Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin vam het jaar MDCCLXXX. NEGEN-EN-TWINTIGSTE DEEL. te AMSTERDAM, iy JOHANNES ALLART. MDCCECIII.   L Y S T VAN ALLE DE STUKKEN, WELKE IN DIT NEGEN-EN TWINTIGSTE DEEL GEPLAATST ZYN. (Tervelg van No. LXXF. van het XXVIII. Deel.*) Rapport van de Heeren, volgens hun Ed. Gr Mogende Refolutie, door bun Hoog Mogende benoemd tot het onderhoek der redenen van het niet volbrengen der ordres tot het verzenden van tien Schepen naar Brest. . • • W. i LXXVI. Adres aan de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede. In dato . . July 1785. bl. 176 LXXVII. Missive van de Staaten van Utrecht aan de Magiftraat van W-^k by Duurjlede; nevens het Antwoord op dezelve. In dato 19 en 26 July 1785. • bl. 180 LXXVIII. Adres van de Geconftitueerdens der Burgery aan de Edele Groot Achtb. Heeren Burgermeefteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht. In dato 1 Augustus 1785. bl. 184 LXXIX. Adres van Gecommitteerden der Schuttery aan de Edele Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht. In dato 1 Augustus 1785. bl. 190 * 3 LXXX.  vi LYST DEfc STUKKEN. LXXX. Resolutie van de Regeering der Stad Vollenboven. In dato 15 Augustus 1785. • • > bl. 195 LXXXI. Request aan de Edele Achtbaare Hee* ren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Wyk by Duurftede; nevens de Refolutie daarop. In dato 16 Augustus 1785. bl. 198 LXXXII. Request van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Ed. Achtb. Magiftraat van Wyk by Duurftede. In dato 18 Augustus 1785. . . bl. 203 LXXXIII. Extract uit de Refblutien van deHeeren van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven. In dato 2a Augustus 1785. bl. 206 LXXXIV. Request aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 23 Augustus 1785. bl. 207 LXXXV. Missive van de Regeering van Deventer, aan den Prinfe Erfftadhouder. In dato 26 Augustus 1785. . bl. 216 LXXXVI. Resolutie van hun Ed. Gr. Mogende op de Memorie van den Generaal de maillebois, raakende het vastftellen van een Militair Departement. In dato 26 Augustus 1785. . . bl. 219 LXXXVÏI. Extract uft de Refolntien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Brielle. In dato 27 Augustus 1785. bl. 225 LXXXVIH.  LYST der. STUKKEN- LXXXVIII. Resolutie van hun Ed. Gr. Mogende op het Request van Amfterdamfche Kooplieden en Asfuradeurs, om befcherming van hunnen handel; als mede nopens eene Commisfie tot 'het Zeeweezen , en eene Memorie van zyne Hoogheid. In dato 27 Augustus 1785. . . bl. 226 LXXXIX. Propositie der Gedeputeerden van de Stad Schoonhoven, nevens een Request van Burgers, enz. van Heusden, tot de te rug Marsch der Troepen uit Amersfoort* Ingebragt ter Vergaderinge van hun Éd. Gr. Mogende , in 'dato 27 Augustus 1785. bl. 23t XC. Qualificatie op den Hoofdofficier Mr. p. gevers, te Rotterdam, tot het hooren van eenige Perfoonen ter zaake van het voorgevallene op zeeker Spceltogtje, onder belofte van impuniteit. In dato %t Augustus 1785. . . bl. 237 XCI. Missive van de Staaten van Utrecht, omtrent het voorgevallene te Amersfoort Ingeleverd ter Vergaderinge van hnn Ed. Gr. Mogende, in dato 31 Augustus 1785. bl. 240 XCII. Circulaire - missive van Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, aan de Staaten der andere Provintie. In dato 31 Augustus 1785. . . bl. 248 XCIII. Brief aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder, van de gezvvo* 4 re"  vin LYST der STUKKEN. rene Gemeente van Hattem. In dato . : Augustus 1785. . . bl. 250 XCIV. Request van twee Officieren aan de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht. In dato .. Augustus 1785. . . bl. 253 XCV. Missive van Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht, tot favorable refleclie op het verzoek daar by vervat, raakende de Militie , en betreffende het voorgevallene te Amersfoort. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende; in dato 1 September 1785. bl. 254 XCVI. Missive van Zyne Hoogheid, omtrent de nieuwe Vaandels en Ringkragen der Officieren van het Regiment Hollandfche Gardes te Voet. In dato 1 September 1785. . , bl. 258 XCVII. Resolutie der Staaten van Ovgrysfel, raakende het emploi van Militie. In dato 3 September 1785. . bl. 261 XCVIII. Voorziening by Publicatie tegen attroupeeringen, infolentie en geweld in den Haag. In dato 8 September 1785. bl. 262 XCIX. Request van Burgers en Ingezeetenen, aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Amfterdam; raakende de zaak van Amersfoort. In dato 8 September 1785. bl. 270 C.  LYST der STUKKEN. C. Missive der Regeering van Wyk by Duurftede , aan de Staaten van Utrecht. In dato 12 September 1785. • bl. 272 Cl. Missive van Burgemeefteren der Stad Wyk by Duurftede, aan hnn Ed. Gr. Mogende, tot favorable reflexie op het daar by gedaan verzoek, raakende de Militie en het ^voorgevallene te Amersfoort. In dato 12 September 1785. . bl. 275 CII. Missive van Gecommitteerde Raaden 'over de praétycq omtrent het werk der Patenten , en nopens het afleggen der Eedeh door de Officieren op Hollandfche repartitie en in deeze Provincie in Guarmloen komende. In dato 13 September 1785. bl. 279 CIII. Missive van Schepenen, Raaden en Gezworens van 's Hertogenbosch, aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. In dato 14 September 1785. bl. 285 CIV. Volkomene goedkeuring van de geftelde ordres by Gecommitteerde Raaden , om' trent de Attachés op de Patenten , door hun Ed. Gr. Mog. verleend, in dato 14 September 1785. . bl- a89 CV. Ten volle geapprobeert en gelaudeert, door hun Ed. Gr. Mog. de conduites van Gecommitteerde Raaden en derzelver genoomen Refolutien met en zeedert 9 deezer, aangaande de beweegingen den 4 dee0 zer  Jt LYST der STUKKEN. zer in den Haag. In dato 14 September 1785. . bl. t93 CVT. Resolutie op het beklag van Burgemeefteren der Stad Leidtn, over het inbrengen van Geapprehendeerden tot aan de Gevangenis in het midden dier Stad, met gewapende Militie, door 'den Subftitut van den , Bailliuw van Rhynland, volgens deszelfs ' fchriftelyke order; en op zyn berigt deswegens. In dato 14 September 1785. • ■ • • bl. 508 pVII. Missive van Gecommitteerde Raaden met hun Reglement: op de begeeving der Ampten tot dispofitie van het zelve Collegie en met een Lyst der Dominiaale Ampten daar toe behoorende. Ingeleverd by hun Ed. Gr. Mog. in dato 15 September J785* • bl. 3n CV UI. Extract uit het Register van de Aften en Refolurierj der Edele Mogende Heeren Gedeputeerden Staaten van Stad en Lande. In dato 15 September 1785. bl. 321 CIX. Extract uit de Acten en Refolutien der Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande. In' dato j 8 September 1785. . . W. 324 CX. Missive van de Regeerders der Stad Amersfoort aan de Staaten van Holland , tot afwyzing der verzoeken omtrent het voorgevallene aldaar. In dato 26 September 1785. . . bl, 327 CXI.  L Y S T dik. STUKKEN. x2 r*YT Prsolutie op het maaken van nieuwe; Vaendels voor de Lyf-Guardes te Voet van hun Ed. Gr. Mog., en omtrent de Ringkraagen der Officieren by dat Regiment. In dato 28 September 1785. bl. 332 CXÏl Retroactive Confideiatien van de Hee* 'ren Gecommitteerde Raaden , omtrent de voorzieninge en het gebruüc der Wapens boven de Placaaten en de Busfen van de Bodens, uit kragt der Refolutie Commisforiaal. In dato 28 September 1705. bl. 335 CXIII. Missive van den Koning van Pruisfen zoo aan hun Edele Groot Mog. als hun H002 Mog. concerneerende de voorregten van het Erfftadhouderfchap. Ingeleverd in dato 28 September 1785. bl. 338 CXIV. Missive der Admiraliteit op de Maze, om voorziening tegen de uitlovingen door william conyngham, Ontfanger Generaal van Ierland , aan een Schipper te Vlaardingen gedaan, voor die zig in Ierland op de Noordwester Kusten van Donegal ter Commercie, of fpeciaal ter Visofchery willen nederzetten. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed, Gr. Mogende. In dato 28 September 1785. bl. 344 CXV. Extract uit de Refolutien van de Edele Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 1 Oéfcober 1785. . . bl- 351 CXVL  xu LYST der. STUKKEN.' CXVI. Advies van Mr. f. g. blok , over de Praeliminaire Vredes - Artikelen, tusfchen Hun Hoog Mog. en den Keizer, gefloten op den 21 September 1785. Ingebragt in de Vroedfchap der Stad Leiden. In dato 6 Oétober 1785. . , bl. 35a ZAA-  Z A A K E N VAN staat en oorlog. MDCCLXXXV. {Vervolg van Ne. LXXV. van het XXVIII. Deel) Rapport van de Heeren, volgens hun Ed. Gr. Mogende Refolutie , door hun Hoog Mogende benoemd tot het onderzoek der redenen van het niet volbrengen der ordres tot het verzenden van tien Schepen naar Brest. TPXat uit het zoo even verhandelde gebieeken jL/ zynde, dat de V. A» Hartfinck niets naders, wegens de intentie van Z. H., uit den V. A van Byland vernomen hebbende, da2r door zich het begrip bad geformeerd, dat by nadere ordres dienaangaande moest afwagten; verder bevonden was, dat dezelve, desniettegenfraande, oogenbükkelyk daar op, en zonder tusfchenkouist van nieuwe orders, die hy evenwel zelf te vooren getoond had noodig te oordeelen, had gotd. gevonden, de bekende Conferentie met de Vlag» Officieren over de reis naar Brest aanteleggen ; . en zulks, volgens zyn opgaaf, op iiiftigaüe (/) of (») Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 2. XXIX. DEEL. A  2 july, za aken van i78j. of aanraading van den V. A. van Byland en S. b. N. van Kinsbergen, mat welken laacsrgemclden hy Commandant we! geene bepaalde confultatien over deze zaak gehouden, maar wel in 'c algemeen daar over gefproken zoude hebben, en denzelven voor den 7 October onderrigt , hoe de orders van den Heer Admiraal Generaal én de Refolutien van h. h. Mog., waar uit dezelven gefprooccn waren , lagen ; fchoon hy zeide zich niet te herinneren, weike confideraiien de gemelde Schout by Nagt aan hem, mat betrekking tot dien To^t, vóór de Conferentie van den 7 October gefuppeaueerd had: terwyl deze inltigatie of aanraading der bei :e zoo evengenoemde Officieren , ingevolge de elucidatien van den V. A. Hartfinck, alleen li. een bloote raadgeeving lcheen beftaan te hebben , op dit motif gegrond, om, zoo de begripy 11 der Vlag-Olficieren met die van hem V. A. overeenkwamen, langs dezen weg eene meerdere verft rkiug toe te brengen aan 't geen by wegens deze zaak gedacht, en aan Z. H. gefchreeven had. — Düt ook dienaangaande verder was opgegeeven, dat hy V. A. met de gezegde Officieieti begrepen had, (/) rot meerdere opheldering noodzaakelyk te zyn, de Rapporten van de Capiteioen met de praefeut zyn de Vlag-Offi* eieren te txantineeren ; als mede de doenlyk. heü, of niet wel doenlykheid, om de reis naar Brest te onderneemen in dien tyd van 't jaar , en met zoo weinig Victualie, behoeften üc: gelyk ook wyders in het byzonder, dat de gezegde meerdere ophelderingen dienen moeften (m) voor H. H, Mog. en z. H. : dan dat, met betrekking tot dit laatfte , hy Commandant evenwel tevens had moeten erkennen, dat, daar de (k) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 20. Art. i, s, 3 , 4- en 5. (/) Idem No. 19. Art. 3. {tn) Idem No. 20. Art. 6, 7, 8 en 9.  JotYi STAAT EN OORLOG. 1785. 3 de orders tot de voorzeide Expeditie, proflaeerende uit de Refolutien van H. H. Mog., met den 8 October vervielen, derhalven deze meerdere ophelderingen van geene influentie ter wae. reld zyn konden op bet arresteeren van zoodanige nadere ordres by Koogstdezelven , als hy V. A. gezegd had, nog vóór of op den 8 Oo tober, op zyne Misfive van den 5 te vooren, te hebben kunnen ontvangen en verwachten. Dat Heeren Gecommitteerden derhalven hieruit moeften afleiden , of dat de evengem. zoogenaamde meerdere ophelderingen volilrekt niets betekenden, of wel, zoo ze eenig effect zouden hebben kunnen produceeren , dat dan derzelver eigenlyke bedoeling zou hebben moeten geweest zyn, om, door het opperen en aandringen van nieuwe zwarigheden tegen den Togt naar Brest, de ordres, die op of vóór den 8 Ottober nog zouden mogen zyn ingekomen , buiten effecte houden. Immers, dat niet wel lcheen te kunnen worden gedefereerd aan de verklaaring van den V. A. Hartfinck , op de voorfz. laatfte tegenwerping gefuppediteerd , dat naamenlyk de gezegde ophelderingen zouden hebben moeten dienen, om , ingeval 'er geene nadere ordres mogten inkomen, dan daar door te doen zien , dat de geopperde zwaarigherien tegen den gemelden Togt niet gepratexeerd, maar direct gegrond geweest zouden zyn op het eenpaarig begrip der Vlag-OfScieren, of om, ingeval 'er nadere ordres waren ingekomen ('t geen gebleeken is voor den 8 October niet wel mogelyk te zyn geweest) als dan de daadelyke voortzetting van de revs meerder buiten verantwoording te houden wegens de gevolgen , die uit de nakoming van zoodanige ordres mogten zyn voortgevloeid. Dat zoodanige uitvlucht tog te minder kon worden geadmitteerd, *iaar het kennelyk was, dat commandeerende .Officieren, welker pli?t ze* ker medebrengt om de ordres van H. H. Mog., A 2 voor  4 july, ZAAK EN VAN 1785. voor alles te moeten gehoorzaamen, daar mede dan ook voor alle gevolgen en verantwoordelykbeid zyn gedekt, en dat alle andere conduite fteeds in een' meerderen of minderen graad , naar maate van de omftandigheden , een begrip ann den dag legt, dat gem. commandeerende Officieren zich zouden kunnen aanmaatigen de beoordeeling van het al of niet raadzaamt van pofitive bevélen van hunnen Souverain. Dat zy Heeren Gecommitteerden niet ontveinzen konden , dusdanige geneigdheid, zoo zy meenden, by den V. A. Hartfinck in 't byzonder ook te hebben ontdekt ; en in dit begrip, 'l welk uit het gantsch beloop van alles ontleend was, nog verfterkt waren geworden, wanneer zy denzelven uicdrukkelyk hadden hooren declareeren, dat by de meergem. Conferentie van den 7 Oöober onder anderen ook had aangelegd, om te examineeren de doenlykheid, of riet wel doenlykheid (»_) om de reis naar Brest te onderneemen in dien tyd van 'c jaar en met zoo weinig Vi&ualie en Behoeften, Dat het derhalven blykbaar was, dat, inditn deze Conferentie al niet was aangelegd om een nieuw middel tot vertraaging by der hand te hebben, ingevalle 'er nadere orders tot het daadelyk onderneemen der Expeditie mogten inkomen , dezelve ten minften alleenlyk heeft moeten dienen , of om den V. A. Hartfinck, ten aanzien zyner vertraagde handelingen , en het niet doen uitvoeren van H. H. Mog. orders, te dekken; of om de executie dier orders van het begrip der Vlag-Officieren afhangelyk te maa* ken : eene handelwyze , welke , in beide opzichten , alle orders en Refolutien van den Souverain ondermynende, tegen s Hoogstdeszelfs wettig gezag, en de zoo noodzaakelyke fubordinatie in den dienst regelregt, naar de gedachten van hun Heeren Gecommitteerden, aanloopt. Dat («) Verhoor V. A. Hartfinck, N) volkomen buiten ftaat verklaard , om de voorgeftelde Expeditie ter uitvoer te brengen. Dat ondertusfchen het gegronde of ongegronde dezer decifie hier niet nader zoude worden onderzocht, alzoo bereids , by de behandeling van hei eerfte HoofdpoincT:, opzettelyk was opgegeeven niet alleen alles, wat, met relatie tot de volftrekte mogelykheid of onmogelykheid, om met de Scheepen in den ftaat, waar in dezelven waren of nog konden gefteld worden, de reis te onderneemen, in aanmerking kon komen, - maar ook hoedanig een befluit daaromtrent behoorde te worden gemaakt: gelyk ook, en uit het zoo even aangeroerde , en uit het te vooren gedaan onderzoek over het al of niet exiteeren van wettige redenen om den geordonneerden Togt naar Brest, ingevolge den teneur van H. H. Mog. Refolutien, natelaaten , genoegzaam zoude zyn afteleiden, hoe men over de bevoegdheid der Vlag-Officieren, om op zulke politive ordres, als de V. A. Hartfinck dezen aangaande ontvangen had, zoodanig befluit te neemen, als zy gedaan hebben, zoude moeten oordeelen. Dat evenwel op dit ftuk in 't voorbygaan moest worden aangemerkt, dat, ter nadere op- hel- (#) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 19. Art. 3. (/>) Zie Byligen van Verbaal V. A. Hartfinck, Litt. U, pag. 33*. A3  6 july, ZAAKEN VAN 1735. heldering van het geen door de Officieren, we. gens de zwaarigheden der reis naar Brest, was bygebragt , dezelve reis in het neemen der infoi manen by een Kruistogt in de Noord-Zee (?) begrepen was vergeleken te moeten worden, ten einde hier uit te doen zien, in hoe verre de bygebragte zwaarigheden tegen zulk een Togt, waartoe de Scheepen door de Officieren gefchikt verklaard waren, en welke ook door zommigen derzelven kort daarna ondernomen is , mede in aar.meiking kwamen; of waar in het onderfcheid tUÊfchen het een en ander gelegen was, — Gelyk mede had moeten- onderzocht worden zekere door den V. A. Haitfinck opgegeven regel, behelzende, (r) aat 'er nooit Scheepen naar buitenlandfche Plaatfen of Havens worden gezonden, dan na dat zy van alle de behoeften voorzien zyn, welken zy voor zoodanig eene abfentie noodig hebben , en beiaaden met zoo veel Victualie, als zy bergen kunnen, en de dienst der Scheepen in Oorlog's of Vrede's-tyd permitteert. Ten opzichte van welken opgegeeven regel, echter de onbeftaanbaarheid , ten minften. in Oorlogstyd, aan voorn. Vice-Admiraal onder het oog gebragt was: omtrent welk poinct, ter betrachting van alle mogeiyke kortheid, wederom tot het geen dien aangaande by 't gedaan onderzoek is ter nedergefteld , zal worden gere. feretrd: (O zvnde het genoeg ter dezer plaatfe daarop te reiL fteeren , dat in allen gevalle de zwaarigheid, uit dien regel afgeleid , nimmer met eenigeu fchyn onder de by H. H. Mog. Refolutie vermelde onvoorziene toevallen zoude kuru.en gerangeerd worden. Dat eindelyk aan den voorfz. V. A. Hartfinck ook (?) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art. 6. tot 11. (O Idem No. 26. Art. 4. (s) Idem No. 56. Art. 1. tot 7,  july, STAAT EN OORLOG. 178J. 7 ook nog gelegenheid was gegeeven, om , (/) het zy uit'de Refolutien van H. H' Mog., of uit d» Ordre van den Heer Admiraal Generaal, of wel uit den aart der zaak iets bytebrërtgen , waarom de abfolute en Heilige orders van H H. Mog. niet volttrektelyk zouden hebben uitgevoerd behoeven te worden ; dan dat dit door denzelven niet anders, dan met eene herhaaling van dikwyls bygebragte en even dikwyls geresteerde voorwendzelen, was beantwoord. Dat nu uit al het geen in de hier voorenge. melde Conferentie der Vlag-Officieren is verhandeld, als mede uit de wvze, op welke de Commandanten en verdere Officieren zich beitendig, raakende de Expeditie naar Brest, hebben geëxpliceerd, gebleeken zynde, dat dezelven wch daar van een gantsch ander denkbeeld gevormd, en de orders van H, H. Mog. nopens dien Togt niet in dien zin opgevat fchynen te hebben, als onder het eerfte Hoofdpoint, by het aldaar opzettelvk gedaan onderzoek nopens den waaren zin en meening der gezegde Refolutien, teu duidelvklten, zoo vertrouwd wordt, getoomt is, dat dezelven moeiten geënvifageerd worden; dierhalven by Heeren Gecommitteerden noodig was geoordeeld , nopens de gezegde opvatting eenig rader onderzoek te doen, ten einde dus te ontdekken , of dezelve ook op de verklaarirg der Officieren , dat de Scheepen tot het volvoeren dier orders buiten ftaat waren , en dus op de bepaaling van het fait , naar welk s reeele exiftentie byzonder moest worden geioquireerd, eenigen invloed mogt gehad hebben. _ ... Dat zy Heeren Gecommitteerden m het denkbeeld , dat zy zich nopens het verkeerd begrip der vóorfz. Officieren omtrent den Togt naar Brest en H. H. Mog. dien aangaande gegeeven ordres. hadden gemeend te moeten vormen, te ' meer (/>) Verhoor V. A. Hartfinck, Ne. ac". Art. 8 tot 10. A 4  8 july, ZAAKEN VAN meer verderkt waren geworden, wanneer zy dezelve Officieren telkens van de reis naar Br-sr met zoo veel emphafe, als van zulk een Reis ' hadden hooren gewag maaken, waartoe zoo veel meer prajparatien zouden vereischt worden en waar in vry meerder zwarigheden , dan in an. dere Togten welken mogten geordonneerd zvn zouden zyn geleegen geweest. ' Dat by het gedaan onderzoek hier omtrent de V. A. Hartfinck expresfelyk verklaard had, begreepen te hebben, r» dat, alzoo Brest geleegen is aan de andere zyde van den Vyand 'er ous meer zwarigheid in was , om de Scheepen derwaards te zenden, dan wel naar andere Plfat. ren, welker legging aan 't gemelde bezwaar niet onderhevig was ; en wel voornamelyk , dat de bcheepen, te Brest gekomen zynde, dan, zoo hy meende , volgens de Refolutie van H. H Mog., werkzaam zouden hebben moeten zvn iii het doen van gecombineerde Expeditien met de Franfche Scheepen , of het dekken van de Colomenj tot welk een en ander zy, zonder eene ^frfretenu^teiV0orzieninS» naar zyn oordeel volftrekt buiten ftaat waren. Dat, naar de gedachten van Heeren Gecommitteerden , uit deeze opgave al aanfionds te «en was, dat de gemelde Commandant de Re. folutien van H. H. Mog. niet naar derzefver wezenlyk en by dit Rapport te vooren geëxpliceerd oogmerk had opgevat, maar daar aan een zin gehegt, die, misfchien wel vorens de Dra: paratoire informatie van Z. H, doch , in allen gevalle geenszins, na de bekomene vifie en leclure der Refolutien zeiven, aan dezelven toegefchreeven konde worden. In welke gedachten zy Heeren Gecommitteerden nog nader waren bevestigd, wanneer hy V. A. vervolgens erkend had, dat, O) ,„dien de Scheepen, naar Brest 00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 27. Art. 1. g&' {ij Idem No, 87. Art. 2. ' 7 U  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 9 gedestineerd, door H. H. Mog. aan Zyne Majefteit den Koning van Frankryk waren overgedaan geweest , onder voorwaarde , van alleen naar Brest bezorgd te moeten worden ; hy dan ook geen zwarigheid zou gevondeu hebben, om de orders daartoe te doen executeeren, wanneer hy die op den 5 üctober had ontvangen , met byvoeging , om de Scheepen , den wind goed zynde , 'vóór of op den 8 te doen zeilen , zoo zy maar van meerder Victualie waren voorzien geweest. Dat, wanneer na deeze erkentenis de inhoud der Refolutien van H. H. Mog. aan den V. A. nader was onder't oog gebragt, en hem aangetoond, dat, ingevolge derzelver duidelyken in« houd, even eens als in 't geval dat de Scheepen aan den Koning van Frankryk zouden zyn overgedaan geweest, de gegeeven last zich ook hier voor eerst bepaalde tot het doen eener reis uit Texel na Brest, zonder meer; hy V. A. nu weder zyn voorig gezegde had veranderd , met daarby te voegen , dat ook , (w) ingeval van overdoening der Scheepen aan den Koning van Frankryk, het transporteeren derzelven alken kon gelchieden op bepaalde en wel onderzochte orders van den Staat: verklaarer.de voorts al wederom, dat, wanneer de Capiteiaen hem hunne zwarigheden voordroegen, hy begreep, dat dezelven van zoo veel aangeleegenheid waren, dat ze bepaaldelyk moeiten worden onderzocht; en dat hy het voor zich onverantwoordelyk zou hebben gevonden , die Scheepen op die wyze derwaards te zenden, dewyl het weinig eer aan den Staat zou gedaan hebben, Scheepen in dien ftaat naar Frankryk te zenden , waar door het alternative oogmerk van die Refolutie, het doen van Expeditien in de Europeefche Zeeën , immediaat geheel verviel ; en dat het dus voor zy- («») yerhoor V. A. Hartfinck, Ko. 28. Art. 1. A 5  io july t za aken van i78j. zyne verantwoording noodig was , dat H, H» Móg. zeiven bepaalden , dat de Scheepen in dien ftaat zouden worden gezonden ; en zulks te meer (*) wyl 'er maanden zouden zyn verhopen , eer dat aan het tweede oogmerk van voorfz. Refolutie , om Expadiuen in de Europeefche Zeeën te doen , zoude hebben kunnen voldaan worden : voegende hy daar verder by, dat, indien de Franfchè Commandant eenig versoek tot dierge'yke Expeditien gedaan had, het dan zeer onaangenaam zou zyn geweest , daarop te antwoorden, dat de Scheepen daarroe buiten ftaat waren; indien zulks niet bepaaldelyk door de kennis van IJ. H. Mog. en de Refolutie , daarop genomen, was gewettigd. Dat uit deeze gezegdens derhalven nader de waare redenen , welken het obftacul tegen de uitvoering der geordonneerde Expeditie wd voornatnélyk hebben uitgeleverd , fcheenen te kun« r,en worden opgemaakt, en teffens vry klaar gezien , da: by dat alles het belang van den Staat en de groore aangeleegenheid , dat in tyd van Oorlog pofitive orders promptelyk worden ter uitvoer gebragt , meer dan waaifchynlyk, vry mir-er in aanmerking waren gekomen , dan wel de byzondere confideratien, welken meer onmiddelyk op de Officieren zeiven haare betrekking hadden: terwyl hier uit althans zeker was, tot hoedanige en hoe meenigvuldige voorwerpen , weiken in der daad eenig en aüeen tot de overweeging van H. H. Mog. behoorden, de Officieren, die niet de voor en tegen in aanmerking komende redenenen , omftandigheden en toekomende gebeurtenisfen, maar fpeciaal de eenvoudige uitvoering hunner ontvangen' orders-, moesten in 't oog houden, hun eigen overleg hebben uirgeltrekr; daar by alryd, Ichoon zonder eenigen grond of waa,fcbynlykneid, H. ti. Mog. aan- (*) Verhoor V. A. Hartfinck, Art. s.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. h aanmerkende, als waren die niet behoorlyk onderrigt geweest. Dat al verder, met betrekking tot den langduurigen tyd van verfcheiden maanden , weike »er naar de opgaaf van gezegden V. A. noodig zoude geweest zyn, om de Scbeepen, te B est gearriveerd zvnde, tot het voldoen aan den verderen inhoud van H. HL Mog. Refolutie, in ftaat te (tellen (over welk point al we krom de Officieren niet behoefden te oordeelen) moest worden aangemerkt, dat het uitdrukkelyk bevel, in de gem. Refolutie vervat, om namelyk de Scheepen te Brest te doen overwinteren , en aldaar nadere orders af te wagten , uit deszelfs eigen aart een' zeer gepasten tyd tot dat voorzien en in ftaat (tellen overliet en aan de hand gaf. Dat dit dan ook aan den V. A. Hartfinck voorgehouden zynde , dezelve daarop als nog, volgens zyn geliefkoosd Syttema, gefultineerd had , (y) dat het tweeledig bevel van H. H. Mog., om te Brest te overwinteren , of Expeditien in de Europeefche Zeeën te doen , niet wel van den anderen kon gefcheiden worden j (hoe zeer dit door den duicielyken inhoud deezer, en naar den aart van alle akernative Refolutien, ten klaarften wederfprooken wordt, daar by dezelven of het eene of het andere gefteld wordt plaats te zullen hebben, en hier fpectaal het eerfte alternatif direct: geordonneerd , maar het laatlte daar en tegen aan het goedvinden van den Commandant geheel en al overgelaaten wierd) beroepende zich den gem. V. A. voorts weder op het voorwendzel , dat hy van de bewustheid hunner H. Mog. nopens den ftaat, waar in .de Scheepen te Brest zouden komen, zeker moest zyn , en dat de Officieren bepaaldelyk moeften weeten , dat H. H. Mog. den tyd (y) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 4.  ia July, ZAAKEN VAN 178^. tyd daar toe hadden gefchikt, en goedgevonden, de Scheepen in die Haven van 't noodige te voorzien en in ftaat te (tellen: gelyk hy 'er mede bad bygevoegd, dat voorts wel moest worden opgelet, dat, volgens den ftaat der zaaken des tyds , het tweede alternatif der Refolutie wel het voornaamfte was, dewyl niets natuurly. ker en apparenter zoude zyn geweest, dan dat door de Franfche Officieren gevraagd was , om oit Esquader op het retourneerend Esquader van den Admiraal Howe te employeeren ; gelyk dit ook, uit 't geen daaromtrent wezenlyk gebeurd was, kon worden opgehelderd ; en dat het dan zeer haatelyk en zelfs van afFreufe gevolgen had kunnen zyn, indien de commandeerende Officier had moeten zeggen, dat zyne Scheepen daartoe buiten ftaat waren : ten minften , dat zoodanig !?tVï?°». °P een bePaaIde kennis en order van «• Mog. moest zyn gewettigd. Dat de meergem. V. A. by dit fyftema dan ook verder beftendig was blyven volharden, mettegenfhande hem , volgens het hier vooren gereflecteerde, was onder het oog gebragt dat het uoen van Expeditien in de Europeefche Zeeën by de Refolutie van H. H. Mog. geenszins als een last, maar als een permisjie , voorkwam, en dus als iets, waartoe de Commandant , in' dien hy het raadzaam , en de Scheepen daartoe gelchikt keurde , zich zou mogen , doch niet moeten, laaten employeeren , zonder dat hy, wegens de ongefchiktheid van zyne onderheb. bende Scheepen , verantwoordelyk was, of dat door de Franfche Officieren eenige aanfpraak op hem gemaakt zoude hebben kunnen worden. Dat ondertusfchen uit deeze zoo even op paaien, als nooit te Brest geweest zynde: gelyk hy (2) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 28. Art. 5, 6, 7 en 9.  14 Jdly, ZAAKüN VAN 1785- hy ook rwyrt'elde, of 'er aldaar, zelfs in 's Koriügs Magazynea., voorraad genoeg van Ankers, louwen, Zeilen &c. zou geweest zyn: hebbende hy daar eindelyk nog bygevoeftd , dai hy, fchoon zulks niet wel weetenue, echter wd geloofde^, dat 'er te Brest genoegzaamen voorraad van Victualie zou zyn te bekoomen geweest tot onderhoud van de Equipage; maar dat dee* ze Viclualie van een geheel andere natuur en foort zou zyn geweest, dan die, waar aan ons Scheeps-Volk gewoon is : en dac hy ook wel durfde verzekeren, dat het Volk daar mede zich op den duur niet zou hebben iaateu vergenoegen; terwyl ook in dat geval, daar de fchafting by H. H. Mog. gereguk.id is, hier aan mee zulke vreemde Victualie niet zou heoben kunnen worden voldaan , zonder Hoogstderzelver nader order. Dan dat hier op te remarqueeren valt, dat zodanige nadere order ligtelyk van H. H. Mog. had kunnen zyn gevraag.!, én, zonder dat daar* om de reis behoefde rmgeiaaten te worden, aan den Commandant over Land nagezonden; zynde het, wanneer nage.;aan wordt, wat eigenlyk volgens de opgaaf der Capiteïnen, aan Scheepsbehoeftens ontbrak , gansch niet waarfchynlyk, dat , (zonder hier de mogelykheid tot het 11azenuen derzdven in aanmeikiug te neemen) het zelve in eene Haven , waar zulke importante uitrustingen plaats hadden, niet zou kunnen ver- • zorgd zyn: gelyk ook de voorn. V. A. reeds te vooren zelf had erkend, dat de iituatie der Schepen niet zoodanig was, of zy zouden, zonder tegenlpoed («) te Brest gearriveerd zynde, na het ïnnecmen van eenige Victualie, nog wel, 'c zy alleen , 'c zy gecombineerd met Franfche Scheepen, de een of andere Kruistogt hebben kunnen doen; waar in zy echter, na zyn oordeel, O») Verhoor V. A, Hartfinck, No. 28, Art. 10.  july, STAAT EN OORLOG» 1785. ïj deel, alleen door hunne vuilheid , en dus niet door gebrek aan behaieftens, van minder nut hadden kunnen wezen. Dat nu verder zullende worden onderzocht, wat door den Commandant der Vloot had kunnen of behooren te worden verrigt , om, zoo veel de omftaidigheden en tyd's gelegenheid toelieten , in het plaats hebbende gebrek te voorzien • het geenszins te ontkennen was, dat men van denzelven met het hoogfte recht had mogen verwagten, dat hy, immediaat na het bekomen van eenige kennis nopens de ophanden zynde Expeditie, reeds in voorraad, ten minden zeker na den daadelyken ontvangst der finaale orders tot dezelve, alles wat mogelyk was , zou hebben in 't werk gefteld, om derzelver uitvoering te faciliteeren: hebbende dan ook den gezegden Commandant niet kunnen tegenfpreeken, fb') wanneer, in cas van eene opkoomende Expeditie, de Commandant van een Vloot vreest, dat de voorraad van de Scheepen, tot dezelvs gefchikt, het niet zal uithouden, 'er als dan wel eene overneeming van Victualie uit de andere Scheepen geordonneerd, en als het gereedfte middel van verzorging in het werk gefteld wordt, en dat zoodanig een overneeming, by voorbeeld, om tien Scheepen voor veertien dagen te voorzien, in één of twee dagen, na dat weêr en wind het permitteeren, kan geleideden. Dat nu wel, volgens eene met den V. A. Hartfinck gemaakte bereekening (O nopens den voorraad, welke uit deinTexei blyvende Schee» pen zou te bekomen geweest zyn , fcheen te volgen , dat op deze wyze de Victualie der Scheeptn naar Brest gedestineerd, voor ten minften anderhalve week konde zyn vermeerderd; dan dat naderhand, gelyk by het eerfte Hoofd- point, (£) Verhoor V. A. Hartfinck No. m. Art. 7. en 8. (c) Ibidem Art, o.  i6 july, Z A A K E ï! VAN i785, point, ter gekegeflheid der opgave van den ftast der Victualie in fa&o getoond is, gebleeken zynde , dat die voorraad niet zoodanig was , als men billyk had moeten verwagten , derhalven ook deze beteekening ten deele was vervallen. Dat, dien onverminderd evenwel ter even gezegde gelegenheid met grond geremarqueerd zynde , dat 'er 'eenige fuppletie van Victualie "by overneeming had kunnen gefchieden, dierhalven alroos billyk mogt worden gevraagd, waarom, met betrekking tot de Scheepen naar Biest gedestineerd , dit middel van fuppletie in het geheel niet in het werk gefield, en minder in confideratie gekoomen was , dan ten aanzien der Scheepen van het klein Esquader, op den 10 October onder den S. b. N. van Kinsbergen uitgeloopen: doch waar voor door V. A, Hartfinck geene andere reden was opgegeeven, dan dat hy , (rf) ren aanzien der Scheepen, naar Brest gedestilleerd niet wel aan eene verzorging van een klein gedeelte der Victualie had kunnen deuken, om dat het daarmede alleen niet te doen was; alzoo die Scheepen, buiten dat, aan zoo veel' andere dingen gebrek hadden, door welker gemis, gevoegd by den ftaat der Scheepen zeiven , hy de reis niet wel doenlyk keurde; dan oat het echter, gelyk te meermaalen is aangetoond, gebleeken zynde, dat, ten ergften genomen, her Articul der Victualie in der daad de voornaamfte en eenige weezenlyke hinderpaal tegen deze reis opleverde, gelyk de V. A. Hartfinck , volgens de kennis, welke hy van deri ftaat der Scheepen had, wel voorzien kon; en voorts mede zynde gebleeken, dat het volvoeren der reis naar Brest, vooral met eene zelfs zeer geringe fuppletie der Victualie, zeer mogelyk en zelfs zeer waarfchynlyk was; het dus volgens een onpartydig oordeel, niet kon worden 00 Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22. Art.. 10.  jfLY, STAAT EN OORLOG. i7?£ }? den ontkend, dat hy V. A. wet degelyk tot het doen in t werk Hellen van dit middel verplat was geweest, en dat daar toe, vooral op den j Udrober, by het ontvargen der préparatoire mformatien van Z. H., eene ruims geleepenbeH voor handen was; ten minf», dat, indien al de wyze, üp welke die informatien ingerigt waren hem, gelyk zeker Iigtelyk kon gebeurd zyn, in «nander denkbeeld had gebragt , het voorlz middel van overneeming dan nog zeer wel na den y Oclober, wanneer het gezegde excus r.in meer geallegueerd kon worden, kon in het werk gefield, immers beproefd zyn. Dat evenwel, behalven het zoo even realK gueerde, de V. A. Hanlïnck nog als een reden voor het nalaaten van het middel der overneeming gevoegd had, O) dat hy van alles aan den Heer Admiraal Gsneraal had kennis gegeeven, en deszelfs nadere orders moest verwag. ten; hoedanig iets, met betrekking tot het uittezeilen Esquader onder den S. b N. van Kinsbergen, geen plaats had; behalven ook, dat in dat geval hem V. A. door Z. H. expresfelvk was geordonneerd, om Viétualië uit de andere Scheepen overreneemen. Dan dat het onbesrvpelyk en met den in der daad gewigtigen post van Commandant eener Vloot , die men veroni derftellen moet , iets meerder dan een blootmachine re zyn, niet wel overeenkomftig moest voorkomen, dac zulk een Commandant in gevallen van de grootiïe aangelegenheid , en daade tyd zoodanig presfeert , zich niet bevoegd zou cordeelen , om zulk een overneem-nsr, op eigen gezag te mogen ordonneeren: zyode het ook by de even voorgaande en diverle andere geleegenheden gebleeken, dat niet zoo zeer de. ze voorgewende onbevoegdheid, maar altyd het verkeerdeljk geimagineerd denkbeeld van eene ge. wt^^ Verhoor V. A, Hartfinck, No. sa. Art, i«, AAlX. UKEI,. B  i8 Jüly, ZAAKEN VAN 1785. gewaande ondoenlykheid der reis , de oorzaak geweest was, waarom alle poogingen, ten einde zoo veel de tyd en omltandigheden toelieten, in de plaats hebbende defecten te voorzien, geheel en al waren nagelaaten : welk verzuim ondertusfehen , wanneer men de zaak uit het eigen oor/punt met den V. A. Hartfinck zelfs befchouwt, des te minder verfchoonlyk kan worden gekeurd, wyl daardoor noodwendig te weeg moest gebragt worden, dat, ingevalle 'er, volgens zyne gedeclareerde verwachting, nadere orders mogten ingekomen zyn, om de Scheepen als nog te doen uitloopen , die orders door de voorfz. nalaatigheid niet dan met des te meer zwaarigheid en gevaar zouden hebben kunnen uitgevoerd worden. Dat al verder was gebleeken , dat, met betrekking tot de Scheepsbehoeften, door den V. A. Hartfink mede geene voorziening gedaan, en zelfs geene informatie genomen, of daar omtrent iets in het werk gefield was; als hebbende hy , zoo hy zeide , gemeend , zulks op de Officieren zelven , en fpeciaal op den S. b. N. van Braam, te hebben moeten laaten aankomen: (f) dan waar op weder te reflecteren valt, dat, hoe zeer de zorg over de Scheepsbehoeften wel aan den gezegden S. b. N. was gedemandeerd (waar van ter zyner plaats nader zal worden gewaagd) hier mede tchrer de üpperdireclie en toezicht van hem Commandant geenszins was uitgefloten; waarom dan ook deeze handelwyze met zyn pligt in die hoedanigheid niet wel kon worden overeen gebragt: het welk aan hem V. A. ten dttidelyklten (g) onder het oog gebragt zynde, niets anders dan eeDfi lang» wylige op onderfcheidene reeds te meermaalen wederlegde politiven gefundeerde , en in eflècte niets (ƒ) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 34. Art. |. (j) Idem Ne. 30. Art. 1 en s.  jOLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 12 niets ter zaak doende rescontra , ten gevolge had gehad. Dat, wat de vuilheid der Scheepen aangaat, hoewel 'er tot redres daar van, 'na den 5, en zelfs na de praeparatoire informatie van den eerfteti October, zeker geen tyd genoeg was overgefchooten, echter billyk dien aangaande in confideratie moest komen , of dan evenwel hier in by een tyd van Oorlog, wanneer men nooit veronderftellen kon, dat de Scheepen tot geen andere employen, als alleen tot het figureeren op de Rheede zouden gebruikt worden, niet reeds vroeger had kunnen en behooren te worden voorzien ; en tot wiens departement de zorg hier voor moest worden gebragt: op welke confideratie, na dat die aan den V. A. Hartfinck voorgefield was, door denzelven was geantwoord en opgegeevèu , (JO dat de Commandant der Vloot, dien aangaande opgaaf van de ScheepsCapiteinen krygende , alsdan, zoo ras hy de Scheepen maar misten kan, hier van kennis moet geeven aan de Admiraliteiten, aan welken het dan ftaat om order tot het kielen te geeven ; doch dat hy vóór Oétober de Scheepen, welker getal niet te groot was, volftrekt niet kon ontbeeren: gelyk 'er ook wel Scheepen naar de Vloot waren gezonden , welken nodig hadden gekield te worden; zonder dat zulks gedaan was, om dat het kielen, by gebrek van Dokken, veel tyd wegneemt, en men in het gebrek van Scheepen wilde voorzien. Een antwoord, waar uit, naar de gedagten van Heeren Gecommitteerden , niet zonder grond zoude zyn af te leiden, dat men in den jaare 178a, ten einde alleen de vertooning te maaken van een meerder aantal Scheepen in gereedheid te hebben , 's Lands Vloot, ten minden geduurende een groot gedeelte van den Zomer, had doen beftaan uit Schee- (i) Zit Elucidatiea op de eerfte Bedenking. B 2  so july, ZAAK EN VAN 1785. Scheepen, welken buiten een behoorlyken ftaat waren om , anders dan met veel nadeel, tegen den Vyand te kannen worden gebruikt; en dat men dus fcheen voorzien te hebben, dat, niettegenftaande alle de enorme depenfes, hier toe gemaakt, het voornaamfte employ der Scheepen in het blyven liggen op de Rheede beftaan zoude. Terwyl voor het overige, wat den V. A. Hartfinck betreft , ut het verhandelde genoeg kon worden opgemaakt, dat dezelve zyne verpligting in dezen, als Commandant, uit hoofde van het zoo fiandvastig als gevaarlyk denkbeeld (/) eener aafiaande oplegging der Scheepen, niet verder geoordeeld had in acht te moeten neemen , maar zyn gedrag naar dat denkbeeld meest al te moeten regelen. Dat Heeren Gecommitteerden, in aanmerking genomen hebbende , (zonder alsnu op de abfolure en onwederfpreekelyke verpligting in den dienst te letten , om fiellige orders, zoo ras daar toe eene beweeze mogelykheid is, hoe gevnmlyk zulks anders zyn moge , te moeten uitvoeren ,) of ook niet het gewigt, het welk men aan de zwaarigheid, uit het gebrek aan Victualie ontleend, gehecht had (danr het zelve, gelyk te vooren gezien is , in allen gevalle niet, dan by een zamenloop van diverfe omitandigheden, tegens den overtogt naar Brest of het retour naar herwaards eene effectif plaats grypende zwaarigheid worden kon) eenigzins behoor* de te zyn verminderd , door het vooruitzicht, dat, des noods, tot het middel van vermindering der ordinaire uitdeeling en rantfoenen toevlugt kon worden genomen, zonder dat daarom evenwel , het Esquader , by zulk een onwaarfchynlyk geval , direct in gevaar van hongersnqod en gebrek zou zyn gebragt; zulks door den V. A. Hartfinck (£) wel dadelyk was ge. ad* (i) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. 3. (k) Idem No. 22. Art. 11,  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 21 advoneerd, doch dat dezelve echter naderhand hier had bygevoegd , dat (/) hy het voor zich zeiven of zyn Vaderland niet konde verantwoorden, om Scheepen van haar eigen Rheede naar Zee te zenden, met een vooruitzicht, van gebrek ; vraagende wyders , wat men met het Volk, indien zulks eens had geëxteerd, zoude uitgerecht hebben. Dan dat de gemelde V. A. hai behooren te befeffen , dat hy zyn gedrag voor zich zelf en voor het Vaderland nooit beter , dan met het uitvoeren der pofitive orders vaa den Souverain, konde verantwoorden ; en dat het gevaar, van tot eene behoorlyke verantwoording buiten (laat te zyn, voor een Officier veel eer byzonder daar in gelegen was, daar hy, eigener authorïteit, goedvond, zoodanige ordres onuitgevoerd te laaten. Dat eindelyk nog een tweede middel ter vermindering der zwaarigheeden , uit het gebrek aan Victualie voorspruitend», had toegefcheenen over te fchieten ; te weeten het nazenden van Victualie aan het Esquader, na dat het zelve zoude zyn uitgeloopen : dan dat dit expediënt door den V. A. Hartfinck , wel (m~) met betrekking tot het nazenden naar Biest, maar niet in Zee , Jmogelyk gekeurd zynde , uit hoofde der onzekerheid , op welke hoogte een Esquader , het welk een bepaalden cours te houden heeft, en niet alleen maar aan het kruisfen is, moet gezocht worden ; Heeren Gecommirteerdens, by gebrek van kennis dienaangaande, de beflisfing daar van aan des kundigen moeiten overlaateu. Hebbende hy V. A, vervolgens bet nazenden van Scheepsbehoeftens naar Brest wel als mogelvk, maar teffens als allergevaarlykst, befchouwd , daar die Artictüen door de Engelfchen voor Contrabande wierden aangemerkt. Dat uit al het voorenftaanie, gebleeken zynde, (/) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 22, Art. 13. (m) Ibidem, Art. 12. B 3  82 july, ZAAKEN VAN if8j. de, dat de difficulteit om de Scheepen vóór den bepaalden termyn , en zelfs in het geheel te d ien uitloopen, in geenerlei opzicht verminderd wierd, indien men den tyd, welke 'er na den 5 October overfchoot, vrugteloos liet verloopen, zonder iets, hoe genaamd, tot wegruiming dier d fficulteiten in het werk te ftellen , en maar alleen de orders, welken men veronderftelde, nog te kunnen ontvangen , geheel ftil zitten de bleef rf.vagten : het vervolgens alzins vreemd moest vo >rkomen, dat de V. A. Hartfinck, daar hy, am den eenen kant, uit de Refolurie van H. H. Mog, zig de pofitive orders om naar Bresc te gaan , als mede de abfolute en gemotiveerde tyds bepaahng van die reis, en aan de andere zyde wist, dat alle uitfiel de gemaakte zwaarig* heden nog eerder vermeerderde ; in die zamenloop van zaaken niet gezorgd hebbe, dat, terwyl hy V. A. de zwaarigbeeden, welken 'er waren (zoo hy die al gewigtig genoeg keurde , om 'er eene nadere overweeging van te begeeren) naar den Haag overfchreef, het Esquarler inmiddels zich niet alleen tot de reis prepareerde, maar ook dadelyk uitliep. Een denkbeeld zeker te natuurlyker, om dat, ingevalle H. H. Mog. op de gemelde bekomen informatien al mogten goedgevonden hebben , de reis te contramandeeren (waar toe dan, als men pit een Brief, door hem V. A., tot zoodanig einde gefchreeven, gezien had, dat het Esquader , ter obediëntie aan de gegeeven ordres , zich gereed maakte, of bereids vertrokken was, wel fpoedig gerefolveerd zoude zyn) niets anders noodig was geweest , dan om deze contraorder aan het Ësquader, des noods door het na/enden van een ligt Vaartuig , te doen weeten: dan welk natuurlyk en eenvoudig raifonnement eehter by den gezegden Commandant niet fcheen te zyn opgekoomen ; hebbende hy veel ei.r begrepen niet alleen, dat deze Uider (»_) en dit O) Verhoor V. A. Hartfanck, No. 30. Art. u.  july, STAAT EN OORLOG. 1785.* 25 dit uitzenden der Scheepen onnoodig was , om dat H. H. Mog. de faculteit hadden , om het Esquader, zoo als het was, nog op den 7 of 8 in Zee te zenden; maar dat boven dien, door het doen uitloopen van het gemelde Esquader, naar zyn oordeel, aan H. H. Mog. de faculteit zou zyn benomen geweest om den termyn van den S Oclober eenige dagen te verlengen , tot dat de Viétualie , die op den eenlen Oétober geordonneerd was, zoude zyn ontfangen. Dan dat daartegen moest werden geremarqueerd, dat reeds is gebleeken, hoe weinig H. H. Mog. in de mogelykheid gefield waren, om van de eerstgem. faculteit gebruik te maaken: terwyl het dan nog, in dien gevalle, zeker was, dat het praepareeren en uitloopen van | Esquader juist met de intentie van H. H. Mog. zou zyn overeengekomen: behoevende mede niet nader gededuceerd te worden, met hoe weinig recht hy V. A., na een behoorlyk examen van het waare oogmerk hunner H. Mog., in Hoogstderzelver Refolutien, zoo duidelyk te kennen gegeeven , een uitftel van dén bepaalden termyn, en dat wel tot na het volbrengen der geordonneerde revictualieering, verwachten kon: zynde het ten minnen niet te ontkennen (vooral daar de V. A. Hartfinck zich fteeds eene mo. gelykheid voorftelde, om zulk een allerfpoedigfte order van H. H. Mog. te hebben kunnen ontvangen) dat, indien het Esqualer op devoorengem. wyze was uitgeloopen, het daardoor vry meerder van H. H. Mog. welbehaagen zou hebben afgehangen , om de reis' naar Brest al of niet te doen voortgaan, dan nu, daar men het alleen by het opperen van zwaarigheden liet berusten, zonder verder iets te doen. Dat dit ook door den gezegden V. A. niet had kunnen worden tegengefproken, maar dat hy nu weder daar in zyne verantwoording had gezocht (0)» dat na- (0) VtrUor V. A. Hartfinck, No. 30. Art. ia. B 4  H Jüly, ZAAKEN VAN 1785. narnelyk hy het niet over zich had durven nee* men, om de Scheepen uittezendeh, zoo lang hy 'er geen nader orJer toe had; welke order hy, om het gejvigt der meergem. zwaarigheden, nu weder niet verondei (telde , dat getendeerd zou hebben, om uitteloopen. Dat daar uit dan wederom blyken kon , wat men van den aart der te vooren door denV.A Hartfinck geallegueerde verwachting, om nadere ordres te ontvangen, te denken hebbe; en met hoe weinig grond die verwachting door denzelyen, als een voornaamfte excus wegens het niet daadelyk uitvoeren der orders van H. H. Mog., en zelts wegens het nalaaten van alle middelen tot herftel der zwarigheden , kon worden bygebragt: daar alle omftandigheden genoegzaam aan. du:d ien, dat hy waarlyk, van 't begin af, nimmer met eenigen ernst aan het voortzetten der reis naar Brest gedacht hebbe ; zich vleijende, dat de voorgewende onmogelykheid als een voldoende reden daar van zou mogen worden aangemerkt. Dat , bnp zeer nu d'e gefuftineerde onmogeJykheii gebleeken is , nimmer in een eigently. ken zin geëxteerd te heoben, en dat dezelve dus geenszins, als een wettige grond om ae executie der fteliige bevetlen van H. H. Mof. natelaaten, kon worden bygebragt; Heeren Gecommitteerden echter daar uit gelegenheid hadden moeten neemen, om te onderzoeken, waarom de Commandant der Vloot, iugevalle hy dan in der daad de reis naar Brest volltrekt ondoen, lyk , en dierhalven de orders van H. H. Mog. daar toe voor vervallen, oordeelde, geen order geitel J , of ten munten aanltalte gemaakt had tot executie der ordres, in de tweede Refolutie van H. H. Mog. van den 3 Odtober vervat, even poficif en buiten exceptie didteerende, dat' zoo de reis naar Brest niet kon worden volvoerd, als dan met bet Esquader moest worden gezeild naar de Kusten van Engeland , tot op- lig.  july, STAAT EN OORLOG. 178;. 25 ligting, ware her mogelyk, van de Convoyen, in die Refolutie vermeld. Dan dat bv dit onderzoek gebleeken was, dat de gezegde Commandant zich ook hiertoe niet verpligt had geoordeeld ; niet alleen , (>) om dat, indien hy die order gegeeven had , daar door geheel zoude zyn vervallen de mogelykheid, om een klein Esquader naar Brest te zenden; maar ook ten tweeden, om dat die order fubordinaat was voor den commandeerenden Officier van het voorzeide Esquader, en niet voor hem V. A.; en ten derden, om dat geen' der b-paalde gevallen, in welken zulks plaats moest hebben, exceerde. Dat echter geenszins kan worden tegengefprooken, dat de gantfche teneur der laatstgemelde Refolutie van H. H. Mog. eene volftrekte wil en begeerte aanduidde , dat ten minflen iets met de Scheepen ondernomen, en daardoor aan het Hof van Frankryk eenige blyk van bereidwilligheid gegeeven zou worden, om , ingevolge deszétfs aanmaanlilgi tot afbreuk van den Vyand medetewerken ; en dat H. H. Mog, daarom in de voorn. R-efojutie ordonneerden , dat, ingevahe de reis naar Biest geen voottgang mogt hebben , door zoodanige beletzelen , dewelken door H. H. Mog. by diezelfde Refolutie , als j;ebeurlyk, waren onderftdd, a:s dan een Togt jiaar de Kusten van E' geland zou moeten worden ondernomen: waar uit dus te belluiten was, cat, wat 'er ook gebeuren mogte , het een of het ander moest worden in 'c werk gefield. Dat, in allen gevalle, zoodanig eene explicatie vry meer met het blikbaar oogmerk van H. H. Mog, zou hebben gettrookt, dan een gepranexeerd be. grip van niets te moeten doen, om dat het geval, in de Refolutie vermeld, niet letterlyk ex> teerde; h welk ondertusfehen bleek, alleen daarom {» Verhoor V, A. Hartfinck, No. sr, Art. 1. B 5  £3 july , ZA AKEN VAN iy%5. om niet fpecisal te wezen uitgedrukt, dewyl H. H. Mog-. niets diergelyks hadden kunnen voorzien. Dat hier nog bykomt, dat ook deeze fubordinate order niet, volgens de aüegatie van den V. A. Hartfinck , aan den commandeerenden Officier; maar aan de commandeerende Officieren iii het meervoud, gegeeven was; en dat hy Commandant derhalve geenszins kon veronderftellen, dat dezelve hem niet zoude aangaan: te minder, dewyl het geval tot de uitvoering van deeze sweede Refolutie van H. H. Mog. ook volgens derzelver klaare intentie moest geoordeeld worden plaats te kunnen vinden , zelfs dan , wanr.eer het Esquader nog niet daadelyk uit Texel zou zyn uitgekropen , met den wil om naar Brest te zeilen. Dat gem. Vicr-Admiraal Hartfinck, in de zoo evengemelde onderftelling, ($) nogtans volfiandig was blyven volharden, niettegenftaande hem de onbeftaanbaarheid daar van op het nadrukkelykfte was onder het oog gebragt, en te gelyk aangetoond, dat, daar de gem. Refolutie door Z. H. ook aan hem V. A. was toegezonden, met last , om zich daar na praecifelyk te reguleeren , en daar dezelve nieti anders dan het fnbordinaat bevel inhield, aangaande het geene, by oiitfientenis van de ordres, in de eerfie Refolutie vervat, met het Esquader gedaan moett worden ; mitsdien ook deeze tweede Refolutie rem V. A. mede we] deegelyk moest geraakt hebben; althans voor zoo veel die gevallen betrof, welken, nog vóór het uitloopen uit Tex?l, konden exteeren: wyl anders de toezending dier Refolutie aan hem V. A. geheel inutil zoude geweest zyn. Behoevende eindelyk nauwelyks geremarquserd te worden , met hoe weinig grond de gezegde V. A. het niet uitvoeren dezer fubordiuate order Verhoor V. A. Hartfinck, No. 3». Art. 1.  JUW, STAAT EN OORLOG. 1785. 2? der nu weder met eene gefupponeerde mogelykheid om de reis naar Biest als nog te onderneemen, had getragt te wettigen; na zich zoo dikwyls op eene volftrekte onmtgelykheid. daar toe te hebben beroepen : waaromtrent het verdar genoeg zoude zyn aantemerken, dat zoodanig gedrag van den Vice- AdmirBal Hartfinck maar al te zeer bleek een oate^enfpreeklyk bewvs opreleveren , dat dezelve in het (tellen eener mogelykheid of onmogdykheid tot de reis naar Bresr, telkens gevarieerd, en nu eens het eene , dan weder het andere dier zoo (trydige begrippen, naar convenië.itie, afgenomen heelt: mksgadets, dat, in allen geval e, geer.reden kan worden gegeeven, waarom hy V. A., \J) uit H. Ha Mog. Refolutie gezien hebbende, dat de meergem. fubordinate oraer den Togt naar Brest, zoo dezelve geen plaats had, moest vervangen; dan ten minfien, by het wstftfllen der onmogelykheid van den gezegden Togt geen pofitiven last omtrent de uitvoering dier fubor. dinate order heeft gevraagd: even w^ung als er eene reden is uittedenken , waarom hy V. A., goedgevonden hebbende , de orders van H. H. Mog , tot het do.»n der reis naar B/est, te maken "tor een object: van ovetweegiog voor de Vlag-OQicieren, den evengenotmde fuDordinate last daar by niet mede in deliberatie heeft gebragt: daar echter het eerst^em. object;, waarmede deeze fubordinata ordres waren geconnecteerd , door hem V. A. begreepea was aan het oordeel der gem. Viag-Officieren te moeren worden voorgefteld: — Dan dat dit een en ander den gem. Vice-Admiraai onder het oog zynde . gebragt , daar omtrent geene andere oplosfing, dan een gebrek van herinnering, door hem ha* kunnen worden bygebragt. Dat (r) Verhoor V. A. Hartfinck, No. 38. Art. 4» 5 en 7.  0 july, ZAAKEN VAN i7gy. Dat als nu , by de voortzetting van het onderzoek, nopens 't gedrag der Officieren, weiKen, zoo uit hoofde hunner verpügting, betrekkelyk het generaal voorzien houden der Scheepen , als wegens eene directe betrekking tor den geordonneerden Togt na» Brest, by deeze zaak geconcerneerd moeten worden aangemerkt tot de verrichtingen van den Schout by Nacht van Braam die in het jaar 1782 het commando op de Rheede van Texel gevoerd had, zullende worden overgegaan; voor alles, noodig was te mqtureeren , waar in eigenlyk bet Departement van gezegden S. b. N. beftaan hebbe. Dat de bevinding van Heeren Gecommitteerden op dit refpefl hier in had btftaaïi, dat dezelve, in de maand Maart, van het evengeniride |aar , door Zyne Hoogheid tot dit commando was beroemd op eene Inftructie, (s) in dato 19 dier maand ; en dar hy voorts erkend had, (?) uit krachte dier Infhuche, tot zyn byzonder Departement gehad te hebben , om zorg te draagen, dat alle 's Lands Scheepen van Oorlog, ter Rheede van Texel zynde of komende, door derzelver commandeerend*Officieren in £oe. de order wierderi gehouden ; en dat in het by» zonder die, welken gefch'kt waren om naar Zee te kunnen zeilen , altoos in dien ftaat waren flat zy, op het eerfte aanfcbryven , direct kon' den zeilen , en allen vereischten dienst doen: Dan waar onder het Artïcül der Victualie , als niet ter zyner besorgimr itaande , of eenigzins van atyne orders afhangende , aiét begieepen was. Dat wydeis de gezegde order om de Scheepen altons tot den noodisren dienst in ftaat te moeten houden gebleeken was, over den dienst van (s) Zie Bytaagen to: de Memorie van Z. H. pag. 156. en Verhoor S. b. N. van Braam, No r ï- Art. 1 -en 2. 'ƒ) Ibidem, Art. 3.  jülï, STAAT EN OORLOG. 1785. 29 van het gebeele jaar 1782 te hebben gegaan; immers dat 'er nog byzondere order, («) noar iets anders geweest was , waarom hy J>. b. JN. zoude hebben moeten denken, dat het voorzien houden der Scheepen voor korter tyd zouda hebben moeten gefchieden: Zynde voorts door den voorn. S. b. N. opgegeeven, dat de Schee* pen. wanneer ze in dienst gefield worden, O) f't geen op ongelyke tyden, en naar dat dezelven klaar zyn , gefchiedt) doorgaans volgens een Schippersboek van Scheeps-behoeften worden voorzien, voor veertien maanden; terwyl de naderhand daaraan komende defecten gefuppleerd worden. ,, Dat, daar nu deeze pofiuven aldus waren ter nedergefteld ; maar , daar en tegen , door den V. A. Hartfinck, en anderen, als een regel was opgegeeven, dat de tvd van den dienst en> voorziening der Scheepen naar de orders tot Viftualieering moest gerigt worden ; en liy i b. JN. naderhand mede die calculatie, r» als iets, t welk, zoo in Oorlog's, als Vredes tyd, plaats heeft, had doen voorkomen; met by voeging, dat, by prolongatie der viftualieering, ook doordans by fpecifique lyften opgaaf gedaan wordt van het geen tot fuppletie der Scheepsoehoeften wordt vereischt: Heeren Gecommitteerden, van hunne zyde, hadden geoordeeld, te moeten onderzoeken, (x) of, dewyl de meelte Scheepen, aUhans die van het Collagie te Amfterdam , in het jaar 1782 maar order gehad hebben om te victualieeren tot ultimo September, (welke vic tualieering eerst in het laatst van Augustus door den V. A. Hartfinck met nog ééne maand was verlengd) de gezegde Scheepen, voor het bekomen dier laatlte order , ook maar tot ulumo («) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 2. Art. 1. O) IbUem Art. 2. (w) Idem No. 4. Art. 1. (x) Idem No. 6. Art. 1 en 2.  30 july, ZAAKEN VAN 1785, September, van Scheepsbehoerten voorzien geweest waren ; en of , ter zei ver tyd , de fup. pletie dier behoeften , dan ook maar wederom voor ééne maand, by fchriftelyke Lyiten ge. vraagd was: dan dat gem. S, b. N. op de voorfz, vraag niet prjeciflyk h-bbende kunnen antwoorden ; süeerlyk had gezegd , Schcepsbehoeften voor de Scheepen gevraagd te hebben, als hem daar van opgaaf gedaan wierd; en dat, zoodanige opgaaf niet gefchiedende , dit dan een bewys was, dat de Scheepen niets noodig hadden: als mede dat hem ook daar van , ter dier tyd, in \ algemeen geene lylfen waren opgegeeven' rog dat zelfs, by 't omvangen der order van de Admiraliteit op (ie M-taze, om de Scheepen (yj van dar Resfott tot Mey 1783 te reviftualieeren, byzondere zorg was gedraagen, dat dezelve Schepen van eenige meerdere behoeften wierden voorzien , alzoo ook van wegens die Scheepen geene opgaaf van eenige meerdere benodigdheden gedaan was. Dat dit alles van wegen Heeren Gecommitteerden geremarqueerd zynde niet overeentekomen met het geen door hem S. b. N. hier vooren , wegens den regel van voorziening der Scheepsbehoeftens , in tyden van Oorlog , zoo wel als "an Vrede , plaats hebbende , was gezegd ; zulks door denzelven was geëlucideerd door te declareeren , (z) dat zyn oogmerk met het opgeeven van den aangehaalden regel niet geweest was, om vasttelteilen, dat de Schepen altoos maar zoo veel Scheepsbehoeften zouden inh>bben , als de geordonneerde Viftualietyd duurt, alzoo dit zou aanloopen tegen zyne voorige opgaaf, namelyk , dat de Scbeepen, als ze in dienst gefield worden, teffeus voor 14 maaiden behoeften krygen, fchoon het zeker was, dat f31) Verhoor S. b. N. »an Braam, No. 7. Art. 2. (z) Idem No. 6. Art. 3.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 3* dat zy voor zoo langen tyd te gelyk geen Victualieinreemen; doch dat hy alleen had willen te kennen geeven, dat, by prolongatie van een Vicïualietyd, doorgaans ook de Scheepen, dooe derzelver cornmandeerende Officieren, worden nagezien, of hunne behoeften het zoo lang, als die nadele vidtualieering zich uuftrekt , zoudeti kunnen goedmaaken; en dat, wanneer de Capitetnen dan bevinden, dat zy eene fuppletie nodig hebben , (het geen , tiaar maate de Scheepen al of niet hebben geleeden , fomtyds plaats heeft, en fomtyds niet) dan eerst by fpecfique lyften opgaaf gedaan wordt van *t geen er no- dia is. . 'Dat uit deze zogenaamde elucidatie van gem. S b N Heeren Gecommitteerden wel konden opm'aaken, dat eene prolongatie van Vicïualietyd, in fommige byzondere gevallen, en voor.l in tyd van Vrede, de refpefttve commandeerde Officieren wel moest herinneren, om te gelyk nategaan en te zorgen , dar hunne bcuïepen, geduurende dien tyd van prolongatie, geene Scheepsbehoeften moeten ombreeken ; hec geen ook van zelve fpreekt, wyl anders ae vic tualieering geheel onnut zoude zyn ; maar aai daar uit geenszins volgde, dat, wanneer de Victualietyd korter gelïeld was , dan den gepro.ecteerden dienst der Scheepen, de commanderende Officieren niet verpligt zouden zyn, in alleit gevalle, te zorgen , dat hunne Scheepen, gedurende den geheelen tyd van hunnen geprojecteerden dienst , met Scheepsbehoeften voorzie» blvven • terwyl de daadelyke inneeming van Victualie g'ewoonlyk maar voor korter tyd geordonneerd , en daartoe telkens nieuwe orders gegeeven worden , ten einde de Scheepen in hunnen dienst niet te belemmeres, het welk omtrent de Scheepsbehoefien geen plaats heeft. En dat net dierhalven , naar de gedachten van Heeren decommitteerden , zoo wel van het departement: des voorn. S. b. N., ais van de overige com- uiasi-  3* ItJfiY» ZAA KEN VAN 1?8ft mandeerende Officieren, bleef, te zorfïen Dat Heeren Gecornmmeerden dm ari h. I weekelvt* r*„> d gebleeken was, dat bv. tS^S^S^W^ van & de defecten ™«ii? 1 C bvzonder ook van had gezonden aan ffg er A&ig^ en aan de AdmiraHteie te Arnft^/m 7 "f1 aan den V. A. Martfinct S >' a'8 racde de Scheepsbehoeften IvL f'^" T «fpeftive A.lmirahtei's Co^g en?wm'ondï d« naar dezelven «oudV ^".^ffiF^ ^ï.eE^^^ar^^l,,^^ va enTa^ lydJ heC «^«k °P™ • den om w'iV C 1 uwelke en andere omüandighe. dus'bS dac Vhf/-oorbv^ , aanmerken, uus DteeK, dac het doen der bovengemelde Rap! W Verhoor S. b. N. van ^ ^ f< (b) Ibidem t. e. (0 Ibidem Art. 7'  july5 STAAT EN OÖRLÖG, 1785. 33 porten aart den Commant der Vloot, juist niet altyd, ten naauwkeurigften was geobferveerd} en eindelyk , (d) dat by S. b. N. in den loop van het gemelde jaar 178a van de Admiraliteits Collegien alles, wat hy Van dezelven , ter vervulling van de defecten aan Scheepsbehoeften , gevraagd had, ook daadelyk had bekoooien. Dat ondertusfchen uit dit onderzoek van Heeren Gecommitteerden, en vervolgens ook uit de voorenftaande door den S. b. N. van Braam gedaane opgaaf zyner verrigtingen , eene twyffeling was ontltaan ; of dan het geheele departement (V) van hem Si b. N. ^ als Commandant in Texel , zich alleenlyk tot het ontvangen der Rapporten van de Capiteinen ; het opmaaken Van een generaal Rapport uit dezelven ; en het requireeren van die behoeften , welken door de Capiteinen by fchriftelyke Lyften opgegec/en waren, bepaald had, ten dien effect; in 'r byzonder, dat by in geene bezorging van behoeften voor de Scheepen , naar zyne opinie, te voorzien, of daar omtrent iets in 't Werk te Hellen bad , ten zy hem door de Capiteinen by fchriftelyke Lyften daar toe requiütie gedaan Was, zodanig, dat alles derhalven op dit refpeéï van deeze opgaaf der Capiteinen geheel en alleen afhing: op welk voorftel de gezegde S. b. N. dan ook zyn departement alleen in diervoegen , als gemeld is, had begreepen , en telTens vermeend, niet anders in dezen te nebben moeten doen , dan de opgaven der Capiteinen aftewagten, en alsdan , conform die opgaven , dé nodige requifitie te doen : oordeelende verder het onderzoek zelve, wat de Schelpen al, dan niet, nodig hadden, aan de examinatie der Capiteinen te hebben moeten overlaaten , als dié de beste kennis hadden van den Haat der Sche~ pen, aan hunne particuliere zorg toebetrouwd. Das (d) Verhoor S. b. N. van Braam, No. ïl Art. () als toen verder iets, tot redres of fuppletie van deeze hem nadeihand bekend gewordéne defecten, in 'c werk te moeten dellen,^ om dat de zaak in han.len van den Chef dtr Vloot was , en deeze hiervan kennis gegeeven had, daar hy meende zulks te behooren; 200 dac daaromtrent nu nadere orlres zouden hebben moeten worden afgewagt; behalveu ook , dat volgens diezelfde opgave verfcheiden defecten eigenlyk niet zouden hebben kunnen worden herdeld, ten zy fummige Scheepen teffens gekield wierden. Dat Heeren Gecommitteerden echter wederom niet konden nalaaten hierop te remarqueeren, dat , oiTchoon niet alle de defecten konden worden weggenomen zonder de Seheepen teffens te kielen, het evenwel niet te ontkennen was, dat veelen derzelven hadden kunnen worden f-ereiresfeerd of vervuld ; en dat , hoezeer de Commandant der Vloot mogt kunnen goedvinden , alles te verzuimen , en niets daar toe in 'c werk re 'laaten dellen , zulks daarom een ander Officier, met een byzoneier departement beldS', geenszins van de verpligting ontfloeg , 081 ia zyn departement, zoo veel aiogelyk, te vi^ileereri: daar die verpligting , volgens zyn eigen Sylteina voor handen was , zoo ras de zaak, op weike wyze zulks dan ook zyn mogr, tot (p"j Verhoor S. b, N. van Braam, No. 5. Art. 4.  jvly, STAAT EN OORLOG. 1785. 3° tot zyne kennis was gekomen: terwyl het departement van hem Schout by Nacht,' als voerende het .opzicht over den ftaat der Scheepen in Texel, te dier tyd niet verftaan konde worden , een einde genomen te hebben: ten minften niet zoodanig, dat hy den Commandant der Vloot niet zoude hebben behooren te herinneren en onder het oog te brengen , hoe zy beiden, ieder in hunne qualiteit verpligt waren , om 'c gedrag der Capiteinen in dezen te onderzoeken; en , in allen gevalle natelpooren en te overleggen, of, en wat 'er, ter geheeld of immers gedeeltelyke vervuiling der plaats hebbmde gs« breken, kon worden verrigt. Dat nu uit het voorenltaande gebleeken zynde, waarin, met relatie tot het generaal voorzien houden der Scheepen, het departement van den S. b. N. van Braam beltaatï hebbe ; wat daaromtrent door denzelven is verrigt; en op welke gronden hy zyne voorfz. verrigtingen ge. bouwd hebbe ; nog kortelyk moest worden ge. remarqueerd; voor eerst, dat de dikwyls gebleekene fituatie der Scheepen , zelfs met uitzondering van het artieul-der Victualie, weinig fcay. nende voldaan te hebben aan de beken.1e recommandatie , door Z, H. in den Krygsraad van den o September gegeeven, (ten minlten 111 den zin, welke daar aan, zonder nadere explicatie, natuurlyk moest worden gehegt) Heeren Gecommitteerden , na derzelver hiervooren gedeclareerde, en by den loop van dit onderzoek geappliceerde opvatting dezer recommandatie, dan ook geoordeeld hadden, den S. b. N. van Braam by dezelve te moeten bepaalen: en dat by die gelegenheid gebleeken was , dat hy S. b. N. medewerkende, (?) begrepen te hebben, dat de. ze recommandatie ook byzonder het voorzien houden der Sclieepen met de noodige Sch^eps- be- (q) Verhoor S. b. N. van Braaai, No. 6. Art. 4. C4  4° july» ZAAKEN VAN ,78Jh SSSe'™? T°t;i Wft* Commandant der Kneede van Texel , (>) het best den ftaat der jcheepen kennende, nochtans (zoo vee 1 hy 7?CJ kon herinneren) op de gezegde recomrna JaÏÏ pen en derzelver voorziening met Scheenshe Sn^Tt,oerednedrS• ha* , waS d " zeiven de orders om dienst te doen, welken men uit die recommandatie te verwL'en had met zouden hebben kunnen nakomen en da? hy ook niet gemeend had, dat daartegen zwaa shtns:tbNS00wa; )n LdmitsrE ™ «"<»ïw»rlykiSSdSi dat de Scheepen in de gem.' opzicht? na ?Vn oordeel, ten vollen in ftaat waren, om te vol. doen aan het oogmerk , waartoe Z. B door i»/öOfl«» , tot het prmfluren van de vereischts. doften, moest veronderiteld worden, de m'er- Dat Heeren Gecommitteerden, uit dit een en ander, dan ook met her hoogfte recht eene nieu we verplrgting voor den S. b. N. van B^'m doen onderhoi^ fedhvelyk geweest zyn, zouden kunnen ïflj den; indien met de nadere door Z. H ?afoV ze recommandatie gegeeven' uitleef, J alle vï" pteg voor de Officieren, om fffcjfcjj van (Ó Ibidem Art. 7.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 4ï van iets anders of meerder te doen, dan waar. toe zy buiten die recommandatie reeds per Je gehouden waren, fcheen te doen vervallen. Dat, in de tweede plaats , by Heeren Gecommitteerden eenige informatien genomen waren , met betrekking tot het gedrag , dat de S, b. N. van Braam, ter gelegenheid van de meergemelde Conferentie der Vlag-Ofiïcieren, in zyne relatie als Medelid van dezelve had gehouden , en dat hun by dit onderzoek uit de gegeeven antwoorden van den gemelde S. b. N. het navolgende was voorgekomen, namenlyk: dat de préparatoire informatie, («) door Z. H. aan den V. A. Hartfinck nopens de Expeditie naar Brest gegeeven, aan hem S. b. N. vóór de Conferentie niet was gecommuniceerd, maar dat hy eerst op den 7 October , fV) toen hy aan Boord van den V. A. gekomen was , oti de gemelde Conferentie by te woonen , kennis had gekreegen (zonder zich te herinneren, door wien) dat H. H. Mog. tot het zenden van tien Scheepen naar Brest hadden gercfolveerd : — dat hy S. b. N. dus , (w) vóór die Conferentie deswegens geenerhande byzonder entretien met den V. A. Hartfinck had gehad, noch hem (x) door denzelven communicatie was gegeeven van zyn voorneemen tot het doen houden eener zoodanige Conferentie, of van het oogmerk derzelve: __ dat in die Conferentie , fjy) waarby hy S. b. N. mede had geadfilteerd , geleezeu waren de Refolutien van H. H. Mog. van den o bevoorens , en ook teffens vertoond fz) de fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen der meeite naar Brest gedestilleerde Scheepeu op . den («) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 7. Art. 4. (VJ) Ibidem Art. 6. (u>) Ibidem Ar. 7. (x) Ibidem Art. 9. (y) Idem No. 8. Art. I. (z) Ibid. Art. a. S C 5  4* july, ZAAKEN VAN 1?8j. den j Oflober aan den V. A. Hartfinck had. den ter hand gefield: — dat hy S. b. N. zich echter niet konde rappdleeren , of die Rapporten aldaar waren voorgeleezen , noch ook of door den V. A. van Byland eenig verflag 'was gedaan O) van de gefprekken, weiken dezelve, by geleegenheid zyner onlangs gedaane reis naar den Haag , met Z. H. had genouden , of van de affpraak, met Hoogdenzelven wegens de Expeditie naar Brest gemaakt: — dat hy S. by N. zich mede niet konde herinneren , hoe'langen tyd (b) die Conferentie wel omtrent had geduurd; noch ook, waarom (c) in het Declaratoir , door de Vlag-Officieren gegeeven en door hem mede ondertekend, gezegd wasdat onder anderen de Rapporten, door de Capireinen Tulhngh en Meurer , wegens de Scheepen de Prins Frederik en Amfterdam overgegeeven in rype overweging genomen waren ; fchoon hy 5. bt N. zich nu wel meende te herinneren, dat er, nopens het eerstgemelde Schip, geen fchriftelyk rapport van deszelfs Capitein was ingediend , maar alleen door den S, b. N. van Hoey mondeling verilag gedaan : — wyders, dat io de gezegde Conferentie (d) het oordeel en alvis der aanweezende Vlag-Officieren gevraagd was, of zy de Scheepen in ftaat oordeelden, om de geordonneerde reis naar Brest te doen • — en eindelyk, dat hy S. b. N. zich wederom (e) niet kon herinneren , of aldaar ook gedelibereerd was over de middelen , door welken de zwaarigheeden, die zich tegen de reis naar Brest opdeeden, zouden kunnen worden uit den weg geruimd, noch ook, of alle (f) de in voorzeide (a) Verltoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. % O) Ibidem Art. 5. (c, Idem No. 10. Art. 1 en 2. Cd) Idem No. 8. Art. 6. («) Ibidem, Art. 7. (j) lbid. Art. o.  juxr, STAAT EN OORLOG. 1785- 43 de Conferentie aanweezende Vlag - Officieren geoordeeld hadden, dat niets, hoe genaamd , tot wegruiming van de gezegde zwaarigheden kon worden verricht. . - Dat op deze gegeeven informatien aanttonds moest worden gereflecteerd , dat het_ daar by zoo dikwyls herhaald gebrek van herinnering , door voorn. S. b. N. op diverfe refpeélen geallegueerd, niet anders, dan zeer fingulier kon voorkomen , daar het zelve door hem tot verfcheidene zoo weezenlyke pointen wierd ur.g> ftrekt, welken hem, geconfidereerd het gewigt der zaak en de zekerheid, welke hy in avans wel had kunnen opmaaken , dat hier op onderzoek zoude vallen, zeer naauwkeung behoorden bekend , zoo al niet zelfs aangeteckend te wezen, dewyl daar uit het rechtmaatige of onrechtmaatige van zyn gehouden gedrag , ook m 't bv/onder zoude moeten worden beoordeeld , al het welk dan ook , hoewel zonder vrucht , aan hem S. b. N. was onder het oog gebragt. (g) Dat intutfchen hier uit wederom niet anders kon worden afgeleid , dan dar in de meergedacbte Conferentie der Vlag-Officieren aan de middelen ter wegruiming van de geopperde zwaarigheden weinig fcbynt gedacht te zyn : en dat daar door dan wederom wordt bevestigd , dat men aldaar zich veel meer met het opperen en billvken van zwaarigheden, dan met het uitdenken vaa maatregelen, om, door dezelven de orders van H. H. Mog. ter uitvoer te brengen, bezie: gehouden hebbe. Dat zy Heeren Gecommitteerden de zwaarigheeden zeiven , waarop in de gem. Conferentie de beflisfing der volftrekte onmogelykheid van den Togt naar Brest gefundeerd geweest was , reeds te vooren opgegeeven hebbende, dezelven, met relatie tot den S. b. N. van Braam, hier (g) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 8. Art. 9.  44 jutr, ZAAKEN VAN ,7gji !oeitaendeer.liï°ndenr herbaaIen ' ^ch dien- volgende alleen refereeren tot hetgeen doorhem a. b. IN. hier omtrent was bygebragt, m waar uit onder anderen zoude blyken, da het gebrek tnZfalelke ya,n de Scheepen te Brest gekohv <5 5h ^Tha k",nncn gevorderd zyn; dan of t4kelvk' & Zel? verhinde»"gen ook bet.ekkelylc had gemaakt tot den overtogt alleen hv SXe-,naar Brest: hy daar°P v^laard had, by het uitbrengen van zyn gevoelen en de overweeging der voorgeftelde «fhinderingen, aïeen °Pfl h« laatfte' ^ niet op her eerstfemêlde gereflecteerd te hebben: Dan dat, de fegrondhffd of ongegrondheid van dit gevoelen , uif hefgeen h.ervooren nopens het al of niet mogelyke van dien overtogt in het breede betoogd is, bunnen. InTST smaakt; Heeren Gecommitteerd n t>rl* T eenC "ade>-e discusfie daarvan zouden vermyden, en maar alleen op het gemelde Ji. t ïaN; de 0rder van H- H. Mog. co als een volftrekt bevel geconfidereerd had, en dus niet als een point, waaromtrent H. H. Mog vooral de confïderatien der Vlag - Officieren wil-' den S' SS'b' N,/an Braam' No'8-A". io en 11. («) idem No. io. Art. 3. U) Idem No. 9. Art. 1. (!) Ibidem Art. 2.  july, STAAT EN OORLOG, 1785. 4? den inneemen , alvoorens zich finaal te bcpaalen maar dat hy , volgens zyne opgave , het daar voor houdende, dat hy niet geroepen was om zyne gedachten over gemelde point te uitten , maar wel over het gewigt en de validiteit der zwaarigheden, tegen de volvoering der Expeditie ingebragt, dan ook fpeciaal geoordeeld had, zich daartoe te moeten bepaalen; als begrypende , dat hy de verdere overweeging aan die geenen moest overlaaten , welken met de uitvoering der ordres belast waren: hebbende by S. b. N. evenwel, met relatie tot de gezegde ingebragte zwaarigheeden , moeten erkennen, dat hy dezelven ten minften nu (m) niet konde confidereeren als onvoorziene toevallen, waar van H. H, Mog. volftrekt onkundig geweest zouden zyn. Dat de gemelde S. b. N. al verder aan Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven , dat hem ook geene (») particuliere orders of onderrigtingen gecommuniceerd waren , waarom hy zou gemeend hebben , zich in zyn advis niet tot de beletzelen van tegenwind en onvoorziene toevallen, welken alleen by H. H. Mog. Refolutie vermeld ftonden, te moeten bepaalen, maar ook zyn byzonder oordeel over het al ©f niet raadzaame der Expeditie te mogen raadpleegen : dan dat hier uit wederom eene nadere vraag zynde geproflueerd, om dat geene , 't welk evenwel daadelyk in de voorfz. Conferen. tie gefchied is, meerder te doen ophelderen, by Heeren Gecommitteerden bevonden was, dat voor eene diergelyke beoordeeling (0) van het al of niet raadzaame in de uitvoering van een duidelyk en pofuif bevel van den Souverain niet kon worden opgegeeven eenige regel of gewoon. te, («) Verhoor S. b. N. van Braam, No. 9. Art. 3, (») Ibid. Art. 4. (0) Ibid. Art. 5.  46 july, ZAAKEN VAN i75g, £'Jn de"u .Zeedienst gebraikelyk, dan alleen in gevallen, hier geenszins te pas komende; weghalven wederom niet anders daar uit had kunnen worden opgemaakt, dan dat dezelve beoorJL°£ eene willekeurig aangemaatigde en met alle begrippen van fubordinatie en onderwerping aan het wettig gezag van den Souveram ftrydende vryheid berust nad. Dat , laatftelyk, de meergedagte S. b. N met betrekking tot de mogelykheid, om de' Scheepen naar Brest gedestineerd , door middel S ZZZl^ï V°°rzien' Sede<^eerdhad Helder of Texel niets van belang te krygen was, en dat de voorziening uit de andere Scheepen mede genoegzaam infaifabel zoude zyn, uit hoofde van den geringen ftaat van derzelver doennaaligen voorraad, zoo van Victualie, als Scheepsbehoeften. Dan dat Heeren Gecommitteerden met konden nalaaten hier op te remarqueeren , dat de gemelae voorraad , met relatie tot het voornaame Articul der Victualie, uit de vooren aangehaalde opgaaven der Capiteinen wel ge. bleeken was, minder geweest te zyn . dan met grond moest worden verwagt; doch 'dat echter tefTens was gebleeken, wat in dezen, ten behoeve van het Esquader onder Commando van den Schout by Nacht van Kinsbergen, had kun. nen worden verricht; en ook daadelyk verricht was geworden. ~ Laatende dus aan het oor. deel van Hun Hoog Mog, verder over, van hoeveel gewigt deze en diergelyke verklaaringen te woredenmeergem' b' N' behooren gehouden Dar, als nu tot het onderzoek der verrichtin. gen van den Vice- Admiraal van Byland. aan wien (gelyk te vooren gezien is) het Commando over de Expeditie naar Brest, door Z. H., met O) Verhoor S, b. N. van Braam, No. 10. Art. 4.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 47 met goedvinden van H. H. Mog., was opgedragen, zullende worden overgegaan, ten einde, volaens het geen Heeren Gecommitteerden zich by da behandeling van dit tweede Hoofdpoint hadden voorgefteld , te kunnen beflisfen , in hoe verre de gezegde V. A. kon geoordeeld worden , door zyn gedrag tot de non-executie der orders van H. H. Mog. in dezen al of niet te hebben medegewerkt: het noodig zoude zyn, ter dezer geleegenheid, vooraf melding te maaken van het gepasfeerde in diverfe Krygsraaden, kort voor de geordonneerde Expeditie naar Brest gehouden en te onderzoeken, hoedanige begrip, en hy V A. en de verdere Leden derzelve Krysraaden als toen, ten aanzien van de gereedheid of ongereedheid der Scheepen, gevormd, or ten minften gemanifesteerd hadden; en in hoe verre de doenmaalige denkenswyze van dezelve Utficieren in 't gemeen, en van den Commandant dezer Expeditie in het byzonder , nopens den ftaat en bekwaamheid der Scheepen, met de daar na, by het opkomen van dezen Togt, geopperde zwaarigheden en gedeclareerde onmogelykheid derzelve, kan worden overeengebragt. Dat in de eerfte plaats, met relatie tot den Krvesraad, op den 4 September des jaars 1782 in Texel gehouden, het uit de refpecTdve Notulen gebleeken was, (a) dat, de Commandant der Vloot het advis der aanweezende Leden, nopens het doen uitloopen der Scheepen , gevraagd hebbende; de V. A. van Byland, in de eerfte plaats , en vervolgens ook alle de verdere Leden, na diverfe betuigingen van verlangen, om gelegenheid te vinden tot het doen van ope. ratieii tegen den Vyand , en daar door de reflexen van Lasterlchnften &c. te doen ophouden , eenpaarig verklaard haddeti, het uitloopen ' der (?) Zie Bylaagen tot het vervolg der Memorie vaa Z. H. No. 1. Pag. 3.  4* july, ZAAK EN VAN der Scheepen ongeraaden te oordeelen, alleen op grond der iuperioriteit van de vyandelyke maat. welke zich destyds op de Kusten vertoonde! zonder by die gedegenheid van eenige zwarigheden , uit den (laat der Scheepen ontleend , het alierminfle gewag te maaken ; zoo dat hier in derhalven gefupponeerd moest worden , geene de rrnnfte zwarigheid gefield te zyn : hebbende den V. A. van Byland dan ook als nu verklaard met te weeten (r) dat 'er, behalven de gemelde fuperionteit van den Vyand, by hem eenta andere redenen tegen het doen uitloopen der Schepen toen ter tyd hadden plaats gehad, en dat zoo er die geweest waren , dezelven zekerlvk zouden zyn genoteerd. ' Dat, vervolgens, in den Krygsraad, op den 9 September, tg praefentie van Z. H. gehouden, (x) over het uitzenden der Scheepen andermaal gedehoereert zynde; zulks, volgens het eeupaang advis der Officieren, daar piaefent, wederom om geene andere redenen Cgelyk andermaal door den V. A. van Byland (t) was bevestigd) dan de gezegde fuperioriteit van den Vyand! ongeraaden was geoordeeld, zonder dat die ongeraadenheid , al wederom in dezen Krygsraad , 0p den georekkigen ftaat der Scheepen , of derzelver geringe voorziening van Vidualie en Behoef* tens, gefundeerd was geworden: niettegenftaande Z. H. , _m dezen zelfden Krygsraad betuigd hebbende, oat het Hoogdenzelven byzonder aangenaam zoude zyn, indien door een der Leden eenig middel aan de hand kon gegeeven worden , het zy tot meerder beveiliging van het Conyoy van Drontheim, het zy tot afbreuk van den Vyand; dan ook te gelyk aan de Gapitei. nen, (r) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. % (O Zie Bylaagen tot het V. der M. van z' H pag. 6. ' - (/) Verhoor V. A. van Byland, No. i. Art. 7.  july, STAAT EN OORLOG. 178* 4$ nen, welken de Scheepen van 's Lands Esqua» der commandeerden, de reeds meermaalen ge« melde en in de ferieufte termen voorgeftelde recommandatie , nopens het voorzien houden hunner Scheepen, gegeeven, en dezelven daar door dus te meer uitgenoodigd, immers volkomen geleegenheid gegeeven had, om, ingevalle 'er, naar hun oordeel , waarlyk zwarigheden in den ftaat of voorziening der Scheepen plaats hadden, waar door zy tot de gemelde afbreuk van den Vy* and geheel of ten deele buiten ftaat waren, dezelven , wanneer het al niet in hunne magt ftond , die te verbeeteren , als nu ten miaften op te geeven. Dat, wat deeze recommandatie nu in het by» zonder betreft ; het genoeg zoude zyn , ondef inhsefie, van het geen, zoo ten aanzien der natuurlykfte explicatie derzelve, en het daar naar ingerigte onderzoek, als nopens de daar uit ge. proflueerde verpligting der Officieren bereids is bygebragt; voor het tegenwoordige nog te remarqueeren, dat de V. A. van Byland, na door die recommandatie mede niets meerder of an« ders, zoo hy zegt, begreepen te hebben , dan eene aanbeveeling van iets, waar toe de Officieren , ook zonder deeze recommandatie , even zeer verpligt en volftrekt gehouden waren , te weeten, om zorg te draagen, dat zy alles, volgens de laatfte orders, aan boord hadden; onder anderen gedeclareerd had, dat zyn particulier begrip («) omtrent het verftand dezer recommandatie hier niec te pas kwam , akoo hy het Commando in Texel niet had. Dat Heeren Gecommitteerden uit dit fingulier raifonnement van den Vice-Admiraal van Byland vervolgens hadden gemeend te kunnen en te moe» I ten afleiden, dat, hoe zeer hy V. A. aan d;eze recommandatie een uitgeftrekter betekenis moge ge- («) Verhoor V. A. van Byland, No. \. Ais. IQ,  50 july. ZAAKEN VAN 1785. geattribueerd hebben; mitsgaders , offchoon hy ook in aanmerking genomen had, dat de Schee» pen met den Voorraad , welke zy volgens de laatffe order moeiten inhebben, naauwlyks in ftaat zouden zyn , om een' kleinen Kruistogt van weinige weeken te doen; en dat bygevolg, indien de Scheepen, het zy door een* fuperieure vyandelyke magt, het zy door tegenwinden, nog eenigen tyd in Texel wierden opgehouden, dezelven dan al ras tot alle dienften onbekwaam zouden geraaken ; hy echter in den gemelden Krygsraad , volgens zyn eigen opgave, zoude hebben geoordeeld te kunnen volftaan, met zig, zonder van dit alles iets te opperen, ilechts aan de laatlte order te houden; en dat het de zaak van den Commandant alleen zoude zyn geweest, by deeze gelegenheid , die bedenkingen in te brengen of elucidatien te verzoeken. Een denkbeeld , het welk nogtans geenszins kon worden gebülykt, wanneer men zich herinnert, dat, hier, door Z. H. een Krygsraad was re zamen geroepen , ten einde , niet met den Commandant der Vloot alleen, maar met alle' de Officieren, over het employ der Scheepen te raadpleegen; van welke Krygsraad de V. A. vaa Byland, niet alleen een Medelid, maar daarenboven, na den Commandant, de eerfte Vlagofficier zynde, dus niet lkchts bevoegd, maar ook wel deegelyk verpligt was, zyne confideratien over het point in qujeltie mede te deelenj en zodanige zwarigheden voor te draagen, als hy oordeelde , uit den aart der zaak te proflueeren. Dat nogtans dit ongegrond denkbeeld by hem V. A. beltendig was geinhjereerd (V) en bovendien gefuftineerd, cac de gefchiktheid der Schepen, om iets anders, (w) dan een kleinen Kruis- togt, (v) Verhoor V. A. van Byland, No. I. Art. **• (w) Idem, No. 4. Art. 5.  jDLy, STAAT EN OORLOG. 17S5W 5* togt , te doen , in dien Krygsraad niet te pas kwam, terwyl 'er alleen gedelibereerd zoude zyn over een kleinen Kruistogt , ter beveiliging der Scheepen, welken van Drontheim verwagt wierden; en dat, de ftaat der Scheepen , en de quan. titeit van derzelver Victualie aan Z. H. bekend zynde; Hoogdezelve daar uit zelve kon opmaaken , dat geene andere dan kleine Kruistogten 1 konden gedaan worden: dan dat van deeze lustenue (V) hem V, A. het abufive, hoewel vruchteloos, was onder het oog gebragt, en aangetoond , dat by de Notulen dier Krygsraad evidentelyk bleek, dat de deliberatien, in dezelve, zich geenszins alleen tot het gemelde point bepaald hadden ; maar ook in het generaal door Z. H. tot het doen van afbreuk aan den Fyandt het welk in een tyd van Oorlog volftrekt allerlei foort van expeditien ii.fiuit , geëxtendeerd waren: terwyle, op dit fubj\c"t, nog kon worden geremarqueerd, dat, ingevalle hy V. A. in der daad had vermeend , dat Z. H. nopens de voorziening der Seheepen genoegzaame bewustheid droeg, en dus wel weeten konde, dat dezelven tot geene andere , dan kleine Kruistogten, bekwaam waren; zulks voor hem V. A. eene reden te meer had moeten opleveren, om, daar Z. H. niettemin hem en de verdere Officieren over de middelen tot het deen van onbepaalde afbreuk aan den Vyand raadpleegde, en daar op eene ferieufe recommandatie liet volgen, om de Scheepen in ftaat te houden , ten einde op de eerfte order, behöorlyk toegerust, te kunnen uitzeilen ; by die geleegenheid aan Hoogdenzelven den ftaat en geringen voorraad der Scheepen te herinneren , en de onmogelykheid, om met dezelven aan zulke onbepaalde oogmerken te voldoen, onder het oog te brengen. Dat eindelyk op den 15 derzelve maand Sep- tem- (») Vfthdor V. A. vaa Byland, No. 4. Art. 5* D 2  gi july, ZAAKEN VAN 1785, rember wederom door den Commandant der Vloot een Krygsraad belegd zynde , ten einde te delibereeren fjy) over den inbond eener M>sfive van Z. H., by dewelke het al of n et uitzenden der Schelpen aan de directie en bet oordeel der Vi-g-Officieren wierd ov.rgelaaten, dit voorftel, door ahe dezelven Officieren , ter dezer geleegenheid , nogmaals a.hen var> wegens de gevreesde aanweezigheid eener fupericure vy andehke magt, zonder in den Haat of voorraad der Scheepen de allermii.fte zwaarigheid te ftelkn, immers daar van gewag te maaken , ongeraaden was geoordeeld: nie tegenltaande de gemelde M'sfive eene fpeciaie order behelsde, om 's Lands Vloot , ingevaile 'er geene fuperieure magt van den Vyand in de Noordzee was, niet langer binnen te houden , en den Commandant daar by gemjungeerd wierd, om , met overleg der by zich hebbende Vlag-Officeren, zoodanige maatrcgulen te neemen, als best gelchikt wa« ren tot protectie der Commerc' -erende Ingezeetenen ; en byzonder van de Scheepen , weiken va'i D'onthei n verwagt wierden; als mede tot afbreuk van den f^yand, het zy door htt inteicipieeren der Convoyeeren uit de Oostzee s bet zv door zoodanige andere Expe/litien , als hy Commandant, roe' overleg df;r Vag-Officieren, raadzaam zou oordeden: tot hri uitvoeren van welke onbepaahe orders dus de V. A. van Byland , met de overige Vlag-Officieren , de Seheepen toen ter tyd bekwaam en voorzien feneen te hebben aangemerkt, terwvl ook deze gevolgirekking door denzelven niet had kunrtrn woroen tegengefprooken, (z) als hebbenoe zich alleenlyk oaarop beroepen , da' het geeven van de nodige orders tot voorziening der Scheepen iets (y) Zie Bylaagen tot het Vervolg der Memorie van Z. H. pag. 10. (s) Verhoor V. A, van Byland, No. 1. Art. 15.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 53 iets was , het geen van den G>rnman 'ant der V'Oor dtpendeerde. Dan waar op , behalven het geen zoo even de?.en ?a ga is is aange* merkt, nog moest worden geren. dleerd , dar het hier eigenlyk de vraag nier. was , wie v >or de voorziening der Scheepen te zorgen had ; maar alleen , of r iet wederom de Viag-Officieren, en in het by*nnder ook de V. A. van Byland, ab« folut verphgr waren, om, ingevaüe zy, ten tyde dezes Krygsraad's, tegen het uitloopen der Scheepen in het generaal eenige andere zwaarigheden, dan die by de Notulen vermeld Haan, gevonden hadden, dezelven dan ook fpeciaal op te geeven; en of, daar zy zulks niet ge-aan hebben, dan hier uit niet wettig de evengemelde cnfeqnentie moet worden getrokken , dat, namen yk hy V. A., en de verdere Le ;en van dezen Krygsraad getoond hadden, van begrip en fuftenue, die uoor denzelven ook bereids nopens het 0) Zie Memorie of Verbaal van den V. A. HartUiiCK, pag. 338.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 47 het zoo even afgehandelde point was gevoerd) Heeren Gecommitteerden , na diverfe vruchtelooze poogingen , om hem V. A. van de onge> grondheid zyner tergiverfatien te overreeden , zich genoodzaakt hadden gevonden, om, wilden zy zich , in het behoorlyk volvoeren hunner Commisfie, niet geheel zien te leur gelteld, dit gedrag van gem. Vice-Admiraal van Byland, by eene fpeciaale propofitie , op den 15 July des afgeloopen jaars, ter kennis van H. H. Mog. te brengen. Dat daarop ten zeiven dage by Hoogstdezelven eene Refolutie genomen zynde j vervolgens de tot dien tyd toe aan" den V. A. van Byland voorgeftelde, doch met een declaratoir van ongehondenheid bejeegende vraagpointen , ten grootten deele , nader, hoewel niet met zoodanig elfecl, als billyk kon worden verwagt, aan denzelven hadden moeten worden voorgedrajen; en dat hier van dan eindelyk het gevolg was geweest, dat, op het voorfz. refprcl:, uit de antwoorden van den gem. V. A. gebleeken was: — dat hy V. A., op den hier vooren gsm. tyd, naar 's Haage was vertrokken, (/) ten einde aan Z. H., den Heer Admiraal Generaal, eene Sententie ter approbatie overtebrengen, als mede, om, naar zyn zeggen, orders te (lellen omtrent het viclualieeren van zyn Schip, 'c welk op den 1 Qctober geordonneerd was; en ook om Z. H. over het een. en ander te fpreeken: — dat hy V. A. reeds (g) voor zyn gem. vertrek , kennis had bekoomen van de apparentie, dat 'er by H. H. Mog. mogeiyk tot een Togt naar Brest zou worden belloten; en dat onder de Scheepen, daar toe in aanmerking komende , ook het 011derhebbend Schip van hem V. A., als insgelyks order gekreegen hebbende, om voor vier maan* (ƒ) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 1 en 2,' (-£) Ibidem Art. 3.  5* Jüly, ZAAKEN VAN J73j, maanden te reviclualieeren, moest behooren: — en dat hy hier uit vervolgens gefupponeerd had, m dat, ingevaile de gem, Togt voortging, hy i j -den hoosften rang bekleedende on¬ der de Officieren , wier Scheepen onder de ge. zegde order tot reviéhialieering behoorden , die Expeditie zou commandeeren. Dit, wyders door Heeren Gecommitteerden van hem V. A. informatie gevorderd zynde, of hy dan over dien apparenten Togt (0 niet toen reeds zyne crmfiderarien aan den V. A. Hartfinck gecommuniceerd had; en of door laatstgem-, by die gelegenheid, deswegens niet eenige bedenkelykheeden waren geopperd: hy V A. van Byland daar op had gedeclareerd, dat hem" zulks zoude ontgaan zyn; dan dat hy echter het een en ander als apparent had opgegeeven, en teffens ook volmondig geadvoueerd, (T) dat hv met den V. A. Hartfinck een affpraak gemaakt nad, om over de bedenkelykheeden tegen het doen eener reis naar Brest met Z. H., by wien hy tog gaan zou, te ipreeken: hoe zeer dit gezegde door hem naderhand , wanneer bepaaldelyk naar den inhoud dezer affpraak (/) geïnformeerd wierd, weder geretracreerd was geworden, met te verklaaren , dat hy eigenlyk geen' directe affpraak met den V. A. Hartfinck had gemaakt, maar dat het wel zyn kon , dat hy op zich genomen had , om de zwaarigheden weiken hy den gezegden V. A. tegen die reis des tyds gemoveerd had, doch die hy zich nu niet meer kon te binnen brengen , ook aan Z. H. te communiceeren ; zoo dat dan zyn zoo evengemelde affirmatif antwoord niet verder moest worden geëxtendeerd. Dat, (?) Verboor V. A. van Byland, No. 2. Art. li. (O Ibidem, Art. 5 en 7. (k) Ibidem, Art. ï. (/) Ibidem, Art. o.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. $9 Dat zonder nu fpeciaal te onderzoeken , ïn hoe ve'rre een zoo fingulier gebrek aan geheugen en de op dien grond, zoo by deze, als andere gelegenheden, door hem V. A. geëviteerde ftellige beantwoording der Vraag-pointen nopens diverfe anderszins genoeg remarquable voorvallen , al, of niet waarfchynlyk moet voorkomen ; het ondertusfchen zeer apparent bleef, dat 'er daadelyk tusfchen de V. V. A. A. Hartfinck en van Byland hier omtrent wel eene affpraak plaats zal gehad hebben: daar de apparentie der Expeditie naar Brest niet duirter was gebleeken , het voornaamfle motif der reis van laatstgem. naar den Haag geweest te zyn; alzoo hv V» A. van Byland niet alleen had erkend, Cm) dat hy tot het in perfoon overbrengen der bpwu?te Sententie geene expresfe order van den Commandant der Vloot ontvangen bad ; maar ook dit denkbeeld nader bevestigd had , wanneer aan hem V. A. was voorgetteld , waarom (») hy, de apparentie van den Togt naar Brest weetende, en fupponeerende, dat hy de Expeditie ingevalle die voortging , eommandeeren zou, dan ook niet in de Vloot gebleeven was, om te helpen bezorgen en toezien , dat alles, tot die Expeditie betrekkelyk, zoo veel mogelvk geprepareerd en gereed gemaakt wierd, Hever dan naar den Haag te gaan , tot overbrenging eener Sententie, die, zonder aan eenigen regel van dienst of noodzaakelyk vereischte te kort te doen, door een mindere Officier ten miuIten door den S. b. N. van Hoey, alleen konde zyn overgtbragt: als hebbende hy Vice-Admiraal van Cyland daaiop verklaard, juist om die zelfde reden, wyl hy vernomen had, dat 'er gedelibereerd wierd , om eenige Scheepen naar Brest te zenden, en na dat hy, uit hoofde der reeds (tn) Verboor V. A. van Byjand, No. 2. Art. 14. (»; Ibidem, Art. 15.  *» jucv, ZA AKEN VAN w< reeds gemelde re lenen, befhmen moesc dat SEf Ji 8 * °°'iu? ^«or leeld te he>ben raar den daag re gaan, zö0 om deze en geen re" fl-x.en tot de reis beirekkelvk. aan deHeer Admjaal Generaal re comnmniceeren, l"om de afzending der Victualie voor zyn Sc ,p S presfecren ; ten welke n einde hy zy S 2 te, r in 's Hage omboden had: dat wyderi zV e d ó ' sX'LTn "In iü°dr t0t de a,£ noVolewas'°"/hVTaaf ie!tineeH' ^ 0n' gaan prafenteeren. Z' te Da' , na hier alleen in 't voorbygaan te heb- ïert ™ k? V°°ral' wa,,neer zich herinSch,?!18' °™re»! by het onderzoek Jer 'err entingen van den V. a fiq rfi,.r-ir l "> aTrSeiS beh3ndeld' ^^rSeu wl; ï nood«?fe7JT-7Sm* de Sezo<*ta reden der l„ r, "' "•«r "y v. A,, indien hv 7uiir« had ku,per. goedvinden, zypen SoJhcjten?, door htt fchtyyen eener Müfiw aan dezelven vn, wat vroeeer zyne orders tot het ïpoe U IkJJ den dei Vctualie had kunnen doen to k me, Heeren Gecommitteerden niet konder \. te «floeren, dat de V.T. van^ and zelf" by ne voorenjlaande opgaaf , het owÏÏeSen der Sententie Hechts ais een bykoraS ÏS zyner re.s had doen vorkomen; erwy het voor" paame fclgPnlvk ffiotjf » V he voor- - ne .eflexien nopens oen Tornaar fiS/taan dï Heer  juxvi STAAT EN OORLOG. 178?. « Heer Admiraal Generaal te opperen; en de voordragt van dezelve retlexien by hem V. A zoo noodzaakelyk lcheen gekeurd te zyn , dat hy daarom de meergem. reis oordeelde te moeten doen , offchoon hy zelf wel begreep . dat hy, dus doende , (0) de verwagt wordende orders tot de Expeditie naar B est ligtolyk zou croileeren: zoo dat hy dan zekerlyk niet by der hand zou zyn, wanneer de gemelde orders in de V.oot zoSdén arnveeren , en het dus op de executie derzelven aankomen zou: dan dat het laatlte gedeelte van deeze gevolgtrekking door hern V. A. niet was geadvoueerd; om dat hy, zoo hy zeide met zoude hebben kunnen denken, dat, daar de order tot reviétualieering voor vier maanden op den eerften Oftober gegeeven was ; de order tot het ubzeilen , binnen de agt dagen uaar na, zoude bepaald worden. Dat hier mede, wel is waar, wederom bevestigd wierd, dat de wyze der préparatoire infortnarie, en van de ter zeiver tyd gegeeven ordeï tot rev'ctualieering voor vier maanden , verre van de zaak te bevorderen , veel eer geknikt was, om de Officieren in een geheel verkeerd begrip te brengeü nopens den tyd , tot het ondernee. men der Expeditie te bepaalen , en bereids by btt ter Vergadering van H. H. Mog. uitgebragt Rrpp irt voorgetlaagen, mitsgaders dus de b.x. pe titie zelve meer moest benadeelen: — dan dat de V. A. van Byland, in allen gevalle, hierom , zoo IHUg nier had behoeven te befluiten, dat eene order to: het eerder onderneemen der Espeditie volftrekt onmogelyk zoude zyn : daar hv f>efte!d, dat hy voor zich zelt al reden ha l'om op te maaken, dat, ten tyde van de door L. H. atgezondene order tot resnctualieerinjr de iutenue van Hun Hoog Mog. nog met zou geweest zyu, net gem. Esquader zoo fpoe0 dig (e) Verhoor V. A. van Byland, No. a. Art. 16.  july, ZAAKEN VAN 1?f}5, dig te haten vertrekkeD) ten minften niet weeten kon, of Hoogstdezelven dan nog kort daar na, door zoodanige opkomende omihadMieden als in Uorlogs tyd elk oogenblik kunnen voor' komen, met zouden hebben gerefoiveerd, deeze Expeditie ten allerfpoe.iigfte te doen voortgaan en op ailerlei wyze te verhaaten : in hoedanig geenszins onmogelyk geval, de abfentie van hem V. A. wel degelyk niet alleen het in 'c werk Hellen der noodige mefures tot deeze Expeditie maar zelfs het onderneemen van dezelve binnen den bepaalden tyd, had kunnen verhinderen; tot welk een en ander in allen gevalle door hem V. A. geene geleegenheid had behooren gegeven te zyn alleen door aan eene begeerte" te willen voldoen, om zyne reflexien over den Togt naar Brest aan Z. H. te gaan voortellen : een zaai, waartoe hy geenszins geroepen wierd, en welke ook waarlyk weinig van het departe' ment was van een Officier, die, een ander, als Commandant, boven zich hebbende, vry meerder gefchikt was, om, zoo 'er over het een of ander gewigtige en aan den Heer Admiraal Ge. neraal onbekend geoordeelde reflexien moeten voorgefteld worden ; dit aan dien Commandant zelf overtelaateu ; en zich alleeulyk tot het uitvoeren der orders, welken hy door denzelven van hoogerhand zoude mogen ontvangen re bepaalen. — Maar dat, boven dien , ingevalle 2 £viand in der daad begreepeu had , dat de etedtive uitvoering der Expeditie naar Brest geen voortgang zou hebben , voor dat oe Victualie, op den eerften Ücluber geordonneerd, ingenomen was; en dat evenwel de ontvangst der orders tot dien Togt zoo aanitaande was : het des te onbegiypelyker mo=st voorkomen dat hy V. A. zyne reis naar ten Haag (welke hy zelf veronderftelde, dat het nemen der Refolutie tot den 'logt naar Brest niet meer konde voorkomen , alzoo hy 't niet onwaarfchyniyk ftelde, die Refolutie te zuilen croi. fee.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 63 feeren) evenwel met zoo veel o whaaftlng ondernomen had; daar het dan , naar zyn eigen denkbeeld, immers beeter zou geweest zyn, dat hv alvoorens die orders had afgewagt, ten einde dezelven eerst intezieu, en dan zoodanige reflexien, als *er tegen mogten vallen, met den Commandant der Vloot te overweegen, om dus gemeenfcbappelyk te bepaalen, wat als dan nodig mogt zyn, deswegens nader aan Z. H. voorteftellen. . - Dat wyders ook niet gemakkelyk zoude worden begreepen, welke tog de gewigtige reflexien mogen geweest zyn, die hy V. A. te dier tyd voor had, aan Z. H. nopens den logt naar Brest onder het oog te brengen ; en waar van hy nu de geheugenis geheel en ai fcheen te hebben verlooren: fj>) daar immers de naderhand geopperde zwarigheden van gebrek aan Victua. lie en Scheepsbehoeftens geen plaats zouden gehad hebben, ingevalle de reis, gelyk hy V. A. zeide , abfolut verwagt te hebben, tot na de nieuwe voorziening veor vier maanden was uitgerteld: zoo dat hy althans dat gebrek met geen mogelykheid kon bedoeld or daar aan gedacht hebben , wanneer hy zyne zwarigheden (q) tegen die reis aan dien V. A. Hartfinck moveer, de: Terwyle Heeren Gecommitteerden ook niet konden begrypen , dat de voorfz. gewigtige reflexien , die meergemelde Graave van Byland aan Zyne Hoogheid zoude voorftellen, zouden moeten werden gezocht in de door Hoogdenzelven gementioneerde bedenkingen, raakende eene gevreesde verzwakking van 's Lands even opkomende Zeemagt; het ten einde loopen van het concert met Fiaukryk, en diergelyke: daar, ingevalle de overweeging van foortgelyke pointen moest worden overgeiaaten, aan de voorftel- ling (p) Verhoor V. A. van Byland, No. 2. Art. 9. {q) Ibidem.  U Jüly, ZAAK EN VAN 1785, hng van Officieren , welken alleen tot de uit> voenng der orders van den Souverain gefchikt zyn, en die wel eens nu en dan , indien zulks noodig rnogt wezen, over de wyze dier uitvoering , maar nimmer over de motiven geconfu. leerd worden; alle gezonde begrippen van goede Orde en Regeering ten eenemaale zouden worden geren verfeerd; zoo als dit zelfs door den V. A. van Byland , offchoon erkennende, daar over wel in den Haag gefprooken te hebben , uit dit oogpunt fcheen befchouwd te zyn (r\ — Na de overweeging van welk een en ander , Heeren Gecommitteerden dan ook niet verwonderd waren geweest, dat de gemelde V. A. van Byland, verlegen zynde om de voornoemde zogenaamde gewigtige reflexien te fuppediteeren, zyn toevlugt tot het zoo gelukkig te ilade komend gebrek aan geheugen genoomen Dat, wat nu het verder gedrag van hem V„ A., ten aanzien dezer reis, betreft, uit de verhooren gebleeken was, (Y) dat hy, op den 4. Oftober, en dus daags na zyn vertrek uitTexe] in 's Hage aangekomen zynde, nog dienzelfden dag (O met Z, H. gefprooken hac : dat hy, naar zyne beste herinnering. («) alvoorens Z. H., die des tyds op de Oranjezaal was, te zien , met den Fiscaal van der Hoop had gefprooken en van denzelven kennis bekomen,dat by H. H. Mog. finaal tot den Togt naar Brest gerefolveerd was; en dat hy, (v) waarfchynlyk by diezelfde gelegenheid , van zyne benoeming om het Esquader, naar Brest gedestilleerd te commandeeren, geïnformeerd was geworden, heb- fV) Verboor V. A. van Byland, No. 24. Art. 2. 3 en 4. * (i) Idem No. 2. Art. 17. (r) Ibidem Art. 18. (*) Ibidem Art. 19. (y) Ibidem Art. 23.  july, STAAT EN O ORLOG. 1785. 65 hebbende hy daar op door Z. H. van de beide Refolutien, (w) by H. H. Mog, op den 3 Oc • tober genomen, vifie ontvangen. Dan dat, wanneer Heeren Gecommitteerden hem V. A. balden voorgehouden , of hy (x) met Z H. over de uitvoering van gemelde Refolutien, ofte wel, in het generaal, over de geordonneerde reis raar Brest, niet gefprooken en daar tegen zyne Bedenkingen geallegueerd had; als mede waar in dezelven als dan hadden beftaan; hy V. A. eerst wederom gedeclareerd had, zulks niemaud aan» tegaan, en dus daar op niet te zullen antwoorden ; want dat dit alles de exiftentie van het fait, waar omtrent hy, na een daar van by hem gevormd denkbeeld , Heeren Gecommitteerden alleen bevoegd oordeelde onderzoek te doen , niet raakte; en dat, zoo 'er in zyne verrichtingen, gcduurende zyn verblyf in den Haag, iets gelegen mogt weezen, hy zich deswegens alleen voor zyn' competenten Rechter, maar geenszins voor dit Befogne, kon verantwoorden: Dat nogtans, na dat by H. H. Mog. op dit refpect de voorfz. Refolutie van den 15 July 1784 genomen was , gemelde V. A. zich wel niet ianger tegen het beanrwoorden der voorgetelde Vraagpointen had durven oppofeeren ; doch zich toen weder veel al op een gebrek aan geheugen beroepen had , evenwel erkennende , dat hy , in 's Hage vernomen hebbende,, dat 'er op den 3 October gerefolveerd was, om de reis naar Brest voortgang te doen hebben, en dat hy, als Commandant van dat Esquader met hetzelve voor den 8 dier maand in Zee zou moeten loopen; zekerlyk met den Heer Admiraal Generaal daar over gefprooken, en ook zyne bedenkingen daar omtrent aan Hoogdenzelven gecommuniceerd had; doch dat het hem onmogelyk was , na verloop van Cw) Verhoor V. A. v»n Byland No. 3. Art. 1 en 2. (V) Ibidem Art. 3 en 4. XXIX. d8kl. E  66 july, ZAAK EN VAN 1785. van byna 22 maanden , zyne converfatie , met den Heer Admiraal Generaal op dien tyd gehouden , par le memu op te geeven; maar dat dezelve zeekerlyk zou beftaan hebben in eene opgaave van zoodanige zwarigheden, als onder anderen ook uit den ftaat van fommige Scheepen en de qnantiteit van Victualie, waar van dezelven te dier tyd voorzien waren, noodwendig voortvloeiden: — dat hy ook, (y) geconfidereerd de omftandigheden der zaak , de volvoering eener reis naar Brest, conform de Refolutien van H. H. Mog. te doen , aan Z. H. (fchoon zich niet rappelleerende , of zulks op dien zelfden dag geweest was) had gedeclareerd, volftrekt infaifabel te zyn: — dat welgedachte Z. H. (V) de redenen van hem V. A. van bedenkelykheid wegens den Togt naar Brest, of van onmogelykheid , om de Refolutien van H. H. Mog. te executeeren, toen wel eenigermaaten, voor zoo veel hem bewust was , had ge. billykt, doch zonder dat evenwel («) Z. H. (gelyk hy V. A. ftellig declareerde) by die geleegenheid eenigerhande expresfien had gebruikt, waar uit hy V. A. met mogelykheid eene vryheid, hoe ook genaamd, konde afleiden, om in de executie der gegeeven' ftricte beveelen, omtrent de reis naar Brest, eenige verandering te maaken , of zich minder aan de uitvoering daar van verbonden te reekenen; als hebbende Hoogdenzelven, integendeel, (7>) de obfervantie der reeds gegeeven orders aan hem V. A. nogmaals geïnjungeerd , en hem geene meerdere orders, relatif tot de reis naar Brest, gegeeven: —— doch dat, (c) met betrekking tot het geen Z. H. aan hem V. A. in het byzonder nopens zy« ne (y) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. 5. Ibidem Art. 6. Ca) Ibidem Art. 7. (b) Ibidem Art. 8 en p. (<•) Ibidem Art. 11.  ïoly, STAAT EN OORLOG. i78j. 6j ne gemaakte bedenkingen en zwarigheden gedeclareerd of gezegd had , hy zich niet anders konde herinneren , dan dat Hoogdezelve aan hem gerecommandeerd had , zich ten ipoedigften weder naar Texel te begeeven , en aldaar den (laat der Scheepen naauwkeurig te onderzoeken, en te zien, of de Scheepen nog tot de gemelde reis zouden kunnen geëmployeerd worden. Dat dit laatlte met het even te vooren opgegeevene niet hebbende kunnen worden overeengebragt, daar uit de eerstgemelde informatien niets minder fcheen te moeten worden afgeleid, dan dat Z. H., zoo als uit deze laatlte opgaaf fcheen te volgen, den voortgang van de reis naar Brest van een ander onderzoek , het welk hy V. A. nog in Texel zoude moeten inftitu» eeren, volftrekt afhangelyk zou hebben gemaakts deze zichtbaare tegenltrydigheid, dan ook, aan hem V. A. in het breede was onder het oog gebragt, (<0 dan dat dit een en ander door hem, by een , na genomen beraad , ingediend antwoord, als zeer wel met eikanderen llrookende , was ftaande gehouden; met allegatie teffens van eenige vry ongepaste en omtrent eene Commisfie, welke de eer had, in dezen H. H. Mog. zeiven te reprsefenteeren, weinig voegende inlimulatien, als of men zyne uitdrukkingen had willen capteeren , en zyne antwoorden tegens zyne waare intentie uitleggen : daar ondertusfchen de aan Heeren Gecommitteerden , zoo met relatie tot hem V. A., als de verdere Officieren, uit hunne antwoorden voorgekomene bedenkingen, of tegenftrydigheden, altyd, alleen met dat oogmerk aan dezelven , zoo duidelyk mogelyk , waren onder het oog gebragt; ten einde hun tot eene nadere explicatie of oplosfing hunner gezegdens , en vooral, ter verant- woor« (i) Verhoor V. A. van Byland, No. 5. Art. 1. E 8  68 july, ZAAKEN VAN 1785. woording, zoo veel mogelyk , hunner daaden, alle gepaste geleegenheici te verfchafFen. Dat Heeren Gecommitteerden , zonder meer- dere reflexien hier op te maaken , zich nu verder tot de lectuur van het voorfz. voortel en daar op gegeeven antwoord zelve, kortheidshalven, zouden refereeren, en ter beflisfing overlaaten, in hoe verre door de elucüatien, by den V. A. van Byland op dit refpedr. gefuppediteerd, genoegzaam kon gezegd worden te zyn opgelost of vereffend, dat Z. H. eerst, zonder hem V, A. de allerminfte geleegenheid te geeven, om te kunnen denken , dat Hoogdezelve in de volftrekte beveelen van H. H. Mog. de allerminfte verandering wilde gemaakt hebben, hem V. A. zelfs nog ten overvloede de obfervantie daar van zou hebben geïnjungeerd ; en dat Z. H. evenwel naderhand aan het onderzoek van hem V. A. gedemandeerd, en dus aan zyne beflisfing overgelaaten zou hebben , of de Scheepen nog tot de reis naar Brest geëmploijeerd zouden kunnen worden. Dat wyders , met relatie tot de verrichtingen van den V. A. van Byland, na zyn retour in de Vloot, gebleeken was: — dat hy, benevens den Schout by Nacht van Hoey, (die, volgens opgaaf van hem V. A,, by zyne converfatie met Z. H. (O was pra;fent geweest, doch waarvan de omftandigheden ter zyner plaats nader zullen worden opgegeeven) op den 5 Oétober (ƒ) uit 's Haage vertrokken zynde , des anderen daags aan de Helder gearriveerd was; doch dat hy, wegens het flegte Weêr, op dien dag niet kunnende aan Boord koomen , eerst den 7 *s morgens aan het Schip van den Commandant der Vloot was aangekomen : — dat, hoe zeer natuurlyker wyze, na dit zyn retour in Texel, nu O) Verhoor V. A. van Byland, No. 3. Art. ia. (ƒ) Idem No. 5. Art. 2.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 69 nu zou moeten worden veronderfteld, dat, daar hy V. A., als de voornaamfte reden zyner reis, had opgegeeven het oogmerk , om met Z. H. over de zwarigheden tegen den Togt naar Brest te fpreeken , en daar hy, vóór zyn vertrek, zulks met den V. A. Hanfinck verhandeld, en, zoo het fcheen, een affpraak gemaakt had, over het geen hy dienaangaande aan Z. H. zou voorHellen; mitsgaders, daar hy dit dan ook daadelyk, zoo als zoo even is gebleeken , had ge. daan: hy dus, immediaat na zyn gem. retour, aan den Commandant een omflandig verfteg zou gegeeven hebben van zyn wedervaaren in '»Hage, en fpcciaal van bet geen hem, met betrekking tot den Togt naar Brest, by den Heer Admiraal Generaal was voorgekomen, gelyk het dan ook nog waarfchynelyk moest zyn , dat hy Vice-Admiraal nopens een zoo esfer.rieel point, ten einde zyn zwak geheugen te hulp te koomen , wel eenige nanteekening zou hebben gehouden, om zich dienaangaande in tyd en wylen te kunnen verantwoorden: dan dat hy V. A. op de gerequireerde informatie hier omtrent in tegendeel gedeclareerd had, onmogelyk al hetzelve zich te kunnen herinneren, (g) maar dat by den Commandant verzocht ha t , ten fpoedigften alle de in Texel zynde Vlag-Officieren byeen te roepen , om over die zaak met elk3n« deren te oordeelen; evenwel naderhand daar by voegende , dat hy zeer waarfchynlyk aan den Commandant gerapporteerd had, dat hy aan Z. H. de zwarigheden had voorgefleld, die hy nu door alle de Vlag-Officieren verzocht te doen onderzoeken, om te weeten, of zy oordeelden, dat die reis door hem in den ftaat, waar in de Scheepen waren , binnen den korten tyd , by zyne Inftruótie van den 3 Oétober van dat jaar be- (g) Verhoor V. A. van ByknJ, No. 5. Att. 3.. £ 3  70 july, ZAAKEN VAN 1785. bepaald, met zekerheid voor het Esquader kon. de ondernomen worden. Dat verder hy V, A., gelyk hy nog aan Heeren Gecommitteerden had gefuppediteerd , het evengem. zoogenaamd , en nog maar als een waarichynlyk opgegeeven rapport (waarin van de onderhandelingen en affpraaken met Z. H., noch van de wyze , waarop Hoogdezelve de voorgeftelde zwaarigheeden van hem V. A. had befchouwd en beantwoord, geen woord gemeld wierd) op deszelfs aankomst (h) aan Boord van den Commandant gedaan had , zonder te weeten, of eerst de Vlag-Officieren by elkander waren geweest, dan niet; en dat hy zich ook niet kon herinneren , (/) aan den V. A. Hartfinck, nopens diezelfde reis mondeling eenige orders van Z. H. te hebben overgebragt: — en dat, hier op wyders de bewuste Conferentie der VlagOfficieren gevolgd zynde , dezelve op den gem. 7 October (k) voor den middag was gehouden, zónder dat hy V. A, van Byland zich konde herinneren, hoe lang dezelve wel geduurd had. Door welk laatfte Heeren Gecommitteerden dan ook verhinderd waten geworden , om uit den tyd, welke tot die Conferentie was befteed, te kunnen nagaan, of de zaak met eene behoorlyke applicatie, dan wel oppervlakkig , behandeld was. Dat, daar het verzoek van hem V. A. om de voorfz. Conferentie der Vlag-Officieren aanteleggen , dan gebleeken was, het allereerfie geweest te zyn. 't geen hy by zyn retour uit 's Haage had in 't werk gefield; Heeren Gecommitteerden hadden gemeend , dat deze demarche van gemelde Graave van Byland nu moest worden geconfidereerd als een gevolg der affpraaken , door (h) Verhoor V. A. van Byland, No. 5. Art, 4. (/*) Ibidem Art. 5. (k) Idem No. 6. Art. 1 tn 2.  jüLY, STAAT EN OORLOG. 178j. ft door hem V. A. met Z. H. gemaakt; te meer, wanneer men In acht nam, het geen hy by de hier voorengem. opgaaf nopens de recommandatie van Z. H. tot het doen van een nader onderzoek omtrent den ftaat der Scheepen en de mogelykheid van den Togt, had gezegd , dan dat Heeren Gecommitteerden zich daarinne hadden bedrogen gevonden, want dat uit de informatien van hem V. A., fchoon wederom alleen gegeeven , voor zoo veel hem voorltond, (/) wederom was gebleeken, dat de voorfz. demarche van hem V. A. geenszins uit dien hoofde gedaan was. —— Dat het ook aan Heeren Gecommitteerden niet minder vreemd was voorge* komen, dat, niettegenltaande deze Conferentie, volgens de eigen opgaaf van hem V. A., was aangelegd , om te weeten, of de Vlag-Oflicieren oordeelden , dat hy met de Scheepen in den ftaat, waar in ze waren, de reis, geconfidereerd zyne Inftruflie, en den korten tyd , binnen welken die ondernomen moest worden , kon aanvangen ; hy V. A. echter niet meer pofitif kon opgeeven, of de (m) ontvangene orders uit den Haag (welken zyne evengenoenide Inftrudtie evenwel inhielden) mitsgaders de gegeevene Rapporten van de Capiteinen (uit welken echter alleen de juilte ftaat der Scheepen moest worden opgemaakt) in deze Conferentie geleezen waren: terwyl hy mede niet ftellig had opgegeeven, of hy zyne gefprekken, f» met den Heer Admiraal Generaal over de reis naar Brest gehouden, ter kennis van de Leden der gemelde Conferentie gebragt hsd; zulks Hechts zeggende te gelooven , terwyl over die materie de Conferentie WDat echter, met meer zekerheid, het bepaalde point (/) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 3. {m) Ibidem Art. 4. («) Ibidem Art. 6. E 4  7* Jüly, ZAAKEN VAN 1785. point van onderzoek en overweeging in die Conferentie door den V. A. van Byland was opgegeeven, daarin beftaan te hebben, (0) namelyk, dat hy begeerde te weeten, of de Vlag-Officieren, even als hy V. A., van opinie waren, dat in den (laat, waar in zy wisten, dat de Schee» pen, tot deze Expediiie gedefinieerd , zich bevonden , hy, volgens zyne Inftru&ie , de reis zou kunnen onderneemen, zonder het Esquader in «.ogenfchynlyk gevaar te brengen: Dar, offchoon deze opgaaf reeds, op zich zeWe genomen, niet zeer duidelyk was, uit dezelve ech« ter fcheen te blyken, dat hy V. A. hier de redenen , waarom hy het aanleggen der Conference verzocht had, met het point van onderzoek in dezelve confundeerde ; dan dat hy V, A., zich hier over in het vervolg eenigzins duidelyker expheeerende , pofitif gezegd had, dat bepaaldelyk (f>) gedelibereerd was over de middelen, waar door de zwaar'gheeden , die m?u meende, in de executie der orders tot de reis naar Brest aantetr^ffen, zouden kunnen overwonnen worden: doch dat Heeren Gee mmitteerden echter , immediatelyk daarop , door denzelven Graave van Byland hadden vernomen, dat men zich, in de gemelde Conferentie niet lang met dat onderwerp moet hebben geoccupeerd; want dat, volgers nadere opgaaf van hem V*. A., geene mi i ielen (q) hiertoe in confi ieratie genomen of voorgeflagen waren , vermits de tyd, om ze werkheilig te maaken, ontbrak, daar de Expeiirie nog op dien eigen dag zou hebben moeten voortgaan. Dat al verder de V. A. van Byland de bygebragt zwaarigheeden als van die natuur had geoordeeld te moeten aanmerken , dat zy (V) vol- O) Verhoor V, K. van Byland, No. 6. Art. 5. f/0 Ib: en Art. 7. Cf) I >-l<*ai Art, 9. {r) ibiJeai Art, 10 en n.  july, STAAT EN OORLOG. 1785-. 73 volftrekt het doen eener reis uit Texel naar Bresr moeften verhinderen ; zonder dat daar tegen eenige hulpmiddelen, door welken de reis op den beftemden tyd nog ondernomen had kunnen worden, naar zyn begrip, te employeeren waren: dan dat, wanneer Hoeren Gecommitteerden bepaaldelyk een opgaaf dezer zwaarigheeden verlangd, en hem V A. gelegenheid gegeeven ha den, om zich des wegens nogmaals te beraaden, en dezdven gedetailleerd te Ipecificeeren , als mede wel byzonder te betoogen , dat die zwaarigheeden de reis uit Texel naar Brest volftrekt ondoenlyk hadden gemaakt, en noch geheel , noch ten deele te verhelpen waren geweest; hy nogtans niet anders, dan in generaale termen, (/) had opgegeeven de weinige Victualie , flegte ftaat der Scheepen en gebrek aan Behoefrens ; 't welk alles, zoo hy zeide , in dien tyd niet te overwinnen was. Dat hy Vicr-Admiraal, hoe zeer in geen verder detail dezer zwaarigheeden treedende , echter , met relatie tot de exiftentje van dezelven , aan Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven , (O dat hy hier van niet alleen , ten tyde der gehoudene Conferentie, volkomene zekerheid had ; daar hem de voorhanden zynde V.cfualie van alle de Scheepen bekend was; en hy ook , wat derzelver verdere fituatie betrof, de gelleldheid van zyn onderhebbend Schip ten vollen kende , en die van de overige Scheepen wel byzonder wist uit de Rapporten, die hy op dien zelfden dag aan Boord van den V. A. Hartfinck gezien had ; (zonder echter zich te herinneren, of dit vóór, dan wel in de Couferentie geweest was) maar dat dezelve zwaarigheeden daar en boven aan hem genoegzaam kennelyk waren, daar uit namelytt, dat hy, als Vlag. (s) Verhoor V. A. van Byland, No. 6. Art. 12. (t) Ibidem Art. 13, 14, 15 en 16. E S  ftl JüLy' z A AKEN VAN I78y. Vlag-Officier in de Vloot zynde , den generalen fta«, waarin de Scheepen, die dat geheele jaar in dienst geweest waren, zich moeften bevinden, genoegzaam, en dus ook vóór het kezen van de Rapporten der Capiteinen , weeten kon Dat Heeren Gecommitteerden hier uit, mitsgaders uit het verder aveu van gem. Graave van Byland, (V) met volle zekerheid hadden moeten opmaaken , dat de redenen, waarom het werkftellig maaken van middelen tot wegruiming van de gemaakte zwaarigheeden tegen de reis naar Brest, naar zyn oordeel, niet meer in confidentie konde komen, reeds , geduurende zyn verblyf in den Haag, plaats hadden , en aan hem V. A. volkomen bekend moeften zyn geweest; en dat het vervolgens zeer vreemd moest voorkomen, waarom hy dan, door het aanneemen der recommandatie van Z. H., om te onderzoeken , of de zwaarigheeden tegen de Expeditie naar Brest nog wegteruiroen waren , Hoog.denzelven in den waan had gebragt , of gelaaten , dat 'er nog tyd tot opruiming dier zwaarigheeden zoude zyn geweest; mitsgaders , dat fpeciaal over de opruiming van dezelven, en wel byzonder over de middelen , daartoe dienende, in Texel zoude worden gedelibereerd. Dat deze confequentie , uit de gezegdens van hem Graave van Byland , zoo evidentelyk gededuceerd , aan hem voorgehouden zynde, hy V, A. daar tegen had ingebragt, dat hy, (v) by het aanneemen der voorfz. recommanaaue, vermeende, na zyne gedaane declaratie omtrent de onmogelykheid der Expeditie naar Brest, blotelyk te moeten obediëeren aan de orders van Z. H. ; en dat hy toen ter tyd niet dacht, Hoogdenzelven in eenige andere gedachten ge. bragt (.«) Verhoor V. A. van Byland, No. 7. Art. r. (vj Ibidem Art. 3,  jolt, STAAT EN OORLOG. 1785. 7S brast te hebben, als alleenlyk, dat over de wegneeming der gem. zwaarigheeden voor zeker in Texel zou worden gedelibereerd; maar da', by zvn retour in Texel, de zaak nader, ingevolge de recommandatie van Z. H., in overweeging genomen zynde, zoodanige deliberatie aldaar notoir wierd gehouden voor vervallen, vermus,m ■ zyn afweezigheid door de Rapporten van de Otficieren omtrent den ftaat der Scheepen, tot de Expeditie gedeftineerd, en welke Rapporten, by zyn vertrek uit 's Haage, aldaar nog met waren gearriveerd, de onmogelykheid van die Lxpeditie volkomen gebleeken was. Dan dat Heeren Gecommitteerden hier op moeften remarqueeren, dat hoe zeer hy V. A. mogte oordeelen verpligt te zyn, aan de gem. recommandatie van Zyne Hoogheid te obedieeren : de bedenking echter daarmede met wierd weggenomen , waarom hy, des niettegenftaan. de daar hy de Togt voor ondoenlyk hield, in , allen gevalle, aan Zyne Hoogheid, by gelegenheid dezer recommandatie , niet heeft gereprsefenteerd het weinig effect., dat van dezelve , naar zyne gedachten, was te wagten: — te meer, daar hy V. A., naderhand uit hoofde der Rapporten welken intusfchen overgezonden waren, en die hy V. A. niet eens zeker wist, vóór de Conferentie gezien te hebben, en die in alle gevalle , niets tot de mogelykheid of onmogelykheid, om zwaarigheeden uit den weg te ruimen , konden toebrengen ; dacht gelegenheid te mogen neemen , om aan de gezegde recommandatie wed.rom niet te obediëeren : zoo dat het na dit alles volftrekt onzeker blyft, waarom hy V. A., in plaats van de Conferentie der VlagOfficieren te doen dienen, om te weeten, of zy met hem van dezelfde opiuie waren omtrent het ondoenlyke der reis naar Brest, met liever zyne eigene en hunne overweeging bepaald had tot een onderzoek Da de middelen, om de zwaarighfeden te overwinnen: waarmede hy tevens aan de  75 jcly, ZAAKEN VAN i*8y. de recommandatie van Z. H., zoo als hy V. A. die had opgegeeven, completelyk zou hebben voldaan. Dat deze confideratien dan al wederom aan gem. Graave van Byland voorgehouden; doch daarop door denzelven niet» anders gerepliceerd ?ynde, dan dat het in Texel (m>) in de Conferentie gebleeken was, dat geene middelen, wegens de kortheid des tyds, konden worden in 't werk gefield ; en dus alle verdere dcliberarien daardoor waren afgefneeden : Heeren Gecommitteerden van begrip waren, dat deze zoogenaamde oplosfing op de voorgeflelde bedenking , welke zich tot het oogmerk, en niet tot den uit/lag der Conferentie van den 7 Oclober bepaalde, geenszins toepasfelyk was: terwyl uit het hier en even te vooren gedeclareerde van hem V. A. niet anders kon worden opgemaakt, dan of dat Z. H. berust had in het doen eener recommandatie, welke volftrekt infaifabel was, om geëxecuteerd te worden (iets , 't geen nimmer kon worden gefupponeenO of wel, dat hy V. A., Zyne Hoogheid nog laatende blyven in een denkbeeld van de mogelykheid der Expeditie (alzoo Hoog. dezelve het anders daarby alleen niet zou hebben kunnen laaten) verder, zonder eenigzins acht te flaan op de aan hem gedaane recommandatie, dermaaten was ingenomen geweest met zyn denkbeeld omtrent de onmogdykheid van de Expeditie , dat hy maar alleen had gezocht te zorgen , om dit zyn begrip door de Vlag-Officieren bevestigd te zien; zonder zich aan het beraamen van middelen tot wegneeming der zwaarigheeden gelegen te laaten zyn. — Al het welk dan o>:k aan hem V. A., ten einde hem alle mogelyke gelegenheid tot het elucideeren zyner ge« zegdens te verfchaffen, nader, hoewel vrugte. loos was onder 't oog gebragt. (x) Dat O) Verboor V. A. van Byland, No. ?. Art. 4. (*) Ibidem.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 77 Dat het wyders mede zeer vreemd moest voorkomen, hoe de V. A. van Byland voo veel gewigt kon ftellen in de nadere onderricht ing, welke Z. H. door de toegezondene fchriftelyke Rapporten der Capiteinen ontving, dat hy daar. om alleen zich niet meer verpligt had geoordeeld , om aan de te meermaalen gemelde recommandatie van Z. H. te voldoen; alzoo noodwendig moest worden veronderfteld, en de V. A. van Byland ook overtuigd moest zyn, gelyk hv zulks niet direct had kunnen tegenfpreekeu, O") dat Hoogdezelve door de laatlte weekelykIche Rapporten van den ftaat der Scheepen, vóór den 4 Oftober ontvangen , als mede door de mondelinge informatien van hem. V. A. , reeds genoegzaam onderricht was , om te kunnen oordeelen over den dienst, welke van de Scheepen kon worden gevorderd. Dat, daarom , van den gezegden V. A. nadere opgaaf gerequireerd zynde, van wat natuur (z) het naauwkeurig onderzoek naar den ftaat der Scheepen , 't welke Z. H. hem V. A. geiniungeerd had , om in Texel te doen, wezen moest, en welke meerdere onderrichting , die met recht den naam van wezetiiyk en esfentieel, omtrent de geordonneerde reis naar Brest, zou. de mogen verdienen , door het aanteleggen onderzoek in Texel, zou hebben kunnen en moeten te weeg gebragt worden, boven die, welke Z. H., by 't geeven van voorzeide recommandatie^ reeds had, en ook byzonder van hem V. A. had bekoomen: de V. A. van Byland daarop niets anders bericht had, dan dat Z. H. door hem niet nauwkeurig onderricht kon worden van den pr*cifen ftaat der Scheepen , tot zulk eene wyduitgeltrekte Expeditie gedeftineerd, alzoo de lysten van die gebreken nog niet aangekomen wa- (y) Verhoor V. A. van Byland, No. 8. Art. 3. (s; Idem, No. 10. Art. 1 en 2.  78 jülv, ZAAK EN VAN ï7gJ% waren; dat Z. H. hem dus had geinjungeerd om te onderzoeken , hoe zich die Scheepen in der daad bevonden, om zoo een wyduitgeftrekte Expeditie , daar mede te kunnen of mogen onderneemen; en dat de meerdere onderrichting welke Z. H. daarin beoogd zou hebben, en die met recht den naam van wtzenlyk verdiende omtrent de geordonneerde reis naar Brest (bt* halven de Victualie, die Z. H. bekend was dat niet verder dan tot ultimo Oftober ftrekte^ en den ftaat van zyn eigen Schip) was de ftaat van het eafco der andere Scheepen ; mitsgaders van de behoeften, als Ankers, Touwen, het Tuig van het Schip, Zeilen, Zieken en diergelyke gebreken, in het laatst der Campagne meeftentyds voorkomende; welke allen door den Commandant der Vloot inmiddels aan Z. H. gezonden waren. Dan dat Heeren Gecommitteerden , by deze opgaave , niet hadden nagelaaten , den V. A. van Byland onder het oog te brengen , dat de intentie van het Befogne by deze gelegenheid geweest was , om geinformeerd te worden, welke reëele defecten aan de Scheepen, die op zich zeiven de reis naar Brest infaifabel maakten, en die Z. H. niet zoude geweeten hebben , noch door hem V. A. met mogelykheid weeten kon • daadelyk exteerden : en dat het derhalven aan een ieder geaffecteerd zou moeten voorkomen dat de opgaaven, die hy V. A. nu deed, door hem gefuppediteerd wierden , als een antwoord op vraagen, met zoodanig duidelyk en gedeclareerd oogmerk ingericht. Moetende hier by nog geremarqueerd worden, dat de voorn. V. A. , fchoon Haderhand ftellig gedeclareerd hebbende, dat het gebrek aan Victualie Qa) alleen zoo een wezentlyk impediment ge- («) Verhoor V. A. van Byland, No. ia. Art. ï en 2.  juxt, STAAT EN OORLOG. 1785. 79 geoordeeld was tegen de reis naar Brest, dat daarom niet eens onderzocht of nagegaan was, of de defeften van de Scheepen al, dan niet, permitteerden , om enkel en alleen een reis uit Texel naar Brest te doen; en dat over het verdere de deliberatien nutteloos waren , alzoo 'er in dien korten tyd niets aan kou verbeterd worden: des niettegenftaande had blyven fuftineeren , dat Z. H. de Rapporten van de Capiteinen daar by evenwel noodig had , om te zien, of het mogelyk was , dat door verlenging van tyd, of diergelyke, de reis mogt kunnen voortgang hebben; hoewel hem wederom was aangetoond , dat hy V. A., verre van door zodanige voorgeevens de geopperde bedenking optelosfen; in tegendeel dezelve niet eens toucheerde; maar veel eer het getal der objedien , uit zyne gezegdens voortvloeyende, vermeerderde , met nu van eene verlenging des bepaalden tyds te gewaagen ; welke niet alleen by de Refolutie van H. H. Mog. zelve was afgefneeden door de gedaane volftrekte en duidelyk gemotiveerde verklaaring, dat namelyk de reis , op den beftemden tyd geen voortgang hebbende, moest gerekend worden voor geheel vervallen; maar dat hy V. A. ook daarenboven, indien hy waarlyk toen reeds aan deze uitvlugt gedacht had , dan den Heer Admiraal Generaal had moeten verzoeken , of ten minften in confideratie geeven (iets 't geen hy echter niet had durven voorwenden gedaan te hebben , en 't geen ook by de uitkomst gebleeken was, niet gefchied te zyn om het noodige uitflel der reis , gefield zynde , dat daartoe eene mogelykheid gefupponeerd kon worden , by H. H. Mog. te bewerken, waardoor de zaak dan van zelve een anderen keer zou genomen hebben. Dat de voorn. V. A. al verder, ten einde zyne gedaane opgaaf, dat 'er in Texel niets anders beoordeeld was , dan de ftaat der Victualie, zonder de verdere defecten der Scheepen in aan-  8°-2fjm.y, 2aaken van i7Sj. eZS?/ teneT"' teiuftificwren, en overeentebrengen met de recommandatie van Z H ÏS h?c X A'gedaan 2 vo'sens welke de' fit* atie der Scheepen nauwkeurig moest worden nagegaan, en te gelyk onderzocht, of de zwarigheden nog uit den Weg te ruimen waren ; «al. egueerd had, dat.OJ) wanneer hy in''Axel ïLrPHg,gek??,en w"' de defeften der Scheepen V^nffi,-COmmandaHt der Vlooc en verdere Vlag-Officieren daar zynde, reede onderzocht, en de lyften daarvan aan Z. H. gezonden waren, en dat bevonden was, dat de zwaiigheden riet uit den weg te ruimen waren. Dan dat Heeren Gecommitteerden hem V. a. niet alleen hadden getoond , dat dit veronderfteld onderzoek nimmer had plaats gehad ; maar ook dat, nem V a. by zyn retour in Texel zulks niet geheel gratis allegueerde: nadien 'er geen Conferentie van Vlag-Officieren tot dit onderzoek toen nog had plaats gehad : zoo dat hy dus , tot zyne decharge , wegens het niet voldoen aan eene recommandatie van Z, H., waar van hy zich abfolut en in allen gevalle had behooTLtS af(?ui.teeren. 2>ch beriep op een fait, het welk volltrekt niet had geëxteerd. Dat , ten einde eens eindelyk van alle deeze menigvuldige tegenflrydigheden , en zoo zigtbaar gezochte uitvlugten afteftappen, het «. noeg zoude zyn nog kortelyk te refkfteeren , aat l. ti., by Hoogdeszelfs fchriftelyke Elucidatien van eene zodanige recommandatie, welke Hoogdezelve aan den V. a. van Byland zoude gegeeven hebben, geene de minfte melding makende , alleenlyk had opgegeeven, (V) dat in zekere Conferentie, door Hoogdenzelven met vertrouwde Peifoonen gehouden, beflooten was, den (i) Verhoor V A. van Byland, No. 13. Art. r. Cc) Zie Elucidatien van Z. H. oP de 7 Bedenking.  jo«, STAAT EN OORLOG. 178J. Si den V. A. van Byland en S. b. N. van Hoey , hos eerder, zoo beter , naar Boord ,te doen gaan , óm aldaar de orders van ■ H. H. MogL te leezen , en hun gedrag te bepaalen : wauc dat het meer dan waaifc-ynlyk zynde, dat Zy-r ne Hoogheid van gemelde recommandatie , by aldien dezelve waarlyk gedaan, ware, by deze gelegenheid, melding zoude hebbn gemaakt; Heeren Gecommitteerden , daar uit, dan ook niet anders hadden kunnen opmaaken , dan dat Z. H zodanige recommandatie, ten minlten zo als die door den V. A. van Byland . was, voorgefit ld, aan denzelven8 nimmer hebbe kunnen geeven; mitsgaders, dat de gemelde V. A. ook nimmer, by zyn vertrek uit 's Hage,.het voor» neemen kan gehad hebben, om, wanneer hy in ÏJexèl zou gekomen zyn , zodanig een onder-, zoek nog te doen aanlegden.; maar dat veel eer de Co. feréniie der Vh^-ülTicteren, volgens alle omftandigheden , gepiasfumeerd moest worden,' alle n door hem V. A. voorgefia^en en aangelegd te zyn, om van de Vla^-Ouicieren een expres declaratoir te verkryeen, dat de uitvoering der orders van H. H. Mog. onmogelyk. zoude zyn ppweest; ten einde aldus het gedrag van hem V. A., wegens het niet onderneemen van den Togt naar Brest, daar mede, zoo veel mogelyk, te kunnen verantwoorden. .. . . .. Een derkbeeld, 't geen nog .meerder wierd bevestigd, wanneer de gezegde V. A,, nopet s de mogelykheid om de Scheepen, tot dezen Togt geordonneerd , door bet middel van overneming u't de andere Scheepen , welken ter Rheede van T xel lagen , in beteren ftaat te ftelien , wel erkend had, dat het voornoemde middel, (//) by opkoomende Expeditien , en wanneer men vreest dat de Scheepen , daartoe gefchikt , het met {d) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. 3 tot 6. XXIX. DE BI.. F  8a july, ZAAKEN VAN 1785. met den voorraad van Victualie mogelyk niet zouden uithouden, wel gebruikelyk is, wanneer zulks geordonneerd wordt ; en ook Diet had kunnen ontkennen, dat 'er, ten tyde van de geordonneerde reis naar Brest, behalven de daar toe gedestineerde Scheepen , nog anderen in Texel lagen , welken ten minden met een' gelyken voorraad van Victualie'waren voorzien: doch zich echter niet had kunnen herinneren, dat in de Conferentie der Vlag-Officieren dit zo bekend en gewoon middel fpeciaal was onder» zocht en overwopgen. Daar het nogtans aan Heeren Gecommitteerden was voorgekoomen , dat hy V. A., indien het zyn ernftig voornee. men geweest ware, om aan zyne ontvangen' orders, zoo het eenigzins mogelyk was, te obediaeren; hier op, in het byzonder, zou hebben aangedrongen: Nademaal hy in de gefteldheid der Victualie, naar zyn zeggen, zoo veel zwarigheid had gevonden , dat hy daarom het onderzoek der andere defecten niet eens noodig had gekeurd: zoo dat hy voornamelyk omtrent deze difficulteit de nakoming der opgegeevene recommandatie van Z. H., om de zwarigheden, indien mogelyk, uit den weg te ruimen, vooral had behcoren in 't werk te ftellen. Want dat het door hem V. A. op dit refpect geallegueerde gebrek aan tyd , om dit middefin 't werk te ftellen , althans niet kon dienen om te jufli. ficeeren , dat daar over in 't geheel niet gedelibereerd was; daar hy V. A., vooraf geweeten hebbende, hoe veel tyd 'er tot die overneeming zou overfchieten , echter Z. H. in den waan gelasten had dat over de wegneeming der zwarigheid omtrent de Victualie, als welke by hem V, A. vooral in confidentie kwam, ernftig gedelibereerd zou worden. En dat hy V. A. integendeel , nu het geheel nalaaten dezer deliberatie met een gebrek aan tyd, trachtende te verichoonen; meer en meer grond gaf, om, gelyk zoo even reeds gezegd is, te vermoeden , dat hy,  jolt-, STAAT en oorlog. 1785. H hy ï reeds by zyn retour naar Tt-xel , een vast voorneemen heeft gehad, om de reis naar Brest niet te onderneemen: te meer, daar de geallegueerde kortheid van tyd ganttch niet als een reden van oumogeiykheid kon worden aangemerkt, na dat hy het vertrek van het Esquader onder den S. b. n. van Kusber^en, zoo weinig tyd daarna , gebleeken was , dat het zelvï, op den 9 October i78a order krygende , om Victualie uit de andere Scbeepen overteneemen $ deze overneeming reeds dien 2elfden dag prompt en volkoimen had verricht. Kunnende al wyders her door den V. A. van Byland geallegueerde voorwendzel, van geen order tot overneeming van Victualie gehad te hebben , even weinig een grond van verfchooning opleveren , waarom hy dat point ten mmften niet in ernftige deliberatie had gebragt; vooral, daar zulk een omneemr-g her eenig middel tot verbetering van 't gebrek der Victualie inhield; en de propofitie daarvan dus van zelve in de recommandatie, die hy V. A. zeirte, van Z. H» ontvangen en aangenomen te hebben, lag opgefloten : zoo als dit alles , onder meerder , aan den voorn. V. A., hoewel zonder vrucht, ferifnfelyk onder 't oog was gebragt. Dir Heereu Gecommirteerden daar uit dan ook hadden moeten beduiten, dat, in de Conferentie der Vlag-Officieren, noch het onderzoek naar den ftaat der Scheepen , noch het overwegen van middelen om de zwaarigheden uit den weg te ruimen , in deliberatie genomen zynde; het den Vice-Admiraal alleen te doen was geweest, om, op grond der gezegde zwarigheden, een declaratoir van onmogelykheid, zo als reed» geremarqueerd is, te verkrygen. Dat cok niet zonder reflexie had kunnen worden gepasfeerd, dat de V. A. van Byland zich boven de andere Leden der meergedachte Conferentie gefignaleerd had ,' door afzonderlyk te F 2 de*  J4 JülY, ZAAKEN VAN 1785. declareeren, f» dat hy, als gefield zynde, tot het commandeeren der Scheepen, tot deze Expeditie gedestineerd , zulks wel fpeciaal gansch infaifabel oordeelde : doch voor welk gedeclareerde hy V. A. geen byzondere redenen had weeten bytebrengen, dan de daar by zynde expresfien zeiven aanduidden , te weeten , dat hy, dit Esquader moetende commandeeren , dus voor 't behoud van 't zelve alleen verantwoordelyk was. Dat, zonder hier omtrent eenige , misfchien niet ongegronde , gistingen bytebrengen , of te onderzoeken , in hoe verre hier ter plaats de qualiteit van Commandant tot zulk een afzonderlyk declaratoir eenig recht of verpligting opleverde ; vervolgens, ook niet dan met een woord, behoefde te worden aangemerkt, dat de V. A. van Byland, op dezelfde gronden, waar op hy zich van het in 't werk Hellen of in deliberatie brengen van middelen , ter wegruiming van de geopperde zwaarigheeden , omtrent de Scheepen in V algemeen, had geoordeeld te mogen dispenfeeren; zulks dan ook, met betrekking tot de ter zyner plaats opgegeevene defecten van zyn eigen Schip, van applicatie gemaakt en tot redres daarvan niets, hoe genaamd, verricht had. Dat voorts , daar de V. A. van Byland telkens , van de geordonneerde reis naar Brest fpreekende , dezelve als eene bezwaarlyke en zeer wyd uitgeftrekte expeditie getoond had te willen doen vooikoomen , onderzocht zynde, hoedanig een denkbeeld de voorn. V. A. zich dan omtrent de orders van H. H. Mog., uit welken alleen de aart der expeditie was te ontdekken, gevormd had; door den gezegde V, A. op de deswegens aan hem voorgeltelde vraag geCO Zie Verbaal vin den V. A. Hartfinck, j>ag. 338. (f) Verhoor V. A. van BylaodNo. 22. Art. 5.  july, STAAT EN OORLOG. 1785: «5 gedeclareerd was , dat hy O) zekerlyk de geordonneerde reis naar Brest voor eene zeer bezwaarlyke en wyduitgeftrekte expeditie gehouden had , wanneer hem dezelve geordonneerd wierd»', om te onderneemen met een Esquader van zwaare Oorlogfcheepen, twee dagen na den ontvangst der order en inftrucYie van H. H. Mog., in een tyd , dat de Campagne en de voorraad van Vivres en Behoeftens ten einde liep; en de fchikkingen in kort gemaakt zouden worden, om fommigen in veiligheid te doen plaatfen , tbt behoud derzelven , tegen het wintetfaifoen; en dat hy , overeenkomflig die gedachten , de zwaarigheid in de uitvoering der Refolutie van H H. Mog. gemaakt, en het denkbeeld van die Expeditie gevormd had. Dan dat op dit gedeclareerde, aanftonds, ver. fcheidene aanmerkingen zouden kunnen worden gemaakr, als onder anderen; •— dat de V. A. van Byland , bereids den eerden Oöober , en dus een week , vóór dat de reis naar Brest uiterlyk moest ondernomen worden, van de apparentie derzelve kennis gehad hebbende; desniettegenfhande zich , gelyk gebleeken is , zonder wettipe oorzaak , tot het doen zyner reis naar den Haag, uit de Vloot geabfenteerd, en daardoor zelf gelegenheid gegeeven had, dat hy de finale order van H, H. Mog. niet vroeger, dan twee dagen na derzelver aankomst, had bekomen : —. dat zyn denkbeeld, omtrent het ten einde loopen der Campagne, en zyne vaste veronderftelüng, dat de Scheepen (tonden opgelegd te worden, zoo als mede breedvoerig is aangetoond, in een tyd van Oorlog zeer ongegrond was: — gelyk ook, dat het gebrek van Vivres door het bekende , maar, in dit geval alleen, over het hoofd geziene middel van overneeming . . uit de andere Scheepen , volgens zyn eisen aveu, £>) Verboor V. A. van Byland, No. 10. Art. 3. E 3  m july, ZA AKEN VAN 1785; aveu, (h) had kunnen worden geredresfeerd ; van welk middel by eene andere gelegenheid gebleeken was , in zeer korten tyd gebruik te kunnen worden gemaakt, en *t geen zelfs oiede volgens zyn eig :në eerfte opgaaf, binnen den bepaalden tyd (/') ligtelyk nad kunnen worden in 't werk gefield ; vioral , indien hy by der hand geweest was , ten tyde der in de Vjoot omvangene orders van H. H. Mog., oficioon by naderhand, misfehien befcffetide, dat hier uit deeze wettige gevolgtrekking zou kunnen worden afgcle'd, ttgens alle waarfcbynlykheid aan , een vry langer tyd tot zulk een' overneeming gefixeerd had (k). Dat inxgelyks op het voorfz. in het generaal gedeclareerde van den voornoemden V. A. moest Worden perefl-cVer.1 : dat, by de gezegde opgaaf van htm V. A. het oogmerk der voorgeïlelde vraas: geheel was uit het oog verlooren; als by welke vraag eenvoudig onderzoek was fieriaan naar het denkbeeld van hem V. A. omtrent het geen eigenlyk by de Refolutien van H H. Mog. wierd bedoeld; maar niet naar zyne zwaaiigheden tegen een reis , waar van nog niet bleek, hoedanig hy dezelve befchouwd had; en die veelal , door de explicatie van het waa|e oogmerk der orders van H. H. Mog., al of niet gegrond konden verklaard worden : waarom deihalve ook alsnog aan den gezegden V. A. had moeten worden afgevraagd, wat hy fpeciaal begreepen had, (/) dat, by de R folutien van ïi. H. Mog. omtrent de Expeditie naar Brest, van hem was gevorderd ; en dat dezelve daar op had verklaard , dat daar by geordonneerd wierd , naar Brest te gaan; en, aldaar gekomen zyn- (A) Verboor V. A. van Byland, No. 17. Art. ?, (i) Ibi.tem Art, 7. (i) lbi lem. (0 Idem No. ïi, Art. 1.  jutr, STAAT EN OORLOG, 1785. 8? zynde, den inhoud derzelve Refolutien verder na te komen: mitsgaders, zoo hy niet zoo ver. re als Brest, konde komen, naar de Noordzee te zeilen, om te kruisfen; erkennende hy V.A. voorts dat de voornoemde Refolutien vau H. H. Mog. O) hem, in de eerfte plaats, en volftrekt it jungeerden , om met het Esquader naar Brest te zeilen , onder de bepaalingen , in die Refolutien vervat ; en dat hy , by het ontvangen van H. H. Mog. Refolutien, («) den inhoud derzelven, eerst in het generaal , geheel had overwoogen; doch, nader in het byzonder, bepaaldelyk de reis uit Texel naar Brest: terwyl hy de overweeging der verdere pointen re. ferveerde tot de komst aldaar, of wel op de reis, naar maate de gevallen, in de voonz. Refolutien uitgedrukt , zich kwamen op te doen : Dat hy V. A. evenwel deeze duidelyke opgaat naderhand weder had gecontradiceerd , door te verklaaren, f» dat, volgens de natuur of eigenichap der orders voor Zee-Officieren, vooral voor Commandanten van Esquaders, het geen in de door hun ontvangen' orders ftaat, niet fuccesfive, maar alles in zyn zamenhang, wordt ingezien , om zich daar na te kunnen ricnten, wegens alle veranderingen , waar aan een Zee. man onderhevig is; 't welk hy zeirie mede in de woorden van Soldaat- en Zeemanfchap te be* grvpen. Dat de voornoemde V. A. wyders, naar zyn begrip, omtrent het geen hy, na zyn aankomst te Brest , ingevolge de Refolutien van H. H. Mog., zoude hebben moeten doen, gevraagd zynde, (ƒ>) eerst gezegd had, begreepen te heb. ben, dat *y aldaar moest ovai winteren en nade- re («) Verhoor V. A. van Byland, Ni. 11. Art. a. («) Ibidem Art. 3. {«) Ibidem. (>; Ibidem, Art. 4. F 4  8S jrjtv, ZAAKEN VAN' i78j. j-e ordres afwagten, doch met vryheid, om in. tusfchen, gecombineerd mee deFranfchen, eeni« ge Expeduien te onderneemen, zoo hy zyn Esquader daar toe in ftaat bevond; dan welke uitdrukkelyke en met den waaren inhoud der Refolutïen juist ovéreenkomftige opgaaf, hy V A. weder naderhand, apparent begrypende, dat hier door de gepretendeerde onmogelykheid der Expeditie te veel zoude worden tegengefproken gealtereerd had , met daar by te vo gen, (q j dat hy ook Coricert-operatieri'met de Franfchen zou moeten onderneemen ; en dat hy nu oordeelde, de klaarblykelyke intentie van H. H. Mog. te zyn , dat dit Esquader voor de Franfchen , van dienst zoude wezen , (zoo als hy uit den zamenhang der order meende te bevinden) en niet om blootelyk te overwinteren • Waar op hy öok te letten 'had: Dan dat by deeze nadere, met de eerfte natuurlyke opgaaf van hem V. A. zelve zoo weinig ovéreenkomftige en alleszins gewrongene explicatie , den voornoemde V. A. uil Hun Hoog Mog. Refolutie was aangetoond , en op de convincantfte wyze door Heeren Gecommitteerden beweezen dat hët opleggen eener verpligting op hem V.' A. om, by zyne komst te Btesr, en vóór het ontvangen van nadere orders , gecombineerd met de Frar.fcie Scheepen , operatien te doen; geenszins in de bedoeling van H. H. M. was; maar dat, integendeel, de eers geueeven explicatie van |iem- V. A. , waar aan deze nadere uitlegging volftrtkt contrarieerde , met dui teneur van H. H. Mog,* Refóiutieh eff-ctivelyk infteinde; Nal demaai het doen der gecombineerde operatien by die Refolutie afhanaelyk gemaakt was van de overtuiging des C mmandant's van her Esquader, dat namelyk zyne Scheepen tot zoodaalge opeiatien gefchikt waren: dat men die Re- fo. (?) Verhoor V, A, yan Byland, No. ö. Art. 4.  july, STAAT EN OORLOG. 178j. U folutie ook maar had intezien , en met derz 1ver permisfen te vergelykrn, om overtuigd te 2vn dat H. H. Mog-. hunne dehberatien, over het voorlid van den Heer Ambasfadeur van F'-mkryk, zoo als dat ingericht was , nog niet geëindigd hadden'; maar met ryp overleg wilden vér.vólgèh: doch alleen, om , door dit uitflel geen' prsjuditie aan de zaak toerebrengen, de 'nu plaats grypende gunftige gelegenheid , waar inne de gevraagde Scheepen veilig net Ciaaal pasferen konden, begeerden té arnpiCeren, én de Scheepén , by provifie, naar Brest verkozen te zend.n, om aldaar de nadere orders at te wagteni terwyl aan den Commandant van het ' Esquader wierd overgelaaten, om, in jtfwagring dezer orders, inmiddels zoodanig gebruik van de Scheepen, tot het doen van afbreuk aan den Vyand te maaken, als, naar de gelteldheid derzeiven, g-fchieden kon, mits echter, by der hand en in de Europeefché Z^ën blyvende, ten einde de nader, in conformiteit van het verzoek van welgemelde Ambasfadeur, te geeven orders niet iaffB£beüs gemaakt zouden worden. Doch dat , mee dit alleszim) gefundeerd betoog, de V. A. van Byland zich echter niet had willen laaten overtuigen, dac de voorenltaande opgaaf de waare intentie van H. H. Moer zoude bevatten; alhoewel dezelve daar tegen geenerhande, redenen had Weeten by te brengen. . , , , . Du vervolgens, ten einde het begrip van :iem V A. omtrent de mogelykheid van den overtogt naar Brest, des te duidelyker te-bevatten 5 bede aan denzelven, by tegenoverllelling , zyu denkbeeld, met relatie tot de mogelykheid, om met de Scheepen een Kruisrogt in de Noordzee te doen gevraagd zynde: hy dezelven daartoe, nkttegenltaande (r) de nu zoo onoverwinneiyk (r) Verhoor V. A. van Bylaad, No. 7. Art. 5. ff 5  9^ Jcly, ZAAKEN VAN 1733. gekeurde zwaarigheeden, op dien tyd niet ongefchikt had aangemerkt, offchoon hy, de reis naar Brest ("niet anders evenwel dan op grond van een veronderltelden zamenloop yan op elkanderen volgende fataliteiten) op een tyd van zes weeken (r) gecalculeerd hebbende, ter zeiver tyd, niet had kunnen ontkennen, dat, een Esquaaer Oorlogfcheepen, (t) in October uitJoopende, om een Kruistogt in de Noordzee te doen; tot zoodanigen Ktuistogt mede , by een zamenloop van tegenfpoeden , wel zes weeken dienden gecalculeerd te worden : by confrontatie van weike beide opgaven , het voor Heeren Gecommitteerden niet we! te begrypen was , waarom, by die zelfde omSlandigheeden, de eene Expeditie voor volftrekt onmogejyk ; en de andere, daarentegen, als zeer faifabei gtfteld wierd. Dat, wel is waar, de V. A. van Byland, na zich hier op expresfelyk beraaden te hebben , een reden van onderfcheid («) in den verren afftand, en fuuatie van de Haven van Brest, had getragt te vinden ; (eene opgaaf, die ook wel, zonder voorafgaand overlegd, had kunnen gefchieden) welk ondeifcheid hy, naderhand , met eene omlhndige opgaaf van alle de zwaarigheeden , (v) weiken, naar zyn voorftel, meerder by de reis naar Brest, dan by een Ktuistogt in de Noordzee ie verwagten waren , had uitgebreid: Doch dat het , in alle gevalle , eene waarheid bleef, dat beide gezegde Togten , by een zamenloop van tegenipoeden , en ook in zulk een geval alleen, naar de opgave van den V. A. van Byland zelf, een tyd van zes weeken konden aanloopen; mitsgaders dat, offchoon de apparentie tot het eene geval meerder moge geCO Verhoor V. A. van Byland, No. 16. Art. 1. (/) Ibidem Art. 2. (u) Idem No. 7. Art. 6. C» Idem No. 13. Art. a.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. ?* geweest zyn, dan tot het andere, het geen d0or Lieden, ces kundig zou moeten worden beilist; echter dit onderlcheid ruim zoo veel in de wyze van denken en vooiftellen, dan wel m de zaak zelve fcheen te zyn gelegen geweest ; en in allen gevalle zoo groot niet kon zyn , om, uit 'hen hoofle alleen , zonder eenzydigheid, de eene Expeditie, als zeer faifabel ; en de andere daarentegen als volftrekt onuitvoerlyk optegee. Dat wyders aan den V. A. vsn Byland, met betrekking tot zyne denkbeelden n.opens den Togt naar Brest, was voorgefteld. of de fituatie der Scheepen , (w) tot dien Tost geordonneerd ten aanzien van derzelver Cascos (den ftaat der Viftualieering hier voor een oogenbhk ter zyde gefteld zvnde) zoodanig geweest was, dat het doen van die reis , en dus bepaaldelyk een Togt van de Rheede van Texel tot in de ILven van Brest, zonder hiermede te combineeren eenige verdere uitzigten omtrent het employ of verblyf der Scheepen te B'est, infaifabel wierd; en wat 'er in de gemelde fituatie der Scheepen dan byzonders plaats had, 't welk, als een reden van onmogelykheid voor het doen eener zoo bepaalde reis uit Texel tot Brest, kon geailegueerd worden. Dat op dit voorftel de voorn. V. A., na genomen beraad, en zonder zulks direft te beantwoorden, zich ai wederom op het gebrek aan Victualie , als het voornaarae point, waarom hy de reis naar Brest infaifabel oordeelde, beroepen had; declareerende verder , dat , ingevalle het gezegde gebrek niet gtëxteerd had, hy ter dier tyd zou hebben moeten nagaan, of hy de reis, volgens den inhoud en de bepaaling, in de meergem. Refolutien vervat, zou hebben kunnen onderneemen, en of hy het Esquader aan de gevaaren , op wel- (w) Verhoor V.A. van Byland, No. 11. Art.5en6.  5* Jt'Lr, ZA AKEN VAN I?85; welken liy , volgens de Refolutien van H- H. Mog., zei.ie te moeten letten, bloot ftelde: dat by dan ook nader en rypelyk zou hebben overwoogen, en met den Commandant der Vloot en verdere Vlag - Officieren overlegd de uitvoerlyk. heid van de bewuste Expeditie, over welke, noch hy, noch de commandeerende Officier, ge. raadpleegd was: terwyl dezelve V. A. voorts, na het doen eener ipecilique opgave der ondericheidene defedten, aan de Scheepen plaats gehad hebbende, daar had by^evoegd, dat het, in 't generaal, omtrent de behoeften der Scheepen, gantsch niet onverfchillig was, tot wdken dienst en_ werwaards de Scheepen gezonden worden, en in het byzonder, of dezelven tot eene bepaalde abfeptie worden weggezonden: dat toch in zoodanig gevat de menigvuldige Articulen , die de Schippersboeken bevatten, noodzaakelyk uit de Magazynen, daar dezelven gemaakt worden en haare bepaalde maat hebben, dienen aangevuld te worden , en dat by dus niet bepaaldelyk decideeren kon (daar het geval , dat de Scheepen van de noodige Vivres voorzien waren, niet gcëxteerd had) of de overige defedten der daartoe gedefinieerde Scheepen, volgens het begrip, zoo van hem Commandant van liet Esquader, en des Commrindaht's van de Vloot, als van de verdere Vlag-Officieren , de reis op z ch zelve infailabel maakten ; doch dat by zekerlyk, ten aanzien van zyn onderhebbend Schip, zonder viilraiie van zyn Fokkemast en het Roer, die order niet had durven executeeren: dat mede, zoo hy zeide, gebleeken zou zyn, dot zoodanige executie dcor de gemelde "fituatie van zyn Schip voor hem infaifabel wierd ; fchoon by evenwel niet had opgegeeven , wanneer en aan wien zulks gebleeken was , en fchoon (gelyk ter zyner plaats is aangetoond) die zelfde defedten reeds, (*) by zyn aan weezen te Lis- fa- (*) Verhoor V. A. van Byland, No. 15. Art. 6, 7> 8, p en 10.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 93 ■ fabon, ontdekt zyn'e, hy V. A. daarmede echter in December i;8l was geretourneerd: ge. ]vk hy V. A. ter zeiver tyd had erkend , dat hy noch by zyn gemelde reiour van Lisfabon, noch vervolgens noodi^ geoordeeld had , iet» tot herftel van de voorfz. defecten van zyn Sc'cup ■antewenden , geevende voor reden hier van, dat het Roer te dier tyd in zoo verre herfteht was, dat het wierd goedgekeurd, en aan het zelve geene nieuwe defedten befp.urd wierden , hebbende hy daarmede in 1782 den vereischten dienst dan ook gedaan : zoo ook aangaande de Fokkemast: terwyl hy V. A. hier nog had bygevoegd, dat, zoo veel hy wist, de voorfz. defedten van zyn particulier Schip in de weekelykfche rapporten niet waren opgegeeven , om reden, dat dezelven , gelyk hy zelf erkende, het Schip niet actueel buiten ftaat fielden, om dienst te doen , hoedanige defedten gewoonlyk niet opgegeeven worden. Dat de voorn. V. A. wyders , fchoon niet kunnende tegenfpreken , dat, by een Kruistogc in de Noordzee, de Scheepen dikwyls met zwaare ftormen te worftelen hebben, echter de opgemelde defecten by zulk een Togt minder gevaarlyk had willen doen voorkomen , (y) om dat men in de Zoordzee veel eerder, volgens zyn opgaaf, weder in Texel of in ten andere Haven kon komen , dan wanneer men eens de Hoofden gepasfeert, en dus in het Canaal is, van waar men , indien aan de Scheepen iets overkomt, zoo gemnkkelyk niet te rug kan, of eenige andere Haven bereiken: Dan dat hier op moest worden gereflecteerd, dat, wat ook van de gezegde allegatie wezen moge, uit het vcorenftaande ten micften afteneemen is , dat deze eebrtken aan het Schip van den V. A. van Bya land. (y) Verboor V. A. van Bjland, No. 15. Art. is «n 13.  H Juw, ZAAKEN VAN mfSt Jn 1 h ^confideree[d "ad, om dienst te doen; en die by daarom ook niet had opteeeeven of InT/nPdfT,°nderf-0eken: Cwaartoe hy ai'der. indispenfabel verpl.gc geweest was , en waar door ook zyn Scnip tot een Kruistogr in de Noordzee niet onbekwaam gemaakt wierd) met weinig grond als zoodanige " beletzelen, geconfidereerd konden worden, om daarom den overtogt meL dat Schip nir Texel naar Brest volltrekt onmogelyk aantemerken. «2"' 7**2" betreft de worengemelde op. gaaf, raakende her gewigt der beletselen, door Sn 5" u s.CheePe" rZelVe" > n»«* h" bi P van den V. A van Byland (zon er den ft.at hunner Victualie m aanmerking te neemer.) al, of niet, tot de reis naar Brest bukén «aar konden gerekend worden; de gezegde V. a hoewe daaromtrent hier ter plaatP declareerde , niets te kunnen beflufen , en tëffet s uitdrukke* lyk erkennende, dat de ftaat der Schiepen ten aanzien van derzelver Cascos en B'boefrens, by de verklaaring der onmogelykheid van de Expeditie , niet in overweeging genomen was • evenwel naderhand vol uft Ld* geXreerïI», dat, (z) indien aan hem eenvoudig en alleen doch niettemin , by wege van abfoiut bevel gelast was, om met het Esquader naar Brest te' zeilen, ten einde aldaar de Scheepen te doen kielen , repareeren en van de nodige Behoeften voorzien; hy m dat geval ook (gefield, dat de ee^" genoeg Victualie tot die reis hadden) ontwyffelbaar , op grond van de fituatie der S ?T.,ude r£iS naar Brest il)faifabe' zo" gekeurd hebben: voegende verder by dit zyn zeegen, dat, hoe pofitif eene order van H H Mog. ook zoude kunnen zyn, dezelve noPtans met uitfloot, dat een Officier, 'die met het Com. man- (2; Verhoor V. A. van Byland, No. 13. Art. j.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 95 xnando van een Esquader belast wordt, te letten had op zyn pügt, om het zelve, door het opvolgen van die order , niet in oogenfchyniyk gevaar te brengen ; en dat dit zekerlyk ook de intentie van H. H. Mog. niet zyn kon. _ Dan dat , zonder hier wederom de abfurditeit der voorfz. verklaaring van den V. A. van Byland, als of de Scheepen , niet alleen door hun gebrek aan Victualie , maar ook door hunne verdere fituatie , tot den Togt r.aar Brest binten ftaat zouden moeten geoordeeld zyn, op nieuw te betoogen, als reeds te vooren, zoo uit de waare opgaaf van den ftaat der Scheepen , als uit alle de verdere omftandigheeden, mitsgaders uit de erkentenis der Officieren zeiven, volledig genoeg behandeld zynde ; evenwel met relatie tot den voorfz. ftelregel, welke de V. A. van Byland, ten richtfnoer van het gedrag eens commandeerenden Officier's, had opgegeeven, niet kou nagelaaten worden te remarqueeren ; dat , ingevalle zoodanig een Officier, by het ontvaagen van ftellige bevelen , waar by geene , dm fpcciaal opgenoemde , uitzonderingen geadmitteerd worden , tot zulk eene nadere overweeging, waar door de uitvoering dier bevelen van zyn begrip afhanglyk zoude gemaakt worden, bevoegd zou kunnen worden gereekend, als dan te gelyk alle denkbeelden van fubordinatie den bodem ingeilagen , en de Oppermagt niet meer by den Souverain (die wel deegelyk om gewichtig oorzaaken een min of meer gevaarlyke onderneeming, ter bereiking van groote oogmerken, bevelen kan) maar alleen by de perfoo. nen tot de uitvoering van Hoogstderzelver orders gefchikt, gezocht zoude moeten worden. Dat de V. A. van Byland, naderhand, misfchien befeffeude, dat hy, met den gezegden ftelregel te willen vasthouden , zich zelf daadeJyk aan disobediëntie jegens de Souverain fchuldig zou verklaaren, zyn gedrag uit de meening van H. H. Mog. zelve had gezocht afteleiden; wan-  9) dat hy nu uit de Misfive, door den Commandant der Vloot den 5 October aan Z. H. gelchreeven , gezien hebbende, dat dezelve (daar in de Expeditie naar Brest voor vervallen reebenende) om nadere orders wegens de Scheepen gevraagd had; het dus niet te verwagten was, dat 'er nadere orders wegens de reis naar Brest zouden komen ; maar dat , in tegendeel, andere orders van Z. H. door den Commandant der Vloot moeiten worden vcrwagt. Eene erkentenis derhalve, direct ftrydig met de even te vooren door hem V. A. opgeseevene verwagting , om nopens de reis naar Brest nog nadere orders te zullen ontvangen. Dat d?ze volfirekte contradictie aan den voornoemde V. A. ook was onder het oog gebragt; doch dat, gelyk hier op door denzelven geenerhar de oplosfing was gegeeven, even daar door, en door bet gemelde gedaan aveu , naar 't begrip vau Heeren Gecommitteerden , geheel en al was vervallen de eenige grond , waarop hy V. A, zyn gedrag, wegens het riet uitloopen met het Esquader, het zy naar Brest, het zy tot uitvoering der fubordinate orders, te vooren gebouwd had: Terwyl dan even hier door wederom deszelfs gedecideerd voorneemen, otn nimmer aan zyne bekomene orders te voldoen; en de zwakheid der uitvluchten, waarmede hy, nu het op eene verantwoording aankwam , zyn gedrag had gezocht te wettigen, ten klaarften wierd aan den datr gelegd; en te gelyk direct wederfpruken het Declaratoir , het geen hy V. A., O) Verhoor V. A. van Byland, No. 22. Art. 4.  jolt, STAAT EN OORLOG. 1785. ;o? A., na dit alles, nog had ondernomen te doen» dat' hy , namelyk , (?) by zyn vertrek uit den Haag"naar Texel in het begin van Odtober 178a, nog intentie zou gehad hebben, om de reis naar Brest te onderneemen , en dezelve, door het wegruimen der zwaarigheden, die 'er mogten zyn (en waar aan ondertusfehen gebleeken was , nimmer gedacht te wezen) te facilireeren. Dat Heeren Gecommitteerden zich hier niet zouden inlaatsn in een onderzoek nnar de waare redenen en beginfelen, welken het gedrag van den V. A. van Byland in dezen mogten geregeld hebben ; en zich derhalven zouden vergenoegen met nog maar alleen kortelyk op te geeven : dat de gezegde V. A, gevraagd zynde, (r) of niet in 't byzonder, als een reden tegen de reis naar Brest, hy hem geopereerd had, dat, dus doende, de pas opkomende Marine van den Staat merkelyk zoude worden verzwakt, en dat op deze wyze tien van 's Lands beste Scheepen in het vermogen en den dienst der Franfchen zouden gelteld worden ; gedeclareerd had, dat hy die zwaarigheeden daar in wel had gevonden, en ook gereflecteerd, dat de Marine zeer verzwakt wierd, door tien Scheepen naar Brest te zenden ; doch dat hy niet wist, dat zulks by hem als een reden , ten aanzien der Expeditie, zou gewerkt, of hem verhinderd hebben , om dezelve, indien zulks, naar Zeemanfchap, mogelyk geweest ware, uittevoeren. Dat, wat van dit laatlte ook zoude mogen wezen, de voornoemde V. A. althans niet had kunnen ontkennen , (O dat hy, refiecleerende op het nadeel voor de nauwlyks opkoomende Marine ; van de gemelde omftandigheeden , by zyn verblyf in den Haag in Oétober 1782, wel ge- (q) Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 1. (r) Ibidem Art. 2 en 3. (i) Ibidem Art. 4.  loS jcly, Z A A K E N VAN 1785. gefproken had , als redenen , waarom hy tot geen prys zoo een facrifice van de gemelde Scheepen aan de Franfchen doen wilde. ?,lt,Jei,ndJe,yk' de V' A- van Byland, no? verklaard had, (,) de in folio gedrukte Memone wegens de geordonneerde , maar niet ui-ge. voerde, reis naar Brest, op deszelfs naam uitgegeeven , voor de zyne te erkennen: welk «uk, algemeen bekend zynde, derhalven hier niet nader behoefde te worden opgegeeven 0f onderzocht: vergenoegende zich Heeien G.-com. muteerden met op dat refpect alleen te remarqueeren, dat, by examinatie van hetzelve (luk, daar uit omtrent het gedrag en de oigmeikea van hem V. A. wel ligt diverfe nadere elucida. tien zonden kunnen bekoomen worden Dat evenwel, met betrekking tot dit verhandelde, door Heeren Gecommitteerden nog mo-st worden aangemerkt, dat alles, wat by dit R ip. port, ten aanzien van het gedrag van den V A. van Byland, was geconfhteerd, zo > wel ten zynen opzichte, als met betrekking tot de ove. rige Officieren , by deze zaak geconcerneerd • geenzins uit informatien, van elders bekoomen! maar alleen uit de eigen opgaaven en gezegdens van denzelven V. A. afgeleid was: en daf derhalven , daar hy, V. A., verre van g fupponeerd te kunnen worden, zyne eigene verrichtingen by een zoodanig onderzoek te hebben willen condemneeren; in tegendeel, by de gant. fche behandeling duidelyk eetoond had, ?Vn gedrag door allerlei frivole en gezochte uitvlugten te willen wettigen; mitsgaders de eenvoudige, en naar den aart der zaak gemaakte, gevolgi trekkingen dienaangaande op allerlei wyzen fe ontduiken: even hier door alles, wat ook. ten opzichte van hem V. A. by dit onderzoek was aan den dag gelegd, des met te meerder grond, als (O Verhoor V. A. van Byland, No. 24. Art. 5.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. »°» als volkomen bewezene en onwederfpreekelyke waarheeden , moest worden aangemerkt. Dat als nu tot het onderzoek der verrichtingen ran den Schout by Nacht van Hoey, die, (u) geduurende het jaar 1782, *s Lan ;s Oorlogfchip de Frim Frederik gecommandeerd had, zullende worden overgegaan, in de eerfte plaats in aanmerking kwam deszelfs gedrag , ter gelegenheid van de reis, welke hy, op den 3 October (t>) van het evengemelde jaar , met den V. A. van Byland naar 's Haage had onderno. men, ten einde, met voorkennis van den Commandant der Vloot, en op verzoek der voornaamfte Officieren : aan Z. H, zeker Request overtebrengen. Dat in dit opzicht by de informatien van gezegden S. b. N. gebleeken was, dat hy, vóór zyn gemelde vertrek uit de Vloot, door des Commandants gegeeven order (u>) van deo eerften Ociober wel geweeten had , dat de Scheepen voor vier maanden moeften revi&ualieeren ; doch dat hy, de order van Z. H., die dezelve Commandant daar toe had ontvangen , en de reden , welke daarvoor in die order gegeeven wierd , toen niet gezien hebbende, alleen naderhand , hoewel nog even voor zyn vertrek naar den Haag , toen hy , volgens zyne beste herinnering by den V. A. Hartfinck aan Boord was , by geruchte , zonder meer te weeten , door wien, had vernomen, dat 'er mogelyk eene Expeditie naar Brest zoude plaats heboen: —wyders dat hy des tyds , laater dan de V. A. van Byland, (V) aan Boord van den V. A. Hartfinck gekomen zynde , voor zoo veel hy zich rappelleeren kon , niet tegenwoordig geweest was, of iets wist van de converfatie tus- fchen (u) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. I. f» Ibidem, Art. Art. *, 3 en 13. (w) Ibidem, Art. 4 en 5. (#) Ibidem, Art. 6.  ii* jüxy, ZAAKEN VAN I78y. fchen gemelde V. V. A. A., over de apparentie tet het decerneeren van een Togt naar Brest gehouden: — en dat hy insgelyks niet wist van eenige aifpraak, (oO dat de V. A. van Byland over die Expeditie mat Z. H. fpreeken zou; omtrent welk laatlte (z) ook geenerlei affpraak tusfchen den V. A. Hartfinck en hem S, b. N. gemaakt was. Dat vervolgens door Heeren Gecommitteerden onderzocht zynde, waarom hy S. b. N in de des tyds plaats hebbende omftandigbeeden niet liever in de Vloot was gebkeven, om de nodige arrangementen, met betrekking tot zyn Schip te maaken ; dezelve gedeclareerd had , («) dat de nodige arrangementen tot de reviclualieering gemaakt waren ; dat zyn Schip tot het zeilen gereed lag, en dat hy dus aan Boord niets te doen had , alzoo hy de aankomst der Victualie toch moest afwagten, en verlof had van zyn Commandant. Na hoedanig eene verklaaring, door hem S. b. N. nopens de volkomene gereedheid van zyn onderhebbend Schip gedaan , men zeker (om dit in 't voorbygaan hier te re» marqueeren) weinig fcheen te "kunnen verwag. ten, dat diezelfde S. b. N. naderhand zulke gewigtige zwaarigheden tegen den Togt naar Brest, ook uit den ftaat van zyn Schip in 't byzonder ontleend, zou hebben gevonden , dat daar door, naar zyn oordeel, die reis mede voor zyn Schip zeer gevaarlyk gemaakt wierd. Dat wyders de S. b. N. van Hoey, met be. trekking tot zyne gem. reis naar den Haag, aan Heeren Gecommitteerden had te kennen gegeeven : — dat hy, zonder van den V. A, van Byland eenigzins vernomen te hebben, (b) dat laatstgemelde de Scheepen tot een Togt naar Brest (j) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. i. Art. 8. (a) Ibidem, Art. n. («) Ibidem Art. 14. (*) Ibidem Art. 15 tot ao.  jul7, STAAT EN OORLOG. 1785. m Brest onbekwaam keurde, den drg na z n vertrek uit Texel, te weeten op den 4 Qétober, in den Haag gearriveerd was, en zie 1 nog dienzelfden dag met den V. A. van Byland naar Z. H. op de Oranjezsal begeeven had, na even te vooren door den Fiscaal vander Hoep , die hy S. b, N. en de V. A. van Byland , vóór hunne opwagting by Z. H., waren gaan fpreeken, te hebben verftaan , dat by H. H. Mog. tot de expeditie naar Brest gerefolveerd was, zonder dat hy echter den verdci inhoud dier Refolutie als toen vernomen had: —- voorts, dat Z. H. niet met hem S. b. N. (c) over de voorzeide Expeditie had gefproken , fchoon hy wel gezien had, dat de V. A. van Byland met Z. H. had gefproken, dan van welken , dan van welke converfatie hy niets wist: dat zelfs de V. A. van Byland, (d) na het afloopen dier converfatie, hem S. b. N. niets gecommuniceerd had van 't geen tusfchen Z. H. en hem over de voorn. Expeditie was verhandeld, noch ook van de recommandatie, (e) door Hoogdenzelven aan voorfz. V. A. gedaan, om fpoedig weder naar Texel te keeren, den ftaat der Scheepen naanwkeurig te examineeren en nategaan, of de zwaarigheeden tegen den Togt naar Brest nog uit den weg geruimd konden worden: — en eindelyk , dat genoemde V. A. aan hem S. b. N. niets anders had gezegd, dan dat zy weder naar Boord zouden vertrekken, en wel ten fpoedigften. Dat uit dit alles, zoo Heeren Gecommitteerden vermeenden, duidelyk opcemaaken was, welk een niets beduidend figuur de S. b. N. van Hoey by deze gelegenöeid had gemaakt; wat men , indien aan deze opgaaf geloof gegeeven wordt, door het te vooren gedeclareerde van den V. 0) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 1. Art. 21. (V) Idem No. 2. Art. 1. (e) Ibidem Art. 3.  xia july, ZA AKEN VAN 1785. V. A. van Byland, (f) dat gezegde S. b. N. by de converfatie, tusjcnen Z. H. en hem F. A. gehouden, prafent was geweest, te verftaan hebbe ; en wat 'er als dan zy van de veele repren de g/vo" Strekkingen , welken, misfchien niet zonder grond , uit zulk een ten zy- nen (*) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 3. Art. 7 en 8. XXIX. DfiEL. H  H4 July, ZAAK EN VAN 1785. nen opzichte betoond gering vertrouwen zouden kunnen worden afgeleid, hier niet breeder be« hoefde te worden gehandeld; alzoo by eene onbevooroordeelde befchouwing ligtelyk daaromtrent het befluit optemaaken was : derhalven, daar, met relatie tot het voorenflaande point, gebleeken was , dat uit de informatien van den S. b. N. van Hoey hieromtrent weinig elucidatien te bekomen waren ; zou worden overgegaan tot de bewuste Conferentie, door de Vlag-ufBcieren op den 7 October gehouden, waarby hy S. b. N. mede had geadfifteerd. Dat dien aangaande aan Heeren Gecommitteerden door den S. b. N. van Hoey in 't byzonder het navolgende was opgegeeven: dat, offchoon hy ("zeker door het zoo algemeen plaats gehad hebbende en ook by hem S. b. N. geallegueerde gebrek aan geheugen) niet wist, (/) of aldaar ook de Refolutien van H. H. Mog. van den 3 te vooren , raakende de reis naar Brest , welken hem te vooren («) niet waren gefuppediteerd , geleezen waren, hy echter, zonder zich dit al mede bepaald te kunnen herinneren, meende, ("«) dat in die Conferentie waren geleezen de fchriftelyke Rapporten , welken de Capiteinen der meefte naar Brest gedestineerde Scheepen op den 5 Odrober aan den V. A. Hartfinck hadden ter hand gefield ; en dat hy ook geloofde, dat (0) door den V. A. van Byland verflag was gedaan van de gefprekken , welken dezelve wegens de Expeditie naar Brest met Z. H. had gehouden, en van de affpraak, met Hoogdenzelven deswegens gemaakt ; doch dat hy nopens 'den inhoud van het een en ander zich wederom niets meer konde herinneren: — wyders, dat het poinct, van onderzoek in deeze Con. (/") Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 9, (») Ibidem, Art. 10. (») Ibidem, Art. 11. (s>) Ibidem. Art, 13.  jdly, STAAT EN OORLOG. 2785. lij Conferentie (ƒ>) (welke hy niet eens meer wist, of lang, dan kort, geduurd had) voor zoo veel hy S. b. N. zich rappelleerde , beftaan had in de Rapporten van den (laat der Scheepen, en de zwaarigheden, welken zich daar in tegen de reis ppdeeden: — dat voorts in de Conferen; tje, (?) zoo hy meende , wel gefprooken was van de middelen , door welken de zwaarigheden , die zich tegen de reis naar B^est opdeeden , zouden kunnen worden uit den weg ge-; ruimd, fchoon hy niet wist, of daar toe iets bepaaldelyk in aanmetking genomen was , als zynde den tyd te kort geweest, om eenige middelen in het werk te (tellen ; gelyk ook alle de aanweezende Vlag-Officieren hadden geoordeeld, dat niets, hoe genaamd , tot de gezegde wegruiming der zwaarigheden kon worden verricht: dat, wat betrof de zwaarigheden, (^waarom hy S. b. N. bad geoordeeld, dat de execu* tie van H. H. Mog. uitdrukkelyke orders bittnen den bepaalden tyd infaifabel was , dezen beftaan hadden in het gebrek aan Victualie in het generaal van de Scheepen, het manqueeren van fommige behoeftens, in zoo een faiiöen be« noodigd, en fpeciaal tot zoo een extraordinair opkomende reis naar Brest, als zynde de moeijelykfte Haven om imekomen , welke hem by ondervinding bekend was ; weshalven 'er wet Ankers en Touwen , naar de gemelde opgave, nodig zouden zyn, alzo hier aan fommige Schepen mede gebrek hadden j dat al verder de voorftelling der zaak, Qs) tot welker onderzoek en overweeging de bewuste Conferentie was aangelegd, zoo veel hem S. b. N. voorftond, doof den V, A. Hartfinck gedaan en bepaald was tot eene (p) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 3. Art. 14 en 15. ■ (jf) Idem, No. 4. Art. 1, 2 en 3. M Ibidem, Art. 4. (i) Ibidem, Mo. 6. Art. 1, a en 3, H a  «6 july, ZAAKEN VAN 1785. eere beoordeeling , of de by de Rapporten der Capiteinen opgegeeven zwaarigheden tegen den Togt naar Brest daadelyk gegrond of ongegrond waren , fchoon hem niet voorftond , dat eene bepaalde decifie, of de orders geëxecuteerd moeften worden, in overweeging was gebragt; terwyl hy voor zich zelf wel kon declareeren, enkel over het gewigt der zwaarigheden te hebben geoordeeld , maar de executie der orders gelaaten te hebben voor Rekening van den Commandant: •—- dat al verder dien aangaande in de Conferentie niets was beflooten, gelyk hy ook, raar zyn Schip te rug gaande , in het onzeker was gebleeven, of de Expeditie, al dan niet, zoude voortgaan ; waaromtrent hy maar ordres afwagtte: — declareerende hy S. b. N. by dit alles, (t) dat hy, niettegenftaande de gemaakte zwaarigheden, op het eerfte fein van den Commandant gereed geweest zou zyn , om het Anker te ligten , en den Togt naar Brest mede te onderneemen; zonder, uit hoofde van den ftaat ■van zyn Schip, het welk, zoo lang de Victualie duurde, ook wel dienen kon, eenige weigering te gronden:— gelyk hy S. b. N. wyders ook nog verklaard had," («) de zwaarigheden, wegens de gefteldheid van zyn Schip , in de Conferentie der Vlag-Officieren te hebben opgegeeven als orriftandigheden , die , naar zyn gedagten , het doeu, alleen van een overtogt naar Brest met zoo een Schip zeer gevaarlyk, fchoon niet volftrekt ottmogelyk , maakten , terwyl, zo het Schip, te Brest gekomen zynde, direct tot verdere Expeditien had - moeten geëmployeerd worden, dan vooral eene voorziening in de voorzeide zwaarigheden abfolut onontbeerlyk zou geweest zyn. Dat derhalven, volgens deze opgaaf, zou moeten (t) Verhoor S. b. N. van Hoey, No, 6. Art. 4. (u) Idem, No. li. Aró 6 en 7.  july, STAAT EN OORLOG. 178J. 117 ten worden befloqten , dat 'er in de te meermalen gemelde Conferentie, raakende het al of niet executeeren der orders yan H. H. Mog. , niets finaals zou geconcludeerd , maar de zaak aan den Commandant overgelaaten zyn, indien niet het Declaratoir, door de gezamentlyke Vlag-Officieren gegeeven , en door den S. b. N. van Hoey mede ondertekend , het tegeudeel fcheen aan te duiden, als zynde by hetzelve de Scheepen op eene ftellige wyze volkomen buiten ftaat verklaard, om d: n Togt naar Brest ter uitvoer te brengen ; tu fchen welk een en ander dus gantsch geen naauwkeurige overeenkomst te vinden was. Dat de S- b. N. van Hoey hier op naar zyn denkbeeld/nopens het, geen eigenlyk by de Refolutien van H. H. Mog., met betrekking tot de reis naar Brest , geordonneerd wierd , ge. vraagd zynde , gedeclareerd had , (v) van die Refolutien , welken hy zelf niet had geleezen , zich niet anders te herinneren , dan de daar in vervatte order, om vóór den 8 Oef ober met het Esquader uittezeilen en naar Bresr te gaan: dat hy echter uit de gezegde Refolutien niet bad opgemaakt, (w) dat H. H. Mog. de coniideratien en het Advis van de Vlag-Officieren nog vooraf begeerden te weeten, en dus die Refolutien als een volftrekt bevel geconfidereerd hai: —. dat, niettegenftaande dit gedeclareerd begrip, hy echter, (x) om het gewigt der zwarigheden , die zich tegen het doen cUr reis opdêeden, ook geoordeeld had, dat dezelven od. der het oog van H. H. Mog. moeften worden gebragt, offchoon hy nogtans niet konde ontkennen , dat 'er in die zwaarigheden (j) niets ge- (V) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 4. Art. 6. (w) Idem No. 5. Art. 1. (x) Ibidem Art. a. fj) Ibidem Art. 5, 6 en 7. H3  ?|8 jtri.Y, ZAAKEN VAN gevonden wierd , het geea als een onverwagt toeval , het welk vooraf niet te voorzien zou geweest zyn, kon worden aangemerkt: — dat hy erkende , dat onvoorziene toevallen of tegenwind alleen , volgens de Refolutien van H. H. Mog. , de uitvoering der reis naar Brest excu- feeren mogten: en wyders, dat aan hem S. b. N. ook geene particuliere orders of onderrigtingen gecommuniceerd waren, waarom hy zou gemeend hebben , zich in zyn Advis niet tot die beletfelen alleen, welken in H. H. Mog. Refolutien vermeld ftonden, te moeten bepaalen, maar ook zyn particulier oordeel over het al of niet raadzaame van de reis te mogen raadpleegen. Dat, hier in dus wederom, naar het oordeel van Heeren Gecommitteerden , eene volftrekte tegenllrydigheid geleegen zynde, 'er, tot vereffening van het een en ander, niets anders had toegefpheenen, over te fchieten, dan eene diergelyke beoordeeling van het al of niet raadzame in de uitvoering der duidelyke en pofitive be« veelen van den Souverain re zoeken in den een of anderen , hoewel onweuigen , regel of gewoonte, die in den Zeedienst gebruikelyk zou* de zyn: dan dat de S. b, N. van Hoey, niets d'erguyks hebbende kunnen opgeeven , het ge? volg van de voorfz. gedaane vraag had gezogt te ontgaan, dior by te brengen, dat hy vermeende, (z) in de Conferentie der Vlag-Officit ren geroepen zynde , om ook zyn Advis over de zaak te zeggen , geen zwaarigheid te hebben moeten msnker;, om de diffkultelten, welken 'er teger.s de reis naar Brest geopperd wierden, en hem S. b. N. ook gewigtig voorkwamen, voor zodanig te ckennen, en dat hy voorts begreep, dat het gebruik , het welk van zodanig Advis gemaakt was, bleef voor reekening van den gee- nens (z) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 5. Art. a.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 119 nen, aan wien de orders van den Souverain direct: waren gezonden. Eene explicatie nogtans , waar door, naar hec begrip van ,Heeren Gecommitteerden , het gedrag van den voornoemden S. b. N., ter dezer gelegenheid gehouden, even weinig, als dat der overige Leden van deze Conferentie , volledig kon worden verantwoord; dewyl, offchoon de uitvoering der orders van H. H. Mog. wel fpeciaal aan de Commandanten incumbeerde , en dezen derhalven moeften weeten , in hoe verre zy , volgens den inhoud van Hoogstderzelver Refolutien, bevoegd waren, om die uitvoering, op grond der geopperde zwaarigheden , na te laaten; nogtans de S. b. N. van Hoey, zo wel als de overige Vlag-Officieren notoirlyk refponfabel bleeven voor hun eigen gehouden gedrag in de meergemelde Conferentie; als importeerei;de eene directe verklaaring, dat de gezegde uitvoering ondoenlyk was, en zulks, niettegenliaande zy, noch door eenigen regel van den dienst, noch door den inhoud der Refolutien van H. H. Mog. zelve , noch door eenige naderhand ontvangen orders of onderrichtingen , noch door de allerminlte requifitie van H. H. Mog., om dien aangaande het oordeel der Vlag-Officieren te willen inneemen, noch eindelyk ook door eene volltrekte onmogelykheid dier uitvoering zelve , eenigzins gerekend konden worden tot het doen der voorfz. verklaaring gewettigd te zyn geweest; zulks men reden had om vast te Hellen , dat zy by dit alles niet alleen hunne be- , voegdheid waren te buiten gegaan, maar ook de gezegde Commandanten daar door min of meer in hun opgevat begrip verfterkt en derzelver handelwyze, als het ware, gebillykt hadden. Dat eindelyk , met betrekking tot het gedrag van den S. h. N. van Hoey in deze Conferentie, nog moest worden geremarqueerd, dat hy, by onderfcheidene zyner opgaaven gedeclareerd hebbende, den Overtogt, naar Brest, noch voor H 4 de  iao july, ZA AKEN VAN 17S5. de Scheepen in 't gemeen, noch voor zyn Schip in 'r hy-onder, als volftrekt onmogelyk, maar wel als zeer gevaarlyk, te hebben aangemerkt, z'ch dan ook1 in d en zin (V) daarover in de Conference gezegd had, gèëxp'iceerd te hebben; doch dat hy S b. N., des niette?enftaatide, by het D-claratoir, uit diezelfde Conferenrie voortgevloeid , en door hem mede ondertekend , ftïihg en onbepaald had verklaard , dat alle de Scbeepen , naar Bnst gedestineer t, volkoomen buiten /laat waren , om de voor gefielde Expeditie ter uitvoer te brengen : gelyk hy S, b. N. ook , op de aan hem deswegens" voorgefte.ds be enkingett , den eersrgeiiielden zin nogmaals hal *eïfjha;reerd, en zien daarop alleen beroepen, dat hy op de ex enfie of pirrcifa bewoordingen van het Djdaraioir zoo zeer niet gekt had. Een uitvlucht zeker van te minder waardy, wanneer gec >nfi tereerd wordt, dat het op de extenfiè van een zoo gewigrig Declaratoir, waarby niet minder, dan eene volledige beflisfing , gegeeven wierd , dat de (tellige orders van den S 'uverain voltrekt niet konden worden uitgevoerd , vooral aa^wam : en dat men dus nau^rlyks van een Vlait-Qilicier ZOu kennen of mogen verwanten, dat hy zu.k een important (tuk, zouder eene benoorlyke en nauwkeurige exammane van deszelfs waaren inhoud, zou hebben ondertekend. Dat al verder onderzocht hebbende moeten worden, ho- tanig de S. b. N. zich, als con> mandeerena Ohcier van een der Scbeepen , tot den 1'rgt na.ir B est gedestilleerd. , gedraagea had coor denzelven was opgegeeven : —- dat, met betrekking tot de Victualie, \c) zyn onderheboeud Scnip daarvan voorzien was tot primo Né- (a) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 11. Art, 7, (b) iA m No. ij. Art. 1. (cj Idem No. 7. Art. 1.  JUXY, STAAT EN OORLOG. 1735. m November: — dat hy, (d) op den 26 Augustus ontt/Knsen hebbende de R lmu ie van de Admiraliteit op de Mdaze, in ciato den 12. Aug. 178a waa-b ■ alle de Scheepen er; Uitleggers van dat Resfort tot den iaathVn A. ril 1783 in dienst gecontinueerd , en de Officieren , dezelven commandeerende , aangefcbreeven waren zich tot dien tyd toe van de noo Jige Victualie* te voorzien, daar op den 28 dier maand , e lysr inhoudende alles , wat hy van Victualie tot uU timo April 1783 nooiig had, aan zyn Sollicireut had gezonden, met last, om .Hes, zoo fpoedig mogelyk, in gereedheid te brengen, en hetzelve , zoo veel hem voorllond , tegen of met primo Oétober te zenden: — dat, ten tyde van het afzenden dezer order, het onderheb. bend Schip van hem S. b. N., ingevolge de orders van den Raad, tot primo November geviétualieerd was: — dat hy, voor zoo veel hem voorftond, deze geordonneerde Victualie ten deele op den 12 Oftober, en het overige weinig dagen daarna, werkelyk ontvangen had: — en eindelyk, dat hy, zich wederom (e) niet kunnende herinneren, of hy, by het ontvangen der cvengem. order van de Admiraliteit, daar van aan den Commandant der Vloot kennis gegeven had, zich ook geene particuliere orders rappelleerde, welken, na den 26 Augustus, door den gezegden Commandant omtrent dit revictualieeren zouden gegeeven zyn, dan alleen die van den eerlten O&ober , volgens welke het Schip ten fpoedigllen voor vier maanden gerevidualteerd moest worden. Dat uit deze gedaane opgaaf van den S. b. N van Hoey dus gebleeken was, dar hy S. b. N " fchoon door het Admiraliteits Collegie , ónder het Cd) Verhoor S. b. N. van Hoey, Ne. 7. Art 2 3, 4» 5, 6. 7 en 8. ' (e) Ibidem Art. o en 10. H 5  222 jDXY, ZAAKEN VAN 1785. het welk hy resforteerde, uitdrukkelyk gelast zynde, zyn onderhebbend Schip tot een' bepaalden tyd te revictualieeren, zonder dat in dit bevel eenige aanleiding, veel min eene vryheid tot eenig uitftel gegeeven was, echter, eigener auctoriteit, en zonder ook daartoe met eene ipeciaale order van den Commandant der Vloot te wezen gemunieerd, had kunnen goedvinden, de daadelyke uitvoering der gezegde orders op byna vyf weeken laater te hepaalen , terwyl ook hieraan , omtrent eerst zeven weeken daarna, zonder dat hy S. b. N. hetzelve immer fcheen te hebben gepresfeerd, voldaan was. Dat de voorn. S. b. N. deze handelwyze wel had getragt te verantwoorden, met de order der Admiraliteit op de Maaze, alleen a;s een continuatie van dienst, (ƒ) te doen voorkomen, en te zeggen, dat by hierom, alzoo hy conform de order van den Commandant der Vloot , tot primo November was gevictuaÜeerd , begreepen had, dat hy zich nu voor den Winter voorzien moest; en dat hy uit dien hoofde het afzenden der Victualie met of tegen het begin van Oftober bepaald had, dewyl 'er dan nieuwe Victualie was , en 's Lands Scheepen om deze reden gewoon waren, in die maand hunne Victualie op te doen. Dan dat niet kon nagelaaten worden hier op wederom aantemerken, dat de gem. S. b. N. tot dusdanige eigendunkelyke Explicatie van het by hem ontvangen bevel , door den inhoud van hetzelve, geenszins kon worden gerekend gequalificeerd te zyn; te miBder, daar hy uit de Refolutie van diezelfde Admiraliteit, mede by hem ontvangen, (g) had gezien, dac bet de ferieufe intentie van dat Collegie was, dat de Officieren zonden bezorgen, dat de Schepen van hun Resfort door geenerlei gebrek ver- hin« (ƒ") Verhoor S. b. N. van Hoiy, No. 8. Art. 1» (?) Ibidem Art. 2.  Tuwr, STAAT EN OORLOG. 1785. 123 hinderd zouden worden, den Lande alle mogelyke dienden te bewyzen : terwyl hy S. b. N. daarenboven had erkend , uit krachte van de gem. Refolutie niets byzonders (h) gedaan te hebben, om dat zyn Schip, zoo hy zeide, in ftaat en van al bet noodige voorzien was voor den tyd, dat de Commandant der Vloot, wiens orders hem, ten aanzien van het innamen der B;hoeftens en Victualie, by de gem. Refolutien der Admiralite it ge last was te gehoorzaamen, de generaale order aan de Scheepen, onder zyn bevel ftaande , om zich re voorzien , gegeeven had, namelyk tot primo Novsmber. Vol2*ms welk laatfte gezegde van den voorn. S. b. N., het dus toefcheen, dat dezelve, uit hoofde der Orders van den Commandant, niet noodig gekeurd had, om aan den teneur der orders van de Admiraliteit ten fpoedigften te voldoen offchoon het ondertusfehen niet bleek, dat hy §. b. N. van deze laatstgem. orders aan den Commandant eenige legaale kennis gegeeven , of, gelyk hem, volgens zyne eigene uit» legging , door de Admiraliteit bevolen wierd, deszelfs goedvinden dienaangaande gevraagd had; maar dat dezelve S- b. N. integendeel, zonder zich aan dat gedeelte zyner orders te laaten gelegen leggen, naar zyne eigene idéés, de geordonneerde revictualieering had bepaald op een tyd , welke hem , noch door de Admiraliteit , noch door den Commandant voorgefchreeven was. Dat ondertusfehen by 't vervolg nog was gebleeken , dat zelfs de voorraad der Victualie, welke de S. b. N. van Hoey des tyds inhad, niet dan zeer gebrekkig was, om tot primo November , en dus tot den tyd , door den Commandant der Vloot geordonneerd , te ftrekken, alzoo de Confumtie-lyst, door hem S. b. N. ge- (A) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. t. Art. 3.  ïê4 J*11*» ZAAKEN VAN i78y, geëxhibeerd, (7) had doen zien, dat op den 20 September, ten opzichte van fommige articulen van V'&ualie, byzonder • van Stokvisch en Brood, alleen voor éin week, en ten aanzien van het Spek, ook maar een geringe voorraad voorbanden geweest was: het welk de gezegde S. b. N. wel had getragt te verantwoorden door optegeeven, (£) dat de cpneeming der byzondére articulen rreerendeels by calculatie gefchiedt, zynde 'er a! yd, volgers zyn zeggen, meer aan boord, dan tp de lysten gespecificeerd wordt, 't welk voornanelyk omtrent het Brood zou plaats hebben (op welken grond hy dan ook veronderftelde , (/) dat de Victualie voor zyn onderhebbend Sclrp aan geene articulen zou zyn te kort gefchoten) doch dat hierop weder van zelf te reflecteeren viel, dat, ingeval de voorfz. opgaaf en veronderftelling doorging, het niet gemakkelyk zou zyn, zich een denkbeeld te vormen van den aart der cakulatien, by zoodanige Confumtie-Lysten voorkomende, of waartoe dezelven eigeniyk moeren dienen ; alzoo , dus doende, geen de minfte fiaat zou kunnen worden gemaakt op eene calculatie, volgens welke verfcheiden' der esfentieeifte articulen worden opgegeeven , als flechts voor ééne week kunnende ftrekken, da2r dezelven in eliécte voor meer dan vier weeken voldoende zouden zyn; hoedanig eene gansch fautive opgaaf de abfurditeit zelve zoude zyn: zoo dat men dan hierom, naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden, met betrekking tot de waare gefteldheid van de Leevensmiddelen aan boord van den S. b. N. van Hoey, vry zeker zou mogen ftellen , dat hetzelve Schip in het laatst vau September zelfs nog geenszins zoodanig van Victualie was voorzien f7) Verboor S. b. N. van Hoey, No. 8. Art. 4, (*) Ibidem Art. 5. '/) Idem No. 9. Art. 1.  jutv, STAAT EN OORLOG. 1785. ras zien geweest , als het had moeten zvn volgens de orders van den Commandant der Vloot, - en dus nog veel minder, volgens die der Admiraliteit van de Maaze. Dat, betreffende de gefieldheid van het Schip en de Scheeps-Behoeften, hy S. b. N. verklaard had, in de Conferentie te kennen gegeeven te hebben , f» dat zyn Schip , niet gekooperd , en in anderhalf jaar niet van de Kiel geweest zynde, dus vuil moest zyn, en mede, tot het doen van de reis naar Brest, Zeilen en loopend Touwwerk benoodigd had: — Eene verklaaring wederom, welke met de te vooren gemelde opgaaf van hem S. b. N. nopens de volkomene gereedheid van zyn onderhebbend Schip, (») en daarop gebouwde vryheid , om zich gerustelyk tot de reis naar den Haag te mogen abfenteeren, in der daad weinig fcheen overeentekomen. Dat hem S. b. N. , op dit refpeér. evenwel nog Voorgehouden was, of hy, uit de bovengem. Refolutien der Admiraliteit op de Maaze van den 12 Augustus en 2 September 1782 gezien hebbende , dat zyn onderhebbend Schip tot primo Mei 1783 in dienst was gecontinueerd , Sï en dat de Officieren , wilden zy aan de ferieufe intentie van dat Collegie voldoen, moeften zorgen , dat de Scheepen van 't gemelde Resfort door geenerlei gebrek verhinderd wierden, den Lande alle mogeiyke dienften te doen, zich dan," uit dien hoofde, niet verpligt had geoordeeld, om zyn onderhebbend Schip , voor den tyd van deszeïfs gecontinueerden dienst , onder anderen ook van de noodige Scheeps-Bahoeften voorzien te houden , en waarom hy S. b. N. dan niet ■ immediaat van dezelve Admiraliteit had verzocht, dat aan hfm, volgens eene bytevoegene opgaaf, alle de Scheeps - Behoeften mogten worden ge- zon- («O Verhoor S. b. N, van Hoey, No. 3. Art. 16. (») Idem, No. 1. Art. 14.  I2ö juxï, zaaken van 1785» zonden, welken zyn Schip tot primo Mei 1783, benoodigd zou hebben, en fpeciaal ook nieuwe Zeilen en loopend Touwwerk : dan op welke vraagen hy S. b. n., voor het nalaaten van de. ze zyne indispenfable verpligting, geene andere redenen had bygebragt, (0) dan dat men doorgaans Scheeps - Behoeftens inneemt in den voortyd, om dat men in het najaar de Schetpen kielen moet, 't welk voor zyn Schip vooral noodzaakelyk was , en dat hy vóór dien tyd met nieuwe Scheeps-Behoeftens maar zon geobrueerd geweest zyn; dat hy dezelven daarom niet had gevraagd, alzoo zyn Schip het met den voorraad van Behoeftens zeer wel doen kon , zoo lang de Viftualie-tyd , door den Commandant der Vloot geordonneerd, zich uitftrekte, namelyk tot November: — hoedanig antwoord we* derom niet kon nalaaten het denkbeeld te verBerken, dat de gezegde S. b. n. in alles minder naar den duidelyken letter zyner ontvangen orders, dan volgens zyne eigene gemaakte begrippen en veronderftellingen , had gemeend te moeten handelen, eene meening, zeker zoo inadmisfibel in een welgereguleerden dienst , als nadeelig fteeds in zyne gevolgen. Dat hy S. b. N. wyders den Togt naar Brest onder anderen ook gezegd hebbende voor zyn onderhebbend Schip, Ichoon niet volftrekt onmogelyk, maar echter als zeer gevaarlyk aantemerken; het met deze als nu geüelde gevaar» lykheid niet wel had kunnen worden overeengebragt, hoe hy , nog korten tyd te vooren, te weeten in den Krygsraad, op den 9 September in prsefentie van Z. H. gehouden, ter gelegenheid der recommandatie, door Hoogdenzelven als toen gedaan, had kunnen verklaaren , met zyn onderhebbend Schip naar Zee te kunnen gaan, zonder eenige defecten, hoe genaamd, by. (o) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. ia. Art. 3,  july, STAAT EN OORLOG. 1785," sa? bytebrengen, en zonder eenige uitzondering te maaken , tot hoedanige dienlten hetzelve mogt gerequireerd worden; terwyl hy ook naderhand in den Krygsraad van den 15 September, zonder allegatiè van eenige defecten of bepaalingen, mede betuigd had , met den oprechtften yver naar het oogenblik te verlangen, om finaale orders te mogen ontvangen tot zoodanige eindens, als ten nutte van den Lande noodig geoordeeld zouden worden. Dat, deze ~ bedenking aan den S. b. N. van Hoey onder 't oog gebragt zynde, dezelve, ter oplosfing van de tegenftrydigheid in die handelwyze , zyn gem. onbepaald Declaratoir van gereedheid, in de evengenoemde Krygsraaden gegeeven , nu alleen tot een Kruistogt in de NoordZee, en wel niet langer dan tot primo November, had gereltringeerd, en verder verklaard, daarmede niets anders begrepen te hebben. (ƒ>) Dat echter aan Heeren Gecommitteerden geenszins gebleeken was, welken wettigen grond hy S. b. N. raogte gehad hebben om te veronderftellen , dat in de voorn, Krygsraaden abfolut niet anders dan eene gereedheid tot kleine Kruistogten bedoeld wierd, in zoo verre, dat alle andere denkbeelden van employ van zyn Schip ten eenemaale zouden wezen uitgefloten, daar immers in een tyd van Oorlog allerlei foorten van Expeditien konden opkoomen , waartoe de Scheepen altoos gereed moeiten gehouden worden: gelyk de voorn. S. b. N. zich dan ook vergenoeg'd had met zyne voorn, fuppofnie, volgens nader gedaane opgaaf, alleen daarop te bouwen, (q) dat hy, te vooren gekruist hebbende, aanttonds wederom order had gekreegen, om zich fpoedig gereed te maaken, en daar uit te hebben opgemaakt, dat hy niet anders zou moe- (/>) Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 12. Art. 3. (q) Ibidem.  "8 juxy, ZAAKEN VAN 178* moeten doen, dan weder te gaan kruisfen: eene gevolg rekking, welke nauwelyks als een ernftig gezegde kunnende worden aangezien, geene reflexie waardig was. Terwyl Heeren G.commit. teerden evenwel niet konden nalaaten hier ter plaatze te reflecteeren, dat men zich zeker over al het voorgevallene niet meerder had te verwonderen, vanneer men zag, op welke gronden en veronderfteliingen de commandeerende Officieren hunne daaden gebouwd hadden. Dat ook, ten aanzien der Rappouen betrekkelyk den (raat van her Sch p van den S. b. N. van Hoey, niet zeer naauwkeung fcheen te werk gegaan te zyn, terwyl hy S. b. N., eerst vol Uit gedeclareerd hebben 'e , zich met meer te kunnen herinneren, (r) dat in zyre abfentie door den Capirein Tullmgh eene opgaaf was ge» daan van de beletzelen, welken zyi, Schip tot het doen der reis naar Brest, buiten ttaat belden , evenwel naderhand erkend had , (sj by zyn terugkomst aan Boord op den 7 October, van den gezegden Capitein rapport van het voor. gevallene te hebben ontvangen , bomende fpeciaal, dnt hy Capitein op den 5 te voo>en gefeind was , om aan Boord vsn het AdmiraalSchip te koomen; — wat a'daar door den V. A. Hartfi. ck aan de zamengekoomen Officieren was voorgehouden; — en wat hy', Capitein, ingevolge die voordragr, had vrHcht: — omtrent welk alles door hem S. b. N., eene breedvoerige opgave gedaan zyrde, daartoe Kortheid*, halven zal worden gerefereerd. Dat de voorn. S. b. N., dus eerst eene geheele onkunde voorgewend hebbende , dan waarvan hy naderhand door de opgave van het evergem. gebeurde was te rug gekomen,, zich echter van die verfchillendheid van handel had getragt te excufeeren, dooi (O Verhoor S. b. N. van Hoey, No. 0, Art. eenen (*j Verhoor Capitein Thooft, No. a. Art. 1.  jult, STAAT EN OORLOG. 141 eenen Capitein onder die van een ander overgir,t , wat meerder van verfeheiden' dingen ingenomen was , waar door het grootfte gedeelte der Victualie tot den 15 November zou hebben kunnen (trekken. Dat Heeren Gecommitteerden zich echter niet hadden kunnen overtuigd houden, .dat door de evengezegde elucidatie de vooren geremarqueerde ftrydigheid der opgaaven eenïgzins zoude zyn gewettigd : terwyl ook niet wel te begrypen was, dat de generaale aanleg der Victualieering van dit Schip maar tot primo November zou geweest zyn; immers , daar het zelve by het laatfte weekelykfche Rapport van den 30 Ssptember was opgegeeven, als tot halt November gevictualieerd te "zyn : waarom in allen gevalle het bewuste fchriftelyk Rapport, aan den V. A. Hartfinck op den 5 Oftober overgegeeven , weinig aan het oogmerk gereekend kon woiden te voldoen, indien het zelve met met die naauwkeurigheid ingericht was dat de Commandant der Vloot daar door in (fiat geheld wierd , om met volle zekerheid te kunnen beoordeelen, welk employ, des nowds, en ten ftrióHten genomen , van dit Schip kon worden gemaakt : eene beoordeeling , waar toe zeker eene allerexaélfte opgaaf vereischt wierd, en had behouren te gefchieden. —. Gelyk ook niet mogt worden veronderlteld, dat de Capitein Thooft, om het ontbreeken der twee articulen van Kaas en Zout, bevoegd zou zyn geweest, om by dit zyn Rapport den meerderen voorraad der andere fpecien geheel te -verzwygen ; te minder, daar deszelfs onderhebbend Schip , om het. gebrek der twee voornoemde articulen alleen , niet geheel en al tot alle employ na den eerlten November behoefde buiten fiaat gereekend te worden , als hebbende hy Capitein zelf erkend, dat die beide articulen O) uit de andeie Scheepen, inge- val- (/) Verhoor Capiteia Thooft, No« 3. Art. 13,  I4a july, ZAAKEN VAN 1785. valle dezelven daar van voorzien waren (waar van hy het tegendeel met geen grond kon veronderftellen) hadden kunnen geluppleerd worden. Dat ondertusfehen hier uit, zoo als Heeren Gecommitteerden geoordeeld hadden, bleek, dat de te voren reeds gementioneerde Refolutie der Admiraliteit van de Maaze, in dato ia Augustus 1782, welke de Capitein Thooft, gelyk hy vermeende , den 26 of 27 dier maand had ontvangen, ten zynen opzichte even weinig , als omtrent den S. b. N. van Hoey, van dat effect geweest was, dat daar door daadelyk eene vernieuwde voorziening der Victualie voor zyn onderhebbend Schip was te weeg gebragt, als hebbende by Capitein, volgens zyn eigen opgaave , ter obediëntie aan de order , by die Refolutie vervat, ten aanzien van de Victualie, (O niet anders gedaan, dan aan zyn Solliciteur te fchryven, om de geordonneerde Victualie intekoopen, en hem toe te zenden, ge yk hy dezelve ook, na zyn Kruistogt in November, ontvangen had; terwyl hy by deeze order het dan ook had laaten berusten, zonder fpeciaal te zorgen, dat de voornoemde Victualie, overeenkomftig het blykbaare oogmerk der Admiraliteit , ten allerfpoedigften toegezonden wierd: waar uit moest volgen , dat, door dit gebrek van voorzorg, het onderhebbend Schip van hem Capitein tegens het laatst der loopende Victualietyd buiten (laat van employ moest geraaken, en dat even hier door dus de voorfz. tvdige prtecautie der Admiraliteit geheel en ai gefruftreerd zoude worden; iets, het welk althans met den inhoud der by hem Capitein mede ontvangen Refolutie (s) van dat Collegie, in dato 2 September deszelven jaars, volftrekt ftrydig was, als waarby hem was gebleeken de ferieuze intentie van den Raad (*) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 2 en 3. O) Ibidem, Art. 4. (O Ibidem, Art. j>.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 143 Raad te zyn, dat de Officieren'zouden bezorgen , dac de Scheepen van hun Resfort door geenerles gebrek verhinderd zouden worden,den Lmde alle moaelyke dienden te bewyzen, wesha;ven hy Capitein , ten minden op den ontvangst , en uit hoofde dier tweede Refolutie, zich niet anders dan verpligt had kunnen oordeelen , om immediaat te zorgen, dat zyn onderhebbend Schip, zoo ten aanzien der Victualie , als verdere Behoeftens en noodwendigheden, Volledig in ftaat gefteld wierd, om tot den tyd, waar voor deszelfs dienst by de eerstgemelde Refolutie was gecontinueerd, te weeten tot primo Mey 1783, behoorlyk, en dus zonder interruptie', dienst te kunnen doen. Dat, dit alles dan ook hoofdzaakelyk aan den Capitein Thooft onder het oog gebragt zynde, door denzelven daar op was gedeciareerd, (?) dat hy voor de fpoedige voorziening der Vi&u. alie , by de eerstgenoemde Refolutie geordon. neerd, vermeende gezorgd te hebben, door het fchryven aan zyn Solliciteur, wan-wien hy ook, zoo by zeide, wel verzeekerd was,'dat die, zoo fpoedig, als by kon, daaraan voldoen zou; doch dat de bezorging van Victualie in dien tyd natuurlyk véél embarras aan den Sol'icireur zou gegeeven hebben, alzoo de oude Victualie fchaars te krygen , en de nieuwe op dat lydftip nog niet voorhanden was : — en dat ook, by den ontvangst der laatstgenoemde Refolutie , zyn Schip, («) van Victualie voorzien zynde, conform de te vooren gegééven orders, boven welken hy nu den voorraad , waarom hy aan zyn' Sollicneur gefchreeven had , moest afwagten , hy alleen had zorg gedraagen , om zyn Schip, het'welk in 't generaal tot Mey 1783 voorzien was, fteeds gereed te houden; gelyk hy "er ook . na- (?) Verhoor Capitein Thooft, No. 2. Art. 8. %u) ftude», Art, 19.  144 Jüxy, ZAA KEN VAN' 178$. naderhand, op bekomen' ordre, mede uirgeloo* pen was, om te kruisfen. Dat uit deeze opgaaf derhalven conlteerde, dat de voorn. Capitein op de eerstgenoemde Refolutie der Admiraliteit, het alleen by het geeven van een order aan zyn' Solliciteur , tot verzorging der Victualie , zonder bepaaling van tyd (als waaromtrent hy het op deszelfs goedvinden en veronderltelde vigilantie vermeende te moeten laaten aankoomer) had laaten berusten ; offchoon hy zich echter op deze vigilantie naderhand weinig fcheen te hebben verbaten , alzoo hy , op den 1 October van den V. A. Hartfinck de generaale order tot reviétualieering voor vier maanden ontvangen hebbende, (op welken tyd de gezegde Solliciteur de Victualie, door hem Capitein zoo lang te vooren geordonneerd , nog niet had gezonden ) volgens z) n Rapport ten fpoedigften daarom naar Rotterdam gefchreeven bad: zynde het eindelyk ook nmar. quabel, dat hy, van het geen hy aan zyn Solliciteur, weinige dagen te vooren, gefchreeven had, by zyn Rapport verflag dce.de, by die gelegenheid niet tcffens van de voorige aanfchryving, aan detizelven gedaan , eenige mentie maakte. Dat dus uit dit een en ander, naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden , wederom zoude kunnen worden opgemaakt , hoe weinig politif en dringende die eerstgedaane aanfchryving toe bezorging der Victualie geweest ware ; en dat hy Capitein , by den ontvangst der tweede hoewel zoo ernltige, Refolutie van de Admiraliteit , eigenlyfc niets gedaan had ; alhoewel hy Capitein ondertusfehen niet geftipponeerd kon worden, zich des tyds eenige andere orders dan die van de Admiraliteit , ten richtfnoer tê hebben voorgefteld, naardien hy ten minden doof •: '1 t iioodT •-■ ja i mo*-.V • > (y) Verhoor Capitein 1 hooft, No. a. Ars. ö en ?4  jïilv, STAAT* EN OOR LOCS. 1785. *4j door geene ahtlere of ftrydige orders van den Commandant der Vloot daarin was verhinderd: iets, 't geen althans moest worden befloten uit de erkentenis van hem Capitein, dat.hy, namelyk, naar zyn beste geheugen, daadelyk (V) iia het ontvangen der Refolutie van de Admiraliteit, om tot ultimo April 1783 te revictualieeren, daarvan aan den gem. Commandant kennis gegeeven, doch, voor zoo veel hy zich herihnerde , van denzelven geene byzondere orders nopens den tyd, voor welken hy Victualie moest inneemen, ontvangen had. Dat Heeren Gecommitteerden derhalven in dit beleid en gehouden Conduite hadden gemeend een niet onduidelyk bewys aantetreffen , dat de gezegde Capitein mede in het by de Officieren der Marine zoo algemeen plaats gehad hebbende wanbegrip , nopens de zekerheid eener aanftaande oplegging der Scheepen, (hoewel het in Oorlogstyd was) fcheen geverfeerd te hebben, en zich te gelyk voorgefteld, dat, daar de Cam. pagne met November moest vastgefteld worden,* ten einde te zyn, 'er dus op zyn best niets meerder, dan een kleine Kruistogt in de Noordzee, zou voorvallen; mitsgaders, dat hy de executie der ftrifle en met opgaave van redenen bekleede Refolutien van zyn Admiraliteits Collegie mede naar dat denkbeeld konde en vermogt interichten; 1 Dat, met betrekking tot de voorziening der Scheepsbehoeften, het mede niet te begrypen was , hoe de Capitein Thooft by zyn meergedachte Rapport van den 5 October aan den V. A. Hartfinck had kunnen verklaaren , dat zyn medegegeeven' Behoeftens volgens den geftipu. leerden tyd het meefte verbruikt waren; zich verder op een gebrek aan Zeilen en veele Behoeftens , te breed j om daar te melden, beroet pen* (j') Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. ff en 7. XXIX. deel. K  146 JULY, ZAA KEN VAN 1785; pende, en hoe dezelve dit alles mede als eene reden had geallegueerd, waarom hy buiten ftaat was, om aan de gegeeven orders (welken hy zelf by dat Rapport alleen bepaalde tot het zeilen naar de Haven van Brest) te kunnen voldoen : daar hy Capitein, gelyk zoo even geallegueerd is , nu by zyn Verhoor voor dit Befogne, als eene teden, waarom hy op de tweede Refolutie der Admiraliteit op de Maaze niets nader, noch omtrent de verzorging der Victualie, noch van meerdere Scheepsbehoeften , verricht had , had gepofeerd, dat zyn Schip (V) in 't generaal voorzien was tot Mey 1783 ; en daar hy ook voor de evengsmelde Admiraliteit gedeclareerd had, dat zyn Schip, (#) ten tyde, dat hetzelve in de maand Mey 1782 uit de Goeree was vertrokken ,> ten vollen van alle Scheepsbehoeften, hoe genaamd, voorzien geweest zynde, voor den tyd van len minften twaalf maanden , gereekend van de maand Maart, wanneer hetzelve op ftroom was gebragt; hy dan ook , ten tyde van 't geeven van dit zyn Rapport, nog voorzien was van de noooige Scheepsbehoefien , ten minften voor een reis van vier k vyf weeken, uitgezonderd alleen het gemis van één Anker en drie Touwen; dat mede, zonder juist een derde ftel Zeilen , noodig te hebben , zyne Zeilen tot zodanige reis genoegzaam in ftaat waren, blykens zyn Rapport , als 'c welk inhield , dat zyn Schip in ftaat was tot een* reis naar de Noordzee of Kruistogt; en einde, lyk dat ook zelfs het gemelde defect van één Anker en drie Touwen hem geen difficulteit zou hebben doen maaken , om , zonder dezelven, bepaaldelyk alken naar Brest te zeilen; welk de- (w) Verhoor Captn. Thooft, No. 2. Art. 10. (*) Zie bovengem. No. 12. der Byln. van het Be» richt der Admt. op de Maaze, Art. 15, 14, 15» 19 en 23.  jvLYi STAAT EN OORLOG. 1785. ui defect boven dien; zoo 'er Scheepen van örj Stukken op de Rheede bleeven leggen , die niet mede de reis naar Brest moeften onderneemen, uit dezelven had kunnen worden gefuppleerd: vvaarby hy Capitein verder nog had gevoegd, en aan Heeren Gecommitteerden opgegeeven, dat de by zyn Rapport van den y October geëmployeerde uitdrukking van veele Behoeftens , te breed om hier te melden, alleen tot verbruikte trosfen (y) e" verder loopend Touwwerk, relatif gemaakt moest worden. Dat mitsdien, naar 't oordeel van Heeren Gecommitteerden , tot vereffening van 't geen de Capitein Thooft, by zyn Rapport aan den Vi A. Hartfinck en by zyne gem. Verhooren, dezen aangaande, verklaard en opgegeeven had, niets anders refteerde , dan deszelfs eerstgem. opgaaf aan het uitgeftrekte denkbeeld te attribu* eeren , 't welk hy Capitein goedgevonden had, zich van den Togt naar Brest te vormen; hoewel men zulks , gelyk zo even geremarqueerd is, uit de introductie van deszelfs te meermaalen gemelde Rapport anders fcheen te moeten opvatten , en hy Capitein in allen gevalle geen recht had, om zich op dit opgevatte begrip zodanig te gronden , dat hy, zonder zich deswegens eenigzins nader te informeeren, of by zyn Rapport de allerminfte diftinctie te maaken; Hechts om die reden alleen , zyn onderhebbend Schip tot den gezegden Togt onbepaaldelyk buiten ftaat had behooren te verklaaren. Dat evenwel de meergemelde Capitein na dit alles eindelyk ook nog volmondig had gedeclareerd, (2) dat, ingevalle door den Commandanë van het Esquader, naar Brest gedestineerd, order gegeeven was , om nittezeilen , hy geene difficulteit zou gemaakt hebben, om aan die order daadelyk te obedieeren. Dat 4 (31) Verhoor Captn. Thooft, No. a. Art. 14. (z) Ibidem, Art. 18. K 2  I4ï: JVLY, ZAAK EN VAN 1785. Dat, met relatie tot den Capitein Staringh, in den jaare 1782 gecommandeerd hebbende het Oorlog-Schip de Admiraal de Ruyter (aj van zestig Stukken , behoorende onder het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam; by het onderzoek gebleeken was , dat de gezegde Capitein, wiens onderhebbend Schip (Z>) mede begreepen geweest was onder die, welken door Z. H., ingevolge de Refolutie van H. H- Mog. van den 3 October 1782 , tot de Expeditie naar Brest waren gedespicieerd , insgelyks op den 5 dier maand, by den V. A. Hartfinck aan Boord gefeind zynde, door denzelven in prasfentie van eenige andere Capiteinen , (zonder praecis te kunnen opgeeven, welken) verwittigd was van de by gemelden V. A. ontvangen order tot het verzenden van tien Seheepen naar Brest; zonder dat de onderfcheidene Refolutien (ej van H. H. Mog. van den 3 October hem door den V. A. Hartfinck , of van zynentwegs , waren voorgeleezen. Dat, nopens de wyze, waarop aan hem Capitein de orders , in de voorfz. Refolutien vervat, waren voorgefteld, dezelve verklaard had: — dat (J) hem , in 't generaal, en ordonneerender wyze, gezegd was, dat hy met de eerfte goede gelegenheid, onder commando van den V. A. van Byland, moest zeilen naar Brest; en dat hem -die'reis zeer eenvoudig was voorgefteld, als een reis, die gedaan zou moeten worden , uit Texel naar Brest, zonder meer; en zonder dat hem het oogmerk derzelve , of wac de Scheepen , te Brest gekoomen zynde, zouden moeten doen , was opengelegd; hebbende hy dan ook, () geviclualieerd was geweest: terwyl de Victualie wel, ten aanzien van fommige articulen, misfebien voor twee a drie dagen na ultimo October zou hebben kunnen (trekken, maar, met betrekking tot andere articulen, niet; waarom hy Capitein ook , alvoorens naderhand uitteloopen, uit de andere Scheepen Victualie had overgenomen. Dat dezelve Capitein dit laatfte middel ook, met relatie tot den Togt naar Brest, (q) indien zulks door den Commandant geordonneerd was, als wel mogelyk zynde, had opgegeeven , voor zoo verre de andere Scheepen het misfen konden , (fchoon hy den hier toe benoodigden tyd, als van we£r en wind af han« gende, niet zeker konde bepaalen) teffeus allegueerende , dat , by zyn evengemelde vertrek onder Commando van den S. b. If. van Kins- ber- (0) Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 2 en 3. (j>) Ibidem, Art. 4. (?) Ibidem, Art. 9 en io„  july, STAAT EN OORLOG. 1785. 153 bergen, dit met goed wéér in één dag gefchied was , waar toe onder anderen ook destyds van de Sloepen der Oorlogfcheepen gebruik was gemaakt. Dat, voor zoo veel de Behoeftens betreft, het onderhebbend Schip van hem Capitein, volgens zyn gedeclareerde , (V) wel in ftaat zou geweest zyn, om, zonder de fuppletie van het geen dienaangaande by zyn Rapport was opgegeeven , tot het einde der geordonneerde Victualietyd , en, des noods , eenige weeken langer, behoorlyk dienst te doen ; terwyl het opgegeeven gebrek (x) van één Anker en drie zwaare Touwen by hem niet geconfidereerd was, als zoodanig , dat, zonder fuppletie daarvan, de overtogt uit Texel naar Brest door zyn onderhebbend Schip niet had kunnen gedaan worden: By al 'c welk de gemelde Capitein nog had gevoegd, dat het laatstgemelde gebrek alleen als eene zwaarigheid door hem geconfidereerd en opgegeeven was; en van het Anker en Touw , (?) 't geen hy verlooren had, dat^hy daarvan opgave had gedaan aan den Commandant , zonder de fuppletie van hetzelve te be. komen, alzoo 'er nog hoop was, dat het zelve weder gevischt zou zyn geworden; dat ook het voorfz. Anker en drie Touwen («) uit een der overige Scheepen, indien 'er een Schip van 6® Stukken op dien tyd in Texel was gebleeven, 't welk daarvan voorzien was, had kunnen overgenomen worden; terwyl al mede de voorengemelde overtogt naar Brest voor zyn onderhebbend Schip (V) niet volftrekt onmogelyk gemaakt wierd door het gemis van een nieuw ftel Zei- (r) Verhoor Capitein Staringh, N». a. Art, II,. (s) Ibidem, Art. 12. - (?) Ibidem, Art- 18. (u) Ibidem, Art. 13. (v) Ibidem, Art. 15 en 16. K 5  m July, ZAAKEN VAN 1785, Zeilen, noch door het gebrek aan Plunjes voor het Volk; en eiridelyfc, dat hy door de by zyn Rapport vermelde uitdrukking (u>) van verfcheide Behoeftens, te lang om hier op te tellen, ook niet anders had begrepen , dan verfcheiden foorten van loopend Touwwerk: waar van hy zoo hy zeide, zich verpligt gevonden had, vóór dat hy zyne eigen' Rheede verliet, en naar een vreemde Haven vertrok, zoo wel als van de andere gefpecificeerde zwaarigheeden, opgaaf te doen , alzoo hy niet wist, welk voorneemen men , ten aanzien van het gebruik van zyn Schip , indien het te Brest gekomen was, zou hebben gehad. Dac de gezegde Capitein mede (*) verklaard had , na het indienen van zyn vooriz. Rapport aan den V. A.' Hartfinck , van denzelven geene nadere order ontvangen te hebben, om zyn onderhebbend Schip tot de voornoemde reis, zoo veel mogelyk in gereedheid te brengen; waartoe hy Capitein, alzoo zyn Schip in ftaat was, om tot November , wanneer de te vooren bepaalde Viftualietyd geëindigd zou zyn, te dienen, dan ook niets anders gedaan had, dan, ingevolge .de order, dienzelfden dag ontvangen, om nog voor twee maanden langer, dan op den eerften October geordonneerd was, te victualieeren, daa« delyk aan zyn Solliciteur om die meerdere Victualie te fchryven. Dat laatftelyk de Capitein' Staringh nog rondelyk aan Heeren Gecommitteerden had gedeclareerd, dat, (y) ingevalle door den Commandant van het Esquader, naar Brest gedeftineerd, order gegeeven was om uictezeilen , hy geen oogenblik geuifficulteerd zoude hebben, om aan die order daadelyk te obedieeren. Dat (») Verhoor Capitein Staringh, No. 2. Art. 14. (x) Idem, No. 1. Art. 19 en 20. (j) Idem, No. 2. Art. 24.  jptT, STAAT EN OORLOG. 1785, 155 Dat Heeren Gecommitteerden nu in de laatfte plaats nog verflag zouden doen van hun geinftitueerd onderzoek by den Capitein Bosch s die, (2) geduurenae het meergemelde jaar 1782, het Oorlogfchip de Batavier van 50 Stukken, mede behoorende onder de Admiraliteit te Amfterdam had gecommandeerd; welk Schip insgelyks onder die, tot de Expeditie naar Brest gedespicieerd, begrepen was geweest. Dat dezelve aan Heeren Gecommitteerden had opgegeeven, dat hy op den 5 October 1782, even als de twee voorengemelde Capiteinen, op het gegeeven Sein (Y) aan Boord van den V. A. Hartfinck gekomen zynde, doch laater, dan de andere Capiteinen, en na dat de converfatie tusfchen den V. A. Hartfinck en dezelve Capiteinen reeds , ten minften voor *c grootfte gedeelte was afgeloopen, (alzoo hy Capite n, op de Brandwagt liggende, het verfte afwas) echter nog in prjefentie van fommigen derzelve Capiteinen , kennis bek.men had van de order, by den V. A. Hartfi ck ontvangen , tot het verzenden van tien Scheepen naar Brest: terwyl de gemelde V. A. zich over deze order met hem breedvoeriger, dan met de twee voorengenoemde Capiteinen , fcheen te hebben uitgelaaten; alzoo hem Capitein, volgens zyne opgaaf, door denzelven Commant niet alleen mondeling (i) gecomuniceerd was, dat hy zich tot de reis naar Brest gereed moest maaken, en by die gelegenheid gevraagd, of zyn onderhebbend Schip tot die reis, en hy om te zeilen, in ftaat was, (welke vraag hy Capitein alleen als betrekkelyk tot den overtogt uit Texel tot in de Haven van Brest aangemerkt had) maar zynde hem ook tevens door den V. A. Hartfinck, hoewel niet by prje- (z) Verhoor Capitein Bosch, No. i> Art. i en 2. (a) Ibidem, Art. 3 tor 5. (b) Idem, No. 1. Art. 6 tot n. en No. 3. Art, 14.  155 Julï, ZAAKEN VAN 1785; prjelefture der Refolutien van H. H. Mog., informatie gegeeven, dat de intentie van H. H. Mog., met het ordonneeren der reis naar Brest, was, dat de Scheepen aldaar gearriveerd zynde, in die Haven zouden overwinteren en nadere ordres afwagten; ten ware men mogt goedvinden , van dezelven, gecombineerd met een Fransch Esquader, nog vóór den Winter, in de Euro» peelche Zeeën eeuig employ te maaken , echter niet dan met overleg en goedvinden van den Commandant. Dat hy Capitein, verder op de voorgettelde vraag van den V. A. Hartfinck geantwoord hebbende, (c) dat zyn Schip buiten ftaat was, om de geordonneerde reis naar Brest te doen, en dat hy de redenen daarvan by een fchriftelyk rapport zou geeven, ('t geen hem door den V. A. Hartfinck niet fpeciaal geordonneerd was) reeds fcheen onderricht te zyn geweest van 't gebruik, 't geen de gemelde V. A, voorneemens was, daarvan te maaken; alzoo hy Capitein als een reden, waarom hy zyn voorfz. Rapport, ('t geen hy had gezegd, onmiddelyk, (d) na dat hy uit eigen beweeging aan den V. A. Hartfinck verklaard had, een fchriftelyk rapport te zullen overgeeven , in de Hut van den Secretaris te hebben opgefteld en vervolgens overhandigd) aan Boord van 's Lands Oorlogfchip de Batavier gedateerd had, aan Heeren Gecommitteerden had opgegeeven, dat hy, namelyk, zulks gedaan had (e) niet alleen om het Rapport dus in de vereischte order te hebben; maar ook , om dat , ingevalle hy vooraf naar zyn Schip had moeten roeyen, 'c geen verre van het Admiraalfchip lag, en dan nog het Rapport gezonden had, hier door onnuttelyk veel tyd zou verloopen zyn: en dat het hierop echter te meer aan- (c) Verhoer Capitein Staringh, No, 1. Art. 13 en ia. (O Ibidem, Art. 15. (i) Idem, No, 2. Art. 2.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. IJ7 aankwam, dewyl het Rapport nog dien eigen avond door den V. A. Hartfinck verzonden zou worden. Waaruit derhalven, om dit in 't voorhygaan te remarqueeren, wederom kon worden opgemaakt, dat de V. A. Hartfinck, zonder zich veel met de overweeging dier Rapporten bezig te houden, reeds immediaat over dat gewigtig onderwerp het befluit fcheen genomen te hebben, om de gemelde Rapporten, ten betoog van de onmogelykheid, om den Togt naar Brest uittevoeren, ten fpoedigften aan Z. H-te zenden ; en dat dit befluit, volgens de gezegde op. gaaf, bereids door den voorn. V. A. moest genomen , en aan den Capitein Boseh gecommuniceerd zyn, zelfs nog vóór dat hy alle de Rapporten in handen had, en de Capiteinen van zyn Boord vertrokken waren. Dat de Capitein Bosch verder aan het Befogne had verklaard, dat de door hem opgegee. ven' defecten, (ƒ) als zoodanige zwaarigheeden by hem geconfidereerd waren, waar door de overtogt uit Texel naar de Haven van Brest voor zyn onderhebbend Schip volftrekt onmoge!yk wierd gemaakt; fchoon zulks naderhand niet op alle de gemelde defecten, (g) maar alleen op dat der Victualie, grondende: terwyl hy dit Declaratoir van volftrekte onmogelykheid wyders had geëxpliceerd, met te verklaaren, dat hy (h") in de calculatie der reis gemeend had, zichhec zwaarfte te moeten voorftellen ; dewyl het altoos mogelyk bleef, om daar aan geëxponeerd te worden; en dat hy alleen in dien zin de reis voor volftrekt onmogelyk verklaard had. Dat evenwel dit gedeclareerde, zoo als Heeren Gecommitteerden niet konden nalaaten by dezen aan te merken, bleek vry gehazardeerd te zyn i (ƒ) Verhoor Capitein Bosch, No, 1. Art. aj. 1 (g) Ibidem, Arï. 22. (Ji) Idem, No. 3. Art. 16*.  158 july, ZA AKEN VAN j7gJa zyn geweest, daar het geenszins zeker was, dat dit zwaarlle , het Welk hy Caoitein goedvond zich voor te Hellen (eene fuppofitie , volgens welke byna allerlei oaderneemingen ter Zee voor volftrekt onmogelyk zouden moeten aangemerk»wordenj juist zou plaats hebben ; en daar ook zeer mogelyk het tegendeel kon exteeren; in welk geval de Togt, volgens dit zelfde denkbeeld yan den Capitein Bosch, dus gantsch niet volitrekt onmogelyk zou geweest zyn: zoo dat hy Capitein dan in allen gevalle hier omtrent by zyn Rapport wel eene duidelyke diftinctie had behooren te maaken. Dat van den gezegden Capitein de reden gevraagd zynde, waarom hy, het voorfz, gefufti- ' neerd volftrekt beletzel, om met zyn onderhebbend Schip de reis uit Texel naar Brest te doen, alleen m het gebrek van Victualie gefteld hebbende, dan, by zyn Rapport, zulks meede niet in dier voegen gediftingueerd had,, in plaats van de voorfz. onmogelykheid op alle de opgegeven defecten , te zaamen en in het generaal te gronden; dezelve daar op had erkend, dat zoodanig eene onderfcheiding (ƒ) wel meer overeenkomltig de waare geftddheid der zaak zou ge- ' weest zyn; maar dat hy vertrouwde, dat men de omitfie hier van wel zou willen toefchryven aan den haast, met welken hv aan Boord van ftellen P Zy" RapPort had mo£ten °P- ^?a.CuVe!.do ^e voorr]oemde Capitein zyn ondethebbend Sch,p, (*) ten ryde der geordonneerde Expeditie naar Bres*, volledig in ftaat verklaard had , tot het doen van een Kruistogt in de Noordzee zoo lang, als de Victualie itrekte ; en zulks, niettegenftaande hv , fvol. gens de laatlte order, coor den S. b. N. van Braam , (0 Verhoor Capitein Bosch, No. 3. Art. 10. (k) Idem, No. 2, Art. 1,  juxï, STAAT EN OORLOG. 1585. 15» Braam, CO naam van den Commandant der Vloot , vóór die van den eerften October gegeeven , geviclualieerd moetende zyn tot den laatften October) dezelve Victualie, byzonder, zoo hy zeide, uit hoofde van de by hem ingenomen Landtroupes , op dien tyd, maar voor veertien dagen zou hebben kunnen doen ftrekken ; na verlóóp van welken tyd hy reeds aan diverfe articulen zou te kort gekomen zyn. Dan op welk laatsrgezegde weder te remarqueeren valt, dat deze Landtroupes, door welker inneeming hy Capitein voorgaf, deze fchaa'rshei 1 van Victualie veroorzaakt te zyn geweest , by hem echter, alleen tot fuppletie van zyne eigene aan de Rol mataqueerende Manfchappen , ingevolge het aanbod , door Z. H. in den Krygsraad van den 9 September gedaan , waren overgenomen : zoo dat derhalve hier mede de gemelde voorziening met minderen voorraad van Victualie , dan hy Capitein, volgens de laatlte order, des tyds had moeten inhebben (en welken voorraad hy ook , al was zelfs door dit inneemen van Landtroupes het getal zyner manfchappen buitengewoon vermeerderd, in evenredigheid tydig had behooren te doen fuppleeren) met weinig grond kon gewettigd worden. Dat, wel is waar, de gezegde Capitein gedeclareerd had, (»?) dat hy, om dezen aangaande buiten reproclie te blyven, zeer wel zou gezorgd hebben, dat hy het geen ontbreeken mogt, het zy van de Helder of Texel, het zy by leening van de andere Capiteinen , gekreegen had; waarop hy zich dan ook telkens hieromtrent had beroepen , in het byzonder onder anderen, wanneer hem voorgefteld was , («) of hy niet fpeciaal wegens de bewuste ernltige recommandatie, door Z. H. in den (/) Verhoor Capitein Bosch, No. 2. Art. 3 en 5. (oO Tbidem, Art. 5. ((») Idem, No. 3. Art. 11. vergeleken me; A1.2, en 4 ibidem.  ï«o jotx, ZAAKEN VAN 178$. den Krygsraad van den 5 September gedaan, bet van zyn pligt geoordeeld had, van dien tyd af te zorgen , dat zyn onderhebbend Schip ten minften tot het einde der Victualie-tyd van alles behoorlyk was voorzien: dan dat niet wel kon Worden ontkend, dat hy Capitein het geenszins op dit middel had behooren te laaten aankomen, daar hy hier geene® diergelyke fuppofitien, maar zyne bepaalde ordres, in het oog te houden en op te volgen had , en ook van hetzelve middel nimmer volkomen zeker was; terwyl de. andere Capiteinen, indien zulk' een handèlwyzé hun vryftond, zich ligtelyk in het zelfde geval konden bevinden, en dus, den een het op den anderen laatende aankomen, geenenen der Scheepen , wanneer 'er noodzaak mogt zyn , om dezelven te employeeren, zoodanig voorzien konden bevonden worden , als behoorde; en, ingevolge de gegeevene orders, vastelyk moest worden veronderfteld. Dat; volgens opgaaf van den Capitein Bosch, 'er, wanneer het wéér zulks permitteert, (o) doorgaans wel geleegènheid is, om van de Heider en Texel Boter, Kaas en ook Erwten en Stokvisch te bekomen , doch niet in groote quantiteiten, als mede wel voor één week versch Brood; welke bepaalingen van goed wéér en goede gelegenheid dus het employ van dit middel, hoe ligt hy Capitein hetzelve ook had mogen ftellen, geheel onzeker maakten, gelyk ook de weinige bevoegdheid, om daar op, by het bekomen van een order , ten einde immediaat tot de eene of andere Expeditie uittezeilen, vastelyk ftaat te maaken , even hier door des te meer bevestigd wierd ; daar evenwel zoodanig een order, Qt>) ten minften zoo lang de Victualietyd duurde , elk oogenblik konde en moest verwagt worden. DaS O) Verhoor Capt. Bosch, No. 3. Alt. 1 en 3. {p) Ibidem, Art. 2.  july, STAAT EN OORLOG. 1785. lót Dat de meergemelde Capitein wyders mede gedeclareerd had, dat hy, («7) althans voor zoo veel hem voorltond , na het in rienen van zyn Rapport aan den V. A. Hartfinck , geene nadere orders tot het dien onverminderd in gereedheid brengen van zyn Schip had ontvangen ; en dat hy daar toe ook niets anders gedaan had, dan, ingevolge de nader bekomen order, om tot primo Mey te victualieeren (welke order (r) hem te gelyk met die tot het zeilen naar Breit was ter hand gefteld) aan zyn Solliciteur gefchreeven , en van denzelven de gemelde Victualie gerequiieerd te hebben: offchoon, hem naderhand voorgeffeld zynde, of hy het dan niet van zyn pligt geoordeeld had, na de bekomene informatien van de apparentie eener Expeditie naar Brest, daadelyk de door hem gefuppediteerde middelen van bet ontbieden eeniger Victualie van de Helder of Texel, of wel het leenen van de andere Capiteins, in het werk te ftellen, ten einde, ingevalle by fchielyk order tot het uitzeilen gekreegen had, (het geen hv moest veronderftellen, dat alsnog gebeuren kon) zvn onderhebbend Schip ten minften tot primo November van genoegzaame Victualie voorzien ware; hy Capitein daar op, tegen de even te vooren vermelde opgaaf aan, gezegd had, Q) dat hy direct: op dien tyd had gezorgd, otn zyn Schip door de opgegeevene middelen zoodanig te voorzien, dat het de nodige Victualie tot het einde van den Viótualietyd inhad : terwyl hy, wanneer hem daar op de volftrekte tegenftrydigheid deezer twee laatstgemelde opgaaven, ten aanzien van zyn verrichte ter dezer gelegenheid, was onder het oog gebragt, zulks had getragt te vereffenen, met ais toen te verklagen, dat hy, (?) Verhoor Capt. Bosch, No, 1. Art. 10^22. (r) Ibidem, Art. 10. -mW Idem, No. 3. Art. 4. XXIX. üekju L  162 july, ZA AKEN VAN 1785. hy, by" cis tot het einde van den geordonneerden Victualie-tyd, en langer niet; mitsgaders die bereekening zelfs te bepaalen over het getal der Manfchappen , niet zoo als die tot de compleete rol zouden behooren; maar, zoo als dezelven, ren tyde der geordonneerde Victualie , efft&ivelyk zich aan Boord mogten bevinden : van welke befchikking tor eene reden was gegeeven , dat anderszins de Capiteinen te veel gevaar van fcha» de zouden loopen , alzo de Admiraliteiten, ingeval een Schip genomen wordt, aan de Capi. teinen voor de daar by verlooren gaande Victualie niet meerder goed doen , dan naar evenredigheid der effective aan Boord geweest zynde Manfchappen; en züks alleen, tot den laatften dag van den geordonneeideu Victualie-tyd toe OO. Uit (w) Verhoor Capitein Bosch, No. a. Art. 6. Verhoor Capitein Staringh, No. a. Art. 5. &c.  july, staat en oorlog. 1785. i>'y 1785. Geven met fchuldigen eerbied te kennen de Geconfticueerden en Gecommitteerden , uit naam der Burgery dezer Stad, hoe zy, zedert korten tyd, d»or zoo veele duidelyke blykeu des beJanggelozen yvers van UEd. Achtb. voor het welzyn derzelve, zoo geheel en al aan UEd. Achtb. en derzelve belangen» verknogt, dat zy deze van hunne eigene onaflcheidbaar keuren , thans, tot hunne onnitdrukkelyke iinarte, gedrongen worden, hun zielsverdriet, en met hetzelve de opregte gevoelens hunnes harten, in den boezem van UEd. Achtb. uitteftorten. Dat het UEd. Achtb. niet voorkome, als of dezer Stads Burgeiy, en in derzelver naam Gecoullitueerden en Gecommitteerden, in dit ogenblik eenig misnoenen voeden , eenige klagte inbrengen wilden tegens UEd. Achtb.! De Ondergetekenden vinden zig, Gode zy dank! niet m dit geval S Verfchillende denkwyzen moge ééns verfchilleude begrippen te voorfchyn gebragt, en (taande hebben doen houden. Geconftitueerden en Gecommitteerden hebben het genoegen, de betuigingen der vurigfte dankbaarheid van hun eu hunne MedeBurgers te vernieuwen ; en de grond van deze hunne dankbaarheid is de grond van deze hunne fchuldpligtige eerbiedige demarche. Met ontroering — met verbaasiheid —. en een byna onbedwingelyk misnoegen , het welk reeds zoude zyn losgebarften, waren Geconltitueerdm en Gecommuteerden niet overtuigd, dat UEd. Achtb. gedrag in alles hunne goedkeuring verdiende, en den geftrengften toets des Regts doorftaan konde, — vertrouwden zy niet op UEd. Achtb. cordate ftandvastigheid, zoo dra „ en zoo lang zy op de onderlteuning eener tot alles gereede Burgery ftaat konden maken , met zulke fterke telkens verwisfelende gewaarwordingen, alken door het be.  july, STAAT EN OORLOG. i?tj. t77 bezef, hoe noodzakelyk de bedaardheid ware, in dit allergewigtigs' tydftip; getemperd, vernamen Geconi ftjrueerden en Gpcmmitteerden, dat Hun Ed. Mog. de Staaten dezer Provfouie hadden kunnen goedvinden, den Heer Gedepu' erden dezer Stad de fesfie in de Staatsvergadering en vergadering van Heeren GedeputeeMen te ontzeggen. Zirting té ontzeggen aan de Gedeputeerden dezer Stad in de'Staatsvergadering en Gederuteerde Staaten, is1 een inbreuk op de voorregten van UEd. Aëhtb., en zulks te doen, omdat UEd. Achtb. de domestique Bezwaren afgedaan , en zig, in zoo verre van den eed op 'c Reglement van 1674 omflagen hadden, gelyk zy bevoegd en verpligt waren , is tevens een inbreuk gedaan op Stads, en Burgerregtcn, welke UEd. Achtb. voor een Alwetend God bezworen hebben te zullen handhaven, in welker handhaving elk Burger volgens zynen Burgereed UEd. Achtb. verpligt is tot zynen jonrrften levénsfnik te onderfteunen. Geconftitueerden'en Gecommitteerden zien te duidelyk de angstbarende gevolgen, welke voor deze Stad, voor der Ingezetenen Vrybeden en Reg-.en zoudtn zyn te dugten, indien Hun Ed. Mog. zoo willekeurig, dat, . 'er geen tweede voorbeeld, zoo lang de Republiek ga-' ftaan heeft, is aantewyzen, dezelve zouden kunnen verminderen, apfchonen, vermengen , om niet te bevroeden, dat UEd. Achtb. zig verpligt moeten vinden, cm zig regens zulke eene arbitraire Refolutie"te handhaven, maar bezeilen tevens, dat 't voor UEd. Achtb. van aanbelang is, der Burgeren gevoelens en voorne. mens kundig re worden , en uit dien hoofie is het dat Geconftitueerden en Gecommitteerden UEJ. Ach.b! by dezen verwittigen, dat deze Stads Burgery nimmer zal dulden, dat hunne Achtbare en waardise Burgervaderen in hunne Regten verkort, in hunne Perfoonen in hunne goederen , in de voordeelen, met de Posten of Commisfien, welke zy bekleeden, verknögr, benadeeld zullen worden, »t zy onder fchyn van regt of door openlyk geweld, maar dat zy alles zal opzetten om UEd. Achtb. by het vol genot van dit alles tékens elkve^,e4n l^elVk> met g°ed e" bloed te handhaven. Xjua. deel. M Ên  «78 julv, ZA AKEN VAN En even ernftig denken Geconftitueerden en Gecommitteerden over hunne eigene , over hunner Mede» Burgeren belangens, en even volkomen houden zy zig van UEd, Achtb. handhaving van het geen hun dier» barer is, dan hun leven verzekerd. Hunne Belangens, hunne Voorregter, hangen aan een zyde draad. Hun» ne Voorregten zyn in die hunner Repraefentanten gele dom* n. Hunne Belangens hangen van den willekeur af. Hu'me Vryheid, hunne Veiligheid is te gelyk met die van UEd. Achtb. op losfe fchroeven gefteld , en derzelve vernietiging kunnen, mogen, zy niet onver» fc> i \u aanfchouwen. Geconttitueercten en Gecommitteerden weten , wat zy zig zeUen , wat zy hunne Vrouwen en Kinderen, hunne N komelingfchap, wat zy aan UEd. Achtb. en "flerzeiver Familien, wat zy aan deze hunne GeboorteStad, aan gantsch Nederland zyn verfchuldigd; en hierom wenden zig Geconftitueerden en Gecommitteerden, uit naam hunner Mede-Burgers, tot UEd. Achtb. met het eerbiedig dog ernftig verzoek: ,, Dat het UEd. ,, Achtb. behagen mogen, zoo lange die Refolutie in t, de Vergadering der Staaten zoo wel, als in die der „ Hoeren Gedeputeerden Staaten, niet zal zyn inge- trokken, — zoo lang aan deze Stad hieromtrent geen „ genoegen gegeeven, en den Heeren Gedeputeerden ,, zyne agierftallen , indien zulks door deze feitelyke „ ontzegging der Verga lering plaats mogte vinden, ,, niet tfergoed worden, om hoe eer hoe beter een t, plegtig en bondig Protest over deze handelwys van „ Hu,' Ed. Mog. ter S aacen Vergadering te doen in„ weren , mee declaratie van alles, het geen intus,, fchen ter Staaïs-Vergadering gerefolveerd mogte wori, den, voor informeel, kragteloos, nul, en van gee,, ner waarde te zullen houden. Vervolgens gelykty„ dig te declareren, van zoo lange geene Provintiale „ lasten ten Comptoire der Provintie te zullen inbren„ gen, maar deze daje'yk intehouden, en ter goed„ making van alles te zullen aanwenden, 'c welk Hun ,, Ed. Mog. mogten goedvinden terug te houden; met „ byvoeging van alle de gevolgen, uit dezan ongehoor„ den flap van Hun Ed. Mog. te dugten, ter verant- „ vvoor»  juLY, STAAT EN OORLOG. 1785. 179 woording van Hun Ed. Mog. overtelaten, — van „ alles, indien dit niet bate, aan de integreerende Le„ den van 't Bondgenootfchap door eene circulaire ,, Misfiwe, met den geheelen toedragt van zaken , en ,, verzoek om hunne goede Officien by Hun Ed. Mog.; „ om hunne bemiddeling, in zoo verre deze zaake voor 't arbitrage kan fufceptibel gemaakt worden, en by „ derzelver mislukking, kragtdadige hulpe, of ten min» „ ften verhoeding, dat de Militaire magt, op hunne „ repartitie ftaande, herwaarts geleid worde, volgens „ de Art. der Unie van Utrecht, kennis te geven , „ zoo en in diervoegen , als UEd. Achtb. 't voor bet „ welzyn van deze Stad, ter handhaving van der Bur„ geren Vryheid en Regteu, ter verdediging der ge,, fchouden Achtbaarheid van deze Stad - Regeering, het gefchiktfte zullen keuren; — verzoekende alleen „ nog Geconftitueerden en Gecommitteerden, dat het UEd. Achtb. verder moge behagen, om deze Vroed„ fchaps - Vergadering te continueeren, tot 'er finaal „ door UEd. Achtb. een belluit zal zyn genomen, en 5, dan hetzelve, door het oproepen der geheele Bur„ gery , op last van UEd!. Achtb. , aan hun bekend ,, te maken , ten einde UEd. Achtb. in ftaat te ftel» „ len, om te kunnen oordeelen, in hoe verre zy, in den nood , op eene Burgery ftaat kunnen maken , ,, in welker naam Geconftitueerden en Gecommitteer,, den UEd. Achtb. verzekerd hebben, dat deze goed ,, en bloed wil opzetten zoo ter befcherming hunner ,, Vryheid en Regten , als ter verdediging van UEd, Achtb. en derzelver handhaving." 't Welk dtende enz. M i LXXVII.  180 july, Z A AKEN VAN 1785, LXXVII. Mlsfive van de Staaten van Utrecht aan de Magiflraat van Wyk by Duurftede; nevens het Antwoord op dezelve. In dato 19 en aö Juiy 1785. EDELE, ER.EW1FETJÏ, vrome ! Ter Vergaderinge der Heeren Staaten zynde voorgekomen, dit de Ma^jftraat tier Stad Wyk by Duurttede had kunnen goedvinden, by ipeciale Refolutie door de Minderheid van dien genomen , en aan de Burgeren dier Stad, of aan derzelver Geconftiiueerden gecommuniceerd , aile de Leden der Regeeringe aldaar van den eed op het Reglement der Provmtiale Reaeeringe van den jaare 1674, immers voor een gedeelte te oiitllaan, en voor ontQagen te houden, en ter gelvker tyd een nieuwe R -geerings orde binnen hunne S ad te arresteeren en vastteltelitn; heboe» Hun Ei. Mog. no.iig geoordeeld re comrnitteeren de Hoeren van Cockengen , van Wolphaartsdyk, Pesters, van Schonauwen, van Zuylen, van Schalkwyk , twee Heejen Burgemeefteren der S ad Utrecht', en eerften Burgemeefter van Amersfoou, ten einde met Uw Eet. deswegens te cor.'fereeren , en dezelve te tragten van de irreguliere handelwyze , in de?.en aanlopende tegen de Regteu dezer Provintie te convinceeren, en ter vermetiginge van deze allezints irreguliere en onwettige Refolutie te adhorteren, en voorts ons geauthorifeerd, om Uw Ed. van deze benoemde Commisfie te informeeren, en teffens te verzoeken , zoodanige Heeren ter Vergaderinge van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten, gelyk ook ter onzer Vergaderinge te willen c< mmitteeren, welke zig voor als nog niet hebben ontffgen van den eed bovengemeld, alzoo de Heer van Osfenherg, en andere .Heeren , welke zig met de Refblune, breder hier boven gealh-geerd, geconformeerd , en alzulks zig ontflagen hebben van meergenoemden eed , even hierdoor onbekwaam zyn geworden, om ter Vergade. rir>  jüxy, STAAT EN OORLOG. 1785. 181 ringe der Heeren Staaten , of derzelver ordinaris Gedeputeerden , te compareeren, zoo lange dezelve zig in dat cas zouden mogen bevinden, dat van den ee 1, by hunne admisfie gedaan, zouden moeten geoordeeld ontflaigen te zyn. Hier meede edele, erentfeste, vromej Beveelen wy UEd. in de befcherming van God Al- magtig. Gefchreeven te Utrecht den 19 July 1785, (Was get.) athlove, V\ Uwe Ed. goede Vrienden, de Gedeputeerden yan de ötaaten 's Lands van Utrechr. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) h. a. laan. edele mogende heeren ! Wy hebben wel ontfangen eene Misfive van den 19 Juny jongstleden , waatby de Heeren UEd. Mog. Gedeputeerden aan ons te kennen geven , enz. Wy willen niet ontveinzen, Ed. Mog. Heeren , dat wy die Misfive tot onze verwondering ontvangen hebben, als wy reflefteeren „ dat het point, rakende de ,*,' Magiftraats-beftellingen van Stad en Steden, behoord „ onder die byzohdere pointen , waarmeede Geëligeer„ de en Ridderfchap zig niet vermogen te bemoeijen, „ maar vèrbleeven is aan S;ad en Steden," dermaten, M 3 dat  jg2 july, 2AAREN VAN dat UEd. Mog. Gecommitteerden by derzelver uitgebragte rapport van den eerften September 1784, op dat fujet aan UEd. Mog. hebben geadvifeert , dat die arrangementen en preqmtien , door de Stedelyke Regeeringen met derzelver Burgeryen gereguleerd en geapplaneerd kunnen worden , en daarom die aan dezelve Regeerders hebben overgelaten, NB. zonder in het Re- {lement daarvan te mentioneeren, ten welken einde JEd. Mog. aan ons, dat rapport, om ons daaraan te gedragen, hebben toegezonden. Wy hebben dus ingevolge het Regt aan ons competeerende, bepaald hec aandeel , dat onze Burgery in de aanftelling hunner Regenten , voortaan zouden en behoorden te hebben, op zoodanig een wyze als overeenkomende is met het voorgemelte aan ons toegezonden Rapport, namentlyic als ter voorkoming van kuiperyen, cabalen en andere disordres, meest gefchikt geoordeeld is; en geconüdereert dit, op het Regt, onze Stad competeerende, ook aan ons is overgelaten, zonder dat daarvan in het voorgefchreven Reglement is gementioneert, en dienvolgende ook nimmer een objecl; worden kan, om in dat Reglement te infereeren, hebben wy by het applaneren van hetzelve geoordeelc, dat, daar wy met onze Burgèry het Regt en de Magt hadden , om hetzelve te reguleeren en te applaneren, en dat de voorftem» mende Leden, even weinig als de andere Steden , zig daar mede konden of vermogen te bemoeijen, dat wy dan ook volkomen bevoegd waren om, voor zoo verre die arrangementen en vastjiellingen betreffen, het Reglement van den jaare 1674 buiten werking te ftellen, en onze Burgers dadelyk te ftellen in dat genot der aanftelling van hunne Regenten , op zoodanig eene wyze als UEd. Mog. door het voorfchreven aan ons toegezonden Rapport avoueeren, dat wy geregtigd en be°. voegd waren. Wy hebben ons wel gewagt, eenen ftap, hoe gering ook, verder gegaan te zyn, als het Regt, dat UEd. Mog. uitdrukkelyk aan Stad en Steden toegekent hebben. Wy hebben daarin geenzints op eene irireguliere of onwettige wyze geprocedeert, ten ware UEd. Mog. dit zouden gelieven te vinden, daarin dat onze Refolutie met meerderheid van Hemmen  jtxY, STAAT EN OORLOG. 178$. 183 men zoude genomen zyn, — dog dan, het zy ons ge. permitteerd het reguliere van die conclufie te mogen adftrueeren, uit alle zoodanige befiuiten, als ter Vergadering van UEd Mog. met eene disfentieerende Meerderheid , genoegzaam zedert een reeks van tyien zyn genomen, zonder dat men immer het ft beweerd, dat de Leden van de fuccumbeerende Minderheid , daarom de competentie en gefchiktfte Leden, om ter Vergadering van UEd. Mog. by preferentie van de prevaleerende Meerderheid behoorden gecommitteerd t» worden, UEd. Mog. zullen ons gelieven te excufeeren, dat daar wy, als integreerende Leden van de Souveraine Vergadering dezer Provintie , in onze alleen pure en zuivere domestike Stads Regeering befteiling, niets anders gedaan hebben , dan het geene regulier, wettig, en aan ons toekomt, zonder daardoor eenige de allerminfte atteinte te hebben toegebragt aan het fubfisteerend Provintiaal Reglement , waarover de befchryving tegens den tienden Augustus eerstkomende is uitgegaan, zoo zullen UEd Mog. ons wel gelieven te excufeeren , om daarover met een Commisfie, op de gronden by voorgemelte Misfive van UEd Mog Gedeputeerden ter nedergefield, in eenige conferentie te kontien komen, als zoodanig een conferentie op die gronden by ons van geene vrugt zoude konnen zyo, na tien wy, wel verre van oordeel te zyn, dat onze handelwyze in dezen zoude aanlopen tegen de Regten van deze Provintie, wy vertrouwen, van geen ander Regt gebruik gemaakt te hebben , dan van dat Stedelyke Regt , waarby wy en onze Burgers, door UEd. M >g., uit hoofden van den eed op het Reglement van 1674, behooren gehandhaafd te worden. Wy verfeeren dus in dat vertrouwen, dat Ulid. Mog. ons en onze Burgeren by dat regt wel zullen gelieven te conferveeren, en dus onaangezien hetzelve, en het gebruik, dat wy daarvan op de begeerte van onze goede Burgery gemaakt hebben , gelet hetzelve alieen van het nog lubfisteerende Provintiale Regeerings beftel is, onze Stad ook wel zullen gelieven te bewaren by dat Regt, het welk falva emni reverentia, in het vermogen van UEd. Mog. niet zoude zyn, om, als een Lid van UEd. Mog. SouveM 4 rai-  184 aug. ZAAKEN VAN . 1?8s. Mine Vergadering, haar daarvan te ontzetten, of palen te ftel'en, en dus, dat UEd. Mo?, in de Vergadering van fctaate 2Uucn gei!even te on fm»en zoodanige Gecommitteerden , als, in den PröüntiaJen Eed ftaan ie door ons zal worden afgezonden , terwvl wv in "en co--arte geval ons verpligt ooMeelen, voor onze Stad en Burgerye ter behoud van onze Repten en Voorrog. ten te protesteeren, zoo tegens de Ref )lutïe by UEd. Mog. ter laatfter Staaien Vergadering genomen, als die M°K- 'n dezen "ader zuilen neemen, tin eir.de om en onze Burgerye daartegen te maintineeren, zoo- tZ tZlolrZ h°0fden T °m Hier medtf Ed, Mog. Heeren! Beveelen wy UEd. Mo?, in de befcf-ermmg van God Aimagtig. G-lchreeven te Wyk den zó July 1785. LXXVIII. Adres van de Qecon/Tiiueerdsns der Burgery aan ik Edele Grut Jchth Heeren Burgermee/leren en Vroed. Jchappen der Stad Utrecht. In dato x Augustus 1785. Geven met fcbuldjgen eerbied te kennen de Geconfhtueerden van im5 Burgers en Inwoonders dezer Stad; dat zy Ondergetekende by het overleveren der curfideratien op her Staars-raport, den 30 SepiemTfL17H' 0VerjJebiagt ln hande» van de tien Heeren UEd. Groot Achtb. Gecommitteerde,*, hetzelve w\ bewys van hunne qualiteit hadden gedaan, met een geannexeerde Copta authentiek van de Acte van Vol magt en Autbonfatie, den ,6 September ,784 en volgende dagen tot den 30 derzelver maand, voor Didericus Johannes van Olst en Daniël Röther, Notan£,'dfennGHtU'gern,b!nneVeze S:a>1 «epasfeerd, waVrY.imP 8efchreeVe fpeciaIvk 2Vn Vauthorifeerd , „ omme in naam en van wegens de Comparanten all „ Ondertekenaren der* pointen tot redres der bezwa,, ren , zco votgens een overgeleverd gedrukt Plan , »> als  auo. STAAT EN OORLOG. 1785. 1% „ als anders , der Comparanten Resten en Voorreg„ ten , als Burgeren en Inwoonders dezer Stad, daar en zoo hét behoord , te fustineeren, voorftaan, 'en he'pen maintineéren; ten dien einde óver dezelve ,', pointen rot redres der" bezwaren' zoo 't zelve zai 3, wórden gereqüireerd, mer S aais-LedeSn dezer Provintie in befoigne en conferentie te komen, zoo wef ,, als met Gecommitteerden uit de Magiflraat dezer ,, Stad, tot het reguleeren en .vastitel'en van 3e huis» „ fioudelyke poin'en , welke tot S'ads R.egeerings-be,, Helling alleen behooren, en het object van een Staauwyze deliberatie en concltifie niet konnen worden, daaromtrent met Heeren , zoo rakende het Staats,, als Stads - bellier, ('ie zaken tot eene conclufie tn afdoeninge te brengen, en daartoe, des gerequi» reerd, in naam v'an de Comparanten, als Burgeren en Inwoonders dezer Stad en'Provintie, derzef/er confent en inflemminge te dragen; of wel by onver,, hoopte ontllentenis , die voordragten , waartoe de „ Comparauten niet zouden konnen of behooren te „ komen, te declineeren; en daartoe, mitsgaders hy „ alle vereischt wordende gelegenheden, der Cpmpa,, ranten regt, als Burgeren en Inwoonders dezer Stad, j, zoo by Requesten, Adresfen , Betoogichriften , Confideratien en Deductien, voortedragen, voorteftellen ,, en te fouteneeren, enz." Zynde deze Authonfatie gepasfeerd uit confiderafie, dat het groot aanbelang en gewigt der zake volllrekt vorderde, dat zulks door een Commisfie uit de Burgery dezer Stad , voorzien met die magt en amhorilatie , wierde verrigt; alles conform aan dezelve Acte, dewelke op den 14 FeBruary dezes jaars nader ter tafele van UEd. Gro)t Achtb. overgebragt, en in den Raad gelezen , gere» fumeerd, en in de Notule van dien dag geinfereerd zynde, overeenkomll'g aan het toen uitgebragre rapport, van de tien Heeren UEd. Groot Acntb. G committeerdens, ten gevolge, dat conform aan dat rap» port UEl. Groot Achtb. by Refolutie van den 21 derzelver maand February dezes jaars , hebben gedeclafeeid, „ de Ondergefchreeven, of die by hun nader3, hand gefurrogeerd-mogten zyn, te houden voor Ge° M 5 „ con-  lU auc. ZAAK EN VAN t?8j; „ conftiruraeerden en Gequalificeerden van 1115 Bur,, geren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzelver ,, Perzonen te reprefènteeren, en haare belangen als 3, Burgeren en Ingezetenen dezer Stad , omme derzei» ,, ver P^iv.onen te reprefenteeren , en haare belangen „ als- Burgeren en Ingezerenen dezer Stad, in V main3, tineeren van derzelver Burger- Privilegiën en Reg* ten waartenemen" En is'aar de Ondergefchreven ten blyken van bo» ver.gemelte UKd. Groot Achtb. declaratie, een Ex« traét zonder reft;mptie uirgeleverd. Ingevolge van welke Vohnagt, hebben de ün'ergefchreven met de tien Heeren, UEd. Groot Achtb G committeerdens, over de pointen tot redres der bezwaren, zonderling, zoo dezelve Artikelen, vervat by de derde en vierde HoofdBukken, en dus het Domestteke Regeerings-beftier dezer Stad betroffen , te meermalen in conferentie geweest. En aan dezelve Heeren de Coniideratien , dies betreffende, niet alleen ia gefcnriften hebben overgelever ; maar zyn dezelve ook ter communicatie voor de Burgery met den publieken druk gemeen gemaakt, ten geyolge , dat de Ondergefchreven tot hiertoe de goedkeuringe en ratificatie van dat hun verngtte van hunne voornoemde Principalen niet alleen hebben mogen ontwaren ; maar hebben zy het genoegen gehad, hun verrigtte geapprobeerd te zien door nog één honderd drie en vyftig Burgers en Inwoonders , welke door een gelyke volmagt voor bovengenoemde Notarisfen, den 3 tot den 7 Maart dezes jaars gepaslèerd „ de O idergefchreve mede ten voren gemelte fine hebben geauthonfeerd en gequalificeerd. Dat de Ondergefchreven in die hunne qualiteit zig dan ook bezig bevonden hebben, om, ingevolge van UEd. Groot Achtb. voorfchreve erkentenis, tenderende, osi, als Geconftitueerdens en Gequalificeerdens van 1*15 Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, derzelver Perzonen te reprafenteeren, en haare belangens , als Burgers en Ingezetenen dezer Stad , in het maintineéren van derzelver Burgerregten en Privilegiën waartenemen, in gereedheidheid te brengen, zoodanige bedenkingen, als zy vertrouwen, dat allergegrondst, tegen  AÜG. STAAT EN OORLOG. 1785. 187 «en de eerfte, tweede en derde Hoofdftukken van het uitgebragte rapport der tien Heeren UEd Groot Achtb. Gecommitteerdens , concerneerende de beftellingt dezer Stads Regeering, en het nomineeren en eligeeren van Kaden in de Vroedfchap, Burgermee/leren en Schepenen zyn voorgedragen, zoo wel, als concerneerende de erectie en introductie van een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery , in aanmerkinge dienen te komen ,• zoo als de Artikelen daartoe by de extraordinaire befchryving van UEd. Groot Achtb, zédert den 26 May jongstleden, en fuccesfive, by provihe zyn beraamd, en voorts by Publicatie den ag Tuly dezes jaars afgekondigt. Dat de Onckrgefchreve die gemelte be'denkelykheden in gereedheid hebben gebragt , omme o&k oogenblikkelyk, of wel binnen veertien dagen , aan UEd. Groot Achtb. te werden overgeleverd. Dan, dat de Onder-gefchréve by evengemelte UEd. Groot Achtb. Publica» tie of wel in de prtemisie derzelve hebben gelezen, dat in deze geen procuratie of quaiifiqatie voor of van iemand zal worden geadmitteerd , de Ondergefchreven niet konnen bevroeden , dat UEd. Groot Achtb. daar mede zouden beoogd hebben, hun in hunne erkende qualiteit ftilzwygende te hebben willen ontzetten van dac legt, waartoe UEd. Groot Achtb de Ondergefchreven gequalificeerd en bevoegd hebben erkend, en dus, dat UEd. Groot Achtb. by de voorfchreve Publicatie alleenlyk beoogd hebben zodanige Procuratien of Qualificatien , waar over de erkentenis van UEd. Groot Achtb. niet is gegaan, en mitsdien, dat aan de Ondergefchreven in hunne qualiteit , ingevolge van U Ed, Groot Achtb. erkentenis, de vryheid gelaaten zy, om voor hunne Principalen derzelver bedenkingen binnen veertien dagen na de Publicatie ter Secretarye van dezer Stads Politie verzegeld overtebrengen. En verzekeren de Ondergetekende in hunne qualiteit op het allerplegtigtle , dat zy ten allen tyden , en in alle oroftandigheden , voor het oog van de gantfche waereld tonnen zullen , zeer wel te weeten, en in hec oog te blyven behouden, hun pligt als Burgers omtrent een? wettige Kegeering; zoodanige Regeering namenc- lyk,  188 aug. ZAAK EN VAN ijig. iyk , welke den Burger by deszelfs verkregen en pti. bliek erkend Regt, bewaard en handhaaft, gelyk zulke verkregen en erkende Regten ook zyn voorgedaan en beweerd , door de by elk Btirg-r en Ingezeten dezer Stad zeer gereflecteerde én geëerbiedigde Regenten den Heer Oud Burgemeester Cypriaan Berger* en Heeren Raden Adriaan Hendrik Ryck, Mr fohan Fre&erik van Senden , Mr. Jan' Pieter de Ridder Mr. Jan Qarel Smisfaert, Mr. Ja$ob van H.e/teni Mr, Pieter Care/ Burman de la Bas/eceur , en Mr Willem van Dam , Heer van Lfelt , welker van tyd* tot tyd zoo mondeling als fchriftelyke gegeven A-vifen, Vota, en. Protesten , kiaarlyk den Burger hebben overreed, en allezinrs overtuigd, van hunne duure verpligting, en daaruit noodzakelyk en van zelfs geboren wordende erfcentenisfe, welke zy zoo levendig gevoelen , dat zy geene zwarigheid maaken te veïklasren, dezelve hoog gerefpeéteerde Regenten te eerbiedigen! te gehoorzamen, en te zullen blyven eerbiedigen en gehoorzamen ; zoodanig , dat zy derzelver Advifen Vota , en publiek gemaakte Protesten aannemen , zig daarby houden, en dezelve erkennen zullen, als voortgevloeid uit den mond en penne van Reprsefentanten waardig de liefde van een Volk, dat onderfcheid weec te ma;.k.n tusfchen de Regten van een Volk, én die welke de wettige Regeering competeeren! Waardig dè heide van een Volk, het welk te zeer verli-n is , om niet te kennen , en wel te kennen hun, die zig, als waaragtige Burger-Vaderen, elk oogenblik zoo roemwaardig in den Raad dezer Stad gedistingueerd hebben , en nog blyven distingueeren 3 Uit welke plegtig ten dezen gedaane verklaaring en verzekering dan allenzins evident is, en voorde gantfche waereld b'ykt, dat de Ondergefchreven, even min als derzelver Principalen met voljlrekte Democratifche Principes bezield zyn, welke zy integendeel zoo zeef verfoeien en abommeeren, als zy met mogelykheid een afkeer kunnen hebben yan alles, wat na voljlrekte Aristecratifche ge- I voelei s immer zwpemen zal of gelyken. En hebben de O; iergefchreven zig genoodzaakt gevonden, deze plegtige verklaaring te doen, als zy he- den  üüc» STAAT EN OORLOG. 1785. 189 den begrypen , van hoedanige groot: en gewigtige uiportance het is, een propt te maaken , en zoo veel meer het arresteereu van eene verandering, verbetering, en gedeeltelyke affchaffing van een tot hiertoe gefubfiIteprd hebbende Regeerings Reglement. En het is om alle deze kprteiyk gededuceerde redenen en motiven , dat de Qndergefchreve , in hunne qualiteit, eerbiediglyk verklaaren , dit ter voldoening van de hen opgedraagen, en by UEd. Gr. Achtb. erkende qualificatie, hun voornemen te zyn ; in dat vertrouwen , dat U Ed. Gr. Achtb. , ingevolge de meer bovengemelde erkende qualiteit, derz'elverCo.dideratien en Bedenkingen op het geprojecteerd Regeerings Reglement zullen gelieven te ontfai>gen. Dan , dat by onverhoopt contrarie begrip van ÜE l. Gr. Achtb., de Ondergfcfc'ireveu daar van mo&en geïnformeerd worden, om hetzelve ter kennisle van hunne Principalen te brengen, ten einde dezelve door een anderzints beruste 1 in de Ondergefchreven, geen tyd verliezen, om in dezen te doen , het geene zy zulien oordeelen te behooren. En dai UEd. Gr. Achtb., zoo voor de Ondergefchreven, als voor hunne Principalen, ten einde zig daarna te kunnen reguleeren, op het ontfangen va:i de roorfc'ireve.Con(ideratien en Ikdenkingen , UEd. Gr Achtb. gelieven te verklaaren; en dat UEd. Gr. Achtb. declaratoir, op het Tegenwoordig ingediende, aan de Oidergefchreven, vermits de zoo. zeer kort op bannen zynde tyd, nog op heden zonder refumptie aan hen moge werden uitgeleverd. 't Welk doende enz. (en was ondert.) Door alle de Geconltnueerdens. LXXIX.  Tpo aüo> ZAAKEN VAN 1785, LXXIX. Adres van Gecommitteerden der Schuttery aan de Edele Groot Jchtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap. pen der Stad Utrecht. In dato 1 Augustus 178J. Gecommitteerden van de Burgers uit de agt Schutters Compagnien dezer Stad , met het uiterlte leedwezen vernomen hebbende de telkens door de Meerderheid der Vroedfchap na den 11 Maart genomene Refolutien, door welke de brave Burgeren en Ingezetenen, in het maintineeren hunner Regten en Privilegiën, merkelyk geprajudiceerd worden, en wel voornaamtlyk de thans gearresteerde en geaffigeerde Puphcatie, ten geleide van het provifioneel beraamde Regeerings-Reglement, s, behelzende, dat, indien de goecie Burgers en Ingezetenen eenige gegronde beden,, kingen op het voorn, provifioneel gearresteerde en „ geaffigeerde Reglement mogten hebben, zy vermaand „ worden, dezelve, met reden bekleed, in gefchriften „ gelteld, en onderteekend enz. binnen veertien dagen „ na het doen van gemelde Publicatie, ter Secretary „ van dezer Stads Poliiie verzegeld overtebrengen , ,, zonder dat daarby eenige Procuratie of Öualificatie „ word geadmitteerd , om quafi een yder vryheid te „ geven, om de Vroedfchap van zyne byzondere be„ grippen te informeeren; wordende teffens een iege„ lyk gewaarfchouwd, zyne Confideratien binnen den „ tyd van veertien dagen eptegeven , zullende hy an„ ders gerekend worden , in het voorfchreven provi„ iioneel beraamde , omtrent het Regeerings - Regie. „ ment, genoegen te neemen, en ftilzwygende te con„ lenteeren." — Vinden zig onvermydelyk verpligt, gebruik te maken van de hen gedemandeerde Commislie, welke voornaamtlyk is ftrekkende, „ om op de „ belangens der Burgery agt te geven, en alles uitte„ voeren, wat de tyd, of de omftandigheden omtrent }> dezelve vereisfchen." De Ondergetekende overwogen hebbende, hoe het Volk  Aüe. STAAT EN OORLOG. 1785. 19% Volk voor eenige jaaren kennis kreeg van de publieke zaken, van de waare gefleldheid zyns Vaderlands, zyne eigen waardy begon te gevoelen , de ryranny zogt te vernietigen , en aan het Vaderland eene waare Republikainfche gedaante te geven. — Hoe hetzelve zig daarop wapende , en de handen in een floeg, om in Raat te zyn, van de wettige Regeeringen te behoeden, en de Burgerregten en Vryheid tegen alle inbreuken met goed en bloed te beveiligen. — Hoe de harmonie en onderling vertrouwen plaats hadden tusfchen de Regeering en het Volk. Welke onderhandelingen men in derzelve byeenkomften zag maken, — hoe men in dezelve over het welzyn van het Vaderland fprak, — welke ontwerpen men ondeiling maakte, om de Regeering, en daardoor her Volk van de kluisters te ontlasten, met welke zy door de Stadhouders willekeurig gebonden waren. — Welke Remonftrantien men voorfloeg, welke door het beste gedeelte van het Volk moeiten gedaan worden , om daardoor vooreerst de Regeering van de ilaaffche banden te ontheffen, en daaina verder hunne eigen Vryheid te herftellen. — Hoe dit alles door de Regeering als de Volkftem wierd aangemerkt, al waren die remonftrantien door niet meer dan 304 Burgeren ondertekend. —— Hoe de Burgery, en maar de Burgery alléén , daardoor de Regeering in haar wettig gezag herfteld heeft. De Ondergetekende verder overwegende , wat het gevolg geweest is van alle deze nuttige en heilzame pogingen. — Hoe de Burgers alleen fchynen , veranderd te zyn van Meefiets, welke hen nog harder drukken , dan zy onder het juk der Stadhouders gedrukt zyn. — Hoe het V,lk , nalat het alles had aangewend, om de Reyeering te bevryden, nu het op zyn eigen Regten en Vryheden aankwam, alle wegen zyn benomen, om tot dezelve te geraken. — Hoe deszelfs verzoek, om geenen Regent te hebben , die zig tegen of niet voor der Burgeren Regten had gedeclareerd , zonder te bepalen , wien de Regeering moest verkk-, zen , op eene hoonende wyze wi'erd van de hand gewezen, daar het regt van de electie onmiddelyk by de Burgery zelve refideerd, en alleen op derzelver naam, door  auc, Z A AKEN VAN t78j, door de Regeering word uitgeoeffend, zoo als UEd Gr. Achtb. met her gcqotft* regt zelve hebben geueld in den "brief, aan Zyne Hoogheid gezonden. — Hie niertegerftaande dit verzoek, tot Regent wierd v^rkoren een Heer, die opentlyk ftreed tegen het verzog e en hec ongenoegen der Buigtry op zig had. ~ Hol vervolgens die zelve brave Burgeiy , «oor eene zoo laeiive Publicatie voor het oog van de gati.fche Waereld als Oproermakers wierd ten toon gefteld en zulks omdat zy haare Regten had voorgeftaan. — Hoe eene" Refolutie is genomen , by welke het Volk, w'aarby de Mag! van alles refideert, wierd verboden, om met zvne Reprtefentanten in de Raadkamer te fpreeken — Hoe het verzoek by Request gedaan, om door de'Regeering van den hoon van de gem. Publicatie om heft te worden, en voldoening te erlangen voor de belediging, der Burgeren door eeneii Tvoy aangecaa;, op eene ailerimadelyklle wyze is verworpen. — Hoe'vervolgens de Meerderheid der Vroedfchap baare fbia heeft gegeven tot het emaneeren van een Publicatie door welke het praefenieere» van fchriftelyke verzoeken jelfs, ten iterkfte gellremd is, waardoor derhalven de .Volkitem is gefmoord geworden. — Hoe men nu eindelyk, daar het direct op des Volks Regten aankomt, een provifioneel Regeerings Reglement heeft beraamd, t welk in zornrnige der voornaamfie poii ■ft°n re; e.regt tegen ae opgegeven bezwaren der Burgery is ftrydende, waaiby een Publicatie is gevoegd, welke alle procuratien en qualifkatien van de hand wyst, en daarenboven hen, die zig binnen den tyd van 11'dagen na het emarei-ren van dezelve niet anJers d!clareeren, als coi.fen.eerende in het gez. Concept-Reglement wil aangemerkt hebben. De Ondergetekende verder in overweging nemende den inhoud van de Misfive van' UEd. Gr, Achtb. ter beantwoording van den Brief van Zyn Hoogheid'van den 24 Febr. 1784, vervaardigd en verzonden den 21 ■ Maart 1785. Hoe dezelve ftryd tegen de hierboven aangetoonde handelwyze van de Meerderheid der Vroedfchap Hoe daarin is gededuceerd, „ dat „ niet de Regenten zyn aangefteld voor zig zelfs , „ maar  AU*. STAAT EN OORLOG. i?S£. 19.3 „ maar wel om IiPt Volk. Dat daarenboven een „ Tacitus Confenfus van de Burgeren en Ingezetenen „ voldoende is , om eene ongeinterrumpeerde ufrntie . „ te wettigen in zodanige gemeene gevallen en zaakeri, welker befchikking en invoering muéren verllaan „ worden, aan het beleid en de beftiering der Regen„ ten te zyn overgelaatens, Dan , wanneer men han5, delt over een geval, dat buiten den gemeenen regel „ gaat, over een Privilegie ea Regc der Burgery, een „ volkomen eigendom van dezelve , van 'c welk de „ Regenten, als Reprsefentanten, maar alleen bewaa * „ ders zyn , en waar toe uit ho d'dc van den aan de„ zelve Burgeren gedanen eed , van derzelver Regteii en Privilegiën te zullen helpen coi>f;rveeren en handi haven, een Expres/as Confenfus van de Burgery no„ dig isb" Dit alles de Gecommitteerden overwogen hebbende, hebben zy zig verpligt gevdnden , uit hoofde van hec geen aan hen door hunne Quaüficatie is gedemandeerdj te protefteeren , niet alleen tegen al het geen dat na den elfde Maart door de Meerderheid van ÜEd. Gr* Achtb. is geconcludeerd, maar wel voornaamtlyk, tegen het geen in de Publicatie, ten geleide van het pro* vifioneel beraamd Reglement, omtrent de beltèlling der -Stads Regeering, door dezelve Meerderheid is gerefolveerd geworden, van namentlyk geene Procurstien of Qualificatien te admitteeren ; v^mks dit niet alleen ftryd regen het Regt, dat zelfs Onderdanen onder een Monarchie of despotieke Regeering competeert , maar veel meer tegen het Regt van vrye en onafhangelyke Volken, by welke alleen de Magt van alles is te vin* den. 2. Dat zy, die niet binnen den bepaalden tyd antwoorden , of hunne refletiieu inbrengen , hoofd voor hoofd zullen gerekend worden te conftnteertn: Gecoat mitteerden protefteeren daar tegen, om de volgende reden : —- ï. Om dat , wanneer alle Burgeren opgeroepen worden, om hunne bezwaren inteleveren, zy, die dezelve niet hebben ingeleverd., en dus itü hebben gezwegen , gerekend worden , of geene bezwaren té hebben, of zig te voegen by beu , die met hunne be- XXIX. deel. N zwa-.  194 aüg. ZAAKEN VAN I78S. zwaren opkomen, welk laatlte in dit geval (ingevalle van oproeping nameritlyk ) het meesr aanneemlyk is. Men heeft zig dus alleen geregeld naar hen, die hunne bezwaren hebben opgegeven, om dezelve zoo veel mogelyk uit den weg te ruimen. Hoe kan derhalve de Meerderheid der Vroedfchap refolutien nemen, om quafi die bezwaren uit den weg te ruimen op eene wyze, welke voKtrekr aanloopt tegen den zin van hen, die dezelve hebben opgegeven, „ zoo maar die geene, die van te voren hebben gezweegen, zig nu ook ,, niet declareeren; zullende hetzelve nu worden gere„ kend als een confent van hen, die van te voren zig ,, omtrent de opgegeven bezwaren niet hebben geuit, „ indien zy nu ook zwygen," het tegendeel is waar; want zy, die hebben Uitgezwegen, worden gerekend , of in de door de meeste Ondertekenaren opgegeven bezwaren te hebben geconfenteerd , of geene bezwaren te hebben gehad. Wanneer zy in die opgegeven bezwaren hebbea geconfenteerd, dan moeten zy ook gerekend worden zwygende te confenteeren in die conlideratien , welke op het provjüoneel beraamde Reglement noodzaaklyk moeten opgegeven worden; doch, indien zy gerekend worden, geene bezwaren gehad te hebben , om dat zy zig niet hebben gedeclareerd, dan kunnen zy ook niet geiteld worden, in het Reglement te confenteeren , wanneer zy geene conlideratien inleveren. 2. Om dat hier een exbresfus confenfus moet plaats hebben, volgens het geltelde door UEi. Groot Achtb. zelve in voorgem. Mislive; waarom men zig dient te regelen naar hen, die opentlyk hun gevoelen , het zy by Procuratie , het zy in Perfoon, te kennen geeven. Waarom de Ondergetekende, uit hoofde van de aan hen gedemandeerde Commislie, zig genoodzaakt vinden , uit naam van hunne Committenten niet alleen te protefteereu tegen het gebeurde na den elfde Maart dezes jaars, maar voornaamtlyk tegen de laatst uitgebragte Publicatie, ten geleide van het providoneel gearresteerde Regeerings Reglement, met uitdruklyk verzoek, dat hetzelve als een Protest der Burgery worde gtïnfereerd in de Notulen van de Vroedfchaps Vergadering, ten  aüg. STAAT EN OORLOG. 1785. m ten einde de Nakoomlingfchap niet in het onregte begrip verfeeren, dat, wanneer onverhoopt eene Condufie omtrent het nieuw te introduceëren Reglement , conforni het provifioneel gearrelleerde , en dus. tegen den zin en het genoegen hunner Committenten j mogt genomeri worden , zulks niet legaal , maar wet tegen den uit. druklyke Wil hunner Committenten ftrydende is. 'c Welk doende enz. (Was get.) W. VAN DYK. J. C. des TOMBEi D. VAN BENTHEM. A. VAN ELDVK» ANZ. DE VRY. J. VAN DER VKN. ft. KRULE. K. 'T H.iBN. G. HEETVELDT, AZ. C. VAN HENGELAAR. J. CAARLS. W. OVERWYN. C. VAN DER MOOLEN. J» LUBBïRDINGÏ. G. VAN DE VOORN. G. RUGGEVEEN. LXXXi Refolutie van de Regeering der Stad Vollenhoven. In dato ij jugustut 1735. Raad en Meente, na voorgaande Wettige Convocatie vergaderd, overwoogen hebbende, dac het welzyn deezer Stad vereischt, dat de Vryheid ónzer Burgery behoorlyk worde gehandhaafd, en niet aan vier Perfoonen opgeofferd , die eenmaal Schepenen zynde, zelfs Schepenen en Gemeents-Lieden verkiezen, en dus" het Recht Van keur der Schepenen en Gemeents-Lieden , als waare het een Recht van den Raad en niet van de Burgery, oeffenen, waar door de Vryheid en welzyn der Burgery aan het belang en iufluentie van zommigen zyn overgegeëven, en onze Burgery in de betamelyke vrymoedigheid omtrent billyke begeerten, welken door zodaane Schepenen en Gemeents-Liederi willekeurig kunnen afgeweezen worden , wordt verhinderd : als ook dat het haarelyke decser Stads Ariftocra» ? Ni «ie  ro6 aug. Z A AKEN VAN 1785. tie te meer doorftraalt , ru daar door eene welgegronde vrees wordt veroorzaakt in het reclameeren van het gebruik der Stads aloude Rechten en Vryheden , met en nevpns die andere kleine Steden deezer Provincie, welke Rechten en Vryheden door deeze eigendunkelyke Verkiezing van Schepenen en G'tneents-Lieden, door Schepenen gedaan wordende , buiten het bereik der Burgery, het Genoorfciaap van Stads Rechten en Vryheden , zouden verblyven, en Hechts tot vermeerdering van flaaffche onderwerping , onder de Magt van vier Perfoonen zouden worden gefield en van dezelven afhanglyk gemaakt , dus eene onderwerping , die zelfs voor eene billyke en pligtmatige Reclame van het gebruik der voorfz. Stads Rechten en Vryheden zou doen duchten; als zullende daar door het Juk der S ads Ariflocratie noch dies te ondraaglyker worden: Zoo is door ons Raad en Meente, welken geen Recht van den Raad kennen dan het zfelve zy waarlyk het Recht der Stad , en waar van op zulk eene wyze , als ten meesten dienfte van de Stad en derzelver Rechten en Vryheden flrekt, gebruik gemaakt behoort te worden, gerefolveerd en vastgefleld , dat op het aanltaande Reces van den Landdag aan Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden zal worden verzocht, dat van het R cht van Keur der Schepenen en Gezwooren Gemeente , aan deeze Stad competeerende, in het toekomende zodanig gebiuik moge worden gemaakt, als mee;>t overeenkomt met de Vryheid en Welzyn deezer Stad, zonder aanzien van voorgaande Disputten &c., hier over voorgevallen , welken noch de Lands- Vaderlyke zorg van Ridderfchap en Steden voor de Rechten, Vryheden en Welzyn onzer Stad-, noch onzen pligt, om dezelven naar ons vermogen te behartigen, kunnen verhinderen; noch door alle die geventileerde Gefchillen veroorzaakt worden , dat geene behoorlyke favorabele Dispofitie hier omtrent van Hun Ed. Mog. te erlangen zoude zyn , zoo als de Rechten , Vryheden en welzyn der Stad vereisfehen. Terwyl tegens de Rechten, Vryheid en welzyn deezer Stad geen bizonder belang van den Raad , als welks belang geen ander dan het welzyn der Stad en derzelyer Vryheid en Rechten behoort te  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. «97 te zyn, in aanmerking komen kan, waar door de Vry. heid deezer Stad door vier Pjrfoonen zou worden beheerd ; neen maar dat het Recht van Verkiezing van Raad en Meente door de geheele gequahficeerde Burgery behoort te worden geoiff.nl: en dat ten dien einde de jaariykfche Keur van Gemeents-Lieden door een zeker by Looting bepaald getal Burgeren behoort te gefchieden, en dat door deeze Verkooren GemeentsLieden 's jaarlyks de Schepenen behooren Verkooren te worden. Voorrs is gerefolveerd, dat ook mede over alle Rechten en Vryheden, dengdtrlyk aan deeze. S ad competerende , ten einde dezelve en haare Burgery in het gibruik derzelven hertteld en geha"dbaafd worden , aan Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden , by een eerbiedig betoog van wegen deeze Stad, op het voorkeide aanftaande Reces van den Landdag , verzoek zal worden gedaan. Actum op den Raadhuize binnen Vollenhoven , datum ut fupra. v. boers, Burgemeester. j. c. van ser linde, Burgemeester. Gezwooren Gemeente. ar ent h0ltcamp. JACOB hooft. jan groünewout. rf.tndert j. kuylart. j. h. frantzks. gerr1t van baak ,%tlï jan bos. andries mol, Voerman, h. j. pingel. abfent, hoe wel van het eynberts molemans. zelfde gevoelen. N 3 LXXXI.  198 aug. ZAAKEN VAN 2783. LXXXI. Request aan de Edele Achtbaar e Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap. der Stad Wyk by Duurftede; nevens de Refolutie daarop, In dato 16 Augustus 1785. rf^even t»et eerbied te kennen , de Geconftitueerden \JT en Gecommitteerden deezer Siads Burgerye, dat de teeden waarom zy deeze Extraordinaire Vergadering hebben verzocht te doen beleggen, is, dat zy met de uiterfta v^rbaazing in 't zekere"vermeenen geïnformeert te zyn , dat op Zondag den 14 deezer Maand Augusr tus, des avonds ten 6 uuren, mer de grootfte acceleratie is afgezonden een Patent naar Nymegeu, ten einde van daar eenige Infanterie en Cavallene naar deeze Provincie te doen trekken, — zoo als ook bereids de Generaal van der Hoop tusfchen Zondag en Maandag nacht derwaards is vertrokken. Dat deeze zoo verregaande Demarche zoude gefchied zyn , op 't fchryven van eenige tier Heeren Gedeputeerden van Hun Ed. Mog. de S aaren deezer Provincie , die daar toe hebben kunnen goedvinden in eene Extraordinaire Vergadering op jongstleeden Zaturdag ten half tien uuren by den anderen te koomen. Daar nu zodanige nandelwyze van de fchroomelykfte gevolgen voor deeze Provincie , en byzonder de Steeden van dien , kan zyn, als welke alleen tot een figment heeft (zoo de Ondergertkeude al mede in 't zeker geïnformeerd zyn,) een zogenaamd Burgei-Gefcbil dat in eene Stad dezir Provincie zoude plaats hebben, en het geen daar by voorgegeeven word tor die hoog! te gefteegen te zyn, dat men het zelve door den fierken arm van Militaire Magt zoude moeten bedwingen, waar van de OndergeteKende even zoo min als aan UEd. Achtb. zoo zy vertrouwen, ietwes bekend is, buiten het volgens de Nieuwspapieren vermeld uitfpoorig gedrag van zommige Onrustige en Misleide Opgezetenen binnen deeze Provincie te Renswoude gepleegd tn in alle gevallen, gefteld eens voer een oogenblik* 'er  mjo. STAAT EN OORLOG. 1785. *99 'er exteerde een daadelyk Burger-Oefcbil, UEd. Achtb. met de Ondergetekenden zich als dan nog volkomen zullen geconvinceerd houden, dat dezelve van wat aart en natuur die ook mogen zyn, nimmer beter dan door Burgers kunnen bedwongen en ten einde gebragt worden , en overzulks alle verkeerd Emplooi van de Militie daar omtrent ten ernftiglte moet tegengegaan worden , en inmiddels zodanige voorzieninge dient te gefchieden, als tot Stads en der Burgeren veiligheid maar eenigzints kan bevorderlyk zyn, * Waarom de Ondergetekenden de vryheid nemen nan UEd. Achtb, voor te ftellen, om by Misfive aan Hun Ed. Mog. Gedepureerdens dezer Provincie , omtrend deeze by eenige derzelver allezints onregelmatige gehouden nandelwyze , UEd. Achtb. Surprife , hoog te gevoeligheid en billyke afkeuring te betuigen, en opening mitsgaders opgaave te vraagen van die Heeren, welke uit Hun Ef. Mog. Gedeputeerdens tot deeze zoo verregaande Itao hebben durven refolveeren , met verdere aanlchryving aan Hun Ed. Mog. Gedeputeerdens , da UEd. Achtb. namens deeze Stad in geenen deelen willen begreepen worden, op eenigerlei wyze dit gedrag van ophemelde Heeren Gedepureerdens goed te keuren, neen! maar daar tegen ten fterkften te protefteeren, en daar van ter naafte Vergadering te referve.ren , zodanig te handelen als UEd. Achtb. zullen bevinden te behooren, en omme wyders intusfcben tegen alle verrasfcbifg, zoo veel mogelyk zeker te zyn, zou'en de Ondergetekenden van oordeel zyn, dat alle de Poorten dezer Stad oogenblikkeiyk dienen bezet en bewaard te worden door een bekwaam aantal Bu-gers, by -ag en by nagt , en daar toe aan den Kolonel-Kapitein en Officieren van de Burger-Schuttery , de nodige ordres, zittens Vergadering, dienen te worden uitaevaardigt, en immediaat aan de geheele Burgery een dubbel getal fcherpe Patroonen mooge worden uitgereikt , en verder by deeze Vergadering gerefolveerd worde om niet alleen nu , maar zoo lang het Poincb der Bezwaaren niet zal zyn afgedaan, van wegens datze Stad , geen Content te gedraagen in eenig verzoek tot Militie, als mede tot hec verkenen vau attaché op N 4 P*t  as» aus. ZAAKEN VAN 1785^ Patent voor Militie na deeze Provincie geiefpicieerd , en wel zorge te draagen , dac hoe bet ook mooge ko^. men geen gewanpende Militie in de Vryheid of op hec Territoir dezer Stad te laaren naderen , en dat die geen welke zulks onverhi optelyk rrochte inwilligen, pf daar toe voordel zal doen, als Vyand van Stad en Burgery , ja van de geheele Provincie zal befchouwd worden , tegen wien men mee geweld en ten kosten van Goed èn Bloed zieh zal mogen verzetten , terwyl by die zodaanige geweldadigheid mogte onderllaan of daar toe Concureeren-, zyn leven zal verbeuren , ten minften van alle R.egeerings-B;Ituur en Ambten vervallen zyn. 't Welk doende &c &DRIAAN DE NY*. COtlNFLIS VA N VLIET. HfcNDRlK SCHiLGR. CORNEUS JAN KKOHN. ALBERTUS VAN KESTEREN. JAN KRANCIS VERKERK. JOHAMSlS RYNBOUT. WILLEM VAN BENWEKOM* ANTONY VEHNOOY. UEYNIER TERSTEEG. ' OE-RARDUS WAGENAAR. ANDRIES GttEGER. HERRIT VAN OORSCHOT. Op bovengemelde Requeste is aanltcnds de volgende j^efoiatie gevallen. Extract uit de Refolutie van de Ed. Achtb. fleer en Rurgemeelie.ren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede. Mart is 16 Augustus 1785. Ter Vergaderinge zynde Gedelibereerd over deezen. aangaande, namens de Burger-Krygsraad deezerS.tad voorgebraïre , gelyk ook over de Reqtieste bet-rekkelyk dit fuj.ee heerien door Gecommitteerden en geconftitueerden uic de Bargerye geprefenteerr, inhou». dgnde dac men vermeende in het zeekere geinrbrmeere te zyn, dat 'er eenige Militaire Troepen na deeze. $Jtad; op, Patent vfn-Zyne Doorl. Hoogheid en Attaqhe.% yan de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden van do Staan.  AUS. STAAT EN OORLOG. 178J. 201 Staaten deezer Provincie, op ronrsch waren, heeft de Vroedfchap goedgevonden den Burger-Krygsraad deezer Stad te Authorifeeren, gelyk denzelve Geauthonfcerd word by deeze , om door een bekwaam aantal Burgers, de Stads Poorten zoo by dag als by nagt te doen bezetren , ten einde regens alle onverhoedfe aanval van Militie bedagt te zyn; gelyk ook dat er een bekwaam aantal fcherpe Patroonen onder de Krygsraad zullen worden gedeporeert, om daar van met rader Advis van de Vroedfchap, zodanig emploi te maaken, als nodig zal worden geoordeek: — en eindelyk beflooten geene Militie binnen deeze Stad, zo nu als by vervolg te accepteeren , tot zo lange de Pointen van Burge -Bszwaareu niet zullen zyn getermineerr. -- En dat daar van aan de Ed. Mog. Heeren Ordinans Gedeputeerden van de Staaten deezer Provincie, door de volgende Misfive zal worden kennisfe gegeeven , met Protest tegens het geene in deeze door Hun Ed. Mog. mogte zyn verrigt, luidende die Misfive aldus. EDELE MOGENDE HEEREN ( Door een Request van Gecommitteerdens en Geconftitueerdens deezer S'ads Burgery , ter onzer Extraordinaire Vergaderinge zynde voorgebragt, dat zy in 't zeekere vermeende geïnformeerd te zyn, dat Zondag den 14 deezer maand Augus'us, des avonds ten zes uuren, met de gromde acceleratie was afgezonden , één Patent na Nymegen , ten einde van daar eenige Infanterie en Cavallerie na deexe Provincie zoude trekken, zo als ook bereids de Generaal van der Hoop, tusfchen Zondag en Maandag nagt derwaards was vertrokken. t Dat deeze Demarche zoude gefchied zyn op het fchryven van eenige Heeren Leeden van U Ed. Mog. Vergaderinge, welke hadden kunnen goedvinden daar toe in eene Exrraordinaire Vergadering op jongstleaden Saturdag avond te Concludeeren. Wy kunnen, Ed. Mogende Heeren! zonder eenigzints in te treeden, de reede, welke U Ed. Mog., of eenige Leeden van U £d. Mog. Vergaderinge, tot het doen deezer Demar-  202 aug. ZAAKEN VAN 178J. che mogte hebben gemoveert, niet ontveinzen, onze uiterfte Surprife over deeze handelwyze , en te betuigen onze hoogde gevoeligheid en afkeurinee over die handelwyze, en teffens U Ed. Mog. te verzoeken ons te willen voikomene openinge te geeven van de'zelv» in deeze gerefolveerde, met opgave van de Heeren \ uit: U Ed. Mog. Vergaderinge, welke tot deeze ftap nebben durven belluiten. En declareeren wy namens onze Stad , in geenen deele begreepen te willen worden, op eenigerlei wvze dit gedrag van ü Ed. Mog. goed te keuren , neen ! maar daar regens als buiten onze Commun catie gefchied, ten fterklte te protelteeren, met réferve om ter naafte Staaten Vergaderinge, daar tegens zodanige Reanonltrantie te doen, als wy zullen vermeenen met hec gewigt der zake te quadreeren. Vindende wy ons verder verpligt, U Ed. Mog. te berigten, dat wy h-bben gerefolveert, om , zo lange de Poindten van Burger-Bezwaaren niet finaal zullen zyn argedaan, geen Confent zullen dragen tot bet Ac cep.eeren van eenige Militie binnen onze S.ad, waar5m *y^X\ deeze als no8 Inh«'eerende onze Misfive den 6 October 1783, aan UEd. Mog. gefchreeven, verzoeken dat U Ed. Mog. op den inhoud dier Mi<' five geheven te neemen de noodige reflectie, en dien volgens op geene Patenten voor Militie na onze Stad eenige attachés te verleenen, terwyl wy voor de fchroo. melyke gevolgen daar uit te Refulteeren niet verantwoordelyk willen zyn. Wy beveelen U'El. Mog. in de Befcherminge des Allerhoogften, en blyven. EDELE MOGENDE HEEREN! U Wel Ed. Mog. goede Vrienden, Burgemeesters en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede. Wyk by Duur- Ter Ordonnantie van dezelve, ftede den 16 i Aug. 1785. (Was get.) J. VAN SCHALK. LXXXII,  Auc. STAAT EN OORLOG. 17*5» «°3 LXXXII. Request van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Ed. Achtb. Magiftraat yan Wyk by Duurftede. In dat» 18 Augustus 1785. Geven met fchuWigen eerbied te kennen Geconftitueerden en Gecommitteerden dezer Burgery, dac zy onderricht zyn geworden van het arresteeren eener Publicatie tegens het requestreeren der Burgers en Ingezetenen , door de Meerderheid der Vergadering van Haar Ed. Mog., — en van de Oppoiitie van UEd. Achtb. tegens deze Publicatie. . Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden, die zoo veele treffende blyken der belanggelooze en cordate Burger- en Vaderlandsliefde van UEd. Achtb. hebben ontvangen, uit naam husiner Principalen, met een levendig genoegen hunne dankbaarheid voor dit nieuw blyk van UEd. Achtb. behartiging hunner belangens , en handhaving hunner Regten betuigen. Dat zy echter door het arresteeren dezer Publicatie, fchoon zy peer en grond hebben van mistrouwen op UEd. Aci tb., zig in de noodzakelykheid gebragt zien, van 'hunne verlangens ten dezen opzigte aan UEd. Achtb. te kennen te geven ; daar zy met geene woorden kunnen uitdrukken, hoe onaangenaam hun het bloote denkbeeld der aflezing van zulk eene Publicatie m deze Stad valle. Dat zy Geconftitueerden en Gecommitteerden met meer vrymoedigheids tot dit Adres aan UEd. Achtb. zyn overgegaan, als die weten, met welke eerbiedige liefde deze Burgery jegens UEd. Achtb. is doordrongen die overtuigd zyn , dat het voorbeeldig befcheiden gedrag ;an derzelve onbedwingelyke moed is geëvenredigd. , Dat de onleiaalde Vryheid der Burgeren, om te re. questreeren, hec groote bolwerk is der Burgerlyke Vryheid: — Wordt deze weggenomen, of in eene fchaduwê veranderd , wordt de Drukpers beteugeld , dan zoude de Burgery eerlang gelegenheid hebben, om haa- reu  204 auo. ZAAKEN VAN 178J. ren vorigenveragtelyken ftaat van ongevoeligheid te rug te wenfchen, en haar billyk ongenoegen den zul. ken , welken haar uit denzelven , ter bevordering alleer. van eigene grootheid, opgewekt hadden, te doen blylten. 7 Da; Geconftitueerden en Gecommitteerden de Burgery zouden verraden , en zelfs te kort doen aan den verfchuldigden pl,gt jegens UEd. Achtb. , indien zy verzwegen, hoe de aanvallen op de Vryheid der Drukpers, en de Vryheid van het requestreeren, hunnen argwaan wekten; dat ook deze Publicatie tot beider befnoeipng c zy met eerbied gezegd voor hun Ed. Mog Vergadering moefte dienen, — en dat deze ar*. pofi"ie'gefterkC ^ d°°r UEd' Ach'b' 200 loffe]vke oPDat Geconftitueerden en Gecommitteerden zig buiten verantwoordinge voor de Burgery, hunne Committenten moeten ftellen, welke haare regten en pijlen kent, en derzelver verwaarloozing niet zoude dulden Dat, volgens hec oordeel van Geconftitueerden en Gecommitteerden, door deze Publicatie, indien deze've in deze Sad kragt van Wee kreeg, meer zoude worden afgebroken, dan tot dus verre opgebouwd was en de weg gebaand zoude wezen, om de gevolgen d^zer Publicatie, ook in opzigt tot dezer Stads Burgciv te do! n werken. & J ' Dat de moedige befluiten van UEd. Achtb., ter beperkir g der misbruiken der magt van den Heere Stadhouder, door welke het aanzien en de magt van UEd Achtb. zoo wel geklommen, als hec welzyn der Burfwi "* b,eTOrderd» het vertrouwen inboezemen, dat UEd. Achtb. , nu bet geen bezwaar tegens den Stadhouder geldt, deze Burgery met dienzelfden belangelozei moed zulien maimineeren by hunne Rechten. Dat zy voor UEd. Achtb. niet willen nog durven ontveinzen, dat deze Stads Burgery zulken inbreuk op hunne heiligde Regten met geen onverfchillig oge zonde kunnen aanichouwen. Om alle welke redenen Geconftitueerden. en Gecommitteerden (uie deze gelegenheid aangrypen, om UEd. Achtb. op nieuw te verzekeren., dat zy, daj: hunne Gom»  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. *°5 Committenten, hun goed en bloed fteeds veil hebben, om UEd. Achib. in alles, wat tot handhaving van Burgerregten en Privilegiën door UEd. Acnib. wordt ondernomen, te (teunen en te rtygcn, op denzelven voet, a's zy zig van dezen pligt jegens Haar Ed. Mog,, zoo dikwerf zulks door Haar Ed. Mog. ter handhaving der Vryheid , en bewaring van eene gezuiverde Republicainfche Regeeringsvorm werdt gevorderd, jegens zig zeiven zouden wenfchen te kwyten,) zoo ernftig als eerbiedig verzoeken: Dat het UEd. Aehtb. behage , gunftig agt te liaan or> het verzoek der Burgery, en op gronden, welke Uiïd. Achtb. bewogen , zig tegens deze Publicatie in de Staatsvergaderinge te verzetten, te gemoet komen, daar en in zulker voegen, als UEd. Achib., volgens derzelver bekende Burgerliefde, ten welzyn van Stad en Burgery het gefchiktfte zullen keuren. 't Welk doende. Edele Achtb. Heer Pmfident Eurgemeefler ! Geconftitueerden en Gecommitteerden van deze Stads Burgery , verzoeken UEd. Achib., dat, wanneer 'er een Pander van Hun Ed. Mog. binnen deze Stad mogte kfflmen , met intentie om van hunnentwegen eene Publicatie, waarby verboden word het reques'reren van Burgers en Ingezetenen te publiceeren, zulks niet te gedogen, voorenaleer 'er een volle Raad over is gehouden, en gebruiken Geconftitueerden en Gecommitteerden de vryheid , zulks per Memorie aan UEd. Achtb. te overhandigen , en met onze ondertekening te bikragtigen. en Burgery het gefchiktfte zullen keuren. (Was get.) HENDRIK SCHILGE. CERARD WAGENAAR. CORNELIS VAN VLIET." JO^ANNIS RYNBDUTT. REYNIER TEUSTEEG. ANDRIS GREGER. A. VERNOOY. JAN FRANCIS VBRKERKïL^ ALBERTOS VAK RESTEREN. GER1UT VAN OORSCHOT. .. CORNEUS JAN KROON. WILLEM VAN BENNEKUM. LXXX1I!.  2ó5 avo. ZAAKEN VAN' 1785. LXXXIII.' ExtraB uit de Refolutien yan de Reeren van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven. Jn dato 22 Augustus Gelezen een Request van een groot en aanzienlyk getal Burgers en Inwooners dezer Stad, daar by om geallegeerde redenen met zoo veel eerbied als ernst verzoekende, zonder tyd verlies zoodanige befluiten te neemen, om ter Provintiale Staatsvergadering het daar heen te helpen dingeeren, dat ten allerfpoediglten de Troepen , thans in Amersfoort zynde binnen geruktof die dervvaards nog in aantocht mogten zyn , voor zoo veel zy ter repartitie ftaan dezer Provintie worden te rug geroepen: ten tweeden: dat Hunne Ü,d. Groot Mog. zouden gelieven zoodanige voorzorgen te neemen , waar door wordt voorgekomen , dat verder geene Troepes, ter hunner repartitie , of tot die der Generaliteit ftaande, nog ook geene hulptroepes van dezen Staat , gebruikt worden teren eenige Provintie, Steden, Burgeryen of Leden van^dien: —L en ten derden : dat Hoogstdezelven in deeze critique tydsomftandigheid zoodanige nadere bepalingen omtrent de Patenten zouden gelieven te maaken, waar door dezelve Troepes met dan op uitdruklyk bevel van Hunne Ed. Groot Mog. tot binnenlandfche expeditien worden geëmploieert. Waarop gedelibereerd zynde, is eenparig goedgevonden en verltaan, het verzoek van de Supplianten volledig te accordeeren, en tevens te verklaaren, dat Haar. Ed. Groot Achtb. op de best mooglyke wyze ter Staatsvergaderinge zullen trachten te effectueeren, dat aan den inhoud van het vooifz. Request worde voldaanterwyl Haar Ed. Groot Achtb. niet kunnen verbergen! aan de goede Burgery dezer Stad te kennen te geeven dat het aan Hun niet dan zeer aangenaam is geweest" en tot groot genoegen beeft verftrekt, op nieuw we' derom m de Supplianten te befpeuren een fchitterende blyk van Vaderlandsliefde en goede trouw, gebooren uit  auc. STAAT EN OORLOG. i?Sy. 207 uit een waar grondbeginzel, en met alle befcheidenheid voorgedraagen, ter herftelling van de gemeene zekerheid voor de goede Burgery en Ingezetenen der Stad Amersfoort, en ter bevordering van de loffelyke pogingen , aangewend tot inftandhouding van de oude Rechten, welherbraete Coscumen, en Praaëminentien , en tot beteugeling van eene geweldige heerschzugt van die geenen, die derzelver verheffing en grootheid trachten te vesügen op den ondergang van de zoo duur gekochte Vryheid van dit gezegend Vaderland , hei welk Haar Ed. Groot Achtb. op goede gronden vertrouwen, en zeker ftellen , dat in dezer Stads Burgery onafgebroken zal bevinden en befchouwen kloekmoedige, welberaden , en itandvastige Beminnaars en Voorftanders van al, wat in hetzelve dierbaar is. Accordeert met de voorfz. Refolutien, voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat. By my Secretaris (Was get.) g. v. overveldt. LXXXIV. Request aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeelteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 23 Augustus 1785. /^even reverentelyk te kennen de Geconftitueerdens Vj van 1368 Burgers en Inwoonders , als mede de Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien: Dat hoe zeer de Ondergefchrevenen alle vertrouwen ftellen, en geen oogeablik twylfelen aan de zekeik-id , welke UEd. Groot Achtb. hebben gelieven te geven , by ü Ed. Groot Achtb. Declaratoir, vervat by Refolutie van 16 dezer Maand Augustus , dat UEd Groot Achtb. ten eenenmaale onbewust zyn geweest van de Extraer»  208 aüg. ZAAKEN VAN I7gs. ordinaire Vergadering der Heeren Gedeputeerden, op Zaturdag avond den 13 dezer gehouden , veelmin van het geen in gemeke Vergader ng is gerefolveerd , als t\vH °£ hU »daar by verder S^oegd Declaratoir van UKd. Groot Achtb. tot wegneminge van de daar door ontftaane vreeze dezer Burgery : — Dat UEd, Groot Achtb. de minfte intentie niet gehad hebben , of nog hebben, om, hangende de deliberatien over de ingele» verde poinclen van bezwaren , eenig Guarnizoen binnen deze Stad of derzelver Vryheid inteneemen' -— als ook de vernieuwde last, aan Heeren Burgemeester ren gegeven, om voordaan geen conlènt te draagen in het verleenen van eenige attachés op Patenten tot het guarnizoen houden van "eenige Militie, het zy'in deze Stad of Provintie, zonder alvorens fpeciaal door de Vroedfchap daartoe te zvn geauthorifeerd; — en de verdere dispofitie van UEd. Groot Achtb., zco tot het fluiten en bewaaren der Poorten, en verdere precautien tot verzekering dezer Stad geconfenteerd: — Dat desniettegenltaande de Burgery dezer Stad zig niet kan gerust «ellen , als zy by aanhoudenheid word gunfo* tneerd van het uitgeven van Patenten aan Militie in guarmzoenen van naby gelegen Provintien en Steden; — dat zy daaruit met redenen vermeenen vast te (tel* len, dat er op de een of andere wyze een geheim voof» nemen en toeleg moet fubfifteeren, om deze Provintie, en ook byzonder deze Stad , zoo wel als de verdere Steden, na het voorbeeld van Amersfoort, met Mii« tiere invadeeren, en alzoo de refpeclive Burgeryen Inen Opgezetenen dezer Provintie , ten aanzien tot de poincten hunner bezwaren , en ter afdoening van dezelve, onderworpen te doen maaken, aan het bedwang van eene interoepen Nationale Militiê, ter onderfteuninge van hen, die er het op fcpynen toegelegd ie hebben , de regtmatige ftemmen der refpeclive Burgeryen, mitsgaders die van alle In- en Opgezetenen, met geweld te mogen , en agter bet fcherm van eenen gewapenden arm op de allerongehoordfte wyze te verkragten ; zoo als men daar van een tot den Hemel fchreeuwend voorbeeld heeft zien daarftellen , in de naast-aangelegenile Stad onzer Piovkcie, als het meerder-  auc. STAAT EN OORLOG. 1785. 209 derdeel der Regenten geen gehoor gevende aan de allerbillykfte verzoeken en voordragten van hunne Burgeren en In- en Opgezetenen, door het by aanhouden, heid afwyzen van dezelve , en het zamenfpannen van die zelve Regenten, heeft moeten zien, dat zy tegens het Protest van andere hunuer Mede-Regenten en tegens de uitdrtikkelyke begeerte der Burgeren., die Stad en derzelver Inwoonders als het ware, onder militaire executie, en het bedwang van den Herken arm hebben gebragt ; en dit , niettegenftaande die zelve Regenten hen door eene eenparig genomen Refolutie in de Maand April van den voorleden jaare 1784 , ter gerustftellinge van hunne Burgeren, hebben verpligr, om zoo lange de bezwaren niet zouden zyn afgedaan , ook geen Militie in hunne Stad te zullen inneemen, — en ten effecte van die Refolutie , en dat de Heeren Staaten dezer Provintie niet menigwerf anderzints mogten disponeeren dezelve ter daar eerst op volgende Staaten Vergadering,-in die Maand gehouden, by Extract authenticq gecommuniceerd, zoo als hetzelve als toen voor notificatie is aangenomen; mitsdien de dryyer of dryvers van de voorfchreve onwettige onderneming te meer daarin moeten gedesavoueerd worden, als zy deze hunne verpligting kennende , hebben beftaan op de illegaalfte wyze doortedringen , en vervolgens van eenige weinige Heeren , welke zig gequalificeerd hebben , het Collegie van Heeren Gedeputeerden te com* pofeeren , te verkrygen een brief van voorfchryving aan Zyn Hoogheid, tot het geven van Patenten voor Militie naar deze Provintie, zoo als dan op Woensdag middag, geweest zynde den 17 Augustus 1785» aldaar in guarnifoen is getrokicen een Esquadron Cavallerye van den Generaal van der Hoop, en een Battaillon Ir,« fanterye van den Prince van Hesfen Darmfiad, ftaande ter repartitie , als de Cavallerye (welke men geïnformeerd is uit de vier Esquadrons genomen te zyn) van Holland en Overysfel, en de Infanterye, van Vriesland. Dat de voorfz. daad , na deszelfs aart en oogmerk wel ingezien zynde , niet anders kan befchouwd worden te zyn, als een daad van openbaar geweld, in al- XXIX. deel. O len  aio auh, ZAAK EN VAN 1785. len opzigten ondernomen en uitgevoerd op de onwettigde, illegaalfte, en onbevoegde wyze, als men nimmer zal konnen aantoonen, dar de beide belegde by* eenkomden van die Heeren Gedeputeerden ten competenten getale zyn geweest; zoo Hun Eds. anderziuts daartoe gequalificeerd waren, als wy alhier vertrouwen van neen! tot het expedieeren van een Misfive aan de Heer Stadhouder, ten fine van Patenten voor Militie naar deze Provintie; waarom er de Burgery dezer Stad ten hoogden aan gelegen is, en er allererndigst op blyft indeeren, geïnformeerd te mogen , en te moeten worden, van de namen van die Heeren, welke daartoe op den 13 Augustus laatstleden , eerst des avonds ten half agt uuren, zyn gecompareerd, en welke de Heeren zyn geweest, die ten half tien uuren in de tweede belegde byeenkomst dadelyk en in perfoon ter Vergaderplaats van Heeren Gedeputeerden zyn verfcheenen, en op die tyd , namentlyk in die tweede belegde Vergadering aanwezig, de conclufie ter expeditie der meervoorgemelde Misfive hebben geformeerd; en de afvaardiging van dezelve geordonneerd, en waarvan door den Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , in zyn quali teit van reprefentative Gecommitteerde dezer Stad, ter dier Vergadering geene fecretesfe vermag gemaakt te worden , als zoortgelyke en andere te imploreeren fecretesfen, regelregt aanloopen tegen het oogmerk en den aart van die Commisfie , en er boven dien aan onza Stad en derzelver Burgery , in een zoo hoogst importante zaak als deze is, te zeer aangelegen is, dat zy, die uitmaaken het derde Lid van Staat dezer Provintie, op geene wyze, hoe ook, zouden geprasjudicieerd worden in die regten en hooge pra:ëminentien, als hun uit dien hoofde volftrekt toekomt, dat eenige weinige Heeren , tegens de Uitdrtikkelyke letter van hunne inftructie aan, zouden kunnen goedvinden, alzo met vertreeding van het regt dezer Stad, als derde Lid van Staat, een zoo geweldige onderneeming op zig te neemen, en uittevoeren. Als bovendien daarby in aanmerking komt , dat uit hoofde van het zoo overgroot en hoogst aanbelang dezer zaake , offchoon Gedeputeerden al eens ten com- pe-  AÜGo• STAAT EN OORLOG. 1785. uil petenten getaüe megten vergaderd geweest zyn , als nogtans, volgens der Ondergefchreven berfgten, het te« gendeel zoude plaats gehad hebben, dezelve Heeren als dan nog ongequalificeerd en onbevoegd zyn geweest, om, na inhoude van hunne Inflructie, eene zoodanige expeditie te hebben mogen doen, als die (zoo dezelve voiitrekt nodig ware geweest) in allen gevalle van de Staaten Staarsgewyze , na kennifrieeming van zaaken, en niet van Heerén Gedeputeerden, konden afhangen; En heeft dus hetzelve te minder door die Heerer>kun. nen worden uitgevoerd, zoo de publicque berigten naar waarheid zyn, namentlyk, dat des avonds van voorfz. 13 Augustus, ten half tien uuren, geene andere Heeren in de ordinaris Vergader-kamer van Heeren Gedeputeerden zyn verfcheenen geweest, als de Heer Perponcher, de Graaf van Athlcne, de Heer van Zuylent en de Heer Burgemeester van Musfchenbroek; zonder andere of meerdere , en dus geenzints in competenten getalle \ waarby ten aanzien van den Burgemeester van Musfchenbroek wel degelyk in aanmerking komt , dat hy Burgemeester , uit kragte van de Refolutie van ü Ed. Groot Achtb. van den 5 April 1784, ten eenemale onbevoegd en buiten last is geweest, om op eenige wyze, hoe ook, te hebben mogen concurreren tot het doen van verzoek van Patenten , of tot het verleenen van attachés op Parenten voor Militie naar deze Provintie gedispicieerd, en dus wel verre, dat hy Burgemeester van Musfchenbroek kan geagt worden, zig in dezen van zyne Commtsfie géacqujteerd te hebben , met enkelyk van die weinige Heeren re hebben gedisfentieerd , en voorts alleen een ttriI aanziendér van die expeditie te zyn gebleven , als Hy Heer Burgemeester daartegens uitdrukkelyk had behooren geprotefteerd te hebben, en wel verre van zig ten dien opzigte onder fecretesfe te hebben doen leggen, daar van zonder uitftel aan den Raad kennisfe moeste gegeven hebben, en dus, in plaatze van die expeditie door het nog doen openhouden van de Poort, ter afvaardiging van den Expresfe, te faciliteeren; integendeel de Poorten zoodanig had behooren geflooten gehouden te hebben, rot dat hy op die expeditie bevorens het goedvinden en O a , be»  ais aug. ZAAKEN VAN 1785. befluit van UEd. Groot Achtb., ingevolge van de voorfchreve Refolutie , hadde vernomen. Mitsdien hy Burgemeester yan Musfchenbroek teu zynen opzigten, zoo min als de andere Heeren , zal kunnen onfchuldig gehouden worden, te hebben gecoöpereerd, en te zamen gefpannen tot een daad van geweld, en dat wel in eene pure Burgerlyke zaak, en dus in eene zaake van de hoogde aangelegenheid, waarin bovendien geene zoodanige omflandigheden vau perykel , hoe ook , geëxteerd hebben, welke die Heeren konden qualificeeren, om zoo een extravaganten flap, buiten fpeciaal confent van UE1. Groot Achtb. , (tot her obtineeren van het welk Hy Burgemeester van Musfchenbroek gehouden wrjs,) te hebben konnen of mogen doen; en dit te minder , als de Meerderheid van die Regenten van Amersfoort, en welke met hen de dryvers en doorzetters van dat geweldig verzoek zyn geweest, niet eens aangetoond hebben, dat zy ingevolge van hunnen eed en pligt, de minfte ordres of beveelen hebben gegeven, om zoo er al eens eene beweeging onder hunne Burgery eenige dagen te vooren ontdaan mogte zyn geweest , (als ons nogtans verzekerd is van neen!) de. zelve door de Burgers te (lillen , of dat de Burgery van hunne Stad aan hen eenige oorzaake of redenen heeft gegeven, dat die Meerderheid niet zoude hebben moeten verftaan worden, onder de gehoudenheid en verpligting gebleven te zyn , om aan hunne Burgers te hebben moeten blyven praedeeren het effect van de ter hunner zekerheid hier bovengemelte eenparig genomen Refolutie, en op welke gronden de overige negen Heeren van den Raad zig dan ook, als Lieden van eer, tegen die voorgenome geweldige handelwyze van 'hunne Mede-Leden, tot het buiten noodzake inroepen van de fterke en gewapende hand, allernadrukkelykst hebben geprotefteerd , zoo wel als zy zig ter zeiver tyd op gelyke wyze hebben gedraagen, tegen het door die Meerderheid daarftellen en doordringen van eene Regeeringloosheid, om door dat middel op een onverantwoordelyke wyze , ten effeéle van het voorgenomen geweld , de regtmatige verzoeken hunner Burgeren te fmo»  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. . S13 ftnoren, en door het voorfz. zeer onwettig beftaan onder een Militair bedwang te verkragten. Van welk geweld de Burgery dezer Stad vermeend heeft t geene onverfchillige aanfchouwers te kunnen of mogen zyn, als het geen die Stad heden geweldadig, en niet buiten vermoeden van een geheime verraderlyke toeleg, tegen de refpective Burgeryen van deze Provintie , overkomen is, aan ons als een gevolg van het zelve verderflyk geheim oogmerk morgen en alle oogenblikken zoude kunnen te beurt vallen; waar tegen in allen opzigten en op de allernadrukkelykfte en efficacieufte wyze behoord gewaakt te worden niet alleen, maar tot zekerheid en gerustftellinge van deze Srad en Burgery, zoo wel als voor die van de geheele Provintie', met den eerften geheeld en gebeterd te worden. Het is om alle deze redenen , dat de Ondergefchrevenen zig keeren tot UEd. Groot Achtb., reverentelyk verzoekende , dat UEd. Groot Achtb. in overweging gelieven te nemen , daar de Burgery dezer Stad oordeelt , niet te konnen berusten in het Declaratoir van den Heer Burgemeester yan Musfchenbroek , en dien. volgende als nog verzoekt , dat UEd. Groot Achtb. aan zyn Ed. ernftig zullen gelieven te infteeren op het noemen der Namen van die Heeren, welke op dert 13 Augustus jongstleden, des avonds ten half tien uuren, op den naam van Heeren Gedeputeerden, het hier bovengemelte verzoek tot het verleenen van Patenten voor Militie naar deze Provintie gedaan, en aan Zyne Hoogheid hebben afgevaardigd , onder betuiging , ingevalle de Heer Burgemeester van Musfchenbroek blyft difficulteeren , die Heeren by namen te noemen , dat de Burgery het houden zal voor een aveu en confesfie, dat het de Heeren Perponcher , Grave van Athlone, en Heer van Zuylen, nevens hem Heer Burgemeester van-Musfchenbroek , en geene andere, geweest zyn, welke zig ter hunner verantwoording aan de bovengemelte onwettige, onbevoegde, en geweldige daad hebben fchuldig gemaakt, met hen, die uit Amersfoort daartoe bewerkers geweest zyn. Als mede, dat UEd. Groot Achtb. aan Hoeren Burgemeesteren zullen injungeeren en gelasten , te vorde. O 3 ren,  814 aüg. ZAAKEN VAN 1785; ren , en met den eerflen overtebrengen Copia Autenticq van den Brief van die van Amersfoort, van geiyke van den aan Zyne Hoogheid afgevaardigden Brief tot het verzoeken van Patenten voor de Militie naar deze Provintie, beide van den 13 Augustus laatstleden , zoo wel als de Authenticque Copia van het Patent, en het daar op verleend attaché , waarop die Militie binnen deze Provintie is getrokken; nevens expresfie van hem, Oie rot het in Oen eed nemen van die Militie is afgezonden, wie daqr by als Secretaris gefungeerd heelt, waar en wanneer die Militie is in den"eed genomen; aan alle het welk te wetra in dezen hoogst aangelegen legt. En voorts, dat UEd. Groot Achib. de He-eren Gecommitteerdens ter befchryving van de Staaten dezer Provinrie zullen gelieven te authorifeeren, en te gelasten , om ter eerïte Vergadering van Staaten te inftee. ren , dat de hier bovengemelte alzoo informclyk , en onwettig , en geweldig , binnen deze Provintie ingebragte Militie ordres werden gegeven , imtnediaat daar weder uitterivkke» , en ook tot dat einde aan de Heeren Staaten van Holland , Qveryifel , en Vriesland, wegenis deze Stad aanteichryven en te it fteeren , dat dezelve aan hunne hier bovengemelte Militie zuilen ordonUeeren, en gelasten, deze Provintie te ruimen binnen den tyd van driemaal vierentwintig uuren, endaar toe , voor zoo veel nodig zal zyn , de beveelen door den Heer Stadhouder hunner Provintie te doen expedieeren aan de commandeerende Officieren. En wyders, dat UEd. Groot Achtb. aan de S aaten van alle de refpeftive Provintien en Leden van 't Bond» genootfchap by circulaire Mislive zullen gelieven aantefchtyven en te verzoeken, den Heer Stadhouder en Kapitein Generaal hunner Provintie te beveelen, voor hunne Militie, of die ter hunner repartitie gebragt zyn, en betaald worden,'. eenig Patent te geven , of te doen toekomen, om te marcheeren naar deze Provintie, om daarin , het zy ten platten Lande , of in eenige Stad of Steden guarnifoen te nemen, alles , by onverhoopt contrarie, op zoodanige pcene , als ingevalle van disobedientie tegens de Hooge Overigheid zal worden geoordeeld te. behooren. En  aug. STAAT EN OORLOG. 178* 215 En nadien in deze tyds omftandigheden alle Leden van Regeering, welke het er op toeleggen, om de regtmatige verzoeken van hunne Burgeryen door het geweid van Militie tegentegaan , voor vyanden van den Burgerftaat moeten gehouden worden, en het daarom nodig is, dat dezelve openlyk bekend; worden , dat U Ed.'Groot Achtb. aan de Leden van dezen Raad, waar dezelve ook in Commislie mogen zyn , en wat Comrnislïen, het zy Provintiaal, ter Generaliteit, of hoedanig ook door hen mogen bekleed worden, aantefchryven, geene fecretesfe aantenemen op verzoeken of voorHagen van het innemen van Militie , of het vragen van Patenten voor Militie naar deze Provintie , Stad , of Sleden , maar dat zy , dergelyke verzoeken hoorende voordellen , daarin niet alleen niet zuilen accordeeren of concnrreeren , maar dat zy gehouden zullen zyn, daar van immediaat opening en kennisfe aan UEd. Gr. Achtb. te moeten geven , met expresfie va'u de namen van hen, die hetzelve voorgefteld, en hen, die daarin confent of bewilliging gedraagen hebben , en dat alle de Leden van den Raad onder dezelve gehoudenheid en verpligting zullen leggen, hoedanig zy ook daarvan zelve, in hun particulier, van dergelyke voornemens, voordragten en inftemminge mogten berigt worden, en voor zoo verre eenig Lid van Regeering daarin nalatig mogte gebleven zyn, en daar van komt te blyken, dat hy even als de Voorftellers en Inwilligers van hetzelve zal en zullen gehouden worden te zyn openbaare Vyanden en Verraders van den Burgerftaat, om tegen dezelve , als zoodanig ten exempele van de geheele Waereld te procedeeren. 't Welk doende, enz, (Was get.) Door alle de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens. 0.4 LXXXV.  aio" Ayc. ZAAREN VAN 1185. LXXXV. Misfive van de Regeering van Deventer, aan den Prinfe Erfftadhouder. In dato aö Augustus I785. De Kwartiermeefier- Generaal Bentinck al wederom verzuimt hebbende, zich naar behooren van zy. nen pligt te kwyten , heeft de Magiftraat dezer Stad daar over de navolgende Misfive aan den KapiteinGéneraal afgevaardigd: DOORLUGTIGSTE H00GCEBO0REN FURST E£J HEER ï Alfchoon wy, uit hoofde der herhaalde Adresfen, door ons over- het plichtverzuim van den Kwartiermeefter-Generaal, in het kennis geeven van het marcheeren van de Militie van den Staat, door deeze Stads aan uwe Hoogheid in den jaare 1783, zo mondeling door den Heer de Schepper , namens deeze Stad ter Vergadering van Hun Hoog Mog. gecommitteerd , als by eene Misfive van den 15 November gemaakt, met het grootfte recht hadden moeten verwagten , dat de orders, die wy veronderftellen door Uwe Hoogheid ten dien opzichte te zullen zyn gegeeven, van dat gevolg zouden zyn geweest, dat de Kwartiermeefter-Generaal dezelve zouden hebben agtervolgd, en ons niet wederom in de noodzaakelykheid gebragt, om Uwer Hoogheids gewigtige bezigheeden met dit onderwerp op nieuws te moeten komen fiooren, — vinden wy ons echter, tot ons leedweezen verpligt, het tegendeel aan Uwe Hoogheid by deezen te moeten berigten , daar aan ons op laastleeden Woensdag middag den 24. deezer is vertoond Patent van Uwe Hoogheid , geteekend in 's Hage den 20 deezer, houdende order voor drie Compagnien ligte Paarden van het Legioen van den Generaal Graaf de Mallebois, te Campen Guarnizoen houdende, om op den 26 daar aan volgende van daar naar deeze Stad te marcheeren, alhier te overnagten, en 's anderen daags den marsch, volgens de voorfchreveue route, naar 's Hertogenbosch te vervolgen, 1 yan  AUGf STAAT EN OORLOG. 1785. 217 yan welk marcheeren wy op die tyd, toen aan ons het Patent wierd vertoond, geene de minde kennisfe droegen , en waar van de noodige Advertentie van wegens den Kwartiermeefter-Generaal, die ten minften te gelyker tyd, zo niet eerder, met het Patent hadde kunnen worden geëxpedieerd, eerst op laatstleeden Woensdag avond by eene Misfive, gedateerd 's Hage den aa deezer, door ons is ontvangen , waar door de reeden van dit kennis geeven door den Kwartiermeefter- Generaal elufoir is gemaakt, en wy buiten fiaat zyn gefteld, om vooraf eenige arrangementen te kunnen maaken. ' Uwe Hoogheid , die hgtelyk zal begrypen , dat wy over deeze handelwyze niet dan ten uiterften moeiten zyn gefurpreneerd, zal ook zekerlyk met ons lafléaii men, dat, daar de nood, onzes bedunkens, thans deeze overhaaste marsch niet koomt te vereislchen, en de Kwartiermeefter-Generaal buiten dien in ftaat wa$ geweest, om ons van dezelve in tyds te kunnen infor. meeren , wy billyke redenen zouden hebben gehad , om geen attaché op het vertoonde Patent tè verleenen; dan, om al wederom in deeze onze tdegeeflykheid te doen blyken, hebben wy goedgevonden, om den marsch der gemelde Compagnien niet te vertraagen, maar dezelve op den bepaalden dag binnen deeze Stad te laaten marcheeren, en voor hunne Inkwartiering zorge te draagen; doch teffens is de nalaatigheid van den Kwartiermeefier-Generaal door ons als eene zaak aan dat aanbelang befchouwd, dat wy dezelve met geen ftilzwygen konden pa.-feeren ; maar ten fpoedigften ter kennisfe van Uwe Hoogheid moeften brengen, en ons regtmaatig oogenoef en daar over te kennen geeven, zo als wy by deezen de eer hebben te doen, vastelyk ver. ttouwende, dat Uwe Hoogheid, die over het niet nakomen van gegeevene orders voorzeker niet minder ge. voelig kan zyn aangedaan, zulks aan den Kwartiermeefter-Generaal voornoemd op het ferieulte zal doen geblyken , en zodaane orders ftellen , die in ftaat zyn , om denzelven tot zynen pligt te houden. Terwyl wy, ter onzer decharge, niet kunnen nalaaten , hier noch by te voegen , dat de omftandigheden van tyden en zaaken zulke gewigtige redenen opleveOj ren,  si8 auc. ZAAKÈN VAN 1785. ren, die ons hebben doen befluiten, om geéne Militie, hoe genaamd, dan na vooraf daar over rypelyk te hebben gedelibereerd, binnen onzen Stad te laaten marcheeren, en dat, indien dit ons Adres het gewenscht elf- £1 niet mogt forteeren , en men door eene overhaaste marsch der Militie, zonder voorgaande kennis'geeving van den Kwartiermeefter-Generaal, hieraan, het geen wy liefst niet willen fupponeeren, eenige atteinte zoude trachten toe te brengen, wy ons als dan plichtshalven genoodzaakt zullen vinden , om zodaane 'maatregelen te neemen, 'die deeze onze Refolutie de vereischte kragt zullen kunnen byzetten, en welke door ons niet dan ongaarn in het werk zullen worden gefteld, het geen Uwe Hoogheid, zo als wy verhoopen, wel zal gelieven te pravenieeren. Hier nude beveelen wy Uwe Hoogheid in Godes heilige protectie, en verblyven doorluchtige hooggeborem fuest en heer l Uwe Hoogheids zeer Dienstwillige Vrienden en Ootmoedige Dienaaren, Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer. Ter Ordonnantie van dezelve, a. h. cramer. Secr. 1785. LXXXVI,  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. £19 . i . ■ LXXXVI. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende op de Memorie van den Generaal de maillebois, raakende het vastffeU len^yan een Militair Departement, In dato 26 Augustus 1785. By reiumptie gedelibereert zynde op liet rapport deti 29 July dezes jaars rer Vergadering uitgebragt tioor de Heeren van de. R'tdd'erfchap en verdere hun E leje Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende, tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Rtfolu;ien commisforiaal van 'den 9 Juny en 6 July te vooren, geëxamineert de Memorie door den Heer Grave de Maillebois, Generaal van de Infanterie van den Staat den 8 Juny ter Generaliteir gepraïfen» teert, daar by ter kennis van hun Hoog Mog. gebragt hebben Je een fummier refumé van de Objecten over welke hy zedert zyn aankomst hier te Lande van tyd tot tyd zyne confideratien had gegeeven; als meede de confideratien door hem aan Zyn Hoogheid geprasfenteert tot het vastftellen van een Mditair departement; als mede het rapport van de conferentie met den Raad van Staate den 5 Juty, uit kragt der Refolutie commisforiaal van den 8 Juny op de voorfz. Memorie en confideratien, ter Generaliteit uitgebragt; breder onder de Notulen van den voorn. 9 Juny en 6 July. En geconfidereert zynde , dat het een onbetwistbaars waarheid is, dat, by de erectie van de Staatst-Regeering in den jaare 1588 , wanneer het accord met den Grave van Leicester, te voren gefloten, is komen te cesfeeren , cn de Staaten niet goedgevonden hebben, om het Oppergezag over de zaaken, dienende tot befcherming van de Fereenigdc Nederlanden , in vreemde handen , of in die van een enkeld Perfoon, wederom te ftellen ; vervolgens deeze dire&ie , de defevfie , Confervatie en Unie yan de voorfz. Landen aangaande, die te voren in vreemde handen was ge. fteld geweest, aan den Raad van Staaten, by deszelfs Inftruöie van het voorfz. jaar, door de geza- ment-  aao adc. ZAAKEN VAN 1785. mentlyke Bondgenooten gedemandeerd is geworden: dat men daar by, in den jaare 1651, wanneer de Republiek , by de Munfterfche Vreede tot eene vrye en onafhankelyke Staaf gekomen, en door alle Mogendheedén daar voor erkend is geworden , geperlifteere hebbende; het dus evident is, dat zo wel by de eerfte erectie der Staaten Regeering, als by de nadere bevestiging van dezelve , de zo evengemelde waart en oorfprongelyke conlïitutie van de dire&ie van alle de zaaken de befcherming van deeze Landen aangaande, in de voorfz. Inflruétien van 1588 en 1651, waarin door de Bondgenooten tot hier toé geen verandering is gemaakt 9 ontworpen en gearresteert is ; en derhalve aldaar ook alleenlyk, gevonden kan worden. Dat de Bondgenooten, in den jaare 1672, hebbende goedgevonden de bepaalde magt en Inftruétie aan Prins Willem den derden, als Capitein Generaal; voor den doenmaaligen Veldtogt gegeeven , te amplieeren, tot itennelyk wederzeggens toe, zodanige vrye magt en authoriteic over de Patenten en andere zaaken de Militie fpeéteerende als de voorgaande Heeren Princen van Orange als Stadhouders en Capitainen Generaal, ten refpeéte van de voorfz. Militie hébben geëxerceerc, aan Zyne Hoogheid meede hebben geconfereert. En dat , alzo , deeze uitdrtikkelyke relatie tot de voorgaande Heeren Stadhouders en Capitainen Generaal , voor zo verre dezelve den Lande als Capitainert Generaal van de Unie zeedert het voorn, jaar 1588 en dus zedert het arresteeren, en geduurende het ftandhouden der voorfz. Inftruélien van den Raad van Staaten, hadden gediend, ten klaarften te kennen geeft dat de Bondgenooten geen de minfte intentie hebben gehad, om, met het amplieeren van de magt, by de voorfz. Inftruétie van Zyne Hoogheid, in tegenftelling van die van zyne Prasdecesfeurs, zo zeer bepaald, eenige verandering in de bovengemelde Inllruélien van den Raad van Staaten zelve, of in de Conflitutie daar by geintroduceert en vastgetteld, te maaken. Dat, laaftelyk, dezelfde magt, als aan welgemelde Zyne Hoogheid Prins Willem de derde alzo was gegeeven , ook aan de Princen Willem den vierden en vyf?  aüg. STAAT EN OORLOGE 1785- a8S vvfden naderhand is geconfereert: Zo dat de Bondgenooten aan de laatere' Heeren Capttawen Generaal, nimmer eenige meerdere magt als aan de eerdere, zeedert de ereftie van de Staats-Regeenng , en het arresteeren der voorfz. InftruQien van de jaaren 1588 en l6«, hebben geconfereert: Ja zelfs, dat de uitdrukkelykè referve M kennelyk wederzeggens toe, ten bewvze ftrekt, dat de Bondgenooten al in den voorfz. iaare 1672, en zeedert altoos , by continuatie aan zig hebben gehouden het vermogen , om als de dienst van den Lande zulks kwame te vereisfchen, de voorjz. vrye magt en authoriteit over de fatenten, en andere zaaken tot de Militie fpeBeerende, te brengen tot _de hornes , die de voorfz. oorfpronkelyke conftitutie , met bet èkking tot de nodige befcherming van deeze Landen , zoude komen te vereisfchen. Dat deeze inconteftable principes aldus geetabhsfeert zynde, het, al wyders van zelfs fpreekt , dat de gefteldheid van het Leger van den Staat ,- de goede in ftandhouding van het zelve, en de verdere directie van zaaken de Militie en het employ van dezelve, tot befcherming van den Lande, met de meefte menage van 's Lands Financie, concerneerende ; alle zaaken zyn van het uiterfte gewigt voor het Bondgenootschap; en waar omtrent de Grondleggers van de Conftitutie van deezen Staat getoond hebben van begrip te zyn, dat, zo als reeds geremarqueert is, de direóhe dien aangaande niet in handen van een enkeld Perfoon geheel en alleen gefteld, maar aan een Raad behoord gedemandeerd te werden; zo als dan ook effeétivelyk deeze direüie aan den Raad van Staaten, by de voorfz. Inftructien, zo by de eerfte erectie van de Staars-Regeering, als by de confirmatie van deze ve, na de Munfterfche Vreede, en dus by het vastfiellen van de Conftitutie van de Regeering deezer Landen, is aanbevolen : Zo dat, by aldien al eene meerdere of mindere afwyking van deeze Conftitutie, in den jaare 1672, en vervolgens, dog niet anders dan tot kennelyk wederzeggens toe; en dus onder expresfe referve van het vermogen , om de primitive Conftftutie wederom te doen herleven, zoude mogen hebben plaats gehad, en, be«  222 Aire. ZAAIEN VAN i7gj, bevonden wierd, fchadelyb voor her Bondgenootschap te zyn; het dan ook , niet alleen , niet ftrydiV tegen de voorfz. oorfpronkelyke Conftitutie, en fuccesfivelyk gedaane referves, kan voorkomen, by aldien de zaa. ken wederom op den ouden voet wierden webragt • maar dat men boven dien, in gemoede, niet "kan na' laaten daar voor volftrekt te advifeeren, dat namelyk de gebreeken, die in de directie 'van de zaaken de Militie concerneerende , zig opdoen , werden weggenomen , het zy dan met de zaakèn alzoo wederom te brengen op den voet der voorfz. Inftructien van den Raad van Staaten ; het zy anders , door middel van het etablisfeeren van een departement Militair, zo als de Graaf de Maillebois by zyne bovengemelde Memorie heeft voorgeflagen, of zo als het zelve nader zoude kunnen en behooren te worden gereguleert • terwyl men zig wel verzeekert kan houden, dat, aangezien de menigvuldigheid der occupatien, het voor den Heer Capitein Generaal niet mooglyk is, zig met de voorfz directie van zaaken, alleen te chargeeren: en op alles de nodige ordres, met de meejle menage voor 's Lands Financie, te ftellen. Dat deeze confideratien niet alleen niet fchynen te ftryden tegen het geen by het bovengemeld Generaliteitf-Rapport, het welk benevens de voornoemde Memorie van den Grave de Maillebois het onderwerp van examen van dit Befogne is geweest; maar dat dezelve door den inhoud van dien daarenboven volkomen fchvnen te werden gejuftificeert; want dat daar uit is gebleeken , voor eerst, dat men uit het geavanceerde bv het voorfr. rapport, zig geen denkbeeld kan formeeren, welke fuuctien , tegenwoordig , door den Raad van Staaieo, ingevolge van de meergemelde InfiruBien met betrekking tot het generaale toeverzigt, en de op. perdireSie ovtr de Militie , en het gantfche defenfie wezen van den Lande, welk een en ander de Raad van Staaten zelve oordeeld, haar by de voorn. Inftructien gedemandeerd te zyn, werden geëxerceert: En dat' daar en tegen , in de tweede plaats , by het voorfz' Rapport, uitdrukkelyk word erkend , dat, ten nutte yan de Kepubltcq, en inzonderheid ter bevordering der z$  aüg. STAAT EN OORLOG. 1785. 223 zo nodige expeditie. eene precifere bepaalmg zoude behooren te werden gemaakt, van het geen verftaan moet werden, eigentlyk aan den Raad van Staaten afzonderlyk; of aan den Raad met en benevens de Vergadering van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit; of ook aan den Capitain Generaal van de Unie, gedemandeerd te zyn: en dat, ingeval de omflandigheeden mogten vorderen een Leger te Velde te brengen, niet ondienftig zou zyn, dat als dan, in navolging van het geen in vorige tyden te meer maaien is gefchied , door ofby den Capitein Generaal wierden geasfumeerd, of gecommitteerd eenige permanente Heeren Gedeputeerden , tot het prcepareeren, ■ beleiden en refolveeren van het geen nopens het formeeren van dusdanig een goed Veldleger, en het employ van dien, nodig mogte zyn., Dat wyders , wat aangaat de periode, daar op in het vcorfz. Rapport volgende, betreffende de uitgefirektheid van de funclien van den Capitein Generaal, waar omtrent meergedagte Grave de Maillebois, het recht denkbeeld niet zonde hebben gehad: Heeren Gecommitteerden wel willen advoueeren zig voor het tegenwoordige in het zelve geval te bevinden; nademaal reeds is geremarqueerd , dat, by dat zelfde Rapport, niets werd opgegeeven , waar uit zoude kunnen werden opgemaakt, waar toe de functien van den Raad van Staaten, met relatie tot de directie van de zaaken tot de Militie fpeéteerende, zig bepaald hebben; mitsp-aders hoe verre die van den Capitein Generaal dien aangaande, zig in der daad, tot nu toe hebben geëxtendeert: maar dat Heeren Gecommitteerden prtecifelyk om alle deeze duiflerheeden, geen zwarigheid maaken om te declareeren , dat naar hunne gedagten, in den ftaat waar in het directie weezen van de Militie zig aQueelyk bevind, eene nadere voorzieninge, ten nutte van den Lande, volftrekt noodzakelyk is: het zy dan de zaaken op den oorfprongelyken voet wederom werden gebragt ; of dat anders een departement Militair werde opgerigt; mits dat het zelve , als dan door de Bondgenooten zoodanig werde geauthorifeerd en gemagtigd , dat zoodanig nieuw établisfement aan het oogmerk van deszelfs inftelling , wezentlyk kan voldoen :  224 aug„ ZAAKEN VAN i?ls. doen: dan dat Heeien Gecoromiti eerden, deezen aangaande , geene nadere bepaalingen oordeelen aan de hand te moeten geven, voor een aleer de confideratien van den Heer Capitein Generaal van de Unie op den gemelden vomflag van den Grave de Maillebois van wegen hun Hoog Mog. zullen zyn gerequireerd, Is vervolgens goedgevonden en verdaan, dat de zaake ter Generaliteit daar heen zal werden gedirigeerd, dat van de boven (taande confideratien van wegen hun Ed. Gr. Mog. aldaar, opening gegeeven; en de nood» zakelykheid eener prompte voorzieninge aangaande de directie van zaaken tot de Militie fpefteerende, voorgehouden en aangedrongen .zynde; de Heer Capitein Generaal van de Unie, van wegens hun Hoog Mog. moge werden verzogt, ten fpoedigfte, aan Hoogstdezelve zyne confideratien, op den meergemelden voorUag van den Grave de Maillebois , te commuuiceeren s nademaal de dienst van den Lande, en de omltandigheeden , waar in de zaaken zig bevinden , volfirekt vorderen, dat de deliberatien van hun Hoog Mog. over dit onderwerp, zonder uitftel werden getermineerd. En voorts in agting genoomen zynde , dat de Heer Grave de Maillebois by deszelfs Memorie te kennen geeft, byzondere Confideiatien te hebben over de inngtmg en verbeetering van de Armée, is wyders goedgevonden en verdaan , dat de zaake ter Generaliteit daar heen zal worden gedirigeert, dat aan gemelden Grave de Maillebois zal worden verzogt , om deswegens zyne Confideratien, hoe eer zoo beter, aan hun Hoog Mog. te commuuiceeren. T~\e Heeren van de Ridderfchap en Edelen JL«/ hebben , zonder eenigzints te advoueeren de gronden by de prremisfen van de voorenftaande Refolucte gelegt , tot dezelve Refolutie niet verder of anders geconcurreert, dan bepaaldelyk, en voor zoo verre de gemelde Refolutie tendeert, om Zyne Hoogheid als Capitain Generaal te verzoeken , deszelfs confideratien op de Memorie van den Grave de Maillebois tot in«  aüg. STAAT EN OORLOG. 1785. 225 jnrigting van een Militair Departement , aan hun Hoog Mog. te fuppediieeren. Accordeert met de voorfz. Refolutien, LXXXVII. Extradt uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stadftvitïïe, In data 27 Augustus 1785. Is. goedgevonden en verdaan , de Heeren Kapiteinen van'de Burgery dezer Stad te gelasten, zoo als geJast worden by dezen , om , na ouder en onafgebroofcen gewoonte, haare refp.clive Manfchappen, tegen de aanftaande VVapenfchouw, nader te laaten aanfpreeken, van te compareerenmet Oranje Cocardes, op de Boete van Vier Zilveren Ducatons , by ieder Burger te verbeuren , die zonder Oranje Cocarden op de Wapen* fchouw zal verfchynen ; en zal Extract dezes gegeeven worden aan. ieder Heer Kapitein der Burgery dezer Stad, om zich daar na te reguleeren. Waar tegen door de Minderheid van de Régeering der Stad Brielle aan Hun Ed. Groot Mog. een Request overgegeeven is , inhoudende klagten; dat de Meerderheid van dezelfde Regeering heeft kunnen goedvinden, aan hunne Burgers te ordonneeren , Vrydag op de gewoone Jaarlykfche Wapenfchouwing te moeten komen met Oranje S.ukken of Cocardes op de Hoedtn , op eene boete van Vier Ducatons, in plaats van één Dueaton , zoo als gewoon is, voor die weg blyft, te verbeuren: waar op Hun Ed. Groot Mog. bellooten hebben , provifioneel op her Request te appomteeren S'urcheance van de Waperfchouwing voor de Burgery van den Briel; en \ Reqnesr gefteld in handen van de Meerderheid, der zelfde Stad, om te dienen van Bericht , en daar na vérder te disponeeren, zoo als het behoord. XXIX. DEEL» F v LXXXVIIL  2s6 aug. ZAAKEN VAN 1785. LXXXVIII. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende op het Request van Amfterdamfche Kooplieden en Asfuradeurs, om befcherming van hunnen handel; als mede nopens eene Commisjie tot het Zeeweezen , en eene Memorie van zyne Hoogheid. In dato 27 Augustus 175*5. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport, den 29 July dezes jaars ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed, Gr, Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie,, hebbende, tot voldoening aan hun Ed. Gr, Mog.'Refolutien Commisforiaal van den EO April en 25 Mey te vooren , met eenige van de Hoilandfche Raaden en Miniflers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Pfovincie refideerende, geëxamineert de Requeste van verfcheide Kooplieden , Asfuradeurs en Ingezetenen der S.ai Amiteroam , zig in het breede beklaagende over het gebrek aan de hoogstnodige befcherming van den Koophandel en Navigatie dezer Landen ; tendeerende lot nader aandrang by de Bondgenooten , om zonder verder tydverzuim hunne voortrollen , byzonder dat van den 31 Maart 1783, behoorlyk te overweegen, en tot fpoedig , vrugtbaar; en voldoend befluit te brengen ; als meede om imtisfchen een Commislie te benoemen met een zeker getal Gecommitteerden uir de Generaliteit der Commercianten , tot het formeeren van een Plan van een zekere en reguliere protectie der Koophandel en Scheepvaart voor het vervolg; als mede de Requeste tot appui daar toe aan hun Ed. Gr. Mog. geprelènte'erd, en nog het Rapport , den 23 Mey uit kaagt der Refolutie Cornmisforiaal van den 19 April te vooren op de voorn. „ Requeste ter Generaliteit uitgebragt ; in welk Befogne aan hun Hoog Mog. was overgebragt een Memorie, door zyn Hoogheid aan de Admiraliteits Gecommitteerden gefuppediteerd, tot opheldering der twee gevallen hy  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. 227 by der Supplianten' Request, die bewyzen zouden , dat de befcherming van den Handel en Zeevaart geenszins met dien yver, beleid en zorg was behartigd en voortgezer, als men met reden had mogen verwagten; breeder onder de Notulen van den voorfz. 20 April en 05 Mey- Is goedgevonden en verdaan, dat de zaaken ter Generaliteit daar heenen zullen worden gedirigeerd, dat hun Hoog Mog., voor het tegenwoordige daar laatende het geen door de Supplianten by het voorfz. Request , ten opzigte der directie in den jongst gevoerden Oorlog met het Ryk van Groot-Brittannien in het algemeen gehouden: mitsgaders het geen omtrent zeket in October 1784 toegezegd Convoy zoude mogen hebben plaats gehad, alzoo al het zelve , hoe gegrond de Supplianten dezelve klagten dien aangaande ook zouden mogen oordeelen , met relatie tot het belang dfr Supplianten thans niet meer zoude kunnen worden ge» repareerd , conform het verzoek der Supplianten , by de refpective Bondgenooten ten erndigften gelieven aan te dringen , dat eenmaal voor *s Lands Zeeweezen, zonder het welk aan den Koophandel en Navigatie van alle de 's Lands Commercieerende Ingezetenen geenerlei befcherming kan worden verleend , een vaste en bepaalde fom op den Staat van Oorlog werde gebragt r en dat dienvoigende zonder* verder tydverzuim de voordellen ten dezen einde bereids gedaan, en byzonder dat van den 31 Maart 1783 in behoorlyke overweging werde genomen , en daar op zoo fpoedig doenlyk een vrugtbaar en voldoend befluir werde uitgebragt, ten einde van de daar over reeds hangen ie Befbgnes ten fpoedigden eene hoogst noodzaakelyke afkomst te maaken. Dat daar by wyders aan de Bondgenooten door hun Hoog Mog. werde te kennen gegeven, en by hoogstdezelve op de kragtigde wy/.e aangedrongen, dat, zonder zoodanige vasren post voor de Marine op den Staat van Oorlog her altyd onmogelyk zal worden bevonden aan 's Lands Commercie eo Navigatie te bezorgen die protectie en beveiliging , waar op dezelve billyk aanipraak zou ,1e kunnen maaken. Pa Dat  228 auc. ZAAKEN VAN 1785» Dat dit van zelfs moet in het oog valleu , waaneer men fbgts in confideratie gelieft te neemen de wyze, waar op de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer Landen gewoon zyn de benodigde Gelden , tot goedmaaking van de kosten voor 's Lands Zeemagt te be> komen ; als welke aan dezelve telkens moeten worden verftrekt uit de extraordinaris daar toe expresfelyk ge« daane Petitiën , dan waar op dezelve nimmer eenige vaste reekening maaken kunnen , dan na dat daar in, zoo niet door alle , ten minftfen door meest alle de Provinciën dadelyk is geconfenteert; het welk dan dat gevolg heeft, dat de Collegien ter Admiraliteit niet zelden verpligt zyn, om de Wintermaanden, tot zelfs ver in het voorjaar van ieder jaar , te moeten laaten veiloopen , al eer dezelve in ftaat zyn , of eenige zekerheid hebben, om, conform aan dezelve Petitiën, de Equipagien van Schepen te kunnen beginnen , en alzo in tyds te nemen die maatregulen, welke nodig zyn, om telkens vroegtydig in het Voorjaar met de te doene Equipage gereed te weezen , om niet te zeggen, dat het niet zelden gebeurt, dat dezelve petitiën nimmer tot conclufie gebragt en het volle montant derzelven aan de refpective Admiraliteits Collegien alzoo nimmer verftrekt word. Dat aan deeze inconvenienten, uit het defect van een vasten post voor het Zeewezen dezer Republiek op den ©rdinar's Staat van Oorlog dan ook veelal toe te fchryven is , dat gebrek aan eene kragtdadige en prompte protectie yan 's Lands Commercie en Navigatie , waar over de Supplianten gemeend hebben zig te moeten befclaagen ; en dat het volftrekt onmogelyk is , dezelve klagten voor het vervolg in allen opzigten te doen op» houden, zoo niet daar in eindelyk door de Bondgeno* ten op eene genoegzsame wyze zal werden voorzien; en de Admiraliteits Collegien dezer Landen alzeo in de inogelykheid zullen werden gefteld, om aan de regtmatige verwagting der Ingezetenen, ten minften zoo veel als van derzelver Departement zal kunnen werden geTeekent, te voldoen. Dat met relatie tot het tweede verzoek van de Slip. plianten, dat^ namentlyk de Commercie intusfchen, en han-  aüg. STAAT EN OORLOG. 1785. «5 hangende de im^^^^^SS^iSSL het voorfz. werk ten principaale niet langer verltooken te doen blyven , van de haar verfchuldigde en hoog* nodige proïeftie', door de «edewerking van haar Hoog Mogt zoude mogen werden ««ff^^'/^Jj/S. • pective Bondgenooten eemge.uit den h»""^,"^. lieven te committeeren om met een ^eker jamal gre committeerden uit de Generaliteit der Commerc a. en dezer Republiek te befogneeren, ten einde geame. ulyk te formeeren een Plan , waar na de Koophandel en Scheepvaart dezer Landen voor het vervolg op eene fetïr'reguliere protectie zouden kunnen^hoopej; hun Hoog Mog, gaarne erkennen , dat de Uaat en m reétie van^'s Lands algemeene defenfiezoo wel te Water als te Lande , behoort onderzogt en |«e^e™ te werden ; dat tot zoodanig onderzoek by hun Hoog Mog. ook reeds effieélivelyk is bellooten, en he: zJve gedemandeerd aan een Commisfie, door de Bondgenoten ieder in den haaren daar toe te benoemen1, en1 dat het zelve onderzoek natuurlyk involveerende en bedoeling van het geene door de Supplianten by het voorfz. tweede point van derzelver Rtq ests aan hun Hoog Mog. is verzogt , het zelve twe.de_pomt dienvolgeade door hun Hoog Mog. behoort e werden .gerenvoyeerd aan het onderzoek van we geroeUe Commisfie; met vrylaating aan de Supplianten onl1, eaju auo, tér dier zaake aan dezelve Commisfie verder zoc Lige confideratien te fuppedneeren , ala dezvetot eene prompte en folide befcherming van s Lands üom.mercie en Navigatie zullen meenen te behooren En dat inmiddels door hun Hoog Mog. , harigende hoogstderzeWér deliberatien over deew impwtante materie zoo veel maar eenigzints mogelyk is ,*al.wf£ deeTnezorg0e°gedraagen, datV ^^S^^ der Ingezetenen dezer Landen op de effirawo twyze zal worden geprotegeert ; dat tot dat «nde met zo zeer telkens eenige bepaalde Convoyen _ zullen werden vereend ; maar dat dezelve Commercie door het houden ïan b'ekwaame Esquaders in de Noord- en Middeland. fche Zeeën , mitsgaders in de Westindien in ha ver ' volg, SSWs ook bereids in dezen loopenden jaa-  230 aug. ZAAKEN VAN i?85> re heeft plaats gehad, zal werden gedekt, en daar door ten minften tegens alle onverwagte overrompeling worden beveiligd. Dat verder door hijin Hoog Mog. voor het vervolg zal worden zorg gedraagen, dat van deeze dispofitien in het begin van ieder jaar aan de Comraercieerende Ingezetenen behoorlyke Notificatie zal werden gedaan, ten einde zig daar na te kunnen reguleeren , als mede om aan dezelve gelegendheid te geeven, om, wanneer zy ten besren der Commercie en Navigatie dezer Landen daar omtrent iets mogten voor te draagen hebben, in dat geval daar van aan het Admiraliteits Collegie, waar onder dezelve resforteeren, ofte aan de Magiftraat van derzelver Stad, ofte ook wel aan hun Hoog Mog* directelyk, de nodige gepaste ouverture te geeven, om dien aangaande te worden gerefolveerd, zoo als bevonden zal worden te behooren. . En dat hun Hoog Mog. in dat geval vertrouwen, dat de Supplianten aan de Admiraliteits Collegien de° zer Landen in het generaal, en aan dat van Amllerdam, waar onder dezelve resforteeren , in het byzonder , voortaan niet zullen weigeren dat vertrouwen en die correfpondentie, welke zoo nodig is om 's Lands> zaaken op een heilzaame en gemakkelyke wyze te behandelen: in confideratie nemende, dat de oorzaak van het geene, waar over de Supplianten gemeend hebben hun Hoog Mog. te moeten adieeren , is toe te fchryven aan een zamenloop van zaaken en omltandigheden, die zedert eenigen tyd ongelukktglyk hebben plaats gehad , en waar door tot de voorfz. klagten alzoo aanleiding is gegeeven. En eindelyk , dat Extract van deeze Refolutie aan de Supplianten zal worden gezonden tot derzelver informatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. LXXXIX.  Aüc. STAAT EN OORLOG. 1785. 231 LXXXIX. Propofitie der Gedeputeerden van de Stad Schoonhoven, nevens een Request van Burgers, enz. van Heusden, tot de terug Marsch der Troepen uit Amersfoort. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mo ■ gende, in dato aj Augustus 1785. l""\e Heeren Gedeputeerden der Stad Schoonhoven JL/ hebben , op last van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gefchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! T"vaar 't inroepen van Troupes door de meerJL/ derheid der Regeering van Amersfoort, by gelegentheid dat de Burgery dier Stad wettig aandrong op afdoening der bezwaaren , welken zy op expresfe uitnodiging van den Souverein haarer Provincie had ingelevert; en de omftandigheeden , welke daar by plaats hebben gehad, van eene zoo publieke notoiriteit zyn; zal tt niet nodig zyn, in een detail daar van te treden. Het zal genoeg zyn , aan U Edele Groot Mogende te verklaaren , dat de Heeren onze Principalen 't voorzeide inroepen van Troupes befchouwen als een opentlyk attentaat op de Burgerlyke vryheid, waar van de gevolgen niet alleen voor de Provincie van Utrecht ; maar ook voor deeze en andere-Provinciën ten uiterfte.nadeelig zouden kunnen worden ; en dit, Edele Groot Mogende Heeren.' is niet alleen 'c perfooneele gevoelen van de Heere onze Principalen; neen, 't is ook 't gevoelen van zoo veele p 4 wel-  %$* aüo. ZAAKEN VAN weldenkende door de gamfche-Republiek; van. allen, welke de innerlyke waarde van een Burger van dit G meene-Best kennen ; van alle , welke begrypen , dat niet Wolk om de Regenten ; maar de Regenten om 't Volk zyn; yan allen , die durven erkennen, dat 't geweldadig fmooren der Volks- Stem te Amersfoort, in der daad is, een fchending van de hoogheid van 't gantfche Volk van Nederland , in wier boezem de radicale Souvereiniteit berusr, en op welks naam de refpective Staaten alleen, by reprefentatie hun hoog gezag uitoefenen ; 't is 't opent lyk verklaarde gevoelen , van zoo veele notabele Burgeryen in Nederland; inzonderheid in deeze Provincie; en aller byzonderst van een notabel aantal uit die Burgery, welke de Heeren onze Principalen ter Vergadering van U Edele Groot Mogende vertegenwoordigen; op grond van welke gevoelens, de Heeren onze Principalen ons bv herhaling gelast hebben, ter V rgadering van ü Edele Groor Mogende voor te dragen, of ü Edele Groot Mogende, met de Heeren onze Principalen niet ten uiterfte noodzakelyk zouden oordeelen. i« Dat door de Troupes, welke thans zig in'Amersfoort bevinden, voor zoo ver dezelve op de Repartitie deezer Provincie ftaan, en nog niet weder mogten zyn uitgetrokken , ordres wierde gegeeven , om te rug te marcheren. *. Dat door U Edele Groot Mogende zoodanige voorzorge wierde genomen , waar door wiert voorgekomen, dat verder geene Troupes ter repartititie deezer Provincie of die der Generaliteit Baande, of Hulp-Troepen van deezen Staat, gebruikt' worden teegen eenige Provincie, Steden, Burgeryen of Leeden van dien. 3. Dat door Ü Edele Groot Mogende in deeze critieke tyds omftandigheeden zoodanige nadere bepalingen omtrent de Paten.  Aoo. STAAT EN OORLOG. 1785. 233 tenten wierden gemaakt, waar door de Troupes niet-, dan op uitdrukkelyk'be.rel van ü Edele Groot Mogende tot Binnelandfe Expeditien werden geëmployeert. En is daar benevens ontfangen een Misfive van Cns< telein Drosfaart, Burgemeelteren en Scheepenen Regeerders der Stad Heusden, gefehreeven aldaar den 23 dezer, waar by, ter kennis van hun Ed. Groot Mog. brengen de .Requeste aan hun te dien dage ge» prrefenceert door een aanzienlyk getal hunner Burgeren en Ingezeetenen over het aanrukken der Staats- Militie tegens Amersfoort en om de voorzieningen daar by vervat; dienende gemelde Misfive tot appui van dee zelve Requeste, hier pa geinfereerf. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, Door een aanzienelyk getal van onze Borgeren en Ingezeetenen, aan ons huiden geprefenteert zynde, het hier inne geilootene Requeste, hebben wy niet geaarfeld uit hoofde van het belang der zaake daar in voorkomende, aan derzelver verzoek en billyk verlangen te voldoen, en het zelve verzoek zoo veel in ons is, aan Uw Edele Groot Mog. te appuieeren , zo als wy de vryheid neemen, boven gemelte Requeste op de eerbiedigde wyze met onze appuie en voordragt, ter Tafel van Uw Edele Groot Mogende te brengen; Met alle den eerbied die wy Uw Ed, Groot Mog. verfchuldigt zyn, dog teffens ook met alle den ernst welke vrye Volkeren betaamd, fM* liciteeren wy , dat Uw Ed. Gr. Mog. aan de begeerte der Requeftranten dermaate Eflïcatieus gelieven te voldoen, als met de hooge wysheid van Uw Ed. Groot Mog. en de Souveraiuiteit deezer Provintie het meest befiaanbaar zal zyn; Waar meede wy Uw Ed. Groot Mog. beveelen in Gods Heilige befcherming, en onder , P 5 toe-  234 aüg. zaaken van ' i78j. toebeede van een gelukkige Regeering de eer hebben ons te noemen. edele groot mogende heeren ! (Onder Rond) Üw Edele Groot Mogende ootmoedige en gehoorzaamde Dienaaren. Castelein Drosfaart , Burgemeelteren en Scheepenen, Regeerders der Stad Heusden. (Lager ftond} Heusden den Ter Ordonnantie van de23 Aug. zelve. 1785. (Was get.) f. c. trombr. ■ Aan de Edele Achtbaare Heeren Castelein Dros/aard, Burgemeefteren en Scheepen, Regeerders der Stad Heusden. ^""leven met fchuldige eerbied te kenVJ" nen, deOndergeteekenden, alle Burgers en Inwoonders, deezer Stad, dat zy met ontroeringe, fchrik en niet minder verontwaardiging gezien hebben, de geweldige Refolutie, om Militie van deeze» Staat te doen aanrukken tegens Amersfoort , wier brave Burgery, wel verre van zig aan eenig Oproer fchuldig te maken, in tegendeel, enkel en alleen bezig was, om haare onvervreemdbaare Rechten, op eene wettige wyze te reclameeren , waar toe  auö. STAAT EN OORLOG. 1785. »|j toe zy door hunne Souverain zelve uitgelokt en ongeroepen was. Dat- deeze aandoeningen by de Ondergeteekenden nog zeer veel toeneemen, nu zy ontwaar worden, dat een gedeelte diet Troupen liaan op repartitie deezer Provincie. Dat, het gebruik maken van Militairen tegens Burgers, in een tyd als tegenwoordig, waar in de Republiek zoo zeer verdeeld is, weinig anders kafi befchouwd worden, dan als eena daad van geweld s door welke de eene parthy boven den anderen tracht te triumpheeren, en dus de aangevallen parthy gewettigd word , om van die middelen tot tegenltand gebruik te maken, die de Voorzienigheid aan elk Schepfel tot zelfs verdediging gefchonken heeft; 'c welk niets, dan de fchroorrHykfte gevolgen , niets minder dan een Burger-Oorlog kan ten gevolge hebben. Dat da Ondergeteekende boven dien , hun gemoed en geweeten bezwaard vinden , het hunne op te brengen' en dus meede te contribueeren , rot het onderhoud van Troupen, die gebruikt worden, tot onderdrukking hunner brave Land- en Bondgenooten , welke zig onledig hou» den , hunne voorvaderlyke Vryheeden, en voorrechten op eene wettige wyze , uit de vergetelheid op te delven, en van hun , die dezelve onrechtmatig bezitten, te rug te vorderen: Daar de Grondwet van deezen S'aat, de Unie van Utrecht, van hun vorderd; Een iegelyk Provincie en de particuliere Steden, Leden enIngezeetenen van dien met alle behoorlyke en mogelyke middelen, ja met Lyf en Goed (is het nood) te helpen hand-  aug, ZAAKEN VAN 1785. handhouden, ftyven en fterken, befchutten en ook befchermen, jegens allen en een iegelyk, wie en hoedanig die zcude mogen weezen , die eenige dadelyke ihbreuke zoude willen doen op hun luider fpeciale en particuliere Privilegiën , Vryheden , Exemptien, Rechten, Statuten, loffelyke en wel herbragte Colturnen, Ufantien, en allen anderen haar Luider Gerechtigheden. Redenen waarom de Supplianten zig keeren tot U Edele Achtbaare, met zoo veel eerbied als ernst verzoekende, dat ü Ed. Achtbaare als vertegenwoordigers van de Ondergeteekende , dit alles by eene Misfive aan de EL Gr. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie, in naam van de Supplianten gelieven voor te dragen, en voorts aan hun Ed. Gr. Mog. te verzoeken , dat Hoogstdezelve zonder tyd verlies het daar heen gelieven te dirigeeren, dat ten aller fpoedigften de Troupen ', of die derwaards nog in aantocht mogten zyn, voor zoo veel zy ter repartitie .ftaan deezer Provincie , worden te rug geroepen. Ten tweeden, dat hun Ed. Gr. Mog. gelieven zoodanige voorzorgen te neemen , waar door word voorgekomen, dat verder geen Troupes ter hunner repartitie, of tot die, der Generaliteit ftaande, nog ook geen Hulp-Troupês van deezeri Staat, gebruikt worden, tegen eenige Provincie, Steden, Burgeryen, of Leden van dien. En Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze critique tyds omfiandigheden , zoodanige nadere bepalingen omtrent de Patenten gelieven te maken , waar door deselve Troupes, niet dan op ütdrukkelyk be-  am;, STAAT EN OORLOG. 1785. 237 bevel van hun Ed. Gr. Mog; onzen wet? tigen Souverain tot binnenlandfche Expe» ditien worden geömployeerd. (Onder ftond) 't Welk doende &c. Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. ge» proponeerde, mitsgaders der Misfive en bygevoegde Requeste verzogt zynde door de Heeren van de Ridderichip en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineeren , en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnikendam en Medenbhk , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere Deliberatie, en is dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. geproponeerde, mitsgaders de gemelde Misfive en Requeste ten fpoedigften zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfcbap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Beibgne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XC. Qttaliftcatie ep den Hoofdofficier Mr. p. oevers , te Rotterdam, tot het i hooren van eenige Perfoonen te'r zaa- ke van het voorgevallene op zeeker Speeltogtje , onaer belofte van im • puniteit. In dato 31 Augustus 1785, By refumtie , en tot finaale afkomst op heden volgens hun Ed Gr. Mog. Refolutie van den 24 dezei, gedelibereert zynde op de Requeste den 17 te voren door Mr. Paulus Gevers , Hoofdofficier der Si.ad Rot-  23S aug. ZAAKEN' VA BT Rotterdam R. O. aan hun Edele Groot Mog. geprafenteert , om de daar by geallegueerde redenen , tendeerende rot het obtineeren van hun Edele Groot Mogende authorifatie , om drie of vier der Perfoonen geduurende het zogenaamde Speekogtje, by de Requeste gemeld, den 22 July 1785 met een Jagt op de Maaze geweest , ter zaake van het aldaar voorgevallene , onder belofte van impuniteit, voor Scheepenen der St"d Rotterdam, ter praefentie van hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden aldaar, als Getuigen onder eede te haoren; breeder onder de Notulen van den voorfz. 17 Augusty. Is goedgevonden en verdaan , den Suppliant K. O. in dit finguliere gevat by deeze te authorifeeren, om, onder belofte van impuniteit uit naam van hun Edele Groot Mogende, drie of vier van de Perfoonen, welke geduurende het zogenaamde Speekogtje met een Jagt op de Maaze , den 22 July 1785 , in het zelve Jagt geweest zyn , wegens het geen zy lieden ter gelegentheid van dat zogenaamde Speekogtje tegen den inhoud van hun Edele Groot Mogende Publicatie van den 23 February 1785 begaan mogten hebben, en die ten dien einde door den Suppliant de gefchiktfte zullen geoorrieelt worden, ter zaake van het geen op dat zogenaamde Speekogtje voorgevallen is, voor Scheepenen der Stad Rotterdam , ter praefentie van de Heeren Gecornmirreerden, van hun Edele Gr. Mog. binnen dezelve Stad, als Getuigen onder eede te hooren. En zal Extraét dezer gegeeven worden aan den Suppliant om zig daar na te reguleeren , en gelyk Extract gezonder) aan de Heeren hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden te Rotterdam , als mede aan Scheepenen derzelve Stad, tot hun informatie en narigt. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, hebben gedeclareert, dat de Heeren hunne Principaalen van gedagten waren, dat dezelve Requeste, voor zoo veel concerneerde het verzoek em authorifatie op den Suppliant , als Hoofdofficier der Stad Rotterdam , tot het verkenen van Acte van impuniteit aan drie of vier Per-  aug. STAAT EN OORLOG. 1785. 230 Perfoonen , dewelke door hem het gefchiktfte zouden geoordeelt worden , en het hooren van dezelve als Getuigen onder eede, uit hoofde van de bedenkingen en reflexien, welke door hun daar omtrent by de deli beraden over gemelde Requeste geoppsrt , en door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam nader bekragtigt waren, behoorde te werden gemaakt commisforiaal, immers en in allen gevalle geftelt in handen Van Praefident en Raaden van den Hove, om hun Edele Gr. Mog. daar op binnen den tyd van agt dagen te dienen van derzelver confiieratien en advis, hebbende wyders de gemelde Heeren Gedeputeerden zig ten aanzien van het verzoek , om dezelve Perfoonen te hooren voor Scheepenen der Stad Rotterdam , ter praefentie van de Heeren Gecommitteerden van hun Edele Gr. Mog. gerefereert tot derzelver Aantekening op de Refolutie van den 22 December 1784 , en voorts aan de Heeren hunne Principaalen gereferveert het doen van zoodanige nadere Aanteekening, als dezelve zouden te raden worden. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben , ingevolge den Last van de Heeren hunne Principalen, tegen de voorfz. conclufie geprotefteert, en als nog geïnhereert hunne vorige Aauteekeningen, Protesten en Inferrien, tegen de Refolutien, op den 10 Augusty en a2 December laatstleeden, met opzigt tot het voorgevallene binnen de voorfchreeve Stad genomen, met referve van zoodanige nadere Aanteekening, als de Heeren hunne Principalen zouden mogen te raade worden. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle hebben up expreüfe Last van de Heeren hunne Principaalen gedeclareert, de voorfz. Refolvtie te coijtradiceeren , met referve van zoodanige Aanteekening als dezelve te raade zullen worden. De  84q ÈUtt. ZAAKEN VAN 1785, Dè Heeren Gedeputeerden der Steden Enk. huyfen , Edam en Medemblik, hebben de conclufie der voorfchreeve Refolutie aangezien,' als zig in de deliberatie daar over niet ingelaac ten hebbande. Accordeert met de voorfz. Refolutien, XCI. Misfive van de Staaten van Utrecht, omtrent het voorgevallene te Amersfoort Ingeleverd ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende , in date 31 Augustus 1785. Is geïee'sen een Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht aan hun Edele Groot M-">g. , gefchreeven binnen de Stad Utrecht, den dezer, op laatstleeden Zondag om half elf uuren door een Boode van gemel-v' de Provincie aan den Raadpenfionaris ter hand gefteld; hier na volgende geinfereerd. Fiat infer tic. Waar op gedelibereert en Copïe van de voorfz. Misfive verzoet zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen", om dezelve in de ordre te esamjneereu, en door de Heeren Gedeputeerden, der Steden Haarlem, Delft Amfterdam, Rotterdam, Gorh civem,.Schiedam, Briellé, Hoorn, Enkhuyfen, Edam, Monnikendam en Medembhk, om daar op te verftaan de intei-te van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Rtfolutie uitgellelt tot nadere deliberatie , en is dien oavermin. derci goedgevonden en verftaan, dat de voo*fz. Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere hun Edele Groot M"»g. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en Accordeert met de voorfz. Refo'urien. Edele  Aüo, STAAT EN OORLOG. 1785. 241 Edele Groot Mog. Heeren l Byzondere Goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten l T \e Heeren Onze * ordinaris Gedeputeerden ontfangen hebbende eene Misfive, gefchreven by de Heeren Regeerders van Amersfoort, houdende verzoek dat ter bewaaringe van de rust en goede order binnen haare Stad, als mede ter beveiliginge van derzelver perfoonen en die van anderen, 'en fpoedigfien zoodanige voorzieninge mogte gefchieden als meest gefchikt fcheen - om dezelven by hun wettig gezag te helpen maintineeren , en omme derzelver Deliberatien onverhinderd re konnen vervolgen , hebben dezelve Oize ordinaris Gedeputeerden zig in de onvertnydelyke noodzake gevonden, om, alzoo geene toereikende middelen in deeze Provincie ten fine voorfz. by der hand waren, Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfitadhouder te verzoeken, eenige Militie ten fpoedigften derwaards te willen zenden, aan welk verzoek dan ook is voldaan geworden: En alhoewel ten dézen niets is verrigt, dan het geene voorkwam van de piigt der He*ren Gedeputeerden te zyn, en altyd by hun Ed. Mog, in zoodanige gevallen is gedaan geworden ; heeft deeze zaak niet te min zoo veel gerugts gemaakt , dat men heeft kunnen goedvinden vooifz. verrigte in het pubücq niet alleen te denigreeren , en rot een pretext te gebruiken , om de goede In- en Opgezetenen alomme te ontrusten, en het alzoo te doen voorkomen , even als of Wy voornemens waren 's Lands Militie te gebruiken tot onderdrukking der goede Burgeryen, ofte tot afwyzing van derzelver regtmatige klagten en bezwaaren, en op dien grond addresfen zoo in deeze als andere Provircien aan de Regeeringen te maaken , ten einde de voorfz. Militie wederom uit Amersfoort mogte vertrekken , en alzoo dia Stad aan haar eigen noodlot over te laaten. XXIX. deel. q En  ft42 aüg. ZAAKEN VAN 1785. En of fchoon , Ed. Gr." Mog. Heeren, Wy vastelyk vertrouwen , dat de refptctive Hooge Bondgenoten nimmer aan zoodanige verzoeken zullen defereeren, immers niet voor dat dezelve van alle omüandigheden der zaaken volkomen geïnformeerd zullen zyn, en dit te minder, wanneer dezelve daar benevens zullen confidereeren, hoe zodanige geprecipiteerde Refoluden weinig zouden konnen verftrekken rot aankweeliing van de vriendnabuurlyke correfpondentie en eeuigheid tusfchen de Bondgenoten, zoo hoogstnoodzakelyk in deeze donkere en veruitzieftde tyden. Dan alhoewel Wy van den yver van UEd. Gr. Mog. voor het geraeeue welzyn in de banden van Vriendfchap en Bondgeno^tfchap, des noods, in dezen gerustelyk alle hulpe zyn yerwagtende, hebben niet te mm de zoo finguliere en 'verkeerde ii.fimulatien , waarmede het gedrag van Onze Heeren ordinaris Gedeputeerden ten dezen aan het publicq is voorge.iraagen , Ons verplicht UEd. Gr. Mog. de waare gefchapenheid dezer zaake , en wel byzonder het geene aanleiding tot de gedaane voorzieninge , volgens bericht der Heeren Regeerders van Amersfoort, heef gegeven, te moeren voordraagen. Het'kan dan aan UEd. Gr. Mog. niet onbekend zyn, dat zedert eeoigen tyd différente bewegingen binnen Onze Provincie omftaan zyn, veroorzaakt, (zoo het Ons toefebynt) door de donkerheid der tyden en de defaltres , met welke deeze Staat zedert een gtruimen tyd heeft te worftelen- gehad. Dat de voornoemde bewegingen vervolgens aanleiding hebben gegeven tot het prefenteeren van addresfen , byzonder aan de Magifbraaten der refpective Steden , houdende verzoek tot | verbeteriug van diverfe abuifen, welke zoodanige Requestranten waren voorgekomen redres nodig te hebben : Al het welke dan ook op zig zelve is voorgekomen , van veel nurrigheid te kunnen zyn, en hier omme de opmerkzaamheid der  avg. STAAT EN OORLOG. 1785. 243 der refpective Regeeringen , en ook van Ons, zedert lange heeft bezig gehouden; zoo als dan onder anderen ook, gelyk in dergelyke tydsomftaudighedeh wel meerder plaats heeft gehad , fommige perfoonen binnen de Stad Amersfoort, onder voorwendzel eener algemeene Volksftemme, hoe zeer hun gedrag ook by een voornaam gedeelte des Volks mogt worden afgekeurd, hunne byzondere opinien , zy mogen dan recht of onrecht zyn, tragten door te dringen door het attroupeeren van eene misleide menigte, (waarvan de Heeren Regeerders aan Ons te kennen hebben gegeven, meer, dan een voorbeeld, te moeten zien daar ftellen,) in zoo verre zelfs, dat men tot bewerking daar van verfcheide Ingezetenen der gemelde Stad , onder bedreiging jvan boeten voor de terug blyvende-, heeft gedwongen by een te komen, terwyl men inmiddels zelfs avoueerde van deeze gaande gemaakte Gemeint-2 ongelukkige beiryven te vreezen, indien de Heeren Regeerders op derzelver verzoeken in hunne ordinaris Vergadering mogten delibereeren , invoege dezelven dit als toen in eene extraordinaire Vergadering hebben moeten verrigten, en hunne ordinaris Vergadering niet hebben konnen houden. ■ Dac men fteeds al verder gegaan zynde, eindelyk by monde van eenen Vreemdeling, welke , zedert eenige weinige maanden Burger geworden, en als een Comptoir Bediende, zonder eenig huishouden te hebben, binnen Amersfoort zig had nedergezet , had goedgevonden , openhk in den Raad der Stad Amersfoort aan te kondigen , dat men zoodanige Heeren , welke aan hec gedaan verzoek om deezen en andere perfoonen als Geconftitueeiden van de gantfche Burgery te erkennen, niet kwamen te voldoen, voor geen Reprefentanten der Burgerye meer erkende, zig aeswegens beroepende óp eene menigte ten voorfz. einde voor het Raadhuis vergaderd , en welke die perfoon goedvond zyne Q 2 Com-  244 aug. ZAAKEN VAN Committenten te roemen , voo ts de'meerderheid des Raads , die een contrarie beiluit op deszeifo verzoek had u:tgebragt, en walker namen hy verzogt te weeten, alle gehoor/.aamheid en trouwe , tegens eed en pl.igt opzeggende , buiten nog v ele andere bedreigt! gen , van welke gemelde Regeerders van ter zyde wierdeti gewaarfciouwd ; hebbende men de G'meinte, ten einde die dezen ftap te konnen laaten ooen, al van den beginne diets gemaakt , d;n het inlee^eren van hunne bezwaaren een verzoek behelsde ter vermindering van Accynfen , door w.lke me<;é-s men ligtelyk kon voorzien, dat, by de minfie weigering der Maailba.it, het ongenoegen van deeze misleide Gemeente opgew-'kt, en tot dadelykheid zoude konnen overgebragt worden. Dit Hei, Ed. Gr. Mog. Heeren, heeft de MafgihVat van Amersfoort op hutden, by eene ampele Misfive, aan O. s voorgedragen, en teffcns daar t>y gevoegd deszelfs herwezen wegens men htln , by publieke Couranren als anders kwam te las'eren en te iuliroukeren , als waren dezelve voornemens om door het inroepen der Militaire magt alle Burger gefchillen te vereffenen, daar nochtans uit het alzo naar waarheid aan Ons voorgedragere eik onzydig Ingezeeten moest corivtnieeren van de ablölu e noodzakelykheid , in welke de Magiftraat zich had b-vonden om de rust en het wettig gezag binnen haare Stad door zodanige middelen te handhaven, terwyl wel verre dat dezelve Magiftraat cte aan hun aangevreewen desfeinen zoude foveeren , de voorfz. Regeerders openlyk declareerden, alle Burgers en Ingezeetenen toe te taa. ten, om hunne bezwaren en verzoeken op een befcheide wyze aan hen , als reprefenteerende het ganfche Lichaam der Burgerye open te leg. gen en voor te dragen , en verlangende alleen maar in ftaar te zyn, om door vrye deliberatien te mogen overwegen, in hoe verre die gegrond zyn,  auo. STAAT EN OORLOG. 1785. 245 zyn, en het herftel met het ware belang hunner Stad en Burgerye ever een komende zou Jen wórden bevo' d n Zie daar, Edele Groot Mr.fr. Heeren, de ware toedragt der zake aan U Edele Groot M >g., als een O izer Mede-B mdgenooten opengelegd. Wy laaten nu U Edele Groot Mog. zeiven oordeelen , in hoe v:rre de handelwyze van de meergemelde Magiftraat en het gedrag der Heeren Oize ordinaris Gedepa'eerden verdient op zodanige hsterlyke en alle bornes van decentie excedeerende wyze by publieke Couranten, Reniesten en andere Papieren en S ukken te worden getanxeerd, en als ongehoord voor de geheele Natie uitgefchreeuwd, daar wy in tegendeel vermeenen , dat het zelve gedrag de goedkeuring van alle Ingezeetenen moet verdienen; zo wanneer dezelven maar met bedaartheid zullen hebben overwoogen, of 'er een Land in de Wereld is het welke kan bsttaan (men laate ftaah gelukkig zyn) in het welke de Magülaat en Overheid niet meer als Verzorgers en Befchers van de publieke rust , veiligheid en welvaaren hunner Ingezeetenen worden aangemerkt, of tot voorfz. einde met een genoegzaame veiligheid en vryheid konnen delibereeren, maar in tegendeel genoodzaakt worden , om zonder tyd verzuim al het geen fommige Perfoonen goedvinden en ovsreen gedemd hebben, als de verzoeken van de ganfche Burgerye voor te dragen, dadelyk toe te Hemmen, en te arresteeren, en dit onderwyl een goed gedeelte van dezelve Burgerye, en fimryds niet van de minft; geluel geen kennisfë dragen van dusdanige verzoeken, veel minder dezelve approbeeren en andere Ingezeetenen misleid , geheel iets anders vermeinden verzogt te worden , als waarlyk is gefchied. Wy voor Ons , Edele Groot Mog. Heeren, zien zooJanig eene manier van handelen op zyn best genomen , te zullen moeten uitkomen op een totaal verval der Ingezeetenen Q 3 en  246 aug. ZAAKEN VAN 1785- en de goede Burgerve te moeten aftrekken van haar beroep en welvaart, en niets anders intusfchen te konnen opleeveren, dan Refolutien , welke , met geweld opgedrongen, ook dadelyk roet het ware nut der Maatfchappy ftrydig zyn, en aan niemand bevorderlyk, ten ware mogelyk alleen aan de byzondere oogmerken van eenige weinige Bcftierders van zoodanige goede maar misleide en opgezette meenigte der Ingezeetenen , zulks dat het Ons toefcbynt, dat de vryheid de ziel van alle deliberatien , en byzonder in een vry Gemeenebest in de Collegien der refpeilive Overheeden op de ruimde wyze behoord p!aa;fe te hebben, en alle hindernisfe daar aan weggenomen te worden, terwyl anderzins de differente Leden niet in Haat zyn, volgens hun eed en pligt, het ware wehyn hunner Ingezeetenen te bevorderen; ja begrypt men het anders, dan zal in elke Stad een Perfoon genoeg zyn, om, met authoriteit bekleed , alle de aan hem gedaane verzoeken, zondw onderfcheid te konnen legalifeeren, geheel ftrydig met den geest eener Republiek en vrve Staats Regeeringe. Wy twyfftlen dus ook geenzins, of U Edele Groot Mog. de gevolgen hier van , welke wy llegts even hebben aangeftipt, in alle haare kragt beieffende, zullen wel verre, om eenige aanleiding te geeven tot verbanning der goede ordre binnen de S ad, Amersfoort en deeze Provincie, in tegendeel allezins bereid zyn, om met Ons voor te komen, dar door onrustige Geeften ook binnen Uwer Ed. Gr. Mog. Provincie, de vrye deliberatien der refpeétive Regeeringen nier werden gehoond ofte gehoord , ten einde dezelve niet woiden gedwongen om het roer der Regeeringe te laaten varen en alles ten besten te geeven , mitsgaders aan het geval over te laaten, zoo als de Heeren Regeerders van Amersfoort in het byzonder hebben verklaard te zullen moeten doen, by aldien dezelve, van de noodige authoriteit, ontzet, huntse deliberatien niet meer vrye-  aug. STAAT EN OORLOG. 178*. «4? vryelyk zouden kunnen vervolgen. Voorrs, Edele Groot Mor. Heeren, betuigen wy nimmer in gebreeke te znlien bevonden worden , om, ingevolge de plicht van het Boiidgenootfchap, naar Ons vermogen tot het welvaaren Onzer Mede-Bondgenooten , mitsgaders de bewaaring van derzelver wettig gezag meede te werken. Hier meede, Ed Groot Mog. Heeren , byzondere goede Vrienden , Nagebuuren en Bondgenooten , beveelen wy U Ed. Groot Mog. in de protectie van God Almagtig, dien wy bidden dezelven te conferveeren in goede en voorfpoediye Regeeringe. Gefchreeven te Utrecht den 24 Augusty 1785- Was geparapheert, A. F. GODIN J Vt. (Onder ftond) Uwer Elele Groot Mog. goede Vrienden, De Staaten van den Lande van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. At LAAN. Q4 XCli  »48 aug. ZAAKEN VAN 1785. XCII» Circulaire-Misftve van Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad U\recht, aan de Staaten der andere Provintie. In dato 31 Augustus 1785. EDELE MOGENDE HEEREN ! T"Xe Geconftitueerden van een zeer notabel aantal van \_JF 136S Burgers en Ingezeetenen iézpr S al , als mede de G> committeerden uit de ag Schutters Compagnien , hebben zig by Requ ste aan ons geadresseerd, en te kennen gegeeven, dat het gebeurde, omtrent het midden dezer maand Augustus, door het inroepen van Militie op her verlangen van de Meerderheid der Leeden van de Mapiftraar der Stad Amersfoort, en door het Collegie van de 'Heeren Hunner Edele Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provintie gifecundeerd en geëff étueerd, niet anders kunnen befchouwen dan als ftrydig met de voorrechten, zoo wel als roet het belang van de Ir- en Opg^zetenen dezer Provintie, en dat voorfchreven ftap zoo eene zeer gmote verlegendhnd onder onze Burgeren heeft gecaufeerd, uit vreeze dat mogelyk een meerder aantal Troupes naar onze Provintie zoude kunnen marcheren , dar zy zig in de noodz, ak hebben bevonden, zig een en andermaal aan ons re adresf-eren, met verzoek, dat wy ons by eene circulaire Misfive san de Ho-'ge Bondge*. nooten zouden vervoegen, en op bet ernltigfte te verzoeken en te infieren , dat Hoogstdezelve, ieder zoo veel haare Provintie aangaa , wel zullen gelieven zorge te dragen , en de nodige middelen beramen, dat voortaan, immers hangende de deliberatien over de ingeleverde bezwaren, geene meerdere Müirie naar onze Provintie, veel min naar onze Stad ol Vryheid werde verzonden. Wy hebben in aanmerkinge nemende de groote confternatie, en herhaalde inftantien onzer Burgerye, ons verplicht geacht, aan het verzoek van dezelve te defereren: en neemen de vrybeid van UEd. Mog., ter ge- rust-  aug. STAAT EN OORLOG. 17*5-. 24.9 rustftelling van onze Burgerye , or> het vrienddykfte by dezen te imploreeren, dat het UEd. Mog. be'i^en mag, om den Heere Stadhouder en Kapitein Genera»! van UEd. Mog. Provintie aantefchryven, geene Pirenten te geven aan Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve gebracht zyn, en betaald worden, om te marcheeren naar deze Provintie , om daarin , het zy ten plagen Lande of in eenigen Stad of Steden , Guarnizoen te neemen of te houden , ten einde daardoor geprajvenieerd worde, dat aeene Troupes meer naar het territoir of naar de grenzen van onze P'ovintie, veel min naar onze Stad of derzelver Vryheid, marcheren. Alsmede, dat het UE s. Mog, v rder gelieven zal, met ons te coöpereeren , dat over 's Lands K'yesvoik nier willekeurig worde gedisponeerd, en hetzelve althans nimmer worde gebruikt tot intimineering, en gcvolglyk tot fmoringe van de tedelyke Volksftem der goede Burgeren, In- en Opgezetenen dezer Republiek. Wy mogen niet nalaten, UEd. Mog. te doen rernarqueren : dat wy ten eenemrale ignorant zyn geweest van de convocatie van het C>Hegie der Heeren ordnaris Gedeputeerden op Zaturdag den 13 dezer des avonds laat, en van het geene aldaar voorgevallen en beflooten is geworden , en dat wy derhalven geen deel hebben in 't verzoek van Patenten aan Zyne DjoH. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, om eenige Militie naar Amersfoort te zenden, gedaan; ja, dat onze Heeren Burgemeefteren finaal geprotesteerd hebben tegens het verleenen van attachés, terwyl wy van begrip zyn, dat de tegenwoordige tydsomftandigheden geene inneeminge van Krygsvolk aanraden. Gelyk wy ook voor UEd. M ig. niet willen verbergen , dat wy in geene deelen ons confent gedragen hebben in het arresteeren der Misfives, welke aan UEd. Mog. in naam der Heeren Staaten onzer Provintie gedepecheerd, en by UEd. Mog. mogten ontvangen zyn; integendeel, dat onze Gecommitteerden de Conclufïe, des aangaande ter Staatsvergaderinge genomen, geo'doqueerd , en onze aantekening tegen dezelve gerefereerd hebben; vertrouwende derhalven, dat UEd. Mog. den voorflag dier Misfive, mer het geene verder by dezelve Q J mog-  *50 ah*. ZAAKE'N VAN 1785. jnos^e zyn geavanceerd, aan ons niet zullen toekennen, maar integendeel eene favorable reflectie liaan, op het geene wy by deze de eere hebben UEd. Mog. op hnt vriendelykst en ernftigst te verzo-ken. En hiermede deze b-fluitende, beveelen wy UEd. Mog, in de befcherminge des Allerhoogllen en blyven edel mogende "heeren! UEd. Mog. zeer goede Vrienden. Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap der Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. Utrecht den (Was get.) 3» VS» I785. J. w. de ruever. XCIIf. Brief aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder, van de gezworene Gemeente van Hattem. In dato . . Augustus 1785. boorlugtigste en ho0ggebo0ren furst en heere! Wy hebben ons zeer vereerd gevonden met het antwoord van Uwe Doorl. Hoogheid aan onze ge* eerbiedigde Magiflraat , in dato den eerften Maan dezes jaars , op onze remonftrantie van den 29 January deszei ven jaars, en welker inhoud door Haar Wel Ed. en Achtb. ons is gecommuniceerd geworden ; niet kunnende nalaaten by dezen onze verpligting ten hoogften te betuigen voor de goede attentie, welke Uwe Doorl. Hoogheid gunïtig hierop hebt gelieven te flaan. —— Wy hebben ons van tyd tot tyd gevleid , dat , wanneer de berigten der abfente Magiltraats-Leden zouden zyn  auc. STAAT EN OORLOG. 17^ 2JI zyn ingekomen, Uwe Doorl. Hoogheid alsdan 00. v der de nodige voorzieninge naar Hoogstdeszelfs raad zoude in het werk gefteld hebben , om aan dv billyke en op wetten fteunende begeerte onzer Burgerye te voldoen , en twyfelen nog geen oogenblik aan de goede geneigtheid van Uwe Doorl. Hoogheid desaangjande 5 maar blyven alsnog in die verwagting , van deze onze gegronde bezwaren eerstdaags door Uwe Doorl. Hoogheids wyze voorzieninge ten beste en tot genoegen der Burgerye beftierd te zien: — Dan vinden ons thans in de dringende noodzake[ykheid in 'c tegenwoordige geval, met alle verfchuldigde eerbied en hoogagring , ons weder tor Uwe Doorl. Hoogheid te wenden , daar het de Goddelyke Voorzienigheid behaagd heeft , onzen zeer geagten Burgervader , den Heer Borchard Johan Daendels, Schepen dezer Stad, ti t onze innige zielen fmerte op den 14 dezer door den dood van ons weg te rukken, waar door een Schepens plrats is komen te vaceeren , van welke Uwe Doorl. Hoogheid , volgens het Reglement op de Regeering dezer Provincie van 1750, de electie competerende is. — Zoo zy het ons vergund nogmaals aan Uwe Doorl. Hoogheid allereerbiedigst te verzoeken, Hoogstdeszelfs attencie op de by gevoegde (lukken van onze vorige re« monftrantie (beltaande in een Extract-Refolutie van Raad en Meente , in dato 13 February 1659, en een dito van 7 Maart 1710 , en de daarop gevolgde bekragtiging van die laarstgemelde Refolutie door de Landfchap , in dato 26 April 1723.) gelieve te vesti» gen, en in dit tegenswoordige geval, geen ander Perfoon in deze vacature te ftellen, dan die volgens Lands en Siacis Wetten , couform gemelde Reglement van Regeering, daartoe is gequalificeerd, die vereischte Re* quifnen bezit , en onze Burgerye aangenaam is, ——Ja, fchoon wy niet zouden kunnen of mogen fustineren , eenig regt tot nominatien of recom mandaden te hebben: zoo kunnen wy egter onze vierige wensch en begeerte , zoo uit hoogagting voor onzen overledenen Regent, als voor deszelfs Nakroost, geenzints voor Uwe Doorl. Hoogheid verbergen, maar, daar ons de. zelve fterk ter harte gaau , verichaft zulks vrymoedig- heid  252 A-ö. ZAAKEN VAN i78y. . e5^ ons te uiten , dat niets onze fmerte en verlies ,.erder zoude kunnen verzagren, ^an dat wy den ouditen Zoon des Overledenen, den Heer en Herman Willem Daendehy zyn Vaders voertlappen mog en zien drukken, en deszelfs plaats vervullen, en durven vryelyk reponderen, dat dit dezelve wensch van byna onze gantfche Burgerye is. — Te meer hierop hoopen wy, daar onze Burgerye zig nog misnoegt bevind wagens de bezwaren tegen drie in onze vorige Remonftrantie gemelde Heeren, waarvan het egter verre zy, dat wy de directe oorzaak aan Uw: Doorl Hooghe d zouden willen toekennen , dan wel aan de abuüve ii> formatien , welke Uwe Doorl. Hoogheid by het do^n der electie van twee derzelver zyn te voren gekomen. — Wy zyn dan in een vast vertrouwen , dat Uwe Dood. Hoogheid aan deze billyke begeerte van ons, en de gantfche Burgerye , wel zal gelieven te defereeyen, waartoe wy Uwe Dood. Hoogheid nedrig bidden. — Hierdoor zouden alle onlusten, welke zomtydg uit het misnoegen der Burgerye zouden kunnen ontdaan , voorgekomen worden. — Wy hebben 't ook van onzen phgt geagt, van den inhoud dezes aan de Magiftraat dezer Siad kennis te geven , gelyk nog voor de afzendinge dezes (laat te gefchieden. ——- Terwjl wy verders Uwe Doorl. Hoogheid in Gods Heilig: protectie aanbevelen, en verbiyven door luc tigste hooggeboren forst en heere ! Uwe Doorl. Hoogheids onderdanige en gehoorzame. Dienaren. De gezworen Gemeente der Stad Hattem. Ter ordonnantie van dezelve. (Was get.) bar ent engelenberg, oudfte Verordent, by abfentie van den Prefident. j. h. van dyk, Scriba. XCIV.  aug» STAAT EN OORLOG. i?8y. ajj XCIV. Request van twee Officieren aan de Eaeie Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht. In dato . . Augustus 1785. Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen , de Ondergeteekenden Ritmeefter Titulair en Cornet Effectief, en de Lieutenant Titulair en Cornet Efftftief, dienende beide by de Compagnien Cavallerié, in dienst van UEd. Mog., thans in Guamizoen alhier, hoe zy Ondergeteekenden door publieke geruchten zyn gein-, formeert., dat ter vereffening van gefchillen tusfchen de Reg ering en Bu-gery der Stad Amersfoort , aan eenige Regimenten ordre zoude gegeeven zvn, naar voorio ende S ad te marcheeren; dat zy Stippliau :en als % Lands Dienaaren , onbevoegd zyn over de waarheid of' onwaarheid deezer geruchten, zo wel als over den aart des gefchils , tusfchen Regenten en Burgery der voornoemoe Stad, eenig oordeel te vellen: dah dat zy Supplianten de vryheid neemen rondborltig aan UEd. Mo}, te declareereti, dat het met hun geweeten zoude itryden,, zich in Burgertwisten te moeten mengen; weshal 'en zy zich reipectueufelyk tot UEd. Mog. wenden, fmeekende, dat het UEd. Mog. mooge behaagt n, hen dadelyk hunne demisfie te accordeeren en buiten dienst te ftellen ; dat door de zo haas.iniyk en van uur tot uur vermeerderende geruchten , de Supplianten in de onmogelykheid zyn , 'zich communi firma aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere KapiteinGeneraal te kunnen adiesfeeien, om welke redenen zy de vryheid genomen hebben, zich aan UEd. Mog. direct te adresfeeren; doch indien onverhoopt UEd. Mog. het accor.ee en van du hun verzoek mogten aifïïculteeren , het aan UE I. Mog. gunftig moje behagen, de Supplianten van den d enst te dispenf.-ereu , loc dac hunne demisüé communi forma door Zyne Doorlucntige H'o^heiJ den H:=re K puein-G;neraal moge geaccordeert zy;1. t W-Ik doende enz. (WaS gU.) J. A. D AVERHOULT. B. H. VAN DER WïCK. XCV.  254 sept. ZAAKEN VAN 1785. XCV. Misfive van Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht, tot faVorable reflectie op hit verzoek daar hy vervat, raakende de Militie, en betreffende het voorgevallene teA mers ■ loort. Ingebragt ter Vergaderi ge van hun Ed. Gr. Mogende; in dato 1 September 1783. y~%r!tfangen een Misfive van Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap der Stad Utrecru, gefchreeven aldaar den 31 der voorleede maand, tot lavorable reflectie op het verzoek daar in vervat, en hier na geiniereer'. Fiat infcrtio. Waar op gedelibeert, en Copie van de voorfz. Misfive verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om dezelve in de Ordre te examtneeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden , Haarlem , Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gorinchem , Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam , Monnikendam en Medembiik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie ; en is .dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun E iele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis , en zyn voorts by de voorfz. geleegentheid ~de Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt, om in gevolge hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 11 Augustus 1784, Hoogstdezelven ten fpoedigften te berigten nopens de praétycq, die omtrent het werk van de Patenten in deeze Provincie plaats heeft. Accordeert met de voorfz. Refolutien. ede-  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 255 edele groot mogende heeren! De Geconftitueerden van een zeer notabel aantal van 1368 Burgers en Ingezeetenen deezer Stad, als meede de Gecommitteerden uit de agt Schutters Compagnien htbben zig by Requeste aan ons geaddusfeerd en te kennen gegeeven dat het gebeurde omtrent het midden deezer maand Augustus door, het inroepen van Militie op het verlangen van de meerderheid der Leden van de Magiftraat der Stad Amersfoort door het CoJlegie van de Heeren hunner Ede'e Mog. ordinaris Gedeputeerden onzer Provincie gekcundeert en geëffeCtueert, niet anders kunnen b-fchouwen dan als lfrydig met de voorreg'en zoo wel als met het belang van de Inen Op^ezeetenen deezer Provincie, en dir voorfz. Pap zoo eene zeer gruote verleegenheid onder o! ze Burgerye he ft gecaufeerr, uit vreeze, dac mogelyk een meerder aantal Troupes naar onze Provincie zou'e kunnen marcheeren. Dat zy * zig in de noodzaak hebben gevonden een en ander maal aan ons te addresfeeren, met verzoek, dat wy ons by eene circulaire Misfive aan de hooge Bondgenooten zouden vervoegen , en op hei eruftigfie te verzoeken en te infieeien , dat Hoogstdezelve ieder zoo veel haare Provincie aangaat , wel zullen gelieven zorge ie draagen , en de nodige middelen beraamen, dat voortaan, immers, hangende de deliberatien over de ingekeverde bezwraren geene meerdere Militie naar onze Provf.cie veel min naar onze Stad of' vryheid werde verzonden. Wy hebben in aanmerkinge neemende de groote coufternaiie en herhaalde 11 ftamnn onzer Burg r>e , ons verpligt geagt aan het veiz.iek van V ' dezelve te dsfereeren , en neemen de vryheid 1 van U Edele Gr. Mog., ter gerustileiiing van on^e Burgerye op her vriendelykfte by dteze te imploreeren, dat het U Edele Gr. Mog. behaageu mag om den Heere Stadhouder en Capitein Ge-  256 sarr. ZAAKEN VAN 1785. Generaal van U E^ele Groot Mog. Provincie aan te fchryveu , geene Patenten te geeven aan Militie , die ter repartitie van Hoogstdezelve gebragt zyn en beraald worden , om te marcheeren naar deeze Provincie , om daar in het zy ten platten Lande of in eenige Stad of Steden , Guarnifoen te oeemen of te houden , ten einde daar door gepraevenieert werde , dat geen Troupes meer naar het Territoir of na de Grenzen van onze Provincie , veel min naar onze Stad of derzelver vryheid marcheeren: als meede dat het U Edele Groot Mog. verder gelieven zal met ons te c öpereeren dat over's Lands Krygsvolk niet willekeurig werde gedisponeert en het zelve althans nimmer worde gebruikt tot intimdeering en gevolgelyk tot fmooringe van de reedelyke Volksftem der goede Burgeren , Inert Opgezeetenen deezer Republicq. Wy mogen nier nalaaten U Edele Groot Mogende te doen remafqueeren j dat wy ten eenemaal ignorant zyn geweest van de Convocatie van het Collegie der Heeren oidinaris Gedeputeerden, op Zaturdag den 13 deezer des avonds laat, en van het geene aldaar voorgevallen en bellooten is geworden , en dat wy derhalven j troupementen te beletten ; dat ik my aan het getuigenis van alle de Leden van het Collegie gedroeg of ik niet altyd bereid was geweest om op verzoek van hunne Edele Mog. de nodige mefures te nemen, tot iluiring van alle moedwil en desorders > zoo alhier als in andere Plaatzen binnen deeze Provincie , doch Heeren Gecommitteerde Raaden begrypende , dat zy volgens het voorfchrift van de Refolutie van U fidele Groot Mog. op heden genomen , verpligc waren die orders met voorbygaan van den Gou- ver-  a68 sïpt. ZAAKEN VAN 1785: verneur en Capitein Generaal dezer Provincie direct aan den Capitein van de Hoofdwagt te geeven , hebbe Ik niet kunnen afzyn hunne Edele Mog. te verzoeken, de Vergadering van U Edele Groot Mog. nog heden by elkander te convoceeren, om my gelegenheid te geeven van myne bezwaaren aan U Edele Groot Mog. met alle eerbied voor te draagen , hebbende Ik inmiddels order gefteld dat de Hoofdwagt verfterkt is en de Patrouilles uitgezonden zyn , volgens de intentie van U Ed. Groot Mog. Ik vinde my verpligt, zoo tot voorkominge van alle confufie, welke uit het geven van Orders buiten kennisfe en communicatie van den Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie , Commandeerende het Guarnizoen alhier, als tot maintien van de Rechten, my in bovengemelde qualiteiten by U Edele Groot Mog. go defereert, hoogstdezelve te verzoeken om wanneer U Edele Groot Mog. eenige voorzieninge gelieven te doen, waar toe de asfiftentie der Militie nodig is , my als Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie van derzelver intentie te verwittigen , op dat Ik dan dien conform de nodige Orders geven kan om dezelve exactelyk te doen uitvoeren en naarkomen , terwyl U fidele Groot Mog, my altyd volvaardig zullen vinden om aan derzelver gemanifesteerde intentie, volgens myn pligt, in myne qualiteiten te voldoen , gelyk ik in het byzonder nimmer en in geen geval gehrcüteert hebbe of in gebreke gebleeven ben, om ook zoo dikwils als de Justitie ter bewaaring van de goede Order fpeciaal gelast en gequalificeert eenige asfiftentie heeft verzogt of verlangt, dezelve oogenblikkelyk te verleenen of te doen verleenen. Ik houde my verzeekert dat de intentie van TJ Edele Groot Mog. niet kan zyn om my te deposüdeeren van het Commando der Militie, my als Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie door ü Üdele Groot Mog. gedefereerr, en  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 2Ö9 en vleije my dus dat hoogstdezelve my daar by zullen maintineeren en van my requireeren , om door de Militie , alhier Guarnizoen houdende, de behulpzaame hand te doen bieden , tot (luiting van alle moedwil en desorders, wanneer hoogstdezelve deeze asfiflentie zullen nodig oor« deelen. 's Hage den 8 September 1785.. (Was get.) w. pr, v, orange» Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , by deeze te periifteeren by de Refolutie, heeden namiddag op het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem genomen ; als mede te approbeeren en laudeeren het geen door de Heeren Gecommitteerde Raaden ter executie van het voorfz. gerefolveerde is verrigt; en is verder goedgevonden de voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden fpeciaal te authorifeeren , om den Commandeerenden Officier van de Hoofdwagt nog deezen avond voor zig te ontbieden en ferieus te recommandeeren de ordres, hem dezen namiddag uit naam van hun Edele Gr. Mog. ge. geeven, ftiptelyk en met alle accuratesfe na te komen, zonder aan eenige Ordres dien contrarie, van wien ook dezelve aan hem zouden mogen worden gegeeven, eenigzints te obtempereeren ; met verdere volkomene qualificatie en authorifatie op de voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden , om ten opzigte van de verdere voorzieningen, die tot confervatie van de rust alhier zouden worden gerequireert , zoodanig te disponeeren als oordeelen zullen te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XCIX.  27o sept. ZAAKEN VAN 1785. XCIX. Request van Burgers en Ingezeetenen^ aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Amfterdam; raakende de zaak van Amersfoort. In dato 8 September 1785. Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Ondergetekenden , alle Burgers en Inwooners dezer Stad, dat zy met ontroeringe , fchnk, en niet minder verontwaardiging gezien hebben de geweldige Refolutie, om Militie van dezen Staat te doen aanrukken tegens Amersfoort, wier braave Burgery, wel verre van zich aan eenig Oproer fchuldig te maaken, integendeel enkel en alleen bezig was, om haare onvervreemdbaare Rechten, op eene wettige wyze te reclairfeeren, waar toe zy door hunnen Souverain zelve uitgelokt of op. geroepen was. Dat deeze aandoeningen by de Ondergetekenden nog zeer veel toeneemen, nu zy ontwaar worden , dat een gedeelte der Troepen fraaii op repartitie dezer Provincie. Dat het gebruik maaken van Militairen tegens Burgers, in een tyd als tegenwoordig, waar in de Republiek zoo zeer verdeeld Is, weinig anders kan befchouwd worden , dan als eene daad van geweld ; door welke de eene party boven den anderen tracht te triumfeeren, en dat de aangevallen party gewettigd word-, om van die middelen tot tegenftand gebruik te maaken, die de Voorzienigheid aan elk Schepfel tot zelfsverdediging gefchonken heeft; 't welk niets dan de fchroomelykfte gevolgen, niets minder dan een Burger-Oorlog kan ten gevolge hebben. Dat de Ondergetekenden boven dien, hun gemoed en geweeten bezwaard vinden , het hunne op te brengen en dus mede te contribueeren tot het onderhoud van Troepen, die gebruikt worden , tot onderdrukking hunner braave Land- en Bondgenooten , welke zich onleedig houden, hunne voorvaderlyke Vryheden en Voor- rech-  sept. STAAT EN OORLOG, 1785. 271 rechten op eene wettige wyze , uit de vergetelheid op te delven , en van hun , die dezelve onrechtmaatig mogten bezitten, te xug te vorderen: Daar de grondwet van dezen Staat, de Unie van Utrecht, van hun vorderd, ,, een iegelyk Provincie en 3, de particuliere Steden , Ledèn en Ingezetenen van „ dien , met alle behoorlyke en mogelyke middelen, ja met Lyf en Goed ^is 't nood) te helpen hand- houden , ftyven en fterken , belchutten en ook be« „ fchermen, jegens allen en een iegelyk, wie en hoe„ danig die zoude mogen weezen, die eenige dadely- ke inbreuke zoude willen doen op hun luider fpeci„ aale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemrien, „ Rechten, Statuten, loffelyke en wel herbragte Cos„ turnen, Ufantien en alle anderen haar luider gerech„ tigheden." Redenen , waarom de Supplianten zich kefren tot UEd. Groot Achtb. , met zoo veel eerbied als ernst Verzoekende, zonder tydverlies, zoodanige befluiten te nemen, om ter Provinciaale Staatsvergadering het daar heen te helpen, dirigeeren , dat ten alterfpoedigfle de Troepen , thans m Amersfoort zynde binnen gerukt, of die derwaarts nog in aantocht mögten zyn , voor zoo veel zy ter Repartitie ftaan dezer Provincie, worden te rug geroepen. Ten tweeden , dat Hun Ed. Groot Mog. gelieven zoodanige vborzorgen te nemen , waar door word voorgekomen, dat verder geène Troepen ter hunner Repartitie of tot dié der Generaliteit ffoande, nog ook geen Hulptroepen van dezen Staat, gebruikt worden , tegen eenige Provincie , Steden , Burgeryen of Laden van dien. En Ten derden , dat Hoogstdezelve in deeze critique tydsomftandigheid , zoodanige nadere bepaalingen omtrent de Patenten gelieven te maaken , waar door dezelve Troepen , niet dan op uitdrukkelyk bevel van Hun Ed. Groot Mog, onzen wettigen Souverain , tot binnenlanrifche Expeditien worden geëmploieert. Het welk doende.  27a sept. ZAAKEN VAN 1785; 1 C. Misfive der Regeering van Wyck by Duurftede , aan de Staaten van Utrecht. In dato 12 September 1785. EDELE MOGENDE HEEREN1 TTet gebeurde omtrent het midden der Maand AüXl gustus , door het inroepen van Militie , op het verlangen van de Meerderheid der Leden van de Magiftraat der Stad Amersfoort, onderfteund door eenige Heeren van het College der Heeren Hunner Ed. Mog, Gedeputeerden dezer Provintie, niet anders kunnende befchuuwd worden , dan als ftrydig met de Voorregten, zoo wel als het belang van alle de In- en Opgezetenen dezer Provintie, en welke voorfchreve ftap alhier niet min , als in de andere Steden onzer Provintie, eene zeer groote verlegenheid onder onze Burgery heeft veroorzaakt, uit vreeze dat daar zoo veele gerugten van gegeven Patenten en Orders tot het marcheeren van Troepen zyn afgevaardigd, dat mogelyk een meerder aantal Troepen naar onze Provintie , en veelligt ook naar onze Stad zouden kunnen marcheeren, en wel in een tydpunft, dat de hooge deliberatien over de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening van dezelven, ftaan aangevangen te worden,, overzulks wy ons in de noodzake bevinden, geconfidereerd de confternatie en de inftantien onzer Burgery, en ter gerustftelling van dezelve, de vryheid te moeten nemen, van UEd. Mog. op het vrieiidejykfte by dezen te imploreeren en te verzoeken , dat bet UEd, Mog. behagen matr, om den Heer Stadhouder en Kapitein Generaal van UEd. Mog. Provintie aantefchryven , geene Patenten te geven aan Militie, die ter repartitie van Hoogstdezelven gebragt zyn, en betaald worden, om te marcheeren naar deze Provintie5 om daarin, het zy ten platten Lande, of in eeni-  sèpt. STAAT EN OORLOG. 1785. 273 eenige Stad of,Steden guarnifoen te nemen , of te houden ; ten einde daardoor geprseveniëerd worde , dat geene Troepen naar het Territoir of naar de grenzen van onze Provintie, veelmin naar onze Stad of derzelver Vryheid marcheereü; als mede, dat het UEd. Mog. gelieven zal , met ons en de verdere Bondgenooten te ccöpereeren , dat over 's Lsnds K'Vgsvolk niet Willekeurig worde gedisponeerd, en hetzelve althans nimmer worde gebruikt tot intimideering, en gevolgelyk tot fmooring van de redelyke Volksftem der goede Burgeren, In- en Opgezetenen dezer Republiek. Wy mogen niet nalaaten, UEd. Mog. te doen remarqueren, dat wy even als de drie andere Steden ten eenemale ignorant zyn geweest van de Convocatie van het Collegie der Heeren ordinaris Gedeputeerden , op Zaturdag den 13 Augustus laatstleden des avonds laar, en van het geene daar voorgevallen en bedoren is geworden, en dat wy derhalven insgelyks geen deel he')» ben in het verzoek van Patenten aan Zyn Doorl. Hoogheid deu Heere Sfadhotider, om eenige Militie naar Amersfoort te zendeD, gedaan, —- integendeel hebben wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekomen hebben, den ftap van die Heeren , welke de Vergadering der Heeren ordinaris Gedeputeerden op dien avond gecom. pofeerd hebben, ten fterkften gedesavoueerd, en daar van aan gemelte Haar Ed. Mog. by Misfive aanfchryvinge gedaan; terwyl wy van begrip zyn , dat thans, en hangende de deliberatien over de ingeleverde bezwaren , geen Krygsvolk naar onze Proviniie , veel min naar onze Stad of Vryheid , en de verdere Steden behoord verzonden te worden, en dus, dat de tegenswoordige tydsomfiandigheden alhier het innemen van Militie niet kunnen aanraden. Gelyk wy ook voor UEd. Mog. niet kunnen verbergen, dat wy uit hoofden van dezelve, om fuhfiflerende disfentie ter Staaten Vergadering, vermits de abfentie van onze Gecommitteerden, ook in geene deelen ons confent gedraagen hebben in her arresteeren der Misfivens, welke aan UEd. Mog., in naam der Heeren Staaten onzer Provincie gedepecheerd , en by U XXIX. mei.. S Ed.  274 sbpt. ZAAKEN VAN 1785. Ed. Mog. mogten ontfangen zyn , in zoo verre, dat men ons daar van tot hiertoe geene kennisfe heeft gegeven , vertrouwende derhalven , dat UE I. Mog. den voorflag dier Misfivens , met het geene verder by dezeiven mogte zyn geavanceerd , al mede aan ons niet zullen toekomen, maar integendeel eene favorabele reflectie liaan, op het geen wy by dezen de eer hebben UEd, Mog. op het ernftige en vriendelykfte te verzoeken. , En hier mede dezen befluitende, bevelen wy UB.a. Mog. in de befcherming des Allerhooglten, en blyven edele mogende heeren ! UEd. Mog. zeer goede Vrienden, Burgemeesteren en Raden in de Vroedfchap der Stad Wyck by Duurftede. Ter ordonnantie van dezelven. l* van schaik. Wyck by Duurftede den ia September 1785. CII.  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 275 Cf, Misfive van Burgemeefteren der Stad Wyk by Duurftede , aan hun Ed. Gr. Mogende, tot favorahle reflexie op het daar by gedaan verzoek , raakende de Militie en het voorgevallene te Amersfoort. In dato ia September 1785. Ontfangen een Misfive van Burgemeelteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede, gefchreeven aldaar den ia dezer , over het gebeurde door het inroepen van Militie, op het verlangen van-de meerderheid dsr Magiftraat van Amersfoort, en tendeerende tot favorable reflectie op het daar by verzogte , breder in de volgende Misfive vervat. Fiat infertig. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat dï voorfz. Misfive zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchep en verdere hun Ed. Gr. Mog. Geeoromitteet ten tot het gróót Bjfogne, en de Vergadering daar op gediend van ierzelver confideratien en advis ; eu is, dien onvermtnctert, Copie van de voorfchreeve Misfive verzogt door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de order nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem , Deifr , Amfterdam , Rotteriam, Gorinchem, Schiedam, Brielle, Hwra, Enkhuyfen, Edam', Monnikendam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met de voorfz. Refolutien. S 3 edele  276 £ept. ZAAKEN VAN 1785. edele groot mogende heeren! TTet gebeurde omtrent het midden der maand X l Augustus; door het inroepen van Militie, op het verlangen van de meerderheid der Leden van de Magiftraat der Stad Amersfoort, onder fteund door eenige Heeren van het Collegie der Iteeren hunner Edele Mog. Gedeputeerden dezer Provincie, niet anders kunnende befchouwd worden, dan als ftrydig met de voorregten, zoo wel als het belang van alle de In- en Opgeze. tenen dezer Provincie, en welke voorfz, ftap alhier niet min als in de andere Steden onzer Provincie eene zeer groote verleegenhetd onder onze Burgery heeft veroorzaakt , uit vreeze dat, daar zoo veele gerugten van gegeeven Patenten en ordres tot het Marcheeren van Troupes zyn afgevaardigt, dat mogelyk een meerder aantal Troupen naar onze Provincie en veel ligt ook naar onze Stad zoude kunnen Marcheeren , en wel in een tydpunt, dat de hooge deliberatien over de ingeleverde bezwaaren, ter afdoening van dezelve , ftaaa aangevangen te worden ; overzulks wy ons in de noodzake bevinden , geconfidereert de confternatie en de inftaBtien onzer Burgery , en ter gerustflelling van dezelve, de vryheid te moeten nemen van U Eiele Gr. Mog. op het vriendelykfte by deeze te imploreeren en te verzoeken , dat het U Ed. Gr. Mog. behagen mag om den Heer Stadhouder en Capitein Generaal van U Edele Gr. Mog. Pro» vincie aan te fchryven , geene Patenten te geeven aan Militie , die ter repartitie van hoogstdezelve gebragt zyn en betaald worden, om te Marcheeren naar deeze Provincie, om daar in, het zy ten Platten Lande, of in eenige Stad of Steden Guarnizoen te nemen of te houden, ten einde daar door geprzevenieerd worde , dat 'geene Troupes meer naar het Territoir of naar de Grenzen van onze Provincie, veel min na onze Stad of derzelver vryheid Marcheeren, als mede dat  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 27? dat het U Edele Gr. Mog. gelieven zal , met ons en de verdere Bondgenooten te ccöpereeren , dat over 's Lands Krygsvolk niet willekeurig worde gedisponeerd, en het zelve althans nimmer worde gebruikt tot intimideering en gevolglyk tot fmooring van de redelyke VolkPtem der goede Burgeren , In- en Opgezetenen dezer Republiek. « Wy mogen niet nalaaten U Edele Gr. Mog. te doen remarqueeren, dat wy, even als de drie andere Steden ten eenemaale ignordnt zyn geweest van de convocatie van het Collegie der Heeren ordinaris Gedeputeerden , op Ziturdag den 13 Augustus laatstleeden des avonds laat, en van het geene daar voorgevallen en bellooten is geworden , en dat wy derhalven insgelyks geen deel hebben in het verzoek van Patenten , aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Stadhouder, om eenige Militie nacr Amersfoort te zenden , gedaan ; integendeel hebben wy, zoo ras wy daar van kennisfe bekoomen hebben , de ftap van die Heeren , welke de Vergadering der Heeren ordinaris Gedeputeerden op . dien avond gecompofeerd hebben, ten fterkften gedisavoueerd, en daar van aan gemelde hun Edele Mog. by Misfive aanfehryvin. ge gedaan , terwyl wy van begrip zyn , dat thans , en hangende de deliberatien over de ingeleeverde bezwaaren, geen Krygsvolk naar onze Provincie , veel min na onze Stad of Vryheid en de verdere Steden behoord verzonden te worden, en dus dat de tegenwoordige tydsomftandigheden alhier het inneemen van Militie niet kunnen aanraaden. Gelyk wy ook voor U Edele Groot Mog. niet kunnen verbergen , dat wy uit hoofde van de met ons fubfifteerende disfentie , vermits de abfentie van onzen Gecommitteerden ter Staaten Vergadering, in geenen deeien ons confent gedraagen hebben in het arrefteeren der Misfives, S 3 wel-  &78 sept. ZAAKEN VAN 1785. welke aan U Edele Gr. Mog. in naam der Heeren Staaten onzer Provincie gedepecheerd en by U Edele Gr. Mog. mogten ontfangen zyn , in zoo verre dat men ons daar van tot hier toe geene kennisfe heeft gegeeven , vertrouwende derhalven dat U Edele Gr. Mog. de voorüag dier Misfives, met het geene verder by dezelve mogte zyn geavanceerd, al mede aan ons niet zullen toekennen, maar integendeel eene favorabele reflectie flaan op het geene wy by deezen de eer hebben U Edele Gr. Mog. op het ernftigfte en vriendelykfte te verzoeken. En hier mede deeze befluitende, beveelen wy ü Edele Groot Mog. in de befcherming des Allerhooglten, en blyven , edele groot mogende heeren! (Onder ftond) Uwer Edele Gr. Mog. goede Vrienden, Burgemeefteren en Regeer, ders def Stad Wyk by Duurfteede. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve. Wyk by Duurftede (Was get.) den 12 September 1785. l, van schaik. CIII.  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 279 CII. Misfive van Gecommitteerde Raaden over de praSlycq omtrent het werk der Patenten, en nopens het afleggen der Eeden door de Officieren op Hollandfche repartitie en in deeze Provincie in Guarnifoen komende. In dato 13 September 17Ü5. f~Vntfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 13 deezer, waar by, tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutien van den 11 Auguetus 1784 , den i en 8 deezer, aan Hoogstdezelve laaten toekomen een Memorie , inhoudende het geen ten aanzien van de praclycq omtrent het werk der Patenten tot hier toe binnen deeze Provincie heeft plaats gehad; en voorts tot informatie, volgens de eerstgemelde Refniutie, nopens het afleggen van de Eeden door de Officieren op deeze Provincie gerepartieert, en in dezelve in Guarnifoen komende, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en bygevoegde Memorie zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz, Refolutien.. S 4 EDE-  a8o sept. ZAAKEN" VAN EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Ter voldoening aan U Edele Gr. Mog. Re» folutien van den 11 Augustus 1784, den l en 8 ceezer, waar by U Edele Gr. Mog. ons Berigt hebben gelieven te requireeren nopens de practycq die omtrent het werk der Pa» tenten in deeze Provincie plaats heeft, als meede nopens het afleggen van de Eeden door de Officieren op deeze Provincie gerepartitieert, en in dezelve in Guarnifoen komende, hebben wy de eere U Edele Gr. Mog. by deezen te laaten toekomen een Memorie , inhoudende het geene ten aanzien van de voorfz. practycq tot hier toe binnen deeze Provincie heeft plaats gehad. Voorts moeten wy, met opzigt tot het afleggen der Eeden, in de voorfz. O Edele Gr. Mog. Refolutien vermeld, de eere he'bben U Ed. Gr. Mog. te informeeren , dat door alle de Officieren , komende ter repartitie van deeze Provincie, word afgelegt, boven en behalven den Eed van zuivering, in gevolge U Ed. Gr. Mog. Refolutie van ded 26 Maart 1675 , den Eed van getrouwheid , volgens het Formulier by U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1747 gearresteert, dog dat by ons, aangaande het prsesteeren van den Eed door Troupes binnen dezelve Provincie komende, geené Retroadta zyn gevonden , het welk wy daar aan meenen te mogen toefchryven, dat zedert zeer lange tyden geene Militie , als die geene; welke ter repartitie van deeze Provincie was (taande, alhier in den Hage in Garnizoen is gekomen , en dat de gewoone Eeden van getrouwheid door de binnen gekomen Troupes ter repartitie van andere Provinciën ftaande, zyn afgelegd by de Regeeringen van die Steden deezer Provincie, alwaar dezelve in Garnizoen zyn gelegd geworden. Waar meede verhoopende aan U Ed. Groot Mog, intentie te zullen hebben voldaan. Ede.  s#T. STAAT EN OORLOG. Ï-8J. 281 Edele Groot Meg. Heeren . zullen wy God Almagtig bidden U Edele Groot Mog. te willen houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven in den Hage den 13 September 1785. (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Dienstwillige , De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) A» J. KOTER. S 5 Mu  282 sept. ZAAKEN VAN ifls. Memorie concerneerende het werk der Patenten in Holland. Ter Secretarie van Holland worden drir Patentboeken gevonden, waar van het eerfte tot Opfcbrift heeft , Patenten voor het Krygsvolk, zoo t& Water als te Lande, anno 1651. Het tweede, Patenten voor het Krygsvolk, beginnende met den jaare \666. En het derde, Pa~ tenten beginnende met den jaare 1702. In alle deeze Boeken zyn geregistreerd of aangeteekend de Patenten en ContraPatenten door de Staaten en Gecommitteerde Raaden verleend , tor verlegging en doortogt van Militie op het Territoir deezer Provincie , en is het eerfte Patent in het eerstgemelde Boek gevonden wordende, in dato 4 Oftober 1651 , en het laatfte in dit zelve Boek geregisrreerd van den ao, January 1665. " Het eerite Patent waar van Aanteekening in het tweede der gemelde Boeken word gevonden is van den 1 January 166Ó , en het laatfte van den 3 Mey 1670. H;t derde der gemelde Boeken begint met de Aanteekening van een Patent in dato 24 April 1702, en contineerd voorts gelyke Aanteekeningen en Pacenten van de Staaten en Gecommitteerde Raaden, van verfcheide datums tot 8 Mey 1747 inc'ufive , na welken dag geene Aanteekeningen of Registratien van Patenten in het zelve gevonden worden, tot op den 19 Mey 1751 , wanneer daar in is geregistreerd een Patent door de Gecommitteerde Raaden' gegeeven , zyn Hoogheid den Were Prince van Qrange en Nas/au , Erfftadhouder, 'Jouverneeur en Capitein* Generaal der Pereenigde Nederlanden ab' fent  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 283 fent en buiten deeze Provincie zynde, en waar by asfiftentie uit het Garnjfoen van Geertruydenberg aan Bewindhebberen van de Oostindifehe Compagnie, by zeeker Schip aan het Sreyenfe Sas word bezorgt, in gevolge hun Ed. Mog. Refolutie van den 19 Mey 1751. En vind men in het gemelde Boek nog fab dato 26 Juny 1756 geregistreerd een Patent van Gecommitteerde Raaden, haare Koninglyke Koogheid de Vrouwe Gouvernante abfent en buiten deeze Provincie zynde, waar by eenige Militie uit den Brielle , tot asfiftentie van de Admiraliteit op de Maaze, is geordonneerr, tot beteugeling van onwillig Scheepsvolk, in gevolgen en ut kragre van hun Edele Mogende Refolutie van den 26 Juny 1756; Voorts zyn in het meergemelds Boek aangeteekeni alle Patenten ten tyde van de minderjaarigheid van zyn Hoogheid, conform de daar toe vastgeltelde ordres , verleend, beginnende met 5 Mey 1759, en eindigende met den 19 Augustus 1765. Alles zonder dat in de voorfz. drie Boeken tot op den 4 Juny 17Ö8 eenige de minfte Aanteekening van de vertooning der Patenten is gefchied, Doch word daar in onder den gemelden datum voor het eerst aangeteekend gevonden. Op het Patent van zyne Hoogheid voorde Gardes du Corps, om te marcheeren naar het Loo, in dato 'i Gravenhage 22 Mey 3768, is door de Secretaris Royer , in navolging van het daar op genoteerde in andere Provinciën, gefield het navolgende : Vertoond in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Hol-  234 sept. ZAAKEN VAN 1785. Holland en Westvriesland den 4 Juny 1768. (Geteekeni) A. J Royer. Wyders worden in het zelve Boek , onder verfcheide datums, gevonden de Annotatien der Vertooningen van Patenten door zyne Hoogheid, binnen en buiten deeze Provincie zynde verleend, welke Verrooningen zomryds aan het Collegie, doch voor het groot fte gedeelte aan het eerfte prtefent zynde Lid van het zelve zyn gedaan, in welke-laatfte gevallen, op de vertoonde Patenten , in navolging van het geene op dezelven in andere Provinciën was genoteerd , is gefteld geworden , vertoond aan my als prafent zynde Lid van het Collegie der Heeren Gecomtnitteerde Raaden , met byvoeging van den datum en de haam van den Heer aan welke de vertooning is gefchied; en worden 'er meede in geregistreerd gevonden drie Patenten , in datis 3 en 53 September 1777, door de Gecommitteerde Raaden , by abfentie van zyne Hoogheid, verleend', van gelyke extenfie als de hier voor gemelde, ten tyde van zyne Hoogheid , glor. ged., en haare Koninglyke Hoogheid de Vrouwe Gouvernante geëxpedieerd. Voorts gaan deeze Aanteekeningen der Vertooningen van de Patenten, door zyn Hoogheid verleend aan de Troupes welke, zo geduurehde de geëindigde Oorlog tégen Engeland, tot de defenfie van deeze Provincie als anderzints zyn geëmployeerd geworden , zedert den voorfzo S2 Mey 1768, tet den 10 dezer loopende maand incluis. CM.  sept. STAAT EN OORLOG. J785. a8y CI'I. Misfive van Schepenen , Raaden en Gezworens van 's Hertogenbosch, aan de Heeren Staaten van Hel' land en Westfriesland. In dato 14 September 1785. EDELE GRQOT MOGENDE HEEREN! Wy hebben, in navolging van onze Voorzaaten in de voorgaande Eeuw, ons Eed- en Ambtshalven verpligt gevonden by eene ampele Misfive aan Hun Hoog Mog., waar van wy de vryheid gebruiken een Affchrif'r, hier nevens aan UEd. G'Oot Mog. te laaten toekomen , te klageu over de desobfervantie van die Privilegiën, welke mede brengen, „ dat in den Raade „ van Braband, of tot Adminifiratie der Jufiicie, gee„ ne'" Raadsheeren, of andere Beambten mogen worden aangefteld , dan die niet alleen in de Provincie van Braband gebooren , maar die ook aldaar woonagtig „ en gegoed zyn, mitsgaders, dat de Hoogfcbouten, ,, Quartiêrfchappen en andere Officiers in Braband , „ mede aldaar moeten zyn gebooren, en derzelver Officien van Juftitie niet mogen bedienen in Pagt, Pandfchap of Beleeninge , op pcene van nulliteit, ,, maar dat zy integendeel dezelve in perfoon moeten „ waarnemen, met gansch ootmoedig verzoek aan Hun „ Hoog Mog. om daar omtrent eenmaal redres voor ,, het toekomende te mogen erlangen." Hun Hoog Mog. hebben wel, by het erigeeren van den Raad van Braband, in 's Hage op den 26 Septem» ber ijqi, mitsgaders op de klagte van denzelven Raade van Braband, by Refolutie van den 20 Miy IÉ05, Copielyk hier nevens gevoegd, en de Capirularie deezer Stad van den 14 September 1629 , die Privilegiën en blyde inkomften der Hertogen van Braband op het plegtigst erkend, en de Obfervance daar van op de aui- de-  *86 sept» ZAAKEN VAN ï?8j; delykfte en kragtigfte wyze toegezegd, ja zelf, by nadere Refolutie van den f5 July 16Ö9, op ue remonftrantie van de Regeerders en andere Ingezetenen der Steden en Quartieren van Staa daar aan hebben deel gehad en hier om naar recht en reden niet de Geconquesteerdens konnen worden genaamt , maar , volgens de publieke Schriften van Hun Hoog Mog. als Geasfocieerdens zyn gerekend , zoo als aan de verlosfingen en reftauratien der afgerukte Steden even daarom by Caphulatien als ander ins den naam Van ReduBitn zyn gegeven. Maar hoe men ons ook mag befchouwen, dit is alrtians zeker, dat wy by Verdrag of Accoord onder de gehoorzaamheid van Hun Hoog Mog., als Reprefentanten van de gezamenlyke Bondgenooten , zyu gereduceert; en dat wy dus, het zy in alle eerbied gezegd , met alle recht en reden ons op dat Verdrag of die Capitulatie mogen beroepen. Onverfchillig toch mogen wy op dit point niet zyn , of wy volgens of tegens die Capitulatie worden behandeld , en om het in eens te zeggen , niets verzoeken , niets verlangen wy meer of anders , dan eenmaal herfteld te woraen in die Rechten en Privilegiën , die ons by de meergemelde Capitulatie zoo plechtig zyn beloofd en toege* ftaan. Het word dan hoog tyd, Ed. Groot Mog. Heeren! dat  288 sept* ZAAKEN VAN 1785. dat eens eenmaal aan die herllellingen met ernst Werde gedagt en gewerkt. Het zy echter verre van ons, dat L TJEd. Groot Mog. met een aantal van herftelltngen teffens, in den tegenwoordigen tyd, zouden obrueeren en lastig vallen. Wy zullen daarom, onder het welnemen van UEd. Groot Mog., dit van tyd tot tyd trachten te doen, en al zagtkens voortgaan , zoo lang ons de moed en gelegenheden niet worden benomen., Wv vergenoegen ons dan voor het tegenwoordige, met het nu gedaan Adres en Verzoek aan Hun Hoog Mos het geen wy hebben laaten voorafgaan, als een zaak,'waar in niet alleen deeze Stad, maar ook de andere Steden van Staats-Braband een allergrootst aanbe- lanEnhwvemogen derhalven met allen grond ftaat maa. ken selvk wy ook by deezen gantsch ootmoedig verzoeken dat UEd. Groot Mog. naar derzelver gewoond equïteit en cordaatheid, ons het effö der wel verlueesen Privilegiën in eene ruimere maate zullen doen Bemeten, gelyk wy onlangs op UEd. Groot Mog.edelmoedige intercesfie, in een zaak van minder belang, provifioneel hebben mogen ondervinden , en daar toe UEd. Groot Mog. Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mog. authorifeeren , om met alleen voor ons verzoek, by opgemelde Misfive aan Hun Hoog Mog. gedaan , te advifeeren; maar ook by voorkomende gevallen dien conform te handelen. . Waar mede enz. CIV,  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 289 CIV. Volkomene goedkeuring van de gefielde ordres by Gecommitteerde Raaden , omtrent de Attachés op dé Patenten, door hun Ed. Gr. Mogi verleend, in dato \\September 178J. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage den 13 deezer, daar beneevens aan hun Edele G oot Mog. toezendende de Refolutie by hun ten zeiven dage ge» nomen, aangaande den inhoud van een Billet door zyn Hoogheid den zeiven morgeit aan den Raadpenllmarijt gezonden, en in hun Collegie gecommuniceert, vervat in de gemelde Refolutie met de Mishve hier na geinfêteert, Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden ëri verltaan, de ordres by de Heeren Gecommitteerde Raaden omtrent de Attachés op Patenten gelteld, by dee» ze volkomen te approbeeren. Accordeert mét de voorfz; Refolutien. XXIX. DEEL,  *oo sbpt. ZAAKEN VAN 1785. edele groot mogende heeren, Wy hebben de eere hier meede ter kennisfe van ü Ed. Groot Mog. te brengen ons gerefolveerde van heeden , aangaande den inhoud van een B'Uet door zyn Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder den zeiven morgen aan den Heer RiadpenGonaris toegezonden, en door den zeiven in ons Collegie gecommuniceerd, breeder vermeld in onze Refolutie die wy de eere hebben hier nevens aan U Edele Groot Mog. te doen toekomen. Daar meede, Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God AU magtig bidden 6* Edele Groot Mog. te wilku houden in zyn heilige protexie. Gefchreeven in • den Hage den 13 September 1785» (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Dienstwillige , De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West vriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) a, j. roïer. Ex-  43EPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 29I Extraèl uit het Register der ReJolutien *van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genoomen op Den 13 September 1785. De Heer Raadpenfionaris heeft aan hun Ed. Mog. gecommuniceert, dac heeden morgen, even voor dat ftond uit te gaan , een Billet had ontfangen van zyn Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder, hot.'^nde, dat Hoogstdezelve, vermits de tydmgen van den aanmarsch der Oofterryklche Troupes zich van allé kanten confirmeerden , van intentie was van hier te doen marcheeren het Esquadron Gardes du Corps en het Regiment Gardes Dragonders , agterlaatende die Manfchappen en Paarden , die niet iri ftaat waren om in Campagne te gaan^ met de nodige Officieren en Onderofficieren , om dezelve te commandeeren , op dat de voet van die Corpfen hier mogt blyven , en dat naderhand daar uit konden worden gellippleerc de Manfchappen die zouden kunnen vermist of gefneuveld Worden; dat Huogstgemelde zyne Hoogheid zulks niet had willen doen zonder hem Heer Raadpenfionaris daar van te prasvenieeren ; dat zoo de tydingcn zich naderhand ongegrond bevonden, de bei. de Regimenten wederom naar herwaards konden vertrekken ; dat zyne Hoogheid provilioneel geen Infanterie van hier wilde trekken , om den Haag niet te veel te dègaineeren van Troupes, doch gaarne zoude verneemen , of het Battaillon van Onderwater niet uit Rotterdam zouT a di  2*2 sept. ZAAKEN VAN i73j. de kunnen trekken , blyvende aldaar het Deracberoent van het Regiment Gardes te Paard ; alles met by voeging, dat hy Heer Raadpenfionaris hier op aan hoogstgedagte zyne Hoogheid had geantwoord , dat op het ernftiafte verzogt , dat voor alsnog geene ordres mogten worden gegeven, om eenige Militie uit den Haag te doen trekken. En heeft de Heer de Roo van Westmaas , hun Ed. Mog. Meedebroeder in Raade , aan bun Ed. Mog. voorgefteld , of hun Ed. Mog. niet zouden kunnen goedvinden vast te ftellen , dat voortaan geene Attachés op Patenten nopens de Militie elders als in den Hage in Guarnizoen leggende, door een der Leden van het Collegie geteekend, nog door den Secretaris geëxpedieert zullen mogen worden , dan na voorafgaande deliberatie en confent van ten minften vyf Leden, en voor zoo veel het Garnizoen alhier betreft , niet anders dan met vootkennis en aggreatie van hun Edele Groot Mog., mitsgaders daar van aan Hoogstdezelven op morgen by Misfive kennis te geeven. Wa3r op gedelibereert, en de conlideratien van den Heere Raadpenfionaris vernoomen zynde, is, conform deszelfs advis, overeenkomftig het voorfz. geproponeerde, goedgevonden en verftaan, dat voortaan geene Attachés op Patenten nopens Militie elders als in den Hage Guarnizoen houdende, door een der Leden van het Collegie zullen geteekend, nog door den Secretaris geëspedieert mogen worden, dan na voorafgaande deliberatie en confent van ten minften vyf L^den , en voor zoo veel het Guarnizoen alhier betreft , niet anders dan met voorkennis en aggreatie van hun Edele Groot Mog.; en  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 293 en dat hier van op morgen aan Hoogsrdezelve by Misfive kennis zal worden gegeevem (Onder ftond) Accordeert met voorf/. Register. (Was get.) CV. Te"! volh geapprobeert en gelaudeert, door hun Ed. Gr. Mog. de cnnduites van Gecommitteerde Raaden en derzelver genoomen Re/olutien met en zeedert 9 deezer, aangaande de beweegingen den 4 deezer in den Haag. In dato 14 September 1785. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Haage op heeden, waar by aan hun Edele Groot Mog. doen toekomen de Refolutien en dispofitien, by hun de>.' 9, 12 en 13 deezer en heden genomen, vervagende hun verrigte met en zedert den 9 deezer aangaande de be. weegingen welke op Zondag aen 4 deezer alhier in den Haage hebben plaats gehad, breder hier na geinfereert. edele GROOT MOGENDE HEEREN ! Wy hebben ons verplicht gevonden hier mede ter kennisfe van U Edele Gr. Mog, te moeten brengen het geene by ons is verricht met en zeden den 9 deezer maand aangande de beweegingen welke op Zondag den 4 deezer alhier in den Haage hebben plaats gehad : alles vervat in de Refolutien en dispofitien die wy de T 3 eere  594 sept. ZAAKEN VAN Ï785. eere hebben hier nevens aan U Edele Groot Mogende te doen toekomen. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Gr. Mogende te willen houdeD in Zyne heilige protectie. Gefchreeven in den Hage den 14 September 1785. (Onder ftond) V Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) A. j. royer. ExtraB uit het Register der ReJolutien van de Edele Mogen* de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland , genoamen op Dtn 8 September 1785. Ter executie van hun Edele Groot Mogende Relolutie van heeden , waar by hun Edele Mog. zyn geauthori» feert geworden tot het doen van een Publicatie, ter ontdekking van die geenen, weike, in de gepasfeerde nagt, aan drie Hui-  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 295 Huizen alhier de Glaazen hebben ingeflaagen ; is, na voorgaande deliberatie goedgevonden en verftaan by deeze te arre^teeren de Publicatie, hier na volgende geinfereerd, welke door den Advocaat Fiscaal Luyken, op last van hun Edele Mogende, is geconcipieerd geworden. PUBLICATIE. T\£ Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, op authorifatie van hoogstgemelde Heeren Staaten, Allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , falur; Doen te weeten: Alzoo hun Edele Groot Mogende met de hoogde verontwaardiging vernoomen hebben , dat in den gepasfeerden nagt alhier in den Hage de Glaazen aan drie ondeifcheidene Huizen op eene geweldadige wyze zyn ingefmeeten of ingeflagen, en 'er de Juftitie , vooral in de tegenwoordige omftandigheeden van zaaken , ten hoogden aan geleegen legt, dat de Daader of Daaders van het voorfz. fait, en van het geen verders ter occafie van dien in den afgelopen nagt is voorgevallen, ten fpoedigften doenlyk ontdekt , en met alle rigeur tot affchrik van allen anderen geftraft werden. SOO IS 'T , dat Wy aan den geenen, welke den Daader of Daaders van het voorfz. fait zal komen te ontdekken , zodanig , dat dezelven, in handen van de Juftitie zynde geraakt, daar van worden overtuigt, of ten minften op T 4 eene  flQS sept. ZAAKEN VAN 1785. eene overtuigende wyze bekent worden, beloven een Premie van een duizend goude halve Ryders , en daarenboven aan zooaanigen Ontdekker , die, zonder zelfs de voorname Aanlegger te zyn geweest, zig als Medehelper tot het plegen van het voorfz. fait zoude mogen hebben laten gebruiken , eene volkomene impuniteit, of bevryding van alle ftrsffen , welke hy met betrekking tot het voorfz, fait, en het geen verder by geleegenheid van het zelve in den afgeloopen ragt is voorgevallen, zoude mogen verdient hebben; zullende den naam van den Aanbrenger , des begeerende, geftcreteert blyven. En op dat niemand hier van ignorantie praetendeere , begeeren Wy in naam van hoogstgemel !e Heeren Staaten, dat deeze alomme in den HaSe za' worden gepubliceert en gcaffigeert, ter plaatIe , daar her gehoord en te gefchieden gebruikelyk is. (Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) A. J. ROYER. Ex.  jept, STAAT EN OORLOG. 1785. '397 Extract uit het Register der Re. folutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 9 September Ï78J. Zyn geleezen de confideratien door den Lc Generaal Sandoz, ter voldoeninge aan hun Edele Mog. Refolutie van heeden, aan hun Edele Mcg. overgegeeven, concerneerende da w^s op welke, eenige Piqueiten Cavalle-y en Infantery, pp de plaatfen by dezelve Refolutie gameid tot weering van alle desnrdres en fettelykheeden, met het meefte fucces geënployeerd zouden kunnen worden , als meede het getal Manfchappen waar uit ieder der voorfz. Piqnetten , zoude be. hooren te beftaan. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , by deeze te approbeeren het Plan daar toe by de voorfz. confideratien voorgefteld, zodanig als het zelve aan het einde deezer is geinfereert, en dien volgende de gemeUe Lt, Gene-' raai te gelasten, dezelve :Piquetten dien conform tot hun Ed. Mog. nadere ordre daagelyks te laaten uitzetten, dog ten aanzien van de Patroui'les, in phat* van twee by hec zelve Plan geproponeerr, jedere nagt, mede tot hun Ed. Mog. nadere ordre drie Patrouilles van de Hoofdwagt te doen uitzenden. Èn zal extract deezer gegeeven worden aan den gemelde Generaal Sandoz. zoo tot narigt, als om zig daar na te regoleeren. Ter obediëntie van U Edele Mig. heeft $en Ondergefchreeven de eere TJ Edele T 5 Mog.  ïqS sept. ZAAKEN VAN 1785; Mog. zyne conlideratien hier meede op te geeven: Namentlyk dat. Op de Vischmarkr wierde geplaatst- iSerg. iCorp. 8Man In de Wagen- en Boekhorstltraat te zaamen - t t 12 Vyverberg en Voorhout -I 1 12 OpdeVeerkaay - — t 6 Prince Gragt - i i 10 Nobelftraai. - 1 1 10 Tezamen Infanterie . - jSerg.lóCorp. jSMan Infanterie. Dat op yder der voorfz. Posten wierde geplaatst 4. Ruiters of Dragonders te Paard. Dat de Manfchappen zig vergaaren zouden onder Commando van de ordinaire Officieren van het Piquet ten 9 uuren , de Infanterie op de Hoofd' en de Caval. lerie op de Ruiter Wagt. Dat vervolgens de eene helft, wierde gedetacheert na de voorfz. Posten , om aldaar Wagt te houder, van 9 tor 1 uuren , en de weederbelft van 1 tot 5 uuren des morgens of zoo veel langer als U Edele Mogende zullen gelieven te beveelen. Dat de Officieren van het Piquet alternatif van uur tot uur alle die Posten zouden vifiteeren. Den Ondergefchreeven geeft reverentelyk U Ed. Mog. in confideratie of de Mtmfchappen in dier voegen geplaatst de extra Patrouilles die tot dat zelfde einde en plaatzen gedeftineert zyn, niet zeu- den  sept. STAAT EN OORLOG. 1785*. 2» den kunnen afgaan om tot die voorfz. Wagten geëmployeert te worden. Waar meede aan U Edele Mog. intentie vermeenen voldaan te hebben de eere heb te zyn met diepften eerbied. t Edele Mogende Heere» « (Onder ftond) U Edele Mog. onderdanigfte ett zeer ootmoedige Dienaar. (Was get.) c. f. sandoz, Lr. Generaal. (Laager ftond) Accordeert met het voorfz. Register. 's Haee den oSeptemb. (Was get.) 1785. a. j* rover.  joo sept. ZAAKEN VAN 1785. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 9 September 1785. De Wel-Edele Heer van der Dtvs , Heer van de Noord wyken , heeft aan hun Eiele Mog. gecommu:dceert , dat hy geïnformeerd was , dat in de gepasfeerde nagt aan twee Huifen de Glaazen waren ingeflaagen, zoo als kwam.te blyken uit het Rapport van de Rurgerwagt door hem overgegeven, zonder dat men de Daaders had kunnen faifeeren, doch dat alle devoiren wierden aangewend om dezelve te ontdekken, en heeft de Majoor van het Hof aan nun Ed. Mog. van het in deeze nagt gepasfeerde, ingevolge de ordres op gister van hun Edele Mog. ontfangen mede van de voorfz. disordres fchriftelyk kennis gegeven , mee byvoeging , dat de uitgezonden Patrouilles die geenen welke dezelve hadden ge« pleegd niet hadden kunnen ontdekken. Waar op gedelibereerd en de Wei-Edele Heer van der Does voor de gegeven communicatie bedankt zynde , en door den Heer Prmatie; en gelyke Copie aan gemellen Bailliuw worden ter hand gefteld, ten einde zig naar.jden inhoude van dien ftiptelyk te gedraagen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, hebben tot her neemen van de voorlz. Reiolutie niet geconcurreerd. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CVIL  jipt. staat en oorlog. i?8j. .311 CVII. Misfive van Gecommitteerde Raaden met hun Reglement op de begeeving der Amptem tot dispofitie van het zelve Collegie en met een Lyst der Dominiaale Ampten daar toe behoor ende. Ingeleverd by hun Ed Gr. Mog. in dato 15 September 1785. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreeven in den Haage den 8 deezer, waar nevens aan hun Edele Groot .Mogende toezenden, het Reglement by hun gearresteert op de begeeving der Ampten, ftaande ter dispofitie van hun Collegie ; met een Lyst der Dominiaale Ampten daar toe behoorende; breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert, en Copie van.de voorfz. Misfive en Bylaagen verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Leiden, Rotterdam, Schiedam , Schoonhoven en Brielle, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. v 4 EDI*'  %n sept* ZAAKEN VAN 1785. edele GROOT MOGENDE HEEREN, Wy. hebben de eere U Edele Groot Mog. hier meede kermis te geven van ons gerefolveerde van heeden, nopens de begeeving der Ampten, ftaande ter dispofitie van ons Collegie , waar by wy , na voorgaande deliberatie by refumtie op het Concept-Reglement daar toe geformeert, en, na dat door zyne Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder, by Hoogstdeszelfs advis over deeze materie, onder anderen was gedeclareerd van begrip te zyn dat over de voorfchreeve Ampten , niet by tourbeurten, maar by het volle Collegie behoorde gedisponeerd te worden , en dat dienvolgende van de tourbeurt, aan Hoogstdenzelve competeerende, renuncieerde, hebben gearresteert het Reglement het welke wy , in conformiteit van het zelve, de eere hebben hier nevens aan U Edele Groot Mogende te doen toekomen, met de Lyst der Dominiale Ampten daar toe behoorende. Waar meede , Edele Groot Mog. Heeren! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Gr. Mogende te willen houden in Zyne heilige protectie. Gefchree* ven'in den Hage den 8 September 1785. (Onder ftond) ü Ed. Gr. Mog. Dienstwillige. De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) A. J. ROYER. Re-  IEPT. STAAT EN OORLOG. i?8j. 313 Rtglement op de begevinge der Ampten, ftaande te dispofitie van het Collegie van H. H. Gecommitteerde Raaden van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , ingevolge en ter voldoeninge van hun Edele Groot Mogende Refolutie van den 4 Maart 1785. De Ampten te verdelen in vierClasfen* fferfle Clasfe, van zoodanige groote Ampten, waar toe bepaalde kundigbeeden en ondervinding vereischt worden , en aan welkers vervulling de belangens der Provincie zoo in het Financieele als in andere opzigten ten naauwften verknogt zyn, namenlyk de voordragt van de Commifen van de Financie deezer Provincie aan hun Edele Gr. Mog. De aanftelling van den Boekhouder aldaar. .De Commis en Boekhouder van het Comptoir der gemeene Lands middelen. Infpeéleurs over de Comptoiren van 's Lands gemeene middelen. De Premier Clercquen ter Secretarye van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van haar Hoog Mogende. Contrarolleur van 's Lands Fortifica. tien. 's Lands Advocaaten. Solliciteurs Militair, 's Lands Procureurs. Auditeurs Militair, 's Lands Drukker. De Capitainen van 's Lands Jagten, deeze zullen ftaan ter begeevinge van hét geheele Collegie. V J Twee-  3*4 SEPT. ZAAKEN VAN 1785. Tweede Clasfe, van groote Ampten, namentlyk Clercquen ter Finantie , ter Secretary, ten Comptoire des gemeene Lands middelen en ter Griffie van hun Hoog Mogende , Commis ter Correctie van gedrukte depêches. Commisfaris en Contrarolleur van het klein Zegel. Commifen van 's Lands Magazynen in de Steden en Forten. Commis tot aankoop van Turf en Kaarsfen te Gouda. Majors in de gefortificeerde Steden en Plaatzen, geene Militairen zynde. Serviesmeefters in de Guarnifoen Steden. Renrmeefters van de Geeftelyke goederen en Kerken , uitgenoomen de Rentmeefter Van de Kloofter Kerk. Opzigter van het huuren der Scheepen van de Ammunitie te Delfr. Deeze zullen ftaan ter begeeving van ieder Lid op zyn beurte volgens de nadere te bepaalene tour. Derde Clasfe , van kleine Ampten als Kamerbewaarders van hun Ed. Gr. Mog. en van de Financie, Brandmeefter en Contrarolleurs van de Bodens Kloppers van het klein Zegel. De Bodens. Ykmeefier van de Turftonnen. Conducteur van 's Lands Magazynen te Delft. Commis van Turf en Kaarsfen van het Guarnifoen te Amfterdam. Provooften in de Guarnifoen Steden. Poortiers Ut fupra. Boomfluiters en Sluiswagters Ut fupra. Hofmeefters op 's Lands Jagten. Kok en Trompetter. Knegts op het binnen Jagt. Ont-  SEPT. STAAT EN OORLOG. 1785. 315 Omfantrer, Contrarolleur en Cotnmifen van de C n voyen en Licenten in Zeeland en in Vlaanderen» Yitmeefter en Balan?maaker. G>lii:cteur van de Verponding op de Zandberg , deeze zullen meede ftaan ter begevinge van ieder Lid op zyn tourbeurt. Vierde Clasfe, van Leveranciers en anderen, Warenfnyder van het klein Zegel. Pennenfnyder. Kosters en Voorleezers in de Frontier Steden. ' Leveranciers en Baazen voor 's Landswerken.Turfkruyers. Metzelaar en Doodgraver van de Kerk te Loosduynen deeze zullen benoemt en aangefteld worden by het geheele Collegie. Als dan zal voor de eerfte reize by looting worden bepaald, welke Heer of Stad de eerfte begeeving van de groote Ampten volgens de tweede Clasfe, en welke Heer of Stad de eerfte begeeving van de kleine Ampten volgens de derde Clasfe, zal doen; evenwel zoo, dat by de looting over de eerfte begeeving van de kleine Ampten volgens de derde Clasfe die Heer' welke de eerfte begeeving van de groote Ampten volgens de tweede Clasfe heeft getrokken , daar in niet meede zal looten op dat de eerfte begeeving in de beide Clasfen niet voor het eerfte op één Heer zoude komen te vallen. Dan zal vervolgens by nieuwe vaca' tuure zoo van de tweede als derde Clasfen volgen de Heer of Stad , die op de Heer of Stad die de eerfte begeeving zo van de tweede als van de derde Clasfe te beurt gevallen is , en alzoo vervolgens , tot dat ieder Heer of Stad zyn beurt  3iS sept. ZAAKEN VAN 1785. beurt heeft gehad in beide Clasfen, en dan wederom van elke Clasfe op nieuws beginnen van die Heer of Stad, die de eerfte begeeving daar in heeft gehad. Voorts wanneer een Heer fesfie'hebbende in het Collegie van Gecommitteerde Raaden een vaceerend Ampt voor zig zelve begeerde , zal die begeeving voor geen tourbeurt gereekent worden , maar die vervulling daar van gefchieden by het geheele Collegie, het zelve zal meede plaats hebben omtrent de dispofitie over zoodanige post van welke de Ampténaar vfywillig afftand doet. Zoo 'er intusfchen een Heer uit het Collegie zal zyn gegaan voor dat de tour van begeeving aan een Heer of zyn Stad is gekomen, zal daar in volgen de Heer die in plaats van dezelve daar in fesfie zal nemen, of heeft genoomen. Ingeval 'er by vervolg van tyd Ampten of Officien mogten komen te vaceeren, die ter begeeving van het Collegie ftaan , en niet op deeze Lyst of Rooster bekend of genoemd zyn, zullen dezelve voor de eerfte reize by het volle Collegie begeeven, en a|s dan tevens bepaald worden, onder welke Clasfe die Ampten behooren, om by volgende vacatuure op den voet van zodanige Clasfe vervult te werden. De Heeren die een tourbeurt zullen hebben in de tweede en derde Clasfen • zyn de volgende. De Heer weegens de Ridderfchap. De Heeren weegens de refpective Steden. En de Heer Raadpenfionaris. En omtrent de Ampten van de eerfte Clasfe als daar is. Da voordragt van de Commifen van de Financie deezer Provincie. De  iïpt. STAAT EN OORLOG. 1785. 317 De aanftelling van den Boekhouder al» daar. De Commis en Boekhouder van het Comptoir der gemeene Lands'middelen. De Premier Clercquen ter Secretary van hun Ed. Gr. Mog. en Griffie van haar Hoog Mogende. Zal het advis van de Heer Raadpen. fionaris in der tyd verzogt en ingenoomen worden, en zullen gelyk als die van de vierde Clasfe begeeven worden by de prefente Leden niet minder dan ten getalie van zeven. Van deeze Rooster, . Lyst en Refolutie by het Collegie, zoo voor nu als voor het vervolg te arresteeren , zal kennis gegeeven worden aan hun Ed. Gr. Mog. ten blyke dat hun Edele Mog. voortaan zullen voldoen aan de intentie en Refolutie van hun Edele Gr. Mog. nopens de begeeving dier Ampten, ftaande ter dispofitie van hun Edele Mogende. Ampten en Bedieningen fpeciterende tot hun Edele Groot Mog. Domeinen en ftaande ter begeeving van H. H. Gecommitteerde Raaden, meede gebragt tot vier Clasfen, en wordende dus gehouden als of in het nevensgaande Concept-Reglement ieder onder de daar by ver?T meld zynde Clasfe gefteld was. Tot de eerfte Clasfe, behooren de volgende, als Dykgraaf van 's Graveland. Bailliuw van Absregt. Secretaris van hec Bailliuwfchap van Rhynland. Se.  318 sept. ZAAKEN VAN 1785. Secretaris van de Bailluage van Voshol. Secretaris van de Badiuage van Wateringen. Secretaris van de Bailluage van Delfhnd. Scnout en Boode van Sparwoude. Secretaris van Sparwoude. Schout van Sparendam. Secretaris van de Bajlluage van Kennemerland. Secretaris van de Bailluage van Brederoode. Secretaris van de Houtvestery en het Jagt gerigr. van het Gooyland. Griffier van de Leenen en Secretaris van de Houtvestery van Brederooie. Dykgraaf van de groote Waard van de Dusfen. Secretaris van de Bailliuws Vierichaar van Zuidholland. Secretaris binnen de Steede Goedereede. Onder de tweede Clasfe, de volgende als De drie ordinaris Clercquen tot de zaaken rakende hun Edele Groot Mogende Domeinen. De Coutrarolleur van de Werken ten Hove. Schout der Steede Woerden. Schout van Alsmeer. Secretaris en Boode van Alsmeer. Secretaris der Steede Naarden. Setretaris of Clercq van Huylten. Secretaris van Laren eu Blaricum. Secretaris of Clercq van '« Gravenland. Secretaris van het Dykgraaflchap van 's Graveland. Secretaris van Weefp, Weesper Car- fpel en Hoog Rvlmer. | Secretaris van Muyden en Mtiyderberg. Secretaris of Clercq van Hilverfum. Secretaris van Woudrichem. Pen*  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 319 f Penningmeefter van de Dykagie 's Lands | van Altena. ■< Penningmeefter van de nieuwe AlteI naafche Polder. LClercq en Boekhouder van Altena. Secretaris van Heusden. Secretaris of Clercq van de Hooge Maasdyk. Tot de derde Clasfe. Collecteur van de Graaflykheids Tollen te Weefp, en elders ftaande ter dilpofitie van hun Edele Mog. {Koster van de Capelle ten Hove of Franfche Kerk in den Hage. Orgelblaazer aldaar. Tolknegt van de Tolle te Gorinchem. . Een dito van de Tolknegt te Schoonhoven. Tot de vierde Clasfe. {Opzigter van de in en uitlevering van de Hofbrand. Bewaarder van de Hofbrand. Catter van de Turf tot de Hofbrand. Turfkruijer van den Hove. Turftonfter van de Hofbrand. Aschkruyer van den Hove. Een dito. Organist in de Franfche Kerk. Klokkeftelder van de Hof en Kloofter Kerk klokken. Boekhouder van de Auctien op de Zaal. Collecteur van hec Asch en Straatgeld in ;het Diftriót van de Graaflykheid in 's Hage. Boetefeu van de Graaflykheids Reekenkamer.Leenkamer &c. Deurwaarder van het Comptoir der Domeinen vanNoordholland.Kennemerland &c. Boo-  S2o sept. ZAAKEN VAN 1785. Boode provifioneel van de Bailluage van Wateringen Lier en Zouteveen. Boode Ampt van Weefp. Boode Ampt van Muyden. Boode Ampt van Voshol. Deurwaarder van het Comptoir van Zuidholland. {Fabryck van het zelve Comptoir. Opzigter van de Munt. Landmeeter by het Comptoir van Zuidholland.«Boode van Schoonhoven. Boode van de Dykagie van het Land van Altena. Stempelfnyder der Munt te Dordrecht. Opziender en onderhouder van het Pietwerk der Munte aldaar. Landmeeter der Domeinen 's Lands van Voorne en de Beyerlanden. Collecteur van de Heusdenfche Watertol te Veen. Collecteur in het Spuye. Collecteur te Delfshaven. Collecteur in den Brielle. Collecteur te Maaslluis. Nota in confideratie te geven of men de post van diftribueerder van de . Hof Conynen by overlyden van den tegenwoordigen Posfesfeur niet zoude mortificeeren. CVIII.  sept» STAAT EN OORLOG. 1785. 3*1 CVIIÏ. ExtraSt uit het Register van de Ac ten en. Refolutien der Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staten van Stad en Lande. In dato 15 September 1.785. het geproponeerde ter Vergadering door den V/ Heer Pjaafiderende Alberda van Ekenflein, dat ne Lt. Col!. Bentink, commandeerende de rwee laatfte Escadrons Cavallerie van den Lt. Generaal Stavemsfe Pous, thans volgens Patent van Zyne Hoogheid, t welk alhier bevorens is geprefenteerd , op marsch naar herwaarts, op gisteren avond zig by zyn Ed, had vervoegt, en op het fterkfte aangedrongen de noodzakelykheid, dat aan de voorfchr. twee Escadrons mogten worden gepermitteert in deze Stad binnen te marcheeren , en guarnifoen te houden , zoo wel als hec uitmarcheeren van de alhier guarnifoen houdende twee Escadrons van gemelde Regiment, vermits beide alhier niet zouden kunnen werden geplaatst, en bovendien ook niec zouden harmoniëren , met byvoeginge van verdere discoursfen, daartoe door denzelven Lt. Coll. Bentink voortgebragt; waarop door den Heer prafideerende was gerepliceert, dat, vermits deze zaak Dop aanftaande Vrydag ftond gebragt te worden ter deliberatie der Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provintie, overzulks de orders vau Hun Ed. Mog. hieromtrent moesten worden afgewagt. —— Waarop gedeli. bereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden den Heer Pitelideerende voor de communicatie dezes bedankt , en het zelve voor Notificatie aangenomen. — Coll. Conc. dourlugt1gste prins en heere! e Heeren onze Gedeputeerden ons tegens heden hebbende befchreeven , om ter onzer deliberatie te brengen de Patenten, door uw Doorl.' Hoogh den 7 °evzf^af"egeven aan de lwee laactte Escadrons van -XXIX. deel. X den  3*2 sept. ZAAKEN VAN 1785. den Lieutenant Generaal Stavenisfe Pous, om reeds heden in deze Stad te marcheeren , en binnen dezelve Garnifoen te houden; en de tweö eerfte Escadrons aftelosfm, hebben die verhaaste ordres, waarvan wy de reden niet konden penetreren, aan ons niet weinig verwondering veroorzaakt , en zulks te meerder , als ten zei ven tyd kennis ontvingen , dat Uw Doorl. Hooghei l ook Patenten had gelieven aftegeven aan het Regiment Orange Stad en Lande, om van hier naar JNyDiegen te maicheeren; en om drie Detachementen van de Compagnie Artillerie van den Kapitein van #y*«-ftein hier uit te doen marcheeren naar de Lange Akker-Schans , de Bourtange en Coeverden, gelyk ook aan de Sraf en drie Compagnien van den Generaal Maioor Dopf, om in deze Stad garnifoen te houden, uit welke twee Escadrons Cavallerie, en drie Compagnien I f.. 'trie, dus ons geheel guarnifoen zoude beftaan. Wy hebben by onze Misfive van den 4 November 1784, ter gelegenheid dat uw Doorl. Hoogheid Patenren tot den uitmarsch van ons garnifoen had gegeven , ( [t cli waarop tot nu toe geen antwoord hebben bekomen ,) aan uw Doorl. Hoogheid onze wettige vrees te kennen gegeven , indien de oorlog met den Keizer voortgang mogt hebben: dezelve redenen exteeren met alleen als nog , maar uw Doorl. Hoogheid is met onkundig van de inwendige onlusten , die m den Uldambte hebben plaats gehad, en die met dan door een aanzienlyk Detachement, zoo Cavallerie als Inianterie hebben kunnen werden geftuit, en het te dugten itaat, dat dezelve misfehien ten eerften zouden kunnen worden hervat, indien ons Garnifoen zoodanig wierde ver. mindert; terwyl deze Stad door de beste harmonie tusfchen onze Burgers en 't Garnifoen thans een alleman* genaamfte eendragt geniet , welke met reden gevreest word te zullen ophouden, of verminderen , by verandering van Garnifoen, ten waare door Troupes, ter Repartitie dezer Provintie ftaande, wierde geremplaceert. Belangende de Detachementen Artillerie, moeten wy uwe Doorl. Hoogheid informeeren, dat die Compagnie, hier wordende opgerigt, niet alleen nog met compleet  sept. STAAT EN OORLOG. i7ss. s&3 is, maar bovendien de modellen van hunne Geweeren laat ftaan de Geweeren en Wapens , zelve nog biet heeft bekomen; en, als een nieuws geworven Corps ais nog geene genoegzame kunde heeft , om in de uiterfte Froniieren met hoop van eenige vrugt te kunnen worden geëmployeert , rerwyl wy geoordeeit hebben "de brontieren van Westerwolde voor als nog niet re moeten ontblooten van Garnifoen, om hec onze te vermeerderen. Wy hebben deze en meer andere redenen in ernftige overweging genomen, en tot behoudenis van onze veiligheid , en bewaaring der inwendige rust ons in de onvermydelyke noodaakelykheid bevonden geene attaché op eenige der afgegevene Patenten van uwe Doorl. Hoogheij re verleenen, waarvan wy uwe Doorl. Hoogheid by dezen kennis geven , in dat billyk vertrouwen, dar uwe Doorl. Hoogheid, onze omltandigheden overwegende, ten vollen overreed zal moeten zyn, dat wy niet anders hebben kunnen doen, willen Wy ons en orizé goede Ingezetenen niet aan een oogenfchyniyk gevaar bloot ftellen. Voorts moeien wy uw Doorl. Hoogheid vriendelvk verzoeken , dac, indien de Artilleristen van de Compagnie van den Kapirein Muller uit Coeverden de Bourtange en Lang Akker-Schans, mogten marcheren dat dezelve door een genoegzaam getal gedresféerde Artilleristen mogen worden geremplaceert ten einde Frontierplaatzen van zoo veel importantie niet van de nodige defenfie blyven ontbloot. — Waar mede enz. De Staaten van Stad en Lande. Ter ordonnantie van Hun Ed. Mog. Groningen . ° den 17 September (Was get.) 1785. , R. n. GOCKINGA. x a CIX.  3a4 sept. ZAAKEN VAN 1785. CIX. E%tra£t uit de Aften en Refolutien der Edele Mogende Heeren Gedeput eerde Staaten van Stad en Lande. In dato 18 September 1785. ï~Vor den Collonel Commandant Ketnpe , ter vol1J doeninge aan het gerequireerde van gisteren, op rrniden morgen aan den Heer praefideerende Alberda van Ekenftein , benevens den Secretaris Lewe,. zynde geiapporteerd , dat op de twee buiten de A Poort^gearriveerde Bagage Scheepen van de twee laatfte Esquadrors Cavallerye van den Lt. Generaal Stavemsfe Pous, Zig bevinden een Wagtmeester, vier Ruiters, agt vrouwen, en zestien Kinderen. — Waarop gedelibereerd zvnde, hebben de Heeren Gedeputeerden, om de gemelde vyt Manfchappen, en agt Vrouwen in dit byzonder geval na redelykheid te foulageren, aan ieder van dezelve dertien Pe.foonen, twaalf Stuivers, en boven dien nog zes Sulvers voor ieder Kind, in de vierentwintig uuren, toegelegt, te beginnen met -den dag hunner aankomst op gisteren, en by proviüe te contj „ueeren , heen en ter tyd omtrent derzelver /«unatie nader orders zullen zyn ingekomen, wordende de KaEerbewaarder Gout gelast, de voorfchr. penningen tydelyk op fchriftelyke order, en quitantte van den Collonel Commandant Kempe, die provifioneel heeft aangenomen , mede voor de Bagage te zullen zorgen, te Koen, ten einde dezelve ten behoeve als vooren werdTgedistribueett; en zal voorts na het afloopen van deze betalinge, door den Commys Prov. Wernink, ordonnantie van betalinge wegens de gedebourfeerde penringen worden verzogt, en daar _ van vervolgens aan den Kamerbewaarder Gout restitutie WEL EDELE GESTRENGE HEER! Hebbe Uw Edele Geftr. Misfive, door den Ruiter Hendrik Machiels toegezonden , zoo op netg°°;  êept. STAAT EN OORLOG. i?8y. 325 genblik circa 6 uur ontfangen ; waarop tot refcriptie diend , dat 't my eene byzondere fatisfactie is , onze Lieden in de Schepen , beneffens Vrouwen en Kinderen, wel zyn. Wat gebrek aangaat, zullen zy zo lange de Ritmeesters, of een der Officieren er in ftaat toe zyn, daar aan niet blootgefteld worden. Wat nu aangaat het gerelblveerde, om aan ieder man twee Schellingen daags toe te leggen, daar omtrent maak ik veel zwarigheid : die Lieden hebben hun Traétement, zoo als deze Ruiters ook, en behoeven zoo veel niet te verteeren, nog te fouffreren, als deze: wanneer zy gezond waren geweest, zouden zy niet op de Bagage» fchepen zyn gekomen, en dewyl nu herftelt zyn, moeten en kunnen zig met haar Traétement redden , en zoude dus maar jaloufie veroorzaaken. Dan wat Vrouwen en Kinders aangaat , die mag ik gaarne lyden, dat men geeft zoo veel, als goedgevonden word: ook heb ik daarover niet te zeggen ; maar 't volk moet zo veel mogelyk egaal worden gehandelt, en zoude ik dus verpligt zyn, die Ruiters terftond op te ontbieden, om voortekomen , dat dat Volk zulks hoorende niet met reden misnoegt wierde , en ligt een ander reden van haar ongelukkig fort uit dasten , als het wezentlyk is. — Waar zoude dat naatoe , 14 Schellingen 's weeks per Man boven hun Traétement, en niets te lyden; en deze op zoo eene verregaande wyze geproftitueert. en mishandelt te worden! Zonder dat de Heeren Staaten van Groningen of van een eenige Provintie iets. kunnen ten laste van een der Officieren of Ruiters van dit Corps inbrengen. Laster en valfe uitftroyfels zyn wy ten boven , konde ik myn zieken 'van hier ergens elders transporteeren, om ten minften die dubbelde ongelukkige haar herflel te bezorgen, weinig zouden my de kosten bekommeren, dan, haar dood zal nooit ter myner verantwoordiging zvn. Toen ik te Groningen was, verzogt ik alleen de Syndicus Tiddens, dat onze zieke Vrouwen en Kinders , wanneer mogten arriveeren , met de Schepen , en onwetend in 't geval wa* ren , niet van de wal mogten gebannen worden , om eenige ververfching te haaien, maar nimmer om ze eenige onderfteuning te bezorgen. De Heeren Staaten X 3 van  326 sbpt. ZAAKEN VAN 1785* Holland, enze Betaals-Heeren, die dit Corps altoos, waar zy in die Provintie geleegen hebben , genoegen hebben kunnen geeven, zullen ons ook nu niet, wanneer wy/door anderen mishandelt worden, gebrek doen lyden. Wat het uitfchepen betreft, dat kan en moet niet gefchieden, die Schepen moeten wagten tot nader order , wy zullen die lieden naar redeiykheid voldoen. Hebben de Staaten van Groningen door haar refolutie dit Corps geacbeveert om te ruineeren , zoo in haar Einantieri', Equipagie, als gezondheid, die kleine kosten zullen wy dan ook nog lyden. Wy reizen thands al met drie wagens zieken , war.rvan er geen een overdekte te bekomen Ts, en altoos op het vel nat. _ God weet, wat er nog komt, en hoe bet einde van die ongelukkigen zal zyi\ Meld my zoo dra mogelyk, wat of* en by continuatie na ontvangst dezes plaats heeft. 'Zes Ruiters rykelyk te geeven , en hondert negentig ongelukkig te maaken, doet weinig by my. Had men, indien er redens waren , om dit Corps te weigeren, dezelve in haare ongelukkige omtlandigheden willen o^derfteunen en te gemoed komen , dat was iets anders, maar zoo ik dit noodig oordeelde, konde ik zelfs het nog doen. — Overmorgen gaan wy na Roon, en verder zal de tyd leeren. Wy genieten hier alle beleefiheid , die men van brave Ingezetenen verwagten kan. Het medelyden der Boeren met ons ongelukkig Volk is zeer groot.— A Dieu dit zal meer als genoeg zyn , om U myn meening te hebben ontdekt. Zoo verzoek myn compliment aan Mevrouw , en ben in haast met alle agting. wel edele gestrenge heer. Peyfel den Uw Ed, Geltrenges onderdanige 18 September Dienaar 1785. (Was get.) x. h. bentinck. (Opfchrift was) Omme den Beer Adjudant Oester tot Groningen. CX.  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 337 CX. Misfive van de Regeerders der Stad Amersfoort aan de Staaten van Holland, tot afwyzing der verzoeken omtrent het voorgevallene aldaar. In dato 26 September 1785. Ontvangen een Misfive van de Regeerders der Stad Amersfoort, gefchreeven aldaar den 26 deezer, op de voordragte daarby vervat,/vertiouwende , dat hun Ed. Gr. Mog. met verontwaardiging van de hand zullen wyzen verzoeken van Ingezeetenen , ftrekkende tot verkorting van het wettig gezag van den Souverain; breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive by de voorige (tukken tot dezelve zaak betrekkelyk by diverfe Refolutien Commisforiaal gemaakt, mede zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot bet groot Befogne , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis; en is dien onvermindert Copie van de voorfz. Misfive verzogt door de Heeren van de Ridderfchsp om dezelve in de ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem, Delft, Amftérdam, Rotterdam, Gorincbern, Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Edam, Monnikendam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met voorfz. Refolutien. X 4 ede»  328 sept. ZAAKEN VAN 1785. edeie groot mccïnde heeren! W/v zyn geïnformeerd, dat eenige Leeden W van onzen Raad hebben kunnen goedvinden , ten geleide van zeeker fautif Berigt van het geene alhier op den 8 , 9 en 13 des afgeloopen maands zoude weezen voorgevallen, dogdat wy thans niet zullen intreeden, zig by Misfive aan U Ed. Gr. Mog. te addresfeeren , en zo uit naam van hun zelve , als quafi van een voornaam gedeelte ,van de Burgery deezer Stad, te verzoeken, dat het U Ed. Gr. Mog. behagen mogte , dat gedeelte van de Militie, het welke ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. Haat, te doen beveelen, van uit onze Stad en Provintie te vertrekken naar elders , zo mooglyk met dien fpoed, als waar meede zy zoude gekomen zyn, en dat het aan U Ed. Gr. Mog. mede gnnftiglyk believen mogte , om met de verdere Bondgenooten te concurreeren , dat zo lange de Pointen tot redres der bezwaaren alhier niet zyn afgedaan , onze Stad en Provintie van alle inkwartieringe van Militie mogen blyven bevryd. Wy houden ons ten vollen verzeekerd , dat by U Ed. Gr. Mog. geene de minfte twyffeImge plaats hebben kan , omtrent het regt van Souverainiteit, de refpeftive Provinciën, en alzo ook aan de Heeren Staaten deezer Provincie competeerende, om zodanige middelen , tot bewaringe van binnenlandfche rust en order te employeeren, als dezelve nodig oordeelen mogten : en dat ü Ed. Gr. Mog. het met ons zouden aanzien, als een zaak van de allerpemicieufte gevolgen, indien byzondere Ingezeetenen zouden mogen onderftaan , middelen in het werk te {lellen , om de befluiten hunner wettige Overheid , tot het voorfz. einde {trekkende, of die dezelve daar toe in het vervolg zoude kunnen van noden agten te verydelen , ende wel lpeciaal, om daar toe de fouveraine Magt van an-, dere Gewesten te folliciteeren. Dan  sept» STAAT EN OORLOG. i?8?. 320 Dan vleyen wy ons, die behooren tot eene vergadering, welke gezwooren heeft de Hoon. he,d en Heerlykheid van de Ed. Mog. H-eren Staaten deezer Provincie te bewaaren , en wel.kers Rust en Veiligheid by deeze zaak zo zeer is geconcerneerd; dat U Ed. Gr. Mog. ons wel UD ^de zu>len gelieven te duiden, dat wv hoe overtollig zulks zyn moge, echter om' den waa. ren aart der demarche van de gedagte Leeden onzer Vergaderinge in deezen des te kennelyker van üfTc deMvryheid"ee^n, ter kennisfe van u h.d. Gr. Mog. te brenger. Dat het is gewéést by. een wetttig befluit van onze Raadsvergadering, by eene groote meerderheid van dezelve genomen, dat wy in onze vrye deliberatien geftremd, en terwyl eene wet. telooze Vergadering zig het gezag dat ons toevertrouwd was arrogeerde, de asfiftentie van de Heeren Staaten deezer Provincie, ofte van de Heeren Hoogstderzelver ordinaris Gedeputeerden, hebben verzogt, met dat gevolg, dat aan ons eenig Guarnifoen, op aanfchr|vinge vaS Heeren Gedeputeerden toegezonden is , welke fchikkmge naderhand by de Vergaderinge van de PLeren Staaten, onder protest van de Stad Utrecht a leen, goedgekeurd is, ende mitsdien . dat het leggen yan Guarnifoen binnen deeze Stad' is een middel by den Souverain deezer ProvinÜ0;de0eld^WaariDSe RUSC e" 0rd" nodig ge. Dat de Regeeringsform van onze Stad mede brengt, dat de Leeden des Magiftraats, op eene wettige wyze by den andere vergadert, repr". fenteeren het gantfche, Lighaam van de Bur gers en Inwooners, en alsdan by pluraliteit van liemmen uitgezonden in zaaken, waar bv gee ne overftemming plaats heeft, derzelver befiut ' X ^ gen  130 sïpt. ZAAKEN VAN 1785. gen aanbetrouwd zyn, niet anders dan alle andere particuliere Burgers met opzigt tot het publrcqüe beftuur kunnen aangemerkt worden, en daar aan ook even zo onderworpen zyn; en dat derhalven de Leeden onzer Vergaderinge , die zig by Misfive aan U Ed. Gr. Mog. hebben geaddreifeerd > niet anders zyn geweest, of geconfi lereerd worden kunnen , dan als byzondere Perfoonen, Burgers en Ingezeetenen deezer Stad , de fchikkingen der hooge Overheid dee. zer Provincie , zo wel als die van den Raad deezer Stad, tot bewaringe van Rust en Order nodig geoordeeld, pogende te verydelen. Wy meenden dit alleen aan U Eet. Gr. Mog. te moeten voordragen , om Hoogstdezelve te meer te overtuigen , dat het verzoek by de gedagte Misfive gedaan , tot niets minder tendeert, dan om de allergevoeligfle atteinte aan de Souverainireit van deeze Provincie , en in dezelve aan die van alle de hooge Bondgenooten, toe te brengen, en de gronden van vereenigiag van dit Gemeenebest geheel en al te ondermynen. Ons by ü Ed. Gr. Mog. te disculpeeren, wegens de Tyrannicque Oogmerken , die men ons fchaamteloos genoeg heeft durven attribueeren, als of wy namentlyk door den militairen Arm de b'liykè klagten onzer Inwooneren tragten te fluiten, of het wettig gezag van zommige Leeden der Magiftrature zochten te onderdrukken, en alzo het geweld de plaatfe des regts zouden willen doen bekleeden, zouden wy agten , dat by U Es. Gr. Mog. zoude worden aangezien, als of wy eenigzints konden twyffelen , dat U Ed, Gr. Mog. niet alleen orrs van zulke verfoeyelyke misdragingen , maar ook de Heeren Staaten deezer Provincie, van de begunftiging daar van verdenken konden. Dan even zo zeer als wy betuigen een affehrik van zodanige Sentimenten te hebben, en tot wegneeming van die lasterlyke inboezemingen , niet verzuimd hebben onze Inwooneren pent»  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 331 opentlyke verzekeringen te doen: even zoo vertrouwen wy, dat U Ed. Gr. Mog. met verontwaardiainge van de hand zullen wyzen, de verzoeken van Ingezeetenen , {trekkende tot verkortinge van het wettig gezag van den Souverain, in plaatfe van zig by vermeende redenen van klagten aan dezelve te addresfeeren : En dus, Edele Groot Mogende Heeren! U Ed. Gr. Mog. beveelende in de beicherminge des Allerhoogften, blyven wy, (Onder' ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwilligen de Regeerders der Stad Amers» foort. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. Amersfoor (Was get.) den 26 Sepr. J7 85' JAN 10tt HKNDRIKSEN. CXI.  332 sbpt. ZAAKEN VAN i?8j. CXI. Refolutie op het maaken van nieuwe Vaendels voor de Lyf' Guardes te Voet van hun Ed. Gr. Mog., en omtrent de Ringkraagen der Officieren hy dat Regiment. In dato 28 September 1785. By reftimtie gedelibereert zynde op de Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreeven in den Hage den 29 Juny dezes jaars , en ten zeiven dage ter Vergadering ingekomen , waar by ter kennis van hun Ed. Gr. Mog. hebben gebragt, dat de Heer de Roo van Westmaas aan hun in confideratie had gegeven aan hun Ed. Gr. Mog. te proponeeren , om de nieuwe Vaendels van de Lyf-Guardes van hun Ed. Gr. Mog. tot foulagement der kosten , by de Misfive onder de Notulen van voorfz. 29 Juny breeder vermeld , aan hoogstderzelver gemelde Lyf-Guarde ditmaal uit naam van hun Ed. Gr. Mog. te vereeren, en hun Heeren Gecommitteerde Raaden ten voorfz. einde de nodige qualificatie te verleenen. Als mede op de Misfive van zyn Hoogheid den Heere P/ince van Orange, den 1 September alhier gefchreeven en ten zeiven dage by Copie aan de Leden tot refieétie daar op by de eerstgemelde Misfive gegeven , waar by zyn Hoogheid heeft verzogt geinformeert te worden van hun Ed. Gr. Mog. intentie nopens het geen hoogstdezelve gelieven dat op de nieuwe Vaendels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet zal werden gefchilderc, en concerneerende mede de Ringkraagen der Officieren van het voorfz. Regiment, de Patroontasfen en Trommels, breeder onder den voorfz. 1 September geinfereert. En particulierlyk in achting zynde genomen, dat, gelyk in het generaal alle inkruipingen , die of direct, of ten minften voor het oog der Natie, ftrekken kunnen om het wettig gezag van den Souverain te verminderen , nimmer kunnen werden gelegitimeert , zoo opk in het byzonder in de tegenwoordige gefteldheid van  sett. STAAT EN OORLOG. 1785. 333 van tyden eene verdubbelde attentie vereischt word om alles , wat daar toe maar aanleiding zoude kunnen geeven zorgvuldig te vermyden, ten einde dus zo veel te beter de authoriteit van den Souverain te handhaaven , en alle denkbeelden , als of de opperde magt maar gedeeltelyk by 's Lands Staaten berustte, by een ieder af te fnyden; en dat fpeciaal met betrekking tot de Lyf-Guarde van hun Ed. Gr. Mog. fuccesfivelyk zaaken zyn voorgevallen , en dispofitien over dezelven gemaakt , niet overeenkomende met hunne waare bedemming, zoodanig , dat hier in verder toegegeeven wordende , hun Ed. Gr. Mog. zig al ligtelvk zouden bloot gefteld zien , dat hunne eigen Lyf-Guarde zig niet meer voor de zoodanige zoude confidereeren , en dus de zekeiheid, welke de Souverein met regt reekenen moet daar in voor zig en tot dekking zyner deliberatien te kunnen ftellen, aanmerkelyk los en wankelbaar zoude maaken; terwyl het daarom, en in confidentie van de fludtueerende denkbeelden, waar in de gemelde Lyf-Guardes door diverfe uitwendigheden fchynen geraakt te zyn , niet anders , dan het veiligst en het meest overeenkomftig met den aart hunner destinatie kan gerekend worden, dat de Vaendels, die zy te volgen hebben, zoo wel, als de Ringkraagen der Officieren , voortaan alleen met zulke Wapens worden voorzien , die hun geftadig het waare oogmerk hunner indelling konnen herinneren, zonder dat by hetzelve Regiment eenige andere Wapens tot uitwendige teekenen gebruikt worden. Is goedgevonden en verdaan de Heeren Gecommitteerde Raaden alhier in den Haage by deeze te quali. ficeeren , om voor het Regiment Lyf-Guardes te Voat van hun Ed. Gr. Mog.' nieuwe Vaendels te laaten maken , voorzien aan de eene zyde met het Wapen van deeze Provincie , en aan den anderen kant met een gewapenden Arm met een Zwaard, en het Devies; Pugno pro Patria , en de gemelde Vaendels aan de voorfz. Lyf-Guardes voor ditmaal uit naam van hun Ed. Gr. Mog. te vereeren: wordende welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden boven dien ook verzogt, de nodige zorge te draagen , dat de Ringkraagen dec  334 sept. ZAAK-EN VAN Officieren by 't gemelde Regiment insgelyks met het Wapen van hun Ed. Gr. Mog. voorzien worden , en dat in 't geueraal by het zelve geene andere Wapens, dan die van deeze Provincie, voortaan tot uitwendige teekenen worden gebruikt. En zal Copie van deeze Refolutie by Misfive aan Zyne Hoogheid den Heere Prhtce ven Ürange worden gezonden, tof hoogdeszeifs informatie. En is wyders nog goedgevonden en verftaan , dat door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne, met Heeren Gecommitteerde Raaden zal worden geëxamineert, op hoedanige wyze, overeenkomfiig de Gronden en Principes, in de bovenftaande Refolutie vervat, zal dienen geremedieerd ie worden in verdere abuizen, zoo die by de refpective Regimenten Lyf-Guardes van hun Ed. Gr. Mog. en in 't genetóal by 'c Guarnifoen van den Haage zyn ingefloopen, als die ook in 'c byzonder ten aanzien van het bewyzer> der verfchuldigde honneurs , aan hun E h Gr. Mog. Vergadering by de alhier in Guarnifoen zynde Militie plaats hebben; gelyk mede, welke nadere voorziening zal dienen te gefchieden omtrent het gebruik der Wapens boven de Placaaten en Publicaiien van hun E l. Gr. Mog. en derzelver Gecommitteerde Raaden , mitsgaders ten aanzien van de Busfen, die door de Bodens van deeze Provincie doorgaans gedraagen worden, en de Vergadering op dat alles gediend van derzelver confideratien en advis. inxe Heeren van de Ridderfchap en Edelen \_J hebben tot de voorzeide Refolutie , zoo als dezelve is leggende, niet geconcurreert. | "ve Heeren Gïdeputeerden der Steden DordWJ recht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Monnikendam en Purmerende, hebben de Heeren van de Ridderfchap gefommeert, om aan den dag te leggen de gronden en reedenen, waarom hun Edelheden tot de voorfz. Refolutie niet hebben geconcurreert. Accordeert met de voorfz, Refolutien. CXII.  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 33y CXII. Retroaclive Confideratien van de Hee- ' ren Gecommitteerde Raaden tomtr ent de voorzieninge . en het gebruik der Wapens boven de Placaaten en de Busfen van de Bodens, uit kragt der Refolutie Comrnisfhiaal. In dato 28 September 1785 Dat ten aanzien van het gebruik der Wapens boven de Placaaten door de Heeren Gecommitteerde Raaden aan de Leden van het Befoïgne was gefuppedheerd. „ Dat boven de oudfte Placaaten en Pubücarien, „ waar van nog eenige Origineele Drukken voor handen zyn, ten minften van den Jaare 159, af, {zyn,, de 'er tot hier toe van de verdere geen Exemplaaren „ kunnen worden bekomen) gevonden word, een Leeuw, „ houdende in zyn' regter Klaauw een Zwaard , en rns„ tende met zyn linker Klaauw op hee Wapen van Zy„ ne Hoogheid , den Prins van Orange , verbeeld al j, ftaande in de Hollandfche Thuyfi , rondsomme be„ hangen met de Wapens der Steden , waar van da „ Gedeptueerdeos ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. „ Mog. compareeren, en dat dit zelfde Wapen op die „ wyze gebruikt is geweest tot in het Jaar 1650, naar „ het welke en wel tot in den Jaare 1672, aan her ,, zelve Wapen die verandering is gemaakt , dat de „ gemelde Leeuw, geduurende dezen tusfcbentyd is „ verbeeld met zyn linker Klaauw te rusten op het „ Wapen van Holland, in plaats van op dat van Zy,, ne Hoogheid, dat in en na den Jaare 1672 het meer„ gemelde Wapen wederom is veranderd , e;e!yk het „ zelve is geweest van den Jaare 1651, waar van het „ gebruik geduurd heeft tot in het Jaar 1702, wan. „ neer het zelve nogmaals is verandert , en mgerigt, „ gelyk in den Jaare 1651 was geffltóed : dac het ge„ bruik van het zelve dus veranderde Wapen, weder„ om , heeft plaats gehad tot in den Jaar 1747 , na „ weiken tyd boven de Placaaten en Publicniien, zoo „ van Hun Ed. Groot Mog. als van dè Geeommitteer- „ de  33ö seft. ZAAKEN VAN 1785. „ de Raaden tot hier is geplaatst geworden, een Wa„ pen, waar in de Leeuw met zyn linker Klaauw rust „ op het Wapen van Zyne Hoogheid, en op deszelfs „ linker fchouder heeft hec Wapen van Holland , het s, welk in de hier voorgemelde Wapens , met welke „ het zeker voor het overige in alles overeenkomt, „ niet word gevonden ; dat de Gecommitteerde Raa- den ter. aanzien van de origine van het voorfchree- ve W?pen, en van de voorfchreeven fuccesfive ver„ andetitigen daar aan gemaakt , niet anders hebben „ kunnen ontdekken, als twee Refolutien, beide door „ de Gecommitteerde Raaden genomen, de eerde van den 13 September 1672 , waar by de toenmaalige ,» 's Lands Drukker Scheltus is gelast voor het gene„ raai Placaat op het ftuk van den ophef van de Ge„ meene Middelen , en van toen voords aan te doen „ ftellen en te drukken het zélfde Wapen, dat in den „ Jaare 16,8, en zoo voords terugwaards, geduuren„ de den tyd , dat Zyne Hoogheid Doorl. Voorvade„ ren otifterflelyke gedagtenis zyn geweest Stadhouders „ en Gouverneurs van de Provincie , voor het voor„ fchreeve Placaat is gedrukt, en gefteld geweest, in „ de tweede Refolutie, genomen op den 27 Maart „ 1702, waar by denzelven Drukker of peszelfs Suc„ cesfcur is gelast geworden voor het Generaal Placaat, „ ten aanzien van het heffen der Gemeene Middeleu, „ geëmaneerd, en boven aan de Placaaten, Publicatien „ en Ordonnantiën , die in het vervolg gearresteerd :, zouden worden , "te doen drukken het Wapen van ,,. Hun Ed. Groot Mog., zynde de Thuin met de „ Wapens van de Steden omzet , en houdende de „ Leeuw het fimpele Wapen van Hun Ed. Groot Mog. in deszelfs linker Klaauw zoodanig, als gemelde „ Wapen voor den Jaare 1072 is gebruikt geweest." Dat met opzicht tot de Busfen van de Bodens door dezelve Heeren opening was gegeeven. „ Dat omtrent de inrichting der Busfen. welke door „ de Bodens van deeze Provincie doorgaans gedraagen „ worden , niet anders in de retroada is gevonden, „ als dat by Refolutie door de Gecommitteerde Raa„ den op den 18 April 1652 genomen, is goedgevon- „ den  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 33? „ den dat de refpeétive Bodens, de Busfen, welke zy „ als toen nog droegen, alle houdende het Wapen van „ Zyne Hoogheid onftervelyke gedachtenis, boven „ dat van de Hove van Holland , Zeeland en West„ Friesland , daar onder zouden overgeeven om in plaats van dien andere te worden gemaakt, met het Wafien van Holland in plaats van Zyne Hoogheid, „ gehangen aan Snoeren van roode Zyde en Goud, „ zynde nog by. eene nadere Deliberatie in achting ge„ nomen, dat onder alle de voorfchreeve Busfen was „ hangende , het Wapen van Holland , Zeeland en ,, West-Friesland, deiigneerende in effe&e het Wapen „ van den Hove; by Refolutie van den 14 May daar „ aan volgende was gelteld , dat aan de Bodens zott„ de worden gegeeven alleen 'c Wapen van Holland, gehangen aan een Snoer van roode Zyde ende Goud, 5, zonder meer, in dier voege, als de gemelde Bodens „ hunne Busfen tot in de Jaare 1747 volgens informa„ tie hebben gedraagen. „ En dat voords op den 3 Juny 1747 , door de Hee. ,, ren Edelen en D. van Bkiswyk, in het Collegie van „ de Gecommitteerde Raaden is gerapporteerd, dat zy Heeren Commisfarisfenf ingevolge van Hun Ed. Mo„ gende goedvinden , hadden doen maaken een model „ van een zilver vergulde Busfe voor de 27 Bodens „ van Holland , met het Wapen van Zyne Hoogheid „ den Heere Prince van Oranje en Nasfau, zoo als in „ voorige tyd van de Heeren Stadhouders van deeze „ Provincie by de gemelde Bodens waren gedraagen geworden; op welk raport is goedgevonden het mo„ del door welgemelde Heeren geëxhibeerd te appro„ beeren , alleen met die verandering in plaats van Zilvere Kettingen , welke zich daar aan bevonden, „ de Busfen zouden worden vast gemaakt met roode „ Zyde Koorden doorwerkt met Gouddraad , alles op „ die wyze , als by de Bodens dier Provinciën zedert „ dien tyd in gebruik is geweest." XXIX. DE El. Y CXIII.  338 sept. ZAAKEN VAN 1785. CXI1I. Misfive van den Koning van Pruisfen zoo aan hun Edele Groot Mog. als hun Hoog Mog. concerneerende de voorregten van hst Erfjladhouderfchap. Ingeleverd in Sato 28 September 1785. De Raadpenfionaris heefc ter Vergadering gecommuniceeit, dat de Heer de Thulemeyer, extraordinaris Envoyé van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen 'hem op gisteren had ter hand gefteld een gecachetteerde Misfive van fioogstgemelde zyne Majefteit , geadresfeert aan hun Ed. Gr. Mog. , en by Translaat uit het Hoogduitsch bevonden gefchreeven te zyn te Berlyn den 18 deezer , en concerneerende de voorregten van het Erfftadhouderfchap, van den navolgenden inhoud. Fiat infertio. Welke Misfive aan hun Ed. Groot Mog. ook by een Misfive van zyne Pruisfifche Majefteit, aan hun Hoog Mog. geadresfeert , op heden ter Generaliteit betrekkelyk tot het voorfz. fubjedt is voorgebragt; en by de refpeéhve Provinciën overgenomen, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Mislives zullen worden geexamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar opgediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met voorfz. Refolutien. Mis-  sept. STA AT. EN OORLOG. 1785. 339 31isfive van den Koning van Pruis/en. Dat, 18. Ree. eS Sept. 1785. Wy frederik door Gods genade Koning van Pruisfen, &c. Qfc, &c. bieden den Hoog Mogende Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden , onze byzondere lieve Vrienden en Nabuuren, onze vriendfehap en wat Wy verder lief en goed hebben, aan. hoog mogende heeren, byzondere lieve vrienden en nabuuren. "^Ta dat Wy, by de door Ons op den 29 February des voorleeden jaars aan U Hoog Mog. afgezondene ample Misfive, Onze bekommering en meeninge, met opzigt to: de onaangenaame om Handigheden, waarinne de Heer Erfftadhouder Prince van Orange en Nasfau, zig zedert eenigen lyd bevind, aan Hoogstdezelven hadden open gelegd , en Wy van U Hoog Mog. daar op , by derzelver antwoord van den 30 Augustus deszelven jaars , zulke aangenaam'e verzeekeringen dien aangaande ontfingen, zoo hadden Wy gehoopt, dat dezelve niet verder zouden hebben plaats gehad , néemaar dat welgedagte Heer Erfftadhouder in de rustige uitotffening van de aan zyn Sradhouderfchap gehoorende regtmaatige voorregten was gelaaten geworden. Dan daar Wy het tegendeel en zelfs zeer nadeelige berigten uit eenige van Uwer Hoog Mog. Provinciën verneemen; zoo heeft Ons zulks aanleiding gegeeven, 1 om aan de Heeren Scaaten der Provincie Holland en Westvriesland te doen afgaan de Misfive , by Copie Bylage hier inne gefloten. Daar Wy nu zoo wel van de liefde tot biilykheid , als van de geneegentheid van U Hoog Mogende voor het Huis van Orange en Nasfau, het welk zig dezelve in den gantfehen Staat der VereenigY 2 de  340 sept. ZAAKEN VAN 1785. de Nederlanden zoo zeer verdiend gemaakt heeft, overtuigd zyn , zoo verzoeken Wy U Hoog Mog. by deeze zeer inftantelyk en Vriend-na» buurlyk, dat Hoogstdezelve, by de jegenwoordige onaangenaame voorvallen , gelieven tusfchen te treeden, en zig zoo wel by de Heeren Staaten der Provinciën Holland en Westvriesland, als by de Staaten der verdere Provinciën , daar het nodig mogte zyn, op het yveriglte aan te melden, ten einde de Heer Erfftadhouder by de aan hem eenmal erffelyk geconcedeerde voorreg» ten rustig gelaaten , het aan Hem ontnomene weder gegeeven en eene volkomene goede eensgezindheid weder daar gefteld werde- Wy beveelen U Hoog Mog. dan by deeze op het ferieufte het welzyn en de belangen van den Heer Erfftadhouder , van Onze waardige Nigte , en van hunne zoo veel hoop gevende Familie, als meede dat Hoogstdezelve wel in overweeging gelieven te neemen, en de gezamentlyke Heeren Staaten gelieven te doen opmerken, dat Wy omtrent het harde en zoo onverdiende noodlot, 't welk bovengem. Ons zoo nabeftaande Per» foonen bejeegend , niet onverfchillig kunnen zyn , réemaar voor de behoudenis van derzelver verfchuldigt welvaaren zorgen , en alles , wat mogelyk is , doen moeten ; waar toe Wy teffens Onze onpartydige en Vriend-nabuurlyke bemiddeling, met de beste welmeenendheid , aanbieden. Wy hoopen Onzen wensch des wegens in het vervolg vervuld te zien, en in die verwagting , blyven Wy U Hoog Mog. met Vriend-nabuurlyke vriendfchap en geneegenheid, ten allen tyden toegedaan. Berlin den 18 September 1785. (Onder ftond) Uwer Hoog Mogende goedwillige Vriend en Nabuur. (Was get.) fredrik. Gecontrafigneerd, finkenstein. a. v. hertzberg. Vafi  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 341 Van Gods genade fredrik Koning van Pruis/en, Markgraaf tot Brandenburg grV. &c Edele Groot Mogende Heeren, byzondere lieve Vrienden en Nabuuren, die Wy onze vriendfchap, en wat Wy meer lief en goed overig hebben , aanbieden, Na de verzeekeringen, door de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by hoogstderzelver antwoord van den 30 Augustus des voorleeden jaars Ons meede gedeeld , hebben Wy Ons ook verzeekerd gehouden, dat men in geene der Vereenigde Provinciën meer daar aan gedenken zoude, om den Heere Erfftadhouder Prince van Orange en Nasfau in het genot en bezit der hem eenmaal opgedragene regtmatige voorregten eenjgen inbreuk toe te brengen. Onze verwondering en leedweezen is derhalven des te grooter, daar Wy , tegens alle verwagting , moeten verneemen, dat men Hem Heer Erfftadhouder dadelyk het Commando van het Guarnifoen in den Hage heeft afgenomen , 't welk dog indifputabel tot de charge van eenen Erfftadhouder en Erf-Capitein Generaal is gehoorende ; en dat het zig al verder laat aanzien , als of men hem van de wezentlykfte en gewigtigfte voorregten van het Erfftadhouderfchap het eene voor, het andere na, tragt te ontzetten, en niets anders als den blooten Naam en een Schynbeeld daar van overlaaten. Daar Wy nu niet gezind zvn Ons in de interieure omftandigheden van Uwen vryen Staat in te laaten, nog ü Ed. Groot.Mog. in de uitoefening van derzelver Souveraine Regten te prrevenieeren, maar van derzelver billykheid en liefde tot geregtigheid zyn ovejtuigd, zoo zullen U Ed. Gtoot Mog. Ons niet verdenken, wanY 3 neer  342 sept. ZAAKEN VAN 1785. neer Wy omtrent feet Noodlot van een aan Ons zoo nabeftannde Vorst, en deszelfs Huis, niet indifferent kunnen zyn; te meer daar Wy Ons verzekerd houden , dat de Heer Erfftadhouder geene de minfte geleegenheid rog oorzaak tot eene zoo harde en onverdiende behandeling zal gegeeven hebben, némaar al wat mogelyk is in het werk (leid, om zyne hooge Charge na waarde te bekleeden, het welzyn van den gantfchen Staat te bevorderen , en het vertrouwen en de geneegenheid van de gezamentlyke Heeren Staaten te verdienen en zig toe te eigenen , waar toe Wy Hem by iedere geleegenheid, befiendig aanmaanen. En gelyk Wy boven dien aan den welftand en tranquiliteit van eene zoo aanzienlyke, en Ons zoo naby geleegene Republiek, een zoo groot en waar aandeel neemen , zoo verzoeken en vermaanen Wy U Ed. Groot Mog. by deeze nogmaals infiantelyk , en met inhrelie van den gantfchen inhoud van de ample Misfive , door Ons den 29 February des vaorleeden jaars aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden afgezonden , dat zy met voorbygaan van al het geen tot hier toe , uit misverüand of overhaafting , mogte zyn voorgevallen, zig met den Heer Eifltadhouder cp eenen beteren en vriendfchaplyker voet gelieven te zetten , de voormalige gelukkige eensgezindheid en het wederzyds vertrouwen te herftellen , den Heere Erfftadhouder in de rustige uitoeffenihg van de aan Hem en zyn Huis eenmaal erfielvK geconcedeerde regten en prsrogativen van Erfftadhouder, Capitein en Admiraaf Generaal te laaten, Hem niet verder daar in te ftooren , maar in tegendeel het geene hem ontnomen is, te rug te geven. Mogten U Ed. Gr. Mog. van voorneemen zyn, ten beste van derzelver Provincie in het beftuur der openbaare of interieure zaaken, eenige daar toe gefebikte veranderingen te maaken , zoo zal het hoogstdezelve niét moeijelyk vallen zig deswegens met den-  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 343 den Heer Erfftadhouder, zonder verkorting van zyne regten, te vereenigen; terwyl hij zig gewis tot al wat billyk en den Staat het meest voordeelig is, gewillig zal betoonen, wanneer U Ed. Gr. Mog. zig daaromtrent maar met Hem zullen gelieven te verftaan. En konden Wy, door Onze bemiddeling daar toe contribueeren, en wilden U Ed. Gr, Mog. Ons daar toe derzelver vertrouwen gunnen, zoo kunnen zy verzekerd zyn , dat Wy zulks niet alleen als een Aan ver wand van het Huis van Orange en Nasfau, maar ook als een waar en opregt Vriend en Nabuur van den Staat der Vereenigde Nederlanden, met zoo veel yver, als opregte onpartydigheid en vereeniging verrigten zullen. Wy raaden U Ed. Gr. Mog. derhalven nogmaals op het ferieufte aan, al het voorenftaande, zonder vooroordeel, ter herte te willen neemen, en Ons met een aangenaam antwoord te begunftigen ; waar jeegens Wy U Ed. Groot Mog; verzeekeren, dat Wy, by voldoening aan deeze Onze verwagting, hoogstdezelve met de allerzuiverlte nabuurlyke vriendfchap en agting zullen zyn en blyven toegedaan. Berlin den 18 September 1785. (Onder Hond) Uwer Edele Groot Mogende goedwillige Vriend en Nabuur. (Was get.) FREDRIK. Gecontrafigneerd. FINK.ENSTF.IN. HERTSBERG. Aan de Staaten der Provincie Holland en Westvriesland. De Superfcriptie was. Edele Groot Mog. Heeren , Onze byzondere lieve Vrienden en Nabuuren de Staaten der Provinciën Holland en Westvriesland. Y 4 Mis-  344 skpt. ZAAKEN V A N 1785. CXIV. Misfive der Admiraliteit op de Maze , om voorziening tegen de uitlo* vingen door wiluam conyngham, Ontfanger Generaal van Ierland, aan een Schipper te Vlaardingen gedaan, voor die zig in Ierland op de Noordwester Kusten van Done~ gal ter Commercie, of fpeciaal ter Vtsfchery willen nederzetten. Ingehragt ter Vergaderinge van hun Ed* Gr. Mogende. In dato 28 September i?8j. Ontfangen een Misfive van de Raaden ter Admiraliteit op de Maze, gefchreeven te Rotterdam den so dezer , waar by ter kennis en deliberatie van hun Edele .Groot Mog. brengen een Copie-Misfive , door den Contrarolleur Pielat, uit Vlaardingen, aan hnn den 5 gefchreeven met de Bylage , concerneerende de gedaane uitlovingen van William Conyngliam, Ontfanger Generaal van Ierland,, aan Schipper Claas Wesrerdyk, voor die zig aldaar op de Noordwester Kusten van Donegal , het zy ter Commercie , het zy fpeciaal tot de Visfcherye zouden willen nederzetten, met verzoek van daar omtrent- de nodige voorziening te doen; bree. der hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylaagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Groot Mog. Gecommitteer, den tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raaden en Minifters van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende , en de Vergadering daar op gediend van derselver confideratien en advis. Accordeert met voorfi:. Refolutien. ïde-  sept. STAAT EN OORLOG. 1785. 345 edele groot mogende heeren1 De Commis Contrarolleur Pielat, te Vlaardingen geposteert , heeft aan ons kennis gegeven van een tentamen in Ierland , om de Visfcheryen uit deeze Landen derwaards over te brengen, en ten bewyze daar van overgezonden een gedrukte Misfive uit Dublin , van den 9 Augusty deezes jaars , onderteekent door William Conyngham , Ontfanger Generaal van' Ierland, en geadresfeert aan Schipper Klaas Westerdyk te Vlaardingen; inhoudende diverfe aanmoedigingen en uitlovingen voor de geene welke zig aldaar op de N. Westerkusten van Donegal, het zy ter Commercie , het zy fpeciaal tot de Visfcherye zouden willen nederzetten. Daar wy weeten , hoe zeer U. Edele Groot Mog. het welzyn der Visfcheryen ter harte gaat, en hoe ernftig by diverfe Placaaten tegen het overbrengen derzelve is gewaakt, hebben wy deeze zaak van dat belang geoordeelt, dat wy dezelve ter kennisfe en deliberatie van U Edele Groot Mog. behoorden te brengen: en wy hebben daarom de eer U Edele Groot Mog. hier nevens de Copie authenticq van de Mitfive, door den Contrarolleur Pielat aan ons den 5 dezer loopende maand gefchreeven, benevens deszelfs Bylage te doen toekomen , ten einde omtrent de gedaane uitlovingen van den voornoemde Conyngham zoodanige voorzieninge zoude kunnen worden gedaan , als U Edele Groot Mog. ten diende van den Lande in het gemeen , en der Visfcheryen in het byzonder zullen vinden te behooren. Waar mede, Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God almagtig bidden U Edele Groot Mog. te willen houden in zyne heilige befcherminge. Y 5 Ge-  346 sept. ZAAKEN VAN 1785. Gefchreeven in Rotterdam den 20 September 1785. (Onder ftond) U Ed. Groot Mog. zeer dienstwilhgen, de Raaden ter Admiraliteit op de Maze. (Was get,) jean bichon van y£semonde. (Laager ftond) Ter ordonnantie van de« 1 zelve. (Was get.) p. van der heim. edele mogende heeren! ï~"\eeze morgen, door myne correfpon_L/ dentie magtig geworden zynde, ze. kere Misfive ten deezen geannexeert, gefchreeven te Dublin den 9 Augusty 1785, en ondergeteekent door William Conyngham, heb ik na lectuure van dezelve my verpligt gevonden, dezelve te moeten ftellen in handen van U Edele Mog., op dat door U Edele Mogende wyze voorziening een zoodanig middel zou kunnen beraamt worden , waar door de Visfcheryen deezer Lande, fchoon nu fterk kwynende, niet geheel zouden ondermynt en totaal geruïneert worden, als ook, op dat door U Edele Mog. zoodanige prfecau- tien  sept. STAAT EN OORLOG, 1785. 347 tien ad interim zouden kunnen genome» worden, als door welke den uitvoer van Bisyfen, Visfcheepen, en Vaarendsgezellen , en wat iets meer van dien aart is, zouden mogen worden op het ftrengfte tegengegaan, en baatzugtige Rheeders in httrme oogmerken te leur gefteld worden. Ende verrrieenen my döor deeze denuntiatie, aan myn eed en pligt aan den Lande fchuldig te hebben voldaan, neeme ik de eere my in U Edele Mog. protectie aan te beveelen en in alle gehoorzaamheid met hoogagting te noemen, EDELE MOGENDE HEEREN ! (Onder ftond) U Edele Mog. zeer gehoor* zaame Dienaar. Vlaardingen (Was get.) den 5 Sept. Ï785' JACOE CHRIST. PIELAT. Na gedaane Collatie is deeze met zyn Origineel, berustende ter Secretarye van den Raad ter Admiraliteit op de Maze, by my Secretaris van het welgemelde Collegie, accordeerende b.von» den. (Was get.) t. van der heim. De  343 sept. ZAAKEN VAN 1785; T"Xe natuur der Wetten onlangs gemaakt in Ierland, om Vreemdelingen aan te moedigen, om zig in dat Koningryk neder te zetten, en hun na een jaars verblyf alle de Privilegiën van gebooren Ingezeetenen te vergunnen, moet een fterke fpoor voor Hollanders zyn , om zig te begeeven naar een Land, zoo wel gezeaten om alle foorten van Visfcheryen te vervolgen, voornamentlyk op de N. Westen Kusten van Donegal, alwaar de grootfte vergadering van Haring in de Wintermaanden is, wanneer het visfchen op de Kusten van Schotland over is; en in de Lente ziet men daar een menigte Wallevisfchen, Sonnevisfchen en andere Olyvisfchen , en de Banke voor tien mylen langs de Kust fwermen in de Zoomer met Cabelyau, Lenge en Haak, zoo dat men het heele jaar mag beezig zyn. De Heer Conyngham , Ontfanger Generaal van Ierland , is Éigenaar van een groot gedeelte van Land , het welke langs de Kusten zig tien mylen uitflrekc in het Westergedeelte van het Graaffchap van Donegal, en bouwd thans in een van de Eilanden van Arran voor Visfchers; en is van voorneemen een Duitfche Volkplanting aan te moedigen, om zig aldaar neder te zetten, ten welken einde hy de volgende voorltellingen maakt. Elk Schipsgefelfchap die zig aldaar zal nederzetten met een Haaring Buys , zal een Huis en vyf morgen Land gegeeven v;orden, vry van huur voor of gedurende het leeven van de Eigenaar van de Bqys ; en vyf morgen Lands voor een fchejling 's jaars het morgen, en de helft van de onkosten, welke ieder Familie zal maaken om een Huis te bouwen. Indien een Genootfc ap van Kooplui- den  sept. STAAT EN OORLOG. 1785:. 34? den geneegen was om zig aldaar neder te zetten niet een groot Capital en Huifen wilde bouwen. De Heer Conyngbam zal alsdan de helft van de onkosten betalen , ter oploop van ƒ icoooo -0-0. en niet meer aan zyn kant , en ten dien einde zal hy hun zoo zy het vereifchen, een Eiland apart voor dat voorneemen geeven, vry voor eeuwig van huur voor de Grond waar op zy bouwen, met 'zoo veel Moeras als zy zullen verkiezen, voor een fchelling 's jaars het morgen. Een iegelyk die zig daar zal nederzetten en de Haaring Visfcherye zal aanvoeren , zal regt hebben tot den ontfangst van alle Premiums , die het Ierfche Parlement ten dien einde vergunt heefr. En ten eerften zullen alzulke Buyfen als te Rutland gebouwd zullen worden, fes L. Sterling genieten voor ieder Last. zoo dra als zy van de Timmerwerf afgeloopen zyn , en alle andere Scheepen gebruikt in den Haringvangst zullen 's jaarlyks drie L. Sterling per Last genieten , daar en boven zal voor elke Last Vis op den uitvoer derzelver 1 L. 15 S. Sterling betaald wordeu den Impost op Zout, beloopt maar elf Schellingen per Ton, en is te rug gegeeven op den uitvoer van de Vis. Het voordeel van deeze oprigting is openbaar , en de geenen die dë aanbiedingen van de Heer Conyngham zullen aanneemen , zullen van het verband met hunne Vrienden in Holland daar by niet berooft worden , maar integendeel zal het voor hun en haaren Vrienden een onderling voordeel zyn, nadien zy de Vis die zy vangen naar Holland mogen uitvoeren ; en de vrugten van hun vernuft in haar eigen Land zullen mogen genieten, in-  35Q sept. ZAAKEN VAN 1785. indien zy van zints zyn daar weder te keeren. In dat gaval mogen zy zoo zy het goed dunken . wie zy willen van hunne Familie in Ierland laaten , om hunne zaaken daar te bellieren als andere Koopluiden doen, in Vrankryk, Spanje, Portugal en andere Gewesten in Europa, met dit verfchil, dat in geen ander Land uitgezonden Ierland Premiums gegeeven worden aan Vreemdelingen, om dit foort van Negotie aan te voeren. De geenen die zig geneegen vinden om de aanbiedingen van de Heer Conyngham aan te neemen , worden verzogt om zig te addresfeeren aan the Right Honoura» ble Wiiliam Conyngham, Dublin, en indien eenige Duitl'che Visfchers vin zints waren om een proef te neemen voor dat zy zig in Ierland voor goed neder zetten, in dit geval zal de Heer Conyngham hun met Huifen en Pakhuifen vry van huur voorzien, duurende den tyd van de Visfcherye , dewelke begint in November. De geen die houte Huifen met hun brengen , zullen voor de waarde derzelven betaald worden, en dezelve voor niets bewoonen. Dublin den -(Was get.". 9 Augllsty williasu gonyngham. 1735. Na gedaane Collatie is deeze met zyn Origineel berustende ter Secretarye van den Raad ter Admiraliteit op de Maze, by my Secretaris van het welgemelde Collegie, accordeerende bevonden. Rotterdam den 27 September 1785. (Geteekent) p. van der heim. CXV.  oer. STAAT EN OORLOG. 1785. 351 CXV. Extract uit de Refolutien van de Edele Achtbaare Heeren Burgemeejie. ren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 1 Otlobober 1785» "Ingevolge het gerefolveerde op Woensdag den 21 der j. afgelopen maand September, de Vroedfchap op een volledige befchryvinge van alle Leden van den Raad, ook met couvocatie der Leden , welke wegens hunne Commisfien anderzins geene fesfie hebben, of niet gewoon zyn te cotnpareeren, geconvoceert, en vergaderd zynde , en zulks om te delibereeren en te refolveeren nopens het eerfte Point van het Addres , door Geconititueerden van 1368 Burgers en Inwoonderen deezer Stad, als meede door Gecommitteerden uit de agt Schutters-Compagnien alhier op voorichreeven 21 September aan de Vroedfchap geprrefenteerd , en in de Notulen ten zeiven dage geinfereerd, en vervolgens gedagte eerlte Point gelezen zynde , is door den Heer eerften Burgemeelter van Musfchenbroek omvrage gedaan, en heeft de Vroedfchap na rype Deliberatie geoordeeld en verftaan, dat in 'c verzoek van de Requestranteu niet kan worden getreeden , het zelve by deeze wyzende van de hand» Accordeert met voorfz. Refolutie. (Was get.) izaak falck. cxvr.  352 oct. ZAAKEN VAN 17ss. CXVI. Advies van Mr. f. g. blck, ever de Praeliminaire Vredes - Artikelen , tusfchen Hun Hoog Mog. en den Keizer, gefloten op den 21 Septemtember 1785. Ingebragt in de Vroedfchap der Stad l,eiden. In dato 6 Oclober 1785. edele groot achtbaare heeren! "f/^an 'er ooit een zaak worden uitgedacht, die in deszelfs aard, omftandigheden en gevolgen al de oplettendheid, al de omzichtigheid, en al de voorzorg van elk Regent vorderd, en waar over niet te ernftig, nog met te veel zorgvuldigheid kan geraadpleegd worden , het is voorzeker de onderhandeling over het fluiten van eenen vreede, als waarin niet alleen het tegenwoordig, maar ook het toekomend lot van eenen geheelen Staat, met alle de belangen, welken het welwezen, het geluk, en het behoud zo van het gantfche volk, als van eiken Ingezeten betreffen, op de uitgeftrektfte wyze betrokken is- Het gevoel van deze onbetwistbaare waarheid is dan ook oorzaak ge. weest, dat de Ondergetekende van het eerfte begin der gerezene gefchillen tusfchen dezen Staat en den Keizer van het Duitfche Ryk, als Opperheer der Ooftenrykfche Nederlanden, tot op dit ogenblik toe, zo dikwyls 'er in dezen Raad over dat gewigtig Onderwerp geraadpleegd is, zig altyd het waar belang van deze Republiek , by het uiten van zyn Advies , op eene byzondere wyze voorgefteld, en wel aan den eenen kant begreepen heeft, dat hec meer bepaald vermogen van deezen Staat, betreklyk tot dat van dsn Keizer, en de byzondere omftandigheden , waar in dezen Siaat zig zederd eenigen tyd bevonden heeft, niet toelieten, om in die Onderhandelingen een toon aan te neemen, welken de onlochenbaare rechtvaardigheid van onze zaak, en de verwagting van het onpartydig gedeelte van iiuropa op zig zeiven fcheenen te vorderen, doch teffens voor  óct; staAt ên Oorlog. 1785. 353 voor niet minder zeker gehouden heeft, dat het vervolgen der al te groote toegevendheid , welke wy ih het jaar 178a omtrent de willekeurige vordering des Keizers tot ontruiming der Bardere. Steden gebruikt hadden, wel verre van deszelfs edelmoedigheid tot eene wederkeerige faciliteit op te wekken , of onze Republiek eenig dadelyk blyk te doen erlangen van het geen die Vorst ons by die ontruiming verzekerde, dat zyne Vriendfchap het fierftjie Frontier was voor dezen Staat, in tegendeel niets dan van tyd tot tyd toeneemende vorderingen van dien kant zoude na zig liepen. Immers had men, toen het den Keizer goeddagt, orh reeds in het laatst van het jaar 1783 Satisfactie te vorderen wegens het gebeurde op het Dorp den Doel met eenige Hollandfche Soldaten, ter gelegenheid der begravenis van een dood Lichaam, en daar over te klagen , als over eene fchending van zyn territoriaal recht, fchoon door dezen Staat met reden ontkend, kunnen befluiten, om in bewoordingen, naar den aard der zaak gefchikt, van onze zyde de fterkfte voldoening te eisfchen over den tegen alle trouw verzogten doortogt voor eenige honderd Ooftenrykbe Manfchappen door een onzer Frontier-Plaatfen, en het ongehoord weder opgraven , en geweldadig nederftorten van het reeds begraven dood Lichaam in de gragt van die plaats onder geleide van zulk een aantal Trouppen; wel licht had men het niet gewaagd, om zedert dien tyd door verfcheidene kort op eikanderen gevolgde Memorien dezen vreedzaamen Staat op de honendfte wyze te behandelen, en tegen alle waarheid aan te verwyten, als of men van onze zyde de goede verftandhouding met den Keizer zogt te verbreken. Dan het ontveinzen en opkroppen hier van en het al te ras gedaan Voorftel tot het benoemen van wederzydfche Commisfarisfen tot het vereffenen van gefchillen, die tot dien tyd toe naauwlyks verdienden genoemd te worden, en ten minften door de wederzydfche Ministers zeer gemaklyk hadden kunnen worden uit den weg geruimd, heeft , (gelyk de Ondergetekende toen reeds meende te voorzien, en gewaarfchouwd heeft,) den moed des XXIX. deel. Z Kei-  354 oct. ZAAKEN VAN 17*5; Keizers om ons te bederven van tyd tot tyd zo zeer doen aanwakkeren, dat een aanzienlyk en kostbaar gezandfchap, zedert naar het Ooftenryksch Ministerie te Brusfel afgezonden , mag men niet zeggen? ons op den hals gehaald heeft, ten minften gevolgd is door zulke fchrikbarende, en uitgeftrekte eisfchen , dat elk doorzichtig mensch van toen af geen ogenblik behoefde in beraad te ftaan , om een van beide deze onaangenaame vooruitzichten te vormen , dat of de Republiek zig, zonder uitftel, en zonder eenige toegevendheid, met allen mogelyken nadruk tegen die eisfchen verzetten moest, of, door zig in onderhandelingen deswegens in te laten met een Ministerie, wiens duidelyke taal , en geflepen redeneringen de zekerde merken gaven van de allerveruitziendfte en gevaarlykfte ontwerpen , van ftap tot ftap zoude worden ingewikkeld in opofferingen, die zy zelve nimmer in het begin zou geloofd hebben , behoudens de eerfte regels van poede Staatkunde, behoudens de onafhanglykheid der Republiek , en de voortduuring van haar gewicht op de fclwal van Europa, te zullen kunnen toeftaan. Schoon de uitgeftrekte Oorlogsmacht van den Keizer, fchoon de indruk in het hart der meest welmeenende Regenten , veroorzaakt door de vernederende laagheid , waar mede wy den Engelfchen Oorlog gevoerd en geëindigd hebben, fchoon de verkeerde directie en ftrafbaare ontrouw in onzen eigen boezem „ en de langzamerhand verminderde kragten van dit Gemeenebest, maar al te gegronde redenen gaven om te vreezen, dat het meer te wenfchen was , dan te hoopen, dat de voorouderlyke kloekmoedigheid de beraadilagingen over dit gewigtig onderwerp altyd verzeilen zouden; fcheen echter de Voorzienigheid de veege eer van den Staat, als tegen deszelfs wil en dank, te wiU len ftaande houden door eene gebeurtenis, zo min overeenkomende met de trouw , als den aard van vreedzaame Onderhandelingen, toen het naamlyk, den Keizer goeddagt, om, te midden van dezelven, den ftaat van het gefchil geheel van natuur te veranderen, openlyk tegen den allerduidelykften letter van het 14 Artikel  bet. STAAT EN OORLOG. 1785. 355 kei des Munflerfchen Traetaats van het jaar 1648 te verklaaren , dat hy de Schelde van de Öoftenrykfche gyde voor geopend hield, en uitdruklyken last te geeven , om een Koopvaardy Schip , onder zyne Vlag, en met zyn Paspoort voorzien , zelfs zonder eenige vifitatie, of betaaling van onze Tollen, waar aan zelfs onze eigen Schepen gehouden zyn, en dus zo wel tegen het ontzag van een geheiligd Tradlaat, als tegen het recht der Volkeren , de paaien te doen overfchreiden , welke door de dapperheid van onze roemrugtige Voorvaderen gevestigd, door de Guarantie der magtigïie Mogenheden, door verfcheide opgevolgde Tractaaten , en de wezenlykfte dienften aan het Huis van Ooftenryk te meermaalen met gevaar van eigen behoud bewezen, aan ons verzekerd, niet dan met de grootfte ontrouw gefchonden, en niet dan met het geheel verlies onzer onafhanglykheid , en het verloop van den Koophandel, dat eenig middel van ons beftaan, fcheelieu te kunnen overfchreden worden. Toen, op dat hachlyk tydftip , het in fuortgelyke gelegenheden gebruiklyk middel van het doen van een fchot op het doorvarent Schip , (tot welks ophouden de gegeeven order gelukkig te laat kwam,) door H. H. Mog. werd goedgekeurd , manmoedig verdedigd, en alles aangewend , wat tot afweering van eenen onwettigen aanval dienen konde, van toen af aan vatte de Ondergeteekende de hoop op , dat het innig gevoel van de rechtvaardigheid onzer zaak, de overgroote moeilykheid van eenen onverhoedfehen aanval op onze Bezittingen, en de gewichtige betrekkingen, welken het belang ons doed. hebben op andere machtige Mogendheden van Europa , ons eindelyk door een meer ftandvastig gedrag over alle de lagen en vorderingen van onzen Vyand zouden doen zegepraalen , en hem van het verder voortzetten zyner ondernemingen affchrikken. En in de daad alles liep, geduurende een reeks van verfcheide Maanden, te zamen, om den besten uitflag van eene manlyke verdediging onzer geheiligde rechten te hoopen, daar wy niet alleen van de maand October Z 2 des  356 oct. ZAAKEN VAN 1785. des voorleden tot die van Maart des loopenden jaars alle pogingen tor onze verdediging zagen aanwenden, daar niet alleen het Hof van Frankryk nier naliet, ons alie mogelyke verzekeringen van haare toegenegenheid , en de behait'ging van ons welzyn in dit netelig gefchil te geeven, maar zelfs de moed'der gantfche Natie, wel verre van op het hooren der geruchten van eenen aannaderenden Vyand , met al den ontmenschten toeftel van Oorlogstuig en Moordgeweer, verbylterd te worden , integendeel gelukkig zagen opwakkeren , in zo verre, dat men hier en daar eerlang de plegtigfte Verbintenisfen en aanbiedingen van zig zeiven en zynen gewapenden arm door den braven Burger zag plaats grypen, en zig alles tot eenen geweldigen en langduurigen tegenftand fcheen voor te bereiden, terwyl deze orverwagte kloekmoedigheid en de veelvuldige moeilykheden, die d^n Keizer in het maaken van eene Oorlogzuchtige vertoning , en nog veel meer in het met eenig goed gevolg voeren van eenen Oorlog, allerweege in den weg ftonden , hem wel ras, hoe zeer hy den toon van eenen beledigden Monarch aannam, veel zachrer taal deden voeren, alles nalaaten, hetwelk naar Vyandlykheden zwetmde , en eindelyk gretig de aangebodene mediatie van het Franfche Hof tot het voortzetten der Onderhandelingen aanarypen. Maar hoe Itond de ondergetekend verbaasd, toen hy op den 21 Maart laatstleden , na het vooraf beloven eener (lipte geheimhouding, verftond , dat de Heeren Gedeputeerden dezer Stad ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog., op inftantien, en met concurrentie van de verdere Leden van die Vergadering , doch zonder eenige voorkennis en medeweten, veel min last en goedvinden hunner refpeclive principalen, (welken(men binnen deze Provincie fteeds gewoon is over zaaken van oneindig minder aanbelang in te wachten , en althans in zulk een gewichtig poinct, waar in men zo handtastelyk was afgeweken van derzelver tot dus ver gemanifesteerd Systhema, niet had behooren te preoccuperen,) hadden helpen concludeeren een Rapport, kort te vooren ter Generaliteit uitgebragt, volgens het welk  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 357 welk de twee Forten aan de Schelde, Frederik Hendrik en de Kruisfchans , en zelfs ook, zo zulks vol» ftrekt gereqnireerd wierd, Lllo en Liefkenshoek, zouden worden aedemolieerd , ,of geëvacueerd, als mede de vrye, en onafhanglyke Souveraïniteit over het gantfche ge leelte van de Schelde van Antwerpen af tot aan het ein Ie van het Land van Saeftingen aan den Keizer afgedaan, mits overecnkomftig het 14 Artikel van het Traéhat v>n Munfter de Schelde aan de zyde van H. H M gtflnen, en de Souv^rdniteit over dezelve van Saeftingen af tot aan de Zee toe voor dezelven geconferveerd bleve, en mi s de Vaart van de Ooftenrykfche Nederlanden naar en uit de Üost-Indiën, conform het j Artikel van het Weener Tractaat zoude worden belet; m volgens welk rapport wyders, in afwachting, dat ook eerlang een geaccrediteerd Perfoon van wege den Keizer met de waarneming der zaaken alhier zoude worden belast, ten fpoedigften uit het midden van H. H- M. twee Heeren zouden worden benoemd, ten einde, door het geeven van behoorlyke informatien, en anderzints, de Vreles-Negotiatien op alle gefchikte wyze vorderlyk te zyn , en boven al ook den Keizer te verzekeren van de al tyd üiurende egards van H. H. M. voor Hoogstdeszelfs Perfoon , en te co vinceeren, dat H. H. M. nooit hebben gehad eenige de allerminlïe intentie, om Hoogstdenzelven te beledigen , of deszelfs Vlag te doen infulteeren; en bo' ven dat alls nog eene convenabele fomme Gelds voor de S:ad en Fortresfe van Maaftricht, mitsgaders het Graaffchap Vroenhoven, en her Land va^ O^ermaze, zoude worden aangeboden; en dat deze Refolutie van onze Provincie , ter Generaliteit ingebragt, door de Gedeputeerden «'er overige Provircien geampleéteerd , en aan onze An ba.-fadeurs te Parys was afgezonden, terwyl men re gelyker tyd ter Generaliteit had comEiisforiaal gemaakt een onderzoek naar de middelen, waar door de Schelde, na dien afltand, op eene voldoende wyze van onze zyde zoude kunnen gefloten worden. U Ed. Gr. Achtb. zullen zig kunnen herinneren, Z 3 hoe  358 oct. ZAAKEN VAN hoe zeer de Ondergeteekende met alle de toen prefent zynde Leden dezer Vroedfchap in dat oogenbhk getroffen was door het gevoel dezer onbegrypelyke toegevendheid , en hoe zeer hy in het byzonder met eenige andere Leden hebbe aangedrongen, dat men, alvorens tot zulk eenen wanhoopigen (tap te komen, alle hoop tot betere Voorwaarden moest verboren, en liever alles beproefd hebben, dan tot zulke vernederende demarches over te gaan; dat men alvoorens het Eran» fche Hof openlyk behoorde gefommeerd te hebben, om zig duidelyk te verklaaren, of hetzelve eene diergelyke voorbeeldelooze laasheid, en eenen zo fchadelyken atltand van duurgekochte voorrechten, waat dopt de Republiek zo wel voor de belangen van dat Hot, als voor zig zelve in onoverkoomelyke zwarigheden ingewikkeld zoude worden, met onverfchiilige oogen konde aanzien; dat men alvorens behoorde overwogen te hebbeu, of het immer waarfchynlyk was, dat het Hor van Berlin, fteeds zo naarieverig over den aanwas yan het Huis van Oostenryk , zoude dulden, dat dit Huis, door eenen dadelyken aanval op deze Republiek , haar reeds zo aanmerklyke macht en invloed op dtt gedeelte van Europa zo zichtbaar zoude vergrooten , en dat in alle gevallen, wanneer dat alles niets baaten konde, de bewustheid van het geen wy ons zeiven verïchüldigd waren, ons veel eer behoorde aan te zetten, om de begeerte der Natie alvorens over dit hoogst aange» leegen ftuk te verneemen , eer men een ltap waagde, die niet nalaaten zoude den weg tot verdere, en verdere opofferingen te baanen, en aan de Natie , wanneer dezelven eens ter haarer kennisfe kwamen, de rechtmaatigfte redenen geeven om zig te beklagen, dac ,y haar zweet en moeite te vergeefs , zo wel tegen buitenlandsch, als binnenlandsch geweld had hefteed: Dat, fchoon de toeltand van ons Gemeenebest wel niet toeliet om alle Onderhandelingen af te fnyden, en de eer, en belangen van het lieve Vaderland des noods met de Wapenen te verdeedigen, die aangeboden Voorwaarden echter van dien aard waren, dat ze, zelfs na \ voeren van eeuen ongelukkigen Oorlog, niet lichte- lyk  ocx. STAAT EN OORLOG. 1785; 35» lyk op eene meer onereuze wyze zouden kunnen worden voorgefchreeven, en dat men in zulk een geval door eene onvermydelyke noodzaaklykheid daar toe zoude gedrongen worden, daar men zig thans met eenige waarfchynlykheid vry wat beter fucces van eenen dapperen tegen (tand , dan van Vredes-onderhandalingen , welken eensklaps op zulk eenen fchadelyken voet van onze zyde begonnen wierden, konde voordellen; dat, hoe ongelyk onze Landmagt ook weezen mocht aan die van den Keizer, wy echter het voorrecht hadden, dat de geldmiddelen, die voornaame zenuw van den Oorlog, aan deze zyde ruim zoo gun (lig waren, en er niet' aan te twyfelen was, of het beste en gegoedde deel der Ingezetenen zouden gelyk in vorige Oorlogen, zoo ook nu , ten uiterlten bereidwillig bevonden worden , om, in geval van noodzaaklykheid, 's Lands Finantieweezen met buitengewoone toelagen krachtdadig te onderlteunen; dat de kosten, welken de Keizer gehouden zoude zyn te maaken tot het voeren van eenen Oorlog, zoo ver verwyderd van het middelpunt zyner Erf-Landen, de onzen zeer aanmerkelyk zouden te boven gaan; dat de inwendige Onlusten irt lommige gedeeltens van zyne eige Staaten hem verhinderen zouden om zyne geheele Macht tegen ons te wenden; en dat de zweevende Verfchillen tusfchen denzelven en het Ottomannifche Ryk, en de onderhandiche informatien, van wege het Miniderie van het laatstgem. Ryk aan dezen Staat gegeeven, omtrent de desfeinen , welken aldaar, in geval van rupture tusfchen den Keizer en dezen Staat, fcheenen geformeerd te worden, eene nog veel grootere diverfie ten onzen voordeele fcheenen te voorfpellen i dat om alle deze redenen de vraag niet zoo zeer behoorde te zyn, of wy eenige opofferingen tot behoud van den Vrede moesten doen, als wel, of wy, door het vertoonen van eene gepaste fermiteit, niet hetzelfde hoofdbut, het voorkomen van eenen Oorlog , zouden kunnen bereiken , en of wy ten minden ons niet behoorden te wagten voor het doen van zulke opofferingen , waar van wy, zoo het voorneemen niet was onbepaald alles toe te geeven, nimmer met Z 4 eeni«  3f5o oct. ZAAKEN VAN eenige zekerheid het gewenschte fucces verwagren kon» den, te meer, d.iar wy, het geen wy dus fchandelyk verlooren, nimmer by eene andere gelegenheid zouden kunnen weder krygen: dat men uit dien hoofde niet dan zeer fpaarzaam behoorde te werk te gaan met het doen van aanbiedingen , en zig vooral zorgvuldig te wagten voor zulke afftanden, die, naar maate fommigen derzelver in den eerften opllag geringer mogten voork©men , men echter moest vastftellen , dat door den K izer met des te gevaarlyker vooruitzigten begeerd wierden ; dat het onder anderen niet mogelyk was, dat de erkentenis van des Keizers volftrekten eigendom over het gedeelte der Schelde van Antwerpen af tot aan het einde van het Land van Saeftingen, en de afftand der vier Forten aan de Schelde, met eenig ander oogmerk konde gevorderd worden , dan om ons het dadelyk ft uiten van de Schelde beneden Saeftingen te beletten; daar het bekend was , dat , volgens bet gerecipieerd gebruik onder alle Europeaanfche Volkeren, geen eigendom op eenige Rivier of Zee kan gefuftineerd worden , dan welks doortocht men in ftaat is van wederzyde met Gefchut te beletten, en juist dit de reden geweest was , waarom men aan onze zyde te vooren zoo voorzigtiglyk den eigendom van dat eng Riviervak , en de gem. Forten bedongen had ; en dat derhalven, zoo het den Keizer niet te doen was , om waarlyk de Schelde voor den Koophandel zyner Onderdaanen te openen, het volftrekt onbegryplyk moest voorkc men , dat 'er van zyne zyde zoo fterk op den afftand van dat gedeelte der Schelde , en de ceslie der vier Forten wierd geinfteerd: Dat hetzelfde behoorde in confidentie komen, eerst omtrent den gedaanen eisch van de Stad Maaftricht, als welke Scad , van hoe veel gewigt ook voor onze Republiek , op zig zelve van weinig aangelegenheid konde gereekend worden voor zoo een magtig Vorst, Wiens Bezittingen zoo uitgeftrekt waren; en dat hetzelfde ook in overweging komen moest omtrent den afftand van het Graafcbap Vroenhoven en het Land van Overmaze, waar op de Keizer, zelfs in geval der re-.  oct. STAAT EN OORLOG. 1785» 361 redemptie van de Stad Maaftricht door eene Geldfomme , evenwel nog bleef aanhouden , nademaal er nog voor den afftand van Maaftricht , nog voor dien van eenig ander Territoir in Staats-Braband, eenige andere reden kon worden uitgedagt, dan alleen, om djrjor deszelfs afftand ons Frontier in Braband merkelyk in te korten, en te verzwakken, of wel om ons het bezit van die gewichtige Vesting, fchoon voor eeue ontzaglyke geldfomme ingekocht, in tyd van nood, dat is, in het eenige geval , waar in wy van hetzelve eenig nut zouden kunnen trekken, nutloos te maaken ; met één woord , dat, wanneer de weg van onderhandeling boven die der wapenen geprefereerd wierd , en men al redenen meende te hebben om te vertrouwen , dat men van de zyde van eenen Vorst, die, by eene gezoete gelegenheid van een gefchil over eene niet noemenswaardige zaak, de exorbitantfte vorderingen tegen den uitgedrukten letter van een allerplechtigst Tractaat gedaan had, voor het vervolg meerdere billykheid, en meerder ontzag voor de heiligheid van een nieuwh'ngs gefloten verbond, te verwachten had, men ten minden behoorde te zorgen, dal het op nieuw te maaken Tractaat immers in zulke dutdelyke termen wierd ingerichr, als het menschlyk vernuft maar eenigzints kon Je uitd.nken , min dan op zulk eenen voet, en op zulke voorwaarden , die men in den eerften opdag, zonder zelfs op vergezochte redeneringen te denken , met vry wat waarfchynlykheM , uit den letter, en he: beloop van zulk een nieuw Tractaat, op eene ongunftige wyze voor dezen Staat zoude kunnen uitleggen ; en dat derhalve om alle die redenen het eenig expediënt, (waar voor de ondergetekende in gemoede zoude kunnen advifeeren,) om zig onder de mediatie van het Franfche Hof, met eer, en behoudens het waar belang van de Republiek , van de zwevende gefchillen met den Keizer te ontdaan, alleenlyk zoude beftaan in de offerte van een aequivalent in geld, tot geheele verttietiging van alle hoe ook genaamde pretenfien des Keizers ten laste der Republiek zonder eenige verdere fesfie j of andere opoffering van onze zyde, en dat zelfs Z 5 in  36*2 sept. ZAAKEN VAN' ! 178$, in de bepaling van de hoegrootheid van dat aequiva» lent, zoo wel de onrechtmatigheid van des Keizers pretenfien , als de reeds gemaakte groote kosten tot eige verdediging, en de daar door, en door andere omftandigheden zoo geweldig gedelabreerde ftaat onzer Financien , aan het Hof van Frankryk met den meesten nadruk behoorden te worden gereprefenteerd , en by hetzelve aangedrongen, om, in geval van hec vruchtloos afloopen der onderhandelingen, met de Republiek tegen den Keizer eene lyu te trekken , en dezelve op de krachtigfte wyze met haare Wapenen te onderfteunen. Dan U El. Gr. Achtb. zullen zig tevens herinneren , dat, zoo min als tegen de gegrondheid dezer confideratien van den Ondergetekenden iets anders is aangevoerd , dan alleenlyfc de nadeelige en gevaarlyke omftandigheden der Republiek van binnen , (waar te. gen echter door den Ondergetekenden wederom is aangemerkt , dat deze omftandigheden niet zoo wanhoopig moesten befchonwd worden , dat men , om derzelver gevolgen te vermyden , den Staat aan eenen afftand van zyne dierbaarfte bezittingen , waar van deszelfs voortduuring ten eenemaal afhing, aan een geheel verlies van al zyn aanzien by andere Mogenheden, en aan het gevaar om van eene andere zyde op gelyke willekeurige wyze te worden aangevallen , blootftelde, terwyl aan den eenen kant. de fteeds waakzame zorg van den Souverain en der Juftitie, gefterkt door den gewapenden arm der kloekmoedigfte Ingezetenen , genoegzaam in ftaat was , om de heilloze pogingen van een verraderlyk rot oproermaakers te beteugelen en veriedelen , en aan den anderen kant de mogelykheid voor betere voorwaarden na het voeren van eenen niet geheel ongelukkigen Oorlog , immers ruim konde opweegen tegen de zekerheid der nadeelen van zulk ee-nen noodlottigen afftand,) zoo min ook , als iemand van U Ed. Gr. Achtb., anders dan met de uiterfte aandoening en verontwaardiging de gevorderde en aangeboden voorwaarden heeft aangehoord; echter die confideratien van den Ondergetekenden, even min die uit  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. uitwerking hebben mogen hebben, dat de groote meerderheid van U Ed. Gr. Achtb. de bovengem. by H, E G. M. genomen Refolutie , met concurrentie van dezer Stads Gedeputeerden ter dagvaard genomen, van haaren wege heeft gedesadvoueerd , en derzelver Protest daar tegen in de Notulen van höógstderzeiver Vergadering doen infereeren, maar dat de meerderheid van U Ed. Gr. Achtb. in tegendeel het verrigtte van haare Gedeputeerden geapprobeerd , en dus die Refolutie mede voor haare reekeuing genomen heeft. De Ondergetekende had nochtans gehoopt, dat de evengemelde conlideratien, en zoo veele anderen, welken allerwege den minstoplettenden in het oog loopen, mer den tyd eenig meerder ell'eét op de denkwyze van U Ed. Gr. Achtb. over dit hoogstaangelegen ftuk zouden gedaan hebben; immers dat de nieuwe eisfchen, welken van wege den Keizer, na het bekomen dec opening van dezen Staat, volgens de meergemelde Re., folutie van den 17 Maart, gedaan wierden, UEd.Gr. Achtb. eenig meerder wantrouwen over des Keizers waaie inzichten zouden hebben ingeboezemd , toen U Ed. Gr. Achtb. op den 28 April vernamen, dat, behalve de eerstgem. eisfchen , van wege den Keizer daar en boven nog gevorderd wierd de cesfie van de Forten Lillo en Liefkenshoek, in den ftaat waar in dezelven zig thans bevinden, dat is ongeflecht, en daar uit lichtelyk konden afnemen , dat hoe zeer die vordering wierd 'bemanteld met het voorgeeven, dat dezelven alzoo begeerd wierden ter bevordering van het politiek beftuur van het omliggend Land , dit echter uit een gantsch ander oog , en als gefchied mee een veel verder uitzigt, van onzen kant behoorde befchouwd te worden; en dat daarenboven van 's Keizers zyde geeischt wierd, dat de Sluizen, zoo noodzaaklyk tot verdediging onzer Frontieren in Staats-Vlaanderen , zouden ftaan onder de gemeene directie zoo van den Keizer als van H. H. M.. waar uit immers ten duidelykften konde worden opgemaakt, dat er redelyker wyze geen geval uitgedagt konde worden , waarom hy daar op aanhield, ten zy alleen, om het gebruik dier Sluif ' zen,  364 rocT. ZA AREN VAN ï?8f. zen , ter inundatie der omliggende Landen , wanneer net te pas kwam, voor ons te veriedelen. Dan de droevige uitkomst heeft geleerd , dat nog deze zeer bederkelyke pas van den Keizer, nog zoo veele andere opgevolgde alleronredelykfte vergingen , aan onzen Sraat gedurende den verdere loon der Onderhall klingen tedann, die 'c onderwerp der Deliberatien van deze Vroedfchap , geduuren de den geruimen tyd vnn meer dan vyf Maanden, in zeven onderfcheidere Vergaderingen , van tyd tot tyd hebben uitgemaakt, in (laat zvn geweest , om het oordeel van ü Ld. Gr. Achtb. re bepaalen rot beflui'en, men zal niet zeggen , die de eer, waardigheid , en het helm g der Reiubliek fchenen te vereifchen, maar die zelfs in ne: ten d.zen aangenomen Sydhema van ü Ed. Gr. Achtb. derzelver eenig, en wezenlyk doelwit, de beveiliging nam lyk van onzen Staat voor vernieuwde Pretenfien en ufurpatien, konden doen bereiken Inzonderheid had de Ondergereekende gewenscht, dat, toen U Ed. Gr. Achtb. genoegzaam eenparig , op den 5 Mey begreepen hadden, dat over de verdere Pretenfien des Keizers niet behoorde gehandeld te worden , ten Zy vooraf door eene uitdruklyke verklaaring van zyne zyde was erkend de eigendom van deze Republiek op het ovetig gedeelte der Schelde tot aan de Zee toe, en dat het haar zoude vryflaan, door alle middelen, die de fituatie van de plaats, het gewoon gebruik , en de kunst aan de hand geven , die Rivier op de bekwaamfte wyze te Uniren , ten einde uit de co teuarce des Keizers op dit (luk van deszelfs waare hut in het vorderen van het bepaalde rivier-vak der Schelde , en de overgave der vier Forten te kunnen oordeelen , en toen U Ed. Gr. Achtb. daar benevens derzelver Gedeputeerden rer dagvaard hadden gelast, om ter Verga ieringe van H E G. M. te hifteeren tot het doen hou.ien van het Befoigne over de Middelen , waar door de Schelde van onze zyde alzoo zoude kunnen geflooten worden ; U Ed. Gr. Achtb. by derzelver welberaden befluit zouden geperfifteerd hebben , en geenzius daar van zyn afgegaan door het voor-  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 365 voorftel van eene bedenklykheid , dat, hec Artykel van het fluiten der Schelde door den Keizer zynde toegeftaan, het vorderen van eene diergelyke verklaaring die concesfie veel eer zoude verzwakken, dan aan dezelve kracht byzetten, als of eensdeels het vorderen van zulk eene verklaaring, indien des Keizers oogmerken waarlyk zuiver waren , eenige nadeelige verandering daar 'omtrent zoude kunnen te weeg brengen, en als of andersdeels het weigeren van zulk eene vei klaaring, niet het eenigst middel was, om ons in tyds tegen deszelfs waare desfeinen te doen op onze hoede zyn, terwyl het nalaaten van een diergelyk uitdiuklyk en voorafgaand beding naderhand een fchoonfchynend voorwendzei zoude kunnen uitleeveren om zulks te verhinderen, en ons dus van het voornaamst effect der te maaken conventie voor altyd te verfteeken , of tot het voeren van eenen Oorlog, na de grootlte opofferingen te vergeefs gedaan te hebben, te noodzaaken. Dan ook dit gewigtig argument heeft niet kunnen verhinderen , dat U Ed. Goot Achtb, van derzelver voormaals zoo voorzichtig befluit in dat opzicht zyn afgegaan , even gelyk U Edele Groot Achtbaarheden naderhand op den 14 Juny niet hebben kunnen goedvinden te desadvoueren de concurrentie van derzelver Gedeputeerden ter dagvaard , zonder voorgaanden last dezer Vroedfchap , in het zenden van twea Gedeputeerden naar Weenen, het welk door den Keizer by aanhoudendheid gevorderd , en waar aan het al , of niet voortzetten der onderhandelingen willekeurig verbonden wierd; eene demarche, zoo vernederend voor de Republiek, dat, welke voorwendzels men ook moge uitdenken om die te coloreeren, dezelve nochtans niet anders kan worden geconfidereerd , dan als een daad, waar door deze Staat getoond heeft zig aan den wil des Keizers te fubmitteeren , en hem op de de« moedigfte wyze de voortduuring van zyn vriendfchap, en het toeftaan van eenen draaglyken vreede af te fineken; eene demarche, die nog te vernederender was vermits nimmer een diergelyk gebruik onder onafhanglyke Mogenheden plaats gehad heeft, gelyk naderhand on-  365 oct. ZAAKEN VAN if%$0 ontrent die Gedeputeerden ook niet is geobferveerrj het gewoon management der Goederen van Afgezaiiteat aan dï Tollen , en zelfs alle fchyn, als of hunne afzending ook ter voortzetting der directe Onderhandelingen met den Keizer gediend had, is weggenomen door hun werkloos verblyf te Weenen , hetwelk nog ■ duurd , en onze Staat daarenboven töt nog toe niet verwaardigd is met eenig wederkeerig Gezandlchap. , En , had de vorige ondervinding van des Keizers handelwyze U Ed. Gr. Achib. na zoo veele herhaalde bewyzen , nog niet genoeg kunnen overtuigen, dat desze'fs hoofdbut was , om dezen vryen Staat in alles voor zyne willekeurige handelwyze te doen bukken ; dit wierd ren minden onlocheiibiar bevestigd, toen dezelve , nog niet te vreede roet die verachtelyke bezending, den Staat eenen korten Termyn durfde voorfchryven, binnen welken de voornaamlle nog overige verfchillen zouden moeten zyn afgedaan , niettegendaande en het gewigt dier verfchillen, en de langwylige aard onzer Deliberatien, en de waardigheid eener onderhandelende Mogénbefd j voor zulk een Voorfchrift, ik had byna bevel gezegt, ten eenenmaal ongcfchikt waren; en het was daar uit ligtelyk af te meeten, hoe men zig al wederom te vergeefs gevleid had, dat uit die bezending eenige rekiykheid ten opzigts der gevorderde Geldfomme, en der overige onafgedaane Poincten zoude zyn voon gevloeid. Als of eere onereuze , en drukkende fomme van 5 Mülioenen Hollandfche Guldens, welke door H, H. M. als her uiterde bod bepaald was, niet konde voldaari, om daar voor te koopen het vreedzaam genot van onze wettige bezittingen, wat zeg ik ? om den onrecht» vaardigden Oorlog op de allerfchadelykfte Voorwaarden van zig re verwyderen, of nog liever, om den geheelen Ondergang van het wel eer bloeiendst Volk des Aardbodems voor eenen tyd uit te ftellen, moesten wy nog daarenboven , niettegenftaande de mediatie van eenen magtigen Koning, in het midden der Onderhandelingen , als bedreigd worden om door de Wapenen tot het uitlooven van nog veel grootere Somme gedwongen  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 36? geu te zullen worden; en, terwyl men goedvond van *s Keizers Ambasfadeur een uitftel van nog flechts acht dagen te verzoeken , de arbitrage van de Franfche Kroon over het important different tusfchen 5 en 10 Millioenen Hollandfche Guldens inroepen, aie, wel is waar, door eene edelmoedige offerte om het exctdent voor haare reekening te willen neemen, ons op nieuw ten uiterften verplicht, maar echter in de noodzaaklykheid gebragt heeft, om, tegen alle gebruik aan, eenen mediateur met de vervulling van een gedeelte der vredesvoorwaarden te befasten , of, gelyk billykst is , door het geheel betaalen van die fomme den Staat met eenen overzwaren last als te overladen , gelyk dan op deeze zoo onereuze conditiën de Praeliminaire Artikelen tusfchen de Ambasfadeurs van H. H. M. en die van den Keizer op den 20 'Sept. laatstleden te Parys, ook met toeftemraing van deeze Vroedfchap , geteekend zyn , fchoon de nakomelingfchap naauwlyks zal kunnen geloven, dat zodanig een vernederend Tradtaat, hoedanig wy nimmer na den bloedigften Oorlog geflooten hebben , voornamelyk met goedvinden van deeze Provincie , en met concurrentie van de Gedeputeerden van Hechts drie andere Provintien ter Generaliteit, tegen de uitdruklyke intentie van drie andere Provintien , is tot ftand gebragt. De Ondergetekende zal na dit alles niet verder uitwyden over zulk eene wyze van afdoening der geformeerde differenten , daar hy geduurende zynen geheelen levensloop, welken dan ook de gevolgen wezen mogen, zig troosten zal met de volkomen bewustheid, dat hy, wel verre van door zyne aiviefen daar toe iets te hebben toegebragt, in tegendeel zyne Mederegenten, by alle gelegenheden, het gevaar van diergelyke beiluiten heeft trachten voor te ftellen , en tot de nodige fermiteit, en circumfpeétie te exhorteeren: dan hy zoude echter meenen ontrouw te zyn aan zyne verplichting , indien hy U Ed. Gr. Achtb. als nog niet deed obferveeren, dat alle zyne bovengem. foupcons en gisftngen maar al te zeer zyn gewettigd geworden , zoo door het ampel detail der onderfcheidene discusfien, wel-  3öS oct. ZAAKEN VAN 178^ welken er tusfchen onze Ambasfadeurs en dien des Keizers , over het bepaalen der Preliminaire VredesArtikelen op den dag van derzelver teekening hebben plaats gehad , en waar van U Ed. Gr. Achtb. uit den Brief van onze Ambasfadeurs zyn geinformeerd , als door den duidelyken letter van die Praeliminairen zeiven , en door het openen der Vaart van de Ooftenrykfche zyde door het Swyn , en het oprechten van een nieuw Fort op het Hazengras, ftaande de onderhandelingen , hoe zeer reeds by het 14 Artikel van het Trao* taat van Munfter uitdruklyk bepaald is, dat de Rivier de Schelde, als mede de Kanalen van het Sas, Swyn, en andere Zeegaaten, daar op respondeerende, van de zyde van de Heeren Staaten zullen geflooten worden gehouden; en dat daar uit niet dan maar al te klaar gebleeken is , dat het groot oogmerk des Keizers medebtengd, om ons, door den icbyn van eene corvei.tie , welke hy thans om redenen boven eenen Oorlog prafereerd, van het radicale fundament van het Tractaat van Munfter, en van het wezenlyk effect van het bezit van Maaftricht te beroven, om naderhand des te gemaklyker, wanneer eene bekwaame gelegenheid zig aanbied, zyn heimelyk but te bereiken, en ons alsdan te noodzaaken , of om zyne ufurpatien ftilzittend aan te zien , of om door eenen ge hazardeerden aanval van onze zyde die ufurpatien tegen te gaan, wel voorziende, dat dit laatfte door de Republiek, na zig zei ven van de wezenlykfte middelen van defenfie gedeposftdeerd re hebben, niet lichtelyk zal gekozen worden. De Ondergetekende, hoe zeer als nog volkomen perfifteerende by zyne voormaals by herhaaling aangevoerde gronden, is echter van oordeel, dat, daar de zaak zoo ver gekomen is, van wege dezen Staat, met den meeften ernst behoord te worden geïnfteerd , dat ten minften volledig, en zonder eenige uitzondering, voldaan worde aan de reële en gewigtige confideratien, vervat in het Generaliteits-Rapport, over de getekende Prteliminairen uitgebragt, by welken des Ondergetekenden opgem. remarques nader ten vollen bekrachtigd worden ; en dat, zouder eene flipte voldoening aan de-  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 36i dezelven, de ratificatie op de getekende Prjelimïnairen (ongeprejudicieerd nochtans de Approbatie der gehouden conduites van onze Ambasfadeurs te Parys) vo'ftrekt behoord gedeclineerd te worden, als zullende het, naar des Ondergetekendens inzien , in geval van des Keizers weigering om daar toe te komen, beter zyn, om van alle middelen, welken God, en de na. tuur ons hebben overgelaaten, in tyds gebruik te maken , om des noods door de Wapenen onze wettige rechten voor te ftaan, dan naderhand, wanneer het te laat mocht zyn , waarfchynlyk te vergeefs zig te verzetten tegen zodanige demarches, die men, naar alle de regelen van waarfchynlykheid , aan des Keizers tegenwoordig gedrag kan , en moet toefchryven, indien hy weigerd de gevorderde ophelderingen , en byvoegzels aan de onderfcheidene Artikelen der Prasliminairen te admitteeren; en dat wyders, wanneer, onder die behoorlyke ophelderingen en byvoegzels, de Pratliminairen mogten worden geratificeerd, de Kroon van Vrankryk op de meest verpligtende wyze behoord te worden bedankt voor deszelfs gedaane offerte tot vol* doenirg van het excedent van vyf en een half Mil= lioenen Guldens , kunnende de Ondergeteekende niet gelooven , dat het aanneemen van de gedaane offerte mer de billykheid, en regels van goede politie en voorzigtigheid, min nog met de eer van dezen Staat, hoe enorm en bezwarend de geconvenieerde fomme ook zyn moge, zoude overeenkomen. En. daar de Ondergetekende, geduutende den loop der Deliberatien over deze importante materie, zig te meerenaalen heeft bezwaard getoond over het onder« houden der eens aangenomen fecretesfe , niet zo zeer over de onderfcheidene discusfien, waar toe de onderhandelingen aanleiding gegeeven hebben, als wel over het generaal beloop van de harde en ongehoorde voorwaarden , die door den. Keizer van deze Republiek wierden afgeperst, als meenende , dat, zo immer de Volkflem te pas kwam , dezelve in zulk een ver uitziend geval vooraf in het algemeen daar orer behoorde geraadpleegd te worden, en fchoon hy aan de ge- XXIX. deel. Aa dach-  3Ó2 oct. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1785. dachten van U Ed. Gr. Achtb., dat hy geduurende de onderhandelingen aan die fecretesfe gehouden bleef, heeft moeten defereren , echter altyd aan zig gereferveerd heeft het recht, om, wanneer deze verdrietige onderhandelingen eenmaal voltooid waren, zig wegens zyn gedrag, daar omtrent gehouden, openlyk voor de Natie te verantwoorden; rekend de Ondergetekende thans het tydftip daar te zyn , waar op , zelfs naar het oordeel van U Ed. Gr. Achtb. , die gedetailleerde verantwoording aan den loop der onderhandelingen niet meer fchaden kan, en waar op dus de onvermydelyke verplichting van den Ondergetekende behoord te werken , terwyl hy verzoekt, dat dit zyn Advies tot zyne decharge in de Notulen dezer Vroedfchap mag worden geinfereerd. Overgegeeven den 6 October 1785. (Was get.) F. G« BLOK.