurendc zekeren tijd, welke geëvenredigd is aan de maate hunner misdrijven, in de tweede afdeeling van dit gebouw, of ca/li real dn correccion opgefloten. De naastbedaande, op wiens verzoek zodanige vrouwe in hegtenis word genomen, betaalt voor haar onderhoud drie fueldos, of omtrent vieren een halve duiver daagsch , met welken bekrompen onderdand zij zich moet te vreden dellen. Deze vrouwen zijn insgelijks genoodzaakt om te werken, en wat zij daarmede verdienen, wordt zo lang voor haar bewaard, tot de tijd van haare gevangenis voorbij is. In het geheel gebouw is huisvesting voor vijfhonderd vrouwen; doch tegenwoordig zijn daarin ilechts honderd cn dertien, waaronder eenige van goeden huize, die onderdek! worden bij de eene of andere verre van daar  124 REIS door SPANJE. woonende vrienden, een bezoek af te leggen. Zij ondergaan hier ook lighaamlijke kastijdingen, wanneer men die tot hunne verbetering noodig oordeelt. Dit gefticht ftaat onder het opzicht en beftuur van de regente de la audiencia, bijgedaan door de twee oudfte crimineele rechters, benevens de alcaijde en zijne ondcrhoorigen. Een van deze rechters geleide mij door dc onderfcheiden vertrekken, en ik ontfing van hem mijne berichten. Hij verhaalde mij, onder meer andere bijzonderheden, dat zich thans onder de tuchtelingen eene vrouw van rang bevond, die befcbuldigd was van dronkenfebap en losbandigheid: zij is eene weduvV, en de befchuldiger ia haaren fchoonbroeder, de marquis van * * *. De rechters van het zo even genoemd gerechtshof, worden algemeen erkend voor mannen van zeer veele oprechtheid , en die den hoogen trap van 't vertrouwen waardig zijn, dat in hun gefteld wordt. Een derzclven, Don francisco de zamora genaamd, aan wien ik, om zijne beleefdheden aan mij bcwcczcn, zeer veele verplichting heb, is een heer van onvermoeide letteroefening, en van algemeene kennis. Alhoewel de audiencia van hedendaagfche inftelling is, heeft zij nogthans eenige overeenkomst met de gerechtshoven van westmunfter-hall', maar nog meer met de (thans afgefchafte) parlementen in Frankrijk, als zijnde de uitfpraak over alle burgerlijke en liifftraffelijke rechtsgedingen, benevens de huishoudelijke en ftaatkundige regeering der geheele provincie, even als bij de oude gerechtshoven  REIS door SPANJE. 125 ven van alle leenroerige mogendheden, aan dezelve opgedragen. De kapitein-generaal en gouverneur van Catalonien is voorzitter in dit gerechtshof, zijnde het hoogde in deze provincie, cn waarop men van alle de anderen zich beroepen kan. Hetzelve is verdeeld in drie hoven, van welke het dén in Bjfilraflfelijke, de twee andere in burgerlijke zaaken vonnisfen: wanneer alle drie vereenigd zijn, bezorgen zij mede het inwendig of huishoudelijk beduur over de provincie. In ieder van deze hoven zijn vijf rechters. De koningen van Arragon, en na hen de oppermachtige vorsten der vereenigde rijken van Castilien cn Arragon , waren gewoon onderkoningen van Catalonien aan te dellen, tot piiilipsV de regeering over deze provincie in 't jaar 1716 veranderde, het gerechtshof de audiencia genaamd indelde, . en zijnen kapitein-generaal tot voorzitter in hetzelve benoemde. Behalven dit algemeen gerechtshof, is 'er ook nog een voor den koophandel, dat wederom in twee departementen verdeeld is: in het een dezer departementen worden de gcfchillcn tusfehen kooplieden ontdaan, rechterlijk beflist; het ander heeft het opzicht over alle kunden en manufacturen. Geheel Barcelona is verdeeld in vijf districlen, of wijken, over ieder van welke één der vijf alcaldes del crime», of rechters in het lijfdralfeüjk gevechtshof der audiencia voorzit, hebbende tot bijzitters zijn promotor, escrhano, alguacil, portera, cn alcaldes de barrio, ten einde alle zaaken, zo wel  126 REIS door SPANJE. wel burgerlijke als lijfdraflelijke, tusfehen de inwoonderen ter eerder rechtspleeging te beflisfen, en om de rust en vrede in de onderfcheiden wijken te handhaven. De alcaldes de barrio, van welke ieder wijk jaarlijkse!] agt verkiest, hebben eenige overeenkomst met onze conftables of wijkmeesters in Engeland. Behalven deze zijn 'er ook nog twee alcaldes majores, in de hoedanigheid van rustbewaarders , of algemeene vrederechters over de geheele ftad. De regeering te Barcelona, voor zo veel de (baatkundige huishouding {oeconomiej betreft,is toevertrouwd aan een gerechtshof van vierentwintig regidores nobles, of fchepenen, vier gemeensmannen met het recht van (temmen, en twee penfionarisfen Cfindico), waarvan de één de naam draagt van procurador, en de ander van perfonero. Dit gerechtshof is ondergefchikt aan de acuerdo, of het oeconomisch gerechtshof, dat famengefteld is uit de twee burgerlijke gerechtshoven, bijgedaan door de regente de la audiencia, en waarin de kapitein-generaal der provincie voorzitter is. Hier zijn drie collegien van escrivanos, of rechtsgeleerden. De eerde worden genaamd escrivanos publicos, of escrivanos de numero, welke gehouden zijn alle verdragen en uiterde willen op te dellen. De twede zijn escrivanos rea/es de la audiencia, die in de gerechtshoven tegenwoordig zijn, om aan al wat in dezelve verhandeld wordt, de vereischte geloofwaardigheid bij te zetten, doch niet te min, door bijzondere vergunning, insgelijks verdragen mogen op-  REIS door SPANJE. 127 opftellen: van ieder dezer twee kksfen is het getal op veertig bepaald. De derde worden oneigentlijk escrivanos genaamd, als zijnde in de daad procuradores, dat is te zeggen pleitbezorgers, in de hoedanigheid van Collieiteurs, procureurs, of advocaaters, ten einde alle zaaken in de gerechtshoven als gevolmachtigden waar te neemen, en dezelve te bepleiten. Deze worden in Catalonien onderfcheiden bij de naam van notarios reales caajidicos, cn hoewel de wet Hechts dertig van dezelven toelaat, is het nogthans onmooglijk hun getal zoo nauw te bepaalen, ter oorzaake van de menigvuldige rechtsgedingen , welke door deze lieden bepleit moeten worden. Men telt van dezelven tegenwoordig drieën zeventig, bebalven honderd en negen en negentig eigentlijke advokaaten. De menigte van pleitgedingen ontftaat in Catalonien niet, gelijk in het prinsdom Walles, uit eene driftige geaartheid of twistgierige geest der inwoondcren, maar uit de dubbelzinnigheid der wetten. Men heeft daar een bijzonder wetboek, 't welk de conftitutie van Catalonien genaamd wordt; doch dewijl zulks voor alle gevallen op verre na niet toereikend is, neemt men in de tweede plaats toevlucht tot het befchreeven kerkelijk recht; en waar dit ftilzwijgt, wordt het Romeinsch recht of Justiniaans wetboek geraadpleegd. Het pleiten gefchied met de inlevering van kondfchappen, of fchriftelijke bewijzen, en de eenige zichtbaare partijen in het gerechtshof zijn de rechters, benevens de pleitbezorgers, en dc relatores, of  128 REIS door SPANJE. of voorlezers van zulke kondfchappen, welke bekrachtigd zijn door den escrivano, in wiens tegenwoordigheid dezelve ingewonnen zijn. Ten behoeve van de armen, zijn hier een procurador en een abogado (of advocaat^ aangefteld; dc eerfte om het ampt van folliciteur voor dezelven waar te neemen, de ander om hunne zaaken te bepleiten.. Van alle gasthuizen welke ik op het vaste land gezien hebbe, wordt niet één zo goed bcftuurd, als het algemeen gasthuis in deze ftad. iYJen is daarin bijzonder oplettend ten aanzien van lieden die aan de beterhand zijn, voor welke afzonderlijke verblijfplaaifen zijn beftemd, ten eimie aan deze menfehen,na zij de zieken - kamers, zo dra hunne omftandigheden zulks gedoogeu, verlaaten hebben, genoegzaame tijd vergund worde om wederom in krachten toe te nemen, alvorens men dezelven affcheid geeft, en zij genoodzaakt worden hunne gewoone levenswijze en bezigheden te hervatten. Niets kan nuttiger, niets mcnschlicvender zijn, dan deze uitmuntende voorzorg. In den jaare 1785 wierdeu in dit hospitaal negen duizend twee honderd negen en negen'ig, en in 1786 zesduizend vierhonderd agt en tacbentig perfoonen aangenomen. In het eerstgenoemde jaar ftierven 'er agthonderd vier en vijftig, en in het volgend jaar negenhonderd zes en twintig; dus, door elkander gerekend, omtrent het negende gedeelte van de genen welke daarin waren toegelaiten. Men moet nogthans hierbij in 't oog houden, dat veele lieden met geen ander oogmerk in de openbaare gasthuis.  REIS door SPANJE. 129 huizen worden overgebragt, dan alleen om de begraafniskosten uit te winnen. Met dit gasthuis en onder het zelfde beduur, is eene dichting verecnigd ten behoeve van vondelingen, welke toereikend is voor de dad en omliggende plaatfen. Het getal der verlaaten kinderen, bedroeg, de twee laatde jaaren door elkander gerekend , vijfhonderd agt en twintig, waarvan omtrend twee derde dierven. De onevenredigheid van zoo verbaazend veele doodcn uit een klein getal kinderen, vervult het mcnschlievend hart met billijk medelijden, doch moet onvermijdelijk volgen, wanneer zoo veele zuigelingen, van derzelver moeders verlaaten, in eene volkrijke dad famengedrongcn worden, inzonderheid op die wijze als te Barcelona gefchied, alwaar niet zelden vijf kinderen aan de zorg van maar ééne min worden toevertrouwd. Het is zeer te beklaagen, dat men zich niet bedient van geiten-melk,volgens de manier in Frankrijk ingevoerd, of de kinderen niet leert zuigen aan de pijpkan, gelijk in het weeshuis te Dublin. De jongens, in dit gedicht opgevoed, worden op het een of ander ambacht bedeed, zo dra zij de bekwaame jaaren daartoe bereikt hebben; de jonge dochters, huuwbaar geworden zijnde, worden in procesfie door de draatcn rond geleid, en ieder jongeling, die alsdan onder dezelven eene ziet welke hem behaagt, en genegen is om haattot zijne vrouw te neemen, heeft vrijheid om ze daartoe uit te kiezen, 't welk hij doet door haar zijne neusdoek toe te werpen. L Deel. I  130 REIS door SPANJE. Behalven deze liefdaadigé ftichtingcn, is ook nog een weeshuis te Barcelona, 't welk ik echter niet bezogt heb. De herbergen zijn hier weinig minder, dan die der groote lieden in Frankrijk. De tafels zijn in dezelve zeer wel ingericht, en worden met goede wijn in overvloed voorzien. De gezamentlijke kosten voor huisvesting en tafel, bedraagen niet meer dan vijf ïranfche livres,óf nog geen rijksdaalder Hollandsen* Barcelona kan befchouwd worden als verdeeld óf in wijken,óf in kerspels; van de eerde zijn 'er Vijf, van de laatflen agt, de hoofdkerk daarbij gerekend. In. een' omtrek van vier mijlen bevat die Rad tegenwoordig tien duizend een hondert agt en zeventig huisgezinnen, uitmaakende vier en negentig duizend agthonderd en tachentig perfoonen. De toeueemende bloei en welvaart dezer ftad, zal best blijken uit eene opgave van de ftaat baarer bevolking, in onderfcheiden tijdperken. In't jaar 1464, was het getal der inwoonderen 40,000 • i^57j • • • 64,000 • • I7I5? • • • 37,ooo . • 1759, huisgezinnen 13,917, perfoonen 69,585 • • 1778, . 16,608, . 84,870 • 1786, . 20,128, . 94,880 Men kan gemaklijk de reden begrijpen van dc zeer groote vermindering in het getal der ingezetenen voor'tjaar 1715, wanneer men zich flechts herinnert, dat Barcelona geduurende de fuccesfieoorlog driemaalen belegerd, en tweemaalen ingenomen is geweest, als eerst door de Engclfchen, en  REIS d o ö r SPANJE. 13X en naderhand door de Franfchen. In die beroerde tijden waren de volksverhuizingen zeer aanmerkelijk , en 'er wierden daarenboven zeer veele menfehen moordaadig van kant geholpen. Indien men de lijsten welke bij dc regeering ingeleverd zijn, met de kerkelijke lijsten der geboorenen en geftorvencn vergelijkt, kunnen wij ons niet weerhouden van eenige onnauwkeurigheid in een van beiden, of wel in beide te vermoeden; ten zij wij hierbij het groot getal van priesters, foldaaten , munniken cn nonnen in aanmerking neemen, als waardoor een groot onderfcheid gemaakt wordt in de evenredigheden tusfehen de geboorencn en geftorven, met 't geen men daaromtrent in andere landen waarneemt. Het middengetal der geboorencn, in de jaaren 1785 cn 1786, was drie duizend negen honderd zes cn zestig; dat der geftorvenen vier duizend een honderd agt cn negentig. Dat het jaarlijksch getal der dooden, volgens deze lijsten, twee honderd een en dertig perfoonen meer bedraagt dan der geboorencn, is eene in groote deden gansch niet ongewooneomdandigheid: maar indien wij het getal der geboorencn met zes en twintig cn dat der gedorvencn met zes en dertig vermenigvuldigen, en alsdan tusfehen dezelven het middengetal neemen, krijgen wij daaruit eene lom van honderd zeven en twintig duizend en negen en zeventig inwoonderen, zijnde twee en dertig duizend twee honderd en zeventien perfoonen meer, dan dc ■regeeringslijsten het getal der inwoonderen begrooten. Het is zeker dat het belang I % des  33a REIS door SPANJE, des volks vereischt, om, zo veel mooglïjk, zijn wezendlijk getal te verbergen, ten einde deszelfs aandeel in de openbaare lasten te verminderen. Is nu zulks ook bier ter plaatfe het geval, dan zullen wij de waarheid nader bij komen, wanneer wij onderftellen, dat de bevolking van Barcelona, alleen de zulken daar onder gerekend die op dc eene of andere wijze huiszittend, of deelgenooten van vaste huisgezinnen zijn, meer dan honderd duizend zielen bedraagt. Dit blijkt mede uit den ftaat derzelve, ingevolge van de lijsten welke deswegens bij de regeering ingeleverd zijn. In gevestigde huisgezinnen . . 94,880 Waereldlijke priesters en kerken dienaars 91a Munniken, verdeeld in negentien kloosters 1,212 Inagticn nonnen - en drie begijnen-kloosters ' 654 In het algemeen gasthuis, met de vondelingen 2,597 In de werkhuizen . T „„o In de gevangenisfen-en tuchthuizen . 337 Die in de hoofdkerk eene fchuilplaats ge- zogt hebben, tegenwoordig alleenlijk 8 Het garnifoen en de militaire academie 5,628 Bedienaars van de juftitie en inquifiteurs i47 Geestelijken van St. Philip cn anderen 157 Vreemdelingen aan boord van de fchepen, in de herbergen enz. . . 3i440 Het geheel getal in Barcelona • 111,410. Deze opgave van den ftaat der bevolking te Barcelona, ben ik vcrfchuldigd aan Don f ran cisco de zamora, en zij is bekrachtigd geworden door  REIS door SPANJE. i33 door den kapitein - generaal-, welke beide heeren nogthans openhartig beleeden, dat het genoegzaam onmooglijk is dc uiterfte nauwkeurigheid daarbij in 't oog te houden. Zij wisten ook geen van beiden het getal der genen, die thans in de kerkers der inquifitie opgelloten zijn. Dc rijkdommen welke Barcelona, door middel van den koophandel en andere takken van neering, toevloeijen, blijven binnen haare muuren niet bepaald, maar werken krachtdaadig mede, ten einde de welvaart en bevolking der haar omringende dorpen te bevorderen. Het getal derzelven, in een omtrek van vijf uuren gaans, is niet minder dan honderd-en vijf, al te tarnen aan het rechtsgebied van deze ftad onderhoorig, en waarvan de inwoonderen in die gerustheid deelen, welke voortvloeit uit de veerkracht ecner wel ingerichte regeering. De nijverheid, die door geheel Catalonien alom zichtbaar is , fchijnt in Barcelona, als het algemeen middenpunt, met verdubbelde kracht werkzaam te wezen. Vroeg en laat hoort men daar niet Hechts dc hamer op het ambecld, maar men ziet ook lieden van allerlei handwerk en beroep, den ganfehen dag zeer yverig aan derzelvcr onderfcheiden bcczigheden, ten einde hun aandeel tot de algemeene welvaard toe te brengen. Onder de ambachten te Barcelona, zijn inzonderheid die der fnijders en fchoenmaakers zeer aanmerkelijk, alzo deze de geheele krijgsmacht, niet alleen door Spanje, maar zelfs in alle bezittingen van dat rijk, met kleederen voorzien. liet is op- t n mer1 j  134 REIS door SPANJE. roe kensWaardig, dat even als Schotland zeer veele tuiniers, Ierland eene verbaazcude menigte van lastdraagers , cn Zwitferland een groot getal foldaaten voortbrengt, zo ook Catalonien geheel Spanje voorziet met fchoenmaakers en kleêrmaakers. De aanzienlijker neerlagen en handwerken zijn , die der zijde - weevers , zwaardveegers , wapenfmeden en koperfmeden , timmerlieden , kabinetwerkers, kunstdraaijers, pasfement - weevers , cn borduurders. Mijne aandacht viel inzonderheid op de geweermaakers, welke bier in menigte gevonden worden, cn zo wel ongemeen ijverig als handig in hun werk zijn. Dc kunstdraaijers zjjn zelfs , in zekeren opzichte, meer dan handig ; want zij laa-r ten , bij fommige gelegendhedcn , één van hunne voeten het werk doen van een hand, ten einde het gereedfehap te betluuren, en andere kunstvaardigheden daarmede te verrichten. De timmerlieden in deze ftad werken op eene manier, welke aan hun bijzonder eigen is. Zij hebben, noch trekzaag , noch handzang , noch timmermans disfel , noch handbijl. Om een plank te fplijten , zetten zij dezelve tusfehen fchroevcn , cn fplijten haar alsdan door middel van eene boogswijze gefpannen fpanzaag , waartoe twee mannen noodig zijn. Hierover behoeven wij ons juist niet te verwonderen ; maar wanneer wij twee mannen bcezig zien , om met het zelfde werktuig , doch wat fijner , zwaluw -Maarten voor kabinetten , of kozijnen voor deuren cn glas - raarrten te vervaardigen , kan men zich niet wel onthouden van daarover te glimlachen.  REIS door SPANJE. 135 lachen. Willen zij een plank glad maaken , dan leggen zij dezelve fchuins, op twee houten fchraagen , cn hakken ze , dwars over het grein , met een kuipers disfel , zonder te bedenken , dat ccn veerkrachtig lighaam geene genoegzaame tegenftand aan dien flag kan bieden. Het is wel zeker niet noodzaaklijk , dat een handwerker de wetten der beweeging in diervoegen behoeft te kennen , om daarvan eene uitlegging te kunnen geeven , doch wat de wijsgeer door nadenken te wceten krijgt , moest hij leeren door 't geen hij dagelijksch voor oogen ziet ; de ondervinding behoorde bij hem hetzelfde te verrichten, als bij dc dieren hunne ingcfchapen natuurdrift (inftinct), cn dc plaats van afgetrokken redeneering te beklecden. De ehokolaad-maakcrs in Spanje werken insgelijks op eene aan hun bijzonder eigene manier , welke ongelijk beter is dan die gemeenlijk in Engeland gevolgd wordt , waar onze arbeiders , diedc chokolaad wrijven , daartoe maar éénen arm gebruiken , van welke zij de fpieren , tot hun grootfte nadeel , geweldig moeten infpannen. In plaats van eene platte horizonnal liggende (teenen plaat, bedient men zich tc Barcelona van eene eenigzins uitgeholde plaat, welke zoodanig ingeboogen is , dat zij een gedeelte van eenen hollen cyHnder uitmaakt, en na den horizon fchuins afloopt. De werkman legt agter dezelve op zijne knieën , en met z>ijn borst voor over hellende , maalt hij de chokolaad met een roller van graniet-fteen, welke een weinig langer is dan de breedte van de plaat,. I 4 Se'  136 REIS door SPANJE, gebruikende daartoe beide zijne handen, en helpende de drukking met de zwaarte van geheel zijn lighaam , zo wel als door de infpanning zijner armfpieren. Zodanige chokolaadmaakers gaan van huis tot huis hunnen dienst aanbieden , alzo men in de meeste huisgezinnen verkiest, dat werk onder zijne eigen oogen te zien verrichten. De zulken die de chokolaad verkoopcn , maaien ze op eene manter , welke veel fpoediger werkt, cn ook de cacao-boonen ongelijk fijner wrijft, dan met de hand gefchieden kan. Tot dat einde worden vijf rollers, van gepolijst (laai, in een raam vast gemaakt, gelijk de fpaaken in een wiel , of de (haaien van een cirkel, doch in diervoegen, dat ieder roller om zijn eigen as rond draait; vervolgens plaatst men dezelve tusfehen twee moolenfteenen, van welke de een onbeweeglijk is , terwijl de andere , te famen met de rollers, te gelijk met nog twee andere moolcns van het zelfde maakzel, bewoogen worden door middel van een kam - rad , dat , op de gewoone manier , door een muilezel omgedraaid wordt. De cacao-boonen vallen door trechters tusfehen de twee moolenfteenen. Op deze wijze is één man in ftaat, om daagsch drie honderd ponden chokolaad te maaken. De manufaduriers in wol , boomwol en zijde , maaken vlijtig gebruik van alle hedendaagfche verbeteringen, Het is nu omtrent een jaar geleeden, dat de heer p.owiïi het modél van een werktuig om katoen beter te fpinnen , dan uit de hand gefchieden kan , en eenigzins gelijkende na 't geen door  REIS door SPANJE. 137 door den heer arkwright uitgevonden is , uit Frankrijk herwaards overbragt. Ik zal dit werktuig niet befchrijven , als in Engeland genoeg bekend zijnde. liicr is ook eene bevoorrechte maatfchappijopgericht,tot het fpinnen vanAmerikaansch katoen , ten einde de fabrijken daarmede te voorzien , welke anders gewoon waren jaarlijksch voor de waarde van omtrent tweemaal honderd duizend daalders , of ruim driemaal honderd duizend guldens aan gefponnen katoen, van 't eiland Malta te laaten komen. Deze maatfchappij geniet veelerhande en zeer groote voorrechten, en houdt reeds veertien van de zogenaamde Manchester machinen aan de gang. Nadien de boomwol vuil cn vol zand overkomt, is men genoodzaakt dezelve eerst te zuiveren , of te bereiden, eer men met de bewerking een begin kan maaken. Dit gefchied door middel van een zeer eenvouwig werktuig , beltaande uit een koepel - cijlinder , gemaakt van over elkander uitfteekeude latten, tusfehen ieder van welke eene opening blijft van omtrent een halve duim. Deez' cijlinder daat onbeweeglijk , cn helt over na de vlakte van den gezichteinder. Binnen in dezelve is een tweede cijlinder van veel kleiner omtrek, doch na evenredigheid dezelfde gedaante hebbende , en uit een vast ftuk hout gemaakt , draaijende om hunne gemeenfehappefijke fpil , en voorzien met ijzeren pennen van omtrent vijf duimen'lengte, geplaatst in een dakken-lijn, om aldus gelijktijdig te werken met even zodanige ijzeren pennen , welke aan de binnenkant van de buitende cijlinder vast I 5 §e-  138 REIS door SPANJE, gehecht zijn , ten einde de boomwol te kammen en te zuiveren. De man , die dit werktuig met zijn ééne hand rond draait , gebruikt de andere hand om het telkens van nieuwe boomwol te voorzien. De regeering, die zeer genegen is om deze tak van manufactuuren zo veel mogelijk aan te moedigen, heeft aan den Marquis de gobert uitfluitende voorrechten vergund , ten aanzien van zijne déken - fabrijk te Vicq , als eene belooning voor de van hem begonnen onderneeming, om op het eiland Ivica katoen te planten , en heeft wijders eerebclooningen voor de genen uitgefchreevcn , die uit één once katoen de langde draad fpinnen. Het drukken van katoen gefchied hier nog even langzaam als weleer in Engeland , met koperen plaatcn, voor men het gebruik van cijlinders aldaar ingevoerd hadde. De fabrijk welke mij het meeste genoegen gaf, was een wollen ■ fabrijk, toebehoorende aan Don vincents vernis. In deze worden drie honderd en vijftig perfoonen beezig gebonden met het vervaardigen van laken voor de volkplantingen in Spaansch Amerika, waarvoor in de daad meest alle goederen beftemd zijn, welke te Barcelona gefabriceerd worden, bchalvcn eenige van zijde, die men, te gelijk met de brandewijn, over Gucrnfeij in Engeland fmokkelt. Ilif bezit een zeer beknopt en fierlijk werktuig tot het winden en twijnen van faaijet, door 't welk tachentig haspels beduurd worden van een klein meisje, terwijl een ander meisje het geheele toeftel in bewceging brengt, en zich  REIS door SPANJE. 139 zich nog te zclvcr tijd met brcijen bezig houdt. Dit kind, op een bank zittende, treed een recht, ftandig rad, 't welk, door middel van een kamrad, dat aan het ander einde van de zelfde fpil vast gemaakt is, het waterpas liggend rad beweegt, en aldus de fpillen van de haspels rond draait. Wordt één van deze meisjes moede, dan neemt het ander haare plaats in. De manufactuuren zijn hier zoo fncl toegenomen, dat het arbeidsloon, voor alle foortcn van werklieden, in de ftad en haare ommeftrècken gercezeu is tot twee phtreens, of omtrent twintig duivers daags, waarvoor zij Hechts zeven uuren werken. De gemecne daghuurder kan in den winter veertien duivers, doch in den zomer twintig duivers daags verdienen. Deze verdienste is echter niet ongeëvenredigd aan de prijzen der levensmiddelen , zo als dezelve door de overheid vast gedeld zijn ; want fchapenvlcesch wordt hier verkogt voor tien duivers , en osfenvlecsch voor zeven duivers het pond van zes en dertig oneen; voor brood betaald men tegenwoordig zeven oortjes het pond van twaalf oneen ; huisvesting voor een klein huisgezin kost omtrent twee en twintig gulden 'sjaars. De hier woonendc handwerkslieden zeggen, dat zij , om hun huisgezin op eene eenigzins betamelijke manier te onderhouden , voor ieder perfoon waaruit het huisgezin bedaat, honderd livres catalaansch, dat is ten naasten bij honderd en tien Hok landfche guldens moeten verdienen. Dewijl branddolfen zeer bezwaarlijk te verkrijgen zijn ,  i^o REIS door SPANJE. zijn, gebruiken de geringer foort van inwoonderert de uitneemendfte fpaarzaamheid , bij het toebereiden hunner fobere maaltijden ; zij vergasten zich derhalven zeer zelden op gebraaden of gekookt vleesch, maar ftooven hunne fpijzen in aarden kruiken , over eene zogenaamde fogon , zijnde een foort van klein fornuis. Geene omftandigheid kan het karakter van dit volk, en de verbaazende zuinigheid van den nijvereu Catalonier duidelijker kenmerken , dan eene handteering, door welke veele van hun middel vinden , om onderhoud voor zich zeiven en hunne huisgezinnen te verkrijgen. Deze bezigheid beftaat in het maaken van fogons, die zij voor minder dan een duiver het ftuk verkoopen. De manier om dezelve te vervaardigen, is eenigzins bijzonder. Zij neemen tot dat einde een pot , zonder te onderzoeken tot wat gebruik die pot voormaals gediend heeft : deze bekleeden zij , van binnen en van buiten, met wel getemperde kleij , vervolgens legt men drie ftavcn ijzer in den bodem, en maakt drie knoppen , welke de voeten verbeelden , aan het beneden einde vast, als ook drie andere knoppen aan bet bovenfte gedeelte , ten einde een olla of puchero te onderftcunen: hiermede is de geheele toeftel klaar , en de keuken voor geringe lieden is gereed. De puchero is niets anders dan eene eenvouwige aarden kruik , in welke het vleesch geftoofd wordt. Hier van daan , dat de gewooue noodiging ter maaltijd, zelfs in de huizen van gegoedde burgers , alleenlijk gefchied met de woorden;  REIS door SPANJE i4i den: om met hunne punchero voor lief te neemen, of,, gelijk wij zulks uitdrukken zouden , op het fortuin van de pot. De gefchut gieterij, waarin metaalen kanon gegooten wordt , is prachtig , en zeer bezienswaardig. Het is onmooglijk ergens fijner metaal , of netter en volkomener uitgevoerd werk te zien, dan in dezelve. Hunne manier om het gefchut te booren , was de uitvinding van eenen Zwitzer , marit z genaamd. Alle jaaren worden omtrent twee honderd ftukken vier en twintig ponders, behalven mortieren en vcldftukkcn , daarin vervaardigd. De boekbinders te Barcelona hebben eene manier om de comptoir-boeken voor dc kooplieden te liniëeren, boven welke niets eenvouwiger, fpoedigcr , noch nauwkeuriger kan tdtgedagt worden. Zij gebruiken daartoe een uitgegroefde raam , in welke de beweegbaare liniaalen zeer gemaklijk, op den vereischten afltand van elkander, kunnen vast gemaakt worden. Een opmerkzaam reiziger vindt, in elke landftreck die van hem bezogt wordt , altoos eenigerhande werktuigkundige uitvindingen , dienende om met meer fpoed het een of ander werk te volbrengen , en welke of van laater uitvinding zijn , of ten minden aan hem tot nog toe onbekend waren. Waarfchijnlijk zal men dezelve nergens menigvuldiger aantreffen , dan in Spanje , indien ze aldaar flechts vlijtig opgezogt worden. Ik befluit dit niet alleen uit de vorrbij gaande waarneemingen , die mij bij verfcheiden gelegenheden zijn voorgekomen ,  i42 REIS door SPANJE; men , maar ook inzonderheid uit het getuigenis van den heer betancourt, een Spanjaard en zeer uitmuntend werktuigkunde , die , door geheel Europa , dc bekwaamde kunftenaaren overal heeft opgezogt , en , naar ik wel verzekerd ben , geenzins uit nationaal vooroordeel, maar uit vollecdige kennis en overtuiging , zijne eigen landgenooten , ten aanzien van de vruchtbaarheid der verbeeldingen werktuigkundige uitvinding , onder die van den eerden rang geplaatst heeft. De befchouwing van de lloten aan derzelver vuur-roers gaf mij een bijzonder genoegen. Inde zodanigen die in Engeland vervaardigd worden , is de tuimelaar , zo deze niet daal-hard gemaakt is, onderhevig aan het afïlijten , en om op de halve rust af te gaan : doch al is dezelve ook op de volkomende wijze uitgewerkt , hoe veele ongelukken gebeuren daardoor echter niet, in het klimmen over heggen enz. ? In de ipaanfche musketten daartegen ,. is de tuimelaar , als ik het zoo noemen mag , Van een verschillend maakfel , en aan zodanige onvolkomenheden geenzins onderhevig. Ik zal hier geene woordelijke befchrijving trachten te geeven van dit uitmuntend werktuigkundig famenftel , maar misfehien mijne daarvan vervaardigde teekeniugen te eeniger tijd doen graveeren , en ze aan de waereld mededeelen. In Barcelona wordt een' zeer aanzienlijken koophandel gedreeven, niet tegendaande de veelerlei zo natuurlijke als daatkundige hindcrpaalen , welke Zich tegen deszelfs vorderingen aangekant hebben, eü  RÉIS door SPANJE. Hi en hem bij aanhoudenheid belemmeren. Deze ftad heeft geene beVaarbaare rivier , en fchijnt op de plaats, waar zij nog tegenwoordig ftaat, met geen ander oogmerk gebouwd te wezen, dan om de befcherming te genieten van den hoogen berg , onder welker bereik dezelve ligt. De kom , of haven voor de koopvaardijfchepen , wordt gevormd door eene moelje, en heeft van binnen ruimte genoeg, doch dc bank voor dezelve houd Hechts twaaf voeten water. De kaai is goed ingericht, maar het is den kooplieden niet geoorloofd hunne goederen onmiddelbaar op dezelve te losfen, op dat de fchuitevoerders geen gebrek aan bezigheid zullen hebben. Alle fchepen, aan welke vergund wordt in de haven te komen, al wierden zij zelfs door ftorm daartoe genoodzaakt, moeten eene belasting bctaalen, welke Eluda genaamd wordt; en wanneer zij, wegens bekomen zee-fchade, de laading moeten losfen, zijn zij bij het weder inlaadcn van dezelve, op nieuw aan zeer drukkende belastingen onderworpen. De provincie is aan den graaf Campomams haare verlosfing verfchuldigd van de ergfte hinderpaal tegen de uitbreiding van manufactuuren, die ooit kon bedagt worden door de gierigheid der vorsten, ten einde zich meester te maaken van zekeren tak van inkomen, doch meteen de bron te dempen, waaruit dat inkomen eigentlijk moet voortvloeijen. De zogenaamde bolla, hoewel thans afgefchaft, verdient nogthans der vergetelheid ontrukt te wortlen ter eeren van eenen koning, die, uit grond- be-  144 REIS door. SPANJE. beginzelen, welke alle regeeringen van Europa behoorden aan te neemen, verftandig genoeg was om haar uit den weg te ruimen. Voor dc affchaffïng dezer dwingende belasting, mogt de weever geen ftuk laken beginnen, zonder de opzichter over de bolla in zijn werkhuis te laatcn komen, ten einde deszelfs looden zegel daaraan te hegten, en dit zelfde moest wederom gefchieden, zo dra hij hetftuk afgeweeven haddc. Wierd zodanig ftuk aan den winkelier geleverd, dan was 'er wederom een nieuw looden zegel noodig, verzeld van een getuigfehrift; en zo dikwijls de winkelier een gedeelte daarvan verkogt, moest het afgefneden ftuk met wasch , doch het overgeblevene telkens wederom met lood verzegeld worden. De daarop gelegde belasting was vijftien ten honderd van de waardij. Wij verwonderen ons over de verregaande ongerijmdheid dezer belasting ; maar heeft men in Engeland ook geene belastingen ingevoerd, die bijkans even ongerijmd zijn, en onze regeering overtuigen kunnen, dat de fouvereinen van Catalonien de dwaasheid niet alleen gepacht hebben? Spanje mag te recht tegen Engeland zeggen: Cmn tua pervideas ocnlis mala lippus inuntftis, Cur in amicorum vitiis tam cernis acutum. Hor. Sat. lib. I. fat. 3. De kooplieden te Barcelona woonendc,ontfangen uit onderfcheiden plaatfen langs deze kust, brandewijn, wijnen, nooten, amandelen, rozijnen en kurk. De wijnen zijn die van Mataro ^Villanova, Sit*  REIS door SPANJE. 145 Sitges, Valk, en Granatché. Derzelver prijzen VerfchiHen, naar maate van het jaargetij; doch ten cium-fr.en gerekend, komt de Mataro wijn te daan op zestien pefos, of ruim zes en twintig guldens het oxhoofd, de Spaanfchc impost daaronder begreepen, Villanova wijn op vijftien pefos, en de Granatché Wijn op veertig pefos. De genoemde drie foorten zijn rood. Van de volgende witte wijnen zijn de hoogde prijzen: Sitges wijn vier en Vijftig, en wijn van Valls twintig pefos. De geWoone prijs van de Mataro en Villanova wijn, is echter doorgaans twaalf en een halve pefos, of omtrent een en twintig guldens het oxhoofd. Wanneer de brandewijn op zijn duurde is, verkoopt men dezelve, Engelfehe cn Hollandfche proef, vrij van impost en aan boord geleverd, tegen zeven en vijftig pefos, dat is vier en negentig guldens de vier cargas, of pijp van honderd vier en twintig gallons, uitmaakendc iets minder dan vier en twintig (teekan; dus voor omtrent vijftien en een halve duiver de gallon, doch zij wordt ook fomtijds voor de geringe prijs van tien duivers verkogt. Sedert eenigen tijd wordt zeer veele brandewijn afgefcheept te Barcelona, waar dezelve uit de geheele nabuurige landdreek mag opgeflageii worden, zonder onderhevig te wezen aan de zwaare dodelijke imposten, die aan de pootten dezer dad geheven worden van allerlei foorten van levensmiddelen, waardoor dan ook de brandewijn, welke te Barcelona verbruikt wordt, aldaar veel duurder te Raan komt, dan in het eiland Gucmfeij. ■ I. Deel. * K Be>  Ï4ó" REIS door SPANJE* Behalvcn de bovengemelde koopwaaren, worden door de kooplieden ook nog gewerkte zijde, gedrukte katoenen, wollen goederen, klein geweer, en aemunt geld uitgevoerd; dan dewijl den uitvoer van het laatstgenoemde ten ftrengften verboden is, kan de verzending van het geld niet anders dan ter Puik gcfchieden. Catalonien levert jaariijksch vijfen dertig duizend pijpen brandewijn en twee duizend pijpen wijn, als ook dertig duizend zakken of baaien nooten, houdende ieder drie fchepels,en welke inkoopsprijs omtrent elf guldens de fchepel kosten. Van deze goederen worden omtrent vijf duizend pijpen brandewijn en eenige zijde na de eilanden Cuernfeij en Alderneij uitgevoerd; het overige gaat na Frankrijk, doch meerendeels voor den fluikhandel met Engeland. De uitvoer van de kork-bast, hoewel een hoofdzaaldijk gedeelte van de voortbrengzelen dezer provincie uitmaakende, was eens een tijd lang verboden, uit een verkeerd begrip, als of de inwoonderen hierdoor zouden aangemoedigd worden, om die binnen 's lands te verarbeiden. Men bedagt niet dat de Engelfehe en andere buitenlandfche korkfnijders, hunne benoodigde voorraad van ruuwe kork, even gemaktijk uit Portugal en Frankrijk bekomen konden. De invoer beftaat hoofdzaaktijk in koorn, visch , wollen goederen, gemaakt ijzerwerk, en olie van vitriool. Het inbrengen van bier, cijder, lood, kousfen, hoeden en allerlei Franfche winkelwaaren , neteldoek en katoenen is verboden; van de beide laatst»  REIS door SPANJE. 14? laatstgenoemden worden nogthans eene verbaazende menigte gcfmokkeld. Van de wijn, welke in de ftad gebragt wordt, moet een ftads- impost betaald worden van vijftig reaalen de carga, of agt cn twintig gallons. Tarwe en gerst, over zee ingevoerd, betaalen, wanneer zij voor de openbaare bakkerij beltemd zijn, anderhalf per cent; doch zijn dezelve voor rekening van een' Spaanfchen koopman, alsdan drie per tfent; en vier en een half per cent, wanneer zij voor rekening zijn van vreemde kooplieden. Het voortbrengzcl dezer belasting werd eertijds voor den bisfehop ingezameld; maar thans neemt .de koning een gedeelte daarvan voor zijne rekening. Inkomende lakens betaalen van honderd zeven en twintig tot drie honderd zeven en vijftig maravedis de vara; leer agtien maravedis het pond; gemaakt ijzerwerk van dertig tot vijftig, en visch van dertig tot zeventig per cent, alles van de inkoopsprijzen. Uitgevoerde wijnen betaalen vijf per cent wanneer zij in vreemde fchepen gelaaden worden, doch in Spaanfche fchepen zijn dezelve vrij van uitgaande rechten; de nooten betaalen drie fols en agt deniers de zak: van deze worden twintig duizend zakken alleen na Engeland uitgevoerd. In de haven van Barcelona komen jaarlijkse!: omtrent duizend fchepen binnen, waaronder de helft Spaanfche, een honderd Engelfehe, honderd en twintig Franfche, cn zestig Deenfche. Het vertrouwen, 't welk de Catalanen op de K 3 voor.  REIS door S P A N J E» voorfpraak cn bemiddeling hunner heiligen ftcllen , is voor hun ten allen tijde een bron van vertroostingc geweest, maar heeft echter ook bij fommige gelegenheden aanleiding gcgccvcn, om hen in het ongeluk te ftorten. Elke compagniefchap van kunftenaaren en handwerkers, gelijk mede ieder fchip 't welk onder zeil gaat, (laat onder de onmiddelbare befcherming van den dén of ander heilige. Behalven eenige folianten , welke van de mirakels getuigen, door de lieve vrouwe van Montferrat verricht,is ook elke mindere reliquie-kas overlaaden met de getuigenisfen van volbragte geloften. Bragt deze overtuiging van de macht en weldaauigheid der overleden heiligen niet anders dan hoop, vertrouwen cn dankbaarheid voort, dan ware het eene wreedheid deze lieden van hunnen gewaanden fchat te berooven; doch zij is, ten allen ongelukke, de baarmoeder geworden eener verregaande vermetelheid, en heeft onder de kooplieden veele eertijds rijke huisgezinnen in dc dieplle armoede gedompeld. De compagniefchappen ven asfurantie namentlijk, hebben insgelijks ieder zijne meest begunftigdc heilige, gelijk fan Ramon de Penaforte, la Virgen de la Merced, en meer anderen, die daarmede, als werkelijke deelhebbers, in behoorlijke form, volgens de artikelen der compagniefchap gcasfociëerd zijn, en aan dewclken, met de uiterfte nauwgezetheid, even als aan eiken anderen deelhebber, hun gerechtelijk aandeel in de winsten worden uitgekeerd. Men befloot uit deze omftandigheid, dat die compagniefchappen, in welke zul-  REIS door SPANJE. 149 zulke machtige geasfocieerden werkelijk deel hadden, met geene mooglijkheid aan verliezen konden bloot gefteld zijn. In deze overtuiging waagden het de asfuradeurs te Barcelona, om, geduuvende den laatften oorlog, in het jaar 1779, dc Franfchc westindien-vaarders tegen vijftig ten honderd te verzekeren, hoewel dc Engelfchen en Hollanders zulks tot geene premie hoegenaamd doen wilden, en wel op een tijd dat dc meeste dezer fchepen reeds werkelijk in Engelfehe havens opgebragt waren. De zwaare verliezen welke zij zich hierdoor op den hals haalden, berokkenden den val van alle maatfehappijen van asfurantie, uitgezonderd twee,ten eenemaale;en nochthans blijft dat verouderd bijgeloof, ongeacht dit ongeluk, in volle kracht bij deze lieden huisvesten. In Catalonien worden dc boeken, even als in Frankrijk, waarmede die provincie eertijds vercenigd was, gehouden in livres ,fols cn deniers, maakende twaalf deniers een fol, en twintig fi>s een livre. Tot dus verre is alles duidelijk cn gemaklijk; maar wanneer wij naar het geld, zo wezendJijk als ingebeeld, van deze provincie rekenen zullen , kan niets ingewikkelder zijn. Berekenen wij de ptfo, of daalder courant, tegen drie fchcllingen fterling, of drie en dertig duivers Hollandsch, dan maakt de harde daalder (pefo duro) vier, de gangbaare pistool twaalf, cn de gouden pistool vijftien fcheilingen; dat is, dc eerde vier en veertig duivers, de tweede zes guldens twaalf duivers, cn de laatde agt guldens en vijf duivers. K 3 Dodl  »5* REIS door SPANJE. Doch tot meer duidelijkheid, zal ik het Catalaansch geld in een tafel overbrengen, waarbij de leezer gelieve indachtig te zijn, dat de daarbij gevoegde uitkomst moet vermeerderd of verminderd worden, naar maate de wisfel - cours rijst of daalt. 3 ang-  REIS boor SPANJE. 151 < 0 jj ■ i g 1 "§ ^ w g ^ c ri ' &. « c c g 0) O . • Si. 1 ' S O co g e > £ " > ^ O 1-1 cT «». C 'O t o^l s I £ „ -§ « > s £~ u £ - .SP o* g «t S .5 -o u !° 55 .E. W v, w 2 % '« ^ g § cT •§ < lig 2 IbtSi »7 h .5 « -O O I S-ooOoowm : & ^OOOOÜCO o O m CO .5 • ; «aN-J-'oHciw o SS ' *"* £ e = ^ ^ ë f »- w m ï 5J ^ ' S^stS-aifl 2-."° K 4 ! - -o SB e> CU - > u ^ •r, CJ ■• 5 m a a 5 r* rt S (3 d u o j- - "3 5 a S> °' 73 TS 6 M O, .-i o § U J Q > cq a  152 REIS door SPANJE.' Hei 3 o' gj " ö ft era £ n .3 „ C ^ 3 3 £ S o s ft ■ r1- S; f „ O *fe h ra «5 £r ft ^ 5 G E. 3 o. eo „ o •o Si. era « 5 00 p- a. s *> ^ era. w ft 3 ö rp O O cl ö w 2 Hl w ts- E. (-j* —• «a- S g-ft g-a-ft §^ i 5 & o Sm ccd-o a.3.3; £• ~ " c pj'fitn o o o cu o 5 < oooooooowi as <-. m m m " m l. Co o O Oioo o o O O o b p Fi ^ O OO -f=» KJOiOD^ oa Oiwi-OWWOo^» ö  REIS door SPANJE. 155 Het INGEBEELD GELD van CATALONIEN. Dsnier Deniers L. s. d. Hol - - - 12 - - o o 1* Sols. Livre - 20 - - o 2 i| Real ardite - 2 - - O o 2| Pefo, daald. cour. 28 - - o 3 o Dukaat - - 38 7,47- - ° 4 iBI Pefos Courant pistool 4, of 112 fols - - o 12 o Gouden pistool 5, of 140/0/* - o 15 o Agt deniers ftaan gelijk met 3 quarto's, Spaansch geld. Om pefos in livres over te brengen, multipliceer dezelve met zeven, en divideer met vijf; of voegt | van de pefos daarbij. Om livres in pefos over te brengen, multipliceer da eerfte met vijf, en divideer met zeven. MA ATEN in CATALONIEN. Twaalf cortans maaken één quartera, zijnde twee ichepels Engelfehe maat. Zestien cortans maaken een carga wijn of brandewijn, zijnde omtrent dertig Engelfehe gallons,of ruim vijf en een halve Hollandfche fteekan. GEWICHTEN. Twaalf oneen zijn een pond. Zes en twintig ponden een arroba. Vier arrobas een quintaal, uitmaakeude drie en ne* gentig Engelfehe ponden. Honderd vijf en twintig ponden tc Barcelona , maaken honderd en twaalf Engelfehe ponden. K 5 Vol-  tft REIS door SPANJE. Volgens hiftorifche berichten, is Barcelona gebouwd omtrent twee honderd en dertig jaaren vóór de christelijke tijdrekening, en drie honderd jaaren na de eerde vestiging der Carthagenienfers in Spanje. Men wil dat deze ftad, door derzclver ftich. ter,Barkino genoemd wierd,,cn dat haare inwoonderen van de Jooden dien geest van koophandel verkreegen hebben, welke hen federt altoos bij gebleeven is. Menigte omwentelingen zijn haar te beurt gevallen, en zij heeft bij elke verandering zeer veel geleeden. Zij werd,reeds zo vroeg als het jaar 805, van de heerfchappij der Mooren verlost en tot een graaffchap verheven, 't welk hulde deedt aan de koningen van Frankrijk, tot deze buiten ftaat geraakt zijnde om die ftad langer te befchermen, van hunne eisfehen op dezelve afzagen, laatende aan de eigen braafheid der burgeren over, om derzelvet vrijheid te handhaven. Van dit tijdperk af worfteldcn zij, zonder tusfehenpoozing, langer dan eene eeuw met de Mooren; doch eindelijk zegepraalde het kruis over de halve maan, cn Barcelona bleef, geduurende verfcheiden genachten, van haare nabuuren onafhanglijk. Tegen het einde deitwaalfde eeuw werdt zij, door het huwelijk van haaren graaf, aan de kroon van Arragon gehegt; en vervolgens, door het huwelijk van ferdi* na nd en isa bel la, een gedeelte van Spanje. Terwijl, in het begin dezer eeuw, de opvolging op den Spaanfchen troon, na de dood van karel II, tusfehen de huizen van Oostenrijk en Bourbon met  REIS door SPANJE. 155 met de wapenen betwist wierd, was deze ftad voor de oorlogende partijen van al te groote aangelegenheid, om langen jtijd in het gerust bezit van een derzelvcn te kunnen blijven. De Franfchen waren meester van de ftad, toen de graaf van peterborough op deze kust aankwam met zijne kleine armee,welke veel te gering was om eene belegering , met eenig vooruitzicht van een goed gevolg , te ondcrneemen. Dan dewijl deez' dapperen bevelhebber die hoedanigheden bezat, waardoor bet gebrek aan talrijker armeen vergoed wordt, te weeten eene zeer vindingrijke verbeeldingskracht, zo verdween bij zijne vrienden niet eerder de hoop op eenen gelukkigen uitflag, voor zij hem zijne benden wederom zagen infehcepen, cn zich gereed maaken om van daar te zeilen. Van dit oogenblik af begonnen zij te wanhoepen; waartegen bet vertrouwen bij de belegerden herleefde, en zijn vertrek was het zein tot algemeene blijdfehap voor lieden, die nimmer opgehouden hadden het ergfte te vreezen, zo lang hij de ftad ingeiloten had gehouden. Hij begaf zich onder zeil, doch ontfcheepte, in de duisternisfe van de nacht, zijne troepen op nieuw, had voor het aanbrceken van den dag reeds bezit genomen van den berg Mok' jouch, cn zag zich eenige dagen laater meester van de 'pad. In deze moeijelijke onderneeming werd hij ijverig onderfteund door den brigadier stanhopk en den heer methuen, die door hunne voorzichtigheid , trouwe en moed dien roem verwierven, welke zij op hun nagedacht voortgeplant hebben. De  tSS REIS door SPANJE. De fteden Gerona, Tarragona, Tortofa en Lcrida, volgden het voorbeeld van de boofdftad, en verklaarden zich voor ka rel. Werwaards de graaf van peterborough zijne wapenen keerde, overal verklaarde zich voor hem de overwinning; en zo dra hij Hechts met zijne benden zich voor eene ftad vertoonde, werden hem terftond de lleutels daarvan aangeboden. Terwijl hij zich te Valencia bevond , belegerden de vijanden Barcelona; doch hij fnelde terftond tot haare verlosfing, en dwong hen, op den eerften van Bloeimaand des jaars 1706,om niet alleen de belegering op te breeken,maar zelfs de geheele provincie te ontruimen, niet tegenftaande hij Hechts weinige troepen onder zich had, en de vijandlijke armee dertig duizend mannen fterk was. Na zijne terug roeping werd de val van de heerfchappij des aartshertogs, door eene aaneenfchakeling van genoeg bekende ongelukken, verhaast, en dc inwoonderen van Barcelona, na eene hardnekkige tegenweer hunne poorten voor Philips geopend hebbende, onderwierpen zich, hoewel met de grootfte afkcerigheid, aan zijne; overmacht. Een ruime en luchtige wandelweg rondom de wallen, met de daar binnen gelegen tuinen, werken mede om Barcelona tot eene der vermaaklijkite fteden te maaken in de geheele waereld. Wie 'er de lente doorbrengt, zal de vermaaken niet genoeg kunnen roemen, welke hij aldaar genooten heeft. De ftad is gelegen in eene vlakte, liggende open na het zuid-westen, doch ten westen befchermd door  REIS door. SPANJE. 157 loor Mohjuich, en tegen het noorden door een keten vau bergen, welke ten noord-westen eindigen met den berg St, Pedro Martijr, De aarde, die van zes tot tien voeten diepte boven de Heengrond heeft, is doorgaans klei. in deze vlakte is een kleine rivier, loopende digt voorbij de ftad, en dienende in den zomer om die landftreek tc bevogtigen. Ten westen, voorbij Monjukh, is de Lobregat, zijnde dc breedfte rivier tüsfchen de Ter, welke voorbij Gerona droomt, cn de Segre, die in de Pijreneen ontfpringende, zich in dc Ebro ontlast. Een der tegen over de dad gelegen bergen, St. Jeronimo genaamd, is beroemd om deszelfs klooster en daartoe behoorendc tuinen, welke ruim, fchaduwrijk, en van water wel voorzien zijn. Aan den voet van dezen berg is een deengroeve, waarvan de deen oogenfchijnlijk veele kalkachtige doffe bevat. Een weinig hooger opwaards ziet men niet dan een foort van losfe, gedadig af kruimelende, en zich ontbindende graniet; waartegen het midden en dc kruin des bergs, welke laatde ten zuiden na de zeekant overhangt,ten eenemaale uit fchist bedaatj doch aan gene zijde van de kruin , als men ten noorden afdaalt, bedaat de berg wederom ten eenemaale uit graniet. Wij moeten hierbij deeds in 't oog houden, dat, volgens de natuurlijke gefteldheid, de graniet bedekt is met fchist, en de fchist door een rots van kalkdeen. Van deze hoogte heeft Montferrat een prachtig voorkomen, ettfchijnt op een afdand tc liggen van minder dan twee.  f$ REIS door SPANJE. twee uuren gaans. Het uitzicht is na alle kantelt zeer vermaaklijk en uitgebreid. Ter zijden van dezen berg zijn groeven van kalkfteen cn marmer. Mijne uitflappen tot op eenen verren afïtand, gefchiedden doorgaans op de heilige dagen, dewijl alsdan de conful tijd had mij op dezelve tc verzeilen. Jn een van deze bezogten wij de berg St. Pedró Martijr, van welke men nog ruimer uitzicht heeft, dan van St. Jeronimo. Ten noorden van denzei-, ven ligt Montferrat, en agter deze fchijnen de Pijreneen in den gezichteinder weg tc zinken, gelijkende aan eene muur van fneeuw. Wanneer wij onze oogen keeren na het zuiden en oosten, zien wij de geheele uitgeftrektheid van deze vruchtbaare valei, welke de ftad, benevens de talrijke baar omringende dorpen, met levensmiddelen voorziet, en agter deze de middcllandfche zee, fluitende dit vermaaklijk verre gezicht. Ten westen ffroomt de Lobregaï, flingerende tusfehen dc openingen der gebergtens, van welke deze rivier ontelbaare fnelvlictendc beeken ontfaugt, en ten laaf ftcn uitgewoed hebbende, vloeit zij ftaatelijk en langzaam zcewaards, neemende haaren kronkelenden weg door de uitgeftrekte vlakte, welke zij zelve gevormd heeft. De grondflag en het lighaam van dezen berg is graniet; doch naar rnaate men deszelfs top nadert, ontmoet men 'er de eigenaartige bedekking van fchist, breckende in dunne witte fchilfers, en met het vitriool-zuur aluin voortbrengende. Het is oogen-  REIS door SPANJE. 15 9 oogcnfchijnlijk toe te fchrijven aan de ontbinding der fchist, welke op de kruinen dezer hooge bergen in overvloed wordt aangetroffen, dat de nabij gelegen vlakte tot zulk eene aanmerkelijke diepte is bedekt met klei, niet van dien aart als waaraan de fteenbakkers de voorkeus geeven, welke ftug en onvruchtbaar is , maar zodanige, die, door de vermenging van kalkachtige doffe en zand, nabij de hoedanigheid van mergel komt, door middel van den ploeg gemaklijk gebroken wordt, en een weelderige oogst van vruchten voortbrengt. Deze bergen zijn al te famen gefchikt 'voor den landbouw, en tot zelfs op hunne kruinen, waar men de ploeg niet gebruiken kan, bedekt met wijngaarden. Hier zag ik, voor de eerdemaal in Spanje, de quercus coccifera (kermes-boom), zijnde een foort van kleine eik, welke de kermes voortbrengt; doch aan deze waren geene fpooren van dat kleine diertje. Wij namen het middagmaal in een landhuis, toebehoorendc aan dc Dominikaanen, werwaards deze paters zich begeeven, wanneer zij eene zuiverder lucht begeeren in te ademen, of het bedwang des kloosterlevens voor eenigen tijd wenfehen te ontwijken. Zij hebben hier een algemeene zaal, omtrent zestig voeten lang, verfcheiden goede (kapkamers, een gaanderij van negentig voeten lang en agtien breed, zijnde tegen het oosten en zuiden epen, van waar men te zclver tijd het uitzicht iieeft over de vlakte, de bergen , en dc zee, met  ïGo REIS door SPANJE, tic Had, eenige dorpen, weinige kloosters, en een tallooze menigte van boerenhuizen, door de valei overal verfprcid. Boven en beneden3 tegen de afhelling, ftrekken zich de wijngaarden uit, welke hen met overvloed van druiven en uitmuntenden wijn voorzien. Zij ontfingen ons met zeer veele hcuschheid, en zo het ons voorneemen was geweest om daar eenigen tijd te vertoeven , zouden zij ons bedden aangeboden hebben. Wij bleeven hier echter niet langer, dan tot de ondergaande zon ons herinnerde, dat het tijd was om onze paarden te beklimmen en na huis te keeren. Zelden heb ik eene plaats met meer tegenzin verbaten. Ware ik niet kort daarna uit BarcelonA vertrokken, dan had ik gaarne mijn verblijf alhier genomen, waar ik, met hulp van één der vaders dc Spaanfche taal gemaklijk zou geleerd hebben. Na het bezichtigen dezer verheven gewesten die het uitzicht na het noorden begrenzen, was ik'begeerig om ook naauwkeuriger onderzoek te doen nopens den aart van Monjuich, welke berg over de zee hangende,de ftad na de westkant onder bedwang heeft. Ik begaf mij,tot dat einde, op den uithoek digt aan zee, klauterde op de rauwe klippen van dc rots, en doorkruiste deszelfs top het zij te voet of te paard, in allerlei richtingen,' ten cmde ieder gedeelte daarvan afzonderlijk te onderzoeken. Dc grondflag en het lighaam van dezen berg bedaar ten deele uit zand, ten deele uit deen óf keizelachtig gruis, zijnde wit, rood, of graauw van,kleur,en met een weinig glimmer (mica) hier en  REIS dook. SPANJE. 161 en daar doormengd. De kruin verfchilt aan fommige plaatfen niets van den grondflag, maar is aan andere plaatfen bedekt met poddingfteen, fchist, klei, of vollers aarde. Doch, wat onze opmerking meest verdient,men vindt zo wel in de fchist als in de klei, dclfbaarc fchelpen. Indien het mij geoorloofd zij eene gisfing voor te draagen, welke door deze en meer andere foorteelijke omftandigheden geftaafd wordt, ben ik zeer genegen te denken, dat de geheele berg aldaar bij toeval is voortgebragt, cn het gruis niets anders is dan ontbonden graniet,het zij van die bergen welke ik reeds befchreeven heb, cn uit drie foorten beftaan, als wit, rood en graauw, of wel van eenige andere bergen, welke nu niet meer in wc* zen zijn. Dit onderwerp zal wederom opgevat worden, wanneer ik fpreeken zal van het land omftreeks Salamanca, lk hoop dat mijne thans voorgedragene theorie als dan niét alleen zal bevestigd worden, maar ook eenig licht zal verfpreiden kunnen over fommige gedeelten der natuurlijke historie, welke tot nog toe duister zijn. Zo mijn vermoeden met de waarheid inftemt, moet Monjuich in vroeger eeuwen niet alleenlijk door de zee bedekt geweest zijn, maar hij moet ook betrekkelijk laager, en wel veel laager zijn geweest, dan de graniet-bergen, uit weikcr roof dezen berg famengeiteld is, en waar toe de vormende doffen zich bij elkander verzameld hebben door de famenloop van twee of meer ftroomen, gelijk wij in't klein zien in water* I. Deel. L ftoï«  ïtfa REIS door SPANJE. ftortingen, of ter plaarfe waar twee fnelftroomende rivieren in elkander loopen. Een ieder die de uiterlijke gedaante en inwendige gefteldheid der'landftreek nabij Southampton (in Engeland) kent, en dezelve behoorlijk onderzogt heeft, ziet daar een duidelijk voorbeeld van zodanige ophooping, niet van doffen welke derwaards gebragt zijn door eenige der aldaar voor handen zijnde rivieren, want derzelver bodems zijn te laag, om iets van dezen aart te kunnen uitwerken; maar door dc wcrkinge der ftroomen, ten tijde dat de omliggende heuvels van Susfex-, Wihshire, Dorsetshire, en het eiland Wight, nog onder de oppervlakte der zee bedolven lagen; gelijk wij befluiten moeten uit de delfbaare 1'chelpen , welke in het krijt van alle deze heuvels gevonden worden. Van Monjuich zien wij ncderwaards op dc uitgestrekte vlakte, die gevormd wordt door de Lo* bregat, welke wel een vruchtbaar aanzien heeft, doch niets minder dan aanlokkelijk is, gemerkt alles in dezelve een naargeestig voorkomen heeft, en haare inwoondcren al tc famen de merktekens draagen, of van koortfen, of van waterzucht, of van geelzucht. De vestingwerken op dezen berg, worden als volmaakt in haare foort aangemerkt; zij zijn ook waarlijk in een' hoogen graad voltooid, en ftrekken tot roem van de natie, om haare fraaiheid. Deze gevoegd bij de fterke werken rondom dc ftad en het kasteel, moeten Barcelona, tegen de aanvallen van eenen vijand, onverwiimelijk maaken. Dc  REIS door SPANJE. 163 Dc oorfprong van de naam Monjuich is nog pooit ten genoegen opgeheldert. Men fchreef dezelve eertijds Monjouij , doch de uitfpraak daarvan is Monjuiqu, dat mooglijk berg der Jooden betekenen zal. Het is zeker, dat de Jooden eertijds zeer talrijk waren in dit gedeelte van Spanje, en dat op den heuvel, welke het uitzicht heeft na de ftad, eene menigte opfchriften gevonden worden, die, in Hebreeuwfche karakters, op groote gehouwen fteenen gegraveerd zijn. Veele der woorden zijn namvlijks leesbaar, doch uit de overigen die leesbaar zijn, blijkt, dat deze grond in vroeger tijden eene Joodfchc begraafplaats is geweest. Het aardrijk omftreeks Barcelona is wel bebouwd, en levert overvloed van wijndruiven, vijgen, olijven, chinas-appelen, zijde, vlas, hennep, de algarrobo vrucht, tarwe, gerst, haver, rogge, boonen, erwten, wikken, Indisch koorn, gierst, alle foorten van latuwe, kool, bloemkool, tn andere groentens, ter vervulling van de keuken. Men gebruikt, om het land te ploegen, llechts twee osfen, of één fterke muilezel, en geen jongen om te drijven. Hunne ploegen zijn ligt, en van eene goede uitvinding: de balk is lang en aan bet juk vast gemaakt, wanneer zij twee osfen voor dezelve fpannen, doch zo men Hechts één muile' zei daartoe neemt, is de balk met twee fchachteu aan het gareel vast. Om het land maar even om tc roeren, gebruiken zij noch kouter, noch hangijzer, noch reesteplank , maar in plaats daarvan twee Oorijzers ten einde dén grond tebrcekenj doch wanL a »ees  jtët REIS door SPANJE. neer zij onder liet ploegen een {lijve grond aantreffen, neemen zij de oorijzers weg, en bedienen zich van de kouter,het langijzer en de recsteplank, welke zij in twee of drie minuuten af en aan zet* ten. Om de ploeg zodanig te ftelïen, dat men daarmede, ongeacht de grootfte verfcheidenheid in de vastigheid van den grond, dieper of ondieper ploegen kan, heeft men tweeërlei manier om zulks te doen. Op het einde van den boom,zijn namentlijk drie gaten, omtrent vier duimen van elkander af; wanneer men nu begeert dat de ploeg dieper gaan zal, doet men de pen, waar mede de boom aan het juk vast gemaakt wordt, door het laatfte gat, «aast aan het uiteinde van den boom ; doch begeert men dat dc ploeg ondieper gaan zal, dan doet men de pen door het gat, 't welk verst af is van het uiteinde. Is de grond zoo ftijf, dat men aan de' ploeg, door dit middel alleen,de vereischte richting niet geeven kan, dan heeft men nog een andere manier om de boom te laaten zakken, of, met andere woorden gezegd, de punt van de fch'ulp te doen rijzen, waarvan men uit mijne tekeningen (*) eene voldoende opheldering kan verkrijgen. Het is onmooglijk,dat men ergens meer oplettend zijn kan wegens de famenftelling en het gebruik der ploegen, voor alle onderfcheiden foorten van landbouw,dan in dc gewesten omftreeks Barcelona, ten C*") Welke bij een der volgende deelen zullen geleverd Worden. Fert.  REIS door SPANJE. i6Vf ten aanzien van dit zeer belangrijk onderwerp gefchied. Hunne eggen zijn met ijzer beflagen; doch wat dc rol-blokken betreft, kan men dezelve niet verwagten in een land, waar hout zo ongemeen fchaars is. Om de kluiten te breeken, bedient men zich van een plank, op welke een jongen, ftaande, den muilezel voortdrijft. Hunne houwcelen zijn bijkans even breed en zwaar als onze (paden, maar in diervoegen gezet, dat zij met de (teel een hoek maaken van omtrent dertig graaden, 't welk dc landman noodzaakt, bij het gebruik van dezelve zeer diep te moeten bukken. De gewoonc fpade komt mij ongelijk handiger en beter voor; doch dit is misfehien niets anders dan een vooroordeel, alzo wij dat werktuig , van der jeugd af aan, in ons vaderland altoos voor oogen gehad hebben. De noria moet aangemerkt worden als één van hunne werktuigen voor den landbouw, en is hier eenigzins van een vcrfehillend maakzel, dan ik te> vooren befchrceven heb. Zij is de oorfpronglijke ketting-pomp, of heeft daarmede ten minden zo veele overeenkomst, dat zij aanleiding fchijnt tehebben gegeeven tot het denkbeeld, naar 't welk de ketting-pomp gemaakt is, en haare eenvouwigheid wijst aan, dat zij eene uitvinding is van zeer hoogen ouderdom. Zij bcdaat uit eenen breeden band, loopende over den buitenden omtrek van een rad (fprocket whéel,~) 't welk tot agtien duimen of twee voeten beneden dc oppervlakte van het water in een put of bron reikt. Rondom dezen band zijn aarden kruiken vast gemaakt, op een/ L 3 af"  ïöct REIS door SPANJE, afftand van vijftien duimen van elkander, welke, door de omwenteling van dit rad, het water uit de bron opneemen, en in een' daartoe beftemden bak Uitftorten. Een kleine ezel, tot dat einde ingefpannen,doet,met weinig moeite, een ronde fchijf omdraaijen, welke haare beweeging mededeelt aan een kamrad, dat aan dezelfde fpil vast is, om welke de band loopt,en waarmede het te gelijker tijd omdraait, brengende aldus, met weinige kosten en zeer geringe wrijving, een aanhoudende en vrij aanmerkelijke voorraad van water op. Alzo de lucht het indringen van 't water in deze kruiken zou verhinderen, is ieder kruik voorzien met eene kleine opening in haaren bodem , waardoor de lucht uitgaat, doch welke ook tevens veroorzaakt, dat zekere hoeveelheid van water door dit gat in de bron terug valt. Dewijl echter de kruiken recbtftandig om hoog rijzen, wordt wel is waar het water dat uit een hooger kruik ftort, weder opgevangen door die welke onmiddelbaar beneden dezelve is; maar nogthans baart dit altoos eenig verlies, en behalven dit ongemak, moet ook de geheele voorraad van water ten minden veel hooger worden opgehaald, dan de middellijn van het rad, dewijl de kruiken hunne opgefcbepte voorraad alleenlijk in het nederdaalen weder uitftorten. De kettingpomp heeft ontwijfelbaar boven dit werktuig veel vooruit; echter is deze ook niet vrij van onvolkomenheden. Want indien de kleppen niet nauwkeurig fluiten in de buis of cijlinder, door welke zij bewcegen,gaat insgelijks veel water ver- loo-  REIS door. SPANJE. 167 !oorcn;maar fluiten dezelve digt genoeg,dan moet de menigte van kleppen onvermijdelijk eene fterke wrijving veroorzaaken, behalven nog de wrijving Tan de ketting om het groote rad, en van de raden zelve. Ketting-pompen vereifchen daarenboven eene menigte van menfehen om dezelve te doen werken, 't geen niet wel gefchieden kan in de open lucht, maar onder dak, waar de hitte groot, en den arbeid bijna onverdraaglijk is. De voorkeur derhalven, die men aan de ketting-pompen boven de zodauigen heeft gegeeven, welke door de drukking van den dampkring werken, moet waarfchijnlijk aan deze ééne omftandigheid worden, toegefchreeven, dat men dezelve aan mindere verftopping onderhevig heeft bevonden. Met opzicht tot de wrijving, koelte, en minde» dere kosten,is de zuigpomp zoo klaarblijkelijk veel bekwaamer dan de ketting-pomp, dat de eerfte nimmer misfen zal de voorkeur te verdienen, zo dra zij Hechts niet langer onderhevig wezen zal , om door zand , fpaanders en andere vuiligheden verdopt te raaken. De middelen, door ervaren werktuigkundigen tot verbetering dezer pompen uitgedagt, zijn menigvuldig en van zeer verfchilleiiden aart; doch het eenigde dat ooit in aanmerking is gekomen, en bij onze zeemacht ingevoerd wierdt, werd nogthans op de proef ge brekkelijk bevonden. Het beftond alleenlijk hierin, dat men, in plaats van kleppen met fcharnieren, cijlinders gebruikte, voorzien met gaten in de zijden, doch aan den top gefloten, welke 111 koperen L 4 bus*  *68 REIS door SPANJE, busfen zich bevvecgcn, en bekend zijn bij de naam van bus-kleppen (canister Patves,} die echter meer dan alle anderen onderhevig bevonden wierden, om zeer ligt onbruikbaar tc worden door het indringen van zand, tusfehen de cijlinder en bus, 't welk dezelve alsdan onbeweeglijk maakte. Men was deze zogenaamde verbetering verfchuldigd aan zekeren cole, die, door zodanige verbeteringen in de ketting-pomp ten uitvoer te brengen, als eene uitvinding waren van den Kapitein e entin ck, aldus onverdiend den roem had verworven van meer dan gemeene kundigheid te bezitten, waardoor vervolgens zijne eigen uitvinding gereedelijk ingang vondt. Toen men de proef nam met het van hem ingeleverd model, en daartoe klaar water had genomen, voldeed hetzelve zoo wel, dat de admiraliteit terftond beval, om ze op de Britfohe oorlogfchepen in te voeren. Aan deze overhaaste goedkeuring word het verlies van de Centaurus, en van fommige andere fchepen, die daar mede uit de VVestindien terugkeerden, toegefchrecven. Het is in de daad onmooglijk, om met zekerheid te kunnen zeggen, hoe veele fchepen welverongelukt zijn, in gevolge dezer verandering in dc famcnftelling onzer pompen, aangezien het grootfte ongeluk,'twelk eenfchipgeduurendeeenenzwaaren ftorm overkomen kan,is , wanneer deszelfs pompen onklaar of verftopt raaken. De admiraliteit kan dus nimmer te omzichtig zijn bij het onderzoek van zogenaamde verbeteringen, noch te veel op haare hoede, in geloof tc geeven aan de getuigfehriften ten  REIS door. SPANJE. i<5 ten voordeele van de zodanigen, welke zij bevolen heeft dat beproefd zullen worden. Wij vinden in de laatfte druk van chambirs dicïiönarij, onlangs in bet licht gegeeven door doftor rees, de befebrijving van kapitein bentincks kettingpomp, welker uitmuntendheid nimmer in twijfel zal getrokken worden; terwijl nogthans de ligtgeloovigheid zelve niet gemaklijk geloof zal (laan aan het bericht nopens de proefneemingen, welke daarmede genomen zijn aan boord van het fregat Seaford,en dat getekend is door den fchout bij nacht Sir john moore, twaalf kapiteins, en elf luite ■ nantsin dienst van zijne majestcits fcheepsmacht. In hetzelve word gezegd,dat met dc oude kettingpomp, zeven man in zes en zeventig fecunden tijds, een ton water kunnen ophaalcn; waartegen twee mannen, in vijf en vijftig fecunden , de zelfde hoeveelheid met de nieuwe ketting-pomp opbrengen. Waren Sir t hom as slade, diertijds opziender over de zeemacht,cn kapitein bektinck beter vrienden geweest, dan zou dit bericht ongetwijfeld meer overeenkomdig met de waarheid opgefteld zijn geweest, of 'er zouden, bij het doen der proefneemingen, ten minden die noodigc voorzorgen zijn in acht genomen, welke daarbij behoorden plaats gehad te hebben. Want, ongeacht dc erkende en ontwijfelbaare voortreffelijkheid van denieuwe pomp, boven die voorheen gebruikt wierd, moet nogthans aan een ieder, die in ftaat is om daarover een gepast oordeel tc kunnen vellen, L 5  170 REIS door SPANJE. klaarblijkelijk in de oogen vallen, dat het bij deze proefneeming niet onzijdig toegegaan is. Het gebrek waaraan de zuig-pompen onderhevig zijn, word weg genomen door eene onlangs gemaakte verbetering, die waarfchijnlijk de algemeene goedkeuring zal weg draagen. De heer ta ijlor, van Southampton, de zelfde aan wien niet alleen Engeland, maar geheel Europa, de blokken verfchuldigd is, welke, na eene lange ondervinding, zo wel te aanzien van fterkte, als in veele andere opzichten, volmaakt bevonden zijn, liet, op verzoek van eenige zee-officieren, zeer ernftig zijne gedagten gaan over dit onderwerp, en vondt wel dra een hulpmiddel uit, dat, na-ar alle vermoeden deze pomp veel nader tot de vercischte volkomenheid brengen zal, dan alles wat tot hier toe daaromtrent in 't werk gefield is. Hij begon met het wegneemen van de laagfte klep, te famen met deszelfs bus, en bragt in de plaats daarvan een kogel, vallende nedcrwaards in een gedeelte van de zelfde kamer, waarin de bovenflc zuiger werkt, welke tot dat einde wat verkort is; doch alzo deze kogel niet gemaklijk kon opgehaald worden, nam hij in de plaats daarvan flechts een gedeelte van een kogel , en maakte deszelfe middenpunt aan een flinger vast. Door dit eenvouwig hulpmiddel gaan fpaanders, zand, en diergelijke vuiligheden door, zonder het minfte ongemak te veroorzaaken , en de flinger-klep valt in zijne plaats terug. Niets fchijnt meer nuttigheid te belooven, dan  REIS door SPANJE. 171 dan deze uitvinding ; wij zullen het echter aan de tijd en de ondervinding overlastten, om het gunftig gevoelen re bevestigen, 't welk men dien aangaande opgevat heeft. Eenige heeren te Barcelona , die wel bedreeven zijn in de werktuigkunde , hebben ijverig getracht de gèhreken in de noria te verhelpen , door middel "eener van hen uitgevonden machine, welke niet geheel en al van verdiende ontbloot is. De boom , aan welke dc (hengen van het paard vastgemaakt zijn , is ten naasten bij agt voeten lang , *t welk voor de paardeweg eene middellijn geeft van zestien voeten, terwijl die van de waterpas liggende fchijf, of lantaarn, van omtrent vier voeten is. Een rechtdandig rad, dat daardoor bewoogen wordt , heeft dezelfde middellijn , en geeft beweeging aan eene rechtdandige fchijf of lantaarn van twee voet en zeven duimen, als ook wijders, door middel van deze fchijf, aan een water-rad van tien en een halve voeten diameter- Het hoofdzaaklijkst gebrek aan dit werktuig bedaat daarin , dat deszelfs beweegingen te ingewikkeld zijn, en hierdoor zowel de kosten van het vervaardigen , als de wrijving vermeerderd worden. Ook is de paardeweg te klein , en dewijl de boom agter het paard , in plaaats van boven deszelfs fchouders , geplaatst is , maakt de treklijn een hoek daarmede uit van vijf cn veertig graaden , waardoor de helft van zijnekracht verlooren gaat. Deze misdagen zijn mede in andere lauden gansch niet zeldzaam , en zulksis ook de eenige reden , waarom ik dezelve hier aan-  172 REIS door. SPANJE. aanwijze. Mijne aandacht was inzonderheid gevestigd op de famenftelling van het waterrad, zijnde een cijlinder , welke door een middenfehot in twee gelijke deelen verdeeld wordt. In ieder helfte zijn kamers, die gemaakt worden door vier affeheidingen , 't welk een vierkant formeert, welks hoeken de omtrek van het rad raaken, invoegen ieder kamer het fegment van een cijlinder uitmaakt. De afdeelingen aan de eene zijde van het middenfehot, zijn niet evenwijdig met die aan de andere zijde, maar geplaatst in eene veifchillende richting, in diervoegen, dat wanneer twee van die zich aan de eene zijde bevinden , loodrecht (laan , die aan de andere zijde een hoek met den gezichteinder maaken van vijf en veertig graaden. Ieder van deze kamers heeft eene opening, ten einde daardoor het water te ontfangen van een vierde van de boog. Een lederen band, of gordel , omvat het rad, ter plaatfe waar het zijn water ontlast, om het verfpillen daarvan voor te komen. De bijzondere voortreffelijkheid van dit rad is deze , dat geen water verboren gaat , na dat het eenmaal in de kamers is gekomen ; doch daartegen wordt ook met dezen geheelen omflag het water nog geene tien voeten hoog opgehaald. Rondom alle de waterbakken is een foort van muur gemetfeld , gelijk ik te vooren reeds befchreeven heb , om op dezelve het linnen te wasfen. Om de hennep te braaken, bedient men zich van een werktuig, 't welk dezelfde gedaante heeft, als 't geen men in alle onze fuiker-eilanden gebruikt, ten  REIS door SPANJE. 173 teil einde het fuiker-riet te kneuzen, doch is daar van , wat de ftoffe en plaatfing van 't geheel aanbetreft , onderfcheiden. Hier plaatst men de drie gegroefde rollen, die van eikenhout gemaakt zijn, de één boven dc ander , maakende dat zij op de hennep , terwijl deze tusfehen dezelve door gaat , niet alleen werken door hun gewicht , maar ook door de drukking van twee fterke vccren. Een muilezel draait een rad om, hetwelk de laagfte rol in bewecging brengende , veroorzaakt dat de bovende rol in eene daar tegen overgedelde richting rond draait. Agter deze rollen is een holrond blok , hebbende eenigzins de gedaante van een halve cijlinder , dienende om de hennep tegen te houden, cn te maken dat dezelve, na tusfehen de bevende en middenltc rol doorgegaan te zijn, terug keert tusfehen dc middende en onderfte rol, waar hij alsdan ten vollen gekneusd wordt. De meeste koornvelden omftrecks Barcelona , worden in het voorjaar bezaaid met tarwe , die in de maand Junij rijp zijnde, terftond opgevolgd wordt door Indisch koorn , hennep , gierst , kool, fnij • boonen, of latuwe. In het tweede jaar zaait men in 't voorjaar gerst, boonen , of wikken , welke voor het midden van den zomer ingeoogst wordende , even als in de voorgaande jaaren door andere veldvruchten worden opgevolgd , veranderende dezelven alleenlijk naar maate van het jaargetijde , ten einde de meest mooglijke verfcheidenheid op denzelfden grond aan te kweeken. Gemeenlijk brengt hier de tarwe tienvouwig vruch-  174 REIS door SPANJE. vruchten voort , doch wanneer men overvloedige regen heeft gehad, vijftienvouwig ; alle'deze veldvruchten worden bevochtigd, wanneer men daartoe water kan bekomen, het zij uit bronnen, of door middel van de noria. Ik zag hier op den vierentwintigften van Grasmaand het land beploegen , ten einde met hennep bezaaid te worden, 't welk zij ftaat maakten in 't midden van Hooimaand in te oogften, waarna men wederom dezelfde grond bezaaijen wilde met raapen , wortelen , en latuwe , voor het gebruik in den herfst. Het land is bekwaam om vlas voort tê brengen, doch men bevindt de hennip-bouw voor» deeliger. Hunne manier om de mest op karren te laaden, kwam mij vreemd genoeg voor. Men bedient zich tot dat einde van drie perfoonen, (taande een derzelven in de kar, de tweede op de mestvaalt, en de derde tusfehen beiden, om een kleine korf vol mest aan den eerften te overhandigen , na dat de tweede die korf met zijne drietandige greep gevuld heeft. Zij lachten om mijne onnozelheid , doordien ik oordeelde, dat zo zij alle drie greepen hadden , de kar alsdan veel fpoediger zou gelaaden worden. Het is alleenlijk om meer fpoed te maaken , zo als zij zich verbeelden , dat zij op deze manier te werk gaan. Op eenigen afftand van de ftad , betaalen dc landbouwers voor het arbeidsloon hunner daghuurders , van tien tot twaalf ftuivers daags aan marisperfoonen , en half zo veel aan vrouwsperfoonen* Tim*  REIS door SPANJE. m Timmerlieden verdienen zestien, en metzelaars twee entwintig of vierentwintig duivers daags. De zeer nauwgezette fpaarzaamheid der Catalanen, blijkt onder anderen uit de weinige voorraad, welke zij dag voor dag opdoen. ' Wanneer zij met hunne kleine korf ter markt gaan, brengen zij, te gelijk met het ingekogte osfenvleesch en de keu* ken-groentens, voor de waarde van twee penningen houtskool te huis. Deze omdandigheid is zoo karakterifeerend , dat wanneer men hier eenen rijken vrek zijne gierigheid wil verwijten , zulks gemeenlijk gefchied met te zeggen , dat hij , ongeacht zijnen rijkdom , nog fteeds voortvaart , om voor dos dineros de carbon (voor twee penningen houtskool) van de markt te laaten haaien. Twaalf penningen (dineros) maaken één ftuiver. Hunne kleeding is zeer bijzonder. Zij draagen roode flaapmutfen over een zwart net , waarin het hair geftopt is, en dat tot laag op den rug nedcrhangt. ' Hun kamifool, of kort buisje met zilveren knoopen , fluit digt om tot lijf, en wordt vastgemaakt met een lange zijde sjerp, gaande verfchciden maaien om het middenlijf, waarvan de einden vervolgens ingedoken worden. In Spanje, Italien en Afrika , omwinden alle inwoonderen zich met sjerpen , als een behoedmiddel tegen breuken. Het is zeker, dat deze in die landen zeer gemeen zijn ; doch wanneer wij daartegen in aanmerking neemen, dat natiën welke zich van geene sjerpen bedienen, aan breuken niet zeer onderhevig zijn, zouden wij daardoor kunnen worden  176 REIS door SPANJE; ■den aangedrongen , om de oorzaak van dat ongemak aan eene vcrflapping toe te fehrijven , welka juist door dat zelfde middel wordt bevorderd , 't geen men te baat neemt om het voor te komen. Men draagt hier gemeenlijk broeken van zwart fluweel , zeer zelden kousfen , en houten plankjes (fandals) bekleeden de plaats van fchoenen. Geen volk op aarden is geduldiger onder allerlei vermoeijenisfen, of kan deze natie, in het te voet reizen, voorbij fnellen. Zij leggen doorgaans veertig (Engelfehe) mijlen eiken dag af, maar zullen ook wel eens , bij gelegendheid , zestig afloopen. Dit maakt hun tot zeer goede wegwijzers en muilezel-drijvers, waartoe zij ook door geheel Spanje gebruikt , en , uit hoofde hunner bekende eerlijkheid, in alle opzichten wel vertrouwd worden. De ommeftreeken van Barcelona zijn zeer gunllig voor kruidkundige navorfchingen , en de Had is niet ontbloot van lieden , welke zich op deze wectenfehap toeleggen. Ik genoot veele hulp van Don ignatio ameller, ee^i apotheker, wiens boekerij aan den voornaamllen kruidkundigen van Europa tot eere zou vcrürekken, met wien ik dikwijls raadpleegde , en hem zeer wel bekend vond met de beste fchrijvers, die over dat onderwerp gefchreeven hebben. 'Er is insgelijks een jongman, wiens bezigheid het is voor de apothekers heilzaame kruiden te verzamelen ; in dezen perfoon trof ik een uitmuntend leerling aan van l in neus, en verzamelde uit zijne hortus ficcus veele planten , die ik op mijne wandelingen niet aangetroffen hadde -  REIS door SPANJE. 177 #e , alle gerangfchikt volgens derzelver klasfen. Onder deze vond ik de navolgende : Canna, fa* licornia, bïltum, valeriana, v-ronica zo wel de gemcene als de becabunga, fyringa , liguftrum , oA?tf , phillyrea fl. hit., rosmarinus , vcrfcheideu foorten van /tf/rw, jasminum , gratiola , pinguicula, verbena , lijcopus , jufticia, crocus fativus, wo», , gladiolus communis, «>« c?r«/, primula veris et auricula , verbascutn, campanula, convolvulus marinus, fcammonea, polemonium , cijclaminus , anagallis fl. rub., lijflmachia fl. lut., lonicera , ribes , coris , phijfallis, atropa hijofcijatnus, capfacum, mirabilis, datura, felanum , glijcijpitros , Hjcoperflcon , melongena , rnamnus , jrangula , euonimus, nerium, vinca, asclepias, /a//o/«, ulmus, herniaria, gentiana major, centaurum minus , echinophora , erijngium, fanicula , bupleurum, daucus, caucalis, , bunium , co»/«w, o/)/«ot , athamanta, crithmum, lacerpitum , (phondijlium , ügufthum , imperatorium, augeüca, M  *7« REIS door SPANJE. cuminum , fmijrnium , ffa/yfc , anethum , /sra/a , y?««, oenanthe, coriandrum, clwrophijllum , c ar urn fcandia, rhus, tinus, fambucus, parnasfla, linum, drofera , ftatice , ////«« raw/ , fl. Hutante he- tnerocallis , lilhtm fl. nut., martagons fl. purp., liHum radke asphodeli ,pancratium, amarijllis, al li urn fij/reflre , porrum , cepa alba, leucojum bulbofum , ornithogalum fl, luteo , narcisfus , fcilla , tulipa , asphodelus, lilium convalv ,hijacinthus fl. cerul., corona imperialis , fritillaria , erijthronium , afparagus, juncus, tradescanpa, aloe, berberis, lapathum acutum , rumex , colchicum, alisma , afcuhis, tropceolum , epilobium , anothera daphne , polijgonium s fagopijrum , biftorta , perflcaria , herba paris, /aisrus nobilis , rheum , butomus , fcnna , casfla, dictamnus fraxinella , ruta , tribulus, melia, arbutus uva urfi, rhododendrum , pijrola , faponaria, faxifraga , diauthus , cucubalus , arenaria , ftellaria , fedum , lijchnisj oxalis,1 tridactijhts , phijtolacea , afarum, peganum, portu/aca, lijihrum, agrimonia^ refeda, euphorbia, tithijmalus pinea, fempervivum , cactus opuntia , ca&us fcandens , phUadelphus, pfidium , mijrtus, punica granatorwn, cerafus, amijgdalus , crategus , forbus, malus, pijrus, oxijacantha , mespilus , ulmaria , filipendula, rofa, rubus , fra gr aria, tormentilla, quinquefolium , en ge urn.. De algarrobo (ceratonia cdulis ), groeijcnde nabij dc zee en na het zuiden , is één van hunne voordeeligfte boomen, die, hoewel van cen'tedcren aart zijnde, nogthans weinig oppasfing vcreischt. Hij is fraai van loof, groeit weelderig, en is doorgaans be-  REIS door SPANJE. 179 belaaden met vruchten, waarmede zij hun vee voeden. Men geeft dezelve niet alleen aan het werkvee, maar ook aan osfen die voor de llachters vet gemest worden. De vrugt is langwerpig, en bevat eene menigte van zaaden, welke overvloed van eene fuikcrachtigc ftoffe bevatten; zij is uitnecmend aangenaam van fmaak, voedzaam, en de boom is altijd groen. Barcelona, als eene' woonplaats befchouwd, is niet alleen zeer vermaaklijk, maar ook gezond. Men heeft 'er wel is waar eenige dagen, wanneer alle de inwoonders, doch inzonderheid de vreemdelingen, genegen zijn om haar als ongezond en onvermaaklijk aan te'merken; te wecteu, wanneer de oostewind de nevel dcrwaards voert, welke men vérfcheiden dagen te vooren, op eenen afftand in zee, reeds had waargenomen, wagtende als het ware na eene gclcgcndheid om te landen. De zweetgaten worden abdan gefloten , en men is daarbij zoo kreegel van geftcldheid, dat zelfs de beste vrienden zich jegens elkander wel in acht moeten neemen. Doch zo haast begint dc landwind niet te waaijen, of dc nevel verdwijnt, dc zon breekt door, en de geheele natuur herneemt een blijmoedig gelaat. Te Barcelonetta en in het kasteel, waar in ceue bezetting is van vijf duizend vijf honderd man, heerfchen geftadig afgaande koortfen, welke des winters waterzucht en geelzucht, maar des zomers kwaadaartige koortfen aanbrengen. Dezelfde ziekten heerfchen mede aan gene zijde vau Monjuichy in dc lange landen welke door de LoM a br»  i8o REIS dook SPANJE» fregat bevochtigd worden; doch hoewel de meest heerfchende wind, in zijne overtocht aldaar, met belmcttchjke deeltjes wordt belaaden, heeft zulks echter geene fchadclijke invloed op Barcelona, dewijl Inj, op zijnen weg dcrwaards, door dien hoogen berg gefluit wordende, genoodzaakt is ecu anderen koers te moeten neemen.  REIS van BARCELONA na MADRID. Zodra ik mijne nieuwsgierigheid ten naastenbij voldaan, en genoegzaam alles bezien hadde, wat opmerkenswaardig was , begon ik tc overdenken , hoedanig ik mijne reis door Spanje op de beste wijze kon vervolgen. Ik kende als nog de taal niet genoeg, om alleen te kunnen reizen; dan dewijl ik aan mijne vrienden had te kennen gegeeven, dat ik den weg rechtftreeks na Madrid wilde i'nflaan, berichteden mij deze, dat zich,binnen weinige dagen, eene gelegenheid zou aanbieden, om, met nog drie anderen, een gemakkelijk rijtuig af te huuren. Intusfchen hield ik aan met mijne dagelijkfche uitflappen op het platte land, en bezogt ten tweedemaalc die plaatfen, welke mij opmerkelijkst hadden toegefcheenen. Het duurde in dc daad niet lang,of ik had partij gemaakt met drie officieren in fpaanfehen dienst, van welke twee inboorlingen waren, doch de derde een Frauschman, was, die, even als ik, na Madrid wilden. Wij huurden, met ons vieren, J, Deel. N «a  tSü REIS door SPANJE een goede koets en zeven muilezels, en verlieten Barcelona, op Saturdag den 6 van Bloeimaand, in den agtermiddag. Wij reisden dien avond vijf Spaanfche mijlen (leagues) langs de rivier Lobregat, eu fliepen re Martorel, beroemd wegens de brug van iiannibal, cn deszelfs zegeboog. Ik wenschte, dat de tijd nog toegelaatcn haddc, om een aftekening tc maaken van deze eerwaardige ovcrblijfzels,te famen met den hoogen berg,die nabij dezelven oprijst, ten oosten,en de berg Montferrat, welke op een afftand van drie uuren gaans van daar gezien wordt, verbergende zijne hooge kruin in de wolken. Martorel heeft Hechts ééne lange nauwe ftraat, in welke armoede, nijverheid en morsfighcid, hoewel deze zelden bij elkander gezien worden, naar het fchijnt, overeengekomen zijn om derzelver woomngen op te (laan. De inwoonderen maaken kant en zelfs kleine kinderen, van drie en vier jaaren' houden zich daarmede beezig. Den volgenden uchtend kwamen wij te P/era gelegen aan den voet van Mmtfertats welke berg nu niet langer na een fuikerbrood, maar veeleer" na een zaag geleek , rijzende bijna rechtftandig en zijne ruuwc knobbelige rotfen, gelijk piramiden, om hoog fteekende, ten einde de wolken als het ware te ontmoeten. Van alle landftreeken, door mij gezien, hebben maar weinige mij ooit zodanig getroffen, als deze, in de nabuurfchap van Momferrat. De berg is kalkachtig; doch het opmcrkelijkfte daar-  REIS door SPANJE. 185 daarvan is, dat hij geheel en al beftaat uit podding-ltecn, welke famcngcftcld is uit gruis van kalkfteen, dat, door middel eener kalkachtige verbindftoffe, gevormd is tot eenen enkelen harden klomp, van zoo verbaazende hoogte, dat van zijne rauwe kruin dc eilanden Majorca en Minorca, op den afftand van vijfentwintig Duitfche mijlen, gezien worden. Op den zelfden berg worden rotfen van zandftcen gevonden; en de lapis lidius ( lijdifche deen) is aldaar, volgends het bericht van bowles, mede geen vreemdeling. Dc geheele landftreek nabij dezenvenvonderingswaardigen berg, zoude , indien zij op een' verderen afftand befchouwd wierdc,cen bergachtig voorkomen hebben ; dezelve is overal gefcheurd door groote bergengtens, of kloovcn, welke tot de diepte van honderd en twintig voeten open liggen, en famengefteld fchijneu uit gebroken fchist, vermengd met klei en zand. De rotfen, welke haare hoofden hielen daar uit de aarde opftecken, zijn klaarblijkelijk afgefe beurde brokken vafl Motttferrat, en dienen om den aart van dien berg aan te duiden. Dit zeldzaam verfehijnfel werdt nog verwonderlijker gemaakt, door eenen verbaazenden berg in deszelfs nabuurfchap, welke dooi' bowl es befchrceven is; een berg namcntlijk van drie mijlen in den omtrek, nabij het dorp Cardona (*), be- ftaan- fj*) Busching noemt Cardona een frnaije Stad, voorzien Van tamelijke vestingwerken. Ziet deszelfs nieuwe ta volledige Ce- N a  REIS door. SPANJE, ftaande uit een enkelen klomp zout,en hoog gelijk de Pijreneen, aan welke hij. grenst. Onder eene lachtftreek gelijk de onze (in Engeland), zou zodanige masfa al voor lang geimoltcn zijn geweest;doch in Spanje gebruikt men dit rots-zout, even als in Dcrbyshire het vloei -fpat, ten einde daarvan doozen, en vaazen, benevens meer andere fieraaden en fnuistcrijen te vervaardigen. Ik voerde een klein brokje van hetzelve met mij door geheel Spanje, zonder daaraan het geringde teken van vdgtigheid te befpeuren; doch zo dra was ik niet in Engeland gekomen, of het was fpoedig van een waterplas omringd. Ik zal voor 't tegenwoordige geen aanmerkingen maaken wegens de formeering dezer bergen; doch deze ééne omftandigheid kan ik, met opzigt tot de rotzen van Montferrat niet nalaaten tc herinneren , te weeten: dat in eenige van derzelver beddingen, het fteengruis glad cn afgerond is, gelijk 't geen aan den oever van de zee gevonden wordt. Na dat wij verfcheiden mijlen verder voortgereisd hadden, hebbende aan onze rechtehand Geftadig den berg Montferrat, welke boven onze koofden oprees, even als een golf, die op het punt ftaat van te breeken, begonnen wij allengs op een' vet- Geografie II. Deels, I. ank, Blafc. 2S2. Wie de moeite neemen wil, om de plaatfen in dat werk befchreeven, met 't ^en dien aangaande in deze reisbefclirijving gezegd wordt, te WTge. lijken, zn! eene menigte van foortgelijke vcifcMiende btrichten aantreffen. Ven,  REIS door. SPANJE. ïS5 verderen afftand te koméür van zijne grondvlakte , en onzen weg na dc linkerhand neemende, daalden wij nederwaards tusfehen de bergen, welke digt aan de Noija liggen, en uit witte granietftecn beftaan. Dc htrgengtens zijn hier nog breeder cn dieper dan die wij daags te vooren gezien hadden, en laatcn gecnen den minden {wijffel .over wegens de manier, hoedanig de bergen hunne gedaante verkrijgen. Wie echter ooit deze landftreek doorreist, en ziet hoe de natuur aldaar gefchokt geweest is, zal zich genoodzaakt vinden om uit te zien na eenige andere vermogende beweegoorzaak , dan alleen water en de ailergcweldiglte overltroomingen, ten einde van zodanige verfchijnzelen rekenfehap te geeven. De Noija overgetrokken zijnde, en langs haaren oever,ter lengte van omtrent een halve mijl,door een engen weg, met de rivier aan onze rechtehand, gereisd tc hebben; zagen wij aan onze linkerhand klippen, welke, loodrecht, tot bijna tweehonderd voeten hoogte opreezen, cn famengcrtcld warenuit kalkachtige verkorstingen, door de Franfchcu tufftecn genaamd, influitende flakkenhuisjes en boombladeren, even als die tusfehen Montpellier en Montferrier worden aangetroffen, Bij toeval werd onze koets omgeworpen, terwijl wij na de rivier afdaalden, waardoor ik tijd haddc om een weinig van den weg af te gaan , cn niet alleen de klip te onderzoeken, maar ook eene aftekening van dezelve, te famen met haare aanhangende rotfen cn {belonken, te vervaardigen. Ten allen gelukke N 3 lec-  186 REIS door SPANJE, leeden wij, door dit toeval, geene andere ongemakken , dan eenige niets beduidende kneuzingen, en dat wij omtrent een half uur daardoor opge, houden wierden, waarna wij onzen weg' na Igualada wederom voortzetteden, alwaar wij, na de Noija driemaal overgetrokken te zijn, met zonne, ondergang aankwamen. De landflrcek, welke dit bekoorlijk dorp omringt, is vruchtbaar, wel bebouwd, overvloedig van water voorzien, bergachtig, en doorfneeden met holle wegen. De rots beftaat uit fchist, liggende in horizontaal beddingen. Naar maate men op, waards klimt, word eerst de fchist wit en is ver. roengd met kalk-aarde, tot eindelijk de eerfte al. lengs verdwijnt, en na vervolgens,tot op ccn vrij aanmerkelijken afftand , vaste kalkfteen bedekt met witte aarde en klei waargenomen te hebben, ontmoet men eindelijk niets dan barren gips. Met dc verandering in den aart dezer delffioffcn, verloeren wij eerst den wijnllok, vervolgens ook den olijf, boom en groen-eik (ilex) uit het gezicht, tot ten laatften niets overbleef dan de quercus cocci/era C of kermes - boom ) en de gemcene eik. De ploegen in deze landftreck, welke eigentlijk een gebrekkig namaakzel zijn van die nabij Barcelona, zijn wel niet zo goed uitgewerkt, doch echter volgens dezelfde beginzelen famengefteld met dit onderfcheM, dat zij geen reester, kip,'noch fchulp hebben, om bij gelegenheid daarvan g«, bruik te kunnen maaken, Wel  REIS door SPANJE. m Wel dra verdween de gips, om plaats te maaken voor eene verbaazende uitgeftrektheid van krijt, noch eer wij Cervera bereikt hadden. Deze Stad ligt in eene allervermaaklijkfte valei, welke uitnecmend vruchtbaar is, en omringd van heuvels, beftaande aan de eene zijde uit krijt, en aan dc andere zijde uit kalkfteen. Het gedeelte dezer landftreek, dat gelegen is tusfehen de Noija , welke in de Lobregat uitloopt, en dc Segre die zich met het water van de Ebro vcreenigt, is het hoogfte land in dit aandeel van Catalonien. De univerliteit alhier werd gefticht door philips V, in 't jaar 1717, cn heeft gemeenlijk omtrent negenhonderd frudenten, mecrendeels in de godgeleerdheid en rechtsgeleerdheid, ook eenige weinige in de artfeneikunde. Na van Cervera in eene hooger landftreek gekomen tc zijn, vertoonde zich aldaar op nieuw de kalkftcenen rots, en ik vond dc heuvels nabij de de Stad bedekt met wijngaarden, doch op een* grooteren afftand met olijven, in uitgeftrektc pfcntagien. Naar maate wij verder kwamen, veranderde allengs de kalkfteen in krijt,en naar maate de laatfte in menigte toenam, ook tevens de voorige overvlocd in onvruchtbaarheid; doch waar de kalkfteen dc plaats van het krijt wederom inneemt, verbetert nogmaals de geheele gedaante van het land, en men ziet 'er op nieuw dc heuvels bedekt met wijngaarden en olijven. Te Tarraga werdt ons prachtig opgedischt; wij hadÖcn hier ook een goede zaal om onzen avondmaaltijd in N 4. te  l§8 REIS door SPANJE. te houden, met flaapvertrekken van maar dén ledikant * en alle vensters waren met glas - fchijven voorzien. Dit dorp is gelegen in eene zeer uitgeftrekte valei, welke van afgelegen heuvels ingefloten wordt. Plet aardrijk hieromftreeks is klei, en nogthans hadden de groentens een kwijnend voorkomen. Men ploegt 'er met muilezels, cn al het land wordt tot den akkerbouw gebeezigd. Naar maate men Lerida nadert, wordt de Valei minder vrugtbaar in haaren aart, als zijnde meerendcels fchraal zand, dat een laag fteengruis bedekt, beftaande hoofdzaaklijk uit zandlteen en allerlei zoorten van graniet. Dit was uit de ligging van die landftreek niet wel anders te verwagten, wanneer men de menigte van rivieren , die hier hunne ftroomen vereenigen, in aanmerking neemt, als ontfpringende al te famen uit de Ptjreneen, cn voortvloeiende van bergen, welke oost- en westwaards, zich meer dan honderd en twintig mijlen verre uitftrekken. Lerida is een fraaije kleine ftad, hebbende eene kathedraale kerk, met vier parochie-kerken, dertien munniken- en drie nonnen-kloosters. Zij ligt aan de rivier Segre, onder bedekking van een heuvel, op welke men de overblijfzelen ziet van een kasteel, dat thans vervalt, doch in vroeger tijden van eene aanmerkelijke fterkte is geweest. De rots, op welke het kasteel ftaat, is een grofkorrelige zandfteen, gevormd door eene, kalkachtige verbindrtoffe. Deze ftad, bij de Romeinen tkr» da genaamd, is beroemd geworden door het gevaar %  REIS door SPANJE. 18? vaar, waaraan joliusc/esar bloot gefteld was, toen hij zich in haare nabuurfchap gelegerd hadde. Hij had bezit genomen van eene vlakte, welke tusfehen de rivieren Cinga en Sicoris was ingefloten, en door diepe grachten verdecdigd wierd, terwijl pet reius en afranius, veld-over-. ften van pompej u's, zich tusfehen hem enIJerda$ op een heuvel, gelegerd hadden. In de onmiddelbaare ruimte tusfehen dezen heuvel en dc ftad, is een kleine vlakte met eene hoogte, welke in bezit genomen zijnde, fpocdig kon verfterkt worden, cn verfterkt zijnde, alle gemeenfehap met de dad zoude affuijden. Men vogt vijf uuren lang , met een' twijifelachtig gevolg, wie het bezit daarvan zou hebben; doch eindelijk verklaarde de oorlogskans zich ten voordcele van af ra Ni us, en c zesar trok na zijne legerplaats terug. Terwijl hij bij zich zelvcn overwoog, hoe hij deze nederlaag best bewimpelen zoude, bragt men hem de tijding, dat, door het fmelten van de fnecuw op dc gebergtens en het opzwellen der rivieren , de geheele landdreek overdroomd was, zijne twee bruggen gebroken waren, en dus alle gemeenfehap met die provinciën was afgefneeden, welke zijne benden tot hier toe gefpijsd hadden. Het oogenblikkclijk gevolg hiervan was eene hongersnood. In deze hachelijke gedeldhcid wierden booden na Romen afgezonden, en iedereen befchouwde hem als een verlooren man. Op het ontfangen der tijding van dit gevaar,verliet cicero de dad, en vervoegde zich te Dyrrhuchium bij 3ST 5 p o m-  ïpo REIS door SPANJE. pomp e jus. Doch C/esab den moed niet opgeevende, ftelde zonder tijdverzuim zijn volk aan 't werk, en een genoegzaam aantal kleine booten in gereedheid gebragt hebbende, die ligt en draagbaar waren, gelijk hij in Brittannicn gezien hadde, zondt hij eenige dagen daarna, in den nacht, eenig krijgsvolk de rivier op, 't welk, met behulp van deze booten, deszelfs landing goed gemaakt en een verfterkte legerplaats afgeftoken hebbende, aldus zijnen aftocht beveiligde. De ligging van Lerida is zeer vermaaklijk, en het land daar om henen gelijkt een onafgebroken tuin, bedekt met koorn, olijfboomen en wijngaarden. In fchoonheid kan deze ftad van weinige plaatfen overtroffen worden, doch zij is verre van gezond te wezen, uit hoofde van het al te overvloedig water. Sedert het jaar 1764 heeft haare bevolking, mitsgaders die van de dorpen Tarraga Igualada en Martorel, als ook van het geheele omliggende platte land, zeer veel geleeden door eene kwaadaartige koorts, welke de Franfche troepen, uit Portugal terugkeerende, aldaar verfpreid hadden! Ontroerd wegens den voortgang dezer vernielende' koorts, zond de koning onlangs een zijner lijfartfen, Dwjoseph masdevai., ten einde de omftandigheden van dezelve te onderzoeken , en'de beste middelen tot haare gencezing aan de hand te geeven. De geneeswijze van dien man is zoo opmerkelijk, en de getuigfehriften ten voordecle van dezelve zijn zoo eerwaardig, dat ik haar in mijn verflag van tarthagena mededeelen zal. Voor zijü  REIS door. SPANJE. 151 ne aankomst hadden de artfen, niet tegenftaande zich alle kenmerken van zwakheid en verlies van krachten in hunne lijders opdeedeu, aanhoudende aderlaatingen voorgefchreeven, zo lang 'er nog maar eenig bloed tc voorfchijn kwam. Terwijl wij hunne onkunde belachen, kunnen wij ons nogthans maar al tc wel den tijd herinneren, dat men in Engeland dezelfde verderflijke handelwijze volgde. De oudheden van Lerida, met haar kasteel, en alles wat tot de hoofdkerk betrekking heeft, zijn zeer wel befchrceven in een werk, onlangs door D. j 0 s e v 11 f ene st n b s in het licht gegeeven. Nadien wij nu tot aan de uiterfte grenzen van Catalonien genaderd waren, werdt het voor ons noodzaaklijk eenen voorraad van levensmiddelen op te doen, welke ons dienen koude, tot wij Zara~ goza zouden bereikt hebben, ten minsten met behulp van de zulken, die wij gelegenheid mogtcn vinden onder weg in te koopen. Wij hadden tot hier toe geen gebrek geleden, doch thans werd eenige voorzorg hoogst noodzaaklijk. In Catalonien is dc reiziger onder de befcherming van de overheid, welke de prijzen bepaald van al 't geen tot zijn onderhoud vereischt wordt, en jaarlijksch haare aramei, dat is eene lijst of zetting van den prijs der levensmiddelen , doet afkondigen , welke in ieder herberg aan een pl.uts moet opgehangen worden , waar dezelve meest in 't oog valt. In gevolge hiervan, betaalt ieder reiziger, die een flaapvertrek met een bed inneemt, voor hetzelve en zijn licht  *9* REIS door SPANJE, licht drie fiieldos en negen deniers, zijnde iets minder dan vijf Huivers; doch zijn 'er verfcheiden bedden in het vertrek dan betaalt ieder perfoón maar twee fueldos Catalaansch, of omtrent twee en een halve duiver. Gebruikt hij geen bed, dan geeft hij, voor de aan hem vergunde fchuilplaats zes deniers, of ten naasten bij vijf duiten. Van ieder rijtuig betaalt men eiken nacht een fuddo voor berging. De maaltijden, zo wel 's middags als 's avonds, zijn insgelijks geregeld met opzigt tot het getal der fchors en den aart der fpijzen: men geeft dienvolgens, brood en wijn daaronder begreepen, voor den middag-maaltijd vijftien fueldos of ruim agtierv duivers, en voor het avond-ecten Vijftien fueldos er. drie deniers. De prijzen der levensmiddelen zijn als volgt: ■tT .... i Jieals. Ben. \ Schel. P. Sterh »ecu LituieiijK. groote hoen - 4-i2 o-n| Dito kleine - . 3 - 20 L - 10 Groote kapoen - - y - 20 2 - 1 Kleine dito - -8-aI.gi Groote kalkoen - -30-0 6-5 Houtfnip - - (o - o 2 - ï5 Een dozijn eieren - - 2-16 o - 7 Schaapenvleesch, het .pond van 36 oneen - - 4-12 o - i%\ Wittebrood - „dito - 1 - ï2 o - 4 Dito tweede foort, dito - 1 . o o 21 Meel - - dito - x . o I o - 2' Rijst - - dito - 1 . 6 i 0 . J Mais, of Indisch koorn,dito o. - ia.... o - j-« Bo.  REIS door SPANJE. 193 Bovenftaande prijzen zijn alleenlijk ten naasten bij in Engelsen geld overgebragt, om mindere breuken dan van een vierde ftuiver te vermijden. Hierbij is nog aan te merken, dat de realen inGztalqnien ardites zijn, doende twee fueldos, of vieren twintig deniers, welke ik hier onderltel gelijk te liaan met 2^ van een penny fterling. Van Barcelona tot Lerida is den afftand vijfentwintig Spaanfche, of bijna honderd Engelfehe mijlen. Van de laatstgenoemde plaats kwamen wij te Alcarez, zijnde twee uuren gaans verder. Hier verlaat men Catalonien, en elke fchrcde,die dc reiziger voorwaards doet, herinnert hem, dat hij in een ander koningrijk getreden is. De roode mutfen cn zwart lluweelen broeken worden niet meer gezien, maar in derzelver plaats zwart flu'weelen kappen, welke, in dc gedaante van eenen bisfehops-mijter, fpits toeloopen, en korte witte matroozen-broeken, bragas genaamd, die Hechts tot op dc helft van de dijen reiken. Het land neemt mede eene andere gedaante aan, als zijnde bergachtigcr,met fnel ftroomendc beekjes doorfneeden, en hoewel niet ten eenemaale onvruchtbaar, echter onbebouwd en woest. Menigte van mijlen agterecn ziet men 'er huizen, boomen, menfehen , noch beesten, uitgenomen hier en daar eenige voerlieden met hunne muilezels, en ter zijden van den weg (laan houten kruisfen opgericht, jen einde de plaats aan te wijzen, waar de een of ander ongelukkig reiziger zijn leven heeft verloo» r£n. De voorbijgangers waancn het een godvruchtig  m REIS door SPANJE* tig werk, wanneer zij op den fteenhoop, die dk gedenkteken verzelt, eenen fteen werpen, zijnde dit, volgens het gevoelen van eenige lieden, een kenmerk hunner verfoeijinge cn afgrijzen van' den moordenaar, of, gelijk andere denken, om de asfclie van de dooden beter tc bedekken. Dit laatfte is in alle eeuwen en bij alle natiën befchouwd geweest als eene daad van barmhartigheid, nadien onbegraven te blijven aangemerkt wierde als het grootfte ongeluk en tevens als de grootfte fchande. De inops, inhumataque turba werdt onderftcld een tijdperk van honderd jaaren rusteloos cn elendig, en verdoken van de Eiijfcefche velden te moeten omdwaalcn , ten ware derzelver beenderen alVoorens begraven wierden , vi rg i l. vEneid. VI. 525. Doch hoedanig ook de oorfprong van dit gebruik moge geweest zijn, hetzelve is door geheel Spanje algemeen, en men ziet daar rondom de meeste kruisfen, bij diergelijke, gelegendheden opgericht, een hoop fteencn. Van Lerida af, vertooncn de klooven en befg. engten overal laagen van kalkfteen, welke doof zand en klei van elkander afgefcheideh worden. Na dat wij de rivier Clnca overgetrokken, en door Fraga, dat in een dezer diepe bergengten gebouwd is , gekomen waren , begonnen wij opwaards de bergen te beklimmen, waar wij even zodanige laagen van kalkfteen, met klei tusfehen dezelve, in 't oog kreegen. Deze bergen brengen niets anders voort dan welriekende kruiden. Terwijl wij deze dorre landftreek doorreisden, gaf zulks zeer natuurlijk aanleiding om te vermoeden,  REIS fl o o R SPANJE. m ècn, dat Catalonien of veel vroeger dan Arragon een eigen ftaat op zich zelve was geworden, óf dat deszelfs inwoonders, bij welken naam deze dan ook onderfcheiden wierden, veel oorlogzuchtigcr dan hunne nabuureii zijn geweest. Want ware «, indien wij met opzicht i tijdperken dezen naam aan hetIllOgeil, eerst gevestigd geweest, of , iwoi adeten de Catalaanen in krachten cn moed overtroffen, dan zouden zij ontwijferger verlatten, en hunne heerfchappjj iistwaards uitgebreid hebben. Den eersten nacht na dat wij de Cinca waren overgetrokken fliepen wij te Candasnos, een elendig dorp zonder klooster, welke laatfte omftandigheid alleen genocgzaame getuigenis geeft van de uitneemende armoede van deszelfs inwoonderen. Rondom dit dorp zag ik overvloed van dat zelfde foort van vuurlleenen, als tusfehen het krijt in Engeland wordt gevonden, als ook veel kalkfteen , en een weinig gips. Het volk houdt zich aldaar beezig met het verzamelen en uitwasfehen van aarde, ten einde daaruit falpeter en zeezout te trekken, alzo zij beide in groote menigte bevat. Het was gansch niet onvermaaklijk de verbaasdheid zien, waar mede deze oorfpronglijke bewoonderen één onzer mede-reizigers, zijnde eenFranschman, doch overftc in Spaanfchen dienst, befchonwden. Dc eerden zijn een dwergachtig geflacht, en hij daartegen is zes voet en zes duimen hoog, flerk, wel gemaakt en van een krijgshaftig voor- ko-  ïo6 REIS door SPANJE. komen, maar kon met dat alles die lieden nauwlijks op een' betaamlijken afftand van zich houden. Deze dwergen bleekcn in den minnehandel niet onbedreeven tc zijn, gelijk wij alle getuigen konden; want ten alle ongelukke huisveste tegen ons over eene fchoonheid, voor welke een fmachtend minnaar eene ferenade had voorbereid. Zo haast had de dorp-klok geen twaalf uuren gcilagcn, of hij begon den lof van zijne zielsvoogdes op te zingen, flaandc daarbij de maat op de wanftemmende fnaaren zijner guitarrc. Het is onmooglijk een fchaal van gevoeligheid en fmaak famen tc ftellen, of dc juiste maat tc bepaalen, tot welken graad het gehoor voor welluidendheid geftemd is; maar zou ooit zodanige fchaal,op de manier van fahrenheits thermometer , door iemand opgemaakt worden , die deze deuntjes in het een of ander Spaansch dorp nimmermeer gehoord hadde, dan zou hij zijn laagfte punt ontwijfelbaar nogveci te hoog moeten ftellen. Nauwlijks had deze minnaar zich weg begeven om zijne nachtrust te gaan neemen, of wij waren genoodzaakt het bed te vcrlaatcn, en onze reis voort te zetten. Van Candnsnos af trokken wij over een barre vlakte van gips, twintig mijlen lang, zonder ecnig huis, mensch, of beest, zelfs geen vogel, boom, of heester in 't oog te krijgen, uitgezonderd in een klein plekje gronds, waar de olijfboom , tot mijne grootfte verwondering, opeen grond bloeide, die oogenfchijnlijk hetzelfde voorkomen had. Op  REIS door SPANJE. m ■ Op het einde van dezen verveelenden voor den middag, kwamen wij bij een eenzaam huis, of venta, gelijk men zulke op zich zelve ftaande herbergen noemt,in 't welke wij onzen middag-maaltijd zouden toebereiden. Hier vonden wij eene partij foldaaten, die aldaar geposteerd waren , ten einde de roovers té vervolgen en het land daarvan te zuiveren, welke dit gedeelte van Arragon be^ fchouwen als aan him overgelaaten, met volkomen vrijheid om alle de genen te plunderen, die het waagen durven daarin te reizen. De foldaaten kenden onzen overften, ert boden aan, ons Op om» zen weg te verzeilen; doch alzo wij drie officieren in ons gezelfchap hadden, en alle wel gewapend waren, achten wij het niet noódig van derzelver vriendelijke aanbieding gebruik te maaken. Terwijl de maaltijd bereid wierd, nam ik die gelegenheid waar, om een berg op eenen kleinen afftand te beklimmen, van welken men een allerverst uitzicht heeft, doch in deze groote uitgeftrektheid, is, zo verre het oog reiken kan, niets anders te zien dan een naakte gips-(leen. Hier is het dat de natuur fchijnt te flaapen, en eenige duizend jaaren getlaapen te hebben; of ten minsten fchijnt zij daar ter plaatfe haare gewoone wer» kinken, tot de voortbrenging van vruchtbaare aarde verzuimd of vergeten te hebben. Ik keerde wel dra mijne oogen af van deze treurige landftreek, in de vaste overtuiging, dat zich de natuur nergens zo fchoort vertoont, dan Waar haar Pelaat met eenen fluijer bedekt is. °I..Dm. O Na  ;os REIS door SPANJE. Na den geeindigden maaltijd vervolgden wij onzer» Weg, en zagen, tot wij na de Ebro begonnen af te daalen, wederom niets anders dan gips, uitgezonderd weinige korte tusfchenpoozingen, waarin wij de vruchtbaarder kalkfteen in 't oog kreegen. Deze gips is al te famen gekristallifecrd. Toen wij de vlakte bereikt hadden, welke door de Ebro bevochtigd wordt, lieten wij die rivier aan onze linke-en de gipsbergeu aan onze rechtehand liggen , tot wij nabij Zaragoza kwamen, waar zich de valei verwijdert, en zeer aanzienlijke heuvels , ten eenemaale uit keiftcenen famengefield, de plaats tusfehen die rivier cn de gipsbergeu bellaan. Naar maate men de ftad nadert, word ook het uitzicht vermaaklijker; gemerkt op de heuvels aan onze rechte-hand de neerhangende druiventrosfen zich vertoonden, cn de boorden van de Ebro bedekt zijn met weelderige koornvcldcn, doormengd met olijf boomen. De wijnen zijn hier uitmuntend, inzonderheid wanneer het jaargetij droog geweest is, doch zij leveren zulke goede brandewijn niet uit, als dc flapper Franfche wijnen. Het is ook in de daad jammer, dat zulke edele wijnen ooit zouden overgehaald worden. Op lange reizen is men gewoon de muilezels cenen rustdag te vergunnen, wanneer men omtrent de helftc van den weg afgelegd heeft. Tot mijn groot genoegen viel deze rustplaats in, tc Zaragoza, waarvan de afftand gerekend wordt op vijftig fpaanfche mijlen van Barcelona, en twee en vijftig . van  R. E I S p o o, r SPANJE. m van Madrid. Ieder van deze mijlen is omtrent vier cn ecu halve Engelfehe mijl. Zaragoza, of Saragosfa, bij de Spaanfche fchrijvei;s genaamd Caragoca, en bij de Romeinen Gefarea Augusta, is een groote rijke flad aan de Ebro, waar twee andere rivieren in dezelve ftroomen, van welke dc eene uit het noorden derwaards vloeit, doch de andere, zijnde een aanzienlijke flroom, van het gebergte ten zuiden afdaalt. Terftond na mijne aankomst bezogt ik de hoofdkerken. Hier vergat ik alle moeijelijkheden en ongemakken, waarmede ik op deze langduurigc reis geworfteld hadde: en al had ik dien geheelen weg te voet moeten afleggen, zou echter alleen de befchouwing dezer prachtige gebouwen, mijne moeite wel beloond hebben. De kathedrale kerk El Afcu genaamd, is verbaazend groot, fomber en prachtig, zeer bekwaam om de godsdienstigheid op te wekken, ontzag cn eerbied in tc boezemen, en den gcloovigen aan te zetten zich op zijne knieën neder te werpen, ten einde in ftilte dien God aan tc bidden, die zijnen luister alhier verborgen houdt. De kollegiale kerk, El Pilar genaamd, is ruim, grootsch, licht, fierlijk en vrolijk dus meer bekwaam om hoop,vertrouwen en blijdfehap in te boezemen, en de ziel te bemoedigen, om haare dankbaarheid voor genooten weldaaden uit te drukken. In het middenpunt van dezelve ftaat een gebouw van onvergelijklijke fraaiheid. liet voorftc fror.t daarvan is een kapél van onze lieve vrouwe tot Q 3 den  èoo REIS door SPANJE, den pilaar, die op deze zelfde plaats aan St. jacob zou verfcheenen zijn, en hem vervolgens het beeld gegeeven hadde, dat op haar altaar aangebeden wordt. Dit wordt overdekt door een koepel, van gelijke gedaante als de groote koepel onder" welke het geheel gebouw ftaat, en dienende bij Wijze van een verhemelte voor het beeld van de moeder-maagd De drie overige zijden van dezen lieflijken tabernakel zijn insgelijks kapellen. Behalven de groote koepel zijn 'er nog verfcheiden kleiner koepels, welke de eerfte omringen, ieder zeer fraai in verdeelingen gefchilderd, waartoe de onderwerpen genomen zijn uit de gewijde fchriften, of uit de legenden van zodanige heiligen, aan welke deze kapellen en altaaren zijn toegewijd. Dezelve zijn vervaardigd door Don pranciscö baijeu, eerfte fchilder der Konings;en de bouwmeester, onder wiens opzicht de koepels vervaardigd zijn, is rodriguëz, van wiens fmaak en oordeel deze fieraadën en verbeteringen een altoosduurend gedenkteken zullen blijven. Onwaardeerbaar zijn de rijkdommen dezer hoofdkerken, in zilver, goud, edele gefreemen en kostbaar borduurzel, door alle roomschgezinde fouvereinen van Europa dervvaards gezonden, ten einde de daarin dienst doende priesteren te kleeden , en haare altaaren te veffieren. Veele dezer gefc'lïenken zijn van hedendaagsch maakzel, en zeer bezienswaardig om hunne ficrlijkheid, zo wel als om de waardij der daarin aangebragte paerels, diamanten, emeralden er. robijnen. Met één woord, alles  REIS door SPANJE 2oï les wat de rijkdommen kunnen aanfchaffen, of menfchelijke kunst ten uitvoer brengen kan,fchijnt hier bijeen gebragt te wezen ,ten einde de verwondering der genen op te wekken, die de fchatten van deze kerk in oogenfehijn neemen. De kerk Engracia genaamd, behoort mede onder de voorwerpen waardig om bezien te worden. Men verhaalt, dat de befcherm - heilig van dezelve een Spaanfche mijl verre, met zijn afgehouwen hoofd in de hand, gewandeld heeft, fpreekende den geheelen weg over, en zich in dien ftaat aan c]e poort van zijn klooster zelve aanmeldde. In deze kerk wordteene oorfpronglijke fchilderij vertoond van St. lucas benevens nog eene menigte andere reliquen, die in hun foort waarfchijnlijk alle even echt als deze fchilderij, en niet veel minder waardig zullen wezen. Dewijl mijn tijd te veel bepaald was, kou ik de nabuurfchap van de ftad alleenlijk ter loops befchou* wen. In eene landftreek als deze kan men geene levendige rots verwagten, nog iets anders dan 't geen verplaatsbaar is, gelijk de roof van onderfcheiden bergen, door de rivieren of waterftroomen herwaards gefleept, en alles onder een vermengd. Het hoofdzaaklijkfte van dezen aart is gruis van kalkfteen, waarop ook de ftad gebouwd is. Jam-, mer is het, dat men hier geene fteenfoorteu heeft, die bekwaam zijn tot bouwftoffe, noch ook goede klei om tichelfteenen van te bakken; 't welk de reden is, waarom alle kerken dezer ftad, zelfs de hoofdkerk niet uitgezonderd, van den bodem af O 3 W  £°a REIS door SPANJE, tot aan den top toe fchenren hebben. De kalk is goed, en wordt daar ter plaatfe in overvloed gevonden, als blijkt uit den bodem van de rivier, welke beftaat uit eene bedding van gips, die hier gemeenlijk tot het maaken van pleister-kalk gebruikt wordt. Had de rijd zulks toegelaaten, dan zou ik alle gebouwen bezogt hebben, welke men mij als bezienswaardige voorwerpen had aangeprcezen , waaronder de kloosters Van* Ildefon/o, S. Francisco, der Dommikaanen, met nog zeven en dertig andere kloosters, die niet minder onze opmerking verdienen , gelijk mede dc Audiencia, dc Torre nueva, op het groote plein door de Mooren gebouwd, en de Torre del Afeu,wdkc eertijds eene moskee geweest is. Hoe kort ons verblijf ook wezen mogt, befchouwde ik nogthans een geruimen tijd, met de grootftc oplettendheid, de fraaije brug over dc Ebro , die eene lengte heeft van zeshonderd voeten,en welker middenfte boog honderd voeten wijd is. Ik had een brief mede gebragt voor den Generaal o'neile, gouverneur dezer ftad, maar hij was toen juist afwezend, en na Madrid vertrokken. Dit verlies werd mij cenigermaate vergoed door mijnen waardigen vriend, de jonge Spanjaard die eenige nabeltaanden in Zaragoza had. Toen ik mijne wandelingen volbragt haddc, ging ik met hem limonade cn chokolaad drinken ten huize van den burgerlijken -fiskaal, cn wij namen vervolgens tc famen den avond - maaltijd dij Don piulip db c ar-  REIS door SPANJE. 203 carga, fiscaal-crimineel, zijnde beide mannen van vetftand cn geleerdheid. Had ik vooraf geweeten, dat in deze ftad en haare nabuurfchap zo veele bezienswaardige voorwerpen, worden aangetroffen, dan zou ik 'er mijn plan na hebben ingericht, om in dezelve wat langer te vertoeven, en in dat geval van mijne verkeering met die twee hceren veel voordeel getrokken hebben. Wegens de alhier gevestigde hooge fchool, gaven zij mij onder andere bijzonderheden, het volgende bericht: dat de eerfte grondflagen tot dezelve gelegd waren in het jaar 1118, kort na de uitdrijvinge der Mooren ; doch dat zij niet voor het jaar 1474 tot eene hooge fchool was verheven, federt welken tijd de vorllcn van Arragon haar altoos begunltigd cn befchermd hadden. Zij telde thans omtrent twee duizend lludenten, voor welker onderwijs veertig doctoren in de Godgeleerdheid, twintig in het kerkelijk- en zes cn dertig in het burgerlijk recht zeventien in de geneeskunde, en agt in dc fraaije letteren en wceteufciiappen, in deze ftad beftendig hun verblijf hielden. Digt voorbij dezelve loopt het beroemd kanaal van Arragon, 't welk beklemd is om van zee tot zee, door middel van de rivier Ebro, eene gemeenfehap te openen, tusfehen St. Ander in de baai van Biscaaijen, en Tortofa aan de kust van de Middelandfche zee gelegen, zijnde een af!'and van veel meer dan honderd Spaanfche mijlen. Dit is misfehien eene der moeilijkfte onderneemingen, O 4 wel"  ao4 REIS door SPANJE, welke ooit in 't werk gefteld zijn; want om de bedoelde gemeenfehap door deze geheele uitgeftrektheid te water tot ftand te brengen, was nauwlijks mogelijk, of, indien al mooglijk, geenzins noodzaaklijk, aangezien in het overtrekken der bergen van Biscaijen, welke een vervolg zijn van de Pijteneen, alleenlijk van Reinofa, gelegen aan den oorfprong van dc Ebro,tot aan de rivier Suances, welke nahij San Ander in de baai van Biscayen uitloopt, dus op een affland van drje Spaanfche mijlen, de val niet minder bedraagt dan drieduizend Spaanfche voeten, blad men dienvolgens te Suanfes en Reinofa Hechts de- noodigc pakhuizen aanlegt tot berginge der goederen,als ook een bekwaamen weg tusfehen die beide plaatfen voor het gebruik der voerlieden, dan zou zulks even goed aan het oogmerk voldaan hebben, als of men het kanaal aldaar voortzette. Van Reinofa af kan 'men de Ebro bcvaaren. Men heeft tot dat einde overvloed van water, zo maar een behoorlijk gebruik daarvan gemaakt worde: want nabij den oorfprong der Pelilla zijn, in een omtrek van vijf en twintig roeden lengte en tien roeden breedte,meer dan veertig groote bronnen, die hun water tot eene aanmerkelijke hoogte opfpuiten, Deze rivier loopt geene honderd roeden verre, voor zij in de Ebro ftort, welke Hechts drie bronnen heeft, doch die zeer aanzienlijk zijn. Het is opmerkelijk, dat tusfehen Fontibre (Faas Ebri)en Reinofa, mi meir van zout water wordt geyonden.  REIS door SPANJE. 203 • De Ebro is bevaarbaar van Longrono tot Tudela, en het kanaal 't welk te Tudela begint,is voltooid tot Zaragoza toe, van waar het nog tien uuren gaans beneden die dad moet voortgezet worden, eer het wederom in de Ebro uitloopt. Te Ampos» ta, beneden Tortofa, is een tweede kanaal, dat Uitkomt in de baai van AJJarques, ten einde dc ongelegenheden te vermijden, welke ontdaan uit de geduurige veranderingen , die in het bed van de Ebro, nabij haaren mond, voorvallen. Niet verre van Zaragoza pasfeert het kanaal den berg Torrero, met een open gegraven vaart van veertig voeten gemiddelde diepte, zijnde omtrent een Engelsche niijl, of ruim een kwartier gaans lang. De twaalf Spaanfche mijlen (leagues), welke van Tudela af 'voltooid zijn, kosten zestig milioenen reaalen, uitmaakendc zesmaal honderd duizend ponden derling , of ruim zes en een halve millioen Hollandfche guldens. Deze twaalf mijlen daan ten naasten bij gelijk aan drie en vijftig Engelfehe mijlen, indien men dezelve onderdek gedatueerde mijlen te wezen van vijfentwintig duizend Spaanfche voeten; doch wanneer wij ze gemecne mijlen van zes duizend zes honderd varas ieder onderdellen, maaken zij te famen maar een weinig meer uit dan twee en veertig Engelfehe mijlen. Volgens de eerde onderdek ling, beloopen de evengemelde kosten elf duizend zes honderd twee en tacheqtjg ponden en vier (fchcllingen de Engelfehe mijl, dat is zes ponden, twaalf fchellingen en agt duivers de yard van drie voeten of zes en dertig duimen, 't welk een ieder O 5 vc,>  fto6 REIS door SPANJE, verbaazend boog moet toefchijncn. Doch neemen wij in aanmerking, dat de kanaalen in Spanje van boven zes en vijftig, doch beneden op den grond twintig voeten breed, en negen voeten diep zijtt; als mede, dat dit gedeelte van het kanaal met een open vaart, verder dan een Engelfehe mijl weegs, door een berg gehouwen is, dan zullen wij dien prijs niet onredelijk kunnen oordcelen. In eene berekening, opgemaakt door den lieer w h i t w o r t h , in 't jaar 1771, over het ontwerp van een kanaal, dat van Salisbury tot Redbridge zou gegraven worden, onderftelde hij de diepte daarvan alleenlijk vier en een halve voeten, en de breedte beneden op den grond veertien voeten. Volgens deze omftandigheden begrootte hij de kosten op drie en een halve ftuivers Engelsch voor elke taerling-jW; doch ware het kanaal dieperen Wijder geweest, dan moet hij zijne bereekening ook tweemaalen of driemaalen zo hoog, en zelfs nog hooger gemaakt hebben,niet flechts naar maate der hoeveelheid van den grond welke moest uitgegraven worden, maar ook naar evenredigheid van den afftand op welke men genoodzaakt "was die hoeveelheid te vervoeren,en de rechtftandige hoogte, die dezelve alvoorens moest opgetrokken WOrÖen. Het evengemelde kanaal van whitworth bevat niet meer dan tien taerling-^/vfr voor elke -yard in de lengte , en men kon een vrij aanmerkelijk gedeelte van dien grond, zonder behulp van houweel of burric, uitgraven en vervoeren, waartegen het Spaanse* kanaal ten naasten bij negen ca  REIS door SPANJE. £07 en veertig en een negende taarling-jvjrJ voor ieder yard in de lengte bevat, waarvan het grootfte gedeelte tot eenen verren afftand moest vervoerd, en uit eene aanmerkelijke diepte opgegraven worden, waarbij nog de uit te gravene ftolfe gemeenlijk, naar evenredigheid van de diepte, in hardheid toeneemt. Dit kan, onder anderen, tot een bewijs verftrekken van de verftandige handelwijze der bewoonderen van het noordelijk gedeelte van Engeland, aan welke de ondervinding de noodzaaklijkheid heeft geleerd, om hunne kanaalen zeer nauw te maaken. Zij willen, tot het vervoeren hunner koopmanfchappen, liever drie vaartuigen, ieder van dertig ton, dan één vaartuig van negentig ton gebruiken: en om dertig ton te laaden, bouwen zij vaartuigen van zeventig voeten lang, hebbende het hol zeven voeten wijdte, en gaande vier voeten diep. Zulke verachtelijke kanaalen zouden dc eerzucht van den Spanjaard echter geenzins ftreclen, noch met zijne denkbeelden van grootheid overeenftemmen. Toen wij dit kanaal nabij Zaragoza overtrokken, vertoefden wij daar een weinig om dc werken te bezichtigen; cn ik moet bekennen, dat ik nooit kaaijen en dammen in haar foort zo volmaakt gezien heb, als deze, noch dc arbeiders geregelder en ijveriger werken, dan hier. Het getal derzelven is drieduizend, van welke twee derde foldaaten, en de overige boeren zijn. Aan de eerften geeft men dagclijksch drie rcaalen boven hun foldij; dc laatftcn werken meerendeels bij het ftuk, en  2o3 REIS door SPANJE. en worden betaald naar maate zij veel of weinig verdiend hebben. Op eenigen afftand van Zaragoza verlieten wijhet vlakke land, en begonnen tusfehen bergen op te klimmen, welker benedenfte gedeelte horizontaale laagen van kalkfteen aantoonden, waartegen alle derzelver kruinen, zo wel nabij ons als &op den grootften afftand, klaarblijkelijk uit gips beftonden In de valeien vonden wij klei en vuurfteenen, zo, danige als in Engeland tusfehen het krijt gevonden worden. Deze omflandigheid geeft aanleiding tot het vermoeden, dat de gips op deze hooge bergen eertijds krijt geweest is, alhoewel thans met vitriool - zuur verzadigd. Wij namen het middagmaal te Mvel, een klein dorp, waarin veele pottebakkers woonen, die onder het vormen zelve het wiel omdraaijen. Dit gefchied met de voeten,door middel van een grooter wiel, dat met het kleiner wiel, waarop zij de klei vormen, een gemeenfchappelijke as heeft, en bijkans op gelijke hoogte ftaat met den grond.' Na het gehouden middagmaal onze reis vervorderende , lieten wij de gipsbergen op eenigen af, ftand, tot wij Longares naderden, liggende zeven Spaanfche mijlen van Zaragoza, waar deze bergketen verdwijnt,en wij eene wijd uitgeftrekte vlakte voor ons hadden, welke van afgelegen heuvels ingeperkt wordt. De grond is klei, vermengd met gruis van zaudfteen en witte kwartz, inzonderheid omtrent het midden van deze ruime valei, waar eene geheele bedding gezien wordt van dat zelfde foort  REIS door SPANJE. 20$ foort van fteenen, die alle even glad en gepolijst fchijnen, als men ze gemeenlijk aantreft in beekjes, welke aan zwaare overftroomingen onderhevig zijn. Deze vlakte is ongemeen vruchtbaar ih koorn, doormengd met wijngaarden, en men heeft 'er overvloed van fchaapen. Wij kwamen 's avonds ten agt uuren te Carinena, een Spaanfche mijl van Lotigares, hebbende dien dag agt Spaanfche mijlen afgelegd, dat ook de gewoone dag-reis is: dezen afftand kunnen wij rekenen op zes en dertig Engelfehe mijlen. Een van onze landlieden had hier een op dé muur gefchreeven verhaal, in de Engelfehe taal, a°ter gelaatcn van eene gebeurtenis, tot waarfchouwing van de zulken die na hem daar ter plaatfe mogten komen. Twee kaerels meenden hem 's nagts in zijn bed te berooven; doch hij ontwaakte bij geluk, en uit het het bed fpringende, deedt hij den eenen door een flag ter aatde ftorten, en den ander de vlucht neemen. De eerste, die ter aarden lag,werd bevonden de knegt van een Fransch officier te wezen, in wiens gezelfchap hij reisde; de ander was één van de koetziers. Uit de waarneemingen , die ik gelegendheid heb gehad in Span* je te maaken, ben ik van gedagten, dat een reiziger nooit in een kamer alleen behoorde tn flaapen, ten zij hij de deur vooraf wel vast gemaakt heeft. De wijn, welke deze landftreek voortbrengt, is tótneemend, en ik twijffel niet of hij zal in Engeland  aio REIS door SPANJE, land zeer fterk gezogt worden, zo dra de gemeenfchap ter zee maar eens geopend is. Carinena bevat twee duizend en zesendertig h> woonders, en heeft twee kloosters. Van hier af reisden wij over een vruchtbaaren gror.d, bedekt met wijngaarden en olijf boomen , waarna wij, tusfehen de bergen opklimmende, in den beginne een foort van leijlteen (fchist), in rechtftandige bladen aantroffen; een weinig verder zagen wij grof zand, en vervolgens kalkfteenen rots. Wij trokken in dit gewest door uitgebreide ftreeken lands, die zeer bekwaam zijn voorden akkerbouw, en ongetwijfleld tc ceniger tijd bedekt zul, len worden met weelderige akkers,fchoon 'er voor het tegenwoordige weinig anders wordt gezien dan de qimrcus coccïfcra (kermes-boom} en maar weinige welriekende kruiden. Na dat wij, op den aflland van vijf Spaanfche mijlen,de rivier Xihca waren overgetrokken,kwamen wij te Baroca, waar wij ons middagmaal hielden. Deze ftad, welke binnen haare wallen twee duizend agthonderd en drie en zestig inwoonders bevat, is gebouwd in eene bergengte, of kloof tusfehen bergen iugefloten , en zou, door de felle waterftortingen, voorzeker al voorlang weggcfp.oeld geweest zijn, zo niet haare inwoonderen, door het midden van eenen berg, eene waterleiding ge« maakt hadden , van honderd en vijftig roeden lang, ten einde voor het afftortend water eene gemeenfehap  REIS door SPANJE. ztx fchap met de rivier te openen. Dit werk is bezienswaardig. Daroca fchijnt een plaats van aangelegenheid geweest te zijn, gelijk de vestingwerken, hoewel tegenwoordig geheel vervallen, genoegzaam aantoopen. De inwoonderen bouwden in vroeger tijden hunne wooningen op de bergen voor veiligheid, maar hebben nu het dal tot eene fchuilplaats ver. kooren. De rotfeu, welke hier naakt liggen, zijn fchist, bedekt met kalkfteen. Wanneer men derzelver toppen beklimt , heeft men van daar een fraai uitzicht op de valei, welke de ftad met zijne voortbrengzelen voedt cn hoewel na alle kanten van onvruchtbaare woeste bergen ingeflotcn,nogthans overvloed van water heeft, als met een fraai groen tapijt bekleed is, en jaarlijksch eenen fchoonen oogst van vruchten oplevert Wanneer men dit gering ftrookje lands befchouwt, verwondert men zich hoe de inwoonderen daarvan beftaan kunnen. De uitneemende fraaiheid van dit klein plekje gronds, en de veiligheid welke men daar geniet, waren machtige aanlokzelen voor de priesters en munniken, die in deeze ftad niet minder dan zes kloosters en zeven parochie-kerken bezitten, waarvan de eene een collegiaale kerk is, fchoon geene bisfehops zetel zijnde. Na den eeten beklommen wij nog veel hooger "bergen, in welke de fchist en het grof zand zich vertoonen in beddingen, die in allerlei hoeken en in  iU REIS door SP A N J E. in alle mooglijkè richtingen na den gezichteinder1 afhellen. De geheele natuur fchijnt hier de allergek Weldigfte fchokken ondergaan te hebben. Deze bergen moeten voorzeker overvloed vati mineraalen in zich bevatten, alzo men alle blijken daarvan ziet, behalven het mineraal zelve. En in de daad, toen de Romeinen zich te dezer plaatfe Vestigden, gefchiedde zulks met geen ander oogmerk, dan om de mijnen te bewerken. De aart van de rots, en het bijzonder voorkomen van de fchorl, Iaat bij mij geen twijffel over, of tin moet niet verre af wezeïi. Wij bevonden ons hier op het hoogfie land in Spanje, Hortende het water agter ons in de Ebro, terwijl het onmiddelbaar voor ons in de Taag ffroomde; Naar maate wij na het zuid-westen begonnen af te daalen } zagen wij een dikker laag teelaarde, cn minder fteile"' rotfen, welker beddingen meer ha den gezichteinder afhellen, dan wij in de fchuinte ten oosten en ten noorden waargenomen hadden. Deze omftandigheid volgt zeer natuurlijk, wanneer wij Hechts in aanmerking neemen, dat het water niet veel boven de honderd mijlen in de laatstgenoemde richting voortloopt , alvorens het in zee Hort; waartegen hetzelve, ih de eerstgenoemde richting, een weg van bijna zeshonderd mijlen afleggen moet, ten einde den oceaan te vinden. Nogthans geeft die omltandigheid alleen geene genoegzaame opheldering ten aanzien van dè Wanorde, welke in alle laagen of beddingen zoo zicht-  REIS door SPANJE* m zichtbaar is, wanneer men van Daroca afdaalt. De zee-fchelpen, waarmede de kalkfteen, overal waar hij in deeze hooge bergen gevonden wordt, overvloedig vermengd is, zijn een klaarblijkelijk bewijs, dat dc zee te eeniger tijd dit land bedekt heeft. Zonder voor het tegenwoordige in de onderfcheiden oplosfmgen te treden , welke men van deze verfchijnzelen heeft gegeeven, zal ik alleenlijk in het voorbij gaan aanmerken, wat ik wenfche, dat ieder oplettend leezer in zijne gedagten wilde houden, dat namentlijk deze laagen nu niet meer eveneens geplaatst liggen , als zij gelegen hebben, toen dit geheel fchiereiland nog bedekt was met de wateren van de zee» Zo wel in de voor- als naa-middag, zagen wij op deze bergen verfcheiden kruisfen, alle nabij de plaats opgericht, waar de een of ander zorgeloos reiziger beroofd en vermoord was, of eenig ander doodelijk onheil hem getroffen hadde. Ik was hierover, wanneer men flechts de gefteldheid van het land in aanmerking neemt» juist niet zeer verwonderd; doch ik moet bekennen , dat mij eene kille huivering overviel, toen ik insgelijks kruisfen opgericht zag in de dorpen, welke wij doorkwamen. Het getal derzelven is een genoegzaam kenmerk, niet alleen van eene flegte géaartheid der inwoonderen, maar ook van eèrie flegte regeering. Geen volk op aarde kan heethoofdiger zijn, dan de inboorlingen van het Prinsdom Walles; nogthans hoort men daar zelden Tan JU Deel. P moolvl  üW REIS door SPANJE, moord of doodflag, want zij dorften niet na bloed, en wanneer ook iemand zich daar tot dat uiterfte getergd voelde, dat hij na een's anderen leven wilde daan, zou echter de vrees voor de wetten hem daarvan terug houden. In Arragon, daartegen, wordt deze misduad dikwijls ongedraft bedreeven, ten ware dan dat de ëéne moord meer anderen ten gevolge hadde. De escrivanos, welke het ampt van coroner (*) waarneemen, zijn meerendeels arm, hongerig, geldgierig, en ontbloot van deugdzaamc grondbeginzelen; maar nogthans kunnen geene bewijzen, zonder hunne medewerking, aangenomen worden. Deze ïaage en fchraapzuchtige zielen zijn doorgaans zeer genegen, om, met gelijke onverfchilligheid, recht of ongerechtigheid aan den hoogden bieder te verkoopen; zij hebben ook daartoe ruime gelegendheid door geheel Spanje, gemerkt zeer weinige lieden van aanzien in of nabij de dorpen woonen, ten einde den boer dc handen boven 't hoofd te houden, maar de grootcn meerendeels m de deden hun verblijf hebben. Wij (liepen 's nachts te U/ét, een ellendig dorp, zijnde het laatde in Arragon, en twee Spaanfche mijlen van Daroca. Ver- X*D Do corum in Engeland zijn burgerlijke amptenaaren d.e, met twaalf andere gezwoorens, door hun benoemd, onderzoek moeten doen na de oorzaak des doods van zodanige perfoonen, welke men weet of vermoedt, dat door zich zelve of door anderen, om 't leven gebragt zijn. Vcrt.  REIS door SPANJE. 213 Verzuimd hebbende leeftocht op te doen vóór wij die ftad verlieten, begonnen wij hier voor de eerftemaal, doch geenzins' voor de laatftemaal, gebrek te lijden , cn ons te beklaagen wegens het verzuim van onzen Kapitein. Wij hadden, vóór ons vertrek van Barcelona, een gemcene kas geformeerd, om daaruit de reiskosten te betaalen, cn gingen vervolgens over tot het verkiezen van eenen fchatmeestcr. De perfoonen welke ons gezelfchap uitmaakten, waren de overfte, zijnde een Franschman, groot en wel gemaakt van lighaam, heusch in zijne manieren, verftandig, van uitgebreide kennis, die de Spaanfche taal in den grond verftond, en zeer wel bekend was, niet alleen met de manier om in Spanje te reizen , maar ook met alle noodige voorzorgen, die genomen moeten worden, ten einde met ecnig genoegen van Barcelona tot Madrid te komen. Onze keus zou zeer natuurlijk op hem gevallen zijn; doch bij ongeluk waren daartegen zekere redenen, die ieder van ons voelde, maar welke niemand durfde opnoemen. Ik, als een vreemdeling, in dit land en deszelfs taal geheel onbedreeven zijnde, kon voorzeker in geene aanmerking komen. Van de Spaanfche hecren was de één kadet bij een nationaal regiment, zijnde een jongeling van een' levendigen aart, fchrander, en van eene alleredelmoedigfte inborst; maar nog niet meer dan veertien jaaren oud zijnde, werd hij insgelijks afgekeurd. Dc ander, onder wiens befcherming de kadet reisde, had reeds P a ze-  si6 REIS door SPANJ-ë zekere jaaren bereikt, was Kapitein van eene compagnie, en dus bet reizen gewoon; "bij bad eene deftige houding, en was om zijne Zuiverheid van grondbeginzelen het vertrouwen wel waardig, dat in hem gefield zou worden; maar want in ieder karakter moet toch altoos een maar wezen hij was een blinde ijveraar voor zijnen godsdienst. Uit eigen aart flreng, ftfl en agterhoudend , nam zijne godsdienftigheid de gedaante aan van zijne hghaamsgelleldheid; aldus werd hij ftuurseh, gémehjk, en fcheen bezield met eene koele onverfchilligheid jegens alle geneugten van dit leven, zo wel met opzicht tot zich zeiven, als bijzonder ten aanzien van zijne vrienden. In zijn perfoon vcreemgdcn zich nogthans alle flemmen; hij zou de beurs in zijn bewaaring hebben, alle onkosten betaalen, rekening doen, welk laatfte met de uitneemendfte nauwgezetheid gefchiedde, en overal Waar levensmiddelen te krijgen waren, de noodige' voorraad daarvan bezorgen. Doch hij verzuimde zulks, alhoewel zijn medehelper, de knecht van den overfte, ten allen tijd gereed was, op zijn bevel, na den flachter om vleesch, na den bakker om brood, en na den wijnkooper te loopen om wijn te koopen. Met wat meer voorzorjr konden wij altoos haazen, patrijzen, konijnen/hoenders en allerlei gevogelte, in overvloed gehad hebben ; waartegen wij, uit hoofde van verzuim, eer wij Madrid bèreikten, half uitgehongerd waren; en niet tc min kostte ons de reis nog meer, dan wan-  REIS door. SPANJE. 217 wanneer wij, met behoorlijk overleg, dezelve op eene veel aangeuaamer en verkwikkelijker wijze gedaan hadden. De manier hoedanig des morgens, toen wij gereed {tonden om Ufet te verhaten, de rekening betaald wierde, was zoo kluchtig, dat ik niet voorbij kan den leezer een beknopt verflag daarvan mede te deelen. Na dat men om dc rekening gevraagd hadde, naderde de waardin, door' ééne haarcr vrouwelijke dienstboden onderfteund, en deedt haaren cisch met een zagte ftem en zedig gelaat. De kapitein, aan zijn' kant onderlteund door den kolonel, die bij gelegêrtdheid een zeer barsch gezigt kon aannccmen, beantwoordde haar gansch niet vriendelijk, maar voer hevig uit tegen de buitenfpoorigheid van haaren cisch. Dc waardin zich op haare meid beroepende, die zeer wel wist hoe zich in zulke gevallen tc gedragen, verdeedigde haare eerlijkheid, cn haare (tem trapswijze verheffende, werdt zij ten laatften zoo onftuimig, dat het bijkans na razernij geleek. De kapitein ftamelde, cn de kolonel bragt nu en dan 'er een woord tusfehen in, om de beide partijen tot bedaaren te brengen, terwijl de kadet op eenigen afftand ftond te lachen dat hij fchaterde. Dit duurde omtrent twintig minuuten, waarna de ftorm eensklaps bedaarde , de waardin wederom een vriendelijk gelaat aannam, en zich op eene beleefde wijze vergenoegde, met dc helft van haaren eerften eisch aan te neemen. IIad ;ile kapitein maar ia deu beginne de gewoonc lijst der prijzen va* V 3 aUe  2i8 REIS door SPANJE. alle verteeringskosten (arancef) op een' bedaarden toon geëiseht, dan had hij dezen geheelen omflag daardoor vermijden kunnen, alzo ieder herbergier verplicht is, om altoos zodanige lijst in zijn huis openlijk ten toon te hangen, waarin de prijs van alles wat een reiziger kan noodig hebben, gelijk mede de ruidfde cafa (geraas in huis; en het gebruik der bedden, door de overheid bepaald is. Deze zaak ten einde gebragt zijnde, nam ieder van ons zijn gewoon hoekje in de koets wederom in, de koctfier klapte met zijn zwaare zweep, en het oogenblik waarin de paarden begonnen te trekken , wierp de kadet een veel beduidenden blik op zijnen mentor, cn maakte het teken van het kruis. Onze weg liep over een groote vlakte, bepaald door afgelegen heuvels , waarvan de grond beftaat uit zand en kleine fteenen, bedekkende de kalkfleenen rots. De opgang tot deze heuvels is zeer gemaklijk; zij zouden zelfs bekwaam zijn tot den akkerbouw, maar liggen niet te min woest, en men ziet, mijlen agtereen, geene huizen noch boomen, behalven de geneverboom. 'i'en elf uuren 's morgens kwamen wij te Fortuera, waar wij ons middagmaal hielden, hebbende vier Spaanfche mijlen afgelegd. Dit klein dorpje, de woonplaats van armoede cn ellende, is gebouwd op eene rots van zulk fraai foort van marmer, dat hetzelve geen paleis ontfieren zoude. De zon fcheen uitneemend helder; men zag *ecn wolkje aan den hemel, en evenwel was de kerk op-  REIS doob. SPANJE. 219 opgevuld met boeren, houdende ieder zijn brandende waschkaars in de hand, ten einde eene pro*, cesfie te verzeilen. De ploegen zijn hieromftrecks zeer verbasterd van de volkomenheid der ploegen te Barcelona. De ftaart, kip cn fchulp gaan al te famen door ééne groef, of gat in de balk, welke tot dat einde krom gemaakt is, en waarin dezelve, door middel van eene wigge, vast gemaakt worden. Men kan zich naauwlijks een ruuwer werktuig verbeelden , om daarmede den grond tc beploegen. Den geheelen weg over dit gebergte, tot men digt bij Anchuela nadert, ziet men meerendeels kalkfteen , belaaden met delfbaare fchelpen, gelijk oesters , entrochiten , belemniten , terrebratuhv en charme (*). Een weinig zuidwaards van hier, na den kant van Molïna, vindt men op de bergen tusfehen (*) De entnMten zijn een foort van verbeende plantdieren. Pe Memnitcn, gemeenlijk pijlfteenen, ftraalfteenen , of donderrenen genaamd, zijn in de kabinetten der liefhebbers van natuurlijke zeldzaamheden genoeg bekend: men vindt ze in de meeste landen van Europa, van zeer verfchillende grootte, doch hebbende meesttijds de langte en dikte van een vinger, of daaromtrent, zijnde aan het eind gefpitst, of kegelvormig, en zomwijlen in 't midden dikker, gelijk een weversspoel, waarvan het eene end gemeenlijk is afgebroken. Linn/eus noemt ze een verfteening van den zee-oranje -appel, en zij behooren tot de veelkamerige pijpen. De terrebratuU zijn verftecnde-fchulpen die een omgekromde bek hebben, en zodanig gevormd zijn, dat de eene fchulp boven de andere uitfteekt: men noemt ze ook tstreopemniM. Dc Cham.z zijn een foort van verfteende gaaperfchelpcn. Ven. P 4  . fiao REIS door SPANJE, ichen de rivieren Xi/oca, welke zich in de Ebro ontlast, en de Gallo, die haare wateren met de Taag vereenigt, een roode gips, welke insgelijks delfbaare fchelpen bevat. Het is opmerkelijk dat dit foort van gips, ontbonden, en van zijn vitrioolachtig zuur beroofd zijnde, in zeshoekige p'rismaas van eene roode kleur kristallifeert: van deze verzamelde ik eene menigte van onderfcheiden grootte, welke met het falpeter-zuur opbruisfchen. Den geheelen weg over deze woeste bergen en daartusfchenliggende valeijen, doet zich niet één eenig voorwerp op, in ftaat om den vermoeiden reiziger te vervrolijken. Hij ziet daar geene huizen of boomen , behalven alleenlijk de zevenboom, de geneverftruik, en een foort van ceder, die aan deze landftreek eigen is; waartegen nu en dan een opgericht kruis hem aan de fterflijkheid herinnert. Wij, die zeer wel gewapend waren, hadden Weinige reden om bevreesd te zijn, uitgezonderd wanneer wij goedvonden eene wandeling te doen en het rijtuig een eind weegs agter ons te haten.' Niet lang geleden wierden eenige Officieren, die dezen weg bereisden, en uit het rijtuig getreden waren, waarin zij, geen gevaar duchtende, hunne degens gelaaten hadden, op een kleinen afftand van hetzelve, zo als zij een bosch intraden, onverhoeds aangevallen en beroofd van eenige ftruikroovers, die, oogenblikkclijk na dit bedrijf, zich ia het digtfte van het kreupelbosch verfchoolen, en  REIS door SPANJE. i2t en niet meer gezien wierden. Op zekeren morgen dat ik insgelijks te voet wandelde, en, vreezende dat ik onze koets te verre agter mij gelaaten had, van tijd tot tijd omkeek, ten einde onzen kapitein die mij op een afftand volgde, niet uit het oog te verliezen, kwam ik eindelijk aan den ingang van een groot bosch, waar ik minder fpoed begon te maaken, en aan de zo even verhaalde hiftorie van de officieren denkende, meer dan te vooren na den afgelegden weg terug zag. Eensklaps verloor ik mijnen medereiziger uit het oog, doch zag hem kort daarna op nieuw, maar van den weg af, en zoo hard loopende als hij kon. Niet weelende om welke oorzaak hij aldus liep, en of hij alleenlijk bij toeval van den weg was afgeraakt, dan of zulks gefchiedde om zijn leven te bergen, volgde ik hem, uit alle mijne krachten, over heuvels en door laagtens, waar ik met geene mooglijkhcid kon weeten werwaards mijn koers te richten, om hem te agterhaalen, tot ik ten laatftcn hem zag ftil Haan. Toen ik bij hem gekomen was, bleek het, dat onze kadet van den rechten weg was afgedwaald, en een' verkeerden weg ingeflagen had. Ten allen gelukke voor hem, had zijn goede mentor zulks gezien, en was hem terftond met allen fpoed gevolgd. Zo dra wij alle wederom bij elkander waren,verdween mijne geheele vrees, en wij keerden op ons gemak tot den weg weder van welken wij afgeweeken waren; dan hier bevonden wij ons in eene nieuwe verlegenheid, want Van den top eens heuvels, waar wij'een zeer ru'nn  fi22 REIS door SPANJE uitzicht hadden, zagen wij niet het minste van de koets, en wisten niet of dezelve vooruit geraakt, of agter gebleeven was. Met al ons zoeken konden wij niet eens het fpoor der raderen ontdekken, 't geen ons deedt befluiten om terug te keeren. Toen wij omtrent halver wege tot het dorp genaderd waren, van waar wij laatst waren vertrokken, vonden wij daar ons rijtuig in den modder fteken, met eenige boeren daarbij, die al hun best werkten om hetzelve daaruit te trekken. De landftreek digt bij Anchuela , heeft, bij de onbebouwde bergen van Arragon vergeleeken, het voorkomen van een paradijs. De kalkfteenen rots heeft hier eene hooger bedekking van teel-aarde, en de kleiner heuvels zijn bebouwd tot aan derzelver toppen toe: nogthans is Anchuela een allerellendigst dorp, en in de pocada (herberg) aldaar is Hechts één vertrek, met twee morsfige bedden. Wanneer het ergens aan bedden ontbreekt, bedienen de officieren zich van derzelver voorrecht, en neemen hunnen intrek bij de alcaldè (fchout of rechter), of in het huis van eenen anderen inwoonder. Omwandelende, met oogmerk om de landftreek te bezien, vond ik op de beploegde akkers overvloed van osfenharten (cockles) en andere fchelpen van het gedacht der cardias. De ploegen zijn hier juist eveneens, als die ik laatst befchreeven heb. Een Engelsch werktuigkundige zou niet gemaklijk kunnen begrijpen, hoe een ploeg kan gemaakt worden, niet alleen zonder fchulp, reester en meer andere noodige Hukken, maar  REIS door SPANJE. 223 maar ook zonder ftellepont ten einde de ftaart en het fchulpijzer te onderfteunen. Zijne geheele uitvindingskracht zou in verlegenheid geraaken, om zodanigen ploeg te vervaardigen; en evenwel is niets eenvouwiger, want de balk zelve krom gebogen zijnde, bekleedt meteen de plaats van ftellepont. Toen wij Anchuela op den zestienden van bloeimaand verlieten, zonden wij ons rijtuig vooruit, en wandelden langs eenen veel korteren weg, om hetzelve weder te ontmoeten. Deze weg liep door eene valei, welke van langzaam oprijzende heuvels ingefloten is, eu ter zijden van een beekje, waarvan het water zoo helder is als kristal. De zijden dezer heuvels zijn befchaduwd met groeneiken, zcvenboomen en geneverftruiken. Dit zou een ongemeen fraaije ligging zijn voor een aangenaam buitengoed, welks eigenaar alhier ruimte hebben zoude van water, met koorn, wijn en olie in groote overvloed, terwijl het geld, dat hij uitgecven moest voor het noodig onderhoud eener aanzienlijke huishouding, onder zijne hoevenaars in omloop komende, hunne nijverheid aanmoedigen, en de geheele landftreek, verfcheiden mijlen in 't rond, als het ware bezielen zoude. Ik kan mij niet herinneren in geheel Spanje ook maar één buitenverblijf gezien te hebben,van dien aart, gelijk alom in Engeland zeer veele gevonden worden. De eerfte adel omringt hier den fouverain, en blijft beftendig aan het hof; dc edelen van een' minderen rang, of van geringer vermogen,  224 REIS door SPANJE. gen, zijn of tc Madrid bij elkander, of vestigen hunne woonplaats in de groote fteden der afgelegen provinciën. Deze verlaating van het platte land heeft haare oorfprong niet genomen, gelijk in andere koningrijken, uit de onderdrukking der barons of van den grooten adel, benevens de vrijheden en voorrechten van welke de fteden het genot hadden, maar van twee andere oorzaaken, die nog krachtiger daartoe medegewerkt hebben. Dc eerfte was dc verwarde ftaat van dit rijk, tot op de regcering van ferdinand en isabella, zijnde diertijds verdeeld in verfchcide kleine koningrijken, die beftendig met elkander oorloogden, 't welk de menfehen met hunnen eigendom in de fteden dreef, ten einde daar meer veiligheid dan op het land te zoeken. De tweede was dc argwaan van het hof, welke fpoedig op de uitdrijving der Mooren volgde. Deze argwaan, als of namentlijk dc grandees hunnen voorigen invloed en aangelegenheid zouden trachten te herwinnen, was meer dan anderhalve eeuw lang enkel ftaatkundig. Op die vrees volgde, bij de troonsbeklimming der thans regeerende familie,eene andere, die nog meer bekommernis veroorzaakte, uit hoofde der gehechtheid welke veele voornaame gedachten voor het huis van Oostenrijk aan den dag gelegd hadden. Hierom verzamelde men dezelve rondom deu troon, cn hield ze geftadig in 't oog. De toeftand der Franfchcn is voorzeker veel gunstiger, cn om die reden vindt men onder hen ook eenige bewoonde kasteden in elke provincie. Doch geen land kan  REIS door SPANJE. 225 Iran in dezen opzichte bij Engeland vergeleken worden. Wilde men nauwkeurig onderzoek doen na de oorzaaken van die even gelijke verfpreiding van rijkdommen, welke in de fraaije en gemaklij. ke ewooningen der grooten, en de over het ganfche eiland verfpreide hoflieden der aanzienlijke landbewoonderen uitblinken; wijders van die welvaart, welke in alle onze grooter en kleiner fteden, en zelfs in de dorpen, gezien wordt, welke bet oog ontdekt in ieder landhoeve, en die zich vertoont in den hoogen trap van landbouw, in onze geftadige verbeteringen met opzicht tot dezelve, in de aanzienlijke kudden van fchaapen en runderen, en in den vruchtbaaren ftaat onzer velden dan zal men de voornaamfte oorzaak van dat alles waarfchijnlijk ontdekken in den aart van onze regeeringsvorm, niet Hechts om dat deze het leven de vrijheid en het eigendom der gefamentlijke ingezetenen beveiligt, maar het insgelijks noodzaaklijk maakt voor den voornaamften adel, om op het land zijn eigen voordeel te behartigen, indien hij zijn invloed aan het hof wil behouden. WTanneer de edelen op derzelver eigen goederen woonen, verteeren zij niet Hechts een groot gedeelte hunner inkomften onder hunne hoevenaars; terwijl dat geld, door den omloop die het heeft, alles in beweeging brengt en nieuwe rijkdommen aanvoert, maar zij fcheppen ook vermaak in verbeteringen te maaken, of doen zulks niet zelden bij wijze van nitfpanning. Door het beplanten, droog maaken fzn ontginnen van landerijen, welke anders onbruikbaar  &26 REIS door SPANJE. baar gebleeven waren, neemen zij nieuwe proeven die boven liet vermogen reiken van de huurders hunner landerijen, en welke fpoedig door de nabuuren gevolgd worden, indien zij gelukkig uitvallen. Zij zorgen om het beste ras van runderen de beste werktuigen voor den landbouw, en de beste manier van akkerbouw in te voeren; zij wekken eene onderlinge naarijver op, bevorderen de verbetering der wegen, en bezorgen, dat in de omliggende dorpen eene goede burgerlijke tucht plaats hebbc. Door hunne tegenwoordigheid, worden derzelver landhuurders beveiligd voor de fchraapzucht der rentmeesters; zij geven de zodanige aanmoediging, die maatig, naarftig en kundig zijn, en ontdoen zich daartegen van de zulkcn die hunne landerijen vcrwaarloozen. De hoevenaars zelve,een gcreede markt voor de voorbreng» zelen van hun land vindende, worden rijk, vermeerderen derzelver voorraad, en brengen, door hunne aangroeijende bezittingen te weeg, dat de akkers overvloediger oogden dan te vooren opleveren. Zelfs de winkeliers en ambachtslieden, die 'er insgelijks wel bij vaaren, laaten derzelver overwinsten , voor zo verre zij deze, tot voortzetting van hunnen haudel of handwerk, niet noodig hebben, geenzins renteloos, maar leenen het geld dat zij misfen kunnen aan den boer, of koopen land daarvoor, en begraaven aldus hunne fchanen in de aarde; niet gelijk dezelve daarin verborgen worden door de ellendige flaaven eener willekeurige regeering, ten einde 'er nutteloos bedolven te blijven, maar  REIS door SPANJE. maar om bij ibmmigen dertig, bij anderen zestig, «n zelfs honderdvoudige voordeden aan te brengen. De landftreek welke wij tusfehen Anchuela en Maranchcn doorreisden, heeft, door haar uiterlijk voorkomen, als mede door haare kalkachtige rotfen, veele overeenkomst met die omftreeks At» ford, op den weg na Bath, of veel meer met die, welke men ziet nabij Keinsham, tusfehen Bath Brhtol. Maranchon, dat, gelijk andere dorpen daarom henen, opmerkelijk is door den dichterlijken geest van deszelfs inwoonderen, is een klein dorp, gebouwd tegen eene fchuinte, en is tegen het noorden bedekt door hooge rotfen van kalkfteen, maar na het zuiden open, en hebbende het uitzicht over eene rijke valei, welke deszelfs inwoonderen voedt. De teelaarde beftaat uit ontbonden kalkfteen, met zand en klei, uitmaakende een allervruchtbaarst foort van mergel. In dit jaargetij is daar alles leven en beweeging; ik telde niet minder dan veertig ploegen aan het werk, ten einde den grond voor peulvruchten te bereiden. Na de bijzondere overeenkomst tusfehen deze landftreek, met die ten oosten en ten westen van Bath opgemerkt te hebben, gaf het mij een groot genoegen, op de beploegde landen belemniten, osfenharten en meer andere tweefchalige fchelpen, als ook afgebroken ftukken van erwtefteenen (pifoli* ten) op te raapen, zijnde alle de zelfde foorten en van dezelfde kleuren, als ik weleer verzameld hadde  228 REIS door SPANJE; de te Keinsham, Atford, Wraxal, Melksham, cn op de daarbij gelegen heuvelen. Ons middagmaal te Maranchon gehouden hebbende, verlieten wij die plaats, en na omtrent drie of vier mijlen voortgereisd te zijn, verdween dc kalkfteen, welke opgevolgd wierd van een bijzonder foort van grof zand, gelijkende eenigzins na zemelen. Dit duurde echter niet lang, want te Aquihrejo kwamen wij voorbij twee hooge rotfen Van lijnen zeer witten zandfteen, welker laagen met een hoek van vijf en veertig graaden na den gezichteinder afhelden. Het land dat, wij, na de rijke valei van Maranchon verlaaten te hebben, tusfehen deze twee ellendige dorpen doortrokken, is weinig bebouwd, en, behalven twee bosfehen, liet dén van eiken, en het ander van groen-eiken Cilex), geheel naakt en onvruchtbaar,- niet tegenBaande deze bosfehen genoegzaam aantoonen, wat dit land zou kunnen voortbrengen. De tarwe nabij Aquilarejo geleek op de akkers lialf verflensd, en de velden zijn bedekt met haanepoot. Wij zagen dezen dag vijf gedenk - kruisfen, het één aan den ingang van een bosch, waar vier wegen te famen loopen, de overigen op de toppen der heuvels, van waar de roovers alles ontdekken kunnen wat op den weg omgaat,en hoe zij hunne vervolgers best ontkomen zullen. Wij iliepen te Alcolea, hebbende, volgens de Guia de caminos, of wegwijzer, federt 's morgens ten drie uuren, niet meer dan zes en een halve Spaan»  REIS door. SPANJE. m* ■ Spaanfche mijlen afgelegd. Dit doet mij denken dat hier de mijlen, even als die in de afgelegen provinciën van Engeland, langer zijn dan zij behoorden te wezen. Het land omftreeks Alcolca is bedekt met koornakkers, uitgezonderd alleen op fommige heuvels, die befchaduwd door dc grocneik- en genevcrboom, het oog een altoos duurend groen aanbieden. Naar maate wij, onzen weg voortzettende, tusfehen dc heuvelen allengs hooger kwamen, verminderde dc landbouw, cn op den afftand van Hechts weinige mijlen van Akolea, zagen wij het land, geheel overgclaaten aan dc groeucik, de tlëx europaus, cn de kermes-boom, zijnde de laatfte dwergachtig, doch de eerfte vrij aanzienlijk. Dc wegen hier zijn allerellendigst. De Spaanfche natie is zeer gefield op haare vrijheid van leendiensten; dan dit fchijnt mij een verkeerde ftaatkunde. Na in de noodzaaklijkfte behoeften van den boer, die den grond aanbouwt, voorzien te hebben, behoorde het eerste overfchot van zijne winsten beftecd tc worden tot het maaken van wegen, ten einde dc vruchten, die hij van zijnen grond inzamelt, gcmaklijker ter markt te brengen. Worden dc boeren aan hun zclven overgclaaten, dan zullen zij nimmer derzelver aandacht vestigen op dat allerbelangrijkst voorwerp, noch hun geld, arbeid cn tijd daaraan befteeden willen; en dewijl de land-eigenaars in Spanje geftadig hun verblijf houden in de grooter fteden, ondervinden deze zo h Deel. q mia  230 REIS door SPANJE. nria het gebrek aan goede wegen,als zij begrijpen, dat hun belang vercischt om dezelve tc doen' verbeteren. In alle landen is het de eigenaar var, landgoederen, die eindelijk de kosten daarvan draagt, doch hij is het ook, die hoofdzaaklijk de voordeden daarvan trekt. Algora naderende, zagen wij de zandfteen, welke den geheelen weg van Aguilarcjo voortgeduurd hadde, plaats maaken voor kalkfteen, belaaden met delfbaare fchelpen. In dit dorp is geen ander voorwerp, dat den reiziger eenig vermaak kan geeven, dan alleen de kerk, welke niet onaartig gebouwd is. Agter hetzelve ziet men de landerijen door losfc nnuiren van kalkfteen afgedeeld en ingeperkt; nogthans fchijnt het land aldaar onbebouwd, als zijnde over 't algemeen bedekt met ftecnen, en brengende overvloed voort van eiken, groeneiken, geneverftruiken, ihx europaus, lavendula [pka, gein eene thijm, en brem (genista.) Wij zagen hier, voor de ecrstemaal federt ons vertrek van Barcelona eenig hoornvee graazen. Ook kwamen wij voorbij drie gedenk-kruisfen ' alle aan plaatfen waar vier wegen famcnloopcn.' In een land daar weinige lieden reizen, heeft de dief niet veel gelegenheid om reizigers te ontmoeten , dan op de kruiswegen. Niet verre van Grajanejos kwamen wij over eene u.tgeftrckte en wel bebouwde vlakte, beftaandc geheel cn al uit open akkers, met het koom w vollen groei. Ten einde van dezelve was een groot  REIS door SPANJE. 231 groot boch van weelderig groeiende groen - eik, *% welk wij niet doortrokken zonder veele omzichtigheid te gebruiken, vooral bij den in- en uitgang van hetzelve. De ligging van Grajanejos is zeer romanesk, als zijnde gebouwd op een rots van kalkfteen. Men ziet van daar loodrecht neder op eene kleine vruchtbaare valei, waar boven de genoemde plaats meer dan driehonderd voeten verheven is, van welke hoogte de valei zich Hechts vertoont als een holle weg, of berg-engte. Men heeft hier geen osfenvleesch. liet fchaapcnvleesch kost elf quartos. of iets meer dan drie Huivers het pond van zestien oneen. Brood drie en een halve quartos, of omtrent één Huiver. De daghuur is vier rcaalen, of wat minder dan tien Huivers daagsch. Dc padre cara, of dorps-priester, verhaalde mij, dat hij i'n zijne parochie telde zestig huizen, twee honderd cn veertig communicanten, en honderd kinderen beneden den ouderdom om het nachtmaal te houden, dat is beneden de agt jaaren. Alle die boven deze jaaren zijn,zijn gehouden om te biechten , en het facrament tc gebruiken. Zijn plaats bragt jaarlijkseh agthonderd dukaaten op, dat zeer aanmerkelijk is voor een Spaanfche parochie, als bedragende omtrent negen honderd cn zeventig Hollandfche guldens. Wij verlieten Grajanejos op den agtienden van Bloeimaand. Eerst reisden wij over eene uitgebreide vlakte, en na vervolgens een bosch van Q 2 groen-  o-2 REIS door SPAN] E. groeneikén doorgereden te hebben, kwamen wij op nieuw in een vlak land, waar wij verfcheiden mijlen verre noch boomen, noch huizen, noch het gcringlle kenmerk van menfehen zagen, behalven dén gedenk-kruis. Doch zo dra waren wij deze akelige landftreek niet voorbij, en binnen het bereik des invloeds van Guadalajara gekomen of Wij ontmoetten kudden fchaapen , en zagen 'er goed koorn , benevens zandige hoogten , bedekt met wijngaarden, die voor ons alle bekoorlijkheden van een ongewoon gezicht hadden. Nog meer na dc laagte afgedaald zijnde, ontdekten wij, recht voor ons, eene verbaazend uitgeftrekte landftreek, welke ten noorden door met fneeuw bedekte bergen bepaald wierd. In deze vruchtbaare valei fchijnt dc overvloed haaren zetel gevestigd te hebben , en geftadig beczig te zijn, om haar hoorn met graancn, wijn en olie op te vullen. Guadalajara is verdeeld in tien parochifen, en wordt gezegd zestien duizend zielen, benevens veertien kloosters te bevatten. Deze ftad is beroemd om haare koninglijke fabrijk van breede lakens, en opmerkelijk wegens een bijzonder foort van laken, uit Figogna - wol vervaardigd. De koning houdt hier bijkans vierduizend menfehen aan het werk,waaraan hij maandelijksch zes maal honderd duizend reaalen, of ten naasten bij zes en zestig duizend Hollandfche guldens betaald, en geeft nog daarenboven bcezigheid aan omtrent veertig duizend fpinners die verdeeld zijn in de omliggende dorpen. Het  REIS door SPANJE. 033 Het eerste plan tot deze fabrijk wierd gelegd in *t jaar 1720, door den baron de ripper da, die daartoe werklieden uit Holland medebragt, doch met een zeer liegt gevolg; gelijk ook Don joseph de carvajal, eerste minister van philips V,. die het zelfde te San Fernando beproefde, en zich iu zijn tijd op gecnen beteren uitflag beroemen kon. In den oorlog van 1740 verbood de Engelfehe regering, met oogmerk om dc Spanjaarden afbreuk te doen, den invoer van derzelver wol, welke onvenvagtc dremming in dien aanmerkelijke!» tak des Spaanfchen koophandels, voor eene korte poos de gehoopte uitwerking had. 'Er wierden echter zeer fpoedig nieuwe uitwegen en kanaalenvoor dezelve geopend;en men vondt andere marktplaatfen uit om dezelve te verkoopen, 't welk de prijzen van de wol zeer aanmerkelijk deedt fteigereu. Om zodanigen ltilfland voor het toekomende te verhoeden, verleide de Heer wall, die zich diertijds iu Engeland bevond, zekeren t ii o m a s be van, een kundig werkman uit de ftad Melksham in het graaffchap Wilts, met nog veele anderen , om zich tc Guadalajara neer te zetten, waar deze lieden niet weinig toebragtcn, om het crediet dezer zieltoogende fabrijk weder op te beuren. Thomas bevan ftierf eenige jaaren daarna van hartzeer, wegens dc flegte behandeling hem aangedaan, waardoor die onderneeming een onhcrftelbaar verlies onderging. tiet toenmaalig gedrag der Engelfchen , die weigerden om deze ten hunnen opzichte zoo noodQ 3 zaak-  234 REIS door SPANJE. zaaklijke en voordeelige koopmanfchap van deSranjaarden over te nemen, herinnert mij eenen even onftaatkundigen maatregel, door de Spanjaarden, met hetzelfde oogmerk cn bij eene gelijke gelegendheid genomen, toen namentlijk deze, gcduurende de fucceslie - oorlog, den uitvoer hunner wij. «en, olie en vruchten na Engeland en Holland verboden. De regeering ten laatflen de onmooglijkhcid inziende, om van deze ftceds verminderende fabrijk eenig voordeel te trekken, gaf dezelve, te famen met nog eene van den zelfden aart, te San Fer~ nando opgericht, in 't jaar i?55 over aan de Gremios; doch weinige jaaren daarna, te weeten in 1768, ondernam de koning nogmaals om ze beide voor zijne reekening te doen beftuuren, en verplaatfte wel dra de zuster-fabrijk van haare voorige verblijfplaats na Brihuega, haar niet te min vergunnende de naam te mogen behouden van San Femando, als bij dezelve wel bekend, en op alle markten beroemd zijnde. Ustariz verzekert, dat deze onderneeming, in haare kindsheid den geheelen opbrengst der provinciaale inkomsten verzwolg, en nogthans altijd in fchufden bleef. Dit is in dc daad zeer geloofbaar om reden, dat zo eenig bijzonder perfoon zulk eene kostbaare en uitgeftrekte fabrijk voor zijne eigen rekening beftuurde, en niet alvoorens iu die bezigheid was onderwezen, al waare hij ook tot den koophandel opgeleid, zijn geld nogthans daarbij verliezen zoude. Een man onbekend met den  REIS door. SPANJE. 235 den koophandel, moet daarbij noodzaaklijk nog meer verliezen, maar een fouverein wel het allermeest. Indien wij Hechts in aanmerking neemen, hoe veel aan arbeidsloon, als mede aan de opzichters en beftuurders moet betaald worden; wijders, hoe geringe aanmoediging 'er is voor naarftigheid cn fpaarzaamheid, hoe veele aanleiding daartegen tot nalaatjgheid cn dieverij, en hoe zwak de beweeggronden zijn om uit te munten, dan kan een fouverein voorzeker geene gegronde hoop koesteren, op toeneemende winsten. Wil hij dwangmiddelen invoeren, en, door zijn hoog gezag, een monopolie oprichten, dan zal al dit kwaad tegen hem vermeerderen, en de fluikhandefciar hem overal de loef affteeken. Gebruikt hij daartegen geene dwangmiddelen , dan zal de bijzondere koopman, als, in tegenftelling in van den fouverein, veel te werkzaam en te ijverig zijnde, nieuwe markten gaan opzoeken, en door opmerkzaam te zijn op allerlei kleinigheden, door beleefdheden, door daaden van vriendfehap, en door wederkeerige ruilingen, hem dc voorkeus afwinnen, terwijl de fouverein, zo hij zijne prijzen niet vermindert met deszelfs waaren onverkogt blijft zitten: Vermindert hij de prijzen laag genoeg om dc markt te dwingen, dan moet ook het verlies aanmerkelijk wezen, cn geen fabrikant zal in ftaat zijn om het uit te houden tegen den fouverein, wiens kapitaal onuitputtelijk is, of eene mededingerfchap vol te houden tegen Q 4 hem,  3#J REIS door SPANJE. hem, die zonder vrees voor bankbreuk, de aanmerkelijkfte verliezen ondergaan kan. Ustariz veroordeelt uit dien hoofde alle foortgelijke inrichtingen, en fchrijft, in zijn bekend werk, een bijzonder kapittel om te bewijzen, quelas fabricas, de quema de los fobcranos, no florecett; dat is: dat de fabrijken, voor rekening van den fouverein, nimmer voordeelig kunnen wezen. De graaf ca mp oma nes keurt dezelve insgelijks af: de grondbcginzelen, welke die doorkneedde daatsman poogt vast te dellen, bedoelen al te tarnen veel verhevener oogmerken, en leggen een veel zekerder grondflag voor den nationaalen voorfpoed. Deze grondbcginzelen zijn toepasfelijk op elke natie, het zij rijk of arm. In de eerde plaats wilde hij dc voornaamde kundigheden algemeener maaken, door het oprichten van fchoolen, in welkc de jeugd, onder het opzicht van bekwaame meesters, om niet kan ouderwezen worden in de tékenkunde, werktuigkunde, wiskunde, fcheikunde, landbouwkunde en de taaien, als mede in de theorie des koophandels en der daatkundige huishouding; hij wilde gerechtigheid en maarigheid, naardigheid en fpaarzaamheid bevorderen; hij wilde de zucht voor het algemeene best, benevens dc oeconomifchc maatfehappijen aanmoedigen; hij wilde jonge lieden, die daartoe behoorlijk in daat zijn , reizen laaten, ten einde alle hedendaagfche verbeteringen in kunsten, mannufacfuuren en koophandel, welke bij befchaafde natiën uitgevonden of in-  REIS door SPANJE. 237 ingevoerd zijn, te leeren kennen; hij wilde, door middel van nieuwe wegen en kanaalen, de gemeenfehap tusfehen de fteden en andere plaatfen van het rijk gemaklijkcr maaken; hij wilde de posten op een geregelder voet brengen, en wisfelbanken oprichten; hij wilde voor dc fabrijken en manufactuuren overvloed van brandftoffen aanfehaffen, als voor derzelver beftaan zeer noodzaaklijk zijnde; hij wilde den handwerksman, den manufacturier en koopman in ecre houden; hij veroordeelt alle monopoliën en bevoorrechte genootfehappen, als partijdig, drukkende, nutteloos en onrechtvaardig; hij wilde vreemdelingen aanmoedigen om zich in het rijk neder te zetten, en de naturalifatie voor hen gemaklijk maaken; hij wilde het getal der feestdagen verminderen, het misbruik der kloosterlijke ïnïtellingen verhoeden, de naarftigheid in de kloosters aanmoedigen, en alle die in gevaugenhuizen opgelloten zijn, nuttigen arbeid laaten verrichten; hij' wilde veilige havens, bckwaame kaaijen en losplaatfen voor de fchepen aanleggen, en de nauwkeurigfte zee-kaarten laaten vervaardigen. Indien het mij geoorloofd is, om, bij deze verftandige fchikkiugen van dien kundigen ftaatsman, eenige voorzieningen te voegen, zouden zij in deze weinige beftaan: de intresfen bij alle bijzondere geldleeningen op eenen vasten voet tc regelen; de asfurantic onder de kooplieden en manufaeïuriers aan te moedigen, alle godsdienftige gezindheden iu het rijk toe te laaten; de perfoonen en het eiQ 5 Scu~  «3^ REIS door SPANJE. gendom te beveiligen tegen wezendlijke dwingelandij, door het vastftellen van burgerlijke vrijheid en tegen bijzondere verdrukking door wijze wetten, gehandhaafd door eene werkzaame en altoos waakzaame regeering; de koophandel van alle kluisters te ontdaan, en te zorgen dat een iegelijk in rust en vrede leven kan. Dewijl deze voorzieningen door de Spaanfche regeering niet zijn aangenomen, fielt, zulks de manufacluriers van andere natiën in ftaat,om de rauwe ftoffen in te koopen vragt, ongelden en zwaare belastingen van dezelve te betaalen, en zo, verwerkt, wederom in Spanje invoerende, niet te min aanzienlijke winsten te kunnen hebben, terwijl de monarch daarbij ver liest. J Van Gualadajara tot Jkala is de afftand vier Spaanfche mijlen. Deze ftad, liggende aan de rivier Henares, in eene vruchtbaare en wijd m>e ftrekte vlakte, is een van de fraaifte fteden in lc heel Spanje. De gebouwen aldaar zijn ten deele van graniet, ten deele van kalkfteen, en ook ten deele van gebakken fteen; de ftraaten zijn 'er ffe plaveid met gladde ronde fteenen, meerendeels van een' zandfteenigen aart, wordende dit alles van afgelegen bergen derwaards overgebragt. De aarts bisfehop van Toledo heeft hier een paleis waar" yan covARRuniAS en burruguete 'de bouwmeesters zijn geweest, hebbende in het déne front twee en tachentig, en in het ander twee en vijftig pilaaren. Het getal der kerken is agt en der>  REIS door SPANJE. 23? dertig, en der collegien negentien. Ik bezag één derzclven met ongemeen vermaak, gelijk men ligt begrijpen zal, wanneer ik gezegd hebbe, dat het gefticht was door den kardinaal ximenes. De bibliotheek is wel voorzien met voortreffelijke boeken , die in de beste orde gerangfehikt zijn. Onder deze moet de origineele Compliiteüaanfche Bijbel , door het gansche Christendom, voor altoos met dankbaare hoogachting befchouwd worden. In dit vertrek worden ook de brieven, dc ring, het borstbeeld en het gefchilderd ai'becldzel des kardinaals bewaard, welke beide htatften nogthans, hoewel zeer fraai, de grootheid van zijn ziel en de goedheid van zijn hart maar zeer flaauwelijk uitdrukken. De afftand van Alcala tot Madrid is zes Spaanfche mijlen,in welke tusfcheiiruimte drie rivieren, te weeten de Henares, de Jarama, en de Manzanares, hunne vruchtbaare ftroomen uitgieten over een groote uitgeftrektheid vlakken grond, door welke verfcheiden aanzienlijke fteden, tc famen met de hoofdftad gefpijsd worden. De aannadering tot deze laatfte, van den kant van Alcala, is boven alle befchrijving fraai. De weg derwaards is ruim, en de poort die men inkomt fierlijk. Men ziet 'er, van de linkehand in den tuin van het oud paleis , Buen retiro genaamd , als ook den kruidkundigen tuin, benevens de uitgeftrekte wandeldrecven van de Prado, die in een* zeer goeden fmaak geplant, en met menigte van  240 REIS door SPANJE. fonteinen veriierd zijn. Aan de rechtehand heeft men, door de boomen, een flaauw gezicht van eene andere poort,terwijl de brcede Alcala-ftraat, van vooren zich bevallig opdoende,tegen de bijna onmerkbaare opgang van eenen fchuinfchèn heuvel allengs nauwer wordt, ontdekkende aldus, met een' enkelen opflag van het oog, eenige der aanzicnlijkfte openbaare gebouwen, benevens de wooningen van fommigen uit de voornaamften van den adel en der buitenlandfche ministers. In deze ftraat is het Malteefer - kruis (Cruz de Malta ), zijnde een groot logement, voor 't welk wij afftapten, en waarin ik dien nacht, na dat mijne reisgenooten mij verhaten hadden, mijn intrek necmende, in ftille eenzaamheid met een oogenbbkkclijk verdriet overdagt, dat ik thans tot het uiterftc van mijne reis was gekomen. Deze was moeijelijk, en niet geheel en al vrij van onvoorziene toevallen en onaangenaame ontmoetingen geweest; doch men kan ook daartegen zeer wel geduldig uitftaan, wanneer men zijne aandacht beftendig op een gewenscht vooruitzicht gevestigd houdt. Daarenboven was ik geduurende deze veertien dagen, bekend geworden met mijne medereizigers, en had voor één derzclven vriendfehap en hoogachting opgevat. Ik befpetirdc zelfs meer of minder toegencgenclheid voor de overigen, terwijl onze belangen aldus vercenigd waren; doch nu onze gemccnfchappelijke reis geëindigd was, bragt het denkbeeld van fcheiding,om nooit weder bij-  REIS door SPANJE. 44* bijeen te komen, een foort van droefgeestigheid bij mij te weeg, welke de eenzaamheid zeer weinig bekwaam was tc verdrijven. Heeft men eene voorgenomen onderneeming eenmaal ten einde gebrast, dan volgt daarop eene ledigheid in 't gemoed, welke niet anders dan pijnelijk kan wezen, tot dat een ander nieuw of belangrijk voorwerp zich wederom aan 't oog opdoet, en aan de ziel nieuwe bezigheden verfchaft. Bij deze gelegendheid vermaakte ik mij zelve, met mijne gedagten tc hiaten gaan over dc vreemde denkwijze der tienduizend Grieken, die, na alle moeijelijkhcdcn cn gevaaren doorgeworftcld, cn behouden iu hun vaderland wedergekeerd tc zijn, zich terftond daarna verfprcidden, ten einde nieuwe avontuuren tc gaan opzoeken. Hoe ellendig moeten de genen zijn, welker oogmerken cn vooruitzichten, geheel en al ingeperkt zijn, binnen de enge paaien van hun kortftondig leven. Dit fchijnt ook de voornaamftc aanleiding te geeven tot die naargecstigheid, welke binnen de muureu der kloosters heerscht,alwaar, zo wel voor hoop, als voor vrees, maar zeer weinige ruimte is overgclaaten. Voor onze fcheiding, hadden wij nog eerst onze rekening te vereffenen. De koets, met twee voerlieden en zeven muilezels , kostedc ons, volgens de gemaakte overeenkomst; vijf en dertig pistoolcn, of twintig guinees; en wij gaven daarenboven, als een vrijwillig ge- fchenk  242 REIS door SPANJE. i'chcnk aan de voerlieden, zes piftoolcn. De onkosten voor fpijze en verteering op den weg, bedroegen elfhonderd en veertig reaalen; dus was onze geheele uitgave zes en dertig ponden fier, ling, of omtrent vierhonderd guldens , 't geen voor eene reis van honderd Spaanfche mijlen, in veertien dagen volbragt, niet anders dan zeer gematigd kan geacht worden. MA-  REIS door. SPANJE. «43 MADRID. Dewijl het hof, bij mijne aankomst te Madrid, van daar afwezig was,waren alle mijne voorfchrijvings-brieven voor 't tegenwoordige nutteloos, behalven één van den Heer sage te Parijs, aan Don oasimir ortega, die, als de voornaam!te hooglecraar in de kruidkunde, bij alle liefhebbers van deze wectcnfchap wel bekend is. Ik had wel is waar nog een brief van een grande van ■Spanje, die zich toen te Madrid bevond, met dc iiadruklijkfte aanbevelingen waarvan ik zeer groote verwachting hadde: doch mijne hoop op den* zelvcn werdt geheel en al tc leur gelleld; want ik vond hem welleevend, maar koel; verftandig en een man van ftudie,maar üilzwijgend en agterhoudeud; algemeen geacht uit hoofde van zijn goed hart, maar zo geheel en al ingenomen met dc uiterlijke plechtigheden cn plichten van den godsdienst , dat ik hoegenaamd geen voordeel van zijne vriendfehap konde hebben. Met één woord, hij fchijnt één der zodanigen, op welken het Italiaausch fpreekwoord: tanto buon che val niente (zoo goed dat hij nergens goed voor is),met het grootlte recht mag toegepast worden. Don casimir ortega bewees mij daartegen niet  244 REIS door. SPANJE. niet alleen daadlijke vriendfehap, maar ook alle mooglijke beleefdheden. Door zijne vergunning, had ik Kille uuren van den dag toegang tot den botanifchen tuin. De tot dat einde wel uitgezogtc plek gronds ligt tegen eene fchuinte, welke na den kant van het/Wo afhelt, waarvan het flcchts door een ijzeren hek afgefcheiden is, invoegen men in dit fchaduwrijke boscbje, 't welk door zijne talrijke fonteinen geftadig verfrischt wordt, en waarin men zelfs voor de brandende middag-zon beveiligd is, te paard of te voet wandelende, hetzelve met eenen opflag van het oog overzien kan. In dezen ruimen en wel voorzienen tuin, vermaakte ik mijzclven zeer dikwijls,met mijne voorigc kennis aan eene weetenfehap te hernieuwen, welke ik in vroeger dagen met veel genoegen beoefend haddc; en ik verzuimde ook geene van des hoogieeraars lesfen, die hij aan zijne leerlingen gaf, bij te wooncn. De eerfte gronden had ik daarin gelegd onder Doctor hope, die als kruidkundige, eenigen roem heeft verworven; doch ik moet'bekennen, dat dc leerwijze van ortega mij veel voortrede!ijker toefcheen, cn ben verzekerd datzijne kweekelingen, indien zij Hechts maatigc bekwaamheden hebben, niet misfen kunnen van zeer groote vorderingen in die weetenfehap tc maaken. Hij geeft hen niet alleen zodanige onderrichtingen , waardoor zij in daat gedeld zijn om van elke voorkomende plant dc klasfc,rang, het genacht en dc foort te kunnen aanwijzen, maar hij leert ze ook de onderfcheidende kenmerken van dezelve,  REIS door SPANJE. 245 Ve-, tot hun eigen gebruik, nauwkeurig te befchrijven. De verdiensten van den lêeraar zullen wel dra blijken uit de lettervruchten van eenige zijner leerlingen, die met den Heer dombey Spaanseh Amerika doorgereisd hebben, en zich thans gereed maaken om de waereld 'met hunne gemaakte ontdekkingen te verrijken. Deze bezigheid verfchafte mij een aangenaame uitfpanning geduurende de afwezigheid van het hof, en hieldt te famen met de boekerij der Carmeliten , mijne aandacht zo wel op eene vcrmaaklijke als nuttige wijze bezig. Intusfchen wandelde ik ook, bij tusfehenpoozingen, door dc ftad, ten einde voor ik tot de bijzonderheden overging , een algemeen denkbeeld van dezelve tc verkrijgen. In mijne gedachten verdeelde ik haar in drie afdeelingen, overeenkomende met drie verfchillende tijdperken, welke zich gemaklijk laaten onderfcheiden. Het alleroudfte o-edcelte der ftad ligt naast aan de rivier Mamanares, hebbende nauwe en gedronge ftraaten, kromme fteegcu of doorloopen, en gangen die aan het eene einde gefloten zijn, gelijk ook hedendaagsch nog veele in Londen, maar vooral te Parijs, aan zulke plaatfen gezien worden, waar de woedende vlammen,bij eenen algemeenen brand, de rauwe gedenktekenen van kunst niet vernield hebben , welke de voorouderen, die, in lang voorleden tijden,de toenmaaligc opluikcnde ftad bewoonden, hadden opgericht. Ten noorden en ten oos- I. Deel. K teu  Sió REIS door SPANJE. ten van hier, vertoonen zich de ftraaten wijder s naar maate men van de rivier verder afgaat, en de gebouwen verkrijgen aldaar zekeren graad van meerdere evenredigheid. Dit gedeelte bevat in zich de Plaza major, of het groote plein, 't welk in zijnen eerftcn luister een treffend voorwerp moet geweest zijn, en tegen dc Puerta del fol eindigt/ Doch ledert Philips II. zijn hof herwaards verplaatfte 9 en Madrid de hoofdftad wierd van deszelfs uitgebreid rijk,liet de voornaamfte adel buiten de vroegere eindpaalen paleizen oprichten, en de Puerta del fol is thans het middenpunt des geheels. Het is wel der moeite waardig den oorfprong der fteden na te fpooren. De herder ftaat zijn tent op, of bouwt zijn leeme hut nabij den oever ecner rivier, alzo hij het vermogen niet heeft om eenen put te dei ven; doch dewijl de mensch een gezellig dier is, naderen tot hem wel dra anderen, het zij om de geneugten.der maatfehappijeïijke famsnleving te genieten, of tot onderlinge bt> fcherming, en vestigen hunne wooningen zo nabij die des eerftcn, als de gelegendheid maar immer toelaat. Nu vermeerdert het getal der hutten, op deze volgt den landbouw, vervolgens worden 'ef ook fabrijken aangelegd, en de inwoonders zo wel in getal als rijkdommen toeneemende, begeeren hunne woonplaatfen te vergrooten; dan dewijl de grond reeds bezet is, blijft hun geen ander middel daartoe over, dan de huizen hooger op te trekken. Zo lang zij hunne nederige hutten bewoonden, beklaagden zij zich nimmer over gebrek aan licht,  REIS door SPANJE, 247 ïïcht, noch lucht; maar nu zij elkandéreri het licht benecmen, verwonderen zij zich, wat toch hunne voorouders mag bewoogen hebben,om zich binnen zulke enge woonpiaatfen in tc fluiten. Madrid bevat vijftien kerspels, zevenduizend driehonderd en agt cn negentig huizen, twee en dertig duizend zevenhonderd cn vijf cn veertig huisgezinnen,en een honderd zeven cn veertig duiZend vijfhonderd cn drie en veertig inwoonders; wijders zes cn zestig kloosters, zestien collcgien , agticn hospitaalen, vijf gevangenlmizcn, en vijftien 'poorten van granietftccn, van welke de meeste fierlijk gebouwd zijn. De voornaamftc boog van de Puerta de Alcala (Alcala-poort) is vijfenzeventig voeten, en dc twee zijdelingfche boogen zijn vierendertig voeten hoog, waarbij de evenredigheid zeer wel in acht genomen is. Zij is door sabatini gebouwd, en doet zijnen fmaak veele eer aan. Na goede fchildcrijen omziende, begon ik met het klooster der ongefchocide Carmeliten, neemende de voortreffelijke werken van antonia i>onz cn van rapkael mengs tot mijne wegwijzers. In de facristij van dat klooster worden eenige (lukken gevonden van de beste meesters, als titian, van dijk, re m brandt,COëLLO, ribera, jordans, murillo5 Z 1T r b a R a n , Cti a nDRé vacaro. De kerk en het klooster van S. Francisco de Sa* les zijn gebouwd onder de regeering van ferüt. wand VI., wiens praalgraf, door sabatini, R 2 als-  REIS door SPANJE» alsmede dat van zijne gemaalin barbara van Portugal aldaar te zien is. De koepel in 't midden van dat gebouw, benevens de boogen van bet verwelf, zijn gefehilderd door dc drie broeders veirASQUEZ. Het groot altaar beeft zeven Corintifebe .pilaaren van groen marmer van Siërra Nevada, nabij Grenada, gelijkende na het verd antique, en beftaande uit enkele ftukken, ieder van zeventien voeten hoog. De voet en het dekftuk dezer zuilen zijn van verguld koper. De fchatten van dit klooster zijn zeer aanmerkelijk; in hetzelve zijn ook eenige tamelijk goede fchildcrijcn door franch s de muro, Cll cigna rom. In de kerk van S. Pasqual ziet men de bezoeking door jordano, St. stephanus doOF van dijk, de geesfeling van den Zaligmaker door alexander veronese, een paus door titian, een heilige familie door leonardo da vinci, de af beeldzeis van paus cregorius, St. ignaïius loyoi.a , Cll francisco xavier alle drie door cuercino, de aanbidding, en de onthoofding van jomannes, beide door mic ha El angel o caravagoio, dï nog vijf andere fchilderijen door ribera. De kerk van c?. Ifidro, eertijds toebehoord hebbende aan de Jcfuiten, draagt het duidelijkst kenmerk van het karakter dier gewezen maatfehappij, niet alleen door haare grootte, maar ook uit hoofde van ('cn fmaak, welke, zo wel in het gebouw zelve, als in zijne bijgevoegde fieraaden uitblinkt. Dit is, naar mijn gevoelen, het allerfraaist klooster  REIS door SPANJE H9 ter door mij gezien, fints mijn vertrek van Zaragoza. De fchilderijen in hetzelve, alhoewel niet van de eerfte meesters, zijn echter geenzins te verachten. De groote kerk van S. Frdncisco wordt van de beste kenners bewonderd; doch in mijne oogen fchijncn de groote koepel cn Griekfche boogen,als geheel ontbloot van lieraaden,onvoltooid,te naakt, koud, en fmaakeloos. Daags na mijne aankomst, kwam ik nabij de Puerta del fol (zonne poort), en zogt na de ftraat de la montera, doch kende geen Spaa'nsch genoeg om na den weg te vraagen. Een heer,die mijne verlegendheid zag, fprak mij in 't Engelsen aan, en vroeg: welke ftraat ik begeerde? zo dra ik hem zulks gezegd haddc, geleidde hij mij, in eigen perfoon, tof aan het huis waar ik weczen moest, en vervolgens affcheid van mij necmende, noodig'de hij mij aan zijn huis ten eeten: Deze heer was genaamd Don francisco es cara no, één van de postmeesters-generaal, die, voor de beleefdheden, welke hij in mijn vaderland genootcn had, terwijl hij aldaar geheimfchrijvcr van den Spaanfchcn afgezant war,, oordeelt nooit te veel tc kunnen doen voor eenig Engclschman, die zijnen bijftand noodig heeft. Nog geenzins voldaan met dit blijk van zijne gencgendheid, geleidde hij mij ook na de koninglijkc paleizen te Madrid; en zo, lang ik naderhand in Spanje bleef, R 3 VC1%-  tSo REIS dook SPANJE. verzuimde bij geene gelegersdheid om mij vvezendlijke diensten te bewijzen. Het paleis van Buen retiro is een verbaazend groot en zeer oud gebouw, doch reeds federt lang verlaten, cn, toen ik het zag, vrij wat tot vergaan overhellende. Het bevat eenige ruime vertrekken, waarin ook nog een klein getal goede fchilderijen gezien worden, doch de drie voorwerpen welke mij het meeste genoegen gaven, waren de fchouwburg, de groote zaal, en het flandbeeld te paard vau phïlips IV. Dit flandbeeld, door pedro taoca van Florence gegooten, en 't welk gezegd wordt negen ton (of agtien duizend ponden ) te weegen, draagt zijnen geheelen last alleen op de agterbeenen van het paard. Nooit zag ik,noch kan men eenig denkbeeld van iets vormen, dat zo volkomen is in zijn foort, of' wat zoo ongemeen bezield fchijnt, als dit wonderftuk vaa kunst. De fchouwburg is ruim, en bepaalt zich van agteren aan de tuinen, waar het tooncel in diervoegen kan geopend worden, dat deze, bij gelegendheid, eene verlenging van hetzelve maaken. Fkrd i n a w d VI. vermaakte hier 'zeer dikwijls het gemeen met opera's, op welke zijne gcmaalin, zelfs tot buitenfpoorigheid toe, gefield was. De groote zaal, el cafon genaamdv met deszelfs voorvertrek, dat door lucajordano in fresco gefchilderd is, blijft fteeds een gedenkteken van diens kunstenaars keurigen fmaak, uitvinding, juist oor*  REIS door. SPANJE. ft$» oordeel, en nabootzend vermogen. In de voornaamfte afdéeling van bet zolderll.uk, wordt iik r~ cv lés verbeeld, gcevendc het gulden vlies aan Philips de goede, hertog van Bourgondien. In één der mindere vakken ziet men pal las , met de goden, die de Titans te onderbrengen ; en bet daar tegen over ftaande vak vertoont de majesteit van Spanje, den aarbol beheerfciiende. Al het overige is opgevuld met figuurlijke beelden, welke al te famen zeer fraai uitgedrukt zijn. In het voorvertrek zier men dc verovering van Granada. Uit de groote zaal komt men in den tuin, door een klein eirond kabinet, geheel en al bekleed met ipiegelglas, in welker zoldering dc geboorte van de zon, verbeeld is, met volk uit alle natiën, dat de opkomende godheid aanbid, terwijl de priesters bcczig zijn met het doen van offerhanden. Dit ftuk is insgelijks van iordano. Men liet mij onder anderen één vertrek zien, waarin vreemdelingen zelden worden toegelaaten. In hetzelve zijn verfchciden modellen van veriterkte fteden en der voornaamfte vestingen, waaronder die van Cadiz en Gibralter de meeste opmerking, verdienen. De tuinen van dit paleis zijn zeer uitgeftrekt en bevatten eene aangenaame verfcheidenheid van boomen en waterwerken. Had ik eene plaat$ moe;:cn uitkiezen voor de koningrijke verblijfplaats, dan zou ik aan deeze de voorkeus hebben gegeven, boven die , aan welke het nieuw palcis gefeouwd is; doch misfehien kunnen 'er eenige redeR 4 aea  «52 REIS door SPANJE. néti zijn voor het tegendeel, welke den vluchtigen reiziger niet ligt in 't oog vallen. Plet paleis, Ca/a del Campo genaamd, behelst weinig dat bezienswaardig is. Hier is een ridderlijk flandbeeld van philips III., \ welk begonnen was door juan bologna, en na deszelfs dood voltooid wierd door zijnen leeerling tacga, hebbende veele overeenkomst met dat van Hendrik IV. te Parijs. Hier is mede dc origineele fchilderij van de bekende verzoeking van Si. anthonij, door calot. Het nieuw paleis kan onmooglijk befchouwd worden, zonder het uitneemendfle genoegen. Dit gebouw is een gelijkzijdig vierkant, 't welk aan ieder zijde vierhonderd en zeventig voeten lengte, en honderd voeten hoogte tot aan het lijstwerk heeft,bevattende in zich een vierkant van honderd cn veertig voeten. De zijden van het gebouw worden onderfleund door eene menigte pilaaren en pilasters, en boven dc kroonlijst is eene ballustrade , om daar agter het looden dak tc verbergen. De noord-zijde is aanmerkelijk hooger dan de overige drie zijden, als betraande uit niet minder dan vijf verdiepingen boven elkander, behalven de hangzolders, en de vertrekken die beneden gronds zijn. Vóór de ballustrade ziet men de flandbeelden van alle Spaanfche koningen, van ataulfo af, tot op ferdinand VI., alle op voetftokken geplaatst. Het plan van dit gebouw is eenigzins bijzonder. In dc voornaamfte verdieping is een reeks vaa  REIS door SPANJE. 253 van ruime en lieflijke vertrekken, gaande rondom het geheel paleis. Deze ontfangen hun licht door de vensters aan de buitenzijden van het gebouw, en fluiten de kamers in voor de bedienden, welke laatfte het licht ontfangen uit eene ruime gaanderij van binnen. Deze gaanderij loopt rondom het geheele vierkant, over een open gaanderij beneden dezelve, en is gedekt door een plat. De grondflagen tot dit gebouw wierden gelegd in 't jaar 1737, drie jaaren na dat het oud paleis door het vuur verteerd was. Ten einde dergelijke ongevallen voor *t vervolg te verhoeden, rust hetzelve overal op gewelven. Het opmerkelijkst gedeelte van dit paleis is de gehoorzaal, of falfon de los reynos, zijnde een dubbelde taerling van negentig voeten , behangen met karmofijn ■ rood fluweel, en maakende, met haar prachtig verhemelte en gefehilderde zoldering, eene allerluisterrijkfle vertooning. De paneelen zijn gefchilderd doorTiPOLO, Gï- ACUINTO, bajeu, velasq.uez, waella, en mengs. Het is onmooglijk in de dageüjkfché zaal de vergoding van hercules, noch de vergoding van trajanus in des koniugs eetkamer, zonder een zeer bijzonder genoegen cn vermaak te aanfehouwen. In de bewerking dezer (tukken heeft men gs alle zijne vermogens ingefpahnen, en het fchijnt ook in de daad, als of hij het in zijne macht hadde, om al dat geen uit te voeren, wat zijne verbeeldingskracht ontwierp. OngedwongenR 5 beid  254 REIS door SPANJE.. beid en netheid munten in alles uit. Het valt den kunstkenner niet gemaklijk te beflisfen, wat hij in deze twee verrukkelijke onderwerpen meest bewonderen zal, de tcekening, de lichten en 1'chaduwen, het koloriet, de uitvinding, of de compolitic van den Kunstenaar, want deze fchijnt in dat alles gelijken lof te verdienen. Hem ontbreekt echter, naar mijne gedagten, die uitdrukking, waarin zijne begunstigde raphael zoo bijzonder, uitmuntte. Het ware onvergeeflijk, indien ik van deze prachtige verzameling van fchilderijen niet een weinig uitvoeriger fpreeken wilde. Ik begin derhalven met des konings vertrekken, In deszelfs voorkamer zijn: van Basan een Adam, een Noachs een Orp» heus, met nog zes anderen. Paul veronese een flaapende Adonis. Rubens vier van Hercules, en één van Philips III. Tintoreï Judith en Holofemes; dc marteldood van St. Urfula. Pitian Sifyphus , Promet heus , drie van Venus, Adam en Eva. Velasquez Philips III., Philips IV., derzelver gemaalinnen, en Olivares, alle te paard. Ik twijffcl, of vijf zodanige paarden, zoo volkomen en zoo febijnbaar bezield, wel ooit bij elkander gezien zijn. Dat van Philips IV. verheft zich van het doek, en gelijkt zoo uitneemeud na een levend paard, dat ik mij overtuigd  REIS door. SPANJE. 255 tuigd houdc, dat, indien het flechts in ccn behoorlijk licht geplaatst wierde, ook zelfs een nauwkeurig oog daardoor bcdroogen zoude worden. In 's kouings fprcekvertrek, waarin hij niet de buitenlandfche ministers, terftond na gceindigden maaltijd, zich begeeft, zijn de volgende Hukken : van Titian Charles V. tc paard, Philips II.9 Europa, Adonis. van Dijk. Don Fernando. Velasquez Donna Maria van oostenrijk. In 's konings kleed - kamer: van GuIdo de hemelvaart van Maria. Luca jordano Ifaak, de vlugt na E- gijpten. Mekgs de geboorte van Christus. Murillo —— Maria boodfehap, de maagd en jPofeph, een heilige familie, Jefus en Johannes als kinderen. Ribera, Espanoleto de maagd cn Maria Magdalena, Johannes den dooper. Velasquez Argos-,Vukanus aan het fine- den, met dc Cyclopen cn meer andere. Eenige ftukken van teniers cn titian. In het geheim kabinet des konings zijn meer dan twintig fchilderijen van teniers cn dén van wo uwer man. In de voorkamer van deszelfs flaapvertrek, zijn twee heilige famielien, de één door jordano, de i ander door mengs. In het flaapvertrek des konings zijn zes van mëngs  25ó REIS r> o o r SPANJE... mengs, waaronder het lijden in den hof van Gethfémané, de afneeming van het kruis, en Christus veifchijnende na zijne opftanding aan Maria. Iu liet' eerfte vertrek der Infant* zijn verfcheiden ftukken van jordano en lanfranc, twee kinderen door guido, deugd en ondeugd door paul ver one se, een portrait door van dijk, en twee fraaije osfendriften van velasquez. In de tweede voorkamer zijn: van Carlo maratti twee vrouwen - beerden met bloemen. Jordano JMoh en Efau, Bathfeha. Lanfranc twee ftukken- Titian - eene St. Margaretha. In de eetkamer van de Infanta zijn negentien fchilderijen van Jordano. In haare groote zaal: van Jordano vier ftukken, alle ontleend uit de gefchiedenis van Salomon. Rubens . een priester, een dans, en nog een ander ftuk. Titian Karei V., en Philips E. Velasquez vier fchilderijen van onder¬ fcheiden verdiensten. In het flaapvertrek: Petrus in de gevangenis door Guercino, St. Anthonij van Padua 'het kind Jefus aanbiddende door carlo maratti, en de gevangenneeming des zaligmakers door van dijk,. In  REIS door SPANJE. 2^7 fc de vertrekken van den prins en de princes zijn zeven ftukken door.jordano, als mede het kind Jefiis fpreekende met de fchriftgeleerden in den tempel, door paul veronese; voorts de fchaaking van Ganimedes, Marfias en Apolh, de Centaurm cn het kleed van de vrouw van Perithous, Saturnus, Apallo, Narcisfas , en de heilige kinderen, alle zeven door rubens. In derzelver kabinet ziet men: van Albert durer zijn eigen portrait,en de dood van Maria. B a s a n de aanbidding der drie koningen , . de geboorte des zaligmakers, en het lijden in den hof van Gethfémané. Corregio Christus door zijne moeder aangekleed wordende, en Christus biddende in den hof. Leonardo de vinci de heilige kinderen fpclcnde met een lam, en nog een andere fchilderij. Paul veronese Mozes opneeming door dc dochter van Pharao. Paussin een landfehap. Raphael een heilige famielie; de maagd Maria met haar zoon. Rubens twee landfehappen, vier hoofden, en zes kleine fchilderijen. Titian kinderen fpelende rondom een flandbeeld van Vernis; een bachanaal met eene flaapende vrouw. Deze beide ftukken hebben eene v-nvonderingswaardige fchoonheid, rubens ca-  253 REIS door SPANJE. copieerde dezelve, of liever, indien ik mij alditS mag uitdrukken,hij vertaalde ze iu eenen Vlaamfchen ftijl, waarin wel de eigcntlijke gedagten zijn gebleeven, doch het ongedwongene en fierJijkc daarvan zijn verlooren gegaan. Niets voorzeker kan deze origineele ftukken evenaaren, en het oog wordt nimmer moede van dezelve te aan fch ouwen. In 's princen kleed-kamer zijn de volgende: als van And REA SACCHl de geboorte van Maria, Andrea vacaro vijf fchilderijen van Su Cajatanus. Jordano de ontfangenis, en dc dood van Maria. espanole TO,Of joseph ribera, Ook fom- tijds el spAgnolèto genaamd ■ Mag» dalena, een St. Benito, een St. Jeronimo, cn een St- Bartholomeus. Men gs de geboorte van Christus. Murillo de heilige familie. Rubens . een moeder-maagd met het kind. Titian een Ecce homo, en een Stabat mater dolorofa. Van Dijk een Magdalena; twee van St. Rofalia. | Velasquez een landfehap met twee kluizenaars. In deszelfs eetkamer zijn: van Brei'ghèl eenige goede fchilderijen. Espanoleto ecu tovenaar. Cov-  RÉIS door. SPA NJE. 259 S a hij  REIS door SPANJE, bij het groot hospitaal. Zij verhaalden mij, dat het getal der werklieden gemeenlijk vijftien honderd, doch ook fomtijds, voor korte tosfchenpoo«ingen, nabij de vierduizend beliep, welk laatstgenoemd getal vrij wel overeenftemt met het verflag van den abt ca vanilles, die hetzelve op vierduizend begroot. Hun bericht behelsde wijders-, dat deze fabrijk,nog maar weinige jaaren geleden, aldaar opgericht is, doch dat men nu alreeds aarde genoeg bijeen gebragt hadde,om ze voor altoos aan den gang te kunnen houden. Men kan een gedeelte van deze aarde alle jaaren eens uitloogen, andere gedeeltens heeft men in de laatfte zeven jaaren wel twintig maaien gewasfehen, en met eenige daarvan is deze bewerking vijftien maaien in dén jaar gcfc'ried, waarbij zij altoos op het gezicht oordeelen, wanneer men de aarde met voordeel kan uitwasfehen, terwijl men door den fmaakentdekt, of zij een loog van genoegzaame kracht opgeleverd heeft. Wordt deze loog tc zwak bevonden, dan laat men dezelve door verfche aarde zijgen, tot het vogt fterk genoeg zij om gekookt te worden. De meeste aarde, welke hiertoe gebeezigd wordt, is niets anders dan gemcene aarde-, en deze heeren waren van gevoelen, dat al de aarde in de nabijheid van Madrid, eenigen falpeter bevat. Wanneer*de aa#de genoegzaame tijd is blootgefteld geweest, doet men haar in groote aarden pannen, van gedaante als de groote vormen in eene •imker-raffinaderij; deze worden vervolgens in rei- jcu  REIS door SPANJE. s*J jen geplaatst, de benedenfte opening toegeftopê met een ftuk mat, van brem (*) gemaakt,en met asfche bedekt, ten einde de aarde het doorzakken te beletten. Hier op giet men vervolgens water, waarmede men aanhoudend voortgaat, naar maate hetzelve doorzijgt, tot de aarde ten laatfte» geen loog meer oplevert. Het doorgezijgde water valt in een goot, welke het afleidt na een waterbak onder den grond, van waar het met pompen in de fornuifen overgebragt wordt. Deze hebben eene buitenfpoorige diepte, cn door een allerhevigst vuur wordt de uitwaasfeming genoeg bevordert, ten einde het zout te doen kristalifecren. Het aldus verkreegen zout is een mengzel van falpeter en zee-zout, om 't welk van elkander af te fcheiden, de gewoone kunstbewerking gevolgd wordt:. Het is bekend, dat de muria , of het zee - zout, ontbindbaar is in driemaalen zijn gewicht aan water, het zij heet of koud; de falpeter daartegen vereischt ter ontbinding alleenlijk een zesde gedeeld te van zijn gewicht, indien het water koofeend is; doch van koud water is zesmaalen het gewicht des falpeters noodig, om hem ten vollen op te losfen» Hieruit is klaarblijkelijk, dat onder het koelen, de falpeter eerst kristalifceren moet. De zulke die aldus verkreegen wordt, vereischt echter nog herhaalde kunstbewerkingen, alvoorens hij genoegzaam ge- (*) Deze matten zijn van dat foort,waarin de vijgen mSpaw je overkomen, en aldaar nsparto genaamd. Pert. S 3  266 REIS door SPANJE, gezuiverd is, om in dien ftaat vcrkogt te worden. De bewindhebber en opzichter beiden verzekerden mij, dat de falpeter aan den koning niet duurder te ftaan kwam dau tweehonderd reaakn de quintaal, en daartegen voor vijfhonderd reaakn verkogt wierd, keverende dienvolgens eene zuivere winst op van driehonderd reaakn voor ieder quintaal, in zijne fabrijken vervaardigd. Die heeren bcboorden zulks te weeten j maar ik vermoede dat in hunne berekening de eene of andere misflag plaats heeft. Niet voldaan met deze opgave der- winsten bij eene koninglijke fabrijk, en wel onder zulke omHandigheden, waarin dezelve zich werkelijk bevindt, vervoegde ik mij nogmaals tot eenige mindere beampten, zo wel in de boven als beneden falpeter-werken, aan de poorten van St. Barbar a en Atocha, om deswegens nader onderzoek te doen. In beide trof ik eenige beampten aan, die genegen, waren om mij de gevraagde onderrichting te geevên; cn ziet hier den uitflag mijner navorfchingen. In de boven-werken heeft men, federt den oorlog, des winters cenhonderd, en des fomers meer dan driehonderd menfehen aan het werk gehad; in dezelve zijn vier fornuizen, cn men maakt 'erdoor malkander gerekend, jaarlijksch omtrent vierduizend arrobas geraffineerde falpeter. In de beneden-werken gebruikt men gemeenlijk 's winters driehonderd, cn des zomers meer dan duizend menfehen , doch bij fommige gelegcndhedcn heeft men ook wel eens dubbeld dat getal van werklieden ge, Uee.«  REIS door SPANJE. 267 bcezigd. Met behulp van deze, en door middel van vijfentwintig fornuizen die gemeenlijk aan 'e werk zijn, raffineert men jaarlijksch omtrent dertig duizend arrobas ( zevenmaal honderd en vijftig duizend ponden) falpeter, en men begroot de menigte van zee-zout op tienduizend arrobas. Om dc fornuizen te itooken worden wijngaard - ranken gebruikt , voor welke men één reaal of omtrent twee en een halve duiver arroba betaald. Dit zijn wezendlijke zaaken: laat ons nu ccn oogenblik hierbij vertoeven, om dezelve nader te onderzoeken , niet als wijsgeeren en Scheikundige»* maar als kooplieden en daatkundigen. Indien wij toeltaan, dat.de quintaal van vier arrobas gelijk ftaat met drie en negentig Engelfehe ponden, gelijk de kooplieden dezelve berekenen, en dat de reaal twee en een halve Engelfehe duivers waardig is, dan moeten wij daaruit beiluiten, dat de falpeter aan den koning van Spanje vijf en een vierde ftuivers kost, en het is klaar genoeg, dat hij dezelve verkoopt tegen dertien en een vierde ftuivers het pond. Doch wanneer wij wijders in de bovenwerken eenhonderd man in den winter, en drie honderd in den zomer onderdeden, of, voor een midden-getal tweehonderd man, ieder tegen vijftien ponden Jlerling *■ jaars, en dat dezelve duizend quintaalen falpeter raffineert* , dan zullen wij bevinden , dat het arbeidsloon alleen te daan komt op zeven en drie vierde duivers het pond, zonder nog iets voor het maaken en de dijtagie der noodige gereedfehappen, voor de befolding der amptcnaaS 4 rcn*  £onz, zijnde een man van fmaak en oordeel in dat vak, die mij door alle dc menigvuldige en prachtige vertrekken geleide, welke men verleend •heeft aan deze nuttige inftelling. Tegen den aVond kwam ik aldaar weder, om dc leerlingen beezig & Deel. T ■ aan  è?S REIS door SPANT ë. aan hun werk te zien, wanneer ik het vermaak hadde, om 'er tweehonderd en tachentig jongelui* lingen te vinden, die aan het tekenen bezig waren, twintig die zich in de bouwkunde oefl'eiiden, cn zesendertig die in klei boetfeerden, waarvan eenige zulks deeden na gegootcn beelden, andere na levendige voorwerpen. Onder deze leerlingen worden alle maanden prijzen uitgedeeld, om hunne vlijt cn naarijver beftendig op te wekken. De academie ftaat,even als ik van die te Barcelona gezegd hebbc, voor iedereen open, en de leerlingen worden daarin van al het nodige op 's konings kosten voorzien. Het kabinet van natuurlijke historie ftaat insge» lijks open voor een ieder, invoegen'men daartoe geene vergunning-briefjes noodig heeft, maar op de vastgeftelde uuren worden alle lieden, die een betamelijk voorkomen hebben, toegelaatcn om dc vertrekken rond te wandelen, en zo lang de deuren open blijven, alles wat zij begeeren te onderzoeken. Heeft iemand bijzondere liefhebberij voor het een of ander vak der natuurlijke historie, dan wordt hij van daar met de gaapende menigte nier haastig weg gejaagd, en genoodzaakt om den weinigen aan hem vergunden tijd in zodanige vertrekken door tc brengen, welke niets bevatten dat tot zijn oogmerk dient. Deze omftandigheid gaf mij een ongemeen genoegen, nadien de mineraalen altoos mijne meeste opmerkzaamheid verdienen. De verzameling van natuurlijke zeldzaamheden des konings van Spanje, is in de daad prachtig, doch  REIS door SPANJE. 279 •doch dc voorwerpen zijn over 't algemeen verre af van wel uitgekoozen, of na behooren gcrangfchikt te zijn. Men zal misfehien nergens een kabinet vinden,dat, voor zo veel de innerlijke waarde van goud, zilver en edele gefteenten betreft, het zijne cvenaaren kan; maar met opzicht tot de weetenfehap zelve, wilde ik veel liever eigenaar zijn van de ongelijk nederiger verzamelingen der heeren charles grenville, of basson. Onder de groote brokken van natuurlijk goud, ontdekte ik niet één enkel kristal; cn wat die van zilver betreft, fchcen het mij toe als of men ■ derzelver waardij hoofdzaaklijk in het gewicht daarvan gefield heeft. De groote kristallen van zwavel uit de Coniltnijn nabij Cacliz, zijn in een' zeer goeden ftaat, doch gelijk alle andere zclfitandighcdcn uit het mineraal-rijk in dit kabinet, ziet men dezelve in al te grooten overvloed: ieder plank is overlaaden met duplicaatcn op duplicaatcn, zonder einde. Het voorwerp dat n ijtje opmerkzaamheid meest van allen tot zich trok, was een groote rots, bevattende veertig fmaragden in zeshoekige kantzuilen {primas~), waarvan eenige bijkans een duim middellijns en anderhalven duim lengte hadden, zijnde veele van het fijnfte water,zonder den minden fchijn van eenig gebrek. Ik wensehte alleenlijk de vergunning te mogen hebben, om de zulken daaruit weg te nemen, die, op eene zeer ongerijmde manier, door kunst aan deze rots gchegt waren; mijn kabinet zou dan zeer verrijkt geworT a den  'têè REIS ï> o ö r SPANjË. den zijn door deze ongemeen fchoone kristalleft^ en de rots zelve zou daardoor zijne natuurlijke * bij gevolg ook zijne veel bcvalliger eenvouwigheid herkrecgen hebben. De verzameling van tin-ertfen was bij uitftek gebrekkig'; en onder deze nam ik twee ftukken Waar, die handtastelijk zeer verkeerd aldus genoemd wierden. Deze waren twee twaalfzijdigc granaatfteenen onder de tinkristallen geplaatst, en ieder met het tinmerk voorzien, het een gefchreevcn met de eigen hand van den heer da vil*, bet ander met de hand van den koopman van wien hij dezelve gekogt hadde. De buitenlandfche dclfftolfen liggen_zeer verward door elkander; hebbende dus wel noodig om eens zorgvuldig gezuiverd, cn in beter orde gerangfehikt te worden. Doch wat de dieren aanbetreft, zijn deze niet alleen fraai, maar ook uitneemend wei bewaard. De grond tot deze verzameling was gelegd door den heer davIla: het fchijnt mij echter toe, dat naa de uitgave zijner zo algemeen bewonderde catalogus, de beste ftukken van ieder foort daaruit gekipt zijn, en alleen het uitfehot geleverd is aan den koning van Spanje, die zijne verzameling gekogt hadde, en hem tot eerffen befhiurder van zijn kabinet aanflelde. De weetenfehap der natuurlijke historie is bijkans nieuw in Europa. De ridder hans sloane baande den weg daartoe in Engeland, euffon volgde hem, en davij,a geleide dc agterhoede. Het  REIS door SPANJE. *Si Het is nog maar weinige jaaren geleden, fedcrt de vorften van Europa deze weetenfehap onder hunne befcherming namen. Engeland begon, en Spanje volgde dat voorbeeld naa. Indien i z q u i e r d o, de tegenwoordige beftuurdcr van het.Spaanfche kabinet, zich hoofdzaaklijk op dc natuurlijke hiftorie wilde toeleggen, dan zou ik gerust durven onderdeden, dat alle andere kabinetten in Europa wel dra voor hetzelve zouden moeten zwichten. Doch ik vrees dat zijn groote bekwaamheden hem wel dra in een verhevener post verplaatfen zullen.. Zijne derke zielsvermogens, zijne fchranderheid en doorzicht, zijne algemeene kennis en onvermoeide dudie, maaken hem gefchikt voor het beduur der geldmiddelen., en ik denke dat zijne eerzucht hem aandringt, om dat pad te eeniger tijd te betreden. Ik had hem te Parijs ontmoet: waar hem de allervleiendde aanbiedingen gedaan wierden; doch hij verkoos liever na Spanje, zijn vaderland, weder te keeren. In den heer clavijo; tweede beduurder van het kabinet, vond ik een verdandig man, alleraangenaamst in de verkeering, wel bedreeven in alle weetenfehappen waar op hij zich had toegelegd, gastvrij, edelmoedig, beleefd, en altoos bereidvaardig om iemand te'verplichten. Na langen tijd in politieke bedieningen van den ftaat gebruikt tc wezen, werden na den dood van da vil a en de bevordering van izquierdo, deszelfs diensten vergolden door zijne aandelling bij het kabinet. Toen hij mij de finaragden hoorde prijzen, die ik T 3 daas  a82 REIS door. SPANJE. daar gezien hadde, ried hij mij aan, dat ik zon trachten ingang te verkrijgen in een bijzonder kabinet , tocbehoorende aan den marquis van s o n ora, minister der Indien. Ik volgde zijnen raad,, en verzogt mijn vriend ortega, om mij derWaards te verzeilen. Hier komende, werd ik opgetogen van verwondering over de fohoonheid zijner imaragden, welker grootte en luister alles overtrof wat ik tot nog toe gezien hadde.. Die heer bezat insgelijks zeer fraaije ftukken goud- en zilver-erts, als ook künftig gemaakte vogels van goud en zilver draadwerk uit Oost-indien, welke van iedereen die kunstwerken waardeeren kan, met genoegen moeten aanfchoüwd worden. De verzameling is voorzeker kostbaar, doch de marquis heeft klaarblijkelijk gcenen fmaak voor weetenfehappen, en is alleen begeerig niet om kundigheden op te doen, maar om zijn fehat tc vergrooten. Tegen den avond nam ik mijnen weg na de prado, welke in dit jaargetij, menigvuldig bezogt wordt. Iu den beginne waren de voorwerpen mijner nafporingen zoo veele cn zoo onderfcheiden geweest, dat ik aan het genot van die verkwikkelijke wandelplaats maar zeer weinig tijds kon hefteden. Doch thans al mijn werk geëindigd hebbende, wandelde ik 'er nu 'zo lang, als ik maar eenigzins zien kon. Ik zag hier eene menigte van koetfen, en de laanen waren opgepropt van menfehen; alles was 'er in volle bewéèging, toen ik omtrent ten agt uuren 's avonds, op het kleppen van een klok, tot  REIS door SPANJE. «8$ rot mijne grootfte verwondering eensklaps alle beweeging zag ophouden. De koetien hielden al te famen (til, iedereen nam zijn hoed af, alle lippen geraakten in beweeging, en alle aanwezenden gingen tc gelijk aan 't bidden. Ik bevond naderhand , dat dit een gebruik is door geheel Spanje. Indien aldaar de aandoeningen van het hart met de uiterlijke blijken van godvruchtigheid ovcreenftemmen , en wijders het zedelijk gedrag aan die aandoeningen van het hart beantwoord, dan moet zekerlijk dit volk, boven alle andere natiën, meest hemeischgezind, het moet, met één woord, het deugdzaamst volk op den aardbodem wezen. Doch het is niet alles goud wat blinkt; en ik had wel dra gelcgcudheid te moeten oudertlellen, dat alle die ik in dezervoegen hunne lippen zag beweegen, onder de vrienden van waare godvruchtigheid en deugd niet gerekend konden worden. Toen het gebed geëindigd was, zag ik eerst de koetfen op nieuw met een ilaatelijken tred voortrijden; doch niet lang daarna fnclden dezelve weg, en de menigte allengs verftrooid raakende, liet een goed o-etal jonge vrouwlieden agter, die meerendeels wel dra ecu jong man aan haare zijde kreegen, welke gezamentlijk aldaar blecven, cn nu veel meer in hun fchik fcheencn, alhoewel zij de paaien van betaamlijkhcid niet te buiten gingen. Door geheel Spanje heb ik opgemerkt, dat het aldaar een voornaame grondregel is, om nimmer te bclecdigen. Het volk moge zoo bedorven zijn als het wil; het moge nog zoo duidelijk aantooT 4 nw  284 REIS door S P A N J E* nen dat het zulks in de daad is; deszelfs manie-* ren moeten echter zuiver blijven. Deze achting, voor de betaamlijkhcid verdient zeker de hoogde.aanprijzing. Te Madrid zijn de logementen goed. In dezelve wordt geen gemecne tafel gehouden, maar de reizigers fpijzen 'er ieder in zijn eigen vertrek,waar des middags tweemaal voor hen opgedischt wordt,, krijgen zij beide keeren vier of vijf fchotels, behalven nog het nagerecht. Des avonds wordt maar eenmaal opgedischt; en voor deze twee maaltijden,, met overvloed van goeden wijn, het logies daaronder begreepen, betaald hij zeven cn een halve livres daagsch. Spijst hij 's avonds niet, dan kost hem zijne middag maaltijd en twee kamers niet meer dan daagsch vijf livres,. of omtrent zes en veertig ftuivers hollandsch. Alzo ik voor het tegenwoordige mijne nieuwsgierigheid te Madrid voldaan hadde, vertrok ik met den heer izquierdo, op den tweeden van Zomermaand, te post na Aratijuèz, zijnde zeven Spaansche mijlen, welke wij in omtrent drie uuren. afleiden. Op mijn weg van Barcelona herwaards, waren zeven zulke mijlen, met zeven muilezels, een lange dagreis geweest. In vergelijking met oi>. ze toenmaalige langzaame beweeging, fchcenen wij. nu te vliegen. De geheele weg over zagen wij, voor zo veel de rots zichtbaar was, alleenlijk gips-Heen. De weg is volkomen goed aangelegd, breed, recht en, aan weerskanten met olmboomen beplant. Dc land-, flrcek  REIS door SPANJE 285 ftrcck is genoegzaam ten eenemaale vlakke grond. In dezen kleinen afltand lieten wij de Manzanarcs agter ons, voeren vervolgens over de 'Jarama, reeden dicht langs de oevers der Tajuna, en bereikten eindelijk dc Tajo, bij ons de Taag genaamd. Na den eeten leide ik een bezoek af bij den heer lis ton, minister van Engeland, die mij den volgenden dag verzelde bij den eerftcn minister, graaf florida blanca, aan wien ik mijne brieven overhandigde. Zijne excellentie ontfing mij zeer minzaam; hij begeerde onder anderen, dat zo lang ik in het koningrijk vertoefde, ik hem ilechts kennis geevcn moest van 't geen ik wenschtc, cn dat zulks dan voor mij bezorgd zou worden. Hij is klein van perfoon, en indien ik uit den opflag van zijne oogen gisten mag, van een uitneemend zwaarmoedig temperament. Intusfchen heeft hij een zeer goedhartig voorkomen, en, zo zijn gelaat mij niet bedriegt, is hij met meer dan gemeen verftand begaafd. Zijne manieren zijn zeer befchaafd, en hij fpreekt bevallig. Op zondag den vierden van Zomermaand ging ik ten have, om den koning cn de koningrijke familie aan tafel te zien, en fpijsde vervolgeus bij den heer liston, waar ik Sir m.f.x a n d e r, monro, benevens den generaal o' neil, aantrof, 's Avonds ten vijf uuren vertrok ik na Anor:r, drie Spaanfche mijlen van Aranjuez, 01a daar, T 5 met  286 REIS door SPANJE. met mijn vriend don casimir ortega, eenige dagen door te brengen. Al wie Aranjuez bezoeken wil, dient te zorgen om zijn beurs vooraf wel te vullen, en mag niet te min verzekerd zijn, dat hij baar wel dra zal ledig vinden. Om deze drie Spaanfche mijlen afte leggen, moest ik voor het gebruik een er Volante , met Hechts een enkelen muilezel befpannen, tachentig reaalen, of omtrent negen en een halve guldens geeven. Voor een elleiHfege flaapkamer , betaalt men tusfehen dc vier en vijf guldens daagsch, en wanneer men 's morgens niet zeer vroegtijdig uit de herberg vertrekt, krijgt men nog omtrent een Hollandfche rijdsdaalder voor den halven dag op zijne rekening. Men kan met dat alles niet zeggen dat de herbergiers zeer onredelijk zijn, want deze hebben Hechts een' korten oogst, welke hen voor het geheele jaar moet voeden; daarenboven komt zelden iemand hier, uit hoofde van de buitenfpoorige kosten en kneevelaarijen, welke van deze reis onaffchcidelijk zijn, dan alleen uit noodzaaklijk? hcid, en daarom worden ook zij, die genoodzaakt zijn te moeten komen, te zwaarder lasten opgelegd. Anover, drie Spaanfche mijlen van Aranjuez, en vier van Toledo, is gebouwd op den top van eene gipsfteenen rots, en heeft het uitzicht over eene wijd Uitgeftrekte vlakte,welke door den Taag bevochtigd wordt. Het bevat vierhonderd huizen en tweeduizend inwoonderen, van welke veertien- hon-  REIS door SPANJE. É$ honderd ter biechte gaan cn het avondmaal ontfangen ; de overige zeshonderd zijn beneden de tien jaaren oud. De uitgeftrékte vlakte door welke dc Taag vloeit, en na dc valei van Pewfey in Wtlishire gelijkt, (trekt zich van het oosten na het westen uit; ten noorden word dezelve beperkt door een reeks van heuvels, op welke dit dorp gebouwd is, en aan gene zijde van cle rivier, ten zuiden, door afgelegen bergen, zijnde mee* van gipsfteen, en niet van krijt, gelijk de heuvels in Wittshire. Het aardrijk in deze valei, beftaande uit zand en klei, ter diepte van agt of tien voeten, is rijk, en deszelfs natuurlijke vruchtbaarheid vermeerdert nog zeer aanmerkelijk, door de overflróoming van den Taag, welke des winters meer rijkdommen terug laat, dan ooit uit zijn goud-zand kan verzameld worden. De landerijen worden in den zomer, met weinige kosten, van water voorzien, door middel van norias. Hier was eertijds een kanaal, gemaakt onder dc regeering van philips V., zijnde zeven Spaanfche mijlen lang,waardoor het water uit de rivier Jarama herwaards geleid wierd; doch omtrent twintig' jaaren geleden outftond een gebrek aan dc voornaamfte (luis, 't welk men nooit wederom verbeterd heeft, zodat dit ganfche werk nutteloos geworden is. De fohade door dit ongeluk en verzuim veroorzaakt, is bijkans onberekenbaar; om echter eenigzins een denkbeeld daarvan te krijgen, behoeft men Hechts in aanmerking te neemen, dat Anorer alleen negentien norias heeft, van  sS§ REIS door S 5 A* N J E» van welke alle de kosten, door middel van het gc» noemde kanaal hadden kunnen gefpaard worden. Agter het dorp, 't welk op dc heuvels ligt, is wederom eene vruchtbaare vlakte, welker grond beltaat uit ontbonden gips, zand en klei. Deze vlakte is doorfncden met een ontelbaar getal van holle wegen (ravins) tot eene aanmerkelijke diepte, waeriu men dc gipsftcenen rots in horizontaale beddingen ontdekt, met een zeer harde blaauwe klei, welke om haare zagtheid opmerkelijk is, tusfehen de onderfcheiden laagen van gips. Dit laatfte is meerendeels gekristalifeerd, en vertoont zich ten deele vast gelijk ftecn, ten deele gegroefd of geribd, of fterachtig, of in dunne blaadjes, of in de gedaante van druplteenen (ftalaciiten.) In zodanige dieptens, welke digt aan het dorp liggen, hebben arme lieden kleine wooningen uitgehold, ieder voorzien met een fchoorfteen en nauwen ingang, bij wijze van een deur; deze zijn warm in den winter, koel in den zomer, en altijd droog. Het kerspel van Anover is anderhalve Spaanfche mijlen lang, en drie vierde mijl breed. Hetzelve heeft honderd cn vijftig landeigenaars, zijnde afftammclingen van die genen, door welke het land van de. Mooren werd herwonnen. Deze zijn al te famen vrije leen - bezitters, aan geene heerendienstcn onderworpen, en betaalen flechts twee tienden de eene aan dc kerk en de andere aan den koning, welke zij in de natuurlijke producten van het land opbrengen. Dewijl zij eigen-erfden van hunne goedercii zijn, wordt daardoor dc nijverheid zeer derk  REIS door SPANJE. 289 iferk aangemoedigd. Jammer is het nogthans, dat de landerijen van ieder eigenaar, in kleine pereccfen verfpreid liggen over dc geheele vlakte, welke, na den oogst, tot een gemeene weide dient voor al het vee in *t kerspel, waardoor de eigenaars hunne akkers met geen voordeel beploegen, afmaaijen, noch mesten kunnen. De gewoone manier van landbouw in de valei is deze: voor de twee eerfte jaaren gerst, vervolgens het derde jaar tarwe cn het vierde jaar meloenen. Deze laatften zijn een natuurlijk voorthrengzel van den grond, als blijkt uit de cucumh eloterium, welke uit deze landftreek oorfpronglijk is. In tamelijk vruchtbaare jarreil is het voort> brengzel der tarwe vijftig voor één, cn van gerst van zestig tot honderd voor één, zijnde over 't algemeen ten naasten bij vijfmaal zo veel, in evenredigheid tot het uitgeffrooidc zaad, als bij ons in. Engeland. Don ca sim ik. heeft fints eenige jaaren met groot voordeel zenebladcn aangekweekt: deze worden na Engeland gezonden, cn zijn aldaar in groote achting. Van de heuvels en daar agter gelegen uitgeftrektc vlakte; verkrijgen de landbouwers wijn, olijven, olie en koorn, inzonderheid tarwe, alle uitmuit' ■ tend in haar foort. Hunne ploegen getuigen de aldaar heerfchende fchaarsheid, zo wel van timmerhout, als van ijzer. De balk in dezelve is omtrent drie voeten lang, krom,en aan het eene einde fpits toeloopend, om eene aangevoegde balk van omtrent vijf voeten lang  2po REIS door SPANJE» lang tc ontfangen, welke daaraan vast gemaakt is door twee ijzeren banden; het ander einde van de drie voets balk reikt tot aan den grond, en is voorzien met een groef, waarin dc fchulp, ftaart cn een wigge ingeftoken wordt. Deze befchrijving toont van zelve duidelijk aan, dat hier de balk ook tevens voor reestefcheede dient: Aan de fchulp is geen kip, cn in plaats van reester zijn twee houten pennen nabij het agterile van dc fchulp vast gemaakt. Alzo de fchulp in deze foort van ploegen, van zijn punt af, tot waar hij in dc balk gedoken wordt, twee voet en zes duimen lengte heeft, is het noodig dat hij door een tong onderftcund wordt (*_). Zij hebben hier gecne andere werk- (*) De Schrijver van dit werk is aan veele plaatfen vlij düistcr, en dus moeijclijk te vertaaien. Dit is inzonderheid liet geval bij zijn verllag'van allerlei werktuigen, ploegen enz. Dia «ijn oorfpronglijk werk met vrucht leczen wil, moet ondcrfteld worden met alle Engelfehe kunstwoorden daartoe betrekkelijk, volmaakt bekend te wezen, dat men nogthans, zelfs van weinige gcbooren Engelfchen, redelijker wijze ondcrlkllen kan. Hoe veel minder dcrhalven van een Nederlander, fchoon hij ook veeIe jaaren in Engeland doorgebragt hebbe, en met dc Engelfehe taal, over 't algemeen genomen, even goed bekend is als met zijne moedertaal. Zeer veele van zodanige kunstwoorden komen zelden voor in gemeenzaame dagelijkfche gefprekken, cn nog minder in de gewoone woordenboeken. Het zal derhalven «iemand verwonderen, indien de Vcrtaaler openhartig bekent, dat hij zich daarmede dikwijls verlegen ziet, fchoon hij tevens Verzekeren kan, dat hij alle mooglijke moeite heeft genomen, «ui dc Hieemng van den Auteur wel te treffen, cn zich verbeeld daar*  REIS O o o r SPANJE. 291 werktuigen tot den akkerbouw, als zijnde dc eggen bij hun geheel en al onbekend. Ieder die maar eenige kennis van dit onderwerp heeft, moet zeer duidelijk inzien, dat geen ploeg flegter kan gefchikt zijn voor den grond; en hiervan zouden ook de inwoonders wel dra overtuigd worden, indien zij Hechts de moeite wilden neemen, om beter modellen voor dezelve uit Barcelona te laaten overkomen. Om kaas tc maaken,gebruiken zij nooit de leb, mat neemen iö dc plaats daarvan het dons van de cjaara cardunculus, zijnde een foort van wilde artifchok , waarvan zij 's nachts een fterk aftrekzei maaken, en den volgenden morgen, wanneer dc melk warm van de koe komt, ten naasten bij een halve pint van dit aftrekzei op twee cn dertig azumbres,oï honderd twaalf pinten Hollaadfche maat, gieten. Men heeft, omtrent tien jaaren geleden, hier eene falpeter-fabrijk opgericht, welke voor den febeikundigen van zeer veel aanbelang is. Om de aarde, daartoe best gefchikt, tc verzamelen, gaat men vroeg 's morgens uit, en onderzoekt naarftig waar de grond, die te voren wit was, eene donkere «aarin, over 't algemeen, tamelijk wel geflaagd te zijn. Wat de kunstwoorden ten aanzien van de ploegen enz. betreft, hoeft hij daarover met kundige Landbouwers geraadpleegd: doch bij woont in Ovtrijsfel, en denkelijk zullen die welke daar cn in Gelderland gebruikelijk zijn, wel eenigzins van de provinciaale Ilollandfcite kunstwoorden verfchillen. Pcrt.  *5fr REIS door. SPANJE, kere kleur aangenomen heeft, en tevens vochtig zij. Deze brengt men te huis, en wast haar vet» volgens op gelijke manier als te Madrid. Dewijl dc falpeter famengcfteld is uit falpeter-zuur ert plantcuaartige akaii, heeft men zich verbeeld, dat de asfehc, welke men tot het maaken van den fafpeter bcezigt, tot het formeeren van de laatfte medewerkt; doch hier gebruikt men Hechts alleen de asfehc van tamaris, welke een vitrioolachtig zout bevat; en dewijl het vitriool-zuur nauwer verwand fchap heeft met plantenaartige atcali , dan het falpeter-zuur, zo volgt hieruit klaarblijkelijk, dat zo wel het zuur, als de atcali van den falpeter,' eenen anderen oorfprong moeten hebben, cn van de asfehc niets ontlcencn kunnen. Na al den falpeter daaruit getrokken te hebbed, fielt men de aarde bloot aan den invloed der zonne, en vindt daarin alsdan wederom dc zelfde evenredigheid van zout, als ware dezelve nimmer uitgeloogd geweest. Omtrent op den bodem van eene diepte nabij dit dorp, zijn twee bronnen die Epfun zout bevatten, het welk, wanneer dc zon het water doet uitdampen, zich in fraaije, fpongieufe cn brokkelige fchilfers formeert. Het zelfde foort van zout ziet men insgelijks fijpelcn uit dc gipsachtigc aarde en klei boven deze bronnen; en dc falpeter, die hier vervaardigd wordt, bevat mede zee-zout. Aldus treffen, in dit hoog gedeelte van Spanje, de vitrioolachtige, falpeterachtige en pekclachtige zuuren, met dc magnefia, de plamaartige en delfbaare ab> ca»  REIS noou SPANJE. 293 %afis, zich alle op eene manier te famen, als nog nimmer waargenomen is. In mijn verflag nopens Grenada,zè ik dit onderwerp nogmaals opvatten, en zulke bewijzen bijeen verzamelen, welke daarop betrekking fcliijnen tc hebben. De planten welke hier op de naakte rots van gipsfteen groeijen, zijn de cistus halemifolius, cisHts helianthemum, lepidium fuhulatum, artitnifia herba alba, thymus zygis, welke bij de inboorlingen ter bereiding van de olijven gebruikt wordt, teucriun capitatum, ftatice relufd, buphthalmum aquaticum, waarvan men hier bezems maakt, marubium vulgair, thapfia villofa, peganum harmela , carduus folftitialis, fravcania levis, fedum Mspanh cmn, en francania pulvuruknta, die op de falpeter-aarde best voorkomt. In de valei vond ik de volgende planten: ne oogen niet alleen helderder wierden, maar dat hij veeï luchrger over weg fiapte, begon ik thans zijn voornemen te gisfen en te denken op wat wijze ik best die wolk zou vermijden; welke voor hem, naar het fcheen, een zo krachtig aanlokzel was. Wij daalden langzaam van den heuvel nederwaards, en de valei bereikt hebbende, zagen wij voor ons een troep voerlieden, welke hunne met gips belaaden ezels na Toledo dreeven. Deze waren de vrienden en dorpgenootcn van mijn wegwijzer, na welken hij zo langen tijd uitgezien hadde, als zijnde ongeduldig wegens die ftilzwijgenheid, waartoe mijne onbedrevenheid in zijne taal hem genoodzaakt hadde. Ik meende wel dra te (tikken door het ftof dat zij veroorzaakten, en begon V a der--»  696 REIS door SPANJE» derhalven in mijne gedachten al het Spaansch te herroepen 't geen ik ooit gehoord hadde , maar vond echter onder dien geheelen voorraad geene uitdrukkingen, die hem konden doen begrijpen , dat ik gansch niet in mijn fchik was met ons nieuw gezelfcbap. Eindelijk hield ik ftil, liet ze al te lamen voorbij gaan, wenkte toen mijnen gids, en zeide tegen hem op een' vergramden toon, wijzende op zijne vrienden: no fon mis amigos (deze zijn mijne vrienden niet), welke" woorden nog eens met nadruk herhaald zijnde, eene gewenschte uitwerking voortbragten, alzo ik vervolgens mijnen weg met meer genoegen voortzetten kon. In de valei gekomen, zag ik daar niet langer eenige gips, behalven twee op haar zelve ftaandc heuvels aan de rechte hand, welke geheel en al famengcfteld waren van deze zclftlandighcid, die, •bijna overal in Spanje, de plaats van krijt fchijnt in te neemen. In ftede van gips, ontmoette ik hier eenige zagt opgaande heuvels, die, van derzelver hoogfte toppen, tot beneden aan den voet, uit niets anders beftonden dan zuivere klei, zonder eenigerhande zichtbaar vermengzel. Maar zo dra wij een weinig nader bij Toledo kwamen, zag ik wederom andere heuvels, die, zelfs tot aan de boorden van den Taag, en tot op gelijke laagte als het water, alleenlijk kwartz vertoonden, welk laatfte, te famen met de klei, oogenfchijnlijk het voortbrengzcl wezen moet van ontbonden graniet, hoewel 'er geene de minfte blijken waren van eeui-  REIS door. SPANJE'. £9? eenige mica (glimmer-), of veldfpath in' brokken, welke de overige beftanddeelen der graniet ufo maaken. De ligging van Toledo is opmerkelijk. De rivier de Taag tusfehen twee graniet - bergen ftroomende, waarvan zij de ééne bijkans omringt, vormt een fchier-eiland, dat op zekeren afftand de gedaante heeft van een' kegel, op welke die ftad gebouwd is. Na dat wij de poort waren ingereden, klommen wij opwaards na het hoogde gedeelte der ftad , en-vonden daar wel dra eene pafada, of herberg, welke de aartsbisfehop op zijne eigen kosten gebouwd , en met alle mooglijke gemakken tot dat oogmerk ingericht heeft. In dezelve zijn niet minder dan vijfenveertig ruime, nette, en met goede bedden voorziene llaapvertrekkcn. De prijzen van al 't geen de reiziger noodig heeft, zijn op een vasten voet bepaald, cn zeer maatig. Uit een famenfpraak, door mijn' jongen vriend en reisgenoot, de cadet (/»» nicolas de llano ponte, ten mijnen behoeve opgefteld, en welke onderdeld wordt tusfehen een' reiziger cn zijnen waard plaats te hebben, vond ik middel om den mijnen te doen begrijpen, dat ik- het middagmaal bij hem begeerde te houden. Ik deed vervolgens eene wandeling, ten einde een algemeen denkbeeld van die dad te krijgen- Terug komende, vond ik in de herberg alles in de uiterde beweeging en verlegenheid. 'Er was, kort na dat ik was* uitgegaan, een graa fenor, in V 3 de-  eoS REIS door SPANJE dezelve aangekomen , en had de aandacht van den pafadero (waard) zo geheel cn al tot zich getrokken, dat voor mij maar weinig hoop overbleef; om mij dien dag eenige fpijs of drank te be. zorgen. Deze gran femr was de heer ca barrus, ontwerper van de Spaanfche bank, die,met zijn vriend izquierdo, derwaards was gekomen , ten einde onderzoek te doen na den daat der riviere, en om een kanaal aan tc leggen tusfehen deze dad en Madrid. Geene ontmoeting kon mij op dat tijddip aangenaamer zijn. Ik vervoegde mij pogenblikkelijk in hun gezelfchap, en voor zij Toledo wederom verlieten, bragten zij mij in kennis bij hunne, vrienden, van welke ik alles verkreeg wat een reiziger behoeft, te weeten onderrichting en beièherming. Na gehouden maaltijd, begonnen wij met eerst een bezoek tc geeven aan de Akazar, weleer dewoonplaats der vroegere koningen, thans het prachtig verblijf van armoede en elende. Het noordelijk front is gebouwd door alonzo, de covarrubias en luis de verg ara, beide onder de regeering van k a r e l V. daartoe aangedeld; doch de bouwmeester van het zuidelijk front is geweest juan de h e r r e r a. Het geheel vierkant is van honderd en zestig voeten tegen honderd en dertig, en heeft, te famen met den grootcn trap, gaanderij, en kolonnade, het voorkomen van fierlijke eenvouwigheid. Sedert het hof Toledo verlaaten heeft, liet men dit  REIS door SPANJE. sop dit paleis jammerlijk vervallen , tot eindelijk eenige kunst -minnaaren de ruinen van dit eens zo ftaatelijk gebouw met medelijden bcfchouwehde , deswegens vertoogen deeden aan den koning, en denzelven aanfpoorden om het wederom te doen herdellen. Dit werd, in gevolge van dien, ondernomen door den aardsbisfchop zelve, die de Alcazar in deszelfs oorfpronglijken daat herdeld hebbende, dat gebouw herfcliicp hl een hospicio, of algemeen werkhuis voor de armen. Deszelfs prachtige vertrekken zijn nu alle opgevuld met fpinnewielen en weefgetouwen, cn worden tegenwoordig , in plaats van door princen, door beedelaars bewoond. Deze hebben daarin hunne werkplaatfen, terwijl de verdieping beneden den grond, welke eertijd tot dadingen diende, aan hun des nachts tot flaapplaatzcn verdrekt. De goede aartsbisfehop voedt hier zevenhonderd perfoonen, die gebruikt worden tot het vervaardigen van zijden doffen. Hierdoor heeft hij, ten allen ongelukke hoewel met de beste oogmerken van de waereld, de ruïne der dad voltooid; want, door het gewicht van zijn kapitaal, doet hij zo wel de prijzen van het arbeidsloon als der nieuwe dollen, zoo aanmerkelijk rijzen, en daartegen die der verwerkte goederen, door de gewoone markt met al te groote menigte van dezelven te overlaaden, indiervoegen daalen, dat verfcheiden fabrikanten, welke eertijds van veertig tot zestig arbeiders aan 't werk Helden, nu nauwlijks aan twee of drie menfehen V 4 bce-  S°o REIS door. SPANJE; beezigheid verfchaffen; en veele, die weleer overvloed hadden, thans gebrek lijden. Het is 'er zo verre van af, dat de bewoonders van dit hospitia hun eigen onderhoud verdienen zouden, dat daartoe, boven cn bchalven het geen van hen verdiend wordt, nog veertig duizend dukaaten aan onderdand- gelden noodig zijn. Rekenen wij nu de dukaat tegen twee fchcllingen drie en een halve duiver ftirling, dan komt zulks, voor ieder arme in dit werkhuis, te daan op iets meer dan zes ponden en tien fchelhugen fterling /omtrent zeventig guldens Hollandsch), welke fom nogthans op zich zelve, zonder 't geen die menfehen in de daad verdienen, tot onderhoud van twee derzelven zou kunnen toereiken. Tot deze veertig duizend dukaaten geeft de aartsbisfchop in de eerde plaats twintig duizend, en de kerk vervult het overige; doch federt ik met dien prelaat over dat onderwerp gefproken hebbe, ben ik genegen te denken , dat hij daartoe veel groote* aandeel betaald. Hij geeft zekerlijk al 't geen 'er aan het noodige te kort komt, en is, ongeacht zijne overgroote inkomden, altijd arm. Uit de algemeene waarneemingen en ondervindingen aangaande het menschdom, zou ik gerust durven onderdellen., dat indien ook de allerkundigde manulaélurier in zijden dollen van geheel Europa, die door middel van zijn beroep, groote rijkdommen had verworven, zevenhonderd menfehen op dezelfde voorwaarden voedde, kleedde en  REIS door S P A N j E* 30* |Ü werk verfchafte, het zij wij deze menfehen uit de Alcazar, of een gelijk getal uit andere foortgelijke gedichten in Engeland, Frankrijk, ot Spanje daartoe neemen, hij wel dra tot armoede zou moeten vervallen. Om de gezondheid, het genoegen, v&ordeel en dc bevolking te bevorderen, behooren zulke menfehen niet in werkhuizen te te worden famengedrongen; maar men laatc ieder huisgezin eene afzonderlijke hutbevvoonen, en laaten zij geleerd worden, om van de voortbrengzelen hunner nijverheid te leven. Uit gebrek aan juiste begrippen nopens deze omdandigheid, mag de menschlievendheid in Engeland, Frankrijk en Span je, te recht, al zuchtende uitroepen: „fchoon „ ik wenschte goed te doen, volgt echter het „ kwaad mij op de hielen naa." Zodanige iudellingen vermeerderen de kwaaien, die men daardoor meende uit den weg te ruimen, en verzwaaren de ellenden, tot welker verzagting zij bedemd wierden. Van de Alcazar gingen wij de koninglijke wapen-fabrijk bezoeken, welke mij veel meer genoegen gaf. * Het daal is 'er uitmuntend, en wordt zelf zo volmaakt getemperd, dat wanneer men met de zwaarden tegen een fchild doot, zich de eerde buigen gelijk balijnen, en niet te min een helnt doorklieven, zonder het minde ongemak daarvan te krijgen. Deze voormaals zo beroemde fabrijk is een tijd lang verwaarloosd geweest, en was op zekere manier geheel te niet gegaan, doch begint zich nu weder te herdeden. V 5 Den  g oa REIS door SPANJE. Den volgenden voormiddag bezogt ik de hoofdkerk, waarin ik eenige uuren met vermaak doorbragt. Het gebouw zelve, en niet minder de aldaar voor handen zijnde fchatten en fchilderijen, dianen al te famen om de opmerkzaamheid van den aanfchouwer op dezelve te doen vestigen. Deze prachtige kerk, welke vierhonderd en vier voeten lang, tegen tweehonderd en drie voeten breed is, •heeft vijf vleugels, waarvan eene de hoogte heeft van honderd en zestig voeten. Het koor is bedekt met fnij-werk, de verovering van Granada verbeeldende, dat in een verheven ftijl uitgevoerd isdoor twee beroemde kunstenaaren , te weeten alonzo berruguete, eeu leerling van michael angelo, en felipe de b o r g 0- na. Hier wordt het oog nimmer moede, met deze gedenktekens van derzelver uitmuntende bedrevenheid in die kunst nauwkeurig te onderzoeken. Onder de fchilderijen worden eenige ftukken gevonden van de beste meesters, gelijk rubbens, titian, dominico, greco, van d i f k , guido, carlo mar at ti, eugenio caxes, vincente carducho, en b a s s a n o. In de boekerij zijn meer dan zevenhonderd handfchriften. De fchatten dezer hoofdkerk zijn verbaazencL Onder dezelve werd mijne verwondering meest gaande gemaakt, op het zien van een prachtig zilveren modél van de hoofdkerk, wecgende twee en twintig duizend oneen, en waaraan vijf en vijftig oneen zuiver goud, alleen tot verguldzel, gebee- zigdf  REIS door SPANJE. 3°3 zigd zijn. Hetzelve bevat eene menigte van pilaaren, als mede twee honderd kleine doch uitmuntend fraai gewerkte, zilveren beeldjes. In het midden van dit gebouw is een reliquienkas geplaatst, van zuiver goud,weegende vijftig ponden; een andere, welke bij gelegendheid in de plaats van deze gefield wordt, bevat het beeld van het kind je sus, gemaakt van zuiver goud, en verfierd met agthonderd kostbaare gcfteeiiten. Iu vier afzonderlijke kasjes zijn vier groote zilveren beelden, ftaande op zilveren globen, ieder van twe^ voeten diameter, en verbeeldende Europa, Afia, Afrika en Amerika, met derzelver onderfcheiden zinnebeelden, welke door anna van nieuwburg aan deze kerk gefchouken zijn. De groote zilveren troon, waarop het beeld van maria zit, draagende een kroon , en veriierd met eene verkwisting van de kostelijkfte edelgefteenten, weegt vijftig arrobas, of twaalf honderd en vijftig Engelfehe ponden In de kapel van de maagd is een altaar, bedekt met goud cn zilver. Men kan niet twijffelen, of deeze verbaazende rijkdommen hebben haaren oorfprong genomen uit de godsdienstige gefchenken der Spaanfche vorften , die tot het maaken van zulke aanzienlijke giften in ftaat gefteld wierden, door dc onmeetlijke fchatten , voortkomende uit hunne goud - en zilver mijnen, kort na de ontdekking van Amerika. De waardij dezer gefchenken kan gemakkelijk bepaald worden; doch de, levendigfte verbeeldingskracht zei-  304 REIS door. SPANJE. zelve is niet vermogend, om eenen toereikenden overdag te maaken van de oneindige voordeelen, welke de vruchten hadden kunnen zijn van zodanige rijkdommen, indien deze, in plaatfe van aldus nutteloos begraven te zijn, bedeed waren geworden tot het aanleggen van groote wegen en kanaalen, ten einde eene gemakkelijke en veilige gemeenfehap tusfehen alle deelen van het rijk te bevorderen; of tot verbetering van het aardrijk, door het droog maaken van moerasfen en het bebouwen en bevochtigen van geheele landdreeken, welke, alleen uit gebrek aan nijverheid, tot hiertoe onvruchtbaar zijn gebleëven; of ook tot het oprichten en aanmoedigen, door middel van gepaste eerebelooaingen en geldleeningen, van nuttige manufactuuren en fabrijken, welke best gefchikt zijn na de gedeldheid vaii het land, en den aart van deszelfs inwoonderen.- Waren deze overtollige rijkdommen langs voordeelige kanaalen afgeleid, en over het ganfche rijk uitgedort geweest, wat zou Spanje, in dat geval, al niet geworden zijn ! Wij mogen dcrhalven gerust onderdellen, dat, bij aldien het goud en zilver van Amerika, in plaats van in de kerken begraven tc zijn, of, wat veel erger is, in dede van aan den hoogmoed, overdaad, en fchadelijke weelde der grooten voedzcl te geeven, of, in plaats van door nuttelooze en bijna oneindige oorlogen verkwist te worden, dat nog wel het ergde van allen is: bij aldien; zeg ik, al dit goud en «ilver aan ceres ware toegewijd, dan moest Span* ft ■  REIS door SPANJE. 505 ja noodwendig haare meest begunftigde verblijfplaats, en het geheel fchier - eiland een onafgebroken tuin zijn geworden. De inkomften dezer hoofdkerk zijn verbaazend groot en 'er is waarfchijnlijk geen kerk in Europa, die zodanige kan opleveren. De aartsbisfchop trekt daarvan negen milioenca reaalen 's jaars, 't geen , tegen twee en een halve duiver de reaal gerekend, gelijk daat met één millioen en honderd vijfentwintig duizend guldens Hollandsch; doch laat ons Hechts hetzelve op de ronde fom van dén mihoen guldens begrootcn, dan blijft zulks toch altoos een jaargeld, waar mede een fouverein prins zich kan vergenoegen. Behalven den aartsbisfchop, zijn 'er nog vijftig kanunniken, vijftig domheeren die prebenden trekken, cn vijftig kapellaanen. Vijftien van deze kanunniken hebben daarenboven nog andere aanzienlijke bedieningen in dc kerk; en het geheel getal der kerkelijken, tot deze kerk behoorende, is zeshonderd * die alle rijkelijk verzorgd zijn. Eertijds waren dezelve regulieren van de order van St. Augustinm, maar tegenwoordig zijn zij in wareldlijken herfchapen. Ik had dc nieuwsgierigheid om de misfe te gaan hooren in eene der kapellen, waar men zig alleenlijk van het mefo - arabisch misboek bedient, 't welk voor de Gothifche kerk was opgefteld door St. isidorus, na dc bekeering der Gothen, van het arianismus tot het catholijk gelopf enz. Hetatfve hield ftand tot ua de uitdrijving der Mooren, wan.  §o6 R'E f% door SPANJE. wanneer het hof wel het Roomfche misboek in** voerde, maar echter, door de voorfpraak cn medewerking van xi me nb*, aan den adel en de kerkdijken van Toledo vergunde, om hun eigen misboek te mogen behouden. Dan dit werd naderhand allengs in diervoegen verzuimd en bijkans vergeten, dat toen ik de voorfchreven misfe bijWoonde, daarbij niemand tegenwoordig was, dart ik zelve, benevens den dienst doenden priester. Geene godsdienftige inftelling behoeft de verdraagzaamheid te vrezen, ten ware dan dat zij in den haogften graad ongerijmd cn buitenfpoorig is. Staakt de vervolgingen, en alle Miten zullen door den tijd iu verval geraakeu, of van den aardbodem verdwijnen, want zij bevatten de zaaden der flerf lijkheid in haar zelve, en niets dan vervolging kan hunnen ondergang verhoeden. Heeft de regeering aan de eene of andere manier van godsdienst-oefening eene verbindende kracht gegeeven, en voor' het beftaan zijner priesteren gezorgd; heeft zij na rijpe overweging, zodanige godsdienst verkooren, welke haar de beste toefchijnt, en haar zegel daarop gedrukt, dan heeft zij haaren plicht voldaan, en mag al het overige gerust overlaaten aan het eigen goedvinden haarer burgeren; of, zo zij nog, in eenigen opzichte, zich daarmede inlaat, behoorde zulks alleenlijk te gefchieden , ten einde de naarijver op te wekken,maar gcenzins om eene monopolie in te voeren. Toen ik het Stadhuis bczogt, Werd ik getroffen floor een fraai opfehrift boven den bjnncn-trap, en nam  REJ.S door SPANJE 307 mm de moeite om hetzelve af te fchrijven. De overeenkomst tusfehen de Spaanfche en Italiaan, fche taaien is zoo zichtbaar, dat lieden die met de ééne een weinig bekend zijn, door hulp van het Fransch en Latijn, ook de andere verdaan kunnen. Ik zal, uit dien hoofde, alleenlijk het opfchrift mededeelen, zonder eene vertaal,ng van hetzelve te beproeven. Het is gericht aan de magidraat.van Toledo, en van deezen inhoud: Nobles difcretos varones Que gobernais a Toledo En aquestos escalones Defechad las aficiones Codicias, amor, y Mtedo. Por los comunes provechos Dexad los particulares: Pues vos flzo dios Pilares. De tan riquisfimos techos, Est ad firmes, y derechos. Deze beroemde dad, weleer de zetel van het 1-ijk, waarin kimden en wetenfehappen, als mede koophandel en fabrijken bloeiden, is thans germneerd en tot verval gebragt, en heeft deszelfs be^ daan nog maar alleenlijk aan de kerk te danken. Schoon zij eertijds tweemaal honderd duizend zielen bevatte, is echter het getal haarcr inwoonderen nu reeds tot vijfentwintig duizend verminderd. Haare burgeren zijn gevlooden; maar de munniiten blijven. Men telt daarin zesentwintig parochie- ker-  $o B REIS door SPANJE. kerken, agtcndcrtig kloosters, zeventien hospitaalen, vier collegien, twaalf kapellen en negentien kluizenarijen, als gedenktekenen van haare vroeger bloei en welvaart. Elke ftraat behoudt nog fteeds het een of ander kenmerk, dat de inwoonders kan herinneren, wat hunne ftad oudtijds geweest is. Zij zien als het ware duizenden van kolommen voor eogen, met de woorden: fic tranfit, diep op dezelve gegraveerd. Dezelfde verwoesting heeft zich vcrfpreid over de omliggende dorpen, welke niet alleen iu getal verminderd zijn van vijfhonderd een en vijftig tot driehonderd en negen en veertig, zijnde een verlies, in een enkel districl, van meer dan twee honderd dorpen, maar dc ovcrgebleevene zijn daarenboven tot minder dan het vierde gedeelte hunner vroegere- bevolking afgenomen, en deze ontvolking heeft zelfs zodanig de overhand gekreegen, dat thans verfcheiden van de vruchtbaarfte landcn onbebouwd gelaaten worden» lk kan de waarheid hiervan op het onwraakbaarlte gezag verzekeren. Twee honderd en twintig jaaren voor de cbris* telijke tijdrekening, voegde hannieal het ge* bied van Toledo, te famen net Castdien, aan het Carthaagfche rijk. Van dit laatlle ging hetzelve over aan de Romeinen, cn bleef aan deze onder* worpen, tot onder de regeering van eurico, de zevende fouverein van de Gothifche linie in Spanje, die omtrent het jaar 467 deze ftad in bezit nam. Dc fcepter was reeds meer dan twee honderd  REIS door SPANJE. 309 derd en veertig jaaren in dezen ftatn gcblecven * toen de Mooren hunnen inval deedcn in Spanje, zijnde daartoe aangemoedigd door de zwakheid van een land, 't welk de jaloezij van niets waardige fouvereincn had ontwapend, en aldus een gemakkelijke prooi was geworden voor de eerden, die op hetzelve wilden aanvallen. Zij overmeesterden, in drie jaaren tijds, het geheele koningrijk, en Toledo, hoewel beter voorbereid dan de meeste andere deden, ten einde krachrdaadige tegenweer tc kunnen bieden, onderging nogthans hetzelfde noodlot, in den jaare 714. Alfonzo VI., een krijgshaftig vorst, verloste die dad wederom van de heerfchappij der Mooren, met hulp van rodrigo diaz, bijgenaamd de cid, in 't jaar 1085; maar nog geene vijftien jaaren tester verloor hij den beroemden veldflag der zeeven graven, en met deze ook op nieuw de dad. Van dien tijd af, tot op de eindelijke uitdrijving der Mooren, was Toledo bedendig het voorwerp om 't welk veel bloed vergooien wierd; en zelfs na het genoemde tijdperk, had die dad weinig gelegenheid om weder tot verhaal te komen, voor zij door nieuwe dormen wierd geteisterd. Het overlijden van twee bekwaame fouvereinen, te weeten van isabella in 't jaar 1504, en van fe r di na nd in 1516, met de volflagen onbekwaamheid van derzelver dochter joiianna, en de buitenlandfche opvoeding van hunnen kleinzoon kaPvEL, maar nog meer bijzonder de ongenade en kort daarop gevolgde dood van Xim£- J. De f. h. X nes,  Sto REIS door S P A N J Ê. nes, fchokten het Spaansch rijk geweldig in zijnd geheele uitgeltrekthcid. Deze uitmuntende minister had daar, even als ruc helieu in Frankrijk, cn Hendrik Vil in Engeland, dc macht der groote lecnhceren gefnuikt, en ze hun onwettig aangemaatigd gezag ontnomen; daarenboven had hij ook, in plaats van de rcgeeringloosheid en verwarring van een beroerd rijk, reeds toebcreidzeJen gemaakt, om het famcnltel in te voeren van eene verftandige en billijke regeering, welke te gelijkertijd vastigheid, aan den troon, cn befcherming aan de zwakken, tegen de verdrukking van de Herken, geevcn zoude. Zijne goede raadgeevingen had den ferdina n d en isabell a aangemoedigd, om zich, terftond na de verovering van GraiMcfd, toe te leggen op deze edelaartigc bcczigheid, 't welk ton gevolge had, dat zij de giften van geheele deeden, kasteelen, landerijen, jaargelden, cn vrijheden van lasten herriepen, welke men de kroon afgeperst hadde, moedigende overal de onderdaanen aan, om zich van de vierfchaareu der baronnen op die des konings te beroepen, en vestigde wijders op hunne eigen perfoonen, door pausfclijke vergunning,de grootmeesterfchappen van Calatrava, Alcantara, en St. Jago, inet alle derzelver fteden, kasteelen en vestingen, welke gemeenlijk aan de edelen gefchonken wierden. Toen xi me nes, na den dood van ferDinand, cn geduurende de minderjaarigheid van Ra rel, tot regent van Castilien was aangefteld, volgde hij niet alleen dit zelfde plan, maar vleide ook  R'E t S door. SPANJE. gil "ook de vrije deden, door derzei ver burgeren te wapenen, cn hield door dat middel den adel in ontzag* Na den val van dezen minister, geraakten de teugels van het daatsbewind in handen van onervaren , zwakke en fchraapzugtige lieden, die wel dra zijn geheele plan over hoop wierpen, en het volk. tot wanhoop dreeven. De burgers van Toledo waïen toen dc eerden die de wapenen opvatteden, cn dc laatde om ze wederom neder te leggen. Zij verkoozcu tot hunnen generaal en aanvoerder don juAn de padilla, een jong edelman van onverfchrokken moed, doch die gebrek had aan ondervinding. Alle deden van Castilien volgden het voorbeeld van Toledo, cn het oproer, eenmaal met geweld uitgeborlten, werd met die raazernij en woede voortgezet, welke aan burgerlijke oorlogen bijzonder eigen is. Zij betoonden noch verwagteden geene genade, maar vernielden door den ftrop,het vuur, ot' het zwaard, alle die genen benevens derzelver eigendommen, welke zich tegen hunne maatregelen verze'Ltedcn. De geestelijkheid draalde geen oogenblik met de zijde der burgeren te kiezen, terwijl de adel de drengde onzijdigheid in acht nam. De beweegredenen, waardoor deze onderfcheiden rangen iu den daat wierden aangedreven, blijken uit de eifchen van de fanta junta, eene vergadering, famengedéld uit de afgevaardigden van alle deden, eii welke eifchen hoofdzaakÜjk hierin bedonden: i. De koning zal in Castilien zijn verblijf houden , of een inboorling tot regent benoemen.  &ra REIS door SPANJE, 2. Gccne andere dan inboorlingen, zullen eenig* ampten mogen bekleeden in de kerk of ftaat. 5. De vertegenwoordigers van het volk in de algemeene vergadering der (laaten van den lande, zullen betaald worden door hunne eigen committenten, mogende geen ampt noch jaargeld van de kroon genieten, en zij zullen ook hunnen eigen fpreeker verkiezen. 7- De (laaten van den lande (cortes,j zullen ééns in de drie jaaren vergaderen om over de publijke zaaken te raadpleegen. 8. De krijgslieden zullen alleenlijk zes dagen lang, en op marsch pijnde, vrije kwartieren hebben. 10. De accijnfen en belastingen zullen verminderd worden, zo als zij waren bij den dood van isabe1.1.a. 11. Alle giften, federt dat tijd (lip door de kroon gedaan, zullen herroepen, en alle nieuwe ampten en bedieningen ingetrokken worden. 14. Alle voorrechten aan de edelen, ten nadeeïe van den burgerltand verleend, zullen worden herroepen. 15. Het gouvernement over de fteden zal niet in handen zijn van de edelen, noch zullen deze de gouverneurs van dezelve betaalen mogen. 17. De landerijen der edelen zullen op gelijken voet belast worden, als die der burgeren. 19. Geen geld zal uit het rijk gezonden worden, noch zal de kroon daarover befchikken mogen, voor dat het werkelijk ingezameld is. 20. De  REIS door SPANJE. 3*3 10. De burgemeesters (mayors') zullen flechts één jam- in bediening blijven, ten ware het volk zulks langer begeerde; zij zullen daarenboven hunne betaaling ontvangen uit de fchatkist, en niet uit de geldboetens en verbeurdverklaaringen. 22. De goederen van bcfchuldigde perfoonen zullen niet eerder in beflag worden genomen, dan na dat het vonnis, of de veroordeeling, uitgefproken is. 25 Niemand zal gedwongen worden om pausfelijke aflaatcn tc koopén. Uit deze eifchen blijkt klaar genoeg, dat dc burgers en mindere ingezetenen, als tusfehen twee molenOeenen, zo wel door de kroon als door de edelen gedrukt en uitgemergeld wierden; doch zij' kreegen, uit gebrek aan bekwaamc aanvoerders, geen herftel. Somtijds namen zij hunne toevlucht tot den troon , met dc allervleiendfte aanbiedingen; op andere tijden fmeckten zij de edelen, om met hun eene gemecue zaak te maaken tegen de bui? tenfpoorige aaumaatigingen van de kroon, cn bedreigde ze met eene ftrenge wraak, ingcvalle deze zulks weigerden; doch het zij men de kracht van beloften aan den koning beproefde, of van bedreigingen jegens den adel, deze beloften en bedreigingen kwamen altoos op het zelfde onderwerp uit, namentlijk de herneeming van de kroonslanden. De legers van den burgerftand, overal geflagen, werden ten laatften geheel verftrooid. padilla wierd onthoofd, en Toledo volhardt!e alleen met X 3 zich  SU REIS door SPANJE, zich hardnekkig te verdcedigcn, wordende daartoe aangemoedigd door het voorbeeld der weduwe vat» padilla, die niet alleen opentlijk verklaarde, dat zij het verlies der vrijheid niet overleeven wilde, maar ook de inwoonderen aanfpoorde, om de eeuwige verwijtingen van derzelver nakornelinf'ehap te ontgaan, door op hunne kinderen die vrij. heid over te brengen, welke zij, als een onvervreemdbaar erfdeel, van hunne voorvaderen ontfangen hadden. Het beleid en dc moed dezer heldinne Zou nog de zaaken aldaar hebben kunnen herftellen, indien het hof geen middel hadde bedagt, ten einde de geestelijken van de algemeene zaak afvallig te maaken. Door deze verlaatcn, cn in hunne verwag-tingen met opzigt tot de edelen bedrogen, waren de burgers niet langer in ftaat onl tegenweer te bieden, en geene andere uitkomst ziende, gaven Zij in 1522 de ftad bij verdrag over aan de kroon. Aldus eindigde een oorlog, welke twee en 'twintig maanden lang n>et zeer veclc hevigheid gevoerd was; cn aldus onderwierpen de edelen in Spanje, even als in alle andere landen,zich veel liever aan het zwaare juk dat hun opgelegd wierd, dan vrijheid aan het volk te willen vergunnen. De geheele natie werd zeer merkelijk benadeeld, door deze verandering in de regecringswijze; maar niet eene rang in den ftaat verloor daarbij zo veel, als de adel. Van weinig minder clan fouvereinen, gelijk zij eertijds waren, zijn zij Haaren geworden, die tot den laagftcii ftaat van vernedering gebragt zijn ;  REIS door SPANJE. 3'S zij zijn thans enkel nullen, zonder gewicht, zonder macht, zonder invloed, en zonder waardigheid; niet gelijk wettige fouvereinen, die wel onttroond doch niet te onder gebragt zijnde, de voorwerpen zijn van edelmoedig beklag en medelijden; maar gelijk verachtelijke overweldigers, die van hunne aaugemaatigdc macht beroofd, en aan de befpotting der hun omringende menigte bloot gefteid zijn. Het was niet voor het jaar 1529, dat de hooge fchool alhier, na de uitdrijving der Mooren, wederom herleefde. Deze kweckfchool kan aangemerkt worden als dc afftammeling van die te Saiamanca; en hoewel verfcheiden beroemde mannen uit dezelve voortgekomen zijn. heeft nogtans de dochter de moeder nimmermeer in luister kunnen evenaaren. Zij heeft vierentwintig hoogleeraars, en ontfangt jaarlijksch omtrent vierhonderd lludenten. De verouderde wijsbegeerte van aristoteles, houdt hier haare heerfchapnij ongeltoord {taande. Voor ik deze zeer merkwaardige ftad verliet, wensohte ik volkomen zekerheid te verkrijgen wegens eene zaak, welke op geen verachtelijk gezag verhaald wordt, doch mij ontbrak daartoe dc gelegenheid. Het is zeker, dat het water van den Taag, bij Aranjuez, tusfehen bergen van gips en fteenzout Cfal gemmte) doorloopende, aldaar zeer fchadeHjk, doch daartegen bij Toledo zeer goed is, cn met zeep wel fchuimt. De Heer bowles verzekert, dat volgens alle fcheikundige proeven, X 4 liit  3i6 REIS door. SPANJE. dit water beneden Toledo geenerhande blijken oplevert, noch van zout, noch van gips. Om wij. ders een leerftelzel te bevestigen, hetwelk hij tracht in te voeren, verhaalt hij eene andere, hiermede overeenkomstige , omftandigheid. Hij zegt namcntlijk, dat de rivier bij Cardona (die hooge berg van deen-zout waarvan wij te vooren reeds gefproken hebben,) na den regen zodanig met zout doordrongen is, dat de visfchen in dezelve fterven; doch hij had drie fpaanfche mijlen beneden dien berg, noch door uitdamping, noch door eenige andere middelen, ooit het minste zout-deel* tje daarin kunnen ontdekken. Deze cn iboxtgclijke omflandighedcn, indien zij wel bewezen waren, zouden ons op eene natuurwet wijzen, waarmede wij als nog geheel onbekend zijn. De Levensmiddelen zijn te Toledo ongemeen goed koop; te weeten, osfenvleesch agt, febapenvleesch elf, en brood vijf quartos het pond; het arbeidsloon in den winter, of van Herfstmaand tot Bloeimaand is vier reaalen, en voor het overige van 't jaar vier en een halve reaalen daagsch. De leezer gelieve indachtig tc zijn, dat agt cn een halve quartos een reaal uitmaaken, welke men op twee en een halve ftuivers Engelsch mag waardecren, fchoon zij in de daad niet meer dan af- van zodanige ftuivers uitmaakt. Ik verliet Toledo op den negenden van Zomermaand. De weg van deze ftad tot Aranjuez is op-, merkenswaardig, als zijnde die geheele landftreek oo-  REIS door SPANJE. 3'? öogenfchijnlijk bedekt met vermolmde graniet. Voor een gedeelte van den weg zag ik onvermengde klei, doch verder komende, vond ik de kwartz met dc klei vermengd, terwijl de glimmer, als het ligtfte lighaam, weg gefpoeld was. De gedachten uit het plantenrijk zijn genoegzaam dezelfde, als waarvan ik bij Anovcr reeds gewag gemaakt hcbbe, behalvcn dat hier ook nog uitneemend zoethout in 't wilde groeit. Nabij den kant van de rivier is een uitgedrekt bosch van tamarischboomen (tamariscus vu/garis) Dit gedeelte van het land. behoort hoofdzaaklijk tot de konitiglijke domeinen , en blijft onbebouwd liggen, of wordt aan de muilezels overgclaaten, niet tcgendaande het zeer goed land is, en, door ecue behoorlijke bewerking, eene groote menigte van vruchten zoude voortbrengen. Aan ccne plek, bedaande uit laagen moerasdgen grond, is overvloed van falpeter, kunnende door den fmaak onderfcheiden, cn van het oog gezien worden, alhoewel die plaats verre af is van eenigerhande wooning, cn men daarin geene zichtbaarc vermenging ontdekt, het zij van gips, of van eenige kalkachtige dolle. Wanneer men de Sitio, of koninglijke verblijfplaats nadert, komt men in een weg die alleraangenaamst overfchaduwd is, en iu welken men , na eene verfchroeiende vlakte overgetrokken tc zijn, zich eensklaps verkwikt voelt door de dampen , oprijzende uit het water, waarmede eene dubbelde rei olmboomen in bedendigen groei wordt gehouden. X 5 Iu  Si8 REIS boor SPANJE. In dit jaargetij is Aranjuez eene bij uitftek zeer vermnaldijke verblijfplaats. Het paleis is gcenzins prachtig, maar heeft een bekoorlijk voorkomen, terwijl de tuin, welke door het water van den Taag bevochtigd word, fraai aangelegd is, hoewel zonder den minsten fehijn van gedwongenheid, als zijnde natuurlijk, en gefchikt voor het klimaat, dat digte vvandeldreeven, en bij gevolg veele eenvouwigheid vereischt. Deze tuin is zeer uitgeftrekt, welke omftandigheid, gevoegd bij de majeftueufe • gedaante der olmboomen, die zonder uitzondering de grootften zijn welke ik ooit gezien hebbe, daaraan een prachtig voorkomen geeft , hoewei geen ander dan dat foort van pracht, 't welk alleenlijk met het vermaak raadpleegt, venus, met baar klein gevolg, zou deze plaats voor eene haarcr meest begunstigde verblijfplaatfcn hebben kunnen uitkiezen; doch dc inlandfchc fchoonheid is bier alleen bepaald tot de lighaamen uit het plantenrijk, en dit gedeelte van Spanje zou maar weinige nijmphen voor haar gevolg hebben kunnen opleveren. De gezandteu van buitenlandfchc mogendheden fchijncn in deze afzondering meer genot te hebben van zich zelve, dan in de andere koninglijke vcrblijfplaatfen; hier zijn zij nader bij elkander, geven dikwijls groote maaltijden, hebben menigvuldige danspartijen, en zwceven dag aan dag in een onafgebroken kring van aangenaamc tijdkortingen. In deze afgezonderde plaats, ontmoet men gce• nc  REIS door SPANJE. 3*9 ue andere dan zeer bcfchaafde menfehen, die wel onderricht zijn van alles wat in dc waereld omgaat, als ook vrouwen, welke eene allerbeste opvoeding genoten hebbende, daarenboven al tc famen van eenen levendigen aart, vrolijk cn wel gemoed zijn. Dc bcfchaafde kicschheid van zulk een uitgelezen gczellchap was voor mij zoo aanlokkelijk, dat ik de pen ncdcrleide, mijne boeken toedeed, en, van den morgen tot den avond, de aangenaamlle verkeering had. Ik was hier gekomen met izquierdo, denkende in zijn gezclfchap de bergen dezer nabuurfchap te doorfnuffclen; doch op het oogenblik dat wij uit het rijtuig klommen, verliet hij mij, brengende vervolgens geheel cn al zijn tijd door met dc binnen; landfche, cn ik daartegen met de vreemde ministers. Wij ontmoeteden elkander eerst weder, eenige dagen naa mijn terug komst van Anover , wanneer hij, gelijk een' andere mentor, mij aanmoedigde om mijne aandacht te vestigen op het hoofdzaaklijkst voorwerp mijner rcize, zeggende: „ Mijn vriend, wij moeten deze plaats „ verlaaten, om weder tc keeren op de ruuwe„ re en ongemakkelijker paden der wcctenfchappcu : „ de levenswijze alhier is voor ons niet gefchikt." Dewijl ik echter eenige uitfpanningen voor mij zelve noodig oordeelde, cn de famcnleving te Aranjuez, alhoewel vrolijk, nogthans niet nutteloos vondt, be floot ik om nog eenigen tijd dan? te blijven. Ik oqtmoctede hier dikwijls een mijner voorin aa*  S2o REIS door SPANJE. maalige reisgenooten , zijnde de Franfehe overfte, wiens gelaat alle blijken droeg van neerllachtigheid, welke, hoewel mannelijk, nogthans dagelijksch fterker wierden, cn ten laatften aan de wanhoop fcheenen te grenzen. Een gedeelte zijner wisfelvallige gefchiedenis was , geduurende de reis, zijnen mond ontfnapt, en zijne vrienden verhaalden mij het overige. Een Franschman die in de fpaanfche armee dient, is het zeker kenmerk van iemand die in zijn vaderland ongelukkig is geweest. De bron zijner ongelukken was een tweegevecht, 't welk onder de Officieren in Frankrijk gansch niet zeldzaam is, waarin hij zijnen overfte gedood had. Hij nam oogenblikkelijk de vlucht, en van eene goede familie zijnde, werd hij het fpaanfche hof ten fterkften aanbevolen, alwaar hem ook, als een braaf Officier, alle achting werd bcweezen. Welke zaaken hem ook opgedragen wierden, men bewonderde altoos zijn gedrag daar omtrent gehouden; cn ware hij flechts voorzichtig of gelukkig geweest, dan moest hij onvermijdelijk tot een' hoogen rang in zijn beroep zijn opgeklommen. Zijn perfoon was lang en wel gemaakt, zijne houding en manieren waren bevallig, hij had daarenboven een uitmuntend vcrltand en bezat veele kundigheden, doch uit gebrek aan voorzichtigheid, werd zijne eerzucht aan de zucht tot vermaaken opgeofferd. Als een man die voor de fchoone fexe gemaakt fcheen, kon zijne heerfchappij over dezelve uitgebreid geweest zijn; men vleide zijne verwaandheid; doch hij was alleenlijk ver-»  REIS door SPANJE. 32* Verkleefd aan eene perfoon, van welke hij niets anders te wagten had, dan wat de tederfte genegenheid aan hem kon doen genieten. Hij verfpilde met haar alles wat hij bezat, en zijn krediet te Barcelona uitgeput hebbende, waar zijn regiment in garnifoen lag, bragt hij eene ruiling tot ftand, met een Officier die na Mexico zou vertrekken. Zo dra was deze fchikking niet onherroepelijk vast gefield, of zijn vriend en weldoener, dc generaal O' n e1 l e , werd tot gouverneur van Zaragoza aangefteld, waar die heer fpoedig voor hem zou gezorgd hebben. Deze omftandigheid, welke hij ongemeen ter harten trok, als mede de fmertelijke affchciding van een bemind voorwerp, zijne fchuldeu-last, zijn gebrek aan krediet, zijne aannadcrende reis, en het vooruitzicht dat hij eene lange reis, met eene ledige beurs, en zonder andere hulpmiddelen dan die zijn vernuft hem aanbood, zou moeten onderneemen, was zeker al te famen toereikend, om ook den verhevenftcn en onaf hanglijkften geest moedeloos te maaken. Had de hertog de la vauguyon Hechts zijne verlegenheid om geld geweeten, dan zou deze hem ongetwijffeld zeer gaarne daarmede geholpen hebben; maar hij was tot ongeluk gebooren. Mijn vriend was nog geene tien dagen op zee geweest, wanneer 'er, om de maat zijner rampen vol te meetcn, tijding kwam , dat de onder-koning vau Mexico, aan wien hij de fterkfte brieven van aanbeveling hadde, overleden was. Een man moge zijne keuze doen, ten aanz  IÜ RE tS door S P A N j È. Van het beroep dat hij omhelzen wil; maar dez'é' keus eenmaal gedaan zijnde, zijn het de omftnn* dighedeu, welke gemeenlijk den man maaken. Te faéimtis, forluna, deain j cwloque hcamtis. Kort na mijne terugkomst tc Aranjuei, had ik de eere het middagmaal te houden bij den cerfteri minister, graaf Fiorida Blaiica. Het gezelfchap beftond uit de buitenlandfchc ministers, welke alle faturdagen genodigd worden, en zijne onder-fecretarisfen. Zodanig gezelfchap moge in den eerften opflag wanvoeglijk fchijnen, doch is in de daad zo niet; aangezien de laatstgenoemden al te famen eene goede opvoeding gehad, en in dc onderfcheiden departementen van het ftaatsbeftuur^ Van hunne jeugd af aan gearbeid hebben. Zij worden vervolgens, als fecretarisfen van ambasfade, na vreemde hoven afgezonden, waar zij de taaien kerende en kundigheden opdoende, aldus meer achtinge verdienen , dan menfehen , die aan andere Europecfche hoven gelijkfoortigc bedieningen bekleedcn. Wanneer zij vervolgens in Spanje wederkeeren, worden zij als dienaaren Van den ftaat aan* gemerkt, en in de ondcifcbeiden buitenlandfche departementen verdeeld, verkrijgende de ékl dat van Engeland, een ander dat van Frankrijk, een derde dat van Itallen enz., in welke departementen zij alsdan tot de uitvoering der beczigheden medewerken. Het is bij deze onder - fecretarisfen , dat een buitcnlandsch minister, ten allen tijde, zeer duidelijk, vrijmoedig, en in zijne eigen taal, dat' gene voordragen kan, wat hij aan den eerften mijns-»  REIS door SPANJE. 3*3 ftistcr onderfcheideiilijk wenscht voorgedragen te hebben. Van dit ampt worden zij gemeenlijk bevorderd tot de eene of andere voornaame cn voo:dcelige bediening, als eene vergelding voor hunne lange diensten. Ik was verbaasd over de keurigheid der maaltijd , bij welke eene groote vcrlcbeidenheid heerschte, terwijl nogthans aller uitmuntend was. Had ik het karakter van den graaf alleenlijk uit de fchikking van zijnen tafel moeten beoordeelen , dan zou ik hem voor een verftandig man gehouden hebben; want het is een oude en misfehien wel gegronde waarneeming, dat niemand bekwaam Is • mi een ftaat tc regeeren, die geene maaltijd aan zijne vrienden weet te gcevcn. De manieren van den graaf zijn befchaafd, zonder de minftc gemaaktheid, en draagen zeer duidelijke kenmerken van de fchool waarin hij groot gemaakt is. Hij ouderfcheid zich niet zo zeer door gemeenzaamheid, als wel door eene alleraan* genaamfte oplettendheid. Reeds bij het begin van de maaltijd, was ik verwonderd één der meest bcgunltigde dienaars van den graaf, die mij een fchotet aanbood, mij. Sn dc Engelfehe taal te hooren toeipreeken, zeg* gende: „ gij zult dezen kost uitmuntend vinden." Om zijne beleefdheid niet onbeantwoord te laaten, nam ik een weinig daaruit, doch begon zo dra niet te ecten, of hij bragt mij een tweede, vervolgens op gelijke manier een derde cn vierde fchopA. Het fchijnt dat canqsa, want deze was zijn  3=4 REIS door. SPANJE, zijn naam, als bode van ftaat gereisd hadde,' er» in Engeland beleefdheden genoten hebbende, hei: zich tot een vermaak rekende, op deze wijze zijne erkentelijkheid daarvoor aan den dag te leggen. Zo lang ik in Spanje Heef, liet hij geene gelegeiv heid voorbij' gaan, om mij eiken dienst, die in zijn vermogen was, te bewijzen. Hij wordt van alle vreemde ministers hoog geacht om zijnen goeden wil; deze zoeken zijne vrieudfehap, alzo hij niet alleen, boven alle anderen voor hun gehoor kan bezorgen, ■maar ook de beste onderrichting, met opzicht totde tijd en gelegenheid, gceven kan, om hetzelve tc vraagen. Het is zeer natuurlijk, dat de buitenlandfche ministers zulks uit hun zelve moeten weeten; doch dc Spaanfche grandes , die trotsch, hoog moedig cn onbuigzaam zijn , achten het beneden hunne waardigheid, om zich na den tijd en gelegenheid te fchikken: zij wagten derhalven tot zij ter gehoor toegelaaten worden, of het lang wagten moede zijnde, gaan zij henen, zonder het zelve te hebben verkreegen. Ik zag aldus een van den oudften adel, zonder opgemerkt te worden, in de voorkamer zitten wagten; en mij is van goederhand verzekerd, dat terwijl zodanige edelen aldaar vertoeven, andere lieden, van zeer veel minderen rang, ©ogenblikkelijk bij den graaf worden toegelaaten, en, weg gaande, terftond opgevolgd worden door andereu, die op dit bijzonder gunstbetoon geen meerdere aanfpraak dan zij zelve hebben. Doch onder eene eigendunkelijke fegeering moeten de greote heeren zich laaten weige-  REIS door SPANJE; 305 gevallen,.dat zij met zeer veele minachting behandeld worden. Begeeren zij dat men haar eerbiedige , dan moeten zij vrij wezen; en willen zij vrij zijrt, dan moeten zij gedoogen dat het Volk insgelijks de edele vrijheid geniete, alzo eene vrijheid4 die zich over alle rangen van den ftaat niet óp gelijke manier uitltrekt, met den tijd verloof en gaat; Deze waarheid, welke op toereikende waameemh> gen fteunt, en door de ondervinding van alle na-» tien bevestigd Wordt, is eene waarheid, die van alle anderen aan de grooten het minfte zal behaagen; eeile Waarheid , welker kracht zelden gevoeld wordt, dan wanneer het te laat is, om zich daarvan te bedienen. Zo haast de maaltijd bij den graaf geëindigd was, werd terftond de koffij ingebragt, waarna het gezelfchap fcheidde. De Spanjaarden gingen hunne fiesta houden, en ik wandelde zo lang rond , tot de heer lis ton mij de eere bewees, van mij bij de hertogin van bërwick in te leidert, alwaar, zo lang hët hof te Aranjuez Vertoefd, ert 'er geen bal gegeeven Wordt, fomwijlen een aangenaam gezelfchap bijeenkomt om thee te drinken* én 's avonds te fpijzen. Zij geeft zodanige partij alle weeken eens, en de hertogin' de la vatjctjyon doet zulks tweemaalen irt de Week. ■ Op een bal, waartoe ik doof de laatstgenoemde genodigd was, bad ik het genoegen mevrouw melL o een volero te zien dansferi. Haare beweegingen waren zoo bevallig, dat zij onder het dansfen, de fchoon de vrouw in het vertrek fcheen te wezen* • l. Deel. Y dod<  fré- REIS door SPANJE* doch zo dra was zij niet tot haare voorige zitplaats wedergekeerd , of deze begocheling ver* dween» De genoemde dans heeft eenige overeenkomst met de fandango, ten minden voor zo veel de levendigheid en fierlijkheid daarvan betreft; maar is, voor het overige netter, dan die in Spanje zoo begunstigde doch Wtilpfche pantomime. De fandango zelve is Verbannen uit alle deftige gezelfchappen, en met het grootfte recht; want de manier op welke zij door het gemeen gedanst wordt, is zeer walgelijk; zo als dit gefchied, op eene befchaafder wijze, bij hooger rangen van menfehen , cn bedekt met eene allerfierlijkfte maar doorfchijnende fluijer, verwekt zij wel geene walging,doch ontvlamt, juist door deze omftandigheid, te fterker zulke driften in 't jeugdig hart, welke voor dc wijsheid zelve bezwaarlijk vallen te beteugelen. Die dans moet ongctwijffeld van de Mooren, door overlevering, op deze natie overgegaan zijn. De mufijk daarvan ■ heeft eene zo krachtige uitwerking op jonge en oude lieden, dat zij zich al te famen tot den dans aangefpoord vinden, op het oogenblik dat de fpeeltuigen Hechts gehoord worden. Door het geen ik zelve daaromtrent gezien hebbe, zou ik mij bijkans vereenigen kunnen met het buiteufpoorig denkbeeld van een vriend, die, in de hitte zijner verbeelding, onderftelde, dat bij aldien deze dans, op het allcronverwagtst, in een kerk of gerechtshof ingevoerd wierde, de priesters en het volk, de rechters en misdaadigers, de deftig. Hen  REIS ö o o ft SPANJE. 327 ften en vroolijken, :U!e oudcrfcheidingen van rang en fraai: zoudea vcrgecten, cn eensklaps beginnen te danfen. Eens wat laat in den nacht na mijn logement gaande, zag ik, terwijl ik de hoek van een ftraat omkeerde, op een' kleinen afftand van mij af, een heer, door een openftaand venster van de tweede verdieping in een huis klimmen , terwijl zijn vriend, of vertrouwde dienaar, beneden op fchild— wacht (tond. Zonder te weeten wat ik deed, liep ik na hem toe; doch mij mij een weinig nader be- . denkende, keerde ik met allen fpoed wederom te rug, en achte mij zelve gelukkig, aldus de pook ontfnapt te hebben, welke mijne verbeelding mij affchilderde, als gereed om alle onbefcheiden nieuwsgierigen af te weeren. De levenswijze aan het hof, is, dag aan dag, genoegzaam altoos dezelfde. Zo lang het hof te Aranjuez vertoeft, vermaakt de koning zich gemeenlijk met visfehen, tot op den middag, waarna hij in zijn paleis terug keert om, even als elke andere tak der koninglijke familie , in het openbaar te fpijzen. Na den eeten Volgt ecu kort gefprek met de buitcnlandfche ministers , 't welk geëindigd zijnde, begeven deze zich na den tuin; terwijl de koning, door dei* prins verzeld, het paleis tegen drie of vier uuren in den agtermiddag wederom verlaat, bcgeevend-e* Zich,twintig of dertig Engelfehe mijlen verre, om het jagt vermaak te genieten. Hij vervolgt alsdan: het wild zoo lang, als hij maar eenigzins zien kan. Y s £)e  9a8 REIS door' SP ANjË. De twee infanten, don gabriel en don anïonIo, worden genoodzaakt, het zij ter bevordering van hunne gezondheid, of ten einde te be-s letten dat zij niets kwaads zullen uitvoeren, om in eene andere landftreek te gaan jaagen, en dit wordt ieder dag herhaald. Keeren die princen vroeg genoeg van de jagt weder, dan zetten zij zich te paard, en verzeilen de prineesfen, wanneer deze des avonds uitrijden. De ouderwetfche hovelingen houden hun middagmaal te half twee, terftond na dat zij van het paleis terug gekeerd zijn; die wat meer de hedendaagfche mode volgen, ten twee uuren 6 en de buitenlandfche ministers tusfehen twee en drie. 'sAvonds, na het eindigen van de Jtesta, ziet men de prineesfen, van haare lijfwachten verzeld, als ook de grandes en eenige buitenlandfche ministers, in derzelver koetfen treden, cn daarmede zeer langzaam voortrijden, groetende zo dikwils zij elkander voorbij komen* Ter zijden van deze zeer lange maliebaan, is eene vermaaklijke wandelweg, die alsdan met menfehen rijkelijk gevuld is, en waarin ook de prineesfen nu en dan gaan wandelen. Zijn deze te voet, dan worden zij van den geheelen ftoet der aanwezenden gevolgd; maar rijden zij in haare koetfen voorbij, dan blijft iedereen ftaan, om zich voor hen te buigen, terwijl de mantel, die te voren van agteren loshing, nu om het lighaam vast gehouden, of onder den arm opgefchort wordt, en de voorftc flip van dezelve, die eerst onach- zaaia  f REIS door SPANJE. 3=9 zaam over de rechte fchouder gcüagen was, thans neergelaaten wordt, en agter over hangt, gelijk een aanfpreekers mantel bij eene lijkftaatlie. Het is niet onvermaaklijk den welleevenden jongen Spanjaard te zien, in zijne capa. ( of mantel;, welke hij weet te fchikken in duizenderlij bevallige gedaanten, alle even opmerkelijk om hunne ongedwongenheid en ficrlijkheid,in diervoegen als door geen vreemdeling kan nagebootst worden; doch zo dra hij een perfoon ontmoet van hooger rang, of de kerk intreedt, wordt het gemak en de lierlijkheid door de welvoeglijkheid verbannen, en deze zelfde capa, die anders zo veele verwondering baart, ontaart eensklaps in de ftijfhejd en plechtigheid van eenen mantel. Dezelfde fmaak heerst mede bij de Spaanfche vrouwen, in het gebruik van de mantilla, zijnde een foort van neteldoekfche falie, welke zo wel het hoofd als de fchouders bedekt, en wijders de onderfcheiden diensten verricht van kap, mantel en lluijer. Geen buitenlandfche vrouw kan ooit de ücrlijkheid of ongedwongenheid nabpotfen, met welke de eerstgenoemde!! zich van dit eenvouwig ldeedingft.uk weeten te bedienen. Bij de Spaanfche vrouwen fchijnt de mantilla hoegenaamd geene zwaarte te hebben. Ligter dan de lucht, fchijnt zij de plaats van vleugels te be, lüeeden. Op zekeren avond, dat deze openbaare wande* plaats vol was van vrouwen, waaronder veele die kostelijk gekleed waren, zag men dezelve, op. het Y s S?-  33° REIS door SPAN ] E. geluid van ccn klokje, dat om zijnen verren afffané nauwlijks kon gehoord worden, in één oogenbhk al te famen op haare knieën. Ik vroeg aan eene dame, wat de reden hiervan wasV waarop zij antwoordde: dat zijns majesteit voorbij kwam. Had ik aan een Franschman deze vraag gedaan, dan zou hij mij geantwoord hebben: fest Ie bon Dicu qui pasfe. Haare oogen weezen mij de plaats nan , waar twee aanzienlijke dames, die bij alle vreemdelingen welke Madrid bezogt hebben, wel bekend en in zeer groote achting zijn, derzelver koets vcrlaaten hadden, uit eerbied voor de gewijde mis-ouwel, welke, door eenige priesters, na den een of ander zieltogenden Christen, wierd gedragen. Was dit gebeurd in het regen -faifoen, of ware de weg ook nog zo nar en morlig geweest dan had men hetzelfde moeten doen, en geen mensch zou bij zodanige gclegendhcid het knielen hebben durven nalaateti. Omtrent het midden van Zomermaand begon de hitte hier zeer bezwaarlijk te worden, en deedt mij, ongeacht de menigerlei aanlokzelen van deze verrukkelijke plaats,na eene koeler fchuilplaats verlangen. Doch alvoorens eene plaats te verhaten, tot welke ik waarfchijnlijk nooit wederkceren zonde, befloot ik de onraelrrecken van dezelve te doorfnuffelen. Het land is verdeeld in valeijen, door middel eener lange keten van gips-bergen, welke ten Haasten bij oost en west, of noord-oost en zuidwest voortloopen. In eene dezer valeijen is de caltc  reis door Spanje. 331 calle de la Reijna, of koninginnen weg, zijnde een zeer fraaije laan van trotfchc olmboomen, meer dan twee mijlen lang; ten einde van welke ik de rechte hand affloeg, cn de bergen beklom,op welke dc koninglijke harten gerust weiden, zonder eenigerhande inperking of vrees, behalven wanneer zij den koning zien naderen. Van mijne wandeling keerde ik terug door de ftad, ten einde de ronde fchouwplaats, voor dc ftieren-gevegten gefchikt , als ook het nieuwe klooster te bezien,'t welk des konings biechtvader hem liet bouwen, voor de «Hinniken van zijne eigen orde. Een anderen voormiddag wandelde ik met den heer liston, om eene cortijo, of landhoeve, van eenige honderd morgen lands te bezien, welke aan den koning toebehoort. Zijne majesteit heeft twee zulke landhoeven nabij Aranjuez, doch deze, zegt men, overtreft verre weg de andere. De wijnftokken zijn hier alle van het uitgeleezenfte foort. Van derzelver gehoopte voortbrengzelen kan men eenigzins een denkbeeld vormen, door de uitgeftrektheid der kelders, welke eene lengte hebben van meer dan vijftienduizend voeten, behalven nog andere vrij aanmerkelijke afdcelingeii, alle beftemd tot den ontfangst van het druivenzap, dat, uit twee zwaare persfen, in rijke ftroomen , derwaards vloeit. De olijven, welke hier in gr ote overvloed groeijen, worden geperst door middel van kegelvormige ijzeren rollers, die boven d« ftellagie of de vloer verheven zijn, en aan weers* Y 4 #■  33* REIS door SPANJE. zijden eenen kleinen uitfteckenden rand hebben,ten einde het breeken van de iteenen in de vrucht te beletten. De olijven worden zorgvuldig uitgezogt, en terftond na de inzameling uitgeperst, welke voorzorg aan de daaruit voortkomende olie even zo goede hoedanigheden bijzet, als de beste die in Italien of Frankrijk gewonnen wordt. In Spanje heeft men, na evenredigheid der menigte van olijven, maar zeer weinige persfen, om Welke reden, als ook om te meer olie te verkrijgen , men de vruchten aldaar gemeenlijk op hoopen laat liggen, tot zij aan het gisten raaken en verrotten. Hierdoor wordt de olie garftig, en krijgt een fterken reuk, behalveu dat ook het uitpersfen van de kprnfteenen voor de olie geenzins gunftig is. Nadien de Spaanfche olie uit dien hoofde doorgaans van eene flegte hoedanigheid is, wordt zij meerendeels gebruikt door de inboorlingen zelve, het zij aan hunne tafels, of om 'er zeep van te maaken. Waar dc zeden 'er niets bij lijden, is het altoos een geluk voor het menschdom, dat de fmaak veelal afhangt van de gewoonte en het wederom de gewoonte is, die een gedeelte van her me.nschdom iets doet goedkeuren, of daaraan de voorkeus tc geeven, waarvan anderen een walg en afkeer, hebben. Het is voorzeker daaraan toè te fchrijven, dat de Spanjaarden niet Hechts, tc vreden, maar zelfs zeer wel in hun fchik zijn met de bijzondere geur hunner olie, die zij verkiezen boven de zuiverfte boom-olie van Lucca% welke zij, rds, vo,lftrekt fmajtkeloos, verachten.  REIS door SPANJE. 333 De gebouwen tot deezen wijnberg beboorendc, zijn op eene zeer fraaije manier aangelegd, en niet alleen hegt en fterk, maar ook met veel fmaak Uitgevoerd. Niets kan in fchoonhcid die uitgeilrekte reijen van berceaus overtreffen, welke ten eenemaale met wijngaarden zodanig bedekt zijn, dat zij,zelfs op het midden van den dag, wanneer de zon onverdraaglijk heet fchijnt, eene verfrisfeude lommer aanbieden, Wat het huishoudelijke betreft, vrees ik, dat ten voordeele van deze inrichtingen niet veel kau gezegd worden; want, om niet te fpreeken van de verbaazende fommeu, welke hier verkwist en in de aarde begraaven worden, zal men zich nooit verbeelden kunnen, dat wijn, uit eenen koninglijken wijnberg voorkomende, waardij genoeg hebben kau, ten einde de arbeiders te betaalen, welke daarin werken moeten. Deze Ccrtijo is ingeflóten door een muur met palisfaaden, en omringd van een' diergaarde. De valei op haar zelve, zijnde niet boven een mijl breed, wordt ten zuiden beperkt door heuvels van gips en ten noorden door bergen, welke waarfchijlijk van denzelfden aart zijn. Hij wordt bevochtigd door een kanaal, dat uit den Taag voortkomt. Agter deze valei, na dc kant van het noorden, }s eene andere valei, door welke de Tajuna vloeit. De gips in deze landftreek, is belaaden met zeezout en Epfoms-zout, welke beide gekristallifeerd daarin gevonden worden, en nog daarenboven met overvloed van mtrum, dat zich voor zqnnen op.» Y 5 Sana  334 REIS door SPANJE. gang in zwarte vlakken, doch tegen den middag in witte bloemen, allerwegen aan derzelver oppervlakte vertoont. De gips ligt in horizontaale laagen; het fchijnt als of de tamarischboom zeer begeerig na dezelve is, gemerkt die heester in deze nabuurfchap overvloedig voortkomt en bijzonder weelderig groeit langs de oevers van den Taag. Omftreeks Aranjuez zag ik eene menigte buffels , in paaren aan elkander gekoppeld, zo wel om het land te ploegen, als om zwaare lasten op de groote wegen voort te trekken. Het is bij de Spanjaarden eene vaste gewoonte, zo dra de zon het toppunt begint te naderen, als dan al te famen zich in hunne huizen te hegeeven , en het licht, zo veel immer mogelijk is, daaruit te fluiten. Dit is in de daad eene zeer verftandige gewoonte, van welke de vreemdeling niet ligt de ongemeene nuttigheid inziet, voor de ondervinding haar aan hem geleerd heeft. Wanneer deze een geheelen voor de middag op de bergen omwandelt, is het natuurlijk, dat hem zulks ten uiterften vermoeit, en zijne krachten daardoor bezwijken moeten. Doch thans uitgeput, en met een hongerige maag terug gekeerd zijnde, zee hij zich neder aan een' tafel, rijkelijk voorzien van eetwaaren, welke alle uitmuntend zijn in haar foort. Hij eet dus met graagte, drinkt een hartelijke teug daarbij, voelt zijne krachten herleven, houdt een genisten flaap, vervolgens in de morgenftond ontwaakende, en zijne levensgeesten boven maaten verkwikt vindende, wenscht hij zich zelve ge-  REIS door SPANJE, 335 geluk met het genot van zodanige gezondheid, als hij nog nimmer tc voorcn ondervond. Maar wanneer nu de goede ligtgeloovige man zich vast en zeker verbeeldt, dat hij wijzer is dan de inboorlingen zelve, wordt hij wel dra overtuigd van zijne onbezonnenheid, en ondervindt tc laat, dat hij niets anders gedaan heeft dan dc vlam tc voeden, welke hem verteeren zal. Daags voor mijn vertrek van Jranjuez, had ik het genoegen om een prachtig fchouwfpel tc zien, 't welk aan dit land bijzonder eigen is, en aldaar parejas genaamd wordt. De prins van Jsttirien, met zijne twee broeders, de infanten don gabriel en don antonio, verzeld van vijf en veertig perfoonen uit den eerften adel, al te famen gekleed in den alouden fpaanfehen dracht, en gezeten op Andalufrfche paarden van het allerbeste ras, verrichteden eene verfcheidenheid van ridderlijke oeffeningen, onder het geluid van trompetten en waldhoorns. Zij waren verdeeld in vier benden, elke bende van twaalf perfoonen, cn onderfcheiden door de kleur der kleedinge, tc weeten rood, blaauw, geel en groen. Deze ridders maakten aldus eene zeer fierlijke vertooning, en volbragtcn hunne oeffeningen met de grootftc nauwkeurigheid. Toen ik Aranjuez verliet, reekende men dat air daar niet minder dan tienduizend menfehen bijeen gekomen waren; doch zo haast is het hof niet vertrokken, of het wordt eene ontvolkte plaatr. Op den 18 van Zomermaand, kwam ik, tegen den  S36 REIS door SPANJE. den avond, iu Madrid terug, en woonde den vols genden morgen een dierengevecht bij. De ronde vertoonplaats (amphiteater,) in webke dit gevecht gehouden wierd, heeft driehonderd dertig, en de arena twee honderd en vijf en twintig voeten middellijns. Men zegt dat zij vijftien duizend aanfchouwers kan bevatten; dan zulks komt mij zeer twijffelachtig voor. Een M^gidraatsperfoon is voorzitter bij dit feest, wordende bijgedaan door twee a/guazi/s, of dienaars van de juditie, ten einde alles te regelen, en alle wanorde bij hetzelve te verhoeden. Op den bepaalden tijd, oogenblikkclijk na het; zein door de magidraatsperfoon gegeeven, vliegen twee poorten of dubbelde deuren open, en een dier duift woedend in het drijdperk; doch de aldaar vergaderde menigte in het oog krijgende, daat hij aandonds ftil, en ziet rond, als of hij eenig voorwerp zogt, om zijne woede tegen hetzelve los te laaten. Hij ziet, tegen zich over, een picador te paard, gewapend met een lans, aannaderend? om hem te ontmoeten. Wanneer deze twee kampvechters elkander nader, komen, blijven beide pal daan, vervolgens eene kleine beweeging maakende, bekijken zij hunne tegenpartij met ingefpannen aandacht, naderende, ieder op zijn beurt, langzaam, als of zij overleiden tegen welke plaats den aanval te doen, tot eindelijk de dier zijn hoofd na den grond keerende, en alle vtjjne krachten bijeen verzamelende, de oogen toe- fl,uita  REIS door SPANJE. 337 fluit, en met zeer veele onftuimigheid op zijnen vijand aanloopt. De picador van zijn' kant, vestigt [zich koel en bedaard in den zadel, en de lans onder zijnen rechten arm houdende, richt hij de punt daarvan tegen de fchouder van het woedend beest, en doet hetzelve zijdelings afdeinzen, 't geen hem echter fomtijds mislukt. Een der fileren liep tegen de lans in, en bijkans recht over eind op zijne agterfte pooten rijzende, vergruisde hij haar tot fplinters; waarna hij met zijn voorhoofd, gelijk een ftormbok, den picador [op den borst ftiet, hem ter aarde velde* en ook tevens zijn paard overhoop wierp. In een oogenblik fehooten de chulos toe, zijnde jonge lieden die hierop afgerecht zijn, met kleine manteltjes , of vaandels, om de opmerkzaamheid van den ftier af te trekken, en gaven den ruiter daardoor gelegenheid om weg te komen. Zo dra deze in veiligheid was* verfcheen een tweede picador, eveneens gewapend als de eerfte, en bood den uier het gevecht aan. Dit woedend beest, trots op zijne behaalde zege, fpfong vooruit, doch met veele behendigheid door een fteek met de lans afgcflagen zijnde, hervatte hetzelve zijnen aanval, eer nog het paard zich had kunnen omkeeren, en zijne hoornen tusfehen deszelfs dijen vestigende, ligtte hij het paard van den grond op, en wierp den ruiter in het zand. Nu kwamen de chulos wederom te voorfchijn, en de man ontkwam het gevaar, wordende verder daaruit geholpen door den eerfteu picador, die, op een ander paard geZe-  33« REIS dook SPANJE. zeten, nogmaals het ftrijdperk ingetreden wd,?; Voor dit dier was reeds de eerfte aanval doodelijk; want dc ftier de tegen hem gevestigde lans, door eene fnelle fprong, vermijd hebbende, doorboorde den borst van het paard, en ftiet zijne hoorns tot in deszelfs hart. Het gebeurd fomtijds, dat de ftier de buik van het paard opfcheart, de ruiter daaraf geworpen wordt, en het arme gewonde dier, met zijne ingewanden over den grond fleepende, de kampplaats rond loopt. Ik heb gezien, dat in eenen voormiddag dertien paarden gedood wierden, doch dat getal is fomtijds veel grooter. Deze dieren zijn zoo moedig, dat de ruiter hen tegen den ftier kau doen aanloopen, na dat zij zelfs reeds doodelijk gewond zijn. Indien de ftier, ziende zijne tegenpartij, telkens op een ander paard gezeten, geduurig.wederom te voorfchijn komen, niet langer vechten wil, laat men de banderillero!, of chulos, tegen hem los. Deze zijn agt jonge mansperfoonen, hebbende ieder een bundel banderilla*, of kleine pijlen, in de hand, welke zij in de nek van den ftier moeten vast ftootcn; echter in diervoegen, dat zij hem niet van agteren, maar van vooren aanvallen. Tot dat einde tergen zij den ftier, tot zo lang hij op hun afkomt, en zo dra zich deze in poftuur ftelt om hen op zijne hoorns te neemen, in welk tijdllip hij een korte poos ftil ftaat en zijne oogen toefluit, drijven zij hunne handerillas in deszelfs nek, en neemen voorts terftond de vlucht. Kunnen  REIS döor SPANJE. 339 nen zij hem tot dien ftap niet brengen, dan zwaaijeq zij met de moleta, of het klein fcharlaaken vaatideltje, dat zij altoos in hunne linke hand houden, den dier voor de oogen, en hem aldus aauhitzende om na hetzelve te ftooten, loopen zij hem voorbij. Keert hij zich fchielijk om, dan zetten zij hun vertrouwen in de vlucht, en laaten hunne mokta vallen, op dat het dier zich eenigen tijd daar mede bcezig houde. Zeer dikwijls voldoet zulks aan het oogmerk, alzo hij in zijn loop ftil ftaat, ten einde het vaaudeltje te beruiken, dat hij vervolgeus onder zijne pooten trapt; doch fomtijds houdt hij zijne oogen alleen gevestigd op den man, die hetzelve had laaten vallen, en vervolgt hem met zodanige fnelheid, dat de bande» rillero nauvvlijks tijd heeft over de fchutting te ipringcn, voor hij door den ftier agterhaald wordt. Ik heb ftieren gezien, die dit befchutzel bijkans te gelijk met den man over fprongen, hoewel hetzelve bijna zes voeten hoog is. Agter dit befchutzel is nog een tweede, op den afftand van ten naasten bij vijf voeten, doch merkelijk hooger, ten einde de aanfchouwers, die onmiddelbaar daar agter zitten, te beveiligen; nogthans hebben geloofwaardige lieden mij verzekerd, dat eenige ftieren wel eens met zodanige kracht gefprongen hebben, dat zij beide deze befchutzels te boven kwamen, en tusfehen de banken nedervielen. Wanneer het dier omtrent twintig minuuten lang gevogten heeft, komt de tijd aan waarin het fterven moet. Dit is ongetwijffeld het belangrijkst oogen*  S4ö RËÏS door SPANJE. oogenblik, en verfchaft het beste onderwerp voor eene fchilderij. Thans treed de matador (*) te voorfchijn, en uit de oogen van alle aanfchouwers ftraalt eene llilzwijgende Verwagting. In zijn linke band houdt hij de mokta, en in de rechte hand het zwaard. Geduurende het gevecht, is hij op alle bewëegingén van den ftier zeer opmerkzaam geweest, om daaruit deszelfs karakter te leeren kennen; bevindt hij dat dit dier claro is, dat is te zeggen onftuimig maar zonder list, dan nadert de matador met vertrouwen, wel Verzekerd varf eene fpoedige overwinning; maar was hetzelve behoedzaam, omzichtig, en loos, bedaard en onverfchrokken, eri daarbij traag iu het neemen van zij* ne maatregelen, doch fnel in de uitvoering, dari wordt zodanige ftier obscuro genaamd , en hij doet zelfs de meest bedreven matador zidderen. Deze nadert allengs, befchouwende het dier met alle mooglijke oplettendheid, en poogt hetzelve tot den aanval te tergen, maar fomtijds te vergeefsch; doch bereikt hij hierin zijn oogmerk, dan ftoot hij toe. Dikwijls ontwijkt het waakzaam dier den doodelijken (lag, wordt op het oogenblik de aan-= valler, en de kampvechter neemt de vlucht, ziende geftadig na den ftier terug, om te weeten hoe zich best te redden. Een van deze matadors, .genaamd Pepillo,'was zoo behendig, en bezat zoda- ni-* (*) Dii woord bctekend-in de Spaanfche taal cigentlijk moor-' denaar, of doodllagcr; PtTt,  REIS door SPANJE. 0 nige tegenwoordigheid van geest, dat hij vervolgd wordende, en digt aan het befchutzel gekomen zijnde, in het zelfde oogenblik dat de ftier de oogen had geflooten om hem in de lucht te werpen, zijn voet plaatfte tusfehen deszelfs hoorns, en door deze ontleende beweeging het befchutzel overfpringende, aan de andere zijde op zijne voeten te ftaan kwam. -g Terwijl ik in Spanje was, verboren twee matadors , beide op denzelfden dag, te Cadiz hun leven. Zij waren broeders. De eerfte werd, door een ongelukkig toeval, van den ftier gedood; dc tweede toen met eene dolle woede, driftig en onbedagtzaam, dorftende na wraak, op het beest toeloopende, wel dra wierdt het flachtoffer zijner onbezonnenheid. Is de matador wel afgericht in zijn bêroep, en bedaard, dan doet hij zijn best om den ftier kwaadaartig te maaken, als wanneer het zelden mist, of het woedend beest loopt blindeling in de punt van het wel tegen hem gerichtte zwaard. Het eerfte lighaamsdeel waarop gedoeld wordt, is het cerebellum (de kleine hersfenen), of dat gedeelte van het rugge - merg,'t welk onmiddelbaar daaraan ligt, en het zwaard dringt doof tusfehen de wervelbeenderen, of waar het eerfte wervelbeen met het hoofd vereenigd is. Deze dag maakt liet beest duizelig, en het valt, Zonder één druppel bloeds té ftorten, levenloos ter aarde. Is deze flag niet uitvoerlijk, dan mikt men met het zwaad na het harte, en dit veroorzaakt een dood, die I. Deel. Z we*  -S4z REIS door SPANJE. Wel fchielijk, maar niet zo fnel daarop volgt. Het gebeurd fomtijds, dat het zwaard van den matador, fchoon door den beroemden costillaris zeiven op dat deel gemikt, de levensdeelen mist. Ik zag hem hetzelve eens, tot aan 't gevest toe, in het lighaam van het dier drukken; doch alzo de punt niet door de holte van den borst {thorax} heenendrong, gleed het zwaard Hechts tusfehen de ribben door, en werd, na verloop van eenige minuuten, van het raazend dier weder uitgefehud. Hij miste insgelijks op zekeren dag zijn doel, met dat gevolg,dat de ftier hem aanftonds op zijne hoorns nam, en hem tweemaal in de lucht wierp voor hij daarvan verlost kon worden. Hoewel hij door dit toeval weinig letzel had gekreegen, was echter zijne roem daardoor bezwalkt geworden, tot men, na dat de dier gedood was, deszelfs hoorns meetende, bevond dat de ééne hoorn, waardoor hij die fchande geleeden had , twee duimen langer was dan dc ander, gelijk hij den toefchouweren aantoonde. Op deze ontdekking volgde eene algemeene toejuiching. Het is te verwonderen, dat zodanige toevallen niet dikwijls gebeuren, wanneer men de lengte der hoorns in aanmerking neemt, als welke, bh" fommige dieren, van het dén punt tot het auder gerekend, bijna vijf voeten bedraagt. Ik heb nooit Zodanige hoorns in Engeland gezien. Heeft een bul alles uit het kampperk weg gejaagd dan fcheurt hij, woedende, de grond van een; maar heeft hij een paard gedood, en dat de ïth*<  REIS door SPANJE. S*S chulos hem met vrede laaten, dan vertrapt hij, met verontwaardiging, zijnen vijand. In het oogenblik dat het rampzalig dier voor de voeten van den matador nederdort, blaazen de trompetten, en drie muilezels worden binnen ge» laaten, om het doode lighaam weg te fleepen. Deze dierengevechten worden, in den zomer ten minden eenmaal 'sweeks, doch ook dikwijls tweemaaien- in den week gehouden; waarbij telkens zes dieren des-morgens, en des avonds twaalf gedood worden. In vroeger tijden bediende men zich hierbij van het-beste ras van paarden, en verloor 'er weinige , doch federt men het tegendeel ingevoerd heeft, worden, bij elk dierengevecht, verfcheiden paarden gedood. Het is eens gebeurd, dat 'er op eenen dag zestig van dezelve omkwamen.. Men geeft voor deze paarden, door elkander gerekend, niet meer dan drie ponden fterling\ waartegen de dieren ieder op agt ponden gerekend werden. De kosten van dit feest zijn uittermaaten hoog; de leezer kan op de-onderdaande bereekening derzelve volkomen daat maaken, als zijnde uit een zee' geloofwaardig kanaal voortgekomen* Z 3 Staat  344 REIS door SPANJE. Staat der kosten van een gewoon ftieren» gevecht te Madrid: De A/guazi/s, wacht, en oppasfers, kosten daags, in Engelsch of fl:erling geld gereduceert . . . P. 25 Sh. 15 D. o De twee eerfte matadors . - 30 - 0-0 De twee mindere matadors - 14 - 0-0 De agt banderilleros, ieder a 3 Pond Ster/. . . -24-0-0 De twee picadors . - 27 - o - o Indien 'er van de laatstgenoemden meer dan twee noodig zijn , genieten dezelve , voor den morgenftond 6 P. Ster/., en voor den avond 7 P. 10 Sh. Ster/. ieder. De muilezels, drijvers, en andere ongelden . - 18 - 12 - © Agtien ftieren, onderlteld tegen 8 P. Ster/, ieder . - 144 - o - o Genomen dat 'er zeventien paarden gedood of verlamd worden , ieder 3 P. Ster/. . .51-0-0 dus voor elke dag P. 336 Sh. 7 D. o . Of, ten naasten bij ƒ 37°3 : - : - Hollandsen. De  REIS door SPANJE. 345 Dc priesters daarbij tegenwoordig, om, des noods, bet facrament te bedienen, worden daarvoor niet betaald. Den ontfangst daartegen, ten einde de bovenftaandc kosten goed te maaken, en nog een aanzienlijk bverfchot ten voordcele van het algemeen gasthuis te behouden, was, bij voorbeeld, op den derden van Hooimaand 1786, als volgt: Voor de zitplaatfen gecollecteerd , als mede van de lieden die dc aanfehouwers water verkoopen . 'P, 605 Sh. 13 D. 6 Voor de agtien doode (lieren - 70 - 4-0 Voor zeventien paarde-huiden - 6 - 14 - 6 uitmaakende P. 682 Sh, 12 D. o Of ruim ƒ 7500 : - : - Hollandsen. De prijzen, welke voor de zitplaatfen betaald worden, vcrfchillen zeer merkelijk, naar maate men aan de zon blootgedcld is, of op eene over dekte plaats, of in de fchaduw zit. Een loge, waarin agt of tien menfehen gemaklijk zitten kunnen, kost, in de fchaduw 3 Pond 12 Schel. Sterling, doch in de zon Hechts 1 Pond 16 Schel!. en tusfehen beiden 2 Pond 8 Schell. daags. Fatfoenlijke lieden neemen doorgaans eene loge. Een overdekte zitplaats, in de fchaduuw, en op de voorftc bank, kost 7 Schell, 3 daags; daartegen kost een zitplaats op de agterfre van deze overdekte banken, aan de zon-zijde van de fchouwplaats, niet meer dan 3 fihellingen fterl. De aller- Z * flcs-  S4 REIS door SPANJE. flegtfte, op welke men aan alle ongemakken van hét weêr, als aan de nattigheid wanneer het reegent, en aan de fmachtende zonne-hitte in den zomer blootgefteld is, kost iets meer dan veertien Engelfehe ftuivers. Men kan zich nauwlijks een denkbeeld maaken van de neiging der Spanjaarden, voor dit foort van tijdverdrijf. Mannen, vrouwen en kinderen, rijken en armen, geeven hieraan al te famen de voorkeus, boven alle andere fchouwfpellen; en , wat mij zeiven betreft, kan ik niet ontkennen, dat de dolfte liefhebber van de par force jagt, niet onachtzaamer wezen kan ten aanzien van zijn eigen gevaar, of ongevoeliger wegens het lijden dat hij het van hem vervolgde wild aandoet, als ik was, met opzicht tot het lijden van den (tier, of het gevaar van die menfehen, welke het op zijn leven gemunt hadden. Ik dagt zelfs zo weinig aan mijn eigen gevaar, dat, hoewel ik door eene aanhoudende fterke huivering befpeurde dat ik zwaar verkouwen wierd, nogthans niet befluiten kon de kampplaats te verlaaten. Mijn verkoudheid ging met koorts verzeld, welke wederom eene zweerende keel ten gevolge had. Door den tijdigen bijftandvan ^«antonio gimbernat, een kundig heelmeester en beminnenswaardig man kwam ik echter gelukkig van die kwaal af, en vond mij zeiven, ten einde van ëén maand, genoeg hcrftcld, om Madrid te kunnen Verhaten, alwaar de verfchrocijende zonne-hitte ondraaglijk voor mij begon te worden. De middelen welke men hier hééft uitgedagt, om de  REIS door SPANJE. 34? de hitte te maatigen, zijn voortreffelijk. Tot dat einde zijn de venders, van buiten, overdekt met matten en grof linnen, in welken de zonnedraalen warden opgevangen; men houdt daarenbooven dc houten blinden den geheelen dag zorgvuldig geflooten, invoegen het geringde licht niet kan doordringen , en zorgt eindelijk , om vóór zonneopgang eenen genoegzaamen voorraad van frisfche lucht in de vertrekken toe te laaten, als ook om het geheele huis met koud water te befprenkelen. Door dit middel worden die vertrekken, welke tot geen dagelijksch gebruik dienen, geduurende de allerdrukkendde cn brandende hitte, zelfs te. Madrid, altoos frisch en koel gel ouden. Iu een van deze zit men den geheelen voormiddagen een ander, 't welk gemeenlijk het flegtde vertrek in het ganfche huis is, word gefpijst; in een derde houdt men des namiddags de Jtesta; en in het beste ontfangt men 's avonds gezelfchap. De aangenaame koelte, welke men aldus ondervindt, heeft mij menigmaal doen denken, dat vol? drekt ondraaglijke ongemakken cn bezwaarlijkheden veel verkieslijker zijn, dan zodanige, welke men met een weinig infchikkelijkheid en geduld kan doordaan; alzo de ondervinding leert, dat wanneer de mensen door onvermijdelijke noodzaaklijkheid tot werkzaamheid wordt aangedreven, 'er alsdan weinige ongemakken zijn, waartegen hij geen hulpmiddelen kan uitvinden, en weinige bezwaarlijkheden, welke hij niet weet te overwinnen. Door deze fchikkingen, en met zich binnens huis te houden, gaat de dag aangenaam voorbij. Z 4 Doch  348 REIS door SPANJE. Doch zulks is niet alles wat de reiziger . begeert; want wil deze zijne nieuwsgierigheid bevredigen, of nieuwe kundigheden opdoen, dan is het zijne zaak niet, om beftendig te huis te blijven. Dit denkbeeld deed mij mijn vertrek van Madrid verhaasten , ten einde eene reis te onderneemcn na het noordelijk gedeelte van Spanje, werwaards ik het geluk had van verzeld te worden door mijn beminuenwaardigen jongen vriend, de kadet, met wien ik van Barcelona tot Madrid gereisd was. Dewijl ik deszelfs vaderlandfche provincie dagt te bezoeken , nam ik geene brieven van aanbeveeling mede, behalven zeer weinige van den graaf camp omanes, die mede in dat gedeelte van Spanje was gebooren. Het had mij geene moeite behoeven te kosten om van dezelve een groot aantal te verkrijgen; doch ik oordeelde deze weinigen toereikend, gelijk ik ze ook in de daad bevonden heb. Voor ik Madrid verliet, deed ik onderzoek na de prijzen der levensmiddelen, welke ik de volgende bevond: osfenvleesch 14 quartos, zijnde iets minder dan vier ftuivers het pond; kalfvleesch 13 quartos; fpek 20 quartos; kaas 20 quartos; het fijnfte brood uit de koninglijke bakkerij 6', en bruin brood uit de gewoone bakkerijen, 3? quartos het pond. Ik moet hier nogmaals herinneren, dat 8\ quartos gelijk ftaan met één reaal vellon, uitmaakende a|| Engelfehe ftuivers. De wijn kost 8 quartos de quartillo, zijnde iefs meer dan een pint, of ir'y pond Londons gewicht. De dagbuuren worden betaald tegen vijf reaalen, of één Engelfehe fchel]ing, zijnde ten naasten bij elf ftuivers Hollandsch. reis  REIS door SPANJE. 349 REIS van MADRID na AST URIEN. ïïet was op Saturdag, den 22 van Hooimaand 1786, dat ik op reis ging, in gezelfchap vau mijn jongen vriend, en een agent, of gevolmachtigde van zijne familie. Wij hadden twee kleine chaifen, of kalesfen afgehuurd, en verlieten Madrid kort na middernacht, ten einde de hitte te vermijden , welke op het midden van den dag ondraaglijk is. Hierdoor ontfnapten wij wel is waar het ééne kwaad, doch om in een ander te vervallen dat nog grooter was , cn waartegen wij niet al te wel toegerust waren ; want de chaifen open en de nachtlucht geweldig koud zijnde, hadden wij nog daarenboven de noordewind recht van vooren, waardoor het ons bezwaarlijk viel, de levens-warmte zo lang in onze lighaamen te behouden, tot dat de zon boven de kimmen was gereezen. Vóór agt uuren 's morgens waren wij reeds vijf fpaanfche mijlen gevorderd, door eene vlakke landftreek, bedekt met graniet-zand. Na dat wij vervolgens de bergen bereikt hadden, welke beftaai) Z 5 uit  S5o REIS door SPANJE. uit vergruisbaare witte graniet, kwamen wij kort daarna te Galapagar, leggende twee fpaanfche mijlen aan geene zijde van de rivier Guadarrama. Van hier zagen wij een tweede keten van bergen voor ons, welker met frieeuw bedekte kruinen ons de eigentlijke bronnen aauweezen van dien doordringenden kouden wind, welke ons des nachts zoo huiverig gemaakt hadde. De geheele landftreek was in beweeging, en alles zeer ijverig aan 't werk, ten einde den oogst in de fchuuren over te brengen. De wagens worden hier van osfen voortgetrokken, en derzelver raderen zijn bcflagen met hout , in plaats van ijzer. Men ftaat verbaasd, op het zien van de zwaare laading, welke twee osfen kunnen voorttrekken, door alleen met hunne voorhoofden tegen een dwarsbalk te drukken, die aan derzelver hoorns vastgemaakt is. Hieromftreeks is zeer weinig houtgewas , niet tegenftaande de olmen-en esfchen-boomen 'er ailerweelderigst groeijen. Na omtrent zeven Spaanfche mijlen, of tien uvif ren reizens, van Madrid afgelegd te hebben, begonnen wij de keten van bergen te beklimmen, welke Nieuw-van Oud - Castilien affcheidt. Toen wij vervolgens nog twee mijlen verder, en voorbij de Puerto de Guadarrama gekomen waren , troffen wij eene goede venta, of herberg aan, welke tegen de noordelijke afhelling dezer graniet - bergen gebouwd is. Wij hadden het geluk hier tamelijk goede bedden te vinden; en om alle gefchülen voor te  REIS door SPANJE. 351 ie komen, die tusfehen den reiziger en herbergier ontftaan konden, zijn de prijzen van al 't geen de eerfte kan noodig hebben, door de regeeringe bepaald. Een kalkoen kost agt reaakn, of omtrent agtien ftuivers; een jong hoen drie reaakn en zeventien maravedis, zijnde ten naasten bij tien ftuivers. Niets kan redelijker zijn dan deze prijzen ; doch ten allen ongelukke heeft men in de herbergen maar zeer zelden gelegenheid, om zodanige eetwaaren te bekomen; wij hadden nogthans geene reden over ons onthaal tc klaagen. Wij ftonden kort na middernacht op, dronken onze chokolaad, en vervolgden onzen reis. De aangenaamftc maaltijd die wij deeden, was het ontbijt van kouden ham, welken wij onder den eerften fchaduwrijken boom aten, dien wij na zonncopgang ontmoeteden. Dc landftreek, die wij thans doortrokken, is zeer weinig gefchikt voor den landbouw, nadien de grond meerendeels beftaat uit wiite vermolmde graniet, of uit zeer harde graauwe graniet, welke laatfte ook zelfs de allerkrachtigfte ontbindingsmiddelen wederftaat, waarvan de natuur zich bedienen kan, blijvende dienvolgens altijd hard en rauw, zonder het geringde teken van grocibaarleven te vertooncn. Men ziet nogthans, te midden dezer woestenij, eenige vruchtbaare plekken gronds, die, of bedekt zijn met groen - eiken, of beploegd; en zelfs eenige uitgeftrekte vlaktcns. Wij vorderden dezen morgen drie fpaanfche mijlen ,  $$z REIS door SPANJE. len, tot Villacastin, waar wij geduurende het heetfte van den dag uitrusteden. In deeze kleine ftad zijn twee honderd en rachentig huizen, bewoond van zestienhonderd inwoonders, als mede twee kloosters, het één voor munniken, het ander voor nonnen, en twee hospitaalen voor zieken en behoeftige reizigers. Deze laatfte omftandigheid is eene genoegzaame opheldering, wegens de oorzaak der fchijnbaare onevenredigheid tusfehen de geboorenen en geftorvenen, van welke eerden het getal jaarlijksch zelden meer is dan veertig, waartegen dat der overledenen omtrent vijftig bedraagt. Hier zijn wijders eene parochie - kerk, en vier kapellen in een' goeden ftaat, benevens vijf andere die vervallen zijn. Nog ziet men in dit fteedje twee groote gebouwen, in welke de merino fchaapen gefchooren worden. Uit gebrek aan waterftroomen, wordt het koorn met windmoolens gcmaalen. Wij laadden hier ter plaatfe onze piftoolen, alzo wij een bosch moesten doortrekken, dat berucht is wegens de daarin gepleegde rooverijen, en in 't welk een goed aantal gedenkkruisfen gezien worden. Mijn voerman reed ten allen ongelukke, zo verre vooruit, dat. het tweede rijtuig buiten ons gezicht geraakt was. Wij hadden den berg reeds beklommen, en waren tot in het digtftc van het bosch genaderd, toen ik, op eenigen afdand aan mijn rechtehand, twee kaerels zag met musketten gewapend, die met verhaaste fchreden op ons afkwamen. Zij hadden ons fpoedig ingehaald ,  REIS door SPANJE. 353 haald, waarop mijn voerman met het rijtuig ftil hield. Deze lieden waren twee bedelaars, die van alle reizigers geld afpersten, onder voorwendzei dat zij hen voor dieven beveiligden. Zij zeiden de afftammelingen te zijn van eene familie, welke door philips V. aangefteld was geworden, ten einde in deze gevaarlijke pas wacht te houden. Indien zij door de regeering in de daad daartoe aangefteld zijn, behoorde zulke menfehen ongetwijffeld eenigerhande foort van uniform te draagen , of ten minsten het een of ander kenmerk aan zich te hebben, om hun van roovers te kunnen onderfcheiden. Het bosch dat wij doortrokken, beftaat uit groen - eiken. Des avonds ten zeven uuren kwamen wij te San Chidrian, hebbende dezen dag zeven Spaanfche mijlen, of, naar mijne gedagten, meer dan vijfenderftig Engelfehe mijlen afgelegd. In deze geheele landftreek is de witte wijn uitmuntend, zijnde wel niet zo zoet en geurig als die van Foncarral, nabij Madrid, maar toch even zagt en aangenaam van fmaak. Van San Chidrian reisden wij over een groote vlakte, bedekt met zeer grof, los, en onvruchtbaar graniet - zand, hoewel die grond klaarblijkelijk goede olmen - en dennen - boomen konde voortbrengen. Waar dit zand de kosten van den landbouw eenigermaate kan vergoeden , bezaait men hetzelve met gerst en tarwe. Men was 'er diertijds beezig aan het inoogften. Naar maate de fchoo-  i& REIS door SPANJE. fchooven ïngebragt wierden, werden de graanea terftond daaruit getreedenj door muilezels, paar? den, osfen, of ook uitgedorscht door middel van de trillo. De Trillo wordt gemaakt van omtrent drie duims dikke planken, vijf voeten lang, en juist half zo breed. Het onderfte gedeelte van den bodem is bezet met omtrent tweehonderd feherpe vuurfteenen, ten einde al het ftroo tot kaf te fuijden, en het graan uit de airen te doen vallen. De man die het paard, de os, of muilezel, voor dit werktuig gefpannen, rondom de dorsch-vloer voortdrijft, zit of (laat op de trillo, en deze bewerking wordt genaamd trillar. Wanneer het koorn door de wind gezuiverd is, wordt het terftond op de koorn-zolder gebragt, zonder dat men voor de minste broeijing behoeft te vreezen, aangezien hetzelve reeds volkomen droog ingeoogst wordt, en de luchtge'fteldheid verre af is van dampig te wezen. De algemeene kleur,, in welke de boeren dezer provincie, even als in veele andere gedeelten van Europa, doch bijzonder in het prinsdom Walles, het meeste behaagen fcheppen, is bruin, maar de aanzienlijker lieden zijn meer genegen voor de zwarte kleur. Na dat wij de dorpen Adanaro, Hontoria, en Gutierre r Mtmoz doorgetrokken waren, kwamen wij, 'smorgens omtrent ten negen uuren, te Aribalo, een aanzienlijke ftad, bevattende niet minder dan agt parochie-kerken, behalven nog ééne in de voor-  REIS door SPANJE. 355 voordeden, agt kloosters, twee hospitaalen, twee koninglijke koorn - magazijnen , twee en veertig priesters, en zestien honderd huizen. Van hier reisden wij over eene vlakte van graniet-zand, en na vervolgens de rivier Adaja, welke noordwaards in de Duero uitloopt, overgetrokken te zijn, kwamen wij door wijnbergen te Ataquines. Zelfs in het allerwoest gedeelte van dezen weg, toonde eene planterij van denneboomen, als ook één majestuenfe olmboom aan, wat die landftreek voortbrengen kan. Ataquines is eene ellendige ftad, en zou ligtelijk voor een d^rp kunnen aangezien worden. De hu'zen, of liever hutten, zijn 'er laag, van gebakken. Reen flegt gebouwd, en met afdakken voor dezelve. Hun getal bedraagt Hechts twee honderd en zeventig, die door agt honderd menfehen bewoond ziin. Het middengetal der geboorencn is vijfenveertig, en dat der geftorvenen twintig, zijnde meerendeels kinderen, die aan de kinderpokjes omkomen. Hier zijn vier Priesters. Het is opmerkelijk dat zij agthonderd osfen bezitten. Brood Wordt verkogt tegen vier quartos het pond van zestien onzen; osfenvleesch kost agt quartos, of twee en een vierde (Engelfehe) Huivers; fchaapenvleesch is 'er niet te krijgen, en de wijn kost 'er omtrent één Huiver de kwart, of vierde gedeelte van een kan. Dc kerk is gebouwd van tichelfteenen, onderfieund door pilaaren van graniet, en wordt door masüef-zilveren lampen verlicht. Het  35<5 REIS door SPANJE. Het goud en zilver van Peru en Mexico vonden hunnen weg tot zelfs in deze ftad, doch uit gebrek aan fmaak, verwekt dit onverwagt ten toon fpreiden van weelde en rijkdommen, niets dan billijk misnoegen, wegens het misbruik dat daarvan gemaakt is. Deze landftreek zou door nijverheid, goed beftuur, en eene bekwaame markt voor het vertier haarer voortbrengzelen, tot eene der rijkften in de waereld kunnen gemaakt worden. Zij ftrekt zich uit, zonder dat daarin eenige bergen gezien worden, tot zo verre het oog reiken kan, hebbende daarbeneven overvloed van rivieren, en het geftadig genot van zonnefchijn; nogthans verkrijgen de landbouwers, ongeacht alle deze voordeden, bij mangel van hunne velden te bevochtigen, flechts tienvouwige vruchten van het gezaaide zaad. De ploegen zijn hier even ouwerwets, als die ik laatst befchreeven heb. Men ziet 'er menigte van kudden fchaapen. Dezen morgen reisden wij drie fpaanfche mijlen verre, dwars over de vlakte, tot Medina del Campo, liggende aan de kleine rivier Zapardiel, wek ke, tusfehen Toro en Tordefillas, met de Duero gemeenfehap heeft. In Medina zijn negen parochie - kerken, zeverrtig priesters, zeventien kloosters, en twee hospitaalen, doch tegenwoordig maar één duizend huizen. De van tichelfteenen gebouwde kollcgiaalkerk, wordt te recht, om haar gewelf zeer bewonderd. Men ziet in deze ftad alle kenmerken van  REIS door SPANJE. 35? Van haaren bewonderd. Men ziet deze ftad in vervallen ftaat. De huizen zijn van tichelfteenen, doch laag, cn ongeregeld gebouwd. Zij was eertijds de refidentieplaats van Koningen, en bevatte in liaaren omtrek veertieuduizend huisgezinnen. Het is oogenfchijnlijk, dat olmboomen, popelieren, moerbeziën-boomen, wijngaarden, en olijfboomen hier weelderig groeijen zouden, indien zij 'er flegts geplant .wierden. Van hier af floegen wij den weg in na Vdldestilias, reizende, vier fpaanfche mijlen verre, door eene allerfraaifte landftreek, welke koorn en wijn in overvloed oplevert. Deze ftreek is niet bergachtig, maar rijst bijna onmerkbaar in de hoogte * en is overal ontbloot van boomen, hoewel bekwaam om de hoogfte olmen voort te brengen. Het aardrijk beftaat inzonderheid uit granietzand, vermengd met gladde ronde fteentjes, diergelijke men zeer wel verwagten kan nabij den famenloop van zo veele rivieren, als hier van drie kanten; te weeten uit het oosten, noorden en zuiden, te famen komen. Valladolid was, als hét middenpunt onzer voorgenomen reis, tot de rustplaats beftemd, welke fchikking mij zeer aangenaam was, als zijnde die aloude ftad Zeer belangrijk Voor den reiziger. Ik had het geluk, den marquis de mos, eert edelman uit Galleien, grande van Spanje, en Kolonel bij de armee, hier ter plaatfe te ontmoeten. Hij, die mij de eere had aangedaan, Om reeds aan het hof kennis met mij te maaken, en mij thans I. Deel. Aa o»«  Hg R E ï S door SPANJE. onder zijne befcherming nam, had in deze ftad een huis gehuurd, alleenlijk om een rechtsgeding in de kancelaarij, door zijne tegenwoordigheid, nadrukkelijker voort te zetten. Valladolid . is een groote ftad, hebbende binnert haaren omtrek een paleis en hooge fchool, als mede verfcheiden collegien en gerechtshoven, gelijk ook, een van de twee hooge kanfelaarij - hoven al* daar refideert, Terftond na dat men de eerfte poort doorgegaan is, komt men op een groot plein, rondom 't welke zeventien kloosters ftaan; en van daar door de tweede poort komende, doet zig de ftad op met alle blijken van eerwaardige oudheid. De plaza major, of groote vierkante markt, is ruim en eerbiedwekkend, hoewel, met het overige der ftad vergeleken, oogenfchijnlijk in eenen hedendaagfehen fmaak. De Kathedraal - kerk, door j u a n de h e rrera gebouwd, is groot, zwaar, en, na mijne gedagten, verre van fierlijk; zij heeft Griekfche boogen , en de pilaaren in het front zijn van de Dorifche. orde. Verbaazend zijn de fchatten, welke deze Kerk bezit. De custodia ( of bewaarplaats der reliquien), doorjUAN d'arfe gemaakt, is van masfief zilver, en meer dan zes voeten hoog; dc Verfierfelen en juweelen aan dezelve zijn zeer veele in getal en overheerlijk gewerkt, en het geheel te famen genomen, is onwaardeerbaar; nogthans bedragen de inkomften van den bisfehop niet boven de vijfduizend ponden jlerling, of vijf en vijftig duizend Hollandfche guldens 's jaars. In de ftad gijn vijftien parochie - kerken j benevens vijf bij- ker-  REIS door SP ANJE. %fy Kerken, zes en veertig kloosters, twee honderd en zeven en twintig priesters, en zes hospitaalen voor zieken, kinderen en krankzinnigen. Zij bevat wijders vijfduizend huisgezinnen, en twintigduizend inwoonders. Bij de univerfiteit, die ih zeven collegien verdeeld is, zijn twee en veertig hoogleeraas, vijftig mindere leeraars, en meer dan tweeduizend ftudenten. Deze Kweekfchool werd gefticht in het jaar 1346, door don alonzo XI. Van het jaar 1784 tot 1785, wierden twaalfhonderd en negen en negentig jongelingen, als ftudenten bij dezelve ingetekend. De Kerk en het klooster van St. Benito, zijiï beide beziens waardig; doch onder alle openbaare gebouwen verdient, naar het mij voorkomt, de Kerk van San Pablo, nabij het paleis, meest bewonderd te worden, het zij wij de fierlijkheid van het geheel in aanmerking neemen, of alleen onsoog vestigen op' de keurig uitgewerkte figuuren in basreliëf en verdere ■ fieraaden, welke, na een tijd verloop van drie honderd jaaren, hoewel aan weêr en wind beftendig bloot gefteld, zeer weinig fchijnen geleeden te hebben. Het [zogenaamde vierkant' der nieuwelingen (quadrangh of the novices} in deze Kerk, verdient billijk den hoogften lof. Het koninglijk paleis, meer fierlijk dan groot, is tot nog toe in vrij goeden ftaat doch alle paleizen Van den eerften' adel zijn fterk in verval. Karei. V. ontfing hier de tijding, dat zijne zegepraalende benden Romen ingenomen, en den Aa 3 Paua  Ö zwolgen te worden. De overhangende rotfen zijn boven alle verbeelding prachtig. Wat laager, op den afftand van omtrent een (Engelfehe) mijl, legt Po/a de Somiedo, een klein dorp van eenentwintig wooningen, die eene kleine hoogte bcflaan, en omringd zijn van ten naasten bij tachtig halve morgen (acres) weiland, welke het aan geen water ontbreekt. Was shake- s i' e*.  REIS door SPANJE. 385 speare ooit hier geweest, dan zou zijne verheeldingskracht zich nimmer zoo zeer hebben bezig gehouden met de klip van Dover. Dit dorp, met deszelfs weilanden, kleine rivier, hooge bergen, waarvan eenige naakt en bijkans rechtftandig, andere met hangende bosfehen bedekt zijn, de van rots tot rots fpringende geiten, en het rundvee om laag vreedzaam grazende , maakt alles te famen een allerbekoorlijkst tafercel uit. Ik had overvloedig tijd, om zo wel mijne verbeelding als penfeel aan deze plaats tc oeffenen; want in dit bekoorlijk dorp was voor ons noch brood, noch vleesch, noch eieren, noch wijn, te krijgen. Vleesch en wijn zijn hier lekkernijen, welke van de inwoonderen zelden geproefd worden. De holle weg, door welke het klein riviertje zijnen loop llingert, wordt beurtelings breeder en fmaller, zijnde aan eenige plaatfen niet boven zes Voeten breed, en houdt, zelfs in zijne grootfte breedte, niet boven de zeshonderd voeten. Somtijds loopt de bergkloof fchuins op, en laat eenige morgen lands over om bebouwd te worden; op andere plaatfen is zij fteil en ongenaakbaar, behalven alleen voor geiten; dikwijls ruuw en naakt, maar ook niet zelden vrij dik begroeid met eene verfcheidenheid van boomen, als eiken, esfchen, beuken, groote bazel-nooten, walnooten , en kifcstanjeboomen, zelfs aan plaatfen, waar gee41e zichtbaare aarde voor dezelve is, om hunne wortelen in te fchieten. De rotfen zijn fraai, doch in-  SS6 REIS door S P A N J E. inzonderheid, waar het gladde witte marmer bijkans vcrfchoolen ligt agter de groene bladeren» Nader bij den waterkant, wordt het toonecl veranderd door pruimen $ moerbeziën-en vijgeboomen^ welke gemeenlijk de nabijheid van het een of ander dorp aankondigen. De weg tusfehen deze rotfen is boven alle verbeelding wild: zij loopt fomtijds na de laagte en ter zijden Van de rivier, aan andere plaatfen opwaards tegen de fteile hoogte, of van de hoogtens afdaalende; hebbende aan den éénen kant eene gevaarlijke diepte van twee of driehonderd voeten beneden haar, en aan den anderen kant overhangende rotfen, welke den reiziger dreigen te verpletten. Aan fommige plaatfen is de rivier bekneld tusfehen twee rotfen, en daardoor onzichtbaar; aan andere plaatfen kan men, de oogen na beneden flaande, tusfehen de takken eene flaauwe fchemcring van haar water zien ; doch hel zij de rivier zichtbaar of onzichtbaar is', men hoort altoos haar gcruisch beneden in dé diepte. Dewijl dc weg doorgaans ruuw, cn zo eng is, dat Hechts dén muilezel op dezelve plaats heeft, maakt de vrees Voor gevaar dikwijls meer dan het evenwicht uit tegen het vermaak, 't welk men anders van deze wilde cn zeer romaneske, uitzichten zoude hebben. Op den afftand van twee Spaanfche mijlen vari Pola de famiedo, en ten naasten bij op gelijke hoogte met de rivier, is het marmer belaaden met belemniten; doch kort daarna verdwijnt de kalkfteen of het marmer, wordende opgevolgd door zand-  RÉIS door SPANJE. 38? Éandfteen, die aan fommige, plaatfen ongemeen fijn is van grein, en bijkans even glad als dc Turk* fche fteen. Aan andere plaatfen is dezelve grofkorrelig, en oogenfchijnlijk famcngefteld uit afgebroken ftukken, welke een foort van poddingltecn formecren. Ten einde van vier Spaanfche mijlen, of iets meer dan vier uuren rijdens, kwamen, wij te $, Andres de Aguera, liggende nog fteeds in dezelfde bergkloof, welke zich hier verwijderd, en het aanleggen van grooter dorpen toelaat. ' Om uit de koningrijken Castilien en Leon in Asturien tc komen, zijn 'er ook nog andere pasfen, welke, na mijne gcdagteii, ieder in 't bijzonder zeer fterk, of gemaklijk te verdeedigen zijn. Uit deze om Handigheid is ligt te begrijpen, niet alleen, waarom de Mooren,die binnen den tijd van drie jaaren al het overige van Spanje té onder gebragt hadden, niet verder na bet hoofden konden doordringen; maar insgelijks, om wat reden die natie, na dat de oorlogskans was omgekeerd, en zij uit deze noordelijker landftreeken terug gedreeven waren; echter niet naliet haare veroveringen na het zuiden voort te zetten. De jaloefij van twee lafhartige en fnoode Vorften, had de Spanjaarden, iu de jaaren 700 cn 7T1 , ontwapend, en aan dezelve niets overgelaateu, waardoor zij de onftuimige aanvallen hunner vijanden tegenftand konden bieden, welker ligte ruiterij het geheele platte land afliep, en haare zegepraalende banieren krtgs de oevers der voornaamfte rivieren Van het rijk  388 REIS door SPANJE. rijk liet wapperen. Doch zo dra de Mooren deze berg-keten naderden, welke zich oost-en westwaards uitrtrekt, en het noordelijk gedeelte van Gaikien, benevens Asturien, Biscaijen en Guipuscoa, van het overige van Spanje affcheidt, cn die iu vroeger eeuwen den voortgang van even krijgshaftige natiën., te weetcn der Carthagenienfers, Romeinen, en Gothcn, geftuit hadde, werd derzelver ligte ruiterij aldaar volftrekt nutteloos, en zij zagen zich gedwongen, om aldaar aan hunne heerschzucht paaien te zetten. Zij wierden hier tc keer gegaan door den infant dan palaijo. Na den dood van rodrigo, die ijl 714, in een vcldfiag voor Xeres ,mtt verre van Cadiz, gcfneuveld was, had deze prins de wijk genomen na het gebergte, en beveiligde door zijnen moed het gering overblijfzcl van een groot rijk, voor zijne nakomelingen. Hier was het, dat zich dat kloekmoedig gedacht vormde, 't welk in laater eeuwen, op het verbasterd kroost der Mooren aanviel, hetzelve uit de vlaktens verdreef, en eindelijk het geheele land van die geduchte vijanden verloste, welke zich niet minder dan zevenhonderd en tachtig jaaren, in het bezit van een goed gedeelte daarvan gehandhaafd hadden. Te S. Andres de Aguera aangekomen zijnde, namen wij onzen intrek in de pastorij, waar do goede padre cura ons verwelkomde met de hartelijkfte gastvrijheid. Dit kerkelijk ampt was aan hem opgedraagen door den bisfehop vau Oviedo, en wordt voor één der besten gehouden, waarover  REIS door SPANJE. 389 ver die prelaat befchikken kan. De pastorij is eigentlijk niet meer dan eene tamelijke Hulp, die met weinig opzicht tot gemak, maar nog minder tot fraaiheid, gebouwd en ingericht is. Na dat wij vijf trappen van ongehouwen fteen waren opgetreden, kwamen wij in een donker portaal van omtrent drie voeten in 't vierkant, hebbende aan de linke hand de kleine keuken, en aan de rechte hand het binnen-vertrek. De eerfte behoeft niet befchreeven te worden; het laatfte is veertien voeten lang en twaalf breed, zijnde voorzien met eene ruuwe vloer,witte muuren,onbefchoten zoldering, en voor huisraad Hechts één eikenhouten tafel, met twee banken. Dit vertrek heeft gemeenfehap met de ftudeerkamer, zijnde maer zes voeten lang en vijf breed, als ook met de flaapkamer, die zes voeten in het vierkant houdt, doch geene venfters heeft, om dat zij tusfehen het portaal en de ftudeerkamer ingeüoten is. Onder deze laatfte is de, met wijn in zakken rijkelijk geftoffeerde kelder, tot welken men door een naauw luik afklimt. De twee meiden Oaapen in een klein vertrek naast de keuken, en de kapellaan buitens huis, in eene kleine hut, op dat hij 's nachts hier of daar geroepen wordende, zich op weg begeeven kan,zonder den goeden pastoor in zijnen flaap te ftooren. Toen wij hier waren aangekomen, werd ons terftond chokolaad en befchuit voorgezet, waarna, bij het avond-eeten, eenige vette hoenders, met overvloed van goeden wijn, ons fchadeloos ftelden I. Deel- Cc voor  39° REIS door SPANJE. voor den foberen middagmaaltijd, dien wij te Pahidt Samiedo gehouden hadden. Het beste bed wierd aan mij, als vreemdeling zijnde, ingeruimd, en de gastvrije priester wist het zodanig te fchikken, dat alle de overigen insgelijks huisvesting kreegen. De volgende dag was vrijdag, en dus vastendag, 't welk echter ten mijnen opzichte geene zwaarigheid veroorzaakte, want deez' jonge priester was zoo beleefd, om voor mij een hoen te laaten opdisfchen. Over tafel gaf hij mij insgelijks een voldingend bewijs van zijne befcheidenheid; want mij aanmoedigende om van een zeer lekkere forel te proeven, welke in de rivier Luna gevangen was, poogde de opzichter van mijnen jongen vriend zulks te beletten, die de fchotel, waarin deze visch lag, voor mij weg neemende, zeide: „ hij mag geen visch eeten, om dat hij reeds „ vleesch gegeeten heeft." ,, Het is waar,** antwoordde de priester: „wij catholijken mogen geen visch op een' vastendag proeven, zo wij „ vleesch gegeeten hebben, maar uw vriend ligt „ onder die verplichting niet." Deze parochie bevat honderd een en vijftig huisgezinnen, uitmaakende, behalven de kinderen beneden tien jaaren oud, zevenhonderd communicanten , die verürooid zijn in negen kleine dorpen, van welke zeven op het gebergte, en twee beneden in de valei liggen. De vereeniging van zo veele dorpen tot maar déne parochie , maakt de toevallige amptsverrichtingen aldaar zeer moeijelijk, vooral in den winter, wanneer dip geheele land- foetk  REIS door SPANJE. 301 {treek diep met fneeuw bedekt is. Volgens een middengetal, worden 'er jaarlijksch dertig kinderen gebooren, en daartegen derven vijfentwintig menfehen. Een weinig laager in de valei, ligt Aguerina, waar men de wooning ziet van den Kardinaal c 1enfugos, benevens de geringe ftulp , in welke bij gebooren was. Geen licdendaagsch kardinaal zou in een van deze beiden zich een' enkelen dag willen ophouden. De bewoonders van alle deze gebergten zijn zeer gedeld op klederen van bruin laaken, en de vrouwen fpinnen daar, volgens de wijze onzer voorouders, met een fpinrok. Hun vlijtbetoon is verbaazend; niet als een gevolg van weelde, gchjk in meer begunstigde gewesten, maar als het kind der armoede en eener drenge noodzaaklijkheid. Het kleinde toeganglijk plekje gronds blijft hier geenzins onbebouwd, en zelfs het allerfchraalde aardrijk wordt gedwongen, om eenige fchatting op te brengen. De hooger landen worden bezaaid met tarwe, dc laager met Turksch koorn. De rotfen beftaan uit kalkfteen, welke gebrand zijnde hoofdzaaklijk tot mesting van het land gebruikt wordt. Zo veel land, als een paar osfen in eenen dag beploegen kunnen, of omtrent een vierde van een morgen, is hieromdreeks honderd dukaaten, of ten naastenbij elf ponden fterling waardig. Van jcodanig ftukje lands, reekent men dat aan huur C e 2 de  3pa REIS door SPANJE. de waardij moet betaald worden van één fanegx tarwe, of zes en vijftig ponden brood, van twintig oneen het pond. Dewijl ik hier niets anders te verrichten had-, maakte ik, tot tijdverdrijf, eene aftekening van Aguera, als ook van Aguerina, waarna ik met onzen gulhartigen priester na de kerk wandelde, ten einde het lighaam van den heiligen fructuoso te bezien. Tot dit lighaam neemen dieven en moordenaars hunne veilige toevlucht tegen het wraakzwaard der gerechtigheid; en zo diergelijke misdaadigers het geluk hebben, om maar flechts het kerkportaal tc bereiken, voor men hen gevat heeft, wordt aanftonds het gerecht ontwapend, en zij blijven daar volkomen veilig. De kerk mag hun wel is waar uitleveren, maar niet om met den dood geftraft te worden. Zodanige vrijplaats doet in Asturien weinig nadeel , alzo de inwoonderen van dia landftreek uitmunten wegens hunne zagtmoedighcid en eenvouwigheid van zeden; in andere provinciën daartegen, geeft dat voorrecht maar al te dikwijls aanleiding tot de grootfte euveldaaden. ■Mij is Verhaald, dat op het gebergte niet alleen wolven, maar ook beeren, en zelfs een foort van tijgers zich onthouden, welke al te famen, in den winter, uitneemend wild en bloeddorftig zijn. Uit vrees voor deze dieren, drijven de herders hunne kudden, uit fchaapen en geiten beftaande, altoos tegen den avond na de dorpen; en wanneer zij :op het gebergte zijn, worden zij verzeld van zeer fter-    ïtEIS door. SPANJE. 393 fterke honden, die gewapend zijn met een halsband met ijzeren pennen. De prijzen der levensmiddelen zijn hier: osfenvleesch agt quartos het pond van vierentwintig oneen, dat is, anderhalve ftuiver voor de zestien oneen; fchapenvleesch tien quartos, en brood vijf quartos, beide het pond van zestien oneen. Arbeidsloon kost Vier reaalen, of omtrent negen en een halve ftuiver daagsch. Op Zaturdag den 5 van Oostmaand, verlieten wij Aguera 'smorgens ten vier uuren, en vervolgden onzen weg, drie Spaanfche mijlen verre, nog geftadig door dezelfde bergkloof, welke hier een valei zou mogen genaamd worden, en ter zijden van dien fnellen ftroom, welke wij, van zijnen oorfprong af, nabij het toppunt dezer groote bergketen, fteeds gevolgd hadden. Aan een zeer romaneske plaats Belmonte genaamd, iloegen wij onzen weg oostwaards, verlaatende aldus deze bergkloof, en zagen bijna overal dezelfde foorten van boomen, als in de voorige dagen, namentlijk de groote haazelnoot , kastanje , walnoot , en eikeboomen. Na dat wij omtrent een uur lang beftendig opwaards geklommen waren, bereiken wij de kruin van een berg, van waar wij het uitzicht hadden over eene zeer uitgeftrekte landftreek. Deze fnelle verandering, na tusfehen de naauwe grenzen eener diepe bergkloof zoo langen tijd ingefloten geweest te zijn, was gelijk eene weder opftanding van den dooden. Hier begonnen wij veel ruimer adem te Cc 3 haa-  394 REIS door SPANJE. haaien, en lieten onze oogen met vermaak overal rond weiden, ten einde eene voor ons liggende nieuwe waereld te befchouwen. De kleine heuvels , met koorn en houtgewasfen bedekt, vervroolijkten ons hart, en deze geheele landftreek, met haare heggen en verdere inperkingen , haar levendig groen, en de verfcheidenheid haarer voortbrengzelen, deedt dezelve na eene der rijkfte parochies in Engeland gelijken. De rotfen beftaan hoofdzaaklijk uit kalkfteen; nogthans vindt men 'er ook fchist, zelfs op de hoogfte dezer bergen. Wij daalden, omtrent den middag, nederwaards na eene zeer uitgeftrekte ronde vlakte, welke aan alle zijden ingcfloten is door bergen, en door eene kleine rivier bevochtigd word, aan welker boorden, genoegzaam in het midden dezer vlakte, het dorp Grado gelegen is. Na hier ons middagmaal gehouden te hebben, volgden wij voor een' korten tijd, den loop der rivieren,waar deze tusfehen twee hooge rotfen henen ftroomt, neemende vervolgens onzen weg langs enge valeien , waarna wij, van rots tot rots klimmende, eindelijk eene vruchtbaare vlakte bereikten, aan welker uiterfte gedeelte de ftad Oviedo gebouwd is, en kwamen ten laatften, omtrent het ondergaan der zonne, in het paleis van den bisfehop, zijnde de plaats onzer beftemming. De kosten van deze reis waren als volgt: Voor een kales (calafinej tot Falladolid, zijnde twee en dertig Spaanfche, of omtrent honderd en zes-  REIS door SPANJE. Z9S zestig Engelfehe mijlen, berekend tegen vijf dagen voor de uitreis, één rustdag, en vier voor de terug reis, dus in alles tien dagen, met het loon van den drijver, tweehonderd en vier en tachtig reaalen. Voor een halve Kales, van daar tot Leon honderd reaalen. Voor een milezel, vm Leon tot Oviedo, vijf dagen , met de terug reis, honderd en twintig reaalen. Een derde van de leeftocht en reiskosten van Madrid tot Oviedo, zijnde dit mijn aandeel in dezelve, twee honderd en twee en zeventig reaalen. De geheele uitgave bedroeg dienvolgens, in Engelsen geld, £ ?■ 14 Sch. 7! d., of omtrent vijf en tachtig Hollaudfche guldens, voor een reis, welke, zo wij den naasten weg genomen hadden, twee en tachtig Spaanfche mijlen zou bedragen hebben, doch, naar het mij toefchijnt, door ons wel op meer dan negentig zodanige mijlen, of omtrent vierhonderd en vijftig Engelfehe gebragt wierd, en op welke wij vijftien dagen doorbragten. De gewoone kosten, in dit gedeelte van Spanje, mogen begroot worden, voor een kales, vijf fchellingen en zes duivers Engelsch, of omtrent drie guldens daagsch, betaalende hetzelfde voor de terug reis, benevens vijf fchellingen , of vijf en vijftig duivers daags voor de verteering, waaronder die van den voerman niet begreepen is, alzo deze zijne eigen kosten draagen moet.  Aanwijzing van de plaatzing der Plaaten De Plaat verbeeldende de Barmhartigheid der Inquifitie. . . . . BI. 117 Die van Aguerina. . . — 392