Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende db VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar MDCCLXXX. DERTIGSTE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART. MDCCXCin.   L Y S T / van alle de stukken, welke in dit dertigste deel geplaatst z y n. CXVII. Missive van de Regeering van Wyk by Duur/lede aan den Prinfe Erfïladhouder, ten geleide van een nieuwe RegeeringsReglement. In dato 6 O&obev 1785. bl. 1 CXVIII. Request van Gecommitteerden derBurgerye aan de Regeering der Stad Lochem, nevens het Antwoord daarop. In datis 19 September en 7 Odlober 1785. bl. a CXIX. Declaratoir van den Heer van den bogaart, aan de Vroedfchap van Utrecht. In dato 12 October 1785. . bl. 4 CXX. Declaratoir door de Heeren berger enz., ingeleverd in de Vroedfchap van Utrecht, In dato 12 Oftober 1785. bl. 6 CXXI. Circulaire - missive van de Gecommitteerden der Burgerye van Wyk, fmutatis mutandis) aan de Bondgenooten gefchreven. In dato 14 Oclober 1785. bl. 7 CXXII. Protest van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. In dato 17 Oétober 7785. • • bl 1^ CXXIII. Extract-missive van de Staaten van Friesland aan hun Hoog Mogende, rakende de zaaken der Admiraliteit te üarlingen. In dato i7 0aober 1785. . bl. 17 CXXIV.  n LYST der STUKKEN. CXXIV. Missive van den Prinfe Erfftadhouder aan de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht , nevens eene Misfive der zelfde Staaten aan de Regeering van Wyk by Duurfiede. In datis 14 en 19 October 1785. . . . bl. 18 CXXV. Copye van een Misfive door Mr. cornelis parker de jonge, voorheen Vroedfchap der Stad Schoonhoven, gefchreven aan de (temmende Steden van Holland en WestFriesland, met een daar by gevoegde Copye Request. In dato 23 October i7&5« bl. 22 CXXVI. Adres van Gecommitteerden van het Collegie van Gemeenslieden der Stad Zutphen; nevens het voorgevallene in de zaak, van Mr. e. g. j. crookceus. In dato 29 Oétober 1785. . . bl. 24 CXXVII. Missive van de Meerderheid der Magistraat der Stad Zutphen, aan den Hove Provinciaal van Gelderland. In dato 30 October 1785. , . bl. 34 CXXVIII. Publicatie van de Magiftraat van Leeuwaarden, raakende de invoering van een nieuwe Regeerings-Reglement. In dato . . Odtober 1785. . . bl. 36 CXXIX. Missive van de Regeering van Wyk by , Duurftede, aan de Edele Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. In dato . . 1785. . . . bl. 37 CXXX. Missive van de Regeering van Wyk b$ Duur (lede, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Raaden der Stad Utrecht. In dato.. . O&ober 178^ bl. 46 CXXXI.  LYST der STUKKEN.7 m CXXXL Extract uit het Memorie en Refoiutieboek 's Hoves van Gelderland, nevens eene Publicatie , waarby aan de Burgers van Zutphen „alle openbaare zamenkomst wordt verbooden. In dato i November 1785. . . - bl. 49 CXXXII. Missive van de Regeering van Zutphen. In dato 2 November 1785. • bl. 54 CXXXIII. Rapport over het Commando van het Guarnifoen in den Haag en de Refolutie van 4 en 5 Maart 1672; nevens Antwoord aan den Koning van Pruisfen, op hoogstdeszelfs Misfive , over de praëminentien vart Zyn Hoogheid de Prince van Orange; In dato 5 November 1785. . bl. 57 CXXXIV. Last aan den Hove, om alsnog aan Gecommitteerde Raaden te zenden Copien van alle Informatien , Ordres en Refolutien, door het Hof relatif tot het gebeurde op den 4 September ingewonnen, gefteld en genomen, in de Vergadering van hun Ed, Gr. Mogende. In dato 5 November 1785. . bl. 66 CXXXV. Gekeraliteits-rapport over de fluiting van de Schelde aan de zyde van hun Hoog Mog, en da heffing der regten van de op- of afvarende Schepen. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 9 November 1785. bl. 103 CXXXVI. Missive van de Staaten van Utrecht aan de Regeering van Wyk by Duur (lede, raakende het overzenden van Nominatien; nevens het Antwoord der gemelde Regeeringe. In dato 9 November 1785. bl. ior ö * a CXXXVII.  iv LYST der STUKKEN. CXXXVIL Rapport tot cognitie en decifie by( de Admiraliteits Collegien , except dat van* Amflerdam, over het niet executeeren der ordres van hun Hoog Mogende, tot het zenden van tien Schepen van Oorlog naar Brest; en den Fiscaal Mr. p. paulus daar omtrent te qualificeren. In dato n November 1785. . .. bl. 11 r CXXX VIII. Missive van de Staaten Generaal aan hun Ed. Gr. Mogende, met een Traétaat van Defenfive Alliantie en de feparate Articulen tusfchcn de Staats-Ambasiadeurs en den Graaf de vergennes geflooten en geteekend tot ratificatie. Ingebragt den 16 November 1785. . . bl. 114 CXXXIX. Resolutie op het different tusfchen den Auditeur Militair en den Vendumeefter der Stad 's Hertogenbosch , over de publiqne Verkooping der agtergelaate Meubilaire Goederen van den Hertog van Brunswyk. In hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genoomen, in dato 17 November 1785. . bl. i*S CXL. Request van Burgers en Ingezeetenen der Stad Zutphen, houdende klagten over' hunnen ongelukkigen toeftand, en verzoek om in hunne Rechten en Privilegiën te mogen worden gemaintineerd. In dato 20 November 1785. . . bl. 130. CXLI. Missive van de Regeering van Wyk by Duurjïede aan den Erfftadhouder, over het regt van Electien. In dato 21 November 11785- bl. 137 CXLII.  LYST der STUKKEN. v CXLII. Memorie overgegeeven aan Hun Hoog Mogende, door den Ridder harris, Extraoidinaris Envoyé en Minister Plenipotentiaris van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit. In dato 22 November 1785. bl. 138 CXLIII. Deductie voor de Burgery der Stad Leeuwaarden, aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, nevens een Protest van dezelve. In dato 23 November 1785. . . bl. 140 CXLIV. Aantekening van robert jaspar Baron van der capellen van de marsch, over het in Advys houden van Z. H. W. Geb. aangetogene Propofitie tot uitnodiging van den Heere Erfftadhouder op den Landdag; in den Recesfe geinfereerd. In dato 25 November 1785. . bl. I5t CXLV. Adres aan de Heeren Geconftitueerdens en Gecommitteerdens van de Burgery .en Schutcery der Stad Utrecht. In dato 29 November 1785. . . bl. 153 CXLVI. Propositie van Gedeputeerden der Stad Leyden , ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog , over het fchryven aan de Staaten van Utrecht, ten aanzien der ongelegenheden in die Provintie. In dato 2 December 1785. • . bl. 155 CXLVII. Missive van Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder aan de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der item hebbende Steden in Holland. In dato 4 December 1785. . . bl. 156 CXLVIII. Memorie aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren van de Weth der Stad Delft geprefenteerd. In dato s December 1785. bl. 159 * 3 CXLIX.  vi LYST der STUKKEN. CXLÏX. Missive van Zyne Hoogheid, met een Memorie van confideratien en twaalf Bylaagen omtrent het Staats-Rapport van den 5 November 1785, over het Commando . van het Guarnifoen van den Haag. Ingeleverd ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 7 December 1785. . bl. 165 CL. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland; inhoudende nader verklaaring omtrent den Vrydom van het Gemaal voor de Armen der Roomfche Gemeentens mét 1 January 1786; en mede omtrent de Turf voor de Armen van die Gemeentens te Rotterdam. In dato 8 December 1785. . bl. 237 CLI. Rapport tot het doen afgaan van een Misfive aan de Staaten van Utrrecht relatif tot de oneenigheden en verfchillen in die Provincie. Uitgebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. In dato 9 December 1785. . . bl. 239 CLII. Memorie door den Baron de tholemeyer, Envoyé Extraordinaris van Zyne Majeiteit den Koning van Pruisfen , aan Hun Hoog Mog. overgeleverd. In dato 9 December 1785. . bl. 242 CLIII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 12 December 1785. . bl. 246 CL1V. Resolutie van hun Ed. Gr. Mogende, op wat voet en onder welk fpeciaal beding de Westindifche Compagnie door hun Hoog Mog. te authorifeeren tot Negotiatie van  LYST der STUKKEN. vn van drie Miilioenen, en voor de jaariykfche interesfen en aflosfing van het Capitaal, een fubfidie van Jïonderd vyftig cïuizend guldens 's jaars met i January 1786 te accordeeren. In dato 14December 1785. . - . . . . • bl. 250 CLV. Berigt van de Utrechtfche Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, voor hu .me Principaalen, en de geheele op den 2 Augustus dezes jaars vergaderd geweest zynde Burgerye. In- dato 15 December 1785. , . bl. asè CLVI. Rapport,over de Militaire honneurs aan hun Edele Groot Mogende, en de nodige redresfen op dat fubjeét. .In dato 17 December 1785. . . bl. 255' CLVII. Missive van Bewindhebberen der Oostindifche Compagnie ter Kamer van Zeeventiene aan hun Ed. Gr. Mogende, met een detail van den Staat van defenfie der Etablisfementen in de Oostindien. In dato 17 December 1785. . bl. 259 CLVIII. Adres van Geconffitueerden en Gecommitteerden der Utrechtfche Burgery, aan de Regeering der Stad Utreeht., nevens de Refolutien, daar op genomen. In dato 19 December 1785. . bl. 292 CLIX. Nader; Adres van Geconftitueerden en Gecommitteerden der Utrechtfche Burgery, aan de Regeering, nevens de Refolutien , daar op genomen. In datis 19 en jto 1 December 1785. . bl. 299 CLX Programma van het Genootfchap ter beoeffening en aanmoediging van den Burger-Wapenhandel , onder de Zinfpreuk: tot  vm LYST der STUKKEN. tot nut der Schuttery, te Amfterdam. In dato «4 December 1785. . bl. 302 GLXI. Extract uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Edelen en Ridderfchappe, reprefenteerende .den tweeden Staat van den Lande van Utrecht. In dato 27 De- nr vrr°e?er l?*5' ' * bl- 305 CLXü. Extract uit 'c Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In nx vrrr^T? *7 December '785. . bl. 308 Lxtract uit bet Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In PT Yr^da™ 30 DeCember «785- . bl. 3!0 ulaiv Missive van een aanzienlyk getal Officieren en Onder-Officieren der Leydfche Schutterye, aan de Ed. Manhafte Heeren Officieren, Onder-Officieren, dienstdoende Schutters, en verdere Leden der Schuttery en Burgery der Stad Utrecht. In dato . . crxvDrmberi7p5' * • W'3ia tLAV- Lxtract-Resolutien van de Edel Mogende Heeren Staaten van Gelderland, nakende de Augmentatie der Land- en Zeemagt, voorziening der Frontieren, Magazynen, enz. In Hun Ed. Mogende Vergadering genomen, zedert 30 April 1766, tot in het einde desjaars 1785. bl. 317 ZAA-  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXV. CXVJI. M-sfive van de Regeering van Wyk by Duurftede aan den Prinfe Erf' Jiadhouder , ten geleide van een nieuwe Regeerings-Reglement, In dato 6 OStober 1785» doorlugtigste hooogeboren vorst en heer ! Wy hebben de eere Uwe Doorlugtigfte Hoogheid over te zenden eene Nominatie, van een dubbeld getal Perloonen tot Burgemeefteren, gemaakt door Kiezers uit de Burgery, en by ons overgenoomen, ingevolge van bet Reglement op de Regeerings - Beftel]ing dcezer Stad den 23 Juny 1785 by ons gearresteerd, en van welk Reglement wy de eer hebben een gedrukt Exemplaar aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheid tot Hoogstdeszdfè informatie by deezen te doen toekoomen , gelyk ook eene Nominatie van een dubbeld getal Perfoopen tot Schepenen door ons gefbrtneerr. Wy gebruikte de vryheid Uwe Doorlugtigfte Hoogheid te verzoeken in Hoogstdeszelfs qualiteit als Erfftadhouder, de Eleélie daar uit voor den aanftaanden jaa. re le doen, invoegen, dat de verkooren Perfoonen kunnen worden geinftalleert op den 20 Ottober eerstkomende , zyrde de ordinaire dag tot de verandering der Regeering alhier. XXX. deel. A £a  t oct. ZAAK EN VAN 178& En hier meede Uwe Doorlugtigfte Hoogheid beveelende in de prote&ie des Allerhoogften, blyven wy met alle eerbied en hoogachting. DOORLUGTIGSTE HOOGGEBOREN VORST in HEER! Uwe Doorlugtigfte Hoogheid Onderdaanigfte en Gahoorzaamfte Dienaaren. Burgemeefteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurfteede. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, >. Wyk by Duurfteede den 6 (Was gec} Oftob. 1785. l« v. SCHAICK. Het Opfchrift is: Aan Zyne Doorlugtigfte Hoogheid, den Heere Prinfe van Oranje en Nasfau, Erfitadhouder der Vereenigde Nederlanden, enz. enz. enz. in 's Gravenhage. CXVIII. Request van Gecommitteerden der Burgerye aan de Regeering der Stad Lochem , nevens het Antwtord dxarop. In datis 19 September en 7 OStober 1785. WEL EBELE EN ACHTBAARE HEEREN! De Ondergefchreeven Gecommitteerden uit dezer Stads Burgery geeven met vereischten eerbied te kennen; hoe dat zy, aangedaan wegens het gemis van eeu aangebooren Recht, het Recht (namentlyk) van Wapening en Zelfs-Verdediging, een Recht van God 4 en  oer. STAAT EN OORLOG. 178& 3 en de Natuur aan elk Nederlander gefchonken, en Het welk door het geheele Vaderland, ook van onze Nabuuren, als om ftryd beoeffent word, tot hunne innige fmerte hebben moeten ondervinden, dat het Hof Provintiaal eene Publicatie heeft doen emaneeren, waarby het gewapend zatnen komen, en daarenboven de behandeling der Wapenen buiten fpeciale permisfie en confent van Uw Ed. en Achtb. ten fterkfteu geinterdiceert word; dat wy derhalven, om verdere verwyderinge te praveniëeren, als nog komen aantedringen om appoinélement op hunne gereitereerde Requesten j fub datis 11 Oftober, 8 November 1784, en Febr. 1785, te erlangen. — Het is dan om deeze en meer andere redenen, Wel-Ed. en Achtb. Heeren, dat Supplianten zig refereeren aan hunne vorige Requesten, en wel fpeciaal aan dat van den 11 Oétober 1784, verwagtende op dezelve de nodige appoinétementen, opdat zy daardoor in ftaat gefteld worden, de roet yver begonnen exercitiën , op den gewoonen voet, behoorlyk te regelen , en door te zetten, en even daardoor ook het vertrouwen tusfchen Regent en Burger herfteld worde. 't Welk doende enz. ÈxtraSt uit de Memorie» en Refolutien van de Scad Lochem , AÊtum den 19 September 1785. coramCouft. h. j. RaAD, Mr. o. vatebender, Dr W. f. de wolff, Mr. j, l. solnek. en e. c. c. w. Baron van Hecckerea. Verlf ezen Requesten van G. Thomasfon, jF. Ny» man, T. Stenniger. D. Heukelman, Mr. G. C. Falck, ti Muestege, Mr. G. de Wolf, H. Rerink, J. B. ïymans, S. Hogeweg en H. H. Brabander, zig quanfic-erende als Gecommitteerdens van deezet Stads Burgery, houdende in fubftantie, hoe dat aangedaan over 't gemis van een aangeboren, recht, het recht van wapening enz. A 2 Waar-  4 oef. ZAAKEN VAN i^j. Waarop gedelibereert zynde, hebben Haar Wel-Ed. en Achtb. verftaan , dat aan Requestranten voor prse. liminair appointement zal worden toegevoegt: — Dat de Migiltraat, confidereerende de weinige egards, wet. ke m het (telzel van het Request, fpeciaal in de woorden aandringen, verwagten enz., zoo met relatie tot den Hove Provintiaal, als met betrekkinge tot dit Co!« Jegie, zig voordoen, boven dien niet kan erkennen, de buiten derzelver voorkennis geadfumeerde qualiteit van Gecommitteerdens der Burgery, welke zy Requestranten ztg adfenbeeren ï — Dat overzulks Haar WelEd. en Achtb. regtmatig te gemoet zien, dat omtrent dit een eu ander by nader Requeste geremedieert, en daarby te gelyk zal worden overgegeeven, een Concept-Plan of Reglement, waarna zy Requestranten ver•meenen , dat hunne gebuteerde Manoeuvres of Burgerkxeremen in den Wapenhandel, gefubordineert aan de direftie en orders van de Magiftraat, zullen kunnen worden bepaalt en in train gebragt; wanneer zulks gezien, en alhier ter tafel geëxamineert zynde, Haar Wel-Ed. en Achtb. dadelyk de materie zelve zullen voornemen, en daarop na behooren refolveeren. En zal hiervan Extr?fl: aan 'Requestranten worden uitgereikt, om te (trekken tot derzelver narigt. pro vero extraSiu. (Was get.) j. l, solner , Juuior. CXIX. Declaratoir van den Heer van ben bogAart, aan de Vroedfchap van Utrecht. In dato 12 October 1785. Ik neme de continuatie van de Raadsplaatze aan, dog _ niet blotelyk op den voorheen gedaanen eed pro ut jacet^vms met deze reltrictie, dat, daar de StaatsCommisfie van negen Heeren , by rapport den eerten Sep-  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 5 September 1784 ter Staaten Vergadering ingebragt , . heeft verklaard, ,, dat het Reglement van 1674, zoo „ by de eerfte invoering, als by de vernieuwing, op „ eene geweldadige wyze is doorgedrongen, en aan„ genomen heeft moeten worden; dat het in veelen „ opzigce (trydig is met de Privilegiën , Handvesten en „ Gerechtigheden van den Lande; dat hei voor de ^ „ Provintie fchadelyk , voor de Regeering drukkende „ is; dat het te veel willekeurigs overlaat aan het ge„ zag, den Stadhouder gegeeven; dat by hetzelve aan „ de Provintie ontnomen word een gedeelte van der„ zeiver eigendom, die nimmer door tydelyke Regen., ten konde of mogte weggefchonken worden enz.' En ik in 't byzonder voor my daarvan overtuigd ben , en daarom met myne Mede-Raden, by VroedfchapsRefolntie van den ao September 1784, behelzende eene Propofitie tot furcheance der gewoone Regeenngs- verzetting op den 12 Oaober, den ai September 1784 ter Staaten Vergadering ingebragt, betuigd hebbe, dat van geen Regent kan worden gevergd of verwagt, dat hy hetzelve Regeerings-Reglement immer op nieuw pro ut jacet bezweere; gelyk ik ook , met myne MedeRaden, by Vroedfchaps-Misfive van den ai Maart 1785 ter rescontreering van de (tellingen , vervat by Zyne- Doorl. Hoogheids Misfive van den 21 February 1784, aan Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten dezer Provintie gefchreven, gedemonftreerd hebbe , dat het* zelve Reglement, gelyk alle andere Staats-wetten, wanneer het algemeen welzyn zulks komt te vereisfchen, kan en mag veranderd, of verbeterd worden; en waartoe ik my volgens eede verpligt vinde, met al wat in myn vermogen is, te zullen blyven by continuatie medewerken en urgeren; dat ik daaromme de Raads-plaatze aanneme, in die zelfde begrippen en fentimentea blyvende verfeeren, en in die verwagting, dat hetzelve Reglement, welkers redresfen by de voorltemmende Leden nog in deliberatie leggen, eerlang zal worden veranderd of geredresfeerd , ter wegneeming van de regtmatige klagten en bezwaren der In- en Opgezetenen ; alsmede inhalerende Vroedfchaps - Refolutie van den 15 Augustus 1783, rakende het poinct in den A 3 Stads-  * oct. ZAAKEN VAN 1785. Stads-eed, betrekkelyk het nomineeren van Burgemeefteren en Schepenen, Thefauriers en Cammeraars. (Was ger.) Utrecht den so October p. p. van den bogaard* 1785. CXX. Declaratoir door de Heeren berger. enz,, ingeleverd in de Vroedfchap van Utrecht. In dato 12 October 1785. edele groot achtbaare heeren ! Daar de Sraats-Commtsfie by haar Rapport den eerften September 17^4, ter Staaten Vergadering uitgebragt, zelve erkend, dat het Reglement van den jaare 1674 is fchadelyk voor de Provintie, drukkende voor de Regeering, afwykende van de Regeeringsforra, die conrrariërende ; dat het ftryd met de Regten en Privilegiën, — en het billyk is, dat die gebreken herfteld, en der Ingezetenen billyke en regtmatige klagten gehoord hebben; — daar deze Raad by haare Rcfolutie van den 13 September 1784 , nader geapprob;erd den 20 dito, te zien in de Sads Notulen, en ter S aa« ten Vergadering van Stads-wege gedeclareerd heeft, dat van geen Regent kan gevergd worden, dat hy immer dat zelve Reglement pro ut jacet op nieuw bezweeren zal; — daar die erkentenis door de Staaten Commisfie, en dat Declaratoir door den Raad ter Staaten Vergadering is gedaan, is het natuurlyk te ver« wagten, dat geen Regent weder den eed op dat Re» glement pro ut jacet zal afleggen. *— Wy denken , Ed. Groot Achtb. Heeren! fiu niet anders, dan wy op 13 en 20 September 1784 gedagt hebben; — wy declareren daarom onze Raads-plaatzen wederom te aanvaarden , zonder te willen gehouden zyn in iets, dat hy het Reglement geftatueerd bevonden mogte worden, te-  oct, STAAT EN OORLOG. 178J. 7 tegen dezer Stads of 's Lands Privilegiën aantelopei, of tegen derzelver Regcen en welherbragce Costumen; en dit te meer, omdat UEd. Groot Achtb. gerefolveerd hebben op den 18 October 1784, den Heer van Dam op diergelyken voet te admitteeren, gelyk die dan ook alzoo op den 27 Oflpber 1784 » geadmittierd. — En ten blyke voor de Posteriteit, dat wy nnzen Post op geene andere /voorwaarden hebben aangenomen, verzoekende de Ondergetekende dat dit hun Declaratoir in de Stads Notulen moge geinfereerd worden» „„ ^ (Was get.) cypriaan berger, AD. hend. eyck , van senden, J. p. de ridder, J. c. SMISSAART en van haeften. Utrecht den 12 jQctober 1785. CXXI. Circulaire-Misfive van de Gecommitteerden der Burgerye van Wyk, (mutatis mutandis') aan de Bondgenooten gefchreven, ln dato 14 Oftober 1785. edel mogende heerenI *t Ts dan in onze Provintie tot dat hagchelyk uiterlte 1 gekomen , dat de Burgeryen , ter onder [leunin g hunner geëerbiedigde Vertegenwoordigers, op derzelver uitdrukkelyke qualincatie, in de "oodzakelykhe d lyn gebragt geworden , om de Hooge Bondgenooten ïiiet hunne biÜyke klagten te adiëren, en van Hoogstdezelve een fpoedig redres hunner bezwaren , in opzicht van de ingerukte Militie binnen Amersfoort, te verzoeken: En het vertragen alleen van derzelver verligting , welke wy met zoo veel gronds van Mog. hadden kunnen verwagten, zoo dra dit ons griet A 4  8 oct. zaaren van j78j. tot Hoogstderzelver kennis was gekomen, en het harde lot van onze Amersfoortfche Mede-Burgers, en 't ons eigen dreigmd gevaar dringen ons tot dezen ftap. Wy zullen UEd. Mog. niet buiten noodzake ophouden met een breed detail van 't gebeurde, omtrent het onwettig inrukken der Militie, op UEd. Mog. repartitie f.aande, in deze Provintie, in het naburig Amers* foort, door 't welk, op naam van vier Heeren, die zich Gedeputeerden hebben durven quslificeeren, de geweldiglte atteinte aan ^e Hoogheid van deze Provintie , en aan de Souvereine Rechten van derzelver integrerende Leden is toegebragt; gelyk oi?er aller Viyheid en Veiligheid door het hoogst ftrafbaar gedrag van die zelfde Heeren op losfe ichroeven gefteld wordt. De refpeétive Misliven der Magiftraten van Utrecht en Wyk hebben ons van die moeite ontheven; en wy zullen ten dezen voldaan kunnen , met ons op dezelve te beroepen , en de remonftrantie van onze Magiftraot , den 24 Augustus ttr Staats- Vergadering ingelevert, hier bytevoegen. Onze Magiftraat heeft, nevens die der Stad Utrecht, alles gedaan, wat hun mogelyk was, om dit grief te herftellen. Nu fmeeken die van Amersfoort om onze medewerking, ten einde de Troepen, op UEd. Mog. repartitie ftaande, zoo fpoedig mugeiyk, worden te rug geroepen. En de wensch van onze Vertegenwoordigers is onze dryfveer in onzen aandrang by UEi. Mog. op de ontruiming van Amersfoort. Wy willen Edel Mogende Heeren! en wy zouden niet kunnen, indien wy al wilden ; wy willen onze verwondering niet verbergen, dat UEd. Mog., welken met een woord fprekens , voor zoo verre dit geweld door Militie, op hunne repartitie, tegens onze Pro» vintie gepleegd is, dit grief hadden kunnen herftellen, dus verre niet hebben kunnen goedvinden, dezen Vriendnabuurlyken dienst aan ons te verleenen ; vooral, nadat wy legaal zyn geinformeerd geworden, van de Va* derlandfche pogingen, tot welke zich zommige Burge. ryen verplicht hebben gevonden. *s Is niet mogelyk, Edele Mogende Heeren! dat het inrukken van Militie op 't Territoir eener Souveraine Pro-  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. ö Provintie, dat het bezetten eener Hemmende Stad, alléén , omdat het éénige Regenten willen, en drie a vier anderen, die zich niet ontzien hebben, den naam van Gedeputeerden te misbruiken, znlks van den Heer S'adhouder hebbsn durven vergen — iet van zoo weinig gewigts, vooral in dit netelig tyds wicht,, in het byzondcr van onze. Provintie , door UEd Mng. gekeurd zoude worden , om in de deliberatien ov t hetzelve meer dan gewoonen fpoed onnoodig te keuren. De Troepes zyn i:och in Amersfoort — blyven noch in onze Provinüe, en zon lang dit aanhoudt — blyven die van Ameisfoort — 't is waar, deels door hun eigen fchuld , door dien zy gefchroomd hebben , die bezoldigde kncch en met geweld buiten hunne muurea te houdeu — blyven wy — blyft onze geheele Provintie in 't zelfde gevreesd gevaar: een gevaar zoo groot — zoo dadelyk aanwezende, dat eed, plicht en zelfsbelang ons en onze moedige Mede-Burgers in deze Provintie dwingen zouden, om hetzelve van ons, het koste wat het wilde, te verwyderen, zoo dra alle beproefde conftuu'ioneele middelen vruchteloos zullen zyn bevonden. Die van Amersfoort blyven in die zelfde vrees j want, fchoon de ingerukte Troepes door UEd. Mog. ordres mogten hebben ontvangen, om zichdireét noch indirect in der Burgeren gefchillen — derzelver aanwezen eens daar gefteld — te mengen , wordt hierdoor de indruk dier gewapende benden op de harten van zwakke gemoederen niet weggenomen —- niet vermraderd. Zy ontbeeren een legaal bewys van die ordres, en het bloot gezicht der gewapende Militairen is geroeg, daar zv de doorllaande blyken hebben, dat de Meerderheid hurner Regeering hunne ftemme niet wil hooren, om derzelver aanhef te (tuiten Zy weten, dat 'er by Leden van de Magiftraat duizende gelegenheid kunnen geboren worden, om de fchuldelooste byeenkomften, ongeoorloofde zameurottingen; 't open» lyk vergaderen der Burgers, combustien te noemen, en derzelver ernftig dringen op het redres hunner menigvuldige grieven , voor oproerige beweegingen uittekryten, en dan de Militaire magt, door den eed geA 5 bon-.  ïo oct. ZA A KEN VAN 1785. houden, om de Magiftraat gehoorzaam te zyn in het uitvoeren haarer Politieke bevelen, tot derzelver beteugeling te gebruiken. Behalven dat die zelfde Burgery van Amersfoort geene waarborg hoe genaamd , ook niet in zulke onderItelde ordres, heeft, dat de ingerukte Militie op 't be. vel van hunnen Commandant den Generaal van der Hoop , met dezen of geenen last, om zich zeiven te dekken, gemuniëerd, tegens hun geen geweld zal ge. bruiken , zoo lang die Articulen der fubordinatie van den 25 July 1749, by J. Scheltus gedrukt, onder 'c oog van UEd. Mog, van een verbindende kracht zullen blyven voor de Militie: „ Wanneer de Chef van „ een Regiment iet belast, dat het Regiment of den „ dienst van den Staat aanbelangt , en dat de Coms, mandant van het Regiment begrypen mogt, dit te„ gens de intentie of ordre van den Souverain ef van „ zyne Hoogheid firydig was, zal de Commandant eene „beleefde vertooning mogen doen aan den Chef; „ maar, wanneer de Chef 'er by blyft, dat zyne or„ dres zullen geëxecuteerd worden, zal zulks zonder „ tegenfpreken gefchieden. — Als iets belast wordt wanneer het Regiment onder de wapenen is, moet „ zulks op {taande voet geëxecuteerd worden , en de „ repraefentatien niet te voren , maar , na dat de or„ dres volbragt zyn, gedaan worden." 's Is echter nier alleen 't gevaar van Amersfoort, dat ons dringt, fchoon wy als hunne Nabuuren en Vrienden, als Leden van dezelfde Provintie, volgens de Unie van Utrecht fteeds tot allen dadelyken byftami gereed zyn , van 't welk een aanzienelyk deel onzer Medc-fiurgers, in hun aanbod, om naar "Amersfoort, ter afweering dier opgedronge Troepes te ruk. ken, een eclatant bewys verleend heeft, 't Is onze eigene behoudenis Ed. Mog. Heeren l 't Is de behoude-. nis onzer Provintie. Noopt ons onze Burger-plicht, om elk Lid dezer Provintie te handhaven by deszelfs Regten en Privilegiën, zoo wel tegens in- als uitheemsch gewald, volgens een Artykel der Unie van Utrecht, wordt deze verplichting voor elk gewapend Burger door eene Staats* Re-  «ct. STAAT EN OORLOG. 178J. tl Refolutie van 1583, luidende, dat de Wapening moet dienen tegens 'de onbehoaxjyke invallen van der Staaten Kngsvoik, dat zonder Ordonnantie of Confent van die wettige Overheid (onder 't welk 't verzoek van drie a vier Heeren, zich qualificeerende Gedeputeerden, nimmer gebragt znl kunnen worden) in den Lande van Utrecht zoude mogen komen, gefterkt, onze eigene behoudenis dringt dit noch aan. Feirelyk zyn onze Stads-Gedeputeerden de Vergadering der Staaten en Gedeputeerde Staaten ontzegt, onze Magiftraat de toegang tot dezelve gefloteu, en zelis de Noiulen van Staat onthouden , omdat onze Magiftraat, ingevolge de uirdrukkelyke begeerte der Burgeiy, dé domestique bezwaren, volgens een hun nevens de Stad en Steden onbetwistbaar compeferend, en door de V'ioiftemmende Leden erkend Recht, hadden opgeheven, latende voor 't overige 't zoo drukkend Regeerings-Reglement van 1674 noch in zyn volle kragt, tot zulks insgelyks Staat s-gewyze zal zyn vernietigd , omdat ons Stedelyk Reglement door die daad der Magiftraat, en de daarop gevolgde openlyke goedkeuring des Volks, volledig de kracht van een Wet heeft gekregen, en beginnen te werken. Dit met de uitdrukkingen, welke zich de Heer Stadhouder omtrent onze Magiftraat in zyne Misfive aan Hun Ed. Mog. de Staaten dezer Provintie, veroor. loofd heeft, vereenigd, moet ons van het inlegeren van Troepes in Amersfoort , en het geduurig changeeren van andere op Patenten. welker willekeurig gebruik den' Stadhouder vergunt blyft, het ergfte doen dugten; en deze zoo gegronde vrees noopte ons, daar de tyd, in welke ons nieuw Stedelyk Reglement effect, zal' forteeren, voor handen is, tot deze uitweiding, daar wy anderzints wel weten, Edel Mogende HeerenJ en, dat dit gebeurde met onze Magiftraat een pure domestique zaak is, en, dat onze Magiftraat, in opzicht.tot het Stads-baftuur, van den wil der Burgery verzekerd, geene macht boven zich behoeft of kan erkennen. En dit zelfde ons dreigend gevaar hangt de Stad van. Utrecht, met welks val 't gedaan was met de Vryheid en onafhangelvkheid van deze provintie, en misfehien van  ia oct. Z A AKEN VAN 1785. van de geheele Republiek , zoo lang 'er door UEd, Mog. geene nadere en krachtdadiger voorzieninge gefchied omtrent die ingerukte Troepes in Amersfoort, boven het hoofd. Om alle welke redenen, Ed. Mog. Heeren! wy het van onzen indispenfabelen pligt gekeurd hebben, UEd. Mog. vriend-nabuurlyk te verzoeken, om ons. volgens de Unie van Utrecht, tegens allen leed te beveiligen , en by onze Rechten en Privilegiën te helpen bewaren ; en op deze gronden is het, dat wy ernftig verzoeken, dat UEd. Mog. de Troepes, thans binnen Amersfoort gelegerd, welke op UEd. Mog. repartitie ftaan , de Stad en Jurisdictie van Amersfoort niet alleen, maar ook het Territoir van onze Provintie, dadelyk doen ontruimen , en derzelver veel vermogende^ interceslie by die Bondgenooten, op welker repartitie de overige geplaatst mogten zyn, ten zeiven einde aanwenden. In dit vertrouwen blyven wy God Almachtig bid. dende, Hat Hy UEd. Mog. in eene voorfpoedige Regeering beware, tot heil van een vry Volk. edel mogende heeren ! UEd. Mog. Gehoorzaame Dienaren, Vrienden en Mede-Burgers, De Gecommitteerden der Burgery van Wyk by Duurftede. a. n. dellafaille. Ter Ordonnantie dezelve. Wyk by Duurftede den 14 October hendrik schilge, Secret. CXXII.  oct. STAAT EN OORLOG, 1785. 13 CXXH. Protest van Geconftitueerden en Ge* committeerden aan de Ed. Gr^Achtb. Heeren Burgemeester en en Vroedfchap der Stad Utrecht. In data 17 öclober 1785. EBELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Daar het gedecideert zeker is, dat het Reglement van 1674, zoo by de eerfle invoering als by de vernieuwing „ op eene geweldadige wyze is doorgedrongen en aangenomen heeft moeten worden. —» Dat het in veelen opzigten ftrydig is met de Privilegien, Handvesten en Geregtigheden van den Lan„ de. — Dat het voor de Provintie fchadelyk. — Voor de Regeering drukkende is. — Dat het te veel „ willekeurigs overlaat aan het gezag den Stadhouder „ gegeeven. — Dat by hetzelve aan de Provintie ont» nomen word , een gedeelte van derzelver Eigen,, dom. — Die nimmer door tydelyke Regenten kon» „ de of mogte weggefchonken worden." Zoo als dit san UEd. Groot Achtb. overeenkomftig aan het Raport van de Staats-Commislie der negen Heeren, uitgebragt den eerflen September 1784, by adres van de Ondergefchreevene op den 11 Oéiober jongstleden in het brede is voorgedragen; in dat uitziet, dat de Burgery verwagte , dat zy zig in geene van haare Regenten zouden bedrogen zien, maar dat zy alle wel penetrerende de onwettigheid , onbeftaanbaarheid, fchadelykheid en het drukkende van het gemelde Reglement van 1674, dan ook geene zwarigheid zouden maken, om zig van de vernieuwing van den Eed op hetzelve cordatelyk te excufeeren. Dat de Burgery als nu het ongeluk heeft by de bevinding te ontwaren , dat haare billyke en gegronde voordragten, by verfcheide Regenten geen ingang mogende hebben, zy zig met opzigt tot de voorfchreeve voor-  14 öct. ZAAKEN VAN 1783, voordragt zeer bedrogen hebben gevonden , als niettegenftaande dezelve, volgens de opgave van de publieke nieuwspapieren , en welke zonder tegenfpraak zyn geadvoueert geworden, zoo niet vyftien, ten minden twaalf Leden van den Raad, by namen .worden opgegeet't-n . den Eed op het gemelde ontwettige. fchadelyke en drukkende Reglementen van 1674, zonder eenige uitzondering of reftri&ie gedaan te hebben. Dat dus dezelve Regenten geene zwarigheid hebben gemaakt onder de aznroeping van Go is heiligen naam, openüyk 'er voor uittekomen om by de Burgery gehouden te willen worden, ah fchadelyk voor deze'Stad en voorftanders van eene drukkende Regeerings-forme, welke ten eenenmaale contrarieert en in zoo veelen opzigten ftrydig is, met de Privilegiën, Handvesten en Geregtigheden van dezen Lande. Dat dan ook ingevolge van deze daad, de Ondergefchreevene in naame van de Burgery die hen Gecommhteert hebben , by dezen op-ntlyk en allernadrukkelykst declareren , dat dezelve Burgery alle die Regenten welke als voorfchreeve den Eed op het Reglement van 1674, zonder eenige uitzondering of reltrictie gedaan hebben, houd, en zal blyven houden te zyn fchadelyk voor deze Stad, en voorftanders van eene drukkende Regeerings-forme, welke ten eenenmaale contravieert en in zoo veelen opzigten ftrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Geregtigheden van dezen Lande. En daar die Regenten zig zelve ais voorfz. hebben gedeclareert zoodanige voorftanders te zyn van eene fchadelyke en drukkende Regeerings-forme , en zig daardoor op nieuw , en wel voorbedagtelyk, buiten ftaat hebben gefteld, tot het handhaven van de Privilegiën , Handvesten en Geregiighe.ien van dezen Lan* de, waar aan het voorfz. kegeerings-Reglement zoo zeej coniraneert, en in zoo veelen opzigren ftrydig is. "Waarom de Ondergefchreeve voor en in naam van de hen Gecommitteert hebbende Burgery dezer Stad, als een gevolg van den voorfz. gedaanen Eed, by dezen, aan alle die Regenten declareeren , hunner te onttrekken, van alle vertrouwen, en zig ontllagen te houden  oW. STAAT EN OORLOG. 1785. ij en ontdoen van alle gehoudenheid en verpligting, welke zv integendeel volgens hunne bezworen Eed, gaarne zullen toebrengen, alleen aan die Regenten, welke met de daad betoonen de Voorrechten en Privilegiën dezer Stad en Burgery voorteftaan. Zo als de Onder, gefchreevene dan ook al verder in name voorfz. by dezen tegens alle die Regenten expresfëlyk protesteeren van eenen door hen voor Stad en Burgery gedane fchadelyken en drakkenden Eed. Om m tyd en wvlen door de Burgery , op hen te vernaaien alle het fchadelyke en drukkende, mitsgadersalle verdere gevolren, waarin de Burgery, door hen met het voorftaan van dat Reglement eenigzints is gebragt geworden, alzo zy aan alle het verrigte van die Regenten om redenen voorfz. geene erkenninge hoe ook konnen of mogen dragen Declareerende onder gelyk protest als voren, voor God , het Bondgenootfchap , en de geheele Wereld, ontfchuldig te willen zyn, van alle onaangenaams gevolgen, welke uit het gedrag der voorfz. Regenten viogte ontflaan. JL- En daar de Burgery dezer Stad met heeft mogen reusferen, in hun verzoek dat UEd. Groot Achtb. om redenen by Adres van den 11 October gedetailleert:, en ook nader op den ia Oftober aangedrongen, UEd. Groot Achtb. contrarie aan derzelver Refolutie van den 4 April dezes jaars tot de admisjïe van eenen nieuwen Raad niet zouden gelieven te procederen, maar hetzelve refuferen , en by onvoorzien geweld te protesteeren ter cenfervatie van het notoir Recht deze Stad en Burgery competerende; en dat onaangezien deze requifitie van de Burgery, de meerderheid van den Raad tot de aanltellinge van den Heer Odé heeft gelieven te coöpereren , zonder te zorgen dat ten dien opzichten ook aan de zyde van UEd. Groot Achtb. het recht dezer Stad en Burgery is gebleven in zyn geheel, en zulks ook ingevolge van het geene de meefte, zoo met alle de Leden van de meerderheid van den Raad aan de Burgery by Refolutie van den 4 April dezes jaars hebben toegekend; en dienvolgende dat de Heer Odé in de vacante Raadsplaats door UEd. Groot Achtb. niet kon-  16 oct. Z A AKEN VAN 1785. konde geinftalleert worden, zoo als niettemin gedaan ïs , en hy boven dien den Eed op het Reglement van I674, (ten duïdelyken betooge van zyn intentie) zond.r eenige reftriftie heeft gepresteert. Waarom de Ondergefchreevene in naam van hunne Principalen tegens de voorfz. aanftellinge ter vervullinge van de bovengemelte vacature, van indragt en geweld op der Burgeren Recht protesteren, ter confervatie van het notoir Recht, ten dien refpeéte deze Stad en Burgery competerende. Zoo als zy daaromme al verder declareren voornoemden Heer Odé als hunnen Regent niet- te konnen aannemen, of denzelven op eenigerhande wy» ze hoe ook te erkennen, maar ten dien opzigte te willen blyven onverkort en in haar geheel. Zoo als zy dan ook, niettegen(bande UEd. Groot Achtb. by meerderheid genomen Refolutie van den 10 dezer maand Oétober, ter zake van de al of niet erkenninge van de nieuwe Commisfie van den Heere HootV-Ofïïcier, al insgelyks willen zyn en blyven onverkort en in haar geheel, alles ten fine, als by d r Onder?.efchreevene op den elfden dezer geprefenteerd Adres. Verzoekende de Ondergetekende dat dit declaratoir en gerenoveerde Protesten in Stads notulen worden geinfereert. 't Welk doende enz. (En was Ondertekend door alle de Geconftitueerden en Gecommitteerden.) Aétum den 27 October 1785- CXXIII,  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. -7 CXXIII. Extra^-Misfive van de Staaten van Friesland aan hun Hoog Mogende, rakende de zaaken der Admiraliteit te Harlingen , in dato 17 OStober 1785, onder andere behelzende. Dat Hun Ed. Mog. gezien hebbende, dat by Hun Hoog Mogende waren gecommitteerd de Heeren van Wyn, van Brakel en Rengers, in Hoogstderzelver Vergadering, wegens de Provintien Holland , Zeeland en Groningen , zitting hebbende, met en benevens den Heer van Stralen, Adjunct-Raad en Advocaat-Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit in West-Friesland en het Noorder-Quartier, om het Finantiewezen van het Collegie ter Admiraliteit te Harlingen optenemen , en nategaan , waaruit deszelfs agterwezen ontftaat , de Crediteuren zelve daarop te hooren, hunne klagten , mitsgaders de gantfche directie van het voorfchreven Collegie, niet alleen in zoo verre die tot deszelfs ongelegenheid in het agterwezen eenige relatie heeft te examineren, maar ook onderzoek te doen naar de gantfche directie van de Admiraliteit, deszelfs Ministers , of anderen, gedurende de laatfte vyf jaaren enz., — dan dat Hun Edel Mog., terwyl de Admiraliteit te Harlingen een Generaliteits Collegie is, het onderzoek naar de directie en adminiftratie van dat Collegie geheel zullen overlaten aan de Commisfie by Hun Hoog Mog. benoemd, zullende zig daarmede in het minfte niet bemoeijen ; dog, dat, wanneer die Commisfie dat onderzoek zal hebben volbragt, en na zulks eene Conferentie met Heeren Gecommitteerden uit de Vergadering van de Heeren Staaten van Vriesland zal verzoeken , dezelve zal worden geaccepteerd, en daartoe reeds voorlopig gecommitteerd zyn de Heeren Cornelis van Scheltinga, Grietman en Volmagt van Idaarderadeel, Jonkheer Wilco Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg, Grietman van Wonferadeel, Jonkheer Pieter Edfard van Harinxma thoe Slooten, Volmagt van Lemfterland, en Jouke Andeles, Raad iu de VroedXXX, de el. B fchap  18 oct. ZAAKEN VAN •1785. fchap en Volmagt der Stad Leeuwaarden. Wyders, dat Hun Ed. Mog. gedenken, zig in geenen deelen nog met de Admiraliteit nog met deszelfs Credireuren te compromitteren, of zig, door derzelver Gecommitteerden , in Conferentie met dezelven intelaten, maar hun alleenlyk zulleu gelasten, de Propofitien, welke de Gecommitteerden van Hun Hoog Mzg. aan hun zullen doen te aanhooren, en met dezelven te overleg, gen de best mooglyke middelen, om het voorfchreven Collegie ter Admiraliteit wederom tot activiteit te brengen, volgens een onderling te concipiëren plan, waardoor de Provintie niet boven haar vermogen of quota, tegen ƒ8: 13: 3 in het honderd gerekend , zal worden bezwaard. CXX1V. Misfive van den Prinfe Erfftadhouder aan de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht , nevens eene Misfive der zelfde Staaten aan de Regeering van Wyk by Duurftede. In datis 14 en 19 Odtober 1785. edele mogende heeren, byzondere goede vrienden. De Grave van Reckteren tot Gereftein, Schout der Stad Wyk by Duurfteden, op beden aan ons ter hand gefteld hebbende de nevensgaande Misfive van Burgemeefteren en Regeerders der gemelte Stad, waarby zy ons toezonden een Nominatie van een dubbeld getal Perfoonen tot Burgemeefteren, gemaakt door Kiezers uit de Burgery, en by Haar Ed. overgenomen, ingevolge van zeker pretens Reglement op de Regeerings-beftellinge der meergemelte Stad, den 28 Juny 1785, zonder bewilliging van Uwer Ed. Mog. , veel min met onze concurrentie, by Hun Ed., volgens derzelver voorgeven, gearresteerd; en van welk ftuk zy aan ons een Exemplaar doen toekomen; gelyk ook eene Nominatie van een dubbeld getal Perfoonen tot Sche-  . oct. STAAT EN OORLOG. 1785. J0 Schepenen , door Hun Ed. -geformeerd, ons verzoekende als Erfftadhouder de electie daaruit voor den aanltaanden jaare te doen, invoege dat de verkoren Perfoonen kunnen worden geinftalleerd op den 30 October eerstkomende , zynde de ordinaris dag tot de . verandering dier Regeering aldaar. Wanneer wy met de inftahtie, welke het gewigt der zake vereischt, geëxamineerd hebben den inhoud dier Ivlifdive, en van het daarnevens aan ons toegezondene Concept-Reglement, hebben wy gemeend, geene Electie uit de aan ons toegezondene Nominatie te kunnen nog te mogen doen, wyl de Nominatie van Burgemeefteren niet gemaakt is op eene wyze, overeenkomftig mee de bezworen Conttitutie van Uwer Ed. Mog. Provimie, en dat aan ons niet is toegezonden de lyst der Raden, maar alleen de Nominatie van Burgemeefteren en Schepenen, maar dat wy daarvan aan Uw Ed. Mog. behoorden kennis te geven , met verzoek om te worden gemaintineerd by de Voorregten, aan het Erfftadhouderlchap van Uwer Ed. Mog. Provintie verknogt, en dat het Uwer Ed Mog. behage, aan Burgemeefteren en Regeerders der Stad Wyk by Duuriteden aantefchryven , en des noods te gelasten, „ om aan ons met den eerften te doen toekomen, eene, op een ,j Conftitutioneele wyze gemaakte Nominatie van Bur,, gemeefteren en Schepenen," om daaruit door ons gedaan te worden de nodige Electie, alsmede de Lyst -der Raden,'om door ons te worden gecontinueerd, of daaromtrent op. zoodanige wyze gehandeld te worden, tCs aan ons competeert, volgens de bezworen Conftltutie van Uwer Ed. Mog. Provintie, en dat, vermits het onmogelyk is, dat thans de Electie op den gewoonen tyd te Wyk by Duuriteden zyn kan , Uwer Ed. Mog. nog gelieven te verftaas, dat de actueel in functie zynde Burgemeefteren, Schepenen en Rwden, in derzelver functien zullen moeten continueeren, tot tyd en wylen, dat de door ons te doene Electie van Burgemeefteren en Schepenen, en aanftellinge van Raaden , van meergemelde Stad Wyk by Duuriteden zal zyn gedaan, en aan den Schout van derzelver Stad „ gezonden, en door dezelve ontfangen en geopend zal Ba „ zyn,  20 oct. ZA AKEN VAN 1785. „ zyn," of dat Uwer Ed. Mog. zoodanig anders hieromtrent gelieven te refol veren , als Hoogstdezelve tot maintien der Conftitutie, en van de daarby aan den Erfftadhouder gegevene Voorregten, zullen oordeelen te behooren. Waarmede, ed. mog. heeren byzondere goede vrienden l Wy Uwe Ed. Mog. bevelen in Gods heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige Dienaar. (Was get.) w. pr. van 0range. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van Zytie Hoogheid. (Was gecontrafigneerd) t. j. de larrey. Accoordmet de Principalen. Leeuwaarden (Was get.) den4,Octob. 1785. h. a. laan. De voorfchreve Misfive wierd op den 19 O&ober door Heeren Gedeputeerden , aan de Magiftraat der Stad Wyk toegezonden, met den volgenden brief: , , ede-  oer. STAAT EN OORLOG. 1785^ al EDELE ERENTFESTE VROME ! By ons op heden zynde ontfangen eene Misfive, by den Heere Eifitadhouder gefchreven tot Leeuwarden den 14 dezer; en waarvan wy aanTJwEd. Copie hiernevens doen toekomen; hebben wy nodig geoordeeld, Uw Ed. te informeeren, dat wy, by abfentie der Heeren Staaten, „ verftaan, dat de Regeering tot Wyk op „ den jegenswoordige voet zal continueeren, tot tyd „ en wylen de Heeren Staaten vergaderd, en deswe„ gens nadere voorzieninge zullen hebben gedaan." Hiermede, Edele Erenfeste Vrome l beveelen wy Uw Ed. in de befcherming van God Almagtig. Gefchreven te Utrecht den 19 Oclober 1785* (Was get.) A. VAN BRONKH0RST. Uwer Edele goede Vrienden. De Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) e. A. LAAN. B 3 CXXV.  22 sept. Z AA KEN VAN I?85. CXXV. Copye van een Misfive door Mr. cqr- NELIS PARKER DE JONGE , voorheen Vroedfchap der Stad Schoonhoven, gefchreven aan de ftemmende Steden van Holland en West-Friesland, met een daar hy gevoegde Copye Reauest» In dato 23 Oclober 1785. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN ! T~V onaangename fituatie, waarin ik my zelve bem^J vinde, door de ten myne opzigte zoo grievende Refolutie van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven, van den 6 February laatstleden , waarby ik van myd Vroedfchaps-plaats gedeposfideerd ben , heeft my tot het beduit doen kom Dat dit dan ook ten gevolge heeft gehad, dat op den 17 funy laatstleden door dukgezegde Crookceus is overgegeven eisch en aanfpraak, met bygevoegde documenten tegens dit Collegie , en dat by geene comparitie van hetzelve , alstoen is verzogt , en ook door den Gerichte geaccordeert eerfte proclama en tweede citatie , tegen den 15 July aanftaande van welke beide handelingen aan den Prseüdent van dit Collegie by Extract uit het Gerichtsboek exploict is gedaan geworden , zoo als in ordinaire procesfen gebruiklyk is. — Dat dus Gemeenslieden, hoe zeer ook alle deeze handelingen, met de gevolgen van dien, als nietig en onbeftaanbaar befchouwende , en niet anders kunnende voorzien , dan dat 'er tegens het Collegie een decreet van contumacie of veiligheid zoude ergaan, op den 11 Tuly jongstleden gerefolveert hebben , om het gedrag door haar, als directe Vertegenwoordigers dezer ge. ' hee-  S» oct. ZAAKENVAN 3785. beele Burgery in dit geval gehouden , voor dezelve in Gildens en Compagnien vergaderd , open te leggen ten einde derzelver welgevallen over deeze zaak, en 't geen door Gemeenslieden tot dus verre verrigt' was te verneemen. — Dat zy Gemeenslieden van die by hun gerefolveerde convocatie van Gilden en Compagnien , volgens 't oude gebruik, aan de Magiftraat notificatie gegeven hebbende, Hun Wel Ed. Groot Achtb. hebben kunnen goedvinden , die Vergaderinge te verbieden , met interdictie tevens aan den Woordhouder en Scriba, of die geene, welke dezelve plaats monen vertreeden , om eenige aftens tot het vergaderen van Gildens en Compagnien aftegeven , tekenen, of expedieeren. — Dat hier door deeze Vergaderinge tot dus veire agterwegen gebleeven zynde , zulks van dat gevolg is geweest, dat inmiddels op den 20 Aupustus laatstleden , door de Magiftraat is gevelr, en den 26 daaraan uitgefprooken een Sententie, waarby Gemeensheden zyn veilig verklaard, en voorts veritaan is: Dat dezelve met uitzonderinge nogtans van die geene, welke voor de admisfie van Mr. Crookceus geftemd hadden, zouden fchuldig en gehouden zyn, denzelven datelyk als Gemeensman dezer Stad te inftalleeren , en in die hoedanigheid te erkennen ; met condemna'ie in de kosten van dat proces. — Dat de Gemeenslieden door deeze zoo gewilde Sententie, gevoegd by een Adres van Burgers en Ingezetenen dezer Stad , waarby dezelve begeeren, dac onaangezien die Refolutie by de meerderheid der Magiftraat op den 11 July genomen , Gildens en Compagnien geconvoceert zouden worden, genoodzaakt zyn, om andermaal tot die convocatie te befluiten, gelyk op heden gefchied is. Weshalven de refpeétive Gildens en Compagnien by dezen worden verzogt, dat U E. E. ieder in den haren ten fpoedigften gelieven te verklaaren: 1. Of hun E. E. van oordeel zyn, dat Mr. E. G. J. Crookceus , als Gemeensman dezer Stad al of niet behoord te worden in eed genoomen, en zitting in het Collegie vergund. — 2. Ingeval hun E. E. deeze perfoon tot het ampt van Gemeensman onbevoegd keuren of dan begrypen , dat het Collegie zig met denzelven al of  oct, STAAT EN OORLOG. 1785, 33 of riet hadde moeten in proces inlaten, en zig aan de uitfpraak van de Magiftraat onderwerpen. —- 3. Of hun E, E. dienvolgens de handelingen van Gemeenslieden omtrent dit geval al of niet goedkeuren. — 4, Of hun E. E. de Sententie van de Magiftraat , om denzelven te inftalleeren , voor wettig en beftaanbaar houden , dan of begrypen , dat dezelve nietig en van onwaarde is, en gevolglyk niet behoord te worden nagekomen, en opgevolgd. ■ ■ Wordende de refpective Gildens en Compagnien verzogt, van de hierover by hun E. E. te vallene Refolutien door Gecommitteerdens uit dezelve op Woensdag den 2 November 1785 , des middags om vier uuren , na alvorens des morgens om 9 uuren daar over vergaderd te hebben, aan Gemeenslieden communicatie te geeven. Actum ter Vergaderinge der Gemeenslieden binnen Zutphen, den 29 October 1785. (Onder ftond) Ter ordonnantie van dezelve, (Was get.) H. J. VAN CAMPEN, Scriba. XX.X. deel; c cxxvn  s+ oct. ZAAK EN VAN 1785, CXXVII. Misfive van de Meerderheid der Magiftraat der Stad Zutphen , aan den Hove frovintiaal van Gelder* land, ln dato 30 Oftober 1785. EDELE ERENTFESTF. WEERDE , HOOGGELEERDE , WYZE VOORZICTIGE , EN ZEER DISCREETS HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDENl Het is UEd. en Weerde uit onze Misfive van den 3 September, en fpeciaal uit deszelfs Bylagen fub P. 2, a R. en S. kennelyk geworden , hoe het Collegie der Gemeenslieden voornemens is geweest, om de geheele Burgery dezer Stad in Gildens en Compagnien te doen convoceeren , ten einde derzelver gevoelens over de admisfie van Mr. E. G. J. Crookceus als Gemeensman te verneemen, «—> als ook hoe wy ons verpligt gevonden hebben door prohibitive refolutien , voorts interdiétien en daartegen gedaane Publica. tic-, te beletten niet alleen, dat de aanftellinge van gemelde Mr. E. G. J. Crookceus door Zyne Doorlugtige Hoogheid , in conformité van het Reglement van Regeeringe gefchied , van het goedvinden der Burgerye afhankelyk wierde gemaakt , maar ook in het generaal , dat al zulke convocatien , buiten ons confene ondernomen , zyn voortgang gewonnen. — Daar bet nu tot heden toe hier by nog verbleven was , hebben wy in dat vertrouwen geverfeert, dat door gem. Collegie in deeze zaak niets dergelyks weder zoude worden ondernomen, immers niet, na dat aan hun uit s Landfchaps Refolutie van den 1 dezer was gebleken , niet alleen, dat deeze zaake een objefl van deliberatie der Heeren Staaten was geworden; maar ook dat daar by aan hun gelegenheid wierd gegeven , om derzelver gedrag, en gefustineerde, zoo mogelyk, te konnen justificeeren, en dat Uw Ed. en Weerde inmiddels geauctorifeert waren, hieromtrent een wakend oog te houden. Wy zyn overzulks ten hoogften gefrappeert geweest, toen in onze Vergaderinge op heden door  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 35 Gecommitteerde Gemeenslieden wierd overgebragt een copielvk, en lub N. hier nevensgaande Extract uit het Memoriaal van meergem. Collegie terwyl teffens nog zittende Vergaderinge door den Kamerdienaar in den Raad zyn gtëxhibeert geworden 17 aleensluidende Acten tot convocatie van Gildens ZAAKEN VAN 1785. natuur, het zy in de wyze van bediening, nadeelig is voor de Burgerlyke Vryheid, en regelregt aanloopende tegen het profyt en welvaaren , het heil des Volks, welke wy Regenten bezwooren hebben te zullen helpen bevorderen en handhouden; by welke overweeging nog bykwam, de vaste perfuafie, waar in wy waren, dat, het invlegten van onze domeftieke Magiftraatsbeftelling in het Provinciaal Regeerinsgeftel van 1674, nergens minder toe heeft kunnen dienen , dan tot volmaaking van het profyt en welweezen van onze Stad en Burgery; — ter contrarie , dat zulks eeniglyk ge« diend heeft, tot voltooijing van het onwettige, fchadelyke , en drukkende gezag van Willem den Derden, aan wien, behalven dat, willekeurs genoeg in de uitoeffening van zyne Stadhouderlyke macht was overgelaaten , zonder dat 'er acht geflagen wierdt, hoe het een en 't ander ten eenemaal was contrarieerende en ftrydig met de Privilegiën , Handvesten en Gerechtigheden van dezen Lande; •—. om niet te lpreeken van de volftrekte onwettigheid der invoering van dat Provinciaal Reglement, alleen door de twee voorftemmende Leden (die zich niet bemoeien mogten met het ftellen van de Magiftraaten van Stad en Steden) met concurrentie van Willem den Derden, eigener authoriteit, en gewapenderhand, zonder dat men het derde Lid van Staat daar in gekend heeft, eerder , dan toen alleen de Stad Utrecht, (en niet de andere Steden) genoodzaakt wierdt, het Reglement , zoo als het reeds geftatueerd was, te beëedigen, of wel, va>or eiken individueelen Regent, die het weigerde, eene Discontinuatie te risqueeren: — by eene bedaarde overweeging van dit een en ander , herhaalen wy , kwam het ons voor, dat het beëedigen van het Provinciaal Reglement ons geenzins in den weg kon zyn, ten' opzichte van het bevorderen van het profyt en welweezen onzer Burgery, in het vindiceeren van het jfus Majefiaticum onzer Stad , betrekkelyk het Eigen-Aanftelien onzer Regeering, zonder contradictie van iemand, wie ook, en zulks wel buiten tegenfpraak niet alleen , om dat onze Stad , voor zoo veel haar huisfelyk beftier betrof, zich nimmer onder de verpligting bevonden heeft, om het  oct. STAAT EN OORLOG. 178J. 43 het Reglement van 1S74, ten tyde van deszelfs geweidaadige invoering buiten haare toeftemming te beëedigen, en dus, ten dien opzichte, zoodanig in haar geheel gebleven is , als zy , in den Jaare 1651 , tegens de Hef ren Staaten beweerd heeft, en als nog blyft bevveeren, beroepende zy zich, daar en boven nog, op haaren S edelyken Eed, zoo als die door Burgemeefteren en Raaien , by de aanvaarding hunner posten gedaan wordt , en , waar in geen (poor van gehoudenheid aan het Reglement van 1674 te vinden is, —maar ook zedert de Burgery zich van haar onbetwistbaar Recht bediend heeft , om ons, als haare onmiddelyke Vertegenwoordigers * te ontilaan van den onwettigen, fchadelyken en drukkenden Eed van 1674, wat het domeftieke onzer Stads Regeering betrof, en in zo verre zulks in het Provinciaal Reglement is ingevlogten: en even denzulken uit ons Collegie, die zulk een ontflag accepteerden , voor permanente Regenten te verklaaren, als waar door alleen onze Principaalen begreepen , dat het profyt en welweezen van onze Stad in de voornaamfte plaats bevorderd zouden worden. Dit hadden wy noodig geoordeeld , vooraf te laaten gaan , eer wy ons opzettelyk wilden toeleggen , om , op de Misfive van Zyne Hoogheid aan Uw Ed. Mog. ter zaake van de door ons toegezondene Electie van Burgemeefteren en Schepenen , gefchreeven , het volgende ter Vergadering van Uw Ed. Mog. te avanceeien : — Dat, daar Zyne Hoogheid tot reden van het niet kunnen of mogen Electie doen uit de gezondene Nominatie , aanvoert, dat dezelve niet gemaakt was op eene wyze, overeenkomstig met de bezwooren Conftitutie van UwEd. Mog. Provincie, en het aan hoogstdenzelven niet heeft kunnen behaagen , ons directelyk daar over te onderhouden, het by ons is voorgekomen, het beste te zyn, Uw Ed. Mog. te verzoeken, om zo fpoedig mogelyk , aan den Heer Stadhouder te refcribeeren, dat die gezondene Nominatie gemaakt is , op eene wyze, volkomen overeenkomftig met de gearresteerde , en door het gantfche Volk plegtig met Eeden bekragtigde Regeeringsform onzer Stad; hebbende wy, bovendien , geoordeeld , dat het aan den Heer Stad- hou-  44 oct. ZAAKEN VAN i?g5; houder van te weinig aanbelang was , door wien de Nominatie van Burgemeefteren gefchied is, door Kiezers uit het Volk, of door den Magiftraat zelve. Zoo maar aan Hoogstdenzelven de Nominatie (zoo als die door ons was goedgekeurd en overgenomen , en dus, als eene Nominatie, uit ons Collegie, en als de onze, aan den Heer Stadhouder overgemaakt,) ter Electie gezonden wierdt, ingevolge het Recht, dat aan Zyne Hoogheid competeert; ten blyke, dat het ons niet te doen was, de Prjeeminentien en Rechten te na te komen , welke door het Volk zelve , by vernieuwing, aan de tydelyke Heeren Stadhouders toegekend zyn : — terwyl, wat de Lyst der Raaden betreft, het van zelve fprak, dat, daar dat zelve Volk allen denzulken •uit de Vroedfchap, welke zich declareeren mogten, het nieuw gearrefteerde Reglement te willen bezweeren, voor permanente Raaden houden wilde , en reeds de Meerderheid onzer Regeering z;ch daar voor verklaard hadt, de Regeering dus ook niet langer in de termen verfeerde , van , volgends het Jaarlyksch gebruik , de Lyst der Raaden te kunnen overzenden , zonder, ten deezen aanzien, een alzins reprochablen ftap te doen: •—* het was toch geen requifit, ingevolge het Reglement van 1674, maar alken eene ufance, daar toe voornamenlyk ingerigt, om geene verwarringen meer omtrent den rang der Raaden te doen veroorzaakea , het geen wel eens plaats gehad heeft, doordien de Raad dezer Stad voorheen niet gewoon was, eene-lyst van Raaden aan den Heer Stadhouder over te zenden* —- om ons niet by deeze gelegenheid te beroepen cp het geen Zyne Hoogheid zelve in het voorgaande Jaar, zonder dat 'er aan Hoogstdenzelven een lyst van Raaden was toegezonden , gepraftifeerd heeft, van , namenlyk, de Raaden Haamjens en Beckering, als Burgers, buiten den Raad, volgends Zyne Hoogheids fustenu , te eligeeren als Burgemeesters uit de Burgery, zonder dezelven als Raaden te erkennen. Verwagtende wy voords, dat het Uw Ed. Mog. gelyktydig behagen zal, by de Refcriptie, den Heer Stadhouder met eenen vriendelyken ernst te compelleeren tot het ten fpoedigften gebruik maaken, van het, aan Hoogst-  0CT. STAAT EN OORLOG, 1785. 4J Hoogstdenzelven by vernieuwing gedemandeerde gezag; om, uit de reeds toegezondene Nominatie van Burgemeefteren en Schepenen , eene Vrye Electie te doen ; protefteerende wy, ingeval van contrarie, tegen alle de 'facheufe gevolgen , welke 'er notoir te wagten zyn, indien beidezyds het Recht ten' fterkften zal moeten worden gepousfeerd; in welk geval wy, tegen het pretenfe Recht van den tydelyken Heer Stadhouder, als gegrond op het onwettige , fchadelyke , en drukkende Reglement van 1674, aan het welk wy ons, wat het Huishoudelyke onzer Stads Beftiering aangaat, niet.langer gehouden achten , ons op zulk eene wyze gedraagen zullen , als met de Achtbaarheid van ons Souve-rain Collegie beftaanbaar, en, volgends de ftrikfteRechten onzer diergekogte Volks-Vryheid, alzins verdedigbaar zal bevonden worden. , En, eindelyk, daar wy alle redenen hebben, om van Uw Ed, Mog; te verwagten, dat Hoogstdezelve de inconteftabele Rechten en Privilegiën der Steden onzer Provincie, tegen allen indragt op dezelve, zullen helpen maintineeren, vertrouwen wy, dat ook, in dezen, onze Stad en Burgery , door Uw Edel Mog. hooge protectie, by de haare zullen worden blyven bewaard, zonder dat het dispofitief van Uw Edel Mog. Vergadering ten aanzien van het verzoek des Heeren Stadhouders' zal uitvallen tot merkelyke praejuditie van de minfte zelfs onzer inëlienable Stads Rechten, wy laaten ftaan , tot Renverfement onzer Stedelyke Regeeringsvorm, tot handhaving van welke, onze goede Burgers en Ingezeetenen hun leven en goederen veil verWaard, en zulks op de plechtigfte wyze onderling bszwooren hebben: —■ immers en voor het minst, hoopen wy dat, geconfidereerd den heiligen ernst der zaake, welke het object der hooge Vergadering moet uitmaaken , geen overhaast belluit dezelve zoodanig uit haar geheel zal brengen, dat, daar door, de thans zo noodlottig plaats hebbende verwydering, tusfchen Uw Ed. Mog. en ons, grooter, en de hoop op redres der fchreeuwende gebreeken in ons Staatsgeltel, minder gemaakt zal worden ; in welk geval wy ons onfchuldig willen gehouden hebben aan alle de nadeehge gevolgen, wel-  A6 oct. ZAAKEN VAN 1785, welke daar uit, zoo voor onze Stad en Provincie als voor het Bondgenootichap , immer zouden kunnen en moeten proflueeren; referveerende wy ons in dezen de Macht, om, uit kracht van de Unie, en der Rechten onzer BurgerJyke Vryheid, daar, en wanneer het behoord , onze gerechte zaak , en die van onze goede Burgers en Ingezetenen , met al dien nadruk , welke het gewicht derzelve van ons vorderen zal, fchoon ondanks ons zeiven, te vervolgen. Waar meede, Edel Mog. Heeren! Wy U beveelen in de protectie des Allerhoogften, en ons noemen: &c. , CXXX. Misfive va» de Regeering van Wyk by Duurftede, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Raaden der Stad Utrecht. In dato . . Oclober 1785. edele groot achtb. heeren, bizonder goede vrienden! Daar wy vernomen hebben , dat ook aan Uw Ed. Groot Achtb. van wegens de Heeren, Hunne Edel Mog. ordinaris Gedeputeerden , toegezonden is, Copy der Misfive van den Heer Stadhouder , inhoudende , klagten over het ontvangen van de Nominatie van Burgemeefteren , gemaakt (wel js »t Waar) door Kiezers van 't Volk , (maar ook) by ons goedgekeurd en overgenomen , ingevolge de ooripronglyke Rechten onzer Stad en Burgery, en zonder prejuditie der Voorrechten van het Erfftadhouderfchap, daar immers, blykens de dispofitie , welke wy aan Zyne Hoogheid geheel gelaaten hebben, om, uit die Nominatie, zoo als die door ons was overgenomen en goedgekeurd , eene Vrye Electie te doen , Hoogstdezelve bewaard gebleeven is by de macht der uitoeftening van het recht, aan de Stadhouders in den tyd, by vernieuwing in ons jongst gearrefteerde Stedelyke Reglement, met Concurrentie en uitdrukkelyke toeftemming van het Volk, toe»  oct. STAAT EN OORLOG. 1785. 47 toegekend : — als mede eene Doleantie over het niet toezenden van de Lyst der Raaden , van welke Jaarlvkfche Ufance wy, zedert de invoering van ons meuwe Reglement , (meest en naast overeenkomende met de Conftitutie, zoo als die van ouds was, toen wy in het reëel bezit der Privilegiën, Handvestenen Gerechtigheden onzer Eurgerlyke Vryheid waren J geen gebruik hebben kunnen maaken, zonder ons aizins repro, chabel aan te ftellen. En, daar het zich duidelyk genoeg laat aanzien, als of Heeren Gedeputeerden het daar heenen ter StaatenVergadering zullen zoeken te dirigeeren, om, zonder eenig bericht van ons af te wagten , Cwaar toe wy ook niet fpeciaal zyn aangezogt,) en, na communicatie aan Hun Edel Mog. gegeeven te hebben, van de reeds verleende continuatie, aan ons misfchien Staatswyze aan te fchryven, ofwel te gelasten, om aan Zy. ne Hoogheid met den eerften te doen toekoomen , eene, zoo Hoogstdezelve het noemt, op eene conftitutioneele wyze gemaakte Nominatie van Burgemeefteren en Schepenen, om daar uit de noodige Electie te kunnen doen; gelyk mede de Lyst der Raaden ; daar wy ondertusfchen , in de tegenwoordige tyden onzer Regeering , geene andere Conftitutie voor alleen wettig, alleen rechtvaardig, alleen heilig erkennen, dan welke, door de ftem des Volks, daar toe door den Souvereia onzer Provincie zelve opgeroepen, voor alleen wettig, alleen rechtvaardig , en alleen heilig verklaard, ingevoerd , en met eeden bevestigd is ; en zulks wel , in tegenoverftelling van het onwettige, fchadelyke en drukkende Reglement van 1674, welke , wel verre van naast en meest overeen te koomen met de Regeering van onze Provincie , zo als die van ouds was , integendeel daar mede ten eenemaal contrariëerende, en ook zelfs in veele opzichten ftrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van dezen Lande ; in zoo verre het , niet alleen te veel willekeurigs overlaat in de uitoeffening van het Stadhouderlyk gezag, maar ook in troebele tyden, met overhaasting gemaakt, en zonder Stad en Steden te kennen, alleen door twee Leden van Staat, die zich met de Magiftraats beftelhng van  48 oct. ZAAKEN VAN van Stad en Steden niet veimogten te bemoeyen (vol» gends de bekende Conventie door intercesfie van den Gratffe van Nieuwenaar~) en met Concurrentie van Willem den Derden , eigener authoriteit en gewapenderhand , is doorgedrongen ; ten gevolge , dat onze Stad, voor zoo'veel haar huizelyk beflier betrof, zich nimmer onder de verplichting bevonden heeft, om het Reglement van 1674 te beëedigen , en dus ten dien opzichte zoodanig in haar geheel gebleeven is, als zy in den Jaare 1651 tegens de Heeren Staaten beweerd heeft , (gelyk zy ook daar in door Uw Ed. Groot Achtb. zelve Rechtens gemaintineerd is,) en als nog blyft beweeren , beroepende zy zich daarenboven nog op haaren Stedelyken Eed, zoo als die door Burgemeefteren en Raaden , by de aanvaarding hunner posten, gedaan wordt, en waar in geen fpoor van gehou» dendheid aan het Reglement van 1Ö74 te vinden is. Zoo is het , dat wy ons , ten deezen aanzien verplicht gevonden hebben, ons by Uw Ed. Groot Achtb, te vervoegen , met inftantelyk verzoek , dat het Uw Ed. Groot Achtb. Vriendnabuurlyk behaagen mooge, ,alle noodige devoirs aan te wenden, ter voorkooming, dat niet, ter zaake in verfchil, eene Conclufie mooge vallen, ten merkelyke prejuditie onzer Stedelyke Rechten , immers en ten minften niet, voor en aieer onze Misfive, ter rescontre van die des Heeren Stadhouders, zal zyn ingezien , en ons gededuceerde Recht , tegen de onbevoegde vorderingen, daar in voorkomende, in alle beboorlyke overweeging genoomen: — imploreerende wy, voor het overige, op het allerernftigfte Uw Ed. Groot Achtb. veelvermogende attentie en officie, in het maintineeren en helpen maintineeren onzer inalienable Stads Rechten tegen allen indragt, die 'er van den kant des Stadhouders op dezelve gefchied , en tegen alle onverhoopte appui van den kaHt der voorftemmende Leden, in welk geval, de zaak, buiten Uw Ed. Groot Achtb. tusfchenkomst, zoodanig uit haar geheel zal worden gebragt, dat'er de facheufte gevolgen voor Stad en Steden uit zouden moeten proflueeren , het geen wy wenfchen, dat God verhoedeI Waar mede, edele GR. ACHTB. heeren ! enz. CXXXI,  »ov. STAAT EN OORLOG. 1735. 49 GXXXI. Extract uit het Memorie en Refolutieboek 's Hove van Gelderland , nevens eene Publicatie, waarby aan * de Burgers van Zutpher , alle open- baare zamenkomst wordt verboodeiu In dato 1 November 1785. Omfangen en gelezen een Misfive van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen, gefchreven tot Zutphen den 31 October jongstleden , houdende , dat het Hof uit Haar Eerz. Misfive van deh 3 September dezes jaars en fpeciaal uit deszelfs Bylagen, fub. P. 2, ft R en S kennelyk was geworden , hoe 't Collegie der Gemeenslieden voornemens was geweest, om de geheele Burgerye dier Stad in Gildens en Compagnien te doen convoceeren, tep einde derzelver gevoelen over de admisfie van Mr. E. G. Crookceus als Gemeensman, te vernemen: gelyk mede hoe Haar Eerz. zig verpligt gevonden hadden, door prohibitive Refolutien, voorts interdictien , en daartegen gedaane Publicatie te beletten , niet alleen dat de aanftellinge van voorfz. Crookceus door Zyne Door!. Hoogheid in conformité van het Reglement van Regeeringe gefchied, van 't goedvinden der Burgerye wierde afhankelyk gemaakt, maar ook in 't generaal, dat alzulke convocatien , buiten Haar Eerz. confenc ondernomen , zyn voortgang gewonnen; dat, daar 't nu tot heden toe hier by nog was verbleven, Haar Eerz. in dat vertrouwen geverfeert hadden , dat door voorfz. Collegie niets diergelyks weder zoude worden ondernomen , immers niet, nadat aan hun uit 's Landfchaps Refolutie van den eerften October was gebleken, niet alleen dat deze zaak een object van deliberatie der Heeren Staaten was geworden, maar ook dat daarby hun gelegendheid wierde gegeven, om derzelver gedrag en gefustineerde zoo mogelyk te konnen justificeeren , en dat 't Hof inmiddels geauctorifeerd was, hieromtrent een wakend oog te houden, Haar Eerz. overzulks ten hoogften gefrappeert waren geXXX. deel. D weest,  5o nov. ZAAKEN VAN 17S5. weestj toen ia derzelver Vergadering van den 31 October jongstleden door Gecommitteerde Gemeenslieden wierd overgebragt een Copylyk by gemelde Haar Eerz» Misfive gevoegd Extract uit 't Memoriaal van meergem. Collegie, terwyl teffens, nog zittende Haar Eerz» Vergadering, door den Kamerdienaar in den Raad waren geëxhibeert geworden 17 aleensluidende aften tot convocatie van Gildens en Compagnien aan denzelven door den Woordhouder van dukgem. Collegie ten fine van exploict overhandigd, waarvan insgelyks Copyen by Haar Eerz. Misfive waren voegende ; dat Haar Eerz. hadden geoordeeld de voorfz. acten te moeten feponeren , en wyders geen ogenblik gehaefiteert, om datelyk met inhxüe van Haar Eerz. voorgemelde Refolutien, in datis den 13 July en 3 September, de daarby aan het Collegie der Gemeensluiden gedaane intërdiétien te renoveren , in hoope dat dezelve van effect wezen zoude, terwyl Haar Eerz. niet te min zoo uit hoofde van de voorfz. Landfchaps Refolutie als daaruit geproflueerde Misfive van den Hove niet hadden willen nalaten, hiervan ten fpoedigiten aan 't Hof communicatie te geven , ten einde 't Hof in ftaat te Rellen , om hierop zoodanige reflectien te liaan en te refolveeren, als volgens de intentie van de Heeren Staaten zoude oordeelen te behooren. Waarop gedelibereerd zvnde, is goedgevonden en verftaan, met inhaefie van 's Hoves Publicatie van den 11 October jongstleden, de Gemeenslieden der Stad Zutphen, in naame van de Land Furltelyke Hoogheid, op 't ernftiglte te interdieeeren , zoo als dezelve in naame als voorfz. geinterdiceerd word by deeze, om zig niet alleen in 't generaal van alle eigenwillige rigtinge zorgvuldig te wagten, maar ook in *c byzonder, om zig van alle convocatien der Burgerye, hangende de dèliberatien der Heerèn Staaten deezes Furltendoms en Graaffchap over deeze geheele materie te onthouden , by poene, dat zoo tegens deeze 's Hoves ernftige wil en meening, (trekkende om te voorkomen, dat geene zaaken, hangende Haar Ed. Mog. dèliberatien niet buiten haar geheel worden gebragt, mogt worden aangegaan , tegens zoodane contraventeurs, waaromtrent een  mv. STAAT EN OORLOG. 1785. 51 een ieder voor zyn perfoon zal refponfabel zyn, na alle rigeur als tegens verftoorders van de algemeene rust en epenbaare overtreeders van *s Landfchaps wetten en ordonnantiën zal worden geprocedeerd, zoo als zal bevonden worden'te behoren. En zal extraét dezes wederom by Misfive in dit finguliere geval aan de Gemeente der Stad Zutphen worden toegezonden, om zig daarna exaftelyk te reguleeren. PUBLICATIE* Wy Erfftadhouder en Raden, in name van de Edele Mogende Heeren Staaten des Furftendoms Gelre en Grniffchaps Zutphen, doen te weten; Alzoo wy door de Magiftraat der Stad Zutphen, by Misfive van den 31 October jongstleden, zyn geinformeerd geworden, dat, tnettegenftaande onze Publicatie van den II Oftober daar bevorens , in name van de Heeren Staaten dezes Furftendoms en Graaffchaps gedaan, de Gemeenslieden der Stad Zutphen zig hebben onderft;>an , om een convocatie der Burgerye, over zaken w irover de dèliberatien van de Heeren Staaten dezes Fu>ftendoms en Graaffchaps nog zyn hangende , ei* genwilllg te ondernemen , en tot dat einde door den Wo r ihouder van de Gemeente aan den Kamerdienaar zyn overhandigt 17 aleensluidende Aften, ten fine van exploift, waarvan aan ons door gem. Magiftraat almede een Copie is overgezonden , en dat zoodane ondernemingen niet anders kunnen geconlidereert worden , dan in zig te bevatten een eigenrigtinge en een openbare veragtinge en vilipendie van het wettig gezag der Hooge Overigheid, en te verftrekken tot verftoringe der zoo hoognodige rust en eendragt binnen de Stad Zutphen; zoo is het, dat wy tot confervatie van goede ordre , rust en eendragt, en tot maintien van 's Lands hoog- en geregtigheid , goedgevonden hebben , niet 'alleen by dezen al nog te inhsereeren onze Publicatie van den 11 Oftober jongstleden , maar ook teffens, in name als boven, mitsdeze alle Burgeren en Ingezetenen der Stad Zutphen ep het ernftigfte te verbieden, om hangende de dèliberatien van hooggedagte D a Hse-  j2 nov. ZAAKEN VAN 1785; Heeren Staaten eenigen aanzoek of inftantie, onder watvoorwendzel zulks ook zoude mogen wezen, tot convocatie der Burgerye aan de Gemeente der Stad Zutphen, aan welke wy het doen eener zoodane convocatie by onze Refolutie van heden mede Tpeciaal hebben geinterdiceert, te doen, maar alles te laten in dien ftaat, waarin zig hetzelve tegenswoordig bevind, en wanneer het onvermoedelyk , en tegens alle verwagtinge mogt komen te gebeuren , dat een zoodane convocatie , tegen dezen onzen ernftigen wil en meninge zoude mogen worden gedaan, zig wel te wagten, om in zulke vergaderingen , dewelke wy in zoo een' ge* val, benevens al het geene daarin zoude mogen worden verhandeld , van nu af aan, in name van de LandFurftelyke Hoogheid, verklaren voor onwettig, nul, en onbeftaanbaar te houden, bytewoonen, veel min daarin iets te helpen refolveeren ; waarfchouwende en gelastende voorts wel ernftig een ieder, om zig ftil en gerust te houden, en zig van aHe eigenrigtingen, mitsgaders van alles , wat tot verftoringe van de rust en eendragt, alsmede van allen inbreuk en iunovatien op s Landfchaps hangende dèliberatien zouden kunnen verftrekken 4 te wagten, alles by ptene , dat die geene , welke mogten bevonden worden, zig tegen on» ze Publicatie te verzetten , of daar tegens in 't eene of andere opzigt aantegaan, als verftoorders van de algemeene rust, en openbare verbrekers en overtreders van 's Landfchaps Wetten en Ordonnantiën, na exigentie van zaken, met de uiterfte rigueur zullen worden behandeld en geftraft; — en opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zal kunnen prastendeeren zal deze alomme binnen de Stad Zutphen, ter plaatze daar zulks gebruikelyk is, worden gepubliceett en geaffigeert na behoren. Dies ter oirconde, is des Furftendoms Gelre, en Graaffchaps Zutphen fecreet Zegel op het fpatium gedrukt, en deze door den Griffier ertekent geworden. Gegeeven te Arnhem den eerften November 178?. (L. S.) 5 * (Was get.) f. w. van den steen» Dat  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. 53 Dat wyders den Momboir en Subftitut Momboitdeezes Landfchap, Dr.Johan Schrasfert, en Dr.>hm Cotnraad van Hasfelt, zullen worden geauétorifeert, gelyk geau&orifeert worden by deezen, om zig ten allerfpoedigften iu perfoon na de Stad Zutpen te begeeven, om aldaar de voorfchreeven Publicatie, welke aan haar ten dien einde zal worden ter hand gefteld , aan de Magiftraat van Zutphen overtebrengen , ten einde dezelve ten allereerften , in de Stad Zutphen , alwaar zulks behoort, ten haren overftaan, werde gepubli*eert, en vervolgens geaffigeert, en daartoe het nodige met de Magiftraat van Zutphen, op de bekwaamde wyze te overleggen, wordende voorts opgemelde Momboir en Subftitut Momboir almeede geauctorifeert, om wanneer onvermoedelyk, tegens deeze Haar Ed. Mog. Ordres en Publicatie, iets zoude mogen worden ondernomen, hetzelve alsdan met overleg van de Magiftraat der Stad Zutphen, dadeiyk, zelfs des noods met de fterke hand te keer te gaan, en te beletten, en daaromtrent 's Lands hoog- en gerechtig, heid waartenemen. En zal extract dezes by Misfive in dit finguliere geval , aan de Gemeente der Stad Zutphen , voor zoo veel Haar is concernerende, worden toegezonden, om zig daar na exactelyk te reguleeren. En voorts gelyk Extract, zoo aan den Momboir en Subftitut Momboir voorn., om zig daar na te gedragen, worden ter hand gefteld , als aan de Magiftraat der Stad Zutphen, by Misfive werden toegezonden, om te ftrekken tot Haar Eerz. narigt, met bygevoegde verzoek, om mesrgemelde Momboir en Subftitut Momboir, in het execu» teeren van haare ordres, de behulpzame hand te willen bieden. (Onder ftond) , Accordeert met voorfz. Memorieen Refolutie-boek. (Was get.) f. w. van den steen. D 3 CXXXII.  Si nov. ZAAKEN VAN 1785. CXXXII. Misfive van de Regeering van Zutphen. In dato 2 November 1785., Edele, Erèntfeste, Weerde, Hooggeleerde, Wyze„ Voorzienige , zeer Discreete Heeren, byzondere goede Vrienden! rjfoo dra wy op gisteren avond hebben ontvangen. en in onze Vergaderinge verleezen Uw Ed. en Weerde refcriptie en gerefolveerde op onze Misfive van daags te voren, hebben wy, na dat de Heer Praefiderende verder openinge hadde gedaan, dat de Mom« boir en Subftitut Momboir dezer Landfchap , Dr. Johan Schrasfert en Dr. Johan Coenraad van Hasfelt, aan Zyn Ed. hadden kennis gegeeven , dat door. Uw Ed. en Weerde waren geauftorifeert , om zig ten allerfpoedigften in perfoon herwaards te begeeven , en aan ons de by Uw Ed. en Weerde gearresteerde Publicatie, aan hun ten dien einde ter hand gefteld, over te brengen , ten einde dezelve ten allereerften binnen deeze Stad, ter plaatze daar het behoorde, ten hunnen overftaan, wierde gepubliceert, en vervolgens geaffigeert, hebban wy niet nagelaaten, van deeze onze belegde Vergaderinge aan gemelde Momboir en Subftitut Momboir, terftond communicatie te doen, die dan ook dadelyk zig aldaar hebben gefifteert, en vervolgens de op hun , door Uw Ed. en Weerde verleende auclorifatie geëxhibeert, gelyk mede de Publicatie invoegen door Uw Ed. en Weerde gearresteert, en aan hun ter- over* brenginge ter hand gefteld. Wy hebben na lectute van een en ander, gadeflaande de byzondere tydsomftandigheden, geen zwarighejd gemaakt, voorfchr. Publicatie, ten overftaan der Momboiren , te laaten gefchieden , en wyders conform de intentie van U Ed. en Weerde, met meergemelde Momboiren te overleggen , het geen ter executie van dien, na omftandigheid van zaaken , best zoude kunnen en behooren te gefchieden; gelyk dan ook dit een en ander van dat gevolg is geweest, dat heden morgen om 8  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. 55 8 uuren meargem. Publicatie , ten overftaan van den Momboir en Subftitut Momboir voorn., in behoorlyke ordre is afgekondigt, en vervolgens ter plaatze gebruikelyk geaffigeert geworden. r Wy zyn, Wei-Edele en Weerde Heeren, ten hoogften gevoelig , niet alleen over de zonderlinge attentie en confidentie , dewelke U Wel Ed. en Weerde op den inhoud van onze Misfive en de Bylagen wel hebben gelieven te Haan, maar ook over de promptitude, met welke een en ander is geëxpedieert geworden, en betuigen daar voor onze dankerkentenisfe , terwyl wy ons teffens zeer kunnen loueeren over het goed toeverzigt en de vigilantie door den Momboir en Subftitut Momboir , in het volvoeren van ü Wel Ed. en Weerde ordres, in dezen gehad en betoond. Ondertusfchen veihoopen en vertrouwen wy , dat deeze gedaane Publicatie 't gewenschte effeft zal forteeren zullende in contrairen val, van het geen verder mogte worden ondernomen, niet nalaten ten fpoedisften aan U Wel Ed. en Weerde communicatie te geeven. — Waarmede eindigende, beveelen wy UEd. en Weerde in de befcherminge Godes. Gefchreeven te Zutphen den 2 November 1785. Edele Erèntfeste, enz. Uw Ed. en Weerde goede Vrienden, Burgemeester en, Schepenen en Raad der Stad Zutphen. D 4 CXXXHI.  5<5 nov, Z AA KEN VAN i?8jj CXXXIII. Rapport over het Commando van het Guarnifoen in den Haag en de Refolutie van 4 en 5 Maart 1672, nevens Antwoord aan den Koning van Pruisfen, op hoogst deszelfs Misfive, over de prxeminentien van Zyn Hooghdid de Prince van Orange, In dato 5 November 1785. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert de confideratien en het advis van de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , hebbende, ingevolge en ter voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 28 September laatstleeden geëxamineert een Misfive van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, van den 18 uier maand , raakende de confervatie der Regten en prrcetminentien van Zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau , breder onder de Notulen van den voorfz. 28 September vermeld. En dat zy Heeren Gecommitteerden hadden geconfidereerd , dat, by gemelde Zyne Majefteits Misfive onderfteld werdende, dat het Commando van het Guarnifoen in den Haag aan Zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder en Capitein Generaal uit hoofde van deszelfs Charges zoude competeeren; zodanig pofitief nog met den aard der zake, nog met de commisfie, waar by de gemelde hooge Charges aan Zyne Hoogheid „ door hun Edele Groot Mog. zyn gedefereerd, kan werden over een gebragt: want dat het van zelfs fpreekt, dat, in de Refidentieplaats van den Souveraiu, niemand, buiten denzelven , eenig oppergezag over de Militie , aldaar in Guarnifoen leggende, kan praetendeeren : dat den Haag , dan ook als de Refidentieplaats van hun Edele Groot Mog. den wettigen Souverain van deeze Provincie, fteeds is geconfidereerd geworden - en , dienvolgende , by hoogstderzelver Refolutie van den 4 en j Maart 1672, verklaard, dat het Guarnifoen, aldaar, aan  xov. STAAT EN OORLOG. 1785. 5? aan niemand anders als aan hun Edele Groot Mog., en derzelver Gecommitteerde Raaden, gehoorzaamheid fchuldig is, of pareeren mag; mitsgaders, dat het geeven van het Wagtwoord, en alle andere teekenen van gezag over de Militie, aldaar, aan dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden dan ook privativelyk moeten verblyven. Dat hier tegen in geen de minfte confideratie kan komen , dat de Erectie van het Stadhouder- en Capi» tein Generaalfchap van deeze Provincie , kort daar na gevolgd zynde, de voorfz. Refolutie zoude kunnen fchynen, daar door, per fe, vervallen te zyn : nademaal men dan, te gelyk, zoude moeten onderftellen , dat de Heer Stadhouder , door deeze Erectie , boven hun Edele Groot Mog. zelve verheeven zoude zyn; het welk niet alleen tegen den aard van de Souverainiteit van hoogstdezelven ftrydig zoude weezen; maar ook daar en boven ftrydig tegen de voorfz. commisfie van Zyne Hoogheid , zoo wel van Erf-Stadhouder of Erf-Gouverneur , als van Capitein-Generaal; waar by Zyne Hoogheid woordelyk word gequalificeerd, Om de zaaken van Oorlog en Politie te beleiden , by goeddunken van hun Edele Groot Mog. en met advys van hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden, in conformiteit van derzelver Inftructien. Zoo dat wel verre van uit de woorden van deeze Commisfie eenig oppergezag, of onafhankelykheid van hun Edele Groot Mog. in welken opzigte het dan ook zoude mogen zyn, te kunnen deduceeren; de Heer Stadhouder of Gouverneur en Capitein Generaal , in tegendeel , daar by , wel uitdrukkelyk, aan het goeddunken van hun Édele Groot Mog. in alles werd ge» iubjecteerd. Dat, wyders, geene Refolutien van hun Edele Gr. Mogende voor handen zyn, waar by hoogstdezelven te kennen zouden hebben gegeven, van hunne voorfz. Refolutie van 1672, in eenigerley maniere, te hebben willen afgaan ; of zig te willen ontdoen van eenig gedeelte van . het oppergezag , of inconteftable Rechten aan de Souverainiteit zoo inmiddelyk verknogt: dat, D s in  58 nov. ZAAKEN VAN 178^ in tegendeel, de Registers van hun Edele Groot Mog.' ten duidelykfte aantoonen, dat hoogstdezelven by het fyftetna van meergemelde Refolutie van 1672, hetwelk, zoo evidentelyk op den aard der zake zelve is gefundeerd , altoos hebben -blyven perfifteeren ; en begree. pen, dat het Commando van de Militie, op de repar» titie van deeze Provintie (taande , aan den Heer Capirein Generaal van deeze Provintie gedefereerd, in geenerley wyze konde verdaan worden te involveeren het recht van te commandeeren de Militie , Guarnifoen houdende in den Haag, als zynde de Refidentieplaats van hun Edele Groot Mog.; dat dit begrip van hun Edele Groot Mog. duidelyk is gemanifesteerd , in de minderjarigheid van den tegenwoordigen Heer Erfftadhouder en Capitein Generaal van deeze Provincie, by Refolutie van den 10 February 1752 , en dus , maar omtrend vyf jaaren na de Erectie en het erfelyk maaken van her Stadhouderfchap; by welke Refolutie hun Edele Groot Mog. het Commando over de Militie, ter repartitie van deeze Provintie ftaande, cafu quo , wel hebben gedefereerd aan den Hertog van Brunswyk Wolffenbuttel, als reprtefenteerende den minderjarigen Heer Stadhouder als Capitein Generaal van deeze Provincie ; zonder eenige de minfte uitzondering, als alleen aangaande de dispofitie over de Patenten ; en eenige bepaaling aangaande de begeeving van de Militaire vacant te vallen Charges, by de voorfz, Refolutie breder vermeld : dan dat, hoe verre dit Commandement van de gemeide Militie zig dan ook in die qualiteit mogte uitftrekken, hun Edele Groot Mog. nogtans ter zeiver tyd hebben begreepen , dat de Reprafentant van den Capitein Generaal het Guarnifoen van den Hage, als zynde de Refidentieplaats van den Souverain , niet konde commandeeren ; gelyk evident is uit het 10 Articul van de Inftructie van gemelden Hertog, agter de laatstgemelde Refolutie geinfereerd, waar by hun Ed. Groot Mog., hoe zeer de Vrouwe Gouvernante toen nog in leeven was, en nog verfcheide jaaren daar na heeft geleeft , hun voorfz. iyftema van 1672 vast hebben gehouden , en aan den toen maligen eventueelen Reprtefèntant van den Capitein Generaal voorgefchreeven, Dat  NOV. STAAT EN OORLOG. 1785. 59 Dat hy Reprafemant de Guardes en verdere Militie , in den Hage , onze Refidentieplaats, Guarnifoen houdende, zouden laatemm de ordres van ons en onze Gecommitteerde Raaden; en zullen dezelve NB. aan niemand wie hy zy, verders rnogü» obedieeren, diredtelyk of indirec- . telvk, uitgezonderd het geen hier bevorens Art. 2 en 4 is gedefereerd, en zal dienvolgende het eeeven van het Wagtwoord, en alle verdere tekenen van gezag over de Militie , moeten verbleven aan onze Gecommitteerde Raaden : zonder dat dezelve zig zulks in eenigerhande maniere zal mogen onderwinden. Dat by aldien men, niettegenftaande de voortz. n> conteftabele Rechten van alle Souverainen, op den aard der zake zelve gefundeerd; en niettegenftaande de gemelde Commisfie van den Heer Stadhouder of Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provinc.e , en de Refolutien van hun Ed. Groot Mog. van 1672 en 1752 deeze Rechten zoo uitdrukkelyk inhalerende en confirmeerende; des onaangezien nog zoude willen fuftineeren da het Commando van het Guarnifoen van Sen Haag aan den Heer Erfftadhouder of Gouverneur en Capitein Generaal van deeze Provintie pnvativelyk zoudePcompeteeren : zy Heeren Gecommitteerden dan niet anders kunnen zien, als dat men tenens zoude behooren te bewyzen, dat het voorfz. Commando aan den Heer Capitein Generaal van deeze Provincie door hun Ed. Groot Mog. by eene nadefe fpeciale Refolutie gedefereerd zoude zyn geworden : en wel zodanig dat hoogstdezelven , fchoon Souveram van deeze Provintie zvnde, op eene onvoorbeeldige wyze, zig zouden hebben ontdaan van de magt, om in hunne eigene Refidentieplaats, direcle ordres aan het Guarnifoen, aldaar, te geeven; en, wanneer zulks nodig oordeelen , voor hunne eigene fecuriteit zorge te draagen. Dat zy Heeren Gecommitteerden al wyders hebben geconfidereerd , dat het pointvari het Commando van het Guarnifoen van den Haag, door de bovengemelde demarche van Zyne Pruislifche Majefteit aldus van veel delicater natuur, als het te voren was, is geworden: want  da nov. ZA AKEN VAN want dat, by aldien het geene, dienaangaande met oogluiking, zoude mogen zyn gepasfeerd nu voor een uitfluitend Recht zoude werden gehouden ; zodanig dat hun Edele Gr. Mog. zelve de faculteit niet zout den behouden, om over het voorfz. Commando, naar goeddunken, te disponeeren; en ze|& vreemde Mogendheden daar over zouden werden ingeroepen : als dan, naar de gedagten van hen Heeren Gecommitteerden, aan de Souverainiteif. van hun Edele Groot Mog. eene allergevoeligfle atteinte zoude werden toegebragt; mitsgaders de Heer Erfftadhouder of Gouverneur en Capitein Generaal aldus niet alleen op een egalen voet met hun Edele Groot Mog., maar zelfs iri een ftaat van fuperioriteit boven hoogstdezelven in dat opzigt zoude werden gefteld; ten minften, geconfidereerd zoude werden , in zodanigen ftaat van onafhankelykheid van hun Edele Groot Mog. geplaatst te weezen , dat de difrerenten, tusfchen beiden deeze zogenaamde Parthyen ontftaande, fusceptibel zouden zyn voor de tus. fchenkomst of mediatie van vreemde MogendhedenEn alzoo op de volkomenfte wyze , een Imperium in Imperia, binnen deeze Provincie, zoude werden eeëtablisfeert: & Dat zy Heeren Gecommitteerden de zake nu tot zodanige extremiteit gepousfeerd ziende ; en apprehende. rende de fchromelyke gevolgen , die daar uit zouden moeten werden voorzien; deeze hunne apprehenfie voor hun Edele Groot Mog. niet langer kunnen verbergen ; nog ook de noodzakelykheid, dat, daartegen, prompte en efficacieufe voorzieninge werde gedaan : En dat zy Heeren Gecommitteerden , derhalve van advyfe zouden zyn, dat Heeren Gecommitteerde Raaden behooren te werden gelast, zig voortaan ftjptelyk te gedraagen naar den inhoud van hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4 en j Maart 1672, met relatie tot alle de pointen daar inne vervat. /•uD\C; .wId.ers' in decente termes, aan zyne Pruisfi. iche Majefteit, conform het Concept , aan het einde dezer gemfereerd, gerefcribeerd behoord te werden: En dat, laatftelyk , van deeze Refcriptie ter Generaliteit opening zoude behooren te werden gegeeven; mits •  n'ov. STAAT EN OORLOG. 1785. et mitsgaders de zake, verder, daar heen gedirigeerd, dat de Misfive van Zyne Pruisfifche Majefteit , aan hun Hoog Mog., over dit zelfde onderwerp, gefchreeven, door hoogstdezelven moge werden beantwoord, in de. zelfde termes, waar in hun Hoog Mog. Refcriptie van den 30 Augusty 1784 , aan hoogstgedagte zyne Ma]e= Reit is ingerigt. DOORLUGTIGSTE , GROOTMAGTIG KONING. Wy hebben wel ontfangen de Misfive van den 18 der voorleden maand September^ waar mede het Uwer Majefteit behaagd heeft ons te vereeren , en hebben niet, dan met het grootfte genoegen, daar uit gezien de vernieuwde verzekeringen van vriendfchap en attentie van Uwe Majefteit voor den welvaart dezer Repu. blicq, waar van Onze Provintie zoo een voornaam gedeelte uitmaakt. Wy kennen al te wel de waardy van deeze vriendfchap en welwillendheid, dan dat Wy dezelve niet op den hoogften prys zouden ftellen, en onze welmeenende erkentenis daar voor aan Uwe Majefteit op het plegiigfte betuigen , te gelyk met ons vuurig verlangen, dat , Oaze Staat nog lange daar van de aanhoudende aangenaame ondervinding zal mogen genieten. Dan naar mate Onze zugt tot aankweeking dezer gunftige dispofitie van Uwe Majefteit te zuiverder is , naar die mate zyn Wy te meerder getroffen geweest , wanneer Wy uit de voorfz. Misfive hebben ontdekt, dat eene voornaame aanleiding oorzaak tot het fchryven derzelve gelegen geweest is in de informatien , die men aan Uwe Majefteit fchynt te hebben gefup. pediteerd, als of Wy aan den Heere Prince van Orange niet alleen ontnomen zouden hebben iets , het geen indisputabel tot de Charge van eenen Ef-S;adhouder en Erf-Capitein Generaal zoude b'-hcoren, masr als of de gefteldheid van zaaken in Onze ^royinue verder zoodaanig zyn zou,  52 növ. ZAAKEN VAN 1785. zou, dat het zig liet aanzien, als of men welgemelde Prince van de wezenlykfte en gewigtiglle Voorrechten van het Erfftadhouderfchap , het eene voor , het ander na , tragt te ontzetten, zoo dat hem niet, dan de bloote naam en het fchynbeeld daar van zoude worden overgelaaten : Op welke aan Uwe Majefteit toegekomen berichten dan ook de verdere inhoud der voorfz. Misfive gebouwd is. Voor zoo veel deeze aan Uwe Majefteit gefuppediteerde informatien in eene generaale en ongedetermineerde voordragt van zaaken uitloo» pen, is het ons niet wel mogelyk om dezelven en detail te beoordeelen, en na te gaan, of ook, zonder Ons weeten en tegen Onzen wil , hier of daar iers mogt zyn ondernomen, waar ©p in het byzonder by zoodanige algemeene vonrdragt mogt zyn gedoeld ; maar dit kunnen Wy Uwe Majefteit met eene cordaate openhartigheid, waar van de waarborgen van zelve geleegen zyn in die billykheid en liefde tot gerechtigheid, welke Uwe Majefteit ons openlyk toekent, verzekeren, dat hoe zeer Wy ook overtuigd zyn van de noodzaakelykheid tot herftelling van verfcheide tot onheil van den Lande thans ftrekkende abuifen en inkruipingen, en hoe zeer Wy Ons niet mogen ontrekken om hier aan mede te werken , Wy egter nimmer de hand hebben geleend , of daar aan leenen zullen, dat iets tegen Onze gevestigde Conftitutie , of de wettige Rechten van den Heere Prince Erfftadhouder, of van iemand anders, worde vasrgefteld. Wy vleyen Ons, dat deeze Onze welmenende verzekering volkomen genoeg zal zyn , om alle de verkeerde indrukfelen? welken de voorfz. gegeeven abufive en, zoo 't fchynt, geheel ongedetermineerde informatien by Uwe Majefteit mogten veroorzaakt hebben, ten eenemaal uit te wisfchen; en dat Wy deeze Onze gegronde verwagting ook met even veel recht mogen uitftrekken, tot het geen Wy uit Uwer Majefteits voorfz. Mis-  wov. STAAT EN OORLOG. 1785. daar heen gedirigeert, dat de Misfive van Zyne Pruisfifche Majefteit aan hun Hoog Mog. over dit zelfde onderwerp gefchreeven , door hoogstdezelven moge worden beantwoord in dezelve termes , waarin hun Hoog Mog. Refcriptie van den 30 Aug. 1785 aan hoogstgedagte Zyne Majefteit is ingerigt. XXX. deel £ Dg  66 nov. ZAAKEN VAN 1785. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben gedeclareerr, dat, in geenen deele geconcurreert hebbende tot het neemen van zodanige Refolutien als by de Misfive van Zyne Pruisfifche Majefteit worden bedoeld, mitsdien ook de beantwoording van de voorfz. Misfive aan de verdere Leden geheel overlaaten. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXXXIV. Last aan den Hove, om alsnog aan Gecommitteerde Raaden te zenden Copien van alle Informatien, Ordres en Refolutien, door het Hof relatif tot het gebeurde op den 4 September ingewonnen, gefteld en genomen , in de Vergadering van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 5 November 1785. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden gefchreeven in den Hage den 2 deezer, houdende, tot voldoening aan hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den 8 der voorleede maand, derzelver confideratien en berigt, op een Misfive van de Praafident en Raaden van den Hove van den 4 der gemelde maand October tot bezwaar over eene verging der gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden van voornoemden Hove , om Copien te geeven van alle zoo» danige Informatien, Ordres en Refolutien, als by het Hof ter zaake van het Oproer, alhier op den 4 Sepember te vooren ontfiaan, bereits waren ingewonnen, trefteld en genomen , breeder in de Miifive van gemelden Hove , onder de Notulen van den 8 October vervat, welk Berigt met drie Bylaagen daar toe relatief, hier na volgt geinfer§ert. Fiat  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. r,T Fiat infertio. Waar óp gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, de Prafident en Raaden van den Hove by deeze ie gelasten , om alsnog aan de door hun Edele Groot Mog. geapprobeerne Aanfchryving van de Heeren Gecommitteerde Raaden van 1 den 13 September deezes jaars, exaftdyk te v®ldoen, en fpeciaal zoo fpoedia doeniyk aan ,v. STAAT EN OORLOG. 1785. iog op dien zelfden voet als thans te Lillo gefchïed en dat tot dat einde het Comptoir zelfs zoude behooren te worden geplaatst op het voorfz. aan te leggen Fort aan de Badfche Kade, alwaar de Schepen , de Oofter zo wel als de Wester Schelde op of afkomende, zouden kunnen worden geklaard, dr vifitatien gedaan, als anderzints ; en dat voorts op den , te plaatzen uitlegger aan de Geul van het Land twee Commifen van het voorfz. Comptoir zouden kunnen worden geaffeéteert, om de Schepen, die uit Holland of Zeeland, de Oofterfchelde naar Braband zouden opkomen , te vifiteeren en hunne Pasporten in te trekken even als thans van zodanige Schepen te Lillo plaats heeft. Dat zy Heeren Gedeputeerden, in confiJera. tie, dat Lillo zal moeten wezen geövacueert binnen zes weeken na het fluiten van het definitif Tractaat met zyne Keizerlyke Majefteit en het voorfz. Fort mitsdien op dien tydftip nog niet zoude kunden weezen aangelegd, mitsgaders aldaar niet zouden kunnen weezen gebouwd de nodige Huizen, voor de Officieren van de Convoyen en Licenten van de beide Admiraliteit Collegien op de Maaze en in Zeeland; en dien volgende het Comptoir zelf aldaar nog niet zou-3e kunnen weezen geëtablisfeert. Al verder van advis zouden zyn , dat de Schelde intusfchen , tot voorkoming van alle interruptie in den ontfang der voorfchreeve middelen, op deeze wyze zoude kunnen worden gefloten. Dat een van de thans op de Schelde geftationeerde Vaartuigen zoude behooren te worden gelegd voor de Haven van de Badfche Kade, digt by de Wal, op vier a vyf vademen Water :• dat daar op zouden kunnen worden ge. plaatst de twee Ontfangers beneevens de twee Zeeuwfche en een der Hollandfche Commifen; en dat by provifie aan boord van het zelve Vaartuig door de voorfchreeve Officieren 's Lands regten van Schepen, de Oofter- of WesterfchelG 5 de  I©5 nov. Z A AKEN VAN 1785. de op of afkomende, zouden worden ingevorderd, de vifitatien gedaan, als anderzints, even als thans te Lillo plaats heeft. Dat verder voor de Geul van het voorfchreeve Land ter plaatze voorfchreeve een tweede, dog kleioer uitlegger zoude behooren te worden geplaars, aan Boord hebbende de twee overige Commifen van de tegenwoordige Comptoiren te Lillo, namelyk een Hollandfchen en een Zeeuwfchen om de Schepen de Oolterfchelde opkomende naar Braband te vifiteeren, en hunne Pasporten in te trekken, op denzelfden voet, als dit van zodanige Schepen thans te Lillo gefchied; en om voorts in alle gevallen te dienen tot een uitterfte wagt van het voorfz. Comptoir, ten einde alle fluikvaarr voor te komen, En dat eindelyk aan de Collegien ter Admillteit op de Maaze en in Zeeland zoude behooren te worden aangefchreven, om daar toe, yder in den haren of onderling, de nodige Vaartuigen te bepaalen en de nodige ordres te Hellen, ten einde ca/u quo de fluiting der Schelde op eene efficacieufe en voldoende wyze , ten proinpften zoude kunnen worden geëffeftueert. Waar op gedelibereert zynde hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland en van Zeeland het voorfz. gerapporteerde Copielyk overgenomen , om in den haaren breeder gecommuniceert te wotden, en hebben de Heeren Gedeputeerden der vyf andere Provinciën aangenomen hun daar op nader te zullen verklaareu. Accordeert met het voorfz. Register. CXXXVI.  Hov, STAAT EN OORLOG. 1785. 107 CXXXVI, Misfive van de Staaten van Utrecht aan de Regeering van Wyk by Duur* ftede, raakende het overzenden van Nominatien, nevens het Antwoord der gemelde Regeeringe. In dato 9 November 1785. edele erentfsste vroome ! Ingevolge van het gepofeerde by onze Misfive, aan U Ed. den 2 dezer gefchreeven, hebben wy op heden nader in deliberatie gelegd het Contenu der Misfive van Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Erf-S:ad. houder deezer Provincie, betrekkelyk het formeeren en overzenden vai twee Nominatien, ten fine van Electie tot Burgemeefteren en Scheepenen, voor den aanftaanden jaare binnen de Stad Wyk, door Uw Ed. gedaan, met het geene daar aan voorts is geaccrocheerd : en hebben wy dien aangaande goedgevonden Uw Ed. te informeeren , dat wy de voorfz. pretenfe Nominatien van Burgemeefteren en Scheepenen, met allen den aankleven van dien, als ftrydig met de goede order, het recht van den Lande , en met de als noch fubfifteerende Regeerings-Conftitutie, houdende voor informeel, dezelve mitsdien by doezen declareeren voor nul en van onwaarde, Uw Ed. over zulks aanfchryvende, omme zonder uicftel , immers binnen den tyd van acht dagen na den ontvangst dpezer Misfive , te treeien tot het formeeren van eene Nominatie, zoo van Heeren Bur* gemeesteren als van Schepenen voor den loopende jaa» re, mitsgaders omme dezelve aan Zyne Hoogheid, als Erfftadhouder deezer Provincie , te laaten toekomen, in diervoegen en verder op zoodanige wyze , als van ouds gebruiklyk is geweest, alles in conformité vah en ten fine , als by het als nog fubfifteerend RegeeringSrReglement van den Jaare 1674, met continuatie inmiddels van de Leden van den Magiftraat en van den Gerechte binnen Wyk in derzelver funclien refpective, zoo zy daar inne thans, ingevolge van onze aanfchryving  i©8 nov. ZAAKEN VAN 1785, ving van den 2den deezer , zyn continueerende , met verdere referve , in cas van onverhoopte weigering, van zoodanige nadeelige Dispofitie, 3ls wy, tot maintien van de goede order, en tot voorkoming van alle desordres in het beleid van de Politie en Juftitie binnen de Stad van Wyk, naar gelegenheid van zaaken zullen nodig oordeelen. Hier mede Edele, Erentfeste, Vrome! beveelen wy Uw Ed. in de befcherming van God Almagtig. I Gefchreeven Utrecht den 9 November 1785. (Was get.) a. j. godin, vr. (Laager ftond) U Wel Ed. Goede Vrienden de Staaten van den Lande van Utrecht. (Was get.) h, a. laan. (Opfcbrift) Aan de Edele Erentfeste Vromé Burgemeesreren en Regeerders der Stad Wyk by Duurfteede. edel mogende heeren ! Uw Ed. Mog. Misfive van den oden dezer, met aanfchryving, om, zonder uitftel, immers binnen den tyd van 8 dagen, na derzelver ontvangst, te treeden tot het formeeren van eene Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen , en dezelve , ten fine van Eledlie , aan den Stadhouder dezer Provincie te doen toekomen, invoegen, en op zoodanige wyze, als van ouds gebruikelyk is geweest, hebben wy op zyn tyd wei ont'/augen. Wy  növ. STAAT EN OORLOG. I7?5. «3? Wy kunnen het niet ontveinzen, Ed. Mog. Heeren! dat het ons ten uiterften gefurpreneerd heeft , in de bovengem. Misiive geen eenige Rescontre te hebben ontmoet van alle de redenen , we!ke , in onzen Brief van den laatften der voorige maand, ter juitificatie van onze handelwyze gealiegeerd zyn , en waar van wy geene zwarigheid gemaakt hadder., Uw Ed. Mog., als onze Bondgenooten, en die mede de handhaaving on.zer Stedeiyke Rechten bezwooren hebben , te informeren , zonder dat wy , evenwel gelyktydig uit het oog verloóren hadden, dat wy, als Reprefentanten onzer Stad en Burgery, en els uitmaakende een Mede-Lid van Staat dezer Provincie, en dus, met de gezamenlyke Leden van Staat, de Vergadering van UwEd. Mog. compofeerende, ais egale partyen te cocfidereeren waren, zoodanig, dat, in zaaken van verfchil, de eene party, zoo min als de andere, bevoegd was , Rechter te zyn en vonnis te vellen; alleen maar dit onze bedoeling geweest zynde, om, door een vriendnabuurlyk voordraagen der waare redenen en motiven van ons gedrag, niet te kort te willen doen aan de regelen eenes Bondgenootfchaps, door dezelfde Wetten van wellevendheid en openhartigheid onderling geheerd , en om, zoo veel mogelyk, van onzen kant te contribueeren tot herftel der harmonie en wegneeming der discrepance, welke , zedert eenigen tyd noodlottig tusfchen Uw Ed. Mog. en ons Collegie heeft plaats ge. had. Te meerder, en dit kunnen wy althans met geene flilzwygendheid voorby gaan, furpreneerde ons de claufule, van bovengedagte Mifcfive, waar by Uw Ed. Mog. te kennen geeven, dat, „ in cas van onverhoopte wei-, „ gering, zoodanige nadere Dispofitie door Uw Ed. „ Mog. tot maintien der goede orde, en tot voorko„ ming van alle desordres in het beleid van de Politie en Juftitie binnen onze Stad, naar geleegenheid van „ zaaken genomen zou worden , als Uw Ed. Mog. „ zouden oordeelen te behooren," — Immers begree. pen wy, dat zulk eene bedreigende claufule in geenen deele te pas kwam by eene aanfchryving , gedaan aan een der Mede-Leden van den Souvereinen Staat onzer Pro-  „9 mov. ZAAKEN VAN i?8* Provincie ; of, zyn wy dan , uit hoofde der aan ons geweigerde fesiie in het Collegie van Uw EJ. Mig. 'ipfo fatto vernederd tot den ftaat der Hooge- of Ambagts-Heerlykheden, welke, als onmiddelyk onder de beveeleu van den Souverein onzer Provincie ftaande, zich zulkzoortige claufules , in Aanfchryvings-lïrieven van dien aart, zouden moeten laaten welgevallen? Nëen, Ed. Mog. Heeren! in weerwil der voor een tyd geweigerde feslie ter Vergadering van Uw Ed. Mos. blyven wy niet te mïn , als onafhanglyke MagiftraatsLeden van onze Stad, dezelve waardigheid en agtbaarbeid , als vooren, behouden , en, het is ook uit dien hoofde, dat wy, wat den inhoud van Uw Ed. Mog. aanfchryving betreft, ons, naar tydsornftaridigheden, confequentelvk aan ons zeiven gedraagen zullen , „ zonder ons daar in, door eenige dreigende aanmaaningen, veel min ordinatoire conclufien, van wien „ ook, eenigermaate te laaten interrumpeeren." Intusfchen kunnen wy evenwel niet afzyn, Uw EL Mo?, by dezen openhartig te betuigen, dat wy niets hartelyker verlangen, dan, tot herftel der zedert eeni«ren tyd gebrooken harmonie tusfchen Uw Ed. Mog. en ons Collegie , en , om van onzen kant niet in ge» breeken te blyven , van , ter bevordering der goede zaak onzer Provincie en der refpective Steden van die, alles te contribueeren , een bekwaam middel te zien daar gefteld, waar by wy, als voorheen , in onafgebrooken vriendfchap en vertrouwen onderling konden blyven harmonieeren; eene zaak, Edel Mog. Heeren! tot welker daarftelling ons gewisfelyk de geleegenheid niet zou gemist hebben, zoo wanneer, aan onze Staats Gedeputeerden ter befchryving, de weg niet geflooten waare geweest, om, ter tafel van Uw Ed. Mog. met een byna gelykluidende Declaratoir , als dat van zommige Utrechtfche Regenten, zich, omtrent den Provinciaalen Eed op het Reglement van 1674 , te hebbea kunnen expliceeren. Hier mede, enz. CXXXVII.  kov. STAAT EN OORLOG. 1785. ns CXXXVTT. Rapport tot cognitie en decific by de Admiraliteits Collegien, except dat van Amjlerdam, over het niet executeeren der ordres van hun Hoog Mogende, tot het zenden van tien Schepen van Oorlog naar Brest; en den Fiscaal Mr* p. paulüs daar omtrent te qualificeren. In dato 11 November 1785. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , met de Heeren van Zeebergh en van Berckel, ingevolge en ter voldoening aan hun Edele Gr. Mog. Refolutie commisforlaaf van den 21 der voorlede maand, hadden geëxamineert het Rapport, den 24. Juny dezes Jaars ter Generaliteit gedaan door de Heeren , ingevolge van hun Hoog Mog. Refolutien van den 23 December 1783 en 13 January 1784, ipecialyk gecommitteert tot het onderzoek der redenen , raakende het niet executeeren der ordres van hoogstdezelven, tot het verzenden van tien Schepen naar Brest , breeder met verfcheide Bylaagen onder de Notulen van den voorfz. 21 October geinfereerr. En dat zy Heeren Gecommitteerden uit het geheele beloop van het politicq en extra judicieel verhoor, het welk door de Heeren hun Hoog Mog. Gecommitteerden in deeze ten aanzien van de Officieren , daar by geconcerneert, was in het werk gefteld, waren geconvinceert geworden , dat de verantwoording der gemelde Officieren, wel verre van te kunnen worden aangenomen als eene volkomen juftificatie van hun gedrag, met betrekking tot dat geene , waar in de oorzaak der non executie van hun Hoog Mog. ordres tot 't zenden van tien Schepen van Oorlog naar Brest was gefteld geworden, in tegendeel zeer veel reeden van bedenkelykheid overliet, of en in hoe verre dezelve Officieren, ten minfte eenige uit hen, zig wezenlyk aan pligtver- zuim  m nov, ZAAEEN VAN 1785, zuim fchuldig gemaakt, en deswegens ftraffe of correctie verdiend mogten hebben. Dat het groot aanbeiang van deeze zaak, befchouwd in haare waare fource en gevolgen, en vergeïeeken met de principes , waar naar in deeze gehandelt is , mitsdien alzins vordert, dat tegen die uit de in deeze geconcerneerde Officieren , welker gedrag in het byzonder gereekent zoude kunnen worden niet overeenkomftig te zyn geweest met de regelen van verpügting of fubordinatie in den Zeedienst, judicieelyk worde geageert, ten einde fpeciaal dus cok foortgelyke tot onheil van den Lande {trekkende gevallen voor het vervolg voor te komen. Dat of fchoon zoodanige poutfuiten ingevolge dén aart der zaak, natuurlyk by de Admiraliteits Collegien, onder welken de voorfz. Officieren refpcétivelyk behoren, zouden dienen te gefchieden, nogtans de eenheid van'het geval, de invloed daar van op 's Lands Zeedienst in het generaal, en de abfolute noodzaakelykheid , dat in deeze geen diverfiteit van behandelirg of gewysde jjlaats hebbe, niet wel toelaaten, dat voor elk Admiraliteits Collegie afzonderlyk geageert zou worden, maar in tegendeel alzints raadzaam en zelfs noodzakelyk maaken, dat voor Gecommitteerden 'uit de refpective Admiraliteits Collegien door een der Advocaaten Fifcaal van de in deeze meest geconcerneerde Colhgien , als Accufator-publicus , de procedures ter zaake voorfchreeve worden geëntameert , en vervolgens by het alzoo zamengelteld Collegie gedecideert, zoo als in goede Juftitie bevonden zal worden, te behooren. Dan dat by het ten deeze gedaan onderzoek bevonden zynde, dat de verontfchuldiging der Officieren, met betrekking tot het zoo voornaame Articul der gefteldheid hunner Victualia ; in het byzonder, by opklimming is afgeleid uit de ordres, door het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam , in onderfcheiding van andere Collegien , op dat refpeét gegeeven ; het mitsdien nog met de billykheid, nog met de vereischte onzydigheid, zoude overeenkomen , dat het gemelde Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam eenigzints in het judicieel onderzoek dezer zaake , en dus mede in de  wóv. STAAT EN OORLOG» 1785. 113 de beoordeeling der bygebragte verontfchuldiging van de Officieren, omtrent de gefielde ordres van Victualieering hunner Schepen, wierde gecomprehendeert, En dat zy Heeren Gecommitteerden, op deeze gronden , van gedagten zouden zyn , dat de zaak ter Ge» neraliteit daar heen zou behooren te worden gedirigeert, dat uit de gezamentlyke Collegien ter Admirali» teit binnen deze Landen , met uitzondering alleen van dat van Amfterdam, eenige Leden mogten worden gecommitteert, ten einde als een generaal Collegie van Admiraliteit te cognosceeren, disponeeren en decideeren , op en in de verzoeken of procedures , welken ter zaake bovengemeld tegsn eenige Officieren, daar by geconcerneert, mogten worden gedaan of ondernomen, en dat wyders alle de ftukken , tot deeze zaak betrek^ kelyk, gefteld mogten worden in handen van den Advocaat Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit op de Maaze, Mr. Pieter Paulus, met expresfe qualificatie, om voor het gezegde gecombineert Admiraliteits Collegie tegen die uit de in dezen betrokken Officieren, welker daar by gehouden gedrag op genoegzame gronden gereekenc zoude kunnen worden , ftrafwaardig of cörrigibel te weezen, Ratione Officii zoodanige verzoeken te doen of actiën te inftitueeren , als hy zoude vermeenen ten dienfte van de Juftitie en tot bevordering der zoo hoognodige gehoorzaamheid en ondergefchiktheid in den Zeedienst van den Lande, te behooren. Waar op gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelén , om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Leyden , Gouda , Gorinchem , Brielle, Enkhuyzen , Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hünne Prinfcipaalen , is de finale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert mét de voorfz. Refolutien; XXX. DEEL. n CXXXVIII.  H4 nov. ZAAKEN VAN j?8> CXXXVIII. Misfive van de Staaten Generaal aan hun Ed. Gr. Mogende, met een Trac~ taat van Defenfive Alliantie en de feparate Articulen tus/chen de Staats Ambasfadeurs en den Graaf de ver. gennes gefiooten en geteekend tot ratificatie. Ingebragt den 16 November 178J. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven alhier in den Hage den 14 deezer, tot geleide van het Traélaat van Defenfive Alliantie, nevens de feparaate Articulen tusfchen de Heeren Ambasfadeurs van den Staat aan het Hof van Vrankryk en den Heer Grave de Vergennes op den 10 deezer, volgens hun Hoog Mog. authorifarie gefiooten en geteekend; verzoekende daar in, hoe eer zoo beeter, confent tot ratificatie , ter uitwisfeling binnen den geftelden tyd, hier na geinfereerd. Waar op gedelibereert , en Copie van de voorfz. Misfive en daar by gevoegd Tractaat van Defenfive Alliantie en feparate Articulen verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de verdere Leden, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutie. edele mogende heeren! Na dat Wy op gisteren aan ü Edele Mog. gelyk meede aan de Heeren Staaten van de andere Provinciën hadden toegezonden Copie van een Misfive van de Heeren Lestevenon va»  &0V. STAAT JEN OORLOG. 1785. \t$ Berkenroode en Brantfen, Onze ordinaris en extraordinaris Ambasfadeurs aan het Hof van Vrank- ~ ryk, mitsgadeis van het Definitif Tractaat, tusfchen haar en den Heere Grave de Mercy, Ambasfadeur van zyne Keizerlyke en Köninglyke Majefteit gefiooten en geteekend } met een feparate Conventie, hebben Wy op heeden een nader Misfive van gemelde Heeren Onze Ambasfadeurs ontfangen, door den Secretaris van den Heer Brantfen, aan Ons overgebragt, waar by dezelve aan Ons toezenden het Tractaat van Defenfive Alliantie nevens de feparate Articulen, door haar met den Heere Grave de Vergenneé op den 10 November, ingevolge van Onze authorifatie gefiooten en geteekend; Wy hebben aanftonds Copie van de voorfz. Misfive en van het voorfz. Tractaat en fepataate Articulen laaten rnaaken, welke Wy by deeze aan U Edele Mogende, zoo als ook aan de Heeren Staaten van de andere Provintien toezenden, met verzoek, dat dezelve hunne Confenten tot de Ralificatie van dien ten fpoedigflen, en hoe eerder zoo beeter aan Ons gelieven te laaten toekomen , op dat de uitwisfeling van. de Ratificatie binnen den geftelden tyd van zes weeken of eerder , zoo het mogelyk isj behoorlyk moge gefchieden. Waar meede eindigende, bidden Wy God Almagtig, Edels Mogende Heeren, U Edele Mog. te willen houden in zyne heilige protectie. In den Hage den 14 November 1785. (Onder ftond) Uwer Edele Mogentheeden goede Vrunden, De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, Was geparapheert, R. VAN HAEFTEN. (Laager ftond) kTerOrdonnantie van dezelve,' (Was get.) H. FAGEL. H 2 HOC©  ii<5 nov. ZAAKEN VAN 1785; hoog edele ce strenge heer.! Zoo ras het Tractaat met de Keizer tot coniiftenrie gebrast en gefiooten was, heeft de Heer Grave de Vergennes ons te kennen gegeeven, dat hy, namens de Koning, geauthoriieert was , om het Tractaat van defenfive Alliantie met de Republicq tot Hand te brengen , en daar by op nieuw te guarandeeren hst arrangement onder de mediatie van zyne Allerchristelykfte Majefteit met de Keizer gemaakt. De zwaarigheeden die een geruimen tyd geftremt hadden de executie van haar Hoog Mog. Refolutien, waar by wy gelast waren het voorfz. Tractaat van Alliantie te fluiten op den voet van het door ons overgezonden Project, daar door geheel uit de weg geruimd zynde, hebben wy insgelyks van onze. kant met alle volvaardigheid verklaard geneegen en ook geauthorifeert te zyn, dat heilzaam werk tot een gewenscht befluit te brengen. En daar op vervolgens dan ook aanftonds ge. treeden zynde tot de Conferentien in welke wy in het byzonder gereflecteerd hebben op de confideratien van zommige Provinciën , welke haar Hoog Mog. ons by hoogstderzelver Refolutie van den 9 September 1784 hadden gelieven toe te zenden, ten einde daar van zoodanig gebruik te maaken als wy zouden oordeelen met den meeften dienst van het Land overeen te komen , hebben wy het genoegen gehad gisteren namiddag het Tractaat tot confiftentie te brengen. Wy haaften ons om het zelve nevens de feparate Articulen in originalt by deeze door de Secretaris van den tweede Ondergeteekende van wiens reis wy verzoeken de onkosten in een van onze aanftaande Declaratien te mogen brengen, aan U Hoog Edele Geftrange te doen toekomen , en wenfchen met alle ons hart, dat dee-  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. u7 deeze verbintenis mag ftrekken tot confervatie van eene beftendige Vreede , en teffens tot een middel om aan de Republicq eene folide confiltentie te geeven, en haare rust zoo binnen als buiten 's Lands te verzeekeren. Wy hebben de eer, &c. hoog edele gestrenge heer, &c (Was get.) lestevknon van 1erkknroode, en c. brantsen. Fontainebleau den 11 November -7*5- H3 AU  ;i8- nov. ZAAKEN VAN 17,85; Alliantie-Traclaat tusfchen Vrankryk en de Vereenigde Nederlanden. In den Naam der Allerheiligfle en Qnverdeelbare Drieèenheidi Vader, Zoon en Heilige Geest, het zy zoo. Zy kennelyk aan allen , die dit aangaat, of op eenige wyze , hoe genaamd , kan aangaan. De blyken van Vriendfchap en Toegenegenheid, welke zyne Majefteit, de Allerchristelykfte Koning, niet'opgehouden heeft aan de Vereenigde Provintien der Nederlanden te geven, en de dienden, weiken dezelve, in de gewigtigfte omftandigheden , haar bewezen heeft , hebben het vertrouwen van Hun Hoog Mogende doen vestigen op de beginzels van Regtvaardigheid en Grootmoedigheid van genoemde Zyne AU lerchristelyktle Majefteit, en hun den wensch ingeboezemd , om zig aan dezelve te verbinden door banden , gefcnikt om op eene vaste en duurzame wyze de rust der Republiek te verzekeren. Zyne Allerchristelykfte Majefteit kon des te gereder overhellen, om den wensch van Hun Hoog Mogende te vervullen, daar dezelve een wezenlyk belang fteld in den voorfpoed der Vereenigde Provinyintien', en daar de overeenkomst, om met haar te contracteeren, van eenen zuiver verdedigenden aart zynde, niet ftrekken zal ten prejudice van eenige an= dere Mogenheid, en geen ander doel zal hebben, dan om den Vrede tusfchen zyne Staaten en die van Hun Hoog Mog» beftendiger te maken, en ten gelyken tyde voor de handhaving der algemeene Rust te zorgen. Om zulk ten heilzaam oogmeik te be- rc^-  mv. STAAT EN OORLOG. 1785. uj, reiken, is van wegens Zyne Allerchristelykfte Majefteit benoemd en geauthorifeerd geworden de zeer dooriugtige Heer Zyne Excellentie Chiirles Gravier', Grave de Vergennes , Btfon van Weiverding enz., Raadsheer des Konings in alle zyne Raden, Commandeur van deszelfs Ordres , Chef van den Koninglyke FinantieRaad, Raadsheer van den Staat van Oorlog, Minister en Secretaris van Staat, en van 's Konings Commandementen en Fi« nantien; en van wegens Hun Hoog Mog. de Staaten Generaal der Vereenigde Provinden , de Wel Ed. Heeren , Hunne Excellenties, de Heeren Matth. Lestevenon, Heer van Berkenrode en Stryen Gedeputeerde van de Provintie van Holland by de Staaten Generaal, en derzelver Ambasfadeur aan 't Hol van Vrankryk; en Gerard Brantzen , Burgemeefler en Raad der Stad Arnhem, Raadsheer en Muntmeefter Generaal der Republiek,Ordinaris Gedeputeerde ter Vergadering der Staaten Generaal, en derzelver extraordinaris Ambasfadeur en Plenipotentiaris by Zyne Allerchristelykfte Majefteit: Welken , na hunne Volmagten in goede fbr« ma vertoond, en met eikanderen geconfereerd te hebben , omtrent de volgende Artikelen zyn overeengekomen. Att. 1. 'Er zal een opregte en ftandvastige Vriendfchap en Vereeniging plaats hebben , tusfchen Zyne Allerchristelykfte Majefteit , deszelfs Erfgenamen en Opvolgers , en de Vereenigde Provintien der Nederlanden! Uit dien hoofde zullen de hooge contraéteerende Parthyen tusfchen zig, en hunne refpective Staaten en On. derdanen , met de grootfte oplettenheid eene Vriendfehap en goede VerftandhouH 4 ding  |2o nov. ZAAKEN VAN 1785, ding van weerskanten , tragten te handhaven. zonder toetelaten, dat men zig, van den een of anderen kant, eenige Vyandelykheid hoe genaamd, ter welker oorzaak of onder welk voorwendzel ook , veroorlove; vermydende alles, 't geen in k vervolg de zoo gelukkig tusfchen hen gevestigde Eensgezindheid en goede VerAanhouding zoude kunnen altereeren, en ïn tegendeel al hunne zorgen aanwendende, om by alle gelegenheden elkanders onderling nut, eer en voordeel te bevorderen. Art. 2. De Allerchristelykfte Koning en de Heeren Staaten Generaal beloven, zoo veel in hun vermogen is toetebrengen tot hunne wederzydfche veiligheid, eikanderen te bewaren en te handhaven by de Rust , Vrede en Neutraliteit, alsmede by de werkelyke bezitting van alle hunne Staaien, Domainen, Vrydommen en Vryhes Hertogenbosch over de publique Verkooping der agtergelaaten Meubilaire Goederen van den Hertog van Brunswyk; mitsgaders nog ingevolge en ter voldoening van hun Edele Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 26 January laatstleeden, eene Misfive van Scheepenen, gezwoorens en Raaden van 's Hertogenbosch, circulair aan de Bondgenóoten, van den 21 derzelver maand, relatif tot het voorfchreeve different, en in het byzonder ingerigt tot naderen aandrang van hun addres ter zaake gemeld aan hun Hoog Mog. gedaan. En dat zy Heeren Gecommitteerden by het onderzoek van het gezegde verfchil geconfidereert hadden * dat gelyk m het generaal het houden van vrywillige publique Verkoopingen van Meubilaire Goederen, aan een Militair toebehoorende , eigenlyk niets gemeen heeft met het Militaire weezen, ofte eenige Aèïus Mi. litaris gezegd kan worden uit te maaken, dus ook zoodanige vroegere dispofitien van hun Hoog Mog. waar by het regt tot het doen van diergelyke Vergekoopingen wel eens aan een Auditeur Militair is toegeweezen, niet anders kunnen werden aangemerkt, dan ais  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. 129 als uitzonderingen en afwykingen van den anders algeineenen regel, en daarom in de applicatie op volgende gevallen, wel verre van eene extenfive verklaaring te mogen ondergaan, Reeds ten fterkftë behooren te werden gereRringeert. Dat, ingevolge deeze principes, befchouwt zynde de Refolutien van hun Hoog Mog. van den 19 Sertember 1713 en 26 Maart 1745, heiden by het bovengemelde Generaliteits Rapport aangehaalt, zy Heeren Gecommitteerden zig geenzints hadden kunnen geperfuadeert houden, dat de gemelde Refolutien, gefteld zelfs, dat zy als nog, en wel byzonder ook in 's Hertogenbosch, van eene doorgaande weikende kragt moe. ften zyn, in het voor handen zvnde geval met betrekking tot Meubilen, welken de Hertog van Brunswyk, na het obtineeren zvner demisfie uit 's Landsdienst publicq wilde doen Verkoooen , iets ten voordeele van den Auditeur Militair beihsfcn, naardien de bepaaling, uit de gemelde Refolutien gederiveert, namentlyk in het generaal, dat de goederen van Militairen, in dienst van den Lande zynde, of daar in komende te fteryen, in Cas van publicque Verkooping, door den Auditeur, en niet door den Stokhouder vtrkogt moeten worden, niet alleen niet comprehendteren kan de Verkooping van Goederen van zulke Perfoonen , die by hun leven of den Militairen ftand, of den dienst van den Lande, dadelyk verlaaten hebben, maar zelfs gerekent moet worden diergelyke Verkoopingen ten eenemaal uit te Uuiten. Waar op gedelibereert zynde, is mitsdien , conform het advis van de gemelde Heeren Gecommirreerden, goedgevonden en verftaan, dat de zaak ter Generali. teit daar heen zal worden gedirigeert, dat by Refolutie van hun Hoog Mog. werde verklaart, dat de Auditeur Militair te 's Hertogenbosch geheel en al is onbevoegd tot de Verkooping der Goederen van den Hertog van Brunswyk ten deeze in quaeftie , maar dat in tegendeel het regt tot de gemelde Verkooping in de voorfz. Stad alleenlyk competeert aan den Pagter van 's Lands ouden Kleer-Accys, als Vendumeefter der Stad; en dat vervolgens ook van wegens hun H^og XXX. DfiE-. I Mog.  130 nov. ZAAKEN VAN 1785. Mog. de nodige ordres mogen worden gefteld, ten einde de gezegde Pagrer of Vendumeefter dadelyk het voordeel van het alzoo aan hem 10e te kennen regt kome te genieten. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXL. Request van Burgers en Ingezeetenen der Stad Zutphen, houdende klag' ten over hunnen ongelukkigeu toeft and, en verzoek om in hunne Rechten en Privilegiën te mogen worden gemaintineerd. In dato 20 November 1785. Aan de Edel Mogende Heeren de Staaten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. edele mogende heeren! Geeven zeer eerbiedig te kennen, de Ondergeteekende Burgers en Ingezetenen der Stad Zutphen, hoe dat zy als gedwongen worden de vryheid te gebruiken om U Ed. Mogende klaagende voortedragen, den ongelukkigen toeftand, waarin zy zich bevinden, zedert dat zy, voor ruim twee jaaren, eenftemmig met het Eerz. Collegie der Gemeenslieden hunne direifte Reprefentanten binnen dezelve Stad, en in naarvolging van zo veele duizenden van Burgers en Ingezetenen binnen deeze Provintie en Republiek, werkzaam zyn geworden tot redres van gegronde bezwaaren , en tot herftel van wettige, Conltitutioneele, doch in onbruik geraakte voorrechten: dat zy, niettegenftaande alle aangewende devoiren, door het gezegde Collegie van Gemeenslieden , op inftantien der Ondergeteekenden te werk gefteld, ten einde Burgemeefteren, Schepenen en Raaden te permoveeren , om dienaangaande met hunne directe Reprefentanten, overeenkomftig de aloude ea r' on-  nov. STAAT EN OORLOG. 1785. 131 onherroepelyke conftitntie, binnen Zutphen in onderhandeling te treeden, niet alleen het ongenoegen gehad hebben, dat hunne aangewende pogingen door de tegenftrydjge fustenues en daargefteldir beletfelen , by de meerderheid der Magiftraat, tot heden, onverhoord zyn gebleven , maar zelfs , dat Hun Wel Ed. Gr. Achtb,, tot hunne grievende fmerte, hebben kunnen goedvinden aan de Ondergetekenden te imputeeren ftrafwaardige oogmerken van zig door dezelve te willen onttrekken van het wettig gezag en auótoriceit, den Raad competeerende, even als of zy Ondergeteekendert hiertoe door onrustige geesten waren opgetrokken , met inzigten en voornemens, om door het ftooren der goede order , rust en veiligheid binnen Zutphen , .naar nieuwigheeden te haaken , eene volftrekte Volks Regeering, met krenking der Souverainiteit van Ridderfchap en Steeden te willen invoeren, en eene eigenrichting te bejagen. Alle aantygingen en infimulatien, Ed. Mog. Heeren I voor de Ondergetekende niet alleen allergevoeligst, maar ook tevens onverdragelyk, daar zy zich zeiven bewusr, U Ed. Mog. rustig durven verzekeren, zoo als ook by een onbevooroordeeld onderzoek hunner daaden, overvloedig zal blyken , dat zy met de zuiverfte oogmerken bezielt, niet anders verricht hebben dan het geene, waartoe zy, als Burgers en Ingezetenen hunnen Eed en Plicht indagtig, volkomen en ten allen tyde vermeenen berechtigt te zyn. De Ondergeteekend? bezeffen zeer wel, dat die iriterpretatieu , welke Hun Ed. Gr. Achtb. aan eenige gezegdens , by hunne addresfen aan Gemeenslieden voorkomende, en in het byzonder in dat van Augustus laastleden, hebben kunnen goedvinden te geeven en welke bereids ter kennisfe van U Ed. Mog. zyn gebragt, in den eerften opflag, door de wyze, op welke dezelve gecommentarieert zyn, tegen hen zullen militeeh Zy houden zich te SeJyk verzeekert, dat U Ed. Mog. mets misdaadig zullen vinden in de ftellinjr dat de Souverainiteit over dezen Furftendomme en Oraaffchap wordt uitgeoeffend by en van wegen eene oorfpronkelyke opdragt des Volks; gevolglyk dst U 1 a Ed.  i32 No*. ZAAKEN VAN 1783. Ud, Mig. hier van daan, van ouds her gezegt worden te reprefenteeren de Staaten van den Lande; eene Helling die tot heden nimmer is geloochent. Waarom de Ondergetekenden des te geruster hebben vermeend te kunnen avanceeren, dat in den zin als boven , de Oppermagt in den boezem des Volks is berustende. . De Ondergeteekenden zo veel doenlyk U Ld. Mog. met geene herhaalingen willende lastig vallen, gedragen zig eerbiedig aan het geene ten deezen en anderen opzigte door het Eerz. Collegie hunner Gemeenslieden aan U Ed. Mog., ingevolge Hoogstderzelver begeerte bericht is; zy verblyden zich egter, by deeze geleegenheid tot hunne decharge, U Ed, Mog. nog nader fe kunnen verzekeren , dat zo als by voorfz. bericht sefchied, door hunne asfcrtien, aangezien de rechtvaardigheid hunner zaak , dat duizenden ter haarer hulpe gereed zouden gevonden worden, zy zeer onverdiend door de meerderheid der Magiftraat by ö Ed. Mog. ZYn gedenonceerd geworden, als of hierdoor eene eigen richting en eene aankondiging van eenen BurgerW bedoeld werden; daar zy, overtuigd van voor eene rechtvaardige zaak uittekomen, met gronden vermeenden te mogen zeggen, M dat duizenden van Inge- zeetenen, omtrent den uiulag hunner billyke pogm" gen niet onverfchillig, gereed zouden gevonden vvor- den, om hen met eene allezints gewettigden byftand " hunner gereedfte vermogens te helpen en te onder„ fteunen." De Ondergeteekenden begrypen ooor eene verdere ontfchuldiging , hunne integriteit in deezen fufpecb te maaken: Zy beroepen zig liever op hunne gedragingen, die fteeds tydelyk, wel verre zyn van te ftrooken met het geene hen door de meerderheid van de Magiftraat, zo onverdient te lasten gelegt wordt, en daar zig binnen haare Stad, ten minfte by het gtootfte en beste gedeelte hunner Medeburgeren , die m deezen als uit eenen mond met de Ondergeteekenden fpreêken , geen fchyn zelf van eenige losbandigheid of oproerige beweegingen voordoet, hoe zeer daar toe als 't ware meer dan eens, door onrustige en twee- dracht  noy. STAAT EN OOR-LOG, 133 dracht zoekende perfoonen, zo als genoeg bekend is, aanleiding is gegeeven, en waar omtrent by een naauwkeurige examinatie zou kunnen blyken , in hoe verre het Officie Fiscaal in deezen gevigileerd heeft; zo zouden de Ondergeteekenden aan de Landsvaderlyke en Burgerlievende gevoelens van Ü Ed. Mog. te kort doen, zo zy befchroomd waren om hunne beklemde harten voor Hoogstdezelven uitteftorten : als ziende binnen hunne muuren het daar ftellen van verrichtingen, die, 't zy met eerbied gezegd, wel eens tegen oproerige en rustverftoorende , maar nimmer jegens vreedzaame en ftille Burgers, die hunne wettige Voorrechten, op eene van ouds het gevestigde wyze reclameeren , te werk gefteld wierden. De Ondergeteekenden vermeenen vrymoedig in tegenwoordigheid van U Ed. Mog., als zig verharende op Hoogstderzelver equiteit, te durven ftaande houden, dat het Eerzaame Collegie der Gemeenslieden , zo als by Hun Eerz. bericht aan U Ed. Mog. komt tc blyken , ,, van ouds her bevoegd is geweest , om over zaaken, in het byzonder die van den aart der thans questieufe zynde , te weeten de qualificatie of non „ qualificatie van eenen directen Reprefentant des Volks, der Burgeren goeddunken te vraagen, en daar toe ,, dezelven, naar de vastgeltelde inrichtingen , by den anderen te roepen;" te meer, daar het de O >dergeteekenden aan geene bewyzen mangelt, zo als aan Hun Ed- Gr. Achtb. by he; opfiaan der Stadsmemoriaalen overvloedig zal blyken, dar de Burgery van ouds her, onverfchillig of het by Compagnien en Gildens, zo als zedert den jaare 1702 , om dat dit het geregeldfte was, dan op eene andere wyze gefchiede , in zaaken van aanbelang is gekend geworden, hoe zeer zulks wel eens voor een tyd zeldzaam plaats heeft gevonden , vooral wanneer zy zieh door eene confteerende harmonie tusfchen de Magiftraat en Gemeenslieden, omtrent de bezorging haarer belangens gerust kon ftellen ; is en bleef echter de faculteit by Gemeenslielen, om, zo dra die het noodig oordeelden , de aangetoogene convocatien werkftellig te maaken, zonder daar door de auétoriteir. I 3 van  IS4 Ho*. ZAAKEN VAN 1785. van Schepenen en Raaden eenige atteftive te willen toeKrensen. De Ondergeteekenden hebben niet kunnen voorzien, te meer , daar Hun E1. en Gr. Achtb. niet onduide]vk te kennen gegeeven hebben , dat een groor aantal Requeftreerende Burgers, het lichaam der Burgery met conftirutioneel konden verbeelden , cat een begeereu der Ondergeteekenden by het Collede 4er Gemeenslieden , om de Burgery in Gildens en Compagnien te doen byeenkomen , aan de meerderheid van Hun Ed. Gr. Achtb. zo cpmerkelyk mishaauen zou; te meer, daar zy tot heden blyven verfeeren in eene vaste verzekering , dat by de reintroductie van het Erfftadhouder. fchap , te gelyk met het tegenwoordig Reglement op de Regeering van den jaare 1750 binnen deeze Provin. tie, dit, tot dien tyd onbetwist voorrecht, nimmer is afgedaan; waar aan ook met geene moogelykaeid kon gerenuntieerd worden, zo als zelfs de ciuidelyke Letter van gezegde Regeerings-Reglement ten allen overvloeden bevestigt; wordende aldaar op biadz. 16 gevonden, „ dat Burgemeefteren, Schepenen, Raad en „ Gemeenslieden voorfz. der Stad Zutpheu , ieder re. ,, fpeélivelyk zullen hebben , zodanigeu gezag en auc„ toriteit als haar refpeftivelyk is competeerende, en daar van zy jouisfeeren en in gebruik zyn.' En naardemaal het overvloedig bekend is, dat het Collegie van Gemeenslieden tot en op dien tyd van haar gezag en auéloriteit, om de Burgery te convoceeren, onbtlpiert gebruik maakte, is en blyft her zelve, hoe zeer een zamenloop van zaaken het ukoeffenea van deeze faculteit ook mag hebben verfchoven, hier 10e Reeds bevoegd en ten vollen berechtigd. De Ondergeteekenden vertrouwen , dat U Ed. Mog. deeze füs;enuen zullen motten billyken , die ook gefterkt worden door het conftante gebruik in de meefte Steden deezer Provintie, alwaar de Gildens en Burgery onverhinderd mogen vergaderen, en tevens dtt Hoogstdezelven by eene nadere oplettendheid zullen geiurpreneerd zyn, „ dat niet alleen Gilders en burgery van ,, dit voorrecht worden verftooken, maar dat zelfs de " 53 12-  kov. STAAT EN OORLOG. 1785. „ inftantien, daar toe te werk gefteld, als misdadig aan „ U Ed. Mog. zyn voorgedragen geworden," met dien gevolge, dat binnen Zutphen daartegen praecautien zyn genoomen, en voorzieningen daar gefteld, even als of een geweld, waatvan de Ondergeteekenden met al wat weldenkend in haare Stad is , by herhaalde reizen , hunnen afkeer getoond hebben, te duchten ware, zo door het verfterken van het Guarnifoen, als door het inroepen van den Hove Provintiaal, het asfumeeren der Momboirs , het emaneeren van de ftrengfte Publicatien, en het beraamen van Refolutien, waar by niets minder dan maatregelen, tot gebruiken der fterke hand, worden bepaald 1 — Voorzorgen, Ed. Mog. Heeren! het zy den Ondergeteekenden gegund vrymoedig te fpreeken , daar gefteld, om , ware het mogelyk, eene vreedelievende en bezadigde Burgery te ontrusten en als oproerig te doen voorkomen, waardoor niet onduidelyk te kennen word gegeeven, als of Schepenen en Raaden niet meer in ftaat waren door de ten top gereezene losbandigheid , de rust binnen haare muuren te kunnen bewaren; voorzorgen, die intuslchen geenzints overeenkomen met den loffelyken naaryver deezer Stads Kegeering, de privative judicature over haare Burgeren concerneerende; voorzorgen eindelyk Ed. Mog. Heeren! die wel verre zyn van te ftrooken met U Ed. Mog. genomen Refolutie van den 1 October 1785, en daaruit gerefulteerde en by den Hove geëmaneerde Publicatie, waarby een iegelyk binnen de Stad Zutphen wel tot rust en eendracht word aangemaand, en om zig als ftille en getrouwe Burgers en Ingezeetenen te gedraagen; ja zelfs waar by U Ed. Mog. te recht verklaaren, van eene gereegelde Voütsftem niet te willen fmooren, doch waarin U Ed. Mog., als voorzeker be« grypende dat Conftitutioneele voorrechten aan geene Burgery konden worden onthouden, daarom ook geene byeenkomften van Gildens en Compagnien, daarop gefchoeid, hebben geinterdiceert; gelyk evenwel, by gelegenheid der nadere daartoe gewerkgeftelde pogingen der Gemeenslieden, by Publicatie en Refolutie, zonder U Ed. Mog. goedvinden , gebeurd is : en het is deswegens dat de Ondergeteekenden vermeenen op de I 4 de.  130 nov. ZAAKEN VAN 3785. demoedigfte wyze hunnen toevlugt lot U Edele Mogende te moeten neerhen , met ootmoedig verzoek ; ,,, dat het U Ed, Mog. moge behagen, Burgers en In„ gezeetenen in hunne wettige Rechten en Privilegiën te willen maintineeren;" voorts met de nadrukkelykfte inltantien der Ondergeteekendeu, die niet dan het heil en welzyn der. Burgery ten doeleinde hebben, „ dat UEd. Most. door Hoogitderzeiver veel vermogenden invloed , of door zodanige andere concilia„ toire en best gefchikte middelen , als naar Hoogst„ derzelver wysheid zullen oordeelen te behooren, de meerderheid der Magiftraat gelieven te permoveeren van eens tot ontruiming der bezwaaren en tot herftel van eendracht en weltevredenheid, de zuilen voor „ den wezentlyke welvaart van 'S ad en Burgers, met Gemeenslieden van wegens het Lighaam der Burge„ ry, op de aangetogene Conftitutioneele wyze in 011,, derhandeling te willen treeden , zo als tot heden te „ vergeefs by hen is getenteerd geworden." Daar de Ondergeteekenden nogmaals verzeekeren, zo als zy by herhaaiing gedaan hebben , van niets meer te wenfchen , dan wederom hunne Regeerders als hunne Vaders te kunnen eerbiedigen, ten einde alle verdere verwyderirgen , en met reden daar uit te voorziene onheilen nog by tyds mogen worden voorgekomen, waartoe de Ondergeteekenden U Ed, Mog. efficacieufe benevolentie en befcherming zyn imploreerende. 'c Welk doende. CXLI.  nov. STAAT EN OORLOG. iySy. i37 CXLI. Misfive van de Regeering van Wyk by Duurftede aan de Erfftadhouder , over het regt van Eleclien. In dato 21 November 1785. doorlugtigste hooggeboren vorst en hefr! Te vergeefjch hebben wy ons dus lansje met eene Refcriptie van uwe Doorl. H»ogheid op onze, aan Hoogstdezelve toegezonden Misiive, en met eene Electie , uit de daar by geannexeerde Norninatié van Burgemeefteren en Schepenen gevleid , in tegendeel heeft het ons gemoeid, uit eene fpeciaale aanfchryving van Hun E', Mig. de Staaten deezer Provincie, te verneemen, dat uwe Doorl. Hoogheid, uit hoofde van zommige bedenkingen op die gezondene Nominatie , zich by Hun Ed. Mog. geaddresfeerd hadt, daar wy yeel eer verwagt hadden, dat uwe Doorl. Hoogheid indien Hoogstdezelve eenige reëele bedenkingen op de toegezondene Nominatie hadt, dezelve natuurlyker wyze by ons zou hebben geopperd, ten einde ons in ftaat te ftellen, om, „ uit kragt van onze S mvereine Magt, „ dezelve zoodanig uit den weg te ruimen, als met onze Stads-Hechten, eenigzins beftaanbaar geoordeeld kan worden." Dan echter, daar wy jen allen tyden geneegen zyn, aan uwe Doorl. Hoogheid de gefignaleerdfte blyken te peeven , dat wy 'er verre afzyn om aan de Eiflyke Rechten van het Stadhouderfchap eenige de minfte atteinte toe te brengen , even zo ver, als van het vermeerderen van onaangemame gefchillen, voor al in dee. ze tyden , zo hebben wy goedgevonden op fpeciaalen aandrang van onze goede Burgery, uwe Doorl. Hoog. heid by deezen vriendelyk te Compelleeren tot het ten fpoedigften gebruik maakan van de Macht, waar aan wy aan Hoogstdezelve niet het minfte hebben zoeken te derogeeren, om uit onze hier nevensgaande Nominatie, de nodige Electie van Burgemeefteren en Schepenen , voor den loopende jaare te doen, enz. 1 s cxLir.  138 nov. ZAAKEN VAN 1785. CXLII. Memorie overgegeeven aan Hun Heog Mogende, door den Ridder harris , Extra ■ Ordinaris Envoyé en Minister Plenipoteniiaris van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit. In dato 22 November 1785. hoog mogende heeren ! De Koning kan niet anders doen, dan de vuungfte wenfchen, op dat de middelen welke Hun Hoog Mog in 't werk gefteld hebben , om de verfchillen tusfchen Zyne Kekerlyke Majefteit en de Republiek by te leggen , den Vreede tusfchen beide Mogendheden mogen beftendig maaken. Zyne Majefteit neemt met vermaak deezen tyd jan publieke tranquiliteit waar, om aan Uw Hoog Mogende de fterkfte verzekeringen te hernieuwen van zyne gevoelens van Vriendfchap en Goedwilligheid voor de Republiek , waar meede Zyne Majefteit beftendig bezield is, gelyk de geheele Brittannifche Natie. Deeze gevoelens zyn niet minder gegrond op de herdenking van de wezenlyke hulp, welke beide Natiën elkander toegebragt hebben in voorleeden tyden , om hunne Vryheid, Onafhangelykheid en zelfs hun Godsdienst te vestigen op hunne naniurlyke en permanente belangens, welke hun altcos moeten brengen tot de volmaakfte vereeniging. In waarheid, 'c zy men overweegt de rampen, welke door de locaale geleegenheid van de beide Mogendheden , natuutlyk voort moeten fpruiten , en op een geheel byzondere wyze , geduurende den Oorlog , ten kosten van haare waare belangens, van Staatkunde en Koophandel, in verfcheide deelen der Waereld. — t Zy men befchouwt de zekerheid welke eene goede verstandhouding tusfchen hen kan geeven aan hunne wederzydfche Bezittingen, aan de zekerheid hunner Koophandel en aan het behoud der algemeene Vreede; zo blvkt, dat de voorzichtigheid en gezonde Staatkunde , ' hun  ndv. STAAT EN OORLOG. 1785. 130 hun niet anders kunnen leeren , dan hen aan te zetten om zich meer en meer te vereenigen. Indien Hun Hoog Mog. ondertusfchen meenen, dat de binnenlandfche Tweefpalt, welke de Republiek zeden eenige jaaren ongelukkig fchokt ^en waar over de Koning zyn hartzeer niet kan verbergen) het tegenwoordig tydftip ongunlh'g maakt, tot een arrangement van de wederzydfche belangens der beide Natiën (het geen Zyne Majefteit altyd gewenscht heeft,) zo wanhoopt hy niet, uit hoofde der verzekeringen van de fentimenten des Konings , en van alle zyne gulhartige genegenheden voor de Republiek, of Hun Hoog Mog. zullen het van hunne gewoone voorzichtigheid waardig oordeelen , „ van zich in geen Engagementen te zul„ len inlaaten, welke hen in alle gevallen zouden kun„ nen wikkelen in een Systhema, aanloopend tegens de inzichten van billykheid , welke Zyne Majefteit beleid ; hen verwyderen van een folide Bafis van „ Onafhangelyke Neutraliteit, en onoverkomelyke hin„ dernisfen te weeg brengen tegens de vernieuwing „ van een Alliantie tusfchen de beide Mogenheden," wanneer de tyden en omftandigheden dezelve kunnen doen aanzien voor ü Hoog Mog. als volftrekt noodzakelyk en wederzyds nuttig, waar toe Zyne Majefteit altyd gereed is, alles toe te brengen, wat van hem kan afhangen. Het is op uitdrukkelyk bevel van Zyne Majefteit, dat de Ondergeteekende de eer heeft onder de oogen van Hun Hoog Mog. deeze overweegingen te brengen , (trekkende tot een zo heilzaam oogmerk, in hec vaste vertrouwen , dat zy hier op een zodanig acht zuilen (laan, als het gewigt des onderwerps vereischt. 1 CXLIIL  34o nov. ZAAKEN VAN 1785. CXLIII. DeduBie voor de Burgery der Stad Leeuwaarden , aan de Edele Mogen de Heeren Staaten van Frieslarid, nevens een Protest van dezelve. In dato 23 November 1785. EDELE MOGENDE HEEREN! "T\e Burgers der Stad Leeuwnarden door Maddraaf, JL/ Vroedfchap en Bevelhebbers , by Publicatie van den 25 October 1785 opgeroepen zyrde, ter Stemminge van Gecotnmirtterden "uil btia midden , 'en einde een ontwerp van een Nieuw Regeerings-lleglement , voor deeze Stad mede te helpen bevorderen ; hebben by die Stemminge communicatie ontvangen van de drie Poincten , welke U Ed Mog. vastfteldcn , dat by het beraamen van een Concept. Regeerings-Reglement moeiten in agt genomen en als gearresteerd aangemerkt worden. De Burgers, Ed. Mog. Heeren, zonder zig op den inhoud van het laatfle of derde Poinct te verklaaren , als in welke zv gaarne en met eerbied de welmeenitig van U E l. Mog. willen eerbiedigen , hebben echter omtrent het eerfte en tweede Poinct, waar by U Ed. Mog. vastftelden , „ dat de Opdragt der Electie der „ Magiftratuure aan den Heer Stadhouder wettig was gefchied , en dus denzelven wettig competeerde ,' by de Stemming verklaart, dat zy dezelve zouden doen buiten praejuditie van hun ontwyfïèlbaar Rtcht in het ftuk der Magtftraats-beftelling , en onder Referve van hunne bezwaaren deswegens aan U Ed. Mog. voor te draagen. Het is dan by deeze gelegenheid, daar het Concept Regeerings-Reglement, met de verfchillende Sentimen. ten der Regeeringe en Burgers , daar toe betrekkelyk , aan U Ed. Mog. worden overgegeven, dat de Burgers dezer Stad met fchuldigen eerbied de vryheid nemen, voor U Ed. Mog. open te leggen hunne gedagten en bezwaaren , welke zy omtrent het bovengemelde ftuk heb-  hov. STAAT EN OORLOG. 178.7. 141 hebben , als overtuigd zynde , „ dat de Electie der „ Magiftrature een Privilegie is der Stad Leeuwaarden, dat door niemand kan of mag worden weggegeven, ,, en dar dus de Opdragt van dezelve onwettig is ge,, fcliied." Dat deeze (telling met de waarheid overeenftemt, z illen U Ed. Mog. uit het volgende betoog ligtelyk kunnen opmaaken. Want dat de vrye verkiezing der Magiftratuure der S;ad Leeuwaarden van een oud herkomen en een wettig Privilegie is, zoude uit de Hiltorien genoegzaam te hewyzen zyn ; zelfs onder de Regeeringen der uitgedreevene Hertogen van Saxen en Bourgóndifche Vorftm zyn daar van nog overblyfzeis voor handen. Doch , daar 'er geene bewyzen' behoeven aangehaald te worden van tyden van Overheeriching en Tiranny, tot onzen leeftyd, zoo zullen de Burgers zig alleen be. paa'en tot h.t tydperk der vrye Republiek. Naauwlyks was in het Voorjaar 1584 da gehoorzaamheid aan Philips den 11. afgezwooien, en dus de Unie van Utrecht van een gunltiger vooruitzigt geworden , of de Magiftraat en Gezwooren Gemeente dezer Stad a iresfeerden zig reeds in den jaare 158Ö, by procuratie en Volmagt aan Gecommitteerden gegeeven , aan H. H. M jg., de Heeren Staaten Generaal , welke in die donkere tyden veelal , als de Souverein wierden aangezien. Zy klaagden, dat de Voet en Forme van Raadsbeftellinge voor als nog gehouden wierd, als by den Koning van Spanjen en zyue Gmverneurs gepleegd was, ^, omme hunne magt daar door meer en meer te fter„ ken , en de Steden en Gemeente te houden in be- dwang, enz." Hier op heeft het Hun H. Mog. behaagd redres te doen, en door een Regeerings-Reglement, in daio den 19 November 1586, de vrye Raadsbeftellinge der Srad Leeuwaarden op een vasten voet te zetten, en de Electie door Electeurs te bepaalen. Deezen voet van Raads-beftellinge heeft men gehou» den tot den jaare 1615, wanneer omtrent dezelve zoodanige abufeu en muufen plaats hadden , dat 'er tus- fchen  142 no 7. zaaken van i78j. fchen de Regeering en Burgers hooggaande ongeregeldheden zyn ontdaan : zoo dat door een Reglement, in dato den 5 July 1615, de beftellinge der Magiftratuure op eenen beteren en vasteren voet door Electeurs is vastgefteld, en by deszelfs introductie door U Ed. Mog. een Amnestie gepubliceerd. En toen U Ed. Mog. in den jaare 1646 hunne Gecommitteerden gelasteden, om de abufen en mifufen tegen bovengemelde Reglement begaan , wegtenemen en te redresfeeren, hebben U Ed. Mog. by Refolutie van den 14 Maart 1646, het Reglement van 1615 geratificeerd, en geapprobeerd in alle zyne Poinéten, en daar by geltatueerd, dat Heeren Gecommitteerden, ofte iemand anders , in 't minfte directe , nog indirecte hun zullen hebben te bemoeyen met de Forma van gemelde Reglement, nogte dezelve eenigzins te reformeeren, ofte te veranderen, waar af U Ed. Mog. wel expresfelyk zyn protefteerende. Eindelyk hebben ü Ed. Mog. het ftuk der Elettie, en de uitoeffening daar van , breedvoerig geapprobeerd in het Kegeering-Reglement van den 9 May 1657, en deszelfs Ampliatien van den 3 April 1658, den 21 No. vemb. 1663, den 30 Decemo. 1663 , en den 23 Decemb. i66ó,„ten einde de ganfche Burgery des te be„ kwamer aan de Regeering van voorfz, Stad met goede „ orde deelagtig zoude worden." Zoo als U Ed.|Mog. zig uitdrukken in de Ampliatie van den 3 April 1658» Uit alle deeze aangehaalde Stukken blykt ten klaarften , dat de Scad Leeuwaarden altyd beeft gehad een vrye Raads beftellinge, welke nimmer door de Prinfen dezer Landen , offchoon al zeer geneigd der Burgeren Voorrechten te fnuiken , nog door Hun Hoog Mog. nog door U Ed. Mog. ofte de Stadhouders in den tyd, in twyffel is getrokken , maar altoos erkend, en folemneellyk bezwooren door de Regenten , met den Eed , gedaan op de Regeerings-Reglementen , ter bewaaring en befcherming van dit van ouds herbragt en lolfelyk Privilegie, ingerigt. Uit welk gededuceerde de Burgers vermeenen , met alle recht te kunnen befluiten : ,, Dat UEL M >g. „ (behoudens derzelver Autoriteit in Gemeene Zaaken) 11 ni-c  «07. STAAT EN OORLOG. 1785. 143 niet toekomt eenig recht, om de Stad Leeuwaarden „ van haare Privilegie re ontzetten , en hec esfentieele Fundament van eene vrye RaaJs-betlelling het on„ dersc boven te keeren, veel min een onwettige Op* „ dragt van zulk eene vrye Electie van Mdgiltvatuure „ in verwarde en oproerige tyden, door geheel onge,, qualificeerde Perfoonen praetenlëlyk gedaan , door „ Hoog Gezag te approbeeren." Want fchoon het gevoelen , dat iedere Provintie in zig zelve Souverein is, thans boven alle gegronde twyffel verheeven is , zoo is echter ook zeetcer , dat wederom deeze en alle andere Provintien van het Bond- fenoodfchap uit verfcheidene, vrye, en gepriviligeerde ,eden en Steden bettaat, even gelyk het geheele, zoo gezegend , Bondgenoodfchap alleen vereenigd is , om hunne Privilegiën en Rechten onderling te verzekeren en te befchermen. En hier uit volgt dan even gewis, dat het eene Lid der Provintie, noch zelfs de meerderheid der verbondene Laden , geene Superioriteit heeft, of kan hebben over byzondere Privilegiën en Voorrechten van ieder Lid, of Stad refpectiveHoewel ook even zeer buiten twyffel aan de meerderheid der Leden toekomt , om over gemeene (dat is de gemeen gemaakte) Landszaaken vryelyk te disponeeren. Het geheele Fuudament der Unie van Utrecht, Ed. Mog. Heeren, door U Ei. Mog. zo plegcig aangenomen, is de Verbintenisfe, ,, om een iegeiyk Provin„ tie, Stad en Leden van die by hunne Privilegiën, „ Vryheden en Rechten te zullen helpen maintineren , ,, Ityven. en Herken met alle mogelyke middelen." UEd. Mog. hadden ook dit groot, dit zo heilryk oogmerk in de Acte der Afzweering des Konings van Span jen, Philips den II. En waarlyk U Ed. Mog. Hooge Praedeceslèuren , even gelyk de ontfterffelyke Grondleggers der Unie, hebben ongetwyffeld voorzien de gevaarlyke gevolgen, en hoogst fchadelyke verwyderinge, die door eene contrary practyk en tolerantie, zo in de generaale als particuliere Provinciaale Regeering zoude moeten ontftaan. Want zo men vastfteld, dat de Staaten van den Lan-  144 kov. ZAAKEN VAN 1785. Lande ex plenitudine poteflatis, by pluraliteit van Stemmen , vermogen de Piivi'egien van een hunner Medeleden , of te eene Stad van die te infringeren , en om verre te ftooten, dan volgt van zelve, dat de meerderheid van drie Quanieren van Staat eens zynde , dour overftemminst het vierde zoude kunnen uirlluiten van het recht (zynde niet anders als een Privilegie) om een Stem in Staat te mogen hebben, 'c welk ectiter van een ieder, als een attentaat zonder voorbeeld, (trekkende ter omkeering van de oude, wel herbragte oreer van Regeerirg, ten hooglten zoude geimprobeerd en verfoeit worden. Doch het zy, hoe het zy, deeze wegneeminge van het Privilegie, het Fundament der vrye Raadsbeftellii.» ge van Leeuwaarden, kan niet anders beichouwd worden, dan als een werk vol van kwaade gevolgen; en zo veel de Burgers het doorzien, zou het niet overéénkomen met de zorg en lasr, weike UEd. Mog. by het aanvaarden van hun Volmagttchap hebben op zig genomen. Immers, zo het Fundament der vrye Raadsbettelling kan verbroken en weggegeeven worden , zonder tocftemminge der wettige Eigenaars , dan kan 'er nooit een vaste voet van Regeering voor de Stad Leeuwaarden vastgetteld worden. Dan zal, en moet de verkiezing der rVtegiftratuur het eene jaar op deeze, het andere jaar op een andere wyze gefchieden, na dat de conjunéture van tyden, ter uitvoering van heerfchende concepten, zal vorderen. Dan zyn de Rechten en Privilegiën van eene Stad , ja de bezittingen der Ingezeetenen, van alle vastheid en zekerheid ontbloot, en ten prooy van de eene of andere magtige party. Het lot nu vsn zulk een Stad en Land is allerbeklsgelykst, en de Vryheid, waar voor men alles beeft opgezet en gewaagt, en die men met een heiligen Eed gezwooren heeft te zullen befchermen en verdedigen, beftaat dan flegts in een ydel geklank van woorden , en haar wezentlyk beftaan woidt met het verlies van haare beilrvke zegeningen verdonkerd. De Burgers, Ed. Mog. Heeren! de voreDftaande gron-  kov. STAAT EN OORLOG. 1785. i-l' gronden als onwrikbaar befchouwendp, zullen thans U Ed. Mog. attentie bepaalen tot de Op ZAAKEN VAN 1785. Erfftadhouder, en vergelykende de gevoe'ens van Zy. ie Hoogheid, daarby voorgedragen, met onze gefteld. beid, werd ik te rade, om die aan UEd. Mogende eens te herinneren, oiu ware 'r mogelyg door dezen Weg aan Zvne Hoogheid gelegenheid te geven tot het overtuigend aan den dag leggen van Hoogstdeszelfs bereidwilligheid , 031 van zyne zyde te concurreeren tot herftel van den jaminerjyken toeftand van zaken in dezJ Provin ie. — Daar nu her oog van geheel Nederland, ja van gant ci Europa op de gefteldheid van dit Gemeei ebest, door inwendige tweedragt verfcheu'-d , gevestigd is; daar al wat weldenkend en mensenlieven d is, vierig wenscht, dat deze gevaarlyke, ja byna dpdelyke won'en, eens geneezing mogen erlangen, om den val van een Staat, die nog voor weinig jaren de bewondering der Volkeren verdiende , voortekomen ; 200 is het zeker, dat een yder als verftelt zal liaan' óver de onverfehiltigheid, met welke deze myne Voorlag by Ü Ed. Mog. is geconfidereerd geworden; te meer, daar uit dezelve zou voortvloeien eene gelegenheid voor den Heere Erfftadhouder, om door Zyne t'usfcht-nkomst. tot re'dies en herftel van zaken , de geheele W ^reld'met de daad te overtuigen van Hoogstdeszelfs bereidwilligheid en opregtheid , om ten beste van her litye Vaderland, onze verbasterde en bedorvene Corftitutie te willen helpen herftellen. Hier door vermeene ;k (hoezeer ik ook gerangfehikt worde onder de znlken, die den Erfltadhou Ier in deszelfs wettige ei C""ltirutioneele regten zou 1en tragten te verkorten ,) Zyne Hoogheid een wezentlyken dienst gedaan te hebben, wyl alsdan, in conformiteit van Zyne Hoogheids begeeren, zou hebben kunnen worden gedefi.nieert, wat tot de Conltitutie dezer Landen, en gevolglyk ook wat tot het Erfitadbouderfchap, relatif is. — Djt in advys houden, Ed. Mog Heeren! moet gevólglyk, mynes oordeels, al zeer onaai genaam voor den Heer E fltadhouder zyn; alzo'o hetzelve, behalven andere veimnedens , Zyne Hoogheid by het publiek bloot fielt aan verdenkingen, als of Hoogstdezelve deze aanbiedingen niet zou gedaan hebben met die opregtheid en Vaderlandlievende gevoelens, die yereischt 1 ■. • wer-  hov. STAAT EN OORLOG. 1785. 153 werden, om van dezelven gebruik te kunnen maken. — Ik agt het overtollig, om hierover verder te comnientarieeren. Het onpartydig Publiek zal myne pogingen billyken, om eens, tot verbetering van onzen inwendigen ftaat, de handen aan het werk te flaan. — Ik hebbe het myne gedaan, en ik ben onverantwoordlyk voor de gevolgen dezer opmerkelyke handelwyze, waartoe myne Aantekening, rievens myne aangetogene P/opofitie , tot myne decharge, in den Kwartiers Recesfe worde geinfereerd. (Was get.) k. j. van capkllen vande marsch. CXLV. Adres aan de Heeren Geconflitutieerdens en Gecommitteerdens van de Burgery en Schuttery der Stad Utrecht. In dato 29 November 1785. Een notabel aantal Burgers van deze Stad, heeft uit hoofde van de beloofde verloopen termyn van zes weeken, or.s nu Gecommitteerd, om van het Collegie van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery ailervriendeiykst te verzoeken. Ten einde tegen aanftaande, Zaturdag of uiteriyk aan» llaanden Maandag, door Geconftitueerdens en Gecommiueerdens de refpective Burger-Compagnien, Uitkoopers en Wagtvryen , die als principaalen die beide Collegien gecontinueerd en aan haar de waarneeming en afdoening van alle hunne Bezwaaren opgedraagen hebben,, in de refpective Compagnien op te roepen, en te doen by een komen, om aan dezelven in fcriptis, en dus door acht Affchriften, alle hunne principaalen, formeel en uitvoerig te communiceeren. I, Waar om, waar toe, en hoedanig men ingeftemd ' heeft, tot het decerneeren van eene Staats-Commislie na 's Hage, om met Concurrentie van den Stadhouder de Burgerlyke Bezwaaren af te doen? K 5 Wel-  IJ4 oct. ZAAKEN VAN 1785. — Welke Bezwaaren aldaar onder behooren?-— Hoe die Commisfien zullen gedecerneerd worden? — Wat voor tyds-bepaaling daar by ter afdoening gefteld is, en wanneer het Domeftieke Reglement tusfchen de Burgery en de Vroedic iap zal gearresteerd en ingevoerd worden. Alles, ten einde het Volk, door onzekere berichten en voorftelliingen in de publieke Papieren, niet langer geflingerd , gedupeerd, of de verwarringen van gevoelens vergroot wornen; en dan nog. s. Om ook by acht Affchriften, aan alle de principaalen by die gelegentheden legaale kennis te gee. ven, van den inhoude van het reeds tot wederzyds genoegen van het Volk , en van de Regeering , geapplaneerd Domeftieke Reglement, met aantooning van de verbeterde en veranderde Artikelen, mitsgaders of 'er nog eenige bedenkingen van Geconftitueerdens daar op zyn, dan wel of het zelve volkomen na de intentie van de laatfte confideratien van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens is geapplaneerd, ten einde van dit een en ander, alle de principaalen behoorlyk en formeel geinformeerd zynde, nader het goedvinden, en de intentie van dezelven aan hun Ge« conrtitueerdens en Gecommitteerdens te kunnen voordraagen, zo als bevonden zal worden te behooren. Verzoekende hier op heeden avond nog Cathegorisch antwoord, om aan haare vergaderde Jvleede-Burgers, in de Sociëteit daar van rapport te kunnen doen» (Was get.) Door dertien Gecommitteerdens uit de Burgery. Utrecht den 29 November 1785. CXLVÏ,  sec. STAAT EN OORLOG. 1785. *5J CXLYI. Propop ie van Gedeputeerden der Stad Leyden , ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. , over het fchryven aan de Staaten van Utrecht, ten aanzien der ongeleegenheeden in die Provintie. In dato a December De Hoeren Gedeputeerden der Stad Leyden hebben op expresfe last van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering voorgedraagen, dat de Heeren hunne Principaalen het oog gevestigd hebbende op de actueele gelleldheid van zaaken in de Provincie van Utrecht, waar van het akelig uitzigt, gelyk genoegzaam bekend was, na het addresfeeren der Misfive van de Heeren Staaten van die Provincie aan hun Ed. Groot Mogende van den 24 Augustus laatstleeden , nog merkelyk was toegenomen , niet genoeg hadden kunnen apprehendeeren de ramfpoedige gevolgen , welke vooral uit de ongelukkige ontfhane verfchillen tusfchen integreerende Leden van Staat aldaar , niet alleen voor de gemelde Provincie, maar ook, by uitbreiding, voor het gantfche Rondgenootfchap te dugten waren. Dat welgemelde Heeren hunne Principaalen , offchoon ten vollen overtuigd , dat de natuur der Souverainiteit in elke Piovincie geenzints toelaat, dat in de beoordeeling hunner Huishoudelyke diiferenten of beitellingen door andere Provinciën , iets zoude worden gearrogeert; en even daarom begrypende , dat geene demarches, hoe ook genaamd, ten deeze kunnen worden gedaan of geadmitteert, die maar eenigzints den fchyn zouden hebben van tegen het gezegde conftitutioneele regt aan te loopen; evenwel gemeend hadden, dat de betrekking van het Bondgenootfchap, gevoegd by het wederkeerig belang, het welk de Provinciën onderling in elkanders goede rust en welvaart hebben , wel toeliet en zelve daar de zaaken, tot eene hoogte (gelyk bekent was) gekomen waren, moest aanraaden om op eene wyze, waar door, op de evengemelde Principes niet  156 dec. ZAAKEN VAN 1785.- niet wierd geimpieteert, vriendnabuurlyk aan den dat; te leggen de gevoelens van ware deelneeming in elkanders ongeleegenheeden zoo wel, als van een opregt verlangen, om zoodanige ongelukkige omltandigheeden niet alleen te zien ophouden, maar zelfs indien het van eenige vrugt zoude kunnen zyn, daar toe, des noods, als een getrouw Bondgenoot meede te werken. Die althans de ovetweeging hier van de Heeren hunne Principaalen had gedrongen , om by deeze aan hun Edele Groot Mog. in bedenking te geeven, of dezelve niet zouden kunnen goedvinden om ten fpoedigften aan de Heeren Staaten van Utrecht eene Misfive af te vaardigen, waar by, zonder zig eenigzints te ingeree. ren in de Huishoudelyke zaal;en dier Provincie, aan het voorfz. oogmerk en de verpligting aan een B md. genoot zoude worden voldaan. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dac het voorfz. geproponeerde zal wordeu geexamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden toe het groot Befogne, en de Vergadering daar op ten fpoedigfte gediend van derzelver conlideratien en advis, en is, dien onvermindert Copie van dezelve Propofitie verzogt door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de Ordre nader te examineerer. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXLVil. Misfive van Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder aan de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der fiem hebbende Steden in Holland. In dato 4 December i?8j. ERENTFESTE, VOORZIENIGE, DISCREETE, ONZE LIEVE BYZONBERE! Het Rapport uit het Staats-befogne van Hun Ed. Gr. Mog. van den 4 November laatstleden, met alle oplettenheid by Ons overwogen zynde , en daaruit  DEC* STAAT EN OORLOG. 1785. IJ7 uit met geen minder leedweezen als bevreemding vernomen hebbende, dat men de zaken daarheen tragt te dirigeeren, om Ons voor altoos het commando van het Guarnizoen van den Haag te ontneemen, offchoon hetzelve aan Ons, in onze qualiteit als Erfeouvemeur en Erfcapitein Generaal van Holland en Westfriesland , wettig competeert, en zoo by Ons, als by onze hooge Predecesfeuren altoos ongeinterumpeert, en op de duidelykfte Concesfien, Refolutien en O'dres van Hun Ed. Gr. Mog., mitsgaders onder Hoogscderzelver oog, en met hunne voorkennis en approbatie is geëxerceert. Wy hebben gemeend, dat onze eer en digniteit by het voorfz. Rapport te aanmerkelyk zyn gecompromitteerd, en dat ook de goede Ordre , en het waare.belang der Provintie daarby te veel zyn geinteresfeerd, vooral uit hoofde van de verkeerde en beleedigende denkbeelden, welke Ons met opzigt tot onze erkentenis van het Oppergebied, en de Souverainiteit van Hun E li Gr. Mog. en Hoogstderzelver Provintie tegens onze "ware gevoelens , en ten allen tyde gemanifesteerde bedoelingen, by 't zelve zyn toegekend; dan dat wy niet alle gepaste middelen zouden gebruiken, om voor te komen , dat het voorfz. Rapport tor conclufie zoude gébracht worden. Dit heeft Ons verpügt, om Ons daarover op heden by Misfive te addresfeeren aan de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten der Provintie , en by eene ampele Memorie, zoo als wy vertrouwen, te doen z!en , dac de gronden en roodeven , waarop het v lorfehr. Rapport is gebouwt, uit gebrek van eene behoorlyke onderfcheiding en bepaling, niet alleen zyn irrelevant, maar ook geheel en al ongefundeert, en dat door de ontneéming van het voorfz. commando in die onderfchikking aan het Oppergezag van de Heeren Staaten, zoo als Wy 't zelve fustineeren aan Ons in onze voorfchr. qualiteit te competeeren, een onherftelbanr grief aan de hooge charge van Erfgouverneur en E (capitein Generaal van de Provintie zoude worden toegebracht. Eu het is de importantie dezer zaak, en het bezef van onze beëedigde verpligting , om de voorfz. digniteit, waarmede wy bekleed zyn, naar behoren te blyven  ï58 dec. ZAAKEN VAN 1785. ven waarneemen, en vervolgens aas onze wettige Suc* cesfeuren overtelaten , welke Ons verplicht, UE. van ons voorfchr. addres aan de Heeren Staaten kennis te geven, met inftantelyk verzoek, om met UE. verdere dèliberatien over deze materie te fuperfedeeren, totdat onze voorfchr. Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog. , met de daar by gevoegde Memorie , by UE. zal zyn geleezen en geëxamineerd, in het vertrouwen, dat onze daarby gedaane voordragt zoo convaincant en van die evidentie zal worden gevonden, dat UE. geen zwarigheid zullen maken , om daartoe te concurreeren , dat de zaaken in dit opzigt op den ouden en conltitutio» neelen voet gelaaten worden. Waar meede erentfeste, voorzienige, discreete , onze lieve byzondere! Wy UE. beveelen in Gods Heilige protectie , UE. Goedwillige Vriend. (Was get.) w. pr. v. orange. Ter Ordonnautie van Zyne Hoogheid. (Was get.) Op 't Loo den p, j. de larrt. 4 December 1785. CXLVIII.  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 159 CXLVIII. Memorie aan de Ed. Gr. Achtbaare Heeren van de Weth der Stad Delft geprefenteerd. In dato 5 December 1785. edele groot achtbaare herren! y^te Ondergetekenden, Leden van dezer Stads SchutJL/ teiye, behoorende tot het tweede Blaauwe Vaandel, bevinden zig in de ongelukkige noodzaaklykheid, zig tot'U Wel Ed. Gr. Achtb. te moeten wenden in een zaak , die zy voor hoogstdezelve nog kunnen nog mogen verbergen ; bevattende gevaarlyke misbruiken, door eenige Hoofdlieden willekeurig van hunne macht gemaakt; en naauwelyks uitwisbaare beledigingen, den Oidergeteken nen Schutterlyk aangedaan, ten welken «inde zy zig verpligt vinden al het gepasfeerde, by de hier geannexeerde Verklaaring of Depofitie ter kennisfe van Ü Wel Ed. Gr. Achtb. te brengen. In vertrouwen , dat hoogstdezelven zullen bevinden zig deeze Schurterlyke Ztak te moeten aantrekken , en zoo tot Confervatie der veiligheid , als tot herltel van de bloedige beleediging, den Ondergetekende aangedaan, hun al het recht te moeren doen wedervaaren , 'c welk zy van de Rechtvaardigheid mogen verwachten; waar mede, Ed. Gr. Achtb. Heeren! de Ondergetekenden de vryheid neemen , zig in U Wel El. Gr Achtb. Protectie te beveelen, en zig eerbiedig te noemen, edele groot achtbaare heeren! ü Wel Ed. Gr. Achtb. Ootmoedige en Gehoorzaame Dienaaren, Leden van dezer Stads Schutteryen, Delft den 5 December 1785. VER-  icTö dec. ZAAKEN VAN 1785; VERKLAARING, Van eenigen zo Officieren als Schutters van de Schutterde deezer Stad. onder het tweede Blaauwe Vaendel, nopens eenige grievende beleedigingen en faitelykheden , hun onlangs op de Wachten in hunne refpeblive Schutterlyke qualiteiten aangedaan. Op den 5 December 1785. aan Hun Ed. Groot Achtbaaren de Heeren van de Weth der Stad Delft ingeleeverd. Verklaart de eerfte Ondergetekende , Pieter Caspar Boer, Schutter in het eerde Roth. Dat hy op den 28den November laarstleeden , iri volle en behoorlyke Wapenrusting ter Wacht gekomen zynde , en niemand lasdeerende , door eenen MedeSchutter , Hugo Hol/Ier, onvriendelyk is aangefprocken, met vordering, dat hy Depofant eene zwarte Cocarde, door hem gewoonlyk by Wacht- en WapenoefFening gedraagen, van den hoed zoute afdoen. Dat hy Depofant, nimmer gezind, om zich aan willekeurige vorderingen te onderwerpen, hierop een weigerend antwoord heeft gegeeven; en daarop voornoemde Holfter, benevens Arnoldus Krabbe, Hendrik Do* dewaard, en nog eenige andere Schuiters /ich hebben gewend tot de Publicatie van Hun Ed Gr. Achib., laatftelyk tegen het draageri van Lpuzen geëmaneerd; en na Lecture hebben ondernomen dezelve te expliceeren, onderling decideerende , dat Cocardes Leuzen waren; — Dat daarop door den Hoofdman, Willem Jacob Verkuil, aan hem Depofant is verzocht , dat hy Depofant de Cocarde, als een Leuze zynde, van den hoed zoude afdoen: dan waarop hy Depofant by zyne weigering heeft geperfifteerd ; zoo billyk geirriteerd door het voorig gedrag der opgenoemde Schutteren, als verontwaardigd , dat een zwarte Cocarde , in navolging van het Staaten Veld-teken , door een Schut, ter (den Staaten trouw gezwooren hebbende) op zy. nen post gedraagen, voor eene Leuze wierde uitgekreten x  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. *<5i ten : en dus in de vaste en min hoonende perfualie; dat by de vobrzeide Publicatie by geene mooglykheid de zware Cocardes konden zyn bedoeld. Dat 1 verder de Animofiteit meergenóemden Hendrik Dodewaard echter, zoo verre heeft vervoerd , om den Hoofdman dringend aan te maanen , hem Depofaut volgens Ordonnantie in de boete te beflaan, met dreigement , dat anders hy Dodewaard en eenige anderen de Wacht rouden verlaaten. Dat de Hoofdman, wel zyn best doende , om de driftigen te Rillen, echter andermaal hem Depofant het vorig verzoek heeft gedaan, doch zonder eenige andere reeden te geeven , dan dat .de zwarte Cocarde een teken van het Genoodfchap en dus by meergemelde Publicatie verbonden, was. Dat hy Depofant , confidereerende , dat de zwatte Cocardes ten tyde der voorzeide Publicatie , door lieden van onderfcbeidene gevoelens , ftaat of party, en zoo wel in als buiten het Schutterlyk Genoodfchap gedraagen wierden ; en dus ook geen teken van party konden zyn , nog als zoodanig verbooden ; dit den Hoofdman met deszelfs eigen voorbeeld onder het oog poogde te brengen , als die zelve zoodanige Cocarde had gedraagen , zonder ooit onder de verdenking te zyn gevallen, vau het Geneoifchap toegedaan te zyn. Dat yoorn. .Hoofdman , na eene ongelukkige diftinctie: ,, Dat hy de Cocarde NB. wel hy de Schutterye, maar niet op de Wacht gedraagen had:" de ftifteriue van du: Depofant omtrent de voorzeide Publicatie ingewikkeld heeft erkend, met te zeggen: „Ik-zal (NB.) „ maaken , dat 'er een Publicatie van Heeren Burge„ meesteren komt , dat de Cocardes niet mogen ge„ draagen worden :" waar op door hem Depofant is gezegd; „ in dat geval aan zoodanige Publicatie van „ Heeren Burgemeesteren' re willen obedieeren." Dan dat meergen. Hoofdman, hier mede niet voldaan, hem Depofant nogmaals heeft gevraagd , of hy de Cocarde af zoude doen , en op bekoomene weigering geordonneerd, aanftonds van de Wacht te gaan. Op welke order hy Depoia'-t , zonder tegenzeegen , zyne Wacht heeft verlaaten. XXX. deel. L Ver-  1Ö2 üic» ZAAKEN VAN 1785. Verklaaren de tweede en derde Ondergetekenden , Gerrit Ploos van Amftel, Rondasfier, en Jan van Dykt Schutter, in het tweede Roth. Dat zy op Dingsdag den aoften November laatstleden , in hunne volle en behoorlyke Wapenrusting, en wel den Rondasfier met zyn Veldteeken of Rondas, op hun tyd zyn ter Wacht gekomen , zonder iemand te laedeeren. Dat zy Depofanten, eenige oogenblikken na het leezen der Wacht -Ccél , door den Hoofdman Arnoldus van der Lee , by naamen zyn opgeroepen , en door denzelven eerst verzocht en vervolgens geordonneerd, hunne zwarte Cocardes te willen afdoen: dan "t welke door hun beiden, om redenen, als by den eerften Ondergetekenden P. C. Boer hier boven geallegeerd, is> geweigerd. Dat de Hoofdman hierop hun heeft gedreigd, boete te zullen fchryven, en de Rondasfier hem hiertoe verlof heeft gegeeven, als een profyt voor het Roth, indien hy het krygen mogt. Waarop de Hoofdman hun beiden Depofanten verlof heeft gegeeven , om van de Wacht te gaan. Dan waarop door den Rondasfier is geantwoord: „ Dat hy blyven zoude, daar het teeken bleef* " Dat de Hoofdman hierop de Wacht naar beneeden gecommandeerd , en aldaar gefchaard , en het geweer gevifiteerd en by den voet gebragt hebbende, en zyne voorige vraag en vervolgens zyne ordre tot het afdoen der Cocardes vernieuwd hebbende , op herhaalde weigering , hun Depofanten weder heeft bevoolen van de Wacht te gaan : en door den Rondasfier hierop aan den Hoofdman is geantwoord: „ Ik weet myne^quali- teit, en gy de uwe; onze post is thans hier." Dan dat desonaangezien de„ Hoof iman de Schutters hierop heeft gecommandeerd, hun Depofanten van de Wacht te doen gaan: eene daad zoo bedenkelyk, dat een Oud-Hoofdman hem vermaande, met te zeggen: „ Hoofdman! ziet toe, wat gy doet!" Dan, waarop door den Hoofdman werd geantwoord: „ Ik heb or„ der van Burgemeesters!*' Dat echter geenen der Schutters , nog deeze perfo- nee.  mc. STAAT EN OORLOG. 1785. 1Ó3 neele ordres nog deeze pra;tenfe en ongelooflyke Auc« torkeit hebben geobedieerd; en daarop door den Hoofd, man en deszelfs Lieutenant J. L. van Heiningen elkander vervangende, is gezegd : „ Dan moeten wy geweld gebruiken." Dat daarop voorn. Lieutenant, toen naar den twee. den Depofant Jan van Dyk toetreedende, en zeggen» de: „ Gy moet 'er waaracfetig af:" hem Denöfant, met geweld by den arm heeft gevat , voortgelle'urd en faitelyk van de Wacht gezet; in het aanzien van eene op ltraat vergaderde menigte , zonder dat door hem Depofant eenige tegenkanting is ondernoomen, dan, dat hy eerst zyne mede Schutteren , gelyk ook vervolgens de vergaderde menigte, tot getuigen heeft genoomen. Dat daarop de Hoofdman tot den Rondasfier heeft gezegd; „ Gy moet 'er ook af J" en door deezen geantwoord zynde: „ Ik verlaat myn Post niet:" daarop door den Hoofdman is gerepliceerd: „ Dat helpt niet, j, gy moet 'er met geweld af" Dat als toen de Hoofdman hem Rondasfier by den regter fchouder heeft gevat; en met geweld voortfioolende , ter Wacht afgedreeven : waarvan hy Depofant de omltanders tot getuigen heeft genoomen. Verklaaren de vierde en vyfde Ondergetekenden , Rèynier van Muyjen, Lieutenant Hoofdman , en Je. hannes Bolke/lein, Schutter, in het derde Roth. t : zy Depofanten op den 30 November laatstleeden4 in hunne volle "en behoorlyke Wapenrusting, tydig ter Wacht zyn gekomen, zonder iemand te ladee-' ren. Dat, zoo daadlyk na zyne komst, aan" den eerften Depofant, vierde Ondergetekenden, door zynen Hoofdman Willem Steenbergen is verzocht, zich van zyne !zwarte Cocarde te ontdoen , als - zynde een Leuze, weshalven hy Hoofdman hem ondergetekende konde nog wilde erkennen : — Alles tot meerder verwondering van hem Depofant, daar hy het eerst tot het dragen van eene zwarte Cocarde was geinftigeeid en ge« -bragt , door den voornoemden zynen Hoofdman - en L » Prin*  *H dec. ZAAKEN VAN 1785; Principaal zei ven , en wel onder voorwendfel ; „ dat „ het was een gedistingueerd teeken, door den Krygsraad gepermitteerd." Dat hy eerfte Depofant, zoo om deeze Tedenen , als om die, by den eerst Ondergetekenden hier voren geallegueerd , aan deeze willekeurige en inconfequente vordering niet begeerende te voldoen ; voorn. Hoofdman den.Oud-Lieutenant Jan Hendrik Zee heeft opgeroepen ; die daadlyk in de plaats van hem eerften Depofant heeft gefungeerd: en waarop hy, benevens den tweeden Depofant , mede met eene zwarte Cocarde voorzien , als abfent zyn geteekend , fchoon in hunne volle Wapenrusting: terwyl eenige andere Schutters, daar prefent, van Snaphaan nog Patroontas waren voorzien; zoodanig, dat men daar uit zoude mogen befluiten, dat een hoed zonder Cocarde alles is, wat tegenwoordig ter wapening van een Schutter wordt gerequi'-eerd. Dat daarop aan de beide Depofanten is geordonneerd, naar beneeden te gaau , en daar gekomen zynde, aan bun (fchoon als abfent getekend) nog is geordonneerd, by de rangeering, in het gelid te gaan , waaraan door hun zonder morren is geobedieerd. Dat, na gedaane vifitatie, fchom nog met den Laad» ftok in den loop ftaande, door den Hoofdman aan hun Depofanten is geordonneerd , heen te gaan ; waarop door den eerften Depofant dit kleine abuis aan dea Hoofdman herinnerd, en dit door denzelven geremedieerd zynde, voorn. Hoofdman heeft gezegd: „ Bolke* ,, fiein l ik zou verzoeken, dat gy nu heen gaat:" waarop door dezen is geantwoord: ,, ik ben gekomen om de Wacht te houden, en niet om heen te gaan:" waarop door meergemelden Hoofdman gerepliceerd zynde : „ Gy moet heen gaan," eerst den tweeden Depofant J. Bolktftein, en vervolgens den eerften Depofant, zyn eigen Lieutenant, door hem Hoofdman by de arra zvn genomen, en tot op de puye van het Raadhuis ter Wacht afgeleid. Alle het welke voorfchreeven de Ondergetekenden, elk voor zoo veel het gepasfeerde in zyn Roth aangaat,  bec. STAAT EN OORLOG. 1785. i6> gaat, verklaaren waar ende waaragtig te zyn , bereid en onder aanbiediug , om al het zelve ten allen tyde met voldoende getuigen te bevestigen , en des noods met folemneelen Eede te ftaaven : ten welken effecïe, zy dezen met hun eigen hand hier mede hebben ondertekend. Binnen Delft den 5 December 1785. (Was get.) p. c. boer, Schutter. c. ploos van amstel , Rondasfier. j. van dyk, Schutter. r. van muijen, Luit. Hoofdman, J. bolkestein, Schutter. CXLIX. Misfive van Zyne Hoogheid, met een Memorie van confideratien en twaalf Bylaagen omtrent het Staats • R ip. port van den 5 November 178T, over het Commando van het Guarnifoen van den Haag. Ingeleverd ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogende. In dato 7 December 1785. Ontfangen een Misfive van Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange, gefchreeven op het L00 den 4 dezer, met eene daar by gevoegde Memorie van confideratien , en daar toe fpedteerende Bylaagen van A. tot M. omtrent het Staats-Rapport van den 5 der voorleede maand , over bet Commando van het Guarnifoen van den Haag; breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz. Misfive en de daar by gevoegde Memorie met de Bylaagen zal worden gegeeven aan de Leden , om by de verdere deüberatien L 3 over  166 dec. ZAAKEN VAN 178:5. over het voorfz. Rapport van den 5 der voorleede maand, mede op de voorfz. Misfive, Memorie en Bylaagen zoodanig reguard te neemen, als geoordeelt zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, BYZONDERE GOEDE VRIENDENl TTet heeft Ons ten hoosden getroffen , dat li de Heeren Uw Ed. Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden hebben kunnen goedvinden , op den 8 September laatstleeden eenige ordres te geeven aan het Guarnifoen van 's Gravenhage, buiten Onze kennis en met voorbygaan van Ons in Onze qualiteit als Gouverneur tn Capitein Generaal van deeze Provintie; vermits Wy oordeelden , dat zulks aan Ons in Onze voorfz. qualiteit alleen was competeerende , en Wy Ons ter dier tyd aldaar prefent bevonden ; vooral, daar zulks niet duifter te kennen gaf, dat Onze directie en voorziening in het ftellen der nodige ordre, tot mainctieu van de publiecque rust en veiligheid , dat vertrouwen niet vond , 'c geen Wy meenden te meriteeren. Wy weeten niet , en kunnen Ons niet erinneren, ooit iets te hebben geomitteert, 't geen Ons ter Voorkoming of demping van eenige tumultuaire beweegingen, door Heeren Gecommitteerde Raaden ofte door de Juftitie in het algemeen is verzogt, en voorgedragen, en Wy verbeelden Ons, dat daar van verfcheide verfche voorbeelden voor handen zyn. De gevoeligheid , door dit ongelyk Ons aangedaan, heeft Ons vervolgens aangezet tot eene demarche, die ons de gefchikfte en prompfte heeft toegefcheenen, om daar van herftelling te bekoomen, namentlyk om te verzoeken, dat U Ed. Groot Mogende Vergaderinge nog dienzel- veo.  Oïc STAAT EN OORLOG. 1785; l&j ven dag by eikanderen kwam , en het is met 'dat oogmerk, dat Wy op dien avond in perfoon Ons beklag ter Vergadering van Uw Ed. G-oot Mog. hebben ingebragt ; doch met zoo weinig fiicces, dat Wy niet alleen Hoogstderzelver ongenoegen over deeze convocatie der Vergadering hebben moeten verneemen , maar dat door Uw Ed. Gr. Mog. approbatie op de voorfz- goedvinding van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden Wy met 'er daad ontzet zyn van een voorrecht, waar van alle Onze Voorzaten ongeinterrumpeert hebben gegaudeert. En Wy vinden Ons, Edele Gr. Mog. Hee. ren , boven al gegrieft door den voordragt en de {tellingen , by het Rapport van het StaatsBefogne van den 4 November gemanifesteert, en tot niets minder {trekkende als om Ons voor altoos van het geheel Commando van het Garnifoen van den Haag te ontzetten , en het zelve aan het Collegie van Heeren Gecommitteer. de Raaden over te brengen. De ongedetermineerde en ongefundeerde gronden daar by gelegt , de verkeerde denkbeelden nopens de Souveraine rechten van Uw Ed. Gr. Mog. by het zelve aan ons toegekend , en de illatien uit het een en ander afgeleid , hebben Wy met geene mogelykheid ftilzwygend kunnen pasfeeren , maar Wy hebben Ons verpligt gevonden , het beleedigende , het welk daar in voor Onze eer en billyke denkwyze ligt opgeflooten , met alle decentie cordatelyk voor Uw Ed. Gr. Mog. open te leggen. Men heeft de zaak daar by zoodanig voorgeiteld , als of Wy een Oppergezag over de Militie in deeze Provintie , zelfs boven en onafhangelyk van Uw Ed. Gr. Mog., hadden wil» len pretendeeren, en het is op deeze gansch erroneufe adfumtie, dat men by het voorfz. Rapport eene noodzakelykheid heeft voorgewend, om de rechten van de Souverainiteit tegens Ons te handhaven en te vindiceeren, en tot dat einL 4 de  16*8 dec. ZAAKEN VAN 1785. de den voorfz. voorflag te doen , om het zoo ltraks sem. Commando van het Garnifoen van den Haag, 't geen Wy en Onze Prsedecesfeurs eeven als dat van de overige Trouppes in de Provintie , in qualiteit als Gouverneur en Capitein Generaal van Holland en Westvriesland altoos'en ongeinterrumpeert, nie; (legts met kennis en adveu, maar op de duidelykfte Refolutien , Conc°süen en gearresteerde ordres van Uw Ed. Gr. Mog, zeiven, hebben geëxerceert , aan Ons te ontneemen , en het zelve te reguleeren op eenen gelyken voet , 'als zulks > geweest is ten tyde . dat deeze Provintie zonder G uverneur en Capitein Geueraal zig bevond: Ja! zoo als het zeive gebragt was in die byzondere Epocque , wanneer men tot un indien van het eeuwig Edict van den jaare 16Ö7. meende alle denkbeelden van de waardigheid van eenen Stadhouder, Gouverneur en Capitein Generaal voor altoos te moeten laaten vaaren , en alle aanleiding tot eenig Militair Commando en gezag foigneufelyk te praevenieeren. Tot volkome wegneming van deeze onderftellingen en accufatien , hebben wy vervolgens doen formeeren de nevensgaande Memorie , waar in Uw Ed. Gr., Mog», behalven de gronden en reedenen van Onze Suftenue, tellens zullen vinden geëxponeert Onze ontwyflelbaare erkentenis van het Oppergezag en hoogfte rechten van Uw Ed. Gr. Mog. over de Militie, zoo wel in de ganfche Provintie als over het Garnifoen van den Haag , op eene wyze , dat Wy daar in, en in de eerbiediging , welke yder Regent en . lngezeeten aan dezelven verfchuldigd is , aan niemand hunner willen cedeeren. Wy neemen vervolgens de vryheid tof deninhoud van deeze Memorie, waar op Wy de ferieufe aandagt van Uw Ed. Gr. Mog. imploreeren , Ons te refereeren , en de gronden en gevoelens , daar by in 't breede gedetailleert, als Onze waare denkwys en fentimenten op deze.,  DEC. STAAT EN OORLOG. W$. ,69 ze gewigtige materie interoepen, met herhaaünrr van het geen Wy de eer gehad hebben, ten dezen opzigte , reeds op den 8 September laatstleeden , ter volkome gerus<{telling van Uw Ed. Gr. Mog. in Hoogstderzelver Vergadering voor te draagen, al 'c welk te zamen genomen , en in zyne waare meenint; ingezien , het »ezag en de fuperioriteit van Uw Ed. Groot M>„ niet minder juft ficeert en bevestigd, ah zulks by het voorfz. Rapport zelve heeft kunnen gedaan worden ; maar teffens.in de orde van zaaken door eene prxcife en gedetermineerde voorftelhng van het recht, 't geea 0/»s in Onze voorfz. eminente Charge wettig competeert , deszelfs r.oodzakclyke werking op onwederfpreekeJyke gronden billykt en vindiceert.. Wy zullen vervolgens hier by niet treeden in de discusfie der zaaken , by deeze Memorie behandeld , nog in de ongerymde confequemien en confuhen, welke uit het Syftema by het voorfz Rapport geadopteert, zouden moeten profluee^ ren ; maar Wy kunnen voor Uw Eu. Gr Mog niet verbergen , dat Wy nauwlyks begrypen ' hoe wy zonder Onze eige eer en de Hooge üig! mteiten, waar mede Wy in naam en by erffelvke delatie van Uw Ed. Groot Mog. zyn bekleed te compromitteren , Onze refidentie in 's Hage beftendig'zouden kunnen continueeren , inden dat zelfde Syftema efteétivelyk zoude mogen worden gereaiifeert Inmiddels verklaaren Wy zeer gaarn, dat het altoos Onze beftendige poging- zyn zal, de Hooff. beid en Souverainiteit van Uw Ed. Gr Mol binnen derzelver Provincie in alles, en fp-ciaal in het ftuk der Militie , te blyven r^fpecterren dezelven, in onderfchikkiug aan Uw Ed Groot Mog. als Gouverneur en Capitein Generaal van Holland en Westvriesland te mair.dtineeren en re doen refpeéteeren na de regelen en principes van den dienst en ftibordiriatie, de pubücque rust, die Ons zoo zeer als yniand ter haite L 5 gaat,  SfO dec. ZAAKEN VAN 1785; gaat, te doen bewaaren, en alles wat tot's Lands heil en de handhaving der Rechten en Privilegien van deszelfs Ingezetenen, in welker midderi Wy gebooren en opgevoed zyn, bevorderlyk is, met den beftendigften ernst, te helpen toebrengen tot luifter van den Staat, en in 'c by.-onder ook van Uw Ed. Gr. Mjg, Vergadering. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren , byzondere goede Vrienden, Wy Uwe El. Groot Mogende beveelen in Godes heilige protectie. (Onder ftond) Uwer Elele Groot Mog. Dienstwillige Dienaar, (Was get.) W. PR. V. ORANGE. (Laager ftond) Ter ordonnantie van Zyne Hoogheid. (Was get.) T. J. DE LASLRET. Op *t Loo den 4 Dec Me-  PEC. STAAT EN OORLOG, 1785. 171 Memorie van Confideratien omtrent het Staats - Rapport uit het groot Befogne over het Commando van het Guarnifoen van den Plaag van 4 November 1785. |~"\it Rapport fteund op de volgende i. J' Gronden: ï. Dat in de Refidentie-Plaats van den Souverain , niemaDd , buiten dienzeiven Souverain , eenig oppergezag over de Militie aldaar in Guarnizoen kan pretendeerea. 2. Dat dit oppergezag, wanneer het aan Zyne Hoogheid zódde kunnen worden toegekent, expresfelyk by Zyne Commisfie aan Hem zoude hebben moeten weezen gedefereert, of wel by nadere lpeciale Refolutie aan Hem toegekent; 3. Dat het fyltema van de Refolu. tie van 5 Maart 1672 altoos by Hun Ëd. Gr. Mog. is geinhasreert, zoo als uit Hoogstderzelver Registers zoude blyken; En 4. Dat dit poirct als nu door de demarche van Zyne Koninglyke Majelteit van Pruisfen , geworden is van de uitterfte delicatesfe, en als involveerende eene fusten ue van de zyde van Zyne Hoogheid van een uitfluitend recht, en dus »t flegts van een gelyk ftaande magt met , maar zelfs van eene lijpe. rieure hoven Haar Ëdele Gr. M,>g., eene allergevoeligfte a:teime soude kunnen aanbrengen aan de Souverainiteit van Hun Edele Groot Mog. en zelfs uitloopea op het etabijsfeeren van een imperium in int'  17* dec. ZAAKEN VAN 1785. imperia, en mitsdien efficacieus behoort te worden tegengegaan. Alvoorens toe te treeden tot eene byzondere overweeging deezer Hoofdgronden, heeft men gemeent voor af te moeten maaken deeze Praeliminaire Remarque; dat (onder reverentie) de ftaat van verfchil by dit Rapport in een abufief en verkeerd ligt is voorgelteld, en dat de al te onbepaalde denkbeelden hier by aan het oppergezag van de Militie geaccrocheert , aanlyding hebben gegeeven tot diverfe abufive adfumtien en redeneeringen, welke zonder deeze ongedeterrnineerde voorftelling geenerlei applicatie kunnen vinden? Wanneer Zyne Hoogheid heeft gefustineert, in Zyne qualiteit van Gouverneur en Capitein Generaal van deeze Provincie , gerechtigt te zyn tot het Commando over de Militie in' dezelve Provincie , en fpeciaal van het Guarnifoen van den Haag, heeft Hoogstdezelve daar door nimmer of ooit te kennen gegeeven, dat Hem dat oppergezag competeerde , independent van Haar Ed. Gr. Mog. veel min uit hoofde van eene magt en authoriteit, esaal met of fuperieur aan die van de HH. Staaten: Hier van zal nimmer , zoö als Zyne Hoogheid vertrouwt , eenig blyk of zelfs lchyn van bedoeling gevonden worden. Zyn Hooghsid erkend zeer gaarn in het generaal de Souverainiteit van Hun Ed. Gr. Mog. in deeze Provincie, en heeft dezelve altoos zoo zeer als iemand geagnosceert en doen refpecleeren; en Hy is ten allen tyden bereid geweest , om Hoogstderzelver dispofitien , ordres en voorzieninge particulierlyk met relatie tot de Militie in deeze zelfde Provincie, te doen exe- cu-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 173 cuteeren en gehoorzaamen, zoo als Hy den 8 September laatstleeden in de Vergadering van Heeren Gecommitteerde Raaden , en vervolgens ook by Zvne Propofit'e van dienzelven avond aan Haar Èd. Gr. Mog. rond uit en zonder de minfte agterhouding en bepaling heeft te kennen gegeeven ; daar kan vervolgens geen de minfte fpeculatie weezen , als of Zyn Hoogheid zoude willen fuftineeren , dat Hem een gelyk ftaand, en veel min een fuperieur gezag boven de Heeren Staaten deezer Provincie over de Militie zoude competeeren , ofte dat Zyne Hoogheid desweegens ygendunckelyk , en independent van den Souverain, tegens Hoogstdeszelfs ordre en goedvinding, zodanige dispofitien zoude kunnen maken , waar door deeze in Hoogstdeszelfs opper-beftier en befluiten zoude kunnen werden tegengegaan; maar Zyne Hoogheid fufti- ' neeit, dat Haar Ed. Gr. Mog. het recht en de faculteit hebbende, om zoodanige befluiten te neemen en ordres te ftellen, als Hoogstdezelve oordelen te behooren, alle dezelven moeten worden gegee- / ven en ter uitvoering gedemandeert aan den geenen, die aan het hoofd gefteld is van zoofanig een departement, waar toe die ordres en voorziening benooren , en gevolglyk, dat in de ordre van za;ken Hy in evenpemelde Zyne qaalireiten, m naam en van wagens Hun É l. Gr. Mog. en dus by repr^fentatie en delatie , als het hoofd dei Mdine, die orires en dispofitien over de Trouppes moet exerceeren en doen uitvieren, tot maintien van hunne eige hoogheid en gezag: niet als een enkel Officier en Chef van*ee • Regiment , maar als Gouverneur en Capitein Generaal deezer Provintie. Die  i74 dfc. ZAAKEN VAN i?g5. Die exercitie in naam en van wegens den Souverain conftitueert vervolgens de esfentie van zyne eminente Charge van Gouverneur en Capitein Generaal, en bevat dus in zig de uïtoeffening van een gedeelte van dat recht, 't welk in tyden , dat 'er geen Gouverneur of Capitein Generaal is, in den boefem van den Souverain wederkeert , en in zodanige ornitandigheeden aan Gecommitteerde Raaden gewoonlyk is gedemandeert geweest; even en al eens, als aan Zyne Hoogheid in qualiteit van Stadhouder het recht der Magiftraat beftelling en het eommitteeren van Scheepenen en Regtbanken , welke geene mindere gedeelten van het Oppergebied of Souverainiteit uitmaken, is toegekent, zonder dat daar door een fchyn of fchaduw van een imperium in imperia is geintroduceert ; ten ware men zoude willen fuftineeren, dat jn eene Stadhou« derlooze tyd het voorfz. Militair gezag zynde waargenomen door HH. Gecommitteerde Raaden , dezelven daar door, een Oppergebied in het Oppergebied der S< aai en zouden hebben geëxerceert , of dat het Hof van Juftitie door het depe« cheeren van Mandamenten, het doen van Publicatien , het bapalen der Straffen tegens derzelver overtreeders, en wat dies meer is, zig eene gelyke magt met Hun Edele Groot Mog, zoade willen aanmatigen , of eindelyk dat een Gouverneur in een der Fromiersplaatfen door het voe» ren van het Commando in zyn Gouvernement , boven Hun Hoog Mog. zoude gefteld zyn. Hier meede overgaande tot de verhandeling der gronden, waar op het voorfz. Rapport is gebouwt; en waar van de eerlte hier in beftaat, „ dat in de Refi- „ den-  DEC. STAAT EN OORLOG. 1785. dentieplaats van den Souverain nie„ mant buiten dianzelven Souverain eenig oppergezag over de Muitte aldaar in " Guarnifoen kan pvetendeeren }* moet men de vrvheid neemen nu nog wat nader te obierveeren; dat, wanneer men door het woord Oppergezag een abfoluute onafbangelyke ab ücative magt verftaat, dezelve niet alleen waar is met opzigt tot de plaats van de refidentie van den Souverain, maar zelfs met relatie tot af le de overige Paatzen in zyn Territoir, om dat anderzins diiecl tegens den aart en onveranderlyke orcte van zaken de Trouppes van een Souverain tegens hem zelfs zouden kunnen worden gebro'kt; maar wanneer door het Oppergezag word verftaan, het algemeen beltier, het beleiden en het Commando der Militk van het Guarnifoen in de plaats van de voorfz. Refidentie , in naam en van wegens de Staaten, cn afhanglyk van derzelver Souveraine deftinatie en goedvinding, zoo als die diftinftie by de voorfz. praluaafeaire Remnrque is gededuceert; dan gaat de voorfz. ftelling (onder reverentie) niet door, en gevolgelyk laboreert dit ongedetermineert voorftel aan een notoir gebrek van duifterheid of dubbelzinnigheid. De Hooge Overheid is in de onraogelykheid om alle de deelen van haar gezag zelfs uit te oeftenen ; dit is en kan geen twyffel onderheevig zyn. Hier van daan zyn ook hier te Lande de delatien en quahfkatien op byzondere Perfoonen tot de waarneeming vaD een of meerder gedeeltens der Rechten van den Souverain , beneevens de inftelling der Hooge Collegien zoo van Politie alt Juftitie afkomftig, en in het byzonder ook de ere&ie en inftelling van de hooge waar-  176 dec. ZAAKEN VAN 1785. waardigheid van eenen Gouverneur en Capitein Generaal. . Dit is geen enkele adfumptie; de aart en naumr van de zaak bewyst deeze helling; de qualiteit van Gouverneur en Capitein Generaal, welke als inhaerent is in de oorfpronkelyke conltitutie van de Republicq zelve , involveert de hoogde digniteit, aanzien en magt, welke in deeze Landen by de Staaten van ydere Provincie en in 't byzon^er ook ,in deeze, met betrekking tot de Militie immer is gedefereert geworden ; zy brengt meede eene hertelling over de Trouppes, dog altoos in naam en van wegens de Staaten, en zy heeft even daarom met een genoegzaame magt en aanzien moeten worden voorzien , om dat door Hem, die 'er meede bekleed is, de hoogfte Overheid in dat departement word gerepraefenteert, euhare beveelen uitgevoerd , en hy mitsdien de Organe van den Souverain zeiven is; dit begrip, uit den aart en natuur dezer qualiteit voortvloeyende, is zoo oud, als de Republicq zelve , en is by de kundiglte Staatsmannen ten allen tyde als zodanig opgegeeven ; waarom de Raadpenfionans van Slingeland in zyn Tractaat over het gezag over de Militie van den Staat, Cap. 6. onder anderen zegt „ de „ Stadhou iers zyn met één altyd ge,, weest Capitein Generaal van de Pro„ vincie van Haar Gouvernement, en „ is ai.tvd verstaan, dat niemand bui„ ten haar vermag direételyk eenige or„ dre te geeven binnen de paaien van ,, haar Gouvernement aan de Militie tot „ wiens bezoldinge die ook ftaan mag, „ zelfs niet een Gouverneur Generaal, „ gelyk de Staaten van Holland beweert „ en ftaande gehouden hebben tegen den ,, Graa-  dec, STAAT EN OORLOG. 1785. 177 „ Graave van Lycester;'' behalven dat de deftinatie en werking van deeze hooge Charge , mitsgaders de magt en authoriteit , welke Hun Edele Gr. Mog. zoo door hunne daaden, als door hunne begrippen , approbatien en homologatien daar aan hebben toegekent , dit geavanceerde in volle dagligt ftellen , zoo als zulks nader by de overweeging van de tweede grond, waar op het voorfz. Rapport berust zal werden aangeweezen. Men voegt hier nog maar alleen by, dat wanneer men een zoo aanmerkelyk onderfcheid maakt tusfchen het oppergezag over de Militie, Guarnifoen houdende in de Plaats van de refidentie van dert Souverain , en tusfchen de overige Militie in de Provintie, tot zoo verre, dat men alle de redenen van verdere adftructie alleen brengt tot dat eerfte gedeelte van dezelve Militie , men duidelyk doet zien, dat men het zelve gezag vervolgens ook niet extendeert tot, de evengem. overige Trouppes, en dat 'er vervolgens eene gegronde aanleiding gegeeven word , om (behoudens alle reverentie) te vragen; waar in dog de reeden van dit onderfcheid tusfchen het Guarnizoen van denHaag-, en de andere Plaatfen in Holland zoude mogen geleegen zyn: zouden dan ook deeze Trouppes van een andere natuur en conditie zyn? zouden die eenen anderen eed aan den Lande gedaan hebben? zyn dezelve ooit met eenige andere Ordres, Capitulatie, Wetten en Discipline Begiftigt? behooren zy ook niet tot de Unie, en zyn zy niet gebragt op den Staat van Oorlog? of is Zyn Hoogheid in hunnen reguarde minder Gouverneur en Capitein Generaal deezer Provincie , als met opzigt tot de overige XXX. deel. M Guar-  178 dec. ZAAKEN VAN 1785' Guarnif.ienen? of is 'er by de Commisfie van Zyne Hoogheid eeua diftinétie tusfchen deeze tweederlei Militie gemaakt ? en daar deeze onderföbeidïng niet gevonden word , en men dus ook de laatfttn niet onctrekr aan de Ordres en 't Com. mando van Hoogstdezelve, hoe zal men dan de eerden daar van uitfluiten ? en eindelyk zal het minder gevaarlyk wee. zen voor de Hoogheid van den Lande, en minder zweemen na een imperium in imperio , dat de Capitein Generaal wel het gezag voeren zal over de overige Trouppes in de Provincie, maar niet over dat gedeelte, dat zig in 's Hage, en dus in de eige plaats van zyn gewoon verblyf in Guarnifoen bevind, welke Trouppes dan ook dat Guarnifoen mosen uitmaken ? M''.t opzigt tot de twee-Ie grond van het voorf/. Rapport „ dat Ju npperge,, zag, wanneer uer aan Zyne Hoogheid zou ie kunnen worien toegêkeit ex„ presfelyk by zyne Commisfie ofte wel by eene nadere fpeciale Refolutie aan „ hem zoude hebben moeten weezen ge. „ defereert" valt aanftonds onder den aandagt, gelyk zoo aanftonds is geobferveert, dat de voorname fultenue by dit Rapport verhandelt eenhdvk betrekkelyk gemaakt zynde tot het Guarnifoen alhier in den Haag, en niet tot de overige Trouppes in de Provincie, men hier fcnynt te exigeeren een bewys , dat fpeciaal het oppergezag over dat Guarnifoen , of by de Commisfie van Zyne Hoogheid, of by eene fpeciale Refolutie aan Hoogstdezelve zoude weezen gedefereert. Maar , daar men meend reeds te hebben doen zien, dar die dilbnctie, na den aart en natuur der zaak geen plaats hebben  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 179 ban kan, en dat 'er (onder reverentie) ook geen reden of motief voor dezelve txteen, zou men op goede gronden mogen fuftineeren dat die expresfe en byzondere delatie als geheel onnodig en ongepast niet behoorde te worden gedefidereert , wanneer kan worden beweezen, dar het Commando der Trouppes in deeze Provincie aan Zyne Hoogheid in web gemelde zyne qualiteit in 't generaal is gedefereert. Edog men verbeeld zig , dat het niet nodig is zig alleen tot deeze op zig zelfs beflisfende aanmerkiag te bepalen, maar dat het weinig moeite kosten zal, om ten duidelykften te doen zien, dat het voorfz. Commando', of Gezag in dien zin, als 'r. zelve hier vooren is bepaalt, eu z03 als Zyne Hoogheid het zelve ecni.Tiyk reclameert , niet alleen over alle de 'Trouppes in 't generaal, maar fpeciaal ook over hec Guarnifoen van den Haag, door den Souverain aan den Gouverneur en Capitein Generaal is toegekent, en dat nimmer of ooit nopens deeze toekenning, in bet begrip en in de daaden van Hun Ed. Gr. Mog. eenige de minfte variatie heeft plaats gehad. —— Dat het generaal gezng en befte! van den Gouverneur en Capitein Generaal deezer Provincie zoo oud is , als de Provincie zelfs, is reers gebleeken uit de eerfte hier vooren aangehaalde Pasfage van den Raad-Penfionaris van Slingeland, als waar by Hy met ronde woorden declareert, „ dat de Staaten van Holland zelve tegens den Gouverneur Generaal 5, deezer Landen Grave van Leicester hebben beweerd en ftaande gehouden, dat niumand buiten den Capitein Generaal hunner Provincie binnen de Paa. M 2 „ len  i8o dec. ZAAKEN VAN 1785. „ len van hun Gouvernement direct of „ indirect eenige ordre vermag te gee,, ven aan de Militie, tot wiens befol„ dinge die ook ftaan mogte," én 't welk nog nader zoude kunnen worden geftaaft, met verfcheide vootltellingen en confideratien van den Raad-Penfionaris de Wit, wanneer hy na het houden van de groote Vergadering zig meer dan eens over de Rechten en Praerogativen der Heeren Stadhouders en Capitein Generaal heeft moeten expliceeren , welke door het vaceeren van die Charges wederom in den boefem van de Heeren Staaten gekomen waren ; en men behoeft alleen maar in te zien het 3 Art. van het eeuwig Edict van den jaare 1667 om te doen manifesteeren , dat Hun E1. Gr. Mog. zelfs de voorfz. Charges zodanig hebben geconfidereert, en dezelve befchreeven ais in zig contineerende het opperste Commandf ment te Water en te Lande binnen de Provincie van B.olhnd\ zynde dit de eige woorden van het voorfz. Articul.. En daar nu boven dien de qualiteiten van Stadhouder Gouverneur en Capitein Generaal van ouds een voornaam deel waren van de conftitutie zoo van de Republicq in 't gemeen, als van de Provincie van Holland in 't byzonder, en dat van den beginne van dit Gemeenebest af, door een zamenloop van omftandigb.eeden en redenen,, genoegzaam alle zaaken na vorige gebruiken, cofluimen en wettige Posfeslie zyn behandelt, zoo hebben ook reeds van die eerfte tyden af deeze waardigheeden haare kennelyke werkingen , aanzien en gezag ontfangen meer uit de noodzakelykheid en 't gewigt der voorkomende gebeurtenisfen als uit uitgebreide ontwerpen; waarom ook de Commis- fien  DEC. STAAT EN OORLOG. 1785. 181 fien der Heeren Stadhouders en Capiteins Generaal , altoos in zeer algemeene termen zyn gecoucheert geweest, en relatief gemaakt tot de Regten by derzelver Pradecesfeuren geéxerceert , met invoeging van de wiarneeming deezer Posten na behooren, en dus lal meede betrekkelyk tot de wyze , wtfar op die waarneeroing telkens door hunne Praedecesfeuren was gefchied. Hier uit volgt s (onder verbetering) dat de vraag niet zyn kan, of, al wat aan Zyne Hoogheid in Zyne refpective hooge qualiteiten toekomt, moet weezen uitgedrukt in Zyne Commisfie, of by eene nadere fpeciale Reiblutie; alzoo in dat geval de voorfz. refpective Charges zig tot zeer weinige en genoegzaam geene objecten zouden uittlrekken; maar men meent in tegendeel, zal men aan 't belang der zaaken en aan een gezond begrip derzelven voldoen, te moeten onderzoeken, wat 'er behoort tot den aart en esfentie van de Post van Gouverneur en Capitein Generaal der Provincie ? waar toe dezelve is opgerigt ? en of 'er ook zoodanige preuves en bewyzen voorhanden zyn , waar uit zonder eenigen twyffel kan worden beflooten, wat dien aangaande het decifoir begrip van Hun Edele Gr. Mog. ten allen tyde is geweest? en eindelyk, of dit alles ook door eene ongeftoorde en opentlyke exercitie met kennis en goedkeuring van de Heeren Staaten is agtervolgt? en als aan dit onderzoek compleetelyk voldaan zynde , door iemand nog mogt werden getwyffelt of deeze gronden wel genoegzaam zouden zyn , om ook onder anderen de wettigheid van het voorfz. gezag van Zyne Hoogheid over de Militie , in ft generaal, en over het Ouarnifoen van M 3 den  ï82 DEC» ec. ZAAKEN VAN 1783. den Haag in 't byzonder te admitteeren, dan zou men met bovengemelde RaadPenfionaris van SJingeland . 1 Deel. [\Cap. fpreekende van de volitrekie noodzakelyfc. beid, ora in 't gemeen in alle Rederingen , maar bysonder met applicarie op deeze Provincie de gebruiken , coftumesen posfesfien, als ontegenfpreekelyke gronden van zekerheid , en decilie aan te merken , moeten betuigen, dat 'er nauwlyks ergens eene wettige Regeering was. 1. Het blykt niet alleen uit het" geen reeds zoo aanftonds is geallegueert en Ipeciaal uit de wootden zelfs van Gouverneur en Capitain Generaal der Militie , welke eene algemeene directie , Militair bewind en fuperioriteit boven alle anderen , bui. ten den Souverain, in dat departement invoiveeren , maar ook uit den aart der zaak , en zoo wel uit 's Lands Historiën als uit de fuccesfive Staats Refolutien , dat Stadhouders Gouverneurs en Cspitains Generaal aan het hoofd van de Unie gefteld, en over deeze Provincie gecommitteerr, in die qualiteit het Wag; woord altcos hebben gegeeven , en al dat geen geöidonneert en bevolen, wat tot verdeediging , veiligheid en goede orde van de Provincie van" bun Gouvernement behoorde, en fpeciaal van die Vesting of Plaats, waar in dezelve tegenwoordig waren, en mitsdien ook het Commando gevoert over alle zulke Treuppes, waar uit de bezettingen beftonden, alzoo zonder dit laatfti de voorfz. veiligheid en goede orde niet konden worden bewaart; zonder dat 'er eenig onderfcheid weezen kon , dat Hun Ed. Gr. Mog. meede van tyd tot tyd in die zelve Plaats, Hoogstderzelver Refidentie hielden; om dat daar door nog de qualiteit nog de pligten van zodanig een  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. een Gouverneur Generaal ophielden, verminderden of verbeeld, konden worden. Om deeze reenen is ook dit gezag over de Militie van den Staat in deeze Provincie in tyden , dat dezelve van eenen Gonvetneur en Capitein Generaal is ontbloot geworden, wedergekeert in den boefem van Haar Ed. Gr. Mog. en het Commando va» het Guarnifoen, van den Haag is, als een gevolg van dien, juist in zozodanige tyds omftandigheeden , en in geene anderen, overgebragt aan derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden; dan welk generaal gezag en byzonder Commando, weder eo ipfo momento, dat 'er een Gouverneur en Capitein Generaal deezer Provincie kwam , en de voorfz. Eminente Charges met die van Stadhouder wierden herfteld , aan dezelve zyn overgegaan. Dus zal het uit de Registers vanj Hun Ed Gr. Mog. al verder blyken, dat zyne Hoogheid Prins Willem de III op den 4 July 1672 zynde aangefteld tot Gouverneur Capitein^ Generaal en Admiraal van Hollaid en' Westvriesland , en op den n van diezelfde maand beëedigt , aanftonds op den 13 daar aan volgende by Hun Ed. Gr. Mog. is geref dveert, om by circulaire Misfives van deeze aanftelling kennis te geeeven aan alle Collonels, Lt. Collonels, Sergeanten-Majors en C^piteinen op de repartitie van deeze Provincie ftaande, met ferieuf- begeerte, dat zy de Patenten en ordres die zyn Hoogheid in tyden en wylen zoude komen te geeven , praeciefelyk zouden hebben naar te komen en te pareeren, zonder van des te blyven in gebreeken; zoo als dan die circulaire Misüves ook dadelyk zyn afgezonden, blykende zulks M 4 uit  tó* dec. ZAAKEN VAN 1735. uit de annexe Copie lub A. zonder dat hier eenige de minfte'"uitzondering gevonden word van de Officieren van eenig Regiment of Guarnifoen, 't zy hier in 's Hage, als in de Refidentie van de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog., 't zy ergens elders. Op gelyke wys is reeds den ij Mey 1747, en dus aanftonds na de verheffing en beëedigine van zyne Hoogheids Heer Vader Prins Willem de IV, rot Stadhouder, Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal dezer Provincie , eere gelyke aanfchryving door de Heeren Staaten gedaati aan alle de Gouverneurs en Com« mandeurs der Steeden en Fotten binnen dezelve Provincie, mitsgaders aan'alle de Collonels, Lt. Collonels, Sergeanten-Majors en Capiteins , ftaande op deszelfs repartitie , ten einde de ordres, (al wederom zonder eenige uitzondering) die zyne Hoogheid in tyden en wylen aan hun zoude komen te geeven , prseciefeo lyk naar te komen ; en daar ook deeze aanfchryvingen wel fpeciaal zyn afgegaan aan , en ontfangen by de Officieren van het Guarnifoen alhier in den Haage, welke geduurende de ophouding der Charges van Gouverneur en Capitein Generaal, geftaan hadden onder het Commando van Heeren Gecommitteerde Raaden , en dat vervolgens uit kragte van deeze fpeciale refolutie en aanfchryving van Hun Ed. Gr. Mog. dat Commando even als in 1672 moest overgaan op zyne Hoogheid, is ook zedert die tyd het Wagtwoord niet meer by het evengem Collegie, maar by zyn Hoogheid gegeeven , en het gezag over het Guarnifoen alhier en fpeciaal mede over de Regimenten Guardes, die van den eevengem. tyd af aan Regi- men»  STAAT EN OORLOG. 1785. < »8J Eienten van zyn Hoogheid geworden zyn, dadelyk en onafgebrooken by denzelven geëxerceert; zoo als zulks alles uit de Notulen van dien tyd is te zien. Na het overlyden van zyne Hoogheid, en by de aanltelling van Hoogstdeszelfs Vrouwe D juariere tot Gouvernante , is al weder eene even generaale en abfoluce ordre door Hun Ed. Gr. Mog. gearresteerd , en by formeele aanfchryving aan alle de Gouverneurs en Officieren, ook van het Guarnifoen van den Haag, afgezonden , met al zodaanig gevolg en met gelyk effect als 't welk die van 13 Ju'y 1672, en 15 Mey 1747 hebben geforteert, zoo als nader uit de Refol. van de HH. Staaten, van 22 October 1751, kan worden gezien. En aanftonds op het eige oogenblik, dat zyne Hoogheid de tegenswoordige Gouverneur en Capitein Generaal den 8 Maart 1766 meerderjarig was geworden, en de werking dezer Eminente Charges dus wederom haaren volkomen aanvang Jtonden neemen , is de beëediging in die qualiteiten eh derzelver dadelyke aanvaardiging met geene mindere expresfe delatie van het voorfz. Generaale Commando en Gezag , zoo over de refp. Trouppes in de Provincie als over het Guarnifoen van deeze Refidentie Plaats van Hun Ed. Gr. Mog. door Hoogstdezelven geconfirmeert, zoo als de aanfchryvingen, uit kragt van die fpeciale Refolutie ook in 't byzonder aan de Officieren van de Regimenten Guardes alhier in Guarnifoen , als nog zouden kunnen worden geëxhibeert; én zulks alles mede met dat gevolg, dat de uitgeeving van het Wagtwoord en alle verdere beoeffening van dat gebied aan zyn Hoogheid ongeinterrumpeert en zonM s der  186 d2c. ZAAKEN VAN 1785. der eenige de minfte oppofitie is verbleeven. Wanneer men hier byvoegd, dat al aan. ftonds na de herftelling van hit Stadhouderfchap benevens de Charges van Gjuverneur , Capitein Generaal eq Admiraal dezer Provincie, in Juiy van den jaare 1672 zwaarigbeld gemaakt wierd over het formulier van den Eed, by Hun Ei. G'. Mog. Refolutie van 5 Maart 1672 , ten tyde, dat de Provincie nog was zonder Gouverneur en Capitein Generaal, en dat de werking van het Perpetueel EdicT: van 1667 nog fubfifteerde, voor alle O^erften en verdere Officieren ter repartitie van Holland en Westvriesland gearrefteert, en dat al mede na rype deliberatie en overweeging van alle omftan iigbeden by expresïè Refolutien van den 6 en 25 Augustus van dat zelve jaar 1672, en dus zeer kort na de evengem. aanltelling van Prins Willem de UI, een ander formulier is vasrgeftelt, in alles conform aan dat geen, het welk ten tyde van Prins Willem de II was in gebruik geweest, word bet hier toe gededuceerde nog naier geelucideert eri bevestigd. Want by dit Formuiier hier nevens overgelegr lub B. op nieuws gearrefteerd den 25 Aug. van 't voorfz. jaar , zyn wederom alle Militaire Officiers gebragt onder den Eed, om den Lande en ook deeze Provincie Cof wel refpectivelyk de Heeren Staaten Generaal en Hun Ed. Gr. Mog._) volkomemlyk en getrouwelyk te dienen onder het bevel van Zyne Hoogheid GoTji'ekme'jR van den Lande , en gevolglyk word alhier in den waren en prajciefen zin, bevotens by de eerfte pra> liminaire remarque bepaalt, dat gezag en die bevoegdheid tot het geeven van alle Or-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 187 Ordres , en bet voeren van het bevel en Commando, van wegens de Heeren Staaten, als de Hoogfte Overheid, tot voorftand van derzelver Hoogheid en Oppergezag , en niet in onafhanglykheid van dien, duidelyk geconfirmeen; al 't geen nog te mindtr twyffelagtig is , wanneer men hier na breeder zal vinden gededuceert, hoedanig het vooifz. nieuw en temporeel Eeds-Formulser by Refol. vati den 5 Maart van 't voorfz: jaar i(57a, met ende benevens het. Eeuwig Edict , waar van het een r.oodzakelyk gevolg en aanhangfel was , ipfo fado is gecaduceert, en op de duidelyküe wyze vernietigd geworden. 3' Hier by accedeert, zoo als dit reeds met een woord tusfchen beide is opje. merkt, dat het Wagtwoord als een voornaam Kenteeken van gezagvoering , ten allen tyde zoo by de vroegere Gouverneurs en Capiteins Generaal , als in 't byzonder door Prins Willem de III, door Prins Willem de IV , door de laatfte qverleedene Vrouwe Gouvernante , en laatttelyk ook nog door zyne Hoogheid den tegenswoordigen Capitein Generaal zeiven, zeedert den jaare 1765 af tot nu toe , onafgebrookeu in 's Hage is gegeeven geworden : en dit gaat zoo verre, dat niet alleen nimmer HH. Gecommit» teerde Raaden , die geduurende de tusfchentyd, dat 'er gsen Capitein Generaal dezer Provincie was , daar mede telkens op fpeciale authorifatie zyn gechargeert geweest, zig daar tegens hebben geoppofeert, maar dat met voorweeten en volkomen berusting van dit Collegie, de befteliing en uitgeeving van 't zelve Wagtwoord , aan meergemelde zyne Hoogheid Prins Willem de III is gelaaten, of fchoon by  ï88 dec. ZAAKEN VAN 1785. hy ook in Perfoon zig niet in deeze Provincie bevond, zoo als onder anderen uit de Refolutien van den 2, 4, j, 22 en *3 November van welgem. Heeren Gecommitteerde Raaden van den jaare 1677 hier nevens fub C. D. E. F. G. en H. overgelegt , kan gezien worden ; terwyl nog uit de Refolutie van a6 Oétob. 1688 blykbaar is , dat Hoogstged. zyne Hoogheid zig in dat zelve jaar na Engeland begeevende , met agreatïe van Hun E1. Gr. Mog. de exercitie van het Commandement der Militie in deeze Provincie geduurende zyne abfenlie heeft overgedraagen aan den Veldmarfchalk Vorst van Waldek; welk een en ander voornamentlyk daar toe, en niet verder alhier word geallegeert , dan om te doen zien , dat Hun Ed. Gr. Mog. en Hoogstderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden beftendig in 't begrip zyn geweest, dat, zoo dra 'er een Gouverneur en Capitein Generaal dezer Provincie dadelyk was aangeftelt en fungeerde, aan niemand buiten hem, het zy in den Hage , het zy elders , 'c bewind over de Militie toekwam, en dat gevolgelyk door de exiftentie en werking van deeze hooge Charges alle voorige in Stadhouderlooze tyden gedaane temporeeIe voorzieningen , als enkel fuppletoir, door Hun Ed. Gr. Mog. en meergedagte HH. Gecommitteerde Raaden weder voor vervallen en geheel inapplicabel gehouden zyn. En by aldien men dan nog by dit alles voegd, de ongeinterrumpeerde exercitie van dit regt , door de refp. voorige Gouverneurs en Capiteins Generaal , en door zyne Hoogheid zelve , onder het oog en met de dadelyke goedkeuring van Hun Ed. Gr. Mog. en fpeciaal nog, dat , by  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 189 by publiecque Ceremoniën, die op ordre en. goedvinding van Hun Ed. Gr. Mog. en ter inftantie van de Heeren Gecommitteerde Raaden hebben plaats gehad, of waar by Hoogstdezelven waren geconcerneert, en waar in eenige Militaire Ordres Wagten of Detachementen , mitsgaders het geeven van Honneurs noodig zyn geweest, of dat van wegens Hun Ed. Gr. Mog. of door HH. Gecommitteerde Raaden de eene of andere voorzieninge of dispofitie is verzogt, altoos daar van kennis aan zyn Hoogheid gegeeven is, en de dadelyke ordres door Hem en niemand anders gefield zyn, gelyk zulks alles uit de Registers van Hoogstderzelver Refolutien kan worden nagegaan; zoo vertrouwt men , dat op deeze materie geen de minfte bedenkelykheid meer kan overblyven; en om hier flegts eenige weinige gevallen te noemen , bepaald men zig tot het geen gebeurd is, by de aanHelling van den laatften Griffier van den Hoogen Raad in den jaare 1779, als wanneet by Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. van 12 October van dat jaar is goedgevonden, dat de Heer Raadpenfio» naris zoude worden verzogt; „ by zyne „ Hoogheid den Heere Prince Erfftad„ houder te efFectueeren , dat die ordre „ op de Wagt werde gefteld , dat de „ Heeren Staaten van Zeeland, komende 3, aan de Eerfte Poort van het Hof, de „ Wagt aldaar mogen vinden uitgetrok,, ken en het Geweer prxfenteerende, en 3, verders op het Binnenhof komende de „ Militie onder de Wapenen moge ftaan „ en Hooggem. Heeren Staaten door dezelve werden gefalueerd, met het Vaan„ del en de Piek , en zulks voor elke „ Koets in het pasfeeren 3 en dat de Trom-  ioo dec. ZAAKEN VAN ,?8j, „ mei werde geroert," zoo als dan cok daar aan is voldaan, blykens het Rapport van dit gedane verzoek door den Heer Raadpenfionaris op den 13 daar aan volgende ter Vergadering van Hu:i Ei. Gr. Mog. ingebragt: Op gelyke wyze is ter gelegendneid van de aanftelling en inftallatie van den Heer Pauw, tot Prefiienc van den Hoogen R;,a ie, nog onlangs in Maart j 784, by Refolutie der Heeren Staaten van deeze Provincie van den 17 van die Maand, goedgevonden en ver- " ftaan , dar op ordre van Zyne Hoogheid de honneurs aan de Hoeren Staaten van Zeeland , en de Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mog. by derzelver aankomst en fesfiencemisig , door de Wagt gedaan zynde , de Har Raadpenfionaris zoude worden verzo^r by Zyn Hoogheid al mede te effectueer en , d.it de ordre op de Wagt -worde gefield, dat de Heeren van Zeeland weder komende, aan de Eerfte Poort van het Hof de Wagt aldaar zou ie mogen vinden uitgetrokken : en voorts zoodanig Salut aan dezelve Hee. ren gegeeven , als hier voren in 't geval van den jaare 1779 was geobferveert; Zynde*het voorts over bekend, hoe de dispofitien van wylen Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, waar by dezelve fuccesfivelyk heeft geordonneerd , da: het Guarnifoen in 's Hage , geduurende Hoogstdeszelfs abfentie ftaan zoude onder de ordre van Heeren Gecommitteerde Raaden, telkens voor Notificatie zyn aangenomen en 't welk des noods uit de Notulen en Refol. van Hun Ei. Mog. van 18 July 1753, 28 July 1753 , 10 Juny en 4 September 1754 > 27 Mty en 14 July 1755, 26 Mey en 14 Aug. 175Ó, 31 Mey 1757 en  DEC. STAAT EN OORLOG. 1785. 191 en 4 October 1758 , nader kan worden gezien. Zoo als mede nog de ordre van dezelve Haare Koninglyke Hoogheid, waar op twee Compagnien van de Zwitferfche Güardes alhier in Guarnifoen, op Patent van Hoogstdezelve naar Haarlem zouden verrekken , door den Commandant aan weigem. Heeren Gecommitteerde Raaden bekend gemaakt, by dat Collegie voor Notificatie is' aangenomen , volgens derzelver Rfo), van 21 September 1752. Tetwy! zyn Hoogheid zelve op den 16 Mey 1766 , in het evengemelde Coilegie pr«ef-.nt en op zyne reize na Zeeland gevakdiceert geworden zynde, de commu« nicatie van de door Hem gegeeve ordres, omtrend de Militie in deeze Provincie ge uuretide zyne abfentie, voor Notificatie is aangenomen, gelyk dit al mede uit de Notulen van dien dag zal confteeren; en zulks alles zonder dal HH. Gecommitteerde Raaden zig over het aaumatigen van üie dispolitien immer eenigzints he i ben beklaagd. Uit dit een en ander zal nu met weinig moeite zyn af te leiden, wat 'er van de Derde Hoofdgronu , waar op het vooilz. Rapport mede is gibjuwd, behoord re worden geoordeelt, ., te weekten dat het Syftema van de Refolutie van den 5 Maart 1673 , altoos by ,, HiHi Ed. Gr. Mog. zoude weezen ge„ ïnhaereert, eu dat zulKs uit de Regis„ ters van Hoogscderzelver Refolutien zoude kurnen blyken." Het Syftema by d^eze Refolutie ingevoert, heeft, zoo als men vertrouwt, door niemand te zulten worden ontkent, te vooren nooit seëseerd in een tyd, dat 'er een Gouverneur en Capitein Gene*  ij>2 bec ZAAKEN VAN 1785. neraal van deeze Provincie was , en is ook nimmer zo ver, zelfs in eenen Stadhouderlozen tyd gepousfeert, als wanneer men door de introductie van het perpetueel Edict, voor altoos de evengemelde hooge waardigheden willende vernietigen, alle nog overgebleevene denkbeelden van een Militair Commando heeft tragten weg te fchuiven, en al 't gezag van eenen Gouverneur en Capitein Generaal over de Militie, st geen doch zoo niet geheel, immers ten deelen ergens blyven moest, in deeze Provincie politicq te maaken; het blykt onder anderen uit de Refolutie van Heeren Gecommitteerde Raaden van den 7 July 1653 hier neyens overgelegt fub I. en uit den eed daar by gearrerteen, dat by de Dèliberatien op het Reglement en de Ordre van de Militie, de confideratien van Zyne Excellentie van Bieederoode zyn gevraagt en ingenomen, en dat de Compagnie Guardes te Paard (alhier in Guarnifoen,) by den als toen voor hun gearrefteerden Eed hebben moeten zweeren, Zo lang zy in deeze Provincie zou„ den weezen niet alleen de HH. Staa» j, ten van Holland en West vriesland , „ en derzelver Gecommitteerde Raaden, j, maar ook het Commandemcnt van Zy,, ne vooin. Excellentie van Breederoo» ,, de, Veldmaarfchalk der Vereenigde Ne,, derlanden en andere Hoofden over Hun ,, geftelt en nog te ftellen gebouw en getrouw te zyn onder het geleide van „ den Grave van Donna , hunnen Rit„ meefter &c." ten bewyze, dat voor de exiftentie van het eeuwig Edict, in een tyd, dat het Oppercommando van eenen Capitein Generaal Hiep , en dat dus na den aart der zaak, het gezag van deeze  ekc; STAAT EN OORLOG. 178*. 193 ze laatfte , zyn volle werking niet heb» ben kon, evenwel een Militair Commando, of tchoon meer gemodificeert, is erkend., De voorfz. negative Helling meent men verder met de uiterfte fiducie te kunnen en te moeten vasthouden , niet alleen , om dat van zodanig fyllema aan Zyne Hoogheid nimmermeer eenige traces zyn voorgekomen, maar ook, om dat men de voorfz. Refoluiie van 5 Maart 1672, en vooral deszelfs aanleiding of oorfprong en destinatie nauwkeurig nagaande , en deszelfs introductie en prtemifen inziende, een ontegenfpreekelyk bewys ontfangt, dat dezelve eeniglyk betrekkelyk was tot de particuliere omftandighèden van dien tyd, met afwyking van het geen , zoo dikwyls de Provincie van een Gouverneur en Capitein Generaal was voorzien, had plaats gehad, en dat het zelve ook in der daad in Stadhouderlyke tyden niet exteeren kon, Hier toe diend men vervolgens aan te merken , dat in den jaare 1667. by het ' perpetueel Edict door Hun Ed. Gr. Mog. gearrefteerd , onder anderen wierd geflauieerr, „ dat_ die geen, die ooit of ooit zoade of fuccesfivelyk zouden worden gebruikt tot Capitein of Admiraal Generaal , of ook in beide de voorfz. i „ Charges, of wel die geenen, aan wel- ,, ken onder eenigen anderen titul het opperste Commandement over de Mi„ litie te Water en te Lande zoude wor„ den gedefereert niet zoüde of zonden mogen weezen of blyven Stadhouder „ van eenige Provincie of Provinciën;" en ten aanzien van de Provincie van Holland in het 3. Aft. vastgefteld; „ dat ,, niet alleen niet die geene j die het opXXX. deel. N „ pér-  194 dec. ZAAKEN VAN 1785. ,, perjle Commandement over de Militie „ te Water of te Lande toevertrouwd ,, zoude weezen, maar ook niemand an- ders tot Stadhouder van dezelve Pro„ vincie gemaakt zoude mogen werden; „ doch dat de voornoemde Charge in als, le manieren zoude zyn en blyven ge- mortificeert, en de Heeren Gecommit,, teerde Raaden in de refpective Quar„ tieren aanbevoolen gelaaten (zeedert liet gemis namentlyk van eenen Gouverneur der Provintie , en zeederd de opgevolgde voorzieninge by de groote Vergadering, en verdere fchikkingen tot fupplelie van het zelve gemis , en van de nadeelen , uit de ophouding deezer Hooge Charge voortvloeyende} volgens ,, haare „ Inrtruétien de nodige ordre te ftellen ,, en de vereischte voorzieninge te doen ,, op de zaaken by abfentie van Hun Ed. „ Gr. Mog. voorvallende , en waar op prompte dispofitie vereischt zoude mo„ gen, worden." Wanneer nu naderhand Prins Willem de III, den 23 Febr. 1672. by de gezamentlyke Bondgenooten tot Capitein Generaal Pro espeditione wierd aangefteld, begreepen Hun Ed. Gr. Mog. zeer we), dat of fchooh in het 5, Art. van de Inftructie, door Haar Hoog Mog. voor Zyne Hoogheid gearrefteert, geftatueert was „ dat welgemelde Capitein Generaal zig „ binnen het Territoir van de ftemmen„ de Provinciën ofte van eene ofte eeni7, gen van dezelven geen authoriteit of „ gezag ter wereld zoude aanmatigen, „ buiten vrywillige overgifte ofte delatie „ van de Heeren Staaten van dezelve „ Provincie , maar daar meede privative J5 laaten geworden de Heeren Staaten en „ haare Particuliere Qapiteinen Generaal, „ of  dec. STAAT £N OORLOG. 1785. 195 jj of andere Geauthorifeerden," en het echter zeer liet zoude kunnen gebeuren, dat, indien Zyne Hoogheid by nadere Commisfie en by aanhoudendheid inHoogstged. qualiteit mogt blyven fungeeren, hier door zodanige nieuwe betrekking tot de Militie van den Staat in het generaal zoude kunnen verkrygen; en wel inzonderheid , daar op dezen 5 Maart van dit jaar aan Hoogstdezelve het opregten van een Regiment Paarden , ten lasten van Holland was toegeftaan , dat hier uit eindelyk eene gemakkelyke aanleiding tot die aathoriteit gebooren zoude kunnen worden, welke de HH. Staaten by het voorfz. eeuwig Edict zoo foigneufelyk hadden ge. tragt te weeren , en vonden vervolgens raadzaam rot voorkoming van dien, en tot hunne onderlinge gerustheid, ten zeiven dage vast te ttellen , dat de Compagnie Lyfguardes van Hnn Ed. Gr. Mog. en de vier ordinaire Compagnien Paarden alhier Guarnifoen houdende ; mitsgadets ook alle zoodanige verdere Militie, als in tyd van extraordinaire Voorvallende nood, in de Reïidentieplaatfe van Hun Ed. Gr. Mog, gebragt zouden mogen worden, onder niemands bevel , dan van Hun Ed. Gr. Mag. en van de Heeren derzelver Gecommitteerde Raaden liaan zouden; ook geduurende haar verblvf aldaar aan niemand anders als aan Hun Ed. Gr. Mog. en de meergemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, gehoorzaamheid fchuldig zoude zyn of pareeren mogen, directelyk of indirclelyk in eeniger manieren; dat bok dien aangaande het JVagtwoord en alle andere teekenen van gezag over de voorfz. Militie privative zoude ver» blyven aan Heeren Gecommitteerde Raaden, zonder dat het zelve Refpect aan N 2 ymaad  T95 dec, ZAAKEN VAN 1785. ymand anders zoude mogen werden overgegeeven , ofte aan ymand , wie of van wat Caracter, Functie of Digniteit in Politie of iu de Militie hy ook zoude mogen wezen, eenige Acte van Commandement of Gezag daar over ooit of ooit toegelaaten, en dat daar van een Articul in dè Inltructie van welgemelde HU, Gecommitteerde Raaden ingelyft zoude worden. Dit Articul is ook by forme van ampliatie gebragt onder het 52 Articul van de Inltructie, twee jaaren bevoorens voor de HH, Gecommitteerde Raaden gearresteert, en hebben dezelve op deeze geampüeerde Inllructie blyven fungeeren tot op den 28 Augustuy 1751, en dus onder twee Stadhouders, Gouverneurs en Capiteinfcn Generaal; dan het is hier by niet gebleeven, maar Hun Ed. Gr. Mogende hebben op dien zelfden 5 Maart 1672, om die zelve reedenen nog genomen eene Refolutie, waar by den Eed voor-de Officieren en Soldaaten , ter repartitie van deeze Provincie Raande, zodanig is geal» tereert of geamplieert, dat dezelven geheel en al aan het Commando van Hun Ed. Gr. Mog. en van de MagiRraaten der Sceeden moeiten blyven gefubordonneert, en aan geene andere Patenten als van Hun Ed. Grr Mor. konden gehoorzamen, gelyk uit het formulier onder de Notulen van dien dag geirifereert en alhier overgelegt fub K. komt te blyken, Eene nauwkeurige en bedagtzame overweeing van deeze Refolutie met den aankleeven van dien, doet vervolgens duidelyk zien; 1. Dat de Heeren Staaten van Hol" land geenerlei oogmerk of geneegendheid ten deezen tyde hadden, om  bec. STAAT EN OORLOG. 1785. 107 om de Charge van Stadhouder, Gouverneur en Capitein Generaal van hunne Provincie by vervolg van tyd immermeer weder te be. geeven. 2. Dat zy in dien Geest en met dat byzonder oogmerk ter beetere handhaving van de mortificatie deezer Charges nog meerder en fterker praecautien wilden neemen; ten ein- ✓ de niets van die magt, authoriteit en gezag, welke aan dezelven waren vastgehegt, direct of indirect geheel of ten deden door iemand, wie het zyn mogt , wierden aangematigd; maar ook. 3. Dat deeze voorzorge , zoo als dezelve hier voorkomt als een gevolg van het geftatueerde by het voorfz. eeuwig Edict, hoofdzakelyk gefchikt was , om dat zelve Edict te meer te verzeekeren, en dus niet alleen geheel nieuw mitsgaders ftrydend tegens het voorig gebruik , en tegens alle gezag der Heeien Gouverneurs en Capiteir nèn Generaal , maar ook in dedaad voor 't óverige nergens anders toe ingerigt, als om die zelfde functie van den Gouverneur en Capitein Generaal , in dit opzigt door HH. Gecommitteerde Raaden binnen de Provincie geheel en al te doen vervangen, en daar door te minder noodzaak doen blyken, om dezelve Charge weder te rein- , troduceeren. Maar wat gebeurd 'er ? op den 27 Juny'van dat zelve jaar, word door de Heeren Gedeputeerdens der Stad Leiden jn de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. N 3 ge-  198 dec» ZAAKEN VAN 1785. gedaan een zeer ernftige en nadrukkelyke Propofuie, hier nevens gevoegd lub L. waar by onder anderen als een hoofdreeden van den rampfpoedigen ftaat des Vaderlands word aangedrongen, ,, dat de „ zaken tot de Militaire functie fpeclee„ rende, op zodanig een voet, als toen „ gefchiede , niet behoorden te worden „ gemanieerr, als waar uit in tyden van „ Oorlog niet als de uitterfte confufie „ gefchaapen was te refulteeren, dat de ,, Wapenen van deezen Staat by man' qucment van goede ordre niet beftand „ waren om het geweld van de Vyand te kunnen repousfeeren, in tegendeel, „, dat de Capitein Generaal zig genoeg- zaam in alle zaken tot zyne functie „ fpetteerende" (en dus was het in dien tyd een bekend en algemeen begrip, dat al wat by de voorfz. Refolutie van 5 Maart aan HH. Gecommitteerde Raaden en Politicque Regeeringen gebragt was , behoorde tot dé functie van een Capitein Generaal,) „ moetende reguleeren, na de ordres en het goedvinden van de Po,, liticque Regeering , noodzakelyk alles „ moest vervallen tot de alieruitterfte Con» fufie , en dat daar van de tegenswoor» „ dige toeftand van 's Lands -Militie, en „ de ongelukkige mouvementen van dien, „ konden dienen tot een overtuigend ex,, empel; ende alzoo by voortgang van „ dezelve desordre de Vyand onmogelyk „ gerefifteert, nogte de Steeden en de „ Ingezeeteneu van deeze Provincie be„ fchermt konden worden; dat zy over,, zulks , hier toe by fpeciale Refolutie ,, gelast, ter Vergadering moeften urgee„ ren, dat de zaaken ter Generaliteit daar „ heen behoorden te worden gedirigeert, „ dat als nog op den Capitein Generaal, » by  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 199 by ampüntie van deszelfs Inftrudtie be„ hoor ie te worden geconfereert tot ken- nelyk wederzeggeh toe, eene vrye en ongedetermineerde magt en authoriteït 3, om over de Patenten zoo van Soldaten „ als Burgers en Huisluiden, mitsgaders ,, over de Guarnifoenen , Bezettingen , ,, Fortificatiën, Magazynen en Ammunitie van Oorlog, evacuatie van Steeden en ,, Plaatzen in cas van nood, ende al het ,, geen de Militie van deezen Staat, di- reételyk of indireélelyk zoude mogen ,, raaken, en zonder iemants bekreun te „ mogen dispoueeren , en alles doen en ,, verrigten, het geen dezelve tot defen,, (ie en fecuriceit van de Steden , For- ten en Plaatzen van de Gemeene Unie zal oordeelen te behooren ; en dat in„ middels en afwagtende daar op de con- clufie , by de Gezamentlyke Bondge„ nooten te neemen , zonder tydverlies „ by Hun Ed. Gr. Mog. op den Capi„ tein Generaal aanftonds zodanige magt ,, en authorifatie in het Territoir van dee,, ze Provincie en over de Militie tot der' ,, zeiver bezolding ftaande geconfereert „ behoort te worden." Waar op den 3 July daar aan volgende door Hun Ed, Gr, Mog, wierd goedgevonden en verftaan; ,, dat van wegens Hoogstdezelve ter Generaliteit de zaak daar heen zou„ dè worden gedirigeert, ten einde als „ nog op den Heere Prince van Orange „ Capitein Generaal van de Militie van s, de Vereenigde Nederlanden , by am- pliatie van deszelfsTnltrudtie mogt wer3, den geconfereert tot kennelyk weder„ zeggen toe , zodanige vrye magt en „ authoriteït over de Patenten en andere „ zaken tot de voorfz. Militiie fpectee„ rende, ah de voorgaande Heetfn Prin* N 4 „ een  aoo dec» ZAAKEN VAN 1785. „ een van Orange , Zyne Loffelyke Voor,,, Ouders , als Stadhouders en Capitei„ nen Generaal ten refpecle van de Mili- tie hebben geixerceert." En het was wyders ten zeiven dage, dat by alle de Leeden van Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering op expresfe last vau c hunne Principalen , en zulks op de Propofitie van de Steeden Haarlem en Rotterdam wierd goedgevonden en verdaan , eikanderen te dispénfeeren van den eed op den inhoud van het meergemelde Eeuwig Edict gedaan , en voorrs eenparig gerefolveeit, Zyne Hoogheid aan te ftellen en te eligeeren tot Stadhouder Capitein Generaal en Admiraal over de Militie van ds£ze Provincie te Water en te Lande, zonder eenige de minfte reftrictie of uitzondering van de Militie, in den Hage zynde pf immermeer zullenüe koomen ; met alle zodanige Digniteiten en Waardigheeden, als dezelven voor deezen hy de Princen zyne Foorouderen Hoogl. ged. waren bekleed geweest. Waar op dan ook Zyne Hoogheid den 11 der volgende maand July in de voorfz. qualiteiten alzoo is beëdigd. Gevolgelyk is hier door op de allerfterkfte en dutdelykfte wys het voorfz. Eeuwig Edict en de daar uit geproflueerde Refolutie van den 5 Maart van dit zelve jaar, mitsgaders- het gansch daar by geïntroduceerd nieuw Syftema ter bevordering van het geftatueerde by het zelve Edict, als uit den aart der zaak, en volgeDs de Propofitie vin de HH. Gedeputeerden der Stad Leyden onbeftaan, baar met den dienst van den Lande, en vooral met de voorfz. qualiteit en hooge i Charge van Stadhouder en Capitein Geil ne-;  dbc, STAAT EN OORLOG, 1785, 201 neraal deezer Provincie, mee de gevolgen en aankleeven van dien vernietigd. En om dit te meer te doen doorftraalen is aanftonds daar op, en wel op den 13 van dezelve maand de voorfz. RefoluLÏe genomen en gearresteert, om by circulaire Mblives alle de Officieren zonder onderfcheid, en dus ook die van het Guir. nifoen van den Haag aan te Rhryven zig aan de ordres van Zvne Hoogheid te gedragen , en aan dezelven prcccifelyk te paregren, gelyk pok korf daar op hec bovengemelde Formulier van den Eed, om den Lande gehouw en getrouw te zyn onder het bevel van Zyne Hoogheid als Gouverneur deezer Landen weder is vernieuwt, en by gelyke circulaire Mislives van wegens Hun Edele Groot Mog. rond gezonden, zop als dit reeds is opgemerkt; en men vertrouwt, dat het geene aditructie behoeft, dat deeze laatfte eenparige en duidelyke Refolutien zonder eenige bedenking abrogatoir zyn, en moe. ten gehouden worden, aan zodanige voorigen, die nog daar meede, nog met de duidelyke wil van den Souverain , nog met den aart der voorgevallene verandering in de Regeering meer beftaanbaar waren ; en dit een en ander gevoegd wordende by alle de bovengemelde incontelïabele preuves van het beftendig begrip van Hun Edele Groot Mog. en by Hoogstderzelver opgevolgde Aanfchryvingen, Ordres, Refolutien, en geobl'erveerde handelwys in alle de gevallen, waar in het 'er op aankwam , om het gecon. Itateert SyRema van Hun Edele Groot Mog. omtrent de dadelyke werking van de qualiteit van eenen Gouverneur en Capitein Generaal, direct contrair aan de dispofitie en aan den geest van de meerN j ge-  2ca dec. ZAAKEN VAN ï?8j, gemelde Refolutie van den 5 Maart 1672, te doen blyken ; meend Zyne Hoogheid zyne confideratien met epzigt tor de by het voorfz. Rapport gemaakte applicatie van deeze laarstgern. Refolutie niet verder te moeten uitbreiden; zullende ten llot op ctit fubjeél: zig nog maar alleen refereeren tot eene Misfive door de Heeren Staaten deezer Provincie uit krakte van eene Refolutie van 31 Decemb. 1672, ten zeiven dage aan Zyne Hoogheid Prince Willem de 1ÏI. in zyne voorfz. qualiteit als Gouverneur gefchreeven, en waar by Hun Elele Gr. Mog. verzoeken, dat Zyne Hoogheid ter beteugeling van de ftoutheid der kleine gemeente alhier eenige Compagnien Ruiteren na den Hage gelieve te zenden, breeder te zien uit de voorfz Refolutie mitsgaders Copie Misfive hier nevens gevoegd fub M. Twee rcflc-ctien heeft men gemeent op dit fubject nog kortelyk te moeten maken; 1. Dat men - by het voorfz. Rapport onder anderen heeft geallegeert, dat Zyne Hoogheid, volgens deszslfs Commisfie , zoude gehouden zyn de zaken van Oorlog en Politie te moeten beleiden, by goedvinden van Hun Ed. Gr, Mog. en met advis van Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden, in conformiteit van derzelver Inftruüien, en waar uit men vervolgens fchynt te willen afleiden , dat de Stadhouder en Capitein Generaal flegts een concurrent Commando over dit Guarnizoen zoude kunnen exerceeren ; maar, om niet te zeggen, dat, dit doorgaande, 'er , uit hoofde van de generale be-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. cos bewuordinge , geen één eenige daad, hoe gering ook, door Zyne Hpogheid, of in 't Militaire, of in 't Politicque zoude kunnen of mogen weiden verrigt en werkftellig gemaakt, als by zodanige goedWnding en concurrentie; zoo zal het genoeg zyn , dat men zig het tot hier toe gededuceerde flegts errinnere, om volkomen te weezen overtuigd, dat deeze Periode niet zien kan op het ordinair gezag, gebied of Commando der Militie, als 't welk zoo duilielyk aan , Hoogstdeszelfs beftiering en exercitie, voor en by reprefentatie van de Heeren Staa'en privativelyk is gedefereert ; maar dat dezelve alleen betrekkelyk kan gemaakt worden op de extraordinaire dispolitien , 't zy van augmenteeren of afdanken van Trouppes , liet veranderen van funda' menteele inrigtingen en diergelyke; terwyl het niet is deeze , maar eene volgende periode van die zelve Commisfie, welke fpecleert tot het gezag en Commando, 'c geen hier in aaamerkiag komt , wanneer namentlyk een weinig lager daar by gezegt word. ,, dat Zyne Hoogheid ook zal gehou„ den weezen te houden goede „ opzigt ordre en Wachté (Gene- raai) in de Steden en Sterkten „ (in de Provintie) ook te Water „ en te Lande," zoo als dan ook tot een nader, bewys deezer diftinctie by de even te meldene Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. van 10 February 175a, met afzon-  ao4 dec. ZAAKEN VAN 1785. zondering van de voorfz. eerfte Periode , die daar by als een 4. Hoofdpoinét. van zyne Hoogheids Commisfie word gebragt , deeze laatfte ieparatelyk tot een 6. Art. is gemaakt. 2. Dat by het voorfz. Rapport ook nog word ingeroepen de zoo aanftonds gem. Refolutie van 10 Feb. 1752 zelve,als waar uit men meent te kunnen opmaken, dat Hun Ed. Gr. Mog. derzelver begrip nopens het Commando van het Guarnizoen van den Haag, als Hoogstderzelver Refidentie, gantsch anders zouden hebben gemanifefteert, tën dien effecten , dat daar uit, ofte wel uit het 10 Art. van de daar by gevoegde Inftructie voor den Heer Hertog van Brunswykc als Cafu quo zullende reprefentee-ren Zyne Hoogheid als Capitein Generaal der Provincie, gedurende deszelfs minderjarigheid, zoude blyken , dat het commando der Militie niet involveerde bet regt, om het laatstgemelde Guarnizoen te commandeeren. Edog, wanneer men flegts een ogenblik zich herinnert, welk een onderfcheid 'er altoos en met reeden by Hun Ed. Gr. Mog. en in 't generaal by de Heeren Staaten deezer Landen is gemaakt, tusfchen de weezentlyke en dadelyk-werkende deelen van de magt en het gezag van eenen effectiven Gouverneur en Capitein Generaal, en tusfchen die van alle andere Hooge Officieren, van welk eenen rang of geboorte zy ook anders weezen mogten, zoo als hier voor ten tyde van de Veldmaarfchalk van Bre-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 205 Brederode is gezien, en dat men in 't byzonder dat onderfcheid nauwkeurig heeft onder het oog gehouden, by de dèliberatien over de exercitie van de voorfz. Hooge Charges van den Capï. tein Generaal geduurende de minderjaarigheid , voor al daar men op het oog had, om daar mede onder zeer veele reftrictien en bepalingen welgem. Heere Hertog van Brunswyk te bekleeden; zoo zal men in deeze zelfde bepalingen en in deeze fpeciale delatie van een gedeelte van dat gezag ca/u quo , als de Stadhouder minderjarig was, en door de Vrouwe Gouvernante niet meer wierd gereprefenteerd, aan HH. Gecommitteerde Raaden, een bewys vinden. 1. Dat als doe dat Commando of gezag nog niet by dezelve HH. Gecommitteerde Raaden was. En 2. dat die byzondere uitzondering een bewys was, dat de algemeene regel, volgens welke de Capitein Generaal , in dadelyke functie zynde , dat gezag zelfs oeffende, in alle andere gevallen bleef geconfirmeert; dit word te duidelyker, als men hier by in aanmerking neemt, dat by het eerfte Articnl van die Inllructie bepaald werdende, dat tot kennelyk wederzeggen de evengem. Heer Hertog als gedeeltelyk reprefenteerende Zyne Hoogheid, in qualiteit voorfz. zoude hebben en exerceeren het Commandement van de Militie ter repartitie Provincie; alle de overige articulen fpe. ciaal dienen om de exercitie van die Charge en van dat generale Commando der Trouppes, eigen.aan, en behoorende tot dezelve qualiteit, zoo te modificeren en te bepalen, als Hun Ed. Gr. Mog met overleg van wylen Hare Koningl V Hoogheid de Vrouwe Gouvernante nodig en  tc6 dec. ZAAKEN VAN 1785. en nuttig geoordfelt hebben: onder die bepalingen en uitzonderingen, vind zig dan ook fpeciaal, het niet Commandeeren van da Guardes en andere Militie in Guarntzoei! in den Haag, onder de re* •ftriftleh daar by gementioneert, en ten gevolgen van dien liet niet geeven van 'het Wagt woerd; al weder ten duidelyken bewyze, dat ook deeze beide poincten, even als veele anderen by voiige en vo'"» gende articulen bepaalt, in andere om» Handigheden esfentialiter tot de waarneeming deezer Hooge Charge behoorden, gelyk dezelven , ter dier zeiver tyd, dat deeze iuft'uctie wierd ontworpen , door Hare Koninglyke Hoogheid als Gmvernante, eflecttvelyk onder het oog en op expresfe overgii're, RelöhKie en aanfchryving van Hun Ed. Gr. Mog,, gelyk bevoorens gezien is , wierd waargenomen en uitgeoeflend; en men ziet vervolgens aanftonds, dat, zoo wanneer deeze twee poinöen, die altoos zeer belangryk by de Heersn Staaten zyn geconfidereert , tot de voorfz. Charge niet hadden behoort, dezelve nimmer (als dan zoo te onpas) by deeze Inftruclie zouden zyn uitgezonden geworden van de werking eener repijefeutative qualiteit, die men, onder zekere bepalingen, aan den Veldmarfcbalk ad interim ftond te defereeren. Eu voor zoo ver men mogt obferveeren, dat hier egter ftaat, dat Hy Heer Hertog als Reprajfentant, het voorfz. Guarnizoen zoude laaten aan de ordre &c. en dat het geeven van 't Wagtwoord zoude verblyven aan HH. Gecommitteerde Raaden, is daar uic voor eerst niet afteleiden, dat het een en ander ter dier tyd of oeit bjvoorens in een eenigen tyd, dat een Stadhouder en Capitein Generaal der Pro-  dec STAAT EN OORLOG. 1785. S07 Provincie fungeerde, by HH. Gecommitteerde Raaden was, en door dezelven wierd geexerceert ; alzoo het contrarie bekend, en onweederfpreekelyk zeker is , zélfs, zoo als men hier, voor gezien heeft, ten zeiven tyde, dat deeze lchikkingen beraamd en gearrefteerd wierden; en gevolgelyk is een van beiden waar; of dat men de zaak heeft befchouwt in dit oogpunt, dat HaareKoninglykeHoogheid de Vrouwe Gouvernante komende te overlyden, en geen Capitein Generaal aan Hoogstdezelve direct fuccedeerende, men geoordeelt heeft de voorfz, beftelling en gezag, ex defectu operantis, te zyn vervallen in den boezem van ce HH. Staaten, en by derzelver afweezen aan HH. Gecommitteerde Raden, en dit ipfo facto zullende gefchieden op het oogenblik van het overlyden van Haie Koninglyke Hoogheid, alvoorens eenigen Eed door den voorn. Heere Hertog op deeze. InRructie zoude weezen afgelegt, 't zelve gezag aldaar zoude verblyven en gelaaten worden', offchoon ook in zommige andere opzigten de voorfz. hooge Charge door denzelven Heer Hertog vervolgens ftond te worden waargenomen ; of dat by 'e formeeren van deeze inltructie nagegaan zynde de retroacta op deeze materie, en fpeciaal onderzogt, hoe de zaaken behandelt geweest waren in een tyd, 1 dat 'er geen effectief Gouverneur en Capitein Generaal van de Provincie was,en als doe onder anderen zynde gebieeken, dat in zodanige omftandigheden, en daar in alleen , ook volgens de bovengem. Refolutie van 5 Maart 1672, en volgens den teneur van het voorfz. eeuwig Edict, dit Commando aan welgem.HH. G.committeerde Raaden by abfentie van hun Ed.  208 dec ZAAKEN VAN 178*4 Ed. Gr. Mog. was gedemandeert gewor. den, raen de extenfie van die Refolutie en van dat Edict, hoe zeer in haar aart en werking anderzints geheel inapplica» bel,met opzicht tot den ftyl en bewoording hebbe gevolgd, en alzo de woorden , van la/sten en verblyven daar in zyn ingevloeid , doch die nog de waarheid der zaak , nog het duidelyk regt van Zyne Hoogheid, nog de daaden en Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. zelve kunnen veranderen* Deeze refl'ectien dienen insgelyks ter opheldering van de Refolutie van den 28 February I7J0, by hun Ed. Gr. Mog. genoomen, by de executie van de zoo evengem. voorziening; als waar by deeze zelve woorden van laaten en verblyven weder zyn overgenomen, terwyl uit de drie daar by gevoegde Refolutien van Heeren G-Committetrde Raden , contineerende de dadelyke dispofirien , uit kragte van de Refolutie van 10 February 1752, by dezelven gearrelteert, evjdentlyk confteert , dat het haaien van het Wagtwoord, door den Major van het Hof by de Heeren Gecommitteerde Raden, het praefenteeren van het geweer, bet ftellen van zekere posten , en wat daar by verder voorkomt; alles als zoo" veele nieuwigheden, waar mede zig hec zelve Collegie ten tyde van haare Ko« ninglyke Hoogheid niet had bemoeid , zyn ingevoerd en in gebruik gebragt. De vierde grond, waar op het voorfz» rapport berust, en daar op neerkomende, „ dat 'er zig eene vrees opdoed, of niet ,, Zyne Hoogheid in effecten fuftineert „ in het ftuk, raakende het Oppergezag „ over de Militie ter bezoldiging deezer „ Provincie ftaande, en fpeciaal over het„ Guar-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 205 '„ Guarnizoen van den Haag, eene gelyke, ja zelfs eene fuperieure magt bo„ ven hun Ed. Gr. Mog. te hebben, en „ of zulks niet alleen niet zoude uitlo. „ pen op het invoeren van een imperium „ in imperio', maar ook of daar uit, ver„ mits de tusichen inkomende demarche „ van Zyne Koninglyke Majefteit van ,, Pruisfen, niet een weezentlyk gevaar ,, en embarras voor de Staaten deezer Provincie zoude kunnen proflueeren;" contineert veel eer eene bedenkelykheid en apprehenfie, dan eenig betoog van de ongefundeerdheid der fuftenue by Zyne Hoogheid op dit fubject.! altoos met even veel deference voor hun Ed. Gr. Mog., als overtuiging zyner pligten en beëedigde relatien gevoerd. — Nooit (men moet dit nogmaals repeteeren}heeft Zyne Hoogheid eene egale, veel min fuperieure autboriteit op 'c ftuk van 't Commando der Militie boven hun Ed. Gr. Mog. bedoelt, verlangt, of den minften pas gedaan, waar uit eene aanmatiging van zodanig gezag zou kunnen worden gematieerr. Zyn Hoogheid heeft ten allen tyden, zoo zeer als iemand,de hoogheid en oppetfte magt van hm Ed. Gr. Mog. in hunne Provincie geëerbiedigd, en doen refpecteeren in alles, wat ter bewaring van dezelven aan hem is gedemandeert; hy kent al te wel zyne plichten en relatien , en hy bemind te . zeer de genoegens,, om de eerfte hand*: haver te weezen van de rechten eener vrye Natie, mitsgaders van die van de Heeren Staaten in 'c algemeen, en van deeze Provincie in 't byzohder , dan dat hy ooit, of ooit zyne eer ftellen zou in iets anders, dan om van wegens de Sfaaten vau den Lnnde en in hunne naam XXX. deel. O me-  «2io dtïc. ZAAKEN VAN 1783. mede te werken aan de confervatie en het mainctien van hunne Souverainiteit, Independentie en Oppermagt. waar aan hy met de Ridderfchap , als Lid van de* zelve, deel heeft. Maar hoe is het mogelyk, dat eene fultenue, niet nieuwelings door Zyne Hoogheid ingevoerd, maar zoo oud als de Republicq, en met haar gebooren, gebouwt op de duidelykfte ordres , concesfien , begrippen en overgiften van hun Ed. Gr. Mog. zeiven, en tot op dit oogenblik toe, door alle de Stadhouderlyke epoques heen , beftendig gevolgt en gepractizeert , met dat oog kan worden ingezien ? Waarom zal dat geen, 't welk door HH. Gecommitteerde Raaden, ofte door eenige andere geauthorifeerdens , gelyk daar van gefprooken word, van wegens hun Ed. Gr. Mog. zoude mogen werden geëxerceert; 't geen door 't Hof van Juftitie; ja zelfs door Graafelykheids Officieren word verrigt,voor zoo verre dit alles tot de exercitie van eenige jura majeftatica behoord, meerder gedoogd kunnen worden , of minder gevaarlyk zyn, ter introductie van een in der daad enkel denkbeeldig imperium in imperio? is niet ten deezen alles, wat 'er door den Heer Stadhouder en Capitein Generaal , en door de bovengem. Collegien gefchiet, enkel reprefentatief, en altoos ondergefchikt aan de hoogfte befteliing en authoriteit van hun Ed. Gr. Mog.? en is dit niet de reden, dat hoogstdezelve geene zwarigheid gemaakt hebben , om met herhaling by het geeven der ordre tot obediëntie aan den Gouverneur en Capitein Generaal in der tyd, te fpreeken van het oppergezag en oppercommando over alle de militie te Water en te Lande, de Guar~ ui-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. all nizoemn &c? en te meer,daar de grond van dit alles, zoo met opzigt tot Zyne Hoogheid in zyne voorfz. qualiteiten, als tot ae overige hooge Collegien, ten deelen dezelfde, en ten deelen, met relatie tot den Heere Stadhouder en Capitein Generaal fterker is, en hier in beltaat; dat de Souverein alle de deelen van het opperbewind zelfs niet kunnende waarnemen, en dus gehouden zynde zulks te laten doen by delatie en reprefentatie , z\% zelve ten opzigte der bewaaring van Zyne Hoogheid en Geregtigheden, gerust Relt door de gerequireerde qualificatie der Perfonen , door de aan hun gegeevene Commisfien of Inftructien, en door den geheiligden band van alle beloften en engagementen , welke onder Menfchen bekend is, te weeten den fidsmneelen Eed? en het zyn ook fpeciaal deeze qualifkarie en beëedigde Commbfie, die de waarborg voor hun Ed. Gr. Mog. in alle de voorfz, delatien in byzondere aanmerking komen , mee opzigt tot Zyne Hoogheid , welke als een medelid der Regeering van deeze zelfde Souverainiteit, als zeer notabel gegoed in Nederlands Gemeenebest , en boven dien als een afitam meling van de Grondleggers en Befchermers van de Vryheid en Ldependentie van de Republicq, en eo ipfo van dat zelve Oppergezag van hun Ed. Gr. Mog., in deszelfs mainctien voor en ten behoeven van hoogstdezelven meer als iemand is geinteresfeert, en aan wien, uit hoofde van dit alles, dan ook individueel al dat geen , 't welk by de ophouding zyner functie als Gouverneur en Capitein Generaal , colle&ive aan HH- Gecomm. Raden word opgedragen , grondwettig in deeze zyne Charge is gedefereert en comO 2 pe-  812 dec. ZAAKEN VAN 1785, peteert; en gevolgelyk wanneer men, in weerwil van dien echter zoude mogen meenen, dat, ter beveiliging van deeze alzoo erkende Oppermagt van hun Ed. Gr. Mog, minder vertrouwen zoude behooren gefield te worden op Zyne Hoog* heid als op eenige andere geauthorifeerdens , wie dezelven (onder reverentie) dan ook zouden kunnen zyn, zou zulks eeniglyk kunnen berusten op de onderftelling van een praejudiciabel misbruik of hoogstgevaarlyke extenfie van het voorfz. aan hem gedemandeert, ondergefchikt en reprefentatief gezag; dan waar omtrend Zyne Hoogheid zig niet alleen in allen opzigten vrykend, maar ook vertrouwt, dat by niemand in de Republicq eenige gegronde bedenking, veel min befchuldi» ging zal kunnen plaats hebben. Maar dewyl echter Hun Ed. Gr. Mog* aan de eene zyde by het antwoord aan Zyne Koninglyke MajefteiE van Pruisfen eene genoegzame kennis van de Conftitutie der Regeering van deeze Provincie aan Zyne Hoogheid toekennen , en het teffens waar is, dat de Sultenu by Zyne Hoogheid aangenomen omtrend het gezag over de Militie in dezelve Provincie, zo als reeds is geobferveert, niet nieuw is, maar ten allen tyde by alle Heeren Gouverneurs en Capiteins Generaal is flaande gehouden, en zoo als hier voor meede reeds gezien is, door Hun Ed. Gr. Mog. op allerlei wyze gejuftificeert; en dat nogtans aan den anderen kant by het voorfz. Rapport word voorgedraagen, dat daar uit als nu fchromelyke gevolgen zouden mogen worden geapprehendeert, doordien hoogstged. Zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen, wegens de aan hem toegefcheene notoire verkorting van dit recht van  Peo. STAAT EN OORLOG. 1785. 213 van Zyne Hoogheid, zig op een vriend, nabuurlyke wyze by Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog. heeft geaddresfeert, en daar Zyne Hoogheid zig echter niet kan imagineeren , dat zoodanig een vrywillig en op zig zelfs (taande voorftelling of verzoek van Zyne Majefteit eenige verandering in den aart en esfentie van de voorfz, hooge Charges van Gouverneur en Capitein Generaal van Holland , zoude kunnen maaken, veel min eenig nadeel aan de wettige en tot hier toe erkende werking der voorfz. Waardigheid toebrengen, zoo zou men zeer gepastelyk mogen vragen , welke doch thans de reedenen van die apprehenfie meerder kunnen weezen dan ooit bevoorens ; edog Zyne Hoogheid verkiest liever , deeze redenen niet op te zoeken en te eplucheeren, maar veel eer ds diverfe confiderarien hier en daar in deeze Memorie voorkomende kortelyk te contraheeren, ten einde hec waar object van het tegenswoordig different te duidelyker te doen voorkomen als het enkel gevolg eener onderltelling, die niet exteert, en zyne gevoelens over de zaak zelfs, ter wegneeming van alle mogelyke haefitatie , nog eens nader open te leggen; te weeten, dat als nu gebleeken is, dat door de dadelyke intrekking en geheele vernietiging van de bovengem. Refolutie van den 5 Maart 1672, als alleenlyk een gevolg en toevoegzei zynde van het eeuwig Edict, en even onbeftaanbaar met de functie van eenen Gouverneur en Capitein Generaal der Provincie als het Edict zelve, het gezag van Zyne Hoogheid in de zaaken der Militie nooit is gelyk gefteld met of verheeven geworden boven dat van hun Ed. Gr. Mog. , en dat de questie in het voor handen zynde O 3 ge- ' *»  *I4 Djjc ZAAKEN VAN 1785» geval nooit heeft kunnen weezen, of hun Ed. Gr. Mog. als Souverainen, niet per fe en in zig zouden hebben dat recht van Oppergebied over de Trouppes in hunne Provincie , 't welk aan alle S ;uverainen inconteftabel competeert , (want zonder dit zou de uitoelfening van 't zelve gezag nimmer aan den Capitein Generaal kunnen aankomen) en gevolgelyk ook eeven weinig of hoogstgedagte Heeren Skaten zig immer van dit originair en plenair Oppergebied zouden hebben ontdaan' gelyk zulks nooit , nog by Zvne Hoogheid, nog by ymand zyner Piaedecesfeurs is gefuffcineert, en gevolgelyk , dat het voorfz. Rapport ('t zy met alle discretie gezegt) zyne geboorte eeniglyk verfchuldigd is aan eene duiftere en abulive voorftelling van de zaak en aan eene verzuimde determinatie , wat door het oppergezag en de verfchillende relatien , waartoe het gebragt wierd , te verftaan was, als zynde daar by dat onafhangelyk Oppergebied , dat altoos in den boezem van den Souverain blyft, en dat Repraefentatief gezag en beftier , 't welk daar uit proflueert, en by den Capitein Generaal word uitgeoeffend, 't geen in het effect, der uitvoering wel één en 't zelfde is, maar relatief tot en ondergefchikt aan eikanderen twee diverfa Maxima zyn onder een vermengd ; en dat mitsdien in de laatfte plaats alle anxieufe apprehenfien van een (waarlyk denkbeeldig en chemelicq,) imperium in imperio van zelve komen te vervallen j want indien het zeeker en waaragtig is, gelyk zulks in deze Memorie voor Zyne Hoogheid meer dan eens is gedeclareert , ctat hy geen ander Oppergezag over de Militie in het generaal binnen deeze Provincie en fpeciaal ook over  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 21$ over het Guarnifoen in den Haag , ooit heeft gefuftineert of verlangd als alleen in onderschikking aan de goedvinümg der Heeren Staaten , en dat in de orde van zaaken hoogstderzelver dispofitien door hem , als het hoofd der Militie , in de geheele Provincie moeten worden gedaan volvoeren, volgens de regelen eener noodzakelyke Subordinatie ; zoo zyn 'er geene termini habiles voor eenige gelykheid van magt, en de geheele ratio impulfiva van 't voorfz. rapport vervalt; en wat grond of ichyn van reeden zou 'er dan evenwel nog kunnen overblyven, om Zyne Hoogheid met eene opentlyke proitiiutie te priveeren van dat recht, 't geen alle Zyne Praïdecesfeuren , anterieur aan hem, en hy zelve tot hier toe, rustig en ongeinterrumpeert hebben geufeert , en by Erffelyke delatie aan hem en zyne Kinderen en Descendenten is toegekend ? Waarom hy dan ook vertrouwd, dat, met ter zydeltelling van alle verkeerde en in der daad voor Zyne Hoogheid zeer bezwaarende diffidentie nopens eenigerlei andere bedoelingen , de zaaken op den ouden en fundamenteelen voet zullen gelaaten worden. O 4 Aan  ai6 dec. ZAAKEN VAN i78S. A. Aan alle Collonels , Lt. Col- lonels , Sergeants - Majors, en Capiteins op de Repartitie van deezt Provincie. De Staaten, &c. Edele, &c. . . . Wy hebben voor den dienst van den Lande nodig ge« vonden tot Gouverneur , Capitein Generaal en Admiraal over de Militie van Onzen Lande te Water ende te Lande te eligeeren ende te committeeren Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange, daar van Wy U Ed. by deezen wel willen kennis geeven, met ferieufe begeerte , dat U Ed. Zyne Hoogheid in dezelve Digniteiten zal hebben te refpe&eeren, mitsgaders de Patenten, en de ordbes, die dezelve aan U Ed. in tyden en wylen zal komen te geeven , pr&ciefelyk zal hebben naartekomen en te pareeren , zonder van des te blyven in gebreeken , ende Ons daar toe vastelyk verlatende beveelen, &c. Gefchreeven in den Hage den 13 July 1672. De Staaten, &c. B. Eed van het Folk van Oorlo¬ ge te Lande , flaande tot lasten van de Generaliteit, gearrefieert by Hun Ed. Gr. Mogende. Den 25 Augufty 167 a. Wy belooven en zweeren de Siaaten Generaal der Vereenigde Nederlan-  puc; STAAT EN OORLOG. 1785, ai? landen , die by de Unie en de handhouding van de Gereformeerde Religie zullen blyven , mitsgaders de Staaten van de Provinciën , waar in Wy gebruikt zullen worden , en ook de Regenten van de Steeden , daar wy in Guarnifoen geleid zullen worden, gehouw en getrouw te weezen , denzelven onder het bevel van Zyne Hoogheid, Gouverneur van den Lande, voikomentlyk enne getrouwelyk te dienen , en de voorfz. Heeren Staaten Generaal, ende particulieriyk Zyne Hoogheid , mitsgaders de Gouverneurs van de Provinciën , daar in wy in Guarnifoen gelegt ende gebruikt zullen worden , en Se andere Hoofden en Bevelhebberen over ons gelielt ende nog te ftellen, in haare beveelen te refpeéleeren en te gehoorzaamen na behooren, voor den tyd, dat wy in de refpective Provinciën ende Steeden zullen gebruikt worden; ende voorts ons te reguleeren na de Articulen ende Ordonnantiën op onzen dienst gemaakt ende nog te maaken. C, Extraft uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 2 November 1677. In haar Ed. Mog. Collegie gemoveerd zynde, dat Zyn Hoogheid naar Engeland vertrokken weezende, hooggemel- de zyxe hoogheids regiment GuardeS te voet alhier in den Hage gekomen was, O 5 en  ai8 dec. ZAAKEN VAN 1785. en de Sergeant-Major Seiffert, als nu het zelve Regiment commandeerende, op het Binnenhof Wacht aangejleld hadde, zonder aan haar Ed. Mog. van het binnenkomen van het voorfz. Regiment, nochte het aanftellen van de voorfz. Wacht, eenige kennisfe gegeeven, ofte van het Woord voor dezelven Wacht; voor haar Ed. Mog. Collegie ontbooden ende afgevraagt zal worden , hoedanig ende op wiens ordre zig het voorfz. binnenkomen van het voorfz. Regiment, zonder yertooninge van Patent, het aanftellen van de voorfz. Wacht, ende wel inzonderheid het geeven van het Woord, toegedraagen hadde, ende of de Major Seyffert bekwaam was het voorfz. woord te kunnen ontfangen , waar op de voornoemde Officier in het Collegie van hun lid. Mog. verfcheenen zynde, ende die zyn recours tot den voornoemde Sergeant - Major neemende; hebben hun Ed, Mog. goedgevonden denzelven Sergeant-Major voor haar te befcheiden, ende naderhand die niet gecompareert , dat derzelver goede meeninge aan hem door de Wel-Ed. Heer van Asperen bekend gemaakt zoude werden, en zyn vervolgens van den anderen gefcheiden. Accordeert met voorfz. Register. Ex-  uac. STAAT EN OORLOG. 1785. m9 L\ Extract uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 4 November 1677. De Wel-Ed. Heer van Asperen, heeft hun Ed. Mog. gerapporteert , dat op eergisteren, tot voldoeninge van hun Ed. Mog. Refolutie van denzelven datum, in plaatze van Sr. Mr. Seyffert by hem was verfcheenen den Adjudant van het Regiment Guardes te voet van Zyn Hoogheid , en dat den Adjudant in civiele termen bekend gemaakt hadde, dat hooggemelde Zyne Hoogheid voor deszelfs vertrek gemelde Sergeant - Major hadde gelaoten eene Jyfte, waar na dagelyks het woord ofte te ordre voor de Wacht zoude werden uitgegeeven, met byvoeginge, dat hy overbooaig was het ztlvige woord da' gelyks aan de Heeren Leeden van H E. Mog. Collegie te koomen geeven; waar op zynde gedelibereert, is goedgevonden ende verftaan , dat de meergemelde Sergeant-Major Seyffert, in het voorfz. hun E. Mog, Collegie andermaal ontbooden, ende hem hun E. Mog. Refolutie van den a dezer als nog bekend gemaakt zal worden, met byvoeginge, dat hun E. Mog. daar over niet ten besten zyn gefticht, dat hy ontbooden zynde , in plaatfe van zelfs te compareeren , den voorn. Ad[udant hadde gezonden, dat hem verzogt ende aangezegd zal worden, tot H. E. Mog. gerustheid, ende genoegdoeninge daar van , dat hun E, Mog. de voorfz. ordre van Zyne Hoogheid daar zynde , die  a2e Sergeant Major Seiffert op huiden -L/ ter praefentie van den Heere Raadpenfionaris Fagei, wederom binnen ontbooden en met deductie van alle bedenkelyke redenen, perfuafie ende motiven verzogt ende geordonneert zynde, ten einde hy de ordre van Zyne Hoogheid in H. E. M. Refolutien van den 2 en 4 aeezer ioopende maand nader gemeld , zou-  tosc» STAAT EN OORLOG. 1785. «ar zoude hebben te exhibeeren, zelfs de voorn. Heere Raadpensionaris daar by gevoegd hebbende dat' hooggem. Zyne Hoogheid op zyn vertrek aan hem Heere Raadpenfionaris hadde gezegd, dat ingevalle H. E. M. Visie van de voorfz. ordre van hem Sergeant Major zullen komen te vergen, hy die aan H. E. M. zoude hebben te exhibeeren; Is na voorgaande deliberatie, aangezien de meergemelde Sergeant Major by zyne voorfz. weigeringe van exhibitie van de voorfz. ordre opiniaterlyk ende als met een kwaad opzet is blyven perlifteeren, goedgevonden ende veiftaan , dat hem voor het laatfte zal worden geordonneert de voorfz. Zyne Hoogheids ordre als nog aan H. E M. te exhibeeren , of dat hy voor ieder dag, die hy van dit te doen ingebreeken zoude blyven, ten behoeven van het gemeene Land zoude verbeuren een fomme van vyftig guldens, ende dat vervolgens de voorn. Sergeant Major by zy-' ne voorfz. opzet ende weigeringe als nog geperfilteert hebbende daar over aan meer hooggem. Zyne Hoogheid nog met de post van huiden, de Misfive hier na van woord tot woord geinfereert gefchreeven , ende iegens den voorn. Sergeant - Major Seiffert daar over zodanige correctie ende ftraffe verzogt zai werden, als hoogstge.^nelde Zyne Hoogheid zal bevinden te behooren. Volgt de voorfz. Misfive. Doorluchtige &c. Naar het vertrek van Uwe Hoogheid uit deeze Landen en naar Engeland hebben wy vernomen, -dat > - heft  jè28 dec ZAAKEN VAN het Regiment der Gardes te Voet van Uwe Hoogheid binnen s Gravenhage op het BinnenhofF alhier ter Wachie geordonneert, ende gemarcheerd is, zonder dat ons nogce van het voorfz. arrivement het doen ofte beftelleu van de voorfz. Wagt met het toonen van het Patent van Uwe Hoogheid ofte anderzints eenige kennisfe gegeeven, veel min dat tot het geeven van het Woord ofte de ordre aan dezalvjge Wacht", aan ons eenig verzoek gedaan ofte daar van eenig gewag gemaakt is, ende dewyle wy niet wisten, wat ordre Uw Hoogheid zoo ten aanzien van het binnen komen ende Wacht doen van het voorfz* Regiment, ook het geeven van het voorfz. Woord ofte de voorfz. ordre aan de voorn. Wacht voor deszelfs voorn, vertrek zoude mogen hebben gefteld, zoo hebben wy gemeend plichtshalven geobligeerd te zyn ons daar omtrent te informeeren , ende vervolgens voor ons ontbooden den Officier de voorfz. aangeltelde Wacht als doen commandeerende, met dewelken over het voorfz. fubjecl: ge* fprooken zynde ende die zyn recours tot den Sergeant Major Seyffert, die het voorfz. Regiment, vermits de ab« fentie van den Coll. en Lt. Coll. over het zelvige Regiment commandeert, genomen hebbende, zullen wy U Hoogheid van het gepasfeerde dienaangaande moeten berigten, dat de voorfz. Seiffert vervolgens in ons Collegie verfcheenen is, en aan ons gerelateerd heeft, dat hy eene Memorie'van Uwe Hoogheid ontfangen hadde, daar inne de ordres ofte het woord  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 423 woord dat fuccesilve by hem geduiirende de vootfz. abfentie van Uwe Hoogheid aan de voorfz. Wacht gegeeven zoude worden was geëxpresfeert} dat wy s hem hebben aangezegd , dat wy geerne wilde gelooven, dat uwe Hoogheid zodanige ordres onder hem hadde gelaaten > maar dat wy tot onze gerustheid ende genoeg' doeninge verzogten dat by ons van de voorfz. innehoude wilde geeven fimpele Vifie met verzeekeringe, dat wy die ordre van Uwe Heogheid zoude refpeSteeren ende zyn volhoomen effeft laaten exteeren, dat wy hem op huiden ten prefentie ende naar ingenoo» me confideratien en advis van den H. Raadpenfionaris deezer Provincie, na afzonderiyke aanfpraak ende vermaninge by den voorn. Heer Raadpeniionaris aan hem gedaan, met deductie van de reedenen ter materie dienende zelfs die genoeg zyn uit de authoriteit en gezagj, dat ons by de , Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland inzonderheid by het afweezen van H. E. G. M. Vergaderinge gedefereerd is, wederom hebben getragt te permoveeren, dat den voorn. Heer Raadpecfionaris ons mitsgaders hem Sergeant Major daar en boven geaffirmeert hebbende; dat hy wel wist dat Uwe Hoogheid intentie zelfs nog op zyn vertrek waar geweest , dat by de voorn, ordre, als wanneer zulks by ons van hem zouden worden gevergd, aan ons zoude hebben te exhibeeren , hy Sergeant Major echter het zelve tegens alle vermaninge reprefentatien en verzoeken daar toe iterativelyk aan hem ge-  014 'BW* ZAAKEN VAN ï?8j9 gedaan met de uïtterfte opiniatriteit heeft geweigerd, en daar by is blyven perfitfeeren, en dat wy (onder het welneemen van Uwe Hoogheid) daar by hebben gevoegd, dat wy wel verzeekert waren,dat zyn voorfz. manier van doen Uw Hoogheid zeer onaangenaam zoude zyn wy konnen U Hoogheid verklaaren, dat het ons van harten leed doet dat deeze facherie voorgevallen is, en dat wy Uwe Hoogheid daar over moeten importuneeren, maar confidereerende de geleegentheid van het voorfz, voorVal, en dat wy ons van den voorfz. Sergeant Major gerescontreert zien met' Proceduren , die onzer agtens niet alleen laboreeren aan een zeer defpeétueus opzet in ons reguard, maar dat wy ons ook met niet weinige kleinigheid daar over van denzelven bevinden aangedaan, zoo hebben wy dezelve in het geheel niet konnen laaten door pasfeertn, maar vermeent verpligt te zyn eenigermate ons resfentiment tegens denzelven Sergeant. Major daar over te moeten betoonen, ende denzelven dan vervolgens geordonneeit, dat hy Un> Hoogheids ordre aan ons zoude exhiheeren , of dat hy voor ieder dag, die hy van dit te doen in gebreeken zoude blyven, ten behoeve van het gemeene Land zoude verbeuren eene fomma van f jo-o-o, des niet jegei;llaande by de voorfz. Sergeant Major by het voorfz. zyn vöomeemen ende opzet geperlilteerd zynde. Doorl. Hooggeb. Vorst ende Heer hier inne fummateel beftaande de toedragt vaa het voorfz. voorval, hebben  dec. STAAT EN OORLOG, 1785. 225 ben wy Uw Hoogheid daar van by deezen kennisfe moeten geeven, met verzoek dat Uw Hoogheid hem ons voorfz. geprocedeerde gelieven te laaten welgevallen, en dat Uw Hoogheid in agting neemende, dat hec in 't gemein daar aan zeer veele geleegen is, dat het gezag ende de authoriteit van de hooge Regeeringe omtrent de Militaire Officiers behoorlyk moge werden geconferveert, teegen den voorn. Sergeant Major zodanige correctie ende ftraffe zal gelieven te decreteereh, als Uw Hoogheid naar deszelfs hoog beroemde wysheid zal bevinden ende oordeelen te behooren. Daar meede &c. Doorluchtige &c. Accordeert met voorfz. Register. F. Extract uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesand, genomen op Den 23 November \67J. Is op voorbaande verzoek aan H. E M. binnen gekomen . . . . Sevffer „Sergeant Mnjor onder hei Regiment der Gardes te Voet van Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange, beet'r H E. M. w„ geëxhibeerd eene Acte van hooggemeldê XXX. DEEL. P 66 Zy  aa(5 dec. ZAAKEN VAN 1785; Zvne Hoogheid, gedateerd alhier in den Haage van den 16 October laatstleeden houdende fpecificatie van eenige Woorden, ende last aan den voorn. Seyffert, omme die fuccesfivelyk ende van dage tot dage aan het voorfz. Regiment uit te geeven , de voorn. Seyffert nevens de voorfz. exhibitie daar by gevoegd hebbende, dat hy verhoopte H. E. M. ordres dienaangaande , in voorgaande Notulen onder datis den 2 en - deezer lopende maand nader gemeld , te hebben voldaan. Waar op gedelibereert ende in achting genomen zynde, dat de voorn. Seyffert hier bevoorens op onderfcheidene maaien in H. E. M. Collegie gezegt ende verklaard heeft, dat Hooggem. Zyne Hoogheid voor deszelfs vertrek naar Engeland aan hem Sergeant Major zodanige ordres, als hier boven is g< ëxpresfeert, ende by hem Seyffert aan H. E. M. vertoond, hadde gelaaten , dat het woord Leyden op den voorn. 2 deezer voorfz, lopende maand gegeeven, op de voorfz. gefielde Acte van Zyne H >ogheid niet en -wierd gevonden, dat hy als nu iterativelyk bekent heeft de voorfz. Acte met de laatst aangekomen Post uit Engeland van meer hooggemelde Zyne Hoogheid te hebben ontvangen, ende dat het overzulks notoir is, dat de voorn. Seyffert H. E. M. ende derzelver ferieufe dèliberatien over het voorfz. fubjeét met palpabele leugentaal opgehouden , geabufeerd ende gevilipendeert heeft; is goedgevonden ende verftaan dat de Heer Raadpenfionaris Fagel jegenswoordig op den Huize van Lee» wenhorst by Misfive zal worden verzogt op morgen goedtyds te willen alhier zyn, ende dat als dan ter prefentie van voorn. Heer Raadpenfionaris over de voorn, zaaken  okc. staat en oorlog. i?8j. 2a? ben nader gedelibereert ende gerefolveert zal worden zoo als ten meeften dienften van den Lande, en tot maintien van het gezag ende de authoriteit van H. E. M. competeerende bevonden zal worden te behooren. Accordeert met voorfz. Register. Extract uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland genomen op Den 22 November 1677. Ingevolge van H. Ed. Mog. Refolutie van gisteren ter prefentie van den Heer Raadpenfionaris Fagel nader gedelibereert zynde over de Pacherie van den Sergeant Major Seyffert , in de voorfz. Refolutie gemeld, ende voorfz. door den voorn. Heer Raadpenfionaris Fagel aan H. E. M. gecommuniceerd weezende eene Misfive van Zyne Hoogheid over het voorfh fubjeét aan hem Heere Raadpenfionaris gefchreeven, ook daar uit fpeciaal in agtinge genomen zynde , dat hooggem. Zyne Hoogheid in zeer ferieufe termen de ongehoorzaamheid en de irreverente maniere van doen, van den vooru. Seyffert in het regard van Hun Ed. Mog. in het hoogften defavoueerd ende mispryst, ende wyders niet duifterlyk te kennen geeft dat het hem aangenaam zal zyn, dat het finaal afdoen van die Facherie tot desP s zelfs G.  123 DEC» ZAAKEN VAN 1785. zelfs wederkomfte mogte werden uitgeftekfc Is goedgevonden en verdaan, dat dien conform het finaal afdoen van de voorfz, Facherie tot overkomfte van meer hooggem. Zyne Hoogheid gedefereerd zal werden , ende dat Hun Ed. Mog. Zyne Hoogheid in het Vaderland aangekomen weezende , Collegialiter zullen vernieuwen, het verzoek by derzelver Misfive van den 5 dezer lopende maand meede gedaan, ende de voorn. Sergeant Major Seyffert over de feyten, ongehoorzaamheid ende kleinigheeden Hun Ed. Mog. aangedaan ende in voorgaande Notulen nader geëxpresfeert andere ter exempele rigoureufe» lyk te willen doen corrigeeren ende ftraffen. Accordeert met voorfz. Register. H. Extract uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en WestvrieS' land genomen op Den 23 November 1677. In achting genomen, dat op gisteren by den Sergeant Major Seyffert aan Hun Ed. Mog. geëxhibeert is de acte van Zyne Hoogheid in de Notulen onder die dato nader gemeld, is tot voldoeninge van Hun Ed Mog. Refolutie van den j deezer loopende maan i goedgevonden en gerefolveerd , dat de Ti,".elementen van den voorn. Sergeant Major Seyffert, ten  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. m ten behoeven van het gemeene Land, zoo_ lange van zyne ordonnantiën van betaalingen zullen werden gekort, tot daar aan verhaald zal weezen de fomme van agt Hondert vyftig Guldens over 17 dagen, als van den 5 tot den si der voorfz. lopende maand inclufive, die hy in gebreeken is gebleeven , volgens de beveelen van Hun Ed. Mog. de ordres van Zyn Hoogheid daar op by hem omtrent zaaken fubjeét heeft beroepen te vertoonen, ende dat in de voorfz. kortinge op de voorn, ordonnantiën te (lellen, de re. denen van dien behoorlyker wyze zal worden geëxpresfeert; ende zal van deezen gegeeven worden Extract aan deCommifen en de Boekhouders van de Financie om te dienen tot haare narigtinge. Accordeert met voorfz. Register, I. ExtraEl uit het Register der Refolutien van de Heeren Gecommitteerde Raaden, genomen op Den 7 July 165:3- Is na deliberatie goedgevonden , alvoorens nagezien den Eed , daar op in May 1650 de Compagnie Guarde te Paard is beëedigt, en het Reglement ofte ordre van de Militie, in de groote Vergadering gearrefteerd op den ...... Mitsgaders gelet op de Confideratien van Zyne Excellentie van Brederoode, geopperd by rapport van den Heere van Barendregt, dat de Compagnie te Paard zal voorge. P 3 hou-  ljo dec. ZAAKEN VAN 1785. houden worden den Eed volgende het Formulier hier na geinfereert, en is het zelve dien volgende gedaan in agtervolge van de Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. van den dezer maand, ten overftaan van Zyne Excellentie van Brederoode en alle de aanwezende Heeren van het Collegie : Volgd de voorfz. Eed: Dat zweeren wy , dat wy de Heeren Staaten Generaal ende geduurende den tyd, dat wy in deeze Provincie weezen zullen , de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland , ende derzelver Gecommitteerde Raaden, gehoorzaam, gehouw , en getrouw zuilen weezen , onder het Commandement van Zyn Excellentie van Brederoode, Veldmarchal der Vereenigde Nederlanden, en andere Hoofden over ons geftelt ofte nog te ftellen, mitsgaders onder het geleide van den Grave van Dona, onzen tegenwoordige Ritmeefter, ende andere Ritmeefters, dewelke over de Compagnie Guardes te Paard van de Heeren Staaten voorfz. in der tyd het bevel zullen hebben, en daf wy voorts ons zullen reguleeren na den Articulbrief.  DBC STAAT EN OORLOG. 1785. 232 K- Formulier van Eed voor alle O ver den , Ctllonellen, /c/Vmeefleren , Capitainen, Z.;V«« tenants en mindere Officieren , e« 0/ Alland en Westvriesland, ofce ook bui en txpres fchriftelyk bevel van de Heeren Staaten van denzelven Lande van Holland en Westvriesland , tegens eenige Leeden , Steeden, Regeerders, ofte Bedienden van dien, ook niet, buiten expresfe last van de hooggem. Heeren Staaten , ofce van de Particuliere Magiftraaten , tegens eenige Oncerdaanen ofte Ingezeetenen van den voorn. Lande, op wat ordre of Commisfie , ook onder wat titul, fchyn of cou* leur, ons by iemand, wie het ook zoude moogen weezen , iets deezen contrarie bevoolen ofte gevergt zoude moogen worden, en voorts in alles de ordonnantiën ende articulen vau den oorloge te agcervolgen. Zoo waarlyk moet ons Goa Almachtig helpen. Ex-  dec. staat en oorlog. i78j< 233 L. Extract uit het Register der Refolutien van dë He ren Staaten van Holland en Westvriesland, in hun Ed. Groot Mog. Vergadering genoomen op Maandag den 27 Juiiy 1672. TT^ve Heeren Gedeputeerden der Stad Ij** Leyden, erinneren haar met de uitterlle bedroefcheid, dat de maximen, die zeedert eenige jaaren herwaards in zwang hebben gegaan ., riet alleen haar ten ho ;glien hebben mishaagt, nemaar dat zv daar omtrend van yd tot tyd in deeze Verga, dering hebben gedaan deduceeren , dat deezen Staat haar behoord hadde te onthouden van veele zaaken , door dewelke haare hooge Geallieerdens en de [\ahuuren haar gechoqueert ende gebelat vonden , ende daar over derzelver refeutimenten niet duifterlyk konden wer.ien ie gemoet gezien , ende ter contrarie, da' men behoord hadde te ampleéteeren zoodanige aanbiedinge van nieuwe Alliantien , als by verfcheide occafien aan' de hand waren gekoomen: insgelyks dat van wegens de voorfz. Stad meenigmaalen was geurgeert, dat de Pub: cque dèliberatien, zoo veel doenlyk met het interest van zoodanige Ingezeetenen deezer Landen, op dewelke men in tyd van nood zyn meeste vertrouwen konden ftajlen , ende met de inclinatie van de gemeene Bondgenoot en mogte werden gecompasfeert , en boven al , dat de zake tot de Militaire ftnclie fpecteerende op zoodanig een voet , ais gefchiede , niet behoorde te werden gemanieën , waar uit in tyde van Oorlog niet als de uitterlte confufie gefchaapen P 5 was,  234 dec, ZAAKEN VAN 1785. was, te refulteeren, Edog dat zy het ongeluk hadden gehad, dat men de voorfz, falnaire Propofitien en Advifen van de vo >rfz. Siad telkens , of met een ftilzwy. gen genegligeert, of met een Contradictie buiten Conduite gehouden hadde: dat haares oordeels den ftaat van het lieve Vaderland daar door in de tegenwoordige Calamiteiten en desordres, mitsgaders de Religie en Vryheid (die derzelver loffelyke Voorvaderen ten kosten van haar Goed en Bloed zoo ftandvastig hadden helpen verkrygen ende befchermen) byna tot de laatfte Periode van haar fubfiftentie gebrast was. Dat de voorfz. Geallieerdens en Nabuuren in openbaare Oorlog uitgebarften zynde, alsnu by klaare experientie wierd ondervonden 'c geen van weegens de voorfz. Stad , zoo meenigmaal was geallegeert, namentlyk, dat de Wapenen van deezen Staat, by manquement van goede ordre niet beftand waren om het geweld van den Vyand te konnen repousfeeren, integendeel , dat den Capitein Generaal zig genoegzaam in alle zaaken tot zyne FunÜie fpecteerende , moetende reguleeren naar de ordres, ende het goedvinden van de Politicque Regeering , noodzakelyk , alles moeste vervallen tot de alleruitterfte confufie, ende dat daar van den tegenwoordigen toeftand van 's Lands Militie, en de ongelukkige mouvementen van dien, konnen dienen tot een overtuigend exempel. Ende alzoo by voortgang van dezelve desordre den Vyand onmogelyk gerefifteert , nogte de Steeden en de Ingezeetenen van deeze Provintie befchermt konden worden ; dat overzulks de voorfz. Gedeputeerden haar by ipeciaale Refolutie  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 235 tie van de Heeren haare Principaalen gelast vonden alhier ter Vergadering te urgeeren , dat de zaaken ter Generaliteit daar heenen behoorden te werden gedirigeert, dat alsnog op den Capitein Gene- l raai by ampliatie van deszelfs Inftruclie, behoorde te werden geconfereert tot kennelyk wederzeggen toe, een vrye en ongedetermineerde magt en authoriteit, om over de Patenten , zoo van Soldaaten als Burgers en Huislieden, mitsgaders over de Guarnifoenen, Bezettingen, Fortificatiën , Magazynen, Amuniüe van Oorlog, evacuatie van Steeden en Plaatfen, in cas van nood , ende al het geene de Mditie van deezen Staat, directelyk of indirectelyk zoude mogen raaken , abfolutelyk, ende zonder ymands bekreun te mogen disponeeren, ende alles doen ende verrigten het geen dezelve tot defenfie ende fecuriteit van de Steeden, Forten ende Plaatfen van de gemeene Unie zal oordeelen te behooren , ende dat inmiddels ende afwagtende daar op de Conciufie, by de gezamentlyke Bondgenooten te nemen , zonder tydverlies by haar Edele Groot Mog. op den Capitain Generaal, aanftonds zodanige magt en authorifatie in het Territoir van deeze Provincie, ende over de Militie tot derzelver bezoldinge ftaande, geconfereert behoorde te werden. Van welke voorfz. geproponeerde by eenige Leden, Copie verzogt zynde, omme de intentie van de Heeren haare Principaalen dienthalven te mogen verftaan, is de finaale Refolutie daar op te nemen, uitgefteld tot nadere deliberatie. Door-  a36 bec» ZAAKEN V A N.1 1785. M. Doorlugtig &c. De confufie en de ftoutigheid onder de kleine gemeente is zeer groot en niet wel dragelyk , alhier in den Haag voornamentlyk en ten aanzien van die geen , het zy Vrouwen ofte Luiden van buiten haar alhier onthoudende, dewelke van hier, willende vertrekken tegens wil en dank, ook tegen ordre van de Regeering, mitsgaders het gevoelen van principaale Burgers , daar in door het voorfz. klein of geringe Volk feitelyk worden verhindert; eene zaak, die wy oordeelen onlydelyk te weezen , en daar in mitsdien behoord te worden voorzien , maar dewyl zonder de fterke hand zulks niet mogelyk is , en dat de ordres , die wy daar teegens zouden mogen (tellen , ofte door den Hove ofte Magiftraat doen ftel. len, geen refpeét zouden vinden, zonder de fterke hand , zoo geeven Wy Uwe Hoogheid in bedenking , of dezelve niet goed zal vinden, ten fpoedigften doenlyk, herwaarts te doen komen vier of vyf Compagnien Ruiteren , omme na geleegendheid van zaa"ken gecommandeert en geëmployeert te mogen worden, ende daar op Uw Hoogheid hoogwyze dispoficie afwagtende, Dtorlugtigjle &c. beveelen Wy &c. Gefchreeven in 's Hage den 31 Xber 1672. De Staaten cjrV. CL.  dkc. STAAT EN OORLOG. 1785. 23? CL. Extracl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende IVestvriesland; inhoudende nader verklaaring omtrent den Vrydom van het Gemaal voor de Armen der Roomfche Gemeentens met 1 January 1786J en mede omtrent de Turf voor de Armen van die Gemeentens te Rot' terdam. In dato 8 Dacember 1785. t)y refumptie gedelibereert zynde op het advis van |"> de Heeren Gecommitteerde. Raa ien van den 24 Auausty deezes jaars, en den 27 rer Vergadering overgenomen, hebbende tot voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 Juny, te voren geëxamineert de Requeste aan hun Ed. Gr. Mog. geprefenteert, by of van wegens de gezaamentlyke Armbezorgers der Gemeentens, behorende tot de vier Roomsch Catholicq Gezinde Kerken binnen de Stad Rotterdam, om redenen daar by geallegueert , verzogt hebbende, dat hun Ed, Gr. Mog. de nog fubfifteerende Conventie tusfchen der Supplianten Prsedecesfeuren en Diaconen der Waalfche Gemeente in der tyd, over het inflaau van Graanen en Turf, hec bakken en uitdeelen van Brood en Turf aangegaan, en breder by de voorfz. Requeste gemeld, gelieven te approbeeren , en dien conform de no.iige ordres te ftellen, dat de Supplianten en hunne Succesfeuren worden gelibereert, om by het ter Molen zenden van Graanen, of by het inflaan van Turf, den Impost 'e verfchieren. Is goedgevonden en verftaan (nlyvende de zaaken dit jaar zo als die bevor ns geweest zyn) wyders, by alteratie van hun Ed. Gr. Mog Refolutie van den 2a January 1785, voor e< r aar by is vastgeftHd, dat de Roomsehgezinde G • ftre Huis van Orange, welke hem zoo na beltaat, in welke hy eene Princes gefteld heeft, welke hem zoo lief is, en welke het van gelyke moet zyn voor de geheele Republiek, wegens haare deugden en groote vermogens, waarmede zy begaaft is, en door de uitmuntende Opvoeding, welke zy aan haare Kinderen geeft. — Het is in deze regtmatige veronderftelling, dat Zyne Majefteit op Uw Hoog Mogenden verzoeke, en met vertrouwen van haar kant verwagt, dat over* eenkomende haare gevoelens, zoo verligt als Vaderlandsgezind, zy meer regt zullen doen aan den Koning en aan den Prins van Oianje,- dat zy op 'c kragtigfte zig zullen toeleggen, zoo m de Provintie van Holland als elders, waar de omftandigheden het zouden kunnen vereisfehen , om al te overhaastende maatregels te doen ophouden; om door hunne wyze raadllagen, en door hun invloed de zoo noodzaaklyke Eendragt te herftellen, welke zoo openlyk in het binnenfte vetbro- keu  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 24J ken is, om aldus een algemeen Conciliatie der parthyen te! weeg te brengen ; alsmede ' maatregels en fchikkingen te maken, en vooral den Prins van Oranje in ftaat te ftellen , om zig van zyne fun&ien te kunnen kwyten , welke aan zyne Eminente Charges gehegt zyn, en waarmede hy, volgens de primordiaale Conftitutie van den Staat , bekleed is, voor het ware welzyn en genoegen der geheele Natie. De Koning is van gelyke genegen, om zyne goede Officien te gebruiken , indien men het nodig of nuttig oordeelt, zelfs met meedewerking van de Mogendheden, waarmede de Republiek in vriendfchap is , tot vereeniging der verfchillende partyen , door een accomodement en beftendige fchikking, overeenkomende met de belangens van den Staat. Zyne Majefteit her¬ nieuwt aan Hun Hoog Mog., in hoedanigheid van Nabuur, en op de allerfterkfte wyze, een belang, zo gevoelig als opregt, tot welzyn en tot iust der Vereenigde Previntien. De Koning zal door de uitkomst zien , wat deze nieuwe reprefentatien zullen uitwerken , en wat prys de Republiek op zyne Vriendfchap zal ftellen; zyne gevoelens zullen altoos onveranderlyk zyn, maar geëvenredigd aan het billyk aritwoord, welk Zyne Majefteit zal ontvangen, vooral met opzigt voor de billyke agting, welke hy voor het Huis van Oranje verzoekt. (Was get.) 's Hage den s> December 1735. DE THULEMEYER; q 3 CLIil.  846 dec. ZAAKEN VAN 178J. CLIII. ExtraB uit het Register der Refohitien van de Hóóg Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanaen. In dato 12 Decenther 1785. Ontfangen een Misfive van den Raad van Staaten, gefchreeven alhier in den Hage op heeden dato dezes, houdende , dat het fluiten van het Definitief' Tradbat , met Zyne Keieerlyke en Koninglyke Majefteit, en de daar op gevolgde terug ma'r.sch der Keizerlyke Troepen uit de Qjfteurykfche Nederlanden, hun deed bedagt zyn op een Plan van Reductie , zoo veel mogelyk ingerigt, naar het verlangen der refpective Bondgenooten , en naar het wezentlyk intrest van den Staat; doch dat, nadien dat Plan nog niet zoo fchielyk in gereedheid zoude kunnen zyn , zy intusfchen s tot ontlasting van de bezwaarde Finantien der Provinciën, vermeent hadden, aan hun Hoog M®g. te moeten voorflaah , eene zodaanige provilioneele Redudtie, dewelke in allen gevalle , naar derzelver oordeel by vervolg zoude moeten plaats hebben. Dat, hoe zeer zy wel niet fchroomden te advouëeren , dat onder anderen de verlterking der Compagniep , zoo als dezelve op den 15 December 1784 was gerefolveerd , by gemelde Raad van Staaten gehouden wierd voor eene zeer gefchikte, nuttige en minst kostbaare an^mentatie der Armée van den Staat , (gelyk ook door des kundigen, dusdanige verilerking der Battailloris voor den dienst, ten hoogften noodig is geoordeeld) zy egter vermeenden, uit hoofde van de zo bepaalde Confenten der hooge Bondgenooten, aan hun Hoog Mog. te moeten voordraagen, dat van de voor» fchreeven geaugmenteerde Manfchappen , zoo als dezelve waren gerepartitieert op den tweeden Excraordinaris Staat van Oorlog , by provifie zouden behooren te worden gereduceert 624 Paarden en Hoofden by de 48 Compagnien ordinaris Kavallery , 104 by de 8 Compagnien Dragonders, en 20i by de 16 ordinaris Com- pa-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. S47 pagnien Dragonders; en met opzigt tot de Infanterie, van de 69 Ratiaillons Nationaale, Duitfchers en Waaien, ia Gemeenen Grenadiers, den Corporaal daaronder begreepen , eu van ieder der 414 Musquettiers Compagnien van de genoemde 69 Battaillons 9 Musquettieis , daar onder meede gecomprehendeerd de Corporaal, waar door een geial van 5472 dienst doende Manfchappen zouden worden afgedankt, en ruim ƒ öccooter loopende Maand uitgefpaart. Dat voorts het 5 ie Bartaiilon van Waldek , hoe fchoon en voldoende die Troepen ook zyn mogten, conform het verzotk, daar toe onlangs ter Vergadering van hun Hoog Mou. gedaan, na dat de geaugmenteerde Manfchappen by de Compagnie Grenadiers, en by die der Fufeliers op den voet van de laats 1 gefiooten Conventie, zouten zyn gereduceert, zou ie dienen te worden te rug gezonden naar de Staaten van Zyne Vorstl. Doorluchtigheid , en den Raad van Staaten door hun Hoog Mog. verzogt, de noodige fehikking tot den terug marsch met den Agent van Zyne Vorstl, Doorluchtigheid te maaken, terwyl door hun Hoog Mog. zouden behooren te worden verleend de Brieven van Requifitie , tot den terug marsch van het zelve Battaillon vereischt wordende. Dat met relatie tot het Corps van den Rhyngraaf van Salm, gemelde Raad van Staaten ook verjieende, dat van ieder Compagnie Jagers en Infanterie 30 Mannén en een Tambour zouden behooren te worden afï gedankt, en van de Compagnie Kavallery , die der Husfaren daar onder begreepen , 10 Paarden Ruitery, terwyl 4 Chirurgyns of Fraters by de Infantery en 7 by de Kavallery , mede zoude kunnen worden gelteentièert. : 1 Dat, wat voorts de verdere Corpfen ligte Troepen, alle gerepartitieert op den derden Estraordinaris Staat van Oorlog betrof, gemelde Raad van Staate van gedagten was, dat, zonder ondienst van den Lande het Corps van den Kapitein de Lega zoude konnen worden afgedankt. Dat het Corps van den Luitenant Kollonel Sternbach met twee Wagtmeefters , een Trompetter en elf geQ 4 mee-  e48 dec. ZAAKEN VAN 1785. meene Ruiters, daar onder begrepen twee Corporaals, voor zo veel de Compagnie Kavallery aanging, en voor zo veel de Compagnie Infantery betrof, roet een Sergeant', een Corporaal en 18 Mannen, per Compagnie, zoude kunnen worden vermindert. Dat van het Corps van den Luitenant Kollonel de Mattha , de 4de Compagnie Fufeliers, als meede een Compagnie Husfaren of Dragonders, geheel zouden behooren te worden afgedankt, en dat van ieder der vier overige Compagnien , een Wagtmeefter en 24 gemeenen , daar onder begreepen drie Corporaals , zouden behooren te werden gelicentieert. Dat met opzicht tot het Corps Hesfifche Troepen, onder de benaming van de'Hesfifche Brigade; waaromtrend hun Hoog Mog. bereids de oprigting van elf Compagnien Fufeliers hadden gefurcheert, zouden kunnen worden gelicentieert 10 Mannen en 10 Paarden per Compagnie Kavallery, een Sergeant en 32 Gemeencn , daar onder begreepen 2 Corporaals per Compagnie Grenadiers en Jagers, en een Sergeant en 39 Gemeenen , daar onder begreepen twee Corporaals van ie ier Compagnie Fufeliers. Dat met opzigt tot het Leg'oen van den Generaal Grave de Maillebois , gemelde Raad van Staaten hun Hoog Mog.^ vooraf moeste informeeren , dat de Monferrolien van dat Legioen onlangs ter Kamer van de ïnnantie van de Generaliteit waren gefiooten, in plaats van op 3180 Mannen , (zoo als de Capitulatie meede bragt) op 2145 > dan dat , hoe zeer daar door reeds eene notable vermindering, ten aanzien van dat Corps plaats hadde, zy echter vermeende , dat daar omtrent .jti allen gevalle nog eene merkelyke reforme zoude moeten plaats hebben , en dat inrusfehen nog wel van nu af, aan de Compagnien Kavallery met 3 Mannen , en oven zo veel Paarden , en die der Intantery met 10 Mannen , als meede de Compagnien Artillery met 5 Mannen zoude kunnen worden vermindert. Dat hoe aanzieniyk nu ook deeze hier vooren gemelde provifioneele Reductie zoude mogen voorkomen , .cogtans diende te worden gercfleéteerd , dat dezelve iica nog niet extendeerde tot fommige der geaiigHien- tter-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. «49 teerde Onder-Officiers, nogte ook tot de geaugmenteerde Manfchappen by de Hollandfche Guardes te Voet en te Paard, by de Zwitferfche Regimenten en by de Artilleristen , en dat boven dien, offcboon het houden vaneen voet van ligte Troepen by de Armée van den Staat noodig was geworden, nader zoude dienen te worden overlegd, welke van de hier voorgemelde nieuwe aangewqrve Corpfen van den Generaal de Maillebois, de Prins van Hes/en. Darmftad, de Rhyngraaf van Salm, de Kolonel de Mattha, de Luitenant-Kulonel Sternbach, met de minfte ondienst van den Lande zoude kunnen worden gemist, en welke daar en tegen in dienst zouden moeten worden gehouden, en nog verder vermindert, zullende gemelde Raad van Staate, deeze provifioneele Reductie dan gearrefteerd zynde, overWeegen de Projeclverbeeteringen, dewelke ingevolge hun Hoog Mog. goedvinden , door den Generaal de Maillebois aan gemelden Raad van Staaten zouden worden overgegeven; daar omtrent voor af inneemende de Coniideratien en het Advys van Zyne Hoogheid, als Kapitein-Generaal der>jjnie, en vervolgends aan de Hooge Bondgenooten , zo fpoedig doenlyk, prefenteeren een nader Plan van Reductie, mitsgaders van den voet, waar op, naar hunne gedagten, de Armée van den Staat in den tyd van Vrede zoude dienen te worden gehouden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben hun Hoog Mog, haar met de voorflaagen, by de voorfz. Misfive gedaan, geconformeerd, en is dienvolgende goedgevonden en verftaan, „ dat de Raad van Staaten zal worden verzogt en geauthorifeerd, zoo als verzogt en geauthorifeerd word mits deezen, om de voorfz. provifioneele Reduc', tié op den gewoonen voet werkftellig te maaken, en voorts zo fpoedig doenlyk te prefenteeren een nader Plan van Reductie, mitsgaders van den voet waarop „ de Armée van den Staat, in tyd van Vreede , zal „ dienen te worden gehouden." (Was geparapheerd) p. 0. rengers, vt, £Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) a. fagel. Q 5 CLIV.  ïjo dec. ZAAKEN VAN i78S. CLIV. Refolutie van hun Ed. Gr. Mogende, op wat voet en onder welke fpeciaal beding de Wcs'indi'che Compagnie door hun Hoog Mog. te autkorifee. %en tot Nrgotiatie van drie Millioe[ nen, en voor de jaarlykfche interes- fen en aflasjfffi van het Cnpitaal, een fubfidie van htnderd vy/tig duizend guldens 's jaars met i January 17 86 te accordeer en, In dato 14 Decemb.r 1785'. De Heeren de Gyfelasr, van Berckel, Nederburgh en Merens, Penfionarisfen der Steden Dordrecht, Amfterdarri, Rotterdam en Hoorn met den Raadpenfionaris , als by hun Ed Gr. Mog. Refolutie van den 19 November 1783 gecommitteert tot de zaaken van de Westindifche Compagnie , hebben , in gevolge en ter voldoening aan hoogstderzelver Refolutie van den 16 der voorleede maand, ter Vergadering gerapporteert derzelver confideratien en advis op de Msfive van de Reprasfentant van Zyn Hoogheid en Bewindbebberen der geocttoyeerde Westindifche Compagnie ter Kamer Amfterdam, gefchreeven aldaar den 10 te voren, daar by, voor het uiteinde van dit jaar verzoekende een fubfidie van drie millioenen guldens ; of by difficulteit, dan die fom, onder garantie van hun Hoog Mog„ te mogen negotieeren, met een jaarlyks fubfidie van honderd vyftig duizend guldens tot voeldoening van den interest en reftitutie van het Capitaal, breeder onder den voorfz- 16 November geinfereert; met eeu Misfive van gemelde Reprsefentant en Bewindhebberen aan hun Edele Groot Mog. tot appui van het voornoemde verzoek. Waar op gedelibereert en geconfidereert zynde, aan de eene zyde het groot belang van de Colonien van den Staat in de Westindien van wegen den a&iven Handel op de zeiven uit de Republicq, en haare alge. meene invloed op de Ingezeetenen van den Staat, zoo ten  dec. STAAT EN OORLOG, 1785. 85» ten aanzien van de Houders der Obligatieu op de Plantagien van de voorfz. Colomen gtne^.ri en ; als met betrekking tot het beftaan van een onnoerolyk aantal Ingezeerenen door den Handel en Scheepvaart op en uit de voornoemde Colonien ; en vooits aan de andere zyde, liet geen dezelve Colopien, in den laatften Oorlog met de Engelfchen geleeden hebl>en, mitsgaders de importante kosten, dewelke vereischt woraen,^ om de zeiven zoo met betrekking tot hei politicq en judicieel bellier, als met opzigt tot het riefadieweezen aldaar, in behoorlyken ftaat te ('tellen ; als meede het onvermogen van de Westindifche Compagnie deezer Landen om daar toe de nodige Penningen te furneeren , ïoo als uit den opengelegden ftaat van haare Financie is gebleekeu; en dat, mitsdien, om deeze zoo' importante posfesheti van den ftaat in de Westindien te conferveeren, het volftrekt noodzaktlyk is, dat Bewindhebberen van de WescindifcV Comnagnie op de eene of andere wyze, door hun Hoog Mog. worden in ftaat gefteld, om de nodige fpendatien ten vooifz, einde te kunnen doen; dan dat teffens in confideratie moetende komen, dat van het Bondgenootfchap nier kan worden gevergt, dat het zelve zig met de middelen tot herftelling van zaaken in de voorfz. Colonien zoude bezwaaren, wanneer die middelen aan het voorgeltelde einde niet zouden kunnen beantwoorden , het zy de liigezeeteneu der gemelde Colonien door gebrek van eene goede directie zouden buiten, ftaat gehouien worden, om hunne zaaken na behooren te bevorderen, of ook de Vaart en Handel op en uit eenige der voorfz. Colonien zoude blyven belemmert, en zulks alleenlyk ten faveure van maar eene Provincie , en daar en tegen in prrejuditie van de Planters fin dezelve Colonien, zoo wel als van de Ingezeetenen der andere Provinciën , ten lagten van dewelke de voorfz. fubfidien aan Bewindhebberen van de Westindifche Compagnie nogtans meede, en wel voor her grootfte gedeelte , zouden worden gefurneert, terwyl dezelve van de beoogde voordeelen' voor een groot gedeelte zouden blyven verftooken, en dus het groote oogmerk, namelyk oin dcor zoodanige fubfidien , gepaard met de nodige mid- de-  Sja dec. ZAAKEN VAN i78j; delen tot uitbreiding van Vaart en Handel de meergemelde Colonien zelve tot het meefte vermogen, ten algemeenen nutte te brengen , in geenen deele zoude worden bereikt; Is goedgevonden en verftaan, dat de zaak ter Generaliteit daar heen zal worden gedirigeert, dat Repraefentant en Bewindhebberen van de Westindifche Compagnie deezer Landen door hun Hoog Mog. mogen worden geauthorifeert, om onder guarantie van hoogstdezelven te negotieeren de fomme van drie milboenen guldens, mitsgaders tot betaling van de jaarlykfche interesfen , en aflosfing van het Capitaal, aan dezelve moge worden geaccordeert een fubfidie van een honderd en vyftig duizend guldens 's jaars, te beginnen met primo January 1786; alles onder deeze expresfe conditie , dat de Penningen, in voege voorfz. zullende worden genegotieert , tot geen andere einden zullen mogen worden geëmplooyeert, als om de voorfz. Colonien, met relatie tot het politïcq en juftitieel beftier, onder eene behoorlyke directie, mitsgaders, wat het defenfieweezen aangaat, in een behoorlyken ftaat te brengen, en jaarlyks aan hun Hoog Mog. de nodige ouvertures re geeven van den ftaat, zoo van het Politicque en Juftitieele, als van het Militaireweezen in de gemelde Colonien, als meede van de kosten dewelke daar toe zullen zyn geimpendeert; wordende het confent van deeze Provincie in het voorfz. fubfidie wel uitdrukkelyk geaccrocheert aan deeze conditie fine qua non, dat namelyk de Vaart op de Rivier van Esfequebo eu Demerary zoo wel als op alle andere Colonien van den Staat in de Westindien aan alle de Ingezee. tenen van deeze Republicq het geheele jaar door op een egalen voet vry en onbelemmert zal worden opengefteld. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CLV.  cec. STAAT EN oorlog. i?8j. 353 CLV. Berigt van de Utrechtfche Geconfli' tueerdens en Gecommitteerdens , voor hunne Principaalen, en de geheele op den 2 dugustus dezes jaars vergaderd geweest zynde Burgerye. In dato 15 December' 1785. T^\e Geconftitueerdens van 1368 Burgers en InwoL/ ners, als mede de Gecommitteerdens uit de Agt Burger Compagnien, vinden zig verpligt, ter kennisle van hunne Principaalen en de Burgery te brengen, dat zy in hunne qualiteit, ter voldoening aan de uitdruk» kelyke begeerte van hunne Principaalen, wel bedagt zyn geweest, om de poinóten, betreffende de beftellinge der Stads Regeeringe , geenzints te maken tot onderwerpen van een voorgeflageu conferentie, en alzoo ons Stads huishoudelyk beltier niet onderhevig te maken aan het oordeel van Staats Leden of Steden , maar, even als de Vroedfchap dezer Stad, van gedag, ten zyn geweest, dat alle die zaken geenzints behoor, den tot de dèliberatien van Hun Ed. Mog., zoo als dit blykt by Refolutie van de Vroedfchap van den 9 Augustus dezes Jaars 1785. Dat niettemin op een voorltel door den Heer van Westrenen , ter Vroed* fehaps Vergadering van den j December jongstleden gedaan, de meerderheid van de Leden van de Vroedfchap, in tegenltellinjr van het beflu'tt van den 9 Augustus 'en nadere Refolutie den 21 November genomen , en den 23 daar aan volgende ter Staats Vergadering uitgebra^r, hebben befloten, gaaf te confentee» ren in het voorflag van de Heeren Edelen tot de voorgellagen te houden conferentie in 's Hige, vervat by Hun Eds. ter Staats Vergadering ingebragte Refolutie den 24 Augustus deezes Jaars. En daar deze refolutie van den 5 December jongstleden, niet weinig bekommering onder de Burgery heeft gemaakt, ten gevolge , ' dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens , om te mogen weten de ware inentie van die refolutie, zig op den 12 dezer by een adres aan den Raad dezer Sjid heb-  ü'Si dec. ZAAKEN VAN hebben vervoegd, zoo als bet zelve op. den 14. daaraanvolgende ia de publieke Nieuwspapieren, ter onder, regting, aan een yder is medegedeeld. Dar Geconftitueerden en Gecommitteerden gehoopt en verwagr hadden, dat de Vroedfchap, tér gerustftellinge der Burgerye, geene zwarigheid zoude gemaakt hebben,om opeainge van derzelver intentie, wegens die nadere genomen Refolutie, gegeven te hebben. Dan is ?an dezelve, op hun verzoek, geen ander Antwoord gegeven, als dat het zelve veertien dagen moest voorleggen, en is dus h«t zelve buiten dispofitie gefield (vermits de invallende CorsmwQ tot Dingsdag den 27 December, wanneer het den volgende dag Staten Vergadering is. Geconftitueerdens en Gecommitteerdens in dezen, te zeer bewust zynde van liet gevoelen hunner Principaalen, dan dat zy iets zouden verzuimen, 0111 daaraan niet te beantwoorden, vinden Zig tot haar leedwezen verpligt, aan alle hunne Principaalen opemlyk te moeten verkiaren, dat zy, vooral met opzigt tor de voorgeflagen te houden conferentien, allss hebben gedaan, wat Van hun in hunne qualiteit zoude kuunenj gevordert worden, om ter voldoening aan de intentie van de Burgery, voortekomen, dat de bereids geapplaneerde en geregelde poinéhn, Stads Regeerings beftelling, en inzonderheid het huishoudelyke van dien, betreffende, zoude gemaakt worden het ontwerp der voorgeflagen coufereniien , en dus niet onderhevig gefteld te wonen aan de kennis fa en de beoordeelinge van die Letter), welke het zelve niet toekomt. Dan, dat het de G conftituetrdens en Gecommitteerdens niet heeft mogen gebeuren, om, ter gerustftelling van de Burgery, daarop eenig het allerminfte gunftig, veel min zeker antwoord te mogen bekomen , integendeel als vooifz. tot op het uitterfte tydftp in het cnzekere gelaten te worden. Waarom G.conftitueerden en Gecommitteerden , als die voor de gevolgen van eene in deze ongunftige te nemen Refolutie, op geene wyze z;g by de Burgery verantwoordelyk zouden gefteld zien, als het voorfz. tydverloop aan de Burgery volftrekt zoude afmyden het middel, om iets ter behoud, van het geene zy nog zöu.le mogen oordeelen aante- wen-  me. STAAT EN OORLOG. 178J., 255 wenden , te konnen werkheilig maken, zig verpügt gevonden hebben, ora het een en ander ter kennisfe van alle haare Principaalen, en de geheele Burgery te brengen, en wel in lyds te brengen, als zy ten eenemale willen onfchuldig zyn vail de gevolgen eener Refolutie, waardoor de poinéten onzer Stads Regeerings beftelling en het huishoudelyke derzelve , nu, nadat dezelve geapplaneerd en gereguleerd zyn , tegen het gevoelen van de Burgerye , ter beoordeeling van de Leden van Staat, en ook van de Steden onderworpen gemaakt zoude konnen worden. Ei dit, als een zaak, waaraan GeconlHtueerden en Gecommitteerden in hunne qualiteit niets meerder konnen doen, in den IchQOt van nunne Principaalen overgeven, Aclum Utrecht den 15 December 1785. Uit last en in naam van GeconlHtueerden en Gecommitteerden. J. VAN MANEN ADZ., W, VAN DÏK. CLVI. Rapport over de Militaire honneurs aan hun Edele Groot Mogende, en de nodige redresfen op dat fubjeSt. In dato 17 December 1785. T^\e Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporL/ teert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , ingevolge en ter voldoening aan bun Bdele Gr. Mog. Refolutie commisforiaal van den 28 September dezes jaars, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, hadden geëxamineert, hoedanige Militaire honneurs aan hun Edele Gr, Mog. Vergadering by de alhier in Guarnifoen zynde Militie zouden behooren plaats te hebben, en de nodige redresfen op dat fubject. Eu dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren; dat by het begin der Vergadering van hun Eiele Gr.  q56 tiac. ZAAKEN VAN i>Ï$ Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en West. vriesland even voor het uur , dat bepaald is , het welk telkens door een Staa>e-Boode aan de Hoofdwagt moet worden aangezegt- de Hoofdwagt op het Binnen* hof, item de Ruiters Wagt op het Buitenhof, en de Wagt by de Grenadiers Poort, zullen moeten uitkomen, wanneer, onder het (laan van de Marsch en het Reeken der Trompet, de Officieren met Sponton en Vaandel zullen falueeren, en de gemeenen het Geweer prefenteeren, voor dien Heer of Heeren , welke, vergezelt met een Boode van zyne , of hunne , Committenten , de eerfte als Lid ha de Vergadering zal komen, gelyk ook voor den Heer Raadpenfionaris; zullende de alzo uitgekoome Wagten , mits invoegen gemeld aan het eeist komende Lid en den Heer Raadpenfionaris de groote honneuts beweezen hebbende, met geprefenteert Geweer moeten blyven paradeeren, tot vyf minuuten na het flaan van het bepaalde unr ; dat insgelyks by "het uitgaan der voorfz. Vergaderirig dezelfde groote honneurs zullen moeten worden bewezen by gelegendheid van het uitkoopen der Leden , of wel van den eerften Heer of Heeren , geasfifteerr met een StadsBoode als vooren ; zullende gemelde Wagten dan insgelyks met geprefenteert Geweer moeten blyven ftaan tot na het vertrek van den Heer Raadpenfionaris , en denzelven gelyke groote honneurs bewyzen; ten ware zy van wegens gemelde Heer vroeger door een StaateBoode mogten werden gelicentieert. Dat geduurende de fesfie der Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. , voorfz. drie Wagten voor niemand hoe genaamd zullen vermogen uit te komen , om denzelven Militaire honneurs te bewyzen , onvermindert nogtans het geen gebruikelyk is ten aanzien der Wagten die eikanderen pasfeeren en aflosfen. Dat de Poort tusfchen het Binnen- en Buitenhof geduurende het paradeeren der Wagt, en zulks zoo by het beginnen als eindigen der Vergadering , geheel zal moeten openftaan. Dat voor de groote deur der Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. tyde de Vergadering , geplaatst zullen worden twee Ordonnantie-Sergeanten , en, voorts al- tobs,  vtc, STAAT'EN OORLOG. 178$, aj7 toos, het zy het is Vergadering van Holland dan niet, twee Grenadiers tot Schildw.igren Raan , welke voor ieder L'd van hun Edde Groot Mogende , als meede voor ieder Lid van Gecommitteerde Raaden , met geRrekc Geweer front zullen maaken , zoo in het inkoomen als in het uitgaan. Dat wyders , wanneer de Vergadering van hun Edele Groot Mog. niet ly den anderen is , de voorfz, drie Wagten zullen moeten uitkomen even voor het uur, tegens het welk het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raaden vergadert, en vervolgens op den bovengemelden voet de groote honneurs bewyzen voor den Heer . die het eerst naar het Collegie komt , en voor den Heer Raadpenfionaris by het gaan derwaards; zullende dezelve Wagten , even als hier voren is gezegt, met geprefenteert Geweer moeten blyven paradeeren tot vyf minuuten na het liaan van het bepaalde uur ; geduurende weiken tyd de Poort tusfchen het Binnen- en Buitenhof mede geheel zal moeten open liaan. ■. Dit alzo geconftateert zynde , welke Militaire honneurs aan de Souveraine Vergadering van hun Edele Groot Mog. en by derzelver ablentie , aan het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden zouden behoren te worden gegeeven ; Heeren Gecommitteerdens verder van advife waren , dat ook de honneurs voor het eerst in rang prefent zynde Lid van het gemeide Collegie , mitsgaders voor den Heer Riadpenüonaris in der tyd by hun Edele Groot Mog. Refoiucie van den 28 February 1759 vastgefteld , voortaan zouden behooren -plaats te hebben, en dat dienvolgens de Wagten, zoo op het Binnenhof, als de Ruiters Wagt op het Buitenhof, by pasfage van den voorzittenden of eerfteti Heer van het gemelde Collegie alhier in 'sGravenhage prefent zynde, mitsgaders van den Hier Raadpenfionaris , zig zullen hebben te nmgeeren voor de Wapenen , en dat de kleine Posten aan de refpective Bruggen en elders in den Haag, in het voorfz. geval, het Geweer voor gemelde Heeren zullen hebben te prefenteeren. XXX. DEEL R  S$S dec. ZAAKEN VAN 1785. Dat Heeren Gecommitteerdens voorts nog gemeend hadden aan hun Edele Groot Mog. als een noodzakelyk point te moeten voordraagen , dat by vervolg een Schildwagt voor het Comptoir van Holland , en een voor de Gevangen Poort, zou behooren te worden ge- P'rjat", met inhaefie van hnn Edele Groot Mog. Refolutie van den 28 September laatstleeden, medebrengende dat de Heeren Gecommitteerde Raaden de nodige zorge zullen draagen , dat in het generaal by het Regiment Lyfguardes te voet van hun Ed. Gr. Mog. geen andere Wapens dan die van deeze Provincie, voortaan tot uitwendige teekenen worden gebruikt, Heeren Gecommitteerde Raaden voorts nog zouden be« hooren te worden verzogt , om de nodige ordres te ftellen , dat de Paukvaanen by het Regiment Lyfguardes van hun Edele Groot Mogende te Paard gebruikt wordende, en waar op het Wapen van Zyn Hoogheid word gevonden, in zoo verre worden veranderc, dat, in plaats van het gemelde Wapen , daar op werde geplaatst het Wapen van deeze Provincie. Waar op gedelibereert , en Copie van het vooriz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Briefte, Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CLVIL  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. sjo CLVII. Misfive van Bewindhebberen der Oostindifche Compagnie ter Kamer van Zeeventiene aan hun Ed, Gr. Mogende , met een detail van den Staat van defenfie der Etablisfementen in de Oostindien. In dato 17 December 1785. T~Ne Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuJL/ niceert een Misfive van de Gecommitteerde Bewiudbfbberen uit de refpective Kameren van de generaale Nederlandfche geoctroyeerde Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeeventienen binnen Middelburg, gefchreeven aldaar den 23 der voorleede maand en den 6 deezer ter Generaliteit ingekomen, waar by overleggen de Memorie fub Letter A. door de Kamer Amfterdam onder den 24 Maart 1784 vervaardigt nopens den Staat van rierenfie der refpeftive posfesfien; mitsgaders fub Litt. B. en C. de Paragraven uit de generaale Brieven derzelve Vergadering van den 5 November 1785, raakende de hoofdeelen Ceylon en Ba tavia; breeaer hier na geinfereerf. Fiat infertio, Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive en Bylagen zullen worden gefteld in handen van de Heeren de Gyfelaar, van Berckel, van Wyn, Nederbmg en Ryfer, refpective Pei fionarisfen en Secretaris der Steuen Dordrecht, Amittrdam , Gouda, Rorterdam en Alkmaar, met den Raadpenfionaris, als by hun Edele Groot Mog- Refolutie van den 4 Jur.y 1783 tot de zaaken van de Oostindifche Compagnie gecummitteert, om dezelve te exaR 2 mi-  2ób dec. ZAAKEN VAN 1785. rnineeren, en hun Edele Groot Mog. daar op te die. nen van derzelver confideratien en advis; en is voorts by de voorfz. geleegentheid, op,bet geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, goedgg Mog. aan de refpective Kameren der Oostindifche Compagnie worden toegezonden f met last aan elke derzelven, om aan het befogne, tot dat einde te decerneeren , binnen den tyd van veertien dagen (als zynde alle verloop van tyd, waar door hun Edele Groot M°g- verder belet zouden worden in eenige maatregelen ten behoeve der voorfchreeve Compagnie zig in te laaten , ten hoogden gevaarlyk) te fuppediteeren zoodanige fchriftelyke confideratien op de gemelde redresfen, als zy zouden meenen daar op te kunnen bybrengen ; ten einde vervolgens na eene ejtaminatie van zoodanige in te komen bedenkingen, eindelyk eens eene vrugtbaare afkomst van deeze zaak gemaakt zoude kunnen worden , die alleen gefchikt zou weezen , om de waare belangen der Oostindifche Compagnie , en de zeekerheid van de daar in Geinteregfeerden ré bevorderen. Accordeert met de voorfz. Refolutien, R 3 hooo  c62 dec. ZAAKEN VAN 1785- hoog mogende heeren! Zoo dra Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie ter Kamer te Amfterdam van U Hoog Mogenden hadden ontvangen hoogstderzelver Refoiutie en aanfchryven van 27 October 1783, waar by van dezelve Kamer, als des tyós de Praefidiale, is gevorderd een fecreet rapport nopei s den waren ftaat van defenfie van de refpective posfesfien der Oostindilche Maatfehappye, zyn Bewindhebberen terftond bedagt geweest, om aan deeze begeerte van U Hoog Mog. te voldoen. T-n bewyze hier van neemen wy de vryheid U Hoost Mog. by deeze aan te bieden onder Leiter A. de Memorie welke de Kamer Amfterdam, tot het voorhielde einde, onder den da» tum van den 24 Maart 1784, had in gereedheid 'gebragt ; dan van welke Memorie , uit hoofde van de toenmalige tydsomftardigheden, en om zoodanige redenen, als ü Hoog Mog. ligt zullen nagaan , door die Kamer geen ge.bruifc heeft kunnen worden gemaakt. Thans zy het ons vergunt, als een vervolg op die Memorie , ter kennisfe van U Hoog Mog. te moeten brengen, het geen wy by den generaalen Brief, welke door Gecommitteerden uit de onderfcheidene Kameren van de Oostindifche Compagnie , tot het waarneemen der Haagfche Befoignes, nu laatst ontworpen, en in onze tegenwoordige Vergadering gearreiteert is , nodig geoordeeld hebben , zoo onder het Hoofddeel van Ceilon, als onder dat van Batavia , den Gouverneur Generaal en de Raaden van Indie aan te fchryven, nopens al het geen betrekking heeft tot de middelen. welke ter befcherming en verdeediging van Compagnies bezittirgen moeten ftrekken. Wy neemen derhalven de vryheid de paragraphen uit gemelden Brief, onder de Letters B. en C. by deeze over te leggen; zullende ü Hoog  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 263 Hoog Mog. daar uit b'yken , hoe wy de Regeering van Indie aanleiding hebben willen gevi-n, om, na de meerdere ondervinding, die zy in den jongften Oorlog had bekoomen, een nader Plan te ontwerpen, ter nanwyzing van de middelen , om de Maatfchappy op al'e haare bezittingen in een behoorlyk postuur van tegenweer te doen zyn, met byvoeginge der kosten, die tot eene volledige uitvoeringe van dat Plan zouden worden vereischr. Dit laatfte hebben wy geagt van het allèruiterfte belang te zyn , om dat, gelyk het alioos zeer moeijelyk is geweest, het zoo ook voornaamlyk in den tegenwoordigeu ftaat van Compagnies Finantien, zeer bezwaarlyk valt de beide baginfels „ Dat naamlvk de Maatfchappy als een Lig- chaam van Koophandel, uit de voordeden „ van haaren Handel eeniglyk moet beftaan, en fl, dat die Bezittingen weerbaar behooren te zyn „ tegen aanvallen, zoo wel van de Europeefche „• als lnlandfche Vyanden." Met elkander in het beleid van Compagnies zaaken zoo te vereenigen, dat nog het een , nog het ander van die beginfels te kort gedaan worden, zullende ü Hoog Mog. in de Bylage B een voorbeeld ontmoeten, het geen, naar ons inzien, op de allertreffenfte wyze aantoont, dat men in de uitbreiding van het Militair vermogen der Maatfchappy , al waren de middelen van haar beftaan nog even zoo als voor den Oo-log, tot een punt zou kunnen geraaken, in het welk haare Finantie • kragten ten eenemaal zouden moeten bezwyken. Hoe zeer nu, uitwyzens de Bylage C, zoo door den Gouverneur Generaal en Directeur Generaal, als door een der Raaden van Indie vertoond is, dat een Militair fyftema, aan de Maatfchappy in haare tegenwoordige omftandigheden geenzints zouden vleijen, maar dat het voor haar veel eer de tyd was, den voet van R 4 een  a*4 dec. ZAAKEN VAN 178$. een voorzigtig Koopmai te houden, en onder eene vermindering van den grooten omflag der lasten , dèn Handel zoo veel mogelyk nittebreiden, hebben- wyj nogthans 'gemelde Regeering van ovzen kant doen zien, dat die en foorigelyke overweegingen haar niet behoorden terug te houden in het uitdenken en aanwenden van zulke middelen , welke de Maatfchappy een meerder vermogen zouden kunnen by^etten, om te draagen de kosten, die ter verfterking en beveiliging van haare Bezittingen zouden nodig weezen. De Bylage B- zal U Hoog Mogenden kunnen aantonen, hoe wy de aandagt van gemelde RegeéVing bepaald hebben, op die voorwerpen, welke by het regelen van een zoodanig Plan in overweegirg1'behooren te konmen. O s «aar aai) eerbiedig gedraagende, neemen wy inmiddels de vryheid U Hodg Mog. te doen opmerken, dat wy na de obrfangene berichten vnn den Gouverneur Generaai en de Raaden van Indie op het geen voorfcbreeven is, her best zullen zyn in Raat, om aan U Hoog Mogenden een kiaar en onderlcheide denkbeeld te geeven, van de middelen, die ter volkome befcherming van Compagnies Bezittingen , nog verder zouden mogen worden vereischr. Dan wy hoopen, dat U Hoog Mog. het niet als ontydig zullen befchouwen , wanneer wy reeds by deeze geleegenheid aan Hoogstdezelve vertoonen, dat de Maatfchappy, federt lang in haaren dienst een groot gebrek hebbende aan Luiden, de Vestingbouw behoorlyk verltaande, te vergeefs getracht heeft, dat gebrek door het aanneemen van Ingenieurs hier te Lande genoegzaam te vervullen, en dat by haar reeds maar al te veel ondervonden zyn de menigvuldige nadeden, welke uit het zelve noodwendig hebben moeten gebooren worden ; zy hier op in den voorleden jaare een Plan heeft gemaakt, om, onder het opzigt van den Direüeur der Fortifi\ ■ ca-  j?ec. STAAT EN OORLOG. i?S<. s65 citien en Clicf ilr Ani lette ?m> de Kaap de Goede Hoop, jjarlyks aldaar esiiige Luiden tot het werk van de Genie te doen aanbkengen , om zoo dra dezelve de nodige bekwaamheid zouden hebben verkregen^ ali dan terftond gezonden te worden naar Indie, ten einde aldaar te weezen ten dienlte der Regeering. Dit Plan ftrekt zig mede uit tot het Artillerieweezen, waar omtrent de Maatfchappy byna i;j dezelfde omftandigbeden verkeerd , als ten aandien der Genie. VVyders meer en meer overtuigd wordende dat het voor het belang van de Compagnie ten uiterfle dienftig zoude zyn , dat aan de Kaap de Goede Hoop wierd aangelegd een om zoo te fpreeken Magazyn van Volk, ter gedeeltelyke recruteerihge uit het zelve van de Indifche Guarnizoenen, en om, geduurende hun verblyf ten voornoemde Gouvernemente , zig aan de verandering van Climaat te gewennen, in den Wapenhandel zig te oeffenen, en alzoo mede te kunnen dienen ter befcherming van de Caap. fche Colohie, is dan ook by ons daar toe bellooten, Wy hebben voorts van alle de voorzeide plans kennis gegeeven aan den Gouverneur van de Graaf, voor deszelfs vertrek naar de Kaap, onder aanbeveeling, om by zyne komst aldaar na te gaan en te overweegen, welke fchikkingen 'er zouden behooren te worden gemaakt, om de voormelde onderfcheidene, en zoo wy meenen alle zeer heilzaame oogmerken, pp de best mogeJyke wyze te bereiken. De ziektens en fterftens te Batavia, welke dan eens meer, dan eens minder fterk regeeren, egter altyd nog aanhoudende, en Compagnies Krygsmagt , die. reeds merkelyk verzwakt is , daar door nog verder afneemende, hebben wy reeds in het voorleedeu jaar den Gouverneur Generaal en de Raaden van Indie aangefchreeyen, het Europeesch Guarnizoen ter gemelde R s Hoofd-  266 dec. ZAAKEN VAN 1785. Hoofdplaatze uit een zoo klein getal Manfchappen te doen beftaan, als buiten gevaar zal kunnen gefchieden , en om het zelve G irnifoen alle agt dagen van Manfchappen te doen verwisfelen, ten welken einde voormelde Regeering gelast is de Troupen , voor het Bataafilche Guarnifoen beftemd, buiten de ftad, in een gezonde lugtftreek , te doen canroneeren , op een zoo veel mogelyk onkostbaare voet, even als zulks omtrent het Corps de refervel voor Indie reeds daadlyk plaats heeft, terwyl de Recruuten, voor de Ojsterfche Gouvernementen beftemd, tegenwoordig by hunne komst te Batavia, aanftonds naar het gezondfte gedeelte van Java gebragt worden , van waar men dezelve vervolgens na die Gouvernementen laat vervoeren. Gelyk wy nu reeds voor lang bedagt zyn geweest op de verbeetering in het algemeen van Compagnie Militairewezen in Indie. en uit dien hoofde al in den jaare 1779 gevorderd hebben de gedagten van Gouverneur Generaal en de Raaden te Batavia, over het geen daar toe zoude kunnen ftrekken , zrao is dan ook het zelve een yoorwerp geworden van onderzoek en overleg, tusfehen de gemelde Regeering en die van de onderhoorige Comptoiren. Zommige van ae middelen voor die verbeetering aldus beraamd, zyn door den Gouverneur Generaal en de Raaden teeds werkelyk in trein gebragt, onder onze goedkeuring, terwyl dezelve Regeering weder andere van die middelen eeniglyk aan ons heeft voorgedraagen. En na eene rype overweeging van het een en ander, hebben wy in onze tegenwoordige Vergadering daar op zodanige beüuiten genoomen, als wy met het in deeze beoogde doelwit geoordeelt hebben over een te komen, en teffcms tot het minfte bezwaar van de Compagnie te zullen kunnen ftrekken. Hier by hebben wy het niet gelaaten, maar 'er zya tot eene dadelyke verfterking van Com- pa-  DEC, STAAT EN OORLOG. 1735- 267 p üjnies Landmagt werkelyk onderhandelingen aangevangen, om twee Battaillons gereguleerde Troupen, henevens een Compagnie Artilleristen, in 's Miatfcbappys dienst te neemen. Die verfttrking zal echter volftrekt niet toe. reiken, en in tegendeel ongelyk grooter moeren zyn, wil men de Troupen van de Maatl'charpy nu den voet brengen van een marige bepaaiing. Wy zeggen, Hoog Mogend? Heeren 1 $èue ma rige bepaaling, om dat de Plans voor Compagnies Krygsmagt , in vroeger tyden gemaakt, m?estal ichynen gefchoeid te weezen naar het verrroogen van haare Europeefcoe Nabuuren, zoo ais" het zelve in die tyden , veel minder Rcrk was , dan tegenwoordig. Msfchien zouden wy zelfs ons niet kwalyk uitdrukken, wanneer wy zeiden, dat men in het beraamen van die Plans het oog fcheen gehad re hebben op de Republicq, als zynde in een ftaat van Vreede, en niet als zynde in een ftaat van Oorlog. Althans, Hoog Mogende H:eren! daar, volgens vroegere bepaalingen „ het Guarnizoen van de Kaap de Goede Hoop, maar fterk zyn moet vier honderd Man, en deskundige tegenwoordig oordeelen , dat voor het zelve yerebcht word een getal van 4000 Man, zoo is, naar het ons toelchynt, uit dat voorbeeld af te 1 eemeii, hoe de gronden, waar op men in vr< eser dagen de middelen ter verdeediging van die Colonie heeft doen rusten, zeer raerkeiyk verfchilden van die, welke men heede te werk gaat. En waarlyk zoo die gronden tot Compagnies Bezittingen in Indie overgebragt wierden , en Compagnies Militaire magt ook daar zoo ver boven de voorheen gemaakte bepaalingen zoude moeten worden uitgebreid; dan fchromen wy niet U Hoog Mogende te verzekeren, dat al wilde de Maatfchappy haare geldmiddelen aan haar Krygsweezen ten eenemaal befteeden, ten einde zig, om zoo te fpreeken,uit een mercantiel, in een Militair Lichaam geheel te vervor- men,  268 dec. zaaken van i78j, men , zy nogtans in die met haar weesrea en eigenfchappen zoo ftrydige pogingen, als dan volflrekt zoude moeten re kort ichieten. Als nu Uw Hoog Mogende zig te binnen brengen onze herhaalde vertoogen, over den zoo deerlyk vervallen Raat van Compagnies Financien, waar van de oorzaaken aan U Hoog Mogende al te wel bekend zyn, dan dat wy dezelve van nieuw hier zouden ophaalen. Als Hoogstdezelve zig daarby herinneren, dat onze vertoogen van dit, en van het voorleeden jaar, ten einde in de verleegendheid om penningen, te worden gered, zoo min als de voorige, van de gewenschte uitwerking hebben mogen zyn, en wyders zig voorttellen, dat het agterblyven , het verongelukken van zoo veel ryk gelaaden Retourbodems, deezen jaare op Compagnies Geldkasten weder een allernadeeligften invloed, noodwendig heeft moeten hebben; als U Hoog Mogende daarby veiRaan, dac wy om alle de genoemde redenen , nogmaals tot onze innige fmerte tri de onvermydelyke noodzaakelykheid geweest zyn, om geene uitdeeling Op Cpmpagnies Acbien te doen, en wy dus als nog het genoegen hebben moeten misfen, om aan het verlangen en de zugten van zoo veele braave en behoeftige Lieden eindelyk eens te. gemoed te komen; dan zullen U Hoog Mogende zig in geenen deele kunnen verwonderen, dat zoo ooit, thans inzonderheid op het leevendigst by ons gevoeld word het bezwaarlyke , ja het onmogelyke, om tusfchen het Militair en Mercantiel belang der Maatfchappy een behoorlyk evenwigt te houden. — Ja, Hoog Mogende Heeren 1 daar wy daaglyks fterker en fterker ondervinden de noodzaakelykheid, om ajle Compagnies Handelvermogens op het kragtigfte in te fpannen, ten einde de Maatfchappy uit de laagte, waar in dezelve is geraakt, was het mogeiyk weder op te beuren, daar wy dus natuurlyk geleid worden, om meer en meer te bezuinigen alles, wat met die oogmerken geen on- mid-  Öec. STAAT EN OORLOG. 1785. 269 middelyk verband heeft , en daar de aanwerving, «1e overbrenging naar Indie van voorzeide twee Battaillons en Compagnie Artilleristen, en de jaariykfche uitgaaven voor de onderhouding van dezelve, nooizakelyk aan de Maatfchappy zeer aanmerkelyke kosten zullen veroorzaaken; zoo hebben wy niet weinig geaarfeld, om in den tegenwoordigen toeftand van Compagnies Financien, met de voorzeide onderhandeling ons in te laaten. — En was het niet, dat volgens de jongst uit Indie ontfangene berigten, Compagnies Europeefche Landmagt op het allerdringendst, om verfterking roept; was het niet dat, volgens die zelf le tydingen, de zaaken met den Keizer van Kandia zig lang niet zoo vreedig vertoonen, als wy wel wenfchen. — Was het niet, dat de Gouverneur Generaal en Raden van Indie, bedugtheid fchynen te draagen, om de Plaatfen op de Salaugoreefen Riouwers , door de voortreffelyke verrigtingen van 's Lands Esquader , onder bevel van den Capitein Commandeur van Braam, onlangs veroverd, zoodanig te bezetten, dat dezelve befchermd en verdedigt kunnen worden; en was het niet dat de ondervinding ons befchroomd moet maaken, dat, zoo aan Compagnies Bezittingen, uit hoofde van gebrek aan Magt, eenig ongeluk wedervoer, als dan in de publicque beoordeelingen van ons beftuur, niet de graad van ons vermoogen, maar die van het geleedene vetlies, tot een Rigtfnoer gebruikt zoude worden, waarna men het door ons verrigte zoude afmeeten. — Wy zouden voorzeker met den ftaat van Compagnies geldmiddelen alleen te raade gaande, die onderhandelingen zoo lang hebben laaten rusten, tot dat wy door U Hoog Mogende genoegzaam zouden weezen onderfteund; en nog zou ien wy niet zyn overgegaan , om die onderhandelingen voortgang te doen neemen, was niet teffens by ons beflooten , om van de voorzeide omftandigheden aanU Hoog Mogende opening te geeven. Wy gebruiken die vryheid by deezen, — en wy  273 dec. ZAAKEN VAN 1785. wy moeten 'er even ombewirapelt byvoegen, dat het voltrekken van de voorfz. onderhandelingen het uiterfte, of om eigentlyker te fpreeken, meer zal zyu, dan wy doen kunnen. Wy zullen derhalven geen flip verder kunnen gaan, om aan Compagnies Militaire Macht de zoo ontbeerlyke verlterking toe te brengen, indien het U Hoog Mogende niet behaagd, zelve door een onderftand met penningen ons daar toe in ftaat te ftellen. Wy verzoeken dus met allen mooglyken aandrang die voorziening van U Hoog Mogende, en wy durven ons verzekeren, dat Hoogstdezelve op dit ons verzoek, en de zoo waarachtige als ror zittingen , indien wy van hunne getrouwe zorgen ook niet by deeze geleegenheid met de uuerfte lof ge= waagden. In hoope dat U Hoog Mogende met dit ons Bericht eenig genoegen zullen kunnen neemen, befluiten wy het zelve, en over de Vergadering van U Hoog Mogende het dierbaarlte van 's H=mels zeegeningen wen» lenende, noemen wy ons HOI g mogende heeren ! (Ouder ftond) Uw Hoog Mogende zeer onnerdanige en gehoor, zaame Dienaaren. De Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie ter Kamer Amfterdam. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve. (Was get.) f. w, boers, Aroftercam den 34 Maart 1784. Litt.  dec. STAA/T EN OORLOG. 1785. r28ï Lit.t. B. Uittrek fels uit de generaale Brief der Vergaderinge van. Zeeventienen tvan j November 1785. Hoofddeel Ceilon. §• 30+T Jw E-ela zyn over het drukkende \J van die lasten niet minder aangedaan geweest dan wy; En hebben met rceden de Ministers te kennen gegeeven uwe hoop en verwagting,, dat door de herftelling van de Vreede die lasten eer. lang eene merkelyke vermindering zou. den ondergaan. §. 305. Wy kunnen meede niet anders dan goed keuren dat U Edele reeds bedagt zyn geweest, om die vermindering dade. lyk uit te werken. Dan wy kunnen niet nalaaten Uw Ed. telfens te herinneren dat in deeze de keus der middelen de grootfte omzigtigheid vorderd. De kosten van het Krygsweezen van de onderhouding en verbeerering der Fop. tificatiewerken, ten deezen Gouvernemente , zyn buiten twyffel lastposten , die zelfs in gewoone tyden, jaarlyks aan de Maatfchappy zeer hoog te ftaan komen; maar hoe wenichelyk het ook zyn mooge , daar in eenige verligting te kunnen erlangen, is het echter te gelyk zeeker, dat de verligting niet betragt kan worden ten nadeele van zulke middelen, welke volftrekt noodzaakelyk zyn ter beveiliging van Compagnies Bezittingen , zoo ter deezer Eylande als verder om de West van Indie. §. 306. Immers leid het geen bedenking , of het belang het geen de Maatfchappy by 3 5 het  a8ï dec. ZAAKEN VAN 1785. het Gouvernement van Ceilon heeft, is allergrootst, en rlaar het zelve als het waare in het middelpunt van Compagnies Westerfche Bezittingen is geleegen, heeft men zeedert lang begreepen, dat de Maatfchappy ten deezen Eylande altoos een Krygsmagt behoorde te onderhouden, toereikende , om ingeval van nood Compagnies Minr. ter Chormandelfche en Mal• labaarfche Kuste daar uit te onderfleunen. §. 307. Het komt 'er derhalven op aan , dat men bepaale, met de vereischte kunde, de llerkte, welke ter voldoening aan de voorzeide oogmerken , het Militaire en Artillerie weezen ten deezen Gouvernemente behoord te hebben , en teftens grondig onderrigt zy van den ftaat der Fortificatiën of-dezelve zoodanig is, als die behoord te weezen dan wel of daar aan nog t'een of ander met vrugt gedaan kan worden om dezelve ter' beveiliging van Compagnies Bezittingen te doen ftrekken, §. 308. En vermits deeze aanmerking op alle die Bezittingen , het zy dezelve om de West , dan wel om de Oost van Indie zyn geleegen, toepasfelyk is, zo geven wy U Edele in bedenking of het niet dienftig zou weezen een nader Plan te ontwerpen ter aanwyzing van de middelen om de Maatfchappy op alle haare Bezittingen in een behoorlyk postuur van tegenweer te doen zyn. §. 309. Wy herinneren ons zeer wel, dat U Edele reeds voor den Oorlog een Plan het geen zig over geheel Neerlands Indie uitfttekte , beraamd hebben; maar vermits de ondervinding, welke men in den laatften Oorl»g bekomen heeft geleegenheid zou hebben kunnen geeven, om over verfcheide onderwerpen van dat Plan beer  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. aSj beeter dan voorheen te oordeelen, beeter dan voorheen te onderfcheiden, welke gedeeltens aan de vyandelyke onderneemingeji het meelte blootftaan en dus meest gedekt moeten worden, in hoe verre een Landmagt, bentevens goede Vestingwerken daar toe genoegzaam zy, mitsgaders \vaar tot dat einde een Zeemagt meede volftrekt vereischt word, zoo verbeelden wy ons dat het niets minder dan overtollig zou weezen aan de herziening en verbeetering zoo veel des noods van het voorzeide Plan , hoe eer zoo beeter de hand te (laan , als meede aan de beraaming der kosten welken tot eene volledige uitvoering van het zelve zouden moeten worden befteed. $' 310. Dit laatlte agten wy heel zeer nodig, om dat na het deerlyk verval, waar in Compagnies Finantien I, door de gevolgen van den Oorlog zyn geraakt, het ten uitterften moeyelyk is geworden de beide grondbeginfels , dat de Maatfchappy als een Lichaam van Koophandel uit de voordeelen, welke derzelver Bezittingen haar aanbrengen, eeniglyk moet beftaan, en dat die Bezittingen veilig behooren te zyn tegens aanvallen zoo wel van de Europeefche als Inlandfche Vyanden , die beide grondbeginfels zeggen wy met elkandereu iu het beleid van Campagnies zaaken zoo te vereenigen, dat nog den een nog den anderen te kort gedaan worde. $. 311. De opgaaven der voorzeide kosten by het Plat» van verweering moet derhalven dienen , om in tyds middelen te beraamen tot goedmaaking van dezelve, en iu het byzonder om te overleggen of en hoe verre die middelen in den boezem van de Compagnie zelve te vinden zyn. $. 312. Het nut en de noodaaakelykheid van die  2g4 dec. ZAAKEN VAN i?8j. die voorzorge behoeven wy niet aan te dringen : zoo U Edele flegts ast geven op het gefchreevene by den B'ief der Ministers van den 5 December 1783, dat de Franfchen des tyds Trinkonomale in hunne Bezitting hebbende, aan de Ministers verzogt hadden om Compagnies weegen , die plaats van het nodige geld te voorzien, en dat de onkosten van dezelve op vyftig duizend Ropyen 's maands voor de Zeemagt begtoot wierden, dan zullen U Edele ljgtelyk kunnen bezeffen, dat men in de uitbreiding van het JMilU tair vermoogen van de Maatfchappy tot een punt zou kunnen geraaken in het welke haare Financieele kragt ten eenemaale zoude moeten bezwyken. §• 3'3' Daar nu ten aanzien der kosten welke de post van Fortificatiën jaarlyks aan de Maatfchappy veroorzaakt, reeds zoo dikmaalen is aangemerkt en niet genoeg herhaalt kan worden, dat zal de Maatfchappy zig die kosten getrooflen, zy ten minften zeekerheid behoort te hebben dat dezelve met de vereischte kennisfe van zaaken zy hefteed, zoo fpreekt het van zelfs, dat voor zoo ver het te ontwerpene Plan zou meede brengen een verderen aanleg, of verbeetering van Vestingwerken de uitvoering van het zelve in allen geval niet eerder gevolg zou behooren te neemen , dan na dat men van het nut en de noodzaakelykheid dier Werken behoorlyk was overtuigd en zig in ftaat bevond om met een gelyke graad van kunde als waar meede het Plan was gemaakt, de voorzeide uitvoering te doen beftuuren. §, 314. Tot het eerstgemelde van voorzeide eindens zouden U Edele ingeval dezelve meenden zig niet genoeg te kunnen verlaaten op de voorftellen en berichten, die U  ma. STAAT EN OORLOG. 1785. 285 U Edele wegens het aanleggen of verbeeteren dier Vestingwerken mogen zyn gedaan, aan de Gouverneur van de Kaap de gemaakte Plans bunnen doen toekoomen , met aanfchryving , om na dezelve te hebben onderzogt en overwogen die aan ons toe te zenden, onder byvoeging van zoodanige aanmerkingen, als hy noodzaakelyk zou oordeelen. $• 3Ï5« Ons oogmerk is echter geenzints om ■door het gebruik van deeze voorzorg, zoo omtrent het begrooten der kosten, als het befteeden derzelve eenige vertraaging toe te brengen aan het in het werk ftellen van zulke middelen, die volftrekt geen uitftel dulden, ten zy men Compagnias Bezittingen aan een ogenfcbynlyk gevaar wilde bloot ftellen, 5. 316. Wy verlangen in tegendeel dat in die ' gevallen het volftrekt onvermydelyke werk met alle mogelyke fpoed, werde by hand genomen , in vertrouwen dat onze zoo difcwilsgedaane aanbeveelingen , om de Maatfchappy van die uitgaaven goede vrugten te doen genieten, aan het oogmerk eindelyk eens zullen beantwoorden. V7- Het eerfte middel, het geen zig in tusfchen aanbied , om te gemoed te komen aan de hier voorgemelde zwaangheid, wegens het draagen der lasten, die uit het verder verfterken van de Maatfchappy in haare Bezittingen zouden kunnen voortvloeyen', dat eerfte middel is naar onze en de op het zelve gemaakte korte aanteekeningen, zoo van den Heer Gouverneur Gesseraal, als van den Heer Directeur Generaal, benellens het fchriftelyk en wel uitgewerkt advis van den Heer Raad Extraordinair van Stockum, van den 15 January 1784 , dien wy by deezen voor deszelfs genoomene moeite hartgrondig bedanken. De algemeene aanmerking, die de Heer Gouverneur Generaal, b'ykens het geiniereerde in Uwe lecreete Refolutie van.derl s Maart 1784 gemaakt beeft, is zekerlyk van het ulterfte belang, en verdiend in« zonderheid by de tegenwoordige gefteld. beid van tyden en zaaken , de allcrernlligfte aandagt. ,, Volgens deszelfs gedagten was het „ Plan van den Heer Radermacher eenig- zints gefchoeid naar een Militair fytte„ ma, het geen, zoo als zyn fcdele zig „ uitdrukt, aan Compagnies ongelukki» „ gen ftaat in geenen deele convenieerde^ ,, terwyl het veeleer de tyd was als voor„ zigtige Kooplieden te ageeren, om, „ zoo veel mogelyk, den handel uit te ,, breiden, en ctoor arïchafling van alle XXX. bebs. T H ui-  290 dec. ZAAKEN VAN 1785' uiterlykheden en den grooten omflag „ der lasten te verminderen , hebbende „ gemelde Heer Gouverneur Generaal daarby verder gevoegd, dat 'er volftrekt „ geen para'el te ftellen was tusfchen de Nederlandfche Compagnie en de En» w gelfche". Wy hebben hier voor onder de materie van Ceilon , §.310. reeds gelegenheid gehad, om aantetoonen, dat by ons mede zeer wel geveeld wierd de zwaarigheid, om in een Lighaam, het geen van de voordeelen van den Handel eeniglyk moet leeven, het Foliticq of Militair belang met het mercantieel zoo te vereenigen, dat het een aan het ander niet te kort deed, en het geen als toen door ons , om Handig beredeneert is, zal U Edele de gronden hebben kunnen aanwyzen ter beoordeeling , of en hoe ver de middelen voor die vereeniging, in den boezem van de Maatfchappy te vinden zyn. Aldaar zuilen U Edele mede vinden foortgelyke aanmerkingen, als die, welke door den Heer Directeur zyn gemaakt, met betrekking tot het overleg en de omzigtigheid, die by het beramen van ontwerpei ter bezuiniging vereischt worden. En daar gemelde Heer Direct, ur Generaal byna in zeiver voege, als de Heer Gouverneur Generaal heefc geplaatst: „ Dat het wel te wenfchen waaie, dat „ Compagnies Zee , Militair, en Artille5, rie-weezen in een beter llaac gebrast „ kon worden, maar dat dezelve 111 dac opzigt niet egaal kon zyn met de En- gelfchen, welker omflag, huishoudiig en inrigtmg van die van de Compagnie geheel verlchilden." Zoo moeten wy ten dien opzigte nader aandringen het verhandelde onder voor. zei-  DEC STAAT EN OORLOG. 1785. 1291 zeide Materie, als daar heen gaande, om door eene befnoeijing van lasten in de eiviele departementen, de nodige fondfen te vi den, ter uitbreiding en verfterktng van het Militaire. Die laatfte fchynt ook de hoofdbedoeling te zyn geweest van het Plan van den Heer Radermacher. En hoe zeer hier op dóór den Heer Raad extraordinair van Stockum almede is aangemerkt: „ Dat de Compagnie in de „ voorige Eeuw zig in evenwigt met haa- re competiteuren had kunnen Rellen, „ maar dat zeedert die competiteuren by „ de mini te ruptuur aanftonds wierden „ onderfteund met een Eskader zwaare i, Linie- en andere Schepen en Fregatten, „ al het denkbeeld van evenwigt verviel, en dus ook alle mogelykheid van of> „ tenue, ten zy ie Nederlandfche Com„ pagnie uit Europa, ook zoo wierd on3, derfteund " Zoo behooren nogtans die en foortgelyke overweegingen U Edele niet terug te houden in het uitdenken en aanwenden ■van zulki middelen , welke de Maatfchappy een meerder vermoogen zouden kunnen byzê'ten, om haare Bezittingen in een itaat van genoegzaame tegenweer te brengen, (Onder ftond) Accordeerd met de miriute ter Secrernry van deOostindifche Compagnie, ter Kamer Amtterdamberustende. (Was geteekent) F. w. BOERS. T 2 CLVill,  202 dec, ZAAKEN VAN i7^t CLVIII. Adres van Geconjiitueerden en Gecommitteerden der Utrechtfche Burge» ry , aan de Regeering der Stad Utrecht, nevens de Refolutiendaar op genomen. In dato 19 December Ï785. . edele groot achtbaare heeren! >C \H/as in£ev°lge ^e intent'e van der Geconftitu\ V eerden en Gecommitteerden Principalen, dat zy , onverminderd het Declaratoir en Protest van den 11 en 12 Oftob. dezes jaars, zig op den 12 Decemb. jongstleden aan UEd. Gr. Achtb. hebben vervoegd, en op de « aai by voorgedraagen middelen , dienende tot gerustftellinge van de Burgery , ter wegneeminge van alle onzekerheid, en voorkominge van verwyderinge ei! mistrouwen, hebben verzogt, dat het U Éd. Gr. Achtb. behagen mogte, om , het zy by Publicatie aan de gantfche Burgery , of by Extract van UEi. Groot Achtb. te.neemen Refolutie, aan de Ondergetekenden, als derzelver Geconlfitueerden en Gecommitteerden, bekend re maaken de waare intentie der Refolutie van U Ed. Gr. Achtb., den 5 December dezes jaars genomen, met opzigt tot het Gaaf confenteeren in de Propofitie van de Heeren Edelen ter Staatsvergadering van den 24 Augustus dezes Jaars gedaan; en dat UEd. Gr. Achtb. derzelver daarop te neemen dispofitie, zonder refumptie, geliefden uittegeeven; welk verzoek U Ed. Gr. Achtb. hebben verdaan , dat veertien dagen moeste voorleggen. Dat aangemerkt den aandrang van de Burgery, welke aanhielde, zeker te weeten, of de poincten , Stads Regeeringsbeftelling betreffende , tot een onderwerp der Conrerentie in 'sHage, Al of Nier, Ronden gemaakt te worden; hebben de Ondergetekende zig verpligt gevonden , om het Berigt daarvan , voor zoo veel ÜEd. Gr. Achtb, dispofitie betrof, aan alle hunne Principaleu bekend te moeten maaken; en alzoo zy daarin ook niets meerder konden doen, om op dat fub»  bec. STAAT EN OORLOG. 1785:. 293 fubjedt buiten verantwoording te zyn, hetzelve ook in den fchoot van de Burgery overtegeeven. Dat de Burgery, gezien hebbende de verklaring door de Ondergetekende uitgebragt , en in overweeging genomen hebbende, hoe zy, ingevolge de oproeping by Publicatie van den 17 April 1784, in zeer grooten getale, hebbe opgegeeven alle zoodanige poinéten tot redres hunner Bezwaren, zoo tegens het Regeeringsbeftier en andere ingeflopen abuizen en misbruiken , in het bellier van de Provintiale en Stads Regeeringen , als andere Commisüen en Bedieningen, ten gevolge, dat na dat, alle de ingekomen poincien van bezwaar copyëiyk waren gefteld in handen der Negen Heeren Gecommitteerdens, van Hun Ed. Mog. daartoe benoemt, by Rapport, den eerften September 1784, ter Staatsvergadering uitgebragt , volkomen gewettigd is geworden het bezwaar, dat tegen de fubfifteerende Regeerings-Forme, voortvloeijende uit de vastgeftelde wyze in den jaare 1674, en in den jaare 1747, zonder der Burgeren byzondere voorkennis en mede-werenfchap ingevoerd , is ingebragt geworden ;i tot zoo verre , dat men aan de zyde van Haar Ed. Mog. zig , wat bet Stads Regeeringsbeftier betreft , volkomen overtuigd heeft gevonden van het regt en de redelykheid en billykheid , dat aan de Burgery dezer Stad eenig aandeel gegeeven wierde in de aanftelling hunner Regenten , en dit aan de Regeering , om met de Burgery te reguleeren en applaneeren, zoodanig hebben overgelaaten, zonder in het voorgedraagen Reglement daarvan te mentioneeren; zoo als dan ook, ter bereiking van dat einde, de poindten , Stads Regeeringsbeftelling betrerfendé, van die, welke het Provintiale aangaan , zyn afgtfcheiden geworden , ten einde dezelve niet zouden worden onderhevig gemaakt aan de overwegingen en beoordeelingen van die Staats-Leden , welke daar over de kennisneeming niet zyn toegelaaten. Dan dat de Stad in deeze by haare oude, wettige , en aan haar toekomende onvervreemdbaar Rechten zoude bewaard blyven , uit welke affcheidinge van 't Stads en Provintiaal Regeeringsbeftier, dan is voortgekomen het. ontwerp, betreffenJe de befteiling dezer Stads Regeering, afgekondigd T 3 dea  294 dec. ZAAKEN VAN 17850 den 21 July dezes jaars , en nader ter overweging aan de Burgery voorgelegd den ié September, mede dezes jaars, met dit gevolg, dat het laatst voorgelegde ontwerp, betreffende de beftelling dezer Stads Regeering, alzoo daar tegen geene bedenkingen zyn ingebragt, welke ook niet nader zyn afgedaan, en dus tot in zoo verte zyn opgeruimt , dat men , voor zoo veel ons Stadsbestier betreft , he'zHve daar voor houden kan, dat hetzelve zoodanig geëffend en geregeld is, dat'er niets in den weg kan zyn , dat de dadeiyke vastftelling en invoering van hetzelve zoude kunnen hin ierlyk. zyn; ten ware men tegen regt , reden en billykheid, het zelve als nu zoude willen ftellen en^ onderwerpen aan de beoordeeling van Leden van Staat, welken de kennisfe daar over niet toekomt. _ Eu gelet alle de befluiten en overweegingen, lei lende ter daadelyke vastftelling van het ontwerp deezer Stads Regeeringsbeftelling zyn afgeloopen, en 'er mitsdien met de billykheid en redelykheid niets meer overeenft md, dan dat Regeering en Burgery in het daadelyk geiot van het zelve gefteld worde, en alzoo eens een einde aan aile onzekerheid gemaakt worde, het welk aan de Burgery geheel en al zoude benomen worden door het voorftel van den Heer van IVestrenex, en de daarop gevolgde Refolutie, om Gaaf in het voorftel der Heeren Edelen te co. fenteeren, offchoon nog de Heer van Westrenen, nog eenige der Leden van den Raad, of de gantfche Raad, zoude kunnen geoordeelt worden, het regt te hebben, om iets, het Domestieke beiluur Stads Regeerings Reglement concerneerende , aan het oordeel van anderen over te laaten, ofte te veralieneren ; veelmin dat dienaangaande iets zoude hebben konnen befloten worden op een ordinaire Vergadering , tot verandering van het geene op 'c welk in een daattoe expres belegde buitengewoone Vergadering fotïclulie en vastftelling gevallen was. Het zyn op alle deeze door de Burgery aan de Ondergeteekenden, Geconftitueerden en Gecommitteerdsn, opgegeeven, en jn gefchriften voorgedragen, redenen, dat de Burgery, , sn der Ondergeteekende Principaalen, op hen hebben oevordert, daarvan aan U Ed. Groot Achtb. (onver* ■> min-  öeo. STAAT EN OORLOG. 1785. 295 minderd voorig Declaratoir en Protest) opening te doen, als behelzende der Burgeren waare en opregte gevoelens, ten einde om dezelve heden Maandag den 19 December , in de Vergadering van U Ed. Groot Achtb. over te brengen, met verzoek, om als nu na. der, zittens U Ed. Groot Achtb. Vergadering , en voor het fcheiden van dezelve, U Ed. Groot Achtb. belluit te mogen hebben, om zonder verder verwyl, het Concept «Reglement, concerneerende de beltelling deezer Stads Regeering , zoodanig het zelve geapplaneerd en gereguleerd is, vast te ftellen, te arrefteeren en te publiceeren, met verdere bepaaling van een tyd van drie Maanden, om, het zy de bezwaaren van 't Provintiaale Regeerings- Reglement binnen die tyd mogten afgedaan zyn , dan niet, het zelve onzer Stads vastgeftelde Regeerings Reglement met de Burgery, als dan na verloop van dezelve drie Maanden, daadelyk in te voeren, en wederzyds te beëedigen. Onvermint dert, en dat intusfens werde afgedaan , het nog tusfchen beide ftaande, belangende het zesde Artikel van het derde Hoofdftuk, en het voorgeüagene tot beter verlund van het tiende Artikel van het vierde Hoofdftuk. — Alle het welke, uitmaakende het billyk verzoek van de Burgery, de Ondergeteekende op de inftantie van alle hunne Principaalen, met verfchuldigde achting aan U Ed. Gr. Achtb. in naame van de Burgery en hunne Principaalen voordragen, en ingevolge van het zelve zoo zeer redelyk verlangen, op U Ed. Gr. Achtb. eerbiedig verzoekende, dat U Ed. Groot Achtb. aan de geheele Burgery (als die daar op wagt) op heden een zeker en pofitief antwoord, op alle het hier voorgedraagene , en verzogte zullen gelieven te geeven; en voor zoo verre het onverhoopt mogte ge. beuren , dat het U Ed. Groot Achtb. niet gelieven mogte, aan de Burgery op heden een als voorfchreeve zeker en pofitief antwoord, op alle het hier voorgedraagene , en verzogte te geeven, zyn de Ondergeteekende al verder verpligt U Ed. Groot Achtb. in naam van de Burgery, als hunne intentie, voor te houden; «lat de Burgery het als dan daar voor houden zal, dat het zelve geapplaneerde Concept ■ Reglement > met heT 4 den  39ó dec. ZAAKEN VAN den dato 19 December 1785, zal zyn vastgefteld en gearrefteerd , om als voorfchreeve na verloop van drie Maanden daadelyk ingevoerd, en by Raad en Burgery. wederzyds beëedigd te worden: en mitsdien, dat na dato deezer, geene veranderingen hoe, en door wie ook, daarinne zullen worden gedoogd , als daar tegens in dien gevalle uitdrukkelyk protelleerende; dan enkel voar zoo veel de twee hier boven gemelte nog tusfchen beide ftaande Artikelen betreffende , 'c welk doende, (Was get,) G. Bentink, J. C. Pronken. J. II. de Ridder van Alm- G. C Harmfen. kerk. J van Manen, Adz. y. de Joncheere. W. van Dyk. Gr. A. Vhfcher. C. van Bent hem. Ph, Kuvel. Herms. Kruis. O. D. Gordon. Anz. de Vry. N. van Oostveen. Gt. Heetveld, Az. C. H. J. Koppedrayer , J. Carels. 5°. L. van Feithoven* C. van der Moolen. Petrus Blanche. G. van de Vooren. J. Kreylkamp. A. v. Eldik. Perdinandus IVeusman. J. C. des Tombe, y de Visfer, Jansz. J. v. d. Ven. G. Wcsthuyzen. C. van Hegelaar. A. IVeppelman. W. Overwyn. A. Hoevenaar. jF. Lubberding. Gerardus Bentinek., G. Roggeveen, 'if. van Scha/kwyk. ExtraSt uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, Maandag den 19 Dev cember 1785. T^e Vroedfchap , gehoord hebbende de leöure van $_Jl de Requeste , heden morgen geprefenteerd by Ge-  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 29? Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerden uit de Schutters Compagnien , heeft, goedgevonden, tot gerustftelling van de Requestranten, het Request , op voorleeden Maandag geprefenteerd, in deliberatie te neemen, en daarop gerefolveerd, zoo als by nevensgaande Extract Refolutie is geëxpresfeerd. Accordeert met voorfchreeve Refolutie, vo.or zoo veel dit geëxtraheerde aangaat, In kennisfe van my (Was get.) n. t. van voorst. Extraft uit de Refolutien van de Ed, Groot Achtb, Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, Maandag den 19 December 1785. De Vroedfchap, in ferieufe deliberatie genomen hebbende het Adres, den 12 dezer maand December g-prefenteerd , door Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, als mede door Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien , heeft goedgevonden daarop te refolveeren als volgt: De Vroedfchap (om, waar 't ma>gelyk, eindelyk tot eene afdoening van zaken te geraaken) nodig geoordeelt hebbende, om te confenteeren in het voorftel der Heeren Edelen , vervat by hun Ed. Mo?. Refolutie, den 24 Augustus laatstleeden ter Staats Vergadering ingebragt, declareert nogtans, daarby wel degelyk in confideratie te hebben genomen, dat de by 't voorfchreeven voorftel geproponeerde., en in 's Hage te houden, Conferentien, alleenlyk ten grondflage zouden hebben het Rapport en Concept-Reglement Reformatoir, door de Staats Commisfie van negen Heeren ter Vergadering van Staaten der, |ften September 1784 ingediend, by 't welk Rap» T 5 potf  298 dec. ZAAKEN VAN 1785, port Heeren Gecommitteerdens wel uitdrukkelyk oor» deelen „ het nog onredelyk nog onbillyk te zyn, dat „ ten aanzien van Nominatien van Raaden, zoo wel als van die van Burgemeesteren, aan de Burgerye „ van Utrecht en elders, eenig aandeel werde gegee„ ven in de aar;'telling hunner Regenten, met overlaa„ ting aan de Stedeiyke Regeenngen, om met derzel„ ver Burg'-ryen de arrangementen desaangaande te „ reguleeren en te applaneeren." » Declareerende de Vroedlèhap wyders, geen de minfte twyffel te hebben, of 1e Vyorftemmende Leden van Staat zullen, met relatie tot her gunt voorfchreeve, met Heeren Gecommitteerdens van dezelve denkwyze zyn, ea ten eenemaal alliëc van eenigzints te willen impiëteren op de Regten en Privilegiën van Stad of Steden, ten aanzien van derzelver refpective Magiftraats Beftellingen, zoo verre die puur Domestiek, en ook in het Regeerings-Reglement van den Jaare 1674 niet zyn begreepen: en zoo verre dit onverhoopt mogte pbats hebben , verklaart de Vroedfchap de opgemelde Poincten nimmer aan het oordeel van welgemelte Voorftem- mende Leden te zullen fubmitteeren. Verfeerende voorts de Vroedfchap in dat vertrouwen, dat de Requeftranten, uit aanmerking van 't gunt voorfz,, zig wel zullen willen gerustftellen, en de vreeze, die hun in deeze heeft bekropen, tegengaan ; mitsgaders, zoo veel in hun is, tragten voortekoomen, dat door meerder zwaarigheden daartegen in te brengen, de voorfz, Conferentien niet verder werden gedilayeert, en daardoor alle middelen van redres finaal afgefneeden. Accordeert met voorfz. Refolutie, In kennisfe vaa my (Was get.) J. W. Dg RUEVER. Ex-  dec. STAAT EN OORLOG. i?8*. *99 Extract uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 19 December 1785. De Vroedfchap is van oordeel , dat zy zich zelve niet kan ontflaan van den Eed op het Regeerings Reglement van den Jaare 1674, met relatie tot het pc in61 van het beitel der Regeeringe dezer Stad gedaan, en uit dien hoofde op de zaak, by Requeste vermeld, geen favorabele dispofitie neemen kan, en zal deeze ia plaatze van Appointement op de Requeste worden uit* gegeeven. Accordeert met de Origineele. In kennisfe van my (Was get.) J. w. de rüever. CLIX. Nader Adres van Geconftitueerden en Gecommitteerden der Utrechtfche Burgery , aan de Regeering , nevens de Refolutien , daar op genomen. In datis 19 en 20 December 1785. Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Ondergetekende Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, en expresfelyk daartoe gequalificeerd, door hunne thans zig fifteerende Conftituenten en Committenten : Dat zy by hun verzoek van heden morgen niet hebben begeerd een daadlyk ontflag uit den Eed óp het Reglement van den Jaare 1674, maar alleen, dat het Reglement op dezer Stads Regeeringsbeftelling, zoo als het bereids geapplaneerd is, met de daar by op-  30o dec. ZAAKEN VAN 1785» opgegeevene veranderingen , worde gearrefteerd en gepubliceerd , om na drie maanden eerst dadelyk te worden geintroduceerd. — Dan dat, ingevalle de Vroedfchap oordeelt, dat tot deeze provifioneele vastftelling een ontflag uit den vorigea Eed noodig is, en zy zig zejve daar uit niet kan ontflaan, declareert de Burgery bereid te zyn, dezelve te houden als ontflagen uit dien Eed aan haar gedaan , of dezelve daar van by dezen dadelyk te ontheffen , ten einde dezelve daar door in ftaat te ftellen, om aan de begeerte des gantfchen Volks en de Souverainiteit der Stad te kunnen beantwoorden. — En waaromme de Burgery als nog verzoekt dispc fitie conform het Adres , heden morgen geprefenteert, en dat zulks , alvorens het fcheiden der Vroedfchap, aan de Burgery worde gepubliceerd, 't Welk doende enz. Extract uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, Dingsdag den 20 De» gember 1785. De Vroedfchap geleezen hebbende de Requesten , op gisteren den 19 dezer, voor- en na den middag, aan Hun Ed. Achtb. geprefenteerd , by Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, maakt geene zwarigheid , te declareeren ; dat Hun Ed. Achtb, zig onbevoegd achtende, zig zelve uit den Eed te ontflaan, derzelver pogingen zullen aanwenden , om in een buitengewoone Vergaderinge van de Heeren Staaten dezer Provintie Staatswyze te worden ontflagen van den Eed op het Regeerings-Reglement van den Jaare 1674, voor zoo verre de Sredelyke poincten daar in vervat zyn, ten einde daar door in ftaat te worden gefteld, om het provifioneel beraamd Reglement op dezer Stads Regeeringsbeftelling dadelyk met de Burgery intevoeren , en dat de Vroedfchap wyders, indien onverhoopt het ontflag van den Eed , invoege1 voorfchreeve , ter Staatsyergaderinge niet konde worden geobtineepd, en de ge- wensch-  ijeg. STAAT EN OORLOG. 1785. aor wenschte veranderinge in het Provintiaal Reglement, binnen den tyd van de eerstkomende vier Maanden, niet mogte geëffectueerd zyn, na verloop van dien tyd by continuatie alles zal blyven in het werk ftellen, om, zoo veel eenigzints met de gronden van billykheid en regtvaardigheid beftaanbaar is, aan het gemanifesteerd verlangen der Burgeren en Ingezetenen te voldoen. Accordeert met de voorfz. Refolutie. Extract uit de Refolutie van de Ed. Groot Achth. Heeren Burge. meesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Dingsdag den 20 De> cember 3785. De Vroedfchap accordeert het verzoek der Geconftitueerden "en Gecommitteerden uit de Burgery, op gisteren by Requeste gedaan , en verftaat dienvolgens,, dat het Concept - Reglement, concerneerende de beftelling dezer Stads Regeeringe , zoodanig hetzelve geapplaneerd en gereguleerd is, gerekend zal worden heden gearresteerd, en vastgefteld te zyn, met verder Declaratoir, dat hetzelve vastgeftelde Stads-RegeeringsReglement, het zy de Bezwaaren van het Provintiale Regeerings-Reglement , binnen den tyd van de eerstkomende drie maanden, mogten zyn afgedaan, dan niet, na verloop van dezelve drie maanden dadelyk met de Burgery zal worden ingevoerd, en wederzyds beëedigd. Accordeerd in kennisfe van my. (Was get.) J. w« DE RUEVER. CLX.  3Ö_ dsc. ZAAKEN VAN 1785* CLX. Programma van het Genootfchap ter beoeffening en aanmoediging van den Burger-Wapenhandel, onder de Zinfpreuk: tot nut der Schuttery, te Amfterdam, In dato 24 December ms- ■ De Commisfie der directie van 't voornoemde Genootfchap met zeer veel leedweezen hebbende ondervonden, dat men van tyd tot tyd niet nalaat op alle mogelyke wyze de opregte en Vaderlandlievende pogingen van 't zelve tot plichtëlyke meedewerking aan den wederopbouw van den vervallen ftaat der wel eer zoo beroemde Amfterdamfche Schuttery , welke , in weerwil van den voorbeeldigen iever van verfcheide Leden des Ed. Manhaften Krygsraad nog zo weinig gevordert is, dat men dezelve met de nabuurige Schut» teryen van voornaame Steeden in lange niet kan gelyk ftellen, verdagt te maaken, en aan deszelfs beoelfening zoodanige pnwaaragtige byoogmerken toefchryft, die, wierden zoodanige verdenkingen in haaren oorrprong niet openlyk tegengegaan, het waar nut, welk zich de Oprichters van 'c Genootfchap hebben voorgetïeld , zo voor de gantfche 'Schuttery, algemeene veiligheid van den Burgerftaat, als gereede onderfteuning eener braaye Regeering, geheel en al zouden kunnen veriedelen, is het daarom , dat de voorn. Commisfie, tot volko» mene wegneeming van alle murmureering, en voorkoming van aangeftookt wordende fchadelyke disharmonie tusfchen de Schuttery en het Genootfchap, openlyk bekend maakt, dat het Genootfchap, in navolging van zo veele loffelyke Asfociatien , als reeds tot dat heilzaam einde door geheel Nederland zyn opgerigt, en niet weinig den algemeenen Burger-Wapenhandel, volgens den uitdrukkelyken wensch der braave Landsva. deren hebben bevordert, niets anders bedoelt, dan de beoeffening en aanmoediging in en tot den Wapenhandel  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 303 del onder hunne Stadgenooten met meerder lust en lever, dan tot hier toe gefchied is, te doen doorzenen, en de aanzienlyke Schuttery van Amfterdam, op ■■ nen even zo refpeiftablen voet te helpen brengen , als men zich door dergelyke inrigtingen daar omtrent in andere voornaame Steeden deezer Provincie verheugen mag, een oogmerk, dat het Genootl'chap vertrouwd, dat geen weldenkend Regent, noch Burger zal kunnen wraaken^ maar veel eer, gelyk men zich daar omtrent volkomen van de edelmoedigheid eener braave Regeering en Burgery overtuigd houd, met goedkeuring agtervolgen. Terwyl 't Genootfchap al verder ten eenemaale verwydert is van al dat geen , waardoor eene fchadelyke en verkeerde jaloufie , zoo bedektelyk by den eenvoudigen Schutter gekoesterd word , als of namenlyk het Genootfchap voor had, om boven de van oudsher gewettigde Schuttery in rang te willen uitmunten , of dezelve te niet te doen; eene poging, waar door het Genootfchap. regtftreeks tegen zyn oogmerk zoude handelen , — ja als gelyke Leeden van een en dezelve Burger-Maatfchappy, zich zeiven door znlks te doen, zeker meede zoude verkleinen, en de goede geneigdheid, waar meede het zelve tot het nut der Schuttery bezield is, in de daad verkorten; een wanvoegelyk denkbeeld derhalven , waar van het Genootfchap betuigd ten fterkften afkeerig te zyn , en waar van het zelve ten allen tyden de overtuigendlle blyken beftendigiyb zal blyven aan den dag leggen. Na deeze bloodligging der eenige en waare beweegredenen van de oprigting des Genootfchaps, en deszelfs oogmerk vermeent de Commisfie van Directie aan elk braaf Burger, die geneegen mogt zyn in het zelve te willen deel neemen, te mogen doen kennelyk zyn, dat hy, na behoorlyke voorftelling volgens de Wetten van het Genootfchap, als werkend Lid daar in zicti kan asfocieeren voor een jaarlykfche Contributie, en als Honorair Lid voor een dergelyke, Welke Contributien echter, in het tweede jaar refpedtivelyk vermindert worden, gelyk ook zoodanige vermogende en weldenkende Burgers , die inclineeren mogten als Donateurs of Donatrices bp eene byzondere wyze iu die Ce-  3o4 ökc' ZAAKEN VAN Ï785. Genootfchap deel te neemen, aan het zelve ten hoog* ften aangenaam zullen zyn, en volgens de Wetten geadmitteerd worden ; ten welke een of andere einde men zich flegts aan den Secretaris der Directie heeft aan te geeven. Vertrouwende eindelyk, dat, daar de braav.e Amfterdamfche Burgery ten allen tyde heeft tragten uit te munten in het aankweeken en bevorderen van alle nuttige inrigtingen, en vooral van de zoo nodige veiligheid der Burgery en Regeering, en de verzeekering van alle behoorlyke rust en goede orde volftrekt noodzaakelyk zyn, gelyk onbetwistbaar de Eurgerlyke Wapen» handel is, zy ook in deeze den Vaderlandlievenden iever des Genootfchaps in geenen deelen met een onverfchillig oog zal befchouwen, maar dat gewenscht deel daar in neemen, welk elks omftandigheeden zullen toelaaten. — Met welk genoegelyk vooruitzicht de voorlchreeve Commisfie zich billyk vleit, en waar toe deeze openlyke Bekendmaaking aan hunne weldenkende Meede-Burgeren en Stadgenooten gedaan word, op dat alzo niemand van 't welmeenend doel des Ginootfchaps1 langer onkundig blyve, nog verder tegen 't zelve verkeerdelyk ingenoomen worde , mitsgaders een ieder in het zelve, des geneigd, weete deel te bekomen. Uit naam van de Commisfie der Directie des Genoodfchaps. Amfterdam den jacobus kok, Seeret* 24 December 178J. CLXI.  dec. S TJA AT EN OORLOG* 1785. 363 CLXI. ExtrttEi uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Edeten en Ridderfchappe, reprefenteerende den tweeden Staat Van den ~Laiide v«n Uirecht. In dato 27 December 1785» De Heeren Edelen en Ridderfchap, ter laatfter Vergadering v.tn de Heeren Staaten aangenomen hebbende, zig te bekwamen rot het decernreren der Commisfie , by Rtdderfchap.'-Refolutie van den 24 Augustus dezes jaars geproponeert, om met Zyne Hoogheid den Heer Erfftadhouder dezer Provintie in conferentie te treden over het Concept Re houden, 't welk niet nodig zoude zyn, indien dezelve hunne eigen zaken vermogten te rigten. En offchoon de Heeren Edelen vertrouwen, dat de Vroedfchap dezer Stad, „ immers de meerderheid van „ dszelve, op dit ftuk met hen in dezelfde begrippen „ verfeerd, en niet dan uit noodzake voor het geweld heeft moeten bukken , terwyl echter van derzelver ,, eindelyk afgedwongen Refolutie Publicatie en affixie ,, heeft moeten gefchieden," en daardoor die z-tak uit zyn geheel gebragt is, hopen de Heeren Edelen ,- dot de Vroedfchap dezer Stad dezelve Publicatie ten Ipoedigften wederom zulkn intrekken, en met hen vervolgens op eene wettige, en met de primitive Republicainfche Regeerings-Conftitutie dezer Provintie overeenkomftige wyze, voort te procederen tot wegneeming van der Ingezeteenen wettige bezwaren, in zoo verre zulks naar regt en billykheid zal kunnen gefchieden-, waartoe de Heeren Edelen alsnog verklaren, volkomen bereid, en ook gereed te zyn, hunne Gecommitteerdens tot de Haagfche conferentien te benoemen , zoo ras hunne Mede-Leden oordeelen zullen, dat dezelve met eenige vrugt zullen kunnen gehouden worden. . Dan by ontftentenisfe waarvan , de Heeren Edelen zig tot hun leedwezen in de onaangenaame verpligting •zulten bevinden, om alle dèliberatien over deze aangelegene zaak te furcheeren , en voorts te verklaren onverantwoordelyk te willen gehouden worden voor alle de nadeehge gevolgen, voor deze Stad en Provintie, die uit de weldige maatregulen van zommige on» rustige menfchen natuurlyk zullen moeten proflueereu ' en waaraan de Heeren Edelen van gedatjten zyn dat de Heeren Staaten zig niet behooren te exponeren, en ■daaromme geene vergaderinge binnen deze Stad behooren te houden, zoo lange het geweld niet geftuit, en de Achtbaarheid der Wettige Regeering niet gehandhaart zal kunnen worden; „ het welk in cas niet mb,, gelyk mogte zyn, door zig zeiven te eifecïueeren J* hoe zeer dit anders te praefereeren zy, aan de Heeren édelen voorgekomen is van dat aanbelang, en'van die gevolgen te zyn voor het geheele Bondgenootschap:, V 2 dat  3o3 dec, ZAAKEN VAN 1785. dat niet anders zoude fchynen overteblyven , dan te ampleéteeren het tweede middel, bv Ridderfchaps Refolutie van den 18 Maart dezes j ïars geoppert ; althans zouden de Heeree Edelen in dien gevallen van gedagten zyn, dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden zouden kunnen worden geauihorifeert, by circulaire Misfive aan alle dezelve van de gefteldheid der zaken binnen deze Stad en Provintie kennisfe te geven, ten einde voortekomen, dat dezelve gelyk voorheen, door verkeerde berigten en adtesfen niet worden gefurpreneert. Accordeert met voorfz. Refolutie. (Was get.) e. kjl. CLX1I. ExtraSt uit 't Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 27 Decenther 178J. Ontvangen eene Misfive van de Directeuren van den Levantfchen Handel en Nivigatie in de Middejaedfche Zee, gefchreeven te Amfterdam den 23ften deezer, houdende, dat zedert dat in den laatstgevoerden Oorlog met Engeland , om reden dat het gebruik van vreemde Vlaggen, hoe fchaadelyk anderzins , in dat noodlottig tydgewrigt niet konde ontbeerd worden, ingevolge het toen ingeleeverde Request der voornaamfte Kooplieden, op de Levant Commercie doende, en hun daar mede overëenftemmend Advys, door Hunne Hoog. Mogende, by Hoogstderzelver Refolutie van 5 October 1781 gerefolveert was: „ zo lange men buiten ftaat zoude zyn, om den Levantfchen Han„ del met Nationaale Schepen voort te zetten , de „ Goederen binnen deeze Landen met vreemde Vlags, gen uit de Levant aangebragt wordende, ontheeven waa-  dec. STAAT EN OORLOG. 178J. 309 waaren geworden van de Extra Belasting by hunner Hoog Mog, Refolutie van 21 May 1770, en nadere Ampliatie van 1 April 177Ö op. dezelve gelegd," de gefteldheid der publieke zaaken van het Vaderland hun tot hier toe geene gefchikte geleegenheid opgeleeverd hadde, om by Hunne Hoog Mog. het wederinvoeren dier extra belasting te verzoeken; dan dat het VredesTraclaat tusfchen Hunne Hoog Mogende en Zyne Keizerlyke Majefteit thans geteekend zynde , mitsdien de voornaamfté reeden, welke hun wederhouden had, was komen te vervallen, verzoekende derhalven, zo wegens hun Collegie , ais van wegens de fefpeftive Departementen van Hoorn, Leyden en op de Maaze, en dus uit naam van hunne gezamentlyke directie, dat de Surcheance dier extra belasting van vyf per Cent extra, op de Goederen met vreemde Schepen uit de Levant in deeze Landen aangebragt wordende, by voornoemde Refolutie van 5 October ad interim geaccordeert, thans ingetrokken en gemelde eutra belasting weder ingevoerd, en door hun, op authorifatie van Hunne Hoog Mog. ,od den voet als by Hoogstderzelver Refolutie van 21 May 1770, en nadere Ampliatie van 1 April 177Ó, weder geheeven mogte worden. En wyders verzoekende, dat het Hunne Hoog Mog. tevens goedgunftiglyk behaagen mogte. om thans, met het expireeren deezer Maasd, eene favorable Refolutie te neemen op de Mislive, welke zy den 12 Augustus laatstleden de eer hadden aan Hunne Hoog Mogende te adresfeeren , en waarby zy verzogt hadden, dat de zesjaarige authorifatie tot het heffen van het half per Cent Levantrecht met den «7den daar aan volgen-v de zullende expireeren hun wederom voor zes agter een volgende Jaaren mogte worden geaccordeert, en waar op het Hunne Hoog Mogende goed gedagt had om de gemelde hunne verleende authorifatie provifioneel tot den laatften December deezes Jaars te prolongeeren. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, „ mits deezen in te trekken en buiten effect. „ te ftellen de Surcheance van de voorfchreeven extra „ belasting van vyf per Cent extra op de Goederen V 3 „ met  glo dec. ZAAKEN VAN i7[j5o „ met vreemde Scheepen uit de Levant in deeze Lan„ den werdcnde aangebragt, en by Hurner Hoog Mo> „ gende Refolutie van den 5 October 1781 ad interim geaccordeert; werdende vervolgens gemelde extra „ belasting weder ingevoerd, en de Directeuren van ,, den Levantfchen Handel mits deezen £enuthorifeerr, om dezelve op den voet van Hunne Hoog Ref dutie ,, van den 21 May 1770, en nadere Ampliatie van den 1 Aprd 1776 weder,te doen heffen;!' zullende nogthaus de voaric".reeven belasting alleen een aanvang neemen , zo ras het emaneertn derzelve en de refpective Schaalen van de Levant zal zyn kenbaar geworden; met dien veifbande, dat dezelve van kragt zy ten opzigt van alle vreemde Schepen, die, van dat tydflip af beginnende, van daar herwaards zullen woiden bevragt, ten einde door deeze tydsbepaaling de zodaaoigen , die, by de overkomst dier Refolutie, aldaar reeds werkelyk in laadmg langen, of bereids op de reize herwaart waaren, daar van billyk geëximeert werden. CLXIII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 30 December 1785. T)y refumtie gedelibereerd zynde op een Misfive van JL> de Directeuren van den Levantfchen Handel en Navigatie in de Midrit-landfche Zee , refideerende te Amfterdam , Hoorn , Leyden , en op de Maze , gtfchreeven alhier in den Hage den ia Augustus laatstleden; houdende, dat het half per Cent Levant-Regt over de hier onder gefpecificeerde inkomende Levantfche Goederen , ingevolge Hun Hoog Mog. Refolutie van den 1 Januwy 166Ö, en daarop fuccesfivelyk geaccordeerde Prolongatie, geheven, met den 17de daar» aauvolgende zoude expireeren, als zynde de Continuatie daar van tot dien tyd toe, by Hun Hoog Mogende  dec. STAAT EN OORLOG. 1785. 311 de Refolutie van den 6 Augustus 1779 , aan de Raste van den Levantfchen Handel goedgunftig geaccordeerd; verzoekende derhalven, dat Hun Hoog Mog., in confidentie der zware Lasten , welke dezelve Kasfe meer en meer tot maintien der Capitulatie , tusfchen Hun Hoog Mog. en den Turkfchen Keizer fubfifteerende, ingevolge van dien, gehouden was te draagen, de Prolongatie van het zelve half per Cent Levant-Regt, van alle inkomende Perliaanfche, Cyprifche , Soriaanfche en Palestynfche Zyde , gelyk mede van Catoene Garens, Rys, Macriairen, Geiten Wol, Soda, Legie, Kemelshaair, Pot-Asch, Corduan, Serbaffy, Tapisferyen, Careb, Burman, Dimitten, Bordaten enz., Gallen, Honsfegrynkêi-, alle Turkfche Garens, Drogues,, Zout; mitsgaders alle andere genaamde en ongenaamde Goederen, Waaren en Koopmanfchappen, die uit de Levant in deeze Landen zouden worden gebragt , en zulks indistinclelyk over wat Plaatfen , en met _ wat Schepen dezelve hier te Lande zouden worden ingevoerd , voor den tyd van andere 6 jaaren , in te gaan met de Expiratie der bovengemelde termyn , gelieven te accordeeren, en teffens de refpective Ontlangers der Admiraliteits Collegien te gelasten , het meergemelde half per Cent Levant-Regt, benevens 's Lands Regten interorderen , en jaarlyks aan hun te verantwoorden, in conformiteit van het geen desaangaande by kun Hoog Mog. Refolutien van den eerften February 1666, 12 April 1676 , en 2 Augustus 1692 breeder is geftatueerd; — Is goedgevonden en verftaaa, dat aan gemelde Directeuren van den Levantfchen Handel en Navigatie in de Middelandfche Zee zal worden toegeftaan, en geaccordeerd , zoo als aan hun geaccordeerd word mits dezen, dat zy voor den tyd van één Jaar, in te gaan met den eerften January 1786, zullen mogen heffen-één half per Cent van de navolgende Goederen, doch van geene andere , namentlyk van alle Perliaanfche, Cypriaanfche, Soriaanfche en Palestynfche Zyde, als: Ardasfen, Ardasfetten , Legie, Serbaffy, Burma, Katoene Garens , Rys , Machairen, Geiten Wol, Soda, Kemeishaair, Pot-Abch, Corduanen, Tapisferyen, Caiob, Gallen, Drogues, Zout, Dimitten en BordaV 4. ten,  3i2 dec. ZAAKEN VAN 1785. ten , indiftinételyk over wat Landen en Plaatfen, die hier ie,Lande uit de Levanr zullen worden insevoerd, met last aan de O.stfangers van de refpective Collegien ter Admiraliteit, om nevei s 's Lands Regt, het half per Cent van de hier vorengemelde gefpecificeerde Goede; en intevorderen ten behoeven van de gemelde Directie, in conformiteit van Hun Hoog Mog. Refolutie van den 1 February 1666, en op cie poenen, by Hun Hoog Mog. Pbcaat van den 2 Augustus icc-a geftatueerd tegens de Coutraventeurs, welke de Levantfche Waren aan het voorfz. half per Cent fiibj éb komen te ver^wygen, of niet naar beh >oren aantegc-even. ■ Eu zal Extract van deeze Hun Hoog Mog. Refolutie gezon :en worden aan de refpective Collegien ter Ad-. ntiralireit d^zer Landen , om te ftrekken tot derzelver natigtingej en haar daar na te reguleeren. Accordeert met het voorfz. Register- *CLXIV. Mhflve van een aanzienlyk getal Officieren en Ond^r-Officieren der LeydJ'che Schutterye, aan de Ed. s k . • Manhafte Heeren ' Officieren , Onder-Officieren , dienstdoende Schutters , en verdere Leaen der 'Schuttery en Burgery der Stad Utrechr. In dato . . December 178J. ■ . Wel Ed. Manhafte Heeren , goede Vrienden en Waardige Bondgenooten! In hoope , dat de braave Schutterye, en zo veele agtingwaardige Ingezetenen deezer Stad, met ons ten deezen zullen inftemmen, voelen wv ons aaneefpoQrd, ü Wel Md. Manhafte en Wel Ed. voor het oog van geheel Nederland, geluk te wenfchen met de heuchelyke gebeurtenis, die in uwe Stad deezer dagen heeft plaa's gehad, en uwe vryheid en edelfte BurgerR-Qhten op hechte fundamenten gevestigd heeft. —  dec. STAAT EN OORLOG; 1785. 313 Immers is deeze gewigtige gebeurtenis ten uiterften belangryk voor het geheele Vaderland. Zy is het, Wel Ed. Manh. en Wel Ed, Heeren! daar uwe Stad voortaan een fteunpunt zyn zal voor Neerlands vorderingen in het Grondwettig Herftellen zyner zo veer verbasterde conftitutie. ,, Eene veilige „ Wykplaats, waar in elk belangeloos Voprftander der „ Republikeinfche Vryheid befcherming vinden zal,en „ het oord, waar de Burgerlyke Vryheid ten Throon geklommen, van daar, als uit het middelpunt onzer Republiek, in het welk uwe Stad geleegen is, haare goddelyke ftraalen zal uitfchieten op alle omleg,, gende Steeden en Vlekken, en in de borst van el. „ ken Nederlander, dat vuur verder ontfteeken , het ,, welk voor een tyd verdoofd , maar nooit geheel vernietigd kan worden , en het welk eens weder ontgloeijende, ftraks by iedere ademhaaling in krag,, ten toeneemt, en met 'er haast een gloed verfpreid, „ die alle hterschzugt, en overweldiging rondsom zig " De Conftitutie , die U Wel Ed. Manh. en Wel El. gevestigd hebben, verdient het voorbeeld te zyn, voor alle andere Steeden van Nederland: kundige Va. derlanders befchouwen in dezelve, die juiste vereeni» ging en zamenvoeging van Ariftocratie en Democratie, welke nodig is om een gelukkig geheel te maaken, en de gebreeken van overmaat aan een of ander noodzaakelyk verbonden , voor te komen; zy trekt de verwondering en goedkeuring tot zich , zelfs van zodaanigen , die anderzins min geneegen fchynen, tot wezentlyke verbeteringen, en welk deeze erkentenis zo gaarne zouden ontwyken. En indedaad waar worden juister, dan ia het thans vastgefteld Reglement, aangeweezen , de onderfcheide afperkingen van het regelmaatig gezag der Overheden, en de noodzaakelyke invloed der Rurgeryen op het Regeerings-weezen, zonder welke Neerland zich niet kan ftaande houden, of iets anders zoude vertoonen , dan eene misleidende affchaduwing der Burgerlyke Vryheid , zonder wezentlyk beftaan te hebben ? is het niet deeze welgeevenredigde mengeling en zamenvoeging , V s die  3*4 dec. ZAAKEN VAN l7Bg. die voor Regenten en Burgers waarachtig even begeer]yk en heilziam is ? Konnen de Regenten groot zyn, door 't uitoeffenen van een bovenrnaatig gezag, wanneer zy , juist daardoor, hunne Medeburgeren" gevoelloos moeten maaken, en dus in een (laat ftelien, in welke zy door arglistige Bedriegers , zo gemakkelyk kunnen vervoerd worden , om , gelyk zulks voorige omwentelingen hebben doen zien, in'hunne onweetenheid opftaan tegen hunne Overheden, dezelve van den Stoel des gezachts af te bonzen, en in hunne vernedering, zich zeiven rampzaalig te maaken? Zoude zonder eene genoegzaame Volksinvloed , het harte der Burgeren, dat edel vuur, die fiere fierkte hekomen, welke groote onderneemingen voortbrengt ? Zouden zonder dezelve, de Rivieren boven het oppervlak van onzen Vaderlandfchen grond, door oneindigen arbeid en kosten binnen hunne oneindige bepaalingen gehouden ? Moerasfen en Veengronden zich van lieverlee hervormen, in graanbeemden, en lustwaranden? Zouden de Koophandel en Zeevaardye bloeijen, de nyverheid aanipooring vinden, zonder welke ons Vaderland niet dan een klein deel zyner tegenwoordige Inwooners ( voeden kan, nog het hoofd bieden aan zyne natuurlyke Vyanden? Zou zonder deeze betaamelyke invloed, de liefde tot het Vaderland, in deeze ongunfiige (treeken wel anderen grond hebben, dan" die uit misleiding en eene verhitte verbeelding gebooren worri? Zoude men zonder deeze zich veel eer niet aangefpoord vinden eene Woonftede te zoeken in die oorden, waar eene gemaatigde lugtftreek de velden immer groen houd, en de grilligheid der Leevensuuren ongevoelig doedt heenen lhelien , zonder dat 'er, even gelyk bier, llrenge Noorden Winden loeijen, en wy, aan den eigen omtrek onzer bedompte haardfleede byna de helft van onze Levensdagen gekluisterd worden? Zouden eindelyk zonder deezen zaaligen invloed , onze Overheeden zeiven, zich Sn hunne grootfien luister vertoonen konnen ; zouden zy zonder deezen hunne beveelen kunnen doen opvolgen? Zouden zy Neé.land konnen gewaapend houden, en daar door en door het vertrouwen op hunne Burgeryen, met welke zy dan eerst een  2ec. STAAT EN OORLOG. i;8jr. 315 een Lichaam zouden üitmaaken , zich in de hooge Staats-Collegien konnen doen gelden , met dien nadiuk , welke de Verbeelders der Souverainiteit toekomt , zo wel in tegenftelling van elk Burger, die floutelyk op deeze, of een gedeelte deezer Rechten zou^e willen aanfpraak maaken, als in tegenltelling van de ontzachelyke Voriten en Mogendheden, die onzen kleinen S!aat omringen. Zo voortreffelyk, Wel Ed. Manhafte en Wel Ed, Heeren, als het Reglement is uwer Regeeringe, het welke door deeze. gelukkige afperking en vereeniging der Regten en B-langen van Burgers en O'verheeden , alle deeze heilzaame gevolgen inlluit, zo veel verwondering en toejuiching verdiend, onzes oordeels, deszelf- plegtige invoering. Hier by hebben onverzaagtheid, moed, onverzettelykheid, taai geduld, orde en voorzichtigheid, om den prys gedongen. Na een twee jaarige onvermoeide arbeid, na oneindigen te leurltellingen en flingeringen, heeft eindelyk de ftaatige en alvermoogende Volksftemme, in uw midden op eene waardige wyze gehoor verworver. En de Stichtfche Burgerye heeft door haar voorbeeluig gedrag, de eer onzer Natie by geheel Europa opgehouden ; de roem van Neerland op dit jaar, in 's Lands Gedenkboeken met onuitwischbaare ietteren doen aanteekenen, en het voetfpoor geopend, dat alleen waatdig is door alle Steden en Burgeryen van ons Vaderland te worden nagetreeden. Vergund ons, dat wy deswegens haar deezen billyken lof toezwaaijen; vergund ons, dat wy het moedig Wyk, dat een tyd lang alleen heeft pal geftaan, en door zyne onverzaagtheid misfchien vervroegt heeft wat thans in uwe Stad zo gelukkig gebeurd is; vergund ons, dat wy uwe Provincie met roem verheffen, welke, daar het rnagtig Utrecht zig thans met het evenmoedig Wyk, te zamen vereenigt heeft, met 'er haast de eerfteling zyn zal, die de onderdrukking der voorige Eeuw ontworfteld, de gezuiverde Burgerlyke Vryheid, tot heden onbekend in onze Republiek, in dezelve in onze dagen zal doen ren Troon Itygen. Wy vertrouwen, dat het hattelyk deel, dat wy in uwe  $16 dec. ZAAKEN VAN 1785. uwe voortgangen genoomen hebben, wederkeeriglyk door U Ed. Manhafte en Wel Edele zal worden beantwoord; op dat wy als getrouwe Bondgenooten malkander mogen fterken en rugfteunen, tot verkryging onzer heilrykfte Voorrechten; het welke te beproeven, eene plicht is, die wy verfchuldigd zyn aan ons zeiven , aan onze Kinderen en Nakomelingen, en aan God ! Dat de Almachtige by de genieting uwer Burgerlyke Vryheid , boven dien Uw Edele Manhafte en Wel Ed. zegene, in alles wat tot uw perfoonlyk geluk in hst byzonder kan verltrekken; en het is onder uitboezeming van onzen oprechten wensch, dat wy de Eer hebben ons met hoogachting te noemen, Wel Ed. Manh. Heeren ! goede Vrienden cn waardige Bondgenooten '. Uw Wel. Ed. Manh. en Wel Eds, DVVDienaars, Een notabel aantal Officieren en Onder-Officieren van de Ed. Manh. Schuttery der StadLeyden. En uit Naam derzelven uit de Officieren, DAN. HENDRIK RIGHOOT. Uit de Onder-Officieren PIETER PLUYGERS, CLXV.  STAAT EN OORLOG. 31? CLXV*. Extract -Refolutien van de Edel Mogende Heeren Staaten van Gelder* land, raakende de Augmentatie der Land- en Zeemagt, votrziening der Frontieren, Magazynen. enz. In Hun Ed. Mogende Vergadering genomen , zedert 30 April 1766, tot in het einde des jaars 1785. i766.3oAprü. A^lonfent in de Ordinaris en Extraordinaris Staat van Oorlog, onder inhffilie van de claufulen en remarques, als by voorige Confenten vervat zyn, en als nog van applicatie zouden konnen zyn. In dit jaar komen geene Petitiën tot de Zeezaaken voor; ook werdt niets gevonden van eenige Augmentatie der Landmilitie , ofte accrochement en beding in de gedragen Confenten. 1767.24 April. Geconfenteert dat ten behoeve van de Item "15 üftob. Westindifche Compagnie jaarlyks, voor den tyd van 6 jaaren, naar de Kust van Guinea werde gezonden een Schip van Oorlog van 36 Stukken, bemand met 230 Koppen, waar van de Kosten en Equipagie voor 14 maanden zouden beloopen 's jaars 115920 , by de Provinciën voor 100 ïï guldens, en by de Westind. Comp" voor het overige te betaalen, en om dus voor het beloop dier 6 jaaren door den Raad van Staate te doen petitioneeren een fomma van 600 2 guldens , te betaalen op de voet als voren, binnen den tyd van zes jaaren. 28 dito. Confent in de Sfaaten van Oorlog, on. der de gewoone Claufulen, en de Gecommitteerden ter Generaliteit geauthori- feert,  3i8 ZAAKEN VAN feert. om mede te confenfeeren tot bét doen overkomen van de twee Battaillons uit Du^chland, en dezelve op den voet als de Nationaale Bataillons en ter gelyke fterkte te brengen. Item dat vermits in de Petitiën tot den aanbouw van 25 Oorlogfchepen reeds verfabelden lommen aanbetaalt waren, Hunne Edele Mog. ook verder naa haar vermogen daar in zullen continueeren ; edog dat alvoorens werde opgegeeven het getal en de grootte der Schepen, die uit de gedaane Petitiën weikelyk aangebouwt zyn , en wat fomme door de Provinciën, in minderinge van dien, hefteed zyn geworden , met vermeldinge teffens , wat Schepen uit de Admiraliteits Fondfen zyn aangebouwd, en welke Kosten daar toe zyn geimpendeert , ten einde alsdan op de verdere betalinge der verfchulde quo:es nader te kunnen refolveeren. 1768. 26 April. Geconfenteert in de beide Staaten van Oorlog voor dezen jaare, met aanmerking alleenig, omtrent eenige posten, op den Staat van Oorlog (taande, voor 't onderhoud der Fortificatiën, 28 dito. Op de ingekomene Misfive van Haar Hoog Mog. van 24 December 1767, behelzende 4 poinéten, namelyk U Het doen van een Extraordiharis Equipagie van zes Fregatten , ten dienlïe van de Commercie. 2. De betaling van de restanten der quota van deze Provincie , in de . Petitie van 1741, gedaan tot aanbouw van Schepen. 3. Over het plan van begrooting der Chartres van 25 Oorlogfchepen nieuw aan te bouwen.  STAAT EN OORLOG. 310 4. Om jaarlyks ten minften een bepaald getal van 6 Fregatten van Oorlog in de Middellandiche Zee te houden, het zy by Petitie , of by een vaste post op den Staat van Oorlog , ofte eenig ander Fonds te vinden. Ontrent het ilte point: Zutfen en Veluwe confenteeren in die voorgeflagene Equipage. Omtrent het 2de: Zutfen en Veluwe zyn bereidwillig om haare agterftanden promtelyk te voldoen, wanneer de andere defeétueufe Provinciën haare gedraagene Confenten met reëele fournisfementen komen te bekragtigen. Omtrent het 3de point: Dat wanneer van de bereidwilligheid der mede Bondgenooten zal gebleeken zyn , zy insgelyks bereid zullen zyn met de andere Pro- vincien in overleg te treeden, en het haare te contribueeren tot het geen , naarmate van den aanbouw van een toereikend aantal Schepen ten dienfte van den Lande, nodig geoordeeld wierd. Nymegen conformeert zig met het iite, 3de en 4de point, verklaarende ten aanzien van het ade, dat hoewel daarop nog niets heeft gefurneert, egter als nu ten eerften een convenabele fumma te zullen betaalen ,. en omtrent de verdere agterftand, zoo verre den Staat haarer Finantien zulks toelaat, zig te zullen evertueeren. Het 4de point gedeclineert, als devieerende van den ouden voet, en zynde van verre uitzigt; dog wanneer  38© ZAAKENVAN neer de omftandigheden eenige extraordinaire Equipages mogten ver- , eifchen, dezelve by Petitiën behoren gevonden te wórden, wanneer men alsian zodanige fpoedige en , toereikende Refolutie zal neemen, als naar bevind van zaaken dienftig en nöodzaaklyk bevonden zal worden. 1769.25 April. Geconfentèert in de beide Staaten van Oorlog, op den gewoonen voet, in de vaste verwagting nogtans, dat op de ernftige vertoogen van Zyne Hoogheid en den Raad van Staaten , de R.epublicq zoo wel ten aanzien van haare Land- en Zeemagt in een beter postuur* mogt worden gelteld, en dat des te meerder haast met een convenabele Recruteering van de Landmilitie mogt worden gemaakt, alzoo het onzeker is , hoe verre zig het Oorlogsvuur, dat reeds op meer dan eene plaats ontlloken was, zoude kunnen verfpreiden; vertrouwende dat de Bondgenooten daar op reflexie zullen neemen , en te zamen concurreeren dat hier omtrent eerje fpoedige Refolutie worde genomen. Terwyl voor zoo veel het Zeewezen betreft Haar Edel Mog. bereidwillig zyn, om zig daar omtrent, zoo als meermaalen hebben gtexpliceert gehad, naar derzei ven vermogen te quyten. 1779. 1 May. By het draagen van Confent in de Staaten van Oorlog ove1- deezen jaare, voornaamelyk daar op aangedrongen dat Zyne Hoogheid en de Raad van Staaten werden verzogt, om op te geven eenige Plans lot Augmentatie der Militie, ten einde pari pasfu, met de Equipage te kun-  STAAT EN OORLOG. |£i knnnen werden geadresfeert. Dat Kaar Edel Mog. nogtans hier mede geenzins beoogen den voorllag, om een vasten post, tot het jaarlyks doen equipeeren van eenige Schepen op den Staat van Oorlog te brengen. Maar dat by zoo verre grotere of meerdere Equipages, dan uit de gewoone middelen der Admiraliteits Collegien kunnen gevonden worden, mogten benodigt zyn, ofte dat die Collegien zouden behooren te worden gefubüdieert, het zelve alsdan telkens by Petitiën moet gevonden worden. En dat belangende den aanbouw van S5 Schepen van Oorlog, Haar Edel Mog. niet ongeneegen zyn , het haare nevens de andere Provinciën te Contribueeren; dog dat zy zig moeten beklagen over de weinige reflexien , die op huune inllantien werden, gemaakt, om te hebben opening wat Schepen door de Admiraliteiten, uit de contributien der Provinciën, als ook uit derzelven inkomften zyn aangebouwt, en daarom als nog moeten verzoeken dat opgegeven werde een Ipecifique Haat van de Schepen , welke uit de penningen by de Provinciën ten dien einde op de gedaane Petitiën gefourneert, als mede uit der Admiraliteiten particuliere inkomften aangebouwd zyn, en wat Schepen verder, wanneer de restanten op die Petiten. worden gezuiverd , aangebouwd zouden worden. De Gecommitteerden ter Admiraliteit geauclorifeerd , om ter overgemelte Vergadering te declareeren, dat Haar Ed. Mog. zig laaten welgevallen den voorllag by de Collegien ter Admiraliteit gedaan, dat het beloop der kosten van een extraordinaris Equipage van 6 Scheepen voor XXX. deel. X de  322 ZAAKEN VAN de Middelandfche Zee, by het rapport van 16 Maart voorgeflagen , ter fomma van 753480, uit hoofde van het onvermogen van het Fonds van het verhoogde Last- en Veilgeld, en de inkomften ter Admiraliteit, daar toe van de Provinciën werde gepetitioneerd de voorgeflagene fomme van 684000 guldens, dog dat niet kunnen bewilligen, dat op den Staat van Oorlog, voor Equipages van Schepen een vaste Post werde gefield, als aanloopende tegen de oude maxime van den Staat , volgens welke de ordinaris jaarlykfche Equipages uit de gewoone middelen ter Admiraliteiten, en de extraordinaris Equipages telkens by bezondere Petitie behooren gevraagd te worden. 1771*84 April. Geconfenteert in de Staaten van Oorlog voor deezen jaare onder de gewoone Claufulen, en met allen ernst daar op aangedrongen , dat het werk der Augmentatie van de Landmilitie by de Bondgenooten eens ferieufelyk overwogen, en finaal gerefolveert mag worden. Dat Haar Ed. Mog. ter betooninge van eene nieuwe blyk van derzelver attentie voor de navale Magt, met concurrentie der overigs Provinciën, in den aanbouw van 34 Oorlogfchepen confèn» teeren, dog dat Hiar Ed. Mog. niet ontveinzen te declareeren, dat hier toe gerefolveert hebben in *t vast vertrouwen, dat de andere Provinciën op gelyke wyze zullen toefchieten, om me Ie ten aanzien der Augmentatie van de Landmagt een cordaate Refolutie te neemen , terwyl het met de redelykheid niet over een te brengen was , dat de Landprovinciën haar geld voor 's Lands navaale Magt hebbende uitgefchooten, ondertusfchen by ge-  STAAT EN OORLOG. 323 gebrek van noodige Militie ter discretie zouden moeten blyven open leggen. 1771. 19 Nov. De Misfive van Haar Hoog Mogende in dato 14 November 1771 , houdende verzoek dat de quota deezer Provincie in de Petitie van 10 Augustus 1770, en 19 Maart 1771, tot een extraordinaris Equipage van zes Schepen van Linie tot dekking van de Navigatie in de MiJdelandfche Zee, hoe eer hoe beterj immers , het grootfte gedeelte van dien, ten Comptoire Generaal van de Unie mogt worden gef'ourneert , gefield in handen van het gecombineerde Collegie om de betaaling van de voorfz. quota te bezorgen. 1772 98 April. Geconfenteert in een extraordinaris EEedem dato', quipage van zes Fregatten tot dekking By hei inbren, der Commercie tegen de Marockynfche gen van het Kapers , en daar by gedeclareert , dat Confent in de Haar Ed. Mog. offchoon wettige redenen Siaaten van zouden vermeencn te hebben om zig Oorlog, weder met de voorfz. Equipage niet te belasom geurgeert ten, egter in vertrouwen dat de Bondgeop het nuk der nooten eenpaarig daar toe zullen concurAugmenutie reeren, daar in bewilligt hadden , en dal $ van de Land- zui({S ontftaande, zig genoodzaakt zou» militie. den vinden haare penningen re rug te houden ; met verder declaratoir, dat zy vermeenen dat de Provinciën in overleg behoorden te neemen , welke middelen 'er dienden beraamt te worden, waar uit de Equipagien (aileenlyk tot protectie der Commercie oienende) op een gevoeglyke wyze, en zonder dat de Provinciën met extraordinaris Petitiën wierden moeilyk gevallen, gevonden zouden kunnen worden, en dat zoodane middelen, eenmaal vastgefteld zynde, te gelyk ook lècuriteit en gerustheid wierdt gegeeven , dat de* X 2 zei-  3*4 ZAAKEN VAN " zelve met 'er daad zouden werden nage« komen en geëxecuteert. 1772.30 Odlob. In een tweede Equipage van zes Fregatten van 20 Stukken, ten einde als boven zullende dienen geconfenteert, dog wanneer de Keizer van Marocko intusfen van zyne gedaane declaratie mogt afzien, deeze 2de Eguipage alsdan niet verder zal worden geëffeclueert, en de Provinciën, offchoon daar in geconfenteert hebben, ' van haare verplichting tot het opbrengen haaren furnisfementen gefibereerd worden gehouden. • 1773; 31 Odtob. Tot de Expeditie na Suriname zullen als mede de Gecommitteerden ter Generaliteit met 1773.26 April, overleg van Zyn Hoogheid zoodane fchikking maken, dat 'er een a twee Fregatten van Oorlog worden geëquipeerd, tot transport van een daar toe gedestineert Corps Troupes , zullende , geduurende de dèliberatien over het point van de kosten, by provifie eene fomme van 50000 guld. by wege van leeninge, uit het verhoogde Last- en Veilgeld worden genoomen, om tot de voorfz. Expeditie op order van Zyn Hoogheid geëmployeert te kunnen worden. i?73«24April. In de prolongatie der in Zee zynde Item 2ï 078, tot hec equipeeren van 32 Schepen en Fregatten begreepen , met vier guldens 's maands ieder, waar van de wederhelft uit het Fonds van het Last- en Veilgeld moet gevonden worden. 2*. Eene Petitie by den Raad van Staa. te den 14 deezer maand geformeert, ter fomme van ƒ 669200:- om boven en behalven de Equipage van 1778 , een gedeelte der thans in dienst zynde Schepen, waar van het Charter en getal by de voorfz. Petitie nader gedefigneerd was , nog tot het einde dezes jaars in dienst te houden, en te doen revictualieeren. 3°. Een provifioneele Petitie van den Ij dezer maand, ter fomma van ƒ461230:om te ftrekken tot het equipeeren van eenige Wagtfchepen , tot fecuriteit van 's Lands Havens zullende dienen. E log  S3$ ZAAKEN VAN Hier ia ten vol- Edog de fuppletoire Petitie van den itl len geconfen- dezer maand, ter fomme van ƒ 1600000:» teert by nadere tot aanvulling der Admiraliteits Collegien Refolutie van zullende dienen, word alsnog in advys 7 April 1781, gehouden, zonder eenig beding of be- paaling. It.m 28 April. De Gecommitteerdens ter Generaliteit gelast , om namens deeze Provincie niet verder als voor de helfte te confenteeren De andere helft in de gedaane Petitie van den 30 April deezer Petitie 1777 , ter fomme van ƒ 1800000:- tot rader gecon- reparatie van de oude Schepen , en 't fenteert7April voorzien van de Magazynen met OorJ78i. logs- en Scheepsbehoeften , waar toe by Haar Hoog Mog. Misfive van den 6 dezer maand nader aangedrongen was. 19 dito. Ter gelegenheid van de deliberatie over het verweigeren van Convoy aan de Houtfchepen naar Vrankryk gedestineert , en de daar over gedaane klagte van deu Franfchen Ambasfadeur, by deszelfs Memorie vervat j, word in de Refolutie aan het Hot van dien gezegd , Dat terwyl Haar Ed. Mog. Reeds met alle bereidwilligheid de zaaken van de Zee hadden helpen fchraagen , en hunne yver om de Navigatie en Commercie te protegeeren daar in getoont, dat ze in de Extraordi. naire Petitiën, federt vier of vyf jaaren , byna in elf millioenen guldens geconfenteert hadden , zonder dat eenige reflexie was geilagen op de gedaane inftantien, om de Landprovinciën behoorlyk te dek. ken -en fecuur te ftellen, door eene genoegzaame verfterking jvan 's Lands Militie en meer andere noodzaakelykheden, zy ook alsnu op hunne beurt van de Bondgenooten verwagteden, en te gemoet  SÏAAT EN OORLÓG. 337 moet zagen, dat dezelve niet langer zouden aaffeleii , öm tot dekking van de Frontieren te Lande ten fpoedigften te confenteeren in eene behoorlyke verfterking derLandmagt, met declaratoir, dat, Nader aange- inval aan deeze haare inftantien niet mogt drengen 29 worden te gemoet gekomen , dezelve als Dec. 1780, dan , hoe ongaarne ook, genoodzaakt ter gelegenheid zc:iden worden , om aan hunnen kant der dèliberatien jngjrelyks , met dezelfde onverfchilligheid op de propo- de "zaaken van de Zee te behartigen, fitie van zya ^yude van deeze Refolutie mede CoHoogheid den . Hoogheid by Misfive toesöDec. ter Ge- ^ n„A~„ ■ ■ neraliteit «e- gronden, daan, tot Augmeataiie van de Troupes op ) den voet van het projeét in 1778 ovefge- * geeven. 1779. 15 Tuly. Op de ingekoomene Refolutie der Heeren Staaten van Holland van den 24 Juny,concerneerende het ongelimiteerd Convoy voor de Houtfchepen naar vreemde Havens, zeggen Haar Ed. Mog. in derzelver genomene Refolutie onder anderen Dat de weinige ingang, die hunne inftantien , om zig in een behoorlyk posruur van defenfie te ftellen , zoo 'e water als te lande, byzonder by de Heeren Staaten van Holland had gevonden, wel eene der voornaamfte redenen fcheen te weezen , dat men eerst ten opzigte van de eene, en vervolgens met relatie töt de andere belligereerende Mogendheid geraakt was in omftandigheden, welke decifie fchynen te vorderen in eene zaak, s . die , naar dat de Bondgenooten zig be- XXX. dSkl» Y PaaU  338 ZAAKEN VAN paalden , of eene rupture met een dier Mogendheden, of het verder ongenoegen van de andere Mogendheid ('t geen men daarenboven onzeker is, of zig ook nier verder dan ten opzigte van de bezwaren der Commercie zoude kunnen uitltrekkt. n.) ten gevolge zoude kunnen hebben. Dat , om zig , zo vee! doenlyk , uit deeze inconvenienteu te redden, Haar Ei. Mog. alsnog geen efficacieufer middel weeten uit te denken , dan 't geen by baare vorige Refolutie van 29 April dezes jaars hadden voorgeflagen , namelyk om zig zoo wel te Land aïs ter Zee ten fpoedigften in een behoorlyken ftaat van üefenfie te Rellen enz. En een weinig verder. Dat ook alsnog bereid zyn om in alle verdere mefures, die men daar toe nodig of dienltig zou mogen oordeelen, te tree. den. Maar dat het van hun niét kon ge. vergt worden, om zig op eene zoo delicaat geworden zaak , als in het fubjedt van het ongelimiteert Convoy, ook voor de Houtfchepen rondelyk de declareeren, zoo lang de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland fingulier blyven , om de Frontieren van den Staat aan de Landzyde, waar van deeze Provincie een notabel gedeelte is uitmakende , van eene weezentlyke protectie ontbloot te willen laaten , en daar door de Republicq buiten ftaat houden, om haare aangenomene Neutraliteit , zoo te Land als ter Zee, beide te kunnen handhaaven. En  STAAT EN OORLOG. 339 En laatftelyk. Dat Haar Ed. Mog. alsnog de Heeren Staaten van Holland op het ierieuste moeten verzoeken, om dk alles met eene behoorlyke aandagt , en met den vereischten ernst te willen pondereeren, en wel te willen coöpereeren om fimul cjf femel den Staat in deeze zorgelyke conjunöuuren van tyden in een behoorlyken ftaat van tegenweer, zoo te Land als ter Zee, te brengen: — zullende HaarEd. Mog, niet in gebreken blyven , om alsdan het point van hei indistincl Convoy ten eerften in nadere deliberatie te neemen , en daaromtrent zoodanig refolveeren, als met het waare belang van den Staat, en der Commercieerende Ingezeetenen in denzelven overeeakomftig en het nuttigst zullen oordeelen. Welke Refolutien, by Misfive, aan de Heeren Staaten van Holland by Copie is gecommuniceerd geworden. 1730.12 April. Confent in de Staaten van Oorlog voor dezen jaare op den gewoonen voet , en onder iuhaefie der vorige Claufulen, zonder eenig accrocheraent of remarques. 13 April. Geconfenteert in een Extraordinaris E' quipage van 52 Schepen en Fregatten' voor dit loopende jaar, te bemannen met 13960 Koppen, wiar van de Kosten, zig belopende op ƒ 5.247180: 7:7 , voor de eene helfte by Petitie , en voor de wederhelft uit bet Fonds van het verhoogde Last- en Veilgeld, zullen worden gevonden ; met declaratie dat deezer zyde quoten met reëele fournisfementen promtelyk zulkn bekrachtigen , zoo dra de Y 2 no-  343 ZAAKEN VAN nodige ordonnantiën dien aangaande ter Generaliteit zullen verleend en gedepe. cheerd weezen. 29 Dec. Audtorifatie op de Gecommitteerden* ter Generaliteit verleend, om met overleg van zyne Hoogheid, en concurrentie der andere Provinciën te confenteeren in Op den 26 de voorgeflagene Extraordinaris EquipaDec. deeze ge van verfcheide Schepen en Fregatten, voorflag ter met den aankleeven van dien , voor het Generaliteit aanftaande jaar in 't byzonder, waar van gedaan. de Kosten zig voor alles , in het geheel en te zamen, bedraagen zuilen 14.605.671 Guld. met declaratoir, datH arEd. Mog« derzelver Provinciaale quote door prompte fournislementen zullen betaalen , naar maate de vereischte Ordonnantiën , volgens de daar toe te formeerene Petitiën, zullen ingekomen weezen. 17S1. 7 April. °P den voorllag van Holland den 9 February aan H. H. Mog. gedaan, heelt deeze Provincie mede zuiver en gaaf geconfenteert in de Petitie fuppletoir van 10 dito. 19 dito ' maands ter fomme van 462500 Confent in de' g"lde^s, ten einde daar uit te vinden de Staaten van hocgere premiën om Scheepsvolk aan te Oorlog, zon- lokken tot het dienst neemen op 's Lands der eenig be- Scheepen. ding. Ii dito. De Petitiën ter fomme van één millioen, zullende provifioneel dienen tot de Kosten van een te formeeren Veldleger, en om de Troupes marschvaardig te houden, word mede geconfenteert, indien de inclinatie der gezamentlyke Bondgenooten tot het inwilligen van dezelve moge tendeeren ; verklarende Haar Ed. Mog. hunne quote daarin te zullen fourneeren, naar  STAAT EN OORLOG. 341 r naar mate zal komen te blyken, wat employ van die penningen gemaakt zal wezen. 22 Mey. Het nadere Conciliatoir plan van zyne Hoogheid, tot Augmentatie der Landmilitie met 936 Paarden en 17686 Koppen, waarvan 6000 man voor den Zeedienst zouden zyn, geapprobeert, met auctorifatie op de Gecommitt. ter Generaliteit, om met Communicatie van zyne Hoogheid de executie van dat plan op de convenabelfre wyze te helpen bevorderen en ter Conclufie brengen. dito. Geconfenteert dat op den Staat van Oorlog, ingevolge de propofitie van zyne Hoogheid, werde gebragt een vaste post van 5700 guldens jaarlyks , tot verhooging van Traktement voor het Corps Ingenieurs. dito. Om de Admiraliteit op de Maze met eene toereikende fubfidie te fubleveeren, Item: een na- 7,al dezelve by Negotiatie een fomme van dere Negotia. ƒ ocoooo : - tegen een Intrest van % per tie ter gelyke Qent mogen ligten , word namens deeze fomme aan de provincie daarin geconfenteert. Item aan Admiraliteit op de Admiraiiteit te Amlterdam eene gelyKcSrt' « ke Neg°tiatie van / 1200000:- Vide 20 Dec i78i,en Ja,y l?81' Een tweecie geaccedeert 23 een derde Ne- Febr' T52' gotiatie als voren 27 April 5782. 20 July. Geconfenteert in eene Petitie ter fomme van ƒ 1200C00: • om te dienen tot een Fonds ter beveiliging van de Navigatie op de Colonien van deezen Staat, zullende Haar Ed. Mog. haare quota met reyele fournisfementen aanltonds bekragY 3 t-  342 ZAAKEN VAN tigen, zoo dra deeze Petitie ter Conclufie word gebragt, 19 0<5t. Content in een Petitie ter fomme van 2coocO: - tot het weder in fiaat brengen, en tot dedommagement der geleedene fchade by de Colonie Rio de Berbice. 20 dito. Tot den aanbouw van Hulken en Ca. meelen, om de Oorlogfchepen over ds droogtens te helpen, geconfenteert in eene Petitie van 7992C0 guldens. dito. Coufent in eene Petitie fuppletoir van den 4 Oetob. ter fomme van ƒ9271498:om daar uit te vinden de meerdere Kosten, die volgens bygevoegde flaaten vereischt worden, tot den aanbouw van ten minfr.cn 50 Oorlogfchepen —- in verwsgtinge nogtans dat de Admiraliteiten den aanbouw van die Schepen met allen yver en uiterflen fpoed werkheilig zullen maken en voortzetten , ten einde de Republicq daar van het gewenschte effeét kan genieten. 16 dito. Geconfenteert, dat ingevolge de propofitie van zyne Hoogheid van den 22 dezer het Corps Mariniers van 6000 man, in het Concilistoir plan van 18 April dezes jaais voorgeflagen , ten fpoedipflen worde opgerigt , om dus ten minften by provifie een gedeelte van dat plan , de Marine concerneerende, tot effect te brengen — mits nogtans dat het verder gedeelte van het voorfz. plan, de Augmentatie der Landmagt concerneerende , eerlang mede ter Conclufie worde gebragt. 28 Dec. De Gecommitt. ter Generaliteit geauc- to-  STAAT EN OORLOG. 343 torifeert, namens deeze Provincie mede te confenteeren in de Petitie van ƒ2294400: tot onderftand van de Oostindifche Compagnie , conform de Refolutie van Ut. recht van 14 Nov. 1781, omtrent den 100 en 200 Penning, voorts het Collateraal op de Afliet) en Effecten van die Comp. door de Provincie van Holland geprofiteerd wordende. dito. Geconfenteert in de Leeninge ten behoeve van de Westind. Comp. uit 's Lands Casfe te neemen , ter fomma van ƒ 550000:- mits dat deeze fomme worde gerefundeert uit de penningen der geproponeerde Negotiatie van een millioen guldens. 1782. 23Febr. Geconfenteert, zonder eenig accrocheNog in een ment, in een Petitie van 31 December fuppletoirePe. 1781 , ter fomme van acht millioenen, titie van viermaal honderd en negenduizend, ze490190:' tot Venhonderd Guldens , tot aanbouw van de voorgemel- negentien zwaare Schepen van Oorlog, de aanbouw waar van zeven van zeventig en twaalf van Schepen van zegti Stukfcen zuvjen weezen. geconfenteert 0 I4juny 1782. dito. Het verzoek van den Ontfanger GeneDe guaramie raai van het verhoogde Last- en ,Veilvan deezen geld, om by provifie eene fomme van Staat gedecli- zestiemaalhonderd duizend Guldens, teneert 7 Dec. gen rien intrest van 3 percent, te mogen 1782. negotieeren, werdt, met concurrentie der andere Provinciën, in die Negotiatie geconfenteert. dito. De Petitie van 11 Febr. 1782, ter fomme van negen millioenen, viermaalhonderd negenenveertig duizend, zevenhonderd acht-en-vyftig Guldens, very 4 eischt  54* ZAAKEN VAN eischt tot •£ part voor eene Extraordinaire Equipage ter Zee, voor den tyd van twaalf maanden, waar van het resteerende $ part uit hec Last- en Veilgeld gevonden zal worden, mede geconfenteert» dito. In den yoorflag van Bewindhebberen Nader gecon. der Oostindifche Compagnie , om , ten fenteert in de behoeve van gezegde Compagnie, onder degTvèLVa8 gUaramit: Va" R H' Mo* te mogen nemillioen n 10 gotie.e/cn' werd ^onfenteert, maar by ïp'i^J;/9 provifie voor 2 millioenen. 18 April. Geconfenteert in de Petitie van den 2 Item in de na- April , ter fomme van honderdduizend deiePemievan Guldens, voor de Krygsgevangene Zee. *L Septrember heden van deezen Staat, federt den OorI78ï/erfomme log met Engeland, van ƒ50000:- a bonveneinde S J Itrem aan de Admiraliteit op de Maze Sent. iVli de foimne van 6000 Guldens 's maand», ' °' voor de equivalenten van de huur van eera aan hun gecedeeit Schip, door de Oostindifche Compagnie, om te dienen tot een Wagtfchip , in plaats van het onbruikbaar geworden Schip, de Maze genaamd, 23 April. By het Confent in de Staaten van Oorlog over deezen jaare voornaamlyk daarop aangedrongen , dat, uit hoofde van de betoonde ernst en yver, waar mede Haar Ed. Mog. de Marine altoos hebben zoektn te onderfchraagen, en hunne Confenten in de menigvuldig daartoe gedaane Petitiën zoo gereedejyk ingebragt, men alsnu ook vertrouwde zo prompte maatregelen /.oude worden genoomen, dat de R"publicq ook aan de Landzyde voor alle onverwagte toevallen beveiligd, en in ftaat van defenfie gefteld werde. Het  STAAT EN OORLOG. S4S 1783* spApdl. Het Content in de Staaten van Oorlog voor dezen jaare, is zonder eenige aai merking onder de gewoone Claufulen , gedaan. üs Dec. In de Petitiën van den Raad van Snate, ter fomme van ƒ 13,950,073 .'4:8 gefourneert voor de onkosten van de Extraord. Equipage voor de acht laatfte maanden van dit, en de vier eerlte maanden van het volgende jaar, met concurrentie der andere Provinciën, op den voet by de Heeren Staaten van Holland den 7 May dezes jaars bepaalt, te confenteeren, de Gecommitteerden ter Generaliteit geau&orifeerd. dito. ju den voorllag van Holland, om aan de Reders en Geinteresfeerden van het, door de Engelfche te Livorno genomen Schip St. George , uit het Fonds van het verhoogde Last- en Veilgeld , tot fchadevergoeding toe te leggen een fomme van ƒ 80000: - word, namens deeze Provincie, gedifficulceert. i784-27April, In de voorgeflagene Extraordinaris By gelegen- Equipage, zullende beftaan in twee bybeid van het zondere Esquaders , het eene voor de Confent in de Golonien in de Westindien , en het ander nevensflaande daar den dienst van het Land het meeste Petitiën worden jjodjg zai wezen, en de daartoe gefor«1e Gecommitt. meeife Petitie in January 1784, ter fom«it eSSme van./2639173 : 6 : 8 is met condaar op te ii currentie der andere Provinciën geconileeren.dat de fenteert' Admiraliteiten cpgeeven een fpecifique ftaat der kosten wegens het aan- Y 5 y Con. bouwen van  345 ZAAKENVAN Schepen, als meede een ftaat van derzelver Casfe. Vide 30 April 1784. 28 dito. Confent in de Staaten van Oorlog , zonder eenige remarques, als maar alleenig ten opzigte van het Tracrement van den Lt. Generaal van Randwyk,by Zeeland afgeweezen , met Declaratoir dat by langer ontftentenis van behoorlyke voldoening, zig genoodzaakt zullen vinden zulke maatregelen te neemen , als vermeenen zullen te behooren. 8 July. Op het uirgebragte Rapport ter Generaliteit van den 18 Juny, om het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam te authorifeeren , om een Negotiatie van ƒ 600000 : • tegen intrett van 3 percent te mogen doen, ten einde daardoor in ftaat te mogen worden gefteld , hunne 1'chulden te voldoen, en het werk van 's Lands Werf gaande te kunnen houden , declareeren Haar Ed. Mog. in haar genomen Refolutie , dat zig verzekerd houden, dat wanneer de overige Provinciën zig op dezelfde wyze ais Haar Ed. Mog. hadden geë vermeert in het opbrengen van derzelver quotes in de conclttdeeren Zeepetitien, alsdan de Collegien ! ter Admiraliteit, inzonderheid die van Amfterdam, zig in zoodanige ongunftige omftandigheden niet zouden bevinden ; en daarom moesten infteeren dat de Provinciën welke in deeze manqueeren, nogmaals op het ernftigfte mogen worden aangemaand, om zonder tydverzuim, zig met alle ernst toe te leggen om hunne agterftanden te zuiveren; het welk, indien  STAAT EN OORLOG» 347 dien gefcbied was, de voorgellage Negotiatie niet noodzaaklyk zoude zyn. Dat dien onvermindert egter, om het welgemelt Collegie ter Admiraliteit van Amiterdam', voor het tegenwoordige we. derom te helpen , de voorfz. Negot'atie van 6oocoo:- met concurrentie der andere Provinciën , hadden willen confenteeren. dito. Geconfenfert, om aan den Viee-Admiraa! Zoutman, wegens zyne gedistinqueerde Conduites hy Ce bekende Aétie van 5 A igu^rus 1781 , zyn Traclement met 360 guldens jaarlyks te verhoogen, en daar voor een p ist op den Staat van Oorlog te brengen. dito. De Gecommitteerden ter Generaliteit geauctorifeert, om wanneer alle de Provinciën mede daar toe komen te concurreeren , alsdan namens deeze Provincie mede te confer.teeren , dat in den voorllag en Petitie ten behoeve van de Westindifche Compagnie, tot voorziening der Colonien, ter fomme van twee millioenen gedaan , geëmployeert werde i£ millioenen. j3 Nov. Geconfenteert zonder eenig accrocbemente in een Petitie ter fomme van ƒ 4(57800:- om de Troupes van den Staat met de noodige Tenten te voorzien; item voor de nodige fouragie van de Regimenten Cavallerie en Dragonders in Guarnifoen te Bergen op Zoom. Breda, 's Bosch en Maastricht; en laatftelyk tot het aanleggen van een generaal Hospitaal voor de Troupes in Staats Vlaanderen, en daar omtrent, ofte in plaats van dien vier  348 ZAAKE-N VAN vier kleinere Hospitaalen in de bygelage» ne plaatzen. 18 Nov. In een Petitie ter fomme van 4. Millioenen , en ten behoeve van de Legerlasten, is by de Quartieren van Nymegen en Zutfen volledig geconfenteert. Exposcnogge- Dog by het Qtiartier van Veluwen , confenteert in maar alleenig voor één millioen, houdeneen millioen, de het overig gedeelte deezer Petitie in en dus te fa. advys men voor 2 Waar tegen Nymegen en Zutfen hunT'"!Pe"*n' 1 rie Declaratoire)! nopens derzelver volfift1 étt ' b™ vaardigheid tot een zuiver en gaaf ConliiinV^rT'con^ ^ent ter R-ecesfe doen aanteekenen, en fen" Vnietcegeni dat niet willen refpoofabfei zyn aan de ftaarde de ern- nadeelige gevolgen , welke uit zoodanig ftige exhortatie defect van Conlent, 't zy in 't geheel, van H.H.Mog. 'r- ZY Ten deele , tot groot nadeel vati om t«n vollen deezen Staat zouden moeten refulteeren. de qjota in de Waarop door het Quartier van Velu» voorfz. 4 mil- wen wederom aangetekend en gedeclalioenentefour. teert is, dat wegens het discrepeerend neeren 1 Oct. fentiment van een Lid uit de Ridder1785. fchap, welk zig niet verder dan tot een millioen by provifie bepaalde, onaangezien de generaale dispofi ie van alle de Leden, zoo van de Ridderfchap als van de Steden, geen Confent in de voorfz. Petitie ter conclufie had kunnen komen. «o Nov. Geconfenteert in de Petitie tot Augmentatie van de Troupes met 10824 man te voet , en 1014 paarden , waar van de foldyen van een lopend jaar zig komen te bedraagen een fomme van . . . ƒ 1516935 : 13 : 3 En de Recruutgelden - 1177925 : - : Behalven nog een Corps ligte Troepen van  STAAT EN OORLOG. 349 van den Rbyngraaf van Salm, waar van de traktementen en foldyen in een jaar zullen bedragen ƒ412007 : 8 : En de Recruutgelden - 358904 : - : Zodanig nogtans dat de aangeworve manfchappen, except de Artillerie en Mineurs, by het fluiten van den Vrede, aanftonds zullen worden gelicentieert, als mede dat het Corps van Salm alsdan ook afgedankt werde. 1785. 15 Jan. Geconfenteert in verfcheide importante Petitiën, zoo tot het overneemen van di-' verfche Corpfen ligte Troupes, voorziening der Magazynen, voorts van Vivres, Fouragie , enz. voorts om aanzoek te doen, om een convenabel getal gedisciplineerde Troupes van zyn Majefteit den Koning van Frankiyk , al was het tot 25 a 30 duizend man, tot adfiftentie van ae Repnblicq in gereedheid1 te houden. Pem in de overneeming van een Corps Troupes van de Kroon van Zweeden. dito. Geconfenteert dat de Raad van Staaten de nodige penningen tot betaaling der Militie by Friesland afgeweezen mag doen negotieeren. lf dito. Aan H. H. Mog. en mede Zyn Hoogheid by Misfive nadruklyke reprefentatien gedaan, ten einde deze Provincie, wegens het gevaar van invafie met genoegzaam Militie voorzien, en de Magazynen met Ootlog-ammunitie en verdere noodwendigheden aangevuld werden. Zie ook 9 April 1785» 7 April. In de Staaten van Oorlog voor dezen jaare is geconfenteert, zonder eenige aanmerking. Ge-  55c ZAAKEN VAN dito. Geconfenteert in de vermeerdering van het Corps Mineurs en Sappeurs met een 'x ' vyfde Compagnie. $ dito. 1° net P'an en Petitie tot opvvervinge van vcricbeide Corps van Maillebois, Matha, Hesfen Darmftad enz. geconfenteert, zullende de quota dezer Provincie werden voldaan, ais de Petitiën ter Generaliteit werkelyk geconciudeert werden. 1 0£t. Geconfenteert in de Negotiatie van ƒ500000:- onder guarantie van H. H. Mog. ten behoeve van de Provincie v?n Overysfel. Item voor de Provincie vaa Stad en Lande , gelyke negotiatie 19 Nov. 1785. 2 dito. In de continuatie van bet Soulaas, welk nu tweemaal zeven jaaren voor de Provincie van Zeeland op den Staat van Oorlog is gebragt geweest , nog voor den tyd van een jaar , en dus tot het einde van het jaar 1786, met concurrentie van de overige Provinciën, geconfenteert. 24 Nov. Iu de Petitie, concerneerende het werk van de Equipage, en den aanbouw van Schepen, waarin Haar Ed. Mog. geconfenteert hebben, dog welke nog niet ter Conclufie zyn gebragt, perfistteren dezelve by hunne te voren op dit fubject genotnene Refolutien. En ten .aanzien van zulke Petitiën tot de zaken van de Zje fpecteerende , dog waar in niet gtconfenteert is geworden „ declareeren Haar Ed. Mog. dat, niette, genttaande de bekrompenheid van haare v Financien, en de traagheid van andere Provinciën ia heï toetreeden tot de voorfz. Pe-  STAAT EN OORLOG. 351 Petitie van zoo groote importantie, egter genegen waren om zoo veel in hun vermogen zoude weezen, met de andere Bondgenooten aan de zaaken van de Zee de hand te houden , als niet kunnende ontveinzen, dat wanneer de zaaken voortaan op den tegenwoordigen voet behan-, deld wierden, daar uit noodzaaklyk langs hoe meer verwarring zoude moeten refulteeren, en dat overzulks de nalaatige Provinciën zouden behooren te worden geëxhorteert, om daarop behoorlske reflexien te flaan. 25 Nov. Wanneer de Petitie van 18 Sept. 1781 ter fomme van ƒ 200,000:- tot onderfteuning van de Colonie de Berbice, ter Generaliteit geconcludeert zal wezen, waar in Stad en Landen niet geconfenteert hadde, zal de quota dezer Provincie gefourneert worden ; permitteerende Haar Ed. Mog. dat inmiddels de fchuld aan de Kroon van Vrankryk, wegens gedane verfchotten aan die Colonie in den Engelfche Oorlog, uit het Comptoir Generaal van de Unie werde voldaan. dito. By Misfive aan den Raad van Staate kennis gegeeven , dat by de overgegeeve derde Staat van Oorlog den 23 Mey 1785 ter Generaliteit geëxhibeert, en mede aan deeze Provincie overgezonden , ter repartitie van Ilun Ed. Mog. hebben geconfenteert. 't Corps van den Lr. Collonel van Mattha. 't Legioen van Maillebois. 't Corps van Hesfen Darmflad. En een vyfde Compagnie Mineurs. Met de foldyen , traktementen en Recruitgelden van dien. Dog dat de overige  ZAAKEN VAN STAAT EN OORLOG, ge Corpfen van Sternbach, Lega, enz* niet geconfenteert worden, en daarom in derzelver betaaling niet kan bewilligt worden.