D E G O TI D M -T W VAN DOCTER LU D E MAN; 0 F, BLOEMHOF VAN ASTROLOGISCHE GEHEIMEN; Rakende den driejaarigen Orange-oorlog van 1785, 1786, en 178/ : by wyze van Voorzeggingen , gefchreven AAN MEESTER FRANCISCUS; Om na de Groote Zegepraal Waereldkundig gemaakt te worden. MDCCLXXX\fII Te Arnhem, by Mocleman; Alkmaar, Hartemink; Amfterdam 1J. B. Elwe; *s Bosch Palieri Dord, van Braam; Leiden, de Does; Rotterdam, D. Fis en Krap, Schiedam, Poolman; 's Hage.^ynands envan Drecht; Haarlem, Kampman ; Hoorn, Vermande'-, Middelburg, Keel; Utrecht, Emenes; Leeuwarden, Tresfeling; Fra. niker, Romar\ Deventer, Brouwer; Zwoll, Clement; Groningen, Huifinghi Doekema en Groenenberg\ Zutphen van Eldick; en verder alom.   INLEIDING V A N MEESTER FRANCISCUS. WZelriekendeLetterroozen, geplukt in den Bloemhof van het Wonder onzer Eeuwe, naamlyk, den hooggefchatten astrologist ludeman, en aan elkander gefchakeld door keurige en hartftreelende kunstverfierzelen van zynen bekenden voorzegkundigen geest, zullen, behalven het verfpreir den van eene lieflyke geur, in de zaaien der Letterminnaaren,eene overheerelyke vertooning voor dehedendaagfche Orange-batavieren uitleveren: het verdient by alle naauwziende verftanden eene zonderlinge oplettendheid, om oplosfing te moeten hebben A a van  C 4 ) van twee gewigtigé zaaken, welken aanftonds tegen de echtheid van dit Werk in het oog zullen fpringen; als, in de eerfte plaats, waarom deeze wydvermaarde Planeetbefchouwer,in zyn eerfte Spiegel der Waereld, of twaalftal Brieven, aan my gefchreeven, en onmiddelyk na zynen dood uitgekomen, de driejaaren, 1785,1786, en 1787,welken eigenlyk deGoudmyn, het kern, en pit van zyne Aftrologifche Geheimen uïtmaaken, genoegzaam met een diep ftilzwygen heeft voorby gegaan; en waarom hy , vervolgends, zyn triumphzaal of 'Nieuwe Spiegel der Waereld, met het jaar 1788heeft begonnen gehad, zonder van de drie voorgaande jaaren byna iets te gewaagen? In de tweede plaats, hoedanige oorzaaken aanleiding gegeeven hebben, om de uitgaave te vertraagen, van een werk, dat,de rechte fleutel zyner Kunstgeheimen zynde, juist te voorfchyn komt, in een' tyd, na dat de gebeurtenisfen, op grond zyner voorzeggingen rustende, meest altemaal voorgeval-  ( 5 ) vallen waren, en het geen, by gevolg, voor een onverfneedene pen gemaklyk te doen viel. Voorbedachtlyk heeft myn overleden vriend l udem an,gelyk hy my menigmaalen verklaard heeft, de uitgaaf van deeze zyne Gouêmyn van A/lrologifche Geheimen, als de beste pylen, zo lang in den koker willen opfluiten, tot dat de Groote Zegepraal daar zoude zyn, en daarom van de zaaken, welken, betrekkelyk de drfe voorgemelde jaaren, het onderwerp zyner Planeetbefchouwingen zyn geweest, geen het allerminfte gewag, in zyne vroeger en laater gefchreevene Werken gemaakt; gelyk, ter wegneeminge van de tweede bedenkelykheid, voldaan kan, daar op Hechts aantemerken, eensdeels, dat die Phoenix onder de Ajlrologhten-> volmaakt begreepen heeft gehad,hoe ongeraaden,of liever gevaarlyk het voorden Uit geev'er zoude geweest zyn, om foortge* lyk tafereel, in zulke glibberige tydsomftandigheden, A 3 als  C « ) als wy nog kortlings beleefd hebben, wacreldkundig te maaken , aleer alles gebeurd was; anderdeels dat zyne kundige voorzeggingen , welëer aangaande het jaar 1784 gedaan, van dingen die eerst 28 jaaren daarna moesten voorvallen, en op zyn' tyd ook vervuld geworden zyn, dit werk mitsdien van allen blaam van onechtheid zuiveren; waarby nog komt, dat ik in deezen, buiten den uitdrukkelyken last van den overledenen, zonder my aan veele onaangenaamheden bloot te ftellen, niet heb kónnen gaan; boven en behalven, dat ik, als geen AJlrologist van myn beroep zynde, de verdenking van de maaker van dit Huk te weezen , daardoor van zelve doe verdwynen. DE  D E 'G O U B M 'X ~Nï OF, DE ASTROLOGISCHE GEHEIMEN, VAN DOCTOR LUDEMAN. EERSTE BRIEF. Handelende over hei jaar 1785. MEESTER FRANCISCUS! Alle menfchen zullen misfchien zeggen, dat het Ludeman in den bol fchort, om dat hy in zyne nagelaatene Werken, opzettelyk drie achtereenvolgende jaaren overgeflagen heeft, welken juist het puik van zyne Aftrologtfche Geheimen, of liever, de (leute) van alle zyne Planeetkundige Voorzeggingen bevatten ; maar, ik zeg op myn beurt, datzy die dus denken, flapel zot zyn,- vermits hun de beweegredenen ontglippen, waarom zulks gefchieden moest, en, bygevolg, even  C 8 ) even als de blinden over de kleuren oordeelen: geloof daarom niet, Meester Franciscus, dat ik mostaart na den maaltyd zal gaan opdisfchen; als ik u volftrekt verbied, deeze myne Brieven over den driejaarjgen Orange- oorlog, niet eer waereldkundig te maaken, dan na Sarde Grcote Zegepraal van liet jaar 1787 daar zal zyn; dat is te zeggen, dat ik begeer dat zy zo lang ongedrukt onder uwe bewaaring zullen blyveu berusten, en het manufcript derzelven, vervo'gends op een krullen moet worden verbrand , gelyk ik ten aanzien van myn Spiegel der Waeveld aan u gefchreeven, uitdrukkelyk bevolen heb gehad. Iloe, waarom zouden myne Vrienden de Planeeten, van te vooren de werktuigen niet kennen, welken de beweegraderen van ongemeene revolutien moeten zyn ? ei lieve, Meester Framiscus, laat 11 door de nlgemeene volksdwaaiing niet wegfleepen,dat naamlyk alle waereldfche dingen uit toevallige beginzelen gebeuren ; die ftelregei is zo valsch. als dat het maanlicht op den klaaren dag de zonneftraalen verduisteren kan: ongeacht dit denkbeeld, zult gy my het recht doen van te gelooven , zoals ik altyd toegeftemd heb, dat 'ergeen gewrocht zonder oorzaak is of met eenige mogelykheid kan zyn: niets is natuurlyker, en niets vak gemaklyker te begrypen, dan dat: by voorbeeld, zeker Ambachtsheer, doch re gelyk een ver.naard Staatsman , breekt, by ongeluk , op de Jagt, zyn been , ten tyde dat hy zig op zyn Heerlykheid bevond ,• de Dorpchirurgyn wordt gehaald, om de beenbreuk te geneezen, en heeft het geluk zonder een groot meester in de kunst te zyn , in die kyur volmaakt te flaagen: wat gebeurt >r vervofgends, Meester Franciscus^ de Ambachtsheer,de verdienllen van den Wond. heeler willende vergelden , maakte hem Burgemeester van het Dorp, en die fchrandere bol werpt zig naderhand, met goedkeuring van zyn ftaatknndigen Patroon, aldaar tot Op. perhoofd van het Patriotismus, en tot een gewapend aanvoerder van de Volksftem op: ziet gy nu weMeester Frw ciscus, dat de beenbreuk van den Ambachtsheer de bevver- ken-  C 9 ) kende corzaak is geweest,die hetBurgemeesterfchap van den Dorpchirurgyn uitgewrocht heeft? Men zegt dat 'er tegenwoordig geene mirakelen meer gebeuren ; maar men vergist zig, want daar is een merkeïyk onderfcheid tusfchen Geestlyke en Staatkundige mirakelen, waarvan men de laatfte, zondei wondeifpreukige vertelling, aan de werking der Planeetloopen, als de natuurlyke worteloorzaak toefchryven moet: de gisting die federt het begin van 't jaar i;8i , tot het groot wonderjaar 17^4 ingeflooten , in de Hemelzaalen, onder de Planeetenlchaar was'ontdaan , had voorloopig den grond gelegd tot al zulke verbaazende omwentelingen van Staatsgevallen, als in het opvolgende jaar 1785,hier te Lande,aanvanglyk gebeuren moesten, en naderhand gelegenheid tot den Orange ■ oorlog gaven: zodanige Staatkundige mirakelen behooreu u niet te ontzetten, Meester Franciscus! gy zult ze denkelyk beleeven, met alle de onbegrypelyke gevolgen en verwonderingswaardige uitkomilen, waarmede zy vergezelfchapt zullen gaan. Als ik my met vliegende voorbeelden wilde ophouden , zou ik een 11a pel van niet onaanige Planeetontdekkingen daarvan, by voorraad, kunnen opfchotelen; maar een Aftrologist, die zyn beroep verftaat, vergaapt zig zelden aan beuzelingen, wanneer hy door zyne onfeilbaare kunstonderzoekingen, ia de Sterrenwetenfchap, zaaken van meer aanbelang te openbaaren heeft: ondertusfchen wil ik, uit hoofde van onze oude vriendfchap, voor u niet verbergen, het geen ik onlangs in een gemeenzaam nachtbezoek, door middel van het zevental myner Lnchtpatroonen, onderfchept heb^ alles geleek my betovering te zyn, en myn Obfervatorium draaide voor myne oogen als een tol; trouwens het is niet zeldzaam dat waereldlyke ontmoetingen, die in den eerften opflag wonder* lyk voorkomen, iemands verftand benevelen kunnen: ondanks het zelve, zal ik het waagen, myne Aftrologifche bevindingen op het papier te {tellen: vraagt gy waarin die nie;uvpjgheden beftaan, Meester Franciscus? weet voor eerst hoe ik in den Hemelkring ontdekte, en feldrement vriend, wat gaf dat eene omzachelyke vertooning! dat liet onnozel beB dryf  ( io > dryf van een Mosfelvvyf, aanleiding tot een Staatsbezending-, en tot de inrukking van krygsvolk, in een handeldryvende Stad, zou geeven, waardoor ten minften anderhalf millioen guldens nutloos zal worden verfpild; dat verder een veel geluchtmaakend gefchrift, dat geen gevaailyke onderneemingen bedoelde, nogthans de ongenade en afdanking van een Vorst]yk Bevelhebber ten gevolge zoude hebben; dat wyders de kunstgreepen der Staatszucht, het zo ver zouden brengen, om een Erfvorst het gebied over de krygsbezetting in de Refidentieplaats te ontneemen, en,uitoorzaake van dien, Hem deeze zyne oud&Zetelplaats , ruim twee jaaren lang, zou doen verlaaten \ dat vervolgends de Volksftem onder het burgerfchap de overhand verkrygende, voor een tyd in deeze gewesten predomineeren zal, en door het fluiten van eene nieuwe Alliantie met een magtigen, of liever veelbeloovenden Monarch, onmiddelyk na het voorvallen deezer voorzegkundige gebeurtenisfen , den grond tot eene nieuwe foort van i Staatsbeftuuring, die een hersfenfchimmige Vryheid bedoelde, zoude gelegd worden. De Drommel fchynt op fielten te ryden , federt dat Mars aver de andere zes Planeeten , in den Wolkenhemel, de baas fpeelen wil,- my dunkt klaarlyk bemerkt te hebben, dat deeze oorlogzuchtige Planeet, foldaaten tot burgers , en burgers tot foldaaten wil maaken: hier mag men dan onbefchroomd uitroepen: o Tempora, o Mores! Inderdaad,Mmter Franciscus, zodanige verkeerdheden zullen in fommige Landftreeken van de benedenwaereld onder het menschdom onbedenkelyk veel invloed vinden, die in laater tyd fchadeIvk aan de maatfchappy zal weezen; want welberaden inrichtingen tot een welgewapend Burgerfchap, op bevel van de wettige Overheid, met een goed oogmerk gedaan,kunnen door misbruik veelmaals gevaarlyke gevolgen na zig fleepen. Ge. doog* vriend, dat ik u hier mag vergasten met het verhaal van een geval, datmy onder het fchryven van die aanmerking . te binnen gefchooten is: ik trok laatst de Horoscoop van zeker welgefteld Burger van een nabuurige ftad, die de bakermat van den vermaarden Hugu Grotius, het wonderlicht der Hol»  'Hollandfche Rechtsgeleerdheid is geweest, en wiens zinfpeelende naam en charakter met dat der Spreeuwen veel overeenkomst heeft: ik moet nog lachen als ik 'er om denk, Meester Franciscus: na dat ik de welbefpraakte man uit zynNativiteitsfter voorzegd had , dat hy door zyne nieuw uitgevondene Snuifmolen een Renteniers capitaal zoude overgaaren , vroeg hy my vervolgends, wat geluk zyn zoontje, toenmaals een kind van zes jaaren oud, die zyn ftamhouder en eenigfte erfgenaam moest zyn, boven het hoofd hing? ik maakte geen tegenfporreling om zynen weetlust te voldoen, en de Horoscooptrekking van dat jongetje gefchied zynde, gaf ik hem al fchertfende te kennen , dat fchoon de Spreeuwen zelden gewoon zyn van haar aangeborenen vogelenna* tuur te ontaarten, zyn jonge Spreeuw nogthans, zo dra hy tot den manlyken ouderdom geraakt was, genoegzaam al het ■capitaal dat hy met zyn noesten koophandel overgewonnen had, en boven dien de halve Snuifmolen, door de billen zoude lappen : myn aanzienlyke fntiifhandelaar, hoe bedaard anders, begon over deeze voorzegging gemelyk te worden, zeggende, dat hy door zulk eene onbegrypelyke voorwetelykheid van mynen AftrologifLhen kraam, zyn vaderlyk hart ge'kwetst voelde: wal kan ik het gebeteren Myn Heer, zeide ik, dat de Planeet mars, waarender uw zoon geboren is, voortaan zyn levenslot zal beftuurcnl en begeert gy 'er dj oorzaak van te weetent welaan, dan moet ik zeggen uit zyn Horoscoop ontdekt te hebben, dat, na verloop van 30 jaaren, hy zig als één der hoofden van het aanfiaande Patriotismus opwerpen, en vervolgends met het onderbevelhebberfchap over een gewapend burger legert je bekleed worden zal; zodanig, dat uit deeze onbedachte flappen, alle zyne ongelukken onver meidelyk zullen voordfpruiten, en zyn roekelooze levensrol betlooten worden, met een fchielyke vlucht uit zyne Vaderftad, of misfchien met eene akelige gevangenfchap, die 'er noodzaakelyk de gevolgen van moeten zyn. Onder het doorfnuffeïen van myne oude papieren,die by nly reeds in het vergeetboek gefteld waren, vond ik onderdaags nog een brief, die, met betrekking tot het jaar 1785, k B 2 zeer  ( ia D zeer gedenkwaardig is, en kort na myne aankomst in Holland aan my gefchreven was, door myn geweezen Leermeester en geleerde reisgenoot, ik meen den alom beroemden Aftrologist zunterbacm: waarlyk, Meester Franciscus l ik zoude aan de wyduitgeftrektheid der Sterrekundige wetenfchap merkelyk te kort doen, by aldien ik onze Eeuwelingen van zulk een pronkftuk kwame te berooven .door hetzelve in de vergetelheid te dompelen; waarom het geraaden zal zyn , .dien opmerkelyken brief hier woordlyk te g;an plaatfen. GEACHTE KUNSTGENOOT! „ Met een zonderling genoegen, en geen minder betaa • „ melyke blydfchap, vernam ik uit uwen laatften brief, den 3 pasfato aan my gefchreven , en die ik, by myne terug„ komst te Jena% gevonden heb, dat UEd. in Holland be„ land was,en naryp overleg befloten had,voortaan uw vast „ verblyf binnen de waereldvermaarde Koopftad Amfterdam „ te honden , waarvan de volkrykheid U zekerlyk in het „ Aftrologisch beroep een gunftig vooruitzicht beloooft; ik wensch U van harten geluk myn waarde Ludeman, we„ gens het volvoerd belluit, van een woonplaats verkoozen „ te hebben onder een Landaart, die , als beminnaars der ge„ leerde wetenfchappen, fchatten genoeg bezitten, om de „ kunstoeffenaaren derzelven naar verdienden te beloonen; „ maak dan een recht gebruik van de onderwyzingen, wel„ ken ik U voorheen in de gronden der Aftrologie gegeeven „ heb gehad, en laat het U, uit toegevelykheid voor een „ Leermeester, in wiens fchool gy zulke ongemeene voord„ ganaen in de Sterrevoorzegkunde hebt gemaakt, wel„ gevallen, dat ik U, ter beduur der Aftrologifche kunst„ oeffening , eenige noodzaakelyke raadgeevingen aan de „ hand doe, die U waarfchynelyk nader te ftade zullen ko„ men." „ Begryp voor eerst, dat een bedreven Ajlrologist in zy„ ne Planeetonderzoekingen onbedriegelyk handelen moet,  C '3 ) tri allerleie gevallen, daar het zaake is om wiskundige Ho„ roscoopen van raadplegende Mannen of Vrouwen te trekken; „ invoege dat hy nimmer zyne voorzeggingen , ten dien „ opzichte, op het los zand der gisfingen behoort te bouwen; „ bepaal U vervolgends niet al te ftreng aan Sterrekundige „ waarneemingen, over gewigtige Staatsgebeurtenisfen,die „ nog binnen den kring van Uwen levenstyd zullen vallen, „ en veeleer dit tegenwoordige, dan toekomende dingen be- treffen ,• op dat gy het verdriet niet moogt beleven, om 'er „ de ïchande van wegtedraagen, als gy het rechte doel niet „ befchiet: maar laat U voornaamlyk daaraan gelegen zyn, „ dat uwe Planeetbefchouwingen , aangaande ongemeene „ Staatsomwentelingen of Volksberoeringen , die gy ontdekt „ dat in laater tyd onfeilbaar gebeuren zullen, lteeds op een „ verren afttand gevestigd zyn, aangezien foortgelyke Aftro„ logifche Voorzeggingen , alfchoon gy misgetast had, LJ „ verkregen roem echter niet kunnen befchadigen. Op dat „ voetfpoor zou ik U onbefchroomd durven aanraaden, van „ in het Land, alwaar gy werklyk het geluk van inwoonder- fchap geniet, de poogingen van Uwe verlichte Planeet„ kennis byzonder toeteleggen, om door gewisfe obfervatkn „ te onderfcheppen, de oorzaaken, voordgangen , aanwasch „ en beflisfende ontwikkeling der groote Scaatsrevolutien, „ welke gedurende de driejaarige onlusten aldaar liaan plaats „ te hebben ; de ondervinding , die in onze vastgaande „ kunstregelen allen eigenwaan uitfluit, en derhalven geen „ verwonderaars benodigd heeft, zullen U in den Planeet„ cirkel klaar vertoonen, hoedanig de beginzelen van een „ Burgeroorlog in het jaar 1785 zig toedraagen zullen/in „ dat Gemeenebest, daar gy U thans bevindt: dan, terwyl het buiten het beryk van een Aftrologifche pen zoude wee» „ zen, om alle de bekleede omflandigheden te belchryven, „ die aanleiding tot den voordgang van zulk een vernielende „ volkskanker zullen geeven, wil ik Hechts gewaagen van zoda„ nige aanmerkelyke byzonderheden, die tot de takken, van „ onze voorzegkundige wetenfehap behooren. ,, Myne onderwyzingen en uw fchrander doorzicht van „ zaaken,geachte Reisgenoot! hebben U niet onkundig ge- B 3 „ laa-  ( 14 ) ?, laaten van dien fondaraenteelen ftelregel, dat de werktui», gelyke tak der Aftrohgie, eigenlyk hierin beftaat, om door >, den loop der Planeeten natefpeuren, den tyd, plaats, en den », aart der toekomende gebeiutenisfen, welke de voorwer», pen van onze Aftrokgifche onderzoekingen zyn: achter?, volgends het beloop van dat zevengeÜernte, zult gy oog,, fchynelyk bevinden , dat het jaar 1785 het tydlhp aau., toont, dat de Zon eener al te hoog klimmende Volks vry„ heid, ergens zal opgaan; doch vervolgends in het .jaar „ 1787, door bewolking aan den ftaatkundigen Hemeltrans, weder daalen moet: die zelfde onbegrensde kundigheden „ zullen U doen zien, dat de plaats, op welke deeze voorval„ len zig bepaalen, het Land van Uw tegenwoordig verbluf „ betreft, en dat de aart van zulke verflindende landberoev ringen, grootendeels ten oogmerk hebbende om een Erf„ vorst van zyne bekleede waardigheden te ontzetten., van „ dat gevaarlyk vooruitzicht fchynt, dat zy niet alleen de „ inwendige krachten van het Gemeenebest zullen verfpillen, „ maar bovendien op den oever van haaren ondergang kun„ nen brengen, een natie die zich voor deezen ontzachelyk „ voor gantsch Europa heeft gemaakt.: hoe zeer nu deeze „ algemeene Volksramp in het jaar 1785, door het Bondge}, nootfchap met een buitenlandfche Mogendheid zal worden „ geftyfd, en eene opgevolgde Volksinvloed merkwaardige „ omkeeringen veroorzaaken zal, zo bewyzen nogthans „ deftreeken van het Planeet- compas zonneklaar, dat de „ GrooteZegepraal ter herftelling van de rust, uk het bedryf „ van een zeekere Vorflin zyne geboorte ontkenen moet^ „ ondertusfchen ben ik van gedachten, Vriend Ludeman, „ dat gy geduurende de beide wonderjaaren, 1788 en 179», „ nog vry grooter Staatsomwentelingen in uw tweede Va„ derland zult kunnen opfpeuren , door middel van Uwe „ Aftrologifche befchouwingen in de Hemelzaalen der zeven „ Luchtgoden( * ). „ Ik ben ,enz. enz. Z UNT ERB A C H. Wat /*) Zie myn triumthzaal, alwaar aangaande deeze beide Won der*  C 15 ) Wat dunkt U , Meester Franciscus 9 ftrookt die taal van myn nooit voïpreezen Leermeester niet wonder wel met de denkbeelden, welke ik, als Aflrologist, van den driejaarigen Oranse-oorlog heb opgevat? ik bekreun my aan de ongefoovigheid.der zemelknooperen niet;daar zyn waarheden die men fchier niet gelooven mag, om de gerustheid en de welvaart van het menschdom niet te ondermynen ; maar daar zyn andere minder zinftreelende waarheden, die men volftrekt gelooven moet, om de fteunpylaaren, welken de menschlyke Maatfchappy-onderfchraagen, niette vergruizen; onder deeze laaifte foon begryp ik myne voorhanden zynde Voorzeggingen, raakende het jaar 1785, waartoe zig een ruim veld aanbiedt: wat zwarigheid of heetgebakerde verftenden zulks-voor geestdryveryen,en voor hersfenfehimmen van eigenvinding zullen uitkryten! de tyd die de baarmoeder der ontknoping Van allerhande waereldfche zaaken is , zal proefondervindelyk leeren , of myne Aftrologifche geheimenop losfe fchroeven berusten, dan of zy de algemeene loftuitingen der voorüanderen van nuttige wetenlchappen behooren wegtedraagen. • , * Sta vast, Meester Franciscus! laat U door den ftroom der verwarringen in die dagen van onrust niet wegfleepen; dan, dewyl gy met het fchild van partydeloosheid genoeg bebolwerkt zult zyn, om ongenaakbaar voor de aanzoekingen der rustbeflryderen te weezen, is zulk een waarfchouwing ten uwen opzichte geheel onnoodig. Ik ontfehuif de gordynen van den Planeethemel, om het akelig fchouwtooneel van 1785 aldaar te gaan befpieden; want gy weet wel dat de Aflrologisten voor de beste verfpieders van der waereldlingen toekomende lotgevallen doorgaands verfleeteu worden: ik begluurde, op St. Andriesnacht, in myn Obfervatorïum, de flatige voorbyzeiling van Jupiter , rondom den iriumphboog van der jaaren, onder No. I. en W. y-ydhopig gehandeld wordt, en die zulle gedenkwaardige Voorzeggingen irjluiten, weiken de algemsene verwond** ring wegdraagen moeten,  ( i« ) van den Zodiak, in het midden van welken de Planeeten Mars en Fenus in haar blinkende praalgewaaden geplaatst waren: toen ontdekte in dat moord! —— brand! — wat zeg ik daar? ik verwenschte wel honderdmaalden St. Andriesnacht, den Triumphboog, en myn Obfervatorium, daar ik in eene foort van begochelingonbeweegelyk bleef ftaan; abuis, Meesier Franciscus! ik bevond my op dat oogenblik in een Aftrologi'che verrukking, over de zamengefchakelde wonderen, die ik bemerkte, dat in het jaar 1785 gebeuren zouden: tot bedaaren geraakt zynde, en myn zevenpuntige Planeetmuts , die door fchrik afgevallen was , wederom op het hoofd gezet hebbende, begreep ik rasch wat al die vervaarelyke toeftel in de Luditzaaten te beduiden had , dat is te verftaan dat ik de ktoen van het geheim ontwarde, cn onder begunfliging van een helderfchynende vuurkolom, die zig op het toppunt van den Zodiak vertoonde, terftond de kunstgreepen outdekte, waarvan men zig, ter aanfiookinge van het vuur van tweedragt, bedienen zoude, om het Staatkundig lichaam der aloude Batavieren, in volle vlam te doen ontbranden. Lach niet, Meester Franciscus! gy denkt misfehien dat ik fchertzen wil, als ik by wyze van voorzegging, durf ftaande houden, dat het bedryf van een heerschzugtige Vrouw, in het jaar 1785 , de allereerfte gedenkzuil tot den zogenoemden Orange-oorlog zal ftiehten; ik trok haar Horoscoop, toen zy nog Vryster was, en ik verklaarde haar, zonder veel omflag van woorden, dat noch haar weêrgaêlooze fchoonheid, noch de bevalligheden van haaren vluggen geest, zo veel rmdeels aan haare gewonde minnaars zoude toebrengen, a-ls haaer gloriezucht om haar aanftaanden Gemaal tot het Diclatorfchap verheven te zien, naderhand, in haaren trouwftaat, aan de burgerlyke Maatfchappy zoude "doen: inderdaad , Meester Franciscus! daar zyn alle reden om te gelooven, en myne vrienden de Planeeten willen het ook voor eene onte • genzeggelyke gebeurtenis uitventen, dat deeze jonge Dame, met eèn berucht Staatsdienaar, in een ftemhebbende Stad van Holland, trouwen zal; en dat deeze doorfleepen Staatsman, friar  C *Y > ïiaar Gemaal geworden zynde, vervolgends met Brutus Batavus, waarvan ik in myn Triumphzaal breedvoerig gefpro ■ ken heb, gelyk ook met den grooren Paulus van INeêrlands Azna, zal zamenfpannen, om met gemeen overleg, den Nationaalen Erfvorst, welken zy als den Antagonist van de Volksitem befchouwen , uit den zadel te ligten, en dus, op die manier,het bzkendèflriemanfcbap, even als onder deRomeinfche Burgemeesterlyke Regeering eens, vooreen korten tyd, plaats heeft gehad, hier te Lande te doen herleeven : dit plan, zult gy zeggen, zal geen gekheid zyn, maar ik ben ondertusfchen van begrip, dat het fchier een bloot kin* derfpel zoude weezen, als het daar by bleef berusten; myne planeetkundige ontdekkingen, ten dien opzichte, gaan vry verder, dan gy u mogelyk verbeeldt: weet dan, Meester Franciscus.' dat ik uit den ryken oogst, dien ik ooSt.Andriesnacht ingezameld heb , nog een aantal van gedenkwaardige voorzeggingen, daartoe betrekkelyk, kan doen. Zo zag ik myne zeven Luchtpatroonen, in procesfie opwaarts den Horizont dryven; zo befchouwde ik aan den Hemelkring een terugkaatzenden vuurvlam, die degewoone leidsman der Aftrologisten is, en zig nederwaards op den benedenwaereld wierp;zo venoonde zich voor myne oogen, te midden van het glansryke Stergewelf, twee yslelyke bloedvaanen ach, Meester Franciscus! een koude rilling bekroop myne ingewanden, op het aanfchouwen van zulke wonderbaare luchtverfchynzelen ; en geen wonder! nademaal ik daardoor iets meer onderfchepte, dan ik verlangde te weeten : alle deeze ontzachlyke vertooningen, waren ontwyfelbaare voorbeduidzelen van de werkflelligmaaking der verreziende oogmerken, die, van wegen het voorverhaalde Driemanfchap, in dat zelfde jaar van 1785, tot ftand zouden worden gebragt, en het welk , volgends de Allrologifche Wiskunst, eigenlyk hierop zal uitloopen: voor eerst, dat men onder welverzonnene voorwendzelen, een Opperbevelhebber, voorheen met het Voogdyfchap van een Nationaal Erfvorst belast, zal doen tuimelen; dat daarop onmiddelyk volgen zal, het fluiten van een onnatuur- C lyk  Jyk Bondgenootfchap, met een Potentaat, die altyd de beïaager van een oud Vorstlyk pluis is geweest ,• en dat dit tooneel van verfchrikking, vervolgends beflooten zal worden , om door een' geest van overftemming in de Raadzaaien, de tweehonderdjaarige Staatsconftitutie , in het bloed der voorvaderen gevestigd, ondanks de grondwetten, in deeze vereenigde Landfchappen te ontzenuwen, en te verdelgen. Ik heb maar eenmaal van myn leven , voor zo veel my geheugt, At Horoscoop van een Tooneellist getrokken; maas om u in een vrolyk humeur te brengen, Meester Franciscus, zal ik thans een grap verhaalen die verdient befchrec ven te worden. Daar kwam, onderdaags, op een fchemer» avond, iemand aan myn*huis, gekleed in een Arlequinspak , die, onder het bedryven van allerleie kluchtige grimasfen in het voorhuis, my verzocht te fpreeken: ondertusfchen dat men hem in de zykamer deed gaan , kwam Britta Byer, aan wie dit vermaaklyke fchouwfpel beviel, my al fchatereude van lachen, van myn ftudeerkamer roepen . zeggende, dat een jong Arlequintje verlangde dat ik zyn Horoscoop zoude trekken, om te weeten of hy door zyne behaagelyke gekheden , en aapenkuuren , het getal der zotten "in de waereld vergrooten zou, dan of hy een beter fortuin te wachten had; deeze vraag kwam my, in den eerften opfiag, zeer bedenkelyk voor; waarom ik,, uit nieuwsgierigheid, (want met dit zwak zyn de Aftrologisten meer dan andere menfchcn be~ fmet, ) met fnelle fchreden myn ftudeerkamer uitliep, en my yervolgends in de zykamer begaf, daar ik myn Arlequin, in het midden, op een' ftoel vond ftaan, bezig zynde allerhande wonderlyke kromme fprongen te maaken, die eigenaanig aan zyn beroep waren: hoewel ik my niet bedwingen ko.i daarover heimelyk te meesmuilen, vroeg ik hem echter. met eeji ernftig gelaat, wat van zyne begeerte was ? hy fprong daarop vaardig van den ftoel, en na driemaalen rondom myn lyf, onder het pleegen van de gewoone Arlequinsgrappen gehuppeld te hebben, overhandigde hy my een klein liukje papier, waarin zyn doopnaam en gebooitetyd vermeld fton- den i  C 15 ) den: om de waarheid te zeggen, Meester Franciscus, van. het oogenbiik dat ik de toebereidzelen tot zyn Horoscooptrekking begon te maaken, zo wel als geduurende den tyd, dien ik daarmede verfleet, had ik alle moeite van de waereld om myn wezen in een liemmige plooi te houden, zo dra ik myn gewaande Arlequin aanzag: Myn Heer, zeide ik, gy denkt 'my mislchien te bedriegen, maar gy bedriegt u zeiven, door de verbeelding dat ik de aanzienlykheid van uwe geboorte, en het adelyk huis waaruit gy gefprooten zyt, onder de belachenswaardige vermommingen van het Arlequinfchap, niet zou kunnen onderfcheppen ; dat gy een weetniet tot een ipeelpop van uwe tafelkluchten maakt, kan nog door den beugel der infchikkelykheid van bedaarde mannen heen fchieten; maar een Afïrologht, wiens kundigheden meer maaien op den proef (leen gefield zyn, befpot zulk een k walyk geplaatsten flap, die toeloopt om hem van het kwakzalverfchap te verdenken: om uwe ridderlyke Arlequinfchap nu middagklaar te overtuigen, vervolgde ik, dat myn Aflrologifche weetenfchap, ten aanzien van uwe aanftaande lotgevallen, niet kreupel gaat , zo kan ik u uit den loop der Planeeten voorzeggen, dat gy, na de meerderjaarigwording van den Stadhouder, één zyner voornaamfte gekoesterde gunflelingen worden zult; dat uwe getrouwe aankleeving aan hetStadhou« derlyke Huis, u de achting van dien Erfvorst zal waardig maaken, op eene wyze, dat Hy uw perfoon met een vyftal luisterryke bedieningen bekleeden zal; zo dat gy, behalven de voorzittende flem in de Raadsvergadering van 'sLands Vaderen een geruimen tyd te hebben gevoerd,over dertig jaaren, als Hoofdfchout van uwe geboorteplaats , fterven zult. De gewaande Arlequin , Vryheer van twee aanmerkelyke Heerlykheden, toen naauwlyks twintig jaaren oud, doch, onaangezien zyn onrype jeugd , fchrander van oordeel zynde, icheen op deeze Orakelipraak gantschlyk verplet; bedankte my feestlyk, en vroeg my vervolgends, of ik iets meer tem zynen opzichte uit de Planeetloopen voorzeggen kon : ja jonkheer, beflootik, gy zult over agt-en-twintig jaaren de dagen der onrust beleeven, wanneer gy'u een nuttig inftru« C 2 ment  C 20 ) ment voor de belangen van uwen Vorfllyken Meester, voorrsaamlyk in de Staatsgevallen van het jaar 1785, zulc bewonen te zyn, en daarom zal uwe gedachtenis, na uwen dood, by de Orange - batavieren betreurd worden; zie daar myn goudbeurs, Lwieman! riep de Vryheer van N*** uit, ten zelfden tyde in zyn Arlequinspak de huisdeur uitloopende. Wy hebben de Staatsftormen van de jaaren 1747, en 1748 beleefd, Meester Franciscus, en hoezeer het onaangenaame van die donkere dagen fchielyk verdreeven werd, door den band van onderlinge eendragt, en een'geest van nationaale zamenfpanning, zo noodzaakelyk voor de belangen van het Vaderland, om met nadrukte keer te gaan de aanrandingen vaneenen buitenlandfehen vyand, die de Frontieren van de Repuhlicq, met ontzachlyke wapenkrachten belprong ; zo waren nogthans verfcheidene Staatkundigen toen van gedachten, dat het by deeze twee wonderjaaren, geduurende de tegenwoordige eeuw, zoude blyven berusten; immers dat 'er geene volksgisting in dit Land meer plaats zoude hebban ; maar men bedroog zig, of liever men rekende buiten den waard: want behalven dat gy dien tyd beleeven zult, en behalven de ondervinding die wy Planeetbefchouwers door Atlrologifche Waarneemingen, van de gebeurelykheid van zodanige verafgelegene tydperkcn verkrygen, zo bewyst het £>terbeloop wel degelyk, uit de optelling van het getal 21, die in het jaar van 1785 opgeflooten ligt, dat 'er niet alleen zulke binnenlandlche onheilen in het laatst deezer eeuw nog voorhanden zyn , maar inzonderheid dat dergelyke toekomende revolutien , of volksbeweegingen, juist geduurende het evengemelde jaar, in vollen vlam zullen beginnen uittebarsten, en, zo in zeldzaamheid als in langduurigheid, de voorgaande gebeurtenisfen der beide wonderjaaren, 1747 en 1748, verre ftaan te overtreffen. Ik wil u geen knollen voor citroenen verkoopen, Meester Franciscus, als ik u ruiterlyk durf verzekeren , uit de onfeilbaare aanwyzingen van myne vrienden de Planeeten, veilig te kunnen befluiten, dat onder den fchors van het getal 21, het welk de vier cyfferletters van Anno 1785, by optelling, jniluit, eigenljk het geheim ver-  ( 2i ; verborgen is van de een-en-twintig oorzaaken , die men de voornaamfte dryfvederen , tot den aannaderenden Orange. oonog kan noemen: alle dezelven hier van ftuk tot ftuk te gaan befchryven, zoude te wydloopig zyn , en bovendien buiien de taak fpringen, die ik my zeiven, in het bepaald bellek van deezen brief, over het jaar 1785, heb opgelegd; waarom gy u behoort te laaten welgevallen, dat ik, kortheidshalven, de meestgedenkwaardige van die maar aanltippen zal: by voorbeeld, de Ariftoctaat, wiens veruitziende inzichten zich nimmer vermengen , ja geheel onftrookbaar zyn. zo wel met de belangen van het Patrtotismus, als met die van een opperhoofdige regeering. om dat hy in zyn bewind alleen zyn eigen voordeel, en dat van de zynen zoekt, fchynt de eerfte bewerkende oorzaak tot het aanblaazen van het vuur van tweedragt te zullen weezen; een zogenoemde Patriot, wiens troetelkind de invoering van de Volksftemis, en hierdoor meestal een losbandige vryheid bedoelt, haat zo wel den Ariftocraat, als het Vorstlyk gezach, om dat zy hem beiden, ter bereikinge zyner oogmerken, in den weg zyn; waarom hy van de eerstaanbiedende gelegenheid gebruik maakt, om in troebel water te visfchen, en des veelmaalen tot gewelddaadige flappen en aanmerkelyke inbreuken uitfpat, die voor de Maatfchappy doorgaands fchadelyke ge vol. gen hebben; uit hoedanige vergrypingen dan ook de grond tot een' Burger- oodog, als de tweede aandryvende oorzaak, in het jaar 1785 , zal worden gelegd: in de derde plaats, Meester Franciscus, kan het Vorstlyk gezach, dat zig op de wettige conflitutie van 's Lands regeeringsvorm beroept, zo min de aandruifingen van den Patriot, als die van den Ariftocraat, dulden, aangezien de uitvoerende magt zo in Krygsals Burgerlyke zaaken, fomwylen door beiden te gelyk, of al te naauw bedwongen , of geheel gedwarsboomd wordt; zie daar de derde oorzaak die het zaad van partyfchap, in het Staatsbewind van dit Gemeenebest, naderhand noch meer wortelen zal doen fchieten. Wat zal ik van de overfchietende oorzaaken van den Qrange-oorlog al verder vertellen, Meester Franciscus.? het C 3 zal  zal niet noodig zyn om 'er tegenwoordig myn hoofd mede te breeken , terwyl zy uit het onmiddelyk verhaal van myne voorzegkundige waarneemingen zig in een helder daglicht vertoonen zuilen; ondertusfchen ben ik niet vervreemd van te gelooven, gelyk ik meen uit de conflellatie der Planeeten klaarblykelyk befpeurd te hebben , dat eensdeels de zucht van fommige Gezindheden, tot het verkrygen van eene meer onbepaalde Geloofsvryheid, of ten minlten van zodanige .uitwendige voorrechten, waarvan zyzig, volgends de grondwettige Staatsconfütutie deezer Landen, verlinken zien, en anderdeels het berispelyk bedryf van eene talryke fchaare woelachiige geesten , welken, naar geduurige veranderingen van Regeeringsform haakende , daarom fteeds bedacht zyn om door openbaare en heimelyke aanflagen, de binnenlandfche oproeren voordteplanten, onder anderen al mede zullen zamenwerken, als aanfporende oorzaaken van denBurgerkryg, waartoe in het jaar 1705 den weg, trapsgevvyze, zal gebaand worden: aan den anderen kant heb ik in dePlareetzaal wel degelyk ontdekt, dat de verwydering tusfeheti de Pylaaren van 'sLands hooge Regeering, dcor een kwalyk geplaatste eerzucht, hoe langer hoe meer veld zullende winnen, die verbittering, zo fchadelyk voor de algemeene welvaart, onbedenkelyk zal worden geftyfd, doorliet verfpreiden van een onnoemelyk groot aantal naamloozeSchotfchriften, die, zo als men in laater tyd bevinden zal, voor de bronwel van deeze aangeftoken volkskanker dienen befchouwd te worden. ünderwyl dat ik voor een luttel tyds myn Obfervaterium verlaaten , en de verdere verhandeling over Aftrologifche geheimen van die natuur wat opfchorten wil, zal ik, volgends myne gewoonte , eens van batteryen gaan veranderen, Meester Franciscus, ten einde uw' geest met vrolyker onderwerpen van myren kraam , bezig te houden; en op myn keurigen letterdisch met fmaaklyke lekkernyen uit den Planeetwinkel te vergasten; niemand, gelyk gy weet, bemint de tafelvreugd meer dan ik , wanneer ik my in gezelfchap bevinde van zulke uitgekipte vrienden , die voor fchran»  ( *3 ) fchrandere verftanden by de vvaereld te boek flaan : eens dat ik, afgeflooofd door menigvuldige bezigheden, myn hoofd vol muizenesten had, en om die reden my gantsch ongeneegen, of liever gantsch onbekwaam gevoelde , eenige Aftrologifehe befpiegelingen van belang te maaken, liet ik my, ten gevalle van een vertrouwd vriend, bepraaten ,om met hem het gezelfchap van zeven of agt vrolyke bollen, op een daar toe beitelden maaltyd, bytewoonen: wy begaven ons- naar het logement, gefchikt tot de verzamelplaats van de genoodigde gasten , die wy vry fterker in getal bevonden, dan myn vriend zig in den beginne verbeeld had: aldaar werd ik by mynen komst door de aanwezcnde perfoonen , met een glas morgenwyn , minzaam genoeg verwelkomd , doch echter door twee onbekende Heerfchappen, een geruime poos zo onbefchaamd, van het hoofd tot de voeten , bekeeken , dat de nieuwsgierigheid my dwong, om aan myn' vriend ftil te vraagen, wie toch deeze twee Heeren waren, die my zo fterk begluurden? Och, het zyn vreemdelingen, aan wie ik geen kennis heb\ antwoordde hy kort: wy plaatsten ons, ten getale van zestien perfoonen, aan tafel, alwaar de geft/rekken eerst algemeenlyk vielen over dagelykfe nieuwstydingen , van weinig belang; maar vervolgends by het nagerecht in gemeen, zaamer redenwisfeling geraakt zyn de , toen de uitwaasfemingen van den wyn ons wat fpraakzaamer begonnen te maaken, noemde myn vriend, het zy bedachtlyk, het zy toevallig, onvoorzichtig, myn' naam: zo dra men hoorde dat ik Ludeman was, waren aller oogen op my gevestigd, en daar regeerde onder de tafelvrienden, geduurende meer dan vyf minuten lang, een diepe ftilzwygendheid, die my onbegrypelyk toefcheen, en die my in beraad deed liaan, het ftomme gezelfchap, uit wrevelzucht, te verlaaten: by geluk brak één der twee onbekende vreemdelingen, welken my met zo veel oplettendheids, by myne aankomst in de kamer, aanfehouwd hadden , het allereerst die verdrietige ftilzwygendheid, zeggende, aan myn Philionomie befpeurd* te hebben , dat ik een kunstgenoot van hem moest zyn, maar  ( H ) maar dat hy op het hooren van myn'naam, nu zeker wist dat ik die vermaarde Aftrologlst was, waarvan hy zo memgmaal hier te Lande, en elders , met algemeene loftuiging had hooren fpreeken ; na hem , wegens dit vleiend complimentje, beleefd bedankt te hebben, en na ieder van zyne yerbystering, van met den toverdoctor Ludeman aan een zeilde tafel te fpyzen, wat herkomen was, geraakten ongevoehg de tongen los , van fommige daar tegenwoordig zynde Ipotvogels, welken my daarop eenpaarig verzochten hunne kintscoopen te willen trekken: ik weigerde zulks volïtreKt, onder voorwendzel van de benoodigde werktuigen daartoe met voorzien te weezen; doch die uitvlucht baacte niet5> terwyl myn onbekende Konstgenoot, dien ik in dit geval niet bedotten kon, daarop zo flerk aandrong, dat ik ten laatften, uit toegeevendheid voor de aanzoekingen van het gezelfchap , verpligt werd, my daar na te fchikken, en des, zonder mtfte!, handen aan het werk te flaan lk verzwyg opzetlyk , Metster Franciscus, alle de bvzondere ontmoetingen, welken my met het meerendeel der tafelvrienden, onder het trekken van hunne Horoseoopen, bejegend zyn; want fchoon fomrriige derzelven,aan wie ik de gunst der Planeeten, overeenkomftig myne Aftrologifehe ontdekking, geduurende hunnen levensloop voorzeker had toegezegd, my met dankbetuigingen overlaadden, zo waren aan den anderen kant, eenige van hun zeer onvoldaan, over de ongunftige voorzeggingen die ik van hunne toekomende lotgevallen , met dezelfde oprechtheid , gedaan had • het verdient vry grooter oplettendheid , voor 'iemand die kun digheden van verhevene zaaken zoekt , alhier volledia- te gewaagen, van het weetenswaardig avantuur, dat ter zaake van dien, met myn onbekenden Kunstgenoot, op het' vrolyk gastmaal voorviel: wy begaven ons met ons beiden na het afloopen van den maaltyd, in een aparte kamer' om zamen Aftrologifehe proefneemingen te doen, nopens het bepaa'en der tydperken waarin buitengewoone Staarswisfehngen , die deeze vereenigde Landfchappen betroffen moesten voorvallen, en wy werden het in onze overeen! ftem.  C *5 ) '{temmende kunstbewerkingen, ten dien opzichte volmaakt eens; ten minften in zo verre, om daaruit, op gronden vaft zekerheid, dit vastgaande befluit, raakende de voorhanden zynde Staatkundige omwentelingen te kunnen opmaak en, •dut de gebeurtenisfen van het jaar 1785, de {pillen zullen weezen, waarop vervolgends de Orange-oorlog draaien moest: Als ik my niet bedrieg in de voorbeduidzelen van bet geen de Aflrologie aan onze onderzoekingen zonneklaar oplevert, zeide die kunstlievende Man tot my, dan zullen de gevolgen doen zien de waarheid van den alouden ftelregel, dat uit kleine be* ginztlen, veeltyds, groote zaaken geboren kunnen worden. Ilz heb, vervolgde hy, in myne nachtbefchouwingen, verfcheiden maaien aan den Hemeltrans der Planeeten, kleine Kapelletjes zien vliegen, die, fchoon van weinig aanbelang in het ryk der gevkrkte dieren, nogtbans , door haar en fubtilen invloed, naderhand, veel onheils in de benedenwaereld zullen brouwen; tvant ^ onaangezien het laat ft e overfchot deezer vliegende diertjes, in het jaar 1787, ter gelegenheid van den gr 00 ten zegepraal, de marsch zullen moeten blaazen, blyft het daarom, volgends het Sterrencompas, eene uitgemaakte zaak, dat het fcbr ander Hoofd der Capelletjes, rondom den Aardkloot vliegende, als de Pol, ik wil zeggen de Bol der Vryheidszoonen , een gantfche Provincie beroeren, en zig mogelyk tot een Prins daarvan, dcor onder fcbraging van de Folksftem, op' werpen zal; indien, eilaas \ een ontydige dood, zyne vleugelen niet komt te vtrftyven, op eene wyze, dat daar door alle de op los zand gebouwde kasteelen in de lucht, van eene vervaarlyke inftorting, niet gevolgd worden ; ik hing het zegel van goedkeuring aan de Sterrekundige onderfcheppingen van myn verftandigen Kunstgenoot, met wien ik federt nog verfcheidene jaaren briefwisfeling gehouden heb; doch ik ging befchaamd heen, om dat hy die gewigtige ontdekking, vóór my, iu de Flaneetzaalen gedaan had. Wy zullen Plinius met de ui-legging over het ryk der dieren laaten begaan, Meester Franc'ucm, aangezien eene dergelyke verklaaring niet eigenlyk behoort tot myn Aftrologisch departement, waarvan tegenwoordig wat anders' te zeggen D valt;  C 26 ; valt: federtdat ik over zevenmaal zeven dagen myne vrienden de Planeeten, inden Wolkenhemel ging raadpleegen, heb ik lang in beraad gellaan, waar myn pen u eerst brengen moest, om dat noch myn Obfervatorium, noch myn Studeerkamer gefchikt waren, om aan uwen geest dat vermaak te bezorgen, het welk gy verlangt; en daarom zal het beter met uwe zintuigelyke verkiezing ftrooken , dat ik u door middel van het kunstpenfeel myner wetenfchap, voor eenige oogenblikken, wat tydkorting in een Coffyhuis verfchaffe: ik kwam daar even voor beorstyd; de kamer was opgepropt van volk; een verward gedruis van verfchillende Hemmen, dat doorgaands in de Coffyhuizen p'aats heeft, en een wolk van tabaksrook, die my byna verflikte, kwetften de beste myner zintuigen dermaate, dat ik aanflonds berouw gevoelde, van myne uuren van uitfpanning niet beter befteed te hebben: om evenwel zulk eene onaangenaame verblyfplaats, zonder verteering, niet te verlaaten, flopte ik uit welvoegelykheid een pyp, en las eenige Couranten, die op de tafel lagen; ondertusfchen floeg de beursklok, waardoor terftond alle de Coffyhuisgangers verdweenen, zo dat ik ge. noegzaam alleen zou gebleeven zyn, in gevalle twee bejaarde Heeren, van een ftemraig gelaat, en beiden in het zwart gekleed , kort daar op niet binnen getreden waren : zy plaatsten zig ieder in een hoek van den haart, beginnende, onder het rooken van een pyp tabak, onderling geweldig te dispuieeren, over de opvoeding van een'Jongeling, waarvan hun de Voogdyfchap was toevertrouwd , en die zig toenmaals in een kostfchool bevond; alhoewel ik geen deel in hun gefprek nam, viel, aan de wyze van haare redewisfeling, gemaklyk te bemerken, dat zy onder de zogenaamde Gezindheid der Mennonieten behoorden, en dit deed my met meer aandacht naar de oorzaak van hun verfchil het oor leenen Ik begryp dat men den Jongen tot Dominé moet laaten (ludeeren ƒ zeide de oudfte van hun , die het hoogfle woord fcheen te voeren: Waarom? vroeg de andere — Omdat onze Kerk wakkere Leeraars van doen heeft, en de jonge w ».. een doorflepen verftand bezit, dat groote koop van.  C v ) van hem doet opvatten, hernam de eerde ——» Dat onze w.; . . met ongemeene Geestvermogens begaafd is, wil ik niet betwisten; maar ik heb u meer dan honderdmaalen gezegd, dat zulke [chrandere knaapen, doorgaands, ondeugende Studenten worden, welken niet zelden, uit brooddronkenheid, denmantel op den tuin hangen! riep de laatde Voogd in eene vervoering van drift uit tVel man vol zorgen, wat wilt gy dan van hem maaken1* vroeg de oudde Voogd, even fchamper —■ • - Een voornaam Koopman, en een pylaar van de beurs , cm dat de jongen capitaal genoeg bezit om een negotie te beginnen, als hy tot jaaren van onderfcheid geraakt zal zyn, beantwoordde de andere — terwyl deeze beide aanhangers van Bfenno, aldus met hun krakeel voordgingen, kwam een bekend vriend de Coffykamer induiven, die, onder het noemen van myn' Naam, naar myn welitand vroeg; de beide kyvende Voogden, bekeeken my daarop met opgefpalkte oogen, en een gelaat van verwondering, Haakten daadlyk hun onderling gefchil , en verzogten my vervolgends , na malkanderen iets in het oor geluisterd te hebben, of ik, ter beflisfinge van hunnen twist, hun de eer geliefde aantedoen, dien namiddag, ten huize van den oudden Voogd te verfchynen, len einde door myne hoogberoemde kundigheid in de Aftrologie, den Horoscoop van den jongen IV... te trekken. Ik verfcheen daar ten beftemden uure, Meester Franciscus, en zie hier de uiifluiting die de Planeeten van zyne lotgevallen gaven. „ W..., geboren onder de Planeet saturnus, is; „ volgends de aanwyzing van zyn Nativiteitsder, fchran„ der van oordeel, onderneemend van aart, en bezit de „ Mennonisten ftreeken in den hoogden graad,- hy zal „ nimmer het Predikampt in de Kerk van Menno beklee„ den, maar door de uitgedrektheid zyner weergaêlooze „ geestvermogens, het zo Fyntjes weeten te overleggen, „ dat hy in het jaar 1785, tot één der Opperbewindsman„ nen van een Patriotsch Genootfchap, in een ftemheb„ bende Stad, verkoozen zal worden : vervolgends zal „ w..., na door zyne Dagpapiereu den finaak der NaD 3 „ tie  ( 28 i) y, tie vergald te hebben, in het jaar 1787, fomniige zyner „ Stadsregenten, door zyn beleid, op het Raadhuis doen „ gevangen houden , en nog dat zelfde jaar, door zyne „ opgevolgde ongelukken, het loon van zyn werk wegdraagem" Men mag gëlooven wat men wil, Meester Franciscus, de kwaade humeursvlaagen van eene Vrouw, die door de wa« penen van haare bevalligheid invloed gevonden heeft, kunnen fomtyds het hoofd van een Man van ftudie op hol doen loopen: ik ben zo boos als een Tyger op Britta Beyer ge* weest, federt zy my verweeten heeft gehad, dat ik een lor van een Aftrologist was en dat alle myne kinderachtige voorzeggingen, raakende den aanflaanden Orange-oorlog, geen kruiden uit den echten Planeetoogst , maar Hechts oudewyvenfprookjes waren, gefchikt om het onkundig en bygeloovig achterdraatsvolk te verblinden: gantschbloed, 'Meester Francibcus! ons huiskrakeel daarover liep ten laatften zo hoog, dat het tot een zwaaren keukenoorlog tusichen ons uitbrak,- want, welk een bedreven Planeetbefchouwer, van een Altrologisch hart voorzien, kon zulk een zielgrievenden hoon ter befpottinge van zyne kunstvermaardheid, verdraagen ? Britta Beyer, was gewapend met een koekepan, terwyl ik my fchielyk van een kleine Teloscoop voorzag, en in de andere hand myn Planeetmuts nam, om haare gedreigde flagen aftekaatzen; en dit kluchtig fchouwlpel, zou, fchoon het geen onaangenaame vertooning gaf, waarfchynelyk bloedige gevolgen gehad hebben, by aldien 'er in het hevigfte. van onzen woordenftryd, by geluk , niet tweemaalen hard gebeld was geworden: wy wierpen op dit herhaald geluid de koekepan en den Teloscoop op den vloer; opende driftig de huisdeur, voor welke wy een onbefchoften Kruier zagen flaan, die my, onder het overhandigen van een' brief, deeze fpyïige taal toeduwde : daar is een brief , Waarzegger ! ik wensebte dat gy met uwe fchurken van Planeeten op de mookerbyde zat, om dat men my zo voor een dubbeltje laat loopent ik befchonk hem met een drinkpenning, die hem tot bedaalen bragt, en door deeze ontmoeting werd vervolgends de peis  C »9- ) peis met Britta Beyer, onder het drinken van een glas Perfi» co, gellooten: laat ons thans eens zien, Meester Franciscus, wat die brief behelzen zal. ASTROLOGISCHE ZOTSKAP! „ Waar blyven*toch uwe klatergoudblinkende knndighe„ den van de Sterrengeheimen ? hebt gy die begraaven onder „ de asch van uw beneveld verftand, of onder het dikke „ ftof van uwe verpestende ftudeerkamer V een van beiden „ moet zekerlyk waar zyn, terwyl gy zo blind als een mol „. in de voorzegkundige wetenlchap der Aftrologisten zyt. „ Drie en vier is zeven , en driemaal zeven maakt het getal van een-en-twintig uit, dat weet een kind wel, zult , gy misfchien zeggen! neen, beuling! dat wist gy niet, „ anders zoudt gy , zonder twyfel, wat beter zaaken uit n uwe lorrenkraam voor den dag brengen, dan gy nu doet • arme hals! gy maakt de ligtgeloovige menfchen, die zot 9, genoeg zyn dm aan uwe beuzelpraat geloof te liaan, aller» hande ongcrymdheden wys, en gy paait, door uwe zo„ genoemde waarzeggeryen, hun met veelerleie zinftreelen3, de leugenen, die nérgens toe dienen, als om uwe kalan» „ ten het geld uit de zakken te rollen, in plaats dat gy uwe „, vrienden, de Pianeeten, nederig behoordet te fmeekens „ van u te willen verlichten, wegens hetgeen in het jaar „ 1785, en vervolgends, hier te lande gebeuren moet." „ Onverdraagelyk komen my de fnorkeryen voor, van iemand die den tempel zyner vermaardheid wil bouwen, , op de kennis van zulke zaaken, waarvan hy Hechts een j, kreupel denkbeeld heeft; men zoude onrecht doen aan de lofbazuinen van uwe bekwaamheden, indien men dezel3, ven niet in vergelyking Helde, by die waarop de bereisde „ kwakzalvers gewoon zyn te pogchen : waarom niet? al „ vielen alle uwe gewaande voorzeggingen vlak verkeerd uit, „.zo verdient gy nogthans dat men een ftandbeeld ter uwer D 3 55 eer&:  C 30 ) j;, eere oprichtte, uit aanmerking van het bevallig bedrog, waar mede gy het gros van 't menschdom, zo kundig ,, weet te begochelen; ondertusfchen, Heer lover doel or, gej, voel ik my niet ongenegen , om de fchaarsheid van uwe „ kunstvindingen, by liet onderzoeken der Planeetgeheimen, „ zo veel mogelyk te gemoet te komen, door u zorgvuldig „ aanteraaden, van door den Adrolgifchen fleutel de pronk„ zaaien van het Firmament te ontduiten, ten einde aldaar „ wiskundige ontdekkingen van dat belang te doen, waar„ over de waereldlingen zig meer verbazen zullen, dan over „ alle de zotternyen van feilbaare Horoscoopen, die gy hun „ voor goede munt in de hand dopt; daar zult gy vinden, „ Haarbargfche Planeetkyker! het geen u tot nog onbekend „ is; naamlyk dat 'er, byna zeven jaaren lang, pesten des ,, Vaderlands zullen opryzen, die het zelve door allerleien llag van nieuw gevonden Machiavelfche konstgreepen, „ zullen zoeken te fchokken: daar zult gy in den Sterrenhe„ mei uit de contemplatie van den loop der zeven Luchtgo,, den, kunnen ontwaar worden, de een-en-twintig oorzaa„ ken van den Burger-oorlog, welke federt het jaar 1785, tot aan het einde van het jaar 1787, in onze landdreeken „ geweldig woeden zal; en gy zult daar vervolgends kun„ nen nafpeuren , wat al beruchte Staatsmannen , die de hoofdrollen op dat Mirakel- tooneel van Volksverwarring „ fpeelen, en de aanblaazers, of liever de voordanders van „ het Patriottendom weezen zullen, naderhand de flachtof„ fers van hunne onbedachte bedryven daan te worden, ter „ gelegenheid van den overheerelyken Zegepraal, die by het „ afloopen van het jaar £787 voorvallen moet; alhoewel de Adrologifche voorzeggingen, betreffende deeze gedenk„ waardige gebeurtenisfen, geen b'.oemen uit Ludema/isVh„ neetentuin zyn, zo zal men, ongeacht hetzelve, met ver„ maak zien, dat gy 'er de eerkrans van uwe gadelooze too„ venaaxfehap mede vergroot, voor zo verre gy zorg draagt, „ van'er geen verdichtzelen van uw maakfel by te voegen: „ en om u voortaan by de bevallige Sexe aangenaamer te „ maaken , fchynt het niet ongeraaden voor uw gepermi- „ teerd  C 3i ) teerd beurzenfnyders beroep te weezen , om in alle de " vrouwlyke Horoscooptrekkingen, welken gy w net yer- volg doen zult, haare zwakheden wat meer te bepleiste" ren, dan gy totnogtoe gedaan hebt." I G N O T U S. Ondanks de verwaandheid die in den brief van Ignom uitblonk, was ik nogthans verblyd , dat zyne gevoelens fchier in ale opzichten met de myne flrookten , voor zo veel den driejaarigen Örarge-oorlog betrof: denk echter met Meesier Franciscus, dat ik my heel Iterk aan zyne raadgevingen bekreunde; want het zou waarlyk jammer zyn, dat de ezels fomwylen zo wel hun vernuft niet zouden kunnen aoen doordraaien, als de Oliphanten gewoon zyn, by alle voorKomende gelegenheden, ie doen: om dan een blyk te geeven hoe acmaklyk ik van diergelyke onverfchillige dingen aftop, pen kan, ging ik nog die'n zelfden avond, met myne lieve Britta, naar den Schouwburg, om'er een nuuw zedenfpel te zien vertoonen , dat destyds veel opgar.g maakte: verwonder u daar niet over, Meester Franciscus, dit was doorgaands onze gewoonte, als wy zamen eerst_ wakker gekeeven hadden : om kort te gaan, wy kwamen in den Schouwburg , na alvoorens twee plaatfen voor ons beiden, in een Loae, befprooken te hebben: wy genooten het geluk, van daar een aangenaam gezelfchap van een paar Heeren en Dames, aantetreffen, die ons met byzondere tekenen van beleefd'heid overlaadden, en vervolgends aanleidmg gaven, dat wv met dat viertal perfoonen in een gemeenzaamer •kennismaaking geraakte: terwyl Britta de beide Dames over het vertoonde Tooneelftuk onderhield, was ik inmiddels met den oudften deezer twee Heeren, in een kortswyhg geiprek getreeden, over de mode van den tyd, en de ongemeen* Pracht die wy zagen dat onder het aldaar tegenwooruig zynde Burqerfchap regeerde: in het midden van dit ingewikkeld mondgefprek, het geen tusfehen het afgeloopen zeden-  C 32 ) fpel, en de vertooning van de klucht voorviel, begon de jongfte Heer van ons gezelfchap eenige onverftaanbaare woorden , by zig zeiven, te mompelen : ik bekeek hem daarop met grooter oplettendheid dan te vooren, en meende uit zyn gelaat een zekere ontevredenheid te befpeuren , die zichtbaar genoeg was, om te doen denken, dat zy uit een gewigtige oorzaak voordfproot : de Schouwburg was juist geen be ■ kwaame plaats om verklaaring van zaaken daaraan te vraagen, zo dat ik uit welvoegelykheid, myn ongeduid deswege, zo lang opfchorten moest, tot de Schouwburg uitging; zulks gefchied zynde, naderde ik ongemerkt deezen misnoegd ichynenden man, wien ik ftil in 't oor beet, dat ik Ludeman was , en dat hy my vermaak zoude doen, den aanvolgenden dag eens aan myn hui* te kamen, aangezien ik met hem over een zaak van gewigt te fpreeken had: naauwlyks had hy myn naam gehoord , of hy klopte van verwondering in zyne'handen, zeggende, onder het affcheid neemen tot- my, wie duivel bad kunnnen druomen dat ik van daag in gezeljchap met den Tooverdoclior ludkmah zoude zyn! hierop icheidden wy van malkanderen , onder voorgaande affpraak, dat hy my den volgenden morgen, tegen eif uuren, z% ude komen bezoeken. Ingevolge van die affpraak, verfcheen hy ter beftemder uure aan myn huis, alwaar ik, terftond na zyn komst, hem in myn ftudeerkamer bragt, en aldaar vervolgends , zonder complimenten , openbaarde, dat de ontdekking van zyne uitlchitterende misnoegdheid in den Schouwburg, de reden was, welke my bewoogen had, om hem, tot het houden van een afzonderlyk gefprek, tot mynent te ontbieden: hy hoorde my bedaard aan, en begon eens te glimlachen: ik zal u niemendal zeggen, luoeman, voor dat gy myn Horoscoop getrokken 'hebt, waren de eeniglte woorden die hy aanvanglyk fprak. Het aanbod van eene profytelyke bediening kon myne inzichten zo fterk niet begunftigen, als een vrywillige voorflag van dien aart, my destyds gedaan heeft, en daarom aarfelde ik niet lang, om met eene uitfleekende wilvaardigheid , een begin met myne Aftrologifehe Kunst- proe-  C S3 ) proeven ten zynen opzichte te maaken : ik moest onbedenkelyk veel tyds verfpillen , eer ik den knoop van het geheim gevonden had, geduurende welken tyd myn volgeestige Dezoeker met" fnelle fchreden myne ftudeerkamer doorwandelde , zonder de minfte ongerustheid of ongeduld over het langzaam trekken van zyn Horoscoop te doen blyken: na de Planeetkundige onderzoeking , aangaande de voorzeggingen die ik van zyne lotgevallen doen moest, in haar gewricht gevat te hebben, nam ik het woord op, zeggende vervolgends rot hem Ik zal u op myn beurt ook niemendal zeggen , Mynheer, om dat het niet goed ts dat gy allés weet. De kitteloorige man kreeg, op dit befcheid, een bloedkleur op zyne wangen, wierp heel driftig een ducaat op de tafel, en hep met een boozen kop de trappen af. na in een blaakende gramfchap zig deeze fpytige uitdrukkingen te hebben laaten ontvallen Loop voor St. Feiten, Kerel! met uw Horoscoop, want ik zie dat ik met een gek gefebooren-ben! ik deed myn best om hem door vriendlyke Verzoeken wel derom terug te roepen, en belastte, met dat oogmerk, myn* knecht ^s, om hem op ftraat nateloopen, maar hy bleef onverbiddelyk, en wilde nergens naar luisteren Wie denkt gy, Meester franciscus, dat deeze fnaak geweest is? ik zal het u vertellen, gelyk ook de merkwaardi. ge ontdekkingen die ik, met belang tot zyne avantuuren, doormiddel van de uitgewerkte Horoscooptrekkii^, kwam te doen • zyn perfoon zou u niet onbekend zyn, als ik hem noemen wilde, doch gy zult hem best leeren kennen aan de levensbedryven, die ik van hem fchetfen zal: ondertusfehen zult gy uw geduld voor eerst nog wat op de pynbank dienen teftellen, alvoorens gy uitfluiting van zaaken verkrygt; nademaal de Planeeten my gebieden , daar niet eerder van te reppen, voor dat hy my ten tweedenmaale een bezoek zal komen geeven. JNiettegenftaande de voorverhaalde ontmoeting, bleef ik daarom even vlytig volharden, om in myne nachtbefchouwmgen nieuwe onderzoekingen, over de oorzaaken van den Orange-oorlog te doen, en door de Aftrologtlche ontdekkin- E gen,  C 34 O gen, welken ik, met betrekking tot het jaar 1785 , nopen-s dat onderwerp, bekwam, gaven myne vrienden de Planeeten my niet onduister te kennen, hoe het verder met het vloekgefpan tegen den Hertog van W * * V * * B * *, een Vout van een onopfpxaakelyk gedrag, en die zyne drie hooge waardigheden in de Republiek met, roem bekleed had, afloopen zoude,- ik heb, wel is waar, in vroeger tyd, zyn Hroscoop getrokken (*), en misfchien in het laatste deel van de voorzegging ten zynen opzichte gefeild gehad, trouwens het feilen is menschlyk,als her uit onkundigheid,en niet voorbedacht gefchicdt;maar daar ontbraken nogveele verzvvegene ©mitandigheden aan,die ik vervolgends, uit de geheimen van het Sterbeloop heb opgegraaven, en waardoor de 1'noode aanHagen, die zyne lnage vyanden tot zynen ondergang zullen fmeeden, wat nader bekend worden: ik flond verfteld Meesier trarchcus, voortekenen aan den Hemelkring te befohouwen, die het vloekgefpanfchap in zwarte kleuren kenfchetsten, en die de voorloopers waren van de ongunftige lotgevallen, welken dien Vorstlyken Voogd, door bekuiping van eenige fhoodaarts , in laater tyd , zal moeten ondergaan : zonder my in een wydloopige befchryving daarvan te willen, jnlaaten, zal het niet ongefchikt %zyn. hier optemerken, dat om deezen onfchuldigen Krygsbevelhebber. het eerfle flagtoffer van de Staatszucht te maaken, geen lasteringen noch valfche. betichtingen, ten zynen laste, zullen worden gefpaard ; men. zal zelfs , hoe kan het de. nakomeliugfchap gelooven! van• pligtverzuim in den Krygsdienst A ja wat meer is , van boog verraad, dat hy nimmer gepleegd, heeft of immer, pleegen zal. dien getrouwen raadsman vanNeêrlands.Lustap-. pel befchuldigenhet geen onbegrypelyk voor alle weldenkende verftanden moet. voorkomen , ter. verzwaaring zyner, onderdrukkingen, een bende van fortuinzoekende avantur.eis, omkoopen, om zyne papieren, door list of geweld, te ont-, r 100' (*) Zie tfRiuinpHZ»AAX. No. I. Pag. 4. en 5» dwar die, horoscoop te vinden is..  C -35 ) r-ooven, uit eene vrye Ryksflad, daar hy zyn verblyf nee* 'men zal, onmiddelyk na zig van alle hooge waardigheden s tegenwoordig by hem bekleed wordende , vrywillig ontlast te hebben: in weêrwil van deeze gruwelyke zamenzwee> ring, en derzelver afgryfelyke bedoelingen, heb ik, door -myne Aftrologifehe wetenfehap, onderfchept, dat die alom beroemde Oorlogsman, by den GrootenZegepraal van het jaar 1787, in zyne oude eer en onbevlekten luister zal worden herfk-id. : Tandem bona caufa triumpbat! alle goede zaaken zegepraaien, Meester Franciscus, en op die wyze Zal het met de 'zon van dit Gemeenebest, volgends het Planeet-orakel, ook gelegen zyn: men zal zig wel van alle boosaardge listen bedienen , om hem in een reuk van wantrouwen en kwaade •verdenking by de natie, waarvan hy de voornaamfte inboreling is, te brengen; in zo verre, dat men deezen Vorstlyken medeburger, trapswyze, van zyne ervelyke waardigheden ontzetten, en het gebied over de Krygsbezetting zyner refidentieplaats, beneemen zal; maar, de Gerechtigheid en de Waarheid, die van den Hemel nederdaalen, om de blanke onfchuld op den throon der menschlykheid te doen zegevieren , zullen ten laatften daartoe zyne befchermengelen weezen: fpreekende van dien Erfvorst, heb ik, in myn eersten brief van myn Spiegel der Mraereld, aan u gefchreeven, met klaare woorden voorzegd gehad, dat men op de zon van dit Gemeenebest letten moest, want dat ik beducht was, dat zyne eigene honden hem byten zouden! en ik heb reden om te gelooven, Meester Franciscus, dat men in het jaar 17H5 , hiervan de eerlte proef op de fom zal zien ———■ Maar zacht! wat flikkert daar van den Hemeltrans? ■» Gewapende < Genootfchappen van Paarden en Voetvolk ! ——Defenftewezens , die met halve aangezichten uit de'wolken ten voorfchyn komen, en de wetten aan haar eigen Meesters willen vooifchryven — Krygsraaden van hzt .Burgerfchap welke haare eigen Stadsregeerders, na willekeur, af-en -aan- nellen : de drommel Meester Franciscus l hier komt .het tweede bezoek niet te onpas van den gramttoorigen man in E 2 den  C 3« ) den Schouwburg, waarvan ik u nog niets verteld heb; vermits het een toekomend voorbeeld van ondankbaarheid tegen een Amfterdamsch Burgervader zal opleveren — hy geleek my ditmaal vry fpraakzaamer te zyn dan de eerfte keer, toen hy my eene vifite kwam geeven , en zyne zachtzinnigheid overtrof zyne onbefchofte handelwyze , by die gelegenheid betoond: ik ben bejchaamd over myne oplopendheid, en daarom kom ik 'er u verfchooning over vraagen, begon hy vriendlyk tot my te zeggen, zo dra hy in de voorkamer trad: zodanig een beleefde begroeting vleide my genoeg, om hem te doen begrypen dat ik alles vergeeten had, wat 'er tusfchen ons was omgegaan, onder afvraaging of hy nu lust had om iets van zyn Horoscoop te weet;n? zeer gaarne was zyn antwoord; hierop verhaalde ik hem, uit zyn Nativiteitsfter ontdekt te hebben, dat de oorzaak van zyn misnoegen, gebleeken vóór eergisteren avond , in den Schouwburg, ontftaan was op het gezicht van een' mededinger tot een amt, waartoe hy wist dat deeze meer kans had te verkrygen dan ny; dat, terwyl hy naauwlyks den ouderdom van . 5 jaaren bereikte, hy voor het overige nergens aan moest wanhoopen ,• want behalven dat de Planeeten hem niet ongunstig tcheenen , ten aanzien van zyne tegenwoordige onderneemingen, in zyne huishoudelyke zaaken, hy bovendien, in vervolg van tyd, met een volkomen zekerheid verwachten kon, van in den perföon van een veel vermogend en aanzienlyk Regent deezer Stad , een trouwhartig Patroon te zullen vinden, die hem met weldaaden ophoopen, en zyn fortuin door voordeelige bedieningen, van welkers inkomften hy ryklyk kon beftaan j zoude bewerken: maar neem niet kwalyk dat ik daar by voegen moet, vervolgde ik, dat het pleegen van ondankbaare daaden , ten opzichte van uwen weldoener, den avond van uw levensperk ongelukkig zal maaken, en u vervolgends alle deeze behaalde voordee^ len, of liever, onwaardige gunstbewyzingen, op een fchandelyke wyze zullen doen verliezen , in een onrustigen tyd van landberoeringen , wanneer gy u ais een dwingeland tegen uwen goedhartigen Befchermheer opwerpen zuit, - een VU UI  C 37 ) vuur van gramfchap ftraalde uit zyne oogen, toen ik deeze laatfte woorden uitfprak, en ik befpeurde fchielyk aan zyn ontfleld gelaat, dat die Aftrologifehe fententie hem weini» beviel,want,na my verfcheidene haatelyke fcheldnaamen toegeworpen te hebben , liep hy even onftuimig als de eerfte maal, myn huis uit, zonder my te groeten , of eenige verdere belooning voor het verklaaren van zyn Horoscoop aantebieden : ondertusfehen, Meester Franciscus , had ik , uit voorzorg voor de gevolgen van zyn korrelig humeur', het beste gedeelte daarvan verzweegen , naamlyk , dat deeze geweldenaar, onaangezien hy zyn beklommen gelukftaat aan den Burgemeester, zyn Patroon , alleen te danken zoude hebben, niet alleen in de dagen der volksverdeeldheid, Inerte Lande. als een beftooker van den byna driejaangen Orangecorlog, maar zelfs in de hoedanigheid van gezach voerend Bevelhebber over een der zestig Burgervaandelen, het Patriotfchap toegedaan, beftaan zou, op een middernacht, zyn edelmoedigen fortuin bewerker, gewapender hand, te dwingen van zyn bed opteftaan, en op een meesterachtigen toon te gebieden, van hem terftond naar het Raadhuis te verzeilen . om aldaar aantehooren de voorftellingen welken de Despoten van het wapenvoerend Burgerfchaj», zouden goedvinden te doen: die dreigtaal, hoe zeer met een opgeblaazene trotsheid uitgefproken, zal zulk een onvertfaagd en moedig: man als die burgemeester zig betoonen zal te zyn, nier. kunnen verbloden; hy zal dien fnorker, volgends de Planeetklanken, by die ontmoeting, vraagen, of het hem nog wel geheugd, dat hy zyn weldoener is geweest, die hem uit het ftof van een geringen ftaat getrokken , en tot een aanzienlyk amtenaar verheven heeft gehad ? de ondankbaare bloodaart, zal op deeze vraag verftommen; maar zyn val zal by den Groeten Zeg praal,uit die oorzaak gewis volgen, zo de aanwyzing van het Stercompas my niet bedriegt. Het is een bekende zaak, Meester Franciscus, ten minften berust het op een oud fpreekwoord, dat veel te beduiden heeft dat de groote visfehen de kleinen opeeten: nooit zult gy dit beter ondervinden dan in het Ichrikkeljaar 17^2, & 3; waas-  C $ ) -waarvan ik de ontknooping in myn Triumphzaal voorzegd heb; maar daar zulk een wonderbaar tydperk van Staatsverwisfelingen zig nog op een verren afftand vertoont, wil ik voor eerst van die voorbeelden niet gewaagen : ondertusfchen doet het my gedenken aan die foort van riviervislchen, die men in de Hollandfche waereld, onder de wandeling, Salinen noemt: gy begrypt wel, Meester Franciscus , en wat lompert zou dat niet begrypea? dal'er zig eenaanmerkelyk onderfcheid opdoet, tuslchen een gerookte of ongerookte sa lm; gy lacht vriend, om dat een bedreeven Afirologht zo een beuzelachtige comparatie, beneden de voortreffelykheid zyncr fterrekundige Wetenfchap, uit zyne hersfenen floot: maar gy hebt ongelyk, u met dat onbefcheiden denkbeeld te kittelen, aangezien men federt byna agttien eeuwen, niet geweeten heeft, of eenige fchyn of fchaduw uit de gefchiedverhaalen der aloudheid daarvan voorhanden -is, dat een ongerookte Saint meer dan honderd uuren landwaardskon reizen; den grondilag tot een Alliantie tusfchen .twee Mogenheden leggen; een Ryksvcrst, die zig 30 jaaren lang aan den Staat verdienftelyk had gemaakt, door verzonnen loogentaal uit den zadel helpen ligten, en vervolgends, met verfpilling van 'sLands. fchatten, niet alleen het gebied over een roofzuchtige krygsbende te verkrygen ,maar bovendien de post van Veldheer , voor eenige dagen, bekleeden konde : alle zodanige zamenloopende wonderen, Meester Franciscus , zal n.en een witgepluimde Salm. geduurende den aanvang , aanwas , en voordgang van den ,driejaarige Orange- oorlog zien bedryven ; mogelyk denkt gy, ditleezende, dat het my in den bel fchort! gantsch niet, fchoon ik fomtyds vermaak fchep op myn' fchryfftoel, met de waereldfche zaaken te fpotten, als ik een halve floop bourgonjewyn gedronken heb, zal ik de gebeurelykheid van deeze kluchtige Salmhiftorie, wel verre van op kreupele voorzeggingen te bouwen , door een onwederlpreekelyke Kunstproef van myne Aftrologifehe Goudmyn betoogen; dat :is te zeggen, door het gedenkwaardig verhaal van eep Horoscoop dje eenig in zyn foort is — let wel, Meester Fran- cis-  c z9 y tistm- myne vrienden de Phmeeten begeeren volftrektlyk;-. dat ik onder het fchryven van de aanftaande avantuoren van deezen zwervenden Salm, myn Planeetmuts afzetten moet, om dat wy, zonder die voorzorg, beiden gevaar zouden loopen van ons veritand te verliezen , en waarfchynelyk in nop flimmer netten, dan de ongerookte. Saimen gevangen te zul- len worden. . , , . , Sneeuw, hagel,vorst, en afgryzelyke ftormvlaagen, woedden op zekeren winterdag zodanig, dat ik my als een Mak, in een' hoek van myn-ftudeerkamer veiborgen hield en Britta Beyer uit naarftïgheid naar baar fkapvertrek gevloo» den was om tot tydverdryf aldaar de levensbefchryving van ■ den gevluchten Graave van ZinFendotf te doorbladeren, wanneer ik, tegen het vallen van den avond, een yervaarelvk geftommel in myn voorhuis hoorde, waarvan het gerucht my welhaast uit myne namiddagüuimenng deed ontwaaken: ik begaf my zonder vertoeven derwaarts, om te onderzoeken waardoor dit geraas veroorzaakt werd, en ik was verwonderd mvn knecht Jan , zo bezoden als een zwvn met een gelaarsd mansperfoon, die naar eenlyfknecht geleek', in myn voorhuis handgemeen te zien: in den eerften opflas niet weetende wat ik hiervan denken moest, doch. na hen gefcheiden te hebben , vernam ik uit den mond van den onbekenden lyfknecht, dat zyn Meester -hem uitdrukkelyft: bevolen had, een brief, dien hy my vertoonde, eigenhandia aan my te moeten overgeeveu, en dat Jan hem de volbrenging van zyn' last. geweigerd hebbende, onder voorwendzel dat ik'fliep , zulks de oorzaak van hunnen twist geweest was: ik ontzegelde vervolgends den brief, waanbv een man van geboorte my, in de hoogduufche taak, een afzonderlyke audiëntie , tegen zeven uuren verzocht ten einde in het geheim, en als onder vier oogen, zyn Horoscoop xr trekken: hoe zeer ik gelyk gy weet. Meester Franciscus fteeds weinig fmaak. in de avondbezoeken van onbekende perfoonen vind , betoonde ik my nogthans wüvaardig, het verzoek van den hoogadelyken bnetzender , aonder het nünfte beraad ,.; toeteftemmen, in de vei bed-  C 4° ) ding dat zulk eene fiaatige gehoonreevhfr nn _ u ■ gewoonen tyd, fyne öi*L*L?% gS&™ l laneetKookcr voor my zoude doen? rfgëïen« 8 U1C de <^c5^lle?ie^fheerf '"^rdaad'de Hoogduitmyn huis zvre LZIT V " geb°0ren Graaf was, aan eene iu sterlvi fafïomsr hT'™ \ WXdld°0r fflen,<*« van verlicht, door eén £ irT'T ' mvn V00rf^ waschka'arfeo d7afe,on01ÏÏLb?alven ZeS bvind^ dat zes botteb^^^^^ff^nh^ mers op een zilveren fchenkbord, ^ h f^nd J fertabak, en ten minfW, ^„ , Pond kanas- «?  C 50 ; bevlytigde ik my om terftond-handen aan het werk te flaan;; hoewel onder het voorneemen , om , ten aanzien van ditdrietal Horoscopen, zo wat in het wild te zullen fchermen, ten einde op den bepaalden tyd klaar te zyn: alles zo kreupel tegen den regel van de Aftrologifehe kunst verricht heb* bende, begon ik met een half gebroken ftem, het woord optevatten: Myne Heeren, zeide ik, haar gezamentlyk aamfpreekende, zo ik my niet bedrieg, zyn 'er over uwe perfoonen een onbedenkelyke zamenvloed van gelukken befchnoren, die aan elk van u een weêrgaéloozen fortuinftaat belooven; maar ik dien myne vrienden de Planeeten, deezen nacht, over uwe toekomende lotgevallen nog eerst nader te raadpleegen , alvoorens ik volkomen opening van zaaken geeven kan ■ Wel lompe vlegel, is uw kwakzalverskraam van geen beter zalven voorzien, of zoekt gy den fpot met ons is dryven? viel één van hun my" al vraagende in de redes ondanks my deeze tegenwerping fcheen te moeten verblooden, bleef ik pal by myn ftuk, en inmiddels dat wy bezig waren, hierover van weêrskanten te hairklooven, werd 'er aan de voordeur gefcheld : myn knecht Jan, die uit zyn fchuilhoek gekroopen was, om dezelve tegen wil en dank. te ontfluhen , kwam my met een blyd gelaat aandienen, dat een Burgemeester van de Stad. met zyn koets voor myn huisftond9 en gevraagd had, cf 'er gelegenheid was, om een afzonderlyk mondgefprek met my te houden. Zo dra de drie windmaakers dit hoorden, vlooden zy de kamer uit, docb door de onverwachte komst van den Burgemeester moed grypende, vermaande ik hun op een ftoutmoedigen toon, dat zy, bevoorens te.vertrekken, my eerst myn verdiend falaris, ter zaake van de Horoscooptrekkingen, moesten voldoen; dan, terwyl zy beloofden den volgenden dag weder te zullen komen, was ik verblyd onder dat beding van hun lastig.bezoek ontflaagen te worden: de Burgemeester hierop binnen getreden zynde, verzogïmy, de Horoscoop van zyn' neef, die zig toenmaal in Engeland bevond, te, willen trekken: ik voldeed volvaardig aan zyn verlangen, zeggende, na het Aftrologisch onderzoek was voleindigd, dat t  C 51 O dat ik my in de noodzaakelykheid bevond» niet zonder veewondering, te moeten verklairen •, dat zyn neef na verloop van 30 jaaren, het Burgeniee^terfchap in een ftemhebb nde Siad van Holland bakleédende, door het bedryf van deeze, drie knanpen , die hy zo aanftonds had zien uitgaan, met ,geweld zoude worden geremoveerd, en van den eerltoel der Kegecring ontzer. boel brandende vuurbergen in de Planeetzaalen! wat wil dat beduiden , Meesier Franciscus 9 de twaalf Hemeltekens van den Zodiak, overkleed met treurgewaaden, wandelen in het ftikdonker! een /iftrologut, dit befchouwende, moet noodzaakelyk in een.doolhof van verwarring geraaken, en zyn kunst en vliegwerk niet hooger v/aardeeren dan een kinderfpel ■ Halte daar! wat zie ik aan den He¬ meltrans 'i ——- een Britlche zeemagt; de klok flaat één —r elf millioenen in een Keizerlyken reiszak ; de klok flaac ,tvveei —— een klatergouden fchaduwe van de Volksftem, de klok ilaat drie! zulke luchtverfchynzelen kunnen niet langer door den beugel, Meester Franciscus Wat wil dat gefcheurd oorlogsmanifest, dat myne vrienden de Planeeten, opeen Oranjeappel draagen , toch te kennen geeven? de waereld zou van zyn fpil draaien, als Ludeman dat geheim niet opdelven kon: hoe ongemaklyk de ontbolftering daarvan ook toefchynen moge aan kreupele verftanden, die niets verder begeeren te weeten dan dat 'er twaalf maanden in één jaar, en zeven dagen in één week zyn, zal ik my echter gewillig aan vier kwartieren laaten kappen, zo ik myne beloften ten dien opzichte niet volgende de kunstregelen van myn Aftrologisch beroep, volbreng. De drie onderfcheidene kiokflagen , waarvan ieder zyne byzonderebetekenisheeft,fchynen,naarde Sterrekundigeaanwyzingen, toepasfelyk te kunnen gemaakt worden, op driederleie gedenkwaardige gebeurtenisfen, welken het Land der Batavieren, van het jaar 1780, tot dat van 1785, wedervaaren zal ; als in de eerfte plaats, wanneer de klok één Haat, een korten Zee- oorlog met Engeland, na dat hetBond_genootfchap met die Kroon meer dan een eeuw geduurd had: G 2 ver-  vervolgends het tweede klokflag,een afgekochte vredebreuk, 'meteen duorzichtigen Monarch, die een Keizerlvke Kroon draagt; gelyk in de derde plaats het laatfte klokflag onwederfpreekelyk aanduidt, de verwoestende Volksberoeringen , die het gevolg van de beide voorverhaalde noodlottigheden zullen weezen: maar het Oorlogsmardfest dat ik de Planeeten , in den Wolkenhemel zag draagen , is van een vry uirgeitrekter beduidenis: vergun my op het woord van een Afirclogist, die immers onfeilbaar is, zonder grootfpraakige ophef, te mogen verzekeren, dat zy de klank van eene verfchrikkelyke wapenkreet voorfpelt, op eene wyze, dat uit 'den hartader van burgerlyke onlusten, de Qrange-oorlog geboren zal worden ; afgryzelyke bloedftortingen, verbitteringen onder het burgerfchap; ontzenuwing van den koophandel; vergruizing der wetten; ontvolking van Steden en Dorpen , en het jammerlyk verval van duizende welëer bloeiende huishoudens zullen de naweeën van deeze dolle volksziekte zyn: de geest van krankzinnigheid zal op dien tyd het lichaam van den Staat in zekere Provinciën bennetten, terwyleen zwerm van buiten'andfche avanturiers, herwaards overvliegen zullen, om in troebel water te visfchen, en zig met hollandfche ducaten te verryken, in diervoegen als ik in myne twee volgende Brieven door talryke voorbeelden en aanmerkenswaardige voorzeggingen, geput uit de fontein van myne Aftrologifehe wetenfchap, onwraakbaar betoogen zal — lk groet u, Meester Franciscus! Britta Beyer roept my om mosfelen te eeten: ik ben beducht dat die mosfelmaaltyd my een ontdekking van belang zal doen ontilippen — maar neen, geen zwaarigheid, myne vriendden de Planeeten zullen daarvoor zorg draagen, Ik ben, enz*. DE  D ET G O TJ B M X ïfc OF, DE ASTROLOGISCHE GEHEIMEN, VAN DOCTOR LUDEMAN. TWEEDE BRIEF. Bevattende den voordgang van den Orange- oorlog £ geduurende bet jaar 1786, MEESTER FRANCISCUS* XI) e molen loopt door de vang heen, als de knecht den baas over zyn Meester wil fpeelen! aldus is het ook gelegen, wanneer het volk door een geest van muitzuchc beftuurd, op eigen goeddunkelyk gezach, de wetten aan hunne Overheid wil voorfchryven : zo geheugt my een timmermans jongen gekend te hebben . wiens vader van begrip was„ dat zyn zoon by den meesterknecht van den winkel moest trachten te bewerken, dat hun Baas wat grooter dagG 3 lox**  ( 5* ) vkonen aan zyne winkelknechten uitkeerde, en dat vervolgeds de Meester Timmerman zeker Stadsregent, voor wien hy bezig was een nieuw huis te bouwen, met geweld behoorde te dwingen. dat deeze in de hooge Landsvergaderingen doordrong , om een Reglement te maaken. wiiurby -het burgerfchap voortaan van alle imposten of fchatungen omflagen werden: zie daar een gekheid die de kroon ipanr. ik heb u meerniaalen gezegd,, Meester Franciscus, dat de toren van Habel werd gebouwd om een naam te maaken: men mag ondertusfchen vry gelooven, dat de meeste menschlyke bedryven door de aantrekkingskracht van dien bedriegelyken zeikteen, doorgaands fchipbreuk lyden,- Helden, Kunltenaars , Geleerden , ja zelfs de Kwakzalvers bevlytigen zig ieder,als om ftryd, om door hun vernuft, kunst, of heldenmoed een' naam in de waereld te verkrygen, die hen in een reuk van vermaardheid brengen kan; en wie zou durven ontkennen dat de Alirohgist Ludeman, door in de Sterrengeheimen , en in het trekken van Horoscoopen te willen uitmunten, aan dat zwak niet mank is gegaan P daar behoeft geen ongemeene fpitsvindigheid van veritand , om 'er de natuurlyke oorzaak van tebegrypen; want voor eerst is het zeker, en dan ten tweeden .... maar zacht, ik dien alvoorens van de eerfte oorzaak te gewaagen, eer ik tot de verklaaring van de tweede overga. In de eerlte plaats zeg ik dan, is het zeker, dat alle itervelingen meer of min met eene foort van aangeborene eigenliefde bezet zynde, het zy door hunne geestvermogens, ,het zy door geruchtverwekkende .daaden , boven andere van het menschdom zoeken uit te munttn; behalven dat in de tweede plaats, de fchrandere vernuften en eerzuchtigen onder onze tydgenooten, de beruchtheid van een verklinkenden naam, boven de wezenlykheid der waare verdienflen zeiven, dikwyls met verwaarloozing van hunne belangen verkiezen,, alleen uit oorzaak, dat het hunne zinnen en eigenwaan ftreelt-: iaat ik hiervan afftappen, Meester l'ranciscus, met u andere kost uit myne AftroJogifche gaarkeuken optefchotelen , die vermoedélyk beter .imar uwfmaakzal zyn; gy behoort geeue vieze kneepen ia  ( 55" ) uw voorhoofd te trekken, als ik zeg, dat de naam flechts eea ingebeeld goed is. 'Lr zullen in het jaar 1786, wanneer de koorden tot den Orange-oorlog eerst recht gefpannen zullen worden , roemzuchtige mannen opltaan , die het om den blooten naam eener nietsbeduidende vermaardheid te doen zal zyn; fchoon zodanige aanprikkeling tot voorbeeldlooze bedryven . naderhand; op niets zal uitloopen: en waarom zouden zy het recht niet hebben om hunne naamen aan de nakomelingfchap te vereeuwigen?' heeft niet een Mas An)ello , de beruchte Neapolitaanfche oproennaaker, zyn" naam onder zyne landgenooten onüervelyk gemaakt, hoewel zyn korte regeering geen zomer noch winter heeft gehad?' heeft niet de gelukzoeker Iheodorus, na dat hy zig in onze dagen tot Koning van Korftka had doen kroonen, zig een8 naam in de waereld verworven; onaangezien hy om zyne fehulden in de gevangenis van New gat e in Engeland geftorven is? om kort te gaan, heeft niet de waereldbekende Contrabandier Mandarsn, die weleer door zyne geldafperfingen cn ftoute wapentogten , een gedeelte van het Franfche Ryk deed beeven, zig onder de waaghalzen van zynefoort een naam gemaakt, niet tegengaande hy het rad tot zyn loon bekwam ? Waarom zouden wy treuren, Meester Franciscus, als wy zulke heerlyke voorbeelden van grootbezielde naamzoekers, uit twee zamengekoppelde eeuwen, met levendige verwen gekleurd, kunnen bybrengen? de beste bloemen, die op het aardryk wasfen , kunnen maar twee menschlyke zintuigen • behaagen, als de reuk, en het gezicht,- dan,de Bloemruiker, geplukt uit den Bloemhof myner Aftrologifehe Geheimen, zullen niet mangelen aan de vyf zintuigen, die in den menschgevonden worden, zonder onderfcheid te bekooren. Ik bevond my onderdaags by een buitengewoone nachtvergadering van myne vrienden de Planeeten tegenwoordig, en ik verkreeg by die gelegenheid alle die oplos-fingen welken iks met betrekking tot het jaar 1786, benoodigd had; ik befchouwde in het Luchtpaleis myner zeven Patroonen ■-, achwelk eene verrukkelyke befchouwing ! ik zag. daar > Mees»  ( 55 y ter Franciscus, zeventig uitgekipte aanhangers van de AntiStadhonderlyke party , verïuisterd door de tegenwoordigheid van een gekoesterd Ryksgezant, de lustappel der bovendryvende Volksftem, aan een goudblinkend gast naai zitten , dat door een overheerelyke harmonie van meer dan veertig fpeelende Inftrumenten. vervrolykt werd: by ongeluk, want de duivel fpeelt tog overal zyn rol in, brak het gevaarte waarop de Muficanten geplaatst waren, zo dat zy hals over kop met hunne fpeeltuigen in de vergaderingzaal kwamen tuimelen; dit zag ik in den Wolkenhemel, Meest:Franciscus, en gy zult den tyd beleeven , naamlyk op den 25 April desjaars 1786, van het in eigen perfoon te zien: doch in het midden van deeze prachtige Planeetvertoonino-, werd ik door Britta uit myn Obfervatorium geroepen, en morgen zal ik 11 nader uitftuiting van deeze zaaken geeven. Mars dreigde , Jupiter zong , Fenus danste , Saturnut zweeg, en Mercurius fcheen opgetoogen van blydfchap, terwyl de beide Planeeten, en Lttna, ftaatig door de Hemelzaalen wandelden; gy kunt ligtlyk bevroeden. Meester Franciscus, dat zulk een ambigale Sterrenvertooning myne oplettendheid na zig trok, en dat ik zulk een opmerkelyk tafereel van Aftrologifehe voorbeduidzelen befchDuwd hebbende vervolgends n et in gebreken bleef, om de Kunstfnaaren my! ner geestvermogens te fpannen, ten einde kundig te worden van den onbegrypelyken invloed , die het op de benedenwaereld in vervolg van tyd zoude kunnen hebben: ik was ongevaar een half uur in myn ftudeerkamer daarmede bezig geweest, wanneer my de komst werd aangediend van een jong varendsgezel, die, volgends het verhaal van Jan, met veel drifts my verzocht te ipreeken, en zo hem voorkwam wel half befchonken geleek : ik meende van boosheid uit myn vel te lpringen , over dat oncydig bezoek , Meestér franciscus, want alle de fnaaren van myn breinkooker, die ik ter ontdekking van dat PJaneetenfeesr zo fterk géfpannen had, fprongen, op da tyding van dit matroozenbezoek eensklaps aan ftukken, zo dat ik raadloo.» werd.  C 57 ) Wil Mannetje wat is "er van uw dienst**, vroeg ik hem, zo drae ik in de voorkamer kwam Mannetje ! herhaalde de jonge Bootsgezel telkens, dat zegt men tegen een Kind; maar als gy wist hce ik al gezworven had, zoudt §y my welden naam van Man of Vrind mogen geeven: Als het op dm naam aankomt, dan vraag ik u verfchoning Vrind, hernam ik, doch zeg my fchielyk, wat "er van uw begeren is, want myn tyd is thans te kostelyk om ze met nietwaardtge hairkloveryen te ver~ [pillen. Deeze jonge Nephtunuszoon daarop zyn Kortjan voor den dag gehaald hebbende, deed my rasch begrypen dat hy geen kortswyl verdraagen kon, en dat ik bygevolg voorzichtig zoude handelen, zonder verder tegenfpraak intewilligen, zeggende, tot meerder aandrang, dat, als hy my myn verzuimde tyd vergold, de zelve zo goed voor hem als voor een ander moest hefteed worden: ik bemerkte aan deeze overtuigende taal, dat alle uitvlugten van myn' kant buiten den haak zouden zyn, waarom ik terflond handen aan het werk floeg, en zyn Horoscoop ging trekken, dat eigenlyk de oorzaak van zyn bezoek was: onder de bewerking van dien, ftond ik verbaasd op te kyken, toen de Aftrologifehe geheimknoop my klaar ontwikkelde, dat ik met een geheel ander Heerfchap dan een Matroos te doen had: ondanks deeze Planeetkundige bevinding, befloot ik vooreerst nog wat te veinzen, doch om myn' knaap,aangaande die waarneeming, beter te bedotten, zeide ik, met een ftemmig gelaat, na het voorzegkundig onderzoek afgelopen was, dat hy nimmer een bedreven Zeeman zoude worden, ten minden geen gevaar liep van door Ichipbreuk te zullen verdrinken: de vermomde Jongeling, die toen nog geen 22 jaaren bereikte, op zulk een uitdrukkelyke verklaaring ten uiterlten verflagen fchynende, ftak zyn Kortjan weder in zyn matroozenbroek, roepende met een gelaat van verwondering uit ■ Nu moet ik zeggen Ludeman! dat gy een wonder van onze eeuw zyt, en dat uwe kundigheden als Aftrologist , verre overtreffen de roembazuinen die hier te Lande daarvan geblazen worden'. hy verzocht my vervolgends heel beleefd myne Voorzeggingen , raakende de lotgevallen welke hem s geduurende zyn leH vens-  ( 5§ ) vensloop, voor de deur ftonden, te mogen hooren, zodat ik my niet langer bevoegd oordeelde , myne Aftrologifehe uitlpraak wegens zyn getrokken Horoscoop met het floers van geheimhouding te bt.dekken Hoor Myn Heer, zeide ik tot hem, op een beflisfende toon, Gy zult over 34 jaaren u onzer bet getal van die zeventig Antiftadhouderlyke mannen bevinden, die bet groot doelengastmaal in uwe geboortefiad, den 25 April 1785 zullen bywoonen; en na aldaar een korten tyd het Burgtmtefterjcbap bekleed te hebben, zal men u als de eetfte gewoone Afgezant vat} de Republiek na een kortlings yrygevoebten Landaart. in een ander zvaerelddeel zenden. Hy betuigde over de blyken van myn Planeetkunst zo ongemeen voldaan te weezen, te meer zo dra ik 'er by voegde, dat 'er waarichynelyke redenen waren te gelooven, dat hy aan de Perzoon van Brutus Batavus, wiens Horoscoop ik vóór de zyne getrokken had, heel na vermaagfehapt moest zyn, weshalven ik, tegen myn verwachting, door dien gewaanden Bootsgezel, als een uitwerking van zyne weltevredenheid, met dne gouden Ryders,voor myn verzuimden tyd, befchonken werd. Ondertusfchen dat men voorzichtig zal doen van het beloop des tyds den uitflag hiervan aftewachten, moet ik niet vergeeten aantemerken, dat ik, ter gelegenheid van de voorverhaalde Horoscooptrekking , zorgvuldig voor den bloedverwant van Brutus Batavus verzwegen had, dat volgends het Planeetcompas , zyn Gezantfchap by de onaf hangelyk verklaarde Volken maar van een korten duur kon zyn, ia gevalle hy in de ftaatsomwenteling van het jaar 1787 betrokken werd: ik zoude myn manier van denken geweld moeten aandoen, Meefier Branciscus, en wat meer is, een walg hebben den aardkloot langer te blyven bewoonen,als ik geen kans zag, om, ter uitfpanninge van uwen vrolykheid bemin, nenden geest, vry kluchtiger nieuwigheden uit myn Aftrologisch Magazyn te kunnen aanbieden: een zonderlinge ontmoeting, veel overeenkomst hebbende, met die geene wel. ke my eenmaal met een zeker reisgezelfchap op de postwagen bejegende, en waarvan ik een naauwkeurig verhaal in myn  ( 59 > myn Triumphzaal gedaan heb, zal niet ongefchikt zyn hier geplaatst te worden. Op een' zomerdag dat ik met de morgenfchuit naar Utrecht vertrok, werwaarts ik by aanzienlyke Lieden ontboden was geworden, moest ik my, zo wel als verfcheidene ordentelyke pasfagiers die myne reisgenooten waren, met een plaats in de fehuit behelpen, als zynde de roef afgehuurd: onaangezien het gezelfchap dat ik 'er aantrof, uit een mengelmoes van allerleien flag van perfoonen beftond, gelyk de trekfchuiten en coffyhuizen doorgaands daarvan de beste verzamelplaatzen opleveren, had ik nogthans geene oorzaak om my over de langduurigheid van die reis te beklaagen; want meer dan een half uur regeerde onder de pasfagiers een diep ftilzwygen, geduurende het welk ik onverhinderd leezen kon, in een boek het welk ik mede genomen had: intusfchen werd deeze zwaarmoedige fpraakloosheid plotslings afgebroken, door een' Veenboer, die ifl gefprek trad met een' Predikant, welke in den hoek van de fehuit, vlak tegen my over, zat, en vervolgends te zamen over het onwettig beroep van een' Dorpleeraar wakker begonnen te twisten: niemand onder onze reisgenooten mengde zig in hun gelchil; en wat my betrof, ik was tot nog toe een bloot aanhoorder daarvan gebleeven , wanneer wy op de gewoone pleisterplaats, te Nieuwer/luis, aangekomen zynde, ik met dien Predikant aan land flapte, om 'er in den herberg eenige ververfchingen te gebruiken, en aldaar door den waard, by wien ik als Aflrologist bekend ftond, heel minzaam verwelkomd werd: Heer Ludeman riep hy my de hand gevende, ik moet bekennen dat het oude hollandfche fpreek woord, het zyn allemaal geen koks die lange Mes feu draage», volkomen gegrond is, want uwe laatlle voorzegging aan my gedaan, is in alle opzichten vervuld geworden: de Predikant verbleekte op die woorden, terwyl de Veenboer door een uitfehatering van lachen ongedwongen betoonde, hoe zeer hem de ontmoeting van .myn perfoon geviel; wy traden daarop weder in de fehuit, als wanneer ik van alle kanten gelukwenfchingen ontving, over de wonderbasre H 2 proe-  ( 6o ) proeven, waardoor ik my in de Planeetkunst beroemd had gemaakt. Het bleef daar niet by, Mee/Ier Franciscus: men mag zeg. gen wat men wil, daar zyn tyden in onzen levensloop, die tot zeldzaame ontmoetingen aanleiding geeven; de werldn» der Planeeten op allerhande waereldfehe gebeurtenisfen ,doen telkens zulke ongehoorde dingen geboren worden, waar van geen fterveling te vooren eenig denkbeeld had: aldus kan by voorbeeld, iemand die op het Vinkennet zit, in plaats van Vinken, een jonge Juffrouw in het net vangen, met wie hy naderhand getrouwd zynde, zyn fortuin gemaakt heeftis dit neit gebeurd, en heb ik die klucht zes jaaren voor dat zy gebeurde niet voorzegd ? Wederkeerende tot myn reisgezelfchap, met het welk ik naar Utrecht voer, begon de Predikant,na dat wy op nieuw een pyp tabak geflopt hadden, my in de latvnfche taal aantefpreeken, het geen den Veenboer zodanig mishaagde , dat hy hem m de rede viel; fpreekt uw moerstaal Dominé, zeide hy, wam wy ver/laan dat kramerslatyn niet; doch onder de toezegging dat de vertolking van ons gefprek volgen zoude, nam hy genoegen met die belofte, en zweeg: ondertusfchen kwamen de berispingen van den geestlyken Herder hoofdzaakelyk hierop uit, dat hy my nadrukkelyk waarfchouwde, dat myn waarzeggersberoep, met welke haatelyke benaaming hy de voorzegkundige tak der Planeetbefchouwing beftempelde, de rechtgebaande weg was, langs welke men te ptst naar de hel kon loopen, en dat hy my dien volgends trouwhartig moest aanraaden, om van dit zielbedervend ambacht , hoe eerder hoe liever, afteftappen. Ik had geen groote kracht van welfprekendheid benodigd, om zyn Eerwaarde te overtuigen, dat de oefening van de Aftrologifehe Wetenfchap, in zyne grondbeginzelen geheel onzondig was , voor zo veel daarvan geen onbehoorelyk gebruik gemaakt werd; en na zulks met een menigte bewysbaare voorbeelden geftaafd te hebben, bewoog ik hem om, als een proef op de iom, zyn eigen fioroscocp te doen trekken, het geen vervolgend^  ( 6i ) gends, by onze aankomst te Utrecht, in het byzyn van de» Veenboer gefchiedde; maar Mee ft er Franciscus, gy had n onmorelyk van lachen kunnen onthouden , als gy gezien had ,' hoe nuchtcren- myn Kanfelgisper ftond optekyken , toen ik hem, uit den loop der Planeeten , wist te vertellen, alles wat hem in zyn jeugd gebeurd was , en daarby duidelvk aantoonde, de Hechte kunstgreepen waarvan hy zig geduurende de bekleeding van zyn Herderfchap bediend had: de Veenboer die zig met dat grappig verhaal fcheen te vermaaken, zou misfchien alle eerbied voor deezen kerklyken Minister verlooren gehad hebben, doch ik bedwong zyne onbefcheidenheid door aan den Predikheer, uit zyn Nativiteitsfter te voorzeggen, dat twee zyner Zoonen, die hy bereids tot het Leeraarsamt gefchikt had , van tegenltrydige gevoelens zouden weezen, aangemerkt de oudrte van hun beiden, een aanblazer der Tweedragt in de dagen der Landberoering zoude worden, en, ter zaake van dien, zig van den Predikdienst ontzet zien; terwyl de jongfte zyner Zoonen een getrouw voorftander van een vorstlyk huis zoude bly ven, en na het afloopen van den Oranje oorlog, de kroon der verg'elding,door de aanltelling tot eene hoogere waardigheid, zoude wegdraagen. Utrecht, alwaar de luchtnaald van het Planeetcompas niet onduifter aanwyst, dat in den driejaarigen Orange-oorlog, het hoofdkwartier der oproerige geeüen zal zyn , en het oefenfchool van gewapende Burgers zal gehouden worden, leverde toenmaals nog eene andere kluchtige vertooning voor my uit, ftaande het verblyf dat ik'er hield: maar waarom zo fterk gedraafd, Meefter Franciscus? ik dien hier noodzaakelyk eene aanmerking te maaken , die niet ongefchikt noch ontbloot van waarfchynelykheid is: heeft men in Utrecht niet den eerllen band van de Unie, tusfehen deeze zeven vrygevochten Landfchappen zien leggen ? zekerlyk ja! maar het zal daarom niet onmogc-lyk zyn, dat van wege deeze ftad, in laater tyd, de allereerfte ftap, tot ontbinding der eendragtskoorden, waardoor die zeven Staatspylen zamengevlochten zyn, zal gedaan worden: om myne Vrinden li 3 de  C f« ) de Planeeten niet te mishaagen, zal ik my daarover niet bre." der uitlaaien, en voet bv Huk gaan houden; ik bemf nf gelyk ik my zal verledigen onmiddelyk te gaan verhaaien. Op dit oogenblik verfcheen Salustus, in een rouwgewaad , andermaal aan myn huis, en beidde driemaal eer hy opengedaan werd, nademaal Britta en Jan daartoe nog buiten ftaat waren, zo dat ik genoodzaakt was, zelf de voordeur te ontfluiten: Raadsheer, zeide ik tot hem, gy had beter gedaan van weggebleeven te zyn, want gy hebt myn gantfche Aftrologifehe Kraam in de war gebragt: hoe zo Ludeman! vroeg hy, met een donker gelaat, dat my deed beeven: om dat ik zodanige verbazende ontdekkingen uit uwen Horoscoop gedaan heb, die my niet alleenlyk onbegrypelyk voorkomen, maar my, ten opzichte van uwe nog toekomende lotgevallen nog vede bekommeringen baaren; welaan, hernam Salustus, laat ons hooren van hoedanigen aart uwe Aftrologifehe Voorzeggingen in myn geval zullen weezen; en zie hits,Meester Franciscus, de wonderknoop ontlost. „ Salustus Potnponius, geboren onder de Planeet Mcrcurius, bezit roemryke hoedanigheden ; is haallig , ,, ftout, en onvertfaagd van naturel, zynde tegen zyne ,, inclinatie getrouwd, en onfchuldig aan de wanbedryven „ waarmede men zyn goeden naam zoekt te bekladden: „ om de bekuipingen zyner bloedverwanten te ontgaan, ,, zal hy vrywüligen afitand van zyne bekleede waardig,, beid doen; vervolgends na een ander waerelddeel over„ fteeken; aldaar tot een luifterlyken ftaat van grootheid „ geraaken, en aanmerkelyke fchatten verzamelen, met „ welken hy, na verloop van twaalf jaaren, weder her„ waards repatrieeren zal; uit zyn tweede huwelyk zullen „ vier  C 69 ) „ vier kinderen verwekt worden, waaronder drie Zoon<, „ die allen, een voomaame rol, geduurende de Vnderland„ fc'he onlusten,in de jaaren 1785, 1786 en 1787 zullen „ fpeelen, doch by zelf zal, vóór dien tyd , ongelukkig „ omkomen, en een foort van dood hebben, die de Pla„ neeten goedvinden te verzwygen.'' Niettegenflaande de geheimhouding van het beste gedeelte zyner Horoscoop, op last van myne Vrienden de Planeeten , onder my bewaard ge Weeven , betoonde Salustus Pam* penius z;g hierover zo ongemeen voldaan, dathy, zonder beraad, my een toegerold papier met tien halve goside Ryders be'nandigde, onder belofte van verder aan my te zullen gedenken, als hy naderhand, volgends myne Aftrologifchi Voorzegging, flechts de mogelykheid tot het verkrygen van zulk een gouden vloot ondervond: dit gebeurde ook drie jaaren daarna Meester Franciscus, wanneer my door een fcheep>capitein, een wisfel van vyftienhonderd guldens op een Casfier van Zeeland, met een bygevoegden brief van dankbetuiging, uit naam van Salustus, werd ter hand ge-, field, waardoor de fchrikken en gebdene fchade, door die ontmoeting veroorzaakt, ryklyk vergoed waren, fchoon het zeker is dat alle hoenders zulke eieren niet leggen. Veel Hoofden veel Zinnen, zegt het fpreekwoord, en ondanks de zoonen van Justiniaan,\n de dagelykfe voorvallen, in hun beroep daar menigmaal ondervinding van hebben, zo zoude ik echter veel zwaarigheid vinden, om dien dokregel in alle waereldfche zaaken, zonder uitzondering, voor een onfeilbaare waarheid aantepryzen; ondertusfeheh ben ik daarom van gedachten, Meester Frarciscus, dat een Hoofd, het welk vyf zinnen influit, zig fomtyds in alle wederwaardigheden des levens, onmogelyk gelyk kan zyn: by voorbeeld, dat Ploofd, het welk zyn vyf zinnen volkomen magtig is, en met een volmaakt vooruitzicht, fommige gewigtige gebcurtenisfen op een verren affland befchcuwt, zal vandaag ontwerpen maaken, die hy, door een nadere overweeging, morgen verwerpen zal;het gezicht,het beste der zintuigen, kan hem bedriegen, dat is te fcaggetl het zal hem I 3 ©p  •op de fchoonheid doen verlieven van een voorwerp , dac hy zonder oorzaak verlaat, en in wie hy geen de minfte aantrekkelykheid meer ziet , na dat zyne driften voldaan zyn: zo is het ook met den fmaak gelegen , die hem in een tyd van algemeene verwarring het Patriotismus gretig zal doen omhelzen , terwyl hy van fmaak verwisfelen zal, zo dra de zaaken,van gedaante veranderd zynde, de betaamelykheid daarvan wittigen: met dit alles kunnen zodanige annftootelyke ftrydigheden, als hier, by zinfpeeling, onderlteld worden in een Hoofd plaas te hebben , onmogelyk beletten, dat zulk een perfoon, in verftande, braaf, eerlyk mensen, ja wat meer is, een welmeenend liefhebber van zyn Vaderland blyft ; ik behoef tot bewys van dien , geen voorbeelden uit de duiftere fchuilhoeken der aloudheid te ontgraaven , want wie weet niet dat een Aftrologist, overladen met zo veele talryke proefnemingen van zyn kunst, ais waarvan ik my beroemen kan fchier onophoudelyk toe aangezocht te worden, geen eigenaartig fchildery daarvan opleveren kan? het verhaal vaneen vermaaklyke Plorcscoop, die korte jaaren na myn aankomst in Holland voorviel, en die my dikwyls aan de betekenis van de fpreuk, veel Hoofden veel Zinnen , heeft doen gedenken, zal u zonneklaar overtuigen, Meester Franciscus, dat een fterk Hoofd veeltyds zwakke zinnen heeft ; dat de mensch om die reden veranderlyk is ; en dat in die veranderlykheid, de volmaakte onvolmaaktheid der flervelingen juist opgeflooten ligt. Ik wandelde eenmaal, op een zomerfchen nadenmiddag,' in de Plantagie, om onder de belommering der groene en dikgebladerde boomen, een frisfche lucht inteademen; of liever, een vrye uitwazeming voor zeker geestknellende overpeinzingen te zoeken, waarmede ik my, federt eenige dagen beftreedeu vond, wanneer ik my by myn naam hoorde roepen, zonder, tot myne verwondering, iemand te zien; ik l;eek verfcheidene maaien achterwaards,voorwaards, ter rechter en flinker zyde , eer ik ontdekte van waar het geluid kwam; doch ten laatllen zag ik aan den uithoek van een laan,  ■ C 71 > laan, een koepel met openftaande fchuifraamen, in welke zig een gezelfchap van jonge Heeren en Dames bevond ï onder dezelven herkende ik den zoon van een ryk Makelaar , met wiens vader ik eenigen tyd gemeenzaamen omgang gehouden had; en, na dat ik door deezen jongen Heer op een vriendlyke wyze was binnengelaacen , begon hy my te vernaaien, dat het tegenwoordig gezelfchap, welk hy dien nadenmiddag in zyn tuin genoodigd had, hoorende dat hy my kon, benieuwd was geweest om .my te zien, en dat zulks aanleiding tot dien vrypostigen flap had gegeeven, om my te roepen; zig vervolgends met een welgemanierde zwier verfchoonende , over het gewaande ongelyk dat hy my aandeed, van myne wandeling, geftoord te hebben: waarlyk, Meester Franciscus, hy behoefde zig van zo veele complimenten niet te bedienen; want behalven dat ik my vereerd vond zulk een aangenaame byeenkomst van jonge lieden bytewoonen , was ik verblyd wat onder het groen te kunnen uitrusten, en niet minder belust, om aldaar , onder het drinken van een glas wyn, een pyp tabak te blyven rooken: onderwyl dat, ik in beide opzichten myn oogmerk bereikt hebbende, de redewisleling over de Sterrevoorzegkunde voorbedachtelyk op het tapyt werd gebragr, zagen wy ons gezelfchap vermeerderen door het bezoek van een paar jonge Heeren, die beiden kennisfen van den Makelaarszoon waren: Zie daar. Doctor ludeman, waarvan wy voorleden week in het Coffyhuis fpraken , zeide de zoon van myn vriend , met zyn vinger op my wyzende ;. hy komt hier net van pas, Charles, want wy hebben lang gehaakt om onze Horoscopen by hem te doen trekken, voerde één deezer twee jonge knaapen te gemoed; maar, Mynheer Tooveraar, vervolgde hy op een vrolykea trant, my aantefpreeken, gy moet zorg draagen dat uwe zeven Planeetduivelen ons geene kwaade noch verdrietige avantuuren voorzeggen, dieons blygeestig charakter uitdooven kunnen. Gevoelig geraakt over deeze onbefchaamde taal, en nog meer over de hoonende uitdrukking ten opzichte van myne vrienden de Planeeten gedaan, vroeg ik hem half gramftoorig, of hy wel wisu  C 7» ) wist wat de woorden Toveraar en Vlantetéhitvelen te beduiden hadden? impertinentejjvlegel, dat zal ik u toonen, beantwoordde hy trotsch, my ten zelfden tyde een ingefchonken glas wyn naar het lyf werpende, dat juist by ongeluk m de ichoot viel van een jonge Dame, die naast my zat i woedende van fpyt over dit onwaardig bedryf, fprong ik gezwind van myn' ftoel, in het voorneemen om dien knevel met myn' Haatburgfche knuisten eens wakker toe te dekken doch onze Gastheer, geholpen door eenige anderen van he'c gezelfchap, fchooten tusfchen beiden, zo dat wy genoodzaakt waren , op hunne eenpaarige aanzoekingen onzen twist aftedrinken : ondertusfchen dat dit gefchiedde , verzocht de medemakker van myn aanrander", die vry bedaarder dan hy geleek, of ik hem het plaifier wilde doen', om zyn Horoscoop te trekken , op zodanigen tyd als my best gelegen kwam , en terwyl ik dat vriendlyk verzoek uit welvoegelykheid, niet wel afllaan kon, bepaalde ik daartoe den aanvolgenden voordenmiddag, ten tien uuren , gelyk hy, ingevolge van dien, ook niet verzuimde zig op het af. gefproken uur , met dat oogmerk , aan myn huis te ver voegen. Begryp niet, Meester Franciscus, dat ik u een verdichtzel van myne vinding opdisfchen wil, als ik u hier zal gaan vermaaken met het verhaal van een tweede kluchtige ontmoeting, die het bezoek van deezen befcheiden jongelin* ten wege bragt; ik moet nog lachen als ik om die historie denkmaar op dat de ukfpatting myner vrolykheid de befchryving daarvan niet moge vertraagen, zal ik vervolgen met te zeggen, dat een zeker burgerman, welk dien zelfden morden zyn galant vrouwtje met een Amfterdamsch Heerfchap °op overfpel betrapt had, juist aan mvn huis fchelde, op het oo'genbhk dat de jonge Heer, wiens 'Horoscoop ik trekken moest zig te gelyk op de ftoep vertoonde, en bedrogendoor de gelykems van het postuur die hy mee den verleider van zyn vrouw had , door eene ontvlamming tot wraakoefening beftond hem,zonder een woord te fpieeken, onbefchofr by de keel te grypen : de andere door zulk een onverwachten aan-  C 73 ) aanval verplet, moest lang worstelen eer hy los geraakte; -waarop -hy zyn degen trok, met welken hy , op zy n beurt, den burgerman lustig om de ooren floeg: 'dit voorval onder het ontftmten van myn voordeur gebeurd zynde, verwekte e n flraatgeruchr, en lokte een menigte tc'ezienderen, die zonder de oorzaak daarvan te begrypen, uit nieuwsgierigheid toegeloopen waren, voor myn'huis; doch met behulp van Jan myn knecht, ontzette ik nog tydig genoeg dert jongen Heer, om alle oploop van het graaulv te voorkomen, en bragt vervolgends den gramiloorigen man zo lang in een ander vertrek, tot dat ik onderrichting van zaaken gekreegen had: de vrede tusfchen hen beiden werd, door myne bewerking, rasch geflooten., toen ik, volgends beding, de Horoscoop van den beledigden echtgenoot, eerst getrokken hebbende, met veel ruimte uit myne Aftrologifehe bevindingen veikkaren kon, dat hy binnen zes weeken tyds, üeu verleider van zyne overfpeelige vrouw kennen zoude; waarmede de goede -man genoegen neemende , zeer voldaan vertrok, na alvorens den jongen Heer, wegens zyn fpoorloos bedryf, op eene beleefde wyze verfchooning gevraagd •te hebben. Wy treeden nu , Messter Franciscus , tot de Horoscoopirekking van den jongen Capitus, in wiens phifionomie ■een zekere bevallige zachtzinnigheid uitblonk , die fedett het eerfte oogenblik dat ik hem gezien had, my ten zynen voordeele had vooringenomen: Capitus bevond z;g ten dien iyde nog in hoedanigheid van ftudent, cp de Hooge Schoole van Utrecht, gezind zynde om zich, na het füoopen van de groote vacantie aldaar, in de rechten te doen promoveeren : het eerfte dat ik uit zyn getrokken Horoscoop onderfchepte, was een geheimen minnehandel,dien hy, buiten wee*en van zyne ouders, met een burgerdochter van Utrecht onderhield , en aan welke hy, fchoon nog minderjaarig zynde, zig door trouwbelofte plechtig verbonden had: hy "beleed openhartig de waarheid van de zaak , zeggende, 'dat het hem fpyten zoude indien de Planeeten hem in dat opzicht ongunftig waren , gelyk ik geen zwaarigheid gemaakt had hem te ontdek- ' K ken:  ( 74 y ken : vervolgends geraakten wy tot verder uitfluiting van zaaken, die eigenlyk zyne toekomende lotgevallen betroffen , en waarvan de grootheid myner Aftrologifehe kunstonderzoekingen afhing : Gy zult, Mynheer , zeide ik, het woord opvattende, niet alleen een berucht man, maar zelfs in een hoogbejaarden ouderdom een geliefkoosd Regent van uwe geboorteflad worden; gyzult, wat meer is, de liefde en verwondering zo van den burgerfland', als van het gemeene volk, xvegdraagen; om dat gy in de dagen van verwarring, u tok een'' z oorjlander van de ongemuihande vrybeid, en als een bcfchermheer der onftuimige bedryven van woelgecstige menfehen, die zig met den naam van Patriotten flaan te bemantelen, verklaaren zult; maar gedenk daarby dat, volgends de Planeetklanken , dit zelfde onbefuisde volk, waarvoor gy al te roekeloos u goeden naam in de waagfchaal feilen zult, u zullen baaten en befpotten, zo dra de kans verkeeren zal, by hosdanige gebeurtenis uw val zig naakt vertoont, zo gy niet befluiten kunt om fdiielyk van vaderlandfche denkbeelden te veranderen. Na dat Capitus my , heel befcheiden,- daarop ten antwoord gegeeven had , dat hy hoopte dat zyn gedrag geduurende zyne overige levensdagen , fteeds binnen de paaien van betaamelykheid zoude blyven , ten einde aan zodanige onaangenaamheden in een hoogen ouderdom niet bloot gefteld te worden, beloonde hy my op een wyze, die voor een' ftudent ryklyk voldaan kon, eer hy my verliet. Omflreeks dien tyd kreeg ik het bezoek van Meester Scbarleflein, een man die weleer als Logementhouder door zyn Kunst-en Vlieg-werk het zo ver in de waereld gebragc had, dat hy ordentelyk van zyn renten leeven kon ; zyn hoogklimmende ouderdom , benam zyne levenskrachten noch,, zyne aangeborene vrolykheid nier, en het rentenierfchap deed hem geruste dagen flyten; trouwens, wat behoef ik dat te zeggen, Meester Franciscus, terwyl gy hem voormaals beter gekend hebt dan ik: om kort tè gaan, de luchthartige Scbarleflein kwam my raadpleegen, over fommige huishoudelyke omftandigheden, betrekkelyk tot zyn dochter Rozetta, die onlangs met zyn' kok getrouwd was, en wier-  C 75 ) Horosaop hy begeerde dat ik trekken zou: jongen, zeide hy op een körtswylende toon, ik ben blyd dat de meid aan den man geraakt is, want het kon anders een -flater eegeeven hebben-, maak myn compliment aan jou vrienden de Sfaneeten, en vraag hun eens, of ik al myn overgewonnen capitaal, na myn' dood, aan myn fchoonzoon en myn dochter moet nalaaten, of een gedeelte daarvan op hunne kinderen zal dienen vast te maaken, om dat ik beducht ben, dat " zy myn befpaarde geld door hun levensmanier, die zy naar den nieuwen fmaak voeren, in korten tyd zullen verfpülen: ik trok dienvolgends , op zyn fterk aanhouden, de Horoscoop van zyn dochter, het geen verricht zynde gevolgd werd van myne'rondborftige verklaaring, dat zyne voorzorgen in dat opzicht, ongeplaatst zouden zyn; maar dat dezelven beter te pas kwamen, ten aanzien van het kind, waarvan zyn dochter werklyfc zwanger ging, als welk, overeenkomft'ig myne Aftrologifehe bevinding, één der voornaamdeOprotrmaakers van deeze ftad , geduurende den driejaarigen Orange - oorlog zoude worden ; de goede Rentenier beeon my braaf uittelachen over een voorzegging die hem zo misfelyk voorkwam, doch verhaalde my daarop, uit tydkcrting, de gantfche hitlorie van Rozetta zyne Dochter, die ik hier tot uw vermaak plaatfen zal. „ Aalbert kwam in 't jaar 1728, als koksjongen te woo„ ners, by den beruchten AmfterdamfchenLogementhouder, i' Carel van Scharlcflein, toen hy naauwlyks den ouderdom „ van 16 jaaren bereikte: zyne ongemeene bekwaamheden, < vlytig oppasfen, en byzonder zyne oplettendheden, om „ zyn Meester te behaagen, bewerkten dat hy, na verloop „ van zes jaaren tyds, de post van eerften kok in dat ver, maard Logement beklom. Meester Scbarleflein, een man 1 van naam en verftand , by wien de meefte aanzienlyke l, vreemdelingen , of om beter te zeggen, alle reizigers van de groote waereld, hun intrek namen, had, federt dertig jaaren, met zyn kraam een tamelyke burgerfchat overge„ gaard; hy was meer dan 15 jaaren weduwenaar geweest, „ en zyn eenigfte huwelykstelg, was een dochter, Rozetta Ka „ ge-  C 76 > n genaamd, een meisje van- een weêrgaêlooze fchoonheid, „ en een bekoorelyke vlugheid van geest, aan wie hygeen ,, kosten fpaarde, om ze een opvoeding te geeven, trots de „ beste Dame van de ftad." Het beduur van dit overal beroemd logement, berust„ te voornaamlyk op de fchouderen van Mama Krabbeftaart, „ die federt het weduwenaarlchap van Meester Scbarleflein, de plaats van huishoudfter, en, zo men aan de weêrklank „ der fnoode kwaadfpreekendheid geloof liaan mag, geljk,, tydig die van bedgenoot by hem bekleedde; wat hier ook „ van, (het zy uit gegronde dan ongegronde verdenking,) ten „ dien tyde gemompeld werd, het was nogthans volllrekt „ zeker, dat zy met een onbepaald gezach het gantfche „ huisgezin van den Logementhouder naar baar welgevallen ,, regeerde: men wist dat zy bovendien het ontwerp ge- fmeed had om met haaren Meesier Scbarleflein te trouwen, en dat zulks de dryfveder van haare. gedienftigheden, ten „ zynen opzichte was; doch dat de jonge Rozetta de voornaa„ me dwarspaal bleef, welke het beryk van dit hoogvlie„ gend oogmerk fteeds deed mislukken, waarom dit bemin- nelyk meisje, geduurende haar eerfte jeugd, veelmaalen ,, de ujtwerkfelen van haar misnoegen bezuuren moest; om ,, kort te gaan, deeze foort van mishandelingen van Mama „ Krabbeftaart, gaven gelegenheid , dat Rozetta dikwyls hier over haare klagten by Aalbert ging doen, en dat die kok, uit weerwraak, fomtyds het knorrig wyf met een „ braadpan naar den kop wierp,als zy in de keuken kwam:. „ onaangezien alle deeze tegenlpartelingen, gingen de huis,, houdelyke zaaken van den Logementhouder, tot hier toe, voor den wind, wanneer die goede verftandhouding tus„ fchen hem en Mama Krabbeftaart, plotslyk afgebroken „ werd, door een tweetal raare gebeurtenisfen, die beiden „ even gedenkwaardig zyn, en aanleiding tot het huwelyk „ van Aalbert met de jonge Rozetta gaven." „ Het oude wyf, bemerkende dat de vlieger met haaren y, Meester niet beister opwaards wilde gaan, werd fmooren lyk verliefd op Aalbert, de kok, destyds een jongman. „ van.  ( 77 ) ■f, van eene welgemaakte geftake, en een zeer inueemend , gelaat; zy floeg hem een huwelyk met haare onbemtnne„ lyke perfoon voor, en bood hem vei volgends een aanmer- kelyk fommetje gelds, 't welk zy geduuren 15 jaaren, door haare zuinigheid by Meesier Scharleftein befpaard „ had, ten zelfden tyde tot een bruidfchat aan: Aalbert ver„ wierp, met verontwaardiging een'voorflag, die federt een , onderwerp van fcherts, tusfchen hem en de dochter van „ zyn' Meester werd; al zyn aandacht, alle zyne hartsaan„ doeningen, bepaalden zig tot de wederliefde van Rozetia, „ en het vooruitzicht van haare bezitting, was de grondpi- laar waarop het gebouw van zyn fortuin deunen moest: „ dit bekoorelyk meisje was toen \ü jaaren oud ; voorwaar „ een gelukkige ouderdom, waarin doorgaands de fchoon„ heden van een maagd b:ginnen te ontluiken; zy bezat die •„ in den hoogden graad van volmaaktheid: zo blank van „ vel als hemelhagel, roozekleurde wangen, een paar harc„ fleelende pikzwarte oogen, en gelykkleurig krulhangend „ hair, gepaard met twee poezelachtige handen, en keur„ lyke fyngefneden voetjes; een verrukkelyk pofluur, eene „ betoverachtige houding , en meer andere lborten van , vrouwlyke bevalligheden, die best gezwegen zyn, maafe- ten de jonge Rozetta met volle recht den eernaam van-ite j, Jchoofie Am'lerdamfcbe maagd waardig." ,, Mama Krabbeftaart, bemerkte rasch de oorzaak van v de minachting, waarmede de verliefde kok, haar voorlla', gen van de hand gewezen had: gevoelig op het ftuk vaa vrouwlyke eer, werd haare vvojde en minnenyd gaande, , en zy befloot zig op haar medevryder te wreeken, zo 3, dra zig daartoe eene ^unitige gelegenheid aanbood: cnder, tusfchen ontveinsde zy, als een vrouw van verftand, een „ geruimen tyd haar misnoegen, en wraakzucht; het tyddip ,., tot de uitvoering dcrzelve icheen geboren, by de komst J( van een' -hoogduitsch Graaf, die door thihmdreizende,-on„ der anderen ook de waereldberuchte koipftad Amfterr dam kwam bezien, en voor eenige dagen zyn insrek in ■n het logement van Meester Scharkftm genomen had: de' K 3 * ada-  C 78 ) 5, adelyke reiziger, die een beminnaar van de fraaje Sexe „ was, werd oogenbliklyk by zyne aankomst aldaar, zoda„ nig door de verrukkelyke fchoonheid van de jonge Ko?, zetta getroffen, dat hy beibot, alles voor haare bezitting „ re wangen; dan, hy befpeurde, na korte dagen verblyfs, „ dat de groote invloed die Mama Krabbeftaart niet alleen „ aangaande de algemeene befliering van dac huishouden bezat, maar byzonder dat haare ftuurfe en wraakgierige be„ handeling, ten opzichte van dit beminnenswaardigeV,eis„ je, het beste middel kon zyn, om tot deezen overheere„ lyken zegepraal te geraaken ,in gevalle dat het hem geluk„ te, het kwaadaartig wyf in zyne belangen te winnen: „ achtervolgends zulk eenê doorzichtige ontdekking, onder* „ nam hy, met een goed gevolg, Mama Krabbejtaart tot een werktuig ter begunitiging van zyne dolle minnedrift te maaken, en hy daagde zo wonder wel in zyn oog5, merk , dac deeze verlepte en minyverige huishoudfter „ door een handvol gouds omgekocht, den verliefden Graaf beloofde, dien zelfden dag, tegen middernacht, de be„ koorelyke Rozetta van Scharleftein ,in zyn kamer te bren3, gen, en haar vervolgends het flachtoffer van zyne dierly^, ke wellusten te zullen maaken." „ Om dit misdaadig bedryf, met het vernis van welvoew gelykheid te beglimpen, bedacht de boosaartige Krabbe„ ftaart een list, waarvan de uitwerking noodzaaklyk aan haare verwachting beantwoorden moest; zy ging Rozetta 3, in haare flaapkamer vinden, omhelsde haar met eene ge5, veinsde blydlèhap , over het onwaardeerbaar geluk , 't „ welk over haar hoofd hing, zeggende, om dit onnozel „ meisje mat meerder gemaks in het net te lokken, dat Myn„ beer de Graaf, zodanig op haar perfoon gecharmeerd „ was, clat hy haar, het koste wat het wilde, ter gemaa5, linne begeerde, en wegens haare ongemeene bevallighe„ den , haar tot het Gravinnefchap wilde verheffen : zy „ voegde daarby, dat zy wist dat zyne oogmerken ten haa5, ren opzichte, wettig waren , waarom zy haar aanraadn de, om gebruik te maaken van de beleefde aanbieding van den  ( 70 ) den Graaf, om tegen middernacht, als haar vader onbe" zorgd Hiep, by hem in zyn kamer een kop chocolade te gaan drinken —— Frees nergens voor , myn lieve ro„ zetta, befloot zy; ik zal. wel zorgdraagt» dat u geen kwaad ontmoet; want ik zal, volgends zyn b.vel, » daar * verzeilen, en by u blyven: Rozetta, gevleid door tien rang „ van Gravinne, die men haar aanbood, liet zig gemaklyfc ' door den fireenenzang van Mama Krabbeftaart, bepraaten, en begaf zig met haar, op het beftemde uur, zo ge„ willig als een fchaap ter flachtbank, naar het vertrek van „ den verliefden minnaar, aan wien de uuren van uitltel „ halve eeuwen fcheenen: geduurende het eerde uur van ,, dit bezoek, liep alles, volgends de wetten der betame„ lykheid, zeer wel af; men was aan weêtskanten verge„ noegd : de Graaf, aan wien geen welfpreekendheid noch „ ondervinding in het minnelchool ontbrak, deed in korte ., doch in zaaklyke bewoordingen, zulk eene nadrukKelyke „ liefdensverklaarin? , dat fer de jonge Rozetta, die geen „ ongevoelig hart bezat , half door verwonnen werd: zo „ dra de doorlleepen Krabbeftaart dit befpetirde , verliet „ zy , onder voorvvendzel van nog iets noodzaakelyks in „ het huishouden te moeten verrichten , het vertrek , en „ de Gtaaf bediende zig wilvaardig van dat tydftip, om „ de deur van zyn kamer zorgvuldig, te fluiten." „ Ondertusfchen dat deeze Adelman alle zyne krachten „ inlpande , om over de kuish.id van Roze'ta ,te zege„ praaien , begaf zig het oude minzieke wyf, die airede „ meende het fpel gewonnen te hebben , regelrecht naar „ de kamer van Aalbert, den kok, welke zy in een diepe „ flaap gewenteld vond, en niet verzuimde door allerleie „ walgelyke liefkoozingen , te ontwaaken : Aattert d:e „ naauwlyks een halfuur gelhapen, en nog vermoeid van „ zyn keukenwerk was, werd gemetyk, van zig, by zyne „ ontwaaking,in de armen van dit morfig gerimpeld vrouw„ mensch te bevinden , en verjoeg haar met geweid van zyn„ legerftede: Mama Krabbeftaart, weinig gevleid met zulk een ongunftis* onthaal, begon toen den vollen reugd aan . „ kas  ( So ) 'ie haat wraakzucht te vieren: Schobbejak!zeide zy, met een „ grimmig gelaat,'weet gy wel dat uwe fnoepige Rozktta „ tegenwoordig by den graaf op zyn ledikant ligt, en met ,, alle uwe zotte mintievlaagcn den fpot dry ft ? een verfchrik„ kelyke dcnderflsg kon de goede Aalbert niet meer verbaa- „ zen, dan deeze hartgrievende woorden Uitvaagzei ,, van het mensebdom! riep hy,in een blaakende gramfchap, rot het oude wyf, als gy my leugenen op den mouw fpelit, „ zal ik u gewis den hals breeken ; _dit gezegd hebbende, „ fprorg hy ©p zyne kousfen ten bedde uit, en vloog naar „ het vertrek daar hy wist dat de Gr ^/gelogeerd was: al„ daar gekomen, hoorde hy inderdaad van buiten de ka., merdeur, dat Rozetta met eene flaauwe ftem en zwakke ,, pogingen haar eer, tegen de aanranding van dien fc.de!,, man, by aanhoudendheid verdedigde ; dit was genoeg ,, om hem met eene ongemeene vaardigheid naar het flaap„ vertrek van zyn Meester te doen loopen, en dien in al„ leryl te waarichouwen , noopende het dreigend gevaar ,, waarin de maagdlyke bloemftaat van zyn dochter zig be,, vond; wel te verftaan na alvoorens Mama Krabbeflaa/1, „ die hem den ingang van de kamer geweldaadig poogde te beletten, in het voorbygaan, een paar goede oorvygen ge„ geeven te hebben." „ Meester Carel tan Scbarleflein , die van zesfen klaar was, fprong, met een half verroeste fabel, vaardig tot ontzet van zyne byna ontmaagde dochter, en, geholpen „ door den wakkeren Aalbert en nog een huisknecht, die „ beiden van koksmesfen voorzien waren,openden zy, met „ geweld , de gefloten deur van het vertrek : de Graaf vloog daarop met een geladen piflool in de hand, de trappen af, en ontvluchtte uit het logement, zonder dat hem iemand de doortogt van de huisdeur betwistte: ondertus„ fchen kermde en fchreide Rozetta vast op het ledikant, „ verhaalendé met betraande oogen aan haaren vader, hoe „ de ondeugende Krabbeftaart, haar bedrogenen verraderlyk aan den Graaf verkocht had; dat zy dapper had ge3, fchreeuwd, en geroepen, maar dat niemand tot haar o.!t- n Kt  ( 8i ) zet was toegefprongen: Aalbert, die juist zo naauwkeu- rig de zaaken niet onderzoeken wilde, geloofde ter goe" der trouwe, en waarom niet! dat zy braaf gefchreeuwd en 1 geroepen had, terwyl Meester Scharleftein, dol van woe^" de, gebood, dat men het oude flangenvel die de aandry- vende worteloorzaak van dit nachtfpel was, op (taande voet uit zyn huis zoude jaagen, gelyk dat bevel, onaan[ gezien het lmeeken van Mama Krabbeftaart, vervolgends H door Aalbert, (zo dra de dag aanbrak,) zorgvuldig ter -,, uitvoer gebragt'werd: na dat alles in het logement tot „' bedaaren gemaakt was, riep Meester Carel van Scharle'„ ftein zyn Dochter en Kok, in zyn flaapkamer: Hoor kindc„ ren, zeide hy, ik ben ook jong geweest, en ik heb fed^rt ', lang bemerkt dat gy malkaér bemint; wel nu, ik geef my„ ne tocftemming tot ulieder buivelyk: bcbalven dit geroemd logement, het welk myn eigendom is , fcbenk ik u al de ' huisraad, en bovendien twaalf duizend guldens tot een brui? lofigift; van uef overfcbot van myn Capitaal, waarvan 9 gy, na myn dood, erfgenaamen zult weezen, zal ik myne ' overige levensdagen, als een rentenier, in fttlte, gaan lee*' ven , op een klein doch vormaakly'i buitengoed, dat ik 9 kortsgeleden in den omtrek van Maarfen gekocht heb: Aal" bert , verrukt van vreugde, om zulk eene onverwachte ' verklaaring, viel zyn toekomenden fchoonvader om den ]] hals, en bedankte hem feestlyk wegens eene gunstbewy\, zing, die het geluk zyner levensperk, zo hy vermeende, ,' moest uitmaaken: een galant man, gelyk hy was, ftapt „ ligtlyk over een beuzeling heen, voor zo ver hy zyn doel„ wit bereikt. Laat Rozetta, overwoog hy by zig zeiven, „ ontmaagd, of niet ontmaagd zyn, wat zwaarigheid! de „ meelte Dames van de groote waereld , bevinden zig in den „ trouwltaat in het zelfde geval van onzekerheid; en waar- om zou een burgerdochter van dergelyk vrouwlyk voor„ recht verltooken blyven? de oude Meester Scharleftein, die, als een kundig man, zyne gedachten onderfchepte, „ prees volmondig zyne manier van denken: Gy hebt geen „ ongelyk, Aalbert, zeide Hy, gy zult als Logementhouder L „ na-  ( Sa ) „ naderhand menigmaal by ondervinding, uwe denkwyze, in„ dit opzicht, bewaarheid vinden." „ Daar verliepen Hechts weinige weeken, na deeze ge„ lukkige ontwikkeling van zaaken, dat het bruiloftsfeest „ van Aalbert en Rozetta op eene gantsch ftaatige wyze, „ in de groote eetzaal van het logement, gevierd werd: be„ halven Meester Scharleftein, die hier met veel luiiter de „ eer van het vaderfchap bekleedde, en behalven den bruide,, gom en bruid, als de tweevoornaame perfoonaadjen, wel,, ken de hoofdrollen in dit vreugdefeest fpeelden, befton- den de aanwezende bruiloftsgasten, in tien perfoonen,zo „ vrouwen als mannen, allen van da familie; drie Heeren en twee Dames van kennis , toenmaals daar gelogeerd „ zynde; een Makelaar met zyn Zuster, beide vertrouwde „ vrienden van Rozetta en haar' vader; een paar weergaë- looze fraaie jonge juffrouwen uit de buurt, fpeelgenoot„ jes van de bruid, een bejaarde Westphaaliche Hammeko3, per, die een landsman van den afgetreden Logementhou„ der was, en een jonge Advocaat, die luttel tyds te voo„ ren een rechtsgeding van aangelegenheid, voor Meester „ Scharleftein gewonnen had, zamen uitmaakende vier- en„ twintig tafelgasten : alles was in volle Gala op een brui„ loft, waartoe geene kosten gefpaard waren,om denzelven „ luisterlyk te maaken ; een Logementhouder heeft dien aan„ gaande menigerleie gemaklykheden, welken zelfs aanzien„ lyke ingezetenen van den burgerftaat, met zwaarder uit„ gaaven,- veeltyds ontbreeken : dit is eene waarheid die een oplettend waereldling, vangemeene kundigheid en on„ dervinding , zonder daarom een uitfteekend verftand te „ bezitten , volmondig toeltemmen zal." „ In het midden der vreugdebedryven, welken gewoon,, lyk by een trouwfeest plaats hebben; in het midden zelfs ,^ der rnaaltydvrolykheden, onder de bruilofsgenooten, ge„ beurde een voorval, dat fchier alles in een treurfpel her- fchept zoude gehad hebben , indien kloekhartigheid en „ welbeleide voorzorgen, de dreigende onheilen niet tydigaf. n geweerd, en de gefloorde bruilofsvreugd niet weder hadden „ doen.  X 8.3 3 , doen herleeven * Zie hier Meester Francisc-is, het beknopt verhaal van de gebeurtenis, die waarlyk in „ zyn foort verwonderenswaardig was." „ Drie voornaame vreemdelingen, prachtig uitgedost, en „ verzeld van een gelyk getal levereibedienden, welke „ aan hun uitedyk uithangbord, den ftaat van aanzienlyk„ heid hunner Meesters vertoonden, kwamen des avonds „ heel laat, terwyl de bruilofsgenooten aan tafel zaten, ab „ daar logeeren; de algemeene blygeeftigheid in dergelyke ,, vrolyke zamenkomden plaats hebbende, benam alle oor5j zaaken van wantrouwen , en achterdocht, raakende de ,, komst van de drie onbekende pasfagieren , en begunftigde „ grootendeels het geftnecd ontwerp van den fnooden Graaf, „ den verdreevenen Minnaar van Rozetta, die als een lyfr, knecht vermomd , knaphandig in dat logement gefiopen was, zonder dat iemand van de huisbedienden daarop gelet had: ondertuslchen dat hy op een bekwaame gelegenheid loerde, om zyn' aanllag ter uitvoer te brengen * hield hy zig zorgvuldig verborgen in het vertrek dat zyne \, drie vrienden destyds betrokken, en de verbeelding dat hy zyn' Meester dienen moest, gaf een glimp, die alle ', argwaan van zyn voorgenomen misdryf uitfloot: de listi\, ge Graaf, wiens toeleg was om Rozetta, het koste wat „ het wilde, te fchaaken, zonder deswegen eenig gevaar , te fchroomen, wist zig daartoe behendig van het tydftip , te bedienen, dat de fpeelmeisjes de jonggetrouwde vrouw ., naar haar flaapkamer geleidden , wanueeriiy, zyn kans waar5, neemende, met zyne drie vrienden toefchoot,en, na Rozetta een zyden bal in den mond geftopt te hebben, ver„ volgends met geweld naar de voordeur droeg, niet verre „ van welke een ilede gereed ftond, waarmede men haar naar een afgehuurde kamer meende te voeren; doch de „ Bruilofsgasten , door het gerucht toegefprongen zynde , „ ontzetteden haar uit de handen van den fchaker, zo dat „ deeze adelyke booswicht, nevens zyne .aanhangeren, ge„ noodzaakt werden het hazepad te kiezen ; zo dra men „ herkomen was van de eer :e ontfteltenis , welke deeze L a „' ont-  ( H > „ ontmoeting verwekt had, beflooten de aanweezende Brni„ lofsgenooten, den gantfchen nacht , ter beveiliging van „ het jong gehuuwde paar, te blyven waaken, en hunne „ vrolykheid bleef federt ongeftoord." Eergisteren nacht, Meester Franciscus, zyn myne Vrienden de Planeeten , tot in den morgenftond vergaderd geweest; de hemelkring met zwarte wolken overtrokken , fcheen ongenaakbaar voor een slflrologist, en het diep geheim van zaaken , die 'er toenmaals in hunne raadsvergadering plaats had , ondoorgrondelyk voor zyne waarneemingen te weezen: ik moest my dit ongeval tegen wil en dank getrooiten , verliet al morrende myn Objervatorium, en begaf my vroegtydig naar myn legerkoets , na alvoorens myn knecht belast te lubben, dat hy vier nachtkaarftn iri myn flaapkamer moest ontfleeken ,en my alle uuren Komen wakker maaken , als hy bevond dat ik lhep : al iluimerende werd ik overvallen door een' Aftrologifchen droom die my van fchrik deed ontwaaken, waardoor ik, nog half bedwelmd, myn ledikant uitfprong, juist op het oogenblik dat Jan myn kamerdeur opende , en my met een bevreesd gelaat kwam aanzeggen , dat hy zulk een vervaarelyk gedruis van den kant van myn Obfeivatorium vernam , als of zevenhonderd Planeeten bezig waren daar een dansparty te houden;ik vroeg hem, ha'f boos, of hy van zyn verïtand beroofd was, dan of'hy de fpot met my dreef ? het is my ontfchooten wat hy my daarop geantwoord heeft, maar dit weet ik zeer wel, dat toen ik deeze laafte woorden uitfprak , myne vier brandende nachtkaarfen te gelyk uitgingen , zo dat Jan van onfteltenis over deeze angstvallige vertooning, op de vloer nedcrviel, en by ongeluk, door dien val êen groote kelderfles brak ,. die ik onlangs met zuivere Elixter propristatis Parace/Jus had aangevuld: ik wilde de kamer uitgaan om het licht aanterteken, doch Jan, my aan myn japon vasthoudende, hield my tegen, zeggende,met een gebroken ftem, Och myn lieve Meester ! terwyl ik bemerk dat gy met den Duivel omgaat , zo verzoek ik een goed woord voor my te: doen.  ( 35 ) den, dat hy my toch niet in de Hel fleepe ! vervolgends in het donker naar myn Obfervatorium geklommen zynde , werd ik door de glansrykheid der ontelbaare Hemellichten , die ik fan het firmament befchouwde , als verblind , hoezeer de luchtichynende treurgewaaden, maarmede de twaalf tekenen van den Zodiak omkleed waren , my niets goeds voor de bewooners van de ben eden waereld voorlpelde Apropo , Meester Franciscus , terwyl ik hier van de treurgewaaden fpreek , dien ik niet te vergeeten kortlyk aanteilippen , dat het draagen van een trturgewaad , by den aanvang van een v*>lle maan , een gewis voorteken van een verbeterden geluk ftaat te kennen geeft, voor iemand die zig in dat geval bevindt; zo heb ik par hricol ontdekt , en het is , behalven dat , my naderhand nog beter door menigvulige voorbeelden gebleèken , dat een ongetrouwd mant perfoon, die op zodanigen tyd voor de eerlle maal van zyn k*ven in een treurgewaad gekleed ging , zes maanden daarna, baken alle verwachting, een icha ryk huwelyk gedaan heeft,in een onbemuurde plaats., daar hy voor deezen nood bekend was geweest ; en dat een jonge weduwe , die by den aanvang van een volle maan allereerst het vrouwlyk treurgewaad droeg, een betwist wordende ervenis , d or middel van een zegepraalend proces, bekwam; weshalven ik uk deeze vastgaande bevindingen, ichoon ze geen de minfte gemeenfehap met de Aftrologilche kuns. bewerkingen hebben , alle misleide Patriotten, door verlchalking in bet onderfpk geraakt, op die gronden, vrymoedig. zoude durven aanraaden, zig allen,^ den aanvang van de eerstfchynei.de volle maan in treurgewaaden te kleeden, ten einde , in fpyt van hunne benyderen , hunne vervallene zaaken fpoedig herfteld te zitn: draag zorg , Meester Franohcus , voor zo veel uw perfoon betreft , getrouwlyk mynen raad optevolgen , als de gelegenheid daar zal zyn , want ik heb reden te twyjelen', dat gy meer of min met dat fap overgooien zult weezen; ondertusfehen behoort men te begrypen , dut 'er zig een aanmcrkelyk onderfcheid opdoet, tusfchen de voorin 3 ve*-  C 26 ) verhaalde menschVyke treurgewaaden, en die men fomwyleït onder de Planeetenfchaar aan den hemeltrans befpeurt, ais zynde de laatste van een gansch verfchillende natuur,' en die, bygevolg, ten opzichte van haare voorbetekenis vry meer de oplettendheid van een' Altrblogist verdienen. in dat begrip moest ik noodzaakelyk zyn , toen myne Vrienden de Planeeten goed vonden, de vliezen der onwetendheid van myne oogen te ligten , en vervolgends de noodzaakelyke oplosfing gaven, die ik benoodigd had, om met een voldagen zekerheid te kunnen voorzeggen, wat eigenlyk de voorbeduidzelen waren van de treurgewaaden, die ik onlangs in de Hemelzaalen waargenomen had ; luister Meester Franciscus: de treurgewaaden die ik in de twaalf Hemeltekenen van den Zodiak opgemerkt heb, geeven,naar de Sterrekundige Uitleggingen , twaalf voorhanden zynde ongelukken te kennen, welken in het jaar 1786 gebeuren zullen, waarvan onder anderen de geest van plunderzucht, en een aangedookte verbittering, onder de pylaaren vaa s Lands houge Regeering, geen van de minde flaan te weezen; en de toeleg tot de invoering van een Volksonaf hangeJykheid , flrekkende om den band van Unie deezer zeven Landfchappen te fcheuren, zal dit zwart bemorste re ister van onnebbelykheden, merkelyk vergrooten: de grondzuilen tot den troon der dwinglandye , zal dat jaar op los zand geüiclit, en in het volgende jaar 1707, volbouwd worden, m zo verre dat de nationaale krygsmagt, geduurende dien tyd, flechts onnutte meubelen zullen weezen, maar het gebouw der Vryheidszoonen zal, met een groot gedruis, plotslyk mdorten, zo dra, by het uitharden van den Oral ge-oorlog, de groote zegepraal, zo fael als een blix^mdraal, alles op den ouden voet zal herdeden. Arcbimedes , de beste Werktuiglyke Kundenaar, van alle <3e vroegere eeuwen, en die in de beftorming van Syrac^/a, door een vyandlyk Soldaat gedood werd, eenmaal gevraagd zynde, of hy de verfchanfingen der belegeraaren door zyne Kunstwerktuigen kon vernielen ? antwoordde, dat hy overal Kans toe zag, zo lang hy lucht en aarde had; ik weet niet, Mee*  ( 87 > Bleester Franciscus, of de Aftrologisten, welke de kracht deezer beide elementen volmaaktlyk behooren te kennen, zulk eene grootfpraakige taal, in het oefenen van de Planeetkunst, met opzicht ta nog verborgene flaatsgeheimen , zouden durven voeren; zie hier evenwe-1 een wonderman onder onze tydgenooten, die zig zo een zwaarwigtige ondtrneeroing ni. t onttrekken wil, uitwyzens den hier geplaatIten brief, dien hy aan my over dat ontwerp fchreef, en welke doorvlochten is, met een' rykdom van aamnerkenswaardige voorbeelden, die het verdand van den vermaardden Planeeibefchouwer moet doen dildaan, VOORZEGKUNDIGE GEESï! „ Wy vergisfen ons, als wy denken, dat fommige wae, reldfche dingen, welken onze bekrompene verflanden te , boven gaan, naar den mensch gefproken, onuitvoerelyk ,? voor mannen van een doorwrochten geleerdheid zouden „ weezen; zodanige verminkte flokregel,kon men in de ty- den der volksverblinding iemand voor gangbaare munt in „ de hand floppen, maar ledert dat de beneveling der on„ wetendheid, door het licht der weetenfehappen ongevoe», üg opgeklaard is, zyn die ingekropene vooróórdeele uit „ de fpelonken der duidernis verdweenen: in de verlichte y, eeuw die wy bekeven, waarin men met opengefchoven ,» gordynen alle de geheimen van de Natuur, en van de kunst befchouwen en onderzoeken ka>n, betoogen, dat 'er „ buiten de diepe en onmeetelyke verborgenheden van een „ Alweetend Opperwezen , niets onmogelyk voor den „ mensch is, wanneer hy in waereldlyke zaaken een recht „ gebrudc van zyn vernuft, kunst of wetenfehap maakt, en „ het is op die onwederfpreekelyke gronden, dat ik my on- derwinden zal, u myne gedachten , aangaande eenige nog „ ongebeurde daatsgeheimen, openteleg en, die zo wel op,, de proefendetvindelyke bewerking der Afinlogie, als op ,, de rykheid van beflisfende voorbeelden gebouwd zuilen „ Als-.  C 88 ) m A!s de ftelregel doorging, dat de waereld, volgends den „ oop der Natuur, in dien ftaat moest blyven als zy wer,, fcelyk is, gelyk fommige Naturalisten ten onrechte dry- ven , dan zouden wy nimmer eene van die dagelvkfe „ veranderingen in het onderrrmanfche zien gebeuren, waar„ door de Aardkloot eigenlyk beftaan moet, en men zoude „ op die wyze den bodem inflaan, aan zulke noodzaakelvke „ uitvindingen, als de geleerdheid of de fcherpzinnjgheid van „ het vernuft, tot welzyn van het menschdom, aani de hand geeven; een Lyder, door een byna ongeneezelyke kwaal „ aangetast zon in dit onderfteld geval geen Geneesheer „ benoodigd hebben om dat hy zig op denloop der Natuur „ veihg betrouwen kon, en de bedryven der S aats-enOor„ logs-mannen, werden hnrere vertoningen in de verbeef " tmA; °cf ^°rtate gaan > alie de ™deifcheidene takken der „ befchaafde kunden en wetenfehappen, zouden, by gevoLr„ trekking van zodanige wanbegrippen, onnutJ inftrumen„ ten voor de menschlyke maatfehappy zyn " „ Maar laat ik het blad eens cmkeeren' vol reeftie* P!a. ».neetman! de wereld, zegt men, is een rad° van avan„ muren, waarin gefladig de verandering of liever de ver„ wisfehng van gebeurtenisfen behoort plaats te hebben „ dit is zo volftrekt noodzaakelyk, als dat de hette van dè „ Zonneftraalen den wasdom aan de voortbrengzelen van „ het aardryk bezorgen moet; inderdaad, niemand kan be„ er de noodzaakelykheid daarvan befeffen, dan een Afïrc „ hgut, wiens vermaardheid zo hoog geklommen is als „ de uwe: hebben uwe Planeetonderzoekingen niet menie„ maal doen zien, dat ongewoone ftaatsomwentelingen die „ nog gebeuren moeden, hoe kwaad in de oppervlakkig „ verbeelding nogthans met gelukkige uitdagen, die men „ zonder Aftrologifehe onderfcheppingen niet voorzien kon „ zyn bekroond geworden9 zou men, by vooibeeld,buiten „ de vyandlyke mdrangen van een franfche heirmagt in „ het grondgebied van de Republiek, geduurende den i'aare " w?VTer,-g ?cht hebbe"' om de Stadhouderly- „ ke waardigheid, die federt 34 jaaren in het vergeetboek » ge-  C 89 ; geraakt was, in zyn voormaaligen luister te herdeden? „ doch om een (lap verder te doen, zult gy wel willen ge» doogen, Heer Ludeman! dat ik u vraage, of uwe door„ itraalende bedrevenheid in de Sierrekonst, u het volze„ ker bewys van nog grooter en gevaarlyker ftaatsomwentè„ lingen, die een' Orange-oorlog ten gevolge flaan te heb„ ben , en met nog gelukkiger uitkomden verzeld zullen „ gaan, uit derzelver Planeetbefchouwingen, niet middag- klaar hebben doen opmeike» 9 maar dit alles overgefla„ gen, zo moet de waereld, wel verre van zo te blyven als zy is, onophoudelyk door nieuwe tooneelverwisfèlin„ gen een zekere verandering ondergaan, welke tot de ver9) dry ving der rampfpoeden, en tot de bewerking der geluk- ken van fommige volken zamenloopen : het fpoor der re„ den, en dat van het natuurlyk verftand, kunnen ons ge„ maklyk doen begrypen , dat de eerzucht by de meefle „ menfchen uitgedoofd zoude worden, indien alle waereld- fche zaaken op den ouden voetbleeven; de Soldaat van „ fortuin-, zou misfchien mistrooftig zyn, indien een altoos„ duurende vrede hem den weg tot bevordering affneedt, en een burger van geringe afkomst, die met zyn'koop„ handel ongemeene rykdommen overwonnen had, verviel denkelyk tot wanhoop, als hy geen kans zag, door middel „ van dien , zyne zoonen tot den eereftoel der Regeering, „ en zyne Dochter tot het Mevrouwfchap te doen geraaken: ik ben volmaaktlyk overtuigd, Voorzegkundige Geest! en, ik zou, zonder een fnoever te zyn, durven ondernee„ men, op het gezach van fpreekende bewysgronden, aan„ tetoonen, dat de waereld alle zeven jaaren noodzaakelyk „ van gedaante veranderen moet, om nieuw bloed in de „ aderen der Burgerlyke Maatfchappy te doen vloeien; de „ ondervinding van zulk een foort van zevenjaarige ftaats„ veranderingen, die hier te Lande , tusfchen de jaaren 1780 „ en 179.0 invallen zal, en het lichaam van dit Gemeene„ best van veel kwaad bloed zuiveren kan , zal de waarheid „ van dien in een helder daglicht dellen: ik wil ondertus.„ fchen geen oogenblik in beraad daan, vermaarde PJaneetz M „ be-  ( 00 ) %i befchouvver, om van uwe onvcorbeeldlyke kundigheden te verwachten, dat de AftroJo/rifehe ontdekkingen, die » gy vervoigends in den Sterrenhemel, over hec wonder„ jaar znlt komen te doen , u van de mogelykheid „ zullen overreeden, dat de kunst der voorweetelykheid, „ vry verder getrokken kan worden, nademaal, uit de ge„ hennen van het Firmament,deeze vastgaande Voorzeggin„ gen te maaken zyn, dat in het laatstgenoemde jaar, den „ ondergang van een oud, en de oprichting van een nieuw „ Koningryk in hut opa, onvermeidelyk plaats zullen heh„ ben, waarvan het eerde voorteken, de Oorlogs - verklaa„ ring der Muzelmannen tegen Rusland zal zyn." enz. Wié zag ooit kluchtiger lhaak dan Hwatius, die zig voor een inboreling van het Geldersch Spartago uitgaf, en ter gelegenheid van het trekken zyner Horoscoop, my al fchercfende vroeg, of men den boom aan zyne vruchten moest leeren kennen? waarlyk Meester Franciscus, ik kon my niet bedwingen, over zulke malle vraag te glimlachen, en, in de verbeelding dat hy half zot, of drie quart dronken was, verwaardigde ik my niet om daarop te antwoorden; Horatius dit bemerkende, wierp twee Oranje-appelen, volgends zyn zeggen, aan de boomen van het Geldersch Spartago gewasièn , op myn fchryftafel, welke ik op zyn verzoek doorfnyden moest: hieraan voldaan hebbende, was ik verwonderd, geen fappen in beide de opengefneedene Oranje -ap■ pelen te zien, doch in plaats van dien, was in ieder derzei'ven een toegerold papiertje, waarvan het eene luidde, deeze boom zal nooit verg/tan- en het andere, zyn vrucht zal veel te lyaen hebben: terwyl ik toenmaal geen behoorelyke uitlegging van dat raadzel doen kon, zonder alvoorens met myne Vrienden de Planeeten daarover te raadpleegen, wist ik geen beter voorwendzel, ter verberging myner verlegenheid in dit geval uittedenken, dan regelrecht tot de HorosaK'ptrekking van Horatius ovenegaan, als zynde de veiligfte weg, langs welken die kloen van dubbelzinnige betekenis best te ontwarren viel. kDe weêrklank derPlaneetfpraaken troffen myne zintuigen, on-  C 9i ) otioer de bewerking van zyn Horoscoop, hoewel het my, na die taak afgedaan was, niet ongemaklyk viel, by wyze van Aftrologilcbe Voorzegging, te verklaaren , dat de boom t™. Nationaal fcrfvorst verbeeldde, die, korthngs geleeden,, zyne voorouderlyke hooge waardigheden, in deeze Republiek had begonnen te bekleeden , en dat de Vrucht zyn. eenigde manlyke huwelykstelg betrof, die, na verloop van -«■of %6 iaaren tyds, door de kwaadaartige vervolgingen zvner laaabezielde vyanden, veel hoons en fmaads te lyden Zoude hebben, waardoor zyn vorstlyk gezach aan het wag-, gelen zullende geraaken, die vervolgends een gedeelte zyner levensdagen aan verfcheidene onaangenaame fukkehngen zouden blooiftellen, ondertusfchen dat uit de verdere ontwikkeling van de getrokken Horoscoop, opzichdyk tot den iongen Horatius bleek, dat hy ten tyde der ongunftige wederwaardigheden , welken den afdammehng van het doorlüchtiP mts van Nafau ongelukkig , beproeven zoude, getrouwïyk de belangen van dien Vorst zoude blyven aankleeven, met dat gevolg, dat hy, in hoedanigheid van zyn raadsman, vriend en gunfteling aan den Prins der Leigen, seduurende deeze akelige omftandigheden , gewiguge Siert i*en zoude bewyzen , en als zodanig onmiddelyK na den Gromn Zezcpraal, die den dooddeel; aan den driejarigen Orame-oorlog zoude toebrengen, zo voor zyn peitoon, alsvoor zyn gedacht, met eene opdapeüng van efrainpren zoude worden vergolden : Horatius , na dit alles bedaarülyk ongehoord, en my met eene gift van een half douzyn d>* caaten befchonken te hebben , fcheidde met veel vrinuo.yk- heids van my af. . Ik bevond my in één der zomermaanden op een -buitenplaats, in de nabuurfchap van Loenen gelegen , daar ik met alleen ontboden was, om den eigenaar derzelve, een van de rykfte inwooneren van onze koophandeldryvende ltad, van een uitteerende kwaal, waaraan hy federt een paar maanden laboreerde, te herdeden, maar tegelyk aangezocht werd, om tot myn byzonder vermaak, eenige dagen verblvf op dat fraai Buitengoed te willen neemen; gy begrypt tl Ma ligt  c 9» y Ifgtlyk, Franciscus, dat ik, als een beminnaar Van bet landleven zynde, my daartoe gemaklyk liet overhaalen m een' tyd, dat 'er zulk een algemeene gezondheid onder de menlchen plaats had , waardoor de huizen der Geneesheeren, van hunne patiënten niet overloopen werden • het aangenaam gezelfchap, de verrukkelyke wandelplaatfen, en de eenzaarae befchouwingen, over de wonderwerken der Natuur,die door de kunst merkelyk verluisterd werden bekoorde my dermaaten, dat ik gaarne den gantfehen z'omer op die buirenplaais zoude verbleven hebben, indien myn beroep het toegelaaten had: den dag dat ik vroeg was opgedaan, om in de koelte van den morgenflond, een wandeling in de tuinen te doen, en my met net verkwikkelyk se. teid der vrolykzingende Vogelen te vermaaken, ontmoette ik, te midden van een lindeboomenlaan, een jong Heer van een deftige afkomst, die, insgelyks aldaar gelogeerd' zynoe , my heel zwaarmoedig van geest voorkwam; wy wandelden een half uur zamen, geduurende het welk onze redewisfeling , flechts over de bekoorelykheid van het buitenleven viel, doch na dat ik hem verfcheidene maaJen onder de wandeling had hooren zuchten, begreep ik dat 'er een oorzaak van droefgeedigheid by hem plaats moest htbben, en, in gevolge van die verbeelding, gaf ik hem vrymoedig te kennen, dat hy wèl zou doen, zyn drukkende hartskwelhng m den ichoot der vriendfchap te ontlasten: na een poos gezweegen te hebben, voerde hy, met een treurig gelaat, my te gemoet, dat zyn verdriet van dien aart was, van geen vrienden te kunnen betrouwen, behalven dat de vriendfchap een krachtloos hulpmiddel voor zyn kwaal zoude weezen, en zonder verder verklaaring van zaaken bleef het ditmaal hierby berusten. Het gebeurde vervolgends, Meester Franciscus, dat wv beiden, onder den middagmaaltyd, nog aan de tafel van, onzen gulhart.gen Gastheer zaten, waarby de tegenwoordigheid van de Vrouw van den huize, en haare drie Dochters met weinig toebragten, om de dischgefprekken levendig te maaken, dat een rytuig vlak voor de Buitenplaats fti hield j, de.  ( 93 ) de drie jonge Juffrouwen, nevens Mevrouw haar Moeder, Iprongen vaardig van hunne doelen, om deeze nieuw aankomende gasten te verwelkomen, terwyl Belhtus, zo als ik hier den droefgeefligen Jongeling noemen zal, op de ontydige aankomst van dit nieuw gezelfchap, van ontfleltenis verbleekte: noch den Gastheer, noch ik, hadden tyd om veel acht daarop te flaan, uit oorzaake van de onmiddelyke verfchyning van een aanzienlyk man, die met zyne Gemaalinne en Dochter, binnentraden, doch zo dra zy Be'lonus Sri het gezicht kreegen , met verbaasdheid achterwaards terug keerden, zo dar, onaangezien alle aangewende pogingen, van de zyde van onzen Gastheer, en die van zyne familie, zy riet wederhouden konden worden , om het vertrek te verlaaten , en daadlyk met hun nog ingefpannen rytuig, van daar naar elders te vertrekken: deeze ontmoeting, die ge« noegzaam in een punt des tyds voorviel, kwam ons allen zo onbegrypelyk voor, dat wy fchier niet wisten, wat wy" daarvan denken moeden, wanneer Belhr.us, een weinig van zyne ontroering herkomen zynde , dat geheim opklaarde, door ons in vertrouwen te verhaalen, dat hy met de jonge Dame, die wy zo even gezien hadden, onder volkomen toeflemming van haare Ouders, wettig verloofd geweest zynde, haar Vader, wiens voorouderlyk gedacht altyd betoond had, de Antiftadhouderlyke Party toegedaan te weezen,derhalven, het zy uit dyf hoofdigheid, het zy uit een ingezoogen vporcordeel van opvoeding, voldrekt begeerd had , datr hy 'zig vóór de huwelyks-voltrekking met zyn Dochter , plechtig by eede moest verbinden, geduurende zyn leven, een Antagonist van dat Vorstlyk Buis te zullen blyven, gelyk ook in alle opzichten, de belangen van dien Erfvorst fteeds te dwarsboomen; dat hy liever, a's zyn eer en ge~< weeten door zulk een haatelyk gedrag te wil'en kwetzen n verkoozen had , van die trouw verbintenis aftezien , hoezeer de lcheiding van 't beminnelyke voorwerp, voor 't welk by een tedere liefde bleef draageriyhem ledert een doodfteek in 'thart had toegebragt:wy bdlooten op deeze oprechtever-klaaring van zaaken, terüond de Horoscoop van Bel'cnus teudiken, -het geen vervolgends, in het byzyn van het aanM 3 wee*-  C 94 ) weezende huisgezelfchap gefehied zynde, de hier: vol^nd* Merkwaardige voortgingen, ten aanzien van zyn perfoon kwam oprcleveren. J ^ 1UU" . Agtervolgends myne Aftrologifehe bevindingen bleet het dan, in de eerfte plaats , dat de levensloop van JJel hnm geduurende zeven achtereen volgende jaaren zeer rampfpoedig zoude zyn, zodanig dat hy , door allerleie ongemKken belprongen , zyne onderneemingen , van hoedanigen natuur ook, met ongunftige gevolgen zoude zien uitvallen ; zo dat myne Luchtpatroonen, die ten tvde van zyne Horoscooptrekking in de Conftellatie van den Ram vergaderd waren , raakende zyne toekomende lotgevallen dit bedisfend vonnis velden, dat hy ■Jttmefi*-, de Doch' ter van den Antiftadhouderlykgeziiiden man , niet eerder ter echtgenoote zoude krygen , voor dat zy weduwe eZ worden was ondanks zy elkander daarom heimclvk zou den blyven beminnen ; dat intusfehen Bcïlonus na een tweejaange uidandigheid , insgelvks een huwelyk zoude aangaan met een ander beminnenswaardig voorwem di« zyne liefde waardig zynde , hem door een vroegcydigen dood zoude worden ontrukt; dat hy, vervolgends nauJ weduwenaar met /Irtemefta getrouwd te wee/cn de fcwa*! (ie humenrsvlaagen van deeze zyne tweede Gcma'linne" hem bedroefde dagen zouden doen flyten, vermits zv hem'toe (je oprolgmg der Itaatkundige grondbcginzclen ■. van haaren ftyfhoofdigen Vader, zoude poogen te dwingen* manr dat du treurig tydperkfchap van zyn levensloop , 'naderhand ryklyk vergoed zoude worden , door de beicher ming van eenen Vorst , van wiens noodlottige wedervaringen hy, in de dagen der verdrukkinge, een ftandvastig deelgenoot zoude blyven, en, ter zaake van dien nevens meer andere getrouw geblevene Aanhangeren va'n het Stadhouderlyke Huis, met vorstlyke weldaaden werden ongehoopt. Tot dus verre ging myne Aftrologifehe waarneeming, over de Horoscoop van Beilonus, wanneer ik mv genoodzaakt zag, op algemeene aanzoek van de omftanders nog die van de drie Dochters van myn vrindlyken Gastheer te  C 95 ) te moeten trekken; maar, wat ftond ik vertteld, Meester Franciscus, by die gelegenheid uit de Nativiteitsftarvan de middende deezer jonge "juffrouwen te ontdekken, niet alleen dat zy tieUonuS een heimelyke liefde toedroeg , maar dat zy zyn eerfte vrouw zoude worden, en een zoon uit dit huwelyk verwekken, die in het jaar '1786 een krygsbediening hier te Lande zullende bekleeden, door opgeraapte be tichtingen, of partyzucht der bovendryvende cabaale, vervolgd, doch in het jaar 1787 herfteld, en tot een hooger eerepost. bevorderd moest worden, wel te verdaan, nadat hy, om de voorenftaande vei volgingen, en bittere haat der Patriotten te ontgaan , alvoorens uit zyn Vaderland zou moeten vluchten: ik gaf hiervan in flilte kennis aan Mevrouw haar Moeder, die my beloofde, het geheim voor zig zelve te zullen bewaaren, zo lang die voorzegging onbeflist bleef, het geen ruim drie jaaren aanliep, na verloop van welke de trouwverbintenis tusfchen Beilonus en haar Dochter, zyn vollen bellag verkreeg. Goeden morgen Confrater Ludeman, zeide een fpotvogel van eexiGochelaar, zo dra hy voeten in myn kamer zettede : wel Confrater, wat is "er van uw dienst? vroeg ik hem op den zelfden fpotachtigen toon: hy bood my daarop een gouden Ryder aan, indien ik, door myn kunst, wist te voorzeggen, de avantuuren die hem nog ontmoeten moeden: gewonnen door het lokaas van zyne aanbieding, begaf ik my , zonder vertoeven aau het werk , dat is te zeggen, dat ik de Horoscoop van Mynfaer den Gocbelaar trok , aan _ wien ik .vervolgends een kort verflag deed van de Aftrologifehe verklaaring, die myne Vrienden de Planeeten, ten aanzien van zyn perfoon kwamen te doen, en dat hoofdzaaklyk hierop uitkwam, dat hy al driemaal, in onderfcheidene landen, in hechtenis had gezeten; dat hy onder het masker van hetGochelaarfchap, nog dagelyks de Zakkeroldery pleegde, en dat hy, ten laatften, door de uitnemendheid zyner kunstbe'dryven , gevaar zoude loopen, van een dood in de lucht te hebben De Gochelaar, zónder eenige misnoegdheid over 4en flechten nitdag van zyn Horoscoop te doen blyken, flopte  < 9* ) H my den beloofden Ryder in de hand,en vertrok op flaande voet, doch heen gegaan zynde, bevond ik dat myn Ryder weggevlogen, of liever door zyn gaauwheid my ontfuc zeld was. In dat denkbeeld, Meester Franciscus, verwenschte ik wel honderdmaal, het bezoek van deezen lisagen fchalk, die zig tegen het vallen van den avond andermaal liet aandienen , zeggende, dat hy my nood.-aakelyk fpreeken moest; Jk weigerde voldrektlyk den guit ter (praal: te flaan, maar op de aanraading van Britta, die wat geldgierig van aart was, en bovendien begreep, dat ik op die wyze myn verboren Ryder wederkrygen kon, gebood ik aan Jan, hem binnen te laaten komen: die doonrapte knaap, was toen in een gegalonneerd gewaad gekleed, vragende , na het maKen van eenige kluchtige complimenten, of ik zyn Ryder wel bewaard had? deeze verregaande befpotting van een bedriegelyken gelukzoeker, verdroot my zo fterk , dat ik hem bedreigde, hem met geweld myn huis te doen uitzetten; doch in plaats dat die bedreiging hem zou verblood hebben, gelyk ik verwacht had, zo floeg hy met zyn rotting, drie glaazen van myn porcelynkas in Hukken; ik riep myn knecht Jan tot hulp, maar de Gochelaar zou ons beiden met zyn omblooten degen lustig afgerost hebben, in gevalle wy niet fchielyk palm in het vuur gelegd hadden: vervolgends, na dat alles tot bedaaren geraakt was, wierp hy twee gouden Ryders op de tafel, die hy my beval, dat ik, uit voorzorg, in een lesfenaar oplluiten moest, verklaarende, dat de oorzaak van zyn tweede bezoek eigentlyk hierin bedond, om my te vraagen, of ik kans zag, de daatsgebeurtenisfen die geduurende de jaaren 1785, 1786 en 1787, hier te Lande moeden voorvallen, planeetkundig te kunnen voorzeggen? zo ja, dat hy my nog twee andere gouden Ryders "wilde fchenken; en zo neen, dat hy aannam zodanig een Aftrologifche voorzegging in myne plaats te doen: ik meende van boosheid, over de uitdaaging tfan den Gochelaar, uit myn vel te fpringen, en ik had veel moeite, Meester Franciscus, om myne ontevreedenheid des wegen voor hem te verbergen; ondertusfchen belloot ik hem daarmede te laaten ba- gaan,  C 97 ) gaan , ten einde een proef van zyne kundigheid in dit geval te neemen: de avanturier zig vervolgends op een' doel vlak voor myn fchryftafel geplaatst hebbende, haalde drie kleine zilverene bekertjes uit een verborgen zak van zyn rok, leggende onder ieder van dezelven een elpenbeenen balletje, ter grootte van een nootenmuscaat: onderwyle dat ik met veel ongeduld, onder het rooken van een pyp tabak, bleef afwachten wat wonderen hy met dat gochelaarstuig zoude uitvoeren, verliep nog wel een quartieruurs, eer ik myne nieuwsgierigheid dienaangaande voldaan zag, en ik fchepte een ongemeen vermaak in de onverdaanbaare redevoering, welke hy, met een bedudeerd overleg, zo over de aantrekkingskracht der vier elementen, als over de harmonie der zeven Planeeten, bedond te doen: na dit webbe van zyne kluchtige geleerdheid afgefponnen te hebben , opende de handige Gochelaar het fchouwtooneel van zyne kunstbedryven , zo dat hy de balletjes met eene onbegrypelyke gezwindheid van den eenen beker in den anderen wierp, tot dat ze altemaal verdweeneu waren , waarna hy my verzocht die bekertjes zelf te willen omkeeren: ik kan niet ontkennen , Meester Franciscus, dat ik, by het opligten van die bekertjes, ten uiterden verbaasd dond, onder ieder derzelven,in plaats van de elpenbeenen balletjes, een rondgefneeden kaartenblaa; je, ter grootte van een zesthalf te vinden, waarop eenige letters in Caracters gefchreven waren , die ik onmogelyk ontcyfferen kon: ik vroeg daarop aan den Gochelaar, wat deeze Caracters betekenden? Ik zal'er u de uitlegging van gaan geeven, zeide hy: weet, dat het kaarteblaadje dat gy onder den middenlten beker gevonden hebt, het jaar 17SJ5 begrypt , waarin de Planeet Saturnu!, een grooten rol fpeelen, en wiens invloed op dit Land, waarin wy ons bevinden, ten gevolge hebben zal, dat een zeker Prins ,verdooken van één der ervelyke voorrechten, die hem wettig toekwam, om die reden, vrywillig befluiten zal,zyn refnientieplaats te verlaaten, en elders in de retraite te gaan leeven, zo lang de zaaken ten zynen opzichte niet van gedaante veranderen; het tweede kaarteblaadje, dat onder den N be-  C & 3 beker aan de linkerhand ligt, beduit het jaar 1786, waarinde Planeet Mercw iut de overhand zal hebben, op eene wyze , dat door zyne invloeden op de daats-gebeurtenisfen van de Benedewaereld, alle die kunstgroepen zullen geboren worden, waardoor de volksftera in het gewest der Batavieren, boven het vorstlyk gezach, en de magt der Hooge Landsvaderen prasdomineeren zal : aldus verbeeldt het eerde kaartebaadje onder den beker ter regterhand, het jaar 1787 , waarin de Planeet Mars, op zyn beurt, door de verlooning van fchrikverwekkende wapenen, een roenruchtigen zegepraal, op het vloekgefpan der muitelingen, behaalen moet: ik bedankte den diepkundigen Gochelaar feestlyk, voor zyne onderrichting, onder aanbieding van hem de twee gouden Kyders wederom ter hand te willen dellen, doch hy weigerde die aanteneemen, zeggende , al boertende , dat zyn goudbeurs thans genoeg voorzien was , om zulk een bagatel van geld te kunnen misfen Geloof Meester Franciscus, dat het my aan geen dof ontbreekt, om de bydraagen van den verrezienden Gochelaar, voor zo veel het jaar 1786 betreft , door voorzegkundigeaanmerkingen te kunnen opluisteren; maar, behalven meer andere hinderpaalen, die fomtyds-myne Adrologifche bezigheden dremmen, en byzonder de zeven wonderen, welken^ in dat jaar gebeuren moeten, dikwyls uit het oog doen verliezen, ben ik ditmaal daarin belet geworden,door de komst, van een getrouwde Dame, wier oplopendheid en dooréenhaspeling van woorden, my veel werks verfchaft heeft gehad : „ Mynheer Ludeman," zeide zy aanvanglyk, na zig driftig in een' armdoel geworpen te hebben, „wees zo goed „ van fchielyk myn Horoscoop re trekken, want ik ben dol i, en raazende, over de verdrietelyke ontmoetingen die ik „ dagelyks ondergaan moet; want eergisteren morgen heb „ ik myn keukenmeid weggejaagd, om dat ze een kat, die „ wat fnoepachtig viel, geflagen had; gisteren avond heb „ ik myn' man wakker over den hekel gehaald, vermits hy „ met een halve knip t'huis kwam, en morgen meen ik myn 3, werkmeid haar paspoort te geeven, terwyl ik bemerkt „heb -  r 99 3 „ heb dat zy ter fluik minnebrieven aan myn Dochterbrengt,, van een Heer, die de galant over haar wil fpeelen. en met ], wien ik niet hebben wil dat zy trouwen zal: gy kunt be9, grypen , Mynheer Ludeman," vervolgde deeze praat, ■zieke Dame, „dat ik een liefhebder van porcelein ben, „ want ik kocht laatst,op het vrydags boelhnis in den Haags „ een half douzyn japanfche kommen, tegen vier ducaaten ,., het duk , en de lyfknecht van myn' man, had de asfuran„ tie, om uit onvoorzichtigheid, 'er één van te breeken, zo dac hierdoor her gantfche del gefchonden was; hetgeen „ my noodzaakte, ter wraakneeminge van myn verlooren vier„ en- twintig Ducaaten, myn tedergeliefden Gemaal zolang „ te plaagen, tot dat hy dien fchurk wegjoeg: indien het „ hier nog by gebleven ware, Mynheer Ludeman," fprak zy verder, zonder adem te fcheppen , „ zou ik misfchien nimmer gedacht hebben, om een daalder voor het trekken .,, van myn Horoscoop te gaan waagen,maar van daag is myn „' man een affront gefchied, dat ik niet gemaklyk verkrop.,' pen kan:" waarin bedaat dat affront Mevrouw? viel ik • haar in de rede, ten einde onze zamenfpraak zo veel mogelvk te verkorten. „ Laat ondertusfchen een kan koffy zec„ ten; en ik zal u de hidorie wydlopig vertellen," beantwoordde zy : ik was uit wellevendheid verpligt, Meester Franciscus, om zulks te doen, hoe zeer ik haar deed begrypen , dat ik geen droog brood met het trekken van foortgelyke Horoscoopen zeude winnen, terwyl zy wel drie daalders verpraat had: zonder zig het allerminde aan die fehimpfchcot te bekreunen, volhardde zy my te verhaalen , dat haar Gemaal, federt het jaar 1747, dat de Ërfdadhouderlyke waardigheid hier te Lande was ingevoerd, een vertrouwd vriend van één der eerde gunllelingen van het Hof geweest zynde, deeze veelvermogende Hoveling, hem vervolgends beloofd had, zyn voorfpraak by den Erfvorst te zullen doen gelden, om, by voorkomende gelegenheid, hem deeze of geene openvallende daatsbediening te bezorgen; doch dat in plaats van zulks te doen, haar Man ondervonden had, dat een groene Moff, wiens afkomst en bekwaamheden de proef N a van  van onderzoek niet konden doordaan, door bewerking van dien Vorstlyken Gunstling, een aanzienlyk amt was te beurt gevallen; en het is daarom , Mynheer Ludeman, befloot zy, dat ik wel een daalder bedeeden wil , om de Horoscoop'n van my en myn' man te doen trekken, om met zekerheid de oorzaak te weeten, waarom het zo flecht aan het Hof toegaat. Ik bedankte die Dame hartlykvoor de eer, en "t profyt van de gunst, die zy my toegefchikt had ; zeggende, dat om naar kants niet te gelyken, ik nimmer honger vliegen wilde dan myne Adroiogifche Vleugelen konden bereiken; en dat mitsdien de voorzeggingen over daatszaaken, niet verder tot myn departement behoorden, dan voor zo veel het toevallig by het trekken van een Horoscoop te pas kwam; maar dat ik, voor het overige, niet ongeneegen was, om haare eigene lotgevallen uit de Planeetloopen te onderzoeken, a's zy een paar ducaaten voor myn verzuimden tyd bedeeden wilde; de praatzieke Mevrouw werd op deezen eisch zo boos als een tweede Xantippe, en haare oploopendheid deswege, ging zo ver, dat zy niet alleen, met een duursch gelaat, een fchelling voor de koffy op myn tafel wierp; maar, bovendien, my voor een woekeiachtige Toveraar uitfchold: zodanige haatlyke fcheldnaam ontdak regtmaatig myn misnoegen, zo dat ik haar noodzaakte, my een daalder voor myn verzuimden tyd te moeten betaalen, eer zy vertrok, zonder dat 'er verder van haar Horoscoop gefproken werd: ondertusfchen gebeurde 't eenige dagen daarna, Meefter Franciscus, dat men my de komst kwam aandienen van een zeker Deerfchap, die, als niet bekend willende zyn, in ichemeravond aan myn huis gekomen was, en in het vdórfalet op my te wachten dond: ik herkende hem aandonds voor Mynheer van Groenengeel, met wien ik my meermaals in gezelfchap bevonden had , weshalven ik , verwonderd zynde op zulk een ongelegen tyd met zyn bezoek vereerd te worden, vervolgends hem zeer gemeenzaam naar de oorzaak daarvan vroeg; die zwaarlyvige man, wiens vrolyk diarakter algemeen bekend was by zyne dadgenooten, begon  C 101 ) gon zo Merk te lachen, dat ik 'er eenig achterdenken uit opvatten moest, fchoon ik met dat alles onkundig bleef, wat 'er onder dien handel verfchoolen lag: Ik moet my half te. bar/hu lachen, Meester ludeman, ö/j ik u maar aanzie ,riep hy, onder een uitfehatering van gelach, want na ik hoor, hebt gy en myn wyf je, onder daags te zarjien een potzierelyke klucht gefpeeld! ik begreep toen waar hy heen wilde dat is te zeggen, dat het Mevrouw van Groenengeel was geweest , met welke my laatst de voorverhaalde grappige ontmoeting bejegend was, waarom ik hem gulhartig te kennen gaf, dat het my aangenaam zoude weezen, voortaan van loortgelyke vroiiwlyke bezoeken ontlast te mogen blyven: lk wil bet wel gtloven , hernam Mynheer van groenbngeel, want zulk flag van vrouwen, als de myne, die van zes/en klaar zyn, en overal den baas zoeken te fpeelen , zyn fomtyds ruim zo lastig als plaifiertg —- Gy hebt_ geen onaelyk, Mynheer beantwoordde ik, maar de vraag is, of dt al te onbepaalde infehikkelykbeid der gehuwde mannen , niet veeltyds de fchuld van zulk eene ondraagelyk baasfebap #f . -' ]k wil niet disputeeren Ludeman; zie daar twee ducaaten voor ds beide Horoscopen , van my en myn buisplaag, die ik verzoek op ftaande voet te willen trekken, befloot5Mynheer iran\ groenengeel: na zyn verlangen voldaan te hebben , verzocht ik hem, de twee ducaaten die nog op de tafel lagen, terug te neemen, betuigende myne Aftrologifehe bevindingen ten zynen opzichte, om geheime redenen, tegenwoordig niet te kunnen openbaaren , maar dat ik hem verklaring van zaaken zoude geeven, zo dra ik myne Vrienden de Planeeten daarover nader geraadpleegd had: Mynheer van Groenengeel weigerde het eerfte, en nam genoegen met het laatfte: ondertusfehen, Meester Franciscus, dat ik uitftellen zal, om hier van de voorzegkundige ontwikkeling, raakende dit zonderling geval te gewaagen, zal ik een ander vermaaklyke historie gaan opdisfehen, die in zyne foort daarvan niet zeer verfchillende is. Een koksjongen kwam my, op een laaten avond, dat de klok reeds tien geflagen was, een groote amandeltaart brenN 3 gen >  gW, rnnder jtjaft ik wist van wien dit prefént kwam: myn zorgvuldige Britta, naar de gewoonte der meede vrouwen overal zwaarigheid in dellende, weigerde vol drek t van die taart te proeven, toen zy zag dat in het middenpunt derzel•ve, het jaartal van 1786, met vergulde letters pronkte; dan, een slflrotyist, aan wiens doorzicht niets ontflppen kan; en die bygevclg de Aftrologifehe taarten van de natuwfe lyke weet te onderfcheiden, bekreunt zig zelden aan zulke, vrouwlyke zwakheden : in gevolge van deeze overweging was her, Me-fter Franciscus, dat ik onbefchroomd de amandeltaart openfneed , met voorneemen om my aan deeze lekkerny wel degelyk te zullen \sergasten; maar , oordeel van myne verbaasdheid , wanneer ik , midden in die taart, een klein blik bosje ontdekte, waarin een briefje, gefchrceven op fyn postpapier, beilooten Jag, en welks inhoud Hechts de volgende weinige regels behelsde .: ZOON VAN PLUTOl „ Green en Geel zyn twee onderfcheidene kleuren, die » een fymphatifeerende kracht hebben; want groen, kan van „ ouderdom geel, en deeze laafte kleur tot groen gemaakt worden; indien beide die kleuren zig door aantrekkings„ kracht in het jaar 1786 mogten vereenigen, zou het dan „ niet mogelyk zyn, Ptaneetkundig man, om dezelven in „ het jaar 1787, de Orange-kleur te doen aanneemen, of 9, ten minden als zodanig voor de oppervlakkige befchou„ wing te doen fchynen? maar waartoe zoude dit noodig „ zyn, terwyl de zeven Planeeten, welken volmaaktlyk de „ Prisma der zeven Hemelkleuren vertoonen, het groen en ,, geel, door haare bewerking, de uitdraaling van haare natuurjj lyke glans zal doen uitdooven." Groote ontwerpen werden onlangs in de raadzaalen van myne Vrienden de Planeeten gefmeed, en gy begrypt wel, Meester Franciscus, fax. het fpel onvolmaakt zou geblee-.-en zyn, indien ik daaromtrent werkeloos gebleeven ware; inzonderheid wanneer ik in mynObjervatorium gekomen zynde, door Aftro-  C 103 ) Aiïrologifche waarneemingen , voor zo veel de kortheid' van tyd toeliet , aanvanglyk bevond, dat het toenmaalige Sterrengeheim , eigenlyk het jaar 1786 tot zyu doeleinde had, doch naauwlyks had ik begonnen myne werkttiiglyke geestvermogens tot een behoorelyk onderzoek van zaaken zamen te fpannen, of ik hoorde Brttta van onder de zoldertrap roepen: 1, unrrviAN kom eens af, daar is iemand die u fpreeken moet! dat de Henker dit ontydig bezoek wegfla , mompelde ik by my zeiven, terwyl ik al grommende naar beneden ging: daar komende, vond ik in myn voorkamer een ftaatig man daan , die , in het zwart fluweel gekleed, my met een ftemmige tronie vroeg, federt hoe lang ik het beroep van Jfrologist bekleed had? Hoe z-eer zyne deftige houding en de gratie van aanzïenlykbeid welke zyne prachtige uitdosfching, voor het uiterlyke vertoonde, my wederhield, om zyne kwalyk geplaatAe vraag onbefcheiden te keer te gaan , beantwoordde ik hem echter koeltjes,dat ik niet wist verpligt te zyn,daarvan aan iemand rekenfchap te moeten geeven , en dat,, zo 'er eenige twyfeling , ten opzichte vam myne Aftroloo-ifche kundigheid by hem mogte plaats grypen , hy vry beter gedaan zoude hebben , van my omefljord in myne bezigheden te laaten , dan my met zulk eene ongerymde vraag , dat Hechts een tydvermoordmg was , te komen kwellen: weest zo boos niet , Geleerde fVlan , voerde hy my bedaardlyk te gemoet; myn oogmerk is niet, om door myn komst eenige hinderpaalen aan uwe kunstbedryven; toe te brengen, maar om u in het vrit dlyke aftevraagen, of gy in het jaar 1736 , toen "er zulke ongemeene voorzeggingen , raakende de geheime bedoelingen van zekeregeloofsgenooten hier te Lande, gedaan werden , al een aanvang met uwe Planeetbefchouwing gemaakt hebt gehad ? wat doet dat tot de z*ak Mynheer ? vroeg ik Met veel nieuwsgierigheids, want het is immers onverfchillig of: ik vroeg dan laat begonnen heb een Ajlrct-giit te zyn, voor zo ver ik bekwaam ben, om, met een onfeilbaar ge-, volg, een Hjroscooö te kunn.n trekken? neen, da.:rin alken:  C 104 ) leen beftaat de kunst niet, hervattede de fluweele Mentor maar lk wil daar by te kennen geeven, dar het Planeeten.' geitel van het jaar 1736 eene vyftïg jaarige voorlooper van zodanige aanmerkenswaardige gebeurtenisfen is geweest welken noodzaakelyk in het jaar ,786 liaan voortevalle de ontdekking van deezen verlichten Man, die ik verwaarloosd had op zyn tyd na te fpeuren, beviel my zo wel, dat ik met yeel nadruks zyne vrindfchap verzocht, en gy zond van dat oogenblik gezwooren hebben, Mee/ter Franciscus dat wy elkoer federt langen tyd gekonnen hadden: wv be'. gaven ons zamen naar myn ObfervatOium, alwaar ik, door zyn behulp, zulke voortreffelyke waarneemingen, aangaande het jaar 1786 kwam te doen, die my naderhand van onbedenkelyk veel nut zyn geweest: ik moet nog meer zeg. gen, en het geen gy misleiden niet geloven zult, naamlyk dat deeze beminnaar der weetenfehappen , de zender van de óe-t^lT' Wan' -ge'yk hy my in vertrouwen verhaalde ik wilde hem uufluiting van het daarin beflooten zvnde briefje vraagen, doch de menschlyke plaagduivelen, iteeds gewoon een dok in het wiel te fteeken , flooten my den mond, door de onverwachte komst van den vrolvken Mvn beer van Grrenengeel, die , al zingende , myn voorka- wSdróhet Wanddde' °nderWyl dat ik mvn Seieefden n^^'r,"16"^!'. die geen denkbeeld van de Artrologifche wetenfehap hebben, verbeelden zig dat het een beroep van imfpanning is; ondertusfehen is het daar zo verre van daan" Meefter Franciscus, dat ik,zonder fchroom, beweeren durf dat mets tegen het werk van een Aftrologist in bezwaarelvkheid opweegen kan, want, behalven dat hy op de voorbeduidzelen zyner Planeetbefchouwingen grondig dient afgericht te zyn zo behoort hy de charakterkundeTde temperamenten, en de nativiteitsneigingen van het menschdom volmaaktlyk te verltaan: de ongemaklykheid die ik in de Ho roscooptrekking van Mynheer van Groeneneed ontmoette levert daarvan een handtastelyk bewys uit, onaangezien uit dit voorbeeld geene algemeene gevolgtrekking te haaien is; zyn  syn fpotnchtigen geest den vollen teugel vierende, nam hy het woord, zo dra ik in de voorkamer trad, zeggende onder anderen , dat hy benieuwd was te weeten , of myne zwierbollen van Planeeten zyn levenslot betlist hadden: die met ja beantwoord hebbende, verklaarde ik hem,dat,fchoon zyn manier van denken niet ftrookte met de gevoelens van een vrind, wiens goede trouw hy verdacht hield, hy nogthans, door middel van deszelfs voorfpraak en invloed ten Hove, een deftige bediening, waarna hy zolang gehaakt had, zoude verkrygen, en in laater tyd, by zynen vrywilligen afdand, daarin gevolgd worden, door een aangetrouwden zoon,die werklyk een pretendent van zyn dochter was; doch dat deeze zyn Ichoonzoon, geduurende het jaar 1786, een Opperbaas van de Genootfchappen der Patriotten zullende worden, zig in die dagen der algemeene verwarringen, als een voornaaine roervink, zo derk voor de Cabaal der Volksftem in de bresfe zoude dellen, dat hy, kort na de voleindiging van den Orange- oorlog , niet alleen van dat ampt ontzet , maar vervolgends, ter outwyking. van eene waarfchynelyke gevangenfchap, verpligt zoude worden, om zyn Vaderland door een fchielyke vlucht te verlaaten ■ Wel, myn goede Papa Ludeman! dat is niet mogelyk! viel Mynheer van Groenengeel my in de rede; alle menfchen van een gezond verdand, behooren verknocht te blyven aan de belangen van den Meester, welke hun het brood fchenkt, of ten minden zo lang de huik naar den wind hangen 3 tot dat hun ongelyk gefchiedt, of liever dat, volgends den machiavelfchen delregel, zig een verbetering van daat opdoet, waardig om van gedrag en denkwyze te verwisfelen; behalven dat de Hofparty in alle Landen van de Christenheid , achtervolgends eene vaste daatkunde, gewoon is het getal hunner aanhangeren, door ophoping van aanzienlyke ampten , rykmaakende bedieningen, en invloedvindende waardigheden te vergrooten : men kan het eerde als een waarheid toedemmen, zeide ik, indien de ondankbaarheid nit de waereld gebannen was, maar de laatfte tegenwerping O be-  C 106 D bewyst niets, als zynde tot nog toe niet gebleeken, dat een ampt of bediening , by gunst verkreegen , het vermogen heeft, om iemand een eerlyk man te doen blyven: Mynheer van Groenengeel, hierop zyn affcheid neemende; vertrok , tamelyk voldaan over dit befcheid, onder belofte van my nader te zullen komen bezoeken. Sedert het mondgelprek , dat ik met den diepdenkenden Taartzender gehouden had, was ik meer werkzaam geweest in het onderzoeken der kunstgeheimen, welken het jaar 1786 betreffen; voorzeker zult gy vermaak ïchtpptn, Meest er tranm««,a!s ik u de Adrologiiche zeldzaamheden, zo lang in myn wonderkabinet opgeflooten gebleeven, önder eene bevallige gedaante vertoonen zal, en waarlyk geen wonder, terwyl myne Planeetbefchouwingen over de kluchtige dingen, welken men dat jaar zal zien gebeuren, my door eene onuitfpretkelyke vervoering hebben weggerukt: myne Vrienden de Planeeten, die z kwam, bekranst was, met een kroon van zamengevlochts veldbloemen, op welke zeven letters gefchreeven Honden draagende in zyn rechterhand een blank zwaard , en in zyn linker de olyftak: ik bleef lang in een foort van onberaadenheid, wat het verfchynfel van die luchtdwergje in de planeetkraam te beduiden had , toen myn Aftrologifehe fpiegel, met deeze afgreizelyke vertooning ophield,en vervolgends de ingespannenheid van myne gedachten hierover verdween : zoudt gy wel gelooven willen., Meester Franciscus, dat ik den gantfehen nacht van ongerustheid niet flaapen kon, door de onvermogendheid waarin ik my bevond , om de kloen van dat geheim te kunnen ontwarren? Maar hoe ! welke allarmrrompetten hoor ik in de Hemelzaalen blaazen! ik zie myne Vrienden de Planeeten, met overhaafting, midden door het Firmament vliegen! — de Vorften leggen op hunne luimen! — de moordtuigen moeten van kant! de zeven letters P, A, T, R, I, O, T, worden van de bekranste kroon' die het wangedrocht op het hoofd draagt, met geweld afgefcheurd! vergeef my , Meester Franciscus, dat ik u geduld getergd heb, doch het is buiten myn ichuld , als in een Aftrologifehe zelfverrukking gedompeld zynde, die my een halfpint Conjake brandewyn gekost heeft, eer ik van de fchrik herkomen was , zo dat myne zorgvuldige Britta, veel werks vond om my tot bedaaren te brengen :ondertusfehen kan een Aftrologist, die van zyne vyf zinnen gebruik maaken wil, hieruit gemaklyk befluiten,'dat, volgends het Planeetgezang het waarfchynelyk is,dat de witte Lelybloem eerlang haar kleur verliezen , de groene Batoo s - velden hunne bekoorelykheid verdwynen , en de Oranjeboomen hunnen oogftreelenden glans behouden zullen. Midden onder deeze bedenking komt Hilarius aan myn huis , om zyn Horoscoop te doen trekken , en dit mannetje geleek zo in poftuur, als in zyn Pbifiokomie, zo volmaakt na het Luchtdwergje, 't welk ik in den Aftrologifchen fpiegel befchouwd had , dat ik een weddingfehap yan «en' oeftermaaltyd zou durven aangaan, indien men my be.-  ( 109 ) betwisten wilde, dat hy het waare af beeldzei daarvan nies geweest is. Hilarius zyn rampzalig poftuurtje in verfcheidene bogten gewrongen hebbende , waardoor ik niet onduifter begreep , dat" 'er ongemeene zaaken by hem op het til waren , verzocht my , zeer beleefd , de kamerdeur op het nnchtflot te willen fluiten , die misfelyke voorwaarde had de eer niet my te behaagen , Meester Franciscus, in een* tvd dat 'er in deeze volkryke ftad , zo veele huisbraaken en guitenftukken van zwervende avanturiers plaats hadden ; waarom ik alvoorens bedong , dat hy zyn fpaansch rapier , dat zo lang als hy zelf was, afleggen moest, eer ik zyn verzoek inwilligen kon : Hilarius zig daarop ontwapend hebbende, floot ik, volgends ons verdrag, de kamerdeur op het nachtflot, en flak de fleutel in myn zak, intuslchen zeer benieuwd zynde, waarop al zulke ongewoone voorzorgen uitloopen moeiten : ik bleef niet lang in die onzekerheid, Meester Franciscus, want na dat die kleine Crates my een kaarteblad vertoond had, waarop de zeven kapitale Letters gefchreven ftonden,die ik kortlings geleden op de kroon van het wangedrocht waarnam, vroeg hy my vervolgends of ik hem daarvan de uitlegging kon doen? ik beantwoordde deeze vraag, zonder het minfte beraad, met te zeggen, dat 'er geene andere uitlegging toe benoodigd was, dan deeze zeven Letters, door aanëenkoppeling zamen te b nden, wanneer het van zelf fprak, dat zy het woord patriot zullen uitdrukken: abuis geleerde Ludeman, dit zevental kapitaale letters, door zinfnyding van elkaêr gefcheiden, geeft een geheel andere betekenis, viel' Hilarius my al meesmuilende in de rede , en daarop een fluk papiers gevraagd hebbende, fchreef hy by ieder Letter de Volgende verklaaring, die ik in myn geheugen geprent heb, zie hier dezelve :- P , Pynigt — A, Alle — T, Tierannen — R, Raakt —k I, tnznndetbeid — O, Onze — T, Tydgenöotettl) Dm de zamenbinding van deege zeven woorden da> ü 3 vol-  volgende zinverklaaring te kennen geven . p4 nigt alle lyrannen , raakt inzonderheid onze TvdZ noot en.' ^ Het is niet genoeg Mynheer, zeide ik, dat iemand naar zyn welgevallen, of byzondèren fmaak, zodanig een wille■keurige betekenis aanfommige letters geeft, maar "ik wenschte vooral te weeten op wien dit Devis toepasfelyk kan worden gemaakt; dat is eigentlyk de zaak van een A{troloeist om te onderzoeken, hervattede Hilarius, want indien, bv voorvallende partyfchappen, de Patriot ^ wiens benaaming uit dn zevental letters beftaat, zulk eene eigenaarüge Letterverk aaring tot zyn zinfpreuk verkiest, zo kan, als men het blad omkeert het vaandel van een' Qrange-batavier daar msgelyks mede pronken, in het geval dat by laater tvd ee lyk niet onmogelyk is, dwinglandy of onderdrukking feu zynen opzichte plaats mogt grypen: ik zoude aan mvue trewoone oprechtheid merkelyk te kort doen, Meester Fran ascus, indien ik ontveinzen wilde, het genoegen dat ik in zyne beredeneerkundige overdenkinden nam, en niet miuder het vermaak dat ik door het trekken van zyn Horoscoop ) had : myn lastige windbuil zulks opgemerkt hebbende poogde myn ongenoegen te verdryven, door het uitnaaien van zyn goudbeurs, het geen my aandonds beter gedacht ten van zyn perfoon deed opvatten , zo dra hy m? daaruit zes ducaaten voor het trekken van zyn hJom\ aanbood, offchoon ik my m de noodzaakelykheid bevond alvoorens aan het werk te gaan, myn geduld nog een half quartieruurs lang te moeten uitrekken, om zyn opgefmukte redevoering aantehooren : Sachez MovfieurluiXmak zeide hy dat ik een Heer ben, die zyn waereld verftaar en onder de eerdeLieden van den Ion ton gerekend word k bemin de oude Mevrouw van L. * * ofl haare Sn de jonge Juffrouw B * * die geen geld bezit, wegens de bekoorelykheden die in haare charmante perfoon uitblin ken ,Car elle pos/ede toutes les gr aces de la Nature' maar inzonderheid ben ik gecharmeerd , op Mevrouw G * R een jong weeuwtje ongevaar 30 jaaren oud-, en redefyk bemiddeld, als zynde eene languifante fchoonheid begaafdmet een fentimenteel verdand;nu is de vraag, Hom™> Ccmr* l welke van deeze drie voorwerpen , gwfa oo ik doodlyk amoureux ben, volgends de uitwyzingSa neeten, iktot myne Gemaalinne verkiezen moet? ik i£ myn windmaakertje niet lang in de onzekerheid blyven Meester Franciscus, zeggende, toen zyn Horoscoop getrokken was , dat hy op de bezitting van geene deezer drie Dames ftaat moest maaken, maar wel daarop, dat Tv eer lang genoodzaakt zoude zyn, als Onderkoopman naar Oost", mdien te vaaren, en aldaar, na een vyftienjaarig verblvf een fchatryk huwelyk met een fchoonheid van lestiï iaa' ren te doen; dat hy, met dezelve, hier te iiS?^." patneerd zynde, haar zoude overleeven, en, kort na haar overlyden met een Wollenaaider , een tweede huweivk aangaan dat almede onvruchtbaar zoude blyven -en dar hy vervolgends, ergends in een kleine ftad, in dè ring zoude geraaken doch by den grooten Zegepraa fL het jaar 1787, zoude buitelen, om dat hy , „!w dan anderhalve tonne gouds, ten behoeve van de AnEhoU" der?  ( ™7 ) ierlyk'e party, onnodig verfpild te hebben, bovendien de aanhouding van een reizende Vordinne , met fpreekende daaden hemelhoog gepreezen , en goedgekeurd had. De Saletjonker hierdoor van zyne opgeblaazene inbeelding ontwapend zynde, werd bloedkleurig van fchaamte, en dak my de bedongen zes ducaacen traaglyk in de hand, onder het neemen van dit koel aflcheid : je vous Jaluc Monfieur LUDEMAN. Niemand was in myn kamer, Meester Franciscus, lang voor dat men my kwam aandienen, dat 'er zig iemand in dezelve bevond , die verlangde een afzonderlyk mondgefprek met my te houden; gedompeld in myne zwaarmoedige overpeinzingen, over de ontdekking van den onbegrypelyken daatslist, welke Anno 1787 plaats moest hebben, liep ik Niemand, door onachtzaamheid, zo onbefuisd vlak tegen het lyf aan, dat hy ruglings op den vloer nederviel, zonder dat ik nog iemand gezien had: myn misdag bemerkt hebbende , verzocht ik Niemand, wegens deezen onbeleefden dap, om verfchooning, doch hy begon daarover hartlyk te lachen, zeggende al fchertfende, dat hy zulk een onvrywillig bedryf, voor eene zintuiglyke vergryping, of liever, als een bovennatuurlyk uitwerkfel van myne Adrologifche verrukking aanmerkte Wy traden vervolgends zamen in een gemeenzaam gefprek, in 't welk Niemand my, zonder verbloeming, de gevoelens van zyn hart, en di oorzaak van zyne komst openbaarde , met een zodanige vertrouwelykheid, welke my zeer gefchikt fcheen, om eene onverbreekelyke vrindfchap, voortaan met Niemand aantegaan : my dunkt u te hooren zeggen, Meester Franciscus, dat deeze dubbelzinnige uitdrukking een drydigheid bevat, die iemand noodzaakesyk in een'maaldroom brengen moet, eer hy het geheim van het raadzel begrypt, dat onder den fchors van dien wonderlyken naam opgeflooten ligt; dan , vermits de riffam van d.-ezen bezoeker niets tot zyne zaak doet, zal ik ever het eerde heendappen, om des te beter het verhaal van het laatde niet uit het oog te verliezen: onderwylen dat ik dan bezig was met hem te redekavelen,, over Sommige  C ia8 ) onvoorziene wederwaardigheden waaraan het raeiischlyk levensbeloop , in deeze en geene tydperken onderworpen waren, werd op het zelfde oogenblik dat ik gereed [fond zyn Horoscoop te trekken, heel Iterk aan myn huis gefcheld: open gedaan zynde , trad een ordentelyke Dame, naar gisfing tusfchen de 30 en 36 jaaren oud , met veel drifts in het voorhuis, die door de fpleet van de even openftaande kamerdeur befpied hebbende, dat Nie-nand zig by my in het vertrek bevond, daarop, zonder de vryheid van myn huis te ontzien, als een onzinnig mensch de kamer inftöof, en hem , met een onbedwongene verwoedheid , by de keel ;greep Booswicht! fclïreeuwde zy al mikkende uit, gy zult my ditmaal zo gemakïyk niet omfnappen, als eergisteren, toen uwe vervloekte trouwloosheid geble-ken is1 Of meent gy, deugeniet! hier by een Tovenaar een veilige {cbuilpïaats voor myn wraak ie zullen vinden, en , door middel van de zwarte kunst, het welverdiende loon tan uw fchdmachtig bedryfte ontgaan? zy haalde, na dit gezegd te hebben, een verborgen dolk uit de Hip van haar bovenkleed, waarmede zy hem waarfchynelyk doorftooken zoude hebben , indien ik, geholpen door den byiïand van Britta, en myn knecht, niet tydig tot zyn ontzet tuegefchoten ware : wy vroegen' haar naar de oorzaak van deeze geweldige aanranding, en wie haar zo zwaar beledigd had, om tot zulk een doldriftigett ftap van gramfchap te befluiten? niemand heeft myne eer ge/holen! bekwamen wy tot antwoord: dan hebt gy geen ceden van klaagen Juffrouw, en nog veel minder om 'een enfcbuldig mensch zo .verwoed aamevallen, viel Britta haar in de rede: dit ongepast belcheid verkeerd begreepen zynde, ontvlamde op nieuw haare oploopendheid, zo dat wy veel werks vonden, om die vertorende Dame door onze bemid. deling tot bedaaren te brengen: na met onbedenkelyke moeite hierin gedaagd te zyn, verhaalde Niemand, die tot nog toe gezweegen had, dat hy door trouwbelofte a.in haar verloofd was , verzoekende hun beider Horoscopen te willen trekken, waarna hy zig nader verklaaren zoude. Gedrongen door de waarfchouwing van myne Vrien !en de  'de Planeeten, om tot nader bevel de Horoscooptrekkingen van deeze beide perfoonen te moeten opfchorten, verzocht ik, onder een wèl bedacht voorwendzel , my agt dagen uitliep te willen vergunnen, om myne Aftrologifehe onderzoekingen met die naauwkeurigheid te kunnen doen, dat 'er wiskundige voorzeggingen , ten haaren opzichte, uittehaalen vielen; Memand nam genoegen met dien voorllag, doch de vergramde Dame, aan welke die uitvlucht niet beviel, betoonde daarover niet onduidelyk haar misnoegen, door my fchamperlyk toetebyten, dat zy op die manier zulk een goede Prophetes konde zyn, als ik een kundig Propheet was: met dit alles vertrokken zy zamen in zulk een onderlinge harmonie, als of 'er niets tusfchen hen voorgevallen ware, en federt heb ik niet kunnen onderfcheppen, waar zy beiden geftoven of gevlogen waren, terwyl zy op den bepaalden tyd niet kwamen opdaagen: ondertusfehen, Meester Franciscus, verwonderde my dat niet, aangezien my naderhand, door onfeilbaare kunstproeven gebleaken is , dat uit den echt van dit wonderzinnig paar,- welke, onaangezien hun gereezen misverftand, zyn vollen beflag Hond te verkrygen , zodanige nakomelingen zouden verwekt worden, die door hunne waereldklinkende bedryven , geduurende de jaaren 1787 en 1788, waarvan ik op hoogen last zwygen moet, de nagedachtenis van de ftamhouderen van Niemand vereeuwigen zullen. Wat anders, Meester Franciscus', wy dienen telkens van ftof te verwisfelen om onze Nazaaten, onder het leezen van deeze Aftrologifehe verhandeling, over den driejaarigen Orange-oorlog , niet van verdriet te doen gaapen ; onze Lezers van den nieuwen fmaak, beminnen de ontusfeheupoozelyke veranderingen van verhaaleh al te veel, om de waarheid van de zinlpreuk te willen toeftemmen, dat alle verandering geen verbetering is; trouwens, zy hebben geen ongelyk ; want de meelte waereldlingen , byzonderlyk de galante mannen en vrouwen, zouden 'er waarlyk Hecht by flaan, indien deezen ftelregel altyd doorging; daarom zal ik myn Planeetkraam thans gaan ontfluiten, met opgefchik- JA te  ( 13° ) te flerbefchouwingen , die ik aan den Hemeltrans gedaan heb, en alwaar my, by voorraad, vertoond werden, alle die kundige eerepoorten, tempels, vreugdevuuren,en overheerlyke ïiluminatien , als voorloopige gedenktekenen van s Volks genoegen, wegens de herfielling van een lang onderdrukt Vorstlyk paar, in het jaar 1787 plaats zullende hebben: dit zou misfchien eertyds ongeloovelyk gefcheenen hebben, Meefter Franciscus, toen de menfchen nog zo verblind waren , dat zy een /Iftrohgist voor een toveraar verfleeten • gedankt zy onze verlichte eeuw, welke die domheid uit her midden van haar verbannen heeft: Testis in propria Caufa' non fufficit! houden de Rechtsgeleerden voor een Axioma ot itelregel, die vast gaat; ik zal my gevolglyk op myne eigene getuigenis niet beroepen, om de gebeurelykheid van een zaak te bewyzen, die buiten het begrensd verftand der itervehngen fpringt; een haas zou verblyd zyn, zulk een ruim veld ter ontvluchtinge Van de jagthonden aantetreffen als zig werkelyk voor my opdoet, om myne verdere Pianeetbefchouwingen, raakende het jaar 1787, met bekleede voorbeelden te kunnen flaaven. Britta^ had my lang geplaagd, om een boerenkermis in iScordhoUand, daar wy verzocht waren, tot uitfpanning van geest, met haar te willen bywoonen; hoe weinig verzot ik federt myn eerde jeugd, op dat ilag van vermaaklykheden geweest ben, bevond ik my in de noodzaakelykheid, om naar de gewoonte der vrouwengekken, haar verzoek tegen myn' zin intewiihgen: wy begaven ons dan derwaarts, Meeff er franciscus, en werden door den Dorpfecretaris en zvne talryke familie treflelyk onthaald, dac is zeggen, dat een vrolyk gastmaal, waarin men niet vergat de bekers met druivenfap geduurig vol te fchenken, onze vreugde tot een trap van volkomenheid bragt, die my geen berouw deed opvatten, tot de bywooning van de boerekermis beflooten te hebben: maar, gelyk in allerleie foorten van waereldfche vermaaken, doorgaands het hinkende paard achteraan komt zo gebeurde het vervolgends, dat wy dien namiddag in gezeiichap van den Dcrp/ecretaris , zyn vrouw en de twee oud*-  < I3i > •oudfle zyner kinderen, een wandeling door het midden van deKermiskraamen gedaan hebbende, by onze terugkomst, een geruime poos bleeven flaan voor het theater van een Kwakzalver, die bezig was om op de vermaardheid van zyne kunst te fnorken , wanneer, by ongeluk, de gevel van een huis inflome , door welk toeval de menigte der aanfehouweren, en onder anderen het jongfle zoontje van den Secretaris in gevaar geraakte, van door de zwaarte der nedervallende fteenen verpletterd te worden ; de onfteltenis was hierover onder de kermisgasten algemeen , en een zeker voorcevoel, zo eigen aan de Aftrologisten , deed my aanftonds begrypen, dat zulks een kwaad voorteken te kennen gaf, voor den zoon van onzen Gastheer, die toen naauwlyks den ouderdom van tien jaaren bereikte: daar werd op myn fterk aanhouden befloten , dat, terwyl wy daar bleeven overnachten, ik dien avond de Horoscoop van dat kind trekkeu zoude, by welke gelegenheid ik bevond, dat hy in het jaar i?ï<7, een voornaam Opperhoofd van de Oproermaakers van zyn Dorp zullende worden, ter zaake van dien , zyn fortuin verpletterd , en zyn perfoon in levensgevaar zoude zien. Ik hoorde onlangs een fchrander man beweeren, Meester Franciscus, dat de vier Hoofdelementen, een onbedenkelyke groote invloed op alle foorten van ftaatshandelingen hadden; want, zeide hy, de fynheid der Lucht, beuuurt de geeften der Staatsmannen, tot het maaken vaa geruchtverwekkende ontwerpen; de Aarde doet hen denken, om uitgeftrekte wingewesten te behaalen; het Vuur dryft hun aan, om het oorlogsvuur te ontfteeken, of uitteblusfchen, naar maate het met hunne fhatszuchtige belangen flrookt; en het Water is het beweegrad dat hun aanfpoort, om de zeevaart en den koophandel, tot in alle de oorden van de bekende waereld uittebreiden: ik wil voor de gegrondheid van deezeniet onaartige aanmerking niet indaan, en nog veel minder borg blyven voor de ftrydige indrukzelen, welken de vier bovengemelde élementen,fomwylen, op de denkbeelden en bedryven van zodanige ftaatkundige werkmeesters zouden R a kun-  C 13* ) kannen veroorzaaken: een beproefde ondervinding van de Stenenwetenfchap , verkreegen door een ryp onderzoek geduurende een merktyk aantal van jaaren, zoude rav met meer gronds van zekerheid doen overflaan, tot het aanneeineïyk gevoelen der meelte Aftrologisten, dat de Planeetloopen in lommige buitengewooue tydperkfchapperi, boven anderen in de ontwikkeling van voorbeeldlooze ftaatsgebeurtenitfen uitmuntende, eenen meerderen of minderen invloed op de geeften der bewindvoerende Mannen verkrvgen zonder daarom in een volltrekten zin, flaande te houden , oat een Vorst, of deszelfs Minister, ten opz crue van de gewoone ftaatsbeftuurmg aan die invloeden fteeds onderhevs zoude weezen: gy zult den kleinen uitfiap, die ik hier Jedaan heb, wel willen mfchikken , Meester Franciscus , uit aanmerking van de noodzaakelykheid, waarin ik my bevind, om het vermogen van myne Vrienden de Planeeten, buiten alle verdenking te «ellen, en gelyktydig de bron, waaruit den bewonderden ftaatslist, in het jaar i7Ö7, ter herftellinge van de openbaare rust, hier te Lande, fpruiten zal, voorzegkundig aantetoonen: om u daarvan zonneklaar te overtuigen zal ik myn Bloemhof van Aftrologifehe Kunstzeheimen door geen grootfpraakige wartaal behoeven optefchikKen, als zynde voorde vatbaarheid van het menschlyk veritand genoeg, dat men iemand begrypen doet, dat zo dra. itaatkundige revolutien bekleed worden met den naan van domestique of huishoudelyke twisten, onder dien dekmantel met alleen de grondwettige cohftitutie van een Volksregeenng kan worden ondermeind, maar daardoor aan alle buitenlandfche Mogendheden den weg word-afgefneeden, om zig gewapender hand, ten voordeele van één der twistende partyen1 te kunnen verklaaren: zie daar de oorzaak waarom Jet uitdenken van een' ftaatslist, ter gelegenheid van den Orange-oorlog, noodzaakelyk zal zyn. Tacitus die in zyne jaarboeken befchreeven heeft, alle de doorüeepene ftaatslisten van den Keizer Tiberius wiens regeering daardoor in afgryzen by de Romeinen geraakte , fcnynt, onaangezien. zyne lofverdienende bekwaamheden.^ des-  C i£3 ) destyds nog onkundiggebleeven,te zyn,dat er een van meer fpitsvinnigheid kon worden uitgdacht, welke voor de laatere nakomëlirigfchap bewaart werd; trouwens, hoe kon hy weeten wat 'er, ruim zeventien eeuwen na zyn' leeftyd, in het Land der Belgen voorvallen moest? hoe kon hy, zeg ik,zonder met den Prophetifchen geest bedeeld te zyn, met eenige mogelykheid raaden, dat een zeker Vorltmne, met een dubbeld oogmerk een plaifierreisje zoude ondernemen, en dat het zy zulk een ftaatkundige reistogt wel of kwalyk uitviel, het geblankette voorwendzel van een Domefticq GeCe bil, waarmede men de onderdrukking bepleifterd, en het taai geduld van twee Monarchen zo lang getergd had, daardoor ten eenenmaale haare kracht zoude komen te verliezen? dit alles, Meester Franciscus, zal men echter, (zo myne Planeetbefchouwingen my niet bedriegen,) in het midden van het jaar 1787 zien gebeuren, op eene wyze, die de oplettendheid van gantsch Europa na zig trekken zal,- want, behalven dat het volftrekt zeker is, dat de Landsmoeder^ wier roemryk charakter ik elders heb gefchetst, en die onder het getal dtr goede zoogvrouwen van het Vorftinnefchap behoort, in haare voorgenomene reis, alsdan op eenonbefcheiden manier niet alleen zal worden gedreind, maar bovendien haar gedwongen zien , wedertekeeren naar de plaats vanwaar zy gekomen was; zo zal, door die beleidkundige gebeurtenis, een eerzuchtig throonling, die van de zaak van deeze gehoonde Vorftinne de zyne zal maaken, in het harnas worden gejaagd, met dat gevolg, dat zyne welgeoefende krygsbende het grondgebied van deeze Landen , zonder oorlogsverklaring inrukkende, de meefte fteden van de Republiek bezetten , en aldaar zo lang verbly ven zullen, tot een evenredige voldoening gefchied zal zyn, waaruit dan par confequentium necesfarium, de herftelling van de oude en wettige Regeerings-conftitutie zyne geboorte ontleenen moet: ondertusfchen, Meester Franciscus, zal het hier voornaamlyk myn taak zyn, om te bewyzen dat zodanig een wonderbaare ftaatslist, niet door de bewerking of door den invloed van één der vier Hoofdelementen voordgeteeld is, maar, als een natuurlyke oorzaak, wel degelyk toetefchryR 3 ven*  (C 13+ ) ven is, aan de werkingen van myne Vrienden de Planeten achtervolgens de vastgaande .voorzeggingen, die op het ze' zach van Aftrologifehe kunstproeven gebouwd zyn. & De klein* dieven worden opgehangen, en men laat de °roote vry loopen, is de gewoone ftraattaal van zulke waereldlingen, die graag zouden zien dat hunne misdryven on-Teftrafc bleeven; maar eens onderfteld, Meester Fraïchcns, dat dit kreupel fpreekwoord, 't welk voor de eer van onze vaderlindfche rechtbanken aar» veel tegenfpraak onderhevig is algemeenlyk doorging, zo zoude ik, in hoedanigheid'van Aftrologist, geen zwaarigheid maaken, om, voor zo veel het flaatkundig wezen betreft, voor de noodzaakelykheid te p enen, dat men fomtyds groote dieven fpaaren moet — fchreeuwt zo fterk niet, heetgebakerde verftanden , over een ftelregel die u als een Paradoxiteit voorkomen zal! waarom uw blaakcnd misnoegen, ten dien opzichte, zo lan^ niet opgekropt, tot dat ik met gedaafde voorbeelden aangetoond za hebben, dat men, zonder de opvolging van deezen regel, onmogelyk van de getrouwheid der wankelbaare ftaatsdienaaren verzekerd zoude kunnen weezen. Ja/on Secundus, die door de bewerking der zeven Planee ten zeven vette armen bekleedde, waardoor hy ongemeene fchatten vergaderd had, reikhalsde naar eene agtfte Staatsbediening die opengevallen was, doch waaromtrent zvn vermogende befchermheer te kort fchoot, om ze hem te kunnen bezorgen, kwam in den laatften oorlog van het jaar 1747 > aan myn huis, om zyn Horoscoop te doen trekken Baarss my ongelyk -gefchied, ludeman, zeide hy, het moet er thans onder of hoven, en ik waag 'er het gamfche y ader land aan, als men my geen recht doet; laat uwe Pla~ neeten myn vonnis eens ftryken! ik wilde de buitenkans van zulk een vetten vogel niet laaten ontfnappen, Meester Franciscus, waarom ik terftönd tot zyne Horoscooptrekking overging: „Mynheer," zeide ik,toen alles verricht was, „daa<„ knuilt een groot verraad in uwen boezem; maar men zal „ uw perfoon fpaaren, om dat men beducht zal zyn, dar » gy? door de openbaaring der ftaatsgeheimen, nog erger „ kwaad  C i35 ) kwaad aan het Vaderland zoudt konnen berokkenen, a!s , gy al bereids door uwe onverzadelyke geldzucht gedaan hebt: intusfchen kan ik, uit den loop van het gefternte *' voorzeggen, dat uwe Naneeven, niet verbasterd van het ]l bloed der aloude Batavieren, in het jaar 1787, de be' ftookingen der Patriotten, met wortel en tak zullen hel„ pen uitroeien." Zie daar, Meester Franciscus , een' geldwolf gefpaard, om dat het den dienst en 't welzyn van het Vaderland nooizaakelyk vorderde. Tegenwoordig dat ik met myn Planeetmuts voor de lchryftafel zit, zal ik een kluchtige ontmoeting gaan befchryven , die ik met een ftaatkundigen Draaier, onder .het trekken van zyn Horoscoop, gehad heb, en die beter klem zal geeven, om de nuttigheid ter opvolginge van de voorverhaalde fpreuk te bitogen: luister, Meester Franciscus, wat ik u zeggen zal. In het aangenaame lente-faifoen, bevond ik my, met Britta Beyer , op myn Buitengoed, te S-'coterdyk; wy waren 'er naar toe gegaan, met oog. meik om 'er eenige dagen verblyf te houden, ten einde de noodige belchikkingen te maaken tot den aanleg van een nieuwen koepel, die ik beflooten had aan de zyde van de Vaart te laaten bouwen ; tetvvyl ik bezig was met den aanneemer over de grondtekening daarvan te fpreeken,zag ik aan den overkant van het water, een overdekte four«on aankomen, die vlak voor myn Buitenplaats ftil hield, en waaruit vervolgends een gegalonneerd Heerfchap flapte welke door allerleie gebaarden te kennen gaf, dat hy by'my weezen moest; inderdaad , ik bedroog my niet in die trisfing; want na dat hy by het tolhek overgevaareu was "zag ik hem, met verdubbelde ichreden , myn tuindeur naderen , zo dat my maar even de tyd overfchoot, om myn Planeetmuts opcezetten, en met overhaasting een Aftrologifehe japon , naar de uitvinding van den vermaarden Paracdfus, aan her. lyf te fchieten: zo dra hy in myn gehoorzaal trad , bejegende hy my met zulk eene groote gemeenzaamheid , als of hy my vyf- en- twintig jaaren gekormeü had , ofichoon , naar het my toefcheen , zyn öfci-  ( *§« ) ouderdom de hoeveelheid deezes jaartals niet ver te boven «ng;■ * heb den ganibhen nacht doorgereedeh mvn lieve Vrind Ludeman-, om het geluk te hebben van den morgenftond te kunnen fpfeeken , als in de v roeel ding zynde , dat de Allrolosisten dan vlugger van Sei waren dan op andere tyden van den dag, en ik K blyd u hier te Sloot er dyk, daar ik wist dat gy t bevondt an dit bekwaame uur aantetreffen , fprak hf met een bevalhgen tongval uit, zonder dat ik nog de oorzaak van zyn komst begreep : ik verzóchthep e^SwédiS van eenige morgendranken, te gaan zitten, zegende da? ik reden had te denken , dat de zaak , waaroSr h^ m" kwam raadpleegen , van het uiterde belang móestweYzen, nademaa hy zyn nachtrust aan de ongemakken ™ zulk een overhaaften reistogt opgeofferd had! SS dtp, ^ludeman! hernam de welbefpraaktef§L vws, zo als ik bv verbloeming, hem hier noemen zatgy weet Kkerlyk door het geheim van uwe kunsl Itdê mtsdryvenvan de Grooten der Aarde, dikwyls door de vÊ geren gezien worden, het zy uit aanmerking om hun aa t ziemyk bloedverwantfchap voor onuhwisfchefyks vlekken tl bewaar n het zy uit een gegrond vooruitzicht va h i kwaad dat zy zeiven of hunne vrienden , door het recht van wedervergelding, naderhand zouden kor.nen brouZ'n en bet zyn zodanige overweegingen, waardoor menhmaal de handen der onpartydige en pligtbetrachtende Rechters fe. bonden , en de uitwring van de wetgevende magt kracht, hos gemaakt wordt, waaruit d*n tenêfdèn tyd^brzaah gevolg deeze fiuitrede te baaien is , dat vlrr I meeZ mtsdaaden begaat door perfoonen van booge afkomst, of tkleed met eest uttfieekend geza -b, doorgaands öngefl Jj ren- Hier viel rk, door ongeduldigheid, Fiavin inde% de, vraagende, wat alle deeze dingen met mvne kunt gemeen hadden? zeer veel, .vervolgde hy,} wat fk heb, my onlangs ergens in vergreepen, waarover gerust ben zo dat ik gaarne zoude zien, dat gy uwe Vrienden de Planeeten, over den uii% van myrPlot eens ge - lief-  ( *37 ) liefde te raadpleegen : waarlyk , Meester Franciscus, hoe zeer ik federt eene lange kunstofening van myn beroep, aan zeldzaame ontmoetingen begon te gewennen, gevoelde ik myn1 lust door een grondbeginfel van nieuwsgierigheid opgewekt , om de Horoscoop van Flavius, zo volvaardig te trekken als myne kundigheden gedoogden: dan, welk een Ajlrologist , al dro^g hy de zeven Planeeten in zyn' zak, had kunnen voorzien het geen my by die gelegenheid gebeurde? want, eer het werk verricht was, geraakte de boel in de war; flavius valt over myn fchryftafel heen, myn glazen inktkoker breekt aan ftukken, myne boeken en papieren vliegen herwaards en derwaards , op den vloer van de kamer ; Britta , die op dat gerucht komt toefchieten, fchreevvt moord en brand, terwyl mvn kloekhartige knecht 'jan, van angst boven op een hoogen pcerenboom klimt, in de verbeelding dat Flavius , een gezant van de zeven Planeeten was, gefchikt om my in myn gehoorzaal met geweld aantegrypen. Geduurende dat dit onvermaaklyke kluchtfpel voorviel, bleef ik onbeweegelyk op myn' ftcel zitten, totdat Flavius allengs van de hartsbevanging, waar uoor hy overrompeld was geworden, zonder gebruik van eenige medicamenten, herkomen zynde, my met een flaauwe dem vroeg, of ik zyn Horoscoop al getrokken had? ik vertoonde hem daarop hoe disperaat het door zyn bedryf in myn kamer gcdcld was, onder by voegende verklaaring, dat, indien alle myne kalanten van dergelyke ftuipen overvallen werden, om myn huis in wanorde te brengen, het beroep van Ajlrologist my niet langer behaagen zoude; ondertusfehen, na dat Flavius my van de fchadeloosdelling daarvan plechtig verzekerd had, raapte ik de fpillen weder fchielyk byëen, en ging ander-* maal aan het werk, als wanneer myne Aftrologifehe Voorzeggingen , ten zynen opzichte, hoofdzaaklyk hierop uitkwamen , dat hy tegen zyn eed en pligt had gehandeld, in een geval, waardoor het Land merkelyk verkort werd ; dat hy, geen kans ziende om zyne ftraffchuldige misftappen te herHellen , dienvolgends, uit ongerustheid, het befluit geiao- S men  ( ras ; men had, met een ftille trom uit zyne Vaderftad te vertrekken , ten einde de vervolging van de juftitie te ontgaan; dat ongeacht het zelve, uit zyn Aativiteits/ler zig eenige kentekenen openbaarden, die geen geringe hoop gaven, dat hy, op voorafgaande voorfpraak zyner familie , nog gelukkig zoude worden gered, door de goedheid van eenen Vorst, van wiens huis hy altyd een volllagen Antagonist was geweest ; en dat ik juist daarom reden had van bedugt te zyn, dat het by de demping der onlusten in het jaar 1787, zo breed met hem niet zoude afloopen: ho, ho, is 't anders niet, zeide Flavius, al boenende , een bedreeven Huurman, die op zyn beurt aan het roer zit, moet met alle v/inden kunnen zeilen; van daag ben ik Staatsgezind, morgen een Prinsman, overmorgen een Ariftocraat, naar dat het best in myn kraam te pas komt; in één woord, vriend Ludeman, ik verkies een Draaier te zyn, ter oorzaake dat men zig beter uit eei« ongelegenheid redden kan , dan iemand die één deezer drie partyen onverzettelyk blyft aankleeven: onaangezien ik geen Staatsman ben, Meester Fr an* cicus, moest ik bekennen dat Flavius, voor zo veel het laatfle betrof, geen ongelyk had: ik hoorde naderhand dat zyne zaaken, volgends myne voorzeggingen, gefchikt waren , waardoor de noodzaakelykheid van het overbekende fpreekwoord, hiervoor aangeroerd , al verder bevestigd werd; trouwens ik brak daar myn hoofd niet fterk mede, als voldaan zynde met het gefchenk van twaalf ducaaten, die Flavius my ter hand flelde. Recht door zee, Hooggeboren Graaf! zeide ik tot hem zo dra hy uïtgefproken had My dunkt, ik hoor u klaagen, Meester Fi anciscus, dat er geen zamenhang aan deeze hiflorie is, en dat gy er niets van begrypt: wat is dat noodig? men behoort alle zaaken zo gemaklyk niet te begrypen, of men zou welhaast gevaar loopen om van geleerdheid te barsten: er legt niemand aan gelegen, wie deeze waarlyk Hooggeboren Graaf geweest is, tegen wien ik die woorden fprak, maar dit mag ik u vry vertellen, dat hy aan den Adeldom der ongeruokte Salmen niet vermaagfehapt was, en dat, om. kort  C W9 ) kortte gaan, hy een paar fchoone Heerlykheden hier te Lande bezit, die, pronkende met de vooroudeilyke benaaming van R***, en P*** als bellen klinken; ik moet u evenwel nog meer zeggen, Meester Franciscus, ondanks het befluit dac ik genomen had van het geheim voor my zeiven te zullen bewaaren ,naamlyk, dat die Ridder, in het bezoek dathy my kwam doen , vergezelfchapt was van zyn ouden boazem.vriend, den Graaf van M* D *, een ftout krygsman, die onvertfaagdheid genoeg bezat, om een Dam in de Maas te leggen: wel nu, zult gy misfchien vraagen, waarin bedond de boodfchap van deeze beide Graavetiï ik heb die vraag voorzien, en myn antwoord heb ik klaar: zy kwamen niet uit liefhebbery om de Planeetmuts van Ludeman te befchoiiwen ; maar, als getrouwe voordanders van een Vorstlyk huis l dat het fieraad van de Hollandfche Ridderfchap uitmaakt, bewoogen zy my, om'de Horoscopen van hunne beide zoonen te trekken: zonder het minde beraad zulks volbragt hebbende-, fpraken de Planeetklanken het navolgende Adrologisch vonnis uit — „ Uwe beide Graaflyke zoonen, „ zullen erfgenaamen van uwe deugden, dapperheid, en „ grootmoedige zielstogten worden; in de allerdonkerde ty„ den, welke de Orange-oorlog opleveren zal, zullen zy, „ met een verhevenheid van geest, en een dandvastigheid „ van gemoed, die alle denkbeelden te boven zal gaan, on„ affcheidelyke deelgenooten van de treurige lotgevallen „ van den ISationaalen Erfvorst blyven, zonder vatbaar voor „ de daatkundige verfchalking , het listig bedrog der Vry„ heidszoonen, of voor de fnoode omkooping te weezen; , zodanig, dat de afdammeling van het Graadyk huis van ' B * T*, meteen gegrond recht, den eernaam van vaderH landfche Ridder, door zyn edelmoedig gedrag, zullende ver„ dienen, by de niet oneigenlyke gevangenneeming van hec „ Pronkjuweel onder het Vordinnenfchap zig tegenwoordig zal bevinden, en dat de Zoon van het Graaflyk huis „ M* D*, den Vorst, zyn onderdrukten Meester, in alle zyne ongundige wederwaardigheden niet verhaten, maar door getrouwe raadgeevingen, overal daar het ncodig zal S 2 ,} zyn?  ( Ho ) „ zyn, met zyne behulpzaamheid onophoudelyk byftaan zaf, „ waarvan deeze beide Gra;.flyke telgen, de eerkranfen der „ vergelding by den grooten Zegepraal van het jaar 1787, „ dan ook roemrugtig, en met algemeene toejuiching der weldenkende landgenooten, zullen wegdraagen." Alle Aftrologisten van den vroegeren en laaieren tyd, gelooyen, dat het waar zal zyn, dat in het jaar I7b8, het oprichten van een nieuw Koningryk in Europa plaats zal hebben ; maar onverkort het denkbeeld dat ik van hunne uirgeltrekte bekwaamheden heb opgevat, ben ik nogthans van begrip, dat zy te veel of te weinig voorzeggen, aangezien zy vergeeien om uitdrukkelyk te bepaalen, "in wat oord van dat waerelddeel de oprichting van zodanig nieuw Koningryk fland zal moeten grypen, in de onderftelling dat het Planeet compas, in die beirekking, onfeilbaar doorging: hoe zeer ik het gevoelen niet ten eenemaale verwerpen wil, van fommige Stetrekundigen , welken daartoe een landllreek voorbelchikken , die de uiterfte grenzen van Europa en Azia van eikanderen affcheldt, ben ik echter niet vervreemd van te gelooven, gelyk ik in eenige myner voorzegkundige gefchriften , en onder anderen by uitzondering in myn Triumphzaal niet onduister heb aangetoond, dat een dergelyke gebeurtenis m het jaar 1788 waarfchynelyk voorvallen zal, en onder een vry Volk zou kunnen plaats hebben, zonder dat ik daarmede in een volftrekten zin het Land myner inwooninge bedoeld hebbe gehad: myne vrienden de Planeeten, my gelast hebbende, dat ik dit ftaaikundig raadzel niet nader verklaaren moest, om dat de Aftrologifehe voorzeggingen, raakende het jaar 1792, daaraan onaffcheidelyk verknocht waren, heb ik dit blootlyk willen aanllippen , om ligtgeloovige menfchen te doen begrypen, dat men de verbaazende en gedenkwaardige omwenteling van zaaken, (taande het jaar 1787, juist als geen vastgaand voorteken van eene aanftaande dispotique Regeering behoort te befchouwen , en nog veel minder dient aantemerken, als zulke toebereidzelen, die voorbedachtlyk zouden gefchikt zyn, om hier .te Lande het Dispotismus in te voeren: laat het u welgevallen, Meester Fran. cis*  clcus, dat, zonder my verder met de mogelykheid of onmogelykheid van dergelyke 1 laneetvoorzeggingen oprehouden, de affchetzing van een kluchtig fchouwfpel, waartoe het trekken van een Horoscoop onlangs gelegenheid gaf, ftof moge uitleveren , om onzer beider geesten te vermaaken. Een lang fchraal mansperfoon, potzierlyk opgefcnikt,doch die echter aan zyne manieren een fatzoenlyk man verbeeldde ,. hoorde by geval, in een kroeg, vertellen , dat de Toverdoctor Ludeman, den geest van voorzegging bezat, en allerhande menschbjke avantuuren, die kmatid federt zyn geboortedag tot zyn fterfuur moest ondergaan, konde onderfcheppen, als hy zyne zeven Patroonen de Planeeten daarop ondervroeg; Tameilmi behoorde onder dat flag van opgeblaazene waereldlingen, die door al te groote verftandzoeking, half dwaas geworden zyn-; hy-fmeedde honderd verfchillende ontwerpen op eenen dag, welken, uit aanmerking zyner bekromp.nc geestvermogens, onuitvoerelyk waren, en zyne hersfenen, fteeds met wind vervuld, deeden hem telkens zo veele belachenswaardige kasteelen in de luckt bouwen, die voor myn pen onbefchryvelyk zyn:*ik bemerkte op het oogenblik van zyn komst, Meester franciscus, dat ik met een' man van zonderling character te doen had, en dat de oorzaak waardoor hy aangedrongen werd my te komen bezoeken, voornaamlyk hierin beftond, cm do^r behulp van myne Aftrologifehe wetenlchap , of, om beter te zeggen, onder begunltiging van de voorzeggingen, die zyne Horoscooptrekking aan de hand zoude geeven, eenige zekerheid te bekomen, dat zyne hersfenfehimmige projeéten met gelukkige uitnagen al ot niet zouden worden bekroond : na dat Tanurlu.i driemaal gehoest, met een gemaakte zwier zyn hand over zyn aangezicht geilreeken, en vervolgends, met de andere hand, zyn* hoed diep in de oogen gedruk; had, begon hy zyie koddige aanfpraak al lus ., Ik .„ ben een man, Mynheer, die zig dag of nacht rust geeft, „ om nuttige dingen voor de menschlyke maatfehappy uit te „ vinden , fchoon gy my darrom onder het getal van die S 3 „ zotte  ( 142 ) „ zotte Pfojectmaakers niet begrypen moet, welken in de „ ben Romulus en Remus dat uit geen geringer Ezel ll h daan? waarom zou men my dan deeer wi len 1betw jan de eerfte grondlegger van een nieuw Ryk tez^ï iï * heb ook een ontwerp gemaakt," vervolgde hv om den^^Wf en pAgeezeAumne goudmynen' te'om „ weldigen, enden grooten Sultan, vj zy^ lTzhtlZ^ „ 18 4««te berooven; dan dit alles zyn no^maa"b5ÏÏS " hebinPnVrgelykiniVan £en wondJak d?t™^ " 5 ' ƒ heC f fn hlerin beftaat> om een AlleenheerlS „over de vier bekende waerelddêelen opnafctï» Z3 der Planeeten°°bSY datty Ltnl'^S^ werpen volkomen goedkeurden, eS^fc beleeven, dat men hem voor den fchranderflS van gantsch verhemelen en hv »?« l«ï >taatsman grooten rol in d| waer^^eLn Voïde Sïï^nïaS Sk^da^ -f-el S~S die hy bezat yen knechts I^^Z £Ö mtusfchen hadikwezenlyk uit zyn //^J/ontdekf0^: de breinkuur van dien hersfenloozen fnaak,ui Tooïmoed voordgefprooten was, gelyk ook, dat hy, eerty Is Z geweest zynde , naderhand een zwerver van Ln was geworden, en dat hy, ten beiTu^ nersrol, zig zoude moeten getroosten, om zyne overii ÏÏ" vensdagen in een dolhuis te verflyten. g Care  (143 3 Gare la bomhe! hoor ik myne vrienden de Pfaneeten uilroepen, Meester Franciscus; in tien feconden minder dan drie minuten voorzag ik my, op dat Planeetengcfchrei, van' myn zevengekleurde Tabbaard, en myn zevenpuntige Planeermuts, waarna ik, met eene ongeloovelyke vaardigheid, naar myn Obfervatorium klom ; maar hoe bedeesd flond ik optekyken , toen ik, door terugkaatzing in mynen daar hangenden Aftrologifchen fpiegel , een' Staatsfpiegel gewaar werd, die in het jaar (7H7 zyn glansryk licht over deeze zeven vereenigde Landfchappen verfpreiden zal : als die donkerder van het Gemeenebest zyn' naam en glansrykheid van een' Spiegd ontleent, ben ik van gedachten, Meester Franciscus, dat het een orakel, in de Staatszaaken moet weezen: ik trok laatst, uit loutere nieuwsgierigheid, de Horoscoop van iemand welke dien naam draagt, en ik bevond uit den loop der Sierren , dat zyn manlyk nakroost een tweede Hugo Grotius in Rechtsgeleerdheid en Staatkunde, tot heil der Batavieren , ten zynen tyde zoude uitleveren : onder een verbloemde uitdrukking zyn alle voorzeggingen geoorloofd; want het Hollandfche Ipreekwoord zegt: niemand genoemd, niemand geblameerd. Onberoemd gefproken, Meester Franciscus, zou ik durven onderdellen , dat 'er onder myne Kunstgenooten tot nog toe geene gevonden worden, welke hunne Adrologiiche onderzoekingen , aangaande den ongemeenen invloed die de Planeeten", zo op de Lentemaand Maart, als op de Herfstmaand September, by uitzondering, verkrygen, bepaaldlyk gevestigd hebben gehad; geen verwaandheid bekruipt my, als ik zeg, dat my , door een dertigjaarige ondervinding als Jftrologist, gcbleeken is, dat deeze beide maanden, doorgaands, niet alleen meer verwonderbaare Staatsgebeurtenisfen opleveren, dan de tien overige maanden van het jaar, maar boven dezelve ook meesttyds uitblinken , in de voordbrengfelen van zeldzaame lotgevallen, die de meniehen m het burgerlyke leven ontmoeten: het jaar 17872^, by uuneemendheid, daarvan een gedenkwaardig fchildery ter befthouwinge gaan vertoonen, volgends het geen de Teloscoop c 3 my  ( '44 ) my ontdekt heeft; want behalven dat de Lentemaand Maart van hetzelfde jaar, aan gtoote gistingen onderhevig zal weezen, zodanig dat 'er alle voorzorgen zullen worden gebruikt om de gewoone vreugdébedryven wegens den verjaudag van een pas gebooren Erfvorst kragtdaadig te beletten, en met dat oogmerk een vermeerdering van guarnizoen in de Vorstlyke Refidenrieplaats, door inroeping van fommige Nav tionaale Krygsbenden, plaats zal hebben,zo moet, in te^enltelhng van dien, de Herfstmaand September van het "jaar 1787 , een vervvonderenswaardig tafereel van ongehoirde llaatsomwentelingen doen zien. Ik zou den roem van myne vrienden de Planeeten verkorten , Meester Franciscus, indien ik voorbedachtlyk verzweeg, de blygeestigheid der oprechte Orange-batavieren, die men, ter gelegenheid van de mhaaling van een Vorstlyk paar, geduurende de voorzeide Herfstmaand , befpeuren zal ; ik hoor de luchtzaalen van vreugde weergalmen! ik zie in myn Obfervatorium de paarden van rytuigen afgefpannen, en als om ftryd, door honderde menlchen voordgetleept; de tretirkreeten der onderdrukking verdwynen, en de Zon der blydfchap befchynt den aardkloot, over eene Staatsgebeurtenis, die eenig in zyn ioort zal zyn: dan, om te toonen hoe groot de Sterrekundige invloed is, die de beide lente-en herfst-maanden op de byzondere levensperken van het menschdom gewoonlyk hebben , zo kan ik met eene volflagene zekerheid daarvan voorzeggen, dat men hiervan een ui'tfteekend voorbeeld zal zien gebeuren, van een'zeker buitenlander, die, overeenkomftig myne Aftrologifehe onderfcheppingen , in de lentemaand van het jaar 1786, door al te groote drift, den doortogt van een vorstlyke poort aan twee Staatsmannen willende betwisten, ter zaake van dien, tot een altoosduurende gevangenfehap in het tuchthuis verweezen zal worden, en in de herfstmaand van het volgende jaar 1787, daaruit, met roem, ontflagen, in zyne voorige eerherfteid, en, als een gevolg van den grooten Zegepraal, ter vergoeding van zyne ondergaane rampfpoeden , met eene ordentelyke bediening ftaat beloond ie worden; maar, of hy de twaalfde letter van het  ( M5 ) liet Alphabet aanvanglyk in zyn' naam moet draagen, kan ik niet beflisfen, terwyl de tyd dit best ontwikkelen zal. Het zal hier by niet blyven berusten , Meester Franciscus, want offchoon men van een' Timmerman wel een goed ruiter kan maaken , zullen zynetegenpartyders daardoor niet worden afgefchrikt, om hem van zyn gereedfchap te berooven, en vervolgends in de gevangenis te werpen, op de aanklagteu van zig tegen de bovendryvende faélie, met eerbeledigende woorden misgreepen te hebben; ondertusfchen zal de Planeetbevverking , in dit geval , weder blykbaare wonderen doen, naardien men deezen Timmerman, in de herfstmaand van 1787, uit den kerker zal ontilaan, zyn hamer en bytels wedergeeven, en hem van alle valfche befchuldigingen vry verklaaren: desgelyks zal, byna ten zelfden tyde , de vrylaating plaats hebben, van een gevangen gehouden Regent, wiens naam, zeggen de Planeeten , naar de Engelfche vertaaling, veel overeenkomst met een Mes hebben moet, invoegen dat. deeze braave man, met algemeene toejuiching, naar Madreel keeren zal, alwaar men hem destyds op nieuw het Burgemeesterfchap zal zien hervatten. Als heilzaame waatfchouwingen van oprechte vrienden in aanmerking dienen te komen, zo befchouw met geene onverfchilligheid, Meesier Franciscus, den vriendenraad die ik u hier geeven zal, naamlyk dat gy zorgvuldiglyk vermeiden moet, om , geduurende het netelig tydsgewricht van den driejaaiigen Orange-oorlog, u als een Pacificator, of Vredeinaaker optewerpen , terwyl by ondervinding zal blyken, dat tien Grenadiers mutfen , in het jaar 1787, meer zullen uitwerken , dan duizend bekwaame pennen kunnen doen; dan, inzonderheid behoor ik u te waarfchouwen, om zorge te draagen, van door waereldkundigmaakende gefchriften, het recht van één der twistende partyen noch te verdedigen, noch te wederleggen; trouwens het is onnoodig daarop zo fterk aantedringen, terwyl ik weet dat uwe manier van denken daarvan afkeerig is: myne vrienden de Planeeten hebmen my in den triumphboog der twaalf hemeltekenen doen opmerken, hoe ongenegen zy z\n van met hunne goedkeu- T nn*  C i4« ) ring te bedempelen, de talryke menigte Schotfchriften, die van weêrskanten in de dagen der ongelukkige volksrampen daan te worden verfpreid, en die nergens anders toe (1 rekken zullen , dan om het aangedoken vuur van tweedragt, onder de verbitterde gemoederen genoegzaam onuitblusfchelyk te maaken Somtyds ziet men in daatkundige gevallen verfcheidene lm* ken zamenloopen, die eene groote onderneeming begundigen kunnen ; en waarlyk,men behoeft ter onderfchraaging van dit denkbeeld, geen voorbeelden uit de aloudheid optegraaven, want wie weet, Meester franciscus, of er geene onvoorziene krygstoerustingen geduurende het jaar 1787 elders plaats zullen hebben, waardoor het ééne zwaard het andere in de fchede houden zal; als dit gebeurt, gelyk het nietonmogelyk is dat het gebeuren kan , dan zullen de Planeetklanken met verontwaardiging de volgende woorden uhbazuinen: Alliantkn wy tellen u niet booger dan ledige OesterJchelpen: de tyd, Meester franciscus, die, zo als ik meermaals gezegd heb,gewoon is wonderen te doen, zal,beter dan ik, u hiervan den fleutel aan de hand kunnen geeven: ondertusfchen ben ik van gedachten, dat een hoogaanzienlyk perfoon, in het jaar van den grooten Zegepraal, htt flachtoffer van de Staatkunde zullende worden , in zyne kluisteren met een gegrond recht van het onderdaande' toepasfelyk versje van een bekend hollandsch Dichter gebruik zal kunnen maaken: De Wysbegeerte was Boëtius ten troost, Toen by zig zag beroofd van goed en wettig kroost, Door Ostrogot, die hem in banden hield geflooten, Zo flrydig met het huis waaruit hy -was ge/proten: lk volg dien grooten man met onverfcbrokken moed, 'k Virlaat my op den tyd, die doorgaands wondren doet. Hoe zal het langer gaan, Meester Franciscus ? een dronke Muzicant, verzeld van twee ploerten van kaerels , en een paar draathoeren , die er als mosfelwyven uitzagen, komen by den avond met geweld myn huisdeur, die juist ogea;  C H? ) open ftond, inftuiven: Jan zegt, dat ik niet te fpreeken. was , en beval hun op ftaanden voet te vertrekken: dat volkje, het welk van de beste foort niet was, drongen, tegen wil en dank van myn knecht, in de voorkamer,zeggende dat zy den Toverdoctor L^/ewöw volftrektlyk wilden fpreeken , en my zo goed betaalen zouden , als de rykfte burger van de ftad ; hoe ongaarne ik myn1 tyd met foortgelyk onaangenaam gezelfchap verheet, was ik gedwongen om my aan hun terftond te moeten verwonen : ik vroeg hun, met een gramitoorig gelaat, wat zy zo laat aan myn huis kwamen doen? zeggende dat ik niet gewoon was,na zonnencndergang, aan iemand gehoor te verleenenjen dat, zonder onderfcheid van perfoonen te maaken, alle de geenen, die ondernamen my op zulke ongelegene tyden te bezoeken, voor het trekken van hunne horoscopen, in plaats van een' daalder, my drie guldens voor ieder perfoon betaalen moesten ; wy ftooren ons aan geen zonnenondergang ^eide de Muzicant, de zon fchynt by ons altyd als er oly inde lamp is ; maar terwyl ik dit plaifierlyk gezelfchap, tot uw profyt, hier gebragt heb Sinjeur, moet ik een vrye pas hebben , dat er ryklyk op overfchieten kan, en daar voor zal ik u met het fpeelen van een deuntje gaan vermaaken: hierop haalde hy onder zyn jas een viool voor den dag, en begon zo afgryzelyk te zaagen, dac my het hooren en zien daar van verging,zo dat ik genoodzaakt was, den Muzicant, op een meesterachtigen toon, te gebieden, met het fpeelen van zyn kermismuzyk optehouden; te meer toen ik bemerkte, dat de beide ploerten, gelyk ook de twee onbefchaamde Venuskinderen, die hun verzelden , al toedel begonnen te maaken om cp het rampzalig geluid van dit fpeeltuig, etn dans party in myn kamer aan te gaan. Myn ooguerk, niet zonder voorengaande tegenfporreling van dit woest volk, gelukkig bereikt hebbende, kwam de beste klugt nog eerst opdaa- • gen, Meester Franciscus, vermits de twee zwierbollen, benevens hunne doorluchtige minnaaresfen, volftrektlyk begeerden , dat ik hun ieder voor twee zestehalven per hoofd, een voorzegging naar hunn' zin moest doen, terwyl te Muzicant, Ta oni  ( 148 ) om zyne infclnkkelykheid te bstoonen, genoegen fcheen telcneppen, indien myne vrienden de Pianeeten hem voortaan yry gelag in de herbergen konden belooven:. geen kans ziende, door kracht van redenen, zo fchielyk van dat lastig gefpuis omflagen te worden als ik verlangde, befloot ik mvft wevlugt iot een" list te neemen, die, by geluk, volmaakt wei uitviel: want na dat ik den Doopnaam en Gebooj t -tyd van den doribgen Muzkant allereerst opgenomen had, veinsde ik, voor de leus, zyn Horoscoop te trekken, en daarna het woord opvattende, zeide ik tot hem, met een gemaakte blygeestigheid : Priend! over zeven jaaren zal de lootery « gefukktg maaken! de duivel mag zeven jaaren daarnaar wachten, want dan ben ik lang dood gezoopen, gaf hy al fpottende ten antwoord: ondertusfchen waren de vier andere onbefchohe perfoonen van zyn byhebbend gezelfchap, zo fterk overdie Plan eettaal getroffen, dat zy my ieder een' daalder aanboden, als ik hunne Horoscoopen met eenen evengelvken goeden uitflag trekken kon: Mundus vult decipi! Ik dm* vervolgends, onder die aangebodene voorwaarde,andermaal aan het werk, zonder dat ik van gedachten was om de regelen van myne kunst, ten opzichte van deeze Heeren en Da Tn yan.^ec franfche Pad , te baat te neemen , en myne Aürologifche voorzeggingen met allerhande flreelende fortuinitaaten gelardeerd hebbende, overhandigden zy my de bedongen zes guldens, en vertrokken zeer vergenoegd Niet lang daarna , Meester Franciscus , kwam de Muzkant my voor de tweedemaal bezoeken, zonder van iemand verzeld te zyn, vraagende een roemer brandewyn, die ik hem inicheiuen het; Sinjeur Ludeman! zeide hy, ik heb laate boven zal gaan, met een onverfchrokken moed, regen sLands bezoldehngen in het drydperk durven treeden: in gevalle het hier nog by bleef berusten, Meejler Franciscus, dan zoude men onwederfpreekelyk, in dit laade tydperkfchap van den Orange - oorlog, de onbeteugelde (lappen van muitzucht en dwingelandy , tot zulk eene onbegrypelvke hoogte niet zien klimmen, als waartoe dezelve, volgends myne Planeetbefchouwingen, geduurende het jaar j;\f7 zuilen genaken; want, behalven dat de meede der hooge'Raadsvergaderingen , door den geest van overdemming aangehitst , verwarringen onder het lichaam van de Rececrinff daan te veroorzaaken, zo hebben misleiden onze Voorzaaten nimmer beleefd gehad , dat de kanker der partyfehappen zulke diepe wortelen fchoot, om de pylaaren van het (taatsbewind, tot een tweegevecht uittelokken, gelyk myn Adroogifche waarneeming, de gebeurelykheid daarvan buiten alle bedenkelykheid (lelt: hoedanig vuur van tweedragt door fommige tolken van Godgeleerdheid, ?1 verder aangeblaazen zal worden, door een verkeerde gebruikmaaking van den invloed, welke zy doorgaands op de gemoederen van het gemeene volk verkrygen, zo dat zy,in plaatfe van, volgends den aart hunner leeraars bedieningen, hunne toehoorderen tot een pligtbetrachtende gehoorzaamheid, voor de bevelen van hunne wettige Overheid aantemaanen, zy zig niet ontzien zullen, allerleie oproerige redeipraaken van den kanfel uittebraaken , en door hun eigen onbezonnen gedrag het muitzuchug Volk in het harnas te jaagen: ik wil daar onder niet begrypen, Meester Franciscus, zodanige weldenkende her-  ( 153 ) herders, die door hunne voorbeeldlyke leer, wandel en Ievensvvyze, van de voorigen in gevoelens verfchillende, de algemeene achting van het menschdom waardig zyn ■ aldus geheugt my een zeker befaamd kanzeling gekonnen te hebben, die den roem van een voortreffelyk redenaar wegdroeg, doch aan wien men destyds, uit nydigheid, den haatelyken bynaam van Bloemmfirooier gaf : onaangezien ik wist dat deeze tweede Petrus, gerust op zyne Hofjiede woonde , zonder zig met myn Adrologifchen kraam te bemoeien, beving my de lust om de Horoscoop van dien letterminnenden man te trekken, en ik bevond uit de condellatie der Planeeten, dat hy zig in het jair 1783, buiten zyn fchuld, in een geval zal gewikkeld vinden, alwaar hy, als een fchaap tusfchen verfcheurende wolven daande , waarfchynelyk niet zonder levensgevaar den dans ontfpringen zal; het bywooren van een zeker wapengenootfchap in een dad, die de bakermat der Vryheidszoonen fchynt te zullen zyn, zal denkelyk daartoe aanleiding geeven,terwyl hy ,na door den bydand van kloekhartige mannen, nog tydig uit de aangrypende wolvenklaauwen gered te zyn, niet alleenlyk zyne huogklimmende levensdagen, op zyne aangenaame Hoffiede gerustlyk flyten zal, maar bovendien het genoegen genieten van aldaar de herdelling van een Nationaalen Erfvorst, vervolgends den grooten Zegepraal des jaars 17U7, te zullen bekeven. Gelyk de beste inftrumenten van den burgerdaat de zul* ken zyn, die, noch de eene noch de andere der landvernielende Cabalen toegedaan , daardoor het juk der volksrampen zoeken te ontvlieden, zo maakt, aan den anderen kant, de onmenschlievendheid het eigenaartig charakter van een Gproermaaker uit; met dit alles fcheppen myne Vrienden de Planeeten fomwylen behaagen , zulke verfchnkkelyke oproeren in den wolkenhemel te verwekken, dat "er veeltyds de grondpylaaren van den benedenwaereld geweldige fchokkingen door ondergaan: ik wil daarom geen borg blyven, Mee• fier Franciscus, dat alle foorten van ongewoone Planeetgistingen , zonder onderfcheid van tyden en gelegenheden, in V wel-  ( 154 ) welke die door de Jflrologisten zynde waargenomen , a?> onfeilbaare voorbodens behooren te worden aangemerkt, van aannaderende of onafvveerelyke lands- en volksplaagen, die het menschdom bedreigen: dat dit denkbeeld niet ahyd ma de ondervinding ftrookt, blvkt vervolgends aan eene Aftrologifehe ontdekking , wa:rvan ik het verhaal hier plaatfen zal: de Plar.eeten Mars en Sdturnus, op een'nacht dat de volle maan inviel, zamen in het hemelteken van èen Leeuw, een zwaar Irakeel gekreegen hebbende, veroorzaakte zulks, binnen weinige minuten tyds, zodanig eene ongemeene verdmdering aan het firmament, dat 'er het glansryk licht van de Planeet J.una, ten eenenmaale door beneveld geworden zynde, deeze vervolgends na den luchtcinder afweek, om desu ege zyn beklag aan de Planeet Sol te fdoen , die op ftaande voet de drie overige Planeeten in den Horizont ontbood, en met dezelven in den Triumphwagen, voörby de twaalf Hemeltekenen van den Zodiak heenen voer, om, waie het mogelyk, de onnatuurlyke bewolking, waardoor de iichiiiraalen van Luna verduilterd werden, gezwind te doen opklaaren: inmiddels had het krakeel tusfchen Mars en Satutnus zo fterk de overhand genomen, dat het daaruit gereezen oproer in de hemelzaalen klaarblykëlyk te belpeurtn viel, en my voor het uitharden van een nieuwen Planeetenoorlog deed duchten, wanneer britta JJeyer, naar myn Obfervatorium geklommen zynde, my, in het midden van die Afln loijifche naclabelchouwing onverhoeds kwam dooien , zeggende, met een onttleld gelaat, dat de groote fpie« gel,-hangende in myn gehoorzaal , van zeil gevallen, en in drie- en- twintig Hukken gebroken was : ik begreep aanftonds Meester Franchcus, dat deeze drie- en- twintig ftukken gebroken glas, by optelling, het cyffergetal van het jaar 3787, zamendellende, nevens de ontdekte Planeetverduiftering van Luna, een Turklchen kryg, met twee Luropifche Potentaten te beduiden had, en dat, door dit gelukkig toeval, de landen , liggende onder het hemelteken van den Leeuw, geduurende dat jaar nog vooreerst van vyandlyke isdiangen, zouden blyven bewaard, tot dat men in het opvol-  C i55 ) volgende jaar 1788, het vuur des oorlogs in verfeheidene oorden van Europa uit zyn {beulende asfche des te teller zal zien ontvlammen; hoewel de Planeet Mercunus, volvaardig om den oivftak aantebieden, dit onweder, na een korte poos geduurd te hebben , doen verdwynen zal, ten einde de kwynende koophandel en zeevaart, door den voordgang der woedende oorlogsvlagen, den laaiden doodsnik niet zouden geeven. Jammer is het, Meester Franciscus , gelyk beneca voje my aangemerkt heeft, dat wy veel te kort leeven om verfiar.dig te zyn, en geleerd te worden: maar het is, naar myn oordeel, vry meer te bejammeren, dat wy veel te lang leêven, om zulk een menigte zotheden en moedwillige yergrypinsen te begaan, als men het gros.van het.menschdom daeelyks ziet bedryven; indien wy onzen kortdondigen levenstyd wel wisten te bedeeden, zou niemand zig op zya ftertbed konnen beklaagen, dat hy te lang of te kort geleefd had, om dat alle menschlyke daaden, zedelyker wyze gesproken , haare beperking hebben , waaruit zy niet behooren te fpringen ; by voorbeeld , Klaas Loshart-, bedeeld met tykdommen , die zyne ouders hem nagelaaten hebben, doch die geen verdand genoeg bezit, noch iets geleerd heeft, om aan de burgerlyke maatfehappy nuttig te kunnen zyn, komt my op een vroegen morgen, na dat hy den gantfehennacht in de fpeelhuizen gezwierd had, het bed uitkloppen, verzoekende myne Vrienden de Planeeten te willen ondervraagen , hoe lang hy nog leeven zoude? zyn Horoscoop half knorrende getrokken hebbende, terwyl hy op een' doel in fiaap gevallen was, ontwaakte ik Klaas Loshart, om hem aantez'eggen, dat, volgends myne Adroloilifche bevindingen, hy te kort zoude leeven om goed te doen, en te laat zoude derven om geen kwaad te bedryven: Hat begryp ik niet, zeide Klaas Loshart; vervolgends tien ducaaten op de tafel werpende, waarvoor hy verzocht, dat ik de Planeeten andermaal wegens zyn bepaalden levenstyd zoude raadpleegen: dat is niet noodig jonge Heer , hernam ik, gelykty4lig het geld opdrykende, en ongemerkt in rhyn goudbeurs V 2 laa^  C ftf ) hatende gleien; weet,dat gy den ouderdom, van ongevaar zeide ik tot beduit, gyzult9 te midden van bet yaar .787, door uwe eigene roekeloosheid Jneuvelen, wanneer gy , aan het hoofd van eene gewapende bende vrybeidszoonen geplaatst, u in een gevecht mefbedreevene oorlogsknechten zult inwikkelen;en by die fcbermntzeling.docr blLZn g °P Vfirkeerde bed van eer den éét** «fo 1 J^V.et-J'aa,r 173<ï' nam myn praflyk als Geneesheer, byzonderlyk m den tak der waterbekyking, die tot de kennis der krankheden noodzaakelyk is, zo derk toe, dat myn v?n JJV? tWeC vfnrekken> alle morgen opgepropt waren van menfchen, welken met uringlazen naar my don den te wachten, zo dat, ik de meede voormiddagen, met het bezicnugen derzei ven, en het .gereedmaaken van medicamenten doorbrengen moest: op zekeren dag, dat myn huis met zulk ilag van Patiënten ongemeen vol gelopen was, ontdekte Ut een jongen, van een uringlas voorzien, die door al het volk heendrong, en my vervolgends een toegezegeld briefb in de hand dopte, waarin een ducaat beflooten lag; hetzelve icnielyk nagelezen hebbende, vond ik daarin geene andere woorden gefchreven, dan de doopnaam en de geboortetyd van de perfoon, wiens urin ik bezien moest, en wiens Homemmen verlangde dat ik trekken zoude:na dat ik het eermet oplettendheid verricht had, fchreef ik op een klein' dnk.  ftuk 'papiers, dat de Patiënt buiten levensgevaar was, maar echter, ter herdellinge van zyne kwaal, zig van daaimidde'en behoorde te bedienen; doch aangaande de Horoscoop, dat men dien namiddag daarvan nader befcheid kon bekomen, om dat myne volhandigheid niet toebet, daar eerder rhvn werk van te kunnen maaken: byna zes weeken waren 'er verlcopen, Meester Franciscus, zonder dat ik eemg gevolg van deeze zaak gewaar werd, weshalven ik my weinig bekommerde aan dit geval meer te denken, ineen tyd dat ik door myne Aftrologifehe bezigheden, tot andere onderzoekingen afgetrokken werd:het is my ontfehooten,of ik na verloop van dien tyd, door een mondlyke of fchriftlyKeboodfchap aangezocht ben geworden, om my op een bepaald uur naar zeke? Coffyhuis te begeeven, alwaar ik iemand , gekleed in rouwgewaad, draagende een witten zakdoek in de 's linker hand,vinden zoude, die my noodzaake yk fpreeken moest; maar dit weetik, dat ik voorbedaohtlyk verzuimde aldaar te ver.chynen , aangezien dergelyke geheime boodfchappen van onbekende perfoonen , my altyd bedenkelyfc voorgekomen zyn: het gebeurde den zelfden dag dat ik in het Coffyhuis geroepen was, terwyl ik met Britta nog over het middagmaal zat, dat Jan my de komst van een Heer in het zwart gekleed, kwam aandienen, onder byvoeging, dat hv zeer toornig fcheen, en hem fcherp belast had te zeggen , dat hy my op ftaande voet fpreeken moest; doch Britta, mv van het onaangenaam bezoek van zo een asfuranten knaap willende ontlasten, befloot hem.koeltjes aftefcheepen, onder voorwendzel dat ik uitgegaan was; hoe weinig du onwaar* fchynelyk bericht fcheen te ftrooken, met het befcheid dat mvn knecht hem gegeeven had, liet hy zig voor ditmaal daarmede paaien, zeggende, dat hy dien avond tegen zeven uuren wederkomen zoude , vermits de zaak waarom hy gekomen was, geen langer uitftel konde lyden. In plaats van hem aftewachten, befloot ik, den avond by een goed Vriend te gaan doorbrengen, eu Jan myn kneent den post van Ludeman te laaten bekleeden; doch terwyl wy vreesden dat het bedrog ontdekt zoude worden, om dat de  C 158 } onbekende bezoeker hem bereids gezien en Oproken h ander uitvinding gebruik te maak tef ^ ™ kwaam om door Jde vruchtbaarheid van l aL'en leest n'uv" geloofden, dat mt^^XThT^ fi& opzet poogde te ontraaden , moest het echter zynf L„* gaan, onder beding dat ik zo Uns in een II ■ A ë zoude verfchoolen blyven, tot dat zv hiïrWe.kIefrkasc had, en met verbod my ni« eer te mo S 1 Ult^M zy ik bemerkte, dat J^kï^iéHM gends deeze beraaming, plaatfte Britta, alduïverkïéëd t m myn' armftoel, vlak voor de Êhrvft frf I m 5 lg naar myn ichu.lplaats begaf te4ndenSLV"^ ? jvKten dat Aulius, ^SX^SS&^^. ftond wedertekeeren, en die by zyne aankom.ï j « 7 met veel haflykheids, door n$ k^'S^Ï^?? kamer, door zes brandende waschkaarfen verHcht zvnd2 werd geleid: Alexius, de vrouwlyke AftrokVhT g™Si een Praalgewaad ziende zitten bekeek h»»r « ' k veel verwondering, a^^y^^*^ eenige Happen voor en ach'terwaards doend = bleefeen™' ruimen tyd fpraakloos, tot dat men hem ten laaien hoi?' ludeman, of een ander die ik hier voor *y 1L1 ,f *f« *»#«., Mynhee, 4b ik altoos geweest leT'^Jt met onaartig ten antwoord: dan moetik ^gTdaFJvhZT «g veranderd zyt, yg*r/ * maallat ik ^lIn t hms van myn' oom zag, zeide alb/mk. ? / vroeg /Wver^ dat moerde hy te gemoet: C^T^IS^^  ( »59 ) drie karen kunnen een mensch or.hdenkelyk veel veranderen ,voJaamlyk door tnyn Apologisch pronkgewaad , bet geen & zeiden aantrek dan op een Flaneetenfeest: hu hgryp ik 'den kr.oop, hervattede Alexius, meteen glimlach, want de Léren:zegt men, maaken den man, en zonder deeze utttXg> ik u waarlyk nut gekonr.en hebben , Mynheer luönf man; maar, vervolgde hy, gy hebt door de waterbehkivg misgeraaden gehad, toen gy, zes wecken geleeden, Zl' hoeder liet aanzeggen , dat hy zig buiten levensgevaar helond , en door Jlaalmiddde-i geholpen moest worden; want t is ~es dagen daarna overheden , en wy hebben door dit [Lfeeval veneeten, de fcbrifüyke Horoscoop, op zyn tyd, tVLn afLaltn: Ik Urn niet helpen dat uw broeder gdlorven c zéde Britta tot hem, vy had zeven kleine jteentjes in de nieren , die ik door de (laahmddelen zoude weggedreven hebZn als hy van myn raad gebruik gemaakt bad Na oeeze S onvermaaklyke .woordenwisseling, che my mde kleer.. ïnsc wakker de lever deed fchudden, kwam het fraairte van de Hiftorie eerst voor den dag, nademaal Alextus zo 'fterV aanhield, om de Horoscoop getrokken te hebben, van dl uerloou wiens doopnaam en geboortentyd men my opgegeven had, dat Britta , ondanks zy daar niets van wist, genoodzaakt was zulks te doen: gy zult u gemaklyk kunnen verbeeld-n, Meester Franciscus, hoe ik in myn vuist lachen •roest over de verlegenheid waarin zy haar ter dier gelegenheid bevond; want, behalven dat haare voorzeggingen fan noch wal raakten, zo had zy by nvstastmg een getrouwde Vrouw voor een Vryfter genomen, waarover /Jkfffs zo cebelgd werd, dat hy den vrouwlyken dfrojogtst, oi bever feu gewaanden Ludeman voor een fchobbejak , en een domrnènSezel uitichold , en daarop, zonder betaahng, wilde ver rekken ; doch Britta, haar vlug verftand te baat neemende, ftampte met den voet, zeggende dat zv eén van haare Planeetgeeften te voorfchyn zoude doen komen , die hemzin vermetel bedryf duur betaald zoude zetten; jrittte**. Akxius zw.ere etter en bloed, wanneer hy my nu de kleérkast zag komen; maar my terftond voor den rechten Lude^  C ifo ) wan gekonnen hebbende, kon hy zig niet bedwingen over de grap hartlyk te lachen: ondenuslchen Meester^Fralckcm werd alles rasch gefchikt, zo dra ik hem de fchriftlvke Horoscoop ter hand ilelde , van Mevrouw zyn fchoonzus daVik de^ f in2" T,eken kl3ar gele^en ^SSSSSt nat )k deeze jonge Dame toenmaals voorzegd had dat bmnen een maand tyds weduw zoude worden en onge- vaar denie„ maanden d henrouwen moes\, met efn' man, die een aanztenlyke daatsbediening, vó'r, en sedtm- C;eJe; O, ange-oorlog, bekleeden zlu ; maar die zyn amc by den grooun Zegepraal van het jaar W, vrywilh" wederleggende, Z1g naderhand, niet zoude ophouden m« vliegen te vangen, hoewel zy buiten het geval wa van zul ke tydperken te zul'en bekeven. ^^t^111010^1"0^^'^1' Meester Franciscus, heeft veel lerf^r mCt £en toverIa«aarn, die in het'donker a krleie raare voorwerpen vertoont; gisteren nacht dat 'er geen Adrologifche ontdekkingen te maake« viekn! zag ik in denze ven, een gekroond Vorst, misnoegd over een eerkwetzende vrouwehoon, het hoofd fchudden, en een be. ^aTÜ^a9 jaar **7 §elden Zal? & Zag vervol ontf e"Kd0fUCht,g oorl°gshe^, in een reiskoets flappen, ?Z« ? geb'ed °ver een leSer van gewapende krygsbemidde aars te gaan aanvaarden: ik zag verder, met geen minder bevreemding aiS aandoening, een gdaarsden Dorppredikant, d e zo bang als een /^/fcheen, ter zaake van een muitzuchtig gedrag, waardoor hy de trompet van oproer geblaa- SLr\ 'mL y%geVangen/ °Pbre»ge» : wat zal ik meer zeggen, Meester Franciscus! myn Adrologifche fpiegel ver- Z PC,my' mtïet mfchiet' een afgedwaald CapJletje, die een Pol van Madame de folksflem worden zal, en over de fchennis van het oorlogsrecht, zig in de noodzaakelykheid zal bevinden om, by den aanvang van den grooten Zegepraal, m gezelfchap van eenige fchuimbekkende Adelaaren , tot op een brandenden^ te vliegen — Onraad! Onraad! Meester Franciscus, het fpookt in myn dudeerkamer! de geipenzen doen alle myne boeken uit'de kasten rollen; wat kan  kan ik het helpen, dat 'er nieuwe kerken zonder torens ge bouwd zullen worden.? het is immers myn fchuld niet,dat een patriotfche inuifmoltn , wegens de onvoorzichtigheid van zyn dollen meesier, door de vang loopende, in den brand geraaken, en de halve Eigenaar derzeive, uit krach der wet van wedervergelding , zig van een' Majoor te paard, in een' bedelaar te voet herichept zien zal? IS een gy hebt or gelyk ! — - ik weet het beter! nooit zal dat gebeuren! ja maar Ludeman is zo gek niet als hem zyn Planeetmuts wel ftaat! — wat wil die wartaal toch beduiden Meester Franciscus V hoe! Jan myn knecht houdt de vinger op den mond , tot een teken dat ik zwygen moet, en doet my begrypen, dat 'er volk in myn voorfalet is; terwyl myn huishoudfter Britta, onder een uitfchatering van gelach, een fchotel gebraaden appelen op den grond laat vallen ! Indien de welvoegelykheid het toegelaaten had, om destyds myne Vrienden de Planeeten te raadpleegen , zou ik geen oogenbiik in beraad gedaan hebben, om naar myn Obfervatorium te klimmen, en hen uitduiting van deeze onbegrypelyke malligheden aftevraagen : onderwylen werd ik eensklaps van myne kortftondige overpeinzingen afgetrokken , door het gekerm van een vrouweitem, dat ik in myn voorkamer hoorde, en ik begaf myn aanftonds derwaards , om de oorzaak van die treurgalmen te onderzoeken: onuitfpreekelyk was myne verwondering, aldaar een vrouwsperfoon, ongevaar 40 jaaren oud, plat op den grond te vinden liggen, omcingeld van drie andere menfchen, die my ten eenen maale onbekend waren; ik vroeg wat die vrouw fchonte ? een jong meisje, daar tegenwoordig, verhaalde my , dat haar moeder, een Prophetesfe uit Egyptenland, die voorleden jaar, met een troep van zogenoemde Zigeyners hier te Lande gekomen zynde, wel meer gewoon was , in foortgelyke geestverrukkingen te vallen : kom aan , zeide ik , wy zullen Mevrouw de Prophetesfe rasch van haare bedwelming dqen herkomen; en daarop aan myu' knecht bevolen hebbende, X eet*  ( 16a ) een glas fterke liquer, van myn maakzel, binnen te brengen , geöood ik dat men haar dit moest doen inzwelgen: zo dra ik befpeurde, dat de Egyptifehe Vrouw, door het gebruik van dit krachtig geneesmiddel, herkwam, en tot bedaardheid van zinnen geraakt was , verzuimde ik niet Van haar te vraagen, welke groote zaaken zy werkelyk te propheteeren had? zie hier Meester Fra icïscus , het oproerkelyk proefftuk , dat zy van haaren voorzegkundigen geest gaf, en dat my overwaardig fchynt alhier befchreeven te worden. Na dat de Heidin my verzocht had, een emmer fchoon water in het vertrek te doen brengen, zag ik dat zy daarin een poeder wierp , die het water terflond vla nbaar deed fchynen; voords Mom zy op een'ftoel, wendde zig naar het oosten, en na haar aangezicht met beid. haare handen bedekt te hebben, begon zy met eene ontzich'yke item a dus te fpreeken „ !k , Beatrix Bar ia M'e't, afkom :lig „ van een voorouderlykZigeynets gelLcht, uit Egxpteniar.d, doch by toeval op St. Hubertsnacht geboren^ in de wil,. dernislën van B.hen.en, daar, federt de ombrenging van Jerunimus van Praat*, de wykplaats der Toveraaren, en „ de veilige fchuühoek der firuikroovers, beter dan elders „ te vinden is, durf openlyk voor alle volken van den Aard„ bodem verklaaren, dat ik federt een derttgjaarige ömzwep„ ving, door veifcheidene Landen van Europa, Jzia en „ Jfrica, zo verre in de Negromantie, of Zwarte kunst „ ben gevorderd, dat ik, onder behulp van de Lesfen van „ den befaamden Tresmagistes , onfeilbaare voorzeggingen „ van al\e waereldfche gebeurtenisfen kan doen ; waarom „ ik, Beatrix Barta Meeli, het boek van Tresmagistes, ge- naamd, De Mundus, opengeflagen hebbende, met al zulke „ groote zekerheid als men het water in deezen emmer ziet „ branden, kan propheteeren, dat het Land der Belgen, op „ het einde van deeze eeuw , zeven ftruikroovers jaaren zal ft moeten ondergaan, geduurende welken de wetten zwy„ gen, en de overheerfching, en het geweld, aldaar op den troon  C 163 } „ troon zitten zullen ; waaruit dan fpruiren zal , dat, zo „ wel zy, welken uit een blinde zucht van vadt-rlandslief, de, tot de omkeering van de wettige Regeerings-coniti. , tutie liaan aangepord te worden, als de zulken, die met „ een boos opzet, ot uit fnood belang, daartoe de voor„ naamüe medehelpers zullen zyn, de flagtolTers van hunne ,! willekeurige vergrypingen zullen worden: myn geest ge" tuigt, naar het voorfchrift van de Negrommtie, gehaald „ uit het boek, De Mundus, dat na de opklaring van deeze „ donkere {laatswolken, dit Land weder tot zynen voor„ maaligen welvaart, magt en luifter, geraakenzal; en dat „ in het jaar 17.IM , de wonderbare gebeurtenis moet voor- vallen van"... hier tuimelde Beatrix, Bar'a Moeit van den itoel, en viel plotslings in den emmer met water, laatende my in de uiterile onfteltenis, over de bovennatuurlyke wyze van haare verdwyning. Geduld, Meester Fia^c^scus! ik moet wat adem fcheppen, want de fchnk zit nog in myne beenen; al wederom wat nieuwsl myne \ rienden de Planeeten gelasten my een Ajiiokgijcbe Courant te fchryven, die twaalf jaaren duuren moet: dat werk zal waarlyk niet gemaklyk zyn, om dat ik bepaald ben deezen twaalfjaarigen courant met het jaar 1788 te beginnen, en met het jaar te betluiten; ondertus- fchen my, ten dien opzichte, naar de bevelen myner zeven Luchtpatroonen willende fchikken, zal ik u op zyn'tyd de manulcripten daarvan in bewaaring geeven , onder bygévoegde verklaaring, hoedanig ik begeer dat gy met den uitgaave van deezen 'tfirokgijeben Cou> ara, na myn overlyden, handelen zult. Ik vergroot de zaak niet, Meestér Franciscus, als ik tot lof van myne kunstgeheimen Heilig verzekeren kan , dat een Aftrologisch gezant, by fommige ongewoone luchtvellchynzelen, doorgaands meer werks órtmoet in zyne Planeeibefchouwingen, dan een Minister die aan een buitenlandsch hof tefideert, in zyne ftaatshandelingen te beurt valt; Staatkunst en istemkunst, hebben in haare grondbeginzelen, ten X 2 aan-  ( 1*4 ) aanzien van haare ontdekkingen, veel overeenkomst met elkander; doch het onderfcheid bedaat daarin, dat men door middel van het eerde, het beloop der cabinetszaaken voor de volgende tyden niet wiskundig doorgronden kan, daar men, in tegendeel, door behulp van 't laatde, de toekomende gebetmenisfen wat verder vooruitziet, of ten minden de waarfchynelykheid daarvan, op het gezach van Planeetkundige waarneemingen , gisfen kan, hoewel ik daarom geene voldrekte onfeilbaarheid aan allerleie Adrologifche Voorzeggingen, raakende de ondermaanfche wisfelvalligheden wil toefchryven: dit doet my denken, Meester Franciscus, dat een bedreeven daatsman , te gelyk een kundig Aftr0logist zynde , wonderen zoude kunnen bedryven , in zodanige hachelyke tydsgewrichten , daar de begrensde daatkunde menigmaal te kort fchiet, om zulke geheimen te onderfch?ppen, welken tot het gelukken zyner oogmerken noodzaakeïvk zyn. Men behoeft zig niet te verwonderen dat een Wonderlicht, in welken deeze beide groote Talenten zullen zamenloopen, reeds geboren is, en daarvan , geduurende den < ^range-oorlog, doorllaande proeven zalgeeven; ik verzwyg zyn' naam, fchoon myn Adrologifche fpiegel zyn perfoon aan my kenbaar heeft gemaakt; behalven dat zyne roemwaardige kundigheden,ter onderfchraaginge van het wankelend daatsgebonw, hem in het jaar i7toc den hoogllen toppunt van volmaakt. „ heid gebragt hebben: het grillig jaar ,n? y zal u een ruiui " \a ver}chaffen 0,11 door Aftrologifehe waarneemiii«èn „ vulftaande blyken van uwe gadejooze bekwaamheden in „ de fterrekunst te kunnen geeven, dat is te zeggen om „ de waare van de valfche vryheid te onderleiden , bv „ een vok, dat zig zelf onder de puinhoopen van zyn ei" ?"«eIuk1ken zal wil,er' begraavcn :• ongeloovelyk zou H ik de ftaatsgebeurtenisfen aanmerken,welken geduurende dat „ jaar hier te Lande zullen voorvallen, indien het Planeet„ compas my daar niet zonneklaar van overtuig hadigmo, „ te mannen zullen buitelen; de Regeeringsform, eene an,, dere gedaante verkrygende, zal zig i„ het opvolgende jaar " U a\-r ontmaskeren ; en wat dunkt u, wtardfo. Gunltehng onzer zeven Luchtpatroonen! van het drienl „ der ftaatkundtge mirakelen des jaars l?9, , waarvan ,k „ noch gefproken heb, noch fpreeken wil ? Let op de „ i^ooditer die boven het Hemelteken van de Balans be-' „ zy^en den Zodiak dryft , en gy zult ontdekkingen „ doe„, die alle menscblyke vooruitz.chten te boven ga°m „ ik ben enz.' fc üb/ervato> ivn, om de zaak waarin my het noodig licht ontbrak, wat n.der u,ttepluizen; na^yen diepe groetingen aan myne Vrienden de Planeeten te hebben gedaan, verzocht ik de verklaaring van fommige dubbelzinnige geheimen, welken inden volgeeih gen  «en brief van myn' kunstgenoot opgeflooten waren : janftramme, Meester L;a>cïscu- ! hoe nuchteren ftond ik optekvken, toen dit v^nerabel zevental Firmamentbewooners, my eeu L'.chtperkamem vlak voor myn Tetosaop vertoonden , waarop, in bloedkleurige letteren , de navolgende orakelfpraaken gegraveerd ftonden , en die zy my gela-tten , ten befluite van deeze myne ooüdmyn, de hlemh ƒ myner Kunst geheimen ,naar den Aitrologilchen fmaak, te moeten opfehikken. Onu'.tfpreekelyk , onbefchryvelyk , oververwonderlyk , cnbcgrypelvk, ja byna ongeloovelyk, Meester Franciscus, waren 'de ontdekkingen die ik uit de Baleezing van dat Lucht' pefkamént haafdé, en die voorzeker by een ervaaren Aftrologtst, die op zyn laatde beenen loopt, een uitwerking moest hebben, de kreeft der allerfterkfte purgatie te boven gaande; de eerde woorden van het Lucbtpérkamènt, behelsden: wy zeven doorluchtige Planeeten, aan den Hemeltrans verga • derd, falut! Dat laatde woord ,/alut, was een louter complimentje , daar ik niet veel zin in had, om dat ik, volgends de Adrologifche kunstgebruiken, verpligt was myn Pla>eetmuts daarvoor afteneemen: vervolgends las ik deeze opmerkelyke zaaken — „ doen te weeten, dat wy, federt eenige honderd jaaren, uit de gisting van den Zodiak, van verre voorzien hebbende de verregaande onlusten en volks" beweegingen , welken uit nietwaardige beginfelen , by de Batavieren, zullen ontdaan, en, geduurende de jaa* ren 1785, 1786, 178.7, aanleiding tot een zogenoem', den Orange-oorlog daan te geeven, uit krachte van tm,\ ze onfeilbaare wetenfehap goedgevonden hebben te ver\\ klaaren, dat, hoe zeer, aan den eenen kant, by onder„ vinding blyken zal, dat 'er onder de talryke fehaare , „ beftempeld met den naam van Patriotten , verlcheidene „ oprechte en weldenkende Vaderlanders gevonden zullen„ de worden, welken op dien tyd ten onrechte in bet be, erio vallende, als of 'er een Coalitieparty daar te Lan'' ö e ,, de  ( ■ i68 ) „ de plaats had, waardoor sXands Erfvorst met de \x\ür>. „ craatsgezinden zamenfpannende, het beste gedeelte vaa den „ nationaalen Burgerftaat , in deszelfs voorrechten zoude „ zoeken te onderdrukken; zo zal, aan den anderen kant, „ voor zo veel ons toefchynt, uit al zulke haatelyk wan„ begrippen geboren worden,de oorzaaken, den aanwasch n en voordgang van eenen burgeroorlog , welke het Ge„ meenebest verwoeden , en met een geheele omkeering „ bedreigen zal; zodanig , dat daaraan grootendeels zal „ toetefchryven zyn, de bloedlbrtingen, plonderzucht, en „ geweldaadige afzetting van de wettige Regeering, welke „ noodzaakelyk daarvan de gevolgen zullen weezen: wy Planeeten, deel neemende in al het geen de welvaart „ van het menschdom betreft, verklaaren vervolgends, dat „ in het Jaar 1-87 , de donkere onweêrsvlaagen deezer „ eisfelyke volksberoeringen zu len verdreeven worden , „ door een meesterlluk van Staatkunde, uitgewerkt, door „ de fchranderheid en het kundig beleid, van het pronkju weel onder het Vordinnefchap der tegenwoordige eeuw; „ een meesterftuk, dat onder het bygelovig Heidendom, niet alleenlyk het vergodenfehap zoude hebben wegge„ draagen, maar dat, bovendien, aan het vaderland der „ Batavieren, zyne oorfpronglyke vryheid, luister, magt, en wettige Regeeringsconditutie weder bezorgen zal, zon„ der dat eenige onnozele, onkundige, of misleide in bore„ lingen, door het betoverachtig blanketzel van een klater„ gouden Volksdem , tot de dwingelandy van het vloekver„ wanrfchap overgehaald , de allerminde ftrafoefening of „ wraakzucht, ten aanzien van hunne wanbedryven,te duchten hebben , die de eer en roem der Vordlykheid zoude kunnen ontluisteren " Ziedaar, Meefïcr Franciscus, den inhoud van het Luchiperkament, dat myne Vrienden de Planeettn my in de Hemelzaalen vertoonden; ziedaar de taak van myne Kunstgeheimen, in dit opzicht volbragt: gy die u nog in lipt land der levenden zult bevinden, alsaie drom van volks  C ) volks dolheid zal uitharden, zult alsdan best bekwaam zyn, ■daarvan een verflaanbaaren fleutel te ontwerpen, terwyl ik, bedolven onder de fchimmen, daarom niet ophouden zal te blyven, uw Vriend, enz. O EINDE. (*) Aanmerking van- Meester Fra.hciscus -— ,, De fleutel op dit werk, heb ik, volgends aanbeveling van DoEtor Lode» " man» opgefteld, zodanig als de aart der zaaken, de omftandighe" den die ik bygewoond heb, en de noodzaakelykbeid vorderden, orrt " aan fommige duistere vernaaien, en cnarakters van ongenoemde per. " ioonen meer lichts bytezetten; die Sleutel thans ter drukpersfe zynde, ' zalik , benevens de beide laatfte overheerelyke werken van deezen vermaarden Aftrologist, getyteld ; Kroonwerk ; of laatfte Ezuwlazuin ; en de Boeren • Geneesheer; of, het vrolyk Hospitaal van den Landman, ie1 der op den aanbevolen tyd, naamlyk in het aanihaide jaar 1788, door " den druk waereldkundig maaken; als onder welke uitdrukkelyke voorl, waarden myn overleden vriend JAtdtman,my de beide laatstgenoern„ de werken nagelaaten heeft." 1  KORT BERICHT wegens db beroemde TRIUMPHZAAL van ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; o f, DE NIEUWE SPIEGEL DER WAERELD, van den alom vermaarden AJlrtlegisi, LUDEMAN; welk overheerclyk werk , vervat in twf.e deelen, by den uitgeevcr deezes , en verder in alle de Steden, by de meeile Eoekverkoopers, afgeleverd wordt, voor / 3:—:— KD)at het overheerclyk werk , getyteld, t r Iü m p h z a:a t van a STRO LOG i! cue VOORZEfiGIMCF.N j of , de nieuwe spiegel der waereld , van den alom vermaarden AJlrolo'* gist ludeman , op zynen uitdrukkelyken last verzegeld, en in bewaaring van Meester FranciscKs gebleeven, om eerst 30 jaaren na zyren dood waereldkundig gemaakt te worden, in het algemeen bclchouwd, niet alleen een meesterfluk van de kunst is; maar in het byzonder vertoont, een echte en merkwaardige gedenkzuil van 'smans kundigheden in de AJiroïogie, en het trekken van den Horoscoop; ontwikkelende alle de geheimen en verbaazende geb^urtenisfen, byzonderlyk de zulken , welken tot de lotgevallen van ons beroerd Vaderland betrekking hebben , die by den aanvang van het Wonderjaar 1788, tot het midden van den jaare 183T, ftjan voortevallen , en die elders niet te vladen zyn, is reeds algemeen bekend. Dit  KORT' BERICHT. Dit keurig fchouwtoonecl van Aftrologifehe Voorzeggingen, geen trompettengefchal van lof ter aanpryzirsge benoodifed heb?bende, bevat, behalven een welgetroffene befchryving der Bette Waereld, verbeeld in het verhaal van de merkwaardige Avantuuren van den Hollandfchcn Solon, onder meerandere Planeetkundige onderzoekingen, die het jaar 1788 betreffen, deeze ge. wigtige zaaken: als, het %'ederkeeren van een" in de retraite geleefd hebbende Prins , in zyne oude zetelplaats hier te Lanie; de voltrekkin" van het huwelyk van een mtionaale PHnfes; de affclnffing van de Pynbank in de Vereenigde Nederlanden , en de oprichting viiri een nieuw Koningryk in Europa: vervolgends de geheime waarneemingen van de groote Staatsomwentelingen, die in het Wonderjaar 1791 zullen voorvallen, bekleed met eenige Aftrologifehe proeven, raakende de geweldige fchok, welke het Genbotfehap der Vrye Metzelaaren, geduurende dat tydvak, in fommige hnd-1 ftreeken van Europa, waarfchynelyk zal ondergaan, met by gevoegde Prognofticatie van de luifterlyke herftelling deezer loflyke Orde, by den aanvang van de Negentiend; eeuw; doch het geen een bekoorelyk fchildery voor het oog van den lezer uitlevert , en tevens een grootsch denkbeeld van dien onnavolgbaaren Planeetbefchouwer doet opvatten, zyn inzonderheid de vrnlyke en vermaaklyke brieven, met de daartoe betrekkelyke Horcscoopen, waarmede dit rykgeftoffeerd werk zo kunftig doorvlochten is, die de naleezing daarvan overwaardig maaken, en niet minder,door de behaagclyke ftofverwisfeling,de weetgierigheid, zo van zyne Kunstgenooten, als van de talryke beminnaarea zyser gefchriften , uoodzaakelyk opwekken moetne ;want, zonder breedfpraakingtegewaagen van den grooten fchakel des gthtims, waarmede dit voorzegkundig tafereel pronkt, en die meereadeels de nog voorhanden zynde verbaazende ftaats- en oorlogs«evallen ten onderwerpe hebben , zo vindt men daarin eigenaartig gefchetst, de charaöers van Brutus Batavus, Stevelette Katryn, en verfcheidene andere beruchte perfoonen, welken in deeze tyden gefigureerd en uitgemunt hebben gehad: even gedenk. waar-  KORT BERICHT. wjarcig zyn deszelfs fraaie verhandelingen , over de opeenffapeling der gelukken en ongelukken onder het raenschdom i over het kyvende gelyk en orgelyk, tusfchen gehuwden ; over de boe renverfianden, en over de kunstgreep^ der ielvke vryfters- het verhaal van eene niet onaartige ontmoeting, meteen reisgezelfth,p van eemge Heeren en Dames, i0 een Postwagen, waarin Dofa Ludeman zig als ylftrdogist onf maskert, bewysc volkomen de fchranderheJd van zynen geest, en de uitgelekte kundigheid m zyn beroep , waarom het aan deeze kluchtige Hiftorie vlet,6 aanSenaaniheids *W eindelyk fpannen het Vierta nachtbefchoumngen, ten befluite van dit werk, de kroonterwyl de geestrykheid, ten opzichte van Planeetku dige Voor' zeggmgen, daarin zo fterk doorftraalt, dat mcn merkeiyk aan de zaak te kort zoude doen, in gevalle men hetzelve,by wyze vaa Utttrekzel, aanpryzenswaardig wilde maaken.