VERZAMELING v a k PLACA ATEN, RESOLUTIEN EN ANDE. RE AUTHENTYKE STUKKEN. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE. BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXV1I, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Zes- en- Veertigste Deel. Te C A M P E N, Ter Drukkerye van J. A- de OH AL MOT, MDCCXCIIL   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE BE STUKKEN IN HET XLVIfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 3277- Misfwe van den Grooten^ Krygsraad der Schutterj te Rotterdam aan Collonellen, Kapiteinen, Luitenants en Vaandrigs van de Burgery der Stad Amfteldam, in dato den 17 Maart 1787 ♦ W l^ * , N».  *V REGISTER N°. 22SU Concept-Misftv? van den zelfden Krygsraad aan Gecommitteerden van den Grooten Krygsraad te Rotterdam. *••••••.. bladz. 21. —— 32-82. Extraü uit de Refolutien van de Gecombineerde Vergadering van Opper- en Onder-Officieren der Stad Gouda, genomen op Maandag den 16 April 1787. bladz. 25. -—— 3283. Extraü uit de Refolutien van den zelfden Krygsraad, genomen op Zondag den 22 April 1787. bladz. 26. 1 1 ■ 3284. Extraü uit de Refolutien Van de Gecombineerde Vergadering van Opper- en Onder-Officieren van den zelfden Krygsraad, genomen op Maandag den 26 April 1787. • • ..... bladz. 28. ' 3285. Addres van den Krygsraad en Sergeanten der Stad Gouda aan de Vroedfchap van die zelfde Stad, betrekkelyk de tumultueufs be-wegingen binnen Rotterdam; benevens de Refolutie door Hun Ed. Groot Achtb. daar op genomen, en Protest daar tegens gedaan. . . bladz. 43. ——- 3286. Addres van 2208 Burgers en Ingezetenen der Stad Amfteldam aan de HeerenStaaten van Holland en WestFriesland, behelzende verzoek, dat 'er geene Troepes ter repartitie van genoemde Provincie Jlaande, tmgen de Provincie of Stad van Utrecht mogen worden aangevoerd $><•. • * * * • • • • . . bladz. 59. » 3287. Misfive van den Heere Erf-Stadhouder aan de Heeren Staaten van Gelderland, betrekkelyk het recht van de Burgers van Zutphen enz. om in de Graaffchap te mogen jaagen; in dato den 11 April 1783. . . bladz. 61. ■—— 3288. Summatoir Request van den Advokaat-Fiskaal der Stad Lochem, mar by Mr. J. H. Tiiomassjsw Burgemeester  r>KR STU KKEN. V Ur dier Stad word geaccufeerd, wegens verfcheidenepoincten in het zelve vervat, en daar by word geregeerd m dieswegen, met de Magijiraat dier Stad £ dracht te maaken mo ,a8gb Justificatoir Regest van Mr. j. H. ™u«« N Mrgelesterder Stad Lochem , op van den Advokaat-Fiskaal. . . . • . 3a90. Document relatief voornoemd J^fi^^ fubA. . f 329I. Sententie van de Magijiraat der Stad Lochem ' 'teUs Mr. T. H. Thomassen, Burgemeester dier Stad, Zr by dezelve werd gecondemneerd in eene boete van ze, Z zieren Ducatons; in dato den „ t r • f * , ! ^ABevan Peindingen door den Advokaat-Fiskaal der Stad Lochem, op de gereede goederen van Mr. ]. «. Thomassen, Burgemeejler dier Stad. . . bladz. li. „g,. Eerfte Stadrechtere opbadinge van de gereede ~ Jderen van M, J. H.' Thomassen Burgemeejler der Stad Lochem, door den Advokaat-Fiskaal dier Stad. hl. 74- «20. Tweede Stadrechtere opbadinge van bovengemelde gereede goederen, dm den Advokaat-Fiskaal. bl. 7S- Z ,2gS. Aüe van verwin van de gereede goederen van Mr. ' t H Thomassen , Burgemeester der SPad Lochem, doorden Advokaat-Fiskaal van gemelde Stad. . • Uadz.16. „96. Aüe van executie door den Advokaat-Fiskaal der Stad Lochem, waar by verzoekt ophaalinge der gereede goefaenvan Mr. j. H. Thoma.skn Burgemeester dier Siai, 1f g BIC»  VI REGISTER. - met verder verzoek aan den Gerechte, om te letaalen den ■ dag van dimaQie, in dato den 8 Maart 1790. bj. 78. K°' ,3297, Publl"*k, vaar by bepaald werdt de dag der ver. kopinge vande by executie opgehaalde gereede goederen van Mr. J, H. Thomassen, BurgemeesterderStadLochem. bladz. 80, ■ | ^.Specificatie van Gerkhts- en Cancellarie-fura ^ Wel Edelen Stad-Gerichte van Lochem, in zaal He'erMr] h t™"" Mm'Fi^> contra den Heer Mr J. H Thomassen, Burgemeester hier ter Ste. de,, competeerende. ,, , bladz, 80. - 3399. Specificatie van Jalaris, den Advokaat Mr. C H Wesxekbee6, inqualite;t ah mvokm_maal — Lochem, competeerende, in zaake der voorSz. Stad, contra den Heer Mr.J.U. Thomassen. . . ^ ^ ■ - 3300. Staat en bereekening van de Executive Procedure m zaaken van den Advokaat-Fiskaal Mr. C. H. Wsste* berg rat. ome. contra den Heer Mr. J. H. Thomassen ' bladz. 89. t fV' ^ Uk ^ MemHen- en Wolutien-boek der Stad Lochem. In dato den 10 July m6. hlaiz, £ ~~Z ™?\?ÏTie ^ * Rmdm Vm S*"» der Ver. eenlgde Nederlanden, waar by aan éen Magijiraat van s Bosch wordt aangefihreven, om geene wachten door de Surgery te deen betrekken, of eenigerhande verdere nieu. mgkeden te doen werkftellig maaken, zonder voorkennis en ^fint van den Gouverneur of Commandeerenden OfflZ ran gemelde Vestig, {„ dat0 den | M ***•••,• bladz '. 99,  der STUKKEN. Vil Nc. 3303. Bekendmaaking van Hoog-Schout, Schepenen, Gezwoorens en Raaien van 's Hertogenbosch, aan de Burgerde van die Stad, waar in kennis geven van de boven/taan' de Refolutie, en dat op middelen bedacht zyn, om hun recht, gelyk ook dat van de Schutteryen, op de best doenlykfte wyze te handhaven en te vervolgen, in dato den 7 Maart 1787 bladz. ior. . 3304. Remifnftrantie van den Magijiraat der Stad 's Hertogenhosch aan den Raad van Staaten over de Rejo. lutie van Hun Ed. Mogenden, in dato den 5 Maart 1787» raakende de Burgerwacht op het Stadhuis, in dato den 13 July i787 bladz. 103. —— 33°5- Publicatie van Hun Hoog Mogenden, waar by het oprichten van,eenige Geiiootfchippen, Gezelfcliappen of Byeenkomjlen vanWapenoeffening of'Wapenhandel, binnen de Stad, Dorpen en Hee'lykheden van de Meyerye van 's Hertogenbosch in het byzonder, en verder in het genè' raai binnen alle de Steden, Derpen, Heerlykheden én Plaatfen van de Generaliteit &c ten ftteugfien word verboden, in dato den 13 Augustus 1787. . bladz. 13c ' 3306. Refolutie van Hun Hoog Mogenden, waar by het Burger-Corps uit haare vier byzondere Bogaarden of Schutteryen in 's Hertogenbosch wordt gedisfolveerd, ert verder verklaard, dat de bewaaring en befcherming van de Stad 's Bosch en haare Werken, als zynde een Frontier van de Generaliteit, alleen aan het Militaire wezen en den Gouverneur competeert, in dato den 3 OUober 1787. bladz. 134. ■ 3307. Nadere Refolutie van Hun Haog Mogenden, betrekïelyk het zelfde onderwerp, in dato den 9 November 1787 . . bladz. 134» * 4 h*ï  VIII REGISTER. N°. 33o3. Nog nadere Refolutie daar omtrent, in dato den S Juny 1788 bladz. 137. ■ 33°9- Request van de Raaden der Stad V Hertogenbosch aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over de reftitutie van de Geweeren aan 'de geëxerceerd hebbende Leden der S.chutterye, in dato den '16 Maart 1791. . . bladz. 138. • ■■" 3310- Memorie, dienende tot Justificatie van het verzoek , door de Magijiraat der Hoofdftad 's Hertogenposch, by Misfive van den 18 Maart 1791, aan de Hoog Mogende Heerem Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden gedaan, tot reftitutie der Geweeren aan de geëxerceerd hebbende Rotsgezellen van de vier Schutteryen binnen de voorfz. Stad. .... bladz. 142. » 33ii. Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 4 April 1791 op het hier voorenftaande Request en Memorie, aan Hun Hoog Mogenden geprefenteerd en overgegeven door Mr. Jan Hendrik van Heurn, Prefident te 's Bosch cum fuis, betrekkelyk tot het terug geven der Geweeren aan de geëxerceerd hebbende Leden der Schutteryen. bladz. 170. »'■< '■ 3312. Aanteekening van eenige Raaden in de Vroedfchap te Rotterdam, betrekkelyk tot de zaak van het Commando over het Guarnifoen van 's Hage, in dato den 14 Augustus 1786. ... • • - bladz. 174. -—— 33I3. Declaratoir en verbintenis van een aantal Burgers en Inwooners te Rotterdam, in dato den 28 Augustus 1786, tot verfterking der verbintenis van Regenten op den 8 Augustus 1786 te Amfteldam aangegaan, bladz. 179. »*• ' N".  DEK STUKKEN. Ü Jjo 3314. Request van de Geconjlitueerden van een aantal ' der wtabelfte Burgers te Rotterdam aan de Vroedfchap, tegen het begeven van ambten of bedieningen aan Vreemdelingen, in dato den . .January 1787. . 'bladz. M* 3315. Misfive van de Staaten van Zeeland aan zym Doorluchtige Hoogheid, in dato den 18 January 1788, aan denzelven offereerende de post van Eerjie Edele. bladz. 183. , 3316. Misfive vanzyne Doorluchtige Hoogheid, in ant* woord aan de Heeren Staaten van Zeeland, van den 21 Maart 1788, voorfz. offerte aannemende. . bladz. 185. _^ 331?, Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 6 juny 1791» vergunnende een Lyfrente van L 300 Vis. aan de aanjlaande Gemalin van den Heer Erf-Prins. ■ i . bladz. 187» iji 33I8. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 6 Juny 1791, war by zyne Doorluchtige Hoogheid, cis Marouis van Veere en Heer van Vlisfingen, word hertleld in het genot der Zeedriften, Zeevonden en La- bladz. 188. chaen. • » * * . 33I9. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 19 December 1791, tot ontflag van Mr. L. H. de Haze Bomme, als Bailjuw van de Wateren van Zeeland, op zyn verzoek. .... bladz. 195- .. 3320. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 22 September 1791 , Commisforiaal maakènde zekere Misfive der Stad Middelburg, behelzende beklag wegens inbreuk op 't Plakaat aangaande de Militaire Junsdiüie, dm dit van 't Guarnifoen hunner Stad. . . bladz. 196. *5 No*  X REGISTER H°. 3321. Stactts-rappcrt en Refolutie van den 16 Septembtr 1701, op veorengemelde Misfive der Heeren van Middelburg, om den gereclameerden Soldaat te extradeeren. * • . bladz. 197. 3322. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 27 OBober 1791, waar by word gerenvoceerd aan een Commisforiaal Befoigne een Misfive der Heeren van Middelburg, zich beklaagende dat die van 't Guarnifoen hadden latm evadeeren den uit kracht van Hun Ed. Mogenden Refolutie gereclameerden Soldaat. . . bladz. ÏBt, " 3323. Refolutie der Heeren Staaten van. Zeeland, van den 27 Ottober 17 91, bepaalende het doen van vreugdeledryven op den dag der voltrekking van 't huwelyk van den Heer Erf-Prins Uai^ 2o6> 3324, Refolutie van-Hun Ed. Groot Mogenden de Hee. ren Staaten van Holland, waar.by,. ingevolge het venoek van een hier bygevoegd Request van Gecommitteerden ter direUie van 't Genootfchap van Wapenhandel voor 't Vaderland in 's Hage,aan 't zelve een Loopplaats aanwyzen, ly onverhoopt alarm 't Wachtwoord daar aan communicee. ren, en by alarm exempt van Schuiterlyke aienften verklaaren. In dato den 3 July 1787. . . ifafe. *©& —- 33 2S- Misfive van Gecommitteerden ter direüie van 't Genootfchap van Wapenhandel voor 'c Vaderland in 'tHage, aan de Geconfiitueerden, Krygsraaden der Schutteryen, en DireQeuren der gewapende Burger-Corps en Sociëteiten der Steden in de Provincie van Holland, fiem in Staat hebbende. In dato den 15 July 1787. bladz, 241. —— 33'6- Request van den Krygsraad der Schuttery in'sHa. ge, aan Heeren Scheut, Burgemeesteren m Schepenen aldaar,  n e r STUKKEN. XI flaar, over de voorjtaande circulaire Misfive van de Gecommitteerden ter DireUie van 't Haagfche Genootfchap van Wapenhandel, voor *t Vaderland. In dato den 23 July 1787' .... • • bladz. 250. N*. 3327. Misfive van Heeren Schout, Burgemeester en en Schepenen in 's Hage, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland over 't zelfde onderwerp. In dato den 24 July 1787. • • • bladz. 256* , 3328. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van Gecommitteerde Raaden en daar nevens gevoegde Bylagen concernerende de rust en veiligheid van 's Hage, wordende aan Gecommitteerde Raaden gerenvoijeerd ten fine van Advys, byzonder betrekkelyk de Schuttery: voorts aanfchryving aan de Magijiraat in 's Hage, ten aanzien van het alarm Jlaan, en quallficatie op Gecommitteerde Raaden dienaangaande. In dato den 24 Augustus 1787. . bladz. 259. , 3329. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk het hier by gevoegd. Advys van Gecommitteerde Raaden, op de Requeste van 't Genootfchap van Wapenhandel, voor 't Vaderland in 's Hage, voor zoo verre betreft de verzoeken omtrent het onverhinderd trekken, de Schutterlyke dienflen, en Militaire honneurs. In dato den 29 Augustus 17'87. hl. 271. —— 3330. Favorabele Refolutie van Hun Ed, Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op de verzoeken van 't Genootfchap van Wapenhandel voor 't Vaderland in 's Hage, nopens den ééd van trouw; het onverhinderd trekken alhier; de Schutterlyke dienflen en Militaire honneurs. In dato den 5 September 1787. , ... . . . • • bladz, 278. No.  XII REGISTER enz. N". 3331. Refolutie van Hun Ed. Groot'Mogenden dè tieeren Staaten van Holland, op eene Propofitie van Rotterdam, tot ouverture der verrichtingen van Gecommitteerde Raaden, ten aanzien van het gebeurde in 's Hage op den iSden en loden dezer, betrekkelyk een Burger-Leger te Voorfchoten. In dato den 29 Augustus 1787. . . . bladz. 281. '" 3332. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, op eene Misfive van Gecommitteerde Raaden met de infomatien, uit kracht van Hun Ed. Groot Mogenden requifitie, concerneerende het gebeurde in 's Hage, op den léden en igden Augustus laatstleden, betrekkelyk een Burger-Leger te Voorfchoten. In dato den 6 September 1787. • • . . bladz. 285. - 3333. Refolutie van Huti Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, waar by hét Genootfchap voor 't Vaderland in 's Hage wordt gehouden voor gedisfoU veerd en ontflagen van den 'dienst en ééd, benevens eenige Stukken daar toe fpeüeerende. In dato den 18 September 1787 bladz. 292. ■ " 3334' Memorie van wegen het Collegie der Gemeenslieden binnen Nymegen aan den Raad dier Stad overgegeven den 11 February 1784, 'vervattende een verhaal van het gerie in den voorigen jaare tusfchen den gemelden Raad en het gemelde Collegie is voorgevallen; als mede een kort detail van notabele inbreuken op de rechten der Burgereu en Ingezetenen. ..... bladz. 296. VER.  VERZAMELING VAK placaaten, resolutien en andèrê aüthentyke stukken enz. betrek«ing hebbende tot de gewtgtige gebeurtenissen, ïn de maand september 1787 , bevooren en vervolgens, in de republiek der vereenigde nederlanden voorgevallen. ■' - 1 ' ■ ' 't"M No. 3277. Mi'Jive van den Grooten Krygsrnad der Schutiery te Rotter daim aan Colonellen, Kapiteinen , Luitenants en Vaandrigs van dè Bürgery iet Stad Amfteldam, in dato den 17 Maart 1787. Wel Eökle Gestrenge Manhafte Heê« ren! Öe manlyke eh vóór de geheele Repubiyk zots interesfaDte flappen, welke door een aanztenlyk gedeelte vaD U Wel EJ. Geftrenge Manhafce oj» den 26ften Eebrüary en iften Maart laatstleden zyn gedaan, meriteeren zoo zeer de erkentenis van alle welmeeneDden, en fpeciaal van alle aoodaa. xlvi. DEEti a Digë  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nige Coilegien als de onze, wier notoire plicht hec is, voor de Copfervatie der vryheid en.veiligheid, zoo wel van ons lieve Vaderland in 't generaal, als van de byzondere Steden en Plaatfen van dier;, te waaken, dat wy in onze Vergadering van heden , op voordracht onzer Gecommitteerden tot de politicque zaaken, éenpaarig befloten hebben, by deze Misfive aan U Wel Ed. Geftr. Manhafte open te leggen onze gevoelens van waare hoog. achting; en dankbaarheid voor den onwaardeerbaa-. ren dienst, Welken de welgemelde gröote meerderheid van U Wel Ed. Geftr. Manhafte aan den Larde, èn'aan allen die in deszelfs waare belaager,s participeeren, bewezen heeft, door haare moedige en teffens alleszins gemefureerde demarches, welker heuglyke gevolgen de nakorrielingfcbap in zegening gedenken en genieten zal. Wy, en allen die der goede zaak zyn toegedaan , twyffelen geen oogenblik of U Wel Ed. Geftrenge Manhafte zullen op het zelfde fpoor voortgaan, met all' den invloed van zulk een gewichtig Collegie als het uwe te doen werken , tot bevordering van alles wat dienen kan, om de Regeering uwer Stad en Provincie te zuiveren van die in *t oog lopende gebreken, welke thands het aanzien en vermogen van de machtigfte Stad en de mactrtigfte Provincie onzer Republyk zoo jammer lyfc bezwalken en verminderen. Wy zeggen uwe Stad en Provincie, om dat wy ons verzekerd houden, dat UWel Ed. Geftr. Manhafte zeer wel penetreeren, dat die beiden onaffcheideïyk zyn, en een gelyke zorg vereisfchen. 't Is wel een groote aangenaamheid voor den Burger,, de.zaaken in zyne Stad op een goeden voet gebracht te zien, — maar zyn genoegen kan niet volkomen zyn, zoo lang by andere Sraats-Lcden nog zóodaanige verderflyke gebreken huisvesten, waar door dezelve ter Souvereine Vergadering niet alleen onnut maar zelfs fchaadelyk zyn, en de poogingen der wel geintentioneerdé Le-  « Gmunmisfen in t7^7 v^rgevalÜn. % Leden telkens overftemmen en alzoo veriedelen, Ifprelvk'zullen ü Wel Ed. Geftrenge Manhafte .l.h Sneren welke imraenfe fchaden de Com- welke cordaate voorftellen de toenmaligeb aave Meerderheid uwer Regeenng t^daer tyd te ^«uVergadering heeft gedaan, «*— en noe " . aanhoudend zyn gecontamineerd en t!leorgetteid* fpeciaal» door de Regeenng of wel door . een ge ftgc meerderheid van het 8^8^»^^ StdSS Ier ftem in waarheid niet meer ia dan net geVoe en, of liever de wil, van één eenig mensch» Zulk een allerwezenlykst gebrek i. va te veruitzicht, en heeft te veel invoed op de beiau?ens vaT't geheeleLand, en fpeciaal van uweïStad, Sm eecotafidereerd te kunnen worden als een do«%1«me zaak, welke te dulden of tegen te gaari Se? Sn de Burgery van elke Stad zoude moeted ^rSen. — ölt wanbegrip £ eeniaen tyd, door de verdervende hand, en ïpe S door de meerderheid onzer Vroedfchap«»Lej Sen gefóveerd is,) kan by niemand, die kunde van om Staatsrecht heeft, en fpeciaal by Ui wei Fd Geftrenge Manhafte, die de rechten en belanfens van Amfteldam kennen, immer plaats vin- dAmfteldam kan i^fJf^kSl hoedaanige en hoe veele Leden de Vroedlcnap SS elke Remmende Stad componeren ^-- Am fteldam heeft het grootïlebelangden teffen» recjt» om e vorderen, dat de Conftitutle van elk St.ia.aLid blwe of worde ingericht volgens de Pr «i eS U welker behöüd of herftel de.Unie v.d Utrecht gemaakt of aangegaan is, AmileM™^  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kan niet dulden, (en nog te minder nu onze BarüèZ JIT* k'aChtog Vd° dac ter Scaacs-Verga. Hnó-Lierftnm VaD Rottetd™ word uitgebracht door een Collegie van maar vier- en- twirftie Raa den daar zy in den jaare 1580 'er VeT-de I Wel is waar, dat het verminderde getal van vieren- twintig m den jaare 1615 door Hun Ed. Gr evefwl? geoüroijeerdji- maar het is ook even waar, dat nergens blyJct van éénig voorweed Oömvent V3D de » tot he£ vfaagen van andefs bX'hnTVi? dat diesh*v™ '« «elle niet ir hv fnh KWd kan wordeD» dan als onwettig en by fub- en obreptie of vergaauwinggeobtineerd, en dus niet kunnende benadeelen het oudé ?ech va*nolZ*e,BaT*ety>,a\S van de ^dere Leden RnrfS^Ï d' ,a- DSamf]yk de belangen der Stad Rotterdam, en die van de Provincie voor haar aan. deel, zyntoebetrouwdaandelumieres, braafheid en zorg, van veertig, en geenszins van maar vier. er- twintig, Regeerings-Perfoonen. frhVn^rvn8 1Ddien öoorZ™ë> d« elk Vroed. itnaps-Collegie pro lubttu, wanneer de Leden van dien het maar onderling ééns waren, konde ver. krygen diminutie van haar getal, — dan zouden de Regeeringen van Edam, Medemblik, en andere kleine Steden, wel ras gereduceerd kunrnn worden tot zoo weinige Perfoonen, dat ze niet veel van alleenheerfchingen verfchilden, en dan ™L l\?*aUg Amfte,dam» de disproportie, van maar ééne ftem, egaal met de geringde Stad, te hebben, nog vee meer gevoelen, dan nu zy tegen de ongelykheid van die fcbikking een tegen£>cht vind, in de nombreusheid der Regeenngs. P. rfoonen van elke plaats; dewyl een Collegie, nïar maite het grooter in getal is, zekerlyk minder gevaar loopt, van bedorven, of aan den wil van éé. »en onderworpen, te worden. La h°m deze reden Wel Ed- Geftrenge Manfcarce Heeren, dat wy meenen te mogen verwach- ten,  de Gebeurtenis/en in 1787 era* voorgevallen, j ten, dat ü Wel Ed. Geftr.Manhafte zich, voor hes belaog uwer eigene Stad en der Provincie, waar van die Stad het aanzienlykst Lid is, verplicht zullen vinden zich te interesfeeren voor het Addres, 'c welk eerst door of van wegen een goed getal onzer notabelfte Kooplieden en andere Mede-Burgers , en vervolgens op ons verzoek ook door de braave minderheid onzer Vroedfchap en alle de Heeren regeerende Schepenen dezer St»d, aan den Souverein is gemaakt, en nu tot die rypheid gebracht, dat het binnen kort afgedaan zal kunnen worden, en dus eerstdaags een object van deliberatie in uwe Vroedfchap opleveren. f ' 't Zelve tendeert, volgens het dispofitief van t Addres, van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden onzer Stad: „ dat het Hun Edele Groot Mo„ genden gelieve het Collegie van de Vroedfchap „ der Stad Rotterdam te augmenteeren tot het pri- mitieve getal van veertig Perfoonen , en ten „ dien einde de zestien thands ontbrekende plaat„ fen, by direfte aanftelling van Hun Ed. Groot „ Mogenden, uit de rykfte , notabelfte en be„ kwaamfte Inwooners van de Stad , vyf jaaren „ Poorters geweest zynde , en profesüe doende „ van de Gereformeerde Religie, te vervullen, ,, met aanfchryving aan den Hoofd-Officier, om „ dezelve alzoo aangeftelde nieuwe Raaden te be„ éédigen &c." Uit de verdere hier nevens gevoegde gedrukte(*) ftukken zal aan U Wel Ed. Geftr. Manhafte kunnen blyken, dat elke letter van dac verzoek op de oude Privilegiën onzer Stad. en voorige exempelen, gefundeerd is, en dat de Leden onzer Vroedfchap, die zich daar tegens oppofeeren, by hunne Be- (*) Deze plaatzen wy hier niet, om dat alle dezelve by elkander te vinden zyn, in de Verzameling van Rotterdamfche ftukken by de Leeuw en Krap aldaar uitgegeven, zullende wy daarom alleen laten volgen, 't geen in die verzameling ontbreekt. A 3  jg Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Berichten niet hebben ondernomen de gronden of redenen van dien te wederleggen, of te beweeren dat het zelve voor Stad of Land fchaadelyk zou kunnen zyn, — maar zich eeniglyk trachten te behelpen met de fustenue, dat deSouverein daarop niet zoude kunnen of mogen disporjeeren, zoo Jan ge NB. de Vroedfchap zelve zulks niet verzoekt. — Eene fustenue, welke wy vertrouwen compleetelyk gerefuteerd te zyn in ons Addres bladz. 9 en 10. (?) Dan, naardien alle deze ftukken door de we* derzydfche Leden onzer Regeering aan alle de Raaden der ftemmende Steden toegezonden, en dus aan ieder derzeive ten vollen bekend zyn, zullen wy ons daar over in dezen niet verder elargeeren, maar ons alleen bepaalen tot het nut, 't welk in de verzogte augmentatie onzer Vroedfchap, ook voor de andere Steden dezer Provincie, en dus mede en wel voornaamelyk voor Amfteldam , als het meeste belang in *s Lands welzyn hebbende, gelegen is. Het heeft, zoo wymeenen, geen betoognoodig, dat een Republyk als de onze, welke by aanhoudendheid te worftelen heeft met de altyd vermeerderde macht van haare eerfte Ambtenaars, onmooglyk haare onafhanglykheid kan bewaaren, wanneer de Regeerings-Perfoonen, die de Collegien mpofeeren, uit welke de Souvereine Vergadering geformeerd word, van iemand anders afhanglvk zyn, dan alleen van 's Lands wetten en inzettingen. 'Er is dus elk Mede-Lid aan gelegen, dat die onafhanglykheid geconferveerd, of, daar ze geen plaats heeft, herfteld worde, — gefchied dit niet, dan worden die Staats-Leden, welke vry gebleven zyn, ter Dagvaart telkens overftemd, niet door de even vrye begrippen hunner Mede-Regenten, maar in waarheid door dien éénen, van wiens wil zy «ich afhanglyk gemaakt hebben,—- en dus degene- (*) In de vojojfa. verzameling bl. ?Jj en 7&  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 7 nereert dan de Regeerings-Conftjtutie, fterwyl zy Dac dit juist het gevam« betrett ng onze Stad, en hoe nadeel g.zulks, in ^® fpeciaal het Bericht van Heeren Bu^ nen en Raaden onzer Stad , in deze en ^ 4 woorden: „ verre de meeste du JeertJe;erfchei. ,, hebben hunne Vroedfchaps-pUatlen en^ i de lucratieve posterl ê^^^f l^eester van " de influentie van den Oud-bu^e^f, vatl der Heim, diefede«X766 de dire&e d^ « ^Ükeiïambcen met eikanderen eene zoodaa- " Torden "egettaan, en door O Ed. Groot Mo. " PS?„°dan'U Wd Ed. Geftr. Manhafte niet wilJ dat Uwe Stadi ei Provincie van tyd tot tyd Slachtoffer Worde van Overftemmingen, welke tv vult eene aan elkander verbondene.en afhangl%e ieerderheid eener Vroedfchap, met door het Kht der Reden of overtn.g.ng, mm door de» *» 4  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Chef der verbondenen, gedicteerd worden,—, dan Zal dit ons verzoek caauwlytcs ncodig zvn, maar de 2aak zelve U Wel Edele Geftr. IlShafce de noodzaakelykheid doen zien, van by den Raad uwer Stad, en waar het verder nuttig zou kunnen f Vafttëfte M™"™ £e doen , ten einde de Stad Amfteldam medewerke, om de Vroedfchap onzer Stad, volgens haare priroitive inftelling, te doen augmenteeren, met zoo veele waardige Mannen, door den Souverein zeiven, in dit bvzonder geval, daar toe aan te Hellen, als in ftaat zullen zyn, om dat Collegie weder te maaken tot een vrywerkend Mede-Lid der Souvereine Vergade. II ng. ■ ° la het Staatsbefoigne, op heden gehouden, is reeds, met medeftemming der Amfteldamfche Deputcjtie, een favorabel Rapport uitgebracht; —m. ïDdIienD.ilu^de/i ver,m°gende tusfehenkomst van Ü Wel Ed. Geftr. Manhafte ftrekken mogte om te effectueeren, dat de Gedeputeerden uwer Stad, ipoedig een last bekwamen, om dat Rapport in *ene Staats-Refolutie te helpen converteeren, daa is er veel apparentie, dat de meerderheid der andere Maars-Leden zich daar mede wel dra zal conJorroeeren, — en dat dus onze Stad, de banden aan welke zy thands geleid wordt verbroken Ziende, haare vrye ftem in 's Lands Vergaderingen weder zal kunnen doen hooren, concurreeren tot de heijzaamfte maatregelen, om onze Republyk en Frovincie uit haaren tegenswoordigen deplorabelen Jcast te redden , en op een vasten voet te brengen, en fpeciaal ook om haare Commercie en Naviea. tie, waar in Uwe en onze Stad zulk een groot eo onfcheidbaar belang hebben, op alle inooglyke wyze te helpen handhaven en bevorderen Om (*,) Pe Prof. Hofstede heeft, by zyne biddagspredikatie in t najaar 1788 uitgegeven, bi. nddeze aantekening «.r.cfgd: „ de Tatriottea aiqnde dat de meerderheid der ' " ' n Vroed-  de Gebeur \£t ent. voorgevallen. p Om Ü \ Geftrenge Manhafte niet dail met het gev,.0«.igfte en noodzaakelykfte lastig te mallen, — zouden wy gaarne hier mede deze reeds vry uitvoerige Misfive hebben befloten, Was het niet dat wy met dankbaarheid vernomen hadden* dat een vry groot aantal notable Vryheids-Vrienden uit uwe Stad zich onlangs by Requeste aan Hun Ed. Groot Mogenden hadden geaddresfeerd, tot appuy niet alleen van het voorfz. verzoek tot augmentatie onzer Vroedfchap, maar ook „ Vroedfchap by de bezworen Conflitutie bleef volharden, maakten veel beweging om derze'.ver getal van XXIV „ tot XL te vergrooten, onder voorwendfel dat een oud " en lang verlieten groot Privilegie, geiyk ook het heil „ van de Stad, zu ks vereischte; doch in de daad, om ' langs dien weg hunne creatuuren in den Raad te brengen, „ en zich van de overmacht te verzekeren. Dat dir hun „ waare oogmerk geweest is, heeft bun gedrag naderhand „ geleerd. Want kort daar na het kanon voor 't Stadhuis „ geplaatst en door het verjagen van eenige braave Regeri„ ten zich meester van de Hemmen gemaakt hebbende, „ is 'er geen woord meer gefproken van dat groot en voor de Burgery zoo heilzaam Privilegie, maar van toen af „ het vier- en- twintig tal toereikende en voidoende ge- noeg voor de belangen der Stad geoirdeeid. Dat deze aanmerking tegen de waarheid ftrydt, weten aj!e de Rotterdamfche Regenten en Ambtenaars, die aldaar ten Stadhuize moeten gevonden hebben het in den zomer 1787 in een commisfie van de Vroedfchap, den Kryesraad en de Geconftitueerden der Burgery vastgeflelde Regeerings-Reglement, 't welk, had de Pruififche invaiie net niet verhinderd, nog in dat najaar door de Vroedfchap ber.zjen, en aan den Souverein ter goedkeuring en bevestiging ingeleverd zou zyn geworden. —— Dit Ruk, het onwraakbaarlte bewys van de waare bedoelingen der Pa'riot» ten uitgerende, is daarom deszelfs uitgave zeer dienflig seoirdeeld tot wegneming der vooroirdeeien en verbittering, welke men tegen hen door allerleie üitftrooifels en aantygingen heeft getracht op te wekken en te voedeü.- • Zie het aelve.in ons XVII. Deel, bl. 1—38. A * ' ' . ' ■ - •  10 Verzameling van-Stukken betrekkelyk tot ook nog ter bevordering van een ander verzoek, door de Geconltitueerden onzer notabelfte Burgery £,an den Souverein op den January dezes jaars «eprsfenteerd: „ ten einde die Raaden onzer Stad, ,, tot wier laste in het Rapport van Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden , die de fources „ van het wantrouwen en de onrust alhier hebben a, onderzogt, eenige accufatie van wangedrag of „ plichtverzuim is vervat, (*) hangende de deli„ beratien van Hun Ed. Groot Mogenden over dat „ Rapport, inmiddels niet mogen werden ontvan„ gen, of langer toegelaten, als Gedeputeerden ter Dagvaart." : Dit, Wel Edele Geftrenge Manhafte Heeren! js al mede geen bloot domesticq object, i— maar in tegendeel de Provincie ruim zoo veel als onze Stad interesfeerende; ook fchynt Uwe Vroedfchap, ofwel de bekende meerderheid derzei ve, het te hebben aangemerkt als een object haare byzondere attentie vereisfchende, dewyl een ongewoon fter* ke deputatie eene expresfe reis naar 's Hage gedaan heeft, alleen om in het groot Befoigne over dat verzoek, als confiliarii principis, de ftemuwergroote Mannen van Berckel en Visscher te doen zwygen, en het Rapport ongunftig te doen uit. vallen. ü Wel Ed. Geftr. Manh., zekerlyk gevoelig over bet affront daar mede aan die beide Heeren, en byzonder aan den laatstgemelden, die zulk een waardig Mede-Lid der Souvereine Commisile te Rot. terdam geweest is, en nu in 's Lands Vergade. ring moet zien paroisfeeren dezelfde Perfoonen, welke door die Commisile niet onfchuldig zyn geoirdeeld aan de ongeregeldheden, welke°zoo veel nadeel aan deze Stad en Provincie hebben toege- btacht, (*) Deze waren de Burgemeester van der Hoeven, de Oud-Burgemeester van der Heim , en de Vroedfchappen d'Escury, van Teïlingen, Mosszl, vak EoqjsHpoap, van Stavenen, en vak Bamii.  ie Gebeurtenis/en in 1787 «ik. voorgevallen. « daanieen, die by een Commisfie van Hoogstdezei Wel is waar, «I»1 daar 0VeI nog eene '} ,aJ, & SCnS»«^^ Toeren admisfibel te zyn, en vo^f wjnn«a hun™ «Y^nf» zaak aldaaar behandeld zal worden. Hmmers ftèSnt op de eerfte beging der go20nde reden en «b^fSjfeS^Sg "^^ncnïere^^^  Ja Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te in het meergemelde Rapport van dato den i November i786 eenige accufatie van wangedrag-of plichtverzuim » vervat, hangende Hun Ed Gwol Mogenden verdere deliberatien over dat Rannoït ofjmmers, wanneer Hoogstdezelve daar ove? zul'. Jen befojgneeren of deljbereeren, ter VerglderinL met geadmitteerd zullen werden. ergaaermg Wy kunnen niet verwachten (en de exGstentie van zulk een Collegie als dat van ü Wel EdGe! feS6cfj^^'f'- eeD Sonoegzaamt waaborg tegen; dat uwe Stad immer in 't geval zal kunnen komen van onze reciproce hulpe te behoeven" Maar wy verzekeren ü Wel Ed. GeftrSe M^nT hatte niet te min, datwyaltyd TOc d«^Soïfteï yver zullen gereed zyn, tot alles wat ü Wel Ed. Geftrecge Manhafte zullen oirdeelen door ons te kunnen worden gepresteerd, ten nutte van •-Ve. ?an nWeI«yD/aQ de,n Lande» eB hyzonderlyk van Uwe Stad, welke door haare macht, en het Staats fysthéma, 't welk van ouds aldaar zoS beJendig placht gevolgd te worden, altyd het voor" fiaamfte bolwerk onzer Vryheid geweest is Daar toe hebben wy geoirdeeld dat eene reguliere correspondentie, tusfchen ü Wel Ed. Geftr? Man! bafte en ons, van veel nuttigheid zoude kunnen Sfjj Tlke Wy dles>lven by dezen verzoeken en aanbieden, en ten dien einde hebben wy, daar de talrykheid onzer Collegien geene frequen e zittin! èen toelaat, eene vaste Commisfie g?decerneerd beftaande uit de Heeren * m^crneera, M. M. de Monchy, Majoor. P. Caarten, A. van Rykevorsbl, \ N. MOKTAÜBAN VAN SwYNDREGT. 5 K^HeVMU èPenning, Az. •* . Leemput. i Luitenants. J. P. va» Heel. 4 C  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13 C. van Stolk, 7 Vaandrigs. A. Radys. ƒ ö Van welke jaarlyks drie zullen afgaan, en doof anderen van gelyken rang géfuccedeerd worden, én die wy by dezen verzoeken dat door U Wel Ed. Geftr. Manhafte Werden geaccrediteerd, gelyk zy last hebben zich, zoo by monde als Misfives, in alle noodige onderhandelingen in te laten met zoodaanige Heeren, als U Wel Ed. Geftr. Manhafte, om dezelfde reden van meerdere expeditie, zullen gelieven goed te vinden daar toe te quahfi. cccrcn* In hoop dat onze wederzydfche poogingen zulk een uitflag mogen hebben, welke Uwen en onzen welmeenenden yver ten beste van het lieve Vaderland zal beloonen met het genoegen van aan 't zelve eenig wezenlyk nut te hebben toegebracht, eindigen wy deze, met over de Perfooflen en verrichtingen van ü Wel Ed. Geftrenge Manhafte af te fmeeken de befcherming en den zegen van dien God , door wiens wonderdoende hand onze Nederlanders een vry Volk geworden, en tot heden gebleven zyn, ons met alle broederlyke affectie noemende. Wel Edele Geftrenge Manhafte Heeren! ü Wel Ed. Geftr. Manh. Dienst, vaardige goede Vrienden, Rotterdam, De Grcote Krygsraad van de den 17 Maart Schuttery der Stad Rotttr. 1787. dam. Ter Ordonnantie van denzelven, (yas geu) H«. Arn«. Kreet. No.  f4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot JNo. 3278. Misfive als voor en aan verfcheidene andere Burgerkrygsraaden, gefchrtven in April 1787, met een tiylage. Het doet ons leed dat wy deze correspondentie van onze zyde moeten beginnen met U Wel Ed. Geftrenge Manhafte eenige moeite ten onzen behoeve te vergen; maar de ongelukkige ge- fteldheid der Vroedfchap van onze Stad is aan ü Wel Ed.Geftrenge Manhafte, gelyk aan de gehee. Je Nedeflandfche Weereld, genoeg bekend, om ons ten goede te houden, dat wy by een Collegie als het uwe om hulp verzoeken 5 — wy zenden aan U Wel Ed. Geftrenge Manhafte hier nevens de wederzydfche ftukken over het verzoek, door Geconftitueerden van een notabel gedeelte onzer voornaamfte Kooplieden en Mede-Burgers gedaan , door ons geappuyeerd, en door de meerderheid der gezamenlyke Leden van die drie Collegien, door welke van ouds de Privilegiën dezer Stad verzogtzyn, naamelyk Burgemeesteren, Schepenen en Raaden, nader aan Hun Ed. Groot Mogenden aangedrongen , doch door de minderheid van diö dtie Collegien, uitmaakende de meerderheid der Vroedfchap (afzonderlyk genomen), eh beftaandc in de bekende veertien Heeren, Bichon, van der heim , van bèefting , van der hoeven , van der Staal, Groeninx, d*Escory, van Teylingen , Mossel , van Hogendorp , van Mierop , van Staveren, van Basel en van Yzendoorn, gecontradiceerd. Wy bidden ü Wel Ed. Geftr. Manhafte dezelvé te examineeren, en, onze fustenue billyk en gefundeerd bevindende , dezelve ook by uwe Vroedfchap door uwen invloed en krachtige vertoogeO te appuyeeren, en by dat Collegie te ÏBfteeren: I. Dat Hun Ed. Groot Achtb. aan Stads Gededeputeerden een last geven conform het Staats-Rapport. a. Om in de benoeming der nieuw aan te ftellen Vroed-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, i> - Vroedfchappen zich mede te conformeereri met de meerderheid van die Leden, die het Staats-Rapport hebbeD uitgebracht, o. En dien last zoo fpoedig uit te brengen, dat de finaale deliberatie en afdoening ter Staats, vergadering nog in deze lopende maand kan worden vascgefteld en ten effecte gebracht. De Amfteldamfche Krygsraad doet heden dat zelfde drieledig verzoek aan den Raad dier Stad» als overtuigd zynde, gelyk wy vertrouwen dat U Wel Ed. Geftrenge Manhafte, na de Iecture dezer ftukken, mede zyn zullen, van ons goed Recht, en van het gemeene en waare belang 't geen alla de Steden van onze Provincie 'er in hebben, dat de ftem van Rotterdam ter Staatsvergadering niet langer werde uitgebracht door veertien aan elkar.der verbonden en van een Mensch afhanglyke Raaden ; welke verbintenis zy wel geloochend hebben m een poinft, waar van zy niet befchuldigd zyn» naamelyk omtrent de Ambten en Commisüen, maar welke zy niet loochenen noch kunnen loochenen, met betrekkÏDg tot dien eenen, op wiens belang of begeerte alle hunne daaden en advylen mtlo- P Wy kunnen niet denken dat men tot uwertt zal blvven hangen aan 't geen onze partyen inbrengen, naamelyk dat zy, een jonger Privilegie vasthoudende, tegen ons, die een ouder Privilegie reclameeren, door den Souverein behooren te worden gemaintineerdr Immers wy meenen, dat daar tegen behoort in aanmerking te komen, met relatie tot dit ons geval, het volgende dilemma; *iri Rotterdam competeerde, volgens haar oudfte Privilegie, het Recht om te hebben veertig Vroedfchappen , dat dit getal door latere Graaven eigendunkelyk is verminderd, was een der ïnfractien, om welke men zich tegen dezelve heeft verze£ — de Vroedfchap betoogde dit Anno 1580 aan Prins Willem den eersten, en verkreeg een augmentatie tot twee- en dertig: —- deze liet men  16 Verzanding van Stukken betrekkelyk tot weder eigendunkelyk uitfterven, tot dat 'er Anno 1615 maar twintig waren, blykens het annexe Declaratoir van de Heer Secretaris van Berckel. —■ Die twintig Heeren verzochten in die factieufe tyden, waarfchynlyk maar by meerderheid van Hemmen, en om hunne Remonftrantfe party tegen de Contra-Remonftranten vast te houden, het Octroy, dat 'er voortaan maar vier- en- twintig Raaden m de Vroedfchap zyn zouden. Is het te dier tyd in *t vermogen der Leden van Holland geweest, dat verzoek te accordeeren —» dan is het ook nu in de macht van dezelve Leden, en met ftrydende tegen den ééd, door ieder van iien gedaan, om te accordeeren het thands gedaa. ne verzoek tot augmentatie van dat zelfde Collegie, 't welk men Anno 1615 heeft gediminueerd. —> Maar — heeft men te dier tyd de vroegere Privilegiën, en fpeciaal dat van 1580, als wel op naam van Koning Philips, doch in waarheid door of van wege de Staaten, verleend zynde, niet in zoo verre mogen veranderen, dat het getal op vier^ en- twintig wierde verminderd, dan is die diminutie door het tydverloop ook niet kunnen van waarde worden, — dan is dezelve nog heden onwettig, «a* en dan handelen de Leden van Holland, met onze Vroedfchap tot het voorige getal te augmenteeren, niet tegen, maar juist conform hunnen ééd, welke hen oplegt de wettige Handvesten en Privilegiën te maintineeren. Wy achten het onnoodig hier iets meer by të voegen, om U Wel Ed. Geftr. Manhafte op te wekken, onze zaak by uwe Regeering zoo veel jnooglyk te helpen bevorderen. B Y.  de Gebeurtenis/en' in 1787 enz. voorgevallen. 17 B Y L A G E. ExtraSt uit de Refolutien van de Vroedfchap der itad'Rot* ter dam , Vergaderinge gehouden op den 26 OÜober " 1615. Prefent alle de Vroedfchappen en den Penfionaris, uitgezonden Willem Huygensz ende van Driel. . Ende is onder anderen mede voorgelezen hef. Oftroy, 'c welk de Heeren Staaten van Holland deze Stede Rotterdam in dezelve Vergadering hebben gegeven, daar by deze Stede geconienteerd, geaccordeerd, ende geoötroyeerd werdt voortaau te mogeö blyven gebruiken 'É getal van vier- en* twintig Pertoonen, die de Stad als Vroedfchappen zullen regeeren, ende dat dezelve Vroedfchappen , in conformite van de oude Privilegiën, in plaatle van Perfoonen die komen zullen af te Iterven otte ontpoortert te worden telkens anderen tot Vroedfchappen verkiezen zullen mogen. Naar welke leöure goedgevonden is dat &c. Vóórts is gerefolveerd dat de eerfte verkiewnge van een Vroedfchap gedaan zal worden op Maandag toekomende, ende dan daar na de verdere vaceerende plaatfen, van maand tot maand op de refpeöive eerfte Maandagen van dien zullen worden gefuppleerd. Accordeert met de voorfz. Refolutien, voor zoo veel dit geëxtraheerde aangaat, En verklaare ik ondergefchreven Secretaris der Stad Rotterdam, dat my uit de volgende Refolutien der Vroedfchap gebleken is, dat by t zelve Collegie tot Raaden zyn aangefteld, op den 2 Novemb. 1615 Adriaan Crynen van Lyk. 7 Dccemb. 1615 Reynier Pietersz. Trompkr. XLVI. Deel. B 4 j«-  iS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 4 January io"i6 Gerkit Jan?ze Blaiskert. 3 February I6i5 Gillis Marindsz. Groenikx. En dat dus, ten tyde van het vraagen er obtineeren van voorfchrcven Oéïroy, maar twintig Vroedfchappen in leven zyn geweest. (is geteekend) W. W. van Berckel. No. 3279. Extraët uit «ie Refolutien van het Collegie van den Krygsraad der Stad Gouda in Run Ed. Manhafte Vergadering genomen op den 7 April 1787, betrekkelyk de voorenftaande Misfive van den groosen Krygsraad der Stad Rotterdam. De Wel Ed. Heer Collonel communiceerde aan het Collegie, dat zyn Wel Ed. had ontvangen een Misfive van Gecommitteerden van den Groöten Krygsraad der Stad Rotterdam tot de Politique zaaken, waar aan geannexeerd is een Extract uit de Notulen van de Vroedfchap van gemelde Stad, —■ mitsgaders hebbende tot Bylagen een aantal volumineufe Hukken. Dat zyn Wel Ed. gemeend had het Collegie te moeten convoceeren, en van den inhoud derzel. ve Misfive te ouvertureeren, dewelke vervolgens voorgelezen zynde, is bevonden van de navolgende inhoud. Fiat Infertio. Voor welke communicatie en gedaane ouvertures welgemelde Heer Collonel vriendelyk bedankt zynde, is na voorgaande deliberatie gerefolveerd de voorfz. Misfive, als inhoudende een tweeledig verzoek, te ftellen in handen van twee afzonderlyke Commisfien, —>- omme beide Poinflen attent en ferieus te onderzoeken, en van hunne bevinding aan het Collegie Rapport te doen; terwyl in handen van de Commisfie, dienende toe onderzoek om  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. .y aan dezer Stads Vroedfchap een Addres te maaken, Too als by de bovengemelde Misfi ve word verzocht, zullen worden gefteld alle de Bylagen, zoo voor aU teaen het verzoek dienende. En is tot de Commisfie der aangeboden correspondentie , even als de Groote Krygsraad van Celdam reeds had geaccepteerd, verzochten «"öïeeïde Wel Ed. Heer Collonel, bene£ïï d? HÏren Griffioen en de Man, Kapiteins, en Maas, Luitenant. En tot de tweede Commisfie, nopens het te maken Addres, verzogt en gecommitteerd de Heeren Bleoland en van der Does , Kapiteins, van Leeowen en vandrrGryp, Luitenants, COMSiOs, Vaandrig, met adjunftie van den SeCretam; terwil de Wel Ed. Heer Collonel, alvoorens deze Commisfie benoemd wierd , aan de Leden had ge, declareerd, als Mede-Lid van dezer Stads Vroedfchap, zich met de deliberatien over deze zaak ten rTrincioaalen niet te kunnen inlaten, ten einde er Ey de Leden van gemelde Vroedfchap niet «u worden gefascineerd, dat deszelfs (tem n. dieJerraderine kon worden gerefufeerd; •—- en om die reden begreep buiten die Commisfie te worden geexcludeerd. . .. - ■ ■ N° ^280. Extraft uit de Refolutien van genoemden ' Krygsraad, ever het zelfde onderwerp, genomen op Woensdag den 11 April 1787. De Wel Ed. Collonel communiceerde aan het Collegie, dat deze Vergadering door zyn Wel Ed. od het verzoek van den Heer Kapitein Bleülano extraordinair was belegd; waar na welgemelde Heer Bletjland fna alvorens den Wel Ed. Heer ColloreJ voor zyne vriendelvkheid bedankt te hebben) b». nevens de Heeren Kapitein van dêr Does, Luite. nants van Leeuwen en van der Gryp, en Vaar. B 2 oriê  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot drig CnMsios, met adjunGie van den Secretari, ve, gefcsreven door Gecommitteerden van den „ Grooten Krygsraad, in dato den 5 April 1787 " l00^^0 ^ Rotterdam, inhoudende verzoek , * ct /3„Kryg8raJad by den Acl"b- Raad dezer „ btad alle zoodaanige bondige Remonftrantien " geheven te doen, als eenigermaate ge. " £h,k^ouden kunnen geoirdeeld worden, om de „ vroedfchap te permoveeren, ten einde met de „ item van deze Stad te. concurreeren, tot het con „ cludeeren var, het voordeelig Staats-Rapport van ,, den I7den Maart jongstleden." Dat de volumineusheïd der Stukken en Bylagen, welke door de wederzydfche partyen tot adftrucliè of het dechneeren van het verzoek waren SS KaJT ^c°mn""e?rdens buiten de mooglykheid had gefield qm voor als nog bepaaldelyk Fe kunnen opgeven, of het reclame van hetPrivileg I in den jaare 1479 fteunde bp zoodaanige onwraakÏZeIZÓÏÜ d3C de 5r^«ad in hLe betrekking ais byééde verbonden, om, volgens het verm?ard verbond van Unie, met al homogen, ja met lyfen soed u 'tnood, de Privilegiën te helpen hand. houden, Jlyven enjïerken, befchutten en belhermen, jegens allen en emiegelyk, ivie en hoedaanig die zoude mogen wezen, verplicht zoude zyn, om,qp gronden vaa  de Gebeurtenis/en in 17 8 7 enz. voorgevallen. 21 van de voorfz. Unie, zich opentlyk de zaak der Rotterdamfche Requestranten aan te trekken, dan wel dat de Krygsraad zoude behooren te concludeeren, dat het voorfz. verzoek, fteunende op zeer losfe gronden , uit dien hoofde door hun in geenen deeie by den Raad dezer Stad konde worden geappuieerd. Dat het hun Gecommitteerden echter was voorgekomen, dat de Eguards, welke men verfchuL digd was, volgens hunne opinien, aan zulk een aanzienlyk Collegie, als by hun voorzeker, en (zoo zy vertrouwden by den Krygsraad mede,)deGroote Krygsraad der Stad Rotterdam wierd geconfidereerd, niet gedoogden, dat de accufatie van de Receptie der voorfz. Misfive wierde uitgefteld, tot dat by Hun Ed. Manhafte op het verzoek ten principaalen eene finaale conclufiewas gevallen, dat zy Gecommitteerden diensvolgens als een provifioneel Rapport de eer hadden voor te dragen, dat het alleszins welvoegelyk zoude zyn, om de voorfchreven Gecommitteerden van den Grooten Krygsraad op de allervrindelykfte wyze te refcribeeren, en dat zy ten dien einde hadden gehafardeerd te coccipieeren eene Concept-Misfive, welke zy de eer hadden over te leggen, en welke van de navolgende inhoud is. No. 328 ï. Concept-Misfive van den zelf den Krygsraad aan Gecommitteerden van den Grooten Krygsraad te Rotterdam. Wel Edele Gestrenge Manhafte Hse. ren! Wy hebben de eer gehad te ontvangen U Edele Geftr. en Manhafte zeer breedvoerige Misfive, in dato den 5den dezer maand April, mitsgaders di» verfe volumineufe Bylagen , inhoudende dezelve Misfive een tweeledig verzoek, om ons uit te nooB 3 di-  ia Verzameling van Stukken betrekkelyk tot digen tot eene gemeenfchappelyke Correspondentie, betreffende de gewigtigfte zaaken van ons Vaderland, en byzonder om ons te exhorteeren, ten einde wy in de bedrukte en ongelukkige fituatie van uwe Stad alle zoodaanige middelen in 't werk zouden ftellen, om den Achtbaaren Raad onzer Stad te permoveeren, ten einde Haar Ed. Groot Achtb., met de ftem dezer Stad, geliefden te helpen concludeeren het voordeelige Staats-Rapport van den I7den Miart jongstleden, raakende de Augmencatie der Vroedfchappen te Rotterdam. Wy kunnen niet ontveinzen, Ed. Geftr. Manh. Heeren! dat wy federt langen tyd, zoo uit hoofde van de nabuurfchap, waar in wy ons met de Stad Rotterdam bevinden , en de nadeelige uitwerkzelen, die voor onze eigene veiligheid daar van te duchten zyn, als byzonder om het deel, dat wy nemen , dat ons ongelukkig Vaderland, door een herftel in het algemeene Staatswezen, eindelyk tot eene gewenschce kalmte worde gebracht, met angstvalligheid hebben vernomen de geweldige fchokken, die een zoo aanzienlyke Roopftad van dit vrye Gewest, als waar voor Rotterdam zeker moet gehouden worden, federt een geruimen tyd heeft moeten ondervinden. Wy zouien dus te kort doen aan ons gemanifesteerd l\sphéma, ja wy zouden vermeenen dat wy o"zcr dierbaaren ééd, en de heilige verplichtingen, dit- op ons gelegd zyn, opentlyk verzaakten, indien wy eenigermaate in gebreken bleven, om in drz' n jongften nood van ons Gemeenebest niet alle zoodaanige gepaste en met de Conftitutie inftemmende middelen in 't werk té ftellen, om het onze toe te brengen tot herftel van ons vervallen Staatswezen, en daar door krachtdaadig voor te komen onzen geheelen ondergang, die voorzeker te wachten is, indien eene cergiverfeerende factie blyfc aanhouden, om alle herftellicgswerk heimelyk en opentlyk te keer te gaan. Wy zouden dierhalven, handelende uit deze pn'n- cpe»,  de GeUurtmsfen in 1787 enz. voorgevallen. 23 rfem Peen oogenblik zwaarigheid maaken. om P rlnSn ïevalle te addresfeeren aan de Vroedfcbaï^ dezerS?ad, maar daar het alhier aankomt op lcnap ?G*KI™„hriv\]e!,ie. waar van door de we- ES'* fteldt h nden° var, SS perSeele Commisfie om de voorft. materie rypelyk te onderzoeken, üe, om ae vuuiu. _ ;r adv.,s te dienen, en van haare c°^fS\ee°Pr overtuigd van de ?we «akSSeïTkunnen aantrekken, en daar van, uwe zaais zu"ut" f . d Regeenng onzer Stad rnn^e H^toNaarXWeid destyds, en de^g,?e&heid der toegezondene ftukken, ZreGecJmmirteerden tot heden verhinderd heeft, om een Rapport uit te brengen, zoo hebben wy echte^emS, dat de eguards, die wy oirdeelea ïerfchuft te wezen aan een zoo aanzienlyk Colyericnuiaigu ^ Krygsraad te Rotterdam, m SÏ5 C S Ed. Geftr. en Manh. op zyn tyd onze fiSe Refo utie te communiceeren .wanneer by die Slfde se tegenheid ü Wel Ed. Geftr. en Manhafte n nS e-ïel of de gefteldheid van onze Ver. Ïïd3ng?ïï pÖtïre, om van U Wel Ed. Geftr. £dMÏS.. vrFendelyke eerfte Lid der voorfz. Misfive, gebruik tc maaken^  cl! ïfl™ We, E4 noemen, * ■ eer "ebben ons te W" *** G'A""t' Manhaft, H,«m< Ter Ordonnantie van denzelven, Qwax eet.) r> . v» 6 j c- van Alphe, &cr». geworden, als mede fin^™~f terdara gelieerd is ^rvangedacbS^^ Collegie van den Krygsraad „?«,!. ■ 1' geJyk hec to worden eeconfiderefrw «i u OSrls eD behoore Hoofd van de^Zllde ril 5" R^entative rrfpeöive HeereS ?eÏÏ«ïf fht deZer Stad > de rye echcerSS Saar fa^, hL**™ Stads Schu»e. aan tijc ColTegle, 7èv zeer rt™* gefub°'dineerd kende, dus Uk-maaS^gSS?'153316 ^^LÏÏreTce^: derge™l7t^ zynde bet beleid der VweadeViSr L Co,,0»e,' al* ronder gedemandeerd, namen dit rnnyn- Ed'-bydelyk te verzoeken om m f, , Co"eg'e vrien- *&S£™}?™ g» hmeerde Vergadering van den KWsraad £ Heeren Sergeanten te* convoceeren 7SI?eL ° de hun communicatief zouden knnnrt, 5 de met zal  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2* ral te rade werden , terwyl zy eindelyk zouden vermeenen, dat de abfente Leden tegen dien tyd br hoorden te worden befchreven, en de Heer Kapitein Gfiffioen, zoo het eenigzins mooglyk: «, net kennis en approbatie van den Heer Col one , verzocht, om de vacante plaats van Vaandrig te ve vullen , ten einde het Collegie, compleetelyk vergaderd , na rypen rade zou kunnen procedeeren tot Afdoening van de voorfz. gewigtige zaak. Waarover gedelibereerd zynde, is gerefolveerd Heeren Commisfarisfen provifioneel te bedanken voor hunne aangewende moeiten en attentie, derzelver Rapport volkomen te approbeeren, en in eene Refolutie te converteeren, zoo als het zelve Lapprobeerd en geconverteerd word mits dezen; In is de Secretaris verzocht en gequahficeerd, de expeditie der Misfive, in het zelve Rapport voorkomende, op zich te nemen. . — ;———' f . ■ ■ N°. S282. ExtraSt uit de Refolutien vande^Gecombi. neerde Vergadering van Opper, en Onder-Officteren der Stad Gouda, genomen op Maandag den 16 April I787' De Wel Ed. Heer Collonel heeft aan de refpective Heeren Sergeanten kennis gegeven, dat 'er by het Collegie van den Krygsraad was ingekomec, een Misfive van Gecommitteerden uit den Grooten Krvgsraad der Stad Rotterdam tot de Politicque zaaken: welke Misfive vervolgens voorgelezen zynde, is gerefolveerd geene infertie te doen, alzoo dezelve in de Krygsraads Notulen van den 7den dezer in het geheel ftond gementioneerd. Wvders communiceerde welgemelde Heer Collo, nel, dat voorfz. Misfive by het Collegie van den Krvgsraad commisforiaal was gemaakt, — en dus datgedeelte, waar by het z?lve wierd verzocht tot het doen van een Addres aan de Vroedfchap de. zer Stad, was gefteld in handen van ae Heeren  IS Verzameling yjin Stukken, letrekkelyk tot Bleölanb en van der Does , Kapiteins , van Leeuwen en van der Gryp, Luitenao-s . en Cdm*t#, Vaandrig, met adjucttie van den Secretaris, ten einde de Misfive in dit refpeft, en de papieren ! zoo wel voor als tegen., het verzoek dienende, te oDdeizoekea, en van hunne bevinding aan het Collegie rapport te doen:.terwyl de Wel Edele Heer Collonel, als Mede-Lid van de Vroedfchap zvrde, . zich bad onttrokken met de deliberatienover de zaak zelve in te laten, en dus van voorfz. Commisfie geexcufeerd. Dat voorfz. Commisfarisfen aan den Krygsraad reeds een provifioneel Rapport hadden gedaan, en bet welk al mede aan de Heeren Sergeanten is voorgelezen. En, dewyl de convocatie dezer was proflueerende uit het voorfz Rapport, alzoo het zelve by den .Krygsraad in eene approbatojre Refolutie was geconverteerd; —- is, na voorgaande deliberatie, gerefolveerd, uit het Corps der Heeren Sergeant ten wsgelyks een Commisfie te decerneeren f om gemeenfchappelyk met de Commisfie uit den Krygsraad het voorf?. onderzoek te doen, en overzuIJcs alzoo gecombineerd van hunne bevinding heden over agt dagen aan deze Vergadering rapport te doen; terwyl de Wel Ed. Heer Collonel als nog bv deze Vergadering heeft geinhsreerd, deszelfs voojig gedeclareerde, om zich met geeae deliberatien over de zaak ten principaalen in te Jaten. Zynde to: voorfz. Commisfie uit de Heeren Sergeanten verzocht en gecommitteerd de Hoeren Lin. kers, Verblauw, Mullart en Bruynvis. JN°. 3283. ExtraB uit de Refolutien van den zelfden Krygsraad, genomen op Zondag den 22 April 1787. De Wel Ed. Heer Collonel communiceerde aan hef Collegie, dat op gisteren avond zich by b-m hal  de Gebeurtenis/en in 1787 «*■ voorgevallen, hnH ^fifteerd een Commisfie van twee Burgers de» 5ef&d welke zyn Wel Ed. had gecommumceerd, S e"' aanS onzer Burgers «, Inwoonersjoedgevonden hadden te verzoeken en qualraceeren oe TereS TAN van ravensberg, jan van de PoL- d Arpvander Samuel . Petrus Elsnerus , der , ALEXAN^„„r^ pmtip PoLYN, corne- Willem van der Wagt, ^hiup„*^;w'h„ndrik ™ ^efchikte middelen te bewerken en uit te voe?Mg als zv ohdeelen zouden het beste te zyn, dat v? bv de Ed. Groot Achtb. Heeren van de Vroed. Ow- tePRoSamD, hefprimitive ge, Xi van veertig , een last wierd gegeven , con- S^^*g"Z& de^v^rkS voorfz Commisfie had verzocht, zich op heden vooriz. ^om fifteeren, en aldaar den- leben'voorSt L^Hun Ed. Manhafte te doen Dat door den Bode geïnformeerd wordende, er mee der daad zich in den Doelen bevonden de Hee- Willem van der Wagt en Ary Meurs, ifeSveerd dezelve Commisfie te accepteeren, 700 als dan ook immediatelyk zyn verzochten geSmiareeJd gemelde Heeren Gecommitteerden, en compareeru s hunne Mede- ?ooTgedragen, hef geen hier boven bere,ds door den Wel Ed. Heer Collonel is gedaan. d Waar na dezelve verzocht zyn de Vergadering te verlaten, en vervolgens over de zaak zelve gedeh-  *» Verzameling van 3tukksn ^ der-Officieren of weleenTCömm .V0 verde'e Oncosform hun voorftel tfaccepSe, S d1"Clve» aan devoorf*. Coaam^t^M^^V1^11' keo hunne A£ïe vanOua jficariP. ED tedoeDblyweder binnen toa^mto&n53«elk* blhet ia gracieufe termen, doooen wTt' £an hutJ' Jonel is gecommuniceerd £d' Heer Co1- dag den 26 AprTx^f^ gnomen op Mflan. De Heeren Bleuland en van der Dn*, b- • teins, van Leeuwen en van de» r?™8'.%>'nants , Cumsius VzJrTj.i r °ryp, Lmce- denSecreSJ^n'de S^f me£ adju»aie van combineerd, ter voJdoening Jfn oir , b^eo ge" misforiaal, jn deze Ver«T&5n^ï 5cfo,utieComzer genomen, gerappoSeefd• gH^f deD ^den de" den geëxaminVefrhertSe' fïd 7°f%.h*d' der Gecommitteerden vK.fll? £ Mlsfive .te Rotterdam, inhoudende verïotf X^S*™* raad zich zoude vervoeLn 11 J d"deKrygs. Stad, ootUe«oodïSÏÏBmSfl£!I1r-RMd dezer waar door het verzoeï^ bv Hnn Ï5ra^t,en te doen» den gedaan tot augmentatie der VV,SrT Mo^°het primitive getal van veerf?» Vroedfcbappen tot favorabel geadvifeerd h mJï 5^" \0D^den tot concluffe zoVdHÜrden eebrach^ Stt* fte». zoek door een zeer Zk febr5chf» en welk ver- te Rotterdam, ea'nad-ïh^H JJede?,te der Bür^V is geappuieerd geworden. VroedfcnaPs-Leden, Dat  de GelsurtenUfen in 1787 enz. voorgevallen. 2ö Dat zy Gecommitteerden, voelende het gewicht en het groot aanbelang, dat de Stad Rotterdam in het byzonder, en de geheele Provincie van Holland, m deze zaak fchynt te Rellen, dan ook waren aangemoedigd geworden, hoe zeer diergelyke onderzoeken over dé alleresfentieelfte zaaken , het eemeene Vaderland betreffende, voorzeker buiten den kring hunner dagelykfche occupatien hepen, om de voorfz. ftukken met de noodige bedaardheid en onpartydigheid te examineeren, en dat, om in dezen op eene alleszins geregelde wyze werkzaam te wezen, hadden gemeend hun onderzoek byzonder te moeten bepaalen tot de redenen en oirzaaken, waaromme in de gemelde Stad de verdeeldheden, het Wantrouwen en de oneenigheden , tusfchen een'gedeelte van den Raad aldaar, en tusfchen een voornaam gedeelte der Burgery , waar bv zich federt negen Raaden in de Vroedfchap, het geheel» Collegie van Schepenen, en de Groote Krygsraad hadden gevoegd, tot zoodaanige excesfen waren uitgelopen, dat het laatfte gedeelte der Burgery noodig had geoirdeeld, om by Hun Ed. Groot Mogenden teinfteeren, tot vermeerdering van eenige Leden in de Vroedfchap. Dat zy vervolgens hadden gedacht te moeten onderzoeken, df de reclame van het Privilegie van den jaare 1479 alleszins is gefundeerd, en of de nadere Oöroijen , ftrekkende tot vernietiging van het voorfz. oüdfte Privilegie, in deze niet moesten en behoorden te derogeeren, en langs dien weg de werking van het eerfte Privilegie contradicee- TCDat, wat het eerfte poinft betreft, zy Gecommitteerden niet noodig achten in 't breede te elareeeren welke toneelen van verwarringe, oproer en geweld, zich federt eenige jaaren in de Stad Rotterdam vertoond hebben, hoe dezelve oproeren, meestal aangeftookt door vermogende Ingezetenen , onder het glimpig voorwen dzel, om voor de zoogenaamde belangen van den Heer Hrf-^tad- faou»  $o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houder te yveren niet anders ten doelwit hebbe gehad, dan het onbepaald gezag van den Stadhouder te verheffen boven de eenige en wettige autho. titeit van den bouverem van den Lande, en deszelfs gehouden gedrag, in den jongden Engelfcben Oorlog, boven alle contradictie te ftellen Dat zy Gecommitteerden vertrouwen, dat alle de Leden van deze Vergadering van deze notoire waarheid compleetelyk zullen overtuigd zvn. en dat, zoo iemand aan derzelver echtheid zoude vermeenen te kunnen en te moeten twyffelen, men alleenlyk daar tegen zou kunnen objicieeren de voorziening, die by Hun Ed. Groot Mogenden op den 10 Augustus i78+ gedaan is, waar by eenige Heeren van Staatswege zyn verzocht en gecommitteerd geworden, van zich naar Rotterdam te begeven, ten einde gezamenlyk met alle attentie te onderzoeken en na te gaan de fources, uit dewelke het voorgevallene in de voorfz. Stad, en het aldaar fubfifteerend ongenoegen en mistrouwen, was veroirzaakt, en met de voornoemde Magiftraat de bekwaamfte middelen, tot herftelling der rust en het vertrouwen aldaar, te beraamen, en te helpen ter uitvoer brengen, en voorts van hunne verrichtingen een omftandig Rapport te doen om daar op door Hun Ed. Groot Mogenden als' dan verder te worden gerefolveerd, als bevonden zoude worden te behooren. Dat eene zoodaanige extraordinaire voorzien inevoor een der aanzienlykfte integreerende Leden van Staat, by den Souverein noodzaakelyk zvnde geoirdeeld, men daar uit gewisfelyk en gerust zoude kunnen ehcieeren, dat 'er meer dan eene halve preuve moet geweest zyn, dat de meerderheid der Regeerders te Rotterdam of veel te flao iq de uit-oenng eener ftrenge Juflitie is geweest. dan wel onder de hand heeft kunnen goldvinden de combustien by conniventie te pasfeeren, en ïmoeïiget2 6 * ^ °P 10 &°°ken e" aan Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 3f Dat dit denkbeeld, gantsch niet vreemd zynde,. zich al meer en meer realifeert, wanneer men nagaat .welke oneindige tegenkantingen de gemelde &s.Commisfie van de zyde der Regeerders te, SSSÏÏÏTüi het opipooren der fources van het kwaad, heêft moeten ondervinden, en hoe dezel«niet, dan na een zeer geruimen tyd, de fansfaflie heeft mogen hebben, om, door het daarftellen van de noodige maatregelen, de rust binnen de gemelde Stad Rotterdam te verzekeren. • 8 Da het uitgebrachte Rapport van de voorfz. aan7ienlvke Staats-Commisfie, ook alleszins blykenj draa/t dat 'er geen twyffel, hoegenaamd, meef zvn kan, St de oirfprong en de voortgang der beroerten alleen moeten gezocht worden m 'c aan. genomen fysthéma der meerderheid van de Vroedfchap te Rotterdam, als onophoudelyk al e verbetering/tot herftel van ons vervallen Staatswezen, met kracht en geweld tegengaande.; "Dat eene onpartydige befchouwing van eenca zoodaanigen ongelukkigen toeftand, die voorzeker ; gelvk de ondervinding reeds leert, al vry wat invloed moet hebben op de Commercie van zulk een aanzienlyke Koopftad, een groot gedeelte der feïmogendfte Ingezetenen dan ook heeft aangefpoord8, om in t&a zich te addresfeeren aan Hun & Groot Mogenden, en eerbiedig te ïmploreeren. om, door eene augmentatie van 16 nieuwe Leden in dè Vroedfchap, alle de onlusten en onee-. "heden met wortel en tak uit te roeijen ; dat het voorfz. geavanceerde hun Gecommitteerden voorkomt! genoegzaam te wezen tot adftrufhe van het eerfte gedeelte van hun Rapport , en dat zy zouden durven vastftellen, dat de billykheid en ge. furTdeerdheid der redenen van wantrouwen en onpenilhéden van het eene gedeelte der Burgery te Rotterdam» en wel van het aanzienlykfte, tegen de meerderheid hunner Regeerders, ieder onbevooroirdeelde daadelyk in 't oog moet open. Dat zy Gecommitteerden vervolgens hadden je-  £ ■Verzameling van Stukken betrekkelyk tot merking tonden komen, enfct ffhun^sVelt fchenen, dat het zelve Privilegie opdat iaa? fan de Burgery der Stad Rotterdam was geiUen ten eeuw,gen dage; een Privilegie daaSven, 't welk, volgens de eigene woorden van hetsTaat*! Rapport van den 17 Maart 1787, fwant em-S quer taal kunnen de GecomLïtee(rden niet f fa! den, om hunne waare begrippen uit te drukkend de waare en oude Conftitucie der RegeerinT tl Rotterdam uitmaakt, en als het eigendom "a? de »&i%i«T£:r^ttatt is>dat ieder indi- viauee, j^irj der Maatfchappy, en nog zoo veel rr. meer zulk een aanzienlyk gedeelte der Bnr7erv gevoegd met 9 Raaden /het Collegie van sË' om zvne *S$ÏÏ$Ï KrTraad' "etVrechtChheeeft omzyne Privilegiën te reclameeren, en dat nooir hier in aanmerking tonden komen eenige laagte reptief, en in tyden vol beroeringen en faftien zyn verkregen, om hunne partyen te ftyvenTak of deze JaatereOciroijen in ftaat zouden wezen om Slezen"* 'ffl&fc ^kingT doen coSmitSdeenD ^S^£SS&' »f e ^ dezelve ten ampelfle te vinden n de dien aanS" de^TeSven^^l^Ge dM °°k ««Sdfa^SS: StTO vïn de BSr?'tT&jH^ konden tegenfpreken, mKet ilïrS^fiS. orf zichte moesten adjudiceeren. D p' beeld\Zaan£C0^nrnitteerdIen ip da£ vaste denk£ldgoedarDedcht der iKttef^ T ten zouden wezen, dat de Krygsraad er,5e ver! dere  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 33 dere Oader-Officieren zich deze zaak, als daar van afhangende de vryheid en veiligheid van de geheele Provincie van Holland, en byzonder van deze Stad, die, in de nabuurfchap van Rocterdam gelegen, het eerfte vatbaar zou kunnen wezen voor de vonken van een van daar aangeblazen oproer, ten fterkften behoorden aan te trekken, en by den Raad dezer Stad, die in den jaare 1784 en vervolgens by alle gelegenheden zich de zaak der Rotterdamfche Burgery heeft aangetrokken, en dus, zonder zich ongelyk te wezen, van dat zelfde fysthéma niet gevoeglyk kan afgaan, alle zoodaanige Remonftrantien te doen, ais met het gewicht en het hoog belang dezer Stad eenigzins overeen zou kunnen worden gebracht. Dat, wat men ook van de bevoegdheid of onbevoegdheid van deze Vergadering, om zich met zaaken het Gemeeneland betreffende in telaaten» mag oirdeelen, dit evenwel, gelyk Gecommitteerdens vertrouwen, vast ftaat, 'dat dit Collegie uitmaakt het reprefentatief van de gewapende Macht dezer Stad, welke by ééde verbonden is, 's Lands en Stads Rechten en Privilegiën voor te Haan, en met kracht te befchermen. Dat, zoo deze woorden geene klanken zyn, men daar uit dan ook verder durft te bewyzen, dat men alle gevoel van vryheid, liefde en zucht tot zyn Vaderland, moet geabandonneerd hebben» indien men de leer eener lydelyke gehoorzaamheid zoo verre zou willen admitteeren, dat de Hoofden van zoodaanige gewapende Macht, die by ééde verbonden zyn, geen recht zouden hebben, om op eene billyke wyze Reprefentatien aan hunne Regeering te maaken. Dat dit recht van oudsher altoos heilig is gehouden, en dat 's Lands gefchiedenisfen, zelfs in de eerfte tyden, ons leeren, hoe het Verbond der Edelen in de weereld is gekomen, om langs dien weg, op eene gepaste wyae, de klachten derInXLVI. Deel. C ge-  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gezetenen te brengen in den fchoot van den wettigen Landheer. Dat ook wyders de gewapende Macht geen werktuig in de handen der Regeerders, die, na de afzweenng van Philips, toch niet anders dan als gemachtigden des Volks kunnen worden geconfidereerd, zyn kan, maar, dat ieder Burger, en byzonder die gene , welke de Hoofden des Volks zyn, zich nimmer kan of mag onttrekken, om te onderzoeken, of 'er eenige infraftien op de Privilegiën gefchieden. Dat het vermaard verbond van Unie ons daar toe ook in allen opzichte noodzaakt, en dat, met zich daar regen te willen verzetten, men niet onduidelyk te kennen zou geven, van hoe weinig waardy de heiliglté Rechten des Volks, daar onze braave Voorouders zelf hun goed, bloed, en al hun vermogen yeii voor hadden, geacht wierden, waar door niet a Iers zou kunnen geboren worden, dan eene ila.aflche onderwerping, voor den naam van Nederlander ftrafbaar en hoogst onwaardig. Dat zy Gecommitteerden vervolgens hunne gedachten hadden bepaald op de wyze, waar op zoodaanige Reraonftrantie zoude kunnen en behooren gebracht te worden ter kennis van den Achtb. Raad dezer Stad, en dat, om aan dezelve den meesten klem en nadruk by te zetten, zy wel zouden kunnen advifeeren, om en Corps Da het Raadhuis te gaan, en aldaar over te geven eene gepaste, en met het gewicht der zaake overeenkomende, zeer bondige Remonftrantie; maar, gelyk rjatuurlyk eene apparitie van zulk een aantal Perfoonen notoir eenig opziens in de Stad zal veroirzaakcn, en fommigen, welke gewoon zyn de daaden van een ander naar die van hun eigen hart af te meten, wel ligtelyk in het verkeerd dënkbeeld zouden vallen, als of deze Vergadering de Vroedfchap dezer Stad, in haar notoire recht van vryheid in het dehbereeren, zoude willen hinderlyk zyn, zoo  ie: Qebmtenisfm in 1787 enz. voorgevallen. 35 zoo-zouden de Gecommitteerden van opinie wezen, dat'er, tot voorkoming van foortgciyke valfche geruchten, uit het midden van deze Vergadering alleenlyk behoorde te worden gedecemeerd eene zeer plechtige Commisfie, met last , om op morgen, zvnde Dingsdag den 24ften April, vroegtvdig in dén Doelen by den anderen te komen, om, vervolgens, wanneer zy geïnformeerd zyn, dat de R?ad by den anderen is, en Corps te gaan naar het Raadhuis dezer Stad, om, in naam en van wegens de Vergadering van Opper-en Onder-Otftcieren, alle zoodaanige gepaste, bondige en mee het gewicht der zaaken overeen komende, Retnonftrantien te doen, als Gecommitteerden onderling, od gronden van het bovenftaande Rapport, zullen gepast en noodzaakelyk oirdeelen, ten einde de Vroedfchap dezer Stad mogte worden geperluadeerd, om met dezer Stads Stem ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden zich te contormeeren met het Staats-Raoport van den i7den Maart jongstleden, en de Heeren Gedeputeerden, gaande ter Vergadering van Holland, mogten worden gelast en gequalificeerd, om dien conform de ftemder Stad in Hooggemelde Vergadering uit te brengen , en zich voorts, in de benoeming der iö nieuwe Raaden, te voegen by die Steden, welke in het groot Befoigne van Holland het voorfchreven Rapport hebben helpen uitbrengen. Dat voorts de meergemelde Gecommitteerden behoorden te worden verzocht en gequalificeerd, om, in den Raad audiëntie verleend zynde, den Wel Ed. Heer Mr. Jacob Blauw, Colonel der Scbuttery, vriendelyk in naam en van wegens deze Gecombineerde Vergadering te verzoeken, om 'zich aan het Hoofd van gemelde Commisfie te plaatfen. en de last en begeerte dezer Vergadering te brengen in den fchoot van de Vroedfchap dezer Stad. „ Dat, hoe zeer de redenen, door dien Heer geallegueerd, om zich over^de zaak ten pnncipaaWm  36 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut fa geene deliberatien, hoe ook genaamd, te kunnen inlaten, alleszins zyn gefundeerd geweest, ueitaat der zaake nu eenigermaate veranderende, net piet anders, dan tot vermeerdering van het aanzien der Commisfie, zou kunnen verftrekken, indien zyn Wel Ed. dien last op zich zou gelieven te nemen; dat daar voor, onder meer andere redenen , byzonder militeert het oude gebruik en gewoonte, dat de Collonel der Schuttery, als het hoofd der gewapende Macht, by alle plechtige Commisfien, by het achtbaar lighaam der Regeenng, zich plaatst aan het Hoofd van zoodaanige Commisfien, om de intentie van deszelfs Collegie over te brengen. Dat eindelyk dezelve Gecommitteerden behoorden te worden verzocht en gequalificeerd, om uit hun midden twee Perfoonen, nog heden avond, te commifteeren, en zich te vervoegen ten huize van den Heer Pizefident Burgemeester de Mey, of, by deszelfs abfentie, by den daar op volgenden Heer Burgemeester, om zyn Ed. Gr. Achtb. Kecrjis te geven van de intentie dezer Vergade. ring, en zyn Ed. te verzoeken, om op den volgenden dag daar van communicatie te doen in de Vroedfchap, en het daar heen te dirigeeren, dat de Commisfie, gelyk zulks in voorige tyden gepractifeerd is, audiëntie word verleend in de volle Vroedfchap, en dat Extraöen van deze Refolutie aan voorfz. Gecommitteerden behooren te worden ter hand gefield. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de Heeren Jacob Bleuland. Mr. Adriaan van der Does, Kapiteins, Cornelis van Leeuwen pp Jeremias van der Gryp, Luitenants, Mr Fredrik Cumsius, Vaandrig, met adiunöie van den Secretaris, mitsgaders uit het lighaam der refpeQivf Sergeanten van de Schuttery, Coenraad Linkers. Wouter Verblauw, Ary Müllart en Dirk Bruinvis te committeeren , gelyk dezelve gecommitteerd worden mits deze: om, gecombineerd  ie Geleurtenisfen in 17 87 enz. voorgevallen. 37 neerd met de Gequalificeerden van een getal notabele Ingezetenen dezer Stad, op morgen vroegtvdig te vergaderen op de Krygsraads Kamer, omme van daar en Corps, voorafgegaan door de £0. ééns van den Krygsraad, en opgefloten door alle de Tamboers der Schuttery, z1Ch te begeven naar het Raadhuis dezer Stad; dat zy Gecommitteerden in den vollen Raad verfchenen zynde, m naam en van wegen de Vergadering van Opper- en Onder-Officieren , op het vriendelykfte zullen verzoeken, dat, conform het oude en conftante gebruik, de Wel Ed. Geftr. Heer Mr. j. Blauw, Collonel der Schuttery, hoe zeer die Heer ter Vergadering, om gewichtige redenen, aldaar mondefing gecommuniceerd, van de deliberatien zich. gemeend heeft te moeten excufeeren, zich gefieve te plaatfen aan het hoofd van de voorfchreven Commisile, om vervolgens de begeerte en het verlangen der goede Burgery dezer Stad te brengen in den fchoot van het achtbaar lighaam Sezeï Stads Regeering; — dat de voorfz. Heer Collonel, zoo zy hoopen en vertrouwen, aan het verlangen der Opper- en Onder-Officieren beantwoordende, aan zyn Ed. Geftr., mt last en op naam van de Gecombineerde Vergadering van OpDer- en Onder-Officieren, zal behooren te worden ter hand gefteld, eene zoodaanige bondige, gepaste, en met den aart en het gewicht overeenkomende Reprefcntatie , by hun Gecommitteerden, met overleg van de Gequalificeerden uit een getal notabele Ingezetenen dezer Stad, te coDCipieeren, waar by Hun Ed. Groot Achtb., met den meesten klem en nadruk, en onder betooging van de energiekfte gronden, op het allerferieuste worden verzocht, en te kennen gegeven, dat het aan de Vergadering van Opper- en Onder-Umcieren, daar het op de behoudenis van hunne eigene vryheid, en de rust van deze Stad, voor 't vervolg, aankomt, gantsch niet onverfchilhg kan zyn, hoedaanig dé deliberatien, by Hun Ed. Groot Achtb, 2 ovvt  38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot over de alleszins gewichtige poinöen, die voorhanden zyn, zouden worden gedetermineerd. Dat diensvolgens Hun Ed. Groot Achtb. in de eerfte plaats, op naam en van wegens Opper- en Onder - Officieren , mitsgaders Gequalificeerden van een getal notabele Ingezetenen dezer Stad, worden verzocht, om ten fpoedigflen zoodaanig befluic te nemen, uit krachte van het welk wegens deze SMd ter Staats-Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden het daar heenen worde gedirigeerd , en ten dien einde de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart gelieven te qualificeeren en te gelasten, om zich, naamens de2e Stad, met het Staats- Rapport-vso den 17 Maart 1787, betreffende de augmentatie der Vroedfchaps-Leden, tot hetprimicive getal van veertig, te conformeeren, en daar van de noodige opening ter Staats-Vergadering te doen; mitsgaders zich in de benoeming der ?estien nieuwe Vroedfchappen te Rotterdam, met Dordrecht en Haarlem te conformeeren. Dat in de tweede plaats. Hun Edele Groot Achtb. op het allerernftigfte behooren te worden verzocht, om de Heeren Gedeputeerden, ter StaatsVergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gaande, almede te gelasten en te qualificeeren, om, omtrent de proviöoneele voorziening nopens de Magiftraatsbefleüing te Rotterdam, waar van de rust derzeive Stad, en de geheele werking van het refpeclabel lighaam der Schuttery aldaar afhangt, in cocformité van 't geen by de Vroedfchap in den voorleden jaare gerefolveerd is, zich al mede te conformeeren met het geadvifeerde van de Steden Dordrecht en Haarlem, en voorts, in het fonneeren van de Nominatie der Wethouderfchap te Ro'rerdam, zich te voegen met dezelve Steden , Dordrecht en Haarlem. Dat de Vergadering van Opper- en Onder-Orfieieren eenè openlyke b'yk van haare waarachtige gevoelens daar willende ftellen, haare Gecommitrden fpeciaal verzoeke, om de Heeren Regee- ren.  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. %9 vollen-Raad, m gepaste ^K-ke en aangewei.de te bedanken, voor hunne loftelyke en aang* ónde^Officiereo niet au de» van de alle J g= en eerbiedigde,, te v«*^e° ƒ». vaD Holland dC Sn^lïïf om, ielk ToSeflen of propofiworden gelast, om, wc , . d wel door tieD-' TM vin de°VÏgBf ! H*dJ W ^ledanwordenTSen hef gebeurde te Amfteten se"f ,d „ om onderzoek over het zelve te HnTn daadelyk te declineeren, en zich in geene doen, daaaeiy». te; genaamd, in te  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorzie?60' door geweldiSe middelen, zou willen Dat vervolgens, nog dezen avond, twee of drie uitde Gecommitteerden zich zullen vervoegen ten SVP ftdCn HeCr ^^^t-Burgemee^er, en KJ? GeftreDg,e* op eene gepaste en befcheidepe wyze, verzoeken en te kennen geven, dat het de Vergadering van Opper- en Onder-Officieren. mitsgaders de Gequalificeerden van een getal notabe e Ingezetenen dezer Stad, hoogst aangenaam zoude wezen, indien zyn Ed. Groot Achfb. van het verlangen der Burgery geliefde kennis te geven aan de Vroedfchap dezer Stad, en het diar heen dirigeeren, dat dezelve genomineerde Commislie op voorbeeld van voorige tyden, op morgen, voor het aangaan der deliberatien, ten fpoediglre audiëntie wierde verleend in de Vroedfchap dezer Stad; en dat eindelyk de Secretaris word tratt uit de Refolutien op zegel in gereedheid te brengenom ter hand te ftellen aan de voorfz Gecommitteerden, ten einde te dienen tot derzell yer irformatie en naricht, en te ftrekken tot eene Aüs van behooriyke Qualificatie , daar en zoo als vereischt moge worden. Ingevolge deze opgedragene Commisfie, vervoegden zich des avonds eenige Heeren uit de Gecommitteerden van den Krygsraad, en Gequalifi* ceerden, ten huize van den Heer Prffifident-Burgemeeseer de Mey, Heer van Limmen, aan wien zv op eene alleszins vriendelyke wyze opening van hunnen last gaven, met verzoek, dat zyn Edele Geftrenge het daar heen dirigeerde, dat de voorv ac\ Commisfie zoo fpoedig mooglyk in de Vroedfchap audiëntie wierd verleend, het gene dqpr gertelden Heer Burgemeester tot genoegen van de Commisfie in zeer gratieufe termen wierd aangenomen. Iutusfchen, met hoe veel omzichtigheid de geheele zaak by het Collegie van den ; Krygs.  de Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. 4* Krygsraad en de Burgery was behandeld geworden, fchynt het echter, dat men van derzelver.oogmerken te vooren eenige kennis heeft gekregeu: ten minftcn, men had, in het Logement het Hart, federt eenige dagen, een Request ter teekeniug ge, legd, waar in men een gantsch oppofiet verzoek; deedt, en het welk meest al door de gennglte Clasfis van Burgers onderteekend wierd; men liet het hier niet by, maar men plakte eenige dagen te vooren gedrukte briefjes aan; waar in men de zoogenaamde Rille gemeente uitnoodigde, om de Leden van de Patriottifche Sociëteit tot reden te bren? Dit Ruk, naar het fchynt, ingericht, om door een vuilaartiger opgevolgd te worden, hadevenwel die gewenschte uitwerking niet; en uit dien hoofde vondt men goed, in den nacht van den 23. en 24ften April, een boosaartig Gefchrift in Rym rond te verfpreiden, waar in de Regeeripg dezer Stad aangemoedigd wierd, het oor niet te leenen aan den Krygsraad, en waar by alle Patriotten met moord en uood gedreigd wierden. , Men zou dit Gefchrift gaarn alhier in zyn geheel inlasfen, maar, daar de naamen van divetfe Regeerings-Leden, welke, hoe zeer fomtyds van ande. re denkwyze, echter de achting hunner MedeBurgeren verdienen, in het zelve gefpeld worden, zoo komt het ons voor beter te zyn , dat dit fnoode Ruk, zoo veel mooglyk, in vergetelheid blyve. Ictusfchen, de Heer Collonel der Schuttery 'snacks daar van kennis krygende, door de wacht, dié'het Gefchrift op ftraat gevonden had, ljet daar van, voor het openen der Poort, kennis geven aan den Praefident-Burgemeester, welke daadelyk order Relde, dat de Poorten gefloten moesten blyven, en met behoorlyke wachten bezet worden , terwyl de Collonel voorts, met overleg van Heeren Burgemeesteren, een Compagnie Schutters in de wapenen bracht, olm het Stadhuis te be* C 5 zet-  ija Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zetten, en te gelyker tyd zorg droeg, dat het Gerootfchap van Wapenhandel mede in de wapenen kwam, om de Gecommitteerden van den Krygs» raad en de Burgery, welke zich, reeds 's morgens vroegtydig, in den Doelen, op de gewoone Vergaderkamer van den Krygsraad bevonden, onder derzelver geleide in alle veiligheid naar het Raadhuis te brengen, het geen ook onder eene faamgevloeide meenigte van aanfchouwers op de allerplechtigfte wyze gefchiedde. Intusfchen had de Heer Prafident-Burgemeester de Mey kennis gegeven in de Vroedfchap van het voornemen der Commisfie, alwaar by eene zeer groote meerderheid wierd befloten, de Gecommitteerden in den vollen Raad audiëntie te verkenen, en omtrent het ceremonieel gearrefteerd, dat de Gecommitteerden uit den Krygsraad zouden worden worden geplaatst op Roeien binnen de Balie, terwyl de overige Gecommitteerden buiten de Balie zich zouden plaatzen. Na den afloop der ordinaire zaaken Wierd aan de Commisfie gehoor verleend, wanneer door den Secretaris van Alphen alvorens wierden geprotegeerd de beide qualificatien, zoo wel van de Vergadering der Opper- en Onder-Officieren, als van Bet getal notabele Ingezetenen dezer Stad; deze qualificatien gepraïlegeerd zynde, accepteerde de Heer Collonel Mr. Jacobus Blauw, met eene zeer hartelyke Aanfpraak, de aan hem opgedragene Commisfie, Relde zich aan het hoofd van dezelve, en praslegeerde in haaren naam de navolgende zeer bondige en ernftige Reprefentatie. No;  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4$ No Addres van den Krygsraad en Sergeanten- der Stad Gouda aan de Vroedfchap van die zelfde, Stad, betrekkelyk de tumultueufe bewegingen binnen Rotterdam; benevens de Refolutie door Hm Ed. Groot Achtb. daar op genomen, en Protest daar tegens gedaan. Edele Groot Achtbaars Heeren! De Krygsraad en Sergeanten der Stad Gouda, ah aan 't hoofd gefteld dier Burgers aezer Stad wdke hv ééde verbonden zyn 's Lands en Stads Keen ?eyn en Privilegiën voor te ftaan en mee kracht te befchermèn, mitsgaders de Gequalificeerden van een aam™ notabele Burgers dezer Stad , hebberhet l; dit hachlyk V^jr#*™J^i^g*1& ken olicht geoirdeeld, ü Ed. Groot AcntD mk* Sn eerbied, doch tefFens met dien ernst, welke hergewS der zaake vordert, te naderen, en aan ^^J£&£^.V*«to van dezer Stad. be^gingln en excesfen, dewelke destyds binnen de naSige Stad Rotterdam hebber, plaats. gehad en die wel ligtelyk, indien zulks met door de waak zaame zorg der Politie en Juftitie binnen deze Stad verhoed wis, herwaards hadden kunnen oyerflaan. bat die zelve Burgers mitsdien met dankbaarheid erkend hebben, en als nog erkennen, de Landsvaderlvke voorzorg, door Hun Ed. Groot Mogenden, m^ conemrentie van dezer Stads ftem ter Verga, d^ring van Holland, op de klachten van veele nota. be è Ingezetenen der Stad Rotterdam, op den 10 Augustus i784 genomen, waar by het Hut.Edele Groot Mogenden behaagd heeft, eenige Heeren van Staatswegen te committeeren, om zich naar Rotterdam te begeven, ten einde, gezamentlyk en ge°comb?neerd m!t den Magiftraat, met ale atten^ fie te onderzoeken en na te eaan de Jburces, uit  H Verzameling van Stukken betrekkelyk m dewelke het voorgevallene in de voorfchreven nÜL™ hCt aldaar .fübfifleerend ongenoegen en mistrouwen, was veroirzaakt, en met de voornoemde Magiftraat de bekwaamde middelen, tot herftelJiug der rust en het vertrouwen aldaar, te beraamen, en te helpen ter uitvoer brengen, en voorts van hunne verrichtingen een omftandig Rapport te doen, om daar op door Hun Ed. Groot Mogenden ah dan verder te worden gerefolveerd, als bevonden zoude TZ Va behoo'en> « g^yk dan ook van wegens deze Stad ter Staatsvergadering altoos is geconcurreerd geworden, om de beletzelen, die aan voornoemde Staats-Commisfie in het uitvoeren van haaren last telkens voorgeworpen wierden, uit den weg te ruimen, waar van de Notulen van Staat, als van de Vergadering van ü Ed. Groot Achtb. over. vloedige preuves kunnen uitleveren. Dat, hoe zeer gemelde Staats-Commisfie, niettegenftaande alle machinatien, welke 'er zyn te werk gefteld, om te beletten, dat het kwaad in deszelfs oirlprong ontdekt, en in zynen verderen voortgang gettremd wierd, de fatisfadtie heeft mogen hebben, om, door het daarftellen van de noodige maatregelen, de rust binnen de gemelde Stad Rotterdam voor 't tegenwoordige te verzekeren, het echter manifest is, dat, (gelyk in 't Staats-Rapport van de",17 Maart 1787 met allen grond gezegd word,J het misnoegen en wantrouwen binnen de Stad Rotterdam, wel verre van genoegzaam geappaifeerd te %yn, als nog tenjterkjlenplaats grypt, en, zoo daar in met voorzien word, voor de fchroomelykfie gevolgen moet doen vreezen. 5 6 Dat het dienvolgens van het hoogfte aanbelang is, dat ook dit meer en meer inkankerend kwaad worde weggenomen, en dat, gelyk de oirfprong en voortgang der beroertens, uit welken het misnoegen zynen oirfprong ontleend en zyn voedzel gevonden heeft, niet te vergeefs in het aangenomen iysthéraa der meerderheid van de Vroedfchaps. Leden zoude gezocht worden, hier toe, naar 'e oir-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4? ™r,wi van ieder rechtgeaarc Vaderlander , het een e ten minften als het zachtfte, middel ,s voorSomen e.ce vermeerdering der Vroedfcnaps-LeE tot het conft.tutioneele getal van veertig PetfooVÉn, zoo en in diervoegen, als zulks door Isajc Spbkrt c. h, voor hem zeiven, en als GeconftiSSrdJ van meer dan duizend hunner, notabelfte Ee Burgers en Ingezetenen, zoo uit de voornoemde Kooplieden als andere ftanden binnen de sïd Rotter°dPam, by hunlieder Request;, detnrfft» November laatstleden aan Hun Ed. Groot Mogen d« Swfenteerd, ia verzocht geworden, en waar toe by 't vorengemelde Staats-Rapport is geadvy- feeDa't hoe zeer het als van zelve fchynt te fpre1 ;„ ii iï1 Groot Achtb., fteeds met de ande- SLeden^n^^ Anomtus i-7 84 geconcurreerd hebben, uit nee ÏSfdïminc5pe] orni de rust binnen Rotterdam eens foofalïyd tTverzekeren, en het fubfifteerend.wannoïwenweg te nemen, voorwerkende, mitsdien V£r anders dan een favorabel reguard op het voornoemde verbek van Isaac: Hobert c. £ kun nen nemen, de Krygsraad en Sergean en, mitt^a rfprs de zich met hun voegende Gequalihceeraen v n een aSal notabele Burgers, echter vermeend hebben , dat 'er eene dringende reden in dezen «as welke van hun vorderde, om openlyk aacü ^rr^ont Achtb. hunne gedachten, ja hunnen wens?h en begeerte, omtrent dit poinft voor te drHet'is toch eene uitgemaakte zaak, dat door Isaac TïSek? enVyne braave en aanzienlyke Mede-BurSS! wórd? ingeroepen een Privilegie, in den jaare f/70 Wl eeuwigen dage aan de Burgery van RotterAl9eeJ?veï; efn Privilegie daarenboven, 't welk, toTefS de e gene woorden van het bovengenoemdeltaats Rapport van den 17denMaart 1787, (want enerïïequer taal kunnen de Sprekers met vinden, om Se waare begrippen uit te drukken; *  4 °m- vaD hun gerefolveerSrVrf T J. 1 de au8mentatie der Vroedfchap der in?™Swe,rdam» vaD °PlP]e te veranderen, maar integendeel, het verzoek van Hobkrt c.ƒ. tebly- S ner,CJ,Dee/^,/DJWVZeD van de hand' het welk dan ook gefchtedende, wierdt, door den Secreta. Z hon^ a^vgsraadJ' iD Daam der Commisfie, ter hand gefteld, aan den Heer Collonel Blaow, net hier onderftaande Protest, die vervoleens ook geene zwaangheid maaken, het zelve te praelegeeren,, en, na de praelecluure, eene zeer gepaste en bondige aanfpraak aan de Gecommitteerden deed, die voorzeker op de gemoederen van de aanwezen' de geen geringen indruk maakte, en welke men gaarn alhier zoude willen byvoegen, indien men dezelve had machtig kunnen wordfn. " Het Protest was van den navolgenden inhoud: Fiat Infertio. Vervolgens vertrokken de Gecommitteerden wedemm, met dezelfde plechtigheid, naar den Doe,e,n» eD>.?oe zeer men, in de eerfte hitte van eene edele drift, wel eenig misnoegen onder de goede Burgery, over de ongunftige Refolutie des Raads, •elpeurde, zoo heeft de ondervinding doch zicht. baar  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53 baar, naderhand geleerd, dat eene voorzichtige bedaardheid, gepaard met den noodigen moed en ftandvastigheid, wanneer dezelve de daaden van de Hoofden eener Burgery befiuurt, zeer veel kan uitwerken, om de rust en eensgezindheid te bevorderen, en tevens het heil en welzyn te betrachten. Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren van de Vroedfchap der Stad Gouda. Edele Groot Achtbaars Heeren! De Krygsraad, Sergeanten, en Gequalificeerden vau een notabel aantal Burgers, hebben, met een diepe verflagenheid, op 't oogenblik vernomen de ongunftige Refolutie, door ü Ed. Groot Achtb., ongeacht hunnè ernftige RemonRrantie, nopens de zaak van Rotterdam, heden genomen; — zy zullen niet herhaalen de redenen, by gemelde RemonRrantie voor hun verzoek vervat; maar inhasreeren die ten fterkften, en infteeren, dat U Ed. Gr. Achtb. als nog, op heden, de gemelde zaak in nadere deliberatie nemen, en conform het heden ochtend door hun ingeleverd verzoek gelieven te termineeren; terwyl de Krygsraad, Sergeanten, en Gequalificeerden van een notabel aantal Burgers, declareeren , dat, zoo onverhooptelyk daar ia door U Ed. Groot Achtb. wierd gedifficulteerd, zy zoodaanige maatregelen, voor zich en hunne Committenten, bly ven referveeren , als het verbond der Unie hun veroirlooft, en eigen veiligheid en zelfsbehoud van hun vorderen: -— verzoekende infertie dezes in de Notulen der Vroedfchap, en dat, voor het fcheiden van deze Vergadering, aan hunlieden kennis en Copye authentyk van het nader te nemene befluit moge gegeven worden.  J4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Extraft uit het Vroedfchap$~ boek der Stad Gouda. Is in deliberatie gebracht de Refolutie van 'Hun Ed. Groot Mogenden van den iiden dezer, waar by vasrtrefteld was, dat op den 2often dezer zou. de worden gedelibereerd en gerefolveerd, of, no« pens het gefchil omtrent de R< geeringsbeftelling der Stad Rotterdam, al of niet behoorde te worden genomen eene provifioneele Refolutie, waaromtrent negen Leden in Holland hadden gedeclareerd te vermecnen, dat by Nominatie van Hun Edele Groot Mogenden en Eledtie van zyne Hoogheid diende te worden geprocedeerd, conform de Refolutie van den 21 April 1786 laatstleden, pegcn andere begrepen hadden, dat de Nominatié door Boonheeren moeste gefehiéden, terwyl de Deputatie dezer Stad had verklaard, zich te zullen expliceeren op de eerfte extetfie. By welke gelegenheid van wegen Heeren Burgemeesteren en Gedeputeerden is geavanceerd ge» worden. r. Dat bovengemelde Refolutie van den 21 April Ï78Ö niet was genomen geworden dan met concurrentie van Heeren Gedeputeerden dezer Stadj bevorens over haare conduites in 't Befoigne geap. probeerd , en naderhand , blykecs de Refolutien van deze Vroedfchap, in dato den 14 April en 8 May 1786, daar toe ter Vergaderjnge gequalificeerd en goedgekeurd. 2. Dat wel deze Refolutie niet als eene wet, die op dit tydpunt volftrektelyk moet worden geyolgd , koflde worden geconfidereerd, ma3r' dat her. echter van zelve fprak,' dat het zeer inconfequent', en op eene wyze niet ftrookende met de digniteit van dezen Achtbaaren en de zaaken niet lósfilyk trafteerenden Raad , zoude gehandeld zyn, indien men thands van dezer Stadswege' tot een geheel tegen overftaande gevoelen overging, ten zy aueeulyk in de gevallen, dat of de qusestle yan  4e Geheurtenisftn in 1787«M. voorgevallen. 55 van natuur ware veranderd, ofte dat men, by na. £r overweging, en meerder inzicht m zaaken, ifl wh*Tl£™*** had, bevorens de zaak: in een See d « befchouwd, en, het geen de kundïgfte en eerlykfte te beurt konde vallen, gedwaald aifien IprÜ laatstleden, van dien aart en liquidi? • 1/n dat zv nogmaals daaromtrent vermogen Te perkeeren, egn dierhalven van rneeninge waren, dat nUs even als in 't voorleden jaar, de S>dV Magkraa^yerandering behoorde: te.jefrhieden bv Nominatie van Hun hd. er niet alleen in «f *ta°f" „ veroirzaakt worden» lyk gebCUrte" maar ook, dat mt zooaadMgc u B meeEe ris >er maar al l« XÏÏd «ïdï Jebofen worBurgerkryg m ons Vaderland zoude^ ^ •den, ]a dat zelfs, J d de wapens neder- B?rg"n 1Dooek dan nog een algemeen gemor en TaXop door Sren vSHghKes geneelen Vaderlands al. lergevaarlykst zouden zyn. het zy Dat dus, in geval van s dezelve wan- de Bürgf y%Tbukkedn" z°odo wel in het eene als hoopend moest buWen, *°» j anders dan Wch,«e-a, do OM»  €0 Verzameling van Stukken betrekkelyk'tot teeftende nog al verder met een nieuw gevoel van -bekommering aangedaan worden, wanne! zTove? wegen, welke allerfchadelykfté■ ceïSleen r« zer i>Kad en deszelfs crediet buiten '« l ,nT„„ ƒ na zich fleepen; als hebbende™e dii^Se? JJindmg in voorige tyden maar al te zeer blveïSed Jat by het. opentlyk nitbaraten van BurgeSen en verwarringen onze AmfteldamfcheBeursmet welker welvaart niet alleen het heil der IngezSe nen dezer Stad in *t byzonder. maar nnfc- m S! n5V?IleD °}°^» terftond daar door di SSS fte nadeelen geleden heeft; en dat ook uiFdfcï hoofde, zoo als zich nu federt eenige dagen klaar Q LkElyk Men» de S^tfche lurgefye dezer* Stad met fchnk en verlegenheid over het naderend braaffte gedeelte der Burgerye derzei veSt^ *n Provincie fubfifteerende, fn ?e late^ aangezieS ü Ed. Groot Mogenden , door Hooeatderf diïï aanbieding van mediatie, daadelvk ef S h t üen, ten uiterften afkeer jg te zin vanhet Lth» ^.iSfchTÖ Dat de Ondergeteekenden vermeert™ '£i Zich aan een onverantwoordelvk vSm '„odat 2y tier gewichtigfte Burgerplichten ,™h ,e^n maaken indien zy ^nS^MeSM^^f Handigheden met tot D Ed. Groot MoE dïfi ES drrnZy k5D V0l,e° gepe&eeneredDzVyr dat U Ed. Groot Mogenden door HoogsrdeSïl* ver macht en invloed, volkomen in fta| zZn zyn  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 6* 7Vn het lieve Vaderland, in dit hachelyk tydftip» Voor het allerimminetost gevaar, ja voor deszelfs totaale ruïne, onder den zegen van God Almachtig te beveiligen. ' " Om al het welke de Ondergeteekende met allen ernst en'nadruk zich tot ü Ed. Groot Mógendeü wenden, eerbiediglyk verzoekende, dat het U üd. Groot Mogenden behagen moge, in dit extraordinair en dringend geval, zoodaanige efficacieule maatregelen te nemen, waar door de Ingezetenen dezer Provincie gerust gefteld worden , dat er geeneTroepes, ter repartitie dezer Provincie ftaaude* tesen de Stad of Provincie van ütrecht afgezonden worden, en verder door U Ed. Groot Mogenden veel vermogenden invloed te bewerKen, aat er celvkfoortige mefures door de overige Provinciën mogen genomen worden, op dat daar door het anderszins zoo zeer te duchten onheil nog tydig voorgekomen worde. 't Welk doende, &c. Was geteekend door 2208 Onder teekenaar No. ^287. Misfive van den Heere Erf-Stadhouder aan de Heeren Staaten van Gelderland, betrekkelyk het recht van de Burgers van Zutphen enz. om in de Graaffchap te mogen jaagen; in dato den 11 April 1783* Edele Mogende Heeren, hyzondere goede Vrienden! Eenige notabele Leden der Regeering van Ü Ed Mogenden Kwartier ons hebbende geïnformeerd, dat, ten tyde dat zyne Majefteit Willem de derde het Erf-Stadhouderfchap van 't Eurftendom Gelre en Graaffchap Zutphen heeft bekleed, ie Burgers van de Stad Zutphen en de verdere Steden van 't Graaffchap zyn gebleven in de pos.  $2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fesfie van de vrye Jacht, zonder dat het Plakaat, door Hongstgemelde zyne Majefteit omtrent dto Jacht op deu 30 April 1675 geëmaneerd, is gerekend te opereeren in 't Graaffchap Zutphen, en hun dus te kunnen reftringeeren. in zoodaanig recht van Jacht als hen zoude competeereneh vryl by ons geen de minste intentie ooit heeft geTefldeerd, om iemand in zyce. wettige rechten te turbeereii, veel min om aan de goede Burgery van de S>:ad Zutphen, en de verdere Steden • van 't Graafichap, te mm ontnemen het recht van de exercitie van de Jacht, zoo als dezelve van dat ïecht voor den jaare 1750 hadden «egaudeerd, en in posfrsfle varen .geweest; hebben wy, om alle verkeerde nlatie , , uie tegeos onzen wil, uit de letter van ons.Piakaax op net ftu'fe van de Jacht in den jaare 1770 gtëmaneerd, zouden kunnen worden gemaakt, goedgevonden, om ten opzichte van de Jacht binDen de G'aaffchap Zutphen aan ü Ed. Mogenden over te laten, zoodaanige Plakaaten te emaneeren, als U Ed. Mogenden zullen oirdeelen te behooren, voorbehoudens een ieders wettige Rechten en Privilegiën. Waar' mede, Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Protea!edele Mogenden bevelen $ Gods heilige V Edele Mogenden dienstwillige goede 'r Vrind > (vat ge*.) w. Pr. van Oranje. (Lager fiond,') Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (vas *«•) B. de Larrey. tffo.  dt Gebéurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. <5$ No ««88. Suntmatoir Request van den AdnUat^ükaal der Stad Lochem, waar by Mr. J. H. Tho. massEN Burgemeester dier Stad word geaccufeerd, Ziens verfcheidenepoinden, in het zelve vervat, «t daar bi voord gerequireerd, om dieswegen, met de MagltZt dier Stad behoorlyk afdracht * maaken. Wel Edele en Achtbaare Heeren! Remonftreert met alle eerbiedigheid Mr.. C. H Westenberg , in qualiteit als ordinair Bediende en fpeciaal geauthorifeerd Advokaat-Fiskaal deHoedaamg Remonftrant in voorfz. qualiteit^oor Hun Wel Ed. en Achtb. de Heeren van de Magiftraat der Stad Lochem , by fpeciaale Refolütie S .«horiftóe, is gequalificeerd, tot het onderzoek, naar, en procedures aangaande de jongfte ïroebles, nieuwigheden, ongepermitteerde bewegen, en disobedientien, in de laatst afgelopene faarVn, binnen deze Stad hebbende plaats gehad, en voorgevallen, ter voldoeninge aan de Refolu?ien van de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie van den 21 en 22 May des gepasfeerden Faars 1788, ingevolge Hoves Misfives van den ïden Juny daar aan volgende: dat Remonftrantp.q. bv dat onderzoek bevonden heeft, en in ervaarmce gekomen is, dat tot voorfz. bewegingen, od> §ermeer anderen, in de ^rfte plaats mede &ecoO. oereerd heeft de Heer en Mr. J. H. fhomassek gurgemeester dezer Stad; zynde die Heer MedeT id eeweest van zekere binnen deze Stad opgericht! zoogenaamde patriottifche Spcjeteit en Gezelfchap, waar uit die nieuwigheden zyn gepro- flUDartd'de Heer Gefummeerde, tegens goedvinden (*), en approbatie van het Collegie van^de {*) De Heer Gelnfinueerde was reeds met approbatie  U Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. JS^dalr'inï'ÏJ17 C°rPS heeft heIPen for™^' aI L,l r 6 he^ zyDe gecontribueerd om het in de wapenen te brengen, ende te voorzien van Snaphaanen, Bajonetten, Portépées/SaSs P„ troontasfen, Trommen, Spontons, HeiJebaaVden ff SS'tS^r rpenen> v^ehetarzdei;e S 5 , erfoon» 1D daar t0e gehuurde fchuu. nSn^ftlateD mace^reerefl, en in den waS* ïadernaddehnPr3Xerfeer-eDï eerst binnen ' 'huls « SeSdSni^r HlrH111 ï °Pcnbaar °P ^ Markt ook ee?o?e^ niet alleen, maar ïelveg ondér hi™ met ^««nitteerd, dat hec tive aanzagen Van den Heer Prffideerenden bS' F^Z?:^™^ een te fcheiden, daar me Jan ■mColle2feDdPn V3D }* «> «theriïït P«fii- . 5g e» en,van de orders van den Heer Preödeerenden van dien, heeft doen continw" Swe^tV0°hëtTdaa" *ll R-^eat verp°lS was ^sVi g,ezag en aothoriteit van 't Colleeie op het allerfterkst te maintineeren, ende te band! haven, en alle disobedientien te weeren, ende te* gen te gaan; alle zaaken, niet dan ongenemit teerde nieuwigheden, contineerende, ef ocSe gevende, om gewapend Volk byeeteSrebwn en de Vergaderingen daar van te promoveertal* les ftrydig tegens de wetten en rechte?f en'hv zonder mede tegens de geëmaneerde PlakaatoJ" van den Lande, en vallende direct in de cSê van die van den a December 1783 en van den « July 1787, en overzulks in een Laïd en Stad va£ goede order, politie en jaftide, niet te SldS maar alleszins verboden, en Wfbaar. Dat dus Remonftrant rat. offic. bevoegd rcmAmzyn, wegens dat een en andef tegen,X, Hee? van degeheele Magiftraat den 10 Tufv 17?* h,ru ^1  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 0$ Gefummeerden na rigeur van Wetten en Rechten te procedeeren. Dan om in dezen allerinfchikkelykst te zyn, zoo heeft zich Remonftrant q p. vooraf nog tot dezen Wel Edelen en Adhtb. Stad Gerichte willen keeren, met zeer gedienftig en ootmoedig verzoek, dat opgemelde Heer Gefummeerde moge worden gezonnen, en van oencnts wegen geiummeero, en gerequireerd, om daadelyk, of wel uiterlyk binnen den tyd van veertien dagen, na Infinuatie dezes, wegens het gunt voorfchreven aan een Wel Edelen en Achtb. Magiftraat dezer Stad genoegzaam contantement te geven, ende deswegens mee Hun Wel Ed. en Achtb. behoorlyk afdracht te maaken. Alles met en ónder eene ferieufe inthimatie en waarfchouwinge, dat, in onvermoedelyken contrairen val, de Summant rat.offic, tegens den Gefummeerden zal genoodzaakt zyn zoodaanig te procedeeren, als, na rigeur van Rechten en Wetten, in goede Juftitie zal behooren. Verzoekende Remonftrant q. p. verder, van deze, aan Gefummeerden 1/ flouatie van een copie dezer; onder beding van pertinente relatie, pro uti moris juris ac Jlili, en wel expresfen eisch van d*« Ze en alle verdere eventueele kosten falvis. 'c Welk doende, Pro jlylo et q* q. (was geQ G, 11, Westenberg. XLVI. Deel. E No.  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Nb. 3289. Jufiificatoir Request van Mr. J. H. Thomassen Burgemeester der Stad Lochem, op boven/taande Request van den Advokaat Fiskaal. Wel Edele en Achtbaare Heeren! Geeft met een behoorlyken eerbied te kennen Mr. J. H. Thomassen Burgemeester dezer Stad. Hoe dat aan hem Suppliant voor eeDÏgen tyd, namens den Advokaat-Fiskaal dezer Stad Mr. C. H. Westenberg , als wel fpeciaal daar toe geauthorifeerd, is geinfinueerd zeker requifitoir Request, waar by hy Suppliant door gemelden AdvokaacFiskaal, uit hoofde dat mede deel gehad zoude hebben aan de jongfte bewegingen en troebels, in de afgelopene jaaren binnen deze Stad voorgevallen, werdgeaccufeerd, wegens verfcheidenepoinc* ten, en hem Suppliant daar by te gelyk komt te infinueeren, om binnen den tyd van veertien dagen, wegens die begaane excesfen, aan U Ed. en Achtb. volkomen contentement te geven, en behoorlyk afdracht te maaken, alles met meerderen by voorfz. Requeste vervat Q. R. Dat hoe zeer de Suppliant wel gewenscht had, dat de aan hem door den Advokaat-Fiskaal geimputeerde mefufes zich niet verder hadden geëxtendeerd, dan zich dezelve na waarheid voordoen, en dus de Suppliant dezelve, in allen opzichte, aan het verlicht oirdeel van U Ed. en Achtb., zonder eeoig detail dienaangaande, had kunnen fubmitteeren. Zoo hebben echter de ongegronde pofitien, by voorfchreven fummatoir Request vervat, den Suppliant , by eene nadere leöure, al te zeer gefrappeerd, om dezelve tacite te kunnen pasfeeren, en niet eenigzins nader aan U Ed. en Achtb. te developpeeren. De Suppliant neemt de vryheid van vooraf in tranfitu te doen obferveeren: Dat de Advokaat-Fiskaal zyne geëntameerde Pro-  de Gehurteêiftn th *j$f Bi. 9icr$èlfaHih. || ï*rocedures zeer abufif (een rhinften vodf |óó vef de Suppliant, als de eer hebbende Medelid Wb 0 Ed. en Achtb. Collegie te fcyni daar vat» kefitnj draagt) köfflt te fundeeren óp 's HoveS Mi»flf eft fan8den 4den July, ingevolge van de Refólutien der Heeren Staaten dezer Provincie van den i« erj 11 May des jaars 1788; doordien de eerfte allesd "latieTii tot de Contraventeurs van/s Lafltffchapa Publicatie vanden*July l787(*)t terwyl.e twee de alleen betrekkinge heeft tot de CfllleOeu 1* van zoogenaamde Vaderlandfche FondfcnJ en welk teen en ander als hier ter P^tfe met geëSteerd heb* bende, door de refcriptie van U Ed. en Abhtb. oj voornoemde Hoves Misfives* ook teh eeneütoaale word geverifieerd 5 en dus het in dezen door deri Advokaat-Fiskaal gepofeerde Weinig eer fcMnt te doen aan de in deze tyden zoo zeer gemanifesteerde clementie van Hun Edel Mogenden. Dat met betrekkinge tot de allegade m m Advokaat-Fiskaal, dat hy Suppliant zoude geWeesfe 2vn Lid van eene zoogenaamde Patnottifche Sociëteit, zulks niet kan nog wil ontkennen 5 fflwt zich ook te gelyk niet kan imagmeeren j hoe 4ulk4 fen poind van ordinaris Juftitie kan opleeeren» daar de Suppliant met redenen vertröütft, dat hem nimmer jum zal kunnen worden gedemonttr e$ d * dat door zyn Perfoon, öf ter zyner prefentie, aldaar iets is verricht, het geen iemand, hoe dok aecaamd.konde prejudicieeren, en bovendieö die plaats door den Suppliant bök maar zeldzaam is ge- l?!t VeUtfe'ua dé verdere accufatien i als dat fef SuDOliant zoude gecontribueerd hebben töt het. oprichten van een Vry-Corps, door het Zelve té Voorzien tan wapenen, met het zelve, eerst in f»*. Voor hoe verre gemelde Publicatie, alhier appjtabel is, Un de Lezer zien In het ATI DtddewJ^ hslhige Utiiz» 20$ j alwaar dezelve wootdelyls to den is» _ ,  86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daar toe afgehuurde fchuuren te maneuvreeren, vervolgens aan het zelve te tolereeren, zoo niet te permitteeren, om in het openbaar, onder het roeren en flaan van trommen, in, uit, en door de Stad te trekken, en wat al verdere illegale befchuldigingen meer zyn. Dat de Suppliant gevoeglyk alle gegronde re. riethen dienaangaande zoude kunnen menageeren, en zich ten dien opzichte by U £d. en Achtb. niet verder behoefde te elargeeren, uitwyzens de attesten, die de Suppliant de vryheid neemt tot zyne volkomene decharge hier nevens te anntxeeren fub A. Dat echter, om de inconfequentien, van meergemelde fummatoir Request, aan ü Ed. en Achtb. al verder te doen zien, nog kortelyk zal remarqneeren. Dat, met betrekkinge tot de oprichtinge van een Vry-Corps, de Suppliant zich dienaangaande met fiducie kan beroepen op de kennis die eenige Leden van ü Ed. en Achtb. Vergaderinge daar van dragen; als hebbende de Suppliant zich altoos daar tegen verzet, en vermeend dat, wanneer ook door de Magiftraat eene vrye wapenoeffeninge mogte worden gelegalifeerd, dezelve altoos behoorde geborneerd te blyven onder de diref-Me van ü Ed. en Achtb. Kunnende de Suppliant wyders in gemoede verklaren, nimmer te zyn aangezocht, veel min in effLQe iets het allerminste, tot aanfchaffinge van eemge hoe ook genaamde Militaire wapenen, te hebben gecontribueerd. ■ Dat het echter waar is, dat de Suppliant zich in den beginne, met meer anderen, privaat in den wapenhandel heeft geëxerceerd, doch waaromtrent de Suppliant zich geen nader refleöien zal permitteeren, maar liever, voor hoe verre, volgens de gronden van het natuurlyk en algemeen recht, het eene M<=r>sch op de daaden van een ander Mensch eenig recht verkrygt, aan de bekende jurisprudentie van ü Ed. en Achtb. fubmitteeren. . Ju-  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 69 furis fruendi caufa Civitates funt conftitutes zegt Cicero. En het is zoo, de civiele ftaat mo^t riet ftrekken om aan de Menfchen hunne natuutlvke rechten te benemen, maar om hen des te zekerder van dezelve te doen jouisfeeren. EmdelyK fchynt het laatfte door den Advokaar-Fiskaal geavanceerde, als of de Suppliant aan dat zoogenaamd Vry-Corps had getolereerd , zoo niet gepermitteerd, om metflaande trommen, in, uit, en door de Scad te trekken, zich ten eenenmaale te contradiceerep, door aan den Suppliant een plicht te iriungeeren, welke, volgens zyn eigen confesüe, door de authorkeit van het ganfche Collegie niet konde worden giëfFc&ueerd. Al het gene, zoo den Suppliant vertrouwt, evidentelyk bewyst de inconfequente demarches, door den Advokaat-Fiskaal tegens den Suppliant geëntameerd, en uit dien hoofde alle hier verdere legronde te maaken reflethen door den Suppliant ten eenenmaale kunnen worden gepasfeerd. Dat eindelyk de Suppliant, hoe zeer ook vermeent, door het hier boven geadftrueerde, zich van de aan hem geimputeerde calanges ten vollen te hebben gejustificeerd , zich echter, zoo om kostbaare Procedures, als om andere redenen, m allen opzichte aan het equitabel pirdeel van UEd. en Achtb. wil hebben gefubmitteerd, ten dien einde ü Ed. en Achtb. favorabele Refolutie imploreerende.*t Welk doende, (war get.) J H« Thom&ssek. ■. .No. 3290. Document relatief voornoemd Justificatoir Request fub A. Attefteeren en verklaaren wy Ondergeteekenden, fampt, en een ieder van ons in het byzonder, op E 3 re*  f O Verzameling van Stukken betrekkelyk tot requifitie van Mr. J. H. Thomassen, Burgemeester $Jezer Stad. 1. Dat het de waarheid is, en zeer wel weten» dat voornoemde Burgemeester Thomassen , in den laatften tyd van de hier ter Stede gevigeerd hebbende Burger-wapenoefïeninge , zich des tyds voor zyn Berfoan niet meer mede daar in heeft geëxerceerd , maar zelfs zich daar van heeft geabfen* teerd. 2. Dat het eene onwaarheid is , dat voornoemde Burgemeester Thomassen een ieder van ons in hec byzonder, en, voorzoo ver aan ons bewust, eenig deseyds e^erceerend Lid, heeft aangezet of geangageerd, veel minder gepermitteerd, om gewapend et} met flaande trommen in het publyk te verfchynen, en dus opentlyk te maneuvre^ren, zelfs integendeel, volgens zyn destyds meermaalen gedeclareerde , vooral het laatfte aan hem heeft geohiieerd j en als pernicieus afgeraaden. 3. Dat het al mede eene onwaarheid is, dat voornoemde Burgemeester Thomassen, voor zoo verre wy daar van geinformeerd zyn, iets het minfte heeft gecontribueerd, tot het in de Wapenen brengen van een Vry-Corps, om het te voorzien van allerhande Militaire Wapenen , hebbende voornoemde Burgemeester Thomassen, voor zoo ver wy daar van kennis dragen , tot aanfchaffinge van eenige hoe ook genaamde Militaire Wapenen niet het allerminfte gecontrihueerd. 4. Verklaarende Jaatftelyk, dat tydes de onderhandelinge met de Magiftraat, over een Reglement voor een Burger Schutterye, voornoemde Burgemeester Thomassen het destyds by de Magiftraac geconcipieerd Concept-Reglement, met alle rnooglyke moeite, heeft zoeken fmaakelyk te maaken, ten einde het by de Burgery pro, utjacet mogte werden geaccepteerd. Welk bovenftaande door ons gedeclareerde, uit hoofde der suivere waarheid, wy bereid zyn, zulks go.  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. » gerequireerd werdende, ten allen tyde te kunnen en te zullen folemnifeeren. (was geteekeni*) H. J. Raad, Junior. J. B. Tymans. J. B. Haitink. N°, wi. Sententie *an deMa?iflraat■/«Strt Lo. ruZ? tevens Mr. T. H. Thomassen, BurgemeesCthe mdiel%Zd7^ar by dezelve^ geconemZerd in eene boete van zesttg zilveren Duca^ons, in dato den 17 Augustus 1^9. r>, »m Pnniï Tir W. F. db WoLFF, E. C. C°CWheêcke«fN TOTNRTTRLHORST, L. van Heeckeren xot Wiersen, en Mr. G. Solner. P,v refumptie gedelibereerd zynde op deRequeste van den Heerlvlede-Raadsvriend Mr. J. H. Thomassen, den 23ften Maart jongstleden ter Verga!f ioa- ^eëxhibeerd, houdende onderfcheidene re&Öc^ defenfie, doch^echter u> fine fMfcfflir/ïe omtrent de klachten raakende het gepas&de Dinnen Lochem in de jongstledene troebles, Sa ■ n S Heer Beklaagde, als daar by ervmte. fvk in veel opzichten zou gedeeld hebben,,, door X' C H. Westenberg, als Advokaat-Fiskaal en 55? r«. offic> op den :6Jen February daar bevoo, r^s tegens zyn Ed. breedvoerig ingediend q. r. Hebben Haar Wel Ed. en Achtb., na praehminair diSweg» ingenomen geadvifeerde van, twee ondieswegcua 1 g kracht der voorjz.  72 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gelyk met de kosten daar toe aangewend ; en zal hier van Extracl worden uitgereikt ten effefte rechtens. Pro vero Extrafto, J. L. Solner. No. 359?. AtJe van Peindingen door den AdvokaatFiskaal der Stad Lochem, op de gereede goederen van Mr. J. H. Thomassen, Burgemeester dier Stad. Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad der Stad Lochem, certificeeren by dezen , dat voor qns in den Gerichte gecompareerd is Mr. C. H. Westenberg, in qualiteit als ordinair Bediende, en ten dezen', by nadere fpeciaale Refolutie van Hun Wel Ed. en Achtb. de Heeren van de Magiftraat dezer Stad Lochem, gequalificeerd Advokaat-Fiskaal dezer Stad, zeer eerbiedig te kennen gevende. Hoedaanig Comparant qualitate Fisci onder meer anderen heeft geconvenieerd eri geaccufeerd den Heer Mr. J. H. Thomassen, als hebbende mede deel gehad en zich geimmisceerd in de troebles', diverfien, en tumultueufe bewegingen, in de naastafgelopéne jaaren binnen deze Stad voorgevallen. 1 Dat voorfz. Heer zich dan ook op de eerfte requifitie by Requeste aan een Wel Ed. Gerichte geaddresfeerd, en zich dienaangaande heeft gefubmitteerd. Dat zyn Wel Ed. Geftr. even gelyk alle anderen by den Gerichte is geklaart en deswegens aangeflafTfn in eene boete van zestig Ducatons cum expenjis; —- dat Comparant van die klaaringe aan denzeiven de noodi>e wethe en infinuatie heeft laten doen, in dat vertrouwen , dat dezelve de boete jen kosten volgens Rechten binnen veertien dagen daar aan volgende zoude hebben voldaan; edoch, rkjt daar aan echter niet heeft komen te voldoep, fchoon  de Gebeurtenis/en in 1787 tn%. voorgevallen. 73 fchoon ook Comparant een geruimen tyd na die vervloten termyn heeft gewacht ende daar mede getraineert, _ , . Dat Comparant q. p. overzulks genecesfiteerd is geworden, aan zyn Wel Ed. na Stadrechten gerich. telvke Mandament te verzoeken, om binnen drie dagen, den eerften dag by een, der» tweeden dag by twee, en den derden dag by zes Stads ponden, be. hoorivk te caveeren, dat de boete en kosten binnen de volgende veertien nachten of vyftien dagen zoude voldaan zyn. . , Edoch, dat voorfz. Heer, niettegenftaande Comparact ook eep geruimen tyd na dien afgelopen termyn moge gewacht hebben, echter daar aan met voldaan heeft. , , Redenen, waarom Comparant al nu hoogstgenooddrongen word, om, volgens nadere fpeaaale Refolutie van Hun Wel Ed. en Achtb. by dezen 0 m m. via ac forma Stadrechtens te doen en te verzoeken peinding en afFeftatie op de gereede goederen van opgemelden Heer Burgemeester Mr. J. H Thomassen, ten zynen huize even buiten de Stad aan de Moolenkolk ervintelyk, teneinde om door middel van dien betaalicge te erlangen van ongemelde boete, mitsgaders verbeurde Stads ponden, alles in conformité Stads rechtens. Pandeisfcher q. p. pandet mede voor alle kosten en fchade met rechten; met verzoek van wethe, en infinuatie, ende zoo en als wyders na Stadrechten eigent en gehoort, alles onder beding van relatie &? falvis. . ; ' Welke verzochte, en m manieren als boven gepasfeerde, peindinge Gerichtelyk toegedaan zyn%, doen wy Burgemeesteren , Schepenen, ende Raad welgemeld ü Heer Mr. J. H. Thomassen hier van de wethe in forma, ten einde om daaromtrent te konnen handelen naar raade en goedvinden. In kennisfe'van waarheid hebben wy ons Stads Zegel op het fpatium dezes doen drukken, en door tien Secretaris laten onderteekenen. E 5 AC"  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk m 46tum Lochem, den 16 November 1789. Ter Ordonnantie van dezelve, J. L, Solner. 3293. Eerfte Stadrechtelyke opbadinge van de ge-* reede goederen van Mr. J. H. Thomassen Burgemeester der Stad Lochem, door den Advokaau Fiskaal dier Stad. Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad der Stad Lochem, doen kond ende certificeeren by dezen , dat voor ons in den Gerichte erfchenen is Mr. C. H. Westenberg, in qualiteit als ordinair Bediende en by fuccesfive fpeciaale Refolutien van van Hun Wel Ed. en Achtb. de Heeren van de Ma- utraat aezer &taa ter dezen geauthorileerd Advoaat-Fiskaal van deze Stad. dezen Wel Ed. Achtb. Gerichte zeer eerbiedig refereerende, hoedaanig Comparant q. p. met Peinding geprocedeerd heefc in dato den iöden November dezes jaars, op de gereede goederen van den Heer Mr. J. H. Thomassen, Burgemeester dezer Stad, om daar aan voldoening te verhaalen van zoodaane boete, als waar in voorfz. Heer Burgemeester, op deszelfs agnitie en fubmisfie, by den Wel Ed. Achtb. Magiftraat dezer Stad is worden aangeflagen en geklaard, mitsgaders de daar en boven verwerkte Stads ponden by afte van Peinding met meerderen uitgedrukt q. r. Dat of wel de wete daar van in tyds aan Heer Gepeindete, uitwyzens de relatie van den Gerichtsdienaar alhier ten Prothocolle ervintelyk, geëxploicteerd, en de termyn daar van reeds geëla» beerd is. Zoo is het nogthands, dat daar tegens geen oppolitie gefchied, nochte betaaling gevolgd is. Weshalven Comparant tot vervolg q. p. dier Peinding by dezen wil hebben verzogt de eerfte Stad-  de Oebeurtenisfen in i787 ««• voorgevallen, li gtadrechtelyke opbading ten fine en effefte Stadrechtens» Met wyder verzoek dat hier van wederom de wete in forma moge worden geëxploicteerd aan Heer Gepeindete, ende wyders gefchiede als naar Stadrechte eigent ende gehoort, alles met beding van relatie en expresfen eisch van kosten & oaivis. Welke verzochte eerfte Stadrechtelyke opbadinge Gerichtelyk toegeftaan zynde, doen wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad welgemeld, u Heer Mr. J. H. Thomassen hier van de wethe in forma, ten einde om daar tegens te konnen handelen naar raade en goedvinden. In kennisfe van waarheid hebben wy ons Stads Zegel op het fpatium dezes doen drukken en door den Secretaris laten onderteekenen, Aüum Lochem, den 21 December 1789. Ter Ordonnantie van dezelve, J. L. Solner. No, ^294. Tweede Stadrechtelyke opbadingevan bovengemelde gereede goederen, door den 4dvokaatFiskaal. Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad der Stad Lochem, certificeeren by dezen, dat vooi- ons in den Gerechte gecompareerd is Mr. C. H. Westenberg , in qulliteic van Advokaat-Fiskaal dezer Stad uti in retrïacïis, dezen Edelen Achtbaaren Gerichte eerbiedig refereerende, hoe dat Comparant a p. op den 16 November en 21 December des Ifgelopen jaars 1789, met peinding, voorts eerfte Stidrechtelyke opbading, geprocedeert heeft op en aan de gereede goederen en effecten van den Heel Mr. T H. Thomassen, Burgemeester alhier » ten einde om daar aan betaaling en fatisfaftie te bekomen  76 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vpor die fommen, als by afte van peinding met meerderen uitgedrukt q. r. En vermits de wethen daar van teste prothocollo in tyds aan Gepeindete gedaan en geinfinueert zyn, Tonder dat nogthands oppofitie, veel weiniger betaaling. gevolgd is. Zoo verzochte Comparant q. p. al du aan de voorfz. effecten de tweede Stadrechtelyke opbading ten fine en profyte als naar Stadrechten. Met wyder verzoek, dat hier van wederom de wethe aan Heer Gepeindete moge worden geëxploidteerd , met beding van relatie en inhsöyen eisch van kosten. Welke voorfchreven verzochte tweede Stadrechtelyke opbadiDge Gerichtelyk toegeftaan zynde, doen wy Burgemeesteren , Schepenen ende Raad weigemeld, ü Heer Mr. J. H. Thomassen hier van de wethe in forma, ten einde om daaromtrent te konnen handelen naar raade en goedvinden. In waarheid* oirkonde hebben wy ons Stads Zegel op het fpatium dezes doen drukken, en door den Secretaris laaten ondertekenen. Adlum Lochem, den 19 Januaryi7co. Ter Ordonnantie van dezelve, ]. L. solner. N°. 3295. ABe van verwin van de gereede goederen van Mr. J. H Thomassen, Burgemeester der Stad Lochem, door den Advokaat-Fiskaal van gemelde Stad. Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad der Stad Lochem, certificeeren by dezen , dat voor ons in den Gerichte gecompareerd is Mr. C. H. Westenberg , in qualiteit als Advokaat-Fiskaal dezer Stad, uti in retroatïis, dezen Wel Ed. Achtb. Sradaerichte zeer eerbiedig refereerende, hoedaanig Comparant p. q. is genecesficeerd geworden, om op  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 77 00 den i6den November des gepaifeerden jaars met peindinge te procedeeren op de gereede goederen van den Heer Mr. J. H. Thomassen, Bureemeester dezer Srad, ten einde om betaaling voor deze Stad te bekomen van zoodaane boeten en kos* ten als by voorn, peindinge in 't breede zyn uit- geEnU terwyV die peinding debïte geëxploifteerd, en de termyn geëiabeerd, zonder dat daar op op. politie, veel minder betaalinge, gevolgd.»•. Dat Comparant üit dien hoofde die peinding op den ziften December des vóorigen, en den 1 oden Jannary dezes jaars, by twee fuccesGve Stadrechtelvke opbadingen, heeft vervolgd, en determynen daar van, ongeacht de wethen van dien mede, teste prothocollo, behoorlyk geëxplodeerd zyn geworden, al mede zyn vervloten, zonder dat de minfte óppofltie, veel minder betaaling, tot nog toe jïcvolfïd is# . ,. Weshalven Comparant, tot vervolg dier peinding en opbadingen, al nu genoodperst word te moeten doen en verzoeken de Stadrechtelyke wethe van verwin, met een termyn van veertien dagen, en wvdere inthimatie, dat, inval Heer Gepandete.de voornoemde fchuld met betaaling derzelve niet komt te befchudden, Comparant tot de finaale op. haaling en Gerichtelyke verkoping verder zal genoodzaakt worden te procedeeren. Ten dien fine hier van wederom Inlinuatie verzoekende, onder beding van relatie en wyders pro uti moris *furis & ftyli falvis. Welke voornoemde Aöe gepasfeerd, en gevolglvk 't gelibelleerde verwin Gerichtelyk toegeftaan zvnde, doen wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raad welgemelci, ü Heer Mr. J. H. Thomassen hier van de wethe in forma, ten einde om daaromtrent te konnen handelen naar raade en goedvinden. . In kennisfe van waarheid, hebben wy ons Stads Zegel op het fpatium dezes doen drukken, en door den Secretaris laten onderteekenen.  7# Verzameling van Stukken betrekkelyk OU Aftum Lochem, den 15 February 1790. Ter Ordonnantie van dezelve, j. L. SolneR, JN°. 3296. Acle van executie door dén Advokaat-Fiskaal der Stad Lochem, vaar by verzoekt ophaak linge der gereede goederen van Mr. J. H. Thomassen Burgemeester dier Stad, met verder verzoek aan den Gerichte, om te bepaaleh den dag Van disiratlie, in dato den 8 Maart 1790. Coram Conjf. Dr. W. F. de Wolff, È. C. C. W. baron van Heeckeren tot Net Telhorst, L. Baron van Heeceren tot Wiersen, en Mr. G. Solner. Compareerde Mr. C. H. Westenberg, in cjualfc teit als Advokaat-Fiskaal ten dezen fpeciaal geauthó* tileerd utiin retroatlis, dezen Wel Ed* Stadgerichte aeer eerbiedig te kennen gevende, hoedaanig Comparant q. p. fuccesfive op den 16 November en den 21 December 1789, voorts den 19 January 1790$ met peinding, twee opbadingen, en naastleden Geïichtsdag den I5den February dezes jaars met dé vethe van verwin, geprocedeerd heeft op en aan de gereede goederen en effecten van den Heer Burgemeester J.H. Thomassen, ten einde om da'ar aaD té yerhaalen zoodaane boetens en kosten, als waar in dezelve geklaard is en verwerkt heeft 3 zoo als by yoorige AQen, alhier ter Cancellarie berustende* en ten Prothocolle met meerderen te vernemen q. r„ Dat of wel van dat alles behoorlyke wethen zyd geëxploiteerd, en mede, uitwyzens de relatien des Dienaars, aan voornoemden Heer naar behooren geinfinueerd zyn geworden. Zoo is het nogthands , dat daar tegens geen dé tninfte oppofitie, veel minder betaaling van *t gunè fcoorfz., gevolgd is, en alzpo die gereede effecten we#-  de Gebeurtenis/B ï» 1787 «nz« voorgevallen. gj> toerkelvk verwonnen zyn naar Stadrechten. Weshalven Comparant g. p. genoodperst word tot de finaale executie te procedeeren, ende mitsdien by dezen te verzoeken, dat zoo veel gereede effeöen, als ter; voldoening van meergemelde boetens en kosten zullen noodig zyn, door de Gerichtsdienaars met de ooodige Adfiftenten ten huize van voornoemden Heer mogen worden opgehaald, en op dezer Stadhuis ovefgebracht, ende zulks voorgegaan zynde * bv dezen Edelen Achtbaaren Gerechte dag bepaald ende na voorgaande Publicatien in *t openbaar gedistraheerd konnen worden. Ten dien fine hier van wethe en infinuatie verzon Vpnde aan Heer Gepandete voornoemd, in bedingende Sier van relatie, enwyders pro uti moris, Jm: £ van de Magiftraat der Stad Lochem op deeer Stadhuis ontboden, en my geconfitleerd, over het gedrag van voorfz. Heer Mr, J. H. Thomassen, tydes de jongde troebies in de naaste afgelopen jaaren, binnen deze Scad geëxfifteerd hebbende, gehouden, daar over met Hun Wel Edele Achtb. ampel gebefoigneerd er geconfereerd, myce confideratien en advys medegedeeld , en vervolgens befloten, om myn , by een fchrifcelyke authorifatie, te qualificeeren , om tegens voorn. Heer Mr. J* H. Thomassen, Fiskaliter te procedeeren , pro arh. conf. et conf. komt Advprato . . . ƒ i . 5.0 II Febr. Authorifaiie bekomen en geëxamineerd , pro exam. admin. ƒ -12 -a By ample Deductie vervat de poir.ct.en van accufatie. en voorfz. Heer Mr. J. H. Thomassen tot 't maafcen van afdracht gerequireerd, voor 't ir ftellen dier Deductie groot 4 folien komt per folie 9 ftuivers dus ƒ 1 .T6-.0 Mundeeren per folie 2 ftuivers ƒ . 8.© Die Deductie met Hun Wel Edele Achtb. gerefumeerd en daar over geconfereerd, pro conf er. bel ƒ _lg„c Die goedgekeurd zynde, ge. doubleerd komt als vooren . ƒ - 8-o 16 Febr. Die zelve ten fine van Ap. poinctemect aan den Gerichte . geprefenteerd pro term. resp. ƒ - 5.0 Voor 't bezorgen derlnfinuatie voorts ontfangen en exam: der relatie te famen . , , ƒ -io-o ƒ 6-2-0 Over  ia Geieurtenisfen m 1787 enz, voorgevallen, 85 Transport ƒ 6-2-0 Over die relatie en verdere pourfuite der zaak met Hun Wel Edele Achtb. nader gaconfereerd pro conf. . • ƒ 23 Maart Geïnterpelleerd en door den Heer Secretaris namens tlun Wel Edele Achtb. naricht bekomen , dat de Heer Gerequireerde zich gefubmiueerd had en dat dus gene verdere inftan- _ tie noodig was pro interpell . J 1 May Handftelling bekomen door Hun Edele Achtb. van een bericht in fubmisfle van de Heer Beklaagde, ten einde om daar op te dienen van confideratien tri fcriptis en daar over met Heeren van de Magiftraat geconf. bes. conf. . • • • •. J pro exam. van dat bericht civi- v. r -12-O liter. . . • • • • ƒ request ingefteld 12 fol. groot per fol. 9 ftuivers in grosfe ƒ 5- ö*° Mundeeren 2 ftuivers van 12 folien . . . > • / l' 4"° Het zelve met Hun Wel Ed. Achtb. gerefumeerd en daar over geconfereerd * . ƒ "° Voor de inlage ter cancellarve ƒ - 5-° II Sept. Geen voldoening van de Klaaringen kosten gefchied zynde, Hun Wel Edele Achtb. nader geadvifeerd en gebefoigneerd om de Geklaardens terequireeren al nog tot voldoening binnen 14. dagen pro conf. et bes. ƒ .18-0 Requpste r.er requifitie van alle ƒ 17-9;° F 3 de  86" V'.nanieling van Stukken betrekkelyk tot Transport ƒ 17- g-o de overige ingediend, doch aan de Heer Br. Thomassen, als een Lid van de Regeering by Misfive kennis daar van • nn u £fgeven P™ Litt> • • • ƒ -ra«o y uctoö. Lreen voldoening gevolgd zyn» de, ongeacht nader requifitie en verloop van een geruimen tyd, met Hun Wel Ed.Achtb. nader geconfereerd en verzocht tot betaaling van dien te procedeeren pro conf. en bes. ƒ ,18,0 19 Uct. Verzocht by Requeste manda. ment, om de eerfte dag by een, de tweede dag by twee, en de derde dag by 6 ponden te betaalen, of burgftelling te doen, dat boete en kosten binnen 14 nagten of dagen betaald zyn zoude, voor 't coucheeren der Reg. met 't mundeeren, zeerample . . . . ƒ i_ 4,a pro term. exhib. . . . ƒ -5-0 bezorgen der Infinuatie voorts ontfangen en examineeren der ?laü%A A • * ƒ -10.o «fiyn Ed. G. op iterative en minnelyke requifirien gedeclareerd, buiten executie niet te zullen betaalen, met Hun Wel Edele Achtb., daar over geconfereerd en gebefoigneerd voorts verzocht met executie te procedeeren pro conf. en bes. ƒ -18.0 löNov. Ten dien finea&e van peinding op 't gerede van voorfchreven Hier ingefteld, komt , . ƒ -12-0 ƒ ai. 8-0 Mun>  Transport ƒ *i Mundeercn 2 ftuivers • • J _* ,Q pro term. exhib. • • *rt* Bezorgen der Wethe voort» ontfangen en examineeren der- ^ q verlopen met Hun wei a" Achtb. geconfereerd en ver- ioVht depeinding te vervolgen ^ q gerede ingefteld 2.0 Mundeeren . • f Jr .5.0 tro term. exhib. •, • „ ,* * Wgen der Wethe en zelve gaaf oveeremet Hon Wel Edele arieconfereerd pr. -„ƒ ƒ -l«-o De termyn verlopen zynde acte V9% van. de tweede opbadinge mge- ^ q fteld . • • * y ,2.o Mundeeren • • • Jf m s.0 pro term. exhk. . • • •* bezorgt de Wethe en zelf ont- _ ^ BaaTover met Hun Wel Êd. Achtb. geconfereerd en verzocht te vervolgen met de Wethe van verwin pro conf. . . ƒ »,17aV. De termyn vervloten zynde ,5Feb' De Wethey van verwin verzocht voor 'tinftellen der afl.e . ƒ I0.0 examineerd famen . • ƒ ƒ 29- ?*,0 Achtb.  88 Vmanteling van Stukken betrekkelyk tot ■ i - , Transport ƒ 29- 1*0 flcntb. met werkelyke opha lieg te pourfuiveeren procorf. ƒ -18-0 acte tot ophaling pubi. en disi • tractie ingefteld . . ƒ . ia-o Muedeeren . . . ƒ .51-0 8 Maart Die acte tor ophaling van 't gerede Jud. ingediend, komt pro term. . . ' . . ƒ .5.0 Bezorgen der Wethe en Infio. voorts zelf geëxamineerd . f -ip-o p Maart's Nademiddags by de werkelyke ophaling der panden geadfifteerd voorts 't formeeren van Inventaris dien namiddag gevaceerd pro vacat. . . ƒ 3.o-o Alvoorens geconfereerd met Hun Wel Edele Achtb., en verzocht om met de verkoping vermits de Heer Burgemeester Thomassen niet konde goedvinden , buiten distractie te voldoen[, pro conf, en bes. . ƒ -i8-c Jfo"Maart Zynde dag tot verkoping en >jstractie geprefigeerd termyn daar toe geresp. . . . ƒ - 5.0 By reces verzocht, dat inge-' volge Publicatien met de verkoping mogte worden voortgevaaren pro reces/u. . . f - o.0 Dien morgen by de verkoping geadfifteerd en gevaceerd de verkochte parceJe» aangeteekend, pro vac. et molest. , ƒ o.0.0 V^or 't formeeren én extrabeere- dezer Declaratie 3 fol. per faL 6 ftuivers . , , ƒ „i8.0 Mundeeren per fol. 3. . •ƒ I 6-0 ƒ 29-Ï8-0 Vol-  de Gebeurtenisfen in 1787 «nz. voorgevallen, Voldaan door de Heer Secretaris Sqlner den 29 .Maart ,79°- Q H Westenberg, q. q. N». «woo. Staat en bereekening van de Executive Procedure in zaaken van den Aavokaai-biskaal Mr. C. H. Westenberg rat. offic. Contra den Heet Mr. J. H. Thomassen. 1790 16 Maart ten dage van fubhastatie door T. Nyman een Schuit (*) aangehoogt voor 60 Ducatons facit in Quldens , . ƒ i»9- -o Een geel koopere aaker aan gehoogt door H. Reerink op 30 Ducatons facit in Guldens ƒ 94 - io - 9 een roode koopere ketel me de door H. Reerink aangehoogt op vier Ducatons . ƒ 12-12-0 een fchenk-ketel mede aan gehoogt door H. Reerink voor twee Ducatons . . ƒ 6- 6-0 ƒ 302- B-o opftuivers volgens de 3 van ouds gewoone con¬ ditiën L. R. een Huiver pér Gulden . ƒ 15- a-o dus bedraagt den ontfangst /3i7-io-o hier (*) Bovenftaande Schuit, wierd daags 1» de ophaalinge Ac) ioederen; op order v'an den destyds prefideerende'n Heer Burgemeester Dr. W. F. de Wolff door een der Bodens aan een ketting vast geflooten, en by de verkoomm het allereerst door voornoemden Burgemeester ingezet op twee Ducaten, zynde 'er geen enkel kooper prefent dan de bovenftaande twee door den Heer executant aldaar gezonden. f J  jÉo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- hier gaat van af, i. de boete ad 60 Ducatons .... ƒ 189. .© 2. dé Gerichts en verdere fAvaa Executie volgen*, fpe- aficatie ƒ 77-14-0 3. het falaris van den Advo kaat-Fiskaal luid Rekening ad f 39 -18 - o ƒ 306-12-0 Rest het furplus ad ... ƒ 10-18-0 In fidem , J. L. Solner, Secretaris. N?. 3301. Extract uit het Memorien- en Refolutien. boek der Stad Lochem. In dato den 10 tuit 1786. J J Coram Conff. Mr. G. Vatebender, Dr. W. F. de Wolff, Mr. J. L. Solner, Mr« J. H. Thomassen, en E. C. C. W. Baron van Heeckeren tot JJettelhorst. By refumtie gedelibereerd zynde op de füccesfi. ve Requesten, door een aantal Burgeren, alhier ter tafel geëxhibeerd, houdende in fubftantie verzoek, om., na- hét voorbeeld van andere Steden, te mogen hebben de npodige permisfie, ter beoeffeninge in den Wapenhandel. Hebben Haar Wel Ed. en Achtb. dit verzoek accordeerende, verftaan, dat nevensgaande Regiement aan Requestranten zal worden gecommuniceerd, na, welkers flipte obfervantie, en preliminaire . beéédiging, waar toe dag en uur, op nader voordracht van Heeren Hoofdmannen , zal worden bepaald, de Magiftraat kan lyden, dat de Bur. ger exercitie worde in activiteit gebracht. En zal hier  de Gebeurthisfen in 1787 enz. voorgevallen. 91 hier van Extract tot naricht worden uitgegeven. Pro vero Extrailo. CvasgetO J, L. Solner, Junior* Reglement voor de Exerceerende Burgeren der Stad Lochem. Art. I. De verzogte exercitie zal moeten gebieden hv Lm van twee Compagnien, over welke de joD^lte Schepenen Hoofdmannen, of Kapiteins zullen zyn* II. Tp. weiken einde een Compagnie, geformeerd uitïeM^n!? S^ede-, en *^%**g*i£ lorden gecommandeerd ^"^Sfig, #55-' en S£&. Heer Baron van Heeckeren tot Nettelhorst. III. 7 nndaanie echter, dat voorfz. Kapiteins, *t fomWy^en n e convenieerende om beide te famen, en dus een iegelyk zyn Compagnie, te geleiden , de vïvheid benouden, om het Commando van t geheele Corps aan eikanderen over te aaten, en daar nmtrent in den haaren zoodaane fchikkingen te beSeS,a°S te?discipline,enten meesten nutte van deexercitièn,^Uen oirdeelen te behooren, IV. Vnorts zal ieder Compagnie moeten hebben een T Xenant een Vaandrig, twee Sergeanten, twee feo^aa!^^ een TamW, terwyl voor beiden een Adjudant zal worden aangefteld. ^  08 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol V. Waar van de Nominatie zal gefchieden, door den Hoofdman, een ïegelyk io zyn Compagnie, ter verkiezmge van de Magiftraat, welke Magiftraatsverkiezinge nogthands door niemand van de Exerceerende Leden zal mogen geweigerd worden, dan om genoegzaame redenen. VI, Doch zal een iegelyk Burger zyn volkomen vry. heid houden om zich al of niet tot de exercitie te cngageeren, waar toe boven dien geen vreemdelingen, knechts, Stadbediendens, en die van den darmen ieeven, zullen mogen geadmitteerd worden. VII. Maar zal ieder Rotsgezel, zich eenmaal vrywilhg geëngageerd hebbende, zyn Compagnie niet mogen verlaaten, dan om wettige redenen, ter iudicatuure en decifie van de Magiftraat. VIII. Een Officier, zyn demisfie verzoekende, zal de redenen van dien aan de Magiftraat moeten voor. dragen, welke als dan, na bevind van zaaken, of bericht van den Hoofdman, die gevraagde demisfie al of met wil verleenen. IX. Ieder Kapitein zal na goedvinden zyne Onderofficieren aanftellen, uit de exerceerende rotsgezellen van zyn Compagnie, welk die aanftellinge met zullen mogen weigeren, dan om wettige redenen ter dispofitie als boven. X. De Corporaals, en verdere Leden van de exer* citie, zullen op eigene kosten, immers buiten eemg bezwaar of last van deStad, zich moeten voor,. zien»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. «an een goeden, en beproefden fnaphaan, SoS, korfe fabel en portepée, gemerktnK let teeken of nummer van ieder Compagnie, waar toe zy behooren. XL En zullen op dien voet de Sergeanten 8"«£** -,P7prt met ean hellebaard, Korte ïaoei 01 nnïtenle? gehrk de Hoofdlieden, en de ovenS btctrïnXlte op hun eigen kosten, zullen Soeïen dragen een fponton, en degen, met een echarpe om het lyf. XIL Voorts zal het vaandel niet anders , dan niet qtads wanen alleen, moeten wezen gedecoreerd, fonder eePn?g bykomend devis of zinfpreuk hoegenaamd. XIII. Een ieeelyk zal zyne wapenen in goede orde* voor fchagade en roest moeten bewaaren, en, daar van vifitatie laten doen, zoo dikwyls de refpeaive Officieren zulks zullen goedvinden, Jy P«ne v4 het dubbeld te zullen betaalen van «oodaaue kosten, als tot reparatie zullen moeten hefteed worden» boven eene boete van eenen gulden m cas van geweigerde vifitatie. XIV. T7n zullen geen der dienstdoende Leden vanexer.cide, he zDygin wat qualiteit zy geplaatst zyn, pooit Anders onder de wapenen mogen komen, als nik*. Zn nueteren, en met geen ander geweer, dan "t wefkeg Srobeerd, en door de Magiftraat. m mam?erengalsPboven, is voorgefchreven, by pwene van één gulden. XV. Gelyk van de wapeaen geen ander gebruik zuL  jft Verzameling van Stukken betrekkelyk tot * Jen maaken, als enkel in tochten, wachten, en exercitiën, wanneer in funöie gefteld worden, ofte by zoodaane andere gelegenheden, als de Kapiteins en Officieren der refpe&ive Compagnien, ■ met voorkennisfe en goedvinden van de Magiftraat, zullen komeB te otdönneeren, by verbeurte van drie guldens. . XVI. Ook zal niemand by het uit of intrekken van dé Stad een geladen geweer mogen dragen, by poene van drie guldens. XVII. : Voorts zal ieder een zyn geweer en equipageten allen tyden moeten gereed en vaardig hebben* zonder 't zelve .te mogen veranderen, verkopen, ofte verzetten, by verbeurte van zes 'guldens. XVIII. En wanneer een dienstdoend Lid of Perfoon koomt te fterven , uit zyn rot te verhuizen, ofte op eenigerhande wyze van zyn post werd ontflagen, zal het geweer, met zyn toebehooren, in goede order, ten langden binnen veertien dagen daar na, aan den Hoofdman, of een der Officieren» van zyn Compagnie worden overgeleverd* XIX, Voorts zal het de plicht zyn van alle de exercitie-genootep, en detzelver Bevelhebberen, om de Magiftraat dezer Stad, en elk Lid van dien, nevens alle goede Burgeren en ïngezetenen, te helpen befchermen . tegens alle geweld, oproer, ea muiterye, ter verzekeringe van rust, vteede, en eendracht, invoegen hun door den Commandeerenden Officier zal worden gelast, en bevolen\ welke Commandeerende en verdere Officieren , in dien onverhoopten val, wederom aan de orders en  de Gebeurtenis/en in 1787 «»• voorgevallen. §f en bevelen van de Magiftraat ten algemeeoea nut* te ftiptelyk zulten moeten obedieeren. XX. Terwvl alle dienstdoende Rotsgezellee gegooi, zullen wezen, op alle tyden en plaatfen, met Sfmne wapenen tè komen,»om zich bystie voorvallen, zSofn tochten, wachten als *dfenttl»i» te laten gebruiken, daar en zoo als 'de Hoofdman*. Si en Officieren, met vöorkennisfe van de Magiftraat ° nVSSffiliÉil* van zaaken zuiie* oirdeeiea te behooren» XXL Ten tyde van alarm, 't zy van oproer ofte andere fataale gebeurtenisfen, zullen alle Officieren- Onder!Officieren, en Gemeenen, zich aanftonds getanend laten vinden op de algemeene alarmSaats, waar toe by dezen geadfigneerd word deStads markt, en van daar met hunne Compag&StÏÏt5r»5?cbeeren na het Stadhuis, en ver. 3S nïïl aulke plaatfen, waar deMagiftraat derzelver dienst zal noodig oirdeelen. XXII. TWh ten tvde van brand, zal die Compagnie, ?n welkers wvk of rot brand ontftaat, direfl door den HnSSnStof, by deszelfs abfentie door den oudften Officier, gezonden werden na de plaatje daar de brand is, om aldaar post te vatten, ende rneeaneen te bezetten, tot voorkominge van desoS en confufie, voorts hoeding, dat de fpuiten, met derzelver flangen, nieebefchaadigd of vertrapt werden, waar van echter geéxcufeerd zulTen zvn die genen, welke, conform het gepubliceerd en gedrukt Brand-Reglement dezer Stad. by de brandfpuiten eenigen post moeten waérnemen , zoo ook de naaste buuren van weerskanten. XXIII.  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot XXIII. Ten dien einde zullen mede, op het eerfte alarm, de Officieren van de andere Compagnie, verplicht zyn, met hunne echarpes en zydgeweeren, zich na de^plaatfe van den brand te begeven, om met den Ufficier, aldaar de bezettingcommandeerende, gemeenzamer hand mede te werken, tot het behoorlyk doen bergen der goederen, en het weeren van onnut volk, ledige toekykers, vrouwen en Kinderen, die tot het blusfen van den brand van geen dienst kunnen of zullen zyn. XXIV. Voorts zullen alle dienstdoende rotsgezellen, zoo in cas van alarm, als by andere voorvallen, accutaat moeten nakomen en verrichten, wat hün tot dienst en behoud van de Stad door hunne Bevel* hebberen zal worden gelast, en zal zich niemand van zyn aanbevolen post mogen begeven, eer hy zal afgelost of door zyneBevelhebber gedemitteerd zyn, by pcene vau tien Guldens voor ieder Officier, vyf Guldens voor ieder Onder-Officier, twee Gul* dens by elk Gemeenen, te verbeuren. XXV. Een iegelyk rotsgezel onder de wapenen zvnde zal gehoorzaam moeten gaan, en op het woord zich moeten voegen, in zoodaane politie, en gelederen, het zy voor of achter, 't zy buiten of binnen zyn rot, zoo als de Hoofdman en zyne Officieren zullen goedvinden, by pcene van eenenGulden bvelke overtredmge te verbeuren. xx vr. Voorts zullen beide Compagnien in de maanden Jury, July, en Augustus hunne exercitiën en manoeuvres verrichten, in het Molengoer, od de dagen en uuren, ter privative dispolitie en beDaalmge van de Hoofdmannen of Kapkeins, in het by- zon.  ■de Ge'hewtenisfên in 1787 enz. voorgevallen: 97 zonder te gelyk by dezen Wel uitdrukkelyk dëvók knmene vryheid werd voorbehouden., om op ty. d?n 6 wannLr het hun zeiven in Perfoon niet convenieert de exercitiën te dirigeeren,. al> dan het commando aan de eerstvolgende Officieren te taoeen overlaten en demandeeren, zonder deswegen aan eenige boetens onderhevig te zyn. XXVIÏ. . Wanneer eindelyk de dag der génèraale WaperJ, Tchouw en afvuuringe, op voordragt van de Hoofd, mannen by de Magiftraat, zal worden bepaald, zullen deie afvuuringen echter voor rekeninge der rcfpeöive Compagnien, en pp haar eigen kosten moeten gefchieden, waar toe de boetens zullen mo« gen gtëmploijcerd worden. xxviii. De abienten ten tyde van de exercitie, waar yarl echter de Kapiteins in manieren als boven geëxiroeerd zyn, zullen yerbeuren, een iegelyk Officier eenen Gulden, de Onder-Officieren elk 10 ftuivers, en ieder Gemeene 6 ftuivers. xxix. . Die te iaat komen, zullen veroeuren de hèlfts der boetens by den voorigen Artikel vermeld , zul: lende de Sergeanten, even na dat het bepaald uur op de klok zal zyn geflagen, derefpective naatnen hunner Rotsgezellen , moeten afleezen, zpodaanig echter, dat vap voorfz. boetens van,abfentie geexcufeerd zullen blyven alle die genen, welken, ter be. birdeelinge en decifle van den Hoofdman , «uued kunnen aantoonen, dat uit hoofde van hunne bedieDinge, affaires, of onpasfelykheid, noodzaakelylS zyn belet of verhinderd geworden. %LVI. DeeL ö XÜ.  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot XXX. Geen exerceerende Reisgezellen vermogeD,zoo binnen als buiten de exercitie-tyd, gewapend in geleederen langs de ftraaten gaan, dan enkel in dienst en op order van den Hoofdman, of by deszelfs abfentie van den oudften ptefent zynden Officier, van ied^r Compagnie, voorts onder geleide van hunne Officieren en Onder-Officieren, by pcene van een gul» den hoofd voor hoofd te verbeuren. XXXI. Gelyk over alle geringe mefufes, den dienst en discipline concerneerende, het onderzoek, de directie, en decifie, wel expresfelyk gedemandeerd werd aan de Hoofdmannen, om, nut gevolg van de Officieren, daaromtrent zoodaane prompte voor-» zieninge te doen, als ter bevorderinge van een goede order zai worden vereischt, zoodaanig echter, dat iemand, zich daar by bezwaard achtende, zal mogen provoc-eren, aan de Magiftraat ten fiuevan herzieninge, en andere judicatuure. XXXII. Terwyl eindelyk de Officieren, Onder-Officieren, en Gemeenen by hunne aanftelüngen zoo nu als in 'c vervolg by plechtigen ééde voor den Raad aan handen van den Heer Prefideerenden zullen moeten belooven, volkomen hulde, getrouwheid, en paritre am de bevelen van de Magiftraat , en dat alle de Poinöerj en Artikelen, in dit Reglement vervat, ftiptelyk na hun vermogen willen onderhouden en nakomen. Blyverde aan Hun Wel Ed. en Achtb. ten allen tyde gereferveerd zoodaane interpretatie, verandering , vermeerdering of verminderinge, als by vervolg ter bevorderinge van rust en eendracht, voorts handhaavinge van goede order, en politie, zullen oirdeelen te behooren. Al-  de Gebeurtenis/en in 1787 ej»«ï voorgevallen, 99 Aldus gedaan, en gearresteerd, voorts gerefuaieerd iu Senatu den 10 July 1786. Ter Ordonnantie van de Magijiraat. (was getj • j- L- Solner, 'Junior. c_ : 1—" ——-:"" No. WO*. Refolutie van de Raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden, waar by aan den Magiftraat van 's Bosch wordt aangefchrenn, om gw, ne wachten door de Burgery te doen betrekken, el eenigerhande verdere nieuwigheden te doen werk.. Jlellig maaken, zonder voorkennis en confent van den Gouverneur of Commandeerenden Officier van gemelde Vesting, in dato den 5 Maart 1787. Is gelezen ëene Memorie van den Gouverneur van 's Bosch, gefchreveo alhier in 's Hage op he-. den, houdende, dac door den Commandeur var* gemelde Stad DÖuglas by.Misüve was geïnformeerd geworden, dat door Gedeputeerden van dé Magiftraat hem was kennis gegeven. .,,..„ .., x. Dat zy op den 8ften Maart aanftaandé van intentie waren een Compagnie Burgers des namiddags om vier uuren de wacht te laaten optrekken, omime dien nacht de wacht op 't Stadhuis aldaar te h°21.d Dat zy om die reden verzochten J dat de Schildwacht, die altoos in 't Stadhuis ftaat, als dan mogte worden ingetrokken, zoo lange als de BurgerWacht op 't Stadhuis de wacht had. , ^ 3 Dat de Burgers wel geene Patrouilles zouden doen, maar dat, ingeval 'er eenige disordres mogten voorvallen, en de Burgers gevraagd wierden j de Militairen zich met de Detachementen van de Burgers niet zouden hebben te bemoeijen i gelyfê de Burgers zich ook niet met de Detachementen der Militairen zouden bemoeijen.^ • ., i. Dat ten dien einde aan de Burger* zod wei  loo Verzameling van Stukken betrekhlyk tot het contrefigne als het woord zoude worden segeven. & 5. Dat de Prefident en twee Schepenen dien nacht op het Sfadhuiszouden blyven , om haare o arts aan den Kapitein van haare wacht te kunnen geven; met by voeging van het gunt gemelde Commandeur op gemelde poiQÖen aan de Gedeputeerden van de Magiftraat had geantwoord, mitsgaders van de Confideratien van hem Gouverneur, mee verzoek, dat Hun Ed. Mogenden gelieven te ordonnetren, dat gemelde Compagnie Burgers niet meer onder de wapenen kome, om op den 8ften Maart de wacht op het Stadhuis te houden, en dat dezelve mede, volgens *t oude en ordinaire gebruik, niet zonder voorkennis en daar toe beko. men corfent van den Gouverneur, of Commandant van 't Guarnifoen, onder de wapenen mogen komen; voorts dat, indien onverhoopt Hun Edefe Mogenden mogten goedvinden, deze reis de Burgerye nog te permitteeren de wacht op 'c Stadhuis te houden , dat als dan, volgens de voorige vier andere maaien, noch Schildwachten noch Detachementen van haare wachten zouden mogen uitzenden, maar ftil op 't Stadhuis blyven, en indien eenige Burgers disordres kwamen te veroirzaaken en door de Militie geapprehendeerd, als dan aan de Burgers op 't Stadhuis dezelve zouden kunnen worden overgegeven; en laatftelyk verzoekende, dan Hun Hd. Mogenden hieromtrent de noodige ordres geheven te ftellen, op dat de direöie en de orders, omme de rust in de Stad en 't Guarnifoen te onderhouden, alleen aan den Gouverneur, of Commandeerende Officier, werde overgelaten. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, aan den Magiftraat van 's BÓsch aan te ichryven, om geene wachten door de Burgers te doen betrekken, of eenigerhande verdere nieuwigheden te doen werkftellig maaken, zonde? voorkennis en confent van den Gouverneur, of Com-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 101 Commandeerenden' Officier der gemelde Vesting, als zynde de zorg voor de veiligheid derzelve gedemandeerd aan den Gouverneur, en dezelve daar voor aanfprekelyk. En zal ejctraft van deze Refolutie gezonden worden aan den Gouverneur van per Dossen tot naricht. Qgeparaph.') J. Pesters, vt. (Onder ftond) Accordeerd met 't Register , (was get.) J- H. Mollekus. No. 3303. Bektncmiaking van Hoog-schout, Schepenen, Gezvuooreis en Raaden van 's Hertogenbosch, aan de Burseryevandie Stad, waarinken. nis geven van de bovenftaande Refolutie, en dat. op middelen bedacht zyn, om hun recht, gelyk ovk dat van de Schutteryen, op de beit dnenlykfte wyze te handhaven en te vervolgen, in dato den 7 Maart 1787. Hoog-Schout, mitsgaiers Schepenen, Gezwoo. rens en Raaden der Hoofdrad *s Hertogenbosch, doen te weteDt Dat zy op gister avond hebben ontvangen eere Refolutie van de Heeren Raaden van Staate, genomen op Maandag den 5den dezer lopende maand Maart, waar by Hun Ed. Mogenden op het te kennen geven van het Gouvernement Militair, rakende het gerefolveerde omtrent het optrekken van eenige Burgers op den Sften Maart aaoftaapde, om des nachts de wacht op het Stadhuis te houden, als mede op het verzoek van het zelve Gouvernement Militair daar tegens gedaan, den Magiftraat dezer Stad aanfchryven, „ om geene wachten door de Burgers te doen betrekken, of eenigerhande verdere nieuwigheden te doen werkftellig maa,, ken, zonder voorkennis en confent vandenGouG 3 ver.  Iüï Verzameling van Stukken betrekkelyk tot p verneur, of commandeerenden Officier der ge„ melde Vesting, als zynde de zorg voor de ,, veiligheid derzelve gedemandeerd aan den ,. Gouverneur, en dezelve daar voor aanfpreek- Dat de Magiftraat dezer Stad voor de gantfche Burgcrye niet kan ontveinzen door zoodaanige aanfchryving zeer gevoelig te zyn getroffen; niec alleen, pm dat bereids de noodige orders en fchiki'ngen,zoo by den Magiftraat als de Schutterye, Vfaten beraamd tot het houden van een Burgerwacht, op het Stadhuis in den nacht van den Sften" Maart aanftaande,' die met de beste oogmerken was vastgefteld, en tot geene andere eindens ingericht, dan waar toe hec Gouvernement Militair zoodaanige Burgerwacht in den jaare 1785 aan den Magiftraat zelfs had aan de hand gedaan, gelyk ook deze wacht federt dien tyd, zoo wel ten genoege van het Gouvernement Militair als van den Magiftraat, is waargenomen; maar ook, wyl de Magiftraat en de Schutteryen door die aanichryving in hun recht niet weinig worden verkort, en van het Gouvernement Militair in dat opzicht afhanglyk gemaakt. ' Dat de Magiftraat hierom op middelen bedacht is,'om hun rechr, gelyk ook dat van de Schuttexyen, op de best doeulykfte wyze te handhaven en te vervolgen; dan waar toe thands de tyd te kort is. ■'Dat tot dien het Commandement Militair, mede kennis van die aanfehryving hebbende gekregen, aan den Magiftraat ook heeft doen weten, dat het zelve in geene der voorgeflagen poin<3en als nu konde treden, waar door eene nadere onderhandeling met het zelve over het optrekken der meergeïnelde wacht van zelfs is afgefneden. * Dat de Magiftraat hierom, in deze omftandig. heden van zaaken, uit eerbied voor Hun Ed. Mogenden, veiligst heefc geoirdeeld, van het houden «ener Burgerwacht op het Stadhuis, in den nacht van  1, rmen hebben doen bekend maaken: waar aan dezelve dan ook, in verwachting van de toegezegde handhaving, hebben geacquiefceerd. Her. is dan uit dien hoofde, dat wy te gelyk eenige Leden uit ons hebben gecommitteerd tot hec nagaan van Stads Recht in deze, ah mede copie van ü Ed. Mogenden Aanfchryving doen uitreiken aan - 9 G 5 den  foó Verzameling van Stukken betrekkelyk tot denColloDel, Kapiteins, Kapitein-Commandanten en Kapitein-Luitenants van de vier Schutteryen, Leden van deze Regeering, om, na verhoor van de verdere Officieren, daar op hun belang en confideratien ten aanzien van het Recht der Schutteryen aan onze voorfz. Commisfarisfen te laten toekomen, ten einde met des te meer grond een vertoog in beide opzichten tegens U Ed. Mogenden Aanfchryving zou konnen werden gedaan. Gemelde Officieren met de gezamenlyke Schutteryen dezer Stad hebben daar aan onlangs voldaan, en ons, by eene volumineufe Memorie, abondante materiaalen aan de hand gedaan, ten aanzien van de Voorrechten door de Hertogen van Brabandfuccesfivelyk aan de Schutteryen dezer Stad verleend, en meer dan eens by Hun Hoog Mogenden erkend, mitsgaders van derzelver fubordonnatie alleen aan deze Regeering; waar van wy volledig gebruik zouden hebben gemaakt, indien wy ons hier over aan Hun Hoog Mogenden, en des noods, aan de Hooge Bondgenooten , hadden geaddresfeerd. Dan hebben wy gevoeglykst geoirdeeld, alvoorens onze bezwaaren, ten fine van redres, by U Ed. Mogenden te moeten brengen; om dat wy ons mogen vleijen, dat U Ed. Mogenden, daar van geïnformeerd, indien wy hadden mogen zyn gehoord, ons zoodaanige Aanfchryving niet zouden hebben gedaan; wy zullen ons daarom ten deze alleen bepaaien by eenige generaale gronden en voorrechten van de Schutteryen dezer Stad, zoo ver thands te pas komen, benevens het gezag, hec gene de KegeeriDg alhier over dezelve van ouds heeft geoeffend tot den 6 Maart van dit jaar 1787, om daar door UEd. Mogenden te konnen overreeden van de rechtmaatigheid onzer bezwaaren, over de belemmering dienaangaande door U Ed. Mogenden, by derzelver Aanfchryving van den jden Maart laatstleden, ons toegebracht, mitsgaders over deszelfs inhoud, en de gevolgen welke die Aanfchryving federt hier heeft gehad. Het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 107 Het eene de beroemde Wagenaar in zyne bercïïyving w Amfteldam, UI. Stuk ri.Bf , U Roel over de Scbuderye*, bladz. 164. ed. g - waa«» dat de oprechting van Schutters Gilden in de veertiende eeuwe gemeen hier^te Lande was , doch fl^<» gefchieddedoor, of met bewilliging en on. dToVzicht van, de Wethouder fchap der Steden, daar toe aanhaalende het groot Chanerboek ™ UI. Deelbladz. i59 > alwaar men vindt een aanmerkeIvke inftelling van de Schucterye te Delft, en voorechten ^ door de Wering; varMjoornoemde Stad den 23 J^Y 1397 verleend, zoo als, onder anderen diergelyke oprichtingen,, van den ^^iftraat der Stad Deventer in de jaaren I371 .ea f5% zyn te zierby Dumbar in zyne befchryvmg UtiieStad bladz. 37 « 3*5 /ulks het*C hler tet Stede geen minder plaats gehad. b Want 'er zyn in Originali nog voorhanden de Ordonnantiën by deze Regeering voor de Schutteï/en gemaakt; als voor den Gefellen van den gromt Gulden van den Voetbooge der Stat van 's Kertogenbos. fche dtn 10 Auguity 1453. 'hands genaamd de^ltuu {eryevan den ouden Voetboog, die volgens OodenbÓvrn in den eerjlen druk zyner befchryvmg van deze tad fol. 56, in den jaare 1649 uitgegeven, toen over de d5rie honderd jaaren oud was, en dus voor, hei jaar Ï349 moet zyn opgeregt; mitsgaders voor de Gefellen van den Hantboog ep St. Mariens dag t» de* jaare 1434 en van den 28 September 1474- Bv welke Ordonnantiën, fpeciaal by die van I453» onder anderen uitdrukkelyk wordt gezegd en gefta- tU!!fItem fullen die voorfz. Gefellen ende Scutten dienen den Heer ende der Stat, als fy verfochc " weerden, ende wanneer &c. " Item dat die Scut ende Gefellen voorfz. nye. mant te dieDfte trecken noch uytvaren en fullen but?n confent der Scepenen ende Gefworenen, des meesters ende der Dekenen voirf. ende dade ye-  ïq8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ mant hier tegen, die foude verboeren fycen rock „ ende voirtane uyten gefelfcap bliven." Terwyl uit voorfz. Ordonnantiën al verder blykt dat de Regeering dezer Stad het volkomen beitel had over de Schutteryen, en dezelve kon leg-en en gebruiken, zoo als zy goedvond, zelfs buiten de Stad: iD welken gevalle aan ieder Schutter van Stads wege wierden betaald, zoo hy in de Meyerve uitlag, vier oude Vlaams daags, en drie weeken uitleggende, drie ellen laaken voor eecen rok, en buiten de Meyerye uitleggende, drie ellen laaken vooreenen rok en vyf oude Vlaams daags, en daarenboven ds wageüs en fchepen buiten hunnen Kost geleverd. Zoo ook heeft deRegeeriog dezer Stad derefpective Schutteryen al in oude tyden van bekwaamt plaatfen, of Boomgaarden, om zich in den Wapenhandel teoeffenen, voorzien; als onder anderen aan d^ Schutterye den Handboog op den 22 Auaustus 14.96. b Insgelyks heeft de Regeering in zorgelyke omftandigheden, om zich des te beter op alle mooglyke onderfteuning der Burgerye te konnen veriaten, van dezelve den ééd van getrouwheid afgenomen; zoo als op den 16 Odober 1566, mitsgaders op den 22 en 2.3 O&ober 1591 is gedaan. Van gelyke heeft deze Regeering bv Refolutie van den 17 December 1577 en Ampliatien van den it en 12 Maart en 7 April iyp3, de gezamenlyke Burgerye, zoo der vier Schutteryen als der Blokken dezer Stad, verplicht tot het regulier waaken en betrekken van Wachten en Posten: waar van nog voor handen zyn verfcheide Ordonnantiën, zoo bv de* Regeering dezer Stad als by de Kapiteinen, op het ftuk der Wachten gegeven, van den jaare 1600 toe 1626 incluis. Ja de Aarts-Hertogen Albert en Isabel hebben zelfs geen ztvaarigheid gemaakt, om dit Recht o. ver de Schutteryen aan deze Regeering toe te ken- nen,  dt GebeuftenUfen in 1787 tnz. voorgevallen. ic$ neD. wanneer zy by zeker Privilegie Van dén 25 Maart 1602, onder Stads Archiven in Origmah berustende , hunne welbeminde de Schepenen ende Raad dezer Stad noemen en qualificeeren, als S«mrintendenten over de gefworen gulden* oft Compaignien van de vier Schutteryen, binnen derzelver Stadt. En eindelyk vindt men in het Dag-verhaal ven dt belegering dezer Stad in den jaare 1629, gehouden bv een der Regenten van dien tyd, en thands berustende onder onzen Penfionaris, dat in den aan. vang van dat beleg, en wel op den 3often April, met gemeen overleg van den Gouverneur en de Keeeeriög, ordre is gegeven, om de agt Compagniea Burgers van de Blokken op te ligcen, wanneer toen aan de Burgerye wierden aanbevolen de Wachten en de markt na gewoonte , eU voorts aan St. Jans Poort, aan het ammonitie huis ende St. Geertruide met dè bolwerken van dien, terwyl de overigePos^ ten door het Guarnifoen wierden bewaard: dat ooit de Burgerye den volgenden dag begon de Stads muur van den Boom af tot aan den Schilderftraac toe, met een aarden borstweering te voorzien, ter* wvl dezelve, na voorgaanden troroflag, buiten de Hinthamerpoort het Hoornwerk verhoogde, en nog eeniee nieuwe werken aldaar maakte: en laatstlyk* dat de Gouverneur Grabbendonk, op den 3ilten Augustus van het voorfz. jaar, by de Regeenng v"rzocht adfiftentie der Burgerye tot verfterking dee wachten, vermits deDuufchers dien nacht niet hadden willen fchieten; gelyk gemelde Gouverneur, od den 3den September daar aan volgende, msgefoks verzocht verandering van wacht, dat de Burgers Sc lans en de Orthen Poorten zouden bezetten, ons de Soldaaten te lichten en famen te brengen aan de Vuchterpoort. , „ . . Ten blyke dus, dat de Regeenng dezer Stad van ouds heeft gehad en geëxerceerd haar gezag en beftier over de Schutteryen, en haar vertrouwen inde. zelve gefteld, zonder dat een van de drie Gouver-  iro Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aeurs dezer Vesting voor het overgaan van deze Stad zich eemg recht over de Schutteryen heeft aangemaatigd, maar integendeel, derzelver dienst noodig hebbende, daar toe door hem aanzoek by de Regeering dezer Stad wierd gedaan. Maar gelyk de Poorters der Stad ;s Bosch, vólgens het 24 Artikel van hec Privilegium Trinitatis door Hertog Jan den derden aan voorfz. Stad in den jaare 1329 gegeven, verplicht waren net den Her. tog ter Heirvaart te gian, zoo hebben ook dezelve, na de innchtir.g der Schutteryen en omftandigheden van die tyden, met confent van deze Regeering de Hertogen ten dienst geftaan; als onder anderen in het beleg van Dordrecht onder Hertog Jan dek tweeden in den jaare 1304; mitsgaders onder Jan »en vierden en Vrouwe Jacob'a ten jaare 1424 in de belegeriüg en herwinnen van Brainein Henegouwen, alwaar de Bosfche Schutters hunnen moed en trouwe verzegelden met het bloed van omtrent zeven honderd gefneuvelden j gelyk ook voor Nymegen, Kuys en elders, onder de Hertogen Filips en Karel, blykende by een Privilegie aan de Schutterye den Handboog alhier den 12 Augustus 1495 verleend. Hier door verwierf ook de Bosfche Burgery 1 van de Hertogen die groote en uitnemende Voorrechten* welke dezelve voorheen in eer en aanzien fielden Hertog Jan de derde gaf reeds in dea. jaare 1329 aan dezelve het reeds gemelde Privilegium Inmtatts, ten aanzien vandebekwaame dienften aan hem, zyne Ouderen en Voorouderen,gedaan,onder beding nogthands by het 24 Artikel, dat dè Bosfche Poorters, benevens de andere Steden* ter heirvaart zouden moeten gaan. Hertog AnThonis gaf aan den ouden Voetboog den 10 December 1408 zeker Privilegie: dat een Schutter, iemand onder het fchieten by ongeluk' kwetzende, ongemoeid zou blyven. Welk Privilegie is geconfirmeerd dooi- Hertog Filips den 4 February 1451, met nadrukkelyké by-  de Gebeurtenis/en in 1787 ««• voor gevallen, tit bvvoeging, dat zulks gefchiedde om de menigvuldige trouwe diensten, die de oude Schuts en ande. te fchutten de Hertogen gedaan hadden. Andermaal is het zelve bevestigd by Privilégié door Hertog Maximiliaanen Maria den 21 Juoy 14Zoo8olkVheêft Hertog Filips aan de gémeyne gezeilen van den gulde van St, Sebistiaan, gehetea den Handboog, gegeven het Privilegie van den ia Augustus IA9S boven-vermeld, om voor geene Stads fchulden te mogen worden gearresteerd. Welk Privilegie mede is geconfirmeerd by een nader mandaat van dm 7 Juny 14QÖ, verleend tot ontflag van twee Schutters van den Handboog, onl Stads fchulden te Amfteldam gearresteerd. , Wvders heefc Keizer Karel de wede, by Privilegie en mandaat van den 14 Augustus 1525, be^ volen, dat in deze Stad vier Gulden of Schutterven zouden zyn, elk van een honderd vroome, soede, fterke Mannen; dat zy allen zouden moeten zweeren den Hertog en zyne Nakomelingen getrouw tf zvn, hem te dienen, en, inzynafzyn, den Hoog; en Leegfchout en Wethouders der Stad, in zaaken den wel vaart van den Hertog, de Stad en Meyerye, aangaande; wordende de vier Gulden in byzonderö nroteöie van den Hertog genomen; zoo zelfs, dac der Schutters Boomgaarden, nog hunne goederen, ceweer, of Wapenen, binnen, of buiten de Stad, om eigen fchuld niet zouden zyn arrestabel; dat ook een Guldenbroeder of Schutter, onder het oeffenen der Wapenen in zynen Boomgaart, na voorafgegaane waarfchouwinge, voor het affchieten van den Boog of Busfe, iemand der omftandei-s gekwetst, verminkt, of dood gefchoten hebbende, niet alleen daar over niet ftraf baar was, of pardon noodig had, maar ook niet tot eenige reparatie of fatisfaftie kon verplicht worden. Van gelyke hoeft Hertog Filips de tweede by Privilegie van den 29 April 15X9* op de fupphcatie van zyne Welbeminde die vier Guldens dezer Stad en  iis Verzameling van Sakken betrekkelyk tot en Adyys van de Regeering, geagreëerd de aug; men tatie, door de drie Leden der voorfz. Stad gedaan, van ieder Schutterye met drie honderd man, en al zoo de vier Schutteryen geoctroijeerd tot twaalf honderdmannen, met zoodaanige Vrydommen, als zyn Vader Keizer Karei, de vyfde aan de voörfe. vier honderd Schutters had verleend, en zulks in aanmerking van de goede en getrouwe diensten, die zy geduurende dé troublen en beroertens in dien tyd gedaan hadden* en nog daagelyks deedeo, totbewaa. ring en befcherming van deze Stad. En eindelyk hebben Hertog Albert en Hertoginne Isabel CtARA Eugenia, by Privilegie van den 56 Maart 1602 hier voor gemeld, dat van Koning Filips en voonge Privilegiën vernieuwd. Wy zouden hier meer konnen bydragen, indien wy niet vertrouwden genoeg te hebben geallegeerd* om daar uit U Ed. Mogenden te doen zien, dat de Schutteryen van de vroegfte tyden zich gewapend moesten houden ten dienfte van den Hertog, met goedvinden van deze Regeering, en ten dienfte der Stad en Meyerye. Dat ook de Hertogen van Braband de Schutteryen ten allen tyden hebben 'befchermd, en, om derzelver goede en getrouwe dienflen, van tyd tot tyd met veele voorrechten befchonken. En het zyn deze Schutteryen en haare Voorfech; ten , welke Hun Hoog Mogenden by het 12 Artikel der Capitulatie van den 14 September 1629, waar' op deze Stad is overgegaan, wel uitdruklyk hebben beloofd: „ dat in esje zouden blyven eö be„ houden haare Ordonnantiën en Privilegiën*"1 voorzeker op geen minderen grond, dan waar óp de Hooge Bondgenooten der zeven Provinciën bv de Unie van Utrecht zich verbonden hebben , wanneer dezelve by Artikel 25 met zoo veele Woorderi Vastftelden. ,, Insgelyks zullen dezelve (naamentlyk volgers' ,-, het yoorige 24 Artikel, de Stadhouders van de vooriz. Provinciën, mitsgaders alledeMagiftraa- „ teö  di Gebeurtenis fin in 1787 enz. voorgevalhth U3 ,4 ten en Hoofd-Officieren van elke Provincie, Ste,. den, of Leden van dien) by ééde moeten be. looven te onderhouden allen Schutteryen, „ Broederfchapoen ende Collegien, die m enyge Steden ofte Vlecken «an desz Unie fyn. Wel is waar, dat kort na het overgaan var>. deze Stad aan de gehoorzaamheid van Hun Hoog Mogenden de Schutteryen dezer Stad geen Tochten of Wachten gedaan hebben, en zelfs na het ichryven van anderen, ontwapend en aan dezelve hunne Vaandelen ontnomen zyn, waarfchynlyk, omdat dezelve de Spaanfche zyde waren toegedaan en de nieuwe zoo 's Lands, als Stads Regeenng geen groot vertrouwen op dezelve kon ftellen, wa3t door de Schutteryen m een diep verval geraakten. Doch 'er verliepen maar weinig jaaren, dat zy. ne Hoogheid Prins Fkedrik Henoêik, bemerken» de het ftil gedrag van de Burgerye, die langzaamerhand aan de belangens van de nieuwe Regeering meer en meer wierd geattacheerd, en kennende het nut der Schutteryen, in den jaare 1648 door den Commandeur aan den Magiftraat dezer Stad ernftige recommandatie liet doen, om tot wederoprichting der Schutteryen alhier ten eerftca werkzaam te zyn. , » Dit had tot gevolg, dat daar tóe eenige voorin» gen door den Magiftraat aan zyne Hoogheid wierden geprefenteerd, waar mede Hoogstdezelve zich by appoinftement van den 28 May 1643 conformeerde. By deze geadprobeerde vootflagen wierden de Nachtwachten der Burgers op het Stadhui* weder ingevoerd; want daaromtrent wordt met zoo veele woorden gezegd: . „ Datter alle nacht een Corporaalfchap met een Hoofd-Officier zal waaken op het Stadhuis, dar de Burgers de patrouljcs zullen doen met een St>l~ daat door de Stad, ende haar voorts reguleeren „ in het ftuk van de Wadilen na de ordre, met goed„ vinden van den Heere Gouverneur, daar op te Jteh " XLVI. Deel. H Welk  i ï*4' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Welk laatfte geenszins aanduid, dat de Burgers ia het. ftuk der Wachten moesten gedraagen na hst goedvinden van den Gouverneur en alzoo van hem afhangen; want dan moest 'er gefield zyn, dati zy zich moesten reguleeren in het ftuk van de'Wach- na de orire van of door den Gouverneur daar op te (lellen. .Doch zoodaanigen voorflap kon men ook verwachten van eene .Regeering, die de reehn der Schutteryen kende, en derzelver behoud uitdrnklyk by de capitulatie bedongen had, i 3 volgens de duidelyke conftruótie der Woorden; is de zin en meening niet anders, dan dac de Burgers zich zouden reguleeren in het ftuk van de Wachten ra de,ordre, die van Stadswege, mee goedvinden of overleg van den Gouverneur, daar op zou worden gefteld. En dit was ook noodzaakelyk; wyl toen gecombineerde patrouljes, zoo litiek als Militair, zouden plaats hebben. Ten blyke al verder, dat zyne Hoogheid door het adprobeeren van dien voorfiag mede niet heeft voorgehad, om het houden van de Burger-Wacht op het Stadhuis te doen afhangen van het goedvinden van den Gouverneur, maar alleen om omtrent het doen van de Wachten de concert te gaan met den Gouverneur, hec geen ook allerbillykst en altoos nagekomen is, gelyk in 't vervolg zal blyker. Zyn nu de vier Schutteryen door die wederoprichting op nieuw herfteld in die rechten en voorrechten, welke aan haar toekwamen, en die zy, ingevolge het gemaakte verdrag by de capitulatie, moesten behouden, zoo zyn dezelve vervolgens by Hun Hoog Mogenden weder als wettige Schutteryen erkend en behandeld; als, onder anderen, In den jaare 1672, wanneer dezelve op het Plein alhier onder de Wapenen zyn gebracht, en de revué voor de Heeren van der Tocht en van Vrybergen , als Gedeputeerden van Hun Hoog Mogenden, hebben gepasfeerd, mitsgaders in handen van dezelve den ééd van getrouwheid afgelegd. In  de Qebeurtenisfen in 4787 enz. voorgevallen, li^ • In den jaare 1706, toen Hun Hoog Mogenden den Magiftraat aanfehreven, om de binnen-posten door hunne Burgerye te doen bezetten. fin inzonderheid by Refolutie van den 27 Odto. ber 1750, waar by Hoogstdezelve adprobeerep de verandering, door den Burger-Krygsraad met goedkeuring van deze Regeering gemaakt, omtrenc dé betaaling , welke door de Rotsgezellen .moeste gefchieden by fterfgevallen of trouwen, volgends de aloude gebruiken, en welke tot op dien tyd töe nog ftand grepen, doch by de gemelde gemaakte" fchikkirgen van den Krygsraad in eene drie maandelykfche contributie was veranderd, Zoo als hefe zelve tot op den huidigen dag nog plaats heefu En gelyk dus onze Schutteryen haare Ordonnantiën en Privilegiën, volgens dekapitulatie, behielden, zyn dezelve ook, na het overgaan der Stad, alleen aan de Regeering dezer Stad onderworpen gebleven, in zoo verre, dat nimmer Hun Hoog Mogenden , veel min U Ed. Mogenden, of de Gouverneurs, eenig gezag over dezelve hebben uitgeoeffend; maar integendeel, de hulp of adfiftentie van de Burgerye noodig hebbende, dezelvö van deze Regeering hebben verzocht of gerequü reerd, of het aanbod van de Schutteryen tot mede verdediging der Stad aangenomen. Het zal genoeg zyn, daar toe de volgende Vö6f* beelden aan te haaien. . Wanneer de Schutteryen dezer Stad in deö j-sre 1672, met voorkennis en goedvinden van deze Regeering, haaren dienst, ter verdediging van de Stad, aan Hunner Hoog Mogenden Gedeputeerden' hier voor vermeld hadden aangeboden, wierd zulks, volgens het Rapport in Siads Notulen vart den 3 Juny 1672, by Hoogstdezelve zoo wel opgenomen, óat dezelve niet alleen verzochten^ düt dd vier Schutteryen dezer Stad op het Plein vöof t Fort Willem Maria in de wapenen mogten komeö j maar ook, dat dezelve zich wilden disponeefeflj om mede eenige wachten, by occafie van hetkWne H a Quat»  ii 5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Guarnifoen alhier en den toenmaaligen hoogdringenden nood, te willen doen. Op den 17 July 1686 gaf de Regeering dezer Stad haare toeitemming, dat, wanneer het Guarnifoen uittrok, om de revue buiten de Stad te pas. feeren, de Burgerye, om ongeregeldheden voor te komen, op verzoek van den Gouverneur of Commandeur} zou optrekken en wachthouden, en zulks terHond mogen doen, mits daar van kennis gevende aan den Prcfident dezer Stad. Op den 15 Augustus 1702 vond de Regeering mede goed, dat, in kas van onverwacht toeval, de Burger-Krygsraad de noodige ordre zou mogen geven, mei communicatie van den Commandeur, mits zoo dra moogiyk aan de Regeering daar van kennis gevende. In 't jaar 1706 wierd de hier voorgemelde aarfchryvmg van Hun Hoog Mogenden aan de Regeering dezer Stad gedaan, op voordracht en verzoek van den Gouverneur. In 't jaar 1712 verzocht de Commandeur alhier, dat aan eenige Hopmanfchappen Burgers* Loopplaatfen aangewezen wierden, om in tyd van nood daar van gebruik te maaken, vaar in de Regeering bewilligde. Op den 21 Juny 1766 is, op verzoek van den Gouverneur en wel van den Hertog van Brunswyk, de Burgerye door de Regeering alhier gebruikt tot het bezetten van deze Stad, ter gelegenheid van de Wapenfchouwmg des Guarnifoens op de Vuchterheide, als wanneer begrepen is, dat het commando over deze Stad toekwam aan den Prefidtnt dezer Stad Mr. Hendrik de Kempenaer, met macht, om, zich op dien tyd mede willende abfenteeren, het zelve over te geven aan den Collonel der Burgerye Martini, die dan ook dat commando heeft gehad. Ja zelfs de tegenwoordige Gouverneur van der Döjsen heeft, op den 3 Maart 1785, aan onze Gecommitteerden aangeraden en aan de hand gedaan, om,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 117 om, tot betere nakoming van de Publicatie ten zelve dage by ons gearrefteerd» en alle molesten te ■helpen weeren, eenige gewapende Manfchappen uit de Schutteryen op hec Stadhuis wacht te doea houden en door de Stad te doen patrouiileeren, 200 als dan ook, ingevolge van dien, een Burgerwacht door ons op den 8 Maart 1785 is geordonneerd , en vervolgens den 7den. Augustus van dat zelve jaar, mitsgaders op den 8 Maart en 7 Augustus 1786, heeft plaats gehad. Van gelyke heeft de Regeering dezer Stad na do Redudlie, of wel de Burger-Krygsraad met authorifatie of onder goedkeuring van dezelve, op het ftuk van het waaken de noodige fchikkingen van tyd tot tyd gemaakt. D iar omtrent gelieven U Ed. Mogenden te zyn onderricht: . _ , Dat in het jaar 1672 door Officieren der Schutteryen dezer Stad eenige poincten tot betere beftellinge der Schutreryen en meerdere fecuriteit van de Stad zyn beraamd, welke de Regeering dezer Stad by Refolutie van den 3den Juny van het zelve jaar heeft gearrefteerd en geamptië;rd. Dat op den 26 Juny 1672, by de Regeering en Officieren van de Schutteryen, met communiiatio van den Gouverneur, de Loopplaatfen voor de vier Schutteryen zyn bepaald, gelyk ook in kas van brand en alarm. Dat by den Burger-Krygsraad op den 1 x Septen> ber 1686 een vaste voet is gearrefteerd, nopens het veranderen van de wachten, en dat de Compagnien Burgers op de Markt zouden worden gerangeerd, na de ordre van de posten, die dezelve zouden komen te bewaaren: terwyl door denzelven op den 2 O&ober 1687 de fterkte der wachten is bepaald. Dac al mede by gemelden Krygsraad op den 23 Augustus 1688 zyn voorgefteld artikelen tot redres der wachten, en op den 25ften Augustus daar aan volgende eene Memorie van wachten geforH 3 meerd,  H 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meerd, waar uit blykt, dat 'er toen 232 man, beha!ven Officieren en Tamboeren, ter wacht trokken. Dat, op den 6 December 1688, by de Regeering eene Ordonnantie op het voaaken der Burgerye dezer Stad, met eeEpaarigheid van ftemmen,' is gearresteerd. Dat in het jaar irJ8p de Burgerye, conform de Refolutie in dato den I4den January, met commu* nicaiie van dm Commandeur, door dec Hoog-Scbout, ten overftaau van vier Leden uit de Regeering, de ééd van getrouwheid is afgenomen, de openitaande Officiers plaatfen der Burgerye zyn vervuld , Loopplaatfen voor de Burgerye bepaald, en een order gemaakt, welke posten de Burgerye, ingeval de Stad toen door de Franfchen mogt wotden aangevallen, zou bezetten. Dat op den 15 Augustus 1702 by de Regeering 7.\o geapprobeerd de fcbikkirjgen door den BurgerKrygsraad met den Commandeur gemaakt omtrent cie Loopplaatfen van de vier Schutteryen, bv welke gelegenheid de Officieren van gemelden Krygsraad wierden gelast, om in kas van onverwacht ,, en onverhoopt toeval, dat geen tyd was, om eenige Vergadering (naamentlyk van de Regee„ ring) te convoceeren, pro re nata by provifie, met ,, communicatie en advys van den Heere Commandeur, 3, orders te geven en verders, daar van kennisje j, aan de Heeren van de Regeering gegeven hebbende, 3, na derzelver ordres te reguleeren." Dat insgelyks op den 26 Augustus 1740 by den Burger-Krygsraad de noodige ordres zyn gefteld tot het ftillen van het onrftaane oproer aan eenige Huizen van Grutters en Korenkopers op het Hinc hamer-einde alhier, en door de Tamboers der vier Compagnien de Rotsgezellen gedaan aanzeggen, om, op het eerfte fignaal van alarm, zich behooriyk gewapend naar hunne Boomgaarden, te begeven; zoo alsook de Kapiteins der refpeétive Schutteryen den 14. February 1743 insgelyks hebben gerelbi- veerd,  de Gebeurtenis/en in 1787 «*■ voorgevallen. U9 veerd dat, in cas van alarm, op het eerfte ügoaal vaTt.orn of klokflag, alle Rotsgezellen zich wei gewapend naar hunne Boomgaarden moesten be- geKrïn het jaar 176S, wanneer pp den Sften Maart ee^Detachenïïït uit iéder Schutterye is opg^oKken en voor het Stadhuis gevuurd heeft; gelykmede, wanneer de Burgerye op den i7aen. Juny_by de aankomst van zyne Hoogheid den Prinfc Juir Stadhouder in de wapenen is geweest, en v^nneex d «cïveopdenaiften Ju.y dc wacto.^!>u en deszelfs buiten-posten, op verzoek: van otn toenmaaligen Commandeur Deutz, b.zet hetift, zulkTtelklns is geweest op las: van deze Regeer mg, en de nopdige ordres daar toe door o«s.zyn geg* ven. en by Publicatie van den 4 >oy 1706 tekena gemaakt, waar by wy te gelyjc te kennen-gaven, dat wy hadden goedgevonden, tor dat einde de vier Schutteryen, of Compaenien Burgers dezer Stad, in de wapenen te ooen komen. En dat eindelyk mede de fchikkingen, omtrent de Burgerwacht op het Stadhuis, tegens den 8 Maart 1785 en vervolgens, door ons zyn gemaakt. Dan hoe zeer niet kan worden tegengesproken, dat federt men in de vyftiende eeuw in Europa is overgegaan om geregelde Troepes bcftendig ep % been en in foldy te houden, de Schutteryen hier te Lande niet weinig haaren luister verloren hebben, zoo dat Hadrunus Jumus w zyne be. 53 van Holland, in het jaar 1588' "»g<-ge. ven , van de Schutteryen pag. 231. fprekende, Ü setuigde: „ atnuncfi ufus pofiulet, ad comprimé g dam fediiionem, ad arcendam hojiilem mcurjionem, ! armatiadhibentur, vel fi onmdus fit rinapis aavenius, vel novi inauguratio decoranda, turn vtro honoratcz cufiodw ac folennis vUm praJlant : Zoo moet men echter erkennen, gelyk uit hec tot hier toe geallegeerde genoegzaam gebleten is, dat er weinige Schutteryen hier 'e Lande zullen geven-  120 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den worden, welke, als de onze, fchoon in een plaats van Guarnifoen, zoo menigmaal en telkens, wanneer deee Stad, zelfs na haare overgave in hec jaar 1629, gevaar liep van eenigen vyandlyken aanval, tot defenfie van dezelvezyn gebruikt; zoo dat men van deze Schutteryen met volle recht kan Zeggen, dat zy in de fuccesfive gevallen, aan de Stad en het Gemeene Land, wezeniyke dienflen hebben geprefteerd, en bovendien, mede na dé ReduQie dezer Stad, zoo in deze, als voorgaande eeuw, in meerdere omflandigheden, dan by even- 4 gameiden Schry ver zyn gemeld, niet zónder vrucht iq de wapenen zyn gekomen, in welkers detail wy oiet zullen treden, om ü Ed. Mogenden attentie met te lang op te houden, maar die alleen opnoemen ; als in gevallen van Oproeren in de jaaren J692 en 1740 j Brand, waar toe febikkingen, zoo by ons, als by den Krygsraad in het jaar 1744 zyn gemaakt en no? ftard grypen; Ts-byten, gelyk laastlyk in 1748 is gefchied, waar van de materiaaicn nog voorhanden zyn, eh voor zekere fomme gelds van Stads wege 'onderhouden worden; In bet mait'tineeren van Stads Privilegiën in het jaar i6tos wanneer vier Gecommitteerden uit de. re Rf.-j»eerirg, verzeld met twee honderd gewa. pende Burgers, onder het geleide van derzelver Offici-ren, en benevens den Stadhouder van den Hoog,Sehout, met vyf- en- twintig Ruiters naar B( rfel ïp de Meijerye trokken, om den gevangen Stad? I^gebieder re verlosferi; In het doen executeren van onze politieke bevelen, waar toe rie hier voorgemelde wachten op den 8 Main en 7 Augustus van de jaaren 1785 en 1786 hébben gediend; En laatstlyk by plechtige gelegenheden, zoo als Onder anderen By hét fluiten van den vrede in het jaar 16675  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 12E Bv het inkomen der Heeren Stadhouders dei Vereenigde Nederlanden in deze Stad ten jaaren 164.6, 174.8 en 1766; , , By de verheffing, of aanftelhng van wylen zyne Hoogheid Willem den vierden in het jaar 1747, en by de meerderjarigheid van den tegenwoordigen Heere Erf-Stadhouder in het jaar 17Ó6,. En byhet doorpasfeeren van hooge Perfonagien, ah in het iaar 1744, toen de Gouverneur en Goui^S^ Óol^Tyi&hc Nederlanden binnen deze Stad verwacht wierden. , Daar wy dan tot hier toe ü Ed. Mogenden overvloedig hebben doen zien: Dat de Regeering dezer Stad van ouds heeft gehad en geëxerceerd haar gezag en beftier over de Schutteryen in de vroegfte tyden alhier opgericht. Dat ook de Schutteryen van ouds zich gewapend hebben moeten houden ten diende der Hertogen van Braband, met goedvinden van deze Regeenng, en ten dienfte dezer Stad en Meyerye. Dat daarom de Hertogen van Braoand de bchutterven alhier ten allen tyden hebben befchermd, en om derzelver getrouwe dienften van tyd tot tyd met veele voorrechten befchonken. Dat by de capitulatie uitdruklyk is bedongen ett beloofd aan den eenen kant, dat de Magiftraat deder Stad zoude blyven behouden de Regeering zoo in de Rechtsvordering als Politieke zaaken. even s?e!vk dezelve onder hunne Hertogen had gehad, en dat aan den anderen kant de Schutteryen in wezen zouden blyven en haare Ordonnantiën en Privilegiën behouden. , ' Dat insgelyks de Schutteryen uit haar verval, na het overgaan van deze Stad, door den Heere Stadhouder Prinfe Fredrik Hendrik weder zyn opgericht, en by Hun Hoog Mogenden, in fuccesfive gevallen, als wettige Schutteryen erkend en behan- dCDat wyders de Schutteryen ook na de Reductie alleen aan de Regeering dezer Stad onderworpen h j *y°  122 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn gebleven, zonder dat zelfs Hun Hoog Mogenden immer eenig gezag over dezelve hebben uitgeoeffend. Dat de Regeering uit dien hoofde, zoo wel na als voor het overgaan dezer Stad, of wel de Burger-Krygsraad op authorifatie of adprobatie van dezelve, alleen met communicatie van Gouverneur of Commandeur in der tyd, de noodige fchikkingen en Ordonnantiën op het ftuk van waaken of wachthouden met den aankleeven van dien heeft gemaakt. En eindelyk, dat de Schutteryen , zoo voor als na de Reductie, in fucceslive gevallen aan Stad en Land wezenlyke dienften nebben gedaan, en nog haare nuttigheden by voorkomende omftandigheden aanbrengen. Zoo konnen ü Ed. Mogenden lichtlyk begrypen, hoedaanig wy zyn gefrappeerd door hec oncvangen van ü Ed. Mogenden Aanfchryving vao den 5 den Maart dezes jaars, in het hoofd üezes breeder vermeld. Want befchouwen wy die Aanfchryving, als door U Éi. Mogenden gedaan, zy hec gepermitteerd, behoudens alle veneratie voor U Ed. Mogenden Collegie, te mogen zeggen, dat wy, of onze Schutteryen, geene zoodaanige aanfchryvingen of orders van Ü Ed. Mogenden konnen ontvangen; dewyl, onder eerbiedige correctie, noch de aart der oprichting van ü Ed. Mogenden Collegie, noch d' Inftrubtien voor U Ei, Mogenden den 18 Augustus 1584, en 18 July 1Ö51 gearresteerd, daar toe eenige aanleiding geven; En wy niet weten, dat eenige andere zaaken van de Politie dezer Stad door Hun Hoog Mogenden aan ü Ed. Mogenden zyn gedemandeerd, dan die van den ftraatweg en van de Barakken; fchoon wy gaarne erkennen, dat Hun Hoog Mogenden veele zaaken van onze Politie en juftitie hebben gemaakt en nog maaken, by wege van Advys, commisforiaal met U Ed. Mogenden. Wy durven ons daarom-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 omtrent beroepen op een der gtootfte en kun, digfte Staatsmannen, die meer dan 35 jaaren heeft gefungeerd als Secretaris van U Ed. Mogenden, naamentlyk Mr. Simon vanSlingelandt, fn die in zyne Verhandeling van de Ioftehing, !nft?uaien en Ambt van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, te vinden in deszelfs nagelaten en onlangs uitgegeven Staatkundige^. Schriften UU Deel,*. Cap. pag. 51 en 9*ètm* dienaangaande dus uitdrukt: Wit nu betreft de zaaken van de Politie en t daar van niet gefproken word in de InftruOi, ende Raad vervolgens niet fchync daar in te " moeten gekend worden, zoo hebben haar Hoog , Mogenden echter menigmaal daar over met den Raad gedelibereerd, het zy datze oiraeelen " met niemand beter te konnen ^aro verraadplee- ™n, als met den Raad van Staate, of om de ,\' connexie, welke begrepen wierd in veel gele- pentheden te wezen tusfchen de zaaken van Po. Litie en Auditie en de zaaken van Fmantien. " Kr toe in zoodaanige gevallen allegeerende eeniïe Refolutien, raakende de Politieke Regeenng deze? Stad, by Hun Hoog Mogenden genomen. Én indien Ü Ed. Mogenden daar toe al waren comoetent, zouden U Ed. Mogenden (het zy met aüen eerbied gezegd) volgens den zesden Artikel van trzelw Zatfe InftruSlie van 1651: „ met mogen doen of «tenteeren, dat zoude.mogen ftrek" ken tot Prejudicie van de Privilegiën, Rechten, " Vrvheden, Trattaaten, Contracten, Ordonnan" tien. Statuten, Decreeten en üfantien, derzei, " ver Landen in ?i generaal , ofte van eenige " Provinciën, Steden, ofte Leden van dien 10 5 Darticulièr," gelyk wy ftraks de vryheid zul. 'lén kernen uit U ld! Mogenden Aanfchryving te toonen, dat tegens de Privilegiën en voorrechten zoo van deze Regeering als vau deszelfs Schutte, ryen is gehandeld.  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ten minden hebben Hun Hoog Mogenden, die den Hertog van Braband reprefenteeren, en mee welke wy de capitulatie hebben aangegaan, noz nimmer ïetwes ten nadeele van het recht der Schut, teryen gerefolveerd, veel min het beheer over dezelve zich aangemaatigd, maar die aan ons, als van ouds, overgelaten, gelyk uit hec hier voorgemelde duidclyk is te zien. 6 Doch laat het ons gepermitteerd zyn, te mogen toetreden tot den inhoud zelfs van U Ed. Mogenoen aanfchryving, om daar over onze bezwaaren met de vereischte reverentie onder het oog van ü Ed. Mogenden te brengen. Daarin komt, als aanleidendeoirzaak, voor, de i.mtenant-Generaal en Gouverneur dezer Vesting JKgidids van der Düssen, welke heeft konnen goedvinden, onze georaonneerde Burgerwacht oo het Stadhuis tegens den gften Maart laatstleden in zulk licht aan ü Ed. Mogenden voor te dragen, of wy wat nieuws of wat vreemds mee die vastgeftelde wacht voorhadden, gepaard mee zulke ongepaste verzoeken daar tegens, als in de premisten van ü Edele Mogenden Refolutie zvn te zien. 3 Maar het is volftrekt noodig, dat U Ed. Molenden dienaangaande vooraf kortlyk worden eeë. lucideerd. 6 Wanneer op den i Maart 1785, een groot aantal der voornaamfte Burgers en Ingezetenen dezer Stad, toen begrypende, dat de plechtige verjaardagen van den 8ften Maart en 7den Augustus wel konden worden gevierd met eene betamelyke vreugde, doch dat die dagen, wanneer des avonds ria tien uuren het werpen van Hangen en affteeken van vuurwerken wierde toegelaten, geenszins behoorden te worden misbruikt, tot fïeeds toenemende baldadigheden en ftraatfehenderven, zich, by een ampel en wel gemotiveerd Request, aan ons hadden geaddresfeerd, en verzocht eene promte en efficacieufe voorziening daar tegens, heb-  de Gshsurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. lt$ hebben wy, uit aanmerking, dat de voorfz. baldadigheden en ftraatfchenderyen tyde vaadieplechtige^gelegenheden, jaar op jaar, onaarigezien de verdubbelde vigilantie, zoo by het Gouvernement Militair, als by de Politie dezer Stad, federt het iaar 1780 in het werk gefteld, zoodaanig toenamen, dat zoo wel de Patrouille» van het Guarnifoen , als de Nachtroepers en Dienaars van de Ju* ftitie, feitelyk wierden aangerand, een nadruklyk verbod van het werpen van flangen en aftreken van vuurwerken, voor altoos en by wat gelegenheden ook, gedaan, en zulks ter bewaaring van da goede orde, de algemeene rust en veiligheid op 's Heeren ftraaten, mitsgaders tot voorkoming van brand en andere ongelukken. ■ En na dat wy daar van door eene Gommisüe uit ons, geadfifteerd met onzen Penfionaris, aan den Gouverneur van der Dossen hadden kennis gegeven, en daar by geinfteerd, dat foorteelyk verbod mede ten opzichte van de alhier Guarnifoen houdende Militie mogt worden gedaan, en té gé* lyk de noodige adliftentie verleend,, tot executie van het zelve, had gemelde Gouverneur aan onzeGi-committeerden niet alleen met alle volvaardigheid dat tweeledig verzoek ingewilligd, maar zelfs in bedenking gegeven, of's avonds van den 8ft'*n Maart, tot voorkoming van alle baldadigheden en ftraatfchenderyen, niet eenige Manfchap ui'c de Schutteryen op het Stadhuis alhier de wacht zoude konnen houden, en door de Stad patrouil- Wy hebben dan, Edele Mogende Heeren 1 dien conform gerefolveerd, om tot dat einde eenige irewapende Manfchappen uit de Schutteryen dezer S ad op het Stadhuis de wacht te doen houden, en door de Stad te patrouilleeren. ' ' Maar nauwlyks twee dagen daar aan fcheen de Gouverneur weder van andere gedachten te zyn; want toen gaf by aan den toenmaaligen Prefidenc Schepen dezer Stad in bedenking, of zoodaanige r Bur-  125 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burgerlyke wacht op het Stadhuis niet aanleiding tot twist zou konnen geven, doch, zoo de Regeenng daar by bleef, hy dan gaarne had, dat de* zelve niet door de Stad patrouilleerde, maar hy zyce dubbele Militaire patrouilles nog zou verdubbelen. Wy begrepen, Edele Mogende Heeren! dat, daar de Gouverneur het houden van die Burperlyke wacht tot betere executie van het verbod, omtrent het fchieten , en plegen van ftraatfchendery. en en andere moedwilligheden, aan onze Gecommuteerden zelfs had aan de hand gedaan, en des anderen daags aan den Stadhouder van 't Hoog Officie nader aangedrongen, waar toe wy derhalven ten genoegen van de Burgerye hadden gerefolveerd, en bereids fchikkingen door de Officieren van de Schutteryen waren opgegeven, wy mitsdien dezelve den eenen dag niet konden ordonneercn, en den anderen dag weer afzeggen, maar dat die, wilden wy ons niet befpotlyk maaken , voortgang dienden te hebben, om, volgens eene goede poli»ie, de publyke rust en veiligheid voor onze Burgers en Ingezetenen te helpen conferveeren. Evenwel, om den Gouverneur \an der Dossen te gemoed te komen, en om aan onze zyde te ver myden, het geen eenigzins aanleiding toe confufie en oneenigheid zou konnen geven, refolvcerden wy te gelyk, dat de wacht geene .Patrouilles door de Stad zou doen, maar alleen dienen, om naar zoodaanige plaatfen Detachementen af te zenden, als by onverhoopt geval tot adfiftentie mogt wor* den gerequifëerd en noodig gevonden,, waar toe ieder Burgerlyk Perfoon, aan zyne wooning molest gefchiedende, vryheid had verzoek te doen, die hun in zulk geval niet mogt worden geweigerd, terwyl aan zoodaanig Detachement was overgelaten, om, in kas van oppofitie derKwaaddoenders, met alle mooglyk menagement en omzichtigheid, geweld met geweld te keeren. En het is, Edele Mogende Heeren ! aan die wel  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 127 gedirigeerde Burgerwacht op het Stadhuis, gelyk fok aan de ftrenge ordres van het Gouvernement Militair, toe te fchryven geweest, dat de avond en nacht van voorfz. 8 Maart 1785 op eene zelfs onsewoone ftilheid zyn afgelopen, zoo dat met alleen wy en de Burgerye, maar ook de Gouverneur van der Dossen, daar over ten uiterften waren voldaan; gelyk dan ook met geen minder genoegen en goede uitwerkingen dezelfde voorzieningen, zoo van de Politie als Gouvernement Militair, op den 7den Augustus van dat jaar, als op de twee plechtige verjaardagen van het volgende jaar, hebben plaats gehad. . Wv zouden daarom, Edele Mogende Heeren! van die wacht op den 8ften Maart laatstleden uit or's zelfs hebben afgezien, indien niet de tegenwoordige tydsomftandigheden ons een wenk tot vernieuwde waakzaamheid hadden gegeven, en refolveerden mitsdien, dat weder een Burgerwacht, als voren, des nachts op het Stadhuis zou zyn; doch, op het geadvifeerde van den grooten Burger-Krygsraad, met deze nadere fchikkingen en voorzieningen , dat voorfz. wacht niet met fcherpe patroonen zou optrekken, maar dezelve in een gefloten kistje zouden worden overgegeven aan den commandeerenden Officier van de wacht, ten einde daar van alleen zou konnen wor- . den gebruik gemaakt in den allen uiterften nood, en zulks met overleg en expres goedvinden van den Prefident Schepen dezer Stad, en twee Leden uit onze Vergadering, die daar toe dien nacht op het Stadhuis zouden vaceeren; als mede, dat de Commandeur Doüglas, by abfentie van den Gouverneur, zou worden verzocht, om den Schildwacht, ftaande, niet in, gelyk de Gouverneur po. feert, maar voor het Stadhuis, voor dien tyd m< te trekken; gelyk ook, om, tot voorkoming van confuüe of verfchil met de Militaire wachten, bv het uitzenden van Detachementen, m een onverhoopt geval by voorgaande reizen bepaald, aan  t28 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Collonel der Schutteryen te willen geven zoo we! het contta-figne als het parool, wellt iaatfte aan hem toch dagelyks gegeven wordt, teneinde het zelve aan den commandeerenden Officier van de wacht te konnen mededeelen; en laatstlyk dat gemelde Commandeur mede om dezelfde rede zou worden onderhouden, over het niet ageeren tan de Militaire wacht .wanneer de Burgerwacht ter hu!-pe en afweermg was toegéfchocen, ten ware deze Iaatfte daar in te kort mogt fchieten, en zoo mede in het tegei.geftelde geval over het niet adliftee ren van een Burgerwacht, wanneer een Militaire wacht daadelyk met haare hulp doende was. En wanneer gemelde Commandeur van onzen wege,. als na gewoonte, kennis was gegeven van het optrekken der voorfz. Burgerwacht, mitsgaders aan hem de twee bovengemelde verzoeken waren gedaan, en hy voorts over het Iaatfte poin& was onderhouden, heeft dezelve wel zyne bevreemdheid over het optrekken van die Burgerwacht te kennen gegeven , wyl de Gouverneur hem had verzekerd, dat, wanneer die wacht door de vier Schutteryen was waargenomen, 'er geen wacht meer op het Stadhuis zou komen, maar echter geen zwaarigheid gemaakt zoo wel het contra-figne ais het Parool toe te zeggen, en voorts goed te keuren de voorgeftage fchikking, waar na zich zoo de Burger- als Militaire Detachementen zouden moeten gedragen, wanneer beiden, ter afweering van geweldenaryen, by den anderen mogten komen. Alleen maakte gemelde Commandeur bedenking, om in de verzochte intrekking van den Militairen Schildwacht voor het Stadhuis geduurende de Burgerwacht, zonder goedvindeu van den Gouverneur, te bewilligen; waarom hy daar over dien zelfden dag aan den Gouverneur zoufchryven, en hy door onze Gecommitteerden wierd verzocht 'er dan te willen byvoegen, dac zulks te meermaalen was gedaan, en onder anderen by zyne Hoogheids meerderjaarigheid op den 8 Maart  dt Gebsurtenisfen wi 1787 enz. voorgsvalUtii 11% Maart 1766, gelyk ook in den zomer van dat zelf» de jaar, wanneer gemelde zyne Hoogheid hec Stad» imis kwam bezichtigen, by welke gelegenheden «en Burgerwacht voor en op het Stadhuis was ge* Held: daar ook in allen gevalle een Schildwacht aldaar op verzoek van de Regeering in vroeger tyd i» geposteerd, en, wy die niet meer noodig vindende* dezelve tegen ons genoegen aldaar niet langer pose zou behoeven te vatten; zoo als wy voor eenige jaaren het Cgmmandemenc Militair hebben verzoent om een Schildwacht des nachts achter het Stadhuis, die denzelven weder na Welgevallen heeft ingetrokken. En dus kwam die fcrupüle omtrent de verzochte intrekking van den Schildwacht voor eenen korten tyd ons ten uiterften vreemd voor* „ Zie daar, Ed. Mogende Heeren 1 de waare oirzaak en toedracht van de Burgerwacht, zoo als wy die in het jaar 1785, na opgaave van den Gouverneur van der Dossen zelfs, hadden vastgefteld* en tegens den 8ften Maart dezes jaars vernieuwd, met alle openhartigheid U Ed. Mogenden medegedeeld. U Ed* Mogenden zullen derhalven daar uit ón« getwyfreld konnen nagaan, dat die Wacht in hec voorjaar op geen andere wyze is ingericht geweest^ en tot geene andere eindens , dan waar toe de Gouverneur van der Dossen dezelve aan ons had aan de hand gedaan, en dat de nadere bepaalingen van dit jaar alleen zyn gemaakt tot betere executie der ftrict gegeven orders, ter vermyding van alle confuflen, en inzonderheid tot meerdere beperking Van het uitzenden der Detachementen, by voorigè gelegenheden in onverhoopte gevallen gepermit. teerd. En dat dus de Gouverneur sich merklyfc heeft vergist, wanneer hy die Iaatfte Wacht, als wat nieuws en van de voorige afwykende, of wel onze bedoelingen daar mede, in een verkeerd lichè aan ü Ed. Mogenden heefc doen voorkomen* Maar, Ed. Mogende Heeren! wy zyn mee geeft minder verwondering aangedaan over de ongepaxti XLVI. Deeè. I tor.  ir4 Veizameling van Stukken betrekkelyk tot verzoeken van den Gouverneur van der Dus en by zyn Addres aan ü Ed. Mogenden gedaan : nadien hy eerst in het generaal verzoekt: „ dat U Edelë „ Mogenden gelieven te ordonneeren, dat gemel,, de Compagnien Burgers niet meer onder de wape,, nen komen, om, op den 8ften Maart, de Wacht „ op het Stadhuis te houden," terwyl hy daarop onmidlyk een ander doch even ongepast verzoek laat volgen: ,, Dat dezelve mede volgens 't oude en „ ordinaire gebruik , niet zonder voorkennis en ,, daar toe bekomen confent van den Gouverneur, ,, of Commandant van 't Guarnifoen, onder de ,, wapenen mogen komen;" daar bovendien hier vqqr meer dan overvloedig is aangetoond, dat, zoo voor als na de Reductie dezer Stad, de Schutteryen alleen aan de Regeering fl^ierzyngefubjecleerd geweest en gebleven , zonder dat dezelve immer eenig confent deswegeDS van den Gouverneur of Commandant van het Guarnifoen heeft verzocht, maar alleen kennis van het optrekken der Burgers, of het houden van Wachten, aan den commandee* renden Officier van het Guarnifoen gegeven, ten einde zorge te dragen, dat van wegens het Guarnifoen geene verhinderingen werden toegebracht, maar de gepaste eerbewyzinge door de Militaire Wachten aan de Schutteryen gedaan. Doch uit dit Iaatfte, om op dat poindt een weinig ftil te ftaan, kan met geen den minften grond worden afgeleid, dat de Burgerye niet in de Wapenen zoude mogen komen, zonder verkregen confent van den Gouverneur. Eene fustenue, Ed. Mogende Heeren! welke van het allerverfte vooruitzicht is; dewyl daar uit, indien dezelve doorging, zoude voortvloeijen niet alleen, dat de Schutteryen niet zouden mogen optrekken zonder confent van den Gouverneur, maar zelfs, dat die in hunne Boomgaarden niet onder de Wapenen zouden mogen komen. Eene fustenue wyders welke nimmer een Gouverneur openlyfc heeft beftaan te voeren. Want  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 115 Want het geen men van den Gouverneur Kerk. »ATRicKHeer van Poudroyen, ten jaare 1673, leest in de Historie dezer Stad door Mr. Jan Hendrik van Heürn uitgegeven, III. Deel pag. 215, even eens, als of gemelde Gouverneur uit zich zelfs en alleen, en dus tegen het genoegen van de Regeering, had verklaard, dat hy het waaken der Burgerye. onnoodig oirdeelde, met by voeging zelfs, dat hy die Wacht niet wilde toeftaan en dezelve beletten zou > verdient eeDige opheldering £ wyl, indien dit en wel het eenigfte geval zoodaanig was geweest, de tegenwoordige Gouverneur zich daarop, Ichoon een kwaad voorbeeld, Zou kunnen beroepen, en mooglyk zich beroepen heeft. Het blykt dan, Ed. Mogende HeerenUst oftze Notulen vm den 31 Maart 1673, dat in die Vergadering eenvouwig in bedenking is gegeven, orri de Compagnien Burgers van haare Wachten te ontflaan en te ontlasten, en dus eene Propofitie van den voorzittenden Schepen, zonder eenige melding, dat die uit naam van den Gouverneur of van zynen't wege was gedaan, gelyk uit den volgenden inhoud ofconcluóe van zelfs is te zien: Dat daar op: „ om verfcheide redenen j en ooic „ dat de nachten kort en de dagen nu lang waren, „ is goedgevonden en verftaan, dat de Burgers „ van het waaken by provifie zouden worden om* „ last, doch dat den Gouverneur dezer Stad door ■ eenige Heeren, in voorgaande Refolutie gecom* ! mitteerd, alvoorens zou worden in bedenking gegeven, of zyn Ed. zou oirdeelen nóodzaakcfvk en dienftig voor de Stad te wezen $ dat da" zelve Burgers nog in het waaken continueer , den;" Terwyl te gelyk: „ op dat de Burgers „ bv hunne Wapenen mogten blyven en in exer. ,, citie gehouden worden, góedgevonden wierd* „ dat men alle veertien dagen eeneCompagnié in i, de Wapenen zoude doen komen." , .*:« Dan tegens welk gerefolveerde een en ander Lid hebben geprotesteerd, terwyl't eene „ ver«deBt , I % » voof  H6 VertamUng van Stukken betrekkelyk tot „ voor zyne opinie aangeteekend te hebben, dat hy j, zonder order van zyne Hoogheid de Burgerye „ niet uit de Wapenen zou doen fcheiden; daar 't „ andere verklaarde van gelyke daar toe niet konde „ verftaan, alzoo met kennisfe van hooger hand zulks was geordonneerd, zulks door hooger hand verder moest worden afgeichaft." Terwyl men by deze gelegenheid wyders vindt aangeteekend, dat ftads Gecommitteerden , die voorfchreven Refolutie aan den Gouverneur hadden bekend gemaakt, ,, hebben gerapporteerd, dat „ de Gouverneur gantsch niet noodzakelyk en vond, „ dat de Burgerwacht bleef continueeren, ook niet „ en coste oordeelen, dat fyn Hoogheit fulcx qua- lyck foude neernen, dat hem als Gouverneur de Wacht was bevolen, en oordeelende dienftich voor ,, dè ftadt tewefen, dat defelve Burgerwacht we„ der wierde aangeftejt, fulcx de Regeering wel „ foude bekent maaken, en de Burgeren byprovifie. j, van de Wachten costen werden ontflagen ende ontlast,' dog dat men die voorfienicheyt wel cos„ te gebruyken, dat defelvige Burgers haar Wa,, penen niet en wierden vercogt, of vervrempt." Daar nu dit gerefolveerde van de Regeering onder de Schutteryen groote onlusten veroorzaakte, te meer, door dien aan dezelve voor haaren dienst ook gene de minfte dankzegging was gedaan, en daar tegens door de Kapiteins van de Schutteryen eene ampele memorie van confideratien aan de Regeering ter Vergadering van den 18 April 1673 wierdt ge. prefenteerd, en daar by geadvifeerd, om de Wachten der Burgerye niet te doen ophouden, zonder kennis en ordre van den Staat en zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje, is het niet te verwonde, ren, dat gemelde Gouverneur, ziende dat het meerendeel der Regenten zelfs voor de affchaffing detf Burgerwacht was, zich zoo fterk tegen dezelfde verklaarde, en niet zou toelaaten, dat de Burgers langer de Wacht hielden, met die vry despotieke by voeging, dat het belachgelyk was de Burgers te be. dan.  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 117 danken. Dan de Regeering in verneur niet indemmende, om de Burgerye ter^ue Sr te zetten, verklaarde daar op met zoo veel* woo den, ,, haare intentie niet anders te zyn ge. weest als dat de Schutteryen van wegen de Re. " lerSi deefo ftadt fouden werden bedanckt voor " hare goede en getrouwe dienden, foo in t wae" ken, wercken aan de fortificatiën, alsanderaas g fot confervade deefer Stade aangewent Wanneer te gelyk wierdt goedgevonden, ,, dat «aer "'Rot dlrVier Schuiteryen zou worden vetert , met twee tonnen bier, en de ,, hun gedronken te worden, een ?x^7syls* terwyl, om deeze dankzegging aan de-voorfe Schutteryen van wegens de Regeenng te doen, eene commisfie van agt Leden wierdr benoemd moffen derha ven, Edele Mog. tieeren. ver tronen???geval uit Stads aanteekeningen iu zyn SïïTbe en verband te hebben voorgelee, en daar n\r te hebben doen z en: üac met de Gouverneur, maar de Regeering in dien tyd heeft geproponeerd e? verbolgens, tegens de protestatie van anderen, ïerrfolveSd , om de Burgerwacht provifioneel té S ophouden, fchoon om de 14.dagen een Gomoaanie in de Wapens zou komen: dat de Kegeermg daar over wel de gedachten van den Gouverneur Sc wUlen innemegn, of hy veel ligt het aanhouden der Burgerwacht noodig mocht vinden, gelyK TrS nf de affchaffinjr van die Wacht by zyn HoogTefd den VS v^ngOranje mocht kwalyk genomen worden: dat de Regeering, op dit een enaodeirgritt formeerd, tot die provifioneele opfchortmg heeft geSveerd: dat de Gouverneur, vermoedende dat óo ne? beklag van de Kapiteins der Schutteryen by de Regeering wel ligt daar in verandering mocht teme? 2 door is gaande geworden, om zich Voo derk tegens het aïnhoudeh van de Wacht ce verklaSen /gelyk toch doorgaans de Bujg«lykj Warjenhandel door Militairen met een jaloers oog St befchouwd: en eindelyk dat de Regeenng,  i ï 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ontwaar wordende aan den eenen kant de verregaan. de ontevredenheid van de Burgerye over de af. fchaftlng der Wacht en de wyze van dien, en aan den anderen kant huiverig, om daar ïn weder verandering te maaken , daar by wel heeft geperfifteerd, dan niet te min de Burgerye voor haare goede én getrouwe dienflen op eene beleefde wyze heeft doen bedanken en recreëeren: alles mitsdien ten duidelyke preuve, dat dit geval geenzints paralel is met het tegenwoordige; en daar op in geenen deele kan worden ingeroepen, en zoo al ja, dat dan daar uit niet anders is te haaien, dan dat de tegenwoordige Gouverneur eenen voorganger heeft gehad van eene ongegronde fustecue en verkeerde handelwyze. Doch van deze digresfle afftappende, zullen wy tot de verdere verzoeken van den Gouverneur, aan U Ed. Mogenden gedaan, toe treden, waar van de derde is: „ dat, indien onverhoopt U Ed. Mogen„ den mochten goedvinden, voor die reize de Bur„ gerye nog te permitteeren de Wacht op het Stad. 3, huis te houden, als dan, volgens de voorige vier „ andere maaien, noch Schildwachten, noch Detachementen van haare Wachten zouden mogen „ uitzenden, maar ftil op 'c Stadhuis blyven, en indien eenige Burgers disordres kwamen te veroor„ zaaken en door de Militie geapprehendeerd, als „ dan aan de Burgers op 't Stadhuis dezelve zouden kunnen worden overgegeven." Hier op moeten wy maar kort remarqueereD, dat de Gouverneur daar mede ü Ed. Mogende weder abufivelyk informeert, en het zoo doet voorkomen, als of de voorfz. Wacht in de vier voorgaande reizen geene Detachementen had mogen uitzenden ; daar het hier yoor gebleken is, dat zy dit al heeft mogen doen, wanneer dezelve by een of ander burgerlyk perfoon , wiens wooning geweld mogt worden aangedaan, tot adflflentiewierdgerequireerd en noodig gevonden; fchoon wy erkennen, dat 'er geen Detachementen zyn afgezonden, om dat ds nood zulks niet heeft vereischt, maar in tegendeel eeco  de Gelsurlenisfcn in gfe** ™r^alUr» H9 eene buitengewoon* ftiUe tyden «««Bertejaj gehouden Wachten . heeft gaat ^gen t Zo\AeGM™**^^i*%^ van die Deis onderricht, dat wy UI™ ftelde Wacht nog tachementen by ua te beoor- meerder hadden beperkt,, eri *e fi en twe? deeling en g°edv^fad^rKt die daar toe, gelyk Leden uit onze Vergadenrg» u g dhu5s des wy reeds hebben geallegeerd, op u ur Jchts zouden, vaceert*en zoo als de Gou ^ zelfs in zyn adres aan U Ed.^Mogen** ^ ^ de informatie heeft opgegeven, g » yan den gerwacht, volgens de verde•! neg iUj e Gouverneur, flegts ^ MU de geapprehendeerd, Ingezetenen , door de MU.us ge PP me(. Qns t'outvangen, ^»en " Jd' eenRondere Wacht begrypen , dat ^"/^daSige kwaaddoende» op ^e^^^p^^concen- treerel zich aU«dnidelytai: m „ Ed. Het yitrA, of Mg• JJ«JJ• < Qrdres ge. Mogenden 5, daar omtrfDLa:reö;eöen de ordres, * lieven te ftellen , op de dw* ««^ ^^ " Tn 'Xn^nCotlrp. Jf communiën. 5 L O» wetder^v«^ ^ d Een verzoek, Ed• Mogeno Gouveiceur het Provinciën, is afgefchaft, zeer ver ltuc. een verzoek: nog5 eens,00OTe schutteryaueert in het politie* nciitci Iogezete» CD ^SÖïïSr™ ™"=rt«f hit gein Hun  ï2o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Steden, aan ons hebben gelaten; ja nog eens een Verzoek van de horribefte gevolgen; en eindelyk een verzoek dlreS ftrydIg met het oogmerk der aan: flelhngen van een Gouverneur, en in 'c byzonder mee dat van den tegenwoordigen Gouverneur van der Dossen , uitgedrukt in de commisfie hem bv Hun Hoog Mogenden daartoe den 2derJ November 1781 gegeven, en door denzelven öp den volgenden dag IQ Hun Hoog Mogende Vergadering bezwooren. ' s Want, om piet te treden in eene adftruöie var* ieder poinct, het geen met gemak was te doen. maar oss te yer zou doen uitweiden, moeten wtf alleen aanmerken: ' Dat, gelyk de politicque direöie van alle Regeeringen hier te JLande en zoo ook in deeze Stad gaat over alle Burgers en Burgerlyke Ingezetenen, zoo ter bevordering van hunne belangens, als om hun in derzelver perfoonen en goederen te beveiligen te. gens al het gene hun in beide opzichten kan fcha. den, zoo ook het Gouvernemet Militair zich eigenlyk bepaalt tot het guarnifoen en defenfie van de Vesting deezer Stad en haare Fortresfen : Dat deeze Gouvernementen, zo politica als militair, met den anderen vermengt wordende, zulks niet dan verregaande verwarringen zou moeten ver. oorzaaken: Maar dat het eene Gouvernement aan het andere gefubjeöeerd wordende niet dan de ruïneuste ge volgen, voor den eenen of anderen kant, of ook wel voor beiden, na zich zou moeten fleepen, en cené totaale renverfie in de conftitutie te wege Drenzen En echter heeft de Gouverneur van der Dossen m zyne memorie aan ü Ed. Mogenden allerduide. lyksc aan den dag gelegd deszelfs bedoeling , om onze pohticque macht over de Schutteryen en onze voorzieningen tot confervatie van de fust en veilig heid van onze Burgers en Ingezetenen in dele Stad aan het Gouvernement Militair onderworpen en alzoo van het zelve afhanglyk te maaken; nadien Jjy met zoo veele woorden op het flot verzoekt, ,, dat  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, up dat U Ed. Mogenden hier omtrent de noodige ordres gelieven te ftellen» op dat de direöit; en „ de ordres, omme de rust in de Stad en't Guivnij, foen te onderhouden . alleen aan den Gouverneur '}) of commandeerenden Officier werden overgelaten." En dit alles onaangezien zyne evengemelde commisfie van Hun Hoog Mogenden die hem geheel anders voorfchryfc: want daar by wordt hem , uit icrachte van zyue aanftelling tot Gouverneur over de Stad 's Hertogenbosch en de Forten daar omtrent gelegen en gehoorende, met de toebehooren van dien, en over het Guarnifoen zoo te paard als te voet, „ volkome macht en bevel gegeven, om te ' gouverneeren , commandeeren en ordonneeren over het voorfz. Guarnifoen, de Ritmeesteren, Kapiteinen en andere Soldaaten en het Volk van „ Oofloge, die daar in zullen wezen; en voorts in alle andere zaaken, die tot defenfie , bewaaring 3. en verzekering van de voorfz. Stad en Forten noodig zullen zyn ; en die tot onderhouding van :) goede krygsdiscipline over het voorfz. Guarni, foenen befchnming van de Burgeren en Ingezetenen* ' in haare Vryheden, Rechten en Privilegiën zullen) Jirekken , alles wat tot meescen dienste van de Veréénigde Nederlanden zal dienstig zyn; doende ten dien einde"&c. Tot eene convincantepreuve derhalven, dat Hun Hoog Mogenden aan den Gouverneur gene andere macht hebben gegeven , dan te gouverneeren over het Guarnifoen, en voorts in zaaken, die tot defenfie, bewaaring en verzekering van de Stad en Forten, mitsgaders tot onderhouding van eene goede krygsdiscipline over het Guarnifoen, noodig zyn; zonder dat hem daar by eenige vryheid wordt verleend, om door verzoeken als anderzints na zich te trekken onze macht over de Schutteryen, veel min onze directie en ordres, om de rust en veiligheid voor onze Burgers en Ingezetenen in de Stad te bevorderen; integendeel wordt den Gouverneur daar by aanbevolen, dat gene te doen, het welk tot befcherming van de Burgeren en ij ■(*  M2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ingezetenen in hunne Vryheden, Rechten en Privilegiën kan ftrekken, maar in geenen deele om die te verkorten; gelyk Hun Hoog Mogenden omtrent dit Iaatfte nog een nieuwe voorzorg hebben gebruikt, in eenen tyd zelfs dat de Militaire Jurisdictie ten hoogften top was geklommen, wanneer Hoogstdezelve by Refolutie van den 31 July 1771 niet anders hebben geadprobeerd de fchikkingen tusfchen ons en den Krygsraad van het Guarnifoen dezer Stad aangegaan, over het wederzydsch fifteerenvan getuigen, wanneer derzelver verklaaring word gerequireerd; „ dan ongeprsejudicieerd de Privilegiën en Voor,, rechten Poorteren der Stad 's Bosch competee„ rende, en dat zonder dat zulks in andere voor„ vallen, of tot andere zaaken, in eenige confe„ quentie, aan de een of andere zyde, zal worden „ getrokken:" en dus duidelyk te verftaan gege» ven, dat de Burgerlyke Voorrechten en Privilegiën ongekrenkt zouden blyven, en alzoo ten koste van dezelve geene infchikkelykheden behoorden plaats te hebben, maar de Rechten zoo van de Stad als de Militie op zich zelfs gaaf moesten blyven , en niet met elkander worden vermengd. Daar wy dan, gelyk wy vertrouwen, op zoo eene duidelyke en overvloedige wyze hebben aangetoond , dat de verzoeken, door den Gouverneur van der Dossen aan U Ed. Mogenden gedaan, ten uiterften zyn ongepast en ongehoord, ja ingericht tot verkorting niet alleen van ons recht, maar ook van de voorrechten der Schutteryen, en zelfs inloopende tegen zyne eige Commisfie van Hun Hoog Mogenden verkregen; daar wy ook nimmer eenige Refolutie van U Ed. Mogenden over de Schutteryen dezer Stad, zoo ver ons bekend is, hebben ontvangen , nog ook over dezelve, als tot onze Politie behoorende, hebben kunnen ontvangen: hadden wy (onder eerbiedige reverentie) met allerechc cn rede mogen verwagten, dat U Ed. Mogenden den Gouverneur zouden hebben gerenvoijeerd naar Hun Hoog Mogenden, of wel zyne wederrechtlyke ver-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 verzoeken gewezen van de hand, ten minden daar op niet gedisponeerd zonder volkomen onderzoek van zaaken, en zonder ons op die verzoeken, als daar by ten hoogden aangelegen, alvoorens te hebbeo. gehoord. T Dit laatde toch is-de equitable regel, welke u Ed. Mogenden gewoon zyn zorgvuldig t'obferveeren. Wy konnen derhalven daar van geen andere rede uitdenken, dan dat ü Ed. Mogenden zullen hebben begrepen, dat dé tyd daar toe te kort was, wyl de Burgerwacht, waar tegens de Gouverneur zulke irreguliere verzoeken deedt, drie dagen daai aan voqrtgang zou hebben. Indien de Gouverneut Voorheen over die Burgerwacht aan U Ed. Mogen, pen had geklaagd, of vopr zich redenen van mis. noegen gehad , zouden wy dit nog eemgermaate konnen"befeffen, maar daar dit, zoo veel wy weten, geen plaats heeft gehad, en de Gouverneur integendeel dezelve ons voor twee jaaren heeft aan de hand gedaan, en zyn genoegen daar over betuigd, kunnen wy ons daar van geen begrip formeeren. Intusfchen hebben wy met leedwezen moeten ondervinden , dat ü Ed. Mogenden op de enkele voordracht van den Gouverneur van der Dussen hebben gedisponeerd. Het fmert ons, Edele Mogende Heeren! daar uit te moeten zien het weinig vertrouwen, het geen ü Ed. Mogenden in onze handelwyze fchynen te dellen, fchoon wy meer dan jn een geval zedert de laatde twee jaaren U b.d. Mogenden hebben doen zien, hoe nuttig het ware, dat ü Ed. Mogenden op gedaane klagten ook door ons waren geinformeerd, even of onze laatst geordonneerde Wacht niet tot die zelfde heilzaame ein> dens ware gefchikt, waar toe de vier voonge Wachten, op aanrading van den Gouverneur zelfs, wa- ^Maa?,0 Edele Mogende Heeren! allermeest heeft ons gefurpreneerd de inhoud zelfs van ü Ed. Mogenden dispofitie, waar over wy ons grootlyks bezwaard, en in de politieke macht aan ons, als de  ?24 'Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Regeering eener Brabandfche Hoofdftad, indispu. tabel competeerende, en ook by de hier voor aangehaalde Capitulatie uitdruklyk gereferveerd, in meer dan een opzicht, niet weinig verkort vinden, nadien U Ed. Mogenden ons daar by, volgens het verzoek van den Gouverneur, aanfchryyen, ,, om geene wachten door de Burgers te doen 3, betrekken, zonder voorkennis en confent van „ den Gouverneur, of commandeerenden Officier j, van deze Vesting." Dan vermits wy hier voor het recht der Schutteryen, en onze directe en privative macht over dezelve, door alle tyden heen uit de Privilegiën, Capitulatie en Posfesüe, in het breede hebben aangetoond, en daar aan in het byzonder getoetst de verzoeken van den Gouverneur, aan welkers hoofdinhoud U Ed. Mogenden hebben gelieven te defereeren, zal het niet noodig zyn in eene partf. culiere discusfie van deze ü Ed. Mogenden aanfchryving te treden, en onze reeds gelegde gronden op dezelve in het byzonder toe te pasfen. Alleen zy het ons gepermitteerd, te mogen en fe moeten refledteeren, dat, zoo al U Ed. Mogendén konden gerekend worden ten deze te zyn competent, dan nog (U Ed. Mogenden gelieven het ons toch niet kwalyk te nemen) zoodaanige Aanfchryving aan ons met effect niet kan worden gedaan; nadien wy niet alleen tegens Stads Conflitutie en een goede Politie, maar ook de Schutteryen tegens haare Privilegiën en Burgerlyke Rechten, zouden worden gefubjefteerd aan het willekeurig goedvinden van eenen Gouverneur, of commandeerenden Officier dezer Vesting, en van hem in dat opzicht volkomen 'afhanglyk gemaakt. Deze toch zou, na de bekende principes en maximes van de Militie, zeldzaam dat confent geven, gelyk wy zelfs in het tegenwoordig geval ondervonden hebben; want nauwlyks had de Commandeur Douglasi door den Gouverneur van der Dossen, Ü Ed. Mogenden aanfchryving ontvangen, of hy liet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, rif . liet door den Onder-Major Thomsen aan den Prefident dezer Stad Bisdom boodfchappen, „ dat hy als nu in geen der vyf voorgeflagen poincten fdaar mede bedoelende de vyf infermatien van den Sverneur, in ü Ed.^Mogenden Refolutie vermeld),, konde komen; " zonder af te wachten, ot wv hadden konnen refolveeren, om, ingevolge U Ed. Mogenden aanfchryving, dat confent van hem te vraagen , daar de kennisgeving reeds , gelyk altoos, was gedaan en daar over ook nooit verfchil, i geweest, en waar door dan ook te gelyk alle onderhandeling over die ^acht voor ons wierd af. aefneden: zoo als ook gemelde Commandeur aan fnzen Penüonaris, wanneer hy aan denzelven, uit onzen naam had kennis gegeven, dat wy, alleen uit deference voor U Ed. Mogenden, doch onder de (lerklle urotellatie van het recht dezer Stad, en van de Sw», hadden afgezien van het optrekken der Burgerwacht op den Sften Maart, en het gerefolveerde daaromtrent in dit geval buiten effect gefteld, betuigde, „ zulks hem zeer aangenaam te *vn. wvl de Gouverneur van derDussen, toen " in 's Hage, hem had gefchreven, van met te ' permitteeren, dat de Burgerwacht optrok, en ! met aanduiding, dat, indien de Burgerwacht had , opgetrokken, hy dan wist, wat hy doen moest. Maar ü Ed. Mogenden hebben ons daar by nog aan eene fterker en onbepaalder band gelegd, dan de Gouverneur had verzocht, wanneer ons aanfchryven , dat uoy geenerhande verdere nieuwigheden zouden doen werkfiellig maaken. _ j Want, om nu niet breedvoerig te fpreken van het humiliante en flettrifante, het geen daar ro voor ons ligt opgefloten, als of wy door die wachten nieuwigheden hadden ingevoerd, en foortgelvke zouden doen werkftellig maaken , welke moesten uitlopen tot nadeel van deze Stad en goede Burserve, waar van wy echter juist het tegendeel hebben doen zien, zou die onbepaalde order, indien ü Edele Mogenden Aanfchryving al kon ftand  t2ö Verzameling van Siukken betrekkelyk tot gïypen, een geduurige twistappel tüsfchen het Gouvernement Militair en ons moeten uitleveren , en daar door aan eenen Gouverneur, of commandeerenden Officier, een allergereedst middel in handen gegeven worden, om ons en onze Schutteryen, onder pretext van nieuwigheden, fteeds te kwellen. Wy hebben, Edele Mogende Heeren! daar van reeds de onaangenaame ondervinding gehad: want, wanneer de exerceerende Leden uic onze vier Schut teryen, nadat hun reeds gemeld verzoek, om op het Plein alhier te mogen exerceeren, by U Ed. Mogenden Refolutie van den 16 April dezes jaars 1787 was afgewezen, zich aan ons hadden geaddresfeerd, ten einde hunne gecombineerde Exercitiën provifioneel op de paradeplaats, eenmaal ter week des namiddags, in de zomer maanden, te mogen verrichten, kon de Commandeur Doüglas, op den iöden May laatstleden, goedvinden, door den Onder-Major Thomsen aan den Prefident dezer Stad Biseom, eerst by monde en vervolgens, op deszelfs verzoek, in gefchrift, te doen weten : dat hy, van ter zyde gehoord hebbende, dat de ,, exerceerende Schutters op dien dag des na» ,, middags gecombineerd zouden komen eXercee,, ren op de paradeplaats, en dit eene nieuwigheid i, zynde tegens de Refolutie van den Raad van Staate it en tegens de ordres van den Gouverneur, het zelve „ niet kon permitteeren, en zich daar tegen zou ,, moeten zetter: " fchoon ons daar van niets was bekend, ook daar toe geen het minste voornemen by de exerceerende Schutters eXteerde, en wy derzelver verzoek nog niet finaal hadden afgedaan. Weder een bewys der nauwkeurige informatien van het Gouvernement Militair, en hoe omzichtig tiien, (wy fpreken uit ondervindingen) omtrent klachten, daar uit geboren, heeft te werk te gaan, gelyk de Commandeur, daar over onderhouden, zelfs heeft moeten erkennen „ geenen grond voor dat „ geruchte te hebben, dat het enkel gerucht „ maar  de Gebeurtsnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 127; maar vry algemeen was, en dat zyn oogmerk was precautie te nemen, in de tegenwoordige !, omftandigheden." U Ed. Mogenden zien derhalven daar uit al, hoe ras, hoe lichtvaardig, en tot welke nietigheden ü Ed. Mogenden Refolutie wordt geëxcendeerd. ' ' En hoe zeer wv onzen Bagynhof, of paradeplaats, of andere publyke plaatfen van Stads grond, tot eene weeklykfche exercitie des namiddags in het zomer faifoen aan de exerceerende Leden hadden konnen aanwyzen, hebben wy echter, om de* zelve aan geene verdere oppofitien wegens ioorteelyke pretenfe nieuwigheden te exponeeren, verkozen daar van af te zien, en daarom, op denadere inftantien van onze exerceerende Burgers, welkers iever zoo wierdt tegengegaan, ons verplicht gevonden, om voor dezelve eenen moestuin, tot een der Boomgaarden van de Schutteryen behoorende, van Stads wegen in te huuren, en tot eene bekwame exercitieplaats tot derzelver zonderling genoegen te adproprieeren. In de Iaatfte plaats moeten wy, als geen gering bezwaar in ü Ed. Mogenden Aanfchryving, reflecteeren, dat daar by in het flot by verband van het voorige wordt gedeclareerd, dat de zorg voor de veiligheid, der Vesting is gedemandeerd aan den Gouverneur, en dezelve daar voor aanfpreeklyk is. Indien, Edele Mogende Heeren! deze verklaaring ftond op haar zelfs, zouden wy daar tegens niets konnen inbrengen, maar dezelve volkomen moeten advoueeren. Het is toch buiten kyf, dac de veiligheid der Vesting tegen allen yyandlyken aanval van buiten, gelyk ook de confervaue van de rust en goede discipline onder het Guarniioen, alleen toekomt aan den Gouverneur, volgens zyne aanftelling en commisfie hier voor aangewezen. Nimmer toch, ten minften na de Reductie, heeft de Regeering zich daar over eenig recht aangematigd, maar den Gouverneur daar mede laten geworden na welgevallen. Maaf  #28 Verzameling van Stukkin betrekkelyk tot ■ Maat wyl U Ed. Mogenden die Helling doen voorkomen, als den grond en reden, waarom wy geenè Wachten door de Burgers zouden mogen doen betrekken , of eenigerhande verdere nieuwigheden doen «verkftellig maaken , zonder voorkennis en confent van den Gouverneur, of commandeerenden Officier, konneq wy daar aan geenen anderen zin geven, dan dat U Ed. Mogenden de zorg voor de veiligheid in deze Stad, zoo met betrekking tot de Burgerlyke Ingezetenen als tot de Militaire perfoonen, ook , zot niet alleen, aan den Gouverneur, of commandeerenden Officier, hebben toegekend en gedemandeerd. en dezelven daar voor aanfpreeklyk houden. Doch dan moeten wy, met verlof van U Ed. Mogenden, die ftelling op de reeds geadftrueerde gronden ten fterkften contradiceeren. Wy bidden ü Ed. Mogenden in goeden ernstzelfs te willen adprehendeeren de horribele gevolgen , welke daar uit voorzeker, zoo ten nadeele van onze Regeenng als van onze Burgerye en Schutteryen, zullen oDcftaan. De Regeering zou dan niet langer voor de veiligheid der Burgerye, nog ieder Burger voor zyn eigen veiligheid mogen waaken: maar de zorge daar van alleen moeten overlaten aan het gezag of goedvinden van hec Gouvernement Militair, van een enkel Perfoon, ja veel al aan eenen Vreemdeling , onkundig van den aart en belangen van de Burgerye, en dat vooral in een tyd als deze. Doch, Edele Mogende HeerenI wy hebben geenzins voor alle de onheilen, die uit Ü Ed. Mogenden aanfchryving moeten profluëeren, te gaan inventarifeeren, maar wy willen die liefst aan het beter doorzicht en equitable overweging van U Ed. Mogenden zelfs overlaten. Daar wy dan, Edele Mogende Heereni op zul* ke duchtige gronden het recht van deze Stad eö onze Schutteryen onder het oog van ü Ed. Mogen* den by deze Remonürantie hebben gebracht, ge* lieven ü Ed. Mogenden ons ten goede te houden4 dat, zoo wy ai zoodaanige aanfchryving over onze Schut-  ft Gebeurtenis/en in 1787 «*. voorgeyCÜm. ïi§ ^chutterven met effeét van ü Ed. Mogendfen kon} den ontvlogén, ons aan dezelve,, als vermeti. Sdeno?«e poWke. macht, gelyk Wegt bnÉ tetSgcompetebrebde, en zonder interruptie tóe* Sceefd (behoudens alle reverentie voor ü Ed. Mo* Sen)niet gevoeglyk feonnen gearageui,.eh Ver. Kende halvcn gantsch óotmöedig.euinlbntelykl dat U Ed Mogenden die aanfchryving gelteveb te neur te gelasten, ons verder ongemo^d omtreUdü Schuuetyen te laten, en onze politique zorget1 voor 3e veiHahcid en rust onzer Burgers en ïogejrtb* nen onpoord, als van ouds , teplaten ü,t [rite* nen- waar aan wy anders, ééd eb plichtshalve, S zoüdën konnen acquiefceeren, maar gccOöd. i akt zyn ° indien wy deswegéns geen behoorlyk re res bYy U Ed. Mogendenponder[ vgkrjgea (|Jlvk wv echter van de billykheid vin U bd. IV.Cg.n-. 2,7b vah de waarë aart eh toedracht dezer zaak voTlèdig onderricht, vastëlyk vertrouwen) ons daat over aan Hun Hoog Mogenden eh dercrPeQivehod. Se Bondgencotcn, tot mainöien van onze wettigfe lechten en Privilegiën by de capitulatie aan bnS toegezegd, te adresfeeren. , , .■ kö .,. ,.»>. Hier op ü Ed. Mogenden Dispoflue zooras doen* ivkte gemoet ziende, zullen wy, na toewenfchiügs dat God Almachtig U Ed. Mogenden ,n eenen aanhoudenden voorfpoed mag cocferveeien , ons mee hét diepfte refpeü noemen. Edele Mogende Heeren ! »s Bosch ' >Uwer Edele Mogehdeii ge. den 13 July hoorzaame en onderdo w ,?$7J; 3 nige Dienaaren. Schepenen, Gezworens en RaadeA der Hoofdftad 'sHtrtegenbosch* Ter Ordonnantie van dezeiveii s XLVi. DaiL K ^**  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol No. 3305- Publicatie van Hun Hoog Mogenden, ■waar by het oprichten van eenige Genootfchappen, Gezelfchappen of Byeenkomften van Wapenoeffe~ ving of'Wapenhandel, binnen de Stad, Dorpenen Heerlykheden van de Meyerye van 's Hertogenlosch in het byzonder* en verder in het generaal ■ linnen alle de Steden, Dorpen, Heerlykheden en plaatfen van de Generaliteit &c ten ftrengften word verboden, in dato den 13 Augustus 1787. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen den genen, welke dezen zullen zien of hooren lezen, falut, doen te weten. Nademaal tot onze kennisfe is gekomen, dat federt eenigen tyd, binnen fommige Dorpen en Heerlykheden van de Meyerye van 's Hertogënbosch, Genootfchappen of Gezelfchappen van Wapenhandel zyn opgericht, zonder daar toe onze permisfie verzocht en verkregen te hebben, het welk niet alleen ftrekkende is om de goede Ingezetenen van hun dagelyks werk en beroep af te trekken, maar waar door ook aanleiding tot veele onaangenaame disfentien en disputen word gegeven, terwyl ook het uittrekken van dezelve Genootfchappen of Gezelfchappen van Wapenhandel 'aan de Ingezetenen nog meerder verzuim van tyd en onkosten veroirzaakt, tot nadeel van hunne Huisgezinnen, en bygevolg tot vermindering van den welvaart van den Lande. Zoo is *t, dat wy noodig geoirdeeld hebben by deze voorzieninge te doen , zoo tegens het uittrekken van dezelve Genootfchappen of Gezelfchappen van Wapenhandel, als tegen het verder oprichten van dezelve, en zulks onverminderd onze nadere dispofitie ten aanzien van die gene, welke bereids hier of daar zouden mogen exceeren, als welke wy hangende onze deliberatien daar over niet willen hebben aangezien als gelegalifeerd of erkend, veel min dat zoodaanige Perfoonen, welke tot dezelve bereids opgerichte Genootfchappen, Ge»  de Gebeurtenis/en m 1787 enz. voer gevallen. 131 GezelfchappeD, of Byeenkomften van Wapenoef. fening of Wapenhandel zouden mogen hebben behoofd, doch welke dezelve uit eigen verkiezing hebben verlaten, eenigzins aanfprekelyk zouden zyn voor zoodaanige fournisfementen, of geincurreerde boetens, tot betaaling van welke ay zich by hun inkomen in dezelve Genootfchappen, Gezelfchappen of Byeenkomften, zouden mogeü hete ben geëngageerd, als niet willende, dat dezelve daar toe, het zy door eenige middelen van rechten als anderszins, zullen worden geconftnngeerd. En hebben wy mitsdien goedgevonden en verftaan te verbieden, gelyk wy wel expresfelyk verbieden by dezen, van nu voortaan,, het oprichten van eenige Genootfchappen, Gezelfchappen ófBy* eenkomften, van Wapenoefening of Wapenhandel 4 binnen de Stad, Dórpen en Heerlykheden van de Meyerye van 's Hertogenbosch in het byzonder en verder in het generaal binnen alle de Steden» Dorpen, Heerlykheden en Plaatfen van de Geneneraliteit, afzóhderlyk van zoodaanige Schutte™ ryen, als aldaar zouden mogen plaats hebben $ het zy dat die afzonderlyke Genootfchappen 4 GeZel* fchappen of Byeenkomften van Wapenhandel zouden mogen zyn getrokken uit die Schutteryen zeiven , of wel zyn. te zamen gefteld uit andete Perfoonen, tot dezelve Schutteryen niet behdofende» Verbiedende Wyders wel eXpfesfelyk aan alle Burgers, In- en Opgezetenen der Stad eh Meye* tye van 's Bosch, en van de verdere Steden, Dor*, pen, Heerlykheden en Plaatfen van de Generaliteit, zonder onderfcheid, het zy dezelve tot eenige reeds opgerichte en werkelyk eXteerende Genootfchappen , Gezelfchappen of ByeenkomfteÜ van Wapenhandel, zouden mogen behoorens dan niet, het zy dan Corpsgewyze te zamen 4 het zy. afzonderlyk, en een ieder op zich zeiven, met ot zonder Wapenen te trekken of te gaan buiten hec Territoir van de Generaliteit naar eenige Stad 4 Dorp, Vlek of Plaats, binnen eene der zeven Geu* y £2 »ieer'  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nieerde Provinciën dezer Landen, of elders bulten de Republyk; mee daadelyk inzicht om aldaar in bezetting te worden gelegd, of in dezelve eenige Schutterlyke of Militaire dienst te doen ofte ocffeneu, op poene, dat de zoodaanigen, welke, het zy alleen of Corpsgewyze, het zy gewapend of ongewapend, met zoodaanig oogmerk en inzicht buiten het Territoir van de Generaliteit naar eenige der Geünieerde Provinciën, of elders buiten deze Republyk, zullen zyn uitgemarcheerd of getrokken, en werkelyk aldaar eenige Wachten of bezettingen, of andere Schutterlyke of Militaire dienflen, zullen hebben gedaan of gepresteerd J indien zylieden binnen den tyd van veertien dagen, na dat deze Publicatie binnen hunne Woonplaatfen zal zyn gepubliceerd en geaffigeerd, niet wederom derwaards zullen zyn gekeerd, ofwel de zoodaanigen, welke na deze onze Publicatie met voorfz. oogmerk en inzicht buiten het Territoir van de Generaliteit zullen uittrekken, met de daad van hun Burger- of Poorterrecht zullen zyn vervallen, en boven dien tot geene verdere inwooning binnen hunlieder Woonplaatfen zullen worden geadmitteerd* En vermaanen wy voorts wel ernftiglyk by dezen alle Predikanten en Leeraars, van welke Gezindheden dezelve zouden mogen zyn, als mede alle Pastoors van de Roomfche Kerken in de Stad en Meyerye van 's Hertogen bosch, en tn de verdere Steden, Dorpen, Heerlykheden en Plaaifen van de Generaliteit, zich zorgvuldig te wachten, van hunne Gemeentens, Ledematen of Leeken, ter gelegenheid van de openbaareGodsdienst-oeffeningen en Meditatiën, of wel ter occafie van particuliere huisbezoekingen, over eenige politieke zaaken, of over ons beflier, of de Regeering van den Lande te onderhouden, of eenige partyfehappen of verdeeldheden voor te flaan, of wel zich dienaangaande in eenige faclieufe en aanflootelyke bewoordingen uit te laten, nemaar in tegendeel, on  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 om hunne Gemeentens, Ledematen en Leeken, tot vredelievende gevoelens, en een gepas»te gehoorzaamheid omtrent ons, als hunnen wettigen Souverein aan te fpooren; op poene, dat zoodaanige Predikanten, Leeraars en Pastoors, welke hunne Gemeentens, Ledematen of Leeken, met eenige nartvzuchtige en onrustige voorftellen by de gewooneGodsdienst-oeffeningen,of ter gelegenheid van hunne particuliere Huisbezoekingen ^zullen hebben onderhouden, naar exigentie van zaaken zullen worden gecorrigeerd, en desnoods, van hunne Predik-ambten en Pastoryen gedeporteerd, ot seremoveerd; en, ten einde de inhoud dezes binnen de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch en de verdere Steden, Dorpen, Heerlykheden en Plaatfen van de Generaliteit alomme werde geobferveerd en naargekomen; lasten en beveelen wy on-' zen Advokaat-Fiskaal en Prokureur Generaal van Braband en de Landen van Overmaze, onzen Hoog-Schout der Stad en Meyerye van 'sHertocenbosch, of den geen welke het zelve hooge Officie rnogt waarnemen, mitsgaders alle onze en onzer Vafallen verdere Officieren, Jufticieren en Onderzaaten, zoo in de voorfchreven Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch, als in de verdere Steden, Dorpen, Heerlykheden en Plaatfen van de Generaliteit , hen naar het geen voorfz. is exactelyk te reguleeren, en toe te zien, dat daar aan zonder eenige disfimulatie werde geobtempereerd en voldaan. , En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, lasten en beveelen wy, dat deze alomme in het Diftrict van de Generaliteit zal worden gepubliceerd en geaffigeerd , daar het behoort en te gefchieden gebruikelyk is. Aldus gedaan en gearresteerd ter Vergadering van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, onder het Cachet van den Staat, de ParaDhure van den Heere PreflK 3 dee-  *34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deerende in onze Vergaderinge en de fignature van ppzen Griffier op den 13 Augustus 1787. ■ (was geparaph.) j. W. van Welderen. (Onder Jlond,} Ter Ordonnantie van de Hooggemelde Heeren Staaten Generaal, (was gef.) H. Fagel. Zynde op het fpatium gedrukt het Cachet van Hun Hoog Mogenden op een Rooden Ouwel, o» verdekt met een papiere Ruite. Mo, 3506. Refolutie vnn Hun Hoog Mogenden , waar by het Burger-Corps uit haare vier byzondere Bogaarden of Schutteryen' in 's Hertogenbosch wordt jgedisfolveerd en verder verklaard, dat de bewaaring en befcherming van de Stad 's Bosch en haare Werien, als zynde een frontier van de Generaliteit, allem aan het Militaire wezen en den Gouverneur competeert, in dato den 3 Otlober 1787. Dit ftuk reeds in onze Verzameling Ijle Deel, bl. 8$4 geplaatst zynde, zal het voldoen onze Lezers daar na toe te wyzen. $ïo. 3307. Nadere Refolutie van Hun Hoog Mogen. \ den f betrekkelyk het zelfde onderwerp, in dato den 9 November 1787. ïs gehoord het Rapport van de Heeren van Lyn. den en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van dePlacaaten en Reglementen, hebbende, ingevolge en ter voldoeninge van Haar Hoog Mogenden Refolutie Commisforiaal, van den Iften dezer lopende maand, met en nevens eenige Hee-  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 135 Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, SSamineerd eene Memorie van den Advokaat-Fislaai van Braband en Landen vanOvetmaze van Oi.denbarneveld genaamt Witte Tulling, daar by ter kermiste van Hul Hoog Mogenden brengende eenige zwarigheden en bedenkingen, welke hy geïnformeerd wis, dat de Magiftraat van 's Bosch tot nog toe hadden wederhouden, °ni compleetelyk te voldoen aan Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 3 Oöober laatstleden, aangaande het msfolveeren en ontwapenen der Genootfchappen of Méokomften van Wapenhandel, voor zoo verre dezelve Haar was concernerende, met byvoeging voorts van zyne Confideratien, hoe dien aangaande by Hun Hoog Mogenden zoude kunnen worden gerefolveerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat aan de Magiftraat der Stad 's Bosch zal worden aangefchreven, dat Hun Hoog Mogenden eenigzics met bevreemding hebben vernomen» dat door dezelve tot dus verre niet compleetelyfc was voldaan aan Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 3 Oftober laatstleden, voorzoo verre dezelve Haar was concerneerende ; dat voorts, tot wegneming van alle bedenkingen, welke by Haar, over de Executie van dezelve Refolutie mogceo zvn ontftaan, de intentie van Hun Hoog Mogenden is, dat de gemelde Magiftraat, zoo fpoedig moogIvk, uiterlyk binnen den tyd van agt dagen, na receptie van deze Hun Hoog Mogenden Refolutie, alle de Leden, welke hebben uitgemaakt het afzonderlvk Burger Corps aldaar, benevens de relpetlive Officieren, of Perfoonen welke het zelve hebben cecommandeerd, zal doen convoceeren op de exercitie plaats, op welke zy laatstleden hunne manoeuvres hebben verricht, of wel op zoodaanige andere openbare plaats , als daar toe meest gefchikt zal oordeelen, op eene aanmerkelyke boete, te verbeuren by den genen, welke, zonder allerwettigfte redenen van verhindering, zal abfent gebleven zyn; en voorts, ten overftaan van twee Leden uit de K 4 Ma-  ¥3^ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Magiftraat , geatffifteerd met eenen Minister, zal doet! vpprlezen Hun Hoog Mogenden voorfz. Refqlytie, voor zoo verre dezelve de Stad's Bosch is conccrneerende, en daar na» op eene klaare en disïincte wv?e, aap dezelve aldaar vergaderde Leden pa Ifoofden yan 'f zelve afzonderlyk Burger-Corps doen, voorhouden, dat het zelve., op lasc en bevel ya,n Hqn Hoog Mogenden, werklyfc word gedisfol. yeerd én voor vernietigd gehouden. Dat wyders , voor zoo, verre nog niet mogt zyn voldaan aan den ^qhpud van gemelde Refolutie van den 3 October, betreffende het overleveren der fcherpe Patroonen, ïjfpq' wel door de Leden het zelve Burger-Corps uitgemaakt hebbendé, als door de verdere Leden der Burgerye, Hun Hoog Mogenden intentie en begeerte'is, dat zulks mede ten fpoedigften en met de meeste exactitude werde werkftellig gemaakt, doende door ieder yaq dezelven, bydieovergifte, mondeling declareerep, 'dat hy het daar voor is houdenIde j als, of hy zich onde? folemneelen ééde had ge^3tp|irgeerd, yan geene andere fcherpe Patroonen of Ammunitie, te hebben, of zich daar van op nieuw? te zullen voorzien, direct of indirect". ' Dat wyders , by deze gelegenheid, voornoemde ^agiftraat zal worden gelast aan Hun Hoog Mogenden pp. te geven de redenen, waarom de Burgerye der Stad 's Bosch niet algemeen onsder den' ééd van gctrouwieheid, zoo aan Hun Hoog Mogenden als aan de Magiftraat zelve, is gebracht, als mede de wyze, op| welke de Magiftraat zoude vermeenen dat zulks a'1 nog zoude kunnen gefchieden, met byvoeging van een Ontwerp of Formulier van ééd, welke, in dien gevqlle, door dezelve Burgeryezoude bebporen te worden gepresteerd. "F.n zal Extract van deze Hun Hoog Mogenden Refolutie gezonden worden aan den Advokaat-Fis. iaal van Braband en Lande van Overmaze, om te ilrekken tot deszelfs naricht, en om verder op de. dadelyke en compleete Executie, zoo vap meergemelde Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 1• • Of  de GeUurtenisfen in 1787 m. voorgevallen. W Oaober, als van deze nadere, ten nauwkeurigfteo £ vigileeren, ten welken einde de Magiftraat van >s Bosch nog zal worden gelast, gelyk gelast word bv Sn , om aanwelgemelden Advokaat-Fiskaal te geven alle zoodaanige informatien, als hy, met opSt tot de Execmie van gemelde Refolutien, zal vermeeaen noodig te hebben, enkomen te requireeren. JN°, 330?. Nog nadere Refolutie daar omtrent, in da' io den 5 Juny 1788. Is «ehoord het Rapport van de Heeren van Heec keren van Stiideras en andere Hun Hoog Mogen■de Gedeputeerden tot de zaken van de Meyerye van H Bosch, hebbende, ingevolge en tot voldoemnge van derzelver Refolutie Commisloriaal van den 12 December laatstleden, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineerd eene Misfive van Schepenen, Gezwotens en Raaden der Stad 's Hertogenbosch , gefchreven aldaar den . I daar te vooren; daar by m het brede relaterende, het geen door hun was gedaan, ter voldoeninge aan Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 3 Odtober 1787, relatief het disfolveeren van het Burger Corps aldaar, uit haare vierRondere Bogaarts of Schutteryen verzameld; en houdende voorts antwoord op Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 9 November laatstleden, mede het zelve fubjeft concerneerende, en vertrouwende \,n\komen en in allen deelen aan den inhoud van geleide Refolutien te hebben voldaan, verwagtende dat Hun Hoog Mogenden hunne verrichtingen m deze? allezins gunftig zouden gelieven te laudeeren. en te approbeeren. . , , _ Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden Pn verftaao, mits dezen te approbeeren het geen Snnr de Magiftraat van 's Bosch ter voldoening aan 1 Hoog 1Mogenden Refolutien van den sOöober  Ï38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en 9 November 1787, zoo ten opzichte van de dfefolutie van het Burger Corps aldaar, uit de vier byzondere Bogaarden of Schutteryen verzameld géweest, als tt aanmerking, dat de Refolutie tot het verzoek, om de Geweeren te mogen reftitueeren, met de concludeerende ftem van den eerften Suppliant in zyne qualiceit, ingevolge het Reglement van U Hoog Mogenden, en düs alzios wettig genomen zynde , het verzoek daar tegen door Nicolaas Jeeemias Storm van 's Gravesande en anderen, in der daad disfentieerende Leden, gedaan, niet anders kan worden geconfidereerd, dan als een ver• zoek tegen de wettige Refolutie der Magiftraat ingericht. Dat hoe zeer de Supplianten geen vifle van het voorfz. Request der disfentieerende Leden hebben gehad, zy echter uit de meergemelde U Hoog Mogenden Refolutie van den 4 April laatstleden duidelyk kunnen afnemen, dat by het zelve Request zaaken gepofeerd zyn, welke Diet alleen tegen de waarheid aanloopen; maar ook voornamentlyk daar toe fchyren ingericht te zyn, om het gedrag hunner mede Regerings-Leden, de Supplianten in dezen, by U Hoog Mogenden verdagt te maken; als of het zelve  ié Gebêürtenisfen in I787 enz* vootgevallen. ifiti ve zoude ftrekken tot vilipendie van het foüvérein gezach van ü Hoog Mogenden, tot verkleining van de wettige autoriteit van de Magiftraat» en totftooring van rust, orde en ééndracht; welke zydelingfe aantygingen voor de Supplianten te meer grievend zyn, uit hoofde, dat zy in alles wat door hun verricht is niet anders hebben voorgehad, dan de confervatie der rust, orde en ééndracht; zonder de minfte krenking van het fouverein gezach van U Hoo» Mogenden, en de wettige autoriteit van de Magiftraat, al *t welk de Supplianten zoo zeer; ter harte nemen, als hunne disfentieerende Medeleden. , : . , . , „ Dat de Supplianten niet te min eerbiedig berusten in de fchikkingen van U Hoog Mogenden, ed niets meer wenfchen, dan dat het daar mede bedoeld oogmerk in allen deele moge worden bereikt * doch echter zich in de noodzaakelykheid bevinden, om alles wat in hun vermogen is in het werk te ftellen, om de indrukzelen, welke het Addres der disfentieerende Leden niet kan hebben nagelaten by ü Hoog Mogenden, ten nadeele van de Supplianten, te maaken, uitden weg te ruimen; waar toe de Supplianten vermeenen niets gefchikter te zyn, dan het formeeren eener Memorie, bevattende, benevens de Justificatie van der Supplianten gedrag, een nauwkeurig, en met authentyke ftuk* ken bewysbaar, verhaal van al het gene betrekking heeft tot de gefübfifteerd hebbende Wapenoeftening der Leden uit de vier Schutteryen, van derzelver aanvang af tot heden toe; welke Memorie de Supplianten de vryheid nemen hier nevens te voegen, en Zich eerbiedig daar toe te referee- 16 Mits Welken, zoo keeren de Supplianten zich in alle onderdaanigheid tot ü Hoog Mogenden, ootmoedigst verzoekende, dat U Hoog Mogenden daar op gunftige reflectie gelieven te maaken; en voor zoo ver ü Hoog Mogenden mogten bevinden, dat daar by niet genoegzaam wederlegd waren alle  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot le de poficives in het Request der disfentieerende Leden vervat, en waar van de Supplianten geene verdere kennis hebben, dan welke zy uit U Hoog Mogenden Refolutie van den aden April dezes jaars hebben kunnen bekomen, U Hoog Mogenden in dat geval aan de Supplianten gelieven te verleenen eene Copie van het meergemelde Request; ten ein. de de Suppplianten daar door mogen worden in ftaat gefteld om alle twyffeiiogen, welke by U Hoog Mogenden ten dien opzichte nog mogten overblyven, geheel en al weg te nemen, 't Welk doende enz. No. 3310. Memorie, dienende tot Justificatie van het verzoek, door de Magiftraat der Hoofdjtad 's Hertbgenbosch, by Misfive van den 18 Maart 1791, aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden gedaan, tot reftitutie der Geweeren aan de geëxerceerd hebbende Rots. gezellen van de vier Schutteryen binnen de voorfz. Stad. J Hoog Mogende Heeren! De Ondergeteekenden tot hun innigst léedwezen ondervonden hebbende, dat eenigen hunner Mede-Regeerings-Leden zich by Requeste aan ü Hoog Mogenden hadden geaddresfeerd, en daar by een verzoek gedaan, waar in zulke expresfien voorkomen, door welken het gedrag der Ondergeteekenden van terzyden wordt getaxeerd, als ftrekkende tot vilipendie van het Souverein gezag van U Hoog Mogenden j tot verkleining van de wettige authoriteit van de Magiftraat, en tot ftooring Van rust, orde en eendracht, vinden zich daardoor gefteld in de onaangenaame noodzaakelykheid, om zich van dien onverdienden laster te zuiveren, en , zoo veel mooglyk, de ongunftige indrukfelen, welke die zydelingfe aantygingen by ü Hoog Mogenden  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgtvallett. 141 den mogten hebben verwekt, uit den weg te rui- mVooraf moeten de Ondergeteekenden betuigen, dat zy in de beroemde aequiteit van U Hoog Moeenden dat vertrouwen ftellen , het welk U Hoog Mogenden met volkomen recht van alle derzelver Onderdaanen kunnen vorderen, en dat zy zich dienvolgens ook ten vollen verzekerd houden, dat, hoe zwart men hen ook by U Hoog Mogenden moge hebben afgefchilderd, de Ondergeteekenden echter by ü Hoog Mogenden m zoodaanig ongunftig licht niet worden befchouwd, dat deze hunne Tuftificatie, die zy zoo kort als de ftoffe met mooglykheid kan toelaten zullen trachten voor te dragen, de aandacht van U Hoog Mogenden onwaardig zoude worden gekeurd. In dit billyk vertrouwen zullen de Ondergeteekenden de vryheid nemen, aan Ü Hoog Mogenden voor te ftellen een verhaal van alle de gebeurtenisfen, welke betrekking hebben tot de gefubflfteerd hebbende WapeDoeffening der Leden uit de vier Schutteryen der Hoofdftad 's Hertogenbosch, van deszelfs aanvang af tot heden toe; om daar uit af te leiden de gronden, tot Justificatie van het gedrag door de Ondergeteekenden in dezen ge- h°DeeHefde en hoogachting voor het Doorluchtig Huis van Oranje en Nasfauw, waar aan deze Stad buiten tegenfpraak zeer veel verfchuldigd is, was altoos het kenmerk der Burgerye yan 's Hertogenbosch; en hier aan moet buiten allen twyffel toeeefchreven worden de blydfchap, welke dezelve telkens zoo by de aanftelling van eenen Stadhouder uit dat Doorluchtig Hui*, als by de Verjaardagen van dezelven, door openbaare vreugdebe» dry ven pleeg te betoonen, byzonder ook door het affchieten van veelerlei foorten van fchietgeweer» als door het werpen van zwermers, of zoogenaamde Hangen. Maar gelyk van de alderbeste zaaken niet zelden misbruik gemaakt wordt, zoo onder- vondt  É34 Férzameling yan Stukken bétreikelyk iet vondt men ook van tyd tot tyd, dat dit we*ped van flacgen aanleiding gaf tot ongeregeldheden^ Deze inftrumenten, in den beginne tot een onfchuldig vermaak gefchikt, wierden, in de handen van baldadigen, in werktüigen van belediging en wraak hervormd, en Jer ging zeiden een Verjaar». d.ag van zyne Doorluchtige of haare Koninglyke Hoogheden voorby, of men hoorde van geheelé vensterramen, welke door het inwerpen van Hangen verbryzeld of.merkelyk befchadigd waren, en ook wel van menfchen, welken daar door min of meer zwaare kwetzuuren hadden bekomen, het zy door moedwil, het zy door onvoorzichtigheid» Het zoude de attentie van U Hoog Mogenden te veel gevergd zyn, én ook min of meer lopen buiten het Plan, het welk de Ondergeteekenden zich in deze Memorie hebben voorgefteld, byaldien men hier wilde opgeven, welke maatregelen dé Magiftraat, van tyd tot tydi beraamd heeft, om alle ongelukken en baldadigheden, uit dit anders onfchuldig vreugdebedryf voortvloeiende, zoo' veel mooglyk te weeren. Het zal genoeg zyn te zeggen, dat, in het begin des jaars 1785, èene groote menigte van de notabelfte Ingezetenen zich by Requeste aan de Magiftraat hebben vervoegd i met verzoek, dat, uit aanmerking van de menigvuldige baldadigheden, welken ter dier tyd doorgaans plaats hadden, en tot confervatie der algemeene rust en veiligheid, het affteken van vuurWerken, en byzonder het Werpen van zoogenaamde flangen, langs de publyke ftraaten, op den toen aanftaanden Sften Maart, en voorts vooraltyd, mogte worden verboden. De Magiftraat vondt hier ingeenedeminftezwaa* ligheid3 doch, ondervonden hebbende, dat in voorigen tyd een dergelyk verbod veel opfchudding had verwekt, oirdeelde dezelve, dat men ia dezen communicatif met het Gouvernement Militair behoorde te werk te gaan; en committeerde ten dien einde, alvoorens tot een finaal befluit.re  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 145 komen, twee Leden uit haare Vergadering, om met den toenmaaligen Gouverneur van der Dossen, over den inhoud der geprojecteerde Publicatie te fpreken en van deözelven te verzoeken» dat hy niet alleen het zelve verbod ten opzichte van het Guarnifoen geliefde te doen 5 maar ook de noodige adfiftentie tot het weeren van ongeregeldheden geliefde te verleenen, het welk ook door denzelven, na het maaken van eenige weinige re* marqués op de voorfzk Concept-Publicatie, volmondig wierd beloofd, met by voeging eener Propofitie, of de Magiftraat niet zoude kunnen goedvinden, *s avonds van den 8ften Maart» eenige Manfchappen uit de Schutteryen op het Stadhuis te doen wacht houden, en door de Stad patrouilleerem Hier op wierd door de Magiftraat op dfiü 3 Maart I785 befloten, de voorgemelde Publicatie, met uitlating der Artikelen waar op de Gouverneur; reflectie gemaakt had, te arrefteeren en te doen afkondigen. Terwyl de executie derzelve aan Schepenen, met overleg des Stadhouders van het Hoog Officie, wierd gedemandeerd, en fpeciaal verzocht, omtrent het pointt, door den Gouverneur vaNdeA Dossen aan de hand gegeven, de noodige ordres te ftellen. . Uit hoofde dezer Refolutie betfökkefl, des avonds van den 8 Maart 1785, eenige RotsgeZellen van de Schutterye der Kolveniers de wacht op het Stadhuis, onder commando van den Kapitein Commandant dier Schutterye Mn Adriaan Hendrik de Rook; doch vermits de Gouverneur te vooren aan Schepenen hadde te kennen gegeven* dat hy eenige zwaarigheid in het uitzenden van Burger Patrouilles vondt, en waaromtrent ook reeds bedenking door den Burger-Krygsraad was gemaakt, bleef de Wacht zonder het uitzenden van Patrouilles op het Stadhuis, en gedroeg zich zOo gefchikt, dat de Magiftraat op den oden daar aan volgenden goedvond, den voorfz. Kapitein GomXLVI. Dee£. ï. man.  145 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mandant de Rook voor de gehouden order te bedanken, geiyk dezelve ook twee Leden uit hun middpr, committeerde, om by den Gouverneur van der Dossen, wegens de goede en wel uitgevoerde ordres aan de Militairen gegeven, een compliment van dankzegging af te leggen. Zie daar, Hoog Mogende Heeren! een geval, het welk tevens de bron is dier noodlottige Exercitie, waar uir men by vervolg van tyd aanleiding genomen heeft om de Burgerye dezer Stad te laveren; even als had dezelve gepoogd voedfel te geven aan de oneenigheden en verdeeldheden, waar door de Republyk toen ter tyd zoo jammerlyk gefchokt wierdt; eene Exercitie daarom boven al noodlottig, om dat dezelve juist in dien tyd wierdt in heiwerk gefteld, daar dezelve, in alle andere tyden voorvallende, zeker geen opzien zoude gebaard hebber. Doch weder ter zaake. De goede ui'fldg der genomene maatregelen, tegen het bedryven van balddadigheden op den 8 Maart 1785, fpoorde de Magiftraat aan, om telkens, ter ge !f gen beid der heuglyke Verjaardagen van zyne Doorluchtige en haare Koninglyke Hoogheden, op dezelve wyze te handelen, gelyk ook, op den 7den Augusrus van het zelve, en op den 8ften Maart en 7 len Augustus van het volgende jaar, eene Burgerwacht des avonds het Stadhuis be. trok, en den gantfchen nacht aldaar verbleef. De lust tot den Wapenhandel of het Exerceeren is den Bosfchenaaren als ingefchapen; men ziet veeltyds des Zomers geheele troepen jongens, deels met houten fnaphanen, deels metftokken gewapend, en van uitgekouleurd papier nagemaakte écharpes, patroontasfen en bandelieren voorzien, door de ftraaren trekken, en op hunne wyze Exerceeren. Doch, om van deze kinderlyke vermaaker, welke echter geene geringe kenmerken van het Stedelyk charaöer opleveren, niet meer te fpreken, zullen de Ondergeteekenden alleenlyk remarqueeren, dat veele Leden der Schutteryen, ia  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 147 in vroeeere en latere tyden, het altoos daar voor Lehoude*hebben, dat de wanftallige houding, die men by h" optrekken der Schutteryen pleeg waar ?e ïemen, niet anders dat tot fpot en verguizing Herzelve Schutteryen verftrekte. Weshalven ook ten allen tyde eenige Schutters zich hebben getracht in den Wapenhandel te bekwaamen, byzonder ook in den jaare 1765 en 1766, wanneereenige Leden van elke Schutterye, onder den naam van Fnwilligers, zich eens of meermaalen eer week na^ hunne Bogaarden begaven, en zich> aldaar . onder opzicht van eenen Sergeant of Corporaai van een der Regimenten van het Guarnifoen, £de^Wapenhandel «effenden; waar toe zy zich, zoo veel mooglyk, van gelykfoortige Geweeren meest al met Bajonetten voorzagen; ,v0.^mt^: lyk met oogmerk,,om, ter gelegenhe^^^^^ aanftaande meerderjaangheid van zyne Doorluchtige Hoogheid, den tegenwoordigen Heere ErfStadhouder, dat heuglyk evenement al.en, 10 hun. ne betrekking, mooglyken 1-ister by te 1eetten. welk oogmerk zy ook in zoo verre hebben berei«, dat zv op den 8 Maart 1766, op voorftel van den toenmaaligen Commandeur Dkütz, en bevel van de MaWraat, op de Markt als een gecombineerd Corps hebben gevuurd, en naderhand in het zelve iaaftoen gemelde zyne Doorluchtige Hoogheid 3deze Stad met een bezoek vereerde, en by die gelegenheid het gantfche Guarnifoen op de Vugterhelde infpeaeerde, de Wachten betrokken, en efndelyk f Sen zyne Doorluchtige Hoogheid de Magiftraat de eer aandeed van op het Stadhuis te d jeuneeren, die van den Jongen Schuts of Voetboog aldaar wacht gehouden hebben. Alles ten bWke, dat Burger exercitiën, a gecombineerde Buyrger%?ercitien, met gelykfoortige Geweeren van Bajonetten voorzien, reeds in vroegere tyden te 's Hertogenbosch hebben plaats gehad, met voorkennis en toeftemming van de Magiftraat, La eu  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en onder het oog van zyne Doorluchtige Hoogheid. Het is derhalven geen wonder, dat die oude lust tot den Wapenhandel, waar toe de Burgerye bevooreDS te meermaalen, by Refolutien van U Hoog Mogenden» en aanfchryvingen van Hunne Doorluchtige Hoogheden de Heeren Prinfen van Oranje, is aangemoedigd en gelast geworden, doch welice lust fedeu eenigen tyd min of meer verflauwd; was, by de Burgerye weder opkwam, zoo dra 'er zich eene gelegenheid opdeed, om daar van met eenige vrucht gebruik te maaken; en deze gelegenheid deed zich op, toen de Burgerwachten op het Stadhuis, om bovengemelde redenen, waren ingevoerd. Ongelukkig viel dit voor in eeneö tyd, waar in geheel Nederland vervuld was van gewapende Burgeryen, Exercitie-Genootfchappeh, Vry-Corpfen, en wat dies meer is. De geest van navolging ftrekte zich wel dra tot deze Stad uit; men vernam binnen weinig tyd, dat jet projecten gemaakt wierden, om een Exercitie-Genootfchap, afgezonderd van de vier Schutteryen, even als in fommige nabuurige Plaatfen, op te richten, en het was, om dir plan tegen te gaan, dat de Burgerexercitie wederom wierdt ingevoerd. De Officieren naamentlyk van den Handboog, en daar na die van de drie overige Schutteryen, begrypende, dat, in geval zy aan de Leden derzelven, welken zulks mogte begeeren, gelegenheid verfchaften, om hunnen lust tot den Wapenhandel, in hunne wettige betrekking , gelyk in voorige tyden, te voldoen, het oprichten van een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap buiten de Schutteryen, by gebrek van ftoffe, van zelve zoude vervallen, gelyk het zelve dan ook werkelyk achter gebleven is. Het zoude derhalven een handtastelyke onwaarheid zyn , byaldien de disfentieerende RegeeringsLeden, by de Requeste, door hun aan Ü Hoog Mo-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 Moeenden geprefenteerd, de Burgers die zich ia d^n Wapenhandel geoeffend hebben, hadden vooreedragen, als een van de vier Schutteryen afgeleerd Exercitie-Genootfcha^^ het wel : deOndergeteekenden echter, voor zoo veel zy uit den Sur van O Hoog Mogenden Refolutie van den kden April dezes jaars kunnen opmaaken, vermoeden by die Requeste gepofeerd te zyn; daar in e. cendeel de ffurgerexercitie voornaamentlyk tot ifweering van het oprichten van zoodaanig Genootfchap, met het beste oogmerk, en met eenen geyJenschten uitflag, was ingevoerd, en ^kerzonder vermoeden, dat die zelve Leden van de Magiftraat, welke de oogmerken der Burgerye in dien tyd, gelyk naderhand blyken zal, hielpen bevorderen, zich tegenwoordig zouden.beyveren, om dat goed oogmerk, waar van fommigenhunner niet ockfndig konden zyn, voor het oog van TJ Hoog Mogenden in een haatlyk daglicht te ftellen. Maar mooglyk zoude hier tegen kunnen worden ingebracht. „ Die Burgers hebben geëxerceerd. .. Zv hebben als een gecombineerd Corps geexer! ceerd." Dat is waarheid! maar die Burgers, wel. ke in het jaar 1766 op de Markt voor het Stadhuis vuurden, hebben ook geëxerceerd, en als een gecombineerd Corps gevuurd, de Wachten betrokken enz. Maar nooit is iemand op de gedacnte gekomen , dat die exerceerende Burgers in hec ïaar 1766 een afzonderlyk Exercitie.Genootfchap uitmaakten. De vraag is dan niet, of de Burgers eeëxerceerd hebben, maar hoe en op wat wyze zygeexerceerd hebben, en of die exercitie iets misdaadies of zelfs wanvoeglyks inhieldt. Het is derhalven noodig alhier van die gecombineerde exercitie nader, zoo ten opzichte van derzelver oogmerk als uitvoering, te Ipreken. Vooraf moeten de Ondergeteekendèn dePvryheid nemen U Hoog Mogeoden onder bet oog te brengen, dat, wat men ook van een afzonderlyk Corps of Genootfchap moge opgq. yen, zoodaanig afzonderlyk Corps nooit te s HerL 3 t0"  150 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tosenbosch geëxteerd heeft. 'Er is maar ééne Burgeryef onder éénen Collonel ftaande, en verdeeld in vier Schutteryen, welke vier Schutteryen, een algemeen hoofd hebbende, dus ook maar, om zoo te fpreken, een Regiment, uit vier Compagnien beftaande, uitmaaken, en om dit nog te Herken te doen zien , gelieven U Hoog Mogenden geïnformeerd te zyn, dat de oudfte Kapitein, evenveel van welke Schutterye, altoos Collonel van alle de vier Schutteryen is. Als 'er derhalven gefproken word van een gecombineerd Corps exerceerende Leden uit de vier Schutteryen, dan moet dit eveneens begrepen worden, als of eenige manfchappen uit verfcheidene Compagnien van een en hec zelve Regiment, doch geenszins van onderfcheidene Regimenten, te Ismen exerceerden. Wat nu aangaat het oogmerk der Exercitie, voor zoo ver dezelve eerst door eenige Leden van elke Schutterye in hunne Bogaarden wierd verricht, waar van reeds te vooren gefproken is , daar mede wierd, zoo als gezegd is, niets anders bedoeld, dan het te keer gaan der oprichting van een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap. Doch-wat betreft het oogmerk der gecombineerde Wapenoeffening, kan het zelve niet duidelyker worden voorgefteld, dan met de eigen woorden van zeker Request op dennaamder Gecommi'teerden der exerceerende Leden van de vier re. fpettive Schutteryen, in de maand May 1786, aan de Magiftraat geprefenteerd, en waar by een Plan toe eeue gecombineerde Exercitie wierd overgelegd. Dezelven luiden aldus: ,, Dat de Supplianten met te meerder vrymoedigheid het voorfz. plan of ontwerp onder het oog van U Ed. Wel Achtbaaren brengen, dewyl zy zich verzekerd houden, dat de oogmerken ,, der Supplianten, en hunne mede exerceerende ,, L "den, niet anders dan de goedkeuring en ap, probatie van U Ed. Wel Achtbaaren kunnen ver,,, dienen en wegdragen, als zynde alzins zuiver, „ en alleen ftrekkende, om ia.hunne refpecfive „ pos-  A Geleurtenisfen in 1787 voorgevallen. 151 „ posten werkzaam en nuttig te zyn, en daarenboven voor te komen. dat de*urgerye, van wapening, metot gotva»^eff laa,a baare bWdere rech « be«mrd » £ ^ _ „ wel verre vao tot eentge verwy * Bied , It^fï-SSt Exercitie, dit, hoe genegen zy ^J"?;1" fchrV,Cn, alzoo wezen, niet aan onwetenh■^°^^mmieerj zyn aangewreven, nergens anders in te zóê.këh néén* dan deels in de lasterzucht, en deels in de omstandigheden der tyden, waar in die exercitiën voorvielen; welk Iaatfte echter niet anders dan tot lof der exerceerende Leden verrtrekken kan, als men in aanmerking neemt, datzy, niettegenftaance iAe veelvuldige aanleidingen, welke die tydenopleverden, zich zorgvuldig hebben gewagt van alles, v a- maar eenigen fchyn hadt van wederfpannigheid tègi d hunnen wettigen Souverein of ongehoorzaamh< id aan de bevelen van de Magiftraat, en waar toe ook zekerlvk behoort, dat by niemand der exerceelende Leden eenige fcherpe Patroonen zyn gevonden, ff ooit is gebleken, dat zy zich van zodaaniger zou den hebben voorzien» Mnoglyk zullen U Hoog Mogenden by de leftu. re d< zer Memorie reflecleeren, dat de Ondergeteelo i, * n zich tot hier toe meest al bezig hebben ge"houden met de verdediging der oogmerken van dé cx ce< rende Burgers. Doch de Oodergeteekendtr vertrouwen, dat U Hoog Mogenden aan hun dit recht wel zullen gelieven te doen wedervaren, -van te gelooven, dat de Ondergeteekenden nimmer zouden hebben geconcurreerd tot het nemen der R.T Uitien , raakende de Burger Exercitie , byalcüm zy niet overtuigd waren geweest, dat dezelve, zoo ten opzicht van het oogmerk als van de uitvoe. ring, geheel onfchuldig was; waar uit dan volgt, dat de Justificatie der exerceerende Leden den voornaHmften grond van Justificatie voor de Ondergeteektndt n oplevert. Weshalven de Ondergeteekender eerbiedig vertrouwen, datzy, ten opzicht van her geen federt het begin tot aan het einde der Exercitie voorgevallen is, geene verdere verdediging van hun gedrag noodig hebben, en dienvolgers zullen overgaan tot de Juftificarie van het verzoek, door de Magiftraat aan U Hoog Mogenden gedaan, om aan de geëxerceerd hebbende Burgers hunne Geweeren te mogen reftitueeren. De Ondergeteekenden zullen in de behandeling van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, rjfi van dit poicö eerst kortelyk verhalen, welke aanleiding zy tot het doen van dat verzoek hebben gehad, en dan wederleggen, het geen zy, uit ü Hoog Mogenden Refolutie van den 4 April laatstleden, vermoeden, daar tegen door de disfentieerende Leden te zyn ingebracht. De Advokaat-Fiskaal van Braband is, zo veel men uit authenticqueftukken kan opmaaken, de eerfte geweest, welke heeft goedgevonden de exerceerende Leden uit de vier Schutteryen een afzonderlyk Corps te noemen. Men kan dit erreur toegeven aan eenen man, die van de wezenlyke omftandigheden niet, of niet naar behooren onderricht zynde, en van veele afzonderlyke Exercitie-Genootfchappen in de Republyk gehoord hebbende, ligtelyk het een met het ander konde vermengen; en het is dus geen wonder, dat hy door zvne fuccesfive Memorien en Rapporten, op dien erroneufen grond gebouwd , ü Hoog Mogenden die zaak in het zelve dagligt heeft doen befchouwen; terwyl niemand ondernam ü Hoog Mogenden van den waren toeftand der zaaken teonderrich. ten, en U Hoog Mogenden derhalven niet anders konden doen, dan overéénkomftig de bekomene informatien en zoo te refolveeren, als Hoogstdezelven gerefolveerd hebben; hoewel men, met volkomen fiducie op de beroemde asquiteit van U Hoog Mogenden, durft pofeeren, dat, in geval de zaak der Exercitie, zoo als die zich heeft toegedragen , ware voorgefteld geworden, ü Hoog Mogenden dezelve zekerlyk uit een ander oogpunt zouden hebben befchouwd. . Het is echter U Hoog Mogenden niet noodzaakelyk voorgekomen , de geëxerceerd hebbende Burgers te ontwapenen, zoo als omtrent alle andere Genoo fchappen van Wapenhandel in de Meyerye , by ü Hoog Mogenden Refolutie van den 3 Oöober 1787, is geordonneerd, en dit is ook niet gefchied, zoo lang de rust en veiligheid binnen 's Hertogenbosch bewaard bleef; maar toen het Guarnifoen op den 8 November 1787 aan het muiten  lfö Verzameling van Stükkèn betrekkelyk tot ten flo-èg, en op de ontwapening aandrong, was 'er niet anders op, daü hun, het mogt kosten wae het wilde, te bevredigen. De revolteerende Militairen fpeelden zoodaanig den meester, dat zy nauwlyks iets konden vorderen, het welk men hun zoude hebben durven weigeren, gelyk de Magiftraat dan bok op den oden daar aan volgende befloot twee Commisfariifen te benoemen, om met den Commandeur Dooglas te concerteeren, en alles aan te wenden tot wederkeéring der rust en veiligheid, met authorifatie, om des noods zoodaanige fomme gelds te employeeren, als zy vermee* nen zouden tot dat einde nOodig te zyn. Ingevolge van welke Refolutie de Geweeren van de geëxerceerd hebbende Burgers zyn afgevorderd. Het is derhalven klaar, dat die ontwapening niet op bevel van U Hoog Mogenden, maar op de requifïtie der revolteerende Militairen, is gefchied, en alleen, om daar doör de gefchonden rust en veiligheid binnen de St3d, zoo mooglyk, te herftellen; gelyk de ontwapening ook by U Hoog Mogenden Refolutie van den 5 Juny 1788 wel is gelaudeerd en geapptobeerd, doch in deze nitdrukkely. ke woorden: ,, gelyk Hun Hoog Mogenden fpeci- aal Iaudeeren en approbeeren de goede voorzorg ,, tot bevordering van herftel van rust en goede j-, order binnen dezelve Stad, op den oden Novem- ber des gepasfeerden jaars, door de ontwapening van de Leden, tot het gemelde Corps behoord „ hebbende, aangewend." Ten bewyzedatU Hoog Mogenden die ontwapening, in abftraStobefchouwd, niet hebben gelaudeerd en geapprobeerd, maar in concreto, als eene goede voorzorg tot bevordering en herftel van rwt en goede order binnen dezelve Stad aangewend; en dat derhalven, onder eerbiedige correctie, uit die Refolutie niet kan worden opgemaakt, dat de intentie van U Hoog Mogenden zoude zyn geweest, dat die afge vorderde Geweeren nimmer zouden mogen worden te rug gegeven. Ondertusfchen gaf deze ontwapening aan eenige Rots-  de Gebëurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 161 Rotsgezellen aanleiding om te denken, datzy doof dezelve ontheven waren van hun Lidmaatfchap derf Schutterye, waar toe zy behoorden1, en dat zy uic dien hoofde ongehouden waren tot het betaalen def gewoone contributien. .... Hoe zeer de Ondergeteekenden de weigering van; het betaalen der Contributie nimmer hebben goedgekeurd, kunnen zy echter niet voorby te remarqueeren, dat de Ondergeteekenden uk den inhoud van ü Hoog Mogenden Refolutie van den $den April dezes jaars hebben vermeend te kunnen en te moeten opmaaken, dat de disfentieerende RegeermgsLeden aan U HoogMogacden ten dezen refpefte de volgende vier pofitiven, ftrydig met de waarheid, hebben voorgedragen, te weten* ^„ZLiA Vooreerst, dat de Geweeren van de geëxerceerd hebbende Burgers, niet in qualiteit als schutters, maar als Leden vaD een afzonderlyk Exercitie-Corps, zouden zyn afgevorderd. , . _> Ten tweeden, dat de .-^gevorderde Geweeren ver^ fchillende zouden zyn geweest van die geuen, welken zy als Schutters te vooren bezaten. Ten derden, dat de laatstgemelde Geweeren aan hun tot het verrichten van Schutterlyke dienflen, wanneer zulks van hun gerequireerd wierd, zouden zvn gelaten. . . _, Ten vierden, dat dóór deze weigering, om de contributien te betaalen, de Panding noodzaakelyk geworden zoude zyn. _ . Ten opzicht van het eerfte, hadden de disieotieerende Leden bebooren te weten, dat de Officieren der vier Schutteryen, uitmaakende den Burger* Krygsraad, eenigen tyd na de ontwapening en voor dat dezelve by ü Hoog Mogenden was geappro* beerd , eene Misfive hebben gefchreven aan de Magiftraat, waar by dezelven doleeren, dat die Ontwapening, welke zy noemen eene gedeeitetyne Ontwapening der Schutteryen, zonder eemg bevel van U Hoog Mogenden, en zonder concurrentie van den voorfz.Krygsraad, wssgefchied; zeggende XLVI. Deel. M oas'  i<52 Verzameling van Stukken betrekkelyk t<& dat, naar hun inzien, zoodaanige ontwapening niet zonder eene fpeciaale Refolutie van U Hoog Mog. heeft kunnen of mogen gefchieden, en ons (dus vervolgen zy) ,, geene diergelyke Refolutie bekendis, ,, waar by U Ed. Wel Achtb. tot die ontwapening „ zyn gelast, integendeel Hoogderzelver Refolutie van den 30 O&ober 1787, ten opzichte der „ Schutteryen en der gecombineerde Exercitiën, „ (hoe zeer daar by de Leden der Schutteryen, ,, welke te famen geëxerceerd hebben, waarfchyn» ,, lyk door verkeerde informatien, als eenafzonder„ lyk Burger-Corps, het welk nooit geëxfteerd „ heeft, relaas ter kennisfe en tot de Refolutien van U Ed, Wel Achtb., worden aangemerkt) voor „ zoo ver dezelve tot die gecombineerde Exerci„ tien betrekkelyk is, daar toe geene de minneaan,, leiding geeft." Welke Misfive, gefchreven door de Leden, uitmaakende den grooten Burger-Krygsraad , en dus ook door die Officieren welke niet mede geëxerceerd hebben, notoir buiten alle verdenking van partydigheid is, en dus ten vollen bewyst, dat de Geweeren van de geëxerceerd heb* bende Burgers niet kunnen zyn afgevorderd in qualiteit als Leden van een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap, het welk nimmer geëxfteerd heeft; terwyl aan de andere zyde, zoo uit de Notulen van Schepenen, als uit U Hoog Mogenden Refolutie van den 5 July 1788, blykt, dat die ontwapening enkel gefchitd is uit eene goede voorzorg tot bevordering en herftel van rust en goede order. Om dat naameritlyk de revolteerende Militairen, waar tegen zich op dien tyd niemand durfde verzetten, en welke zekerlyk in hunne woede geen onderfcheid maakten tusfchen exerceerende Leden der Schutteryen, en een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap, die ontwapening begeerden, zonder dat hier tegen iets kan afdoen het zich zei ven wederfprekend Declaratoir, door den Collonel Carel Hendrik Jacob Sweerts be Landas, eenen der thands disfentieerende Leden, op den 4 Juny 1788, ter Magiftraats-Vergadering  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 ring ingeleverd, als waar uit niet anders confteert, als dat die Collonel, zoo in dit als ia andere gevallen, zich zeiven niet altoos gelyk is. Hettweede en derde pofaif, hetwelk de Oude* eeteekenden vermeenen door de disfeotieerende Leden aan ü Hoog Mogenden voorgedragen te zyn, behoeft geene wederlegging, zoo lang met bewe. ""'Dat Geweeren van Schutters, of Schutters Geweeren, eenig byzonder nurkteeken ot Mta Cha. raaeriftica hebben, waar door zy van alle andere Geweeren kunnen onderfcheiden worden. a Dat de geëxerceerd hebbende Leden zulke byzonder kenbaare Geweeren ooit bezeten heb- be3*. Dat dezelve Geweeren aan hun by de ontwa* PeHier tegen «ouden de disfentieerende Leden naar alle waarfchynlykheid inbrengen, dat de Geweeren van een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap voornaamentlyk kenbaar zyn aan de Bajonnetten. Maar Wat waren dan de Geweeren , welke de meesten der exerceerende Burgers in het jaar 176S gebruikten; en waar mede zy op het Stadhuis de wacht hielden, toen zyne Doorluchtige Hoogheid de Heer Prins Erf-Stadhouder de Magiftraat ae eer aandeedt van aldaar te dejeuneeren? die hadden ook Bajonnetten, en evenwel hebben de distentieerende Leden zeiven nooit in gedachte genomen te pafeeren, dat die Burgers een afzonderlyk Exercitie-Genootfchap uitmaakten. Neen, Hoog Mogende Heeren 1 het is federt lange jaaren gebruikefyk, dat, by het optrekken der Schutteryen, de Vrvwilligers het vaandel afhaalden en t huis brachten met Geweeren, zoo veel mooglyk uniform en van Bajonetten voorzien, welken zy m eigendom hadden, of ter leen ontvingen. De oude vSchuts heeft ten dien einde in het jaar 1740 Geweeren met Bajonnetten aangekogr. De exerceerende en andere Leden van de Schutteryen hebben m ds M 2 Jaa-  ió"4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jaaren 1785 en 1785 de wacht op het Stadhuis be. trokken met Geweeren met Bajonetten , zynde gedeeltelyk dezelven , welke hun zyn afgevorderd; gelyk mede onder de afgevorderde Geweeren bevonden worden de Geweeren met Bajonetten, welken, op kosten der Schutterye van den Handboog, ten gebruike van de Onder-Officieren, in plaats van Hellebaarden waren gekogt. Wat nu aangaat het vierde pofftif, het welk de Ondergeteekenden met allen grond fupponeeren , dat door de disfentieerende Leden aan ü Hoog Mogenden is voorgedragen; zullende de Ondergeteekenden de vryheid nemen te remarqueeren, dat dit pofkif door hun ftrydig met de waaiheid genoemd wordt, niet in het afgetrokkene, want in dien zin is het waar, dat de Panding tegen onwillige Rotsgezellen noodzaakelyk is; en uit krachte der authorifatie, vervat in ü Hoog Mogenden Refolutie Vu? id?n 27 oa°ber '750, mag, doch geenszins abfoluit moet, worden gedaan; maar in verband met de omftandigheden welke ten dien opzichte plaats gehad hebben, en wel byzonder ten aanzien der geëxerceerd hebbende Burgers, want de genen, welke niet geëxerceerd hebben en het grootfte getal onder de weigerende Rotsgezellen uitmaakten , hadden geen prastext ter weereld, om de betaaling der drie maandelykfche Contributie te weigeren. Doch de geëxerceerd hebbende Burgers verfeerden, gelyk gezegd is, in een begrip, dat zy door de ontwapening opgehouden hadden Leden der Schutterye te zyn. Was dit begrip gefundeerd, dan waren zy geene Contributien fchuldig, en was het zelve erroneus, dan moesten zy de Contributien betaalen. Maar, of hun begrip gefundeerd ofwel erroneus ware, behoorde, immers naar de gedachten der Ondergeteekenden , eerst gedecideerd te worden ; het welk door eene Politique Refolutie van de Magiftraat niet kan worden geeffeflueerd; maar waar toe of eene Refolutie van' ü Hoog Mogenden , of een Rechterlyk Gewysde van  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 165 van Schepenen of den Raad van Braband, volftrekt vereischt worden. Gelyk 'er ook voorbeelden exfteeren van Rechterlyke oppofltien, door Rotsgezellen gedaan tegen Pandingen, uit krachte van U Hoog Mogenden Refolutie van den 27 Ottober ?750 ondernomen. Daar nu ter dier tyd noch zoodaanige Refolutie van U Hoog Mogenden, noch eenig Rechterlyk Gewysde omtrent het bovengemeld begrip der geëxerceerd hebbende Leden van de Schutteryen exteerde, was de Panding ten opzichte van dezeiven niet alleen niet noodzaakelyk, maar zelfs uit aanmerking der omftandigheden, ongepast en prematuur. De Panding was niet noodzaakelyk, om dat het poinft, raakende de voorziening omtrent de ontwapening en het effect van dien, by U Hoog Mo. genden commisforiaal gemaakt en nog niet afgedaan was; en men dus gevaar liep, door het doen der Panding, de Refolutien van UHoog Mogenden voor uit te lopen , ingeval U Hoog Mogenden eens hadden begrepen, dat het effect dér ontwapening moest wezen eene ontfchuttering der geëxerceerd hebbende Burgers. Behalven dit was de Panding te minder noodzaakelyk, om dat men de Geweeren der geëxerceerd hebbende Burgers, welken, hoe ook geconfidereerd, altoos hun eigendom , en veel meer dan het geen elk verfchuldigd was waardig waren , zonder eenige kosten in bewaaring kon houden, en, des noods, ten behoeve der Schutteryen verkopen. De Panding was ongepast in eene Stad, welker Inwooners federt de rampzalige Plundering , in het jaar 1787 voorgevallen, nog zoodaanig met fchrik vervuld zyn , dat zy op de minfte ongewoone beweging van angst zidderen, en het derhalven de plicht eener Burgerlievende Magiftraat is, alles tevermyden, wat daar toe aanleiding kan geven; terwyl de Officieren van den Handboog, by derzelver Propoütie aan het Collegie van Schepenen ge» M 3 daan,  166 Vtrzaelinmg van Stukken letrekkelyk tot daan, te kennen gegeven hadden, dat zy voor combustie vreesden. De Panding was prematuur, om dat de Magiftraat by Refolutie van den 23tten February laatstleden eene Commisfit; had benoemd , om te examineeren, of niet een Addres aan U Hoog Mogenden zoude kunnen worden gedaan, ten einde de Magiftraat wierde geauthorifeerd, om de Wapenen der Burgerye, die op het Stadhuis liggen, te rug te geven, als mede, hoe en op wat wyze zulks het gevoeglykst zoude kunnen geëffectueerd worden, en men dus, in geval zoodaanig Addres gedaan wierd, den uitflag daar van had behooren af te wachten. Om nu dit Iaatfte wat nader te adftrueeren, zal het noodig zyn, U Hoog Mogenden kortelyk te informeeren, wat daaromtrent gebeurd zy. Na dat op den 28 July 1790 by de Magiftraat, gantsch niet eenpaarig, befloten w.?s, dat de Panding, naar inhoud van U Hoog Mogenden Refolutie van den 27 Oftober 1750, zonder uitftel moest worden werkftellig gemaakt; hebben de Officieren der Schutteryen zich veel moeite gegeven, om de gebrekige Rotsgezellen door zachte middelen tot betaaling van derzelver Contributien te brengen; doch deze middelen ten opzichte van fommigcn vruchteloos geweest zynde, hebben de Officieren van den Handboog op den 18 February dezes jaars in het Collegie van Schepenen eene Propofitie ingebracht, om derzelver goedvinden te vernemen, of men, onaangezien de gevreesde combustie by die Propofitie vermeld, met de Panding van drie der gebrekige Rotsgezellen, daar by genoemd, zoude voortvaaren, wnar toe die Officieren zich, zoo zy zeiden, verplicht rekenden. Middererwyl was het reeds eene vry algemeen bekende zaak, dat de gebrekige Rotsgezellen hunne weigering daar op grondden, dat men door het afvorderen hunner Geweeren, zonder bevel van U Eoog  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 167 Hoor* Moeenden, en veel meer, door het niet weS?!lv« vS delelven , na dat de rust en goede orde: Snnen de Stad herfteld was, hun confide- t^teTm^^ verfchuhfe ContribuS vol vaardig zouden betaalen, als maar, door het te rug geven der Geweeren, de fletrisfure hun, zoo ïv hft begrepen, aangedaan, wierde gerepareerd; waarom de eerst Ondergeteekende , vermeenende m zTne qualiteit van President alles té moeten toebrenygenqïo confervatie van de goede harmonie, ^SSfSSé^?^a£Pin deVagiftraats. VerSdering wierdt gedaan , heeft de Collonel JweRts ol Uhms. thandt een der disfentiee. rendeLeden, by het uiten van zyn votum t in fub- r/0enedat h/ ed Ln fad'm vast te (tellen, dat door te ruggave der Geweeren alle we,gering by ^RotSE zoude ophouden; en toen vervoleenTgevSd wierd, of men dan ook inmiddels niet S S Panding behoorde te fuperfedeeren, was Sederom het antwoord van den Collonel in fubftantie, dat dit van zelfs fprak, en dat hy aannam "et te panden. In hoe verre nu wederom deze rniinnel die tevens Kapitein is van de Schutterye d^ &boogTïot welkers behoeve de Panding daadeWk in het werk gefteld is, zich zeiven gelyk Dlvft en of men deze ongelykheid aan de onftand. val igheid van zyn karaQer, dan wel aan de machina en van eenigen der disfentieerende Leden toe m fchryTen nebbe, laten de Ondergeteekenden m heLTardnuDde Propofitie van den Prefident met geen aCder oSgmerk ingericht was, dan om rust, vrede, M 4-  ï68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot m eendracht te bevorderen, en dezelve door het advys van den Collonel onderfteund wierd zou mooglyk tot het Addres aan Ü Hoog Molenden, zonder de condudeerende ftem van den Praelidene noodig te hebben , met eene groote meerderheid zyn gerefolveerd geworden; maar, door het commisforiaal maaken van dePropofitie, het veranderen van het fentiment van den Collonel, en het uitbrengen van twee ftrydige Rapporten , was het gantsch niet te verwonderen, dat de concludeerende fterp van den Prajfident tusfchen beiden moest komen, om de voorfz. Propofitie ter conclufie te brengen. De Ondergeteekenden vertrouwen derhalven eerbiedig, dat zy in deze Memorie allerduidelykst hebben aangetoond, Vooreerst, dat 'er nooit eenig afzonderlyk Exercitie-Genpotfchap te *» Hertogenbosch heeft geëxteerd. ö tj. En ten anderen, dat de ontwapening der exerceerende Leden niet gefchiedt is, om dat zy zich ergens in misgrepen hadden , maar enkel en alleen om byzondere redenen, welke geen plaats meer hebben, Waar uit de Ondergeteekenden dan (onder reverentie) vermeecen , te mogen befluiten , dat het doen van een verzoek aan U Hoog Mogenden tot reftitutie der afgevorderde Geweeren alzins gepast, en met den aart der omstandigheden overeenkomftig Mooglyk zouden de'Ondergeteekenden meer hebben moeten zeggen tot wederlegging van het gepofeerde by de Requeste der disfentieerende Leden, doch, daar zy het zelve nooit hebben gezien, en de disfentieerende Leden zei ven, na het emaneeren van ü Hoog Mogenden Refolutie van den 4den April laatstleden, uitdrukkelyk geweigerd hebben, daar van communicatie te doen aan de Ondergeteekenden, hebben dezen zich moeten bepaalen toe het geen zy uit de gemelde Refolutie, wegens den in  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 169 inhoud dier Requeste, hebben kunnen opmaaken; betuigende echter op het allerplechtigfte, dat zy, met het maaken van remarques op eenige poincten in de voorfz. Refolucie vervat, geen het minlte voornemen hebben gehad, om critiques op de disbofitie van U Hoog Mogenden te maaken; maar dat zv die poinften hebben geconfidereerd, en nogconfidereeren, als opgaven van de disfentieerende LeSen , ingericht om ü Hoog Mogenden te fub- en obripieeren, gelyk de Ondergeteekenden ook niet anders kunnen befchouwen het geen ü Hoog Mogenden is voorgekomen, omtrent de attroupemen. ten en ongeregeldheden, waar toe de ondernomene Panding aanleiding zoude gegeven hebben, en welke waaïfchynlyk niet weinig vergroot. zullen zyn, latende de Ondergeteekenden m het midden, ot die at roupementen en ongeregeldhedeu niet voor een «root deel zyn toe te fchryven aan de wyze, waar od de Panding ondernomen en uitgevoerd is. Zynde voor het overige buiten contestatie, dat door de genen , welke te dier tyd gepand zyn geworden, niets gedaan is, het geen den zweem had van teflftentie of ongeregeldheid ; terwyl de geëxerceerd hebbende Burgers, na het emaneefen van ö Hoog Mogenden Refolutie van den 4den Aprü laatstledenfhunne Contributien betaald, of debet», ling daar van aangeboden hebben, zonder dat eenige verdere middelen van conftrainte hebben behoeven in het werk gefteld te worden. De Ondergeteekenden zullen derhalven deze befluiten in de sequitabele verwachting, dat derzelver 2edrag by U Hoog Mogenden in zoodaanig daglicht lal worden befchouwd, dat de zydelmgfche befrhuldiaingen, door de disfentieerende Leden daar tegen ingeWcht , by U Hoog Mogenden geene verdere indrukzelen ten nadeele van de Ondergeteekenden zullen maaken. M 5 No.  170 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N?. 3311- Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 4 April 1791 op het hier voorenftaunde Request en Memorie, aan Hun Hoog Mogenden ge■prefenteerd en overgegeven door Mr. Jan Hendrik van Heurn, Prejident te 's Bosch cum luis, be. trekkelyk tot het terug geven der Geweeren aan df geëxerceerd hebbende Leden der Schutteryen. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Welderen en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Meyerye van's Bosch, hebbende, ingevolge en tot voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 2iften der voorleden maand Maarc» met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate , geëxamineerd een Misfive van Schepenen, Gezwoorens, en Raaden der Scad's Hertogenbosch, gefchreven aldaar den i8den daar te vooren , houdende, dat het Hun Hoog Mogenden behaagd had, by Refolutie van den 5 juny j 788 te approbeeren het geen door hun ter voldoeninge aan Hun Hoog Mogenden Refolutien van den 3 G&ober en 9 November 1787, zoo ten opzichte van de disfolutie Van het Burger Corps aldaar, uit de vier byzondere Bogaarden of Schutteryen verzameld geweest, als ten aanzien van de afvordering van de fcherpe Patroonen en andere Ammunitie, zoo wel van het zelve als van de verdere Leden der Schutteryen of Bogaarden was verricht, gelyk mede te Jaudeeren en approbeeren de goede voorzorg tot bevordering en herftel van rust en goede orde, binnen de voornoemde Stad, op den 9den November deszeiven jaars, door de ontwapening van de Leden toe het gemelde Corps behoort hebbende, en wyders de Heeren Torck van Roosendaal en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Meyerye van 's Bosch te verzoeken, om met en benevens eenige Heeren Gecommitteerden uic den Raad van Staace te examineeren, -welke voorzie-»  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 171 zienifiE verder omtrent dezelve ontwaping en het van dien zoude behooren te gefchieden. effD?tVhetd1enmelde Schepenen Gezwoorens en rSWaSm d"? de retoïteSend^ Militairen zulks bewas, uni uai. uc veiligheid, en laltsV^ S federt meer dan drie jaaren a"«^D™5fg de, en, zoo als men verhoopte d?'GoD 8e°»"s verhoeden zoude, nimmermeer exifteeren zoude, Ilzoc ook de reftitutie van die Wapenen doo hun de Schutteryen en Burgers der yo^noemde St d, eeD worden geauthorifeerd, om reftitutie van die ScwSren aan derzelver Eigenaars: te: doen. En hebbende, mede ingevolge e°/er voldoenm „ van dezelve Hun Hoog Mogenden Rei°lu"e Commisforiaal, geëxamineerd de Request^van N^colaas Storm vak 's Gravesande, fis™r caat, CladdiosAntoniüs Lormier, JAC Gezwoorens , en Raaden refpeftive der Stad 's Bosc:h voornoemd, verzoekende, om redenen m de voorfz. Kequeste ^tSktet het Hun Hoog Mogenden behaagen „Ih?t verzoek, gedaan door de disfentieerenïtó vSS&Ai der hier vooren èffj «yj.  172 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot voorfz. Requeste gemelde Waperjen, te wyzen van de band , en ten anderen in deze zoodaanige prompte voorziening te doen , als Hun Hoog Mogenden, tot maintien van Hoogstderzelver Souverem gezag en de wettige authoriteit der Regeerine van voornoemde Stad, mitsgaders tot confervatie" van rust, order en eendracht, zullen vinden te behooren. Waar op gedelibereerd zynde, is goed. gevonden en verftaan, dat aan Schepenen, Gezwoorens, en Raaden der Stad's Bosch, zal worden aangefchreven , dat Hun Hoog Mogenden geene redenen vinden, waarom aan die Leden der Schutteryen, welken gehoord hebben tot het afzonderlvk Exercitie-Corps, het welk ingevolge Hun Hoog Mog. Kefolutie van den 3 Oftober 1787 is gedisfolveerd geworden , zouden worden gereftitueerd de Geweeren en Wapenen, welke aan hun als de zoodaanige zyn afgenomen geweest, en welke daad, als in het werk gefteld tot herftel der rust en goede order binnen gemelde Stad, Hun Hoog Mogenden reeds by Refolutie van den 5 Juny 1788 fpeciaal hebben gelaudeerd en geapprobeerd. Dat vooral .tegenwoordig Hun Hoog Mogenden niet goedvinden dat deze reftitutie gefchiede, na dat Hoogst, dezelven geïnformeerd zyn, dat fommige onwillige Schutters deze onthouding van hunne Geweeren hebben genomen tot een pretext, om te weieeren de geringe .contributie van vier ftuivers, welke ieder Rotsgezel alle drie maanden, ingevolge Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 27 Oüobï! 1750, moet opbrengen; daar nogthaods dezelve zeer wel bewust behooren te zyn, dat zy daar door Dietzyn ontfiagen van hunne verplichting als Schutten, en dat hun die Geweeren niet in die qualiteit, maar als Leden van 'e bovengemelde ExercHeCorps zyn afgevorderd, terwyl ook derzelver Ge. weerer• onderfcheiden waren van diegene, welke zy als Schutters te vooren bezaten, en welke laatstgemelde aan hun tot hpt verrichten van Schutterlyke dienften, wanneer zulks van hun gerequireerd wierd,  di Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 17^ wierd, gelaten zyn. Dat Hun Hoog Mogenden met ongenoegen vernomen hebben, dat de vooriz. weigering, en de daardoor noodzaakelyk geworden rjandingder gebrekigen, aanleiding heeft gegeven tot attroupementen en ongeregeldheden, welke ftrekken tot vilipendie der authoriteit van de Reeeering, en die genen welke derzelver bevelen fxecuteeren ,• en welke tan nadeeligen invloed óp de rust en goedé order binnen gemelde Stad zou-, den kunnen zyn. Dat dé intentie van Hun Hoog Mogenden-is, dat niet langer tegens het betaalen der voornoemde contributie eenige oppofitieiwerde geformeerd, en dat ten dien einde Hun Hoog Molenden voornoemde Magiftraat (voor zoo veel des noods) authorifeeren, om de onwilligen daar toebv panding, ingevolge bovengemelde Refolutie van den 27 Oöober 1750, te executeeren, en om die genen, welke dezelve executie moeten werkftellig maaken, tegens alle feitelyke oppofitie of infultes te beveiligen, de fterke hand en adfiftentie der Militie te verzoeken en emploijeeren, en voorts hun recommandeeren en gelasten, om tegens zoodaanigen , die eenige refiftentie mogten bieden, of zich aan ongeregeldheden, zoo ten aanzien van die, welke dezelve bevelen executeeren, als de Militaire Wachten en Detachementen mogten ichuldig maaken, naar rigeur te procedeeren. (war geparaph.') W. F. H. van Wassenaek. (Lager ftond,) Accordeert met voorfz. Register. tyasgtW) H. Fagei» No.  174 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 3^1.2. Aanteekening van eenige Raaden in de Vroedfchap te Rotterdam , bttnkl .k tot de zaak van het Commando over het Gurrnifoen van 's Ha~ ge, in dato den 14 Augustus f786. De ondergeteekende Mede-Raaden in deze Vroed/ fchap, hunne aanteekening gereferveerd hebbende tegen de Refolutie by de meerderheid op den 24(ten July dezes jaars genomen , waar by aan Stads Gedeputeerden ter dagvaard, met betrekking tot het Commanao over het Guarnifoen in 's Hage, een last is gegeven, ftrydig tegen het Staats-Rap. port van den j November 1785, conform 't welke de ifte en 2de der Ondergeteekenden in het Befoigne, en zy allen in de Vroedfchaps-deliberatien op den 28 November 1785 alhier over deze materie gehouden, reeds geadvifeerd hebben, en nog van begrip zyn, dat deze Stad zich had behooren te conformeeren, hebben tot hunne decharge noodig geoirdeeld in de Notulen dezer Vroedfchap nader te doen infereeren: Dat zy oirdeelen, behalven de folidegronden der Memorie van het roemwaardig mindertal der Amfteldamfche Vroedfchap, met welke zy zich ten vollen conformeeren, niets meerder tot justificatie van hun gevoelen noodig te hebben dan het eigen adveu van die meerderheid der Amfteldamfche Vroedfchap, met welke die van deze Stad heeft goedgevonden in te ftemmen, te vinden in derzelver Pro Memorie van den iSden April, „ dat zy de ,, ftelling van zyne Hoogheid,"'zonder eenige bepaaling opgenomen , gevaarlyk houden voor Int ,, Welzyn, de Vryheid, en de Conftitutie der Regeering s, van den Lande; als ten gevolge hebbende, dat, „ gemelde ftelling doorgaande , de Souverein in „ effefte niet zoude hebben dan den fchyn of uiter,, lyke yertooning van de Opperheerfchappy." Dit is dan eene waarheid van die evidentie, dat ze by alle de Staats-Leden, zelfs by die, welke het meest aan zyne Hoogheid of het Stadhouder- lyk  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 17* lvk Huis gedevoueerd zyn, eenpaarig_ wordt: erE>nden hec is dus ook de ontwyfrelbaare plicht lil alle Regenten , die zoo gevaarlyke ftelling te Sr té gaan, door Staatsgewyze te helpen refolveeSn of effeflueeren maatregelen van genoegzaame £acht, om dezelve niet gedeeltelyk of voor een «keren tyd, maar, geheel en al, en ten eeuwigen Za\V te extirDeeren, en dieshalve zich met te vet* &?en^^on'ciUatoirep, door welke dat gelaar , 't geen alle de Staats-Leden, zelfs de beste, of om juister te fpreken, de zich meest by zyne Hoogheid inflnueerende vrienden van den Heere Stadhouder, in deszelfs ftelling zien en erkennen, zoude blyven fubfifteeren, en de Vryheid en RegeSngs-Conftitutie dezer Republyk.m de waag. fchaal gefteld worden, juist in decritijcqfte tydftippenf in1 welke de meerderheid der AmfteldamHe Vroedfchap erkent dat de Souyerein zelf, en nmediate, daadelyke ordres aan het Guarnifoen van Hoogstdeszelfs Refidentie-plaats met effect "Doodde'PrlTeö-Refolutie te Amfteldam geconcipieerd , en door de meerderheid dezer Vroedfchao mede gegouteerd, zoude aan zyne Hoogheid SdeTuit te drukken in welke qualiteit, en dus konder te contradiceeren de nadenkelyke fustenu ïn de Memorie van zyne Hoogheid voorkomende, I j. titul van Gouverneur zoude zyn Militair, « hVhooren bv die van Kapitein-Generaal, daar Sn we°n?g kuVde in de Historie en het StaatsReSht van ons Land noodig heeft om te weten, dat het woord Gouverneur by ons altyd is geconfidereerd als een Politycque qualiteit, coincideerende, of lln fynonymum zynde, met die van Stadhouder) wor*7n toegekend, het Commando over 't Haagfche CnJ°SenZ waar onder dan ook het geven van 't wachtwoord, zoodaanig als het een en ander " bv Hoogstdeszelfs Prsdecesfeuren is uitgevoerd cn genoten geworden, wanneer het door deszelfs.  116 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ tegenwoordigheid mooglyk zal zyn." — Zie daaf reeds eene dubieufe en daarom gevaarlyke limitatiej — is de intentie, om dat Commando, by alle abfentien van zyne Hoogheid bjiten den Haag te doen cesfeeren? — waarom dan niet eenvoud dig gezegd: ten allen tyde als zyne Hoogheid perfoontyk in den Haag zal prafent zyn ? — De woorden wanneer 8>c. zouden immers dagelyks verfchillen overlaten, of het verblyf van zvne Hoogheid op de Oranje-Zaal, te Ryswyk, Honsholredyk, of andere meer gcëloigneerde lüstplaatfen, op welke zyne Hoogheid zou kunnen verkiezen te logeeren, mooglyk of onmooglyk zou maaken, de noodige ordres te ftellen tot hec Commando over 'tHaagfche Guarnifoen, en het wachtwoord &c. Het exempel, 't welk zyne Hoogheid'zelve heeft te berde gebracht, uit de Refolutie van Gecommitteerde Raaden vaD den 4den November 1677, dat naamelyk Koning Willem , voor zyn vertrek naar Engeland, aan een Sergeant-Majoor had gelaten een lyst, waar naar dagelyks het woord of de ordre voor de wacht zou worden uitgegeven, -— doet zien, ^- wat men niet al mooglyk kan oirdeelen; en moest, naar de denkwyze der Ondergeteekenden, genoeg zyn om alle de Leden der Regeering eenpaarig te doen zeggen: vestigia nos terrent, — Men voegt 'er in het Amfteldamfche ProjecT; wel by: ,, dat deze Refolutie zoude worden genomen „ onverminderd het Recht en de Macht aan Hun „ Ed. Groot Mogenden, en by derzelver abfentie „ aan Gecommitteerde Raaden, altyden indisputa,, bel blyvende toekomen, om, wanneer de nood en „ de confervatie van den Lande zulks zoude moi, gen vereisfchen , ook zonder interventie van s» jyn? .Hoogheid, zoodaanige ordres omtrent de i, Militie te ftellen, en aan zoodaanige Perfoon i, of Perfoonen ter executie te demandeeren, als „ Hoogstdezelven, na bevinding van zaaken, ter „ hand-  de Gebeurtenis/en in 1787 tnz. voor'gevang, if? fi handhaaving en beveiliging van 's Labd's Vryi „ heid en Conftitutie van Regeering meest geraas den zullen oirdeelen." Maar . . : hoe is het mooglyk, dat de verlichte Leden der meerderheid van deze Vroedfchap dat Project hebben kunnen ample&eeren, zonder te bedenken , datj indien deze Reftri&ie noodzaakelyk of nuttig geoirdeeld wierd, dezelve hét fterkftè bewys zou uitlevereh, dat het onnuttig en öndienftig is, het Commando op dien voet aan zyne Hoogheid toe te kennen? Immers móet een van beide waar zyn. — Deze Refolutie zou behelzen, eene enkele erkentenis van een jus conjlitutiim i-tó (zoó als de meerderheid der Amfteldamfche Vroedfchap het ook begrepen heeft) of de vastftelliög van eert jus novum, — indien het eerfte waar was, dan zott volgen, dat zyne Hoogheid, door zich op den 8 September 1785 op zulk een hoogen tóoc te verzetten tegen het goedvinden van den Souvercin.^ getoond heeft, dat een Stadhouder door zulk eene reftrictie niet genoeg kan worden gehouden binnen de börnes van.dat geen 't welk de Souveïein alleen aan hem heeft willen demandeeren , eh dat 'er dus een fterket voorziening noodig was, ohi hec indisputabel Recht van Hun Ed..Groot Mogenden $ en derzelver Gecommitteerde Raaden* Van 'fc tereischte effect te doen zyn; * . , Maar . . . zoo men met die Refolutie bedoelde te introduceeren.een jus novum, daar tóe ftrekkende, om wel in alle ordinaire tyden en gevalled h.eC Commando over 't Haagfche Guarnifoen doör zyne Hoogheid te doen exerceeren j maar dm teffens aan den Souverein te referveeren eti Verzekererl het Recht en de Macht, om zei ven j of door Ge^ committeerde Raaden j te kunnen ftellep zulke bt diergelyke ordres als op den 8 September 1785 ië gefchied, dan kon daar tóe geen Ongelukkiger be; woording worden uitgedacht dan die men by de meergemelde Projeft-Refolutie verkozen hec-fc« XLVI. Deel. K vol*  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot volgens welke de exercitie van dat indisputabel erkende Recht van den Souverein, en deszelfs Gecommitteerde Raaden» niet wordt gelaten aaD het enkele goedvinden van die Collegien, maar bepaald aan 't geval, wanneer de nood, en de confervatie van den Lande , zulks zoude mogen vereisfchen , zonder byvoeging aan wien het oirdeel over dien nood zoude ftaan. — Men zegge niet dat het van zelfs fpreekt, dat dit alleen door Hun üd. Groot Mogenden of Ed. Mogenden beoirdeeld zou moeten worden. —. Want, zoo dit de intentie ware, dan was die geheele byvoeging, wanneer de nood ere. zulks zoude mogen vereis/eken, geheel onnoodig en gedeplaceerd geweest; — dewyl men van geen Souverein of deszelfs Gecommitteerde jfD mag iubP0Deeren, dat dezelve ooit, zonder nood &c., pro mero lubitu zouden afgaan van eens geetabhsfeerde generaale fchikkingen , waar by de behandeling eener zaake aan dezen of genen Ambtenaar is gedemandeerd. En het dieshalve nog te ongepaster is, zoodaanige fubpofitie te brengen in de extenfie eener Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden zeiven. Nog veele andere refledtien, welke aan de Ondergeteekenden , by het examineeren dezer gewichtige zaake , zeer interesfant zyn voorgekomen, zouden zy kunnen, en zich verplicht achten, hier by te voegen, indien de uitflag van Hun Ed. Groot Mogenden deliberatien over dat onderwerp zulks niet onnoodig maakte. —— Zy verheugen zich deswegens ten hoogden, fchoon het hen jammert, dat de meerderheid dezer Vroedfchap van een ander fentiment is geweest, en dus veroirzaakt heeft, dat een zoo voornaame Stad als Rotterdam in de eere van des Souvereins ■finaale Refolutie van den 27 July 1786 (welke dag ■Bit dien hoofde by de Ondergeteekenden altyd in zegening zal zyD) niet heeft mogen deelen. — En het is, om hen zei ven deswege by de poster!-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 179 teriteit te zuiveren, dat zy deze hunne aanteekeiiing in de Notulen doen infereeren. Den 14 Augustus 1786. (was onderteekend door de Heeren) Boogaert en Vingerhoedt. Burgemeest-erttii Gevers, Elzevier, Reepmaker, VaisS Hoogstraten. Vroedschappen. No. 3313* Declaratoir en verbintenis van een aantal ' Burgers en Inwoners te Rotterdam, in dato den 28 Augustus 1786, tot verjterking der verbintenis van Regenten op den 8 Augustus 1780" te AmjieU dam aangegaan. Wy Ondergeteekende Burgers óf Ingezetenen der Stad Rotterdam, met hec uicerfte gjaoegen eö de grootfte admiratie gelezen of vernomen hebbende den inhoud der onderlinge vérbindtenisfe tusFchen Vaderlandlievende Regenten tot handhaaving der Republikeinfche Conftïtucic, op den 8ftea Augustus dezes jaars te Amfteldam, aangegaan, waar? by dezelve hunne edele en braave Oogmerken eri voornemens openleggen, en zich verbinden otri elkanderen, en een iegelyk Regent die zich verder me6 hen vereenigd, in gevalle iemand derzêlve, un hooide van die plechtige verbindtenis tóe handhaavingder Vryheid en Ooafhankelykheid dezer RepublyK en dftr Ingezetenen Rechten ingericht, of uit hoofde van eenig bedryf, tot het welk zy door die verbindtenis zouden verplicht zyn, in het meest of minsÊ pekrenkt of gemoeid mogten worden, in allen opzichte des noods niet goed en bloed te onderfteunen en befchermen, in verwachting vart de Godlyke hulpe, en in een vast vertrouwen op de medewerking en byftand der Ingezetenen, hebben, in aanmerking van de ernftige betüiginge door die waafdigè Volksvrienden, by alles wat hen dierbaarst is, in de voorfz, Aüe gedaan, dat zy, mst verzaaking van alle N % «*ge'B  180 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eip>r.belang, met dezelve hunne verbindtcnis alleen 's Lanas melzyn en behoud bcoogen, — ons genoopt en verplicht gevonden, deswege dit openbaareblyk van onze hoogachting en erkentenis te geven aan alle de Heeren die de voorfz. Adte hebben geteekend en zullen teckenen, en voorts ten behoeve eD tot verzekering van alle de Leden der Regeeringe van deze ot ze Stad, die de cordaatheid gehad hebben en rog zullen hebben van in de voorfz. verbindtenis deel te nemen, te belooven en ons als mannen van eer te verhinden , omme hun Eds. in derzelver lof. Ij Ke poogiDgen met all' ons vermogen te onderfteurer?, en tegens alle nadeelige gevolgen , welke daar uit voor hun Eds. te famen, of ieder in het byzonder zullen proflueeren, te befchermen door alle zoodaar ige meest gepaste en efficacieufe middelen , als hun Eds. nevens ons raadzaam achten co oirdeelen zullen van ons, als waare liefhebbers var: dit Land en de grondwettige Conftitutie van deszelfs Regeering, in redelykheid gevergd te kunEen worden; zullende wy alle geweld en ongelyk, door eene overhcerfchende macht aan de gemelde Heeren overkomende, aanmerken als aan ons zeiVtn hoofd voor hoofd aangedaan, en niet flilzitten voor het zelve behonriylc zal zyn herfteld en afgedaan: maar in allrn gevalie met der daad toonen, dat hur. Ed*. niet te vergeefs op de medewerkingenbyftard dei Ingezetenen hebben vertrouwd. AQum in Rotterdam op den 28 Augustus 1786 en volgende dagen. Dit ftuk wierdt, in de Couranten van dien tyd geirftTeerd, met de volgende aankondiging: ,i Te Rotterdam in de Vaderlandfche Sociëteit en by den Boekverkeper J. de Leeuw ligt ter „ teekerire de volgende verbindtenis, welke eerst ,, door de Geconftiiueerden van de Requestranten „ en voorts reeds door veele aDdere welmeenende ,, Vaderlanders, is onderteekend; welk voorbeeld „ men verwacht dat in alle Steden van ons Land „ met iever gevolgd zal worden." flo.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 181 No. 3314. Request van de Geconjlitueerden van een aantal der notabelfte Burgers te Ro-terdam afin de Vroedfchap, tegen het begeven van ambten of bedieningen aan Vreemdelingen, in dato den . . january 1787. Aan de Edele Groot Achtbaarf. Hesren, BORGEMtESTEREN EN r *\ADENf in de Vroedschap der Stad Rotterdam. Geven met behoorlyke reverentie 'e ^nnen Isaac Hubert en Mr. Pieter de Monohy. O-lSchepenen; Mr. N. M. 8oog*ert «ah AlblAsserdam, Collonel; er T. T. Crbmer, K.vi>vm der Schuttery; Daniël de Jongh, Crnkjüs van den Bosch, Gerrit van oer Pot, Heer van Lrrieneveld, Jacob E. de Vogel, Pieter de K ksr , Cornelis van der Hoeven. Jan Virüly, £er< wout van Beefting, en Jan Thf.odore Frejsca rode, voor hen zeiven, en als Geconftieu e - -n van ruim 1150 hunner notabelfte Mede-Burg rs eö Ingezetenen dezer Stad, — dat zy * met adrairatie hebbende vernomen de voortreflyke befluiren by de Regeeringen der Steden Dordrecht, Gouda, Alkmaar, Schoonhoven en Purmerende, en laatst by die van Haarlem, uitgebracht, op het psffifereeren van Burgers tot de openvallende ambten en beneficiën , zich verplicht hebben geoirdeeld het voorbeeld der Geconftitueerden van een aantal Burgers der Stad Leyden te volgen, en een diergelyke Refolutie van ü Ed. Groot Achtb. — raar den aart en de byzondere omftandigheden dezer Stad ingericht, — te folliciteeren. (*) Dat de Ondergeteekenden de motiven tot dat verzoek niet beter noch fterker wetende voor te ftellen dan in de Refolutie van de Vroedfchap der Stad (*) Zie een Contra-Request in deze Verzameling, XXIJI. Deel, bl. 87. N 3  ï82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Stad Haarlem is vervat, de vryheid nemen die Refolutie copielyk ten dezen te annexeeren, en zich tot dezelve te refereeren. Ed keeren zy zich, op de gronden daar in voorgedragen, tot UEd. Groot Achtb., met ootmoedig verzoek, dat het U Ed. Groot Achtb. gelieve te nemen en publiceeren eene Refolutie, waar by voor altoos bepaald werd, dat de ambten en beneficiën, binnen deze Stad, ftaande ter begevinge van U Ed, Groot Achtb. Collegie, of van een of meer Leden van het zelve eene Commisfie bekleedende , als mede van Heeren Burgemeesteren, Kerkmeesteren, Secretarisfen, den Burger-Krygsraad en de Regenten der Godshuizen , na den l May 1787 niet zullen mogen worden geconfe^ reerd dan aan Burgers of Burgeresfen, die binnen deze Stad geboren zyn, of zeker getal van jaaren het Burgerrecht en hunn' vaste en eenige dómicihum alhier gehad, en in de lasten gecontribueerd hebben, met uitzondering alleen van zoodaanige posten of bedieningen, welke op een te formeeren lyst zullen worden uitgedrukt, en van dien aart geoirdeeld, dat dezelve, om de byzoDdere talenten of kundigheden daar toe vereischt wordende, ook voor Vreemdelingen, of om de geringheid der funöien of voordeden ook voor domestycque dienstboden, impetrabel behoorden te zyn. 't Welk doende &c. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 N° 00 t< Misfiv* van de Staaten van Zeeland aan '!ie5bZlihiige Hoogheid, in Mo den 18 Jaluary 1788, aan tozeiv^n cfereerende de pst van Eerjte Edele. (*) Doorluchtig Hoog-gebaren Vorst en Heerej Het was ons byzonder aangenaam, aan Uwe telyke blydfchap, weSeDS ^fh g|iZ vaü dingevan zaaken, en opgevolgde^elte 1,Dfe Uwe Doorluchtige Hoogheiin de ««««eent>c. •"'^««"reTnemef ook"aan^nze^oede K»n Hrosstdeszelfs Prffidecesfeuren en Voorouders mtol de"e, Provincie. Offchoon op \ ptetote.- erffelyk wordt verklaard, VL Deel, bl. 283. N 4  ï§4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren van H voorfz. Request,, even zoo zeer als op fommige pofitiven van dien, eenige confideratien by ons zyn gevallen, die ons zwaarigheid hebben doen maaken op de gronden daar in vervat te disponeeren, heeft niettemin de zuivere affedtie die wy Uwe Doorluchtige Hoogheid toedragen en de overtuiginge dat Zeelands belang en welvaart onaffcheidbaar is van den bloey en luister van Hoogstdes^elfs Vorftelyk Huis, in ons verwekt de eenpaarige genegenheid tot het doen van zoodaanigen opdracht, 'waar door de ftaat en qualiteit van Eerfte Edele dezer Provincie erffelyk werde verklaard in de wettige Defcendenten van Uwe Doorluchtige H°ogheid , en zulks op 't voetfpoor van het genè ten opzichte van Prins Willem den berden in den jaare 1674 is gerefolveerd geworden; wy zouden niet hebben gehasfiteerd tot deze delatie daadelyk en finaal te befluiten, was het ons met voegzaamer gefchenen Uwe Doorluchtige Hoogheid daar van prsealable aanbiediDge te doen 3 wy verdoeken mitsdien te mogen vernemen, of't Uwe Doorluchtige Hoogheid welgevallig zoude zyn, den meergemeldèn ftaat van Eerfte Edele dezep Provincie erflyk geconcedeerd te zien aan de wettige Nakomelingen van Uwe Doorluchtige Hoogheid , met het Erf-Stadhouderfchap bekleed , en daar dooi- te ontvangen een m'euw blyk van onze oprechte hoogachtin'ge Voor Hoogstdeszelfs Perfoon en Vorftelyk Huis, die wy by alle verdere gepaste gelegenheden volvaardig zullen blwen manifesteeren. J Waar mede, Doorluchtig £?c. In 't Hof van Zeeland te Middelburg, den S8 january 1788. 8 * H No.  ie Gebeurtenis/en in 178?' «u£ voorpotten. 18/ No, 3 „ peteerende, nochte aan de Heeren Marquifen van „ Veereen Vlisfingen, in der tyd, eenige de min„ fle prsejudicie zal kunnen geven;" weikin deze claufuie bepaald geval vervolgens plaats gehad hebbende, mitsdien de opgemelde concesfie en övergifte eo ipfo was vernietigd; Dat vervolgens, by gelegenheid der reftitutie van het Marquifaat van Veere, en de Heerlykheid van Vlisfingen, aan den Jaatst overleden Heere Prinfe van Oranje, na de bekende Devasfalage, aan deze zaak niet fchynt gedacht ïe zyn; wordende in dé Notulen der Heeren Staaten van den i<5 May 1747 alleenlyk deze korte extenfie gevonden : ,j is goed„ gevonden en verftaan, aan Hooggemelden Heere „ Prinfe van Oranje en Nasfau te reftitueeren het Marquifaat van Veere en de Heerlykheid van ,, Vlisfingen , wordende hier mede die van den „17 November 1732, en allé andere Refolutien, ,, dit contrarieerende , ingetrokken , voor nietig „ verklaard, en gehouden of nooic genomen waren a, geweest." Dat het noch uit de Memorie en 't bericht in dé PrEemisfen dezer gemeld, noch ook elders, confteerde, hoedaanige Pradtyk had plaats gehad, in zoodaanige gevallen van dezen aart, als na 't overlyden van zyne Koninglyke Majefteit, Willem den Derden, en vervolgens federt den jaare 1747 moeten geëxteerd hebben; hoedaanig een Pra&yk ook, al'  dt GcbêurtetHsfen in 17-87 tra» Vcvrgevalkn. in a! ware dezelve bcfïendig geweest, dan öög quoai ïus, niets zoude beflisfen. , Dat echter mei: allen grond mag veronderlteld worden, dat, indien men ten jaare 1747 aan de h°* vengemelde Refolutie van den 20 April 1688, eü de Concesfie daar in vermeld, gedachtig was geweest, dezelve Concesfie, als waar voor destyds ceene mindere redenen exteerden, mede zoude zyn vernieuwd geworden, te meer, daar naar alle waar* fchynlykheid de liraicatie, in de Refolutie van den jaare 1688 voorkomende, destyds alleen was gemaakt uit hoofde van hec vooruitzicht, dat zynë Hoogheid kinderloos zoude overlyden , wanneer het onzeker worden zou, aan wien,het MatquiiaaC van Veere en Heerlykheid van Vlisfingen, by de verdeeling der Nalatenfchap, zouden overgaan: kun» nende de Heeren Staaten destyds niet weten, dat; het een en ander op een Prins uit het zelfde Huis van Nasfau, en zoo na aan deze Provincie verboa* den, zoude devolveeren» . Dat bovendien in 't byzonder Heeren Gecommitteerden zich ten vollen verzekerd houdende, datby de Heeren Staaten jegens zyne Doorluchtige Hoogheid, den tegenwoordigen Marquis van Veere ea Heer van Vlisfingen, geen minder dankbaare ed hoogachcende gevoelens, als ten jaare 1688, P'3^3 hebben, dierhalven geoirdeeld hadden aan Hun Eda Mogenden in confideratie te moeten geven, om deze zaak te brengen ter kennis van de Heeren Staa* ten en aan Hoogstdezelven te proponeeren, om de meergedachce Refolutie van den 20 April 1688 in allen deelen op dienzelven voet te vernieuwen, waar mede dan het verfchil, 't geen tot dit onderzoek aanleiding heeft gegeven, en alle anderen van dien aart, eens en voor altoos (zoo Hun Eu. mqgenden hartelyk wenfehen) zullen wezen gctermineerd. Waar op gedelibereerd , en welgemelde Heeren Gecommitteerden voor derzelver genomere moeite en gedaan rapport bedankt zynde, is goed* pevonden 't zelve in allen deelen te approbeeren , XLVÏ. Deel. O ™  194- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en in diervoegen, wegens dezen Raade, aan de Heeren Staaten voor te dragen, waar toe de Heer Raad-Pecfionaris by dezen word verzocht. Accordeert met voorfz. Register. Van welke hem Raad-Penfionaris opgelegde com. misfie hy de eer had zich by dezen te acquiteeren. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Hun Ed. Mogenden zich met het voorfz. uitgebracht Rapport by de Heeren van den Raade in allen opzichte geconformeerd; en is mitsdien goedgevonden en verftaan, dat, by Ampliatie van Hunner Ed. Mogenden Refolutie van den 16 May 1747, waar by aan den laatst overledenen Heere Prinfe van O* ranje en Nasfau is gereftitueerd het Marquifaat van Veere en de Heerlykheid van Vlisfingen, de anterieure Refolutie, den 20 April 1688 genomen, en termiceerende de toen ten tyde opgerezen differenten tusfchen de Graaflykheid ter eenre, en wylen zyne Hoogheid Willem den derden , als Marquis van Veere en Heer van Vlisfingen, ter andere zyde, nopens de Zeedriften en geftrande Goederen, in allen deele en op dienzelven voet zal worden vertieuwd, en mitsdien wederom geftatueerd en vast. gefteld, gelyk Hun Ed. Mogenden doen by dezen, dat van nu voortaan aan zyne Doorluchtige Hoogheid den jegenswoordigen Marquis van Veere en Heer van Vlisfingen , en deszelfs wettige Defcendenten, Marquifen en Heeren van Veere en Vlisfingen , zal volgen het volle bezit, gebruik en recht, tot de Zeevonden, Zeedriftenen Lachaën, conform de brieven van investituren, daar van zynde ; iovoegen dat Hooggemelde zyne Hoogheids Rentmeesters van Veere en Vlisfingen voornoemd zullen hebben het bewind en adminiftratie van wrakken en goederen, aan de Zeeftranden, Banken en voorleggende Gronden, aangefmeten of gezonken, en dat onder de Limiten, zoo de oude brieven daar van melden; en dat van gelyken de voorfz. Rentmeesters alléén en privacive zullen hebben het be- wiud  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaar. tpj wind en adminiftratie van de Zeedriften in de Zee* de Zeegaten 1 en op de Graaflyke (troomen, onder de Limiten van Vlisfingen en Veere gevischt, en die aldaar zullen worden opgebracht, zoodaanig nogthands, dat dezelve Rentmeesters, en andere zyne Hoogheids Bedienden, in dezen sullen ge» houden worden tot hun devoir, en tot haarköminf* van het Reglement op het Strandrecht < ten jaare j7ji by Hun Ed. Mogenden reeds gearrefteerd, of nog nader te arrefteeren; èn zal Extract dezc.£ Refolutie aan den Biiljuw van de Wateren dezes Provincie, Mr. L. H. de Haze BoMMe, en aa>* P. J Clyver in qualiteit als adinUrim waarnemen, de het Rent-ambt van zyne Doorluchtige Hoog* heid den Erf-Heer van Vlisfingen, tot hun nanchc worden gezonden, en dezelven daar benevens ta kennen gegeven , dat Hun Ed. Mogenden dez^ vernieuwde Refolutie ook applicabel maaken ori het geval voor handen, waar over tusfchen heni Water-Bailjuw en Rentmeester verfchil is ontftaan * en derhalven het Zelve hier mede houden vooc finaal getermineerd; zullende gelyke Copié van deze Refolutie aan den Rentmeester-Generaal van ds Graaflyke Domeinen van Zeeland beweste? Schelden, en aan den Rentmeester van zyne Hoogheids Domeinen te Veere, tot hun informatie en narich: refpe&ivelyk worden gezonden. JNo. «5319. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, ' van den 19 December 1791» tot ontflag van Mr, L. Ö. dè Haze Bomme » ah Eailjuv van ce Wateren van Zeeland, op zyn verzoek. Öp het, ten dien einde, by Requesté gedaan verzoek, is, na voorgaande deliberatie, goedge vonden en verftaan, aan Mr. Leéndert HdibrecSY, dè Haze Bomme te verkenen zyne demisfie M, Bailjuw van de Wateren van Zeeland, zoo ah Ban 0 2 E t  r96" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Edele Mogenden aan hem verleenen by dezen} wordende dezelve mitsdien uit den ééd, aan den Lande gedaan, ontflagen, en het voorfz. ambt impetrabel verklaard. No. 3320. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 22 September 1791, Commisforiaal maakende zekere Misfive der Stad Middelburg, behelzende beklag wegens inbreuk op 't Plakaat aan. gaande de Militaire Jurisdictie, door die van 't Guarnifoen hunner Stad. Is gelezen een Misfive van de Heeren Burgemeesteren en Schepenen der Stad Middelburg, gefchreven aldaar den 22ften September, kennis gevende, dat op den T3den te vooren door de Perfoonen van Pieter Theunis en EgbertNiemeyer, beiden zich onthoudende binnen voorfz. Stad, en, 200 zy Heeren naderhand geïnformeerd waren, behoorende onder het Guarnifoen der Stad Vlisfingen, Verregaande brutaliteiten en ftraatfchending waren gepleegd, het geen verzeld was geweest met daadelyke violentie, aggresfie en kwetzing van een derzelve ; dat de voornoemde Pieter Theunis, met asfiflentie van de Militaire wacht aldaar, illico was gebracht en genomen in bewaaringe, en uit kracnte van een, ten behoeve van de Bailjuw derzelver Stad, verleend Decreet van apprehenfie opgeëischt zynde, geweigerd was te eXtradeeren. Dat zy Heeren van Middelburg zich genoodzaakt hadden gevonden, aan den gemelden Bailjuw te verleenen hunne brieven van reclame aan den Commandeerenden Officier van de Militie aldaar ter Plaatfe, welke eXtraditie door denzelven tot nog toe wierd geweigerd en gedilayeerd. Dat zy Heeren van Middelburg vermeenden zoodaanig een handelwyze te ftryden tegen de duidelyke letter van Hun Ed. Mogenden Refolutie en Pu-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. IQ7 Publicatie van den 22 September 1783, op het poinct van de Militaire Jurisdictie geëmaneerd» waar by geene Militaire Jurisdiöie kan erkend worden, dan in pure Militaire delicten , enorme misdaaden zelve uitgezonderd , en by prajventie in delicten tusfchen Militairen vaa het Guarnifoen der Stad zelve, waar in die gelegen zyn, zoo als in het geval voor handen geen plaats heeft j en verzochten zy Heeren derhalven in dit hun bewezen en gemanifesteerd recht door Hun Ed. Mogenden op de meest krachtiglte wyze te worden gemaintineerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden de bovengemelde Misfive te renvoijeeren aan een Commisforiaal Befoigne, zoo fpoedig mooglyk te houden, op rapport aan deze Vergadering. No. 3341. Staats-rapport en Refolutie van den 2f> September 1791, op voorengemelde Misfive der Heeren van Middelburg, om den gereclameerden Soldaat te exiradeeren. De Raad-Penfionaris heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commisfarisfen, hebbende, in voldoening van Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 22tten dezer, geëxamineerd de Misfive van Burgemeesteren en Schepenen der Stad Middelburg, ten zeiven dage aldaar gefchreven, en houdende, dac de Heer Bailjuw dier Stad Mr. Dirk Hendrik MaCARè, den I3den dezer maand, ter zei ver kennis had gebracht, dat Pieter Theunis en Egbert Niemeyer, zich onthoudende binnen gemelde Stad» doch behoorende onder 't Guarnifoen te Vlisfingen, eenige brutaliteiten en ftraatfchenderyen hadden gepleegd , verzeldmet daadelyke violentie ,aggresfie en kwetfinge van een derzelven aan den lyve, het geen ten gevolge hadde, dat door de by en omftanders de adfiftentie der Militaire wacht verzocht zynde, een der voornoemde Perfoonen, genaamd Pieter O 3 Thecs-  ig% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Theünjs, door dezelve in bewaring genomen werd, ponder voornoemde Perfoon aan den gemelden Heer Bailjuw, ten wiens behoeven decreet van appreherifie was verleend, te extradeeren, die, zulks nader ter kennis van Burgemeesteren en Schepenen gebracht hebbende, gemelde Heeren aan denzei ven, tot maintien van hun deugdelyk recht, verleend hebben brieven van reclame aan den Commandeerenden Officier van de Militie aldaar ter Stede, met inftantie en requifitie tot daadelyke overgifte, ten einde tegen dien Perfoon volgens de wetten yan den Lande tp doen procedeeren , zoo als in goede Juftitie, ter bewaaring van de algemeene rust en veiligheid , zoude bèvonden worden te behooren, alles bp grond van den duidelyken letter van Hun Ed. Mogenden Refolutie en Publicatie, in dato den 22 September 1783 gearresteerd, omtrent de Militaire Jurisdictie; en daar 't geval in qusestje in die termen viel, dat zy Heeren zich te recht geflatteerd hadden, dat dienaangaande by den Commandeerenden Officier geéne difïïculteit zoude gevonden worden tot de overgave, doch wélke onder frivole voorgeven? fchynende gedilaijeerd te worden ;. en dat duss door die delaijeerende weigering, de voorgemelde provifioneele bewaaring van den gezegden Perfoon thands moesten confidsreeren als eene daadelyke apprehenfie, ftrydig met hunne Privile. gien, Gerechtigheden en Prfeëminentien, en waar door dan ook kan gerekend worden by die van de Militie aldaar exces te zyn gepleegd, te meer daar de meergemelde perfoon daadelyk uit het huis yan zekeren Burger binnen gemelde Stad met geweld door dezelven is geligt geworden ; om alle welke redenen, gronden en motiven, het van hunnen pdispenfablen plicht achtten, HunEd. Mogenden, ffigëvolge van den teneur der voorgemelde Publica. de, welke zy op 't krachtigfle in dezen reclameereo. daar van illico kennis te geven, ten einde Hun Ed. Mogenden dienaangaande, binnen den bepaalden tyd daar by omfchrcven, zouden kunnen voor-  de Gebeurtenis/en in f787 ««• voorgevallen. 19? 7ien en refolveeren, zoo alsHoogstdezelven na derzeiver hoogewysheid, zullen vermeencn te behooSi - dat Heeren Commisfarisfen uit den voordracht vanhet geval, by de Misfive van Burgemeesteren eJ Schepenen der Stad Middelburg ter neder gefield, vernemende, dat de Bailjuw aldaar fundament gevonden heeft, om eene Cnmineele actie te. gen Pieter Thronis, wegens gepleegde brutahteifen en ftraatfchenderyen, gelyk ook wegens daadelyke violentie, aggrestie en quetfing van Egbert Niemeyer, te inftitueeren , en dat aan denzelven daar op, dóór de Weth van Middelburg, op de gemelde Perfoon apprehenfie verleend zynde, ten gevolgen van dien, alleen te onderzoeken ftaat, or Burgemeesteren en Schepenen aldaar de Competente Rechters zyn, om over de misdaaden door Pinter Throws, fchoon in Militaire dienst zynde, te jugeeren; dan of dezelve , een puur Militair deJicf begaan hebbende , en by preventie door de Militairen van 't Guarnifoen in bewaaring gefteld zvnde, ook door hun over zyne misdaaden kan geftraft worden, en dezelve dus ongehouden, om den Delinquant, niettegenftaande de reclame, aan oe voorfz. Weth van Middelburg over te geven; dat omtrent deze vraag geene de minfte fpeculatie valt, Sm vast te ftellen, dat, fchoon het delict van aggres. fle en auetfing gepleegd is tusfchen twee Militaire PerfooJen aTwIren dS misdaaden pure Militair,de maeventie in deze niet te ftade komt, alzoo dezelïe Perfoonen niet behooren tot het Guarnifoen te Middelburg, maar tot dat van Vlisfingen, en zich alken onthouden hebben binnen de Stad Middelburg; dat Burgemeesteren en Schepenen aldaar dus competent zynde om over dezen Perfoon te jugeeren , de overgifte van denzelven aan den Heer Bailjuw niet wel kan worden geweigerd ; en dat nog veel min tot een pretest van die weigering kan worden Slegeerd, dat gemelde Militair zich fchuldig hebbende gemaakt aan defertie, hy deswegens eene grootere misdaad voor den Militairen Rechter, ren fc o 4 zv*  990 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zynen lasten heeft, dan waar over hy by den Bailjuw van Middelburg word geattioneerd, en dat, die mindere misdaad in de grootere gecomprehendeerd wordende, hy deswegens over beide misdaaden door den Militairen Rechter moet worden geftraftj dat eens daar gelaten zynde, in hoe verre een Militair Perfoon, die met kennis van zyne meerdere, zich uit de plaats van zyn Guarnifoen, en alleen om te werken, na een andere bygelegen plaats begeeft, zieh aldaar ophoudt, en, fchoon van geen werkpas voorzien, geen de minfte intentie fchyES gehad te hebben om te deferteeren, in den ftriöiïen zin daar aan fchuldig ftaat, en of niet veeleer die genes die hem by oogluiking permisfie verleende, daar toe oirzaak gegeven hebbe, en ten dezen opzichte ftraffchuldig is, dit zeker blyft, dat deae Delinquant niet wegens defertie, maar wei wegens het pleegen van andere misdaaden, in bewaarderhand genomen is, en dat, hy deswegens geaftioneerd wordende, doorden Officier van deplaats, alwaar hy die bedreven heeft, ook aan denzelven moet worden overgegeven, blyvende niettemin onverlet zoodaanige actie, als uit zyne begaane defertie aan den Militairen Rechter zoude competeeren. Dat Heeren Commisiarisfen op alle die gronden van advys waren, dat den Commandeerenden Officier van de Militie binnen de Stad Middelburg behoorde te worden gelast, conform den duidelyken letter van de Refolutie en Publicatie van den 22 September 1783, op de Militaire Jurisdictie binnen deze Provincie gemaakt, en waar aan alle Militairen , in dezelve Guarnifoen houdende zich telkens fubmitteeren, de Perfoon van Pieter Theükis , by hem in bewaarderhand gehouden, te extradeeren aan den Heer Bailjuw der Stad Middelburg, Mr. Dirk Hendrik Macaró, ten einde, voor Burgemeesteren en Schepenen derzelve Stad, tégen den gemelden Perfoon zoodaanig te kunnen procedeeren , als conform de Wetten van den Lande zal vinden te behoorea. Waar op zynde gedelibereerd S:  de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, aoï rrPrd is het voorfz. gerapporteerde geconverteerd n eene Refolutie , gelyk" gefchied by dezen en voorts, op de inftantien door de Heeren Gedeputeerden van Middelburg op heden ter Vergadering Sd goedgevondenen verftaan, in achting geg „ UrHe dat bv het eerfte gedeelte van Hun Edele MogtVden Reïolutie van Jen u September f7dg3 de Militaire Jurisdictie binnen dfze Provinde wel is toegelaten, wanneer eenig delict door den einen M.ritair tegen den anderen, in de plaats yan h" GuaSoen, rnogt zyn gepleegd, en de DehnSnt by pre ventie door den Militairen Rechter aldaar SeaSDrehendeerd; doch dat daar onder met konden feSScn worden de zoodaanigen, die begaan zyn hSdezelve plaats van hun Guarnifoen, het geïe n 't geval vSor handen exteert-de Heeren van Se Weth der Stad Middelburg by Misfive en Extract dezer Refolutie aan te fchryven, gelyk gefchied by dezen, om van den Militairen.Krygsraad van het Guarnifoen binnen dezelve Stad te reclameeren den Daader van het fait, by hunne Misfive v4 den aaften dezer maand gemeld, als deswegens «eds door den Militairen Rechter byr preventie1 geaDDrehendeerd (zynde den Commandeerenden Offir?ePr van het Guarnifoen binnen voorfz. Stad tot de e^tradnie by Refolutie van heden gelast) om vervolgens met denzelven Delinquant te handelen , Ino a f zv Heeren van de Weth in goede Juftitie Sen vSen te behooren. De Raad-Penfionaris, ïoor den Heeren Eerfte Edele, heeft, dien onverminderd, gedeclareerd , dat de voorfz. Conclufie ?oude aanzien, niettegenftaande hy te vooren Copie Sde gevraagd van alle de ftukken, tot dit geval bSrekkelyk, ten einde zich daarop nader te hebben kunnen verklaaten. P S. No.  <$ö2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 3322. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland t van den 27 Oftober 1791, waar by word gerenvoceerd aan een Commisforiaal Befoigne een Misfive der Heeren van Middelburg, zich beklaagende dat die van 't Guarrdfoen hadden laten evadeeren den uit kracht van Hun Ed. Mogenden Refolutie gere. clameerden Soldaat. Is gelezen een Misfive van Burgemeesteren en Schepenen der Stad Middelburg, van den 24ften O&ober, waar by te kennen geven, dat, niettegenftaande Hun Ed. Mogenden Aanfchryven en Reib. lutie van den 26ften September, waar by aan hun word toegekend de Judicature, en gewettigd het beklag over de geweigerde extraditie, van Pieter Theunis, door de Militaire wacht in bewaaring gefteld, de evafie van den voornoemden Gedetineerden hun daar van frustreerde; welke evafie, na derzelver gedachten, was toe te fchryven aan eene onvergeeflyke achteloosheid, welke, ongeftraft gebleven zynde, juist daarom, onder anderen , een geprasmediteerd oogmerk impliceert , om zich, op de best mooglyke wyze, aan de zoo düidelyk gemanifesteerde begrippen en uitdrukkelyke bevelen van Hun Ed. Mogenden te onttrekken, en hunne wettige erkende bevoegdheid lot de ftrafoeffening over de voornoemde Perfoon te eludeeren. Dat zy hier van reeds kennis gegeven hebbende by een Misfive van den I5den dezer, aan Heeren Gecommitteerde Raaden, met verzoek, na den toedracht dezer evafie onderzoek te doen, en daar toe de noodige orders te ftellen, verfeerende in het vertrouwen, dat dezelve Heeren daar van aan Hun Ed. Mogenden ter bekwaamer tyd ouverture zouden geven. Dat zy het hier by zouden hebben laten berusten, doch dat, na het verkrygen van het fignalement van denzelven Pieter Theunis, zich aan de Gerechten hieromftreeks hebbende geaddresfeerd ten fine van Recherche, en met verzoek van denzelven zoo vinde.  de Geheurwisfen in 1787 enz. voorgevallen. 203 cMvk te apprehendeeren, bericht hadden ontvangen , zoo van Burgemeesters en Schepenen s Lands faï den Vrve te Sluis in Vlaanderen, als van BurgemeeseÏÏ en Schepenen der Scad Sin»j. Waterfecht en Nieuwmuyden , meest in fubftantie op PPn en 't zelve uitkomende, en daar henen gaande dat de meergenoemde Pieter Theunis zich wegens defertie in arrest had begeven, daarover S gefententieerd was, en dat het vonnis er approbatie naar 's Hage, aan zyne Doorluchtige Kheid als Kapitein-Generaal, verzonden was , Sle deze nadere onhandigheden een weg fchynen aan te wyzen, langs welke deze gantfche^zaaK mooglyk tot haar geheel zoude kunnen worden weripr^eh^cht vermeenende niet te mogen afzyn, en gde vrïheid n^ende dezelve ter kennis van Hun Ed. Wenden over te brengen, ten einde Saromtrent te kunnen refolveeren, zoo a s Hun Ed. Mogenden na derzelver hooge wysheid, tot maintien van Hoogstderzelver wetug gezag , in 't aeval voor handen, op zulk eene verregaanoe ivze , met vertreding van Hun Ed. Mogenden orde» en bevelen, gevilipendeerd, mitsgaders tot Sandhaaving der Stedelyke Privilegiën en Voorrechten, zullen oirdeelen te behooren- En heetc de Raad-Penflonaris by deze gelegenheid, uu naam Jan Heeren Gecommitteerde Raaden, ouverture gegeven van eene by'hun ontvangen Misfive, yan Burgemeesters en Schepenen der Stad Middelburg van den ISden dezer, waar by kennis geven van de evafie van de Perfoon van Pieter Theunis, «itzvne Militaire detentie, in den nacht, nadat ? dïiï. te vooren de Refolutie tot extraditie van denzelven by Hun Ed. Mogenden genomen, en de ïnf^vvlng deswegens aan den Commandeerenden Officiergefchied was; van des niettemin . gedaane reclame In ^fchryving aan denCommandeerenden Officier van Wegens de Weth der Stad Middelburg, met toezending van de Staats-ReloiSitT tot vlldoening aan deszelfs inhoud, met re-  4o4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ferve van, byaldien de evafie van voornoemde Perfoon, waar van alleen by geruchte geïnformeerd waren, mogt bewaarheid worden, da | sich  834 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot zich thands mede ter defenfie der Stad Utrecht aldaar bevindende, voor het geheel of een gedeelte, zich alhier behoorde te bevinden, bereid te zyn het zelve op de eerfte ordre van U Ed. Groot Mogenden alhier te doen te rug komen. Dat wyders het U Ed. Groot IVlogenden behaajgen moge Uwer Ed. Groot Mogenden voorfz. Refolutie van den 7 September 1780, waar by de aanbiedingen, door de Leden vao tic? meergemelde Genootfchap aan U Ed. Groot Mogenden gedaan zyn, geaccepteerd, en zy in de Protectie yan U Ed. Groot Mogenden zyn genomen, op eene legaale wyze te brengen ter kennisfe van dtn Hove van Holland, en van den Magiftraat van 's Hage, met aanfchryvinge, om het voorfz. Genootfchap als zoodaanig te erkennen, en, als een vry WapenCorps , vry en onverhinderd in deze Uwer Edf Groot Mogenden Refidentie-plaats te laten trekiken, ten einde deswegens, noch by welgemelden Hove, noch Magiftraat, eenige verdere diflkulceic zoude kunnen worden gemoveerd, Dat het ook voorts Uwer Ed. Groot Mogenden gunftig welbehagen moge zyD, de Leden van het voorfz. Genootfchap, die te gelyk Leden zyn van de Haagfche Schuttery, van het doen van Schutterlyke dienften te eximeeren , behoudens echter alle voorrechten, welke aan de Schutters van 's Hage zouden mogen toegekend zyn, en mits onderhoorig blyvende aan de Magiftraat van 's Hage voornoemd, en voor zoo verre hieromtrent eenige verdere deliberatien by U Ed. Groot Mogenden zouden mogen noodig geoirdeeld Worden, dat U Ed. Groot Mogenden in dat geval de Leden van het voorfz. Genootfchap ten minften gelieven te verklaaren exempt van het doen van Schutterlyke dienften, in geval onverhooptelyk eenig alarm in deze Uwer Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats zoude mogen voorvallen. En dat laatftelyk, in confideratie der hier voor gedetailleerde redenen, door U Ed. Groot Mogen- den  de Gebeurtenis/en in 1787 e?iz. voorgevallen. 235» dpn de vereischte ordres werden gefteld, ten einde aaf hS voorfz. Genootfchap door alle Militairen alhier in den Hage, en derzelver Posten en Wachten,werden aangedaan dezelve honneurs,als zv gewoon zyn aan alle andere gewapende U>rpfen en Krygslieden te bewyzen. (Onder Jlond,) 't Welk doende, &c. Cvas reu) N. J. Box, Notaris, Urn &""J Loco den prokureur Harteveld. (In margine Jlond geappostilleerd,) De Staaten van Holland en West-FrietlandI vinden goed, dat deze R.queste gefteld zal worden in handen van Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden, om dezelve te examineeren, en de Vergadering daar op te dienen van hunne conüderatien en advys. 4£tum den 12 Juny 1787. (Onder Jlond,) Ter Ordonnantie van de Staaten, (was get.). C. Clotterbooke. Is, na voorgaande deliberatie, en onverminderd de verdere ingrediënten en verzoeken, by de voorfchreven Requeste gedaan, waarop het advys van de Heeren Gecommitteerde Raaden ten fpoedigften zal worden afgewacht, goedgevonden en verltaan ten opzichte van het eerfte verzoek, by de voor f* Reaueste, de Heeren Gecommitteerde Raaden by dezen"te' qualificeeren , om aan het Genootfchap tor ï Vaderland alhier in 's Hage ten fpoedigften aan te wyzen eene Loopplaats, ^ervnardshet zelve Genootfchap, in geval 'er in deze Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats onverhoopt eenig aUrm  636 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mogte voorvallen, zich zal moeten begeven, en aldaar de verdere ordres van Hun Ed. Groot Mogenden of derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden af te wachten; en dat, relatif het tweede poindt, aan den Commandeerenden Officier van het voorfz. ■Genootfchap zal worden gecommuniceerd het Wacht'. tvvordy om daar mede te kunnen geraaken, zoo op de voorfz. Loopplaats, als op zoodaanige andere plaatfen, als waar naar toe het zelve mogte worden gecommandeerd, en wyders, met opzicht tot de Verzochte exemtie van Schutterlyke dienften, te ■verklaaren, dat de Leden van 't voorfz. Genootfchap zullen zyn exempt van het doen van Schutterlyke dienften, ingeval onverhooptelyk eenig alarm in deze Hun Ed. Groot Mogenden Refidentieplaats zoude mogen voorvallen. En zal Extract dezer gezonden worden aan de Prajfldent en Raaden van den Hove, als mede aan de Magiftraat van 'sGravenhage, tot hun informatie, en mede Extract dezer gegeven worden aan den Commandeerenden Officier van 't voorfz. Genootfchap, om zich daar na te reguleeren. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de voorfz. Refolutie gecontradiceerd, en daar tegen zoodaanige nadere Aanteekening gereferveerd, als vinden zullen te behooren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Briele hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Steden Hoorn, Enkhuizen , Edam en Medenblik hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd, en verklaard niet aanfpraakelyk te willen zyn voor de gevolgen, die daar uit zouden kunnen refulteeren. Woens-  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 237 Woensdag den 4 July 1787. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen zich derzelver nadere Aanteekening gereferveerd hebbende op de Propofuie van de Heeren van Amftel. dam, en de fiiften in dezelve gepofeerd verklaareT onder inhame van derzelver geadvifeerde van dstèren, geenszins te kunnen berusten op de bloofe a/feu eï, door de Heeren van Amfteldam daar£fï d ,doch zonder eenig bewys van derzelver ichtheid of gegrondheid bygebracht te hebben, voornaamentlyk hier in beftaande. vPrnP,iri Dat 'er alhier zeer fterke bewegingen belpeurl worden, en attroupeeringen, welke zeer bedenkeTyk moésten voorkomen, dat'er een alleroproengfte en infaamfte Na-Courant van Pierre Gosse alhier onder *t oog en in de tegenwoordigheid van 5en Souverein, glduldt wierdfdat 'er yeelerhande Oranie kouleure bloemen gedragen wierden, dat zelft3 de oproerkreet van Oranje boven gehoord W Dat'ook de Militairen, gefchikt om de goede: order te bewaaren, zich hier aan fchuldig maakten, en, hoe zeer nog onlangs «iet gratificatie van Hun Ed. Groot Mogenden begunftigd, echter ook met te betrouwen waren, dat de bewegingen, die voorlPden Vrvdag plaats gehad hadden, mede kenmerkendSn,Pdat insgelyks de Schuttery alhier Set te befroVwen was; dat het ook vreemd moest voorkomen , dat 'er by Gecommitteerde Raaden nn!» zeen Advys was uitgebracht, op het in aer«fver handen gefielde Request van het Genoot ot Haagfche ftraat van 's Hage te gven,, eii, w^ fe d 6 en Schuttery zoodaanig behooriy kger^ 6^ van de Leden van on. Genof chap, ^ tery behoorende u«°ud= ^c^ea|e hulp te prsfteeom in zoodaanig ^.f^Xk tydftip niet daar k= yia^KSWoorp. --SoS^gblSÏ «udenis van d^ rust in deWydfchrikken voor de gevolgen.welkenen,«j multyalhier zoude kunnen Jf «c^fleye n E^n zeer groot ge tal a^nnf °terkwalykdenken- de hand opgeruid-- een men, g >eefde q. de Schutters,• ^n^M"n dG0urarSif0en , waar op iaD]V^edeerteTTn weldenkende Officieren en men (een gedee te van verdienen, uitgezon-  248 Virzameling van Stukken betrekkelyk Ut de weldenkendfte Heeren Gedeputeerden ter Vergadermg te verzekeren, of hen op eene of andere wyze van kant te helpen? — Zouden alsdan dag 8«f1 b rTD-eD voonv,Wa ^ allergeduchtfte Staacs-Refolutien, tot verderf van de Vryheid van onze Provincie,'en van het geheele Vaderland? vaïl^r ^^o^.yoordiergelyke funeste voorvallen I — UEds, zullen mt dit alles compleetelvk Overtuigd worden, hoe noodzaaklyk het is, dat alle krachten werden ingefpannen, om te effeCtS geren, dat het Haagfche Genootfchap voor 't ï?a. derland door Hun Ed. Groot Mogejden op het krachugfte werde gemajntineerd: — het zelve is F^nV ^ meCr du\tWee h°*derd exerceerende fc„ïfn?n kp befta?c »'e de braa^e en wel! denkendfte Perfoonen, die göed en bloed veil hebben voor het welwezen van het Vader land, en«en f IT A? aLvreezp.D *°° ^ maar doe? of SnSS gens den Souverein in hunne welmeenende voornemens zelve niet worden geftremd Konde Jet bewerkt worden, dat de Leden van het Ge! 17*™PJ™ dC Schu«^yke dienften wierden «eximeercI, immers tot tyd en wyle, dat in dè {in f iche Schuttery eene behoorlyke éD noodige reforme was gemaakt, wy houdeD ons verzekerd dar een aanzienlyk getal Haagfche Schutters, welke tegenwoordig nog terug blyven, zich in ons Genootfchap ajs exerceerende Leden zouden ensa. geeren, en zich van de openlyk daar voor uitfo» mende Oranje cabaal zouden afzonderen. Wy hebben dan vermeend, in deze omftandigheden, ons by deze circulaire Misfive te moeten adciresfeeren aan ü Ed-, pp welke het oog van alle B< minnaars van Vaderland ën Vryheid «vestigd is, als op het anker van onze hoop, op het feneusteer inftantelykfte verzoekende f van toch alle ï EH^HlDve "j?ta iDfr3DDe°. ten einde by de refp.dhve Vroedfchappen werde geëffedhj. eerd, dat hunne Gedeputeerden tèr Vergadering ' ' • yan  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 249. van Hun Éd. Groot Mogenden last bekomen, om^ het zy met of zonder het Advys van Heeren Gecommitteerde Raaden, het verzoek van ons Genootfchap by Requeste gedaan ten fpoedigfte te accordeeren, en het zelve Genootfchap in deszelfs welmeenende poogingen te maintineerep. — Da$ insgelyks mag worden gezorgd, dat 'er een correctief of explicatie kome in de gemelde waarfchouwing van Heeren Gecommitteerde Raaden, ten opzichte van de benaaming van goede en getrouwe» aan het gantfche attueele Corps van de Haagfche Schuttery gegeven, mitsgaders van het welverdiend vertrouwen, Jat in dezelve gefteld wordt, met daar van uit te zonderen alle de Leden, uie het Oranje Addres geteekend hebben, als nitt. kunnende aangemerkt worden, als goede en getrouwe Schutters, die het vertrouwen van Heeren Gecommitteerde Raaden meriteeren. —-- Mep denke niet, dat eene foortgelyke explicatie iets nieuws zoude zyn! wanneer in voorige tyden eene al te generaale benaaming was gegeven aan het Moord Corps van Moorrand, heefc men daar aan by Publicatie ook ei ie uitzondering er> explicatie gegeven, —— Eindelyk diendp ook geëffectueerd werden, dat Heeren Gecommitteerde Raaden werden aangemaand, om in het vervolg met foortgelyke Waarfchöuwingen en Publicatien, welke een vreeze denoceeren, de kwa-> lykdenkenden animeeren, ep der weidenkenden moed doep verflaauweh, niét voor den dag te kö-" men, buiten kennis van Hun Edele Groot Mogenden. ' Wy vertrouwen op ü Eds, kraphtdaadige poogingen, tot voorftand van de goede zaak, en verzoeken déze onze Requeste en Misfive zoo veel Sooglyk te fecreteeren, tot dat de zaaken dopr un Ed. Groot Mogenden alhier op eenep anderen voet zouden mogen zyn gebracht, terwyl wy, né God Almachtig gebeden te hebben, dat Hy u Eds. Vaderiandfche poogingen tot een gewénscht einde Q y wil  ajo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wil befchikken, ons met de grootfte ach, tin ge noemen, Myne Heeren! U Edelens dienstvaardige Dienaaren, *s Hage, den De Gecommitteerden ter di. 15 July retïie van liet vry Wapen- 1787, Corps voer 't Vaderland. En uit naam derzelve. P. S. Op laatstgepasfeerden Donderdag is, zoo het fchynt, ingevolge van de bovengemelde ordres van Heeren Gecommitteerde Raaden, een exerceerend Lid van ons Genootfchap, van de Exercitie komende en gaande naar zyn huis, ftaande op het Binnenhof, door de Wacht by de Grenadiers Poort tegen gehouden , en genoodzaakt zyn Geneer af te geven, om door een ander te worden te huis gebracht, niettegenftaande men, zoo voor, als na, verfcheiden Haagfche Schutters, mede van hunne Exercitie komende, gewapend het Binnenhof ongemoeid heeft laten pasfeeren. ■ WWJU.i « UJKUJUUJU Jaü No. 3326. Request van den Krygsraad der Schuttery in 's Hage, aan Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen aldaar, over de voorbaande circulaire Misfive van de Gecommitteerden ter Directie van 't Haagfche Genootfchap van Wapenhandel, voor »t Vaderland. In dato den 23 July 1787. Geeft reverentelyk te kennen de Krygsraad van de Schuttery alhier. Dat de Supplianten, by geval magtig geworden zvnde een exemplaar van eene gedrukte circulaire ' Mis  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 251 Misflve van de Gecommitteerden ter Directie van het vryeWapen-Corps alhier, gedateert 's Hage den 15 July 1787, en geaddresfeerd aan de Geconftituee5rdeny, krygsraaden der Schutteryen è^/I^ teuren der gewapende Burger-Corpfen en Societei. tel der Steden in de Provincie van Holland, ftem in Staat hebbende, waar van wy hier nevens de eer hebben een Copie authenticq te voegen, by lecture van dezelve bevonden hebben, dat daar by, na een breedvoerig detail van het gene door eene Lom. misfie uit het voornoemde Corps, met betrekking tot zekere Requeste door hen op den iaden juny jongstleden aan Hun Ed. Groot Mogenden geprajfenteerd, zoo by Heeren Gecommitteerde Raad, n , als by twee Heeren Penfionarisfen zoude zyn verricht, en van de gevolgen van dien, en, ra een aantal van vuilaartTge inveflives, de Officieren der Schutterye en van de,Scn"cte"(a{ hier, verzoeken: „ dat de voorgemelde Gecon ti„ meerden &c. toch alle hunne vermogens willen infpannen , ten einde by de refpetïive Vroed' fchappen werde geëfFeüueerd, dat hunne Gedepureerden ter vlrgadering van Hun Ed. Groot .. Mogenden last bekomen, om, het zy met or zonder advys van welgemelde Heeren Gecom" mitteerde Raaden, het verzoek van hun Genoot! fchap by Requeste gedaan ten fpoedigften te accordeeren, en het zelve Genootfchap in des;! zelfs welmeenende poogingen te maintineeren, ' en dat insgelyks mag worden gezorgd, dat er een correctief of explicatie kome in de, by de„ zelve Misflve gemelde, Waarfchouwinge, tenop, zichte van de benaaming van goede en getrouwe, ' aan het gantfche adtueele Corps van de Haagfche ' Schutterye gegeven, mitsgaders van het welver' dïend vertrouwen, dat in het zelve gefteld word, „ met daar van uit te zonderen alle de Leden die „ hét Oranje-Request geteekend hebben, als met " kunnende aangemerkt worden als goede en getrou„ we Schutters, die het vertrouwen van welgemel-  S5* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tt de Heeren Gecommitteerde Raaden verdienen." Dat of wel de Supplianten met betrekking tot de voorfz. invective? niet onverfchillig zyn, de Supplianten npgthands zich by dezen niet zullen ophouden niet alle dezelven parle menu te wederleg- fen, neen, maar zulks tot een bekwaarner gelegeneid zullen referveeren, en vervolgens by dezen alleenlyk zullen aanmerken, eerftelyk met betrekkinge tot het eerfte lid van het voorfz. verzoek: dat door ofte van wegens het voorfz. Exercitie-Genootfchap ?n de maand April 178$ aan Hun Ed. Groot Mogenden is geprasfenteerd een Requeste, by welke het zelve heeft gedaan zekere verzoeken, met deze byvoeging: „ alles nogthands ongeprasjudiciw eerd de onderwerpingen en gehoorzaamheid, 3t welke de Leden van der Supplianten Genootfchap aan den Hoye en Magiftraat refpedtiye verfchulj,, dïgd ?yn, en onverminderd voor het overige het recht der Haagfche Schutterye ten opzichte van „ de Leden van het voorfz. Genootfchap, welke „ tot dezelye Schutterye behporen." Dat de voorfz. Requeste door Hoogstgemelde Hun Ed. Groot M°geDden gefteld geworden zynde in banden van meergemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, pm te dienen van derzelver confideratien en advys, by welgemelde Heeren Gecommit. teerde Raaden. ten opzichte van het accordeeren van de verzoeken by de voorfz. Requeste gedaan, wel uitgebracht is een favorabel advys, doch met byvoegibg van de volgende claufuie: „ alles nog„ thands Qngeprffijudicjeerd de onderwerping en ti gehoorzaamheid, welke de Leden van het ge. t| melde Genootfchap, zóo Suppoosten van den Hove, als Onderhoorigen van dep Hage, aan „ welgemetden Hove en Magiftraat rpfpedtive verfchuldigd zyn, en onverminderd het recht der „ Haagfche Schutterye, ten opzichte van de Leden van het zelve Genootfchap, welke tot de „ zelve Schutterye zouden mogen behooren; en byzooderlyk, dat door het verleenen van het » Oc  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 153 ■ Oöroy geene fuperioriteic aan het zelve Genoot" fchan voor of boven de Schutterye zal eompe" teeren- dat ook de Leden van de Schutterye " zich niet zullen mogen onttrekken aan de ver" DÜchtingen der Schutterlyke functien, waar toe " zy als Schutters ofte ook als Officieren van de i Schutterye verbonden zyn, gelyk mede, dat de !! Leden van het gemelde Genootfchap i nog geen „ Schutters zynde, niet zullen wezen bevryd ora in de Schutterye, zoo zy anders daar toe behooren, het zy als Schutters, het zy als Officieren, .. getrokken of verkoren te worden, en dat malle I de gelegenheden, waar in de Schutterye, of een !! gedeelte van dien, in de Wapenen zoude moe,! ten komen, dat gedeelte van het Genootfchap, het geen tot de Schutterye behoort, mede in de ,! Wapenen, op hunne daar toe geftelde plaatfen, I zullen moeten komen, except alleen m dat ge,, val, wanneer Hoogstgemelde Hun Edele Groot ,, Mogenden, of welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, die Leden van het Genootfchap " benoodigd mogten hebben, en dezelven andere ,, ordres mogten hebben goedgevonden te geven, „ wanneer dezelve daar aan zullen moeten obedieeren, en van de verplichting, om aan de ordres van de Schutterye te voldoen, voor dien tyd, „ zullen ontllagen zyn." Dat daar na by Refolutie van Hoogstgemelde Hun Edele Groot Mogenden van den 3den July dezes iaars, onverminderd de verdere ingrediënten en verzoeken door het Genootfchap, by Requeste op den I2den Juny dezes jaarsgepraefenteerd, gedaan, met opzichte tot de by voorfchreven Requeste verzochte exemtie van Schutterlyke dienften, is ver- Dat de Leden van het voorfz. Genootfchap zul'len zyn exempt van het doen van Schutterlyke dienften, in geval onverhooptelyk eenig alarm „ in deze Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie„ plaats zoude mogen voorvallen»" * Dat  454 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot - Dat offchoon alzoo door eene Refolutie van Hoogstgemelde Hun Ed. Groot Mogenden vastgefteld is, dat de Leden van het voorfz. Genootfchap, welke tot de Schutterye behooren, tot alle Schutterlyke dienften verbonden en gehouden zyn, uitgezonderd alleen io het geval, by de voorfz. Refolutie vermeld, het voorfz. Genootfchap nogthands by de voorfz. circulaire Misfive een zonderling middel emploijeert, omme, ware het mooglyk, te effectueeren, dat de Leden van het voornoemde Genootfchap , welke ook tot de Schutterye dezer Plaatfe behooren, van alle Schutterlyke dienften} zonder eenige uitzondering van geval of tyd, wier» den geëximeerd. Dat de Supplianten met rede beducht zyn, dat, byaldien zulks door het voorfz. Genootfchap immer zoude kunnen worden geobtineerd, het zelve eene fenfatie onder de Schutterye zoude verwekken, welke eerlang tot een totaal verval van de Schutte* rye ftrekken, en welligt van geduchte gevolgen zoude zyn. Dat de Supplianten voorts met betrekking tot het tweede lid van het verzoek van het voorfz. Genootfchap, ten einde, ware het mooglyk, te effectuee. ren eene correctie of interpretatie van de Waarfchouwing van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden in dato den 7den dezer maand, de vryheid moeten nemen te remarqueeren, dat, iDgevalle met opzicht tot de woorden, goede ethgetrouwe Schut, terye dezer Plaatfe, of in de woorden een welverdiend vertrouwen ftellen, allen by de voorfz. Waarfchouwing voorkomende, een correctief of interpretatie, welke maar eenige fchyn van vermindering aan het Declaratoir, door welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden by de voorfz. Waarfchouwing ge. daan, zouden kunnen toebrengen, zoodaanig correctief of interpretatie aan de Officieren en Schutters van deze Plaatfe ontegenfprekelyk zoude iofligeeren eene irreparable fletrisiure, welke onvermydelyk geene mindere fenfatie, dan in het eerstgemelde geval, zoude verwekken. Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 255 Dat de Supplianten vertrouwen , dat U Edele Achtb. het een en ander ligtelyk zullen penetree. ren zonder dat het noodig zal zyn, dat de Supplianten zich dienaangaande by dezen verder elar. geDatDde Supplianten insgelyks onnoodig oirdeelen zich by dezen in te laten in eene byzondere wederlegging van de argumentatien by de voorfz. Misfive getrokken , zoo uit het zoogenaamde Corps van Moorrand, als uit de wapenen op hunne Vaandels Rinakraagen gevonden wordende , en uit het teekenen van zeker Request, mitsgaders uit de bekomen qualiteit van eenige Officieren der Schutterye, geformeerd, aangezien de Supplianten onder eerbiedige correctie vermeenen, dat de futiliteit van alle dezelve handtastelyk is. Dat de Supplianten voort confidereerende het gewicht der zaaken, van hunnen indispenfablen plicht eeoirdeeld hebben, omme, zoo veel in hun is, telens de voorfz. finguliere demarche te waaken, en zore te dragen, dat de Officieren en Schutters van de Schutterye dezer Plaatfe, die zich nimmer aan eenige disobedientie van eenige bevelen van den Souverein of van ü Ed. Achtb., ofte ook aan eemee ontrouw, fchuldig gemaakt hebben, aan de fu. neste gevolgen welke zoodaanige demarche, by aldien dezelve mogte reusfeeren, onyermydelyk na zich zoude fleepen, niet blootgelteld mogt worden. Redenen waaromme de Supplianten zich keeren rt r>j uk>k ailf.rpf>rhieHif«t verzoekende- dat ü Ed. Achtb. alle hunne vermogens by Hun Ed. Groot Mogenden gelieven aan te wenden, ten einde de Schutterye van 's Gravenhage by haare alw oude en bv plechtigen ééde bevestigde Voorrech¬ ten en Privilegiën moge worden gemamtineera, ende voorts voorgekomen werde, dat het voorfz. Ge„,r„h,r. Husrelfs voorst-melde oogmerken berei- ke declareerende de Supplianten op het plechtigfte, dat de Krygsraad en Schutterye, wel verre van in fiait te zyn tot het pleegen van zoodaanige af. fchu-  356 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchuweryke daaden, als waar van het voorfz. Ge. noot fchap hun ten onrechte verdenkt, de Officieren en Schutters integendeel, in eas van onverhoopt tumult, blyken zullen geven van hunnen yver en trouwe, om allen en «en iegelyk voor allen ge. weid, zoo veel in hun is i te beveiligen* t Welk doende. in kennisfe van my Secreiarë, (was get.) j. j. Meyer. Accordeert inët het origineele Request. (was get.) J. P. van der Haer. 3327« Misfive van Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen in 's Hage, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland over 't zelfde Onderwerp. In dato den 14. July 1787. Edele Groot Mogende Heeren J Na dat wy bereids federt eenige dagen hadden hooren fpreken over den inhoud van zekere cirCuiaire Misfive, welke, uitnaam van Gecommitteerde 1 ter directie van het vrye Wapen-Gorps voor 't Voderland alhier, aan de Geconftitueerden, Krygsraaaen der Schutteryen, en Directeuren der gewapende Burger-Corps en Sociëteiten der Steden in de Provir cie van Holland, ftem in Staat hebben, de , zoude zyn gefchreven, op eene wyze, die ten klaarder deedt zien, dat de Ingezetenen van 's Gravtrhage in het algemeen, en de Schuttery in het byzonder, omtrent den inhoud daar van niet on« verfchillig waren, zoo wierd op gisteren aan ons, van wegens den Burger-Krygsraad alhier, geprefenteerd een Request met eene Copie van de voorfchreven Misfive daar aan geannexeerd, en welk een en ander wy de eer hebben, hier nevens te voe-  'dè -Qélmlmsfenïn Ï7S7 enz. vooTgsvdleh. ajf Voegen, téndëerende het eerfte, ten einde wy hy U Ed* Grooc Mogenden alle onze vermogens aou* 'den gelieven aan re wenden, ten einde de schut-» tery van 's Gravenhëge by haaré aloude et1 by.pkcïitigen ééde bevestigde Voorrechten en Privilegieu moge worden gemaindneerd, en voors voorgekomen wetde, dat het Voorfz. Genootfchap deszelts oogmerken bereïke; declareerende verders deSup* pliantèn óp het plechtigfté, dat de Krygsraad ea Schuttery, wel verre van in ftaat te zyp tot héc pleegeh van zoodaanige affchuwelyke daaden,,aia waar van het vöórfr; Genootfchap hun ten onrechte verdenkt, de Officieren en Schutters ïntegeödeel, in cas van onverhoopt tumult, blyken zullen geven van hunnen yver en trouwe, om aio en een iegelyk voor allen geweld , zoo veel in hun is, te beveiligen. . , ; . . ^ Offchobn wy nti voor ons niet gelooven, ii.deie Groot Mogende Heeren! dat immer de Schuttery voor het nemen van zoodaanig eene Refolutie beducht behoeft te wezen, zoo hebben wy niettemin vermeend verplicht te zyn, dit Addres onder heC oog van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen , terwyl wy daar by van onzen wegen flegCs enkel zullen by voegen, dat wy ons durven flat|ee* ren, dat, daar ü Ed. Groot Mogenden meer daü eens de duidelykfte blyken gegeven hebben, dati Hoogstdezelve in de tegenwoordige tyden niets hoQdzaakelyk.br keuren, dan de overal meer eü meer toenemende verwyderingen, tusfchen Burger én Burger, zoo veel mooglyk voor te komen, daar bet niet duister is, dat eene Refolutie, waar by eeue gantfche Schuttery door den Souverein zelvett Öpenlyk verdacht gehouden zoüde worden» even als of die in voorvallende gelegenheden niet ge* trouw aan ééd en plicht zoude zyn, eene fletrlsfure maaken moet, welke niet uit te wisfehen en daarom ook noodzaakelyk op elk individu van dezelve, die zyn eer zoo lief als zyn leven heeft, van eenen invloed wezen zoude, welke niets min» £LYI. Deeè. & der  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der dan harmonie ademde tusfchen hem en die genen, welke tot het nemen van zoodaanig eene Refolutie oirzaak gegeven hadden, U Edele Grooc Mogenden bekende Vaderlyke voorzorg ook dat alles wel zal prevenieeren, *t geen voedfel aan die verwyderingen geven zoude, en dienvolgende, wanneer 'er iets diergelyks, als het welk de bovengemelde Krygsraad op het oog heeft, ter tafel van U Ed. Groot Mogenden gebracht .wierd, ook wel zoodaanig een befluit zal daar ftellen, hetwelk nimmer aan een wettig geconftitueerde Schuttery het onaangenaam gevoel zal achter laten, dat ze eenmaal voor het oog van de geheele weereld door hem, aanwien ze trouwen hulde gezwoorenheeft, als ontrouw aan haare duure verplichting is voorgefteld. 6 Voor het overige beVelen wy U Ed. Groot Mogenden in de protectie des Allerhoogften, en hebben wyders de eer te zyn, Edele Groot Mogende Heeren! Uwer Edele Groot Mogenden onderdaanige Dienaaren, % Gravenhage, Schout, Burgemeesteren en den 24 July Schepenen van *s Hage. I787« fer Ordonnantie van dezelven, (was gei.) J. P. van der Haer. No.  di Geb&rWiïjsn in i?§7 &4 vóorgtviltïeh. 25$ jfo. c voornoemde Genootfchap als zoodaanig te erken, nen, en als een Vry Wapen-Corps vry en onverhinderd in deze Hun Ed. Groot Mogenden Reddende-plaats te laten trekken, ten einde deswegens, noch bv gemelden Hove noch Magiftraat. eenige verdere difficulteit zoude kunnen worden gemoveerdïdat voorts Hun Edele Groot Mogenden de Leden van 't gemelde Genootfchap, die te gelyk Leden zyn van de Haagfche Schuttery, van het doen van^chutterlyke dienften geliefden te eximeerer ? behoudens echter alle voorrechten welke aan Schutters van 's Hage zouden mogen toegekend zvZ"n mits onderhoorig blyvende aan de Magiftraat van 's Hage; en voor zoo ver hieromtrent ee ge verde " deliberatien by Hun Ed. Groot Mogenden noodig mogten geoirdeeld worden, dat Hun Ed. Groot Mogenden in dit geval de Leden vaj ^t zeWe Genootfchap ten minften geliefden te yerklaaren exempt van het doen van Schutterlyke dienS 4 lten»  28o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ften, in geval van onverhoopt alarm inden Hage: en dat laatftelyk door Hun Ed. Groot Mogenden de noodige ordres mogten worden gefteld, ten einde aan't voorfz. Genootfchap door alle Militairen alhier, en derzelver Posten en Wachten, werden aangedaan dezelfde honneurs, als zy gewoon zyn aan alle gewapende Corps- en Krygslieden te bewyzen. En in achting genomen zynde, dat op de twee eerfte verzoeken der voorfz. Requeste, concerneerende een Loopplaats in geval van alarm, en de communicatie van het Wachtwoord, reeds by Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 3den July laatstleden favorabel is gedisponeerd, en door de Heeren Gecommitteerde Raaden daar aan de noodige executie gegeven , is verder goedgevonden en verftaan de Heeren Gecommitteerde Raaden by dezen te qualificeeren, om van de Officieren van oer Supplianten Genootfchap van Wapenhandel, op zoodaanige wyze als het gefchiktst zal worden gevonden, zoo voor hun zeiven, als in de naam en ziele van derzelver onderhebbende Manfchappen, af te nemen den ééd van getrouwheid op het navolgend formulier (*); dat voorts aan het Hof Provinciaal en aan de Magiftraat van *s Hage zal worden kennis gegeven, dat Hun Ed. Groot Mogenden het voorfz. Genootfchap hebben genomen in Hoogstderzelver fpeciaale protectie, en teffens aan dezelve refpeöivelyk gelast, om het zelve als zoodaanig te erkennen, mitsgaders als een Vry Wapen-Corps vry en onverhinderd in Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats te laten trekken; en is verder goedgevonden alle de Leden van het meergemelde Genootfchap, welke te gelyk Leden zyn van de Haagfche Schuttery, van het doen van Schutterlyke dienften by dezen te eximeeren, behoudens echter alle zoodaanige voorrechten, als aan de Schutters van 's Hage zyn toegekend, mits enderhoong blyvende aan de Magiftraat van ?s Ha- (*) Zie hier voor bladz. 2.;7, ge'  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 281 ge; wordende de Heeren Gecommitteerde Raaden eindelyk nog gequalificeerd, om aan het Guarnifoen alhier te gelasten, aan het voorfz. Genootfchap door hunne Posten en Wachten te laten ge-i ven alle zoodaanige honneurs, als hetzelve gewoon is aan alle verdere gewapende Corps- en Krygslieden te bewyzen: en zal Extract dezer gezonden worden aan de Heeren Gecommitteerde Raaden tot hun naricht; als mede aan de Pra?fident en Raaden van den Hove en aan de Magiftraat van 's Hage, mitsgaders aan de Supplianten, om hun refpeüivelyk daar na te reguleeren. De Heeren van de Ridderfchap, niet geconcurreerd hebbende tot het ftellen van een dag tot afdoening, hebben verklaard te zyn ongereed, en de Conclufie gecontradiceerd. De Heeren Gedeputeerden der Steden Briele, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben tot de voorfz. Refolutie niet geconcurreerd. Accordeert met voorfz. Refolutien. No, 3331. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, op eene Propofitie van Rotterdam, tot ouverture der verrichtingen van Gecommitteerde Raaden, ten aanzien van het geleurde in 's Hage op den 18 en igden dezer, betrekkelyk een Burger-Leger te Voorfchoten. In dato den 29 Augustus 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben, omtrent het voorgevallene in 's Hage op den 18 en I9den dezer, ter Vergadering gedaan , en vervolgens in gefchrifte overgegeven, de navolgende Propofitie: De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam S 5 heb»  282 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebben uit den naam en op expresfe last van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering voorgedragen. . Dat, wanneer de Heeren hunne Fnncipaalen kennis bekomen hebben van *t gene op den i8den en 19 dezer in 's Hage is voorgevallen, op de tyding van de aankomst van het Burger-Leger te Voorfchoten, en daar omftreeks, dezelve niet zonder groote furprife hebben vernomen de maatregelen, door of op naam van Heeren Gecommitteerde Raaden genomen; maatregelen, welke (naar hunne gedachten) dan alleen noodzaakelyk konden geoirdeeld worden, wanneer men door den aanmarsch van Vyandelyke Troepes daadelyk ware bedreigd geworden, doch geenszins te pasfe kwamen by de aannadering van een Corps gewapende Manfchappen, welker gemanifesteerde fentimenten van verknochtheid aan de wettige Regeering, en liefde tot het Vaderland, te meermaalen de hooge goedkeuring en aanmoediging van Hun Ed. Groot Mogenden weggedragen hadden, en daarenboven marcheerde op Patent van eene Commisfie, aan welke door Hun Ed. Groot Mogenden de defenfie en beveiliging dezer Provincie is toevertrouwd. Dat deze confideratie alleen aan de Heeren hunne Principaalen was voorgekomen een genoegzaame reden op te leveren, om het geen te dier occafie door of op naam van Heeren Gecommitteerde Raaden was verricht te disapprobeeren , gelyk door Hun Heeren Gedeputeerden, mitsgaders die van de Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Gouda, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven , Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, ieeds op den 2often dezer was gedaan: doch dat, wanneer men al verder deze maatregelen in verband met derzelver gevolgen befchouwde, dezelve vermeend hadden, het by eene zoodaanige disapprobatie niet te mogen laten berusten, maar, in aanmerking van de nadeelige en gevaarlyke effec ten. die daar uit hadden kunnen proflueeren, en ' ieeds  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 reeds daadelyk voortgefproten zyn, te moeten infteeren op de openlegging van de aanleidende oirzaaken van die maatregelen, en de omftandigheden, die dezelve vergezeld hadden, en dat zy Heeren Gedeputeerden zich mitsdien uit naam en op fpeciaale last van de Heeren hunne Principaalen verplicht vonden te proponeeren: om, (aangezien door de voorfz. maatregelen, welke het onvermydelyk gevolg moesten hebben, om het reeds lang misleid Gemeen tegens het gewapend gedeelte der Natie al verder te animeeren, en de Militie al mede tegen dezelve door noodelooze fatigues te indispoceeren, — de rust van Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats, welke tot hier toe door extraordinaire middelen gelukkig was geconferveerd, op nieuws in: gevaar gebracht was, om ten eenemaal verftoord te worden, en die Burger-Corpfen, aan welken het Vaderland de arootfte verplichting heeft, even eens als 's Lands Militie, welker dierbaar bloed alleen tegens de Vyanden van den Staat moet gewaagd worden, zyn geëxponeerd geweest, om elkander te vernielen) van de Heeren Gecommitteerde Raaden te requireeren eene gedetailleerde ouverture van de deliberatien, door Hun Ed. Mogenden omtrent de gemelde maatregelen gehouden, en van de informatien, die hier toe aanleiding hebben gegeven, en fpeciaal, of door 't gemelde Collegie, of wel, door welke Leden van het zelve, de orders gegeven zyn tot het uittrekken van Piquetten, uitzetten van Voorposten, zelfs onder andere Jurisdidien, zonder eenige voorkennis of approbatie van de Gerechten, waar onder dezelve behoorende waren, om met geweld alle pasfagie van gewapende Manfchappen, zoo naar 's Hage als elders, te keeren, en door wien, en op wiens last, de voorfz. orders zyn gedepecheerd geworden, ten einde, de gemelde ïnformatien ingekomen zynde, als dan zoodaanig te refolveeren, als tot voorkoming van foortgelyke ünguliere demarches, omtrent welken aan de Heeren b hun-  a84- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hunne Principaalen al zeer zonderlinge geruchten *yu te vooren gekomen , zal noodig geoirdeeld worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. geproponeerde zal worden gezonden aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, om aan Hun Ed. Groot Mogenden te geven eene gedetailleerde ouverture van de deliberatien door hun gehouden, omtrent de maatregelen by de Propofitie vermeld, en van de informatien, die hier toe aanleiding hebben gegeven, en fpeciaal, of door 't gemelde Collegie, of wel door welke Leden van het zelve, de orders gegeven zyn, tot het uittrekken van Piquetten en uitzetten van Voorposten, zelfs onder andere Jurisdictiën, zonder eenige voorkennis of approbatie van de Gerechten waar onder dezelve behoorende waren, om met geweld alle pasfage van gewapende Manfchappen, zoo naar 's Hage als elders, te keeren, en door wien, en op wiens last de voorfz. ordres zyn gedepecheerd geworden; en is, dien onverminderd, Copie van het voorfz. geproponeerde verzocht door de Heeren van de Ridderfchap, om het zelve in de ordre nader te txamiaeeren, en door de Heeren Gedepu. teerden der Steden Briele, Hoorn, Edam, en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. De Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuizen hebben zich in de voorfz. deliberatie niet ingelaten. Accordeert met voorfz. Refolutien. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 28 ƒ No. 3332. Refolutie van Hun Ei. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, op eene Misfive van Gecommitteerde Raaden met de informatien, uit kracht van Hun Ed. Gr. Mog. requifuie, concer. neer ende het gebturde in 's Hage, op den iSden en igden Augustus laatstleden, betrekkelyk een Burger-Leger te Voorfchoten. In dato den 6 September 1787. Ontvangen een Misflve van de Heeren Gecommit. teerde Raaden, gefchreven in den Hage op heden, houdende de informatien, uit krachte der requifuie van Hun Ed. Groot Mogenden, op de Propofitie, den 2Qften der jongstleden maand, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam ter Vergadering gedaan, concerneerende het gebeurde alhier den i8den en I9den der laatstleden maand, volgende dezelve Misfive met de twee Bylagen hier na ge. infereerd. Edele Groot Mogende Heeren! Het heeft U Ed. Groot Mogenden behaagd, by Hoogstderzelver Refolutie van den 29ften Augustus laatstleden , een gedetailleerde ouverture te requireeren van de deliberatien door ons gehou. den, omtrent de maatregelen, genomen op de tyding van den aankomst van een Burger-Leger te Voorfchoten, en van de informatien die hier toe aanleiding hebben gegeven, en fpeciaal, of door ons Collegie, of wel door welke Leden van het zelve, de ordres gegeven zyn, tot het uittrekken van Piquetten en het uitzetten van Voorposten, zelfs onder andere Jurisdictiën, zonder eenige voorkennis of approbatie van de Gerechten, waar onder dezelve behoorende waren, om met geweld alle pasfage van gewapende Manfchappen , zoo, naar den Hage als naar elders, te keeren, en, door wien en op wiens last de voorfz. ordres zyn gedepecheerd geworden.  285 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Om aan welke U Ed. Groot Mogenden geveDereerde requifitie te voldoen, wy de eere moeten hebben U Ed. Groot Mogenden te informeeren. dat, na dat op den i8den der afgelopen maand zich alhier, geduurende den geheelen dag, het gerucht had verfpreid , dat een Corps gewapende Manfchappen tot Voorfchoten was genaderd, de Wel Ed. Heer van Wassenaar, Heer van Starrenburg, ons Collegie 's avonds ten zeven uuren heeft doen convoceeren, doch dat de meeste Leden van het zelve, vermits het eindigen der week, niet in den Hage zynde, alleen op deze Convocatie zyn gecompareerd, welgemelde Heer van Starrenburg en de Heeren Geelvinck en van Thye Hannes, benevens den Heere Raad-Penfionaris en den Secretaris Royer, en dat als toen door denzelven Heer van Starrenborg aan gemelde verdere Heeren is voorgedragen , dat hy in het zekere was geïnformeerd, dat een Corps gewapende Manfchappenzoo gezegd wierd fterk circa zeven honderd Man, met eenige Veldftukjes te Voorfchoten was aangekomen, aan de gemelde prajfente Leden in bedenking gevende, of dezelve, wel ke van het marcheeren van het voorfz. Corps in het geheel niet waren geïnformeerd, niet zouden kunnen goedvinden eenige maatregelen in dezen te nemen. Dat hier op door de meerderheid der voorfz. prsfente Leden in confideratie is genomen, dat het voorfz. gewapend Corps in de nabuurfchap van U Edele Groot Mogenden Refidentie-plaats marcheerde, zonder dat bekend was uit welke Manfchappen het beftondt, noch of het zelve voorzien was van zoodaanig Patent, waar op door ons, des noods, de vereischte Attaché konde worden verleend, en in het byzonder dat aan ons, noch by Misfive van de Heeren U Edele Groot Mogenden Gecommitteerden te Woerden , noch van wegen de Genootfchappen, noch door die gene die hec gemelde Corps commandeerden, eenige de minftc ken.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 287 kennis van deszelfs marsch was gegeven, en dat; het voorts te vreezen was, dat het te veel aannaderen van het zelve Corps combustie en desordre onder de Ingezetenen van deze U Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats zoude kunnen veroirzaaken en de zoo wenfchelyke en noodige rust ftooTen;' en dat vervolgens begrepen is, dat by ons Collegie, als by U Ed. Groot Mogenden abfentie de eere hebbende Hoogstdezelven te reprsfenteeren in deze gefteldheid van zaaken behoorde genomen te worden zoodaanige Refolutie, als hier nevens gevoegd is fub No. 1, waar by de Generaal-Majoor van Kretschmar is geauthorifeerd en gelast, om, buiten en behalven de gewoone ordres, in cas van alarm plaats hebbende, door hec uitzetten van Videtten en het uitzetten van Patroulies, alle mooglyke voorzorg voor de rust en veiligheid van U Edele Groot Mogenden Refidentieplaats te gebruiken; en dat voorts befloten is, de Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, in plaats van op den als toen aanftaanden Woensdag, op den mede als toen aanftaanden Maandag zoude worden aangezegd , mitsgaders dat ons Collegie des anderen daags 's morgens ten tien uuren zoude vergaderen. Dat zulks gefchied zynde, vervolgens op den ioden der gemelde afgelopen maand, door den Wel Ed. Heer van Wassenaar, Heer van Starrenburg, aan alle de Leden van ons Collegie, als toen, uitgenomen de Heer Backüs, praïfent zynde, is gerapporteerd, het gene op den voongen dag aan hem en aan de verdere gemelde prsefente Leden van ons gemeld Collegie omtrent den aanmarsch van het meergemelde Corps was bekend geworden, als mede de Refolutie by die gelegenheid tot beveiliging van den Hage genomen; waar op welgemelde Heer (uitwyzens het Extract uit onze Refolutien hier nevens gevoegd fub No. 2.) en de verdere Heeren, welke op den gemelden voorigen dag met hem de voorfz. Refolutie hadden genomen, ö voor  288 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voor derzelver genomen moeite en gedaan rapport zyn bedaDkt; en voorts is goedgevonden en verftaan, zoo de ordres, ingevolge de voorfz. Refolutie gefteld, als de executie daar aan door den Generaal-Majoor van Kretschmar gegeven , te approbeeren, en denzelven Generaal-Majoor des wegens voor alle namaaning te guarandeeren, mee bygevoegde authorifatie en last, om een Vidette te plaatfen aan de Hoornbrug en Geestbrug, op den Delffchen weg, welke aldaar geplaatst zouden worden door den Wachtmeester tot dat einde naar Witfenburg te zenden, en dat om te beletten, dat aldaar geene gewapende Corpfen, zonder Patenten van U Ed. Groot Mogenden, naar den Hage marcheerden, en zulks willende doen , geweld met geweld te keeren, mitsgaders om tot het zelfde einde ordre te geven aan den Wachtmeester naar het Huis in het Bosch gedetacheerd, om twee Videttes te plaatfen aan de Laan van Nieuw OostIndiën en op den Kruisweg by het Huis te Marlot; zynde de gemelde Generaal-Majoor voorts nog by dezelve Refolutie geauthorifeerd en gelast, om alle zoodaanige verdere ordres te geven en te doen executeeren, als hy bevinden zoude tot rust en veiligheid van ü Edele Groot Mogenden Refidentie-plaats te behooren : welk Iaatfte vervolgens aanleiding heeft gegeven, dat, ons door den meergemelden Generaal-Majoor voorgedragen zynde, dat de geordonneerde Piquetten Infanterie in den als doen gepasfeerden nacht, door eenzwaaren aanhoudenden regen, zeer veel geleden hadden, met voorftel om dezelve onder Tenten te doen verblyven, eenige Tenten op het Exercitie-veld by, de Maliebaan en in de zoogenaamde Haag-wey toe dat einde met onze goedkeuring zyn opgeflagen, welke voorziening ook allezins noodig was, nadien alhier geene cafernes zyn, en 'er zonderdezelve geen mooglykheid is, om de Militie des noods, met den vereischten fpoed te verzamelen. JVaar mede vertrouwende aan U Ed. Groot Mo- • gen-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 289 genden intentie en requifitie voldaan te hebben. Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almachtig bidden, U Ed. Groot Mogenden te willen houden in zyne heilige Protectie. Gefchreven in denHage, den 6 September 1787. (Onder Jlond,) U Ed. Groot Mogenden Diénstwilligen, Ve Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) A. J. Royb«. BYLAGEN, No. I. Extraü uit het Register def Refolu. tien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, genomen op den 18 Augustus 1787. 's Avonds ten 7 uuren. De Wel Ed. Heer van Wassenaar, Heer van Starrenburg, heeft aan de prsefente Leden van het Collegie voorgedragen, dat hy in het zekere was geinformeerd, dat een Corps gewapende Burgers, zoo gezegd werd fterk circa zeven honderd Man, met eenige Stukjes Gefchut, zich op marsch be vond en te Voorfchoten was aangekomen , aan Hun Ed. Mogenden in bedenken gevende of Hun Ed. Mogenden, welke van het marcheeren van het XLVI. Dvlu T voorfz.  2£0 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorfz. Corps in het geheel niet waren geinfor» meerd, niet zouden kunnen goedvinden eenige maairegelen in dezen te nemen. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, den Ger eraal-MAjoor vanKretschmar by de7en Le 3uchoiifeeren en gelasten, om, buiten en bi-hal ven de gewoone ordres in cas van alarm plaats hebbende, door het uitzetten van Videtten en het uitzenden van Patrouij'-s alle mooglyke voorzorg voor de rust en veiligheid van Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats te gebruiken; en dat voorts de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, in plaats van aanftaande Woensdag, tegen aanftaande Maandag ten twee uuren zal worden aangezegd, mitsgaders dat het Collegie van Hur» Ed. Mogenden morgen ochtend tegen tien Uuren zal vergaderen. Er zal Extract dezer aan den Generaal-Majoor van Kretschmar worden gegeven om te ftrekken tot deszelfs naricht, en zich daar na te reguleeren. (Onder Jlondi) Accordeert met voorfz. Register. (was get.) A. J. Royer> No. 2, Extraü uit het Register der RefoluJ tien v.m de Ed. Mog, Heeren Gecommitteerde Raaden van d« Staaten van Holland en West-Friesland, ge» nomen op den 19 Augustus 1787. De Wel Ed. Heer van Wassenaar, Heer van Starrenburg, heeft aan Hun Ed. Mogenden gerapporteerd, het gene op gisteren aan hem en aaD de verdere prasfente Leden van het Collegie, om'rent den aanmarsch van een Corps gewapende Manfchappen, was bekend geworden, en heefc voorts ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vostgevalle*. 2.91 gerapporteerd de ordres , welke by die gelege-a* heid tot beveiliging van den Hage waren gefield* Waar op gedelibereerd, en de Wel Ed. Heef: van Wassenaar , Heer van Starrenburg, en de verdere Heeren welke op gisteren met en benevens hem de voorfz. ordres hebben gefteld, voor derzelver genomen moeite en gedaan rapport bedankt zynde, is goedgevonden en verftaan, zoo de voorfchreven ordres, als de executie daar aan door den Generaal-Majoor van Kretschmar gegeven, by dezen te approbeeren, en dien volgende den voornoemden Generaal-Majoor deswegens voor alle Damaaning te guarandeeren, en voorts denzelven by dezen te authorifeeren en gelasten, om een Vidette te plaatfen aan de Hoorn- en Geestbrug, op den Delffchen weg, welke aldaar geplaatst zullen worden door den Wachtmeester, welke tot dat einde naar Witfenburg zal worden gezonden, en zulks om te beletten, dat aldaar geene gewapende Corpfen, zonder Patenten van Hun Ed. Mogenden, naar den Hage marcheeren, en, dit willende doen % geweld met geweld te keeren, mitsgaders tot hec zelfde einde ordres te geven aan den Wachtmeester naar het Huis in het Bosch gedetacheerd, om twee Videttes te plaatfen aan de Laan van Nieuw Oost-Indiën en óp den Kruisweg voorby het Huis te Marlot; en wyders den gemelden GeneraaUMa^ joor in het generaal te authorifeeren en gelastca* om alle zoodaanige verdere ordres te geven, en te doen executeeren, als hy bevinden zal tot rust ca veiligheid van Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie-plaats te behooren. En zal Extract dezer aan den gemelden GeneraalMajoor worden ter hand gefteld, zoo tot narichê als om zich daar na te reguleeren. {Onder ftond,) Accordeert met voorfz. Refolutierè (was get.} A. J. Rover. f a Waar  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan dat de voorfz. Misfive en Bylagen, mirsgaders hePvoorfz. geproponeerde, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed Groot Mogenden Gecommiiteerden tot bet groot Befoigne met de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar. op gediend van derzelver confideratien en advys;" er is dien onvermicderd Copie van de voorfz. Mis. five en Bylagen verzocht door de Heeren van de Ridderfchap, om dezelve in de ordre nader te examioeeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met voorfz. Refolutien. No. 3333. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Hteren Staaten van Holland, waar by hei GenoottOiap voor 't Vaderland in 's Hie,e wordt g houden vor ge 'isfolveerd en ow/lizen van den dienst en ééd, berevens eenige Stukken daar toe fpetleerende. In dato den 18 September 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Rjaden, gefchreven alhier op heden, waar nevens zenden drie ftukken, concerneerende het alhier gefubfifteerd hebbende Wapen-Genootfchap. Edele Groot Mogende Heeren! By ons ontvangen en gelezen zynde, de drie hier nevens gevoegde ftukken, concerneererde het alhier gefubfifteerd hebbende Waper-Genootfcbap, hebben wy gemeend dezelve hier mede aan ü Ed. Groot Mogenden te moeten toezenden, Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zul.  dt Geleurtenhfsn in Ï787 enz. voorgevallen. 203 zullen wy God Almachtig bidden, U Ed Groot Mogenden te willen houden in zjpe heilige protectie. Gefchreven in den Hage den 18 September 1787. (Onder Jlond,) U Ed Groot Mogenden Dienstwiliigen, X)e Gecommitteerde Raader. van de Staaten van Holland en West-Fries land, (Lnger ftond,) Tef Ordonnantie van dezehen> (vos get.) A- J- K.oyer. Edele Mogende Heeren! Daar de omftandigheden van zaaken, federt de Commisfie van Directie van het Geuootf hao alhier de eer heeft gehad ü Ed. Mogenden e fpréken, zoodaanig veranderden, hebbeo wy gemeend dat het ons niet verder vry ftond, ons met eenige zaaken te bemoeijen, en mitsdien een Billet gearresteerd, waar by wy, begrypende dat het famenroepen van alle de Leden gevaarlyk zoude zyn, aan de refpedtive Leden commuciceerden, dat wy cesfeerden Leden van de Commisfie van D.reöie te zyn, en dat wy allen en een iegelyk aanradeden, om zich als ftille en vreedzaame Lgezetenen te gedragen, zonder zich met eenige zaaken , den toeHand van den Staat raakende, te bemoeijen. Wy hebben dit Billet gisteren avond te drukken gezonden by 's Lands Drukker Plaat, met intentie om het zelve heden morgen rond te ftuuren, doch heden vernemen wy , dat gemelde Drukker niet t'huis was, de Billetten niet gedrukt waren, en dus het rondbrengen geen plaats konde hebben. Neme de vryheid U Ed. Mogenden ia confideratie  804 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te geven» of dezelve nu niet zouden goedvinden daaromtrent (jp een andere wyze te voorzien. Hebbe gemeend U Ed. Mogenden van deze demarche te moeten kennis geven, vertrouwende dat dit verrichte van onzen kant de goedkeuring van UEd. Mogenden zal wegdragen. Ondertusfchen hebbe de eer my met den diepften eerbied en refpeft te noemen, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond,) Den 18 September U Ed, Mog. gehoorzaam- J787. fte en onderdaanigfteDiem naar, (was geteekend) C. P. HoYNCK VAN PAPENDSECHT. Jk ondergeteekende verklaare by dezen, dat ik op den 18 September 1787 's nachts ten half één hebbe overgegeven, vrywillig en op myn eigen verzoek, twee Stukken Kanon met derzelver Affuiten , Kruidwagens en vérdere Ammunitie tot de bovengemelde twee Stukken behborende, aan den Sergeant en 8 Man, welke op order van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden post gevat hebben aan dezelve Stal, alwaar de twee Stukken Kanon in bewaaring zyn; de Stukken zyn jljet vernageld. Aétura 's Hage, den 18 September 1787. (was get.) Johannes BosséE, Kapitein in 't Vaderlandsch Genootfchap alhier.  dé Gebeurtenis/en *» 1787 enz. voorgevallen. 29 J Rapport aan de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ed. Groot Mogende Heet en Staaten van Holland en W"st-Fnesland gedaan door Johannes BosséE, ah KtpU tein in het Vaderland>ch Genootjchup alhier in 'j Hage. De Oodergefz. met zyne onderhebbende Manfchao na de Wacht, die door ü Ed. Mogenden aan 't Genootfchap was toegedaan, on gisteren den 17 Sent 1787 's avonds ten half 7 uuren vertrekkende, eerst op de Veerkaay en vervolgens aan de Wagenftraat geinfulteerd zynde, waar by een Schutter met een fteen is gekwetst geraakt, heeft zich door Sverfe tydingen, die aan zyn Wacht kwamen en zvne ocderhebbende MaLfchap fterk allaimeerden, genoodzaakt gevonden , op het aanhouaen zyner wachthebbende Leden, zyne Wacht, met de twee Stukken Gcfchut en verdere Ammuni'ie, aan een Sergeant en agt Man van \ Regiment ^xuetfctxe Guardes, mee kennis en approbatie van ü Bd, Mogenden , over te geven; te meer, daar de Gollonel en Commisfie van Directie van 't voornoemde Genootfchap hun post reeds nedergelegd en dezelve vacant verklaard hadden; dus de Ondergefz. hec voornoemde Gefchut en verdere Ammunitie, zyn Perfoon, Huizing en Bezitting, nevens die van de overige Leden van 't voprnoemde Genootfchap, zich in de protectie van UEd.Mogenden ten fterkRen is recommandeerende. Aflum 's Hage, den 18 September 1787. (was get.) Johannes BosséE, Kapitein. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, het voorfz. Wapen-Genootfchap by dezen te houden voor gedisfolveerd en van den ééd en dienst ontflagen, en zullen worden ontwapend, waar van aan het zelve kennis zal worden gegeven; T 4 ?yn-  * - 4 296 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót f zynde voorfz. Misfive en Bylagen dien onverminderd overgenomen door den Heer Gecommitteerden Raad van Leeüwen, wegens de Stad Leydeo, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delfc en Gouda. Accordeert met voorfz. Refolutien. No. 3334. Memorie van wegen het Collegie ter Gemeentslieden binnen Nymegen aan den Raad dier St'ad overgegeven den 11 February 1784, vervattende een verhaal van het gene in den voorigen jaare tusfchen den gemelden Raad en het gemelde Collegie is voorgevallen; als mede een kort detail van notabele inbreuken op de rechten der Burgeren < en Ingezetenen. De Gemeentslieden, by Refolutie van den 2 Jaauary des afgelopenen jaars 1783 gerefolveerd hebbende, in 't vervolg derzelver Vergaderingen, immers op den eerfien Woensdag in ieder maand, te zullen hou. den; en by ö Ed. Groot Achtb. naar inhoud der Raads-Refolutie van den suften dier maand begrepen zynde, dat 't Collegie der Gemeentslieden niec anders, als by confent en op ordre van Heeren Re. geerende Burgemeesteren in der tyd, zoude mogen vergaderen, zoo hebben de eerstgemelde, op den i2den February daar aan volgende vergaderd zynde, eenpaarig geoirdeeld aan haar, als Reprefentanten der Burgerye, en als een mede gedeelte der vrye Burgerhke Regeering dezer Staduitmaakende, eep qt wedeifprekelyk recht te competeeren 't houden haar er vergaderingen, als mede de dagen op welke, te konnen en mogen bepaalen; en dat de Ed. Gr. Achtb. Raad dezer Stad ten eenemaal oabevoegd is zich tegens der Gemeentslieden voorfz. Refolutie van den 2 January 1783 te verzetten, en hec houden dier Vergaderingen van de willekeurige dispofi. tie van Hejren Regecresde Burgemeesteren, ofvai» den  de Gebeurtenisfen in 1787 era. voorgevallen. 297 den Ed. Groot Achtb. Raad dezer Stad, te doen dei pendeeren, gelyk zy Gemeentslieden eodem die by eene ampele Memorie, waar toe msn zich alnu kortsheids halve zal refereeren, dit een en ander gededuceerd hebben, en menen daar by door haar ten klaarden aangetoond te zyn de wederrechtelykheid der gronden, waar van zich ü Ed. Groot Achtb. by gezegde Refolutie van den 29 January 1783 hebben gelieven te bedienen, in die wettige veronderItelling , dat ö Ed. Groot Achtb., naar inhoud van dezer Stad aloude Rechten , Privilegiën , Overdrachten en Wetten, by 't Reglement op de Regeering binnen de Furftendom Gelre en Graaffchap Zutphen, in den jaare 1750 geëmaneerd, ten allen overvloede generaliter geconfirmeerd zynde, geene verdere hindernis in de daadelyke executie van der Gemeentslieden voorfz. gerefolveerde van den 2 January 1783 toegebracht zouden hebben; vooral, daar zy by derzelver zoo even gementioneerde Memorie niet alleen kwamen te betuigen , dat zy 't gelibelleerde Reglement op de Regeering , als door haar plechtig bezwoeren, zouden achtervolgen, maar ook te gelyk verklaarden haare fincere intentie geene andere te wezen, dan om, naar inhoud van derzelver gedaanen ééd, de Rechten van haar, en die der Burgerye, op alle mooglykewyze te willen conformeren, 't beste dezer Stad naar haar vermogen ter goeder trouwe bevorderen, en op redres van alle wederrechtelyke inbreuken urgeeren, en derhalven om dusdaane poincten tot onderwerpen van dezelver deliberatien te zullen voornemen, welkers behandeling, met een gepasten yver en welmeenendheid gepaard, by allen , die 't behoud van der Stads bezworen Rechten , en 'c welzyn der Burgerye, zoo wel als de conftitutie der tegenswoordige form van Regeering, niec met woorden en in fchyn, maar reëel, ter herte nemen , geen 't minfte vermoeden ten kwaade konde te weeg brengen. Dan 't heeft U Ed. Groot Achtb,, in plaatfe van over der Gemeentslieden gedrag een gemeriteerd T 5 ge-  2ö8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genoegen te laten blyken, en aan haare inftantien te defreeren, ter contrarie goedgedachc by UEd. Groot Achtb. voorgemelde (. pointï van der Gemeentslieden Vergaderinpe* ; dan w^ar o et derzelver G com nuteerden gelast evnde zich in geenen deele in te laten , en mede inmandatis hebbede de verdere rechtmaa ige bezwaaren, waar van zv by derzelver vocU. Remonftrantien in generaale bewoordingen gew*g gemaakt hadden, ter kennisfe van Fle-ren G> com nitteerden uit een Eerbaaren Raid fpeciaaler open 'e legj gen, en dezelve, tot onderwerpen van mnnelyke onderhandelingen, voor te nemea > zoo was 't, dat  302 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat Uw Ed. Groot Achtb. Heeren Gecommittectden eene Befoigne daar over geliefden te declineeren, ooaangezien door der Gemeentslieden Gecom» muteerden wierd voorgedragen, dat, uitwyzens hunner Committenten Declaratoir in fine van derzelver Refolutie den 9 May 178? gearrefteerd, en den ipuen dito overgegeven , kwame te manifesteeren, dat hun gedaane aanbod ten fine van onderhandeling alleen ter bekoming van redres van andere notabele grieven en inbreuken reladf gemaakt kondö won 'en, en dat daar op by den Eerb. Raad de Commisfie uu derzelver midden gedecerneerdzynde, de GemeeijtslierJen hebben kunnen en mogen fupponeeren dat Uw Ed. Gr. Achtb. Heeren Gecommitteerden mede gequalificeerd zouden geweest zyn, om zich over de aangetogene verdere bezwaaren in te laten, immers die aan te hooren, om over te nemen, en na gedaane Rapport de verdere conferentien te continueeren; doch dat Uw Ed. Gr. Achtb. Heeren Gecommitteerden niet geperfuadeerd konnende worden zich desaangaande te expliceeren, wederzyds Gecommitteerden verklaard hebben, buiten nadere qualificatie hunner Committenten, ten eenemaal ongelast te wezen over het poinfr., concerneerende hec houden der Vergaderingen, in eenige discusfie te treden. Terwyl der Gemeentslieden Woordhouder by die gelegenheid aan Heeren Regeerende Burgemeesteren te kennen kwam te geven, dat, den volgenden dag der Gemeentslieden vastgeftelde Vergadering invallende, als dan van hei gepasfeerde Rapport gedaan, en der Gemeentslieden goedvinden nader zou kunnen vernomen worden, te gelyk infteerende, dat Heeren Regeerende Burgemeesteren tot het openen van der Gemeentslieden Kamer de noodige orders geliefden te ftellen ; dan waar op gemelde Heeren Burgemeesteren declareerden, daaraan, zonder voorafgegaane deliberatie en authorifatie van den Raad, niet te konnen defereeren; terwyl by die gelegenheid dezerzyds, daar tegens geremarqueerd wierde, dat, daar de fuc-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 fuccesfive Refolutien van deo Eerbaaren Raad, kort te vooren genomon, hoewel te onrecht van een confent en voorweten alken van Heeren Regeerende Burgemeesteren kwamen te mentioneeren, dit Declaratoir van Heeren Burgemeesteren niets anders dan eene verdere verwydering zou kunnen effectueeren, en dat, in allen gevalle, welgemelde Heeren Regeerende Burgemeesteren alnog dien 5 Augustus 1783 den Raad extraordinair zouden kunnen doen convoceeren, om over de voorgemelde door hem Woordhouder gedaane inftantien te delibereeren. Dan ook dit geenen ingang kunnende vinden, ett de begonne conferentie alzoo vruchteloos hebbende moeten eindigen, zoo oirdeelden der Gemeentslieden Gecommitteerden van derzelver indispenfabele verplichting te wezen aan hunne Committenten van het voorgevallene behoorlyk kennis te geven, en de reeds te vooren vastgeftelde Vergadering op den volgenden 6 Augustus 1783 te doen beleggen, met verzoek aan alle de Leden, om een uur voor die Vergadering ten huize van den Woordhouder by eikanderen te komen, als wanneer de Gemeentslieden, eenpaarig prsfereerende den weg van moderatie, en afkeerig zynde van al het gene maar eenigzins tot de minfte disorde gelegenheid zoude kunnen geven, goedgedacht hebben, vooraf, door derzelver Boode, der Gemeentslieden Re- fisters naar den Raadhuize op derzelver Vergadering[amer zoo mooglyk te laten bezorgen, ook van deszelfs verrichtinge en bevind vervolgens te rapporteeren; uit wiens gedaane Rapport zy Gemeentslieden moesten ontwaar worden, dat, derzelver Kamer ongeopend en gefloten gehouden wordende, aan hun alnog het wettig gebruik van dezelve via faiïi ontzegd bleef, konnende mitsdien geen bezadigder middel arripieeren, dan door derzelver Woordhouder, ten by wezen van Gecommitteerden, op eene daadelyke opening van opgemelde Kamer ten nadrukkelykften te laten infteeren, met verderen last, om, in naame van hun Gemeentslieden ,  304 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den , te declareeren, dat zy zich in cas van eene aanhoudende verweigering in die noodzaakelykheid zouden bevinden, van ter hunner decharge al het gebeurde in fcriptis te vervatten, "en mee den dtuk gemeen te maken, op dat de refpective Ambten en Gilden, neffens de geheele Burgerye, daar van ken. nis dragen, en zy Gemeentslieden zich ten allen tyden voor gedefungeerd houden zouden kunnen. Zynde zy Gemeentslieden, ter zaake U Ed. Gr. Achtb. almede op deze gedaane inftantien niet hebben gelieven te reguardeeren, mitsdien als nu in die omftandigheden , van, ter achtervolging van hun zoo even gementioneerd gerefolveerde, en aan ü Ed. Groot Achtb. voorgedragene, zulks en hec verdere gebeurde by deze Memorie in fcriptis te moeten vervatten, en in het kort verder eenige der principaale bezwaaren, met omisfie, hoewel onder leferve, der overige, fpecialer te detailleereri. Onder welke in de eerfte plaats als zeer notabel kan en moet gefteld worden, dat, offchoon volgens de Stads Privilegiën de Burgerye dezer Stad buiten hunlieder toeftemming en confent, of wel van dat der Gemeentslieden , als hunne Reprefentanten, met geene lasten mogen bezwaard worden, een Eerb. Raad des niettemin heefc kunnen goedvinden, om, met en federt den jaare 1752, jaarlyks by het confenteeren , voorts vastftellen en introduceeren, der Kwartiers Middelen en Imposten, welke door de Burgeryen Ingezetenen dezer Stad voor een zeer groot gedeelte gedragen en betaald worden, hun Gemeentslieden geheel en al te prseterieeren, geene de minfte voorgaande ouverture, men gezwyge de gelegenheid om des noods daar tegens hunne redenen ter contrarie te kunnen inbrengen, aan dezelve te geven, veel min hun van het recht van deliberatie en concurrentie te laten jouisfeeren, en alzoo ten dezen reguarde een despotismus in te voeren, waar van voor dien tyd in deze eeuw nauwlyks een eenig voorbeeld in de Raadlignaten te vinden zal zynj maar wel ter contra-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 305 trarie by examinatie van dezelven, overeenkomftig mee der Gemeentslieden Register, oncdekt zal worden, dat voor den jaare 1752, wanneer de deliberatien der Heeren Staaten dezes Kwartiers over de continuatie, vermeerdering of vermindering, mitsgaders over veranderingen der refpeöive Ordonnantiën, of het invoeren van deze of gene nieuwe posten van bezwaar, moesten rouleeren, door de Magiftraat dezer Stad, genoegzaam altoos en in alle gevallen, dezer Stads Advys ter Kwartiers-Vergadering niet eerder is uitgebracht geworden, dan na dat het Collegie der Gemeentslieden, na gehoudene deliberatie van hunne zyde,in naamevan de Burgerye en Ingezetenen daar in geconfenteerd en geconcurreerd hadde. Zynde tot voorgemelden jaare 1752 zekerlykbegrepen, dat, by zoo verre een dusdaanig confent en concurrentie van Gemeentslieden kwame te deficieeren, der Stads Burgeren en Inge. zetenen, naar inhoud hunner Privilegiën, tot de betaaling van al zulke informeel ingevoerde lasten, impofitien en bezwaaren, ten eenemaal ongehouden geweest zouden zyn. Terwyl het ook voor den jaare 1752 aan geene gevallen komt te ontbreken, die ten bewyze kunnen verftrekken, dat, alleen door der Gemeentslieden contrarie gedachten , te meermaalen geopperde bezwaaren tegengegaan zyn, moderatien plaats gehad hebben, en de goede Burgerye van eer e vermeenden drukkenden last ontheven gebleven is. De Gemeentslieden zouden dit onbetwistbaar rechtaan hun, principaalyk ten behoeve der Burgerye, notoir van alle oude tyden af gecempeteerd hebbende, en nog competeerende, by deze wel nader adftrueeren; dan door de beletzelen hun in het houden hunner Vergaderingen, door ü Edele Groot Achtb. zoo wederrechtelyk toegebracht, daar in verhinderd zynde, zoo zullen zy zich voor het tegenwoordige met deze opgave, edoch des noods onder referve van eene nadere adftruöie, vergenoegen; gelyk zy al mede, onder die expresfe referve, de verdere nog volgende bezwaaren als XLVI. Deel. V maar  305 Verzameling van Stukken betrekkelyk M rriaaT alleen met den vinger aanroeren zullen. Hoewel zy, met relatie tot dit eerfte, nog verklaaren moeten: dat, indien zy ip de exercitie van derzelver vrye deliberatien nietwaren belemmerd geworden by haar een poinft van onderzoek geworden zoude zyn, onder anderen: of dezer Stads Burgeren en Ingezetenen, de Militie daar onder begrepen ten aanzien van 's Kwartiers-Impost op de gebrande Wynen en gedistelleerde Wateren, met de bef aaiing van twee ftuivers per Kan, boven de by den Kwartiere vastgeftelde twaalf ftuivers, al of niet bezwaard worden ? en zoo ja, of men zich niet genooddrongen achten zoude ü Ed. Groot Achtb. op bet ferieuste aan te maanen, daar en zoo het behoort, op de affchaffing van dien ten fpoedigften te urgeeren, en in CbS van dilay daar tegens te moeten protesteeren, zoo als de Gemeentslieden ten aanzien van bet fioantieele tegens de confenten, fuccesfive van Stadswegen buiten der Gemeentslieden concurrentie ter Kwartiers-Vergaderingen ingebracht, en die in het vervolg onverhoóptelyk op die zelve informeele en nietige wyze gedragen mogten worden, by deze wel expresfedie zelve protesSemoeTen Creëren, onder herhaaling van » dat begrip te verfeeren, dat de Burgerye en Ingezetenen dezer Stad tot de bet aaiing der lasten, buiten de toeftemming der Gemeentslieden geïntroduceerd wordende, ten eenemaal ongehouden zyn; hoewel zv Gemeentslieden uit discretie, en tot voorkoming ■van alle confufien, in de thands uitgefchrevene, alleen over dezen loopenden jaare, geerne derzelver confent willen verleenen, zoo als zy daar in en verder niet by dezen confenteeren, edoch niet anders, dan onder dat accrochement, dat deze hunne toegevendheid noch in 't vervolg in confequentie getrokken, noch daar uit, ten aanzien van het gepasfeerde en der Gemeentslieden voorfz. fustenues, eenige de minfte prejudicie ten hunnen nadeele geelicieerd zal kunnen worden. En doordien de particuUere Impofitieo dezer btaa^ai  de Gebturtenisjinin 1.787 enz, voorgevallen. 307 mede niet zonder der geheele Burgerye en Ingezetenen concurrentie als voorfz. ingevoerd en omgeflagen, voorts de refpeclive Pacht-Conditien niet vermeerderd, verminderd, ofte geamplieerd konnen worden, en ü Ed. Groot Achtb. omtrent dat alles federt een reeks van jaaren naar welgevallen hebben gelieven te handelen, zonder daar van aan hun Gemeentslieden, ten fine van concurrentie, eenige de minfte voorgaande kennis te hebben gegeven, zoo kunnen de Gemeentslieden niet eviteeren zulks als een tweede poinft van bezwaar te confidereeren, in die verwachting, dat U Ed. Groot Achtb. voor de thands voor handen zynde Verpachting der Impofitien, welke niet alleen met den 22llen February dezes jaars weder een begin zullen nemen, en eerstdaags, ten fine van Verpachting,aan den meestbiedende aangeboden zullen worden, maar ook ten refpeöe van de zulke, welkers Verpachting in July aanftaande zal komen in te vallen, aan hun Gemeentslieden ü Ed. Groot Achtb. Refolutie omtrent dat poincï genomen, of nog te nemen, ten fine van derzelver deliberatie en concurrentie, vooraf zullen laten toekomen, ten einde te kunnen overwegen, of en in hoe verre der Stads Burgeren en Ingezetenen onder de bezwaaren, door U Ed. Groot Achtb. omtrent den eene of andere post vastgefteld, en de veranderingen desaangaande by de Pacht-Conditien of anderszins gemaakt, behooren te verblyven, daa wel daar van, het zy voor het geheel het zy ten deelen, ontheven moeten worden. Terwyl men ook ten dezen reguarde van gedachten is, dat, indien derzelver voorafgegaane bewilliging mogt komen te deficieeren, zy fummo jute bevoegd zyn nu als dan tegens de te doene Verpachting van dezer Stads particuliere Impoütien te kunnen en mogen protesteeren, zoo als zy doen by dezen, met verklaaring dat zy dezelve voor informeel, voorts als tegens der, Burgeren en Ingezetenen Voorrechten aan hun ofgedrongen , en als alleszins onverplichtende, altoos zullen moeten houden. V 3 Ge-  308 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gelyk zy verder ten derden als geen minder v*jezenlyk bezwaar confidereeren, dat U Ed. Groot Achtb. de Gerechtigheden, welke met betrekking tot het verkrygen van der Wynkoperen Gilde bin. een deze Stad van ouds betaald moesten worden, buiten der Gemeentelieden concurrentie, by Refolutie vaD den 9 April 1755, van de fom van 75 Guldens tot een montant van 630 Guldens verhoogd, vervolgens ieder okshoofd Wyn, door een Burger van buiten ingeflagen wordende, by eene nadere Refolutie met de betaaling van twee Guldens bezwaard, en eindelyk den Burger, geen Wynkopers Zoon zynde, onder eene verplichting gebracht hebben van, bevoorens in der Wynkoperen Gilde te konnen worden geadmitteerd, zekeren tyd het Kuipers handwerk te moeten leeren; door welk een en ander voor veelen de exercitie der Wynnegotie ten eenemaal difficiel gemaakt is geworden, zullende men voor het tegenswoordige niet onderzoeken, of en in hoe verre eenige reden van billykheid of noodzaakelykheid voor de introductie dier notabele veranderingen en bezwaaren zoude konnen militeelen ; maar zal ter onzer intentie genoeg zyn te noteereD, dat, foortgelyke veranderingen en Wetten buiten hunne toeftemming niet kunnende gemaakt worden, een Ed. Groot Achtb. Raad onbevoegd ge. ■weest is dezelve in train te brengen, en de Burgerye met dusdaanigen last te bezwaaren. Mitsgaders, dat de Gemeentslieden allezins berechtigd zyn, om tegens de verdere continuatie te mogen protesteeren, gelyk zy doen bydeze, ter tyd en wyle alle die fuccesfive informeele zoo gewilde Ordoonantien eD pretenfe nieuwe Wetten, of gewilde Ampliatien , in 't Collegie der Gemeentslieden, ten fine van deliberatie en concurrentie, zullen overgebracht zyn, en door derzelver toeftemming de kracht eener Stads wet bekomen zullen hebben. Verder tot het vierde poindt van bezwaar overgaande, zoo zullen ü Ed. Groot Achtb. geenzins ignorant konnen wezen, dat der Stads (zynde in  it Gebeurtenis/en in 1787.«nat. voorgevallen. 309 effect: der Burgeren en Ingezetenen) goederen, onder welken titel zulk ook mag wezen, niet bezwaard of veralieneerd mogen worden, ten ware erhtttelyke redenen zulks kwamen noodzaakelyk te maaken en dan nog niet anders dan met confent der Gemeerits lieden; en dat derhalven de Eerb. Raad, door van tyd tot tyd, ten behoeve van dezen en genen, over dezer Stads Hylanden willekeurig gedisponeerd, en gedeeltens derzelver, zonder der Gemeentslieden aveu, contrair aan de Refolutien van den 16 February 1631, 2 January 11 en 18 February 1(552, voorts 16 February 1653, en andere, voor eene niet noemenswaardige jaarlykfche recognitie overgegeven te hebben, te veel gedaan, en een notoire inbreuk in der GemeeDtslieden Recht gecommitteerd heeft; als mede, dat alle dezelve uitgiften, invoegen voorfz. gedaan, nul en van onwaarde, ook onbeftaanbaar zynde, om den eigendom te hebben kunnen doen overgaan, aan de Gemeentslieden te dezer zaake een gegrond recht van doleance geboren is; en dat zy, tegens alle die uitgiften en aliënatien reeds gedaan, en in het vervolg onverhooptelyk nog zullende gedaan worden, gehouden zyn by deze te moeten protesteeren. Teffens in die gedachten zynde, dat het voor dezer Stadsinkomflen vry voordeeligerwezen zoude, om indien by U Ed. Groot Achtb. en de Gemeentslieden noodzaakelyk en voegzaam geoirdeeld wierde, zich van voorgemelde Hylanden, voor 't geheel of ten deelen, te konnen of moeten ontdoen, dezelve in zoo een kas publyk te verkopen; zich verzekert houdende, dat door dien weg twintig en meerder capitaalen voor deze Stad geprofiteerd zouden worden, terwyl, die gelden tot aflosfing van pasfive rentlopende capitaalen geëmployeerd wordende, zulks gelegenheid zoude konnen geven, om der Stads imposten in het generaal, of een of meer derzelver in het byzonder, te verminderen, en daar door der goede Burgerye de betaaling der verdere noodige lasten draaglyker te maaken, geV 3 lyk  3ïo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lyk die zelve Burgerye en Ingezetenen dezer Stad, ten reguarde der lasten, een merkelyke verlichting zoude hebben kunnen toegebracht worden, indien ü Ed. Groot Achtb. reeds voor lange dezer Stads Bouwhoven en Landeryén in den Ambte Overbetuwe en elders gelegen, mede onder den naam van der Stads geestelyke goederen bekend• niet telkens by continuatie in handen der oude Pagteren, el» ders woonachtig, gelaten, maar dezelve publyk verpagt, en de meergelding, in plaats van die aan lieden buiten deze Stad woonende, en in der Stads byzondere lasten niets dragende, indirecte toe te voegen, ten nutte dezer Stad geëmploiëerd hadden. En welk pointt, als een vyfde bezwaar involveerende, de Gemeentslieden niet kunnen pra;teriëeren; te meerder, daar het eeneincontestabile waarheid, ook een ieder bekendis, en niet gecontradiceerd zal of kan worden, dat de Landeryén in den Ambte Overbetuwe voorn, en elders gelegen, reeds voor een'geruimen tyd, doorgaans het alterum tantum, ja veele genoegzaam twee capitaalen in waarde geftegen zynde, de pra?fumtie daar over altoos zal moeten militeeren, gelyk de dagelykfche ondervinding ook meer dan al te wel komt te leeren» dat, naar maace van het accrescement der waarde, ook de Pagten federt veele jaaren herwaards meerendeels tot boven de helfte, ja omtrent veele tot nog eens zoo veel als voorheen, geaugmenteerd zyn geworden; welk meerder bedrag, het geen, ter contemplatie van de menigte der voorfz. goederen , van geen geringe importantie te zullen wezen geoirdeeld mag worden, ten voordeele der Burgerye en Ingezetenen, als in effedi Eigenaaren dier goederen zynde, aangewend wordende, notoir te weeg zoude kunnen brengen, dat'er, met reden, op eene vermindering van zoodaanige Stads impofltien, welke voor het Gemeen het bezwaarlykfte zyn, zou kunnen gedacht worden; werwaards der Gemeentslieden doelwit alleen tendeerende is, en hun te gelyk, tqt d|e verplichting komt 00  de Gebeurtenisfen in 1787 voorgevallen. 311 od te leiden, om tegens alle onderhandfche contiSSatiet^ in het verpachten der .Stads geestelyke en Andere eoederen op het plechcigfte te protesteren, rnet aandrang, dat dezelve daadelyk mogen cesfeeSn, op dat de Burgers en Ingezetenen daar van een fpoedig genot erlangen mogen. Bekomende de Gemeentslieden door deze gemaakte remarques als van zelfs aanleiding tot een zesde poinct van bezwaar, gelyk is het onderhandfche verpachten van dezer Stads Veer over de Rivier de Waal, voor deze Stad niet alleen, maar ook en principalyk mede de onderhandfche verPachtingvan hSt recht tot het houden der Bank van Leening, en zulks zonder dat het Collegie der Gemeentslieden omtrent het een of ander gekend, , ja zelfs daar ter contrarie alle gelegenheid ter delibe rat e daar over aan 't zelve is afgefneder.geworden "omtrent welk Iaatfte zy Gemeentslieden vermeenen aan hun te meerder recht tot doleance en protest door ü Ed. Groot Achtb. gegeven te zyn, wanneer zy reguardeeren: dat, reeds in den beginne van 1783, het houden van derzelver Vergaderingen vastgefteld zynde, door hun al aanftonds gedeclareerd is geworden, dat zy die te noodzaakelyker kwamen te confidereeren, ter bekoming van redres ten aanzien van onderfcheidene bezwaaren ; dat U Ed. Groot Achtb., hier van bewust, dienvolgens georsefumeerd mogen worden befloten te hebIS, om, in plaatfe van zelfs de minfte reden tot doleance te willen eviteeren, ook deze nieuwe er nog by te voegen; 't geen zy te minder, met relatie tot de verpachting van het aangehaalde recht van het houden der Bank van Leening, verwacht hadden, niet alleen, om dat de publyke verpachting van dat middel van dezer Stads finantie, geïntroduceerd geweest zynde, tot m den jaare 1783 plaats gehad heeft, maar ook ter oirzaake het meer San apparent is, dat de pretenfe tegenswoordige Bankhouder met een remisfie van duizend guldens eens, by die nulle onderhandfche verpachting, geV 4 be"  112 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot beneficeerd, en deze Stad, of liever de Burgerye met verdere Ingeretenen, daar van verftoken is geworden; ten minden is het zeker, dat dezer Stads Rentmeester, dezen aangaande gevraagd zynde, verklaard heeft, noch by het doen der verpachting geaffilieerd, noch de gewilde onderhandfche pachtconditien, fchoon door hem daar Daar gevraagd, bekomen, noch derhalven tot het vorderen der noodige Borgtocht, ter zyner fecuriteit, voor de voldoeficg derpachtpenningen, gelegenheid gehad, noch de duizend guldens, weifce naar inhoud van voorige conditiën daadelyk by aanvang der pacht betaald motsten worden, ontvangen te hebben; zoo als dezelve almede, uit hoofde van dat een en ander, billyke zwaarigheid heefc moeten maaken, om van meergemelden pretenfen Bankhouder by ieder quarfaal een vierde gedeelte der gewilde pacht in te -vorderen; terwyl, met betrekking tot dit middel, nog verder te reguardeeren is, dat deze Stad by de confervatie der panden, ter Banke ten fine van beier ning gebracht wordende, ten uiterften geinteresfeerd, cafu quo ook voor dezelve aanfpreekelyk geoirdeeld, zoude konnen worden; omtrent welk een en ander de Gemeentslieden nog meerdere re-, marqués zouden konnen maaken, was het niet, dat zy zich alnu alleen tot het doen van opgave van fommige Crieven, onder referve zoo noodig eener nadere adftruclie, bepaald hadden; ten dezen refpedte echter moetende verklaaren , dat zy de aangehaalde onderhands gedaane verpachting houden voor nul en onbeftaanbaar, die nimmer als een onderwerp tot minnelyke fchikking zullen konnen voornemen, en dienvolgens verwachten, dat al nog het doen der publyke verpachting by biljetten,zoo wel als by wege van Advertentien in de Couranten, bekendgemaakt, eenen convenabilen termyn, ten minften van zes wceken, tusfchen de gemelde te doene Advertentien en den dag der verpachting, fipen gelaten, en aan hun Gemeentslieden ten fpoedïgften verleend werde vifie en tyd, totexamicatie der  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 313 der pachts conditiën en Refolutien daartoe relatief, waar naar 't voorfz. recht tot het houden der Bank; van Leening binnen deze Stad, fuccesfive en van tyd tot tyd, publy k aan den meestbiedenden verpacht is geworden, ten einde mede om, in cas van vermeerdering of vermindering, als dan zoodaanig daar over te konnen delibereeren en refolveeren, als bevonden zal worden te behooren; protefteerende zylieden in cas van verweigering en dilai daar tegens op het krachtigfte; zullende ü Ed. Gr. Achtb. mooglyk in een begrip vervallen, als of die eisch van vifie en examinatie, tot de gementioneerde pachts conditiën en Refolutien bepaald, ten fine als zoo even gemeld, geoirdeeld moet worden van alle fundament gedistitueerd te zyn; dan, wanneer UEd/ Groot Achtb. onbevooroirdeeld, enmetpostpofitie eener begeerte naar willekeurig gezag, onzydig en met bedaardheid gelieven te overwegen, dat binnen deze Stad, voor dato van de erectie van 'c Collegie der Gemeentslieden, door den Eerb. Raad geene nieuwe Wetten, zonder onderfcheid, of dezelve tot het Politicque, Finantiëele, of Judiciëele zoo in het Civile als Crimineele relatie hadden, gemaakt, geene oude geabrogeerd, veranderd, vermeerderd of verminderd mogten worden, dan met overleg en toeftemming van de gemeene Burgeren, of wel haare toenmaalige Reprefentanten , de Meesteren van St. Nicolaas Gilde, naar inhoud van dezer Stads Recht, onder den naam van Ouden en Nieuwen Brief bekend; en dat, na de introductie van de Gemeentslieden, dat zelve recht aan hun overgegaan zynde, voorts, uit hoofde van dien, in den jaare 1614 de gemelde Oude en Nieuwe Brief, nevens de provifioneele Ordonnantie op de bediening van Juftitie, mitsgaders ftyl en manier van procedeeren, door den Eerb. Raad en Gemeentslieden , geëxamineerd, gerevideerd en als een Stads Wet aangenomen is, met die byvoeging, dat daar inne geene verbetering, vernying, verandering of verklaaring met in en uit zetten gedaan zal V 5 wor-  3t4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vordert, dan door Burgemeesteren, Schepenen en Raad; met byvoeging, doch zal zulks gefchieden met conJent en goeddunken der Gemeentslieden van wegens onze gemeene Bürgeren; zoo vleien zich de Gemeentslieden mee eene gegronde hoop, dat ü Ed. Groot Achtb. de billykheid van dezerzyds voorfz. inftantien wel zullen gelieven te wettigen, en te gelyk geconvinceerd zyn, dat alle Wetten en Statuten na dien tyd buiten der Gemeentslieden concurrentie door den Eerb. Raad van tyd tot tyd gemaakt, of liever geprojecteerd, voor geene verbindende Stads Wetten gehouden konnen worden ; ten gevolge verder, dat, vermits door U Ed. Gr. Achtb. federt eenigen tyd herwaards deze en gene Refolutien, te menigvuldig om die al nu te fpecificeeren, genomen, en door derzelver gezag, hoewel contrair aan dezer Stads Grondwetten , in train gebracht zyn, aan de Gemeentslieden niet kwalyk genomen kan worden, zulks, als een zevende poindt van bezwaar, en inbreuk in derzelver Rechten, by deze op te geven; en ten dien refpecte by 't houden van derzelver Vergaderingen te zullen delibereeren, of niet ferieufe behoorde te worden geurseerd, dat alle dezelve informeel gemaakte Wetten, &c.door UEd. Groot Achtb. en de Gemeentslieden , of Gecommitteerden uit beide de Colleeien te benoemen, ten fpoedigften mogen worden gerevideerd, om na ingenomene rapporten met wederzydfche bewilliging daaromtrent zoodaanig te konnen worden gerefolveerd, als ten meesten nutte dezer Stad bevonden zal worden te behooren; als wanneer die zelve deliberatien te gelyk aanleiding zullen kunnen geven, om een behoorlyk redres te bekomen, in opzichte van een agtfte wezenlyk poinfl: van bezwaar, het geen zy Gemeentslieden geenzins ftilzwygende willen pasfeeren, en het welk hier in bellaar. Dat, offchoon wel aan den Eerb. Raad het aannemen van nieuwe Burgeren gelaten zy, echter over de gerechtigheden daar op gefteld, en ten pro- fyte  de Geleurtenisfen in 1787 «nat. voorgevallen. 315 fvte dezer Stad moetende berekend worden, door den Ed. Groot Achtb. Raad, in prejudicie enter verkorting van der Stad inkomften, geen remisfien gedaan mogen worden; dat des niet te min de dalelvkfche ondervinding doet zien, dat dezelve remisüen, ten nadeele als gemeld, m menigte verleend zyn geworden, en veel al Vreemdelingen van die gunst komen te jouisfeeren; tot redres vanwelK der Gemeentslieden deliberatien, mooglyk zonder op het gepasfeerde, (ten bewyze van alle toegevendheid, edoch zonder hunne prejudicie, en onder een gepaste reftriftie,) te zullen reguardeeren , in cas van Vergadering al mede zoude moeten rouleerenj gelyk by hun geen minder attentie als dan meriteert, en als een negende poinct van redres in conGderatie komen zoude, dat omtrent dezer btads finantieele wezen zich, al weder als voor en inden jaare 1774, wezendlyke abuizen komen te ontdekken, onregelmaatige inkruipfelen plaats hebben, werken en onderhoud van coniideratie buiten publyke aanbeftelling verblyven, ook begonnen, en douceuren geconcedeerd worden; welke auen toe een merkelyk nadeel van dezer Stads Fmantie yerftrekken, en, ter zaake van het defect van der Gemeentslieden toeftemming, geen plaats behooren te hebben , maar een fpoedig redres zyn requiree- rCZoo als, ten tienden, geenzins als onverfchillig zal kunnen voorbygegaan worden, dat de Ed. Gr. Achtb. Raad al een en andermaal, by wege van politicque Refolutien, en buiten alle forme van proces, met affnyding van een onbetwistbaar recht van defenfie, den Burgeren en Ingezetenen notoir competeerende, dezen en genen Burgeren Ingezeten dezer Stad als eenen misdaadiger verklaard, en hem, ten gevolge van dien, via fatli van deszelfs Burger recht heeft komen te ontzetten, of anders te ftraffen; waaromtrent de Gemeentslieden, ter confervatie van der Burgeren Privilegiën, in aanmerking moeten nemen, dat by de Crimineele ur-  315 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot donnantie dezer Stad, in dato den 29 December l6u by den Eerb. Raad en Gemeentslieden gearrefteerd, gepiffifcribeerd zynde; dat Heeren Burgemeesteren in Crimineele zaaken alle préparatoire informatien moeten nemen, en de kondfchappen beleggen, om daarnaar de a£tie te inftitueeren; mitsgaders dat de misdaadigers hunne zaaken by voorspraak mogen verantwoorden. Waar uit als een notoir gevolg geëlicieerd moet worden, en ook het zelve al mede een overtuigend bewys uitlevert, dat dezer Stads Burgeren en Ingezetenen , naar 't prsefcript van dezer Stads Rechten, van dat aan hun competeerend recht van defenfie niet konnen of mogen verftoken worden, en dat dus van een notoir exces en bezwaar niet te excufeeren is, indien door middel en by wege van politicque Refolutie, in cas vangefustineerde misdaad, aan dezelve het recht van defenfie niet geconcedeerd, maar aan hun afgefneden wordt; terwyl tefFens hec invoeren van zulk een wangedrogt, als is de weg om, by forme van politicque Refolutie, den Burger en Ingezeten onverhoord, buiten alle forme van proces, van deszelfs Burger recht te berooven, en hem alzoo van alle middel van beftaan voor hem, Vrouw en Kinderen, op een despotique wyze na fiifti te ontzetten, voor dezer Stads Burgerye van alle te verregaande gevolgen, en niet minder voor hun en derzelver nakomelingen allergevaarlykst, worden kan; in zoo verre, dat de alleronfchuldigfte menigmaal de bitterheden van zulk een despotique wyze van Regeeren op het ongelukkigfte zoude moeten fmaaken. Waar tegens de Gemeentslieden, volgens hutnen ééd en plicht zullende en moetende waaken, en ten dezen reguarde voor derzelver Mede-Burgeren en Ingezetenen gehouden zynde te intercedeeren, zoo zullen U Ed. Groot Achtb. al mede daar uit als van zelfs de noodzaakelykheid van der Gemeentslieden Vergadering konnen afleiden, en te gelyk overreed moeten worgen, dat zy niet alleen bevoegd maar ook ver plicht zyn alle mooglyke middelen in het werk te ftel-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 317 ftellen. ten einde het daar henen te dirigeeren, dat, ter meerder gerustfteiling van dezer Stads Burgetv en ter fecuriteit, dat dezelve of hunne nakornplinsen door geene politicque Refolutien als voorschreven, tegens der Stads aloude Rechten en der Burgeren Privilegiën, mishandeld mogen worden, door den Eerb. Raad met concurrentie van hun Gemeentslieden de voorgemelde meer dan rechtelooze handelwys, als tegens het recht der natuur, en teaens der Stads Wetten ftrydig, eens voor al als zoodaanig verklaard, en afgefchaft, ook eenen zeVeren wee en middel beraamd worde, waar door, in cas van onvermoedelyk weder invoeren, een billyk redres te bekomen zal zyn. . Vi„v Gelyk der Gemeentslieden deliberatien eindelyk nog ten elfden, ter bekoming van redres, zullen moeten rouleeren over inbreuk m het recht aan de Burgeren dezer Stad, ten aanzien van de Bedieningen ter begeving van ü Ed. Groot Achtb. ftaande, naar inhoud van der Stads Wetten competeerende; want het U Ed. Groot Achtb. niet onbekend kan wezen, dat met der Gemeentslieden concurrentie op den 24 May 1648 vastgefteld zynde, dat die Of■Eden ter begeving van den Eerb. Raad ftaande, aan Burgers geconfereerd, tn dezelve voor die vreemden caeteris paribus geprefereerd zullen worden, dezer Stads Burgeren mitsdien, uit hoofde dier Refolutie als nimmer met concurrentie der Gemeentslieden zynde gealtereerd, tot de aangehaalde Bedieningen, met exclufie van Vreemdelingen, berechtigd, immers altoos preferabel zyn; behalven dat dezelven alle der Stads lasten en Impofitien moetende dragen, en directe, voor het onderhoud der Officianten, zorgen, ook alleszins billyk en met de redelykheid overeenkomftig geoirdeeld moet worden, dat die zelve Burgeren, tegens het betaalen en fourneeren dier lasten, ook van de voordeden komen te jouisfeeren; dan vermits de Gemeentslieden met een innig leedwezen federt eene reeks van jaaren, (het laatstgepasfeerde alleen uitgezonden),  318 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot .hebben moeten ondervinden» dat genoegzaam geene andere dan Vreemdelingen by ü Edele GrootAchtb. in conflderatie gekomen, met de Burgerlyke Officien by preferentie gebeneficeerd, en deze Stads Burgeren daar van, immers voor het grootfte gedeelte, gefrustreerd gebleven zyn, zoo zal der Gemeentslieden attentie en zorge voor een getrouwe Burgerye al mede daar toe tendeeren, ten einde te effedtueeren, dat niet alleen de voorgemelde Wet, met toeftemming der Gemeentslieden in faveur der Burgerye billyk gemaakt, in het vervolg een volkomen effect kome te forteeren, maar ook dat, vermits de ondervinding tot veeier ongenoegen maar al te veel heeft geleerd, dat, om de gelibelleerde Wet illufoir te maaken, een oneindig getal Vreemdelingen in fraudem legis, weinig tyd voor de begeving der Bediening, met het Burger recht, en zulks veeltyds nog gratis ten nadeele van der Stads Finantie, gebeneficeerd zyn geworden, ter affnyding van dien, teflèns met concurrentie als gemeld, tot een Wet gemaakt en bepaald worde, dat niemand, dan een zeker getal van jaaren Burger en te gelyk huiszittende geweest zynde, ook alle Burgerlyke lasten gedragen hebbende, met eenige Bediening, ter begeving van den Eerb. Raad ftaande, zal kunnen of mogen gebeneficeerd worden. De Gemeentslieden vertrouwen, dat U Ed. Gr. Achtb., zoo wel als elk en ieder, al nu geconvinceerd zullen wezen, niet alleen van de gefundeerdheid der redenen, welke hen hebben gepermoveerd het houden hunner Vergaderingen by Refolutie van den 2 January 1783 vast te ftellen, en die zelve Refolutie by aanhoudendheid te hebben blyven inhereeren, maar ook van derzelver allervolftrekfte noodzaakelykheid, om, door dien weg, te bekomen-redres van menigvuldige inbreuken, grieven en bezwaaren, welke in prejudicie der Rechten en Privilegiën der Gemeentslieden, zoo wel als van de geheele Burgerye, wederrechtelyk ingevoerd zyn en  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 319 en plaats hebben; terwyl niet minder uit het hier voor gedetailleerde komt te mamf es teeren, dat derzelver afgeperste demarches geen de minfte merktekenen komen uit te leveren, als of zy, ten voordeel! van hun in het byzonder, of ter bekoming van eenige de minfte voor hun particuliere douceuren, ingericht zyn, of dat zylieden eenig eigeninteresfef afgefcheiden van dat der geheele Burgerve en Ingezetenen dezer Stad, beoogen willen; maar ter contrarie, dat hunne bezadigde werkzaamheid, met geene de minfte laage of oproerzuchtige denkbeelden gepaard, geen ander doelwit heeft, S de bevordering v£n het welwezen van dez« Stad* Buraeren en Ingezetenen, hun te doen genieten dl Rechten e£ Privilegiën, welke aan dezelve onwederfprekelyk competeeren, en om wyders, door een obfervantie van een verplichte fpaarzaamheid van Stadswegen, en redres der abuizen, ten dien opzichte meer dan al te veel ingenomen, hun zoo veel mooglyk te doen ontheven worden van die lasten, op welker vermindering of vernietiging met reden zou kunnen en behooren gedacht worden. De Gemeentslieden deze dan eindigende, ichroomen geenzins alle deze wezendlyke bezwaaren, die te gelyk eene plenaire Juftificatie van het gedrag, door hun ter zaake voorfz. gehouden, komeD te involveeren, met het geen invoegen gemeld voor af gegaan is, te brengen ter kennisfe, niet alleen van ü Ed. Groot Achtb., maar ook verder van die eenen, welke mogten oirdeelen daar by het meesïe geinteresfeerd te zyn; in dat vertrouwen, dat hun gehouden gedrag by onzydige als irreprochabel zal worden geconfldereerd, en dat wyders U Ed Groot Achtb. van derzelver voonge gedachten defifteerende, en aan der Gemeentslieden zoo te vooren als al nu gedaane inftantien meerfler ciefereerende, met hun Gemeentslieden fpoedig zullen gelieven mede te werken tot ontruiming van alle de hier voor gementioneerde inbreuken, grieven  32o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz. en bezwaaren, als mede van die genen, welke bevonden mogten worden nog verder te fubfifteeren, mitsgaders dat U Ed. Groot Achtb. geene zwaarigheid maaken zullen, het Collegie der Gemeentslieden van een ongelimiteerd recht tot het houden hunner Vergaderingen voor altoos te laten jouisfeeren, en aan hun'desaangaande te laten toekomen die verzekeringen, welke hun en hunne Succesfeuren daar van ten vollen zullen kunnen fecureeren. In naame van de Gemeentslieden der Stad Nymegen. 1784» J. Moorrees, Woordhouder.