VERZAMELING van flacaaten, resolutien en ande. re authentyke' stukken bjïz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEÜRTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXF1I, BEVOOREN EN VERVOL^ GENS, IN HET GEMEENEBEST DER ] FEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Twee- en- Twintigste Deel. Te C A M P E N> Ter Drukkerye van j. A. de CHALMOT, MDCCXG *   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET XXI F* DEEL; VAN DEZE- VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 1728. Extraïï uit de Refolutien van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Schiedam, in date den 4 Juny 1787, ietrekkelyk de fuspenfie van zyne Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder en Admiraal-Generaal van Holland. In dato den 4 Juny 1787. . . • bladz. 1. ,.. 1729. Request van Geconjlitueerden, uit naam van een notabel aantal Burgers en Inwoners der Stad Vlaardingen, aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Hollant en West-Friesland; waar by verzoeken: t. dat zyne Door' luchtige Hoogheid van alle zyne Ambten en Waardigheden mag worden ontzet; 2. dat de Staaten van Gelderland, en die van Utrecht te Amersfoort vergaderd, met de veieenigdt Burger- en Militaire macht mag worden te keer gegaan; 3. om alle Bondgenootfchappelyke Vergaderingen met de Gelderfche en Utrechtfche Staaten, te Amersfoort vergaderd, af te breken &c. In dato den njuny 1787. ... hiadz. 4. » 1730. Request yan de Burger-Sociëteit te Oudew&tr, * a #an  IV REGISTER aan Hun Ed. Groot Mogende» de Heeren Staaten van Hti. land en West Friesland; waar by verzoeken: i. Dat geënt Penningen wegens Holland meer ter Generaliteit mogen worden gefourneerd. 2. Dat de vyandtn des Vaderlands met de vereenigde Burger- en Militaire macht tot reden worden gebragt. 3. Dat zyne Doorluchtige Hoogheid mag worden gefuspendeerd als Stadhouder en Admiraal-Generaal. In dato den 4 Juny 1787. , . . bladz- 11. N». 1731. Request van eenige Burgers en Ingezetenen der Stad Enkhuizen en derzelver Jurisditïie, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, Ietrekkelyk de teejland van het Vaderland &c. In dato den 5 Juny 1 787. **'* * • ' • . bladz. 12. —— 1732. Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam, ter Staats-Vergadering van Holland gedaan, om eene Commisfie te benoemen, met ampele macht voorzien, om voldoenende maatregelen te nemen en ter uitvoer te brengen, ten einde alle aanvallen tegens de Provincie van Holland en de Stad Utrecht, efficacieufelyk te keer te gaan &c. In dato den 7 Juny 1787. . . bladz. j 9. ' 1733- Request van negen Oud-Schepenpn der Stad Rotterdam, zoo voor hun zeiven en als Gecon lituterden van ' een zeer aanzienlyk getal hunner Mede - Burgeren , aan Hun Ed Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; verzoekende om redenen ten Requesis vermeld, dat de Refolutien., waar door zyne DoorlucLtigt Hoogheid van het commando over het Guarnifoenvan 's Haat, is verjiooken, en als Kapitein-Generaal is gefuspendeerd, ten Jpoedig/len mogen worden opgeheven. In dat» den 1Juny 1787 iladz. 2S. • 1734. Decltratoir van Gecorfiitueerdens van Burgers cn In-  3 T TJ K K E N. V ingezetenen der Stad Rotterdam, betrekkelyk Mr. H. A. Kreet. In dato den i Juny ntf. • - bladz. 2E. N9 1735. PtaMfeatfe van- Hun Ed. Groot Mogenden de Hee* '■ ren Staaten van Holland er.West-Friesland. waar by Henry Balnkavis , Lt. Collonel by het Regiment van StuArt , . als zich aan Hoog Verraad hebbende fchuldig. gemaakt Wrd aangemerkt, en een premie van twee duizend goude Dukaaten op demWét apprehenfie gefteld. In dato den . Uadz. 29. 12 Juny 1787' • • * ' ' i I736. Adires uit naame der Schutterye der Stad Leyden, aan Heeren Burgemeesteren en Vroedschap ingeleverd, betrekkelyk het voorgeslagene Plan van Mediaue &c. In dato den 12 Juny nZ7. • • • • lhd%' 3I* ■ I?37 AMres van Gecommitteerden der Burgerye van de Stad Heusden, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het verlopen der Hollandfche Militairen naar't Gelderfche territoir &c. In dato den 12 Juny 1787. ■ • • Uadz- 34- ( l73g, Adires van de Geconftitueerdens der BUrgery van de Stad Amfteldam, aan den Ed. Achtb. Raad van die Stad , waar by op gronden in liet Addres gededuceerd, aandringen, om Utrecht in deszelfs dringenden nood, ten fpoedïgHen met zoo veele gewapende Manfchappen by te fpringen, als eenigzins met de omjiandigheden van de Stad beftaanbaar zal zyn. In data den 15 Juny 1787. bl. 38. , I7„9 Extraiï uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Amfteldam, in dato den 15 Juny 1787, waar by wordt befloten om 600 a 700 Manfchappen aan te werven, en dezelve ter adfistentie naar Utrecht te zenden, benevens tene B*mdmaaking daar toe betrekkelyk. . . bladz. 41- • 3 K%  VI REG ISTER N». 1740. Amnestie en gratie, dm Hun El Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Frieaantverleend, aan alle de Soldaat en, we:ke met den Lu Colknel Balneavis uit Oudewater zynde verlopen, berouw hebben gekregen, en uiterlyk op den ijlen July aangaande, zich weder onder hunne Compagnien zullen begeven. In dat» den 16 Juny 1787 Uadz. 44. 1741- Relaas van het gepas/eerde te Oudewater, federt den 4 Juny .1787, door Hesry Balneavis, LuitenantCol'.onel onder het Regiment van den Generaal-Major Stuart, door hem zeiven aan Hun Hoog Mogenden opgegeven. In dato den 16 Jtny 1787. . . . . Uadz. 45. ——- *ianfihryving van Heeren Burgemeesteren der Stad Schiedam als Ambachtsheeren van Hoogvliet, Pernis> Je en Ponugal, aan Schout en Gerichten van de drie gemelde Heerlykheden, ten einde een Request aan den Souverein voor den Prinfe Erf-Stadhouder fcfc., geene verdere voortgang lebbe. In dato den 17 Juny 1787. . . bladz. 50. . 1743- Voordracht der Burger-Krygsraad van de Stad Gorinchem, aan Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen, om te infteeren op de admifie van Auxiliairen , benevens het dispofitief daar op door de Regeering verleend. In dato den n Juny 1787 bladz. 51. — 1744- Request van Burgers en Ingezetenen der Stad Amfteldam, aan de Wel Edele Geftrenge Manhaf te Heeren van het Defenfie-wezen dier Stad, behelzende verzoek, dat aan de zoodaanigen van hun wiens bejlaan het niet toelaat zulks zeiven te bekostigen, een genoegzaam aantal van H-a. i Penen uit te reiken> *n einde zich ten nutte van het Vaderland in den Wapenhandel te kunnen oefenen. In dato den 18 Juny 1787. . . . . Wafe; 56. N».  ,n STUKKEN. m jf* 1745. Propofitie door Urnen Gedeputeerden van Rotterdam' ter Staats-Fengadering van Holland gedam, ietrekkelyk de gedispenjeerde , gefuspendeerde en gedimitteerde Officieren tfc In dat» den 19 Juny 1787. herment het Rapport door de Leden van het Groot Befoigne daar over gefchied. bladz, 57. , I746. ExtraB uit de Refolutien der Gecommitteerden van de Ed Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ter iefenfie dier Provincie en der Stad Utrecht, waar by aan alle de Officieren in het Cordon, een jaar 'trattement extra word toegelegd &c. In dato den 20 Juny 1787 blaiz. 59- , I747. Declaratoir van Mr. C. J. de Lange van Wyn- gaarden, Commandant van het Genootfchap van Wapenhandel, ten zinfpreuk voerende Eendracht maakt micht, te Gouda, aan de Regeering van die Stad by hun uittrekken, naar Utrecht gedaan. In dato den 21 Juny 1787- bi. 63. . I74.8. Declaratoir ter ordonnantie van de Edele Manhafte Groote Krygsraad der Stad Amfteldam, en op last en uit naam van Geconfiitueerdens uit de Burgerye van die Stad, aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren van de Vroedfchap; waar by verklaaren: Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonsz. en Mr. Marten Adriaan Beels te houden, als geene Burgemeesters der Stad Amfteldam meer tezyn. In dato den 22 Juny 1787. • • bladz. 65. . I749. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, bevattende Pardon en bevryding van paffe, voor alle zoodaanige Deferteurs, welke voor den zoftenjuly aa:iftaande, zich weder by hunne Compagnie» zullen vervoegen fcfc. In dat0 . *„ 23 3P«n» 1787 m*-l°'  VIII REGISTER N«. 1750. Aanteekening van de minderheid der Vroedfehap te Gorinchem, beflaande uit de regeerenie Burgemeesters Barnevelt en Daey, benevens de Vroedfchappen van "loULON, DeGYZELAAR, be F remery en van DOORN, tegen de Rfolutie op den iSden dezer genomen, en hiel h»en onder N». 1743 geplaatst. In dato den 24 Juny 1787 • • . bladz 73. i75i- Verzoek van Gecommitteerden uit den Krygsraad, benevens die uit het Genootfchap van Wapenhandel en Burger-Sociëteit der Stad Gorinchem , door monde van den Secretaris van den Krygsraad, aan de Ed. Groot Achtb. ■ Heeren Vroedfchappen van die Scad gedaan, ten einde de Stad door middel van Auxiliairen, mag worden verzekerd tegens de aanvallen van Hollands Vyanden. In dato den iSjunrnS? bladz. 77. ! 1752. Misfive van de minderheid der Vroedfehap te Gorinchem, naamelyk de Heeren H. W. van Barneveld, en Mr. Adr. Daey, regeerende Burgemeesters, benevens L. van Toulon van Wulven, Engelbebt de Gyzelaar, N. de Fremery en Ant. Joh. van Doorn, Vroedfchappen, aan de Heeren Staaten van Holland, over de beklaagelyke toeftand waar in zich die Stad bevind, ƒ» dato den 25 Juny 1787 Uadz. 80. . I7S3- Misfive van vyftien Raaden uit de Vroedfhap der Stad Amfteldam, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de remotie van de negen Raaden, en Jlrekkende ter wederlegging van de Misfive door andere Leden van de Vroedfehap aan Hun Ed. Groot Mogenden over dit onderwerp gefchreven. In dato den 23 Juny 1787. . bladz. 86. 1754» Misfwe van de negen nieuw gekozene Raaden in.  D*t STUIKEN. I* de Vroedfehap der Stad Amfteldam, aan Bun Ed. Groet Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Fries, land, over het zelfde onderwerp. In dato den £5 J™y ..... bladz. iio» 1787. • ■ N. I755. Explicatie der Refclutie, by de Gecommitteerden! van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ter defenfie van die Provincie en der Stad Utrecht, genomen op den 20 Juny 1787. * *» „ .... bladz. 11327 Juny 1707 „ . 1756. Declaratoir der gewapende Burger-Corpfen , tot verdediging van de Provincie van Holland en de Stad Utrecht uitgetrokken. In dato den 30 Juny 1787- bl. 114. _ I7S7. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe van Oranje aan den Griffier agel, kennis gevende dat Hoogstdezelve is verhinderd in haare voorgenomen reize naar 's Hage. In dato den 28 Juny 1787. . bladz. 117. I7Sg. Misfive van dezelfde Vorfiinne over het zelfde onderwerp, aan den Raad-Penfionaris Bleiswyk In dato den 28 Juny 1787 hladz- II8' _ 1750. Misfive van Gecommitteerden van de Heeren Staa¬ ten van Holland , ter defenfie van Holland en de Stad Utrecht , aan haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe dePrincesfe van Oranje, betrekkelyk de toegebrachte verhindering in Hoogstdeszelfs reize naar 's Hage. In dat» den n. , - o 1 . bladz. 110. 29 Juny 1787» * • > u 176o. Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Heiland, aan haare Koninglyke Hoogheid, ever het zelfde onderwerp. In dato den 29 Juny 1787. ' ' J ^ bladz. 120. ^ • * * * ' * 5 N».  * • REGISTER N°. 1761. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heert Prinfie Erf'Stadhouder, aan Hun Hoog Mogenden de Hec ren Staaten Generaal, over het zelfde onderwerp. In dato den 29 Juny 1787 bladz. 121. 1762. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrou- ive de Princesfe van Oranje en NasJ'au, aan den Heer Griffier Fagel , over het zelfde onderwerp. In dato den t July 1787 bladz. 122. 1763- Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Me- vrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfauw, aan de Heeren Staaten van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overysfel, Stad en Lande en Landfchap Drenthe, waar by kennis geeft van het gebeurde op Huogstderzelver voorgenomene reize naar's Hage. In dato den 2 July 1787. • • • • • • . • bladz. 123. *'1 1 i/64. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princefe van Oranje en Nasfauw, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, ever het zelfde onderwerp. In dato den 2 July 1787. bladz. 126. " 1765. Adires van Gecommitteerden uit den Grooten Krygsraad, midsgaders de Gecovjlitaeerden uit de Burgerye der Stad Amfteldam, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en zes- en- dertig Raaden van gemelde Stad, ietrekkelyk de komst van haare Koninglyke Hoogheid in Holland £fc. In dato den 3 July 1787. bladz. lig. " 1766. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht te Amersfoort vergaderd, aan haare Koninglyke Hoogheid, ter beantwoording der Misfive van [die Vorfiinne hier boven onder N°. 1763 geplaatst. In dato den 4 Juny 1787 bladz. 134.  der S T U K K E N. ¥t N°. Advis van de Heeren van de Ridderfchap, benevens dat der Heeren Gecommitteerden van Amfteldam, betrekkelyk de geftaakte reize van haare Koninglyke Hoogheid. In. dato den 7 July 17$7 bladz. 136. —— 1768. Advis der Stad Schoonhoven, op de Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe van Oranje, in dato den züftenjuny dezes jaars, en door Gedeputeerden der gemelde Stad ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden uitgebragt op den 7 July 1787- H4* . 1769. Memorie van den Pruisfifchen Gezant Baron van Thulemeyer , Extraordinaris Envoyé van zyne Pruisfifchs. Majefteit, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, betrekkelyk het aanhouden van haare Koning' lyke Hoogheid, op derzelver voorgenomene reize naar 's Hage. In dato den 10 July i/'87. • • bladz. 145- - 1770. Memorie van den Pruisfifchen Gezant Baron vaet Thulemeyer , aan Hun Ed Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, aandringende, uit naame van zyne Pruisfifche Majefteit, op eene eclatante fatisfaüie en voldoening wegens het arresteeren van zyne Koninglyke Zuster &c. In dato den 10 July i/87> .... . . . bladz. 146. 1 ■ 1771. Extraiï uit de Refolutien van de Heeren Staa. ten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering genomen, op Saturdag den 14 July 1787, behelzende een antwoord op de bovenftaande Memorie van den Pruisfifchen Minister. ... bladz 14 7» - 1772. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, aan de Heeren Staaten van Holland-, betrekkelyk het ophouden van haare Koninglyke Hoogheid in haa.  *U REGISTER haare voorgenomen Reize. In dato den 14 July 1797; bladz. 156, N». 1773- Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, over het zelfde onderwerp. In duo den 14 July 1787. .... bladz. 158. 1774. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Stoa. ten van Friesland, aan haare Koninglyke Hoogheid, firekkende tot antwoord op de Misfive van die Vorftin, hier boven onder N°. 1763. In dato. den 14 July 1787. W. 159. r T775- ExtraU uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, behelzende een Declaratoir van de Heeren Gedeputeerden van Utrecht, over de Memorie van den Heer Thulemeyeb. In dato den . . >ly 178 7- • ■ bladz. 160. I77<5. Memorie van den Baron van Thulemeyer, Extraordinaris Envoyé van zyne Pruisfifche Majefteit, aan de Heeren Staaten van Holland, waar in op nieuw aandringt op Jatisfaüie wegens de arresteering van haare Koninglyke Hoogheid. In dato den 6 Augustus 1787. » * • Uadz iöi. 1777' Memorie van den zelfden Envoyé, aan Hun Hoog Mogenden, over het zelfde onderwerp. In dato den 6 Auë"^si7S7 Madz. 164. — 1778. Advis van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen van Holland, uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mugenden, betrehkelyk de bovenftaande Memorie van den Heer Thulemeyer onder N°. 1776. In dato den 23 Augustus 1787 Madz. 165.  b e jr STUKKEN. N°- 1779- Publicatie van het Gerechte der Stad Dordrecht, te* gens het bedryven van gewelddaadigheden aan dePerfoonen, "Huizen of Goederen van eenige Ingezetenen der Stad of Jurisdictie van dien &c. In dato den 4 >ty 1787. ... . bladz. 173» d i78o. Publicatie van Hun Edele Groot Mogenden ds Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, tot bef ordering der algemeene rust, en te keer te gaan van 't gem aanleiding zou kunnen geven tot commotie of oproerigheid tfc. In dato den 4 July 1787. • • hladz- 116' , I78!. Waarfchouwing van de Ed. Mogende Gecommitteerde Raaden van Holland en West-Friesland in 's Hage, wegens valsch uitgefpreide geruchten, ten aanzien van de Militairen aldaar Guarnifoen houdende. In dato den 6 JuVy 1787. • ...... bladz. HZ. ■ l782. Request van Burgers en Schutters der Stad Leer* dam, aan de Ed. Achtbaare Heeren Drosfaard en die van de Magifiraat van .de Stad en Graaffchap Leerdam; ver' zoekende: dat de Burger-Sociëteit daadslyk mag worden gedisfolveerd, Vlaggen worden uitgeftooken en Oranje gedragen; benevens het AfpoinStement op dit Request; Publicatie waar by de Burger-Sociëteit word verboden; en Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid tot aanmaaning van rust&c. In dato den 6 July 1787- . ■ bladz. 179. _ 1783. Aüe van Verbindtenis en onderlinge befcherming, door Burgers en Inwooners der Stad Leyden onderling gefloten. In dato den 6 July 1787. • • • bladz. 185. . I784. Declaratoir van den groeten Burger-Krygsraad der Stad Rotterdam , betrekketyk het Declaratoir van de Burger-Corpfen hier boven onder Ns. 1756. In dato derrr im^m ■' • Uadz'  XIV REGISTER " N°. 178?. Addres der Vaderlandfche Sociëteit der Stad Rotterdam, aan de Ed. Groot Achtbare Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen van die Stad; waar by verzoeken; dat de opgefchrevenen voor de Schuttery ten fpoedigflen mogen worden in den ééd genomen, als mede de verdere Leden van de Burger-Sociëteit, die genegenheid mogten hebben de Wapenen te dragen &c. In dato den 7 July 1787. bl. 189. —— 1786. Extraü uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren van de Weth der Stad Rotterdam, behelzende dispofitie op voorenftaande Addres. In dato den 7 July 1787. «... bladz. igr. 1787. Propqfitie door de Gecommitteerden van Holland, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden op den 7 July 1787 gedaan, om ter bemiddeling van de plaatshebbende gefchillen tusfehen de respeEtive Provinciën van deze Republiek, de mediatie van zyne Allerchristelykjle Majefteit als Bondgenoot van het geheele Gemeenebest, Staatsgewyze in te roepen tyc. blaJgm Jg~. ~— 1788. Waarfchouwing van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland, tegens de uitgeftrooide geruchten, als of men gewapende ExercitieGenootfchappen in 's Hage wilde doen komen. In dato den 'July ^7 bladz. 194. « 1789. Bekendmaaking van de Commisfic der gewapende Burger-Corpfen tot expeditie der Militaire zaaken; benevens verftag van een tocht, door een detachement van gecombineerde Militairen en Burger-Auxüiairen verricht. In datt den 10 July 1787 Uadz. 196. ' 1790. Atle van Qualificatie van Geconftitueerdens van de Burgery en Inwoonders der Stad Delft. In dato den 10 J>*i 1787. . . . . , , jtofc I99m  d ! i STUKKEN; XV N'. I79I- Bekendmaaking door de Magiftraat der Stad Heusden, aan de Burgers en Inwoners van de Provincie van Holland, over de ftaat .van defenfie dier Stad &c. In dat» den 11 Ju-.y 1787 bladz' 201* , 1792. Acte van Verbindtenis en onderlinge befiherming tusfchen de Burgers en Ingezetenen der Stad Gorinchem gefloten. In dato den 12 July 1787- • • bladz. 206. _ 1793- Nadere illucidaüe van de Commisfte van gewapende Burger-Corps in Holland, ten aanzien van het Declaratoir, op den poften laatstleden aan Hunne Ed. Groot Mogenden, en gelyktydig aan het Publiek voorgedragen. In dato den 13 July 1787. • • • bladz. 208. . 1794- Waarfchouwing van Burgemeesteren en Regeer¬ ders der Stad Brielle, waar by aan alle een iegelyk vermaakten en waarfchouwen, geene andere wapenen, dan die tot de gewoone wapenrusting der Schntterye worden gerequireerd, in hunne huizen te nemen &c. In dato den 14 July 1787.' . " . • • • • 'bladz. 209. . 1795- ExtraB uit de Refolutien der Gecommitteerden van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West Friesland, ter defevjie der Provincie van Holland en . de Stad Utrecht, betrekkelyk de middelen om het fchandelyk verlopen van fommige Regimenten, zoo veel mooglyk en met den meesten fpoed te remedieeren. In dato den 14 July 1787 bladz. 2ir. » ■ 1796. Misfive van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerden ter defenfie van Holland en de Stad Utrecht, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, Ietrekkelyk het in dienst bregen en bezoldigen van zoodaamge Corpfen van Vrywilligers uit de Schutteryen en Gevoot- fchap-  XVI R E G ISTER fchappen, als zich ten dien/te van het Vaderland, zouden : -willen laten emploieeren&c. In dato den i6 July 1787= ' ' '• • • • • •' • • bladz. 213. N". 1797- Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Gorinchem aan Hun Ed Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, Jirekken.de ter wederlegging van die der minderheid van de Vroedfehap dergemelde Stad hier voor onder N". 1752 geplaatst, ten aanzien van de noodzaaklykheid om de Stad door Auxiliaire Burger-Corpfen te verfterken Éfc. In dato den 17 July 1787 bladz. 221. ■1 . ■ 1798. Voorftel door Gecommitteerden van het Delffcht Genoetfchap , ter extraordinaire Provinciaale Vergadering gedaan, den 17 July 1787. . . . bladz. 232. 1799- Rapport van Gecommitteerden ter examinatie van de boverftaande Propofitie van Delft, gedaan in bovengenoemde Provinciaale Vergadering, den 17 July 1787. bladz. 234, ——— 1800. Voorftel van 't Haagjche Wapen-Corps voor 't Vaderland, ter extraordinaire Provinciaale Vergadering te Ley den gehouden, den 1 July 1787. . . 'bladz. 236. » 1801. Rapport van Gecommitteerden, tot examinatie van het bovenftaande voorftel van het Genootjchap in 's Hage, gedaan ter extraordinaire Provinciaale Vergadering te Leyden, den 18 July 1787 bladz. 237. ■ 1802. Addres van een aanzienlyk aantal Schutters, buiten de Utrechtjche Poort te Amfteldam, onder de Compagnie van den Kapitein Smit, aan dezen hunnen Kapitein. In dato den . .July 1787- . . • bladz. 238.  oer STUKKEN. XVH N°. 1803. Addres van dezelfden, aan de Heeren Gecommitteerden tot het Defenfie-wezen der Stad Amfteldam en deszelfs Jurisdictie &c. In dato den 19 July 1787. • W. 239. i. 1804. Advis van den Heer Mr. W. E. de Perpon- cher, ter Vergadering der Heeren Geè'ligeerde Raaden, reprcefenteerende den eerften Staat van den Linde van Utrecht, op den 3 July 1786 ingegeven, ietrekkelyk de be~ zwaar en tegen 't Reglement van Regeering ffy. bl. 242. . 1805. Sententie van den Hove van Utrecht, op ende jegens Adriaan Hendrik Eyck , Raad en eerfte Burgemeester. In dato den ii April 1789. • • bladz. 269. „. i8®6. Sententie van den Hove van Utrecht, op ende jegens Mr. Pieter Ridder, Raad en Burgemeester enz. In dato den 11 April 17 89. . . • Uadz. 273. , , , 1807. Sententie van het Hof van Utrecht, gewezen tegen Mr. Jacob van Haeften , Raad enz. In dato den 11 April 1789 bladz. 277. , 1808. Sentenm van den Hove van Utrecht, ap ende jegens Mr. üerard Anthony Visscher, Raad enz. In dato den 11 April 1789 bladz. 280. , _ 1809. Sententie van het Gerecht der Stad Utrecht, op en tegens Adrianus Hoevenaar, Notaris en Prokureur^ In dato den 4 July 1789. . . . bladz. 283. .. 1810. Sententie van het Gerecht der Stad Utrecht, op ende jegens Jan Hendrik van der Sluys. In datn.. den 3 Oüober 1789. ...... bladz. 287. . 1811. Sententie van het Gerecht der Stad Utrecht, op en jegens Jan Carels. In dato den 3 Oclober 1789- . ' bladz. 289. ** N°<  XVIII R Ë G I S T E R' M". 1812. Sententie in zaake van Dr. W. Klopman ah aangefielde Fiskaal nopens de Provincie Overysfel, tegen H. J. CoLMfCHATE. Gepronüncieerd op den Huize Almelo den 4 Maart 1790, ingevolge Advis van de Heeren Mrs. F. j. ]. van Scheltinga en H. U. Hueee, Raaden Ordi?iaris in den Hove van Friesland. . . . bladz. 292. 1 . 1813. Addres van 227 der notabelfte Burgers en Ingezetenen der Stad Groningen , den 16 September 1785 by de Heeren Burgemeesteren en Raad ingediend, over het veranderen van het Guamifoen aldaar, opzichtelyk de Kavallery. bladz. 304. 'mm 1814. Refolutie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 16 September 1785, over de verleende Patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan twee Esquadrons Kavallery en een Regiment Infantery, thans in Guamifoen in Groningen. . . . bladz. 306. ^ 1815- Request van het gewettigd Genootfchap voor onze duurde Panden te Groningen, den 21 Juny 1786, by de Heeren Staaten van Stad en Lande ingediend; verzoekende eene gunftige dispofitie op het Addres van den Krygsraad van het Provinciaale Corps Vrywillige Jagers, te Wyk by Duurftede bladz, 308. w 1816. Misfive van het Corps Vrywillige - Jagers te Wyk ly Duurftede, van den 5 Juny 1786, om hulp te verzoeken, zynde eene Bylage vanN°. 1815. bladz. 311. »■ ' ■ 1817. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 3 September 1786, verbiedende de Troepes, ter hunner repartitie fiamde, zich met de Burgergefchillen iit de Provincie Gelderland en Utrecht te melteeren. bl. 312.  ï) e r STUKKEN. XIX N'. 1818. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 13 September 1786, betrekkelyk de verwarde toefiand van zaaien in de Republiek, en verleende Patenten aan eenige Troepes bladz. 314. _ 1819. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 19 September 1786, zwaarigheid maakende om attaché te verkenen op de Patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan differente Commando's van Artillery. « , bladz. 320. , . 1820. Aanfpraak, door den Heer O. R. Alberda vaïï Ekenstein, als Prcefident der Heeren Gedeputeerden, uitgefproken ter Staats-vergaderinge van Stad Groningen en Ommeianden, den 16 September 1785. . • bladz. 321. , 18 21. Extract uit het Refolutie-boek der Stad Groningen, waar by de Heer Henrik Hooft Danielsz., Oud-Burgemeester der Stad Amfteldam, uit naam van de Regeering word aangezegt, dat Hun Ed. Mogenden verwachten, dat hy zich niet langer in die Stad en diens JurisdiStie zal ophouden, maar op heden zich van daar begeven. In dato den 16 Augustus 1790 bladz. 323, VER-  VERBETERINGEN en VERMEERDERINGEN voor het XXIfte DEEL. Bladz. 39- reg. 3 van boven, voeg in : Mr. Jean Bichon, Mr. Paulus Boogaart, Mr. Jacob Herman Vingerhoed. Op dezelfde regel: Jan Jacob Elzevier, Mr. Jacob Reepmaker. , en Samuel van Hoogstraten. reg. 4. Herman Mederbürgh. filadz. 41. Mr. Jean Bichon, Mr. Paulus Boogaard, Mr. Jacob Herman Vingerhod , regeerende Burgemeesteren; Jan Jacob Elzevier, Mr. Jacob Reepmaker, Samuel van Hoogstraten, midsgaders Mr.Herman Nedereurgh. Bladz. 49. reg. 16. voeg in: Jean Bichon. Dezelfde regï v. d. Hoeven, reg. 37. Jean Bichon. Bladz. 50. reg. 7. voeg in: Bichon. reg. 8. v. d. Hoeven. Op dezelfde reg. v. d. Heim, van Beeftingh, tan der Staal, Groeninx, Collot d'Escury, vau Teylingen, van Hogendorp, vanMierop, van Staveren, Senn van Basel, en van Yzendoorn. Bladz. 58. reg. 31. voeg in: van der Hoeven. Bladz. 59. reg. 5. voeg in: van der Hoeven, reg. 15. van der'Hoeven. Bladz. 157. reg. 14. Jean Bichon, Hendrik van Beeftingh, C. van der Staal, J. M. Collot d'Escury, J. F. van Hogendorp, R.F. van Staveren, J. Mossel, J. v. d. Heim, J. A. v. d. Hoeven, C. Groeninx van Zoelen, L. van Teylingen, J. G. van Mierop, A. W. Senn van Basel, P. van Yzendoorn. — reg. 20. J. Hoogh, Mr. D. L. v. Cattenburgh, A. Verstolk, Mr. J. Cornets de Groot, Mr. J. D. de Loches, Mr. C. v. Heusde, E. van Son, J. P. de MoNié, A. Havart, W. Suermond en Mr. M. Hoog, allen Bladz. 215. reg. 10 van ond. Bichon, van Beeftingh. reg. 3. Bichon, van Beeftingh. Bladz. 216. reg. 7 van boven, Bichon, van Beeftingh, VER-.  VERZAMELING V A N PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDER^ AUTHENTYKE STUKKEN enz, BETREKKING HEBBENDE TÓT DE GEWÏGTÏGÉ GEBEURTENISSEN, IN DE MAANÖ SEPTEMBER 1787, BEVOÖR'eN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. N*. 1728, ËxtraEt uit de Refolutien vah Heeren Bur* vemeésteren en Vroedfchappen der 'Stad ScMedaml in dato den 4 Juny 17,87 , betrekkelyk de fusptnfis van zyne Doorl. Hoogheid-, ah Stadhouder en Admiraal Generaal van Holland. 'In dato 'den 4 ja* ny 1787. Gedelibereerd zyïïdé op éeh Ëitrad uit Öun Ed. Groot Mogenden Refolutie Van den. ijften ht voorleden maand, houdende een Requeêt van d algetteene Vergadering der gewapende Burgef Cotpien', en ih het byzonder op het dérdé ^eï-zöé' daar by gedaan? y, dat Hun Ed; Grööt Mogende u op. hfit.vDoroeeld van dë füspeiiiïë vèö Mt xkïï. DiEfe. a n n*  a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ pitein-Generaalfcrnp, den tegenwoordigen Stad3, houder Willem den Vyfden, ook provilioneel zullen fuspendcereü in het Stadhouder en Admiraai Generaalfchap dezer Provincie, met inhouding van alle Tractementen en Emolumenten toe die bedieningen Haande". En geconfidereerd zyr.de,dat op den loden September des voorleden jaars, het gemelde voorftel niet alleen in deze Vecgadering is gedaan, maar z^lvs ter concluöe is gebracht, en dat 'er thans, meer dan ooit, voldoende redenen en genoegzaame gronden voorhanden zyn, om dat befluit door Heeren Gedeputeerden ter dagvaart, met concurrentie en overleg der voorzittende Steden, daade« ]yk ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden te doen realifeeren; dewyl zyne Hóogheid heefc kunnen goedvinden, op den 3cften der voorleden maand, ter Staatsvergadering dezer Provincie toe te Kenden eene Misfive, houdende wel zyne bekommering over de hagchelyke gefteldheid van de Republiek, doch vergezeld met een Declaratoir van dien aart, dat door het zelve het billyk ongenoegen van den Souvcrein , tegens hunnen Stadhouder op het allernadrukkelykst is verlevendigd, er tot die hoogte heeft moeten klimmen, dat hec zelve, zonder de eclatantfte ftap van berouw, aan «Md dag te leggen, onzoenbaar moet blyven ; aangezien dat Declaratoir is doorzaaid met de Jsfiefïle aartygingen en uitdrukkingen, tegens iomrnige Regei rip/isfeders en ecnige weinige Ministers, en in welke'de befluiten van Hun Ed. Groot Mogenden, zeivs op eene onbefchaamde wyze worden getauxeerd , openlyk voor onwettig verklaart, en aan de JVatie in zoodaanigen lmaak worden voorgedragen , c4ai daar by eer gei sr. doorftraalt, om over denSouverein te willen heerfehen, om de Ingezetenen, vorder onderfcheid van qualiteit, de gantfche Provincie door, tegen hunnen wettigen Souvereinaan ïp Mezen,tot feditieufe ondernemingen aan te moedigen , ea om lespettabele Leden van Hun Ed. •Groot  &3 Gebeurtenüjsn in 1787 enz. voorgevallen* 3 Groot Mogenden Vergadering,de uitwerkfelec van eene dolle en onbepaalde wraakzucht te doen gevoelen. — Een Declaratoir eindelvk , niet. veel verlVnllende van een Oorlogs-Manifest, «gevalle de Souverein aan eenige vorderingen, daar by op den meesterachtigften toon voorgedragen, niet gereedelvk komt te voldoen , en teffens gepaard met zoodaanige gedragingen, die, in plaats van eene zucht, aan den dag te leggen , pm zich te onderwer. pen, en aan de redelyke verlangens van Hun Ed Groot Mogenden, en van zoo een notabel aantal Burgers en Ingezetenen in onderfcheiden Provin. cien.'in het by zonder in de Provinciën van Gelderlaud, ütreent en Overyslel, ten einde de rust en ééGdracht te helpen beril-ellen, en daar door mede te werken tot behoud van het Land, in tegendeel een geest aankondigen en bevestigen, orrj met eene veorbeeldelooze hoofdigheid deprstenüe te inhasreeren, tot uitbreiding van eigen belang en grootheid', en teffens, om met de meerderheia der fjelderfche en eenige Amersfoortfche Scaatsleden s tegens deze Provincie en haare billyke maatregelen 9 vvandig te'-confpireeretf. — En gemerkt, dac alle zoodaanige conduites Van het fchroomlykst Vooruitzicht, en 'van dien aart zyn, dat de Souverein niet langer kan.toelaten, dat zoodaanig een Vonfptrateur, immers zoo lang hy dat fysthéma zal blyvén sankleeven, eenig aandeel of gezach OL'ftjne'j in.de qualiteiten, hem van wege deze Provincie in ~t .hyzonder toevertrouwd. Is goedgevonden en verdaan, Heeren Gedeputeerden exprësfelyk te gelasten, om zich niet Het bovenftaande voorftel te conformeeren, en van dé; ze Hun Ed'. Groot Achtb. ferieüfe intentie opening 'te reven, zoo dra de Heeren Gedeputeerden Ér Steden Dordrecht en Haarlem; zich van dep Ijlst van de Heeren hunne Prin'cipaaleh zullen n'eftbed .geacquiteeid; 'Accordeert mei de Mrfe Kqlfflmi kt  4- Verzameling-van Stukken Ietrekkelyk tot N°. 1729 Request van Geconftitueerden, uit naam van een notabel aantal Burgers en Inwooners der Stad Viaar dingen, aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; vaar by verzoeken, r, dat zyne Doorluchtige Hoog. heid van alle zyne Ambten en Waardigheden mag worden ontzet; 2. dat de Staaten van Gelderland, en die van Utrecht te Amersfoort vergaderd, met de vereenigde Burger- en Militaire Macht mag wm den te keer gegaan ; 3. om alle BondgenootJchappeiyke Vergaderingen met de Gelderfche en Utrecntfche Staaten, te Amersfoort vergaderd, af te breken &?c. In dato den 4 Juny 1787. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Ondergeteekenden, zoo voor zich als als in qualiteit als Geconjtitueerdin, uit naam van een notabel aantal Burgers en Inwooners der Stede Vlaardingen. Dat de Ordergeteekenden , tot hun grievend har'zter , ziende den akeligen toeftand , waar in ons lieve Vaderland zich bevind, het van hunnen onvermydelyken plicht hebben geoirdeeld, eindelyk hu' nen boezem in de fchoot van U Ed. Groot Mogenden Vergadering eens volkomen te moeten ODtlasten. Verraad en Geweld, ten hoogften toppunt geftegen. (Vhynen thans den val van ons dierbaar Vaderl.-ird te willen voltooien. Hee^chzucht en Dwinglandy fchynen op de puinboot en onzer bezittingen hunne throon te willen vestigen, en niet anders ten doel te hebben, dan den val van het Vaderland, waar mede ook den val var U Ed. Groot Mogenden zoo onaffcheidbaar ah zeker verbonden is, binnen korten te voltooien, indien riet U Ed. Groot Mogenden, waarop de \* eldehkende Natie in dit geducht tydftip haar vertouwen raast God alleen vestigd, ten allerfpoedigften de macht gebruiken, welke de Voorzienigheid U Ed. Groot Mogenden, tot behoud van een tot nog toe vry en onafhaEglyk Volk 3 heeft in haDien ó>-ii.eid. Het  de Gebmrmisfen in 1787 «*• voorgevallen. 5 Het kan U Ed. Groot H°W^»£t^£*gï: dat een Bataaf, van zyne niet min Bataailcne Ke boekte Oo.log-S«ndaart op dm grond geuuc Herren- de edenen, waarom wy ons van alle vernlichtfne deze Burgerbeulen ontftagen reke£ voor U Ed. Groof Mogenden te betoogen: «beurde te Hattem en Elburg legt ons nog e ïersch in geheugen, en het geftorte Burgerbloed van TTrrechts Braaven, rookt als 't waare nog , en Fchrefuwt by elk rechtgeaart Nederlander om WrDe' Ondergeteekenden nemen dus de vryheid, om ü Ed G?oot Mogenden, als de hooge Reptefemanten van eene vrye en^te lang getergde Natie, wilvke wraak over deze Dwingelanden af te eisfchen , en meenen met grond te kunnen vooruit zien, dat, indien U Ed. Groot Mogenden langer ikL^o in het gebruiken van enke defenfivemidSfeene v'e w^rdïg zal geboren worden, welke nkt alleen den totaalen ondergang der twee Provinciën Gelderland en Utrecht , maar die van e eantfche Bondgenootfchap naar zich fleepen zullen. 8 via waar nu de grond vaQ alle ruineufe en ver-  ~$ ' Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tat woestende onlusten ontftaat, vermeenen de Ondereen ekenden, dat aan U Ed. Groot Mogenden, ja aan gaiusch Eu-opa al te wel bekeDd is, om dezelve demonftratif voor U. Ed. Groot Mogenden te herbaaleo, ' Met is een Willem van Oranje, die het verr'rtfvfwen eerer al te geduldige Natie zich voor eeuwig heeft onwaardig gemaakt, als welke ten koste van het fouverein gezach van O Ed, Groot Mogenden, en de geheiligde Rechten van een W31Volk, een throon van onbeperkte heerschzucht op dezen vrycn grond zoekt op te rechten, waarom derbalven, Ed. Groot Mogende Heeren! Zouden wy in de eerfle plaits fc broom en, een en bedorven en bntaartcn Stadhouder al ons vertrouwen, en den invloed, die hy op het algemeen, in zyne misbruikte kwaliteiten gehad heeft, geheel te ontnemen? daar onze Voorvaders niet fchrooraden een machtige Weereldbeheerfcher, eënen Philips , die de fouvereine macht over hun in handen had a voor eeuwig af te zweeren. Wy verlaten ocs verder op de wysheid,cordaatlieid en ftandvastigheid van Ü Ed. Groot Mogenden, in dat zekere vertrouwen, dat U Ed. Groos Mogenden onzen wensch, welke die van het gantfche weldenkende gedeelte der Natie is, zal vervullen, op dat eenmaal het kwaad in zyne wortelen aangetast zynde, wy ontflagen worden vaD een gevaar, het welk dezen Lande, zins zoo lang een tyd gedreigd heeft; eh zullen wy eens eindelyk eene afdoening der zaaken , en eene herftelling onzer gefchonden Rechten en Voorrechten verkrygen, zullen wy de verlooren rust, welvaard en bloei van 't Gemeenebest zien wederkeeren , dan raeenen de Ondefgeteekenden, onder behoorlyke reverentie, aan. de wysheid , booger doorzicht en vaderlyke trouw van U Ed. Groot Mogénden, hier toe het gefchiktfte middel te zyn: dat de meerderheid der Ge'derfchs en prstenfe Staaten van -Amersfoort ' éooi U Ed. 'Groos Mogenden worden befchoowd' 500''  t, GO-rt-Afin I' «787 «*• rmgmllm. 7 aan welke zy éêd eti pncni | Mogenden als dus dat dezelve door U i a ar onwaaHiK geUfurpateurs, der boo^h^^fJeen vry Volk, oirde'eld ^^^SieZ!^ fea' «wreïcfwïrden1: ïft de algerneene Kjgg ■^^Hun Hoog Mogenden, om met meer naast HFd^cfoot Mogenden, te delibereeren over de feELns vanïetêVaderland! dat- zy geweerd wor5pn nk alle Collegien van het Bondgenootfchap, Jen ebde eenmaafeen einde aan deze verwoesten"bÏÏZI^TSÜ* de Ondergetekenden op ■ rSI t, niet te bedoelen, of van U Ed. f hfn^oeïeer he ook fn de tegenwoordige con^ ^,Vp van tvden, voor deze Provincie in h bymost nutteloos geworden zyn, mede te MDfe^tg eSel^ nemen zv de vryheid om on5ernhet dSchtig Jog van ü Ed. Groot Mo. Sin te breneen, dat daar zy van gevoelen zyn, ÏÏfTunü M M Wzenlyke Verbintenis tusfehen het vilt en hikt enkel tüsfchen zyne Reprefent anten n,t Lkluwd worden, de tegenwoordige onlusten l Eenworden geconfidereerd te beftaan tusfchen de respecllve leden van het Bondgenoot lenen ™ l.v Qp„ezetenen der onderfcheiden ProvPinctn en Landschappen, namentlyk ; maar ii«n moeten gehouden worden, te weeg gebragt fe zvnTS d?e onwaardige en verachtelyk Volks, te zïu' „rnf,rj;„prs. die met een ondankbaare en rnm gewo?aengs1adhouder aan het hoofd, ter bevestiging van hun onwettig en opgeraapt gezag, ïich gSeldig en moordaadig verzetten tegen de A 4  | Ktnameling van Stukken Ietrekkelyk t4 cerlyke, plichtmaatige en Vaderlandlievende poo, gingen zoo van ü Ed. Groot Mogenden zelvs Eurgeren, en dus dat door het in eens en geheel benemen van allen «vloed, welke dezeBurglrbeu. len en Landverwoesteren, en hunne onwafrdigen Voorganger nog op het algemeen en de Hooge Regeenng hebben, de algemeene rust en het vertroSwen zich fpoedig herftellen, en de geheiligde band veT*Fme Pngefchonden blyven zalf ! ' «PrZLyr®eeDea dat wy» daar U Ed. Groot Mo. genden de uiterfte mate van rechtvaardigheid bil. lykheid en geduld voor. het oog van ganfch Eurona zoo glapsryk hebben ten toon lefpreid, van U Fd Groot Mogenden in eenen ,fd f d 'a ? gefne We fchynt overgelaten te zyn, of om heden de Triumph onzer Voorvaderen op de Tirannen van Spa?Jle na een tachtigjaarigen Oorlog voor e*uwg te verhezen, en op te offeren aan een onwaardS Stadhouder en zyne eigenbaatige Aanhangeren[%£ dat elk Batavier, zoo veel 'er nog onder onS Zvf met het zwaard « de vuist fneuvelen, niet kun ne* of mogen verwachten, zonder, Ü Ed. Grooè Mogenden bekende Burgertrouw ten hoQgüe te beJed.gen, dat U Ed. Groot Mogenden één obïenbhk zullen aarzeJeq, om eer, dit de besté S& en Blaatzen voor ü Ed. Groot Mogendens ooeen ontvo kt worden, ~ eer U Ed. Gr. MogendeS flagvelden. met, de lyken der Burgeren? die het m m hunnen verdediging hebben aangégord gevloeid zyn, — eer de wanhoopige VV^duwerï gn ommezwervende Wezen de lyken hunner dTe' baare, maar Relaas! gefneuvelde Panden met hun* se traanen bevochten,, en voor het oog derOpne?" fte Rechtvaardigheid hulpeloos uitftonen; eer£S gen wy ^dezetopneelen voor gilet:oogen worden opgericht, verwachten de Ondergeteekenden, da? aan deze hunne rechtmaatige begeerte, zoo to' behoud yaa der; Juister der Regeering van'U Ed ^^va?rc,dezê^ubg  ie Gebeurtenis/en in 178? enz. voorgevallen. 9. Wy verwachten derhalven , dat ü Ed. Groot Mogenden al het vermogen en de, macht dezer Provincie zullen aanwenden, tot het ftuiten van een. Vloekgefpan, het welk de naam vaa Mentenen niet meer verdiend, veel min die van Regenten oE Beftuurders van een vry Valk! terwyl wy met alle rechtgeaarde Nederlanders bereid zyn, u h.d. Gr. Mogendens Perfoonen en poogingen, met alleen met onze Bezittingen, maar ten kosten van ons leven te beveiligen en te onderfchragen. Wat doch zal ons het leven baaten, als wy de beste Staatsmannen na het maord-fchavot zien henen fieepen, en wy als flaaven de vernederendite, ia gevloekite kluisters moeten torichen? Dit akelig denkbeeld kunnen wy minder verdra. een , dan dat wy dezen grond tot een mo°rasch zien weergekeerd, en ons bellaao onder de Wilden van het onbekendlte oord der wereld moeten zoeken. _ Het is om alle deze redenen , dat de Onderge^ teekenden zich keeren tot UEd. Groot Mogenden, en met de meest gepasten eerbied, maar ook met het fterkfte vertrouwen op de betaaroelykheid en gegrondheid haarer vorderingen, verzoeken. 1. Dat U Ed. Groot Mogenden den tegenwoordigen Stadhouder Willkm van Oranje , als het hoofd van een Vloekgefpan, zullen ontzetten yan alle ambten, waardigheden en gezag, welke hy tot nog toe in deze Provincie bezit, en fpeciaal van het Stadhouderfchap, met inhouding, van alle traktementen en emolumenten, dus verre door deze Provincie aan dien thans onwaardigen Staats, dienaar betaald. . 2. Dat U Ed. Groot Mogenden de meerderheid der Staaten van Gelderland, en pretenfe Staaten van Amersfoort, met alle hunne Aanhangers, als vyanden van st Vaderland, met de vereenigde Burger en Militaire macht dezer Provincie, krachtdaadig tot reden brengen, derzelver hostiliteiten te keer gaan, en zich in geene onderhandelingen met ' • ■ As hun  lo Verzameling van Stukken betrekkeïyk tot hun inlaten, dan op zulke grondflagen en onder zoodaanige precautien , dat men waarlyk goede uitllag van dezelve kan verwachten, en dat ftaande dezelve, noch deze Prov.ncie, noch onze Bondgenooten, in gevaar zyn van door hunne verraderlyke aanHagen, verrast of overweldigd te werden. 3. Dat, zoo al ü Ed. Groot Mogenden (wiens meerdere wysheid en doorzicht in dit ftuk de Ondergeteekenden eerbiedig frkennen) niet mogten goedvinden alle Bondgenootfchappelyke Vergade. ringen , met de Gelderfche en Amersfoortfche Dwingelanden af te fnyden, Hoogstdezelven ten mirflcn van nu af derzelver Gedeputeerden ter Generaliteit gelieven te doen declareeren, dat zy geduurende de fataale direótie ter Generaliteit, hun contingent, 't zy in de reeds geconl'enteerde lasten, 't zy in zulken, waar toe als nog zouden befloten worden, zullen inhouden, en ter Generaliteits kasfe geene Penningen meer zullen inbrengen , dan alleen zoo veel benoodigd zyn tot het betaalen der Intresfen van de Obligatien, ten lasten der Generaliteit thans loopende. (Onder Jl&nd) 'c Welk doende, &c. (was geteekend) A. V. Linden. V. D. Heovel. Lambert Vriens Dirk Speleveld. Arent van den Berg. J. Badon Junior, Secretaris,  ie Gebeurtenuftn in 1787 ««• voorgevallen. 1 r N». 1790. Request van de Burger-Sociëteit te Qxtdbi water, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Wee en Staaten van Holland en West-Friesland; waar by verzoeken: 1. Dat geene Penningen wegens ifoiland meer ter Generaliteit magen worden gefourneerd' 1 Dat de vyandm des Vaderlands met de. vereeniedi Burger en 1 Militaire macht tot redtn mogen worden gebragt: 3- Dat zyne Boorluaiuge Hoogheid mag wen den gefuspendeerd als Stadhouder en Admiraal-Generaal. In dato den 4 Juny. 1787- Geeft raefbehoorlyken eerbied en gepasten ernst te kennen, de Burger-Sociëteit te Oudewater: dat de bewustheid van het dreigend en dringend gevaar, waar in ons Vaderland in -t gemeen, en de Provincie Gelderland en Utrecbt in t byzonder zich bevinden, mitsgaders de fmaad en oneer, welke de Provincie van Holland, van de verdere Provinciën moet ondergaan, de Supplianten volmaakt doet goedkeuren, het Request aan U ha. Groot Mogenden deswegens op Vrydag den 25 May dezes jaars 1787, door de Algemeene Vergadering der gewapende Burger-Corp« in de Sceoen en hec platte Land in Holland, in dato den «aften May en volgende dagen, te Dordrecht vereaderd geweest, overgeleverd. - Het is om deze reden, dat de Supplianten de eer hebben zich te keeren tot U Ed. Groot Mogenden , en met den meest gepasten eerbied, maar ook met het fterkfte vertrouwen op de betaameIvkheid en gegrondheid dezer vorderingen,mede "verzoeken» 1 Dat U Ed. Groot Mogenden door Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Generaliteit geheven te doen declareeren, dat zy geduurende de fataa3e direftie ter Generaliteit, hun contigent, t zy in de reeds geconfenteerde lasten , 't zy va de zulken, waar toe als nog zoude mogen beitoten worden, zullen inhouden, en ter GeneraliteitsJcasfe geene Penningen meer sullen inbrengen, dan  I 12 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot alleen zoo veelen als benoodigd zyn tot het betaa> len der Intresten van de Obligatien , ten lasten der Generaliteit thans reeds lopende, ir j J?atJU Ed' Groot M°genden die vyanden des Vaderlands, met de vereenigde Burger en Militaire macht der Provincie tot reden brengen, en derzelver hostiliteiten afkeeren zullen. 3. Dat U Ed. Groot Mogenden op het voorbeeld der fuspenfie van het Kapitein-Generaalfchap, den tegenwoordigen Stadhouder Willem de vyfden , ook provifioneel zullen fuspendeeren in het Stadhouder- en Admiraai-Generaalichap dezer Provincie, met inhouding van alle tradlementen en emolumenten, toe die bedieningen ten lasten dezer Provincie ftaande. 't Welk doende, &c. (was gft.y. C. A. Gosenson, Secret, •N . i73i- Request van eenige Burgers en Ingezetenen der Stad Enkhuizen en derzelver Jurisdictie, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk de toefland van het ^aderland In dato den 5 Juny 1787. De Ondergeteekendens, zyade alle Burgers en Ingezetenen der Stad Enkhuizen en derzelver Jurisdiftie, geven met verfchuldigde eerbied te kennen. Dat zy Ondergeteekenden op de treiTendfte wyze zyn aangedaan over den tegenwoordigen toeftand van ons lieve Vaderland, en het fchroomlyk vooruitzicht, dat deze eertyds zoo bloeiende Landen, de zetel van rust en overvloed, wel haast tooneelen van een alles verwoestenden BurgerOorlog zullen opleveren. Dat zy Ondergeteekendens wel aan den eenen kant niet liever zouden verlangen, dan dat 'er een weg konde gevonden worden, om de zoo gewensch- tc  de Geleurténisfeh in 1787 «z- voorgevallen. 13 te eendracht, de grondzuil dezer Republiek, wederom te'berftelhS, en dat zy daarom met ander» konnen doen, dan het gedrag van U Ed. Groot Eenden, óm niet dan in den hoogden nood, ovef Sb gwn »t zoodaanige middelen, waar van anders deze zachtaartige Natie eenen afkeer heeft, met hunne dankbaare goedkeuring te bekrachtigen , voortvloeiende uit dezelvde vredelievende grondSnzden , en alleszins gefchikt om de gehouden Conduite van deze Provincie, voor de oogen van geheel Europa, ja van de gantfche weereld, te fusüficeeren , en aan het laatfte Nagefïacht een hlvk te geven, dat het althans niet aan een goede dLpofitil van de zyde van ü Ed. Groot Mogenden heeft ontbroken, om alle de jammeren van eenverderflyken Burger-Oorlog, voor te komen! Doch dat zv Ondergeteekenden aan den anderen kant, niet kunnen ontveinzen, dat de gemanifesteerde denkwyze van onze wederpartyen, welke thans om hunne fnoode heerschzucht te bevorderen , de ïeheele Republiek' op den rand des verderfs brengen, geen het minfle vooruitzicht op een goeden Sitflag overlaat, en dat mitsdien terftond by hun een gegronde vrees gerezen is, dat de eonferentien, althans door den Raad van Staaten aan U Ed. Gróót Mogenden voorgeflagen, indien dezelve zouden ftrekken , om eenigszms de zoo hoognoodige maatregelen tot onderlinge defenfie en protectie onzer verdrukte Landgenooten te vertragen, nergens anders op zullen uitlopen, dan op het nadeel van de gemeene zaak, de verflaauwing van den iever der Welmeenenden, en verdooving van den moed der Strydbaaren in den Lande. De Ondergeteekenden zyn verre at van het denkbeeld, dat ü Ed. Groot Mogenden in zoodaanige handelingen iets zouden toegeven, dat de Burgerhke Viyheid of het algemeen belang zou kunnen fchaden, daar een volkomen vertrouwen op het doorzicht van U Ed. Groot Mogenden van zich Biet door eenigerhande voorwendzelen van derzei-  H Verzameling van Stukken Ietrekkelyk ut ver cordaate en Vaderlandlievende befluiten te zullen laten aftrekken, hun alle vrees beneemt, eu ten eenemaalcn gerust iïeld. Ja zy houden zich zelvs daar en boven verzekerd , dat deze Conferentie, uit hoofde van de bekende fentimenten der tegenpartyen , fchielvk en geheel vrugteloos zal aflopen: doch zy vree* sen, en de ondervinding geeft hun reden tot deze vrees, dat men telkens foortgelyke zal trachten te berhaalen, uit te rekken, en door het doen van onaannemelyke voorflagen, alle de maatrede, len van ü Ed. Groot Mogenden te dilayeeren, 200 veel mooglyk buiten effect, te ftellen, zy moe. ten met het hartgrondigst leedwezen betuigen, "ft het gedrag van de Meerderheid der Staaten van Gelderland en Utrecht, niet dan al te veel ftoffe geeft aan de Natie, om aan dezelve alle vertrou. vven te weigeren. Met opzicht tot de Staaten van Gelderland, zvn inaar al te veel blyken voor handen, die ten over» yloedigen bewyze hier van verftrekken, het ge» 'beurde te Hattem en Elburg, blyft nog te diep in het gevoel der Natie ingeprent, dan dat wy het Zelve met alle die akelige omftandigheden opnieuw zouden ophaalen; ondermyning van de Privilegiën hunner vrve Ingezetenen, daaden van geweld en onderdrukking, roof en plundering van Steden die hunne mede-integreerende Staats-Leden zyn* leveren de kenfehetzen van hun gedrag op, en onder alle deze flegte en gewelddaadige handelwyze, freelt men de rol van JBurgerlievend, en 's Lande ]yfa??7.vhen violeerende, fchryft men aan den Raad van Staaten, als of men voor een Burger-Oorlog bevreesd was, terwyl fommige dry vers van onrecht * zich te vooren niet ontzien hebben , om zich te laten ontvallen: 'er moet Burgerbloed gejlort worden * T)e Staaten van Utrecht kunnen althans in geen punftiger daglicht geplaatst worden, in tegendeel Verdient hun trouwloos gedrag, nog rijeerder de verontwaardiging van een vry Volk. Tg  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. IJ Te vooren op het tydflip dat de Natie algemeen geïodigneerd was, over den Admiraal-Generaal, uk hoofde van den 1'chandelyk gevoerden Engelfchen Oorlog, namen zy deze dispofitie hunner ingezeten waar, om het juk van den Stadhouder zich van den hals te fchuiven, zy vertoonden zich toen als Vrienden des Volks, zettende het zelve aan tot het prefenteeren van Addresfen, om van een drukkend Regeerings-Reglement ontheven te worden, zv moedigden de Wapenoefening aan, als een middel om aan de-ze Addresfen kracht te geven, zy misleidden het door hun plechtig opgeroepen Volk, door vriendelykheid en beloften , en dat alles met geen ander oogmerk, dan om eene haatelyke Ariftocratie, de ondraaglykfte van alle Regeeringsformen , in de plaats te ltellen ; doch wanneer Ucrechts Ingezetenen, en vooral de Burgery hunner Hoofd-Stad, hunne -oogmerken ontwaar geworden zynde , de Rechten hun toekomende, wilden doen gelden, veranderde men van toon, floeg alle wegen en middelen in, om het Volk te doen bukken, en fpaarde daar toe noch beloften, noch bedreigingen; wanneer eindelyk het geduld van Utreehts Burgery was afgemat, en dezelve zich van een groot aandeel, van hun onwaardige Stads Regenten had ontlast, verleidden de overige Staats-Leden hunne Vergadering naar Amersfoort, en gaven aldaar de düidelykfte blyken, van wraak ett ontrouw; onder het voorwendzel van voor hunne perfooceele veiligheid te zorgen, trekt men de ProvinciaaleRegimenten byeen, echter onder de herhaalde betuigingen, van niets vyandelyks te^en de Stad Utrecht te zullen ondernemen; betuigingen, waar van men de waardy nu onlangs zoo fprekend heeft leeren kennen, toen ons gantfche Vaderland de ontrustende tyding hoorde, dat gemelde Sraatsleden zich niet ontzagen , om, ongeacht alle vreedzaame toezeggingen, de Stad Utrecht van alle kanten in te fluiten, en vermeerdering van Krygsvollc uic Gelderland in te roepen, met geen ander oog. merk.  S6 Verzameling mn Stukken ietrekkelyk tot merk, dan om een fysthéma van louter geweld in te voeren, ge yk zuJks ook met 'er daad gebleken is, m het violeeren van Stads Territoir, in het bezetten van het Dorp Vreeswyk, anders de Vaart; en allerfterkst in den moorddaadigen, en niet ge' provoceerden aanval, op een Detachement der Burgery van gemelde Stad, en het vergieten van dierbaar Burgerbloed. Ziet daari Ed. Groot Mogende Heeren! de partyen, met welken men in onderhandeling zoude moeten treden; en wat het Collegie van den Raad van Staaten, 't welk zich hier in als bemiddelaar heeft aangeboden, betreft, geven de OndergeteeS'" U. Rd: Groot Mogenden in bedenking, of dat Collegie hier toe neutraal genoeg mag gerekend wordenblykens de crimineeJe Proceduren , door dien Raad tegens den Generaal vAn Ryssel! en andere Officieren, welke de ordres van U Ed Groot Mogenden hebben geobedieerd, bedreigd: en» meer is , blykens de permisfle van den zelvden Raad, om voorde Gelderfche en Utrechtfche Staaten de Magazynen te openen, welke, zoo de geruchten zweeven, verleend zoude Zyn. De Ondergeteekenden ftellen het met U Edele Groot Mogenden en de geheele Natie buiten alle twyffel, dat de geweldige oogmerken, van gemelde btaaten zich geenszins bornecren, om enkel dte Ingezetenen hunner Provinciën i aan welke U Ed. Groot Mogenden derzelver protectie hadden toegezegd, onder het juk te brengen, maar dat zich het Plan van gewelddaadige overheerfching en vvandelyk geWeld, ook daadelyk tot deze Provincie uitfbekt, zoo als in de bondige aanteekening dér elf Steden; van den 22ften May dezes jaars, genoegzaam is betoogd, en in de Misfive der Staatsleden van Utrecht, den 23ften May by U Edele Groot Mogenden ingekomen, niet Weinig is bevestigd, als waar in gemelde Staatsleden van zich hebben kunnen verkrygeni om U Ed; Groot Mogenden tegen de waarheid aan j de Aggrcsfgurs eii Oir-  it Gebeurtenis/en in ï}8? ent- voorgevallen, ij Oirzaaken van den tegenwoordigen Burger. Oorlog te noemen, en daar door zonneklaar wonen, enkel een voorwendfei te verlangen, om tegen U üaeie Groot Mogenden, en devrye Landzaten dezer Provincie vyandelyk te ageeren. . De Ondergeteekenden vertrouwen, dat U Edele Groot Mogenden, door de onpartydige weereld, bikomen zullen gejustificeerd worden, over dertnnreeht aangetygde befchuldiging, en aac in Wendeelü Ed? Groot Mogenden altooS den lof Sien wegdragen, van alle mooglyke toegevenheid te hebb^ngebruikt, tegen deze overweldigers hunïer vrygeblren Ingezetenen, van welke toegevenheid nu *0o onlangs een fprekend misbruik 3 gemaakt toen zy, (leunende op de ordres van ü Ed. Sfoot'MoSnii, aan het Guamifoen van Utrecht gegeven, zich hebben verftoüt, orri, -onder het befeik van het gefchut van gemelde Stad, vyande- ^J^VSn&S^a vaat ftellen* dat een cordaat doorflaan in dezen nood , het ee. ïigfte middel van redding voor het he«e Vaderland K nemen zy de vryheid aan U. Ed. Groot Moieuden ofhetlerbiedigfte, en teff.-n. op het ^nSe te verzoeken, tot°gene onderhandelingen S te tteden , dan op zulke grondflagen, en onder ioodaaniée precautien, dat men een waarlyk goede Sat van dezelve zoude kunnen verwachten , en Seze^E «prnirvaaken . in de zoo volftrekt noodzaakelyke 3 f defenfie, en dat niet allen fpoed voortgang worde gemaakt, om de Militie van de, Ie P fvincie in dfen rtaat te brengen dat zy tot wezentlyk nut kan geëmployeerd worden. De Ondergeteekenden penetreeren wel de moei lvkheid, die de tegenwoordige gefield held der Militie veroirzaakt ,° maar zy verwachten niet , Slt dit U Edele Groot Mogenden zal kunhen, te. Jug houden : de zoo algerneen betoondé bere.1* willigheid en gedaaue betuigingen vaa het best* XXII. Deel. B  13 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot gedeelte varj Hollands Ingezetenen, verzekeren U Edtie Groot Mogenden van derzelver hartelyke en krachtdaadige onderfteuning; het zoo onlangs voorgevallene te Woerden en Oudewater, toond wat een welgezinde en cordaate Burger-Militie vermag , dat onze Landgenooten , niet ontaard van hunne heldhaftige Voorvaderen, ook in dezen tyd blyken zullen geven, van hunne zucht voor Vryheid en Vaderland, en zich met alle macht verzetten tegen de heerschzuchtige Geweldenaars, die de vry geboren Ingtzetenen van dit Gewest trachten te vernederen, tot de laagte van zulke Volken, welke van den wil van êéntn afhangen, of aan de verdrukking van eenige weinigen onderworpen zyn. De Ondergeteekenden vertrouwen vólkernen van de wysheid van U Ed. Gr. Mogenden, dat Hoogstdezelven in dezen kommervollen toeftand van zaaken, van alle zoodaanige middelen zullen gebruik maaken, welken God en de Natuur hun aan de hand geeft, tot redding van het lieve Vaderland! En daar zy Ondergeteekenden geconvinceerd zyn, dat het thans, en vooral na de onwederlegbaare argumenten in de zoo evengenv.lde ContraAanteekening van elf Steden, bygebracht, buiten alle bedenking is gefteld , dat de tegenwoordige Heer Stadhouder, aangemerkt moet worden, als de bron en de oirzaak der heillooze verwarringen en gewelddaadige poogingen , tot omkeering vaa 's Lards Vryheid en ondergang van 't Vaderland, zy het den Ondergeteekenden geoirloofd, te gelyker tyde aan U Ed. Groot Mogenden onder het oog te brengen , dat de Ingezetenen dezer Provincie, altoos zoo gewillig om 's Lands lasten te dragen , echter aller ongaarnst de Penningen , door hun zweet en arbeid den Lande opgebracht, niet langer zoude zien employeeren tot onderhoud en grootmaaking van eenen Staats-Minister, wiens vyaudelyke oogmerken ten radeele der Vryheid, en ten verderve van deze Provincie, 200 zichtbaarlyk doorftiaalen, en dat zy midsdien U Ed, Groot Mo- gen-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19 gunden verzoeken, om ook ten dezen opzichte, & het welmeenendst gedeelte der Burgeryen zich door vrywillige Douanen, ten voordeele der a gemeene iaake Uitput , zoodaanige cordaaie mtatregelen gelieven te nemen, als ü Ed, Groot Mogenden, voor het welzyn van het Vaderland, naar derzelver wysheid en rechtvaardigheid noodip- eu heilzaam zullen oirdeelen. En voor het óverige betuigen de Ondergeteekenden da? ingevalle die verdervers yan hun Vaderland'en hefegers van hunnè Vryheid, dooreenen onilukki|en keer van zaaken, over alle hunne welSoende poogingen mogten zegepraalen, zy, alt SfardTge Burelrs bereid zyn, het lot van hunne getrouwe Vertegenwoordigers, die tot het einde toe pal Honden? en het zich een eer zullen rekepen ,P m dezelve alle de rampen van een ongelukkig, maar te gelyk groot Vólk, gemeenfehap. oelvk te deeleu. . ,,. De Almachtige keere eene zoo ongelukkige omwenteling, en zegene ten dien einde uwe Land», vaderlyke befluiten. 't Welk doende, &c. No- Propofitie door de Heeren Gedeputeerden ' der Stad Amfteldam, ter Staats-Vergadering van Holland gedaan, om eene Commisfie te benoemen, tnet ampele macht voorzien, om voldoenende maat? regelen te nemen en ter uitvoer te brengen, jen einde0 alle .aanvallen tegens. de Provincie van Holland en de Stad Utrecht, efficacieufelyk tekeer te gaan Ê?c. In dato den 7 juny 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amdeldam^ hebben ter Vergadering gedaan,, en vervolgens> iü sKchriFte overgegeven de navolgende Proportie. E De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam bbben op ezpresïe last van de Heeren htohe Png  20 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tót , cipialen, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden voorgedragen, dat gemelde Heeren Principaalen in ferieufe overweging.genomen hebbende de critique toeftand van het lieve Vaderland, en fpeciaal van deze Provincie , vermeend heb- . ben, niet langer te moeten uitflellen, UEd. Groot Mogenden onder het oog te brengen, en te herinneren : Dat de Provincie Holland, die onophoudelyk blyken heeft gegeven van haar zucht en verlangen, om het Verbond der Unie, gevestigd in het bloed der Voorvaderen, en tot hier toe door het fpendeeren van onnoemlyke fchatten voor eene totaale -disfolu'ie bewaard, ongefchonden aan het laatfte NagefJacht over te brengen, federt eenige tyd het •Voorwerp geworden zynde van de jalouüe en haat Van eenige weinigen, die, onder den naam van de Staaten van Gelderland en Utrecht, aan hun hoofd hebbende Prins Willem de vyfdf, openlyk betoonen, zich op haare ruïne en ondergang toe te 1-eggen , onder voorwendzel, van eikanderen behulpzaam te zyn tot het te rug dryven van de Militie dezer Provincie, dewelke, op het verzoek van de Regeering der Stad Utrecht, en op bevel van de Staaten dezer Provincie, alleenlyk is toegefchoten, om haar als een Mede-Lid van het Bondgenootfehap, en uit hoofde der verplichting door de Unie op haar gelegd, tegen het geweld en de overheeriching van eenige weinige Staats-Leden te dcfendeeren. Dat, om van het zoo even gepofeerde ten vollen overtuigd te zyn, de Achtb. Raad alleen maar noodig heeft gehad , zich te rememoreeren; in de eerfte plaats, den vyandelyken -aanval van de Militie, Onder bevel van den Graaf van Efferen, tegens de Burgery der Stad Utrecht, welke daad dan ook de Regpering van voornoemde Stad heeft doen reclameeren die hulp en protectie, welke haar van wegens Hun Ed. Groot Mogenden folemneel was beloofd en toegezegd, terwyl de prasstatie van die  ie Gebeurtenis/en in 1787 m voorgevallen. 21 muen. en met één wMra seIwoestmgea l°fs Int v*JS*f. -«"^5 worden, terwyl tle_eve£6^ rkrvgeQ niet alSS^^rgeS van de Afnaaien van het gemeene Land, en dus van het Oefen»ï en Ammunitie voor het grootte gedeelte -est of i--fGeSaoS SSS" M'S5e Provinck van Utrecht te Amersfoort vergaJerd f Snimmer kunnen gezegd worden , de u 'ii Provincie van Utrecht te reprefenteeren,) geheele PF0.v'°clfpVlnpnnen geven, dat hun waare die met^drnster te *£^&™n>dc Militie van SolSnd, tthertng\eritad Utrecht toegegnSennie^ 't werk te «ellen, f^ac "Jereedachte Staats-LeHnn H002 Mogenden en by den Raad van Staa-  *a Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot de, worden in gevaar gebragt, van zich aan plichtverzuim, disobedientie en mein-ééd fchulX -n dus ten hoogften drafwaardig te maaien g' Ten derden. Dat de Stadhouder van'deze Pro virxie, vergetende zyne duure verplightinge -££ Hollands Ingezetenen, ondankbaar aari deTrnn? fte wddaaden, welken hy en zyn Huis"vaTdt zelve heeft genoten en meer gehoor gevende aan kwaade Raadslieden, dewelke als fyaSen des Vaderlands behooren te worden aangeziï als aan de vermaaningen van zulke, welke bezield zyn met waare liefde voor 't zelve Vaderland. zich mede niet ontzien heeft, om by een openlyk Declaratoir of Manifest, als ware hy eer1 WverrL Vorst, en onder eenige frivole en vague Shufc digmgen, tegens eenige weinige (doch ongenoemde) Leden en M-misters van de RegeerinV, een gedeelte van voornoemde Ingezetenen tegen? I Lands nooge Overheid op te zetten, en door de befluiten van den Souverein voor overhnasr onwettig en van onwaarde te verkJaaren, deze ver blinde Yveraars voor het Huis van Oranje, toton gehoorzaamheid en oproer op te rokkenen , ea zich a.ls een Hoofd en Voorganger in disrespect, ongehoorzaamheid en weerfpannïgheid van zynen en hunnen wettigen Souverein, te gedragen Dat eene bedaarde befchonwing en ernfWóverweging van dit alles, vergeleken met de aanhoudende moderatie, welke zich in alle de Refolutien van Hun Ed, Groot Mogenden heeft gemanifesteerd, hen het eminent gevaar, waar aan derePm yincie geëxponeerd word, zoo evident heeft doen voorkomen, dat zy geen oogenbiik langer hebben wil en uitftellen, orn tot voorkoming van allèon heilen, waar mede ons lieve Vaderland word ge dreigd, van dezer Stads wege den Gedeputeerde» ter Vergadering van Holland te qualificeeren ™ te gelasten, om aan Hun Ed, Groot Mogenden proponeeren 3,« om eene CommisSe te benoemen a, beftaande uit eenige weinige Leden uit het mid' m dea  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 den der Vergadering van deze Provincie , niet " Scedeerendf het getal van vyf, met adjunftie " Sn twee Heeren uit Gecommitteerde Raaden " ,yn°a Hage refideerende, en een bekwaam Per' Son behoorlyk gefalarigerd , tot Secretaris, " teï kêuM vm die Heeren; en dezelve Commisr, fie te vooïzfen met zoodaanige ampele macht waar door dezelve in ftaac werde gedeld, orn " Se vSdoenende maatregelen te nemen en Lr uitvoer te doen brengen, als naar hun inzien " bLTH^SznWen zyn, om alle aanvallen tefensgdeze Provincie en de Stad Utrecht effica,\' Selyk te keer te gaan, alle geheime of openSe machinatien van hun of hunner Bondee' nootenVyanden te verydelen; met verdere quafificatie, om tot krachtdaadige en onverwytde " uitvoerinae van dit alles, zoodaanige Perfoonen " Kar efrerlï en middelen te employeeren, als " 2rbSd5S van dien dienftig zullen oirdeelen, " en daï we gebruik te maaken van 's Lands Pen" ninS; als mede, om zulke onder de Mihtai" ren die boven anderen in yver en gehoorzaam" heid aan de bevelen van den Souverein en van deze te benoemene Commisfle uitmunten , te " Konen; en eindelyk, tot het in dienst bren" gen en bezoldingen van zoodaanige Corpfen van Vrywilligen uit de Schutteryen en Genoorfchap" nen uit de Steden en het platte Land van Hol" land, als zich ten diende van het lieve Vaderland en defenfie van haare Bondgenooten, willen " nat mee?2emeldeDCommisfie, ten einde van het J£J moogfyk nut voor den dienst des Vaderlands Te kunnen zyn, en de fpoedigfte expeditien aan derzelver ordres te kunnen doen erlangen , haare refidentie zoude dienen te houden in het Cordon, of wel zoo na by de plaats, alwaar de CommaiSant en Chef van de Militie dezer Provincie zyn verblyf houd, als eenigszins doen yk is. Dat dezelve al wyders, zoo veel mooglyk, corB 4 rcs"  ^Verzameling vm Stukken Ietrekkelyk tot respondentie zal behooren t» t,«.,j Mogenden van den d^eptembèr i^T H QJ' en n 's Hage reüderrrXiï 786 gecreóerd, concert ^SSJ^^°^ ' 60 ™et dezelve da En dat laatttelyk deze benoemde Commi./gehouden zalzvn, voorlnnïlJ™ ^onïmisue on- «r ^d^^S^»- van Hun Ed. fed^^?^^"- ^d derzelve, fchrevene Propofiden hoe eer ZooTeter % J00* en op eene fpoedige conclufl* t<° h ?ate doen» dringen met'declafatdr?^ te antwoordmg wil gehouden worden^voor de n.H.T Ijge en funeste gevolgen wpik. u ae.nadeevan de deliberatierTover óelï v h"'«"neere* tejefteeren of verzwakken vS d/,Tfi"e' °f he6 lieve Vaderland en deszelvs Vrvfölve' ™or het. Jjevende Ingezetenen en medSn CD 0verne''^ gunnen pronueeren mede-Burgeren, zouden. P^cZ^t^^^ ff» het ^ de Ridderfchap en Edele^omhetz elfe Va* denader te e^amineeren, en door dl uJ de^ deputeerden der Steden Delft r ? Ge* chem, Brielle," Hoorn PnVrT- G°u,da, Gorio. demblik, ■^d^UE!SSSSBLBSr en Mede Heeren hunne Princinaaien i« de'nte?"e van m ^«««W tot iiKdSeïtÈ Daale Refo" 4'cordeert met voorfz. Refolutien,  ie Gebeurtenis/en in T787 enz. omgevallen, zf H». 1733. Request van negen Oud'Schepenen derStai Rotterdam, zoo voor hun zeiven en als Gecooilitueerden van een zeer aomienlyk getal hunner Mede-Burgeren , aan Hun Ed. Groot Molenden de Heeren Staaten van HoVand en IVesi-Frieüandi verzoekende om redenen ten Requeste vermeld, dat de Refolutien, waar door zyne Doorl. Hoogheid van hel commando over het Guamifoen van 's Hige is ver/looken, en als Kapitein-Generaal is gefuspen. deerd, ten fpoedigften mogen worden opgeheven. In dato den 7 Juny'1787. Geven met verfchuldigden eerbied te. kennen, de Ondergeteekenden Johannes Hoog , Dirk L. van Cattenburch, Abraham Verstolk, Mr. Jan Cornets de Groot, Mr. Jan Daniël de Loches, Mr. CORNELIS van HeUSDE, EwOUD van SoN, JoHAN Philip de Montó, Adrianos Havart, Willem Suermondt en Mr. Marinus Hoog , allen OudSchepenen der Stad Rotterdam, zoo voor hun zeiven, en als Gecooftitueerden van een zeer aanzienlyk aantal hunner Mede-Burgeren. Dat de Ondergeteekenden vertrouwen, dat 'er niemand in deze Republiek te vinden is, welke de allergeringfte kennis heeft van haaren tegenwoordigen toeftand, die niet erkennen moet, dat dezelve ten uitenten akelig is. Doch dat de Ondergeteekenden zich ten hoog- ften moeten verwonderen, dat Meofchèrj', welken hier van gepenetreerd fchynen, en de tegenwoordige fituatië afteekenen, —• ,, als een 9, fchroomlyk vooruitzicht, dat deze eertyds zoo t, bloeiende Landen , de zetel van rust en over9, vloed , wel haast tooneelen van een allerver„ woestende Burger-Oorlog zullen opleveren": — dat dezulken échter beftaan, middelen aan te pryzen, welken z°odaanigen Oorlog ten onvermydelyken gevolge moet hebben, — en dus voor Bet eenige middel tot herftel der rust en ééadracht fcouden, — het oeffeDen van eene volftrtkte over*l - || . roac;h£  Verzameling van Stukken letnkhlyk u% macht over alle de Ingezetenen, welken met hunne denkwyze niet overeenkomen. Dat deze Menfchen wel eene luidruchtige vertooning maaken, als of zy de eenige uitbrengers waren van de (tem der geheele Natie,— dat de aanhang, die zy door alom bekende middelen en kosten verkregen hebben, ook waarlyk groot is, ■— en dat de ftoutmoedigheid hunner zoo vreemde als onverwachte demarches, het overige gedeelte der Natie met fchrik en verbaasdheid gefiagen heeft; — doch dat het 'er echter nog ver af is, dat zy de meerderheid der Ingezetenen zouden Uitmaaken, en zeer veelen die met hun, ten aanzien van 's Lands belangen gelyk Haan, met reden Zouden uitfluiten,-- en dat het nog verderaf is, dat het overig gedeelte der Natie, fchoon ongewapend, echter reeds zoo zeer zou zyn vernederd, van haare vry geboren halzen met gedweeheid en gemoedigdheid te moeten bukken onder het juk van huns gelyken, — ja — dat dit zonderde allerysfelykfte gevolgen van eenenBurger-Kryg, niet te verwachten is. Dat het dierhalven alleronbegryplykst is,dat zy, — die voorwenden voor de jammeren van dien oorJog beducht te zyn, echter liever verkiezen het voorftaan van middelen , waar door het lot van het lieve Vaderland aan de onzekere kans van zulk een oorlog word overgelaten , dan dat zy met goede oogen zouden aanzien, dat 'er ietwes wierde afgetrokken van het Plan, het welk zy zich gevormd hebben, — daar de ondervinding hen immers het tegendeel ten fterkflen behoorde aan te raaden. Daar het immers, — (hoedaanig men ook denken moge over de oirzaaken en fources der onlusten , en over de maatregelen, hier toe in het werk gefield) eene gefchiedkundige waarheid is, welke geene tegenfpraak kan lyden, — dat vaD dien tyd af, de Heer Stadhouder gemeend heeft, zich buiten deze Provincie te moeten begeven, de onlusten dagelyks, en hand over hand zyn vermeerderd, ea  ie. Gebeurtenis/en in 1787 ««• voorgevallen, ■en dus, dat de genomene maatregelen geenszin* ten gevolge hebben gehad, de herftelling der rust en ééndracht, maar in tegendeel eene toenemende venvydering tusfchen Provinciën en Provinciën tusfchen de Leden van Staat onderling, — en tusfchen de byzondere Ingezetenen. Dat het derhalven niet te verwonderen is, dat reeds veele duizenden van 's Lands Ingezetenen de herftelling van 's Lands vervallene zaaken, uit de terugkomst van zyne Hoogheid vervrachtende, en zichVerlatende op de welmoenendheid zyner aanbiddingen in Hoogstdeszelvs Declaratoir van den aóften May laatstlöden vervat, gegrond in het be» lang, dat zyne Hoogheid boven alle andere Iogezetenenen in 's Lands behoudenis heeft, deze hunne gevoelens , en daar op gebouwde Supplicatien, by veelvuldige Addresfen aan ü Ed. Groot Mogenden hebben te kennen gegeven, en dat de Ondergeteekenden dagelyks ondervinden , den aandrang van een overgroot getal hunner Mede-Burgers , om derzelver eenftemmigheid dienaangaande, by foortgelyke Addresfen te doen blyken; —: dan dat de Ondergeteekenden, gevoelende de inconvenientien daar aan vast, en nader geleerd, door het gen» men in het volkryk Amfteldam by zoodaanige gelegenheid ontmoet heeft,geprefereerd hebben, zich alleen, — echter uit den naam, en ter opvolging aan den wensch van zeer veele Burgers en Ingezetenen der Stad Rotterdam, van allerleie rang en clasfen,— te addresfeeren aan U Ed. Groot Mogenden, met ootmoedige, doch niet min ernflige bede: dat het U Ed. Groot Mogenden behaage, te belluiten tot het wegnemen der hinderpaafen, welken den Heer Erf-Stadhouder van deze Provincie verwydert; en ten dien einde de Refolutien, waar door zyne Hoogheid van het commando over het Guamifoen van 's Hage verftoken 9 en in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is gefuspendeerd geworden, ten fpoedigften op ts heffen, en voorts met Hoogstdenzel• ' ven  a.8 Verzameling van Stuiken Ietrekkelyk tot ven te concurreeren, tot het bcraamen der middelen," om de rust en ééndracht algemeen te herfteilen. en alzoo den totaalen ondergang van het lieve Vaderland, onder den zegen van God Almachtig, da3de« lyk voor te komen en te verhinderen. *t Welk doende, &,c. N*. 1734. Declaratoir van Geconftitueerdens van Burgers en Ingezetenen der Stad Rotterdam, bevehkelyk Mr. H. A. Kreet. In dato aen 8 Juny 1787. Geconftitueerden van ruim veertien honderd der notabelfte Burgers en Ingezetenen der Stad Rotterdam , vernomen hebbende , dat alhier ter Stede word voorgegeven, en zelvs in openbaaren druk verfpreid, dat de Heer Mr. Hendrik Arnold Kreet, des avonds van den23ften April laatstleden, door Geconftitueerden zóude zyn begittigd geworden met een ftuk zilver, ter waarde van omtrent drie honderd guldens , ter belooning van het gedrag door zyn Ed. ten bovengemelden dage by de remotie van zeven Raaden uit de Vroedfehap dezer voorfchreven Stad gehouden ; verklaaren en betuigen by dezen in alle oprechtheid, het voorfchreven voorgeven en uitftrooizel van alle waarheid t'eenemaal ontbloot, en dus een verzonne logen te zyn: voorts verklaaren en betuigen Geconftitueerden voornoemd, mede in alle oprechtheid, dat welgemelde Heer Mr. Hendrik Arnold Kreet noch op, noch voor, noch na den voorfz. 23ften April, en dus nooit, 't zy ter zaake van de voorfchreven Remotie, 't zy uit eenigen anderen hoofde hoegenaamd , noch door hun, noch van hunnen t'wegen, of van hunne Conftituanten , voor zoo verre Geconftitueerden weten of vermoeden kunnen, eenige gifte, gave of belooning hoegenaamd voor zyn Ëd. Advyfen of Adfistentie is toegezegd of beloofd, veel min gedaan, gegeven of  ie Gebeurtenis/en in 1787 «* voorgevallen. *9 üje bv hem ontvangen; en laatftelyk, dat meerge™Jdl H-er Kreet niet alleen nooit eenige gifte o' beloonfni5 van Geconftitueerden voornoemd Wr L°nretendeerd, maar ook nooit,.voor zoo rs^§^4^*? - sis "■^•k* of iadl.cc, K «otterdam den 8 Juny '1787. Als Seeretarii, Pieter de Koker. No P«&tó? van Ha» Ed. Groot fogmdj ' din eren Staaten van Holland en West-Fnesland , laar b\ Henry Balneavis, Lt. Collonel by het ReJimlntvan Stoart, als zich aan Hoog Ver. . raadlebbendeJchuldig gmaa* word aanmerkt > en een vrx.nie van twee duizend goude Dukaaten ?p Zilver apprehenfie gefield. In dato den iz Juny 1787. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die deze zullen zien of hooren Ie- ZC A1zoouHenry Balneavis, Lnitenant:ColIonel by hef Regiment van den Generaal-Major. Stoart, ten Senfte dezer Landen, zich piet ontzien heeft, «m liet teeenftaande de pofitive orders ten conmrie, ziKanTe matigen het Commando over "en gedeelte van het voorfz. Regiment, Guarmfo?n houdende te Oudewater binnen deze Provincie! en zich te ftellen aan het hoofd van de door hem tot revolteeren gebragt zynde Manfchappen, ïfrf diverfe Compagnien; in zoo verre, dat hy met dezeïven, na daihy zich aan het bevel van hunne  3o Verzameling vati Stukken Ietrekkelyk tot Officieren ontrokken, mitsgaders den Collonel VA» Citters en eenige andere Officieren van hetGuarmloen met geweld overmeesterd, en vyf ftukken Kanon vernageld hadden , en na dat voorts de Vaandels benevens de Krygskast, gedeeltelyk door dezelve uit het huis van gemelde Collonel van Citters ontroofd waren, uit de voorfchreven Stad Uudewater is uitgetrokken, en alzoo de Militie, welke wy tot defenfie van ons Souverein Territoir aldaar in bezetting hadden, verraderlyk aan ons heeft ontweldigd. Zo is 't, dat wy het gebeurde ter Plaatze voorlchreven, niet anders kunnende aanmerken, dan al» Hoog Verraad, en teffens voor het welzyn van den Lande , en ter efficacieufe handhaaving van ons Hoog en Souverein gezag over de Troepes, binnen deze Provincie in Guamifoen leggende ten uiterfte dienüig hebben geoirdeeld, dat in het bvzonder niets onbeproefd werde gelaten, om, bv provifie, den gemelden Henry BalneAvis gevangJyk naar herwaart te doen overbrengen , aan dén genen, die denzelven Henry Balneavis zal leveren op de Voorpoorte alhier in den Hage, of daar toe aan onzen Advokaat-Fiskaal by het Collegie van de Heeren onze Gecommitteerde Raaden fecuure aanwyzing zal Weten te doen, zoodaanig, dat dezelve Henry Balneavis effectivelyk op de gemelde Voorpoorte in hegtenis geraake, eene premie beloven van twee duizend gouden Dukaaten, zullende den naam van den Leveraar of Aanbrenger, des begeerende, gefecreteerd blyven. Authorifeerende mede wel ezpresfelyk allen en een iegelyk, zonder onderfcheidi en van welken ftaat of conditie dezelve zyn mogte, om den meergemelden Henry Balneavis , alwaar dezelve te bekomen mogte zyn, daadlyk te apprehendeeren, en ra herwaart op de Voorpoorte over te brengen i ordonneerende wyders aan alle onze Officieren en Justicieren, om des verzogt, dè'ar toe de behulpi zaame hand te bieden, zonder daar van op eeniger- haa-  ie Gtbewtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. $r bande wyze in gebreken te mogen blyven, op poene van privacie van hunheder officie. (*) N" 1736. Addres uit naame der Schutterye der Stad . Leydtn, aan Herren Burgemeesterenen Vroedfehap. ingeleverd, betrekkelyk het voorgeflagene Plan van Mediatie &c. In dato den 12 Juny 1787. Edele en Groot Achtkaare Heeren ! Hadden wy onlangs het geluk, van ons te moi gen verheugen over de cordaace Refolutie, by U Wel Ed. Groot Achtb. genomen, en aan de ideeren-Gedeputeerden ter laatst gehouden Staats-VerKadering in last gegeven, waar voor wy onze hartelyke dankerkentenis by dezen openlyk betuigen; wy hadden nimmer kunnen verwaenten, dat wy genoodzaakt zouden zyn , om In deze oogenblikkea onze bekommering aan U Ed. Groot Achtb. te moeten te kennen geven, daar wy hebben moeten ontwaar worden , dat by het Rapport van het perfooneel Befogne aan Hun Ed. Groot Mogenden, het plan van Mediatie, by den Raad van Staaten voorgeiiagen, met eene zeer geringe verandering word aangeprezen. Een Pian van Mediatie, ontworpendoor dat Collegie, dat met en benevens dat van Bun Hoog Mogenden tot hiertoe, voor het oog van geheel Europa, de zichtbaarfte bly ken heeftop. aeleverd, dat zy onder de voorgang van den gewelddaadi^en, en door de Natie zoo zeer begunftigden Willem de vyfde, het op niets minder, dan op de geheele ondergang van onze dierbaare, en door het bloed onzer Voorvaderen zoo duurgekochce Vryheid en Voorrechten hebben toegelegt. Wélt» (*) Na de Revolutie, is dit Plakaat op propofitie van de Gedeputeerden der Stad Schoonhoven, ingetrokken. Zie het //. Dsel dezer Verzameling, hl. 9 en 10.  3$ Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot Wat kannen, wat nioeten wy verwachten, Èd. Groot Achtb. Heeren! door ons met hun te bevredigen, die tot hier toe alle vriendelyke middelen van verééniging hebben veracht; ja die zelvs dat kostelyke Bur/erbloed, het welke reeds voor den Throon van een rechtvaardig God om wraake roept, in koelen bloede hebben doen ftorten , rónder dat zy daar over eenig berouw töonen: in tegendeel, onverzettelyk blyven Volharden in de geWeldigfte maatregelen, die niets minder dan moorden plundering, jï eenen alles verwoestenden Burger-Oorlog aankondigen. • Wat kunnen wy hoopen van eene Mediatie, waar by dezer zyds , de handen gebonden worden in het zoo hoogstnoodig verder reformeeren van het Cordon; öf is het, Ed. Groot Achtb. Heeren ! een Haat van zaakên, waar op wy gerust zouden kunnen zyn , bewustheid te hebben , dat wy in onzen boezem een groot aantal Militairen blyven behouden, die met zoo veele woorden openlyk hebbea gezegd, niet hunnen Souverein, de Heeren Staatez dezer Provincie, maar in tegendeel de bevelen van hunne partyen te zullen opvolgen, terwyl het op fister gebeurde te Oudewater, met het gewelddaaig verlopen van een gedeelte van 't Regiment van Stüart, zoo anderszins de tydingen, daar van op gister avond ingekomen, zich bevestigen,dat meer dan te vreezen is, doet zien, dat 'er met oneindig meer activiteit en krachr zal dienen te worden te werk gegaan, of ras zal alle gezach en onderwerping geheel zyn omgewroet, en noch de Perfoonen van U Ed. Groot Achtb., noch die hunner braave Mede-Burgers, veilig zyn, voor deh opftand van opgeruide Soldaaten. De reeds te lang vertrapte en getergde JSatie, heeft te Veel opgeofferd, dan dat dezelve, hóe zeer op eene gelukkige afkomst der gefchillen hoopende, zich thans door zoodaani* ge Mediatien zoude laten misleiden , die haar verderf zouden voltooien, dan dat zy daaf tegen haare tot hier toe nog vrye ftem niet zoude doen hoo. ïeêt  de Geb'eürtenisfen in 1787 voorgevallen. 33 ren. Neen , Ed. Groot Achtb. Heeren! thaDS is de tvd aanwezig, dat wy toonen moeten, met de Wapenen in de hand te fterven öf viy te zyn, en wy zouden ons onverantwoordelyk ftelïen voor God, onze Kinderen en onze Nakomehngfchap > indien wv niet by U Ed. Groot Achtb. in deze gevaarlyke oogenblikken, met allen eerbied , doch teffens ook SS al dien ernst en cordaatheid, welke het kenmerk van eenen vryen Nederlanden?, op eene efficacieufe voorziening aandrongen; ja als dan zouden wy onwaardig zyn de graven te betreden van zoo veele ónzer waardige en gezegende Voorvaderen, welke de Vryheid met hun bloed Verzegeld hebhen, en welker koud gebeente binnen onze muuren rust Wy zouden te kort doen, Ed. Groot Achtb, Heeren» aan Uwe Vaderlandsliefde en bekende cordaatheid, indien wy verwachten, dat U Ed. Groot Achtb. deze onze bekommering niet zoude aanroer* ken als. een blyk van het belang, dat wy als Burgers dat wy als Onder-Officieren dezer Stede Srhutterv» in het geluk en het welzyn van.bns lieve V Sand ftellen; neen, Ed. Groot Achtb Hee* Sn, wy verwachten , dat ü Ed. Groot Achtb., ftaande dezer Vróedfchaps-Vergadenng zoodaanige befluiten zullen nemen, waar door onze Stads-Ge* deputeerden ter naastkomende Staats-Vergadering helpen zorgen, dat'er ter zeiver Vergadering gee* ne befluiten genomen worden, waar door de dóór deze Stad zoo cordaat genomene Refolutien eenigszins zouden worden gebracht buiten hun geheel t Wy verwachten diensvolgende , dat het Plan van Mediatie, zoo daar over de debberatien raógtea ïooén, hier na zal worden ingericht; althans dat; ' feeduurendede deliberatien over het rapport van ÖeC perfooneel Befogne, krachtdaadig zal worden vooru «eeaan met het verder helpen daarftellen van aha zoodaanige middelen, waar dóór, deze Provincie, waar door onze verdrukte Utrecntfche Bondgen'ooh ten, in ftaat wórden gefield, om de Belaager» onzer Vryheid, om de Schenders ónzer Vbóttecnte- \ XXII; D&ku e  34- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene cordaate wyze het hoofd te kunnen bieden, terwyl U Ed. Groot Achtb. kunnen verzekerd zyn , dat de Vergadering van Kwartiermeesters altoos bereid zal zyn, om voor haare braave Vertegenwoordigers, voor hun Vaderland en Vryheid, hun goed en bloed vrywillig op te offeren; ja dat zy nimmer hunne vrye halzen zullen laten gekromd gaan onder dat yzeren juk van overheerfching, het welk men hun door een ofte meerder Tyrannen, reeds van zoo lang, gezocht heeft op hunne fchouderen te leggen; eiodelyk bidden wy, dat God, die tot hier toe de zaak des Vaderlands zoo zichtbaar met zynen zegen heeft bekrachtigd , de poogingen en raadsbeiluiten van U Ed. Groot Achtb., ten nutte en tot redding van het Vaderland , doe welge* lukken! In naam van de Vergadering van Kwartiermeeste. ren der Ed. Manh. Schuttery dezer Stad. (was geteekend) P. van Ameyden. C. Heyltgert. C. vam der Reyden. j. Rynierse. j. Moelee. Hend. Henkes. N". 1737. Addres van Gecommitteerden der Burgerye van de Stad Heus den, aan Hun Ed. Groot Mo. genden de Heeren Staaten van Holland en WesU Frieshnd, over het verlopen der Hollandfche Militairen naar 't Geldeifche territoir cifc. In dato den 11 Juny 1787. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende Gecommitteerden van de Burgery der Stad Heusden, dat de Burgery dezer Stad, geïnformeerd zynde van de trouwlooze gedragingen , welke verfcheide Militaire Compagnien, federt eenige dagen, in het Cordon dezer Provincie gehouden hebbes> zoo dat dezelve naar de Provincie van Gel-  ie Gebsurteniifen in 1787 enz. voorgevallen. 35 Gelderland zouden zyn overgelopen, en feitelyk eenig gefchut uit deze Provincie naar de Proviucie vao Gelderland met zich zouden gevoerd hebben, en tevens ondervindende, dat heden morgen alle de Militairen, welke deze Stad bezet hielden, naar elders zynde heen getrokken , de Heer A. Rauws, welke zy anders voor zyn Perioon geheel in zvn waarde laat,doch die te meermaalengetoond en verklaard heeft, de zogenaamde Oranje-of Prinfe-Party te zyn toegedaan, met nog één Heer, behalven den Heer Hoynck van Papendrecht, zich de Politieke directie dezer Stad had aangemaatigd, terwyl voorts het commando der geheele Stad aan den Sergeant Major Rappard , welkers fentimenten dc Supplianten vermeenen met volkomen zeleerheid te mogen daarftellen, dat volmaakt met die van den Heer A. Rauws ftrooken, zonder eenige bepaaling was toevertrouwd. En daar by in aanmerking nemende, hoe 't verlopen van voorfz. Hollandfche Militairen naar het Gelderfche territoir, volgens der Supplianten betichten, voornaamelyk was veroirzaakt door de Of* ficieren, welke by U Ed. Groot Mogenden in der* gelver Militairen dienst zyn gefuspendeerd, en dat niet alleen twee of drie. Zoons van gemelde Heer Sergeant-Major dezer Stad , op zoodaanige wyze door U Ed. Groot Mogenden gefuspendeerd zynde , maar ook verfcheiden andere gefuspendeerde Officieren zich by continuatie binnen deze Stad be« vinden ; waar by komt, dat verfcheide fuspe&e Petfoonen, welke men in deze critieke tyden, als volftrekte Vyanden van het Vaderland moet befchouwen, van tyd tot tyd, en nog voor weinig dagen, eenige tekeningen van de tegenswoordige Fortificatiën dezer Stad, fchynen gemaakt te hebben. a . En eindelyk confidereerende, dat de veiligheid van deze Stad , binnen welke zeer aanmerkelyke Magazynen en Arzenaalen met Ammunitie gevon-  35 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot den worden, van het hoogde aanbelang voor de*' ze Provincie is. Dat , herzeggen de Supplianten , de Burgery dezet Stad, uit hoofde van dat alles, zich heeft ver. piicht gevonden om niet alleen de Poorten mee .Manfchappen te bezetten, en alle de fleutels dezer Stad voortaan in derzelver bewaaring te houden, maar om ook te gelyker tyd te befluiten van geene Militaire, of andere gewapende Corpfen of Perfoonen, in het vervolg binnen deze Stad toe te laten , dan welke den ééd van getrouwheid thans, geduurende de Regeeringloosheid dezer Stad, aan de Burgery, en i" guoftiger tyden aan de Regeering dezer Stad, vooraf zullen hebben afgelegt. Dat de Burgery zich overtuigd houd, dat dit hun gedrag, niet alleen gegrond is op het generaal recht, het welk aan elke Stad en Burgery competeert, maar vooral op den inhoud der conventie, op den 3 en 24 December des jaars 1577 , door Ridderfchap, Edelen en Steden, als reprefenteerende de Staaten dezer Lande, en deze Stad , plechtig aangegaan, en waar by NB. fpeciaal ftaat uitge. drukt: ,, dat 'er geen Guamifoen binnen deze Stad ,, zou worden gebracht, dan met wete en toeftem- m:ng van die van Heusden." Dat de Burgery dezer Stad, welke, geduurende deze trouble tyden, vertrouwd gemanifesteerd te hebben, hoe ».y de Vaderlandlievende fentimenten van ïl Ed. Gr. Molenden welmeenend aarkleefd, en . tot handhaaving derzelven, goed en bloed veil heeft, zich genecesfiteerd heeft gevonden, van dit ba-ir welberaaden befluit, daadelyk aan U Ed. Gr. Mocerd^n kennis te geven; niet twyffelende, of r14 h->flichtea aan Bondgenooten verfchuldigd in den wind Haande, zich thans openlyk als fchaamtelooze aanranders van Hollands fouverein gezag , en ver» trappers der BurgerlykeVryheid, beginnen te vertoonen; eindelyk, de algemeene allarmkreet, van een aantal met recht verbitterde en tot ongeduld gebrachte raadelooze Burgerfchaar, en onder dezelve veele van der Ondergeteekenden Conftituanten, brengen hun in de onvermydelykfte noodzaaklykheid, om ü Wel Ed. Achtb. voor te dra- fteH!r ,ZyAZ'Lnt,8 e?nen Seruimen ^d, zoo by ü We! Ed. Achtb. als op andere gefchikte plaatzen, met alle macht, de noodzaaklykheid aange. toond, en daar op aangedrongen hebben, om het ter Staats-Vergadering daar heenen te dirigeeren, dat 'er in deze hachlyke, ja befiisfende oogenbükken, zoodaanige vigoureufe maatregelen mogten genomen worden, welke alleen gefchikt zyn, om de gedreigde en zoo van naby aangrimmende gevaaren, zoo mcoglyk onder de zegen van een onrecht ftrafFend Opperwezen, af te weeren,—- Thans WelEd. Ach tb. Heeren) is die nood grooter dan imïser, en het Vaderlandlievend Utrecht ziet zich door eene *  ié Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 30 •roe, waarfchyoelyk kort op handen zynde aanval bedreigt, welke, indien het ontmenschte geweld zegepraalde, die Stad en Provincie tot een ysfe yk tooneel van Burgermoord maaken zoude. Het is Sn ook 3? braaf e Stad, Wel Ed. Achtb. Heeren! welke in dezen haaren nood, op deze machtige Stad, welke door U Wel Ed. Achtb. vertegenwoordigt word, haar oog vestigt, en van de meer dan eens beproefde trouwe van derzelver braave, gewanende Burgery, haare redding te gemoet ziet. De Ondergeteekenden zonden de kunde van U Wel Ed. Achtb. te kort doen, indien zy het noodig■ oirdeelden, om op het belang het welk 't Vaderland aan het behoud dier Stad heeft, wydloopig te willen aandringen; haare nederlaag immers zou maar al tezeker die der Vryheid zyn. Vuuriglyk hadden de Ondergeteekenden gewenscht, dat de befchouwing van dit een en ander, gevoegd by een aandrang, door eene plegtige Deputatie, van wegens het Derenfie wezen dlrzelvfr Stad by Heeren Gecommitteerden door de Vroedfehap Yvooi, afgelegd, de door de Utrechtfche Bondgenooten zoo zeer gewenschte uitwerking zoude gehad hebben ; zy hadden zulks te meer gewenscht, wanneer zy in aanfehouw nemen , dat een onderftand uit deze moedige Schutterye te dringender word, door de trouwlooze defertie van een notabel aantal éédverzaakende Militairen , onder het oppergebied van Hun Ed. Groot Mogenden , waar door, en het Cordon ter beveiliging van Utrecht, door Hun Ed Groot Mogenden noodig geoirdeeld, aanmerklvk verzwakt, en te gelyk het getal en macht der Geweldenaaren vermeerderd is; waar by al verder komt, dat eene krachtdaadige beveiliging van Utrecht niet anders kanbefchouwd worden, dan eene wezenlyke beveiliging van deze Stad, ja van geheel Holland, als waar in, na de nederlaag dier bedreigde Stad, zich van den eenen kant de nog fchuilhnudende of beangfte Verraaders eensklaps het hoofd zouden opfteken, en het plan van geweld  40, Verzameling van Stukken betrekkelyk tut ■■■ :raad bevorderen; en aan den anderen kant, wei licht eene moedeloosheid en wanhoop zich al. ömme by de Braaien z tuden vertoonen, welke de khtikb.u...- .'t, Hitwgffeingen zouden hebben, en alle Vv^heidlievckdo Hegenten en braaffte Burgers, ean de woede van geweetenlooze dwingelanden zeudLn btootftellen.. De Ondergeteekenden, zouden zich een billyk verwyt van den kant hunner Priccipaalen op den hals haaien, en derzelver vertrouwen verbeuren , indien zy den nood van het benaauwde Utrecht, niet op het ernftigfte aan U Wel Ed. Achtb. attentie en zorgen wilden aanbevelen; zy doen zulks met te meer vertrouwen, daar zy in U Wel Ed. Achtb. zoodaanige edelmoedige Volksvertegenwoordigers mogen bafchouwen, welke die plichten, welke Bondgenooten aan hunne mede-Bocdgenooten in tyden van. nood verlchuldigd zyn, volledig kennen niet alleen , maar ook daadlyk willen uitoeffanen. Het is. dan om die reden. Wel Ed. Achtb. Heeren ! dat de Ondergeteekenden zich by dezen tot U Wel Ed. Achtb. vervoegen, met ernftig verzoek: dat U Wel Ed. Achtb, zittens Vergadering gelieven te refolveeren, om.de Heeren Gecommie. leerdeus tot het Defenfie-wezen te authorifeercn, en zoo veel des noods te gelasten, om alle de Compagnien dezer Stad op hunne respeftivq loopplaatzen te doeg oproepen, en aldaar, door de KapiteiBen o£ Bevelvoerende Officieren , aan de dienstdoende Manfchappen., zoo Officieren a}s Schutters, den dringenden nood van Utrecht, en daar door die van deze Stad, en 't geheele Vaderland ernftig voor te houden, en daar op voor te flaan! af.te vraagen e.n opnemen, hoe veelen 'er onder dezelve Officieren en Schutters bereid zouden zyn om tot byft.and. van voorfchreven Stad Utrecht, ten fpoedigften uit te trekken, ten einde alzoo, uit de zich aanbiedende Manfchappen, eenzoodaanigaanzieniyk getal, als door. het, Ütrechtfche Defenfiewezcs verzogf is, yoprziea met noodig^ wapenen ea  de Gebeurtem^fen in 1787- enz.- voorgevallen, 41 en ammunitie, of immers zoo^groot als eenigszias SetTomftandJgheden van deze Stad■ b^nbm zyn zal, met allen mooglyken fpoed derwaards te depecheeren. 't Welk doende, &c N» I7W. Extract uit 'de Refolutien van de Vroedkim'der SiadAmfieidau, in dato den 15 %m nS 7, waar bj var it beftoten om 600 a JOQMMf ' Tappen aan fe werven, en dudve ter a^enue naar Utrecht te zenden, benepens eene Bekendmaking daar toe betrekh-iyk, Is gelezen een Request, door drie Heeren Ger committeerden van het.Collegie van Geconftitueerden geteekend, engeaddresfeerdaandanEd Ac ■ito. Raad der Stad Amfteldam, inhoudende een ernftig verzoek, dat Bun Ed. Achtb. zittings de Vergadering zouden, gelieven te refolveeren, om de Heeren Gecommitteerden tot het Dsfenfie-wezen te authorifeeren, en zoo veel des noods te gelasten, om alle de Compagnien dezer Stad, op hunne respeftive loopplaatzen te doen oproepen, en aldaar door de Kapiteinen, of Bevelvoerende Officieren, aan de dienstdoende Manfchap, zoo van Officieren als Schutters, de dringende nood van Utrecht en daar door dien van deze Stad en 't geheele Vaderland, ernftig voor te hóuden , en daar op voor te fiaan en af te vragen en op te nemen, hoe veele 'er onder dezelve Officieren en Schutters bereid zouden zyn, om tot byftand van voorfchreven Stad Utrecht,ten fpoedigften uit te trekken, ten einde alzoo uit de zich aanbiedende Manfchappen, een zoodaanig aanzienlyk getal, als door het Utrechts Defenüe-wezen verzpgt is, voorzien met noodige wapenen en ammunitie, of immers zoo groot als «enigszins'met-de omftandigheden van deze Stad  4-2 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot beflaanbaar zyn zal, met alle mooglyke fpoed derwaards te depecheeren. Waar op gedelibereerd en omvrage gedaan zynde, is by Burgemeesters en Vroedfchappen, unaniem, goedgevonden en verdaan, dat het thans niet raadzaam zoude zyn, eenige Manfchappen uit onze Schuttery naar Utrecht te depecheeren; maar, dat echter het belang der Stad Utrecht, zoodaanig met dat van Holland verknogt zynde , dat niets verzuimd behoord te worden, om die Stad op alle mooglyke wyze te adfisteeren, dienvolgens Oommisfarisfen uit den Achtbaaren Raad tot het Defenile-wezen, behoorden te worden gequalificeerd, om op de gefebiktfte wyze 600 k 700 Man alhier aan te werven, mits onder dezelven geen wachtdocnde Schutters zyn ; die te wapenen , onder kundige en vertrouwde Officieren te ftellen, en de kosten daar toe, indien van de Stad Utrecht niet kon. de worden gerecupereerd, als dan gedeeltelyk of zelfs voor 't geheel, uit Stads kasfe te mogen betaalen, en dezelve ter adfistentie van de Stad Utrecht af te zenden, in alles, nogthans zoo veel mooglyk, communicatief te werk gaande met Heeren Burgemeesteren . en fpeciaal de aanflelling der Hoofd- en andere Officieren doende, met approbatie van Hun Ed. Groot Achtb.; en is nog goedgevonden en verflaan, dat deze Refolutie zonder refumtie zal worden gearrefteerd, en by Extract aan de Requestranten ter hand gefield. (was get.) H. Huyghens. Ingevolge van dit befluit, wierd de volgende Bekendmaaking op de gewoone plaatzen geaffigeerd. Uit naam van de Wel Ed. Achtb. Heeren Ge» committeerdens van den Raad van het Defenfiewezen dezer Stad, word geadverteerd, dat men dagelyks zal vaceeren tot het engageeren van een Corps  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4* Corps Waardgelden, mits geen wachtdoende Schutters zynde, ten diende dezer Stad of wel na Utleent? of zoodaanige andere Plaatzen, als Hun. Wel Éd. Achtb. tot welzyn van Stad en Vaderland, zullen noodig oirdeelen. • De Engagementen zullen gefchieden onder directie van den Heer L. Makketros, ten huize van den Kastelein Meurkens, in't wynhuis de Druif, in de Nes by de Pieter-Jacobdraat, alwaar de Conditiën kunnen gelezen worden. r ■ Volgens de Conditiën van Werving, is het getal der Manfchap op 600 Koppen bepaald, zynde verder de voorwaarden van aanneming, de volgenden. i. De Manfchap moet welgemaakt jong VolK zyn, niet ouder dan 40. en niet jonger dan 16 jaa- "a". De lengte ten minden 5 voet Rhynlandsch. o, Onverfchillig van wat Landaard. 4 Moeten niet behooren onder de waakende Manfchap der Schuttery dezer Stad. _ < Geene Deferteurs uit eenige Hollandfche Regimenten, in deze Provincie of de Generaliteit llg|.eAls'Waardgelders, om te dienen zoo lang de dienst vereischt word. 7 Soldye a 4 guldens per week, dewelke promptelyk alle week zal betaald worden, ter plaatze alwaar zy dienen. _ 8. De Soldy zal ingaan van ieder Maandag at, voor dat de Manfchap zal aangenomen zyn. :- o. De Manfchap krygt eene volle monteering, beflaande in eenen rok, broek, kamifool, i paar fchoenen met riemen, i paar wolle kousten ,1 hoed en 1 dropdas, dewelke aan hun zal worden ter hand gedeld, ter plaatze alwaar dezelve geémployeerd zullen worden, zoo wel als hunne wapening.  - , Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ^ m°'Amnestie en gratie, door Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland verleend, aan alle de Soldaaten, welke met den Lt. Cellonel Balneavis uit Oudewater zynde verhopen, berouw hebben gekregen, enuiterlyk op den iflen July aanflaande, zich weder onder hunne Compagnien zullen begeven. In dato den 16 Juny 1787. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die deze zullen zien of hooren Iezen, falut. Alzoo wy in ervaaring zyn gekomen, dat verscheidene Soldaaten en diverfe Officieren van Regimencen, ftaande ter repartitie van deze Provincie , welke binnen de Stad Oudewater in GuarBifoen nebben gelegen, zich aldaar nu onlangs aan het bevei van hunne Officieren hebben onttrokken, en voorts het geweldig overmeesteren van den Collonel vanCitters en eenige andere Officieren, mitsgaders na het vernagelen van vyf dukken Kanon , en het ontrooven van de Krygskas, onder geleide van den Verraader Henry Balneavis, Luitenant-Collonel onder bet Regiment van den Ge. neraal Major Stuart, ten diende dezer Landen, uit hun voorfchreven Guamifoen op eene fchandeJyke en hoogstdraf baare wyze, naar elders gedeferteerd zyn; doch teffens goedgundig in aanmerking hebbende genomen, dat dezelve Soldaaten, daar toe door anderen zouden kunnen wezen verleid. Zo is 't, dat wy, genegen zynde aan alle dezelve Soldaaten, mits die tot inkeer komen , onze gratie te betoonen, hebben goedgevonden en verdaan, aan dezelven,allen voor deze reize kwyt tefchelden, en fchelden kwyt by deze, al het gunt zy door hunne voorfchreve gepleegde euveldaaden en defertie, tegen den Lande hebben misdaan, mitsgaders alle boeten, breuken, poenen, corporeele of andere infameerende draffen, daar inne zy ter caufe als vooren vervallen zouden mogen wezen, mits  de Gebeurtenisfen in 1787 tut, votrgevallén. 45 mits dat zy voor of uiterlyk op den iften July aanftaande,naar Üudewater te rug komen,en zich met een waar berouw over hunne voornoemde euveldaaden en defertie, wederom begeven onder de Compagnien, waar onder zyheden gediend heb- beOrdonneeren en ftatueeren wyders, dat alle de genen, die deze onze generaale Amnestie zullen tobben verfmaad, en alzoo voor den iften July aanftaande, invoegen voorfchreven, met zullen wezen wederom gekomen by hunne Compagnien, ingevalle dezelve naderhand zullen uitgevonden en aeterhaald worden, zonder eenige de minfte remisfie of conniventie, als Verraadèrs en Delerteurs, met den dood zullen geftraft worden. Ordonneeren voorts aan onzen Prokureur-Generaal mitsgaders aan onzen Advokaat-Fiskaal, en alli andere Officieren en Justicieren, zich naar den inhoude van deze onze Publicatie, ftiptelyk te reguleeren. JV 1741. Relaas van het gepas/eerde te Oudewater, ' federt den\ Juny 17P.7,door Henry Balneavis, Luitenant-Collonel onder het Regiment van denGeneraal-Major Stuakt, door hem zeiven aan Hun Hoog Mogenden opgegeven. In dato den 16 Juny 1787. Is de Collonel Balneavis van den Haag naar Oudewater vertrokken, om volgens de ifte Refolutie van Hun Ed. Mogende Raaden van Staaten, myn voorige commando weder od te nemen; maar aan de Poort naderende, rag i^ een nieuw aaogeftelde Officier van het 3de Batai jon Grerier . genaamd Tavant, met 4 Vr\c -rro"«-i -n,die gewapend waren ; dit ziende, gelift e ik «wn ' oei man de Poort met ftrce in te rvddi, lat elende, is myn buiten de Barrierre te g'Jwet gejapen1, al wenkende en fchreeu-  4(5 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot fchreeuwende: houd op, houd op; ik gelaste ravrt Voerman halte te houden; den Officier is het Rydtuig genaderd, en zeide: myn Heer! ik ben hier, uit order van den Collonel van Citters, om Ü Ed. aan te zeggen, dat U Ed.niet binnen mag komen, maar diredl moet retourneeren, of kan voor U Ed. Perfoon niet repondeeren. Ik vroeg hem: of zyn Volk orders had om op my tevuuren? hy zeide: myn Heer! ik kan U Ed. daaromtrent niet antwoorden , maar waarfchouw ü Ed, nogmaals te retourneeren; ik gaf dan last aan myn Voerman te retourneeren , die 2 a 3 pasfen avanceerde om te draaien, dat -verwekte een groote confufie onder hun , maar zy maakten zich alle vaardig; doch ziende de paarden draaien, hebben zy geen geweld gepleegd. Ik heb myn retraite naar Noord-Polsbroek geno. men , op hoop aldaar eenige informatien te krygen, waarom dit alles gebeurde; men informeerde my m der daad, dat zoo dra ik van de Poort vertrokken was, 'er direct aan ieder Poort een Officier geplaatst wierd , met Schildwachten , om op de Brug de wacht op my te houden : na ontvangst van bovengemelde Refolutie, zyn de wachten aan de Poorten vermeerderd. Den 5den ging 'er een gerucht door de Stad, dat ]k venrokken was om adfistentie, om met geweld in de Stad te komen; daar op wierden alle de Kanonnen, op de wal leggende gelaaden, met order, als ik in t gezicht van de Stad kwam, op my te vuuren. ' Den <5den is weer in de Stad gerapporteerd, dat ik naby was met drie Oranje-Regimenten en de Cavalfery van Famars; men maaide het gras van de Batteryen, zelfs had men op den Toren eene wachc geplaatst. Intusfchen zorgde ik, eene getrouwe cor. respondentie met myne Soldaaten te houden. Den 7den en gften pasfeerde, om de preparatie voor de defenfie noodig, te vervolgen. Den sden heb ik met myn Volk afgefproken, het te  ie Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 47 te waagen; wy bepaalden het uur en het minuut, zynde den loden, tusfchen vyf en 6 uuren 's morgens; op den bepaalden tyd, verfcheen ik onder hun gezicht; de Poort naderende, zag ik de hoorden myner Soldaaten achter de Batteryen op de wal. die my aldaar afwachten; dit ziende, verhaaste ik myn pas, en, zoo dra ik de eerlte Brug naderde, ftak ik de hoed in de hoogte, en gaf hun het afgefproken teeken, waar op zy alle met geweld od de Wacht aanvielen, ontwapenden dezelven, en forceerden de Poort; zoo dra ik daar binnen was, zei ik hun Geweeren te haaien, die reeds alle gelaaden klaar Honden; binnen een minuut waren zy alle mee eeweeren wapens by my, zy geleidden my naar het Logement van hunnen Tiran van Citters, de deuren, niet open vindende,moesten wy een oogenbhk halt houden; toen voegden zich by my twee Officiers van Grenier , naamelyk de Kapitein Benglar en de Luitenant tE Jeune, eene daar van my een Pistool op de borst zettende, wierd direct door een Sergeant het Pistool ontnomen , en verder by de Ontwapenden in arrest genomen; hier op wierd myn Volk woedende. De deur van van Citters forceerden zymet de kolven hunner geweeren, haalden hem ■uit het bed, en ordonneerden hem om zich direct te kleeden, intusfehen gingen een gedeelte van ons na een andere kamer, alwaar een Kapitein van ons Regiment genaamd May, logeerde, dezelve wierd ook uit zyn bed gehaald , en kreeg dezelve orders van zich te kleeden. Wy gingen deze vier Heeren in haar arrest bezorgen; onder weg ontmoette ons den Commandant der Vryheidszoonen en den Adjudant van Grenier, die ook mede moesten; na deze zes bezorgd te hebben, is een gedeelte van ons de Poort gaan fluiten, een ander gedeelte Kanonnen op de wal gaan vernagelen, en een derde zich meester van het Kruidmagazyn gemaakt, ea onze eigen Patroonen daar uit gehaald; na dat hebben wy onze Vaandels, en die van het2deBatailjon van Grenier, en de Batailjons kas gehaald; men zag  43 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot zag de Officier van de Dragonders te paard op itraat, wy arresteerden hem; ik vroeg hem waar hy na toe ging? hy zeide, gehoord te hebben dat 3k Commandant van de Stad was, en dat hy nu orders kwam vraagen; wy vroegen hem, of hy met ons part of deel wilde nemen? maar gaf geen antwoord ; ik gaf hem orders zich met zyn Volk op een hoek te retireeren, eh aldaar te bly ven tot nader order; na een wagen geprest, en myn Volk behoorlyk gerangeerd te hebbeD, zyn wy de Poort uitgemarcheerd, met vliegende Vaandels en ilaande Irommen, met 4 Compagnien Van Stuart, het grootlte gedeelte van de 7 Compagnien van het 3de ±Jatailjon Grenier , en 'er volgde ons een Corporaal en 4 Dragonders van Byland , en een Soldaat van Saxen Gotha, de Bombardier hadden wy uit precautie mede genomen tot Noord-Polsbroek, en aldaar hem afgevraagd, of hy verder mede wou gaan, en zoo niet, dat hy dan kon retourneeren; het laatfte verkoos hy, en is zonder molest gekeerd. De Vryheidszoonen haaren Commandant in arrest ziende, hebben haare geweeren en wapens en cocardes in de vlucht gelaten; en het haazepad gekozen, roepende Oranje boven! Van Noord-Polsbroek onze marsch vervolgendé op Lopick, van daar na het Thienhovifche Veer, vervolgens door Ameyden en Lexmond , hebben wy onze marsch vervolgd na Cuilenburg, alwaar wy de nacht gepasfeerd hebben , en wy zyn 's morgens naar Amerongen gemarcheerd : deze onderneming is begonnen 's morgens om 6 uuren, en 'savonds ten 7 uuren waren wy Zonder de minfte verhindering te Cuilenburg gearriveerd. De Onderofficiers van deze elf Compagnien hadden eene byzondere goede orde over hunne Soldaaten: eer den Collonel binnen de Poort was, was 't ook verwonderlyk te zien van 't Volk, want de Collonel heeft hun, zonder eenig ander Officier, geleid tót Lopick,en aldaar vervoegden zich de 3 Zoons van den Collonel, in 2 Vaandrigs en I Cadet beftaan- de.  de Getettrtmisfen in 178-7 enz. voorgevalhn. 49 AP en onder het geleide van den Collonel met zyn ^l ltlr^ "aar Amerongen. Alle deze ondernemingen zyn gefchied zonder een druppel blDe drieftantere gedetacheerde Compagnien op Wierkerfchans, onderrecht van myn voornemen, Sben den uitflag van myn voornemen afgewacht, et gehoord hebbende dat ik vertrokken wa , hielden zy zich den roden en nden geheel ftil, maar >s morgens dèn isden óm half 1 uur, namen zy de Refolutie my te volgen, zeggende de Corppraal Tromp ik ga de fleutels haaien; by de commandeerende Officier komende,zeide hy,wy gaan marcSeo.wy moeten de fleutels hebben; oen vroeg de Ome er; of zy de fleutels met geweld moesten hebben; hy zeide, dezelve ten eérftente moeten hebben ■ waar op den Officier antwoordde, wyl gy dezelve'met geweld wilt hebben, daar zynze; vervolgens de Poort geopend hebbende, de Heeren Officiers gevraagd of mede wilde gaan, dié geen antwoord gaven, maar kreeten den een tegen den anderen, htbben ty de reis aangenomen naar NoordPolsbrSèk ; wyl zy wisten dat ik my aldaar opgehoudenha; na geïnformeerd zynde van myn roüte, Sben dezelve genomen, en den r4den des mor» zens om 5 uuren alhier gearriveerd. Geteekend te Amerongen den 16 Juny 1787. (gewktnd) H. Baxneavis,  50 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot N'. 1742. Aanfchryving van Heeren Burgemeesteren der Stad Schiedam, als Ambachlsheeren van Hoog'vliet, Pernisfe en Portugal, aan Schout en Ge. richten van de drie gemelde Heerlykheden, ten ein* de een Request aan d n Souverein voor den Prinfe ErfStaahouder £?c., geene verdere voortgang heb' be. In dato den 17 Juny 1787. Eerzaame, Vroome, Discreete! Alzoo tot kennis van Heeren Burgemeesteren en Vroedfehap onzer Stad is gekomen: dat in U Ed. d'srrót. ter teekening ligt een Request, om eerstdaags aan den Souverein dezer Provincie te doen preferteeren: • tendeerende, zoo als wy gein- foimeérd zyn, om den Heer Prins van Oranje te maintineeren en te herftellen in de posfesfie van alle waardigheden , zoo als hy dezelve federt hét jaar 1766 heeft geëxerceerd, en tot intrekking van eenige Staats-Refolutien tegens gemelde zyne Hoogheid, om wvze en voorzichtige redenen genomen; en gemerkt 4 dat diergelyke ondernemingt-n, die doorgaans gepaard gaan met ongepermitteerde misleidingen, op niets anders kUDnen uitlopen , dan rust en ééndracht onder U Ed4 In- en Opgezetenen te ftooren, de gemoederen te verhitten, en tegens eikanderen op te zetten, en ons niets meer ter harte gaat, dan om de harmonie derzelve bevestigd te zien; vinden wy ons door het Collegie van de Vroedfehap gequaliikeerd, U Ed. op het vriendelykst te verzoeken, om uwen invloed te befreeden, pn op het krachtigfte aan te wenden, dat de gemelde teekening geene verdere voortgang herbe; en dat die genen, welke dat Request met hunne naamen of merken mogten hebben onderteekend , werden aar gemaand en geperfuadeerd, om dezelve re royeerem Wy verzoeken teffens, dat U Ed. ons een Bericht 7Uk doen toekomen, in hoe verre U Ed. in uwe poogingen zult zyn géicusfeerdj en welke middelen  te Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, jr. ïen en poogingen *er zyn , of worden aangewend s om Onderteekeoaaren te winnen - .. •■ Waar "op ons verlatende, wy U Ed. m ae be« fcherming Gods aanbevelen, en ons noemen, Eerzaame'i Vroome, Discreete! Schiedam ü Ed. goede Vrienden, den 17 Ju'y Burgemeesteren en Ambachtsheer en* 1787. 174?- Voordracht der Burger-Krygsraad van de Stad Gorinchem, aan Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen , om ie injieeren op de admisfie vin Auxitiairen &c., benevens het dispofitief daar op door de Regeering verleend* In dato den 18 Juny 1787. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Burger-Krygsraad, aan wien thans de beveiliging dezer Stad is toebetrouwd, vind zich ver■Slicht, U Ed. Groot Achtb. voor te dragen: hoe deze Stad, als gelegen aan de Confinien van het nabuurig Gelderland, van die zyde blootgefteld. is voor de aanvallen, welke de gedeclareerde vyanden dezer Provincie en der goede Ingezetenen, tot bexeikine van hunne oogmerken \ om de Vryheid geheel te verdelgen, zouden willen ondernemen;. èü hoe daar en boven het Fort Loevefteyo, 't w d qualificeerdens van een notabel aantal van meer dan ze.-,t en duizend Burgers en IngezeteEen derzelvè, hadden vermeend, billyk te mogen v-rwi.chre! , dat de twee voornoemde Heeren Mr. Willem Gerrit Dedel Satomonsz. en Mr. Marten Adriaan Beels, zich naar dien uitdrukkelyken wil der Burgerye zouden hebben gedragen, zonJer zich tegen die door derzelver tusfchenkomst gedaar.e Remotie , en opgevolgde Eledtie van den Ed. Achtb. Raad, op eenigeriei wyze,direct of indirect te verzetten, en dat zyJieden alzoo zoude;-, hebben getracht, te prEevenieeren, dathec ver rouwen der goede Burgery niet geheel tn al van hun verwyderd wierd; en zulks te meer, daar men hen hadde laten blyven fungeeeren in quali-, teit van Burgemeesteren, en zy lieden alzoo hadden behooren te begrypen, overtuigd te zyn, en, te erkennen, dat de ftap der Burgerye, in huD té rtmoveeren als Raudin, voornameniyk was gedaan ,  &Gsteurienisfen ïn 1787 enz. voorgevallcr.. daan, ten einde daar door te verhinderen, dat hun invloed in de Raadsvergaderingen dezer Stad, en de daar door te veroccafioneerene Staats-befluiten , niet verder zoude kunnen te weeg brengen, aat der heerschzucht en dwingelandy in de hand gewerkt, en der Natiönaale en Burgerlyke Vryheid en 's Volks Rechten, de doodfteek werde toegebragt: — dan,in plaats van aan deze hunne bilJyke verwachting zich voldaan te zien , zoo hebben de Ondergeteekenden in tegendeel, tot hunne uiterIte verbazing, niet alleen moeten vernemen, .dat de voornoemde Heer Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonz., in dualiteit als Burgemeester, het daar heen heeft trachten te dirigeeren, dat die Heeren., welken oP de uitdrukkelyke wil der Burgerye uit den Raad waren geremoveerd, tot denzelven wederom zouden worden geconvoceerd en befchreven, maar zy hebben ook moeten ondervinden, dat beiden de voornoemde Heeren Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonsz. en Mr. Marten Adriaan Beels, zich niet hebben ontzien, om tot een rechtmaatige indignatie, zoo van de Ondergetee* kenden, als van derzelver Committenten en QuaMcamen, (uitmaakende een zoo aanzienlyk gedeelte van de goede en braave Burgerye dezer Stad) tegens de voornoemde demarches van dé Burgerye en derzelver waardige Reprtefentanten te protesteeren, ja zelfs by eene door den druk ooeDlyk bekend gemaakte Misfive (door hun., met meerderen, geteekend in dato den .18 May 1787* en toegezonden aan de Ed. Groot Mogende Heö? ren Staaten van deze Provincie) te verklaaren, dat sv de voornoemde gedaane Remotie van negen RaaT den, zoo wel als de daar op gevolgde aanftelling van negen anderen, hielden voor geheel onwettizi informeel, fiul en van onwaarde; zynde,dit eene han» delwyze, waar door, zoo aan de Achtb. Raad de,; • zer Stad, als aan derzelver braave Burgerye5 eene örënlyke en verregaande.;hoon is .aangedaan, efl zy itteereü Mri Wielèh|; Gerri r DMöafi BaiMMsi» I 2  68 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot en Mr. Marten Adriaan Beels, zich het vertrouwen der Burgerye geheel en al hebben onwaardig gemaakt; terwyl hier by nog komt, dat beide de voornoemde Heeren, in plaats van de Burgemeesterlyke waardigheid , welke eigenaartig is ingerigt, om 's Burgers belangen, Vryheden en Rechten voor te flaan, tot dat einde te doen dienen; in tegendeel, aile hunne vermogens van tydtottyd hebben aangewend, om de Rechten en Vryheden, den vryen Krygsraad dezer Stad competeerende, te vertrappen , en deszelfs wettiglykgenomene Refolutien, was het mooglyk, buiten effect te Rellen, en elufoir te maaken, en dezelve op eene onverzettelyke wyze tegen te werken , en zulks niet tegenftaarde zylitden, op eene vriendelyke, en teffens ernflige wyze, en by herhaaling, door verfcheidene Commisfien uit den Krygsraad, tot het houden van een ander en meer plichtmaatig gedrag, zyn verzogt en aangemaand. En aangezien de Ondergeteekenden zich verzekerd houden, dat de Burgemeesterlyke waardigheid in deze tycsomftanaigheden, niet zonder het alleruiterfte gevaar kan worden gelaten in handen van de zoodaanigen , die, door het volhouden van een door de Burgery zoo zeer afgekeurd fysthéma, allen aanfpraak op het vertrouwen der Burgery verloren hebben, en het teffens zeer zeker te duchten is, dat, wanneer de twee voornoemde Heerer Mr. Willem C errit Dedel Salomonsz. en Mr. Mai»ten Adriaan Beels, met van de Burgemeestetlyke waardigheid worden ontzet, uit dat hui; aanblyven in die qualiteit, de uiterflewanorde en corfufie zal moeten geboren worden, inzonderheid dan, wanneer zylieden t'eenigen tyd, het zy door eene meerderheid van Remmen in Burgerreesterf Karrer, het zy door het bekomen van betPraafïdium aldaar, in de gelegenheid mogten gefield weiden, cm rr.tt meerder lucces hunne verkeerde fentimenten door te dryven, en tegen den wil der Burgery vcrdeie demarches te ondernemen, terwyl daar  'de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 69 daar uit ook niet anders dan de allërakeligfte gevolgen, zoo voor hun zei ven, als voor de Burgery, te verwachten zoude zyn. Zoo verklaaren de Ondergeteekenden by dezen , zoo voor zich, als in den naam van hunne Committenten en Qualificanten, daar op re infteeren, dat de twee voornoemde Heeren Mr. Will m Gerrit Dedel Salomonsz. en Mr. Marten Adriaan Beels, als hebbeode het vertrouwen der braave Burgery dezer Stad geheel en al ver'oren , zich van nu voortaan zullen hebben te befchouwen, als ontflagen van hunne Posten als Burgemeesteren dezer Stad; zoo als de Ondergeteekenden, zoo voor zich, als in naam hunner Committenten en Qualificanten, dezelve Heeren Mr» Willem Ger. rit Dedel Salomonaz. en Mr. Marten Adriaan Beels, verklaaren te houden, als geene Burgemeesteren dezer Stad meer te zyn, en hen dienvolgens op het allerernftigfte aan te maanen, dat zylieden zich zullen hebben te onthouden, van wederom als Burgemeesteren ten Raadhuize dezer Stad te verfchynen , mitsgaders te verrichten of waar te nemen zoodaanige daaden of posten, als aan de Burgemeesterlyke waardigheid geaccrocheerd, of daar uit voortvloeiende zyn; referveerende de Ondergeteekenden, zoo voor zich, als in hunne respective qualïteiten, voorts aan zich, het entameeren van die middelen, welke gefchikt zullen zyn, om de alzoo door deze tusfchenkomst der Burgerye opengevallen en vacant geworden plaatzen van de twee voornoemde Heeren Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonsz. en.Mr. Marten Adriaan Beels, met twee andere braave en by de Burgerye vertrouwde Perfoonen, als Burgemeesteren, te vervullen of te doen vervullen. Ter Ordonnantie van de Ed. Manh. Groote Krygsraad. Amfteldam, (was geteekend) den 11 Juny A. J. Cuperüs. 1787. @3 Öp  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Op last en uit naam van het Collegie van Geconftitüeerdens uit de Burgery dezer Stad. (was geteekend) D. J. van Hoogendorp, als Prcefes. Ernestus Ebeling , Vice Prcefes. N° 1749. Publicatie van Plan Ed. Groot Mogenden de Heeren StaatenMm Holland en PVest-Friesland, bevattende Pardon en bevryding van firaffe, voor alle zóodéantge• Uejerteürs, welke voor den zojlen July aaftjt&ande,zich weder by hunne Compagnien zullen vervoegen Èfc. In dato den 23 Juny 17.87. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die deze zullen zien of hooren leien , Jalut. Alzoo wy in ervaanng zyn gekomen, dat van de Regimenten of Compagnien, ter repartitie of in pamcülïeré dienst van deze Provincie ftaande of synde» en in deze-t;e, of wel met ons goedvinden oir'- n de Stad of Provincie van Utrecht zich bevindende, veele' Ruiters én Soldaaten, behoorende zqo tot de Kavaflery en Infantery als Artillery, daar toe door beloften of andere diergelyke middelen verleid zvnde,zich hebben fchuldig gemaakt aan de hoog (b af baare misdaad van defertie , tot grooren ondierst en nadeel , vooral in de tegenwoordige tydsomftandigheden, van den Lande. 7o is 't, dat wy genegen zynde, aan de zoodaanigen, die federt den 1 Otrober 1786, diergelyke euveldaad mogten hebben gepleegd, mits dezelven tot inkeer komen, onze gratie te betoonena hebben goedgevondea en verftafan, aan alle dezelven voor deze reize kwyt te fchelden, en fchelden hun kwyt by deze, al het gunt zy lieden daar door aan den Lande hebben misdaan, mitsgaders alle ftraffeij daar inne zy ter dier zaake zoude 3!y. ft 'i-. '. - sp-'aTi • • • - • ; mo>  ie Geleurtenisfen in 1787" voergevahm. n mogen wezen vervallen, mits dat zylieden voor of uiterlyk op den aoften July eerstkomende, n- „ paranten, allen Hoofd-.Offkieren der Burgerye „ en allen Leden van de Groote Krygsraad dezer s, Stad, zoo voor zich zelve, en voor verre het „ grootfte gedeelte hunner Schutters, als op den s, allerfttrkften aandrang van veele duizenden van „ hunne Mede-Burgers en Stadgenooten, hier by „ het Raadhuis vergaderd"; zoo dat derhal ven dé onderteekening, daar zy, die dit Addres maakten, zelve hier tegenwoordig waren, niet noodzaaklyk was: — de tweede refiedtie omtrent dit Addres, betreft de vraag daaromtrent.in den Raad, of men naamelyk het zelve zoude lezen, met bygevoegde tedenen, waarom eenige Leden van den Raad óirdeelden zulks niet te moeten doen, dan welke geen ingang vonden, zoo dat by meerderheid gerefolveerd wierd, dat Addres te lezen; dat deze handeling, waar in by meerderheid van lïem- men  ie Gtheurunisftn in 1787 voorgevallen} 9h men gerefolveerd is tot de leduur van dit Addres, alleszins behoorlyk is, behoeft geen betoog: het derde, dat men nopens het gebeurde op. ei en ziften April by de Misfive heeft ter nedergetteld, is, dat, na leöure van dat Addres, goedgevonden én verftaan is, Heeren Burgemeesteren te verzoeken, a*n de Overhandigers van het zelve te antwoorden : „ dat het zelve geen poinö van deliDerade van dezen Achtb. Raad kan uitleveren, als ', zynde de Vroedfehap niet gequahficeerd , om ,i hunne Mede-Leden van derzelver Raadplaatzen „ te deposfideeren, ftrydende zulks tegen de Re- . „ folude van Hun Ed, Groot Mogenden van den „ 0 Augustus 10,58"; de Ondergeteekenden vermeenen. Edele Groot Mogende Heeren! allerdui. delykst hier mede bewezen te hebben , dat zy geweigerd hebben hunne Mede-Leden van derzelver Raadplaatzen te deposfideeren, en daar door. al den hoon en lsfive uitdrukkingen, by deze Mis. five en de Bylagen , in welke men het dus doet voorkomen, als of de Ondergeteekenden die negen Leden hadden uitgezet, tegen de Ondergeteekenden gebezigd, afgekeerd er1 wederleid te hebben: «— vervolgens word by de Misnve verhaald, dat, aan de Overhandigers van dat Addres of Declaratoir der Burgery, van deze Rexolutie van den Raad kennis gegeven zynde, die daar mede geen genoegen namen, door eenige van de voorfz. 14 Leden ian den Secretaris Huyghens, uit naam van alle de Leden, die tot de Refolutie geconcurreerd hadden, opgegeven zyn de twee Byvoegzelen, waar mede die dag van den 21 April eindigde; dat ook deze By voegzelen, als uit naam van alle de Leden, die tot de Refolutie geconcurreerd hadden, en dus by meerderheid van de toen prefent zynde Leden van den Raad daar by gevoegd, op eene wettige en met het gebruik in alle Collegien, daar overftemming plaats heeft, overeenkomende wyze daar, by geveegd zyn, fpreekt wederom van zelve5 terwvi uit hst laatfte Byvoegzel3 waaneer men'het ■ j .. ■ . -■-'' ■ ' veï- ■ - >v-r  02 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot vergelykt met hét Addres en de daar op genomenè Refolutie, al wederom confleert, dat de negen Raaden niet door hunne Mede-Raaden, maar door de Burgerye zelve, van hunne posten als Raaden verlaten zyn. Voorts word by de Misfive, door die Onderteekenaars by U Ed. Groot Mogenden ingediend, een verhaal gedaan van de Infinuatie, op. den 27ften April aan ieder dier Raaden, welker plaatzen vacant waren verklaard, door den Notaris Geniets, en twee Getuigen gedaan, uit naam van Isaac van Goudoever Collonel, 39 Kapiteins, 48 Luitenants en 38 Vaandrigs, voor zich en uit naam van. een aantal hunner Officieren, Onder-Officieren en waakende Manfchappen, benevens negen Perfoonen voor zich en als Gequalifkeerdens van veele duizenden Burgers en Inwooners dezer Stad, om niet meer als Raad in de Vroedfehap te verfchynen , noch in eenige Vergadering als Raad dezer Stad te fungeeren; al wederom Edele Groot Mogende Heeren! een bewys, dat het niet de Onder- feteekenden, maar dat het genoegzaam de geheele churrery en een groot aandeel der Burgers en Ingezetenen dezer Stad zyn, die de gedaane remotie van negen Raaden hebben gehomologeerd, en door de opgevolgde Adte van Qualificarie op de Geconftitueerdens, ten allerfterkften hebben geapprobeerd. Vervolgens treed men in die Misfive tot het verhaal vap het gebeurde op den 3den May, wanneer de Gequalificeerdens of Geconftitueerdens van eenige duizenden, en eenige Hoofd-Officieren van de Schuttery in Burgemeesters kamer, een na-, der Addres overgaven, houdende verzoek: „ om „ de negen Raadplaatzen , op den 2iften April door hun vacant verklaard, in de Vroedfchaps,, Vergadering , op dien dag zullende gehouden ,, worden, te vervullen, of, zoo zulks op dien ,, dag niet konde gefchieden, eene dag te bepaalen , „ om die vervulling ten fpoedigflen, en uiterlyk s, Maan-  ie Gebeurtenis/en in 1787 m. voorgevallen. » Maandag te doen* met eene bygevoegde lyst van de Perfoonen, die de Burgery aangenaam zouden zyn, zonder echter aan den Raad prxci*' felyk te willen bepaalen, of hunne vrye keuze „ te verhinderen"; gelyk dan ook in die Vroedfchaps-Vergadering, op den 3den May gehouden fdan waar in die van de Onderteekenaars van de Misfive aan U Ed. Groot Mogenden ingediend, welke als niet geremoveerd daar in konden , en volgens hunnen ééd verplicht waren te compareeren, en ook daar toe geconvoceerd waren, onder voorgeven, dat aan de deliberatien van den Raad, mitsgaders het acces en reces geene behoorlyke vryheid zoude zyn, niet goedgevonden hebben te verfchynen) de dag der fuppletie op den 7den May is vastgefteld: dat ook op deze Refolutie, als by eene behoorlyke geconvoceerde Vroedfchaps-Vergadering genomen , geene remarque of critique vallen kan , fpreekt van zelve. Vervolgens word by die Misfive, aan U b-d. Gr. Mogenden ingediend, erkend, dat de Onderteekenaars, zoo verre zy onder de negen (geremoveerde) Leden niet behooren , een Convocatiebiljet tegen den 7den May bekomen hebben, om als dan te treden tot de Eleftie van Raaden; ten -duidelyken bewyze al wederom, hoe zeer de Ondergeteekenden zich beyverd hebben, om op eene behoorlyke wyze in dezen te werk te gaan, dan al wederom met dat gevolg, dat die Onderteekenaars daar tegen hebben geprotesteerd, inhsreerende fommigen hunne Misfive van den 2den.May, waar by zy weigerden den Raad by te woonen, quaji onder voorgeven , dat aan de deliberatien van den Raad, mitsgaders vry acces en reces behoorlyk vryheid zoude ontbreken, dan 't welk genoeg gerefuteerd word door de vrye deliberatien, welke de Raad heeft gehouden, mitsgaders vry acces en reces, daar by plaats gehad hebbende. Al verder word by die Misfive, aan U Ed. Groot Mogenden ingediend, een verhaal gedaan van het Re«  U Verzameling vm Stukken 'SetreUelyk tot Request, dat den f5den May ter teekening was gelegt, en het welk op den 7den den bepaalden dag tot de Electie van nieuwe Raaden, by.het aangaan van den Raad door een der Bodens ingeleverd, «doch het welk uit naam van de Vroedfehap, een oogenblik daar na door den Bode is te rug gegei ven, met aanzegging, dat de Supplianten zich den volgenden dag by Burgemeesteren moesten addresfeeren: op dit gedrag van de Vroedfehap, hoe ,zeer men betuigd daar op geene refieftie te zullen maaken, heeft men vry wat te eapteeren; het eerfte, dat men daaromtrent avanceert,, is een verzoek aan U Ed. Groot Mogenden, om het zelve te vergelyken met het gedrag, door dezelve Leden top den 2iften April omtrent een ongeteekend Addres gehouden; ten anderen, dat het begrip, dat in *t generaal alle Addresfen aan Heeren Burgemeesteren moeten worden overgeleverd, om door dezelven na prseallabel examen ter kennisfe van den Raad gebragt te worden , ook hun advis op den 2iften April is geweest; tenderden, dat deze Vergadering belegt zynde om nieuwe Raaden aaa te ftelleh, en by dit Request verzoek tegens zoodaanige aanftelling wordende gedaan, dit eene zaakwas geheel buiten Burgemeesteren, als welke in deze hunne aualiteit by zoodaanige Vergadering niet mogen adfisteeren; en ten vierden, dat, wanneer men al eens had begrepen, dat des niet tegenftaande ook dit Addres aan Heeren Burgemeesteren had behooren te.gefchieden, de Vroedfehap dan immers met de aanftelling zoo lang bad behooren te fuperfedeeren, tot dat de Supplianten tyd gehad hadden te voldoen aan het antwoord, dooi* de Vroedfehap gegeven, namelyk om,zich by Burgr meesteren te addresfeeren: alle exclamatien ea ydele klanken, Ed. Groot Mogende Heeren,! doch pok niet meer; want men hebbe flegts in te zien het hoofd van dat Request, en zich te herinneren, dat, gelyk deze Qnderteekenaars zelve erken» hen, het zelve èeii oogenblikj aa dat hèé was in-  ■de Geieurténisfèn in 1787 enz. voorgevallen. 9$ geleverd■, weder is te rug gegeven; want dan manifesteert niet alleen, dat de Vroedfehap dat Ruk toen niet heeft gelezen, daar het een oogenbli> na de inlevering Weder is te rug gegeven, maar cok mede de reden van deze handelwyze en vam het antwoord, dat de Supplianten zich by Burgemeesteren moesten addresfeeren , aangezien het hoofd van dat Huk houdt; „ aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Raaden der Stad Amitel,, dam", en 't zelve dus door Burgemeesteren in den Raad moest gebragt worden: immers daar Burgemeesteren , aan welke ook dit fluk geaddresfeerd was, thans niet tegenwoordig waren, Was de Vroedfehap niet 'bevoegd daar kennisfe van te nemen; en by gevolg zal het 'er niets toe doen , dac U Ed. Groot Mogenden dit gedrag van de Vroedfehap vergelykt met het gedrag, door dezelve Leden op den 2iften April omtrent een ongeteekend Addres gehouden , aangezien dat Addres aan de Vroedfehap niet wierd overhandigd, maar aan den Heer Burgemeester Hooft , die het zelve in de Vroedfehap bracht, daar hier een Addres, houdende ook aan Heeren Burgemeesteren, aan de Vroedfehap alleen wierd ingeleverd; en wat betreft het Addres van den ziften April, dat het zelve niet was geteekend,de Ondergeteekenden hebben reeds de eer gehad te remarqueeren: dat, daarzy, die dit Addres inleverden, zeiven toen tegenwoordig waren, de onderteekening niet noodzaakelyk was. Wat belangt het begrip, dat alle Addresfen aan Heeren Burgemeesteren moeten worden overgeleverd, om door dezelven ter kennifsfe van den Raad gebracht te worden, het welk deze Ondertetkenaars fchynen te veronderftellen, het begrip van de Ondergeteekenden mede te zyn: en het welk zy zeggen, dat ook hun advis op den 121 April is geweest; daaromtrent moeten de Ondergeteekenden declareeren , dit in *t generaal zoo niet te begrypeo, maar alleen betrekkelyk gemaakt te moeten worden tot die Addresfen, welke gedaan worden aan Heeren  StF Verzameling van Stukken ietrekkelyk tn ren Burgemeesteren alleen, of Heeren Burgemeesteren en Raaden; maar omtrent zulke Addresfen, welke aan de 36 Raaden alleen gedaan worden, meenen de Ondergeteekenden, dat eene overlevering aan Heeten Burgemeesteren, om door Hun Edele Groot Achtb. ter kennisfe van den Raad gebracht te worden, niet volftrekt noodig is; en daar dat Addres van den 2iften April en het Addres van den ?den May, beiden hielden aan Heeren Burgemees. teren en Raaden dezer Stad, zoo volgt dan van zelve, dat zy beide ook in de eerfte plaats aan Heeren Burgemeesteren moesten zyn overgeleverd, d3u het welk wel omtrent dat van den 2liren April, maar niet omtrent dat van den 7den May heeft plaats gehad; waar van dan ook het natuurlyk gevolg was, dat de Vroedfehap van het zelve, als houdende aan Heeren Burgemeesteren en Raaden dezer Stad , niet konde nog vermochte kennisfe te nemen; en hier door vervalt ook de derde remarque, dat deze Vergadering belegt zynde om nieuwe Raaden aan te Rellen, en by dat Request verzoek tegens zoodaanige aanftelling wordende gedaan, dit eene zaak was geheel buiten Burgemeesteren, als welke in deze hunne qualiteit by zoodaanige Vergadering niet mogen adfisteeren; want daar dit Request evenwel geaddresfeerd was ook aan Heeren Burgemeesteren, zoo was dan dit Addres verkeerd, en is daarom op het bloote inzien van de titulature van dat Request begrepen, zonder verdere leef ure van den inhoud, het zelve, als geen object van de tegenwoordige deliberatien kun. nende uitmaaken, te rug te geven, hoewel meri den Supplianten door een mondelinge boodfehap wel aan de hand wilde geven, waar zy zoodaanige Requesten, houdende aan Heeren Burgemeesteren en Raaden dezer Stad, moesten inleveren; en daar dan de Vroedfehap geene kennis van dit Request mogt nemen, zoo vervalt ook daar door de vierdi rematque, „dat, daar dit Request was ingericht te„ gen de verkieziDg van Raaden, ds Vroedfehap dar} j, mee  iè'Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. $>7 „ met de aanftelling had moeten fuperfedeerert, toe dat de de Supplianten tyd gehad hadden te voldoen " aan het antwoord, door de Vroedfehap gegeven , daar dit Request niet ter rechter plaatze wierd ingeleverd, en aizoo van het zelve geen kennisfe mogte eenomen worden , en by gevolg het verzoek daar byggedaan , niet konde ofte mogte in deliberatie komen: zoo dat ook de Vroedfehap, geene reden vindende waarom het oogmerk, waar toe tegen dien. dag de Vroedfehap behoorlyk was geconvoceerd, ™ thans vergaderd, te weten de eleftie van meuwe Raaden Teen plaats zoude hebben, dan ook daar mede b voortgegaan en de gebeerde Heeren daadelvk zyn aangefteld en beéédigd; — en 'totdeze dSd, Ed. Groot Mogende Heeren! ach. teden de Ondergeteekenden Zich verplicht, daar zelfs de oude Privilegiën mede brengen , dat de overblyvende Raaden de openftaande Raadplaatzen moeten vervullen; deze negen plaatzen waren door een aanzienlyk deel der Burgery, door den Krygaraad en veele Schutters vacant verklaard, de gerenoveerde Raaden waren federt niet gecompareerd, hadden geene middelen in het werk gefield, ortt zich in hunne Raadplaatzen te maintineeren, als alleen een protest doen uitleveren: derhalven kon* den de Ondergeteekenden, zouden zy aan hün ééd en plicht voldoen, niet weigeren, om op de inftantien der Burgery de vacante plaatzen te vervullen, aangezien dl Burgery .dezer Stad van oud» her in de nosfesfie geweest is, om door 36 Raaden gerenrafenteerd te worden ; Voornaamelyk daar zy begrepen? de rust en veiligheid van deze aanzienlyke Stad, zulks abfoluit van hun vorderde. Z et daar, Ed. Groot Mogende Heeren! het gene de Ondergeteekenden op het verhaal van de On* derteekenear! dier Misfive, met hunne daaf bygevoegde refleftien, meenden te moeten remarquee. ren' terwyl zy Ondergeteekenden zich niet be. vreemden/dat die Onderteekenaars niet hadden verwacht, dat Amftels braaVë Burgery het onwaXXII. Dbk. G ict"  98 Verzanding vm Stukken Ietrekkelyk tot derfbreefcelyk recht, dat uit krachte van eene repr^ntat,ve Volks - Regeering haar toetoiTE zulken van haare Reprsfentanten, tegens welke hefi mistrouwen der Burgery zich wel het mlest bl paalde, van hunne posten zouden heboen geremo veerd ; doch de Ondergeteekenden willen dit om geene verdere verwydering te maaken , liever me™ ftilzwygen pasfeeren: — en wat dan ook die S" derteekenaars mogen verklaaren, dat zy het eeens. zins daar voor kunnen houden, dat die negen Le. den waarlyk het vertrouwen der Burgery en loze. zetenen zouden verloren hebben, daar zy, die de remotie op den 21 Ren April hebben gedaan , het zelve met uirdrukkelyke woorden zeigen, en die A»?£nBn rt!a*d -°°r dZ onde»eekening van de Acte van Quahficatie op Geconftitueerden , door veele duizenden is gehomologeerd en geapprobeerd, zoo is het incontestabel, dat die nfLn I e den het vertrouwen althans van die genen, die dé remotie hebben gedaan, en van alle die genen dil door de voorfz. onderteekening dezelve hebben gehomologeerd en geapprobeerd, verloren heb ben; en of nu, m eonfideratie van de veele dui zenden, die deze remotie hebben gedaan, en van zoo veele duizenden, die dezelve naderhand heoben gehomologeerd en geapprobeerd, deze remotie, als een gevolg van hun mistrouwen teeen de ze Leden, met eene remotie van de Burgerv dezer Stad met recht genaamd mag worden, durven de Ondergeteekenden gerustelyk aan het oirdeel van ieder onpartydigen overlaten. a Het zal 'er dan ook niet toe doen, dat men als een bewys, dat die negen Leden het vertrouwen der Burgery en Ingezetenen niet zouden verloTen hebben, allegeert het pretenfe empresfement waa? mede een groote meenigte Burgers en Ingezetenen, hunne contrarie gevoelens zouden hcbbfn gemani festeerd, en zulks, niet tegen/taande alles^ange. -wend zoude zyn , om hunne teekening, daar toe tendeerende, moejjyk te maaken; aaD|èziea flo?h by  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 99 hv de remotie, noch by de eleöie der Raaden zulk eene menigte, die in fatzoen en getal gelyk was mee duizenden, die de remotie hebben gedaan, en met die duizenden, die de remotie hebben geapprobeerd en gehomologeerd , eenigzins e venaarde 4 hunne contrarie gevoelens hebben gemanifesteerd| behalven dat federt de remotie der Raaden tot den «ïden May twaalf dagen verlopen zyn, zonder daC len eenig Addres daar tegen ter kennisfe van de Vroedfehap gekomen is; terwyl voor het overige de Ondergeteekenden zich volkomen vry kennen, van iets het allerminfte te hebben.aangewend, om de teekening quafi dier Burgeren en Inge^tenen , !die hunne contrarie gevoelens zouden hebben gemanifesteerd, moeielyk te maaken. . . . ■ . Ook kunnen de Ondergeteekenden niet intiemmen in de allegatie dier Onderteekenaars der meer* gemelde Misfive, dat men de niet teekenende In* lezetenen in geenen deele zoude moeten conüde.reeren, als de verzoeken tot de remotie goed t| keuren , maar veel eer aanmerken als vreedzaam* Ingezetenen, welke naar geene verandering haakende, met hunne Regeering zouden te vrede zyn* offchoon niet verkiezende zich aan de onaatigénaamheden bloot te Rellen, met welke de laatst, genoemden bedreigd en vermoeielykt zquden zyn* ïn het manifesteeren van hunne gevoelens, op voor* gemelde wyze: want, als uit het met teekenett fene conclufie moet getrokken worden, dan mee? nen de Ondergeteekenden met het zelve recht te mogen befluiten, dat alle die Burgers en IngezetJ? fen die niet hebben gemanifesteerd, dat zy de ïemotie van die negen Leden en de verkiezing varj negen anderen afkeuren, moeten gehouden worden voor vreedzaame Ingezetenen, die met hunne Re, Kering te vrede zyn, en dus de gedaane remotie fn e eftie goedkeuren, offchoon ^^Jg remotie van Regenten door de Volksftem , altoos de bd.ykheid tot nchtfnoer moet hebben, welke nim. mer zoude kunnen gedoogen , dat het Volk het recht, het weik het zelve daar toe (pretenfelyk) mogte be* m n, arbitrair exerceere, en de Raa den welke, volgens Privilegie van Vrouw Maria van Bookgondien va, den jaare 1476, hun leven lang dienen, of volgens 't welk de Vroedfchappen hun leven of poorterfchap geduurende fungeer^, of, zoo als de Heer Geelvinck zegt, moeten fua! geeren, pro lubitu, en zonder eenige bepaalde belchuldiging, veel min bewys van tegen de waare belangens van 't Vaderland te hebben gehandeld van hunne posten verlaten te verklaaren .- dit ie! fJ t Z1Ch dC V°!gende zaaken '> v°°r eerst, dat het Volk nog eerst recht moet bekomen, om de Regeeringen te removeeren ; ten anderen dit het tegen de billykheid ftryd, wanneer het Volk het recht arbitrair exerceert, zonder dat 'er op eene legaaie wyZ(? onderzocht is, dat de Regenten te- gen  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ioj? i •en de waare belangens van het Vaderland gehandeld hebben; ten derden, dat, volgens het Privilegie van Vrouw Maria van Boörgondien , de Raaden hun leven of poorterfchap geduurende, zouden fungeeren, of fungeeren moeten : dan in geene van deze drie ftellingen kunnen de Onderaeteekenden toeftemmen, daar zy, wat de eerjte belangt, van oirdeel zyn, dat het Volk het recht tot remotie van hunne Regenten niet behoeft te bekomen, maar uit hoofde van eene vrye reprafentative Volks-Regeering, fuo ƒ are daar toe gerechtigd is, en derhalven dat recht niet behoeft te bekomen ; en wat de tweede ftelling belangt, zoo min als een principaal genoodzaakt kan worden,zynen Oecommitteerden of Reprafentant, in het waarnemen van zyne zaaken of belangens te laten voortduuren , maar arbitrair en pro lubitu denzelven die commishe kan ontnemen, en daar van removeeren, zonder gehouden te zyn reden daar van te geven, veel min te bewyzen , dat hy tegen de waare belangens van zynen Principaal gehandeld heeft; zoo min ook, vertrouwen de Ondergeteekenden, is het Volk of Gemeente , uitmaakende de Principaalen van hunne Regenten, verplicht, om, eer het van zyn recht tot remotie van Regenten gebruik maake, alvoorens met zulke Regenten te treden in een Rechtsgeding, en zoo legaal te doen confteeren, dat zy tegen de waare belangens van het Vaderland gehandeld hebben; neen, genoeg is het, dat de Burgery verklaare, dat zy die of die van hunne Repraefentanten , als haar vertrouwen verloren hebbende, niet langer ais zoodaanig wil aanmerken, maar in tegendeel begeerd,dat dezelve zich befchouwen als ontflagen van hunne posten als Regenten; en wat de derde ftelling belangt, dat naamelyk de Raaden, hun leven en poorterfchap geduurende, zouden moeten fungeeren, volgens het meergemelde Privilegie; daar omtrent remarqueeren de Ondergeteekenden, dat dit noch in dat Privilegie gevonden wordt, noch by confequentie daar uit kan afg j ge-  iöS Verzameling valt Stukken iétrekketyk m geleid worden; want byaldien men uit het voorgei melde Privilegie, waar in gezegd worde Ende „ oft gebeurde dat eenigh; van den voorfz. XXXVI „ aflyvigh worde, of tot éenighen tyden hem ont,, vryde van zynen Poorterfchap van onze voor* fchreven Stede, foo fullen dan die andere van „ die voorfchreven XXXVI blyvende in wefen, „ kiefen by haren ééde ende confeientie andere no,, tabile en eerbaare Perfoonen, fulcke ende in der manieren als voorfchreven is , in die Rede van 9, die voorfz. aflyvighe of ontvryde" , mogt beiluiten, dat de Raaden hun leven en poorterfchap geduurende zouden moeten fungeeren, dan zoude men met gelyk recht daar uit mogen afleiden, dat de Raaden niet zouden mogen verzoeken van hunne posten als Raaden ontflagen te worden, noch dat hunne Me.ie-Raaden hen op hun verzoek zouden mogen ontflaan ; en eindelyk, dat in de plaatze van zulkeontflageneRaaden deoverigeXXXVI infunc» tie blyvende, geene anderen zouden mogen kiezen , zoo lang die ontflagene Raaden leefden en Poorters bleven; doch het tegendeel Van dit alles heeft nog voor weinig jaaren plaats gehad, daar 'er nog verfcheide Heeren in leven zyn, die hun ontflag van hunne posten als Raaden hebben verzocht, en op dat hun verzoek van hunne posten door hunne Mede-Raaden ontflagen zyn, en in welker plaatzen de overige XXXVI., onder welke de meeste dezer Onderteekenaars waren, anderen verkoren hebben; waar uit derhalven genoegzaam blykt, dat uit dit Privilegie niet kan gededuceerd worden , dat de Raaden, geduurende hun leven en poorterfchap, zouden moeten bly ven fungeeren; maar, daar de Raad ordinair, of door de dood of door ontvryding van poorterfchap, onvoltallig wierd, zoo heeft Vrouw Maria vanBourgondien, die twee ordinai. re gevallen in haar Privilegie gemeld, zonder nogthans daar door te willen, dat een Raad, zoo lang hy leefde of een Poorter bleef, moest Raad blyven, en dus noch uit den Raad konde geremoveerd worden ,  & 'Gebêurtenisfen in 1787 «*• voorhallen, 10 èea, noch op zyn verzoek van die post kondeont. gén worden; trouwens in hec aar («til *yn op den 26 May niet flechts negen Leden der Regeering geremoveerd, maar de principaalfte Regeerders en Raaden uit deze Stad te fchepe uitgevoerd, en daags daar na van hun officie en ééd gedeporteerd , en door Gecommitteerden uit de 36 Rotten, op den 28ften verkoren vier Burgemeesteren en 3ÓHetabïykt derhal ven uit al het gezegde, gelyk de Ondergeteekenden vertrouwen, dal: de Overhandigers van het Addres met derzelver Conftituanten, uitmaakende zulk een groot en aan zienlyk gedeelte van de Burgerye en Ingezetenen dezer Stad , fuoiure, uit hoofde van de reprffifentative VolksRegeering, alhier plaats hebbende, bevoegd waren tot remotie dier negen Leden; en dat de overige Leden van den Raad be voegt en verplicht waren , om de openftaande Raadplaatzen te vervullen; waar mede dan de Ondergeteekenden de vraag, even voor het flot van de aan Uw Ed. Groot Moeenden ingediende Misfive voorgefteld, compleetelvk meenen te hebben beantwoord. ; Daar het dan zeker is, dat de remotie der bekende negen Leden door hunne Principaalen is gedaan , en de verkiezing van negen Leden door de behoorlyk geconvoceerde Vroedfehap, voor zooverre die aan ééd en plicht getrouw daar toe vereaderd was, gefchied is, moeten de Ondergeteekenden op hunne beurt, vraagen: hoe dan deze Onderteekenaars zich bevoegd kunnen rekenen, om te verklaaren, dat zy die remotie van negen Raaden, zoo wel als de daarop gevolgde aanftelhng van negen anderen, houden voor geheel onwettig, informeel, nul en van onwaarde, ja als ra vol vee» rende eene manifeste fcheDding en daadlyke verbreking van de aloude Handvesten en Grondwetten, waar op de Burgerlyke vryheid, veiligheid en goede orde binnen deze aanzienlykeSijad geves«igd ia, en alleen beftendig gevestigd kan bly ven?  iw8 Verzameling van Stukken betrelkelyk. m De beantwoording hier van , oirdeelen de Otu' dergeteekenden, voor het tegenwoordige aan die Onderteekenaars te moeten overlaten: alleen nemen de Ondergeteekenden de vryheid, 'er by te voegen, en daar mede zullen zy deze hunne fchriftuur beiluiten , dat zy hunne eer en confcientie zouden verzaaken, dat zy te kort zouden doen aan hunne verplichting jegens de goede Burgery, en aan het zoo gemanifesteerd vertrouwen, door een aanzienlyk gedeelte van dezelve in hun gefteld, indien zy het lasfive van voorgemelde uitdrukkingen met ftilzwygen hadden gepasfeerd, en de verkeerdheid van zoodaanige verregaande befchuldigirgen, niet openlyk hadden aan den dag gelegd. Betuigende voor het overige de Ondergeteekenden , zoo voor zich als uit naam vatr de overige Leden van de Vroedfehap , hartelyk te verlangen, dat die van deze zeventien Heeren, welke niet zyn geremoveerd, met de overige Leden van den Raad harten er harden veréénigen, ter bevordering van de waare belangens van de Burgers en ingezetenen dezer Stad, en ter voortz-tting van het werk van herflelling en verbetering van onze Confiitutie, en daar toe ook wederom in den Raad verfchynen, ten biyke van welk verlangen in de Vroedfchaps-Vergadering van den solten May laatstleden is gerefolveerd, eene Commisfie te decerneeren, om door de meest gefchikte middelen te trachten die Heeren te permoveeren, om weder ten Raade té verfchynen ; welke Commisfie de Ondergeteekenden hartgrondig wenfehen , dat even vruchtbaar zyn mag, als zy zich vleien, dar deze hunne fchrrftuure zyn zal,om het door hun gehouden gedrag, zoo in de oogen van L' Ed. Groot MogendeD als van het Publiek, in een beter met de waarheid overeenkomende en gunftiger daglicht te ftelIeD, als in de door die zeventien Heeren ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden ingediende Misfive is gefchied. De Ondergeteekenden, van harren wenfehende, dat  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 109 dat U Ed. Groot Mogenden in het vervolg niet meer met zulke en dergelyke zaaken, welke mere domesticq zyn, zult worden geoccupeerd, fmeeken den God van Nederland, dat Hy U Ed. Groot Moeenden Vergadering met alle die noodige wysheid, vaderlandsliefde , ééndracht en kloekmoedigheid, vergezelle , door welke U Ed. Groot Mogenden befluiten, tot bevordering der waare belangens van Nederlands Ingezetenen , en tot confervatie van onze duurgekochte Vryheid, onder Zynen zegen, verftrekken kunnen, en waar toe de Ondergeteekenden, als mede integreerende Staatsleden, fteeds met allen yver en welmeenendheid zullen medewerken, rui De Ondergeteekenden noemen zich met verlcnuidigden eerbied, Edele Groet Mogende Hteren! Amfteldam Uw Ed. Groot Mogenden onJ den 25 Juny derdaanige en gehoorzaams 1787. Dienaaren, D. Hooft, Gerritsz. G. de Graepf. W. Boreel. W. Backer. A. P. van Leyden. B. E. Abbema. L. Hovy. J. B.' Bikker. H. M.van Weede. J.deWitï. R. L. Bouwens. De Ondergeteekende, door onpasfelykheid verhinderd zynde geweest te Raade te komen op den 2iften April, zoo wel als op den 3den May laatstleden, en alleen prsefent zynde geweest in de Vergaderinge van den 7den May op de electie der nieuwe Raaden, declareert niet te min volkomen in te {temmen met de gevoelens zyner Mede-Raaden, itt bovenftaande Misfive opengelegd, en maakt dienvolgens geene zwaarigheid dezelve met zyne mede» onderteekening te confirmeeren. Corn. van dzr Hoop, Gyshertsz. De  po Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot • De Ondergeteekenden, Raaden in de Vroedfehap dezer Stad, zich ééds- en püchtshalven verbonden houdende, tot het bywo'onen der.Vroedfchaps-Ver- faderingen, welke met de Raaden, ingevolge dè roedfchaps-RefoIutie van den 3den May laatstleden, op den 7den dier maand geëligeerd, gehouden worden; gedragen zich, belangende de refutatie der tegenwerpingen en beichuldigingen hier tegens door 17 Heeren, by eene Misfive aan U Ed. Groot Mogenden in dato den Hften May, ingebracht , tot de voorenftaande Misfive van elf Jiunner Mede-Raaden. CoRNELTS VAN LeNNEP. M. TeM- minck. D. Hooft. K°. »754. Misfive van de negen nieuw gekozene Raa. den in de Vroedfehap der Stad Amfleldam , aan Hun Ed. Groot Mogenden de Henen Staaten van Holland en West-Friesland, over het zelfde onder' werp. In dato den 25 Juny 1787. Edele Groot Mogende Heeren! - De Ondergeteekenden, op den 7den May laatstleden verkoren, en aangefteld tot Raaden in de Vroedfehap dezer Stad, gezien hebbende zekere Misfive, door 17 Heeren, allen zich noemende Leden van de Vroedfehap dezer Stad, op Donderdag den 24ften May laatstleden aan U Ed. Groot Mogenden overgeleverd, waar in die Heeren goedvin» den die aanftelling te noemen eene pranenfeaanfteliing ; en te verklaaren , dat zy dezelve houden Voor geheei onwettig, informeel, nul en van onwrarde; en dat de Ondergeteekenden in de Vroedfehap op eene gantsch infbrmeele en illegaale wyze, met verkrachting van de oudfte en heiligde Privilegiën , zyn ingekoren en toegelaten , kunnen, (offchoon zy die verkiezing ea aanftelling £ mids. ga"  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ut waders de voorafgegaane remotie van 9 Raaden , door een groot en aaozienlyk gedeelte van de Burgerye en Ingezetenen dezer Stad gedaan, verklaaren te houden voor pure domesticq, en dus houder» voor geen object van deliberatie, veel min dispofitie [het zy met eerbied gezegd] vau U Ed, Groot Mogenden,) niet afzyn, (teneinde alzoo te prasvenieeren, dat deze Heeren, die by die Misfive uit het ftilzwygen of niet teekenen van Ingezetenen, befluiten, dat die Ingezetenen het met hun eens zyn, uit het ftilzwygen van de Ondergeteekenden geen conclufie tegen hun waar fentiment trekken, en zich verbeelden zouden, dat de Ondergeteeken» den uit eerzucht of eenig ander verkeerd beginzel, die hun opgedragene posten aanvaard hebben) maat dat zy het anderszins met die Heeren wel eens zonden zyn,) openlyk te verklaaren en te manifesteeyen, dat zy Ondergeteekenden in goede confcientie, en, onder aanroeping van den Alwetendkn* het daar voor houden, dat in een vrye Republiek of Scad, waar in eene reprasfentative Volks-Regeering plaats heeft, de Ingezetenen of een voornaam; en aanzienlyk gedeelte van dezelve fuojure bevoegd] is, om de Regenten, die hunne Reprsefentantenzyn, te removeeren, en dat derhalven de voorgemelde remotie van 9 Leden uit de Vroedfehap volkomen conftitutioneel is met de Regeeringsform, hier ter Stede plaats hebbende; waarom zy Ondergeteekenden ook openhartig verklaaren, dat, wanneer op zulke of dergelyke wyze, als nu gefchied is ten opzichte dier 9 Heeren, ook van hun gevergd wierd, dat zy, ter zaake van het mistrouwen der Burgery tegen hun, zich voortaan zouden befchouwen ais ontflagen van hunne posten als Raaden dezer Stad, zy daadelyk die hunne posten zouden nederleggen: declareerende wyders zy Ondergeteekenden , dat zy hunne verkiezing en aanftelling, als gefchied op het verzoek van zoo veele duizenden van hunne Mede-Ingezetenen, en door die genen, die zoo we!  112 Verzameling van Stokken ietrekkelyk tot wel volgens de oude Privilegiën daar toe bevoegd als nu daar toe verzocht waren, houden voor wettig , van waarde, en dat byaldlen zy in gemoede aan het een of ander in het minfte hadden getwyf. feld, zy de hun opgedragene posten niet zouden hebben aanvaard; nemende de Ondergeteekenden de vryheid, zich voor het overige, ten opzichte van het een en ander, te refereeren tot de Misfive van eenige hunner Mede-Raaden, dienende tot wederlegging van de voorfz. dóór voorgemelde 17 Heeren ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden iügediende Misfive, met welke Misfive van eenige hunner Mede-Raaden de Ondergeteekenden zich, zoo ten opzichte van het een als van het ander, compleetelyk conformeeren. De Ondergeteekenden hebben de eer, na toebidding van 's Heeren zegen over Uw Ed. Groot Mogenden Perfoonen , en ons lieve Vaderland, inet verfchuldigden eerbied zich te noemen, Edele Groot Mogende Heeren! Amfteldam Uw Ed. Groot Mogenden on- den 25 Juny derdaanige en gehoorzaams 1787. Dienaaren, J. P. Farret. P. C. Nobel. J. P. w CjUESNE. NlCOLAAS AsSCHENBERGH. J. A. de Roth. B. Ortt. Joh, Goll van Franckenstein. Ld. Rdtgjsrs, Jw nior. H. Weveringh.  de GeUürfmisfen in 1787 «*• vhrgeralUn. 113 h! 17?an Holland en West-Frieüand, ter defenfie van 'die Provincie en der Stad Utrecht , genomen op den 20 Juny 1787. In dato den 27 Juny 1787. De Gecommitteerdens van de Ed. Groot MogenHe Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, Ter defenfie van deze Provincie en de Stad Utrecht, vernoShebbende, dat de inhoud der RefoUnie , bv Hun Èd. Mogenden op den 20 Juny dezes kanTi787 genomen, by. fommige Officieren OP Schillende wyze word begrepen , hebben nood£ So rdeeld (voor zoo veel.des noods), nader fèlSaren, dat het oogmerk der Refolutie van Hun Ed. Mosenden van den zotten dezer geweest hom aan die Officieren, aan welke is afgevraagd of zv de ordres van Hun Ed. Groot Mogenden, zoo wel op een ander Territoir ais op dat van "Hnlland. zouden gehoorzaamen, en die zien daar ?n voor datoder Refolutie van Hun Ed. Mogenden obedient hebben verklaard, een dedommagement L geven, wegens de fchaadens welke dezelve door het geduurig af- en aanmarcheeren, geleden hebhen- en dat dus hetzelve dedommagement alleen betrekking heeft en uitgekeerd zal worden , aan de respeftive Ritmeesters en Kapiteinen proprie, tak , mitsgaders Luitenants; Cornets, Vaandrigs en Adjudanten, welke zich in het Cordon bevonden of uit het zelve gedetacheerd zyn, en geeus,-„, wegens hoogere qualiteiten als de bovengeme de!gnoch ook aan4 zulke Officieren welke by de Arrnée geplaatst, of niet in daadelyke dienst zvn by de Regimenten; gelyk ook, dat vermits bet dedommagement eigenlyk zal worden gegeven voor fchaadens, die reeds geleden zyn, bet ze ve dus zal berekend worden na de respedtive nualitei.ten ? welke de Officiers voor dato der Prornrftie iri het Regiment van PallAröy gedaan \ hebbert be&i -referveerende Hun Ed. Mogenden der-XXIIi Deelv H »»•  114 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tet zeiver nadere dispofitie omtrent de Officiers van zoodaanige Regimenten, aan welke de voorfz. afvraa^'ing tot noch toe niet is gedaan. Aftum binnen Woerden den 27 Juny 1787, by Gecommitteerden van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ter defenfie van deze Provincie en de Stad Utrecht. In kennisfe van my, H. Costerus, Secreu Ik Ondergeteekende , verklaare by deze op den ééd aan den Lande gedaan, te perfisteeren by myn reeds gedeclareerd voornemen, om ten allen tyde te zullen obediee» ren aan alle de ordres, die door deEd. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Fries, land, myne Betaalsheeren, of van wegens Hun Ed. Groot Mogenden aan my gegeven zullen worden, zoo op het Territoir van deze Provincie, als op eenig ander Territoir; en bekenne ontvangen te hebben een fomma van wegens den eerfien termyn van het dedommagement, door de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerdens van de bovengemelde Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ter defenfie van deze Provincie en de Srad Utrecht, by derzelver Refolutie van den 20 Juny 1787 geaccordeerd. Actum N°. 1756. Declaratoir der gewapende Burger-Corpftn, tot verdediging van de Provincie van Holland en de Stad Utrecht uitgetrokken. In dato den 30 Juny 1787. Daar de gewapende Burger in dezen hoogstdringenden nood van het lieve Vaderland, is uitgetrokken, ter befchermicg van het zelve en tot behoud der  ie Gebéurtenisfen in T7§7 enz. voorgevallen* i ij der Vryheid^ en hy zyn have en goederen, zyn Vrouw en Kinderen, en alles wat hem lief en dierbaarst is, heeft achtergelaten, onder de befcherming der Wetten en de handhaaving der Juftitie; — en daar het te vreezen is, dat zy, die tot heden hun verfoeilyk werk maakten, om het min, doorzichtig gedeelte der Natie te misleiden, en tot fchandelyke daaden van oproer en geweld aan. te hitzen, nu, geduurende hunne afwezigheid, zich zouden willen bedienen, om deze hunne vuile bedoelingen door te zetten; zoo willen wy, door dit ons Declaratoir, alle onze Mede-Burgers, van wat ftaat, rang of denkwyze zy mogen zyn, ernftig waarfchouwen, en van ons ferieus Voornemen berichten; en declareeren wy ondergeteekende Commandanten Van uitgetrokken Corpfen en Detachementen , met voorkennis , volkomen en eensgezinde toeftemming van onze onderhebbende Manfchappen, en dus in hunnen en onzen naam, ten dezen effecten, dat wy alle infultes, oproeren, plunderingen en gewelddaadigheden, aan onze nagelaten Vrouwen, Kinderen, Nabeftaanden of Goederen aangedaan wordende, zullen aanmerken, als aan onze Perfoonen zelve te zyn gefchied; — dat wy hetzelfde zullen doen ten opzichten der Perfoonen, Familien en Goederen van zoodaanige onzer braave Mede-Burgeren, die, offchoon niet met ons uitgetrokken, echter bekend zyn voor waare Vaderlanders, die onze goede zaak in hunne onderfcheiden betrekkingen met woorden en daaden hebben getrouwelyk voorgedaan en aangekleefd, <—- dat wy vervolgens alle Staats-Perfoonen, Regenten van Steden en van het platte Land, Officieren en verdere Handhavers der Juftitie, die zullen blyken geven, dat zy met flappe handen de juftitie handhavenen tot ftuiting Van oproeren» geweld eh plundering, of ten dezen met draayeryen eti geveinsdheid te werk gaan, of hunne traagheid; onverschilligheid en onwil, met den1 glimp van aftivlteit züllen pöögen te. vergoélykeiH ztülëh houV H 2. tteli  li<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk te-t den voor fcbuldig aan mein-ééd, en verraad aan den Lande; — dat wy eindelyk ook hun, die de heimelvke Roervinken en Aanftokers zullen zyn, om tevens van wat Raat of rang ze mogen zyn, en wy zeer wel weten te onderkennen , zullen houden voor vyaiden van het Vaderland; en dat wy, na dat wv d; openbaare Aanranders onzer Vryheid, onder uods zegen, zullen hebben in hunnen euvelmoed beteugeld, niet zullen uit den anderen gaan , maar dat wy zullen byeen b'yven, tot zoo lange, dat wy, den een voor den ander, en allen gezamentlyk voor malkander, op hun, die onze Vrouwen, Kinderen, Nabeftaanden of Goederen; of de Perfoonen, Goederen en Familien van onze weldenkende Mede-Burgeren mogten aangerand, beledigd of geplunderd hebben; of op hun, die by gebrek aan tydige voorzorge, of behoorlyke en plichifchuldige adminiftratie der Juftitie daar toe medegewerkt, of hetzelve heimlyk zullen hebben aangeftookt, ons zullen gewroken hebben, en ons ten vollen verhaald, voor alle beledigingen en fchaaden vooifchreven op hunne Perfoonen of Goederen. En op dat niemand dit ons voornemen onbekend zy, maar zich wagte voor de gevolgen van onze rcchtmaatige gevoeligheid , hebben wy goedgevonden, dit Declaratoir in de Nieuwspapieren te doen plaatzen, hetzelve zoo voor ons als in naam van onzeonderbebbende Manfchap,metonzenaamteekening bekrachtigende , het welk wy van dezelfde kracht en waarde houden, als of wy zulks hoofd voor hoofd met plegtigen ééde hadden geftaafd. Stuk-  de Geleurtenisfen in 178? enz. voorgevallen. 117 Stukken betrekkelyk het verhinderen der Reize van haare Kx>ninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje, naar 's Gravenhage. Lopende van N°. 1757 t°c N'* l778 inSe' floten. (*) ' Mevrouw de Princesfe van Oranje aan den Gnffier Mevrouw ae j ^ hoorstdezelve „ver- \S in haare \oorgenomene reüe naar 's Hage. In dato den 28 Juny 1787. Wel Edele Gestrenge Heer! Het fineulier geval dat my van daag gebeurt, heeft my döen gfchryven nevensgaande Brief.aan Sen Heer Raad-Penfionaris van Holland, inhoudende de redenen van myn aankomst, heim.verjoeVpnHP- dezelve onder het oog van Hun Ed. Groot 0,n het zv in de Befoigne, ot m de yergaaeffnV zoo aTs ÏÏ Wel Ed. feeftr. het gefchiKtst oirdeel : ik zal my niet inlaten in eenige reflexien omtrent het geval; ieder een die my kent, zal SeTyk begrfpen/hoe diep ik moet getroffen zyn, óf er eene gebeurtenis zoo weinig overeenkomftig f*ï De verdere Stukken welke tot deze gebeurtenis betrekking h^ben, vindt men^in „et gggjg bl. 217. N°. 1041. bi. 218. XIX. Liiel, SS . i4y/> II- 70. N». 1499» bl 76. H 3  Ii8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met myne gevoelens en oogmerken. Hoopende ik in korten ra ftaat gefield te zyn deze laatften te vervolgen, met alle den iever en getrouwbed? die de waare belangens van het dierbaar Vaderland en van myn Huis, de bevestiging van de Con. Jitutie, en het herftel van rust In vrede van my verlangen. Het is ra die gevoelens dat ik altoos met de meeste achting verblyve, Wel Edele Geftrenge Heer! &c. &c. (was get.) Wilhelmina. Schoonhoven den 28 Juny 1787. liïf' /five Van deze!fde ^orftinne over het zelfde onderwerp aan den Raad-Penfionaris Bleis! wyk. In dato den 28 Juny 1787. Wel Edele Gestrenge Heer! De vuurigfte wenfchen van myn hart, in dit hachelyk oogenblik , waar in de Republiek zich bevind, daar de Prins Erf-Stadhouder verhindêrï u, «elf in Holland te komen, om door myne tut Xchenkomst zoo mooglyk mede te werken ? ter verhoeding van eenen dreigenden Burger-Oo log en ter vereffening der gefchillen. op gronden S de welgevestigde Conftitutie, zyn de eenSfte re. denengeweest van myne reis naar 's Graveffia/e dewelke ik my geflatteerd had geheim zoude fvn gebleven tot na myne aankomst op de Oranje ZaT van waar ik daadelyk myn oogmerk in dezenzoudegecommuniceerd hebben aan Hun Ed. Gr. MoJen den, als mede aan de Staaten Generaal. 'Nimmer nad ik gedacht dit heilzaam oogmerk eeniizins rP zien verydelen, voo. dat ik in ftaat was afmyne poogingen daar toe aan te wenden. Het is ü Wel Ed. Geftr. bekend, dat ik. belet word myne reis ver-  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 verder voort te zetten; ik hoop evenwel dat dit uitftel de zaak niet uit haar geheel zal brengen, maar ik heb noodig geoirdeeld aan U Wel Ed. Geftr. kennis te geven van de waare redenen my. ner aankomst in Holland, met verzoek, om dezelve onder het oog van Hun Ed. Groot Mogenden te zullen brengen, en verblyve met verfchuldigde achting, Wel Edele Geftrenge Heer! &c. &c. (was get.) Wilhelmina. Schoonhoven den 28 Juny 1787. Ko.^1759. Misfive van Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Holland, ter defenfie van Holland en de Stad Utrecht, aan haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orar.je, betrekkehk de toegebrachte verhindering in Hoos,stdeszeifs reize naar 's Hage. In dato den 29 Juny 1787. Doorldchtige Vorstin! Daar wy ons verplicht hadden, om aan Uwe Ko. «inelvke Hoogheid daadelyk kennis te zullen geven van de Refolutie van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, onze hooge Committenten, over ons verrichte op eereister, omtrent de reize van Uwe Koninglyke Hoogheid naar de Oranje-Zaal, en fchoon geen Ieaaale kennis bekomen hebbende van Hoogstderzelver Refolutie op dat fujet, echter van ter zyde zvn geïnformeerd, dat de Leden der Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden de Misfive, desweeens door ons aan Hoogstdezelve gedepecheerd, als mede van Uwe Koninglyke Hoogheid aan den Heer Raad-Penfionaris van deze Provincie, en aan den Heer Griffier Fagel gezonden, hebben overH 4 Sd"  uo Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot genomen, om deze delicate materie ter kennisfe van hunne Principaalen te brengen, en dat onze gehoudene conduiten zyn geapprobeerd; hebben wy gemeend, niet te moeten afzyn, om. Uwe Koninglyke Hoogheid ten fpoedigften daar van communicatie te geven. Waar mede wy na Uwe Koninglyke Hoogheid in de befcherming des Allerhoogften bevolen te heb.ben, de eere hebben met alle respect te zyn, &c. N*. 1760. Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden,^ de Heeren Staaten van Heiland, aan haare Koninghke Hoogheid, over hei zelfde onderwerp. In dato den 29 juny 1787. DoORLÜCHTIGSTE KoNINCLYKE PriNCES EN Vrouwe j Ter onzer kennis en deliberatie gebragt zynde de Misfive, door Uwe Koninglyke Hoogheid- den 2"8(ien dezer uit Schoonhoven aan den Heer RaadPenfionaris gefchreven. concerneerende de opgehoudi n reize van Uwe Koninglyke Hoogheid naar herwaards, hebben wy goedgevonden , in antwoord óp Hoogstderzèlver voorgémelde Misfive, door dezen aan Uwe Koninglyke Hoogheid te refcribeeren, dat de Meerderheid der Leden van onze Vergadering noodzaaklyk heeft geoirdeeld, dezel. ye over te nemen, en ter deliberatie van de Heeren hunne Principaalen te moeten brengen , om zich daar op ten fpoedigften te expliceeren, waar door op Hoogstderzelver voorgemelde Misfive als, BPg geen conclufie heeft kunnen vallen. Waar mede, Doorluchtiglle Koninglyke Princes en Vrouwe.'- zullen wy God bidden, dat hy Uwe, Koninglyke Hoogheid gelieve te houden in zyne genadige bescherming, ' " <■■ ■ Ge-  ie Gebeurtenis/art in 1787 enz. voorgevallen. Mï Gefchreven in den Hage den 29, Juny 1787. Uwe Koninglyke Hoogheids dienstwillige goede Vtienden , De Staaten van Holland en West-Friesland. Het Ordonnantie van dezelven. y \ C. Clotterbooke. (was get.) No I76t. Misfive van zyne Doorluchtige Hooghed 'den Heere frinfe Erf-Stadhouder, aan Hun Hoog Mogenden de 'Heersn Staaten Generaal, over liet zelfde onderwerp. In dato den 19 Juny 1787» Hoog Mogende Heeren! Zoo op het oogenblik worden wy in het zekere onderricht, dat haare Koninglyke Hoogheid, onze dierbaare Gemalinne op haare reize van Nymegen naar 's Gravenhage, by en omtrent de Stad Schoonhoven, door eene party gewapende Burgers en Militairen is opgehouden, en vervolgens binnen de gemelde Stad is te rug gebragt, alwaar Hoogstdezelve uit naam van Heeren Gecommit. teerdens der Heeren Staaten van HoUand, word. opgehouden en bewaard. — Wy behoeven U Hoog Molenden niet onder het oog te brengen, hoe «er wy getroffen en gevoelig zyn aangedaan over een zoo gewelddaadige daad tegen een Doorluchtig Perfoon , en die ons zoo dierbaar is geattacheerd. —r U Hoog Mogenden begrypen ligtelyk, dat wy ons niet ongevoelig kunnen toonen aan eene iletrisfure ons, en ons Huis, en aan de ierfoon van eene Konipglyke Princesfe aangedaan, en wv verwachten dus met een volkomen fiducie, dat U Hoog Mogenden zoodaanige maatregelen wel zullen willen, nemen ± dat haars Koninglykq HoogH 5 »e.fft  IzS Verzameling van Stukken ietrekkelyk m beid zoo fpoedig doenlyk, uit haare detentie ontflagen , en in vryheid gefteld worde. Wy verwachten ook, dat U Hoog Mogenden als niet onverfchillig kunnende zyn in de belangens, en in de eer van ons, van onze dierbaare Gemalinne, en van onze Kinderen, wel zullen medewerken, dat de fletrisfure aan de Perfoon van onze Gemalinne aangedaan, ten fpoedigften gerepareerd werde, terwyl wy ook niet kunnen verwachten, dat de Koninglyke Huizen, aan dewelke onze Gemalinne en wy zoo na geparenteerd zyn, onverfchillig kunnen zyn omtrent eene zoo geweldige handelwyze. Waar mede, &c. (was get.') W. Pr. van Oranjp* Amersfoort, den 29 Juny 1787. N°, 1762. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid. Mevr ouwe de Princesfe van Oranje enNasfau, aan den Heer Griffier Fagel, over het zelfde onder, werp. In dato den l July I787. s Wel Edele Gestrenge Heer! Na dat ik te Schoonhoven tot Saturdag morgen ten J uuren, na eenig antwoord van de Heeren Staaten van Holland gewacht had, zyn my, zoo van Hun Ed. Groot Mogenden als van derzelver Heeren Gecommitteerden, fuccesfivelyk de Misfi» ves ter hand gekomen, welke ik copielyk hier nevens voege, en heb ik vervolgens, herwaards te rug gekeerd zynde, de Misfive van Hun Ed, Groot Mogenden gemeend op zoodaanige wyze te moeten beantwoorden, als U Wel Ed. Geftr. zal kunnen Zien in de Copie, welke insgelyks hier nevens gaat. Ik verzoek, U Wel Ed. Geftr. van het een en an»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 ander communicatie te geven aan Hun Hoog Mo. genden, het zy in het Befogne, hetzy m de Verfadering, zoo als U Wel Ed. Geftr. het voeglykst lal oirdeelen; en Hoogstdezelven te gelyk te verzekeren, dat ik my ten fterkften verplicht voele aan den ernst en nadruk, met welken Hun Hoog Mogenden getoond hebben deze zaak aan te trekkenf Waar mede blyve met achting, Wel Edele Geftrenge Heer! Uw Wel Edele Geftrenge Die* naaresfe, Nymegen Oa* geteekend) den 1 July Wilhelmina. 1787. N° n6l. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid » ' Mevrouwe de Princesfe van Orarje en Nasfauw . aan de Heeren Staaten van Gelderland, /.eeland, Utrecht, Friesland, Overysfel, Stad en Lande en Landfchap Drenthe, waar by kennis geeft van het gebeurde op Hoogstderzelver voorgenomen reize.. naar 's Hage. In dato den 2 July 1787. Edele Mogende Heeren! Het vuurig verlangen, om door onze tusfchenkomst de onheilen van eenen Burger-Oorlog voor te komen, en eenig middel te vinden tot het ftiU len der tegenwoordige beroerten, had ons het be^ fluit doen nemen, om ons naar 's Hage te begeven, en te gelyk tot voorkoming van alle beweging en opfchudding, welke de vreugd over onze aankomst moet kunnen veroirzaaken,ons voornemen voorat, zoo veel mooglyk, geheim te houden. Met dit oogmerk laatstleden Donderdag den 2§ften Juny van hier vertrokken zynde, hebben wy onbelemmerd, gelyk wy verwachtten, kunnen doorreizen  124 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot tot a*n geene zyde van Schoonhoven ; maar om» trent twee uuren verder gekomen zvnde, wierden onze Rydtuigen door verfcheide Detachementen van gewapende Vry-Corporisten omringt, en gedwongen ftapsvoets te ryden; 't getal daar van vermeerderde nair maate wy voortreden, tot dat ein. delyfc een Detachement Cavallery ons te kennen gaf, ordre te hebben, om niemand door te laten. —■ Wy vertoonden aan den commandeerenden Officier, dat die ordre ons niet kon betreffen; maar alles wat wy verkrygen konden, was alleen, dat hy ons brengen zoude naar de naaste plaats, daar wy in eenig huis het antwoord konden afwachten , van een Expresfe, dien hy naar Woerden zond om nieuwe ordres te vraagen; daar men ons weigerde een der Heeren van ons gevolg te laten mede gaan, om kennis van het gebeurde te geven, ichoot ons niet anders over, dan met den Expresfe een open biljet aan den Commandant van Woerden te zenden, om onze bevreemding te kennen te geven, over het gebeurde, en de verbeelding, die wy hadden, dat het een misverftand zyn zoude. — Na dat wy vervolgens aan een huis gebracht en daar in gegaan waren, plaatfte men Schildwachten voor en achter het zelve, die niemand lieten uitgaan; terwyl de Officier het vertrek niet verliet, in het welk: wy ons bevonden. Eenige uitren daar na ontvingen wy de vifite van de Commisfie der Staaten van Holland, die te Woerden refideerd; doch ook deze korden, na een lang onderhoud, niet bewogen worden , om ons onze reis te laten voortzetten, maar gaven voor, eerst antwoord te moeten afwachten op een Expresfe, welke zy aaa de Staaten om verdere ordres hadden afgevaardigd, en lieten ons, die voorfloegen den nacht te Gouda te gaan doorbrengen, alleen de keuze tusfchen Schoonhoven en Woerden. Wy neigden meer tot Leerdam, en wierden,mee oogmerk om derwaards te keeren, door twee Heeren der Commisfie tot Schoonhoven begeleid; alwaar wy  ie Geheuitenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iüf wy, met geene Paarden tot het'doorzetten der reize kunnende gediend worden, te eerder verkozen te vertoeven, om dat ons door de Heeren der Commisfie verzekering gegeven was, van de goede order aldaar. Inmiddels gaven wy van daar aan de Heeren Staaten van Holland, door eeoen brief aan den Raadpenfionaris, en aan Hun Hoog Mogenden door eenen brief aan den Griffier, kennis van de belemmering die wy ontmoeten, en van 't verlangen 't welk wy hadden, om als nog door te reizen. ° Maar wy waren verplicht tot Saturdags 's morgens den 29(len te wachten, eer wy het antwoord van de Heeren Staaten ontvongen, 't welk eenvoü-; die het bericht inhield, dat op onze Misfive, door de overneming van de Meerderheid geene conclufie had kunnen vallen, terwyl ons naderhand ook een brief is geworden van de meergemelde Com* misfie van Woerden; houdende, dat hunne conduites door de Staaten ware geapprobeerd. — Op die wyze verhinderd in onze doortocht, hebben wy gemeend her waards te moeten te tug keeren, en van hier aan de Heeren Staaten van Holland na* der te moeten fchryven, om eene openbaare en genoegzaamereparatie te erlangen,wegens den hoon, welke ons door deze ophoudinge, eö de wyze van dien, is aangedaan geworden, en gelyk Hun Hoog Mogenden zich van den beginne niet onttrokken hebben, om ten opzichte dezer zaake de fterkfte inftantien te doen, by de Heeren Staaten van Holland, zoo vertrouwen wy, dat ook U Ed. Mógenden niet weigeren zullen, met Hoogstdezelve ten dien einde mede te werken. Het is met dit in- zicht, dat wy aan U Ed. Mogenden hier nevens copielyk doen toekomen de Misfives, door ons uit Schoonhoven aan den Raadpenfionaris van Holland, en den Griffier van Hun Hoog Mogenden, als mede uit Nymegen aan de Staaten van Holland zelve cefchreven, zoo als ook van die brieven , welke wy van gemelde Staaten uit 's Hage, en van hunne Gecommitteerden uit Woerdeü, ontvangen hebben;  ïiö Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot ben ; welke befcheiden wy ons vleien dat genoegzaam zullen zyn , om U Ed. Mogenden de noodige opening te géven omtrent den loop en het gewicht dezer zaake. Waar mede, Edele Mogende Heeren! wy U Ed. Mogenden beveelen in Gobs heilige prosectie. Uwer Ed. Mogenden dienstwillige Dienaar esje, Nymegen (was geteekend) den 2 July 17 87» WlLHELMTNA. N°. 17CT4. Misfive van haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfauw, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, over het zelfde onderwerp. In datu den 2 July 1787. Edele Groot Mogende Heeren! f Hoe groot ook onze bevreemding was, toen wy op Donderdag den 28ften dezer, op ordre der Gecommitteerden van U Ed. Groot Mogenden, ter defenfie Van derzelver Provincie en van de Stad Utrecht, zyn aangehouden, en door dezelve zyn verhinderd geworden, om onze reize naar de OranjeZaal, en zulks niet tegenftaande wy gemelde Gecommitteerden op het nadrukkelykfte en naar waarbeid verzekerd hadden.dat dezelve onze reize geene andere dan rust en vredelievende bedoelingen had , en zelfs ter voorkoming van alle opfchudding, vooraf zoo veel mooglyk geheim gehouden was; kennen wy evenwel aan U Ed„ Groot Mogenden niet ontveinzen, dat wy nog veel meer getroffen zyn over de wyze, op welke deze vreemde ftap by U Ed. Groot Mogenden opgenomen en verdek  ie Gebeurtenis/en in 1787 m. voorgevallen, tlf der behandeld is. Toen wy van de plaats, daar men ons eerst had opgehouden, tot binnen Schoonhoven te rug gekeerd zynde, aan U Ed. Groot Moeenden kennis gaven van die zonderlinge gebeurtenis, en te gelyk op de zachtfte wyze vertoonden, hoe weinig dergelyke behandeling met onze gevoelens en oogmerken overeenkomftig was, en hoe zeer wy verlangen, als nog door het voortzetten van onze reis, aan dezelve te kunnen voldoen, toen vleiden wy ons in der daad, uit hoofde van die attentie, welke wy meenen van U Ed. Groot Mogenden te mogen verwachten , dat U Ed. UrooC Mogenden het gedrag, door hunne Gedeputeerden in dezen gehouden, nimmer goed gekeurd, althans op het bericht daar van, door eenige verhaasting hunner Vergadering allen mooglyken fpoed zouden gemaakt hebben, om ons nog in ftaat te ftellen» van onze goede oogmerken ten nutte van den Lande, door het voortzetten van onze reize te kunnen bevorderen , en het heeft daar om te meer bevreemdin°-, dat U Ed. Groot Mogenden ons niet alleen totSaturdags morgen den joden dezer, te Schoonhoven naar derzelver antwoord hebben doen wachten, maar ons daar en boven by dit antwoord niet anders gemeld hebben, dan dat op onze Misfive* •voor als nog geen conclufie had kunnen vallen, terwyl wy boven dien door een Misfive van derzelver ■voornoemde Gecommitteerden bericht ontvangen hebben, dat hunne gehoudene conduites door U Ed. Groot Mogenden zyn geapprobeerd. Deze approbatie, Ed. Groot Mogende Heeren! van onze ophouding en de zwaarightid, die, niet tegenftaande onze mondelinge en fchriftelyke opening van onze bedoelingen, en niet tegenftaande de nadrukkelyke inftantien van de Heeren Staaten Generaal, evenwel by de meerderheid Uwer Vergaderingy door derzelver overneming, gemaakt is, om ons' een doortocht naar de Oranje-Zaal vry te laten, hebben wy Diet anders kunnen opnemen, dan voor een openlyk blyk van mistrouwen op ons Vorftelyk woord  is8 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tét woörd en verklaarde oogmerken, en te gelyk voor een beraadene en geweldige belemmering in die vryheid, welke aan ons, in onze betrekking , vooral tot deze Republiek in het algemeen , en Uwer Ed. Groot Mogenden Provincie in 't byzoncter, niet kan geweigerd worden. Wy hebben daarom ook niet geaarfeld, Edele Groot Mogende Heeren ! om, op 't ontvangen dier berichten, uit Uw Provincie tc rug en weder herwaards te keeren, en, na dat U Ed. Gr. Mogenden onze goede en vreedzaame oogmerken door deze onze handelwyze hebben doen mislukken , vinden wy ons niet alleen aan ons zeiven verplicht, om op het ernftigfte een openbaare en genoegzaame reparatie te vorderen , wegens den hoon welke ons daar over is aangedaan , maar om ook op het nadrukkelykfte te protesteeren , dat wy van nu af aan alle gevreesde gevolgen der tegenwoordige verdeeldheden, en dreigenden Burger-Oorlog zelfs , dien wy door onze tusfchenkomst hadden trachten te verhoeden, alleenlyk la« ten voor rekening en ter verantwoording van die genen , welke die geweldige belemmering onzer poogingen door hunnen invloed hebben doorgedrongen, terwyl wy evenwel nimmer zullen ophouden, niet alleen de waare belangens te helpen bevorderen van eene Natie, van welke wy zelfs in het mid* den van hunne verbystering, en van de beledigingen , ons door U Ed. Groot Mogenden aangedaan, over het algemeen meer blyken van eerbied en liefde hebben ontvangen, dan men na zulke verneder rende befluiten en behandelingen van U Ed. Groot Mogenden, zoude hebben kunnen mogen verwachten. Waar mede, Edele Groot Mogèndè Heeren! wy U Ed. Gr. Mog. bevelen in Gods heilige protectie. Uwer Edele Groot Mogenden diensswillige Dienaar-esje, | Cwas get.) WlLHÈLMlNA..  ie Üeheurtenisfen in 1787 'enz. voorgevallen. "ïlg •iKöb i75yi. 'Addres van Gecommitteerden uit den Grod' ten Krygsraid, midsgaders de Geconfti'ueerden uit 'de Burgerye der Stad Amfteldam, aan de Ei. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en zes- en- dertig Raaden van gemelde Stad, betrekkelyk de komst van haare Koninglyke Hoogheid in Holland &c\ 'In dato den 3 July 1787» Veftóönén zéér respeaueufelvk, 'de, Gecómrhit* eeerden uit den gróoten Krygsraad, midsgaders d6 Geconftitueerden uit de Burgerye dezer Stad, Dat wanneer zy Vertooners onlangs zagen tó voorfchyn komen zeker Declaratoir , doof den Hee^ re Stadhouder,in dato den 2<5ften Afay dezes jaars op de Furftendoms-Burg te Nyiriegen geteékend* en wyders door de Republiek verfpreid j zy den inhoud van het zelve niet alleen hoorjend voer dö Geheele Natie , en Isllef voor den Souverein bevonden, maar ook het zelve als een voorbode Van allerkommerlykfte aanflagen befchouwden, imiherê maar al te klaar, daar in ontdekten een onverzette» !vk voornemen , 'om in het eenmaal aangenérned Landverdervend fysthéma te blyven volharden \ eó het zelve,ten kosten van den welvaarten bloei v'att dat Volk, waar aan hy al Zyn grootheid Verfchul* digd is, op de geweldigfte wyze door te dryven» • Dat de Vertooners, in deze hunne gedachten, të meer verfterkt zyn geworden;, door de geBeurte-aisfen, welke al ras het gedachte Declaratoir iyö oDgevold; en waar onder het verraaderlyk onttrekken van Hollandsch Militie aan de gehoorzaamheid: van haaren Souverein, de ontwapening van de Bür» Êeryen in Gelderland, om aan het Militair geweld In plundering den vryen teugel te laten, én in 't aleemeen, de zoo tastbaare aanmoediging tót dproef èn geweldenaaryen, meer dan genoeg Zyn, brri all© fciefheBberS van Vryheid en Vaderland Vötir df Prüwlykfte ondernemingen te-doeü-beducht^H&stod wel als óm by de NakómeliDgfchip de |ejttUU  130 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot tenis dier ontwerpers tot een afgryzen, en hunne naamen tot fchande te maaken. Dat de Vertooners , den tegenwoordigen ftaac der zaaken als zoodaanig befchouwende, hunne verwondering niet vermogen te verbergen, dat haare Koninglyke Hoogheid, des Stadhouders Gemalinne, na eene langduurige abfentie, op een tydftïp, waar op de onrustige fituatie dezer Provincie, Hoogstdezelve zulks a's zeer onraadzaam moesc doen voorkomen, goedvind, op 't onverwachtfte, op deszeifs territoir te verfchynen, met oogmerk om zich naar 's Hage , ofte in de nabyheid van dien, te begeven. Dat hoe zeer hun Vertooners wel ter ooren gekomen is, dat haare Koninglyke Hoogheid, door tusfchenkomst en op ordre van Hun Ed. Groot Mogenden Heeren Gecommitteerden tot het DefenfieWezen,in de voortzetting van haare reize verwyld zynde , daar op by Misfive aan Hun Ed. Groot Mogenden , tot motief voor deze zoo onverwachte overkomst geallegueerd heeft; het oogmerk: om, overeenkomftig de waare belangen van den Staat, aan het herjiel van de rust te werken; zy Vertooners echter volkomen overtuigd zyn, dat Hoogstderzelver onverwachte verfchyning binnen deze Provincie , veel min eene nadering van 's Hage, niet alleen aan dit geallegueerde oogmerk niet zoude beantwoorden, maar veel eer eene tegenovergejïelde uitwerking maaken; vermids ongelukkiglyk de misleide Voorftanders van de fchynbelangen van den Prinfe haa> ren Gemaal, door deszeifs Vleiers, en wezentlyke Vyanden geleerd zyn , om hunne verkleefdheid voor deszeifs Huis, en al wat tot het zelve eenige betrekking heeft, door't veroirzaaken van bewegingen, verwarringen en buitenfpoorigheden, aan den i'ag te leggen. Dat ook zy Vertooners , daar boven , zich te minder eenige mooglykheid, tot bereiking van het geallegueerde vredelievend oogmerk van haare Ko.. ning-  de Gebeurtenis/en in Ï787 enz. voorgevallen. ï&jt filnglyke Hoogheid kunnen voordellen , wanneer sy confidereeren , dat het hun toefchynt:, dat Hoogstdezelve, van de denkwyze van verre het notabelfte gedeelte van Hollands Ingezetenen mee wel onderricht, ja volftrekt onkundig moet zyn; vermids het de Vertooners als eene zekere waarheid voorkomt, dat Hoogstdezelve,ca luid der opgemelde Misfive, overkomende met oogmerk tot herftel der rust, en dus natuurlyk het meeste vertrouwen der Natie daar toe noodig hebbende, als dan tot haare verzellers in dezen niet zoude hebben kunnen kiezen zoodaanige Heeren, die geheel en al van alle crediet by het beste gedeelte der ingezetenen verftoken zyn, en dus noodwendig in a e ontwerpen , welke tot herftelling eener wenfcaelyke rust ftrekken, hinderlyk moeten zyn. Dat behalven de hinderpaal, welke noodwendig, door de keuze van de verzellers van haare Koninglyke Hoogheid, aan alle vrede- en rusthevende oogmerken moest toegebracht worden, zy Vertooners daar en boven niet willen verbergen, dat zoo wel de buitengewoone wyze, op welke die reize Rond volbracht te worden, als de diepe geheimhouding van Hoogstdeszelfs overkomst, en van het oogmerk by gedachte Misfive vervat, al mede dat, toe een foortgelyke onderneming, het zoo onmisbaar vertrouwen geenszins vermeerderd heeft; en welke geheimhouding de zaak wellicht zeer fpoedig uit haar geheel zoude hebben kunnen brengen , en, tegen het by de Misfive uitgedrukte oogmerk van haar Koninglyke Hoogheid, de onrust en verwar*, ïing binnen deze Provincie kunnen Vergrooten, aangezien 'er, door die geheimhouding, geen middel overbleef, tot het nemen van maatregelen, om die bewegingen en ongeregeldheden voor te komen, welke welligt door een misleid Gemeen,(tot welks kennis echter de voorgenomen reis van haare Hoogheid, eerder dan tot die der braaf fte Regenten fchynt gekomen te zyn,) tegen haare Koninglyke Hoogheids intentie, by gelegenheid van Hoogst-  13» Verzanding van Stukken Ietrekkelyk tot deszeifs verfchycing , zouden kunnen veroirzaakt ayn geworden, Dat by de boven geallegueerde redenen, welke voor de Vertooners reeds voldoende zouden zyn, om hun te overtuigen, dat de bedoeling door haare Koninglyke Hoogheid , by gedachte Misfive aan Hun Ed. Groot Mogenden uitgedrukt, doorHoogstderzelver nadering van 's Hage geenszins zoude bereikt worden, nog deze reden bykomt, dat zy Vertooners in haare Koningl. Hoogheid geene eigentlyke qualiteit kunnen penetreeren, welke Hoogstdezelve tot eene behandeling van Staatszaaken mogte kunnen gefchikt maaken; te meer, daar 'er, tot bemiddeling der gefchillen tusfchen de respective Provinciën, door U Ed. Groot Achtb. jongfte Propofitie, reeds een ander middel ter deliberatie van Hun Ed. Groot Mogenden gebracht is; teiwyl ook het mistrouwen van den Souverein dezer Provincie, tegen den Stadhouder, van dien aart is, dat het zelve eeciglyk door eene onverwylde en totaale aflegging van 's Prinfen aangenomene politieke grondbeglnfelen , en alzoo door eene daadelyke medewerking tot het by de Natie verlangde redres der Conflitutie, (waar toe de goede Ingezetenen met dankbaarheid den invloed van haare Koninglyke Hoogheid op den Prinfe haaren Gemaal zouden gebezigd zien,) maar geenszins, door eenige tusfcheckomst ofte fchikking, kan weggenomen wor* den. Dat, alzoo zy Vertooners, op voorzegde gronden, de overkomst van haare Koninglyke Hoog* heid voor het oogmerk, by dikwils gedachte Misfive uitgedrukt, geheel en al niet alleen ongefchikt, maar zelfs fcbaadelyk rekenende, in tegendeel ten vollen overtuigd zyn, dat voor als nog het verblyven van haare Koninglyke Hoogheid buiten deze Provincie , tot die bedoelde rust veel meer ge. ,Jchikt zal zyn; te meer, daar het deerlyk verdrukte Gelderland, en een gedeelte der (Provincie Utjrecht, tooneelen van dwingelarjdyten geweld ople« ve-  is Gebeurtenis/in in 1787 tnz. voorgevallen. 133 veren , welke zoo zeer gefchikt waren , om eea Vorftelyke ziel te roeren; en welke aan die ongelukkige Ingezetenen zoo veel recht gegeven hebben, om te verwachten, dat haare Koning!. Hoog. heid Hoogstderzelver invloed op haar Gemaal, van wiens wenk het afhing, om de onderdrukten in die Provincie te redden, zoodaanig zou gebruikt hebben, dat zy in dedankbaare traanen van vry-geworden Ingezetenen, eene belooning zoude gevonden hebben, welke eene edelmoedige ziele waardig is. Waaromme zich de Vertooners keeren tot U Ed. Groot Achtb.; eerbiediglyk verzoekende: dat hec U Ed. Groot Achtb. behaagen moge, om,, wanneer de meergemelde Misfive van haar Koninsdyke Hoogheid by U Ed. Groot Achtb. een poirct van deliberatie zal uitmaaken, daar op dezer Stads Gedeputeerden ter Staats-Vergadering te gelasten, om, wegens deze Stad, te declareeren: dat U Ed. Groot Achtb. de overkomst van haar Koninglyke Hoogheid, onder welke voorgeving zulks ook zyn rhochte, tot het oogmerk by gedachte Misfive uitgedrukt, geenszins gefchikt oirdeelen; en van opinie zyn , dat Hun Edele Groot Mogenden op genoemde Propofitie van Hoogstdezelve behooren te declineeren, met communicatie van deze Refolutie aan Hoogstdezelve, en verdere aanzegging, om, tot confervatie van die rust, welke haar Koninglyke Hoogheid zegt te bedoelen , zich van het territoir dezer Provincie te verwyderen,en voor als-nog huiten dezelve te vertoeven. 't W.elk doende, &c. I 3 N'.  Ï34 Verzameling van Stukken betrekkelyl tot JiK 1766. Misfive van Hun Ed, Mogenden de Heers® Staaten 's Lands van Utrecht te Amersfoort ver. gaaerd, aan haare Koninglyke Hoogheid, ter beantwoording der Mtsjïve van die Vorfiinne hier loven onder N*. 1763 geplaatst, In dato den 4 July i7b7- DoORLUCHTÏGSTE, HoOGGEBORE FüRSTINNE en Vroowe! Wy hebbeD wel ontvangen, en in onze Vergade. ïinge van heden in ierieule deliberatie genomen, Uwe Koninglyke Hoogheids Misfive, geichreven te Nymegen den 2den dezer lopende maand, daar by aan ons kennisfe gevende van de heilzaame oogmerken, waar toe Uwe Koninglyke Hoogheid de reize naar 's Hage op den 28ften Juny hadde aan- fenomer; van de beledigende ontmoetingen, wele Uwe Koninglyke Hoogheid op dezelve waren aangedaan, door een party gewapende Burgers en Militairen; van het oponthoud, het wellr door Heeren Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Holland in Hoogstderzelver reize was toegebragt; van de wyze op welke de Meerderheid der Vergaderinge van Holland, deconduiteshunner Gecommitteerden hadden goedgevonden teapprobeeren; en van de Misfives door Uwe Koninglyke Hoogheid uit Schoonhoven, zoo aan den RaadPenfionaris van Holland, als aan den Griffier van Hun Hoog Mogenden deswegens gefchreven, als ook van die, welke Uwe Koninglyke Hoogheid uit Nymegen, aan de Heeren Staaten van Holland hadde afgezonden. Wanneer de Heeren onze ordinaris Gedeputeerden by onze abfectie, door de Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, van deze feitelyke en ongehoorde ondernemingengeinformeerd waren, hebben dezelve op den 3often der jongst afgelopene maand, onze Gecommitteerden ter Generaliteit aanftonds aangefchreven, ter Vergaderinge vaa Hui  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13 j Hun Hoog Mogenden met de Gecommitteerden der andere Provinciën, te concurreeren en te overleggen de beste middelen, dat Uwe Koninglyke Hoogheid ten fpoedigften in volkomen vryheid en veiligheid werde gefteld, alle beletzelen en hin« dernisfen in Hoogstderzelver reize werden weggenomen, en de gepleegde feitelykheden en toegebragte fletrisfure, volkomen werden geheeld en gebeterd. _ Welk verrichte van de Heeren onze ordinans Gedeputeerden, by ons op heden is geapprobeerd, waar uit Uwe Koninglyke Hoogheid al aanftonds zal gelieven af te nemen, de afkeuringeniet alleen, waar mede wy deze onbehoorlyke en wederrechtelyke demarche hebben befchouwd , maar ook onze bereidwilligheid om mede te werken, dat wegens den hoon Uwe Koninglyke Hoogheid aangedaan, eene volledige reparatie, en fatisfactie aan Hoogstdezelve mogte worden gegeven; wy behoeven deze onze gevoelens niet in 't breeds alhier te repeteeren, alzoo wy dezen aangaande op heden genomen hebben eene ampele Refolutie, om ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden open te leggen onze fentimenten , over eene demarche, die wy met leedwezen en met het grootfte misnoegen hebben vernomen, en waar van wy de gevolgen, die dezelve zonder volledige en fpoedige remratie onverhooptelyk mogte hebben, laten voor rekening van die genen, welke daar van de oirzaaken en bewerkers zyn geweest; van welke onze Refolutie wy hier nevens Copie voegen, ten einde Uwe Koninglyke Hoogheid van onze waare ïntentien volledig te informeeren. ' " Intusfchen fmert het ons, dat Uwe Koninglyke Hoogheid door dit wederrechtelyk oposthoud, als nog niet heeft konnen voldoen aan die verheven beginzelen en heilzaame doeleindens , waar toe Hoogstdezelve deze reize naar 's Hage hadde ondernomen ; welke Vaderlandlievende oogmerken wv vierig wenfehen, dat niet te min door Uwe Ko* I 4 DiDS"  ' S Verzameling van Stukken betrekkelyk m iglyke Hoogheids hooge medewerking eerlang ; jiion jannen worden bereikt, op dat het vuur van verde.fiyke tweedracht eenmaal ophoude, en het dierbaar Vaderland voor deszeifs totaalen onder, gang nog in tyds werde bewaard. ° , En hier mede &c. ■ Ge(c.reven te Amersfoort, den 4 July 1787. ° !16J'; J/Vi va%de Heeren van de Ridderfohapi meye*l dat der Heeren Gecommitteerden van Am* P'f.m, r trekkelyk de gefiaakte reize van haare %o*lnSlyke Hoogheu,. In dato den 7 July 1787. In deliberatie gelegd zynde de fuccesfïve ingeJ,0™' 1, ka = 9«pn en ,0ften der' laatstle¬ den maand en s ier, dezer, concernerendedgS Raakte reize van haare Koninglyke Hoogheid naar ï GravePhage en Tpeciaal de Misfive van geroet de haare Koning yke Hoogheid, daaromtrent aaa W1*,?} rul M°g™deh,en door de Heeren van de Kidderfchap, uit krachte hunner referve, om zien daarop nader te zullen txpliceeren, cr Ver. fó&Ï^K^^ zy^de van derzelver ch,:ft yk Advis, hebben gemelde Heeren van de Si' vtrAP h^el^e §e^hibeérd, om in deNotui infereerd 11,1 ' A?0^Gtia- aan het Opper-gezag van Hun Ed,, Grppt Mpgen* I 5 den  138 Ferzaméiïng van Stukken Ietrekkelyk tot den aan te vertrouwen, en zich dus als in gyzeHn* tot pand haarer oprechtheid te begeven, afgeicheiden van haar Gemaal, haare Kinderen en van at wat zy dierbaarst heeft, en zich (lellende onder het bereik van de directe Vergaderplaats van den Souverein, voorzien van eene genoegzaame Militaire macht, om tumultueufe bewegingen tegen te gaan, die toch alleen maar van een ongewapend Graauw te duchten waren, en waarvan haare Koninglyke Hoogheid haar altoos heeft gemanifesteerd een afkeer te hebben;—-dat dus de gewaande vrees voor oproer, van de Commisfie tot het Defenfiewezen, (hoe zeer by de Heeren van de Ridderfchap nimmer goedgekeurd, veel minder erkend,) ten klaarfien bly kt van allen grond ontbloot te zyn; en, daar men zelvs in tyden van openbaaren Oorlog nooit anders aanhoud, als bekende Vyanden of fuspette Perfoonen, zoo is het niet dubieus, dat de Heeren van die Commisfie haare Koningl. Hoogheid hebben geconfidereerd, of als eene Vyandin van Staat , of ten minften als eene fuspe&e Perfoon. En alhier kan de vrees der gevolgen, welke deze roekelooze ftap naar zich moetfleepen, niet ontveinsd worden; immers de grootfte Huizen van Europ i zyn aan haare Koninglyke Hoogheid vermaagdfchapt: de Keizer, de Koning van Engeland, de Koning van Pruisfen , de Hoven van Hesfen en Brunswyk, de Deenfche en Zweedfche Hoven, moeten zich gevoelig toonen over eene behandeling, welke, zelfs ten opzichte van een privaat Perfoon, in de daad wederrechtelyk zou zyn, en die ten opzichte van een Perfoon van een zoo verheven rang, aan eene Kunne, welke altoos een verdubbeling van egards vordert, ongeacht de rondborftige verklaaring haarer alleszins pryslyke inzichten,zonder confideratie van haar Vorstlyk woord; — alle de gegronde aanleiding moet geven tot het vorderen eener volledige reparatie, vergezeld van zoodaanige ernftige verklaaringen, die den ongelukkigen toeftand van deze wel eer zoo bloeiende Provin-  it Gebeurtenis/en in 1^7 enz. voorgevallen. t& vincie, zoomooglyk, ^.tm^^i^!SSi ren • de droevige tweefpalt en bittere verwarring vermeerderen, de geobsreerde Finantien onher- Se N?gotie, die eenigfte bron van ons beftaan, den laatften doodfteek toebrengen. Om alle welke redenen de Ridderfchap, als nog hunne Advyfen en Aaoteekenwgen van den zotten er! -often Tuny , ten fterkften inhaereerende, als Sg van advyJ s, om op de beleefdfteen dringendfte wyzey haar'e Koninglyke Hoogheid : u, ve Leken, Hoogstderzelver reis naar den Haaf te willen hervatten, en haare poogingen, herftelhng der rust, wel te w 1 en aanwenden; wyders te ver Éren, het overyld en onvoorzichtig gedrag van de Commisfle, zich noemende, ter defenfie van deze ProTncie en van de Stad Utrecht, te disapprobeeren en te disavoueeren ; voorts Heeren GecomStteerdeRaaden te gelasten, by Hoogstdezelve te Ceme haaregKoninglyke Hoogheid haare Lize Te Water op de Rivieren, ofwel te Lande, 11 verkiezen te doen, en naar die keuze de nood ge orders alom te geven tot Hoogstderze ver veiligheid en alom decente receptie; als mede, om Joor de confervatie en de rust en ftilte onder de Sge^enen te zorgen, zoo door het emaneeren van fcherpe Publicatien tegens de Stoorders derzelve, als door het ontbieden van genoegzaame Fscortes, om dezulken, zonder aanzien van Per. foor,, binnS de paaien van behoorlyke ftilte en goede orde te houden. , ^Betuigende, laatfte yk, de Heeren van^de R dderfchap dit hun Advis in gemoede, en naar hun beste weten te befchouwen , als het gefchiktfte middel, om het dreigend gevaar af te wenden, Mondende zich voor God en alle de Ingezetenen vaHollanaoïverantwoordelyk, en onfchuldigaan alle de gevolgen, welke het pousfeeren van een ?egenovlrgefteld fysthéma onvermydelyk na zich sullen fieepen, en waar van zich het ichriklyk tafe.  $4.0. Verzameling van Stukken betrekkelyk m ïeel aan kundige oogen niet kan verbergen, maa* bly ven zal voor rekening van die genen, welkq deze Provincie en alle deszeifs goede Ingezetenen, zonder onderfcheid van derzelver denkwyze, — zullen dompelen in eene grondelooze poel van alle die rampen, die aan een Binnenlandfchen Bur. gerftryd, en aan het zich roekeloos op den hals haaien van Buitenlandfche Vyanden, altoos verknogt zyn. Verzoekende de Ridderfchap , ter hunner decharge, infertie van dit hun Advis in de Notulen. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam, vernemende, dat de Heeren vatf de Ridderfchap kunnen goedvinden, derzelver Advis op de bovengenoemde Rukken, concerneerende de voorgenomen reis van haare Hoogheid, Me vrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfau, naar 's Hage, in de Registers van Hun Ed. Groot Mogenden te doen infereeren, hebben van hunne indispenfablen plicht geoirdeeld, onder referve van nadere aanteekening die de Heeren huane Principaalen noodig zouden mogen oirdeelen, tegen den zoo zeer bedenklyken inhoud van het voorfchreven Advis van de Heeren van de Ridderfchap te moeten doen, mitsgaders onder referve van hun nader Advis op de laatst ingekomen Misfive van welgemelde haare Hoogheid; voor het tegenwoordige, om den nadeeligcn invloed van het gemelde Advis van de Ridderfchap op 's Lands gewichtigfte belangen, by provifie, zoo veel in hun vermogen is, voor te komen en tegen te gaan, het gene door hen Heeren Gedeputeerden, ingevolge den last van welgemelde Heeren hunne Principaalen, op de voorfchreven materie ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden ten zplven dage geadvifeerd is geworden, insgejyks in gemelde Registers te laten infereeren, volgens de infertie hier navolgende: Dat naamelyk de Achtbaare Raad, de bovenge. melde ftukken, (uitgezonderd de laatst ingekomen Mis-  ie Gebeürtenisfen in 1787 enz. mr gevallet. 14* Misfive van bovengemelde haare Hoogheid) mids-" gaders nog een Request van de Gecommitteerden uit den grooten Krygsraad, en van de Geconftitueerden uit de Burgery der Stad Amfteldam, verzoekende, dat de Achtbaare Raad de overkomst van haare Koninglyke Hoogheid gelieve te declineeren; met aanzegging, om zich by provifie van het territoir dezer Provincie te verwyderen, hebbende geëxamineerd, had begrepen: dat, zy zonder te treden in eenig onderzoek omtrent de motiven van de reize van haare Koninglyke Hoogheid, of zonder eenige remarques te maaken op de by* zondere wyze, waar op dezelve is ondernomen, alleenlyk het oog moest vestigen op de gevolgen, welke daar uit meer dan waarfchynlyk, en volgens den aart der zaaken zouden hebben moeten fpruiten, en welke Heeren Gecommitteerden van het Defenfie-Wezen zeer wel hebben gepenetreerd * wanneer zy hebben begrepen, dat het woest Gemeen, van de zuivere oogmerken van haare Hoogheid niet overtuigd zynde, op zoodaanige onverwachte aankomst, lichtelyk den oproerkreet zoude hebben kunnen aanheffen, en tot gevaadyke mter-. ftent overflaan. Dat het den Achtbaaren Raad zelve is toegefchenen, dat, al waren Hun Ed. Groot Mogenden van die komst verwittigt geweest, en daar door in ftaat gefield, om alle mooglyke precautien te nemen , zulks nog geene genoegzaame zekerheid zoude hebben kunnen geven , dat het Gemeen, by het welk het zaad van oproer, federt een geruimen tyd gekoesterd, al vry diepe wortelen heeft gefchoten, door een evenement van dien aart nieuw voedzel ontvangende, door de wyste en voorzichtigfte maarregelen, van welke niet altoos een even gelukkig fucces kan verwacht worden , te beteugelen zoude geweest zyn , of nog zoude wezen, en dat om die reden de komst van haare Koninglyke Hoogheid by provifie niet anders dan allerzorgelykst voor de rust dezer Provin-  tp Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot vincie zoude kunnen zyn , en dus uitwerkfels hebben, direct ftrydig met de oogmerken, door haaf by haare Misfïves gemanifesteerd. Dat, met opzicht tot die oogmerken, de Acht» baare Raad had bevonden, dat haare Koninglyke Hoogheid kennis geeft, die reize te hebben ondernomen, om zoo mooglyk eene dreigende Burger-Oorlog voor te komen , en de fubfisteerende gefchillen te vereffenen. Dat gelyk ieder Ingezeten van de Republiek, wien het behoud van het Vaderland ter harte gaat, in zyn kring verplicht is om daar toe mede te werken , het dan ook aan den Achtbaaren Raad zeer aaDgenaam is geweest, zoodaanige dispofitie by haare Koninglyke Hoogheid te hebben mogen befpeuren ; vertrouwende, dat de poogingen, welke zy daar toe zoude willen aanwenden, gegrond zullen wezen op de veiligheid dezer Provincie, luister van Hün Edel Groot Mogenden Vergade. ring, Vryheid en Rechten der Ingezetenen , en dar. zy dan ook niet twyffeld, of Hun Ed. Groot Mogenden zullen die poogingen gaarne fecondeeren: doch dat de Achtbaare Raad niet kan zien, dat daar toe eene perfooneele verfchyning van haare Koninglyke Hoogheid in 's Hage, welke om de reeds gemelde redenen geVaarlyk gehouden word, noodig is, dat haare Hoogheid op eene andere wyze de gevoelens van haar hart, en de middelen, welke zy tot voorfchreven eindecs dienflig zoude rekenen, aan Hun Ed. Groot Mogenden zoude kunnen open leggen. Op alle welke gronden de Achtbaare Raad, het Verrichte van de Heeren dezer Stads Gedeputeerden ter dagvaart in het approbeeren der conduites van de Heeren van het Defenfie-wezen, laudeert, en opgemelde Heeren Gedeputeerden verders gelast, om van wegens deze Stad te advifeeren: dat aan haare Koninglyke Hoogheid, van wegen Hun Éd. Groot Mogenden, in de ernftigRe en nadrukkelykfte termen zoude behooren te worden onder hst  ée Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 143 het oog gebragt, dat Hun Ed. Groot Mogenden niet kunnen verbergen, dat Hoogstdezelven, de clandestine wyze en route, zoo wel als de verdere omftandigheden , dewelke de onverwachte reize van haare Koninglyke Hoogheid, verzeld hebben, niet kunnen compasl'eeren met het gedeclareerde van haare Koninglyke Hoogheid, van gekomen te zyn, met intentie om de rust in deze Provincie te willen herftellen, en den ge vreesden Burger-Oorlog voor te komen. Dat Hun Ed. Groot Mogenden liever zouden gezien hebben, dat haare Koninglyke Hoogheid tot een incontestabel bewys van derzelver oprechte gevoelens, om tot zoodaanige heilzaame eindens mede te werken al haar vermogen had gelieven aan te wenden, om haaren Doorluchtigen Gemaal te dehorteeren van de gewelddaadige en hostille dispofitien, waar mede hy, zoo wel tegens deze Provincie, als die van Utrecht en vooral de Stad Utrecht onophoudelyk werkzaam is, en fpeciaal ook, dat haare Koninglyke Hoogheid zich beyverd hadde, om die Provincie, waar in Hoogstdezelve nu federt zoo een geruimen tyd haar verblyf gehouden heeft, door haarveel vermogenden invloed het openbaar geweld te doen ophouden, de despotieke maatregelen van fommige Regenten te doen beteugelen , en de verdrukte Burgers ia hunne Rechten te doen herftellen, en daar door de eerfte en boven al noodzaaklyken hoekfteen te leggen, waar op de rust in het lieve Vaderland tevens met waare Vryheid, voortaan gevestigd kan worden; en dat Hun Ed. Groot Mogenden om die reden vertrouwen en infteeren, dat haare Koninglyke Hoogheid by provifie en tot nader goedvinden van Hun Ed. Groot Mogenden, dan ook die reize zal ftaken, als geenszins kunnende ftrekken ter bereiking van de oogmerken, dewelke haare Koninglyke Hoogheid in haare Misfive aan den Heere Raad-Penfio. naris, heeft voorgefte'ld.  f44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tiï 1768. Advis der Stad Schoonhoven, op de Misfive van haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Oranje, in dato dm i%jlen Juny dezes jaars, en door Gedeputêerden der gemelde Stad ter Vergadering van Hm Ed. Groot Mogenden uitgebracht op den 7 July 1787. Dat de Regeenng der Stad Schoonhoven , rypïyk gelet hebbende op den inhoud der Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje, gefchreven te Schoonhoven den 28ften Juny dezes jaars, van oirdeel is, dat de me* diatie van gemelde haare Koninglyke Hoogheid, omme het billyk ongenoegen van Hun Ed. Groot Mogenden op den Stadhouder uit den weg te ruimen, vollirekt niet kan worden geadmitteerd, nadien de gefchillen thans van dien aart zyn,dat daar omtrent geene bemiddeling tusfchen den Souverein en zyn Stadhouder, of eerfte Staats-Ambtenaar, kan worden aanvaard: daar boven dien; welgemel. de haare Koninglyke Hoogheid , by gelegenheid der conferentien, gehouden tusfchen den Graave van Goertz en den Heer de Raineval, haare byzondere betrekking op haar Gemaal Willem dek vyfden al te fterk heeft doen doordraaien, dan om haar jegenwoordig van partydigheid , noopens de inlandfche gefchillen , te kunnen inculpeeren, en midsdien toelaten, om de diflërenten tusfchen den Provinciaalen Souverein doorgebroken, te bemiddelen: terwyl al verder, de Regeering dezer Stad de komst van haare Koninglyke Hoogheid binnen deze Provincie (fchoon al met een heilzaam oog. merk) thans geenszins bedacht, en als een gepast middel oirdeelen, om in het generaal een einde te maaken van de ontftaane onlusten, maar in tegendeel het zelve aanmerken, als zeer dangereus voor de tranquiliteit, rust eD veiligheid der Ingezete* nen, gemerkt.het.blind en oproerig Gemeen, opgehitst door omgekochte Huurlingen.,met herinnering van de denkwyze van den Stadhouder in voo. rigé  de Gebeurtenis/en in 1787 em voorgevallen. 145 rige en latèr tyden, al ligtelyk zoude doen overüaan, om de ftem der reden te keer, te gaan, en zich fchuldig te maaken, aan de allergevoelig te excesfen, ten ruioe der Bezittingen, en ten kosten van het bloed der deugdzaame en braave Burgers, quafi tereere van den Stadhouder., Weshalven de Regeenng dezer Stad het noodzaakelyk achf, dat haare Koninglyke Hoogheid^ geduurende de tegenswoordige troubles, zich buneö deze Provincie houde, latende intusfchen aan haare Ko inglyke Hoogheid onverlet, om mdien iet* aan Hun Ed. Groot Mogenden hadde voor te draden, zulks by Addres te kunnen doen.. Accordeert met de voot/zï Refolutien. J\» 1769. Memorie van den Pruisfifchen Gezant Ba. ' ron van Thulemeyer , Extraordinaris Envoyé van iynè Pruisfifche Majefteit, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, betrekkelyk het aanhouden van haare Koninglyke Hoogheid, op derzelver voor genome reize naar 's Hagel ln dato den 10 July 1787. Hoog Mogende Heeren! U Hoog Mogenden hebben door Hoogstdèrzelver wysheid reeds vóórzien de verbaasdheid, ed oroote fmert, waar van zyne Pruisfifche Majelteife moest aangedaan wezen, als zyne Majefteit vernaai * dat dé ontworpen reis van Hoogstdeszelfs Koninglvke Zuster naar den Haag,met deheilzaamftéoogmerken ondernomen, naby de Stad Schoonhoven door gewapende lieden is belet geworden: de honing is van het wys .gevoelen der meerderheid, ter Vergadering van U Hoog MJgendén; ten aanzied Vad dit onverwacht eü verfdeilyk beftaan, aodws. -U vaü de daar uit Vöofêgèvldeide tfóMted* ónd^« XXÜ. Deel; K ïKbli  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tel richt, en deze zullen gewislyk Hoogstdeszelfs genoegen wegdragen. Het is op uitdruklyken last van zyne Pruisfifche Majefteit, dat de Undergeteekende aan Hun Ed; Groot Mogenden de Staaten van Holland de Memorie heeft ingeleverd, van welke het affchrift hier nevens gaat, en by welke zyne Majefteit op eene openlyke voldoening zoo wel, als op de ftraf der bewerkers van d.n gepleegden hoon aandringt. U Hoog Mogenden zullen ongetwyifeid mede werken met al dien vuurigen yver, welken de Ondergeteekende in meer dan ééne gelegenheid hetgelukgehad heeft te ondervinden, U Hoog Mogenden te bezielen voor de enderhouding der vriendfehap en goede geneigdheid, welke tot hier toe tusfchen de beide Staaten hebben plaats gehad. Gedaan in 's Hage, den 10 July 1787. (was get.) Tholemeyer, &c. N'\ 1770. Memorie van den Pruisfifchen Gezant Ba~ ron van Thulemeyer , aan Hun Ed. Groot Mo. getiden de Heeren Staaten van Holland en JVest. Fi iesland, aandringende, uit naame van zyne Pruis. Jifche Majefteit, op eene eclatante fatisfatïie en voldoening wegens het arresteeren van zyne Koninglyke Zuster &c. In dato den 10 July 1787, Edele Groot Mogende Heeren! De Koning heeft niet dan met eene fterke gevoeligheid het gepleegd attentaat naby Schoon, hoven, tegen de Perfoon zyner Koninglyke Zus* ter, welke de heilzaamfte oogmerken tot de reis naar den Haag noopten , vernomen. Haare Koninglyke Hoogheid , op haaren weg verhinderd wordende, zag zich door Wachten omringd, zelf* heeft men gewapende lieden in haar vertrek ge. plaatst. fiet  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 147 H?t is op uitdrukkelyken last van zyne. Pruis, fifefae Majefteit, dat de Ondergeteekende, Hoogstdeszeifs huitengewoone Gezant, de eer heeft zich tot U Ed. Groot Mogenden te wenden, om op de fpoedigfte en fterkfte wyze aan te dringen op eene eclatante voldoening wegens die belediging, 'en ftrafoeffenmg over de daaders van.dezelve. — Hy zal zich haas'tefi om den Koning, zynen Meester , te onderrichten van de uitwerking, welken de Vertoogen van zynen Miester in de foüvereine Vergadering' van Holland zullen gehad hebben. Zyne Majefteit zal uit den uitflag van UwerEd, Groot Mogenden deliberatieD in dezen, den pry* afmeten, welken zy op zyne vriendfehap en gehegenheid ftellen. Gedaan in 's Hage den 10 July 1787. (was get.) Thulemeyer, &c. N°. 1771» ExtratJ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van. Heiland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Molmden Vergadering genomen, op Sa. twdag den 14 july 17*7, behelzende een antwoord op de bovenfta'ande Memorie van den Pruisfifchen Minister. De Raad - Penfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd de Coniideratien en het Advis van de Heeren van de Ridderfchap eo verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het Groot Befoigne,, hebbende, ingevolge en tot «oldóeniDg aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie Gommisforiaal van den ioden dezer, geëxamineerd de Memorie ten zeiven dage coor den ri er van Thujlb» meyer, Extraordinair Envoyé van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, aan Hun Ed. Groot Mogenden geprefenteerd* raakende liet gene onlangs aan-haare Koninglyke Hoogheid. Mevrouwe de £riü* fcesi'e Van Oranje en Nasfauw, was overgekomen; 3S t Wüt  148 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot Waar op gedelibereerd zynde, in goedgevonden en verdaan, dar aan den Heer van Thulemeyer , Extraordinaris Envoyé van zyne Majefteit den Kon d^clareeren: dat dezelve gebeurtenis hen ook ten lterkiten had getroffen, en dat zy niets yveriger wenschten , dan dat dezelve hadde kunnen worden geprasverjieerd: dat hier toe meer dan waarfchynlyk ook geleeenheid geweest zoude zyn, indien haare Koningfyke Hoogheid, in plaats van op het onverwachtst, na een afwezen van byna twee jaaren, het territoir van deze Provincie weder in te treden , van haar verlangen om naar de Oranjezaal te komen, en van de oogmerken, door haar daar mede oedoeld , Hun Ed. Groot Mogenden op eene convenable wyze had geprffiadverteerd; nadien Hun Ed. Groot Mogenden dan in de mooglykbeid gefield zouden zyn g weest om niet alleen dat een en ander vooraf te beoirdeelen, maar teffens aan welgemelde Princes de bederkingen voor te ftellen, die deswegens naruuriyk by hen moesten ontflaan: immets, dat Hun üd.ur. Mogenden in dat geval, aan haare Komngl. Hoogheid zouden hebben kunnen en moeten herinneren, de wyze, waar op de Heer Prins Erf-Stadhouder reeds in de maand September van het jaar 1785 met zvn Huis en Familie deze Provincie heeft verlaten; -—• deszeifs by herhaa'ing gemanifesteerd misnoegen tegen de Hollandfche Souverein, gepaard met ten aantal demarches, zichtbaar ingericht, om deze Provincie de uitwerkzelen van dat ongenoegen Eevoelig te doen ondervinden, en daar toe zelfs al de macht der Republiek, die ouder zyn bereik was, K 3 te  150 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot te rmployeeren; — den zoo veel indruk gemaakt hebbende inhoud van het Declaratoir , door den gemelden Prins op den 261ten May laatstleden uitgegeven, in het welk alie denkbeelden van erkentenis eener onafhanglyke Soiu ereir iteit in deze Provinc'e worden uit her oog verloren, en waar door alle relatie rur-fchen Hun Ed. Groot Mogenden en hum-en tegenwoordigen Stadhouder, geheel onzeker en fludtueerend is geworden; en eindelyk, de verregaande verdeeldheid in de gemoederen der Natie, waar van het voornaamfte en aa»zier.]ykfte ge. deelte, by het reclamf eren zyner Vryheden, door de1 ver u tzierde bedoelingen van den Heer Stadhouder, ten hoogften tegen der>?elve; word ingenomen; terwyl een ander gedeehe een regengefleld gevoeleD omhelsd, en het misleid en onzi nig Gemeen onder het zelve, reeds hier en daar den raam van Oranje op de fthandelykfïe wyze misbruikt tot een leuze of teeken, om daar onder de fchroomlykfre tooneeleo van oproer en verwoesting aan te richten; dat, behalven deze zoo heiar'gryke en op de rust dezer Frovincie zoo veel invloed hebr be de confideratien, ook nog aan haar Koninglyke Hoogheid, met betrekking tot het oogmerk haarer komst alhier zou hebben kunnen worden onder het oog gebracht, dat, voor zoo verre daar nv- e bedoe'd mogt worden, om door haare tusfchenkomSt, ofwel door het entameeren van onderhandi-iingen met den Souverein.de gerezen verffeh'illen eh overigheden weg te ruimen, dit oogmerk . hoe lofwaardig en pryslyk ook in zyne gerieraa'e brginfelen , echter 'r ooit de voorgeftelde vrucht zoude kurnèn produceeren, aangezien het gebrek aan de noodige onzydigheid. het welk, na al het gebeurde, nororlyk door de geheele Natie in haare Koninglyke Hoogheid moest veronderiteld worden , by welgemelde Princes het eerfle vereischte,in eene Mediatrice zou doen ontbreken; terwyl de g'bureerde onderhandelingen (gefield al daar toe in het afgetrokkene, tusfchen den Souve- rein  • ie Gèbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, j 51 rein en zynen Stadhouder, of de Perfoon, die deszelfs plaats daar by vervangen mogt, voegzaame termen waren,) ten minden nimmer plaats konden hebb-n, zoo lang de Prins Erf Stadhouder , zyr.de van d?en kant de principaale Perfoon, by zyne tegen den Souverein dezer Provincie gemanifesteerde denk-en handelwyze, mogt volharden. ■ Dat Hun Ed. Groot Mogenden vervolgens met zouden hebben kunnen nalaten, om uit alle deze beSingen, af te leiden; eensdeels, de onmoogly kheid om deSzaaken aldus ftaande, de komst van haare Koninglyke Hoogheid in deze Provincie, te doen dienen to bereiking haarer rustlievende oogmerk n; en anderdeels., dat, gelyk het bat dier komfte daar door ongelukkiglyk verviel , de gemelde komlïe zelve, tot bevordering van de by haare Hoogheid bedoelde rust in deze Provincie, best voor als nog zoude worden uitgefteld, zoo om de nieuwe agitatie die dit in de verfchillend denkende gemoederen zoude verwekken, als uit hoofde van de aanleiding, die meer dan waarfchynlyk (en de ondervinding van het gebeurde in meer dan ééne Provin. de, dwaar juist op dien zelfden dag de vreea.ykfte oproeren , plu-Jeringen en mishandehngen zyn aanger cht, bevestigd dit maar te ongelukkig) daar uit Iby een doldrif-ig Gemeen ontleend zoude zyn , onder den fchyn van vreugdebedry ven, en inden fchuldigen waan, van daar mede het Huis van Oranie te vereeren, de by hen fmeulende en nog fchandelvk aangeftookt wordende begeerte tot oproer en beweging, den ruimen teugel te vieren, en zich in veelerlei fpoorloosheden, ten nadeele van den Lande en van de beste Ingezetenen , te buiten te gaan. Dat Hun Ed. Groot Mogenden gerustelyk vertrouwen, dat deze reflexien , gepaard met dien aandrang, welken het gewicht der zaak vorderde, door hen onder het oog van haare Koninglyke Hoogheid gebragt zynde, Hoogstdezelve gereedelvk zouden hebben overtuigd , hoe raadzaam en convenabel het was, om haare voorgeftelde komst K 4 ner-  ij2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot herwaart uit te (lellen , en dus niet alleen met Hun Éd. Groot Mogenden mede te werken tot bevor-* dering van 's Lands rust en welzyn, maar ook voor te komen, dat 'haare heilzaame en vredelievende bedoelingen, tegen haare intentie aan, niet wierden misbruikt, om ze tot een verkeerd prstext yan tumuit en plundering te doen dienen; een vertrouwen,^ dat te levendiger by Hun Ed. Groot Mogenden plaats vind, naar maate zy zich meer ge- Ë' erfuadeerd willen'houden, dat haare Koninglyke [oogheid volkomen bereid zoude zyn geweest, om haare als hu gedeclareerde pryslykegevoelens,ook, dopr daaden te realifeeren. Dat ondertusfchen de onverwachte komst van haare KoniDglyke Hoogheid herwaart, welke niemand, die de gefteldheid van zaaken ':ier kend, éenigzins vermoeden kon , alle'gelegc-heid. voor Hun Èd. Groot Mogenden, om hunne voorfchreven bedenkingen aan welgedachte Princes te doen Voorhouden, hebbende afgefneden; hierin alleen dus de oirzaak van de gebeurtenis, by de Memorie van gemelde Heer Extraordinaris Envové bedoeld, en die zoo wel by Hun Ed. Groot Mogenden, als by zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, eene gevoelige, fentatie verwekt heeft, moet worden toegefchreven. " Dat toch," met betrekking tot die onverwachte, komst van Haare Koninglyke Hoogheid, waaromtrent Hun Ed. Groot Mogenden als daar van ten eenemaal onkundig zynde, geenerhande orders, hadden kunnen ftellen , geenszins vreemd moet voorkomen, zoodaanig beletzei in de voortzetting van de reizè als heeft plaats, gehad; naardien, ge-' lyk Hun Ed. Groot Mogenden vervolgens verno. men hebben, de Heeren hunne Gecommitteerden tot het Defenfie-wezen dezer Provincie, aan welken byzonder ook gëinjun'geerd was, om alles, wat de Provincie zoude kunpen. benadeelen, tegen te gaan en te'verydelen, uit krachte Van deze hunne verplichting , een generaale last gegeven hadden, OBS  & Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevAllen. 153 om alle Perfoonen aan te houden en te ondervragen, en zoo 'er iemand pasfeeren mogt, wiens komst in de Provincie voor derzelver rust nadeelig zoude kunnen zyn, denzei ven, zonder aanzien, od te houden, en zoo lang te bewaaren, tot dat dienaangaande , by Heeren Gecommitteerden nadere orders gegeven zouden zyn; en dat, ingevolge dit algemeen bevel, by het geven waar van, zoo als men geïnformeerd »t in geenen deele op eene komst van haare Koninglyke Hoogheid., Mevrouwe de Princes van Oranje, gedacht was, welgemelde Princes daadelyk in haare reize opgehouden is; gelyk het ook even weinig vreemd kan voorkomen , dat de ge?egde Heeren Gecommir.teerden,' fpoedig van* die ophouding onderricht, zwaarigheid gemaakt hebben om. de voortzetting van haare Koninglyke Hoogheids voorgenomen rejze, daar hün de intentie van Hun Ei. Groot Mogenden dienaangaande ten eenemaal onbekend was, bv provifie te laten plaats hebben; vooral daar die Heeren Gecommitteerden uit de bekende gelteldheid van zaaken, en uit de beweging, die de komst van gemelde 'Princee reeds begonnen had te veroirzaaken , genoeg konden opmaaken, hoe zeer uit 'deze komfte aanleiding zoude genomen worden tot zoodaanige verftooring der algemeene rust, als hier voren reeds is aangeftipt; en zy derhalvcn, daar het bedekte van dusdaanige reize en der/.elver zorgvuldige geheimhouding, ten mihoen, voor Hun Ed.Groot Mogenden, het mooglyk uitwerkzeldaar van te bedenklyker maakte, niet gezegt kunnen worden, de paaien eenernoodzaak.lyke voorzichtigheid te buiten te zyn gegaan, wanneer zy, om de vry zeker te verwachten nadeehge gevolgen niet voor hunne rekening te hebben, haare Koninglyke Hoogheid hebben geperfuadeerd om haare reize te ftaken, tot dat zy orders, van Hun Ed- Groot Mogenden zouden bekomen hebben, en 'er tyd geweest zoude zyn om voor de publieke rust te *0rgene K 5 Dat  t>4 Verzameling van Stutten ietrekkelyk tot Dat dit alles, zoo ver Hun Ed. Groot Mogenden geïnformeerd zyn, zich op eene zeer decente wyze heeft toegedragen, zoodaanig, dat eenige van welgemelde Heeren Gecommitteerden, zelfs haare Koninglyke Hoogheid op haare begeerte, en ter beveiliging van haar Perfoon, met een Escorte van Ruiters naar Schoonhoven verzeld hebben ; dat mede haare Hoogheid aldaar zynde gearriveerd, en iets langer dan éénen dag vertoefd hebbende, na het vernemen van Hun Ed. Groot Mogendens provifioneele deliberaties over deze zaak, goedgevonden heeft, weder naar Nymegen te retourneeren, waar n Hoogstdezelve, ten bewyze, dat men haar r.iets van haare vryheid benomen had, geene verhindering hoegenaamd, heeft ontmoet: terwyl ook aan Hun Ed. Groot Mo enden, noch uit de Misfives van haare Koninglyke Hoogheid, noch van elders, eenige klachten zyn voorgekomen, het zy over het gedrag door welgemelde Heeren Gecommitteerden, ten aanzien van haare Hoogheid by die gelegenheid gehouden, het zy over iets, dat naar eene onbetaamelyke of injurieufe behandeling of gebrek aan behoorlyke egards voor haare illustrePerfoon, in her allerminst zweemen zoude, waar door Hun Ed. Groot Mo- fenden zich eenigzins bevoegd of gerechtigd zou* en kunnen rekenen, om tegen de meergemelde Heeren hunne Gecommitteerden, wier demarche meer dan waarfchynlyk een oploop voorgekomen heeft, eenige ftraf of correctie te decerneeren. Dat Hun Ed. Groot Mogenden billyk vertrouwen, dat zyne Pruisfifche Majefteit dit verhaal van zaaken ontvangende, zich wel zal willen overtuigd houden, dat Hoogstdezelven, met betrekking tot het geval in de Memorie van hem Heer Extraordinaris Envoyé van Thulemeyer bedoeld, te vooren niet met de vereischte onzydigheid is geïnformeerd geweest. En dat by Heer van Thulemeyer verder nog verzogt wordt, zyne Majefteit den Koning van Pruis-  de Qebeuttenisjen in f787 enz. voergevalkn. 15$ Pruisfen te verzekeren, dat Hun Ed. Groot Mo. eenden de vriendfchap van zyne Majefteit ten hoogften waardeerende» daar van by alle gelegenheden de ontwvffelbaarlle preuves wenfcaea te geven en ook bvzonder van hunne hoogachting en egards voor d« Perfoon van haare Koninslyke Hoolheid Mevrouwe de Princes van Oranje en Naslu, maar dat Hun Ed. Groot Mogenden ook teffens van de billy'cbeid van zyne Majefteit rneenen te kunnen verwachten , dat Hoogstdezelve nimmer van Hun zal ve-gen, dat zy eeniaztns. vet. zuimen zouden alle zoodaanige noodzaakiyke maat-, regelen te nemen, waar toe elk Souverein , tos confervatie der rust en welvaart van,de Ingezetenen, aan zyne zorge toevertrouwd, mdispenlaoet gehouden en verplicht is. . , , , Terwyl Hun Ed. Groot Mogenden eindelyk nog aan zyne Pruisfifche Majefteit volkomen zekerheid kunnen geven, dat zy in hunne verdere dehberatien over deze zaak door geene andere rootiven, dan die het voorfchreven falutair oogmerk bedoelen , bewogen zullen worden. ■ a ■» Dat wyders, gelyk zyne Pruisfifche Majefteit, volgens de gegeven informatien door den Heer Envoyé van Rheede, zich over deze zaak ook heeft geaddresfeerd aan het Hof van Erankryk, de Heer Raad-Penfionaris zal worden vetzogt, gelvk denzei ven verzogt word by dezen , om var. dt.ze Refolutie kennisfe te geven aan den Heer M irq jis deVerac, Ambasfadeur van zyne Aüerch istelykfte Majefteit bv dezen Staat , met verzoek , om daar van zyn Hof de noodige informatien te fuppe- En zal laatftelvk van deze Refolutie bv Mhfive ook Copie worden gezonden aan de Heeren Staaten van de andere Provinciën. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, hebben geinhasreerd hunne Aante< kening en infertien onder de Notulen van den 9 len en loden dezer geinfereerd, en daar by geper'fisieerd.  f$ff Verzameling van Stuiken ietrekkelyk tot De Heeren Gedeputeerden der Sreden Delft, Brielle, Edam en Medemblik, hebben geinhaereerd hun Declaratoir den ioden dezer gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Hoorn en Eckhuizeo, hebben geinbasreerd hunne Aanteekening den loden dezer gedaan. Accordeert met voorfz. Refolutien. W°. 1772. Mhfive van Hun Ed. Menenden de Hei-ren Staaten van Friesland, aan de H^ren Staaten van Holland, betrekktlyk het ophouden van haare koninglyke Hoogheid in haare voorgenomen Reize, In dato den 14 July 1787. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Door eene Misfive van zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje en Nasf'au, en eene daar op volgende Misfive van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe, Hoogstdeszelfs, Gemalinne, gelyk mede door het gerefolveerde betrekkelyk dat zelve onderwerp, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden, ter onzer kennis gekomen zynde, dat bo.vecgedachte haare Koninglyke Hoogheid in haare voorgenomen reize van Nymegen naa.r 's Hage, by en omtrent de Stad Schoonhoven , door een aantal gewapende Burgers en Militairen is opgehouden, en daadelyk, verhinderd deze haare reize te voltrekken; hebben wy niet willen afzyn dezen aan U Ed. Mogenden af te vaardigen, en te betuigen onze bevreemding over het gebeurde, en tevens ons leedwezen, over zulk, eene behandeling, als haare Koninglyke Hoogheid, op Uwer Ed. Mo. gendens Territoir, heeft moeten ondergaan. Nimmer, Edele Mogende Heeren! hadden wy kunnen denken, dat binnen deze Republiek aan een Perfoon van zulk een hoogen afkomst, aan een  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, x ft een Perfoon, waar toe de Staat zulk een naauwé betrekking heeft, aan een Perfoon, die op haar Koni-glyk woord verzekerde, geené dan vredelievende, den Latide heilzaame, en haarer verhevene hoedaanigheden waardige oogmerken m haare reize te bedoelen, zoodaanige laefive belemmeringen zouden zyn toegebragt, als Hoogstdezelve in Uwer Ed. Mogenden Provincie heeft ondervonden: waar van ook het gevolg is geweest* dat haare Koninglyke Hoogheid deze reizë heeft moeten ftaken, en naar Nymegen te rug gékëérd is. Deze daad kan niet dan de dieplte ïmpresue by ieder bedaard en weldenkend Mensch maaken, terwyl hy hier uit ziet, dat de goede orde, rust ea veiligheid, (waar op deze Gewesten onder het gezag en de geregelde beftieringehünher Overheden,' en de voóftreflyke handhaaving van billyke Wetten zoo lange hebben mogen roemen, en den Nabuuren ten voorbedde ftrekken) thans in fommige oorden van Nederland helaas! zoo verre geweken zyn, dat aan de Gemalinne van den Erf-Stadhouder der zeven Provinciën binnen dezelve, gewapenderhand belet word die vryheid te oeffenen, welke aan ieder individueel Perfoon toekomt. IViet minder gevoelig moet dit aan ieder der Bondgenooten zyn, wanneer zy aan de eene zyde nagaan j welk één effeft zulk een eclatante gebeurtenisie by vreemde Mogendheden moet doen, en dat aan den atideren kant veellicht, door dit voorval de weg tot bemiddeling der Verdeeldheden» die de Republiek zoo ongelukkig verfcheuren» en derzelver ondergang zoo baarblykelyk dreigen, hoe langer hoe meer verwyderd, en moeilyk ge. maakt moet wordert. Wy bidden derhal ven U Ed. Mogenden, om mee al dien ernst j Welke de zaak in haaren aart, en met opzicht tot de daar uit mooglyke gevolgen befchouwd, vereischt, het voórengemelde in ferieufe overweginge te nemen , en vervolgens alle zulke maatregelen te beraamen en te werk té Rellen , dac  158 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk töt dat haare Koninglyke Hoogheid behoorlyke repiratïe .voor 't voorledene ontvange, en Hoogstdezelve voor het vervolg bevryd blyve van ontrnoé. tingen, welke ten eecemaal ónbeftaanbaar zyn; zoo wel met de goede orde die in een vry Land behoort plaats te hebben, als met de.hoogachtinge en conüderane aan haar illustre Perfoon alleszins verfcbuleigd; ten einde cök daar door de middelen tot onderlinge bevrediginge gefaciliteerd, en afwe< ringe van verdere onheilen en verwyderingen met vrucht bevorderd mogen worden. Waar mede, enz. N°. 1-73. Misfive var Run Ed. Mogenden de Heeren Staaten vm Frisland , aan zyne Door luchtige Hoo;:h id den Re ere Prinfe Erf-Stadhouder, over het zelfde onderwerp. In dato den 14 July 1787. JDCORLUCHTIGSTE VORST EN HEER! Het onaangeraame voorval aan haare Koninglyke Hoogheid op Hoogstderzelver reize naar 's Hage bejegend, met leedwezen gezien, en daaromtrent de by ons ontvangene Misfive van Uwe Hoogheid mede overwogen hebbende, is by ons gereiblveerd daar over in gepaste termen aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland te fchryven , van welke Misfive wy by dezen Copia aan U Hoogheid toezenden. Wy vleien ons, dat deze onze inftantien by welgemelde Heeren Staaten eenen behoorlyken ingang zullen maaken, en dat de voorzieningen dien conform, als dan door dezelve te nemen cortribueereri mogen , om alle verderë Verwyderingen te voorkomen, en den weg te. baanen ter bylegginge van a'le oneenigheden, en herftellinge van rust in den Lande. Waarmede) enz, m  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, i fr JI* 1774. M'sfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van friesland, aan haare koninglyke Hoogheid, pekkende lot antwoord op de Mtsjtve van die Vorjlin, hier boven onder N°. 1763. i« dato den14 july 1787. DOORLÜCHTIGSTE KONINGLYKE PRINCEs! Wv hebben wel ontvangen Ü Koninglyke Hoogheids Misfive, gefchreven aan ons uit Nymegen den 2deL dezer lopende maand, benevens de Stukken daar by gaande. • Daar wv niet onverfchillig kunnen of mogen zyn omtrent het gene Perfoonen, waar toe de Staat ïïte allernaauwfte betrekkinge heeft, wedervaart, zoo kan Uwe Koninglyke Hoogheid hgtelyk beseffen , hoe onaangenaam en gevoelig ons het voorval, dat Hoogstdezelve op haare voorgenomene reize naar 'sHage in de Provincie van Holland bejegend is, wezen moet. En het is uit aanmerkinge daar van, dat wy onze bedenkingen, en ernftigfte inftantien aan de Heeren Staaten van die Provincie met opzicht tot deze zaak, gevoegd hebben by die van Hun Hoog Moeenden, in eene Misfive, waar van wy dezen Copie fan Uwe Koninglyke Hoogheid toezenden. Wv wenfchen van harten, dat welgemelde Heeren Staaten niet in gebreken zullen blyven het voorledene behoorlyk te repareeren, en in vervolg voor foortgelyke ontmoetingen en verhinderingen in alle opzichten zorgvuldig te waaken, en wy vleien ons, dat deze ontmoetinge Uwe Koninglyke Hoogheid in alle gevallen nimmer zal affchnkken, die vredelievende oogmerken ter herftel van rust en harmonie, welke Hoogdezelve zoo plegtig betuigd heeft alleen te beoogen, op alle gepaste wyze te willen employeeren en behartigen, teneinde eens eindelyk alle verwyderinge weggenomen, alle oneenigheden bygelegd , en alle onheilen, 's. Lands gewisfen ondergang, indien die blyven  \Go Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot voortduuren , aankondigende, nog ónder Gods zegen voorgekomen mogen worden. Waar mede, Doorluchtigfte Koninglyke Princes j wy Uwe koninglyke Hoogheid bevelen in de befcherming Van God Almachtig. k Leeuwarden den 14 July 1787. Uwe Koninglyke Hoogheids goede Grienden, De Staaten Van Friesland. (geph.) j. C. Bergsma, vt. , Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. 3 (was get.) A. J. V. Sminia. N°. 1775. Extracl uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, behelzende een Declaratoir van de Heeren Gedeputeerden van Utrecht, over de Memorie van den Heer Thjoxe» meyf.r. In dato den .. July 1787. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Utrecht, hebben ter Vergadering voorgedragen: dat de Heeren Staaten hunne Principaalen 4 ontvangen hebbende de Memorie door den Heer Thulemeyer, op last van zyné Pruisfifche Majefteit, met relatie tot de arresteeringe van Mevrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfauw, op deszeifs reize naar 's Hage overgekomen, ter Generaliteit ingediend » en hebbende tot Bylage een Memorie aan de HeeTen Staaten van Holland, infteerende bp behoorlyke voldoenirjg des aangaande, hun Heeren Gedepu. teerden hadden gèlastj öhi nóg nader ter Vfergade« ringe inftantieh té helpéü doen, .dat een zöd zeer irreguliere handëlwyze iéü fdöédigftëü werdé gëire-  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. %<5x jaareerd, en aan zyne Pruisfifche Majefteitdeswe- tens de gevraagde fatisfaftie gegeven , terwyl Hun d. Mogenden onder inhsfie van derzelver Refolu.. cie bereids op dit fubjedt ingebracht, als nog geheel en al willen oaverantwoordelyk blyven aan de gevolgen, welke noodwendig, by weigering van voldoening, nier uit moeten proflueeren, dezelve alle latende voor rekening, van de Provincie van Holland en West-Friesland. Waar op, enz. 'N°, 1775. Memorie van den Baron van Tkolémél. jer, Extraordinaris Envoyé van zyne. Pruisfifche Majefteit, aan de Heeren Staaten van Holland, hraar in op nieuw aandringt op fatisfaiïie wegens de arresteering van haare Koninglyke Hoogheid. In dato den 6 Augustus 1787» Edele Groot Mogende Heèren! De Ondergeteekendé * Extraordinaris ÈnvOyé van zyne Pruisfifche Majefteit , heeft het befluit, dat U Ed. Groöt Mogenden hem hebben doen over* geven , in antwoord op zyne Memorie van den ioden July, raakende den aanval, tegen de Perfoon van de Doorl. Zuster van dien Monarch begaan, in handen van den Koning zynen.Meestêr doen komen. De Koning heeft niet dan met de üiter> fte verwondering kunnen verftaan, dat, jn plaats van aan 'zyne billyke verwachting te voldoen, door de aanbieding van eene voldoening, evenredig aan de belediging, men verkozen heeft een antwoord rnet uitvluchten të onderfteunen, door ongeDoegr zaame bewyzen. Zyne Majefteit zal voor ü niet ontveinzen, Edi Groot Mogende Heeren! dat, dè voorgewende, onwetenheid^der beweegrede^'ó-, welke- liaaré Koninglyke Hoogheid, naar den fl*ag sevoèd hebben, en de ongerustneid van eene 0.%  162 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot weging onder het Volk, nooit een kleur zullen geven voor zyne oogen, aan de handelwyze der Commisfie , te Woerden zittende. Zoodaanig een vermoeden, openbaarlyk uitgefproken, is eene nieuwe belediging. Het woord der Princes, haar plechtige verklaaring van de reize naar den Haag niet te ondernemen, dan met de zuiverfte oogmerken, die van de gemoederen nader tot een te brengen, en de weg te baanen tot verzoening, bood eene volkomene overtuiging aan de Gedeputeerden van U Ed. Groot Mogenden aan. Indien het Volk, doordrongen van erkentenis voor 't Doorluchtig Huis, de Grondleggers van de Vryheid en Onafhangelykheid van JS'ederland , zich had kunnen te buiten gaan, irdien de verfchyning van de Doorluchtige Gemaalin des Stadhouders, betooningen van ont. rustende vrolykheid voor de openbaare ruste had voortgebracht; zoo waren de middelen , om de refidentie van den Souverein in veiligheid te Hellen tegen alle aanval en gevaar, dat waarfchynlyk vergroot is, Ed. Groot Mogende Heeren! ter Uwer beftellirg. Daar en boven waren de zorgen, waar mede haare Koninglyke Hoogheid de betuigirgen van eenen onvoorzichiigen yver voorgekomen is,door de kennis van haare aanftaande komst voor 't publiek te verbergen, nieuwe aanfpraken op de dankbaarheid der Regeering. Het is in den Haag, Ed. Groot Mogende Heeren! het is in Uwe Refidentie , waar elke Burger eene volkomene vryheid moet genieten , door de verlichte wysheid van Uwe Voorouderen vastgefteld , dat men het befluit neemt om het inkomen in de Provincie van Holland, te verbieden aan de Zuster van een groot Monarch, aan de Gemaalinne van een Prins, bekleed met de eerde waardigheden van Uwen Staat. De Koning zal zich niet inlaten omtrent de wettigheid van het recht vön tegenftand, welke de Commisfie van Woerden zich by deze gelegenheid heeft toegeëigend. Zyne Majefteit zal zyne aandacht koo veel te meer vestigen op de wyze, waar op de»  'd~t GeUuttenUfm in 1787 «*> voorgevallen. Ï6"3 dezelve ter uitvoer gebracht is. Gewapende Lieden hebben het rydtuig van haare Koningh Hoog. heid omringd, en het gevolg, dat haar verzelde, was veeleer dat van een Staats-Geva-gtn, dan van eene groote Princesfe, achtbaar door haare Doorluchtige geboorte , door haare verhevene hoedaaniehedenf door haare deugden, en door de gevoelens, welke zy ten allen tyde aan de Republiek oegewyd nee! t. Naauwlyk. had haare Koninglyke 'Hoogheid zich naar Schoonhoven begeven,of mea Helde wachten aan alle de toegangen van het huis , en zelfs werd een Officier geplaatst in haarvertrek, met eenen blooten degen gewapend. £.00. daanig? beledigende handelwyzen *f^"™ diepen indruk gemaakt op den geest des Korjings, mynen Meester! Zyne Majefteit befchouwd deze belediging, als aan hem selven gedaan.. Het is in overeenkomst van de ujtdrukkelyke ordres van dezea Monarch, dat den Ondergeteekenden van nieuws, eene fpoedige met de belediging evenredige voldoening van O Ed. Groot Mogenden,eischt, Zyne Majefteit gebied my daar en boven, hen niet on* kundig te laten, dat dezelve onveranderlyk öp deze voldoening zal blyv en ftaar., z.ch niet zal ver, genoegen met een onderzoek van enkele daaden , onbepaalde uitvluchten of verdere verfchooningen. De Koning miskent de achting niet, aan de Ijepubliek der Vereenigde Provinciën verfc'juldigdj en aan de Doorluchtige Vergadering der Staaten Generaal, welke de Souvereiniteit van den Staat Vertezen -oordigd omtrent de vreemde Mogenhederj. Zfne Majefteit juich; met vermaak, en eene er* kennende gevoeligheid , de openbaare afkeuring toe, welke Hun Hoog Mogenden geopenbaardbebr ben, ten opzichte der aangenornene maatregelen van Holland, over de'zaak, die het onderwerp der tegenwoordige Memorie Uitmaakt. , De betuigin, gen van.vriendfchap, welke ,d& Koning b zvnj Doorluchtige Voortatéb sac dë. fcepttbliek der Versenigde Provinciën gegeven hebbenJ by ebn|.|J|;  164 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tót wichtige en voor hun hagchelyke gelegenheid* magtigen zyne Majefteit, om van U Ed. Groot Mogenden eene wederkeerige billyke achting, en de herftelling der bezwaaren te verwachten, welke de Ondergeteekende gelast is hun by herhaaling voor te dragen. Het is van Uwe voorzichtigheid » Ed. Groot Mogende Heeren! en van de hervattinge Uwer verdere beraadflagingen over dit onderwerp, dat de Koning een fpoedig en voldoenend antwoord verwacht, 's Hage den 0 Augustus 1787. (was get.) Van Thulemeyer. ftr. 17" 7« Memorie van den zelfden Envoyé, aan Hun Hoog Mogenden , over het zelfde onderwerp. In dato den 6 Auguitus 1787. De Ondergeteekende, Extraordinaris Envoyé van 7yre Pruisfifche Majefteit vindt zich, door zyne Majefteits bevelen, gelast* aan U Hoog Mogenden de revtnfgaarde Memorie mede te deelen, welke hy de eer gehad heeft aan Hun Ed. Gr. Mogerden over te geven, wegens het gepleegd attentaat aan den perfoon van zyner Majefteits Koninglyke Zuster, en den herhaalden eisch van eene geévenredigde fatisfaöie. Zyne Majefteit h?ast zich, Hoog Mogende Heeren ! ^m U dit nieuw blyk van zyn vertrouwen en onwrikbaare vrierdfchap te geven. Met erkente. nis betuigd Hocgstdenzelvefl zyn welgevallen, over het gedrag, door U Hoog Mogenden in den gantfchen lcop van deze netelige zaak gehouden, en over de aanhoudende aanmaaningen door U Hoog Mogenden gedaan, ter bewerking van zoodaanige befluiten als de Koning met recht mag verwachten van eene Provincie, wier belang vorderd, aan de waardigheid en billyke begeerte van eenen Vorst, die de vriend en nabuur der Republiek is, te vol- doen.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 16$ doen. Zyne Maje fteit twyffelt in het minfte niet, of U Hoog Mogtnden zullen op dezelfde wyze blyven voortgaan, en zonder tydverlies het hunne toebrengen , tot bewerking van zoodaanige behoorlyke fatisfa&ie als de Koning vordert.. 's Hage den 6. Augustus 1787. (was gek), Van Thulemeyer. N°. 1-778. Advis van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen van Holland, uitgebracht ter Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mogenden , beti eknelyk ' de oovenflaande Memorie van den Heer Thulemeyer onder N°. 1770. In dato den 23 Augustus 1787- De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, hunne denkwyze in derzelver Advifen, geinfereerd in de Notulen van den 7den en loden July, reeds gemanifesteerd hebbende, zouden thans kunnen berusten in eene bloote inhasfie van dezelve, en in eene herhaalde betuiging van haarefchuldeloosheid aan alle die rampen, waar mede het ramplpoedig Vaderland, en dat gedeelte van Hollands goede.In- {;ezeten,(die, door bedriegelyke dwaallichten vereid, zich in hun, en hunner huisgezinnen verderf, met, helaas! maar al te fnelle, en byna onweerftaanbaare fchreden fpoeden) nu niet- meer gedreigd, maar daadelyk overftelpt ftaan te worden: dan, de Heeren van de Ridderfchap vinden zich genooddrongen door hun geweten! — door de betrachting hunner heiligde plichten, welke zy aan het welzyn van Hollands Ingezetenen hebben bezwooren!— door het belangeloos deel, dat zy betuigen te nemen in het dempen der ongelukkige gefchillen! — in de herftelling der ééndracht en rust!— en in de daar uit alleen kunnende vloeien voorkomingen , of afwendinge van die verdere gevolgen, welke zy voorzien, en voorzegt hebh 3 ben,  \6& Verzameling ven Stukken betrekkelyk tot ben, en nu, tot hun hartgrievend leedwezen ,maaic. al te zeer bewaarheid moeten vinden, — om nogmaals met den gemoedenlyliften aandrang aan U Ed. Groot Mogenden voor te dragen, het waare tafereel der ongelukkige omftandigheden, in welken dit ons Vaderland! — d^ze weleer zoo gezegende, zoo bloeiende Provincie, dit wyd berouwde Holland,—°f bet voorwerp der bewondering , ja veelmaal der afgunst van alle bekende Natier ! nu, — alleen door wroeticg in zyne eigene ingewanden! — door de alvernielende tweeipal'!,— door de woede van toorolooze oifcen! — zich zei ven ziet, en gebracht heeft op den afhellenden oever Van onherftelbaare rampen! , —- onvermydelyken ondergang!-— en daar van oraffcheidbaare ruine van alle deszeifs goede. Ingezetenen!, Wanneer de Heeren vain de Ridderfchap hun advis van den Tden July , in deze hooge Vergadering irbrachten, oirdeeKten dezelve, in den toenmaaligen "Raat der zaaken, genoeg te doen , riet alleen aan te (lippen die gronden, waar op zy het zelve motiveerden: zy vleiden zich daar te boven , dat het penetrante oog der Leden van de hooge Vergadering yah U Ed. Groot Mogenden, die extenfie aan die aangeftipte gronden ontw\ fFelbaar zoude geven , waar voor zy zoo klaarblykelyk vatbaar waren. s Wanneer al verder, op der roden July, over de Memorie van den Heer van Thulemeyer gedelibereerd wierd , heeft de Ridderfchap, met inhsfle van derzelver Advis van den 7den July, ten fterkRen geinfteerd op de ferieufe overweging der hooge noodzaakelykheid, om ten fpoedigften conciliaipire middelen te beraamen ter voorkoming van die gevolgen, welke de Ridderfchap vreesde, en niet onduidelyk te kernen had gegeven* ' De Ridderfchap heeft echter het genoegen niet mogen hebben, van haare gemotiveerde Advifen, df haare welmeenende conciliatoire voorflagen, bekroond te zien met eenigen invloed op de meerderheid der Leden j maar in tegendeel, op den I3den ' '■ " ' v 1 ' Ju-  de Geteurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 167 July moeten aanhooren, en by de meerderheid ter conclufiezien brengen, een antwoord op de bekende Memorie van 's Konings Afgezant, welke aan de Ridderfchap voorkwam van dien aart te zyn, dat 'er met geene mooglykheid eene goede uitwerkin» van gehoopt of verwacht konde worden. En thans is die uitwerking daar gefteld, in de nadere Memorie van het Hof van Berlyn! Thans toont de uitkomst de gegrondheid van de vooruitzichten, waar op het eerfte Advis van de Ridderfchap gebouwd is geweest! — thans naderd het water aan de lippen! — thans vermeerderd ieder oogenblik het dreigend gevaar, en de prysdier oogenblikken is niet te fchatten, zoo men als nog middelen wil beraamen, om een volttrekt raadeloozen toeftand voor te komen! De Ridderfchap acht die uitdrusking van raadeloos. waar mede zy dien toeftand beftempelt, geenszins te fterk; maar alzins op onwederfpreekelyke waarheden gegrondvest! — Zy is bereid, goed en bloed op te offeren voor die Vryheid! voor de behouding van die Confticutie! die onze Voorvaderen gekent, bevochten, en door ftroomen bloeds verkregen en gevestigd hebben ! Maar de Ridderfchap zal nimmer mede werken, om Hollands Ingezetenen tot flachtoffers te maaken van zoodaanige onbezonnen daaden, die, in zich zeiven wederrechtelyk, het recht der Natuur, en dat der Volkeren fchenden! de Vryheid vernielen! — en de wraak provoceeren van den «enen, welke men, door roekelooze behandeling, in de noodzaakelykheid brengt, van dezelve met kracht van wapenen in uitoeffening te brengen. En helaas' — welke zyn de middelen van verdediging, die men in deze rampzalige omftandigheden kan bybrengen, ter gerustftelling vaneen Volk, welk wy niet alleen verplicht zyn, voor ver uitziende gevaaren te behoeden; maar ook, voor daadelyk opkomende rampen te beveiligen? . , Zullen die middelen gezocht worden in de één. JL 4 dracht,  ï«8 IfazameUng van Stuiken ietrekkeïyhm dracht, weleer de onwrikbaare zuil onzer macht? Deze is verloren.' — en haare zoo gewenschte herftelling, kan alleen door het Opperwezen beftemd Worden ! ikn. di5 ™.dd«Ien gevonden worden in de macht van Hollands Finantie-wezen, die zenuw van Staat, waar mede alleen alle Krygsbedryven moeten be?!fr£ en Jitgevolerd worden?— Welk Lid van ü £d. Gr. Mogenden,ja welk der Leden, uitmaakende het Corps der Regeeringe van de respeöivë bteden Jttnt met, in eeneö meerderen of minderen graad, derzelver geobaereerde fituatie?— en wat behoeft men fterkere bewyzen ? Men vestige flechts het oog op de laatRe Negotiatie van 5 Milfioenen, by Hollaad gedaan ! — men berekene flechts het enorme verlies van 22 percent, wel irj Tonnen be. ïopecde , welke deze Negotiatie aan den Lande komt te kosten! — uien béfchoüwe flechts de te. genwoordige prys der effecten! — de importante .daaling der vastigheden! — de enorme uitgaven, die m een Land van orde! in een Land door fpaar! zaamheid groot geworden.»— op eene arbitraire wyze thans plaats vinden, en byzonder' gépleejrd worden by eene Commisfie, welke met eene meer dan di&atonaale macht bekleed, eene vrye, onver antwoördelyke,en onbepaalde dispofitie heeft over" s Lands Kas! — daar van op de allerinconftitutio* neelfie wyze, die met mooglykheid bedacht kon worden, en volftrékt zonder voorbeeld is, gebruikt maakff naar welgevallen, en tót eindens , by haar zelve alken beraamd, en waar af meerëndeëls dé Souverein zelve geene kennis draagtals" wanneer nu en dan noodig oirdeelt, appróbatorre refolutien te vraagen, van welker verkryging de heerfchende geest haar geDoeg verzekerd.' ■ • 'Ja, -mir zal men de waarheid balde doen' zal men'der opgekropte borst eens lucht geven ' eh met eene oude Bataaffche cotfaatheid zyn hart uidfpreken — zoo moet de Ridderfchap voor UEd. O-root Mogenden-niet OEtveiczen, *dat zy geiafor- '4 " imeerd  Gebeurtenis/en in 1787 enz. worgèvaïkn, ï-ó£. meerd is, dat de uitgaven van die Commisfie,of de Ordonnantiën ten harren behoeve geflagen, op derzelver requifitie, reeds in de eerfte weeken na haar benoeming, by de 6 Tonnen Gouds hebben oeiopen. ' Zoo dit waarheden zyr, behoeft de Ridderfchap daar omtrent geene reflexien voor te dragen. Zy opperen zich van zelfs, en geven een ruim *eld aari de vergelyking der aloude Holhndfche fchranderheid in het beftier van hun Finantie-Wezen, met de ongeregelde proiufie, die thans zpo toomloos heerscht! De Ridderfchap wilzich noch vleien, dat deze informatien ongegrond mogen zyn; en dat Heered Gecommitteerde Raaden, als het Finantie-wezen best kennende, deze geruchten in gemoede voor ongegrond zullen kunnen verklaaren. Zullen al verder de middelen tot' yerdeediging gezocht en gevonden kunnen worden in den bloei van de Commercie en in de Resfources, welke dezelve oplevert? Men zag by de oprichting dezer Republiek, en ook in vérfcheidene' hachelyke tydffippen haarer existentie, meermaalen dèn Vyand in het L3nd, en rhen gevoelde'de'fólteringen daar aan verknocht, snaar tefferis behieldt de Commercie, ten minfteh een gedeelte van haaren loop;de Hollandfche Vlag, dan meer, dan min verdedigd , vertoonde zich, ea bracht fchatten aan, die de Ingezetenen in Raat Relden, de drukkende lasten te hoedén,die 's Lands behoud vorderde. '-— Het machtig Amfteldam hieldt de Republiek ftaande, haare welgeftelde Beurs dwong,zelfs in de bekommerlykfte tyden, den handel der wereld , en verfpreidde dbör een otfnoemlyk getal Van kleine aderen, die alle uitdien ryken bron, welke fteeds dezelve mildelyk wist te voeden, ontfprongen; — eene welvaart, die 's Lands' veêrkracht onverbreeklyk maakte, en de zwaarfte fchokken beeft doen wederftaan! 'Maar nu! -J— Maar nur — is die heeïe ryfee L 5 brca  •"JG Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot f>ron — zoo niet uitgedroogd, — ten minften ïn een doodlyk kwynenden toeftand! — Hier beilerven de woorden op de lippen! — Hierfchroomt de Ridderfchap het doorzien van den onloochen- baaren tgeftand derzelve! en, wat ftiat 'er nog niet te vreezen? — Kan niet een oogenblik beflisfen het fluiten der Rivieren, waar langs de Commercie met deze Provincie nog met eenig voordeel wierd gedreven? — kan men zich verblinden omtrent de fchaade, welke dit byzonderlyk aan de voornaamfte Steden van Holland moet toebrengen? — zullen de Ingezetenen van Dort niet important lyden in de ftremroing van de Houtnegotie? — zullen de Ingezetenen van Schiedam niet belemmerd worden, in de afkomst der Kooien die langs de Rhoer worden toegevoerd? —- zal Amfteldam niet moeten derven, den handel der van boven afkomende Rhyn-Schepen? en, — boe groot zal niet het getal zyn van die genen, welke ïn dezen handel hun beftaan vonden, en al weder van het zelve beroofd zullen zyn? — Wy fchuiven het gordyn voor dit akelig tafereel, bedremmeld over de naare gevolgen, die zich ook daaromtrent van alle kanten weder opdoen. Zullen eindelyk die middelen tot verdediging gezogt en gevonden worden, in den byftand van onze Bondgenooten, of in die van Uitheemfche Mogendheden ? De beantwoording dezer vraage, en de behandeling van de vérfcheidene onderwerpen, welke men uit zeer verfchillende oogpunten moet befchouwen, is van een zoo tederen en teffens zoo omflagtigen aart, dat de Ridderfchap huiverig is zich daar over uit te laten. Hier toe wordt eene grondige kennis van het politiek fysthéma van ons waerelddeel gevorderd; hier toe moeten de geheimen der Kabinetten nagegaan, en, zoo veel mooglyk, ontdekt worden; hier toe werden combinatiën vereischt, en hier toe zyn vooruitzichten noodig, die de voorzichtigheid niet toelaat, alhier  ie Gebeurtenisfin $n 1787 «*■ omgevallen, 57* hier te extendeeren, en der pen^e aan te vertrou- tSl — De Ridderfchap laat dezelve over aan de Se van de Leden, welke den tegen-woordigen Seftand der Unie maar al te klaar kuna.ode opmaaken en die der Mogendheden, die ons omtingea en d«Gemeeneoe st*met geene ooverfchili.ge 00ien befcüonwen , insgelyks kunnende nagaan, daar door geS voo lichting van de Ridderfchap behocvef; b. tuigende de Ridderfchap, ten hoogSfenX zyn van het denkbeeld, dat zy bonje Meineden in deze Vergadering, enge» de, ze gewichtige materiën eeüigazws benotft te e udiceerer^ Ren denkbeeld, dat voorzeker niet van vermetelheid vry te pleiten »oude*ynl Het is dan, na eene rype en bedaarde petracn. ting van al het bovengemelde, dai de Ridderfchap zich verplicht vindt, als nog te »^eerett;derz|Ive• mteehragt Advis van den roden Julyj en by U Ed Groot Mogenden met alle gepasten aar.ating te inVeren, opliet daadelyk bv der hand nemej van Cocciliatoire middelen, om, v* zonder *an de digniteit van U Ed. Groot Mogendens Souvereini eit te derogeeren; zonder iets, da> maar een fchvn van vernedering in zich zou kunnen heb* ben "te ondergaan, — dit, waarlyk! ongelukKig SoSrvaf, niet te doen coftpereeren tot de vermeerdering der hagchelyke omftandigheden, waar in deze Provincie zich thans ontegenzeggelyk be-. V1De Ridderfchap vernieuwt dus haare inftantien, en de inbasfie van haar voorafgaande Advis. —. 7v biedt gulhartig haare medewerking aan , ea S altoos in alle gevallen en in alle opzichten too, ren, dat zy niets meer ter harte neemt, en mets vSurieer wenscht, dan eendrachtig met alk Leden te werker! aan den waaren welftand der. Provincie'-— aan haare verdediging! — en, m één woord, aan de herftelling van haare rust, welvaart en bloêil —r eQ daar toe heeft ay goed en bloed  Xya. Verzameling- van Stukken ietrekkelyk. tei Dit, Ed. Groot Mogende Heeren 1-zyn de opi techte, de eenige, en de waarachtige inzichten" van de Ridderfchap!-—- zy doet 'er de plechtigOe betuiging van, uit het overtuigend gevoel dat zy, en deze betuiging, en de openhartige daarftelling van alle haare gevoelens in dit, meer dan gewoonJyk geéxtendeerd Advis, verfchuldigdwas aan haaien plicht omtrent God Almachtig! -r- omtrent baar geweeren!-— omtrent haar.ééd!.—> omtrent alle Ingezetenen van Holland! — en eindelyk omtrent deze Hooge Vergadering zelve I daar toch waarheid, cordaatheid en overtuiging, het vaste nchtfno«r van alle deliberatien en advi&n zyn moeten. En wy moeten hier nog by voegen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat dit de tweedemaal is, dat oe Ridderfchap, in eea zeer kort tydperk ver- Êlicht geweest is, zulke ampele advifen aan deze ooge Vergadering voor te dragen. De onderwerpen daar van, waren allergewichtigst en fluiten zoo veel in, dat de Ridderfchap haaralgemeenedenk-, vys in Staatszaaken konde open leggen 3 en wel eens — voor altoos. t Zy heeft dit zonder fchroom gedaan, hoe zeer nief onbewust van het oirdeel, dat daar over geveld *crd by een tegensovergefteld.fysthéma; ook net orbewust van de zwaare bedreigingen, welke de publieke geruchten, haar in den fterkften graad vootfr.lden. Werden deze bewaatheid? — moeten wy het lot der Dortfche Broederen ondergaan ? — zoo zyn wy ons zeiven bewust, met hun te kunnen uitroepen t" Justum, & tenacem propofiti virum ^ N'.n civium ar dor, pravajubentiümf i\V: vultus ir jïantü tyranni McnU quatü Jotida; — Si frrQus illabatur orbis-, Impavidum jerient ruin'ngen en aanhitzingen tot het bediyven van gewelddaadigheden aan de Perfoonen , Huizen of Goederen van eenige der Ingezetenen dezer Stad of Jurisdictie van dien, eenig gehoor te geven; cn dat mitsdien een ieder zich zal hebben te onthouden van eenige bedreigingen te doen, veel mit« dezelve door daaden van geweld , op eerigerhande wyze, ter Uitvoer te Brengen; naardien die genen, welke zich aan Zoodaanige euveldaaden zouden komen fchuldig te maaken, ten rigoureustt r, zullen worden geftraft, volgens de Wetten en Plakaaten van den Lande, van tyd tot tyd en nog onlangs op nieuws geëmaneerd. i Terwyl Hun Ed. Groot Achtb, tér waarfchouwing van een ieder, rog ten overvloede verklaaren, dat de Burgeren er Ingezetenen van deze Stad en Jurisdiöie, irgevalle derzelver Huizen of Goederen met geweld, plundering of beroovinge zouden mogen worden aangevallen, volkomene vryheid hebben, om gebruik te maaker van het recht van zelfs verdediging, by de ratuurlyke en burger, lyke wetten verleend, en dus om' geweld met geweld te keer tc g^anj zoodaanig, _dat fcdien by celeeenheid van h< t f deégei) van diergelyke geweldige plundering of beröovinge van iemands Huis  ic Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iff of Goederen, een of meer der Geweldenaars * door de voorengemelde geoirloofde zelfs verdediging, gekwetst, of van het leven ter dood gebragt mogten worden, daar aan niets zal zyn ver> tjcurdo Authorifeerende Hün Ed. Groot Achtb. wyders by dezen, de Officieren der respeaiveBurger-Compagnien en Schutteryen binnen deze Stad, om by gelegenheid van onverhoopte oproerigheden, plunderingen of geweld aan Perfoonen, Huizen of Goederen van eenige Ingezetenen dezer Stad of Jurisdictie van hen, gepleegd wordende, daar tegen, met derzelver onderhoorige Manfchappen te vigileeren, dezelve krachtdaadig tegen te gaan, en, des noods, met geweld te verhinderen; en ingevalle dezelve Officieren en Manfchappen wachcdoende, het zy by Compagnien, Divifien, Piquetten, Rondens of Schildwachten, eenig molest mo^te worden aangedaan, de Daaders in verzekeringe te nemen, en daar van kennisfe te geven aarl de Heeren Hoofd-Officier enPraïfldent-Burgemeester dezer Stad in der tyd, ten ware het aangedaane geweld mogte komen te gefchieden by overrompeling of troepsgewyze, en dus was van die natuur* "dat de nood ter behoorlyke zelfs verdediging, vercischte het zelve daadlyk en immediaat met geweld te keer te gaan, als wanneer dezelve Officieren of Commandanten, in zoodaanig geval, mede by dezen worden geauthorifeerd, en verklaard worden naar vereisch van omftandigheden daar toe volkomen bevoegd te zyn, zonder daar voor als dan eenigzins aanfpraakelyk te zullen zyn, of daar aan iets verbeurd te wezen, al ware het, dat by zoo eene gelegenheid den een of andere wierd gekwetst of gedood. — Alles nogthans onverminderd de fpeciaale orders, by eenige Reglementen nopens het waarnemen der Wachten binnen deze Stad gefteld of nog te arrefteeren.  *?5 Verzmeling van Stukken betrekkeïyk ik UV1780. Publicatie van Hun Ed*'Groot Mogendin de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, tot bevordering der algemeene rust, en te keer gaan yan 't gene aanleiding zpu kunnen geven tot commotie of oproerigheid £Pc. 2» dato den 4 july 1787. .., De Staaten van Holland en West-Friesland, alJen den genen die dezen zullen zien of hooren lezen , falut: ( . , Alzoo wy in het zekere zyn onderricht, dat niet tegenftaande onze voorige reeds geëmaneerde Plajtaaten en Publicatien, eenige kwaadwillige en onrustige Perfoonen, zich echter niet ontzien hun Werk te maken om de Jnwoonders en Opgezetenen, zoo in de Steden als op het platte Land binnen deze Provincie, te oDrusten, en door veelerlei Hinkfche wegen af te trekken van de.gehoorzaamheid, en 'ontzach, wélke dezelve aan de Staaten dezer Provincie, als de hpogfte én wettige Overheid van den Lande, verfchuldigd zyn, en dezelve Inwooners eD Opgezetenen aan te hitfen, én te verleiden tot het pleegen van ongeregeldheden en zaaken a waar uit niet anders te verwachten is dan de grootfte tweefpalt, miritery en oproer,4 midsgaders het aanmerkelykst nadeel en verderf voor den Lande, 'en in het byzonder voor onze goede Ingezetenen,, welke langs dien weg, niet alleen zich zeiven,maar fpeciaal ook hunne Vrouwèn en Kinderen, la het hoodlottigfte onheil zouden ftorten. Zoo is 't, dat wy daar tegen op het ferieuste willende vóórzien, hebben goedgevonden, alle de Jn- en Opgëzetenen dezer Provincie , zoo in de Steden als op het platte Land, Militaire en andere Perfoonen , van welken ftaat of conditie dezelve zouden mogen zyn, ernftelyk tè vermaanen en te gelasten, om zich in alle ftilheid te gedragen, en> voor zoo veel in hun,is, mede té werkep tot bevordering van dé algemeèrjerrü'st;, éh zich wel férieufelyk te wachten van het pleègén van alles, het geas  ie Geleurttnisfen in 1787 vnz. voorgevallen, 17? gene eenige aanleiding zoude kunnen geven tot &rnmotie of Oproerigheid, of tót kleinachtmg ett kwetzing van fchuldige eerbied en gehoorzaam, beid aan de Heetren Staaten, als de hoogfte en wet. tige Overheid dezer Provincie. . . f . Verbiedende mitsdien by dezen, wel eXpreslelyk, het aanrichten van eenige tumultueufe bewegingen, het fchreeuweó van Oranjehoven, het zingen, lpeelen of blaazen van Zoogenaamde Prinfe deuntjes en anderen, (trekkende Ut oneer en kleinacMmg van de Staaten van den Lande, of aanfpooring tot comrhctien, het rondlopen met, en het dwingen tot het teekenen.van zoogenaamde Requesten, A«8 flry£m'de tegen de gemanifesteerde wil van Hun Ld. L,rooS Mogendfn; als mede het ftrooijen of distribueren van alle oproerige Blaadjes, Boekjes, Liedjes of Couranten, onder welke benaammg zulks ook soude mogen zyn; op pcene, dat den genen, welke zich daar aan fchuldig zoude mogen maaken, rigómeufelyk aan den Lyve met geesfeling, en zefts, na bevind van zaaken, met de koorde, dat eï de dood na vólgt, zullen worden.geftraft; hoedaamge ftrafoetTeningen zullen geleideden de Plano ', en haten ■figuur van Proces, ten aanzien van dezulken, die op de daad zelve betrapt mogten worden. , Alles onverminderd onze reeds bevoorens geëmaneerde Plakaateïi en Publicatien tegens het draaeen van leuzen, complotteeringen en aanrichten van oproerige bewegingen, welke by dezen alle worden gelaten in hun geheel en volle kracht. . Ordonneeren voorts wel expresfelyk aan oczeri Prokureur-Generaal, mitsgaders aan onzen Advp... kaat-Fiskaal, en alle anderen onze Officierën ég Tusticieren, orh deze Publicatie met alle rigeur te doen nakomen en executeeren, en zich daar na zonder eenige de minfte conniventie, ftiptelyk én. créciefelyk te reguleereh, öp poene niet alleenlyk van privatie van hunlieder,,officie,.. maar aos oog boven dien, naar exigentie van zaaken geccvngswd bf geftraft te wordeni byaldieh zf bévonaêfi rXoXXII. Deel; H S«*  178 Verzameling van Stukken ietrekkelyk t»t gen worden by verzuim of anderszins, aan hunne plicht niet te hebben voldaan. Want wy zulks bevonden hebben, alzoo;ten diende van den Lande te behooren. En op dat niemand hier van ignorantie pretendeere, begeeren wy, dat deze alom zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar, en zoo zulks behoort, en te gefchieden gebruikelyk is. Gedaan in den Hage onder het Klein Zegel van den Lande den 4 July 1787. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (was get.) C. Clotterbooke. NJ. 1781. Waarfchouwing vande Ed. Mog. Gecommiu leerde Raaden van Holland en West-Friesland in 'sHage, wegens valsch uitgefpreide geruchten, ten aanzien van de Militairen aldaar Guamifoen hou. dtnde. In dato den 6 July Ï787. Nadien eenige onrustige en kwaadwillige Lieden zich niet ontzien hebben, om van tyd tot tyd alhier in den Hage te fpargeeren , dat 'er eenig voornemen zoude wezen, om de Troepcs alhier Guarnifoen hebbende, eerlang, het zy geheel, het zy by gedeeltens, van hief te doen vertrekken, en door eenige gewapende Corpfen van elders te ontbieden, te doen remplaceeren, als mede, dat men bedacht zoude Wezen , dezelve Troepes door zoodaanige Corpfen re doen ontwapenen; hebben de Gecommitteerde Raaden, noodig geoirdeeld, de Generaal-Major van Kretschmar by dezen te gelasten, om aan alle de voorfz. Troepes, zoo Officieren als Gemeenen, uitnaam van Hun Ed. Mogenden op het plegtigfte te declareeren en te doen voorlezen, dat alle de voorfz. geruchten ten eenemaale zyn valsch en bezyden de waarheid, en dat, noch  de Gebeurtnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 170 noch Hun Ed. Groot Mogenden , noch Hun Ed. Mogenden de minfte redenen hebbende, om aan de getrouwheid en het verfchuldigd aankleeyen van dezelve Troepes te twyffelen, in tegendeel bereid zullen worden ge vonden, om van het vertrouwen dat Hoögscdezelve te recht in hunnen dienst Hellen , by alle gelegenheden te doen blyken. Gedaan in den Hage den 6 July 1787* (Onder jïond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden, (was get.) A. J. Royer. N°i 1782. Request van Burgers en Schutters der Stad 'Leerdam, aan de Ed. Achtbaare Heeren Drosfaard en die van de Magijlraat van de Stad en Graaffchap Leerdam ; verzoekende: dat de Burger-Sociëteit daadelyk mag worden gedisfolveerd, Vlaggen worden uitgeftooken en Oranje gedragen; benevens het Appoinêtement op dit Request; Publicatie waar by de Burger-Sociëteit word verboden; en Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid tot aanmaaning van rust &c. In dato den 6 July 1787. Geven met vetfchuldigden eerbied te kennen i de Ondergeteekenden, alle Burgers ea Schutters van de Stad Leerdam, zoo voor hun zeiven als mede in naame van de notabelfte en meeste hunner Mede-Burgeren en Schutteren. Dat de Supplianten zich uit aanmerkinge van de critique tydsomftandigheden verplicht vinden \ aan U Ed. en Achtb. eerbiedig voor te dragenJ dat: hoe zeer ser federt eenigen tyd misnoegens hebben „éfiibüst'eerd onder fommige Leden van de. Schutterv- dezelve echter alleeri daar uit zyn voortgéfnroten, dat. deze, en, gêné der Leden, .van dien H het begrip zyn geValleh, als óf zy het Èeo Hj»d; 41C fa r M 2 Saai-  i8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot laakelyk vertrouwen, het welk 'er tusfchen eene wettige Regeering en eene ftille en gehoorzaame Burgery, behoort plaats te grypen, by U Ed. en Achtb. verloren hadden, daar zy evenwel van hunne zyde, volkomen overtuigd zyn, en U Ed. en Achtb. daar van op het plechtigfte verzekeren, by dezen nimmer bedoelt te hebben, om door eenige hunner daaden, in welk licht dezelve ook van achteren zouden kunnen befchouwd worden, te manqueeren aan dat verfchuldigd respect,, en die betaamlyke ondergefchiktheid, welke ftille en bedaarde Burgers kenfehetzen. Dat ondertusichen dat ongelukkig misverftand ten gevolge heeft gehad, dat de begonnen Exercitie in den Wapenhandel federt dien tyd heeft ftil geftaan, en alzoo geheel en al verydeld is het groot oogmerk van de ereüie der Schuttery, de bevordering namentlyk van de rust en eensgezindheid binren deze Stad, waar in de Burgery bereids lange door het oprichten en voortduuren van eene zoogenaamde Burger-Sociëteit verdeeld was, en welke verdeeldheden thans door middel van de voorfz. discrepances wederom zoo merkelyk zyn toegenomen , dat dezelve, zoo daar in niet fpoedig word voorzien, veellicht tot onaangenaame uiterftens zouden kunnen uitbarften. En daar die voorzieninge, naar het inzien van de Supplianten , hoofdzaaklyk daar in zoude dienen te btftaan; eerjlelyk: dat de voorfz. zoo haatelyke Onderfcheids Sociëteit ten fpoedigften werde geremovi erd en verboden ; ten anderen: dat de genaakte Wapenhandel hoe eer zoo beter werde hervat, en eindelyk, tenderden: dat, ten eicde deze Stad, en de goede Ingezetenen van dien, tegen allen moedwil van buiten en alle tumuitueufe btwe. gingrosfaard en die van de IVLgiflraat der Stad en rtraaffchappe Leerdam,met leedwezen gezien hebbende, 55? de rust en eensgezindheid binnen deze Stad door het oprichten en voortduren van eene •nn^Miaamde Burger-Sociëteit,tot hier toe geduuS?S i mrbeerd geworden, en dat de verdeekhe. dfn en discrepances zoodaanig zyn toegenomen dat het uitbreken van onaangenaame uiterltens daar tin het gevolg zoude kunnen zyn: too n't, dat Hun Ed Achtb. na rype deliberatien, hebben goed?evondên en verftaan, de voorfz. Sociëteit «e vernier ?fJPn met verbod aan alle en een ieder, die Leden vfn deS Sociëteit zyn, dezelve te frequenteeren, of eenige Sociëteiten alhier , zonder voorgaande SerSe van de Magiftraat, op te richten , zoo a s Sok niemand van de Burgers, Ingezetenen of HerSets alhier aan zoodaanige Sociëteiten, kamers ïf Tuiïen zullen mogen verhuuren, op poene van bit te ftraffe. En ten einde niemand hiervan eS Snorantie pretendeere, zal deze werden geSiceerd en geaffigeert, daar en zoo men gewoon E" zoodaanige PnblLtie en afficne te doen Sm in Collegio van Drosfaard en Magiftraat den 6 July 1787. Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) Ab. Musqoetier, Secret. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoog' heid tot aanmaaning van rust. Wv Witlem , enz. Alle die deze zullen zien oKïte». mtdoen hier mede tewe- teDAlzoo wv, tot ons leedwezen, zyn geïnformeerd geworden/dat federt weinige dagen, zoo ineen  ï«4 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot gedeelte van ons Graavfchap Buuren, als binnen onze Stad Cuilenburg, eenige bewegingen, com. mptien en combus,tien ontftaan, en zelfs tot daadelykheden overgcllagen zyn, en het dierhalvën alleszins noodig is, dat de voortgang hier van gefluit j eo daar ia naar behooren voorzien werde, hoe zeer wy ook vertrouwen , dat in 't generaal de goede Burgeren, In-en Opgezetenen, een afkeer van zoodaane en 'alle andere, de algemeene rust en veiligheid verftoorende ondernemingen en feite< den zullen hebben, gelyk wy die ook op het Merkje difapprobeeren en detesteeren, Zo is 't, dat wy by dezen alle Burgeren, In- en Qpgezetenen, zoo van onze Graavfchappen Bun» reu, Leerdam en Cuilenburg, als van onze Baronayen Ysfelltein en Acquoy, zeer ferieus en op het fterk'te vermaar-en, exhorteeren en wel expresfe. iyk gelasten, om zich zorgvuldig te wachten van £})!e onbetaamelyke attroupeeringen , bewegingen en combustien , midsgaders het zoo door woorden, als veel weiniger dóór daaden, attacqueesen , beledigen en molesteeren, 't zy van elkander 3 st zy. van Buitengezetenen of Vreemdelin» gen, wie en onder welke naam, fchyn of pretext het ack zoude mogen wezen , en vooral van het' pleegen van geweld, moedwil en infolentien tegens iemands Perfoon, Huizen of Gebouwen, waar in ook bcftaande, en in 't generaal alle ondernemio gen , waar door de publieke rust en veiligheid eenig^zins zoude konnen worden geitoord , maar in tegendeel om zich in alle opzichten,zoo tegens elkander onderling, als en omtrent. Buitengezetenen 'en Vreemdelingen , zoodaanig te gedragen, als goede, getrouwe, vreedzaame en rustbeminnende Burgereaj In- en Opgesetenen betaamt en verplicht zyn, en dat zy pok daaromtrent den gedaanen Burger -ééd en die van getrouwheid zullen indachtig wezen, terwyl dezelvea wanneer en zoo lange zy zulks komen te doen en te achtervolgen, zich od pnze verdere toegenegentbeid, gunst ea prbtectiè kun»  ie Gebeurtenis/en in iffi enz. voorgevallen, isy Imnnen verlaten, en in tegendeel alle die genen, wetS buitenverwachtinge, zich in zoo verre mogten vergeten, datzy, tegens onze welmeenende; intentie 8en tegen, hun ééd en verplichtinge, z.ch aan, eenige oproerige bewegingen combustien en rusc verftoorende ondernemingen, feuelykheden en het r>lee«en van eenig geweld, moedwil en overlast, koS»w fchnüig te maaken, onze hoog!te ind.gnatie hebben te verwachten, en na bevindinge van zaaken geftraft zullen worden. En zal deze, ten einde niemand hier van eenige ignorantie zal konnen voorwenden, alomme binnen onze Graaffchappen Buuren, Leerdam en CmlenK, nevens onze Baronien Ysfelftein en Acquoy werdén gepubliceerd en geaffigeerd ter plaatze alwalr men gewoon is zoodaane Publicatien en affic- tieAldusdgedaan en gearresteerd te Amersfoort den, 4 July 1787- (was get,) W. Pr. van Oranje. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid* (was get.) A-Ardesch. N° 178^ Atle van Verbindtenis en onderlinge befcierming, door 'Burgers en Inwooners der Stad Leyden onderling gefloten. In dato den 6 July 1787. Wv Ondergeteekenden, alle Burgers en Inwooners der Stad Leyden, in aanmerking nemende de critique omftandigheden waar in het lieve Vaderland zich thans, bevind, en hoe veele van onze braave en weldenkende Landgenooten, reeds het voorwerp geworden zyn van de wraak van een opgeruid en oproerig Gemeen, en zoo in haare Perfoo* nen als Bezittingen, de fiachtoffers zyn geworden, en geheel of gedeeltelyk syn geruïneerd; hebbea M 5. bK  jS6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by dezen ons zeiven openlyk verbonden, zoo als wy ons verbinden by dezen, elkander op alle wyze en by alle voorkomende gelegenheden, te befcbermen ende te verdedigen, tegen alle zoodaanigen ende tegen elk en een iegelyk, welke ons, öfte eenen van ons Ondergeteekenden, zoo in onze perfoonen, vrouwen, kinderen ofte bezittingen, zoude willen benadeelen ; ja daar voor ons goed en bloed te zullen opofferen, zullende wy op de eerRe beginfeien van eenige feitelyke aanval, elkanderen tot den laatften man helpen verdedigen, zonder dat wy daar toe van iemand, hv zy wie hy zy, eenige bevelen zullen afwachten. Ter bevestiging van het bovenftaande, hebben wy deze met onze naamcn onderteekend, en houden het van die waar. de, als of wy hetzelve voor het oog van een al. wetend God, met ééde hadden, bekrachtigd ; en op dat een ieder van deze onze gevoelens en open]yke verbindtenis zoude kennis dragen, zullen wy deze door de publieke JN'ieuws- Papieren bekend maaken. Actum binnen JLeyden, den 6 July 1787 en volgen.de dagen. JJ°. 1784. Declaratoir van den grooten Burger-Krygs» raad der Stad Rotterdam, betrekkelyk het Declaratoir van de Burger-Corpfen hier boven onder JN°» 1756. In dato den 7 july 1787. De Groote Krygsraad van de Schuttery te Rotterdam, gezien hebbende het Declaratoit van Commandarten van uitgetrokken Burger-Corps, in dezer StadsCourant van denjden dezer eninverfchei. den anderen geplaatft, en ïn aanmerking nemende, dat de Commandanten der Rotterdamfche Schutters, ter bezetting van de Veren te Crimpen op de Lek en op den Ysfel gedetacheerd, het zelve Declaratoir niet wel mede kunnen teekenen, dewyl het aanzeg. gin-  uitmaaken het geheele"l™*™' _ of dat GenooC te meerderheid van die acnuirery, .. r^ar, rnt welke zv behooren; heetc nooaig ge fchap, tot wem. *y „pyneiens van het meeroirdeeld, na hier pp de gevoe en* v u Detachementen compofeerende, deze openiv* "HS^S '«er "el onderricht , «j by andere bekende Vyanden™ den I*»»» het blind vertrouwen, het welK aoor c u & Set kleine, eenvoudige, onkund.ge, of ruwe Ge- ™eSedtah2erdelïygtraad op die bedoelde gen en gebeurtenisfen te veroirzaaken, of tegen  18» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te houden} illico en alom, waar die te vinden zyn, orr, IK Irde,bewaa"nS ^1 ftellenof doen dellen, Td VC houdenlt?c Gyzelaars , of en 0«' S'iSrV V°°; 31 \et kwaad' dat door die Party, tP Zt Zy d^r hunne daaden get0°nd hebben te behooren , binnen deze Stad en Provincie zal X 1eeHbe.dr7tn,/en eiD,de d3ar 9an te vernaaien alle leed en fchaade, welke aan eenig Regent of Mede-Burger, om het voorftaan onze? VaderlandfenraS v il eS ***** Coa^^ eener repr*. £™ Volks-Regeenng, zal overkomen. En dewyl de Krygsraad, hoe zeer de macht der Schutte? genoeg in Raat is, alle geweld, feditieenoverten nDrnf^,e Scd, ZePleeZd wordende, te Ruill ' J bederf der °Pr°engen te doen uitval. Jen, echter wenscht en vertrouwd, dat deze ern. itige waarfchouwing het heilzaam effect zal hebben . van die genen, op welke dezelve applicabel is, toÊ nadenken te brengen, en van de bevordering der berokkende Plans te doen afzien , en dus alle bloedftortmg, niet alleen van onfchuldigen, maar zelfs van dezulke, die de fchuldige doch onbezonnen werktuigen van zich uiterlyk ftilhoudende aanftokers zouden zyn, werde voorgekomen, zal deze gedrukt en tot ieders kennisfe gebracht wor- Aclum in Rotterdam den 7 July 1787. Uit last van den grooten Krygsraad. P. Caerten. J. Penning, Abrz. Abr van Rykevorsel. Huibert Leemput.' N. Mont. van Swyndregt. j. p van Heel. J. Beeldemaker. AdriaenRapys.  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 189 N°. 1785. Addres der Vaderlandfche Sociëteit der Stad Rotterdam, aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen van die Stad; waar by verzoeken: dat de opgefchrevenen voor de Schutten ten fpoedigjten mogen worden in den ééd genomen, als mede de verdere Leden van d& Barser-Sociëteit, die genegenheid mogten hebben de Wapenen te dragen &c. In dato den 7 July 1787. Geven reverentelyk te kennen de Ondergeteekende Commisfarisfen der Vaderlandfche BurgerSociëteit alhier, in dato den 23 May 1787 opgericht, ondei- de fpreuk: Tot Jlerker Jleun en vaster fland Van Vryheid, Stad en Vaderlandi Dat zy het genoegen hebben, binnen zoo korten tyd, dit lighaam te zien aangroeijen tot over de duizend Leden, alle fchoon voor een groot gedeelte uit eenen geringeren Burgerftand, dan wel die van de Vaderlandfche Sociëteit op de Wynhaven, nogthans niet minder welgezinde Vaderlanders % die tot behoud van Vryheid en Vaderland hun laatften druppel bloeds veil hebben, en die daarom van den beginne af, en naar maate de dringende nood des lieven Vaderlands grooter geworden is, van tyd tot fterker by de Ondergeteekenden hebben aangedrongen, dat zy toch mogten in ftaat gefield worden, om aan hunne verplichting, welke door de deelgenootfchap in deze Sociëteit grooter geworden is, te kunnen voldoen, en het Vaderland waarlyk van nut te kunnen zyn. De Ondergeteekenden kunnen voorU Ed. Groot Achtb. niet ontveinzen, dat zy deze edele drift in hunne Leden, die, zoo verre zy hebben kunnen nafpeuren, van alle onbezonnenheid en woes heid vry is, blykens de ftille onderwerping aan de vermaaningen, hen by aanhoudecheid gegeven , en waar op de Ondergeteekenden roerpen kunnen, gaarne zagen aangekweekt, (te meer d ur deze Stad?  ïQO Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Stad, die anders op eene braave Schuttery roemea kan, door bezetting van Buiten-Posten, fterk word ontbloot, en van tyd tot tyd nog meer Raat ontbloot te worden) waar door dan deze Stad eene ongemeene Verfterking wierd bezorgd j en het waarlyk niet, ongegronde misnoegen dezer Braaven, wier Vaderlandfche zucht door eene converfabele byeenkomst niet kan worden Verzadigd, wierde weggenomen. , Onder deze Braaven zyn ook verfcheiden, die reeds, voor drie maanden voor de Schuttery zyn opgefchreVen: deze, met verlangen het oogenblik te gemoet ziende, dat zy in den kring der Schutteren geplaatst mogen worden, zyn niet onkundig, dat de Ordonnantie op,de Burger-wacht, .ilegts éénmaal in het jaar en wel in Augustus, eene aanneming van nieuwe Leden in de Schuttery gedoogt^ maarzy meenen, dat de dringende omftandigheden, waar in de Republiek zich thans bevind, wel eene uitzondering requireerde; te meer; daar de welvaart van het lieve Vaderland wel eens van een enkel verwaarloosd oogenblik kan afhangen. ï Het is derhalven deze zucht hunner Leden, het, is de nóód van het Vaderland, dié de Ondergeteekenden de vryheid doet nemen, U Ed. Gr. Achtbaarheden te adiëeren, en te folliciteeren, dat het U Ed. Groot Achtb. behaagen moge, zoo fpoedig mooglyk in deliberatie te brengen, en gunRig te befluiten: 1. Dat de Opgefchrevenen voor de Schuttery met allen fpoed worden in den ééd genomen, en in de respeclive Compagnien worden verdeeld. 2. Hat de verdere Leden der Vaderlandfche Burger-Sociëteit, die genegenheid hebben de Wapenen te dragen, worden in den ééd genomen, om met Stads Geweeren, het zy als een Corps de referve i onder discipline van den Krygsraad , of mede in de Schuttery verdeeld j tot^ de .Èxëtcitien te worden toegelaten; op zoodaahigerj voèL én onder zulke bepaalingeni als U Ed: Groot Achtb.,, naar  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 191 naar detzelver wyze doorzicht, best en gefchikts zullen oirdeelen. 't Welk doende, &c. (was geteekend) Jan Verbon. J. Heybroek. Joh. Ph. Hildebrand. J. P. van Heel. G. vak Waart. P. de Bie. M » 178 Extracl uit de Refolutien van de Ed. Groot ' Achtb. Heeren van de Weth der Stad Rotterdam, behelzende dispofitie op voorenflaande Addres. In dato den 7 July 1787. Ingevolge de Refolutie Commisforiaal dezer ' Vereaderirg, van den 5den dezer, in handen van de Heeren Gevers, Schout, Reepmaker, Burgemeester, Balguerie en Willemsen, Schepenen, eefteld zynde de Requeste door Commisfansfen der Vaderlandfche Burger-Sociëteit alhier, in dato den 23 May 1787, opgericht, onder de Spreuk: Tot Jlerker fieun en vaster {land pan Pryheid, Staden Vaderland, aan deze Vergadering geprefenteerd ; hebben Heeren Commisfarisfen voornotmd, na alvoorens ingenomen te hebben de Conlideratien en het Advys van den Grooten Krygsraad dezer Stad, gerapporteerd van begrip te zyn: . f. Dat voor deze reis, en zonde- te prejudiciëren aan het 42 Artikel van de Ordonnantie op dezer Stede Schutterv , in plaa-s van de eerfte Saturdag in Augustus woensdag den i8den dezer, des morgens ten 9 uuren, zou behooren te worden bepaald tot het in den ééd nemen van die genen, die op de Omfchryvïngs-Lyst, op Ding?dag den 3den dezer, by deze Vergadering geapprobeerd, vermeld ftaan; blyvende voor het overige Artikel 40» 41»  lm Verzameling van Stukken betrekkelyk tót 41, 42. en 43, van voornoemde Ordonnantie, in hun geheel. 2. Dat met betrekking tot die Leden van voornoemde Vaderlandfche Burger-Sociëteit, dié op de gemelde Omfchryvings-Lyst bekend ftaan, de voornoemde bepaalden tyd zou kunnen worden Vervroegd op aanftaande woensdag den uden July, des morgens ten o uuren, wanneer dezelven, ingevolge het 4ofte Artikel der 'Ordonnantie, zouden kunnen worden beéédigd, zonder dat hetzelve echter in confequentie zal kunnen worden getrokken, of het 9de Artikel der Ordonnantie met betrekking tot daglooners, daar door worden verzwakt. 3. Dat ten aanzien van de verdere Leden van Voornoemde Vaderlandfche Burger-Sociëteit , die genegenheid hebben de wapenen te dragen, daar van ten fpoedigften een lyst zal moeten worden bezorgd aan den grooten Krygsraad dezer Stad, ten einde dezelven op den i8den dezer in ééd zouden kunnen worden genomen. 4. Dat omtrent de Stads Geweeren, Burgemeesters zullen worden verzocht, om aanftaande Maandag in de Vroedfehap de noodige Propofitie te doen, ten einde ook in dezen aan het verzoek der Leden van voornoemde Burger-Sociëteit te voldoen. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan, Commisfarisfen voor derzelver geno» men moeite te bedanken , en zich in alles met het voorfchreven uitgebrachte Rapport te conförmeeren. Voorts zyn tot Commisfarisfen, tegens Woensdag den iiden dezer, tot het beéédigen der Perfoonen, Artikel 2 vermeld, benoemd de Heeren. Elsevier, Burgemeester, Baalde en van de Polder, Schepenen. En tot het beéédigen der Perfoonen Artikel 1 en 3 Vermeld j op den isden dézer, de Heeren Bichon, Burgemeester j HofkmaÜ u  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. T.93 en Plemp, Schepenen.;, beiden.die.Commisöen geadfisteerd met een Secretaris dezer Stad. Accordeert met voorfz. Refolutien. (was get.) A- w« Bèelaerts. N*. 1787. Propofitie door de,Gecommitteerden vdnHol. 'land., ter Vergadering van Hun Hoog Mop.enden pp den 7 July 1787 gedaan, om ter bemiddeling 'van de plaats hebbende gefchillen tusfchen de- respeéive Provinciën van deze Republiek, de mediatie van zyne Jllerchristelykfte Majefteit als Bondgenoot van het geheele Gemeenebest ', Staatsgewyie in te roepen &ct ,. TPe Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland, hebben ter Vergadering van Hun Hoojj; Mogenden voorgedragen, dat de verdeeldheden oöder de respective Bondgenooten thans tot die hoogte waren gerezen, dat tusfchen dezelve ; feondelr de vriendelyke tusfehenkomst van iemand, die een Bondgenoot van alle dezelve is, de heilzaame ééndracht niet zal kunnen worden herfteld, maar dat jn het tegenovergeftelde geval, door een yetwydering der gemoederen , het te duchten was , dac 1 ïnboglyk wel binnen korten tyd de wederzydfche yerfchillen , zo al niet een geheele fcheuring det Unie ten gevolge zullen hebben, ten minften de? ielve niet anders, dan ten kosten van ftroomen blbed yeréfrenü zullen kunnnen worden ,(i,tervfyl men door eene inroeping van de mediatie zynfer AlJerchristelykfte Majefteit, als Bondgenoot der Republiek, onder den zegen van God Almachtig rhet grond de heilzaamfte gevolgen voor dit GKtown^? best ,kan verwachten , daar hoogstgedachee, Zyné Majeftéit in dén jongften. borjog^met Engeland^ jsoo wel als jn .de. gfefchilleq iD3èt„Syfjè.,E.ejzeflyfi;fe Majefteit, zyne welmeenenheid voëtf de£é J&g&i XXII. DeeE; M EM  194 Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot bliek met uitnemende bewyzen heeft gemanifesteerd, en dierhalven ook van eene bemiddeling van zyne Aileichristelyke Majefteit, de eenigfle Bondgenoot van de geheele Republiek, de continuatie van de zoo zeer gewenschte Unie mag verwacht worden; temeer, daar de Bondgenootfchappelyke betrekking, tusfchen meergemelde Vorst en dit Gemeenebest, volftrekt vorderd, dat de wederzydfche partyen van die zoo gelukkige Alliantie over en weder elkanders belang, bloei en welvaart, op alle mooglyke wyze trachten te bevorderen en yoor te liaan; en dat zy Heeren hunne Principaalen gelasr waren, aan Hun Hoog Mogenden voor te.fl1aa,n' om ter bemiddeling der plaats hebbende gefchillen, tusfchen de respective Provinciën van de?e £eWbHk> de mediane van zyne Allerchristelykfte Majefteit, als Bondgenoot van het geheele Gemeenebest, vStaatsgewyze in te roepen, en Hoogstdezelve te verzoeken: dat het zyne Majefteit mogte behaager., zyne goede dienften te willen aanwenden, om de gefchillen door Hoogstdeszelfs bemiddeling by te leggen, tot herftel van de zoo zeer gewenschte ééndracht, en in ftandhouding van de voor alle de Provinciën zoo belangryke Linie; infteerende welgemelde Heeren Gedeputeerden, ten einde by Hun Hocg Mogenden dien conform , hoe eer hoe beter , en zoo dra mooi-lyk, moge worden gerefolveerd. N3. 1783. Waarfchouwing van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland, tegens de uitgejlrooide geruchten, als of mtn gewapmde Exercitie-Genootfchappen in 's Ha» ge wilde doen komen. In dato den 7 July 1787. Nadien onrustige en kwaadwillige lieden zich riet op'zien hebben , om federc eenigen tyd te fpargeerea3 &tt 'er een voornemen zoude wezen, al-  ie 'Gebeurienisfen in 1737 enz. voorgeyaUeïi. 135 alhier gewapende Corpfen of Leden van ExercitieGenootichappen van elders te doen komen., met oogmerk, om de goede en getrouwe Schuttery de. zer Plaatze te ontwapenen; en dat het te vreezen is dat aan de finistre voornemens, welke met foort. eelvke uitftrooifels worden gebuteerd, met weinig kracht zoude kunnen worden bygezet, door zeker Artikel, in de Zuid-Hollandfche Courant van giste, ren geinfereerd, onder de tydingen van s Hage in dato den 4den dezer, en wyders voorkomt in de Hollandfche Hiftorifche Courant van heden, met betrekking tot het gene alhier in een gehouden Euraer-Krygsraad zoude wezen voorgevallen ; heb, ben de Gecommitteerde Raaden noodig geoirdeeld, den Collonel van welgemelde Schuttery by deze te verzoeken en authorifeeren,.om dezelve bchutterv, zoo Officieren, Onder-Officieren als Rotsgezellen, uit naam van Hun Ed. Mogenden . als van dit derzelver gedeclareerde, de onwrikbaartte verzekeringen bekomen hebbende, öp de plechtigfte wyze te doen declareeren: dat 'er geen Voornemen , hoe genaamd exteerd, om eenige gewapende Corpfen of Leden van Exercitie-Genootfchappen van elders herwaards te ontbieden, veel min, óm dezelve Schuttery, door middel van zoodaanige Corpfen of Lieden, te ontwapenen, maar dat alle de geruchten daar omtrent verfpreid, zyn geheel valsch en onwaar; dat Hun Ed. Mogenden, óp fundament van zeer goede informatien, voorts overtuigd zynde, dat het gene in de gemelde Artikelen van de Zuid-Hollandfche en Hiftorifche Couranten, als in een Burger-Krygsraad alhier voorgevallen, is verhaalt, geheel is verdicht en bezyden de waarheid, het zelve aanzien, als,eeri dier middelen, door welken getracht wordt , meer fen meer oneenigheid en wantrouwen ^tusTcheii de Ingezetenen dezer Piaats , ter bereiking van byzonderë oogmerken ,.,aan te kweeken ra . te doen bntftaan, en niet zulleri bpüqüdraj omiin detttdé» êc Schuttery dezër Plajitze eeü welverdiend ver>  ip<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nouwen te Hellen, altoos bereid zynde daar van aan dezelve Schuttery by voorkomende gelegen* heden te doen blyken. Gedaan in den Hage, den 7 July 1787. (Onder jlcnd) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (was get.) A. J. Royer. Np. 17F9. Beker.dmaaking ven de Cemmisjie der gewa. pende Burger-Corpfen tot expeditie tier Militaire zaaken; benevens verflag van een tocht, door een detachement van gecombineerde Militairen en Burger Auxiliaiien verricht. In dato den 10 July 1787. De Commisfie van gewapende Burger-Corps toe expeditie der Militaire zaaken, ziende, dat de ExpeditieD door de Burger-Corps, het zy geheel, het zy vereenigd met Militaire Detachementen, van tyd tot tyd wordende verricht, verkeerdelyk, immers niet met behoorlyke exnetitude, aan de Natie bekend gemaakt, ofwel geheel met Rilzwygen worden voorby gegaan, heeft begrepen, en aan het billyk verlangen der Natie, die met reden het hoogfle" belang Relt in de Militaire verrichtingen hunner gewapende Mede-Broeders, en aan de verdierfien der braave uitgetrokkken Manfchappen, niet beter te konnen voldoen, dan met van elke expeditie, die zal voorvallen, en waar aan de Burger Corps, 't zy geheel, 't zy gedeeltelyk, zullen deel hebben, een getrouwelyk verflag te geven; tot het welk de Commisfie zich in de gelegenheid gefield ziet, door noodige correspondentie, van wtlke zy gaarne het welderkecd Publiek wil laten jouïsfeeren. En cm hier van een begin te maaken, heeft zy hel  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 197 het genoegen, thans te publiceeren het Rapport van de Expeditie op Leerdam en Schoonderwoert, het welk, zoo zy vertrouwt, door de Natie met dankzegging zal ontvangen worden , als niet alleen met den gelukkigften uitflag bekroond zynde; maar ook tevens het blyk opleverende, hoe veel een gelukkige en eenRemmige vereeniging van de gewapende Burger- en Militaire macht, tot afbreuk van 's Lands vyanden vermag., ' Verflag van een tocht naar Leerdam. Op gisteren den 9den dezer, circa om ééu uur uit Vianen gemarcheerd zynde, naderden wy circa 4 uur Schoonderwoerd. De Kavallerye vooruit gezonden zynde, ten einde de wegen te bezetten, arriveerden de overige Troepen aldaar. Oogenblikkelyk wierd een Detachement naar den Timmerman, welke de Vlag aldaar op den Toren gefield had, afgezonden, en dezelve in verzekering genomen, welken Timmerman geordonneerd wierd terftond de Vlag af te haaien, het gene gefchiedde. Denzelven gevraagd zynde, wie zulks geordonneerd had, wilde hy zulks eerst niet zeggen, dan liet zich eindelyk overreden, en noemde eenen de Hartos , Kapitein van de Schuttery aldaar, welken de Hartog wy aanftonds in verzekering hebben genomen. Vervolgens bragten de Ruiters een Schoonderwoerder Boer, met naame Fortuin, op, die met een Oranje-Cocarde verfierd was. Welke bovengenoemde drie Perfoonen, nevens de Oranje-Vlag, op een wagen ge. plaatst, en mede naar Leerdam gevoerd wierden. " Verders van Schoonderwoerd gemarcheerd zynde tot een quartier uurs van Leerdam, wierd aldaar halte gehouden. De Kavallery, die vooruit gezonden was om te recognosceeren , en zich meester van de Poorten van Leerdam te maaken, deed ons rapport, dat de Poorten gefloten, de M 3 trom  log Verzameling van Stukken betrekkelyk tot trom geroerd, de alarmklok geluid, en de Burgery. in de wapenen was, waar op door den commandeerende Officier goedgevonden wierd, den Adjudant Schutter van 't eerfle Batailjon van Harde», broek, en den Adjudant Holthuysen van 't Genootfchap, naar Leerdam af te zenden, ten einde te vragen , om binnen te marcheeren. Voor de poort gekomen zynde, kwam de Drost Boey op de wal, vragende, of wy patent hadden, en dit met ja beantwoord zynde, kwam hy zulks in Perfoon onderzoeken, 't Patent vertoond zynde, declareerde hy, dat wy konden binnen marcheeren, en dat by de Burgery, welke genoegzaam alle, zoo wel als de Drosfaard en verdere Leden van den Magiflraat, met Oranje-Cocardes vercierd waren, uit de Wapenen zoude doen gaan, en de alarmklok doen ophouden. Binnen gemarcheerd zynde, zag men geere Oranje-Cocardes meer, en wierden teröond 3 Officieren gecommitteerd, om by den Magiflraat informatien te nemen, wie de Aanftokers en Uitvoerders der tumultueufe bewegingen en plunderingen waren, tevens aan dezelve deqlareerende, dat alle fchaade, molest, moord of ander geweld, aan de Ingezetenen van Leerdam en Schoonderwoerd al bereids overgekomen , o£ na dato dezes mogte wedervaaren, aan de Perfoo. nen en Goederen van dezen Magiflraat, en van de Aanvoerders en Beweekers van de plundering en 't verdryven hunner Mede-Burgers, op alle wyze zal worden verhaald en geretorqueerd. Waar op de Magiflraat declareerde, geene der» zeiven te kunnen aanwyzen, uit hoofde dat het grootflte gedeelte der Burgery daar aan fchuldig Waren j. doch daf men de Vlaggen, zoo van den Toren als van de Molen, zoude afhaalen, het welk wy door een Detachement geëffectueerd hebben, y.na. Voornoemde Heeren zich uit den Magiflraat geabfenteerd hebbende, wierden wy geïnformeerd, dat de Magiflraat, de Burger-Sociëteit had verbo." 4en9' ea in tegendeel een Oranje-Sociëteit, permitteer-  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 tèerde, als mede dat de Heeren Burgemeester Knyff en de Schepen de Man, voor de voornaamfte Aanftokers gehouden wierden; ™Peen Detachement naar den Magiflraat gezonden &, ÏSelk bovengemelde twee Heeren in verzekering heel genomen , en dezelve, benevens-de^ twee Vlaggen van Leerdam, als mede de Schoonderwoerdfche Vlag en Arreftanten, mede naar Vianen genomen hebben, alwaar wy des avonds ten 9 nu- ^bT&^^k van Vianen naar Leerdam gemarcheerd, beftond in 4 Officieren en q| Man van 't Bataiijon van Hardenbrokk, één Officier en 24 Man Dragonders van Heases-Phi2S, één Officier en t* Kanonniers me eta Veldftuk van 3 pond bals, als mede in Officie ren en o 4 Scmt»  aifj. FerzameiïPS van Stukken betrekkelyk t«t Schutteryen en Genootfchappen uit de Steden en het plat-' te Lmd van Holland, als zich ten dUnfie van het lieve Vaderland, en defenfie van haa*e Bondgenooten, zouden willen laten employeeren. Wy begrepen doch, dat aan U Ed. Groot Mogendens doorzicht, niet Zoude gcëchappeerd zyn, dat de Nederlandfche Natie, van ouds zoo beroemd wegens haare aangeborene en nimmer verdoofde zucht voor Vryheid, en federt eenigen tyd zoo zeer verligt omtrent haare waare belangen, door haare tegenwoordige energie iets meerder bedoelde, dan het Vaderland tegen overrompeling en geweldige aanvallen te beveiligen, dat zy eene edeler belooning voor haare cordaate en dappere poogingen te gemoet zag, dan eene enkele fchaadeloosftelling voor het verzuim van haar beftaan en kostwinningen, waarvan het effect, met het afweeren van lyfs- en levensgevaar geheel ophouden, en haar in dien ftaat laten zoude, waar in zy voor het exteeren van deze turbulente tyden zich bevond, en welker afweering eene der rninfte bedoelingen geweest is van haareh yver in den Wapenhandel, en van de aanmoediging, die zy daar toe van U Ed. Groot Mogenden Selve bekomen heeft. ' Terwyl wy ons dus van tyd tot tyd bezig hielden met het uitdenken der gefchiktde middelen, om door onze intercesfie by U Ed. Groot Mogenden aan onze Mede-Ingezetenen een behoorlyk equivalent, voor zoo veele blyken van hartelyke medewerking met de heilzaame maatregelen van U Ed. Groot Mogenden ten beste van het Vaderland , te bezorgen, wierden wy over eenige dagen geadiëerd door eene talryke en plegtige Commisfie u,it de Schutteryen en gewapende Burger-Corpsen, van de aanzienlykfte Steden dezer Provincie, onder anderen van Dordrecht, Delft, Leyden, Amfteldam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, en Alkmaar, welke ons in de krachtïgfte en aahdoenlykftè Uitdrukkingen te kennen gaf haare aandoening, en die van hunne Committenten, over den deerlyken tos-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, mr gevallen. 9}g toeftand van het Vaderland, haar vertrouwen op de aanhoudende zorg Van U Ed. Groot Mogenden voor het behoud der algemeene belangen, haare onbepaalde bereidwilligheid, om op alle mooglyke wyzen, en byzonder door den Gewapenden Arm, de poogingen van de Vaderen des Vaderlands te onderfteuoen, en eindelyk Imre vaste hoop en verwachting, dat Ü Ed. Groot Mogenden, ten gevolge van zoo veele voorafgegaane blvken van Va-derlyke toegenegenheid voor hunne Ingezetenen, en van zoo veele dienften, door die Ingezetenen aan het Vaderland bewezen, niet zouden haslueeren, om van hunne zyde de goedwilligheid, trouw, attachement der Burgeryen voor humen Souverein, op eene eclatante wyze te rccompenfeeren. Zy gaf ons te gelyk te kenpen,. dat zy als de ^angenaamfte belooning van de dienftfm, door hunne Committenten en andere hunner M-de-Burgeïen bewezen,, en nog verder te bewyzen , vertrouwde , dat wy niet zouden willen weigeren, haai vuqrige begeerte ter Tafel van U Ed. Groot Mogenden te brengen, en op de meest krachtige wyze by Hoogstdezelven aan te dringen, met betuiging, dat zy of hunne Committenten geene andere belooning voor alle hunne en hunner Mede» Burgeren poogingen ter redding van het dierbaar Vaderland, en voor alle de menigvuldige gevaaren, die zy daar voor moesten uitftaan, verlangden, dan de openlyke en plegtige goedkeuring van, V Ed. Groot Mogenden van hunnen yver en vaderlands-liefde, dan eene belofte van fchaadeloosftelling van 's Lands wege van zulke Manfchappen, derzelver Weduwen en Kinderen, welken in den dienst van het Vaderland mogten .verminkt worden of fneuvelen; — en eindelyk dan , eene ernftige verklaaring van U Ed. Groot Mogenden , dat Hoogstdezelven,na het wyken van het tegenwoordig gevaar, den invloed der Burgeryen op derzelver Regenten op eenen vasten voet, overeenkomstig de begeerte van het beste en doorzichtigfee  fclS Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot gedeelte der Natie, zullen daarftellen en vestigen. Wy kunnen niet ontveinzen, dat wy, die Reeds zoo wel als Burgers, en dus als mede het grootst belang hebbende in den welvaart van dezen Staat en van deze Provincie, als in de hoedaanigheid van Mede-Vertegenwoordigers van een Vry Volk, ons het geluk, den voorfpoed , en de ona'fhahgelykheid onzer Mede-Burgers, en derzelver vertrouwen in eene billyke Regeerings-form, ais de hoogflewet, en het eenig doelwit van allevBurgerlyke Regeering, hebben voorgeReld, deze voordracht als ten hoogften rechtmaatig, als zeer gefchikt ter bereiking van U Ed. Groot"Mogendens heilzaame oogmerken, en als het eenig middel behelzende, om het Vaderland eindelyk de zoo wenfchelyke rust en eendracht tusfchen Regenten en Burgers weder te fchenken , hebben befchouwd; en op die gronden gemeend hebben, de vryheid te moeten nemen, om, als uit naam van de geheele weldenkende Natie, aan U Ed. Groot Mogenden in bedenking te moeten geven, of Hoogstdezelven niet zouden kunnen goedvinden: ,, om by expres„ fe refolutie te laudeeren en te approbeeren de 3, poogingen der Schutteryen en gewapende Ge3, nootfchappen,in de Steden en op het platte Land „ van Holland, ter verdediging en beveiliging van „ deze Provintie en haare Bondgenooten tot dus „ verre beweezen; met verklaring: dat U Ed. a, Groot Mogenden daar aan, nevens de adfisften„ tie der brave en getrouwe Militairen , onder „ Gods zegen, toefchryven, dat het Vaderland, deze Provincie, en de Stad Utrecht, tot nog toe ,, voor allen geweldigen aanval bevryd zyn geble„ ven; 'm—■ als meede» om aan de Manfchappen, „ die ten dienRe van het Vaderland uitgetrokken „ zyn, of verder zullen uittrekken, en ter dier „ gelegenheid mogten verminkt worden of fneu„ velen, als mede aan derzelver na te laten Wedu„ wen en Kinderen, toe te zeggen een behoorlyk „ de-  de Gebeurtenis/en in 1787 «& voorgevallen, aïo „ dedomagement, conform het projeft, het gene !, wv de vryheid nemen, hier nevens te voegen, en 't gene voor een gedeelte in tyden van Oorloe aan de Militie van den Staat word geaccor, deerd; — en eindelyk, om aan de Ingezete, nen dezer Provincie toe te zeggen, dat U1 Ed. " Groot Mogenden geen ander oogmerk hebben,, I, dan om, na het afkeeren van het gevaar, het " gene deze Provincie thans dreigt, en het byleggen der gerezen gefchillen in andere Provin, cien, den invloed der Burgeryen op derzelver !, Regenten binnen deze Provincie zoodaanig vast , te Rellen, als het beste gedeelte der Ingezete' nen thans algemeen verlangt, en meest dienftig , kan zyn ter herftelling van de rust, eendracht, ' en vertrouwen tusfchen Regenten en Burgers\ " terwyl wy by deze gelegenheid ook aan de , Vaderlyke zorge van U Ed. Groot Mogenden ' aanbevelen, die braave Militairen, welke in de ', verdediging van deze Provincie of de Stad Utrecht mogten verminkt worden of ineuvelen, " en waaromtrent wy die zelfde voorzieningen . van U Ed. Groot Mogenden imploreeren, wel,, ken in tyden van Oorlog omtrent de zoodaanigen altyd plaats hebben". Wy zouden meenen te kort te doen aan de zoo dikwils gemanifesteerde intentie van U Ed. Gr. Molenden, om derzelver Ingezetenen waarlvk gelukkig te maaken, indien wy een oogenblik twvffelden aan den goeden uitflag van dit ons voorftel — Wy vertrouwen, dat alle Regenten, welke 'aan hunnen ééd en duure verplichting gedachtig , het waare welzyn van hunne Mede-Burgeren , •waar mede ook dat van hunne eige Familien en individueele belangen op 't naauwst verbonden is, boven alle andere confideratien Rellen, en de achting, liefde en het vertrouwen hunner L'.nügenooten als de eenigfle en beste belooning befchou.wen van alle hunne moeite en zorgen, gereedehk daar toe soncurreeren» en e«;nen afkeer heb*  820 Verzameling van Stukken betrekkelyk tèt ben zullen van de akelige toneelen , welke by gebrek van zulke gevoelens, andere Provinciën van ons Vaderland, zoo deerlyk hebben verwoest. Dan indien onverhoopt dit ons voorftel geenen ingang vinden mogt, zouden wy ons gerust ftellen, dat wy, zoo veel in ons was, tot die heilzaame oogmerken hadden getracht mede te werken, en ons voor God, voor het Vaderland, en voor ons eigen geweeten onverantwoordelyk gefteld, wegens alle die gevolgen, die uit eene weigering van deze zoo billyke en by verfcheide gelegenheden zoo oiKwiis herhaalde aanzoeken onzer braaffte Ingezetenen zouden kunnen proflueeren. Wy wenfchen op de befluiten van U Ed. Groot Mogenden, over deze en andere hoogwichtige laadpleegmgen deD zegen des Allerhoogiten. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! &eXW>GÖof».eIe Gr°0t M0gC'"ieD in de beGefchreven binnen Woerden den iö July 1787. U Edele Groot Mogendens dienst, willige Dienaaren, De Gecommitteerdens ter defenfie dezer Provincie en de Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, iWaS fi«0 H. costbrüs.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24 ï' N". 1797. Misfive van Burgemeesteren en Vroedfehap* pen der Stad Go'inchem aan Hun Ed. Groot. Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfrüsl md. Jlrekkende ter wederlegging van die der minderheid van de Vroedfehap der gemelde Stadhier voor on* der N\ 17 52, geplaatst, ten aanzit n van de nood' zaatlykheid om de Stad door Auxiliaire Burger* ■ Corpfn te verjterken tjc. In dato den 17 July 1787.' Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben , by Uwer Ed. Gr. Mog. Misfive van den 26 Juny laatstleden, ontvangen , ten fine van berigt, zeker Addres door W. H.vanBarneveld en Adr. Mr. Daev , Regeerende Burgemeesteren , benevens L. van Todlon van WülveNj Engelbërt de Geselaar . N. de Fremery en Anth. Joh. van Doorn, Vroedfchappen onzer Stad, aan Uw Ed. Gr. Mog. gemaakt, gedagtekend den 25 Juny 1787. Het gefchiedt meer uit een ge¬ volg van onze egards voor Uw Ed. Gr. Mog. Souveraine Vergadering , en om aan Hoogstdezelven eene gepaste gelegenheid te geeven, ten einde het beloop der zaaken te kunDen befchouwen uit 't waare oogpunt, zeker geheel anders geleegen als zulks by dat Addres is voorgedraagen, dan wel uit noodzakelykheid, dat wy den inhoud van dienfpeciaal rescontreeren zullen, daar togdezaak, waar over 't zelve eigentiyk rouleerd , is afgedaan; ja Ed. Gr. Mog. Heeren ! reeds was afgedaan, overeenkomftig zelf't verlangen van onze zes genoemde Mede Leden op dien zelfden dag , toen men niet te min heeft kunnen goedvinden het gemelde Addres (mogelyk in 't oog der Tekenaaren al tefolide en van te veel energie bevonden, om niet openbaar gemaakt te worden) te laten afgaan, zonder dat wy daar van, voor de Receptie van welgemelde UEd. Gr. Mog. Misfive het minfte geweeten hebben, en hier door de gewigtige bezigheden Uwer Ed. Gr. Mog. Vergadering gantsch nodeloos te  szfc Verzameling van Stukken Ietrekkelyk Ut te ftooren. Trouwens de rederj, waarom men zich aan UEd. Gr. Mog. adresfeerd , bepaald zich weezentlyk tot eene klagte , over eene door ons niet geaccepteerde offerte van Auxiliairen , met eeD bygevoegd verzoek, om UEd. Gr. Mog. voorziening deswegens, daar we ondertusfchen op den 25 Juny 1787', en alzo ten zeiven dage, waar op 5t Addres ftaat getekend en ook verzonden is, de, op Patent van UEd. Gr. Mog. Gecomm. ter Defenfie van deeze Provintie, aangemarcheerde Au. xiliairen, dadelyk binnen onze Stad eenparig hebben geadmitteerd , gelyk uit een Extract, van de destyds door ons genomen Refolutie, hiernevens gevoegd, nog nader blykt. Wy moogen met alle fiducie vast Hellen, dat UEd. Gr. Mog. Vergadering, dat een ieder die onpartydig denkt, verbaast zal ftaan over den prscipitar.ten iever, waarfchynelyk aangevuurd door een byna onverRaanbaar Patriottisme van onze zes voorn- MedeLeden, en nog meer over de voor ons onbegrypeke zucht van drie derzelven tot Contradiétien en Proteftatien , warneer men flegts in aanmerking neemt, dat hoe zeer ook de Publicatie, by opgem. onze Refolutie vermeld, en waarvan wy me. de een affchrift hier nevens voegen, waarlyk gefchikt was, en ook veel gecontribueert heeft tot confervatie van de rust, en om alle moogelyke harmonie tusfchen Burgery en Auxiliairen te bevorderen, men echter niet heeft kunnen van zich verkrygen in dit ons welgementioneerd befluit te berusten, maar dat men ook zelf tegen deeze rustbewarende Publicatie aantekening heeft gedaan, zo als UEd. Gr. Mog. zeeker met bevreemding reeds zullen gereflecteerd hebben, uit het bovengem. Extract, onzer Notulen van den 25 Junylaastïeeden. —— Hebben wy wél meer nodig om UEd; Gr. Mog. een regt bezef té doen vormen, van de denkwyze, en van de daar uit profluerende daaden en handelingen onzer voorn, zes Mede Leden? Wy denken neen, en wy zouden , op deeze gros*  de Gebeurtenis/en in I787 enz. voorgevallen. 223 gronden alleen ons berigt kunnen befluiten, was het niet dat wy ons in het meergemelde Addres , op eene gantsch onverdiende wyze gefugilleerd vonden van ongelykheid in ons Systhema, —— van onwettig aangematigde en geheel inconftitu- tioneele dire&ien, van arrogante Hellingen, . van oogmerken om 't Collegie van den Burger Krygsraad in hnn wettig regt te fnuiken en geheel van macht te ontbloten; om kort te gaan, van overleggingen en daden, die, wanneer dezelve geauthenticeert waren, door een meer duchtig bewys dan de eigendunkelyke pofitiven van zes disfentieerende Leden, ons zeekerlyk onwaardig zouden maaken , den eerefloel welken wy nog bezitten mogen, fchoon waarlyk met verdrieten hartzeer, over zo veele irreguliere gebeurtenisfen, als onder den bedrieglyken fchyn van Vaderlands Liefde en Volks Vryheid ons dagelyks ontmoeten. • Wy zouden, wilden wy alle deeze fugillatien na verdienften beantwoorden, ons bericht te ver moeten uitbreiden, en daarom zullen wy onze aanmerkingen zo veel mogelyk inbinden, ten einde UEd. Gr. Mog. niet te verveelen. ■ Wat de ongelykheid in ons Systhema aanbelangt, Ed.Gr.Mog. Heeren, weeten wy niet daar van nog immer preuves gegeven te hebben: wy hebben ons altoos voorgefchreeven den regel, die aan elk Staatslid, aan elk Regent dideert zyne verpligting, tot maintien en confervarie der gevestigde Regeeringsvorm; deezen regel volgende, zyn onze befluiten ook fleeds ingerigt geweest, in 't generaal, ten einde tegen te gaan en krachtdadig te helpen weeren, alle misbruiken en ufurpatien, waar door de luisterlyke Vergadering van ÜEd. Groot Mogende de eenige , de wettige Souverain van deeze Provincie , in haar gezag kon worden gefloord, waar door de Uitvoerende Magt, zonder onderfcheid of aanzien van perfoonen , haare paaien te ver mogt hebben uitgebreid en buiten haaren kring ceforoneen was, waar door refpe&ive Leden van 6 * * Staat  224 Perzameïtng'van Siükken heirekhlyl iö£ Sïaat te zeer af hankeiyk gefield wierden, om als de Reprasfentanten van een Vry Volk hunne Stee» d'elyke Rechten en belangens behoorlyk te kunnen, doen gelden , waar door op de Privilegiën en welherbragte Voorrechten van Burger en Ingezeten mogt zyngeëmpiëteert; ïn eens gezegt, waardoor de Confiitutie onzer Republicainfche Regeering iü 't Staats, Stadhouderlyk, en Steedelyk beftier, maar eerigdnts was ontaart van haare primitive inrichting; en dan ook in 't byzonder, om te gelyk met maintien van ons gezag, als wettig verkooren Regenten en Repiaefentanten der geheele Burgerye, zo veel doenlyk te bewaaren de goedé orde en rust binnen onze Stad, in andere Plaatzen zo deerlyk verbyfteru, zonder toetelaten, dat een zeer klein gedeelte van die Burgery, onderReund door maar weinige Regenten, onder den geasfumeerden titel eener Souveraine Volkftem een imperium in imperio konden oprichten , om langs dien weg on?- te regeeren, en hier door, in weerwil der begrippen Van een zeer groot aantal ïmnner Mede-Burgeren, nieuwigheden te introduceeren, en alles van hunne wenk te doen vliegen. — Hier van daan Ed. Groot Mogende Heeren, dat wy, onverminderd de apprehenfie der vol. flrekte noodzakelykheid tot een krachtdadige verfterking onzer Stad met Guarnifoeh, gelyk wy daartoe een eh andermaal, fpéciaal ook na den onbetamelyken uitmarsch van onze laatfte Militaire bezetting, inflantien gedaan hebben, nietkonden, niet mochten refolveeren , tot het inneemen van de aan ons door den Generaal Major van Rysfel aangeboden Auxiliairen , beRaande in een getal van mogelyk <5b of 70 manfchappen. Ver het grootfte gedeelte onzer Burgerye; dat we dari de Volkftem mogen noemen j was ér tegen, zoo ièverig tegen, dat er niets anders te voorzien was dan gewèldigè bedryven van oppofitie, by aldieri meh dan die Auxiliairen destyds admisfie had willed Verleênen. Dit is geen vértelfel, maar wat meri bek  ie G-ebeluienïsfen in 1787 "ent. voorgevallen. ïl§ eok by het Addres derödisfefitieerendeLedendaar van zeggen mag, en hoe Zeer rhen onze ftelling in die opzigt voor arrogant verkiest te houden, niet te min eene waaragtige waarheid, beweezen door gebeurtenisfen, zo wel als door de (tukken, die deswegens in onze Regifters bewaard worden. Wy laateh het aan de beflisfing van UEd. Groot Mogenden gaarne overI — wy vraageu aan elk onpartydig mfensch of het in deeze gefteldheid van zaaken, 'voor ons raadzaam Was, dat wy hit eigen beweging, zonder doof een Souverain gedekt te zyn, deeze weinige aahgebooden Burger Manfchappen lietén binnen koomen, —en tot wat einde? Om onze Stad te beWaren tegen dea aanval van eeneö Nabüurigen Vyand, en orti ih dit eminente gevaar volgens 't idéé der zes disfentieerende Leden een geduchte en voor 't Vaderland onherftelbare flag voor te koómen ? Wanneer wy 'c niet geheel onbeftaanbaar oordeelden met de eminentie van UEd. Groot Mogende Vergadering en ook zelf met dë Achtbaarheid van ons eigen Collegie, zo wel als met 't akelig tydgewricht, 't welk meer ernst vordert, zouden wy hier zeketlyk genoegzame Roffe vinden tot fatyricque refieöien B zoo over de declamatien in dat Addres vöorkoórnene. de, als in opzigt van dë gröóteOpinie, welkemea zig fchynt te verbeelden in de macht van zulk èeü klein gedeelte Burger Córpfen. Wy willen „dë bravoures van deeze voor 't Vaderland gewapende mannen, in 't minRe biet in twyffel trekken; wy pryzen hunnen moed en vaderlandsliefde^en . Wy geloven gaarne, dat zy den Vyand kloekrhóédig zouden durven afwachten, — rhaarzyb dan deeze •lieden bóven 't menfehelyke verheeven ? •— is 'c van hen te vërgen, dat zy, die nu eh dari Wet moeite een üür afzondèrfeh. van hunne dagelykfche bezigheden, en beroep, om zig in de rnaüoeuVers en Krygs exercitiën te bekwaamen, daar in .Roeten uitmunten boven de zulken, Welftë^iq, dienst •Van den. Lande geReld, daar voor aUeeöïg JtXII. Dskfc. B W  226[ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn; is het van hen te vergen, dat zestig, zeventig of tweehonderd Manfchappen, den vyand meel en afkeeren , en eene Stad verdeedigen, 't welk van tienmaal zoo veele Soldaten, door eene genoegzame Reikte van Artillerie onderfieund, naauwelyks te verwachten .is. En evenwel Ed. Groot Mogende Heeren, is aan de eene zyde hier in de grondflag gelegen, waar op wy door onze zes Mede-Regenten worden aangekiaagt by UEd. Groot Mogenden, alsof wy door 'i niet dadelyk voldoen aan de begeerte van den Burger Krygsraad , met het adrnitteeren van, zeftig cf zeveDtig Auxiliairen, de S:?sd en 't Vaderland hadden geëxponeerd aan 't allereniinentRe gevaar, terwyl wy van den anderen kant ook daar in voor ons zeiven zouden hebben moeten vinden een genoegzaam fundament, om in weerwil van het ongenoegen der groote meerderheid onzer Burgerye, en ongeacht de gevolgen daar uit te duchten, de ons flechts aangebode Auxiliairen.te adrnitteeren» uit eigen beweging , zonder dat zulks door UEd. Groot Mogenden of Hoogstderzelver Gecommitteerden ter Defenfie van deze Provincie alzo wierd nodig geoordeeld:, want, zo'dra als ons vertoont waren de Patenten , door de voorfz. Commi.sfie ter Defenfie verleend aan een gedeelte van 't Haagfche Genootfchap en aan de Alkmaarfche Schuttery, en wy uit eene Misfive van welgemelde Commisfie , de noodzakelykheid van dien befpeurd hadden, zo dra als wy hier door voor ons zei ven waren gerust gefield , en gedechargeert van alle nadelige gevolgen , hebben wy ook niec gehaefueerd deeze. Detachementen Burger.Corpfen binnen onze Stad inteneemen , onze Burgers en Ingezetenen zelfs op het ernftigfte vermanende tot tranquiliteit, gelyk UEd. Groot Mogenden uit de hier voor geappliqueerde Rukken reeds vernomen hebben. —— Zo:ongegrond derhalven als de befchuldiging van ongelykheid in ons Systhema, bevonden wordt, even;zo onverdiend zien wy ons be-  l'ds G3eurte?iisfen in 1787 enz. voorgivdkn. 227 beticht van onwettig aangematigde en geheel inconflicutioneele diredien , en dat alleenig.om dat de Memorie van den Burger Krygsraad (welkers apologie tegen eene Vroedfchaps Refolutie onze •zes Mede-Regenten op zig neemen; door de Heeren Burgemeefteren en. oud Burgemeefteren (men lette wel, op propofitie zelfs van een derdwSeerende Leden ter kamere van de Vroedfehap eebragt) aldaar geheel onbevoegd in deliberatie was genomen: terwyl onze zes Mede Regenten Tig verbeelden, dat dezelve Memorieprivativelyk had behoord aan de kamer van de Heeren Regelende Burgemeefteren , als Gouverneurs deezer Stad. Het bedroeft ons waarlyk Ed. Groot Moïende Heeren, dat wy in deeze befchuldlgmg ten llaarften befpeuren moeten, een voorneemen, om onze deliberatien en befluiten op aherlei manier, ook zelfs tegen de evidente waarheid aan , verdacht te maaken , en van ïlinkfche oogmerken te doen 'foupfonneeren. immers wy durven van de zoo zeer bekende kunde van de voornoemde twee Regeerende Burgemeefteren en van vier Vroedfchappen niet verwagten, dat zy, ignore^eride de Conftitutioneele ordre , waarom de voorfz. MeSiorie niet by Heeren Regeerende Burgemeefteren als Gouverneurs der Stad, maar by de Vrpedfchao in deliberatie moest kómen, a zoo ter goe? der "trouwe zouden hebben, gedwaalt, wantodezaak is al te eenvoudig, al te klaar, om eene diergelvke ignorantie in zes Regenten te kunnen verondérftellen, dat de voorfz. Memorie, niet alleen op 't eigen voorftel van een dier zes Regen; Jen , gelyk reeds gezegd is, ter Vroedfchaps. Kamer was gebragt, maar daar ook (en dit doet alles SYhet verzoek by die Memorie vervat hier toe tendeerde ; dat deezer Stads .Gedeputeerdens ter Vergadering van UEd. Gróót Mogenden .gelast mogten worden, om het Adres van deö^ryg^ laad by UEd, Groot Mogenden te appijij^ren. Men Vraagt Ifcfehts door wie moest deeze lajtt  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gegeeven worden? zeker niet door Burgemees= teren als Gouverneurs , maar door de Vroedfehap als/de Principalen van Hunne Gedeputeerden; en hier uit prcflueerd dan ook van zelf, zonder dat wy jets meer tot aandrang behoeven te zeggen, dat de voorfz. Memorie van den Krygsraad, niet zoo onbevoegd by ons in deliberatie is gebragt en gemomen, als onze zes Mede-Regenten fchynen te begrypen, mitsdien dat wy ons in dit opzigt ook tiet vergreepen hebben, aan onwettig aangematigde en inconfiitutioneele direclien , zo min als wy ons fchuldig kenneD aan arrogante flellingen (voor 20 verre wy ons eenig idéé van deze arrogante épithete kunnen vormen) gemerkt dat het geen bloot voorgeven, geen opgeraapt pretext geweest is, wanneer wy zeiden, dat't admitteeren van Auxiliairen zoude aanloopen tegen 't verlangen van verre 't grootfle gedeelte, zo niet genoegzaam de geheele Burgery, maar eene waarheid aan ons gebleeken, uit aurenticque berigten niet alleen, maar ook door fchriftelyke Addresfen en mondeling gedane voordellen, waar van wy, zo 't nodig was, de allerconvir camfte bewyzen aan UEd. Grooc Mogenden zouden kunnen fuppediteeren. Wy vermeecen dan, op goede gronden, in den beginne, eeronsnogbekendgeworden was de intentie van de Heeren Uwer Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden, ter Defenfie dezer Provincie, gedifficulteerd te hebben , in de admisfie van de aaD ons, door den Generaal Major van Ryssel aangeboden Auxiliairen, en wy hadden zeker niet kunnen verwagtrn, na dat deze orze difficulteit ter kennisfe ■van den Burger-Krygsraad was gekomen, by een Fxrrrct onzer Refolutie, dat dit Collegie, laten wy liever zeggen de Meerderheid der Leden van 't zeive, zou hebben beftaan eene Commisfie af te zanden naar Woerden, en al nog aan te dringen, op dat gene , het welk wy zelfs met gedetailleerde ï< deren hadden afgekeurd. — Ja nog minder hadden wy durven verwagten, dat die zelfde Krygsraad  ie Gébemtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 22$ jraads Leden, na een voorafgaand beklag by UEd. Groot Mogenden over onze genomene maatregulen, en verzoek om voorziening daar tegen, zig zouden hebben kunnen emancipeeren om een last te vragen op onze Gedeputeerden , ten einde dat verzoek tegen ons zelfs ingerigt en diametro ftrydende met onze Refolutie, niet min ter Staatsvergadering te doen appuijeeren. Wy vertrouwen dat diergelyke demarches , wat men ook in vüipendie van de autoriteit der Stedelyke Regeenngen mogt ondernomen hebben , nog geheel zonder voorbeeld zyn, als involverende niet een geredameert recht van een fpreekende volkftem, maar eene verregaande verachting van onze audtoriteit, door flegts veertien of vyftien Leden , uitmakende de groote meerderheid van de Burger Krygsraad, door hun zeiven privativelyk ondernomen, en geenzins als daar toe verzogt, gecommitteert, of gequalificeert door de Burgery zo min als door de wachtdoende Burgers, waar van in tegendeel, gelyk ons zelfs is voorgekomen, veele declareerden , dat zy, als 'er Auxiliairen binnenkwamen, de wapenen zouden nederleggen ; en evenwel kunnen onze zes Mede-Regenten goedvinden, deezen flap van den Burger-Krygsraad te noemen noodzakelyk, en de Refolutie, welke wy deswegens genomen hebben, zeker met meer moderatie dan men van ons naar mate van de aan ons toegebragte Iffifie zou kunnen verwachten , gelyk UEd. Groot Mogenden by een Extract van dien kan blyken, te doen verdenken van oogmerken om 't Collegie van den Burger-Krygsraad in zyn wettig recht te fnuiken, en geheel van macht te ontbloten. . Welk Regent, fchoon ook de alleryvengfte Voorftander van eene by ons mede zeer geëstimeerde Volkftem, ftaat niet verwonderd over zulke vreemde begrippen ? waar moet 't heen met de goede orde van Regeering, met dieondergefchiktbeid van byzondere departementen,en perfoonen, P 3 wel-  23© Verzameling vim Stukken Ietrekkelyk tot •welke zo noodwendig" vereischt word om eere, Miatfchappy te doen beftaan, en niet alles in verwarring neer te ftorten , byaldien diergelyke begrippen en handelwyzen, gelegitimeerd wierden door eene fouveraine uitfpraak? Wy zyn te zeer overtuigd, van't wys, voorzigtig en ftaatkundig beftier Uwer Ed. Groot Mogende Vergadering, dan dat wy voor eene dusdanige uitfpraak zouden behoeven |te vreezen ! neen, wy verwagten integendeel, en wy verzoeken op 't ailerernftigfte, dat, hoe zeer ook de zaak iu 't Addres van onze meergemelde zes Mede-Leden vervat, eigenlyk wel is afgedaan , en alzo geen object Van decifie by UEd. Groot MogendeD behoeft uit te leveren, Hoogstdezelve echter uit apprebenfie van de minachting , en verkeerde befchuldigingen, die wy, een integteerend Lid der Sou^eraine Vergadering» hebben moeten verduuren, zo wel als van hetconfecutive, 't welk daar in ligt opgefloten, aan ons niet zullen otthouden zodanig Declaratoir of Re. fplutie, als't gefchiktfte bevonden wordt, om onze voornoemde zes Mede-Regenten te doen zien de ongegrondheid, hunner klachten. Mooglyk zou langs dien weg te eerder kunnen herfteld worden de breuk in de harmonie, waar aan wy met geene ihiodere fmerte dan onze zes Mede-Regenten Reeds denken moeten , terwyl 't uitwerkzel van dien , niet anders dan ten uiterRen nadeelig kan zyn , voor de deliberatien en befluiten , welke ten besten van st zinkende Vaderland in dit akelig tydgewricht, met vereende krachten behoorden aangelcgt en genomen te worden. Wy zullen in geen ampel detail treeden, omtrent de zeer ongegronde allegaüen by 't Addres voorkomende , als of onze Burgery niet meer zoude kunnen fournee» ïen , dan naauwelyks twee honderdman, in ftaat om het geweer te behandelen , daar 't nog eene hewyzelyke waarheid is, dat de wachtdoende Burgerye beflaat uit meer dan vier honderd, allen behoorlyk gewapende Manfchappen, welke des tyds met  ie OebeurtèMsfen in 1787 ast. voorgevallen. 231 met allen wer en eendracht de wagt waarnamen, behalven nog een groot aantal, die, fchoan ip de wagt niet opgefchreeven, -zig egter Vryj! lig aanho|en — Wy zullen ook niet toucheerer, , 01 het wel zeer ftrekken kan tot eere van onze waarIvk vigilante Burgerye, wanneer men by t Addres pofeert, dat deze Burgery niet m ftaat zoude we. zen den eerften fchok te wederftaan van eenen invallenden vyand, maar dat de Poorten ten eerRen voor hem zouden werden geopend. — *\y zullen al verder aan zyne plaats laaten den ,ophef, dien men maakt, wegens ingekomen tydin,g.en, van den aanmarsch van Troupes uit Gelaer and na ^Ip^ Cfad- £renoe£, dat de ondervinaing des tyds de w!ronSïwgd er tydingen heeft bevestigd. Wy zuHen ons ook by dit berigt onthouden van een onderzoek omtrent de pofuiven, weKe by t Addres onzer zes Mede-Regenten gevonden worden, in opzicht derconduites en gedragingen van den Advocaat van Lom, welke "t Officie bedient en van Cornelis van Diepenbrugge, die Stadhouder is van den Drosfaard. Alleenlyk moeten wv omtrent dit laatfte aanmerken , dat het zel^e ons van te veel aanbeinng, en van te veel invloed op 't algemeen welzyn is voorgekomen , om daar 10 te kunnen berusten, en dat wy derhalvep nodig hebben geoordeeld, een Extracb Authentiek van gemelde Addres , voor zo veel die pofitivenaanbehngt, u? ftellên in handen van Francois Cornj. tw Baron van Aar jen van Sommelsdyk, als Dros' faard dezer Stad en 's Lands van Arkel, ten einde daar van 't nodige gebruik te kunnen maken. Hier mede eindigen wy ons bericht, God biddende, dat de> gulle fprcuk Eendracht maakt Macht, door welkers betrachting ten tyde onzer Voorvaderen de Republiek van klein tot groot wierd, eerlang in haar volkomen werking herleven mag, om het in zyne grootheid zo zigtbaar dalende Vaderland, nog by tyds te redden, en dat daar toe de beilui2 en maatregulen van UEd. Groot Molden  332 Vmameling yan Stukken betrekkelyk m fa^tdadlg mPgen gezegend en onderfok Wy blyven voor st overige, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder flond) Uwer Edele Groot Mogende Dienstwillige Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Gorinchem. tn . . (Lager Jlond) Gorinchem den 17 July Ter Ordonnantie van dezelve. I7°7« (was get.) s, G. Brouwer. W %>orJlet door Gecommitteerden van het Bfij'Jchtt Genootfchap, ter extraordinaire Provinaaale Vergadering gedaan, den 17 July 1787. ' Wex Edele Manhafte Heeren!, Het Geriootfchap van Delft heeft zyae Gecom. rnitteerden gelast, om ter dezer Vergadering voor te ftp len, dat vermits de zaaken in ons gefolterd Vaderland zints eenigen tyd meer achte? uit dan yoorwaards zyn gegaan, zoo door het aanrichten yan geweldige oproeren, zoo in de'nabunriee a»« l(j onze Provincie, als. ook door de flappe mtatre. gelen, federt eenigen tyd ter Staats-Vergadering van Holland gepomen en gevolgd, en de daar ui! voortvloeiende algemeepe wenceloosheid, of het niet. vplffi-ekt noodzaakelykheid zy, dat 'er uit de ze Vergadering eene Commisfie benoemd worde, om zich te vervoegen by'de voornaamfte Staatsministers in s Hage , ten ein.de daar mede te «jonfe- reè«  & Gtbeurunisfen kt 1787 «12. voorgevallen. 233 xeeren, en gemelde, Staatsleden ftelüg af te vraa», gen, de reden van de zints eenigen tyd genomen^ en gevolgde maatregelen en verdere opening van alzulke Plans, betreklyk het tegenwoordig beftuur der algemeene zaaken, als de gewapende BurgerGorpfen, volftrekt ter hunner eigene veiligheid behooren te weten, dewyl bet onmoogiyk en gevaarlyk is vol te houden, voor de. goede Burgery, wanneer de zaaken niet fterker, en op eene meer befl;sfende wyze dan tot nog toe gefchied is, worden Voortgezet, en men tot fterker flappen befluit; en verder te declareeren: dat de weldenkende BurgerCorpfen als nog ten fterkften gezind zyn , om alle krachten in te fpannen, en met alle vermogens mede te werken, indien men van de zyde der Staatsvergadering flechts ernftige maatregelen wil ne» men, en gecombineerd met de gewapende Burgermacht bewerkftelligen; om dat het te bezien ftaat, dat zonder fterker werkzaamheid,de goede zaak niet behouden kan worden, en de bloem der Burgers eindelyk afgemat en uitgeput, de flachtofters onzer wraakgierige Vyanden ftaan te worden. Deze Commisfie zou daadelyk benoemd dienen te worden, om nog heden naar 's Hage te vertrekken , ten einde gemelde Commisfie op, morgen rapport van haare verrichtingen ter dezer Vergadering kan geven; die als dan zoodaanige Refolutien zou kunnen nemen, als de hooge nood en de gevaarjyke omftapdigheden des. Vaderlands, verieis» fchen. - Tot voorgemelde Commisfie proponeeren wy de benoeming van vier Heeren uit en door deze Vei> gadering , geadjungeerd door twee prefente Heeren van de Woerdfche Commisfie, ter expeditie der Burger en Militaire zaaken. P-S K\  «#4 Verzameling- van Stukken betrekkelyk m N*. 1709. Rapport van Gecommitteerden ter exhm& natie van de bovengaande Propofitie van Delft, gedaan in bovengenoemde Provinciaale Vergade. ring. den 17 July 1787. De Commisfie oirdeelt, dat geene politiecque middelen voldoende zyn, ten zy gepaard met eene daadelyke werkzaamheid. Dat 'er twee hoofdpoinöen zyn, waar omtrent het redres zich behoorde te bepaalen ;voor eerst, tot de defenfie tegen buitenlandfche aanvallen; ten tweeden, tot mamtien der rust van binnen. Dat met betrekking tot het eer/le , de Commisfie zich buiten ftaat bevind te advifeeren, ten zy* alvoorensmet kundige en eerlyke Militairen te hebben geraadpleegd. Dat met betrekking tot het tweede , de Commisfie van gedachten is, dat ten allerfpoedigften een of twee Obfervations Corpfen uit de gewapende Burgeryen dienen t' zaam te trekken , binnen de Provincie, voorzien van een convenabele trein Artillery en eenige Manfchappen te paard. Dat de Commisfie van Woerden behoorde belast te worden, met het gene tot het in ftaat brengen van het zelve, noodig is, en alle Corpfen worden verzocht, aan dezelven onderwyl op te geven,hoe veele Manfchappen elk Corps, tot het formeeren van dit Obfervations Legertje, kan fourneeren, als mede hoe veel Kanon, met het aantal Kanonniers, en hoe veele Manfchappen te paard, het zy zonder , het zy met paarden 3. het zy eindelyk paarden alleen. Dat de Vergadering gelyktydig, dat het Corps byéén trekt , een Declaratoir by den Souverein moest doen; behelzende: dat zy het Declaratoir van de uitgetrokke Detachementen aannemende en het haare maakende, om het zelve ter executie te leggen, had goedgevonden een Obfervations Corps zaam te trekken;doch genegen was, niet alleen gepleegd geweld, op eene rechtvaardige wyze tewree. ken,  èe Gefourtenisfen ïn 1787 enz. voorgevallen. a,?£ i.» m,-ir nnt mo veel mooglyk het zelve te voor. AfuVSSvermoed, die de Oranje, deed blykea, en uit het onwrikbaar voorne™Syd^oedeBwgerye, om deze te beteugelen, ^fchanen ftond, dat een bloedbad onver my del yfc SasfSzy de Souverein het zelve voorkwam door Tene krachtdaadige administratie der Juftitie, dat men deze dus met nadruk vorderde, en dat men, *«r? wanneer de gewoone wegen daar toe ongeïSikT^ infllerde: dat d! S™«$*%™ luüengewoone middelen mogt buigen, ^lgalwas het daar tocexpresfelyk decerneeren van een Staats-ComSe, beLndeyuit zoodaanige Perfoonen, waar od de Natie vertrouwen had, met aanbod dat het ZamgetrokkenCorps dienen zoude om de Juftitie in haaTe werkzaamheid kracht by te zetten; ter wyl 1men by de te leurftelling bepaald was door e tasten , en de totaale gevolgen, in dit geval, het voor rekeïine van hun , die hunne rechtmaat.ge vordering hadden vervdeld. Voorts zoude dit Declaratoir, poïnöen Sten bevatten, welke men geïnformeerd Sas, noodzaakelyk te zyn, tot defenfie der ProSe tegen aanvallen van buiten, welker daarftelhng met den zeiven nadruk zouden moeten gevor- 4eDatWderdCommisfie ziende, dat tot het bewerkHeiligen van een en ander eenig tydverloop onvermydflyk was, vocrftelde, dat deze Vergadering op. reces fcheidde , doch op een termyn zoo kort £pnteszins raooglyk; en dat de tusfchentyd befteed S zeer intererfant poinö de fentimentenJunner Committenten in te nemen, en aan de Commisfie te Woerden, het by dit Rapport gerequireerde op te seven; dcor de Commisfie van Woerden, om zich fn ftaat te ftellen van het van haar gevorderde als dan te rapporteeren; — en door deze Commisfie, om inmiddels het Declaratoir op. te ftellen, ten einde m de naastvolgende byéénkomst finaal te concludeeren, en Üet gereiolvcerde daadelyk ter executie te leggov  a$o" Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot fïo. i$oo Voorjlel van 't Haagfche Wapen. Corpt voor t Vaderland, ter extraordinaire Provinciale Ie^Vergadering te Leyden gehouden, den 17 July Te bewerken , dat Willem van Orante, als een gedeclareerde Vyand dezer Republiek, en de eerfte aanftoker van burgermoord en oproer in dit vry Gemeenbest, fchuldig verklaart worde aan eekwetfte MajeReit, rebellie en hoog verraad: dat hy ten eeuwige dage van alle zyne waardigheden en eerambten, met de daar toe ftaande traktementen, ontzet, en voor altcos uit het grondgebied dezer frovmcie gebannen worde, en de fchaade door den verdei flyken Burger -Oorlog geleden, en nog te 1Vden,zoo veel mooglyk op zyne Goederen en Bezit, tmgen worde verhaald; dat ook zyne Gemalinne, welke in deze hachelyke omftandigheden het oproer iü de ver bidplaats van Hollands. Staaten door haare tegenwoordigheid heeft getracht aan teftoken, en dus aanleiding tot een verfchriklyk bloedbad in de Hofplaats te geven, deze Provincie werde ontzegt, en nimmer by fuccesfie als Gouvernante werde toegelaten, als mede dien volgens derzeive Kinderen, welken boven dien van kindsbeen af het dispotis mus hebben ingezogen, en reeds blyken toonen, de verderfjyke principes van heerschzucht en ge. weid te zyn toegedaan, van het Erf-Stadhouderfchap, als reeds door hunne Ouderen verbeurd zyn. de, vervallen werden verklaard. Tot bereiking vaa dit heilzaam oogmerk, dringt het Vry-Corps van 3s Hage aan, dat in de ftemhebbende Steden de Geconfjtueerden in die gene, welke reeds het geluk hebben dezelve te bezitten, of anderszins de Vaderlandfche Schutteryen, Genootfchappen ea Sociëteiten, by hunne Vroedfchappen aandringen, om derzelver Gedeputeerden ter Vergadering van Staat, zoo fpoedig doenlyk met bovecgemelden Jast te voorzien, en dat ter gelyker tyd de Vaderlanders ip de kleine Steden en ten platten Lancje ter* zëU  ie Gtleurienisfin in 1787 enz. voorgevaHen: Hf aelven einde nadrukkelyke Addresfen ter Vergadering inleveren, om dus in een zelfden tydftip, de geduchte (tem van alle braave Nederlanders teffens ter Vergadering te doen hooren, en dezelve einde» lyk eens van effect te doen zyn. N°. i8oï. Rapport van Gecommitteerden, tot examinatie van het bovenstaande voorftel van het Genootfchap in 's Hage, gedaan ter extraordinaire Provinciaale Vergadering te Leyden , den 18 July 1787. De Commisfie, gechargeerd met het ónderzoeK der gewichtige Propofitie, door het Vry-Corps van 's Hage ter dezer Vergadering gedaan, heeft de eer, by dezen te rapporteeren : dat zy , na eene aandachtige befchouwing van den tegenwoordigen ftaat der zaaken, en ferieufe overweging van hec gene den Lande in dezen meest oirbaar zoude zyn, best zoude oirdeelen, zich in dezen provifioneel te bepaalen, en door de krachtigfte inftantien, van wegen deze Vergadering by Hun Ed. Groot Mogenden, daar op aan te dringen, =dat Willem de vvi'de, als de oirzaak van alle de ons drukkende rampen, daadelyk worde gefuspendeerd in alle die hooge qualitelten, welke hy by deze Provincie bekleed, met verlies van de emolumenten en traktementen daar aan verknocht, en dat voorts aan hem Willem de Vyfde en alle den zynen, het territoir dezer Provincie provifioneel worde ontzegt. En voorts, daar ten opzichte der fuspenfie by een vroeger Addres door deze Vergadering reed» eenige inftantieD zyn gedaan, zou de Commisfie van advis zyn, dat dit vernieuwde voorftel te ge-lyk met de ontzegging van het Territoir behoord te worden gerhaakt tot een ingrediënt van dit De« claratoir, waar van op gisteren, door de Commisfie, op de Propofitie van Delft gedecerneerd, het voor*  Verzameling vin Stukken Ietrekkelyk 'tot voorftel gedaan is, terwyl de Commisfie ter bevordering van deze gewichtige zaak, die middelen aanpryst, welke by de Propofitie zyn opgegeven. lil"» 1802. Addres van een adnzienlyk aantal Schut, ters, huiten de Utrechtfche Poort te Amfteldam, onder de Compagnie van den Kapitein Smit , aoh dezen hunnen Kapitein, In dato den . . July 17870 Geven wy alle Ondergeteekenden met de fchul» dige eerbied aan ü Wel Ed. Manhafte, onze waardige Kapitein, te kennen: Dat wy met veel genoegen van U Wel Ed. Manhafte geconvoceerd zynde, om, tot dïenfte van ons lieve Vaderland, de wapenen op te vatten, en ons in deszeifs gebruik te exerceeren. Dat U Wel Ed. Manhafte zal gezien en vernomen hebben, onze cordaate bereidwilligheid, tot beveiliging Van ons en onze Inwooneren, waar toe wy ons gaarne willen laten employeeren. Om welke en andere redenen, wy ons, met alle fchuldige achting en eerbied, keeren tot U Wel Ed. Manhaften, ten einde uit ons midden te weeTen die genen, welke by een ieder, voor een blinden y veraar van het Huis van Oranje zich vermaard ziet , volgens de publieke .Nieuwspapieren , had gezegd hout genoeg te hebben, om voor de Patriotten galgen op te richten. Wy meenen hier mede, Wel Edele Manhaften Heer! een man met naamede Ronde, die zich eed geZag over ons als Officier aanmaatigd, en welkfeft Wy in geenen deele kunnen dulden»  -ét Gtieicrtentsfen tn 1787 m. mr gevallen. 23$ N°. iKoi. Addres van dezelfden, aan de Heeren Ge* * commiteeerden tot het Defenfie-tiézen der Stad Am*fleldam en deszeifs Jurisdictie &c. In dato deh. 19 July 1787- Wel Edele Heeren ! Het was op den 29fr.cn en 3otlea May, waaneer onze geliefde Wereldstad in beweging geraakte, door plundering en geweld, het gene een dag or. twee laater by ons buiten de Utrechtfche Poort in Wyk N°. 1, volgens berichten, mede ftond te gebeuren; het gene echter door de waakzaamheid van U Wel Ed. Manhafte Heeren! (God zy dank) in tyds is voorgekomen, met herwaards te benoemen en te demandeeren, eenige Heeren uit de Kavallery dezer Stad, welkers commandeerende Officier met de Brigadier de Heer du Smithe, my de orders gegeven hebben, om in deze buurt op te fpöören, zulke Lieden op wiens trouw zy Heeren en ik Ondergeteekenden ons konden verlaten» . Hebbe daar op 18 braave cordaate Mannen, op wier trouw men gerust ftaat konden maken , by een geroepen, en my van hun woord en wil verzekerd, blykens de opgave en hunne handteekening aan O Wel-Ed, Minhafte Heeren, doof genoemde Heeren uit de Kivallery overgegeven. Het is dan, Wel Ed, Manhafte Heeren! alles in rust en vrede gebleven (niet tegenftaande dat eenige Huizen onzer N'abuuren) waaronder dat van Monfieur Hendrik de Ronden, Timmermans Baas op *t Kuipers Pad, mede genoemd wierd, met plundering en geweld gedreigd wierden; welke onheilen (zoo men publiek zeide en hoorde vernaaien) evengenoemde de Ronden, zich zelfs had op den hals gehaald, uit hoefde zyner verregaande party trekkende uitdrukkingen, voor en ten behoeven het Huis van Oranje, als mede zyne indecente gezegdens , tegens den ons altoos achtingswaardigeu Vader en Burger-Vriend , den Heere Hooft»  $40 Verzameling tan Stukken Ietrekkelyk tot Hd'öft, en zelfs dat hy gezegd had, dat hy wensen.' te den grooten Hooft in zyn deur te zien han- g;n, en hout te hebben óm voor de Patriotten algen te timmeren. Wy hebben hem, door burger-plicht en menfchen-liefde aangefpoord, voor die onheilen belioed. Het heeft ü Wel Ed. Manhafte Heeren behaagt, eene Compagnie onder ons op te richten. Wy zyn opgeroepen, gecompareerd, en heb. ben op Ü Wel Ed. order, by ons geëerbiedigd, ten tweedemaalen bereidwillig geteekend , in de Herberg Paauwen Thuin genaamd. Wy hebben ons laten inftrueereU in den Wapenhandel: echter moeten wy tot ons leedwezen te kennen geven, en met een Vaderlandfchen item zeggen, het gene ons tegen de borst ftuit, dat de Heer Vaandrig onzer Wyk* de Heer Camerling, ik bidde U Wel Ed. Heeren! verfchoon my de reden te zeggen, den voornoemden de Ronden heeft aangefield als Officier, en dat als Sergeant, in welke qualiteit hy thans by ons fungeert, daar hy in. geenen deele de Exercitie verRaat. Men zegt, hy is bekeerd, hy heeft naderhand, het voor de tweedemaal ter teekening leggend Request van Qualificatie op U Wel Ed. Heeren Gecommitteerdens geteekend : Ja *. maar wanneer ? daags te vooren wanneer hy^ 'om in onze Compagnie te zyn, moest teekenen, zynde geweest den 16 Juny, blykens eene verklaaring, des noods nader te produceeren; die Man is bekeerd.'! die eenige weeken, blykens een of twee verklaaringen, des noods ook te produceeren, üog een zoogenaamd Oranje-Request zoude geteekend hebben; kan men zoo een onnozel Man (zoo als de Heer Camerling tegens ons heeft gezegd) eene geheele buurt, als Officier, toevertrouwen; of zoude het wezen, om dat hy wat Hout verflyt? Jugeert hier over, Wel Edi Manhafte Heeren! en ik bidde U Wel Ed. bhderzóek de zaak. wi  ie GeMirtènisfen in 1787 enz. Voorgevallen. 24.S Wy hebben ons nederigst:, volgens dit: nevensgaande duplicaat-, per Request aan onze Kapitein Smit gcaddresfeerd. Deze Heer was niet geftigt, dat wy de belangen van het lieve Vaderland fteldeh voor die van zyne Hout-Negotie. - Deze Heer zvn Compagnon, ging verder op den löden dezer lopende maand July, met zich te uiten tegens Hermanos Otte, een Lid, van de Sociëteit, Coenraad Horstman en Lamberxüs Somers, volgens verklaaringen, des noods, te produceeren, met te zeggen: „ 1. Zyn Ed. had met geen ©efenfie-wezen te doen. 2. Dat wy geen Requc-sten mogten prsfenteeren. 3. Dac wy eene fcheuring in onze Compagnie zochten te w'eeg te brengén, in fchyh van Vaderlandfchen yver. , • . . . Begrypende, dat wy dus van onze Kapitein niet veel goeds te hopen hebben, (Jalvu meliori Judicio) terwyl zyn Compagnon zich zoo indecent uitdrukt, zoo wel tegens ü Wel Ed. Heeren, als tegen onzë duurgekogte Vryheid, en tevens tegens onze Vaderlandfche denkbeelden en Perfoonen. Om welke en andere redenen, wy ons ootmoedigst tot U Wel Ed. Manhafte keeren, met die gepaste eerbied en ferieus verzoek, van door O" Wel Ed. vermogende protect-ie, volgens ons vry en aangeboren recht, gemaintineerd te mogen worgden, alzoo in ons niets anders fpreekt , dan vaderlandfche zuivere liefde, waar mede ü Wel Ed. alle mede bezield zyt. • ' , Wy vertrouwen dat U Wel Ed. deze onze en air gemeene zaak zult gelieven te befchouwen met die attentie, welke zy meriteerd, met uit ons te .weer ren,.,niet. alleen DE Ronden i maar.ook de Heer Camerling, die zich onwaardig 'gemaakt heeft, onzen Mede-Schutter, en dus veelminder. önzën Officier te zyn, des te meer, wyl zyn Ed. fond uit geweigerd heeft met cordaate en welgeofcffenderl\?Unnen te, trekken, na -en tot adfistetitiê van Gw |WS XXII. Deel; Wy  542 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy zyn des te onbefchroomder, om dat wy met gronden, te recht fteunen konnen op U Wel Ed. Manhafte protectie, en vreezen geene looze dreigementen , van het Geweer te moeten wedergeven, wanneer het ons zoo niet aanjlaat. Dit is niet ten zynen dienst, maar wel tot dien van U Wel Ed. Heeren , en tot nut van ons lieve Vaderland. Wy zullen, zoo het U Wel Ed. Manhafte Heeren behaagt, ons ontwapenen, en aan U Wel Ed. Heeren voeten , de wapenen gehoorzaam nederleggen, en dezelve uit U Wel Ed. Heeren vaderlandfche handen wederom eerbiedig ontvangen, wanneer het U Wel Ed. Manhafte zult geraaden vinden, en gaan, doen en laten, waar, en wat U Wel Ed. van ons zult requireeren. Laat geen Volksftem fmooren, aan welke de vaderlandfche liefde heilig is, neenl maar zuivert ons van zulke Officieren. 't Welk doende, enz. Uit Naam onzer aller, (was get.) G. F. Doodhacen. Amfteldam, den 19 July 1787. N". 1804. Advis van den Heer Mr. W. E. de Perponcher, ter Vergadering der Heeren Geëligetrde Raaden, reprcefenu'erende den eerften Staat van - den Lande van Utrecht, op den 3 July 1786 ingegeven, betrekkelyk de bezwaaren tegen 't Regiement van Regeering &c. Edele Mogende Heeren! Toen voor eenige jaaren een groot gedeelte van de Burgery dezer Stad bedacht wefd, om bezwaaren, tegen 't Reglement van Regeering, binnen deze Provincie Rand grypende, in te brengen, ben  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 243 beo ik terftond beducht geweest, dat het als toep, ontftaane geroep om verandering blyvende voorcduuren, zonder dat 'er, van den kant der Hoore Regeering, eenige behoedmiddelen wierden aangewend, tegen de gevolgen, welken altoos uic een algemeen heerfchend misnoegen te wachten zyn, zulks in 't einde, tot verwarring zoude aanleiding geven. En daar de klachten, te dier tyd, meestendeels tegen de belangen en verkregen rechten van den Stadhouder waren ingericht, meende ik het der Reeenten plicht te zyn, in dit gefchil, by wyze van bemiddeling, tusfchen beiden te treden, ten einde', indien mooglyk, voor te komen, dat de eisfchen, tegen de Rechten des Stadhouders m te brengen, niet tot een buitenfpoorig uiterfte wierden gedreven, en dat 'er ook, by de voldoening aan deze eisfchen, niets wierde ingevoerd, dat tot wezenlyk nadeel en bederf van de Provincie,mitsgaders deszeifs Ingezetenen en Regeerings-ConRitutie, Rrekken mogt. Met dit oogmerk is het, Ed. Mogende Heeren £ dat ik mede heb geftemd, tot het benoemen eener Commisfie, dewelke de bezwaaren der Ingezetenen zullende innemen, en ter kennis van Hun Ed. Mogenden brengen, daar by tevens mogt trachten te bewerken, zoo dat het Volk niet, door een wild gefchreeuw misleid, buitenfpoorige of fchaadelyke eisfchen inbragte, als dat niet ilegts de bezwaaren van een gedeelte des Volks wierden ingewonnen, maar dat het geheele Volk, over deze voor allen even gewichtige zaak, wierd gehoord. ..En 3c was om deze zoo billyke als heilzaame eindens te bereiken, dat ik, nevens, meer andere HeerenJ tot'die Commisfie behoorande, voorgeflagen heb, dat ter inwinning der bezwaaren , en Vhöoren der Ingezetenen dezer Stad, over dezeiyeii,->mpgten worden gecommitteerd, .de HeerenHpofdman? nen en Officieren der respeöive Compa|5iër|>4tdeSi Üoods 9 ten. aanzien der Uitfeóópèrs en vfT ft» ^ i vijenl  24+ Verzameling van Stukken ietrekkelyk Ut vrven , met de Schouten der Buurten , geadfisteerd, op dat dezen hunne Compagnien, Rotten en Buurten, elk afzOnderiyk en zonder voorbygaan van iemand, doende byeen komen, zich in Raat mogten bevinden, in deze afzonderlyke en min talryke Vergaderingen, de Ingezetenen, onder hen resforteerende, zoo veel mooglyk, tot «c-n klaar begrip van zaaken, mitsgaders tot redelyke en gemaatigde denkbeelden, omtrent dezelven, te brengen; althans te bezorgen, dat alle de Ingezetenen , zonder onderfcheid , wierden gehoord, en dus de Commisfle zeker gefield, dat zy in de daad het verlangen van de meerderheid des gamfchen Volks, ter Staats-Vergadering zou kunnen overbrengen. Dan in dezen, by de Heeren Regeerders der Stad Utrecht, eenen geheel anderen weg zynde ingeflagen, zyn daar uit~voort. gevloeid zoodaanige gevolgen , die men zeker aan de Commisfie van Hun Ed. Mogenden niet wyten kan. De bezwaaren ondertusfehen van veele Ingezetenen ingebragt, en aan de Heeren van de Commisfie ter band gefield zynde, heb ik gedacht nu verder, ten aanzien derzelven, zoodaanig te moeten medewerken, als ter bereiking van het doelwit van Mediatie, het welk ik meende, dat de Commisfie zich, in dezen voorflellen moest, vereischt werdt. En ten dien einde had ik wel gewenscht, dat het eerfie werk der Commisfie had kunnen zyn, met zyne Doorluchtige Hoogheid, onder de hand, in gefprek en onderhandeling te treden, ten einde te zien, hoe verre men Hoogstdezelve, tot voldoening aan de bezwaaren der Ingezetenen zou hebben kunnen overhaalen, en dienvolgens met zyne Hoogheid zelve een plan van asfopiatie beraamen. Dan, behalven dat zulk eene onderhandeling, door de geftcldheid der gemoederen, geva ar lyk werdt, wegens de finistre interpretatien, welken men aan dezen fiap, hoe zuiver deszeifs doelwit zyn mogt, zou hebben kunnen geven; brach-  ie Geleurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 045 brachten ook de gefchillen toenmaals, wegens de zaak van den Veldmaarfchalk Hertog van BrtjNswyk plaats hebbende, te weeg, dat 'er op dat oogenblik weinig hoop overbleef, om zulk eene onder, handeling met vrucht te kunnen beginnen, lerwyi echter de tyd van den rzden Oftober naderende, Boodzaakelyk fcheen te vorderen, dat de gemoederen, door het daar ftellen van een eerst ontwerp van fchikking , tot bedaaren wierden gebracht. Weshalven 'er niet anders overfchoot, dan net concipieeren en ter Vergadering overbrengen van een Plan, het welk, op algemeene gronden van bilWkheid fteunende, met de algemeene en oude oirfpronglyke gronden onzer Conftitutie ftrookende, en met het welzyn der Provincie ioftemmende, tevens den middelweg hield, tusfchen het ftandgrynend Reglement, waar over meu zich beklaagde, en die inrichtingen, die men in deszeifs plaats wilde invoeren, als kunnende dit alleen dusdaamg een Plan gefchikt maaken , om te dienen tot eenen eerft/m voo<-flag en grond, op welken men de iNcgotiatien zou kunnen beginnen, en de zoo ver yan elkander verwyderde Partyen, nader tot elkander brengen. En dat het Concept-Reglement, op den 1 September 178\ door de Commisfie ter StaatsVergadering overgelegt, ten minftcn aan dit vereischte van den middelweg . te houden , voldeedt, fchynt even daar uit te bly ken,. dat men er zich van weerskanten even fterk over beklaagd heeft, als te veel aan den anderen kant overhellende. Ik heb gedacht, Ed. Mogende Heeren! de gelegenheid van deze befchryving te mogen en te moefen waarnemen, om alvoorens myne gedachten over de zaak zelve te uitten, het gedrag, by my gehouden, in eene zaak, die van zoo veel aanbelang is, waar in onze duurfte verplichtingen zoo naauw zyn geconcerneerd,. en waar over zoo verfchillende word geoirdeeld, voor myne Mede-Leden open te leggen en te verantwoorden; gelyk iK dan ook verzoek, dat deze myne verantwoording, M Qi 3 zoo  S45 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoo wel als myn nu volgend votum over de zaal: zelve, ten mynen decharge, in de Notulen van U Ed. Mogenden Vergadering mogen worden gein» fereerd. En wat dan nu de zaak zelve betreft. Ik wil gaarne bekennen, dat de bezwaaren, door zoo veele Ingezetenen tegen 't Reglement van I674inge. bracht, my veelzins gegrond zyn voorgekomen; ja dat ik altoos, tot welzyn der Provincie? wenschlyk heb gedacht te zyn, dat in het zelve eenige verandering mogt te wege gebracht worden; terwyl ik echter aan den anderen kant even geredelyk toeftemme, dat de ééd, door ons, by't aanvaarden onzer bediening, afgelegt, ons in de onmooglykheid Relt, om.; zonder toeftemming en concurrentie van zyn Hoogheid, als daar by in zyne waardigheid en bediening zoo fterk geinteresfeerd, dit Reglement te kunnen affchaffen of veranderen. Daar 't my een onbetwistbaar grondbeginzel toe* fchynt, dat niemand zich zeiven of anderen, van eenen vrywillig gedaanen ééd, ontflaan kan, buiten tóellemming en concurrentie van alle die genen, dis by dezen ééd belang hebben; wyl anders de laatfte grondflag van vertrouwen, onder de menichen, wel ras zou worden aan 't wankelen gebracht» En 't is overeenkomftig hier mede, dat ik altoos heb gedacht, en als nog van gevoelen ben, dat alle onze poogingen, ter voldoening aan der Ingezetenen bezwaaren, in de allereerfte plaats alleen daar op moeten uitkomen, om den Heer Stadhouder over te haaien, ten einde Hoogstdezelve niet ons, en de overige Leden van Staat, gelieve të'concurreeren, om, by wyze van alteratie, interpretatie, ampliatie, of anderszins, in het ftand grypend Reglement zoodaanige verbeteringen te maaken, als gefchikt mogen zyn, om aan der Ingezetenen ingebrachte bezwaaren te voldoen , onze Regeeringsform dat gene te doen wezen, watzy, naar haaren oirfpronglyken aart, en tot welzyn dep Provincie, en derzelver Ingezetenen, wezen moet ; '" ■' ' de  ie Gëbmrtmisftn in 1787 enz. voorgevallen, 247 de harmonie en ééndracht binnen deze Provincie te herftellen; de liefde en 't vertrouwen van 't geheele Volk, voorden Stadhouder en deszeifs Huis, te herwinnen, en dus eens een einde te maaken van die oneenigheden, twisten en verwarringen, door dewelken ons Gewest federt zoo lang gefcbeord, en met eenen geheelen ondergang gedreigd wordt. En ik meen hier voor des te geruster te mogen, ia te moeten advifeeren, daar een zoo groot gedeelte des Volks 'er om roept en aandringt; daar rlua Ed Mogenden, door't benoemen eener Comrnis-fie'ter inneminge'der bezwaaren, 'er zich, zoo t mv toefchynt, door die daad zelve, toe verbonden hebben; daar het belang van de Provincie en ahe derzelver Leden zulks vorderd; ja daar ook t waare belang van den Stadhouder en zyn Doorluchtig Huis hier mede inftemt; want hoe men de zaak verder befchouwen moge,bezwaarlyk toch zal mep kunnen ontkennen, dat juist het willekeurige, t welk meergedachte Reglement overlaat, m de uitoeffening der macht, door 't zelve aan den Stadhouder verleend , midsgaders de wyze waar op het, in trouble tyden, is ingevoerd en gereintroduceerd, den grond leggen , tot eene tegenwerüina van haatlykheid en onwettigheid, in den oiribrong, die des Stadhouders gezach op losfe fchroeven ftellen, en in gevaar laten, om eens op de zelfde wvze te worden verminderd, waar op het eertvds vermeerderd is. Terwyl daar en boven het fterkfte recht, door 't Reglement aan den Stadhouder gegeven, door denzei ven, op die onbenaaide wyze, toch nooit kan worden uitgeoeffend, zonder dat hy zich door die uitoeffening in verden, kine en haat, en dus ook in gevaar brenge. Het zou derhalven, naar myn inzien, ook voor den Stadhouder zelve en zyn Huis een voordeel zyn, dat het volflrekt willekeurige uit de aan hem toevertrouwde macht zynde weggenomen , dezelve op beter, wettiger en beftendiger grondflagen gevesrisd wierde. En dit voordeel zou men ook thana S Q 4 D0S  348 Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot nog kunnen verkrygen, indien men, by gelegenheid en ter voldoening van de ingebrachte bezwaaren, met gemeene en vrywillige toefternmiag, zoo veel doenlyk, van alle de belanghebbenden, wel byzonder van zyn Hoogheid zelve, by minnelyke fchikking en plechtig verdrag , .indien niet een nieuw Reglement arresteerde , ten mioften het als nog Rand grypende Reglement, (doch van dat gene , 't welk men 'er waarlyk drukkende , en met, *s Lands oude Rechten en Privilegiën min overeenRemmende in vinden mogt, by interpretatie en ampliatie gezuiverd,) op nieuws bevestigde, en door deze van alle zyden vrywilbglyk toegeftemde overeenkomst, maakte, tot eene waare, den Lande nuttige, en by Regenten en Volk niet meer verdachte Staats Wet, van alle die tegenwerpingen bevryd, die den grond , tot de tegenwoordige bewegingen gegeven hebben. Ook heeft zyne Doorluchtige Hoogheid zelf, in eene Misfive in 't laatst afgelopen jaar, aan HunEd. Mog. gefchreven, wel verklaJid van gedachten te zyn! dar zyne waardigheid zoodaanig met het „ Reglement is geconnecleerd en daar op ge„ bouwd, dat het zdve gealtereerd , en daarvoor „ een ander in de plaats g< fteld wordende, hy even ,i daar door niet langer die zelfde Stadhouder zou* „ blyven, als hy, uit hoofde van een wettig erf„ recht geboren is;"— doch tevens betuigd; bereid te wezen, om met al zyn vermogen mede. te werken, tot redres van alzulke bezwaaren, „ ais door de respective Burgers en ingezetenen ,, zouden mogen worden opgegeven „ —-r al ware ,; het zelfs ten kosten en met opoifering van eeni,,;ge perlooneele genoegens en.agrempnten van zyn ,, beftier &c." üir al het welke, met de volgende perioden dier Misfive vergeleken, en daar toch de ingebrachte bezwaaren vojrnaame'yk, en in de eerfte plaats, tegen 't Reglement van IÓ74 ingericht zyn i ik ter 'goeder trouwe niet anders befluiten kan, dan dat, offchoon a.yne Hoogheid.in 't introducés'■ • •. - * ren  dt, Gebeurtenis/en in 1787 m. vwgevaltén. sen van een geheel nieuw Reglement, met affchaf. fins van het oude, onoverkomelyke zwarigheden ftelle, Hoogstdezelve echter njet ongenegen zy, om, het meergenoemde Reglement in wezen en grondflag behouden blyvende,zoodaanig verzachTingen en verbeteringen M 't zelve toe te ftaan, als gefchikt zouden zyn, om. der Ingezetenen ingebra Ine bezwaaien uit dun weg re runnen Maar welke poincten zuilen wy nu, van on/ea kant, tot zoodaanig eene fchikking aanpry/.en en Dy de onderhandeling appuieeren ? Om aich hier omtrent, met genoegzaamen grond te kunneu bemalen dient alvoorens te worden onderzocht, welken de voornaame gebreken zyn,die- 10 onze tegenwoordige Regeeringsform plaats grypende, kunnen aangemerkt worden, als d.o Dronnen der verdeeldheden, argwaan en misnoegen, Cedert eenige ja.aren binnen deze Provincie bofpeurd. En dezelven meen ik tot drie hoofdpoincten te kunnen brengen. I De macht, door 't Reglement aan den Stalhouder gegeven,is, in 't, zelve in zulke algemeene termen uitgedrukt, en zoo onbepaald geladen, dat zy, in alle de uitgeftrektheid, welke men, naar den minften uitleg , aan de woorden geven kan, wordende uit^eoeftead, in 't einde alle vryheid. v*u Remmen , by de Regenten wegnemen zou; even daar door alle vertrouwen der ingezetenen op die Kesenten uitdooven; ea dus alle gronden eeuer vrye leeeering om verre werpen. En hier van zou wederom 't gevolg zyn, dat alle achting en ootzach der Ingezetenen , voor de Regenten, zou ver. dwynen; en de haat,, wegens alles wat kwaalyk uitvallen of der Ingezetenen mishaagen mogt, op den Stadhouder te rug keeren zou.: want tog, haagt de geheele polidcque existentie der Regenten van de willekeur des 'Stadhouders af; kan deze, zon* der de minfte redegeving, op gezette tyden, elk Regent, die hem of zyne Raadslieden mishaagt, voor altoos van zyn ambt ontzetten;. » hejs d?:a wel, naar den aarr der menfchelyke zwakheid, die ■ Q 5 tog  ï$ö Verzameling van Stukken betrekkelyk iet tog alsoos dezelfde blyft, van de meesten te vert. wachten, dat zy in 't uiten hunner gevoelens, in 'c geven hunner ITem, altoos en alleen 's Lands welzyn, en niet des Stadhouders of zynen Raadslieden genoegen of ongenoegen, zullen in 't oog houden? Zullen zy zich. niet veel eer, door anderen, laten voorfchryven,wat zy Remmen zullen? En zynzy, zooras zy daar toe gebracht zyn, nog Regenten? Kan men hun dank weten voor 't gene 'er goed gefchied? Maar kan men hun ook wyten, 't gene op 's Lands nadeel, of den Ingezetenen misnoegen uitloopt? Moet dit alles niet, in tegendeel , alleen tot last van den Stadhouder en zyne Raadslieden komen; als die eigentlyk alleen regeeren, wanneer zy eens zoo ver gekomen zyn, dat zy, het mag dan openlyk of in 't geheim gefchieden, den Regenten voorfchryven kunnen wat zy willen. Ik weet en moet het, tot lof van den tegenwoordigen Heer Stadhouder, bekennen, dezelve heeft van deze macht nog byna nooit gebruik gemaakt. Maar in vroeger tyd is het gefchied. En zou 't ook, om in de daad dezelfde uitwerking te weeg te brengen, niet genoeg zyn, dat enkele zyner Raadslieden 'er, al ware 't zelfs buiten zyne kennis, mede dreigden ? Zou 't niet genoeg zyn, dat men 'er elkander bang mede maakte? Elk raadpleege hier zyne ondervinding, en obdeele. Ondertusfchen, Ed. Mogende Heeren.' moet ik hier, op dat men myne meening niet verkeerdetyk opvatte, eene bepaaling by voegen. Niet alle magt van uitzetting aan den Stadhouder toegekend, is, naar myne gedachten, voor den Lande nadeelig; niet alle zoodaanig recht, neemt de vryheid der Regenten weg: want daar de vryheid, voor een Regent, zoo min als voor eenig ander, beRaan moet, in de macht om ongeRraft te kunnen kwaad doen, zou 't ook, in geenen deele, tegen onze waare Vryheid flryden , dat by voorbeeld de Stadhouder macht behield, om op de thans, voor 't eerfte en derde Lid, bepaalde tyden van verandering, zoodaanige  ie Gehwtenüfen in 1787 enz. voorgevallen, 2?* riten Regenten uit te zetten 5 die zich op eené notoire en bewysbaare wyze, hadden fchuldig,ge. 'S a coll/fie met den Vyand, aan werkelyke verdrukking der Ingezetenen, aan 't forraeereo eene Cabaale, by de meerderheid, om hunne Mede. Regenten van derzelver aandeel in 't bemind, en de voordeden der Regeering uit te fluiten, aan verbreking van 't gene, met uitdrukkelyke woorden m t RegeerWs-Reglement zou vastgefteldzyn; or dierSe vaïtbeplalde redenen meer. Ja eene macht lan uitzetting, binnen zulke grenzen bepaald, en In deUuftoeffening alleen aan 'e oirdeel der Souverei. ne Vergadering zelve ondergefchikt, wel verre van fchaadelyk te zyn, zou den ^««««Jg gerustftelling en waarborg verftrekken,.da:derKIer Regenten de hun toebetrouwde macht , met misbruiken zouden; dat de meest vermogende niet op de moeilykheid, langduurigheid en vorm der ge«rechtelyke Proceduren fteunende, ongeftrafthunne verkeerde handelwyze zouden voortzetten, en zich eindelyk boven de macht der wetten te Rellen. En daar by zou 't des te gevoeglyker zyn, deze macht aan den Stadhouder te laten, daar dezelve, volgens myn inzien, naar eene der bedoel.ngen van de inflelling, en reintroduftie zyner waardig- . neki, de Sevlucht en befchermer des Volks, de beveiliger van deszeifs Vryheden en Rechten, het bolwerk, door 't zelve tegen de overheerfching zyner Regenten, opgeworpen, zyn moet. En tot dit alles kin de Stadhouder zeker zyne waardigheid niet doen dienen, zoo men hem van alle wezenlyke macht en gezach ontbloot. . , II. Het tweede gebrek onzer Regeenngsvorm beftaat, myns bedunkens, daar in, dat het Volk, ie. dert de oprichting onzer Republiek, geenen andeven invloed op de zaaken der Regeering, of de beRelling der Regenten gehad heeft, dan diegene, dien het zich in tronble tyden, viafaEti, heeft bezorgd. Waar uit voordgevloeid is, dat, in geruste en Rille tyden, het Volk3 als geen aandeel heb-  ïsy2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bende aan 't publiek bellier, ook voor 't gemeen belang, zoo lang het niet, op eene ocmiddelyke en gevoelige wyze, op 't byzonder perfooneel belang werkte , onverfchillig geworden is % en de zucht voor 't gemeene welzyo, de liefde voor Vaderland en Vryheid, die hoofdgrondzuilen , waar op alle Gemeenebesten rusten moeten , verloren zyn gegaaD. Terwyl in moeielyke, ongelukkige, of trouble tyden daar en tegen, het Volk de kwaade gevolgen van verkeerde beftieringen , iogeflopen abuizen, of wel enkel ongelukkige omftandigheden voelende, naar verbetering en redres verlangende, en zelfs geen conftitutioneel middel in handen hebbende, om zich de verlangde redresfen te bezorgen, of ten minften den verderen voortgang der ingeflopen abuizen te fluitendeszeifs toevlucht tot daadlykheden, genomen heeft, en zich, viafaBi, dat géne heeft bezorgd , wat het geen kans zag,zich,op eene meer confliturioneele wyze te bezorgen. Dus neeft het Volk, in Stadhouderlooze tyden, de macht van deszeifs Regenten te zwaar voelende drukken, eenen Stadhouder doen benoemen, met genoegzaame macht voorzien, om de Regenten in teugel te houden. En daar het dus dezen Stadhouder, als deszeifs befchermer tegen de Regenten, aanzag, heeft het, althans in de eerRe oogenblikken, gedacht, denzelven niet te veel macht te kunnen toevoegen. Dan fedeit meenende te ondervinden, dat de Regenten te veel voor deze aangroeiende macht, bevreesd, hunne befluiten te blindeling, naar derzelver wenken fchikten , is het ook wederom zelf tegen deze macht, opgekomen , en heeft dus gezocht zyn eigen werk te vernielen. En is het niet te vreezen, dat deze geduurige omwentelingen, met alle derzelver gevolgen, zullen blyven voortduuren, tot zoo lang, dat het Volk, zoo niet over 't onmiddelyk beftiej. van zaaken, dat zeker aan de grootfte zwaarigheden onderhevig is, ten minften over de aauftelling der genen, die dit beftier in handen hebben, eenen con- fti-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 253 ftkutioneèlen invloed zal verkregen hebben; die, aan den eenen kanc, deszeifs zucht -oor 't gemeen belang , midsgaders deszeifs gevoel'yan vryheid levendig houde;aan den anderen kant, het zelve gerust ftelle, dat het zich zulke Regenten zal kunnen bezorgen, op dewelken het, als op deszeifs eigen werk,vertrouwe,en die 'er ook waarlyk belang by hebben, deszeifs genegenheid te finnen en te behouden. , , , ,. • III. En wat eindelyk het derde betreft, dit is een gebrek,waar over wel de bezwaaren, door de Ingezetenen ingebragt, niet gaan; maar 't welk zich niet min, by deze gelegenheid in deszeifs volle kracht heeft doen voelen. Terwyl het eigen]yk voortvloeit uit eene pretenfie der Steden, byzonder der Stad Utrecht, tot de Souvereiniteit, die, zoo lang deze qusstie niet uitgemaakt, of eens vooral by fchikking bepaald is, eene Reeds overvloeiende bronwel van oneenigheden en verwarring, in onze Conftitutie zal openhouden. Het byzonder gebrek ondertusfchen, dat ik thans bedoele, beRaat hier in, dat de Vergaderingen, zoo van de Heeren Staaten, als van derzelver Gedeputeerden , by welken echter de Souvereiniteit van dit Gewest berust, zich, in de Stad, in dewelke zy hunne zitplaats houden, met geene genoegzaam erkende macht bekleed zien, om naar behooren de handhaaving hunner Rechten, ja zelfs niet, in de veiligheid hunner Vergadering en Perfoonen , te voorzien. Wel is waar, in tyden van rust en eendracht, of zelfs, zoo lang de oneenigheden niet, tot den hoogRen top geklommen zyn, doen de zwaarigheden van zulk eene inrichting zich niet anders gevoelen , dan door de bewustheid van den precairen toefland, waar in 't aanzien, 't gezag, ja de veiligheid van de Souvereine Vergaderingen dezer Provincie, zich bevinden; 't zy in geval van verfchil met de Regeering der Stad waar in zy hunne zitplaats houden; 'tzy by andere omRandigheden, zoodaanigen men 'er reeds heeft zien plaats heb-  2J4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebben. Weshp^Ven 't my voorkomt, dat 'er, vari wegens dit Lid>T ook diende te worden aarjgedrongen, zoo bp een behoorlyk redres in dezen, als wel byzonder ook op de afdoening pf fchikking der quséstie, wegens de Souvereiniteit der Stad en Steden, boven aangeroerd. Dan om my nu verder, voor 't tegenwoordige te bepaalen, tot het gene meer o.nmiddelyk het Reglement van 1674 betreft; welke opgave van redresfen zullen wy nu aannemen, om door ons by de onderhandelingen over 't zelve, te worden geappuieerd? Wat my betreft, geen der tot hier toe opgegeven Concepten komt my daar toe, pro ut jacet, en in deszeifs geheel, gefchikt voor. Zelfs riet het bydeStaats-Commisfïe ingediend Concept. Reglement; zoo om dat ik 't zelve altoos geconfidereerd heb, als een enkel ontwerp, om eenen eerften voet tot negotiatie te leggen, en geenszins als een voorfchrift, öm by de afdoening flipt te worden gevolgd; als om dat'er, federt het indienen van dat Concept, meer dan eene zaak is voorgevallen, die my, omtrent byzondere poincten, van gedachten heeft doen veranderen; terwyl ook federt, in den toeftand van zaaken , merieelyke verandering gekomen is. En wat betreft de Concepten, by de verfchillendelnle veraars der bezwaaren, opgegeven; men fchynt thans wel in een begrip te zyn, dat men de ftemmen hier enkel tellen , niet weegen moet, en men dus den grooten hoop moet volgen: maar zou dit Voorzichtig, zou dit billyk zyn? wie hebben meer recht van gehoord te worden, zy, die het meest in de gelegenheid zyta, om grondige kennis van zaaken te kunnen krygen, en dus door eigen oogen te zien; zy, die het uitgeflrektfte en grootst belang by de gemeene zaak hebben; zy, die het meest, tot foutien derzelve, contribueeren; zy, die Jt iighaam der Gemeente doen beftaan? of zy, die by geene mboglykheid, zelfs eene grondige kennis van zaaken kunnende verkrygen 3 noodwendig door de obgë»  ge Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 25$ oogen van anderen zien moeten; zy, die een zeer eng beperkt belang, by de gemeene zaak heboen; zy, die tot het'foutien derzelve-, het minst contribueeren; zy, die hun beftaan van anderen ontkenen? My dunkt, dit beflist zich van zelve; en *t is onze byzondere plicht, als Regenten, aan elk, dat gene, wat de billykheid hem toewyst, te doen wedervaaren; en 's Volks waar belang te behartigen, ook in Weerwil van dat gedeelte des Volks, dat deszeifs waar belang uit het oog verliest. Nu fchynt my het ontwerp, in dezen, door de meesten begunftigd, wel verre van gefchikt te zyn, om de gebreken onzer Conftitutie te verbeteren, eene wel berekende verdeeling, tusfchen de verfchillende machten van het Staats-geRel te maken, en der Burgeren vryheid, op veilige en duurzaame gronden, te vestigen. In dat ontwerp tog, wordt zeker wel gezorgd, dat de Stadhouder «eene overmaat van macht behoude, wyl men hem fn 't politicque niets anders toekent, dan de approbatie der Heeren, by vacatuur, in 't eerfte Lid te eligeeren, onder verband nog van redegevmg in geval van improbatie; de electie van de Burgemeesteren en Schepenen uit de respective Nominatien, door de Burgery en Vroedfehap gemaakt; en de uitforaak, over de gefchillen tusfchen de StaatsLeden ontRaan, wanneer die niet, in der minne kunnen bygelegd worden. Maar zal de Stadhouder niets meer behouden, maaktonen hem dan niet tot een byna werk- en nutteloos gewigt in de Staatsbalans? en kan hy dus van byna allen invloed beroofd, nog tot nut van 't gemeen; medewerken? Befchouwt men nu daar en tegen, wat in dat zelfde ontwerp, aan de Vroedfehap der Stad Utrecht, van 't gene haar competeert, of by haar uitgeoeffend wordt, door het Rilzwygend te pasfeeren, gelaten, wat 'er daar en Boven nog by gevoegd wordt; dan zal men zien , dat, dit ontwerp doorgaande, de Vroedfehap der Stad Utrechr hebben zal, de wetgevende macht, zoo verre de ge- hee-  256 Verzameling vm Stukken Ietrekkelyk tót heele Politie binnen haare Stad betreft, in 't ma*, ken van Reglementen, PubliCatien, Ordonnantiën &e over dezelve ; de beoirdeelende macht , in haar 'lighaam en ter haarer benoeming {p-.g. ±6) in den Schepenbank; de uitvoering der beoirdeelende macht, in 't ambt van Hoofd-Officier, 't welk om de drie jaaren ter haarer prasfentatie ftaan zal; (Pa& ,?4) het bevel over de gewapende uitvoerende macht, zoo door den eerden Burgemeester, welke in zyn qualitek van Gouverneur der Stad, gefustineerd wordt, alleen (onder de Vroedfehap evenwel) het Guamifoen te kunnen gebieden, als door den tweeden Burgemeester, benevens de agt jongde Raaden, welken 't bevel over de Schuttery voeren, of plegen te voeren 5 de macht, welke de vroedfehap ten minden eertyds V/el eens uitgeoefFend heeft, om een Burger, aan haare bevelen ongehoorzaam, by politieke Refolutie, te ontburgeren ; terwyl by dit alles, de Leden dezer Vergadering voortaan volflrekt permanent zullen zyn; (pag. m) de electie hunner Mede-Leden, uit eene door de Burgery gemaakte Nominatie, zullen hebben; (pas. 22 jen eindelyk, een dubbel getal zullen nomineeren, ter vervulling der plaatzen, in *t eerde Lid komende te vaceeren ; waar door zy dan zeker eenen merkelyken invloed zullen krygen op dit Lid, daar voortaan niemand in zal kunnen komen, dan dien zy benoemen; terwyl zy zelfs fustineeren, in effecte het derde Lid uit te maken, en hunne Stad op zich zelve, Souverein te zyn. Men heeft in deze tyden van Ariftocratie gefproken; ik wenfche wel te weten, waar Rerker Ariflocratie, dan deze, kan te vinden zyn. En wat wordt 'er nu, in dat zelfde ontwerpt voornaamelyk tegen de overmacht, g'efteld? Een lighaam van Gefneentslieden, in den grónd mee geene andere macht, dan die van toeziening en remonftrantie, bekleed. Waar by men Wei federt i ingeVal van verfchil, het verblyven detf zaake aan Arbiters, 't inftrueeren der zaak voor dezelven»; eri  de Gebemtenisfen in 1^87 enz. voorgevallen. én voor 't voldoen aan derzelver uitfpraak,. wanneer men eens willen mogt, of meenen te moeten, willen, op de lange baan te houden ? welk conftitutioneel middel, ja welk middel in 't geheel, zullen ondertusfchen de Gemeentelieden jn zulk een geval hebben, om de Regeering naar hunne remon"ftrantien te doen luisteren; om eene Regeerfng over te haaien, ,die met al het. vermogen der politique, wetgevende, beoirdeelende en uitvoerende Macht, de gewapende daar onder begrepen, zal bekleed zyn ? Blyft 'er wel eenig ander .middel 'over, dan eene nieuwe opkomst des Volks? Maar welke fchroomlyke gevolgen, zullen 'er uit den 'fchok van twee zulke Machten oncftaan? Of hoe Weinig zoü \ Vólk tegen zulk een overmacht., wanneer men die werklyk gebruiken wilde, ver» * mogen? In de daad, het is my altoos voorgekomen, dat de tegenwoordige Regenten dezer Stad het fterkfte bewys gegeven hebben, hoe verre zy de verplichting van hunnen ééd en. 't gemeene belang der Burgery, boven hun eigen belang, endac van hün, lighaam,, Rellen , doör hunne weigering van dit ontwerp aan te nemen. , t Dan, Ed. Mogende Heeren! daar ik nu reeds ia discuf-fie getreden ben ,'over poinct-en, welkende Stad Utrecht als domefticq befchouwd, en ik, 4er my, in 't Vervolg, ook nog breder over zal moeten uiten, meen ik , alvorens verder te gaan, ten minften eenige bewyzen te moeten by .brengen, ter ft.ivihg van ons recht, óm deze zaken in,te jtreeden, Mooglyk zou de inhoud van het thans nog ftand grypcnd Reglement van 1674, iri zekeren zin, alleen bewys genoeg opleveren,, Dan om overtuigd te zyn , dat dit ons recht ook op.de oude.cónftitütie fteunt, zal 't genoeg zyn zich :te heriönèreü, niet alleen de verfcheidé Privilegiën, Reglementen &c. , Stads Regeerihg. óf. beftier betreffende, gegeven én. vastgefteld.,, of .helheb vastftelien, door de, ,Bisfchoppeh\öf L^sheereUi in. de, Jaaren 1305, *379» 1449 a *4%* -XXII. DsëL. R «S  258 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk ut &c. en dus juist in dien tyd, wanneer de Gildens den meeflen invloed in 't bellier, en de Stad zelf de meefte macht had , (zie Utrechts Placaatboek 2de Deel, pag. 68, 70, 88, 91. &c.) Maar ook dat toen in de eerfte tyden der Republiek, (op 't gene ten tyde van Karel den Vvfden is gefchied* wil ik thans niet eens infteeren) in den Jare 1584., met Advis van den Gouverneur Joost de Soete» een Erfraad opgerecht werdt, de Ordonnantie daar toe gemaakt, in den volgenden Jare 1585, door de Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht, werd geapprobeerd; (Utrechts Placaatboek 3de Deel, p. 94..) en wel na dat Hun Ed. Mogenden te voren , in den jaare 1582, hadden geordonneerd, dat de Stad en Steden de form van haarlieden Staat en Regeering, zulks zy die van ouds hadden gehad , of nog hadden , by gefchrifte , zouden ftellen , om zyn Excellentie te worden overgeleverd. Wel is waar , men beroept zich hier tegen, op 't Accoord, tusfchen de Stad en de Ridderfchap, in den Jare 1587, gemaakt, en waar (UtrechtsPlacaatboek , Ijle Deel. pag. 18R.) Articul gezegd wordt; De Gee'ligeerden en Ridderfchappen zullen hen niet bemoeien, met het Jlethn van de Magiftraaten, in de Stad en Steden dezes Stichts. Doch dat men, met deze woorden, alleen bedoeld heeft, het benoemen van byzondere Perfonen, door de voorftemmende Leden, ter bekleding der Magiftraatsplaatzen, en geenzins, zoo als men het thans uitlegt, de Magiftraats-beftelling , in 't algemeen, veel min de Reglementén, daar omtrent temaken; en den Staaten coucurrentie rot dezelven blykt, I. uit de Inftructie door de drie Leden van Staat, inden jare 1590, en dus flegtsdrie jaaren na het Accoord, toen deszeifs waare meening en kracht zeker nog in versch geheugen en kennis was, voor Prins Maurits gearrefteerd, en waarin, Articul 24 en 35. ( Utrechts Placaatboek. Ijle Deel. p. 163.) fyordt gezegd; zo veel de Magijlraaten van de Stal en  de Geleurtenisfen in 1787 voorgevallen', 259 m Steden aangaat, zal zyne Excellentie die, binnen den Johan Adriaan van Wachendorff en Jan Both Hendriksen, Raaden in den voorfz. Hove, en gepronuntieerd den n April 1789. (Onder Jlond) In kennisfe van my. Accordeerd met zyn Principaal, (was get.) P. van Musschenbroek,,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27^ N°. 1807. Sententie van het Hof van Utrecht, gevezen tegen Mr. Jacob vanHaefteh5 Raad enz. in dato den 11 Aptil 1789. Gezien by den Hove van Utrecht, het intendith onder den zeiven Hove gefourneerd-, by den Procureur-Generaal dezer Provincie rat. offic., irnpe. trant, op en jegens Mr. Jacob van Haefven, gewezen Raad in de Vroedfehap dezer Stad. Gedaagde by edifte en affixie van biiletten, Defaillant; gezien mede de ediftaale citatien, informatien , aften en raunimenten, waar uitblykt, dat de Gedaagde defaillant zynde Raad in de Vroedfehap dezer Stad zich op den 12 Oftober 1786 heeft laten beéédigen, op zeker onwettig gearresteerd en geïntroduceerd Regeerings-Reglement; en in die qualiteit daadelyk heefc gefungeerd. Dat hy Gedaagde defaillant alzoo heeft mede gemerkt in het formeeren van een pretenfen Raad dezer Stad, inconftuutioneel invoeren van vreemde enzelfsgewapendehulp?, het doen uittrekken ,van gewapende manfchappen tegens de militie van den Staat, fpecialyk op den 9 May 1787 en het viafatli zich meester maaken van de penningen en wapenen dezer Provincie, midsgaders het pleegen van foortgelykeeuveldaaden meer; dat ook hy Gedaagde defaillant is geweest Lid. van. het zoogenaamde Defenfie wezen,en indiequaliteit verfcheide Refolutien van het gemelde Collegie by abfentievandenSecretaris heeft geteekend;— datal verder hy gedaagde Defaillant op eene Commisfie van den pretenfen Raad heeft getracht fesfie te nemen in het Collegie van den Lekkendyk Bovendams, en zich ten dien einde via facli meer dan eens in de Vergadering van het zelve Collegie heefc gefisteerd , en dat hy gedaagde Defsillant ook de eerfte aannader is geweest tot het doen van eene Publicatie door den pretenfen Raad, om alle de Soldaaten tot die Regimenten behoorende, welke tot repartitie van deze Provincie ftaan, en dus Troepen- van den Staat zyn, en binnen dezelve Provincie zyn getrokken, SI pro-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot protectie en belooning te beloven , wanneer zy .hunne Regimenten verlaten , en in dienst van den pretenfen Raad overgaan wilden. Dat wyders de gedaagde Defaillant, op eene Commisfie van den pretenfen kaad dezer Stad, op den li Juny 1787 is gecompareerd in de opgeworpen Staats-Vergadering binnen Utrecht, door den voorfz. preierR-n Ra^d de^erStad onwettiglyk befchreven dat hy die Vergadering heeft bygewoond , en doorgaans blyven bywoonen tot den ï5den September dei voorfchreyen jaars incluis; dat de gedaagde Defaillant zich hier door mede heeft fchuldig gemaakt aan het ufurpeeren van de hooge Regeering dezer Provincie, en vervolgens niet alleen heeft mede gewerkt in 't onttrekken van de goede Ie- en Opgezetenen aan de gehoorzaamheid jegens hunne wettige Overheid,door dezelve tegelasten, van geene andere Staats-refolutien of bevelen, van welk een aart die ook zouden mogen zyn, te respecreeren, dan die genen, welken op den naam der alzoo vergaderde Perfoonen zouden wezen afgevaardigd, en voorts in de Militie behoorende tot de drie Regimenten, en ter requifiiie van de wettige Overheid, op behoorlyk patent en attaché, binnen deze Provincie ingemarcheerd,. en ter betaa.ling van dezelve ftaande, af te trekken van de getrouwheid aan hun ééd en plicht, door hen te ordonneeren, van zich zeo dra mooglyk uit elkande. Tten, en naar de Stad Utrecht of elders te begeven , met beloften van pioteétie en indemniteit; ook niet alleen onmiddeiyk den naam van Geweldenaars toepassende op diegenen, welken de wettige Regeering dezer Provincie uitmaakten, maar ook in 't ftyvenen voortzetten van eenen gewapenden opftand tegens de Oppermacht dezer Provincie; en voorts in 't op, iasm van de Staaten yan den Lande van Utrechtonwettiglyk afzenden van Gecommitteerden, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, en in het pleegen van alle die verdere, zoo :raet ópsicht tot de hooge Oppermacht de. ' '' zet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 «er Provincie lutfm. geweldige en vyandelyke, als voor dezelve Provincie zeer verderflyke daaden j welken uit hoofde van de voorfz. onwettige Vergaderingen zyn ontftaan, en die niets minder ten gevolge zouden gehad hebben, dan eene totaale ruine dezer Provincie, indien de poogingcn daar toe aangewend, niet in tyds waren verydeld geworden. En nadien de gedaagde Defaillant daar door met een boos en vyandelyk opzet, de hooge Macht dezer Provincie aangetast, en alzoo het crimen Itefa majeflatis et perduellionis begaan heeft, en zoodaanig delict, in een Land alwaar een goede Juftitie vigeert, niet kan worden geleden, maar, anderen ten exempel, naar verdienften moet worden geftraft. Zoo is 't, dat het voorfz. Hof doende recht, verfteekt den gedaagden Defaillant van alle exceptien, declinatoir, dilatoir en peremptoir, weeren endefeniien, welke hy eenigzins hid mogen proponeeren ofte baat nemen, verklaart wyders denzei ven vervallen te zyn van alle deszeifs ofneien, ambten en waardigheden; bant voorts den gedaagden Defaillant ten eeuwigen dage uit de Stad, Steden en Lande van Utrecht, midsgaders uit de Provinciën van Holland, Zeeland en West Friesland, zonder ooit daar weder in te mogen komen: onverminderd zoodaanige verdere ftraffe aan lyf of leven, als het zelve Hof, byaldien den gedaagden Defaillant te eeniger tyd in handen van de Juftitie mogte geraaken, als dan zal oirdeelen aan hem te moeten worden geinfligeerd, en confisqueert, ten profyte van den Lande, alle de goederen van den gedaagden Defaillant , welke zullen overfchieten boven de kosten en mifen van Juftitie, den gedaagden Defaillant daar inne condemneerende by dezen, ter tauxatie van den Hove. Gedaan te Utrecht, by myne Heeren en Mrs. Johan Adriaan van Wachendorff , Prsefideerende; Daniël Francois vanGoens; Jacob Adriaan van den Heuvel; Hermannus Oostesdyk; GerARD Moffiss, Heere| van Gerverscop en\den\tBreuS 4 dyk,  &.8;> Verzameling van Stukken btirekkelyk. tot dyk; Willem Craryvanger en Jan Both Hes^ pRiKSEN, Raaden in den voorfz. Hove, en gepro» truntieerd den ir April 1789» Geëxtraheerd uit het Register der crU "mineele Sententien 's Hoofs van UL iecht , en afcordeerd daar mede by my Griffier^ (was get.) Cornelis de Wys. H°. 1808. Sententie van den Hove van Utrecht , op inde jegens Mr. Gerard Anthony Visschek* Raad enz. In dato. den 11 April. 17 89. Gezien by den Hove van Utrecht het Intendith onder denzelvén Hove gefurneerd by den Procureur Generaal dezer Provincie R. O. Impetrant, op en de jegens Mr. Gerard Anthony Visscher Gedaagde by edi&ie en afficlie van biljetten, Defeillant. ' Gezien mede de Ediclale citatien, .informatien., actiën en munimeöten , waar uit bly kt, dat dë Gedaagde Defaillant, als mede lid-der Burgerye, ea ook ars, Geconftitueerden , heeft getekend ver>. fcheidene met opzicht tot de wettige Regeering hoonende en violente Addresfen, ea andere Gefchriftea, mitsgaders fommigen van dezelven ook mede heeft ingeleverd, en zo daar door, als door ardeïe daden heeft getoont, geweest te zyn een voorraam Voorflaader van detroubles, welke binnen deze Stad en Provincie hebben plaats gehad; dat voorts hy Gedaagde Defaillant op den 28 Auguftus 1786 ,. alhier op de Neude, zich op eene wedefsechtelyke wyze als Raad in de Vroedfehap htèft laten inftalleeren en beëedigen , op zekqr onwettig gearrefteerd en geintroduceert Regeerlngs Reglement, en in die qualiteit dadelyk heeft gefungeerd-;< dat by Gedaagde DefaiUaaE alzjo . • heefc  te Göheurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, a&r? heeft mede gewerkt in het formeeren van een pritenfen Raad dezer Stad, het inconftitucioneel inroepen van vreemde en zelfs gewapende manfchapfchappen tegens de Militie van den Staat, fpeciaLyk op den 0 May 1787, waar by hy Gedaagden Defaillant zelve heeft geadfifteerd, en hetvia facji zig meefter maken Van de penningen en wapenen dezer Provincie, mitsgaders het plegen van foortgelyke euveldaden, meer: dat ook hy Gedaagde Defaillant op eene onwettige commisfie van den pretenfen Raad heeft in posfesfie genomen het Drosfaard-ampt van de Hoge Heerlykheid Vreeswvk , anders genaamd de Vaart, en in die qualiteit gefungeerd' heeft- —p Dat wyders hy Gedaagde Defaillant op eene commisfie van den Pretenfen Raad dezer Stad.op den 11 Juny 1787 is gecompareert in de opgeworpen Staats-Vergadering binnen Utrecht, door den voorfqhreven Pretenfen Raad dezer Stad onwettiglyk befchreven; dat hy die Vergadering heeft bygewoond en doorgaans blyven bywonen tot.den I^den September des voorfchreven pars incluis. Dat de Gedaagde Defaillant zich hier door. mede heeft fchuldig gemaakt, aan bet ulurpeerea van de Hooge Regeering dezer Provincie, en vervolgens niet alleen heeft mede gewerkt, in 't ontrekken van de goede In- en Opgezeetenen aan de gehoorzaamheid jegens hunue .wettige Overheid , door dezelven te gelasten van geene andere Staats - Refolutien of bevelen, van welk een aart die ook zouden mogen zyn, te refpe&eeren , dan die geene welken op den naam der alzo vergaderde Perfoonen zouden weezen afgevaardigd, en voorts, in de Militie behorende tot de drie Regimenten ter requifioie van de wettige Overheid , op behoorlyk. patent en attaché binnen deze Provincie iïigemarcheerd., en ter betaling van dezelve ftaande, afce trekken van de getrouwheid aan hun Eed en pligt, door hen te ordonnee* ïgn, van zich, zoo dra mooglyk uit eikanderen,, eanjar de Sud Utrecht of elders,.te begeven* m£t S 5 bfe«"  ti&z Verzameling van Stukken betrekkelyk tot beloften van protectie en indemniteit, niet onduidelyk den Daam van Geweldenaarstoepasfende, op die genen welken de wettige Kegeering dezer Pro» vincie uitmaakten, maar ook in het ftyven en voortzetten van eenen gewapenden opftand, tegens de Oppermacht dezer Provincie, en voorts in het, op naam van de Staten van den Lande van Utrecht onwettelyk afzenden van Gecommitteerdens ter Vergadering van Hun Hoogfvlogende, de Heeren Staten Generaal, en in het pleegen van alle die verdere, «o met opdicht tot de Hoge Oppermacht dezer Provincie isfive , geweldige en vyandelyke, als voor dezelve Provincie zeer verderfeiyke daden , welken uit hoofde van de voorfchreve onwettige Vergaderingen zyn ontdaan, en die niets minaer ten gevolge zou g'had hebben, dan een totale ruïne dezer Provincie, indien de pogingen daartoe aangewend, niet in tyds waren verydeld geworden. En nadien den gedaagden Defaillant daar door met een boos en vyandelyk opzet, de Hoge macht dezer Provincie aangetast, en alzo het crimen icef® mojtftatis et perduellionis begaan heeft , en zodanig delict in een Land, alwaar eene goede Justitie regeert , niec kan worden geleeden, maar anderen ten exempel naar verdienften moet worden ge-> 'flraft. Zo is 't, dat het voorfchreve Hof doende recht» verfteekt den gedaagden Defaillant van alle exceptien, declinatoir, delatoir en peremptoir, weeren en defenfien, welken hy eenigzints had mogen proponeeren ofte baat neemen , verklaart wydera denzelven vervallen te zyn, van alle deszeifs officien, ambten en waardigheden ; bant voorts den gedaagden Defaillant ten eeuwigen dagen uit de Stad, Steden en Landen van Utrecht, mitsgaders •uit de Provincie van Hojland, Zeeland en WestFriesland , zonder ooit daar weder in te mogen komen , onvermindert zodanige verdere draf aan Iyf en leven, als het zelve Hof, by aldien den ge-  dg Gebeurtenis/en in 1787 en», voorgevallen. 283. gedaagden Defaillant 't eeniger tyd in handen van de Justitie mogte geraken, als dan zal oirdeelen, Jan Sem te moeten worden geinffingeerd, en confisqueerd ten profyte van den Lande, a e de goederen van den gedaagden Deftülant, welken ra k» overfchieten boven de kosten en mifen van Jultitie den gedaagden Defaillant daarin necondemneerende by dezen ter tauxatie van den Hove. Gedaan 't Utrecht by myne Heeren en Mr. Ian Both Hendriksen Praehdeerende, üa-iisl Franqois van Goens, Jacob Adriaan van urn Heuvel, Hermannus Oost.rdyk , Gerard Munniks , Heere van Gervenscop m d*n Breuiyk, Willem Craayvanger en Jühan Adriaan van Wachendorff, Raaden in den voorfcnreven Hove, en gepronunüeerd den 30 May 1789. . . Geëxtraheerd uit het Register der crimmeele Sententiën 's Hofs van Utrecht, en accordeert diïr mede by my Griffier, op dezen 3 July 178* (was get.) Cornelis de Wys. N° 1809. Sententie van het Gerecht der Stad Utrecht, _ ' op en tegens Adrianus Hoevenaar, Notaris en Prokureur. In dato den 4 July 1789. Gezien by den Gerechte der Stad Utrecht, den ïntendith, onder denzei ven Gerechte gemeerd * en overgegeven, by of van wegen Jonkheer Fredrik Ckristiaan Reinhard Baron van Reede en Asrim Grave van Athione, Vry heer van Ameronaen en Hoofd-Officier dezer Stad, ra\ offic.Etsfcher, op en jegens Adrianus Hoevenaar, Notaris 's Hofs Provinciaal van Utrecht, en Prokureur voor welgeraelden Gerechte, Gedaagde in Perioon byEdifte, en Defaillant. - Gezien mede de inthimatien, veriflcatien, ac*en enmunimeaten, by den Heere Eisfcher geproduceerd, waar by gebleken is3 datdengedaagaen De.  »9# Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot faillant onder de Perfoonen, die in de troebles welke binnen deze Stad, in de laatjlt jaar en voor de om. •wendwge van zaaken hebben plaatze gehad-, de voornaame hand gehad hebben, on eene byzondere wy, ze heeft uitgeftoken, dat hy*zulks onder anderen ten fterkften heeft betoond, door het tot een bewys zyner goedkeuring te onderteekenen, en op den 79 December 1785, terwyl men uit naam van de Gecommitteerden uit de Burgery, waar onder zich mede de Gedaagde Defaillant bevond, op de Keude en om het Stadhuis, een groot aantal Burgers, Schutters en Ingezetenen had doen zamen komen, in den Raad dezer Stad mede in te leveren zeker oneerbiedig Addres, tendeerende, om zktens Vergadering en zonder verwyl, het Concept-Reglement, corcerneerende de beftelünge van de Stads Regeeringe, vast te ftellen, te arresteeren en te publiceeren, met verdere bepaaiinge, om het zelve in allen gevalle na-verloop van drie maanden, met de Burgery daadelyk in te voeren en wederzyds te beéédigen. Dat de Gedaagde Defaillant en de zynen, met het gene door de Vroedfehap daar op als toen gerefolveerd was, geen genoegen, quefi op den naam der vergaderde menigten, genomen, maar geinfteerd hebben op eene nadere Vroedfchaps-Vergadering, nog in den Namiddag van dien zelfden I9den December te houden, dat in die Vergadering, wegens het gering getal der aanwezende Raaden , geene Refolutie hebbende koenen worden genomen, en de Vroedfehap op den volgende dag, zynde den aoften December, terwyl men wederom eene groote menigte Volks, ter voorfz. plaatzen had doen zamen komen, op nieuw vergaderd, en eene nadere Refolutie, welke terftond by Publkatie ter kennisfe van de Burgery is gebragt, genomen hebbende, hy Gedaagde Defaillant en de zynen, de Vroedfehap hebben verzogt te willen vergaderd blyven, en vervolgens in den Raad ingeleverd eene dringende verklaaring* dat de Burgery ook in die gepubli- ceer«  de Gébeurténisfen in 1787 enz. voorgevallen. 285 Ceerde Refolutie geen genoegen nemende, infteer» de'n op de onverwylde letterlyke afdoeninge van hun verzoek, en onmiddelyke bekendmaakinge daar van ; zynde intusfchen het Stadhuis van rondommt zoodaanig bezet geworden, dat de Raaden daar van niet konnende afkomen, door geweld genoodzaakt zyn, in dat afgeperst verzoek te confenteeren; dat verder de Gedaagde Defaillant op den 6 Maart 1786 van zich, heeft kunnen verkrygen, om met meer anderen der zich noemende Geconftitueerden en Gecommitteerden te onderteekenen, en in den Raad te doen inleveren, het dreigend Addres ter invoering en beéédiginge van het zoogenaamd gearrefteerd Regeerings-Reglement op den aoften Maart daar aan volgende; dat hy Gedaagde Defaillant insgelyks na dat de Vroedfehap dezer Stad by Publicatie van den 7 Maart 1786 verklaard hadde, bovengemelde gepubliceerde Refolutie van den 20 Decemb. 1785 door Hun Ed. Groot Achtb. niet vrywillig te zyn genomen, en dus dezelve te houden voor informeel, krachteloos en van onwaarden, heefc konnen goedvinden met meer anderen der voorfz. Geconftitueerden en Gecommitteerden, op den 13 Maart 1786 een allerlcefifst Addres en Protest daar tegen te onderteekenen, en almede in den Raad te doen inleveren; dat hy Gedaagde Defaillant het hier by niet gelaten heeft, maar al verder heeft beftaan te onderteekenen en te doen inleveren, de alle paaien van decenfie te buiten gaande Addresfen aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfehap in de extraordinaire Vergaderingen van den Raad, des morgens en des avonds van den 20 Maart 1786, tendeerende dezelve Addresfen, om de Vroedfehap op de infolentfte wyze te dwingen, om het als toen pretenfelyk geapplaneerde Regeeïings-Reglement, door de Schuttery te doen beéédigen, en voorts de Heeren Raaden te noodzaa. ken, om ieder voor zich een zeker Declaratoir, naar den fmaak van den gedaagden Defaillant en zy nen aanhang, ingericht, uit te leveren, onder zoo- daa<  ë8<5 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tót daanige verregaande bedreigingen, als breeder by dezelve; dat boven dit alles den gedaagde Defaillant in de oproerige bedryven, welke vervolgens binnen deze Stad hebben plaats gehad, zich zoö verre heeft geimmisfeerd, dat hy niet alleen by het pretenfelyk verkiezen van Raaden, maar ook in het byzonder by het in den ééd nemen derzelven, op den 20 Augustus en 12 Oétober 1786, als mede Amanuenfis heeft gefungeerd, en zich dus als een der voornaamRen van eenfeditieufe Cabaale gedragen; alle welke feiten, breeder by bovengemelde Intendith vermeld, importeeren zeer zwaare en atroce delicten, in het algemeen begaan tegen de hoogheid en wettige Regeeringe dezer Stad en Provincie, welke dus in een Land daar goede Juftitie vigeert, Diet konnen worden geconniveerd, maar anderen ten affchrik en exempel behooren te worden geftraft; —— Zo is 't, dat het voorfz. Gerecht doende recht, den Gedaagden Defaillant heeft verfteken, en verfteekt by dezen van alle Exceptien, declinatoir, dilatoiren peremptoir, weeren en defenfien, volgens de Ordonnantie, verklaarende hem gedaagden Defaillant te hebben gecommitteerd het crimen lafee majejlatis, en mitsdien te zyn infaam, en inhabiel tot eenig ambt of officie, en uit dieh hoofde vervallen van zyne bedieningen als Notaris 's Hofs Provinciaal van Utrecht, en Prokureur voor dezen Ed. Achtb.Gérechte, bannende hem uit deze Stad en derzelver Vryheid , mitsgaders uit de hooge Heerlykheid Vreeswykj andets genaamd de Vaart, zyn leven lang geduurende, en verklaart wyders ten behoeven van den Lande, verbeurd en vervallen alle zyne goederen, welke zullen worden bevonden over te fchieten boven de kosten en mifen Van Juftitie, condemneerende den gedaagden DefaiU 3ant in dezelve ter tauxatie van dezen Gerechte, alles onverminderd zoodaanige verdere lyfftraffe, indien hy gedaagden Defaillant in handen der Juftitie zal geraaken, als ter eaufe van het voorfz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. iZf, voorfz. Crimen bevonden zal worden te behooren» Aldus gepronuntieerd in de Audiëntie van den Stadhuize den 4 July I78°. (Onder Jtond) Accordeert (voor zoo verre 't geëxtraheerde aapgaat) met voorfz. Regis» ter, by my Secretaris van bovengemelden Gerechte, den 16 Jan. 1790. (was get.) C. A. v. Wachendorff. ü°. I810. Sententie van het Gerecht der Stad Utrecht* op ende jegens Jan Hendrik van der Slüys. In dato den 3 OStober 1789. Gezien by den Gerechte der Stad Utrecht, den Intendith onder denzelven Gerechte gefurneerd en overgegeven by of van wege Jonkheer Frederik Christiaan Reynharï Baron van Reede en Asrim, Grave van Athlone, Vryheer van Amerongen Éfc. Ére., Hoofd-Officier dezer Stad R. O. Eisfcher , op en jegens Jan Hendrik van der Slüys , Gedaagde in perfoon by Edicle , en Defaillant; gezien mede de inthimatien, verificatien, aaien en munimenten , by den Heere Eisfcher geproduceert, waar by gebleken is, dat den ge* daagden Defaillant in de troubles , welke in de laatfte jaaren, voorde onwendinge van zaken hebben plaatze gehad , mede een byzonder aandeel gehad heeft, dat hy zujks onder anderen ten flerkften betoond heeft, door te he'pen inftellen, immers te ondertekenen, en aan den pretenfen toenmaligen Raad in te leveren, de fchandelyke Memorie of Deduftie van den 5 Augustus 1787, tenderenda om quafie te betogen het recht, tot het neemen van reprefailles op onfchuldige Burgers en Ingezetenen, wegens de handelingen van den wettigen Souverain dezer Provincie, als toen te Amersfoort vergaderd, en welke feitelyk ondemo. me-  02 Verzameling van Stukken betrekkelyk iét menen reprefaillës, ten gevolge hebben gehad'* het dëcerneëreh van zogenaamde huis- en Rads arresten , tegens verfcheidenen notabele Burgers er? Ingezetenen, geduurende de onwettiglyk geufurgeerde Magiftrature , en byzonderlyk mede het gevangen neemen, en.in detentiehouden der Heeren Mr. Jacob Anthony Ma'rtens en Paul Engelbert Voet van Winfen , en zulks tot zulke boosaartige en Godvergeeten oogmerken, als men zich niet ge'fchaamd heeft, by die Memorie zelve ■onbewimpeld ter neder te ftellen.. Welk feit, breder by bovengemelde Intendith vermeld, importeert een zeer zwaar en atrocs delict» in bet algemeen begaan tegen de Hoogheid en wettige Regeeringe dezer Stad en Provincie , 't 't welk dus in een Land, daar goede Justitie vigeerd, niet kan worden geconniveerd» maar anderen ten affchrik en exemple behoord te worderj geftraft. Zoo is 't, dat het voorfchreven Gerecht doende recht, den gedaagden Defaillant heeft verfteeken, en verfteekt denzelven by dezen, van alle exceptien * declinatoir, dilatöir, en peremptoir, weerenen defenllen, vólgens de Ordonnantie jverklaarende hem gedaagde Defaillant te zyn infaam en inhabiel tot eenig Ambt of Officie, en bannende hem uit deze Stad en derzelver Vryheid, mitsgaders uit de Hoge Heerlykheid Vreeswyk , anders genaamd de Vaart, zyn leven lang gedurende, en condemneert hem gedaagde Defaillant, wyders in de kosten vaö dezen Intendith ter tautatie van den Gerechte. Aldus geproöuntieerd in de Audiëntie van den Stadhuize den 3 O&ober 1789. (Lager Jlond) s . Accordeert (voor zo. veel 't geëxtraheerde aangaat), met voorfchreven Register by my Secretaris van boven» gemelde Gerechte den 30 April 1793* (was gtti) G. A. v. Wachendorfk.. .. N*?  h Gefóurtemsjtn in 1787 'ww. voorgevallen* F°i 181 r. Sententie van het Gerecht der StadUrrecJiï op en jegens Jan Carels. lh dato ten 3 Ocïaher 17891» Gezien by den Gerechte der Stad Utrechts dea Intendith, onder denzelven Gerechte gefurneerd en overgegeven, uit den naam of van wege Jongheer Fsederik Christiaan Reinhard Barón vaïc Reede. en Agrim Grave van Athlbney, Vryheer van Amerongen 6fc Öf<. Hoofd-Officier dfezer Stad rau offic. Eisfcher, op en jegens Jan CareLs, Gedaagden iD Perfoon by eciicte en Defaillant. . ^ •. Gezien mede de inthimatien, verJcatien 9 actiën en munimenten by den Heere Eisfcher geproduceerd , waar by gebleken is, dat den gedaagden Defaillant in de troubles, welke in de laatfte jaa« ren, voor de omwendinge van zaken hebben plaats gehad, een byzonder aandeel gehad heeft, dat hy zulks onder anderen ten fterkften heefc betoond door een bewys zyner goedkéuringe, tb öndertekeuen, eh in den Raad dezer Stad te doen inleveren, de twee onderfcheidene iicentieufeij> en .met de honendfte bedreigingen, opgevulde harmgues.» door den perfoon van Mr. Pieter Philtp Jorïaan Ondaantje j in de Vergaderingen van.de Vroedfehap den 7 en. 11 Maart 1785, gehouden , en tendeerende tot vernietiging der gedaané electie van Mr.. Jonathan. Sichterman,- tot Raad in de Vroedfehap dezer Stad; dat verders de Gedaagde Defaillant op den 6 Maart. 1786, van-zich heeft kunnen verkrygen, om, met meer anderen, der zich noemende Geconftitueerden en Gecomrtiiteerr«' den , te ondertekenen, én in den Raad te doen inleveren, het dreigend Addres ter ibvoeringe eh beëediginge >, van het zogenaamde gearresteerde Regeerings-Reglement, op den Sibfteö Maart,daar aanvolgende ; dat hy gedaagde Defaillant ifisgelyks, na dat de Vroedfehap deSet Stad, by (Publicatie van den 7;Maart 1786, Verklaard cad,zekerd Refolutie hy Hun Edele Gróf»»! Achtbaar* op Act XXII. Deel, T «•  soo Verzanding van Stukken betrekkelyk tot 20 December 178?, tot het arresteeren van een nieuw Stedelyk Reglement van Regeeringe, niet vrywillig te zyn genomen, en dus dezelve te houden, voorinformeel , kragteloos, en van onwaarde , heeft konnen goedvinden met meer anderen der voorfz. Geconftitueerden en Gecommitteerden, op den 13 Maart 1780, een allertefiefst Addres en Protest daar tegen te ondertekenen, en almede in den Raad te doen inleveren ; dat hy gedaagde Defaillant het hier by niet gelaten heeft, maar heefc beftaan te ondertekenen , en te doen inleveren , de alle palen van decentie te buiten gaande Addresfen, aan de Edele Groot Achtbare Heeren Burgemeesteren en Vroedfehap, in de ex« traordinaire Vergaderingen van den Raad, des morgens, en des avonds, van den 20 Maart 1786, tenderende dezelve Addresfen, om de Vroedfehap op de infolentfte wyze te dwingen, om hetalstoen pretenfelyk geapplaneerde Regeerings-Reglement, door de Schuttery te doen bëëedigen, en voorts de veertien Raaden te noodzaken, om ieder voor zich, een zeker Declaratoir, naar den fmaak van den gedaagden Defaillant en zynen Aanhang ingericht, uit te leveren, onder zodanige verregaande bedreigingen , als breder by dezelve} dat hy gedaasde Defaillant, al mede heeft durven onderftaac, aan de Vroedfehap te prefenteren het fpoor]oos Manifest op den 3 July 1786, om Hun Edele Groot Achtbare te noodzaken, om binnen den tyd van vier weeken te bëëedigen, zeker Collegie van zogenaamde Gequalificeerden en Gecommitteerden uit de Burgery, op poene van feirelyke remotie, der hier omtrent dificulteereude Raaden, met verklari^ge, dat de Burgery van dit hun befluit aan de Hooge Bondgenoten zoude kennisfe geven, om door dezelve met macht te worden onderfteund, en verklarende zich ook gerechtigd te houden , om daar van aan den Koning van Frankryk kennisfe te geven, en boedanige Misfive hy en zyne complicen ook op den 5 July 1786", aan de Ho-  & &eïeurtcnisftn in 1787 enz. voorgevallen. 291 Ëóge Bondgénoöten hebben afgevaardigd; gelyk ook door hem en de zynen, aan alle de Schutte, ryen en gewapende Genootfchappen , ter zake voorfchreven circulaire MüfiVes zyn afgezonden; dat hy Gedaagde Defaillant boven dien zich heefc verftout, om met andere onrustige lieden, op den n Augustus 1786, de Infinatsen aan dertig Leden van de Vroedfehap, waar by dezelve wierden verklaard van hunne Raadsplaatzen te zyn gerem.o» veerd, te expioiteeren, en derzelver overgeleverde Copyen te ondertekenen, als mede op den Sften Augustus daar aan volgende de Infinautieh aan de Heeren , van de voorftemmende Leden j en aan zodanige Raaden in de Vroedfehap, als ter Vergaderinge van Hun Ed. Mogende fesfle hadden J te exploiteren en derzelver overgeleverde Copyen te. ondertekenen, midsgaders nog^ op den_ijdendier Maand te ondertekenen, de Inlinuanen aan de Heeren ordinairis Gedeputeerden, waar door het verleggen der Vergaderingen van HUP Edele .Mogenden naar Amersfoort,is noodzaaklyk geworden; Alle welke feiten , breder by bovengemelde Intendith vermeld, importeren zeer zware eri atröCe delicten , in het algemeen begaan tegen de Hoogheid én wettige Regeeringe dezer. Stad en Provincie , welke dus in een Land, daar goede Justitie vigeert, riet konnen worden geconmveerd., maar anderen ten affchrik en exempel behooren té worden geftraft , zo is 't, dat het voorfz. Gerecht doende recht, den gedaagden Defaillant heeft verReken, en verfteckt by deze van alle exceptien de° , clinatoir, düatoir, peremptoir, weeren en defencien, volgens de Ordonnantie, Verklarende, hem gedaagde . Defaillant, te hebben gecommitteera het , crinien "lafa majeftatis , en mitsdien \ te zyn infaam en inhabiel tot eenig Ambt of Officie 1 .bannende hem uit deze Stad en derzelver Vryheid\ mitsgaders uit de Hoge Heerivkheid Vreeswyk; anders genaamd de Vaart, zyn leven lang gedurendei èh fetklaart wyders, téü behoeve van dea Lande ver-  292 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk til beurt, en vervallen alle zyne Goederen, welkê zullen worden bevonden, óver tefchieten, boven de kosten en 'mifen van Justitie, condemneerende den gedaagden Defaillant in dezelve , ter tauxatie van dezen Gerechte, alles onvermindert zodanige verdere lyfftraffe, indien hy gedaagde Defaillant in handen der Justitie zal geraken, als ter caufe van het voorfz. Crimen bevonden zal worden te behoren. A'dus gepronurcieerd in de Audiente van den Stadhuize, den 3 Octobet 1789. Accordeert met voorfz. Register by my Se* creiaris. (was get.) C. A. v. Wachéndórff. N°. 1812. Stntentie in zaake ven Dr. W. Koopman als aangebelde Fiscaal namens de Provincie, tegen H. J. Coxmschate. Geptonuncieerd op den Huize Almelo den 4 Maa^t 1790, inpevotge Advis van de Heeren Mrs. F. J» J van ' gheltinga en Hk U. Hm er , Raaden Ordinaris in den tiove van Friesland. Gezien by ons ondergefchrëven de EischebAan« fpraak Crimineel gefourneert met bv'agen fub Patet A, B, C, D, E, F, G enH., fampt Intendith gefourneert met bylagen onder N°. 1, patet» N°. 2, 3, 4. patet, 2do., 3tio.. N'. 5, 6, 7, 8, 9» 10, 11» 12 en 13., voor Dr. W. Klopman als aangeftelde Fiscaal, namens de Provincie: (Overysfel:) Klager en Aanlegger. Op en tegens H. J. ColmschAtE Beklaagde en Gedaagde in perfoon. Zyn, behoudens beter oordeel, van gedagteö, dat de eerfte vraag in dezen is, of door het arresteéren, er. op den 12 September 17^7. aan Ridderfchap en Steden prEefenteeren, vervolgens in de publique Couranten divulgecren van zeker Addres, op naam van de gefamentlyke Afgevaardigden uit de  ëé Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. «93 ■de Schutteryen, Vry-Corpfen erj Genootfchappen van wapenhandel, in veronderdelünge dat deszeifs iühnud beweezen is , over een te komen met de minute; zoo als die gevonden is te Zwolle , onder de paoieren van de geëxideert hebbende Excercirie-Genootfchappen van Overy*frl, en thans ter Secretarie van,gemelde Stad berustende, by eisch in cnpia authentica overleggende met patet, een misdaad begaan is?' En zoo ja , of de inhoud van hetvooren^emelde Addres beweezen is, over een te komen met die minute by Eisch Copielyk met patet gefourneert? al* mede met het gevondene in de Zuidbollandfche Courant van den 27 September 1787. En eindelyk , of in allen gevalle, al hield men de inhoud van het geprasfenteerde Addres voor beweezen over een te komen met die minute , de Beklaagde moet gehouden worden , voor genoegzaam na rechten overtuigd, van geweest te zyn de Hoofdbeleider in het arresteeren en aan Ridderfchap en Steden pra?fenteeren van dat Addres; ten minften van in het arresteeren en praefenteeren van dat Addres te hebben toegedemd ? Waar omtrent wy geene de minde zwaarigheid maaken,om de eerde vraag affirmatif te beantwoorden. Want fchoon wy 'er verre van af zyn, om die misdaad te brengen onder de clasfe van de crimina perduehionis; zo zyn wy 'er even verre van af, om. de Autbeurs van een zodanig Addres., en die genen, welke 'er in toegedemd hebben om het zelve , zoo als het indrument by Eisch met patet behelst , ter Staats-Vergaderinge in te leveren, onfchuldig te houden van geb-ek aan eerbied jegens de Leden compofeerende de Hooge en Souvereine Staats-Vergaderinge van Overysfel, zowel als jegens zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erfdadhouder en Hoogst dezelven aangedaan te hebben zeer aftroce injurien , en hooggaande dreigementen, welke wel eene ferieufe correctie verdienden: zonder dat de omdandigheden, van tyden, T 3 waar  894 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot waar in zy toen verzeerden of voorige dispofitien van den Souverein gelve, ten hunnen opzichte gemaakt; en welke ontwyfTelbaar ter verligtinge der Rraffe , in eonfiderarie zouden moeten komen i hun daar van geheel konden bevryden. En om daar van overtuigd te weezen, heeft men het inftrurnent zelve maar in te zien , eh wel de perioden by den Klager, by Eisch aangehaald, welke zo evident zyn, dat wy niet kunnen geloóven , dat een onpartydig mensch in de gedachten kan komen a dat dezelve in een Land,, waar in maar eenigzints de gonde orde en ondergefchiktheid plaats heeft, flraffelops zouden zyn-gepermitteerd. Dan wat belangt de tweede vraag, die in dezenis van het üiterfte gewigt, wart de inhoud van het gepra?fenteerde Addres niet beweezen ,zynde , vervaft de. geheele aanfpraak, om dat het Corpus delicti, het eerfte vereisch in alle vervolg der misdaaden L. l. §. 27./.dequceft. ontbreekt: het Addres zelve is niet voor handen : uit de Refolutie van den 3.0 November 1787 , zo wel als uit de Notulen hy de Excerci.tie Genootfchappen te Zwolle gehouden, bly kt, dat , wegens den doormarsch en inquartiering der Pruisfifche Troupec in Overysfela ■ door, de Afgevaardigden van de vereenigdf Excercitie - Genootfchappen aan Ridderfchap en Steden, een Addres gedaan is, waar over Hun Ed. Mogendenzoo wel als de toen ter tyd exifteerende Commisfie van Defetifiewpz'en baar ongenoegen hebben' getoond; dat een Commisfie uit de Excertie-Genootfirhappen _ ook daar over door de Commisfie van Defenfie is onderhouden. Vervolgens ge= blykt'uif die gezeidf Notulen nog, dat.de A.dvocaac de Lille en Schout Bannier gecommitteerd ea verzogt zyn, om een Addres ten dien fine op te ftellen, dat die een concept hebben opgefteld en aan de Vergaderirge overgegeeven; en dat na eenige ye.'inderinge, ook dat concept is goedgekeurd, en dV Prsefident Pymah en Secretaris van Deventer veraogt zyn,' om dat Addres} na dat het uitge- iichree-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. fchreeven was , te tekenen, en aan den Heer Mdlart tot de Leemkuk over te geeven, om hetzelve mede te neemen na de vergaderinge te Campe:;. Voorts is 'er gevonden onder de papieren van dezelfde Excercitie-Genootfchappen een concept van een Addres aan Ridderfchap en Steden over dit zelfde onderwerp , gefebreeven: (zo den plager ftelf.) voor het grootRe gedeelte door den Ajvocaat de Lille, doch met eene bygevoegde periode door Scheur Bannier, en waar in gevonden worden verfcheiden veranderingen. Aan den Advocaat de Liixe het voorfchreeven brouillon of minute in originali vertoond zyDde» erkend op Vraagarticulen art. 13- dat het aan hem vertoonde concept, het zelfde is, waarvan hy te vooren gefproken had, en het welke hy volgens de beantwoordinge op art. 5. hadde ingefteld, zoodanig als het eerst in de vergaderinge wa3 mgegeeven,dog dat 'er na die tyd in geklad enbygevoegd is, en dat daar in op diverfe plaatzen de hand van anderrn kennelvk gevonden word: zonder dat hy kan zeggen, wie die ingelaste Woorden en perioden gefchreeven heeft. Verder zegt hy nog op art. 7. dat hem niet voor Raat by het arresteeren van het Addres, zoo als geprsefenteerd is, preient geweest te zyn, en dat hy op dien tyd buiten het vertrek moet zyn geweest, en by zyne komst in de kamer, den Procureur van Deventer bezig gevonden heefc met het mundeeren; en op art. 12. dat hy niet weet , of die minute woordelyk gevole is, omdathy nog het Addres, nogdemimïte niet weder heeft gezien; maar zelfs met, urnco contextu heeft geleezen of hooren leezen. Schout Bannier, op Articulen gehoord, zegt, dat de Advocaat de Lille de gedachten van de vergaderinge heeft op het papier gefteld; dat hy die een weinig voor de vergaderinge heeft gezien ; en dat hy, zittens de vergaderinge, de laatfte periode 'er heeft bygevoegd , en ; dat, dat concept, na eenige veranderingen is gearresteert doch dat 6 x 4 fay  s#S. KenavpUnz van Stukken betrekkelyk tol hy mee geen mooglykheid kaD zeggen, of de aaa hem voorgeleezene Cppie, mee het toen gearresteerde volkommen over een kwam ; doch de origineele minute aan hem niet vertoond zynde, zo heeft hy zyn bankniet erkend. Het ftaat dus vast, ea wy houden voo; beweezen» om dat de Notulen, ïti eêne gelegalifeerde vergaderinge gehouden, ten Opzichte van het gebeurde in die vergaderinge snoet houden voor beweëzeq, zoo lange tot tegen,, defel daar van bjykt, dat "er een Addres aan de Staaten gewéést is; dat het concept daar vap door den Advocaat oe Lixle en Schout Bannier, ten minftgn zaaklyk gefchreeven is; en dat 'er onder de papieren van het Genootfchap een concept of Brouillon van foortgelyk een Addres gevonden is; doch dat de gevondene minute, na de daar in gemaakte, veranderingen, alleen door den Advocaat de Lïlle en Schout Bannier zoude gefchreevep zyn, is niet beweezen, ook komt die minute mee bet -geinfeieerde, ip de Zuidhohandfche Courant van den 17 September 1787, wel,zaakelyk maar iQÏrt woordelyk over een. Nu is het zo, dar men het Corpus deliSti voor beweezen houd, zo dra vast ftaat, dat 'er een misdaadgepleegd is. De mjsdaadaan den Beklaagden by dezen te laste gelegd, beftaat, dat hy een der Hoofdbeleiders geweest is, in het arresteeren en in publique Couranten divulgeeren van een voor dea •Souverein en. den Heer £rfftadho,uder ten hoogften laefif Addres: derhal ven dient den iphoud van datgeprjefenteerde Addres, boven alleq vast te ftaao. -^- Daar nu het origineele Addres niet voor handen is. — en daar niet beweezen is, dat he,t gevonden hrouiilon, met het geprasfenteerde Addres volkometi over een komt, noch de inhoud van het geprefereerde Addres aMundccontteert: zo durven Wy den inhoud yaD dat Addres, endushet.Cor/w deliiïi. ook, niet voor beweezen houden ï het welk dan lU. een noodzaaklyk gevolg heeft,' dat, na ons begrjp. djeaaefpraake ten principaalen mqet vervaliea. ■ ' ' ' De  ie Qebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, sp? De prEsfumtie is 'er, wv erkennen het, zeer fterk voor » dat het geprsei'entéerdè Addres waarlyk ten minften zaaklyk met het overgelegde brouillon zal overeengéftemd hebben: maar die overeemkomst geblykt ons in het minfte niet, omtrentiederperiode op zich zelfs , ondercusfchen zal men ooit condemnatie verleenen, dan dient zeker de inhoud van dié ftraf bare perioden vast te ftaan. Immers het Addres , zo als het gepraüfenteerd is, kan over het algemeen met de minute oVereenRemmen: maar'er kan een en ander periode in veranderd zyn, zelfs een en ander periode 'er uitgelaaten, en zo dat eens zo was, welke perioden zyn veranderd ot zvn 'er uitgelaten? en welke perioden zal men tot laste van dendaader: (veronderfteld dat men die wiste-) in de Sententie zetten? zo men niet weet den prscyfen inhoud van het Addres : en hier van is ons niets gebleeken. En alfchoon wy dan de daad op zich zelfs ten hoogften verfbeijen : zo moet ons echter zulks nooit beweegep,, om iets voor beweezen te houden het welke éigentlykniet bewpezen is,. De allegaten van den Klager uit Hüber P'de.nam npn h'-bemus Dus is dan de Beklaagde, naar ons inzien , met overtuigd, idoneis testibus ^ dat hy in het aan Ridderfchap en Steden gepunteerde Addres, heeft toegeftemd, of het zelve gcdivulgeerd. . Wat nu de documenten, zoo by Eisch als by Intendith overgelegt, aanbelangt. daar uit gebiykt wel, dat de Beklaagde by alle die vergaderingen van üxercitie Genootfchappen. op den 12, 13.en.14 ii**' tember 1787 te Zwolle isprsfent geweest, ten tyde, dat aldaar het ongepermitteerde Addres is, gearresteerd: maar nergens geblykt Mi uit, dat de BeVaagde daar ia heeft toegeftemd; dus, dnw^be.  jod Verzameling van Stukken betrekkelyk tet fchouwd zynde, niets bewyst ten laste van Jen Beklaagden , om dat de misdaad niet beftond in hee tegenwoordig zyn io die vergaderingen: want die vergaderingen waeen op dien tyd no£ gewettigd en gepermitteerd Het kan derhdlven geen misdaad zyn, te yerfchynen in eene, door den Souverein zelfs, gelegalifeerde vergaderinge * zelfs Diee, al word daar, door anderen, een misdaad bedreven. Feccata emm tenecnt fuo? autlores L. 22. ff. de 'poenig. />. uit. ff. ad lé. com. de-ficariis. Wie de misdaad begaat, moet de ftraffe daar voor Iyden; zie onder anderen Htjber inprcel. ad ff. Lik r ut, 4. 5. 5. .jem ée jure civ Lih. a. fee. 3. cap. 14.39. de Lynckerz» comm. ad Hvt mr, civ. Lib. 2. cap. 9. $. u. Leisezus m med. aaff. fpec„ «?3. £n het is om die reden rnet genoeg, dac de Kiaager bewyst, dat Je Beklaagde in eene vergaderinge tegenwoordig geweest is, alwaar een misdaad is gepleegd, om hem aan die misdaad fchuldig te houden: maar de Klaager moeste bewyzen, dat de Beklaagde die misdaad mede gedaan hadde. Landt. D. 1. at. 2. art. 3. D. T.tit. 14. art. 1. in pp, En, daarom legt ook deRe". iolutie van Hun Ed. Mogenden, van den 30 November 1787 niet, om te procedeeren tegens alIe die £enen , die in de voorfchreven vergaderinge praefent geweest zyn , maar tegéns de teekeaaaren en die genen , welke by onderzoek comphces zullen bevonden worden van het fameufe Addres, cp naam van de gezamen/yle Afgevaardigden uit de SchutteryeD, Vry-Corpfen en Gerootfch.ppen van Wapenhandel, den 13 September 1787 ter Staats-vergaderinge ingeleverd; en dat wel overeenkomRig gemeene rechten, op een allerhiljykst fundament, om dat in veele gevallen iemand, al was hy nog zoo onfchuldig, dikwils zyne onfchuld niet zoude kunnen aaatoonen , om dat alle daat by prèfent geweest zynde Perfoonen, even fu'fpëcl:. zouden moeten, worden gehouden, en dus kwaalyk als. Getuigen ten behoeve van een ander kunnen worden aangenomen. Doch  de Gebeurtenis/en in 1787 m. vdflrgevate 3»* Doch deze Beklaagde heeft meer gedaau, al? falootelyk by die vergaderinge praïfent te zyn; , hy is met drie andere Gecommitteerden van die afgevaardigden uit de Genootfchappen gecommitteerd geweest, den 1.3 September 1787, naar Carapen, om met Gecommitteerden uit het Defenfie-wezen te fnreken over den tegenwoordigen toe/tand vanzaa* ken.-Gecommitteerden uit het Defenfie-wezen heb« ben aan hun te kennen gegeVen 4 zoo het ongenoegen van Ridderfchap en Steden als vac1 hun zelfs, over vérfcheidene expresüen in dat Addres voorkomende ; en het rapport van de Beklaagde cwnfocüs behelst; dat zy dat Addres hebben zoeken te verdedigen, zonder dat er de minfte.big is, of mentie gemaakt wordt, dat de BeKIaagae zich 'er op zoude beroepen hebben, dat hym hec arresteeren van het Addres niet mede hadde toegeftemd: en dat is zekerlyk eene merkelyke prasfum* tic, ten laste van den Beklaagden, fchoon op verre niet genoeg ter overtuiginge, van de aan hem te laste gelegde misdaad. Dit gedrag van den Beklaagden was mooglyk, fchoon hy ih 'e Addres met mede hadde toegeRemd. • ; u t, j Het was immers zeer mooglyk, dat de Beklaagde bv het formeeren van het Addres, 'er volftrekt teeen geweest was, en dat hy evenwel, of om dac hy de zaak zoo erg niet hadde ingezien, of uit een kwaalyk gemaakte vrees, of om zyne mede atgevaardigden, zoo veel mooglyk, te verfchoonen, aan Gecommitteerden uit het Defenfie-wezen mee geopenbaard heeft, dat het Addres buiten hem was Het zyn twee gantsch verfchillende daaden, een 'deliét te begaan , of een reeds begaan deliSt te verfchoonen. Het is dus geen necesfair argument, dat het laatfte niet buiten het eerfte zou kunnen beftaan, en dat het moreel onmooglyk is, zoo geweest te zyn. De Beklaagde zou in dezen fchuldig ftaan, ais de misdaad van dien aart was, dat de wetenfehap daar van zonder te ontdekken, op zich zelfs een misdaad  302 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot daad uitmaakte, gelyk in de gevallen van de L. 3f, C adL. Pompej. de Parrkid. L, un. f. pariitie {laaide, zich niet de Burger-gefchiltén in de Provincie Gelderland en Utrecht te melleeren. .••.! Gedelibereerd zynde op. het r6de Artikel van de propofitie, 'betrekkelyk dè Requeste door 'eenige Officieren van de Burger Krygsraad dezer Stad , met en benevens de gewoone Gecommitteerden van het wettige Genootfchap van Wapenhandel in deze Stad, op- d=en 3iften-Augustus laatstledeo aande fieerön Gedeputeerden gepra^eoteerd, als mede op de Re\ , • ■ ■ f^uea-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 313 queste door een getal van drie honderd en negen, zoo Burgers als Ingezetenen dezer Stad en Provincie verteekent, mi.sgaders op de Requ:ste vaa de Gecommitteerden van den Burger Krygsraad met en benévens dé Gecommi'.teerden van'het gewettigd Genootfchap van Wapenhandel ia deze Stad, en nog op de Requeste van honderd en agttien Leden van dé opgerichte Sociëteit in de Stad Appin» gadam, en laatftefyk op èe Requeste,' zoo van het gelegalifeerd Genootfchap van Wapenhandel, te Winfchdten ten' get'ille van twee- en- tachtig Perfoonen, als van dit van de boven Pekel-A, door zeven- en dertig Perfoonen verteekend; alle welke Requesten in fubftantie behelzende, hoe door toeverlatige berichten waren geinformeerd , dat de Heeren Staaten' van Gelderland voornemens zouden zyn tegens die van Elburg, wegens de aldaar zweöyen de gefchillen, de. Militaire Macht te gebruiken , en waarfchynlyk daar toe het Regiment van den Luitenant-Generaal van Sommerlatte geëmployeerd zoude worden; verzoekende, dat ter voorkomioge'van het plengen van Burgerbloed, en de verdere te vr.ezene onheilen, zpodaane afdpende midielen mogen worden gebruikt, waar door den aanmarsch van Troepes , ter beflisfioge van Burgerlyke gefchillen, werde gepra3venieerd, en de Officieren van Regimenten, ter repartitie van deze Provincie ftaande, op het ftrengfte verboden, zich hier toe te laten gebruiken. Hebben de. Heeren Staaten van Stad ep Lande goedgevonden en gerefolveerd, dat zyne Hoogheid Zal worden verzocht, om geene Troepes, ter repartitie van déze Provincie ftaande, te laten employeeren, ter. beflisllnge der Burger-gefchillen te Elburg , of waar ook dezelve in deze Republiek plaats mogten vinden , ook, zoo daar toe eenige ordres gegeven mogten zyn, dezelve daadelyk in te trekken; en zoo 'er reeds Troepes naar Elburg of elders , op marsch mochten zyn, dezelve dixecl naar. derzelver Guarnifoenen te,doen retoiyv V 5 nee»  314 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot neeren; zul ende de Commandanten der Regimenten, op dezer Provincie repartitie ftaande , worden aangefchreven en gelast, zich met de Burger, verfchillen niet te meieeren; en voorts de Heeren Staaten van Gelderland op het vriendelykfte geëxhorteerd, geene Militaire Macht tegens hunne Burgeren en Ingezetenen te gebruiken, maar alle mooglyke en gepaste middelen te adhibeeren, ten einde de zweevende Burger gefchillen , zoo veel mooglvk, in der minne vereffend en bygelegt worde; offereerende de Heeren Staaten dezer Provincie daar toe hunne goede officien en mediatie, en worden de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Sraate en dezer Provincie Finances, verzocht en gecommitteerd, om de depêches hier uit refulteerende, te verzenden zonder relumtie af te wachten. ï$°. 181P. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 13 September IT~6, betrekkelyk de verwarde toeftand van zaaken in de Republiek, en verleende talenten aan etr.ige Troupes. Gedelibereerd zyndeover het Rspport der Heeren Gecommitteerden , tot de petitiën van den Raad van Staten en dezer Provincie jSuances, betrekkelyk de verwarde toeftand in de Republiek, de verleende Patenten aan eenige Troupes, dn bygevoegde concept Misfives, luidende als volgt; Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staten, en dezer Provincie finances. Edele Mogende Heeren! By Refolutie Commisforiaal van den n den dezer, hadden UEd. Mogenden, ter nader Examen op Rapport, in onze handen gelieven te Rellen, imo. de  ie Gebeurtenis/en in T787 enz.'voorgevallen. 313 de aanfchryving van de Heeren Staten van Holland en West-vriesland, in dato den 5den dezer, aan de Collonel Kempe Commanderende de twee Escadrons Cavallery van den Luitenant Generaal Stavenisse Pous, alhier in Guamifoen, waar by onder anderen word gelast, om zich met zyn onderhebbend Regiment marschvaardig te houden, ten einde, op den eerften order te kunnen trekken na de, by hoogst derzelver voor te fchryvene plaatzen. 2'. Het Generaliteit» Rapport, van den ^den dezer, daar heen tenderende, dat aan de Officieren, welke zich deswegen hadden geaddresfeerd, behoort te worden gtre.-fchribeert, dat toe Hun Hoog Mogenden kennelyke wederzeggingtoe, alleenlyk moeten worden gerefpeéteerc, de Patenten van zyn Hoogheid , als Gapitein Generaal van de Unie , met by voeging van generhande orders te optempereeren , welke ftrydig zouden zyn met den ééd door de Militie aan de Territoriale Óverigheid gedaan, zynde dit Rapport uitgebragt , ter gelegenheid van eene propofitie, door de Heeren Staten van Hollanden Wes;tfriesland eodem dato, en Corps ter vergadering van Hun Hoog Mogenden gecompareerd, en door monde van den RaadPenfionaris van Blie^wyk gedaan; als mede van de Misfive door den Generaal Major van Nyvenheim, Major Commandant van Bergen op Zoom, aldaar gefchreven den 7den dezer; die door ƒ. P. Hoeüft van Oyen, Collonel Commandant van het Regiment Cavallerie van den Generaal Major van der Hoop, gefchreven te Nymegen, eodem dato; en laatflelyk door den Collonel sandos,mede eodem dato toe Waegeningen gefchreven zynde; het een en ander betrekkelyk de Patenten , door zyn Hoogheid als Gapitein Generaal van de Unie, afgegeven aan eenige Militie , in voorfchrevene drie Plaatzen in Guamifoen , en op de Provincie van Holland gerepartitiëerd; gelyk mede de gedane aanfehryvingen van Hun Eds. Groot Mogenden, ©rn die orders niet te pareeren, ma,ar zich marsch- vaar-  216 Verzameling van Stukken Ietrekkelyk tot] vaardig te houden , om op de eerde ordres te marcheeren, werwaarts Hoogst dezelven goedvinden zouden; breder in de Notulen van Hun Hoog Mogenden van den 8ften dezer vermeld. 3^0-Eene Misfive van de Heeren Staaten van den Lande van Utrecht gefchreeven te Amersfoort, den 8ften dezer, relatief den toeftand der publicque zaaken, en byzonderlyk der Regeering in de Steden Utrecht en Wyk by Duurfiede. 4°. Eene Misfive gefchreven te Zutphen, den 7den dezer, vertekend door B. van Nvevenheim van Dort. , B„ Ji van der Capellen tot den Marsch en' G. W. van Zoylen van Nievelt, mede als Gevolmagtigden van de Heeren M. van Bronkhorst , E. J. van Nyevenbeim, H. W. G. van Lynden tot Oidenaller , ƒ. H. van Zuvlen van Nievelt en J. C. van Etk, implorcerende de goede Officien van U Edel Mo. eenden, tot herftel van de rust, eendracht, en onderlinge harmonie tusfchen de Regenten onderling, en Ingezetenen, Alle welke poincfen door de Heeren Ü Edel Mog. Gecommitteerden, met die attentie en oplettendheid welke het groot en inportant gewicht der zaake vordert , zynde geëxamineerd : hebben dezelve zich niet weinig verlegen gevonden , om in deze donkere tyden van verwarring en tweedracht , waar door het lieve Vaderland federt een geruimen tyd, zoo deerlyk gefolterd , en thans op den uiterften rand van desfelfs totaalen ondergang gebragt is, zoodaanige expediënten uit te denken, waar door aan de eene kant de Rechten der Unie bewaart, en deze fcheuring door het los maaken der banden, waar dezelve dus verre geconferveerd is,gebleven, geprasveniëerd, en aan de andere kant gezorgd kan worden, dat door gemeeDfchappelyke huip der Bondgenooten de inwendige ruste , met het zoo hoogstnodig vertrouwen, fpoedig herftelt, en wederom tot deszeifs voorige luister en aanzien werde gebragt , waar toe hun Heeren Gecommitteerden a geen gepaster en gefchikter midderis voorge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 31$ gekomen, dan dat door alle de Provinciën eenige Heeren wierden gecommitteerd , om hoe_ eerder zoo beter, en zonder het minfte tyd verzuim, ter voorkoming van de alierakeligfte gevolgen welke een Burgerkryg noodwendig naar zich lleept, te confereeren over de middelen welke zouden kun« nen dienen, om de zoo zeer verhitte gemoederen te bevreedigen, en de verdweenene ruste en eensgezindheid weder daar te ftellen : dat ten dien einde de refpeótive Bondgenooten , by circulaire Misfives op het nadrukkelykfte en allerernftigfte, door UEd. Mogenden geexhorteert en uitgenodigd behoorden te worden, om daar toe mede te willen coöpereeren en in fpecie, de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht verzogt, om niets verder» tegens hünne Burgeren en Ingezetenen, door de Militaire macht te onderneemen , maar alles zoo veel mooglyk, in die ftaat te laaten verblyven, dat de gemaakte fcheuring niet onherftelbaar, en de middelen tot redres van zaaken , door de Bondgenooten te beraamen, infruciueus worde gemaakt. Voorts belangende de aanfchryying van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland aan deti Collonel Kempe, benevens het Generaliteits Rapport, van den 8ften dezer, beide in capite dezes breder vermeld, zouden de Heeren UEd. Mogenden Gecommitteerden, van oirdeel zyn, dat volgens het Utrechts verbond, en de nadere overeenkomst in de groote vergadering van 1651, in gewoone tyden en omftandigheden het recht om Patenten op de Troupes van den Staat af te geeven, ten einde van de eene Provincie na de andere te marcheeren, aan de gezamentlyke Bondgenooten in het gemeen, en niet afzonderlyk aan ieder der refpefliive Provinciën toebehoorende , dit recht onverhindert door die gene welke de hooge Bondgenooten goedvinden daartoe tecommitteeren, alzó moet worden uitgeoffend, en dieswegen geene Patenten, of orders van een der Bondgenooten, om in, of uit deze Provincie te trekken, door UEd.  3i8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot UEd. Mogenden gerefpedteert, en met de nodige Attachés voorzien kunnen worden : en het is om die redenen , dat de Heeren UEd. Mogenden Gecommitteerden, geen oogenblik in twyfelftaan, het daar voor te houden, dat de door Hun Edele Groot Mogenden gedane aanTchry vingen en gegeevene Patenten aan de ^Troupes van den Staat, wel niet met de grondefi der Unie kunnen worden overeengebracht, doch des niet te min , zo om het hier vooren geproponeerde expediënt, ter herRelling der inwendige ruste, en hope van diens gewenscht fucces, als wegens veele andere 't faamenlopende omftandigheden , die de droevigfte onheilen aan het Vaderland voorfpellen, van oirdeel zyn : dat het thans geen gefcbikte tyd is, om dit poinct met Hun Edel Groot Mogenden, of een der andere Hooge Bondgenoten naar vereisch te discutieeren, en daar door aanleiding tot vermeerdering van gefchillen te geeven, maar zouden UEd. Mogenden liever advifeeren : om de verklaring over de gemelde aanfchryving aan den Collonel Kempe, by provifie furcherende, Hun Edel Groot Mogenden vriendnabuurlyk te verzoeken, van de gedaane aanfchryving af te zien , en daar op geen Patenten te laaten volgen, op dat UEd. Mogenden zich niet in die onaangename fituatie zien gebragt» van de attachés, hoe ongaarne ook, te moeten weigeren , en den uitmarsch te beletten, ten waare Hun Edel Groot Mogenden daar toe zodanige wigtige en pregnante redenen, aan UEd, Mogenden mogten kunnen fuppediteeren, waar door UEd* Mogenden gepermoveerd zouden kunnen worden , om, in dusdanig byzonder geval , zonder dat hetzelve immer in confequentie zal kunnen worden getrokken, den uitmarsch der Troupes te permitteeren. Dat voorts de Heeren Gedeputeerden ter vergadering van Hun Hoog Mogenden wegens deze Provincie, diende te worden aangefchreeven, cm ter gelegenheid der deliberatien over het Rapport den 8ften dezer hier vooren vermeld, te zorgen,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31$ gen, dat hetzelve niet ter cocclufie worde gebragt, maar het daar heenen te dirigeeren, en met alle empresfement daar op te infteeren, dat zyne Hoogheid, als Capitein Generaal van de Unie worde verzocht, en op het vriendelykfte aangemaand, om niet alleen de gegeevene Patenten, waarvan in dit Rapport gewag word gemaakt, weder in te trekken, maar ook provifioneel en geduurende de troubels , zonder aveu der gemeenfchappelyke Bondgenoten, geene Troupes, van de eene plaats na de andere te laaten marcheeren, en voorts die op weg mochten zyn, ten fpoedigften naar hunne Guarnifoenen te willen doen retourneren. Als mede , dat Hun Edel Groot Mogenden de door hun afgegeevene Psftenten, in voorfchreeven Rapport vermeld , buiten effect ftellende , de noodige voorzorge te gebruiken, ten einde de Officiers van den Staat uit de kommerlyke fituatie, waar in zy-door Rrydende ordinatoiren en confliót van gedaaneéé. den gebragt zyn , gered mogen worden. Dat eindelyk , van al het voorfchreevene mede aan zyne Doorluchtige Hoogheid kennis behoorde te worgen gegeeven , en hoogst dezelve geexhorteerd, zyne goede officien cn devoiren aan te wenden, en alle mogelyke toegevenheid te gebruiken, ter onderfteuning van de heilzame poogingen, welke UEd. MogendeD tot redding van het zinkend Vaderland, en herftelling van rust , vrede en eensgezindheid aanwenden, op dat dit gezegend Land, eens wederom in deszeifs voorige geduchte ftaat geraake, en zyne Doorluchtige Hoogheid,*s Volks liefde en genegenheid tot zich trekke. In hope dat deze Ideës by UEd. Mogenden zuilen kunnen worden geagreëert, hebben de Heeren UEd. Mogenden Gecommitteerden, de Misfive hier uit profluërende , by voorraad ontwoipen , waar van concept hier nevens voegen, vide Misjiveboek fol. 192., en zo vervolgens. Aldus gedaan in het Provinciehuis binnen Groningen, op dingsdag den 12 September i]8<5. Heb»  3«o Verzameling van Stukken betrekkelyk tót Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd; en de bygevoegde Concept-Misfives geapprobeerd, en worden de Heerer; Ministers gecommitteerd, ge» melde Misfives.. hier uit prf flueerende , ten eerften te depecheeren, zoi der refumtje af te wachten;, voorts conform de idéés,, daar in vervat, mede eene Misfive te expedieertn, zoo aan de Regeeringe van. Wyk by Duurftede, als aan de Heeren Nyvenheim, van Dort, en verdere Gelderfche Heeren, in de Notulen van den 11den dezer vermeld, zonder refumtie af te wachten. N«>. 1819. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande, vonden 19 Sepnmber 1786, zwaarigheid mankende om attaché te verleenen op de Patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan differents Commando's van Artillery. Gedelibereerd zynde op het 5de Artikel van dé Propofitie, de post, betreffende de Patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, in dato den ióden dezer, I. voor een detachement Artilleristen, van een Officier, twee Bombardiers, twee Timmerlieden, en agttien Kanonniers, om het detachement van de Compagnie Artilleristen van den Major Wilkrik te Coevorden af te losfen,. en tot nader order aldaar Guamifoen te houden; 2... voor een de» tachement van een Officier, een. Bombardier, eri twaalf Kanonniers, om de Compagnie van de Major Wildrik in de Bourtangeaf te losfen; 3. voor een Bombardier en agt Kanonniers, om die van de Major Wildrik in de lange Akkerfchans af te losfen. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Laodé v'erftaan , dat op de voorfchreven PatenteD geen attaché kan worden verleend. en voorts de Heenéq Gs4  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 321 Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en dezer Provincie Finances, verzocht en gecommitteerd , hier van by Misfive, met redenen daar toe dienende, aaa zyne Doorluchtige Hoogheid, op naam der Heeren Staaten, kennis te geven, zonder rcfumtie af te wachten. No. 1820. Aanfpraak, door den Heer O. R. Alberda van Ekenstein, als Prctfident der Heeren Ge* deputeerden, uügefproken ter Staats-vergadenngt van Stad Groningen en Ommelanden, den 16 óeptember 1785. Edele Mogende Heeren, Staaten van Stad en Lande! Wy hebben altoos wel bezeft, de aangelegenheid en het groot gewicht van den post, door U Ed Mogenden aan ons toevertrouwd: thans ondervinden wy zulks meer dan overvloedig. _ Wy hebben ook altoos getracht, en ons bevlytigd daarin te werk te gaan met alle getrouwheid en voorzichtigheid, het algemeene Reeds, niet het byzonder belang behartigende. Heerschzucht heeft geen invloed op ons hart gehad; hierom hebben wy meermaalen iets ter kennisfe en deliberatie van U Ed* Mogenden gebracht, 't gene wy ten naauwften genomen, uit hoofde van den ons opgedragen last, zeiven zouden hebben kunnen beflisfen. Onder veele allergewichtigfte zaaken * welke de onderwerpen van ernftige overwegingen in dezen plechtipen dag voor U Ed. Mogenden zullen moeten zyn, bevinden zich wederom dezulken. Niets dan voorzichtigheid, vry van byzondere inzichten; liefde voor 't dierbaar Vaderland, en byzonder voor dit Gewest, hebben ons daar toe bewogen. Dö allertreffendfte en tevens droevigfte gebeurtenisfen van dezen tyd, hebben den ernftigften nadruk by deze deliberatien op ons gemoed gemaakt, en XXII. Deel. X ZX  322 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zy hebben geen geringen invloed gehad op dit on§ befjuit. 5 De Rik donkere wolk, welke reeds lang over ons geliefd Vaderland gehangen heeft, en hier en 'daarvan haare verderflykeRofFenuitgeRórt, fchynt nu ten eenemaal te zullen losberflen, en het gezegend Nederland voor eeuwig te zullen verwoesten ; zoo niet, onder den zegen van den almachtigen God, door de wysheid, voorzichtigheid, trouwe , belangloosheid, cordaatheid' en moed van. Lands welmèenende Vaderen, middelen'worden uitgedacht en by de hand genomen, waar door de tdierbaarfie Panden ' beveiligd , én het den vryen Batavier gelukken mag, na dezen duisteren nacht, de aangedaame morgenzon te begroeten. Het tydÜip, Ed. Mogende Heeren! fchynt thans geboren, dat ieder zich in zyn eigen gewaad zal vertoonenj dat de maskers zullen worden afgelegd, achter weiSe geweldige'Monarchie, vervloekte Aristocratie,, èn toomelooze Democratie, tot dus verre zyn verborgen geweest. En zyn deze niet meer te vreefeen en gevaariyker voor de Vryheid, de onafhangelykheid en den bloei van dezen Staat, dan gedreigde Oorlog met eenen der machtigde Monarchen ? 1 Dan, Edele Mogende Heeren! fchoon 't water? tot de lippen gekomen is, en de omftandigheden èen allerakeligst tooneel aankondigen; 'er is nog grooter, ja gegronder hoop op uitkomst en redding. Het getal van braave, getrouwe, welmeenenden, zoo Regenten als Inwooners in den Lande, is niet gering. Deze aanzienlyke vergadering tan dit door uitmuntende befluiten bevestigen; en de bereidwilligheid en volvaardigheid van den Rillen Landzaat in het aangorden der wapenen, en het opbrengen der lasten, fchoon met het zweet der nyverheid en vlytigheid bevochtigt, ftrekken hief Van tot een onlochenbaar bewys. * Oit Gewest wordt, Gode zy gedankt! nog niet door tweedracht verzwakt, en de aangenaame één-i Öracht vertoond zich in onzer midden. U Ed. Mo- - gent  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 323 genden worden door verwarringen niet belet noch afgetrokken, ter voortgang uwen aandacht geves.tigd te houden op, en onvermoeid te werken tot beil des Vólks. God bewaare ons by deze aangenaame omftandigheden in dit onzekere tydsge» wricht! Hy doe den Inwooner befeffen , hoe on» mooglyk het zy wel geregeerd te worden,in tyden yan oproer en verwarringen; — hoe onwaardeerpaar het zy, zyne godsdienftige en burgerlyke bezigheden ongelloord te kunnen verrichten, en Hy beziele hun ten dien einde, om mede te werken tot behoud van inwendige ruste en vrede, en dus te beletten en voor te komen, dat de boefem van ISleêrlands vrye Maagd niet verfcheurd worde, en zy bezwyke, ten onherftelbaaren ramp, zoo wel van den geringften als rykften in den Lande! God gunne U Ed. Mogenden te behouden de gunst en het vertrouwen der Ingezetenen, door aan dezelve geduurige blykeo te gevep van wysheid, voorzichtigheid , belangloosheid , onzydigheid , cordaatheid, moed en ftandvastigheid;met één woord, van getrouwigheid aan ééd en plicht! op dat dit Land, door het bloed onzer Vaderen vry gekocht, door Uwe befcherminge mede mag bewaard, en U Ed. Mogenden in hunne Perfoonen en Gedachten gezegend worden van God en van het Volk! N°. 1821. Extratï uit het Refolutie-boek der Stad Groningen, waar by de Heer Henrik Hooft Danielsz., Oud-Burgemeester der Stad Amfteldam, uit naam van de Regeering word aangezegt, dat Hun Ed. Mogenden verwachten, dat hy zich riiet langer in die Stad en diens Jurisdictie zal ophouden , maar op heden zich van daar begeven. In dato den 16 Augustus 1790. Op het voorgedragene ter Vergadering door den Ssads Advokaat-Fiskaal, opzichtelyk de onrustige be-  324 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz. bewegingen, welke alhier, door het verblyf van den Heer Hooft, logeerende by de Heer T. Tiddens* worden veroirzaakt, hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad na gehoudene deliberatie verftaan, dat aan den Heer Hooft zal worden te ken» nen gegeven, dat zyn verblyf in deze Stad aan Hün Ed. Mogenden niet aangenaam is, maar dat Hun Ed Mogenden verwachten , dat de Heer Hooft zich niet langer in deze Stad en diens Jurisdictie z 1 ophouden, maar op heden zich van daar begeven. En zal Extract- dezer door den Stads AdvokaatFükaal aan den Heer Hooft worden ter hand ge* fleld. Coll. Accoord. (jwas gif.) J. H. Keiser , Secret.