'021 2974 UB AMSTERDAM  VERHANDELINGEN VAN HET p rar1 ncIaAt ÜTRECHTSCH GENOOTSCHAP V A I» KUNSTEN £ N WETENSCHAPPEN. DERDE DEELS Bij S. DE WAAL; prukker van het Provinciaal Genooffibap, MDCCLXXXV.   ANTWOORD OP DE Vraag, VOORGESTELD DOOR HET PROVINCIAAL VTRFCnnCH GENOOTSCHAP VAN KOASTEN EN WE'lENiCHAPPEN. „ Welke zijn de natuurlijke of uit de levensi, wijze ontftaane oorzaaken van de zno aanmer„ kelijke vermeerdering der Zenuwziekten in ons s, Land? tvelke zijn der zeiver kenmerken*} weU „ ke is de befte wijze, om dezelven voórtekomefi & en te geneezen f" t DOOS LAMBE1TUS BÏCKÊR; Medicina Do&qr, Secretaris van het Bataaffti Genootfchap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam en Gewoon Lid van het Provinciaal Utrechtfcb Gcmotjcbap. ONDER DB ZINSPREUK. Damnnfa quid nan imminüit dies" Mtat partntum, pejor avis, tulit Nos ntquiores. mox daturos Progeniem vitiofiorem. v * y   Pag. 3 INLEIDING. ■ hl ■ : >b e Nederlanders zijn van alle tijden'? ën nog tot in het eind der voorgaande * ëeuw , bekend gewoed voor een kloek , hard, fterk en gezond volk; dus getuigen 'er alle hunne gefchiedfchrijvers van: en, zoo men de fchrifteri hunner geneeskundigen nagaat, moet men befïuiten dat zij naauwlijks eenige andere ziektens kenden, als die uit de verwisfelende gematigheden des luchtsftreeks en uit een zwaaren arbeid ontftaaïi, benevens zommigen , die, bij wijze van befmètting, overgeplant worden; dóch dat de kwaaien der weelde en overdaad, en, voör al dë Zenuwziektens, bij hun zoo vreemd waren, dat zij 'er zelfs" den naam niet van' kenden. Dan zedert het begin deezer eeuw zijn de ïaatften , onder hen5 zoo aanmerkelijk vermeerderd. dat thans  4 LAMBERTUS BICKEK ten minden twee derden van de inwoo» ners der zeven vcrecnigde geweflen zenuwziek is of zulks, vroeg of laat, geweert is; de armen zoo wel, als de rijken; de arbeiders zoo wel, als de werkcloozen; en de landlieden , niet veel minder , dan de ftedeiingen : getuigen zijn de algemeene klagten der ingezetenen ; de eenpaarige toe/temming van alle onze geneesheeren; de menigte werken, die 'er zedert ecnigen tijd over zijn uitgekomen; en het vermeerderd beftaan van deszelfs oorzaakenzowel, als het grooter getal van geneesmiddelen, die 'er tegen uitgedagt en aangeprezen zijn, ja zelfs het vergroot aantal der Artzen, die althans, buiten zulks, minder nodig zouden zijn. Dam- nu van de rterkte en gezondheid des volks hunne algemeene welvaart grootendeels afhangt; daar zoo eene menigte van onze landsgcnootcn door zenuwziektens verzwakt en kwijnende is ; daar de uitwerkzels en gevolgen deezer kwaaien alzints fmejtelijk en beroerende zijn; daar zij op het bijzonder beftaan, welzijn en genoegen der lijderen den nadeeligfïen en beklaaglijkften invloed hebben; en daar het te yreezen is , dat dezelven, van tijd tot tijd nog flaan te vermeerderen en te ver- zwaa-  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. 5 zwaaren; is het buiten twijffel van zeer veel aanbelang, dat meij de oorzaken dier ziektens tragte op te Ipooren en tevens de middelen aantewijzenom dezelven voortekomen en te geneezen, Edog, naardien men hier aan niet voldoen kan, ten zij men de zenuwziektens wel kenne, zo is het te gelijk noodzaakelijk, dat men de tekenen opgeve, waar door zij te onderkennen zijn; ten einde men niet voor zenuwkwaaien aanzie en als zodanige ziektens behandele, die zulks inderdaad niet zijn, gelijk maar al te dikwijls gcfehied, waar door niet zelden de grootfte en gevaarlijkfbe mistaflingen in de practijk begaan worden. — Dan het is ter bereiking dcczer heilzaams oogmerken , dat het loflijk Provinciaal Utrechtscii Genootschap ter beantwoording VQQ.rfte.ld de vraag I. „ Welke zijn de natuurlijke of uit „ de levenswijze ontffciane oorzaaken ,, van de zoo aanmerkelijke vermeerde- ring der zenuwziektens in ons land? 11. ,, Welke zijn derze/ver kenmcr„ ken? UI. ,, V/elke is de befte wijze, om dezelven voortekomen en te gcncezen"? 'r. Is genoeg bekend, dat zedert weiA 3 ' $8*  $ lambertus bicker nige jaaren verfcheiden kundige en ervaaren mannen in de Geneeskunde over deeze onderwerpen opzettelijk gefchreven hebben. De werken van Boerhaave (a) WlIYTT (b) BlCKER (c) TlSSOT (cT) Po mme (O Virjdeta (f) en anderen zijn zekerlijk in handen van de meefle Geneesheeren. Deeze leezende , vindt men, dat zij alles, wat tot de zenuwziektens betrekkelijk is, zo uitvoerig en in veele opzigten, zoo volledig behandelt hebben, dat men wanhoopen moet, om 'er-iets nieuws van belang bijtevoegen, of'er iets beters omtrent voor den dag te brengen. Men vind 'er zelfs alle de leden deezer prijsvraag bijkans zoo onderfchciden en voldoende in beant. Woord, dar men 'ligtciijk in hét denkbeeld zou vallen, van bij het Genootfchap te kunnen voldaan, met llegts een kort en wel bewerkt uittrekzel van alles, wat zij 'er waar en nuttig van gezegd hebben, aan het zelve te overhandigen. — Van (.a) Brxkft. Acacl, dc Morbis NervorHm, KP) Verhand, over de Natuur, enz. der zenuwziektens. (è) Vertoog over de oorzaken van dc heden* dasgfch\2 menigvuldigheid der zenuwziektens, (d) Traité des Nerfs er. de leur Maladies. CO Traité des vapeurs. (J) Traité des vapeurs.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. f Van dit alles kan ook het Genootlchap zekerlijk niet onkundig zijn , waarom men befluiten moet, dat het zelve geoordeeld hebbe , dat die fchrijvers de kennis der zenuwziektens inzommige opzigten niet zo volledig en voldoende hebben voorgedraagen , als men wel zou wenfchen; zoo dat 'erwelligt nog nieuwe en nuttige kundigheden zijn bytevoegen; dat zij dezelven, te onbepaald of niet onderfcheiden genoeg, hebben verhandelt , en 'er dus kwaaien toegebragt hebben, welken zulks, eigentlijk niet zijn of dat zij dezelven te uitvoerig en niet bepaald "genoeg, tot ons land, befchouwd hebben, om 'er dat nut van te trekken, het welk het zelve met deeze Vraag beoogt. 't Is vermoedelijk daarom, dat het Gcnootfchap bij het uitfehrijven deezer vraag vermeld heeft „ op dezel„ ve geene uitgebreide verhandelinge o„ ver dc zenuwziektens in 't algemeen, „ te verlangen, maar dat men zig bepaale tot de redenen der vermeerdering „ deezer ziektens in ons land en van der„ zeiver waare kenmerken , ten einde „ dezelven van andere ziektens , waar „ mede ze zeer dikwijls verward wor„ den, behoorlijk te kunnen onderfchei-. 9S den". — A 4 In  § LAMBER.TUS BICKER In gevolge derhalven van deeze denkbeelden , zal ik mijne beantwoording op de vraag inrigten en aan de bijzondere bedoelingen en geëifchtens van het Genootfehap tragten te voldoen, door alleen de waare oorzaaken, de eigenaarrige kenmerken en de gelchiktfte voorbehoed - en geneesmiddelen der thans in ons land zoo zeer vermeerderde zenuwziektens, op eene^.beknopte wijze, voortedraagen: voor zoo verre ten minften de beoeffening der geneeskunde, de leezing en overweeging van alles, wat daar toe betrekkelijk is, mij tot het een en ander in ftaat gefteld hebben. Ik zal dan ook geenc zwaarigheid maken, om het geen daar toe dienende is, uit anderen over tc nemen, voor al, wanneer ik het door mime eigene ondervinding beveiligen kan, zonder mij echter met geleerde aanhaalingen veel op te houden.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. toe welke men zoo veele en zoo verichillende kwaaien brengt, als die der zenuw-., ziektens; en daar zijn ook geene ziektens, over wier aart, oorzaaken en toevallen men zoo verfchillend denkt, 't welk oorzaak is , dat men dezelven zeer dikwijls met anderen verwart en niet zelden zeer verkeerdelijk behandelt. Menigmaal heb ik gezien, dat men wezenlijke zenuwziektens als ziektens van eene ganfeh andere natuur behandelde , en doorgaans met de verderrelijklr.e gevolgen; maar nog meermaalen en met geen minder kwaad gevolg, heb ik, als zenuwziektens, zien behandelen l' waaien, die zulks eigenlijk niet zijn, ja die in aart geheel van dezelven verfchillen. Dan men moet ïoeftaan, dat 'er. ook geene ziektens zoo «oeijelijk van anderen zijn te onderkenA 5 nen. LI.  LAMBEftTUS BICKER nen. Daar zijn maar weinig Ueepende ziektens , met welk zij niet , meer of min, vermengd en verbonden zijn; en fchier van alle ziektens zijn de toevallen, in een ruimen zin, aandoeningen of beroeringen der zenuwen* Daar en boven zijn dc eigen toevallen deezer ziektens zoo meenigvuldig, zoo verfchiilen. de, zoo onbeftendig en onregelmatig, dat volgens Sydeniiam geen Protheus in gedaanteverwisselingen, en geen Kijf nieleeh in kleuren&9Q veranderlijk is, en de gedaanten, die zij aanneemen , heb-: ben dikwijls de grootfte overeenkom!! met die van andere kwaaien. Om derhalven , volgens den eifch van het voorltel, van de in ons land zoo merkelijk vermeerderde zenuwziektens dc waare oorzaaken en de gefchiktfte voorbehoed-en geneesmiddelen aan te wijzen, dient men vooraf te wecten , wat eigenlijk zenuwziektens zijn, en door welke tekenen zij van andere ziektens kunnen onderkend worden; en hierom zal het g mijns bedunkens, 't beft zijn , dat ik het tweede gedeelte des voorftcls het eer? fte beantwoorde. Gelijk nu van alle klasfen van ziektens i zoo moet men van die der zenuw-; i 93 • ., : ziel**  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. it ziektens , de onderfcheidende kenmerken afleiden I. Uit den onderfcheiden aart en toevallen. II. Uit de verfcheide oorzaaken derzelven, en de omftandigheden, die 'er gewoonlijk mede gepaard gaan. III. Eerft ftaat mij dan te onderzoeken de pnderfcherden aart der zenuwziektens , voor zoo verre ten minften, als zulks dienen kan om de onderfcheidende kenmerken derzelven op te maaken. De naam van zenuwziektens geeft ons teritond net denkbeeld van ziektens , die alleen uit de zenuwen voortkoomen of wel in dezelven haare zitplaats en oorzaak hebben. Maar gemerkt de zenuwen, van de hersfenen en het ruggemerg oorlpronkelijk, van dezelfde zelfstandigheid en 'er zoo naauw mede verbonden zijn, dat zij 'er als één weezen, één zamenflel mede uitmaaken, en nadien zij van dezelven haar werkend vermogen ontfangen en deswegen lijden, zoo dra deeze aangedaan of beledigd zijn, zoo moet men, "in 't algemeen, zoo wel de ziektens en toevallen.  12 LAMBERTUS EICKER len, die uit aangedaane of beledigde hersfenen en ruggemerg, als die uitongeltelde zenuwen alleen'ontitaan, zeuu.r ziektens noemen. In het bijzonder i. Nademaal de hersfenen, het ruggemerg en de zenuwen uit vezelen beftaan, die, hoe fijn, teer, week en zagt zij ook zijn mogen, nogtans cene zekere vaftheid, lievigheid en vecrkragt hebben; en dewijl zij daar en boven vermoedelijk buizen of vaten zijn, die met hunne eigene vliezen bekleed, een bijzonder vogt Liquidum voeren , zenuwvogt of dierlijke geeft en nervenm, genaamd, zoo kan men op dezelven toespirity paspen aue onderfcheidene ziektens of Paihdogia. gebreken , welke men m de ziektekunde, als ziektens der vafte levende deelen, der vaten en der vogtea verhandelt; te wee-, ten, gebrekkige of te groote zamenhang, weekheid of ilapheid, ftijfheid of ftrakheid, te groote of gebrekkige gevoeligheid der zenuwen, dunheid of waterachtigheid, dikheid of lijmigheid , fcherpte , verftopping , belemmerde invloed, onregelmatige doorloop van het zenuwvogt enz. en alle gebreken van derzelver zamenftel kunnen zekerlijk ook ziektens der zenuwen genaamd worden. Dewijl cie zenuwen , door het gant-  Over de ZenUzvz'iekte der Nederlanderèn. 13 gantfche lichaam , door alle de ingewanden, tot in de fijnfte bewerktuigde deelen, vaten, klieren, vliezen en fpierve, zelen zich verlprciden en overal met elkander verknogt, aan alle deeze deelen het gevoel, de beweeging en met de hersfenen het medegevoel of medelij dendheldCmfenfusj geeven, in dier voegen, dat alle def- :pnpBth,a' zeiver werkingen en bedieningen, van de fpijskooking tot de voeding en affcheiding der vogten toe, van den invloed der zenuwen volftrekf afhangen, zoo mogen alle de omftelde werkingen en bedieningen dier deelen en alle de toevallë'fl , welke uit derzelver medelijdenheid voortvlocijcn, voor zoo verre zij de onmiddclijke gevolgen zijn van öngeftelde of beledigde zenuwen, ook zenuwziektens heeten. 3. Eindelijk , vermits dc zenuwen de eigenlijke zitplaatzen en werktuigen zijn van alle de uit - en inwendige zintuigen , die alle gewaarwoordingen tot het algemeen zintuig en den geeft overbren- Stnfirium gen; dewijl zij aan den anderen kant c\eei>nmune* onmiddelijke uitvoerders zijn van alle de bevelen van den geeft, in de vrijwillige bewegingen der fpieren, die alle van dezelven afhangen; gelijk ook alle gemoedsdriften en aandoeningen in en door, dezel-  $4 E.AMBEKTUS BICKEK. dezelve geboren worden; en zij dus met de ziel den gcheelen gevoelenden, denkenden, en werkenden menfch uitmaaken , zoo zijn vooral ook zenuwziektens te noemen alle belemmerde of verkeerde? werkingen der zintuigen, alle belette of ongeregelde beweegingen der fpieren en alle verhinderde of ontftelde werking vari het algemeenc zintuig en van den geeft , die uit zieke of beledigde zenuwen en hersfenen ontftaan. 4. Nademaal eindelijk de zenuwen óf wel derzelver gevoelend en beweegend vermogen cene allernaauwile gemeenfchap hebben met dat begirizel van geImtahüi- voelen en beweeging , 't welk men frritas> tabiliteit, pikkelbaarheid of het lichaa£f mp~melijk leven noemt, waar mede,, min of meer, alle de vafte deelen onzes lichaams, inzonderheid de fpiervezelen , en zelfs ook de zenuwen fchijnen begaafd te zijn,zoo telt men hedendaags ook te regt, onder de zenuwziekte, alle die ongeregelde beweegingen , welke uit een onnaFrïncipium tuurlijkenAflaat en werking van dat levens vitale. Icginzel onrilaan; Uit de drie laatite bronnen §. IIL vaii ds  Over de ZèniMziektè der Nederlanderen. 15 de bedieningen en betrekkingen der zenuwen, vloeit een aantal van zenuwziektens voort , zo groot en zoo verfchillend, dat het in der daad zeer moeielijk zij, >r eene volleedige lijft van te raaaken, dezelven tot klasfen te brengen en ze afzonderlijk te befchrijvem Dan dit fchijnt de bedoeling van het Genootfchap ook niet te vorderen; en zulks' zou zekerlijk verfcheiden boekdeelen vereifchen. Zal men evenwel de tekenen kunnen aanwijzen, waar door zij, van andere ziektens te onderkennen zijn,- zoo is het, mijns bedunkens, volftrekt noodzakelijk, dat men ten minften de voornaamfte zoor. ten derzclver door haare bijzondere toetallen doe kennen, en deezen zijn, naar mijn inzien, de volgende*. 1. Die, welken Whytt enkelvoudig zenuwziektens noemt , te weeten, ..geweldige bevingen, hartkloppingen,flaauw- tW«, tens, bezwijmingen,, krampen, ft uipt r ek-p ^Pakkingen, hoofdpijnen, braakingen, zijde-vl^5' pijnen en andere zenuwtoevallen, welken mimi, Lu voorkomen in menfchen, die anders &oox-Zolhiimia > gaans vrij gezond zijn , maar zodaanig SgS?*3 een zwak en. teergevoelig zenuwgeftel hebben, dat zij, zeer ligt en dikwijls, van die toevallen aangetaft worden, door fchnk, vrees, verdriet, verwondering, toont  &6 LAMBEÏiTÜS BICïtEft toorn of andere gemoedsaandoeningen eri door alles , wat de zenuwtuigen, enz. fterk prikkelt, of op eene aangenaame wijze aandoet, tTj/ïerffl. .2- De drijft er ziekte, die iri onderfcheidene onderwerpen zeer verfchillende zenuwtoevallen voortbrengt ,- 1 waar van de voornaamlle zijn , eene inoeielijke ipijsvërtcering, opipanning en rommeling van winden in de maag en darmen j zomtijds eene ongewone graagte naar fpijzen en eene fchielijké vérteering of een fterke trek naar vreemde dingen, die geert voedzel verfchafren kunnen , het gevoel van verftikkiiig in de keel, duizeligheid, Chviu hyfcheele en fpijkcr - hoofdpijn, vliecende fteritusj hoofdpijnen, "bloozinge in het aangezigt, 1?^"'™' groote ontlaltingen van bleeke pis en eene ongcduürige , ongefradige fchrik ent vreesagtige geiftgefteldheid , bij wijlen aanvallen van fuipagtig lagehen, van uitgelatene blijclfcl ap en Van fchreeuwen , op een anderen tijd, vlaagen van droefheid, tot fchreijens toe $ zonder kennelijke oorzaak : bij Welken zig voegen de toevallen van No. i. inzonderheid, dikwijls wederkomende fl&auwtens, zwaare s bezwijmingen cn vooral hevige aanvallen van opftijgingen, die op eene bijzon- ■ dere wijze zig toedragen en met allerlei ze-  hver de Zenuwziekte der Nederlanderen: ïf zenuwtoevallen gepaard gaan. —- Doorgaans komen zij aan met geeuwing, rekking, ruislbhing in dc ooren, gevoel vari koude in de uitwendige deelen en ftijfte in de beenen, zomtijds verbleeking en; bij wijlen , roodheid van 't aangezigt, zwaare hoofdpijn , verduiftering van 't gezigr. rommeling in den buik en het gevoel van een bal; die in den buik rolt; tot de maag opklimt; daar een gevoel van zwaarte, benaauwdheid, walgingen, zomtijds braaking verwekt, hier na in de keel opftijgt en, door het gevoel van een brok en verflikking, ëène moeijelijke zwelging en ademhaaling veroorzaakt; terwijl de üit-en inwendige deelen van den buik, door eene hevige pijn , en deszelfs fpieren ftuipachtig aangedaan en de navelftreek inwaards getrokken werd. Wanneer deeze toevallen eenigen tijd geduurt hebben, bedaard zómtijds de aanval; doch de lijders raaken buiten gevoel en kennis; zommigen liggen onbeweeglijk als in een diepen flaap, met eene ademhaaling zoo flaauw , dat zij naauwlijks te bemerken zij:; terwijl ' anderen door flerke fluiptrekkingen wórden gefolterd en anderen de hand geftaê\g met geweld op de boril flaan, onder- wijl  t8 LAMBERTUS BICKER wijl jaagt en klopt het hart, -en. de pols flaat hard en ongelijk. Hyydwn- 3. De Hypochondrie, die zig bijzonirtofts. $Ql. c]oet; onderkennen door eene moeiielijke fpijsvertcering, geiladige oprispingen zonder verligting, opfpanning van winden, zigtbaare opzwelling of opblazing van de maag, voor al, na den ee;teii., veeltijds kwijlen, bijwijlen, voor aï des morgens, walging, kookingen en braakingen van waterachtige llolfen, van flijrn of van een zwart vogt, gelijk Coffigrondzel, verlooren eetluft, zomwijlen hondshonger of een Mig gevoel van flaauwte of ledigheid omtrent de maag, door veel of de hartigfte fpijzen te eeten niet weg te neemen, hardlijvigheid, zomtijds loslijvigheid, drukking op de borft, bezwaarde ademhaaling , benaauwdheid voor 't hart, dikwijls zugten, ligthoofdigheid, zwaarte en gevoel van koude in het agterhoofd, Hompheid van bevatting en verwarring van denkbeelden, onaangenaame gedagten en traagheid van denken, zwak geheugen, dof - en droefgceltigheid, zwaarmoedigheid , loomheid , lufteloosheid, ongeruite flaapeloosheid, angftvallige droomen, de nagtmerrii, enz.  Over-de Zenuwziekte der Nederlander en. ï> De zamenloop van deeze toevallen, * die. het wezen der Hypochondrie uitmaaken, ontlraat, volgens het gevoelen der memv-fte geneeskundigen, bij Zommigen, uit eene enkelvoudige verflapping en ge- Laxiuu, brekkige gevoeligheid van het geheele ge-s^»r' ftel der zenuwen en vezelen, maar bijzonder van die der chijlmaakende ingewanden; en dan noemt men dezelve zenuwhijpochondrie; doch bij anderen, uit zodanigen ongeftelden ftaat dier Zenuwen en vezelen, gepaard met verpoppingen in de bovenbuiksingewanden , té weten in de lever, milt; alvleesklier, darmfcheil , enz. welk zoort , wegens een zittend leven, overdaad in fpijzen en andere oorzaaken, die de zenuwziektens in ons land voortbrengen , ónder ónze landsgenooten wel het gemeenfte is. — Het is, ten aanzien Van de behandeling deezer ziektens, van zeer veel belang, te kennen, of 'er ook verftóppingen mede gepaard gaan, maar dit te kennen, is dikwijls zeer moeijelijk, vooral wanneer de ziekte in zijn begin is en de verpoppingen niet groot of uitgeitrekt zijn. Eene geelachtige wankleur in de. fcogeri, het aangezigt en de ganfche- huid éer lijders, geeft 'er zeer veel vermoeden B 3 op3  ktS LAMBERTUS BICKE&i op, om dat de lever het meeft in deeze zieKte verftopt is. Doorgaans klaagen de lijders over een aanhoudend gevoel van zwaarte in den bovenbuik, voor al inde regter zijce , en over eene geduurige pijn, voor aan den hals, zij hebben dikwijls een droogen, hollen hoeft, kookingen en braakingen , als de maag met fpijzen vervuld is, zij zijn doorgaans zeer hardlijvig en zij verdroegen en vermageren kennelijk, om dat 'er wegens de belemmerde werking der chijlmaakende ingewanden , geen goede voedzame chijl bij hen bereid wordt, ook zijn hunne benaauwdheden en vlaagen van Hijpochondiie altoosduurende, nu meer, dan min hevig, en wijken niet of weinig voor krampftillende middelen en wanneer hier bijkomt eene aanhoudende fpanning en harde zwelling van den bovenbuik of gevoelbare verhardingen van den buik, dan is het allerzekerft, dat 'er verftoppingen plaats hebben : —1 In het eerfte zoort van Hijpochondrie zijn die verfchijnzelen meeft afwezig, deszelfs benaauwdheden komen meer, bij wijze van vlaagen, houden voor een tijd op en wijken ligter voor de zenuwmiddclen. Deeze tekenen in agt neemende , kan men doorgaans. deq£  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. ar* deeze twee zoorten van Hijpochondrie van elkander, en van andere ziektens genoeg onderfcheiden. Nog meene ik, het van belang te zijn, dat, men deeze ziekte van de Vnjiterziektë onderfcheide, fchoon dit niet het gevoelen zij van zommige hcdendaagfche geneeskundigen. De ouden, weet men, ftelden, dat de eerfte alleen , in de mannen plaats heeft en voortkomt uit. eene ongefteldheid der bovenbuiksingewanden , en de laarlte alleen inde vrouwen, voortfpruitende uit een ziekelijken ftaat der baarmoeder, 't welk de reden is, waarom zij 'deeze, Vrij'(ierziekte en geene, Hijpochon- Hyiteris, drie, of Boyenbuiksziekte genaamd heb- uyp°chni ben. De geleerde Hoefman heeft dezelven ook voor verfchillende kwaaien gehouden. Edoch Whytt (a) en de meelïe latitere Artzen hebben beweerd, dat zij, in wezen, niet verfchillen , dan alleen, voor zoo verre de toevallen der Vrijfterziekte in de vrouwen, wegens haar teder maakzel, meer zittend leven en eene bijzondere geüeldheid van de baarmoeder, («) Verhtadeling over de zenuwziektens bl. u? B 3  &9j LAMBERTüS BICKE3. der, gemeener voorkomen in de vrquwen, en menigmaal fchiclijker aankomen en geweldiger zijn, dan die der Hijpochondrie in de mannen. Dan fchoon ik erkenne, dat deeze twee ziektens verfeheiden zenuwtoevallen gemeen hebben, meene ik egter, dat 'er redenen genoeg zijn, om dezelven voor wezenlijk onderkende kwaaien te houden , die in oorzaak en toevallen merklijk verfchiüen, -— Alle de toevallen der Vrij lierziekte leeren ten klaarften, dat 'er met eene te groote aandoenelijkheid en levendigheid van geeft, eene te groote gevoeligheid van zenuwen plaats heeft; daar alle de toevallen der Hijpochondrie duidelijk doen zien, dat geeft en lichaam even log en ongevoelig is ; waar van de Hijpochondricque lijders , gelijk Whytt (V) zelfs erkent, door vrees, fchrik, droefheid, verwondering of andere gemoedsaandoeningen fchier noeit aangetaft worden van "die hevige hartkloppingen, bezwijmingcn, en voor al van die geweldige opftijgingen en ftuipagtige beweegingen, die in de vrijfterzieke perfoonen uit die oorzaak zoo gemeen zijn. — Volgens de meefte hedendaag- fche O) Eladz. 72..  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 23 fche geneeskundigen heeft bij de Vrijfterziekte, behalven eene te groote gevoeligheid van het fpijskanaal, doorgaans ook plaats een te gevoelige ftaat der baarmoeder en teelleden, van waar deszelfs lijders gewoonlijk eene groote drift hebben tot welluft, tot vleefchelijke vermenging, terwijl dikwijls deszelfs vlaagen, door alles,- wat die drift aanzet, opgewekt worden, daar de Hijpochondrie gemeenlijk alleen of voornamelijk ontftaat uit eene verzwakte en weinig gevoelige gefteldheid der bovenbuiksingewanden, terwijl deszelfs lijders, ten aanzien der welluft, meeft ongevoelig en veel meer tot droefgeeftigheid geneigd zijn • Ook zijn, wegens die oorzaaken , derzelver toevallen zeer verfchillende. De Hijpochondricque lijders hebben nooit zulk een gevoel van een rollenden en klimmende bal in de ingewanden, nog zo 'fterk van een brok en verftikking in de keel, nog zo gemeene fcheel - en fpijker - hoofdpijn , als de vrijfterzieken, en terwijl bij deezen , in een aanval van opftijgingen , de navel fterk inwaards getrokken is, zo is dezelve bij geenen, in eene vlaag van Hijpochondrie, opgezet. ■ De Vrijfterziekte daar en boven ya\t fchicr altoos in lieden van een bloedB 4 rijk  fe4 LAMBERTUS BIC KER rijk temperament voor, meert in jonge, bloed-en fapriike, teergevoelige en aandoenelijke meisjes , voor al in dien tijd, als de driften werkzaam worden, als de Honden moeten verlchijnen en deeze agterblijven of verftopt zijn, en bijzonder in het zamerzailoen, wanneer de gevoeligheid en prikkelbaarheid en misfehien ook de aandoenlijkheid en levendigheid van den geeft , door de hitte vergroot worden. De Hijpochondirïe daar en j tegen komt meeft voor in perfoonen van een Melancholijk temperament, van een drooger, min gevoelig en min aandoenlijk geftel, in meer bejaarde lieden, en meeft in den winter, als de koude de gevoeligheid der zenuwen verftompt. — En eindelijk , om niet meer te noemen, de Vrijfterzieke lijders zijn, tusfehen de aanvallen, doorgaans vrij gezond, terwijl de Hijpochondricquen , vooral die verftoppingen hebben , tusfehen hunne vlaagen, ichier nooit voikoomen welzijn: waar bij ik nog voegen moet, dat, wegens het een en ander, de geneezing van beiden, gelijk blijken zal, door ftrijdige middelen verkregen word. Om al het welk ik van oordeel ben, dat deeze twee zenuwziektens wel degelijk , in wezen , van elk anderen ver- fchil-  Over de Zenuwziekte der Neierkindersn. fchiüen. Bij dit alles ben ik door de ervaring overtuigd, dat de Vrijllerziekte zo wel plaats heeft in de mannen, als de Hijpochondrie in de vrouwen. Ik heb werkelijk onder mijne lijders een jongman, die volmaakt Vrijfterziek, en eene getrouwde juffrouw, die volkomen Hijpochondricq is , waar uit mij ook blijkt, dat de eerfte ziekte niet altoos ónt-" ftaat uit eenen ziekelijken ilaat der baarmoeder, zo min, als dat de 'laatfle uit verftoppingen of uit zwarte gal in de bovenbuiksingewanden voortkomt. 4. De Melancholie, die, in wezen, niet anders is, als eene gedeeltelijke ijlhoofdigheid en die men zeer wel onder- • kend aan een geduurig onverzettelijk verkeerd denken en redeneeren over een en het zelfde onderwerp, 't welk gemeenlijk van eenen treurigen en vervaarenden aart is, waarom 'er ook doorgaans mede gepaard gaat , droefgeefligheid , angftvallighcid en vreesachtigheid , voor al vrees voor fterven, belagchelijke inbeeldingen en wonderbaarlijke vallfteilingen van ziektens te hebben, van ongemakte gevoelen, van verandering te hebben ondergaan, en van aan gevaaren blootgeftelci te zijn , die in 't- geheel niet be B 5 liaan,  5t5 LAMEBERTUS EtCKER ftaan , noch waar voor geen de minde grond is, enz. De ouden begreepen, dat deeze ziekte uit een verdikt, lijmig, zWaar bloed ontftond, zwarte gal bij hen genaamd, en* hebben 'er daarom den naam van Melancholia of zrr artegalziekte aan gegceven. De hedendaagiche geneeskundigen, fchoon vaftfteüende , dat zij zomtijds uit eene kwaade gcfleldheid der vogten onftaat, zijn echter van begrip, dat zij veeltijds alleen uit eene ongelteldheid der vaiïe deelen , bijzonder der zenuwen, en voor al der hersfenen of wel van het denkend zintuig voortkomt, waarom zij dezelve , met Sydenham meer voor eene ziekte van den geeft, dan van het lichaam , houden en 't is ook hier van, dat zij , ondcricheidshalven, de eerlte genoemd hebben MelancJiolia ■cum materia of humoralis , en de laatfte Melancholia fine materia of neryofa. Niet zelden word deeze ziekte met de Hijpochondrie vermengd, zoo zelfs, dat in Geneeskundige leerftellen de woorden Hijpochondrie en Melancholie dikwijls als naamen van dezelfde betekenis voorkomen, doch, mijns oordeels, verkeerd; wel  over ie Zenuwziekte der Nederïanderen. if wel is waar , dat zij dikwijls gepaard gaan en . dat de laatile niet zelden zig voegt bij dë eerfte of wel, een gevolg 'er van is ; doch daar komen dagelijks gevallen genoeg voor, waar in de Hijpochondrie zonder Melancholie , en deeze zonder geene, plaats heeft; ook hebben de belle geneeskundigen , Hoffman, Boerhaave, Lorry, Gullen, en zoo vcele anderen, dezelven, als onderfcheidene ziektens befchouwd en befchreeven; en de eerfce meer uit een ongeftelden ftaat der bovenbuiksingewanden, en de laatlle meer uit eene onfteltenis van het denkend zintuig afgeleid; tcrwiil anderen begreepen hebben , dat men de Melancholie voor eenen hogeren en ergeren graad van de Hijpochondrie houden moet : zeker is het ten minflen , dat het in de praclijk noodzaakelijk is, het een of ander onderfcheid in agt te neemen. 5. Eenige zenuwziektens en zenuwtoevallen , die, fchoon zij dikwijls met de vorigen gepaard gaan, of 'er toevallen van zijn, egtcr zomtijds ook afzonderlijk voorkomen en niet alleen uit een verzwakt en te gevoelig zenuwgeftel,maar ook pit andere bijzondere bijkomende ongepeld-  *8 LAMBERTU3 BlCKER Tertigo. fj.ei(jheden ontftaan, gelijk UgthoofdigheiJ^ yerduiftering des gezigts zonder kennelijk gebrek in de oogen, dikwijls en, zèratijas 'Jjihma gezet, wederkomende hoofdpijnen, kramp* jpasmodi- achtige aambarftigheid, zenuw - of maaghoeft, hik, maagpijnen, kramp - en windkolijken, de zoode, zuureen bittere oprifpingen, eene fterke honger, een ongemakkelijk , fchoon onpijnelijk, gevoel omtrent de maag, verzeld van zwaarmoedigheid, onffedtrarigfteid en zomtijds groote vreesagtigheid , geduurige rommelingen of borrelingen in de darmen, opzetting van zommige gedeeltens derzelven, eene onaangenaame beweeging, gekrioel of fterke kloppingen in den buik, pijnen in den rug es in de zijden van den buik , zeer gelijkende naar die van het graveel, een gevoel van prikkeling en hitte in den hals der blaas en pisfchafc, met eene geduurige begeerte om te wateren, en eene groote loozing van bleeke pis, pijnen en krampagtige beweegingen der (pieren of fpiervezelen, trillingen of beevingen van armen en bcenen of van het gantfche lijf, bloozingen of hitte over het geheeie lichaam , of huiveringen en een gevoel van koude in zekere deelen, als of 'er koud water op  Over de Zenuwziekte der Nederhindereif. \$ gegoten werd, op een anderen tijd eene öngewoone glöeijing of aanhoudende hitte met een radden kleinen pols, door de bank zemwkoortsjes genaamd; zorritijds eene ftijfheid of ftrakheid of oök wel eew ne dofheid of tinteling ia de ledemaaten, even als of zij fliepen j flervende vingers en handen, loomheid en zwaarheid in de leden, vliegende pijnen ofpijnelijke fcheuten of vaftzettende pijnen in armen en beenen of in de geledingen of op andere plaatsen derzelven , pijnen gepaard met een gevoel van hitte, verplaatzende Zig dikwijls van de zijde of den rug in de inwendige deelen van den buik, eene laftige pijn in den rug tusfehen de fchou* ders, eene fleekende pijn in eene van de zijden,even als of het zijdewee ware; fchielijke cpfpringingen in armen en beenen, ftuipachtige beweegingen van een arm of been, fchier geduurige onwillige bewee* gingen van den hals en het hoofd, trekkingen en ftrakke fpanning der fpieren van het voorhoofd, nu en dan ftijfheid in de tong en andere zenuwtoevallen, die men in de zenuwzieke lijders dikwijls ontmoet. 6, Eindelijk alle de ziektens, welken men anders brengt tot de ziektens vallende ziekte, her eer te, lamheid^ dwaastyfr>Tt-.heid of krankzinnigheid, ijlhoofdigheid, JJXJl! rafernij, baarmoeders dolheid, enz. doch nuetOpis welke niet zoo gemeen voorkomen* noch cKT/W gezegd kunnen worden , zoo aanmerke* öiW/, i lijk vermeerderd te zijn, als de voórgaan•* de en ook genoeg van anderen te onderpE/?', febeiden zijn, waarom ik'er mij niet meinpnia,Ds- de zal ophouden. lirium, Ma- nin, Füfor f UStrïim. v. Schoon nu de ziektens en toevallen $ die men zenuwkwaaien noemt, zoo veelvuldig zijn , vermindert derzelver getal grootelijks, wanneer men aanmerkt, dat de ziektens j welke onder de gemelde benaamingen §. IV. voorkomen, niet aftoos wezenlijke zenuwziektens zijn- De ligthooidigheid bij voorbeeld, dè bezwaarde ademhaaling, de moeijelijke fpijsverteering , de benaauwheden , pijnen eri de ftuiptrekkingen zelve kan men niet altoos eigenlijke zenuwziektens heeten ;• 't is hierom , wanneer zij zulks wezenlijk zijn , dat men bij haare zoortlijke naa-  Over de zenuwziekte der Nederknttereri'. $i naamen doorgaans die van zenuw of JJÏbmcki krampachtige voegt, zo zegt men bij vuiftnm, voorbeeld eene krampagtige aamborftig. jMkxié heid, eene zenuwberoerte , die ik maar^r^ eenmaal , gevolgt van eene geraaktheid der eene zijde* geheuge in mijne praclijk ontmoet te hebben. - Men dient derhalven nader te bepalen, wanneer de opgenoemde ziektens voor eigenlijke zenuwziektens moeten gehouden worden * en hier toe zullen de volgende bepaalingen dienen. i. Door waart zenuwziektens moet men verftaan ongeregelde werkingen of onnatuurlijke beweegingen en- gewaarwordingen der zenuwen en vezelen. t. De twee hoofdbedieningen deezer deelen zijn gevoel en beweeging: uit den onn'atuurlijken Haat van de eene zo wel als van de andere vloeijen voort ongeregelde werkingen , doch zij zijn bijna altoos te gelijk ongefteld en daarom ontllaan 'er zo veel te meer ongeregelde werkingen uit. Het doet 'er ook niet toe , of het vermogen van gevoel en beweging der zenuwen en vezelen te groot of verminderd zij, uit de laatfte ongefteldheid ontllaan zo wel ongeregelde werkingen en beweegingen, als uit de eerfte; zelfs; m  '32 LAMBERTUS BICKER xtupor.AtQ. in eene volkomene gevoelloosheid en mack m- teloosheid.&er deelen hebben ongeregelde werkingen plaats , vooral krampagtige aandoeningen , ongeregelde omloop en affcheidingen der vogten en bijzondere ophoopingen derzelven in eenige buizen of vaten * omdat , in deeze ongefteldheid mceit altoos het eene deel gevoeliger en bewcegvaardiger is dan het andere , en de evenmaatige werkingen derzelven doorgaans verbroken zijn. Ingevolge deeze bepaaiing zijn derhaïven, geen vollomene zenuwziektens, die van de zelfstandigheid of het zamenftel der zenuwen § III, i. deeze zijn veel eer derzelver voorfchikkende of naaffe oorzaken. Zoo zijn, bijvoorbeeld, eene te groote fiapheid en gevoeligheid van zenuwen en vezelen , geen volkoomen,' formeele zenuwziektens , maar wel eene kramp of lluiptrekking, uit de ongelieldheden door eene prikkelende oorzaak öntitaande. Daar' en boven moet deeze bepaaling ons ook keren, dat men geenzins voor zenuwziektens houden kan de gebreken van de zeifftandigheid der andere vafle deelen, en veel min de öngeflelde hoedanigheden der vogten en de gebreken of  Over dc Zenuwziekte der Nederlanderen. Óf ziektens,. die hier. uit voortvloeijeri. Ten onregte ..derhalven heeft Boerhaave in zijn werk. over. de Zenuwziektens , ais dusdanig befchreevén de bleek- Chl6r&'° zugtighejd, de vijtj de gebreken, der nageien., het eelt, de wratten, de exteroogen, enz. waar over men zig in der daad verwonderen zou , zoo men nier wilt, dat deezen grooten man, met Hoefman en Wepfer van gevoelen geween; was , dat alle .vatte deelen, alle vezelen, vliezen, peezen, enz. niets anders waren dan vervolgen of uitbreidzels der Zenuwen- , , ,.. >;. 2. Zenuwziektens vooronderftellen Zieke zenuwen , en ■ gevolglijk moeten die ongeregelde werkingen en beweegingen,, zullen zij waare Zenuwziektens.genoemd worden, uit eenen óngèjlelden fiaat der zenuwen en vezelen ontllaan. — GeZonde, zenuwen kunnen insgelijks zopdaanig , aangedaan - of beledigd, worden i dat 'er .de hevigfte zenuwtoevallen uif ontllaan, maar de zulken kan.men geenzints zenuwzieke toevallen of eigenlijke Zenuwziektens. noemen. Pe ft uiptrekkin^ gen. , bij voorbeeld, in een gezond fterk menfchv, veroorzaakt door wormen, door fcherpe ftoifen in de. ecffte Wegen , of door het gift ?aii pok, C ken:  g4 lambertus bickeü. ken of mazelen, enz. zijn zenuwtotvallcit) maar in een Prikten zin geen Zenuwziektens ; deezen naam verdienen zij eerlt, als zij door die of andere oorzaaken voortgebragt worden in iemand, die voor zijne ouderdom, ftaat, enz. te zwakke, te gevoelige zenuwenen vezelen heeft; - zoo zijn dan ook geen Zenuwziekte te noemen de krampen, de Puiptrekkingen, pijnen, beroerte , lamheid, enz. die op eene kwetzing, drukking of andere werktuiglijke oorzaak van belediging der hersfenen , hersfenviiezen , rugmerg, zenuwen, peezen, enz. volgen: —— Zelfs verdienen naauwlijks dien naam de krampen, kolijkpijnen, braakingen, enz. welke door fcherpe Poffen in het bloed, of door Peen in de nieren, enz. van gezonde zenuwgePellen verwekt worden. —Edog men moet deeze bepaaling niet te vertrekken, voor al niet in de beoeffenende geneeskunde ; want dikwijls ontmoet men in gezonde zenuwgePellen de zwaarfte zenuwtoevallen , de vallende ziekte, de algemeene kramptrekking, de St. Vitusdans , allerlei Puiptrekkingen en pijnen, door eene onnatuurlijke prikkeling voortgebragt, welke men van de lijp der Zenuwziektens zou moeten uitzonderen, en die egter, fchoonzij geen oor»  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. '3^ fcorfproiikelijke Zenuwziektens zijn , als zoodanig moeten behandeld worden, ja dikwijls gebeurt het, dat züikk toevallen ; met terzijdeftelling van de oorfpronkeiijke ziekte, de voornaamile 'én feerfte zorg van den Geneesheer vorderen, ten minften eilchen, dat hij 'er gelijktijdig de vereilchte middelen tegen aanwende; 't is hierom, dat Tissot (V) de Zenuwziektens niet onvoeglijk onderfcheiden heeft in terfle of oorspronkelijke MorH ner. ën in tweede of toevallige Zenuwziektens. imrum pn— Indeeerften befchouwd men de ve-mit'Vetfte' zelen en zenuwen, als minder of meerder gevoelig en beweegbaar, dan zij natuurlijk zijn moeten, zoo dat zij zelfs door haare natuurlijke prikkels, de maag, bij voorbeeld, door de voedzels , de darmen door de drekftoffen, het harten bloedvaten door het bloed , tot te geringe of tot te fterke beweegingen en werkingen opgewekt worden. In deeze klasfe van Zenuwziektens is derhalven de onnatuurlijke gefteldheid der zenuwen en vezelen de naafte oorzaak. -—- In de tweede begrijpt men de zenuwen en vezelen gezond te zijn , doch aangedaan door (a) Traité tiesnerfj. &c. Tom. Lp. 2^3.344. C a  36 LAMBERTUS BICKER door een onnatuurlijken, te fchcrpen prik? kei, ten welks aanzien zij betrekkelijk te gevoelig of te prikkelbaar zijn , gelijk zijn wormen of andere vreemde, geweldig prikkelende ftoifen in de maag en darmen, fcherptein het bloed. — Dan in de meefte Zenuwziektens hebben doorgaans beide de oorzaaken plaats , een onnatuurlijke ftaat der zenuwen en ve.zelcn, en onnatuurlijke, prikkelende oorzaaken , zoo dat zij ten deezen opzigte meeft zamengeftelde ziektens zijn , invoegen de kennis van den aart, oorzaaken en geneezing deezer, die der toevallige Zenuwziektens met zich brengt. 3. De Zenuwziektens zijn zoo zeer geen plaatzelijke, noch algemeene, maai doorgaans onbepaalde, zwervende ziektens , die veelal door het medegevoel of de fijmpathie_ worden voortgebragt, -—■De meefte andere ziektens bepaalen zich tot het deel, waarin de ziekelijke oorzaak plaats heeft gegreepen, tot de ingewandenvan hoofd, borft, buik, enz. en doen zig door kennelijke toevallen in die deelen voornamelijk onderkennen , of zij zijn algemeene ziektens, die uit eene onnatuurlijke ongefteldheid van de gantfche masfa van het bloed of van de andere vochten ontftaan en welke in alle  Over de Zsnuiuzkkte der Nederlander en. Ie de bewerktuigde deelen ongeregelde werkingen verwekken. —— Maar zoodanig is het niet gelegen roet de Zenuwziektens; de ongeregelde werkingen, waar zij beftaan, doen zich zomtijds op in deelen of ingewanden, welken het verft afgelegen zijn van die, waar in de prikkelende oorzaak huisveft. Zoo brengen zij dikwijls, bij voorbeeld, kwaade ftoffen in de maag, wormen in de darmen, fcheele hoofdpijnen , hoofddraaijingen, verduifteringen der oogen, enz. voort, terwijl haare uitwerkingen in die ingewanden naauwlijks befpeurd worden. —- Zoo verwekt eene te gevoelige ftaat der baarmoeder in de verftafgélegene deelen alle die ongeregelde beweegingen en'onnatuurlijke gewaarwordingen, welke deVrijfterziekte uitffiaakén §. IV. — Door deeze bepaaling zijn de Zenuwziektens te onderfcheiden van allerlei plaatzelijke gebreken, van alie onüfteekihgziéktens van hoofd, borft, buik en derzelver ingewanden, en van allerlei algemeene ziektens en koortfen. Zoo 'er door deeze ziektens in-afgelagene deelen ongeregelde werkingen of gewaarwordingen voortgebragt worden, of zoo deeze door de natuur of hevigheid van derzelver prikkels ontllaan, behoorea zij tot de toevallige ZenuwziekC 3 tens,  Vu LAM BERT US BICKEU. tens, die dan ligtelijk te onderkennen zijn, 4. Zenuwziektens moeten onmiddelij. ke en geen verafgelegen uitwerkzels of gevolgen zijn van ongeflelde of' ongeregelder erken de zenuwen en vezelen. Daas zijn fchièr geene ziektens , geene ongemakken, welken niet de gevolgen kunnen zijn van de ongeregelde werkingen en gewaarwordingen dier deelen ; maar. deeze allen voor Zenuwziektens te groeten , zou zeer onbepaald zijn, en alle „cnderfcheid tusfehen ziektens en haare gevolgen wegneemen; verkeerdelijk heelt derhuiven, mijns bedunkens, Tissot op de Ujft der zenuwkwaaien ge-plak al het roofig of puiftig uitflag , op welks verfchijning men' zomtijds veele zenuw' toevallen ziet ophouden, deeze noemenMetasicje;. de zenuwziekt'ens-v'$rplaitzin'gen. Dit is, dunkt mij , de gevolgen voor de ziek> tens te doen doorgaan, ftrijdig met de vaftgeftelde regels der ziektekunde. Ik heb 'er egter niet tegen, dat men een toeval, 't welk een onmiddclijk gevolg van eene ooripronkelijk en daaderijk beflaande Zenuwziekte is, met deezen naam doope , mits dat men zoo een toeval niet afgetrokken, maar vereenigd met zijne af- 00 Traité dos aerfs &c. Tom. II. p. 2»  Over de Zenuwziekte der Neder/anderen. o>9 aaafte oorzaak, befchouwe. Dus heeft dezelfde Aurheur de geelzugt, welke enkel uit eene krampagtige toetrekking der galbuizen ontftaat, niet ten onregten zenuw - geelzugt genoemd ; want in dit ge- lSerusm val bhjft het toeval met de oorzaak teyoJia' gelijk bcflaan , daar in het voorige de oorzaak, de zenuwaandoening, eindigt, als het gevolg verfchijnt- — Voor het overige, dewijl gevoel en beweeging de twee hoofdbedieningen der zenuwen en vezelen zijn, zo moeten, meene ik, alle Zenuwziektens en Zenuwtoevallen van dien aart zijn, dat men ze tot een van deeze twee of tot beiden betrekken kan , dat is, zij moeten onmiddelijke ontfleltenisfen van het gevoel of van de beweeging of van beiden zijn, en dit is, dunkt mij, de bckwaamlle toetsfteen, om te beproeven, of zij van dien aart zijn. — Men kan hierom ook, naar mijnegedagten, de verzwakking, de ongefteldheden, de lammigheid, de fcheeftrekkingen der ledemaaten, enz, die naa een aanval van geweldige zenuwtoevallen overblijven,meteven zo weinig regt Zenuwziektens noemen, als dat men kan zeggen, dat iemand deteer ing heeft, die naa eene hevige langduurige hcetc koorts tot op het vel en been uitgeteerd en vermagerd is, C 4 Door  '40:: LAMBERTUS BIC£Eft Door deeze bepaalingen worden, gelijk men ziet, zeer veele kwaaien van de naamrol der Zenuwziektens uitgemonfterd en het aantal derzelven aanmerkelijk verminderd, daar men, zonder die bcpaalingen, dat aantal zoo zeer zou kunnen vermeerderen, dat 'er naauwlijks eene ziekte of toeval te noemen zij, die men'er niet toe brengen kan Immers daar zijn geéne ziektens, in wier toevallen de zenuwen en vezelen geen deel hebben, in welken zij niet lijden of geprikkeld worden, en waar in die prikkeling geene ongeregelde werkingen en gewaarwordingen derzelven veroorzaakt! ' Allerlei kwaaien , kóortfen , ontfteekingziektens, pijnen, enz. brengen uit dien hoofde, zenuwtoevallen voort of beftaari 'ér voor een gedeelte in. 't Is hiér van, dat Hoffmant üëlóe, dat alle ziektens aandoeningen der 'zemdren zijn. Qaj. 'Dan ligtelijk begrijpt men, dat men op die wijze alle ouderfcheid van ziektens zoude te nicte doen en dén weg baanen tot verwarringen , die de gevaarlïfkfte miftaftingen in de praktijk naar zich fleepen zouden , welken voor te komen , wel het vooKiaamfte bedoelde van het' Genoot- fchap, (a) Medic. rational T. 3. Lcft. I. Cap. 4,  Over de Zenuwziekte der Nederlanduen. ai fchap, in deeze Vraag, fchijnt te zijn (_a); en waar toe ook deeze bepaaiingen van zeer veel dienft kunnen zijn, dewijl zij ons in ftaat'Hellen, den wezenlijken en onderfcheiden aart derZenu vziektens te kennen, om dezelven tot haare waare klasfen en zoorten van ziektens te brengen en wel te ondericheiden. — Men kan dan, in gevolge van dezelve, in 't algemeen Zenuwziektens noemen, alle ongeregelde werkingen of beweegingen en gewaarwordingen , die uit een onnat uurlij ken ftaat of prikkeling der zenuwen en vezelen onmiddelijk ontfiaan, en dikwijls in afgelegene deelen door fijmpathie verwekt worden , en tot deeze bepaaling, oordeele ik , dat zij allen kunnen gebragt worden. VI. Het tweede, waar in \% meene , dat men de onderfcheidene kenmerken der Zenuwziektens zoeken moet , is de kennis van de voorfchikkende en aanleidende oorzaaken derzelven ; waar van ik derhalven dë voornaamftén, een weinig diene te ontvouwen. Voor de voor- naam- (a) Zie boven bkdz. 4. G 5  42 L/iMSERT OS BICitER naamilc voorfchikkende oorzaakcn boude ik de volgenden. 1. Eene zwakheid of flapheid der zenuwen en vezelen, zoo dat zij niet de vereifchte vaftheid, lievigheid en veerkragt hebben , om haare natuurlijke beweegingen en werkingen naar behooren te verrigten. — Gelijk men bij zenuwzieke lijders gereedclijk befpeurt , dat die zwakheid of flapheid, in hun geheel lichaam , beïlaat uit eene . algemeene kr.igteloosheid, Jigte vermoeidheid, loomheid en geheel weekelijk geitel, zoo vind men , dat dezelve bijzonder plaats heeft in de hersfenen , hart en bloedvaten , en vooral in de maag en darmen; hier van hunne hoofddraaijingen , zwak geheugen , llappe en traage> pols , hart. Idopmingen, flaauwtens, winderige opfpanningen van maag en darmen, moeijelijke Ipijsverteering, enz. Edog niet alle zenuwzieke menTchen hebben zulke zwakke vèrlïapte zenuwen en vezelen, men ontmoet 'er in de praktijk enkelden, die veel eer droog van gefrel fchijnen te zijn, en valle, lTijve vezelen te hebben. Dit heeft, voor cenigc jaarc-n, gelegen-, heid gegeeven tot een openbaar gei'chil tusfehen Tissot en Pome. De eeriïe;had in verfcheiden zijner wcr=.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 43 werken vaftgefteld , dat de Zenuwziektens meeft al ontftaan uit te zwakke , te flappe zenuwen en vezelen. Hier tegen heeft de featfte zig zeer fterk verzei., beweerende, dat zij uit ftrakheid en droogheid of te groote fpanning en opkrimping dier deelen voortkomen. Tot {laving van dit gevoelen heeft hij, onder andere bewijsredenen , bijgebragt veele waarneemingen, van Zenuwziektens, alleen gcneezen door warme baden, wateragtige en andere verüappende dranken , ipijzen en geneesmiddelen. Dan Tissoï heeft vervolgens, voor al in zijn werk over deeze ftof, dit gevoelen, zoo als het mij toefchijnt, bondig wederlegd. Hij erkend, dat 'er zulke gevallen voorkoomen , en dat hij zelf die meermaalen ontmoet en behandeld heeft! waarin men met de verllappende geneeswijze het beft flaagt ; hoewel hij die meer uit eene fcherpte der vogten en inzonderheid van het zenmvvogt, dan wel uit droogheid of ftijfheid afleid , waarvoor hij meend , dat de zenuwen weinig vatbaar zijn, maar hij beweert te gelijk, dat verre de meefte, en wel de meeft heerfchende Zenuwziektens , uit flappe Weeke zenuwen en vezelen haaren oorfprong neemen, en dit is ook mijn ge- voe-  44 LAM.BERTUS BICKERX voelen. De voornaamftc redenen, waar op hetzelve fteunt, zal ik hier korte/lijk opgceven , om dat zij ons van d'ien'ft zullen zijn in de verdere ontvouwing van de onderfcheidende kenmerken der Zenuwziektens, zo wel als in de beantwoording van de andere gedeeitens van het voorftel. cc. Zulks loeren, zoo ik meen, duidelijk, de oorzaaken, waaraan men algemeen en met redui de vermeerdering der Zenuwziektens toefchrijft, welke vl^ len van dien aart zijn, dat zij niet anders " dan onze zenuwen en vezelen en ons gantiche gcftel verfiappen en te watcragtig maaken kunnen ; gelijk zijn de warme wateragrige dranken en fpijzen; het zittend , het werkeloos leven ; de welluftige ongeregeldheden, enz. /3. Zulks toonen klaarlijk de meefte en voornaamfte bovengemelde toevallen der Zenuwziektens, die veel natuurlijker uit te Uappe, verzwakte zenuwen , vezelen en ingewanden zijn afteleiden, dan uit eene ftijfheid en droogheid dier deelen, waar uit volgens Tissot, eer de, Mam», Melancholie en Razernij ontftaan; terwijl de pijnen , krampen en ftuiptrekkingen, wel meer uit eene fpanning der zehuwen en vezelen fchijnen voort te vloe- ijen,  Óver dt Zenuwziekte der Neder/anderen. 'ijen, maar tevens- uit zoodanig eene fpanning, die meelt zonder ftijfheid en droogheid beftaat en meer door de prikkel -van fcherpe ftoffen of door belediging der zenuwen verwekt word , en met welke doorgaans eene groote gevoeligheid of prikkelbaarheid gepaard gaat. y. Zulks beveiligd niet minder de algemeene aangenomen geneeswijze der thans zoo zeer vermeerderde Zenuwziektens. Men leeze de werken van alle de Authcuren, die'er over gefehreeven hebben ; men zie overal de voorfchriften der Geneesheeren , en men zal algemeen «angeprcezen en toegediend vinden zoodanige verfterkende en andere geneesmiddelen , en zoodanige leef- en eetregelen, die de zenuwen, vezelen, enz. valt en ftevig maaken, terwijl men te gelijk algemeen afgeraaden vindt alles, wat de zenuwen verwecken , verzwakken en teder maaken kan : ook kan ik, door me©. nigvuldige beproevingen en ondervindingen geleerd , ten fterkften verzekeren, dat men met deeze geneeswijze in het herfrellen van de Zenuwziektens over het algemeen het beft ftaagt. h Zulks doen ook zien de perfoonen, in welke de thans zoo veel meer iegeeren.de Zenuwziektens 't meeft voor* ko*  4-6 lambertus bicker komen ; zo vind men, dat de meefté zijn zwakke, weeke, ligt aandoenelijke vrouwen en vrijfters; groote en rijke , welluftige, werkclooie lieden ; Iterkblokkende geleerden; zittende . werklieden; met een woord, alle menfehen, die uit heofde van hun geitel en levenswijze of dcor ongercgelheden of door ziektens' verzwakt, teergevoelig gemaakt en uitgeput van kragten zijn. fi Daar voor pleiten verder dc tijden,' de faifocnen des jaars en de lugtsgellcldhéld , waarin die Zenuwziektens het meelt zich openbaaren, en haare voorhaamfteröl fpeelcn; 't is des zomers in de heetfte dagen; 't is in de regenagr'glte faifoenen en 'tisbij zuidewinden, met een woord, bij alle die gciteldheden van lugt en weder, welke onze zenuwen en vezelen verflap.pen, week en aandoenelijk maaken , dat men die ziektens 't meefte waarneemt. (. Eindelijk wTord dit gevoelen niet ■weinig vcrüerkt door het gezag van zoo veele beroemde kundige en ervaren Artzen, welke over de in de°ze eeuw zo veel meer heerlchende Zenuwziekte gefchrceven hebben, Boerhaave, Tissot, Lorry, Whvtt, Bicker, Smith , en anderen; die meelt allen eenpaarig vaft- Itel-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. atf , ft ellen, dat eene der voornaamftc oorzaaken derzelven is eene verzwakking van zenuwen , vezelen en ingewanden; zelfs hebben. Cheyne (V) Kloekhof Q) en anderen alle Zenuwziektens alleen van zwakheid of flapheid der zenuwen en der hersfenen afgeleid ; en zoo mijne ondervinding 'er ook eenig gewigt mag bijzetten, kan ik geruftelijk verzekeren, dat ik het zelfde waar bevonden heb in negen tienden van een zeer groot aantal van zenuwzieke lijders, die ik, geduurendc ten minften twintig jaaren, behandeld heb. Het ftaar dan, mijns oordeels, vaft, dat zwakheid of verllapping van zmm wen en ingewanden eene der vóórnaamHe voonchikkende oorzaaken is van Zenuwziektens en vooral van die, welke in ons land zoo aanmerkelijk vermeerderd zijn; en dus word te gelijk uit de gemaakte aanmerkingen eene nadere bepaaling voor de beantwoording van dit voordel openbaar , dat het naamelijk bijzonder dit zoort van Zenuwziektens is, Van welken het vordert, de kenmerken, oorzaaken , enz. aan te wijzen. 2. De (a) Cheyne de Fibra §. 7. O') Kloekhof de morbis animi ex infinnatot leners medulise cer'ebri.  %3 LAMBEKTUS BICKER. 2. De tweede voornaamfte vpoTfchikkende oorzaak van Zenuwziektens en die gemeenlijk met de voorigen gepaard gaat i is, eene te groote gevoeligheid der zenuwen , en wel van het gantfehé zenuwgeftel, ter oorzaake van welke de geringfte prikkels veel fterker gewaarwordingen en beweegingen verwekken, dan zij doen, wanneer de zenuwen baaren natuurlijken graad van gevoeligheid hcb„ ben, zoo dat de wederwerking der zenuwen altoos meer dan evenredig is aan de werking der indrukzelen. Deeze ftaat der zenuwen is eene zoo algemeene oorzaak en de verfchijnzelen 'er van zijn zo kennelijk, dat de meefte Schrijvers dezelve houden voor het befte kenmerk en de voornaamfte, zoo niet de eenige, oorzaak van alle die Zenuwziektens , welken ik boven %. IV. i. enkelvoudige Zenuwziektens genoemd heb : waarom zij ook de bepaaling derzelven 'er alleen uit opmaaten. De eigenlijke Zenuwziektens, zegt Whytt, zijn die-, welke uit hoofde van eene ongewoon e of onnatuurlijke iee> gevoeligheid der zenuwen voortgebragt worden door oorzaaken, die in menfehen van een gezond geftel zulke uitwerkingen niet hebben zouden , ten miuften met in zulten grooteri graad, en deeze bepaaling hebben da  Over de Zemnvzïekte der Nederlanderen. 45 3e meefte Autheuren na hem overgenoi' men. Ook zijn de meefte en voornaam-' ile toevallen , dié men in zenuwzieke lijders waarneemt, van dien aart, dat; Zij een al te gevoelig zenuwgeltel te kennen geeven: hier van alle die ligte gewaarwoordingen van gloeijingen , van hitte, van koude, enz. alle die vèrfchillende pijnen , alle die trillende, krampagtige beweegingen van de ingewanden ën fpjeren , en alle die ligt verwekte gemoedsdriften , fchiïk , vrees, gramfchap, en andere uit het gevoel ontllaande toevallen, waar aan zij zoo gemeen onderhevig zijn , en die wij boven §. IV, vermeld hebben. Daarenboven leert de dagelijkfche ondervinding, dat zenuwzieke menfehen voor allés, wat hunne zenuwen roert, hunne zintuigen en hunnen geèft aandoet, veèl gevoeliger , veel aandoenlijker zijn, dan anderen, die gezonde en fterke zenuwen hebben. Alle de veranderingen , die in de lugt of het weder voorvallen, worden zij terftond gewaar, door zekere ongemakken, die gezonde menfehen "er niet van gevoelen ; de geringfte zintuiglijke aandoeningen verwekken bij hen de fterkfte gewaarwordingen; en 't geen üegts een onaangenaam gevoel m" D éert  gÖ tAMEBERTUS BICKEÏt een gezond menfeh voortbrengt, veroorzaakt hun eene hevige pijn. Het fchielijk opendoen van een deur, een onverwagte val van iets, een fcherp geluid, het zien van een flikkerend licht, de geur van eene fterkriekende bloem, eene fpijs, waar van men niet houd, een mugje, dat op het aangezigt vliegt, het bezoek van een laftigen gaft en honderd andere kleinigheden, jaagen hun een killen fchrik op het lijf, doen hun hart kloppen , hunne leden beeven en trillen, hun aangezigt bloezen , en doen hen zomtijds in flaauwte of ftuiptrekkingen vallen. —— 't Is verder door die te groote gevoeligheid der zenuwen , gepaard met de voorafbefchreeve zwakheid of Ilapheid derzelven , dat de gezondheid van zenuwzieke menfehen door de ge. ringfte oorzaaken zoo fchielijk ontfteld raakt. Het kleinfte ongewoon voorval, de geringfte verandering in het weder, de minfte verwisfeling of uitflap in hunne leefwijze en eetregel, ontilelt hen , geeft hun hoofdpijn, beneemt hunnen eetluft en vrolijkheid, ftoort hunnen flaap, maakt hen misfelijk, benaauwd, flaauw, verkouden, koortfig, neerflagtig, gemelijk, knorrig, met een woord, in alle opzigten ziekelijk. — 't Is eindelijk ook wie  0ver de Zenuwziekte der Nederlanderen. Kti Uit die oorzaak, dat zulke zenuwzieke menfehen doorgaans kleinmoedig, vreesagtig en aandoenlijk van geeft zijn,zij zijn zwaarhoofdig omtrent de geringfte onderneming, iaeergeflageri door de minfte tegenheden, verfchriktvan het kleinfte gevaar en fterk aangedaan door ieder droevig voorval. Zijn zij ziekelijk, zoo zijn zij ook altoos Melaxicholijk, dat is, zwaarmoedig, neerflagtig, treurig, vol angftige verbeeldingen , gekweld met bange benaauwdheden, flaapeloosheid en verfchrikkende' droomen, terwijl zij geduurig, met vrees, op hunne kwaaien peinzen en met angft aan den dood denken. Men kan van het een eri ander bij Whvtt , Tissot , en anderen eene meemgte_zonderlinge voorbeelden vinden, en waar is er een Geneesheer, die dezelven niet dagelijks in zijne pra&ijk ontmoet, en die 'erniet uit befluit tot den verzwaktenen te gevoeligen ftaat derzenuwen van zijnen lijder, als de hoofdoorzaak, waar van. hij, met uitfluiting van andere oorzaaken of ziekten, alle die ongefteldheden hebbe afteleiden ? 5. Bij deeze algemeene te groote gevoeligheid der zenuwen , kan men voor èene derde voorfchikkende oorzaak van Zenuwziektens voegen die , welke Whytt noemt eene bijzondere onnatuurlijke teerheid, of eene verba/ter de gevoeQ i Hg*  *>2ï f,amberTUS BICKËÏi ligheid der zenuwen van zommige 'rc, k~> iuiglijke deelen, die hen, in weiken de* zelve plaats heeft, onderhevig maakt aan verfcheiden zwaare Zenuwziektens, of toevallen , wanneer die deelen aangedaan worden door prikkels of oorzaaken, die naauwlijks eene beroering zouden verwekken in lieden van eene gezonde geftelheid. Zoo verhaalt hij van eene Juffrouw, die op het hooren van het ge^ luid van een bel, in zoo eene fterke bezwijming viel , welke bezwaarlijk van den dood te onderfchéiden was; van ee^ ne andere, die door eene algemeene ongefleldheid aangedaan was,zo dikwijls als 'er in het vertrek, waarin zij zat, Cellerij was; Boyle van een Edelman, die in flaauwte kon vallen , wanneer men wormkruid bij hem bragt; Bicker van een Heer, die terflond hgthoofdig, benaauwd en flaauw werd, als hij in eene kamer met blaauw behangzel kwam , en ik ken een ander , die aanftonds verbleekt, koud, ftijf en flaauw word, uts hij kaas ziet of ruikt. Hoe veele teere vrouwen zijn in flaauwte en ftuiptrekkingen gevallen, door den eenen of anderen reuk, van muskus bij voorbeeld , van ambergrijs, ja van eenelelij of roos, en die, door dien van bevergeil of duivelsdrek  Over de zenuwziekte der Nederlanderen. 53 drek, weer tot zig zelve gebragt worden ! Verfcheiden lijders heb ik behandeld, gekweld met vlaagen van aamborstigheid , wegens eene ongewoone teerheid of onnatuurlijke gevoeligheid van de zenuwen der lugtpijpen. Maar niets leert klaarder, dat 'er zco een onnatuurlijk of verbafterd gevoel in zommige zenuwen kan plaats hebben , en dat dit niet altoos in eene fcherpere gevoeligheid beft aat, dan de hondsdolheid of watervrees, in welke dc keel en ilokdarm niet het allerminfte aangedaan word door vafte, droóge lpijzen; terwijl water degeweldigfte ftuiptrekkingen verwekt. — Dan het is zekerlij k uit deeze oorzaak, gepaard zomtijds met de twee voorgaande,dat men afleiden moet alle die bijzondere Zenuwziektens-, weiken ik §. IV, 5. vermeld heb. Edoch bijzonder ftelt Whytt , dat zulk een ongewoon teer en ontaard gevoel van de zenuwen der maag en darmen eene zeer algemeene en vermogende oorzaak van Zenuwziektens is. Dit, zegt hij, fehikt niet alleen tot veele gebreken in de eerfte wegen, maar maakt ook het gantfche lichaam aandoenlijker en vatbaarer-, om door de geringfte oorzaaken aangedaan te worden. %t Is hier van, dat in zuiken onnatuurlijken ftaat der D 3 maag  5*4 LAfl BERTUS E1CKER maag en darmen, ongefchikte voedzels, overmaat in eeten en drinken , winden, fcherpe vogten , fterke gemoedsaandoeningen, toorn, fchrik, droefheid, enz. veel geweldiger zenuwtoevallen veroorzaaken, dan in perfoonen , wier fpijs- kanaal vaft en gezond is. Hij meent zelfs, dat bezwijmingen , beevingen, • hartkloppingen , ftuipachtige beweegingen en groote vreesagtigheid dikwijls meer voortkoomen uit een ongeftelden zwakken ftaat en onnatuurlijke gevoeligheid van de zenuwen der maag en darmen, danuiteenige ongefteidheid in de hersfenen of het hart. Kennelijk is het ook, dat de Vrijfterziekte met alle haare toevallen §. IV", 2. dikwijls uit deeze, gepaard met eene bijzondere gevoeligheid der baarmoeder, "haaren 00rfprong neemt. —- Tipsot leid het een en ander te regt af van de wijduirgeftrekte Sympathie, die tusfehen de maag en bijkans liet geheele lichaam , dog vooral de hersfenen, plaats heeft, en hij beveiligd het met verfcheidene waarneemingen, die ik met zeerveelen zoude kunnen vermeerderen , indien men 'er eenigen twijffel omtrent maaken kon. Ik heb eene Juffrouw gekend, die als men haar conferf van viier ingaf, zelfs op de bedekt- fte  Over de Zsnuivziekïe der Nederlanders*. 55 fte wijze, zoo dat zij er niets van wift, kort daar op doodelijk benaauwd wierd en in ftuipen viel, gevolgt van de heevigfte braakingen; ik heb eene andere ontmoet , die het zelfde van kreeftoogen ondervond; eene andere, zoo dikwijls als men haar kina liet gebruiken. Hoe veele lieden vind men, wier maag zoo ligt bewogen is , dat zij walging krijgen en zelfs braaken op het gezigt van een ander, die braakt, of op het zien van geneesmiddelen of eenige bijzondere fpijzen, ja met 'er flegts van te hooien fpreeken of 'er aan te denken. Ik behandel werkelijk nog eene Mevrouw, wier maag bij tijden zoo teer, zoo ligt bewogen is , dat zij , door zig in het bed omtedraaijen of opteheffcn of door een weinig te veel lugt te zien, terftond flaauwte , hoofdpijn , hoofddracijing, ja braaking krijgt. Boyle verhaalt van een man, die veel geweldiger braakte door Koffy, dan door de geweldigfte braakmiddelen, en die zelfs, door den reuk van dien drank, misfelijk werd, als hij voorbij een' Koffijhuis gong, niet tegenftaande hij denzelven te vooren plagt te drinken, zonder 'er eenige onaangenaaane uitwerking van te gevoelen. Meenig-vuldig zijn de gevallen van zenuwzieke D 4 men-  §6 LAX1BER.TUS glCKER menfehen , bij welken ik geroepen bei? geweeft, [dié na de eene of andere bijzondere fpijs gegeeten te hebben , door doodeiijke flaauwtens, bezwijmingen of door hevige braakingen en ftuiptrekkingen zijn aangetaft geworden, 't geen men door de bank van" indigeftU afleid. Ook ontmoet èn behandel ik daagliiks teere menfehen,'die, fchoon zwak" van maag en veeltijds over eene fiaauwhartigheid , leegheid of wateragtigheid kla'agende, nier te min drooge, vafte, hartige fpijzen , tot zout vieefch en ham incluis, gemakkelijk verteeren en die, zoo dra zij flappe fpijlen , wateragtige dranken , of zuuren in de maag krijgen , door benaauwdheid, winden^ hartkloppingen , beevingen , hoofddraaijingeh, fcheele hoofdpijn, loomheid, neerflagtigheid, ja flaauwte aangetaft worden, terwijl andere fterke menfehen , fchoon eene zeer ongeftelde, vervuilde, of verfrijmdë maag hebbende, va» die toevallen niet woeten. Al het welk duidelijk leert, dat niet enkele zwakheid of flapheid nog ongefteldheid, maar eene bijzondere onnatuurlijke gevoeligheid van de maag de voornaame oorzaak dier beroeringen is. 4. Voor eene vierde voorfchikkende  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. oorzaak van Zenuwziektens houden verre de rneelte Geneeskundigen de Irritabiliteit , of de te groote prikkeibaarlieid der fpiervezelen. Zedert de proefneemingen en ontdekkingen van den beroemden Haller en anderen na hem, heeft men dien naam gegeeven aan dat levensbeginzel , waar. door alle fpiervezelen, en mtsfehien ook de zenuwen geprikkeld wordende, zig inkrimpen, en 't welk zig zigtbaar aanwezend vertoond in de uiteefneedene deelen van dieren en menfehen , vooral van koudbloedige dieren; en dewijl als dan alle gemeenfehap tusfehen de zenuwen en hersfenen is afsefneeden, zoo heeft men het zedert befchouwd als een bijzonder gevoel en beweeging , 't welk onderfcheiden is van het gevoelend en beweegend vermogen der zenuwen, en zonder het zelve, en buiten bewuftheid van den geeft werkt, en gevolglijk alleen tot het lichaam behoort, gcevence aan alle deszelfs deelen het leven, hoewel het eene deel 'er meer mede begaafd is , dan het andere , zijnde het grootfte in het hart, de fïagaderen enz. Het is derhalven door deeze levenskragt, meenen zij, dat alle vezelen, vasen en ingewanden hunne beurtlinglche D 5 sa-  5o LAMBERÏÜS J5ICKER zamentrekkende beweegingen oeffenen op de ingehoude vogten en ftoffen, om dezelven voortteftuwen en te bewerken, terwijl deeze de natuurlijke prikkels zijn, welke, door die kragt te prikkelen, dezelven tot geduurige zaïnentrekkingen opwekken , zoo dat alle ievensbeweegingen van het hart'en de bloedvaten, alle de natuurlijke werkingen der maag, darmen en verdere ingewanden; en alle de bedieningen der afTcheidcnde vaten, buifen en klieren er door volbragt worden. —- Wanneer dan dit levensbeginzel te gevoelig, te prikkelbaar is en de vezelen , vaten enz. deswegens te beweegbaar zijn , welke ongelieldheid men na. derhand Irritabiliteit (V) prikkelbaarheid, Mobüitas, 00]~ wcj beweegbaarheid, aandoenlijkheid , genoemd heelt, zoo begrijpt men, dat die vezelen door hunne natuurlijke en nog veel meer door vreemde prikkels aangedaan, allerlei te fterke of ongeregelde, trillende, kramp-en ftuipagtige beweegingen in het hart, de bloedvaten, ingewanden, enz. verwekken moeten , en dus voortbrengen allerhande beroeringen en belemmeringen in de fpijsverteenng, ehijlmaakingj. voeding, omloop de« bloeds, af? 2i5 Gaubii Inft. Path. §. 189,  Over de Zenuwziekte der Neisrlm deren. 55* aiïchciding der vogten , waar uit gevolglijk ailerlei Zenuwziektens ontllaan kunnen , en dit nog zoo veel te meer, daar dit lichaamlijk leven, zoo als men fielt, eene allernaauwlte gemeenfchap met het gevoelend en beweegend vermogen der zenuwen en zelfs met den geeft oeffent, zoo dat, wanneer deezen lijden, het zelfde ook te gelijk aangedaan word, en wederkeerig , gelijk dit blijkbaar is uit de hevige beroeringen , die. er in de natuurlijke bedieningen en afvoeringen van onze ingewanden ontftaan uit pijn , gemoedsdriften, enz. en omgekeerd, de fterke aandoeningen en ongeregelde werkingen, die'er in de zenuwen, het algemeen zintuig en den geeft verwekt worden, als er uit hoofde van eene te fterk geprikkelde en te werkzaame levenskragt, hevige en onnatuurlijke beweegingen in het hart en bloedvaten , gelijk i'n koortszen^ plaats hebben. Edoch eenige weinige anderen Natuur - en Geneeskundigen , onder welken Whytt uitmunt, meenen, uit laatere proefneemingen en overweegingen te mogen beOuiten, dat het gevoelend en beweegend vermogen der vezelen en zenuwen van een en het zelfde beginzel afhangt, dat het lichaamlij ke leven in de mergagtige zelfftan- dig-  ÖQ LAMBERTUS BICKER digheid der zenuwen of in het zenuwvogt zijne waare zitplaats heeft, en dat alle fpiervezelen haare prikkelbaarheid van de zenuwen ontfangen Qa). Dan jk zal mij met dit gefchil niet ophouden, nadien het dog op de kennis der oorzaaken , kenmerken en geneeswijze geen invloed t er waereld heelt, of men de gevoeligheid der zenuwen van een of meer beginzels afleid , mits men maar vafi> ftelle, dat zij beiden te gevoelig, te prikkelbaar zijnde, eene voorschikkende oorzaak tot Zenuwziektens worden; en dit word algemeen erkend. Van-meer belang zoude het zijn, indien men weeten konde, waar uit die meerdere en mindere prikkelbaarheid der vezelen en gevoeligheid der zenuwen onftaat, dan dit is niet wel te bepaalen ; hoewel het vermoedelijk is, dat zulks afhangt van eene zekere teerheid dier deelen, zoo dat de vezeicn weeker en de rokken der zenuwen , wier mergagtig gedeelte alleen gevoelt, dunner zijnde, zij deswegens ook prikkelbaarder en gevoeliger zijn , en naar Het gevoelen van Lea- (a~) Men wagteerftdaags een werk, wtar in men dit een en ander zoo waarlchijnclijk zal maaken» ais in een onderwerp van dica aart kan geverfd wordea»  Over de Zenuwziekte der Ned'erlanderen. èf Lêaké (a) ontflaat zulks uit eene meerdere of mindere weekheid of Hevigheid van het natuurlijke ilijm* of bet dierlijk geley onzer deelen , waar in Haller de zitplaats der prikkelbaarheid gefield heeft: althans verfchcidene redenen zijn 'er, die dit vermoeden Herken ; men leid hier van niet onwaarfehijnlijk af, dat de kinderen , zo veel meer dan bejaarden, de vrouwen zoo veel meer dan de mannen (b~) en de bloedrijke zoo veel meer dan de zwartgallige geflellen, gevoelige en prikkelbaare zenuwen en vezelen hebben : en men kan 'er ook de wijze en reden uit opmaaken, waarom alle die oorzaaken , die onze vezelen en zenuwen Verweeken en verflappen , die gevoeligheid en prikkelbaarheid vergrooten, en dus de Zenuwziektens vermeerderen, inzonderheid eene vogtige warme lugtsgefteldheid, warme, waterachtige dranken, wa- (a) Medical Jn'ftruift. ön Chronic. or flo'w diseases of wornen p. 223 - 226. (b) Cltftom heeft door zeer fraaije proefneernigen die groot ere weekheid van vezelen ia de vróuwen beveiligd, en de la Some heeft getoond, dat dat de binnenfte laag van den eigen rok der Slagaderen veel zagter en woeker en dus prikkelbaarder is in de vrouwen dan in de mannen. Zie Tissot Traité des Nerfs &c. Tom. I. p. 276. en Mem. dg i' acad. R„ des Sc. 170. pag. 135 & 170,  6a LAMBERTUS BICKEK. waterkgtige en vaite voedzels, eene weeke opvoeding en levenswijze, verzwakkende ziektens, enz. die alle het natuur» lijk flijm verdunnen en affpoelen, en dus de zenuwenen vezelen ontblootende, dezelven voor de natuurlijke zo wel als onnatuurlijke prikkels gevoeliger en prikkelbaarder maaken (a). 5. Als eene vijfde zeer voornaams voorlchikkende oorzaak van Zenuwziektens befchouwe ik met Boerhaave en Tissot een ie gevoeligen of origefleldeh , ftaat van het algemeen of denkend zintuig* Men verftaat hier door dat gedeelte der hersfenen , alwaar alle de zenuwen zamcnloopen en eindigen, of liever, daar zij beginnen zenuwen te zijn , en dus dat werktuig , 't welk de indrukzelen der roeringen , die de zenuwen ontfangen, aan den geeft: overgeeft , wanneer zij gewaarwordingen worden, en 't welk te gelijk de gewaarwordingen of bevattingen en bevelen van den geeft tot dé zenuwen overbrengt. — Wanneer nu dit algemeen zintuig zoo gévoelig is, dat het van de roeringen der zenuwen veel (a) Men kan dit breedvoerig betoogd en ontvouwd vinden bij Tissot, Traité des Nerfs &c' Pag. 273-293.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 6$ veel te hevig word aangedaan, of te fterke gewaarwordingen in den geeft verwekt , of de bevattingen en bevelen van deezen met te veel geweld tot de zenuwen overbrengt, of wanneer het door eene of andere ongefteldheid beide die werkingen ongeregeld, verward verrigt, dan word deeze te gevoelige, ongeltelde flaat^deszelfs, zo eene magtige oorzaak van Zenuwziektens, dat men er voornaamelijk, zoo niet alleen van moet afleiden, benevens de Melancholie, alle die zwaare en geweldige zenuwtoevallen, die men anders de ziektens der hersfenen noemt §. IV, 4 en 6": flaapzugt, hardnekkige flaapeloosheid , verfchrikkende droomen , ftuipen, algemeene ftuiptrekking, vallende ziekte, beroerte, lamheid, dwaasheid, krankzinnigheid , enz. — Men moet niet begrijpen , dat deeze oorzaak dezelfde ^ is met de algemeene, te groote gevoeligheid, of 'er altoos mede gepaart gaat. Men ontmoet dikwijls menfehen * en ik heb 'er zoo veelen behandeld, aangetaft van de eene of andere deezer Zenuwziektens , en die anders, over het geheel, veel minder gevoelig van zenuwen zijn, dan anderen, welke van die ziekte bevrijd zijn en blijven. Ook ontdekt men dit onderfcheid zomtijds kennelijk in Me- lan-  61 LAMBERÏUS BïCKES ïahcholijke lijders: 't heeft mij meeirig. maal verwonderd , hoe veelen derzelven , die niet zco zwak nog zoo gevoelig zijn, als wel anderen, ja die in alle andere ópzigten gezond fchijnen, zoo fchrik-en vreesagtig zijn kunnen, zoo angflvallig, zoo verkeerd en dwaas denken over alles, wat hunne gezondheid en leven betreft, en zoo Onvatbaar en onovertujgbaar zig gedraagen voor de beste redeneeringen , die men aanwend, om hen van hunne dwaalingen te geneeZen, en ik heb 'er nooit beter reden voor kunnen uitdenken, dan te ftelien , dat hun algemeen zintuig te gevoelig of onftêld ware , éri deswegens verkeerd Of verward werkte, en daar dit zintuig zoo ver buiten ons bereik is , als deszelfs zamenftel eh werkingen voor ons onbegrijpelijk zijn, moet men waarfchijnelijk daar in ook de reden zoeken, waarom die beden gewoonlijk zoo moet jelijk te herftellen zijn, eh zoo zelden geheel herfteld worden. — 't is ook m de te groote aandoenlijkheid van dit zintuig , mecne ik, te zoeken, dat inwendige prikkelingen der zenuwen, die op het zelve terugfluiten, en met geweld werken, vm welke de geeft zomtijds geene of niet dan geringe gewaarwordingen ontfangt,  Óver de Zenuwziekte der Nederlanderelf. 6$. zulke geweldige zenuwtoevallen verwekken ; de vallende ziekte door wormen, bij voorbeeld, de St. Vitusdans , de algemeene kramptrekking en. zoortgelijken, kan men daar ook het beft,van afleiden. — En zoude het daar ook vpomamelyk die menichen niet haperen, welke pver alles wel , doch over een of ander bijzonder artieul, altoos kwalijk, redeneeren, die, gelijk men zegt, delïrani in farte, voor een gedeelte gek of ijlhoofdig zijn , gelijk ook die, welke perïodieq krankzinnig zijn? . 6. Eene zesde voorfchikkende oorzaak van Zenuwziekte is buiten twijffel, een minder dan natuurlijke trap van gevoeligheid en prikkelbaarheid in dc zenuwen en fpiervezelen, in :t: laiijn torpor genaamd, zoo dat zij niet genoegzaam aangedaan en tot haare^ natuurlijke beweegingen _opgewekt worden door de prikkels, die de natuur zeivc verordend heeft, om dezelven in werking te brengen,-, waar door dan de deelen hunne bedieningen niet, dan gebrekkig en onvolmaakt, verrigten. —- Voor zooverre deeze ongefteldheïd eene oorzaak is van de thans zo zeer vermeer aerde Zenuw* ziektens , gaai zij ook gewoonlijk ge. E paarü  66 LAMBERTÜS 5ICKEF. Lax.itas, paard met eene flipheid en vcerkrs!gte*> Aroma, loosheid van zenuwen en vezelen , welke ook niet zelden het gevolg is van langduurige of hevige krampagtige aandoeningen derzelven, en beert wel het meeft plaats in de hersfenen, maag en darmen. 't Is uit de zamenvoeging van deeze twee oorzaaken , dat de Hypochondrie §. IV. 3, ontftaat, en dat ook alle dc toevallen, welke men in dc Hypochondricque lijders waarneemt, kunnen: verklaard worden: hunne gewoone hardlijvigheid, bij voorbeeld, ontftaat uit niets anders, dan dat de darmen, wegens min gevoelige en verflapte zenuwen en vezelen, door de prikkeling van de voedzels, lucht en gal, niet fterk genoeg aangedaan, niet dan eene traage wormwijze beweeging verwekken, terwijl hunne loslijvigheid een gevolg is van eene gebrekkige fpijsverteering , wegens eene verflapte, ongeftelde maag, waar doof 'er raauwheden geboren worden , die bij wijze van purgeermiddelen werken. Zoo is ook hunne traage pols het gevolg van eene te geringe prikkelbaarheid van het hart en bloedvaten. By alle deeze voorfchikkende oorzaaken , die zomtijds min. of meer vermengd  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 6/t óf vereenigd,beftaan, zoude ikmetTi&soT en anderen nog kunnen voegen de gebreken van de vriezen of rokken der zenuwen; gebrek of fchaarsheid van dierlijke géeïten; dikheid, dunheid, verftopping en andere ongefteldheden van hut zenuwvogt , enz. maar gemerkt deeze oorzaaken zoo geene kenbaare tekenen met zig brengen, om dezelven van andere oorzaaken te onderfcheiden # of om te kunnen zeggen, wat zij tot het verwekken van bijzondere zenuwtoevallen toebrengen, zal ik 'er mij niet mede ophouden , te minder, daar ik meene, de voor-' naamften en de gewoon/ten ontvouwd te hebben, en voor al die, door wier kennis men in ftaat gefteld word, om de thans heerfchende Zenuwziektens: door haare oorzaakenen de toevallen , die ér uit ontllaan, van andere ziektens te onderkennen. — Alleen zal ik er evenwel op aanmerken , zoo 'er een zenuwvogt beftaat 9 gelyk vrij waarfchijnlijk is, dat hetzelve dan ook, gelijk alle andere affcheidende Vogten, deelen.moet in de fcherptens Of andere ongefteldheden van het bloed; gelijk de zenuwen* voor zoo verre zij Vafte deelen zijn, zekerlijk ook deelen in de flapheid of zwakheid van het gcheele " E. 2 ge»  lambertus bicker Hel des lichaams , en gevolgelijk, wJöfe neer men het bloed en andere vogten fcherp of ongefleïd, en het gantfehe géHel verzwakt vind,- dat men dan ook tot de fcherpte of ongefteldheid van het zenuwvogt en tot dé zwakheid der zenuwen befluiten mag; en dit Hellende, zoo is er niet aan te twiiffelen, of het zenuwvogt, fcherp, te iijmig,tc wateragtigof verftopt zijnde, kan eene magtige oorzaak wezen van Zenuwziektens. Lolbb (a) meent, dat zonder zulks van de dierlijke gecflen valt te Hellen, zeer veele Zenuwziektens onverklaarbaar zijn zouden. Te fcherp zijnde, zegt hij, kunnen zij door de zenuwen te prikkelen, de vcrfchrikkelijkfle uitwerkingen voortbrengen , zo als geweldige Huiptrekkingcil cn de fcherpHe pijnen; te lijmig z\jndc , verwekken zij vcrHomping der zintuigen, lamheid en flaapzugt; te dun zynde, worden zij dc oorzaak van eene algemeen ne zwakheid in alle de werkingen cn bedieningen. Home (/;) houd het zenuwvogt voor de zitplaats van verfcheide z waa- rc (a~) R?tional Method. of enzing fcven pag, 4<5. 14 ? - r47■ (b) Princip. Medic, pag. 28>  Over de Zenuivziékte der Nederlanderen. 6y re ziektens, zoo als de kwaadaartige ze- ^ M¥. ttiuykQQrts en de pelt; en deszelfs ftil-w/a ftand, zegt hij, veroorzaakt ligthoofdig- na, heid, beroerte en lamheid. Daar zijn dan verfcheide voorschikkende oorzaaken, waar uit de Zenuwziektens ontftaan. De meefte Geneeskundigen , die er over gefchreeven hebben, zijn in het misverftand gevallen van dezelven allen, flegts. van eene oorzaak afteleiden. Cue^nk-, Kloekhoff, Smitii cn anderen hebben alle Zenuwziektens. befchouwd, als een gevolg van vcrllapte zenuwen en vezelen; Pome daar entegen hcci't zo alle toegcfehreeven aan eene te gr.oo.te ftrakheid of gefpannenheid dier deelen; Whytt meeft aan te gevoelige zenuwen; LeakeQc) en veele nieuwe Schrijvers aan eene te groote gevoeligheid cn prikkelbaarheid van zenuwen cn vezelen. Dan Tissot (d) heeft uit, voerig en bondig betoogd, dat dit een kennelijke dwaaling is, die tot gevaarlijke misilagen in de praktijk aanleiding geeft, en dat er vcrfeheiden zeer ft tijdige (O The co^flruö:. of the nerves and causes of nervesdesorders p. tu ,> „ (cl) Traité des nerfs. Tom.. 1. P. i. pag. =5» E 3  LAMBERTUS lïICKER ge oorzaaken van deze ziektens zijn; het zelfde heeft opzettelijk getoond Hïll en anderen, en de reden cn onder,vinding beveiligen zulks. De zenuwen en vezelen kunnen zo wel te flijf en te gevoelig , ook te prikkelbaar zijn; dagelijks ontmoet men gevallen van Zenuwziektens , zo wel die uit de cerfte , als die uit cle Jaaiftc ongefteldheid ontllaan, gelijk ik reeds getoond heb ten aanzien der Hypochondrie, en daar zijn zwaare Zenuwziektens, die alleen uit eene ongeiteldhejd der hersfenen of van hot denkend zintuig voortkomen \ terwijl het -overige Zcnuwger ftë! gezond en llerk is; dc vallende ziekte is daar een fpreekend bewijs van. Ik heb veifcheiden rnatroozen , boeren en arbeidslieden behandeld, welke die nedugte ziektens alleen door een fchrik gekregen hadden, cn die voor 't overige gezond en ilcrk en zeer ongevoelig van zenuwen waren. Hij derhalven,' die geen andere Zenuwziektens erkend, dan die uit eene en dezelfde oorzaak ontllaan, zondert zeer vecle en zeer voomaame ziekten:; van die klaslc af, welke wezenlijk 'er toebchooren; hij loopt geduurig gevaar, van wezenlijke zenuwkwaaien met andere ziektens te verwarren, en hij fielt zig  Over de ZexuzuzükUe der Nederlander en, 71 zig dus buiten ftaat, orn dezelven wel te behandelen. VII. De kennis van de aanleidende of opwekkende oorzaaken der Zenuwziektens brengt ook zeer veel toe, om de tekenen optemaaken, waar door zij van andere ziektens kunnen onderfcheiden worden: dog tot dit einde zal ik flegts nodig hebben, dezelven kortelijk aantewijzen. In 't algemeen moet men daar voor houden alles, wat inwendig in het lichaam .huisveöende of voorvallende of uitwendig aan hetzelve toegebragt, de vezelen, zenuwen, hersfenen, ingewanden, met één woord, het gantfche geitel, verzwakken , verflappen, te gevoelig, te prikkelbaar maaken , ontftellen en te fterk prikkelen kan. In 't bijzonder zijn de voornaamfte en gemeenfte van die oorzaaken 1. Een onmaatig gebruik van warjtne wateragtige dranken en fpijzen. 2. Een misbruik van zuivere, fcherpe dranken en fpijzen. 3. Allerlei] winderige, meelige eri ook vette en moeijeiijkverteerbaare yoedzels, E 4 4. Al-  %2 eambertus bicker 4, Allerhande fcherpte en raauwheden, winden en wormen in de maag en darmen. 5. Eenige ziekelijke ftoffen of fcherpte of andere ongefteldheid in het'bloed en de andere vogten; vooral eene jigtige ftöflfe; die, wanneer zij niet uitkomt, zéér veeJe en zeer zwaare zenuwtoevallen voortbrengt, gelijk Wiiytt (pj uitvoerig- bewezen heeft. 6~. Eene vermindering of reheele opftoppïrig van" eene gcwoone 'pntiwL tiiig , -vóór al der maandftonden, van waar dé zenuwzieke toevallen zoo gemeen zijn in vrij fiers en vrouwen; 'en der onzigbaare uitwaasfeming. 7. Eene fterke ontlading van bloed, van zweet, van zaad , enz. ' 8'. Sterke of te dikwijls herhaalde purgeer-zweetdrijvende of andere ontlaftmiddelcn. \' ■ 9- Zwaare, langduurige ziektens , die het lichaam uitputten, zwak en teergevoelig maaken. 16. Een ziftend, werkeloos, weefceüjft en afgezonderd en ook een ongeregeld leven. ' ir. Al- {p VVhttt Verhand, owr ds Zenuwziektens» öladz. iCb. cn vtrvoigen».  Over de Zenuwziekte der Neder tenderen. f% 11. Allerlei geweldige of langduurende gemoedsaaiidoenigcn. 12. Langduurige en geweldige infpanning van den geeft, fterk ftudeeren en geftadig nagtblokken. Alle deeze oorzaaken kan men bij de aangehaalde Auteuren breedvoerig ontvouwd en betoogd vinden; veelen derzelven zal ik in het tweede deel des voorftels nader befchouwen; cn hoe zij ons moeten dienen, om de kenmerken der Zenuwziek tens optefpooren , zal blijken uit het onderzoek dier kenmerken zelve, Waar toe ik nu onmiddelijk overgaa. — Alleen zal ik'er nog van aantekenen, dat zij, zoo wel in gezonde, als in zieke zenuwgeftelleri', zomtijds zenuwtoevallen verWekken , dog in dc Latften altoos zwaarder cn langduuriger. VIII. De. onderfcheldkennis of iekenkenpls Dïagnojït. der Zenuwziektens is voor een Geneesheer van hetgrootfte aanbelang; zij komt. hem dagelijks te ftade; zij fielt hem in ftaat, niet alleen om Zenuwziektens van andere kwaaien te onderkennen, maar ook om te kunnen onderfuheidcn , of de zenuwtoevallen, die hij bij zijne lijders ontmoet, wezentlijke ZenuwzickE 5 tens  74 LAMBERTUS E1CKER tens zijn , dan wel toevallen van eene andere ziekte, en in dit laatftè geval, of zij nogthans van dien aart en dat gewigt zijn , dat zij als Zenuwziektens moeten behandeld worden. Dit alles niet kunnende onderkennen, loopt hij telkens gevaar, van de verderf]ijkitc misflagen te begaan , waar door hij zijne lijders ellendig en ongelukkig maken, en voor zig niet, dan oneer en befchuidi- ging, behaalen kan. Deeze kennis egter is in veele gevallen ten uiterften moeijelijk. 't Is doorgaans wel niet moeijelijk te zien, dat de zenuwen aangedaan zijn en (lijden,' en dat er uit dien hoofde onnatuurlijke gewaarwordingen en werkingen plarts hebben ; maar het is dikwijls zeer moeijelijk te ontdekken, of zij oorfpronkelijk, dan toevallig, lij. den; dat is, of de zenuwtoevallen , die men waarneemt, eigenlijk Zenuwziektens zijn, dan flegts toevallen van eene andere ziekte, cn dit ontdekt hebbende, blijft het dikwijls nog moeijelijk, de werkende oorzaak of oorzaaken te vinden, waar door die Zenuwziektens of zenuwtoevallen wórden voorrgebragt. Daarzijn verfcheiden gevallen, waarin zulks te ondekken,inderdaad nietzcer moeijelijk is en waar in-ik nogthans kundigen zo wel  'Over'de Zenuwziekte der Nedalandtren. ?$ wel als onkundigen heb zien nuftaften. 't Is immers niet moeijeiijk,zou men zeggen, de zenuwtoevallen der onfteekingskoortfeivderrotkoortien en der fleependekoortJen van de eigenlijke Zenuwziektens te onderkennen , en échter ben ik in gevallen geroepen geweeft, waar in men de-f' zeiven 'er voor aanzag en als zoodanig behandelde. Ik zal er hier eenigen van opgeeven, om dat zij ons duidelijk zullen doen zien , hoe ligtclijk de Zenuwziekterts met andere verward worden, en door welke tekenen zij te onderkennen zijn. i. Een jong Heer van 21 jaaren, valt zeer fchielijk in eene aanhoudende ijling of raaskaliing. Den derden dag 'er bij geroepen zijnde , verhaald mij de . Geneesheer, die'er overging, dat de lijder voor een dag of vier zig zeer heftig boos gemaakt had; dat hij daar op over zwaare hoofdpijn , klopping in het hoofd en eeu fterk geruifch in de ooren geklaagd had; dat hij hier mede naar bed gegaan zijnde, zeer fchielijk aan 't ijlen en raaskallen geraakt was; dat hij egter bij kleine .tusfehenpoozen bij zijne kennis geweeft was, cn alsdan oyer de gemelde toevallen , en over eene bcnaauwde opfpanning geklaagd had , die door het oprispen van winden fchecn te ver-  f6 LAMBER.TUS BICRER terligterr; terwijl hij tevens dan zeer gemelijk en ligt geraakt was, zo dat hij, op het minfte geraas, in gramlehap opvloog en weder aan 't raaskallen geraakte, en zomlijds door ftuiptrekkingen aangetaft werd. Verder verhaalde mij de 'Geneesheer, dat de lijder altoos een zeer aandoenlijk, gevoelig geitel hadde gehad, fterk ftudeerde, en toen hij er bij gehaaid was, niet tegenftaatjde dc ijling:, een zeer happen kleinen pols had, 'benevens eene langzaame ademhaling en geduurige zugting, en ook zeer veel bleek water loosde; dat hij wegens dit alles, dc ziekte had aangezien voor een zoort' Mania. v&n rftfemij, uk een, door de fchrik te 1 fterk aangedaan, beroerd zenuw-en hersfengeftel ontllaan ; dat ook de lijdqr dien nagt eenige bezwijmingen had gehad , en vervolgens in eene flaapzugt en gevoelloosheid gevallen was; dat hij om alle die redenen hem niet had doen aderlaaten, maar van het begin afbedaarende zenuwmiddclen met 'het opium had toegediend; hoewel hij hem* ziende, datde raaskalling toenam, ook ldijfteeren had doen zetten, zuurdeeg aan de voeten en een fpaanfche vlieg in den nek leggen. — Den lijder onderzoekende, vond >k in de daad zijn pols zeer klein , maar in-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. ingetrokken en tevens rad en oenigzins weerltrevig,- dog de hals - cn llaapilagaderen voelende, vond ik deezen hard, opgezet en zeer rad. Vraagende, hoe dc lijder van 't begin in zijn aangezigt er uit gezien had,' zeide men mij» nu zeer rood, en dan weder zeer bleek, en de pogen zeer wild en gramttoorig. —— Verder vraagende of hij uit zijnen neus gebloed hadde; antwoorde men mij, een weinig, dog dat hij zulks wel meer cn zomtijds zeer fterk gedaan hads ■ » op deeze ontdekkingen en onderrigtingen helde ik tcrltond over om te belluiten, dat de ziekte geene Zenuwziekte, geene eenvoudige rafernij, . maar veel eer eene raaskoorts was, uit eene ontflee- ?hr*dttw king der hersfenen voortfpruitcndc, te meer, daar de eerjtgemcide toevallen in deeze koorts niet vreemd- zijn , vooral niet in een bloedrijk, aandoeneiijk geitel, hoedanig ik uit de voorige neusbloedingen en andere omitandigheden kon opmaaken, dat het temperament van deezen Jongman was. Ik haalde op dien grond mijnen konftbroeder over, den lijder eene goede aderlaating te doen, en na twee uuren wederom te komen, om het bloed te bezien. Wedergekomen zijnde , vonden wij het bloed ge.- wgI-  fZ LAMBERTÖS BICKER weldig ontlïokeii en den pols cenigzihts ruimer; waarom wij tot eene tweede veel grootere aderlaating bellooten, die daar naa nog driemaal herhaald werd, terwijl, wij alle andere mogelijke middelen tegen de ontlleeKing aanwendeden , met dat geluk: ig gevolg, dat de lijder na eenige dagen volkomen herltelde , blijvende alleenlijk nog eenige dagen gekweld met draaijingen en zwaarte in 't hoofd en pijn in de oogen. 2. \ oor eenigen tijd werd ik geroepen bij eene Juffrouw, oud 2 6 jaaren, cn omtyent vier maanden zwanger, die ik zeer benaauwd op de borft en kort hoeitende, vond; zij kon niet dan met de grootfle moeite ademhaalen , en niet doorhoesten, uit vrees voorde pijn, die zij in haar regterzijde had , welke daar door zeer vermeerderde: Haar aangezigt was rood en opgezet, haare tong droog, de pols zwak en ongeregeld, en de pis zeer rood. Men liet mij een drankje zien , dat een mengzcl was van windbrcekende zenuwmiddelen $ en men zeide mij, dat haar Doclor, dit haar al drie dagen had laten gebruiken en dat zij er hoe langer hoe erger van geworden Was, dat zij er Wel eenige winden, waar mede zij altoos geplaagd was $ door geloosd had $  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 7$ had, en dat daar door haare benaauwdheid , die zij voor het hart gevoelde, wel eenigzints verligte, maar dat de benaauwdheid op de borlt , de hoeit en pijn verzwaard waren. Ik verzogt haaren Doctor te laaten haaien; die gekomen zijnde, mij verhaalde, dat de tijdejes zeer hijitericq niet alleen was, maar ook meermaalen onderhevig aan eene krampagtige aamborftigheid en pijnen in de zijde, voor al, wanneer zij, gelijk als nu, koude gevat had, en dat hij haar altoos door dat zenuwmiddel 'er van herlteld had. Ik floeg hem voor , of het geval nu niet eene waare Longonifteeking Ptripneu* ware, dat alle de toevallen en omftandigheden mij zulks fcheenen te leeren. Hij antwoordc mij, dat zulks wel beter bleek uit de zwakke, weeke pols. Ik zeide hem, dat hij wel wilt, dat de pols gemeenlijk zoo was in eene zwaare longontlteeking; dat de zieke mij gezegt hadde, dat haare ongelteldheid met huiveringen, zwaare koude, en daar op gevolgde groote hitte begonnen was , en dat de pols ook zeer koortzig en de pis zeer brandig was, en dat dit in eene krampagtige aamborstigheid zo geen plaats had; dat daar en boven in deeze de bezwaardheid der ademhaaling niet op die wijze moeijelijk was  ia LAMBliRtUS BlOKES. was, maar meer verflikkende, en dik--' wijis tusfehen beiden verminderde, daar zij hier ai dien tijd beftendig gebleeven en toegenomen Vv-as; dat de manier van hoesten en de vermeerdering van pijn daar in, ook een merkelijk verichil maakte , behalven dat de toevallen door Zijne middelen niet verligt, maar verzwaard waren , en dit wij in alle geval, geen kwaad konden m:t eene aderlating, dewijl die zomtrds ook van nut was in eene krampagtige aamborilighcid, en dewijl de juffrouw zo ver zwanger was- -— Hij ftemde hier in toe. Alen tapte haar omtrent agt oneen bloed af, zonder merkelijke verligting, maar het-bloed, na eenige uuren, dun ontbonden en met een biaauw vlies bedekt vindende , gelijl? veeltijds in eene longontlleekirg , drong ik aan op eene tweede, en ruimere adcrlaatlng , die eene groote verligting gaf, waarom men den volgenden dag tot eene -derde befoot, die, gepaard met verdunnende en verkoelende middelen, alle de toevallen langzaam deed wijken, zo dat de lijderes, binnen agt dagen daar na, vol» komen genezen was. In beide deeze gevallen , (_'cn zoo heb ik het meer gezien, j) had men zig, behalven door andere omftandigheden , ook ka«  Over dè Zenuwziekte der Nederlanderen. Zi ïaaten misleide» döor eene zwakke, kleine pols , oni dat die veeltijds bij zenuwtoevallen plaats heeft, eh doof het begrip, dat zenuwzieke lieden niet zoo zéér aan öntfteekirigziektens onderhevig zijn. Dan gelijk de ondervinding hier van dikwijls het tegendeel toont, zo heeft zij mij menigmaal doen zien , dat onder éene kleine ingetrokken pols, eene groote öntfleekingsgeffeldheid in het bloed fchuilt, maar 't is niét dan door dé ervaring, dat meri zulks uil: de pols' leert onderkennen i hoewel Kockburn Qa) reeds geleerd heeft, dat dê gróotfté graad van ontlleekingnietbeilaatin eene volle, fterke , harde pols, maar dikwijls in eene zoo zamengetrokken en onderdrukte pols, dat: de vinger dezelve naauwlijks voelt kloppen ; 't is ook óp' dién grönd , dat ik door aderlaatingen in de öntiteekingskunx yerfcheide lijders geneezen heb, die men lang als zenuwzieken vrügteloos. behandeld, en bij wien men geen vermoeden óp ontlteekirig gehad had 3. Tén aanzien der gal -, rót - én fcwaadaartige koortfen, zou ik zeer veeIe gevallen kunnen te berde brengen, die:, (a) TraCL de rriorb. markim, ac naval» Part. \$ % 34 — 39- h  8fe LAM3ERTUS BICKER die, wegens derzelver zenuwtoevallen, krampen, fluipen , hik, neerllagtigheid, zwakke pols, bleeke pis, enz. door minkundige . Dorpéhirurgijns , apothekers cn kwakzalvers, als Zenuwziektens behandeld zijn. Onder anderen herrinnere ik mij 't geval van een meisje van 14 jaaren, die, toen ik'er bij geroepen werd, in, een tijd, dat de kwaadaartige rotkoortsen hier fterk heerfchten, reeds twee dagen gelegen had wezen - en gevoelloos , met geduurige pees trekkingen , hik , beevende, zwarte tong, zeer kleine, afgebroken pols, met één woord, die, zo als ik uit het verhaal van het gantfche beloop der ziekte kon opmaaken , door eene TeMs volmaakte kwaardaartige zenuwkoorts was vöja- aangetaft, en waar aan een Chirurgijn, die 'er over ging, van 't begin af, zo als hij mij berigte, niet dan verhittende zenuwmiddelen gegeeven had , mengzels uit wijnruitwater, met Tinctuur van Bevergeil , Valeriaan en fijroop van witte maankoppen en dergelijken; om dat zij,zeide hij mij,ziek geworden was door de fchrik van haar vader , die aan een galkoorts geftorven was, en toen terftond zeer neerflagtig en zwak geworden was , met geduurige zugtingen, braakingen, ligthoofdigheid, beevingen en zelfs bezwij- min-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 83 mingen, hebbende al dien tijd eene zwakke , trillende pols en witbeflagen tong gehad en met, dan bleek water, geloosd. Edog, nadien behandelingen van zuiice onkundigen ons nog bevreemden, nog iets wezenlijks leeren kunnen, zal ik 'er mij niet bij ophouden, zoo min als met die gevaarlijke dwaalingen, welke Tissot (d) Zegt gezien te hebben, waarin mende Zenuwziekte als Scheurbuik , en anderen , waar in men dezelve als Venusziekte had behandeld, en den lijder alle de wreedheden van eene volkomene kwikkuur had doen ondergaan. 4; Meer heeft mij verwonderd het geval van eene jonge Juffrouw van 18 Jaaren j die ik, toen men er mij bij haalde , aangetaft vond van eene hevige benaauwdheid met zwaare hartkloppingen en eene zeer radde ^ kleine pols > en die, zoo als men mij verhaalde , zulks dikwijls daags kreeg en dan aan het braaken raakte of in zwijm viel, gevolgd van Iterke ftuiptrekkingen , met liaan van armen en beenen. Nadien ik rrieer over" haargepraétifeerd had, zeidemenmij, dat men, op aanrading^ eens een anderen Doctor (a) Raadgeev. voor dé gezondheid dar groote «1 rijke lieden. Bladz. 4.13, 4(4, F i  ?4 LAMBESTUS BIC KER tor gehaald had , dat die gezegd had , dat zij een galkoorts had, en dat hij daarom haar reeds verfcheidene braak - en purgeermiddelen had laaten inncemen ; dog dat de lijderes hoe langer hoe erger wordende , men beilooten had, dien Heer af te zeggen , en mij wederom te haaien. Alles bedaard onderzoekende, de tong weinig heilagen, de pols niet koortlig, maar zeer zwak, en de pis bleek, wateragtig vindende, befloot ik, gclijkook deed een ander Geneesheer, die er met mij gevallig tegenwoordig was,dat er geen fchijn van eene galkoorts was, maar ik meende, uit alle de verfchijnzelen te moeten beiluiten,dat het louter zenuwtoevallen waren, uit eene gebrekkige fp ijs verteering, een zwak geitel van maag en zenuwen , en uit eene opltopping der ftonden, die zij in eenige maanden niet gehad had, ontïtaan, endoor dc braaken purgeermiddelen verergerd, waarom ik haar verlterkende maag - en zemiwmiddelen toediende, met dien iiitllag , dat zij terltond beterde en langzamerhand geheel herftelde. Het kwam mij voor, dat loutere overhaalting of gebrek van tijd, om behoorlijk onderzoek te doen, de voornaame oorzaak van dien misflag was, want dat anders de kenmerken van Zenuwziekte in dit geval te veel  Over de Zenuwziekte der Nedsriatidïrenr'$$ veel en te klaar waren , om een kundig en ervaren arts, waar voor ik dien Heer kende, te misleiden. 5. Niet zelden heb ik ook gezien, dat men de Zenuwziekte verwarde met eene floepende ongelteldheid, na koortien overblijvende. Nog onlangs werd ik door een Dorpchirurgijn geroepen bij ee* ne vrouw van in de 30 jaaren , die meer dan 20 maanden aan eene derdendaagfche koorts gegaan, dog ze nu zedert verfèheiden weeken niet vernomen Rad, maar ziekelijk cn kwijnende gebleeven was. Zij zag er bleek en ongedaan uit, klaagde over zwaarte en loomheid in armen en beenen, welke laatlte eenigzints gezwollen waren ; over tinteling cn dof gevoel in de vingeren; over ligthoofdigheid en beneveling der oogon; over magtelooshcid ; kortademigheid en hartkloppingen, als zij zig bewoog; over benaauwdheid voor 't hart en opfpanning van winden , vooral na den eeten; over flauwhartigheid ; gebrek van eetïuft ; de zoode of kwaadc oprispingen en hardlijvigheid Haare 00gen Honden ilaauw, de oogappels zeer verwijderd , haare tong en pis waren bleek , cn haar pols vond ik zwak, traag, dog eenigzints gelpannen en weerltreeF 3 ven-  LAMBERTUS B1CKER vende. Bij dit alles was zij ncerflagtig, dofgecftig en zeer bevreesd voorden dood, en zij had in vericheiden maanden de Honden niet gezien. De Chirurgijn zeide mij, dat het, volgens zijn gevoelen, niet anders dan Zenuwzieke cn Hijpochondrie was, dat hij haar daarom zedert een tijd lang de kina had laaten gebruiken met ftaal en eenige zenuwmiddelen, en dat zij wel herilellen zoude, als zij maar hier mede voortging, en zig wat opbeurde; dog dat hij er niet tegen had, om er mij .eens over te fpreeken , dewijl zij dit begeert had. Dan ik meende, uit alle de toevallen te mogen belluiten, dat de ziekte geen eigenlijke Hijpochondrie was, maar gedeeltelijk eene Dyfpepfia. moeijelijke of gebrekkige fpijsyertcering, uit eene verzwakking van maag en darmen haaren oorfprong ncernende, cn gedeeltelijk eene kwaadc geftcldheid of wel eene lijmigheid in het bloed, hoedanig men meer vind in lijders , welken na derdendaagfche koortfen op die wijze blijven zukkelen. Ik'ordonneerde eene federlaati.ng, waar bij ik mij in die gevallen dikwijls zeer wef bevonden had, en waar door zij ook ten>a;mzicn van de bezwaarde aademhaaling, loomheid, ligthoofdigheid, enz. merkelijk verligt werd. Plet  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 8j* Het bloed was zeer dik en met eene iij.mige witagtige korst bezet. Ik fchrëef haar te gelijk bioedverdunnende en flijmbreekende middelen en eene daarbij voegende dieet voor , en liet haar hier mede eenige weeken aanhouden; onder het gebruik van welken zij langzaam beterde , terwijl ik haar tusfehen beiden nog eens had doen aderlaaten, en ten laatften liet ik haar eenige bittere maagmiddelen gebruiken, met welken zij, zonder kina, en zonder eenig ander verHerkend of zenuwmiddel , volkomen gezond en ilerk werd, zonder eenig overblijffel van zwakheid op de zenuwen of van Hijpochondrie. Dit geval herrinnert mij, dat ik meermalen de kwaadfappigheid of bleeke kleur chhrofu. der vrij/Iers, met welke die ongefteldheid wel eenige overcenkomll had, voor eene Zenuwziekte heb zien groeten, en nu eens als de Vrijfterziekte, en dan als de Hijpochondrie behandelen , bedroegen door de algemeene zwakheid , de winderige opfpanningen, hartkloppingen, flaauwte , droefgeestigheid en zwaarmoedigheid, enz. welken die ziekte dikwijls vergezellen; dog waar van zij kennelijk verfchilt door de bleeke kleuren bolle, zugtige, koude zwelling van 't gantiche F 4 üc-  oo LAMEBERTUS BICKE8. lichaam, inzonderheid van de beenen 7 door de bezwaarde ademhaaling en hare', klopping op de minfte beweeging, vooral onder her klimmen, door de verbasterde éetluft en trek tot vreemde dingen , die iiiét tot de voedzels behooren, door de maagpijnen en door de opltopping der Honden ,1 alle welke verlchijnzelen in de twee laatfte ziektens zoo geen plaats hebben. 6, Meer verfchoortlijk heb ik voor ecnigen tijd', het graveelkolijk met het krampkolijk zien venvarren. Een Heer Van bijkans 60 jaaren. had meer dan drie dagen vreeselijk geworlteld' met eene hevige pijn in den buik, vergezeld van een opgefloptcn afgang, geduurige braakingen en oprispingen , van geweldige winden zonder verligting, tot zoo verre, dat hij dikwijls van de pijn en benaauwdheid flaauw wierd, of aan 't ijlen raakte, en men vreesde, dat hij er fchielijk in dood blijven zoude. Gevallig bij hem geroepen zijnde, verhaalde mij de Apotheker, dat zijn Doctor het geval voor een wind of krampkolijk aanziende, den lijder bij herhaaling , beneevens klijfleeren, het extraófc van kina met windbreekende en pijnflillende middelen gegéevea had, dog vrugteloos. Den buik van den  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. 8$t den lijder voelende, vond ik niet hard nog opgezet, maar met mijne hand aan de eene zijde naar agteren wrijvende, ïprong de lijder mót een fchreeuw op en zeide mij, daar de meefte pijn te lijderi.Hier op vraagende, of hij wél waterde, zeide men mij: weinig- —— Dit verneemende, zeide ik Houtweg, dat de lijder geen kramp-, maar een graveelkolijk had, en dat hij terftond beter zoude worden, als? hij 'een fteéntje loosde. — Men voerde mij hier op té gemoet, dat hij nooit eenig blijk van graveel gehad had. ■ Ik antwoordde , dat zulks zeer wel wezen kon 2 en dat 'er evenwel een fteéntje kon zitten , bshalven dat ik hem altoos voor een gezond, fterk man gekend had, en niet voor zoo een aandoenelijk geftel, waar in men één krampkolijk verwagten moet, en dat ook zijne jaaren daar geen vermoeden op gaven. Ik raadde vervolgens, andere middelen te gebruiken, die ik aan dé hand gaf, en die men ook in 't werk ftelde , met dat gewenfcht gevolg , dat hij den volgenden nagt een fteéntje kwijt raakte , waar. op alle de toevallen geftild en verdweehefl waren, en de lijder fpoedig tot voprige gezondheid herftelde , gelijk hij nog volkomen gezond, is, zonder daarna eenig toeF 5 val  9° LAMBERTÜS BICKZïï. val van kolijk of eenige blijk van fteen meer gehad to hebben. r. Veele jaaren geleden , kwam ik gelukkig fchielijk bij eene Mevrouw , die ik te bed in haar flaapkamer in eene doo'JJfr,yxia, delijke flaauwte vond liggen , zonder ademhaaling , zonder pols, geheel vcrftijft, koud enbletk van lichaam. Een Chirurgijn, daar ook bijgehaald, meenende, dat zij in eene beroerte lag,» maakte zig reeds gereed om haar eene aderlaating te doen. Ziende, dat dit het geval niet was , belette ik zulks, en merkende, dat er eene benaauwende lugt in 't vertrek was , fchoon men reeds een raam opengedaan had, vroeg ik aan de dieaftbooden, van waar dat kwam. Zij zeiden mij , Mevrouw had na den eeten wat willen flaapen, cn had, om dat het koud was, een komfoor met geglommen kooien in de kamer laaten zetten. Ziende, dat de fchoorfteen toelag , begreep ik terHond , dat de damp der kooien er oorzaak van was. Ik deed haar terllond in een ander vertrek brengen, gaf een vrijen toegang van lugt, befprengende haar met'koud water, hield haar Eau de face onder den neus, en liet haar fterk wrijven. Door het een en ander kwam zij langzaam bij zich zeiven. 8. Niet  over ie Zenuwziekte der Nederlander en. 91 8. Niet lang geleden, wierd ik laat in den nagt gehaald bij eene Vrouw, die ik in eene volkornene vlaag van Vrijfierzieke bezwijming te bed vond. De man verhaalde mij, dat zij, na een weinig melklpijs gegeeten te hebben, wél was naar bed gegaan, en, gelijk zij gewoon was , met haar kind aan de borlt wat gaan flaapen , doch dat hij door haare trekkingen wakker geworden , haar zoo gevonden had. Een Chirurgijn en de buuren daar mede geroepen , wilden, dat men haare eene aderlaating doen zoude. Maar weetende, dat zij van een zwaK en aandoenlijk geilel was en een kloek kind zoog, vond ik zulks niet goed, begrijpende , dat het Iterk zuigen 'er waarfehijnelijk dc oorzaak van was. Ik bragt haar door de gewoonc middelen te regt; zij kreeg die aanvallen nog verfchcidcn dagen , dog door 't kind te fpeenen en verlterkende zenuwmiddelen te ' gebruiken, is zij er van herfteld. In alle deeze gevallen was het, dunkt mij, voor een kundig, ervaren en oplettend Geneesheer niet moeijelijk, den aart en oorzaak der zenuwtoevallen te ontdekken. IX.  £)£ J.AJ1BERTUS BICKER IX. Edog daar zijn moeijelijker of duisterer gevallen, waar in men nier zoo gegemakkelijk ontdekt , of de zenuwtoevallen uit eene eigenlijke Zenuwziekte, dan uit eene andere oorzaak voortfprui» tcn, cn welke dc aanleidcnde of werkende oorzaak zij, waar door zij worden opgewekt»vöor al niet,indicn men van de gefteldhcid des lijders, van zijne levenswijze cn van alle de zamenloopende omftandigheden niet behoorlijk onderrigt zij, -- Ik zal er van deezen aart hier eenige laaten volgen. I. Eene kloeke bloedrijke Mevrouw, oud 45 jaaren, en die altoos vrij gezond, fterk cn vrolijk geweeft Was , voor ecnigen tijd bij haare familie buiten de Stad zijnde, verfchriktc door zeker voorval en begon kort daarop te klaagen overbenaauwdheidvoor 't hart, met hoofdpijn, afkeer van fpijzen, trillingen in armen en beenen, waar bij kwamen kookingen, braakingen , oplpanning en gerommel van winden , br^k in de keel, hartkloppingen, duizeligheid, enz. Een zeer bekwaam Geneesheer, er bij gehaard zijnde , liet haar eene adcrlaating doen cn gaf haar een zagt purgeermiddel, dat zeerwel werkte. De toevallen, hier niet door  Over de Zenuwziekte der Neder/andere». 93 door verbeterd , en de tong tamelijk lchoon zijnde, gaf hrp haar ligtveriterkende maag - en zenüwmiddelen , die zij eenige dagen gebruikte , dog zonder verligting ; in tegendeel de brok in de keel, de benaauwdheid, de beevingen en allo de andere toevallen verergerden; zij kreeg er flaauwtens , opfpringingen deiledematen, llaapeloosheid, verlchrikkemde droomen bij-, en zij werd neerilagtig, drocfgeeltig , lufc-en magteloos. De , Doctor fchreef haar meerverfterkende en vermogender zenuwmiddelen voor; maar zij vond geen baat, waarom zij naar huis kwam. JJij haar geroepen zijnde, verhaalde zij mij alles en liet mij de ge^ bruikte voorfchriftcn zien, die ik niet anders, dan goedkeuren kon en raadde voorttegebruiken, fchoon ik haar voorig gezond geitel kennende, terilond verny3edde, dat 'er eene vreemde prikkelende oorzaak in het lichaam fchuilen moeit. Ik bezogt haar verfcheiden dagen, zönder, onder het naauwkeurig gebruik van de voorige en andere zoortgelijke middelen, eenige verbetering te bemerken ; alle de toevallen bleeven düuren en verzwaarden veel eer; alleen befpeurde ik, dat de tong meer befloeg, dat de pols, te voeren zwak en klein, koortfig wierd,  94 lambertus Bicksk bij wijlen ongeregeld, en tusfchenpoöfende, en dat de pis, te vooren bleek, eene rosagtige vuile kleur aannam ; ook begon zij te klaagen over gloeijingcn, jeukte en Iteekingen over het geheele lichaam en bijzonder in 't aangezigt. Het een en ander deed mij meer en meer denken op eene ziekelijke ftof in 't bloed, tot dat ik mij eindelijk herinnerde ,• dat zij, jaaren te vooren, dikwijls met de roos was geplaagd geweeft, en hierom belloot ik, haar een zagt zweetdrijvend middel te geeven, 't welk zij naauwlijks 36 Huren gebruikt had, of haar aangezigt zwol roofig op, de roos verfprcide zig over den hals en één en arm , en hier op verdweenen alle haare zenuwtoevallen. Ik behandelde haar vervolgens met zagte uitwaazemende en ligte buikopenendc middelen , v/aar mede zij volkomen herftelde, en weder zo fris , fterk en vroluk werd, als zij gewoon was te zijn. 2- Een Heer, oud tusfehen de 35 en 36 jaaren, fterk en gezond van gelid, dog gewoon dagelijks hartig te eeten cn een goed glas wijn te drinken,' word op zekeren nagt wakker met eene hevige benaauwdheid , drukking op de maag, en hartklopping. Zijn' Doctor deed hem terftond aderlaaten 't welk hen? voor  Over de Zetiuzvziekte der Nederlanderen. 95 voor eenige uuren verligte ; maar de benaauwdheid kwam des morgens mee dezelfde hevigheid weder, en was toen verzeld met walging en kookingen; waar op zijn Doétor hem een braakmiddel, en daarna een purgeermiddel gaf, waar door hij zig merkelijk beter gevoelde; dog hij hield een gevoel over van ongefteldheid omtrent dc maag, die hij niet wel befchrijvcn kon , en bleef gekweld met hartklopping, winden en ligthoofdigheid, en na eenige dagen werd hij weder van dezelfde benaauwdheid aangetaft en van tijd tot tijd kwamen die aanvallen korter op eikanderen , in weerwil van allerlei verfterkende zenuwmiddelen , die men hem liet gebruiken, waar door hij verdrietig en, ftrijdig met zijne natuurlijke geftcldheid , dof en droefgeeftig, neerftagtig en knorrig werd. Op zekeren dag weder vreeflijk benaeuwd zijnde, liet hij mij roepen, begcerende zijnen voorigen Doctor niet meer te hebben. Ik vond zijne pols klein, rad, ongeregeld en met geduurige misflagen, zijne tong droog en wit beflagen , en zijne handen koud en wit beftorven. Van de vrugteloosheid der voorige behandeling onderrigt , liet ik hem een klijfteer zetten, cn om het half uur ee- ni-  i)6 LAMBERTÜS B1CKER nige droppel* van het liquor Hofmanki met koud water gebruiken. Eenige uUren daar na,1 vond ik hem beter, hebbende eenen ruimen afgang gehad en veele winden geloosd, doch -hij' zeide mij, hier en daar pijnclijke fchöoteh in zijne ledematen te gevoelen, en vooral in zijne regterknie. Ik vroeg hem, of hij ooit de jigt gehad hadde; hij zeide mij: neen; maar wel zedert èenigen tijd dergelijke pijnen, en dat hij daar dikwijls aan zijn Doctor over geklaagd had, maar dat die 'er nooit agt op geflagen had. Ik beval hen;, zig in huis en warm t:c houden , wóllc kóusfen aan te doen, «iet de beenen 's avonds in warm water te zitten, nu cn dan een glas Maderawijn te drinken , en veelc conferf van vlier te likken , waar bij ik'hem een zwee:drijvend mengzel liet mnecmen. Hij bleef nog drie dagen in denzelfden toeHand, met herhaalde aanvallen van benaauwdheid, dog kreeg toen eene pijnclijke zwelling in den grooten toon en enkel van zijn regtervoet , gepaard met koorts, met één woord, een volkomen aanval van jigt, waar mede ik hem geluk wenfehte, gelijk ook, van datoogènblik af, alle zijne andere toevallen verdwecnem- —* Hij heeft naderhand 's jaar-  Over de Zenuwziekte der Nederlander en, jaarlijks een aanval van jigt gehad, voorafgegaan van zoortgelijke benaauwdheid en toevallen , dog die nooit weer in Verre ha zo hevig , nog zo lang van duur geweeft zijn * vermoedelijk* omdat hij terftond van de bovengemelde middelen gebruik maakte, zo dra hij 'er iets van bemerkte. 3. Meer dan veertiën maanden, heb ik gegaan over eene jongejuffrouw van ruim 20 jaaren, die altoos van een teer^ aandoenelijk geitel geweeft was, en toen ik 'er bij was gehaald,- al verfcheide weeken, nu en dan, van geweldige ftuintrekkingen, was aangetaft * altijd na eene voorafgaande vinnige pijn boven het regteroog, zig uitftrekkeride Over den fJaap des hoofds en de wang van dezelfde zijde, zeer gelijkende naar fcheele hoofdpijn. Men had de ftuiptrekkingen door niets kunnen bedaaren, dan door eene aderlaating , dog in de tusfeh.entij^eri bad zij altoos min of meer doffe' hoofdpijn; was dikwijls gekweld met ffaauwtens , opftijgingen en verfcheide toévallen der Vrijfterziekte 5 ook was zij zeer melancholiek j geduurig zugtende, onverfchillig voor alle vermaak.cn , vol verbeeldingen en vreeze des doods, en had een geruimen tijd geen reuk gehad ; haare Ct fton-  ÏOO LAM3ERTUS BICKER Honden waren weinig en ongeregeld» <—— Dikwijls had ik haar gevraagd, of zij ooit gevallen of haar hoofd geftootcn had, waarop zij altoos, ontkennende, had geantwoord; invoegen ik alle redenen meende te hebben , om te befluiten , dat haare toevallen uit een verzwakt en ongcfteld zenuw-en hersfengeftel voortkwamen. Volgens dit denkbeeld, had ik haar telkens behandeld; dog allerlei verfterkende zenuwmiddelen, door verfcheiden kundige Geneesheeren -zoo wel, als door mij voorgefchreeven , hadden niets geholpen. Eindelijk krijgt zij wederom een geweldigen aanval van ftuiptrekkingen , die egter niet, gelijk gewoonelijk, door eene aderlaating bedaarden. Het bioed ontdoken en de pols bard , opgezet en rad vindende , deed ik de aderlaating herhalen, en een klijlTeer zetten , waarna de ftuiptrekkingen verminderden en afbraken, zoo dat zij in ftaat geraakte, om een krampftillend, verkoelenddrankje te gebruiken. Den volgenden morgen vond ik haar allezins beter; maar haar voorhoofd , 't bovenfte van den neus en aangezigt zeer gezwollen en ontftoken. Ik liet dit pappen, gaf verkoelende en zagte buikopenende middelen; de ontfteeking en zwelling namen toe5  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. $6 toe , dog zonder veel pijn of koorts, en het duurde omtrent vier dagen , wanneer 'er eene meenigte etters zich door* den neus ontlafie,dat verfcheide dagen aanhield, met aanmerkelijke verligting van alle de toevallen,zöo dat de lijderes langzaam herftelde en haaren reuk weder kreeg , zijnde na dien tijd van de ftuiptrekkingen bevrijd gebleeven jen vervolgens, door verfierkcnde zenuwmiddelen, ook van haare fiaauwtens, melancholie en meefte zenuwtoevallen geneezen. Na deeze ^gebeurtenis verhaalde zij mij, dat zij die ftuiptrekkingen en andere toevallen gjkreegeri had, na een zwaaren val op haar hoofd, bij het uitflappen van het bed, dog dat zij zulks , uit vreeze vö< r haare ouders Verzweegen had; 4. Een mail, oud in de 60 jaarcn , die altoos van een aandoenelijk , zwak zenuwgeftel geweeft was, en in de laatfte jaaren van zijn leven zeer veele onaangenaamheden , kwellingen en hartzeer' had moeten verduuwen, en daar doof zoo wel, als door een zittend, gemakkelijk eri weekelijk leven en geduurige ohgefteldheden, zeer vezwakt,- ziekelijk eri aamborftig geworden was, ivord op hetonverwagtst aangegreepen van hevige' ituiptrekkingen j die, toeri ik bij hem G % kwara9  ïoe LAMBERTUS BICKER kwam, reeds bedaard waren; dog na eenige dagen kreeg hij dezelven wederom in mijne tegenwoordigheid. Ik zag hem, op een ftoel zittende , zijne oógen op eene verwonderlijke wijze veriiraaijen; hij viel op den grond, terwijl zijn mond en aangezigt werden ieheefgetrokken , zijne armen en beenen door hevige ftuiptrekkingen gewrongen , ^ met de duimen in zijne haiïden gefloten, en hij lag buiten alle gevoel en kennis. Nadat deeze vlaag eenige minuuten geduurd had, kwam hij tot zig zeiven, dog was zeer wezenloos en dommelig en geheel onbcvufl van 'tgeen hem was overgekomen, waarom ik het toeval aanzag voor eene wcf$iUpf.a. zenlijke vallende ziekte , die zo als ik uit voonge omlhndigheden dagt te moeten befluiten, uit een te gevoelig en ontfteld zenuw-en hersfengeftel haarenoorfprong nam, en meende daarom, het belt te zijn, dat ik hem verfterkende zenuwmiddelen toediende. Alleenlijk maakte ik bedenking, dat ik hem eenige jaaren aan den andeten voor een zoort van longontftecking had doen aderlaaten , en zijn bloed altoos ontftoken gevonden had, maar ik zag van die zwaarigheid af, omdat hij daar van, buiten zijne gewoone kortademigheid, die men veel al van zwakheid eri  Over de Zenuzvziekte der Nederlanderen. i«r en krampachtige aandoening der longen afleide,in langen tijd geen tekenen gehad baddeken miniten zoo als men mij verzekerde; want nadien hij den meesten tijd uit de fta'è geweeft was,had ik hem in verfcheide maanden niet gezien.—ik gaf hem dan de gezegde middelen, en liet hem'er ecngeruimen tijd mede aanhouden , dog zonder eenige vrugt; de aanvallen kwamen van tijd' tot tijd .fterker en korter op eikanderen. Een ander beroemd Geneesheer, ter raadpleeging er'bij gehaald zijnde, vermoede, dat 'er water in de holligheden der hersfenen, en misfehien ook in de borft zat, om dat de beenen en eenïgzints ook de 'handen zugtig gezwollen waren, en dc lijder terftond het toeval kreeg, als hij in zijn ftoel, waar in hij.altoos bukkende zat , zig regtop rigte. Dan het eerfte fcheen mij meer een gevolg te zijn van de algemeene verzwakking en' onge-> ftcldhcid des lichaams en van hét aanhoudend zitten-, maar van het laatfte wift ik geene voldoende reden te geeven. Wij kwamen no^thans overeen om waterafdrijvende en te gelijk verllerkende middelen te geeven , dog alles , wat men aanwende, was vrügtéloos. — Na nog verfcheide weeken met d'eeze toevallen ellendig geworfteld te hebben G 3 en  103 LAMBERTUS BICKER1 en meer en meer verzwakt te zijn , gaf de lijder den geel!:. Na zijnen dood het lijk geopend zijnde , vond men de hersfenen' volmaakt gezond , gelijk ook de. ingewanden van den buik , en geen water in de borlt, maar de longen overal ontftoken en aan het ribbevlies , en het harte zakje op eene bijzondere wijze aan het hart en aan het middenrif, valtgegroeid , waar uit men zijne benaauwdheden, kortademigheid en het opwekken derltuipen , door zig opterigten, ligtclijk verklaarcn kon. 5. Een ander man, oud ver in de 5ojaaren,van eene levendige en driftige geaarrheid, afgefloofd in de ftudie, Bikt wijk; geplaagd met de gewoone ongemakken van zwakke zenuwgeflellcn , en een tijd lang gekweld met krampen en een geweldig'geraas , bijzonder in het regteroor , cn van tijd tot tijd verzwakkende, 'krijgt eindelijk een zoort van beroeringen en bedwelming in de hersfenen , of liever ligte aanvallen van beroerte. —— Schoon ik vermoede , dat er in dat oor iets bijzonders plaats hadde , 't welk de hersfenen aandoende , die toevallen voortbragt, wilt ik er egter niets beter op , zijn zwak en aandoenelijk gelbei overwecgende , dan herri ver-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 103. verfterkende zenuvvmiddelen te iaatengebruiken , die Ichoon naauwkeurig en aanhoudend gebruik, niets uitwerkten, dan dat zij zijne kragten eenigzints fiaande hielden en zommige toevallen bedaarden, j Een ander Geneesheer, die meermalen in eene,andere Stad over hem g-epraclizecrd had, 'erbij geroepen zijnde, meende, dat men dc oorzaak in den bovenbuik, in de galwegen en poortader zoeken moeit. Dog hier geen fchijn van vindende, kon ik mijné toeflemming niet .geeven aan het gebruik der middelen, welken bij, volgens dat denkbeeld, voorfloeg. — Een beroemd ..Hoogleeraar geraadpleegd zijnde , tragte onze beide gevoelens te vereenigen. . Dan alles, wat men aanwende, was vrugteloos, de lijder verergerde van dag tot dag, werd aïs lam en wezenloos en ftierf als uitgedroogd, zonder dat men de waare oorzaak zijner zenuwtoevallen had kunnen ontdekken. Ik vond in zijn lijk niets ongewoons in de ingewanden van borft en buik , maar in zijn hoofd onder dc 'Jiersfenen eene mecuigte troubel, wekagug ■water, en bijzonder op het fleenbecn, .binnen in dc hersfenpan, een beenknobbel, die, afgezaagd zijnde, bleek door beenbeiderf te zijn aangedaan, en die vermoedelijk ' G 4 >aar  'i.C>4 LAMBERTUS BICKER naar maatohij gröotergeworden was, de hersienen meer gedrukt, het gehoor ontfteld en dus de vcornaame oorzaak van de laatftgemelde toevallen geweeft was. 5. Eene juffrouw, oud bijkans 22 jaaren, zedert ruim een jaar getrouwd en een kind zuigende van omtrent 9 weeken, was ruim 7 maanden geplaagd geweeft met eenbenaauwdenen dikwijls geweldigen hoeft, toen ik ter raadpleeging bij haar verzogt werd. — Volgens het verhaal van haaren Geneesheer, was zij ■altijd zeer gezond en vrij fterk , dog tevens volbloedig van geitel geweeft/dikwijls onderhevig aan berftverkouwdheden, waar voor hij haar nfcerrigmaal had moeten doen aderlaaten. Bijna vier maanden zwanger zijnde, was zij weder vcrkouwden geworden; om haare zwangerheid had hij haar toen te eerder doen aderlaaten en vervolgens naar gewoonte behandeld; maar haar hoeft was blijven aanhouden , in weerwil van allerlei verkoelende, verzagrende, ftijmige, olijagtige en verdoovende borftmiddelen, die hij haar van tijd tot tifd gegeeven had. Vervolgens bemerkende, dat 'er een zoort van maaghoeft was bijgekomen, die op dezelfde wijze uitbarfte, als een kinkhoeft, en met eene lig te braaking eindigde, terwijl  Over ds Zenuwziekte der Nederhnderen. io$ eene witbeHageii tong, gebrek van eet» klit, walging en nu'en dan maagpijn, had, had hij haar twee reizen een ligt braakmiddel, vervolgens zagte buikzui-» verende, en daarna vericheidenerlei maagmiddelen ingegeeven ; dog in weerwil van dat alles, was de hoeft bijgebleeven , en zelfs eer verergerd, ja dikwijls zo hevig geweeft , dat men meenigmaal gevreeft hadde, dat zij er in geftikt zoude hebben, en naauwlijks hadde kunnen begrijpen, dat zij geen miskraam gekree- gen hadde. Eindelijk, de lijderes ziende , dat alles vrugteioos was, had niets meer willen inneemen, zich vleijende, dat de hoeft na haare bevalling wrel zoude overgaan. — Dog na dien tijd, was de hoeft wederom meer verzwaard, en dewijl verfcheide middelen ,. die zij weer gebruikt had;, niet baateden, had men goedgevonden, mij te raadpleegen. « De lijderes verhaalde mij, dat zij altoos den hoeft konde voelen aankomen door eene zekere prikkeling of kruiping, die uit den buik na de keel opklom, zomtijds vergezeld of voorafgegaan van eene brandende pijn voor 't hart; dat zij dan aanzetting voelde om te hoeften, maar , uit vrees voor de benaauwdheid, zich, zo lang mogelijk, inhield, tot dat de hoeft met G 5 zoo  100 LAMBERTÜS SICKER zooveel geweld uitbarfte, dat zij dikwijls meende , in haaren adem te blijven, en dat dezelve niet eindigde, voor dat zij min of meer fiijra overgaf. — Ik vroeg haar, wat fmaak de Hof had, die zij dan overgaf: goor en zuur, zeidc zij mij. — Verder vraagende, op wat tijd die hoeft kwam, an twoorde zij: ik hoeft dikwijls op den dag, en vooral's avonds in't bed komende, maar dat is mijn gewoone hoeft, die geheel anders is, dan die benaauwde hoeft; die komt fchicr altoos midden in den nagt;'smorgens, ais ik wat thee gedronken heb; tegen de middag en 'savonds ten zes of zeven uuren, dog ook wrel eens tusfehen beiden, als ik •fchrik of mij moeijelijk maake. —-— Ik vroeg haar ook , of zij geheugde, ooit den kinkhoeft gehad te hebben : ja, antwoordc zij, zeer lang en fterk, toen ik 10 of n jaar-en oud was. Eindelijk vroeg ik, of het zuigen haar niet hinderde; zeer veel, zeide zij; dikwijls word ik 'er ligthoofdig door, zomtijds als beneveld in mijne oogen , en bij wijlen voel ik, dat ik er opfpanningvan willeden , flaauwheid en die maagpijn door krijg, en dat dan de hoeft opkomt, dog ik zou evenwel van het zuigen niet gaarne afzien, offchoon ik zwak ben, want 'ik heb zog genoeg cn vloeije 'er zomtijds  Over de Zenuwziekte, der Nederlanderen. to? tijds van weg. Nog zeide zij mij, dar de Doétor haar verfcheide maaien 's avonds een amandelmelkje ingegeeven had om te ruften, en den hoeft tegentegaan, en dat zij daardoor wel wat iaater in den nagt aan 't hoeften was geraakt, maar ook altoos dan veel zwaarder, en dat de hoeft ook altijd veel heviger geAveeft was, als zij 's avonds melkkoft gegceüen had. Door alle deeze onderrigtingen, meende ik een vrij klaar en onderïcheiden denkbeeld van het geval gekreegen te hebben; het kwam mij voor, zeide ik, dat het geen gcmeene maaghoen- was, uit eene ongeftelde of vervuilde maag ontftaande, -want dat deeze zig geheel andeis.toedroeg , cn .gewoonlijk-verergerde, als er fpijzen in do maag waren; "daar de hoeft van de lijderes aankwam np die tijden, als de maag ledig was, behalven dat de tong vrij fchoon en het water zeer bleek was; ■ dat het ook. geen eigenlijke kinkhoeft was, vermits zij die meer .gehad hadde; dat zij echter daar het meefte mede overeenkwam , dog vermoedelijk ?eene andere prikkelende oorzaak had , mJar dat het mij toefcheen, een ftuipagtige maaghoeft te zijn, die uit eene verzwakking en vertiafterd gevoel van de zenuwen en vezelen  Io8 LAMEERTU5 B1CKER len der maag ontftond en, door een zuur in dezelve, opgewekt werd, en dat ik te meer overhelde, om zulks te geloovcn, ais ik bedagt, hoe zwangerheid en het zuigen meenigmaal de maag ontfteld en teergevoelig maakt; hoe niet zelden zelfs gezonde vrouwen door het zuigen maagpijnen krijgen , en hoe veele maagverilappende middelen de lijderes in den loop dier ziekte, en altoos met verergering, gebruikt hadde. Uit overweeging van het een en ander, ïtelde ik voor, haar poeders tc laten gebruiken uit eene groote gift van kreeftoogem met Rhabarber en Arabifche gom; Jiaar niet dan enkel koud water te laten gebruiken en niet dan koude drooge fpijzen , en geen zuur, hoe genaamd, te eeten te geven. —■ Men vond dit goed, en/na-dat zij zulks vier dagen gedaan had, waren de vlaagen van hoelt aanmerkelijk korter en veel minder hevig; waarommen bclloot er nog eenige dagen mede aantehouden , dat zij zeer gewillig en getrouw deed, en met zo een gewenfcht gevolg , dat zij veertien dagen daar na niet, dan zeer zeldzaam, en niet, dan zeer ligte aanvallen van den hoeft kreeg. — Zoo ver gevorderd zijnde, kwamen wij overeen, om haar, maar nu en dan, één van die poeders  Over de Zenuwziekte der Neder tenderen. 109 ders te laaten inrieemen, en voors verHerkende, bittere en eenigzints zamentrekkende maagmiddelen te iaaten gebruiken , waar mede zij eenige weeken aangehouden hebbende, niet alleen geheel van dien hoeft bevrijd raakte, maar gezond en vrij fterk werd , en haar kind met vermaak en gemak bleef zoogen. 7. Veelejaarcn geleeden, kwam men mij raadplcegen met eene jonge Juffrouw, oud tusfehen de 1 8 en tg jaaren, wier regterarm onophoudelijk heen en weer bewoogen werd, zonder dat het in haar magt ware, zulks te beletten. De ouders verhaalden mij,dat zij altoos zeer gezond,bloozend van kleuren bloedrijkgeweeft was; maardat zij dit ongemak had gekreegen, eenige dagen, na dat zij zwaar gefchiïkthadde; dat het reeds meer dan een half jaar onafgebroken had geduurd, dog dat de arm ftil was, zo lang zij fffep, maar weder begon te beweegen, zoo dra zij wakker werd, en zij lieten mij eene gebeele* lijft zien van voorfetiriften met allerhande verfterkende en bedaarende zenuwmiddelen, in-en uitwendig vrugteloos aangewend. — lk vond haar pols vrij vol, tamelijk fterk, cn geregeld , ook in de aangedaane hand. — Uit de aanleidende oorzaak kon ik ligtelijk befluiten, dat 'er eene ontftelte- nis  119 L A M 3 E R T L' S BIC K12R nis in de zenuwen van den arm öf in derzelver ocrfprong plaats hadde, waarlchijnelijk door dien fchrik veroorzaakt; maar om dezelve weg te neemen, Wilt ik bij de gebruikte zehuwmiddelen niets van dien aart te voegen, waar mede ik mij zeiven voldoen konde. Edog de vol-» heid der. pols in aanmerking neemende, Vroeg ik, of zij was adergelaaten. ■ 3\Ien zeide r.- ij: neen; om dat de Doctor , die er 't eerff, was bij geroepen + zulks niet noodig geoordeelt hadde , om dat 'er reeds verfcheiden dagen na de fchrik verloopen waaren , en om dat het een zenuwtoeval was, i welk door verzwakking misfehien verergeren zoude. — Deeze redenen niet voldoende vindende en ovcrweegende, dat de volheid en fpanning der vaten niet zelden eene oorzaak is van eene te grote gevoeligheid en prikkelbaarheid, en cat in zoö een geval de aderlaating een wezenlijk zenuwmiddel is; daar en-boven, dat er door den fchrik ook eene verfropping öf uitllorting of zoortgelijke ontfteltenis, in of omtrent de zenuwen van den arm kon zijn voortgevallen, raade ik, dat men haar 7 of 8 oneen bloed zoude aflaaten , en dat men om den arm en fchoudcr telkens doeken met koud water liaan zoude. — Verder be-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. ut bedenkende, dat/eenfcrflrik somtijds alleen de voorfchikkende oorzaak daar field en andere aanleidende oorzaaken opwekt of aan dezelven gelegenheid geeft bm te werken; daar bij ziende, dat men in de voorfchriften niet om wormen gedagt hadde , vroeg ik, of men die immer bij haar befpeurd hadde. — Men antwoorde mij: Van haar leven niet; dat zij nu en dan wel eens in haar neus krouwde, maar niet dikwijls; dat zij bij wijlen zeer hongerig was, dog op andere tijden weinig at ; maar dat zij veeltijds over ligthoofdigheid klaagde, en nu en dan over krimpingen in het lijf, dog dat haar buik niet hard of gezwollen was. ■— Dan naaadien ik meermalen ondervonden had, dat met die tekenen, maaijen in de ingewanden gepaard gingen, en ik zag, dat het water van de Lijderes eene melkagtige kleur had , belloot ik, haar zagte purgeermiddelen met wormdoodende middelen te geeven, verzoekende, dat men haare afgangen naauwkeurig bezien zoude. Na eenige dagen kwam men mij berigten, dat het bloed 'er zeer gezond had uitgezien, doch dat men eenige maaijen in den afgang ontdekt hadde en dat zij niet erger fcheen. Ik beval, dat men met de« zeil-  JI2 LAMBERTU5 BICKEK. zelfde middelen zoude voortvaren, ert voegde 'er bij, dat men haar dagelijks een 'klijfteer zou zetten uit een ligt aftrekzei van tabak- — Agt of negen da* gen daar na, kwam zij zelf w'eder bij mij, en tot mijne vetwondcring zag ik, dat haar arm volkomen in ruit was , en dat zij dien naar haar wil bewoog, dog zij zeide mij, dat hij zwak; wras ook, dat zij door dat klijfteer dagelijks eene meenigte maaijen was kwijt geraakt. Ik gaf haar toen eenige veffterkëride middelen en een verfterkend üneerzel voor den urm , met weiken zij volkomen gezond geworden en gebleeven is. 8. Voor eenige maanden op een dorp zijnde , werd ik verzogt bij eert jongentje van 9 of 10 jaaren , 't welk dergelijke onwillige beweeging in den regterarm ,* maar tevens in bet been van de* zeilde zijde had cn ook ftom. was. —Men zeide mij, dat hij twee jaaren té vooren net zo geweeft was cn dat ik hem toen , na dat alles vrugteloos beproefd was, geneezen bad, door wormen aftedrijvcn, dog dat hij nu niets wilde inneemen ; dat de Chirurgijn het op allerlei wijze te vergeefs beproef t hadde* en dat er voor eenige dagen nog een Doctor bij had geweeft j die bevolen had , een  Over de 'Zenuwziekte der Nederlanderen. i f$ jëéh tabakskiijfteer te zetten; maar dat 'bij hier van zeer benaauwd was geworden , zoo dat hij er ftuiptrekkingen van gekreegen hadde, en dat de beu-eegingen in zijn arm en been Zedert veel verilimmerd waren. Ik beval zijn buik en navel 1 te belmeereri met Ver- ü-ngUèhiaê kensbrood-zaïf, en zond hem koekjes diAith*met Arabifche gom en zuiker, met ee-WIt3* nige greinen zoete kwik , die hij wel innam , en waar door hij na eenige dagen een langen ronden worm loosde. Hij gebruikte nog verlcheide dagen dezelfde koekjes, maar ontlafte'geen wormen meer ; en de onwillige bcWeegingen waren merkelijk verminderd , waarom ik hem toen enkel de Tinctuur van kina met wat witte wijn liet gebruiken, en den Chirurgijn belafle, hem den zoeten geeft van S-ilpeter te geeven, en telkens eenige druppels te laaten doen in hét bier, dat hij dronk. Met hergebruik deezer middelen herftelde hij langzaam en kreeg zijne fpraak wederom. Bij deeze gevallen zoude ik nog eene meenigte anderen en, betrekkelijk dit onderwerp, zeer leerzaarrie waarneemingen kunnen voegen , die mij in de practijk ontmoet zijn, indien ik niet vreesde, H dat;  'Iï4 LAMBERTU5 BICKER! dat ik , ten aanzien van de bedoeling des Genootfchaps, reeds te uitvoerig geworden ware. ■—- 't Is ook, om de uitvoerigheid te vermijden, dat ik dezelven, niet met alle haare omftandigheden en de opmerkingen, die 'er mij bij zijn voorgekomen, heb voorgedraagen, maar alleen dat geene 'er in" vermeld heb, 't welk tot ons tegenwoordig oogmerk 'dien{lig zijn konde. — En't is om de- zeilde reden, dat ik mij niet zal ophouden met zeer veele nuttige gevolgen en keringen , die uit dezelven te trekken zijn. Ik heb voornaamelijk goedgedagt, die gevallen hier optegeevcn tot twee of drie oogmerken , voor eerll, om te doen zien , hoe het m zommige gevallen gemakkelijk en in anderen zeer moeijelijk zij, de zenuwkwaaien van andere ziektens te onderkennen, en hoe ligt andere ziektens met dezelven verward worden; ten anderen, om te doen kennen , in welke gevallen zulks voor a! moeijelijk zij, en eindelijk om te gelijk eenige onderfcheidende Kenmerken der* Zenuwziektens te leeren kennen , en eene handleiding te geeven , om die kenmerken ook in andere gevallen te kunnen opfpooren, en zo ik mij niet be¬ dde*  Over de Zenuwziekte der Nederlanderenl 11$ driege, zijn de bijgebragte waarneemin* gen tor, het een'en ander zeer voldoen? de; 1' . as X - Niet duifter althans is-uit de waarheemingen §. ÏX. te zien , dat de gevallen, waar in het moeijelijk is, de Ze-> nuwziektens van andere zie*; tens te onderkennen, of andere ziektens niet voor Zenuwziektens aan te zien , voornaamelijk die zijn, waar in men van de zenuwtoevallen, welken men bij een lijder ontmoet, niet terftond en kennelijk de voorfchikkende en daadelijk uitwerkende oorzaaken ontdekt j om uit derzelver zamenloop of Zamenwcrking * de naasteoorzaak * of het wezen der ziekte optemaaken, en waarin men dus onzeker is , wat naam men 'er aangeeven, tot wat klasfe of zoort men dezelve brengen en gevolgelijk s hoe men dezelven behandelen zal. Wanneer men bij Voorbeeld, benaauwdheden, braakingen* hartkloppingen , kramppijnen in de maag en darmen, bezwijmingen, ftuiptrekkingen, of andere zenuwtoevallen vind bij een lijder, die men weet, dat zwakke* teergevoelige zenuwen, vooral der maag Ha heeft 3  jtie LASïBERTUS BICKÉR heeft , die gefchrikt , zig bc-osgemaakt , iets fcliadclijks gegecten of gedronken , of eene te fterke ontlasting van bloed, enz. gehad heeft, dan is het niet moeijelijk te befluiten, dat die toevallen-zenuwzieke en wel vrïjfterzieke toevallen zijn, maar wanneer'men die zelide toevallen ontmoet bij een lijder, wiens geftel men niet kent , van wicn men niet weet, wat hem bejegend zij, of welkè prikkelende oorzaak in zijn lichaam fchuilt, enz. dan is het ten uiterften moeijelijk te kennen, of zij niet, dan al, wezenlijke zenuwzieke toevallen zijn- Dc vraag is dcrhalven, wel¬ ke in zulke en dergelijke gevallen de kenmerken zijn, waar aan men de Zenuwziektens van anderen onderkennen kan ? — Door al het voorafgezondene mcene ik, in ftaat gefteld te zijn, o:n die onderfcheidende kenmerken hier te kunnenaanwijzen. Dc vooruaamften zijn, naar mijn inzien, de volgende. i. De gejleldheid des lijders. Men moet naameiijk onderzoeken , of bij den lijder, die men van zenuwzieke toevallen aangedaan vind, eene of meer van de voorfchikkende oorzaaken der Zenuwziektens §t VI. plaats hebben ; of hij, bijvoorbeeld, 't zij erfelijk, 't zij door  over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 1ÏY door zijne opvoeding of levenswijze, van een teergevoelig, aandoenlijk geitel van zenuwen en vezelen zij. Om dit nu te ontdekken , dienen , behalven eene behoorlijke onderrigting der geencn, die hem kennen, alle die tekenen van te gevoelige zenuwen cn vezelen, welke ik §. VI, 2- heb opgegeeven. En dit ontdekt hebbende, heeft men eene eerlte zeer goede reden, om tot Zenuwziektens te "beiluiten, cn die in de enkelvoudige Zenuwziektens §. IV, i. fchier befltsfendé is. Zie §. VIII de gevallen 1, 6, 7 cn 8, $. IX. de gevallen ï, 2, : 4> S en 6. • 2. De af- of aanwezigheid vvi andere ziektens , gebreken of ziekelijke oorzaken , welke zenuwtoevallen kunnen voortbrengen , dog die egter geen eigenlijke zenuwzieke toevallen zijn §. V? en" daarom ook niet als zodanig willen nog moeten behandeld worden. Wanneer men naamciijk vind, dat 3ë lijder geen tekenen van andere ziektens., koortfen, verltoppingen, verhardingen, verzweeringen of beledigingen in zenuwrijke, deelen, geene opftopping van de eene of andere natuurlijke ontlalting_, geen kennelijke fcherpe ftoften in zijn lichaam heeft, uit welke zijne zenuwtoeH 3 val-  |lS MMBERTUS BICKER Vallen ontdaan kunnen, dan heeft men eene tweede vermoedelijke reden, om "te befluiten, dat zijne zenuwen oorfprongelijk zijn aangedaan. Dog vind men te gelijk tekenen van andere ziektens, dan dient men te onderzoeken, of die zenuwtoevallen, die 'er plaats hebben, niet daar uit ontllaan, offchoon de lijder gefchiktheid tot Zenuwziekte hebbe. Zie in §. VUL de gevallen i, 2, c», 4 , 5. §. IX. de gevallen -i , s, 3, 4s 5* 3. omflandigheden,waar in de lijder verkeert ; oneer welken vooral 'in aanmerking komen, defexe, de ouderdom, de ftaat der huuwbaarheid, die der zwangerheid en bevalling , # de lugtsgefteldheid , het faifoen en de heekchende ziektens De vrouwen, weet men, zijn, over 't algemeen, meer aan zenuwzieke toevallen , bezwijmingcn , ftuipen, enz. onderhevig, dan de mannen; de kinderen meer, dan beiaarden; de pas huuwbaare meer, dan ouderen; de zwangere meer, dan onbcvrugte. -— Eene gezonde fterke vrouw krijgt, door te groote kraamvfoed, fiaauwtens, ftuipen,%nz4 eene zwakke krijgt dezelfde toevallen,door de fterke aandoening van geleden ween Of naween; niet bij de eerfte, maar bij de  Qver de Zenuwziekte der Nederlanderen. u de laatfte zijn het eigenlijk zenuwzieke toevallen, die ook geheel andere geneesmiddelen vorderen. In een tijd, dat de kinderziekte regeert, word een kind, een meisje, een jongeling onverwagts van ftuipen aangevallen: zo zij nooit gepokt hebben, en men geene andere oorzaak ontdekt, heeli' men zeer veel reden, om te vermoeden, dat dezelven niet uit Zenuwziekte, maar uit de onderweg zijnde kinderpokken ontitaan. Zie %. VJ1I. de gevallen 2, 3 , 4 en 6~, §. IX. de gevallen 6 en 7. 4. Eens of meer der aanlsïdende oor* zaaken $ VII, kort of onmiddelijk voorafgegaan; voornamelijk opftopping van gewoone ontladingen, der Honden, der aambeijen , en van zweeren ; te fterke bloed - of zaadontlaitingcn; het naarbmnenflaan van ziekelijke Horren, van jigt, van uitflag , enz.; fchadelijke lugten ; vallen, ftooten , maar vooral gemoedsaandoeningen , fchrik, toorn, blijdlchap, enz. Als men verneemt, dat de ziekte op één van deeze oorzaaken gevolgd is , in een zenuwzieken lijder , heeft men eene nieuwe reden, om dezelve voor eene Zenuwziekte aan te zien, ©ffchoon die zelfde oorzaaken ook in geil 4 zon-  Ï20 X.AMCERTUS BICRER. zonde lieden zenuwtoevallen verwekken kunnen. Zie §. VIII. de gevallen i , 4, 7, en 8. §. IX. de gevallen 2, 3, 4, 5 > 6 > 7 en 8. 5. eigeaaamige kenmerken der Zenuwziektens. — Zij hebben naamelijk doorgaans tekenen en trekken bij zig waar door zij dikwijls zig terflond aan een kundig oog kenneliik maken. Hier toe behooren alle die kenmerken van verzwakte, teergevoelige, mingevoelige en onthielde zenuwen en hersfenen , enz. $. VI, 1, a, 3 en 5 opgegeeven ; gelijk ook alle die tekenen, waar door de bijzondere Zenuwziektens §. IV, zig doen kennen. ■—Maar be, halven uit deeze, kent men dezelven menigmaal *. Uit dc manier, op welke zij aankomen. -— Gemcerielijk vallen *zij den lijder fchielijk , onverwagt op het lijf , zonder die voorloopende ongefteidheden; zonder die ziekelijke veranderingen in de gedaante , kleur, houding , enz. waar door andere ziektens zig dikwijls, dagen, weken, ja maanden te vooren aankondigen. Dit heeft vooral plaats omtrent de bezwijmingen , kramppijnen , ftuipen , vallende ziekte, zenuwberoerte ea  Over dc Zenuw ziekte der Nederlander en. iai en vcele ziektens der hersfenen In enkele gevallen komen zij langzaam en zo ongevoelig, dac zij reeds groote voort-» gangen gemaakt; hebben, voor dat de lijder heeft kunnen zeggen , dat hij wezenlijk ziek was; zomtijds weet hij zelfs? het begin van zijne ziekte niet te bepaalen, en dit gebeurt vooral, na een fchrik of andere gemoedsaandoening, die hijniet opgemerkt heeft, gehjk ook in de Hijpoehondricque en Mclaueiioiicque toevallen. Edog in het een cn ander zoort van gevallen ziet men niet zeiden, dat voor zwaare zenuwtoevallen voorafgaan eene te groote gevoeligheid voor indrukzelen ; eene vermindering van vrolijkheid ; zomtijds zelfs vlaagen van droefgeeftigheid , zonder kennelijke oorzaak; ongeruite Raap ; trekkingen en oprispingen in dezelve ; zomtijds een bezwaarder en langduuriger flaap, dan. gewoonlijk ; eene ongeregelheid in 't wateren ; een fchielijk verlooren eetluft; of ongewoone honger ; cn ais deeze verfchijnzclen zig openbaaren, moet men zeer op zenuwtoevallen bedagt en zeer op zijne hoede zijn, om geen geweldige geneesmiddelen in 't werk te Hellen. /3. Uit dc wijze, op welke zij zig toe- draagen en eindigen. Doorgaans zijn H 5 zij  j22 lamebe r tus 15 icKlir zij zeer onregelmaatig van voortgang en van duur, de aanvallen, ichoon zigtbaar van den zelfden aart, zijn den eenen tijd zeer fterk , zeer gelijk aan malkander, en zeer langduurig ; op eenen anderen tijd, zeer gering, zeer ongelijk en zeer kort van duur. —- Bij wijlen tallen zij agtervolgelijk verfehillende deelen aan , en brengen deswegens, in weinig tijd, zulke verfehillende, zomtijds zulke ilrijdige toevallen voort, dat zij onmogelijk kunnen afhangen van waare en bepaalde oorzaken , waar uit die toevallen anders ontllaan, En niet zeiden komen zij weder of eindigen, zonder dat men eene ftoffelijke , ziekelijke, aanleidende oorzaak heeft kunnen ontdekken of bepaaïen, gelijk zij ook dikwijls zonder eenige kennelijke Crifts] afloopen ; van al het welke, het tegengeftelde bij andere ziektens gewoonlijk plaats heeft. Zomtijds echter eindigen zij bij wijze van ziekteverplaatzingen , wanneer naamelijk de ziekelijke ftof, die de zenuwen prikkelde , naar andere plaatzen word overgebragt, en deeze gefchieden wel het meeft in de huid, waar van men bij Tissot (V) eene menigtefraaije waarneemingen vindt. y. Uit ^0 Traité des nferft, &c. Tom. II. p. 2.  Overde'Zeiunvziekte.dcr Nederlanderen. 123" y. Uit eenige bijzondere verfchijn-? zelen, die'er gemeenlijk mede gepaard gaan. Doorgaans .is de huid eer droog, dan zagt; de handen van binnen zomtijds gloeijende en zweeterig , koud en klam. —— De tong is veeltijds fchoon, dog min of meer droog, zomtijds witaetig beflagen , terwijl zij in andere ziektens meeft vuil of met flijm of met te regt op, als een •zeef voornaam mitiöd, om de Zenuwziektens van andere kwaaien té onderkennen. De eerfte is, dar, alle aanmerkelijke verand ■. ingen in eenig werktuigelijk deel een zeer grooten invloed op het zenuwgeftel hebben, 't Is hiervan, dat het uitkomen van' tanden , dc huuwbaarheid, de Zwangerheid, de bevalling, de ophouding der f oneen in bejaarden, zulke kennelijke, <.,':. v.ijls zwaare cn wondefbaaj c zenuwtoevallen voortbrengen,waarVan men dagelijks in de piactijk" de treffendste Voorbeelden ontmoet. 'Men moet derhaiven op zulle n dperken altoos bcdagt èn ook dan zeer./oplettend zijn,' om niet aan andere corzaaken toetefchrijvcn, 't geen alleenlij[ veroorzaakt word door die toevallige en zc.mtijds Ichiclijkvoorbijgaande prikkelbaarheid , welke doorgaans verzeld gaar met alle groote veranderingen en ontzwagtclingcn, die de natuur in het gèïtel uitwerkt. De tweede is , dat alle fchiclijke overgangen van gezondheid tot ziekte, of van ziekte tot gezondheid veeltijds hevige beweegingen en beroeringen in de ze¬ ro Uud.  ' Over de Zenuwziekte der Nederlandsen. 149 Zenuwen en hersfenen verwekken, die niet anders zijn * dan kragtdaadige poogingen der natuur, om het fchadelijke van zig te weeren en zig te reddden. Bijzonder kennelijk is zulks bij den aankomft van zommige koortfige ziektens, gelijk pokken , mazelen , enz. en bij de ziekt efcheidingen en ziekt ey er plaat zin- triftk gen. Weshalveri men ook daar óp altijd dient te denken,. om zulke toevallen '"' niet met Zenuwziektens te verwarren en de natuur in haare heilzaame werkingen niet te ftooren nog te fluiten. De derde is , dat eene zenuw beledigd , ontbloot of gedeeltelijk van haare rokken beroofd zijnde, zoo uittermaate gevoelig word, dat de getingfte, de zagtfie aanraakingen, voor dezelve de allerfel fte prikkels worden, die de zwaarffce flaauwtens, de he.vigfte ftuiptrekkingen, enz. verwekken kunnen; gelijk men dit meermalen waarneemt • in tandpijhen , in wonden , na fterke braak - , purgeer-en pisdrijvende'middelen. Ik heb gezien, dat de aanraaking van de allerverzagtendfle zalven, olijen, ja van de lugt zelve, op de huid van de borft; door een fpaanfche vlieg, van de opperhuid ontbloot, de geweldigfte ftuipagtige' aandoeningen verwekte, die eindelijk gëj ftüd  Ï30 LAMEERTUS BICKER ft'ild werden , door een weinig laauwe room van melk 'er op te laaten druipen. De vierde is, dat eene geduurige prikkeling van eenige zenuwen , hoe gering ook, en hoe weinig merkbaar, zomtijds het gantfche zenuwgeftel in eenen zoo teer gevoeligen en prikkelbaarcn ftaat Helt, dat de geringfte aandoening de fterkfte prikkeling verwekt, zoo dat men de anders gewoone aandoeningen, niet dan met lalt, verveeling of fmert verdraagen kan. 't Is hier van, dat men in hoofdpijnen, in ontfteekingen en verzweeringen, in de jigt en Rheumatique pijnen, gewoonelijk zoo gemelijk, zoo ligt geraakt, zoo ongeduldig en zoo gevoelig is voor alle beweeging, geraas, licht en verandering van voorwerpen. De vijfde is, dat alle zenuwen , fterk beledigd of geprikkeld wordende , het gantfche lichaam beroeren en, in het ge . heele zenuwgeftel, kramp of ftuipagtige aandoeningen verwekken kunnen , hoe wel de eene zenuw dat vermogen meer heeft dan de andere : Tissot zegt (a) fhxus S: dat die ■> Welkë van de zonneylegt afkoUrk' men, (a) Pag. 200.  Ov-er de Zenuzvziekte der Nederlander en. 1-3 i' .men, daar toe wel het grootfte vermogen fchijnen te hebben. De zesde is, dat het deel j waarin de zenuwtoevallen zig openbaaien, niet altoos de plaats is, daar de zenuwen beledigd zijn of geprikkeld worden. De zitplaats van de pijn is niet altijd de plaats, daar' de zenuw is aangedaan; zomtijds doet zij zig gevoelen in de verafgelegenfte deelen. Ik practizeere werkelijk nog over eene juffrouw , die de Vijt heeft en die , ais de vinger geen fmert doet, de hevigfte pijn tot flaauwWordens toe, krijgt in 't midden van den bovenarm. Ik heb een man gezien, die onophoudelijk niezen moeft, zoo dikwijls als:men een zweer, die hij aan zijn grooten toon had , om te verbinden ontblootte. Hoe dikwijls ontmoet men niet hoofdpijnen, die alleen uit de maag voortkomen, zonder dat de lijder in dezel ve eenige ongefteldheidgewaarword, 'tlsdaarvan ook,dat zommige menfehen fcheele hoofdt>ijn krijgen, zoodra zij een purgeermiddel hebben ingenomen, fchoon zij in de maag of in den buik'er niets van gevoelen, en dat men vallende ziektens, die haare zitplaats in het hoofd hadden, heeft gezien haare eerfte toevallen voortbrengen in de maag, zoo dat men vaMeïde , dat I 3 zij  132 LAMBERTUS BICKER zij uit eenig kwaad ia dit ingewand voortkwamen. Men leid dit te regt af van de gemeenfchap , die de zenuwen met elkanderen hebben, en men vindt er eene menigte voorbeelden van bij de Schrijvers , die over de bijmpathie gehandeld hebben. De zevende wet is , dat de zenuwen veel geleden hebbende of fterk geprikkeld zijnde, dikwijls nog lang, en zomtijds voor het gantfche leven, te gevoelig , te prikkelbaar blijven, zoo dat zij fterk aangedaan worden door oorzaaken , die haar te vooren naauwlijks zouden bewogen hebben. Zoo heb ik verfcheide perfoonen gekend, die, na een tijd lang met fterke purgeermiddelen aangetaft te zijn, zoo teergevoelig van darmen geworden waren en zulks, in weerwil van alle aangewende middelen, gebleven zijn, dat zij telkens door de geringfte oorzaak, aan een fterken afgang raakten. De agtfte wet is , dat de zenuwen en vezelen , te gevoelig of in een ftaat van prikkelbaarheid gefteld zijnde, het lichaam vatbaarer maaken voor het gif en de oorzaaken van andere ziektens. 't Is waarfchijnelijk daar van, dat de rotkoortsen»  Over de ZiriUtvzieih der Nederlander én. 133 ten en kwaadaartige koortfen, mazelen, kinderziekte, pelt, enz. fchoon uit haa- ren aart befmettehik, veel eerüer en ge- :reeder zig jnededeelen aan lieden, die door vrees of verdriet zijn aangedaan, I waar van dan ook de nabeftaanden en ! goede vrienden dier lieden , welke van (die ziektens zijn aangetaft, doorgaans de jéerfte flagtoffers der beimetting zijn , fchoon zij er zig niet meer aan bloot Igeftcld hebben, dan andere lieden, die i omtrent het lot dier zieken onverfchil] liger en ongevoeliger zijn. 8. Eene ondervindelijke kennis van ; allerlei ziektens. Dit is , durf ik zeg- 1 gen, van alle hulpmiddelen , om de z,ei nuwziekte te onderkennen , het voorfnaamfte, het voortreffelijkfte. De er• varing leert, 't geen het befte, het lang1 duurigfte onderwijs niet leeren kan. Men leert door de ondervinding zien, gevoelen en onderfcheiden, 't geen men aan ; anderen niet mededeelen en waarvan men ' zelfs dikwijls geen reden , geen ver; klaaring kan geeven. Men dient daarom» jaaren 'lang, de praétijk beoelf end, allerlei ziektens en toevallen in allerhande onderwerpen met oplettenheid gezien» naargegaan, overwogen en behandeld te nebben, om in de onderkenning der «er I 3 nuw-  1?4 LAMBERTOS EICKEB.' nuwziektens zich niet te bedriegen; en zelfs, dan nog, moet men in zommige gevallen zeer op zijne hoede zijn, om niet inisretaften. Ik boude mij nogthans verzekerd, indien men, zonder zoodanige ondervinding, zich alles, wat ik over den onderfcheiden aart en de verfehillende oorzaaken en toevallen der Zenuwziekte in deeze afdceiing gezegt heb eigenmaakt; indien men de. tekenen der bijzondere Zenuwziektens, die ik §. IV. heb opgegeeven, wel kend , en indien men zig bedient van de algemeene onderfcheidende kenmerken , welke ik in deeze en de voorige §, heb aangewezen , dat men vrij wei in ftaat zal zijn, om de Zenuwziektens behoorlijk tè onderkennen van andere ziektens, met welken zij dikwijls verward worden, en *om te onderfcheiden , welke oorspronkelijke of eigenlijke , en welke flegts toevallige Zenuwziektens of zenuwtoevallen zijn. — De bijzondere Zenuwziektens der hersr: lenen, gelijk de vallende ziekte, beroerte , rafeniij . St. Vitusdans, enz. doen zig door zulke taftbaare kenmerken onderfcheiden , dat ik niet noodig geagc hebbe, mij daar mede optehouden. Dus vieije ik mij, aan dit gedeelte der Vraage van het Genootfchap voldaan te heb-'  Gvêf de Zenuwziekte der Nederlanderen. 13$. hebben. Ik ben in derzelver beantwoording uitvoeriger geweeft, dan men mogelijk bedoeld of verwagt heeft. Maar ik heb gemeend, zulks te mogen en zelfs te moeten zijn , omdat het mij voorkwam, dat de algemeene bedoeling des Genootfchaps met dit Voorftel ware, de kennis der Zenuwziektens in die deelen, waar in zij nog gebrekkig is, zoo veel mogelijk, te volmaaken, en ikmeene, gevonden te hebben, dat derzelver tekenkennis juiit dat deel is, 't welk nog het minft, volmaakt is en 't welk de Schrijvers niet zoo volledig verhandeld, nog zoo uit deszelfs bronnen opgehaald hebben, als ik ten minfte getragt heb hier te doen. Behalven dat deeze kennis de eenige zekere weg is , om de Zenuwziektens en om zelfs andere ziektens veilig en met eene gewenlchte uitwerking te behandelen , hte kunnen; voorbehoeden en geneezen» ï 4 II.  TSÖ lambertus bicker IL AFDEELING. over JDe natuurlijke of uit de levenswijze ontjlaane oorzaaken van de zog aanmerkelijke r er meerdering der Zenuwziekte, in ons Land. XL Cjelijk in andere landen van Europa, zoo zijn ook in ons land de Zenuwziektens, in deeze eeuw, aanmerkelijk vermeerderd. Dit heeft gelegenheid gegeeven,dat verfcheiden geneeskundige Schrijvers hun werk hebben gemaakt, om de oorzaaken van die vermeerdering optefpooren en aantewijzen ; onder°welken uitmunten Tissot f» cn Pomme En onder ons heeft de Heer Bjcker die oorzaaken in het algemeen en bijzonder, betrekkelijk ons land, vrij naauw- keu- O) Traité des Nerfs et de leurs Maladies. lom. II. part. I. (*) Traité de» AfFeftions Vapoureafes. Tom. II.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen-. 13? keurig nagefpoord , aangewezen en ont? vouwd, ineen Vertoog, 't welk hij opzettelijk over dat onderwerp gefchreeven en agtcr zijne vertaaling van de Verhandeling over de Zenuwziektens van Whytt geplaatlf. heeft. Men vind in dat Vertoog alies, wat tot dit onderwerp betrekkelijk is, op dien voet behandeld , dat het inderdaad moeijelijk fchijnt, 'er veel meer van te zeggen, 't Is oök daar van, dat ik genoodzaakt zal zijn , wil ik dit Antwoord volledig maaken, veele dingen te berde te brengen , en overteneemen, die men in dat Vertoog vind, hoewel ons ook wel het een en ander zal voorkomen , 't geen door dien Schrijver niet aangeroerd of min uitvoerig verhandeld is , en misfchien zullen hier en daar zig tevens wel eenige bijzonderheden opdoen, in welken ik oordeele, van hem te moeten verfchillen. Daarenboven zal ik die oorzaaken in eene verfehillende orde voordraagen, in die naamelijk, welke men de gelchiedkundige orde noemt, waarin de zaaken zoo agtervolgens voorgefteld worr den, als zij gebeurd zijn. I 5 XII.  i38 LA M BERT Li S BICKER XII. Vooraf moet ik aanmerken, dat het Genootfchap te regt vooronderfteld, dat de natuurlijke oorzaaken van de vermeerdering der Zenuwziektens in ons Land in de veranderde levenswijze onzer landsgenoGtcn moet gezogt worden. Dit is ook het gevoelen van alle deskundige lieden, en de Heer Bicker heeft zulks vrij uitvoerig en bondig betoogd, zoo dat 'er niets wezenlijks tegen valt in te brengen. Hij heeft duidelijk cn overtuigend aangetoond, dat, hoe zeer onze landaart, wegens de laage en wateragtige gchleldheid van ons land, en de vogtige zwaare lugt, die zij inademt , bij andere natiën te boek ftaat, als een dofgeeftig, zwaarmoedig, tot de melancholie en andere Zenuwziektens zeer gefchikt volk; egter ons volkskaracter, en onze lands en lugtgefteldheid ons niet meer , ja eer minder aan die ziektens onderhevig maakt, dan andere volkeren, die gelijk de Franfchen , Duitichers , enz. een drooger lugtllreek bewoonen en natuurlijk luchtiger cn vrolijker van geaartheid zijn. Trouwens het fpreekt van zelfs, indien die ziektens, zedert eenigen tijd, zoo aanmerkelijk bij ons vermeerden!  Over de Zeninvziche der NedcrlarJeren, 139 derd zijn, er: indien ons volkskaraccer, onze lands - en lugtgeüeidheid dezelfde zijn , die zij te vooren waren, dat dan die oorzaaken uit geen andere bron voortvloeien , dan Uit de veranderde levenswijze onzer landgenooten, XIII. Of egter dc gcfleldheid en het volkskarakter' onzer tegenwoordige landgenooten , wei zoo ver van de gefchiktheid tot de Zenuwziektens zij vrijtepleiten » als de Heer Bicker beweert, komt bij mij zeer in hedenking. Ik geloof ja, dat men zulks meezeer veel redenen kon itaande houden van de eerlte bewooners deezer landen , en zelfs nog van dc Nederlanders der voorgaande eeuw , maar als ik bedenke, welke eene menigte van vreemdelingen, ter oorzaakc van den Godsdienlf , Koophandel en Krijgdienfl, zig zedert ééne eeuw, in ons land nedergezet hebben; hoe zeer zij zig, van tijd tot tijd, met onze natuurlijke ingezetenen vermengd en welk een verballerd krooil zij, langs dien weg, onder ons voorrgehragt hebben, en hoe deswegens thans de ingezetenen van ons land, vooral van Holland, uit oneindig minder oorlpron- ké.  I40 LAMBERTUS BICKftR kclijke inboorlingen beftaan, clan in voorigp tijden, zoo dunkt mij, dat ons tegenwoordig voikskaracler en ook de algemeene geireldheid,ten aanzien van fierkte en gezondheid onzer tegenwoordige landgeriooteiy zoo merkelijk "moeten verfchillën Van die onzer voorouderen, dat men er, met betrekking van de gefchiktheid tot Zenuwziektens, geen yoordeelig befltiit kan uit opmaaken. üe overweeging hier van doet mij zelfs gelooven , dat men hier in de eerfte en eene zeer voornaamc oorzaak van de vermeerdering der Zenuwziektens in ons land zoeken moet. Immers het is meer dan waarfchijnelijk, dar. er onder zo veeIe Franfchen , Zwitzers , Duitfchers , Engelichen, enz. als zig onder ons geveftigd hebben , veelen zijn zullen , die hunne Zenuwziektens , hunne Vapeurs, hun Heimn-eh, hunne Hip en Jiijfteric Fits, of ten minften de zaaden, de gefchiktheid tot die kwaaien, met zig in ons land cvergebragt, cn aan hunne hier geteelde kinderen , die thans voor 001ipronkelijke Hollanders doorgaan, erfelijk overgegeeven hebben. -— Ik hel te meer over, om zulks te gelooven, als ik bedenke, dat juift die zelfde vreemdelingen , veelal de oorzaaken zijn , die onze  Over di Zenuwziekte der Nederlanders/), iaï onze oude geregelde en gezonde levenswijze veranderd en bedorven hebben, ja die ons tot zoodanige levenswijze hebben doen overflaan, welke juift gefehikt is, gelijk wij zien zullen, om Zenuwziektens vootttebrengen. 't 'Is waarlchij- nelijk ook hier van, dat men in andere provinciën van ons land, alwaar de inwooning en vermenging van uirlanderszo zeer geen plaats hebben, de Zenuwziektens in verre na zo gemeen niet zijn, als in Holland. De Heer van Doeveren' vond voor een douzijn jaaren, de Groningers boven anderen uitmuntende in gezondheid enfterkte, en zeer gelijk aan de, van Tacitus befchreeven, Germanen, en de Zenuwziektens zoveel zeldzamer onder hen, dan bij de Hollanders, dat hij de allergemeenfie derzelven, de Vrijlterziekte, niet zeer dikwijls in de tedere fexe , nog zelfs onder de aanzienelijkfte', behandeld hadde (V). Volgens de be- rigten, die de Heer van den Bosch ontvangen heeft, is dit zelfde waar van Friesland , en inzonderheid van Harlingen, alwaar men zoo zeer geen ommegang heeft Ca) Redenvoering over de gezond h„ van Gronin gen, bl. 4j. en jo.  143 lamber.tus 61c k e p. heeft met vreemde natiën en nog in alts opzigten de oude Hollandfche levenswijze volgt. (b). XIV. En wat betrefd onze fugts-en landsgelleldheid, dat die tegenswoordig niejS meer, zoo minder, tot voortbrenging van Zenuwziektens gefchikt is, ben ik met den Heer Bickek niet van een gevoelen, want, als men overweegt alle die groote Veranderingen , welke zedert anderhalve eeuw, ten aanzien van onze rivieren, zeen, landen , enz. zijn voorgevallen, zoo vcelc aanllikkingen , verzandingen en plaaten , zoo veele doorbraaken en overftroomingen, zoo veele uitgeveende meijren en piasfen, zoo veele Uitgebaggerde fiooten en poelen, zoo veele droogmaakerijen en andere landwinningen, eene zo veel grOc ter bevolkheid der ileeden en beplanting derzelven met hoornen, zco veel meerder rraficqen cn fabriek Zie verband der Hotl. Maatfch. D. XVIU. Bladz. 64O. toraar men vinders kan, dat de meefte uit de levenswijze ontftaane oorzaaken der Zenuwziektens, die ik vervolgens zal aanwijzen, aldaaf geen plaats hebben.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 143 bricqen , allè> zoo veele bronnen , die onzen dampkring onophoudelijk met de fchadelijklle uitwaasfemingen vervullen, en vooral met dat brandbaar beginzel, phusiJton, 't welk volgens de nieuwe ontdekkingen van Prestly , Ingenhousz, Deyman, van Marum en anderen zo verderfelijk voor ons levensbeginzel en zenuwen is; wanneer men hierbij voegt alle die, uit deeze oorzaaken voortgefprooten, algemeene ziektens , zinkingen, koortsen, rot-, gal-kwaadaartige koortsen, enz.be- , nevens zoo veele anderen befmettelijke ziektens , die zedert zoo veel meer in ons land geheerfcht hebben, en die van tijd tot tijd de gezonde en fterke gelleldheid onzer landgenooten verzwakt en. gekrenkt, en bijzonder hun zenuwgeftel zeer gevoelig gemaakt hebben, zoo heeft men niet dan al te veel redenen, om vahVteflellen, dat die veranderde lugts - en landsgefteidheid kragtd'adig medegewerkt hebbe, om het getal der Zenuwziektens in ons land aanmerkelijk te vergrooten (c). Immers zeker is 't , dat de lic- haa- 00 Men vindt alle deeze opgenoemde oorzaaken uitvoerig verhandeld door den Heer van dek Bosch aangeh. Verh. ea door Berkhey Natuurlijke Hiit. vtfu Holland. Tom. 3. p. 2.  ï44 lambertus mcker haamen aan die ziektens altoos meer bloot* gefteld zijn , en er vatbaarer voor worden, naar maate zij door andere ziektens meer verzwakt en uitgeput zijn , en dat j daar van,in 't algemeen en overal dcZenuwziektens gemeener worden , naar maato fmdere ziektens meenigvuldiger zijn. Eene van de redenen, zegt Tissot , waarom men in voorige eeuwen zo weinig van Zenuwziektens wilt, is, om dat de jmenlchen over 't algemeen iïerker, zeldzaamer ziek, en de ziektens van allerlei zoort minder waren (d). Men vind zulks ook maar al te wel bewaarheid op die dorpen en plaatzen, daar de aanflikkingen, overftrooimngen cn droogmakerijen, door haare verderfelijke uitwaasfemingen , de gezondheid cn fterkte van hen, die er in en omtrent woonen, gekrenkt en gekraakt hebben; de meelten van die lieden , te vooren gezond en vrolijk, zijn tegenwoordig zwak, ziekelijk cn kwijnende , en de mans zoo wel, als de vrouwen , .uit dien hoofde gekweld met Zenuwziektens , die zij voorheen nooit gekend hebben. XV, (d) Traité des nerfs &€. Tom. I. prefac.  Ober dé Zenuwziekte der Neder ladderen 14$ XV; Mön begrijpt nogthans wel , dat ik deeze oorzaaken van de vermeerdering dei* Zenuwziektens iri ons Land niet wil geplaatffc hebben onder die natuurlijke oorzaaken, tot welken de Vraag ons bepaalt, die namelijk uit de levenwsijze ontdaan zijn. Deeze moeten eigenlijk gezbgt worden in aüe die veranderingen en verbafteringen, Welken de oude Hollandfche zeden, manierenen ievenswijze ondergaan hebben, zedert dat de ingezetenen deezeS Lands door de verkeering met vreemde volkeren, voor al met de Franfchen, Verlokt, en door eene meerdere geldwinning in ftaat gefield zijnde, om de Luxe of Weelde, die, onder de regeering van Lodewijk den XIV,in Frankrijk eene onbepaalde heerfchappij gekregen had i in alle opzigten naartevöigen. Hinc illct lachryms'n De ingevoerde Weelde is, naar mijn begrip, de hoofdbron, waar uit, van tijd tot tijd, voortgevloeit zijn alle die oorzaaken, aan welken men die aanmerkeK üjke  Ï45 LAMBERTUS BICkER lijke vermeerdering der Zenuwziekten^ met regt toefchrijft; zij heeft, met onze zeden, tevens onze gezondheid bedorven ; het eene bederf heeft het andere onmiddelijk naar zig gelleept ; zij zijn vervolgens hand aan hand gepaard gegaan en hebben genoegzaam gelijktijdige en fchier evenredige voortgangen gemaakt. Voor omtrent écnc eeuw kendemen bijkans geene Zenuwziektens, en toen ook begon de Weelde cerff. voet in ons land te krijgen. Na dien tijd heeft de Weelde, van jaar tot jaar, meer veld bij ons gewonnen, en zedert heeft men onze Geneesheeren meer en meer van Zenuwziektens hooren gewaagcn. Beiden hebben zij vervolgens de gedaante van onze gantfche levensmanier en huishouding en te gelijk het gelaat van onze gezondheid enff.erkte zoodanig veranderd en verbalterd, dat gewisfelijk onze Voorvaderen van de voorgaande eeuw , zoo zij uit den grave opftonden, nog aan het een , nog aan het ander, hunne naneeven kennen zouden, 't Zou hun, buiten twijffel, zoo vreemd als onbegrijpelijk, voorkomen , zoo veele wcrkelooze , vadfige en weekelijk leevende; zoo veele aan de overdaad, welluft cn pragt overgegeevene menfehen; zoo veele bloodaarts en ver-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 'reg Verwijfde mannen te vinden , en zulke bleeke, ongedaane * lehraale , ziekelijke en droefgeestige wezens te zien in een land, waar in , toen zij leefden , allerlei rang van lieden, de rijken zoo wel, dis de arm n ; de grooten zoo wel als de mindere ingezeetenen ; om ftrijd werkzaam , naarltig, nedrig, zedig en fpaarzaam waren , en waarin men allerwegen niet dan gezonde, friiche, fterke * kloeke en moedige menfehen ontmoetede. Dan, na een gering onderzoek van alle de voorgevallen gebeurtenislen en veranderingen , die ons Gemeenebeft, zedert hunnen dood , ondergaan heeft, zouden zij gereedeJijk met ons befluiten, dat de Weelde de voornaamfte, zoo niet de eenige, oorzaak is van dat algemeen en tweevoudig bederf. Maar ik mag hier over niet verder uitweiden ; 't zal genoeg zijn, dat ik de voornaamfte gezondheidbedervende en zenuwziektebaarende oorzaaken aan wijze, dis de Weelde met zig gebragt heeft. De eerfte is eene werkelooze^ weeke* lijke, welluflige levenswijze. Van alle tijden zijn de inwoonders van ons Land beroemd geweeft voor een nijvrig, werkzaam, gezond s eenvoudig en K 2 zedig-  <Ï4& Ï.AMBERTUS BIGKEfc zedigleevejnd volk Cc) cn deezen roert! hebben zij kunnen wegdraagen tot in het laatfte van de voorige en in het begin nog van deeze eeuw. Toen beitonden zij meelt uit landbouwers, handwerklieden, kooplieden en Regenten; de zittende konftenaars , ambagten en beroepen waren weinig in getal: Die allen nu hielden zig, van den vroegen morgen tot den laaten avond en de gantfche week door, met hunnen arbeid en zaaken bezig. De zondag werd geheel en alleen aan den Godsdienft, en dc ledige ogtend - en avondftonden meeft aan Godsdienftige oeffeningen , of aan onfchuldige werkzaame fpelen toegewijd. Voor 't overige hadden zij weinig tijden van uitfpanning; hun grootfte vermaak was te werken, hier door geld te winnen en uittezuinigen ; en hunne grootfte zorg , dit wel aanteleggen of te befpaaren. De kooplieden en de aanzienlijken deeden ook doorgaans zelve hunne zaaken; zij hadden geen of weinige knegts of dienllboden; hunne Vrouwen deeden meeft zelve het huis-S se- 00 Zie Wagenaar Vader!. Hifi. I. Deel; Cerisier Tafereel der algemeene gefchicdenis dev ftedert I. Deel, Berkhey Nat. Hifi. van HoU land III. Deel.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 14^ fèü'jk werk; haare Dogters waren haare befte dienftmaagden, 't was daar van een fpreekwoord geworden, 'Juffrouwen op' Jlraat, en meiden in huis. —— Zedig en beminnaars van den arbeid, waren zij tevens wars van alles, wat men pragt en gemak noemt , en onkundig van aile die verweekende welluftige gerieflijkheden, welken de Weelde vervolgens tot gemak en'verwarming van onze ïiehaamen, van onze wooningen, ziten ruftplaatzen en rijtuigen , heeft uitgedagt. Zij kleedden zig eenvoudig,fchoon, koftch'jk , cn waren hier in meer bezorgd voor koude , dan voor den opichik. Zij gingen meeft altijd te voet; zelfs gebruikten zij zelden wagens, om van de eene Stad naar de andere te reizen ; de koctzcn waren fchier niet bekend bij ben"; naauwlijks wiften zij ook van buitenplaatsen , en wegens dit alles hadden zij nog tijd nog aanprikkeling tot ongebondenheden en verkwiftingen (tf). De vermaaken, zo wei der be- jaar- (a) Van cl' gedeputeerde Staaterf, die mee dan Spaanfche Ambasfadeur eer, ftiJftand van wapenen moeften fluiten om tot vrede 's onderhandelingen te komen , teken!: Voltaire aan, dat zij K 3  35® LAMBERTÜS BICKER jaarden , als die der jeugd, beftonden meelt in gezonde lichaamsoerTeningen ; het kaartfpeien, waar mede de ouderen zomtijds den ledigen avond fleeten, was den jongeren voiftrekt verboden. —« Zoodanig was de algemeene levenswijze onzer voorvaderen , zelfs no^ in het begin deezer eeuw; zedert is dezelve derwijze veranderd , als men weet, dat zij ïpdenis, De redenen van die verandering zijn genoeg bekend. De koophandel en zeevaart, toen in ons Land geveflïgd zijnde, hadden veele kooplieden onder den toeneemenden welvaait van ons Gemeenebeu., ongeloofelijke fommen g ïlds doen winnen , terwijl zij, gewoon a tn eene gedwongene zuinige levenswijze, bij het \ ermeerdeven hunner fchatten, hunne verteeringen niet vergrootten. — Kunne families , hunne nakomelingen, hier d$oi in het bezit ^eiteld van groote rijkdommen en geen redenen vindende, om zij met cn klc'^, vaartuig, tot dat einde naar deu Haag, 'aan ie , onderweg door dien Ambasfadeur ge/icn v ei den . op het gras nsdergezeten en bunbén maal yd met kaa», brood en bier doenoe, en flat de 11 Ipenflonatis Jan de vVit niet meer dan éëö kncgi en ééns dienftmeid had, cn door. gaani e vott naaT den Haag ging. Zie Esfay fur 1' Hift. Gener. Tom. IV. Pag. 243. Tom. V. pag. soa*  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. i$i om dezelven door arbeid en zuinigheid te vermeerderen, lioegcn over tot een werkeloos, weekehjk en wellullig leven. Het bezit der rijkdommen hielde hen in ftaat, om allerlei gemakken en vermaaken te genieten, en om aan alle die lullen en driften te voldoen, welken de ledigheid natuurlijk in hen opwekte, terwijl dc lalt van een werkeloos leven hun zulks noodzakelijk maakte. Om de onverdraaglijke verveeling hier van te paaijen en te verjaagen, moellen zij hunne toevlugt neemen tot geduurige uitfpanningen en afleidingen, die wel haalt het gantfche beftaan van hun leven uitmaakten. — Maar door hunne rijkdom tevens aanzienelijk geworden zijnde, werden zij bedagt, om met hunne geneugtens, te gelijk hun aanzien te vergrooten , door het bouwen van pragtige huizen, door het aanleggen van vorftelijke lufthovcn, door eene rijke ftolïcering hunner vertrekken, door koitbaarc rijtuigen, opfchik en kleederen , verciering der tafels en door allerhande overtollige gemakken die alle geen andere drijfveeren hadden, dan om, bij het genot van gemak en welluft, zig van anderen te onderfcheiden , in de zamenlecving uit te fchitteren en K 4 het  %g£ LAMBERTÜS BICKER het oog van al de waereld tot zig te trekken. —- Van daar buiten twijffel de eerfte oorfprong der weelde , pragt en overdaad in ons Land , die van tijd tot tijd vergroot zijn , naar mate onze ingezetenen meer en meer verkeering kreegen met vreemde natiën , vooral met de Franfchen. —- Dan al die vertooning en fchittenng bekoorde en verlokte de, nog anders werkzaame, kooplieden, om zig'dezelfde gemakken, ver. maaken en welluftige geni tingen te Verzorgen, en op gelijke wijze bijzonder te zijn en boven de laagere arbeidzaame gemeente uitteöeèkeh. Met één woord, de Weelde, die altoos in reden is van de ongelijkheid der bezittingen a kreeg meer en meer de overhand ; . de oude werkzaamheid veranderde in werkeloosheid; de fpaarzaamheid in verkwisting; de eenvoudighid in weidfche pragt; en de zedigheid in welluft of ongebondenheid. En gelijk de Weelde gegrond is op de gerieflijkheden, die men zig bezorgt door den arbeid van anderen, zoo fleepte zij welhaaft naar zig een geheclen trein Van weinig werkende, en meeft zittende lieden. De kooplieden gaven een groot gedeelte van hun werk  Over it Zenuwziekte der Nederiattierea. 153 werk over aan meerdere comptoirbediendens , ten einde tijd te hebben, om gemak en vermaak te genieten , terwijl zij tevens met de rijken en grooten het getal hunner huizelij ke bedieridens, dikwijls tot in het overtollige, vermeerderden, om aan de pragt, den fmaak en den welluft te voldoen. Jonge lieden, die te voren hielpen het land bebouwen , de zee bevaaren, of in ïraiicquen of Fabricqueri arbeidden, verkoozen den dienft in de huizen der rijken, daar zij geene bezigheid genoeg hebhende, of den meesten tijd moetende zitten, den fmaak aannamen van een gemakkelijk, luij en welluitig leven, en daar zij, na eenigen tijd gedient te hebben, en onbekwaam geworden zijnde, om het werk , waar toe zij gefchikt waren a weder optevatten, begunfligd werden met gemakkelijke bedieningen , die hun, zonder arbeid van belang, veel meer inkomen opbragten, dan de flerklhverkcnde arbeider winnen kan , waar door hunne overhelling toteen gemakkelijk en werkeloos leven voltooid werd. i—— Behalven de vermeerdering der dienllboden, bragt de Weelde met zig een verbaafend aantal van zittende konfïenaars , ambacht-en handwerklieden en winkeliers, die louter noo• K 5 dig  154 LAMBEUTUS BICSER. dig hadden, bun vernuft bezig te houden, en een weinig hunne handen te beweegen , om de nieuwe behoeftens te vervullen; dat niet weinig vergroot werd, door eene menigte van Franfche vlugtelingen , die zig in ons Land nederzetteden , en geen ander werk geleerd hadden, dan hetgeen zittende moet verrigt worden. Zoo veele zittende ambag- tcn en beroepen, als er tot het maaken en verkoopen van de gerieflijkheden , tot het gemak en de pragt der groote en rijke lieden vereifcht worden , vermeerderden aanmerkelijk de inwooners in de voornaame fteden en deeze vermeerdering maakte derzelver inwooning in verfcheide opzigten veel ongezonder, dan zij te vooren waren; en gelijk zij een gevolg was van de Weelde, zoo hielp zij deeze tevens niet weinig vergrooten , gelijk zij overal grooter is, naar mate de fteden meer bevolkt zijn. Dit werkeloos leven werd vervolgens niet weinig vergroot door eene zeer nadeelige verandering, die de Weelde voortbragt in veelen van de gewöone nitfparu ningen en tijdverdrijven , waar mede onze voorouders, de bejaarden zoo wei, als de jeugd; de grooten zo wel, als de minderen, zig dikwijls bezig hielden en ver- maak=  > Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 155 maakten. Althans verfcheide fpelen, die fterke lichaamsoefening vorderen en den geeft onfchuldig vervrolijken, geraakten in onbruik en zelfs in kleinagting bij menfehen , welken zig fatfoeneiijke lieden of lieden van geboorte noemen , die dezelven te vermoeijende vonden, of te laag en met voldoende aan hunnen verfijnden fmaak. Het kegelen, kaatsen, maliën, boogfehieten, tollen , en het touwfpringen , ïcnongeien , enz. maakte plaats voor uitfpanningen en fpelen , waarmede men een groot gedeelte van den dag zittende in huis verdijt, die eene geduurige infpanning van den geeft vereifchen , en te gelijk de verderfelijke hartstogten opwekken cn voeden ; gelijk het dam-en fchaakfpel en voor al het kaartfpeelen, 't welk zo algemeen werd en nog is , dat lieden van allerlei rang en ouderdom, tot kinderen incluis? 'er zig aan overgeeven; terwijl terzei ver tijd de fmaak in jchouw-cn toneelipelen , in fpeel- en clobbclpartijen , in drinkcollegien , in gaitmaalen en in allerlei zedenbedervende gezelfehappen algemeener en grooter werd , al het welk, volgens T'ssot, eene der voornaamfte oorzaaken is, waar van de kwijnen-  I$6 LAMBERTO? Bl'CKER nende Zenuwziektens zo zeer vermeerderd zijn Qa). Bij dit werkclooze heeft de Weelde het leven onzer ingezetenen ook alzints weekei jjk gemaakt, door allerhande gerieflijkheden , die zij van tijd tot tijd heeft uitgedagt, om hun gemak te verfchalfen, en hunne, nu tedere en aandocnclijkc, lichaamen tegen de koude en andere onvermijdelijke ongemakken des levens te befehermen. Van daar die geweldig verwarmde vertrekken, die digt beflotc kamers, waar van alle de recten en openingen door gordijnen , zelfkanten en 1'chaapsvagten zoo digt geflopt zijn, dat alle toegang voor wind eri togt volllrekt is afgefneden , waar |n men zig geheele dagen, ja gehccle wecken als in kerkers opfluit, zig als murw flooft, en niet dan eene onververfchte fchadclijke lugt inademt; van daar die met tapijt belegde vloeren, behange wanden, beklcede ftoeien, donze bedden en met trijp bekleede en zagtwicgendc koetzen en andere gemakkelijke rijtuigen, waarin men zig, "om devermoeijing ie ontgaan , cn door de lugt niet (a) Raadgeving voor de gezondh. der Geleerden. Bladz. 132.  ever de Zenuwziekte der Nederlanderen. l$? niet aangedaan ■ te worden , zig overal Iaat rondvoeren; van daar die bonte kleederen , en overrokken , moffen, voetmandjes enz.; van daar ook die fchadelijke vuurmanden, bedpannen, Itooven, waar over onze verweekte vrouwen den garitfehen dag zitten, die door derzelver benaauwende uitdamping haar zö dikwijls hoofdpijnen , flaauwrens , bezwijmingen en andere, zenuwtoevallen Véroor zaaken, behalven dat zij door de warmte de deelen van den onderbuik geweldig flap, week en voor koude vatbaar maaken , waar uit eene meenigté ongemakken ontftaat. Ik z wij ge van zo veele andere weliuftige en weekelijke bezorgingen, die geen ander nut doen, dan dat zij de lichaamen door gemak eri warmte verflappen ; van de heilzaame voordeden eener vrije lugt en lichaamsöëffening berooven en op allerlei wijze de .zenuwen en vezelen prikkelen , die men meer en meer bij lieden van" allerlei rang heeft zien in gebruik komen, naar mate de geitellen weeker en teerder geworden zijn. Strijdig met die onzinnige koeftering en broeijing heeft de Weelde terzelver tijd te weeg gebragt eene allernadeeligfte verandering in de wijze 'van kleeding bij de  J0 LAMBERTUS BICKER de jonge lieden van beide fexe, die vee! eer meer ingerigt is om aan de hovaardij en weiiult te voldoen, dan om het lichaam tc6en de koude en fchadelijke ycrwisielingen der lugt te befcherrnen; ik beaoel die, voor onze iugtsgcftelühcid, veel te dunne kleeding van linnen, zijde en andere ligte ftoffen ; dat naakt en blootltcilen en lugtig dekken van hoofd, hals, borft en andere deelen, die het meelt Iftoeiten bedèit en bezorgt zijn ; uit geduurig veranderen van kleederen naar het verfciul van faifeen en veder, en andere grilligheden in de wijze van zig te kjeeden, te kappen en op te fchikken, die ene ;i ranniiche Mode van tijd tot tijd heeft ingevoerd en nog dagelijks dwingt intevodgen. Dat nu deeze zo zeer en zo algemeen verbaiterde levenswijze eene der eerfte en voornaamfle oorzaaken is, die de Zenuwziektens in ons land zcf aanmerkelijk vermeerderd hebben , lijd, dunkt mij, geen twijffel. immers zulk een werkeloos , zittend , weekelijk en welluftig leven kan niet anders, dan de fpijsverteering, de ademhaling , den omloop des bloeds en alle affcheidingen en afvoeringen , bezwaaren en verrraagen ; alle de zenuwen eu vezelen teergevoelig en  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. tg$ en prikkelbaar en te gelijk den geelt kleinmoedig, vreesagtig en alzints aandoenelijk maaken , en dus allerlei voorichikkende en aanleidende oorzaaken van Zenuwziektens voortbrengen; en zoodanig moeten noodzaakelijk dc gevolgen zijn van zulk eene zorgvuldige broeijing en koeftering, die daarenboven het lichaam op eene bijzondere wijze vatbaar maaken om bij de geringfte bloodftelling van de koude lugt, bij de minfte Verwisseling van kleederen aangetaft te worden door de hardnekkigfte verkoudheden, hoeft, zinkingspijnen, voeteuvel en andere geweldige ziektens, vooral in ons Land, waar in de verwisfeling van koude en hitte der lugt zo groot en zo gemeen is, dat men dikwijls op een en denzelven dag in zomer cn winter verkeerd. Dan alle die ziektens ,' die men zo meenigwerf uit die oorzaakenjziet voortkoomen bij lieden, welken zig zoo geweldig koefteren en broeijen, zoo wel als bij hen, die zig dikwijls verhitten en dan aan koude blootftellen , die zig te lugtig kleeden of 'fiikwijls van kleederen verwisfelen, moet men houden voor zoo veele, uit die levenswijze ontftaane en vermenigvuldigde, oorzaaken van Zenuw*  |*©6 LAMBÈRÏtJS BICKEK. huwziektens $ want behalven dat zij de gehecie diërélijké cn levenshuishouding pntfteijen en hét gamlché zenuwgeftel kragtdaadig verzwakken , veroorzaaken derzelver ziekelijke ftófféh , de zenuwen en vezelen prikkelende, allerhande zenuwtoevallen. Hoe dikwijls' ziet meri deeze ree vallen bij die weekelijke cn wellufiigb. evende lieden, alleen ontftaarf cccr de ftof van eene belemmerde uitwaasfemiïig; Welkt,- zoo eene alg;meene oorzaak van zie'tens in ons Land is? En hoe Vlcic oorzaaken heeft dan die verbaftcrde levenswijze niet fnet zig gebragt; waar coor de Zenuwziektens bij ons vermeerde :t zijn. De Geneeshecren kunnen zuiks beft bezeffen, en die van hen; welke in de praclijk in groote fteden grijs 'geworden zijn, en die de inwoonders hebben zien vermeerderen, de Weelde toeneem;n en dc zeden veranderen , kunnen getuigen , hoe verbaazend het getal der Zenuwziektens, zedert eene halve , ja zedert een vierde van eene eeuw in ons Land vergroot zij. Gezonde en fterke gcftellen, die vafte en onwrikbaare zenuwen hebben, die ongevoelig zijn voor gewoone aandoeningen en beftand tegen allerlei vcrwisfelmgenvind men fchier  Over de Zenuwziekte der Neierïatideren. £ 6 X fchier niet als bij oude menfehen, liede \ van de voorige eeuw. Ik heb ; zeg; Tissot, een klein gehugr in 't bergagtige van ons Land gezien , waarvan alle de inwoonders zig bezig hielden en hun. leven fleeten, met in 't hout te werken, met in de bosfchens waarin de lugt doorgaans gezond is, de takken van boomen te hakken, die te bewerken, en vervolgens hun werk op de verfehillende markten te brengen; en dit was juiff. die flreek van het land , daar men de fchoonfte * fterkfte- gezondfte en vergenoegdfle menfehen vond. 't Is dertig jaaren geleden,, dat er eenige kieinodienwerkers en juweliers zich nederzetteden; het geld vermeerderde en verlokte hen de juweliers-* konfl won veld; de houthakkerij raakte in verval, het zittend leven vervpng het werkend; gehuurde vremdelingen zijn hunne landen komen bebouwen, eri het is j zedert meer dan twintig jaaren, de landftreek, alwaar men de meelte kwijnende ziektens vind ; de menfehen zijn 'er verbaflerd en vervallen ; hun krooft is veel zwakker en minder kloek , en de vergenoeging is 'er van daan Verhuilr, , omdat zij de landen ontvlugt, daar de menL fehen  Ï6z LAMSERT VS BICKER' fchen werkeloos en zwak zijn fa$i Ook leert de ondervinding overal, dat de Zenuwziektens bij geene klasfe van menfehen gemeener zijn, dan bij die een werkeloos , zittend , gemakkelijk en wclluftig leven leiden. Bezoekt de ^groote en rijke lieden, de kooplieden, de letteroefenaars , dc komlwerkers , winkeliers , de zittende ambagtslieden, de vrijfters en vrouwen en andere verzetene menfehen , en gij vindt hen , meefl allen, bleek, taanig, zwakkelijk, verwijfd, kwaadfappig, fchraal of bol en bleek, wcekelijk, aandoenlijk, neei-llagtig , altoos ellendig, zonder moed, zonder gezondheid, ja fchier zonder leven; zwaarmoedigheid, vrees, angiï, benaauwdheid, loomheid, gebrek aan verteering, bezwaaring, verlooren eetluft, walging, winden, verltoppingen, naare droomen , nagtmerrij , hijpochondrie, opftijgingen, krampen , pijnen, en duizend andere plaagen , zegt de geeftige Arts (7>),_ vind men meelt al beltendig te huis bij de aanzienlijke lediggangers en O») Verhandeling over de gezondheid der ge. leerden, bladz 168. Q>) Eerfie Deels Eerfce'Stuk, biadz. 43.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 163 en welluftige rijken; bij de kooplieden, konftenaars en vrouwen. M n vind in tegendeel de Zenuwkwaaien nergens zeldzaamer, dan bij wetkzaame, altoos bezige mentenen, die reen gemik of welluft kennen. Befchouw onze boeren, foidaaten, matroozen , arbeiders, enz. de meeften vindt gij grof gefpierd , kloek, fterk, hard5 ongevoelig, fris en bloozend van kleur, helder en levendig van oogen, fchier altoos moedig, vrolijk, onbezorgd en gezond, althans geheel bevrijd van Zenuwziektens* XVL De tweede algemeene oorzaak van die aanmerkelijke vermeerdering van Zenuwziektens , is de vermeerderde fmaak en overdaad in aangezette , verhittende en yerfJappende fpijzen en dranken. Dit is een ander kwaad , 't welk de Weelde te gelijk met de werkeloosheid, welluft en pragt in ons Land en, bijzonder bij onze ftedelingen, ingevoerd heeft. Onze Voorouderen kenden Saar eene zeer geringe verfcheidenheid van fpijzen en dranken. Bij de aanzienlijkften zelfs beftond de dïfch meeftai uit een goed . ftuk vïeefeh , ham of fpek ; 1 L 2 nu  l6± LAMBERTUS EICKER ■ t«: nu en dan uit Wild, uit rivier-öf ït&i vifch, met een gering getii van gcitoofde of gekookte meehpijzcn, moeskruiden en vrugten; en hun nageregt belfond doorgaans uit eenvoudige gebakken en de vrugten , die het land en het faifocn voortbrengt Deeze allen varen door eene Hollandfche keukenmeid, op eene gereede wijzeen zonder konft, toebereid en opgedifcht. Zeldzaam dronken zij wijn, maar hun gewoone drank was goed , voedzaam, belegen bier. Zij aten en dronken met fmaak en graagte, omdat zij, tot den maaltijd toe, altijd werkzaam waren, en zij verteerden hun eeten gemakkelijk , omdat zij, na het eeten, terftond -weder het werk opvattedcn of opzettelijk eene goede wandeling deeden, — Altoos druk bezig, en door het belang hunner zaakengcdreeven, waren hunne eetenstijden kort, en hunne vriendenmaaltijden weinig; gaftmaalen rigteden zij niet aan, dan bij plegtige tijden of feeften. Heu ! quant um , quant urn, peregrinis moribus atas Pro dolor t a priscis noflra reces fit avis. Hoe geweldig is ook, in deeze opzigten, de oude Hollandfche levenswijs veranderd en bedorven, zelfs zedert nog maar wei»  Over de Zenuwziekte der Nederlandenn. 165 weinig jaaren! De Weelde heeft eene uitheemfcne kookkunit bij ons ingevoerd en heeft ons Franfehe en Duitfche koks bezorgd , die dagelijks voor de tafels der aanzienelijken, der rijken, der kooplieden, en dikwijls voor die van een minder rang van burgers, eene verfeheidenheid van fpijzen bereiden, zoo groot , dat men, om 'er de verfehillende zoorten van optegeeven , niet alleen eene menigte boekdeeien gefchreven, maar 'er zelfs geheele woordenboeken van gemaakt heeft, waar in men onder ieder letter van het Alphabeth , de verfcheidene fpijzen en toebereidingen met honderden telt, zoodanig dat de fom 'er van tot veele duizenden oploopt; eene onbedenkelijke verfcheidenheid van verfche en faprijke vleefchfpijzen, allerhande wild van den iterkilen fmaak, de lekkerlte visfehen in zoorten , eene menigte fchulpvisfchen, allerlei gevogelte, de uitgeperfte, uitgebraaden of uitgekookte fappen van veelen deezer dieren, een onnoemlijk aantal van de fmaakelijklte, vreemdile ooft-veld-en aard vrugten, de Iterkfte fpecerijen , de uitwerpzels zelfs en nellen van zommige dieren, en wat is 'er niet in het rijk der dieren en in dat der planten, 't welk niet op den difeh der L 3 «h  i66 LAMBERTU'S EICKER rijken thans verfchijnt ? De vergiften zelve kunnen er naauwlijks van uitgezonderd worden. En deeze allen maaken llegts de hoofdklasièn uk van de verscheidenheid hunner fpijzen. Men moet 'er bijvoegen dat talloos aantal van verfehillende toebereidingen , welken diezelfde kookkunk op menigvuldigerlei vericheidene wijzen uit dien voorraad voor hun klaar maakt,- zooveelerlei foupen, ragouts, hautgouts, palieven, poddingen, taarten, room - boter - en eijergebakken, zuikergebakken, banket, confituuren, geleijen, vlaaden, zoo veele onderfcheiden zoorten vvan ingelegde, ingezuke eningezuurde vleeich-en vifchfpijzen en vrugten , en andere toemaakzèls en geregten , die met de wranglte wynen , de fcherpke zuuren en de verhittendfre fpecerijen worden aangezet, of die met olijagtige boter, Jeu of vet geftoofd, of, met een overtollig zoet, fmaakelijk gemaakt en meeltat met eene buitcnlpoorige hoeveelheid van kerk gekruide, vette - of zuure faufen opgedifcht en gegeeten worden. —- Bij dit alles verzorgt eene alom geliefde broeij - en kweekkonk , waar aan onze Voorvaderen mede geen kennis hadden en waar mede men ongelooflijke lommen gelds verfpilt , genoegzaam het gant-  Over de Ztnu&zUlU der NidérUatdenn. 15 7 gantfche jaar door, vcor het vóór-en nageregt der rijKen, een overvloed van moeskruiden en vrugten van alle de fai- ioenen. De Weelde heeft hier nog bijgevoegd eene verwonderlijke verfcheidenheid en overvloed van allerhande zwaare en geeitrijke wijnen , liqueuren, de lterkfte bieren , verfehillende zoorten van punch, uit arac, rum, brandewijn of wijnen gemaakt, ijerkè koffij en thee, chocolade , llemp , iimonade, orgade, bronwaters en wat niet al ? Zoo dat, de rekening cpmaakende van die handen, die werkende zijn , om tegenwoordig voor een middelmatig onthaal het noodige te verzorgen, men gereedelijk vind, dar zij tot veele honderden opklimmen , en dat men dezelven, om groote feeftmaalen toeteruften, bij duizenden tellen moet. Ja men kan zeggen, dat de vier waereiddeelen thans onophoudelijk arbeiden en zweeten, om de tafels der rijken van de begeerde overdaad te voorzien. Hoe meenig dierbaar leven 2elfs word 'er thans niet opgeofferd, om aan de uiterfte eindens der waereld die iötaa lijke vergiften te haaien , weken onze lieden van aanzien en vensogen met zoo veel graagte doorzwelgen, en die in. iiunjie aderen de zaaden van kwijning ,  ï£3 LARIBERTUS BICKER droefgeeftigheid, van ziektens en van eene te vroegtijdige dood overbrengen! Uit dien rijken voorraad nu, ziet men dagelijks s' middags en s' avonds op de tafels der aanzienlijken en rijken en der kooplieden verfcheiden zoorten van fpijzen, doorgaans tweemaal , dikwijls driémaal en bij wijlen viermaal aanregten, en men ziet hen gemeenlijk aan zulke rijkaangeregte tafels twee derde gedeeltens van den dag verzitten en vcrflijten. Het zelfde ziet men bij de gaft - en feeiïmaalcn der burgers, welke, gelijk die der grooten, zedert eenige jaaren geweldig ver- meenigvuldigd zijn. Èn hoé worden die fpiizen en dranken doorgaans genuttigd? Zeer veelen eeten dezelven met eene onmaatige gulzigheid. Voor al heeft dit plaats bij de jongere lieden, die dagelijks nog beweeging oeffenen en doorgaans eene hongerige maag hebben en bij zonder bij lieden, die 'er nier aance. woon zijn, en flegts nu en dan zulke maaitijden bijuoonen. De ouderen eeten gemeenlijk minder greetig , omdat hunne maag reeds door de overdaad, en veeltijds ook door anders bijgevoegde oorzaaken , zoo verllapt en [ontzenuwd is, dat fchier geen prikkels in ftaat zijn, ora  Over Ji Z:n^::-::ckii d.r Nidcthr^tr:-,. iC<) em hunnen eetluil optewekken: zij zijn niet ongelijk aan uitgeputte ligtmisfen, die ongevoelig zijn voor de bevalligtte fchoontaeid, en zat van alle vermaaken, omdat zij die te veel genoten hebben: nogthans eeten zij gewoonlijk te veel, om da: zij te lang eeten, en zij bezwaaren hunne maag, om dat zij 'er te groote verieheidenheid van fpijzen en dranken induwen: en in 't algemeen word er te veel gegeeten. Trouwens dit is het oogmerk, ten minften het natuurlijk ukwerkzel van die overdaad. De Weelde heeft die bekoorlijke verfcheidenheid, die fmaakefijke toebereiding , die fterke aanzetting , en die behaagelijke opdisfehing van geregten, bij fpijzen en nageregten, tot geen ander einde uitgedagt, dan om de tong en het' gehenfcke te prikkelen , den honger gaande te houden en de walging der maag , die anders veel eer voldaan is, met geweld te overwinnen. Wanneer nu hier bijkomen, gelijk doorgaans op gaftmaalen, het lang zitten aan tafel, gebrek van bezigheid, de bedwelming, die de zwaare en geurige wijnen veroorzaaken, de aanhoudende opdringing van den Gaftheer, de wederzijdfche aanmoediging der gaften, de gewoonte van op de gezondheid van veelen L 5 zijn  i?0 LAMBERTU5 BICK.ER zijn glas te ledigen , en bij zcmmigen de eer nog, zoo wei van veel te eeten, als van veel wijn^tc drinken, wanneer, zeg ik, dit alles komt bij de gevaarlijke verzoeking vaii/imaakelijke fpijzen en een wel aangercgten difch, hoe kan het misfen, of men meet zijne maagt'onmaatig opvullen^ met een ongefeiukt mengelmoes van ftrijdige fpijzen en dranken overiaaden; althans veel meer eeten, dan noodig is, dan de maag verduwen en men bij mogelijkheid kwijtraaken kan. En nog word bij eenigen die aanprikkelmg merkelijk vergroot door eenen onnatuurlijke^ honger, die reeds het gevolg is van de ontaarde gefteldheid van de zenuwen hunner maag, door de geduurige opvulling dei-zelve veroorzaakt. — Ondertusfchcn zijn de meefte van die onmaatige eeters en drinkers doorgaans lieden, die geen lichaamsbewecging hebben, die, vooren naden eeten, zoowel als aan tafel, den tijd met zitten doorbrengen , die flegts nu en dan in eene zagtwiegende koets zig laaten omvoeren, en maar zelden eene kortftondige wandeling doen. Ovcrweegcn wij nu de verderfelijke gevolgen van die overdaad , welke in onze tijden zo algemeen geworden is , dat men dezelve bij allerlei rang van  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 171 menfehen ontmoet, wie begrijpt dan niet, dat the onmaatige opvulling, dat gulzig en aanhoudend gebruik van ftrijdige fpijzen, die malkanderen noodwendig in den weg zijl) moeten, dat dagelijks overbodig wijndrinken, gevoegd bij een ledig zittend leven, noodwendig de maag op de fchadelijklte wijze moet bezwaaren, geweldig uitzetten en verlammen, deszelfs zenuwen nadeelig prikkelen en ontftellen , de fcheivogten ontaarden , . de V-ttceringskragten onherftelbaar krenken, de fpijskooking geheel bederven, en vervolgens het gantfche lichaam verzwakken en beroeren, alle deszelfs vogten fcherpmaken, alle deszelfs werkingen en bedieningen , bijzonder die van het geheele zenuwgeftel, kragtdaadig belemmeren, en ten eenemaal in wanorde brengen, en dus den grond leggen van allerhande Zenuwziektens. —- Wanneer men verder hier bijvoegd alle die fchadelijke uitwerkingen der bijzondere fpijzen en dranken, de yerflapping, de ontfteltcnis, de verderfelijke prikkelng der maag, herslenen en zenuwen, die door het overdaadig misbruik van zoo veele vette, zuure en zoete fpijzen , van zoo veele winderige en waterige vruchten en zelfs van .  3/*& lambertus b1cker van moeskruiden, en van .zoo veele fterke en giftende wijnen en bieren en wateragtige dranken voorcgebragr worden, en die men bij Whytt , "Tissot en Bicker, in dit opzigt afzonderlijk befchouwt en aangewezen vind , wie moet dan niet erkennen, dat ook, hier in , eene voornaame en vermogende oorzaak van de zoo aanmerkelijke vermeerdering der Zenuwziektens in ons Land te vinden is ? De Genecshcercn althans zullen gereedelijk hierin roeftemmen ; dagelijks zien zij, dat de lieden, welke aan deeze levenswijze, aan dien overdaad zijn overgegeeven, aangetalt worden door allerlei zenuwtoevallen , door opfpanningen van winden, bezwaaring der maaag , de zoode , brandige of zuure oprifpingen, hartkloppingen, hoofddraaijingen , kramppijnen in de maag en darmen, ja bezwijmingen en zelfs ftuiptrekkingen, die kort na den eeten volgen, of die zij van de overlaading der maag of van dc fchadelijke prikkeling der gebruikte fpijzen cn dranken kenne* lijk kunnen afleiden, XVIL  Over ,de Zenuwziekte der Neder/anderen, i^g XVII. De derde algemeene oorzaak , waar door de Zenuwziektens zoo aanmerkelijk in ons Land vermeerdert zijn , is de vermeerdering van hartstogten of gemoedsdriften , met alle de gevolgen derzelven. Zoo werkzaam , zoo zuinig als onze Voorouders waren , zoo zedig en ingetogen was hunne levenswijs. Altoos bezig en aan hun huis en hunne zaaken gebonden , en altijd op lpaarzaamheid bedagt , konden ledigheid nog gelegenheid hunne driften opwekken en de meerdere gezetheid op Godsdienft en deugd beteugelde hunne hartstogten. Maar dc Weelde heeft die banden en teugels van tijd tot tijd verbroken cn alle mogelijke prikkels aangebragt, om de driften en togten optewekken, levendig te houden en om er al die kragt aantegeeven , welke noodig is, om gezonde cn fterke geitellen te overmeefteren en te vcibreeken. Ik zal er eenige van opnoemen. Vooreerft; de meerdere pragt, vertooning en verteering van veelen heeft bij hen en hunsgelijken meerder trotsheid, cerzugt , en bij anderen meerder jalou•zij, nijd en wangunft verwekt, terwijl zij  LAMBER.TUS BIC KER zij de genoegclijke vcrbintenisfen , de vriendlchap, het vertrouwen en de- vrolyk- heid merkelyk verminderd hebben. De grootlebe huishouding, gepaard met een gemakkeiyk en wel!uilig leven, heeft de behecitcns van detfmanvan aanzien mriueiyk vergroot, en niet minder zyne af hankly] beid van zoo veele kleine belangen? , betrekkingen, vetpligtingen en van zyne diemtbouen $ en deeze vergrooting heeft zyne moeijelykheden , kwellingen, onrufL verdrie: , gemelykheid * toorn, enz. naar evenredigheid vermcenig- vuldigd. De meerdere vertecring- heeft met zig gebragt grooter zucht, zorg en kwelling voor de verkryging, bewaaring en vermeerdering der fchatten, vrees Voor vermindering van inkomllen en angll voor vernedering in fatzoen en aanzien. ■ De groote verkwifting, gevolgd van vernedering cn verarming, heeft veclen vanfpvt, verwyt, naberouw, wioeging* bekommering, verdriet en wanhoop $ doen vergaan. • Deeze zelfde hartstogten zyn geweldig vermeerderd door de vermeerderde gelegenheid en het groote getal van prikkels tot welluft, tot ongeregelde en buitenfpooripe vermaaken, tot losbandigheid en ontugtigheid. . - -• Het  Over de Zenuwziekte der Nederi'anderen. 173 Het vermeerderd genot van zinnelijke vermaaken, gepaard met gebrek Van noodzaakelij ke bezigheden, heeft, in het midden der welluft en overvloed, grooter zatheid, walging, verveeling, luvijning-, droefgeeftigheid en , melancholie >eroor* zaaKt. —- De vermeerdering van verkeering, van gezelfchappen zonder wezenlyke vriendfchap, heeft oneindig meer gelegenheden doen geboren worden tot twift, krakeel, fcheuring en hier mede gepaarde of opgevolgde gramfchap, haat, fchrik en andere verderfelijke hartstogten. i Hoe zeer zijn ook niet de eene en andere dier gemelde gemoedsdriften vermecnigvuldiVd door het meerder en grover kaarripeelen, dat in der daad geen wezenlijk vermaak is, fchoon het dien naam draagt, maar veel meer verveeïing cn verdriet, dan waare vrolijkheid veroorzaakt, en alle de nacleelen van een zittend en ingelpannen leven ver- eenigt. • Eindelijk het gemakkelijk, wefluilig en ongebonden leven heeft den angft en vrees voor den dood niet weinig vergroot en vermeerderd. Het ruimer en onbedwongener'genot, dat de tegenwoordige groote, rijke en welluftige lieden van de geneugtens des levens hebben; de onzekerheid Van hun beftaan, na het  ï~6 LAMBERTUS BICKER het zelve; de bewuftheid van het alzinj fchurdig tc hebben doorgcbragt; de meenigvuldige en groote ontwerpen, die zij geimeed en zig voorgelteld hebben; de meerdere zorg voor het toekomend beftaan van hunne huisgezinnen, bloedverwanten, en zo veele andere banden heg-* ren hen veel meer, dan. onze Voorouders, aan de Waereid cn deen hen met veel meer anglt dikwijls aan den dood denkenj en dc ziektens , die hen met dezelve dreigen , meer engten en ongeruiter doorftaan, behalven dat zy de gevaaren der ziektens, door de meerdere verkec; ing met) Gcneesheeren, en het meerder ieezen van Geneeskundige 1'chiiftcn, thans ook beter kennende, - 'er veel eerder en meerder door ontrukten verfchnkt worden. Laat ik hier nog bijvoegen * dat de zoo kenöeidjk vermeerderde ongodsdienftigheid in onze dagen, dc zoo algemeen toegenoomen gevceiens van vrijgeefterij, enzzoo zij niet tevens dien angft voor 't fieryen vergrooten, althans aan fchier alle de opgenoemde hartstogten den vri n i eugel gevierd, en de gevolgen derzelven geweldig vermeerderd en verzwaard hebben. Dan deeze zo algemeene vermeerdering van zoo veele, zulke oproerige, en zul-  Over Je Zenuwziekte der Nederlanders», x'ff zulke fcliadelyke hartstogten, mag men' 4 meeiie ik, wel in den centen rang plaatsen van de Oorzaaken, waar door de Zenuwziektens zoo aanmerkelijk in Ons Land vermeerdert zijn; eh wié kan hier aan twijffeien, die weet, met hoe veel geweld zij dikwijls de geheele dierlijke en levenshuishöuding beroeren; welke verfchrikkelijke wanordes zij, bijzonder in de herflenen en zenuwen, verwekken; en hoe zij van alle ziekelijke oorzaaken mirt die zijn, welke de meefte en zwaarfte Zenuwziektens vóórtbrengen?. Ik zou dit Ügtëlijk kunnen toonen Uit de gezondheidbedervendé eri zënuwberoerende uitwerkzels van ieder der vernielde hartstogten in 't bijzonder, indien, ik niet vreesde , dusdoende te uitvoerig te zullen worden; ook zijri de Geneesheeren 'er dagelijks genoeg ooggetuigen , van. Hoe rrieenigmaal worden zij geroepen in gevallen, waarin zij uit de aan.geweezene bronnen de verderf!ijkfte gemoedsdriften zien opwellen,, ën uit deezen de hevigfle ën dé hardnekkigfee zenuwtoevallen , öpftijgingen, bezwijmirigen , ftüipen , hijpochondrie , melancholie, razernij, ja zomtijds eene febiëlijke dood zien oritftaan ? enz. En M welk  If3 LAMBE&TÜS BICKER welk waarneemcnd Arts is 'er, die niet de eene en andere in onze tijden verba** zend heeft zien vermeerderen ? Maar men zal te meer reden vinden, om de vermeerdering van hartstogten onder de voornaame oorzaaken van de vermeerdering der Zenuwziektens te plaatsen , wanneer men nagaat de verïcheidene verderflijke gevolgen , die zij naar zig gelleept heeft. Het eerfte is een meer ongebonden en ongeregeld leven. Naar maate de Weelde in ons Land de breidels der driften meer verbroken, de gelegenheden en de prikkels , om denzelven bot te vieren en aantezetten, vermeerderd heeft, heeft men jongere en oude lieden meer zien overflaan tot losbandigheden, tot flempen, Jftagtbraaken, fterk wijndrinken, ontugt, enz. < Het tweede is, eene buitenfpoorige en dikwijls veel te vroegtijdige minnenhandel. De Weelde heeft , bij een ledig en welluftig leven, bij de verhittende fpijzen en dranken, allerleij verleidende konftgreepen , bekoorlijke verlokzels en behaaglijke prikkels aangebragt, om de verbeeldingskragt te verhitten , het vuur der welluft aanteftooken en de  Over de Zenuzvzhkl e der NederiénÜeren. I togten aantehitzen' tot een öntugtig Venusfpei, tot ongeregelde zoo wel, als tot ongeoorloofde en dikwils tot veel te /vroegtijdige minnehandelingen. Het derde gevolg is eene befmettelijké vermenging, en de hier uit voortvloeiende Venusziektens * die in onzen tijd verbaazend vermeerderd zijn , gelijk getuigen kunnen zoo veele gefehriften, als 'er zedert weinige jaaren over zijn. uitgekomen; zoo veele nieuwe bereidingen; zoo veel meer geheime en onfeilbaare geneesmiddelen i als men 'er óveral thans voor uitvent en er in de Couranten alle dagen voor aankondigt , en zoo veele kwakzalvers en beunhaazen , diehier alleen door, een genoegzaam beftaan vinden. Trouwens alle Geneesheeren j aU le Heelmeeltersti die veele jaaren depractijk geoeffend hebben, weeten ; hoe veel gemeener die ziektens van tijd tot tijd geworden zijn, en hoe men dezelven dikwijls ontmoet bij menfehen en in huizen, bij welken men voorheen gevreesd zou hebben, om 'er het rainite vermoeden optemaaken en waar aan is dit ook anders toetefchrijven, dan aan dié meerdere ongebondenheid en" gröotere aanprikkeling vart wellultige driften, die de Weelde bewerkt heeft ? M 2 Het  ïSo EAMBERTlrS BICKER Het vierde is Onans misdaad of de zonde van Zelfsbevïekking , die mede , wegens dej meerdere aanilooking van de vleefehelijke driften der welluft, en gebrek van gelegenheid, om aan dezelven te voldoen , of uit hoofde van de gevolgen, die derzelver involging veeltijds naar zig lleept, thans ook veel algemeener is bij de jonge lieden van beide fexe , dan voorheen ; gelijk bij de meelle Geneesheeren en bij hen, die de hedendaagfche waereld van nabij befchouwt hebben , te wel bekend is, dan dat ik het zou behoeven te bewijzen. Dan alle die ziel-en lichaambedervende gevolgen van de vermeerdering der hartstogten, moet men, meene ik, "voor zoo veele voornaame cn magtige oorzaaken houden, waar door de Zenuwziektens zoo aanmerkelijk m ons Land zijn toegenomen. En behoef ik dit wel te betoogen ? Wie begrijpt niet , dat alle die ongeregelheden, en een ieder derzelver in 't bijzonder, op eene geweldige wijze het lichaam uitmergelen en ontzenuwen; dc zenuwen verlammen en uitputten; alle de levenswerkingen beroeren en doen kwijnen; alle de vogten fcherpmaaken en doen ontaarden ; en dus alle de grondfleunseis van gezondheid  Over de Zenuwziekte der 'Nederlanderen. 181 heid en leven ondermijnen en verbreeken en langs dien weg de langduurige fte en hèvigfte Zenuwkwaaien naar zig fleepen moeten ? Wie begrijpt niet, dat zij zulks, te meer moeten doen, daar zij gewoonlijk gelijkerhand werken , of elkanderen onmiddelijk opvolgen; daar zij 'meeft in dat tijdperk van bet leven werken , waarin het lichaam zijne vereifchten wasdom nog niet ontfangen heeft, en de vermogens en kragten nog niet naar behooren ontzwagtcld zijn? Hoe veele jongere en bejaardere lieden ontmoet men tegenwoordig overal, die door een ongebonden en ongeregeld leven in dc kragt hunner jeugd of in het beft van faun leven, 'bun geheel gcftel bedorven en allerhande ileepende ziektens en zenuwkwaaien zig berokkend hebben ? Welk eene menigte van jongelingen vind men, die aan buitenfpoorige vermenging met vrouwen zig reeds overgeeven, wanneer zij nog naauwlrjks de tekenen van manbaarheid draagen ? Hoe veele jonge dogters worden reeds bedorven , ot begeeven zig in den echt in die jaaren , waarin zij nog volftrekt ongeschikt zijn, om de gevolgen der omhelzing te kunnen doorftaan en de iaften M 3 van  |i2 LAMBERTüS BICKER van het juk des huwlijks te draagen ? Hoe meenigmaal zien niet de Geneesheeren in het een en ander geval de kennelijkfte tekens, dat de driften en ongebondenheden der welluft de vermogens en kragten verre zijn vooruitgelopen, en dat een naOeep van Zenuwziektens het gevolg 'er van is ? Daarenboven , hoe groot is niet het getal der jonge lieden, wier gezondheid in den begmnenden bloeij van hun leven , door de verderflijke uitwerkzels der Venuskwaalen , en door de verkeerde behandeling derzelven, volflagen bedorven is ? Hoe veelen zijn 'er verder , die door de eene en andere dier ongeregelheden; en hoe veelen , die door de zonde van Zejfsbevlekking, alle de zwakheden van eene kwijnende ouderdom zich op den hals gehaald hebben, eer zij de mannelijke jaaren bereikten, die deswegens hun leven lang gemarteld worden "door de fmcrtclykfte ongemakken, door de verdnetelijkfte ziektens en door de verfchrikkelijkfte zenuwtoevallen ? En hoe meenigen zijn 'er reeds ten graave gedaald , die dit hun ongebonden gedram met eenen jammerlijken dood hebben moeten bekoopen, eer zij begonnen te ■ lee-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 183 leeven? •—— De bepaaldheid eener Prijsverhandeling laat niet toe , dat ik hier in meer bijzonderheden uitweide, nog het een en ander door gevallen ftaave, gelijk ik andersligtelijk zou kunnen doen. Men leeze de werken van Tissot Qa), Bicker en anderen, om uitvoeriger beveiligd te zien, dat alle die ongebondenheden een algemeen en geheel bederf der gezondheid en de allerzwaarfle zenuwtoevallen ten gevolgen hebben. ■ Alleenlijk moet ik nog aanmerken, dat zij alle regtftreekfche oorzaaken zijn , die zoo onmiddelijk en zoo geweldig de zenuwen verzwakken, teergevoelig maaken en uitputten. De gemelde Schrijvers hebben zulks uitvoerig beweezen van den buitenfpoorige minnenhandel en van de Qnans-zon* de , en betrekkelijk de Venusziektens, is het bekend, 't geen Freind (c~) het eerft heeft doen opmerken, dat zij eene bijzondere gefchiktheid geeven tot Hypo- chan- (a) Verhandeling over de zonde,van Zelfsbevlelcïïing. (b) Vertoog; over de hedendaagfche Menigvuldigheid der Zenuwziektens. (c) Opera omrsia. p. 33. M 4  ï?4 LAMBSRTÜS BICKER chondrie en Melancholie, en dat deeze ziektens , uit hooide van ongeruflheid en vreeze, dikwijls nog lang bij de lijders blijven aanhouden, nadat zij reets van hunne befmetirng geneezen zijn ; hoewel zulks van de andere ongeregelheden ook voor zoo verre waar is, als zij altoos bij de verflapping en te groote aandoenlijkheid der zenuwen naberouw, wroeging en verdriet naar zig óverlaaten. ) • XVIII. Be vierde algemeene oorzaak van de groote vermeerdering der Zenuwziektens. in ons Land inhei misbruik van Thee, Koffij cn andere wateragtige Dranken De/ invoering van Thee en Koffij is een tijdperk geworden van eene zeer verderfelijke omwenteling in de hüiorie der gezondheid van gantfeh Europa , en zekerljjk ook grootendeels eene vrugt der algemeene Weelde. Toen deeze in ons Land is_ doorgebrooken, is het Thee.en Koffijdrinken meer en meer in zwang geraakt. # Onze Voorouders hebben naauwhjks kennis aan gehad, zij dronken bij hun ontbijt, zo wel als bij hun middag-en avondmaal, niet dan bier. 't I*  Qver de Zenuwziekte der Nederlander en. 185 Is èéfft op 't in aft van de voorige en in 't begin van deeze eeuw, dat men er eenigzints gebruik van begon te maaken; waar aan niet weinig toebragt een klein en welbekend werkje , dat C. Bontekoe, een Hollandfch Geneesheer, over de Thee , Kömj en Chocolade , in 't jaar 1679, in 't ligt gaf, waarin hij met de buitenipooriglleloffpraaken, inzonderheid de Theeboei, aanprees, getrokken namelijk met water en in een groote veelheid gedronken , tot zelfs honderd en tweehonderd kopjes op éénen dag. Hij heweerde, dat zulks, zonder de maag te benadeelen, het hoofd en zenuwen verHerken, en het flijmige verdikte bloed, vioeijbaar maaken zou. Deeze dwaaling werd niet weinig begunltigd door de vervoering , waar in men nog was , over de ontdekking van den omloop des bloeds, welke het vooroordeel met zig gebragt had, dat men, om denzelvenzoo gemakkelijk en vlug, als mogelijk is, te maaken , de uiterlie vloeibaarheid aan het bloed behoorde te geeven, en dat men daar toe zeer veel warme vogten gebruiken moeit. Dit een en ander, onderfttuntdoor den fmaak in alles, wat üitheemfch en nieuw is, vond, gelijk het M 5 ge-  lS6 tAMBERTUS BICKEK. gewoonlijk gaat, 't eerlt en 't meelt ingang bij de groote en .rijke lieden. De hooge prijs van Thee en Koffij maakte , dat derzelver gebruik zig , een tijd lang, alleen tot de huizen der aanzienlijke en rijke lieden bepaalde . De prijs 'er van vervolgens, door den grooteren toevoer, daalende, bragt de 'doorgaande drift, om de lieden van aanzien naatevolgen, het gebruik derzelver over in de huizen der burgerlieden , hoewel deeze in 't eerlt niet, dan bij buitengewoone gelegenheden van vriendenmaaltijden , enz. Thee en Koffij dronken; maar langzaamerhand begon men 'er meer eene gewoonte van te maaken. Zommige Geneesheeren verzetteden 'er zig tegen. De Heer Duncan , een Franfch Doctor , die te Rotterdam de practijk oeffende , fchreef in 't jaar 1705 eene kleine verhandeling (V) waar 'in hij de fchadelijke gevolgen 'er van vrij duidelijk aanwees. _ Dan dit werkte niets uit; de dwaaling hield de overhand ; zij werd wel haalt algemeen bij de Itedelingen, drong ver* (ei) Avis falutaire contre l' obus du Café, d& Chocolade & du Thé.  Over di Zenuwziekte der Nederlanderen. i8f Vervolgens door op het platte land en Verfpreide zig terzelver tijd met eene verbaazende fnelheid over ganfeh Europa; en alles werkte mede, om dezelve te doen fhndhouden, De groote voordeden , die het vertier van Thee en Koffij der Ooftindilche Compagnie en anderen kooplieden aanbragt, vergrootte den toevoer meer en meer, en hier door verminderde de prijs derzeive dermaate, dat de gemeende lieden die beter koop dan bier drinken konden: terwijl de Weelde, geholpen door-de Konft, 'er voor de rijke lieden zoo veele behaaglijkheden bijvoegde, als noodig ware, om hunnen fmaak daar voor, beltendig te maaken. De ledigheid daarenboven vond 'er een tijdverdrijf en eene rede van gezeifchap in; de gewoonte veranderde in eene yerflaafdheid , en deeze heeft het misbruik er van voltooid en onderhouden. Door alle deeze oorzaaken is dit kwaad voor vijftig, zcltig jaaren zoo algemeen geworden, en tot den huldigen dag gebleeven, dat het, in weerwil der fterkfte poogingen van den grootlten der Geneesheeren , den onfterflijken Boerhaave en van alle zijn leerlingen, ons ganfche Land overltroomt heeft , zoo dat men geen huis meer vind , zoo wel  lS8 LAM3ERTU5 BICKER wei ten platte Lande, als in de Steden , waar in men niet twee-, dikwijls driemaal daags Thee en Koffij drinkt en in eene zoo groote hoeveelheid, dat men de fom van warmwater, welke'er jaarlijks mede gedronken word, in de daad verbaazende vinden zou, indien men uit de millioencn ponden Thee cn Koffij , die ieder jaar uit de Ooit-en Weit-indien tot ons overgevoerd en bij ons geflec-cen worden, en uit de groote meenjgte van heetwatcr, die elk pond tot een aftrekzei van de. gewoone llerkte vereifcht, er een algemeenen overflag van maaken wilde. Dan de algemeenheid en grootheid van dit misbruik zijn genoeg bekend, fck heb 'er het begin en den voortgang van korteiijk,wii!cnaanwijzen, om te doen zien, hoe en waar door hetzelve eene algemeene .oorzaak van het bederf der gezondheid onzer Landgenooten geworden zij; en in de daad men kan zeggen, dat het onder alle de oorzaaken van de vermeerdering der Zenuwziektens verreweg de algemeenitc is; dewijl het niet flegts, gelijk de anderen, zig bepaalt tor de rijke en' groote lieden , en tot minder gegoede itedelingen , maar zig ook uitltrekt tot de armlte gemeente , en tot de landlieden oveskl dn ons Land, zoo  Over de Zenuwziekte der Nederlander én. 189 zoo dat onze gantfche Natie haare gezondheid 'er, als 't ware, in verdronken heeft. Edog niet alleen om Zijne algemeenheid , maar ook om zijne nadeelige nitwerkzels, moet men dit misbruik onder die oorzaaken eene voornaarae plaats toekennen. Ligtelijk immers begrijpt men, dat laauvv of warm water in zoo eene groote hoeveelheid dagelijks bij herhaaling gedronken, noodzaakelijk de maag te veel moet uitzetten, en door deeze uitzetting en door deszelfs verweekende hoedaanigheid, de vezelen van dit ingewand en die der darmen geweldig moet verllappen; dat het te gelijk de fcheivogten, tot de fp ijs ver teering gefchikt, op eene zeer nadeelige wijze moet verzwelgen cn verdunnen; en dus door die twee oorzaaken de fpijskooking geheel bederven. Gemakkelijk kan men ook nagaan , dat het drinken van zoo veel warm water het natuurlijk flijm der maag en darmen moet affpoelen , en dus [derzelver zenuwen ontblooten en voor de aandoening der fpijzen en dranken veel te gevoelig maaken. Verder is h^tniet moeijelijk op temaaken, datuit die meenigte van water niet anders dan te veel ver-  If}0 LAkBERTÜS BICKEk verdunde chijl kan geboren worden, en dat het, langs deezen weg, het bloed en de andere vogten te wateragtig maaken, alle de vaten, vezelen en zenuwen verflappen, het gantfche lichaam doorweeken, en aïic deszelfs bedieningen, inzonderheid die der herlTenen, vertraag©! moet. En wie, die deeze uitwerk- zels wel overweegt, en die 'er bij in aanmerking neemt, dat wij wegens de wateragtige gefteldheid van ons Land als' met vogten doorweekt zijn , wie begrijpt dan niet, dat het overdaadig drinken van Thee en Koffij , bij ons allerleij wegen Voor Zenuwziektens opent? Wie kan 'er met mij niet uit afleiden die moeijeliike fpijsverteering, die oplpanning van winden , hartkloppingen, flauwhartigheid, kramppijnen van maag en darmen* die ligthoofcigheid , algemeene zwakheid, loomheid, ligte vermoeidheid en anderen zenuwzieke ongesteldheden, waar over men de grootite Thee-en Koffijdrin- kers dagelijks hoort klaagen ? Ik z wij ge van die gedugte ongemakken, de' belette nedorzwciging en het Kolijk van Poitou, welke in onze dagen door het te veel cn te heet drinken van Thee-ert Koffijwater, in onze tijden zoo gemeen ge^  '&otr ie Zenuwziekte der Neierlanderen. 19Ê geworden zijn. —— Ik zwijge, hoe alle deeze kwaaien vergroot worden door het zanien trekkend zuur, dat de Thee; en de olijachtige icherpte, die de Koffij aan het water mededeelt, waar door zij de zenuwen zekerlijk nadeelig prikkelen moeten; en ik zwijge van de verzwakkende zweeting, die zij beide veroorzaaken en die door het veel drinken van warm water niet weinig aangezet word. Ik erken , daar zijn ook andere oorzaaken, waar aan. men de vermeerdering van die ongefleldheden en ziektens toefchrijven moet; maar men zou, dunkt mjj, de aangewezene natuurlijke uitwerkzels 'er van overweegende , halfterrig moeten zijn , om niet te erkennen, dat dit misbruik'er een zeer groot aandeel in heeft. Trouwens de befte proefneemingen, die men, niet lang geleden, gemeen ge-' maakt heeft, hebben onwederfpreekelijk getoond, dat de natuurlijke uitwerkingen van Thee en Koffij te drinken, zijn, de zenuwen en vezelen van haare veerkragt te berooven, en beiden uit ter maate gevoelig en prikkelbaar te maaken (V) en de ondervinding leert het dagelijks en 0- ver- 00 Zie Dr. Lettsom 's ingenious ejfay on this fvbject.  192 LA MBERT U S BICKER veral. Nergens vind men meer zwakke, aandoenlijke geitellen , nergens meer zenuwzieke toevallen, dan bij lieden, die zig in dit kwaad rebuitengaan, .en wel bij zulken , bij welken de andere oorzaaken zoo zeer geen plaats hebben, 't 3s hier van, dat niet alleen onze groote en" rijke lieden, onze Kooplieden en Geletterden, die doorgaans groote liefhebbers van Thee en Kcffij zijn , maar onze gemeene handwerklieden' en vooral de vrouwen, tot de armfte incluis , ja zelfs zeer ve< ie vrouwen ten platten Lande, zoo gemeen thans aan Zenuwziektelis onderhevig zijn. Zoo ik, zegt de Heer BiCKER, uit eene langduurige opmerking gisfen mag, rekene ik, dat ervan de tien vrouwen onder onze itedëlirigerï\ doorgaans agt, minpol' meer aan die kwaaien onderhevig zijn; en ik denk geenzins den bal mistellaan , zoo ik ff el, dat etvan die agt ten miniten zes overdaadige Thee-en Kofüjdrinkflers zijn of geweeft zijn. —— Oordeelt derhalven, vervolgt hij, hoe veel aandeel dit misbruik inst vcroorzaaken van onze Zenuwziektens hebben moet, en verwondert U niet langer , waarom gij zoo eene menigte van wankleurige bleeke en flctfche Vrijsters i zoo veeie kwijnende en zwakke vrou-  Over de Zenuwziekte der Nederi'anderen. r$>sg Vrouwen in onze Steden, ik voeg 'er bij$ thans ook op het platte Land .ontmoet; ■ Ik weet wel, de fchoonere kunne is,* wegens een teerder maaksel, weekere opvoeding en mindere lichaamsoefening i 7,00 veel meer aan die ziektens bloot gefield ; maar 't is tévens klaar* dat derzelver oorzaaken* en dus ook dat kwaad, zoo veel te meer vat en zoo veel tc grooter uitwerking op haar hebben moeten. ■ Voegt hierbij, gaat Mij voort, de ondervindingder zenuwzieke lieden zeiven: zij getuigen genoegzaam allen , duidelijk te befpeuren, dat het Thee-en Koffijwater; zoo dikwijls zij er in zondigen* huügroo-* telijks kwaad doet; zij gevoelen zig onmiddelijk naa het zelve opgefpannen benaauwd , flaauwhartig , geplaagd met wateragtige oprifpingen* hartkloppingen, duizelingen in het hoofd en andere ongemakken, die ontwijffelbaar te kennen geeven , dat de zenuwen lijden. —— De Heer Whytt, zegt Hij verder, die met ons van gevoelen is, dat het algemeen gebruik van Thee tot de hedendaagfché ineenigvuldigheid der Zenuwziektens niet, weinig toebrengt, tekent aan, dat zelfs een fterk aftrekzei van dit kruid, bij zijn ontbijt gedronken, hem altoos voor den n mm  194 LAMBER.TT.7S BICKER middagmaaltijd flaauwer maakte , dan wanneer hij in 't geheel niet ontbeeten had; ja dat het zijn pols n ïrkelijk verfnclde , en hem een zoort van ligthoofdighcid aanbragt (a~). -— Laat ik hier mijne eigene ondervindingen , bijvoegen welke hier mede volmaakt inllemmen. Dagelijks ontmoet en behandel ik lijders , wier zenuwzieke ongefteldheden ik ten allerklaarste van hun overbodig Thee - en Koffijdrinken kan afleiden. Zeex veelen heb ik van Llijpochondrique en Vrijfferzieke toevallen geneezen, door hun enkel Thee en Koffij te verbieden , en het drinken van koud water of bier aanteraaden. En verfcheiden heb ik 'er in mijne pra&ijk, die van hunne gewoone zenuwplaagen geheel bevrijd blijven, zoo lang zij 'er zig voor wagten , dog die zelfs door eene geringe overtreeding teritond hunne fluimerende kwaaien weder wakker maaken. Ook heb ik lijders gehad, die van zwaare hoofddraaijingen bevrijd zijn geworden, alleen door zig te onthouden van de gewoonte, om ter be- vor- (V) Zie het meergemelde vertoog, bladz. 417 eri 418. )  Over de Zenuwziekte der Nedèrlanderen. 195 Vordering van de fpijsverteèring, na£ het middag of avondmaal fterke Koffij te drinken» Alle, gelijk gemelde Schrijver zegt , overtuigende bewijzen van het vrugtbaar vermogen , 't welk deeze wateragtige dranken bezitten , om Zenuwziektens te teelen en aantekweekem -—- Men vind, wel is waar, menfehen* die bij het drinken van Thee of Koffij eene merkelijke verligting befpeuren , wanneer zij door ■ te veel eeten of wijn drinken , hunne maag of hoofd bc~ zwaard gevoelen. Dan het is kennelijk genoeg, dat zij dit nergens anders aan hebben dank te weeten, dan aan de Verdunning Van het water, dat de fpijzen * die , wegens eene verflapte of te zeer opgevulde maag, niet wel verteeren, even als een ftroom met zig voert 2 en de verhittende dranken verlengt, derzelver prikkel vermindert, terwijl het niet nalaat , hunne maag te gelijk te verflapperi en de fpijskooking te bederven. Wanneer men bij dit alles voegt, dat het drinken van Thee enKoffij onzenLandaart ontwend heeft van het voedzaam bier drinken, gelijk, tot fmerte van veelen, maar te fterk getuigt zoo eene fchier ongelooflijke meenigte' van yervallenë en gefletene Brouwerijen in alle de SteN ft derj  'ï$6 ' LAMBERTüS BIC K E R den van ons Land, en dat' het daarenboven aanleiding gegeeven heeft toe het drinken van verfcheiden andere warme wateragtige dranken, Chocolade, Limonade, Slemp, Punch, enz. die bij de verweek en de cn ver-flappende, door hun zuur cn zoet, ritig andere, voor dc zenuwen fchadelijke, hoedanigheden bezitten; dan heeft men, mcene ik , niet dan al te veel redenen, om dit misbruik voor eene der voornaamlte oorzaaken van de vermeerdering der Zenuwziektens te doen doorgaan. Telkens, zegt Tissot, doen mij de opgevulde kopje; met heet water denken aan de doos van Pandora* waar uit al het kwaad der waereld vercierd word voortgekomen te zijn, dog met dit onderfcheid, dat dezelven wel verte van hoope overtelaaten , niets dan Hijpochondrie voortplanten , en dus de droefheid en wanhoop aliommc verspreiden. XIX. Voor eene vijfde dier oorzaaken moet men houden een1 algemeen en verkeerd gebruik van Geneesmiddelen. Dat 'ér in 't algemeen in onze eeuw veel meer Medicamenten gebruikt worden-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. I9y* den , dan voorheen , lijd geene tegenfpraak. Onze Voorvaders , fterk van natuur, gehard tegen de wislclvallighe<■ den der lugt, altoos werkzaam, geregeld en zedig van leven , met eenvoudige lpijzen en dranken te vreden, waren zelden ziek, en van kwijnende ziektens 't meelt bevrijd. Zij hadden dus zelden noodzaaklijkheid , tijd of luft om artsenijen inteneemen, nog gelegenheid , om 'er zig aan te verfiaaven, veel min op den duur een weekelijken, ziekelijken eetregel in acht te neemen. Daarenboven kloekmoedig en onverfchrokken van aart, niet overgegeeven aan de weiluftige genugten des levens , en dus weinig bevreesd voor den dood , hadden zij geduld en moed, om den loop der ziektens aftewagton' , en de natuur te Jaaten werken, zonder terftond en geduurig tot Medicamenten toevlugt te neemen. Bij dit alles waren er voorheen weinig Geneesheeren, en die 'er waren, hielden een burgerlijken trein van leven en huishouden, en hadden dus niet zeer noodig, om hunne drogerijen veel aanteprijzen. —Dan dit alles is in onze tijden geheel omgekeerd. Verfcheidenerleij zoort van ziektens ziin vermeerderd. Ik heb 'er boven N' 3 fc  I98 lambertus BICKEÏl §. XIII, eenige oorzaaken van aangeroerd , én men kan die en anderen uitvoerig aangewezen vinden in eene verhandeling van den Heere J. J. van den Bosch Qa). De vermeerdering van ziektens heeft onzen geheelen landaart kennelijk vezwakt, voor lugt, weder, en allerleij aandoeningen gevoeliger, aan allerleij zoort van kwijnende ongefteldheden meer onderhevig , en te gelijk zwakker van geelt, kleinmoediger en meer bevreesd voor het fterven gemaakt, en hier door niet fiegts meer in de noodzaaklijkheid gebragt, maar ook gereeder doen overhellen, om bij allerleij ziekelijke roe vallen artsenijen te gebruiken. Dit alles is niet weinig vergroot door de toegenomen rijkdommen, de gemakkelijker, weklulliger levenswijze , door dc fterkere gehegtheid aan de vermaaken des levens, door de meerdere ledigheid , door het vermeerderen van allerleij ongeregelheden, en inzonderheid door de vermeerdering der Zenuwziektens zeiven , die uit eigener aart, de menfehen kleinmoediger, ongerurter , beangster , ongeduldiger, wis- fa) Zie de verhand, van de Holland. Maatfch* ■Xviil. Deel.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen, 199 wispeltuuriger en ligtgeloo viger en gevolgelijk gereeder maaken, om bij degeringite ongefteldheid , bij het minfte toeval, bij de kleinfte pijn, tot de Medicamenten hunnen toevlugt te neemen, en 'er beul en trooft in te zoeken. Hierbij is gevolglijk gekomen een veel grooter getal van Doctoren, en terwijl de Weelde de levensmanier van deezen merkelijk grootfcher cn koftbaarer gemaakt heeft, is de aanprijzing' der Medicamenten ook veel algemeener en veel grooter geworden , en dit temeer, doordien de Koophandel in derzelver vertier een voornaamen tak van winft gevonden heeft. Ik zwijge, hoe zeer bij dit alles de Weelde het gebruik der Medicamenten heeft helpen vergrooten ; hoe veele kwakzalverijen zij heeft uitgedagt, om het behaaglijk en noodzaaklijk te maaken ; hoe zij 'er, vooral bij de groote en rijke lieden, een fchijn van aanzien, van onderfcheid , aan heeft weten te geeven; en hoe zeer het bij deezen ftrekt, om de vakken van hunnen ledigen tijd en van hun werkeloos leven te vullen. Ik zwijge ook, hoe de algemeene verzwakking zeer veelen onzer Landgenooten en inzonderheid de aanzienelijke lieden , ligt - en bijgeloovig gemaakt heelt , omtrent alles,. JM 4 wat  • £OQ LAMBERTUS bicker wat hunne gezondheid en hun leven betreft en hier door veel gereeder, om de raadgevingen en vertrooftingcn der Artsen te ontfangen cn veel greetiger, om hunne artsenijen intenecmen. Men kan thans van onzen Landaart met regt zeggen, 't geene Rousseau van den zijne, zeide. ,, De Ger.ceskonft is de mode onder „ onsen zij moet het zijn; zij isdefpeel- pop' van ledigq en werkcloozc lie,, den, die, niet w.eeteruie, wat met hun,, nen tijd te doen, denzelven verflijten, p met zig zei ven te bewaaren. Zoo zij ,, ongelukkig genoeg waren, van onfter„ felijk gefchapen te zijn, zouden zij dc v cllendigften aller fchepzelen wezen, een „ leven, zonder vrees van ooit te zullen s, iterven , zou voor hun van weinig he*» la"£ zijn- Zij moeien Genecsheercn hebben, die hen dreigen, om hen te. ,, vleijen, en die hun dagelijks bet ee„ nigfle vermaak gceven , waar voor zij „ vatbaar zijn, van naamelijknogte lee- „ ven". Dan zo veele en nog meer oorzaaken hebben te zamen gewerkt, om te weeg te brengen, dat men tegenwoordig _ oneindig meer Geneesmiddelen gebruikt, dan voorheen, 't Is hiervan, dat men thans overal en vooral in de Steden, Wienfehen en voornaamelijk zenuwzieke lie-  Over de Zenuiüzie-kte der Nederlander en. 101 lieden , vind, die, jaar uit jaar in, medicineeren, die dag bij dag verlcheiden, dikwijls Strijdige, zoorten van artsenijen doorzwelgen ; bij wie , gelijk de Heer Bicklr zegt, de Doctor dagelijks zoo gezet verfehijnt, als de Bakker, ja die er zoo aan verflaafd zijn , dat zij zonder dezelven niet leeven, ten rninlten niet geruft , niet vergenoegd , leeven kunnen ; met één woord , 't is gelijk Hij aanmerkt, tegenwoordig, zoo zeldzaam, iemand te vinden , die niet medicineert, als het te vooren gemeen was, menfehen ■ aantetrelfen, die nooit Medicamenten gebruikt hadden. Getuigen hier van is zoo een zwerm van Artsen, als men dagelijks te voet of in koltbaare rijtuigsn over onze itraaten ziet zweeven ; zoo .veele Apothekers, Drogiften, Kruidenverkopers , Chirurgijns , Kwak - en Lapzalvers, als 'er thans overal een ruim beliaan in vinden. Dat nu een zoo algemeen gebruik van Geneesmiddelen kragtdaadig heeft mede gewerkt, om de Zenuwziektens in ons Land te vermeerderen , is niet moeijelijk. te betoogen,' wanneer men flegts aanmerkt, • dat alle Geneesmiddelen vreemde zelfstandigheden zijn, die in ons lichaam onN 5 ei-  302 LAMBERÏUS BICKEK. eigen iloffen overbrengen , die, niet ge> lijk de voedzels, door de werking onzer ingewanden, veranderd worden ; die in tegendeel ons lichaam , het weefzel van deszelfs vatte deelen of het meng. zei van deszelfs vogten dikwijls onnatuurlijk veranderen of 'er fterke ontlastingen in voortbrengen en die dus aitoos onze natuur een zeker geweld aandoen ; dat daarenboven onze natuur uit eigener aart, van dezelven afkeerig is, zoo dat men, 'erniet aan gewoon zijnde, zig een zeker geweld moet aandoen, om dezelven te gebruiken , en dat derzelver gebruik altijd het denkbeeld, van ziek te zijn, voed; wanneer men daarenboven nagaat, dat het gebruik van Medicamenten dat der voedzels vermindert of wegneemt, en de nbodzaaklijke uitwerkingen van deezen ftremt of te niet doet , zoo kan men ligtelijk opmaaken, dat het aanhoudend inneemen van veele , van verlchillende en dikwijls vanftrijdige Geneesmiddelen, de maag en ingewanden moet ontftellen, de zenuwen beroeren, het gantfche lichaam Hap en ziek maaken en den geeft doen kwijnen. De ondervinding, zegt de Heer Bicicer, leerd den Geneesheereu dagelijks, dat het geduurig gebruiken. van  Over de Zenuwziekte der Neder/anderen. 203 van Medicamenten het zenuwgeftel op eene bijzondere wijze gevoelig en deswegens zeer roerbaar, ligt aandoenlijk; het ganfche lichaam week, zwak, ziekelijk en tevens den Geeft droevig en verdrietig, kleinmoedig en bloohartig maakt, vermits het de aandagt des lijders geftadig tot hem zelve en tot zijne ongemakken bepaalt , en altoos in het denkbeeld houd , dat hij ziek, in een geduurig gevaar van fterven , en uit dien hoofde ongelukkig is; invoegen niets meer gefchikt is, om Melancholie en Hypochondrie- en andere rangeigene ziektens der groote eg rijke lieden aan te brengen Qa) maar deeze gevolgen grijpen zoo veel te jfceer plaats, wanneer hier bij komen , gelijk gewoonlijk bij zwakke, zenuwzieke en kwijnende menfehen, eene naauwgezette levenswijze, een ft ren ge eetregel, eene zorgvuldige vermijding van de lugt en koude, eené onzinnige bioeijing en koeftering en een aanhoudend zittend leven, van alle welke verkeerdheden men alle de zenuwverzwakkende geVolgen in het vertoog van den Heer BiCker uitvoerig en onderfcheiden kan aan- ge- (a) Zie Raadgeeving voor de gezondheid der groote en rijke lieden, bladz. 93.  £04 LAKïBERTUS BICXER gewcezcn vinden (b). Daar nu de fchadelijke uitwerkzek van het geduurig gebruiker! van Geneesmiddelen zodanig zijn, en daar dit gebruik' zoo algemeen geworden is, wie begrijpt dan niet, dat door deeze oorzaak de Zenuwziektens in ons Lnnd_ aanmerkelijk vermeerderd zijn en kragtdaadig onderhouden worden? Maar men zal dit te gereeder toeftcmmen, wanneer men nagaat, hoe dit algemeen gebruik een veelvuldig verkeerd gebruik van Medicamenten met zig gebragt heeft. Het kan niet misfen, daar men dagelijks zoo veele , zulke verfehillende artsenijen gebruikt, of men moet er dikwijls een ontijdig en verkeerd gebruik van maaken, endaar het vcehnedicimeren, gelijk het veel eeten, reeds op zig zelve fchadclijk is, hoe veel 'verderfelijker moet het zijn , wanneer men niet in de vereifchtc omftandigheden, of tegen den aart der ziektens ftrijdige middelen inneemt. Dit wel inziende , welk een wijd veld vind men dan niet geopend, om oorzaaken aantcwijzen , die tot de vermeerdering der Zenuwziektens in ons Land kennelijk medegewerkt hebben! Zoo veele onkundige , onbekwaa- me O) Bladz. 427 . 434.  Over de Zenuwziekte dér Nederlanderen". üo$ me en onervaren Medicijnmcefters * zoo vceie Dorpartsen, Kwakzalvers, Sterrekijkers, Piskijkers, en zoortgelijke fcha* dclijke werktuigen , als overal j en nu veel meer dan ooit, in ons Land toegelaten worden, dc Geneeskonft te oelfenen, of laat ik liever zeggen, om Medicamenten te verkoopen en toetedienen * want in de konft van geiieezen zijn zij volftrekt weetnieten. Tissot noemt hen eene verderfelijke Landplaag, die, wegens de verblindheid en Jigtgeloovigheid van het gemeen , meer verwoeftingen aanregt , dan alle de kwaaien, door hem befchree- ven. (a). En behalven zoo veele kwaade behandelingen, door deezen begaan , behalven zoo veele fchadelijke middelen, door 'hen toegediend, hoe veele kwakzalveragtige , ja )verderfelijke huismiddelen worden 'er niet dagelijks zonder raadplecgingen der Artsen, zonder eenig Geneeskundig ondericheid, Cn alleen op aanprijzing van dieponkundigen, in de huishoudens gebruikt. Hoe lang heeft ook niet de verhittende geneeswijze in ons Land de overhand gehad, en hoe (afj Raadgeving voor de gezondheid van den ge* eenen Man: vierde Druk, bladz. 645,  jEOÖ lambertus b1cke3. hoe veel bederf heeft zij niet aangebragt ? i Voegt men hier bij, gelijk Pom- me (h) wil, zoo veele misflagen en vcr, keerde behandelingen van. anderzins kundigeGeneesbeeren, in allerleij zoorten van ziektens, maar bijzonder in die der Zenuwziektens,uit gebrek,van dezelven,niet van andere kwaaien, naar welken zij dikwijls gelijken , behoorlijk te onderfcheidcn, zoo veele nuttelooze aderlatingen, braak-en purgeermiddelen , veele geweldige en vergiftige middelen uit kwik* dollekervel, rottekruid, enz. uoor hen verkeerdelijk 'er in voorgpfchieeven , hoe veele oorzaaken ondektmen dan niet* die medegewerkt hebben, om het getal der Zenuwziektens in ons Land te vergrooten. En dat zij zulks wezentlijk gedaan hebben, beveiligen meenigvuldige voorbeelden van zenuwzieke lijders, die zelve hunnen kwijnende, ftaat toefchrijven aan fchadelijke , aan verkeerde Geneesmiddelen, die zij te onvoorzigtig, te ligtgeloovig, op raad van onkundigen enon« ervarenen, gebruikt hebben, en eene meenigte anderen, die ook zelve het begin hunner zcnuwkwaalen afreekenen van dei eene of andere ziekte, waar in zij door gewek O) "Traité des Affeftions Vaporeuses &c. Tom* II. pag. 44J.  'Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. aó£ weldige en overbodig herhaalde ontlaftmiddelen uitgeput en onherllelbaar verzwakt zijn, of waar in hunne gezondheid door te heete middelen ten eenemaal bedorven is ? Waar treft men ook geene vrouwsperzoonen aan , die haare Vrijfterziekte louter verfchuldigt zijn aan het menigvuldig bloedaftappen , in eenen tijd,waarin deNatuur zelve werkzaam was, om zig van het overtollige te ontlasten ? En waar vind men geene Hijpochondrique mannen, die hun ziekelijk en te aandoenelijk zenuwgeftel alleen verkregen hebben, door buiten noodzakelijkheid op gezette tijden zig te hebben doen aderlaten, den buik zuiveren s zweeten of andere noodelooze behoedmiddelen gebruikt te hebben (V). iMaar geene voorbeelden Ipreeken hier fterker, dan die meenigte van jonge lieden, welken men thans overal ontmoet, die door de verkeerde en dikwijls geweldige behandelingen van Venusziektens in allerleij zwaare en hardnekkige Zenuwziektens gevallen zijn. 't Is onmogelijk, zegt Tissot , alle de Zenuwkwaaien, die hier uit ontllaan zijn, tebegrooten; ik heb de allerverderfelijkfte gezien, die geene andere oor- Qa) 'e Gemelde vertoog. JBladz. 4.20,  2<58 lambe'rtus eicker oorzaak hadden. Zoo waar is het , "t geene de Heet Tissot zegt: De hulpmiddelen zijn Oorzaaken geworden van ziektens en werken nog dagelijks mede om dezelven te vermeenigvuluigen. XX. Dc vermeerdetrde leestüjl cn beoefening tier ïFeten/c/uippen is eerte zesde algemeene en voornaame oorzaak van de mcenigte der Zenuwziektens in ons Land. 't Is genoeg bekend , dat onze eeuw oneindig vrugtbaarer is in Hoeken, Genooïichapnen en andere voortbrcngzels van geleerdheid en ftudie , dan eenige van de voorigen. Ongelooflijk is het getal van boei;en , die zints eene halve eeuw in ons Land gedrukt, en uit andere Landen overgebragt zijn , en nog dagelijks worden onze huizen er van overstroomt: Zij veripreiden zig tot in de huizen der gemccnlte Burgers, en niet alleen in de Steden, maar tot in de kieinfle 'gehugten. Voorheen bepaalden'zij zig meeft tot Godgeleerde en Gefchicdkundigc gcTchrifren; maar in onzen tijd hebben allerleij groote en kleine takken van kenften cn wetenfehappen ons met hunne letter-vrugten overladen ; voor 30  Over de Zenuwziekte der NederJdnderen'. 20$j ■dertig jaaren wiffc men ook in oflsLand nog nier van geleerde Genootfchappen , en zedert is derzelver getal, bij ons zo wel, als in andere Landen, zoo aanmerkelijk toegenomen, dat men thans in de meeflen ónzer vöornaamfte Steden , en iri zommigen tot twee, drie , doör hoog gezag gewettigde Maatfchappijert van allerleij zoort van konften en wetenfchappen vind opgeregt, zonder te rekenen een zeer groot aantal weeklijkfche gezelfehappen van bijzondere perfoonen, die zig om llrijd in de letteren oeffenen. —— Zulk een verbaazend aantal nu van Boeken, Genootfchappen, enz. veionderftelt eene zeer groote meenigte van' Schrijvers , die onophoudelijk , dag en nagt, arbeiden, om de dtukperfen aan dén gang te houden; eene nog grootere meenigte van beoeffenaars van koufteh eri Wetenfchappen, en een geheel heirleger Van leezers van allerleij rangen. — Lieden^ die verordend zijn, om met hunne handen de koft te winnen, befteeden een groot .gedeelte van hunnen tijd met het leezen; en hoe veel menfehen van meerder rang vind men niet overal, die de helft van deri dag met leezen doorbrengen, en zommigen men het leezen van Werken, die verre boyen hun begrip vallen, alleen om te kunnen ■ Q zeg»  210 lambertus bicker. zeggen , dat zij die geleezen hebben , of omdat zij niet weeten, wat anders te doen. Ègijpte, zegt Tissot, had voorheen niet zoo veel fprinkhaanen, als wij thans Schrijvers cn Leezers hebben, en 't geen Cicero in zijnen tijd zeide van de vermenigvuldiging der Goden, kan men thans zeggen van de vermeerdering der Geleerden, dat men eerder een lid van een Genootfchap of een Letteroeffcnaar, clan een menfeh ontmoet. Dan deeze vermeerderde leesluft, die algemeencr letter-en künftoeffening, hebben langs verfcheiden wegen het getal der Zenuwziektens vermeerderd. Vooreerft, en voor al, door alle die zenuwzieke gevolgen , welke eene te fterke en aanhoudende infpanning van den geeft voortbrengt , 'die zoo zwaar cn zoo meenigvuldig zijn, dat de Heer Tissot 'er een geheel Werk over gefchreeven heeft 'Qa). Het kan niet misfen , die fterk en aanhoudend leeft, denkt, ftudeert, moet zijne hersfenen en zenuwen geweldig vermoeijen , ontruften 3 verzwakken en uitputten, zijne ziels - en lichaamskragten krenken, en alle zijne dierlijke en levenswerkingen doen kwijnen, (a) Raadgeevingen betrekkelijk de ge?ondheid, enz. der Geleerden,  Qve¥ dc. Zenuwziekte kr Nederlanisren. &ii Üeh, en gevolglijk allerleij Zenuwziek» tens zich op den hals haaien. Dit heeft Ook de onuervinding van allé tijden geleerd, eii dit leerd zij noch Dagelijks hoord men die ietter-en kunftoeffenaars en allerleij zoort van Geleerden klaagen over hoofddraaijingen } zwijmelingen i Onvermogen van denken * Itilitand van de verbeeidingskragt , laftige verwan ring van gedagtcn, hardnekkige flaapeloosheid , fcheelé hoofdpijnen, geringer? eetlufti gebrekkige fpijsverteering, opfpanning van winden , hartkloppingen en andere zenuwtoevallen ; en nergens vind men meer Hijpochondriqué en MeIffiicbolique lijders, dan onder de klasfe van Geletterden. De oude en nieuwe Geneeskundigen, zegt de Heer Bickek « en de Wijsgeeren en Digters van alle tijden hebben eenparig Verzekerd $ dat de Hijpochondrie het algemeene kruis, en een zwak ziekelijk geitel het onvermijdelijk noodlot dér Geleerden iét Celsus telde reeds*in zijnen tijd het grootfte gedeelte der Stedelingen onder de weekelijke lieden, maar" vooral de beminnaars der wetenfchappen. „ Lom>, Mius zeide , dat van alle menfehen j, geenen meer in Melancholie vervallen ? 9j dan die door eene onafgebrökene  <2Ï£ LAMBERTUS BICKE& „ ftudie , en een onophoudelijk mgt> ,, blokken bunnen geelt uitputten. Fi„ cjnus noemde dezelfde ziekte., het „ gewoon euvel der letterocffenaars, ,, tn de onaflcheideliike gezellinne van eene aanhoudende oeffening des ver„ Hands. Patrtcius wilde, dat men de Vorften geen Geleerden maaken moeit, „ omdat de Itudie, gelijk Machiavel ,, zegt , den geeft verftompt , en de fterkte en moed ternederflaat." Zeker Gottifch Overfte was hier van zoo zeer overtuigd, dat hij zijne Landslieden , in Griekenland komende , en der Grieken boeken willende verbranden, met allen magt tegenging , hun toeroepende. ,, Laat deeze pelt hun bij- blijven , zij zal hunne kragten eii krijgsmoed welhaaft verteeren." Ten anderefi, alle die gevolgen worden niet weinig vermeerderd en verzwaard door zoo veele rultvcrftoorende en ze> jitnvberoerende hartstogten, als het leezen en fchrijven van boeken, en de beocffening van konften en wetenfehappen verwekken. ——* Zoo veele miflukte bedoelingen en te leur geltelde vermeet ningen, als de Schrijvers ondergaan moeten ,• zco veele tegenftanden, als zij dikwijls ontmoeten ; zoo veele gefehillen , waar  Cw de Zenuzvziekte der Nederlanderen. ta% waarin zij zig zomtijds inwikkelen, baaien fpijt s nijd, wangunft, gramfchap en verdriet, en door dit verdriet alleen, vooral, wanneer de eerzügt zig beledigd vind, heb ik 'er verfcheiden in de hardnekkigfte Zenuwkwaaien zien Horten. Dat verdriet, zegt Tissot, brengt allerhande Zenuwkwaaien aan; wanneer wij weinig of niet flaagen in een beroep, krijgt men 'er een tegenzin in; men weet niet, wat aantevangen ; men heeft berouw over ziin verlooren tijd en moeite , en van een aanhoudend berouw is 'er maar eene klëéne Hap tot de Hijpochondrie. —• Aan de zijde der Leezers ontllaan geen minder verderfelijke hartstogten uit het leezen, inzonderheid van aandoenelijke hiflorifche boeken , van zedenkundige gemoedelijke werken , zelfs van Geneeskundige Schriften , maar voor al van Romans-. Misfchien, zegt Tissot, is de vermeenigvuldiging van Romans, zedert eene eeuw, eene der oorzaaken,. die het meelfe nadeel aan de zenuwen heeft toekragt. r Men leeft die van dc-kindsheid tot den verftgevorderden oüder^ dom, en voor al de Vrouwen , met eene zoo groote drift , dat zij verftoord worden,"als men 'er haar een oogenbiik. O 3 van  *24 LASïBERTUS BICKER van afhoud ; zij hebben op den da? geene beweeging, hoegenaamd, en blijven dikwijls iaat in den nagtop, om aan die anft te voldoen, en een meisje, die met haar tiende jaar leeft , wanneer zij loopen moeit, is op haar twmtigfte jaar geen goede mm, maar eene vrouw met vapeurs Qa). Ten derden, , die zelfde gevolgen worden nog meer. vergroot door een zittend en werkeloos leven , 't welk het veel leezen en ftudceren noodwendig met zig brengt; door het veel wajb. ken; het te fchielijk eeten • de afzondering van gezelfehap ; door zoo veele andere kwaade gewoontens , die 'er ge woonhjk mede gepaard gaan, welke men m het gemelde werk van het Heer Tis sot breedvoerig verhandeld vind . Invoegen men, alles zamengenomen nier m ook eene voornaame en zeer ver* mogende oorzaak vind van de vermeer" denng der Zenuwziektens Men moet tot deeze zelfde oorzaak ' ook betrekken , gelijk de Heer Bi! cker gedaan heeft, de vermoeijende mipannmg van zoo veel meer Koop- lie- ^Jti"sK"lsBc-Tm-iitm-1-  Over de Zenuwziekte der Nedertanierett. 2i£ lieden, als'er, zedert eene eeuw, in ons Land, zich geveftigd hebben, die door ingefpannen gepeinzen en blokken op hunne Comptoiren, cienzeliden voorraad van Zenuwkwaaien voor zig opdoen, als die de Geleerden door eene te fterke letteroefening op hunne ftudeerkamers voor zig vergaderen. ' Daarenboven kan men'er, mijns bedunkens, nog toebrengen eene te ver getrokken beoelfening en te naauw gezette betragting van itrenge en zwaarmoedige gevoelens van Godsdien.lt, waar ■ van de Heer Bicker een bijzonder artikel gemaakt heeft. Hoewel ik mecne , dat deeze oorzaak thans niet zoo algemeen is, en meer behoord, gelijk die Schrijver ook erkent, tot die oorzaaken, welke tot de onderhouding der hedendaagfche Zenuwziektens medewerken. Althans het komt mij voor, dat'er maar al te veel redenen zijn, om ftaande te houden, dat men in onze eeuw in 't algemeen en bij allerleij zoorten van menfehen, betrekkelijk den Godsdienft, veel lugtiger denkt en verkeert, dan in voorige eeuwen en dat de daar uit voortgevloeide ongodsdienftigheid en losbandigheid in onze tijden veel meer, dan de dweeperij en geeftdrijverij tot de vermeerdering der ZeÜ 4 nuw-  '&l6 LAMBERTUS BICKER nuwziektens medegewerkt hebben. —-~ ïk weet wel, daar zijn nog eene meenigte menfehen in ons Land, voor al onder de Vrouwen, (en ik zelve heb 'er veelen behandeld,) die, door te zwaarmoedig te denken over de leerftukken van hunnen Godsdienft; door eene te naauwgezette levenswijze en te ftrenge onthouding of tugt, in een kwijnenden ftaat van ger zondheid, in de droevig; te Zenuwziektens , ja in eene doodeiijke mijmering en Melancholie vervallen zijn; maar ik neb alle reden om te gelooven, dat het aantal van zulke ongelukkigen cn in de daad medelijdenswaardige menfehen in onze tijden aanmerkelijk minder is , dan in voorgaande eeuwen. En wat aangaat de beroeringen , die ftuipagtige bewecgingen cn wezenlijke ftuiptrekkingen, welke, voor omtrent dertig jaaren, in eenige hervormde Kerken in ons Land hebben plaats gehad, die eerft te Nieukerk zig openbaarden, en vervolgens, gelijk eene landziekte, van de eene plaats tot de andere, ovcrfloegeh; het is genoeg bekend, dat deeze beroeringen, gelijk die, welken men te vooren te Haarlem gezien had , zeer ras verdween en zijn en geen voctftappen na zig hebben overgelaaten. XXI.  ever de Zenuwziekte der Nederlanderen. %\f XXI. De zevende algemeene oorzaak van de vermeerderde Zenuwziektens in ons Land is eene verbajUrde Vwrteeiing. Deeze oorzaak is een onvermijdelijk gevolg van alle de voorgaanden. De Oorzaaken , die de gezondheid van eert geflagt krenken , bederven noodzaaklijk de gefteldheid van het volgende geflagt, en de ziektens , die het eerfte geflagt zig eigen maakt, worden door het volgende overgeërfd. Et pat rum in natos absunt Cum femine mores. of, gelijk PvOGER Bacon zig uitdrukt: „ Bedorven Ouders teelen kinderen van ,, eene bedorven compïexie en confiitutie; ,, de kinderen bederven zig verder door „ dezelfde oorzaaken, en dus word het „ bederf voortgeplant en vermeenig„ vuldigd." En zoo is het ook in ons Land gegaan. Naar maate de fterke en gezonde geftellen onzer Voorvaders door de aangewezen oorzaaken meer verbasterd ; naar maate zij zwakker en meer aan Zenuwziektens onderhevig geworO 5 den  £l8 IlAMBERTU.S BICKEÜ den zijn, is hun nageflagt zwakker en teerder ter wacrcld gekoomen, cn heeft meerder cn werkzaam er zaaden dier ziektens met zig gebragt. Onze Overgrootvaders, zegt Tissot, hebben van de gezond ft e levenswijze een Wi bug beginnen aftewijken ; onze Grootvaders zijn zwakker geweeft , en hebben kinderen geteeld, nog zwakker, dan zij waren , en wij, het vierde geilagt, wij kennen niet meer die kragt nog die gezondheid , dan bij tagtigjaarige lieden, of van hooien zeggen. Om ze ons weder te geeven, zou 'er eene redelijker handelwijze noodig zijn, waarop men niet hoopen kan , or eenige ecuwen van barbaarsheid en woeftheid , waar na men zelfs niet zou durven verlangen ( a J. Maar, zegt dezelve Schrijver, onder de oorzaaken dier verballering moet men misfehien in den eerften rang plaatsen de voortplantig der Venusziektens , welker invloed de kragt der menfchelijkheid in deszelfs eerfte beginzel krenkt, en het bederf tot de volgende gellagten overbrengt. De waarheid van dit een en ander zien de Genec-sheeren dagelijks door (a) Raadgeeving voor dc gezondheid der Ge« leerden. Bladz, 169.  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. zig door eene droevige ondervinding in zeer veele levendige voorbeelden beveiligd, Zeer groot is de lijft van kinderen, die ik heb zien geboren worden met de zigtbaare tekenen van de ongeregelheden, waaraan hunne Ouders zig ichuldig gemaakt hadden.x In eene groote meenigte, die geduurig aan ftuipen onderhevig waren , heb ik de oorzaak terftond ondekt, zodra ik hunne Ouders en voor al hunne Moeder belchouwtd heb. £00 men de doodlijften , vooral die van Londen, nagaat, zalmen ligtelijk kunnen ppmaaken, dat het getal der kinderen, aan ftuipen geftorven, in onze eeuw vee! groo. ter is, dan in de VQorigën, GeheeleFamilien ken ik, aan wie zommige Zenuw-, ziektens bijzonder eigen zijn, en die- dezelven kennelijk van hunne Ouders hebben overgeërfd en het zijn gewoonlijk dee, ze zenuwzieke lieden, die hunne zwakke en aandoenelijke gefteidheid onverzettelijk behouden, en die, door de kragtigfte Geneesmiddelen en door de befte levenswijze, van hunne Zenuwkwaaien niet te herftellen zijn. T;ssot zegt, dat hij onder alle de lieden , die hij met Zenuwziektens behandeld heeft, 'ergeenen gehad heeft, zoo zwak , zoo teergevoelig en roerbaar van zenuwen, dan een  £23 LAMBERTU* BiCKER een jong meisje, die geboren was van eene Moeder, uitgeput door zenuwzieke toevallen,en wier Grootmoeder reeds met diezelfde toevallen was behebt geweest, en van een man van veertig jaaren, die zoon,kleinzoon, en broeder was van Hijpockandriqite bloedverwanten (V> Maar van alle de waarneemingen , die de overerving van Zenuwziektens beveiligen , is 'er geene Zoo fterk overtuigend , als die Delivs(b") verhcalt. Eene jonge Dogter, geboren van vrij bejaarde ouders, kreeg, door lang koude uitgedaan te hebben, krampagtige trekkingen in de handen en in't aangezigt", die niet overgingen, dan door groote hitte, en van dien tijd af kreeg'zij die telkens , zoo dikwijls zij zig aan koude blootftelde. Getrouwd zijnde, erfden haare kinderen dezelve trekkingen over, die dezelven weder aan de hunnen mededeelden, en deeze bragten die over tot andere famiiien , en eene dogter, op eene andere plaats met een zeer igezond man getrouwd , heek reeds twee kinderen met dezelfde kramptrekkingen , 't geene te weeg gebragt heeft. O) Traité des nerfs &c. Tom. II. part- *• pag 9. (b) Be Calalepi Erlang 1754.  Over de Ztnui. ziekte der Nederlanderen. 2ö£, heeft , dat men in die plaats belloten heeft, geene huwelijksverbintenisfen meer aan te gaan met iemand, wie zij ook zij, welke uit die familie afkomftig is. De koude was de eenigfte oorzaak , welKe bij de afftammeUngen, gelijk bij de moeder , die toevallen verwekte , en het koude water , waar in de vrouwen van dit geflagt dikwijls haare handen hebben moeten fteeken , bragt dezelven altoos voort. Het toeval begint altijd met de handen ; de vingers krommen zig en worden toegenepen; de oogfcheelen vernaauwen zig, zonder egter de oogen geheel te fluiten; de mond word na de eene of de andere zijde fchcef getrokken; en als de koude zeer groot is, lijden de lijders felle pijnen in de geledingen der knien en voeten. Warme kleederen en lichaamsoelfening behoeden 'er hen voor, de werkeloosheid is hun zeer nadeeiig, en zij worden 'er dikwijls van aangetaft in den winter in de kerken; men heeft opgemerkt, dat hunne handen veel warmer fchijnen, dan die van andere lieden, aan denzelfden graad van koude bloot- gefteld. Dan dit agte ik genoeg, om bet vermogen van eene verbafterde voortteling in het voortplanten der Zenuwziek-  £22 LAMB&R.T US BICKE& ziektens te beveiligen ; ik zal er maaf bijvoegen, 't geen opmerkenswaardig is, dat de kinderen, die het meeft na hunne ouders gelijken , ook doorgaans het meeft hunne Zenuwziektens overerven, en dat men deeze overerving meer in de vrouwelijke dan in de mannelijke lijn waarneemt. Dan ik moeft niet vergecten, tot deeze oorzaak ook te betrekken die weekelijke en welluftige levenswijze, die bijzondere eetregel, alle die grilligheden en buiten(poorigheden, welke de Weelde cn eene reeds verZwakte Natuurgefteldheid de zwangere vrouwen van deeze eeuw hebben doen in agt neemen en involgen; immers onbetwiftbaar is het, dat deeze niet anders kunnen uitwerken, dan dc vrugt in 's moeders lichaam, zoo wel als haar zelve.) te verzwakken , week en teer te maaken, en dus de zaaden der Zenuwziektens te koefteren en aan tekweeken. XXIL Voor de agtfte en ïaatite algemeene oorzaak van de zoo aanmerkelijk vermeerderde Zenuwziektens in ons Land houde ik eene weekelijke Opvoeding. m  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. 22$ De Heer BicKER heeft, in zijn vertoog, aan deeze oorzaak de eerfte plaats gegeeven; maar het komt mij voor , dat zij, volgens de orde der gebeurtenisfen, gevoegejijker de laatfte plaats bekleed ; omdat zij meerendeels een gevolg is van alle de voorgaande oorzaaken. Naar maa* te de gefteldheid van onze Landsgenoo* ten, door het een en ander, meer verzwakt is geworden, teelden zij teerder en weeleer kinderen voort, en deezen vereifchten gevolglijk eene weekelijker opvoeding; ook heeft de Weelde eerft de levenswijze onzer Voorvaderen verbafterd en daarna haare verderfelijke hand aan de behandeling van haar krooft gelegd» In gewigt egter moet men deeze oorzaak voor geene van de rainften houden; zij heeft de zaadtjn der Zenuwziektens met eene milde hand geftrooid op gronden , die het gefchiktfte zijn, om die voorteteelen, en de diepfte wortelen te doen fchieten, en zij heeft alle mogelijke zorgen hefteed, om dezelven te doen uitbotten en te vermeenigvuldigen. — Maar om alle de fchadelijke werktuigen aantewijzen en te ontvouwen, waar door dc opvoeding medegewerkt heeft, om de Zenuwziektens voortteplanten, is dee» ze verhandeling niet gefchikt, en door dat er  £24 LAMBERTUS BJCKER er over dit ontwerp zedert weinig jaaren zo veel, en zoo wel gefch reven is, zou zulks ook overtollig zijn, waarom ik mij bier bepaalen zal > met 'er flegts eerb e voornaame van te geeven. ' 't Eerfte is, het onvoedzaam en fcherp Zog , waar mede in deeze eeuw de kinderen gevoed zijn van moeders , wier gt/xnuhcid door de gemelde oorzaaken geweldig verzwakt cn bedorven was. Het fcherp Zog legt dikwijls alleen een wortel van Zenuwziektens, die door niets is uitteroeijen. Behalven dat het niet voed , Heit Het de tedere ingewanden en zenuwen der kinderen in een geduürigen ftaat van prikkeling , waar door telkens bgter of zwaarder ftuipen verwekt worden , welke de weinig kragten , die zij hebben, onherftelbaar krenken, zoo men'er niet bijtijds in voorziet. Hoe dikwijls worden niet nog dagelijks de Geneesheeren geroepen bij zuigende kinderen, ciie kennelijk verzwakken en uitteeren , en aan geduurige ftuipen onderhevig zijn, alleen om dat eene' verzwakte en ziekelijke moeder hun niet dan onvoedzaam of fcherp Zog geeven kan ? En hoe zigtbaar ziet men die Vervallen wigten weder bekomen, groetje»  """.1 Over de Zenuwziekte der Nedérfaeijerert. aftg jen en iterker worden , wanneer men hen aan eene goede Min overgeeft. Hec tweede fchadelijke werktuig van de opvoeding onzer eeuw moet men , meene ik, zoeken in het voeden der kinderen met Pappen en in het te vroeg en te fchielijk Spaanen derzelven . Naar maate onze Vrouwen door een verzwakt en bedorven gefïel onbekwaamer geworden zijn , om haare kinderen te zoogen, hebben zij meer en meer haar' toevlugt tot de Pappen genomen , en het is eene algemeene mode geworden, reeds de eerflgeboren kinderen , offchoon zij zelfs goed Zog krijgen , aan den Pappot te gewennen , en hen vervolgens, zoo vroeg maar mogelijk is* te fpeenen. Men , heeft hier veelal de Engelfehen gevolgd, en eene verkeerde zuinigheid en het dwaas vooroordeel, dat zij meer groeijen , hoe zij meer en valfer fpijzen gebruiken , hebben dat misbruik onder-; lleund. —- Gndertusfchen zijn hier uit verfcheiden gezondheidbedervende, maagen zenuwverzwakkende gevolgen ont* ftaan; Men heeft de.teere en flappe maagen der kinderen met een onnatuurlijk •«waar voedzel opgepropt, en langs dezen weg zijn dc Pappen geworden eene P al*  526 LAMBERTUS BICEER' algemeene oorzaak van Zuur, raauwigheden , veritoppingen , dikke bui* ken , opgedopten of traagcn afgang, gcvolglijke Colijkpijnen , getizugt , fprouw, ltuiptrekkingen en andere ziektens. Het vroeg en fchielijk Spee- nen heeft hen vervolgens op eene ongefchikte wijze van hun natuurlijk voedzel beroofd , en dit kwaad, gevoegd bij het voorige, heeft hunne fpijsverteering geheel bedorven; hier door zijn in hunne ingewanden fcherpe raauwighedcn ontllaan, die, na vier, vijf of zes weeken , een Loop hebben veroorzaakt van witte , flijmige, Hinkende ftoffen , waar door zeer veele kinderen , die te vooren dik en vet waren en gezond fcheenen , fchielijk; zijn vervallen, verzwakt, vermagerd en eindelijk bij wijze van uitteering geftorven , of in eene langduurige, verzwakking, kwijning en de Engelfche ziekte gevallen. *ƒ. Dan beiden'die oorzaaken hebben aan duizenden kinderen in de Steden een teer en aandoenelijk zenuwgeftel bezorgd en nog een veel grooter aantal, binnen de twee eerfte jaaren des levens, in het graf gefleept; en deeze kwaade gebruiken met alle hunne heillooze gevolgen  Over de Zenuwziekte dei» NederMnderen. blijven egter nog fiaiid houden. Men ziet, weliswaar, zommigen van die kinderen, welke van het Zog hunner moeder niet gevoed worden, veel beter groeijen en op het oog klocker worden, wanneer men hen van de borft afneemt, fpeent en aan andere voedzels gewent j maar ik heb meermaalen opgemerkt, dat zij flegts den ichijn .hebben van kloek en fterk te worden, en dat hunne zenuwen in 't algemeen, en vooral, die van hunne maag en darmen, veel meer. teergevoelig blijven , dan die van anderen , welke door goed Zog gevoed zijn. Het derde is * dé verweekende Koefte* ring en Broeijing der kinderen, van allerleij ouderdom. • Eene kv/aalijk ge- piaatfte teerhartigheid van de moeders onzer eeuw, die grooter is geworden, naar maate zij aandoenlijker geworden zijn, heeft alle mogelijke zorgen hefteed, en alle bedenkelijke middelen aan-, gewend, om hunne tedere kinderen voor de koude en aandoeningen der lugt. te bevrijden. Zij hebben hen omwonden met dikke broeijende luijeren en klederen, begraven onder zwaare verfmoorende dekens $ bij aanhoudenheid murw geftoofd door brandende vuurmanden en ftooven» èn altoos opgefloten gehouden in, hecte FI ' veiv  'aa8 lambertus bicker: verflikkende bedfleden en kamers , daar zij niet, dan eene bcdurven vergiftigde lugt, inademden ; zij hebben genteend;' door dit alles de zwakheid en teerheid, die de kindcien uit haaren fchoot medebrengen , te gemoet te komen en te verminderen; en wel verre van daar , zij hebben dezelven vergroot, van de kindsheid tot grijsheid gerekt, en in een vrugtbaaren bron van ellenden veranderd. In plaatze van hen te belchermen tegen eenige weinige noodzaaklijkc fmerten en ongemakken , hebben zij hunne zenuwen gevoeliger en vatbaarer gemaakt en hunne poren geopend voor ziektens van van allerleij zoort en inzonderheid voor Zenuwkwaaien, waar van zij, bij het toeneemenhunner jaaren, de gewisfe prooi geworden zijn. Het vierde is, de knellende Kleeding, die bij de jongens en meisjes reeds is begonnen van' het oogenblik hunner geboorte, en die bij de laatflen, door den gantfehen loop van haar leven, is blijven aanhouden. Ik bedoele hier, gelijk men ligtelijk begrijpt , voornaamelijk twee voornaame misbruiken, die zo algemeen in deeze eeuw bij ons de overhand gekregen hebben, en zoo veele jaaren hebben blijven ftand houden , in weerwil van  Over de Zenuwziekte der Neïerlasidere-n. &e$f van alle poogingen, die men aangewend heeft , om dezelven uitteroeijen : het eerfte is, die verderfelijke wijze van bakeren , of ftijve opzwagtelmg , waardoor men zoo veele duizende kinderen in ons Land misvormd, hunne voeding en groeij met geweld belet ,t en hen aan vèrftoppingen der ingewanden, aamborstigheid , ftuipen en andere verzwakkende en gezondheidbcdervende kwaaien onderhevig gemaakt heeft : en het tweede is, die allerfcbadelijkfte mode van naauwgeregcn baleinen keurslijven te draagen , "waar door onze Vrijfters en Vrouwen zig zoo een aantal van kwaaien op den hals gehaald hebben , dat men fchroomt die allen op te noemen; de gedrogtelijkfte mismaaktheden en wanftaltigheden van het lichaam en vooral van dc borft en buik , fchouderen en heupen ; eene allernadeligfte belemmering van defpijsverteering, cbijlmaaking, omloop des bloeds en ademhaaling ; de hartnekkigfte vèrftoppingen in de ingewanden van borft en buik , en alle de hier uit voortvlocijcnde ongemakken cn ziektens; eene volftrekte onbekwaamheid tot voortteelen, kinderkrijgen en zoogen; eene geheele verhinderde voeP 3 din&  £§0 LAMBERTUS BICKER ding en wasdom, aamborftigheid, longtee-» ring, hartkloppingen, geelzugt, waterzugt, maag-en colijkpijnen , gevolgelijke hoofdpijnen, lendenpijnen , breuken , miskraamen, enz. en bij dit alles eene zeer groote aandoenlijkheid van het gantfche zenuwgeftel, die zig voornaamelijk openbaart in den ouderdom van veertien of vijftien jaaren, en op dien tijdmeenigvuldigerleij zwakheden, geduurige bezwijmingen , opftijgingen *, ver* ftikkingen, ftuiptrekkingen, Melancholie, ja niet zelden eene doodelijke uitteering aanbrengt. liet vijfde fchadehjke werktuig is, de fterke Voeding der kinderen , gepaard met gebrek aan lichaamsoeffcning. —*■ Om de zwakke gefteldheid, die men in hen ondervind, te verbeteren , is men tot de dwaasheid overgeflagen, om hun zeer voedzaame, vette, fterke vleefchfpijzen te geeven en kragtige bieren en wijnen te ka ten drinken , reeds in de eerfte jaaren van hun leven , wanneer zij nog niets dan melkfpijzen , broodpappen en grutten behoorden te eeten; terwijl men hen tevens tot een werkeloos opgeflotenleven bepaald, van alle uitfpanningen, die lichaamsbeweging vorderen en  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 23 s" de lugt doen genieten, onthoud en meeft aan zittende bezigheden en fpelen gewend heeft. Door deeze handelwijs zijn zommige kinderen verwonderlijk gegroeid, en, als 't ware, gemeft; hunne vezelen zijn week en rekbaar geworden en hunne voedzaame fappen opgehoopt; zij zijn groot, dik, vet en bloozende van kleur geworden; maar deeze fchijn van gezondheid en fterkte is van weinig duur geweell ; de, zenuwen hebben 'er het meeft bij geleden , en dikwijls heeft men deeze kinderen op hun zevende en agtfte jaar zien vallen in de fchroomelijkfle ziektens, zamengefteld uit rotkoortzen, en ftuiptrekkingen , welke aan deeze manier van opvoeding bijzonder eigen ichijnen, en zoo zij, zegt Tissot (» deeze ziektens overleefd hebben, zijn zij, in een meer gevorderden ouderdom, van de verderfelijkfie Zenuwkwaaien aangetaft; de Vrouwen zijn zeer fchielijk vervallen, en bij haar eerfte kraam reeds vrijfterziek geworden, en de mans zijn met hun twintigfte jaar Hijpochonder geweeft, — Ik zwijge al het verdere kwaad, dat deeze (a) Traité des Nerfs &c. Tom. II. part. I. *ag. P 4  LAMBERTUS BIC K E 8.1 ze handelwijs heeft aangebragt cn hoe die zittende en opgelloten levenswijs de gelleldheid der meefte kinderen verder bedorven en hunne zennwen voor allerleij kwaaien vatbaar gemaakt heeft. Het laatfte fchadelijke werktuig van de opvoeding deezer eeuw, waar van ik eenigzins gewag moet maaken, is, de te vroeg tijdigeLettcroeffening. De befchaafdheid heeft gewild, dat men de kinderen vroeg wijs enwelleevend moeft maaken; en hier door is het in de mode geraakt, om reeds in de toerfte jaaren hunnen geeft tot infpanning en oeftening. te dwingen, om daar toe alle mogelijke "middelen van onderwijs, tugt en aanmoediging in het werk te ftellen , en om hen, zoo vroeg" mogelijk is, tot de zwaarfte ftudien te bepaalen, 't Is hier van, dat men thans in onzeLatijnfche fchoolen kinderen vind, daar men te vooren jongelingen plagt te zien, en dat men op onze hooge Schooien zoo veel pas aankoomende jongelingen ziet, daar men voorheen niet dan mannen ontmoette. —- En wat heeft men 'er door uitgewerkt? Men heeft het zittend leven vergroot; men heeft de dagen van onbezorgdheid en blijgeeftigheid doen flijten en verdrietige, kwellende en pijnigende verftandsoefTeningen, in het mid-  Over de Zenuwziekte der Nedertanderen. 23 3 midden van ongeruftheid, vrees, traanen en flavernij ; men heeft hec teder hersfen - en zenuwgeftel, dat nog niet genoeg ontZwagceld, nog fterk genoeg was, geweld aangedaan; men heeft het lichaam belet, den vereifohten groeij en fterkte te krijgen, en alle deszelfs kragten uitgeput; menheett, zoo wel hier: door, als door eene verwijfde, lafhartige opvoeding, gepaard met eene ftrenge, zedelijke tugt, te gelijk hunnen geeft verzwakt , beangft , en kleinmoedig gemaakt; en men heeft langs alle die wegen de gezondheid, fterkte en moed ten eenemaal gekrenkt , en dus voor allerleij Zenuwkwaaien, een geieeden weg gebaand. N Deeze nu is de doorgaande opvoeding onzer eeuw, en op dien voet heeft zij eene meenigte van jaaren blijven aanhouden, in weerwil van zoo veele nuttige boeken, als men gefchreven , en zoo veele andere poogingen, als men aangewend heeft, om er al het kwaad van te doen zien, en om eene betere opvoeding intevoeren; althans de hervorming, die men 'er tot hier toe in gemaakt heeft, is nog zeer gering, en bepaald zig fleges tot eenige weinige Artikels , en alleen P 5' tot  S34 LAMBERTUS BlCKEB. tot de huizen der aanzienlijkfte ingezetenen. —— Hoe merkelijk verfchilt zij van die', welke onze Voorouders aan^ hunne kinderen gaven? Van de eerfte' bewoonders deezes Lands getuigen ïaci^tus, Julius Caesar en anderen, dat de Vrouwen zeer kloek in het kinderbaaren, zig'zeiven en haare eerftgeborene kinderen terftond na de verlosfing in dc rivier waften, om ben, zegt Galenus, zoo ■warm uit 's moeders lichaam gekomen, gelijk geloeijend ijzer, door het fteeken onder het water, te verharden. Zij getuigen 'er verder van, dat altoos de moeder haar eigen kind zoogde , zoo wel onder groote lieden, als onder den gemeenen man; dat zij hunne kinderen overal medenamen, dat zij hen zeer onagtzaam behandelden, en genoegzaam naa- kend loopen lieten. Zoo hartvogtig was zekerlijk de opvoeding der naaftvoorgaande eeuwen; maar zij was ook in verre naa zoo weekelijk en zoo verderfelijk niet, als de hedendaagfche; en het is zeker, dat alle die gezondheidbedervende handelwijzen het meeft iiï onze eeuw hebben plaats gegreepen; zonder dit zouden de al'beeldzels, die de Hiftorikhrijvers en Schilders van onze Vooroude-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 535 deren hebben nagelaaten , zulke kloeke, x gezonde en fterke menfehen niet vertoonen; dewijl zoodanige opvoeding, als ik geichetlt heb, aJJeen genoeg in ftaat. is, om de gezondheid voor 't gantiche leven dermaaten te bederven, dat de trekken van een zwak een ziekelijk geftel kennelijk op het gelaat te zien zijn. Dan daar zodaanig de algemeene opvoeding is in onsLand;daar zij zoo veele werktuigen gebruikt heeft, om de gezondheid en fterkte onzer ingezetenen te vernielen; daar zij zoo merkelijk verfchilt van die onzer Voorvaderen en daarzij reeds zoo veele jaaren heeft ftand gehouden, wie kan twijffelen, óf zij is ook eene algemeene en magtige oorzaak van die aanmerkelijke vermeerdering van Zenuwziektens in ons Land ? Ik herinnere mij hier eene zeer groote meenigte van lieden, die ik, kinderen zijnde, op die wijze heb zien opvoeden, die ik onder eene geduurige zuk keling met zwakheden en zenuwzieke ongefteldheden heb zien opgroeijen, en die ik, nu mannen en vrouwen zijnde, nog van tijd tot tijd met Zenuwkwaaien zie worftelen. En hoe veelen kent 'er niet ieder Geneesheer? Maar ik mag mij niet langer met dit onderwerp ophouden. XXIIL  LAMBER.TUS BICKER. XXIII. Ik heb dus, meene ik, alle en zoo niet alle , verre de meefte en voornaamfte, uit de levenswijze ontftaane, oorzaken aangewezen, waar door de Zenuw7 ziektens in ons Land zoo aanmerkelijk vermeerderd zijn. Daar zijn 'er nog wel eenige, van welken ik geen gewag gemaakt heb, gelijk liet hlatiketten, het misbruik van odeurs en parfums , de hedendaagfche kapfels, het muiven en rooken en andere vrugten van eene dartele en weilullige levensmanier, die behalven de bijzondere ongefteldheden, welken zij veroorzaaken, alle dat gemeen hebben, dat zij de hersfenen, even als de Wijn en het Opium, bedwelmen, het hoofd duizelig en het gantfche zenuwgeftel prikkelbaar maaken en niet zelden hoofdpijnen verwekken. Maar ik heb, vrceze ik, reeds te verre in het onderzoek der gevraagde oorzaaken uitgeweid. Schoon ik bewuft ben , dat ik 'er in verre na niet alles van gezegt heb, dat er wel van te zeggen valt, de bepaaldheid eener Prijsverhandeling en de vrees van tegen het oogmerk des Genootfchaps te breedvoerig te zullen worden, hebben mij fchier telkens en bij ieder dier oorzaken weder houden >  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 237; den, om 'er mij zoo diep intelaaten, als de aart en het gewigt derzelven , naar mijn inzien, anders wel vorderen en verdienen zou; dog ik denk 'er ten miniten zoo veel van gezegt te hebben, dat het voor eene voldoende beantwoording van dit gedeelte der Vraage kan doorgaan, en dit te meer, daar zekerlijk het oogmerk van het Genootfchap niet is, dat men alle de oorzaaken aanwijze, welke Zenuwziektens voortbrengen, maar alleen die, welken dezelven zoo aanmerkelijk in ons Land vermeerderd hebben. DERDE AFDEELING. fa hoed - en Geneesmiddelen der, in ons Land zoo aanmerkelijk vermeerder' de, Zenuwziektens. O m onze Landgenooten voor zoo veele Zenuwziektens , als ik heb aangewezen , te behoeden; om die verbaa- zen- O V E R DE XXIV.  welke ter verbetering van de vadzigheid en ledigheid Van 't Gemeen ftrekken kunnenj hoedanigen men reeds te Middelburg, te Leiden , en vooral te Amffcerdam ert in andere Steden van ons Vaderland gemaakt heeft. —— Ondertusfchen voorzie ikj ten aanzien van de meerdere werkzaamheid onzer Landsgenooten ; zeer veel goeds van de alzins lofwaardige poogingen , welken de Oeconomifche Tak en andere Genootfchappen* aanwenden* om onze vervallen Trafiquen en Fabriquen, onzen kwijnenden Koophandel en zoo zeer verwaarloosden Landbouw meer Werk te verzorgen , en, ware het mo- enjK* m naaren voorigen welvaart eri loeij te herftelleh * waar door, buiten twijffel, eene' ongelooflijke meenigte vari werkelooze lieden , die uit dat verval gefpröoten zijn \ weder op nieuw aan derf arbeid zullen geraaken, indien de poogingen naar wenfch gelukken, dat naauwfijks misfen kan , zoo zij maar naar vereifch en verdienften door onze ingezetenen zelve onderfteuhd en aangemoedigd WOrden* Voor het overige behoef Q I i%  &44 LAMBSRTÜS BICKEi; ik niet te zeggen, dat de voorgang vari de Regeerders en Aanzienlijken onzes Lands de belle Wet is, om onzen volgziekenLandaart tot eene werkzaamer, ingetoogener en geregelder levenswijze te beweegen; en zeker is het, dat men, zonder deezen, op geene algemeene hervorming hoopen kan, XXVI. Maar het behoort meer tot mijne taak* dat ik de middelen aanwijze, die de bijzondere Voorbehoeding van ieder lid der der Maatfchappije vordert, voor zig en voor zijne kinderen, ter afweering der Zenuwziektens, in 't werk te Hellen. Dan de kring deezer Voorbehoeding is zoo uitgelirekt, als de oorzaaken zelve zijn, waar door die ziektens aangebragt worden. Men kan egter dezelve betrekken tot dien algemeenen regel, dat men, om zig voor Zenuwkwaaien te behoeden, alle de aangeweezene oorzaaken moet vermijden, en al het tegenovergeftclde behoort in agt teneemen, en deeze regel zou in der daad voldoende zijn, indien men alleen fchreef voor menfehen, die zeiven denken en redeneeren , die uit voorgeHelde waarheden befiuitén weeten te maaken* Maar  'Over de Zenuwziekte der Nederïanierett. 24$ ongelukkig is dar zoo niet, en daarenboven vordert de Voorbehoeding , behalven die vermijding en tegenovcrgefteide betragting , ook de verbetering en uitroeijinge van alle de voorfchikkende oorzaken , de zaaden §. VI. . . . der Zenuwziektens, want zonder dat die weggenomen zijn, blijft men voor deeze ziektens niet flegts vatbaar, maar ftaat men telkens bloot, om 'er van aangetaft te worden, dewijl 'er zeer veele aanleidende oorzaaken zijn, die men voiftrekt niet vermijden kan. Dewijl nu de voorfchikkende oorzaaken van dien aart zijn , dat men dezelven doorgaans met zig ter waereld brengt, en dat zij door de opvoeding 't eerft en 't meeft gekoesterd cn aangekweekt worden , zoo zal ik eerft als Voorbehoedmiddelen opgeeven die voorfchriften, die eene betere of wel zoodanig eene opvoeding aanwijzen, als welke gefchikt en bekwaam is, om de gemelde voorgefchiktheden en zaaden der Zenuwziektens te verbeteren en uitteroeijen, waar na ik zal laaten volgen de middelen , die het ander gedeelte der Voorbehoeding aan de hand geeft. XXVII.  s4$ Umbbrtus bicke& XXVIL Edog, voor dat de opvoeding begint s zijn 'er reeds aan de zijde der zwakke moeders zeer heilzaame voorzorgen in agt te neemen , om gezondere cn ftcrkere kinderen ter waereld te brengen. Tot dat einde zoude ik haar raaden , dat zij, zwanger zijnde, van de Boerinnen leerden, aan den eenen kant geen ongeregeld , en aan den andere kant geen weekelijk leven te leiden; dat zij zig voor allerhande buitenfpoorigheden wagtten; zig niet onvoorzigtig aan koude en ongemak blootftclden, en egter door klceding , dek en vuur zig niet zottelijk broeiden, nog zig den gantfehen dag in warme kamers opflooten; dat zij veel liever zig maatig koel hieldgn; dagelijks in de open lugt eene goede beweeging oeffenden; dat zij alle zwaare fchokkingen en dreuningen vermijdden ; dat zij gezonde ,t vafte fpijzen en geene verweekende of verhittende dranken gebruikten; dat zij buiten noodzaakelijkheid geeneMedicamenten innamen, en niet zoo gereedehjk zig deeden aderlaaten; dat zij niet te lang te bed lagen, 's morgens vroeg ppftpnden en 's avonds op een behoorlijk  Over Be Zenuwziekte der Nederlander en. lijk uur gingen flaapen; dat zij ruime > gemakkelijke kleederen , en geene knellende keurslijven droegen; dac zij geene buitenfpoorige maar geregelde vermaaken namen; dat zij zig door verkeerde lusten , grilligheden, yierigheden en eigenzinnigheden niet lieten beheerfchen ; maar met eene wijsgeerige onverfchilligheid en beredeneerde kloekzinnigheid tegen deezen, en tegen onvoorziene fchrikken en gemoedsaandoeningen zig wapenden en dat zij voor 't overige voor alle beroerende hartstogten zig zorgvuldig wagtten. Deeze korte voorfchiïften bevatten den gebeelen leefregel van zwakke , aandoenlijke, zwangere Vrouwen: zonder 'er zig naar te gedraagen, zegt Desess-arts, is het even zoo onmogelijk, dat zij kinderen ter waereld brengen , gezond en fterk genoeg, om de ongemak- ■ ken des levens te verdragen, als dat iemand dagelijks vergift zou gebruiken, zonder 'er ongemak van te krijgen. XXVIIL De Voorbehoedende opvoeding moet reeds een begin neemen , zoo dra het kind ter waereld gekomen is ; want dan js de wortel van 't kwaad reeds gelegd ; Q 4 de  §4& lambertu8 bickei, de oorfpronkelijke bron der Zenuwziek? tens heeft bij de mceften reeds plaats voor de geboorte; en nadien de aangeboren zwakheden meer en meer in natuurlijke gefteldheden Veranderen , hoe zij langer aan zig zeiven worden overgelaten, en vooral, wanneer zij door eene verkeerde opvoeding verUerkt worden, zoo kan men de verbetering niet te vroeg beginnen. De eerfle voorzorg dan, die ik wilde, in 't werk gefteld hebben , om een kind, uit zwakke zenuwzieke ouders geboren , voor die ziekte te behoeden, is, dal ik het terfond wilde overgeeven aan eene goede fterke Min, die het met gezond, voedzaam Zog zoogen kan. —— Ik weet wel, het is veel natuurlijker en pligtiger, dat de moeder baar kind zelve zooge , en met dit niet te doen, fielt zij zig zefcerlyk bloot aan de gevolgen van een opgehouden zog. Maar behalven dat 'er genoeg toereikende maarregelen zyn , om die gevolgen aftekeeren, zoo houden de eifchen van Natuur en pligt op , wanneer de kragten ontbreeken, en vooral, wanneer 'er een onvermijdelijk verderf uit voortvloeijen zou, gelijk dit hier het geval is. Zo lang onze zwakke, teere kinderen met het Zog van zwakke, teer^ ge*  Over de Zenuwziekte der Nedarfattdsrsa. gevoelige vrouwen gevoed worden, '/uilen de Zenuwziektens , welke V oorbehoedmiddelen men anders ook aanwende, tot het nageüagt voortgeplant en van tijd tot tijd vergroot worden. —i De ondervinding doet ons dagelijks het vermogen van dit middel bekragtigd zienHoe veele kinderen ken ik, en wie kent die niet, welke wel haaft jammerlijk geftorven of ellendig kwijnende zouden gebleeven zijn, indien men hen nog niet in tijds van eene goede Min verzorgd hadde , door wier zog zij zigtbaar bekomen , gegroeid en iterk geworden zijn. Het tweede Voorbehoedmiddel , he6 welk ik wil aangewend hebben, om zwakke , teere kinderen hard en fterk , en gevolglijk woor Zenuwziektens onvatbaar te maaken , is eene naauwkeurigi opvolging van alle die"heilzame regels, welken men in verfcheiden bekende Werken (a) , die zedert eenige .weinige jairen y £a) Ik bedoel de werken van Ballaxebzerd, tn Camper in de Verhand, van deHoli. Maatfch» VII. Deeis 2 Stuk; van DESESsAars vertaald dooï Grashuis i van Tissot en Bicker Raaag. voor .... ...... dg Q 5  &§Q LAMEEETüS BICKER." ?en over de lichaamelijke opvoeding in ons Land zijn uitgekomen , uitvoerig befchreyen vind , en die ik daarom maar kortelijk zal aanroeren, en voornaamelijk die, welke voor zwakke en teere eerftgeboren kinderen zijn ingerigt. Den zulken, willen zij, datmengeduurendede zes of agt eerfte maanden geen ander voedzel dan Zog geeve; dat men hen niet te dikwijls, nog te veel op eenmaal zuigen laate ; dat men hun, zo min mogelijk is, Medicamenten gebruiken doe;dat men hen nooit behoort te zwagtelen, nog knellende kleederen aan te doen; dat men hen vooral niet warm houde, veel min broeije, maar in tegendeel koel behandele,dun kleede,koud verfchoone,op een hard bed legge, met koud water wasfche,met koude handen hun rug,buik en ledematen dikwijls wrijve; hen in ruime,frische, koele, drooge kamers houde; dikwijls in de open lugt brenge en hun zoo veel beweeging geeve, als mogelijk is, en deeze regels willen zij uitgeftrekt hebben door de gantfche opvoeding heen. Het de gezondh, van den gemeenèn man, en voor die der groote en rijke lieden; en den Arts der Moeders.  I jr de Zenuwziekte der Nederlanderen. 25 * Het derde Voorbehoedmiddel, dat ik bijzonder moet aanprijzen , is het koude Bad. Na de kinderen eenigcn tijd niet, dan met koud water, gewasfchen te hebben, moet men hen dagelijks eerft met de beenen, vervolgens met het onderlijf, en eindelijk geheel in koud water fteeken. Ik ken geen vermogender middel, om aan zwakke en ziekelijke kinderen eene gezonde en fterke gefteldheid te bezorgen, en het is naauwhjks te gelooven, zoo men er de ondervinding niet van heeft, hoe veel nut het daar aan toebrenge. Ik heb 'er in verfcheiden kinderen de heilzaainfte uitwerkingen van gezien, en ik heb 'er de allerzwak!te, de aandoenlijkfte, de ftuipbaarfte kinderen dqor herfteid. liet maakt hen ge¬ zond, fter;-., vrolijk en te gelijk ongevoelig voor de geftrengheden der lugt, ■voor koud en hitte, genard tegen dewisfelvailig-heden van het Weder en der Saifoenen, en bekwaam om de onvermijdbaare ongemakken des levens té verdraagen, zonder dezelven te gevoelen: ongelukkig in der daad, dat een middel, zoo. heilzaam, zoo dikwijls aangcpreezen, als het gefchikfte, om den ménfeh tegen Zenuwziektens en andere kwaaien te'behoeden, zoo weinig in gebruik komt. De teer-  Cja tAllE-jRTUJ »ÏC*ER teerhartigheid der moeders fchrikt 'er haar van af, om dat de kinderen in 't eerft 'er huiverig van zijn , dog gingen zy 'er mede voort, zij zouden welhaaft befpeuren, dat zij, na eenige dagen fchreijens, 'er zig zoo zeer aangewennen, dat zij er een fpel van maaken, daar zij naar verlangen. Edog, al hadden de kinderen'ar m Jt eerft al eenig ongemak van , 't belang van in het vervolg eene beftendige gezondheid te genieten, behoort dit opteweegen, en de ouders te overreeden , om hunne teerhartigheid voor eenen tijd ter zijde te ftellen. —— Het groote oogmerk , dat men in de opvoeding van zwakke , weeke kinderen zig moet voorftellen is hen te ontheffen van die tederheid van lichaamsgeftel , welke zij van hunne ouderen overerven, en die, gelijk ik getoond heb, de grondoorzaak , het zaad is , waaruit de meefte Zenuwziektens voortfpruiten , en waar van de gemakkelijkheid, om door allerleij geringe aandoeningen ontfteld te worden, het waare kenmerk is. Dan dit oogmerk kan men nooit bereiken, zoo men zijne kinderen niet eenigzints hardvogtig en in zekere opzigten onagtzaam behandele. De teerhartigheid en toegeeflijkheid der moeders zijn doorgaans  'Över de Zenuwziekte der Nederlanderen. 2$$ de twee groote ootzaken van het bederf der kinderen, zoo wel ten aanzien van hunne gezondheid , als van hun geluk. Het vierde Voorbehoedmiddel, 't welk ik voor zwakke en tedere kinderen van zeer veel belang oordeele, is, dat men hen laater en langzaam Speene, en trapsgewijze yafler, en piaar hunnen ouderdom en kragten gefchikte Voedzels geeye. —— Ik heb te veel kwaade gevolgen van de tégengeftelde handelwijze §. XXII. aangewezen, om deeze hier niet, als een bijzonder Voorbehoedmiddel, optegeeven, en ik zie 'er dagelijks te heilzaame uitwerkzels van, om 'er niet ten fterkiten op aan te dringen. Trouwens men behoef t maar de kinderen der gemeene lieden en der boeren, die dikwijle twee, drie jaaren zuigen, te befchouwen, om te zien, hoe veel gezonder en fterker zij gemeenlijk 'er door worden. Welke zoort van fpijzen voor zwakke en tedere kinderen, nadat zij'geineend zijn, en naar het toeneemen hunner jaaren, de gefchikjfte zyn, kan men bij dé gemelde Schrijvers leezen. Ik zal 'er hier egter dit van zeggen, dat men bij hen met de melkspijzen niet veel langer dan twee ! of  S54 LAMBERTUS BICKEfe of drie jaaren moet aanhouden * omd'aC het lang gebruik derzelven veele jaaren eene veriiapping van ingewanden en eene algemeene zwakheid en tederheid na zig overlaat, welken te voorkomen, hier het voornaame oogmerk is, waar bij ik voegen moet, dat niets voor hun nadeeliger is, dan warme, wateragtig'e , en vette voedzels, zuuren en zoetigheden , aangezette koft en Ipecerijen, en niets voordeeliger, dan drooge, vafte, koude fpijzen. —- \ oor 't overige behoef ik niet te vermaanen, dix men zulke kinderen, zullen zij gezond en fterk , eri voor Zenuwziektens onvatbaar worden 9 altoos maatig moeten laten eetem Verfcheide oorzaaken maaken hen gewoonlijk zeer hongerig, en, dewijl zij hunne maat niet kennen, overlaaden zij dik* wijls hunne maag, 't welk hunne kwaaien en zwakheden vergroot en vermeenigvuldigd. Een overladen maag Verteert nooit wel, en voedzels * die kwalijk verteerd worden, zijn gelijk kwaade voedzels, die niet het lichaam, maar de ziekte verfterken. Hierom, zegt Tissot* is eene goede fpijs verteering onvermijdbaar noodzaaldijk voor iemand * wien men verfter- keö  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. ken wil, en vooral bij een zwak, teder kind, dat men zonder goede voedzels era eene groote zoberheid onmogelijk herftellen kan. Om hier van overtuigd te worden, behoeft men flegts te vergelijkenden welftand, de vaardigheid, de levendigheid, de vrolijkheid, de kragt , den zagten flaap , welke de kinderen genieten, na dat zij maatig gegeeten hebben, met de ongefteldheid, de dofheid, de verveeling» de gemelijkheid, de zwakheid en den ongeruffcen flaap , welke zij ondervinden, als zij te veel of moeijelijkverteerbaare fpijzen gegeeten hebben, en 't is ligtelijk te bezeffen, welke uitwerkingen deeze laatfte ftaat, dikwijls herhaald zijnde, op hunne gezondheid, op hunne hersfenen en zenuwen hebben moet; maar 'c geene nog droeviger is, deszelfs zedelijke uitwerkzels zijn ruim zoo verderfelijk voor beiden. In dien laftigen toeftandy welken de arbeid van eene overladen of te bezwaarden maag voortbrengt, worden de vermogens van het kind als onderdrukt ; zijn geeft, onder den laft van het onmaatig voedzel, als 't ware begrar ven, word traag en ftomp ; het bevat moeijelijk en kwalijk; het onthoudt niets; onbekwaam tot oeffening, word het 'er door gepijnigd ? en het krijgt 'er een afkeer van;  '£$6 LAMBEÉ.TUS SICKEÈ Van; zijne zenuwen, onaangenaam aarigé^ daan, zijn niet vatbaar voor eenige aangenaame gewaarwordingen , en alles fehijnt verdrietig voor hetzelve ; alles ïnaaKt het boos en ongemakkelijk'; het ondervind niet, dan harde aandoeningen; zijne ziel fluit voor de deugd en zijn hare voor brave gevoelens', die anders zonder zorgen zig zeiven zaaijen, fpoedig üirfpruiten enweeh'g opfchieten bij het kind, het welk de welltand, die op de zoberheid en eene goede fpijsVerteering vo:gt , fchikt tot allerhande gelukkige gewaarwordingen* ■ Oordeel dan, van boe veel belang het zij, om Zenuwziektens te verhoeden, dat men den aart era maat van de voedzels der kinderen naar hunne behoeften en kragten bepaale. liet vijlde Voorbehoedmiddel , waar op ik niet genoeg kan aandringen, is het drinken van koude Dranken; De meefte bejaarde lieden in ons Land vind men, van hunne jeugd af, zoo geweldig veriiaafd aan het drinken van warme Thee en Koffij * dat het hun fchier onmogelijk geworden is, zulks natelaaten, ofïchoon zij zelve het kwaad kenners en erkennen, en het nadeel 'er van levendig gevoelen; maar dit zouden zij evenwcl kunnen doen * dat zij die fchade-- lijkt  ww ds Ztnuvozitku dtr Nefarlandi?etit 25$ Jijké dranken hunnen kinderen onthielderi en hen al vroeg gewenden, om niet, dan koud water en bier* te drinken* In den eerden leeftijd kan men hen gemakkelijk aan alles gewennen, en de gewoonte word eene tweede natuur; zij weeten vervolgens niet beter, of het behoord zoo, en zij begeeren niét) anders* —• Ik heb dit in verfcheiden kinderen ondervonden* en ik heb 'er de heilzaamfte uitwerkingen van gezien; zij zijn fchoon groot geworden en van allerleij Zenuwziektens Vrij gebleven. -—— In de daad , om ons nageflagt voor die kwaaien te behoeden i behoorde men in alle huishoudens geheel met de verbeterde opvoeding te beginnen , maar vooral het drinken van kpu~ de dranken intevoeren; niets is 'er, dar; de vezelen en zenuwen van hunne maag en ingewanden, ja van hun gantfche lichaam meer -ftijven, fterken en verharden zou; en het kan niet misfen s indien men het koude' bad hier bij voegde, of kinderen * zoo geftadig in - en uitwendig met koud water gewasfchen , zouden voor altoos voor Zenuwkwaaien omvat? baar zijn. —— Den Wijn wilde ik allen* maar vooral zwakken en teeren kinderen geheel onthouden* Hij verfterkt niet, dan R M  LAMBERTU3 BÏCKEIÊ in fchijn, hij bederft de fp ijs verteering entiteit de maag en ingewanden , beroert de hersfenen en maakt alle de zenuwen te prikkelbaar. Het is, zegt Tissot, eene bellendige opmerking in alle Landen, dat de waterdrinkers veel kloeker, veel fterker, veel gezonder en vrolijker zijn, dan de wijndrinkers. Dit onderfcheid is vooral kennelijk bij de kindei »ren. Ik heb veelen, die zwak, klein , kwijnende, ziekelijk en verdrietig waren, en niet fliepen , zien herftellen zonder eenig ander hulpmiddel, als de onthouding van Wijn , van Thee en Koffij. Daar is niets, als eene kwaalijk begreepen en zeer verderflijke tederhartigheid , die het vooroordeel, ten deezen aanzien,ftaande kan houden; zulke onthoudingen zijn geen onthoudingen, wanneer de kinderen 'er niet reeds zeer aan gewend zijn, ent zijn na weinig dagen bij hen vergeeren, oflchoon zij 'er aan gewoon waren ; voor 't overige werden die oogenblikken van een onaangenaamen finaak wel haaft vergoed door den welfland, ète 'ei de kinderen van genieten. Dan het is ongelukkig, dat, na de dwaaling, het kwaad gevolg niet altoos zigtbaar of fchielijk genoeg, zig openbaart, en 't is di§  O^er de Éenumikkie dér Nedèrlartdeten. tlit, 't welk de overreeding zoo moeijelijk maakt. Zomtijds ichijnen zelfs de dingen , die maar weinig verfterken, geduurende eenigen tijd goed te doen 9 maar het kwaad barst naderhand met zoo veel , meer geweld uit. Ik heb gezien , dat kinderen $ die zwak geboren of zulks ■na eenige maanden j door de eerfte doolingen van oen eetregel, geworden waren , aan welken men vleefch, fterke foupen, faprijke fpijzen, veel Chocolaad eri zelfs SpaanfchenWijn gegeeven had* voor" een zekeren tijd groeiden , cplooken eiï fterk werden, en ik heb die zeilde kinderen vervolgens , tusfehen den ouder» dom van vier en zes jaaren, eensklaps zien ftorten of in eene heete ziektes, die hen binnen weinig dagen wegrukte, of in eene fchielijke uitteering, dié hen na eenige weeken in 't graf Heepte, Het zesde Voorbehoedmiddel, 't welk ik hier ten fterkften moet aanraaden, is de Lichaamsoefening. —— Zwakke, teeré zenuwgeftellen, zullen zy fterk en hard worden, moeten geduurig bewéeging oeffenen. De Natuur zelve leert ons dit*^ om de kinderen fterk en vaardig te maa* ken, heeft zy hun eene ruftelooze werkzaamheid ingefchapen, die hun vermaak êoQt fcheppen in eene geduurige beweeR i gingi  £&> LAMBE&.T XfS BIC KEi ging, en in alles in beweeging te zien, wat hen omringd; nimmer ook ziet men hen vergenoegder, dan wanneer zij vrij fpringen , leópen en werken mogen. Dit was noodzaakelijk, om den groeij en kragt van hun lichaam te bevorderen:, lichaamen die zig niet bcweegen; ledemaaten, die zig niet fterk oeffenen, kunnen lïiet groeijen, nooit gezond, kloek, fterk, buigzaam en vaardig worden, 't Is hier van, dat de kinderen der Boeren en der Wilden in gezondheid, kloekte, kragten vaardigheid zoo verre onze belchaafde kinderen overtreffen; 't is hierom, dat de oude Grieken en Romeinen hunne jongelingen al vroeg in de Renbaanenen Worftelperken oeffendcn, en het is grooteliiks door gebrek daar van, dat de Dogtertjes en Zoontjes van aanzienlijke huizen zoo week, Hap, kragteloos en aandoenelijk zün; men bepaalt hen te vroeg tot de bezigheden van een zittend leven, inzonderheid de juffertjes, die men» zodra haare kleine handjes de naaide kunnen houden, genoegzaam den gantfchen dag dwingt, met eenig naaldwerk op eens ftoel te zitten; geen wonder derhalven, dat zij doorgaans zoo teder, zwak, aandoenlijk en ziekelijk zijn. Leerde men haar liever eerft, huishoudelijk werk doen, kopei  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 26*1 koper en zilver fchuuren, bruin houtwerk boenen, enz. liet men de jonge Heertjes vroeg hout zaagen , hakken, tillen, draagen, kruijen; liet men hen beiden, in plaats van op de kaart te fpeelen, of andere zittende tijdverdrijven te neemen, dikwijls hard loopen , te paard rijden, geduurig boodfchappen doen, loopénde fpeelen, enz. tot alle welke zij natuurlijk zeer geneigd en gereed zijn, hoe veel fterker zou hun lichaam; hoe veel moediger hun geeft worden? hoeveel zou'er hunne gezondheid en geluk by winnen ? Oneindig meer, dan 'er hunne geboorte of fatzoen bij verliezen zou. Het zevende Voorbehoedmiddel, waarop men zig ook met kragt behoorde toeteleggen, zoo men gezonde , fterke en voor Zenuwziektens ontvatbaare kinderen voortbrengen wil, is , ken fout en tncedig te maaken , en voor niets bang te zyn of te fchrikken. De kinde¬ ren zijn natuurlijk nergens bang voor; maar eene verwijfde opvoeding, te groote lafheid en geftrengheid, eene te zorgvuldige hulp, het geduurig medelijden en beklag, en de geftaadige waarfchuwingen en vermaaningen hebben de onzen bioode, vreesagtig, kleinmoedig, kleinR 3  '3.S& £» AMBERTUS BICKE8. zeerig en behoeftig gemaakt; gemoedsgefteldheden, die beiden hunnen geeft en lichaam verllappen , hunne kragten pnderdrukt houden en hunne natuurlijke ftoutmoedigheid uitbiusfchen , en hun» ne zenuwen telkens beroeren. >—— Een beroemd Deenfch Geneesheer telt hier om eene bedwongen opvoeding onder de eerfte oorzaaken van de verzwakking van de Duitfchèrs van de zeftiende eeuw (a) <——• Dan, om deeze nadeelige geeftgefteldheid te verbeteren , moet men hen nooit verfchrikken. hen nooit door fpooken of geeften vervaaven,- of hen overtuigen, dat zij niet beltaan, hun geduurig vrijheid geeven , om overal te gaan 3 om alles te zien, te hooren , te betasten s te beproeven, en om te doen, wat in hun geeft opkomt ; ik wil zelfs, dat zij zig zomtijds beleedigen en zeer doen, zonder dat men hen beklaage i langs deezen weg leeren zij de gevaaren en ongemakken beft kennen, de kleinen veragten en de grooten fchuuwen, zonder dezelven zeer te vreezem ■Ras Voorzeker, wil men fterke en gezon- (•«) Coringius de habituscorperum Germar.srum an* fifd et novi caufist art. 6. §. 48, 226.  'Over de Zenuwziekte der Nederlander en, 2,65 zonde kinderen hebben en wil men hen voor Zenuwziektens onvatbaar maaken, men moet zoo wel hunnen geeft, als hun lichaam verharden. Om dezelfde reden wil ik,als een kragtdaadig Voorbehoedmiddel, befchouwd hebben,^? men den Geefi^vooral van zwakke te.ie kmderen,niet te jong oejfene, - Dit Voorbehoedmiddel is, durf ik zeggen, een van de gewigtigfte en noodzaakelykfte voor de lieden \ bij wie de Zenuwziektens het gemeenfte zijn; bij de aanzienlijkeen vermogende lieden, die doorgaans de zwakfte en tederfte kinderen hebben, en die egter algemeen in de gewoonte zijn, zoo dra de kinderen eenige vatbaarheid toonen , hunnen geeft dag aan dag door allerleij flag vanLeermeefters te kwellen,te pijnigen en tot infpanning te dwingen, terwijl zij zeiven dien dwang en die kwelling vergrooten, door geduurige aanfpooringen en beloften , zoo niet door kaftijdingen en moedbeneemende berispingen. .—- Ik heb 'er boven §. XX. de verderfelijke gevolgen van aangeweezen, en dit verderf is te groorer en te gewisfer, naar maate de hersfenen en zenuwen, de werktuigen der ziel, onvolkomener en zwakker zijn. De ondervinding leert dit ook ; door meenigvuldige voorbeelden R 4 heeft  LAMBES.TÜS BlCKER heeft zij doen zien, dat vroegwijze kin* deren altoos zeer ziekelijke geitellen cmdraagen , aan allerleij Zenuwziektens onderhevig zijn en jong fterven; en dat de fterkfte, de gelukkigfte, de langstleevende verftanden die waren, welke laat hadden begonnen te denken. Wil men derhal ven zulke kinderen voor Zenuwziektens bewaaren, dat men hen niet to jong, en niet met te veel lcsfcn over-, laade ; dat men hun niet meer oplegge, dan zij draagen kunnen 5 cn dat men in hun onderwijs altoos bet hunnen ouder^ dom, fterkte en vrolijkheid te raade gaa, 1 Men behoort hier in den voortgang der Natuur te volgen, die altijd eerft voor het lichaam zorgt, en de verftandelijkfte vermogens, niet dan laat en traps-i gewijze, doet ontluiken, en men behoeft flegts het onderwijs der boerenkinderen na tef gaan > om 'er de goede uitwerkingen van te zien: zij leeren laat, en zij leeren minder, maar zij worden, in vergoeding daar van, fterker en gezonder , en blijven bevrijd van Zenuwkwaaien, Ik wil niet, dat men de befchaafde opvoeding verbanne, dat men zijne kinderen tot boerejongens en meisjes opbrenge; dat men er domkoppen van maake; maar dit wil ik, dat men hen eerft  Over de Zenuwziekte der 'Nederlanderen. 2,6$ in 't bezit fteïle van eene gezonde, fterke gefteldheid; dat de lichaarrielijkë opvoeding de zedelijke en verftandelijke lang vooruitgaa ; de laatften kunnen zonder de eerfte nooit wel gelukken; en al gelukken zij, zij maaken de kinderen ongelukkig, omdat zij eene gefteltenis bederven, die de eerfte en voornaamfte grondflag is, waarop het gebouw van onze gezondheid en van ons geluk moet geveftigd zijn, zal het Vaft ftaan , en de onvermijdbaare fchokken des levens verduuren. —— In de daad, indien de ouders; indien voor al de adeldom; de groote en gegoede lieden deeze voorichriften eenpaarig volgden , men zou wel haaft het getal der zenuwzieke lieden merkelijk'zien verminderen, Deeze nu zijn, naar mijn begrip, de voomaamfte en bekwaamfte Middelen, om zwakke , tedere , en ziekelijke kinderen in fterke, harde en gezonde geitellen te hervormen en gevolglijk voor Zenuwziektens te behoeden. De ondervinding heeft mij derzelver heilzaam vermogen zoo duidelijk en zoo herhaald doen zien , dat ik dezelven aan Heden, belaft met de opvoeding der kinderen, niet fterk genoeg kan aanprijzen. —- Maar zal men er die R 5 ge-  '5,66 LAMBERTUS BlCKEft' gewenfchte uitwerkingen van verwagten 7 zoo dient men dezelven allen in agt te neemen; zij hebben zulk een noodzaakelijk verband met eikanderen , dat het verzuim flegts van één in ftaat zij, om al het voordeel, 't welk men van de anderen trekken zou, geheel te verijdelen. XXIX. Het andere gedeelte der Voorbehoeding bepaalt ons meer tot volwasfene, bejaarde lieden, en niet alleen tot menfehen, die werkelijk, of uit de geboorte, of als een gevolg van hunne levenswijze, of als de uitwerking eener kwijnende ziekte, een zwak en te gevoelig zenuwgeftel hebben , maar ook tot die, welke wezenlijk gezond zijn. Een ieder, wie en hoe hij zij, die zig voor Zenuwziektens wil behoeden , moet alle die oorzaaken, waaruit ik inde voorige afdeeling getoond heb, dat die ziektens ont* ftaan, vermijden, cn al het tegengeftelde er van betragten. —- De Voorbehoedmiddelen, die hier uit voortvloeijen, zijn zo kennelijk , en door de aangehaalde Schrijvers zoo zeer in 't breede verhandeld , dat ik vooral, ten aanzien van dee.%  Over dt Zenuwziekte der Nederlander en. «6f deezen, meene mij te moogen bekor*ten. Het eerde is een werkzaam Leven leiden- Ik bedoel hier door niet alleen de lichaamsoetfening, maar ook ee« ne geduurige bezigheid; ikwiinietflegr.s, dat' men zig beweege , maar dat te gelijk de geeft werkzaam zij , of wel dat men zig beweege, om een werk, daar de geeft belang of vermaak in fchept , to verrigten; want dit is het, 't welk men eigenlijk werken, arbeiden noemen moet, De lichaamsbeweeging brengt buiten twijffel zeer veel toe, om ons gezond to houden, zij v&rfterkten verhardt] de vafte deelen, zij vermengt de vogten , zij bevordert alle de bedieningen en ontlaftingen , zij zet ons lichaam vlugheid en kragt bij en zij bevrijdt ons te gelijk van de verderfelijke gevolgen van een zittend leven; maar als men dezelven aU leen neemt, om den tijd te verdrijven, zonder dat men er toe verpligt en aan* gedreeven is, zonder dat men 'er belang en luft in heeft, houd zij onze ziel niet fterk, niet leevendig genoeg bezig, om die zelfsvervecling en dat verdriet te verjaagen, en die ongeregelde luitenen hartstogten te dempen, welken ik boven getoond heb , de onaffcheidelijke gezellinnen  LAMBEfcTUS BICKER nen te zijn van dat werkeloos , ledig, weekelijk en welluftig leven , 't welk tot de vermeerdering onzer Zenuwziektens zoo veel toegebragt heeft. — Neen, men moet zig beweegen, om te werken, en men moet werken, om zig te beweegen, dat is, de bezigheid van den geelt en de lichaamsoefening moeten gepaard gaan. Dan voegt de werkzaamheid bij de voordeden der lichaamsoefening die, dat zij den menfch van zig zeiven aftrekt , zijnen geelt verleevendigt cn vervrolijkt, en den fmaak zijner vermaaken verheft, en dan is zij het heilzaamIte behoedmiddel, het befte tegengift tegen zwakheid, aandoenlijkheid en kwijning , de drie gemeenlte oorzaaken van Zenuwkwaaien. Ik heb verfcheiden menfehen, die in Hijpochondrie en Melancholie gevallen waren , alleen zien geneezen door ingewikkeld te worden in noodzaakelijke bezigheden, en ik heb 'er eenigen van weder zien inftorten, zo dra die bezigheden ophielden, 't Is ook hier door, dat het reizen zoo een vermogend middel is, om de Melancholie voortekomen en te geneezen. Wil men zig derhalven voor Zenuwziektens behoeden , en eene geileldheid , die ons tot die ziektens fchikt, verbeteren , zoo j moet  Over dé Zenuwziekte der Ne&erïanderen. 2.69 moet men of een werkzaam beroep aanneemen, of dagelijks zodanige lichaamsoefeningen doen, die tevens den geeft bezig houden en vermaaken. 't Is dan niet genoeg, alle dagen eene wandeling te doen, veel min, in eene zagtrollende koets zig op een effen weg te laaten omvoeren ; zulke beweegingen zijn niet veel beter, dan die, welke men den zieken , die niet wandelen kunnen , door kamerpaarden en andere uitgedagte werktuigen bezorgt; zwakke behulpzels, die den geeft niet genoeg afleiden; die men egter gebruiken mag, als men niet anders kan. Oneindig beter is het paardrijden , de beweeging van een fchokkend rijtuig, hetloopen jaagen , het paletten, billartfpeelen, malijen, kolven, kaatzen, kegelen , fchijffchieten en andere werkzaame fpelen, die, terwijl 'zij het geheele lichaam oefening geeven, te geiijk den geeft kragtdaadig afleiden en bezighouden; fpelen, waar van onze voorouders gig met het grootfte voordeel bediend hebben, en waar van zommigen , zegt Tissot , zoo zeer door ons zijn verzuimd geworden, dat men binnen kort, buiten behulp van Woordenboeken , de naamen 'er niet meer van zal  S7© LAMBERTÜS BICKER zal wee ten te noemen. —— ïk weetwef* Zeer veele menfehen in ons Land zijn ongelukkig in het geval, van deeze Raadgeeving met te kunnen opvolgen * hoe" zeer zij anders van deszelfs nuttigheid overreed zijn. Zoo veele Magiftraatspersoonec, Kooplieden, Geleerden, zit» terde Konltenaars en Ambagtslieden9 Wier drukke bezigheden en koftwinningen hun niet toelaatenj zig de vereifehte beweeging te geeven. Zulke lieden verdienen in de daad meer medelijden, dan berisping, te meer, daar zij dikwijls niet* dan al te duidelijk, gevoelen, dat die zittende levenswijs wezenlijk hunne gezondheid benadeelt; maar dat zij ten minlten zo veel lichaamsoefening neemen s als mogelijk is; dat zij 'er vooral een gedeelte van dieft tijd aah belleeden, welken zij aan tafel verzitten $ of anders iö Zittende vermaaken doorbrengen, en dat bh zonder die werkelcoze lieden Zig van deezen raad bedienen ? welke de ledigheid zoo dikwijls tot een lalt is; die zig alleen bezig houden met de verveeling *er van, door zitiende tijdverdrijven, te" bedriegen , en die vati de voordeelen en noodzaakelijkheid eer lichaamsoefening  Over de Zenuwziekte der Nederïanieren» 2?t niet onkundig zijn kunnen. Naauw* iijks, zegt Tissot , is het te begrijpen , hoe deeze menfehen tot dien graad vantonverichilligheid zijn gekomen, dat zij niet alleen van de beweeging zig afhouden, maar die zelfs vreezen, en zig daar door berooven van het aangenaamfle en zekerde middel, om het gevaar van zoo veel dwaalingen hunner levensmanier te vermijden. Zij, gepaard met bezigheid, is de zekere behoudfter van fterkte en gezondheid. Dan het is buiten kijf, zal men de Zenuwziektens uit ons Land verbannen , dat de algemeene levenswijs veel werkzaamer behoort te worden, en dat de zittende beroepen aanmerkelijk r dienen te verminderen, en dat ieder ingezeten alles, wat in zijn magt is, moet toebrengen,om, voor zig en den zijnen,lichaamsoefening en bezigheid te verzorgen. Kortheidshalve gaa ik opzettelijk voorbij, alle de nuttige uitwerkingen van ieder der aangepreezen lichaam soeffeningen te ontvouwen, en door waarneemingen te beveftigen, en de regels aan te wijzen, volgens welken de beweeging des lichaams moet ingerigt worden , om aan de hier bedoelde oogmerken te voldoen ; men kan die elders genoeg leezen. Jiet tweede is? zig &}ïqqs eeneyerfche  jfcïra LASIBERTUS BICKRri lugt te verzorgen. —— Het vermogen van dit middel, om zig tegen allerleij ziek* tens te behoeden, is in onze dagen doof proef en waarneemingen zoo overtuigend beweezen, dat men 'er, ten aanzien der Zenuwziektens, geen oogenblik aan twijffeien Van. Maar ik agt het nodig, 'er hier bijzonder op aan te dringen, om dat de lieden van een werkeloos weekelijk leven , zig dikwijls Zenuwziektens op den hals haaien , of dezelven verzwaareri en venriecnigvuïcigcn, door zig den mee* ltcn rijd van hun leven optefluiten in vertiekken , daar alle toegang [ voor Lugt, als vooreen gevaarlijken vijand, volftrekt is afgefnederi , waar door zij geduurig in eene onververfchte en met al* lerïeij fcbadelijke uitwaazemingen vervulde lugt verkeeren , en die onophoudelijk inademen; en deeze verkeerde handelwijs heeft voor al plaats bij onze groote en rijke lieden en bij onze weekeiijke vrouwtjes, die de lugt, de koude, het geringde togtje, met de uiterfte angft vreezen en fchuwen. De Heer Unzer van de zindelijke Hollanders fpreekende,zegt : ,, hunne opgepronkte vertrek„ ken zijn een zoort van rioolen, waar „ in alle vuiligheden zamenvloeijen , „ die van de uitwaazemingen van zieke-  'Over de Zenuwziekte der NederUnderen, arf •5, Iijke menfehen, van huisdieren, vari ,, kwaalijk vermengde Ipijzen en andere ,, fterk uitwaasfemcnce dingen, de lekkere ,, reuken zelfs niet uitgezonderd, onophöudelijk opgaan;" en die ddorhunne vlugge uitwaalsemingen hét bloed naar bet hoofd voerende, en het zenuwgeftel op eene fchadelijke wijze prikkelende , die laftige en geduurige hoofdpijnen, en dikwijls die flaauwtefts en ongefteldhedcn veroorzaaken; welke aan de groote Lieden meeftal eigen zijrt. —- Dan dit opgefloten leven behoort men te fchuwen, wil men zig voor .Zenuwziektens behoeden. Eene opene, ververfchte lugt verVrolijkt den geeft, verfterkt het lichaam en zet den zenuwen en vezelen telkens eene nieuwe kragt en leven bij. Dagelijks kan men zien, hoe menfehen in benaauwde kamers; In kerken en andere behoren plaatsen, door gebrek vari eene ver~' fche lugt en door kwaade uitdampingeil in bezwijming gevallen, tèrftó'nd bekomen , zodra zij eene ververfchte, frifehe lugt. inademen: overal vind men, dat de gevangenen ,• die eenigëft tijd opgeflöteri gezeten hebben, bleek , Zwakkelijk,' heerflagtig en verwijfd zijn, en, dikwijls in bezwijming vallen \ en dat het genot S ya«  ÜJ\ LAMBERTUS BICKES: van dc open lugt en de beweeging ben iiU leen hcritellen. Nergens vind men ook* fterker, Heviger, gezonder en vrolijker menfehen, dan bij hen , die, altoos, als het ware, onder den biooten hemel woonen. Getuigen zijn onze Landlieden, Zeelieden, Schippers, Soidaaten en dergelijk üag van menlcben. In de daad de Lugt is het Element, waarin wij verordend zijn te leeven , gelijk het Water is voor de visfehen; en daarom, zoodoodelijk als het ftilftaande en Hinkende Water is voor die dieren, zoo verderfelijk is voor ons eene onbewogen,onververfchte Lugt,- 't is hierom, dat deLugt in de Steden,die altoos met fchadelijke uitwaasiemingen vervuld is en niet genoeg door winden en plantgewasfen gezuiverd word,altoos veel minder voordelig is voor degezondheid en voor zenuwzieke geitellen, dan de Landlugt. — En't is deswegens,dat men hetLandleven voor een van de venuogenfte middelen moet houden, om zig voor Zenuwziektens te bewaaren, indien men 'er op dezelfde wijze, als de Landman, in verkeert; indien men het grootfte gedeelte van den dag in de vrije lugt op het vlakke veld doorbrengt en 'er zig vooral des morgens vroeg ia begeeft , wanneer zij na het opgaan  Over de Zenuwziekte der Nèdertandeïen. der zonne met dé vlugge balsem def planten en de liefelijke en verkwikkelijk ke geuren der, bloemen vervuld is. ■ In dien ftond vind hij , welke deeze lugt inademt, zig bezield met vernieuwde levenskragten en met een genoegelijk gevoel van welzijn, terwijl de geheele Natuur hem allerwegen verkwikking en vrolijkheid inboezemt, 't welk hem den gantfchen dag lullig, vaardige Vrolijk en wel te vreden maakt; g~e, fteldheden, die onontbeerlijk zijn, om Zenuwpiaagen te ontvlugten. Het derde is, zig, zoo veel doenlijk is* koel te houden, -—. Zoo zeer, als eene onzinnige broeijing en koeftering ons lichaam week, teer, ligt aandoenlijk ert Ziekelijk maakt, zoo zeer verfterkt en verhard de koude onze zenuwen eri vezelen , en zij heeft een bijzonder vermogen, om derzelver prikkelbaarheid en gevoeligheid te verminderen, om tevens ons lichaam vlug en onzen geeft vrolijk te maken en dus eene gefchiktheïd voort te brengen, geheel en al ftrijdig aan de naafte oorzaaken der Zenuwziektens. — De dagelijkfche óndervinding Itaalddit. zoo bezwaard, vadfig, luft-erï inagteloos als wij zijn in eene benaau*rende" hitte , zoo ligt, vaardig , luftig 9 % |fö  LAMBERTUS BICKER JklOek zijn wij in eene frifche koutfé» De zenuwzieke lieden zelve bevinden zig altoos fterker, vlugger cn minder door hunne toevallen geplaagd bij ge* maatigd koud Weder , en in tegendeel flapper, neerflagtiger en ongcHelder, als 'er eene brandende hitte regeert. « Nooit kiaagen zij meerder over. loomheid, bedwelming, flaauwte, flapheid en drukking , zoo als zij het noemen , dan in de Hondsdagen , fchoon de lugc dan altoos merkelijk ligter is. -— In geene faifoenen zijn ook de benaauwheden* de hartkloppingen, de zwijmelingen, de bezwijmingen en opltijgingen zoo gemeen, als in den zomer. Daarenboven zijn 'er geene Landen, die uit eigener aart meer Zenuwkwaaien voortbrengen, dan de heete geweiten , de verzengde lugtftreeken» Dus getuigen 'er van alle Arabi- fche Geneesheeren , Aret^eus, Galenus, Bontius, Prosper Alpsinus, Avicenna en anderen (V). 't Is, volgens het gevoelen van geagte mannen, hieraan, toe te fchrijven , dat bij de volkeren van. die landen , alle de gemoedsdriften en hartstogten zoo veel heviger en toomloozer zijn, de verbeeldingskragt en het ge- (<0 Zie Loiuy de H^fflajicholia. Tom, I, Pag. 84^  'Over dr Zenuwziekte dér Nederlanderen. o.?? gevoel van welluft zoo veel levendiger en fterker zijn, clan bij andere Natiën. De Heer Montesqjeu (£) beeft het gezegd en de Heer f alconeu Qi) heeft het beveiligd , dat men deswegens de Climaten, in plaats van door de graadcn der breedte, door trappen van gevoeligheid zou kunnen onderfcheiden; en het is klaarblijkelijk, zegt de eerfte, dat de groote lichaamen en groote vezelen van de Noordfche volkeren minder Vatbaar zijn voor roeringen, dan dc teere vezelen van de volkeren der wanne Landflreeken ; de ziel der eerden is ook minder aandoenlijk voor gewaarwordingen: men moet een Mofcoviter geheel villen, om eenig gevoel in hem te verwekken. Om kort te gaan, alles leert ons, dat de koude een allervermogendfl behoedmiddel is tegen Zenuwziektens. Willen dan onze Landgenooten die kwaaien van zig weeren; dat zij hunne warme vertrekken en hunne verzengde haardfleden ontvlugten; dat zy zig in de open lugt begecven; dat zij hunne zwaare (i>) Dc 1' esprit des Loix Tom. pa;?;. 364;. £c) Remarks on the influence of Cliiö*£e &Cï ■ S 3  #3 Lambertus biceer re overrokken, hunne bonte pelfen afleggen ; dat zij hunne verdikkende de. kens en donfche bedden wegwerpen; met één woord, dat zij zig ontdoen van alle die broeijende en koefterende werktuigen, welke de Weelde voor hen heeft uitgëdagt, en zig alziiis aan de koude gewennen; zoo doende, zullen zij zig wapenen tegen den aanval van allerlei] kwaaien, maar inzonderheid tegen Zenuwziektens. De Heer Bioker heeft getoond , dat onze Lugt - en Landftreek, ten minften uit hoofde van derzelver koude, wel verre van eene oor* zaak dier ziektens te zijn, veel eer voor een Geneesmiddel van dezelven verftrekken kan. Ongelukkig voorwaar , dat men de fchikkingen der Natuur tot ons welzijn, zoo kennelijk, tot ons bederf dwarsboomt cn verijdelt! Het vierde is, een gefchikten Eetregel in agt te neemen. Dus noeme ik hier dien eetregel , waardoor men zig onthoud van alle die aangezette , verhittende en verflappende fpijzen, die ik boven §. XVI. als oorzaaken van Zenuwziektens heb opgegeeven ; waar door men zig bepaald tot eenvoudige, vafte cn verfterkende voedzels, tot voedzaame en weinjg verhittende dranken; waar door men  Over de Zenuwziekte der Nsdcrlanderen. 2.7-9 jnen alle overdaad in fpijs en drank vermijd en een bekwaamen, geregelden tijd aan zijne maaltijden befteéd. Dan dit zijn flegts de algemeene regels van die Dieët, welke rac.i houden moet, om de Zenuwziektens niet re voeden ; ik zoude veel te wijdioopig worden, hoe zeer het anders nuttig zijn zoude, indien ik treeden wilde in alle de bijzonderheden, die hiertoe betrekkelijk, zijn. Ik zoude voor zoo veele onderlcheiden klasien van menfehen ; voor lieden van allerleij rang cn voor maagen van allerleij gelieldheid, verfehillende fpijzen moeten voorfchrijven; .ik zoude alle de voorfehriften der kookkunft; alle de verfcheide fpijsbereidingen moeten veranderen cn verbeteren ; ik zoude alle de onderfcheidene kragten en uitwerksels van zoo eene verbaazende lijft van fpijzen en gcregten moeten aanwijzen en ik zoude voor perfoonen van bijzondere Handen en gefteldheden verfehillende regels van maatigieid moeten opgc-even; en waarheen zou mij dit alles vervoeren? — Laat het dan genoeg zijn , dat ik 'er in 't algemeen van zegge, liet geene de ondervinding mij zoo veele jaaren geleerd heeft. e— Geene fpijzen heb ik gevonden, meer gefchikt om Zenuwziektens voort te bren5 4 gen,  p cSo LAMBERTUS EICKER gen, en die zulks gereeder doen in zwakke, teergevoelige geitellen en in llappe maagen, dan de warme, wateragtigc; de Melkfpijzen; de SMipen; de vette, de lijrnige, llijmerige , mafje , ongaarè; de Zwaare paftijen en andere gebakken, de Pan-en Ölijkoeiien, Vleefeh, Vifch en Moeskruiden, gefruit of in boter gehoofd; of Gebakken, de Room , de vellen en pooten van Dieren; eenige Visfchen, als Aal, Paling, Zalm, Schol, Rog, enz. X'erderde zoete en zuure; allerleij Confltuuren en Zuikergebakkcn; allerleij in zuur ingeleide Vrugten van allerleij zoort; de Afpergies, Komkommers, Knollen, enz , en eindelijk te hard gerookte, gedroogde en gezoute fpijzen , inzonderheid Zalm , Bokking, gedroogde Schollen enScharren,oud,hard gezouten Vleefeh en Spek , enz. Daarentegen heb ik geene fpijzen gevonden , bekwaamer om de gefchiktheden tot Zcnuwkwaalen voortekomen en te verbeteren, dan drooge, voedzaame, eenigzins vatte en hartige fpijzen, Vleefeh van allerleij natuur, allerleij Wild, inzonderheid gebraden Rundvleefch en gekookte Ham, min of meer gezouten en met moftert of peper gegeeten , allerleij Zee - en Riviervifch, de. ^ovengenoemde uitgezonderd; zelfs Zou-  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 28 r 'te - en Stokvifch; zagt gekookte Eijeren, goede oude Kaas; de Veldvrugten, vooral Rijft, Gerft, goed gerezen Tarwebrood, de Peul vrugten, de Aard vrugten en drooge, eenigzints prikkelende Moeskruiden, Peulen, Koomfche Boonen, Envten, Snijboonen, Princesfeboonen, Peen, Aardap* pelen , Suikery , Cellerij enz. met één woord, de oude Hollandfche koft, waarbij onze Voorvaders zig zoo wel bevonden ; waar bij de Boeren en Burgers zig nog wel bevinden en waar van de zenuwzieke lieden zelve de heilzaame uitwerkingen gevoelen, zoo dikwijls zij zig tot deeze fpijzen bepaalen. En wat de drank betreft, alle Wijn, op of bij het eeten gebruikt, is fchadelijk voor maag, herslenen en zenuwen , voornaamelijk de zoete, de zuure en de geeftrijke wijnen; de befte zijn de roode en de Maderawijn , maar \ veel beter is goed voedzaam Bier en nog veel heilzaamer zuiver koud Water. Van de {Thee; 'Koffij enz. vooral na de maaltijd gedronken, heb ik te veel verderfelijke gevolgen aangewcezen, om 'er eenige toegeefelijkhetd omtrent te gebruiken ; men moet die en alle warme, wateragtigc dranken volftrekt nalaaten , wil men niet zenuwziek worden, of zulks reeds zijnde, S 5 zig  '£.$2 LAMBERÏÜS BICKER zig herftellen. — Laatendan onze Landsgenooten, zoo zij de Zenuwkwaaien van zig begeerenaftekceren cn niet te voeden, uit dien opgaaf van fpijzen en dranken eene verflandige keuze maaken; laaten zij bunnen eetregel rigten naar al het geene ik er boven van gezegd hebbe §. XVI, maar dat zij te gelijk altoos demaatigh'eid in agt neemen; dat zij meer eeten, om hunnen honger, dan om hunnen fmaak te voldoen; dat zij de maat hunner voedzels evenredigen naar hunne kragten en naar den arbeid,dien zij verrigten;dat zij weinig Wijn drinken; dat zij die niet drinken, dan tot hartverfïcrking en vervrolijking, en niet dan op tijden, als de maag van fpijzen ledig is; dat zij deeze met geene te groote verfcheidenheid van fpijzen opvullen; dat zij op geregelde tijden eeten en hunne maaltijden kort maaken; d'St zij voor en na dezelven zig de vèreifchte beweeging geeven, en dat zij zelden te gaft gaan ; zoo doende, zullen zij zig eene goede, gemakkelijke fpijsverteering bezorgen, zonder welke het onmogelijk is, van Zenuwziektens bevrijd te blijven, en, zoo doende, zullen zij tevens duizenderleij oorzaaken ontwijken, waar uit die kwaaien dagelijks geboren worden. —- Nie-  Over de  V I Over dé Zenuwziekte der Neiertonderen. $dt, ièn, maar dit wil ik, dat minder menfehen leezen en ftudeeren; dat bijzonder, zwakke, teere en zenuwzieke perloonen 'er zig van onthouden; en dat de Geleerden en beoeffenaars der Konften en Wetenfehappen minder fterk , eli meer geregeld hunnen geeft oeffenen, en, dat zij vooral hunne nagtruft 'er niet aan. opofferen. De flaap is de getrouwe herfteller der verloren kragten, en, als 't ware, de fleutel, die de veeren van onsuurwerk , de zenuwen , dagelijks opwind; zij geeft , door ontfpanning en ruft, de verrekte veerkragt weder aan de hersfenen, zenuwen en vezelen ,■ en zij voed, verfterkt en verfrift ziel en lichaam. Het lang waaken daarentegen verfpilt de kragten en levensgeeften; verrekt, verlamt cn prikkelt de zenuwen en vezelen ; beroert den omloop des bloeds; vermoeit, verhit en ontftek de hersfenen en maakt den geeft kwijnende' en verdrietig en baant dus den weg tot allerleij Zenuwkwaaien, 't Isfonï dit alles , dat ik een geregelden, en gerüften' flaap ook moet aanprijzen als een der' heilzaamfte Behoed-èn Geneesmiddelen dier ziektens, inzonderheid voor die al Xg werkzaame geeften , die door geduurig  30a LAMBERTUS BICKEÉL lig nagtblokken zig uitputten , en tévens voor dat zoort van ongeregeldlee-s vcnde lieden, die door geftaadig nagt= braaken zig naar ziel en lichaam beder» ven ; die dagelijks de orde der Natuur" omkeeren, die van den nagt hunnen dag maaken; die het beneden zig en te laag' fchiinen te oordee.'en, door dezelfde toorts verligt te worden, welke het geheel al Verligt; die zig inbeelden, geen vermaak tc l uimen genieten , dan wanneer al het cvenge van de iNatuur Oaapt , en die voor hunne begurftigde buren neemen, die van den boosucender, wei- e onbekend wil zijn, of van i et wild gedierte j 't welk in de fchaduwe der donkerheid op zijnen prooij aanvalt. *— De vermaaken, zoo wel die der letteroefrëning, als de zmtuigeiijke, binden zig aan geene gezette uuren , wij zeiven verbinden die 'er aan en het hangt geheel van ons af, dezelve te verfchikken. Het is niet ïioodzaakeiijh, cm zig te oeiYenen,,nog om zig te vervrolijken , dat de Zon haaren loop geëindigd hebbe; de eene en andere dier Vermaaken zijn altoos zoo veel levendiger cn genoegelijker en men heeft 'er langer genot van, hoe men die meer verbindt aan uuren, op welken zij aan de' gezondheid het. minft fchaadea kunnen. —1 Da»  tver de Zenuwziekte der Nederlanderen, 30$ Dan ik moeb mij hier wederom bepaalen : hun , die van de noodzaakelijkheid en nuttigheid eener ongeregelde letteroeffening en van alles , wat daar toe betrekkelijk is, verder willen overtuigd en onderrigt zijn, raade ik te leezen de Verhandeling van den Heere Tissot over de gezondheid der Geleerden. De verdere Vooibehoedmiddelen, waar van ik iets diende te zeggen, gelijk 't koud Water, het Bad en die, welke betrekking tot het gebruik der Geneesmiddelen hebben , zal ik tot het volgende Onderdeel deezer Afdeeling bewaaren, en ik zal dus dit onderzoek der Voorbehoedmiddelen befluiten , met 'er alleen nog omtrent aan te merken, dat zij alle tevens zeer Vermogende hulpmiddelen zijn, om diegeneezing der Zenuwziektens te bewer* ken, tot welke ik nu overgaa* XXX, Zoo ik mij niet bedriege, bedoelt het Genootfchap geene andere geneezing, dan die men de Algemeene noemt, welke in allerleij zoort van Zenuwziektens te pas komt, ten minften in die, tot welke het voorflel, volgens het geene ik boven §. VI. betoogd heb , oas bepaalt, die  §È>4 LAMBER.TUS BICKÉ& die naamelijk uit eene verzwakking en tèf groote of te geringe gevoeligheid en piik> keibaarheid der zenuwen en vezelen haaren ooripronk neemen, en geVolgh'jk dé geneezing der enkelvoudige Zenuwziektens , Hijpochondrie, Vrijfterziekte en Melancholie §. IV. liet is klaar; om deezé Zenuwziekten^ te geneezen, moet men Eerlt, de voorfchikkende Porzaaken §; VI. verbeteren , of het geene het zelf» de is, de zenuwen en vezelen vertierken, min of meer gevoelig en prikkelbaar maaken,' en Ten anderen, de prikkèlende of daade-" delijke opwekkende oorzaken der Zenuwziektens §. VII. wcgneemen. Gm nu hét eerfte Geneeskundig oogmerk te bereiken, moet men alle de aanleidende oorzaaken, welken ik in dé tweede Ardeeling heb aangeweezen, vermijden of Verbeteren, en te gelijk alle die Voorbehoedmiddelen in 5t werk ftellen^ welken ik hier vooren heb opgegeeven j cn dit zelfde oogmerk word ook verkregen , door verfcheiden van die Genees-' middelen, weiken anders meer gefchikt zijn, om aan het laatfte Geneeskundig Oogmerk te voldoen, terwijl tot dit laatfte oogmerk ook kragtdaadig diénen dé É#d>*  t Over Je Zenuwziekte der Nederïöndcren, 305 middelen., waar door men het eerfte óógmerk bereikt; Daar fchiet derhalvert ter beantwoording der voorgeftelde Vraage alleen nog voor mij over, dat ik die Geneesmiddelen aan de hand geeve, welke de bekwaamde zijn, om de zenuwen en vezelen te verfterken en te verharden , als zij té gevoelig eri te prikkelbaar zijn; of hunne gevoeligheid en prikkelbaarheid te vermeerderen, als deéze te gering zijn, en óm de aanleidende of opwekkende Oorzaaken, waar uit de Zenüwizektens en Zenuwtoevallen geboren worden , weg te neerpen of te Verbeteren, en dat ik aantöone, op wat wijze zij tot deeze eindehs het beft gebruikt worden.- XXXh De Geneesmiddelen, om Zenuwziek- CoJ6rta^, tèns te herftellen , verdeelt men te th/ïuPM* rëgt iri twee klasfen , in Zenüwvefjlèï*v kende , en in Zénuwbédciarend* öf wel £lHjaaü% Krdmpftillendé middelen. MtispaM». Tot de eerfte klasfe behóorèri, befialVen het koude Bad , de Wrijvingeri en Zwagtelirigeri, voornaamelijk de Kina, ■hei Sta^l eri de Mirieraale Waterenj vpr» V der-  30Ö LAMBERTÜS BICKB* jj*Zm üer de oittert Maagmiddelen, voor al het Quajjia. Qfiasjij - hout , de Gentiaanwortel, de tiara Gtn' S'lantswortel, en de Toppen van het kleiR'ti'x Ht. ne lionderd - guldenkruid , en eindelijk isrii. (je welriekende Geneesmiddelen , bijzonc™taurT der de Kaneel^ de ?W//e Kaneel , de Owjwow. rangejchillen en bladen , de Pepermunt, ^r«n«t en het vedaarend zoup van HemiriDukis!' verg, die bij hun krampftillend vermoSai Jtdatu gen te gelijk de ontfteeking cn het rot7tr°ü.m' ^ bederf kragtdaadig tegengaan, welke beide door de meefte andere Zenuwmiddelen fterk zouden aangezet worden, en deeze zelfde middelen zijn meelïentijds ook de veiligfte, wanneer die toevallen zig bij vèrftoppingen van de ingewanden van borft of buik paaren , hoewel men in deeze gevallen zomtijds ook zonder fchade en met voordeel eenige windbreekende Waters , Geeften of ïincfuuren met geringe giften gebruiken kan. XXXIV. De derde, en niet min gewigtige, oplettenheid , die men behoort in acht te neemen , eer men tot het gebruik dier Zenuwmiddelen zig bepaalt, is, dat men wel moet kennen de voorfchikkende oor- zaa*  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 313 zaaken dier Zenuwziekte, tot welker geneezing men geroepen word. Ik heb §. VI. aangetoond, dat voor-» fchikkende oorzaaken der Zenuwziektens zeer verfehillende en zomtijds geheel fff ij, dig zijn; dat zij zomtijds zoo wel uit eene te fterke fpanning, opkrimping en verdrooging voortkomen, als zij dikwijls uit verflapping der zenuwen en vezelen ontllaan. —— Men heeft derhalven flegts gezond verHand noodig, om te begrijpen, dat men in die verfehillende gevallen eenerleij midde- , len geevende, zeer veel nadeel aan zijne lijders kan aanbrengen , en egter word 'er tegen dit beginzel zeer dikwijls gezondigd , zoo wel door Geneesheeren, als door ongewijde en onkundige lieden. Sedert eenige jaaren is het een algemeen vooroordeel geworden, dat de Zenuwziektens en de daar dikwijls bij gepaarde gebrekkige en moeijelijke fpijsverteering louter van verzwakte zenuwen en vezelen en van verllapping der maag afhangen en gevolglijk, dat men, om dezelven te geneezen, alleen verfterkende Zenuwmiddelen en verwarmende, windbreekende Maagmiddelen gebruiken moet. Dan dit is eene kennelijke en zeer verderfelijke dwaaling; uit dezelve  £16 l4mbertus bickeb. ve is gefprooten dat verkeerd gebruik van verwerkende huismiddelen, waarvan ik §. XXXI- gewag gemaakt heb, en waar bij ik hier nuttig oordeel te voegen, 't geenede Heer Tissot, betrekkelijk het algemeen gebruik der Maagmiddelen, aangemerkt heeft: de oorzaaken, zegt hij (V), die de fpijsverteering ontvellen en bederven, zijn meenigvuldig en de ontfteltcnisfen zelve zeer verfehillende; en het is egter niet, dan door middelen, die gerigt zijn naar de verfcheidenheid van die beiden, die de naaste oorzaak aantalten , dat men flaagen kan in dezelve te heriteilen. JVhiar zelden handelt men in gevolge dit beginzel, ten miniten de lieden, voor welken ik fchrijve, vallen dikwijls ten deezen aanzien in eene verderfelijke dwaaling. De meelten verbeelden zig, dat eene maag, die niet wel verteerd, die na het gebruik der fpijzen, bezwaard met winden, opgefpannen , benaauwd is , enz. eene verzwakte maag is, en dat men derhalven om die te heriteilen, alleen verwerkende en windbreekende Maagmiddelen gebruiken moet. Van daar die meenigte hee- fa) Ra-jdgcevinfj voor dc gezondh. der groot* eq rijke lieden bladz. 445 en vervolgccs»  Over de Zenuwziekte der Nederianieren. %if heeté -Geneesmiddelen ; zoo veel Maagpoeders , Conferven, Wijnen, Elixirs, Pillen, overgehaalde Wateren, enz< meeft al uit heete Specerijen , bittere Wortels of Extracten, brandende Geeften, en Staal bereid, en een aantal andere drogerijen, die veeltijds even zoo gevaarlijk zijn, als zij met ophef aangepreezen en met gree- tigheid doorgezwolgen worden. Van daar ook dat fchadelijk gebruik van het Pepermuntwater , 't welk zedert eenigen tijd uit Engeland tot ons overgebragt en tegenwoordig zoo algemeen misbruikt word. Het is zeker een goed Maag- verfterkend en Windbreekend middel, als men het, genoeg verflapt en niet te dikwijls, inneemt; maar wanneer het zoö fterk is, als men het gewoonlijk gebruikt, en indien men 'er zig dikwijls van bedient , is het een zeer verderfelijk middel, dat de maag, om zoo te fpreeken, toefchroeit en verbrand; ook heb ik 'er meer dan één gekend, die 'er zig ongelukkig door gemaakt hebben. De verkoeling, die het in de mond geeft, is bedrieglijk ; deszelfs fcherpe olij, waar aan het al zijne kragt verfchuldigt is, doet de zenuwtepeltjes der tong zoo geweldig aan, dat hun gevoel verdooft, en het is  ' 318 LAÜBERTUS BICKES. is deeze uitwerking, die men * door ófte kunde, verkoeling noemt en die een ij^ der veel eer leeren moeft, dat 'er niet dart verderfelijke gevolgen uit ontllaan kunnen, indien het op diezelfde wijze de zenuwen van de darmen aandoet $ waar aan niet te twijfTelen is. Terwijl men tevens vaftftellen moet, dat de heete Maag •'elixers , de Peperkorrels, de fterke Conjak- brandewijn en zoortgelijke artzenyen op dezelve nadeelige wijze werken,als zij, onvoorzigtig en zonder onder- feheid, toegediend worden. Zulke middelen, met oordeel gebruikt, komen gewisfelijk te pas 5 als de oorzaak van eene gebrekkige fpijsverteering * louter zwakheid der maag is * gelijk het bij Voorbeeld is bij lieden, die zig in het drinken van warme wateragtige dranken en flappe voedzelen hebben te buiten gegaan. Edog niet zelden hangen de ziektens der maag bij aanzienlijke en rijke lieden* van geheel ftrijdige oorzaaken af, of daar gaan ongefteldheden mede gepaard , welke het gebruik van zulke Middelen zeer fchadelijk maaken i Gebrek van fpeekzel of van maagzap te groote dikheid of fcherpte deezer feheivogten * ftrakheid van de vezelen  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 31$ der maag , deszelfs zenuwen ontlleld, te zeer geprikkeld door nagtwaaken, dooc verdriet en verveeling, feherpe Ipijzen en dranken, overdaad, een ontltooken Gak, eene verftopte Lever en andere oorzaaken, welke veel gemeener zijn bij de lieden van den eerften , dan bij die van den laatlten rang , verwekken bij hen ook veel gemeener kwaade fpijsvertee* ringen en andere Maag - en Zenuwziektens , dan de zwakheid en verflapping van dit ingewand. — Deeze verfcheidenheid der oorzaaken , is de reden , dat de ontftelde maag van zommigen door dit, en van anderen door dat middel, herfteld word. Deeze heeft zig geneezen door dagelijks een befehuitje , m brandewijn geweekt, te neemen;, die door een Maag-elixir te gebruiken; een derde door heele Peperkorrels in te flikken; een ander door Rhabarber te kaauwen, enz. en ieder , gelijk het gewoonlijk gaat, prijft een elk, als onfeilbaar en algemeen heilzaam, aan, het middel, daar hij zig het beft bij bevonden heeft: dog tegen één, die hij er voordeel mede doet, bederft hij tien anderen , om dat hij tusfehen de verfehillende oorzaaken, waar uit één en dezelfde kwaal kan ontllaan, feen onderfeheid weet te maken. Eis  •320 LAMÉERTUS BICK&fc En dit is ook de reden , waarom mén Zulke lijders door Verfterkende Zenuwen Maagmiddelen zoo dikwijls ongeftelder en zieker maakt, en waarom men hen niet geneezen kan* dan door eene Verflappende Dieet, en zoortgelijke Geneesmiddelen; door onthouding naamelijk van Vlcefchfpijzen , van Eijeren * van Choeolaad, van Sauzen , van alle vet'hittende Dranken en door alleen1 te leeven van Moeskruiden, Vrugten , zoet Wei, Gerften water, Limonade, flap Höeridernat, enkel Water , door hun verzagtende Clijftecfen te zetten, zagte Purgeer- tn zomtijds Braakmiddelen in te' geeven , op een ander tijd adertelaaten * bij -wijlen warme Voetbaden te laten gebruiken , en hen matig warm te houden: alle middelen, die de Zenuwtoevallen kennelijk beuaaren en den eetluft en fpijsverteering krachtdaadig heriteilen ; wanneer verfcheiden omftandigheden zamenloopen, om de ingewanden en zenuwen tot droogheid, tot inkrimping * tot hitte en tot ontfteeking te voorfohikken. In de daad, zegt Tissot (wiens raadgeeving ik hier voordraage , en die ik door eigen 'ondervinding zoo mècnigmaal beveiligd zie) zenuwen, verhard en geprikkeld door een te fterk gebruik van Specerijen, of Wij*  Oiier (ie Zenuwziekte der Nederlanderen. gat Wijnen heriteilen zig niet door het geIbcuik van Duivelsdrek of geeftige Tinctuuren , middelen nog veel fcherper, dan de lterfclte Speceryen en de geeftrijkfte Wijnen: zenuwen, verdroogd door het misbruik van het Eau de Barbades* van het Marasquin, van fterke dranken, van liqueuren , van Pepermunt - water, enz. laaten zig niet bedaaren door het veel gebruiken van Tincluur uit Gentiaan i Valeriaan wortels , Bevergeil $ of Barnlteen , door het Elix* van Vitriool, of het Eau de Carmes ; maar deeze Geneesmiddelen, zoo fchadelijk in die gevallen , doen zeer veel goed in zulkeh, waar in verflapte vezelen , een waterag-. tig en verarmd bloed, de waare oorzaaken van de kwaal zijn; en de gevallen van de eene en andere natuur doen zig dik" wij Is op. Eene andere dwaaiïng, Waarin zommige Geneesheeren , uit gebrek van de voorfchikkende oorzaaken wel te onderscheiden , gevallen zijn, is die van den Heer' Pomme, die alle Zenuwziektens? van de te groote fpanning , droogheid en opkrimping der zenuwen afleidende* 'er geene andere middelen tegen wil gebruikt hebben* dan die de, Zenuwen verX lUr>  32£ LAM BERT US BICKER flappen en ontfpannen, gelijk de zoo even genoemde Diëet en Geneesmiddelen , en vooral her. drinken van eene groote hoeveelheid van zuivere wateragtige dranken en-herhaalde warme en koude Baden. —— Deeze Geneeswijze is buiten twijffel uitneemende, wanneer eene fcherpte van vogten , eene fpanning en droogheid van "zenuwen en vezelen, eene ontftoken verdikking van bloed en bederf van gal , de overhand hebben, en in zulke gevallen heb ik 'er zoo wel, als de Heer Pomme , de gelukkigfte gevolgen van gezien, en de fchoonfle geneezingen mede uitgewerkt; maar zoo heilzaam als zij in deeze gevallen is, zoo fchadelyk is zij in die, waar in de verflapping van zenuwen en vezelen de waare voorfchikkende oorzaak van Zenuwziektens is, gelijk zij zulks is, volgens het geene ik boven betoogd heb, in de meefte Zenuwziektens, die in ons Land zoo aanmerkelijk vermeerderd zijn. Het is dan onbetwiftbaar; de Verfterkende middelen hebben, zoo wel als de Verflappende , hunne bepaalde toediening in Zenuwziektens, en het is geenzin ts onverfchillig, tot Welken van dezelven men in de geneezing van die ziekte  Over de Zenuwziekte der Nederlander th\ ^ag zig bepaalt; en het blijkt dan ook tevens* dac de eigenlijk Verfterkende en Krampftillende Zenuwmiddelen, die ik §, XXXL heb opgegeeven, alleen te ftade komen, wanneer men verzekerd is, dat 'er eene verflapping van zenuwen en Vezelen plaats heeft. -—* De tekenen, Waaruit men zulks weeten kan, moet men in de eerfte Afdeeling zoeken. Laat ik hier bij voegen, dat 'er egter gevallen zijn, waarin men die twee Itrijdige Ge* neeswijzen in een zekeren zin moet weeten te paaren s en dat er andere vopröko* men, in welken men de eene op de an* dere moet laaten volgen» Maar het is niet, dan door eene langduurige ondervinding en eene groote oplettenheid, dat: men die gevallen leert kennen en onderfcheiden. Edog dan nog, wanneer men al over* tuigd is , dat 'er eene verflapping van Zenuwen plaats heeft, is het niet even eens , welke van de twee klasfen die? middelen men gebruikt. Ik heb §. VI. doen zien, dat die verflapping in eehigö gevallen van Zenuwziektens, gtiijk in die der Vrijfterziekte, gepaard gaat met eene te groote gevoeligheid en prikkelbaarheid van zenuwen en vezelenen in anderen, gelijk in die van de Hypochon*  |24 tAMIERTU S BICKER , met eene te geringe gevoeligheid dier deelen. Dan het is niet moeijelijk or> te maaken, dat de Prikkelende en Verhittende middelen van de laatfte Clasfe nier. zoo dienfeig zijn, in de gevallen van de eerfte , als wel in die van de laatfte . "oort; zelfs de Kina en het Staal, fchoon geenzins verhittende en weinig prikkelende, vind men dikwijls, gelijk ik ftraks toonenzal, fchadclijk, wanneer'er eene te groote prikkelbaarheid plaats heeft; hoe veel meer dan de heete Gommen, enz. dog, zonder dat, zijn zij in beide die gevallen de heilzaamfte Geneesmiddelen van de meefte Zenuwziektens, uit verflapping ontftaande. Wanneer de voorfchikkende oorzaak, eene te groote gevoeligheid en prikkelbaarheid bij voorbeeld, alleen of voornaamelijk in eenig bijzonder deel plaats heeft, in het hoofd, in de maag, of in de teeldeelen , enz. gelijk dit niet zelden voorkomt, dan zijn, benevens de(inr wendige Zenuwmiddelen, ook de uitwendige plaatselijke Zenuwmiddelen doorgaans van zeer Veel nut. De fcheele"Hoofdpijnen, Hoofdraaijing, enz. ziec men dikwijls wijken alleen door de bekende uitwendige Hoofdverfterkende middelen, door opfnuiving van Azijn , of vlug.*  over de Zenuwziekte der Nederlander en. 335 vlugge Krampftillende middelen , en ik heb die dikwijls enkelijk geneezen door de wasfing van het hoofd mee koud water, terwijl alle broeijing van her hoofd dezelven verergeide'. De bekende Pijnen Krampftillende maagpleilters en andere aanlegsels doen gemeenlijk zeer veel dienft in de krampachtige maag-en darmpijnen. De te groote gevoeligheid der teeldcelen en dc daaruit ontltaane Vrijfterzieke toevallen, Baar moeder sdol-Ffrof uteheld, fVitt.eyloed , en willige ontlaftin- plwaibur. gen yan hei Zand des nagts , enz. heb Poiimior.'is ik meermaalen gelukkig herlteiJ door de ,u,aur"*■wasfing dier deelen met koud Water of het koude Rad , gepaard met de vereifchte Zenuwmiddelen , cn vooral met het gebruik der Camfer , die in deeze gevallen een bedaarend en gencezend vermogen toont te bezitten. — Hoe men zomtijds de aanvallen van Bezwijmingcn, van Vrijfterzieke vlaagen, Vallende ziektens , van pïaatzelijke krampagtige pijnen en ftuiptrekkingen, enz. m hun begin fluit door befprenging met koud Water , door toehaalingen van den buik, door bindingen der ledemaaten, doorfirijdigc gemoedsaandoeningen, is te wel bekend , dan dat ik er mij mede zou op~ X 3 hou-  $ 'ggS LAMBERTUS B1ÖK ER houden en behoort meer tot de genee*. zing der bijzondere Zenuwziektens, welke hier niet geëifcht word, Dan hoedanig ook de zenuwtoevallen zijn mogen, om welken te behandelen men geroepen word , men moet zig, in het toedienen van in-en uitwendige Zenuwmiddelen, altoos regelen na het onderfcheid der voorfchikkende oorzaaken, zal men in het bedaaren en geneezen derzelven wel flaagen, XXXV, Eene vierde oplettenheid, die mede ten hoogfte noodzaaklijk is in het toedienen der eigenlijke Zenuwmiddelen, is, dat men, bij de voorfchikkende, ook de aanleidende, de opwekkende of prikkelende oorzaaken der Zenuwziektens kennen moet. Dan deeze oorzaaken zijn fchier zoo menigvuldig, als de gevallen van Zenuw-? ziektens verfehillende zijn, en dus zou ik hier een zeer wijd veld moeten afloopen, indien ik die alle verhandelen wik de. Ik denk, dat ik voldaan zal kunnen , met alleen eenige van de meeft; voorkomende aan te roeren,  'Ovtr de Zenuwziekte der Neder■ kinderen. 32? Zeer dikwils huisvefl de prikkelende oorzaak van de enkelvoudige Zenuwziektens in de maag en darmen, en veeltijds zijn het fcherpe, onverteerde of onverteerbaare ftoffen, Zuur, bedorven Gal, Raauwigheden en zomtijds Wormen. ■ In alle deeze gevallen zou men zeer verkeerd handelen , offchoon men verzekerd ware, dat er eene verllapping en te groote gevoeligheid van maag en darmen plaats hadden , als men terftond Verfterkende en Krampftillende middelen voorfchreef. Voor dat men daar toe komt, moet men de prikkelende oorzaaken eerft verbeteren of ontlaften door zagte Braak-of Purgeermiddelen, door Zuurtemperende of Wormdoodende middelen, enz. welke menigwerf de zwaarfte toevallen tot bedaaring brengen, alleen door de prikkelende ftof uit te dry ven. In een Gal-kolyk bijvoorbeeld, worden de Coika hevigfte darmpijnen , de onlijdelijkfte °-f8, kramptrekkingen in de beenen en de geweldigfte braakingen het beft geftild door den Braak wortel en de Rhabarber, en dee- &adiX rpt, ze, gepaard met de Kreeften-oogen, geneeft bijkans onfeilbaar de vinnige pij- wua' nen en krampen en zelfs de lammigheid van het Kolijk van P-eitou, daar die zelf Coika Pifi 4e middelen, vooral het eerfte, de pijnen, tonm. X 4 be-  3^8 LAMBERTUS BICKER* benaauwdheden , enz. van een zuiver mï!c/pai %ramPkiïijk zekerlijk verzwaaren zouden. — Edog daar zijn verfcheiden gevalien van deeze en andere natuur, waarin de hevigheid der Zenuwtoevallen vordert „ dat men, eerft of te gelijk, eenige der Kramp-en Pijnllillende middelen gebruike, gelijk het Opium , het pijnftillend vogt van Hoefman, het bedaarend zout van Homberg cn zoortgclijkc, hoewel deeze drie , en vooral het eerfte, in de meefte gevailen, waarin men eerft den fanxys- aanval der Zenuwziektens of Zcnuwtoems' vallen moet tegengaan, de gefchikfte eni vermogendfte werktuigen zijn in de hand van een kundig en ervaren Geneesheer, die hij daarom altijd in gereedheid hebben moet; dewijl hij met deeze alleen dikwijls de verfehrikkelijkfte pijnen , krampen en ftuiptrekkingen ftillen, zijnen lijderen eene aïleraangenaamfte verligting' toebrengen , en zelfs hunnen geeft verwonderlijk bedaaren en opbeuren kan. Wanneer egter deZcnuwziektcns een'ge* Volg zijn vandijmige, lijmige ftoffen in de eerste Wegen en deeze uit vcrllapping der maag en darmen ontllaan , of 'er mede gepaard gaan, dan zijn bijzonder nuttig, de Gommen , die tc gelijk verfterken „ priki  Over de Zenuwziekte der "Nederlanden». 329 prikkelen , de flijmen vcrdeelen , dc werkzaamheid der ingewanden vergrooten, en de krampen lallen, om al hec welke zij ook zeer veel dienlt doen, als de Zenuwziektens uit een verflijmd, ongedaan, verarmd bloed en uit eene te geringe werkzaamheid van het hart en bloedvaten ontdaan. Niet zelden fchuilt de prikkelende oorzaak in het bloed en de andere vogten , en is of eene kwaade gcfteldheid derzelven, of eenige fcherpc ftoffe, met dezelve omzwervende, die zomtijds eene jigt-ftof is , zomtijds de ftof der belemmerde uitwaasfeming , zomtijds de terug gellagen of niet uitgekomen ftof van eenig uitflag, bijwijlen het gif van^eenige befmettelijke ziekte, Pokken , Mafelen» Roodvonk , enz. in alle die gevallen eifcht de geneezing der Zenuwziektens, dat men 'er geen verhittende nog zeer prikkelende middelen in gebruike; dat men de Zenuwtoevallen door verkoelende, bedaarende Zenuwmiddelen ftille; dat men de prikkelende , fcherpe ftoffen uitdrijve cn verdere kwaade hoedanigheid of fcherpte der vogten verbetere: tot de twee eerfte oogmerken doen in veelen van die gevallen een groot nut X 5 de  330 lambertus bicker dc geeft van .Salpeter , het pijnftillend vogt van Hoffman , het Opium , de geelt van Minder er, de geeft van Hartshoorn en inzonderheid de Camfer en zomtijds ook de Spaanfche Vliegen, De aanwijzing der middelen tot het laatfte oogmerk, komt hier even zoo weinig te pas, als de geneezing van alle andere ziektens. Alleenlijk kan ik niet voorbij, hier aan te merken, dat ik met Whytt O) in eenige jigtige en andere gevallen , waar in de Natuur te zwak fcheen, om de fchadelijke ftoffen naar buiten te werken, en waarin uit deeze oorzaak Zenuwtoevallen ontftonden, van de Kina en andere bittere middelen zeer goede uitwerking gezien heb , vooral in lieden beneden de veertig en vijftig jaaren. Veeltijds ontftaan er aanmerkelijke Zenuwtoevallen op het einde van zwaare ziektens, wanneer de Natuur poogingen doet, om de Scheiding der ziektens te bewerken en de ziekelijke ftof door eenige ontlaftwegen of anderzins uit te werpen,* in deeze gevallen zouden de Verhittende Zenuwmiddelen allerverderfelijkft zijn; de Bedaarende zijn 'er alleen nuttig in, wan» (o) Verhand, der Zenuwzieke, Bladz. 2j<5%  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 331 wanneer de Natuur te hevig werkzaam is, en de Kina en anderen, wanneer haare kragten niet toereikende zijn. Niets is gemeener, dan zenuwzieke toevallen te zien ontftaan uit eene eenvoudige Volbloedigheid der vaten, byzonder uit die, welke men Volbloedigheid naar Pietimt de kragten noemt, waarin het bloed de°' v,m' vaten, die dan krampagtig zamengetrokken zijn, en dus ook de zenuwen te veel fpant, 't welk meermalen voorkomt in jonge bloedrijke meisjes, die de Stonden weinig hebben; in zwangere Vrouwen en in Vrouwen, bij wie, wegens haare jaaren, die ontlaftingen een einde neemen , terwijl bij de eene en andere ook zomtijds eene bijzondere Ophoo- Congefth ping van bloed in de baarmoeder de oor- Slr&uini*> zaak der Zenuwtoevallen is. In die gevallen zijn de aderlaatingen , de zagte Buikopenende en niet Verhittende KrampIrillende middelen de bekwaamfte, om die toevallen te doen ophouden, en de overige Zenuwmiddelen van beide de klasfen zijn 'er fchier altoos nadeelig in. Zulks zijn ook in Zenuwtoevallen, die uit eene verhitting des lichaams , ontfteeking van het bloed, uit ophooping deszelfs in eenig ingewand, in dc Jiersfenen, baarmoeder, enz- geboren wor-  33* LAMBERTUS BICKE* worden, vooral in langduurige en hevige ftuiptrekkingen, die het bloed mee geweldnaar de hersienen voeren; in alle die gevallen is de Geneeswijze der ontfteeking, en bijzonder de adcrlaating van een uitneemenden dienft ; welke ook daarom in zommige gevallen van Vallende Ziekte van veel meer nut is, dan alle Krampftillende Zenuwmiddelen. Bijaldien de Zenuwtoevallen of ziektens een gevolg zijn .van eene belette uitwaasfeming, gelijk men dit in ons Land zeer dikwijls bij zenuwzieke lieden ziet, of wanneer zij voortkoomen uit de opftopping van eene andere natuurlijke ontlafting, van den afgang, de pis, het zand enz. of van eene onnatuurlijke ontialling als den witten Vloed, Aambeijcn, enz, of van eene konitige öntlaftirig , gelijk van Etterdragt , enz. in alle die gevallen is de algemeene regel , dat men do opgeftopte ontlafting , waaruit die Zenuwtoevallen ontftaan, hcrftelle. Het zou overtollig zijn; hier aan tewijzen, welke, in ieder dier ontlaftingen , daar toe de gefchikfte middelen zijn; welke zweet - purgeer - en pisdrijvende middelen, enz. zulks is den Geneeskundigen overvloedig bekend en behoort niet regtss itrceks tot dc geneezing van Zenuwziektens,  Over de Zenuwziekte der Nederlenderen. 333 tens. 't Zal genoeg' zijn, in 't algemeen 'er van te zeggen, dat in de meefte van die gevallen alle lterkprikkelende en verhittende Ontlaftmiddelen zeer nadeelig zijn, om dat in dezelven de zenuwen en vezelen doorgaans zeer prikkelbaar en het bloed tot verhitting , of tot bederf geneigt is, en dat om de Zenuwtoevallen 'er in te bedaaren , de meergemelde Verkoelende en Pijnftillende midlen de veiligfte en dienftigfte zijn. Maar zeer dikwijls zijn de Zenuwziektens of Zenuwtoevallen de gevolgen van eene opftopping der Stonden en dit geval vereifeht eene bijzondere oplettenheid. Zomtijds gaat 'er ook mede gepaard eene zekere volbloedigheid, of eene bijzondere ophooping van bloed in de baarmoeder, die als dan, benevens het gchecle zenuwgeftel, in zoo eenen ftaat van prikkelbaarheid is, dat men die toevallen zekerlijk verzwaaren zou, indien men Verhittende en zelfs Verfterkende Zcnuwmiddelen gebruikte, om dezelve te ftillen, die ook om dezelfde reden zeer fchadelijk zijn , ingevalle die opftopping het gevolg is van eenige gemoedsdrift. In het een en ander geval zijn het meeft aanteraaden de Krampftil- len-  334 laMBertus bickeu lende middelen, die niet verhitten , be* nevens de voetbaden, de beweeging, de zagte wrijvingen van rug , lendenen en dijen en zomtijds kleene aderlaatingen. Maar wanneer die opftopping en de daar uit vloeijende Zenuwtoevallen het gevolg zijn van gevatte koude, lang waaken, of van eenigen misflag in fpijs of drank, kan men een weinig meer prikkelende middelen gebruiken, welken met de Gommen, de Staalmiddelen, de Mineraalwateren vooral te pas komen, als die opftopping uit eene algemeene verflapping , uit eenen wateragtige ftaat van het bloed, of uit kwaadsappigheid voortipruit, hoewel men zeggen kan, dat fterkprikkelende , verhittende middelen in dc meefte gevallen van opftopping der Maandftonden en der Zenuwtoevallen, daaruit ontftaande, nadeeligzijn, en zij zijn altijd zoo veel meer fchadelijk, hoe die toevallen heviger zijn, om dat zulks te kennen geeft, dat de ftaat der prikkelbaarheid zeer groot is. Ontftaan de Zenuwtoevallen uit een te fterken Stondenvloed of Kraamvloed, of andere zwaare bloedontlaftingen, dan zijn zomtijds de Kina , de Kaneel, en de Mineraalzuuren, het drinken van koud  Over de ZenutvziekiederNeierlanderen. 335 Water, ja het Ys, en zomtijds het koude Bad, de befteZenuwbedaarende middelen; maar de Verhittende zenuwmiddelen zijn 'er altoos gevaarlijk in , uitgezonderd het Opium, wanneer de bloedvloeijing door eene krampagtige aandoening onderhouden word. Bij aldien fcherpe pijnen oorzaak zijn van Bezwijmingen, Stuiptrekkingen, zoude men zeer veel onheil berokkenen met de meefte Kramp (tillende Zenuwmiddelen; alleen het Opium en het pijnftillend vogt van Hoffman zijn 'er zomtijds noodzaakelijk en dienftig in: dikwijls vereifchen zij eene aderlaating, welke fchoon zij de oorzaak der pijnen niet wegneemt, veeltijds egter dezelve ftilt, de prikkeling doet ophouden en dus den weg baant, om andere nodige prikkelende middelen veiliger te gebruiken. In de ftuipen der kinderen, zijn 'de Verfterkende en vooral de Verhittende en Samentrekkende middelen doorgaans zeer verderfelijk, omdat hun zenuwgeftel 'er doorgaans te prikkelbaar voor is, en omdat zij meeft ontftaan uit een kwaad zog, uit nadeelige voedfels , uit overlaading der maag , of uit het moeijelijk tandenkrijgen, in alle welke gevallen de zagte Buikzuiverende middelen doorgaans van het  g3Ó t, AMBÉRTUS BICKE*. het meeffe nut zijn , hoewel Bedaarende middelen, en vooral, die uit het Opium, 'er zomtijds noodzaaklijk in zijn, wanneer zij naamelijk aanhouden, na dat de prikkelende oorzaak is uitgedreven , of als zij te geweldig zijn , of als zij door fchrik of vrees verwekt zijn, dog haave fiuipbaarheid word het belt geneezen door de Kina , het Staal, het koude Bad, en vorensgemelde behoedmiddelen. ^eer fchadelijk zijn ook doorgaans de Vcrfterkende en vooral de Verhittende JZenuwmiddelcn, wanneer clc Zenuwziektens cn toevallen uit ophooping van vogten en vèrftoppingen der ingewanden onftaan , gelijk dikwijls gebeurd, vooral in Hijpochondrique h'jders : onder de Vcrfterkende zijn 'er zomtijds van nut in, de Staalmiddelen, en onder de Bedaarende , de geeft van Salpeter , het pijniiillend vogt van Hoffman en het hedaarend zout van Homberg, dat te gelijk een uitneemend ontbindmiddel is, dog de wijze, om vèrftoppingen te geneezen , komt hier niet te pas, fchoon zij meenigmaal den weg baant tot eene volkomene geneezing van Zenuwziektens. Zoo Henaauwdhcden, Bezwijmingen, Stuiptrekkingen, enz. verwekt zijn door een  Over de Zenuwziekte der Nedertanaet en. %%? 'eene benaauwende lugt> den damp van koelen, bij voorbeeld * gelijk zeer dikwijls in ons Land gebeurd: in belloten Kamers, Schooien* Kerken, enz-, is 'er niets heil» zaamer dan de verfche lugt, de befproeijing met koüd water en de vlugge Zenuwmiddelen, gelijk de geeft van Ammomaczout, het Eau ie Luce, en de zuure reuk van Azijn of Rhijnfche wijn ; en deeze zelfde middelen zijn ook de vermogendlte , wanneer die Zenuwtoevallen door de Vergiftige dampen Van gistende Wijnen, Bieren, enz. of door andere Vafte Lugten zijn voortgebragt, hoewel het nög te bellisfen is, in welken van die gevallen de Vlugge Loogzouten, en in welken de Zuuren her befte zijn. De bereidingen uit het Opinm zijn 'er altoos nadeelig in, omdat zij het levensbeginsel verdooven > dat hier moet opgewekt worden. Zijn eindelijk de Zenuwtoevallen de uitwerking van eenigen geweldigen hartstogt, van gramfchap , fchrik , groote aandoening van verdriet of droefheid , enz. die fchier altoos de zenuwen in eenen ftaat van prikkelbaarheid en gefchiktbeid tot kramptrekking ftellen, dan mag onen eenige bedaarendc Zenuwmiddelen Y toe-  ,33$ 'fcAMBERTUS BICKER toedienen , gelijk het pijnlrillend vogê van Hoffman en dat van Sydinham, of eenige andere bereidingen uit het Opium, de Tinctuur van Barnfteen en eenige Windbreekende middelen; dog, die meer verhitten, moet men volftrekt vermijden, en de Verfterkende middelen komen niet te pas, dan nadat de toevallen bedaard en de zenuwen uit haaren ftaat van kramptrekking herfteld . zijn; dikwijls is het zelfs vooraf nog noodig, zagte Purgeermiddelen, eene Aderlaating, warme Voetbaden, enz. aan te wenden, en het drinken van flappe Thee , van een aftrekzei van Linden-en Vlierbloezem, van Papaverbloemen, enz. is.oneindig nuttiger na een fchrik, dan Wijn, of eenige fterke of gceflrijke dranken, die ook allerfchadelijkft zijn na eene vervoering van toorn, boosheid, enz. waar in de gemelde aftrekzeis en vooral de Limonade merkelijk heilzaamer zijn, want alles, wat verhit; alles, wat het bloed aanzet, vermeerderd en naar het hoofd voert; alles, wat het vuur van prikkeling in eenig voornaam ingewand , de Maag 9 Long , de Hersfenen enz. aanfieekt .5 maakt het ganfche zenuwgeftel prikkelbaarder, vermeerdert de gefchiktheid toz * . harts*  Öti' r de Zenuwziekte der Nederianiereh.- 33$ , hartstogten, tot gramfehap, tot droefheid* enz, en zoo gevolglijk* wel verre van de zenuwtoevallen te bedaaren, veizwaa ren ze dezelven veel eer; In 't algemeen derhalven kan men voor ■ een vallen regel Hellen* dat de .Verfterkende en Verhittende Zenuwmiddelen fchadelijk, ten minften nutteloos zijn*' zoo lang 'er prikkelende oorzaaken in het lichaam huisveften, en zoo lang de ftaat der prikkelbaarheid van zenuwen en vezelen te groot is* en zoo dikwijls als er eene gefehiktheid tot ontfteeking of'bederf in het bloed plaats heeft. —* Eri dewijl de Zenuwtoevallen uit zulk een groot getal van verfehillende * aanleidende oorzaaken geboren worden 3 moeti men het tevens Voor een vaften ftelregel houden * dat 'er geen algemeen Geneesmiddel zijh . kan * om dezelven te .ftillen * veel min te geneezen * en dat .de gepaste middelen in ieder geval alleen die zijn^ welken gefchikt zijn voof de oorzaak* die dezelve voortbrengt. De Verfterkende Zenuwmiddelen kuife . hen gevolglijk het veiligft gebruikt wotv den en zijn van den meefteri dienft iri enkelvoudige. Zenuwziektens, Iri verilap-ping en te groote gevoeligheid vari ze-* feuwen eri vezelen * die met eeeiïe ande* ■Y J 14  34^ fcAMBERTUS BICKE» re zwaare ziektens , of met fterkprikkglende oorzaaken gepaard gaan, gelijk dikwijls die is, welke het gevolg is van eene verkeerde opvoeding, van eene verzwakkende levenswijze , van uitputting door Studie, door Venusfpel, en Zelfbevlekking, van zwaare langduurige ziektens , van hevige bloedftortingen, enz. verder in eene enkelvoudige verflapping van de maag en darmen , en daar uit ontftaande gebrekkige fpijsverteering en zenuwtoevallen ; en voorts in zenuwtoevallen , die de gevolgen zijn van eene, uit enkele zwakheid ontftaane, fterke Zweeting, zwaare en langduurige Afgangen, te grooten Stondenvloed en een aanhoudenden Witten Vloed , gelijk ook in eene daar uit voortkomende opftopping der Stonden. In zulke en zoortgelijke gevallen zijn de Kina, de Staalmiddelen, het koude Bad , het koud Waterdrinken, de Wryvingen, de Zwagtelingen, als de ftaat der zwakheid zeer groot is, de Lichaamsoeffening, de koele verfche Lugt, de Verfterkende Voedzels, en een geregeld Leven, de vermogenfte, de heilzaamfte Geneesmiddelen van Zenuwziektens en derzelver toevallen. XXXVL  'Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 34'i XXXVI. Edog daar is nog eene vijfde oplettenheid noodig in het toedienen der opgegeeven Zenuwmiddelen, en in het geneezen van Zenuwziektens door dezelven; die naamelijk, welke de verfehillende ouderdom , ftaat, gelteldhcid , enz. der bijzondere zenuwzieke perfoonen vordert. Nadien het Zenuwgeftel der kinderen, 'naar geraden hunner ouderdom, altoos gevoeliger en prikkelbaarder is, zou men hen zeer benadeelen,wanneer men hun verhittende Zenuwraiddelen gaf in die zelfde toevallen, waar tegen men ouders en bej aarden die middelen met nut toedient. De ilinkende Gommen, de Duivelsdrek, de Bevergeil, de Camfcr enz. zoo vermogendein dc Bezwijmingen, Krampen en Stuipen van volwasfcnen , zijn den meeften tijd voor hen fchadelijk ; ik heb 'er de allerverderfiijkite gevolgen van gezien; de Zuurtemperende, de Worrndoodende, de zagte Braak-en Purgeermiddelen, de Klijsteeren, zomtijds de bereidingen uit het Opium, zijn voor hun de gefchikfte Krampstillende middelen , en de Kina, het Staal en het koude Bad zijn onder de verfterkende Zenuwmiddelen bij hen de befte, om hunne gefchiktheid tot ZeY 3 nuw-  '£43 LAMBERTUS BIC JtEïj. miwtoeva-lieu, en hunne ftuipbaarheid te geneezen. Men vind egter zomtijds kinderen, bij wie men in dat geval met die Verfterkende middelen niet Haagta en-dit heb ik vooral waargenomen bij de zulken , die een beginfel van jigtftoffen, bij overerving," in hun bloed hebben ; om de Zenuwtoevallen en de gelchiktheid tot dezelven in de zulken te geneezen, Haagt men doorgaans veel beter met de aller* zagtftevoedzels, met de Ezelinnemelk, met warme Baden, en met Antimoniaal middelen , vooral, wanneer men daar naauwkeurig en eenige jaaren aan ééna mede aanhoud. Men ontmoet ook zomtijds in kleene kinderen, wier Moeder of Min geduurende het zoogen een misbruik van fterken drank gemaakt heeft , eene voor hunne jaaren veel te groote oploopenheid , en daar uit voortvloeijende Zenuwtoevallen. De zulken geneeft men ook veel beter door zoete Wey, Vrugten, Moeskruiden, zagte Purgeermiddelen, warme Baden, met één woord, door Verflappende, dan door Verfterkende Zenuwmiddelen, die eerft te pas komen, als de anderen de. te grootte beweegbaarheid verbeterd hebben»  'Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 343 . Wanneer de Zenuwtoevallen het gevolg zijn van eenen te fchielijken groeij en te jjterke voeding, dan herfteld men hen belt door drooge voedzels , door hen meeft koud Water , zomtijds Ys en dagelijks een weinig rooden Wijn, en eenige ligte Specerijen te laten gebruiken , door •eene drooge Lugt, eene geduurige Lichaamsoerfening en de koude Baden. Zoo eenige andere overgeërfde fcherpte in de vogten, de oorzaak is van hun. ne Stuipen en andere Zenuwtoevallen, moet men die verbeteren, door de daar toe gefchiktfte middelen, en niet altoos door Kina, Staal of het koude Bad. De Verfterkende Zenuwmiddelen komen ook weinig te pas, en vooral metde Verhittende in Zenuwtoevallen van Vrijfters , die de Stonden ftaan te krijgen , van Vrouwen die dezelven ftaan kwijtteraaken , nog van zwangere Vrouwen , om dat 'er in alle deeze , fchoon verlchillende ftaaten, eene groote prikkelbaarheid van zenuwen en vezelen , en eene a/gemeene volbloedigheid of eene ophooping van Bloed in en omtrent dé baarmoeder plaats*hebben; waarom de zagte Purgeermiddelen, de Aderlatingen. enz. doorgaans hunne Zenuwtoevallen beft geneezen, terwijl men Y 4 %  344 LAMBERTUS BICREBL egcer die zomtijds door bedaarende Zenuwmiddelen moet tragten te ltillen. De Verfterkende en vooral de Verhittende Zenuwmiddelen zijn, in heete en bloedrijke temperamenten nooit zoo veilig , als in Hypochondrique en flijmige koude geitellen, en als in bejaarde lieden , wier Zenuwgeftel altoos minder prikkelbaar is. Maar niets verdient ten deezen aanzien bijzonderer oplettenheid, dan de bijzondere gcfteldheden , de Idiesyncrasien der lijders , en vooral die van hunne maag. Men vind menfehen, wier maag de Kina , de Staalmiddelen , en vooral de verhittende Zenuwmiddelen niet duld.. Bij zommigen hangt dit af van eene bcroovingvan het natuurlijkflijm der maag, en daar uit ontftaane ontblooting van deszelfs zenuwen. De zulken zijn veeltijds ook gekweld rnet maagpijnen. De Kina komt egter bij deezen dikwijls zeer te pas, maar men moet dezelve zomtijds paaren ■Casfiaiig- niet flijmige'middelen, zo ais de wilde Kaneel, de Arabiiche gom; zomtijds met Cascarüh. ligte zamentrekkende middelen; de Indi- Term %a-aanfche Bdfl', deCaijou, de Armenische jr.-K^jj, de Aluin , enz. Zomtijds met mena. Mi neraalz uuren , het Elixir van Vi'HUtiwn. triooi, pijnftillend vogt van Hoefman» is  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 345 enz. en bij wijlen met alle drie die,zoorten van Middelen. Eenigen heb ik ontmoet, bij wie ik zulks nergens anders van kon afleiden, als van de eene of andere ftoffe in de maag, flijm, zuur, enz. met welke die . middelen zig niet verdragen wilden, en die deswegens hen altoos bezwaarden, benaauwd maakten, den eetlufl benamen, en niet zelden krimpingen in den buik en dunne Afgangen verwekten. — Althans zulk zoort van maaggeftellen en de daar uit voortvlocijende Zenuwtoevallen , geduurige gebrekkige fpijsvcrteeringen en gevolglijke dikwijlige dunne Afgangen heb ik zomtijds alleen geneezen door fthabarber met Kreeftenooeen en zomtijds door witgebrand ^rmam Tzerzout met kreeftoogen. aiiedmem Edog in anderen hangt dit af van ee- cakimum, ne bijzondere of eigenaartige teergevoeligheid van de zenuwen , en bijzonder van die der maag, waar van men geene andere reden geeven kan. Ik heb 'er zeer veelen behandeld en ik gaa nog over eene geheele Familie, die de Kina, op welke wijze bereid en toegediend, en waar mede gepaard, volilrekt niet verdraagen kunnen, die 'er terftond benaauwd , en $en aanzien hunner Zenuwziektens, erY $ ger  *4"6 LAMBERTÜ8 BICKER ger door worden, en 'er van aan den Af-' gang raaken. 't Zelfde ondervind men van de Staalmiddelen; ik heb nog teere zenuwzieke Vrouwen en Vrijflers onder mijne practijk, bij wie ik verfcheide maaien hec Yzervyjzel cn het Yzerzout en de mineraals Staalwateren vrugteloos beproeft heb , die, zoo dra zij 'er llcgts drie, vier greinen van gebruiken, er krimpingen in den buik van krijgen,fterk afgaan en aiie haare Zenuw-ongelteldheden erger vinden... In zulke gevallen is men gedwongen, tot andere verfterkende Zenuwmiddelen zijnen toevlugt te neemen, en men heeft 'er verfcheiden , waarmede men bij zulke zwakke en te gelijk bijzonder gevoelige lieden zeer wel flaagt, De verfehillende zoorten van Kancel, 'Cnsfiaiig. vooral^de 'wilde Kaneel , die, bij zijne fpecerijagtige kragt,eene fijne zagtellijm in zig heeft, de bittere Extracten, het Quasfij-hout , ' kleene giften van JMijrrhe, het Yswater, het koud Bad, het pijnftillend vogt van Hoffman , de Tinctuur vau Valeriaanwortel , de Duivelsdrek , de Balzem van Peru, zijn als dan de gefchiktfle Verfterkende en Krampftillende Zenuwmiddelen. Zij verfterken minder, dan de Kina, maar zou. men 'er lang mede ' ' aam  Over de Zenuwziekte der Nederlander™. 347 aanhoud, verkrijgt men 'er dezelfde uitwerking door. Edog zeer veel brengt het bij zulke geitellen tot de geneezing toe , dat men een ftrict Dieet iaat houden ; dat -men hen tot drooge, valte, voedzels en tot koude Dranken bepaale. de zagte Sjpaanfche Wijnen en de Franfche Muskaatwijnen, die van AlU canta, Madeira on Mallaga , doen hen zomtijds ook zeer veel goed, en zonder lichaamsoeffening en het genot der koude frifche Lugt kan men hen yolftrekt niet geneezen. XXXVII. Men ziet uit alles , wat ik heb aangemerkt, dat het gebruik der Zenuwmiddelen , §. XXXI. opgegeeven, zeer bepaald is, dat zij dan vooral van dienll en veilig zijn, wanneer de Zenuwziektens en Zenuwtoevallen alleen of voornaamlijk haaren oorfprong neemen uit eene zwakheid van zenuwen , vezelen en ingewanden , gepaard met eene te groote of eene gebrekkige gevoeligheid derzelven. Wanneer men nu overtuigd is, dat zodanig de gevallen zijn , in welken men geroepenis, dan komt het 'er fjp aan, de wyze te bepaalen a op welke t  348 I»AMBERTUS BICKER ke die middelen moeten toegediend en gebruikt worden , zal men 'er de gewenfehte geneezing door verkrijgen : en deeze is de zesde oplettenheid , welke omtrent derzelver gebruik vereifcht word. Dan, hiertoe betrekkelijk, zijn eenige regelen in agt te neemen, die ik korteKjk zal opgeeven. De eeriie is; dat men enkele Zenuwmiddelen moet gebruiken , als men de zamengelteldcn ontgaan kan. 't Is een vrij algemeen gebrek in de praótijk der Genecskonlt, dat men meelt zamengeftelde voorichriften maakt. De verbeelding, dat de konit van voorfchriiven zulks vordert , doet daar dikwijls veel meer toe, dan wel de noodzaaklijkheid. Men heeft verfcheiden gevallen van Zenuwzieke lijders, waarin men veel beter Haagt met de enkelen, dan met de zamengeltelde voorfchriften. Ik heb meenigvuldige zulke lijders geneezen door hen alleen Kina te geeven , en anderen alleen door Yzervijlzel of zout" van Staal. ■ Dagelijks ltil ik ook Krampagtige aandoeningen en toevallen met de enkelvoudige tinctuur van Valeriaanwortel of van Barnlteen, of met het Opium of met het pijnitillende Vogt van Horjv  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 345? man en even zoo goed als met mengzels uit die en andere middelen zamengefteld. —— Jaa daar zijn gevallen, waar in men met een teug koud Water of een weinig Ys te gebruiken, de hevigfte Zenuwtoevallen bedaart, die. niet dan verergerd worden door alle andere Geneesmiddelen , waar van men zig gewoonlijk in die gevallen bedient, en welke zomtijds meer gewettigd zijn door het gebruik, dan zij door redenen en ondervinding zijn aangeweezen. — De kragt van het een Middel doet veeltijds die van het ander te niet of verzwakt die, of de bijzondere gevoeligheid der zenuwen en der maag verdraagt beter een enkelvoudig, dan een zamengefteld middel. Maar weinig weeken geleeden heb ik eene Vrijfter van aanhoudende Zenuwtrekkingen en Ylhoofdigheid, uit een fchrik ontllaan, en die wel vier weeken geduurd hadden, alleen door het Opium geneezen, na dat men al dien tijd lang allerlei Verfterkende en Krampftïflende' Zenuwmiddelen vrugteloos beproefd had. Daar zijn egter veele gevallen, waarin het noodzaaklijk en nuttig is, verfehillende middelen zamen te voegen en dan komt te pas —— De  LAMBBRTUS BICKE& De tweede regel, dat men de Zenuw-* middelen met eikanderen of met anderen paarcn moet, naar vereifeh der om- ftandigheden. De gevallen , waar in ditnoodigis, zijn verfehillende. Deri meeftcn tijd gaan de Verzwakking en . Teergevoeligheid der zenuwen verzeld met krampagtige ongefteJdheden en daarom paart men de Verfterkende doorgaans zeer wel met Krampftillende Zenuwmiddelen. -— Zomtijds is-de gevoeligheid der maag en zenuwen zoo groot, dat de' Verfterkende middelen zelve Krampagtige aandoeningen verwekken en hier door Opfpanning, Benaauwdheid, Maagpijn9 enz. veroorzaaken* Dit geval vereifeht, dat men dezelven met Kramp-en Pijnlïillende, en zomtijds met Windbreekende middelen vereenige. —- Niet zelden verwekken de Staalmiddelen * en bijzon* der de Kina , vooral in het eerft, Buik* krimpingen en fterke Afgangen. Zom<* tijds houden die van zelfs op, als de ingewanden 'er aan gewoon zijn, of om dezelven te ftillen, voegt men 'er het Opium, of Kaneel of eenige zamentrekkende middelen bij, gelijk de Japanfche aarde , de Armeniiche Kley, enz. 't geen dikwijls zeer wel gelukt. Men ! vini  Over de Zenuwziekte der Nederlanderen. 35Ü /vind verder Maagen • en Zenuwgeftellen, die de Kina en het Staal, beft verdraagen, als zij met bittere middelen gepaard zijn, en hier vinde ik mij vooral wel bij,, wanneer het noodig is, aan de vezelen en zenuwen haare gewoone ftevigheid en aan de maag haare veerkracht, aan het bloed zijne natuurlijke dikheid weder te geeven , en in zulk een geval voeg ik er met voordeel zomwijlen bij het Elixir van Vitriool , . als de maag de Zuuren dulden wil , of anders het pijnftillend vogt van Hoffman, dat te gelijk Verfterkende en Krampftillende is. Eindelijk zijn 'er, bij wie de Verfterliende •middelen het beft gelukken, als men 'er eenige prikkelende Windbreekende middelen bij voegt, eenige Specerijen, gelijk de Kaneel , Gember , Notemuscaat , Engelwortel, welriekende Lifch, enz. stq. Msm of Windbreekende geeften , als het ^^JjJ** men gefielde Citroenkruid- IVai er, anders spiritui* Eau dcs.-Carmes of de zamengefielde geeft venduUe .yan Lavéndel ^ Bloemen y en zoortgelij- ctn$ofu**< Men, die tevens derzelver fmaak verbeteren. Zulke middelen komen vooral te pas, .insyerilap'te, logge vezelen, als de pols en levenswerkingen flap en traag- zijn. De derde regel eifcht, dat men aan de r^enuwmiddelen die vorm oi gedaante geeft»  35» LAMBEK.TUS BlCJCft» geeft, welke het befte met de fmaak efi de maag der lijders ftrookt. Dit, fchoon van minder belang, is egter niet ohverfchiHig: zwakke, teergevoelige maagen vinden zig minder bezwaard van een aftrekfëi of afkookzel van de Kina en bittere middelen , dan van derzelver Poeder, fchoon het altoos belt is , die in zelfftandigheid te gebruiken, als zulks vlotten wil, hoewel de meefte lijders op die wijze deszelfs gebruik het eerft en het meelt moede worden. —— Bij anderen liaagt men dikwijls beter met derzelver Extracten of de Harft van Kina, gegeeven bij w ijze van mengzels of pillen, waarbij men ook gemakkelijker eene of andere Hinkende Gom en bereidzels van Staal en eenige druppels van eene gedeftil- leerde Olij mengt. Eindelijk vind men maagen , wien de Kina en andere vcriterkende middelen , beft bekomen en bij welken zij 't meefte nut doen , als zij op Wijn of Brandewijn getrokken zijn, of in gedaante van Tinétuuren; en dit neemt men vooral waar bij flappe maagen, wier zenuwen weinig gevoelig, weinig werkzaam zijn , in Hijpochon- drique en wateragtige geitellen. Dan de ondervinding en her kundig oordeel van den Geneesheer moeten in alle de  Over de Zenuwziekte der Nederlahderen. 3^3 de vermelde gevallen de keuze en de wijze bepaalen. Voorschriften 'er hier van te geeven, agteik niet noodig; zij zijn te wel bekend, of elders genoeg te vinden en zij kunnen op duizenderleij wijzen verandert worden; ook doen de algemee* ne voorfchriften doorgaans meer kwaad, dan goed. Het is eene dwaaling, de eene vorm zoo wel, als het eene middel, met ui tiluiting van anderen, als algemeen nuttig aan te prijzen; en het is eene andere dwaa* Jing,van alleZenuwmiddelen enVoorfchrift ten een onverfchillig gebruik te maaken. De vierde regel vordert, dat men in het gebruik van Zenuwmiddelen met kleine giften beginne en dezelve langzaamerhand vermeerderé. — Deeze regel is van zeer veel belang in het geneezen Van Zenuwziektens. Ik heb meenigmaal gezien, dat men daarin niet geüaagt was, alleen, om dat men te fchielijk had willen verHerken; alleen, om dat men terftond te groote giften van Staal, Kina, enz. gegeeven had, die dikwijls te veel bezwaaren en prikkelen , als de maag te zwak , te teergevoelig is, om dezelven te verdraagen en in zulke gevallen heb ik de gelukkigfte geneezingen uitgewerkt, met in st eerlt kleine' giften van de Verfterkende middelen, en die op groote Z tu$*  354 LAMBRRTÜS BICKÉH tusfchentijden, te geeven, en 'er iangzaïmerhand mede op te klimmen, naar maate ik bemerkte, dat de maag 'er zig aan gewende, en zij meer voordeel deeden; zelfs ben ik langs deezen weg gellaagt in die gevallen, waarin de Kina en Staal in 't eerft krimpingen en afgangen verwekten ; en ik ben van gevoelen, dat men denzelven noodzaaklijk moet inflaan in alle Vrijfterzieke en Melancholique geitellen, waarin de maag en zenuwen te prikkelbaar zijn, zal men de gewenfehte geneezing uitwerken. Edog in logge, mingevoelige en Hijpochondrique geftellen kan men de Verfterkende middelen terftond in grooter hoeveelheid geeven, ten zij de maag uittermaate verflapt is. Dezelfde regel is ook toepasfelijk op de prikkelende Krampftillende middelen; dog van de bedaarende en pijnftillende dient men in heevige Zenuwtoevallen doorgaans goede, ruime giften toetedienen. De vijfde regel eifcht, dat men, om eene volkomene geneezing te bewerken, met de Zenuwmiddelen lang en naauwkeurig aanhoude. Om de Zenuw¬ ziektens in den grond te geneezen, moet men gemeenlijk het ganfche geftel, den  Cjer dt Ztnuwzieh t dér Neèerlandmn. q$~S geheelen menfch veranderen, hebbelijke ongefteldheden wegneemèn , die dikwijls jaaren geduurd hebben, of waarmede men zelfs geboren is , en men heeft te dóen met de fijnfte, de gevoeligfte deelen, die tot hunne werkingen en bedieningen de grootfte volmaaktheid vereifchen, die het ligtft ontftellen, en die wegens dit alles het mocijelijkft te heriteilen zijn. Ligtelijk begrijpt men derhalven , dat men de volkoomene geneezing van Zenuwziektens niet fchielijk verkrijgen kan ; dat 'er zeer veel moed en ftandvaftigheid aan de zijde van den Lijder en zeer veel geduld aan de zijde van den Arts toe noodig is. Montanus wilde, dat men in de geneezing van deeze ziektens, niet den tijd van eene maand of jaar moet bepaalen, gelijk in anderen plaatsheeft, maar dat men geduurende zijn geheele leven, aan zijne herftelling behoord te werken. Dan ongelukkig is het, dat de meefte zenuwzieke lijders te ongeduldig, en te ontftandvaftig zijn, om in het gebruik der middelen aanhoudend en naauwkeurig voort te vaaren ; zij willen gewoonlijk fchielijk geneezen zijn, of ten minften kennelijk beterfchap gevoelen : zoo dit niet gelukt, fcheiden zij'er uit, of beZ 2 geg-  LAMftERTt/s BlCKEft gceren andere middelen , of zoodra zij1 hunne gcwoone ongemakken niet meer gewaar worden , laacen zij de Geneesmiddelen ftaan en vergeeten alle de gezondheidregelen, die men hun heeft voorgefehreeven ; onderwijlen blijven hunne gefchiktheden tot Zenuwziektens duuren , en de toevallen 'er van komen wel haalt wederom, wanneer zij weder tot de verzuimde middelen huntoevlugt moeten neemen. —-- Hier komt bij, dat de Geneesheeren zelve niet altijd gedulds genoeg hebben, om die laltige lijders zóo langduurig met oplettenheid te behandelen , of uit vreeze, om van eigenbelang verdagtte worden, niet fterk genoeg op eén aanhoudend gebruik van Geneesmiddelen aandringen. In het een en anderen vind men de doorgaande redenen , waarom zoo weinig zenuwzieke Lieden van hunne kwaaien volkomen geneezen worden, en ook eene van de oorzaaken van de meenigvuldighcid der Zenuwziektens in ons Land. Ondertus- fchen is het maar zeker, dat men nooit geen groot nog duurzaam voordeel vande aangeprezen middelen kan verwagten, zoo men dezelven niet getrouwelijk en een zeer langen tijd gebruikt, en men bedriegt zig, als men 'er eene zeer fchielijk®  Over de Zetiuwziekte der Nederlattieren.. ïijke en gevoelige uitwerking ten goedo van verwagt: de verbeetering , die zij aanbrengen, komt fchier altoos langzaam en ongevoelig, bijzonder bij zeer zwakke en zeer gevoelige Vrijfterzieke en Hijpochondrique en Melancholique Lijders, die reeds een zeer grooten ftap tot hunne geneezing gedaan hebben, zodra zij om de uitwerking der Medicamenten en om hunne ongefteldheden niet meer denken , ten miniten 'er zig niet over bekommeren. Dan deeze regel is voornaamelijk toepasfelijk op de Vcrfterkende Zenuwmiddelen; de heete Prikkelende zouden door een langduurig aanhoudend gebruik in de koudfte geitellen kunnen fchaaden ; hoofdpijn , gefchiktheid tot ontfteeking, enz. kunnen veroorzaaken, dat egter van de bedaarende J2enuwmidcelen minder te vreezen is: hoewel men hier omtrent geen algemeenen regel geeven kan; de verfcheidenheid van geitellen en oorzaaken maakt telkens uitzonderingen in de praétijk. — Een lang aanhoudend gebruik van het Opium zou bij de meefte menfehen eene hebbelijke hoofdpijn veroorzaaken, nogthans zijn er harne!;kige hoofdpijnen en andere Zenuw-ongefteldhedeu door geZ 3 nee-  358 ILAMBKRTUS BICKE8. neezen, na dat alle andere Geneesmiddelen vrugceloos aangewend waren. -— Men vind 'er bij Whytt gevallen van: ,, wanneer, zegt deeze Schrijver, die onge„ fteldheden niet zo zeer voortkomen uit ,, eene algemeene zwakheid van het Ze,, nuwgeftel, als weJ van een ziekelijken „ of onnatuurlijken Haat van de zenuwen ,, der maag of van eenig ander deel, kan ,, eene langduurige bedaaring zomtijds cene volkomen geneezing uitwerken, want onderwijl dat de BedaarendeGeneesmid,, delen de kwaade uitwerking van die on,, gelleldheid der zenuwen verminderen, „ drijft eindelijk de Natuur alleen, of door „ dezelven geholpen , de ziekelijke oor,, zaak uit het lichaam of brengt die on,, der (V)-" Niettegenftaande dat alles, wil ik egter niet, dat men met het gebruik der Zenuwmiddelen hardnekkig zal aanhouden , wanneer men 'er geen goede, en vooral niet, als men 'er kwaade uitwerkingen van befpeurt, en deeze befpeurt men doorgaans vrij fchielijk van de Verwerkende Middelen, bijaldien zij, »a eenige weeken gebruikt te zijn, geene (a) Veyhand. aver de Zenuwziektenss blad?,,  Over de Zenuwziekte dtr Niderlandertn. 359 ne verbetering do*en zien, en voorrfaamlijk,indien zij blijven benaauwen cn voortgaan, droogte, hette, koorts-, afgangen, enz. te verwekken, in weerwil van de middelen , waar door men zulks gepoogd heeft te verbeteren; dan is het een fprcekend bewijs, dat men 'er van afzien en eene andere Geneeswijze in 't werk ftellen moet; het ophouden met dezelven is zomtijds het eenigft middel om te geneezen. —— De behandeling der Zenuwziektens, zegt Tissot (V),eifcht dikwijls eene verandering van Methode, niet alleen, om dat 'er een zamenloop en vermenging van eerfte oorzaaken kan plaats hebben, die ieder eene verfehillende behandeling vorderen, maar ook, om dat 'er zomtijds, wanneer de eerfte oorzaak , die de bediening der Zenuwen ontfteld had , is weggenomen , andere Geneesmiddelen noodig zijn, om die bedieningen te herftellen: ten laatften, om dat, wanneer de beweegbaarheid der zenuwen zeer groot is, haar ftaat, wegens de meenigte van oorzaaken, die op dezelven werken, zoo zeer verfehillende |s, dat zij zomwijlen het Geneesmiddel, '1 welk (a) Raadgeev. voor de gezondheid der grootCQ $a rijken, Blacjz, 420.  3&0 f.AMBERTUê BICKER. 't wslk haar te vooren zeer veel nut gedaan had, niet langer verdraagen kunnen. ^ De zesde en laatfte regel, die men, bij het gebruik der Zenuwmiddelen, dient in agt te neemen, wil men Zenuwziektens naar vereiich geneezen, is, dat men 'er een gefchikten leef - en eetregel moet bijvoegen. Deeze regel is een van de.noodzaaklijkftcn en gewigtigften; zonder denzelven optevolgen, is het, durf ik zeggen, onmogelijk, eene volkomen en duurzaame geneezing vari ' Zenuwkwaaien te bewerken, Wanneer men onder het gebruik der Geneesmiddelen, of na dat men door dezelven fchijnt geneezen te zijn, eene levenswijze leid, of fpijzen en.dranken gebruikt, die met de oogmerken der Geneeswijze ftrijdig zijn, die de zenuwen en vezelen verzwakken en prikkelen, dan breekt men met de eene hand af, 't geene men met de andere opbouwt , en het huis blijft onvoltooid. > Ja zoo noodzaakiijk is deeze regel, dat men veel eer en gemakkelijker Zenuwziektens geneeft zonder Medicamenten en alleen met eene goede-levenswijze, dan zonder deeze met de allerkragtigfte en gefchiktfte Geneesmiddelen 4 pn wie begrijpt dit niet, die Hechts over-» weegt ^  Over de Zenuwziekte der Nederlander en. 36! Weegt , dat derzelver oorzaaken meeft altoos uit de levenswijze ontllaan, hoe dan kan men kwaaien geneezen , indien derzelver oorzaaken blijven aanhouden? hoe zal men dien brand blusfchen, waarin men telkens zoo veel olij als water werpt? Het ftaat dan vaft; hij, die van Zenuwziektens wil geneezen worden, moet zig gedraagen naar alle die leef- en eetregels , welken ik hier boven heb yoorgefchreeven; en hij, die dezelven geneezen wil, moet op de in agtneeming derzelven met ernft aandringen. ■—• Dan ongelukkig gelchied gemeenlijk nog het een, nog het ander , weinige Geneesheeren maaken hun werk, om hunnen lijders zoodanige wijze van leven en zulke fpijzen en dranken voor te fchrijven , als beft gefchikt zijn, om hunne kwaaien te herftellen en nog veel minder lijders, die de voorfchreeven regels getrouwelijk en beftendig in agt neemen; en dit is eene andere reden , waarom men zo weinig Zenuwziektens ziet geneezen en waarom zij zoo algemeen blijven heerfchen. Uit dit alles nu, wat ik in 't geheel over de geneezing en voorbehoeding van Zenuwziektens gezegd heb , te belluiten^ Z 5 dat  36a tAMBEBTUS BICKER.' dat ik de zenuwzieke Lijders op den duur aan eene ftrenge levenswijze binden en tot een onafgebroken en geduurig gebruik van Medicamenten bepaalen wil, zou geheel buiten mijn oogmerk zijn; ik heb de fchadelijke gevolgen , de verdrietige uitwerkingen van het aanhoudend en overtollig medicineeren, en ftrenge wijze van leven te breedvoerig, te duidelijk in de Afdeeling der oorzaaken aangeweezen, om zulk een befluit hier op te maaken , en ik ben zelfs van gevoelen, dat zulks voor zenuwzieke Lijders vooral fchadelijk zijn zou; dat het wel verre, van hen re geneezen, hunne kwaaien veel eer voeden en verergeren zou. De ondervinding heeft mij daar en boven meenigmaal geleert, dat men, in het geneezen dier kwaaien, zomtijds het beft Haagt , wanneer men het gebruiken van Medicamenten voor een tijd afbreekt en de lijders nu en dan een uitflap in hunne levenswijze doen laat; en zulks is zelfs noodzaaklijk, wanneer men vind, dat zij meteen aanhoudend en naauwkeurig gebruik van Medicamenten'weinig vordering maaken en hunne geeft 'er verdrietig onder word. in zulke gevallen zijn dikwijls de heilzaam-  Over de Zenuwziekte der Neierlanderen. 363 zaamfte, de vermogenfte Geneesmiddelen, de uitfpanningen , de verandering van Lugt en het reizen , maar ongelukkig' laaten de omftandigheden van de meefte Lijders zulks niet toe , en zommigen, die het zouden kunnen doen, hebben geene gefchiktheid nog luft, om 'er gebruik van te maaken. De Engellchen , zegt Tissot (V) zijn bijkans de eenigfte, die het gewigt van deeze raadgeeving bemerkt hebben; zij veranderen van Land, naar maate dat het failben'er eeneLugt aanbrengt, die voor hunne gefteldheid Schadelijk is; en ik heb 'er eene meenigte gezien , die daar door ontvlugt waren den voortgang van ziektens, welken hen om hals zouden gebragt hebben, indien zij in hun Land gebleeven waaren en die door dit geduurig genot van eene gefchikte Lugt, door die groote lichaamsoefeningen en de afleidingen van hunnen geeft de zaaden van kwaaien uitgeroeid hebben, tegen welken de befte Geneesmiddelen niets vermogten. Voor het overige zijn 'er gevallen van Zenuwziektens, waarin het beft is, zig alleen bij eene goede levenswijze te houden, geene Me- di- (d) Traité des raaladies des aerfs. Tom. 11, part. 9. P. 244.  MP S&ï LAMBERTUS bicke1. dicamenten meer te neemen, als nu en dan, om de toevallen te bedaaren, en verder geduld en lijdzaamheid te oeffenen. Het „ is dikwijls, zegt Whytt (a) buiten „ het vermogen der konft, die ziektens „ geheel uit te roeijen en daarom is het „ roeemgmaal nuttig, dit onzen Lijderen „ in te boezemen, vooral den zulken, „ die kragt en moeds genoeg hebben, „ om die kwaaien te draagen , welken ,, welken nooit geheel voorgekomen , „ of volkomen geneezen kunnen wor-j den". XXXVIII. Zie daar alles, wat ik nuttig en noodig geuagt heb, over de algemeene geneezing der Zenuwziektens te zeggen , en hier mede hoopeik, de drie Leden van de Vraa- ge voldoende beantwoord te hebben. Van eenige byzondere Geneesmiddelen, van deïIoresArnka,Cardamwes-cn Zwei, enz. m onze dagen met zoo veel ophef tegen Zenuwziektens aangepreezen, neb ik geen gewag gemaakt, omdat ik niet door eigen ondervindingen zelfs niet door die van anderen, zodanig van derzelver heil- (V) Verhand, over de Zenuwziektens. BI?,dz. ^2»;  *ver de Zenuwziekte der Neierlanderett. $6gf heilzaam vermogen overtuigd ben, als men wezen moet, om het gebruik van eenig Geneesmiddel aan te raaden , behalven dat men dezelven meer aanprijlt tegen zommige bijzondere Zenuwtoevallen, wier verhandeling, zoo ik de bedoeling van het Genootfchap wel begreepen bebbe, buiten den eifch van deeze Vraage valt en dieookverlcheide boekdeelen zoude vereifchen. 1 Om de uitvoerigheid te meer te vermijden, heb ik de raadgeevingen ter geneezing met geene byzondere gevallen beveiligd, fchoon ;ik anders tot dat einde eene meenigte waarneemingen zou hebben kunnen bybrengen, zoo wel uit den voorraad mijner eigene ondervinding, als uit die van anderen; maar ik kan geruftelijk verzekeren, niets gezegd , niets aangeraaden te hebben, 't geene ik niet zelfs ondervonden heb en van welks waarheid ik niet door eigen ervaring meene volkomen overtuigd te zijn. -Zoo ik in 't een of ander gedwaald heb, zal mij niets aangenaamer zijn, dan dat anderen de moeite neemen, om mij te regt te brengen. —— De grootite misflag, dien ik vreeze in het opflellen van dit antwoord begaan te hebben, is misIchien, dat het zelve, in weerwil van alle  $66 S AM8ERTÜS BïCKEk alle mijne poogingen om kort te zijn, te? uitvoerig geworden is, of wel uitvoeriger, dan liet Genootfchap bedoelt heeft; en dit bemerk ik eerlt, nu ik aan des* zelfs cinae gekomen ben. Dan,behalven dat ik weinig tijd gehad heb om korter t<5 Iclnijvcn Qa) , zoo hebben het belang der onderwerpen en de zugt, om aan alle de eifchen van het vooritel te voldoen, mij telkens de voorgenomen kortheid doen uit het oog verliezen, maar niets heeft mij meer vervoerd, dan de drift, om, zoo veel mij mogelijk was, toe het weizi n, hei behoud en de vermeerdering van de gezondheid, het leven en het geluk mijner Landgenooten mede te werken. Overtuigd, dat deeze de heilzaame bedoelingen zijn, die het loflijk Genootfchap , in het vooritellen dezer Yraage, beoogde en bij ondervinding weetende, hoe geweldig veele en welke magtige tegenftanden ter bcreikinge dier bedoelingen te overwinnen zijn, heb ik begreepen , dat ik naauwelijks te uitvoerig , althans met geen nadruk genoeg konde aandringen op de middelen, «reiken (a) Eerft voor drie maanden heeft deeze Vraag van he; Provinciaal ütrech'tfch Genootfchap mijnen aandagt toe zig getrokken.  Over èe Zenuwziekte der Nederlanderen. $6? fce daar toe dienen moeten. En met dit alles vreeze ik , dat het van onze Landgenooten waar zal blijven, 't geene Horatius van de zijnen zeide: Damnofa quid non imminuit dies ? /Etas parentum, pejor Avis, tulit Nos nequiores, mox daturos Progeniem vitiofiorem.   WAARNEEMING VAN EEN BYZONDER ZOORT VAN EENE ZO GENAAMDE ATRESIA ANI O F GESLOTEN A ARS, DOOR P." LUCHTMANS.1   WAARNEEMINÖ VAN ËEN BIJZONDER ZOORT VAN EENÉ ATRESÏA ANI O F GESLOTEN AARS DOOR P. LUCHTMANS. "7""""" ^3nein^^ iS ^eE aanta* van z^ktens en onge« makken, waarmede wij van onze geboorte af, .onzen ganfchen levens • loop door, te worftelen hebben: niet alleen ontmoeten wij van tijd. tot tijd meenigerleij omftandigheden, die daar toe aanleiding geven; niet alleen begasnwij geduurig veejerleij fouten en ongeregeldheden. die ons daaraan btootftellen ; maar zelfs brengen wij verfcheiden fcwasleaengebsekea jset ons ter waereld;—- niet Aa & z&h  3?ê p. luchtmans Wattrneemtng zelden is de tedere vrucht in 's moeders lichaam reeds bezwangerd met de eerfte zaaden van de eene of andere ziekte of ongefteldheid, die zij van haare OuJers heeft overgeërfd: meer» iflaalen vindt men bij dezelve, zo wel in de uitals in de inwendige Deelen van Jbet Lichaam kennelijke gebreken : dikwerf ontdekt men daarin aan Merkelijke mismaaktheden en ziet men, dat zij of in 't geheel ontbreken, of indien zij al gevonden, worden, dat zij zodanig geheld zij»], dat ze tot hun gefchikt gebruik onbekwaam, buiten (laat zijn, om haare gewoone werking te kunnen doen. Van het laatfte vinden wij, onder anderen , verfcheidene voorbeelden in die Deelen, die een weg van buiten naar binnen, of van binnen naar buiten maaken: dit zien wij aan den Mond; aan de Oogen; aan de Oorenj aan den Pis• weg; aan den Endeldarm en aan de ïeeldee. len der beide Kunnen. Van het een en ander zoude ik met weinig moeite eene geheele menigte van voorbeelden kunnen bijbrengen, eh het gezegde door een groot aantal van allerwegen voorkomende Waarneemingen kunnen ftaaven; maar dat is voor tegenswoordig mijné bedoeling niet; ik bepaale mij alleenlijk tot die gebreken van den Endeldarm, welke bij een eerftgeboren kind de natuurlijke ont* * las»  van ten Gefloten Aars. 373 lading der Drekftoffe dnorden Aars of ten eenur. -al of grootendeels be!ettenen,fcboonvancen /ctchil]endenaart,onder de algemeene benaaminge vaneen Anus Imperforatus of Gejluten Aars of wei var?'. fine Airefia Am bekend zyn. Dat deeze gebreken van den Endeldarm ganfch met zeldzaam zijn, is aan elk, die geen vreemdeling in de Heelkunde is, overbekend, en de oudfte Schryvers hebben dezelven reeds vermeld : wij zien er reeds gewag van gemaakt bij Paulus iEoïNETA (s), en, flaan wij de laatere Schrijvers nsa, dan vinden wij eene geheele menigte van Waarneemingen van zulke aangeborene gebreken aangetekend (h), zo dat, wanneer zij allen van denzelfden aart waren, het onnodig zijn zoude, delyft der Waarneemingen door de opgave van meerder gevallen te ver- groo- («} L. 6. Cap. 8r. {b) Dc Heer Prof. Wrisbejg van Göttingen, heeft in zijne Disfertatic dt Partu ïrtttctnaturali £? varia Inteilird ReSti cu:r. Fef.c* Urinaria Ceatitu inieque dependente Ani D'feclu , in het jaar 1779. te Góttingen uitgegeven, J. 4. pag. 6 9. eene gantfche reeks van waar- neeinlngcn van Ani Imperfoirdi opgegeven; en nog c$na vee! grooter lyst dairvan vinden wy, doorgaande by eci verzameld, iu de keurige Disfertatie dc Am Infantum Imperforato van den Heer A. van Papêndokp , in het. jaar 1781 te Leyden onder voorzitting varj wyle der? JJeci G, vin DoEveftEK iti het opeisbaar verdedigd. Aa S  074 luchtmahs Waarneeming grooter; doch zo haaft vvy alle deezen maar meg een weinig meerder «nauwkeurigheid naargaans ontdekken wij wel haaft, dat er zich eene zeer groote verfcheidenheid in dezelven opdoet, en dit onderfcheid is zo aanmerkeiyk, dat genoeg, zaam alle Schrijvers , welke met opzet over dit ongemak gehandeld hebben, verfehillende zoojten van hetzelve hebben opgegeven. Het is, zo veel ik mij weete te herinneien, Pauuts iEcineta allpen, die, daar Hij ter aangehaalde plaat, ze van den Gefloten Aars ipreekt, maar één zoort daarvan opgeeft, waarbij de Aars door een vlies gefloten is. —Fabricius ab Aquapendente befchrijft er twee zoorten van Cc\ Volo^adi (d)3 Gurisch (O en Schereu (ƒ) noe-, men er dre. Oehme (g) en Bertij? (&) geeven er vier op. Aubry (ï) en de la Fayk (#) Oper. Chir: cap. 88. ( De geleerde Papendorp eindelijk, (wiens vroegtijdige dood een wezenlijk verlies voor de Ontleed-en Heelkunde is) heeft in zijne reeds aangehaalde Verhandeling het getal der verfcheiden zoorten van dit gebrek tot negen gebragt (»); maar hoe naauwketirig ook deeze laatfte verdeeling zij, is zij echter naauwlijks toereikende, om ons alle de verfcheidenheden, die wij in dit ongemak ontmoeten, te vertegenswoordigen; ten minften komen er zomtijds gevallen voor, die van allen de door Hem opgegevenen, verfehillende zijn. Hier van zag ik niet lang geleden een voorbeeld in het Lijk van een echtgeboren Kind, het welk aan de gevolgen van dit gebrek geftorven, en, op verzoek van den Heer Voltelen, toenmaals practüeerend Doe- (*) Principes de Chirurgie, part. 5. pag. 449. Q) Mem. de 1' Ac Roy. de Chir. toai. i, p. 377Edjt. in 410. (m) gelcct. Med. Francoflirt. tom. 4. pag, 13K. {n) L. c. J, 3, pag. 6. Aa 4  'sjjtó P. Luchymans Waarneeming Doctor alhier en tegenswoordig Profesfor aan "s Lands Hooge Schoole te Leiden, en van den Heer P. van Lankom, zeer bekwaam Chirurgijn alhier, door mij ontleed zijnde, eene bijzondere zoort eener Atrefia Am' oplevert, welke, daar er, zo veel ik weete, haare wedergade tot hier toe niet gevonden is, verdient een weinig naauwkeuriger befchrevsn te worden. Op deo 9 April des jaars 1783 , is de Hnisvrouw van G. de W., naa 's jaars te voren, voor de eerfte maal een welgefchapen Kind ter waereld gebragt te hebben, wederom van een* Zoon bevallen, aan wien men , bij de geboorte niets tegennatuurlijks ontdekte; Maar dit Kind, in den tijd van twee dagen geen' afgang krijgende, befloot men, den n dito des avonds, denChirurgyn van Lankom daar over te raadpleegen, die hier bij komende , nadat Hij het Kind had doen losmaaken, wel haaft de oorzaak hiervan ontdekte, en den Aars gefloten ziende, bij naauwkeuriger onderzoek bevond , dat er op de gewoone plaats zich geen hetminfte bewijs van deszelfs natuurlijke opening vertoonde, maar dat alles van het Si aart-been af naar vooren tot aan, het agterfte begin van den Balzak gelijk en geheel vleezig was. Des anderen daags den Heer Voltelen hierby ves-  van een Ce/loten Aars. 377 verzogt hebbende, onderzogr Hij met dien Heer het Kind cp nieuws met alle naauwkeurigheid, en aan alle kanten rondom ziende, ontdekte men aan de onderzyde van de Roede, even agter het Hooffijen, eene opening, doch die zo klein was, dat zij naauwlijks een ftilet van de dikte, eenei dunne btaaynaald bevatten konde, uit welke een weinig bruine en eenigzinds zwartachtige Stofte uitkwam, welke, bij nader onderzoek, bleek Meccr.ium te zijn, en welkers ontlading , door een ligtere drukking, ftraks meerder wierd. [d] [*] pi. 3, Daar er tef gewooner plaatfe , geene meerdere P dunheid der uiterlijke bekteedzelen gezien wierd, en er zich geene meerdere verhevenheid ver» toonde, dan in den geheelen omtrek, en de couleur ook overal dezelfde was, oordeelde men het ongeraaden, de anderzinds in verfcheidene gevallen zo nuttige en nodige opening te maaken, en men liet het Kind alleenlijk van tijd tot tijd wat witten Honig, met Water gemengd, tot voedzei geven. Den 14 dito, wanneer de Heer Doclor Ketel er by kwam, en zelfs den 18 dito, wanneer de Hooggeleerde Heer OostesdykSchacht het geval insgelijk in oogenfchyn nam, was er met betrekking tot de agterfte deelen , geene de minfte verandering; men fcefpeurde nog geene Aa 5 meer*  378 _ t. lüchtmans Waar neeming meerdere uitpuiling of verhevenheid ter plaatfe van den Aars en bleef het daar even hachelijk door infnijVling den Aars te openen. - Intusfchen vermagerde hec Kind van tyd tot tyd meer en meer, en de zwelling van den Buik, die zich al kort naa de geboorte zien liet, nam in denlaatftentijd aanmerkelijk toe; het Kind geraakte toen ook geduurig door braaking eene vloeibaars Hinkende ftoffckwijVotdathet eindelijkden 21 April des voormiddags aan de gevolgen van dit gebrek overleed. Da Ileercn Voltelen en van Lankom, bcgeerig zijne om de omftandigheden van dit geval naauwkeuriger te kennen, werd ik door Hun Eds. verzogt, het onderzoek daarvan op my te neemen, gelijk ik dit des anderendaags, zo veel de tegenwoordigheid van des Kinds Vader die dit onderzoek, niet, dan op voorwaarde van daarbij te zullen zijn, had willen inftemmen, ten bijwegen der voorn, lieeren en van den Heer Doctor Ketel, gedaan heb. Zo haaft wij ons tot het onderzoek ichikten, en het kleine Lijk ten dien einde van deszelfs klederen cradeeden, word ons oog ftraks getroffen door de verbazende uitzetting van den Buik, welke, zo als wij reeds te vooren hebben aangetekend, niet lang naa de geboorte zich ontdekt hebbend;*, van tijd tot tijd was toegenomen en,  van een gtftooten Aan. 379 en nu, eene ongemeene grootte gekregen had: daar hjï overige lichaam dun, mager en ten eenemaalen uitgeteerd was, was de Buik in tegendeel tot eene ongehoorde' dikte opgezwollen. —= Deeze uitzetting begon reeds omtrent het Zwaardswijze Kraakbeen van het Borftbeen; zelfs was bet onderfte gedeelte van de Borft, het welk meeftal door de Kraakbeende* ren det onderfte Ribben bepaald wordt, zodanig naar buiten uitgezet, dat de omtrek, bij het gemelde Kraakbeen gemeten, (die gewoonlijk niet grooter, dan van 9 of 10 duimen is,) hier ten minsten van 14 duimen was: ——van daar nam de uitzetting meer en meer toe, zo dat het bij gedaane meeting bleek, dat de omtrek des buiks,' ter hoogte des Nayels, iuim 16 duimen was: »■ ■• - van hier nederwaarts gaande, nam de uitzetting wederom langzaamerhand af en de Buik keerde bij het Bekken tot zijne natuurlijke gedaante en bepaaling weder; en dus vertoonde zich de Buik genoegzaam als een groote kjoot, doch die echter in den geheelen omtrek van den Na. vel, eene meerdere verhevenheid had, en daa? eenigzinds kegelswijze uitpuilde. De Bekleedztlen van den Buik waren allerwegen door eene groote menigte van zigtbare Bloedvaten door - aderd, en verder doorgaans blaauw- ag.  ■ S 80 f. lucht mans IVaanneming agthj en op zommige plaatfen geheel paars: — zij waren als een trommel gefpannen en de Buik was in zijn' gantfchen omtrek, op het gevoel, zo hard als een fteen. De Bekleedzelen vervolgens te gelijk met de Buik/pieren, op de wijze van een zogenaamd St. Andries-kruis tot op het Buikvïiès doorf-lijdende en in hetzelve eeue kleine opening makende, drongen de Ingnvaadtn ftraks zo fterk naar buiten, dat ik niet, dan met de grootfte moeite zonderde Ingewanden te kwetzen, de verdere inlnijding en opening vervolgen koude. De vier lappen der omliggende de;ien van den Buik hieropjomgefligen hebbende, zagen wij, hoe de Lever en Maag, die zich anderzints, bij het openen van den Buik, doorgaans voor een gedeelte zien laten, hier geheel en al agter den Kronkeldarm verholen lagen en door den zei ven zo hoog naar boven gedrongen waren , dat er van deeze deelen volftrekt niets te zien was. Het Gedarmte was over het geheel overal al- lerfterkft uitgezet. — De Dur.ne Darmen die in hunnen natuurlijken ftjrat bij een eerftgé' boren Kind, doorgaans maar één duim in den [b] Pieat omtrelc wijd zi'n» hadden op de meefte plaatfen 1. e, a. een omtrek van twee duimen f*j —— De Kronkeldarm, welke ten tijde dsr geboorte in  van een Gefloten Aars, 381 zijn omtrek zelden wijder is, dan één en drie quart duimen, had hier een omtrek gekregen vaa tweeën drie quart duimet;; [c] maar vooral werd W ^«a onze aandagt getroffen door den Enael- of Rechten Darm, welke hier eene tegennatuurlijke ligging had, en daar hij anderzinds zijn plaats vindt in de Lendenen, omtrent de {linkerzijdevan den Ruggegmat regens denzelven aan, hier, naa de opening des Buiks, zig in deszelfs voorde gedeelte, ftraks achter het Buikvlies vertoonde [V]. Ma Het grootfte gedeelte van deezen Darm had eene hooggaande verwijdering ondergaan: ftraks, daar hy, naar beneden gaande, zijn oorfprong nam uit den Kronkeldarm [c], kreeg hij eene aan- j>] e; merkelijke wijdte en maakte eenen langwerpigen Zak, die, daar deeze Darm hier gewoonlijk even wijd is als de Kronkeldarm, hier, in zijn grootften omtrek, de wijdte had van 4 duimen. Het Gedarmte dus, befloeg een veel grooter plaats, dan naar gewoonte, zo dat het, naa de , opening des Buiks, naar alle zijden overhing en ! men dus aan de regterzijde, niet dan een zeer klein gedeelte van den zogenaamden Blinden Darm [ƒ] en genoegzaam niets van het begin j-/] ƒ, van den Kronkeldarm zien konde: aan het brnedcnfte gedeelte der xegteizijde van de Borft ech«.  3&> v. luchtmans WaameemiUg echter kwam de Kronkeldarm achter de DuH* lg] Plaat, rie Darmen te voorfchijn [ g ] en ging ver» ** 6« volgens, volgens zijn gewooaen loop , naar de (linkerzijde, overal bedekt met het Net, hec welk, naar boven gefchoven , de Dunne Dar- [h] h, men ten eenemaal bloot liet [<&]: . Deeze Darm, aan de {linkerzijde naar beneden zullende gaan, verfchool zich hier, op de meeft gemeene wijze, wederom achter het Dume Ge* [f] t, darmte [t}) daar ter plaatfe, gelijk het naderhand bleek , zijn gewoonen wig houdende, tot dat hij eindelijk zich wederom omtrent de SÜn* [k] k. her Lies vertoonde [£] en van daar voor de Dunne Da'men fchuir.s cpwaards naar de rechterzijde gaande, zich ter hoogte des Navels naar |i] b. c. beneden boog [f] en in den Endel of Rechten Darm overging, die bijnaar in de vorm van eene langwerpige Blaas wederom fchuins naar de fm] c, d,e. flinker zyde afdaalende [*»], zich eindelijk in het [„j tl kleine Bekken ging verfchuilen. [_n~] Dus bleek het reeds, bij den eerften opflag, hoe al het Gedarmte in het algemeen, door de belette ontlading van het Meconium , naa de geboorte , bovenmaate was uitgezet geworden , doch dit zagen wij noch vollediger , toen ik vervolgens- de Dunne Darmen naar de Uinkerayde weggelchoven hebbende , het esn«  van een gejïmen Aars. 38$ tinde van den Omgewonden Darm met den Blinden Darm en het begin van den Kronkeldarm zich aan het oog voordeeden; want terwijl de Om* gewonden Darm bij zijne inplanting in den Blinde piagt Darm, een omtrek had van drie duimen [o], had [0] a, *. de Blinde Darm de wijdte van drie en • drie quart duimen' [ƒ>] en het begin van den Kartel-1>] c, d. Darm was, in deszelfs omtrek gemeten, vier en één half duim [q]> en dit geheele gedeelte [5] Pi. 3. van het gedarmte was door eene bruinagtige e'f' vloeibare drekftoffe, zeer fterk opgefpannen. Tot dus verre het onderzoek der Darmen in de Holligheid des Buiks volbragt en de Darmen wederom iu hunne yoorige ligging gcplaatft hebbende, keerde ik, naa den,'Buik toegemaakt te hebben, het Lichaam om, opdat, wy na de gewoone plaats van den Aars met deszelfs omtrek naauwkeurig befchouwd te hebben, vervolgens door eene gepaste ontleeding de wijze, waarop de Rechte Darm in dk Kind eindigde, konden naalpeuren. e Zo haaft wij het oog op de agterfte Deelen floegen, ontdekten wij ftraks bij de kneep der Billen, aan derzelver onderfte gedeelte, eene merkelijke verhevenheid, die al vrij groot waa en van het St aartbeen over den Bilnaad benedenwaaids paar vooren liep en met haar voorfte ge,  384 p. lucht mans Waarnttming - gedeelte zich tot aan het agterfte begin van deö t}P!an:3. Balzak uitftrekte [r]. cd. ' Dit gezwel, wiens bekleedzelen aan die van de geheele nabuurlchap volkomen gelijk waren en zich, noch door meerdere dunheid, noch door couleur, noch in andeie opzigten daarvan onderfcheiden , was eerft in den allerlaatften tijd van 's Kinds leven opgekomen: — den 18 April, en dus negen dagen naa de geboorte, toen , de Heer Prof. Oostzrdyk. er bykwam „ werd er nog niets het minfte van gezien, en het werd, zo als de Vader van het Kind ons nu berichtte, eerft twee dagen voor den dood, door de Moeder ontdekt, zonder dat ds Heer van Lan* ,kom er iets van te weten kwam. Jh'iets bijzonders verder in de uiterlijke ge° daante en omtrek deezer verhevenheid opmerkende, febeidede ik derzelver bekleedzelen , na gedaane infnijding, met voorzigtigheid af, wei toeziende, dat ik de onderliggende Deelen niet kwetfte. Dit gedaan hebbende, vertoonde zich een ' zoort van een vliefigen Zak of langwerpige Blaas [s"\e f« h. W» die met zijn bovenfte gedeelte [/] van ach[*]ƒ• ter het Staartbeen naar buiten fchietende, ter wederzydea tusfehen hetzelve en den onderften rand  van ten Gefloten Aars'. rand der twee groote Bil/pieren , eenigzins opliep en verbreedde [«], en daar op, van hier be. [a] e. g. nedenwaards voortgaande, zynen loop nam naar de Bilnaad, zich wederom langzaam vernasuwende . tot dat ze, -even agter het begin van den Balzak, zig in eenen natuwen Hals zamentrok [ü] , die voorwaarts naar deri Balzak m *». zeifs voortgaande, in denzelven als wegzonk en verdween [ui]. [w] n Tot dus verre had ik den Balzak in zyn geheel gelaten; maar om nu den overigen loop van den vernaauwden Hals des bovengemelden Zaks of Blaas, en de daaraan volgende Buis, verder naartegaan, opende ik den Balzak zelve, van deszelfs agterzyde, langs zijn Naad naar beneden, en de twee Ballen, door verdere inihyding der ceiluleufe zelfftandigheid van den Balzak, meerder van elkander verwyderd hebbende, zagen wy , hoe ét .Buis [«/], die uit O] P/] tig. * kels of rimpels maakte [y], terwijl er teffens anu r' deren bykwamen, die overdwars hepen, en dat hij dus eindelijk in een zeer naauw Buisjen over. ging. Hierop in dit Buisjen ecu zeer dua buig-  van ten befloot en Aan. 38? buigzaam Stileren gedoken hebbende, duuwde ik hetzelve met voorzienigheid voort en wierd nu ten vollen zeker , dat het zelve bij zijnen weg door den Balzak , boogswijze voorwaarts naar boven liep, en, daar op, de reeds gedane infayding in den Balzak lang* den loop van het Stilet jen, (dat my nu tot eenen veiligen wegwijzer verftrekte,) vervolgende, bleek liet duidelyk , hoe het Buisjen zich onderaan tegens het begin van de Roede aanzettende, [z] langs den Pistveg , (die [2] Fig. 4; overal kennelijk van dit Buisjen cnderfcheiden s' was, ) tegens het onderfte gedeelte van de Bloede opliep \ad\} tot dat het ten Iaatften, door der- [afl] s.u zeiver bekleedzelen doordringende , omtrent ter hoogte van de zo genaamde Kroon van het Roedenhoofd eene opening maakte, die zo eng was, dat ze naauwlijkseene fijne Braainaaldedoorliet[Z>£]: leze «, opening was dezelfde, die zich te voren, by de eerfte befchouwing der uiterlijke Deelen, aan de Heeren Voltelen en van Lankom ontdekt hal, en waar uit men, door uitwendige drukking bij de Bilnaad, het Meconium had zien te voorfchijn komen [cc]. En dus zagen wij , hoe de [cc] Fig. ft vernaauwde Rechten of Endeldarm op eene tegensnatuurlijke wijze, nas het afloopen van zulk eenen langen weg , ten Iaatften , ter genoemde plaatfe, zijn einde- mxa. Bb z Wsa-  , 388 Pt luchtman3 Waarneeming Wanneer, wy nu dit geval met alle Wsarneemingen der gebreken van den Aars van diergelijken aart, die tot hier toe geboekt Zyh, vergelijken, tullen wy, zo ik mij niet bedriege, geen één voorbeeld vinden, het welk in alle deszelfs omftandigheden, met het onze overeenkomt. - *» Als wij de verdeeling der gefloten Aarlen, volgens den Heer Papendorp , naargaan, fchynt het, dat wij ons geval beft knikken onder zijne negende zoort, het welke den gewonen Aars wel ten eenemaal gefloten ftelt, doch. zó, dat er elders een ondergefchikte Aars gevonden word(cf), ten minften brengt Hij onder dezen rang zulke gevallen, die met het onze de meefte overeenkomft hebben , als voor eerft dat, het wtlk door G. F. Durrius befchreven is in de Epbcmir. Nat.'Curios.(p') vaneen jongetjen, bijwïeu wel de gewone natuurlijke opening van den Aars gefloten was, maar bij wien van daar een Buis voortging naar het agterfte begin of den Wortel der Roede, welke aldaar eene opening maakte, ter grootte van eene Erwet. Ook de waar* neming van den Hooggel. Ruisch Qf)9 van eeo jou* (O Diis. de Ano Imperfor. f. «. pag, 3$. & feo, (fj Dec. a. lnn. VIL Obs, £2. ty) A4ver«. Anat. Dec. U, paj. 43.  van een Gefloten Aar?, jongetjen, bij wien van de gewone plaats des Aars een kleine Rechte Darm naar den Balzak voortliep, welke daar terplaatze, op den vierden dag naa de geboorte , van • zelfs doorbrekende, eene ontlafting van het Meconium maakte: ■— Maar zo veel ik wete, is er nergens een voorbeeld voor handen, waarin de Rechte Darm eenen even * gelijken loop gehouden heeft en zover langs de Roede opgeloopen is, als in dit, Daar het nu in veele opzigten zijtje nuttigheid heeft, alle de verfcheidenheden der gebreken, die in de Natuur voorkomen, te kennen, heeft mij dit aangefpoord, om ook dit geval te befchnjven, en er eenige afbeeldingen, ter nodige opheldering en beter vcrüand der befchrijving, bij te doen. A, 3 ftaan  *W' 39* VEHKL A AR ING DER 3? X JM JSL T M 7ST. Plaat I. Verbeeldt de ligging en uitzetting der Darmen, zo als dis zig, na het openen des Buiks , en het omflaan der gemeene bekleedfelen , met de Spie» ren en met de Pisblaas, vertoonen. a. a. a. Zijn de Dunne Darmen. l\ Is het einde van den Kronkeldarm, (Jntejlinum Cdorï), het welk uit de (linkerzijde oprijzende en naar voren opkomende, bij c in den Regten of Endeh darm (Intefiinum ReEtunï) overgaat. c. d. e. Is het begin van den Regten Darm, het welk in een zeer wijden en langwerpigen Zak veranderd zijnde , zich hier aan het voorde gedeelte van den Buik, onmiddeüjk agter den Penszak, deed zien. ƒ. Is een klein gedeelte van den Blinden Darm (Jntiflinum Coecum).  Vtrklaaring der Plaaien. 391 T1.4AT J. g. h. i. Is de Kronkeldarm, va de Regterzijde voor de Maag , boogsgewijze nsar de (linkerzijde omloopende, overal bedekt met het Darmnet. Plaat. II. Verbeeldt het einde der Dunne Darmen met het begin der Dikken. a. b. Vertoont het einde van den Omwonden Darm, '\lntefttnum lleurri) en deszelfs ongemeene uitzetting, bij zijne inplanting in den Dikken Darm. cd. IsdeBlindeDarm,(/«/ f, g, h. Is het Gezwel zelve, aan de bovenzijde oprijzende tegen den onderden rand der gemelde fpieren en tegen het Staartbeen (Os Coccygü*) f. Bij h ziet men, hoe de Endeldarm zig vernaauwende, trechtcrsgewijze nederwaards gaat van h tot i, en zig van daar naar voren omkrommende, in een aaauw Buisjen overgaat, dat van agteren in dsn Balzak inzinkt. Fig. 3. Verbeeldt hetzelfde Gezwel, nu in zijne geheele laagte aan de agterzyde geopend. l, m. Is het boven(le en wijdfïe gedeeke van hetzelve , het welk bij' l voor het Staartbeen naar boven in het Bekken ingaat. ff, 0. Is het gedeelte des Endeldarmv dar zig_ tregtersgewijze vernaauwt, en ia het Buisjen p. uitloopt, r, r. Zijn de omgeflagen lappen van den ge;  Verklaar in g der Plaat en. 593 geopenden Endeldarm, waarin zig verfcheiden langwerpige plooijen zien laten. Pla.vt. IJL q. Zijn de rwee Zaadballen, tusfehen welken het gemelde Buisjen/) zig naar voren omkromt. Fig. 4. Verbeeldt het voorfte gèdeelte der Roede QPenis\, na het wegneemen der Bekleedfelen, met den loop van het Buisjen, dat uit den gemelden Zak voortkwam. s. Vertoont het gemelde Buisjen, zich tegens den Bol van den Pisweg '^Bulbus Urethra) aanzettende, en van s tot t ziet men het zelve, lang* de Roede oploopende tot aan het begin van het Roedenhoofd, (glans Penis), alwaar hetzelve met eene naauwe opening eindigde. Fig. 5. Verbeeldt de Teeldeelen ia hun geheel. v. Is de natuurlijke opening, daar het Meconium door drukkmg van het Buisjen kon worden uitgeperft. 5 b $ . Af-  ^g- 394 AFBEELDING en BERIGT M X W JD M M JE W\ GENOOT SC PI AP medegedeeld door den WelEdelen Geftrengen Heer Mr. Jman Wil'leai Falck, ordinaris Raad van Nederland/eb Indien, en Gouverneur van Ceylon, enz. enz. enz. J^lfchoon de Natuur in het' voortbrengen van zoortgelijke Schepzelen meeftal denzelfden regel houdt, ziet men egter zomwijlen , dat ze door het een of ander toeval in omftandigheden komt, die maken , dat er Schepzelen worden voort* gebragt, die of gebrekkig of misvormd zijn, en, in het een of ander, van hunne gelijkzoortigen afwijken. Hier van vindt men allerwegen veeie voorbeelden: één eenig zal genoeg zijn, om dit te Haven : meeftentijds krijgt eene vrouw maar één kin4 VAN TWEE A A NE ENGEGROEIDE AAN HET  'Afbeeldingen Berigt, enz. $9$ kind te gelijk; ook krijgt ze er wel twee, zomtijds zelfs meer, doch in alle die gevallen draagt zig alles genoegzaam, zo ten aanzien van de Vrugr, als van de Moeder, niet alleen gedurende de zwangerheid even eens toe, maar elk kind komt bij de verlosfing ieder afzonderlijk, bijna op dezelfde wijze , ter wereld. Een enkele reis egter gebeurt het, dat tweelingen door de eene of andere oorzaak, of bij de bevrugting met elkander vereenigd raken, en dus gedeeltelijk tot een lichaam worden, of ■ dat ze daarna door deze of g^ne bijkomende omHandigheid aan elkander vaftgroeien, en dus of véreenigd of Samengegroeid, ter wereld komen. Hier van ontmoeten wij verfcheiden gevallen bij deze cn gene Schrijvers , en ware het niet , dat zulk eene vereeniging of zamengroeijing op verfehillende wijzen gefchiedde , zoude het niet nodig zijn, om er meerder voorbeelden van optegeven: dog daar men bij het een en ander geval er meer of minder verfcheidenheid in ondervindt, en het geval, het welk het onderwerp van dit Eerigt uitmaakt, in meer dan één opzigt bijzonder is,raeende het Genootfchap, aan het Gemeen geen ondienft te doen, met dc Afteekening en hec Berigt in het licht te geeven.terwijl hetzelve zig daar door teffens in ftaat gefield vindt, om de loffelijke oogmerken van den WelÊd. Gefir. Heer Falck, die  35)6 van twee aaneengegroeid Kinderen. die bij het aan neemen zijner verkiezing tot Lid van ons Genootfchap, door het toezenden van dit Berigt en Teekening, onsa! ftraks zulke aangename bewijzen van zijne edelmoedige denk-en handelwijze gaf, met dankbaarheid te beantwoordea: gaarne hadden wij eene befchryving gehad, die vohediger was geweeft; dan, naar men ons berigt, was het niet mogelijk geweeft, om bij den bijgeloovigen iiJander, over wiep men geen gezag had, eene naauwkeuriger navorfchiug te doen: - door een Engelfch Heer van Ansjengo werd het Berigt met de Afteekening medegedeeld aan den Heer W. A.Keunmann, Nederiandich Relldent op Mannapaar, en door dien Heer aan den Edelen Heer Falck toegezonden. Het weinige berigt, dat wij er van oc'tmigen, beftaat hierin. Deze Tweelingen waren kinderen van zekere Wellales wouw, en werden geboren te Ansjengo, gelegen in het zuidelijke gedeelte van i'.ialabaar. Zij waren, bij hunne geboorte , voldragen en kwamen levendig ter wereld. Zij zogea beide» van tijd tot tijd aan harer moeders boriten,en, hef geen aanmerkelijk i», ab de eene de oogen open had en wastkte, dan waren ze bij de andere gelidten en die fliep, en du had over en weder plaat*. —— Zij leefden vier a vijf dagen, zijnde hec ee-  'Afbeelding en Berigt f§f eene kiad eenen dag vroeger geftorven dan het andere, waardoor het waarichijnelijk is, dat de inwendige deelen, vooral de voornaamfte bloedvaten in deze kinderen van elkander ondericheidea waren. Bij elk kind waren het hoofd, hals, borft en beide armen gefteld als gewonelijk, doch omtrent het midden van den Buik kwamen zij in eetien rcgsnovergeftelden fland tot elkander, en hadden, daar zij 't zamen kwamen, eenen gemeenen Kavel. —- Uit dezen uiterlijk gemeenen Buik kwamen ter zijdede onderfte Ledematen uit, zo ' dat men aan elke zijde een regter en een linker been zag. Doch, indien men op de Teekeningkan ftaat maken, ftaan, aaaalle vierde voeten, de groote toonen, (die natuurlijk naar binnen ftaan,) naar buiten, dus het moeilijk te begrijpen zij, hoe de gellèldheid dier deelen van binnen zy en welk been tot het één, en welk tot het ander kiad behorej en ware het niet, dat er tusfehen de beenen der eene zijde teeldeelen lagen, zoude men bykans «leuken, dat de twee beenen van elke zijdeniet van hetzelfde kind waren, maar dat deze twee al» het ware elkander van binnen kruiften, en dat dus het been van elk kind het digtft naar het bovenlijf van het andere ftond. In de Afteekening komt het verder waarfchynehjkvoor, dat de twee beenen van de eene ztjde, waar men geene teeldeelen gevonden. heeft,  35*8 var, 'twee aangegroeide Kinderen; heeft, inhunnegeheele lengte, met elkander zijn itemen gegroeid. De afteekening der Téeldeelen eindeiijfc is zo duifter, dat men naauwlijks weet, wat er van te maken; of ze mannelijk zijn, dan vrouwelijk; waarfchijnehjkft egter zijn het vrouwlijke; het zoude kunnen zijn, dat ze wel ge teekend, maar dat ze waofchspen zijn. DRUKFEILEN. P. 64. Reg. 25 ftaat Clifkom lees Cr.izTON. . 27 DE la ïome DE la SONE,    21. III.