• ' r D JE - -   D E DEMOCRATEN. T- D E E L. Te A M S T E L DAM, % J- A. C R A J E N S C H O T, 1796 — 1797'   DEMOCRATEN.  OP HET TITEL - VIÖNET. In Neêrlands jongst gevaar, Bracht Deugd ons by elkaêr: „ Gaat — (fprak zy) — en verweert „ Uw erf, dat uitgeteerd, „ Reeds naar den afgrond fnelt. „ Spreekt moedig, en herftelt 1 „ Het recht der Burgery; /„ Verdelgt rf»vDwir.^||ndy. _ De bloodriart fchuitt of vlucht; ,, De lieve vryheid zucht; „ De Belg, dien naam onwaard, ,, Van de oude deugd ontaart, „ Zwygt, werkloos; — zyne hand „ Onttrekt zich 't Vaderland. „ De heerschzucht wet haar dolk; „ De list misleid het volk, „ Welks woede vlammend ftygr, En telkens voedfel krygt!!...." Hier zweeg ze en rees omhoog! Nu bjonk uit aller oog Een ftraal van fieren moed; Nu bruischte ons Neêrlandsch b!oed: En (Iraks voert ons de Deugd, Uit de armen van de vreugd , Terwyl een noodftorm loeit, De felle blikfem gloeit, Der golven woest geklots r - Beftorj»tsden w^ten..rots, .. ... Van teene-kalmê- reê, Op eene ontroerde Zee, In eenen ranken boot, Ten prooi'c nan nood en dOOd. Daar, in het ver verfchier, Waar gy dien Tempel ziet, Met hemelglans omfiraald _ Daar, waar de vryheid praalt, Daar, — aan die kalme kust Alleen, zy onze rust! Daar landen we eenmaal aan, Of zullen hier vergaan!!! D. D.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAKEN. A, dlccep latten voor buitenlandfche rekening , derzelver fchadelykheid voor onzen Koophandel aangetoond, N°. I7.p. 135, Zie vertier, buitenlandfche Geldlichtingen. ASte van Conftitulie. Zie Conjlitutie. Agioteurs. Zie Roofgedierre. Algemecne Stellingen, grondbeginfelen ,en belydenis der de, mocratrh. N°. /. p. i—8. Zie verder Democraten.— Alliantie en .trafbat vas vrede niet de Frasfche Republiek afgekondigd 16 May 1795. heuchlyk voor den waren beminnaar van zyn Vaderland , waarborg voor zyne Vryheid. N°. 3. P. 17. Alttreeren ,Amplieercn. Definitie dier woorden N°. 30. p. 119. Amalgamalie der fchulden en invoering van algemtene en geJykdragende belastingen, gemaklyk daarteftellen en intevoeren. Ongelyke verdeeüng der Lasten over gelyke Leden der Maatfcbappy , ecne fchreeuwendc onrechtvaardigheid ; de mOBglykheid om door ons gehtel GemeenebesrdfizelfJe Lasten imevoeren , en alle kosten en fchulden der negen byïomlcrc U«»a„ In ccue eeiilüc u.ciia.mi5™, nnngciuunil j voorbeelden des wegen uit de inrichting deaelve in Engs. land en Frankryk opgegeven. Vragen daaromtrent opgelost, en advis van den burger Reprefentant Viiringa over dit onderwerp vrcderlcgd No. 27. p. 201—208. Amjteldamfche Antirevolutionaire Predikanten , verklaring van dezelven gevorderd; tegenverklaring van dczelven, daar op gevolgde fiifperfie., en by die gelegenheid , het gedrag der Nationale geestelykhcid getoetst No. 8. p 57—64. Jmflcldamfthe Proclamatie van 11 February 1795. Otnfcntyving van dezelve. N°. 30. p. 229. Anecdote van verregaande onverfcliillig! eiJ en fpeelzucht, uit Amflelüam , N°. 2, p. iö. van voorbeeldeloze tegenwoordigheid van geest, uit Schild,:, N°. 3. p. 24. merkwaardige advizen in den Raad van Harrayvaria uitgebracht. N°. 6. p. 48. Verhaal van het in den raad van llarrcvarra voorgevallene over de woorden Vryheid, Gelykheid, en Broederfchap. P>°. is.p. 144. E. 4*ia$t- Een waar Bataaf word gevormd, door van den Revolutionair moed en cordaatheid, «n van den Moderantist beleid te ontleenen; noodzajklykheid hier van aangetoond N°. 1 Jc 2. Bataaffche Republiek, befchonwd als nog in Gaat van Rera» lutie te zyn. No. 5. p. J?. z\c verder, Republiek. Bedenkingen over de vetfdiiller.de inzichten der befbande partyeti by de begonnen vredes-ondeihandelingen De Natie hier omtrent voorgelicht. Bedoelingen van het Britsch Wnijlerie des Kor.ings en van Pilt, aangewezen uit het Extract eens fcriefs nit London. — Inzichten der aanhangers van Oanje, dor Aiirtocraten , der Ryken, der Financiers en Actiehandelaars , der Kooplieden, Reeders en Asfuradcurs. Oogmerken der Foedcralisten , der Anarchisten , en der verlichte en oprechte volksvriend?». Verzekering aan de Franfcbe Natie dat t!e laaiden alleen gefchikt zyn om hunne rechtfehapene pogingen tot daarftellirg cener algemcene vrede en geluk krachtdadig te konnen onderfleunen. N*. 28 p. 209—216. Befchouwing der nadeelige invloeden van het focdernlistisch Systema op den loop der Bataaffche Revolutie en de middelen om dezelve voor 't vervolg te verwytleren, N°. 22, 23. p; 1^9—178. Voorlopige befcliomving der hoofdgebie. ken in hoe Plan van Cotiftituiie , N°. 26. p. ; 97—200. Inleiding tot eene nadere befchouwing van 't zelve, Ivo 30. p. 225—229. der hoofdgebreken van dat plan, N°. 31. p. 233 — 240. No. 34. p. 245 — 252. van de verfchiilende volks • Chnraéters der Franfcbe en Bataaffche Natie, en van den invloed, welken dat vcrfchil maken moet op de daarftelling cener Conftiturle voor onze Republiek. N°. 38. p. 278—284. Bcnog, dat de fchulden van Holland ceniglyk te wyten zyn aan de overtietalingen voor andere Gewesten, N°. 29 p. 212—219 Befluur , de gevolgen van een eenvouwig, eenvormig, en minstkostbaar beduur opgegeven. N°. 1. p. 5. Boisfy trAngtas, zyne gevoelens en redevoering op't ontwerp der Franfcbe Conftitutie. N°. 11. p. 82. Brief over Amjlels Wisfellank en andwoord op dezelve N°' 6, p. 4I-4S- Bclangryke, voor de gemeente van Amfeldav, over het Reglement tot uitbrenging van de Volksftem al. daar,  daif , No, 15. p. 118 — 120, Aan de fchryvers , om den naam van Democraten voor cene andere te vcrwisfelen; en andwoord op dezelve, N°. 16. p. 121—123. van de Democraten aan hunnen Correfpondent den Volksvriend, No. 19. p. 145. dss Sehryvers van het Vertoog over den aart eener Volksregeering by vertegenwoordiging , tegenbedeniingen en aanmerkingen op dezelve, N°. 20. p. 146—150, van Lode-vyk aan Frederik, behelzende raadgevingen hoe. *ian:g zich te gedragen by de tegenwoordige tydsromftan. digheden, gedrag dor Egoïsten en nanklevers van 't vorig beduur, en aanmerkingen op dezejye No". 21. p. iSi —163 — Broederfchap , definitie van dat woord ;N0. 30. p. 229-232. Buitenlandfche Geldlichtingen, de nadeelcn daar van aangetoond, zyn i0. vermindering van werkzaamheden , verval van veele takken van Koophandel, Fabrieken , Rederyen enz. armoede of uitwyking van duizenden, a°. gcdeeltelyke vernietiging van ons politiek beftaan , ca met dezelve machteloosheid , onderdrukking ,afhanglykheid,en flaverny . 3°. Het bedeif der Nationale Deugd, van den Volksgeest, en verlamming der zoo nodige Veerkracht, No. 10. p 73 —,-9. Burgerrecht, Noodzaaklykheid van eens te doene verklaiing ter bekoming van het flem- of acftiye Burgerrechten betoog dat het Ccntradi Social onzer maatfehappy, of de overeengekomen Conftitutie en regeeringsbeftelling, uitdruklyk door ïeder adiief burger moet worden aangenomen , No. 20, P- 153 —1C0. Bnrgerhke Gelykheid. De grondflag waarop alles behoort gevestigd te worden. Zie Gelykheid. Burgermacht. Iets over de verdeeling der Gewapende Burgermacht van dit Gemeesebest in bataillons , ecnvouwige wyze opgegeven, om dit op grondflag der één en onver, deelbaarheid daarteftellen, Nc. 39 p 285 011286. Bargsrwapening, Lierzang, N°. 32. p. 241—244. 'C. ■ Capitulatie der Franfchen met de Provincie Utrecht, eenige vraagswyze bedenkingen over het gebeurde omtrent de Refalutic van liet Provinciaal Beduur van Utrecht, belangende de oude Regenten. — Opfchorting dier Refp^u.üe door den Generaal en Chef BeurnonyÜlk cn last van deuzelven. K°. 3. p 19—21. Commhfte , Commisforialen, Cotnmitte Generaal. Omfchry- ving dier woorden, No. 30. p. 229—232. Condorcel. Zyne opgegeven redenen tegen twee lumers in dé Wetgevende Macht, N°. 11, p. 83. Conflittnie, Katt die der Franfchen van 1795. even zoo goed en heilzaam zyn voor de Bataaffche Republiek als voor de Franfche Natie ? Hoofjpoiridt.cn welke daar van in de Bataaffeue Republiek moeten verfchillen , en voorbereidende aanmerkingen op de te vestigen Conftitutie , N°. II. p. 81—88. ontwikkeling der grondbeginfelen , waarop dezelve behoort gevestigd te worden, N°. 13. p. 97—104 men ltan van de Couftitutie van den ecnen ftaat, tot de nood» znnkdykheid van eene andere geen gevolg trekken , N°. 14. p. 112. gronden uit de Amerikaanfche Conttitutie ontleend, N°. iS. p. 137—>I43. Iets over het ingeleverd plan der Adte van Conftitutie voor 't Volk van Nederland, aanmeediging aan Neêrlands Burgeren om dezelve niet aantenenieii, dan wanneer dezelve op één en ondeelbaarheid gegrond zy. Verfcliillonde berichten deswegen, verbod der Nationale Vergadering om het Plan naar te drukken en te verfpreiden. Libellen over het zelve, het Vaderland daar door befchouwd in gevaar te zyn , en gedeelte van het vooiflel van den burger Reprsefentant Schimmelpennink over liet zeiven, N°. 24. p. 185—188. Voorlopige befchouwing van het bekend geworden plan. is behalven twee aanmerk» lyke Bylagen 775 Artikelen groot. Vergecffche moeite om in hét zelve te vinden i°. Het wezenlyk Contradt Social. 2°. Den zekeren grondflag waarop de jongde Revolutie zich moet vestigen. 30. Den Schutsmuur tegen den indrang van voorlge ujanje en Aiiitocratilclie dwïnglandy. 40. De Oppermacht des Volks. 50. De vastftelling van alle macht cn gezag op dien grondflag. 6°. De afgetdkende grenslynen tusfehen de byzonderc Machten en de duidlyke bepaling der werkzaamheden van elk derzelve. 7. Eene verandwoordlykheid van 't beduur. — Is niet voorgedragen in dien ondubbelzinnigen, voor 't volk verdaanbaren, en waardigen toon , welke daar aan voegde. Men vind in dezelve wel eene verklaring dat de Souvereiniteit by het volk berust, maar de toep.isfing daarvan ontbreekt. Is vol gebreken, foederalistisch, en partydig voor zommige Provinciën. — Waarfchuwing aan 'c Volk om nimmer zyne dem op het zelve uittebrengen , N°. 26. p. 197—200. Inleiding tot eene nadere befchouwing van dat plan. aanvang gemaakt met de ontledirg van dit wanftallig ftuk, en daar van de belangrykfte byzonderheden met cene Republikeinfche vrymoedighcid beoordeeld, K°. 30, p. 225—129. befcheuwing der hoofdgebreken iti het zelve, en betoog dat het is zeer gebrekkig, onregelmatig, en vol tegenftrydigheden, N°. 31. p. 253—240. een allergevaarlykst ontwerp, i°. voor de vryheid en hu geluk des Bataaffchen Volks, 2°. vcor de in- wcn.  C > wendige rust en uitwendige onafhanglyklicld van het Vaderljnd,cnniet minder gevnnrlylt voor de beftendlge duur?anm. heid der bedoelde orde vim zaken In de Btrrneffuhe Republiek, — De geest van bet zelve Is niet gene Valksregee. ring ty vertegenwoordiging, maar cene volmaakte Eleftiye /Jrijlocriiiie daarrellcllen ; 't gevoelen deswegen vnn den Repitefentam Schimmelpenninck wederlegd. Betoogdat het plan do kracht der regeering verlamt door eene langwyüge raadpleging intevoeren, dat het zelve de macht des Wet. gevenden Ligchaams ie veel in de kamer der Oudftcn concentreert, d,ot de Staatsraad met het Vyfmanfchap uit de kamer der Oudftcn vcreenigd , een wangedrocht van macht oplevert , dat de verfchillende machten door onderlinge botfing zich noodwendig moeten belemmeren en verwoesten , en dat het zelve eenmaal aangenomen en in werkirg gebracht, den brecdflen weg zoude banen ter herflciling van het Stadhouderfchap en van den 13ritfchcn invloed. N°. 34 en 35. p. 245—256. Conquesl dezer Linden, een verfchriklyk denkbeeld voor den beminnaar van zyn Vaderland. Verhoed door dc bewerkers der Revolutie, gerustftelling daar tegen door de alliantie met het Frjnfche Volk, No 3, p, 17. -Crome, (rf F. W.) Aanhaling uit zyn werk, die Staatsycrwaltung von Toscanen , over de vryheid der Drukpers, No -. r. n- »5. D. Democraten. Aangenomen Naam voor dit Dagblad. De Schryvers zyn Democraten, hun oogmerk is, de Natie het veilig midden door te wyzen, tusfehen de twee even gevaarlyke partyen in ons Vaderland. — Hunne bedenkingen over de mopglykheid, om daar door nuttig te zyn, uit den weg geruimd , hst leerftelfel hunner Politieke VaJerlandfehc denk- ! wyze of aangenomene grondbeginfelen tot regeling hunner ■werkzaamheden opgegeven. — Algcmeene Hellingen dier Politieke Geloofsbejyrienis. — Nodifcing aan alle ware Republikeinen, om tot heil des volks medetewerken. Hunne wapenen en kracht in 't welbefluurd gebruik derPylen door Laurens Koster uitgevonden, en hun voornemen om moedig pal te ftaan op hunnen éénmaal genomen post, No. 1. p. 1—3. Aanmaning aan hunne medeburgers inde Provincie Holland en elders wooncode, om getrouw te voldoen aan hunne verplichting in de geforceerde Geklhcffing van 1796. en gewichtige redenen daartoe opgegeven , N°. 33, p. ,fl,*S ntaal van 't geheel welk jaarlyks vereischt word. Opgave van de inkomften der bvzondere Gewesten, aan flj Commisfié tot de Conftitutie. — Omflaj ef Quota in het Pun van Conftitutie bepaald, en zoo als dezelve by eene Financleele Eenheid zyn zoude, opgegeven resfburecs, om het j iarl>ks te kort komende te konnen vinden. — Belasting daartoe naar evenredighei I der Hu.shuuren. Aigcmeene Kegelen (>y net opleggen van be. lastingen iu 't oog te houden. Opgave van verfcheiden middelen van belasting ter beftryding der lasten Van den Staat. i°. Op vaste Goederen, volgends taxatiën. 20.-Algemeen Collateraal over de netto ftldo's v«h alle nalatenfchappen , welke builen de reditsftiecks nederdalende Lirte, aan anderen te b^urt vallen. s°. Ëcn algemeen Zegel, volgends daartoe opg. geven bepalingen; voorbeelden daartoe bygebracht. 4° Zware inkomende rechten op alle öntbeerlylte voordbrengfels van vreemden; optelling dcrzelven. 50.%Algemeen Waaggeld. 6 Opklimmende belasting op Rydtuigen , Paarden, en Vaartuigen van weelde. 70. Op de inkomften van ieder huisgezin , boven een te bepalen fom. 8°. Op alle flerkc Dranken. — De belastingen op de Confumpiive Middelen verëifchen zeer veele Ambtenaren en Bediendens , de kosten der inning zyn groot , werken door het aanmoedigend lokaas der fluikeryen mede tot hit zedenbederf; noodzaaklykheid om de. zeiven door andere te doen vervangen, — en in 't oog te houden, dat men niet genoeg het vertier en den handel van belemmeringen beVryden kan, dat alle Itremming voor dezelve verderflyk is , en dat de inkomften van een" Land altoos ftygen of' vallen, naarmate de voorfpoed der Ingezetenen toe of afneemt. N°. 40. p. 293—300. Financieels Operatie». Omfchryving van dezelven. N°. 35. pi 295. Foederalistisch Systema , waaraan Heerschzucht en Eigenbelang zich met gretigheid gekleefd houden, is vyandig van eene wyze burgerlyke vryheid , verwoefter der energie, het grootfte plechtanker der Oranje en Ariltocratifche party , 't geliefkoosd ftelfel van de begunftigers der Provinciale heerschzucht, de hoop van allen , die by de Revolutie niets dan eigenbelang en grootheid bedoelen, het gevaarlyfc verëcnigingspunt der Egoïsten met de onderliggende Oranje en Ariltocratifche party. Deszelfs nadeelige invloeden »p den loop der Bataaffche Revolutie, en middelen om dezelven voor 't vervolg te verwyderen, No. 22 ea»3.p. 169 — 178. Foederalisten, het bovengemeld Systema toegedaan, eene der beftaande partyen in ons Vaderland , in legcnovciftelling der Unitarisfen, N°. 29. p. 222. Fragment van een oud Grieksch Treui fpel van eenen onbeketrden Dichter. Eigenaartige Charafter-Schets der thands beftaande Baiaaifche Natie, N". 25. P- 189—193. 'BJ' ~~ Gegocle Lieden. Omfchryving van dezelven. N°. 35. p. 25» en 260. Geiykhcidl De zekerfte waarborg voor de vryheid eens verlichten volks, het Palladium van deszelfs oppermachtige or> alhanglykheid. Alle de belagers van de vryheid der vorken hebben altoos begonnen met -hun de burgerlyke gelykhcid afhandig te maken , de minde verwrikking van het evenwicht der Rechten en Rangen in eenen burgerftaat is eene fchrede tot de Tiranny. Middelen om de gclykheid, deze fchoone nimmer voorheen in Neêrlands Tuin ge. teelde Plant aantekweken, zyn. i». Alle overblyffelen van het aêloud verfoeilyk Leenftelfel moeten voorzic htig worden uitgeroeid. 2°. Alle onderfcheiding van Standen en Rangen, in betrekking tot de burgerlyke rechten en plichten, moeten ten eenemaal worden vernietigd. 3°. Geen andere (telregel moet gevolgd worden, dan dat deugd en bekwaamheden alleen elk een aanfpraak geven op en verplichten tot openbare Waardigheden, Ambten en Bedieningen. 4, Er konnen, waar tnrgerlyke gelykheid zyn zal, geene  rlchtirg der uitvoerende Miefit 'n de Bstaaffche Republiek , N°. 14. p. 1-95 — "iit. Over do, acceptatiën voor buitenlafrd'fche rekenirg , N\ 17. p. 135 , 136. Over den tocftand ilcr Revolutie in de Bataaffche Coloniën , N3. 19. p. 151 en 15a. Over de noodwendigheid van eêne te doene vei Waring ter bekoring van het aétive Burgerrecht, No. 20. p !53 —'tio. O^er de Cén en ondeelbaarheid der Financiën, N->. 23. p. 179—184. Over de ingeleverde acte van CpnIKtnde, 24. p 185—188, Over het fluiken , No. 25 P- 193 en 194. Over Partyen .Fatft ën , en nieuwe Konstwoorden by gelegeilheid der Revolutie, N■>. 2}. p. 220— 223 Over de verdeclirg der Gewapende Burgermacht binnen dit G^mccnebest in bataillons , N°. 39. p. 285, 286. Iets ter nadenking by de dbcusflën ter Nationale Vergadering over het Stemrecht en de bepaalde gegoedheid der Kiezers, p. 287, 28S, Ik had my voorgenomen by hei geavanceerde niets te voegen. Ik fla verflomd Jee. wat deze woorden beduiden, N°. 39. p. 289. Inleiding tot een Staalkundig Woordenboek, No. 29. p. 220 —223 Tot eene nadere befchouwing van het Plan van Co«ftitutie,No. 30 p. 225—220. Interpreteeren, omfchryving van dat woord, No. 30. p, 53t. lnlrigue, Partyzucht, en Wangunsc , de gezwnren vyandenvan elk die met waarb;'id en moed gewapend ten voor- ft-liyn iitv.il, wim V fctiirtiiillJOlh cc verlichten, N-j, ï, p. 7, lnlrigue, inirigueeren, intriguant, definitie dier woorden, N°. 35. P söo. J- Jttnitis n-ntus, de befchimping zyner Nagedachtenis in zeker Genootfchap , in eenige Dichtregelen gewroken , N°. 29. p. 292. IC. Kan het er door? Dichtftukje, No. 12. p. 95 en 96. Lierzang by den dood van A. Braak,ti'. 25. p. T95 en 19*. Lotery Negociatie vai 10 Feiruary 17915. beoordeeld, N*. 4. p, 29—32. M. Moderantisten. Zie Slymgasten. Montesquien. Zyne gevoelens over de Grondwetten van den Staat, Nc. 11. p.' ti. bevoorrechte Clasfen van Menflrhen wezen , dus behoten 50. Zonder byzondere perfoonen daar door te bcnadeelen, alle Gildens en Corporatiën, die de gelykheid verkrachten, te worden afgefchaft, N°. I. p. 4. Definitie van het woord zelve. N°. 29- p. 239. Gemengde Zaken in het Plan van Conftitutie , verklaring van dezelven , N°. 30. p 231. Gcfchiedaüs door overlevering tot ons gekomen, tot leering en waatfehuwing van alle volgende gedachten, voor al in kleene Republieken , daar eigenbelang de hoofdrol fpeelr, cn 't welk van gevaarlyke nabuuren omringd is. N". 16. p. 123 en 124. Godsdienst, behoort afgefcheiden te zyn van den Staat, niet v.in de waakzaamheid der beftuurderen. Zy moet beftaan in eene vrye en gelukkige maatfehappy. Zy moet vry zyn, en in geenen deele hinderlyk aan't vojks geluk. No. ii p. 7. II. Hoiwrablc Menfie. D-finitie van 't zelve. N°. 35- P- eéo, Uuidziek'e in Modderland ontdekt , merkwaardig bericht aangaande dezelve uit Knorrenburg , is eene Calharrus al fenfus.veroorzaakt door fcorbutique en uit belette doorwaafeming geborene ongefteidheden , bepaalt zich by de Lydets tot de cdelfte rieelen des I.igchiams, op de handen , welke zich in 't Bevoel van zommige metalen van zerve toeknypen, inzonderheid op de ooren , de tong, de wangen, het voorhoofd, en de vingers. — Geheele Huisgezinnen daar door aangetast , en uitgefchreven Prysvraag, om de beste middelen ter genezing daartoe optegeven. N°. 5. p. 46 en 47. litiishoudelykhcid. Onontbeerlyk in het groot zamenftel van Staar. De beste Staats - inrichting vernietigt zichzelve, zoodra zy geene evenredigheid daarftelt tusfehen hare benodigdheden en de middelen om daar in te voorzien. Opgave van het minst kos'baar beduur,en de middelen om hetzelve daarteltellen. N°. 1. p. 5, er-aïvo' . W" I ..." . ■'..'o .p.'ów'ov «j Iets over het nut eener vrye Drukpers, No. 3. p. 21 en 23. over den Revolutionairen toeftand der Bataaffche Republiek,^. 5. p. 36—40. Over de Volks- Sociëteiten, N°. 7. p. 49—53. Voor het volk en voor het beduur, N°. 9. p. 65—69. Over de inrichting der Wetgevende Macht in de Bataaffche Republiek, N». it. p. 81 a 88. Over de vryheid van de Drukpers, N°. 12,. p, 89—95. Over de in-  ( vi > Ni Fa'it, fjonzc) door Godsdienstige en fcaati,undjgs wanbegrip, pen zintsEeuwen in haren geest geworteld, over't algemeen zeer onkundig omtrent hare wezenlyke belangen, N°j t, P 7. Nationale Trouw, een der hoofdvereischtcn in eenen Staat, i p. 5. op de trouw van 't Gouvernement weinig Haat te maken , No. 4 p 3a. fn de noot" Watlokaal Gerichtshof, deszclfs' nuttigheid en noodzaaklykheid betoogd, No. 11. p, 85—88. Nationale ffi». Befchryving van dezelve, N\ 29. p, 221;. Naiionaïen tyd hcfpqrcn, wat daardoor teveiftaan,N . öp. 'P. 2'2I. ' ' nfj 'V vls.i«h*W 1*1 nSQaoaiü o'i v ! $rii;lnut|j«n2 \ -•oU «sv ntl'1.'«7 yf tv/U'ii'>"i'jc' 9»b.*i :si ">'" Oppermacht en onafhanglykheid. ?Aer Jïataafforten Volks behoort op vaste gronden gevestigd en wettig geregeld te worden. De eerde flap, welke het volk doet tot zyne Souvereiniteit, is dat het zich zelve door eene vrye keuze vertegenwoordigers geeft, cn ten cjmtc 'OU ÜTCX uuueloos zy , moet dat verkozen beftuur onvermydelyk verplicht zyn'. zich te moeten verantwoorden, en op dat het, volk zoo min als hït beduur zyn gezag misbruike, moeten de gevallen , waarin het volk zyne Souvereiniteit zal uitoefenen , naauwkeurig bepaald worden; de gelukkige zamen- • Voeging van 't een en ander verzekert die Souvereiniteit, N". 1. 1'. 4 De oppermacht en onafhanglykheid des Eainaffchen Volks erkend en geguarandeerd door het Franfche Vojk. Vraagswyze bedenkingen daaromtrent., veroorzaakt door bet gebeurde met het Provinciaal Beduur van Utrecht in 1795 dezelve.ter oplosfing opgegeven, No. 5. p. 17—21. — De belastingen behoren tot de Souvereinitcit, "tot den algemeenén volkswil; alles wat door het beduur word uitgevoerd, behoort daartrte; de geringde daad van gezag vloeit uit dit grondbeginfel zoo wel als de befchikking over de dierbaarde belangen der burgeren, N=. 19. P. 145—150, Opwekking om en volk en beftuur Enthóuflasme voor de vry... heid in te boezemen, No. 9. p. 65—dj. OranhMH,. Het INIM di*r misleiden veracht, rzonder h« deswegen ,0 beledigen. Hen te w,nnen het wk Schryveren, N°. 1, p; 3, P. Payne, (9%) opfrezevene 'redenen tegen twee Kamers' in de Wetgevende Macht,en zyne gevoelens over die Macht, No. 11. P. 83 en 84. Patriot, (de mrc) eene Fabel! N°. 15. p n3_ilr. Phlegmatieke Lafheid, heilzaam tegengif voor dezelve .'IkSYi pj iwiitao ntuijiio 9>fyhr«v * Plan van Conjlitutie , befchryving van hetzelve \ N°. 30. p. 229—232. Z1e Conftitutie. Plato. Merkwaardige ZatnenrPraaIt tusfehen dien Wysgeer en deszelfs V.iend, dooreen onbekenden Griekfchen Schryver, No. 33. p, 24Ö—248. Proclamatie van 11 Feb. 179ste Amfteldam. Dit belangrylt (luk befchreven, No 30 p. 230 tegen de Engelfchen, by de Nationale Vergadering gcarredeerd 16 Septemb. 1,7915. beoordeeld, No. .17. p. Isp ,3i} Programma van het genootfehap tot Nut van. elk in 't by. zonder. 1». Welke de beste middelen zyn, om wysbegeerte en verlichting in haren loop te duiten. 2. De fchadelykheid der ëën en ondeelbaarheid. 3o. Of 'i geld 'der Uyken .nietten allen tyde hooger of gelyk,. gefield moet worden met net bloed der behoeftigen? 4. Her middel om , offchoon de Kerk van den Staat gefcheiden is , die burgers van 'c dragen der wapenen te verfchonen , wier Godsdiendige begrippen gelyk ftaan met het geld der ryken en het bloed der behoeftigen. 5- De beste wyze om in alle Politieke gevallen zyne .bezittingen te bewaren en te vermeerderen, en 6. Welke eene burgerkroon of hals . eieraad is de Natie' verfchuldigd aan een harer ftoutmoedige burgeren voor een ftout gezegde? No. 16. p n4_I2f5 Provinciaal Beftuur van Utrecht, zie Oppermacht des Volks, No. 2. p. iö. — van Holland, onafgebroken bezig met het uitdenken van maatregelen om aan de Quote dier Provincie te voldoen. Onderzoekt verfcheiden daartoe ingeleverde Plans., bepaalt zich tot eene geforceerde heffing van 8 Proct. der bezittingen , of tot eene belasting op de inkomften'. bedenkingen en aanmerkingen hier over , .Na. 4 en -5. p 25-35- Schryft voor het afleggen eener verklaring voor de Ambtenaren , gevolgen daarvan te AmftelAam, N<=. 8. .«f/V> 11VÓ 88 J! tfi tl I. ••/! ••' ',*..-,• ►rfJif-cr ■ Ra.  C vu ) Rabaud de St, Elienne. Redenen legen 'twéé Kamers in de Wetgevende Macht, N°. li. p. 82. Gevoelen over de uitvoetende Macht, N°. 14. p. jil, Raai der Gemeente. Zie Democratifche Droom, Rechten van den Mensch befclireyen, No. 29. p, 222, Eenly ge Aanmerkingen over het ontwerp der rechten en piigt.cn van den Menscli en Burger ter Nationale Vergade^irjg'.iugeleverd , beftaamie in eene in ftof en vprm gebrejilyke verklaring; orde, klaarheid, en volledigheid ontbreekt.aan 't zelve, inist de nodige hoofd• TJiefes , waar uit alles moest worden afgeleid. Voorbeeld van eenige waarheden aangewezen, welke voordvloeien uit'het prinepe, dat de Vryheid is een aangeboren en tot de natuur van cien Mensch zelve behorend recht. — Loopt tc veel in details, is «iet voorgelteld met de nodige duidlykheitl, dpor ccnige trekken aangetoond, duisterheid in 't zelve aangewezen, en de onvolkomenheid van liet geheele ontwerp aangetoond, lje leer der Volks . opftand bekleed in hetzelve niet die plaats welke zy verdient. De vérltlaring welke de Maatfchappy recht'iieeft van ieder burger te vorderen, is daar in vergeten; hoedanig dezelve behoort te . zyn, en beöordecüng der verklaring van de Rechten van tien Ncderlandfchen Burger,van den Reprtcfemant/fer^, No. 36. p, 261— 2(58. RefleSiiën omtrent de in Holland vastgefteldê heffing der be, lasting op de inkomften, N3. 4. p. 25—32. Renvoyecrcn. Definitie van dit woord, No. 09, P| 222. Republiek. Grondbeginfelen waar door dezelve kan gevestigd en behouden worden, No. 1, p. 6. RcpablicanismtiS. Eenige aanmerkingen over den oorfnrong en voordgang van *t zelve in Europa. Eene Veil, ndtling in zeker gelcerdhcidlievend Genootfehap gedaan , No, 37. p. 269—276. Iet,;; ter nadeuking over 'c zelve , N . 39. p. 587 en 288. Revolutie in een ftaat van droomen , No. 2. p. 9. echt be. richt over den toefland dei-zelve in de Bnaaffchc Coloniën , inzonueiluid te Cuiacaj, N . 19. p. 151 cn 1.52, Partyen, Faft;eïi, cn nieuwe Kunstwoorden zeden de revolutie in Nederland, No. 29, p. 22ó. Revolutionairen, eene party in ons. Vaderland, Maande tegen over de party der Moderamistcn, No. 1, v.i. zelve in twee foorten verdeeld , waai van men de tweede Ultra. revolutionairen no:mt. De cerlten zyn zuotianigeu die den toeftand van het Land ten tyde eerier Revolutie in een ftaat vnn ziekte belchouwen te zyn, waarin men dikwerf een enkel Lid moet doen lyden, om-'t gibcel te behouden. Voeden geen byzondcre haat tegen hunne tegenparty, doch begrypen, dat door het principe van eigene veiligheid, verfcheiden maatregelen billyk en; rechtvaardig konnon zyn', welke in geruster. tydcn misfchieri .onbillyk zouden wortiden. — Zyn voorzichtig in de tc neiiiene onregelmatige maatregelen , doch vordert zulks bet algemeen heil, dan fparen zy geen enkel Lid uit zwakheid; het algemeen welzyn is hun ecnigst riclitfnoer, cn zy flappen- manmoedig naar den tempel der Vryheid, verbryzclendc alle afgodifche templis en gewaande Heiden, die hen 111 hunnen weg belemmeren. — .De tweeden of Ultra-revolutionairen wenden wel dezelfde middelen voor, en duor zich Muler de eerst befchrevene te voegen, bedriegen zy het volk , daar niets dan blinde wraakzucht of eigenbelang hun doel is, N°. 30. p. 232; inqVnïsinl^ Revolutionaire of onregelmatige. maatregelen door den ftaat van 1 evolutie gebillykc en noodzaaklyk gemaakt, moeten ten oogmerk hebben. 10. Zaken van dat belang, waar door andets de Revolutie haar oogmerk zoude misfen. 20. tiet heil des volks moet, om dezelven in 't werk te {tellen ,boven alles de overhand hebben. 3. Het gevaar moet hoogstdringend cn de gewone middelen ongenoegzaam zyn om het zelve aftewenden. 40. Zoo lang de regelmatige en ge. - wone met voordeel konnen worden beproefd ,. moet mirt zich van dezelven, niet bedienen. 5. Zorgvuldige onderfcheiding by dezelven in 't oog te houden r tusfehen 'c heil des volks, en eigenbelang, of byzondere oogmerken, No. 5 p. 36—40. Roofgedierte., door Btt&ort in zyne natuurlyke Historie doe Dieren overgcflagen. Uitvoerige befchryving van 't zelve en moeiiyk miëdei opgegeven , 0111 daar van verlost tc worden, Nc. 10. p. 72—79. Roiiffeau, (J. J.) gevoelens over de Grondwetten van dea Staat, No. ii, p, Sj, S. • u-bn'i ntbjrubj'joj öiitjtttViA -A naa juti . inisw nes 'u SehUnmelpennuiek ,(R S.) yoorftc! overliet te ontwerpen Corjtiact Social, >;>. 2+. p. 187 cn 188. beween dac in bet ter Nationale. Vergadering overgelegd Plan van Conftitutie nier is te vinden eene Elcdüve Anftocratie, maar eene Volksregering by Reprajf.ntatie; legenoveigtll.kl gevoelen der Scliryveren, Ne. 34- P- en jjrf. Sec.  ( VIII ) Sc/He. Geene byzondere mag aanfpraal, maken op bet eigendom van 't algemeen. Alle voorrechten aan dezelve verleend , aftefchaffen , N°. i. p. 6. , it'miplificeren,Simplificeeren. Omfchryving dier woorden, Ne 30 p. 220. 6'ymgasten, eene party in ons Vaderland, fiaande tegen over t|e Revolutionairen, N° 1. p, 1. verdeeld in twee foorten; nodig het juiste onderfebeid tuslcben dezelven wel te bepalen;de eerften zyn de zoodauigen die iu't behandelen der zalten geduurendede Revolujie nltyd naar den zachtlten kant overhellen — die te zeer gewoon en gehecht aan den ouden en langzainen loop van zaken , zich verbeelden, dat dit de zekerfte weg is,en daarvan niet dan bevende afgaan ; ■naken zich een verkeerd denkbeeld van den revolutionairen toeftand van een volk , en dwalen ter goeder trouw. — De tweede foort is het met de eerften in de middelen by eene Revolutie eens, doch gaat verder, bedriegende hunne flymcrige medebroeders; hunne handelingen fpruiten voord uit Ariftocratie ,fchandelyk eigenbelang, en laffe vrees. Zy begunftigen de Oranje ■ party, om zich daar door te dekken , by verandering van zaken ,welke hunne kortzichtigheid hen doet vrezen; ::y dringen de Ariftocraien overal in, om dat zy door Systema of Familiebetrekkingen aan Cezelven verbonden zyn , en zyn tegen alle revolutionaire maatregelen, om dat zy liever liet algemeen welzyn gevaar doen lopen, dan het voik verftei ken in het denkhceld , 't welk bet i'edert de jongfte revolutie van zjne eigene waarde en kracht gekregen heeft. Gevaarlyke wezens in de Maatfchappy , die om hunne fchadelyke oogmerken te bereiken, zich met de Ultra ■ revolutionairen als beiden 't zelfde bedoelende, vercenigende, het Vaderland niet dan rauipeu zouden berokkenen , N°. 30. P« 231 en 232. üluikeryen. Wanbegrippen hieromtrent , en noodlottige gevolgen Jaarvan voor ons Vaderland, N°. 25- P- '93en '94' ecii'teiten. Oorlprong van dezelve. Nuttigheden en nadeelen deizelvc in eene Reprselentative volksregecnng. Afgeweken van hare ootfpronglyke infLlling. Hebben geen of zeer weinig nut aan de Revolutie toegebrachtonderzoek naar de redenen daarvan , noodzaaklykheid van 's volks medewerking door dezeiven , betcogd. N°. 7. p 49-53- Souvereiniteit. Zie Oppermacht des volks. — Definitie van dit woord, N<\ 59. p. 220. Spaarzaamheids het beftuur, een der Lfcerftellingen dei Democraten, N*. t. T. Trattaat van Vrede. Zie Alliantie, -311J Sfi TJVO Ü-.H90V3O .£3 JtL Ui .°'A , IfotK Ob.IJVSBJüV/ Ultra-Slymgasten. Zie Slymgasten. Ultra-Revolutionairen. Zie Reyolutionairen. Uitoefening van 's volks Oppermacht door hêt tolk zelve, een der grondftellingen der Schryveren. De noodzaaklykheid daarvan betoogd, N i. p. 1 — 8. Uitvoerende Mach tin de Bataaffche Republiek. Over derzelver inrichting. Is in America niet van de wetgevende onderfcheiden, is daar eene gemengde navolging der Unie van Utrecht en der Eugelfche Conftitutie, en dus ver van een gefehikt model te zyn tot de beste Conftitutie, N°. 14. p, 105—112. Algemeene aanmerkingen over" deszelfs inrichting in de Bataaffche Republiek. Werkzaamheden, waarmede dezelve zoude koimen worden belast. Moet afgefchciden zyn van de wetgevende Macht. Hare verandwoordlykheid , en grondbeginfelen voor dit belangryk onderwerp opgegeven, N°. i3, p. 137—143. SiWü ügMtl «tal w» i'..;Yim zorge men voor de rr.ee'tmooglyke verbreid in;; v;n gefchriften daartoe ingericht; en hierby ichende men nimmer noch misbruike dat onwaardeerbaar, teder, en nuttig volksrecht, de Vryheid der Drukpers. II. Wanneer een vry volk verlicht is, gevoelt het zyne eigene waarde, het is jaloersch van zyne Vryheid, en, gelyk een jongeling, die de volle kracht zyner (pieren begint ontwaar te worden, wil het geene overbeerfching, onder welken naam ook, meer dulden, het wil zyn eigen meester zyn, en zich zelf niet overgeven dan vrywillig aan het beftuur van dezulken, die het eigendunklyk verkiest, hunnen plicht voorfchryft, en aan zich zelf verandwoordlyk ftelt. — De uitoefening van 's volks oppermacht door hit volk zelve behoort dus op vaste gronden gevestigd, en wettig geregeld te worden. Een volk begint doorgaands zyne oppermacht te oefenen met zfch zelf door eene vryë keuze vertegenwoordigers te geven, cn de inrichting van hun beftuur te wyzigen; — dan dit is niet meer dan de eerfte ftap tot zyne Souverainiteit. Repraefentanten zonder gerepraefenteerden , Gelastigden zonder ver andwoordlykheid, zyn, fchoon geene zeldzame ver fchynfds , echter monfters in de ftaatkunde; men zorge dus, dat het beftuur niet alleen aan den volke verandwoerdlyk , maar tevens dat het onvermydelyk ■ verplicht zy om zich te moeten verandwoorden. —— En op dat zoo min het volk als het beftuur zyn gezag misbruike, moeten de gevallen, waarin het volkj hoofdelyk zal worden gekend, naauwkeuiig bepaald worden. Doch wanneer een volk vergaderen en Hemmen zal , zonder dat dit de grootfte wanordes naar zich flepe, dan moet tevens vooraf het burgerlyk ftemrecht, en de inrichting der grondvergaderingen behoorlyk geregeld zyn. — En het is de gelukkige samenvoeging van dit alles, waardoor alleen de fouveraihtteit des volks verzekerd, en ten onberekenbaren nutte des Vaderlands kan dienstbaar gemaakt worden. III. De zekerfte waarborg voor de Vryheid cenes verlichten volks, het Palladium van deszelfs'oppermachtige onafhanglykheid, is buiten kyf de Burger-, lyke Gelykheid. Men kan de eerfte niet ernftig willen , zonder de laatfte , dat kind der Natuur , met Vryheid feener dragt geboren, daarteftellen; en alle de belaagers van de vryheid hunner volken , hebben altoos begonnen , met hun de Burgerlj'ke Gelykheid afhandig te maken. De minfte verwrikking van het evenwicht der rechten en rangen in eenen Bttrgerftaat is eene fchrede tot de tiranny. Maar hoe deze fchoone , deze tedere plant, die nimmer voorheen in den Nederlaniifchen tuin geteeld is, daarin aantekweken? Ten dien einde moet men den grond er van verbeteren, door ze van diep gewortelde en fchadelyke onkruiden te zuiveren. Men moet, wilden wy zeggen, alle de overblyffelen van het aêloud verfoeilyk leenftelfel, overblyffelen, die heinde en ver heengefpreid liggen, voorzichtig tot in den grond toe uitrooijen. — Alle onderfchtiding van ftanden en rangen, in betrekking tot de burgerlyke rechten en plichten, — dat monfter het geen zoo veele eeuwen den trots van eenige weinige, zich noemende grooten, gekoesterd heeft, ten koste van den waaren, adeldom tier menschlykheid, des vullis , en milioencn reuelykc wezens in de diepte neergeploft , om een handvol nietige aardwormen eene fpan breedte boven hunnen natuutlyken ftand te verheffen ; deze haatlyke onderfcheiding behoort ten eenemaal te worden vernietigd. . 1 1 Er moet geen ftelregel heiliger gevolgd worden, dan deze : ,, dat deugd en bekwaamheid alleen elk eenen ,, aanfpraak geven op, en verplichten tot openbare ,, waardigheden , ambten en bedieningen." ■ Eindélyk, waar burgerlyke gelykheid zyn zal, daar konnen geene bevoorrechte clasfen van menfehen wezen; alle Gildens dus en Corporatiën, buiten welke men van zekeie voorrechten in de maatfebappy volftrekt is uitgefloten, verkrachten de Gelykheid, zy moeten worden afgefchaft, zonder nogthands byzondere perfonen daardoor 'te verongelyken. IV,  C 5 $ IV. Vermids de heginfelen van alie nieuws Ger r.eenebesten, vooral wanneer dezelve!

ven; zy vorme de welingerichte gewapende burgermacht tot een ligchaam, dat fchrik jaagt in 't laffe hart der woelzieken, en eene nieuwe borstweering fchaart rondom onze Nederlandfche grenzen, even ondoordringbaar voor den geweldenaar, als de voormuur onzer ftroömen en plasfen. De Republiek, dus gevreesd van rondomme, bezorge zich tevens de achting van allen en het zoo nodig credit, door het heiligen der Nationale trouw (Joyauié) jegens de volken en byzondere perfonen. —- En, daar een volk zich zelf de grootfte vastigheid' geeft, wanneer het zyne eigene gevoelens verbetert, wekke men onder ons den Vaderlandfchen volksgeest , (fefprit fublic') op, en moedige zoo veel mooglyk de volksdeugd aan. — Deze zyn de middelen om onze revolutie te vestigen, en der Bataaffche Republiek eene inwendige vastigheid, en uitwendige waardigheid by te zetten. V. Huishoudlykheid , zoo nodig ter inftandbouding van een afzonderlyk gezin , is in het groote zatnenftel van eenen Staat volftrekt onontbeerlyk. -De beste Staats in richting vernietigt zichzelve, zoo •dra zy g-ene evenredigheid daarftclt tusfehen hare benodigdheden en de middelen om daarin te voorzien. Spaarzaamheid derhalven in het beftuur, en herftel van Finahtièn en Nationaal credit, rs een voorwerp van den eerften rang voor de belangen der Bataaffche Republiek. Dat beftuur is zeker het minst kostbaar, 't welk het minst zaamgefteld is; het is derhalven nodig dat men het Beftuur des Bataaffehen volks eenvouwige* en eenvormiger make. — Hier uit zal de affchaffing van veele overtollige ambten, zoo wel als de matiging van zonnnige al te hooge bezoldingen, in evenredigheid van het werk, waar voor de ambtenaar fchadeloos moet worden gefield , natuurlyk voordvloeijen. — Dit wederom zal de Republiek in ftaaf ftellen, om de aanblyvende ambtenaren biliyker en meer gelykmatig te bezoldigen. — En eir.de!>k zal het getal der publieke beftuurJ-ren zeiven 'er aanmerklyk door verminderd woiden, - Wat liet herftel der Finantiën betreft,dit allergewichtigst onderwerp vordert de geheeie aandacht der natie cn van hare befttiurderen ; en niemand zal ontK<-,:.c •., dat 'er omtrent dit ftiik aanmcrklyke en hoo;~n;o.!:ge verbeteringen te maken zyn r verbeteringen, die' deels de wyze van heffing — deels de manier v.^n inzameling — en deels de bezuinigende uitgave, der gemeene geldmiddelen betreffen , en waarvan men zich, ten opzichte van het Finantiëel herftel der Republiek door den tyd veel, alles beloven mag. VI. Vryheid van perjonen en goederen is onbetwistbaar het eerfte en het gewichtigfte oogmerk, dat zich het jmenschdom by het aangaan van alle maatfchaplyk verdrag heeft voorgefteld, en nog blyft voorftellen. Deze veiligheid is tweeërlei, uaar gelang zy de leden der maatfehappy tegen alle ont* rusting of van vreemden, of van elkander verzekert. Tegen de eerfte hebben wy de middelen onder Art,IV. aangewezen. Daar de ftoornis der inwendige veiligheid niet minder ftrydig is met alle verbmdte, A 3 nis  nis der menfchen in maatfchappy, en'vaa ve'ruitziende gevolgen voor den Staat kan-zyn, behoort de Bataaffche natie ook daar tegen op alle mooglyke vyüen verzekerd tc worden ; en ziet hier de drie voorname hulpmiddelen ten1 dien einde1.' "• 'E^Wbrdfe- een- algea.een Zoo-EurgeHylc als Lyf* llraffelyk (civiel en Crimineel) Wekboek voor de Ba» taaifctie natie 'ontworpen ,■ of dat. welk zy hééft, zoo verbeterd, dat geèn mengelmoes van uitheem)fche cn inlandfche plaatslyke wetten den zetel van het heilig recht ih-Nederland langer-dttté: wankekn, en door onvttfftaenbaar-htid dar «neieerP^Slveilïöt oog fles burgers verblinde. — Het politiek ,en Jurtu tiëel beftuur worde heler ingericht, zoo elk in zich z !f, als in verhouding tot elkander. — En da Wetten die 'er zyn — en dit in het kleenst raooglyk getal — worden ten ftrengste dcor. het beftuur ger handhaafd, en door de bur.gery opgevolgd. ——■ Goede wetten , regeling in- het wetgevend en rech terlyk ligchatrm, cn hulde aan de wetten, zyn buiten allen tegenfpraak de. zekerde voormuuren ter beveii liging van eigendom en leven. ■ VII. Wy eindigen- met de Godsdienst. Schoon afgezonderd van-de huishouding van den Staat, behoort zy het niet te zyn van de waakzaamheid der beftuurderen , wier plicht het is toe te zien , dat zy zoo min verdrongen worde , als zich indringt in de algemeene maatfchappijelyke belangen. — In ee nen waarlyk vrijen en gelukkigen Burgerftaat toch moet Godsdienst — ook die Godsdienst moet vry cn deze vryheid aan het volksgeluk in geenerlei zin fiinderlyk zyn» Geene feite by gevolg kan of mag byzondere aanbraak maken op den eigendom van het algemeen. Alle voorrechten aan byzondere feiten-verleend worden-1 afgefchaft —- 't Is nodig dat men billyke fchiktëingen mako, om de betalingen der geestlykheid Ttin eene byzondere (zoo genaamd heetfehende) feite, behoudends het principe, met der tyd te doen eindigen. -» Alle Godsdienstoefening evai:.vry; zynde, moet zich bepaler*tot de plaatfen daartoa dosï de byzondere feiten gebruikt. — Het Staatsbeftuiy: mag-, in zyne wetten en in het bepalen van burgerplichten, geene byzondere feiten noch Godsdienstige begrippeni laten galden j derhalven wordt nie» mand oriT deze^retden. bevoorrecht, of van zyne burgerlyke verplichtingen ontflagen. De wet voor altera'gelyk' zyrtde, moeten wedar.keerig allen gelyk zyn\ onder de wet. De Staat verdeelt zyne plichten en rechten gelykmatig onder alle deszelfs leden. En daarom hebben ook alle de armen zonder aanzien van feiten!, als behoeftige .kinderen van hec Vaderland» gelyke-[;»aiii;praak op deszelfs edelmoedige onderfteuning.) Ziet daar, Bataven ! onze Politieke gevoelens! Ziet dadr de ieer die wy u zullen vóórprediken, en ter wdker omhelzing, ofi verdediging wy u uitnodigen. Ziet da-ar de grondbeginfeien , welke wy, als de eenige door welke onze opkomende vrye en ondeelbare Republiek kan gevestigd en behouden worden, met al ons vermogen zullen trachten in werking, te brengen, cn waar aan wy, zoo vrymoedig als befchaiden, toetlln zullen het geen ten dienite van ons vaderland openlyk gezegd, gefchreven, befloten., gedaan word. Al- wie- met ons inftemt in deze denkbeelden en bedoelingen, is-in den volften zin onze broeder', en is hy dit, dan fla hy edelmoedig de hand aan het werk, cn helpe ons het ontworpen ftelfcl in alle zyne betrekkingen cn met zyn geheel vermogen onder de natie verbreiden, alom, levendig maken, en tegen-alle aanranding befchermen ! — wy konnen hem op goede gronden verzekeren , dat hy by.val verwerven zal, want, of wy bedriegen ons jan.merlyk , of het beste deel der Natie reikhalst, om zich door vereeniging in de gronden harer Revolutie ts beveiligen tegen de gevaaren, waarmede het monlter der Tweedracht haar van allen kant bedreigt. u Welk  C t ) En nu nog een enkel woord over de vraag „ is het „ te venvachten, dat, by dien zwerm van Nieuws„ papieren, Dag- en Weekbladen, welke reeds om ,, ons heen gonsd, dit blad zyne lezers vinden zal? „ en zo al, zal nogthands het oogmerk der fcbryve„ ren niet zulke onoverzienlyke beletfeien ontmoe„ ten, dat de uitvoering daarvan hoogstbedenklyk, „ zo niet onmoogiyk fcbynt? met éér! woord, zul,, len de Democraten door hun gefchryf eenig nut „ doen?" Wy erkennen, dat het vaderland overdekt is met een vlugt van dag- en weekfchrlften; maar zien in dit foort van hommelende infetten, fchoon wel eens lastig voor den ftillen Wereldbefchotiwer , echter eene fchadelooze vrucht van de koesterende RSmen der Vryheids - zon; en in zoo verre het een gevolg van tene vrye drukpers is, beminnen wy zelfs de vliegende bladen. —Zonder in eene beoordeeling vanderzelver foortlyke waarde te treden, durven wy ons echter Verbeelden eenig recht te hebben, om op onze beurt ook een woordjen in bet fpel te fpreken , en misfcbien zal dit, behoudends ds verdiensten van andere fchryveren , niet geheel overtollig zyn De aart ten miniTe van ons onderwerp, en de geheele inrichting onzer werkzaamheden, fchynen ons nog al gelegenheid te geven om wat nieuws en wat goeds te zeggen. Onze vriendin Minerva heeft in hare ftatige oud - Griekfche plunje weinig acceuil gevonden , zy is naar den Olympus terug gekeerd. De Advocaat heeft zyn tyd gehad. Maar de Democraten heeft de Natie nog niet gehoord; en waarom zouden dezen het fpreekgeftoelte ook niet eens beklimmen? Wy weten vooraf, dat wy veele geduchte-hinderu pilen op onzen weg zullen aantreffen, en te beftry» den hebben. Zonder juist aan onze Natie het compliment te maken,dar zy eene domme Natie is, durven wy haar toch over bet geheel zeer onkundig noemen, met opzicht tot de gronden van het waar Republikeinse!* fysthema, en onbedenklyk lustloos tot het lezen van zulke fchriften, weik« gefchikt zyn, om haar een gepost onderwys daarin toetedienen. — By deze onkunde voegt zich een drom van Godsdienstige en S'aatkun*dige wanbegrippen, die, zints eeuwen in den gr est der Natie geworteld, de kracht van Volksvooröotdeelen verkregen hebben, welke den flróom der verlichting in duizend kronkelingen tegenftreven. Bovendien is het zeer moeilyk in tyden van Rcvo.iftie en daarmede genaarde Volks - verdeeldheden, de nodige bedaardheid van geest voor zich zelf .altoos en onder alles te bewaaren, en de driften van anderen in rust te houden of te brengen. — De partyzucht, de intrigue, de wangunst, fchiet uit ibaar donker hol blikfems van vervolging, en braakt eene lava van vuilen laster uit, op het minfte geritfel*van hem, die, met waarheid en met moed gewapend, haar durft komen befiooken. Hy, die de vyand van alle partyen, en de vriend van alle menfchen is, mids zy dit verdienen, wapent niet zelden alle de partyen tegen zich, en ziet alle menfchen in zyne vyanden verkeeren. Wy zullen doorgaands aan it t> Welk eene zalige voldoening, te midden.van den zwarten nacht der dwalingen en der driften, die reeds zoo lang het menschdom deeden zidderen, eene poging gedaan te hebben om een licht aan te wyzen, waarby het te lang misleid Bataaffche Volk kan worden voorgelicht, en bewaakt, op denfteilen •ovsH 3tb]nr ivï ob ni , sib «vruso 3s.n0 noeHa rein t\ weg, dien het bezig is naar den Tempel der Vryhei^ des Vredes en der Gelukzaligheid te beklimmen! —«• Vaderland! U te hebben helpen behouden, is meei dan duizend levens waardig; het onze bieden wy « aöH, zo bet de prys van uw geluk mag zyn 1 — •XM.W .bbJIsg&ok! tiubiow rsBos n»b3d:lïü3ore ow -vs tmia\Uï8 loolisy-1 ->b '<.staii'crÓ jlaoib mo  C 8. > tósfené.'of andere zyde ongenoegen geven, en zonv tyésïzal het gebeuren , dat uieii ons aait. beide kanten even fterk vcrüordefclt. ri 'Het ,is zelfs niet on- aiooglyk', dat wy, zo het ons gelukken mocht het hart des Volks te winnen, even hier dqo.r..aaii'rüg»s we moeilykheden zullen worden blootgefteld. Waarom dronk Socrates de Cicuta? Verloor Belifarius zyne oogen niet, om dat hy het oogelyn des volks, en derhalven voor het gezag van Justinianus en zyn hof gevaarlyk was ? Alle deze belemmeringen evenwel ontmoedigen ons niet. 'Wy treden, met eene Rcpublikeiufche lierheid, dezelce te gemoet. 'En wat hebben wy om 'er tegen te ftcllen ? — Niets anders, dun — eene pen, die aan de waarheid en aan de Bataaffche zaak geheiligd, is, en die zi-ch naar de vatbaarheid deiNatie weet te voegen, zonder bet nuitige van het vermaaklyke af - te fcheiden ; — een onverwrikbaar .voornemen, om. aan alle voorüordcclen en driften van welken aart, van welken kant ook, manmoedig het hoofd te bieden; — een onverfchrokken moed, om met bedaardheid cn met geduld, niet alleen ons plan door te zetten, maar ook alle de gevolgen daarvan rustig af te wachten ; — de zalige bewustheid van in allen gevalle wat goeds beoogd , en getracht te hebben aan het vaderland wel te .verdienen; — en ■eindélyk eene zuivere, onöverwinlyke zucht voor de dierbare belangen van Vryheid en Vaderland! Ziet daar onze wapenen ! zy mogen in den eerften opflag verachtlyk fchynen in het oog'van den dwazen en trotfehen- Despoot, die llout op zyn eenmaal gevestigd gezag, met een fmadenden blik neder zictop het gewentel dier in zyne verbeelding'nietige aardwormen , welke zynen eigendunklyken zetelzaclukens tmdennyncn., op den duur.evenwel zal by ondervin. ■ - , ' ' den, en heeft reeds menig tïran;; ondervonden, dat deze wapenen voor hem óntzagehlyk waren, en dat aan het welbeftuurd gebruik der pylen, door Laurens Koster uitgevonden, minder tegenftand te bieden is, dan aan de diehtzaamgedrongene reiën van bajonetten of aan het do.odl.yk gebrul der kanonnen. Het is niet alleen onze eeuw, die, in de Franfche Revolutie, merkwaardige proeven oplevert van het vermogen der taal en pen, om de geestdrift der volken ter vcrpletting van de heerschzucht op te wekken ; de gefchiedenisfen der voorwereld behelzen'er reeds zeer aanmerklyke toonbeelden van.— De bloeiëndfte tyd van het Atheenscli Gemeenebest was,zeker die, waarin wysgeerige redenaars den meesten invloed op die Natie hadden. Een Demostheues, Ijocrates, Phodon, en veele anderen , lichteden langen tyd de Aiheners voor, en befttiurden hen, omtrent hunne ftaatkundige belangen. Eéne redevoering van Phecion, zette de door Pithon gezwenkte Thebaners om, ter verbroedering met de Atlteneren tegen Philippus; en deze vorst mnest erkennen.dat Demosthenes alleen te Athene zyne oogmerken meer kon overdtyarsfen, ddfj alle.de legers en vlooten van geheel Griekenland — Overtuigd van de noodzaaklykheid eener Republtkeinfclie voorlichting voor het Bataaffche volk, cn geltreeld door de hoop op het mooglyk nut onzer onderneming, treden wy dus ten voorfchyn. Wat zou het ons fmarten, indien wy moesten ondervinden, dat het zeggen van Tacitus omtrent de Romeinen, door Voltaire en Hume op de Engelfchen toegepjst, ook in onze Natie bewaarheid werd; nee totam Uier. totem t nee totam fervitutem pati posfunt; dat is: zy kannen zich even wenig naar de volkomene vryheid Jcuikken als naar de voljlagene (lavemy '■ ao sH.s naWys jaia taqqtv .'•.oroffcisv rib ys tbim ys , narmova'g Ihtw» p;in;o"w sim-a s-bJifchO £>ö Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Airheer, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn: Leyden, Honkoop en Herding; Ar,fte>dam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van dér Dries; Alkmaar, Molkman, en vereer In de overige Provintiëu , a drie het heelc, en twee ftuivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. .2 Donderdag den 7 July 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheii. Een aliyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HO RATITJS. Het volgend ft uk', de eerfteling onzer Vaderlandfche werkzaamheden, is EEN DEMOCRATISCHE DROOM. Een drom? — dit is zeker eene furprife. De ftatige toon waarop wy ons eerfte blad gcr.ci hadden, deed in dit tweede alles, behalven een droom, verwachten. Evenwel, er is reden voor dezenfpiong , en de Natie heeft eenig recht om die te weten. • Behalven dat wy, alvoorens onze taak ter hand te nemen, onzen lezeren gelegenheid wilden geven om onze opgegevene grondbeginfelen ryplyk te overdenken , ten einde zy , daarvan doortrokken, des te vatbarer voor ons volgend gefchryf zouden zyn; werden wy nog door andere beweegredenen tot deze keuze bepaald. Wy Democraten zyn over het geheel groote droomers; trouwends wy zyn Nederlanders, en deelen dus in alle de talenten , welke uit het koud en dik bloed der Natie ontftaan. En waarom, daar zy zelve droomt, daar baar droom, injanuary 1795 begonnen, nog voordduurt , daar de geheele Revolutie thands in ftaat van Droomen is, waarom zouden wy ook niet droomen, en ons werk al droomende beginnen mogen? pr?a B Dank hebbe de Slaapgenius van Nederlsnd, die onsj door zyne ftiile inluisteringen en nachifchaduwen in ftaat gefteld heeft, om de dommelende Bataven met een leerzaam fpel van fchimtnen te vermaken , en langs dien weg by het Vaderland wel te verdienen. Wy zyn de eerften niet, en zullen de laatften niet wezen, die al droomende gewichtige waarheden ontdekt, en anderen, omtrent zaken van liet hoogst balang, de oogen geopend hebben. Er zyn, volgends het gevoelen der wysgeeren , waarfcln.wende droomen , die te recht by alle volken in aanmerking genomen worden, om dat menig een gelukkig of ongelukkig werd, naarmate hy dezelve opvolgde of in den wind fioeg. Hoor onzen droom, Volk van Nederland! en oordeel dan! — Wy voor ons vonden in het nachtlyk onderwys van onzen medebroeder zoo veel waars en nuttigs, zoo veel dat berekend was voor de tegenwoordige omftandiglieden van ons Vaderland, eindélyk zoo "cel bevalligs voor a len, die liefhebbers zyn van Doji Q^dckottery, en van hf){ geheel fysthema der aêloude Edele Ridderfchap, dat wy geen oogenbük aarzelden , om er .ons werk mede te beginnen, en daardoor een bewys te geven niet alleen , dat wy onpartydig de waarheid hulde doen, waar wy die ook vinden, maar tevens, dat de waare oorfpronglyke geest-  geest van den Adel geen andere is, dan die waarmeds wy het volk en de befttuirders van Nederland trachten te bezielen. Ridders van de droevige figuur! leest dezen droom, en keert weder tot de eerfte beftemming van uwen grondvester! Indien by ongeluk een of ander nieuwerweifche Sancho, een of ander man van de wacht, zich hier of daar een weinigje belgen mocht, en in Ariltocratifche grimmigheid uitroepen: dat ziet op my! — hy vertrooste zich met die gedachte: het is maar een droom! Wellicht zyn er lieden, die, wanneer hun de waarheid eens onbewimpeld moet gezegd, en hun plichtlegende moet gelezen worden, dit liever uit den mond van den goeden ouden Spanjaard Cervantes, dan uit dien van eenen ronden Bataaf fans fapn hooren zullen. Deze vinden hier een kolfje naar hun hand; dan wy konnen hun niet te min verzekeren, dat de oude man den Arljhcraat , den eigenbelangzoeker, den intriguant, en al dat flag van volkje, met zoete woorden, een aantal bittere waarheden zegt..— Des te beter voor hun. liet zy ons vergund deze inleiding met een compliment aan de Ezels te eindigen. — ,, Een zeker Egiptisch Muftkant droomde, volgends Dion Chryfosthomus, des nachts, dat hy aan het oor van eenen ezel de luit fpeelde. — In den beginne doeg hy geen acht op dezen droom; dan eenigen tyd daarna, wanneer de Syrifche Koning Antiochus te Memphis zynën neef Ptolomeus was komen zien, deed de Koning den lukfpeler ten hove komen, om Antiochus vermaak aan te doen. Deze Vorst, die de Mufiek niet beminde, luisterde met eene koele en achtloze houding, en beval den Mufikant te vertrekken. De goedé man zich vofmaad ziende, gedacht toen aan zynen droom, en kon zich niet onthouden* van by zyn vertrek te zeggen : Ik hr.d 'immers wel gedroomd, dat ik voor een Ezel fpelen zon! — Antiochus, dit hoorende, beval hem te boeien, en liet hem ftokflagen geven. Zedert, zegt Dion, verloor de braaf afgeroste MtYffkant de gave van droomen." *—■ Dit verhoede de Hemel ten onzen opzichte! doch, indien wy in het geval kwamen , zouden wy den Burger Antiochus of zyne naneeven het gewicht van onze Bataaffche vuisten doen gevoelen. ■ " Dus, ieder Ezel wachtte zich voor fchadel Daar myne kostwinning by ongeluk medebrengt, om byna den geheelen dag , in zeer drooge bezigheden te moeten flyten, heb ik veeltyds de gewoonte van, eer ik my ter rust begeef, het een of ander vrolyk boek in de hand te nemen; dit verlevendigt mynen geest, die anders, door 't akydduurend nazien van debet en credit, te veel verftompt word, en doet my een zachter en geruster flaap genieten. Voor, eenige d3gen my zelve, na een onaangenaam werk, weêr verftrooid en ftroef van gedachten bevindende , befloot ik den toevlucht tot myn gewoon geneesmiddel te nemen; ik ging in een Cabinetje, waarin ik eene kleene verzameling van boeken heb, meest in Romans , Reisbefchryvingen en Poëten beftaande , en nam het eerfte boek, dat my onder de hand viel; by toeval waren het de Avontuuren van den Ridder Don Qjiichot; — Daar ik nu by elke leezing, in dat boek (leeds nieuwe fahoonbeden ontdekt had, en my zoo dikwerf met de ftatige ernsthaftigheid van Don Qjiichot by de nietigfte beuzelingen, en met den potzlgen luim van Sancho had vermaakt , zoo ontfronfte zich reeds myn voorhoofd op het zien van den tytel, en weinig dacht ik toen, dat my dat boek tot zeer ernftige , in plaats van tot vroiyke overdenkingen, zoude leiden; den inhoud over't geheel genomen, wetende, bsgon ik te lezen daar het boek toevallig openviel, 't geen op die plaats was, waar Don Qjiichot zyncn raad en lesfen, over de kunst van wel te regeeren, aan Sancho mededeelt, toen die gereed ftond als Gouverneur naar 't Eiland Barataria te vertrekken ; ik verwonderde my over de kunst van den Schryver, in het bewaren der karakters; op bet punt der  ( ti ) der ê&iïêtöè Riddevfchap alleen, word men de veroystering van zinnen by Dor. Oukhot gewaar, maar in alle andere zaaken ademen zyne redeneeringen niet dan gezond veiftmd, deugd, en de edelfte gevoelens ; begrypcnde dat zyn Schildknaap de Vereisen tè bekwaamheden nog niet had , om den post te bekleden , die hem opgedragen wierd , cn voelende dat hy hem eenige onaangename waarheden ging zeggen, fluit hy eerst de deur, neemt hem by de hand, en dwingt hem vriendlyk, te gaan zitten; hy begint met zich eerst over zyn geluk te verheugen , en als. hy hem daarna heeft aangetoond, dat hy nog niets gedaan had om het zelve te verkrygen, cn dat hy dus eigenlyk'nóg niets verdiend had, voegt „ hy er gocdaartig by: ,, als ik zoo tot u fpreek, '', myn arme Sancho! is het niet om u eenig verwyt ], te doen, m ar alleen om u te leeren, dat gy uw „ goed fortuin niet aan uwe verdienften moet toe„ febryven, en om u te meer tot myne lesfen te „ voorbereiden." O! dacht ik, dat alle lesfen op dien toon gegeven wierden, zy zouden meer invloed hebben ; maar toen ik am die lesfen zelve kwam, kon ik het vdlftre'kt niet verder dan tot de tweede brengen, daar hy zypen Schildknaap dus aanfpreekt: ,,'t Geen gy vervolgens doen moet, myn Vriend! „ is, u fteeds uwen voorigen Hand te herinneren, en „ u naauwkeurig en oprecht te onderzoeken, om te „trachten u zelve te leeren kennen, want dat is de „ voórnaamfte zaak daar men zich op toe moet lég„ gen , en aan welke men nebter gemeenlyk het „ minfte denkt, en er het minst in flaagt. Door „ die kennis, zult gy leeren van u niet op te blaa„ zen, als de kikvorsen, die jaloers van de dikte en ' grootte van den os , zich trachtte even dik te „ maken , en er van barstte. Vlied dan 'de trotsheid, die dwaze opgeblazenheid van 't hart, die „men zelf in de grootfte Heerèn niet dulden kan, „ en die niet misfen zoude u te doen verwyten , dat „ gy eertyds de varkens gehoed hebt. Wel verre „ v«n aan die ondeugd toé te geven, zo ftcl roem B 2 „ in de geiingheid uwer geboorte , en fchaam u niet „te bekennen, dat gy van arbeiders afkomftig zyt; ,. want, zoo lang gy u niet zult verheffen, zal nie-t mand er aan denken om u te vernederen , en de „nedrigheid, die de deugd verzelt, is zoo veel te „aangenamer aan een ieder, om dat men niet lyden „kan, dat een man van niets, verwaand en trotscb „zy. Begrypt gy wel, Sancho! indien de deugd al„ tyd de regel uwer daden is , en dat gy alleen „ tracht rechtvaardig, en een braaf man te zyn, dan. „behoeft gy den ftandjer groote Meeren, ja der „ Vorften zelf, niet te benyden, want men erft den „ adei en de goederen van 't fortuin, maar de deugd „is ons eigen goed; zy ontleent alle hare verdiende „van zich zelve, *t geen met den adel zoo niet is. „ Indien dus by toeval iemand uwer nabeftaanden u „in uw gouvernement kont bezoeken, zo veracht U hem niet, noch wys hem niet af, maar onthaal „ hem op de best mooglyke wyze ; daar door zult „zy den wil des Hemels volbrengen, die niet duld „dat men zyn werk veracht, cn gy zult aan de wet„ ten der Natuur voldoen, die cifchen, dat alle „ menfchen zich als broeders behandelen." —— Het waare en eenvouwig verhevene in deeze asnfpraak trof my zoo (terk, dat ik diep in gedachten raalue; de menschlyke natuur, zeide ik, is dan toch fteeds dezelfde geweest, en zal helaas! welaltyd dezelfde blyveri; zie hier een boek, dat de vernuf-, tige Cervantes, ruim anderhalve eeuw geleden, gefchrevön heeft, en waar in hy getracht heeft, door vrolyke fcherts, zyne Landgenooten hunne voórnaamfte gebreken aan te wyzen; ongetwyfeld zyn de lesfen, die hy hier zynen doolenden Ridder in den mond legt, even zoo veele berispingen van de heerfchende ondeugden zyner natie; trotschheid was zekerlyk ten allen tijde het hoofdgebrek der Spanjaarden , nuar bezitten andere volken niet denzelfden hoogmoed, fchoon hy zich misfehien onder eens andere gedaante vertoont? Is myne Natie er wel geheel vry van? Hoe gaarne had ik dat met/s beandwoord! maar als mea  men metz;ch zelve alleen rekent, is men oprecht: — van de bcfpiegeling over die ondeugd geraakte ik natuurlyk op derzelver nadeelige uitwerkfelen , en ik kon my niet ontveinzen, dat, daar dezelve in eene Monarchie zeer fchadelyk zyn, zy althands in eene Republiek hoogstgevaarlyk worden, voornaamlyk wanneer die Republiek op Gelijkheid moet gegrond zyn: dit bracht my van zelve op onze tegenwoordige omHandigheden; hoe zullen wy, dacht ik,, er nog in Hagen, om eene Conftitutie te vestigen, waar van Gelijkheid de grondflag moet zyn, daar het tegenflrydige van dat beginzel byna in aller harten gelegen is? en hier herinnerde ik my veelcn myner vrienden, die ik fchier niet meer herken, federt zy in 't beftuur gekomen zyn. O! riep ik uit, welke zwarigheden hebben wy nog te overwinnen, en welke moeilyke plichten te vervullen, en hoe weinig is er het charakter van onze Natie nog toe gefchikt! — Daar ik van nature zwaartillend ben, brachten my deze overdenkingen en het donker uitzicht in het toekomende, in eenen zwaarmoedigen luim, en geen kans ziende 0:11 dien te verdryven, nam ik toevlucht tot myn lastfte hulpmiddel in diergelyke gelegenheden , floot het boek toe, en begaf my te bed. Maar nooit ondervond ik meer, dan toen, dat de ziel, fcboon het ligchaam rust , nog werkzaam is omtrent die zaaken, die by dag zyn voorgevallen, of waar aan zy ernfcig gedacht heeft; offchoon de belemmering, welke zy door de rust des ligchaams in bare werkingen ontmoet, te weeg brengt, dat hare denkbeelden ver- \ ward zyn —dat de meest uitéénlopende, ja zelfs tegenftrydige zaaken, in één punt te zamen gebr.:cht wor- 1 den, ■ en dat de gebeurtenisfen van verfchillende i Eeuwen onder één vermengd , en als 't ware in één ( tydilip worden zaamgefmolten , gelyk hier het geval c was; want niet lang was ik in fktap geweest, toen ik [ my verbeeldde dat ik my als reiziger in Spanje bevond, en tevens dat er in dat Land eene Revolutie ] plaats had , gelyk aan die van Frankryk. — g Met blydfchap zag Lk ia een Land, waar tot nog toe de c Adel en Geestlykheid zich om Hryd beyverden, om de Natie in domheid en flaverny te houden , in elke ftad.en in elk dorp waar door ik reed, den Vryheidsboom geplant; onverwacht bevond ik my in de provintie van Mancha, en de velden van Montiel doorrydende, kwam ik aan een groot dorp, daar ik eene menigte lieden van allerlei ftaat en ouderdom, met luidruchtige vrolykheid, rondom den Vryheidsboom zag dansfen ; ik vraagde of er iets byzonders was voorgevallen? Ja , andwoordde my iemand uit den hoop, Sancho Pancha is raad geworden; terftond herinnerde ik my , dat ik my in dat gedeelte van Spanje bevond, daar Don Qjiichot geboren was; leeft de Ridder DonQjiichot nog? zeide ik; ja, andwoordde een lief aartig meisje, maar hy is geen Ridder meer, hy is burger; — des te beter, zeide ik, en gaf myn paard de fpooren. Ik ontdekte terftond het Kasteel van Don Qjiichot; hoe dit bykwam, weet ik niet, wat ik had het zekerlyk nooit te vooren gezien , maarik droomde, — op zyne gistvryheid vertrouwende ' reed ik de poort in , en in een hoek van 't voorplein een kleene Hal ziende, bracht ik er myn paard in; hier ontdekte ik den voorheen fijren Ronfinant, die zeer broederlyk naast het graauwtjs van Sancho, uit dezelfde kribbe, Hond te eeten; ik bezag hem eenigen tyd, en na betaamlyke hulde gedaan te hebben aan de eerbiedwaardige lidtekenen , die hy nog van zyne ridderlyke feiten had overgehouden, Hapte ik naar' iet huis, ten einde myn vriend Don Qjiichot te be;roeten; niemand in het portaal, noch ook in de 'oorzaal vindende, ging ik door een langen gang, )3ar een achterzaal, daar ik my verbeeldde te hooren preken; de deur der zaal Hond* half open, en eene inbetaamlyke maar onweêiHaanbare nieuwsgierigheid rong my, om door de reet der deur de fpiekets te egluuren en te beluisteren. Ik zag den Ridder Don Qjiichot op een rustbank ggen; hy zag er zeer vermagerd en vervallen uit, ïaar had in zyn gelaat nog dezelfde ernsthaftigheid , iejiy als dooiend Ridde.r weleer had aangenomen; hy  ( 13 ) by rustte op zynen eenen arm, en had de andere naar Sancho tiitgeftrekt, wiens gevleesde vuist hy in zyne dorre hand befloten hield; de geuouwe Sancho zat in eene Icuningftoel naast de rustbank, en had over zyne eenvouwige ruwe pey een breed Lint, d ïar met gouden of met zwarte Letteren (dit kon ik in myn droom zoo juist niet onderfcheiden) op gefchreven Hond: KA AD DER C1MEEKTB. JNaauwlyks had ik my wel geplaatst, of de Ridder begon dus te fpreken : Gy weet, Vriend Sancho! hoe zuiver en oprecht „ ik de leer van Vrf.uid en Gelykheid ben toegedaan; „ veelen zullen dit misfchien niet gelooven , omdat „ik Ridder geweest ben; maar u, die fedeit zoo „ veele jaaren myne denkwyze kent, zal dit niet ver„ wonderen; toen myne verhitte verbeeldingskracht myne rede van 't fpoor gebracht had , wa§ deugd 'i, toch altyd de dryfveer myner daden, en het be, „ fcbermen van den zwakken tegen den fterkeren, en „ van den onderdrukten tegen den onderurukker, der„ zeiver doeleinde; — wat was dit anders, dan de „gelykheid van den menscb in Rechten erkennen, ■„ en die Rechten verdedigen È iöo beginfelen daar „ men nu op bouwt. lagen van myne jeugd af aan in „myn hart, de Oiiiftandigheuen alleen maakten, dat „ ik dezelven op eene veifchilleude wyze wilde uit-„ oefenen; niets was er dus natuurlyker, dan dat ik „ tot bedaarde zinnen gekomen zynde, en de waare „ oorZaak van alle onderdrukking ziende, ter goeder„ trouwe dat leerftelfel omhelsde , 't geen éénmaal, „ die onderdrukking moet doen ophouden , en het „ mènschdum gelukkig maken; indien ik ook nog de „krachten myner jeugd bezat, zoudt gy my voor „Vryheid en-Gelykheid zien ten ftryde gaan; thands » daar ik oud en afgeleefd ben, zal ik den eenigfleu „ dienst aan myn Vaderland bewyzen, die nog in myn „ vermogen is, dien naamiyk van tt eenige lesfen te „ geven , die de vruchten myner overdenkingen zyn., „en die u op het moeilyk pad, 't geen gy nu gaat n betreden , ten leidraad konnen ftrekkeu. — Ik B „ floeg uw gedrag gade, myn Sancho.' zonder drift, wanneer gy uw gevoelen in den Raad „ moet uiten; langs redevoeringen komen zeer zeld,, zaam, en niet dan by zeer plechtige gelegenheden, ,, en onderwerpen van hst eerfte gewicht, te pas,; ;, waarom ?.oudt gy den natiorralen tyd verkwisten met „ zaaken, die byna elk jongeling op de Univerfiieit van Salamnnca beter kan uicvoeren, dan gy i Waar„ om zoudt gy uw Vaderland, in de plaats van daad„ lyks dienften, uitgerekte en meestal- niets betekenende redenecringen aanbieden , die door niets „anders dan dwazen hoogmoed zyn ingegeven, en „ waarvan 'elke regel laage partyzucht verraadt ? Neen , myn Vriend ! voorzichtig en bedaard in „ V befluiten , fpoedig en ferm in 't uitvoeren , ,-, zie daar de eigenfchappen van iemand, die aan 't „ hoofd der zaaken gefteid is. Toets alle voorko... mende zaaken eenvouwig aan de gronden der Cdiv „ ftilutie, aan 't heil van het Volk, en neem nimmer „ de" perfoon in aanmerking die dezelve betreffen. ,i Wanneer gy bemerkt, dat zich in den Raad, van „welken gy een Lid zyt, verfchillende partyen op„ doen, die et op toeleggen, om elkander te dwars., hoornen, en den voet te lichten, draag dan vooral „ zorg dat gy door geene vleicry noch machtfpreuken u „ naar de eene of andere zyds Iaat wegfleepen ; óSati„ chol waak dm over uw eigen geest en hart, op dat „ gy door een fpsl van fchoone woorden, of door de „ algem.x-ne vervoering der driften niet begoogchsld ., word ; maar denk dan alleen op de zaak, die ,', behandeld word, cn luister Hechts naar uwen plicht. " Er 'is geen algemeener, en geen gevaarlyker dwa'„ ïing in eene vergadering van Volksbeftaurderen, " dan zich altoos afhanglyk te maken van het oog, vart de tong, van de drift eenes anderen, hoe verdienstlyk hy ook zy. — Een regent, die niet „ zelf km of durft denken, is niet waardig 's Volks „ belangen in handen te hebben. Wees vriendlyk J tegen elk uwer medeb.irgeien, die u iets te vragen „ of voorteftelreh heeft,; en weiger nooit iemand te „ woord te Haan. — Beklaag u nimmer dat men u „ te lastig valt, dit is reeds misdadig in de oogen „ van 't Volk, en met reden, want gedurende den -„ tyd , dat gy uwen post bekleedt, zyt gy Hechts „ hun eerfte bediende; die tyd is maar kort, en gy „ moet dit als eene opoffering befchouwen; die zich ,, voor zyn Vaderland opoffert, moet het nooit ten „ halve doen, maar zich geheel en al daaraan over,, geven. Houd fteeds voor oogen, dat gy niet in ,, uwen post werkzaam zynde, ook niets meer zyt ,> dan el-k ander burger, en zyt verzekerd, dat zo gy ,, u uit hoofde van dien post, (dien men dikwerf „ meer aan toeval dan aan verdienfte verfcbuldigd is) „ eenige meerderheid boven uwe medeburgers wildet „ aanmatigen, men u nu in ftilte befpotten, en zoo ,, dra gy tot uwen gewoonen kring zult zyn weder„ gekeerd, openlyk verachten zoude. Zo er eenige ,, Ambten te begeeven zyn, Iet dan vooral op deugd, ,, cerlykheid en bekwaamheid; geef minder acht op f, dien grooten hoop, die om alles vraagt, en zich ,, overal zoekt intedringen , dan op wezenlyke ver: ,•, dieiifte, die zich uit zedigheid meest fchuil houd, zoek zelf den ongelukkigen op , die belooning „ verdient, en dsn bekwamen man, die hst Vader,, land van nut kan zyn; want gy zyt zelve ftrafbaar zoo dra gy tot de eene of andere bediening een ,■ voorwerp benoemt, dat er niet toe gefebikt is. — „ Indien er onverhoopt eenig verfchil tusfehen de „ Burgery cn den Raad mocht ontftaan, waak dan „ vooral tegen uwe driften, en zorg dat gy de zaak van 't algemeen , niet met uwe "byzondere gevoelig„ heid verwart; herinner u ten dien einde, wat gy „'zelve gedaan, hebt, toen gy u in de Volksvergade„ ringen bevondt ; welke herhaalde en Itoute ver„ toogen gy toen aan den- raad hebt voorgedragen, en i, hoe gy toen het Systhema vasthicldt, dat het Volk ,, de Oppente Wetgever was; indun gy nu te» dien „ opzichte eenen anderen toon voerde, zou men u „ voor eenen dier laags wezens aaneden, die het Volk ea-  A N E C- „ enkel gevleid hebben, om tot grootheid te gera„ ken , en het naderhand zoo veel te- zekerer op „ den nek te treden ; hoor dus met geduld hunne „ klachten , en voldoe aan hunne billyke eifchen, en zo zy iets onredelyks vergen mochten , breng het hun met zachtheid onder 't oog, maar blyf 5, ft'andvastig weigeren, en zy sollen van hunne dw.i* „ ling te rug komen; geloof my , Sancho! het ge„ heele volk is altyd goed, maar alles niet konnende „ doorzien , is het zeer aan dwaling onderhevig, ,, doch wanneer het een man aan 't hoofd der zaaken „ ziet, die nooit in zyne gevoelens heeft gewyffeid, „ op wiens onkreukbare trouw het ftaat kan maken , „ en die fteeds in alle billyke vorderingen heeft in„ gedeind, zullen zy uit zyne weigering zelve be„ fluiten, dat zy in 't ongelyk zyn, en te rugge tre„ den; en zo dit onverhoopt niet gebeuren mocht, „ en zy door menschlyke driften vervoerd, of door „ listige aanftookers opgehitst, zich te buiten moch„ ten gaan, handhaaf dan ftandvastfg de wet, en ftraf „ uit naam van 't Volk zélve den aterling, die dat „ goede Volk misleid, en hunne driften tot zyne kyzondere oogmerken misbruikt heeft, maar ver„ geef als vader, die genen, die ter goeder trouw en uit verkeerden yver gedwaald hebben; en zo, dat God verhoede! de wetten geheel met voeten „ wierden getreden, en gy van alle m-acht beroofd waart, fterf dan op uwen post; want hy, die , als „ het Vaderland zich. in hagchlyke omftandigheden „ bevind,, in de vervulling zyner plichten zyn leven „ niet veil heeft, verdient de algemeene verachting, „ die moeilyker te verdragen isdan de dood. „ Eindélyk, myn Zoon! wacht geene belooning, „ al ware het u zelfs mooglyk, aile deeze plichten „ getrouw te vervullen; maar het is onmooglyk dat ,, een mensch niet zoude feilen, en het Volk word ,? enkel uwe misftappen gewaar, en ziet de hinder» „ palen niet, die u door de omftandigheden in den » weg gefield worden; keer dus na het afloopen van „ uwe taak, tot uwe gewoone bezigheden weder, „ troost u met de bewustheid van als een eerlyk man „ fteeds getracht te hebben uXven plicht te vervullen, ,, en laat in ftilte de beöordeeling uwer daden over „ aan uw uw eigen hart, -— aan de nakomeling„ fchip, — en aan 't Opperwezen." Hier zweeg de Ridder ftil, en Sancho, door zyne vaderlyke vermaningen gevoerd , liet zyn hoofd nederzygen, en drukte met zyne lippen de bevende hand des Ridders , terwyl hem de tranen uit de oogen biggelden. Wdt my betreft, ik was zoo getroffen door de kracht der waarheid, en de bartlykheid van dien welmeensnden raad, dat ik de kamer inftoof om den braven Don Qjiichot te omhelzen, doch de driftige beweging die ik daar toe maakte, deed my plotsling ontwaken. Het duurde nog een geruimen tyd eer ik my verbeelden kon, dit alles gedroomd te hebben; en toen ik er eindlyk van verzekerd wierd, maakte de herdenking van al het geen ik dacht gehoord te hebben, nog zulk een diepen indruk op myn hart, dat ik, vergetende dat het midden in den nacht was, en ik my alleen bevond, in geestvervoering uitriep: ó myne undoenooten! waarom zouden w y , U I t droomen zelf, g£en voordeel trekken! • Et wy, Democrdtèn! dezen uitroep van onzen ontwaakten Broeder hoorende , konden niet nalaten , van onzen kant, dien te beandwoorden met dezen luiden wensch , die op éénmaal in de fchoonfte harmonie door onze geheele Vergaderzaal klonk: achI .waarom stonden niet alle mooglyke m un 1 Cl p a li teit s l.e d e n van ons gantsche vaderland op dat o o c e h li l i K Mf.t hem achter de deur!!!  C i<5 ) A N E C D O T E. Iets 't geen verwondriiig baart, doch *t geen myne oogen zagen-, Is in deez Stad gebeurd. — Ik fpreek van Amfieldam, ïiihrjü:'Kn 9b rtfic —— . i r. ia vmt v/u ose ,; fy a t%jm ,g«jo i' wbno bJafllrbts. latn ntid'-Hi Daar 't eerst, door Vryheidszucht, een' Revolutie kwam, Waar op men billyk roem macht diagen. Dan, tot de zaak. — Juist op den avond van den dag, Toen elk, verrukt van vreugd, 'c herftel der Vryheid zag, \ oos turn jü ,fjai)a.d nai.uV/ - .n.l. :;;*; <.' fiJgao < blsltyv/ag ilasd Efls.'-jovsyw.'X ni Jioon slb :-.} Toen duizenden om ftryd hunii! Vrybeidsliefde toonden, En 't lang gewenscht geluk de lang verdrukten loonden, Op die zoo heilryke avomlftond, Wanneer Gelykheid elk als broeders i'zaam verbond, En ieder bezig was, om onheil af te wceren;- Begaf ik my ter plaats, —— daar ieders Hart en Hand, Zoo 'k dacht! — mi werkzaam was, tot heil van 't Vaderland j Naar een Genootfchap van Geleerde Heeren; upa ai ^l-dov-yd n'iii's,yni *i tra , uyj jdoEi; nat nj -ïay -tutu- «jltad 3üinti2irc nsmrittgab aiabnc-iv.» Gevoelig aangedaan door eed'le Vryheidsmiu , Treede ik verheugd, met drift, Minerva's Hofzaal in, By haar zoo grooten Vriendenkring ; En oordeelt billyk, Democraten, Die 't fcband'lyk Egoïsme haaten , Van myne omfteltenis , van myn verwondering, . Toen 'k in de plaats, van in het grootst belang te deelen, Hen yvrig —- met de Kaart — zag fpelen. tip oo'ü s j ja Ta t» vjsawoTS i&.o * a A-.Vjg, 3..L i ylgooraoo si isd ira-rti :uo'!ti»iav 33 Wfrorsa' Op W.idz. 5. art. VI, ftaat Vryheid, lees Veiligheid van perfunen en goederen, m Hjiaflgaoo Xia so jt«,apatr..,.*ai^s -•j-'u- ." l;: 'ui;: t .. ci\>::,-\ tijqgiiflti'n 'jvmi Isiti: Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, 'sHage, van Cleef en Leetnveftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Anfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Loosjes; Rotterdam, D. Vis, van der Dries; Alkmaar, Molkinan, en verder in de overige Provintiën , a drie bet heele, en twee ftuivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 3- D«*r*I M U m "79«- B« Tm* j*«r I» Bmaffilu FryMU. Een altyd braaf, Jlandvastig man. Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. Eenige vraagswyze Bedenkingen , ever het gebeurde omtrent de Refolutie van hst Provintiaal Beftuur van Utrecht, belangende de oude Regenten. Geer.e gelukkige uitkomst uit eenen hagchlyken toeftind kon ooit met meerder verrukking vernomen worden , voor geene weldaad immer vuuriger dankerkentenis aan het Opperwezen worden toegebracht, dan toen 't Bataaffche Volk werd aangekondigd, dat iQKfractaat van Vrede en Alliantie den 16 May des voorleden jaars tot (land gebracht, zoo door alle de Bondgenooten der Verecnigde Gewesten , als door de Franfche Nationale Conventie plechtig was geraiificeert , en daar by niet alleen deze Republiek voor eene Vrye en Onafhanglyke Mogendheid erkend , maar ook deze hare Vryheid en Onafhanglykheid , benevens de affchaffhg van het Stadhouderfchap , door haren nieuwen Bondgenoot geguarandeert. Immers, het denkbeeld als een overwonnen Volk te worden aangemerkt; ons vaderlyk erf, dat erf, zoo langdurig aan den Oceaan betwist, zoo menigvuldig door het bloed der Grondleggeren vandczeR'pabliek befprooid, als een door het recht des ooriogs veroverd Land verklaard, en ons eigen beft >.in afhanglyk te zien van het goeddunken des Veroveraars; dit verfchriklyk denkbeeld was voor 1 Jen echten beminnaar zyr.es Vaderlands te onverdraaglyk, dan dat hy het waare genoegen der heugchlyke Omwending volkomen zou hebben konnen fmaken, eer zyn beklemd gemoed dien aangaande was gerust geftclt. Wel is waar, het Franfche Volk had geenen oorlog aan het Bataaffche , maar aan deszclfs thands gevluchten Dwingeland verklaard; maar deze Dwingeland had met het goed en bloed der Natie zyne zaak verdedigd ; het Gouvernement, ais flaaven aan zyre belangen verknocht, tfferde daar aan onze fchac ten , onzen welvaard , ja ons gebeele Vaderland op. Was het dan niet te vrezen, dit het Fransch Gouvernement de zaak van het verdrukte Volk niet genoegzaam van die hunner Verdrukkeren zoude affcheiden, maar allen als vyanden, als overwonnen vyanden aanzien en behandelen? — 't Is waar, het Volk ftond in verfehillende plaatfen tegen zyr.e geweldenaars op , en verbryzelde hunne trotfche Zetels; maar dit was nijt overal gefchied: gebeele gewesten waren genoodzaakt hunne verlosfing enkel en alleen van het aannaderend Franfche leger te verwrehten. Het is zoo , de Franfche Volksvertegenwoordigers hadden plechtig by hunne intrede op ons grondgebied vciklaard, ons te midden van de gruwelen des ooriogs als Vrienden en Bondgenooten aanternerken , o»zei on-  - — —» — *m. J, Onafhsnglykheid te zullen eerbiedigen, ja zy hadden de Oppermacht des Bataaffehen Volks eikend; en hcL was niet dan in het vertrouwen op deze verklaring, dat verfchillende fteden van ons Vaderland voor den Over winnaar al juigchende de poorten openden, en g?hcele gewesten , ter naauwernood van de plunderende trawanten der Despoten verlost , 2ich voor denzelven veiklaarden. Maar de'doordenkende Patriot begeerde meer; hy begeerde die verklaring dobr dogeheele wetgevende Vergadering des Franfchen Volks bekrachtigd te zien; by begeerde de voorwaarden te weten, waarop dat zoude gefchieden; in één woord, by begéérde een plechtig Vrede- err A"Hiantie--Tnictaat. — Eindélyk werd zyn wensch vervuld. — Nu kon hy 'ruimer adem halen, met meerder yver ter herftelliug van zyn gefchoktVaderland medewerken, mee meerder vergenoeging, met warmer dankbaarheid den Vryen Frank zynen verlosfer noemen. Nu zwoer hy, nu zwoeren wy allen, deze onze herkregene Vryheid eri erkende Onafhanglykheid, mef opoffering , des noods, van ons leven, te zullen handhaven, en niet te dulden dat op dezelve eenige, ook de geringde, inbreuk gtfehiedde. Wj: wonder dan dat een groot gedeelte des Volks, zyne Onafhanglykheid als het Palladium zyner vryheid befehouwende , fteeds dit heiligdom met een angstvallig toezicht bewaakt, en zynen naaryver daad. Iyk aan den dag legt, op den minden dap, dien het befchouwt als een inbreuk op zyn herkregen recht? Wat wonder, dat het zyne vertwyfeling toont over het bevel van den Franfchen Minister, onlangs aan tien Öéneratfl"'Behrnïnvtlte afgevaardigd, en waarover dé Hoogst Geconftitueerde Macht der Provintie Utrecht zich by de Nationale Vergadering heeft beklaagd, om naamlyk ter vergadering van het Provintiaal Beftuur ie verzoeken, om de uitvoering hunner genomen Rejolw tie (waarby een foort van pccunieele voldoening van de Ledén des voorigen beduurs gevorderd word voor de ontelbare fchaden, door hun den Lande toegebracht)' Ut zoo langs te ft aken, tot dat die Minister de intentie *„ le: Directoire Execulif daaromtrent zoude vernomen hebben, met bygevoegden hst aan norjg. Generaal, om deze zyne dhpofific te mnintineeren /tic dat het befiisjend andwoord van het voorjz. Directoire zr.tdr zyn ingekomen. Wy fchroomen niet, als vrye Bataaffche mannen, onze befcheidene bedenkingen nopends deze zaak dvor detj druk gemeen te maken. Niet, dat wy verdaan willen wórden de Refolutie zelve van het Provinciaal Beduur van Utrecht, zoodanig als dezelve liggende is, goed te keuren , of de verdediging daarvan op ons te nemen. Maar naaryvrig om de Souverainiteit dezer Landen r het eigendom van ons en onze Medebtirgercn , onbelemmerd door onze Vertegenwoordigers te zian uitoefenen , en als een gevo.lg daarvan de deüberatien van alle wettige zoo Provinciale als Stedelyke Geconftitueerde Machten vry te zien van allen buitenlandfchen invloed, zyn wy voor als nog er verre van daan. om den ftap van den Frarrfchen Minister te kannen billyken en ons zegel daar aan hechten, maar geloven veel liever, dat men het vertrouwen van den doorktindigen Noêl in dit geval heeft weten te verrasfehen. Wy wenschten echter overtuigd te konnen worden , dat dezelve niets beJ^£. gends in zich bevat, en zullen ten dien einde flechxj eenige- weinige Vragen over dit gewichtig onderwerp met die vrymoedigheid en gematigdheid voordellen, die den waaren Republikein kenfehetfen ; hopende dat dezelve ons voldoende zullen konnen worden opgelost. t°. Wanneer de voormalige Staten 'sLands van Utrecht by de Capitulatie met de Franfche Republiek"bedongen volmaakte veiligheid voor de perjonen en goe. deren van alle burgers en inwoonders van de Provincie, en dat niemand verontrust zoude worden noch met opzicht zyner gevoelens, die hy zou mogen aart den dag gelegd hebben , noch omtrent zyn gedrag, het wik hy mocht gehouden hebben gedurende de tyd van  C *9 > van den tegenwoordigen oorlog, noch omtrent de trouleien , die dezelve ten gevolge gehad hebben , (zie Art. j5 des Capitulatie) — hadden zy toen niet alleen ten oogmerke, de overwinnende Natie zelve tot dit alles te verplichten ? Accordeerde deze zulks niet alleenlyk voor zich zelve? Of ligt in tegendeel in dat beding ook nog eenige andere verbindtenis of belofte opgefloten? 2°. Moet niet het eerfte alleen rooronderfteld wor» den de bedoeling der Overwinnaars te zyn geweest, daar Zy verklaard hadden den oorlog alleen aan te doen aan den Stadhouder en deszelfs aanhangelingen , en niet aan het Volk van Nederland? 3°. Volgt niet uit deze verklaring van de Franfche Natie , dat zy niet vciftaan kan worden , door hare Capitttlatien met de aanhangelingen van den Stadhouder cenigen inbreuk te hebben willen maken op de rechten des Volks zelve, het geen zy enkel als onderdrukt, maar niet als overwonnen befchouwde, zelfs ten tyde, toen hare overwinnende wapenen den Stadhouder en deszelfs aanhangelingen ten onder brachten, en zy met de laatften in de Provincie van Utrecht capituleerde? 4°. Is in dezen ftaat van zaken , na de uitvaardiging van zoodanig Manifest van Oorlog, de verklaring der Onafhanglykheid van de Bataaffche Republiek by het Tractaat van Vrede en Alliantie, wel iets anders geweest, dan eene openlyke bevestiging van rret recht, het geen de Bataaffche Natie zelfs gedurende den -ftaat van overwinning, door de Fran- ' fchen op den Stadhouder en zyne aanhangelingen behaald, gerekend moet worden behouden te hebben? — Is er wel een oogenblik geweest, dat bet Bataaffche Volk, indien men de herhaalde verklaringen der Franfche Republiek in aanmerking neemt, gezegd kan worden, zyne fouverainiteit en onafhanglykheid verloren te hebben ? 5°. Kan men alleen over zyn eigen recht naar willekeur befchikken? ——• Kan men alleen edelmoedig zyn en vergeven .voor zich zelve ? — Of. ie het te vooronderftellen , dat men fttlzwygeni anderen in hunne rechten , dïe men zelve is blyven erkennen, zoude hebben willen verkorten? Konnen onbepaalde en aigemeene uitdrukkingen ooit in den laatften zin opgevat en uitgelegd wafden? 6"°. Wisten ook niet de voormalige Staten 'sLands yan Utrecht, dat de oorlog aan hun alleen, als medeaanhangelingen van den Stadhouder, en niet aan het fouveraine Volk van Nederland, door de Franfche Republiek was aangedaan? — Bemerkten zy niet, dat zy op het punt waren van overwonnen te worden, en dat de Franfche Republiek alle de fchaden, die zy door hun Beftuur en gedragingen aan dezelve toegebracht hadden , aan hunne perfonen en goederen zoude konnen verhalen ? —En moeren zy derhalven ook niet van hunne zyde verltaan worden, alleenlyk van het Fransch Gouvernement, en niet van het Volk van Utrecht zelve, te hebben willen bedingen de voorwaarden , hier voren gemeld? — Capituleerden zy niet enkelen alleen met het Fransch Gouvernement ? — Of deden zy zulks ook met het fouveraine Volk hunner Provincie? — Hadden zy door hun politiek Beftuur en gedragingen niet zoo wel het onderdrukt Volk beledigd, als het recht der Volken jegens de Franfche Republiek gefchonden? — Was hunne Iaat (te misdaad niet het eenig voorwerp, waar over zy met het Fransch Gouvernement konden en moesten capituleereu ? Of konden zy insgelyks van hetzelve bedingen, dat hunne eerfte wanbedryven aan hun door het Volk vergeven wierden? —- Konden zy van hunne Overwinnaars, Welke zich niet voordeden als Overwinnaars der Natie zelve, vorderen en verwachten , dat dezelven met hun zouden capituleereu' over het recht des Volks. 7°. Kan om alle deze redenen het Fransch Gouvernement de zaak thands welzoo befchouwen,, als of er met de voormalige Staten 'sLands van Utrecht C 2 ware  ( 20 ) ware gecapituleerd over het ongel yk , de ge!'. verf, illïngen, en onderdrukking, waar aan zy zich jegens byzondere perfonen, en het geheele Volk der Provincie van Utrecht hebben fchuldig ge- ' maakt?' Konnen deze misdaden tegen het Vólk zelve begtan, beweerd worden, met de aangegane Capitulatie uitgewischt te zyn ? — Of in tegendeel, moet het eerfte Artykel der Capitulatie nooJzaaklyk in dezen zin verftaan en opgevat 1 worden , dat niemand door het ïransch gouvernement en ter zake van de SCHENNIS van het recht DEK volken OMTRENT de franschb rerubliek ge. PLEEGn, verontrust zoude'worden noch met opzicht zyner gevoelens, die hy zou mogen aan den dag gelegd hebben, noch omtrent zyn gedrag, het welk hy mocht gehouden hebben gedurende den tyd van den te^enwojfdigen oorlog, noch omtrent de troubelen, die aez.lve ten gevolge gehad hebben? (*) £*: Konden in allen gevalle de voormalige' Staten 'sLands van Utrecht, in zooverre zy zich jegens Let Volk van de Provincie zelve aan verfcheidehe vèroi-gelykingen en geld-fpillingen hebben fchuldig gemarkt, wei iets anders of meer van het Fransch Gouvernement by de Capitulatie bedingen , dan ' deszelfs vooifpraak en intercesfie by het Volk, en de a-n vending ten dirn einde van deszelfs goede dljr.ïlen en officien » En, zo dit hun oogtneik ware 1 geweest, moest zulks als dan niet uitdruklyk zyn bedongen S r ia- ^tó«/>i« Een ahyd braaf, flandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. Reflectie'n omtrent de in Holland yastgeftelde Heffing der Belasting op de Inkomften. Het Provinciaal Beftuur van Holland heeft, door middel van de Couranten, aan deszelfs Medeburgers, by advertentie in dato 's Hage 28 Juny 1796 doen notificeeren ; dat het zelve zedert den iode 'May laatstleden onafgebroken is bezig geweest met het uitdenken van maatregelen , waar door zoo aan de behoeften voor de quote dezer Provincie, en de, door de Nationale Vergadering gerequireerde, 60 Millioenen Guldens, als aan de verdere benodigdheden van dit Gewest , zoude konnen worden voldaan; dat daartoe een aantal plans, het een meer, het andere minder uitvoerlyk, waren ingeleverd, die alle door perfoneele Commisfiè'n zyn onderzocht geworden; met dat gevolg, dat het zelve zich heeft moeten bepalen, om uit twee derzelven één te kiezen; naamlyk het doen eener geforceerde Geldheffing van ieders Bezittingen tegen 8 percent , of wel het heffen eener Belasting op de Inkomften, het zy dezelve proflueeren uit vruchtgevende Effeeten, uit Winften in de Negotie, uit Verdienden , Ambten of Beneficiën , of uit welken hoofde het ook anders zoude mogen wezen, niets daar van uitgezonderd. De natuur der ingeleverde\plans niet kennende, konnen wy van derzelver merites niet oordeelen; wy onderftellen alleen, dat die twee, die meest in aanmerking gekomen zyn, naar 't oordeel van het Provinciaal. Beftuur, de meest uitvoeilyke bevonden zyn. _ Dit toegegeven zynde moeten wy bekennen, dat het met het vinden van fmantieele Middelen , om in de behoeften van ons Land te voorzien, daerlyfc refchapen is. — Het Beftuur zelve btfehouwt, niet ten onrechte, bet eerfte der twee meest in aanm.rking gekomen plans, als ccn zeer drukkend middel voor de Ingezetenen, en fchadclyk in deszelfs gevolgen voor de Provincie zelve. — Wy ftemmen dit gereedlyk toe. — Het zelve bepaalde zich dienvolgends tot het laatfte , als by confequentie minder drukkend, en voor zoo verre die ■Heffing by wyze van don gratuit gefchieden zou , in 't minst niet fchsdelyk voor de Provincie. — Dit laatfte erkennen wy, maar niet het eerfte, anders dan in dien zin,, dat deze Heffing alleen minder drukkend wezen zal voor, ja byna niet gevoeld zal worden door, een aantal Ingezetenen die vermogen hebben; dezen, die bepaaldlyk de geenen zyn die het best iets misfén konnen, en het meeste moesten opbrengen, zullen genoegzaam vry wezen, immers in evenredigheid van hunne vermogens maar eene geringe opoffering nodig •q heb-  hebben te doen. &— Wy houden dan in tegendeel Aaande, -dat deze;Heffmg allerdrukkendst is voor die nyvere clasfen van'Ingezetenen, die geen ander vermogen bezitten, dan de inkomften die zy door hunne Induftrie verdienen , en voor zoodanige loontrekkende Bedienden , die bepaalde Salarisfen ontvangen, waar van zy befhan moeten — Onder deze clasfen worden er in menigte gevonden, die hunne Inkomften tot hun onderhoud volftrekt nodig, of dezelve reeds volkomen verteerd hebben, — Hoé zullen dezen zich redden, en uit niet iet jfcheppen, om by voorraad te konnen opbrengen, 't geen zy niet ontvangen hebben? Immers' hy die geen credict genoeg heeft om, by anticipatie, geld op zyne aataftaandc Induftrie, Inkomften of Salaris op te nemen, zal aan den eisch van' de Heffing niet voldoen konnen, al wilde men hém ook door de zwaarfte pocnaliteiten daar toe noodzaken. ' De ongelykheid in de geforceerde Heffing van <5 percent van' 17 July 1795, over de Vermogens der Ingezetenen, had reeds by veclen gemor en ongenoegen verwekt, om dat de weinig vermogen den naar rato daar in te veel furneerden; dan het is bekend, hoe het introduceeren van 'alle andere middelen tégengewerkt , en de invoering derzelve onmooglyk bevonden is ; men heeft eindélyk uit nood tot die Heffing zyn toevlucht moeten nemen, hoe zeer men overtuigd was, dat de vermogendfte Ingezetenen in evenredigheid van hunne medeburgers, van den middelftand eh de mindere crasfën, te weinig cpbrach» £en. — Dar, by de tegenwoordige vastgeftelde Heffing, ftraalt die ongelykheid nog veel ftérker door; een zak Guldens door induftrie verkregen, of nog te verdienen , word hier gelyk gefield , met een zak Guldens uit rentengevende Effecten voordgekomen, terwyl het Capitaal van den bezitter dezer laatfte geheel onaangeroerd blyft. — Een Capita!tst van een half Mtllioen Guldens fchats kan , door het momentaneet' misfen van een goed gedeelte zyner in„ komften uit zyne1 Effecten , genoegzaam viy wezen van in deze Heffing optebrengên: men ftelle flechts dat zyne Effecten hem niet meer dan ƒ 10,000 : — opgebracht hebben, hy zal dan maar betalen moéten eene fom van tweeëndertig honderd en vyftig Guldens, dat nog geen twee-derde ten honderd v^n zyn gebeele O'pitaai uitmaakt; men ga zelfs nog verder, men geve-hem nog vier duizend Guldens meerde» inkomften, hy zal dan 32^ percent over ƒ io.coo : — en 35 percent over / 4000 : — moeten fourneeren, dat zamen vier duizend zes honderd en vyftig Guldens uitmaakt,; cn ook deze fom van / 46;o : — markt nog geen één ten honderd van zyn geheel vermogen-uit, — Op gels'ke wyze zal een ander Capitnlist van honderd duizend Guldens fchats,, die eventueel niet meêr dan ƒ2400 — vruchten uit dit zyn Capitaal genoten heeft, vry wezen met eene opoffering van ƒ 430:— zyndc het tarif. 17J percent van de negende clasfe , waartoe hy behoort over de eerfte ƒ2000: — cn 20 percent over de verdere ƒ400 : —, dat nog geen half percent van de hoofdfom van zyn vermogen uitmaakt. — Op dezelfde wyze 'voordredeneerende , kan men veilig befluiten, dat de vermogende Ingezetenen, de ' O'pitalisten allen te zamen genomen, (en dit zou al. zeer veel toegegeven zyn) op zyn best niet meêr cktt één percent van hunne vermogens aan den Lande in deze Saffirjg furnecren zullen Het drukkende zal dan alleen op die Burgers nederkomen, die van hun- (*) Zy,die inkomen hadden zonder CapUaal, hebben tot lieden toe niets aan den Lande betaald, al wonnen zy / roooo S/cocoo 'm liet jaar. Alle de voorigc Belastingen droegen alleen op bet Capitaal, en duizenden, die, zonder vasten eigendom te bezitten, zeer ruim en in de grootfte weelde leefden, waren vry, of gaven, raar gelang zy goedvonden zich zelve tc fchatten. — D;-.t deze clasfe van méiifctten dus-ook ééns iet betaalde ten behoeve van het Vaderland, was zeker rcclHvzaraig; doch men had list een met het ander konnen en moeten combineeren. Ö 26 ■ }  ( 2? ) hunne Induftrie, Bsroep of Ambten, leven moeten; van dezen nu zal een groot gedeelte wegvallen, die zich volftrekt buiten de mooglykheid bevinden , om by anticipatie te konnen voldoen; en wat zal dan van dit alles het gevolg wezen , anders , dan dat deze Heffing zeer weinig aan den Lande zal konnen. opbrengen, en geheel aan 't oogmerk niet voldoen' zal ? — Wil men daar van per cakul nog een doorflaand bewys? Men vestige zyne aandacht op de volgende redeneering. Geft.dd, de contribueerende Ingezetenen van Holland, die in deze Heffing fourneeren moeten , beilaan in een gelyk getal Contribuanten uit alle de vyftien clasfen even veel, dan zullen de vyftien clasfen te zamen opgeteld 300\ percent uitmaken, en gevolglyk elke clasfen door eikanderen genomen20 percent aan den Lande moeten opbrengen. Gefield nu dat ieder millioen Guldens fchats, de eene meer» de andere min, 5 percent (dat zekerlyk te veel is) inkomen opgebracht heeft, dat is ƒ 50,000 : - dan zal daar van alleen maar ƒ io,coo : - in 'sLands Schatkist opgebracht worden, zonder méér; en dit zal juist uitmaken 1 percent over de vermogens var. de Ingezetenen. —— Wil men hier tegen inbrengen, dat er naar rato zoo veele vermogenden, die tot de eerfte clasfen behooren, onder de Ingezetenen niet gevonden worden, en dat die rekening niet juist is; v/y geve1!] dit eens toe , maar daartegen moet men confi lerecren, dat van de genomen evenredigheid van 5 percent ook vry wat kan worden afgetrokken, vei mi.Is, zoo wy gelóven, er zeer weinigen gevonden zullen worden , die in deze laatfte tyden zoo veel inkomen uit hunne vermogens rekenen konnen. — Hier door nu, zoo wy meenen , na genoeg bewezen hebbende, dat het geheele fournisfement dezer Heling naait vl ks één percent van de vermogens der Ingezetenen , aan den Lande opbrengen kan, word natuurly • de vraag , of die opbreng toereikend zyn zal om in de tegenwoordige behoeften voor de -Provincie van Holland te voorzien ? — vaa D 3 vaa Hier op zeggen wy volmondig., aeêii'. — wan hst Provinciaal Beftuur zegt uitdruklyk in deszelfs Notificatie van 28 Jdny laatstleden, dat hetzelve in de onvermydlyke alternative is gebracht geworden, om uit t vee plans, naam'yk dat van 8 percent over de Bezittingen, en het nu gearrofteerde Plan van Heffing over de Inkomften, er één te moeten kiezen, en dat het deszeifs keuze tot het laatfte bepaald beeft, uit weerzin voor het eerfte; maar dit neemt niet weg, dat het eerfte wel degelyk in confideratie gekomen is, en, geeft genoegzaam te kennen,,dat, zo al njgt dc 8 percent over de Bezittingen ten volle vereischt weiden , het echter daar .of daar omtrent op neerkomen moest, en dus verre weg meêr als de nu vastgeftelde Heffing, die wy op ten hoogften één percent berekend hebben. — Dan wy behoeven hieraan niet verder te twyfe'en; de Publicatie van de nu vastgeftelde Heffing in dato 30 Juny 1756 zegt. ftellig, dat, om in alle de behoeften daar in opgeteld wordende te voorzien, de Ingezetenen een twaalfde gedeelte, en dus na genoeg 8 percent van hunne Bezittingen, ten behoeve van den Lande zouden moeten fourneeren. — Wy vinden in de voorafgegane Publicatie van het Provinciaal Beftuur van Holiand van 26 May 1796 eene berekening gemaakt van 't montant der behoeften voor deze Provincie; dezelve bedragen daar alléén voor dit jaar niet minder dan dc zeer importante fom van 53§ Millioenen Guldens; wy vleiden ons destyds nog, dat het montant van de gearrefteerde Lotery - Negotiatie van 10 Febru-ry 1796. of wel een gedeelte van dien, voor zoo verre dezelve gecompleteerd geworden is, daarop in mindering yerftrêkkeri zou; wy vleien ons nog met die hoop , dan wy worden daaromtrent eenigszins in twyfel gebracht, door de uitdrukking in de Publicatie van 30 Juny; waar in gezegd word, dat deze fom van 53! Millioen , nog te verftaan zy, zonder daar by te rekenen het montant der gefourneerde Loten in del.otery-Negotiatie van 10February laatstleden , het welk' bedraagt een fomma  kan (*). En'deze fóm'Zal nog voor twee derden, zoo veel wy grotfo modo berekenen, dat de eerfte zeven Clasfen bedragen konnen , in Loten uit de Vry willige Negotiatie by forme van Lotery van 10 February laatstleden, opgebracht worden; zoo dat het gedeelte dat aan 'sLands Comptoiren in contante Speciën ftaat gefourneerd te worden, van weinig of geene betekenis wezen zal. — Waarlyk wy betuigen dat wy, dit fchiyvende, in onze ziel bedroefd zyn over dit in de daad beklaaglek tafereel Kon- den wy ons zelve genoegzaam overtuigen, dat alleenlyk onkunde en misrekening de oorzaken waren; van deze nu vastgeftelde ontoereikende Heffing over de Inkomften van de Ingezetenen, wy zouden ons dit nog konnen getroosten ; dan wy vreezen maar al te zeer dat bierby eenig ander oogmerkplaats heeft , immers dat het noodwendig gevolg zyn zal, dat men eindélyk toevlucht zal moeten nemen tot bet heilloos plan, dat men in den jaare 1795 met zoo veel geweld getracht beeft doortedryven» en 't geen door alle weidenkenden destyds met verachting verworpen is, op grond dat het de totale, ruïne van onze Commercie, en gevolglyk van duizende Huisgezinnen in dit Land ten gevolge zou hebben, Wy konnen onze bekommering niet verbergen, }a febroomen niet voor onze gevoelens uitte- (*) Indien men zelfs wilde aannemen, dat deze Heffing berekend was naar de volgende ca.cuie ; ƒwoone ' klien e Provincie fpruitende ttit de Verpondingen, en alle andere 'sLands hnp.nüÉn , zyn e5 Mültoen; ette d te ingezeten ï van zyn inkomen aan den Lande opbrenge , komt voor de gebeele rnkomfte van alle e ,B 7 8 " pn .„ v,n c,eze fom door elkander as percent berekend in dezen opbreng, ma.k£ % 1:;;^voo^ daar „<„ *.« die minder dan ƒ300 i - jaarlyks inkomen hebben. Vergelyk Wagenaar, Vaderl. Ifistone, by T.non XIX. Deel. bladz. dan ƒ ooo T, vcrmeerdcring van 'sLnndg Krygsm.cbi had midlerwy. (» den oorlog van noodzaak.ykheid gebracht, om, tot onderhoud van hun aandeel, nieu.eBelas. S I * bloten tot eene per.oneele febatting van ahen, die zes honderd Guldens en , W nren of venenden;; Vreemdelingen, Profesforen, Predikanten en Krygsoverften , geene Hoofd- of Vlagoffiacrs zynde en Ambachts-Gezellen alléén uitgezonderd. Doch deze Be.asting beantwoordde kwalyk aan het oogmerk, welk me* " ** " fT Gnal der luiden die geoordeeld werden, geene zes honderd Guldens te winnen ofte verteeren, er mede gehad had. t uetai aer luiaeu = i,:m„.m in ' " De minstgelukkige fpeler, naamlyk hy die een Niet of eigenlyk 800 Guldens in rentengevende Obligatiën getrokken heeft, word gerembourfeert met zes honderd Guldens in Geld , en twee honderd Guldens in Obligatiën ; maar hy heeft voor zyn Lot aan den Lande Hechts gefourneerd vier honderd Guldens in Geld , en twee honderd Guldens in Obligatiën ; ergo, hy wint nog op zyn Lot, dat met een JS'iet uitgekomen is, twee honderd Guldens in geld, dat is 50 percent op zyn uitgefchoten Capitaal; behalven dat hem boven dien nog de Intrest vergoed word van die zes honderd Guldens, van voor den tyd dat hy zyn Lot gefurneerd heeft, tot den tyd toe dat hf t zelve in de nu vastgeftelde Heffiig voor Geld aangenomen word. — Op deze wyze word over de geheele Lotery door de Deelnemers gewonnen 50 percent op hun uitgefchoten Geld, en 33Z percent op de daarby gefurneerdé Obligatiën ; wuat 't ge. hee- (*) Wy zeggen ondanks zich zelve , want wy kennen er veelen, die uit warme Vaderlandsliefde, één, twee, drie en «neer Loten genomen hebben, in 't denkbeeld van te konnen en te zullen verliezen, zeggende: wat kan 't my fcheelen, bet Land heeft toch geld nodig, als ik al een niet trek, en ik reken myne 800 Uuldens Obligatiën tegen 45 percent,, dan kry£ ik ƒ 360 i - wterom , het Land word geholpen, en ik heb de Rans gehad om een hoogen prys te koenenwekken. — B 3  C 30 ) heele beloop van de Lotery, d;t gerembourfeert word, bedraagt :8 Millioenen Guldens in Geld, en 8 Millioenen Guldens in Obligatiën; en daar voor is a:n 't I.and.,,maar gefourneerd geworden 12 Millioenen Guldens in Geld, en 6 Millioenen Guldens ■ in Obligatiën ■, des winnen daar aan de deelnemers 6 Millioenen Guldens in Geld, en 2 Millioenen Guldens in Obligatiën , dat is, zoo als wy zeiden , 50 percent on hun Geld, en 33} percent op hunne Obligatiën. ; Natuurlyk word nu dc vraag: indien alle de deelnemers by deze Lotety-Negotiatie zoo grof winnen , waar word ergens de verliezer gevonden? Wy andwoorden cordaat weg, het Land of eigenlyk het goede Volk van Holland,, deze alleen zyn de flacbtoffers van zulke fchaJelyke finantieele Operatien. Men zegge niet dat de goede trouw van 't Gouvernement deze opoffering noodzaaklyk maakt, en dat de gecombineerde Commisfie door de Provifioneele Rcpraefentanten van 't Volk van Holland, by decreet van 5 February dezes jaars, gequalificeerd tot het vastftellen dezer Lotery- Ncgotiatie, die voordeden aan de Deelnemers toegezegd heeft, en dat bet Provinciaal Beftuur nu niet anders kan , dan deszelfs gedane belofte geftand doen; — behalven dat nooit de Provifioneele Repraefentanten van 't Volk van Holland of derzelver gecombineerde Commisfie bevoegd hebben konnen zyn, om ten koste van 't goede Volk van Holland en voor deszelfs rekening, voor den tyd van vyf maanden, geld te negotiëeren, dat na verloop van dien korten tyd , met circa 60 percent augmentatic, behalven de Intrest, ftond gerembourfeert te worden, —— zo ontkennen wy die belofte volkomen. — Aan de deelnemers is alleen beloofd, dat het door dezelve in deze Vrywillige. Negotiatie gefourneerde zal worden geconfidereerd , als daadlyk te zyn gefchied in zoodanige Geforceerde Geldheffing, als men in het daar bedoeld geval gnverhoopt zoude moeten arrefteeren. — Waar word kim- beloofd , dat de nominale waarde de Loten van f 600 s — voor zes honderd Guldens Geld in betaling zullen aangenomen worden, behoudends dat het meerdere daar op getrokketie in rentengevende Obligatiën aan de Deelnemers nog daarenboven zou moeten vergoed worden ? — Wy voor ons en elk ander buiten ons hebben dit nooit zoo begrepen. De allervoordeeligfte uitlegging die men aan deze uitdrukking geven kan, is deze, dat de Loten zouden konnen aangenomen worden voor ƒ 400 : - als Geld, op rekening en in mindering van het geen op dezelve getrokken is, en de rest in i \ percent rentengevende Obligatiën: maar ook dit heeft men met die .belofte niet konnen bedoeld hebben, want het zou daadlyk in het oog gefprongen zyn, dat men eene Lotery-Negotiatie creëerde, waarin de minstbegtmftigde deelnemer 100 percent op zyne Obligatiën, die hy behalven de vier honderd Guldens in Geld gefourneerd heeft, gewonnen zou hebben . Zou men voor 'shands, ten koste van 't Volk van Holland , eene zoodanige Negotiatie wel hebben durven uitfehryven? Wy vertrouwen van neen! Ergo nog veel minder eene Negotiatie waar aan men nu nog zoo veel fchadelyker uitlegging 'geeft. Indien men al begrepen had, de Loten tegen de waarde der Nieten , naamlyk acht honderd Guldens in rentengevende Obligatiën, voor hunne nominale waarde van ƒ 600 : - als Geld gerekend, in de nu vastgeftelde Heffing aantenemen, en de Loten waar op Pryzen of Premiën getrokken zyn , by affchryving van ƒ 800 : - in Obligatiën gerekend voor dezelve ƒ 600 : - nominale waarde, en de rest in rentengevende Obligatiën intetrekken, wy voor ons zouden gezwegen hebben , fchoon dan nog de deelnemers een aanzienlyk voordeel zouden genieten, zonder eenig rifico te hebben gelopen; en in tegendeel nog daar boven de kans hebben gehad tot hooge Pryzen of Premiën. — Wy zouden dan nog deze Negotiatie als eene verderflyke operatie voor 't Volk van Holland befchouwd hebben, om dat hst Geld dat door middel dcrzelve in 'sLands Kas ge kol  i 3i ) komen is, en nu by wyze van don gratuit er iri blyven moet, daar, op al te hoogen woeker, in gèftort zou zyn. — Het Land zou daar by een fehade geleden hebben van vier Millioenen Guldens. Wy bewyzen dit hier mede, dat het Land maar ontvangen heeft in Geld . . i2Mi!l.Guld. en in rentengevende Obligatiën die vernietigd zyn zes Millioen; deze gerekend a 50 percent reprefenteeren 3 Mi!!, dito. zamen 15 MUI. dito. Hat Land .op die wyze de Loten ontvangende tegen zes honderd Guldens in Geld, zou eigenlyk niet anders doen, dan van de 26 Millioenen Pryzen en Premiën, die uit hoofde van het Plan der LoteryNegotiaie (tonden gecreëerd te worden, 24 Millioenen aflosfèn, eer ze nog in de sverêbi waren, tegen 75 percent, das . 18 Millioenen. Voeg hier by. dc 2 Millioenen Obligatiën voor de Pryzen cn Premiën boven de Nieten, die nog gecreëerd zouden moeten worden , gerekend tegen 50 percent, komt . 1 Millioen. zamen 19 Millioenen. Dus zon bet Land reeds eene fehade hier by lyden van 4 Millioenen Guldens, makende (behalven de zwaare onkosten die eene Lotery-Negotiatie verzeilen) over.de ontvangene 12 Millioenen eene aug«•entnie van 33* percent. — Maar nu, nu men de eerfte zes honderd Guldens in Obligatiën, die op de Loten getrokken zyn , tegen 10O percent aflost, cn voor Geld in de nu vastgeftelde H.ffing in betaling kan fourneeren, lyd het Land een fehade van 6 Millioenen Guldens in Geld, en 2Millioenen Guldens in rentengevende Obligatiën, die er meer gecreëerd worden dan er vernietigd zyn ; dat maakt over de opgenomen 12 Millioenen eene augmentatie van 58| percent. — Het denkbeeld van Lotery alléén, gedoogt gééne dezer uitleggingen. — Het fpelen.in eene Lotery onderftelt kanfen, waarby men verliezen kan; dit is ook het generaal idéc geweest van allen die er deel in genomen hebben De Cours der Loten van het tydftip af aan, dat de Lotery is open geweest, tot circa half May, het tydftip dat dezelve is gefloten geworden, bewyst dit ten klaarde : die Cours is, met weinig variatie, dit gebeele tydvak door , evenredig geweest aan den prys der Recepisfen, uit de geforceerde GeldbefSag van 6 percent van July 1795. — Golden dis Recepisfen 50 percent, men kon de toten koopen voor ƒ 500 : - en voor ieder percent dat dezelve Recepisfen meer of minder golden, daalden of rezen de Loten in evenredigheid van ƒ 2 per Lot; dit was natuurlyk, om dat men aanhoudend by de 's Lands Ontvangers met zyne vier honderd Guldens Geld , en twee honderd aan Recepisfen nieuwe Loten bekomen kon. — Nog meêr; de mislukte uitfl'.g dezer Lotery bewyst dit gevoelen ten allerfterkfte ; want men weet by de uitkomst, dat nog geen drie vyfde van 't geheel montant Loten gedebiteerd is. — Zou er wel één Lot overgebleven zyn, indien men er één der bygsbrachte uitleggingen aan had durven of konnen geven? lm» mers, neen! de 30,000 Loten zouden niet alleen gretig weggeraapt zyn geworden , maar men kan veilig onderftellen , dat er eerder te weinig zouden geweest, ja dat nog wel eene tweede Lotery zou volgeraakt zyn. — Aan den anderen kant is het onmooglyk te geloven , dat de gecombineerde Commisfie door de Provifioneele Repraefentinten van 't Volk van Holland gequalificeerd tot het doen eener Negotiatie van 18 Millioenen Guldens , daar toe een middel zoude gebruikt hebben , dat he> Land eene zoo zwaare opoffering kosten zou. — Waarlyk, de operatie had zeer fpoedig en met weinig omflags konnen gefchieden, indien dezelve aan den Volke gezegd had: ,,Het Land heeft fpoedig 12 Millioenen Guldens (in Geld) nodig; die daar in deel neemt, kan verzekerd zyn dat hy binnen zes maanden  ( 3* > den daar na, zyn gefurneenle Geld, met 10 pereent daa-r aan geen hindernis toegebracht had (*), dat de winst in de op handen zynde groote Geldhcffing zal 12 Millioenen, zy mochten dan gekomen zyn van konnen cmploijeercn." Wy zyn verzekerd, in- waar zy wilden , zouden opgebracht zyn geworden. — dien anders de goede trouw van 't Gouvernement tjjet vervoig m fl»t, wegens plaatsgebrek, in No. 5.) f+1 Wv weten reeds by ondervinding, dat iuist de grootfte ftaat daar op niet te maken is. — Het oud Beftuur nego. tieeft voor de Provireie Holland, tot de Ir.iitcngewoone Interesfen van 3, 4 en S percent. — Het nieuw Beftuur, der Provifione-le Rcpraelemamer, van het Volk van Holland , vind goed die Interesfen te gaan reduceeren op deu voet van ordinaire Hollandfche Obligatiën van i\ pe.ccnt; zie Publicatie van 16 Jnny I?9S- Wat is daar van het gevolg? Eene aanzienlvke vermindering van de waarde dier Obligatiën. —- De eigenaars die in 't geval geweest zyn, c zy door noodzaak'lvkhe.d door vrees, of wel andere redenen, van te moeten of tö willen reahfeeren, hebben met dan met zwaare v'rlieze" konnen vèrkoopeu, en zyn or.fctiuldig de (lacht-offers geworden van eenen ontydigen en onbilykei. maatregel,_ naderhand komt dat zelfde nieuw Beftuur van zyne dwaling O het er eene is) te rug en zegt dat de goede trouw dio ?edué ie van Interenen niet duld; en herflelt dus deze We door een penueftreek. — Maar wat is nu hier van het gv vo Ie? Niet dat de waare eigenaars daar van het genot hebben , maar die fpeculanten , die de Effecten bevorens tot lage nrvzen hebben opa-kocht. — En , hebben niet zy, die de dryvers van zoodanige decreten zyn , daar door de fchoonfle geldendheid der wereld, om in eer*, ten koste van anderen hunner Medeburgeren, fchatryk te worden? M n hJ i nèrè zich ; wat met de Provinciale Recepisfen, gefproten uit de Franfche Agaten, gebeurd U. — Eerst hadden dezelve voor een vierde gedeelre de kracht van geforceerde munt; dit volftrekt onbeftaanbaar bevonden worden- e vo"r dc Commercie, moest men daar van wel te rug komen, en een middel uitvinden, om dezelve by 'sLands Ontva-4rs on tvrf, en by rermynen in betaling te konnen geven. — Ondertusfchen waren daar door de: eerfte eigenaars geno ic ron'en gcwo.den, dezelve met 29, 25 4 30 percent verlies te moeien verkooper waar aan de Opkoopers, door nnd e'l van de coniribueerende Ingezetenen, die in de vrywillige en naderhand geforceerde Negotiatie van 6 percent fourneeren moesten, fchoon geprofiteerd hebben. — Is ook dit niet eene Goudmyn geweest, voor de geenen die het fyne van de Mis voor 'shands geweten hebben? . Fn wat is met de vrywillige Negotiatie gebeurd ? Is riet elk op 't ernftigst u.tgenodigd geworden , om daar in deel te :Vhv d» liefde voor 't Vaderland daartoe bezworen, en heeft men aan de Deelnemers niet plechtig beloofd, dat dLelve &r1 Taar daar na, en zulks uiterlyk 1 Tu|y i"9Ö, of zoo veel vroeger als de Provifioneele Repraefeni.nten van t Vdlr va1 Holland zouden goedvinden, met een Interest van 5 percent daar boven zouden worden afgelost? Men leze Hechts in zvn ge ee het Decreet van 11 Juny 1795. Wat is nu gebeurd? Men werd wel dra gewaar dat ook deze maatregel aan '"ócl le oogmerk niet voldeed , om dat de infehryviugen meest verfchoven werden tot de laatfte termynen; en de (óurmsfemei ten meest gedaan werden in waarden» daar 'c Land geen Geld door kreeg, .mmers weinig in fpecie ; het ^o^ was dit men by he? Decreet van de geforceerde Heffing van 6 percent, in dato I».M* daar aan volgende, de verderéinftluvvn» in de vrywillige Negotiatie moest doen ophouden. — Had men her daar by gelaten, niemand zou reden utt* WfcK» Offl"rt wi* te wezen, — Maar, neen! men verbreekt het met de Infchryvers gemaakt Contract, en * „ hen hunne quitantiën uit de Vrywifï.ga Nego i.de voordgekomen , te moeren emploijeeren in de geforceerde X" vin 6 percent, met geene verdere Intrest vergoeding, dan refoecriyeiyk tot 15 Augustus, 15 October, en uiterlyk ,, ,"n™ Ier I70S Wat is al wederom daar van 't gevolg? Dat eenvot.wige Vaderlanders, die uit liefde hun Geld S n t I and voorg' fchoten hebben in een tydftip van nood, zich verlatende op Art. 5. van de Publicatie, waar by t woord V nouw van 't Volk van Holland, voor die belasting (verfta de tóen tt.nfb.ande geforceerd-) verbonden word , nu verftoken worden van de afloVfihg en restimrie van het door hun te veel gefourneerde,- en de s Lands Ontvangers hun die rtóifin."n restitutie weigeren; ja, niet anders konnen dan hun , voor hun te veel gefourneerde Capitaa , met byvoeg ng tan Intrest alleen tot 15 December Obligatiën uit de geforceerde Heffing van el percent te geven waarby zy «Urettelyls een vèrlie 'komen ie lyden van 50 percent en meer. — Wy kennen er zelfs d,e de natuur vim de Pubhcane var, 17 july ?ro< n èt verftaande , in hunne eenvouvvigl.eid hunne 6 percent opgebracht hebben , zonder jufet bepaald te weten, dat 2v vérn icht waren, hunne quitantiën uit de vrywillige Negotiatie daar toe te en.plo.ieeren; en die nu eerst gewaar worden da zv de acht ffers zyn konnen van 't niet nakomen van 't boven aangehaald Art. 5., daar hun eigen fourmsfement volgends 't zelfde 5de Art. daar voor verbonden is, en zy met alle rechten biliykheid de restitut.e op grond van t zelve e,s- fCwV3n\~r meer konnen byvocgen; het ontbreekt niet aan voorvallen, zeden de Omwending van Jannary .795 wy zoucien "'<•'' .v.,urmlvl' Clivcn# Het tegenwoordig Provinciaal Beftuur van Holland had Baauwlyks zyne ittte^^SRtWI» » imldnuS het zyne daar aan toegebracht. - Deszelfs Decreet van ,8 Maart .796, te ,tade«Mn^S^^ Courant van , April, in die van Amfierdam van 5 April, en in andere Couranten „ daarvan eenTooTflaand bewy» — Hoe ftëllig worden in het zelve de In.rest-betal.ngen van de door Ho land voor de O. I. Comp. scEuaran lee cl' Ncgotianër, niet aangekondigd, met bepaling van dag en datum, en der orde, die daar by diende geobferveltd te^órln. -~ Wie ziet daar van nog ergens het effect? Men heeft zelfs daar voor in "t tegenwoordig Plan yan Heffing niet gezorgd , nie.tegcnftaande die betaling reeds met April had moeten beginnen; en wat is al mede daar van t gevolg K"ï ü« dieÈllecten , door 't daadlyk ophouden van de betalingen der 0.1. Comp., zedert de maand December .794. te^k gedaald en ook de vcrvallene Coupons tot aanmerldyke fehade door de Eigen ws met zwaar verhe» .verkocht, nader, hand leraal, zyn in handen der Opkoopers, die voor 't publiceeren van 't boven aangehaald Decreet daar van kenms gehad hebben Hoe word 't Fortuin van zommige Ingezetenen door zulk eene handelwyze met aanhoudend op loste lel.roeven «zet en hoe veel draagt dezelve niet by om 't wantrouwen te vermeerderen! Het Gouvernement berooft zich daardoer van mómentaneele resfources, waaruit by mooglykheid niets anders dan wanbetalingen kan en moet geboren worden.  DE DEMOCRATE N. N°. 5- Donderdag den ai July 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vrylmi. Een ahyd braaf', ftatidvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. , , HORATIUS. (Vervolg van het voorig Nommer.) Indien dan een woekerige winst van 10 percent het middel geweest zoude zyn om fchielyk m Millioenen Geld te vinden,-hoe veel te meêr zouden de dingers naar Loten zich beyverd hebben om dezelve machtig te worden, dewyl daarop'een nog veel woekeriger winst van 50 a 100 ja 1000 percent zonder eenig verlies te bejagen was I — byaldien nu geene dezer uitleggingen aan die zoogenaamde goede trouw of belofte in hst Plan van de uitgefchreven Lotery Negotiatie van 10 February 1796 gegeven ksn worden, welke is dan wel de waare die daar aan moet worden gegeven? — Zy is eenvouwig deze: — Het Land was verplicht geweest de Loten voor hunne wezenlyke. waarde , immers niet hooger als voor die waarde die dezelve by den Inleg gehad hebben, en niet voor eene nominale Ingebeelde waarde die men nu willekeurig verkiest er aan te geven," intetrekken; dan zou men waarlyk aan de benaming van Lotery hebben voldaan , de Spelers zouden kanfen om te winnen of te verliezen gehad hebben, zoo als elk Deelnemer zich voorgefleld heeft. 4 Nu in tegendeel kon met geen mogelykheid iemand verliezen, dat geheel tegen den aart van eene Lotery is; eindélyk zo al 't oogmerk waarlyk geweest was ('t geen wy Heilig ontkennen (*)) om het Land, bet goede Volk van Holland met een groote facri- fice (») De eigen woorden van 't Plan der Lotery-Negotiatie inquemie, zyn deze: „ Met uitdruklyke verklaiing nogthands, ,, dat ir.gevalle onverhoopt , cn tegen alle billyke verwachting , de tegenwoordige onderneming niet zoude mogen rens„ leeren , en het Bewind zich hierdoor in de onaangename noodzaaklykheid gebracht zoude zien, om met volfrrekten we„ derzin, op nieuw gebruik te manen van zoodanige geforceerde middelen, welke door eene gretige en toereikende deel., neming , aan de .hands geproponeerde en zeer voorJeelige Heffing , voordaan zullen konnen worden verhoed , en on> „ nod g gemaakt, als dan echter het bereids door de Deelnemers in deze Vrywillige Negotiatie gefourneerde, zal worden „ gecor.fiderecr.1 als daadlyk te zyn gerchied, in zoodanige geforceerde Geldheffing, als men in dit geval onverhoopt zoude moeten arreftceren." Immers word hier de geheele toezegging, de geheele belofte alleen betreklyk gemaakt, op eene E - S«-  ( 34 ) nee te eezwaren, en aan de Deelnemers] gelegenheid te geven, om-met een gering verlies naar hooge Pryzen te fpelen , men had eenvouwig de geheele Lotery-Negotiatie moeten intrekken, in dezelfde evenredigheid als het Land die gelden genegotteerd heeft. —Te weten : het Land heeft getracht ia Millioenen Guldens te negotieeren, en daarvoor 20 Millioenen Obligatiën gecreëerd; dus tegen 60 percent; indien nu het Land de 26 Millioenen Obligatiën , zynde het beloop van alle de Pryzen en Premiën dezer Lotery tegen 60 percent., intrekt, zal zulks eene fom van vyftien Millioenen en zesmaal honderd duizend Guldens uitmaken; waarby het Land reeds eene aanmerklyke fehade zou geleden hebben, om dat het eigenlyk zoo veel als de zes Millioenen gemortificeerde Obligatiën uit de geforceerde Heffing van 6 percent tegen 60 percent zou aflosfen , in een tyd dat het zelve gaarne buiten eenige Lotery, tot die zelfde ratio (of prys) aanzienlyke fomraen zou hebben willen negotieeren; dit behoeft geen betoog, dc Lotery-Negotiatie zelve is daar van een doorflaand bewys. — Ten befluite blyft my alleenlyk nog over iets te zeggen tegen eene aanmerking die men my zou konnen maken, op de berekening van de fehade die deze operatie aan 't Land veroorzaakt; ik heb die op 7 Millioenen Guldens begroot, even of de geheele Negotiatie gecompleteerd ware geworden, daar er eigenlyk maar 10 Millioen 560,000 Guldens aan Loten gedebiteerd zyn, dat is 17,600 van de 30,000 Loten ; dan dit verzwakt myne argumenten in 't minde niet; de proportiën blyven immer dezelfde, alleen met dit onderfcheid, dat, even als in 't eerde geval eene augmentatie van 7 Millioenen over de volle fom van 12 Millioenen plaats gehad zou hebben, nu eene augmentatie van 4 Millioen éénmaal honderd zes duizend en eenige .Guldens over de ontvangene fom van 7 Millioenen en 40,000 Guldens werklyk plaats beeft. geforceerde Geldheffing, naar de ordinaire wyze in Hollandfche Obligatiën van a$ percent Interest, en niet op eene Heffing gelyk de tegenwoordig vastgeftelde, by wyze van vrywillige Gift; 't onderfcheid laat zich gemaklyk begrypen , en word door •( volgende1 voorbeeld nog klaarder gemaakt'. Men (lelie twee Burgers, A en B , die elk zes honderd Guldens in een dezer Heffingen fourneeren moeren; A die een Lot in de Lotery-Negotiatie genomen heeft, is in beide gevallen vry; maar B fourneert in 't eerfte geval zyne zes honderd Gulders in Comptanten, en krygt daar voor zes honderd Guldens Obligatiën; al moet hy vu deze met £0 ja 60 percent verlies verkoopen, hy behoud nog altoos van zyne zes honderd Guldens een Effect, dat hem in den tegenwoordigen tyd / 240 a ƒ300 : - waardig is, en het uitzicht dat het zelve by eene verbetering van zaken waardiger worden kan; maar in 't laatfte geval (lort hy zyne zes honderd Guldens in 'sLrmds Schatkist, en is ze kwyt tot een dMU ,oe> wie nu voelt met ons niet het groot onderfcheid dat er is tusfehen eene Geforceerde Geldheffing, op dc ordinaire wyzt, of een* by wyze van don gratuit t NA*  C 35. ) NADERE AANTEKENING. De Noot, te vinden in 't laatst voorgaande Nommer, CN°. 4- Paë- 32 ) was reeds afgedrukt, ook liet plaatsgebrek ons niet toe, dezelve uittebreiden, toen ons de Notificatie van het Provinciaal Committé van Holland , te vinden in de Leidfche en Haagfche Couranten, van 15 dezer, in handen kwam, betreklyk de door eenige comrncrcicerende Ingezetenen van Amfterdam geaccepteerde Wisfelbrieven , getrokken door bet Committé tot de algemeene Zaken van het Bondgenoodfchap te Lande; waarby gezegd word, dat hetzelve Committé de Casfiers Cujk van Mierop en Tetteroode gequalificeerd, en in ftaat gefteld heeft , om CN: B: imar~) 30 percent van de geheele geaccepteerde fomme, in Comptanten te betalen, latende verder de Acceptanten voor de overige 70 percent geheel opdraaien. Wy moeten betuigen, dat wy op het lezen van dit advcrtisfement, over deze nieuwe, blykbare fchending van de goede trouw, onwillig in eene hevige vervoering van verfchillende gemoedsbewegingen geraakten ; immers, heeft het Provinciaal Beftuur, in plaats van deszelfs tyd van 10 May tot 30 Juny met deliberatiën door te brengen, tot het ontwerpen van een ontoereikend^ en, in deszelfs gevolgen, geheel onuitvoerlyk Plan van Heffing eener belasting op de Inkomften, tyds genoeg gehad, om betere middelen daar te konnen ftellen , tot het tydig voorzien in de behoeften van den Lande, zoo verre de quote onzer Provincie aangaat , zonder het crediet van Holland zoo tastbaar daar aan opteofferen, en aan eene fchynbare Bankbreuk blootteftellen. — Wy werden deswegen nog meêr verontwaardigd, toen wy in de volgende paragraaf lazen, hoe beledigend de Acceptanten in 't gemeen, en inzonderheid die, welke reeds voorlang hunne voile fournisfementen !n de Heffing van 6 percent van 17 July 1795 opgebracht hebben, worden ten toon gefteld; even als waren zy die géiden aan den Lande nog verfchuldigd. Immers de restitutie dezer 70 percent word algemeen uitgefteld, tot eerst alle de andere Acceptanten, die nog afrekening, lift hoofde van dezelve Heffing, met den Lande té doen hebben, zal afgelopen zyn. — Hoe zal men dit konnen weten, en wanneer zal dit tydftip daar zyn?' Hoe kan men ook op zulke beloften ftaat maken? En in welke waarde zal die restitutie gefchieden? want zy worden tot eene zoogenaamde, onbewézene, oyervlaedige fecuriteit verwezen Provinciale Recepisfen uit de j'ongstgccreëcrde 12 Millioenén zullen het toch wel niet zyn, want deze verliezen reeds hare iritrinfique waarde, in dezelfde evenredigheid,, als de reeds in circulatie gebrachte Quitantiën, voordgekomen uit de Loten der betoverend fraaie Lotery, die een der objecten van ons gefchryf geweest is. —. Het is eerder te duchten, dat de beledigde Acceptanten zich vereentgen, en in geene volgende Heffing eenige nieuwe Contributién doen zullen, voor en aleer hun hunne uitgefchoten 70 percent eerst ten vollen in Comptanten zulle.] gerestitueerd zyn. — ..ij i jtz't*'0;.i v.-tV fTir^iiSo Ètio flS1' n.'ti E 3 IETS  C 3*5 ) IETS over den REVOLUTIONAIREN TOESTAND der BATAAFSCHE REPUBLIEK. Wanneer Reme Tarq:iini:.s had verjaagd, en zich op de puinhopen van den throon dei Koningen een Gemeenebest-regeeringsvorm gegeven had, was het aantal zaamgezworenen, welke het waag'en om den dwingeland te herftellen, zeer gering, en het viel den Romeinen ook niet mpeilyk om hunne nieuwe Staatsgefteldheid met de wapenen in de hand tegen de aanvallen van buiten te beveiligen. De levenswyze, geaartheid, en zeden der Natie waren de voedfters van dapperheid en moed; dapperheid en 'moed de waarborgen der overwinning. De weelde had de Nationale veerkracht nog niet verdoofd; de rykdprrrmen bidden de behoeften van een legelyÈ niet vermeerderd; vermeerdering vsn behoeften had den een -niet afbangtyk van den anderen gemaakt. Rorae derhalven had geene buitengewoone middelen nodig om zyne Staats-omwending te vestigen. Zucht tot vryheid en oorlogs-roem konden niet misfen dezelve te voltooien. Het doodvonnis, door Junius Èruius over zyne eigene zoonen uitgefproken , was alleen genoeg om de weinige aanhangers van den Dwingeland te verftommen en te verftrooicn. Nederland daar en tegen, toen het zynen laatften Stadhouder verjoeg, althands toen hy vluchtte voor de bajonetten der vryheid, hield in zynen omtrek eene horde van aan- en afhangelingen van denzelven over. Nederland bad een machtig nabuur, die den Oceaan met zyne kielen bedekte, en de overblyffelen van onzen Koophandel en Zee-vaart, de eenige bronnen van ons beftaan, van alomme gretig beloerde. Willem van Nasfau had de belangen van zyn Vaderland reeds lange aan het naaryverig en roofziek Engeland opgeofferd; nog onlangs had hy een aanzienlyk gedeelte der Nationale fchatten op eene verraderlyke wyze in de havenen van hetzelve gebracht. De publieke fchatkisten waren uitgeput en ontledigd. De Ingezetenen van Nederland , welke zich aan den Dwingeland en de met hem heulende Ariftocraten niet veikocbt hadden , waren echter voor een gedeelte te bezorgd voor de ftormen der omwenteling, om het ro»r van Staat onder het loeien van dezelven aan te grypen; zy bleven het gevaar van verre befchotiwen, en, indien het geflingerd fchip nog eenmaal de gewenschte haven bereiken mocht, achteden zy het vroeg genoeg om de fchatten, die hetzelve zoude aanbrengen, mede te verdeden- Anderen door de weelde of de algemeene rampen verarmd, fehoten volyverig ter hulpe toe, doch beyverden zich min ter om redding aan te brengen in den dringenden nóód, dan wel om de verbryzelde wrakken te bergen en zich daar mede te verryken. Het overig gedeelte der Natie, de belangloze en tevens kloekmoedige Vaderlanders, die ten nutte des Volks naar eene andere orde van zaken gereikhalsd hadden, werden of niet gekend, of zy hadden geen krachts genoeg om hunne Hemmen boven het verwarrend gefluister der vrecsachtigen , en het geraas der fchyndeugd te verheffen. In dezen ftaat van zaken , Bataven! brachten de overwinnende wapenen uwer Franfche Broederen u de Revolutie aan.; — en verwondert gy u dan nog, dat gy op de helft van het tweede jaar, gelyk wy fchryven, der Bataaffche Vryheid, zoo weinig zyt gevorderd? Verwondert gy u, dat uwe Revolutie nog niet gevestigd is? — Wy fpreken bier niet, Volk van Nederland! van eenen geheelen ommekeer van zaken, welke u nog boven het hoofd zoude hangen, van het vernieuwen der ketenen, die u voorheen aan En-  C 37 ) Engeland en andere Hoven boeiden: deze zaken zyn aan eenen hoogeren fchakel van gebeiutenisf n verbonden, welken gy niet moet waanen in uwe hand te hebben, ja welken gy zelve althands op dit oogen'blik noch vasthouden noch verbreken kun'. Zoo lang het machtig Frank ryk zal zegevieren, zoo lang het zyn overwicht boven zyne ontzette en verpletterde vyanden houden zal, zal in zoo verre ook uwe RevoUnie, met welke dwaze uitzichten da tegenparty zich ook Öreelen moge, blyven beHian. Doch wy fprckea u van geheel andere zaken; wy fpreken U van de voltooijing uwer Omwtndirg , by 700 vcne zy den inweodigen toeftsnd van den Staat betreft, by zoo verre zy aller handelingen, en ook in het byzonder die van dc aanhangers van het Oranje-AriftOcratisch Beftuur aan het Volks-geluk moet dienstbaar maken , de meer en meer toenemende helling ten algemeenen ondergang krachtdadig fluiten , en ons ten ploften in het verfchiet redenen geven, om op betere tyden te hopen. — En het is in dezen zin, dat wy u welmeenend waarfchuwén, en met volkomen overtuiging verzekeren , dat uwe Revolutie nog uiet voltooid is, ja, wat zeggen wy ? nog naaüwlyks is begonnen. Doch hoe zult gy dezelve voltooien? Welke zyn de voorwerpen, waarop gy van den beginne af aan uwe aandacht hadt behooren te vestigen , om dat daar mede uwe Revolutie moest ftaan of vallen? Welke zyn de h. opgronden , waar naar gy dezelve beftuuren moet , en van den beginne af aan hadt moeten beftuuren ? Vindt gy ze , Volk van Nederland? in de Proclamatie, welke men op den 11 February des voorleden jaars aan de Gemeente van Amfterdam voorgepredikt heeft? Of vindt gy ze daar en tegen in de plotslinge flooping en afbraak van alles wat te vooren beftund ? In de blinde zucht ter navolging van vreemde, en voor dit Land veelal niet berekende nieuwigheden ? Wie heeft doorzichts en braafheids genoeg gehad , om u hieromtrent te konnen , en belangloos tf willen voorlichten ? E om u eenig geregeld ftelfel hier van mede te delen? Wy zullen het wagen, Medeburgers en Broeders! om u by eene volgende gelegenheid eenige denkbeelden hieromtrent aan de hand te geven. Gelyk wy u in het eerfte Nommer van ons Weekblad onze ftaatkundige inzichten in bet algemeen-opengelegd hebben , zoo zullen wy u ook de hoofdzaken opnoemen, waarmede uwe Beftutirders in den ftaat van revolutie zich vooral hadden behooren en nog behooren bezig te houden, om eene goede richting aan dezelve te geven, cn haar op vaste gronden te vestigen. Niet, dat wy verwaand genoeg zyn , om te denken , dat wy verder zien, dan gy zeiven, of dat onze Hellingen voor Godfpraken te houden zouden ?.yn; doch wy konnen ten minfte voor ons hart by ulicden inftaan: wy konnen u verzekeren dat wy moeds en cordaatbeids genoeg bezitten , om de zaken in derzelver rechte gewrichten aan te vatten, zonder dat of partydigheid, of vrees, of belang onze pennen beftuuren zal. Het zal ons genoeg zyn , indien wy flecbts eenen enkelen fteen bydragen konnen , om het gebouw der Revolutie op duurzame gronden te fchragen. Thands zullen wy nog iets over bet gebruik van Revolutionaire middelen zeggen. Wy zullen zoo wel die gcenen onzer Landgenoten beflryden, welke voorgeven, dat dezelven niet meer zouden te pasfe komen, om dat wy, naar hun oordeel , niet meer in ftaat van Revolutie zyn , als het misbruik daarvan aautoonen by de zoodanigen, welke, zonder de zaak te verftaan, van Revolutionaire daden en handelingen fchreeuwen, ook dan, wanneer zy door onberadene flappen de Revolutie oneer aandoen, of hun eigen belang beoogen. De toepasfing der algemeene Hellingen , welke wy hieromtrent voordrages zullen, zal uit het door ons beloofd vei toog ever de oljecten of voorwerpen van revolutionaire maatregelen in onzen Siaat, gemaklyk te maken zyn. Wat zyn revolutionaire maatregelen ? Indien wy 3 u-  C 3° ) ulieden zeggen , dat het de zoodanige zyn s welke door den ftiat van revolutie worden gebillykt en noodzaaklyk gemaakt, zoude gy wel iets verder, doch er echter nog verre van af zyn, om een uitgewikkeld en.volledig denkbeeld van Revolutionaire middelen te hebben. Gy gevoelt echter reeds uit deze woordlyke omfchryving , dat er iets onregelmatigs , iets , het geen niet alleen luiten , maar zelfs tegen de wet is , ja zelfs zomtyds iets , het geen op zich zelf genomen onrechtvaardig zoude zyn , in Revolutionaire Maatregelen gelegen moet- zyn , en dat er tevens een zekere nood , zekere dringende omftandigheden behooren aanwezig te zyn , welke het overwicht boven dit onregelmatige of onrecht hebben ; gy gevoelt daar en boven , dat het oogmerk, welk men met dit foort van middelen bedoelt, tot de Revolutie zelve betreklyk moet zyn, dat de goede uitflag van dezelve daarmede in eenig merkbaar verhand moetftaan. En in de daad, dit is het juiste denkbeeld, welk men zich van Revolutionaire middelen vor men moet. Men ftelle, by voorbeeld, er is by de uitoefening van zekere daden van gezag een zekere vorm en figuur nodig; deze vorm is langwylig , en baant den weg tot hairkloovery.cn. Ondertusfchen verliest de daad'van gezag haar oogmerk, zy houd dus op nuttig te zyn, daar zy echter noodzaaklyk was geweest. De Revolutie verheft zich als dan boven ' dit vormelyke, boven dezen regelmatigen flenter, en voorkomt alzoo, dat zy in haren loop niet worde gedramd. Er is in dringende omftandigheden een andere (taalkundige maatregel noodzaaklyk ; zonder Oenielven zoude de geheele Omwending haar oogmerk misten. En echter het recht van eenige burgers word hierdoor verkort, aan hun word in den eigenlyken zin onrecht aangedaan; doch de algemeene zaak daar en tegen word op deze wyze behouden. De Revo¬ lutie billykt den maatregel ; zy beklaagt de flachtoffers, doch laat zich door dezelven niet verbidden. Wy geloven , Medeburgers! dat wy u met deze weinige trekken het onderfcheidend kenmerk van Revolutionaire middelen eenigermate hebben ontwikkeld; wy geloven, dat gy thans naauwkeuriger denkbeelden daar van zult hebben, dan zommigen uwer te vooren hadden. —— Doch zyn nu onze omftandigheden nog zoo gefchapen , dat wy ons van Revolutionaire maatregelen konnen, ja misfehien nog zullen moeten bedienen ? Zyn wy nog in een ftaat van Revolutie? Wy zeiden flraks , dat dit door zommigen onzer Landgenoten word ontkend , doch dat wy dit hun gevoelen beftryden wilden. — Gy zult u misfehien herinneren , Medeburgers! dat wy kort te voren reeds aangetoond hebben, dat onze Revolutie er nog verre van af is om voltooid en gevestigd te zyn; en hier mede, zult gy zeggen, is dit gefchil reeds voldongen. Doch men beroept zich op wettig verkozene en geconftitueerde Machten , dewelken wy thands door geheel Nederland hebben; men beroept zich op zekers wetten en reglementen , welke byna overal aan dezelven zyn voorgefchreven , en waarnaar zy zich in hun beftuur richten moeten. En dit is het plecht-anker, dat wy aan deze Lieden nog ontnemen moeten. Of hebben wy dan reeds eene Conftitutie (*) ? Heeft het Volk van Nederland reeds de grondregelen bepaald, naar Welken het zyne fouverainiteit door alle de geconftitueerde Machten uitgeoefend wil hebben? De Commisfie ter Nationale Vergadering ten dien einde benoemd , en welke waarfchynlyk haren arbeid nog op verre na niet heeft voltooid , zoude deze (telling, zo zy by iemand koude opkomen , openlyk logenftrafTen. Neen , Mede- bur- (♦) Hef is toch onbetwistbaar zeker , dat dat geheele tydvnk , het welk er 1>opt tusfehen de Omwending en de ves.iging rt.cr nieuwe eu vaste Conttitmie Reyoluuorw.tr,™ alle beftuu, en wetgeving in dien tuüchentyd enkel intermediair ,s.  ( 39 ) burgers! de Rea;cerii)g5-'Re!,,,«n!e:'''e% welken wy tot pog toe hebben, het Reglement inzonderheid, waarKaar de Nationale Vergadering deze Gewesten tot heden beftuurt, zyn flechts ftaatkundige hulpmiddelen tegen de nadeelen der Regeeringloosheid, welke zich beftcndig in alle omwentelingen vertoont; het zyn niet anders, dan gebrekkige werktuigen, by voorraad te zamengefteld , om er zich by den overgang van den ouden tot de vestiging van den nieuwen Regeerings-vorm van te bedienen. Doch wie zoude durven beweeren , dat alle deze Reglementen volgends één plan en tot één oogmerk ingericht, en voor eene heilzame duuring gefchikt zyn? Wie zoude durven beweeren, dat zelfs het Reglement voor de Nationale Vergadering eenige volkomenheid heeft, en genpegzaam beandwoord aan de dringende belangen des Vaderlands. Vertegenwoordigers van Nederland 1 het was uwe kieschbeid , uwe ondervinding en gefehied-kunde, de kennis die gy draagt van de menschlyke hartstochten, en eindélyk de vrees voor grootere gevaaren, welke ulieden het voorflel van eenigen uwer Medeleden, om eene en andere, ampliatie op het Reglement aan den Volke voor te dragen, deeden verwerpen; —— doch gevoelt gy allen echter niet dagelyks de belemmeringen , welke hetzelve U in den weg werpt, wanneer gy een beflisfend befluit ten nutte van den Lande nemen wilt? Is uwe Commisfie , welke gy tot het ontwerpen van een Reglement voor de Burger-wapening hadt benoemd, niet verhinderd geworden, om eenige requifitie te decreteeren, om dat zy begreep, dat uw Last-brief u hier toe geene volmacht gaf? — Indien onze VIooten derhalven , het geen naar ons inzien oneindig meer dringend is , onbemand blyven , indien het trotsch Engeland vootdgaat met onze havenen in te fluiten, zult gylieden geene zeelieden, geene matrozen by wyze van requifitie aan den Lande verfchafFen, den zorglozen inwooner van Nederland niet verplichten om zynen eigenen welvaard te redden ? Zoudt gy u onbevoegd rekenen , om de Revolutie; zelfs ten koste van eenig Reglement uit dc branding, waar op zy dreigt te ftranden, te behouden ? — Er zyn in de daad zekere diepgewortelde kwalen in de inrichting van ons Gemeenebest, welke nog voordgaan haren kanker hoe langer zoo meer te verfpreiden, en welke door geene Conftitutioneele middelen genezen konnen worden, ja die zelfs geheel en al on'geneeslyk zouden zyn, indien zy vóór de daarftelling der Conftitutie niet door het onmeêdogend mes van eenen revolutionairen heelmeester tot op het b^eil toe weggcfneden waren. Volk van Nederland! eiken deze waarheid! doch zyt omzichtig , zyt meer dan omzichtig tri het voorafgaand onderzoek, in het bepalen , welken onder de gebreken van uw flaatkundig ligchaam gy als zoo gevaarlyk , zoo doodlyk moet befchouwen en uitroeien? Laten geene Demagogen en Volks-verleiders, laat geen fchyndeugd en eigen belang u hier in verkloeken; en dit is de tweede dwaling , waarvoor wy u nog kortlyk waarfchuwen wilden. De Hdielorus, de Cicuta , het Opium zyn heilzame artfenyen in het geneeskundig oog , in den medifchsn tact , gelyk men het noemt, van eenen Sydenham, Boerhave, Michell, en anderen; doch zy zyn doodlyk in de hand van landloopers en kwakzalvers , en in de hand zelf van gemeene verftanden gevaailyk. Het fnydend werktuig, weldadig in de hand eenes heelmeesters, wanneer de lyder door de ongefteldheid van een enkel deel zynes ligchaams, in gevaar is om zyn geheel leven te verliezen, heeft bloedende wonden , en dikwerf den dool ten gevolge , wanneer bet buiten nood of onvoorzichtig word gebruikt. En even zoo is het met de Revo. lutionaire maatregelen gelegen. Gemeente van Am. Jl rdam! wanneer gy gedoogdet, dat twee h drie honderd canonniors zich door daadlykheden tegen eene Publicatie van uwen Raad verzetteden, wanneer gy gedoogdet, dat eenige Volks-verleiders uwe brave Volks-  ( 40 ) Volks- verga deriugen vervoerden, om zich dezen tuimelgeest ten nutte te maken , en ontydig op de remotie van eenige Oranje ambtenaren aandrongen ; waandet gy toen ter goeder trouwe , dat het geval daar was , waarin men Revolutionaire middelen gebruiken mccht en moest? Verdoolde Landgenoten ! hoe diep is dan uwe onkunde ! tot welke eene hoogte zyt gy de blinde werktuigen van Intriguanten! welk eene oneer doet gy niét aan de fchoone zaak der Revolutie! Neen! Volk van Nederland! er zyn geheel andere regelen , welke het omzichtig gebruik der Revolutionaire middelen bepalen moeten ; zy zyu de volgenden : 1°. Het olj-ct , de zaak zelve moet van dat aanbelang zyn , dat de Revolutie anders haar oogmerk zoude miifeu, De Revolutie toch bedoelt niets anders dan het heil des Volks, zy is niet zonder gewichtige redenen daargefteld: — en alles derhaiven , wat haar hinderlyk en met haren beftendigen duur vol {trekt onbeftaanbaar is , moet lanus alle mooglyke middelen en wegen uit den weg geru;md worden. 11°. Het heil des Voiks. de voordeden, welke men vosr het algemeen Volksgeluk beoogt , moeten zoodanig het overwicht hebben, dat de meerdere beperking ier vryheid van de byzondere Leden van den Burgerhaat, of derzelver byzonier nadeel daar legen niet in aanJchouw komen kan. — Het heil des Volks moet de hoogde wet zyn , en zy die de vooideelen van de Maatfchappy genieten , moeten zich ook aan opofferingen ten nutte van dezelve onderwerpen. Treffen deze opofferingen flechts eene byzondere clasfe van burgers, zy zyn te beklagen, om dat zy tot die byzondere clasfe behoren; doch moeten het zich om het Algemeen belang lateh welgevallen. Trouwends in dat geval houd het onrecht op, onrecht te zyn. 111°. Het gevaar of de algemeene nood moet dringend zyn, en de gewoone middelen ongenoegzaam om denzelven af te wenden. Niets is, vooral in eenen re volutionaircn Staat fchadelyker, dan halve maatrege. Jen. Dezelven zyn gefchikt om alles te bederven. IV". -Zoo lang gewoone en regelmatige middelen voor handen zyn, of, zender aanmerklyk nadeel konnen worden beproefd, moet men zich van Revolutionaiie maateegelen niet bedienen. Men vooronderftelt, dat de Revolutionaire maatregelen altoos eenigen inbreuk maken op den vastgefteiden vorm, de orde van zaken,' of het recht van byzondere burgers; en ziet daar zoo veele beweegredenen, om niet anders, dan in den uiterften nood,en na alles, wat de gewoone loop der dingen aan de hand geeft, beproefd te hebben, zynen toevlucht tot dezelven te nemen. V°. Het heil des Vclks moet, gelyk altoos, zoo ook in het byzonder by het gebruik van Revolutionaire middelen. , zorgvuldig onderfcheiden worden van het eigen belang of' de byzondere oogmerken van enkele perfonen. Het algemeen belang alleen kan de revolutionaire middelen billyken. Eigen belang of byzondere oogmerken van weinigen zouden dezelven in daden van dwinglandy en oligarchie herfcheppen. Ziet daar, Nederlanders! dus weinige, doch tevens, zo wy vermeenen, genoegzaam verftainbare en noodzaaklyke regelen, welken gy by het gebruik van Revolutionaire maatregelen in het oog moet houden. Zo gy de zaak, waar in gy u van dezelven wilt bedienen, niet aan deze regelen toetfen kunt, gelooft dan vty. dat gy u daarvan onthouden moet, en wacht u van flippen, waarvan zelfs de blinkendfte uitflag het ftrafbare het gewelddadige niet zou konnen bedekken ; doch verlaat ook in het ttgenövergefteld geval mnmoedig de fchróotnyallighéid, welke gy en uwe Vertegenwoordigers zoo menigmaal in de k uze der middelen tot vultooing uwer revolutie hebt doen blyken, en die uwen welvaard tot nog toe op eene aanmerklyke wyze in de waagfchaal heeft gefteld. — Gy hot gezien, wy prediken u geene regeeringloosheid voor; niets is minder ons oogmerk, dan eenige aanleiding te geven, om alles roekeloos het onderst boven te keeren, en den algemeenen welvaard ten prooie van waaghalzen en Intriguanten te geven. Doch fpiegelt u van den anderen kant aan het voorbeeld van andere Volken , welke hunne Staats-omwentelingen insgélyks door revolutionaire middelen gevestigd hebben ; fpiegelt u aan den gedenkwaardigen opftand uwer Voorouderen in de zestiende eeuw, welke nimmer met de vry-verklaring van dit Gemeenebest geëindigd zoude hebben, zo zy zich van geene buitengewoons maatregelen bediend, zo zy het heil van bet alge-, meen , als de heiligfte aller wetten , niet tot den eenigen en rechten maatftaf hunner ftaatkundige handelingen gebezigd hadden! — Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, r'sllage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Afierdam, J. A. Crajenfchot; Iharlem, Heets en Loosjes; Rotterdam, D. Vis, van der Dries; Alkmaar, Molkman, cn verder in de overige Proviatiëu, a drie het heels, e« twee Huivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 6. Donderdag itn 28 Jüty i?9«. Het Tweede %aar der Bataaffchi Fr?M' Een altyd braaf, ftandvastig man, roeit door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. Gaarne plaatfin »y de volgende, oy ons ingelote Misfm over amstkls wisselbak. Burgers Democraten! Wanneer ik de Bylagen tot het Dagblad der handelingen van den Raad der Gemeente van Amfterdam (pag. 349 tot 36+) in handen kreeg, en byzonderlyk het daarin geplaatst rapport van het Committé vanFinantiën omtrent zekere Voordrachten door den Burger?. H. Badman aan den Raad, nopends de Wisfelbank van Amftcrdam , met die aandacht had gelezen , welke ik altyd aan de belangen van die Bank geve, daar ik dezelve , en zoo ik my vleie niet ten onrechte , voor eene der levendigfte en noodzaaklykfte bronnen van dtn Nederlandfchen commerckelen welvaard houde; viel het my by, aan my zeive te vragen, of dit rapport en de toon die daar ïtt heerscht, den toets zoude konnen doorftaan van de wyze lesfen, die de voormalige Ridder Don QuicM aan den in der tyd verkozen Raad der Gemeente Sa,ic/;o Pancha, ter regeling van zyn rnadsburgerlyk gedrag had voorgefchreven, en die ik met veel genoegen' in uwlieder uitgegeven Blad N'. 2. had gelezen; en of in dit rapport niet meer doordraaide eene lust, om den Burger Badman uit der hoogtete hekelen, zonder zyne aangevoerde begrippen grondig te wederleggen , dan het voornemen, om bem met zachtheid van zyne dwalingen te overtuigen, en te rug te doen komen. Ik wil de beflisfing dezer vraag liefst aan uwlieder en eens ieders eigen oordeel overlaten, maar het is echter, mynes inziens, noodzaaklyk, dat men by zommigen, die minder met den waaren fta t van zaken, en het waare oogpunt waaruit de herftelling van de Wisfelbank befchouwd moet worden , bekend zyn, de verkeerde indrukken wegncme, die men wellicht uit de geopperde bezwairen van den Burger Bach. man zoude konnen vormen , wanneer men in het denkbeeld viel, dat dezelven voor geene volledige wederlegging vatbaar waren. En hiertoe het myne willende toebrengen, heb ik geene betere gelegenheid geweten , om myne gedachten aan het Publiek mede te deelen, dan door middel van uwlieder Weekblad, my verzekerd houdende dat gylieden dezelve daar in eene plaats zult vergunnen , wanneer gy bevinden zult, dat die voor het algemeen belang nuttig konnen zyn, en gerustlyk vertrouwende dat gylieden met my de Bank van Amfterdam niet zult aanzien als zoodanig eene ftedelyke inflelling , waarby de belangen van andere plaatfen in de Republiek , en aUoo die van het algemeen, niet  niet betrokken zyn, maar dat gylieden ïn tegendeel met rferzelvór welvaard oniniddeiyk verbonden zult rekenen den welvaard der Commercie van dit Land, ivaardoor hetzelve alleen kan beftaan en bloeijen. Wie weet toch niet, dat het Amfterdamfche Bankgeld door geheel Europa de gemeene ftandaart is 'geworden , waarop alle Wisfelcourfen , alle berekeningen van Goud cn Zilver, zoo wel als van allerlei Koopmanfchappen , gemaakt werden ? En wie bezeft dus by gevolgtrekking niet daadlyk , dat het discrediet voor de Wisfelbank onmisbaar die noodlottige gevolgen te weeg zoude brengen , dat de toevoer van Goud en Zilver naar berwaaids zoude ophouden, en wy alzoo met der tyd van comptante fpecie zouden worden verftoken , en dat zommige artykelen van Commercie naar elders zouden worden verplaatst. Ik bedoele dan, voor als Ho'g, by dezen alleenlyk het een en ander te zeggeb omtrent het hoofdzaaklyk, ja genoegzaam eenig argument, waarmede de Burger Badman zyne bedenkingen op en afkeuring van de Negotiatie tot herftel der Wisfelbank geopend, tracht goedtemaken. En dit argument bepaalt zich hier toe, dat het genoegzaam zoude geweest zyn, wanneer de Stad ter voldoening aan haare verplichting van guarantie voor de Wisfelbank, het Bankgeld lot dezelfde waardemet hetCas-ofCourantgeld had gebracht; en dat men dus het Bankgeld in de Negotiatie alleenlyk tot roo percent, en geenszins tot 104 percent, had behooren aantenemen, als waardoor dë Stad ƒ 280,000 zoude komen te verliezen, zonder dat zy N: B: in ftaat zoude zyn, om het Bankgeld gelyk met het Casgeld te brengen; en ten gevolge van het welk hy Burger Badiman, hoewel op eene zeer duistere en ingewikkelde wyze, te kenhen geeft, dat de Stad (naar zyn inzien) of Bankgeld voor Casgeld in de Negotiatie had moeten aannemen, .beiden tot 100 percent gerekend, of «it het in de Negotiatie inkomend Casgeld Bankgeld had stoeten inkoopen tot de Waarde Van 100 percent toe. Om nu deze Helling van den Burger Badman naar verdienfle te konnen beoprdeelen, cn zeer fpoedig al hét verkeerde', verwarde en niet dooi gedachte , het .geen daar in tastbaar is , te konnen bevatten, moet men zich Lyzonder bepalen tot 3ê vRtag, of het al of niet genoegzaam was, dat de Stad het Bankgeld tot 100 percent en niet hooger bracht. En hieromtrent fchroome ik 'niet voor my zelve vast te Hellen, dat dit volftrckt niet genoegzaam was, en dat ik deze ongenoegzaamheid voor bewezen houde uit de initelling van de Wisfelbank en den aart der guarantie , die de Stad voor dezelve Bank op zich genomen heeft. Het Haat toch vast, en het is door de Memorie van den Overleden Advocaat A7. Bondt, die in druk is uitgegeven, buiten billyke tegenfpraak gefleld, dat het Bankgeld het geen zedert de inftelling der Wisfelbank gecreëerd en uitgegeven is, het repracfentntif is geweest en heeft moeten zyn van de comptante fpecien of het muntmateriaal daar voor in de Wisfelbank ingebracht; dat deze fpecien en dit muntmateriaal alzoo het hypotheek zyn geweest voor het rouleerend Bankgeld , op het crediet van welk hypotheek het Bankgeld een algemeen vertrouwen, eene algemeene waarde heeft verkregeu; en dat wel een hypotheek, niet alleen ten behoeve van die houders van Bankgeld, welke daar voor fpecien op nog lopende Recepisfen hadden ingebracht, en die gerechtigd waren, .hetzelve in natura weder daadlyk daar uit te trekken , (zoo als de Burger Badiman fchynt te oordeelen), maar ook in het algemeen voor alle. houders van Bankgeld gegeven voor fpecien , die reeds verflaan waren en niet meer uit de Bank te rug gevorderd konden worden. Het tegengefteld gevoelen te willen ftaande houden zoude evenveel zeggen, als te willen beweeren, dat de Stad gerechtigd was de verftaane fpecien terftond uit de Wisfelbank te mogen nemen, en naar baar welgevallen te mogen gebruiken. Daar nu deze ingebrachte fpecien en muntmateriaal vól-  ( 43 ;) volgends het va«t gebruik daaromtrent by de Bank gehouden, altyd een furplus van 3 a 5 percent boven de gecreëerde of uitgegeven Som Bankgeld heb. ben gehad ; daar de Bank nimmer anders Bankgeld tegen fpecie of muntmateriaal heeft uitgegeven, dan met eene toebaate van 3 tot 5 percent; 20 fpieckt het van zelfs, dat het algemeen depot in fpecie of muntmateriaal, in de Wisfelbank berustende, in proportie tot de geheele masfa van het rouleerend Bankgeld moest ftaan als 103 k 105 Courant tot 100 Banco, dat is, dat voor ieder omlopende Gulden Bankgeld circa eenentwintig Stuivers in fpecie of muntmateriaal in de Bank moesten berusten: zonder dat men dan neg eens wil fpreken van de winden, die de Bank uit de inkoopen van Bankgeld genoten heeft, als waar van de voordeden, zoo het fchynt, door de Stad jaarlyks naar zich zyn genomen. En moest er dit depot, dit hypotheek in de Bank zyn, dan behoeft het geen bewys , dat de guarantie van de Stad voor de Wisfelbank dezelve verpachtte, om, wanneer zy hare verbindtenis geftand wilde doen, er dat in te leveren ; en er, in de plaats van het papier, waarmede men in voorige jaaren het Goud en Zilver in de Bank had goedgevonden te vervangen, of wezeniyk Goud en Zilver in de voorgemelde proportie intebrengen, of zoo veel Bankgeld te vernietigen , dat het nog overblyvende en roulerende in gelyke proportie: tot het in de Bank leggend Goud cn Zilver kwam te ftaan. De Stad willeM.le hare aangenomen verplichting voor het oog van geheel Europa herftellcn, willende het zoo fchandelyk verguisd crediet van de Wisfelbank opbeuren, en aan de Buitenlanders het Heiligst bewys geven , dat zy de goeie trouw wilde eerbiedigen, mocht dan niet begrypen te konnen volftaan met het Bankgeld tot fpj>è te brengen; neen, zy moest de rechten van de.houders ven het Bankgeld, die als recht veikrygenden van de origineele inbrengers befchouwd konnen worden, in derzelver volledigen omvang eerbiedigen, cn op die manier aan hare guarantie voldoen, welke F de zaken van de Wisfelbank in dien Haat goude herflellen, waarvan dezelve nimmer hadden behooren afgebracht te worden, en waardoor de houders van bet Bankgeld wederom in die conditie zouden komen, v:in welke zy nimmer door de daden van het Beftuur hadden behooren te worden ontzet; dat is, de Stad moest het hypotheek in zyne volle waarde herHellen, op dat het Bankgeld weder die waarde zoude konnen verkrygen, die het algemeen daaraan naar gelang van dat hypotheek altyd bad gehecht, en zeker wederom zoude hechten. Maarzoude de Stad dit doen, dan moest zy natuurlyk aan het Bankgeld daadlyk die waarde toekennen , die hetzelve intrinfiek hebben moest, dat is, daarvoor de middelbare agio van 4 percent tusfehen de origineel gegeven toebaaten van 3 en 5 percent goeddoen. En de Burger Backman kan het geenszins goedmaken , dat de Stad bad konnen volftaan met 100 voor ico te geven , zoo als dan ook die door hem aangenomen ftelling met geen bet minst bewys geftaafd is. Ik vertrouw, dat dit voldoende zal moeten zyn, om te bezeffen , dat de gemelde grondftelling van den Burger Bachman geheel verkeerd is, en hoezeer daaruit wel van zelve vervalt zyne daarop gebouwde reflectie op de Negotiatie, zo verdient het toch met één woord ts worden aangemerkt; dat het verkieslykcr was deze alzoo interichten, dan door het inkocpen van Bankgeld tot pari voor de Stad de bezuiniging van ƒ 230,000 te willen beproeven. Om reden dat het eerfte eene glansryke en met de waardigheid van het volk, mitsgaders met het recht, de billykheid en de goede trouwe overeenkomende, voldoening is aan eene zoo heilige als hoogst voor den algemcencn welvaard bdangiykc < erplichting, gelyk een ieder zal moeten roeficmtnen dat de uitgeloofde guarantie roor de ftads Wisfelbank is en moet zyn; lerwy! het tweede eigenlyk niet anders dan een kleene en onedelmoedige maatregel geweest zyn zoude, om eene vei \'ikI;oi;;s niet i.aar deszelfs inhoud te veri vu!-.  ( 44 ) vullen, mair ten ninien koste aftekoopen , en alzoo ingewikkeld een accord van de Stad met hare Crediteuren. Of zoude de Burger Badman denken, dat ais hy geld op beleening van een Pand met een furplus opgenomen had, en de pandhouder met dat Pand doorging, en onder de hand het van dat Pand gegeven renverfaal liet inkopen tot die mindere waarde, die de Burger Badiman daar aan uit hoofde van den toeftand des geldfchieters gaf ; dat deze zich dan op eene eerlykc wyze van zyne verplichting had gekweten ? Behalven dat dit middel ten minfte gedeeltelyk onuitvoerlyk geweest zoude zyn; daar het my voorkomt, dat als de Stad eene Negotiatie had gedaan om de Bank door inkoopen te herftellen, het Bankgeld dan ook wel fpoedig boven pari gelopen zoude hebben, terwyl een ieder het zyne zoo lang mooglyk houden en niet aan de markt brengen zoude , waardoor de Stad fpoedig zoude hebben moeten ophouden met inkoopen, en eens voor al aan het publiek zoude hebben geannonceert, dat het Bankgeld nimmer meerdere waarde gerekend kan worden te hebben dan ico voor 100, waardoor van zelf eene verandering in de inneming v:n fpecie en muntmateriaal in de Wisfelbank zoude hebben moeten worden gemaakt , of anderszins de toevoer van Goud en Zilver zeer aanmerklyk zoude ophouden, waarvan ieder kundige de noodlottige gevolgen kan bezeffen. Voor het overige verzoek ik en den Burger Badu mm cn alle anderen die daarover verkiezen natedenken , dat zy ter hunner overtuiging, dat deze Negotiatie ten volle gefourneerd wordende op die vcrfchillende wyze als dezelve is uitgefchreven, voldoende zal zyn, om het origineel hypotheek in deszelfs volle waarde te herftellen , zich eenvouwig geli.-ven tc verledigen om de uitkomften naterekencn, en daarby in het oog te houden, dat de Stad de / 961 : ri : — Banco, die zy voor eene Obligatie van / 1000 : — ontvangt, niet verkoopt cf aan de markt brengen moet, maar dezelve moet mortificeeren en uit de roulance brengen ; zóó dat het rouleerend Bankgeld met die fom verminderd wordende , het hypotheek het geen er in Goud of Zilver in de Bank berust , des te grooter voor het nog overblyvend Bankgeld woid; en zoo dat dezs handelwyze juist gelyk ftaat met het inbrengen van IOOO : — Courant in de Wisfelbank, en het inkoopen van Bankgeld tegens 104 percent. Het is niet zeer aartig, dat de Burger Badman, in zyne Memorie aan den Raad van den 4den May, aanleiding geeft aan het in- en uitlandsch publiek, om zich te beklagen over iets , waar over , mynes inziens, geene billyke klachten vallen konnen; de vermeerdering naamlyk van het partygeld tot | per mille. Want behalven , dat deze provifie voor de moeite der betaling in Banco , waaruit de bedienden van de Wisfelbank gefalarieerd moeten worden, en die de Stad toch niet ten gevalle van die geenen, welke de Wisfelbank ten hunnen nutte gebruiken, ten haren laste behoeft te onderhouden, sanmerklyk minder is, dan het | of TJ petcent, het geen de Cisfiers genieten ; zo is in deze bepaling een grond van gelykheid , die niet geobferveerd word, als deze provifie by wyze van partygeld, zoo als te voren, getrokken wierd , wanneer de geen, die zes honderd guldens affchreef, daarvan evenveel kosten had , als hy die / 600,000 : — per banco betaalde. En zo ik wel geïnformeerd ben, zyn de meeste Huizen van Commercie hier over geenszins ten onvrede, als konnende nu deze provifie aan hunne buitenlandfche Correspondenten berekenen , die hun daar over zoo min klachten hebben gedaan, als over het ingevoerd recht van 't klein Zegel op de Wisfelbrieven, het geen toch ook, in het afgetrokkene befebouwd, een bezwaar is. Ziet hier myne gedachten over het voorgedragene van den Burger Badman, met wien ik in dezen op goede gronden , zoo ik meen, verfchille , maar wiens kunde en eerlykheid ik anderszins boven allen twyfel ftelle; waarom ik ook die voordrachten aan zyn  C 45 ) zyn welmeenend oogmerk toefchryVe, om in belang, ryke zaken aan het algemeen eenig licht en nut toetebrengen. Moge dezelve maar niet medewerken, om de Negotiatie meer te contrarieeren, dan zulks, zo ik wel ben onderricht , reeds gefchied door •de aanhangers van het voorig Beftuur, en door de egoïsten , die fchatten uit ons Vaderland naar andere Landen voeren , mids hun daar voor ruime praemien worden uitgeloofd, die zelfs Negótiatiën van millioenen voor andere Ranken hebben gedaan op veel minder voordeelige conditiën dan deze van IO Maart 179Ö; die gaarne den toon aan het handel dryvend publiek willen geven, en daar te boven den naam van moderate Patriotten dragen. Men heeft my verhaald, dat genoegzaam geen van deze allen voor een duit aandeel in de Negotiatie genomen hebben, •maar in tegendeel alle de fournisfementen door cor:date en werkzame Patriotten zyn gedaan. Gaarne "wenscbte ik echter daarvan de oorzaak te weten. Zoude die daarin gelegen zyn , dat de aanhangers van het voorig Beftuur hetzelve de fletrisfure niet willen doen ondergaan , dat men duidlyk van achteren befpeure, dat de Wisfelbank herfteld kon worden, en dat hetzelve die herftelling nimmer radicaal heeft willen aantasten ? Zouden anderen deze deelneming ook nalaten , om dat de Bank herfteld zynde, en de Cours van het Bankgeld op eene regelmatige hoogte blyvende, de gelegen- hei'' tot agiotage daardoor aan de geldzakken , van welken ftaat, denfcwyzc, godsdienftige of politieke gezindheid ook , die , God betete het! yveriger daarin zyn , dan in de beoefening hurmer burgerplichten, volmaakt benomen word? Of zoude men de reden daar in moeten zoeken, dat cordate en belangloze Vaderlanders dezen flap tot herftel hebbende ondernomen buiten kennis of advis van zoogenaamde Pylaren van de Beurs, die den neus in de zaken van het beftuur gedoken hebben tot zoo lang zy van de geheimen genoeg geïnformeerd waren, en diezedertzich tot niets goeds willen laten gebruiken, door hun gecontrarieerd moeten worden, ten einde by volgende gelegenheden hunne knlën voor den Baal te buigen ? Hierop die voorlichting te vernemen, die gylieden Burgers D. D. aan het publiek beloofd hebt; en tevens uwe gedachten, of niet dat geene, het welk misfehien nog aan de Negotiatie mocht ontbreken, door een of ander revolutionair middel zoude konnen worden daargefteld; met, by voorbeeld, al dat zoort van werkloze en tot alles goeds onbruikbare burgers voor altyd eene rekening in de Bank te ontzeggen , of met het ontbrekende over hen te quotizeeren, naar gelang van de fommen, waarover zy in de laatfte zes of tien jaren per Banco hebben gedisponeerd? •— zoude zeer aangenaam zyn aan uwen Medeburger AND WOORD. Wat zullen wy zeggen, Burger! •— indien het ftaatkundig faifoen gunftig was voor het vorderen van billyke fchaêvergoedingen, ten behoeve eener in hare Finantieele middelen fchandelyk verkorte Natie, dan zou ook Amjlels Wisfelbank wat te vorderen hebben .... maar ..... ' 3 Merk-  ( '4* ) Merkwaardig Bericht aangaande eene nieuwe Huidziekte, in Modderland oittdtku (Overgenomen uit de Cronique Scandaleufe de Maladies Morales de l'Europe. Tom. xlviii. pag. 119.) Knoeienburg, den 7^ van Geldmaand. In deze ongezonde, vochtige, en onder eenen ongeftadigen hemel liggende landftreek, heeft zich zedert eenigen tyd een nieuw foort van landziekte (Epidemie) ontdekt, welke zeer befmetlyk is, zoodanig zelfs, dat binnen weinig tyds veele perfonen , geheele huisgezinnen en gezelfchappen daarvan zeer hevig zyn aangetast; en die den kundigften Geneesheer, wegens derzelver vreemdheid en hardnekkigheid, niet weinig werks verfchaft; te meer, daar cr tot nog toe geen fpecifiek middel tegen noch vaste geneeswyze van dezelve heeft konnen worden uitgedacht, zynde alle tot dus ver beproefde middelen , uitwendig in wryvingen, borstelingen, en andere fcherpe prikkelingen (jlimulantia), inwendig in fudorifora (zweetmiddelen) beftaande , ten eenemaal vruchtloos geweest. Deze ziekte, welke de aandacht van allen, die zich op de kennis en genezing der menschlyke kwalen toeleggen , by uitftek verdient , noemen onze artfen Cctharrus ad Jen/u? of Hardhuidigheid. Zy behoort tot de Huidziekten, die in dit land, wegens de algemeenbeid der fcorbutiqtu en uit eene belette doorwazeming geboren ongefteldheden, zeer talryk zyn; hoewel zy zich van alle andere tot nog toe bekende foorten der UoJisiekte blykbaar onderfcheid1*, en wel voornaamlyk, eensdeels door de byzondere gedeelten der huid, waarin zy zich opdoet, anderendeels door de zonderlinge en verbazende uitwerkfelen, welke zich in het lydend deel vertoonen. De Hardhuidigheid ontdekt zich niet in alle de deelen der huid, noch fchynt zich over de geheele oppervlakte derzelve te ve.ipreiden; zy bepaalt zich tot eenige byzondere en wel de edelfte ledematen van het ligchaam. De ftaat der huid is, zoo wel in het zieke als gezonde dl el, uitwendig natuurlyk, en op plaatfen, door de befmetting niet aangedaan, fchynt alleen eene meerdere prikkelbaarheid te huisvesten die by voorbeeld in de handen zulk een Jpasmus veroorzaakt, op de enkele aanraking van zommige metalen, by voorbeeld goud , zilver enz., dat dezelve zich terftond onwillig toeknypen, en niet dan met de grootile moeite weder loslaten. Die deelen, in welke men de ziekte tot heden toe meestal heeft waargenomen, en welke byzonder onder haren befinettenden invloed fchynen te ftaan, zyn: de ooren, de tong, de wangen, het voorhoofd en de vingers. —— Zomtyds zyn flechts eenigen van deze deelen aangedaan, dan, naarmate de ziekte toeneemt, Haat zy tot nieuwe deelen over, en het ontbreekt niet aan gevallen, waar in de lyder op alle die plaatfen te gelyk hardhuiiig is. De algemeene uitwerking die de ziekte op alle deze deelen van het menschlyk ligchaam heeft , is eene zekere ongevoeligheid of verharding der huid; welke echter verfchillende gevolgen ten wege brengt, naar den byzonderen aart van het lydend deel. Zoo word, by voorbeeld, dc lyder in het oor harddoof, en luistert naar niets , wat men hem ook zegge of voorleze. In de tong en vingeren^veroorzaakt deze ziekte eene heblykheid om de grootfte ongeryrr.dheden , logens en beestachtigheden, koeltjes weg te zeggen, of te fchryven- Is het voorhoofd, zyn de wangen, tevens aangedaan, dan is en blyft de.lyder onbefchaamd, al doet hy de fchandejykfte dingen, al durft men hem de gevoeiigfte vernederingen aandoen. Hy mist volftrekt dat gevoel, het geen men in onze taal piuiteneur gewoon is tc noemen. Het gevolg van dit alles-is.dat delyders ,door deze ziekte aangetast, zeer onhandelbaar en voor de maatfchappyenhet gezellig leven volftrekt onbruikbaar ja ai-, lergevaailykstzyn. Zy zyn in ftaat, tot allerlei bedrog, on«  ( 47 ) onrechter) geweld. Zy zullen zich niet fcbaatnen om de verachtlykfte lafheden , de ftrafbaarftèeuveldaden, te bedryven ; en een bevel, eene verbindtenis, eene handtekening, gister door hen gegeven, zullen zy heden door iets tegenftrydigs ontzenuwen, en morgen geheel vernietigen. Men kan volmaakt geen vertrouwen op hen ftelien. Zy maken van hunne heiligde plichten een (pel, en ontzien niets, wanneer het aankomt op de bereiking hunner kwade oogmerken. Zy Icbynen met den Krokoiil op htrhne onfchendbaarheid ts vertrouwen , en alles te laten afduiten. En zoo ver gaat hunne ongevoeligheid, dat niets het verinogen heeft van hen in den loop hunner verkeerdheden te duiten. Men moge hun overtuigend toefpreken , toeken , befpotten, fchelden , bedreigen ; men moge hun een gevoeligen doot of neep toebrengen ; men moge hun eenige duchtige oorvygen toedienen, en zelfs door het punt van den degen eenig bedorven bloed aftappen; het baat nietmetal, zy laten alles, gelyk men zegt, by hunne koude kleéren neerzakken, en gaan hunnen ouden gang. Het gevtarlyke van deze ziekte, vooral wanneer zy voorname perfonen , geheele hulsgezinnen ; en gezelfchappen aantast, draalt van zelve in het oog. Het ftaat te duchten, dat, by eene langduiige aanhouding en verdere uitbreiding derzelve , deze geheele Staat zal worden verpest, en tot eene volmaakte verderving overgebracht of verwoest. — De Natie zucht en fchreeuwt om behoed- en hulpmiddelen; dan tot nog toe heeft zich niemand opgedaan, die met eenig goed gevblg zyne kundigheden in dit vak beproefd heeft. De ziekte neemt hand over hand toe , en fchynt door het ongunftig faifoen, door het uitblyven van de anders in dit jaargety gewoone en heilzame goudregens, als mede door het opryzen van zekere ftinkende dampen uit een oud moeras, dat men (*) Dat is, in onze taal „ De dienstbaerheit vondt haren mondt genoten» „ En heeft daerom in fabels uitgegoten ,, Al wat haer lag van binnen op het hart, „ Terwylze ahlus met fpel den laster tan." ANEC- thands bezig is tiittemoJderen en droog te maken, en waardoor de lucht aanmerkTyk iïefmcl is, derk gevoed te worden. Eene Geneeskundige Maatfchappy heeft onlangs de volgende Prysvraas» ujtgefchreven, en nodigt by dezen het geleerd Publiek uit, om door eene bondige beandwoording derzelve zich liet vetjle ambtje van den Staat ter Praemic te bezorgen: .„ welken ,, zouden de beste middelen zyn, om de lyders van den „ Catliarrns ad fenfus of Hardhuidigheid zeker te ge„ nezeu, den voordgang dezer Epidemie te finten, en „ het land daarvan binnen den kortstmooglyken tyd ge„ heel te zuiveren ? ' De goede Hemel geve, dat deze poging-met de gewenschte gevolgen bekroond worde, of anders make hy alle de MetMer/atzaferrzoohardhuidig, als hunne voorvaders in hunne yzereharnasfen waren! Amen! (Was getekend) Servitvs oVnoxik, Qilia, qu'ae volebat, non audebat dicere , JldfcBus proptius in fabel!as trans tulit, Calumniamque ftctis elufit jocis (*). PIMEDRUS. Indien dit dezelfde Burger fhaetrus is, die de Fabelen van den ouden Bultenaar Atfipus verzameld heeft; dan zouden wy hem en zyne Natie verwyzen naar de Vide/Fabel van zyn Ilde Boek, waar m. hy het middel vinden zal, van hetwelk zich de Arend, op raad van de Kraai, eens bediende, om een door hem gevangen Schildpad van zynen harden bolder te ontdoen, en hem langs dien weg zich ten nutte te maken; te weten, hy liet hem uit de hoogte op eene rots nederdortën, zoo dat er de dood na volgde. Misfehien zou dit huismiddeltj'en, met een. weinigje verzachting voorgefebreven, van gezegende uitwerking tegen de Hardhuidigheid konnen zyn. Dezen ,raad geven wy gratis, en wy begeeren er geen ambtje voor, maar wenfehen allen de zieken bïierfchapl D£ DEMOCSm»  C 48 3 ANECDOTE uit het land van HARRAWARRA.1 In Holland was m' in vroeger dagen — (Maar 't was een zotheid van de liên, Ik heb toch Campen ook gezien.) — Gewoon de Campers fteeds te plagen, Zoo vaak men gekheên zag gefchiên. Een domheid of een ongelukje Werd toen terftond een Campcrjlukje. De Briefjes worden opgelezen : „ Tot Lid in de Admiraliteit „ Noem ik (dus luid er een) «y» hïit „ Ik heb dien post hem totgewezen, „ Om dat hy fchoon een paard beryd; „ Hy reed naar Rome zelfs voor dezen, „ En kan ia 'i Zeevak nuttig wezer..". Men zwyg' voortaan vanhunn' gebreken, Zy zyn niet meer dan andren mal; — (Men doet toch zotheên overal.) — Voor my 'k wil liefst van andten fpreken; Het geen ik u vernaaien zal, Is my uit 't oud Archief gebleken Van Harrawarra's natte ttreken. Een ander luid; „ 'k moet my verklaren „ Voor peter, die zeer kundig is „ In alle vakken ; ja gewis, „ Hy red den Zeejlaat uit gevaarett, „ Of, Medeburgers! 'k heb het mis; „ Schoon in het Zeevak onervaren; „ Men leert al doende, door de jaren." Het hoord der Nationale Itaaden Sprak: „ Burgers! ftilte! zet u dan; „ Benoemt nu ieder, man voor man, „ Een mensch bekend door kloeke daden, „ Die onzen Zeeftaat redden kan; „ Die, jaarlyks, voor een fom Cruzaden, „ Dien last wil op zyn fchoudren laden." — Men hoorde een ander advyfeeren; —(De Kas was eeuwig flecht gefteld, Gelyk de Staats-Chronyk ons meld.) — „'kffil voor my zelf juist niets begeeren , „ Maar, daar het thands myn Neefje geld, „ Verzoek ik hier te decreteeren, „ Dat men 'smans gagie zal vcrmeerenS, De burgers Raaden neêrgezeten, Zyn kort van Hof, gelyk '} behoort; En gaan terftond met ftemmen voord. De vrienden worden niet vergeten, Een ieder gaf den zynen 't woord ; En wyl men 't ftuk vooraf kon weten, Gaf men Hechts op, noe aai *y 2. in mrrawarra gehemd werd omtrent een vriend of uabeftaanden (•) Een woord, dat in narruwwi«■ Zoo moest men duizend zotheên hooren; — (Want alles werd publiek bekend, Men was zulks in dit Land gewend.) — 't Klonk zommigen wel vreemd in de ooren; Dan wat gebeurd' er toch in 't end? Het geen uit zotheên word geboren; — Het groot Harwarra ging verloten.l — De2= N„™e„ worden «.Mg- *J en de Wed. .ter Veen en Zoon. sHagt, m uu en h,l„rd„, D. Vis, v.nn de; Dneji  DE DEMOCRATEN. • rti , ,» ■ Een altyd braaf, Jlandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. IETS over de VOLKS.SOCIËTEITEN. Meermaalen vroegen wy ons «elven , door welk eene nootlottige toedracht van zaken bet toch heeft konnen gebeuren , dat de Volks.Sociëteiten geheel «n al van hare öorfpronglyke infteiling zyn afgeweken cn aan onze tegenwoordige Revolutie geen of ten minfts zeer weinig nut hebben bygebracht ? Meermaalen vroegen wy dit ons zeiven, en nimmer deden wy die vraag, zonder de gevolgen er van voor ons Vaderland niet dan ten ongelukkigfte te berekenen. 5 By de pogingen, welke de Nederlandfche Natie tot herftelling harer Vryheid in en na den laatften Engelfchen oorlog aanwendde, waren het de Volks-Sociëteiten , welke de Nationale veerkracht het meest deden werken. — De ftoutfte ontwerpen werden in haren boezem gefmeed. —- Binnen hare muuren waagde men het, het Conftitutioneele ftof van zyne voeten aftefchudden, en alle ondernemingen, welke maar eenigszins van dien laffen flenter , waarmede men toch nimmer de Vryheid vestigen zal, afweken, kwamen uit haren fchoot ten voorfchyn. Opgericht om de party van den Stadhouder te fnuiken, beftonden zy het uit zich zelve om het Ariftocratisch bewind aantevallen ; en hadden de Leden van het toenmalig beftuur zo veele wysgeerige en öaatkun- g dige kennis vereenigd, als de Volks-Sociëteiten goeden wil en Repubükeinfche ftoutheid te zamen paarden ; ons Vaderland zoude veellicht nimmer die ongelukkige opvolging van tooneelen hebben zien afwisfelen , welke wy nog tot op deze uur toe te betreuren hebben. Van waar dit onderfcheid ? Zyn er redenen, waarom de Volks-Sociëteiten nu minder dan in die tyden medewerken aan het groot gebouw der Revolutie? Zyn die redenen by het Volk ? Heeft het minder moed, minder veerkracht, minder goeden wil om de Vryheid te vestigen , als in de dagen , welke van die zwarte tyden achtervolgd zyn , waar in de Patriot zoo veel om zyne Vryheidszucht heeft moeten lyden ? Of liggen die redenen in het onderfcheid, hef welk er tusfchen deze en de toenmalige gefteldheid van zaken plaats heeft ? Het eerfte konnen wy niet geloven, daar toch nimmer zedenloosheid, lafheid en onverfchilligheid aan de zaak van het Vaderland eene geheele Natie bezoedelden. Maar het laatfte zal ons duidlyk genoeg doen zien , dat het de voordgang der tegenwoordige Revolutie zelve is , welke het beftaan der Volks-Sociëceiten zoo zeer heeft tegengewerkt. Die  ( So ) Die Mannen, welke den Stadhouderlyken invloed poogden te ondermynen , en aan hun onderdrukt Vaderland de Vryheid weder wilden te rug fchenken, hadden byval en onderfteuning nodig. In de raadzaalen deden hunne pogingen op de gemoederen van eigenbaatige Regenten weinig af. — De vette Ambten en ryklyk gevende Commisfien waren hier meer betoverende tafereelen dan de getrouwe voortellingen van een uitgeput cn ten gronde gaand Volk. Niets fchoot hun derhalven overig, dan dat zy hunne toevlucht tot het Volk zelve namen, welks belang zy verdedigen wilden. — Dit deden zy langs zoo veele verfchiilende wegen als men tot het Volk fpreken kan. —Eene menigte van wel gefchrevenc Dagbladen — Openbaarmaking van hunne Voordellen in deRaadzaalen gedaan — Aantekeningen tegen Refolutien, die 's Volks Vryheid ondermynden , dezen waren de tolken , welke hen aan het Volk deden kennen, en waardoor zy de achting en liefde van hetzelve verwierven. — Het gevolg hiervan was, dat het Volk wederkeerig zynen plicht gevoelende, om die mannen-te onderdeunen, welke zyne belangen zoo manmoedig verdedigden , zich in Corporatien vereenigde, om alzoo door eene gelyklyk werkende kracht, klem bytezetten aan die ftoute pogingen, welke er voor zyne Vryheid gedaan werden. Dit was de oorfprong der Volks-Sociëteiten, by onze worfteüngen tegen het Despotismus in de jaren 1781 en 1782. Het kon niet anders, of deze oorfprong moest ten allen tyde den geest bepalen, welke er in heerfchen zoude, — Aanwakkering van het Patriotismus, onderlinge voorlichting omtrent de groote belangen van het Vaderland, en onderfteuning van den braven Regent waren di hoofd-doeleinden van derzelver inftellinge, en dat ze hier aan voldaan hebben, zullen, ons de gebeurtenisfen van dien ty,t zoo zeer hewyzen, dat ze ons menigvuldige voorbeelden zullen opleveren van zwakke Regenten, die, daar zy de Vryheid begeerden , de middelen niet iuifdea aanwenden om dezelve te verkrygen, maar nimmer één eenig voorbeeld tullen doen zien, «Jat het Volk niet altyd moedig zyne Regenten is by-i gefprongen , of dezelven in alle hunne poging.ee niet krachtdadig heeft onderfteund. In onze tegenwoordige gefteldheid van zaken daarJ entegen was er noch Stadhouderlyke noch Ariftocra-tifche party te beftryden. Zy die het Volk vertegenwoordigen zouden , meenden in hunne Vergader» zaaien wel verfchiilende gevoelens en onderfcheidene meeningen aantetreffen , maar nimmer konden zy zich tegen elkander gevormde partyen voordellen , welke omtrent de grootde belangen van het Vaderland geheel en al tegendrydige wegen zouden inflaan. —— De ontwikkeling daarenboven van het ftaatkundig delzei, dat hier eens heerfchen zoude, was aan te veel wyzigingen onderworpen, dan dat zy vooruit zien konden, dat zy voor hunne byzondere gevoelens den aandrang en de onderfteuning der menigte zouden behoeven. Hier by kwam de vrees, op die bedenking gegrond, dat Volks-flocië-» teiten, wanneer ze door volksvleiers beftuurd wor-' den , tot de grootde wanordes den weg baanen , waar van hun de voorbeelden in het naburig Frankryh nog zoo levendig voor de oogen fcheenen. — Dit een en ander heeft veroorzaakt, dat het Volk, van het begin der Revolutie af, aan zyn eigen noodlot overgelaten, dat het zonder voorlichting van kundige en brave mannen is voordgedwaald, en zich zelva tot Corporatien heeft vereenigt, welke by hare oprichting zelve niet dan nadeelig zyn konden. — Eenige Fortuinzoekers, die door een ambt of plaats in het Beduur, hunne verkwiste zaken trachtten te herdellen, wisten zich wel ras van deze kwalyk ingerichte Sociëteiten te bedienen , om in den geest der menigte intedringen, en aan dezelve die bedUr zucht en trek tot beuzelary intèboezeinen., waardiooï de geringde daden van het beftuur bedild werden, alle eerbied voor de vertegenwoordiging, welke by het Volk heilig zyn moet, verloren ging , het beftuur zonder kracht en klem geraakte, en bei VolH zelf  C 51 ) «elf die edele gevoelens van hoog gefpannen vaderlandsliefde aflegde, waardoor het alleen in ftaat is opofferingen zonder belang te doen voor de dierbare zaak des Vaderlands. .< Dat nu eene zoodanige geestgefteldheid van het • Volk gefchikt zy om de Revolutie tot heil van het Land gelukkig te voltooijen, zal wel niemand, welke «enig gezond verftand bezit, verzekeren willen; dat men derhalven deze geestgefteldheid moet trachten uittewisfchtn, en de genegenheid tusfcbi n het Volk en de vertegenwoordiging moet trachten tc herftellen, ligt wel zoo natuurlyk in den aart der zaak , dat ook hier aan niemand twyfelen zal. Alle middelen, welke gefchikt zyn om dit oogmerk te bereiken, moeten daarom van een ieder, die eenigszins zyn Vaderland lief heeft, der Natie aangewezen worden. — Wy Voor ons kennen er voor dit tydftip geen gefehikter dan wel ingerichte Volks-Sociëteiten, daar deze ons Yoorkomen de eenige te zyn, welke het vertrouwen tusfehen het Beftuur en het Volk herftellen konnen. Want het is daar, dat men het Volk kan bekend maken met alle die maatregelen , welke er door het Beftuur tot behoud van het Vaderland worden aangewend ; het is daar , dat men de gepastheid van dezelve kan doen zien, en aantoonen, dat, hoe zeer ook byzondere belangen door zekere aangewende middelen komen te lyden , het algemeen belang er by Winne, en de groote zaak des Vaderlands er door bevoordeeld wo: de. In alle Rerolutien doen .zich gewoonlyk twee partyen zien. De eene preêkt zachtheid en een omzichtigen voordgang in alle verbeteringen; zy weegt het byzonder belang zoo zeer, datze zich altyd beyvert om hetzelve met het algemeen belang overeen te brengen. Alle fchokken vreest zy. Beducht voor gewichtige ondernemingen , wil zy verouderde gebreken in het Staatsgebouw liever dulden, dan fterke hulpmiddelen tegen dezelven aanwenden. —— De andere party daarentegen , brandende om de zaak des Vaderlands te redden, neemt ftoutmoedig alle midde¬ len by de hand, welke tot dat groGt oogmerk dicnca. Zy herkent zich aan hare geftrengheid , acht geen byzonder belang , en dringt hare maatregelen door met een geweld, dat noch dc oude wetten noch de gewoonte eerbiedigt. Van het begin onzer Revolutie af zagen wy ook die partyen ontftaan onder de ha«ie« ren van Revolutionaire en niet Revolutionaire Patriotten; en thands nog, tot op dit oogenblik toe, zyn zy aanwezig, fchoon onder andere benamingen— Niets is wel zoo nadeelig dan dat twee partyen in eene zekere evenredigheid in het Beftuur plaats heb» ben, om dat aizoo de eene fteeds de maatregelen der andere party tegenwerkende, men het Beftuur beftendig ziet waggelen, en nimmer wel gepaste en krachtdadige maatregelen ziet aanwenden. — De VolksSociëteiten zyn hier tegen het gefchiktfte hulpmiddel. Het Volk terftond de eene of andere party byvallende, verplettert zyne tegenftreevers door een éénparige en ontzagchlyke volkskreet , het wyzigt de vlottende denkbeelden zyner voorftanders, en doet aizoo in het Beftuur die eenheid herleven, welke tot uitvoering van gewichtige zaken volftrekt nodig is. Van den anderen kant, is deRepublikeinfche Volks■beftuurer , zich dagelyks vermengende onder , en verbroederende met het ligchaam zyner burgeren, veel meer in ftaat dan buiten de tusfehenkomst der VolksSociëteiten, om de heerfchende denkwyze der Natie, het algemeen gevoelen over de gc.vichtigfte belangen van den Staat te leeren kennen, en hy vind in deze dagelykfche zamenkomften een krachtig behoedmiddel tegen dien ingebeeldcn afftand, welke alle bewindslieden, by eene volmaakte afzondering van het ligchaam des Volks, zoo ras befmet, cn , verliest hy langs dezen weg iets aan de zyde van zynen hoogmoed, hy gewint daarentegen een veel grooter eer en geluk, te weten, het vertrouwen zyner medeburger ren , het geen niet anders dan vastigheid aan het Beftuur, en veerkracht aan de geheele NatiC:geven kanWanneer men het Volk aan de Omwenteling verbinden wil, moet men hetzelve aantoonen, dat er } a merk-  C 52 ) merklyke voordeden voor het geheel by eene nieuwe orde van zaken te verkrygen zyn. — Het is in VolksSociëteiten , dat men die voordeelen op het zichtbaarst kan doen kennen, en het Volk er voor kan innemen. — Zonder eene warme geestdrift voor de algemeene zaak onder alle de (landen, is het onmooglyk onze Revolutie gelukkig te voitooijen. Het is door die geestdrift, dat onze Vlooten moeten bemand, onze Legers aangevuld, en onze onderfcheidene Ligchamen van Beftuur door waardige mannen moeten bekleed worden. Maar op welk eene wyze die geestdrift onder het Volk aantevuuren, ten zy in Volks-Sociëteiten, alwaar het Volk met een zeker gevoel van Republikeinfche fierheid is doordrongen, en door de dagelykfche gefprekken, wel gepaste Redevoeringen, en wat verder op 's menfchen geest werken kan , aangevuurd word tot werkzime vaderlandsliefde en ter waarneming van die posten .welken de dienst van den Staat allernoodzaaklykst vordert. Deze gezelfchappen zyn de eenige geleiders, waardoor het gantfche Volk kan geëlectrifeerd, en dezelfde aandoening, het zelfde vuur, oogenbliklyk, overal te gelyk, in eene Natie verwekt worden. Boven dien leert ons de ondervinding, dat, wanneer een Volk doo^zyne broederlyke zamenkomften zich zelf niet aanhoudend opwekt, aanvuurt, en in het gtoote gevoelt, deszelfs moed, en bezef van eigen waarde, al ras verkoelt, trapswyze afneemt, en eindélyk geheel verloren gaat; iets het geen zoo doodlyk is voor het behoud van in- en uitwendige Vryheid, dat men altoos van de flaperigheid eener Natie veilig tot hare overbeerfching befluiten kan. In eene Repraefentative Volksregeering worden er zekere kundigheden by het Volk gevorderd, welke onaffcheidbaar zyn van dien vorm van beftuur. Het Volk moet zekere afgetrokkene denkbeelden van burgerlyke en politieke Vryheid bevatten konnen, zal het eens beoordeelön, of zyne Conftitutie tegen die grondbeginfelcn aanlope. Het moet verlicht wor¬ den , zal het immer vry zyn, vry blyven, en tegen den minden inbreuk op zyne rechten blyven waaken. Het moet bekend zyn met zyne cordaatde, eerlykfte en verdandigde Medeburgeren , zal het ooit voor de vertegenwoordiging eene gepaste keuze doen. Het moet voor de waarneming der openbare zaken menfchen aankweeken , welke allengskens tot de daatkundige kennis worden opgeleid. De VolksSociëteiten zyn voorzeker voor alle deze onderrichtingen de beste leerfcholen , alwaar door eene geftadige wryving der gedachten, en eene aanhoudende verkeering met menfchen van alle danden, deze kundigheden het best verfpreid worden. Die Sociëteiten zyn de algemeene zamelplaatfen, het brandpunt, van de dralen der volksverlichting, die in gefprekken en gefchriften van allen kant daarop aantrekken , en welker fchynfel door den tyd eenen graad van helderheid en kunde in alle de clasfen der burgeren, zelfs in die van de geringde verdanden, doet ontdaan, welke by een ander volk te vergeefsch word gezocht. Tegen deze nuttigheden der Volks-Sociëteiten, (hebbende wy veele andere met dilzwygen voorbygegaan) zuilen de nadeelen, welke men gewoon is in dezelve te befchouweu, wel in geenen deele op. wegen. Dat de Volks - Sociëteiten zich fteeds door een geest van ontbinding (desorganifatie) laten wegfleepen, en altyd der regeeringloosheid in de hand werken, is zoo weinig waar, dat ze nimmer eenigen dan een zydelingfchen invloed op de Vertegenwoordiging behooren te hebben, en altoos, wanneer zy daarop grooteren invloed maakten , was de eerfte oorzaak van dit kwaad te zoeken, niet in de wangedeldheid der Sociëteiten , maar in de lafheid of onéénparigheid van het beftuur. t— Een vast en onverwrikbaar beftuur, zoodanig als in den tyd eener Revolutie noodzaaklyk is , moet zich nimmer door een onwettigen aandrang in zyne wel genomene maatregelen doen tegenwerken ; en als dan zullen wel ingerichte Volks-Sociëteiten nimmer iets van dezen aart ten verderve des Vaderlands ondernemen; maar dat  C 53 1 dat de Volks-Societeiten fteeds met hunne goedkeuring die daden der vertegenwoordiging onderdennen, welke moed, braafheid en belangloosheid kentekenen, dat ay die Volksbeduurderen hunne achting fchenken, welken onbaatzuchtig en moedig de party van het Volk verdedigen , dat zy in tegendeel die geenen met hunne verachting overladen , welken onder den fchyn van zachtmoedigheid altyd de ryken voordaan, en het belang van byzondere menfchen boven de zaak van het geheele Volk dellen; dit toch zal de ontbinding van den Staat nimmer konnen veroorzaken, maar wel die wezenlyke en krachtige onderfteuning aan de Revolutie geven, zonder welke wy niet zien konnen, dat immer alle die opofferingen zullen gefchieden, welke eene nieuwe orde van zaken vorderen zal.- Of het nu waar is, dat de volkverleiders immer den meesten invloed in de Volks-Sociëteiten behouden zullen , en de eerlyke man fteeds door hunne vuige listen zal worden afgefchrikt , om eenigszins eenen aanmerklyken rol mede te fpelen? Konnen wy het best beoordeelen , indien wy de gronden op welke, en de wyze hoe deze Volksverbroederingen behooren te worden ingericht, nagaan. — De kundigfte en verlichtfte menfchen, door de geheeleRepubliek heen, behooren zich te vereenigen ter oprichting van Volks-Sociëteiten. Zy moeten eerst door algemeene wetten de werkzaamheden bepalen , by die wetten moeten zy alle byzonderheden uitfluiten, cn de leden verplichten om nimmer iets anders dan algemeene onderwerpen te behandelen. Zy moeten vooraf wel vastdellen, -zich zelve niet anders dan als ongewettigde ligchamen te befchouwen, en nimmer ligchaamsgewyze eenige voorftellen by het Beftuur doen. — Hare groote bedoeling zynde om vaderlandsliefde optewekken , algemeene kunde en éénparigheid van gevoelens te verfpreiden , en den braven man te doen kennen, moet in dezelve aan een ieder de gelegenheid gegeven worden, om zyne gedachten rondb'orftig én vry over alle de daden van het Beduur te verklaren. — Twee dingen zyn er, waar voor men zich vooral in VolksSociëteiten behoort in acht te nemen. Vooreerst, dat de volksgeest geene verkeerde {trekking erlange ; en ten tweede, dat niet de volltsvleiëry der politieke Fortuinzoekers de genegenheid der menigte winne. Doch by eene goede inftelüng en naarftige medewerking van verlichte menfchen, welke door de geheele Republiek heen verfpreid , met een onafgebroken yver op den geest van het Volk werken, is dit kwaad zo niet wegtenemen, ten minde merklyk voortekomen en te matigen, Fene vereeniging van een zeker getal doorzichtige mannen , die van de noodzaaklykheid der Volks-Societeiten doordrongen, en. door onderlinge verkeering zoo wel omtrent het ftaatkundig ftelfel als omtrent de inrichting dier ligchamen het eens zyn, kan zich zoodanig van den volksgeest meester maken, dat zich daar tegen niet .gemaklyk eenige heimlyke listen verzetten konnen. Het komt er dan alleen op aan om zoodanige menfchen in dit land te vinden, welke die moeilyke taak ondernemen willen, en wysgeerig doorzicht genoeg hebben, om dezelve uittevoeren. — Dan, zo ooit eens het Beftuur de noodzaaklykheid van 's Volks medewerking gevoele , de eerlyke Volksvertegenwoordiger moedloos worde door de geftadigc tegenkantingen der heimlyke belangzoekers , en al wat braaf is in dit land, eens de listen ontdekke, welke er gedadig tegen het wel^yn des Volks gefmeed worden; dan twyfelen wy niet, of er zullen zich wel menfchen opdoen , die zich alle moeite getroosten zullen, om dit eenig middel by de hand te nemen en in werking te brengen , waardoor het wederkeerig vertrouwen tusfehw het. Volk en het Beftuur kan lierdeld , en de vaderlandfche moed in onze Natie weder aangewakkerd worden. G 3 DE  BE SCHAPEN en de WOLF. • -■ Ifiioov ■ • , ( Een Fabel.y Irf •.. . tl*d npiatasMÏ5«J*iioV üiö v «fj Omtrek. tsdliHg duizend jaren , voor onze gemeene tydrekenin?: toen de Koe Bart heette, toen de Dieren nog in M.iaifehappy leefden, en vry waren; ftelde fU9gm l^lfecns in de Republiek der Schapen eene verbazende'metfigte van Wol in requifitie; en om dezen last over het geheele Schapfndom gelykmatig te verdeden, beval hy dat eh< Schaap zoude moeten opbrengen een gedeelte Wol, naar evenredigheid van de zwaarte zyner vacht; bedreigende een ieder, die zich in dezen niet bchoorlyk van zynen plicht kwyten zoude, om hem met huid en met hair optevreten. Dc arms Schapen , met het geval verlegen , en fier op hunne Vryheid, befloten, na ryp overleg, tegen deze vordering te remonftreeren. Zy brachten meester Wolf aan het verftand, dat zy wel wisten, dat zy de Wol ten nutte van het Gemeenebest droegen, en dien ook daarvoor over hadden, dan dat zy, nu eerst voor weinige weeken gefchoren zynde, bedroefd weinig Wols op het 1yf hadden en dus niets Tan belang misfen of geven konden; voords, dat er eenige ftooterige Rammen waren , die de Scheerders niet hadden durven onderhanden nemen, cn die nog hunne geheele vachten op zich hadden zitten; dat derhalven de billykheid vorderde, dat men de invordering met het kammen en fcheeren dezer onwillige dieren begon ; en dat, wat de requifitie in zich zelve betrof,, het volftrekt onmooglyk was daaraan in redelykheid te voldoen , vermids de lichtfte Schapen zomtyds de zwaarfte vachten hebben , en men dus,om in dit geval eene juiste evenredigheid in lasten te bewerken, alle de Schapen, één voor één, de huid over de ooven zou moeten trekken, en aizoo het gewicht van ieder vacht berekenen ; een middeltje, dat zeker fouverain was, maar tevens doodlyk voor het gantfche woldragend Gemeenebest. Wat deed Wolfneef? —. Dy vrat voor eerst de Schapen-Commisfie tot de teentjes toe op; dit was de ftraf, zeide hy, hunner lichtvaardige ftoutheid. — Hy deed alle de overigen tot op het leven toe affcheeren; dit, verklaarde hy , was de ferme uitvoering yan zynen plicht. — En vermids de masfa van Wol, hierdoor bekomen, op verre na niet toereikend was voor de fchulden die ten zynen laste liepen , verkocht hy de geheele Kudde by pai tytjes aan een Slachter, die dezelve binnen weinig tyds genoegzaam tot r.ul reduceerde; dit was, betuigde hy, een ftrenge maatregel, waartoe hy, als door den nood voorgefchreven, met wederzin had moeten komen. Zoo ging de Maatfchappy der Schapen ten gronde, en het arme beest, als het ware niet ophoudende tegen geweld en onrecht te remonftreeren, fchreeuwt zedert dien tyd eeuwig — Mait . . . Mais . . • ! aan  AAN DE NEDERLANDSCHE ZEEHELDEN. .0MKu!?s S*k isiMool onV)»i-,:l i' t,ij. Op u (laat Neêrland hopende oogen, Wreekt, Helden 1 wreekt der Belgen eerl Koonul moedig 't ftrydperk ingetogen, Rukt Englands vuigen trots ter neer. OF, wilt gy 't Vaderland zien knielen Voor Brïtfche Moordenaars en fielen; En dulden dat het fnoodst gebroed Den Zeeleeuw van de Batavieren Zal kluistren aan zyn roofbanieren, Befpat met traanen en met bloed? «n & mgnib !;it9óif!<»rn»»^itf^»ltWffmt5UwO Sffa nafi.ow 8«mmoTf ssad Vervloeking volge- bem die vlied!'s^»H .' , nooS ns tmV'mi .{ .bsW sf na Durft gy hét Vaderland beminnen,- '"••tö-'A ; forislaaisaO .A .{ .mimftak Durft dan ook derven of'verwinnen, -''"isbisv M , ft'im^IoM , WDsnilk De Ruyter ftierf, maar beefde niet». 94  C 5* > De üw'mg'Und die van onze (franden D.-n Brit bearigst in de armen vlood» Oranje zal haast knarsfetanden, Wanneer hy ziet der Belgen Vloot; Die Vloot, door duizend gruwelfiukkcn, Die 't Britfche roofdier zag gelukken, Weleer geketend aan het ftrand, Verlaat de reê, op uwe wenken, Om welvaard, vrede en rust te fchenken Aan 't afgefolterd Vaderland. * Dat Vaderland, op u hovaardig, Zal lauwren vlechten tot uwe eer; Maakt, Helden! u die lauwren waardig, Rukt, rukt de Britfche Zeevla. neêt! Dan zal de Zee, aan de oude dagen Gedachtig, fier , blymoedig dragen De Vloot die haar Tiran bctheê! Op, Helden! dan, ten ftryd getogen, —. De Vryheid roept met hopende oogen: Op, Mtkfemt Englands trots in zeelt BRUTÜ5 Oen 29 Jnly 96. NB. De naamloze Misfive over de Hollandfche Geldheffing op de Inkomften, ons onlangs uit Amjleldam toegezonden, konnen wy om redenen niet plaatfen. 1/?JÏÏ" V A Cxz^choZ Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van der Dnes;  DE DEMOCRATEN. N°. 8. Maandag den 8 Augustus 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Veelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. het GEDRAG der NATIONALE GEESTLYKHEID getoetst. CBy gelegenheid der fufpenfie van 12 Amfleldamfche Predikanten.') Het is bekend , dat het Provinciaal Beftuur van Holland by deszelfs Decreet van 5 April dezes jaars, aan alle ambtenaren binnen dezelve Provincie heeft voorgefchreven de aflegging van het navolgend declaratoir: „ ik belove onderwerping aan zoodanige Rege*: „ ringsfoim., welke gegrond op de Oppermacht des Volks, thands provifioneel beftaav , en in 't vervolg „finaal zal worden daargejleld; en nimmer met w oor„ den of daaden te zullen medewerken , ter herfielling ,, van het vernietigd Aristocratisch en Erfftadhouderlyk „ Beftuur." En zulks, blykends de daarmede verzelde a.nfchryving van dat Beftuur, ten einde aan de eene zyde niemand tegens de overtuiging van zyne Confcientie een verklaaring van gevoelens aftevorderen, welke met zyn oordeel niet overeenftemd, maar zich tevens ook aan de andere zyde geruit t'. ftelhn, dat by zodaanig, door de Maatfchappy byzon.. der bevoorrechte Perfoonen geene vyandige principes te. gens de zaak des Vaderlands gekoesterd worden enz. Zynde vervolgends deze verklaring, by nadere aanCchryving aan de Municipaliteiten in dato 23 Jur.y 1. 1., mede betreklyk gemaakt tot alle kerklyke Leeraaren van allerleiè' Godsdienftige Gezindheden, zonder onderfcheid, enz., die dezelve, indien zy hun Stemrecht nog niet hadden uitgeoefend, zouden moeten afleggen. Zonder thands te treden in een onderzoek van de waardy en het nut van foortgelyke verklaringen; zonder te beflisfen of het Provinciaal Beftuur ten aanzien der Geestlyke Ambtenaren geenen anderen H minder belemmerenden en even zekeren maatregel zou hebben konnen nemen; beweeren wy, dat dit Declaratoir, eenmaal als eene vaste Cynofure aangenomen zynde , door geene Kerklyke Ambtenaren m.t eenigen fchyn van recht heeft konnen geweigerd worden , wyl er zeer zeker der Natie hoogst aan gelegen ligt zich byzonder omtrent hun. openbaar gedrag jegens de tegenwoordige Conftitutie, het geen zoo verbazend veel invloed heeft op de gevoelens en daden hunner Gemeenten, te konnen gerust ftellen; vooral, naardien het en uit den inhoud van het Declaratoir zelve , en uit de aangehaalde praemisfen van het Beftuur, middagklaar blykt, dat hetzelve geene verklaring van gevoelens, maar alleenlyk. negative plichten van onderwerping en niet tegenwerking der Ambtenaren aan den tegenwoordigen en toekom* ft-'gen Regeeringsvcrm , door hun openbaar gedrag, afvordert; en dus vtfilig kan ja behoort te worden gedaan 'door elk ambtenaar, die, hoe zeer in denkwyze en gemoedsovertuiging verfchiilende, geene zwarigheid maakt om als een ftil burger en eerlyk man te voldoen am plichten, welke hy natuurlyk aan de rust der maatfchappy verfchuldigd is, cn welke men hem onder het voorig Beftuur in veel fteiker mate heeft afgevorderd. Zonder dat hiertegen gelden kan de uitvlucht, die wy van zommigen hebben hooren maken, als of in deze verklaring zou worden gevorderd onderwerping arn een Regeeringsvorm die nog niet beftaat, en over welks zedelyke waarde of onwaarde, over welks fbydigheid of ftrooking met de '  ( 5o ) de 'plichten van een eerlyk bedienaar van den Gods. dienst dus als nog niet te oordeelen zoude zyn; want, behalven dat het de grootfte belediging zoude zyn voor de Nationale Veigadering en de Commisfie van Conftitutie , zulk eene verr-asfching der goede trouw vooraf zelfs mooglyk te geloven, ziet elk die niet willends blind is, dat het declaratoir geene onderwerping vordert aan eenigen Regeeringsvorm , dan die gegrond is op de Oppermacht des Volks, en die dus niet alleen deze fouverainiteit tot grondfhg heeft, maar ook uit kracht van dezelve , door algemeene goedkeuring des Volks, de kracht van grondwet verkregen heeft, weshalven men het gantfche Volk van Nederland de grootfte grief zoude toebrengen , in-' dien men zelfs de mooglykheid van zich voorlopig aan onbehoorlyke en den ambtsplicht verkrachtende geloften verbonden te hebben, durfde vooruitftellen. Het is dan ook niet te verwonderen , dat verre weg de meeste kerklyke Ambtenaars van allerleic Codsdienftige fecten , alom binnen deze Provincie de gemelde Verklaring gaaf en onbefchroomd gedaan hebben ; dit is ook in Amfieldam het geval geweest ten aanzien van zeer veele brave Hervormde,- ook van de Waalfche en Engeljche Predikanten, als mede van die der Disfentieerende Gezindheden, onder welken vooral de Roomfche Geestlykheid, die, ten getale van zevenenveertig, eeaparig aan den eisch der Comjnisfie voldaan heeft, eene lofïyke melding verdient. Dan van de dertig Hervormde Predikanten, ep den s.6 July 1. 1. ten dien einde voor de Commisfie ontboden , hebben, voor zoo veel zy destyds in de ftad waren, niet minder dan twaalf, wier namen wy hier onder plaatfen, op dat de Natie hen kenne, en het nagedacht hunner gedenke (*), konnen goedvinden in het gaaf en onbepaald afleggen van het declaratoir te diffieulteeren, immers geweigerd dit te doen anders dan onder beneficie eener tegenverklaring, welke zy allen op het papier hadden gefteld, en welker eensluidendheid ten duidlykften aanwyst, dat zy in dezen met elkander hadden geconcerteerd, en eene foort van confpiratie gemaakt; zynde de huizen zelfs bekend, alwaar zy ten dien einde van tyd tot tyd waren byééngekomen. —— Deze tegenverklaring Waï van den volgenden fingulieren inhoud: „ Ik hen (*) J. van Nuys Klinkenberg, Plu Serrurier, W. J. Galkoen, G. de Haas, B. van der Feen, II. Hofman, D. Ttndall, y. Dermovt, P. Uitat, S J, van de H'ynpersfc, II. de Haan Hugenholtx, en //, H. Vieryant. zy in dezen met elkander hadden geconcerteerd, en eene foort van confpiratie gemaakt; zynde de huizen zelfs bekend, alwaar zy ten dien einde van tyd tot tyd waren byééngekomen. —- Deze tegenverklaring w..s van den volgenden fingulieren inhoud:,, Ik hen ,, bereid de belofte of de gevorderde Vaklaaringe te ,, doen , in dien verstande, dat dezelve niet ,, anders behelze dan eene belofte van onderwerping, „ en dat ik derhalven daardoor gee.ne „ confessie van gevoelens doe, of iets, ,, het welk firydig zoude zyn met myn ambt als Leeraar „ van de Hervormde Kerk.''' Op deze weigering heeft de Commisfie , na hun ten Overvloede te hebben voorgehouden derzelver onbevoegdheid om eenige declaratoiren van dezen aart toetelaten , of in nadere explicatien van de gevorderde verklaring te treden, na hen gewezen te hebben op de zedert April bekende aanfehryving van het Beftuur van Holland, waardoor hun gedurende al dién tyd , zo zy eenig bezwaar hadden , de weg van zich aan hetzelve te adresfeeren was opengedeld , en na dat alle deze pogingen vruchtloos waren afgelopen, hen provifieneel gefifpendeert in hunne functiè'n en bedieningen; en heeft de Commisfie den volgenden dag van haar verrichte in dezen aan den Raad der Gemeente rapport gedaan , welker meerderheid hierop befloten beeft hetzelve veertien dagen in advis te houden, en inmiddels den Predikanten vryheid te laten van zich aan het Provinciaal Beduur te adresfeeren, zo zy dit verkozen; zullende zy, indien binnen dien tyd geene nadere aanfehryving van hetzelve mocht inkomen , na verloop van dien termyn gehouden worden als daadlyk geremoveerd , met kennisgeving van het gebeurde en van dit befiuit aan het Beduur. Niet zonder de uiterfte verontwaardiging hebben Wy het gehouden gedrag der Predikanten in dezen konnen vernemen , en het roeren van deze fnair heeft de geheele opgehoopte menigte onzer misnoegens tegen den Nationalen Geestlyken ftand in be-  ( 59 ) beweging gebracht.... Wy hebben het daarom van dc uiterfte noodzaaklykheid geoordeeld om , hoe zeer wy hulde doen aan de brave denkwyze van veele vaderlandlievende Predikanten, zoo wel als aan de gematigdheid en braafheid van zommigen die het oud Beftuur zyn toegedaan , het fchynheilig Priesterbedrog van verre de meesten eindélyk eens het mom afterukken , en de goede Gemeente in Nederland tegen hunne fnoode intrigues en listige macbinatien met eene vaderlarjdfche rondborftigheid te waarfchuwen. Kri-s.tenen! Bataaffche Broeders , naar welk eene gezindheid gy u ook .noemen moogt, gy inzonderheid^ die het leerfte.lfel der Hervormden zyt toegedaan! en allerbyzonderst gy, Gemeente van A;.%ftelda\nl tot u richten wy thands onze rede , u willen wy voorlichten en raadgeven in eene.zaak, welke voor uw tegenwoordig en toekomftig geluk van zoo veel wezenlyk belang is. Stelt alle Burgerlyk en Godsdienftig vooroordeel, het geen verre beneden ons is, ter zyde, en hoort de waarheid uit onzen mond, de zaak van den redelyken Godsdienst, en van het zuchtend Vaderland, voor u bepleiten! Indien gy flcchts één oogenbük befteedt, om het gevorderd declaratoir zelf, en de aanfehryving van 5 April te vergelyken met .de aangebodene verklaring der twaalf Amfteldamfcjie .Predikanten, zult gy dan niet al aanftonds moeten overtuigd worden, dat hunne geheele bedenking niets anders is dan eene ongerymde en opgeraapte uitvlucht ,. listiglyk uitgedacht, om eene fnoode zucht voor het oudOrarijeAriftocratisch beftuur met een waas van gemoedelykheid te bedekken , en , zo men het flachtoffer van zyne priester-geveinsdheid worden mocht, als dan de zaak van den Godsdienst met de zaak van den Staat te vermengen, en,"onder bet voorwendfel van inbreuk op de plichten der heilige bediening, en van verkrachting der Religie, het licht beweegbaar medelyden eener onkundige en kerkgezinde menigte ©ptewekken, de zoogenaamde fynsu aan zyne zyde te lokken , en door middel van misbruikten Godsdienst eene Cabaal in de Republiek te vormen, des te gevaarlyker, naarmate zy de bronnen ter onder» houding der fchamele armoede moet opftoppen, de gemoederen eener over het geheel zeer godsdienftige Natie door dweepzucht verhitten, en de leus geven tot die bloedige cn barbaarfche taoueelen, waarvan het heilig altaarvuur , door handen fchendiger dan die van Prpmetheus uit den Tempel der Godheid geroofd , zedert den eerften oorfprong der wereld altoos en byzonder ook in ons Vaderland ten allen ty.ie , de noodlottige ftookehrand en het werktuig heeft moeten zyn! . Hebben deze Amjïehlamfcle Predikanten hunnen eigenlyken toeleg niet verraden, door een geruimen tyd vóór hunne oproeping te cabaleeren en zaamtefcholen tot onderlinge verbindtenis in dezen ? Hebben zy elkander niet onder handtasting beloofd vel te zullen houden? Hebben zy niet van tyd tot'tyd alls pogingen aangewend, om-anderen hunner Collega's, op welker denkwyze zy meenden eenigen vat te hebben, aan hun fnoer te verbinden, en de leden der' Gemeente voor zich intenemen? Hebben zy niet, na hunne fufpenfie, de ftoutheid gehad van dagelyks in hun ordens-gewaad, met eens Pharifeeuwfche neêrflachtigheid , langs de ftraten te gaan, aan hunne huizen gszelfchappen optewachten, enkel ingericht om aan domme en kwaadaartige kwezels gelegenheid te geven' van hen te beklagen, over het veege lot der Kerk te zuchten, en middelen te beraamen tot wederwraak, ja tot openlyke fcheuring in de Hervormde Gemeente ? Hebben zy niet zommigen hunner Ambtgenoten, dia voldaan hadden aan hunnen burgerlyken plicht, en die hen wilden komen bezoeken en raadgeven, van hunne deur doen afzetten , en laten andwoorden,' dat zy voor geene meineedigers te /preken waren? Hebben zy anderen niet durven zeggen, dat de gehou, dene Vergadering des Kerkeraads onwettig was, wyl zy daar by niet geasfiiteerd hadden? Hebben zy niet, ondanks de dringendfte aanzoeken van de zyde des Kerkeraads, tot hier toe halitarrig blyven weigeren om zich, ter bekoming van nadere explicatie, die hun immers niet .zon ontzegd worden, cn-waardoor ■de zaak fpoedig te vinden ware geweest, aan het PI 2 PfO-  ( Co > Provinciaal Beftuur te adresfeeren; en waarom anders, dan om dat zy geenen der geconftitueerde Machten willen erkennen? C) Hebben zy niet.... ma.r wy zwygen vsor als nog van byzonderbeden ons bekend, die te gruwelyk zyn, dan dat wy hen eerloos genoeg zouden geloven om ze te durven uitvoeren Genoeg, dat het reeds aangevoerde boven allen tegenfpraak en reeds van dat nadeelig gevolg in de Gemeente is , dat veele Oranje-gezinde leden en huisgezinnen verklaard hebben, den dienst der overige Leeraren niet te zullen bywoonen, zoo Jang de fufpenfic der twaalf Predikanten duurt, die trouwends ook zeiven t'huis gebleven , of naar buiten gereden zyn om ter Kerk te gaan ; dat anderen by andere Gezindheden, ja op andere plaatfen den Godsdienst zyn gaan waarnemen ; terwyl nog anderen hunne gewoone giften aan de Armenzakken te handhaven, en zich door eenige muitzieke Leeraren niet zal laten de wet voorfchryven of afzetten met een modderig declaratoirtje. Ja, indien de Predikanten halftarrig blyven, het geen echter, ten minfte van hen allen , niet te vermoeden is , eifchen wy in den naam des gehoonden Bataaffehen Volks, dat de Geconftitueerde Macht éénmaal aan hun een ' voorbeeld (telle, ten affchrik van alle andere geestlyke intriguanten en feheurrnakers, en dat zy de wet van den 4 Maart 1795 fn al hare ftrengheid tegen hen doe werken (*)■ Het is langs dezen weg alleen , dat het ftedelyk en landlyk Beftuur de waardigheid des Volks kan ophouden , zyne eigene wetten kracht doen hebben , en een onoverwinlyken flagbo'om ftellen tegen alie de grootere wanordes en beroerten , die in Kerk en Staat zullen moeten ontitaan uit eene flappe toegeeflykheid jegens deze Contrarevolutionaire Geestlyken, waarvan de onberekenbare gevolgen alleen en geheel voor deszelfs eigen rekening zouden zyn. Wy voegen by dezen vriendenraad aan het Beftuur, eene getrouwe waarfchuwing aan het Volk, aan de Gemeenten van Nederland, en byzonder van Amfieldam, dat zy toch den reuklozen flap dezer en van eenige andere Predikanten hier en daar, niet ftyven door blyken van goedkeuring aan hun te geven, het zy met woorden, daden of gefchenken, gelyk wy onderricht zyn dat door zommigen te Amfieldam gefchied is; een gedrag voorzeker zoo misdadig, dat het niets minder is dan eene belydehis van Antirevolutionaire gezindheden. Laten zy zich onthouden van foortgelyke flappen , en in tegendeel het gedrag dezer Predikanten befchouwen met alle die verachting welke het verdient. Dat zy vooral de fcheuringen in de Gemeente niet hooger dryven, en zich wachten van medegefleept te worden tot op-* roerige bewegingen, welke eene helfche cabaal op dit oogenblik wellicht bezig is in zyn donker hoi tafmeden. Kristenen! Broeders! eerbiedigt met uw gedrag dc wetten van eenen Godsdienst, die u voor. zeker geheel wat anders dan bitterheid, wraak, muiten moordzucht vóórpredikt! Keert te rug van eene verbystering waar in Priestertrots cn dweepzucht u geworpen hebben! Verwart het Kerkbelang niet langer met den Staat! Dorst niet meer in heiligen yver,, wat zeg ik ? in duivelfche woede, naar het bloedL der Oldenbarnevelds, naar de inkerkering der GrothisJen! Hoopt niet op de herryzenis van eenen Maurits,, noch van de bloedige tooneelen zyner zwarte dagen! Luistert niet naar de listige oprokkening van die Oranje-grooten, welke, achter het fcherm zittende, zich van deze gelegenheid zoo gaarne bedienen wilden, om alles het onderst boven te keeren, en, wire het moogiyk, op de lyken en het bloed der Bataven, hunnen omgeftorten throon weder vastteftellen! —«« Weet! weet, dat Neèrlands Volk thands verlichter, dat het vry , en dat het blikfemend zwaard der Gerechtigheid in de hand eenes vryen Volks ontzagchlyk is voor den ftoutften fchender van Godlyke' en menschlyke rechten! Weet, dat alle uwe woelingen vruchtloos, eo uwe eigene hoofden het offer zullen zyn waarmede gy die boeten zult I Volk! Beftuurders des Volks! ach! laat het verwoest, het ontvolkt, het afgebrand, het in bloed verdronken, het onzalig, nu onderworpen Vendce, dat Paradys van Frankryk, thands in eene woesteny her- (*) Te meer daar wy vernemen, dat op den 5 dezer eene Commisfie uit den grooten Kerkenraad, betraande in den Predikant Verburg, Ouderling Cleumng, en Diaken dtittrt , nog ten overvloede een fchriftlyke voordracht aan den Raad heeft ingeJeverd, waarby de Raad in, naam der grooten Kerkenraads word verzocht-, de wegrende Predikanten nog éénmaal voor de Commisfie te willen doen ontbieden, of het moogiyk ware, hen langs dien weg nog te doen toevallend Het befluit van den Read hierop is by het afdrukken dezes nog niet bekend; indien dezelve aan h.'t verzoek voldoet, zal dit eene overmaat van goedheid zyn, doch tevens, wanneer zulks vruchtloos afloopt, de misdaad der Predikanten ten top voeren, en hutm* ftraf moeten verz waaien.-  ( 64 ) fierfchspen ï u tot een waarfchuwend en plichtherinnerend fchrikbeeld verftrekken! Ziet daar het offer der dweepzucht en Priesterwoede aan hunnen fnooden Afgod 1 Ziet daar dat groot Auto da-fé van een geheel Volk, dat zich, ten getale van mooglyk •500,000 zielen, gedicht heeft voor de zaak van r— eenige misnoegde en eerloze Geestlyken , en op welks heinde en ver door de velden verdrooid gebeente de mcnschlykheicl van fchrik verdyft, en ecuwige rouwtraanen dorten zal! Ziet daar, water van UW Vaderland worden kan, indien gy de beginfelen éener geestelyke Contra-Revolutie niet krachtdadig tegenwerkt! — Dikwyls zyn de eerde beginfelen eener volksbeweging in fchyn nietsbeduidend , terwyl zy echter by de uitkomst , vooral door het Fanatisme verwekt , de verbazendfte gevolgen hebben . en zich meer uitbreiden , naarmate zy langer duuren. Zoodanig is indedaad het geval van dc Vendie geweest. In den beginne der Franfche Omwenteling was de Geestlykheid op de hand des üonings, en, dezo de fouveraine macht verloren hebbende, op dis des grooten Adels. De zamenfparinihg van Adel en Geestykheid verwekte een hevige» dryd tegen den derden Staat. Dan eindélyk ontdeed zich de rede van die banden, waar aan kerklyke heersch- en baatzucht haar gekluisterd hadden, en de Priesterfchap werd uit de baan gefchoven. Op den voorgrond van hetStaatstooneel niet meer konnendc fcbitteren , begaven de meeste Geestlyken zich achter de fc'hermen, en die niet uitweeken, mengden zich onder de onkundige en drieste Volksmenigte in de Provinciën. Deze laatden , met den brandenden toorts der dweepery en wraakgierigheid in de hand, en zich van de eerloosde kondenaryen bedienende, ontvlamden ras het eenvouwig bygeloof der Vendiêrs , en deden hen , onder den fchyn van yver voor God en Godsdienst, maar in de daad ten gevalle van geestlyken hoogmoed en Priesterbedrog, de wapenen aanfehennen , cn tegen hunne eigene landgenoten, ter verfcheuring van hun eigen Vaderland, ter plenginè van het bloed hunner broederen, tn den Naam des Heere ten dryde trekken. — Langs dezen weg werden de Geestlyken de oorzaak van dien onafzienbare,] reeks der yslykde rampen, welke Frankryk nu zedert zes jaren in- en uitwendig getronen hebben. Niet alleen de grpuwzame Vendie - oorlog, welks onzaligheid men dan alleen berekenen kan, wanneer men het tooneel er van gezien heeft, was hun werk ; zy waren tevens de grondleggers van reden in hun dienst zyn gefchort! I .. __ het verfchriklyk Terrorisme en Atheïsme; want, zien-' de tot welke fnoode oogmerken de Godsdienst gebruikt werd , en hoe zeer de bedienaars van denzelven alle goede maatregelen tegenwerkten , hoe was het anders mooglyk, of de volksgezinde party moest de dweepzucht door Godveiloogchening, en den héftigften tegenftand door bloeddortingen zoeken te verbryzelen ? Ivlen kan dus veilig zeggen, dat de misnoegde Geestlykheid de moeder is geweest van het fchri.{bewind van Robespierre, van de GuiU lotine, en van alle de gruwelen die Kerk en Staat destyds bezoedeld hebben. — Wat de uitgewekene Abten en Priesters betreft, hunne listige Staatkunde fchilderde alom het Fransch bewind met de haatlykde verwen af, zette de gemoederen der Vorder» tegen hetzelve op, en deed de blinde volksmenigte, door het als eene bende van Godverzakers aitefchilderen , in hun belang tre 'cn. Zy rusteden niet, voor zy geheel Europa tegen hun eigen Vaderland in bet harnas gejaagd, en den verfchriklykden aller oorlogen aan Frankryk berokkend hadden. — Na de vernietiging van het Terrorisme , en den zegepraal der.Franfche wapenen over die der tirannen, begon men allengs de gematigdheid en den Godsdienst in Frankryk te herdellen. Men had zelfs de edelmoedigheid van het gebeurde te vergeven, en, wegens gegevene blyken van berouw, en eigen medelyden, een gedeelte der Geestlykheid weder te laten binnenkomen. Wat was het gevolg? Nieuwe oprokkeningen van den kant der teruggekeerden ,■ nieuwe tooneelen van onrust en tweedracht, by eene tot rust geneigde Natie, nieuwe aanrichtingen by gevolg van oproer en moord , welke zekerlyk de geduchtde gevolgen andermaal zouden gehad hebben, indien.het Gouver- 1 nement dezelve niet door wysheid en moed had weten te voorkomen. —- Ziet daar, Bataven! den waaren geest van het fchyn. heilig Priesterfchap! Ziet daar de vruchten van het Fan*, tisme onder hunne bloedige dandaarden zich ten dryde begevende! — Zyt dan gewaarfchuwd , ziddert, en doet eene keuze uwer waardig, en uw Vaderland tot heil! Wie zal niet met droefheid indemmen in bet geen zeker hedendaagsch Schryver van de dweepery zegt: Cette Pasfion qui s'introduit fi aifément dans le coevr de l'homme , ne s'en exclut pas avec la mime f&ciliti; c'est un genre particulier de kaine, qui a plus " de profondeur, de ténaci'.i, d» noirceur, de conftance ", dans le dejir de nuire." Voyez Le Dernier Coup porti aux Prejugis, £f a la Supetftition. Cbap. XV.  DE DEMOCRATEN. taK^ipJOB «*'d4wq»s -sb tt»fotm 9* In IssSilJq ^f,r' 1 r''■" f8!>. ; • l N°. 9- Donkrdag den 11 Augustus 1796. #ê£ 7V«e Zyn er dan in Duit uitland ook Agioteurs ? ? i D Lta ^ rr -ar /nr beteugelen door wetten en decreeten, zoo lang zy nog, in. de-gelegenheid, waren om hunnen, ouden invloed "en macht te doen gelden. Doch ongelukkig voor die Natie verviel men daar door in een tegengefteld uiterfte! De Democratifche Conftitutie welke men in 1793 invoerde, bevestigde, by de ondervinding, het geen de wysgeerig_e Staat kundigen te vooren geleerd hadden: dat eene te uitseftrekte Republiek, by eene Democratifche inrichting, niet beftaan kan. — Hoewel men nogthands moet bekennen, dat de gruwelen door robebsiierre en zyne aanhangelingen gepleegd , geene noodwendige gevolgen waren van de Conftitutie van 1793 ; maar veel meer die Conftitutie het gevolg of gewrocht van hun regelloos fystema. Het fchrikbewind der Anarchie zyn voorname dryf veer — door het rollen van het hoofd zynes opper-, hoofds, - verloren, en de Franfche vrienden van orde 'hunne vryheid weder bekomen hebbende; zo moest natuurlyker wyze de nadruklyke les , die door het bloed van zoo veele Wysgeeren en Patriotten , in de Gefchiedenis der Franken, uitgedrukt was, den vrienden van waare vryheid, politieke orde, en buraorlyke veiligheid, ten wegwyzer zyn, om het onheil in de bron te (toppen, en-een vasten dam te. le-gen tegen den'vloed der. ondeugden, zedenloosheid en-gebreken, die op nieuw door iedere wind van driften, fanatisinus, en intn'gues, kon opgezet worden , en de rust en zekerheid van den Staat verftooren. Hun eerfte werk was derhalven de Conftitutie van tm te ■ vernietigen , „ eene Conftitutie" —-zegt. Zots-s* d'anoi.as |, uitaedncht door heerschzucn- tigen , op^cfteld door intriguanten , aangeboden " door dwinglandy , en. ontvangen door fchrik , £ welke niets anders, is dan eene opzuiyka hand, having van alle bronnen van wanorde , dan een „ werktuig, uitgevonden om te voldoen aan de be„ geerten van geldgierigen.de bedoelingen van woel „ geesten, den trots van weetnieten, en de hcersch• zucht van overweldigers." r x. j 0--oot ondeifcheid-intusfchen was er tusfehen deze afgenomen, of door intrigues opgedrongen Conftittrtit?' van -1793, en het Concept dat door co r,d'otcei op den 15 Februiry 1793, W nfm °" Commisfie tot de Conftitutie, was uitgebracht, ue heerschzucht van rob.eiisïierre en zyn aanhang had alle de fpeciale bepalingen der ondeifcheidene machten, en de voorbehoedfelen tsgen willekeurige aanmatigingen en intrigues, die in het eerite ontwerp eevqnden werden , opxetlyk verworpen. enweggeruimd, óm hunner willekeurige, ©mhesrMyng ee "uimef fpcüng te laten* Dat ontwerp of concept — bne zeer bet mooglyk met weinige veranderingen genoegzaam en nuttig had konnen zyn voor eene Republiek die kleen genoeg was om eene Democratie te konnen uitmaken — was nogthands ongefchikt om het geluk te bevorderen van een Land, dat vyfëntwintig Millioenen ziolen bevattede. . Ondanks de abfurditeit welke er op zich zeiven in gelegen was , om de Stemgerechtigden uit vyfëntwintig Millioenen mcnfchènte doen delibereeren r over de goed- of afkeuring van wetten; zou mooglyk de meer geconcentreerde oppermacht in den uitvoerenden Raad, die by dat concept uit zeven Leden of Ministers moest beftaan , het wanvoeglyke dier Volksdeliberatien door eene meer energique uitvoering hebben konnen intoomen ; doch ook deze Raad, by de opgedrongen Conftitutie, tot vierentwintig in getal vermeerderd zynde, zo kon de macht van den Staat even min krachtig en fnel genoeg werken om het nodig gewicht aan den geconcentreerde!! wil bytezetten , en de éénheid te bewaren , als het vertrouwen verkrygen, om met vrucht naar buiten werkzaam le zvn- - 1 -jj , •_' De Conftitutie van r 795 was het eenig middel om de reeds zoo zeer uiteengefchokte deelen dezer uitgeftrekte Republiek, wederom by'een te verzamelen en te vabinden , zonder welke zy inwendig Zou zaamgeftort zyn , terwyl zy zich naar buiten uit» breidde. ■ ':'" ' VjS '"" • De Franfche Natie i nog bezig met het voltooien van haar groot plan der Staatshervorming vsn Europa, en het verydelen der bedoelingen van de vyanden■ der politieke en moreeieVryheid,"had niets meer dm inwendige rust en zekerheid nodig; — en de geweldige febokken en woelingen dei' Anarchie, het.fchriKbewind van r on e r s p 1 e r r e Mê elk individu, meer dan alle raifonnemenl, voorbereid, om naar de zekerheid dier rust te hygen, meer dan naar den feuyn van ingebeelde Vryheid, die heerschzuchtigen hem in de delibereerende Volksvergaderingen hadden voorgefchildtrd. Deze Cönftitntie is dus alleszins gefchikt, om aan dit vei langen , deze zoo noodige behoefte voor vyfëntwintig millioenen zielen , te beandwoorden. De fchyn van tegenwicht tegen de overylende of met de Conftitutie ftrydige befluiten van het wetgevend ligchaam, welke men by de Conftitutie van 1793111 de Grondvergaderingen te vergeefs gezocht had, werd by deze op eene zekerer. wyze , door een tweede' Kamer, der Ouden, vervangen; en de fpoed der uitvoering , door de concentratie van het directoire in mindere leden , bevorderd. Zoo zeer als deze  ( 83 ) Coi-!timtlc dus m?sr naderde, zoo wel aan die van 1791, als aan het concept van 179$, zo° zeer W!tisn de hoofdgebreken die in beiden heerschten, daunn verbeterd. Even als de aanmerking van vvysgeenge Staat;; kundigen omtrent uitgebreide maatfchappyen daar.by m adbt genomen fchynt,-even zoo zeer heeft .men vm de meer geconcentreerde Machten Monarchale vorm alles verwydèrd , wat alleen de Monarrhiën fchadelvk cn ouaahneemlyk maakt. Men heelt, daar by' zich de wysgeerige lesfen en het goede der uitwendige vorm ten nutte gemaakt, terwyl men te, gelykertyd gezorgd heeft, om de mooglykheid te voorkomen, dat het wezen derzelve, met zyrfe noodwendige gevolgen en gebreken , immer te rug keere. De Confiatutie van 37.9.? is daarom -mooglyk ste> beste, die de Franfchen immer voor zich ontwerpen konnen! —— _ Doch eene andere vraag is het , of deze Conftitutie, zoo als zy ligt, ook voor ons —• voor de meer phlegmatique Bataaffche Natie — voor nog geen twee millioenen menfenen — voor meest handeldryvende burgers- die reeds twee eeuwen onder eene R.-publikeinfche Regeeringsvorm geleefd hebben , de beste en meest gefchikte kan gerekend worden? Dit ftaat ons te overwegen en te onderzoeken. De bests Regeringsvorm is eens uitdrukking die, wel overdacht', niet'zoo zeer de volkomenheid der vorm, in het afgetrokkens, characterizeert, maar zy is eene relarive bepaling , waar by alle de omstandigheden der Maatfchappy en bet Char.diter der Natie , voor welke zy gebiuikt word , in aanmerking moeten worden genomen. By dc Conftitutie moet dus , in de bepaling der Regeringsvorm , de uitgeftrrktheid des Lands zoo wel. als het Character der Natie en derzelver wyze vin beftaan worden gadege-flagen, eer men kan beoordeelen of dezelve de beste voor haar zy. Wanneer men gezegd heeft, dat een uitgefhekt land niet gefchikt is voor eene R.-publiUemfchc Regeeringsvorm , zo moet men daar door vcrUaan de eenvouwige'Democratie, welke zonder vertegenwoordiging werkt: „ Deze, zegt t. paine, is on, gefchikt voor de uitbreiding, niet uit hooide van " derzelver beginfel , maar uit hoofde van de on' " gepastheid van derzelver vorm. Doch doordever"i tcgenwoordiging (de Repraefentatie) op de Demo" cratïe tc enten , verkrygen wy een fystema van " R'" (preien; .het z >u.ie\mooglyk zyn, dat hetzelve eene inconftitutionele daad of decreet van de Wetgeving, niet openlyk afkeurde ,. en by oogluiking voorbyz,ag;. ook hier tegen moet het Volk eene waarborg hebben, het moet het Opper-Gerichtshof, om zoo te fpreken, actief konnen maken. — En derhalven moet ieder ftenviobend Burger binnen driedagen na de Publicatie van de handeling of het Decreet der Wetgeving ter .zyner woonftede, de vry-. heid hebben om de Grondvergadering , waar toe by behoort, door den Prelident derzelve te doea byeenroepen; met :om te oordeelen over d« nuttig-, 3.. herd -  C 16 ) heid of gepastheid van het Decreet; (dit moet nimmer de vraag konnen worden) maar enkel en alleen , om by dc meerderheid te bellrBfchen , of de handeling of het Decreet met de Conftitutie ftrydig is, ja, dan neen? Zo de meerderheid oordeelt van ja, moet de Prelident der Grondvergadering terftond bier van aan den Prefident van het gantfeffé ■Diftrict kennis geven , en m dien gevalle moeten binnen andere drie dagen alle de Grondvergaderingen van het Diftrict vergaderd worden , en de meerderheid van dezelven dezelfde vraag beflisfchen. Z de meerderheid alsdan oordeelt, dat de daad der Wetgeving inconjlitutioneel is , moet de Prefident van het Diftrict zulks overfchryven aan het Gerichtshof, en dit moet als dan op deze Requi. fine alle de Grondvergaderingen van alle de Difiricten van het gantfche Land doen beleggen , doch tevens aan alle dezelven de gemotiveerde redenen openleggen, waarom hetzelve heeft fiilgezeten; en in dit geval moeten weder als voren de Grondvergaderingen zeiven, aizoo behoorlyk van het voor en tegen voorgelicht, over de zaak uitfpraak doen. Wy zuilen nu nog iets over de Conftitutie van het Opper-Nationaal Gerichtshof zeggen, dan de voordeden van hetzelve aantoonen, en de tegenbedenkingen tegen ons geheele pian kortlvk oplos, feu. liet Gerichtshof zoude naar ors oordeel moeten beftaan uit Leden, die ad tritam aöngtffteld werden, die niets te vrezen of 'te hopen hadden van eenige Geconftitueerde - Macht, dat is, die niet konden morden afgezet , dan om bewezen misdaden, tot geene hogere of andere posten beroeplyk of eligibel waren, en behoorlyk werden gefalai ieerd. De Leden van hetzelve zouden moeten gekozen worden uit de geoefendfte Wysgeren, Staats- en Rechts-kimdigen , het zy uit de overige Gerichtshoven of Rechtbanken , of die zich ten minden op eene of andere wyze, door kennis en oordeelkunde zoo wel als beproefde eerlykheid, in het particulier of in het een of ander Collegie, met roem hadden be':end gemaakt. Zy mevsten verkozen worden niet onniiddelyk door liet Voik zelf, maar door de wetgevende en aitvoerende Macht gezamenlykj —— niet alleen, om dat het Volk in masfa niet gefchikt is, om zoo fpccisal over de particuliere bekwaamheden van enkele perfbnen te oordeelen, en ook de geheeleNatie nfjt kan of behoort bezig gehouden te worden om enkele perfoonen te verkiezen - maar ook voorniamlyk. om dat alle fchyn van partydigbeid tegen de L'gcbaaïen of Leden der wetgevende en uit¬ voerende Macht in het Nationaal Gerichtshof, dat inzonderheid hunne gangen en handelingen moet nagaan, en in het geval van collifie of oneenigheid tusfehen beide deze Ligchamen uitfpraak doen, moet worden geweerd ; het geen niet beter kan gefchieden , dan door de verkiezing van deze Opperrechters aan voormelde Ligchamen zeiven over te laten. Behalven dat ook dc- masfa van het Volk zelve dit goed vooroordeel , met betrekking tot deze Opperrechters , voor zich niet nodig heeft, daar de Natie in het gemeen nimmer in het geval kan komen, om, in de Juftitieele betrekking van het Gerichtshof, door hetzelve befchuldigd of veroordeeld te worden, en met opzicht tot de handhaving der Conftitutie zich wel van de voorlichting van hetzelve bedient, doch de waarborg daar van altoos in zich zeiven heeft;—Eindélyk,dit Gerichtshof behoorde Hechts uit weinige Leden te beftaan, des echter niet minder, dan zeven a negen. Het zoude voords zyne Zitting moeten hebben niet in de Relidentie van de wetgevende Macht , maar ook niet al te verre van dezelve verwyderd. De tegenwerping, welke men zoude mogen maken tegen dc permanence van dit Collegie," is, als menze wel inziet , van geen trewicht geen het minfte gevaar noch voor de Burgerlyke Vryheid, noch voor de Conftitutie of Regeeringsvorm is hier mede gemengd. Het Opper - Gerichtshof, in zoo verre het era* Julhrieele Kamer is, is flecbts de handhaver van de wetten; als Contra-rollerende Kamei', kan het ailcenlyk oordeelen, maar nimmer wil. kW; het Volk zelve ts in zoo verre de uiterlyke Rechter en beflist'eher. Men heeft ook meerdere kunde, éénheid' van denkwyze, cn geoefende ondervinding van een permanent, dan van een afwisfelend Collegie te verwachten: het geen vooral in zaken van Juliitie , in de uillegging en toepasfing der Wetten, van het uiterst aanbelang is En zelfs deaart van dit Collegie zoude veel gevaarlyiter zyn , er zoude veel meer vrees konnen zyn van partydigbeid, indien de'leden niet ad vitam aangelield werden of tot hoogere posten bevorderd konden worden. Zoo dra zy berekenen konden, dat zy tegen zekeren tyd weder van hunnen post konden of moeiten verlaten worden, zouden zy mindere dryfveeren hebben, en hunne krachten minder infpanncn , om zich tot den hoogften graad toe in hunne posten te bekwamen. Zy zouden reeds by voorraad zich of toeleggen op eene andere wyze van befiaan, waartoe zy te rugge zouden moeten keeren, cn misfehien, wanneer zy met een talryk huisgezin en zonder eigene middelen, geene uitkomst hier op z lg-én , zich  C 8? ) zich van indirecte wegen bedienen-om hier toe te geraken; of wel ,zy zouden die genen naar de oogen zien en ontzien, welke hen tegen den tyd, dat zy moesten aftreden, aan een ander inkomen konden helpen. En zy zouden dus den fchyn van minder ónafnanglyk en minder unpartydig te zyn , meer tegen zich hebben , wanneer zy temporair, dan Wanneer zy permanent waren. — De voordeden nu, welke men zich van deze inrichting zoude mogen voorfpellen , zyn menigvuldig Men vermyd daardoor alle de nadeeien, welken er in de verdeeling der Wetgeving in twee Kamers gelegen zyn , en welke wy te voren uit Pai .e zelf reeds opgeteld hebben-. Deze nadeeien zouden by ons nog te grooter zyn, naarmate de tvixeue Kamer uit minder leden zoude moeten bellaan By eene uitgebreide Natie, als de Franfche, alwaar dc Contra-rollerende Kamer uit twee honderd vyftig leden beftaat, kan men eerder vooronderftellen , dat er veele blinkende vernuften, en mindere cbalitien gevonden zullen worden , dan by ons , alwaar zulk eene Kamer flecbts uit twintig Leden zoude beftaan, zo men niet onnodigerwyze 'sLands penningen wilde verfpillen. Niet alleen vermindert het gezag en vertrouwen van liet wetgevend Ligchaam , wanneer het niets op zich zelve kan uitrichten, maar eerst de goedkeuring van eenige weinigen buiten zich, die even zoo licht dwazer, als wyzer konnen zyn, moet afwachten; maar de geest der W.etgeviig zelve blyft te meer onzeker: er kan te geinakiyker ieder oogen blik eene andere influipen, wyl ne tweede Kamer, of eenige leden dqar van, andere doorgaande begrippen, dan de eerfte, — en ru cei s dc eerfte, dan weder de tweede Kamer het overwicht in een geest der befluiien kan nebben. Ook maakt de gedurige afwisfeling der leden in beide Kamers, dat dit telken jaare kan plaats hebben ,zoo langalthands er onderfcheidene paityen aanwezig zullen ?yn, en invloed op de Volksverkiezin. eu hebben. Eindélyk, men kan in de Kamer der Ouden zuffende idioten , vrekken en eigenzinnigen , aan oude vooroordeelcn of eigene belangen gehechte grysaarts krygen ; of men kan in het denkbeeld vallen , dat de eerfie Kamer toch geen kwaad kan doen, wyl de tweede in hare befluiten vooraf moet toefternmen ; men kan de eerfie van dezen aart befchotiwende , de zoodanigen alleen daarin plaatfen, welkeer gaarne in willen zyn, en welke of niets anders weten te doen, of zich laten plaatfen om de voordcelen mede te nemen, of die men nergends anders plaatfen kan. En wat zouden dus de gevolgen van deze te blin¬ de navolging der Franfche Conftitutie, en verdeeling der Wetgeving moeten zyn? Geene anderen, dan eene minachting der wetten, lerugkeering naar de. oude verwarringen, onderlinge boifii g der Machten, door dc partyen uit ue Natie aangevuurd , —.• en uitzicht, naar eenen zogenaamde herfteller der orde en veerkracht in het Beftuur! Van dit alles heeft men niets te vrezen in eene Contra - rollerende Kamer, uitgemaakt door het Opperlle Gerichtshof, en gevoegd by de Grondvergaderingen , door dezelve voorgelicht. — De wetgevende Macht behoud aizoo haar volkomen gezag en achting, zoo lang zy het verdient, en heeft dus in hare Conftitutioneele handelingen niet reeds den fchyn van zwakheid en feilbaarheid by de Natie. Immers, hetgeen men wel onder het oog moet houden, het Opperde Gerichtshof zoude geene? macht van approbitie van eenige Decreeten hebben: Dimmer zoude by eenige daad van Wetgeving de fanctie van hetzelve worden vereischt; en de Wetgeving blyft dus volkomen fouverain: zy blyft altoos fouverain handelen in naam des Volks. Doch dan alleen, wanneer zy kwaad zoude willen, wanneer zy tegen de Conftitutie, waaraan zy zelve gebonden is, handelen wiide, kan zy in haten wil worden gefluit. De Contra-rollerende Kamer, de bewaa.kfler.en u.itlegfter der Conftitutie, heeft in dat geval een afkeurend gezag: zy kan ten minfle de uitvoering der Deceeten fchorfen, tot.dat.hei -Volk. zelve hier over heeft biflischt Ook kan dit oordeel , om de inrichting van hetGci ielitbholzoodanig-"! als wy dezelve vourgeftelü hebfren.' njEt.verdacht worden van zwakheid of onverftand , panydigheid pf byoogmerken, zoo min als van orgeftadig-icid . vvclko wy gezegd hebben, dat by de ge lurige afwisfeling der Kamer van de Ouden zoo zeer tc vrezen zouce zyn. Dit Gerichtshof zoude zich een aanzien vestigen konnen uaar voor elk der Geconftitueerde Machten en de onderfcheidene partyen des Volks zeiven eerbied hadden : het zoude de vraagbaak worden, alwaar de beftendige wyshetd uitfpraak deed, waar de onfeilbare roetsfieen der Gerechtigheid, de geest der Conftitutie onveranderd bewaard werd, waar geene wispelturige wind van tyden, omftandigheden, of partyen, geene hoop of vrees konden indringen, en bet oordeel doen wankelen. En dit aanzien alleen zoude misfehien genoegzaam zyn, om de wetgevende Macht des te omzichtiger te maken , en voor indrang van gezag en willekeur te behoeden. Eindélyk de ondergefchiktheid van het oordeel van dit Gerichtshof, in zaken welke de uitlegging (ter  X 88 } dar Conftitutie betrorten, aan dat der Grondvergaderingen , door hetzelve naar behoren voorgelicht, bewaart alhier het principe , en verftrekt aan het Volk ten waarborge, dat de permanence van hetzelve nimmer fchadelyk voor de Vryheid kan zyn.— De Conftitutie moet , naar ons inzien , door het Volk zelve bewaard worden; het Volk moet een biyvende , gedurige , en altoos werkende waarborg daar voor in zich zelf hebben; ieder burger moet in de mooglykheid zyn om zyne bezwaren hieromtrent in zyne Grondvergadering te doen overwegen, en by meerderheid de gegrondheid of ongegrondheid daarvan te doeti bellisfchen. Het Volk derhalven mr>et zich ten dezen einde altoos konnen perfonifieeren : en dit recht houden wy voor onvervreemdbaar, en van dien aart, dat de politieke Vryheid daarmede moet ftaan of vallen. Zo wy van deze beginfelen afwyken,zoude de Regeeringsvorm , welke men ons mocht willen opdisfchen, eerder eene Elective 'èn Afwisjelende JSriJloerath., dan eene Democratie by Repraejentatie%yr\. — Deze laatfte echter moeten wy in ons Gemeenebest langs alle middelen en wegen trachten te vestigen, de hinderpalen daar tegen kloekmoedig uit den weg ruimen , en ons ook niet door het kwalyk toegepast voorbeeld der Franfche Natie laten verfcbalken. Daar , hebben -wy reeds te voren gezegd^, zyn Democratifche inrichtingen, om de uitgeftrêktheid van bet grondgebied, minder uitvoerlyk; wy bewoonen eenen kleenen grond in vergelyking van dft machtig Volk : minder verwarringen , minder gebrek aan veerkracht in het Beftuur zyn by offs uit eenigen meerderen graad van Democratie te duchten. Ook hebben wy het beginfel zelve in de toepasfing genoegzaam gewyzigd, om, zoo veel mooglyk, alle verwarringen te verroyden'. Beze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecl* , by Wilt en Altheer, en de Wed. I. ter Veen en Zoon; 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn ; Ltyden , Honkoop en Herdmg.; Jmfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem. Heets en Loosjes ; Rotterdam , D. Vis en van tien Dr.es-, Jkmaar, Molkman, en verder in de overige Provinttën, a drie hetheele.en twee fhnvers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. XJ \-J N°. I 2. I>«*"l*l den 1 Seïtmher m6' m Tmede *" BataaffCk VfyMl Een altyd braaf, flandvastig man, Vult door het dreigend oog van een vergramd Tiran, ff och drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HOR.ATIU8. over de VRYHEID van de DRUKPERS. Jïet is ieder een geoorlofd zyne gedachten en meedingen aan anderen te openbaren, het zy door middel van de drukpers, of op eenige andere wyze i dit begiofel , even zoo heilig en van de menschlyke natuur onvervreemdbaar , alt het gebruik der fpraak en der denkvermogens , welken wy voorzeker niec ontvangen hebben, dan om als vrye wezens al het geen ons omringt te onderzoeken, te beoordeelen, en dat oordeel onbelemmerd aan anderen medetedeelen; dit begiufel, zeggen wy, werd onder meerderen , door de provifioneele Repraefentanten van het Volk van Holland, Op den 31 Jantwy 1795 openlyk bekend gemaakt, en mede als een nchtfnoer, Waar voor het Beftuur van dat gewest, by bet daarftellen va* eene geheel nieuwe orde van zaken, han. delen zoude, plechtig vastgefteld. En waarlyk, Medeburgers! gy , die door de ondervinding geleerd hebt, hoe in het midden van de beroeringen van Oen Staat de grootfte mannen geboren worden; hoe de beste geesten zich in zulke tyden met de zaken van het Gemeenebest bezig houden; hoe het Volk door hunne kundigheden voorgelicht, de voor- en nadeeien van alles wat er gebeurt, best leere kennen en onderfcheiden; gy zuit niet twyfelen , dat zonder het heilig en onfchendbaar bewaren van dit beginfel , de zaak der Vryheid zelve nimmer kan bevorderd- noch behouden Worden. Eer de dienaresfe der waarheid, de vyandinne der onwetendheid, eer de Drukkonst was uitgevonden, beftond het voorname middel, waardoor de mensch zyne meeningen aan anderen konde mededeelen, in het fchryven; maar waar zyn de bepalingen die de wetgevers der Oudheid aan de vryheid van fchryven destyds gegeven hebben? Toen eerst, wanneer Griekenland en Rome door Tirannen werden beheerscht , bepaalden de overweldigers dier landen (even als of zy nog niet genoeg misdreven hadden!) deze vryheid, die weleer zoo onfchendba.tr was gehouden, dat zy nimmer beperkt, en zelfs, het geen optnerklyk is, by geene wetten was vastgefteld. De Christenen , na dat de vrye en zuivere leer van Jefus door baatzuchtige pritsteren tot een wetboek der Hoven was misvormd, volgden wel ras dit voorbeeld der tirannen; en voerden by bet merkwaardig concilie van Tienten de goed- of afkeuring der boeken in. Indien het hier de plaats ware, zouden wy weinig M moei'  ( 9® ) moeite hebben om te betoogen, dat aan deze en diergeiyke onderdrukkingen van den menschlyken geest, aan het bepalen van de vryheid van fcbryven en drukken, zy dank te weten die reeks van rampen cn jammeren, die de geheele wereld, en inzonderheid Europa, zoo veele honderden van,jaaren hebben overftroomd en verwoest.. t Het is aan eene verlichter wysgeerte, aan .die van onze dagen toetefchryven, dat de menschlyke geest, die eeuwen gekluisterd was geweest, weder geheel vry en onbelemmerd in het ryk der Natuur en der Zeden mag ronddoolen, en uit eene voor veeier oog verborgene diepte tot hier toe onbekende waarheden' aan het licht brengen. De ftaatkunde zelve, hoe zeer veelal misvormd in de verachtlyke konst om volken te bedriegen, mag m), althands in zommige verlichte landen, een voorwerp van de nafporingen der Burgeren zyn, zedert de Wetgevers van .America en Frankryk yastflclden:. de drukpers zy vry! of liever, zedert de volken dier, landen', het onvervreemdbaar beginfel van zedelyke vryheid herroepende, openlyk verklaarden, nimmer eenige bepalingen daarvan te zullen gedogen. ' Alles wat bfó de befchouwing ten voordede van«ene" onbelemmerde vryheid. van fchryven en drukken, het mesledeelen.zyner gedachten aan anderen, kan worden betoogd , word door de ondervinding van achteren ten volle bewaarheid : leest de fchriften der Grieken en Romeinen , cn gy wordt, overtuigd , dat de ftaatkundige redevo;ringen van Cicero en Demosthenes) terwyl hunne tydgenotcn fliepen, Hafi Vaderland van den rand zynes ondergangs reddeden! Zyn het niet de wysgeerige en ftaatkundige fchriften van de grootfte mannen dezer eeuwe geweest , die de omwenteling van het Franfche Ryk. voorbereid, en die van het Americaansch Gemeenebest gevestigd hebben? En welke ■ hulpmiddelen anders dan deze zullen die van Nederland-kennen voltooijen ? Wy behoeven dus niet breeder 'té betoogen bet groot belang dat de volken by de vryheid der drukpers hebben;, en hoe die vryheid, als eene vaarde grootde ftaatkundige grondregelen, in alle de Wetboeken van vrye Gemeenebesten behore vastgefteld te zyn. Dan, reeds hooren wy door veelen o ns tegemoet vo;reu, dat, dikwerf de drukpers de misdaad met het gewaad der deugd, en omgekeerd, de deugd zelve met dat van misdaad heeft weten te omhangen ; hoe zy hare edele vryheid tot ftoute losbandigheid voorddryvende, niet zelden de logen en laster, de woelen muitzucht, ten verderve van het menschdom in haren verachtlyken loop1'heeft geholpen - hoe zy de vleiëry te baat nemende, den dolk zelfs meer dan eens in de hand der Tirannen heeft gewrongen, om de Vryheid naar het hart te floten; hoe by voorbeeld Virgilius, ja de anders brave Horatiuszelvc de dwha|èl' landy van Augustus wisten beminlyk te m.ken; hoe, in dc eeuw van. Lodewyk den XlVde de drukpers, aan de laagfle vleiëry en cie flaaffehe onderwerping, dienstbaar was ; boe een de IVitt , de deugdzaam?. de Ruyter, en alle de Gemeenebestgezinden in ons VsïdefAaud in de voorige eeuw , door haar in den haat des voiks gebracht, door baren invloed aan de woede van Orahje en eene misleide volksheffe zyn overgegeven — zelf opgeofferd. Hoe zy juist in, die revolutionaire tydftippen, waarin hare belangryke voordeden het hellerst uitblinken, ook de grootfte gevaren met zich flepe. Hoe ja wy weten,. Medeburgers), deze en nog zeer veele tegenwerpin-, gen kermen tegen eene onbepaalde vryheid der Drukpers worden aangevoerd; wy ftaan zelfs toe, dat zeer veele nadeeien gewoonlyk het gevolg dier vryheid zyn; maar boe groot zyn daarentegen hare voordee-, len ! Doorloop de gefchiedenisfen der Volken en die van uw eigen Vaderland, en gy zult overtuigd wc-, zen, dat niet alleen deze .voordeden die nadeeien, oneindig te boven gaan , maar zelfs , dat zonder, haar het groote beeld der nationale Vryheid van den voetzuil valt, om door den eerften moedi-, ge*  cFe*''sr,() bmt'3 lv ls5ri3§ ,9,n ' (,9]iu['3d üil De ee'rlyken en deugdzatnen vreesden nimmer voer heï openbaar maken.van hun byzonder of ^baar.'geW-v wmmeér^-'drukper^ hetzelve tft» waarheid afctaalt» en 'bebordeélde , zwaaide hét-Volkan lof en eere toe; en zo zy al eens lastèrlyk werden miskend, zoodanig dat. hunne domme tydgenoten zulks geloofden , dan dwaalden onkundigen ten hunnen opzichte, meer verlichten fleden-hun recht, en eene geheele nakomeltnfchap èerbiédigde hunne nagedachtenis. Verlicht derKalven door de drukpers eene Natie, en zy zelve a^iehVddö'r dék lanter niet laten wegliepen, die Hechts op de' boosheid alléén eenigen invloed zal „ rta'jïov "1 f 'ivec-i ov fib tii.v Eint . bw «e-bbeö.- . , . -W-Dwingeland , ' de ontrouwe of verraderlyke bewindsman daarefftdgeSJv-zqiI'êH^idderen op het feflibeeH dat hnnne drfden cn gedrag konnen bekend cn getoetst Wotffnijdvoor. hun alleen is eene vrye drukpers haatlyk en gevaarlyk ; hunne bedriegeryen en listen worden door het vernuft u.t het verborgen hol hunner verdeïflylce-toklnïde km voorfchyn eebracht ; mèm**teft OW*»*}, bellist.: Voor hun -alleen dus kan de vryheid der d«ikpers.; rfadeelig^>,fi««aï odk'^hierom is zy .dö üeun , het groote bolwerk der algemeene Vryheid. ■ Wy kennen in geen (taalkundig gefchr.ft eene goede bepaling of omfchryving van de vryheid der Drukpers; wy befluiten hier uit en uit den aart der zaak zelve, dat zy niet te bepalen is, even zoo mung gebruik, wegens de nadeden van desZeifs ^sbru* oet beenun - rampen brouwen, mm zou >* -ren, en d^U, *h*e.*a gevo.ge* Kge„ T k( ^ , en by nier een verfoeüvk Wetgever ,yn, d.e , J d a.We OgjNM» 'berooven ea £0t raacUines msken , En is Me ^Ï!ÏS - - minder £ van o„_? * , - - ** |Up tot verdelging van de Vryheid? M 2 toto eWlaan.. de-i'«sfll02iejiwe.rkza^ah^di ^ <*&' teemcHyken:fjfeest immer, grenzen, z^.agguew^e^ ja wy durven met veelen zelfs vastftellen, dat .zo io)«tect;een .Wetgever die vryheid beperkt, hy eene daad doet die hy niet vermag, maar geweldenaar word; Qok ZW.W volkomen overtuigd, er^de bevinding van alle tyden beeft het ons geleeraard, dat nimmer maatregel ongelukkiger gekozen werd, noch meer tegengeftelde uitwerking deed, dan de ftremming van den loop der drukpers. Hoe angstvalliger «en haar .-bewaakte» hoe heftiger uitvallen zy teoè.e.apn4*irttMll&Snte*inmfr-$oe ftolh ter^y deugd en ondeugd bponeiv, hoa;;vuiler, la$terT, fötMftdn wfi uitfehieten durfde. Elk, yer.bod van nydige pamphlets en hekelfcbriften tegen het Gouvernement had altoos ten gevolge, dat de nieuwsgierigheid der Natiën werd opgewekt % {iet gefchritt, meer gelezen w-erd'j.dftÖriilieije^^^gflffipB en het Beltuur werd uitgelagchenfc ter>wW/inx)i%r. Wanneer de Conftitutie door 's Volks wil geheiligd, en op die fouverainiteit des Votks gegrond , in zoo yerrc word •eipot, gelasterd, en tegengewerkt. j. Wa*. het hart gedoken word; wy geloven lierst dat zul. ke befluiten, niet geheel vreemd in onze dagen, met de beste inzichten worden genomen; maar het 'is ook mooglyk dat dezelve niets anders zyn, dan eene kondige verkrachting van de wet die de vryheid der Drukpers befebermt, en langs dien weg weder plaats te maken voor die reeks van barbaarfche wetten, die zoo veele volken hebben betreurd, en die, telkens vernieuwd, zoo veele voorftanders' van waare Vryheid hebben ongelukkig gemaakt. Indien het lasteren uit arglist word geboren, moet men het verachten, zo uit razerny, beklagen, Z9 uit hoon, vergeven: zoo edelmoedig dachten, in eene hunner wetten, de Keizers Arcadius en Honorim, over de vryheid van fpreken. Latere Wetgevers, wel verre van dit voorbeeld te volgen, wreekten zich aan die vryheid met vuur en zwaard, en verdikten hierdoor alle pogingen om hunne dwingelandy te vernietigen in derzelver geboorte. Door dit aantevoeren, willen wy echter niet beweeren, dat het hoonen en lasteren z >o van de Machten door het Volk aangefteld, als van het Volk zelve ftrafloos moet worden geduld; geenszins! In tegendeel begrypen wy dat alle zoodanige hoon en laster, van 's Volks wegc, naar billyke wetten moet wor! den gewroken. Ten opzichte van het Volk zelf behoeft zulks niet te worden betoogd; indien maar de openbare aanklager bewyze dat het Volk waarlyk gehoond zy (*) ; want, indien een fchryver waar-  ( 93 ; waarbeden , harde waarheden aan eene geheele Nane zegt, veriient hy daarom geene vervolging, maar wel dankbare hulde: wanneer by voorbeeld eens een Nederlandfehe Demostken.es onze tydgenoten verweet, dat zy nog heden op den rand hunnes verderfs zorgloos fliepen, dat deugd en moed niet meer het erfdeel was van de nakomelingfchap der overwinnaren van Fillps, zoude hy eene akelige waarheid hebben gezegd, maar niet hebben gelasterd, en dus geene draf verdienen. Wanneer een Schryver de door het volk aangeftelde Machten openlyk beoordeelt, het zy hy derzelver begrippen of daden goed- of afkcure, deze goed- of afkeuring behoort nimmer door de rechterJyke macht als misdadig te worden onderzocht; of men zoude tot de ongerymde Helling moeten vervallen, dat de zaken van het Landsbeftuur of het gedrag der Befluurderen door de leden der Maatfchappy niet mochten worden onderzocht, en hunne gevoelens deswegen geopenbaard. Dan hy die deze leer in de ftaatkunde predikte, zoude tevens den weg baanen tot de flaverny en die reeks van jammeren en ellenden die zich bedendig in het gevolg der dwingelandy bevinden. Dit zy insgelyks gez--gd in het geval, wanneer iemand by gefchnfte de vastgeftelde. Machten by het Volk aanklaagt als fchuldig aan ontrouw of andere misdaden, en hy zulks bewyzen kan; dan ook moet nimmer de openbare aanklager gelast worden om hem deswegen in rechten te betrekken, veel minder voegt het den Rechter in zoodanig geval den Schryver tot eenige draf te verwyzen. De waarheid van het geen hy fchreef, zy voor zulk een Schryver de waarborg van zyne zekerheid;, en de openbaarmaking van dezelve doe hem zelfs aanfpraak hebben op de dankbaarheid des volks. Maar wanneer hy on- .waarheden met betrekking tot de geconftitueerde Machten verfpreid, wanneer hy den laster te bast neemt om dezelven het vertrouwen eener Natie tc doen verliezen; welke dan ook zyne oogmerken zyn mogen, indien het maar bewezen is, dat hy voorbewust onwaarbeden fchreef: in zulk een geval moet de wet den openbaren aanklager verbinden om den lasteraar in rechten te betrekken , en de Rechter is gehouden om den lasteraar te 'draden; en hierby heeft de Natie te meer belang, om dat er •haar aan gelegen is, dat zy in hare Vertegenwoordigers niet gehoond , of brave mannen , die het Gemeenebest tot luister en deun zouden geweest zyn , niet onrechtvaardig uit het bewind worden gehouden. Deze zyn onze gevoelens over de werking der wetten, indien iemand by eenig gefchrift het Volk, zyne Vertegenwoordigers, of andere door hetzelve anngefteldt- Machten heeft aangetast. Dan, wy wil. len dit geenszins hebben toegepast op zoodanige gefchriften. waarin een of meer Leden, tot de vastgedelde Machten behorende, jrj hunne perfonen qf daden, worden beoordeeld of gehoond; de beoordeelit,g hiervan (gelyk wy reeds gezegd hebben) daat n'' 1:: ci„ ■ i aaI1 3. Wanneer zich een individueel Burger of eene geheele Bargéry "verklaart voor of vereei.igt met de openbare in- of uitwendige vyanden van den Srnar, hen openlyk verdedigt, toejuicht, en in de hand werkt. 4. Wanneer een minder deel des volks zich tegen een meerder deel in opftand Helt, en gewelddadig verzet niet alleen ter omverwerping der door >t volk geheiligde Conftitutie, maar ook tevens tot vernietiging van deszelfs Vrv'heid én Onaf hanglykheid. vimImmers, in alle deze gevallen word eene misdaad van Staat bega«n, en dus iemand beledigd; en wie? Niet het Beft want het is de oppermacht, de in de Conftitutie ui-gedrukte wil, de majefteit, en onafhnnslykheid van het Volk zelf "dV hier gekwetst word: deze eigendommen nu heef, het Volk nimmer op het Beduur overgedragen, maar in zich zelf behouden 15y gevolg word in deZe hooge rechten de Natie zelve aangerand , en moet ha«r beledigd géza8 in zoodanige gevallen <*£ «te wet gewroken worden. * M 3  san elk Efa|ig8R vry, en het belemmeren van dit oorda 1 i . 'j oen vargryp tegen de Vryheid, 'en derhalven ten-ho-ögfte ftrafbaar zyn. Maar indien een 1id der R'egeeï:•<..y , ried! j-i KAN HET ER DOOR? Dat ik, na rampen en verdrukking, Het geede volk zie in verrukkii g, En enk'Je dolle flappen hoor; Dat kan er door. c 9s ; Maar dat een meenigte intriguanten,. Gelyk de Charlatans hun klanten, Hen vaak bedriegen, zoo ik hoor, Kan dit er door ? Maar, dat zy zich te ver vergeten Word bun niet, maar 't Beftuur geweten, En is er waarlyk reden voor? Dan kan 't er door? * Dat zy, in hunn' vergaderingen, Naar de eerfte beurt in 't fpreken dingen; Dat is hunn' yver, zoo ik hoor;, En kan er door. Men toetst de menfchen aan hun fpreken, En niet aan daaden of gebreken; Gelyk ik daaglyks z:e en hoor; Kan dit er door? Indien zy altoos meest waardeerden r. Die hun des volks belangen leerden, En immer weezen 't rechte fpoor; Dan kon 't er door. Maar,  C P6 ) Deze Nommen worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht , by Wilt en Altheer, e de Wed. f. tor Veen en Zoon; 'sHags, van Cleef en Leetiweftyn ; Leyden , Honkoop en Herding; Amflerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Reets en Lootjes; Rotterdam , D. Vis en van den Dries; Alkmaar, Molktnan, en verder in de overige Provinüën, a drie het heele, en twee ftsiver» het halve blad. Maat, dat zy thands als ftomnrm ztvygen, Om datze altyd hunn' zin niet krygen, Of nu m flaap zyn, zoo ik hoor; Kan du er door ? * Zo zy, wien 't heil des volks in handen Gegeven is, de vrees verbanden, En 's volks geluk zich fielden voor; ' Dan kon 't er door. Maar alsze op wisje wasjes vitten, En over kleinigheden zitten Te debatteeren , zoo ik hoor; Kan dit er door? Dat zy genoodzaakt zyn, door 't dralen; Commisiies op Commisforialen Te liaan, gelyk ik lees en hoor; Kan dat er door? Dat zy, by 't reek'ningdoen der gelden, Een fchat aan kroegverteering melden, Gelyk ik zulks van elders hoor; Kan dit er door? * Maar dat men 't eeuwig heeft geladen Op hunne zwakke of zotte daaden. En dat mèn dus hun yver fmoor'; Kan dat er door? Dat men de Broederfchap wil rekken Tot hen die fnooden zyn, of gekken; Daar weet ik ook geen reden voor; Kan dit er door ? Dat men hun ambten ziet gegeven, Die nooit iets patriotsch bedreven, Of or.bedreev'ne zyn, zoo 'k boor; Kan dat 'er door ? Daar deugd en kunde, zoo wy meencn, In de ambtenaar zich moet vereenen, Gaat intriguant of fchreeuwer voor; Hoe, kan 't er door? Maar allen die een ambt verkrygen, Wan^unflig aan te willen tygen, Dat eigenbaat hen bracht op 't fpoor; Gaat ook niet door. Dat veele quafi vroome zielen Zyn dweepers, domme of fnoode rieten, Gelyk ik dezer dagen hoor; Dat is er door. Maar dat men van gebefte zotten, Tot fchaê van 't volk, zich Iaat bedotten, En wrevel wekken, zoo ik hoor; Kan dat er door? Dat dweepzucht 't goede wil beletten, En Reden haar wil palen zetten, Gelyk zy bezig is, zoo 'k hoor; Dat moet er door. f Zo 't volk zyn krachten wil vereenen, Stuift dweep- en heerschzucht rondom henen, En kan het dit, gelyk ik hoor; Dan zal 't er door.  DE DEMOCRATEN. N°. I ^. Donderdag den 8 September 1796. Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid. ' Een altyd braaf, ftandyastig man, Voelt dosr het dreigend tog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUSr. -98.' \: ••j-us^ms.'j ... t 1 ' 1» Het volgend ftuk, ons toegezonden, en welks inhoud ons belangryk voorkwamj plaatfen wy met genoegen. ONTWIKKELING der GRONDBEGINSELEN, waarop de Conftitutie behoort gevestigd te worden. ySal het Volk ooit eens eene grondige en verfian dige uitfpraak doen over de Conftitutie, welke aai; hetzelve ftaat aangeboden te Worden; zo is liet volftrekt noodzaaklyk, dat het deGrondbeginfeien ken re, waarop dezelve behoort gevestigd te zyn. Deze waarheid heeft myaangefpoord .om het Maatfchaplyk verdrag in deszelfs eerfie beginfelen te Ontleden, die foorten van Regeeringsvormen , waarin de Vryheid bewaard blyft, uit dezelven te ontwikkelen, den aart eener Volksregeering by vertegenwoordiging nader te bepalen , en hieruit eenige gevolgtrekkingen afteleiden , omtrent den aart van die Regeeringsvorm, welke voor ons Vaderland de gefchiktlte zyn zoude. Als een vry en onafhanglyk inwoner van dit Land, aan geene party verbonden èn buiten alle bewind gelteid, biede ik deze overweging zonder eenige vooiingenomenheid voor dezelve mynen Landgenoten aan. Zyn er onder ben, die hier meer lichts verfpreiden konnen, en het verkeerde of niet genoeg doordachte verbeteren willen; ik zal de eerfie zyn, die aan hunne talenten hulde doen zal, my genoegzaam beloond achtende door de aandacht der Natie op deze voor hunne Vryheid fcoobeiangryke onderwerpen gevestigd te hebben— Gelyk de Wysbegeerte haren weldadigen invloed over alle takken der menschlyke kennis in onze eeuw verfpreid heeft, zoo heeft zy ook de aan- dacht der menfchen op hunne dierbaarfte en gewichtigfte belangen, pp hunne Maatfchappelyke inrichtingen gevestigd. Van ouds af immers, naden, óndergang derRoomfclie Vryheid, leefde na genoeg het geheele menschdom in Staten, waarvan zy noch het verdrag kenden, noch de vorming hadden gewettigd. Eenige weinigen hunner zich aan het hoofd der onkunde en verblindheid (tellende , vermeesterde een brok lands, en gaven daar wetten in het bloed van hunnen evenmensch gefchreven , door list opgedrongen, en met geweld gehandhaafd. Maar, na dat eens de Wysbegeerte den mensch aan den mensch wedergaf, na dat zy het mom aflichtte van de bedrieglyke leer der godiyke zending en zalving der Koningen, na dat zy de wederzydfcbe betrekkingen tusfehen den Staat en den Burger, en de Rechten, die daar uit voortvloeijen, had leeren kennen , ontfiond er by veele volken eene heimlyke neiging om die rechten aan de dwingelandy te ontwringen, en om zich Maatfctiappyen op het eenig wettig en rechtvaardig gezag, op het maatfehappelyk verdrag te-vestigen. Indedaad, er kan noch wettig noch rechtvaardig gezag ftand grypen, waar dit verdrag niet als de grondfteen gelegd is, op welke de Maatfchappy rust. De mensch kan eenen (laat bewonen, alwaar de flerke de wet geeft, hy kan die wet zelve naarkomen en N - ge-  ( 98 ) gehoorzamen, hy kan om bestenswille en om erger r re vermyden, die wet zelfs handhaven; maar mm- t mer verbind hem zyn geweten of eenige rege van i plicht tot eerbied voor dezelve. Eene veranderde , onhandigheid, een veranderd belang en hy vermag, : ia het word zelfs plicht voor hem, den Staat omtekeeren, alwaar geen recht maar geweld, overhrer. fching en niet de wet het gebjed voerde. —- Hoe fchrikverwekkend deze waarheid ook voor de mcèste Europeefche Staten zyn moge, zy blyft echtei niet minder zeker. De grooten der Aarde konnen eeuwen lang over hunne Volken geheerscht hebben, zv konnen hen hebben befluurd met kracht en moed; en nogthands zal één4 Oogenblik, eene geeeven gebeurtenis, één ondemeemend mensch genoeg zyn om hunne wetten, te befpoiten , hunne macht te vellen, en ben zeiven in het (tof"te werpen, zonder dat zy zich op eenig recht ol op den plicht hunner onderdanen konnen beroepen. —- tiet is alleen door eenen plechtigen afftand der byzondere wil van elk Lid van den Staat aan den algemeenen wil, dat er Maatrchappyen op de ecuwe wetten* van het Natuurrecht opryzen, en het is op deze grondzuil alleen dat de Staat , met door de macht van het Beftuur, maar door den plicht van elk burger befchermd word, en dat zy hare vastheid erlangt, niet door de wapenen der gefielde Machten , maar door het geweten van elk harer leden. —— , Daar dan een plechtige afftand der byzondere wil vair ieder Burger aan den algemeenen wil het ffi^&tfchiippyelyk verdrag vormt, en dus eene wetfffcè' órde van zaken daafftelt.; zo ontilaat natuurlyk dé vraag, op welk eene wyze die plechtige afftand plaats grype, en langs welke wegen zich deze algemeene wil, door den byzonderen wil gevormd, }a¥ë hooren ? ... Deze vraag, höe ingewikkeld zy ook in den eerften opilag mogé vóórkomen, word echter door het ïcht?dat onze eeuw over de ftaatkünde verbreidde, eerhaklyk opgelost. Een nieuw denkbeeld, dat de Crie der konst om menfchen te beftuuren, verrvkte, baande hier eenen weg, die in de oude ltaatkunde onbekend was, en by mangel van welken er rh!;dé otide Volks-Maatfchappyen gedurige gistingen en Srwarringen ontftonden.. Op de overweging naamlvk , dat de concentratie der byzondere wil der Bureeren van den Staat den algemeenen w.1 uitmaakt," en te gelyk op het bezef der moeilykheid ó h dezen byzonderen wil van elk Lid behoorlyk e onderzoeken, te vergelykén , en tot elkander e bi-engen ; heeft men de noodzaaklykheid gevoe d van een middel te moeten uitvinden, waardoor dit óhillacbtig en moeilyk werk gevoeglyk zoude kon- en verricht worden. Men heeft dit middel hier in evonden, dat men den Staat als het ware vérkfeeen zoude', dat uit alle de burgeren eenigen zóurJen ;ekozen worden , welke zich tot één Ligchaam Jouden vormen , en dat dit Ligchaam, beter-geschikt tot onderzoek enwerking, den geheelen Staat, jat is alle burgeren, zoude vertegenwoordigen, en n derzelver naam alles doen en verrichten, wat de *emeene belangen van den Staat vorderen zouden. Dit vertegenwoordigend Ligchaam nu ontving den plechtigen afftand der byzondere wil van elk individueel Burger , en verkreeg dus het gezag van dien tot den algemeenen wil, dat is tot de wet, te doen overgaan; zoo ontftond het denkbeeld van vertegenwoordiging (Reprajentatie), een denkbeeld, waarop Amerika en Frankryk getracht hebben hunne Staatsgebouwen te vestigen, en waarop wy hoopen , dat ook eens ons lieve Vaderland eene Conftitutie vestigen zal, waardoor de politieke en burgerlyke Vryheid van deszelfs ingezetenen zal verzekerd worden. Dan, gelyk alles in de Natuur niet dan trapswyze tot zyne volmaaktheid geraakt, zoo is het er ook verre van af, dat deze Volksregeeringen reeds al dien trap van volkomenheid zouden bereikt hebben, waar voor zy vatbaar zyn. Veel, zeer veel is er zelfs in hare'Theorie nog onbepaald. Derzelver aart is nog niet naauwkeurig beftemd. Men twist nog over hare kentekenen. De perken ter onderfcheiding van andere regeeringsvormen zyn nog niet juist genoeg afgemeten. Met éën woord, in deze geheele nieuwe leer is nog veel te verrichten, eer men bet menschdom met eene volledige kennis van maatfchappeiyke inrichtingen zal konnen geluk wenfchen ; jammer is het, dat deze kennis zich het meest zal meeten vormen onder het gewoel en de fchokken der omwentelingen: een tydperk, waarin de menschlyke geest veelal die bedaardheid mist, welke er tot navorfebing en opfporing der waarheid vereischt word. Afgefcheiden van al dat gewoel zal ik het Wagen myne denkbeelden omtrent deze (toffen te ontwikkelen, en dezelven fchetsgewyze aan de Bataaffche Natie aanbieden. Eene Volksregeering by vertegenwoordiging, eene Repraefentative Democratie, is een vorm van beftuur, tot welker zamenftelling twee zeer onderfcheidene denkbeelden zich vereenigen. Om dan derzelver aart wel te bepalen , moet men den juisten zin van deze twee denkbeelden naauwkeurig beftemmen. Eene Democratie is een vorm van beftuur, waarin het volk niets van de uitoefening zyner oppermacht afftaat of op het een of ander Ligchaam. overdraagt, Het volk (telt zich daar tot eene daad- lyke en werkzame perwon ; het behoud m zich 1 zoo  ( 99 ) 2oo we! de macht om rnjSgM «fih || ||W mogen om dezelve toetepasfei. fM^WS. heDalinLr der wyze, waarop bet u.ezu\c wu aiig| Kd hebben. Het volk kan in zoodanig eenen ftaatvari zTken wel volmachten ver eenen tot het ?an de hand geven van wetten, het kan de toepasfine derzelve wel aanbevelen, maar nimmer kan Sn eene zuivere Dementie zyne wetgevede of uitvoerende macht overdragen. In zich zelve die machten bewarende, kan het hun, aan welken het ?de uitoefening van het een of ander gezag heeft toeïer rouwd1 by eiken Hap, by elke daad zynen wil te kennen geven, en zy die door het volk gevolmachtigd zyn, zyn in eene zoodanige vorm van Beftuur verplicht in alles den fprekenden wil van £ o k optevolgen. — Dit is dan het eigenaartig kenmerk van eene volftrekte Democratie, dat het volk maker en uitlegger der wet zynde , in alle ómL3hedeD . diefde loop der zaken aanbied, z^ne oppermacht in derzelver geheelen omvang, des begeerende, kan uitoefenen. Wat is nu Vertegenwoordiging' De kracht yan het woord drukt zoo veel uit als ac waarneming van iemands belangen by zyne afwezighe|id; en dit vooronderftelt eene volmacht van hem, w ens belangen men waarneemt. Wie derhalven het volk vertegenwoordigen za), moet door het volk gevolmachtigd zyn -en daar de belangen van hetzelve zoo veelvuldig en verfchiilende zyn, als er m den Staat verfchiilende zaken zyn waartcnemen , zo kan het volk zich in verfchiilende opzichten, door onderfcheidene ligchamen, doen vertegenwoordigen. In allen gevalle blyft de vertegenwoordiging veibondeu aan den last door het volk gegeven , en nimmer kan zy dien, zonder 'sVolks Oppermacht te kwetfen, te buiten gaan. Om dan nu den aart van eene Volksregeering by Vertegenwoordicint- uit deze twee uiteengezette denkbeelden van Volksregeering en Vertegenwoordiging optemaken; zo kan men vastftellen , dat delelve beftaat in eene wettige overdracht der uitoefening van 's Volks Oppermacht aan de Ver, tegenwoordiging. Het Volk dus zyne Oppermacht zelve niet willende uitoefenen , draagt derzelver uitoefening en vertoning over aan de Vertegenwoordiging C Corps reprefentatif). De Vertegenwoordiging neemt dus de plaats in van het Volk, voert alle gezag uit naam van het Volk, is alleen door het Volk, en houd op te zyn, zoo dra het Volk zyne overdracht te rug nCTwee vereischten maken derhalven eene Volks- : u.. \Ja.rocBn-arnr\rc\\rr\r\l! uit. VOOr eerSt , heï aanwezen van het V_olk. Ten tweede, het aan wezen der Vertegenwoordiging. Het aanwezen yan het Volk: zoo, om "dat zich geene Volksregeering laat denken , alwaar hetzelve niet beftaat, als, om dat er geene wettige overdracht van gezag kaji plaats hebben , alwaar hy die de overdracht doen moet, niet aanwezig is. Het aanwezen der Vertegenwoordiging: om dat dit het eigenaartig kenmerk is, waardoor eene Volksrepeering vertegenwoordigend 'cRepraefenta.tif') word. Alom'me dan, waar ik een Volk aantrelfe, dat zich zelve kan daarftellen en op eene geregelde wyze zynen fouvereinen wil kan doen hooren, en waar ik te gelyk een beftuur ontmoete, dat in zich de vertoning en uitoefening van 's Volks Oppermacht bevat; daar, zeg ik, dat eene vertegenwoordigende Volksregeering, eene repraefentative Democratie, plaats vind. . Vraagt men nu, waarom eene zoodanige Regeeringsvorm boven andere te verkiezen zy ? Het andwoord is gereed. Derzelver voortrefiykheid beftaat vooral hier in, dat zy een zeer waakzaam en krachtig beftuur oplevert, en te gelyk de politieke en burgerlyke Vryheid genoegzaam verzekert. Is de Vertegenwoordiging wel t'zaamgefteld, dan heeft zy al die macht en al dat gezag in zich opgefloten, welken immer een Despotiek beftuur in zich bevatten kan, zonder ooit der Vryheid eenige lagen te konnen leggen. Een wetgevend Ligchaam dat door zyne talrykheid of verdeeling alle overyling in de hefluiten voorkomt, gevoegd by eene uitvoerende Macht, welke wel een uitgeftrekt, doch nk-yu aan zj-nen last bepaald gezag uitoefent, levert eene orde van zaken op, waarin oneindig meerder veerkracht huisvest , dan wanneer zich alle Macht in één perfoon verdringt , welke door derzelver gewicht eer zal bezwyken , dan dat hyze behoorlyk kan uitoefenen en doen werken. En dat door eene zoo groote kracht in het beftuur gelegd 's Volks Vrybeid zoude belaagd worden, daartegen is in eene vertegenwoordigende Volksregeering , door de aanwezigheid des Volks, een gepast voorbehoedmiddel aangewend. Het Volk zich in juiste afdeelingen tot : een geheel gefield hebbende, houd fteeds een wa• kend oog op de Vertegenwoordiging. Jaloersch van . zyne Vryheid, oefent het eene vrye keuze uit om■ trent hen , aan wien het zyne belangen wil toe: vertrouwen- het doet dit nimmer voor eenen on; bepaalden tyd, maar meet denzelven af, en behoud : in zich het recht van deze verkiezing ten allen tyde ' te konnen intrekken; boven dit alles ftaat het Volk ' nimmer de uitoefening zyner Oppermacht af, dan - op eenen lastbrief , waaraan elk vertegenwoordi, gend Ligchaam verbonden is, en die ten duidlykfte - de perken aftekent, waarin de onderfcheideneMachN 2 tea  ten hun gezag bepalen moeten. Met derhalven te waken, dat deze Machten nimmer den aar, hun gegeven last te buiten gaan , zal het volk natuurlyk beletten, dat dezelven immer eenigen inbreuk op eikanders gezag maken konnen. Het zal voorkomen dat de uitvoerende Macht de wetgevende, en de wetgevende Macht de rechterlyke niet zal verdringen , en waar deze Machten in eene behoorlyke onafhanglykheid van elkander gefield zyn , is , volgends" den flelregel der ftaatkunde, de politieke en burgerlyke Vryheid genoegzaam verzekerd. Wie zou dan, in weêrwil van dit behoedmiddel, durven denken, dat er door de Vertegenwoordiging oojt aanflagen op de Vryheid zouden konnen ondernomen worden ? Dit van het geheele Beftuur te verwachten , is eene vooronderltelling ,. die nimmer door goede harsfenen, maar wel eens door politieke fortuinzoekers gemaakt is ; en dat enkele Leden van het Beduur, hunnen invloed heimlyk uitbreidende, eindélyk eens den tempel der Vryheid zouden ondermynen : hier te^en is door den bepaalden en omfchrevenen last, aan elk Vertegenwoordiger gegeven, genoegzaam gezorgd; aan welken last zy toch allen gebonden zyn, en dien zy, hoe groot hun invloed ook wezen moge, nimmer konnen overfchryden, zonder de waakzaamheid van hunne Mede. vertegenwoordigers, zoo wel als die van het Volk, optewekken. En het is uit deze waakzaamheid van het Volk ■voor zyne Vryheid , dat men de oogmerken van 's Volks beftaan in eene repraefentative Democratie kan leeren kennen. — Het Volk verkiest zyneVertegenwoordigers, het verkiestze voor een tyd, het verkiestze op een last, het waakt dat deze last niet worde overtreden; zoo houd het natuurlyk de geheele Conftitutie in het oog, het komt voor, dat de eene Macht de andere niet verdringe, en dus dat zyne Vryheid door dc Vertegenwoordiging niet gefchonden worde. Geheel en al verfchilt hiervan het oogmerk van 's Volks beftaan in eene volftrekte Democratie. In deze is het, om zvne Oppermacht zelve uitteoefenen. in geene om' te waken, dat zy aan wien het die uitoefening heeft toevertrouwd , dezelve niet tot ondermyning van zyne Vryheid misbruiken ; en het is dit verfchillend oogmerk, dat de tyn van affcheiding tusfehen eene volltrekte en vertegenwoordigende Volksregeering ten duidlykften aftekent, en ten klaarde de punten laat zien, waarin deze tweeërlei vormen van beltuur van elkander verfchil]en. In eene volftrekte Democratie ligt de Conftitutie geheel en al in de inrichting der Volksvergaderingen ; in eene Vertegenwoordigende is het niet alleen de inrichting der Volksvergaderingen, maar te gelyk de verfchiilende inrichting der Vertegenwoordiging, welke de Conftitutie uitmaakt. De wetgevende Macht word in eene volftrekte Democratie alleen door het Volk uitgeoefend, in eene Vertegenwoordigende daarentegen is er een Ligchaam door het Volk aangefteld , het welk in zich die Macht bevat. Dc uitvoering der wet is in eene volftrekte Democratie fteeds ter beflisfing van het Volk, in eene Vertegenwoordigende heeft ook het Volk die Macht aan het beftuur afgeftaan. Indien dan in eene volftrekte Democratie iets mocht worden uitgevoerd, het welk 's Volks goedkeuring niet wegdraagt, zo laat het Volk zynen Oppermacbtigen wil hooren, en zy die de beftuuring der zaken in handenhebben, zyn genoodzaakt denzelven optevolgen. In eene Vertegenwoordigende daarentegen kan het in dat geval zynen last intrekken, het kan denzel. ven aan andere perfonen overdragen, maar nimmer kan het zynen wil aan de Vertegenwoordiging opdringen, daar het deszelfs uitoefening aan dezelve by eene wettige overdracht heeft afgeftaan. — Zoo duidlyk zich eene vertegenwoordigende Volksregeering van eene volftrekte laat onderfcheiden, zoo duidlyk onderfcheid zy zich tevens van eene Ariftocratie by verkiezing, (Arijlocratia Electiva"). In deze heeft het Volk, even gelyk. in de Repraefentative Democratie, wel eene vrye keuze ter aanftclling zyner Beftuurderen, en misfehien kan het ook den tyd bepalen, voor welken die aanftelling ' gefehied, maar in eene Ariftocratie by verkiezing heeft dit zonderlinge en cbaracterizeerende plaats dat daar nimmer de Beftuurders gebonden zyn aan eenen last, welke niet dan door het Volk, gelyk in eene Repraefentative Democratie. zoude konnen veranderd worden. In hun Ligchaam de uitoefening van 's Volks Oppermacht hebbende overgenomen, bepalen zy onderling de macht en het gezag die zy zullen uitoefenen, en maken dus in het beftitur zoodanige veranderingen, als zy zclven met elkander goedvinden Hier uit volgt, dat dit alies zonder 's Volks toeftemming gefchiedende , hetzelve ook nimmer kan waken, dat de Conftitutie bewaard blyye, dat de Beftuurders hunne macht niet misbruiken , en dat de gefielde Machten geen inbreuk op elkanders gezag maken ; het Volk kan hier niet voorkomen , dat de uitvoerende Macht de wetgevende niet verdringe, het kan niet beletten, dat de wetgevende Macht eenen onbetaamlyken invloed make op de rechterlyke, en dus kan het Volk in deze gefteldheid van zaken volftrekt mets tot bewaring zyner Vryheid verrichten. Ook dit laatfteis in eene Ariftocratie by verkiezing aan de Beftuurderen afgeftaan, en derzelver onderlinge waakzaamheid is de eenige waarborg voor de politieke, de eenige waar-  C 101 ) waarborg voor de burgerlyke Vryheid. Aizoo word hier bet aanwezen van het Volk volkomen onnodig, en de Volksvergaderingen niet dan nutloze byeen- komften. En dit maakt het zichtbaar kenteken van onderfcheiding uit tusfehen eene Ariftocratie by verkiezing, en eene Democratie by vertegenwoordiging. ,-' In eene Democratie by vertegenwoordiging is het Volk fteeds aanwezig, het kan zich ten allen tyde daarftellen, het kan zynen wil doen hooren en zyne ftem doen gelden. In eene Ariftocratie by verkiezing is er geen Volk aanwezig , het beftaat daar Hechts voor ééne daad , voor de verkiezing, en deze verricht zynde is het Volk niets meer , deszelfs Oppermacht gaat in het beftuur over; het Volk zelf verdwynt, ja de naam van Volk zelve word niet ödn eene ydele klank. — Hoe wonderlyk moet het dan niet klinken in de ooren van hen, die gewoon zyn aan hunne woorden eene zekere betekenis te hechten, wanneer zy in eene zoodanige vorm van beftuur fteeds de woorden van Volk, 's Volks-wil, en VAh-ftem hooren bezigen! Deze woorden konnen hier volmaakt geenen zin hebben ; want daar het Volk niet aanwezig is, is het immers niet mooglyk te weten wat het willen zoude , indien het aanwezig was, en naar 's Volks wil tegisfen, of denzelven uit de gevoelens eener opgeraapte menigte te willen opmaken, dit is eene van die (treeken, die oud en afgefleten in de handen van politieke bedriegers, en'menigmaal misbruikt zyn geworden om der Vryheid den doodfteek toetebren- gen. Waar het Volk aanwezig is, daar kan het willen" en zynen wil doen hooren; het zy, dat het door ëe'n toeftemmend (tilzwygen zyn zegel hechte aan de maatregelen der Beftuurderen, het zy, dat het openlyk over dezelven zyne ronde meening te kennen geve. Om dan nu uit deze verfchiilende vormen van regeering, die alle op het maatfchappelyk verdrag konnen gegrondvest en door den vryen wil des Volks gekozen zyn, die te nemen, welke voor ons Vaderland de gefchiktfte was; zoude men vooral in aanmerking moeten nemen de uitgebreidheid van het land, het getal van deszelfs inwoneren, het nationaal character, de uitwërkfeléh der meer of min vrye Regeering, welke in dit land ten allen tyde plaats had, en vooral de moedykheid van beftaan, en de zoo zeer verfchiilende objecten der nationale induftrie ; en men zou door eene verftandige vergelyking der indrtikfelen , welke deze onderfcheidene omftandigheden op den Volksgeest maken, zyne keuze bepalen moeten. Een land van den kleenften omvang, van eene zeer geringe uitgebreidheid , wier inwoners het getal van twee millioenen naauwlyks te boven gaan, waarin door alle tyden heen Gemeenebestgezinde grondbeginfelen gewoond hebben; een land voorzien van inwoners, welker aart zacht, wier inborst edel en befchaafd, en wier temperament zeer koelbloedig is; een zoodanig land is zeker, zo ergends een in dc wereld , voor eene Volksregeering gefchikt. Maar ook dit zelfde land vordert eenen onvermoeiden arbeid van zyne inwoneren. Het vordert onafgebrokene befpiegelingen omtrent verfchiilende takken van beftaan. Het eischt de uitgebreidfte kundigheden omtrent alle onderwerpen van menschlyke konst. In deszelfs ftaatkundige betrekkingen vordert het eene meer dan gewone fchranderheid enervaring, om dat zyne wezenlyke fterkte, die by eene ve.ftandige aanwending niet gering is, meer in zynen financieelen en handcldryvenden toeftand beftaat , cn dus meer moreel is , dan datze kan gezegd worden Phyliek te zyn of eene daadlyke kracht te konnen uitoefenen. — In een zoodanig land gelove ik niet , dat al wat tot het volftrekt Democratifche behoort , in werking kan gebracht worden. De heilzame middenweg moet, mynes bedunkens, ook hier gekozen worden; en deze is in de Volksregeering by vertegenwoordiging gelegen ; welke ik dan ook daarom voor die vorm van Beftuur houde , waarop de Bataaffche Conftitutie behoort gegrondvest tc worden. Verfchiilende redenen noopen my tot dat befluit. Voor eerst, om dat deze vorm van Beftuur een zeer waakzaam , krachtig en fnelwerkend Beftuur oplevert, het welk voorzeker in een land, welks betrekkingen zoo onderfcheiden en veelvuldig zyn, een noodzaaklyk vereischte is. Ten tweede, word daarby de Vryheid door het Volk zelve genoegzaam verzekerd; immers waar het Volk zich kan perfo nifiecren en daarftellen, waar het zyne Conftitutie kan bewaken , waar het alle overfchryding van macht kan tegengaan , waar het in zich zelve de waarborg heeft van zyne eigene Grondwet ; daar kan het , zo ergends, het heiligdom der Vryheid ten zorgvuldigftc bewaren. In weerwil van deze belangryke bemoeienis behoeft het Volk, ten derde , by deze wyze Staatsinrichting nimmer te veel tyds in de Grondvergaderingen te verfpilien. De aanftelling der Vertegenwoordigers en de bewaring der Conftitutie alles zynde, wat onder de beraadflagingen des Volks vallen kan, zal dit nimmer te veel van dien kostlyken tyd wegnemen, welken het Volk in dit land voor zyn moeilyk beftaan en. veelvuldige werkzaamheden zal nodig hebben. Ten vierde , zal het Volk nimmer oordeelen over zaken, waarvan de kennis nimmer algemeen verN 3 fpreid  ( 1*4 > fpreid kan zyn. De wetgevingen algemeene befturing van 'slands zaken vorderen zoo veele afgetrokkene befpiegelingen, dat men nimmer van een Volk in het algemeen daarover eene grondige en verfhndige uitfpraak verwachten kan. Enkele byzondere menfchen zouden altoos ten dezen opzichte den Volksgeest leiden, en dus zou het er op aankomen, of dit altyd alleen de belangloze Vaderlander of wel de baatzuchtige intriguant zyn zoude. In allen gevalle kan het Volk in een land, welks wetgeving zoo veele afgetrokkene kennis vereiseht, welks befturing zoo omflachtig is, en omtrent zoo veele verfchillende onderwerpen verkeert, toch nimmer door zyne eigene oogen zien, en dus uit zich zelve nimmer grondig beflisfehen, of men de maatregelen, die aangewend zyn, tot zyn heil alleen beeft bewerkftelligd. En eindélyk, ten vyfde, geeft deze vorm van beftuur eene aanhoudende aanwakkering aan de nationale Geestdrift ; want daar het Volk fteeds beftaat , en zich in de Grondvergaderingen van tyd tot tyd verzamelt , gevoelt het natuurlyk fteeds zyne waarde; fier op dat gevoel word het tot die edele drift aangevuurd, welke de zaak van het Vaderland boven de bekrompene zaak van zich zelve doet ftellen, en dtt is een uitwerkfel van geen gering belang voor eene Natie,die by de maatfebappelyke rust zoo gemaklyk inllaapt. Veelen , en onder die niet weinige eerlyke en cordate Patriotten , vormen zich omtrent deze belangryke ftoffe eene geheel en al van myne gevoelens verfchiilende nieeuing. Zy willen het volftrekt Democratifche van den grondflag der Confiitutie vooral niet uitfluiten, en zy begrypen, dat de Vryheid in de waagfchaal gefteld worde, indien niet het Volk eenen zekeren onmiddelyken invloed op de Wetgeving en zelfs op de beiluiten van het Beltuur benoude. Doch, hoe zal die invloed immer zonder verwarring konnen bepaald worden ? Zal het Volk alle wetten moeten goedkeuren en alle befluiten bevestigen? Dan voorzie ik, dat de geheele Natie permanent zal vergaderen , eeuwig zal delibereeren , en dat wy nimmer een te zamenhangend Wetboek zullen erlangen! Of zal het Volk alleen eenige wetten afkeuren, en voor zich een zeker veto behouden omtrent de daden van het Beftuur? Dan is het te vrezen, dat alle veerkracht en fpoedige uitvoering van het Beftuur zal verwyderd worden , en men nimmer wel gepaste, en fterke maatregelen zal zien in werking brengen.—— Dan misfehien behoort het volftrekt Democratifche zich alleen te bepalen tot de gewichtigfte onderwerpen der wetgeving, of tot de belangrykfte daden van het Beftuur? Maar hoe is dit wederom te bepalen ? Zyn alle die onderwerpen en daden geene betreklyke zaken, welker belangrykheid en gewicht alleen door de omftandigheden zyn aftemeten, en indien zy dan nog al konden afgemeten worden, en menze vooraf wilde bepalen, by voorbeeld tot het financieele , als daar zyn de extraordinaire belastingen , of tot den ftaat van oorlog en vrede; hoe zal men hier over 's Volks wil onmiddelyk doen gelden ? Is het getal dier menfchen niet zeer gering, welke alleen de voorbereidende kennis hebben, pm over het uitgéftrekte vak van 's iands Financien te oordeelen; ik laat ftaan , om eene grondige uitfpraak te doen over deze of geene operatie, over derzelver noodzaaklykheid en goede keuze? Behalven dat het eerlykfte Beftuur altyd moeite hebben zoude om aan de groote menigte.de noodzaaklykheid van buüengewone belastingen te bewyzen,' En waf betreft den ftaat van oorlog en vrede; hoe zal toch ooit het Volk dezer Republiek , dat zoo' zeer door zyne gewone bezigheden word afge. floofd , die algemeene kunde erlangen , om over deze tedere onderwerpen by alle gelegenheden uitfpraak te doen ? My dunkt , al wie flechts eenig het oppervlakkigst denkbeeld heeft van den tegenwoordigen ftaat der volken , hunne onderlinge verbonden en diplomatique werking, zal oogenbliklyk zelfs het onmooglyke hier van bevroeden. Uit wat oogpunt ik het dan ook befchouwe; het volftrekt Democratifche is nimmer als een grondflag te leggen voor de Conftitutie van een Volk, wiens Staatsaangelegenheden van eenen zoo grooten omvang zyn, als die van onze Natie Andere misfehien minder cordate Patriotten verfchillen van myne meening , in een geheel ander uiterfte. Zy willen geen werklyk beftaan van het Volk, geene beftendige Grondvergaderingen, en in dezelve geene macht gelegd hebben om de Conftitutie te bewaken. Deze voorftanders der Arijlocratia Electiva hebben geen moeds genoeg om openlyk bun ftelfel te verdedigen, maar zich onder den naam der Repraefentatie fchuil houdende, vallen zy geftadig het werklyk beftaan des Volks aan, zy zyn' beducht voor gedurige gistingen, Zy vrezen den invloed der intriguanten, zy voorfpellen by een geftadig delibereerend Volk de verwaarlozing "van de byzondere zaken der individu's, waardoor natuurlyk de algemeene welvaard der Maatfchappy moet verhinderd, en armoede en ellende alom verfpreid worden. Ondertusfchen kan ik alle deze nadeelige gevolgen van bet aanwezen des Volks niet duidlyk genoeg inzien, om dezelven zoo breed uittemeten, en als zoo gevaarlyk ten toon te fpreiden. — Wanneer het Volk evenredig en in genoegzaam kleene deelen verdeeld is, en deze deelen wederom tot een  ( io3 ) geheel gebWht zyfi, dat door zyne goede inrichting zyne (tem duidlyk kan doen hooren, dan kan toch nimmer door eene wel uitgebrachte uitdrukkingvan eenen üppermachtigen wil wanorde en verwarring geboren worden. De uitwerking, die dit zal veroorzaken , kan nimmer anders zyn , dan eene flipte gehoorzaamheid en gewillige opvolging van dief) wil. Het korht er aizoo alleen op aan, om de deelen behoorlyk interichten, dezelven aan flipte wetten te onderwerpen, en hunne beftemming en den kring hunner werkzaamheden wel te omfchryven. En zou dit wel zoo veele onoverkomelyke zwarigheden opleveren? Zou het zoo veel moeite in hebben, om in de Volksvergaderingen, vooral, wanneer dezelve nog geene verkeerde (trekking gekregen hebben te doen begfypen, dat de orde het voornanmfte vereischte is van eene goede inrichting; dat die orde zonder de wet niet beftaan kan; en dat dus gehoorzaamheid aan de wet gehoorzaamheid aan de orde is? Indien myne waarnemingen my niet geheel en al bedriegen , zoude deze zaak zeer wel uittevoeren zyn ; en indien dezelve wel kon uitgevoerd wórden, zou eerbied voor de Vertegenwoordiging in de Volksvergaderingen fteeds aan de orde van den dag zyn, en er by gevolg niets van die gedurige gistingen en verwarringen te duchten wezen , welke men zoo éwart gewoon is aftefchilderen. Het is waar, intriguanten vermogen veel by het Volk. Zy , wicn de Natuur met eene welbefpraakte tong, maar met een Hecht hart bedeelde , hebben dikwerf eenen invloed op de menigte verkregen, welke voor de rust en orde de fctrèdelykfte gevolgen beeft ten wege gebracht. Doch indien men van dit verfchynfel eens wat naauwkeurigcr de.oorzaak opfporè , zal men vinden dat dezelve gezocht moet worden in zulke redenen , welke niet op de Volksvergaderingen in eene Repraefentative Democratie konnen toegepast worden. Gewoonlyk ziet men , dat éene menigte by toeval te zamen geraapt, aan geene wet gebonden, zonder oogmerk en beftemmmg handelende, aan alle de indrukfelen der lichtzinnigheid Zich gemaklyk overgeeft, om dat het gezond verftand en het braaf hart gewoon is zich van dezelve te verwyderen. Maar welk braaf man, die eenigszins belang (lelt "in de zaak zynes Vaderlands, zal zich van den burgerplicht onttrekken, om welïngeftelde Volksvergaderingen bytcwonen, ten einde aldaar eene goede richting aan den Volksgeest te geven , en den intriguant te befchamen ? Behalven dat eene Volksvergadering in eene Repraefentative Democratie niet uit eene onkundige menigte , maar uit eene vermenging van alle talenten en alle (landen , welke de Maatfchappy oplevert, beftaat; zy is zaamgefteld uit burgeren, die allen weien, dat zy aan de (liptfte wet gebonden zyn , en dat zy daar zyn vergaderd , om aan die nuttige oogmerken te voldoen, waartoe de Volksvergaderingen in eene Repraefentative Democratie zyn ingericht. Deze oogmerken nu geene anderen zynde, dan om of Vertegenwoordigers te kiezen , of om in de Vertegenwoordiging gebreken Voortekomen, en dezelven, aanwezig zynde, te herftellen; zo zal hier de intrigüant juist dien hoogen toon niet ftaan konnen, welken men hem gewoonlyk in tyden va» verwarring en by volkshoopen, zonder beftemming handelenfle, ziet aanheffen. En wie zal dan by eene zoodanige bepaling van de werkzaamheden der Volksvergaderingen vrezen , dat dezelve de verwaarlozing der byzondere zaken der ingezetenen zullen bewerken? Hoe weinig tyds zal er toch tot de keus der Vertegenwoordigers 'vereischt worden ! en dezelven eens verkozen zynde, hoe zelden zal het gebeuren dat het by een Volk, dat zich niet aan de misdaad van bedilzucht wil fchuldig maken , nodig zyn zal om het vertrouwen, dat men hen eens waardig keurde, te rug te nemen! Veel minder zal men by eene eens aangenomene Conftitutie in de Vertegenwoordiging geftadig gebreken ontdekken, en zo er al kleehe misbruiken mochten influipeii, zal het wetgevend Ligchaam zelve die dikwerf uit den weg ruimen, zonder dat men juist altyd hier toe. de medewerking des Volks behoeven zal. Maar, zal mén zeggen, en ik gevoele deze tegenwerping volkomen, hoe duidlyk de Theorie de be-. ftemniing der Volksvergaderingen ook aantöne, eh hoe zeer derzelver werkzaamheden ook door 'conftitutioneele wetten zullen bepaald worden , wat zal toch het Volk, dat, jaloersch op zyne Vryheid, fteeds zynen önmiddelyken invloed wil uitbreiden , en te gelyk in zich zeiven Oppermachtig is, verplichten tot opvolging dier wetten? Het is zoo; de vleitaal der Demagogen zoude wel eens op het Volk indrukfelen maken konnen, waardoor de Leden eener Volksvergadering den kring hunner werkzaamheden overfchrydende, een gezag zouden willen oefenen, dat met den aart eener Repraefentative Democratie niet overeenkomt. Dan fchoon dit ar in ëëne Volksvergadering plaats had, veel zoude er moeten gebeuren , eer de geheele Volksgeest zoodanig verbasterd was, dat men den aart der Conftitutie gantsch én al vergetende, dezelve in hare gronden zelve zou willen ondermynen; en is hier voor wel ooit te vrezen, ten zy de Regeeringsvorm geheel en al ontaarte, en' op het punt fta om van eene vertegenwoordigende tot eene volftrekte Volksregeering overtegasm? En indedaad het is niet te ontkennen , dat ontasrting en verbastering ook in eene Repraefentative Democratie vallen kan; maar wat is et in de Natuur, dat niet  C 104 ) niet onderworpen blyft aan de eeuwige wet van gedaante-verwisfeling? In de Phyfieke wereld is alles wat ontftaat, ééns in zyne volle kracht, maar ook éénmaal vertoont het de veege tekenen van vernietiging en dood. In de zedelyke wereld ontaart de deugd zelve in ondeugd, en de Godsdienst, die alleen tot troost der Iydende menschheid gegeyen was, werd dikwerf eene dweepery, welke niet dan domheid, onkunde, en bygeloof voordplantte. — Hoe zal men het dan van eene Staatsinrichting , waarin zoo veele hartstochten werken, zoo veele belangen wroeten, dat een werktuig is, het welk uit zoo veele duizcnde raderen word zaamgefteld, verwachten konnen, dat deze alleen tot eene uitzondering in de geheele Natuur zoude verftrekken, en nimmer onderhevig worden aan verbastering en ontaarting? Dit zoude een buitenfporige wensch zyn , en eene begeerte aanduiden naar het volmaakte, dat toch altyd alle menschlyke inftellingen ontwyken zal. Neen, eene vertegenwoordigende Volksregeering kan ook ontaarten , zoo dra de Volksvergaderingen inbreuk maken op de macht, die zy aan het wetgevend Ligchaam of aan de uitvoerende Macht hebben overgedragen , zoo dra zy aan de Vertegenwoordiging fmnnen byzonderen wil, dien zy eens aan den algemeenen wil, waarvan de wetgeving het organe is, afgeftaan hebben, willen opdringen, zoo dra zy door eene onbetaamlyke bedilzucht de vertegenwoordigende Ligchamen by eiken ftap mistrouwen, en een misnoegen tonen, welk natuurlyk den eerlyken Vertegenwoordiger moedloos moet maken, en zyne veerkracht moet uitputten. Dan is het tydftip geboren, liet welk, word het niet gelukkig afgewend, eene vertegenwoordigende tot eene volftrekte Volksngeeïing zal doen overgaan, en het welk te gelyk alle die rampen zal doen geboren worden, die er by eene gedurig delibereerénde, gistende, zich zelf 'verwarrende en niets uitvoerende Natie natuurlyk ontftaan moeten. Dan, indien eene Repraefentative Democratie goed Ss ingericht en er op deszelfs grond eene Conftitutie gevestigd is, welke het geluk en den weh'aard der ingezetenen bevordert, is deze foort van ontaarting weinig te vrezen. Het ligt niet in de ontwikkeling der dingen, dat eene Maatfchappy, alwaar de welvaard en bloei huisvest, zich zelve zoude verfcheuren en aan verwarringen moedwillig overgeven. — Veel meer is het te duchten, en de Gefchiedenisfen der Volken zetten maar al te veel gewichts aan die vrees by, dat eene zoodanige Maatfchappy by eenen duurzamen welvaard inflape, dat het Volk aldaar onverjfchillig worde aan de zaak des Vaderlands, en dit gebeurende, zal er In eene Repraefenóitive Democratie eene andere ontaarting plaats grypen ," zy zal hare veerkracht verliezen, en de Volksvergaderingen, |n alle de daden van het Beftuur berustende, zullen hare werkzaamheden alleen bepalen tot de verkiezing hunner Vertegenwoordigers. En zoo zal de Democratie by VertegenwoorJiging in eene Ariftocratie by Verkiezing verbasteren. Wie nu den cirkel kent, waar in alle Staten rondlopen, zal in deze eerfte ontaarting alle de doodstrekken der Vryheid ontwaren, hy zal weten dat de Ariftocratie by verkiezing zeer gemaklyk en vaardig tot de zuivere, de zuivere Ariftocratie tot het Royalismus overflaat, en van het Royalismus tot het Despotismus is eene grensfeheiding , welke misfehien nimmer heeft konnen afgeperkt worden. Dan, fchoon alles in de Natuur binnen den kring der wording en der vernietiging rondlope, zo kan echter de menschlyke konst veel doen om den omtrek van dezen kring uittebrciden. Een wel ingericht Staatsgebouw zal zoo ras niet in duigen vallen, als dat welks grondpilaren waggelen. En betere grondpilaren om een ftevig Staatsgebouw te vestigen , heeft de konst nog niet opgeleverd, dan die van eene vertegenwoordigende Volksregeeriag. Burgers van Nederland! bevlytigt 11 allen om op dezelven uwe Conftitutie te helpen oprichten, en gy zult den Tempel des geluks, zoo fchoon en duurzaam als dezelve in dezen ftaat van het menschdom zyn kan , zien tyzen uit de lage moerasfen van fiato's erf, opgevuld met de puinhopen van Despotismus, Ariftocratie, en Foedera'ismus , welke daaronder eeuwig bedolven, hun verachtlyk graf moeten vinden! Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht , by Wilt en Altheer, en «le Wed. 1. ter Veen en Zoon; 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn ; Leyden , Honkoop en Herding; Amjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis en van den Dries; { Atkm»ar, Molkman, cn verder in de overige Pro vintiën, a drie het heele, en twee Huivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. I 4. Donderdag den 15 September 1796. Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandyastig man, Voelt doer het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn yasten geest gefchokt. HORATIUS. Na dat wy in N°. ir. onze algemeene denkbeelden ever de Inrichting der wetgevende Macht in de Ba* taoffche Republiek hadden medegedeeld , bepaalden wy onze gedachten by de uitvoerende Macht , ten einde aan onze destyds gedane belofte zoo dra mooslyk te voldoen. Gewoon onze denkbeelden onderling wel te wryven, uit overtuiging, dat dit het meest gefchikt middel is, om er al die fcherpheid , helderheid , en uitgebreidheid aantegeven waar voor zy vatbaar zyn, hielden wy ons nog onledig met een omzichtig onderzoek , hoedanig in onze aanflaande Republikeinfche Conftitutie de uitvoerende Macht zoude behoren te worden ingericht, welke dekring van derzelver werkzaamheden zou mosten zyn , en welke de invloeden zouden dienen te wezen van de wetgevende op de uitvoerende , en van de uitvoerende op de wetgevende Macht; wanneer ons van eene ons bekende hand werd toegezonden de Verhandeling , welke wy thands over dit gewichtig onderwerp onzen lezeren mededeelen. Immers, fchoon deze Verhandeling naar ons gevoelen het onderwerp niet uitputte, ja zelfs op verre na niet als een volledig ftuk konde worden aangemerkt, en hoe zeer wy er voor moe¬ ten uitkomen, dat wy in het hoofd-principe en in veele daaruit afgeleide redeneeringen het met den geachten Schryver gantsch niet eens zyn, hebben Wy echter geen oogenblik geaarzeld , om 'smans letterarbeid gaaf te plaatfen , ten einde aan de eenen kant een openbaar bewys tc geven van onze zuivere onpartydigheid, en aan de andere zyde der Natie gelegenheid te verfchaflen, om verfchiilende ftelfels over dit aangelegen onderwerp te leeren kennen, en na derzelver grondige beoordeeling het beste voor zich zelf daaruit te kiezen. Ten dien einde zullen wy by de eerstvolgende gelegenheid onze gedachten over de uitvoerende Macht in de Bataaffche Republiek, by wyze van pendant, insgelyks mededeelen; eene methode waaraan wy de voorkeus gegeven hebben boven het plaatfen van gedurige noten of apoftillen onder den tekst van dit ftuk, deels wyl dezen de aandacht telkens afbreken, en daarom veeltyds zelfs niet gelezen worden, deels ook, om dat wy onze gevoelens langs dien weg meer tot een geheel zullen konnen brengen. De lezer overwege dan dit gefchryf, en fchorsfe zyn oordeel, tot hy in ftaat zal zyn er het onze mede te vergelyken. C IETS  C 106 ) IETS over de INRICHTING der UITVOERENDE MACHT, in de BATAAFSCHE REPUBLIEK, T)e uitvoerende Macht beftaat by de Franfche Conftitutie uit \yf leden, door wier handen alles moet gaan , wat ter kennisfe der Natie moet gebracht worden. Zulk eene concentratie is volftrekt nodig voor een land , welks uitgeftrekt- en volkrykheid geene Democraiifche inrichting toelaat Zy komt het naast overeen met die inrichiing, welke de Franfche Natie eeuwen lang gewoon was, en veroetert alleen het geen in de voorige inrichting of van zynen oorfprong verbasterd was, of wat dezelve fchadelyk en gevaarlyk* had doen worden. Een bewind , uit zoo weinig leden beflaande, door wier handen alles moet gaan, op wier naam alles moet gefchieden , en alle bevelen gegeven worden : dat de buitenlandfche belangen en betrekkingen tot andere Mogendheden moet beftuuren, de legers en vlooten moet organizeeren en orders geven, de inwendige rust handhaven; zulk een geconcentreerd bewind is met geene mooglykheid in ftaat , om in alle deze refpeÉten alles zelve intezien en te behandelen , maar moet zich van de oogen en handen van anderen bedienen, zoo wel in het particulier opzicht, als in de byzondere adminiftratien zelve. Het Franfche Directoire txetutif ftelt om die reden Ministers en Agenten aan, als mede de Ontvangers en Adminiftrateuis der generale lasten, middelen en inkomften. Dit alles is-volftrekt noodzaaklyk, in zulk een uitgeftrekten ftaat, by eene Staatsinrichting, die, wil menzeniet Baar de vorm van het foederative doen neigen,alle energie in het centrum moet verzamelen , om met kracht en fnelheid in zulk een uitgebreiden kring te konnen werken. Of dit echter het geval is, en van de hoogfte nuttigheid en de volftrcktfte noodzaaklykheid voor de eenheid en onverdeeldheid der opperde Macht, in ons Gemeenebest , dat \\ gedeelten kleener is, dan de Franfche Kepubliek? is eene vraag die ons te onderzoeken daat. Behalven de bekende redenen, waarom een kleaner Staat meer gefchikt is voor eene Democratifche inrichting, dan een groote, zo is het ook niet te ontkennen, dat , zullen de middelen aan het bedoelde einde volkomen beandwoorden, ér de uifftekendde kunde en bekwaamheden vereisclu worden , in die weinige mannen , die by zulk ' eene Staatsinrichting in alle de Siaatsbehoeften moeten voorzien, en alles, als door éénen wenk, in beweging moeten brengen en doen werken. Zonder dat het verftand en doorzicht, zoo wel als de macht, der Millioenen, wier wil zy uitvoeren, zich in hun concentreert, konnen zy niet behoorlyk aan bet bedoeld einde beandwoorden. Zyn nu zulke grooto uitmuntende mannen, als daar toe vereischt worden , zoo zeldzaam , — gelykze in de daad zyn , — dat er onder vyfëtitwintig millioenen menfchen maar vyf der zulken konnen yooronderfteld of gevonden worden; dan zal er in evenredigheid daar van onder twee millioenen menfchen naauwlyks één te vinden zyn, dien men tot zulk een groot werk de nodige bekwaamheden kan toefchryven. In eene Republikeinfche Regeering, welke het naaste grenst aan de oorfpronglyke Vryheid en Gelykheid der menfchen, moet vooral niets meer aan de ingeftelde Machten worden afgeftaan of overgedragen, dan volftrekt nodig is, om de belangen van  C io7 ) van den Staat, het welzyn van *t geheel, den vereenigden wil der Natie, uitteoefenen en te be. hartigen. In eene zeer kleene Republiek,waar de gantfche Natie ieder oogenblik byeen konde geroepen worden en opkomen, om over de gemcene belangen te raadplegen en te befluiten, daar zou het met de Vryheid en Gelykheid het naast overeenkomen, dat het ligchaam des geheelen volks zelve de wetgevende Macht uitmaakte. Overeenkomltig dien wil en het befluit der meerderheid zou als dan deze Natie tot de uitvoering van hare genomene befluiten , dezen of geenen uit haar midden gelasten, welken zy tot elke byzondere zaak het best gefchikt oordeelde. Doch wanneer zy verfhndig en niet reukloos wilde handelen, zou zy aan den uitvéerer van haren wil niet tevens de befchikkii g overlaten van zoodanige zaken, die hy zelve niet konde uitvoeren , maar waar toe hy anderen ter hulpe moest roepen, of onder zich aanftcllen, om op zyn wenk en bevel in alle dc onderfcheidene dee'en der adminiftratie te voorzien. — Of, gcfehiedde dc overdracht op deze wyze , dan zou men zulk eene Regeeringsvorm Monarchaal , en geenszins Democratisch Republikeinsch, moeten heeten. Het geen nu in eene kleene of zuiver Democratifche Republiek gefcliied, of kan gefchieden, door het Volk hoofd voor hoofd, dat gefchied ook in eene grootere, by vertegenwoordiging. Het Repraefentatif wetgevend L'gcbaam is hier hetzelfde, wat daar het geheele Volk is. Men ftelt veeltyds het onderfcheid tusfehen eene Republikeinfche en Monarchale Regeering alleen daar in te beftaan ; dat de eene is eene regeering van userten en de andere van éénen. — En hier van daan komt het, dat men zomtyds even die zelfde verwarring en tegenflrydfgheden, die op eene volkomene disfolutie uitliepen , heeft' zien ontdaan, O wanneer volken ; die eene Monarchale inrichting hadden, hun opperhoofd verwierpen, en eene Regeering van veelen aannamen, zonder hunne Conftitutie en Grondwetten te veranderen; als, wan. neer men in eene Republikeinfche inrichting één perfoon tot Hoofd of Koning verhief, of door ufurpatie zich zag opwerpen, zonder de Grondwetten ,of Bepalingen daar naar te veranderen. De Conftitutie, Grondwetten, en Regeeringsvorm , flaan als dan in betrekking tot elkander, even als het beeld dat nebucadnezar in zynen droom zag: — een hoofd van goud , op voeten van yzer, vermengd met modderige leem! even zoo min vast- en zekerheid , als verband en zamenhang. De geheele Conftitutie moet niet alleen veranderd worden, zoo dra de Regeering eene andere vorm aanneemt; maar gelyk onderfcheid moet ook plaats hebben, zoo wel tusfehen Monarchie en Monarchie, als tusfehen Republiek en Republiek, naarmate der meerdere of mindere uitgeftrektheid des Iands en van derzelver volksmenigte, ligging, geaartheid en induftrie. Het welzyn des Volks moet de hoogfte wet, de eerfte regel zyn, ook in de Staatsinrichting zelve. Alles wat dienvolgends goed, HUttig of noodzaaklyk is in de eene Republiek, is bet niet in de andere. De naam zelve doet hier niets uit, zoo min ten aanzien van het geheel, als van de byzondere deelen. Met toepasfing op ons tegenwoordig onderwerp, kan men dus ook in den naam alleen geen vasten regel vinden, zoo min voor de Conftructte, als voor de meerdere of mindere authoriteit der uitvoerende Macht. In eene Monarchie, waarde uitvoerende Macht in één perfoon, in den Koning, berust, al is dezelve op eene Conftitutie , en niet bloot op ufurpatic, gevestigd, komt de wetgevende Macht maar zeer zelden in aanmerking: en de Monarch en zyne Ministers en Agenten zyn veeltyds, met behoud der vorm van Conftitutie, in ftaat, om, door de 2, wit?  ( xo8 ) uitvoering, in effecte tevens de Wetgevers te worden. Uit hoofde dat de meeste Regeeringsvormen gemengden zyn, heeft menze onderfcheidene verdeelingcn en namen gegeven. Zommigen hebbenze verdeeld in Despotieke , Monarchale, Ariltocratifche, en Democratifche. Anderen in Monarchale, Republikeinfche, en Gemengde. Doch, daar zoo wel de eene als de andere fteeds meer of min vermengd, en zy byna nimmer geheel zuiver zyn; zo behooren dezelve veeleer alle tot de Monarchiën , of Republieken , dat is Democratiën ; cn het zy menze bepaalde of gemengde noeme, het zyn modificatien van eene van die beiden; en zy moeten het zyn , naarmate van derzelver onderfcheidene betrekkingen en volkrykheid. Daar de uitvoerende Macht geen Repratfentant (in den eigentlyken zin) maar de Gelastigde der Natie is, en de uitvoering derhalven alleen adminiftratif, welke vooronderftelt eene afhangljkheid van den lastgever ; zo kan het eren min wysheid of voorzichtigheid heeten in den wetgever, alle de onderfcheidene deelen der adminiftratie — in eenen ftaat die niet te groot of volkryk is, om voor eene Repraefentative Democratie vatbaar te zyn , aan weinige individus, als die aan één enkel perfoon, in wien men niet te gelyk alle de vereischte kundigheden vooronderftellen kan , toe te betrouwen óf over te dragen. . Zal dus of de wetgever niet te gelyk uitvoerer, of adminiftrateur worden , of de executhe .Macht niet onnodigerwyze te zeer de vorm van het Monarchismtis békomen;(dat is, dat zy onder zich, eigener authoriteit, onder-Adminiftrateurs, Ministers, Agenten en Bedienden, die van hare bevelen en wenken afhangen, aanftelle, en daardoor alle gelegenheid hebbe, om zich boren en tegen den wil der Natie, en den wetgever te verheffen,) zo is het nodig, dat de uitvoerende Macht, in eene meer Demo¬ cratifche Republiek, niet uit weinigen, maar uTt veelen befia. Deze (telling, die in den eerften opllag wanluidend fchynt, vereischt eene nadere opheldering en ontwikkeling. Men moet . dit niet derwyze ver(taan, als of men, om zeker te zyn tegen dc bekrompenheid der inzichten, of eene te lichte nei7 ging tot overfchryding van macht by weinige perfonen, derzelver getal onnodigerwyze moest vermenigvuldigen, en den Staat op hoogere kosten jagen; maar alleen in dien zin, dat de Natie.zelve in alle die; deelen der adminiftratie moet voorzien, door de onmiddelyke aanftelling der bewindvoerers, welke anders, in uitgebreider Staten, door het hoofd der uitvoering, onder zich, onmiddelyk worden benoemd en aangefteld. Indien men door uitvoerende Macht alleen verftond, de behandeling der Nationale belangen .in betrekking tot buitenlandfche Mogendheden, waaromtrent menigmaal voor een tyd de ftriktfte geheimhouding word vereischt ; dan was er geen twyfel aan, of men deze algemeene adminiftratie, niet maar aan zeei- weinige perfonen moest toebetrouwen ; doch wanneer men tegelyk daar onder, gelyk by de Franfche Conftitutie, ook begrypt alles wat tot het in (tand brengen en houden van'sLands Legers en Vlooten, de direétie der Coloniën, het beftuur der geldmiddelen, de heffing der lasten, rechten, excynfen, het doen publiceeren der wetten en decreeten der wetgevende Vergadering, enz. betrekt dan is het uitgemaakt, dat de Natie, of de wetgevende Macht, die haar vertegenwoordigt, meer gefchikt is, om in deze onderfcheidene adminiftratiën door de aanftelling der opzichters te voorzien, ten einde daar door tegelyk eene overrompeling of collufie van machten voortekomen. Zullen de wetgevende en uitvoerende Machten van elkander nfgefcheiden, en confiitutioneel elk op zich zeiven beftaan,dan behoort het eene Ligchaam zoo  C i°9 ) zoowel, als het ander, in elk individueel Lid, aan de Natie zelve, en niet in het eene een aantal individu's aan eenige weinigen, verandwoordlyk te zyn. In de plaats dat wy dus, even gelyk de Franfchen, eene uitvoerende macht zouden behoren daar te Hellen , uit maar vyf of nog minder Leden beftaande, en aan dezen de faculteit laten, om Mi. nisters en Agenten, mitsgaders generale Ontvangers en Adminiftrateurs over en in de onderfeheide departementen , onder zich aan en af te Rellen; zo is het veel meer met den aart onzer, voor het Democratifche beter gefchikte Republiek, overeenkomftig, dat en het Ligchaam der uitvoerende macht uit meer Leden befta, die zeiven, in plaats der Ministers en Agenten, in alle de deelen der Adminiftratie voorzien; en dat de wetgevende Macht niet zoo veel aan de uitvoerende demandeere, als by de Franfche conftitutie, ter te gemoetkoming aan de volksgewoonte en inrichting , gefehied is. Zommige heimlyke, of fynere voorftanders der Ariftocratie willen ons diets maken, dat men zich niet te zeer kan wachten voor de al te uitgebreide macht van een wetgevend Ligchaam, en dat men daarom meer gezags aan het executive moet overlaten, en dit meer onafhanglyk van dezelve maken. Steeds gewoon den onbedaebtzamen met het zand van oude voorbeelden en autboriteiten in de oogen te werpen, willen zy ons overtuigen of af., fchrikken door misbruiken en verwarringen, uit het al te groot gezag van wetgevende Vergaderingen, by zommige aêloude volken ontftaan; zonder dat zy in aanmerking nemen, dat, of aan alle vroegere wetgevende Machten eene bepaalde Conftitutie, of eene conftitutie op het Natuurrecht gegrond, ontbrak; en dat bovendien tegen één voorbeeld' dat de wetgevende Macht de uitvoerende heeft verlamd of krachtloos gemaakt, er ten ndnfte tien aan te wyzen zyn, dat de uitvoerende de wetgevende heeft overrompeld, of tot eene^bloot figureerende, machine heeft verlaagd. Wy behoeven niet verre naar fprekende voorbeelden hier van te zoeken. Alle onze Staatsrevolutie'n zyn gevolgen geweest van de overfchrydingen der uitvoerende, en geen eene van die der wetgevende Macht. Kar el en philifs de II. hadden reeds alle de macht der Staten , welke onder de vroegere Graven, en oorfpronglyk, het volk als de wetgevende macht alhoewel zeer bepaald., vertegenwoordigden, geheel tot niet gemaakt. En wanneer men de macht der Staten van de byzondere Provinciën, en in zekeren zin die van de Staten Generaal, als de wetgevende Macht befenouwt, in tegenoverftelling van het Stadhouderfchap, waarin benevens den Raad van Staten, de uitvoering berustte; wie zal dan konnen beweeren , of het moest een flaafsch aanbidder van Oranje zyn! — dat, zelfs alle de zoogenaamde Souverainen of Wetgevers der onderfebeiden gewesten te zamen, het vermogen der uitvoerende Macht binnen zynejnistebornes, hebben konnen, durven, of willen bepalen? Was niet de macht om zoo veele gunsten, ambten, posten, en bedieningen te konnen uitdeden, alleen genoeg, om de uitvoerende macht zoo veel aanhangs te bezorgen, en de wetgevende in alle gevallen tot zwygen te l-rergen ? Men hcrinnere zich, flecbts het gebeurde onder maukjts, wille m, den Uf en 111, in bet geweldig gevangen ntmen der Leden yan het wetgevend Ligchaam, en in het voorfchryven van Wetten en Regeerings. Reglementen aan de figureerendc Souverainen; om nog niet eens te fpreken van de gewelddadige oyerrom-, peling der Wetgevers, door vreemd krygsgeweld, in willem den V! Het is waar, dat het gebrek aan eene behoorlyke conftitutie , de onéénparigheid der gewesten, oorfpronglyk uit onze lamme foede-, rative inrichting ol Provinciale zamenbinding, de verfchiilende belangen, uit onderfcheidene rangen, Os  ( "O ) ét! darden voordvloeijende, en door dezer particu)vre bedoelingen vermenigvuldigd en gekoesterd, < -e! tot alle die verwarringen en overheerfcbingen hebben toegebracht ; doch dit leert ons tevens ook de voorzichtigheid, om, by de vernietiging van het foederalismus, en in de daardelling eener betere conditutie op de éénheid gegrond, niet minder te waken tegen het vertrouwen van al te veel machts in de handen van eenige weinige perfonen. - Het was met alleen Oranje en zyn aanhang,welke altyd getracht hebben om , onder het voorwendfel om meer fpoeds aan de befluiten te geven,meer onbepaalden last aan de gedeputeerden der Gewesten in de Staten Generaal te bezorgen; maar ook in Stadhouderloze tyden zag men enkele , weinige, perfonen, boven hunnen last of qualiteit, zich van het gantfche bewind-meesters maken, en beurtlings de Natie doen verlangen naar het eene kwaad, om het ander op te wegen of te vernietigen. Onze Natie is dus even zeer door proeven en ondervinding vóórbereid en vooringenomen tegen eene Monarchale, Dictatoriale of Stadhouderlyke, en Aridocratifcfie uitvoerende Macht; als tegen eene krachtloze, onzekere, foederative wetgevende. Indien het argument doorging , welk wy nu en dan hebben hooren aanvoeren: dat naamlyk, om de verandwoordlykheid der Leden van 't bewind niet tot eene bloote harsfenfehim te maken, men hetzelve flechts -aan weinige perfonen moest toebetrouwen; dan zou men, zoo voordgaande , ook eindélyk moeten befluiten tot het Monarchismus : doch de ondervinding heeft geleerd , hoe veele rampen en onheilen, hoe veele ongerechtigheid en gruwelen eerst moeten uitgewoed hebben, eer men de verandwoordlykheid van één enkel, of eenige weinige perfonen, met zoo veele beguridigden omringd, effect kan doen forteeren. Om rfu niet te zeggen, dat niet de lichtere verandwoordlykheid" of drafbaarheid maar integendeel de voorkoming en verhindering van ftrafwaardige overfchrydingen van macht of andere misdaden, het doel der Staatsinrichting moet zyn. Daar dan, gelyk boven gezegd is, de uitvoerende macht alleen adminiftratif moet zyn, behoort — voor het leergeld, dat onze Natie reeds twee ecuwen lang betaald heeft ; al ware het dat de meer verlichte daatkunde, de gezonde rede, en de gedeldheid en betrekkingen van ons Vaderland en bevolkirg, zulks niet uit éénen mond leerden de uitvoerende Macht, by onze nieuwe Conditutie, zich niet maar te bepalen tot heihoofd, of eenige weinige hoofden, van alle de byzondere adminidratiën, welke, onder zich, zoo veele byzondere adminidrateurs, die aan haar verandwoordlyk waren, zouden konnen aandellen of afzetten als zy goedvonden, of de Conditutie bepaalde; maar de Natie zelve behoort even zoo wel de Leden dezer onderfcheiden adminidratiën, als die der wetgevende Macht, onmiddelyk aan teftellen, en aan het Ligchaam dat haar vertegenwoordigt, of bare rechten en wetten handhaaft, verandwoordlyk te ftellen. De uitvoerende Macht meet dienvolgends uit zoo veele Leden beftaan, dat zy door zich zelve alle de deelen der adminiftratie, in zoo verre die de gantfche Republiek betreffen, kan bezetten en nagaan; terwyl alle die deelen en functiën nogthands in haar ééne Ligchaam moeten concenteeren, en te zamen een geheel uitmaken. Behalven drie of vyf Leden uit htm midden, welke belast konnen worden met de correfpondentie met buitenlandfche Mogendheden en derzelver Ministers, het onderhouden der Tractaten, enz., konnen anderen gecommitteerd worden tot de directie van het Zeewezen, anderen met de defenfle te Lande, anderen met heti generaal beduur der Coloniën, terw yl zy gezamenlyk, in zoo verre deze byzondere objecten relatie tot elkander hebben, daar over in één Ligchaam kon-  ( III ) ■ konnen befluiten, en tot de meer fpeciale werkzaamheden, locale Directeuren, Secretarisfen, Commifeo, Klerken enz. konnen aanftcllen; over welken in elk refpect een der Commisfarisfen als Praefident van dat byzonder departement, bet gezag als Chef of Minister over het ondergefchikt Bureau of Compioir , zoude konnen voeren , en alle acten tekenen. Deze Adminiftrnteurs, als deelen der uitvoerende Macht, dooi' de N it:e zelve, even als de leden van het wetgevend Ligchaam, verkozen. Zouden veel meer in den fmaak des Volks vallen, meer over. equkomftig zyn met eene Democratifche Republiek, en minder voor het algemeen wantrouwen en den afkee-r onzer Natie blootflaan , dan Ministers, welke, met een veranderden naam, niet anders zouden befchouwd worden, dan gelyk voorheen de Stadhouders of derzelver Luitenants, welke beiden zich even zeer aan het Vaderland hebben verdiend gemaakt. De voortreflyke rabaut de st, etienne zegt in zyne Gefchiedenis der Franfche Revolutie: „ Het is mooglyk , dat zelfs een Despoot zom„ wylen op de cedachte kan komen , om zyn Volle ,;■ gelukkig, en zyn Ryk bloeiende te maken , wyl „ hy beiden als het erfdeel zyner familie befchotiwt; „ maar de Ministers denken natuu-rlykerwyze al- leen aan hun eigen belang en aanzien. De in,, voering van de macht der Ministers in Frankryk „ tekent eene der gewichtigfle tydpunten van het ,, Despotismus; en hoe onbepaalder de macht der ,, Ministers was, in des te dieper flaverny lag het „ Volk. Van de Ministers kwamen de buiten„ gewone Cümm's'ien , welke alleen om hunne „ perfoneele wraak te voldoen, benoemd werden. „ Van hun kwamen de bevelen tot arrest, hét wil„ lekeurig gevangennemen der burgers, de buiten„ gewone belastingen, het verkopen der ambten 9, en bedieningen, welke niet alleen tot vulling der „ koringlyke fchatkist, maar ook tot vermeerde„ ring hunner eigen rykdommen, en ter beloning ,, hunner aanhangelingen dienden." Zy die nog geheebt blyven aan de zoogenaamde oude Conftitutie, en het rampfpoedigFoederalismus, en in de plaats van eene Conftitutie op de éénheid gebouwd, ons dc Noord-Amerikaanfche in de band zouden willen fpelen , brengen niet zelden het voorbeeld van Washington by, om tot model van eene geconcentreerde uitvoerende macht te dienen; doch, behalven dat zulk eene machine, bet zy dan onder den naam van Praefiuent, of Stadhouder, Dictator, of Protector, een volftrekt vereischte is-, oin een foederalistifchen Staat in werking te houden, of zyne kracht en vastheid te geven" — even als het flnitftuk in een vcrwelftoog of boog, by de bouwkundigen bekend, waarop alles moet drukken en rusten , om kracht of zwaarte te konnen weèrftaan, — zo is het er boven dien zeer verre van af, om dezen, in den eigenlyken zin, de uitvoerende dat is , de adminillrative Macht te konnen heeten , daar hy even zoo zeer het hoofd der wetgevende , als der uitvoerende Macht zou konnen genoemd worden , zonder nogthands een van beiden, afgefcheiden van de andere, te zyn. Verfcheidene deelen der uitvoerende Macht of adminiftratie zyn zoo wel in den Noord-Amerikaan* fchen wetgevenden Senaat vereenigd, als zommige deelen der wetgevende in den Praefident. De Praefident kan de decreeten der wetgevende Macht, aan hem ter uitvoering gezonden, te rug zenden, cn ter nadere overweging aanbevelen. Ingeval van Verfchi! tusfehen de twee Kamers der wetgeving, kan de Praefident bepalen, voor hoe langen tyd het Congres zal gefcheiden blyven,- ; Even min" directe afzondering der Macbtemhseft daar plaats in den Senaat. Deze is even zob-wxl wetgevende als uitvoerende. Dezelve kan, buiten het  het Congres, wetten maken op den Koophandel, en de Zeevaart. Zy kan Verbonden aangaan met buitenlandfche Mogendheden , in vereeniging met den Praefident. De Senaat kan zich ook tevens formeeren tot een politiek Gerechtshof, ter beoordeeling van misdryven , door leden van 't Beftuur in hunnen post begaan, en zy heeft te gelyk met den Praefident de macht, om de publieke ambtenaren aanteflellen. De uitvoerende Macht is dus by de Amerikaanfche Conftitutie niet van de wetgevende afgefcheiden. De Praefident bezitze niet geheel, maar de Senaat, die eigenlyk een wetgevend Ligchaam is, oefent er verfcheidene deelen van uit, terwyl tevens de Praefident in ftaat is, om in zommige gevallen de wetgeving palen te ftellen. Men kan derhalven met grond zeggen, dat de Noord-Amerikaanfche Conftitutie, zoo wel de laatfte als de eerfte, eene gemengde navolging is van de Unie van Utrecht, en der Engelfche Staatsinrichting, en , verre van een gefchikt model tot de beste Conftitutie voor onzen Staat te zyn, in tegendeel veel eer de gebreken aan de hand geeft, voor welken wy ons behooren te wachten. * De onderfcheiden gefteldheid der Noord - Amerikaanfche Staten, welke nog in hunne opkomst, en voor zoo veele uitbreidingen vatbaar zyn , pleiten 'mooglyk het meest van alle de bekende Staten voor het foederalismus, en zyn misfehien het best ti'j ,: gefchikt voor gedurige verbetering zoo wel als verandering van omftandigheden. Dit is het, wat ik in 't begin dezer Verhandeling gezegd heb. Men kan van de inrichting of Conftitutie van den eenen Staat tot de noodzaak-; lykheid voor eenen anderen geen gevolg trekken. Door blinde navolging van het geheel, of van eenig byzonder deel, buiten betrekking tot alle de overige byzonderheden , loopt men gevaar, om een rammelend geheel, een tafereel zonder éénheid zamen te ftellen. In eenen Staat , die gefchikt is voor de Repraefentative Democratie, kan de grootfle eenvouwigheid in de Conftitutie worden in acht genomen; eene confoederatie daarentegen word uit haren aart zelve meer gecompliceerd, ja zelfs de onderfcheiding van Machten verward en vermengd, om dat niet de éénheid, maar de veelheid en verfcheidenheid van Machten de bafis is, en dus de Conftitutie meer het refultat word eener capitulatie tusfehen onderfcheidene Machten , rangen, ftanden , en beginfels van corporatien, dan het noodwendig gevolg uitéén beginfel, de gelyke rechten van individus. Dit zal nog duidlyker worden , wanneer men zich inlaat in eene befchouwing der adminiftreerende Departementeele en Municipale Ligchamen, waaromtrent ik myne aanmerkingen den Democraten by eene nadere gelegenheid, indien zy goedvinden dezen te plaatfen, zal toezenden. N. N. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en "de Wed. I. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herdtng; Amfterdsm, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Jikmaar, Molkman, en verder in de overige Provintiën, a drie het heele, en twee ftmvers het halve blad..  DE DEMOCRATEN. N°. 1^. Donderdag den 22 September 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, jlandvastig man, Voelt door. het dreigend oog van een-'vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchekt. HORATIUS. DE W AARE PATRIOT. EENE FA BEL. &rastus had van de Natuur alle die gaven ont. vangen, die, wel aangelegd zynde, iemand tot een beminlyk mensch en groot man konnen maken; hy had zeer veel oordeel, een vlug vernuft, en een flerk geheugen; hy bezat een-vast charak'ter ,en was onwrikbaar in zyne eens genomene cn weldoordachte beduiten, zonder echter koppig te zyn; hy had veel moed, zonder ooit de gevaaren te zoeken J of iemand te beledigen ; - wanneer de omftandigheden het vereischten, wist hy eene ongemaakte deftigheid aantenemen, zonder den minften zweem van trotsheid tc vertoonen, en in den gewoonen omgang was by tegen een ieder vriendlyk, zonder ooit tot den vleienden of laagen toon te daalen. — Hy werd opgevoed door twee Ooms, die hem na den dood zynes Vaders tot zich genomen hadden ; — deze waren braave lieden , en beminden elkander oprecht , ook zouden zy in de grootfte iarmoqië hebben geleefd, indien zy by ongeluk niet in politieke gevoelens verfchild hadden; maar daar dc één een zwaar Prinsman was, en de ander niet Hinder de begrippen was toegedaan van die party, ivelkc men toen de Loevefteinfche factie noemde, ïo gaf dit aanleiding tot gedurige verfchillen. Het was omtrent den jare 1781, toen erastus by zyne Ooms kwam inwoonen, en daar de gebeurtenisfen van dien tyd telkens aan hun gelegenheid verfchaften tot nieuwe twisten , moest hy veele onaangename uuren doorbrengen; beiden waren zy aan hunne gevoelens verkleefd, zoo als de meeste menfchen aan hunne religie, dat is, by toeval en zonder er ooit bedaard over gedacht te hebben, beiden waren zy driftig en onkundig, en dus liepen hunnen difputen zeer hoog, zonder dat zy elkander immer overtuigden; erastus zag met leedwezen de werking dier onberedeneerde driften, doch daaf hy voor beiden liefde cn hoogachting gevoelde, wilde hy zich nimmer in hunne verfchillen mengen; hy was ook veel te zedig om uitfpraak te willen doen in eene zaak van dat aanbelang, zonder dezelve genoegzaam overdacht tc hebben ; maar daar hy Stfh den anderen kant te veel verftand had, om aan den leidband der vooroordeelen te loopen, of op enkel gezag iets blindlings te willen gelooven, en hy tevens de verplichting, van ieder burger voelde , om een verfchil van dat gewicht, waarvan het heil van 't Vaderland afhing, ryplyk te onderzoeken, en dan in gemoede party te kiezen, begaf hy zich tot het lezen en onderzoeken der Vaderlandfche Historie, 't geen dat natuurlyk gep volg  ,( 114 ) volg had, dat het by alle onzydige en verflandige menfch.en hebben moet, napmlyk dat hy, na alles wel gewikt en gewogen te hebben /zich by de patriotfche ' party voegde;. naauwlyks had hy dit uit overtuiging gedaan, of hy begreep dat hy in de toen zweevende gefchillen geen ledig aanfehouwer kónde blyven, of het by bloote bezegelingen laten ; — het was toen in dat tydsgewricht, waar in ieder burger tot den Wapenhandel werd aangemoedigd •, — bezcf van plicht overtuigde erastus welhaast dat hy zich in ftaat moeit ftellen om zyn Vaderland en de Vryheid tegen alle aanvallen te verdedigen, en hy werd Lid van een Vrycorps; — hier was hy^erfimid tot een nuttig voorbeeld aan zyne medemikkers; . altyd nuchter en bekwaam, w%s hy exaeVop den dierst, en bevlytigdc zich in zyne ledige uuren.om eenige kennis van de Tactique te verkrvgen; nimmer zag men hem door drank verhit langs ftiaat Zwieren , en de tegenparty fan-en of beledigen , maar Zoo dra dezelve tot baldadigheid, en oproerige daden cverfloeg, dan ontzag hy geene gevaaren, maar bood den nerften tegenftand , en ftak hét zwaard niet in de fchede, voor hy hen gedwongen had, de wetten te eerbiedigen. — De vyand naderde het Land ia't noodlottig jaar 1787» «5 hy Het zich op de ge.vaarlykfte posten gebruiken , zonder dat men hem ooit'tegen de bevelen zjner Officieren boorde morren; overtuigd zynde, dat men nimmer vry buiten de wapenen kan zyn, zonder zich tndes dezelven aan de ftriktfte militaire difcipline te onderwerpen , betoonde hy eene blinde gehoorzaamheid aan zyne Bevelhebbers; — wanneer hy zommigen zyner makkers op het naderend gevaar hoorde zeggen, dat men burgerbloed moestJparen, en iat burgers alleen gefchikt waren om de rust in de fte4tn te bewaren ,' dan gloeide zyn oaangezicht van eene edele verontwaardiging: ~* „ Wie is dan, zeide hy, „ die ontaart? zoon, die zyn blped niet „zou willen ftorten voor de moeder, die hem aan „hare borden gezoogd heeft?. Neen, myne vrien. „den! laat ons die ellendige uitvlucht van bloodaarts „niet gebruiken; dje zich voor het Vaderland op* „ offert,-moet het niet ten halve doen!" en hiermede vloog hy den vyand te gsmoet, en veelen, zyne deugd cn moed bewonderende , overwonnen de zwakheid van een oogenblik en volgden hem. —Het lot des ocrlogs wilde dat hy in 's vyands handen vie!, en met verlcheiden andere ongelukkige ftachtoffers naar Wezel werd gevoerd; — zoo zedig als hy in voorfpoed was geweest, zoo ftandvastig was hy in't ongeluk; fchoon tegen alle krygsgebruik aan, op eene verregaande wyze mishandeld, liet hy zich geene ééne klaöhteontflippen, en toen men hem over dc grenzen voerde , keerde hy neg eenmaal het hoofd om , en wierp een blik van.medelyden op zyn ongelukkig Vaderland, terwyj dc rampen zyner landgenoten , wier ketenen hy dacht te hooren rammelen , hem zyne eigene eliende fchier deden vergeten, In den kerker was hy even gelateo; — ziende dat hy de omftandigheden niet kon overwinnen, onderwierp hy zich manmoedig aan dezelven; nouit liet by zich in vruchtloze fcheldwoorden uit tegen de opzieners of bedienden der gevangenis; hy befchouwde die lieden flechts als ellendige cn nietige werktuigen, en wanneer zy hem met fmaadwoorden bejegenden, beandwoordde hy die flechts met een glimplach van verachting; alleenlyk als hy aan zyn Vaderland dacht, dan zwol zyn hart wel eens van gramfchap tegen haar, die misbruik makende van de zwakheid en onnozelheid hares echtgenoots, én van den invloed welken zy op het hoofd der vyandJyke legerbenden had, der Vryheid niet alleen ftout den voet op den nek zette, maar daarenboven die geenen, door wier zweet en bloed zy onderhouden werd, tegen alle goede trouw aan, op zulk eene ontmenschte wyze liet mishandelen ; voor 't overige gedroeg hy zich ftandvastig, en wachtte met geduld alles van den tyd af.— Eindélyk genaakte de blyde dag, waarop hy uit zyne gevangenis ontflagen werd, by zag zyn Vaderland een oogenblik weer; maar zyn  ayn hals niet onder het juk der krommen . vide hy n.rir het naburig F welke wyze hy aan heue ve.het messte r.tit zoude konnen toebrengen; __ oaar ny nö eèH geruimen tvd dc wapenen gevoerd had beLeep hv, dat hy 'in den nvlitairen fl.ndm.slch.eo met onnuttig zoude zyn; by, bood zich dus aan, maar had het ongeluk van voorbygegaan te worden, en daarentegen verfchetden anderen van geringe kunde, ja zelfs zommigen die het vorig bewind volkomen waren toegedaan, in belangryke posten te zien plaatfen. Dit gaf hem in den aanvang zekerlyk geen genoegen , doch niet gewoon zynde by overyling te oordeelen, noch iemand zyner medemenlchen te lichtvaardig te befchuldigcn, begon hy er dus over te reuenkavelen: „ mislchien bedriegt my myne eigenliefde , cn alle deze lieden zyn kundiger en beter dan ik, en dan moet ik my " verheugen, dat myn Vaderland zoo veele brave mannen in zynen boezem heeft; en indien dit " zoo niet zyn mocht, dan heb ik nog geene reden om my te vertoornen; — dwalen is menschlvk en daar de lieden die met het beitier dezer " zaken belast zyn, zoo veele gewichtige bezgheden op hunnen hals hebben, daar zy ten opzicfite der perfonen , die zich aanbieden , zoa " veele en vetfchillende berichten krygen, en dat van lieden, die zy denken tc konnen vertrouwen, " is het natuurlyk dat zy zomtyds mistasten; mets " is vergec-flyker dan eene dwaling ter goeder " trouw cn ongetwyfeld zullen (zoo dra men de " dwaling gezien heeft) de misftappen heriteld wor" den : wanneer dat niet gefchie ide, dan eerst zou " men konnen beginnen te twyfclen, of de dwaling " ter goeder trouw geweest ware, maar dan oolc 'ti zou de Nitic.de oogen geopend zynde, ongetwy,, teld die misftappen weten te ftraften. Dus deed die brave man zyne eigenliefde zwyCen, en verkoos liever zyne landgenoten te ontfchuldigen , dan tegen dezelven in hevige fcheldwoorden uittevaaren. — Meer moeite had by om het plaatfen van lieden, die volkomen de Oranjeparty waren tO' gedaan, met de principes der Revolutie overeemebrengen ; dan daar hy zich wel op de Historie des Vaderlands, maar niet op de Maatkunde had toegelegd, en hy niet hoog van zich zelve dacht, geloofde by eenvou«fe. dat daar voor diepzinnige politieke redenen wlfcn, om welke te begrvpen, hy te weinig doorzicht bezat. Hv keerde dus te rug in den eenvouwigen burgerkring, doch daar hem de zaak der Vryheid zeer ter harte ging, en hy zyn Vaderland oprecht liefhad, wilde hy ftee's nog zoo veel nut doen als mooglyk was en begaf z;ch in de Clubs cn Wykvergaderineèiu — hier leerde hy door zyn voorbeeld , — wanneer er zaken van gewicht verhandeld werden, was hy altyd aandachtig en ingefpannen, nooit fpraK hv voor dat de praefident hem vraagde, cn dan uitte hv zich kort en duidlyk, —nooit viel hy een ander in" de reden, of mengde zich in een woest verward gefchreeuw, (indien er zomtyds eens zoodanig iets plaats- bad; maar wachtte tot er genoegzame ftilta > ^ was,  ( II* ) was; en dan bracht hy door zyno bedaardheid de Vergadering dikwerf tot het nemen van zeer nuttige befluiten. — Na het eindigen der Vergaderingen mengde hy zich metzyne medeburgeren veelal in nuttige discourfen, welke hy meesten tyds over de plichten van elk Vaderlander, ieder in zyne betrekking, deed lopen; dan gaf hy hun een duidlyk denkbeeld, niet alleen van den aart, de verplichtingen en de Rechten der geconftitueerde Machten, en,van alle Coilegien in 't byzonder; maar ook van hunne eigene Vergaderingen; — ,, de Volksvergaderingen, zeide hy dan, ,, zyn als de wachters op de muuren van ,, Sion; wanneer zy wel ingericht zyn, zyn zy de ,, waarborgen der Vryheid; zy moeten fteeds een „ wakend oog houden op de geconftitueerde Mach„ ten, en den minden inbreuk op de Vryheid niet ,, onopgemerkt laten doorflippen , maar er zich over ,, beklagen; mogen zy zulks dan niet als Corpora,, tien, dan konnen zy het toch als individus doen, wanr ieder burger heeft het recht om alleen zyne ftem tegen elke geconftitueerde Macht te verbef. „ fen, zoo dra die inbreuk op de Vryheid maakt; ,, doch het moet echter altyd in gepaste uitdrukkin,, gen gefchieden, en met die betaamlykheid, wel,, ke men aan hun verfchuldigd is, die 't gantfche ,, Volk verbeelden, en zonder drift, want drift ver,, blind bet oordeel, en doet grove fouten begaan ; „ doch niettemin moet men ftandvastig op zyn ftuk „ ftaan, wanneer men volkomen verzekerd is, van ,, gelyk te hebben, en dan niet loslaten, voor de ,, breuke geheeld zy; — dit is het eenig middel ,, om de Vryheid ongefchonden te bewaren." — Door deze én diergelyke redeneeringen deed erastus veel nut onder.zyne medeburgeren, en nog te meer, daar hy zyne woorden met daden bevestigde, vvanr hy oefende als Patriot niet alleen uit, 't geen hy leeraarde , maar hy had ook een goed zcdelyk ge drag, en hy ging hun voor in alle burgerlyke deugden, en vooral in matigheid. -Hierdoor won hy zoodanig de genegenheid des Volks, dat hy by de eerfte verkiezing met algemeene (Temmen in het beftuur zyner Provincie geplaatst werd. In deze nieuwe betrekking had hy gelegenheid weêr nieuwe deugden uitteoeffenen, en nieuwe kundigheden ten toon te fpreiden; zoo dra hy in de Verg idering als Gecommitteerde erkend was, trachtte hy zch bekend temaken met alle de Refolutien, zoo openbare als fecrete , welke zedert de gelukkige Revolutie van 1795 genomen waren ; by maakte Extr:cten uit dezelven, ten einde zyn geheugen ten leidraad te dienen, en tcetfte dezelve allen aan de principes van Vryheid, Gelykheid, en Volksgeluk; — alle zoodanigen, welke met deze beginfels ftrookten, onderfteunde by op dekrachtdadigfte wyze, en duld¬ de nooit,(dan by ovërftemming) dat men van dezelven afging, maar zoo dra hy er eenigen ontdekte, die, wel met een loflyk oogmerk, doch uit een heiligen maar overdreven yver te vroeg genomen waren, gaf hy zich moeite om dezelven te doen veranderen, of ten minfte geen effect te doen forteeren, dewyl hy te recht begreep, dat het beter was, te erkennen dat men gedwaald had", en van die dwaling te rug te komen, dan de geheiligde zaak der Vryheid te benadeelen , door eene tc ontydlg genomene, (hoe zeer dan in zich zelve ook goede) Refolutie te willen fouteneeren. — Een oog flaande op zyne medeleden, zag hy een aantal erkende Patriotten, maar te midden van dezelven ook zommigen die Requesten om vergeving geprefenteerd, en dus hun Patriotisme een oogenblik verloogchend hadden, — anderen , die gedurende eenige jaren in Frankryk onderdand genoten, maar dat ryk lafhartig verlaten hadden, toen het door de vyanden der Vryheid befprongen werd, en hunne lafheid hadden zoeken te bedekken, door op alle Franfche Patriotten en hun geheel Systema den haatlykften blaam te werpen , — Verfcheidene anderen eindlyk ,die zich van te vooren fteeds fchuil gehouden, ja zelfs met de tegenparty geheuld hadden,en die nu echter den boventoon fpeeldcn. — Daar hy het menschlyk hart wel kende, en wist hoe licht men door de omftandigheden tot fouten, ja tot misdaden verleid word, waarin men nooit zoude gevallen zyn, indien die omftandigheden geen plaats gehad hadden, zeide hy by zich zelve: 't is mooglyk dat de eerften, toen zy hunne Requesten ingaven, op het punt ftonden van met vrouw en kinderen geruïneerd te worden, en dat zy geene kracht van geest genoeg hadden, om die indedaad moeilyke opoffering aan de Vryheid en aan hun Systema te doen, maar dat zy echter in gemoede de zaak zyn toegedaan; — 't is mooglyk dat de tweeden indedaad goede Patriotten zyn, maar dat gebrek aan moed, (eene eigenfehap die van zoo veele phylieke en toevallige oorzaken afhangt) hen Frankryk hebbe doen verlaten toen het gevaar naderde; 't is mooglyk dat de derden zich eerst misfehien uit vrees of eigenbelang by het Systema gevoegd hebben, en naderhand ter goeder trouwe bekeerd zyn; maar daar het aan het Opperwezen alleen toekomt in de harten der menfchen te zien, voegt het my voorzichtig te zyn , want wie kan er my voor inftaan, dat hy niet in dezelfde zwakheden zal vervallen! Zeker is het ten minfte, dat die geenen, die altyd ftandvastig hetzelfde Systema hebben aangekleefd, en alle leed om hetzelve, zonder te wankelen, verduurd hebben, het meeste vertrouwen verdienen. — Hy hield zich dus ook het meest by de erkende Patriotten, doch werkte gewillig met de anderen mede, zoo lang zy in het goede fpoor bleven, en  ( "7 ) en trachtte zelfs hen zoo veel mooglyk daarin te bevestigen, tervvyl hy inmiddels fteeds een wakend oog op hen bleef houden. — Onder de menigvuldige voorwerpen die hy behandelen moest, vestigde hy zyne aandacht inzonderheid op het finantieele, terwyl hy begreep dat daarvan voornaamlyk het heil van 't land afhing; op alle wyzen trachtte hy zyne medeleden te beduiden, dat men in dat vak de ztken altyd in 't groot moet zien, en (leeds het geheel, en niet een kleen gedeelte in aanmerking nemen, en dat men dus volkomen van alle uitgaven, inkomften, en resfources van 't land moest onderricht zyn, eer men zich vermeten moest een plan te formeeren. DeOeconomie preekte hy onopboudiyk aan, als het eenig middel van herftel, dewyl het langzaam maar zeker werkt; doch van Oeconomie fprekende, bedoelde hy nooit uitgaven van belang, waarvan het Vaderland daarna weêr een evenredig voordeel kon trekken, maar die aanhoudende kleene uitgaven, die op den duur'slands Geldkist uitputten, en enkel byzondere perfonen verryken, zonder dat er eenig nut voor 't algemeen Uit voordfpruit^ de politieke machine, zeide hy', is even als alle andere werktuigen, eene enkele zwaare fchok kan wel een rad of veer breéken , maar die fpoedig te herftellen zyn; doch een gebrek in alle de raden, dat eene aanhoudende flyting veroorzaakt, vernielt op den duur het geheele werktuig zonder middel van herftel. — laat ons dus niet zien op eene fom van eenig belang, wanneer wy er by voorbeeldeenen oorlog door voorkomen, of een voordeelig tractaat door verkrygen konnen , maar laten wy daar voor zorgen, dat het tegenwoordig bewind zoo weinig mooglyk aan den lande koste, en althands nietkostbarer zy, dan het voorige! — Eenige millioenen zyn niets voor 'slands Kas, wanneer het voordeel evenredig is, maar wanneer wy op den duur noodloze uitgaven doen , wanneer wy nutloze ambtenaren aanftellen, of by hunne posten bewaren; wanneer onze medeleden hier of daar in commisfien vangeringaanbelahgzynde, in vier, vyf dagen eenige honderden guldens verteeren, zonder dat zy daarvan behoorlyke verandwoording behoeven te doen, dan gaat het Vaderland gewis verloren. — Zoo veel doorzicht en kunde als hy in allen opzichte toonde, zoo veele blyken gaf hy ook van zyne onkreukbare eerlykheid ; by gelegenheid van eene finantieele operatie, waardoorvoor die geenen, die zulks te vooren wisten, groote voordeden te behalen waren, door eenige effecten die fterk gedaald waren, en daardoor ryzen moesten , by voorraad optekopen , en dat hem zulks door een zyner medeleden weid voorgefteld, betoonde hy daar het grootfte afgryzen van; en hoe men hel ook zocht te bemantelen, door te zeggen, dat het dan alleen niet wel gedaan was, wanneer men met dat oogmerk de Refolutie had helpen daarftellen, maar dat men anders, zoo dra dezelve genomen was, weder als individu voor zich zelf mocht handelen, zo was hy er maar niet toetebrengen; neen! zeide hy, nooit zal ik er toe komen; wanneer ik zoodanige dingen doe, bedrieg ik of het land, of mynen evenmensch, die ter goeder trouwe met my handelt, terwyl ik gebruik maak van iets, dat ik alleen uit hoofde van mynen post konde weten, en 't geen tot het oogenblik der publiekmaking een Staatsgeheim had behoren te blyven. 't Is natuurlyk dat erastus zich door zoodanig gedrag veele vyanden. maakte; de braven beminden en bewonderden hem, maar de ondeugenden lasterden hem achter den rug, offchoon zy in zyn byzyn de oogen nederfloegen , terwyl de deugd fteeds , zelf aan hare vyanden, eerbied inboezemt. Het Volk dat met genoegen gewaar werd , dat hy zich zelve in alle betrekkingen gelyk bleef, en het geen in hem zynen befchermer vond , begreep dat hy in grooter kring geplaatst zynde, nog meer nut aan 't Vaderland zou konnen doen, en benoemde hem, by de eerfte opengevallen plaats, tot lid der Conventie; reeds ftreelde het zich met de hoop van hem daar als een licht van de eerfte grootte te zien uitblinken , maar het noodlot had het anders befchoren , hy kreeg eene onverwachte ziekte en ftierf; — misfehien dat de Goden oordeelden dat er in die groote Volksvergadering kundige, verlichte, en eerlyke mannen genoeg waren, om het voorbeeld van ekastus niet nodig te hebben. — Hy werd algemeen van alle braven betreurd, en de kwaden zelfs voeUtn een oogenblik eene onaangename aandoening, waarvan zy zich geene reden wisten te geven, en die zy zoo dra mooglyk zochten te fmooren. ^ De oude Fabelfchryvers hadden fteeds de gewoonte van onder hunne fabelen iets ter toepasfing te plaat fen, waaruit de bedoeling van de fabel konde blyken, doch die lieden fchreven enkel voor domme natiën ; daar wy in tegendeel voor het verüchtfte volk van Europa fchryven, durven wy gerustlyk de toepasfing aan deszelfs doorzicht overlaten. ©E ï 3  ( xiS ) ,„„ pn AevfV] het verhandelde daarin van veel belang De volgde Brief 1^^^^^, *D wy niet gebeld dezelve i*, byzonder vOOJ üe ueiiucnw. ^ Uaiicn. Burgers Democratin! Een UWer W»d als een ledsmm n ">> P do ^n0. delingen «r^gg^^Je gedachten te weten men; wenscli.e ik 6-ia™e" dün Raod der Gemeen* over het ^^•"l^^^K8Jïïren voorgeltelt, te van ****** ^^ff^CAiet Gemeente volgends'! welk provSfioncel W n KvÖ^^ die ik mede .'^^^^^ Pv°r oering van b.ydlchapzag en die ik eindélyk met v^voer e , ^ verenen , oordeeld>kn,u ^g^j^ io deburgcren , dat de daaraj noe n00tU;iakdien Revolutionairen ocdvan ^ ^ lyk waren ; ja, met » n e[) Volksfoe-ëieiten zood.mg; ala je ^ de Nommer befch even en t ^ zjn da( ?am, l^^li'Ke"^ provifioneedezelve collettiv. aan * G ente hun„e petitiën le Reprefentanten dezer u m ^ [e_ konden doen, en d^mhebtv^l°°ln.a lk was het dus den een meerderen kien byzetten i volkomen eens met die my . Wyken, die de Volksfocetciten .de *acht. door middel eener algemeene Vergader g dje ten tot een ligchaan, J^f*» • van ,£ concentratie des e |-™ ondekken, |n navolalgemeen gevoelen te *™™ hstZclfde oog- ging der Bataaffche Uu°'^' "dvergadering hadden ffi ES SSg toen nuttig, daargefteld lk. 00^k de ^ provlfionee. niet om elk oogc-nbns u het ny. le Véft^öotgm ^ b -sper, eoorje!en ^ dig hart oer bedilzucht , m» f . n weet. L° ge'^ blikken! tóen a.le oogen iust, in die crmelce oogc ' „(.meenten hun voorbeeld volgden m oudeR VQet lyke revolutie en zy zc.ven P r, k konden de belangen hunner gemeem H fland. D fSR^nefcntanten en de algemeene VergaÏÏSÜ 3S WySaderingen ontdaan overhetrecht dat deze zich toeëigende,om de Volksftem te repraefeivetren, konden niet dan alle goede burgers bedroeven. Immers zy zagen toen in eéne Had twee verfchiilende repraefcntatiën des volks ontdaan , die elkander het overwicht van macht betwistten; men konde echter niet geheel en al de zyde der ee, den1 kiezen dewvl dc wettigheid hunner aanltellmg alleen berustte op eene vooronderdelde ftilzwygende toeftemming des Volks; eene wyze van *>M°g. die alleen door de onvermydelyke noodz.aklykacid der omftandigheden konde gebillykt worden. Dc aanftelling der effécfiye Vertegenwoordigers maakte een einde aan deze burgertwisten : want zy konden zich beroepen op den last hun uoor het volk op eene wettige wyze opgedragen , en vtiU den dus , met reden, geene tweede Repraefenratie dulden. Dit alles fotuifchen koesterde by veelen al meer en meer het denkbeeld dat net volk gerechtigd was, om op zommige zaken, het zy daartoe door «yne Vertegenwoordigers opgeroepen, het zy uit eigen beweging .zynen wil te verkla"en, en de lledelyke Repraefentatie dezer gemeente beÜoot e.ndeiyk op voordel van een zyner medeleden eene Commisfie te benoemen o«f deze zaak te onderzoeken en een Reglement tc vervaardigen, waarnaar de Volksdem zoude konnen worden uitgebracht. , •, Deze Commisfie heeft eindélyk dit lang gewenscht rapport uitgebracht; en thands vraagt men de goedof afkeuring van my cn myne mededartgenourn op een Reglement deswegen, het geen ik met anders dan als eene dedelyke confiuutie be"chouwen kan. Ondertusfchcn moet men bekennen dat de toedracht van zaken geheel en al va* na uur veranderd is. Het volk van Nederland heeft het principe van een en ondeelbaarheid aangenoomen door de daarltciling der Nationale Vergadering. De Souvcrainiteit des Volks is dus ook een en ondeelbaar geworden. Zy berust eenig cn alleen by het Volk van Nederland , geen gedeelte daarvan heeft het recht zich dal eigendom van het ge.heel S n,atgen,cn dit geheele Volk alleen zal bv „«aannemen eener voorgedelde Conft.iut.e aan alle dc gedeelten voorfchry.cn , op welk ecu- w3 ze net wil dat ook die gedeelten zullen b'elumrd worden Deze behoort de ftelregel tc zyn van allen die het Foederalismus hebben afgezworen .onder welken zeeker niet weinigen myner brave Stadgenoten zich berinden. Dj|)  ( U9 ) Dan aan dit principe het voorgetelde Reglement toetlende, feheenen my de navolgende aanmerkingen genoegz iam om het te verwerpen fe Vooreerit: R vroeg my zelve, wat i$ Volkstem ? en het andwoord was tertend, uitoefening van de Souveraine Macht des volks, door het volk zelve. Dan zoo dra had ik my zelve dit antwoord niet gp Beven, of ook terftond rees by my het denkbec.d, dat die Souveraine Macht niet konde worden uitgeoefend dan door het geheele volk, wien alleen de Souverainiieit onverdeeld toekwam ; maar dat geene gemeente zich dit recht konde aanmatigen -- dat er Seèn Volk van 40eUam, geen Volk van Haarlem of Leiden meer belfond dan by voorftanders van t verdetflvk Foéderalismus, maar d«t het Volk van f\cderland eenig en alleen Souvcrain zynde, ook eenig en alleen zynen Souvéfamen w:l konde mtoclcncn Dat de'plaats!vke machten, wel is waar, door de ingezetenen der" lieden of dorpen werden aangeteld , omdat die ingezetenen het best konden B-oordeelen aan wien de uitoefening van den wil van het geheele Volk, (,'t zy door dat volk zelve, t zy door zyne Vertegenwoordigers uitgebracht) in hun„e gemeente het best konde worden toevertrouwd eh op hen toegepast, als mede dc beftuuring der hulslvkeomtendigheden aanbevolen; maar dat dezen ook hunne Macht niet uitoefenden, als ingevolge den wil des geneden Volks, 't welk de wyze hunnes b-ftiers by de Conllitutie zal vastftellen. lin wat volgt hier dan uit? niets anders dan dat, als ik van het uitbrengen der Volkstem fpreek.ik daardoor geene fledelvke Volkstem verftaan kan , maar die des Bataaffehen Volks verllaan moet; — dat, daargelaten de vragen ofeenealtyddelibereerendeVolksdem het volk gelukkii kaf) niaken en of zulks mooglyk is in ditgemeeflebèsV- of dat in tegendeel het volk na het verkiezen zvner Vertegenwoordigers verder hetbeduuraan hun dient overtelaten ? dan of tusfehen de twee u.terften een middenweg te vinden is; en ofgyl dien gevonden hebt in uw 13 Nommer? dat zeg ik, dit dles daar gelaten , de voordanders van uitoefening der SbÜveraiijitelt door het Volk zelve die tevens voorllanders van een en ondeelbaarheid willen ZVn geene tedelyke Volksdem konnen erkennen, maar eenig en alleen op het daarftellen van gepaste regebm, waarnaar het geheele Bataaffche Volk zynen wil kan uitbrengen, by het daarftellen eener Conditutie, moeten aandringen. Maar delt eens, ik trok dit fysthema van ondeelbaarheid te verre. Stelt eens, ook gedeelten des volks konden eenen Souverainen wil doen gelden,zoo dat het geheel dezelve daarin niet verftoren konde, of de genomen befluiten vernietigen, (iets het geen my eene abfurditeit fchynt te zyn) dan nog zoude die panieeie Volkstem zich niet anders konnen be¬ moeien dan met zaken die haar geheel alleen be. troffen , en geene betrekking op de belangen des ge heden Volks hadden. En dan vraag ik, waar zullen de deliberatiën op uitkomen? indien men _een« by z^chzdve nagaat, hoe weinige en boe geringe onderwerpen het zyn zouden, waarby de ingezetenen dezer gemeente by uitlluiting alleen belang hadden, en cfe het geheele Volk onverfchillig zyn. Indien de delib-ratiën zich alleen bepalen zullen, zoo als zy behooren.tot zulke onderwerpen.dan houde ik my ver* 2Ö dat het plaatfen by voorbeeld van nieuwe f antaa ns voor be?Stadhuis L het beiftellenvan oude Bn ggen - het al of niet toelaten van Vertoningen op Kermisfen en diergelyke meer, de bclangnke doften zullen opleveren, waarmede de Leden der gemeente van Amfieldam zich zullen be% houden, ten minde hunnen wil konnen doen gelden zonder vrees, dat hunne befluiten als ftrydV met de belangen van het geheele.Volk door èerie hoogere Macht zullen worden vernietigd. Dan misfehien zal men ter beandwoordmg vanher tfèzcgde aanvoeren , dat door het daarftellen eener Conventie, het Volk tot dus verre immers in den volftcn zin des woords geene ondedbaaie Souvcrainiteit heeft verkregen , want dat de gedeeaert daarvan zich eene piaatslyke oppermacht hebben voorbehouden, dat er nog een Volk van Holland , een Volk van Utrecht enz. beftaat. De daadzaak zelve kan niet ontkend worden, fchoon het ze^er belaechlvk klinkt dat de oppermacht te gelyker tyd hv bet geheel en deszelfs gedeelten berust: maar dit eens toegetemd zynde, dan heeft ten minfte het Volk van Holland eene ondeelbaare bouverainiteit verkregen. De gemeente van Amfieldam te vooren ook oppermachtig, heeft door het daarftellen van het Provinthal Beduur, op een en ondeelbaarheid gegrond , van hare ftedelyke oppermacht a&ezfen , cn voorzeker geen voorftander van het aangeboden Reglement der Volksftem zoude het afgezworen Focderalistisch principe van ftedelyke oppermacht willen herroepen. Dan boven en behalven dit gezegde, zo is het zeker en .waarachW dat alle gedeelten van het Bataafsch Gemeenebest aan het Volk van Nederland het recht hebben afeeftaan om voor het geheele land eene Conftitutie vastteftellen, die elk cordaat Vaderlander verlangt dat op een en ondeelbaarheid gegrond zal zyn; en Is dit waar, kan dan eene enkele gemeente zich het recht aanmatigen om de beduiten van het Volk van Nederland voor uittcloopen.cn eene.ftedelyke Coi. tttutie daar te ftellen ? Stryd dit niet duidelyk met de begeerte der Nationale Conventie, waarop wy alten ons «trouwen gevestigd hebben, zoo duidelyk ten toon. veifpreid in hunneexhortatoire misfive aan de tioogstgeconftitueerde Machten der onderfcheidene Gewcs-  C ) ten, in de Zitting.van den 13 Juny vastgefteld? Daar immers zegtdie lofwaardige Vergadering met zoo veele woorden: „ Eene vastftelling of invoeiing doch van „ eenige Reglementen op de Regeeringsvorm, het :» Juftkie of Pinancie-wezen , der byzondere Gewes„ ten, of omtrent eenige andere pointen, die uit ,, derzelver aart en natuur voor eene algemeene be<, paling vatbaar zyn , en welke Reglementen eene ,, verder; bejiemming zouden hebben, als het lang ge- wenscht oogenblik eener algemeene Lands Conftitutie, „ zoude eene onmiddelyke tegenwerking zyn tegen ,, den algemeenen wil der Natie, by meergenoemd ,, Reglement (t. w. voor de Nationale Vergade», rii;gj uitgedrukt , en zou in zoodanige Gewes- ten, in welke men des niettegenftaande zoodanige „ prajmatuure Reglementen zou hebben ingevoerd, of „ eenige veranderingen van aart ais boven vastge„ field, geene andere uitwerking kunnen hebben , dan „ eene vernieuwing van conftifie in het bellier der publieke zaaken,en eene noodlottige verdeeldheid >, van opinien, die de zoo nodige eenftemmigheid en „ onderlinge toegevenheid aan elkanders begrippen, ,* by het aanftaande onderzoek en goedkeuring van „ het eventueel Plan van Conftitutie, tot nadeel van ,, het gemeene en onverdeelde Lands welzyn, notoir„ lyk zoude verhinderen en in den weg ftaan". Eindigende deze misfive met de navolgende exhortatie aan de refpective Provinciale Beftuuren : „ om in „ het gewest , waar van het bellier der publieke „ zaaken aan UI. is toebetrouwd , geenezoodanige ver,, anderingen in dat bellier, van welken aart die ook zouden mogen zyn, intevoeren, of te arresteeren, noch toe te laaten, dat die door eenig ander lig„ haam van Landelyk of Stedelyk Bellier., in Uwl. „ Gewest, worden ingevoerd of gearresteerd, anders „ als alleen intermediair, en met geen verder of lan- ger effect, als tot dat door de algemeen aangeno„ mene Conftitutie daar omtuent op eenen eenpari„ gen voet zal zyn gedisponeerd." Deze zwarigheid fchynen de Zamenflellers van bet bewuste Reglement ook eenigermate gevoeld , en ook daaren aan het zelve den naam van Provifioneel te hebben toegedacht, zeker op fundament dat het zelve zoude moeten onderdoen voor zoodanige algemeene fchikkingen , als de Conflitutie zoude bepalen. Dan in den loop hunner werkzaamheden fchynen hun deze gedachten wederom ontfnapt te zyn ,en • de bepalingen daar in voorkomende , de eeuwen te moeten verduuren. Het zelve behelst ten ge¬ heel hoofdftuk,hoedanig de Raad jaarlyks zal worden aangefleld , het fpreekt van een Stedelyk Regeerings- Reglement aan de Grondvergaderingen aantebieden, en wat dies meer is. Als men nu dit alles overdenkt en tegelyk in aanmerking neemt,hoéfchielyk naar het algemeen gerucht, het Committé van Conftitutie het reftiltaat zyner werkzaamheden der Conventie zal aanbieden, zoodat wy met reden hoopen konnen dat over eenige maanden die Conflitutie aan het Volk zelve zal konnen worden voorgefleld, wanneer men daarby voegt de gewoone langdradigheid, waarmede alle nieuwe inrichtingen in ons Vaderland worden ingevoerd, dan zal men ook moeten bekennen dateer het voorgeflelde Regiemem in train zal konnen gebracht zyn , de Conflitutie misfehien door deszelfs algemene bepalingen hetzelve geheel en al vernietigen 'zal. Het fchynt my dus toe, dat zooveele yverteeLeden dezer gemeente, die zich de beste vruchtenuit deze zaak voorfpellen, zicbzelve zullen bedrogen vinden , of dat zy tegen' hunne intentie aan , en zoo ik vertrottwe tegen de intentie der vervaardigers van het Reglement, in Foederalistifche ftrikken zullen verward raaken, waaruit de grootfte verwarringen zullen te duchten zyn. — Over het Reglement zelve zal ik myne verdere reflcctiën fpaaren, en U Burgers Democraten! verzoeken uwe gedachten te laten gaan, of myne voorgeflelde tegenwerpingen naar waarheid zyn , of my uwe tegenbedenkingeu medetedeelen : in welke verwachting ik deze zal eindigen met de navolgende woorden van den kundigen Repraefentant hahn in een zyner advyzen. „ lk wensch hartlyk dat de Ontwerpers van Provinciale of Municipale Conflitutiën geene verkeerde bedoeling hebben, en ik wil ze hun zelfs niet toefchryven , maar ik zie in den goeden uitflag van dier • gelyke poogingen , het waarachtigfte gevaar van het Vaderland, ik zie daarin het vrugteloes afloopen van 't werk "der Nationaale Vergadering en der Commisfie van Conftitutie, het ondermynen van den wil der Natie en derzelver daarflelling, het verydelen van haa- ' re billyke Ik op, den befpottelyken flryd van Conflitutiën teegen Comtitutiën, het fchenden van de beginzelen onzer Revolutie, h« telcurftellen der billyke verwagting onzer Bondgenooten , het terug keeren tot de bron van alle onze rampen, het Foéderalismus in ons Land, de dochter van het leenflelfel en de zeekeregcleidfter tot de overheerfching, geweld en teegengeweld, in één woord een bajard van verwarring." Amfterdam den 17 Sept. 1756. tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Uw gefladige Leezer N. N. e de We Mtl vtn al!e7Dond,er^8en vervolgd en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, ltr,J; ^ V*ca. en Zoon. VH^e, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Heikoop enHerding; An/terdam,J. A. Crajenfchot; Haaüem, Beets en Loesjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molkman, eu verder in de overige Provinciën, a drie hetheele, en twee Huivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. ■ -■ ^'j \ 5, &ssp !. r; ? *V {kits ca zio T>ïovno ,enotg 8trl?.i é,bi bVyt,U "foov S09 ?i u,< N°. T 6. 'Donderdag den 29 September 1796, Het Tweedejaar der Bataaffche VryheiS. ■ 5 b«u-8ü8p-aoi?oo*'i*y 091 i eaips agov bw :'oo .' 3 bV/ U njss.o?» braaf, ftandvastig man, j 3 bbrhScdbsiVno us Voor eenige dagen ontving de Uitgever van dit Weekblad den volgenden brief. Wel Edel Heer ! Deze brief is alleen dienende, om aan U Wel Ed. te vragen, of U Wel Eds. Weekblad niet haast eenen anderen naam zal krygen. Men beeft het my ten minfte zoo gezegd, en ik verlang ernaar, om het dan ook te konnen lezen. Want zie, ik durve dit nu niet doen; want ik ben by ons in de Munici-; paliteit , en wy allen zyn bedaarde Vaderlanders,die. veel van. order en ftilte houden, en wy zyn dus ook.geene vrienden van robespierre of Demo. cratèn. — Dat de Prins weg is, is goefl, en ik zoude ook nooit anders in de Regeering gekomen zyn ; hy heeft er my altoos uit gehouden, boewei myne geboorte my daarop eenige aanfpraak gaf. Doch wy houden van geene nieuwigheden; het land gaat daar .prede tenjgr/jpde, en,er moet gehoorzaamheid by het volk zyn, te meer, daar het ons nu zelve verkiest. — Het fpyt.,my dan, datU Wel Ed. geen anderen naam^aan U^WeirEds. Weekblad gegeven hebt; en, daar ik gehoord heb, dat er zelfs onder de fchryvers moeten wezen, die tot Regenten opgevoed zyn , om dat het zoo wel gefchreven ' Q ' ,-ttiEen twn{rn nvt nvtsiWc-iCtA Jsri ni na)];h*v jj ;u .'j^flaNff U ft£c oictB Lbifgnuws srtssg isjrba i\ slh word, zo rade ik U Wel Ed. om:het kind te verdo; pen. Want, al was ik zelfs Lid yan de Conventie, zo zoude ik geen Democraten - blad willen lezen. Ook houde ik.-my verzekerd, dat er in die Vergadering genoeg Leden zyn, die juist.zoo denken, als ik. Het wac andera ook waarachtig ongelukkig voor ons lieve Vaderland. En dezeden, waar willen die toch heen? Nu, Wel Edel Heer! ik verzeker U Wel Ed. dat U Wel Eds. papier nog wel driemaal zoo veel zoude gelezen worden, als het anders heette. By voorbeeld , dat valt my daar gelukkig in: De Voorftander der ftadhouderloze Oude Conftitutie. Ja zie , zonder Stadhouder , en dan zeven'of negen "provinciën, ieder in den haren fouverain, op den ouden'voet", dat was wel het waare. Wy hebben lieden van geboorte en verftand by ons,, die in zeven en tachtig ook geregeerd hebben; en dezen zeggen allen hetzelfde. Nu, Wel Edel Heer, verander dan dien mislyken naam: en U Wel Edzal, dit durve ik U Wel Ed. verzekeren, wel duizend Regenten meer in dit land tot lezers krygen. Dit  Dit is ook voor U Wel Ed. zelve geene onvcrfchiijige ^ak: a 3 ft. per blad maakt ƒ 150 : - meer voor èlk Nommer: en 51 Nommers in het jaar, maakt ƒ 7800. En wie doet wat voor niet? Zulk een mensch zoude wel mal zyn. Misfehien zoude men aan U Wel Ed. ook wel voor eenige jaren Octroy met Privilegie bezorgen konnen , en dan was • dit een zoet keuken-ambtje ; doch gy moest dan ook vooral de gevaarlyke (tellingen tegengaan, die thands hoe langs zoo meer by het waanwyze vTolk influipen, en zelfs, God betere het, nu en dan ook by de Nationale Vergadering: by voorbeeld, de af. fcheiding van Kerk en Staat, eene Conftitutie op één en ondeelbaarheid gegrond, en diergelyken. — Verfchoon, Wel Edel Heer! mynen langen brief, en permitteer my, dat ik my op U Wel Eds. discretie m;>g v*flaten in het fecreteeren van mynen naam, die ik echter geene zwarigheid make aan U Wel Ed. zelve te melden': myne Familie is U Wel Ed. zeker by naam bekend. De zaak zelve mag ü Wel Ed. wel publiek maken. Het word tyd , dat cordate Regenten U Wel Ed. in de gelegenheid ftellen , om bet goede Volk voor te liehten; doch het is beter, dar zy zeiven achter het fenerm blyven. • Ik verzekere U Wel Ed. van myne gunst en pro* tcitie, en hebbe de eer my te noemen . _ Wil Edel Heer! U Wel Eds. Gehoorzame " ' 1Dienaar tisb in . «ibtx rft.c :' 1: !< : )is .. f£ • -nol netsr! a»b at voboi , nabnlvwiH tia^s 1 ïo mm Lid van de Municipaliteit ,ano ... tni yt te . ■ANDWOORD, 'De Democraten voldoen zeer gaarne aan het dub. bél verzoek van dezen Wel Edel Geboren en Geftrengèn Foorftandtr der Jiadhouderhie Oude Conflitutie, om naamlyk zoo wel deze voor de Natie zoo be» langryke depkbeelden van zyn Wel Ed. Geb. Geftr. publiek te maken, als den naam van zyn Wel Ed. Geb. Geftr. te verzwygen. Behalven de goede trouwe, welke hen tot het laatfte verplicht, hebben zy hier voor nog eene andere gewichtige reden, naamlyk dat het beter is, dezen Regent, als een model van veelen; of monfier, gelyk men in de Negotie fpreekt, dan als een;enkei individu, dat eenig in Zyne foort zoude zyn, te leeren kennen. Wat de zaak zelve aanbelangt , de Democraten hebben nimmer de pen opgevat om de huid van den Moriaan te fchuuren; het is niet onder dar. foort van volkje, dat zy lezers hebben gezocht, of zich verbeeld te zullen vinden. Zy fchryven in tegendeel voor het Volk zelve, en om aan hetzelve te toonen, dat het alleen de Democraten zyn, van wien de Natie eene getrouwe en belangloze behartiging van hare belangen verwachten kan.' De inhoud van hun Gefchrift doet genoegzaam zien, dat Democraten geene Robejpiene's zyn. Ook hebben zy lezers genoeg, en krygen er weeklyks nieuwen. Het heeft hen daarom öok niet verwonderd, dat zy van eenen zekeren kant tegenwerking, en zelfs niet al te eerlyke tegerK werking, voelden. Is het wel vreemd, dar de lieden boos worden, wen men ze op hun zeer tast, en dat zy dan hunne perfoneele verbittering trachten te koelen ; door hunne tuchtmeesters onder allerleic voorwcndfelen zwart te maken? Dan, ge-lukkiglyk hebben de Democraten op dit gevalletje; gerekend, en er hunne maatregelen tegen genomen.1 Zy wisten wat vleesch zy in de knip hadden, ■ Zy' hebben daarom het genoegen om aan alle de Wel Ed. Geb. Gefirengens, en Ed. Mog. , Groot Mog.^ Hoog Mog. &c. &c. by dezen te berichten, dat bun Weekblad zich , in weerwil van hen , met toenemend? debiet by de Natie fouteneert, en dat hun befluit zoo ferm genomen is om vol te houden, dat alle tegenlïand hunnen moed en yver voor de zaakdes  C 123 ) des Volks, en tegen de verdoemlyka huichelende Ariftocratie flechts des tc meer opwekt, en zy niet zwygen zullen, al durfde men openlyk eene kans tegen hen wagen. — Au bun entendeur, faha! Dan misfehien zullen de Wel Edele Geboren en Geftrenge Heeren insgelyks nog' wel aan het lezen komen, als zy eens beginnen te vrezen, dat zy anders geene Leden der Municipaliteit en andere Beftuuren of Vergaderingen zullen konnen blyven. Dit is althands even mooglyk, als dat zy nu geene Democraten lezen , en anderen affchrikken van die te lezen, om dat zy werklyk in het bewind zyn, en dus geen Demos (Volk) noch Democraten (Volks- voorftaoders) kennen of nodig hebben. Doch de Democraten zuilen-om deze reden de pil niet vergulden;'ja-zelfs, zo zy hier over wierden geconfuleerd, zouden zy het der Natie moeten afraden, om de zoodanigen dan nog , onder beneficie van dit of foor-tgelyke recepten; in liet bewind te laten. ,nf ittï asijgtpQ »ti luw n-ah csv Jéw oos'bted „ Sero medicina paratur, jspum tnala per llngas invaluere moros. Het kwaad zoude dan wellicht ongenceslyk , immers de genezing flechts voor eenen tyd , en fchynbaar zyn. EENE OUDE GESCHIEDENIS, DOOR OVERLEVERING TOT ONS GEKOMEN. Tusfehen Praag en Dresden lag , zoo de over- worpen en verfterkt hadden , konde beveiligen'; levering zegt, eenige eeuwen geleden , een open ook dit begrepen de kundigfte inwoners, en eenigen vlek, het welk van rondomme met eenige dorpen, derzelven riepen tegen zekeren dag hunne me'dédezelfde Gemeenfchap uitmakende, verbonden was. ingezetenen op, om over dit gewichtig onderwerp De inwoners van ' die Gemeenfchap hadden jaren te raadplegen , en hetzelve tot een algemeen Volkslang hunne vryheid weten te bewaren, het welk te befluit te brengen. Ingevolge hier van begon men gemaklyker was geweest, om dat hunne fobere be- over het ftuk te raadplegen.— De oudftc dér inzittingen den nyd van geenen nabuur, noch de woners, den rang van Voorz;tter bekledende, nam heerschzucht van eenigen'tiran van dien tyd had- niet in de begrippen van elk der ingezetenen, hoofd den konnen opwekken. Eindlyk verfchenen in het voor hoofd, maar t^dit was zedert eenigen tyd hef vlek rykdom en overvloed, door zuinigheid en ar- gebruik by hen geworden) van gebeele corporatien, beid verkregen , cn vloeiden ook allengs naar de in welke zy zich verdeeld hadden , naarmate zy, naburige dorpen voord. Van dien-tyd af aan fcheen door hunne verfchiilende wyzen van beftaan, eene de ftaatkunde Te vorderen, dat men bedacht was onderfcheidene clasfe uitmaakten , het zy van arop alle zoodanige middelen waardoor men het vlek beiders, ambachtslieden, of handwerkers. Men was •en de Gemeenfchap tegen den nyd der naburen en het daadlyk onder meest alle de inwoners eens, dat de roveryen der vortten* die 2ich van tyd tot tyd het vlek moest worden bevestigd en van behoorlyke in de nabuurfchap dezer kleene Maatfchappy opge- , wallen voorzien j maar over den aart dier wallen Q 2 ont-  ( 134 ) Een prentje tot leering en waarfehuwing van alle volgende gedachten , vooral in kleene Republieken , die van foortgelyke wezens vervuld; en door foort» gelyke. nabtuiren omringd zyn! P R O G R A M H A. ÏJet Gènootfchap-, voor ruim honderd en vyftig jaren, in het Landfchap Eigenbaat, onder de Zinfpreuk: Tot nut voor elk in het byzonder opgericht, hield op den 30. Augustus dezes jaars, in z)n ge- woon verblyf, zyne maandlykfche Zitting. De Vergadering was buitengewoon talryk , en de pracht onder de Leden grooter dan immer te voren. De geleerde.en ryke Burger bubjjlcu.s . oudfte Lid' van. ontftond veel verfchil. Allen die door graven en delven de kost verdienden, waren van oordeel, dat kleien of aarden wallen de beste waren.. De [Weifelaars beweerden daarentegen dat een fleenen muur moeilyker dan een aarden wal te beklimmen was. De Timmerlieden fchreeuwden tegen de kostbaarheid zoo wel van de aarden wal als fleenen muur, en begrepen dat een wal van planken niet alleen goedkoper, maar ook in cas van uitlegging van het vlek beter te verplaatfen was. De Glazenmakers waren volftrekt tegen een aarden wal, zonder de voorkeus te geven of aan de fleenen muur of aan de wal van planken ; dit was hun onverfchillig, met dien verflande echter, dat voor alle dingen of de planken wal of de ftcenen muur van glazen vengfters zoude worden voorzien, ten einde-altyd veilig en gemaklyk de ondernemingen der vyanden te konnen gadeflaan. De Smits keurden den voorKlag der Glazenmakers goed, indien naamlyk by de glazen vengfters werden gevoegd yzeren traliën, om daardoor zeker te zyn, datV zo de vyand al eens de glazen- uit de vengfters brak, hy echter door de yzeren traliën zoude worden tegengehouden. De Renteniers en Kooplieden eindélyk waren tegen alle de uitgebrachte advifen; zy beweerden, dat eene maatfchappy gelyk de hunne, welks voorname bron van welvaren de koophandel was,-zien in geenen. ftaat van verdediging tegen eenig nabuur konde. noch moest ftellen , als daartoe ten éénemaal ongefchikt; men moest alleenlyk, volgends hun gevoelen.,, in goede verftandhouding blyven met de omliggende machten , en die door geldopfchietingen enz. aan zich verbinden ; dan zo men al tot dezen voorgeftelden maatregel wil* de komen, ftelden zy voor om het vlek met eene wal van flik en vuilnis (waarvan het vlek zelf overvloedig voorzien was) te omfingelen; hier door', zeiden zy, konde eene nieuwe belasting, die toch voornaamlyk op hen zoude nederkomen, worden afgewend; maar, voegden zy er by, indien een der voorige advifen tot een befluit mocht worden gebracht , willen wy gaarne, tegen een percentjett in de maand, aan de Gemeenfchap de nodige penningen voorfchietén. Dan ,. hier tegen proteftcerden weder anderen. De Vergadering werd onftuimig, men kwam tot daadlykheden , en de vergaderde Vlekbewoners liepen uit elkander, zonder een befluit te hebben genomen. Te vergeefs trachtten,, in volgende tyden, eenige weinige vaderlandlievende inwoners dit onderwerp tot een gepast befluit te brengen. Eigenbelang en domheid (tonden bun beftendig tegen ; de zoo nodige omwalling van het vlek bleef achter , tot dat zeker vórstlyk overheerfcher , op hunne rykdommen. belust , het vlek en derzelver omliggende dorpen-in bezit nam,, met de inwoners zyne fiaven, en met hunne rykdommen zyne fchatten vermeerderde.  C 125 > tan'dit loflyk Genootfchap, opende de Zitiing met eene voortreflyke Redevoering : over. de gefchikti middelen, om, zonder in het Beftuur te zyn, zich ten koste van den Staat, flroflies te komen vertyken; in wcike redevoering alle de duidlykheid en juistheid uitblonk, welke men van Zulk een doorgeleerd en vermogend Burger, die daarenboven a!h s'door eigen ondervinding ophelderde, konde verwachten. Vervolgends werden door de Leden verfcheidene (lukken voorgelezen ,. waarvan het voornaamfte was eene Ode van den Burger bombast, waarin hy. de nadeden der Gelykheid affchüderde-, en met welke deze Vergadering befloten werd. In deze Vergadering zyn geene Verhandelingen over de in het* afgelopen' jaar uitgegeven prysftofFcn ingekomen of bekroond; het welk (zoo als de wysgeerige Burger isegrimmius te rechtaanmerkte) aan de verderflyke voordgangen der Vaderlands- en Vryheidslicfde moet worden toegefchreven. Daar echter het Genootfchap gronden meende ter Hebben om te vooronderftellen dat hunne pogingen,' tot ftuiting der alles verwoestende driften voor Vaderland en Vryheid, onder de hand aangewend, met den besten uitflag zouden worden bekroond, heeft zy in de gemelde Zitting befloten , om dé reeds uitgefchreven p'rysftoffen andermaaloptegeven;' en nodigt hierom by dezen, allen die hier toe bekwaam zyn, andermaal uit, om de volgende Vragen ie beaudwoorden: I. IVtlke zyn de beste middelen om den verderflyken geest van wysgeene en verlichting inzynen veftindenden loop te fluiten? II. Of het flelfel van één en ondeelbaarheid in eeneregeeringsvorm niet ten hoog ft e fchade'.yk zy voar elk Volk en Land; en of,. byaldien men de dwaalbegrippen daaromtrent niet korde weg*-nemen , het niet mooglyk is cm eene eén en ondeelbaarheid in de Conftitutie vajttefttlien , Wt behuild'nie: alleen van de byzondere land- Q.3i lyke en ftedelyke Oppermachten, maar ook zbn* der de minfte krenking van het zelfsbelang der vermogende burgers ?: UI. Of het geld den ryken, in alle welingerichte Maatfchappyen , niet liooger' behoort te worden gefchat dan, of ten minfte gelyk gefield met,hei bloed der behoeftige ingezetenen van den Staat; en of, indien de ryken daarentegen eenige geringe lasten opbrengen , zulks niet' meer aan hunne alom bekende edelmoedigheid, dan wel aan hunne ftellige verplichting , behoort te worden toegefchreven ? IV. Of, niettegenftaande by 'i lands Wetten de Kerk is afgefcheiden van den Staat, echter geene mid. deleüzy'n üittedenken, om Burgèrs, wier godsdierftige denkwyze gezegd word hun liet dragen van wapenen te verbieden, van het verdedigen des Vaderlands met de wapenen te verfüionen ? V. Hoe moet een Burger zich gedragen, om, by alle ftaatkundige gebeurtenisfen zyn leven en gezondheid, maar voornaamlyk zyne bezittingen . te konnen bewaren , met genoegzame zekerheidzelfs om de laatften , in het midden van de grootfte politieke fchokken ; te konnen vermeerderen; en om tevens nimmer den haat van de' bovendryvende party' op zynen'hals te laden? VI. Eindélyk' verlangt het Genootfchap in eene weluitgewerkte Prysverhandeling, uit dc Gefchiedfehriften der aêloude Grieken enRomei. nen, of, zo dezen er geene flof roe mochten opleveren, uit die der nieuwe Republieken, Zoo fpoedig eene keurige behandeling toelaten zal , te- zien aangetoond : welk eene B V & G e R i?ir o o n of h a l s ci e r a ad de Bataaffche Natie vcrfchuldigd zy, en toetewyzeit hebbe aan dien edelen , grootmoedigen Vaderlander , die by gelegenheid dat de Hoogstgeconftitueerde Macht des geheelen Volks een decreet nam eïter etn allergewichtigst onderwerp, en v)aar*  aiarby de groote belangen cn de roem des Vaderlands, met ter zydeflelling van de byzondere belangen van zommige ryke individus, zoo voortreflyk waren behartigd, dat op het hooren van dit decreet een luids kreet van goedkeuring aan -alle oorden der Republiek gelyk'.ydig opging; — niettemin moids en ft out e ccrdaaiheids genoeg gehadheeft, omopenlyk, in eentalryken kring zyner broederen, te verklaren, dat hetzelve op eenen onbefuisden avond, en onberaden, genomen was! Zy die in het faeandwoorden der bovenftaande Prvsvragen aan het oogmerk des Genootfchaps het best voidoen , zullen bekroond worden met eene Obligatie van ƒ icco : - rentende a 6 percent in bet jaar, welke zal fpruiten uit eene Negotiatie, die ten behoeve van verfcheidene Mogendheden , zoo in Europa a's elders, ftaat ondernomen te worden, en waar van het plan , fchoon tot nog toe onder geheimhouding , is te. z:en ten Comptoire van de Bur;?ers Ikken £f Comp. Leden dezes Genootfchaps. De Verhandelingen moeten met eene andere hand dan die des fchryvers , gefchreven, en vergezeld vaneen verzegeld naambiljet, voor het decreteeren der aanftaaride Conftitutie in dit Landfchap, vooral vracht vry, gezonden' worden aan Atticus dentweedenf Secretaris des Genootfchaps, wonende te Sthrapendam* BRIEF aan de DEMOCRATEN. Medeburgers'. Weinig had ik gedacht, dat myne aanmerkingen over het .Reglement op de Volksitem voor de ftad Amfteldam, in uw 15de N°. geplaatst, zoodanig zouden beoordeeld zyn geworden, als ik zie dat gefchied is door den fchryver van zekeren brief in de Nationale Courant van Zaturdag den 24 dezer. Ik heb medelyden niet zynen d walenden yver, daar hy in ftaat geweest is myne gevoelens met die der vyanden van Volk en Volksftem te verwarren, en niet bemerkt heeft, het geen echter zoo leesbaar is in eiken regel van myn gefchryf» dat ik naamlyk niet heb geredenkaveld tegen de organifatie der zoo nodige Volksftem zelve, voor zoo verre deze" met eene democratie by Repraefentatie overeenkomftig is, maar wel tegen eene ftedelyke Volksftem, die,in zich zelf een monfterachtig verfchynfel, rrfy voorkomt zoo duidlyk een handlanger van het Foederalistisch en Ariftocratisch Systema te zyn, dat ik niet begryp hoe het mooglyk zy, dat iemand van gezonde harsfenen één oogenblik bedenking kan dragen, of dezelve tegen het ftelfel van één en ondeelbaarheid lynrecht ftryde, ja dan neen? Indedaad, het is alleen uit dit beginfel, dat ik my gehaast heb myne bedenkingen omtrent dit ftuk, door middel van uw Weekblad, onder het oog van Amftels goede Gemeente te brengen, en ik durf, op myn woord van eeriyk Vaderlander, die Gemeente verzekeren, dat zy ten dezen opzichte door een blinkenden fchyn zich bedriegt, en van die zoogenaamde Volksftem niet het minfte van de bedoelde voordeden trekken zal. Hiervan ben ik zoo wel overtuigd, dat ik dezelfde gevoelens in ulieden onderftellen durf, en, zonder my aan den dwalenden yver van dezen tegenfpreker eenigszins te ftooren, van ulieden verwachte en u aanmoedige, dat gy moedig voordgaat, de waarheid, het algemeen belang, en de zuivere gronden van het Republikeinse!) Systema aan de Natie voorteprediken, zonder u door blinden yvereener zich zelf misleidende menigte aan den eenen kant, zoo min als door de listige intrigues van Foederalisten en Ariftocraten aan de andere zyde, in het minst, volgends uw eigen motto, te laten zwenken. Met dezen in uw eeretvolgend blad te plaatfen , zult gy op nieuw verplichten, Uwen gezetten lezer Den Schryver der Aanmerkingen op het Reglement voor de Volksftem. BY  < i»7 ) BY HET GEZICHT VAN EENIGE ENGELSCHE OORLOGSCHEPEN, VOOR. ONZE WAL KRUISSENDE, Zou ik die kielen zien, en «ou myn borst niet gloeijen Van vaderlandfche drift? Welk warm Bataven-hart Voelt niet, onwillig, zich een ftroom van toorn ontvloeijen , Tot fclientiis van 't gebocft, dat Nefirlands Zeemacht tart? Zeefehuitners! door gevoel- van eer noch deugd gedreven, Eilanders zonder trouw 1 woordbrekend roofgebroed! Ach ! doemde *t Noodlot u, om in een oord tc leven ^ Gefcbeiden van elk Volk, dat zucht voor braafheid voedl O Trotfche Nydigaarts, die buitenlandfclie grootheid,. Al wat verdienden beet by vreemden, doemt,en ftmtadt, Die, zonder fchaatnte, ja zélfs fnorkende op uw. fuoodheül. Uw klaauw in 's vrecmdüngs goed en eer cn leven flaat^ Die, zonder aan Verbond of Eeden u te flooren , ' Bataaffche kielen fteelc-«n wingewesten rooft; • Die in 't valschaartig hart den val ons hebt gezworen, Zoo vaak ge ons met uw* mond uw vriendfehap hebt beloofift Verachtlyk Metifehenfchuim, vaak als Geloofsgenoten, , Door *t bygelovig ras, of huigchelaars geroemd, Die uit liet heilloos zaad des Duivels fchynt gefproren; Die, woest en zedenloos, en deugd en godsvrucht doemtr Trotscb , ja! wanneer 't geluk uw zeilen op doet zwellen , Maar op de fcbaal der Deugd, des Tegcnfpeeds, te licht Dan vaardig om naar ftrop, pistool, of ftroom te fnellen, Daar ge in uw zelfsmoord waant, dat gy iets groots verricht» Die krygsgevang'nen hoont, mishandelt, ja doet fterven Iu donkre holen, waar dc menschlykheid voor beeft, Die den zieltogenden den laatften troost doet derven, En voor een frisfehen dronk hem Hinkend water geeft; Wat (laat van zulk een Volk den flapenftand te hopen? — Dien treft het lot der Heil.—— Genoeg hier van. Dat beest, y Dat lieve Tariko uk geldzucht dorst verkopen , Dat monftéï is geen mensch —neen, 't is een brit geweest. En 't zyn geen kleenen flechts die dus in grouw'Ien blinken ; O neen! vervloekte pitt, door boosheid eindloos grootl Gy zocht het Franfche Volk in ketenen te klinken, Door moord, door valfehe munt, oproer en hongersnood»  ( Ml ) Staatkundig wangedrocht! omftuwd door aterlingen, Min fchrander, min doortrapt, maar even flecht als gy, Gy zocht de Vryheidsmaagd den dolk in 't hart te wringen,, Maar zy belacht uw list, en dempt de muitery ; Dat vuur, met zoo veel-krachts geltookt en onderhouden, Schynt eindlyk uitgebrand, en dit rampzalig Volk, Die.dwazen, die op hulp van uw gebroed vertrouwden,, Te Qiiiteron ontfeheept, liiiyt ge in huns vyand» dolk, — Europa lang beftookt door 'r eerloos Grootbrittanje! .Ontfiuit uw oog toch eens voor uw belang, uwe eer^ Bataven, Franfchen! op! Op, vaak mishandeld Spanje! Europa's vaste wal hoor' geen alarmtrom meêr 1 Neen ! Vlooten uitgerust.; de zee bevloerd met kielen, Ter wraak van zoo veel hoons, ter ftuiting van die pest* Op!'om veréénd in macht de Britten te vernielen ; Die fcbelmen opgezocht in hun roofgierig nest. Beftookt aan eigen kust Europa's Algerynen. Rooft, wat gy roven kunt, het komt u dubbel toe. De biand van hunne Vloot fla in hun magazynen, Ja 1 dat een Cliattams tocht uwe.eerzucht niet voldoe! Neen, Londen, Londen, zelf, door 't vuur van handelfchepen Ontgloeid aan d'eenen kant, zy, met veréénden moed, Döor'gantsch Europa's jeugd gewapend aangegrepen; En, zo'thet hoofd niet buig', verzink' Vin puin en gloed.Kon niet één scipio Cerlhago's heeischzucht fluiten? Ja, fiioode, trotfrlie Brit! eens zal uit Londens asch Swcop's herfleld Geluk en Hollands Welvaard fpruïten..... Thands ftaat een Visfchersbuurt, waar eertyds Tyrus was. De geachte Zender van dit ftuk zi! ons eenige weinige veranderingen, en het gelykmaken zyner IpelHng met de onze, niet ten kwade duiden. KB. Men verwachte in N°. 18. onze beloofde Verhandeling over de uitvoerende Macht. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht , ^^"^"^'g^^" de Wed. f. ter Veen cn Zoon; S Hoge, van Cleef en Lecuweftyn ; Leydeti , Honkoop en Herd.ng, iZerdal fA. Crajenfchot; HaarïLl Beêts en Loosjes ; Rotter dam M,n,v „ ,den D nes; Alkmmr, MoUuan, en verder iu de overige Provintvën, a dne het heele, en twee ftiuvers net halve  DE DEMOCRATEN. ' N°. I 7. Donderdag den 6 October 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door hel dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem lot euvel lokt, Zyn vasten gast 'gefchoki. . . „ • IIORATIUS. VERHANDELING ovkr mt PROCLAMATIE tegen de ENG ELS C HEN. (Gearrejïeerd by de Nat. Vergadering, den 16 Sept. 1796 ) Jl*i'jdelyk is dan het trotsch en roofzuchtig Engeland genoodzaakt geworden, op de gedane flippen van zyn gevloekt Miniflerie , te rug te moeten komen. Eindélyk dwingt verlegenheid voor eigen beftaan, het eenig beginfel waarvoor de egoïstifche Brit nimmer doof is, deszelfs Miniflerie om zich liever gewillig aan de verdiende berisping van deszelfs voorig gehouden gedrag en de verachting zyner fchandelyke afwyking zoo wel van het recht der Volken als van de voorfchriften eener eenvouwige Staatkunde, te onderwerpen, dan den rampzaligen toeftand, waarin het de Natie en het Ryk gebracht heeft, daadlyk te moeten ontdekken. Verheugt u, Bataven! over dit tydftip, verblydt u met ons, dat de trotfche Brit deze openbare betuiging van de afhanglykbeid zyner welvaard van zyne betrekkingen met ons land ongeveinsd heeft moeten afleggen; ziet daar uit met ons de verlegenheid, waarin hy zich gebracht vind, gevoelt éénmaal tegen over hem het geheele van uwe waarde, en van uw vermogen , 'en verkwikt u met ons in den aanbrekenden dageraad van deszelfs vernedering. Dank zy der wysheid en moed van de Nationale Vergadering toegebracht, dat zy de Engelfche list verydeld , de poging, om deszelfs geWoekten rol nog voor eenigen tyd door onze medewerking vol te konnenhouden,door eene rechtvaardige Wet vruchtloos heeft gemaakt, en het eigenbelang van enkelen ten beste van het algemeen aan vaste ketenen heeft gelegd. R De Conventie heeft voor deskundigen op eene voldoende wyze de redenen aangeftipt , die haar tot deze proclamatie bewogen hebben, en die dezelve by ieder beminnaar van zyn Vaderland moéten doen billyken. Dan, men meent het algemeen dienst te zullen doen, met die redenen wat nader uittepluizen, op dat ze zelfs voor minder kundigen tastbasr worden, en ten waarborg konnen (trekken tegen den kreet van misnoegen, die de Engelsch - gezinden in ons Vaderland hier tegen doen opgaan. Ten dien einde zullen wy onderzoeken de redenen welke Engeland tot de Vrylating van handel ■met onze Republiek bewogen hebben; — de voordeden welke daaruit voor hetzelve zouden voordvloeiën, byaldien wy ons door dit lokaas lieten verleiden; — en de nadeden die Engeland te duchten heeft , wanneer wy manmoedig de fchynfchone voordeelcn, ons door hun aangeboden, blyven verwerpen. Engeland heeft gebrek aan re'êele omlopende Waard*. Het numerair in Engeland beftond reeds zedert lar-g alleen in goud; het' zilver was zoo fchaatscli, dat men zelfs in groote winkels pas eene guinée verwisfelen kon. In het Weekblad de Star van den 15 September 1796 vind men dit bevestigd, zoodanig zelfs, dat daaglyks lieden, welke het wagen ter vervulling van dit gebrek zilver te munten, in hechtenis genomen worden, terwyl men indendaaglykfchen handel geen gemunt zilver meer ontmoet. De Oost-Indiët), alwaar de handel grootendeels met zil-  ( 13° ) aüver moet worden gedreven , en die manufacturen en fabrieken welke dit metaal verwerken, trokken zoo veel, dat dat geene wat uit Spanjen en van elders aangevoerd werd, tot deze beide einden pas toereikend was. Het goud werd even zoo fchaarsch, en welhaast zoude de masfa van fpecie ontoereikende geworden zyn om aan de daaglykfche verwisfeling van het papier in omloop te voldoen, toen men in 1793 middelen uitvond om het goud van bet vaste land naar Engeland te doen vloeien, zoodanig dat in weinige maanden met de paketbooten van Helvoet/luis naar Harwich tusfehen de twintig en dertig millioenen Guldens in Goud werden overgevoerd, met dat gevolg, dat wy van dien tyd af geheel van dit metaal in den omloop zyn verfteken, en hetzelve eer eene koopwaar dan eene repraeientative waarde is geworden; waaruit een aanmerklyk nadeel voor ons is ontftaan, en de Engelfchen in ftaat geraakt zyn, om het nodige geld in het land te behouden, ter verwisfeling van hun papier. Dan dit numerair is grootendeels door het onderhoud der Legers op het vaste land, door fubfidien, door omkopingen, door verraderyen, en door den in Frankryk aangekweekten en z »o lang gedreven binnenlandfchen oorlog weder verdwenen; daar teeen is het papieren geld in eene dubbele mate aangegroeid en vermenigvuldigd; en daar het Miniflerie reeds alle middelen heeft uitgeput om geld te vinden, is het veellicht geene gewaagde Helling, dat de banknoten zeNe op de reëele waarde van éene Cchelling voor een pond nominale waarde circuleeren, terwyl het zeker is dat de banknoten in circulatie in de proportie tot de reëele fpecie in omloop ftaan lis dertig tot één. Deeze disproportie tusfehen de masfa van papier en fpecie moet eens noodzaaklyk ten gevolge hebben, dat het eerfte aan verlies word blontgefteld, aizoo de moeilykheid om banknoten, die tot de daaglykfche betaling te groot zyn, tegen «eld te verwisfelen zomtyds , vooral in kleenere plaatfen, de houders dwingen moet om aan den geenen, die hun zoodanige banknoten verwisfelt, eenig voordeel aftellaan , en dus minder als honderd voor honderd te ontvangen; daar nu de voorbeelden van alle tyden geleerd hebben.dat wanneer ééns het papieren geld begint te dalen, het weinig te voorzien is waar de daling zal ophouden, is het niet moeilyk te bevatten, dat het bei ng van het BtigelSCh Gouvernement vordert , om alle aanleideode oorzaken dier daling voortekenen, en dus ook zooveel mooglvk de proportie tüsfcnén de reëele en nominale repraefent'tiven, of tusfehen de fpecie en het papier te herftellen. De navy- en exchequer-bills circuleeren op het ertdiet der geldnegotiatienj het is zeker, dat om aan deze en andere engagementen te voldoen , weder nieuwe Negotiatien moeten geopend worden, zelfs zouden de behoeften voor het lopend jaar de boogtte taxatie der inkomften omtrent achttien millioenen Ponden, dat is meer dan twee honderd millioenen Guldens, overtreffen. — Om deze verbazende fom te vinden , moeten ten minfte tweemaal zoo veel, en dus zesendertig millioenen Ponden, of vier honderd millioenen Guldens , fchulden worden gemaakt; het is onmooglyk dezen in Engeland bjëen te brengen, ja zelfs geen tiende gedeelte er van, zonder vooraf eene behoorlykc masfa van reëele waarde of metaal in Engeland te rug tc doen vloeien. Naarmate dezer onmooglykheid moeten ook de fondfen dalen, en daar het Gouvernement in vroegere jaren voor een fchuldbrief van honderd, honderd ontving, zoude het thands aan het zelve misfehien onmooglyk zyn, om voor een millioen Ponden drie percents annuiteiten vyfmaal honderd duizend Pond reële waarde te ontvangen waardoor dan niet alleen eene verdubbeling van fchuld oniftaat, maar ook eene verhoging van interest over het indedaad ontvangene van- drie op zes percent; het Melk op bovengenoemde twee honderd millioenen Guldens een onderfcheid van zes millioenen Guldens in 't jaar uitmaakt. Wanneer men nu hierHy voegt, dat de waarde der fondfen progre.^fif verminderen zoude, wanneer de banknoten ook aan het dalen geraakten, en het Gouvernement eerst op de fondfen en dan nog op de banknoten, die aan hetzelve voor de fondfen in betaling worden gegeven, zou te verliezen moeten, dan kan men Opmaken hoe veel belang liet Britsch Gouvernement er in ftellen moet om de balance te herftellen, en, zo mooglyk, verdere onvermydbare rampen voortekomem Engeland heeft dus belang om reëele waarde te verkrygen; dan hiertoe is geene moot/lvkheid, dan door de realifatie van eene onnoemlyke menigte gefabriceerde goederen, koopmanfehsppen . en vooral van onze geftolene Oost- en West Indifche producten. Daar nu een aauzienlyk gedeelte der Europeefche havens voor hunnen handel en zeevaart gefloten zyn, daar Hamburg,. Breinen en Embden genoegzaam de eenige marktpiaatfen voor hunne waaren zyn, en deze geene uitftrooming genoeg tot het vertier van alle die waaren opleveren , dan fchier alleen naar deze gewesten ; zyn de Engelfchen genoodzaakt hunnen vyanden in den arm te vallen om zich zelve te redden, zy hebben ons nodig om ben zeiven in  C I3i ) in ftaat te fteüen van den oorlog tegen ons vol te houden. Zy hoopten eu vertrouwden op de eigenbaat van byzondere perfonen, en verwachtten van hunnen invloed , dat de fchoonfchynende aangebodene voordeelen met gretigheid zouden aangenomen worden, dat wy weldra hunne koopwaaren tegen geld , of tegen betaling van Oosrxeefclie Wisfels, voor dc behoeften hunner Vloten getrokken, zouden vern.ilen, en zy dus in ftaat geraken, om het verbroken evenwicht tusfehen papier en geld te herftellen ; zy hoopten zich voor een tyd in Ifaat te zien om den oorlog voordtezetten , en inmiddels immer voord zoo veel van ons aan de eene zyde te rooveti, en van den anderen kant aan ons te verkopen, dat wy, eerst met het van ons gvftolene, en dan nog met de verruiling daar van tegen fpecie, den oorlog tégen ons zelven op hunnen naam zonden voeren. Het ftremmen van den VVisfel van hier op London, is hun zeer hinderlyk in het bekomen van Oostzeefche voordbrengfelen, welke veelal uit de benodigdheden voor hunne Vloten, uit H)ut, Yzer , Zeildoek, Koorn , Hennip, Vlas, Pik en Teer beftaan. Het is moeilyk deze artikelen onmiddelyk te betalen , te meer daar de ingevoerde masfa dier producten, de daartegen uitgevoerde waarde, vooral in een tyd van oorlog, verre overtreft, en dus het te kortkomende in de Oostzee met comptant geld moet worden voldaan, waardoor dus de fchaarschheid van gemunt metaal vermeerderd, en de val van het papier verhaast word. De betalingen der Engelfchen naar de Oostzee gefchiedden voor den oorlog genoegzaam geheel over Amfieldam; de Kooplieden in de Oostzee trokken op die in Holland , en dezen weder op London , de Engelfchen wonnen hierdoor vier of vyf maanden tyds om te betalen; voor eene kleine provifie duldde de Hollander dat de Engelfchen met zyn crediet handelden, eu hy verfehafte den Engelschman de gelegenheid om, hem voorby gaande, die negotie te doen , welke hy anders zelf zoude gedaan hebben. — Wy hebben by deze ge'egenheid voorgenomen, om onze gedachten over dc buitenlandfche acceptatien aan onze Landgenoten medetcdcelen , ten einde hen klaarder begrippen over het fenadelyke derzelven te doen verkrygen; wy plaatfen dezelve achter dit Vertoog, en zullen nu voordgaan het belang aantetonen.het welk Engeland by hot herftellen der Wisfels en Posten heeft Door de Hollandfche acceptatien werd de Engelfche zeemacht met meerder gemak van het benodigde voorzien, de ondernemers der leveringen aan het beftuur maakten gebruik van dit middel, en de R menigvuldige herhaling van hetzelve, en dc daaruit vloeiende ruimte van geld fielden hen in ftaat om deze leveringen op langer termynen en met meerder voordeel te doen, dan wanneer zy de uit de Oostzee ontbodene goederen, het zy by, of zelfs, zoo als daar gebruiklyk is, een geruimén tyd voorde levering, hadden moeten betalen; dan de gelegenheid hiertoe is benomen, zedert de communicatie met Holland afgefneden is; de Leveranciers en Aannemers vermindeien ,naarmate een meerder capitaal vereischt "word om ondernemingen te doen; veelen die wellicht in 't geheel geen eigen vermogen i adden, en dezen handel alleen door het Hollandsen crediet konden dryven , moeten nu geheel fti! zitten; Kooplieden van meer doorzicht, den aanftaanden val van het Engelsch finanne wezen voorziende, handelen omzichtig of houden zich buiten ondernemingen van dezen aart ; zoo dat de verzorging der Engelfche Zeemacht ook van deze zyde meer en meer zwarigheden ontmoet. Ook, omgekeerd, vorderde het belang van Enge* land het herftel van den Wisfel; een aantal Kooplieden in de Oostzee, in Duitschlanden elders, zyn onvermogend om da in Engeland liggende goederen te ontbieden, zoo we) om dat hun de middelen ontbreken om dezelven vooraf of comptant te betalen, als om dat zy buiten de mooglykheid zyn van de betalingen in Engeland te doen; om dezen in ftaat te ftellen, van goederen uit Engeland te ontbieden, en ook dien handel zonder eigen vermogen te dryven, moet de Wisfel op Holland worden herfteld, dan kan de Engelfche Koopman op een Hollandsch buis op drie maanden trekken. De ander bekomt in dien tyd de uit Engeland ontbodene waaren, betaalt de Hollander met zyn eigen geld, en Engeland word van zyne overtollige waren ontlast; de Hollander is hier wederom het intermediair middel, zonder het welk deze handel geene plaats zoude hebben. Daarenboven zoude door het herftel des Wisfels, aan zoodanig bastardfoort van Hollanders, welke de Engelfche fondfen boven de Hollandfcl e praefereeren, en aan het geheel gebroed van Agioteurs eene veel gemaklyker gelegenheid worden gegeven, om hunne capitalen , of losrakend geld, aan de vyanden hunnes Vaderlands overtemaken , of, vereend met, en dienstbaar aan het Engelsch Miniflerie zoodanige ryzingen en dalingen in de Engelfche fondfen ten wege te brengen, als dit tot zyne oogmerken zoude nodig achten; — het is niet nodig voorbeelden bytebrengen om aantetonen, dat deze fchandelyke konstgreepen voorheen daaglyks plaats hadden ; dit is aan elk bekend, en bonderden beklagen zich by het verlies van hun vermogen, 2 over  C 13* ) over het'helsch gefpuis, dat voorwetend en door onderlinge verftandhoudmg hen van het hunne bc- r°De BefteiijiKê- volksbewegingen in de manufactuurftedèn-, de fteeds toenemende zorg en behoedhÏLddelen door het Minifterie aangewend om dezelve voortekomen ofte dempen, en de vrees van du onder de asfche fmeulend vuur eens m eene onbluschbafe vlam te z:en uitbarften, zyn even zoo veele beweegredenen voor het Minifterie. om middelen te B , ten einde de arbeidslieden brood te verïchalTen,'en ten vrede te ftellen; dan hiertoe moet hét zoo veel mooglyk trachten vertier n de gelatr • teerde waa.en te brengen, en met minder den uitM ,e bevorderen. Het vertier dezer gefabriceerde gpedëren was voorheen, en is nog byz n:der groot d;.:i- de/.e gewesten, z>odamg dat ons uit eene pumM En&lfehe' opgave gebleken is, dat alleen de Hef-vA Engelfche knoopen naar Holland m een kar de verbazende fommh van zestig duizend Pinden Stëiïihs: dat is ruim zevenmaal -honnerd duizend &ulWéns beeft bedragen, en men veellicht niemand ,n oeze Republiek zoude vinden , onder wiens Iiglaa'mï- of buislïeradiën niets Engelsch zoude te vinden z\n; zynde net ontw>telbaar zeker, dat de geMele'invoer van Engelfebe producten en gernanuCcteu-de waaren in ons land, jaarlyks vc.fcheidem m iljoenen bedraagt. De meesten van deze laatfte zVn geheel onnodig, cn alleen voorwerpen van iveekfe; de oorfprongtyke flof tot dezelven ,s over "t aP-emcen van eene onbeduidende waarde en MM zelfs uit Engeland afkomftig; zoo dal gelïceg/.aam de geheele verkoopprys in arbe.usioon wout verdiend, en dus een grooter aantal leden der Engelfche maatfchappy by het vert.er dezer Waarin Pelafig heeft, of door derzelver onverkoopbaaihcid Van hun geheel of gedccltelyk beftaan word verflokcn • Veellicht heeft het Engelsch Minifterie nog een trevloekier doel in het vryftellen van den handel, re weten om de zaden van tweedracht en verdeeldheid, den haat der Brabanders en Italianen tegen de Franfchen, en den nyd van alle baatzuchtigenin die gewesten , waar naar toe zy den uitvoer nebben VTygefteld , tegen de plaatshebbende orde van zaken, aantekweken, zich vrienden te kopen, veiliger gelegenheid te hebben tot verraderlyke verftandnoudingen, en dus nieuwe Veniéën met alle de gruwelen'van binnelandfche oorlogen te doen oniltaan, in die gewesten , welke zy in fchyn door hunne voorkeus', met de qtiafi voordeelen van hunnen vryen han¬ del, willen begunft'tgen. Ja wie weet, of de verfoei'lyke Brit met het eerloos oogmerk gfciiad nebbe om de ryke ladingen voor Holiandfche rekening, zoo dra zy in zee gekomen waren, te doen nemen, en in zyn roofnest te rug te liepen.. Immers hiertoe is geen Engelschman te goed, en zeker is het, dat onze Kooplieden zich in het grootst gevaar zouden gefield hebben, om , by eene onverhoeds opkomende conveniëntie, van alles beroofd tc worden. Uit dc aangehaalde vermoedelyke oorzaken, welke het Engelsen Minifterie tot dezen ftap bewogen hebben, blykt, dat de gedane vryftelling als eene der laatfte ftuiptrekkingen hunner dalende nu.eht aantemerken is, en daar liet niet alleen met de wapenen is, dat men zynen vyand afbreuk doet, mair dit einde door veelcrleie andere middelen bereiken kan; daar het daarftellen van eenen fpoedigen en minst nadeeligen Vréde de vvensch van alle beminnaars van hun Vaderland en der menschheid zyn' moet; moet elk braaf Nederlander eenen ftap toeju'gchen , welke onzen algemeenen vyand meer dan het verbranden zyner Vloten in de hartader kwetst, hem de middelen beneemt of bezwaarl) ker en kostbarcr maakt om den oorlog voordtezetten , .het mis-: noegen der onderdrukte Engelfche ingezetenen tegen 'hunne overheerfchers aanwakkeren moet ,■ den ondergang hunner reeds minder' bloeiende fabrieken bevordert en verhaast, hen belet om met hunne vrienden in andere landen te heulen, zamenzweeringen te beftoken of binnenlandfche oorlogen te berokkenen; eenen ftap die, iu één woord . wanneer dezelve aan onzen kant ernftig gehandhaafd, en door het Fransch beftuur voor de overwonnene of ingel.yfde landen gevolgd word, zoo als men bulyfc verwachten moet{*), den trotfehen Enge'scbman tot meer vernederende Happen dwingen zal, en waarvan men het befpoedigen eener gewenschte Wrfedsv zeker te wachten heeft., Inmiddels twyfelen wy geenszins of het nyver en vindingryk vernuft onzer Kooplieden zal hun alle middelen aan de hand geven, om zoo veel mooglyk; dë wet, oen goeden wil en intentie der Nationale Vergadering te verydelen en vruchtloos te maken? wy verwachten daarom van de uitvoerende Machten in ons Gemeenebest , de zamenfpanning van allehunne krachten om het illufoir maken eener zoo heilzame wet voortekomen, en ie beletten; wy vertrouwen van derzelver wysbeid, het .bewerkfielligcn van alle de daartoe gefc'hikte middelen: eene diertrelyke wet had in Spanje ten opzichte van alle Engelfche producten plaats, gedurende den laatften .(■>) Zedert dit ftuk ter petife ping, is het bekend geworden, saiuien der Franfche Wingewesten.. dat het Directoire reeds dezen maatregel genomen b.elt, ten  ( Ü ) oorlog; geen'e goederen hoegenaamd mochten aldaar destyds worden ingevoerd, dan alleen wanneer deZelve voorzien waren van dc nodige declaratoircn datze nimmer,Engelsch eigendom waren geweest, of dat nimmer eenig Engelschman het, minde belang of aanueel in dezelve had gehad of genoten, Het onderzoek gefchiedde Icherp, en menen er al eenige verbodenc goederen werden .ingevoerd , was het met zoo veele gevaren gepaard , dat het der winzucht niet licht gelustte om zich tam dezelven bioottfcftellen. Verre de meeste der uit Engeland ingevoerd wordende waaren behoren tot de o/ertolligheden; billyk zoude men van Neêrlands Voik zoo veele Vaderlandsliefde verwachten dat zy, zelfs zonder, verbod, geene van deze allen zouden begeeren te kopen, dan dit zien wy n et gebeuren; wy weten voorbeelden van lieden die der üranjeparty zoo verre zyn toe. gedaan , dat zy reeds gekozene doffen , die zy meenden Engelsch te zyn , verwierpen , toen men hen onderrichtte, dat het geen Engelsch maar Hol-, landsch goed was! — Dan zulke voorbeelden zyn te verfoeilyk, zulke aterlingen te vcrachlyk, dan dat wy Z"Udcn geloven dat er zelfs onder de Oranje-, partv veele zo.ndanigen zouden, gevonden worden; ondértusfehen .zien ■ ^ v, met leedwezen dc onver fchilligheid. met welke onze landgenoten ter markt gaan, zonder zich te. bekreunen of het verlangde Engeisch of Jlollandsch is. Wy zien met verlangen het tydllip tegemoet, waarin zoodanige onverfchiritgen fin aterlingen in de noodzaaklykheid zullen ge. bracht worden, om hunnen Knaak- te veranderen eni lot de nationale fa-brieken te rug te kecren ; wy zien met verlangen het oogenblik te gemoet , waarin eene Natlouaale Wet niet voor eenen korten tyd jnaar voor altoos, door het verbod van invoer uit Engeland van alle nutloze waaren , het Engelsch Volk eenen flag toebrengen zal . welke hen meer benadeelen moet als het verlies hunner beste Colo- nje. Hen, die bloedzuigers van onzen welvaard, .te 'beletten om ten onzen koste te konnen leven, -hunne handen het werk, cn met het werk het brood te ontnemen, hen zoo veel mooglyk tc verzwakken, en te verhinderen om ooit het hangend hoofd weder optebeuren, moet nu en altoos het doel onzer pogingen zyn. Doen wy dit niet, dan blyven wy by het oude ; onze handel , fcheepvaart en Colonien blyven blootgefleld aan hunne overmacht en kwade trouw, en geen duurzame Vrede is etvoor ons noch onze bondgenoten immer te verwachten. ,v isil , neefdoa- bioobd nsyod wit! vw- . Tot een bewys der netelige g.ciïeldhe'd van het Engelsch Miniflerie, ten opzichte der geldmiddelen, zulicn wy ten dienfte onzer landgenoten, die de lezenswaardige Verhandeling van mor ga n C*) over het Engelsch financiewezen niet gelezen hebben, hier nog by voegen, dat de fom der Negotiatien, gedurende dc drie eerfte Jaren van dezen oorlog. 1793 , i,"94.cn 1795 gedaan, de fom ma vart 78-350,170 Ponden Sterling, dat is over de negen honderd muliientn Guldens bedraagt, behalven nog zestien millioenen ponden Credictbricven, excheg ier hills, en ongefundeerde fchulden, 't welk met dc fchnld van den Keizer te zamen de verbazende fommc van cC 101.734,044 oplevert; waardoor dus in een tvdvak van cirie jaren do Engelfche Natie met twaalf honderd millioenen Guldens nieuwe fchulden cn c£ 3,740,360of circa vierenveertig millioenen Guldens jaarlykfehe intresfen is bezwaard geworden. — Dat men in deze jaien., om zevenen veertig millioenen reë'e'e waarde te bekomen , zeventig millioenen fchulden lieefrmpctcn maken! cn let tegenwoordig gcnocgzaam'*niet mooglyk'is om meerder geld tc vinden; —- waarby nog komr , dat alle territoriale eigendommen .e,i' particuliere' bezitflW gen , in geheel 1"a:c-'*and yolgénds de hoogde'berefc* ping door Mr 1 t ri' zelve worden begroot op dertien* honderd miilioC-bén Ponden, (rtrm-vyftien duizend nii'lioei'cu Guldens) waaraan echter -m ó r g a n met reden twyfe't ; cn de Nitiom.le fchulden f reeds ld 1795, ruim'drie honderd cn zestig :mfl!ïqeiién Ponden, of fier duizend cn drie honderd millioenen Guldens bedroeg. Bezwaart men nu deze fcbuld met dertien millioenen Ponden of cifew honderd en vyftig millioenen Guldens jaarlykfehe interc-sfen'1, erf konnen, volgends morgan , dc jaarlykfehe'renten van alle dc Landgoederen in Engeland h'jet'ondeH field worden meer dan achttien miliioenen Ponden of circa twee honderd en tien'millioenen-Gtildèns te zyn ;, dan zal men niet veel moeite hebben om tebetogen, dat, daar de fchulden na genoeg 30 percent (thands zeker reeds fnetr) van de be'.itt'ngert van alle dc inwoneren van Engelabd te ^amëf) bedragen , het vergrooten der fclu.'kl meer en 'meer bt-zwaarlyk, cn éir.delyk onmooglyk moet'w.orden j tv'aar uit blykt dat wy geen doodiyker' fl.igen aan onze vyanden konnen toebrengen, danf niet hen; te verhinderen van op den aangenomen voet voordtegaan. en hét tydftip van Nationaal Bankroet te verga sten , het welk reeds lang voorfpeld is , dbeh eens' zeker kornen zal, en den val van'-'ht-L-Lhgeheh Gouvernement cn Systema onfeilbaar bewerken tro aifli bsö dbv BSISfcaöa eaaurJ, nsibibgnd sG^ot C) üei l-edrieglyke des- EngeifcHen Finanliewczens handtastelyk gemaakt &C. door W. Morgan, in den Vage by 0' ra"' Cleef, 1796. R ^  ( *34 ) Tot verder bewys van het gefielde dient, dat de Engelfche Proclamatie daadlyk eenige ryZmg in den prys der fondfen ten wege gebracht heelt, het welk een fprekend bewys oplevert, dat het Engelsch beftuur zich in deze verwachting niet bedrogen had, cn de Engelfche Actiehandelaars van dezelfde gevoelens waren, en meerdere ryzing verwachtten. — Wy twyfelen daarom ook niet óf de tydmg van het afvvyzen der aangebodene vrye Vaart by ons zal dezelven daadlyk weder doen dalen. De verwachting , die dë Engelfche Kooplieden ook ten opzichte der fterke vraag naar hunne koopwaaren voedden, is tevens gebleken door de nieuwe rvzmg in de pryzen der meeste Koopwaarcn, alsCoffy, Suiker, en Peper, welke laatfte in weinige dagen te London ruim tien ten honderd gerezen is. Verfcheidene openbare Verkopingen zyn teritond aangeflagen, daarentegen zyn die van de geroofde Foelv-Noten, Nagelen, en Kaneel, voor eenigen tyd uitgefteld, om de Hollanders zoo veel meer tyd te geven om hun eigen goed te ontbiedenden de pryzen hoger optezetten. Hun oogmerk fchynt dus ook te zyn geweest, om aan de Engeirche Natie bet hoogfte voordeel van den fchandlyken roof te bezorgen, en zich nog ééns ten onzen koste daarmede te vemken. Dit laitfte fchynt ons vry zeker; want Wat moeten de gevolgen zyn , wanneer Engeland belet word van de tegenwoordige hoge pryzen gebruik té maken, en hun alle gelegenheid benomen om daarmede voordeel te doen? — Immers is het waarfchynlyk, dat by den.Vrede een groot aantal waaren aanmerklyke dalingen zal ondergaan; hoe meer waaren de Engelfchen. nu nog tot de lopende hoire pryzen afzetten konnen , hoe meer reecle waarde zy in de plaats bekomen; en hoe meer zy overhouden , hoe veel te minder hunne buit hun opbrengen zal- Gefield nu, dat alle hunne maga- zynen op hier afgezonden worden, en zy volkomen uitverkopen, konden , dan .zouden niet de Engelfchen, die voor hoge pryzen hunne goederen tot geld gemaakt hadden, maar wel de Hollanders de fchaden der daling dragen, en de Engelfchen in dien tyd met het van ons bekomen geld nieuwen handel dryven daar wy in tegendeel wel volle magazynen, doch zoo veel minder reëele waarde in omloop hebbende , ons van veele voordeelen zouden verftoken zien, en zulks juist in een tydftip, waarin wy met eenen ruimen omloop meer dan ooit m Itaat zouden zyn den buitenlandfchen handel op hier te trekken. , . . . De Engelfchen ;hunne goederen van den hals en op den onzen gefclioven hebbende , zouden terftond van de ontvangene gelden gebruik maken,om op nieuw goederen te lüien komen , waartoe zy buiten ftaat zyn, zoo lang zy hunne goederen niet tegen daadlvke war e kom,en ruilen; deze goederen misfehien te gelyk aankomende met eenen algemeenen Vrede, zouden zy in itaat zyn dezelven tot minder pryzen aftefevcren dan dif; geenen die z.y eerst verkocht hadd n ; zy zouden fpoedig de mark. ten overvoeren,'e.) net voordeel van de tweede ondernemingen genieter), daar er voor de kopers der eerst verkochte goederen niets dan het verlies, en de oninooglykhcili om, vastzittende, vnn die voor» deelen te gemeten, welken de Engeifchen voor onze oogen met ons eigen geld zouden doen, over-» fchieten zoude, De flappen die Engeland doet om eindélyk Vrede te bekomen , en de hoop waarmede het zich veellicht flreelt van te (lagen , geven dus ook,; om de laatst aangehaalde redenen , grooten fchyn dat het daaromtrent gefielde mede eene hunner hoofdbedoelingen is ; niets is natuurlyker dan dat het Engelsch Miniflerie by zyn belluit tot het bewerken van Vrede, ook tevens bedacht geweest zy, om vooraf, en eer zelfs "de nabyheid van eenen algemeenen Vrede de pryzen der goederen doet dalen, hunne ingezetenen van dezelven te ontlasten, en gebruik te maken van de drift met welke zy zich voorftelden dat de Hollanders en Brabanders op dezelven zouden vallen, ten einde deze de fchaden, en gevaren eener vermoedclyke daling geheel te doen dragen, fielle.ide daarenboven hunne ingezetenen langs dezen weg in (laat om ,: van hunne goederen ontlast, met de daarvoor Ontvangen waarde daadlyk voordeel te doen , en zich meesters van den handel, en der winst van heteeifte oogenblik te maken. Wy vertrouwen aan onze taak voldaan te hebben , en voor onze Landgenoten genoegzaam de oogmerken der Engelfchen te hebben opengelegd, gelyk ook de voordeelen die daardoor hun zouden io-i.revloeid zyn, alsmede de nadeeien , welken wy hun toebrengen door de tegenwerking dieroogmerken in het daglicht te hebben gefield Mochten onze Medeburgers door het een en ander overtuigd , met ons welmeenend dankbaar zyn aan die Vergadering, die zoo cordaat de flinkiche oogmerken onzer vyanden verydeld heeft, en hun eenen buit onttrokken, voor ons Vaderland meer waardig dan menige luidklin» kende overwinning! — Ten bylage dlene, gelyk wy hier boven beloofd hebben, het volgend IETS  < *$5 ) IETS over de ACCEPTATIEN voor BUITENLANDSCHE REKENING. Voor eenigen tyd deelden wy onzen landgenoten onze gedaeluen over de buitenlandfche Geldleeningen mede ; thands zullen wy overgaan om , zoo kort als mooglyk, hun de fchadelykheid der Acceptstien voor bnitenlaridfcbe rekening, in zoo verre de/,jive vo t goederen die buiten ons land omgaan, gel'chied.'nr voor oogen te houden. Onze voorouders rudaen het door bunnen vlyt, kunde, en ryverheici zoo verre gebracht , dat dit Land de a'gemeene voorraadfchuur en marktplaats vo.ir de geheele bekende wereld was geworden; de buitenlanders, wilden zy hunne producten of gefabriceerde goederen op eene fpoedige en zekere wyze aan den fhan b engen, wachte 'en de Hollandfcne commisfiën af, of, deze niet-geroegzaam zynde, zonden zv hunne goederen hervvaard, alwaar zy, behalve'- ',et voordeel van voor die al'en ten allen tyde kopers te konnen vinden, ook nog tegen een matigen interest twee derden of drie vierden der waarde daadlyk konden trekken , en dus met één eigen capitaal drie- of viermaal zoo veel omzetten. Door dit middel b'eef de handel by ons ; het fpoedig vertier veroorzaakte overvloed, en drong de buitenlandfche Kdopl'eden hunne waaren by ons te zenden; daarentegen kwam elk by oni zyre benodigdheden zoeken, verzekerd van ferftond alles te konnen vinden . wat hy verlangde — Onze Zeevaart, arbeid: lieden, en 's Lsnds inkomften geraakten in eenen bloe'ënden ftaat, en het algemeen verkreeg een zekeren trap van welvaard, die den nyd onzer nabuuren gaande inaak'e, 'Amfteldom was toen de hoofdplaats voor den Wisfel handel ; andere Volken moesten aan ors , wy weder aan hun betalen , en de moeilykbeid in andere landen om Wisfels op derde plaatfen je konnen verhandelen , verzekerde ors het langdurig bezit dezer voordeelen, indien onze Kooplieden zclven geene gelegenheid gegeven hadden , om van dit anderszins voor ons zo gewichtig voorrecht, tot ons eigen nadeel, misbruik te nrtken. Men vond dan uit, om, by voorbeeld, goederen die welëer uit Rusland op hier en dan weder van hier naar Spanj* gingen, uit Rusland direct naar Spanjen aflezende», ên ons dus voorby te gaan; dan daar men in Petersburg geene Wisfels op Spanje plaatfen kon, moest men dit op Holland doen, en nu zocht men Hollandfche huizen die voor een half of een derde percent zulke Wisfels wilden aannemen ; zoodanigen vond men. Het ware te wenfehen , dat wy niet hier-y behoefden te voegen , „ zelfs boden, „ zich de zoodanigen aan." - Nu gingen die goederen, welken anders hier zouden gebracht zyn geworden, ons land voorby. Voor een half of een derde percent Helde men zich aan het gevaar van wanbetaling en bankroeten bloot , en het zal niet nodig zyn,* hierov te voegen, dat ook een grooS aantal onzer Kooplieden in dezen handel bun ongeluk , of veeleer hun verdiend loon, gevonden hebbe. Daarenboven ontflond er voor de buitenlanders pen nog grooter voordeel uit deze handel wyze der Hollandfche Kooplieden. Zy konden, zonder eenig vermotten, en met flechts een weinig crediet, den groo'fte» handel dryven; de Wisfels, om by het gt geven voorbeeld te blyven, werden uit Petersburg op vyfenzest'g dagen dato , en die van bier op Spanje 'tot rémbourfement op drie maanden getrokken ; de Spanjaard heeft dus vyf maanden tyd om zyn goed te bellen, verkoopt het zelve in dien ttisTchentyd, en voldoet zonder verfenot; de Hollander in tegendeel heeft, zo al geen verfebot, ten m-nfte vier en een halve maand lang voor eene kleene provifie de folidiieit des Spanjaards verzekerd.-, De/e fbnrt van Acceptatien'(trekken zich over geheel Europa uit, en de buitenlanders gebruiken ons geld en ons crediet om hunnen- handel te dryven , zy zenden hun goed al'erwege heen, ontbieden direct, en als hun alles tegenloopt, is de Hollander, die de Wisfels geaccepteerd heeft, het kind van de rekening, vooral in een tyd waarin by veelen eerlykheid een klank, en bankroet eene fpeculatie of mode is. De Engelfchen hebben zich van deze gekheid der Hol-  t Ï36 > Hollanders meesterlyk bediend ; elk die eenige kimde van onzen handel heeft, weet dat het grootfte gedeelte van alles wat zy uit de Oostzee trokken, hier betaald werd De ftremming van deze faciliteit is , gelyk wy in'bet voorgaand Vertoog aangetoond hebben, zoo nadeel ij^vodr hunnen handel, dat zy gaarne menig ander voordeel zonden opofferen, indien*men flechts'dén VVisfel en dè Posten herftelde. Daarenboven heeft deze handel aanleiding gegeven tot een aantal zwendelnryen , waarvan zoo menig eerlyk man het ongelukkig flachtoffer is geworden, hef gemaklyk hulpmiddel van te trekken niet alleen uitftrekkende tot de betaling der wezenlyke goederen', maar daarvan zelfs gebruik makende in blanco en zonder dat er eenige reëele waarde voor beftorid.- Ook op deze wyze dreven de buitenlanlanders hunnen handel met ons geld of ons crediet, en veele fchurken bedienden zich van dit middel, om hunne vooraf geprojecteerde bankroeten te vergrooten , en meerder winst op dezelven te behalen. • Met één woord, deze Aceeptatien hebben , behalven Jneer andere nadeeien, ten wege gebracht, dat wy, in de plaats van een actieven rol te fpelen, meer en meer tot eenen pasfieven handel zyn ver¬ vallen , en in ftede van Kooplieden flechts Bankier! zyn geworden. Hollandfche Kooplieden ! Wy vermanen u derhalven, om uw eigen belang, om dat van het algemeen , onttrekt u aan alle vreemde aceeptatien voor goederen die van het eene land naar het andere, ons vooroy , gevoerd worden. Reeds hebt gy begdnnén dezen weg inteflaan , en wy zyn verzekerd, dat gy u daarby wel zult bevinden. Laat u om een gering voordeel niet verleiden, tot opoffering van andere, die met minder gevaar behaald worden en vry aanzieuelyker konnen zyn. Uwe algemeen bekende induftrie zal u hiertoe.middelen genoeg aan de hand geven', en dit doende zult gy weder, als van ouds, dit voorden handel zoo wel gelegen land in zynen bloeiënden ftaat herftellen; de buitenlanders , zich op geene andere wyze van hunne waaren konnende ontdoen , zullen dezelve herwaard overzenden ; en anderen , nergends die faciliteiten vindende, welke hun hier worden toegedaan , zullen weder hier te markt komen. —— Nimmer was hiertoe een zoo gefchikt tydftip als het tegenwoordige, verzuimt dit niet; anders zult gy het u wellicht eindeloos beklagen wanneer het te laat zal zyn!! nsb . eti-j g.iits-w u.g üHlo'jfï jam ng f;.. „m p-id yd «io , abj?.tW ofr. afts'/vif» IgfmsH jtfojiiiu iaH #tr> vtf Isbheff a'V IggM ' ^TOtiiwn'l'jiu'fisjblSW «fl9«{Id ld'/.1 vkvw. ngvë» y vttfiib' frè bjoHwo gil .1; v't. Drukfeil: in N°. 16. bladz. 117 reg. 8 van onderen ftaatJlnpenftand lees flavenftand. ....—. D"ze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht , by Wilt en Altheer , en de Wed. f. ter Veen en Zoon; 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn ; Leyden , Honkoop cn Herding; ■Jmllerdam, |. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis en van den Dries; Alkmaar, Molkman, en verder in de overige Provintiën, a drie het heele, en twee fluivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. I 8« Donderdag den 13 October 1796* Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest .gefchokt. horatius. Eenige Algemeene Aanmerkingen over de inrichting der uitvoerende macht in de Bataaffche Republiek. Behalven een Wetgevend ligchaam, in het welk de vertegenwoordiging des Volks eigenlyk alleen berust, behoort in alle welgeregeld Staatsbeftuur nog eene andere Macht gevonden te wordenbelast met de uitvoering der befluiten en wetten die uit den fchoot der Wetgevende Vergadering voordkomen , zoo wel als met alle die groote belangen der natie, binnen en buiten 'slands, welke de bronnen van haar natio.naal geluk, de fpringveeren harer kracht, en de waarborgen van haar gezag en waardigheid zyn. Men heeft deze uitgebreide taak afgezonderd van de bezigheden der Wetgevende Vergadering, en voor 'dezelve eene tweede geheel daarvan onderfcheidene Macht, onder den naam van Uitvoerende, beftemd; niet alleen om dat men oordeelde, dat de aandacht en werkzaamheid der Wetgevende Macht niet al te veel moest worden verdeeld, en met meerdere voorwerpen overladen, ma-jr ook en voornaamlyk, om dat de ondervinding van alle tyden geleerd heeft, dat de zamenkomst der wetgeving en uitvoering in één ligchaam, dat is de vermenging van Machten, eene foort van politiek wangedrocht, een monitor van macht oplevert, van het welk de Staat niets anders dan onheilen, en de Vryheid yin'skonltig zeker den dood te vrezen heeft. By .dit alles komt nog de volftrekte onbeftaanbaarheid dezer twee Machten met elkander in dezelfde individu's; want, daar de Wetgeving gebiedend is, is de Uitvoering in tegendeel bedienend (adminiftratif), en wanneer die beiden zich in één ligchaam zamenfmelten, dan ont- ftaat daaruit noodwendig dit ongerymde ,dat de heef zyn eigen dienaar is, dat de tjitvpéier zich zelf bevélen geeft, en dat dezelfde Vergadering beurtlings te gebieden en tc gehoorzamen heeft (*). Erl behoort derhalven de volftrektfle afzondering en' ifoleering tusfehen de beide Machten plaats te hebben, welke zoodanig is, dat zich hunne werkzaamheden volmaakt onderfcheiden, en beiden echter, elk in zyn byzonderen kring omlopende, met eene vaste eenparigheid zamenwerken tot bet algemeen geluk; met één woord, de beide Machten moeten elkander, volgends hare natuurlyke inrichting , we! goed, maar geen kwaad konnen doen. Alle macht immers is natuurlyk genegen tot uitbreiding; beftaan er twee Machten van eenige evenredige grootte, dan oniftaat tusfehen hen zeer eigenaartig de naaryver, en uit dit een en ander vloeit weldra eene tegenwerking erl botfing der Machten onder elkander, Welke alto^ eindigt, het zy in overweldiging aan de zyde van den fterkften, gelyk het bewind van cromwkll onder allen ons geleerd heeft, bet zy in eene volmaakte inftorting van alle macht, en dus in eene regeeringloosheid. De affcheiding der Wetgevende en Uitvoerende Macht is des te noodzaakly kcr, uit hoofde van derzelver wezenlyk verfchil in hunnen aart en werkzaamheden. Trouwends, wanneer Wy het geheel beftuur in eene repraefentative Democratie befchouwen als eene perfena moraiis, als eene verkleende voorltelling des geheelen Volks, en dus van eene niaat- (*) Voyez boissï-d'anglas, Discours Preliminaire, F.iit. ie Vhnprimerie de la Repttbl. p. 45, 46. S  C 138 ) maatfchappy van redelyke en vry werkende wezens, dan vojgt daaruit noodwendig, dat, zal deze zedeJyke perfoon konnen beftaan , dezelve eenen verftandlyken wil, en vrywerkende macht moet hebben, die, wel aan elkander dienstbaar, en naar elkander afgemeten, zich bewegen moeten, maar nogthands als wezenlyk onderfcheidene vermogens nimmer onder elkander behoren verward te worden. Het geen de wil voorfchrvft, moet de macht uitvoeren , cn een werkende wil zou even zoo ongerymd zyn als eene willende macht. De Wetgevende Macht is derhalven de geconcentreerde wil, en het uitvoerend ligchaam de geconcentreerde macht des geheelen Volks, en deze twee Machten, hoe zeer in één werktuig van Staat als raderen zamenlopende, en in elkander vattende, behoren zorgvuldig van elkander te zyn afgefcheiden. Uit dit eenvouwig beginfel volgt van zelve, dat al hei gezag des Volks berust in de Wetgevende Vergadering, en dat al de kracht der Natie zich moet mededeelen aan, en werkzaam vertonen in de uitvoerende. — Gelyk dus de eigenfehap der wetgeving moet zyn wysheid en rechtvaardigheid , zoo moeten nadruk, vastheid, en Jnelheid die der uitvoering wezen. Dit is zoo klaar, dat men het onder de eerfte zonder betoog aangenomene beginfelen der ftaatkundige wysgeerte plaatfen mag. Alles derhalven wat zwakheid, (lapheid, en traagheid uit zynen aart kan veroorz.iken, moet zoo veel mooglyk van het uitvoerend Beftuur verwydetd, en in tegendeel alles wat hetzelve met kracht en fnelheid kan doen werken , behoudends de beperking binnen zyne eigene grenzen, moet daaraan medegedeeld worden. De voornaamfte reden, waarom men in meest alle Republieken de Wetgevende Macht uit een veeltal van leden heeft doen beftaan, is natuurlyk daarin te vinden, dat men door dit op zich zelf altoos gebrekkig hulpmiddel heeft willen jachten te voorkomeu alle de nadeeien, welke uit bekrompenheid van kennis en uit overyling door eene zeer geconcentreerde Wetgeving noodwendig worden veroorzaakt; men heeft dat verftand, die bedaardheid, welke men in te geringe mate by weinigen aantrof, getracht te vermeerderen door veelen tot één te verzamelen. Deze maatregel, wegens de zwakheid der menfchen verfchooncaar, en zelfs noodzaaklyk geworden by de daaiftëlling van een Wetgevend ligchaam, is echter veel minder toepaslyk op het Uitvoerend bewind. In tegendeel oordeelen wy, dat, gelyk de uitbrengmg van den wil des Volks een veeltal individu's vereischt, de uitvoering van dien wil juist omgekeerd het kleenst mooglyk getal vordert; met andere woorden, wy zyn van gevoelen, dat eene Wetgevende Macht talryk in leden, doch de Uitvoerende Macht zoo geconcentreerd als mooglyk behoort te zyn; om dat'wy meenen.ciat juist oeze zamentrenKing van macht het meest gefchikt, ja volftrekt onontbeerlyk is, om aan de,Uitvoenng die krachten fnelheid bytezetten , zonder welke dezelve ophoud een nuttig rad in het werktuig van den Staat te zyn, ja veel meer een fchadclyk en krachtloos log machine word. Wy zullen niet uitweiden over de redenen, die wy hebben om ons ten ftcrkfte te verklaren voor eene zeer geconcentreerde Uitvoerende Macht: wy verwyzen onze lezeren ten aanzien van dit ftuk naar de redeneering van den fchryver over de Amerikaanjche Conftitutie, uitgegeven door dombak, III Deel, % 2. hladz. 141 —159.,cn willen alleenlyk ten gevalle van hen, die dit Werk niet bezitten, de volgende gronden, meestendeels daaruit ontleend, voor ons gevoelen opgeven. 1. Is cordaatheid en vaardigheid in het nemen van befluiten een zoo onmisbaar vereischte in een Uitvoerend Bewind, dat aan het enkel gemis daarvan, onder het oud Beftuur, ons Vaderland duizende onheilen te danken heeft gehad, dan moet dat Bewind by de aanftaande Conftitutie zoo veel mooglyk geconcentreerd zyn; groote vergaderingen immers zyn altyd uit haren eigen aart meer aan vadzigheid en langzaamheid bloutgefteld dan kleene. Men ziet in het voorbeeld onzer Nationale Vergadering, tot welke uitgebreide discusliën aanleiding geve de errkele vastftelling van grondbeginfelen, die niets meer zyn dan noodwendige uitvloeifels der nieuwe orde van zaken, by voorbeeld de affcheiding van Kerk en Staat , het actif Burgerfchap der Joden , enz. Wat zal er derhalven gebeuren, wanneer er qiiEestie is (van groote en fnelwerkende maatregelen, by voorbeeld van. het doen eener gewichtige en oogen'. bliklyke toetreding vorderende onderneming ter zee of te land ? Wanneer een uitgebreid Uitvoerend ligchaam daar over zal raadplegen, zal een langzaam en vadzig bclluit den maatregel onmooglyk of nutloos maken , en wy zullen ons in hetzelfde geval bevinden als wy geweest zyn ten aanzien van de Gewapende Neutraliteit, en der Expeditie van Brest Langzaamheid van befluit moge de onvermydbare eigenfehap zyn van eene raadplegende Vergadering, welke hare decreeten behoort te gronden op wysgeerige befpiegelingen, en voor welke het vuur der discufiën de prikkel der vaderlandsliefde , en de toets van het gezond verftand is; dan zy is geheel onnodig en onbeftaanbaar met den aart van alle Uitvoering, daar deze laatfte geene belpiegelingen maar daad-  ( '39 ) daadzaken tot voorwerpen heeft, en door hare vaardigheid vergoeden moet, het geen de raadpleging door onvermydbare langwyligheid heeft bedorven. 2. De Concentratie fielt de Uitvoerende Vergade. ring veel minder bloot aan alle die belemmeringen en onheilen, welke van de raadpleging eener talrykeZamenkomst onaffcheidbaar zyn. Hoe zeer ziet men in groote Vergaderingen altoos de ambitie, den naaryver, het cabalismus, de factiezucht, en de intrigue, met één woord, alle de menschlyke driften, woelen en woeden! — Hoe menigmaal worden deze driften in zulk eene Vergadering de bronnen van verwarring, tegenftribbeling, en verydeling der beste oogmerken! — Dit moge in het Wetgevend ligchaam een onvermydbaar en eenigszins te verhelpen gebrek opleveren , in het Uitvoerend ligchaam word het eene doodlyke kwaal. — Stel het Uitvoerend Bewind in de handen van zeer weinigen, en gy zult daarvan weinig of niets te vrezen hebben. De leden zullen gemeenzaam onder elkander, en zonder eenige prikkeling dier hartstochten, die den mensch op het groot tooneel eigen zyn, de onderwerpen discutieeren, hunne gevoelens wryven , en doorgaands zeer gemaklyk tot eenparigheid van befluiten komen, by wyze van praten, daar zy anders in lange en deftige redevoeringen niets anders zouden gedaan hebben dan den tyd fpillen, en hunne byzondere gevoelens in flagorde tegen die van anderen aanvoeren; zy zouden zich alsdan hebben verdeeld , daar zy nu vereenigd zyn, zy zouden gedelibereerd hebben , terwyl zy moesten executeeren. , . 3. Hieruit volgt, dat derhalven de uitvoering zelve altoos fneller en krachtiger zal zyn, hoe kleener en geconcentreerder het ligchaam is, dat dezelve daarftelt. En van welk een onberekenbaar belang is dit niet in bet werktuig van den Staat! — Traagheid van werking is de oudfle bron van Neêrlands ongelukken. Het fnelwerkend Fransch Directoire behoorde in dit opzicht het vootbeeld voor alle andere Uitvoerende Machten te zyn. 4. Ook bevordert de Concentratie altoos zeer de geheimhouding. Hoe meer leden een geheim weten, hoe eer en hoe zekerer dat verraden zal worden; dit is eene les door de gryze ondervinding van alle eeuwen geheiligd. Is nu in veele gevallen, ja bykans altoos, de kracht van den Staat, en de goede uitfkg zyner ondernemingen, daarin gelegen, dat de heilige ftilzwygendheid over dezelven haar dekkleed fp eide, dan pleit de gezonde rede voor het kleenst mooglyk getal van nationale Zaakuitvoerde- ren :als hetwelk niet alleen de.geheimhouding meer waarborgt, maar ook meer wegen openlaat ter ontdekking van den verrader der Staatsgeheimen, ingeval dezelve mochten uitgelekt zyn. 5 En dit brengt ons tot eene laatfte aanmerking: dat'naamlyk een kleener ligchaam altoos meer onder verandwoordlykheid kan gehouden, en tot verandwoording genoodzaakt worden, dan een groot. Het is der moeite waardig, de redeneering van den Schryver, boven aangehaald , op dit ftuk natezien(*). Daarheen den lezer verwyzende, zullen wy er alleenlvk byvoegen, dat het Uitvoerend ligchaam des te meer onder verandwoordlykheid behoort gehouden te worden, naarmate het uit zynen eigen aart , en uit hoofde zyner vertoning van macht naar buiten, meer helling moet hebben tot overfchryding van dezelve , en het gevaar grooter is voor de Natie, van door hetzelve overheerscht, aan andere Mogendheden geleverd , en verraden te worden. _Men zegt wel, dat het doel eener Conftitutie niet zoo zeer moet zyn de vermeerdering van verandwoordlykheid der Machten, als wel de verhindering van hét misbruiken hunner macht ; doch , hoe fchoon zich dit in de theorie zeggen late, is het tractice aliermoeilykst ja onmooglyk daarteftellen , en men' zal altoos bevinden, dat alle macht met der tyd in Despotismus ontaart, ten zy men haar houoe onder de ftriktfte verantwoordlykhe.d, dien eenigen breidel van vrees en ontzag, welke m laat is de heerschzucht en fierheid van hét mensehlyk hart te lf 'wv^vtwgen nu van de reden eener zco belangrvke bezuiniging van 'slands fchatten, welke wy anders met zoo veel nadruks als eene zesde voor ons gevoelen zouden konnen doen pleiten. Tegen deze gronden voor ons gevoelen worden door anderen, die een tcgengefteld denkbeeld omhelzm, verfchiilende bedenkingen aangevoerd. Vo Schryver van het Stuk in ons N°. 14 medegedeeld, behoort tot dezulken, die van oordeel zyn.dat men aan onze Bataaffche Republiek niet, gelyk aan de Franfche,eene geconcentreerde Uitvoerende Macht, maar een foort van uitvoerenden Raad uit veele leden beftaande behoort te geven, en dezen Raad te voorzien met veel minder macht dan het Fransch Directoire heeft, zoo ten aanzien van de voorwerpen zvner werkzaamheid, als van de aanftelling van deszelfs Ministers en Agenten. Offchoon wy de talenten en het goed oogmerk van dien Schryver hulde doen, en veele zyner redeneeringen in het afgetrokkene zouden konnen toeftemmen, duide by het om (*) Zi*, dmcrik. Conjl. door dumbar, 1IÏ. D, M. 158-154.  ( 140 ) niet euvel, dat wy in de hoofdzaak met hem verfchillen, zoo wel als in de toepasfing van verfcheidcne argumenten door hem voor zyn ftelfel aangevoerd. En daar wy zyne redekaveling aanmerken als de zameling der meest gewichtige bedenkingen •tegen ons gevoelen , zullen wy ons nog eenige oogenblikken verledigen om dezelve benevens het ftelfel eener groote cn minvermogende executivc Macht daarop gebouwd, te entzenuwen, althands, zoo wy ons vleien, aanmerklyk te verzwakken. De Schryver erkent bi. 106 dat de concentratie in Frankryk volftrekt nodig was om de Staatsinrichting niet te doen neigen naar het foederative, alle energie in het centrum te verzamelen, en dat met kracht en fnelheid te doen werken. — Dan, wie ziet niet, dat even deze redenen ten flerkfte pleiten voor die zelfde concentratie in onze Republiek? Republiek, in welke zedert eeuwen het foederalisme zoo diep en breed geworteld , traagheid en zwakheid van werking een volksgebrek , en flapheid van maatregelen de heerfehende landziekte altoos geweest is. — Hier, zo ergends, is energie, is veerkracht, is éénheid en fnelheid van werking nodig , en daarom juist de meest mooglyke concentratie. Neem deze weg , vorm een uitgebreiden Uitvoerenden Raad, en de oude langzaamheid, de oude flenter van eeuwig delibereeren en redeneeren zal zyne plaats ras hernomen hebben. Wy zullen al raadplegende ons bederf verbaalten en voltooien. De Schryver geeft wel zyne twyfeling te kennen, of de concentratie by ons even zoo nodig zoude zyn als by de Franfchen, gemerkt de klecnheid van onze Republiek; dan hy vergunne ons hierop aantemerken, dat, naar ons inzien, de concentratie even daarom des te noodzaaklyker word, naar gelang het ligchaam kleener is, welks krachten zich daardoor moeten ontwikkelen. Wanneer men by voorbeeld de Uitvoerende Macht van eene Republiek van twee millioenen menfchen deed befiaan uit dertig of veertig leden, terwyl een vyftal die van vyfentwinrig millioenen zielen kan uitmaken, zoude men immers eene ongerymdheid begaan, te gen welke het gezond verftand oogenbliklyk opftaat? Waarom zouden by voorbeeld vyf perfonen in onze kleene Republiek niet konnen volftaan tot een taak, die door geen grooter aantal in de zoo oneindig veel grotere Franfche Republiek word waargenomen? ja wy meenen zelfs dat 'de oude ioederative inrichting van ons ftaatsgebouw do gevaren van parryfehap en verdeeldheid in het Uitvoererrd''ligchaam zal vermeerderen, naarmate dat tal ïyker zal zyn. De voorige verfchiilende betrekkin¬ gen tot Zee. of Land-Provinciën ; tot Koop- en Binnenfteden, tot dit of dat locaal belang, en met dezelven verfchiilende gevoelens, oogmerken, inzichten, maatregelen, zullen toenemen en flerker woelen, in dezelfde evenredigheid als het geta'. der individu's. Men zal ook in den Uitvoerenden Raad dat heilloos monfter, de faétiezucht zien opdagen, en zy zal op hare beurt de Natie tot haar ongeluk overtuigen, dat zy het bedorven Provinciaal Zog nog niet ontwend is. Wy weten allen, dat in de kleenfte Republieken de cabalen altoos het fterkst, het gevaariykst zyn geweest, en het geheugt ons Vaderland maar al te zeer, dat het aan de woi(teling der partyën te danken heeft gehad, zoo wel de vernieling zyner Zeemachten Koophandel, als de ontaarting zyner armee in eene Stadhouderlyke Kryg^macht. Wy ftaan met den Schryver gaarne toe, dat eene vercemging der grootfte talenten, welke vooral in eenen kleenen ftaat zoo zeldzaam zyn, in deze weinige zaakuitvoerders der Natie zouden vereischt worden ; maar is het geene vernedering voor ons Vaderland , is het geene ongerymde beweering, dat onder twee millioenen menfchen, onder een geheelvolk dat in kennis en vernuft voor geen ander van Europa behoeft te zwichten , geene vyf lieden voor die taak berekend zouden te vinden zyn' Gaat het wel door te beweeren , dat Frankryk zelf geen grooter geial kon opleveren, wyl men er maar zoo veelen heeft aangefield, om dat men er geen meer nodig had, en is de gedurige vervanging der oude door nieuwe leden van het Directoire niet een afdoend bewys voor het tegendeel? — Neen, wy denken te grootsch over onze Natie, dan dat wy een oogenblik zouden durven twyfelen aan de mooglyk heid om de Executive Macht nu en beftendig naar behoren te bezetter. — Ook komt het ons voor altyd een gebrekkig hulpmiddel en ge. waagd principe te zyn, het gebrek van verlland en kunde by weinigen door de zamenhooping van veelen te vergoeden, en dus uit veele gebrekkigen één goed geheel te willen maken. Dit moge in het Wetgevend ligchaam draaglyk zyn, als waarin om een aantal redenen zoodanig eene menigte van leden nodig is, en de langwylige discusfiën een foort van. algemeen verftand uit de kundigheden van allen, voordbrengen; dan het is niet te dulden, het is al--, lerverderflykst, in het Uitvoerende, welks werkingen fnel, ferm, beflisfend moeten wezen. Laat het in 't algemeen waar zyn , dat aan de Machten in eene Republiek niets meer dan nodig is moet worden afgeftaan; Iaat ons toegeven, gelyk wy indedaad met den. Schryver in het gevoelen ftaan,  ftaan, dat die afftand ten aanzien der Uitvoerende Macht by ons kleener kan , en moet zyn dan in Frankryk, voor zoo veel de voorwerpen van derzelver werkzaamheid betreft ; wy zien nog niet, dat hieruit volgt, dat men niet zonder gevaar aan de Uitvoerende Macht de aanftelling van en fuperintendentie over hare Bureaux, Ministers , en Agenten , even gelyk by de Franfchen, in ons Vaderland zoude konnen overlaten. Wy meenen integendeel gegronde redenen te hebben , om die fchikking , zonder eenige verliefdheid of domme navolging van al wat Fransch is, aantep.-yzen; om dat het in de natuur der dingen gegrond is, dat de ééne macht -zich zoo min mooglyk te bemoeien moet hebben met de huishouuelyke fchtkkingen der andere; om dat de aanftelling en beheering der Committé's. en bedienden door de Uitvoerende Macht, zoo wel en meerder nog aan de verandwoordlykheid voor de Natie is onderworpen, dan indien dezelve in handen der Wetgevende Vergadering gefteld ware; om -dat eene Macht altoos het best berekend is , om hare eigene Agenten te kiezen en te beoordeelen, uit hoofde harer meerdere geoefendheid en diepe^,ervarenis in dc natuur hunner vt erkzaamheden; en eindélyk, om dat eene vastgeftelde authoriteit altyd beter gediend zil wórden door, en meer invloeds hebben op Collegiën ön Ambtenaren van hare eigene aanftelling, dan door en op die, welke haar van elders zyn toegevoegd en als onregelmatig aangelapt. 1 Even zoo verfchillen wy van den Schryver, ■wanneer. hy uit deze ruimere inzage der Executivc Macht op hare ondergefchikte werktuigen eene noodwendige ontaarting in Despotismus en Moharchismus fchynt te vrezen. Immers die ontaarting hangt veel minder af van de organifa-tie eener Macht, dan wel van derzelver opweging door andere even groote Machten, van dc waakzaamheid der Machten tegen elkanders overweldiging, en van die des volk.s tegen de overfchryding van deze allen. — Alle macht uit haren aart tot heersehzticht leidende, moet door een tegenwicht wederhouden , cn door verandwoordlykheid aan oen ópperften lastgever, het volk , in ontzag gehouden worden. Daar, waar de eene Macht de andere opweegt,, waar het volk behoorlyk waakt, waai de grenzen binnen welken "ieder ligchaam moet blyven werken duidlyk otnfchrcven ,en waar de gevallen in welken en de wyze hoe eene macht tot veraudivoording geroepen kan worden, vast behaald zyn,. daar kan geene ontaarting in overheerfebing te duchten zyn. Ojk zien wy niet, dat het gevaar .van macht- overfchryding zoude afnemen in de omgekeerde re-» den der talrykheid van eene geconftitueerde Macht. Herinnert ons de Gefchiedenis geene yslyke voorbeelden van Despotismus in Republieken die de grootfte vergaderingen van Beftuurderen aan hun hoofd hadden ? Heeft Athene cn Rome wel ooit in de menigte zyner Raadsheercn een waarborg tegen het Despotismus gevonden? Wat zeggen wy? Zyn hunne tirannen en Dictators niet gekweekt in dat fehopj van verwarring en van ftaatszucht ? Paart Venetië, om een ftaai te geven uit de latere Republieken , niet de eigendunklykfte Ariftocratie aan een zeer uitgebreid ligchaam van Senaat?— En dat vermeerdering van leden in de Uitvoerende Macht geen gent egzaam contrepoids tegen de overheerlching oplevcre, daarvan kan ons eigen Vaderland onder de oude Conftitutie een treurig bewys verftrekken. Wy hadden destyds eene zeer talryke Uitvoerende Macht, die de Stadhouder, de Raad van Staten, ja in zekeren opzichte zelfs de Vergadering van Hunne. Hoog Mog. onder elkander deelden; en evenwel zal men niet tegenfpreken , dat de gezagoefening dezer Uitvoerende Macht zeer despotiek, en zelfs op de overweldiging der Législative Macht in de Provinciale Vergaderingen, gegrond was ! Van waar' dit? Juist daar van daan, dat zy niet alleen eenen Prins, met de eerfte huizen van Europa verzwagerd, aan haar hoofd had, maar ook door hare uitgeftrektheid van zamenftelling eene prepondcrance bezat boven alle de Wetgevende ligchamen, die als onder bare voogdy waren , en welke zy volmaakt verzwolg. Men beweert wel, dat door de vergrooting der Uitvoerende vergadering zou konnen worden vermeid het daarftellen van verfchiilende Bureaux en Agenten, welke in Frankryk onder opzicht van Het Direétoire werken, en welker fm cïien men by ons aan die vergadering zelve zjude konnen opdragen • dan wy zyn van oordeel, dat het met de waardigheid, den fuift'ér, en de (helle werking der Execuuve Macht weinig ftrooken zoude haar, in zoo veele fmaldeelen gefpliist, zelve in de details te doen arbeiden; deze fchikking zou boven dien de kostbaarheid aanmerklyk vergroeven, en het gezag der Uitvoering veel minder concentreeren. Wy zullen ftraks onze denkbeelden over dit onderwerp nader ontwikkelen. Wy konnen voor het overige wel inflemmeii in het geen de Schryver zegt bl. 109, r 10. aangaande het ge-yaarlyké: dat er voor 's volks vryheid in de over-' fenrydmg van macht door het Uitvoerend bewind gelegen is; dan de redenen door hem zelve aangevoerd, waarom dat Bewind uit zynen eigen aart 9 3 meer  HÏTJ ( H* ) n^er helt tot overhecrfching, zyn van dien aart, dn zy ons billyk doen hoopen, dat by de aanftaande Conftitutie daartegen zorgvuldig zal gewaakt worden; en om die reden houden wy ons ten vo le verzekerd dat men ons de gedrochtlyke Engellche of de gevaarlyke Amerikaanfche Conftitutie , by welke velden de Uitvoerende Macht op hare beurt de ^gevende ontbind, zantenroept, en overheerscht me gillen opdringen. Niets is in allen gevalle zekerer, dan dat de inbreuken der Uitvoerende Macht altoos geweest zyn en zullen blyven vruchten van lafhartigheid der Wetgeving, en van thaffche afhanglykheid e volks; het is dus niet door dezelve te ontzenuwen , maar door haar eene even ontzagchlyke Macht een waakzaam en van zyne vryheid ja oerscb voik téren te fteilen, het is eindélyk door den juitlen kring harer werkingen te omfchryven eu haar binnen denzelven te houden, dat men die inbreuken alleen kan en moet verhoeden. Wv hebben de voornaamfte gronden voor een uitschreiden Executiven Raad door den Schryver aangevoerd, getracht te ontzenuwen, en treden nu tot eene kone ontwikkeling onzer gedachten over de voorwerpen van werkzaamheid der Uiyoerende Mach Jonze Republiek, en over de betrekkingen rusch;n 1 aar en het Wetgevend ligchaam by dc Conftitm e daarteftellen, met welk een en ander wy deze Verhandeling zullen befluiten. W it de uitgebreidheid harer macht en werkzaamh-den aangaat, konnen wy zeer wel komen m het Ïe'Sen v°an hen, die oordeelen, dat dezelve_ by ons minder kan en moet zyn dan by de Franfchen. B de Conftitutie van i793, welke dc zuivere Democratie veel meer naderde dan die van 179S. wande meeste voorwerpen van het beftuur in handen gebleven van de Wetgevende Vergadering De Uitvoerende Raad was alleen de uitvoerderes der wetten en decreten van de eerfte; en hare werkzaamneid bepaalde zich tot de beftur.ng en bewaS de algemeene adminiftratie, het zenden van buitenlandfche Gezanten, en het negotieeren der tractaten met andere Mogendheden ; dan by die van at;"_ vcrder afwykt van de Democratifche vonn , en zoo veel mooglyk die van het oud Gouvernement byhoud , is hieromtrent eene 'groote m 3gïe"'"kt' en het Directoire ontvangt da by dl macht der bewaring van het Nationaal Zegel? van bekendmaking en uitvoering der we en van de Legislative Macht op zynen naam . bewaring van de in- cn uitwendige rust der Republiek, be- iÜL naamtvk In huitengewone, die geheimhouding vorderen, zoude de Uitvoerende Macht moe^%*fi^^C^ en'bekleed nret de macht van de Wetgevende Vergadering, ten einde met overles'van dezelve te handelen. fchikking over de gewapende macht, benoeming der Generaals, uitvoering der wetten in de plaatslyke Adminiftratien en Gerechten door toeziende Commisfarisfen, aanftelling der Ontvangers van gewone belastingen, en der Hoofd-Opzieners der buitengewone belastingen en nationale goederen, het beheeren der munt, het hooren van en handelen met buitenlandfche Gezanten, het maken van tractaten, enz. — Offchoon nu alle deze werkzaamheden zekerlyk voorwerpen konnen zyn van de adminiftrative en Uitvoerende Macht, oordeelen wy het echter veiliger en met de belangen van onze Republiek meer overeenkomftig, dat verfcheidene van dezelven blyven aanbevolen aan de zorg der Wetgevende Vergadering, als meer uit haren aart aan de Souverainiteit verbonden; terwyl wy van gevoelen zyn, dat men by voorbeeld de Uitvoerende Macht zou konnen belasten met de volgende werkzaamheden : 1. De afkondiging en generale invoering der wetten, in naam niet van de Uitvoerende, maar van de Wetgevende Macht. 2. De handhouding aan het uitvoeren der wetten, zoo in de byzondere adminiftratien, als in het heffen van gewone of buitengewone belas, tingen. 3. De bewaring der in- en uitwendige rust van de Republiek, onder de nodige bepalingen by de Conftitutie te maken. —. 4. Het beftuur over derzelver gewapende Macht,' met voordracht van de te benoemen Generaals, en aanftelling der overige Officieren. 5. De adminiftratie van 'sLands Marine. 6- De directie over 'sLands Fortificatiën, Magazynen, Dokken, Artiliery, en alle fournitures van Oorlog. 7. Het Coloniaal bewind, nevens de Stiperïntendentie der Nationale Domainen. 8. De befcherming en beveiliging der Nationale Koophandel, Zeevaart, Visfcheryen enz. 9 bln eindélyk, het Negotieeren van tractaten en gehoorgeven aan vreemde Ministers, doch niet anders dan in naam, met voorkennis (*), en onder de fanctie der Wetgevende Vergadering; nevens het recht om perfonen tot Gezanten van den Staat by andere Mogendheden aan dezelve voortedragen; en voords alles wat tot het Diplomatique wezen behoort. En daar dit enfemble een wyduitgeftrekt vak van zeer uiteenlopende bezigheden oplevert, waarvoor geen enkel mensch, ja zelfs geene vyf of zes menfchen  ( 145 ) fctien , by mooglykheid konnen berekend zyn, zonden wy denken, dat liet voegzaamst was, voor ieder looit van by. zondere adminiftratie door de Uitvoerende Macht te doen oprichten een afzonderlyk bureau , by voorbeeld, een van bivwenlandfche waakzaamheid, een van de Oorlogzaken te lande, een van de Marine, een van de Coloniën, een van Üuifeblandïcbé Correspondentie enz. welke bureaux, onder opzicht en verat] dv/oordlykheid der Uitvoerende Macht, zouden dienen werkzaam te zyn naar eene bepaalde inftnictie; en tot welker gemaklyker wunenftelling men by voorkeus de bckwaamfte leden,die thands in gelykaartige Committé's arbeiden, zoude behoren te emploijeeren. —— Belangende de wederzydfche betrekkingen tusfehen de heide Hoogde Macluen , vinden Wy wederom eene blinde navolging van de Franfcbc Conftitutie van 1795 niet alleen voor deze Republiek onnodig , en ongefchikt , maar zelfs min of meer gevaarlyk voor de vryheid der Natie. Wy geven de voorkeus aan de aanftelling der Uitvoerende door de Wetgevende Macht, bóven de aanftelling derzt-lve door het volk , eri zulks om verfchiilende redenen , maar voorraamlyk , om dat in het Uitvoerend ligchaam niet refideert .e vertoning van 'svolks Souverainiteit , als mede ter bevordering van de goede harmonie en broederfchap tusfehen de beide" Machten. Dan anders denken wy over het gewichtig ftuk der voldtekte onafhanglykheid van het Uitvoerend ligchaam. Volgends de Franfche Conftitutie naamlyk : „ is dit, fchoon aangcjleld door de vertegenwoordigers des volks, niet aan hun ondergefchikt, deivyl zy hetzelve niet konnen afzetten, maar alleen te recht doen ftaan (of in „ ftaat van belchuldiging ftellen ) op dezelfde wyze als de ,, Repraefcntanten des Volks zeiyen, dat is op een uitge„ bracht decreet1'' (*> Het Directoire is derhalven in geeiren deele verandwoordlyk aan de Wetgeving; Bet kan door dezelve niet tot verandwoordiiig geroepen worden , maar alleen volgends eene by de Conftitutie bepaalde wyze, ingeval van misdaad, worden befchuldigcl, en voor eene hooge rechtbank te recht gefield. Hierin vinden wy iets, dar, hoe nodig misfehien ook in Frankryk, by ons veel minder tc pas komt, en als gevaarlyk voor onze vryheid, niet navolgenswaardig fchynt. Wy ftaan wel toe , dat er zoodanig eene aflcheiding tusfehen de beide Machten behoort te zyn, waardoor de eene de andere niet belemmeren noch benadeclen kan. Wy zyn ten uiterfte afl;eerig van het oiideifchiklten der eene Macht aan de andere, waardoor het Uitvoerend ligchaam in eficcte niets meer zyn zou dan een Committé' van de Wetgevende Vergadering; dit is eene verwarring niet alleen, maar ook eene onuerymdheid, naardien de geconcentreerde macht der Natie even vry en onbelemmerd behoort te werken als haar geconcentreerde wil. Wy vinden er zelfs de grootlte zwarigheden in, om dc F.xecmivc Macht te brengen onder de onbepaalde verplichting, om aan de Legifi.uive opening en verandwoordiiig te doen van eiken hyzondeieu maatregel, in ieder vak harer werkzaamheden, vermids dit aan de eene zyde de deur openzetten zal tot gedurige cavillatiën, en aan den anderen kant eene befchrooindheid verwekken , die al de kracht en den nadruk der maatregelen van het Uitvoerend bewind zal ontzenuwen; dan omgekeerd ftel'en wy ons tevens voor de mooglykbei 1, dat een ligchaam, beltleed met zulk een aanzienlyk vermogen en met die fchitterende waardigheid1, zich zelf vergete , en flap. pen doe, welke, zonder een genocgzamen grond van belchuldiging optcleveren of by mangel van bewys, echter niet nalaten der Wetgevende Vergadering te mishagen, en zelfs al den fchyn hebben van 's volks vryheid en belangen te verraden. Wat te doen in zoodanig een geval ? de Executive Macht is aan niemand verandwoordlyk , zy is enkel befchnldighaar, en daar er. geene termen hiertoe- voorhanden zyn , moet zy aan haren eigen willekeur worden uver- (*) Difc. prelim p. 47. gelaten, en kan derhalven aan het Vaderland^oneindige nadeeien toebrengen , indien zy maar behendigheids genoeg heeft om hare misdaden te bedekken , of aan hare onbezonnene maatregelen eene kleur" van Vaderlandsliefde te geven. Wy vinden in alles wat de Franfche Conftitutie oplevert, hier tegen geene genoegzame waarborg, die de Natie' echter dient te bezitten, zal ooit hare vryheid en onafhanglykheid verzekerd zyn. Zoo min de Wetgevende Macht de Uitvoerende mag overheerfchen, even zoo min moet oo'a do laatfte, meefteres zynde van alle de hulpmiddelen der tirimny, de eerfte immer konnen overweldigen. Wy bekennen gaarne dat het ten uiterfte moeilyk is in dit netelig ftuk een middel uittedenken, het welk algemeen op alle gevallen kan worden toegepast, en het geen even verre vciwyderd blyft van inbreuk te maken op het gezag tn de waardigheid der beide boogde Machten. Wy gevoelen eclret te gelyk de noodzaidtlykheid, om hier omtrent by de Conftitutie de omzichtigfte voorzieningen vasttefteilen. Zonder daarom voor als nog in details te ticden, of ons tot bellisde maatregelen te bepalen, zouden wy in het algemeen wel durven voordaan, om op eene zekere wyze, en met vooraffrclling van de behoorlyke aflcheiding der Uitvoerende van de Wetgevende Macht,by de aanftaande Conftitutie te deercteeren : 1. De verandwoordlykheid van dc eerfte aan de laatfte. 2. De gevallen in welke , en de wyze hoe de Wetgevende Vergadering van dit haar recht, zonder fchenuis vitri 't gezag der Uitvoerende Macht, cn zonder de geheitne be'. langen der Natie bloottellellen, zou konnen gebruik maken , en dus opening of verandwoordiiig. van de Exccutive Macht vorderen, eu 3. De middelen, waarvan de Wetgeving zoude moet'eh gebruik maken om de misdagen der Uitvoering te beteren, indien dezelve bevonden mochten worden fchad'elyk voor het Vaderland te zyn, zonder nogthands dwalihgï'ri van het hart of opzeilyke misdaden, en dus gronden toi belchuldiging cn terechtlfelling, in zich te bévattKii'. Zulk eene juist beftemde verandwoordlykheid zoude, n""i ons inzien,de heilzame middenweg zyn tusfehén eene'alt'öos gcvaailyke independenuc, en eene niet minder gevaarlyke vermenging van Machten; zy zoude het voik en de Wetgc. vende Vergadering zeker ftellen van Wc! bediend te woidcir door de Uitvoerende Macht, zonder dejïé iaadle-' tC herfihep"pen'in eene lamme en flaatfche dienares van de eerfie, zUIderende van op eiken flap dien zy doet , te zullen moeten verfchynen voor eene vergadering, u\lt;c meer haar lhenge Zedemeefteres, dan hare oudere Zuster zoude wezen. Mee één woord, het komt ons voor, dat, door dezen maatregel' in werking te brengen, de Exccutive Macht zyn zal , het geen zy moet zyn , vry werkend zonuer willekeurigheid, ltout zonder rcuklooshcid, krachtig zonder oveiheerf'ching, en luilteiryk zonder den glans der Nationale Oppermacht' in her Wetgevend ligchaam te verdonkeren. Ziet daar, Nederlanders, onze algemeene grondbeginfelcn omtrent dit belangiyk onderwerp! Overdenkt dezelven, an bedient 11 daarvan, tot uwe voorlichting en waarfchuwing; by de op handen zynde goed- of rfkeuiing der Vadcilaudfche Conflitutie 1 Wy zyn niet verwaand genoeg cm ons overtuigd te houden, dat onze gevoelens-in alle deelen e» byzonderheden volftrekt: dc besten , en voor geene zuivering en verbetering vatbaar zouden zyn. Neen, wy hebben getracht in het algemeen de groi den voortedragen, waarop het ftelfel ons nu voorkomt te moeten berusten. Dan, van onze eigene feilbaarheid in eene zaak van dat gewicht,en ven dien neteligen aart volkomen overtuigd., zullen wy altoos vatbaar blyven voor opheldering en zuivering onzer denkbeelden door anderen; en aan ueze onze-dus wellicht verbeterde en opgehelderde denkbeelden zullen wy de Acte van Conftitutie belclieiden en vrymoedig ter toetfe brengen. . A N li C-  ( 144 ) ANECDOTE uitHARRAWARRA. der „ngg.bcudteni/heeft zich dezer dagen h.cr ter itede toeSten, Zedert eenigen tyd hadden de d„e tt«fti*s , * ■ gemagen. * cn u r 0 b „kus c h a r , zich bier ne¬ ergezet? en van onze toenmalige Regeering het recht bekomen, om bare firma tc doen ftellen op alle de publieke ftuUen en mnièren die met voorkennis van de Overheid door baar taT wordenuitgegeven, en tevens om alle de oudewefche eertitels, waarmede die zaaid waren, daaruit te mogen weglaten Het Ichynt dat de Gezusters thands meer ftaan in de gunst onzer H'yzen , dan we van onzen UcgflenRaad; want, toen. ontapji de ceirtcu op haar befchciden verzoek, gelast hadden dat de Firmi vrui Vryheid , Gelykheid, en Broederfcnóp, ook op zèl eren Geesilyken Catalogus zoude gefield en dc- Eer. waardigheid zoo wel als de Edelheid , en Mogendheid Töude uitBéfchrapt worden uit de gedrukte papieren ontftond daarover gfen kleene beroerte tusfcheu be.de de Machtenlorzci volks, de vergadering was verward Wan de een zeïde d, , de andere waf anders ; tot dat eindélyk by eene felle meerderheid , welke zeer bezield was met heilig J*crvuur en d e nare vader] ylte vrees betuigde dat devoorgefl gene veranderingen den aanhang der Orang-Outangs C) ten u ferfte beleen , en affchrikken zouden om de papieren te open, Söo'r de Kas eene gevoelige fehade zoude lyden; befloten werd, het tweeledig verzoek der Zusteren te wyze,. va de hand,'* zaak te laten zoo als zy «vw, en onze zen te verb eden van hun gedrag in dezen met reden n e feideeden Ken van de leden dier meerderheid heeft by deze gelegenheid eene lofrede vervaardigd op de brave voorftandeSrs van het Oude, en van de Rechten^Eerwaardigheid,. waarvan wy hiernevens een affchrtft aan den Jezcr mededeelen; dus luid het: Dankofer' ioesewyd aan die braven, die gezorgd hebben, dat 1 e e w a a ii d 1 g h 8 1d der c a l c h a s s b nj met titluislrd lorde door den nieuwerwetfehen toot van x ry hei 0 , 0 elykheio, en broederschap. " Laat de dichter die beroemde krygshelden bezingen , welke' den aardbodem bedekken met de gruwelen des ooriogs, om eenmaal de volken een vryer lucht te doen inademen ; laTt de Oudheid de (lichters harer fiere Ge.ueenebesten ,n den rei der Goden plaatfen; met veel grooter recht vlecht fnyne pen een eerekrans >ter betonm^ van dankbaarheid, om den kruin dier edele en vurige kampioenen, welken tien ftrvd der Eerwaardigheid pftmdM hebben, en vereeuwigt door myne nedrige lofrede hunnen onverweikbaren roem! De zoogenaamde wysgeerige verlichter* van het mensch. dom, de h»ltjwmon»*e'lJl^$i^ntei, =iuetopbonéende me" de uiterlyke deftigheid onzer Ihiesterlykc Calehasfen ftoutmoedig aauteranden, hen tot de eeuVouwighcid van den "emeenen burger terug te roepen , en te noodzaken van al d en uiterlyken glans afteleggen , waardoor zy in alle landen en door alle eeuwen heen het blind ontzag der menig.ezoo Wllvk hadden ingeoogst, en zulks ouder het beuzelachtig voorwe"fel, dat de Godsdienst nedrigheut en heid nredike, en alle uitwendige fchyn en praal reeds door desze^s èe.ften inftéllér veroordeeld zy; hadden zich niet vergenoegd met de aflegging van het ordensgewaad der leerJren nJi- ■"ee"de" den edelc" Priestertrots „, de hartader K treffen, doot hun den titel van Eerwaardigheid zelve te (*) Eene oude en machtige Familie hier ter Jlede, die tegen de Gezusters zeer yerlitterd is. benemen, en op hunne heilige fchoudeten te leggen het juk van Vryheid, Gelykheid. en liroederfchap." „ Ban» dank zy den Voedflerheeren der Kerke ! onder hen (londcn nog brave vooivechters op, die de Eerwaardigheid handhaafden, en, beducht voor de bchoudenisfe der kerke, dei wyzc (Ireden , dat het Drie - Zusterfcfnp geenen invloed op het Eerwaardig ligchaam bekwam!" „ Dc geheime oogmerken vati de voorflanders der Zusterfchap doorgrond hebbende, betoogden zy, dat, indien men daaraan toegaf, de geheele Godsdienst dra verloren zoude gaan. „ VVnar, zeiden zy, blyft de eerbied voor den Gods„dienst, ii.dien de leeraar niet meer Eerwaardig is, daar de .,meeste menfchen niet God, maar de Eerwaardens kennen „■en eerbiedigen? Heeft de Godsdienst niet reeds genoeg gegleden ? Zal cie eeuvouwige burger, wanneer Vryheid boven een „kerkhk ftuk haren naam (lelt, zich niet gaan verbeelden, „riatby dezelfde vryheid heeft om de kerkleer r.aar zyn ge., voelen tc fcnjjsjten, als welke de Eerwaardens tol nog toe 'aan zich behouden hebben? Et. wie zal deze z-elfsdenlcciida „ menigte terug brengen in bet fpoor van ondergcfchinte deugd/ Welk eene verbastering in zeden, wanneer de leek zich „met den leeraar durft gelyk Hellen , en geenen eerbied be„ toont, anders dan voor zyne meerdere uitoefening van deugdl Wanneer de Godsdienst zelve alle menfchen gelyk maakt! „Hoe ras zal dan het geheiligd verfchil van leerbegrippen „ophouden, en eene eenvouwigheid, van allen glans ontbloot, .,de gevoelens der Kristenen vereenigen! En, geeft men ',, aan Broederfchap voet, waar moet het dan met den Gods„dienst heen? Dan zal alle onderfcheiding en heilige verbtt„ tering ophouden, dc vroome yver onzer vaderen zal ver-dwynen, alle privilegie van volmaaktheid zal vervallen, en ' rein cn onrein zal in de broederlyke ark zamenvloeien 1 — ,Ziet daar de geheime bedoelingen der IVyzen .' Zy vallen 'de leeraars aan, maar beoogen den ondergang van onzen 'Godsdienst zelve I En, boven dit alles, hoe zullen wy „onze inwilliging aan hunnen toeleg immer by dc voor ons "zoo geduchte Orang-Outangs, en by onze benadeelde Kas „ konnen vcrandwoorden?" , Vcrdedisen wy dan manmoediglyk de Eerwaardigheid , _ „dulden wy nimmer, dat eene zoogenaamde wysgeerte, dat . 'de onreine hand des wcrcldlings haaraanraude; zuchten wy in het burgerlyke niet reeds genoeg onder den invloed der Zusterfchap ? Moet zy ons ook in het Godsdienflige nog ! komen kwellen?- Weg met zulk een fleftel ! indien ' het heilig altaarvuur uwen yver niet ontvlammen kan, "bat dan het dierbaar eigenbelang u daartegen wapeneu I "Want, indien ay reeds, onder het juk der ftaatkundige "vryheid gebogen"gaat, hoe zultgyeronderbezwyken, wan"neer sy de Eerwaardigheid vernietigen laat! Zy, zy Is bet. "eenig anker uwer hope,'en laat gy hetzelve los, dan zyt 2V voor altoos verloten, (n tegendeel, handhaaft gy de'zelve, dan moogt gy u flreelcn met het gegrond vooruit"zicht dat. het Volk, éénmaal warsch van het Zusterlchap, "derzelver weldaden zal vergeten; en ziet daar het oogen- blik geboren , om, met behulp der Eerwaardigheid, \^x. drieste volkskcn weder te influenceren, en de dierbare "leer eener domme en lydelyke onderwerping met vrucht ®S^^ e„,Triumph! d* Godsdienst zegepraalde ; dit laatfte bewys befltste alles , en een heil g gefchreeuw decreteerde, in de fchoonlfc wanorde „ dat de Eerwaardigheid niet zou gefchonden, „och aan den wenscb „.van het Zustcrfchap onderworpen worden!!!  DE DEMOCRATEN. N°. I 9- Donderdag den 20 Octcber 1796. Hei Tweede Jaar der Batmffche Vryheid. ■Een altyd "braaf, ft(tn<:vcrs>ig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Nvch drift des volks, dat hem. tot-euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. horati'üs. T de democraten, aan hunnen Correspondent, den volksvriend. DÉ JSurger l Wy hebben onlangs uwen vriendlyken brief zeer wel ontvangen, en daaruit niet dan met vermaak gezien, dat onze werkzaamheden uwe goedkeuring wegdragen, — Met zegel van kundige en verlichte landgenoten op zyne pogingen te zien drukken, wanneer dezelve het algemeen belang alleen ten doel hebben,is het hoogst genotgen, het geen rechtfchapen mannen zich in hunne bemoeijingen konnen voordellen. En dit genoegen fmaakten wy volkomen/toen wy zagen-; dat gy onze inzichten doorgrond en ons oogmerk gevat hadt. Het is zoo, de Malie tot de eenvouwige grondbeginfelen te rug te 'toepen , waar-van men in den loop der Revolutie zoo dikwerf afweek , is het hoofdoogmerk , het 'welk wy ons voortelden , en uwe bedenkingen, welke gy tegen ons N°. 13. aanvoerde , zullen hier toe niet weinig medewerken. Dan, vermids het geheele Vertoog in dit N°. 13. vervatniet uit onzen boezem is voordgefproten, «nar eigenlyk een toegezonden ftuk is; zo hebben wy „we bedenkingen aan dur Schryver van hetzelve ter hand gefield. en hierop zyne gevoelens, welke gy in het onderfiaand fluk geplaatst ziet , vernomen. Op deze wyze hebben wy gemeend aan uw oogmerk te voldoen, en aan de Natie een nuttig onderzoek aantebieden. Door tue.fmg imüiers van tegenftrydige gevoelens word een leerzaam ontlerwys voortgebracht, en de waarheid op het duidlykst ontwikkeld. Jndien gy ons verder met uwe Correspondentie gelieft ie vereeren , cn bet ?,y op dit of eenige andere onderwerpen aanmerkingen hebt medetedeelen , wy zullen, voor dezelven .gaarne eene plaats in ons dagblad inruimen, immers zoo 'lang het ge.fchilpunt voor een belangryk onderzoek vatbaar is, en niet frj een woordcnttrjid of onbeduidende vitteryen ontaart. DE DEMOCRATEN.  de schryver Van het v e r t o o g o v e r dek aart eener volksregeering by vertegenwoordiging aan de democraten. Burgers! Oylieden fteldet in myne handen eenige bedenkingen u toegezonden, tegen myn Vertoog over den aart eener Volksregeering by vertegenwoordiging, en wel tegen dat gedeelte van hetzelve, waarin ik het Rtpraefentutive wilde in kracht doen blyven, zelfs met betrekking tot de Geldmiddelen , Belastfi «en, en wat daaraan verknocht is. — Hoe zeer deze bedenkingen ook blyken dragen van een geoefend verftand en verkregene kundigheden, zyn my dezelve echter niet zoo overtuigend voorgekomen, dat ik daardoor van myne gevoelens eenigszins ben afgebracht. In tegendeel, hebben zy my in dezelven zoo zeer vcrfierkt, dat ik u de volgende tegenbedenkingc-n toezende , welke ik geloove, dat genoegzaam afdoenend zyn zullen om myn gevoelen te fiaven, en welke ik verzoek dat gy beden zoo dra' mooglyk in uw Weekblad gelieft tc plaatfen. — Dan, op dat Ik met de meest móoglyke onzydigneTd myne mening nader aandringe, zal ik eerst Jetterlyk de bedenkingen van den geè'erden Schryver doen voorafgaan , en dan myne tegen-, bedenkingen er op laten volgen. — Ziet hier dan dc woorden van den Schryver: „ In uw laatfte N'. vind ik eene Helling, die my „ daarom in liet oog viel, om dat versch bewe„ zen proeven tegen dit denkbeeld eenigszins „ inlopen. Naamlyk gy 'wilt niet dat men het .. .„ Volk onmiddelyk over de extraordinaire Belas„ ringen raadplege, en zoekt dit door de vo!„ gende redeneering op pag. 102. als onuitvoer„ jyk te betogen: ,, Als daar zyn, Extraordinaire Belastingen; — hoe „ zal men hier over 's Volks wil onmiddelyk doen gel„ den? Is het getal der menfchen niet zeer gering „ weiken alleen de voorbereidende kennis hebben, om „ over het uit ge[i rekt vak van 's Lands financien te „ oordeelen ; ik laat ftaan om eene grondige uitfpraak „ te doen over deze of geene opetatie, over derzelver „ noodzaaklykheid en goede keuze? Behalven dat het ,, eerlykst Beftuur altyd moeite hebben zoude, om aan ,, de groote menigte de noodzaaklykheid van buiten,, gewone Belastingen te bewyzen.'" ,, BeListingen behooren tot de Sotiverainiteit, tot „ den algemeenen Volkswil. „ Buitengewone lasten te heffen, en die op eigen „ gezag door. het Beftuur aan 't Volk opteleggen, wurd eene inbreuk op de oorfpronglyke wet van ,, eigendom der dingen, en loopt rechtsftteeks aan „ tegen het einde, waartoe eene regeering by re,, praefentatie is ingefleld. „ De verplichting tot „ het dragen van buitengewone lasten heeft zeer ,, bepaalde grenzen," zegt iemand ergends ; duS ,, fpreekt het van zelve, dat 's Volks wil ook daarin „ wel degelyk moet gelden door het een of ander „ middel; by voorbeeld: door twee of, óp't hoogst ■„ drie, Negotiatie- of Operatieplannen door 't Beftuur •„ aan 't Volk vroegtydig voorteleggen, om op be„ paalden dag daaruit dat goedtekeuren, wat by de ;>, meerderheid 't minst drukkende gevonden word. i} En zoude men langs dezen, eenen foorrge. „ lyken, of beteren weg, 's Volks wil konnen „ doen gelden; want welken eigendom zoude men, „ vol-  ( H7 ) „ volgends iocks , konnen zeggen te bezitten , of „ welk eigendomlyk recht zoude men aan dat geen hebben, dat een ander my van rechtswege zoude „ konnen ontnemen, als het hem behaagde? 'tVolk „ moet altyd zyn recht,zynen vryen wil uitoefenen „ konnen, het word daardoor bereidvaardig, over,, gebogen; daar de wet der Natuur, die van nood,, zaakiykheid , eischt het dragen van lasten. En is in dit ons Vaderland, meer misfehien dan onder eenig Volk, het getal der menfchen ,, groot die dc voorbereidende kennis bezitten om „ over'sLands financien cn derzelver gcheelen om„ vang juist te oordeelen, en dus zeer wel voor,, onderdek! mogen worden in ftaat te zyn om eene „ grondige uitfpraak te doen over deze of geene „ Operatie; terwyl het Beftuur toch niets anders ,, ten doel hebben mag dan de belangen onzer, en „ geenszins :die eener andere Maatfchappy te rege„ len ; zo kan hetzelve, onaangezien dat getal van ,, menfchen, die de belangen weten zamen te nc„ men, die recht en eigendom weten te waardee„ ren , in onze Maatfchappy aanwezig zy , nog„ thands zorgen dat nimmer over de al of niet „ noodzaaklykheid , noch de hoegroot! eid eener „ buitengewone belasting , het Volk gevraag! of „ geraadpleegd worde; maar enkel en alleen .over „ den aart en de wyze van derzelver heffing eis de „ manier van inzameling: — en zoude men aizoo ,, vooronderftellen, dat 't Volk van Nederland in 't „ gemeen , byzonder dat van Holland , zeer wel ,, in ftaat zal gevonden worden , om eene goede „ keuze omtrent de voorgeftelde Operatien te ,doen. ., Is nu aan het Beftuur de groote moeite ontno- man , naamlyk om de noodzaaklykheid en de groot, heid der heffing vooruit aan de menigte te moeten be.'uiden, 't geen alles genoegzaam kenlyk word „ door het doen der rekening, dan zoude zeer wel „ aan dat Volksrecht openlyk hulde konnen wor„ den bewezen; te meer, daar buitengewone Belas- T „ tingen, enkel,op don w.enk,der Beituurdereri fc „ heffen, altoos toch veel grooter tegènkatitmg, », meer ongeneigdheid, perfoneelen afkeer enz. ten wege brengen, zo zal in tegendeel door 's Volks „ toeftemmenden wil die heffing gemaklyker en ge„ williger gefchieden; daar te boven zal het Natio„ naai Crediet ongelyk minder worden gekrenkt; ,, want zomts listige menfchen in 't Beftuur door „ verkeerde geldheffingen onze Natie, en dus ook „ 't Vaderland, zoo ras konnen bederven. Eindélyk „ Helt deze geopineerde Volkstoeftemming in de „ wyze van invordering der buitengewone Belas„ tingen of Heffingen, eenen vasten waarborg te,, gen alle mooglyke onkunde en eigenbaat der ,, Beftuurderen of van derzelver Raadslieden." Één Volksvriend. Tot dus verre de Schryver, wiens opgegevene bedenkingen en redeneering , febocu niet al te duidlyk voorgefteld , men aan de volgende tegenbedenkingen zal behooren te toctfen. Ongetwyfeld behooren de Belastingen tot de Souverainiteit, tot den Algemeenen Volkswil; even ,gelyk alles, wat cloor het Beftuur word uitgevoerd, tot dVSouyeraiqiteit, tot den algemeenen Volkswil behoort. Dc geringde daad van gezag vloeit uit . ;dit grondbeginfel, zoo wel als de befchikking' over de dierbaarfte belangen der burgeren. In eene re.praefentative Volksregeering kan men zich geene daad van het Beftuur voordellen, die niet uit den Volkswil haren oorfprong neemt, pm dat het Voik de uitoefening van dien wil aan het Beftuur , met betrekking tot alle zaken welke een voorwerp der Regeering worden konnen , heeft afgedaan. Op dit beginfcl rusten de gronden eener zoodanige vorm van Beduur, het welk ik door myn geheel Vertoog grondig genoeg meene aangetoond te hebben. Met derhalven te zeggen , dat het heffen van buitengewone Belastingen op eigen gezag door i het  ( 148 ) liet Beftuur rechtsftreeks aanloopt tegen het einde, waartoe eene Regeering by Repraefentatie is ingericht, zegt men even zoo veel, als of men, de Sauverainitelt, den Algemeenen Volkswil aan banden, willende leggen, beweerde, dat het Volk. alle macht op het Beftuur kan overdragen, behalven de macht orr) Belastingen te heffen. Het Volk toch heeft eenen even' zoo fouverain en wil, om zyne macht ter uitoefening aftefuan als om dezelve te behouden. Indien het. voor zyn belang gefchikter oordeelt afftand van een gezag te doen dan hetzelve te behouden, kan het dat immers even zjo oppermachtig overdragen , als het dit gezag in zynen eigen boezem kan bewaren? In eene Volksregeering by Vertegenwoordiging nu ftaat het Volk, by de Acte van Conftitutie, de uitoefening van zynen wil in deszelfs geheelen omvang af. Het heffen derhalven van buitengewone Bchsungen , indien 'sLands nood dezelve vordert, kan ook door het Beftuur op eene wettige wyze gefchieden. zonder dat hetzelve hieromtrent het Volk afzonderlyk zoude moeten raadplegen. Niets wederrechtlyks, niets onwettigs , niets willekeurigs is hierin gelegen. Het. Voik, bezettende de moeilykheid om zyne eigene geldmiddelen te beftuuren, ftaat by eene wettige overdracht alles wat hiertoe, betrekking heeft, aan het vertegenwoordigend Ligchaam af , en dit maakt hierin zoodanige verordeningen, als het voor de belangen van Volk en Vaderland nodig oordeelt. Dan , misfehien is men met den Schryver van gevoelen, dat eene zoo groote macht in de handen van het Beduur gelegd , gevaarlyk word voor de eigendommen en bezittingen der burgeren. In dat geval moet men nimmer de voorkeuze aan eene vertegenwoordigende Volksregeering geven , maar meer de zuivere Democratie, ten minften eene ge. mengde Regeeringsvorm met betrekking tot de adminiftratie eer Geldmiddelen verkiezen. Veelvuldig zyn dan de wyzingen. welke men zich kan voorftellen omtrent 's Volks overdracht of behoudenis van macht, met betrekking tot de Geldmiddelen. De Schryver wil , dat het Volk over den aart cn wyze der heffing van buitengewone Belastingen geraadpleegd worde , zoo dat by alle heffing hetzelve lift twee of drie pianncq er één zal kiezen , volgends het welk dan de inzamelisjg der penningen zal verordend worden. Over de al of niet noodzaaklykheid , noch over de hoegrootheid der buitergewone Belastingen wil hy het Volk niet geraadpleegd hebben. Dit word , volgends hem, genoegzaam kenlyk door het doen der rekening, waaruit het Volk dan het een en ander zou konnen beoordeelen. Dit gevoelen fchynt naar myn inzien of te wainig, of te veel macht, voor het Volk te behouden. Te veel macht, om dat indedaad nimmer het Volk eene vrye uitfpraak doen kan omtrent een plan van flnancieele Operatie. Het zal ten dezen opzichte altyd moeten geleid worden door weinige menfchen, welke 's Volks oordeel door hunnen invloed bepalen. Hoe toch kan men zich Grondvergaderingen voorftellen, beltaande uit boeren , ambachtslieden, winkeliers, konftenaren, geletterden, beambten , geestlyken , en welke andere (tanden er in de Maatfchappy mogen gevonden worden, waarvan de meerderheid die voorbereidende kennis zal hebben, welke er vereischt word om een financieel plan te bevatten? Ik laat ftaan hetzelve met een ander te vergelyken en in zyne rechte waarde te toetfen ? Ik voor my, die de Volksfoc:ëteiten, zoo wel in de jaretr 1786x11 1787 als na onze laatfie Revolutie, op verfchiilende plaatfen, en wel in Amfleldam, alwaar men uit hoofde van Koophandel de uitgebreiofte kennis in dat vak verwachten kan, heb bygewoond , betuige nimmer zoo veel kennis in het algemeen ontmoet te hebben, als nodig zyn zoude 0111 vry en zonder invloed, over eene finan- ei-  ( *4"9 ) tïieeie Ópefatie* te oordeelen. Wat zal dan in de Grondvergaderingen het geval zyn , wanneer het Volk uit twee of drie plannen het beste zoude kiezen ? Eenige weinige menfchen zullen den Volksgeest leiden, en de uitfpraak bepalen. Alles wat derhalven het Volk. hier by'winnen zoude, zou niets anders zyn, dan dat nu andere menfctien , als die welken hetzelve met zyn hoogst vertrouwen vereerd en in het Beduur geplaatst had, voor betzelve zouden oordeelen , en dus , dat ten dezen opzichte de uitfpraak omflachtiger zoude worden, zonder dat zy indedaad vryer voor het Volk zyn zoude. fen hoe weinig is toch de macht,, welke het Volk hier by zoude behouden? Uit drie plannen cr één te kiezen, kan-men toch niet we! eene vrye keuze noemen, vooral watmeer de hoegrootheid der belasting , waarop het hier naar ons inzien voornaamlyk aankomt, door het Beftuur zelve bepaald word.' Het is wel waar, dat het Volk het minst drukkend plan zoude konnen kiezen , indien men met den Schryver zoo veele financiële kunde by hetzelve vooronderfielt ; maar een ondeugend Beftuur, het welk Hecht genoeg is om , alleen door eigenbaat gedreven , eene drukkende belasting aan het Volk opteleggen , zal zoo wel middel vinden om het Volk drie fchadelyke plannen aantebieden, als het, in zyn wanbedryf, befloten heeft een misbtuik te maken van het vertrouwen, welk het Volk éénmaal in hetzelve Itelde. Wy konnen dstr in cit gevoelen van den Schïyver niet treden, maar zouden-, indien wy het zui vere Democratifche met betrekking tot de: financien behouden wilden, cencn geheel anderen- weg inllaan. voor het Volk een veel uitgeftrekter macht behouden, en het Beftuur aan-veel naamver banden leggen. Trouwends ind'en het Volk eene wezenly-ke en geene harsfeafebimmige inzage op den ftaat zyner Geldmiddelen begeert, moet het fteeds in de T gelegenheid gefield wo-den om dedzelven te kon* nen opmaken en nazien ; ten dien einde moet de verandwoording van het Beduur aan het Volk on. middelyk gefchieden , en de algemeene rekening der inkomften en uitgaven voor het Volk zichtbaar worden. Deze kennis echter kan aan het Volk nog zeer wem g baten, indictt het niet te gelyker. tyd eene volkomene uitfpraak doen kan over de benodigdheden , inkomften , en uitgaven van het Beduur. Het moet daarom eene voldrekte toeftemming of afkeuring hebben in alle uitgaven, welke er door hetzelve gedaan yvorden. Ten dien einde behoort dan het Beduur jaarlyks aan de Grondvergaderingen zyne petitie te doen, welke alsdan een toeftemmend of weigerend andwöord geven konnen n;et alleen, maar ook over de wyze, waar^ op de fommen dier petitie zuilen geheven worden i voor zich de befiisfing behouden. In dezer voege zoude men konnen zeggen, dat het Volk eene wezenlyke inzage had op den daat zyner Geldmiddelen. Indien wy echter onbevooroordeeld , en zonder ons door fchoone Theöriè'n te laten wegliepen, dit wat grondiger nagaan, zul. len wy bevinden, dat eene zoodanige inrichting in alle Staten,, welker betrekkingen eenigszins uitge. firekt zyn, allerfchadelykst en misfehien onuitvoerlyk zyn - zoude. De grondflag, waarop alle inzage des Volks op zyne Geldmiddelen deunt , is de algemeene rekening. Het Volk behoort te kennen de inkomften en uitgaven, zal het ecn gepaste uitfpraak doen over petitiën , welke het Beduur aan hetzelve komt te doen. Maar hoe zal deze rekening worden ingericht? Zal dezelve alleen algemeene onkosten fpeoificeerefi , en , by voorbeeld , de onkosten der onderfcheidene departementen in ééne masfa' opgeven? Dan is er geen mensch in den Staat, die eenigszins met grond over derzelver juistheid oordeelen kan: die kan beflisfen, öf 'sLands penningen 5: ver-  ( 15© ) verfmlJ of wel met de nodge fpaararainhdd zyn Maar zal die rekening in details zoo verre'uitvyeiden, datze by eene fpecifique lyst alle uitgaven tot in de kleinigheden toe doe kennen, dan mt de Natie zich wel decreteeren een cyffeS Volk te zyn , het welk in de plaats van 'sLands fchatkist met de nodige penningen te voorin, in tegendeel, even als de inwoners van het Vlek, waarvan gylieden in uw N". 16. Ipreekt, Z0Ude blyven dcliberecren, tot dat een genadig nabuur hetzelve in zyne hooge befcherming kwame ^"welken kantikookdeonmiddclykebeauritrg van -sLands Financien door het Volk zelve b. veele onoverkomelyke zwarigheden op, dat* netz ! als onuitvoerlyk by alle Volken, d,e maar , eenigszins een politiek beftaan hebben , durve aanmerken en verklaren. Indedaad behoort naar myn inzien het Reprae-fe ative in niets zoo zeer gehandhaafd te worden, 1 met betrekking tot de Geldmiddelen- h. een nd welks wczeniykc kracht in zulk een naauw erb^nd ftaat met het Nationaal crc.it, moet „tets , r ï. ;n het oo"- gehouden worden , dan y irtrvuldmer in net oi'ö ^ e ne vaardige adminiftratie der Financien en deze s volftrekt niet te denken, wanneer zelfs maar de titl**» ae deüberaüén " . ' „„t.,-,..-. pn notr veel minucr, Tullen worden overgelaten, en nob v w!,meer het volk zelve uitfpraak over de pennen ' "En dat' hierdoor eene inbreuk op de oorfprong,vke wet van eigendom der dingen zoude gemaakt . worden, betuige ik volftrekt niet te kenner, door Zien. Byaldien een Repracfentattef Ligchaam, het welk toch ook uit Burgers beftaat, die-niet van alle eigendommen verfteken zyn, het noodzaaklyk oordeelt , dat elk Lid der Maatfchappy zoo veel tot fiyving van 'sLands Kas toebrenge , als de nood van het Vaderland vordert, zie ik niet, dat dit g«lyk te ftellen is met de Despotieke daad van inbreuk tc maken op de wet van eigendom. Elk Mensch, die Lid word van eene Maatfchappy, neemt dat Lidmaatfchap aan op die voorwaarde , dat, even gelyk hy in alle deszeifs voordeelen meent te deelen, hy ook het zyne op gelyken voet met alle zyne Medeburgeren wii toebrengen tot al het geene, wat de noodwendigheden dier Maatfchappy van hem zullen vorderen. Vorderen dezelve nu een gedeelte zyner bezittingen, en word dit aizoo door dat Ligchaam beoordeeld, het welk door het Volk dc macht daartoe ontvangen heeft, dan is het billyk en met alle.de wetten van het Maatfchaplyk verdrag overeenkomftig, dat hy zyn gedeelte, even als alle zyne Medeburgers het hunne, affta, en aan het algemeen welzyn opoffere. Niets onredelyks is hierin gelegen. Een braaf en verftandig volk bezeft dit, en zal zich nimmer aan de vorderingen onttrekken, welke een wettig gekn/en Beftuur op eene Canftilutioneele wyze doen zal. Een zoodanig Beftuur daarentegen zal niet ge. maklyk derwyze ontaarten, dat het door baatzucht en kwade trouw gedreven, zich zelve ten nadeele zyner Medeburgeren verryke..— Byaldien het echter door de zedelyke verbastering van een Volk kwame te gebeuren , dat de braaffte en verftandigfte Burgers, welke volgends de grondbeginfelen der Voiksregeering voor het Beftuur gekozen worden , zoo zeer van het voetfpoor der deugd en plichten afweken , dat zy het Volk met onnodige en onbillyke Belastingen poogden te drukken, gelooft dan toch nimmer, dat dit kwaad door eenen onmiddelyken invloed van het Volk op zyne Financien zoude konnen weggenomen worden. In tegen, deel, deszelfs val zoude hierdoor eerder verhaast, en het Despotismus, welk dit Volk wel dra ftaat te onderdrukken, nogaanmerklyk vervroegd worden. IETS  C 151 ) IETS over den toestand der REVOLUTIE, in de BATAAFSCHE COLONIËN. Toen de Franfchen zich eene Revolutie gegeven hadden , was eene hunner eerfte bemoeiënisfen dezelve te doen overgaan tot hunne buitenlandfche volkplantingen. Overtuigd van de omgerymdbeid om het Despotismus te doen ftandhouden in die afgelegene gewesten , terwyl de Vryheid deszelfs throon in het moederland had omvergeworpen, deden zy de verdrukte Colonisten zoo dra mooglyk deelen in de heugchlyke vruchten hunner omwending, en given de nodige organifatie aan een vernieuwd Beduur , welks grondflag Vryheid , Gelykheid, en Broederfchap 'was. Wy onderzoeken thands niet of en, in hoe verre de Franfchen , ten dezen opzichte, de palen eener zo nodige ftaatkundige voorzichtigheid al of niet hebben overfchreden; en of het mooglyk en raadzaam geweest zy in onze Vaderlandfche Coloniën dienzelfden maatregel even fnel en in alle zyne uitgebreidheid te doen werken. Dit evenwel durven wy verzekeren, dat, indien men de Revoluiie vroeger had konnen daarftellen, en het nieuw beftuur tot ftandbrengen z >o aan de Caab als in de Oost- en West-Indien, wy hoogstwaarfchynlyk thands nog in het bezit van de meesten der nu verlorene Coloniën en daaruit geroofde fchatten zouden geweest zyn. En wat onze nu nog overige Coloniën betreft," meenen wy allen grond te hebben , om zuchtend te vragen : is de Revolutie ook daar tot op dit oogenblik nog wel dermate gevestigd en in werking gebracht, dat de arme vaderlandlievende inwoners deizelven in het volle genot zyn van hunne vryheid, van de geproclameerde rechten van mensch en burger, en van de voordeelen welke zy volgends hunne lituatie van het Alliantie-Tractaat met de Franfche Republiek zouden konnen plukken ? Wy meenen zelfs deze vraag met neen volmondig te konnen en moeten beandwoorden. Immers, in. dien" onze berichten uit eene dier Coloniën- echt zyn, waarvoor wy ons verbeelden alle zekerheid te hebben, dan was de gezegende omwending te Curapao in het midden dezes jaars, en dus anderhalfjaar na derzelver daarftclling in het Vaderland, nog zoo weinig tot ftand gebracht, „ dat het ,, Gouvernement aldaar niet dan ongaarne zich „ daaraan onderworpen had,en niets vuriger fcheen „ te verlangen dan een bezoek van de Engelfchen, „ om zich aan eene kleene macht van die getrou„ we bondgenoten overtegeven , roemende mén „ daar zelfs de infame Capitulatie van Demerary. „ De Vrede en Alliantie met de Franfchen was er „ — doch onder het betoon der. blykbaarfte ,vc*,, achting — gepubliceerd. De Patriotfche inwoner „ had er nog. daaglykfche infultes van officieren en „ foldaten te Iyden,zoo dat men voor de goede zaak „ niet durfde uitkomen, noch den moed had van de „ driekleurige Cokarde optezetten, wilde men zich aan geene vervolging of mishandeling blootftellen. „ Men reikhalsde er na de komst van brave Com. „ misfarisfen ter afzetting van Ariftocratifche Be„ windslieden, die de Jlepraefentanten des Bataaf„ fchen Volks openlyk durfden hoonen en fchen. „ den. — Op dien zelfden tyd droeg men er nog „ de Oranjeleus ten fpyt der Patriotten; de miji„ tairen marcheerden nog onder het gefchal van „ Wilhelmus van JSasfaiten, en eenigen hunner aan- „ han.  Changeren galmden nog liet Oranje-boven langs „ die bedreigde Kust. — De weldenkende party , zag met groot verlangen en angstvalligheid den „ Vice-Admiraal Biaak te gemoet. De -Kaapvaart " moest er tot nog toe op Franfche Commisliën ,\ gefchieden, want de'Regeering weigerde Hollandfche Commisfien te geven, zeggende, dat zy alsnog geenen last daar toe had , en de \\ Declaratie van Oorlog aan Engeland ignoreerde." Ziet daar, zoo wy meenen, echte Berichten uit Curapao j zy doen ons vermoeden hoe het ook elders kan gefchapen , en in welk een gevaar onze nog overige bezittingen konnen zyn. — Word het dan niet hoog tyd, dat de Nationale Vergadering door hare Committé's ten ernfligfie de hand aan het werk Ha, om, zoo ver het althands mooglyk zyn m, onze Coloniën van Despotisme en Ariftocratie te zuiveren, de zuchtende medebroeders aldaar vry te maken., en door de invoering der nieuwe orde van aaken aldaar , die kostbare bezittingen die nu aan de genade van een Anti-revolutionair beftuur zynioebetrou'wd, voor het Vaderland te behouden, en aan den wreeden klaauw van Albion te ontrukken ■? - Wy doen deze vraag uit een befcheiden maar warm gevoel van vaderlandsliefde , wy fmeken de aangeftelde Machten hunne aandacht op dit belangryk ftuk te vestigen, en wy verwachten van hen, dat zy ook daaromtrent die energie zullen deploijeeren, welke wy met genoegen zien dat zich meer cn meer in de behandeling der hoogde Nationale belangen begint te ontwikkelen.  DE DEMOCRATEN. N°. 20. Donderdag den 27 October 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran ,Noch drift des volks, dat h'em tot euvel -lokt, Zyn vasten geest gefchokt.- ■ HORATIUS,; Over de Noodwendigheid yan eene te dome Verklaring, ter bekoming van HET STEMRECHT of ACTIVE BURGERRECHT. De meeste Staatsinrichtingen van Europa zyn allengs door ufurpatie en verovering tot die Regeeringsvorm gekomen, In welke wy ze kennen , of gekend hébben. Welken invloed de Natiën te vooren ook mogen gehad hebben op derzelver wetgevende of opperfte Macht, het is nogthands zeker, 'dat, behalven de Engelfche, Noord - Amerikaanfche, en Franfche Natie, alle de overige volken, door derzelver Monarchen of opperfte Machten fteeds befchouwd zyn en nog worden befchouwd, als volkomen lydelyk, en als hebbende het recht, om hun eigen algemeen welzyn te bepalen en te bandhaven, geheel en al aan het Oppergezag afgcftaan. Men heeft het, op zyn best genomen, als zeer genadig en voor overbodige beleefdheid gerekend , wanneer wysgeerige Staatkundigen de Natiën in masfa hebben aangemerkt als, in theorie, meer dan een O in het cyffcr; als de oorfpronglyke of grondmacht, doch welke, taclté, moest vooronderfteld worden, alle hare rechten en vryheden aan hare Overheid te hebben opgedragen en toevertrouwd. Zy hebben dus een itüzwygend contract Social aangenomen; doch nergends eenig toereikend middel 'aangewezen, om, aan zyde des Volks, zich van de verplichting, by 't vooronderfteld contract, te ontflaan, wanneer het anderzydsmocht overfchreden of verbroken zyn. Eerst dan hebben zy, van achteren, een algemeenen volksopftand voor wettig verklaard , wanneer dezelve gelukt was; en eenen Monarch voor Tiran gehouden, aan wien de Natie harerzyds geene gehoorzaamheid meer fehuldig wis, wanneer het hem mislukte zynen onderdanen door geweld-van wapenen tot onderdanigheid te dwingea. ■ Zal de Staatsinrichting beter, zal de Nationale individueele Vryheid zekërer zyn; dan moet zulks voordvloeiën uit het tegenovergeftelde van, het geen de Natiën te vooren, met betrekking tot dc Oppermacht , waren ; dat is , de voorondèrfielde liilzwygendc toeftemming moet uitdruklyk worden. De Natie moet niet flechts pasfive maar active daar zyn , ooK na het fluiten van het contract Social. De Natie is niet flechts een denkbeeldig wezen; zy is een zedelyk ligchaam, dat zaamgefteld is tut individueele burgers , welke , ieder als een integreerend lid, dat zedelyk geheel helpen uitmaken' Dit is ten minfte waar in eene Republikeinfche Regeeringsvorm , die op de Gelykheid gegrond is; het zy dan, dat ieder lid zelve in perfoon, of by vertegen- V woor- / 1. '  C 154 ) wordiging, door zyne vrywillige verkiezing, de wetgevende Macht helpe uitmaken, en waarby dus geene rangen, ftanden, of corporatien, maar individueele burgers gerepraefenteerd worden: en dit is juist dat geen waarin de repraefentative Democratie onderfcheiden is van de Jrijïocratifche en Monarchale Regeeringsvorm. In alle Ariftocratiën en Monarchiën, die tot hier toe beftaan hebben, zyn de individueele burgers, of de geheele Natie in masfa, nimmer anders dan pasftf geweest, met betrekking tot de Oppermacht, en als zoodanig heeft men alle verandering van maatregelen, en der grondwetten zelve, door het Beftuur , als wettig cn onweêrfpreekbaar aangemerkt, zonder dat de goed- of afkeuring der Grondmacht daartoe nodig was. — Zal in eene Repraefentative Democratie, op de Gelykheid gegrond, de Natie als actif konnen aangemerkt worden; dan moet zy uitdruklyk de Conftitutie of Grondwet van den Staat goedkeuren en aannemen, zy moet tevens alle handelingen, die daar tegen vervolgends mochten ondernomen worden, daadlyk konnen afkeuren en tegengaan. Van deze toeftemming en aanneming moet bovendien duidlyk blyken , datze expresfivé of uitdruklyk konnen geheten worden , en niet wederom allengs tot eene Jiilzwygende goedkeuring overgaan. En dit blyk van uitdruklyke goedkeuring kan «ergends anders in beftaan, dan in de ondertekening der Conftitutie zelve , of wel van eene verklaring, dat men dezelve, op de voorwaarde daarby vervat, goedkeurt en aanneemt. Doch daar in dit geval wel dè gequalificerde active leden der Natie konnen handelen voor de pasfiven ofongequalificeerden, maar geenszins, zonder ipeciaie procuratie , voor andere gequalificeerde active burgers; zo kan niemand als actif burger worden aangemerkt, ten zy hy in eigen perfoon zulk eene verklarii g heeft afgelegd. Zonder zulk eene vastltelling zyn de woorden van Vryheid, Gelykheid, of Rechten van den Menscit en Burger, met betrekking tot de Regeeringsvorm , flechts ydele klanken: zonder dit zou men het tegenwoordig geflacht het recht toekennen, om het volgende in flaverny te dompelen , of zulk eene inrichting voortefchryven , welke in 't geheel niet gcfcldkc zoude konnen zyn voor den toednndin welken dat nagedacht zich konde bevinden,. Het eerfte te willen vinden, door elk aöif burger intefchryven in een daartoe expres aangelegd Register, zonder meer; — of het laatfte te willen voorkomen door eene temporaire herziening of revilie der Conftitutie, is op zich zelve niet genoegzaam, en kan door onderfcheiden wegen cn middelen iliufoir gemaakt worden. Immers, indien met de infehryving in het BurgerRegister niet daadlyk verknocht is, de onderfchryving van de Conftitutie zelve, of van eene verklaring daartoe betreklyk, dan beftaat er geene pofitive wet, waarby zich de ingefchrevenen daadlyk verbinden om die Conditutie te zullen handhaven,1, en hunne qualificatie niet te zullen gebruiken ter wederinvoering der oude , of omverwerping der tegenwoordige Staatsinrichting. Wilde men zeggen : dat het opgeven van zyn naam, en de vertoning zyner bevoegdheid, om als demgerechtigd Burger in 't Register opgetekend te worden , van zelve involveert eene erkenning van de wettigheid der Conftitutie en vastgeftelde Regeeringsvorm , dan valt er ook geene zwarigheid te maken tegen de uitdrukking dezer vooronderftelling: en is deze vooronderftelling niet noodzaaklykr dan is ook het oogmerk der geheele infehryving overtollig, dan is het ook onnodig, eenig onderfcheid te maken tusfehen active en pasfive Burgers , tusfehen Stemgerechtigden en Onbevoegden. Doch , aangenomen zynde , dat die vooronderftelling nodig zy, waar blykt het , dat elk onder, tekenaar , of die zich als Stemgerechtigden aangeeft , in die zelfde vooronderftelling verfeert en , zon-  ( 155 ) zonder eenige mentale refervat'e, inftemt? zal dan de geen die hem Zal infchryven, bevoegd zyn, hem op artikelen te ondervragen? Ztl hy bevoegd zyn hem aftewyzen , op de onderftelling , dat hy de Regeeringsvorm niet van harte toegedaan is i Wat zou hiervan 't gevolg konnen of moeten zyn ? Daar toch deze infehryving niet kan gefebieden dan op de plaats van ieders inwoning, zal men dan konnen aannemen, dat overal , waar men zal konnen infchryven, volkomen hetzelfde doorzicht, dezelfde denkwyze, en bedoeling zal plaats hebben, zonder dat er een proef, of algemeen voorfchrift is daargefteld ? Oordeelt men, dat het doen van eene verklaring ■nimmer het bedoelde effect zal hebben , en jmen daaruit nooit een vast befluit zal konnen opmaken tot iemands moreele of polirieke denkwyze, dat alleen de minst eerlyken een declaratoir zullen doen, waaruit zy voordeel konnen trekken, al is het, dat hun hart daarmede niet volkomen inftemt ? Zulk een raifonnement behoort indedaad meer tot die chicanes en drogredenen, door welke listige intriguanten vaak de menigte , of den eerlyken eenvouwigen man bedotten , om eene uitzondering tot den regel te maken, en de menfchen in 't gemeen naar zich zeiven aftemeten ; doch foortgelyke uitvluchten behoren nimmer het voorfchrift te zyn voor eenen Wetgever, of by eene Staatsinrichting, welke op eerlyke en moreele grondbeginfelen moet gebouwd zyn, en door de Conftitutie zelve de moraliteit moet trachten te bevorderen. Indien niemand tot eenigen post of bediening van aangelegenheid kan komen , zonder Stemgeiechtigde te zyn, ter bekoming van welk recht hy of een declaratoir moet doen, of op eene vooronderffelde ftilzwygende verklaring zich moet laten infcbryven , dan is het, behoudends alle moraliteit, te vermoeden , dat er zich meer zullen laten infehryven zonder , dan met eene verklaring f al is V hun hart der Conftitutie eu Regeeringsvorm niet toegedaan. Een man van een anders eerlyk charakter, en vari moreele beginfelen , ztl altyd zwarigheid .maken, om iets tc ondertekenen of tc verklaren, waarmede zyn geweten niet inftemt. Indien hy oordeelt d^t eene Democratifche Regeering by Repraefentatie niet zoo gerust en beltendig, niet zoo ferm en acjjf kan zyn als eene Monarchale , of die van eenige adelyke of patrice famiiien, met uitfluiting der plebejers; of wel dat eene Foederative inrichting beter de byzondere belangen kan behartigen dan eene geconcentreerde Oppermacht; dan z»l hy zich wachten van de ondertekening eener Conftitutie op de Gelykheid en Éénheid gegrond, wanneer daarmede eene verklaring gepaard gaat, dat hy die Conftitutie en Regeeringsvorm zal helpen handhaven, en zich zelve ftrafbaar erkent, indien hy daar tegen handelt, Maar word er flechts eene bloote opgave zyner bevoegdheid vereischt, om ftemgerechtigd te worden., dan zal hy, om voor zyn huisgezin mede te konnen deelen in de voordeelen der Maatfchappy, zich in. het Burger-Register laten optekenen; zich niet bekommerende over het gevolg, het geen anderen, zonder zyne verklaring, uit zulk eene intekening mochten willen trekken. — Hy voor zich zal er niet anders by denken, dan dat hy zulks aan zyne omftandigheid en het beftaan zyner familie verplicht is; dat hy dit licht kan medenemen; en dat hy op geene gefchiktere wyze gelegenheid kan krygen, om, het zy door zoodanige perfonen in 't be/ wind te helpen , welke met hem eensdenkende zyn, of door zyn eigen invloed in de Grondvergadering by de eerfte revifie der Conftitutie, of anderszins , de Regeeringsvorm eens weder naar zyne grondbegiivfelen veranderd te krygen. — Zoo lang deze gelegenheid nog niet daar is, kan hy ze voorbereiden; heeft de Regeering fermeteit genoeg om zich te fouteneeren, dan kan hy zich iotusfehen on2 der-  ( 156 ) derwerpen , en dit zou hy toch moeten doen, al was hy Pasfif Burger. In allen gevalle loopt hy nu niet zoo in 't oog, en geniet intusfchen alle de voordeelen die anderen genieten, en dit met een goed geweten, wyl hy door geene ongeoorlofde wegen, maar alleen door redencering, naar de gevoelens van zyn hart, zoekt te preken ofte zwygen, naar dat de voorzichtigheid hem gebied. Trouwends, zulk een eerlyk man doet geen declaratoir, om de Conftitutie en Regeeringsvorm met alle zyne vermogens te zullen helpen handhaven ; hy blyft lydelyk, zo hy kan, en getroost zich, naar zyne denkwyze, in een ftaat van overheerfching, als gehoorzaam onderdaan, gelyk hy zich rekent, te leven. ' Of noodzaken hem zyne uitzichten op voordeel voor zich en zyne kinderen, om ftemgerechtigd, om actif Burger te worden, gaat hy over om de daartoe gevorderde verklaring te doen; ja, dan kan men verzekerd wezen, dat hy geen hairbreedte van de opgenomene verplichting zal afwyken; dat hy eerst zich zelve, zyne eigene hartstochten , gevoelens en wenfehen heeft overwonnen; dat hy zich overtuigd heeft , door eene wettige meerderheid overftemd, en als eerlyk lid der Maatfchappy verplicht te zyn om de Conftitutie ook in dat geval te helpen handhouden; — hiertoe zal hy alle zyne krachten en vermogens ten koste leggen, en zelfs de gebreken die er in mogen gevonden worden, zal hy met hetzelfde oog als alle menschlyke inrichtingen befchouwen, welke door eene verftandige en getrouwe plichtsbetrachting , in de uitoefening, konnen verfterlu en verbeterd worden. Staat nu , ten aanzien van fchurken en flecht hoofden, het geval volkomen gelyk, het zy men een declaratoir laat doen of niet; het ftaat, zoo als wy gezien hebben, niet gelyk by eerlyke verftandige lieden. En dezen zyn het, die de Staat moet trachten te winnen. Maar even weinig ook ftaat dit, blykends het beredeneerde , ten aanzien van huigchelaren en deugdnieten gelyk, met betrekking tot de wet, volgends welke zy, by overtreding, geftraft konnen worden. Zo zy niets verklaard hebben, konnenze ook nimmer als meineedigen geftraft worden. Te zeggen : als de Staat in zich zelve geene kracht of fermeteit bezit om alle entraves op de Conftitutie in de beginfelen voortekomen, en op de daad te ftraffen , dan zyn alle inrichtingen vruchtloos en ontoereikende ; is een argument, dat beter voegen zoude onder een Despotismus, waar de vrees het beginfel en de dryfvecr der Regeeringsvorm is, dan in eene Republiek, waar de deugd , de liefde tot het Vaderland , en de wet, de banden der Maatfchappy moeten uitmaken. Zoo dra er iets in eene Republiek aan eenig gezag buiten de wet word overgelaten, ftaat reeds de Vryheid op losfe fchroeven; en vaar Vryheid en Gelykheid'. wanneer er zulk eene Macht kan opftaan buiten de Conftitutie en toeftemming des Volks! Maar nog van eene andere zyde is het voorfchrift van een declaratoir voor de active Burgers, in eene Republiek óp de Vryheid en Gelykheid gebouwd, allernoodzaaklykst. Men heeft menigmaal het afvergen van een declaratoir , als eene politieke geloofsbelydenis , en eene foort van inquifltie befchouwd, en doen voorkomen, als ware zulks ftrydig met de Rechten van den Mensch , en de Vryheid van den Burger, en aizoo in eene Republiek niet geoorlofd , en men zou zeker gelyk hebben, wanneer de vraag was, of ieder ftil pasfif burger eener Republiek, eene verklaring van zyn gevoelen omtrent de Conftitutie en Regeeringsvorm konde afgevergd worden : dit vastteftellen zou indedaad eene hardheid en inquifitie zyn, geenszins in een vry Gemeenebest voegende. Doch aan den anderen kant zou het even zoo zeer ftrydig zyn met het zuiver beginfel van Republikeinfche Gelykheid, zulk eene verklaring, tot handhaving der Conftitutie , niet afte- ne-  ( 157 ) nemen van ieder Vry-Burgcr, welke eenig deel wil hebben aan de uitoefening der Conftitutie, de daarftelling der Regeering ,. en de voordeelen uit dezelve voordvloeiënde. Zonder zulk eene verklar.ng is en blyft ieder lid der Maatfchappy flechts een pasfif burger; en, hoe zeer hy ook werkzaam kan zyn in de verkiezing zyner Beftuurderen , en hy ook zelve daartoe verkiesbaar is , hy blyft flechts een bloot Machine, een lydelyk deel in 't groote Staatswerktuig , in het wezen der zaak zoo wel onderworpen , als in eene Monarchie of onder een Despotismus. Het onderfcheid refldeert alleen in de graden, of trappen van onderwerping. Beftaat het onderfcheid tusfehen een onderdaan van eene Monarchie, Ariftocratie enz. en den Vryr Burger eener Repraefentative Democratifche Republiek , niet flechts in hunne onderfcheidene Regeeringsvorm , maar ook daarin: dat elk-individueel lid, met betrekking tot den Staat, indedaad meer is in de laatfte , dan in de eerften ; en is deze meerderheid daarin gelegen, dat de onderdaan flechts lydelyk, en de burger werkdadiglyk betrekking heeft op de Regeeringsvorm ; zulk een onderfcheid vloeit echter niet voord uit de Natuur , of de verfchiilende rechten der menfchen , maar alleen uit het aangegaan Contract Social, en het vermogen des vryen Burgers, om zich by zyn bedongen recht te blyven handhaven. Het onderfcheid ligt dus hier in, dat het contract Social in het eerfte geval flechts ./Wzwygend is, of vooronderfield word, en zoo kan men alles vooronderftellen wat men wil, gelyk ook alle Machten altyd hoogloflyk gedaan hebben; daar hetzelve in het tweede geval uitdruklyk is aangegaan. Door zulk een uitgedrukt contract Social word dan de burger eerst actif, dat is, van onderdaan, burger'. Wanneer het contract, of de bepaling der Regeeringsvorm zelve en harer inftandhouding reeds daadlyk uitgedrukt is, en publiek gemaakt , .dan zou men misfehien konnen denken, is het genoeg; dat flechts ieder burger wete, wat hem daarin aanbevolen is , en hoe ver by aan het Staatsbeftuur deel kan nemen; hy word als dan voeronderfteld, fchoon zwygende, daarin toeteftemmen, of eens, by de inftelling van het contract, daarin uitdruklyk toegeftemd hebbende, is zulks genoegzaam om ook zyne nakomelingen te verplichten, tot dien tyd toe, welke hy het contract bepaald is. — Doch hier komen wy aan de eigenlyke grensfeheiding van burger en onderdaan : de laatfte onderwerpt zich fiilzwygende aan die macht , welke in ftaat is, 0111 hem te ftraffen, als hy. niet naar hare bevelen handelt; de eerfte verklaart individueel , als een integreerend lid der Staatsinrichting, uitdruklyk, het contract Social voor zyn aandeel te zullen helpen • handhaven. Zo hy zich te zwak of onvermogend gevoelt, om aan zulk eene-verplichting'te beandwoorden,.verklaart hy niets, maar laat zulks over aan zyne medeburgeren, en neemt genoegen in het opvo'gcn dier vtetten cn inrichtingen,. welke de meerderheid zich zeiven, en dus hem mede, oplegt- Indien zulk eene uitgedrukte verklaring, een daa'<|lyk mede aangaan van het contract Social , geen plaats heeft, dan heeftnietalleendczoogcnaam.de active burger, fchoon hy als werktuig in de daarHelling der Regeering gebruikt worde, weinig meerder recht om zich actif burger te noemen, dan die, welke pasfif word gehouden ; maar de Staat heeft als dan ook geene bevoegdheid, om iemand van het ftemrecht uittefluiten, of eenige qualiteiten te bepalen, welke alleen iemand konnen rechtigen, om te kiezen of gekozen te worden. Want iemand een recht te geven om te zwygen, of om te doen het geen men hem gebied ; en hem in beide gevallen met het gewicht zyner macht te bedreigen, indien hy niet naar het voorfchrift handelt', evenveel of hy er in toegeftemd en zich toe verplicht V 3 hèb"  ( 158 ) ftebbe of niet : miakt het onderfcheid , tusfehen een Confiantinopehch of Venetiaansch, en een Nederlandsen burger, niet zeer groot. VVel verre derhaiven dat bet afleggen van een declaratoir ter handhaving der Conflitutie , eene vernedering zi>u konnen gerekend worden voor een vryen Nederlander ; maakt hetzelve in tegendeel het waar character uit van eenen vryman, het onder fcheid hein van deh lydelyken onderdaan, en verklaart hem de eere waardig, om een handhaver en befchermer der Nationale; en zyner eigen vryheid te zyn. Heeft het zeggen van montesquieu zynen grond, dat de deugd het byzonder grondbeginfel en de dryfveer is der Republieken; dan moet ook by uitftek de Republikeinfche Conflitutie zoo ingericht zyn, dat zy de politieke deugd, de liefde tot Vaderland en Regeeringsvorm , bevordere. Deze kan zy niet volkomen aanmoedigen, zonder te gelyk alle zedelyke deugden op den hoogften prys te ftellen. Hoe meer de deugd en zedelykheid bevorderd worden, des te meer zekerheid zal men konnen ftellen in de belofte en het woord van ieder burger. En alhoewel men in theorie kan aannemen, dat een deugdzaam man ook zyne zedelyke verplichtingen zal erkennen en uitoefenen, zelfs zonder wet of eed; zo is het toch uitgemaakt, dat de Staat hier op nimmer zekere rekening maken kan; en hierom kan ook de afvordering van uitdruklyke beloften van trouwen mainticn der burgeren niet ongeoorlofd gerekend worden. Zoo lang toch vooronderfteliingen, die niet uitgedrukt worden , voor allerleie verklaringen vatbaar zyn,zoo lang in een en denzelfden ftaat burgers gevonden worden, die onderfcheidene Godsdienftige en Staatkundige gevoelens toegedaan zyn, en waarvan zommigen andce burgerlyke inrichtingen zouden begeeren, indien zy niet de een door den anderen werden weerhouden; zoo lange zal er, by de mcef:e gedelykheid, zelfs eene uitdruklyke verklaring nodig zyn, om den ftaat gerust te ftellen, aangaande de zekerheid en getrouwe naarkoming der conftitutie. De active burger moet nfet verklaren : dat hy zich onderwerpt aan de conftitutie, dit zou indedaad eene vernedering zyn ; maar hy moet verklaren : dat liy die — als integreerend lid der active Na-: tie — zal helpen handhouden , en niet gedogen dat daarop eenige inbreuk gefchiede* Verkiest een anders eerlyk man zich niet onder zulk eene verplichting te brengen, maar liever lydelyk te gehoorzamen; hy kan daarom dezelfde veiligheid en zekerheid voor zyn perfoon en eigendommen genieten , maar hy moet zich als dan ook getrooften, van alle befiuur en adminiftratie in publieke posten verfteken te blyven. Hot is ook onder yoorwaarde van zulk eene uitdruklyke verklaring alleen, dat de Staat zich niet mag inlaten met het onderzoek van iemands Godsdienftige gevoelens. Maar wel de^elyk moet dp Staat acht geven op het politiek gevoelen van allen, die tot eenigen pubüeken postin de Miatfehappy, onder wat naam ook, worden aangefteld. Zoo lang er leden der Maatfchappy konnen beftaan, welke willekeurig en onverandwoordlyk gekant zyn tcgefl de ingeftelde Regeeringsvorm, en tijt onderfcheiden oorzaken dezelve zouden wenfehen te renverfceren, zoo lange za! het nodig zyn, dat ook niemand tot het openlyk leerambt van eenige Godsdienftige gezindheid worde toegelaten , zonder verklaring dat hy de vastgeftelde conftitutie , zoo veel hen aangaat, zal heipen handhaven en die op geenerhande wyzen tegenwerken. Anders ken ik geene Souverainiteit des volks, geen actif burgerfchap: de vastftellingen , de goedkeuringen der Natie zyn dan flechts pro forma, en konnen nimmer reiken aan de nakomelingfchap. Onder vourwendfel van Godsdienftig onderwys konnen als dan die pasfive burgers,  C *S9 ) gers, geheime vyanden en tegenftrevers der conflitutie zynde, hun verderflyk zaad (hooien, de jeugd zoo wel ais de volwasfenen tegen het publiek beftuur voorinnemen, de Nationale vsstfteliingen befpotten, en de geconftitueerde Machten'tegenwerken; om zoo allengs eene contrarevolutie voor te bereiden, en de gemeene rust en welvaard fteeds in onzekerheid te houden. De conftitutie , of het contract Social is niet anders dan eene overeenkomst of capitulatie tusfehen alle de individueele Lcdeu eener Maatfchappy, waar by zy zich verbinden, om hunne belangen op gelyke wyze en zonder onderfcheid te fubmitteeren aan de belangen' van allen. En zoo dra by eene fpeciaie conflitutie of contraïl Social, deze conditiën zyn uitgedrukt en door de aanneming der Natie bekrachtigd , konnen er geene daar mede flrydcnde beginfelen of bedoelingen, van eenige individueele leden, ftrslioos openlyk gedreven of geleefd worden. Den Staat ligt er aan gelegen, dat de grondbeginfelen die de Natie als de besten voor hare regeeringsvorm gelegd heeft, worden gehandhaafd en voordgeplant; dat der jeugd en den volwasfen Burger geene daar mede flrydende vooroordeelen , fchoon in andere Staten nog geldig, worden ingeboezemd. — Een Slaat , op vryheid en gelykheid gevestigd, kan niet gedogen, dat er openlyk geleerd worde: dat de ééne klasfe van menfchen door God by uitfluiting gefchapen is cm te regeeren , en de andere om te gehoorzamen; veel-minder kan dezelve dulden, dat hun die dit belyden te geloven of leeren, de belangen of handhaving eener Conflitutie die daar tegen ftryd, worden toebctrouwd. De Staat kan niemands vryheid beperken om te geloven wat hy wil, zoo lang hy pasfif Burger blyft; maar hy kan eifchen dat iemand zyne gezindheid omtrent de vastgeftelde flaatsinrichting aan den dag legge, dat hy het contract Social mede inftemme,, eer hy als een mede contractant — als e«n adif Burger word aangeno-3 men, of het geen in effeae hetzelfde is , als een openbaar volksleeraar worde toegelaten. De daadlyke affcheiding der Kerk van den Staat zou eene noödlooze en overtollige zaak zyh, indien alle burgers eensgezind waren in hunne Godsdienftige'gevoelens, en indien deze differente opinien' geenen direéïen of zydelingfchen invloed konden hebben, op de Staatsinrichting of Regeeringsvorm zelve. Zonder eene Spaanfche of Pruisfifche inquifitie, zonder dat dc Staat zynen burgeren voorfchryve wat zy te geloven, of waaraan zy zich te houden hebben is het zelfs eene hardheid, het active burgerrecht, de voorrechten der Maatfchappy, het recht tot regceringsposten en bedieningen, by uitfluiting te doen genieten aan de belyders van flechts ééne dier Godsdienftige gezindheden, al is het dat zy de meerderheid der bevolking uitmake. Maar is de affcheiding der Kerke van den Staat, in eene Maatfchappy welke onderfcheiden Godsdienftige begrippen duld, ook daarom nodig , om dat het niet misfen kan, of de Godsdienftige gevoelens moeten invloed op het ftaatsbeftuur, op de politie hebben; dan moet ook, by die fcheiding en de gelykheid in rechten van onderfcheiden Godsdienstgezinden , de conftitutie zorgen , dat geene onderfcheidene Godsdienftige gevoelens op het Staatsbeftuur influenfeeren, en by de beftuurders onderling in tweeftryd konnen komen. De Conftitutie moet dienvolgends ook in dit opzicht eene capitulatie , een contract Social zyn. De burgers van onderfcheiden gezindheid moeten zich daar by verbinden, om hunne particuliere Godsdienftige begrippen niet met het politieke welzyn van allen te vermengen , of ten koste daarvan te willen doen prsevaleeren. Zy moeten daar by weörzyds afftaan van zoodanige zaken , als zy anders elk voor zich afzonderlyk voor hoogst nuttig , zouden mogen aanzien. Zy moeten zich verbinden om ook in zoo verre hun-; n»  C 160 ) ne Godsdienftige vryheid zelfs aan het gemeen belang te onderfchikken , dar zy in het openbaar alle uitwendige tekens van onderfcheiden Religiën afteggen ; dat zy , om geen fchyn te geven van zelfs heimlyk dit contract te willen ondermyuen, en de onderlinge rust en 't goed vertrouwen tc kwetfen , geene anderen tot publieke leeraars hunner byzondere kerkgemeenfchappen zullen aannemen , dan die deze capitulatie daadlyk inftemmen, cn als mede - contractanten zich daar toe verbinden ; dat zy dus tot alle de posten en be. dieningen in ftaat cn kerk alleen zullen omzien naar bekwaamheden , verftand , en deugd , zon -, der eenige Godsdienftige gevoelens in aanmerking te nemen. Zonder dat de Stemgerechtigden , 'de Kiezers, de Leden van het publiek beftuur, en der onderfcheiden adminiftratien, zich hier toe verbinden , zal alles door cabaleeringen gedreven worden , men zal alle politieke vereischten over het hoofd zien, alle byzondere gefchiktheden ter zyde Hellen, en of uit eigen beweging , of op aandrift van zoogenaamde Geestlyken, alleen onderzoeken van welk kerkgenootfehap iemand is, .dien men in eenigen post of bediening wil ftellen, of daar van ontzetten. En daar het altoos de onkundigften des volks zyn , die zich door de infpraak der geestlyken laten leiden, en die het grootst getal uitmaken , zo zal het gevolg daar van zyn , dat ook meest altyd de ombekwciamften worden benoemd, om dat het meestal dezen zyn , die by hun deu naam van de Rechtzinnig flen verdienen. Wat men dan ook tegen het doen van Eeden of verklaringen , met betrekking tot volftrekt zedenloze en bedorvene zielen, moge invvenden: wy vertrouwen, dat het gros onzer Natie,en aller Godsdienftige .gezindheden in ons Vaderland , niet zoo zedenloos zy , dat zy hunne verbonden en eeden even fpoed'g zouden willen fchenden en verbreken , als zy die aangingen. En al kon men zoo veele uitzonderingen op Jezen regel vooronderftellen , dat zy byna den regel zeive uitmaakten, zou het nog de grootfte immoraliteit zelve zyn , zulks ftaatswyze te vooronderftellen , en dit zedenloos denkbeeld tot den geest van het contraü Social aantenenun. Dit zou niet anders zyn , dan de zedenloosheid conftitueeren., en door eeneStaatsgrondwet ftnfloos verklaren. Wy houden bet derhalven daar voor, dat de rust van den Staat, dat de Conftitutie, dat de Moraliteit, en df) grond van alle ware .Godsdienftigheid zelve gevaar loopt, indien men de capitulatie der burgeren van onderfcheidene Godsdienftige gevoelens , het contract Social onzer Maatfchappy , de overeengekomen Conftitutie enRegeeritigsbeftelling, niet uitdruklyk doe aannemen en als mede contrac tant waarborgen door alten, wien eenig deel inde Regeeringsbeftelling, bet beftuur, de adminiftratie, of het publiek onderwys der burgeren., word opgedragen of toevertrouwd. DezeNWers worden %So^^^ de Wed. j. ter Veen cn Zoon; iHag:, vajiCIeet en Leeuwe"y" > p. Vis en van den Dries; Jmilerdam, f. A- Crajenfchot ; Haarlem, Ee«s en Loosje, £o M*am , ftBLvers hct halve blad. Alhnaar, Molluuan , cn verder in deovcitge.PiWMtifc* adneh.th.ue ,  DE DEMOCRATEN. N°. 11. Donderdag den 3 November 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran* Noch drift des volks» dat-hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest .gefclwkt. horatius. Een onzer geachte Correspondenten zond ons onlangs den volgenden hem toevallig'in handen gekomenen brief, om daarmede naar goedvinden te handelen. Wy konnen van hem niet verfchillen in het denkbeeld , dat men ook 'van zyne; vyanden ,• althauds van hen, die anders dan wy denken, zomtyds kan s en moet leeren. Wy bedanken hem voor zyne' oplettendheid jegens ons, en fchroomen niet, dit ftuk in zyn geheel te plaatfen, niet om dat wy alle de gezegden en het grondftelfe! van den Schryver voor onze rekening zouden willen nemen, maar om dat wy er zommige algemeene en, naar ons inzien gegronde aanmerkingen in vonden, cn vooral , om dat wy het niet oudienftig oordeel¬ den , dat het Patriotsch gedeelte der JNkitie eenmaal wete, hoe de Oranjevrienden en ftillen in den lande het werk der Revolutie befchotiwen; en welke de vues en oogmerken zyn van zommige fchyn-.patriotten, die Zich van tyd tot tyd in posten of bedien'ingeii zoeken intedringen , alleen om dat zy op Zien komen fpelende, den tyd geboren achten om hun fortuin te maken , en aan den grootflen aller Goden, den God Ikkius eene offerhande te doen. , Wy zullen op dezen brief eenige ophelderende en wederleggende aanmerkingen laten volgen. DE DEMOCRATEN. B R I E F van LODEWYK aan FREDRIK. {Behelzende raadgevingen, hoedanig zich te gedragen by di tegenwoordige tydsomjïandigheden,*) Gy vraagt myi waarde Broeder! of het, nu gy in 't kort ftaat gepromoveerd te worden en naar''s Hage tc vertrekken, om u in' de practyk te oefenen, ook geen tyd word, om den onzydigen rol, welken gy tot dut. verre gefpeeld hebt, te laten varen, en u openlyk by de bovendfyvende party in 't politieke te voegen? Gy grond deze vraag op de conlistentie, welke het u voorkomt dat het Patriotsch Systema thands begint te verkrygen, en op het point van interest; dewyl gy anders vreest, te laat te zullea X k0*  komen, om van den koek te deelen, die in't voorhee* vorstlyk en nu zeer burgerlyk 's Gravenhage in eene zoo ruime mate word uitgedeeld. Hoe zeer ik zoo a's gy weet, een vyand van fchryven ben, en voornaamlyk van zulke lange brieven , als ik voorzie dat deze worden zal, vat ik echter, uit hoofde der naauwe betrekking in welke wy tot elkander ftaan, de pen op, en zal z;en, de natuurlyke antipathie die ik van jongs af tegen 't werken gehad heb, te overwinnen, en u als oudfte broeder, uit myne hooge wysheid, eenige nutte en heilzame lesfen medetedeelen; dus, arrige aures pamphile! — Vooraf echter moet ik u myn ompliment maken, dat gy op uwe jaren , en dus in eenen leeftyd, waarin men gewoonlyk te veel op zich zelve betrouwt, en de menfchen uit een verkeerd oogpunt befchouwende, en naar een belangloos EnthoufLsme te werk gaande, het fortuin zoo dikwerf voorby laat flippen; reeds zoo wel uw ei. gen belang in 't oog houdt, dat gy daar naar uw geheel levensgedrag wilt inrichten , en uit een zedig mistrouwen op u zelf nog eerst den raad van anderen inneemt; dit voorfpelt my, dat gy uwenweg Sult maken, en dat er iets goeds van u worden kan, en fpoort my te meer aan , om myne gedachten over het onderwerp, waarover uwe vraag rouleert, op het papier te brengen. Ik zal thands in geen onderzoek treden, of en in hoe verre het Patriotsch Systema reeds confiftentie gekregen hebbe , dan niet ; noch. ook of het niet mooglyk zoude zyn, dat het nog eens wcêr geheel ten gronde ging: dewyl ik du mynes oordeels niet nodig heb, om u tot myn gevoelen overtehalen; ik wil alleen onderzoeken welke der twee pattyen, de Oranjeparry of de Patriotfche, zich op dit oogenblik in de aangenaamfte fituatie bevinde, en ik.verbeelde my, dat de uitflag van dat onderzoek alleen uwe aanftaande démarche bepalen zal. Laat ons eerst eens zien, in welke omftandigheden de Oranjeparty verfeert. —. Daadlyk na het begin der Revolutie in 1705 was dezelve nntuurlyft neêrgeflagen en beangst; neirgejligen over het verlies van eene zaak, welke haar na verloop van zéven jaren onwankelbaar gevestigd fcheen, en L\angst om dat zy vreesde dat de Patriotten miffchien wraak zouden nemen over zommige exeesfen, die men niet ontkennen kan, dat in 1787 zyn voorgevallen; doch deze critieke fituatie duurde flechts eenen korten tyd; de hoofden der Patriotten toonden wel dra, dat zy den zachten weg wilden infl tan, en ten minfte geene perfonecle vervolgingen en beledigingen van individu's tegen individu's wilden dulden; ik ben te veel met het menschlyk hart bekend om te konnen geloven, dat deze zachte maatregelen by allen het gevolg van mcnschlievendheid of bezef van plicht waren; :neen zy waren enkel het gevolg van de impulfic, die zy van 't Franfche Miniflerie ontvingen ; dat Gouvernement was na den dood van r obespier re in een fterk moderantisme gevallen , en onze Vertegenwoordigers waren dus ook moderaat; waren de Franfchen daarentegen in 't land gekomen, toen robsspierre de teugels van 't beftuur nog in handen had, dan hadden wy denklyfc in alle fteden eene guillottine gezien, en het woord gematigdheid was misfehien uit alle onze ftaatkundige Dictionaires gefchrabt geworden; maar het zy hoe het zy, de Oranjeparty trok met dat al het nut van deze gematigdheid; 't is waar, er werden veelen van de hoofden van die party uit hunne posten gezet, en dit was zekerlyk ongelukkig voor die by. zondere perfonen; maar daar dezelven meestal vry gegoed waren, maakte dit eigenlyk het ongeluk van dc geheele party niet uit; zy zelve werd niet vervolgd; men voerde er geenen van buiten 'slands; men wierp hen niet in kerkers, noch bande hen of ontzeide hun willekeurig de inwoning der fteden; men duldde niet dat zy geplunderd of'van hunne kostwinning beroofd werden, noch datze op de openbare wegen werden geflagen of mishandeld; zy hadden in tegendeel het genoegen en lebben het, nog,  nog, van verfcheldene aanklevers hunner party in sommige posten te zien blyven, en anderen zelfs op nieuw geplaatst te zien; dit geeft hun een geheimen fleijn, en zy konnen byna zeker zyn, van niet meer vervolgd te zullen worden; in de belastingen watten W PM boven de Patriotten gedrukt, en daar zy ü<" uuvetjdryvende party als hunne vyande» en als overweldigers van het wettig Beftuuc befebouwen, rekenen zy waarfehynlyk hunne confcientie niet bezwaard , wanneer zy daaromtrent zoo veel fmokkelen, als voegzaam gefehieden kan, zonder gevaar van ontdekt te worden ; de drukkende maatregelen daarenboven die er in 't financjëeie genomen worden, fchuiven zy altemaai op den hals van hunne tegenparty, zy maken er zelfs een bezwaar uit tegen het nieuw Gouvernement, terwyl zy in hunne vuist lagchen over eiken misftap, welke dat Gouvernement doet, en er hunne hoop op vestigen, dat het weldra door zich zelve vallen zal; en daar zy vryheid hebben van hunne., gevoelens te uiten, voeren zy op veele plaatfen eenen zoo hoogen toon, dat het voor een vreemdeling , die in 't Land kwam , zomtyds moeilyk te onderfcheiden zoude zyn, welke de bovendryvende party zy. — Kortom zy ondergaan, behalven het verdriet van hunne zaak verloren tc hebben , 't geen. altyd ten uiterfte onaangenaam is, byna geenen var, die rampen , welke by eene Revolutie gewoonlyk de onderliggende , party drukken. Laat ons nu by tegen/telling den toeftand der Patriotten eens befchouwen : daar zy in den tyd van zeven jaren waarfehynlyk de hoop op eene Revolutie reeds dikwyls opgegeven hadden, maakte hen. de komst der Franfchen uitgelaten van blydfehap,. en in die eerfte drift vlogen eenigen hunner naar 'sHage om de teugels der regeering in handen te nemen ; die zelfde drift en eene overdrevene bewondering der Franfchen , of misfehien de flaaffche . gees* van navolging onzer Natie zoo eigen, maakte dast zy, in de plaats van in het begin alles op den X a ouden voet te laten-; en bedaard tg overleggen,, welke wyze van beftuur het best voor dit Volk ('t geen in zoo veele opzichten van de Franfchea verfchilt) gefchikt zoude zyn , alles zoo veel mooglyk met overhaasting op den Franfchen leest fchoeideu ; dezelfde Committé's werden terftond opgericht, dezelde termen, zelfs in alle politieke Acten aangenomen ; die Collegiën , die men zonder klaarblyklyk nadeel nog niet vernietigen , of veranderen kon, kregen ten mir.ften eenen anderen naam, en daar men boven aile Franfche decreten , Vryheid, Gelykheid, en BroederJ'chap zag ftaan, werd er ook. zoo dra mooglyk, gedecreteerd dat er v R ï tt e i d , gelykheid, en broederschap zyn zou de; —. hoe zeer dit in den eerften opllag vry onverfchillig fchyne, is.het echter uit dit zelfde decreet, en uit het te vroeg franchifeeren, welk men heeft willen doen, dat ik den verwarden toeftand afleide, waarin zich de Patriotten thands bevinden. — Het is immers u noch my, noch iemand onbekend, dat de twee verfchiilende partyen in dit land zich, over 't geheel genomen, van harte baten; hoe kan het nu met de gezonde politique overeenkomen, dat men, terwyl men nog in eenen ftaat van Revolutie leeft, en nog bezig is te beramen , welke Con-ftitutie men zich geven wil, reeds vooraf verklaart dat de tegenparty gelyk is in rechten, en dat men haar de hand van hroederfchap toereikt ? Hierdoor ftelt men de dispoiltie over zyn eigen geluk mede in ha&» den zyner vyanden, en geeft hun gelegenheid 901». zoo dikwerf het met hun belang overeenkomt, van de gelykheid in rechten gebruik te maken, en de weldaden der broederlyke hand te ontvangen, ter*, wyl zy altyd aan zich behouden, om dezelve ter bekwamer tyd van zich afieftoten. — Dc provifioneele Repraefentanten hebben ook de fuut .zeer wel gevoeld, dewyl zy by het plan van oproeping tot het benoemen van de Leden der Conventie, wel uitdruklyk bepaald hebben, dat een ieder di.e mede ftemde , het tegenwoordig Systema zoude moeten zyn tot'  Mgt&atm ; dit ftreed eigenlyk tegen de-verklaring Van Gelykheid in rechten en van Broederfchap; en hoe Zeer de meesten hunner geene liefhebbers van het revolutionair Systema fchenen te zyn, hebben zy daaromtrent toch In de daad een weinig revolutionair gehandeld ; zekerlyk om dat zy liever verkozen hierin tegen hun eigen principe aantegaan, dan door het aankleven aan eene in overyling begane fout al te groot nadeel te lyden, en, in htn Systema befchouwd, hebben zy daar misfehien geen groot ongelyk in gehad; indedaad het is de grootfte van alle mooglyke-abfurditeiten, met zynen vyand over eene Revolutie, die geheel tegen zynen fmaak is, te willen compoferen, en zich te verbeelden, dat men in eene Revolutie van dat aanbelang als de tegenwoordige is, en na een verfchil dat zoo veele jaren geduurd, en waarin zich de wederzydfche haat zoo vast gezet heeft, zyne tegenparty door zachtheid kan winnen , en van gevoelen doen veranderen ; het is-onmooglyk immer eene Revolutie daar te ftellen, zonder eenige ongelukkige flachtoffers te maken, men moet er flechts zoo weinigen zoeken te maken, als de omftandigheden konnen gedogen, en voords de onderliggende party door energiaue-maatregelen, en door vrees in toom houden; en als mendan de Natie zoo gelukkig weet-te maken , dat hetvolgend geflacht der tegenftrevers, geleerd door he* voorbeeld hunner ouderen, zich liever aan de nieuWe orde van zaken, als aan een minder kwaad in hun-ne oogen onderwerpt, dan hunne rust óp nieuw in de-waagfehaal te ftellen, en het-derde eindélyk, uit bezef van wesenlyk- geluk, zich ter goeder trouwe met de bovendryvende party vereenigt, dan heeft men waarlyk meer gepraefteerd» dan-gewoonlyk by Staatsomwentelingen , gefehieden kan. Het te vroeg- decreteeren van Gelykheid civ Broederfchap -blyft' dus altyd eene politieke fout, welke de: thands bovendryvende party, veel nadeel' gedaan : heeft-, en van nog veel nadeeliger gevolgen voor • dezelve had konnen zyn, indien de :Oranjeparty,, door zich gedurig te vleien met herftel van buitenj niet verzuimd had, van er, toen het nog tyd was, terftond gebruik van te maken ; en geen minder nadeel hebben zich de Patriotten gedaan,door inde eerfte drift de Franfchen in alles te willen navolgen» en verfeheidene zaken terftond-naar de-.Hnn«ds aangenomene principes te willen veranderen-, zonder eerst te onderzoeken, of die principes' daarop wel applicabel, of ten minfte zoo lang er nog geene Conflitutie is, aan geene modificatie waren onderworpen: wat zoude men toch zeggen van iemand,, die een nieuw huis 'willende bouwen , het oudeniet alleen voor het grootfte gedeelte omverwierp maar zelfs toeliet, dat, terwyl eenige-architectenbezig waren met een plan tot een nieuw gebouw te vervaardigen , zyne huisgenoten inmiddels aan deruïnes van het oude gebouw, elk naar zynen fmaak, de één hier en de ander daar, een vertrek deden Opbouwen, welke toch allen weder omver zouden moeten geworpen worden , zoo dra de architectenmet hun nieuw plan voor den dag kwamen? In het gémeene leven zou'dit konnen'ftrekken , om debuuren te amufeeren, en eens hartig te-doen lagchen, maar in het pc-litiekeamufeert men zich niet, en men lagclii nooit. — Mynes oordeels zouden de: Patriotten zich veele onaangenaamheden befpaard' hebben , indien zy na de Revolutie alles zoo veeF mooglyk, en op eenige weinige zaken na, dienaarhun Systema geen uitftel konden lyden, op den ou-den voet gelaten hadden, en aan hunne tegenparty, zoo'als-dezelve in 1787 Zeer wyslyk deed , eenvouwig de wet hadden voorgefchreven , inmiddels aan het formeeren van eene nieuwe Conftitutie doen< arheiden, en wanneer dezelve was daargefteld, alsdan aan de zoodanigen van hunne tegenparty, die zich vrywillig aan dezelve wilden onderwerpen, de hand van Broederfchap toegereikt. Op dis wyze zouden zy- veele verwarringen vermeid hebben,en' zelfs onder elkander:meer eensgezind zyn*.daar et; thands overal niet dan onvergenoegdheid heerscht, ik  lk fpreek nu niet eens van de Stadshoudersgezinden , maar hoe veele Patriotten hebt gy in den kleenen kring, dien gy befchryft, wet ontmoet, die met den tegenwoordigeo loop der zaken te vrede zyn? Zeer weinigen ,.geloof ik,.en het- is natuurlek. . d° zoogenaamde Revolutionairen, die in het* begin de provifioneele Rèpracfentanten door middel van hunne Committé's ot Ciubfan benoemd hebben,, verwachtten uit de violente discoorfen, welken zyde meesten dier lieden in hunne Clubfen hadden hooren voeren , (gelyk men wel eens meer doetals men van de onderliggende party is) dat dezelven, zoo dra zy aan 't hoofd der zaken waren,, een kleen fchrikbewindje zouden .oprichten; maar zy zien in tegendeel dezelven, naar hun oordeel, tof eene al te groote gematigdheid overhellen, en beiluiten daar uit, koe verkeerd ook! dat die lieden hen bedrogen hebben, en zyn dus ten hoogftcn onvergenoegd. Dc jlpnerigen hebben het-ook niet naar hunnen zin, want de meeste demarches die er ge daan worden, zyn naar hun gevoelen' nog veel te fterk, cn zy wenfehen, dat er niets-gedaan werd, dan 't geen zy naar Rechten (inuien er nog eens eene Contrarevolutie mocht komen) zouden konnen verand woorden* — Dc Ariftocraten zjn inwendig dol, en houden hunne oogen toe wanneer zy eene publicatie zien, uit vrees dat zy op bet gezicht van het woord gelykheid een overval zullen krygeny en dat de aap (zoo als men zegt) dan uit den mouw zal komen. —- En de.Ryken'. M die zuchten dag en nacht over de zware befastingen , en fchreeuwen dat zy, nimmer van zulk eene duure broeder, fchap gehoord hebben. Zoo ftaan naar myn inzien de zaken, en als gy daar dan byvoegt, de verkeerde drift des Volks, dat, de principes van Vryheid en Gelykheid op zommige zaken toegepast, e:i inwerking gebracht ziende, dezelven op'alles, boa' ontydig ook!.wil toepasfen, en daardoor veele dingen uit hun verband rukt; dan zult gy bet, geloof ik met nw eens zvn,,dat de Patriotten zich in X zulk eene verwarring bevinden, dat zy er niet uit te redden zyn, dan door het daarftellen van eene Conftitutie; maar eer die er is, zult gy nog Foedetalistijche bokkenfprongen zien, waarover gy u verwonderen zult. . Zie daar, waarde Broeder! u den toeftand der beide partyen zoo afgefchilderd , als dezelve my voorkomt; gy ziet dat ik ze geen van beiden gemenageerd heb, om dat ik,als een waar'Egoïst, eigenlyk tot geene party dan tot die van my zelve behoor. Indien gy het nu met my eens zyt, en-myne denkbeelden gouteert, dan vraag ik u, of gy nog trek' kunt hebben, om u nu reeds openlyk by de bovendryvende Party te voegen? _ Ik durf het'u althands niet aanraden, en het komt my nog te vroeg voor. Wacht eerst de Conftitutie en den Vrede af, eu zie dan, waar het heen loopt; houd toch fteeds in het oog, dat die geenen, die in 't begin aan het hoofd van eene Revolutie zyn, byna altyd vallen;er moeten dan noodzaaklyk honderden gebreken plaats hebben, welke uit de omftandigheden voordvloeiën; maar het Volk, dat gaarne alles volmaakt wilde hebben, en over 't geheel genomen niet kundig' genoeg is, om de oorzaken dier gebreken te ontdekken, wyt dezelven altyd aan de perfonen, die' in functie zyn, het fcheld dezelven uit voor fchurk'en of domooren, en zoo geraken zy, de een voor de ander na, uit hunne posten, om plaats te'maker» voor lieden, die de voorz;chtigheid gehad hebbenV van zich in den aanvang fchuii te houden. Wat u betreft,• wees gy liever van de laatften, dan van de eerften, en denk aan aristides, die gebannen' werd, alleen om dat hy te eerlyk was» Indien gy echter onverhoopt mynen raad biet volgen -wilt', zyt dan verzekerd, dat ik het u niet kwalyk nemen zal, maar dat ik u daarentegen, zo gy erdoor in 't gedrang raakt, met dezelfde hn-tlykheidzalttaehtea te redden, mids dat gy dan een weihigfp'ottetny kunt veelen» — Adieu! altyd uw liefhebbende broeder, en dat meer is, uw vriend- r, o d e W y k, ■ 9p -  ( 166 ) aanmerkingen der democraten op den voorgaanden Brief. Do volgende aanmerkingen op dezen brief meenen wy aan de waarhuid , en aan de goede zaak des Vaderlands verfchuldigd te zyn. Wy erkennen, ja! dat het te vroeg decreteeren van Gilykheid en Broederfchap ook Sri onze oogen eene politieke fout is, maar wy zyn er verre af van de provifioneele Repraefentanten van Holland desWegen al te lierk te vvilien berispen : wanneer men de daden van iemand beöjrdeetên wil, moet men ook te gelyk de omftandigheden in acht nemen, waarin hy zjeh geplaatst vind , en wie onzer is er dan, die, wanneer hy Lid-der provifioneele Repraefenratie geweest was , niet hoogstwaarfchynlyk op dezelfde wyze zoude genandeid' hebben ? Na zeven jaren lydens vinden zy zich onverwacht aan het no -fil van eene Natie geplaatst, die zoo even wt de flavemy verlost is geworden; de wonderen di.e zy hunne Franfche broederen gedurende drie jaren tot verkryging en behoudenis der Vryheid hebben zien verrichten , en de dankbaarheid den Nederlander zoo eigen, geeft hunnen geest natuurlyk eene richting, om zoo veel mooglyk de principes van hunne Verlosfers te volgen ; zy voorzien te recht, dat het heil, welk men van eene Revolutie verwacht, niet dan na veele moeilykheid en verlóóp van tyd is daar te ftellen ; hoe zeer ook overt'nrgd dat een waar Patriot de leer der Tirannen Biet volgen, en dus geene wraak tegen zyne vyanÖen oefenen moet; begrypen zy echter dat gezonde fiaatkunde, welker voomaamrte doeleinde zelfsItekoui is, in den aanvang ten minfte we! eens vorderen zat, d3t hunne tegenparty op de eene of an dere wyze iets m~et lyden ; zy voorzien dit met rmarte, en daar zy in die tegenparty hunne Landfcenoten, en dus kinderen van dezelfde moeder ontware.', willen zy dezelve doen deelen in de ^evoelens van hun eigen hart, en hun een gur.fiig uitzicht ln het toekomende operen ; en ziet daar vry heid, gelykheid, en broederschap aan de orde van den d;,g gefield! Zo de Oranjeparty in dien tyd gewanhoopt had aan de terugkomst des Stadhouders , én begrepen bad dat, daar de zaken nu toch zoo waren, èn zy hetzelfde interest in 't Land had als de Patriotten', zy dan ook moest beginnen, met tot het algemeene heil mede te werken, en dat zy dus de aangebodene hand van broederfchap oprechtlyk had aangenomen, en daaruit de ware eensgezindheid was "voordgefproten, dan zou men de provifioneele Repraefen- tanten over hun doorzicht bewonderd, en over hunne zachtheid en gematigdheid geprezen hebben; thands, daar de zaak verkeerd is uitgevallen, en de Oranjeparty, by aanhoudendneid eene ydele hoop op het herftel des Stadhouders voedende, de toeJ gereikte hand van broederfchap op allerleie vvyzen van zich afftoot, ('t geen men uit het charakter dier party en de omftandigheden welke haar in den aanvang ten minfie nog eenige hoop konden geven, wel had konnen en had moeten voorzien), blyft het uit dien. hoofde een politieke m sihg, maar een niisllagj die begaan is in een oogenblik, waarin het zoo natuur* lyk was dat men door een edel Enthouliasme vervoerd werd, en die daarenboven uit zulk eene beminlyke oorzaak is voordgefproten, dat men denzelven liciulyk vergeven kan, en alleen de nadeeien die er uit voordgevloeid zyn, of er nog uit zouden konnen ontftuan, zoo veel mooglyk moet tr chten te herftellen , of in *t vervolg te vuorkomen Inmiddels is het ook zeer abufif, gelyk di/Brieffchryver echter fchynt te willen aanduiden, dat alle de verwarringen . welke er thands plaats hebben, aan dien éénen misdag hunnen oorfprong zouden verfchuIdiVd zyn; er zyn zekerlyk verfcheidene gebreken , welke direct uit deze bron voordvloeiën, zoo als , by voorbeeld : — dat lieden , die gedecideerd van de Oranjeparty zyn, veel te lang in posten van aanbelang zyn geblete - ; dat er zelfs zommigen, fchoon hunne gevoelens bekend zyn , alleen op grond dat zy zich altyd ftil gehouden, en nooit iel mand beledigd hebben, op nieuw in verfchiilende posten zyn gefield, 't geen beide tegen het principe van veiligheid ftryd ; en dat veele lieden die thai ds in 't Bewind zyn , te fterk aan die denkbeelden van gelykheid en broederschap blyvende hangen, en vrezende tegen een gedecreteerd principe har-, tegaan, die abuizen niet ferm hebben durven tegengaan , noch het kwaad in den wortel aantasten; terwyl anderen , die zich hier en daar in 't bewind van zaken bevinden . en der Stadhouderlyke part/ zyn toegedaan, misfehien behendig van deze Broedcrlchap gebruik hebben gemaakt, om hunne party te fouteneeren , en te \erfterken. Ook moeten wy aan dezen ontydigen en verkeerden maatregel dankweeten die ftoute onbefcheidenheid en verregaande halftarrigheid der Stadhoudersgezinden, welke hen met eene ondraagl)ke verachting op de Patriotten doet nederzien, en op plaatfen waar hunne party de talrykfte is, ja zelfs in gemengde gezelfchappen, zich  zich uitlaten op eene wyze, die allerhoonendst is voor hei tegenwoordig Systema en leftuur; het is immers zeer natuurlyk dat die pirty hare hevige gevoeligheid onbewimpeld doet blyken, zedert zy in eene ontydige decreteering van Gelykheid en Broedeifthap gemeen) heeft het kenlykst bewys van Zwakheid en vrees der bovendryvende party, en de volmaaktffe amnestie voorzxh zelve te vinden. Deze en diergeiyke gebreken erkennen wy gaarne dat uit den hier voorgemelden misdag zyn voordgcfproten; doch het is er verre van af', dat dit zelfde de eenige reden zoude zyn, van al de verwarring, onregelmatigheid, en flapheid, welke er thands in veele takken van het beftuur plaats heeft, en van de onvergenoegdheid en mismoedigheid , welke daaruit by veelen geboren word ; in tegendeel is er nog eene andere en zeer natuurlyke reden voor alle deze gebreken; en Jaar het kwaad altyd gemaklyker te herftellen is, althands meestal lichter fchynt, zoo dra men er de oorzaak van weet, zo is het wel der moeite waardig, dat wy ons hier over nog een oogenblik met onze Lezeren onderhouden. Deze oorzaak dan is gelegen in den aart van ons Systema zelf, en in de toevallige omftandigheden welke onze Revolutie verzeilen; en ziet hier de reden : In eene despotieke Regeering zyn er gewoonlyk maar één of twee perfonen, en in eene Arifiocratifehe insgelyks maar zeer weinigen, die het rad van Staat draaien; daardoor is zoodanig Beftuur van zelve zeer gefchikt voor orde, voor fnelheid in de uitvoering, en voor geheimhouding; zy die het bewind van zaken in handen hebben, regeeren willekeurig, en doen de belluiten, welke zy in 't geheim genomen hebben, door ambtenaren van den tweeden rang uit. voeren, die blindlings gehoorzamen, en op hunne beurt weder door de geenen, die op hen volgen, blindlings gehoorzaamd worden, en zoo vormen zy te zamen eenen keten, waar van de tweede fchakel aan den eérflen, en zoo voords alle de overigen tot aan den laatften toe, de ééne aan den anderen, ondergefcbikt zyn, en met elkander'één geheel uitmaken, waarin elk voor zyne lydelyke gehoorzaamheid de fchadeloosftelling vind in het volftrekt gebied dat hy op zyne beurt weêr over anderen voert; in zoodanig Beftuur kan dus gemaklyk orde heerfchen , en het is byna onbetwistbaa'r zeker , dat hoe grooter de Tiranny is, hoe regelmatiger zy kan uitgeoefend worden. — In eene Volks"'. Regeering in tegendeel moet er, althands by gelegenheid van eene Revolutie, en zoo lang de Conftitutie niet gevest'ïd is, noodzaaklyk verwarring plaats hebben; de principes van Vnheid en Gelykheid, waarop zoodanige Conftitutie moet gebouwd worden, jjeven aan ieder een het recht om zich met zaken van Staat te bemoeiè'n, en door bef Volk verkozen zynde, de? handen Sim 't bewind te fla.-.n; inmiddels s het zeker, dat de minlle menfchen er toe gefcüikzyn, dewyl de Staatkunde een oer moeiiykfte ambachten, en dat eene Jang onderdrukte party door gebrek van ondervinding daartoe het minst gefchikt is; maar daar niemand, (wanneer hy het.nooit geleerd had,) zich fchamen zoude' te eikennen dat hy, by voorbeeld, geen goed Kleêrmaker of Schoenmaker zyn zoude, zyn er zeer weinigen^ die hunne onkunde in dit moeiiykfte van aiie ambachten zouden willen belyden; de intriguant Zvekt zich overal in te dringen, en ftoort er zich met aan, of'hem een post boven zyne krachten word toecetrouwd, dewyl hy niet het heil van t Vaderland, maar enkel zyn eigen belang op 't oog heeft; — de waanwyse zegt overal met onbefchaamde kaken : ik ben de man die hetVaderland zal redden! en verblind dikwyls het Volk door valsch vernuft en opgefmukte woorden; _ de brave Patriot eindélyk, die wel de principes kent, maar dikwerf' aan geene behandeling van znken gewoon is, laat zich zomtyds te licht overhalen, om in de éénen of anderen post geplaatst te worden, hy weet dat hy het Vaderland oprecht bemint, en niet dan deszelfs geluk begeert ;'by-gaat dus enkel mer zyn hart te rade, en verwart niet zeide;i 23 ; ,i goeden wil met het vermogen van uitvoering; zoo dra hy werkzaam word in zynen post, wil hy die gebreken verbeteren, die hy te vooren gezien heeft, eri waarover hy zoo dikwerf heeft horen klagen, hy wil het kwaad in den grond aantasten, en begint met alles aftebreken, wat hem eenigszins hinderlyk of onvoegzaam fchynt; tot dat hy eindélyk raadloos te midden van de verftrooide Hukken en brokken van het omvergeworpen Staatsgebouw blyft ftaan, en te laat gewaar word, dat hy, alvorens met het afbreken te beginnen, met bedaardheid aan een regelmatig pten van een nieuw gebouw had moeten werken. Is het nü wel te verwonderen, dat in Vergaderingen uit perfonen van zoo verfchillenden aart en verfchiilende geneigdheden beft'aande, en die daarenboven allen een gelyk deel aan het bewind willen hebben, die weinigen, die kunde, deugd, en fermeteit te gelyk bezitten, zio zelden den boventoon konro liaan, en dat men byu;evolg in zulk eene Vergadering meestal eene traagheid in 't befluiten, en lamheid in de uitvoering moet ontwaar worden ; dat men dezelve, dikwyls op hare treden ziet terug komen, wanneer kundige lieden de begaane fouten aantonen; en dat dan de braven , die ter goeder trouwe gedwaaldhebben, hun fin weerwil der intriguantenbyvallen? — Voegt hier nu nog by, dat dez-i Revolutie haren aanvang genomen heeft in een tydftip , dat door de verfpilling van het voorig bewind 'sLands Ti-  ( 165 ) Financiën waren uitgeput, en dat men echter niet alleen voor de groote lommen heeft moeten zorgen, die "vy aan onze Verlosfers uit dankbaarheid gew.1liffVeseven hebben, maar dat er daarenboven dom hit on|e ukkig voortduren van den Oorlog, om het Effm wfciBg tc brengen, en de Zeemacht uit h ren vervallen ftaat weder op te beuren enorme bu tengewone lommen nodig geweest zyn; berekent hier by het groot aantal ongelukkige I achtoffers der Revolutie van 1787, lieden., die allen uit hunne JoTwïnnin èn gLVzyn, cn die nu ,of door moejdloosheid het werken ongewoon zyn , of gcenc kans zich weder in hunne voonge kostwinning tê Plaa fen, en dus allen gaarne dc eene of andere bediening wilden hebben , daar het Vaderland ech. ter onin0021yk hen allen helpen kan, t geen mSwdÏÏTnStnalaat, envergetoegdheid ie baren; en wanneer gy, Medeburgers! alle deze aangehaalde SnX fén oogpunt zamen neemttw>delen wy niet of ay zult met ons inflemmen, dat veeie thands p a tshei/bende gebreken en wanordes uit den aait van het Systema zelve, en uit de omU\ noigheden die deze Revolutie verzeilen , natuurlyk voord•J eiere? dat het niet misfehen ten by eene Staats-omwenteling, gelyk de o,ze, gröoïey verwarringen plaats hebben, fanrr menfchen, menfchen blyven. Volgt dus het voetfooor niet van kortzichtige Heden, d.e zoo dra w ereendr een gebrek zien , terftond uitroepen dat aÏÏc de geenen die in 't bewind zyn , toette menfchen zyn ; neen , Landgenoten ! d,t is zoo ! e" er zyn overal goeden en kwaden, en daar zyn e nu niet meer noch minder dan voorheen; maar b tegenheid va„ -e fvolutie zyn alle ^ Crw eS é^ daglfcht gdfteld, ^rdaar eln ieder thands openlyk op het groote toofteel verfchynt, vestigt men het oog zomtyds op een Soon , (uit hoofde van den post door hem befrfPl n dien men in gewone tyden nooit zou hebben SSeff Maar dit alles zal niet altyd blyven dureTzoo d a e eens eene vaste Conflitutie o9 Vryheid lTb%kheid gevestigd is, zullen er voorzeker n.e 200 veele raden nodig zyn om het werktuig van Staat tt beweUn, en hetzelve zal over 't geheel genomen eenvouvviger zyn zaamgefteld, en daardoor za men m feder vak kundiger lieden konnen krygen ; de ware Vaderlanders, die dan zien zullen,dat het onmoog- , f^VnlT worden uitaesevcn . behelzende eene Refcltouwing var. de nadeeien welke A.nft.«nden Donderdag MN'. « mei en U«wfewo M* Wf^llr\oe heeft veroorzaakt; en, Iets over de één- er. bet Foederalistiseh Systema in den ^J"^^^^'^^ Och deSchryvers onvermoeid be.ig om de Nat.» omondeelbaarheid der Financiën in de V0Tteidnen; geene aangenamer, geene edeler beloning wenfehen „ent derze>ver gewichtigfte belangen te °"derb°™ne^ over zaken van zoo Veel gewicht voor bare zich, dan dat de Natie éénmaal zelve de oogen^opene en ^v*M* yan ConIHtutIe ecrsttos aan het oordee duurzame Vryheid en Geluk. Dit word ,h ^zonder > ; *r P ym Nederland 1 Ontwaak! Zie rondom u l S« Natie en van hare Ve«eBenwoordiae« ft.« te worden ond«worp« • P- ft nadert. — Wy beloven u onze beste Toets alles zelf■ L^uwenh rt om uwe eigene belangen te doorzien en te handhaven. lyk is, dat ieder een met ambten of bedieningen geholpen word 2, en dat het belang van 't Land zelve eischt, het aantal van ambten te verminderen, zullen zich weder tot den gewonen kring hunner werkzaamheden begeven; die geenen, the neiging en gefchiktheid voelen , om in den eenen ot anderen post geplaatst te worden, -zulten net niet meer op hun natuurlyk verftand laten aankomen , maar zich in tyds die nutte, kundigheden trachten te verkrygen, welke tot het bekleden van gewichtige bedieningen zoo noodzaaklyk vereischt .worden; het Volk zal beter zyn waar belang weten te onderfcheiden , en dus betere keuzen leei cn doen; het heeft nu gelegenheid .genoeg gehad, om -intriguanten te leeren kennen., en zal ij» 't vervolg zich niet meer door wydluftige redenvoeringen , of een luid ge» fchreeuw van Vryheid en Gelykheid laten verblinden, maar op kunde, eerlykheid en waare deugd acht geven, en zoo zal eindélyk uit den woeden bajwd van tegen e'kander ftrydende driften en belan. gen éénmaal de orde en het geluk der Natie gebo. ren wuiden. ,' Laat u dus, Medeburgers! niet tot mismoedigheid vervoeren, of volgt de lage principes van zelfsbelang niet, die gy in den bo^en geplaatllen brief ziet ten toon gefpreid, en die niet alleen het kenmerk der Oranjeparty zyn, maar welken helaas! zoo veele Patriotten aankleven,, die zich al&Jlilleii in den Lande gedragen, zoo lang zy de zaak als twyfelachtig en onzeker befchouwen , maar die zeer actit worden, zoo dra zy hunne rekening by de Revolutie vinden, en begrypcu dat het gevaar voorby is. Neen , Braven in den Linde ! Blyft ftandvastig getrouw aan de zuivere beginfels van Vryheid en Gelykhsid, en aan ware Vaderlandsliefde '. — Wcest altyd bezield met dat heilig Knthouliasme dat zich alle moeiten en opofferingen getroost, en hoti.it fteeds voor oogen , dat het aanwezend gedacht zeldzaam het zuiver en ongefloord genot van eene Revolutie 'heeft; maar wanhoopt daarom nooit aan de zaak der Vryheid; de verlichting heeft zich te verre verfpreid , dan dat die groote zaak ooit zou konnen verloren gaan, en de nakomelingfchap de hillorien dezer tyden doorbladerende , zal uwe namen in zegening gedenken, wanneer zy daar geboekftaafd vind, al wat gy doorgedaan en geleden hebt, om haar de vryheid ongefchotiden overteleveren.  DE DEMOCRATEN. N°. 11. Donderdag den i o November 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig mam Veelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran t Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt* Zyn vasten geest gefchtkt. HORATIUfi. beschouwing van de nadeelige invloeden van het foederalistisch systema op den loop der bataafsche revolutie tot hier toe, en van de middelens om dezelven voor het vervolg te verwyderen. Het is eene waarheid, welke de loop der zaken duidlyk heeft aan den dag gslegd, eene waarheid, welke door het heerfchend ongenoegen van alle de Partyen in ons Vaderland buiten bedenking word gefteld, eene waarheid eindélyk, welke men ronduit moet bekennen, dat de Revolutie der Bataaffche Republiek niet heeft genomen dien keer, noch gehad heeft die gevolgen,welken de verlichte,en eerlyke Patriot zich in zyn flreelend vooruitzicht als onmisbaar had voorgefleld. Het is eene niet minder zekere waarheid , dat de waie reden hiervan voornaaml)k te vinden is in eene volmaakte verwydering dier Revolutie van de rechte, begiufelen, door de omftandigheden dezer Republiek, en hare ware belangen zoo handtastelyk aangewezen. Op het oogenblik , toen onze Franfche broeders de bajonetten der overwinning deden doordringen tot in het hart dezer gewesten, en wanneer zy den zetel der heersebzucht voor ons verrukt oog plots- ling deden inflorten , waren zy, door de gefteldheid hunner eigene zaken .en Armeeën , genoodzaakt meer onmiddelyk bedacht te zyn op eigen zelfsbezorglng, dan wel op de daarftelling der Reicduti? by hunne Bataaffche broederen. Pas van het'lVrroristisch Systema overgegaan in het ander uiierfte van een overdreven moderantisme, zidueretide op de yslyke herinnering van zoo veele nog versch bloedende wonden, die hun Vaderland bekomen had, kwamen zy tot ons, niet alleen om ons van het juk der despoten te ontheflen, maar te gelyk om zich door ons te bezorgen alle die hulpmiddelen en resfources, zonder welke het hun onmooglyk was de zaak der vryheid op den duur te handhaven; het natuurlyk gevolg hiervan was, dat zy in die tydftippeu meer aan zich zelve, dan aan ons dachten, dat zy de daarftelling der omwending aan ons overlieten, en, door hun eigen voorbeeld verfchriklyk geleerd, niet ophielden ons het ftelfel hunner groote zacht1 heid  J/i l TA Pt .0 y.A 'j h -er rr heid aantepfyzen, en voorteprediketi Eit ziet hier de eeifté etfiTi-'h\Jt|dl£9'ferönnen --van'd^-watkundige^c-. fmetting, welke onze Revolutie" van den beginne af heeft aang&tast, en die onvermydclyk alle dc gevolgen moest ten vvege brengen, waarover men thands reden heeft van zloh zoo zeer te beklagen, en welke nog. ellendiger zullen worden-, .wanneer men zich niet haast om dien wég te verlaten, dien men heel' gevolgd, en die meer èn meer van het oogmerk verwydert, het welk men zich voorftelde te kereiken. Dit oogmerk is het omverrewerpen van een Systema, waaraw de heersehau-clit e« het «igewhering zich met gretigheid gekleefd houden , en 't geen zoo wel vyand re'van eene W330 burgerlyke Vryheid, als verwoester der energie, zoo nuttig in eehen Staat , welke zyne onafhanglykheid Wil -deen eerbiedigen: •»—■ Dit is bet Foederalistisch Syste,n>a, het groote plechtanker der Oranje- en Arifiocratifche party , het geliefkoosd ftelfel van de begunftigers der byzondere Provinciale heersebzucht, en de hoop van allen die by de Revolutie de groófé'belangen des Vaderlands aan hun eigen belangen wilden onderwerpen: die wel eene Revolutie wilden, om zich zelve des te grooter en ryker daardoor gemaakt te zien, maar tevens 'zoo Weinig mooglyke verbetering der oude gebreken, om dat zy vreesden dat hunne heerschzucht of eigenbaat daarby te lyden zoude hebben , en zy dus flachtoffers worden van het behoud des Vaderlands; eindélyk , het is dat Foederalistisch Systema, het geen tot een gevaarlyk vereenigingspunt van deze 'Patriotten met de nu onderliggende Oranje- en Ariltocratifche p irty zou konnen worden, in het óogênbük, dat zy Zagen voor de weldenkende Patriotten te zullen moeten onderdoen , dóch waaruit dan ook eene nieuwe worfteling onder hen zelve zou ontftaan, die eindigen, zou ifj de overweldiging van den iierklten. Br kan toch geen Wylcl meer overblyven, of de Oranje, en Ariltocratifche Party en die der Egoïstir fcUc. Patriotten, zullen- zich, yoeg qT bat,tgenoodzaakt zien de handen in één'te fh'an, om', hoewel met zeer verfchiilende inzichten en bedoelingen, dit werkloos en ongebonden Systema flaande te houden ; en dan zal men ten aanzien der omfbndfghedeV eigenlyk maar twee partyen in Nederland vinden, als die der Foéderalisten, en die der Een» heidsgezinden. Wanneer onze Bondgenoten deze laatfte party, die by uitfluiting uit deszelfs waardfte vrienden is zaamgefteld, niet op het krachtigst ondsrfteunen --««--handhaven, wanneer ay degelve flechts het minfte verlaten door infchiklykheid te gebruiken voor den aanhang der Foéderalisten, dan zal deze, ftout op die rugfteuning en aangeblazen d ;or de geheime invloeden der Oranjegezinden en Ariliocraten, ongetyvyfeld zegepralen , en als dan zal de Vryheid van Nederland niet meer dan een ycfcle naam , en dfeszelfs Alliantie met Frankryk zal niet meer dan in fchyn , zy zal krachtloos zyn : om dat alles wat tot de Regeering der Provinciën en Steden behoort allen die door hunne familie-betrekkingen en rykdommen , zich by uitfluiting bevoegd oordeelen, tot het dingen ■ naar de grootfie posten,» gelladig allen de groote maarregelen, d;e ten voorueele van Frankryk konden keeren, zullen doen verlammen, ja zelfs die, éénmaal verzekerd zynde van hunne overmacht, floutmocdig zullen tegenwerken , uit hoofde niet alleen, van dc weinige natuurlyke verkleefdheid onzer Natie aan de Franfchen , van de door ipi oeding cn dweepzucht ingegevene vooroordeelen voor derzelver en dnze natuurlyke vyanden, en" van het verfoeilyk eigenbelang , welk hun gebieder? zt! altoos deze laatften iii de band te werken, maar ook vooral aft vrees, dat dc Franfchen, doorhun' hen invloed, hét Systema niet omverrewerpen, dat zoo wel met het belang van hum hëer,scr^üchiir eigen ik Overeenkomt. De-  C 171 "> Deze -foederalistifche aanhang heeft van het begin'der Revolutie zyn plan gefmecd; — dit plan bevatte in zich, om door alle mooglyke middelen het byeenroepen der Nationale Vergadering tc verhinderen; dezelve hedï niets verzuimd, om.daarin te lianen; Frankryk heeft zich vertoond, dc ware Vrienden der Republiek hebben de overhand bekomen , dc Bataaffche Nationale Conventie is daargc- Ueti,. ) . h&Mi&Ü 'irt win lijt -''£^3 Maar, door het listig beleid der foéderalisten is deze Tnumph Hechts een blootc fchyn voor dc weldenkende Patriotten, zy draait in alles ten voordcelc van hunne Vyanden.' Een Reglement., konftigiyk zaamgefmeed om al dc veerkracht, bet heilzaam werkvermogen der Conititueerende Vergadering naar welgevallen in bedwang tc houden, en dus indedaad te ontzenuwen, heeft van dc Nationale Reprefentatie. een wezenlyk konstwerktuig gemaakt , waarvan dc bewegingen berekend en ftipt gebonden zyn aan de dryfveeren die hetzelve beft nu re.]. Iedere Provincie, elke ftad, ieder dorp, neemt door deszelfs regeerders de verrichtingen van Souverein waar; het Volk alleen is afhanglyk, en deszelfs algemeene Repracfentanten konnen in het -wezen der zake niets doen. Een Reglement nog ééns ,. het geen een aantal van leden dier verga lering machtigt om zich tc waarborgen door de vasthouding aan eenen eed, welke , tegenftrydig aan den geest hunner zending, indedaad het belang en dc zaak des Volks verpad. ., .' , r,r - . „''. 'r Reeds in de eerfie dagen onzer omwending- beging men eenen Staatkundigen misdag, 200 groot cn zoo noodlottig, d-at men de reeks van verkeerde maatregelen , die elkander' zedert dien tyd byna aanéengcfch.ikcld zyn opgevolgd , afs zoo veele uitvloeife'len van deze hoofikwaal kan aanmerken. Wy bedoelen eene Proclamatie, ontydig eu onftaatkundig in'de wereld gefloten; eene Proclamatie, zoo zeer tegenftrydig met zich zelve, dat men die aanvangende;- met de "waarachtige verklaring, dat de Patriotten geene volks¬ party , maar het Souvercinc Bataaffche Volk uitmaakten , in den zelfden adem zich tegenfprak door er by te voegen, dat dezen als de overwinnende party uitmakende, vergeeflykheid en edelmoedigheid omtrent hunne tegenparty moeiten oefer.cn; eene Proclamatie nog ééns , waarby dc Vryheid werd aangeboden aan hun, die ons orider net juk der Haverny gebracht cn gehouden hadden, Gelykheid aan wezens, welke nog geene verandwoordiiig .aan de Natie ha iden gedaan van hun gehouden beftuur; eu Broederfchap aan dezulken, die'dezelve met verfmading in het aangezicht der Patriotten durfden terug werpen. Wy beminnen zoo zeer als iemand de zachtheid cn vergeeflykheid , wanneer her belang des Vaderlands.gedoogt, dat dc menschlykhcid hare. infbrakcri doe gelden, zonder verzaking van de groote bedoelingen der Revolutie i dan wy zidderen terug op dc hefebouwing van die onbedachtzame, voorbarigheid liï het uitdeden eener Amnestie , welke niets anders kon uitwerken, en met de daad uitgewerkt heeft, dan dc zwakheid cn wankelende vrees der Patriotten in bun eigen Syftema voor het oog hunner inwendige vyanden bloot te leggen, dezen van hunne yotkotnene vergiffenis en ftrafloosheid te verzekeren , hen met nieuwe ftoutheid het hoofd weder tc doen optieken , met verachting voor de bovendryvende party cn hare inrichtingen te vervullen , de heilzaamfte maatregelen, onbefchroomd te doen tegenwerken, en krachten te doen verzamelen , om op het eerfte oogenblik dat gunftig zat zyn, het Syltcma der Patriotten met geweld tc vergruizen cn in puinhopen tc doen ftorten. Uit deze grove ftaatkundige dwaling, uit deze 011tydige liefkozing eener party , die door vrees en ontzag moest beteugeld en verbeterd zyn geworden , zin vcclc andere .misgrepen, cn met dezelven de trcurigftc onheilen voor de zaak der vryheid' voordgevioeid. De antirevolutionaire party van zyn eerften fchrik ras bekomen , heeft zedert dien tyd niet opgehouden, in het geheim en openY % base  ( m y baar dc pogingen der Patriotten te verguizen, cn door gcvaarlykè woelingen tegen te werken. Dc zichtbaarftc minachting voor de heerfchende party, en de vleicndfte hoop van deze eens weder te zullen onderbrengen, is op haar aangezicht gefehilderd. Zy die in den beginne met vertwyfcling en vrees voor de gevolgen "der Revolutie ten hunnen opzichte vervuld waren, hebben het beftuur op hunne beurt vreesachtigheid en ontzag voor zich weten inteboezemen. De Patriot heeft zyne veerkracht, zynen moed, zyne fermeteit tegen over den Oranje- en Ariflücratifchcn aanhang verloren; hy heeft begonnen zynen ovcrwonncling te ontzien , daar hy als overwinnaar boven hem was. Een zichtbaar ongenoegen, ceuc kennelykc verlating zonderde hierop de zwakkere party af van alten die eenige energie betoonden, cn zich al te ojenlyk en moedig tegen de ou.le tirannen durfden uitlaten. Dezen werden bezield met gcemlykbeid cn misnoegen. Eene fcheuring in partyen verdeelde de vrienden des Vaderlands. Partyzucht en verbittering fpreide van beide zyden een haatlyk colonet over elkanders bedoelingen cn pogingen. Naarmate men van den kant der geconftitueerde Machten het gematigd ftelfel meer deed werken, meer vrees betoonde om de gcvaarlykè wezens voor het algemeen heil van hunne posten tc verwyderen, cn trapswyze het onderzoek naar het gedrag der leden en ministers van het vorig beftuur liet verflaauwen cn achteruitwerken , naar die zelfde mate klom het wantrouwen cn de morring aan den anderen kant, opcnlyke klachten en ftoutc bedreigingen kondigden van tyd tot tyd den finculenden geest van volksmisnocgen aan ; cn het welmecnend doch onberaden volk liet zich zelfs vervoeren om op zommige plaatfen regen dc geconftitueerde Machten openlyk opteftaan, met de'wapenen in. de vuist het heiligdom der wetten en dc Raadzaal hunner beftuurderen tc overweldigen, cn door geweld aftepersfen , het geen de vrucht van weiberadene wysheid aan den eenen, cn van befcheidene vorderingen aan de andere zyde had moeten zyn. Alle deze wanorders, alle de2e misbruiken Van macht zouden, zonder het Reglement, niet voorkomen , noch wanneer de Eenheid der Republiek had konnen in werking gebracht worden. Zoo lang her Souverein gezag, om zoo te zeggen, verdeeld zal ayn, zoo lang de Nationale Repraefcntatie zich in 't geheel niet met het beftuur der particuliere Provinciën en Steden zal konnen bemoetjen , maar eert ondergefcbikteil rol zal fpelen , zoo lang men, uit weifelende zwakheid in zyn eigen Syftema, op de voorzegde wyze zal blyven afwykcn van de zuivere beginfelen onzer omwending, zoo lang het algemeen belang, voor het byzonder belang, Waar mede het ftrydig is, zal moeten bukken ; moet men dierüclyke heilloze gebeurdtenisfen verwachten , die Zoo lichtlyk het voedfel konnen worden , waaruit een onvcrmydelyke Burger - Oorlog zoude konnen worden voordgebracht. Eenheid van macht, eenheid van fterkte, eenheid van middelen, ziet daar dc zekerfte bafis van een goed Gouvernement, en de waarborg van de inwendige rust. Wanneer men in cenen Staat zoo veele Souvercinen,'zoo veele Gouvernementen heeft, dat de Staat onder allen die vcrdcelingen kromt, boven al in ccn tydftip, wanneer men over het invoeren van eene nieuwe orde van zaken handelt, die met het belang en de oogmerken van deze menigte van Gouvernementen niet kan overeenftemmen , voor dcwclkcn het gezag eene noodwendigheid is, is het zeer natuuilyk , dat de openbaare rust dikwyls word geftoord, en dc Staat van tyd tot tyd fchokken ondergaat , die baar meer of min doen wankelen, en die niet zullen eindigen , dan met denzelven om verre te werpen, ten ware men tegen deze verdeelde krachten eene kracht ftclde, bekwaam, om dien tegenftand te overwinnen. De oorfprong van het kwaad is dan in 't Reglement , dat dc Nationale Repraefcntatie tot een volftrekt  ( *73 ) Jrekt niet doet. zyn ; é»i had derhalven dit Reglement moeten vernietigen , zo men het kwaad intyds had willen doen ophouden J dit Reglement toch is geenszins het werk van het volk geweest. Amerikaanfche (*) Gcncesheeren hebben deze bereiding aan het zieke volk aangeboden onder het vleiend belegfel eener innemende vergulding , en dat volk heeft dezelve ter goeder trouwe ingenomen, doch by de uitkomst ondervonden, dat dezelve in plaats'van een verfterkend , een krachtenondermynend middel was. Dit Reglement is niet anders, dan een dwingelandsch middel, listig uitgevonden, om de Revolutie tc verlammen, en dezelve te verhinderen tot het doelwit te geraken; dit werd het laatfte vlotgras ter vasthouding voor het despotismus van het oud beftuur , door een Provilioneel Gouvernement, nog niet geheel zuiver van den ouden fmet, gewettigd, als het eenigft middel, om zich eenmaal van het gezag weder meefters te maken, -waarvan hen de aart der omftandigheden thands verplichtede afftand tc doen. • De vrienden der Bataaffche Republiek konnen dit Reglement onder geen ander dan dit gezichtpunt befchouwen ; de Vryheid komt ten ftcrkftc hier tegen 0p; het was voor dezelve van het uiterft aanbelang geweest, dit fchild uit dc handen van deze vyanden tc rukken, als waar tegen alle dc daden van vrye mannen verbryzeldcn of verftompten! Wanneer het Reglement, door zyne gevolgen eü influenfeering op dc aanftaatldc Conftitutie, in wezen blyft, zat dc Bataaffche Republiek nooit tot het veranderen van zyne oude Regeeringsvorm geraken, hoe zeer men cr mede moge omfpringen, gelyk Broeder p tter met den rok van Swift, of de Erfgenamen met den Hoed volgends de Fabel van Getfert ; deze ftaatkundige waarheid is byna in allen de artikelen van dit tegen het Volksbelang ftrydend en onverftandig Reglement verzegeld. Had de Bataaffche Nationale Conventie van hare eerfte zamenkomst af aan de één- en ondeelbaarheid der Republiek gedecreteerd, cn niet flechts gewenscht, maar in werking gebracht, dezelve zonde, daardoor alle tegenwoordige en toekomende gevaren afgekeerd hebben , het Reglement zou van zelfs vervallen zyn ; men zou niet meer dan één gezag ert ééne fterkte in den Staat hebbcj 5 men zou by gevolg geenerlei tegenftand meer vinden , die bekwaam ware dezelven te evenaren, en te overwinnen. ■ Zie daar wat het middel., en wy durven zeggen het eenigst middel zou geweest zyn, om de Revolutie gelukkiglyk erj in korten tyd ten einde te brengen. nolli . • : ' 1 En indedaad, men heeft een voorftel, hiertoe onmiddclyk ingericht, ter Nationale Vergadering zien, doen ; men heeft dit onderwerp aldaar hooren discuticcren mei al dien aandrang en dat vuur, welke het noodwendig moest inboezemen, zoo wel wegens deszelfs belangi-ykcn aart en gevolgen, als we» gens dc verfchillendheid der gevoelens in de Comventic over hetzelve. Wat is de uitkomst er. van geweest? Dezelfde, die onze voorgaande aanmerkingen reeds moesten doen verwachten. Het meerder gedeelte der Nationale Vergadering heeft gevoeld de belemmeringen haar in den weg gelegd door een hare kracht om goed tc doen ontzenuwend Reglement , dan het heeft tc gelyk geoordeeld door eenen eed ter handhaving van hetzelve verbonden tc zyn aan die zelfde Natie, welker wil het voorzeker was, één n Men leze tot opheldering hiervan de merkwaardige Voorrede van den Overysfelfchen Burger c. nuM^tt, voor het ïl£ bed *, MkZ/Ie C&ÜÏtie, waarvan wy meenen te weten du nog een genoegzaam aantal v»n Exemplaren te bikomen is, Y 3  ( 174 ) één en ondeelbaar te zyn, en hare Vertegenwoordigers zoo nuttig nis moöglyk voor het geheek Volk te doen wezen. Het voosii.-l fe ?r>o al.; het Sis verworpen, cn heeft alleenlyk aanleiding- gegeven t .t. een Decreet, waarin men , by de 1 wens-:h nanr eene ééne en ondeelbare R-epubliek , gevoegd beeft do verklaring, dat men geen ander Plan van Conflitur. e uit banden der Commisfie daaraan werkzaam verwachtede. Het is zeer natuurlyk, dat het Fransch Gouvernement door zommigen zy.ief Agenten min naauwkeurig onderricht aangaande dc inwendige gcfteluheid van onze Republek , niet genoeg ingeWyd i'n de geheime bedoelingen van het febadelyk Reglement , en gedurig in gevaar van door onnaauwkeurige berichten misleid te worden aangaande de wezenlyke bedoelingen der Eénhcidsgezinden, het is natuurlyk , zeggen wy, dat dit Gouvernement zich niet heeft willen leenen om door zyne tusfehenkomst al dat nut te doen,. welk het in dit geval zou hebben konnen daarftellen , indien het de taak van bemiddelende tusfehenkomst tusfehen de fceide partyen had willen op zich nemen. Had hetzelve- hierin anders dan door de weg van ïaadgeving en overreding willen tusfehen beide- komen , het decreet zoude zonder twyfel uitgevaardigd Zyn ; maar het zoude dan ook met zich zelve, deszelfs eigene nietigheid medegedragen hebben,en voor het vervolg eene onuitputbare bron van tegenfpraak 'en verwarring geworden zyn. Wat bleef er dan over om tot een zoo gewenscht einde te geraken? Wy zien er geen dan één , naamlyk het ap.cl aan 't Volk, op dat hetzelve-uitfpraak deed over de uitgeftrektheid van macht , die het Ligchaam welk hen in masfa reprefenteert,, moest hebben, en dat het Volk zelve een Reglement vernietigde,. hetgeen zoo lynreebt tegen deszelfs Rechten, aanliep, en welks bedoeling een eeuwig dobberend beftuur was om hetzelve onnut te maken. Wanneer men van den weg is afgedwaald, moet men- wel eene keus-doen tusfehen de onmoog* lykheid om te komen waar men wil, en de moeite öto op deszelfs eigen fpoor weder terug te keer4H ; — cr zou geen-; Ichaudo noch gevaar in geweest zyn, om dc/e laatfte party tc kiezen, men had haar zelfs niet fpoedig genoeg konnen nemen , daar het publick welzyn dezelve vcreischte, en de inwendige rust er van afhing. —■■ Had men zicli tegen deze party willen aankanten, men had dan niet anders konnen aangemerkt worden,. dan als aanhangers der in wanordes belanghebbenden, en verklaarde vyanden van dc Republiek. Ziet daar dan nu, Nederlanders ! het Reglement ten blyvenden kluister om dc goeddoende handen uwer Vertegenwoordigers gefmeed , ziet daar den weg opengelaten voor alle die halve maatregelen welke zy hebben moeten riemen, en die fchroomlykc gebreken van het oudFoederalistisch Systema tot op dit oogenblik in. kracht gebleven ! Ondertusfchen nadert met rasfe-fchreden het heugchlyk tydftip, waarnaar al wat eerlyk en verlicht Vaderlander is, rekhalzend uitziet, dat naamlyk der inlevering van het plan der Conftitutie; Conftitutie, die wy ons vleien mogen, dat den dageraad der ééne en onverdeelde Republiek eens eindélyk aan onze nog duistere Staatskim zal doen ryzen. Het is derhalven nu niet meer de zaak, het Reglement tc vernietigen ,, de Conftitutie vooruit te lopen ; hetis-alleenlyk dc zaak,, onze geledene nadeden zoo veel mooglyk tc verhelpen , door voortekomen , dat het Reglement dezelven niet verlenge en vereeuwige tot in cn na de vestiging der Conftitutie. Het is de zaak, met andere woorden, te zorgen r dat het Volk niet belemmerd worde in de vrye daarfielling van zynen wil, en dat de vyanden der Conflitutie ,, de aanhangers van het Foéderalismus, hetzelve niet overmannen door zich te vereenigen ter onderdrukking van het Systema der één- cn ondeelbaarheid.. Wy wenfehen dat het welgezind gedeelte der Pa-  ( w > Patriotten in dit geval zyne eigene waarde gevoelen, en zyne kracht volkomen uitoefenen zal; wy hoopen niet, dat men zich ook ditmaal door zwakke vrees of blinde toegeenykheid zai laten verrasfehen , maar vasthouden zal aan die gewichtige waarheid , dat men niet dc vyanden der omwending niet moet raadplegen , om de heerschzucht ter neder te vellen, noch dat men dc belagers der Vryheid moet ont* zien, cn hunne toeftemming afvragen , om die éénheid intevoeren. Wy vrezen niet het te zeggen, het zyn de onftaatkundige menagememen , die men tot hier toe omtrent dc gedeclareerde en geheime Vrienden der heerschzucht heeft gehouden, welken de Bata'ffbhe Vryheid aan dc fehrikbavendlte wankelingen hebben blootgcfleLl. Dit zyn de gedurige kluisters , die -men aan de energie van dat gedeelte der Natie heeft gelegd, dat vry wilde zyn , en dat niet is opgefhan , dan om het te Worden ; kluisters die tot hier toe de verceniging van ecu Systema verhinderd hebben , -welk alleen de Bataaffche Republiek onherroeplyk vry, cn by gevolg machtig voor deszelfs Geallieerde kan doen worden. Zonder- twyfel is het de Oranjefactie, die in vee-' lerlei opzicht deze kluisters vermeerderd heeft, en die zich nog daaglyks verheugt dc belemmeringen èn onheilen, daaruit ontftaan , tc zien vermeerderen. Ja , meer verlichte Vaderlanders hebben niet dan met flnart cn wederzin konnen waarnemen , dat dc Bataaffche Patriotten , minder door hunne opvoeding en wereldkennis aan het verkeer met vreemdelingen gewend , cn hunne natuurlyke ftrocf- neid jegens andere natiën involgende, zich van den beginne af aan veelal hebben onttrokken aan den omgang met dc Franfche Agenten , dat zy zich gecne moeite ter wereld gegeven hebben om deze "lie¬ den , van wier invloed zoo veel afhing, het verbiyf" aangenaam te maken, een gunftig denkbeeld van hunne party inteboezemen, cn van naby te onderrichten omtrent de ware gefteldheid van zaken in deze Republiek. Zy hebben'deze demarche te meet betreurd ,- daar het hun niet ontfnapte , hoe zeer de aanhangers van het Huis van Oranje , dc leden va« het oud beftuur, meer befchaafd door wereldkennis, cn iUhgèi door hunne ftaatkunde, geene middelen onbeproefd gelaten hebben, om de Franfchen, dat gezellig cn edelmoedig voik het geen zich zoo gaarne vermoedert, van allen kant beleefdheden tc doen en te acceuilieeren. Wel bewust dat, naarmate ' zich meer in de gunst van het Fransch Gouvernement: wikkelden, hun lot draaglykèr zoude zyn, hebben zy deszelfs Agenten onophoudelyk geliefkoosd , en den vricndlykcn omgang met dezelven doen .trekken ter ve-zekering van hunne onbepaaldfte amnestie. Zy hebben meer gedaan, zy hebben de edelmoedigheid der Franfche Zendelingen ■ zomtyds verrascht , en doen werken op eene wyze, die dit volk zelf zou hebben afgekeurd ,• dndicii het van de ware gefchapenheid aller zaken door den omgang met de Patriotten volkomen had kon* lien onderricht zyn. Met één woord | de Oranjeparty heeft valschaarrig gedaan, het geen de Patriotten uit dankbare welmcenendhcid hadden moeten doen , cn waardoor dezen zoo veele geheime en ópenlykc entravcs der eerfte op den loop der Revo» ratte z uden hebben konnen voorkomen. Het Fransch Gouvernement heeft ongetwyfelet door den loop der zaken zich overtuigd , dat zy in de Bataaffche Republiek geen waarer vrienden: heeft, dan die geenen, die dezeRepublick in de onmooglykheid willen f.cüen, om weder op haar zelve tc komen 4 die van 'derzelver alliantie met de Franfche Republiek eene noodzaaklykheid willen maken , ditf willen , dat dc Eataaftche Republiek derzelver belangen nooit zal konnen afzonderen van die harer Geallieerde. Welke zyn die mannen? Zyn dit de aanhangers van een Syftcma, dat dc hockftcen van de dwingclandy is, cn de cenigfte hoop voor hen, die altoos van Holland eene verachtlyké vasfale gemaakt'hebben , en er na liaan om hetzelve dit nog te ma-  ( i?6 ) -maken' Neen! het Fransch Gouvernement kan zich ln dezen niet bedriegen;.— deze mannen zyn die geenen, die voor de eenheid, en onverdcelbaarheid der Republiek uitfpraak doen, als het eemgft middel, om allen die oude ftaatkundige banden aftefnyden', welke geene anderen dan banden van dienstbaarheid en llavcrny waren. Gaarne erkennen wy, dat de wysheid en kieschheid van het Fransch Gouvernement hetzelve beftcndig hebben aangeraden van zich zoo weinig immer mooglyk met onze inwendige zaken te bemoeien, en dit'beginfel is in zich zelf zoodanig als elk waar Republikein hetzelve natuurlyk wenfehen moet; dan dit neemt niet weg, dat de gezonde ftaatkunde van dat zelfde Gouvernement vordert zorg «te dragen, dat het Syftema zelve niet worde omvergeworpen, dat het geheele oogmerk waartoe dc Franfchen ons verlost, en wy ons zelf eehe Revolutie, gegeven hebben, niet -misFkke, en de Republiek door beftendige fehokkingen cn een gebrekkig ftaatsbeftuur niet alle de voordeden harer omwending misfc, cn zonder energie, zonder eenheid, .onder ware Vryheid zelfs, voor haren Franfchen bondgenoot zelve Biet meer een zware last worde, dan wel eene medewerkfter tot beider onderling geluk. Immers, het doelwit der Franfchen ter volkomen uitrooijmg «er Ariftocratie in dit Gcmccncbest is nog niet volkomen bereikt; de Conftitutie en de Vrede zullen daaraan dc laatfte hand nog moeten leggen. Het is niet met de aanhangers van Oranje cn der Anftocratcn dat Frankryk heeft verdragen; het is niet met hen dat het zich verbonden heeft; zyne vyanden cn die van zyne Geallieerden buiten ftaat te ftellen van r.aicelen tc konnen toebrengen , dit is eene daad van voorzichtigheid; het welzyn van deszelfs Geallieerden te doen bevorderen ,. dit is geene daad van onrechtvaardigheid omtrent hen; met hen voor den algemeenen welvaard te arbeiden, dit is .geenszins hunne onafhanglykheid aantcvallcn. Het geluk, de vrede, en de welvaard yan dc Bataaffche Republiek., hangen van hare éénheid at', dit is eene zekere waarheid; men moet ze dus op de puinhopen van het foederatif Regeeringsbeftuux oprichten, dit is een noodzaaklyk gevolg; nooit zal de Bataaffche Republiek eene nuttige en ftandvastige Geallieerde , zonder deze éénheid, voor de Franfche Republiek zyn ; het is dus het belang van dc Franfche Republiek , alle hare krachten aantewenden, op dat deze éénheid fpoedig en bepaald worde iagevoerd. Misfehien zyn er onder de Patriotten en hunne beftuurderen nog veelen , die, uit gebrek aan genoegzaam doorzicht, uit eene zwakke verkleefdheid aan het oude, of geïnfluenfeerd door dc Ariftocratie, tot het Foedcralistisch ftelfel overhellen, en in gevaar zyn van ccne Conftitutie op de éénheid gegrond om die reden te verwerpen. Dezen moet men door alle mooglyke middelen van hunne dwaling trachten te overtuigen. Zo zy den vrede, zo zy hun Vaderland beminnen, moeten de van tyd tot tyd gebeurde cn nog fteeds toenemende onlusten en wa.iordens, hen daar toe terug brengen ; zo zy niet dan naar verwarringen haken, zo zy onverfchillig over het ongeluk van hun Vaderland zyn, zo zy zich alleen door hunne heerschzucht én den geest van partyfchap laten geleiden, moet men hen beteugelen, of ten onderbrengen;. in allen gevalle moet men zorgen , dat hun invloed het Systema niet vernietige, of krachtloos make ; de welvaard van 'tVolk en van den Staat moet fteeds dc hoogfte wet zyn. Dc ware vrienden van 't Volk en van den Staat, zyn misfehien niet fterk genoeg; indien het eens. mooglyk ware dat zy door eene dwalende meerderheid werden overftemd, en dat gev0lglyk,'tgeen God verhoede! de gehoopte bafis der Conftitutie, de éénheid en ondeelbaarheid , ongelukkig wegviel , welke zouden hiervan de febroomlyke gevolgen zjn? Zouden wy moeten hopen of vrezen, dat in dit noodlottig geval de Franfchen, altoos getrouw aan onze. en hunne eigene belangen, en gedrongen eene keus te  DE DEMOCRATEN. ■N°. 23. (Ten vervolge van N°. 22.) Donderdag den 10 November 1796. ift* 'TVeetfe Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, 'ftandvastig man, Veelt door liet dreigend oog van een vergramd tiran s Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. IIORATIUS. (Vervolg enjlot van bladz. 176,) te doen tusfehen het inbreuk maken op onze ftaat* kundige onafhanglykheid, en tusfehen het fchipbreuk lyden van het waar Systema onzer Revolutie, door. eene daad van gezag zouden tusfebenbeide komen, en bet vrye Volk van Nederland de éénheid en ondeelbaargeid doen aannemen , liever dan de bron vanalle onze ongelukken tc vereeuwigen, en ons geheel nutloos voor zieh zelve tq maken ? . Zo de éénheid -eenmaal is daargefteld , en volkomen in werking gebracht, zo alle hoop tot bewaring van het oud Systema verloren is , zal de tweedracht welhaast verdwynen, om dat zy geen voedfel meer zal hebben; de Financiën zullen zich herftellen, om dat de kwalyk geïntentioncerde Machten zich niet meer op eene wettige wyze tegen hare werkingen zullen konnen aankanten. Welhaast zal een ieder, het zy vry willig, het zy.uit. verplichting, het zy door liefde, het zy door ontzag zich bevlytigen, tot het eenftemmig medewerken voor het algemeen welzyn, om dat men dan niet meer in eene twyfelachtige onzekerheid zal' zyn, die de goeden ncerflagtig , en de kwalykgezinden itoutmoedig maait, een ieder zal de noodzaaklyk¬ heid gevoelen van fterk te zyn, om niet bloot té ftaan, weder Haven tc worden.. De éénheid zal de eensgezindheid voorbrengen, of de wanorde verdringen , door dezelve krachtloos te doen worden. , Laat ons to.t een befluit van onze redeneeringen komen, laat ons daaruit opmaken welke de eerfte cn voornaam ftc hoofdzaak zy , waarop dc Vaderlandscbgczinde Natie by de openbaarwording van het plan van Conftitutie, en by hare raadplegingen over hetzelve , ten feherpftc zal moeten letten. Dit is de waare cn ongehuichelde éénheid der Republiek, niet alleen in het wetgevend Ligchaam, maar ook in de Dcpartcmenteele beheering,. ..cn . in fret ftelfel der Financiën. Het geheele oude zamenwccffel van bondgenootfehap en huishoudlykc onafhanglykheid moet uit den weg geruimd, zal er "nog iets goeds van het ontredderd Vaderland worden.-- Burgers van Nederland ! Zo gy dan nog eenige zucht voor Geluk, Vryheid, en Vaderland hebt, zo het 11 niet om 't even is, wat men van u en van uw nagedacht make, dan willen wy u met al den ^ aandrang dien de waïmfte zucht voor uw ■ waarachZ , tig  c i7« y tig heil ons inboezemt, gebeden hebben, dat gy toch alle byzondere ongenoegens, die wellicht indedaad niet ongegrond zyn, vóór deze afies beflisfehdc ©ogenblikken ter zyde fielt; dat gy u niet blyft onttrekken aan de Volksvergaderingen , noch langer weigert u te bemoeien met de publieke zaken , als waardoor gy noodwendig de andersdenkenden zult in de hand werken, en uw ftemrecht, nu g"y het éénmaal in kracht zoudt konnen doen werken op uwe duurzame belangen, moedwillig aan hun ten prooi'c geven, tot uwe eeuwige fpyt en tchande ; wy wtlbn u gebeden hebben , dat gy u by het discutieeren der Conflitutie niet verdeelt over kleinigheden , die u buiten ftaat ftellen zouden om met vereenigdc krachten en eene bcflisfende meerderheid alles te verwerpen, wat niet op het Syftema der ware éénheid gegrondvest is , maar dat gy alleen op de hoofdzaak, öp het wezenlyfce ziet en werkt. Bedenkt toch, Bataven! In Gods naam bedenkt, wat er van UW Ja of Neen zal afhangen, wat gy gaat beflisfen, eu welke de onberekenbare gevolgen zullen zyn , indien gy terug blyft , indien gy u ontydig verdeelt, of indien gy kwalyk kiest. Wy becven op het bloote denkbeeld hiervan , en leggen ö de dierbare belangen van 't Vaderland, van uwe kinderen en faate nakomelingen, met allen nadruk op het llrtSucaf-jfetó w ' . : «,oi- ' Wy willen vertrouwen , dat de meeften uwer in den grond het gezond Syftema zyn toegedaan: dat hun hart wel geplaatst is, en zy alleen dwalen 'in hun begrip, en een Ipecifral zyn van misleidende in¬ triguanten en verfynde drogredeneeringen , wanneer zy huiverig denken omtrent het ftuk der door ons zoo hooggeroemde en aangeprezene éénheid. —« Inzonderheid weten wy, dat men u in verfcheidene Provinciën daartegen heeft gepoogd en nog daadlyk meer cn meer poogt vooriiuencmen , door u dc vermenging met Hollands importante fchulden als zeer onbillyk cn ruineus voor uw Gewest aftefchilderèn. — Wy fineken u derhalven, dat gy omtrent dit punt uw vooroordeel niet laat invloeien op uw gedrag, tot dat gy zult gelezen hebben het hier onmiddelyk volgend ftuk, waaruit gy, onpartydig zynde, zonneklaar zult ontdekken, dat het niet alleen de fchuld der overige Provinciën is, dat Holland zoo zwaar gedrukt, zo diep in fchulden gezonken is, en dat het dus dé fchreeuwendfte onrechtvaardigheid zoude zyn, en den ondergang dier belangryke Provincie noodwendig naar zich liepen, indien men dat Gewest nu daarvoor liet opdraaien ; maar ook , dat by uwen plicht uw eigenbelang zelve vordert , eene volkomene gemeenfchap met Holland te maken , en alle de werkingen en geldhéffingen der byzondere Departementen in een krachtig middenpunt te doen zameiivlocien. — Leest dan, oordeelt, en beflist, nadat gy volgends onze in dat zelfde ftuk gedane belofte , tevens zoft zyn Voorgelicht omtrent de middelen ter heiizame daarftelling van de Einanciëcle éénheid! Nu Burgers! Laat het u niet vergeefs gezegi zyn! a» Beproeft alies en behoudt het goede'. IETS  C 179 ) IETS over de KEN- en ONDEELBAARHEID der FINANCIEN in de bataafsche republiek. Wy hadden reeds voorlang onze gedachten gevestigd op dit zoo gewichtig, en door veelen zoo verkeerd -of kwaadwillig tegengewerkt hoofdpunt onzer aanfhande Bataaffche Conftitutie; wy hadden ons echter voorgenomen, het plan dezer Conftitutie aftewachten , en te zien op welk eene wyze dit punt aldaar word voorgeiTeld, en dan onze gedachten over hetzelve aan onze landgenoten medetedee len; dan voor eenige dagen vonden wy in het Franfche Weekblad leMoniteur, van igVendre QioOclbr.) 1796 het volgend merkwaardig vertoog over dit onderwerp: fchoon reeds door eenigen onzer Hollandfche papieren overgenomen, vinden wy het van dien aart, dat wy vermeenen het in zyn geheel te moeten plaatfen. Aanmerkingen, ever het Oude Stelfel van Financiën der Fereenigde Provinciën, en over de verbetering welke de Conftitutioneele Eenheid in dat deel moet voordbrengen. ,', Zonder Financieele eenheid, zal de Bataaffche Re„ publiek altoos in zich zelve eene zwakke, en „ voor hare Bondgenote eene nutloze Mogendheid » zyn." „ De Vereem'gde Provinciën konnen onderfchei„ den worden in Land- en in Zee-Provinciën. De „ Land-Provinciën, in de voormalige Staten Ge- netaal altoos eene meerderheid van vier tegen ,, drie zynde, werden de Zee - Provinciën beften„ dig opgeofferd: op deze deed men in Vredeny. „ den de zwaarte der publieke lasten nederkomen; „ in Oorlogstyd weigerden de Land-Provinciën „ dikwerf derzelver toelage in de kosten welke „ die veroorzaakt; en zo zy al, door haar eigen „ gevaar opgewekt, eenige dikwyls te Iaat komen„ dc onderftanden geliefden intewilügen, was het ,, altoos op voorwaarde eener vermeerdering der „ Land-Armeé." ,, Dusdanig gedrag hield men onder den tweeden „ en derden Willem, midsgaders in de jare 1758, „ onder de Princesfe Gouvernante." „ Zedert byna een Eeuw hebben deLand-Pro„ vinciën eene list gebruikt, weike voor de Zee« „ Provinciën zeer nadeelig is geweest: door middel „ van de meerderheid der Hemmen in de Staten „ Generaal, hadden zy het vermogen om eene peti„ tie in derzelver berekening vtel hoger te doen ,, klimmen, dan de wezenlyke behoeften: Holland ,, haaste zich om daarin deszelfs aandeel te voldoen; „,, de behoeften voldaan zynde, zo gebruikten de? „ Land-Provinciën langwyligheden;-het jaar ver,, liep, er werd eene nieuwe petitie uitgebracht, „ en dezelfde konstgreep werd in 't volgend jaar „ op nieuw gebezigd." „ Van daar de onmatige fchuld der Provincie „ Holland , op dit oogenblik tot 460 millioenen. j, Guldens gefteigerd, terwyl Friesland er niet meer „ fchuldig is dan 32, Overysfel 9, Groningen 10, „ Gelderland even zooveel, enz. Deze ontwikken „ Jingen geven de oplosfing der belemmeringen, „ voor reeds 10 maanden door de bevoorrechten „ van alle deze Land-Provinciën toegebracht, san „ de daarftelling eener Nationale Vergadering, en. „ der Conftitutioneele Eenheid, uit vreze voor de „ Financieele Eenheid. Holland wil die Eenheid, cn „ dat de fchulden, tot welwezen der Unie aange,, gaan, ook gemeen worden: in dat befluit is die „ Provincie ferm, en welke dc gevolgen eener zoo „ zwaare verdeeldheid zullen zyn, is niet gemak„ lyk te voorzien." „ Zonder Financieele Eenheid zou de Bataaffche Z a «e-  C r8o ) „ Republiek voor Frankryk eene minder nuttige „ dan wel fcbadelyke Bondgenote zyn : ons kan „ zy niet helpen dan met hare Zeemacht, Doch „ welke vooruitzichten kan men gronden op het „ Zeewezen van zeven Souvereinen, van welken vyf of zes dat niet begeeren, en het recht, het „ belang , en de langdurige hebbelykheid bezi.t- ten , om daartoe de gelden te weigeren ? " „ Holland is uitgeput, ftaat alléén , en is zonder „ hulpmiddelen. De aangevoerde daadzaken konnen „ geenszins omgeftoten worden , door er tegen „ te ftellen dc voorfpoeden , onder het Bond„ genootfchaplyk Beftuur , door de Hollandfchc Vlooten verworven ; de BataaffcheZeemacht h'eeft „ indedaad geenen luifler gehad dan onder Jan de ,, VVitt in 1667, en onder Wiilem den derden in 1691,. en zulks vermids die twee Mannen, door „ hun overwicht en invloed , de ftemmen der „ Land-Provinciën hadden weten te vereenigen." „ De Alliantie met de Bataaffche Republiek ge„ (loten, is voor de Franfche Republiek nutloos, „ zonder de Conftit.uioneele Eenheid, welke aller- wil tot één brengt, en zonder dc Financieele Eenheid, -., welke alleerf dc-Gelden, voorde toerustingen ter „ Zee benodigd * verzekert en tot een punt ie zamen „ brengt. Frankryk moet derhalven als zyne Vyanden „. befchouwen ,. dezulken die. deze tw.ee eenheden tegen„ ftaan." — Daar wy, ondanks den dikken flu er der geheimhouding, zedert het bejin van het aanwezen van onzen Staat over het financiewezen verfpreid, wel eens gelegenheid gevonden hebben om denzelven optelicl.ten, en een en ander gedeelte van dit helfche monfter meer van naby te zien, vonden wy in dit vertoog-den echten ftaat van zaken zoodanig naar waarheid epengelegd ,.zoo juist met onze denkbeelden overeenkomende, (Jat wy.daadlyk befloten om van ons voornemen aftezicn, en onze begrippen over dit ftuk by het voorgaand Vertoog te piaatfen. Men verge van ons geene uitgebreide verhandeling; dit Iaat ons beftek niet toe, te minder daar geen enkel boekdeel al dat geene bevatten kan, wat omtrent dit onderwerp gezegd kan worden. Dat de Provincie van Holland , niet alleen ten allen tyde bovenmate in hare quota is bezwaard, en in derzelver verdeeling nimmer eenige gelykheid in acht gekomen is, getuigen niet alleen de overmatige belastingen, waar mede het Volk dezer Provincie fteeds boven alle de andere is gedrukt geworden , maar daarenboven de enorme fchulden welke de beftuurders van dit Gewest beftendig hebben moeten maken, om in hex te kortkomende dezer ongehoorde belastingen te voorzien ; van daar alle zoodanige buitengewone heffingen, welke men het volk heeft moeten afpersten, en welke verreweg alle diergelyke ,.aan het volk der andere Gewesten opgelegd, te boven gaan. Dan indien dit nog het eenige ware, zoude men eenigen fchyn van biliykhcid aan deze ongelyke verdeeling van lasten konneo geven, met te zeggen, dat Holland immers zelve in de verdceling der quota's heeft toegeftemd ; daar-Holland flechts voor een zevende gedeelte in het bondgenootfehap te zeggen had, fchoon byna de. helft der inwoneren be. vattende , en byna. tweemaal..zoo veel als allede andere bondgenoten te zamen opbrengende , was niets natuurlyker dan dat de overigen in dezen te zamen fparaden ,, 0:11 zo. veel mooglyk denlast van hunne halzen op die van het alletn ftaande Holland te fchuiven ; het is dus onbetwistbaar, dat hex bovenftaande argument zeer weinig ren voordeele der andere bondgenoten afdoet, en dat, het ftilzwygend toeftemmen. van Holland alleen is toetefchryven. aan de wandrochtlyke inrichting eener vereeniging,. waarin niet de minfte ge-Jykheid te vinden was. Maar nu komen wy aan het tweede punt , dat is., dat Holland, niet al.een zyne quota voor zich zei'  zelve ftiptelyk ten allen tyde heeft opgebracht, maar dat door het beftendig in gebreke blyven der andere gewesten, Holland ook bovendien voor dezen heeft moeten bloeden. Het is misfehien maar al te zeker, dat wanneer de rekening eens opgemaakt word , van het geen andere bondgenoten zedert twee eeuwen nog aan de Unie fchuldig zyn , en wanneer aan Holland het prorato te veel gefurneerde uit dit. te min opgebrachte werd goedgedaan, de volmaaktftc. gelykheid van fchulden tusfehen dé onderfcheidene Gewesten zoude plaats vinden, offchoon Holland ook dan nog te veel zoude hebben opgebracht, door de ongelykheid der belastingen. Wy verwachten van de Hollandfche Commisfie tot dit einde werkzaam, een volledig rapport, en fchoon wy uit den aart der zaken befluiten mogen,, .dat aan dezelve alle hinderpalen, welke de foéderalisten flechts konnen uitdenken , zullen in den weg gelegd worden, vertrouwen wy van de.kunde en werkzaamheid der leden van dezelve,, dat zy met moed voordgaanda , dezelve zullen te boven komen en zich verdienftelyk maken by. het Volk en Vaderland, door het helderst daglicht over deze werken der duisternis te .verfprciden. Men weet immers, hoe het voorheen met het ophrengen der quota's toeging;.had men by voorbeeld iq millioenen nodig, dan. werd er.eene petitie van' twaalf ungefchreven ;, Holland betaalde (tiptlyk zyn aandeel, dat is, hy, en naderhand over,,de zeven millioenen;.de overige Provinciën waren dan ook prompt by der hand, om op rekening te betalen , en de nog.ontbrekende drie millioenen kwamen by een;, dan de rest bleef men fchuldig,. en dit kon men veilig doen, aizoo men tien millioenen by een had, en er niet meer nodig waren... Holland betaalde dus zeven van de tien millioenen in de plaats van nog geen zes of zes,die het flechts in tien zoude te furneeren gehad hebben, wanneet 'er niet meer gevraagd war re als'nodig was; de andere Gewesten die quafi te zamen vyf betalen moeiten, en indedaad maar dtie betaalden , bleven hunne twee millioenen op deze petitie fchuldig, en ras kwam die van een volgend jaar, waarby de achterflallen van het voorige niet gerekend werden; Holland betaalde weder zyn aandeel, de overigen weder op rekening der nieuwe quota's, en zoo vervolgends, Men ziet dus dat Holland fteeds het kind der rekening was. Dan, nu ontftaat eene andere natuurlyke vraag: „, Waarom de Provincie van Holland zoo hoog „ belast moest worden, dat zy niet alleen hare in- gezetenen , boven die van alle andere Gewesten, „ bezwaren moest, maar ook nog zulke fchrooir.„ Iyke fchulden maken; was dit naar alle gronden „ van maatfehaplyke gelykheid rechtvaardig , eti „ brachten Hollands ingezetenen dus niet mede „ voor die der andere Gewesten op?" Op het eerfte zullen kwy aanmerken , dat merü veellicht de hoofdreden dézer ongelykheid aair ftaatkundige oorzaken moet toefchryven; het altoos geliefkoosd cn zoo veel mooglyk in werking gebracht grondbeginfel wns ,, dat men Holland onder den „ duim moest houden." De andere Gewesten gevoelden hunne nietigheid , — de" belangen dcrzclven, en van cc-n niet hen verbonden hof',' maakten dit noodzaaklyk. — Niets was natuurlyk meerit) ftaat om dit heilloos Systema tc doen ftand gryi pen , dan middelen te bedenken om Holland zoo veel. mooglyk uitteputten en kleen te maken. En van daar het onmuig bezwaren dezer Provincie , het. verwaarlozen der Zeemacht, enz De gelykheid werd dus verbroken ; een Nederlander in flo'iand wonende, moest van een gelyk. inkomen, driemaal, ja tien-, twintigmaal zoo veef opbrengen , als in een der andere Gewesten; om dit in fchyn te rechtvaardigen, bediende men zich. van de onbefchaamdfle drogredenen. Het gewone zeggen, „ de Hollanders konnen meer winnen, er Z' 3 ft di i  C 182 ) „ dus ook meer opbrengen," moest men in alle Gewesten tot walgens toe hooren, het werd den kinderen reeds met het a. b. c. ingeprent, nevens meer andere Hellingen welke even onbeduidend, even valsch, even arglistig waren. Dan, wy zullen ons tot dit ééne bepalen, en er een oogenblik by ftilftaan. Het is volmaakt onwaar; wr.nneer iemand in Holland duizend guldens inkomen heeft, kan men van hem niet mesr belastingen vorderen, dan van een inwoner van Gelderland , die mede duizend guldens inkomen heeft, zelfs zouden gelyke belastingen dezen laatften minder drukken, wegens zyne minder kostbare levenswyze en andere plaatslyke bezuinigingen ; waarom is hy dus minder dan de Hollander, met wien hy volkomen gelyk ftaat, belast? Wanneer dc Hollander wyn drinkt, of koets en paarden boud, moet hy dan daarvan impost betalen, en een ander in verfcheiden gewesten niets ? Die in een ander Gewest zich ryk genoeg acht om wyn te drinken , of koets en paarden te houden, Raat gelyk met den Hollander, die zich ook ryk genoeg tot deze uitgaven acht ; de omftandigheden zyn dus dezelfde; doch de een betaald zware belastingen , de ander niets of zeer weinig. De een betaalt dus voor den anderen mede, en zoude veel minder te betalen hebben, indien deze, met wien by volkomen gelyk ftaat, even zoo veel als hy opbrengen meest. Wanneer in Amfteldam, Rotterdam, en nog vier of vyf plaatfen in Holland , meer gelegenheid dan elders is om geld te winnen, dan ftaat nog de geheele rest van Holland, als welke die gelegenbeden niet heeft, gelyk met de overige Gewesten; en nogthands moet dat zelfde overig gedeelte van Holland oneindig meer naar evenredigheid betalen dan die andere Gewesten, met welken het gelyk ftaat; de Renteniers in Holland ftaan gelyk met die in de andere Gewesten, en moeten nogthands ien- maal zoo veel als hunne gelyke medebroeders buiten Holland betalen. Wy geloven niet dat onder het despotiekfte beftuur voorbeelden van eene zoodanig onrechtvaardige ongelykheid te vinden zyn. Wanneer tien menfchen, elkander in allen deele volkomen gelyk, eene Compagniefchap of Verdrag aangaan, welker onkosten honderd guldens in 't jaar bedragen , en de één van deze honderd guldens dertig opbrengen moet, de tweede twintig, de derde vyftien, dan blyft er voor. de andere zeven flechts vyf Guldens ieder te betalen overig; de dr;e eerften betalen dus de helft mede van het geen de anderen behoorden te betalen; zy zyn allen gelyk, zy hebben allen het zelfde inkomen, dezelfde rechten, even vee! te winnen en te verliezen, het is dus eene fchreeuwende onrechtvaardigheid, dat de eerfte drie, van een gelyk inkomen, de helft voor de anderen betalen moeten. — Maar nu gaan wy eenen ftap verder; onvoorziene toevallen dwingen deze in Maatfchappy levende menfchen tot buiten, gewone uitgaven, welke wy vooronderftellen zullen duizend Guldens te bedragen; A. moet hiervan ƒ 3do:- opbrengen; die fom heeft hy niet, maar leent ze van een ander tegen 4 pCt, in het jaar. B. / 200:- doet even zoo, C. ƒ 150:- insgelyks, de overige zeven konnen van hun inkomen hunne ƒ 50:- betalen, zonder in fchulden, ten minfte van eenige betekenis, te geraken. A. word nu met ƒ12:intrest elk jaar belast en betaalt dus in de gewone kosten en buitengewone lasten der Compagniefchap te zamen reeds ƒ 42:- daar een ander flechts ƒ 5:betaalt. A. is derhalven boven de anderen met zware fchulden belast, en echter ftaat hy in rechten met de anderen volkomen gelyk.' Dan.diergelyke buitengewone belastingen komen telkens weder ; eindélyk gaan de oogen van A. November; ieder verlangde vuurig den daarop volgenden dag te weten, wat in de Conventie was voorgevallen. De berichten kwamen, en de onrust verfpreide zich overal, het misnoegen was op vèeler aangezichten telezen.de noodkreet der Vryheid ging op, en de wanhopende klacht der bekommerde Vaderlandsliefde verfpreide alom: het dierbaar Vaderland is in gevaar. Immers, naauwlyks was het Planovergeleverd , of een moedig Volksvertegenwoordiger liet zich dus-hooren :Burgexs! ik vraag het eerfie het wmd, na de leieure van dit Plan; ik verklare openl$k in tegenwoordigheid van alle de Vertegenwoordigers des vryen Volks van Nederland, dat in dit Plan niet dj een- en onverdeelbaarheid gevonden word, die naar my» inzien hei Vaderland moet redden. Dan , Burgers van Nederland.' laat dit bericht uwen moed niet verdoven, niet zonder reden doet de keuze uwer Vertegenwoordigers Ui. eer aan. — Zy hebben n:et te vergeefs éénmaal den wensch geuit , om de aanöaande Conftitutie op één- en ondeelbaarheid te vestigen, en geen ander Plan van hunne Commisfie te verwachten. Heeft de geest der dwalingen zich verfpreid onder zoo veele Vaderlandfche Mannen , waaruit die Commbfic beftaat? Heeft het beneveld verftand de meerderheid van de ware grondbeginselen doen afwyken ? Heeft het verderflyk zaad der i, zoofenlr, Burgers- zoude men ü bedriegen, Onder den fchyn Ondeelbaarheid? Doch teve« zullen de Provtnc.ên, „ Steden, en Dorpen, hunne plaatslyke Oppermacht bykans in alles behouden." „ Zith gy dit dulden???" .. Wie , die eenigszins op , in deszelfs famenflelling orëvenredig, in deszelfs „ werking lam en tegenftrydig, in de uitvoering ,, langzaam en zwak was; maar 't welk naauwlyks „ toeliet om, in zaken van eenige merklyke aange „ tegenheid, een enkel befluit op eene Conflitutioiiele ,, wyze te nemen of uit te voeren, dat is zonder de n cene of andere der banden, welke dit wanftallig „ ftelfel zamen bonden, willekeurig door te fnyden. „ N' derland heeft te fmartelyk de noodlottige uit„ werkftls van een zodanig ftaatkundig werktuig, „ waar van het eene rad, zonder kwetzing van het ,, andere, naauwlyks werken koude, ondervonden ,, om immer wederem een ftoVtgelyk werktuig te ,, doen bearbek en , veel min om zich met eene „ niets beduidende hcrftelling of verbetering van *, deze oude afgefletene Machine te vergenoegen. „ De Wyygeen'ge Staatsman, een zooigcrymd, „ een zo weinig zamenliangend ftaatsgeftel in 'c af„ getrokkene overpeinzende, en hetzelve aan de ecu„ wig vaste beginzels , waarop het Maatfchappeljk ,, verdrag moet rusten, toetzende, ftaat verwonderd ,, over deszelfs in 't oog lopende gebreken: maar, „ wanneer diezelfde wysgecr het riekje gionds, „ voor welks bewoneren dit ftaatsgeftel gediend heeft, „ op den kaart van Europa opzoekt; wanneer hy „ zyn oog flaat op de machtige nabuuren, welke het „ van alle zyden omringen ; wanneer hy den Oceaan , ,, waaraan het zich ontrokken heeft, en tegen wiens •» woede het in eenen fteeds vöortduurenden en be, naauwden ftryd is, aanziet; dan klimt zyne ver„ bazing ten top-punt, warneer hy tevens uit de „ gefchiedrollen opmerkt, dat dit flipje opdeaard, bol meer dan eens het lot van Europa heeft hel". >, pen regelen; den magtigflen alleenhecrfcher afge. , ftreden; den yzeren fchepter der Zee weleer aan , 't zidderend Albion ontwrongen; daar, als op des, zelfs wenk, een Zetel doen ry'zen, ginds een an, deren doen nederploffen. O myn Vaderland! welk , een befchermeneel heeft, in zo veele retrerftrv. kivo- vit jenrceven wy den 12 November; w y wuun thp» v r, r- Doih hiervan nadir.-) ' wisten toen nog met, het geen wy nu Weten. „ dgheden, in zo veele gevaren, fteeds voor uw „ behoud gewaakt ? Waar aan is uwe opkomst, waar „ aan uwe grootheid, waar aan uwe tegenwoordige ,, aanwezigheid toe te fchryven ? — geenzins in„ derdaad aan de deugdzaamheid, aan de wysheid 1, van uwe Conftitutie; — timmer hebt gy'er eene, „ in den eigenlyken zin van het woord,gehad. —— ,, Het was de byzondere gefteldheid van Europa, „ welke de geboorte van de Republiek, als door j, eene toevalligheid, te weeg bracht; het was de », dwinglandy en dweepzucht, welke in andere lan„ den haaren moordrol ipeelden, en inwoners en ,, rykdom in uwen fchoot als in eene fcbuiJplaats „ toezonden;— de koophandel, hoe zeer nooit door „ den Staat naar waarde befchermd , bloeide door „ den handéldry.venden geest, door de naarftigheid ,, en goede trouwe van den landaait; eenige geniën „ van de eerfie vlueht, boe zeer nooit aangemoedigd, (wat zeg ik? 6 vermoorde sarnevelo „ verfcheurde dewitien, opgeöfTerde de rui' „ ter, vergeeft my deze uitdrukking) geniën, boe „ zeer nooit anders dan in hun ondankbaar Vaderland „ vervolgd, waren de befchermers, welke uwen val .., tegengehouden hebben; — en wellicht, ó ver„ nederend denkbeeld ! zytgy uwe aanwezigheid, \a „ latere dagen alleen verfchtildigd aan de onder. „ Iinge afgunst van een gering aantal grooten, wel„ ke hen belet heeft om over de voorwaarden van„ uwe verdeeling eens te worden. — „ Hoe zeer, Burgers Reprefentanten! moet ons „ dit denkbeeld niet doen hopen op eene Conftitutie „ waarin de Nationale macht, ah in een middel' „ per.a vereenigd, door hare veerkracht vergoeden , zal, het geen aan hare uitgebreidheid te kort fchiet! , hoe zeer moet ons dit denkbeeld niet doen wen'. , fchen naar een S'aatsgcftel , door het welkons , welzyn niet aan toevalligheden , niet aan de grillen , van Ciibineften, maar aan onze eigene krachten , toebetrouwd wordt!" -—  DE DEMOCRATEN. . 2$. Donderdag den 17 November 1*796. Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man-, Voelt door het dreigend oog van een yeigramd Tiran, Noch drift des volks,■ dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. hor ati u s. V'! i39.rcif< w , v tusfehen de byzondere Machten , cn de duidlyke bepaling der werkzaamheden van elke deizelven in 't byzonder. Eene verandwoordlykheid, zoodanig aan de Volksbeftuurders voorgeschreven, dat niets dan de misdaad hen daaraan zou konnen onttrekken, —eene verandwoordlykheid, welke hun zelve tot een behoedmiddel tegen misbruiken , en het Volk ten blyvenden waarborg voor deszelfs Rechten veriïrekte. Wyders, alle vakken van tiet Nationaal Beduur zoodanig geregeld, dat dezelven tot een doel, het algemeen Volksgeluk, uitlopende, dien klem en veerkracht moesten daarftellen , welke alleen gefchikt zouden zyn om de Natie in zich zelve gelukkig en van buiten ontzachlyk te maken. — Al verder, eene duidlyke vastftelling der grondwetten van den Staat, op zuivere, en niet tegen elkander inlopende beginfelen gevestigd- — En die grondregelen van Rechtvaardigheid en Gelykheid, welke niet toelaten, dat een gedeelte des Volks, buiten noodzaaklykheid , boven andere gedeelten worde belast en gedrukt. — Eindélyk, -wy hoopten dit alles daarin te zien voorgedragen in dien ondubbelzinnigen , voor 't gantfche-Volk genoegz:am verftaanbaren, en waardigen manlyken toon, die , met voorbygang van alle byzondere kleinigheden, zich enkel bepaalt tot de groote voorwerpen van 't Volksverdrag, en in eene altoosduurende Grondwet van den Staat zoo welvoeglyk is. Eten, Medeburgers! hoezeer zyn wy in deze onze verwachting bedrogen! Wy misfen hier byna alles wat wy zoo gretig, zoo angstvallig, zoo heilwenfehend zochten; en wat 'vinden wy ? fin de plaats van dit alles , vinden wy geene zekerheid tegen hef knellen van afgeyvorpene ketenen; geen waarborg tegen den invloed en het verinogen van Oranje, gezinden ofo andere voorfianders van Iydelyke gehoorzaamheid ; immers geenerlei verklaring van gevoelens, op welke het maatfchaplyk verdrag alleen kan rusten, word noch van de Stemgerechtigden in de Grondvergaderingen, noch van de Kiezers, noch van de Leden van het Beftuur afgevorderd. Wat zeggen wy? zelfs eene verklaring der Rechten van Mensch en Burger, welke in ieder Contract Social moeten geëerbiedigd worden, en die hier zullen ophouden met het intermediair Beftuur, om dat die van January 1795 flechts zyn geproclameerd tot de Conftitutie toe, ontbreekt by dit Plan. — Voords vinden wy wel eene verklaring , dat de Souverainiteit berust by '£ Folk van Nederland; maar met betrekking tot de toepasfing van deze verklaring is dit beginfel geheel uit het oog verloren ; de Volks-Oppcrmacht bepaalt zich by dit Plan volftrekt alleen tot de verkiezing van deszelfs Beftuurderen, en voor het overige-is het Volk niets; — het paradeert voor,een oogenblik op den voorgrond van het tooneel, en verdwynt vervolgends achter de fchermen. — Wy vinden hier wel uitgebreide infiri.cüen, waar naar de byzondere Machten hunne werkzaamheden moeten regelen , maar geenszins overal , en voornaamlyk niet ten opzichte van het wetgevend Ligchaam, de byzondere onderwerpen , waaromtrent die werkzaamheden verkeeren moeten, uitdruklyk bepaald, veel minder overal, zoo als het behoorde, de grenzen van affcheiding tusfehen de wetgevende cn uit, voe-  ( '99 ) voerende Machten zoodanig aangewezen , als tot voorkoming van verwarring en botfing der Machten, die groote bron onzer rampen onder 't voorig Bewind, noodzaaklyk is. Kleinigheden en details, die m;en -in Reglementen van Orde en Inftruclien verwachten zou , nemen overal de plaats in van wezenlyke en gewichtige Grondwetten. Wel verre, dat de by het Plan van Conftitutie voorgeftelde Wetgevende en Uitvoerende Machten onvermydelyk verplicht zouden zyn , om zich by den Volke over haar gehouden beftuur te verand woorden , — vinden wy niet alleen geen woord daarvan gerept, maar zelfs niet ééns aan het Volk aangewezen den weg, om eenige verandwoording hoegenaamd, op eene Conftitutioneele wyze, van zyne Beftuurderen te konnen eifchen. — De Regeeringdcs Volks is in dit Plan volftrekt niet te vinden, en word by hetzelve door niets anders, hoe bewimpeld ook, dan door eene Ariftocratie by verkiezing en eene regeering van ryken (*) vervangen; wordende zelfs niet eens aan 't Volk overgelaten het vermogen om zyne Conftitutie te bewaken:het Wetgevend Ligchaam alleen , mag eenig voorftel tct verandering in die Conftiuitie doen , terwyl uit den boezem van het Volk zulks niet gefehieden mag (f). In plaats van de zoo noodzaaklykc en begeerde Éénheid en Ondeelbaarheid , welker onmoogly kheid nimmer betoogd is, alom te ontmoeten, vinden wy dezelve in het gemelde Plan nergends, waar Provinciale en andere belangen daarmede in ftryd zouden konnen komen, (*) Zié Art. 63.' van het Plan van Conflitutie. (t) Men toetfe hier aan onze in No. 13. gelegde gronden. c en overal, waar dezelve aan het Algemeen Volksgeluk geheel onverfchilüg zyn. — In het kort, een ziamgefteld raderwerk , welks deelen, volgends de onveranderlyke beginfelen van politieke werktuigkunde, weldra in elkander zullen geraken ,ende machine ongeregeld doen lopen, zo niet geheel ftil doen (laan. — Daarenboven , werwaard ons oog het wydlopig Plan van Conftitutie inziet, overal ontmoet hetzelve beginfelen,waarvan heteenetegen het andere lynrecht inloopt. — In hJt eerfte Artikel reeds zien wy dit zonneklaar , want behalven dat hetzelve onbegryplyk duister is, maakt het van onze Republiek een afzichtelyken Centautus; naar buiten word dezelve daarby als één en ondeelbaar —•— en naar binnen federalistisch voorgefteld. Wy vinden hier de Wetgevende Macht in hare zamenkomfien afhanglyk van de Uitvoerende gemaakt. —— Een kleen DiÊtatorfclnp , het geheele jaar door, wanneer men twee gewone Vergaderingen , elk van acht weeken , en enkele buitengewone Vergaderingen uitzondert, bekleed met het Oppergezag der Republiek. — Den weg gebaand voor hen die weten te intrigueeren, om ten minfte het vierde gedeelte eener eeuw, van het eene vak van beftuur in het andere overtegaan, én dus, naar de oude wyze,de regeering te vereeuwigen.— En om ons, het welk„ons beftek omtrent allen thands niet toelaat , flechts by nog één voorbeeld uit dat groot aantal van wanvoeglykheden, waarmede het Plan van Conftitutie als doorweven is, te bepalen : in c 2  C 2C0 ) MB. No. 17 zil, mar gewoonte, Donderdag aandaande worden uitgegeven. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en Je Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Attfteriam, J. A. Crajenfchot; Haailem, Eeets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molk man, en verder in de overige Provin tiën, a drie het heele, en twee Huivers het halve blad. in Art. 705 hertrouwt de Staat met de Kerk, cn in het volgend Art. 706. worden deze oude gelieven weder onmeedogend gefepareerd. Wy zwygen van den partydigen geest voor zommige Provinciën, die in hetzelve aiommc zichtbaar becrscht. —— Kundige Volksvertegenwoordigers hebben voor onze Landgenoten de onrechtvaardigheid en ongelykheid, die In hetzelve met betrekking tot de Financiën doordraait, het drukkende dervoorgeflagen maatregelen voor ééne Provincie, Holland naamlyk,en het eigenbatige-daarvan voor de overige Provincicn.zonneklaar aangetoond;zy hebben betoogd, dat het voor den Volke van Nederland beter ware, geené Conditutie in het geheel , dan zulk eene te hebben, die de misbruiken heiligt, en den wegaffnyd, om ooit tot derzelver verbetering te geraken; wy gevoelen de volle kracht dier waarheid, en wy zullen niet ophouden dezelve te onder/leunen, totdat onze Republikeinfche pennen ons uit de handen worden gerukt. — Voor ditmaal konnen wy in geene byzonderheden komen ; genoeg echter meenen wy gezegd te hebben , om het Volk te doen bcflisCen , aan welken van hare Vertegen woordigers zy de n.eeste verplichting hebben zal: aan hen, die her overgeleverde Plan van Conditutie sis een politiek monder verworpen willen hebben, of aan hen, die hetzelve der (*) Men xie hier over ons No. 5. overweginge van de Nationale Vergadering waardig keuren. — Burgers ! en gy inzonderheid , Ingezetenen van Holland ! wat ook de uitflag van het overgelegde Plan zyn moge, de Rechtvaardigheid, het behoud van ons Vaderland, (wy zwygen van onze byzondere belangen) vorderen, dat gy nimmer uwe ftemmen uitbrengt tot het invoeren van een beduur, hetwelk alle die vereischten mist, waardoor het onzer aller geluk zou konnen daarftellen; en daar tot de afkeuring van dit gedrochtlykPlan, U volgends het Reglement, waarop de Nationale Vergadering is byeen geroepen , gewone en wettige middelen genoeg zyn aan de hand gegeven , en midsdien alle ontydige revolutionaire maatregelen , misdadig zouden zyn, (*) vermanen wy U, om met verachting van alle kondenaryen , die of eigenbaat of heerschzucht U aan de hand zoude konnen geven, met voorbygang van gevaarlyke en misdadige driften, alleen wettige en gewone wapenen te gebruiken, tot omverwerping van een Plan van Conftitutie, waarby de eerfte gronden van het Maatfchaplyk verdrag zyn uit het oog verloren , het welk in alle zyne deelen zoodanig misvormd is, dat het door zyne eigene beweging ras zou moeten iiidortcn., en het geen dus gewisfelyk den ondergang van het Staatsgebouw , eenmaal daarop nedergezet zynde, zoude mceten naar zich flepen!  DE DEMOCRATEN.' ■ N°. 17. Donderdag den 24 November 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog vat} een vergramd Tiran,. Noch drift des volks, dat Jic-m tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HOPvATIUS. VERVOLG op hit IETS, Over de ÉÉN- EN ONDEELBAARHEID der financiën, in N°. 23. medegedeeld. TToen wy ons in N°. 23. wegens plaatsgebrek genoegzaam alleen bepalen moesten, tot de beredeneerde befchouwing eener met alle''gronden van gelykheid en rechtvaardigheid ftrydende verdeeling der lasten over de inwoners van dit Gemeenebest, fielden wy ons voor, by eene volgende gelegenheid-onze gevoelens over dit belangryk onderwerp meer in '1 breede ter neder te ftellen, en zullen heden trachten, zoo veel mooglyk, aan dit ons voornemen te Voldoen. Wy meenen genoegzaam aangetoond te hebben, dat de ongelyke verdeeling der lasten over gelyke le-' den eener maatfchappy in den volftrektlien zin eene fchreeuwende ongerechtigheid is. — Wy kennen , behalven het onze,geen ryk of gemeenebest in dit werelddeel, waarin zelfs de onbepaaldlïe heerfcherS zoo- danige ongelykheid ingevoerd hebben Men vind wel in hunne Staten fchreeuwende onrechtvaardigheden in den meerderen cf minderen vrydom van lasten over byzondere clasfen van menfchen , doch deze hebben over alle de flreeken hunner beheerfching plaats, biervan echter uitgezonderd zoodanige Ge- Dd westen als door Verdragen of Vredestraktaten aan hun gekomen zynde, by zoodanige aften op eenen anderen voet gekomen of gebleven zyn, en daardoor in eene meerdere of mindere mate dan andere Staten onder dezelfde beheerfching, belast of bezwaard zyn. ' Zoo verre zich onze kennis; van de inrichting der belastingen in Grootbrittanje uhfïrekt , welke toch te zamen genomen het fynfte weeffel uitmaken, dat veellicht door menschlyk vernuft kan worden verzonnen , vinden wy geen onderfcheid lusfchen het zuiden of noorden , oost of west, ge» maakt;in het armoedige Wallis hebben dezelfde lasT ten plaats, met welke de inwoners van het zoo ryk en machtig London bezwaard zyn. Nogthands zyn de laatften in de daaglykfche gelegenheid van fchatten te vergacren, daar aan de eerften alleen het nodige tot hun onderhoud overblyft : Volgends het ftelfel onzer Foéderalisten zouden dus» ook de eerften in dezelfde verhouding twintigmaal minder als de laatften moeten opbrengen; dan daar een inwoner van Wallis met zyn geheel huis- ge  gezin misfehien honderd guldens in liet jaar win. ren kan , is ook zyne verteering daar naar ingericht; . zyne behoeften zyn minder — en vallen minder onder die geene, welke aan belastingen onderhevig zyn ; — de inwoner van London daarentegen kan duizend guldens winnen , — hy wint die, en verteert alles; — hoe meer'nu zyne ver. teering boven de gewoonlyké behoeften gaat, en in ce meer bezwaarde voorwerpen van weelde valt, hoe meer hy ook aan den Staat opbrengt, fchoon hy indedaad in de .volmaaktfle gelykheid met den inwoner van Wallis ftaat. — Is er ai in Wallis iemand die ook duizend guldens te verteeren heeft, en dus boven zyne gewoone behoeften, dan is het zeker dat hy mede in voorwerpen van weelde zal vallen, en vim dezen even zoo veel betalen, en betalen konnen , als de inwoner van . London, met wien hy dan weder gelyk ftaat, en in dezelfde mate het zyne opbrengt. Dan, nu komen wy tot de vraag: Zoude 'het wel mooglyk zyn dezelfde lasten door ons geheel Gemeenebest inteveeren, en alle kosten, en fchulden, welke thands uit de algemeene en negen byzondere kasfen betaald worden, fat ééne eenige overtebrengen ? • Wy and woorden hierop rondborftig, j a. — Vooreerst (laven wy dit gevoelen met de voorbeelden aller volken; —by alle oorlogen, om ons tot latere tyden té bepalen, zyn eene of meerdere landfirei:ken van beheerfchérs veranderd; behalven zoodanige, waaromtrent in deCapitulatien of Vredesverdragen bepalingen wegens de lasten gemaakt zyn , zyn in die alle de orde van zaken en belastingen ingevoerd, welke in het overwinnend Gewest plaats hadden ; nog versch is het voorbeeld der in Savêyeh, Luikerland, deOostenrykfche Nederlanden, eh meer andere aan Frankryk ingelyfde Gewesten, ingevoerde orde van zaken, zoo wel in eene hemelsbreed met het voo tig Beftuur verfchiilende regeerinsvorm , als omTent geheel andere' belastingen', welke thands op een gelyken voet met Frankryk zelve geheven worden. — Wy vragen -, zouden-de Franfchen, indien zy ons mede in hun Gemcénebest ingelyfd hadden , één oogenblik by deze gewaande onmooglykheid hebben ftilgefiaan ? Of zou. den zy weldra middelen gevonden hebben om dezelve iutevoeren ? — Wy geloven dat zy in den tyd van veertien dagen met eene enkele penneftreek dit geheel gebouw in een nieuw herfchapen , en dut zy in dit Land even'zoo weinig zwarigheid tot deze onderneming zouden gemaakt hebben,als in de andere zoo evengenoemde ingelyfde Landen. Ziet men niet, terftond na de verdeeling van Polen, in elk afgefcheutd gedeelte eene nieuwe orde van belastingen ingevoerd, verfchiilende vandevoorige, cn in elk gedeelte anders ingericht, naarmate het goedvinden hunner nieuwe meesters zulks wilde? Men zegge niet dat 'dit dwingelandy is , dat. wy in een vry land wonen er.z. — Daar dit op het eerfie voorbeeld niet kan toegepast worden, en wy het tweede aileen aanhalen tot een bewys van mooglykheid, Wy erkennen gaarne, dat het veellicht onmooglyk, doch zeker ondaatkundig zoude zyn, het geheel oude be'.astings - Systema in eens aftebreken, alvorens men een nieuw gereed had, waarvan men met zekerheid overtuigd was , dat het volmaakt goed en voldoende zoude zyn ; —- dan daar dit eene onmoogf,kheid is, h)e zeer ook theoretisch fchoon, zoude men hier op tyd moeten werken, de belastingen wel wikken en wegen, de drukkende , by voorbeeld die op het brood, bier, azyn, zout enz., langzamerhand verminderen of affchaffen, het daaruit ontdaande ledig ruim door nieuwe, algemeene, en minder drukkende lasten vervullen , tot dat de financieele éénheid in het ftuk der belastingen in zyn geheel over het Gemeenebest zoude zyn ingevoerd;— de uiterfte tydsbepaling hier toe behoorde by de Conflitutie wel degelyk te worden  Óen vastgefleld, dewyi, naar den gewoonen Joop der tiingen , van deze inrichting anders weder niets goude worden. Daar wy nu de onmoogiykheid niet inzien, orn den eenen inwoner die honderd of duizend guldens inkomen heeft , even zoo veel als een ander van gelyk inkomen te doen betalen , en de billykheid en rechtvaardigheid reeds aangetoond hebben dat beiden even veel opbrengen , zal men nu misfehien van ons verlangen aangetoond te zien de wyze, op welke de belastingen moesten ingevorderd, en in eene, algemeene kas gebracht worden; dan ons beflek laat ons met toe heden hier overbreeder uittewyden. Wy zullen de mededeeling onzer gedachten over dit onderwerp, tot eene volgende gelegenhe!d uiiflellen , en ons thands vergenoegen met alleen hieromtrent aantemerkén, dat fit ftuk in ons land zeker aan geene meerdere zwargheid zoude onderhevig zyn, dan in het twaalfmaal meer zielen bevattend Fransch Gemeenebest , in Engeland, Spanjen, Pruisfen enz. — ja zelfs door het eng beftek waarin zich onze bevolking bepaalt, veel gemaklyker is uittevoeren dan in de meeste andera Staten van Europa. Nu overgaande tot het tweede gedeelte der voor» gefteldc vraag ,, of het mooglyk zoude zyn, alle de „ fchulden en kosten tot ééne kas overtebrengen ?" »__. zullen wy ons bepalen : i°. Tot de fchulden. Z9. Tot de kosten van het algemeen Beduur, Legers, Vlooten, Vestingen, en al.dat geen, wat tot heden toe onder het beftuur der gezamenlyke Bondgenoten is geweest. 3°. Tot de kosten van departementaal, ftedelyk, en dorps Beftuur, Juflitie en Ambtenaren, Dyken, Dammen, Wegen, en alles wat tot ntitoe onder Provinciale, q{ plnats'yke directie pftovyd ftlÉ. nstts^fitrag 00b Üsd led t4*t» tpaimGL 4*.. Tot het onderhoud der Armen. . 1. Door dc Jchulden vei (taan wy hier otie de fchulden zender onderfcheid , . door de gezameolykc Bondgenoten, de Provinciën, Steden, Dorpen, en Pd,ders, gemaakt. Wy befchouwen dezelve alle als fchulden der geheele .Natie ; wy geloven dit ten opzichte der Provinciale fchulden reeds genoegzaam betoogd te hebben. Het zal dus voldoende zyn omtrent de overige aantemerken, dat verre de meeste derzelven ontdaan zyn door an voorkom eiyke rampen , door Watervloeden, door Inkwartieringen — door Oorlogen _dooTRequ;litien— het maken van nodigeWegcn, Vaarten, Dyken , Dammen, en honderd andere ora. Handigheden,welke eer op rekening der geheele masfa, dan op die van het kleener gedeelte hadden behoren te vallen , en meestal of tot nut van het geheei verlirefcken, of, in zoo verre zy uit oorlogsrampen ontdaan zyn, niet nog op den hals van die ongelukkige inwoners, die reeds bovendien genoeg geleden hebben, konnen gefchoven worden. — Dit echter is bet geval in Bataafsch Braband, in Gelderland, en elders , waar de meeste fchulden der fteden en dorpen, door de laatde of ivorige oorlogen zyn veroorzaakt. Wy twyfelen niet, of elk gevoelt de billykheid dezer laatde aaamerking, en zal met ons toedemmen, dat het onredelyk zoude zyn, een gedeelte der leden eener maatfchappy de flachtoffers te doen zyn eeneskrygs die de geheele maatfchappy betreft, alleen daarom, om dat zy OHgelukkig genoeg waren van het naast aan de beurt te liggen , daar de anderen, boven het voorrecht van minder dan zy te, lyden, hunnen medebroederen de lasten nog op den hals zouden laten rusten C*)« Dae (*) Men zal ons veellicht tegenwerpen, dat ook veelen dezer fchulden door Hechte directien en geld verfpilllngen. veroorzaakt syn, dan ook hierin gelooven wy dat weipig oage/ykoeid zoude plaats hebben ; immers kan men over de direchen in het  C .204 ) Dat het maken van Wegen, Vaarten , Dyken en Dammen enz., het heil des gemeencn lands bevorderen , of algemeene rampen vermyden kan, is zonder tegenfpraak. Hieruit volgt, dat dus ook de lasten derzelven op het geheel terug moeten vallen ; de -fchulden hierdoor reeds gemaakt, behoren dus mede 'aan dc Natie ; cn wy geloven dat wanneer» deze allcrwege dooreen geflagen werden, flechts weinig diftricten zich over dc vermenging te beklagen zouden hebben. Om de fchulden van alle deze onderfcheidene lig'chamen tot ééne masfa te brengen , zyn middelen genoeg tc vinden, zonder juist een nationaal Grootboek aantclcggen. Het gereed fte zoude zyn , alle fchtildbricven door dezelve uitgegeven , tegen andere Nationale te verwisfelen, tot zoodanigen intrest op Coupons lopende, als dezelve voorheen waren o;genomen. — De wyze hoe, dc middelen welke men zoude moeten in hef werk ftellen om dc Natie voor bedrog te beveiligen enz. behooren hier niet. Zoo dra alle inkomften in de nationale .Kas worden geftort, is het zeker dat uit dezelve ook'dc penningen voor aflosfing en interest komen moeten; en hét is zeer zeker, dat wanneer dc figanciccle cib i-eöie de geheele. fonima,. der: benodigde •penningen voor zich heeft, dezelve ook beter in ftaat 'is om over dc hoegrootheid , vermeerdering , of-vermindering der belastingen te■ oordeelen , en aan dc onderfcheidene takken met dc meeste zuinigheid het benodigde toetcftaaft.V .-.••.HojdiHÖ Sb vftBrtslJCfitn "•>;;;■> rob?; 'v. ■ , 2. Het overbrengen'tot de generale directie van alle zoodanige voorwerpen , als altoos onder dc behecring van bet bondgenootfebap hebben geftaan , is niet j'idersdaü dezelve onder andere benamingen te brengen. — Het geen reeds beftaat ,■ vereischt geen betoog' van mooglykheid , dat. het. beftaan kan. 3; 3 Éét algemeen gehom'eti weini? roem draden, en hoe vee! geld Vööthccn ennnt is VdfpiM. ;a zelfs z'jdirt de fUveltr.ie, gevoelen wy door de 'daajiylttclrèiondervind ng maar al te zeer. ! j. Dus overgaande tot ons derde gedeelte, dc kosten van het Departementaal , Stedelyk, cn Dorpsbeftuur , en in één woord al wat tot heden toe onder derzelver direfitiëii geftaan heeft; geloven wy dat ook alle deze kosten tot dc Nationale betalingen behoren. — Hiertegen zal men aanmerken ,, dat het „ onbillyk zoude zyn den inwoner der hogere Jan,, den tot het onderhoud der Dyken van de lagere te ,, doen betalen , — of den armen boer uit Bataafsch „ Braband tot de fleenen Bruggen cn Sluizen van ,, Amfteldani &c." — Deze aanmerking bevat oppervlakkig zeer veel fchyn van waarheid, dan wy brengen vooreerst tegen dezelve in, dat de lagere landen, welke Dyken en Dammen nodig hebben, in ons Land doorgaands de rykfte zyn , en dus altoos het meest zouden opbrengen , dat dus het aandeel welk dc hogere landen hiertoe zouden betalen misfehien niet of weinig overtreffen zoude die ongelden, diezynu toch in het geval zyn van voor andere benodigdheden te betalen ; — dat daar cn boven het belang van 't geheel vordert, dat alle deszelfs deelen aün. zekerheid en veiligheid genieten ; — datde hogere landen weder, aan andere gevaren blootgcfteld , ook wederkecrig van het meerder opbrengen der pp.de* ren genieten , Cn dus de rekening ten Hotte misfehien al vry na zoude duiten. Dat wat de tweede aanmerking betreft, het zeer twyfelachtig is , of dc .ftedelyke onkosen in Amfteldam wel overtreffen zouden alle de Provinciale, Stedolykc, cn Dorps-ongeldcn van geheel Bataafsch Braband, daar Amfieldam genoegzaam evenveel zielen bevat; — cn gefield zelfs dat die zesmaal zoo veel beliepen als die van genoemde Provincie , dan geloven wy nog dat Amftcklam eerder tot de kosten van Bataafsch Braband , .dan het laatfte tot die van Amfteldani betalen zoude , alzo het zeker is. dat deze Stad op  ( 205 ) op een gelyken voet betalende , toch altoos door den rykdom harer ingezetenen zesmaal zoo veel als genoemde Provincie zo, niet meer, opbrengen zoude. — Dit geldt in oneindige afdalingen van Provincie tot Provincie -— van Provinciën tot Steden — van Steden tot Dorpen — van individus tot individus; — men zal altoos vinden dat de kesten door elk Lid van den Staat veroorzaakt, by eene gelyke wyze van belasting, meest al gelyk ftaan met het geen hy opbrengt,en dat geen wat hy opbrengt , met de voordeden die by geniet. • - Wy geloven ook niet dat de Dykwcrken , Sluizen , en Vaarten der Provincie Holland , meer geld tot onderhoud vereifchen dan die van alle de andere te zaniei. — Wanneer dus vooronderfteld word, dat Holland toch meer betalen zal, en zeker altoos de helft van het geheel; (ten zy, zoo als wy van harte wenfchcn,dc welvaau dopt het geheele Gemenebest den hoogftcn top van voorfpoed bereikte, in welk geval dc andere Gewesten .voor- eenen meerderen trap van ryzing. vatbaar zyn', cn wanneer toch altoos het evenwicht op Gelykheid zal blyven rusten) dan betaalt Holland gewis zoo veel als het voor zich zelve nodig heeft , cn wederkecrig zullen Hechts - eenige kleene ftreckjes in.het geheel Gemenebest,. ecu weinig bevoordeeld of benadeeld worden. Wy geloven -cok naar waarheid te konnen ftaande houden , dat de inwoners yan Holland het minst yan allen belast zouden zyn, wanneer zy flechts voorliet onderhoud hunner. Provincie hadden behoeven tc zorgen , en niét belast waren, geweest met het overmatig opbrengen voor anderen, met de fchulden, en veele millioenen jaarlyjcfchc' intrest , daar door veroorzaakt. Wy zullen hier in 't voorbygaan nog eene der valfche trekken , waarmede men de inwoners der andere Provinciën tracht opteruiën en bevreesd te maken , aanvoeren en wederleggen: — men tracht dezen naamlyk allerwege diets te maken, dat by eene eenhM J t'n Financiën zy „ de Hollandfche lastert zullen D „ moeten betalen" hFt dit is eene dier oiiberchaamde onwaarheden, van welke zich het foéderalismus. bedient om tot zyn doel tc geraken , om welke te wederleggen het genoeg zy te zeggen , dat wanneer^, en B. aan elkander gelyk,twee en tw intig Huivers moeten opbrengen, waarvan A. voorheen een gulden cn B. 2 Huivers betaalde, doch waarmede zy nu op een gelyken voet bezwaard worden , B niet een gulden zoo als A. voorheen betaalde, maar flechts elf Jluivers geven zal, en A. ook elf Huivers; waaruit zeker ontfiaaa zal dat A. negen -Huivers minder, en B. negen Huivers meer zal betalen gelyk de rechtvaardigheid vordert , maar geenszins dat B. zoodanig zal gedrukt worden , als omtrent zynen medebroeder voorheen fehandelyk is gcfehied. — 4. Nu blyft ons nog het vierde onzer vastgeftelde punten van eenheid over, het onderhoud der a»i; ek, — Dit Huk fchynt nog al aan eenige zwarigheden onderhevig, cn indedaad heeft men hierin zekerlyk dé meeste vooroordcclen tc beftryden. — Dan daar wy geene onderfcheidene Gezindheden in den Staat kennen — daar alle menfchen, van welke Godsdiëhjtige gezindheid ook, Leden der Maatfehapjw zyn, én. aan hare zorg bevolen; — behoort 'er ook iri het onderfteunen der behoeftigen, of gebrekkigen geen onderfcheid plaats te hébben, en dc Natie dezen last op zich tc nemen. — PryzénSwaardig cn ioflyS is het voorbeeld door de Bataaffche Natie aan alle Volken in milddadigheid gegeven , cn de- inrichting der onderfcheidene ftichtingen hier te lande heeft Hcedv de bewondering aller vreemden verworven, en hen zomtyds tot navolging bewogen ; dan het word eenmaal tyd, dat het Vaderland uit zynen boezem zyne b'nlukkigc kinderen voede , en zich hunner aan neme , — het word tyd , dat door het invoeren van Nationale Inftitutcn , de waarlyk behoeftige onderflcuiid of aan werk geholpen de ledigganger tot werken gedwongen, of uit de maatfchappy worde geweerd. — Reeds zedert eenige jaren heeft men diergclykc inrichtingen in verfcheidenc lauden, byzonder in Duitsch- i j land  ( 205 ) pel getroffen, Waarbj' men zich in veclc opzichten ongemeen wel bevind, en wy geloven dat het niet moeilyk zyn zal, wanneer eens het overige gevestigd is, ook in dit'Gem.cncbcst hieromtrent nuttige cn goede maatregelen tc nemen. — Het is zeker, dat wanneer iemand gedurende een geruimen tyd van zyn leven tot het onderhoud der maatfchappy het zyne heeft toegebracht, en hy geraakt door onvermydelyke omftandigheden buiten ftaat om voor zyn ondchoud te zorgen, die maatfchappy dan ook wederkecrig aan hem onderftand vcrfchuldigd is. Het fpreekt van zelve, dat zoo dra dc fchulden cn onkosten der Provinciën , Steden, en Dorpen ten laste des Gcmëéricbests komen , ook alle Provinciale , Stad?, Dorps, cn Armen.-Eigendommen , Eigendommen der Natie Worden, en alle lasten voorheen ten bunnen behoeve geheven, voordaan in dc algemeene kas moeten worden geftort, tot zoo lang een geheel nieuw'Systema van Financiën ingevoerd •word of is, en dezelve vervallen; dan daar er gevallen plaats konnen hebben, waarin de inwoners ran de eene of andere Plaats tot een of ander einde onkosten zouden willen maken , welke de rechtvaardigheid verbood tot last van de algemeene Casïa te brengen , kan het recht by de Conftitutie aan de ©pperfte Macht worden overgelaten, om in deze zonderlinge en zeldzame gevallen, aan het Plaatslyk Beftuur te vergunnen, van eene omfchryving op Gelykheid gevestigd , over de inwoneren onder hun beftuur gelegen , te doen, mids voor ééns; — doch nimmer om jaarlykfehe heffingen, onder wat naam ook, te mogen vorderen. Wy herhalen, Wat wy in onze vorige zeiden,dat wy zonder fmanciëelc eenheid ook geene éénheid van beftuur weten uittcdenken, cn dat zonder dezelve dit Gemeenebest op den duur niet kan beftaan; wy voegen hior nog by , dat men, wanneer het op' zaken aankwam, waarvan het lot van den Staat afhing , cn waarin men de heilige en onwrikbare Wetten van eeuwige rechtvaardigheid , dc algemeen bezworene beginfelen v&nVryheid en Gelykheid om verre wierp, de uitfpraak zelfs van de meerderheid des Volks, als onwettig, overheerfchend, en Antirevolutionair zoude moeten befchouwen; — dat zelfs in zoodanig geval de minderheid wel eens zoukonnen vallen in het begrip , dat zy aan deze uitfpraak' eener de gronden van het ContrablSocial verbrekende meerderheid niet gehouden ware, maar dat alsdan fcheuring en opftand heilige plichten voor haar zouden worden. En, fchoon wy niet twyfclcn aan de braafhéid cil moed van het beste gedeelte der Natie, om in zulk een geval den vyanden des Vaderlands , de werkers der ongerechtigheid, paal en perk te ftellen', wenfehen wy van harten , dat de Hemel de noodzaaklykheid van eenen ftap verhoede, welks gevolgen onberekenbaar zonden zyn ! — Trouwends wy willen het beste verwachten, en vertrouwen van de deugd, kunde, en Vaderlandsliefde der Leden onzer Nationale Conventie, dat door hen geene Conftitutie der Natie zal worden aangeboden , welke, afwykende van dc rechtvaardigheid, billykheid , en dagrondbeginfelen van Vryheid en Gelykheid, aanleiding zoude konnen geven tot tegenkanting , cf* Jiand, en Burger kryg.  C 207 ) Aankangj"el van het bovengeplaatfte ftuk* net voorbande afgcfebrevon hebbende, viel ons in handen zeker selchrtft, onder den \\u\: Advifen van " 11 R" Kan ii e n ui v 1 t k ing a, 1°M y«n 6# Committé van 'Ccnfiltutie', ffe; Wy hadden nanvanglyk moeite om te geloovcn, dat deze advrfta konden \001dkomen uit het brein van eenen man, in wien de Nationale Vergadering verftands genoeg meende gevonden te hebben , om hem mede liet zo ! ewigtig werk, 'hst va vaardigen van een ontwerp tot eene Conjiitutie a.in te vertrouwen. Wy feooaen even zo min begrypen, hoe deze Advifen zo vroegiydig cn genoegzaam by bet inleveren der Conftitutie zcJVe in de wereld kwamen , daar men nét den burger van de Kajlecle zo kwalyk genomen had. dut hv voor de lezing, eenige byzondcibeden bad geuit. — Wy vermoedden al aauftonds zekere byzondere oogmerken by het zo algemeen verfprebicn dezer Advtten, en twyftelden in den beginne aan derzelver ëcbihqld J dan dc wyze van uitgave overungde ons welhaast, dat vitrinoa zelve die ter perste had gegeven. Het fmart ons alléén, dat deze Advifen door eonqn Vertegenwoordiger «les Volks zyu uitgebracht; — indien zy uit den een of anderen vergeten hoek onder het volk waren aangewaaid , zouden zy zich lichilyk osder de inasffi der pruWchitfreil verliezen, en tot bun eigen ïr.ct weder keeren. — Wy zullen ons dus in derzelver wiöeïlagging niet vermoeien, doch achten het echter nódig, eene en andere zyner drogredenen over het ftuk der financiën r,an te Hippen, ten einde dezelve dezen tol geenen verdwaalden burger van Nederland met verder iu zyne dwaling moaen Reiken Na dat den burirer v 11 r1N o a , zich tegen eene volftrek. te éénheid had verklaart, fteld hy op bl. 2, onder het Huis» boudlyk Beftiter der Gewesten. ., de Financie , voor zo ver»re die de huishoudingen der byzondere Gewesten betreft, „"en ten algemeenen nutte niet is gemeen gemaakt, l"etalV; „ die macht, klem en gezag, welke tot dit important objeit „behoort, en zonder welken dezelve niet behoorlyk gedi",, rigeert noch geadminiftreei 1 kan worden." — Ditishatrta* tUliriyit .miuoenpuni aiieriui.-ueiaiioii.ii, z-u,...... zy wel eene éénheid toeflemmen willen, dan dc natie denke zelfs, welk eene vermindering van Ambtenaaren, Kekcnkamers. Ontvangers, Gaarders, Toczicnders, &c. eene Fi« nanciëele eenheid na zie 1 zoude flecpen; en wat dan cp het laatst van de Departementale en Stedelykc Beftuurders zou.' de worden? — voor Zidi zelve weinig meer te hoopen, •weinige posten te begeven, geene oppermacht hoegenaamd 'uiticoefïcnen , (behalven bet wichtige werk van grachten of ftraaten te doen fchoon houden, enz.) Wat zoude dan de post van beftnurder betekenen ? en wie zoude zich dan Wel de moeite willen geven, om op publieke plaatfen hét yolk te blinddoeken of te intriguceren ! ten einde in eenen post van regeering geplaatst te worden? — Immers niemand! -- dus geene eenheid! — dj burger vit r 1 n g a vergeve deze uitweiding, die wy op hem niet perfonecl willen toepaslyk maken. Bl 3. Zegt dc burger „ dat hy vermeent dat zyne zending hem verplicht, om voor het behoud van elk gedeelte de nauwkemïgfre zorg te dragen , cn niet medete" werken tot bet verderf van eenig gedeelte ofpiovincie\an " dit gemeenebest, het welk hy vermeent met eene abfolute eenheid verzeld te zullen zyn In de gevolgen." Wy beroepen ons vootaf op den inhoud vpn ons sjtte Kommer, en het vooreuftaande vertoog. Wy vragen den burger vit ring a, of het hem, die het geheele Volk van ■Nederland, en niet eenig gedeelte , vertegenwoordigde , vry ftond om ten behoeve van eenig gedeelte, partydig, ja on- (_*) Men vergelyks het Discours van van Witbols, in liet rechtvaardig te zyn tegen een ander gedeelte? Dit het volhouden van bet vorig Financie Systema eene fchrsenvunü onrechtvaardigheid is, vermeenen wy genoegzaam te hebben bewezen — dat den burger vn rïnga, partydig cn in* m/iquerit in zyne eigene aangehaalde wooiden is, blykr, wanneer by door zyne jlem tegen de eenheid uitgebracht , medewerkt lot t)H vererf vhii ten aaiieiéhlyfc gedeelte,en Provincie, tc weten Holland; — en dat by door zyne Hem tot den val van Holland uitgebracht, medewerkt tot den ondergang van bet geheel Gemeenebest, is eene gevolgtrekkin", dis elk onbevoo öordceld burger, ja zelfs de donrflepentte Foederalist, voor zich zelf licbtlyk zal konnen maaken. . BI. 4. Zegt de burger, „ dat men om hier mecie ge, pa'arde onrechtvaardigheden' &c. , aan de Crediteuren van " Staat geene Uvpothequeu ontnemen kan, war.iop zy en " hunne voorouderen hunne furnisfementen hebben gedaan. Wv vragen vooreer;,!, of 'er eenig Hypotheccq voor provii'ciaale lebui den beftaat, van meerder waarde nis dat det geheele Natie? Wy vragen, daar Vitringa alles tegen Holland alleen fchynt te wilicn inbrengen, gelyk hy by zyn volgend Advis bl. 39. en vervolgends uitdruklyk doei: welke provincie tot heden hare crediteuren prompter beeft betaald? — welke fchulden neg de meeste waarde- hebben? — en vooral welke de meeste waarde hebben zouden, wanneer aan Holland, niet de 90 millioenen die hy bl. 51 ftelt, dat de andere Gewesten aan dit nog zouden fchuldig zyn, miar veellicht driemaal zoo veel, wierden goedgedaan.en defchul. den van Holland dus op de heljt verminderd? Wy vragen, welk Hypotheccq het beste zoude zyn, wannéér Hólland flechts circa 300 millioenen, en de andere provinciën gezainenlyk by de 400 millioenen fchulden hadden? Dan daar Holland niet te hoopen 11 oeh te verwachten heeft van zyne fSoudgenoolen, bet geleende in honderd jiaren weder te zullen krygen, kennen wy geen rechtvaardiger middel Olri dit te bewerkftelligen.dan eene generaale vermenging der fchulden. — Wy ketnïen geen middel om aan de crediteuren van den Staat, een onwrikbaarer, zekerder, onderpand te verfchaffen , dan dat van éénheid van fchulden. — Wy kennen geen beter middel, om de, door wanbetaling reeds zoo menig naai bedrogene, Ncderlandfche Ingezetenen, de bètabii" hunner intresten te verzekeren, en ben vooralle vrees enögevaar' of vvel voor 'ie datJelyke realiteit van diergelyke' fcliendingen der goede trouw te behoeden. — Wy kennen geen beier middel om het volk , reeds zoolang deprooi eener bende woekeraars, uit hunne klaauwen te redden, éénheid van courante waarde daarteftcllen, en alle onderfcheitl tusfehen bet eene papier en bet andere te doen ophouden Wy befebouwen de éénheid van fchulden, als het wenfchelykst linsnciëel geluk onzer renteniers — als het gefchikifte inid. del om het crediet onzer eigene Fondten te herftellen, en den ondergang der buitenlandfche Geldleeningen te bcwe.kcn. BI 5. Stelt de Schryver, „ dc onbepaalde introductievan nheuicene lasten als ondoenlyk; immers, zegt hy, demo' eelyUheid is my nimmer bewezen, zelfs niet in Theoiic. Hierop verzenden wy hem naar dc Afte van ponft.itune zelve, die by toch mede heeft helpen aaneenfchakelcn, cn mar zyn eisen laatfte artikel op dezelfde sdebladzyde : —(') wat betreft "zyne aanmerking over dc confumptive middelen, deze is waar, dan ogenblikkelyk daarop erkent hy de 1110nelvkheid om de benodigdheden der algemeene fchatkist, door lelvke relative belastingen, Collateraal &c. over het gebecte volk te heffen. — In de Acte van Conftitutie word dehehV.g der jaarlykfehe 13 J millioenen cn andere beboetten der Re- Dagblad van yin Schelle, No. as».  ( 208 ) pnblïck mede aan liet gemeen btfrtiur overgelaten — cn, Iet WlII niet over de respcélive machten in de departementeni maar over de gezaminiyie individueele Ingezetenen in elke derzelve! — De mogelykhcid beflaat dus, zo verre men die zoeken wil, en lier zoude toch zonderling zyn, dat als iiicn'op deze wyze 13J millioenen heffen kan, men dan het . overfchot niet even zo zoude konnen heffen;— men zoude daarenboven volgends de inrichting by de Conftitutie voorgelteRi,,ii©g een leger van algemeene beambten mecr„nioeten betalen, en Provincialen daarby behouden! Gcivensclite fpaarz.iamheid! Inmiddels bedoeïen wy hiermede de in het Plan van Conftitutie voorgeftelde wyze van helling niet goedtckeuren, dezelve is te ftrydig met alle grondbegiufelen van Gelyk- bcid en lichtvaardigheid. Wy zullen vati 's mans eerfte udvis overgaan tot ?yn vicwc pag. 39.. en verv. Hier herhaalt vitringa gedeeltclyk bet in het eerfie gezegde, en — gaat vcrvolgends over om ons aan te tooneni uh yan Cafars tyden tot heden , gene éénheid van Financie heeft beftaan. — Dit kost weinig moeite; dan dit argument behoeft men flechts op ons algemeen beftuur toe te pasfen, en men kan er by gevolgtrekking uit concludceren dat daar ■wy nimmer zonder Graven, Stadhouders , en Aiiltocratcn, gewieèsj zyn, wy ook nu weder de eene of andere dezer iti geeiingsvoimen moeten kiezen. lil. 43. Vraagt hy: of de oude fchulden der gewesten ook moeten aangemerkt worden , als gevolgen der Unie? — en zegt vcrvolgends, dat zo dit het geval zoude mogen zyn, het dat die van Holland, en van dit Gevest alleen, zouden moeten zyn. —— Vei volgends verhaalt hy dat in 1^05 Holland met alle aaj.gewénde voorzichtigheid, om ï.ieis voor de andere Gewesten te doen , echter 140 Millio.rKn fchulden had gemaakt, — waaitegeri de anderen aan de rampen des krygs meer of alleen waren blooteedeld icwecst. — Déze zyne redenecringen cn gevolgtrekkingen, zyn _ veelal even zoo haailyk als ongegrond, — dezelve verdienen ccider verachting dan wederlegging,dan wy.zullen echter den volgenden trek tot een Haaltje nader aanftippeu.' 151. 44. „ Voeg hierby de kosten van den verdei(felyked „ Oorlog tegen Lodcwyk den 14de in 1672. en vcrvolgends „ fievoeid, waarvan dc drie Landprovinciën, Utrecht, Gcl,j Herland, en Ovcrysfel, de droevigfte gevolgen moesten j, ondervinden, als buiten defenfie gelteld, térpyl er niat „ byna aan het Leger, alles aan de Ploot in dat nood„ tuttig Jaar was ten koste gelegd, denkelyk uit hoofde „ dat men niet voor beiden tegelyk kon zorgen,doch waar„ door die ongelukkige Gewesten volkomen overheerd, van „ de Unie -afgefchettnl, cn door Brandfcbattingen en Con„ üibutiën wierden uitgeput." — enz. Op Bl. 45. fchynt hy de Staatcn van Holland, en byzonder den grooten Staatsman de JVilt, als oorzaken van dezen Oorlog ie befchuldicen , en hy fchynt in bet voorgaande te Willen beweeren , dat Holland in denzelvcn de andere Provinciën zoude hebben opgeofferd en zelf niets geleeden, — dat dit céne grove misvatting zy, weet elk die iets van 'sLands gefcliiedenisfen gelcezen beeft. — Elk weet hoe ver de Franfchen in het hart der Provincie van Holland waren ingedrongen , — cn kent de rampen diede Inwoners hebben uitgellaan. — Wy vraagen meer: wat zoude van bet geheele Gemeenebest geworden zyn, indien (le Hollandfche Inundaticn en Vestingen den Vyand niet hadden gekeerd, en belet de geheele Republiek te vermees¬ teren? — Wy vraagen, wat van ons polit'cq beftaan zoude •geworden zyn;'indien onze Vlooien de Zeeën niet bedekt hadden ? — En wanneer toen de Ingezetenen der drie Gewesten meer individueel de fehade des vyandelyken iuvals hebben gcdiaagen, en hun deze niet is goedgedaan; dan vraagen wy,wie toch aan de Hollandfche individueele Ingezetenen, de Ichaden der Inundatiën, toen en vcrvolgends, herhaalde maaien tot algemeen behoud geformeerd, heelc vergoed? Wie? dc fchaden door hen in dien, en vyf volgende Oorlogen ter Zee geleeden ? deeze zyn ook onder de Holiandfcbe (cbulden nut geteld, en bedraagen in de twee laaiflé Oorlogen echter verre over de 200 millioenen. Ert gefield zyne zydelingfche aanmerking, over de kosttn voor de Vlooten aangewend, ware eens waar: dan vragen wy nog : Waaraan heeft de Republiek haare grootheid te danken gehad? — aan de Vlooten of aan de Lagers? — Wy bloeden nog allen door de (lagen, ons door het gemis onzer Vlooten tot in het harte toegebragt. Zonder Vlooien, wat was ooit het Gemeenebest geworden? En is het niet zedert dat een gevloekt Systema de Vlooien vernietigde, en onnutte Legers op de been bracht, dat onze Republiek zo diep is gezonken? — Indien dan Holland ook daardoor in fchulden geraakt is, wie heeft daar van cle vruchten geplukt? — Niet Holland alleen, maar vreemden — bondgenoten in fchyn , die wel de voordeelen wilden genieten , doch hunne Voedfier tot dank met de fchulden .overlaadden. — En zyn het niet de zogenaamde Landprovinciën, aan weleer beftuuren wy met hunnen Stadhouderlyken Vriend, alle volgende Oorlogen hebben te danken gehad? — BI- 45. „ Voeg hierby de immenfe kosten aan Zeeweerin„ gen, Dyken, Havens, Bereplaarlèn van Schepen, gedaane aanlagen ter verbetering en facilitcering van den Koop-handel van dat gewest &e."' welke mede oorzaak der fchulden zyn. — Wy erkennen dat deeze ongelden de fchulden van Hol' land merkt lyk vermeerderd hebben , dan wie heeft de voordeelen van den Hollandfehen Handel mede genoten ? — De Convoyen en Licenten in Holland geheven,. zyn die in de. Cis vt.n Holland of van de Generaliteit gekomen? Voorzeker in dc laaide. De Unie heeft dus de voordeelen op den Ilindel mede genoten, maar Holland heeft de kosten betaald. — Wanneer, alle deze kosten uit dit middel betaald waren, dan zouden zeker cle fchulden van Holland vry wat minder zyn. Dat by eene vermenging der fchulden verfcheiden Gewesten ie gronde zouden gaan, is eene volftrekte misftclling. — En indien 'er al eens het een of ander plekje gronds eenigeimate by benadeelt .wierd, — zoude dit behoren optew.-gen tegen het behoud van het geheel ? — Geene Regeelingsvorm kan worden ingevoerd, waarby niet het een of ander Lid der Maatfchappy lyd. — De plicht der Wetgevers is dan bet minlle kwaad aan het grootfte voortetrekken — de Confiuutie niet r-p duizenderlei geplooide beJangens, maar op het eenig rustpunt van rechtvaardigheid en ge'.yltheid te vestigen — zich door geene byzondere belangen of begrippen tot nadeel des geheels te doen wegliepen — het algemeen heil en hat meest mogelyk volksgeluk daartcdellen, of op zynen post te derven. •— Die deze plichten ver- ' geet, worde in geene Maatfchappy van menfchen geduld — by worde althands niet toegelaien tot het Contract Social, ten zy hy deze beginfelen hulde doe — en de naneef leze op zyne grafzerk i — schrik, wand f. laar! iuer rust ben vyand van zyn vaderland!  DE DEMOCRATEN. insri.-.ai el ntoNOt bttsl »ètf nsv JM»i sb tib (S na Mo'noob :srl rao nonrin'/l ui no,j«-, , -,„.^ J 'N°. '28. Donderdag den 1 ■December 1796. Het'Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. ■ Een altyd braaf, flandyaslig man, Voelt door het dreigend oog yan een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. •'•.\? ! :'' '^^ ,j6ihsv 3) >i :;!r,7 ^--.'i gg, bedenkingen over de verschillende" INZICHTEN der PARTYl^N by de onderhandelingen -an vREDE. * 'J . ' « "«H»«"•»•«• t i'iv l{n aio Het is natuurlyk, e-i wy zien bet met goedkeuring,'dat de Natie in deze gewichtige oogeriblikken, waarin baar lot'door de aanneming., verwerping, of verandering van het berucht "ontwerp van Conftitutie voor altoos ftaat beflist te worden; met dit allerbelangrykst onderwerp geheel en a1 :s ingenomen; indedaad, zy Zou van eene, onvergee'flyke onverfchilligh'eid te befchuldigen zyn, indien zy niet met arendsoógen bleef ftaaren op dit merk= -waardig tooneel, waarin de verfcm'lle-nde oogmerken en belangen , in het daarftellen eener Republi"keinfche Conftitutie zich eindélyk ter Nationale Vergadering zoo volkomen ontwikkeien , waarin den warmen vriend van Vryheid , Vaderland cn rechtvaardigheid , maar ook den vermomden Ariftocraat cn intriguanten Foederalist de gelegenheid gegeven word om zyne gevoelens openlyk te bepleiten, en 'waarin het allernoodzaaklykst is dat het volk uit zy-ne eigene oogen zie en zich niet late verfchalken; ook vernemen wy met genoegen , dat onze llaperi^e Natie thands aan allen kant wakker word, en 'daadlyke pogingen begint te dten ter onderfteuning e dier brave 'eden van - eonu.tueer . • Ligchaam, -die de zuivere,en. volmaakte Eerhei willen daar.ftelten, en, het vervloei- ..ederanimus, 'dat broeiaUïSt, van. Ariftocratie n Stauhouderlyk Despotisme, voo. imm& onder de voeten der "Nederlandfche ■Vryheid wincn .• i«n verbryzelen. — .;Dan, zoo zeer wy deze geestdrift moeten pryzen en aanmoedigen, even. zjo zeer gevoelen" wv :de noodzaaklykheid, dat verlichte voorftanders van .het algemeen heil des volks middelerwyl eeh'waakzaam oog gevestigd houden naar buiten ; en dat zy, als wachters op de muuren van Nederland, terwyl volk en beftuur in volle infpanning zyn op de inwendige Staatsgefteldheid, allen die bewegingen en werkzaamheden gadeflaan, welke thands in de Cabinetten der oorlogende Mogendheden ter bekominge van eenen fpoedigen vrede plaats hebben, ten einde de Natie ook van dien kant te konnen voorlichten, en tegen alle mlsleidin'gan hieromtrent te waarfchuwen. Het listig en verraderlyk Britsch Ministerie, het 'geen de mine maakt van den oorlog te willen eindigen , is op dit oogenblik bezig e zy  ayne fynfte netten te fpannen om het doorzicht en de goéde trouw van on.cn edelmoedigen boodge-: noot de Franfche Republiek , ware het mooglyk te ve'rftrikken, en ons het ilachtoffer te maken van onze verbindtenis met dezelve. — Het wil eenen vrede, waarby het, voor onze eigene geroofde bezittingen , Frankryk van, ons zoude aftroonen, eu ons het Stadhouderfchap wederom doen opJringen. Dan, nimmer zal dit godloos ontwerp Hagen; Het Franfche Volk is te verlicht, om het bedrog niet doortezien, en te-edel , te braaf, te getrouw , om ons er aan opteofferen. Evenwel is het zeeVnö'ou-saaklyk , de -geheime dryfveeren, die onze vyanden bewegen , van naby te kennen, te meer daar zy ons leeren , waarvoor, en roor wien wy zoo wel als de Franfchen ons in- en uitwendig te wachten hebben. — Het volgend extraft uit eenen manlyken en wel beredeneerden brief eenes Engelfchen Democraats, geplaatst in le Mokiteür vaft-ïo November l. t, hebben wy zoo belangryk gevonden, dat wy hetzelve hier vertaald mededeelen. Hetzelve geeft ons een juist denkbeeld, zoo van de gevoelens des konings, en de oogmerken van Pin, als van de intrigues van het Engelsch Ministerie in deze zaak weder ter hand genomen. -— Wy zullen daarop laten volgen eenige algemeene aanmerkingen, over de verfchiilende inzichten der partyen in ons Vaderland by het verlangen naar den vrede, en ten flotte hieruit opmaken , wie de gefchiktfte voorwerpen zullen zyn, om de middelen te helpen uitdenken en daarftellen ter bekoming van zulk eenen vrede, die ce Vryheid handhaaft, en tegen Despotismus en Auftocratie waarborgt, dat is, zulk eenen vrede, Welken het volk van Nederland behoeft, en verlangt. — ■Extraiï uit eenen Brief van Londen. „Tleonaerhandelingen van'vrede zyn byna het eenig voorwerp der algemeene belangneming geworden; feder een verlangt ernaar, weinigen verwachten dien, Zy die de kaart van het land meenen te kennen ï verzekeren dat de Konmg en Mr Put in dit geval niet ééherlei bedoeling hebben. De perfoonlyke ge_' neigdheid des Konings en zyner vrienden, zeggeel zy, is voor het doorzetten van den oorlog, en "zy laten zien niet in met deze onderhandeling, dan om dat het onmooglyk .is zich niet te voegen naar den duidlyk verklaarden wensch der Natie, en om dat zy hoopen dat, byhet mislukken derzelve, het gemaklyk zal vallen om, door het haatlyke van deze zaak aan Frankryk te wyten , een volk wederom den oorlog te doen hervatten , het geen zich daarvan begon te ontdoen door zyn gezand verftand en het bezef van zyn belang. De toejtiigchingen die de Koning heeft ontvangen by zyn vertrek uit het Parlement , waar hy woorden des vredes gefproken had, betekenen even hetzelfde als de beledigingen die hy verleden jaar ondervond, toen hy er, voor de derdemaal, den oorlog ging boodfebappen, en dit is, wy willen-den vrede. Ook' heeft de Koning zorg gedragen om, in den aanvang zyner rede, te zeggen, dat hy zich bepaald had tot deze onderhandeling, na gelegenheid gehad te hebben om de gevoelens des volks te vernemen. , Maar deze gevoelens des volks, verzekeren de leden der oppofitie, zyn in dit oogenblik niet meer die van den Koning, dan •zy het waren by liet fluiten van den vrede met de •Amerikanen. De Koning met zyne geheime raden-, die nu, 't geen vry merkwaardig is, byna dezelfden zyn als in dien tyd , maakte toen den vrede [gedwongen , om dat hy dien befchouwde als een opgeofferd m'sbruik van zyne byzondere koninglyke waardigheid." „ Tnands zal hy ook tegen zynen zin vrede maken, om dat deze vrede in zyn oog niet anders is, dan eene opgeofferde verkrachting van het Koningschap in het algemeen, en eene nadering in Enge-; ■land tot de verwoesting van de beginfelen der Tary'j, in welke hy is opgevoed en gehouden door zyne leermeesters en Schotfche leeraars. De Koning en  «B zyne^vrienden, *»egt men er;öv>, hebben aims\» even gelyk de Franfchen, eenen oorlog-vit grond* le«infelen gevoerd, Den vrede te Duiten zal voor hun niets anders zyh dan zich daaraan te onderwerpen, en na dit gedaan te hébben , zullen zy daaruit, fchoon gelukkiglyk te vergeefs, aanleiding zoeken tot eenen langzamen en beflisfendftD; oorlog; want zy'zulten 2icb nimmer in vrede en veiligheid achten, zoo lang zy zich verbeelden dat deze Colosfate Republiek- voor hen ftaat, en, door haar aanwezen alleen, alle de thronen en Ariftocratiën der wereld bedreigt. Het is dus mooglyk dat zy den vrede tekenen, maar dit doende zullen, zy onder elkander blyven zeggeoidat het. een koning, moordende vrede'is , gelyk Mr. Burke dit operlyk zegt, en het eerlang ontvouwen zal in een byzonder gefchrift." „ Wat Mr. Pitt betreft, zegt men wyders, is het eene geheel-andere: Zaak; zy die het zedelyk charafter en het ftaatkundig Systema vau dezen mini» ter kennen, weten zeer wel dat het verfchil in den grond hem volmaakt onverfchillig is. Hy heeft geenen throon te verliezen, noch groote goederen te wagen, en een man van eene zoo koele geaartheid, van eene ziel, welker tegenftrydigheid alleen den vrede verftooren kan , die zich zelfs geen enkel oogenblik laat ophouden door dingen waarvan de menschlyke gevoeligheid doorgaands het meest is aangedaan, is weinig gefchikt om zich met geestdrift te bezielen voor den goeden of kwaden uitflag van een of ander ftaatkundig begrip. Hy heeft aan de Democratie den oorlog, verklaard , omdat hy minister was van eenen Koning , die niet gelooft dan aan de koninglyke Souvereiniteit, en dezen aelfden oorlog heeft hy niet verklaard dan een jaar na dat de Koning «1ien in zyn hart verklaard had, en alle voorwendfelen opzocht om denzelven te doen uitbarften. Hyzou deze oorzaak van de onafhanglykheid van Frankryk en der Vryheid verhinderd Jjebben, zo by enkel 'lid geweest ware van dcKs- Ee ner d«r Gemcentens, en zyne yyanden in den-raad les Konings had gezien. De eenige roem naar A'elke hy haakt, is die van Financier , en hy gezoek zeer wel dat het eenigst middel om dezen •cem té redden uit de verfchriklyke wlsfelvalligleden waaraan hy genoodzaakt is geweest denzelven blootteftellen, is-vrede te maken. Hy wil 4us «ede, in de eerfte plaats om dat hy , voor zich. zelf, geenen oorlog uit principes■ voert, en ten anderen om dat het zyn byzonder belang is dien te willen." „ Maar zal het Fransch. Gouvernement dien op dezelfde voorwaarden hegeeren als het onze? Zie daar het voornaam onderwerp van alle de redeneeringen en van alle de gistingen." Het Engelsch Gouvernement wil handelen met Frankryk als met eene uitgeputte en van alle verdere middelen tot aanvallende kracht beroofde Mogendheid. Het tydftip , welk het. zoo vaardig gekozen heeft om een paspoort voor zynen gezant te krygen, en de opening der onderhandelingen, toonen. zeer duidlyk dat hetzelve geoordeeld heeft dat deze ftaat van onvermogen gekomen was, en ge-. volglyk dat de uitwerkfelen die men er van verwachtte , niet ver af waren. Frankryk het geen, ondanks zyne laatfte tegenfpoeden , het gevoel heeft van zyne wezenlyke en inwendige fterkte, zal waarfehynlyk niet begeeren dat men met hetzelve handelen wille als in eenen ftaat."yan zwakheid, omdat het meenen zal zyne kracht gereed te voelen om ieder .oogenblik zich te herftellen.- By zoo tegenftrydige uitzichten , zal het moeilyk zyn zich te ver- fban. Zoodanig zyn over het geheel, omtrent deze gewichtige zaak, de gevoelens en gefprekken der vyanden van het tegenwoordig b.ftuur , die meenen wel verzekerd te zyn van het geen zy zeggen." „ Het zyn voorzeker niet de Diplomatieke listen, die een einde zullen maken aan dezen grooten twist. Dezelve heeft zedert lang eene houding verkregen a die.  dié niet toelaat laakbare middelen daarby te ge-bruiken. De valfche munt, in dit geval gelyk iti alle anderen, gaat tegenwoordig niet,voor de waarde, die men er aan geeft, maarvoor bet geen*y WCzenlyk waardig is, cn zy is de onkosten die men er aan doet, niet meerwaardig. De Diplomatieke kortstgreepen zyn iri de tegenwoordige gefteldheid der menfchen. en- der zaken van Europa, het geende manieren van een oud hof in een nieu w ryk zyn; zy geven- ftof tot la-gcben, en tot niets meer. Nimmer voelde men meer dan in het tegenwoordig tydv*ak der burgerlyke maatfchappy , al de waarheid van het zeggen onzes uitmuntenden landgenoots Bdco: De menfchen die zich eenen grooten naam ver. werven docr hunne 'listigheid , beroven zich van het beste werktuig der menschlyke handelingen, het ver. ïrouwem. De ondervinding bewyst indedaad, dat menfchen die al te veel list bezitten, een groot onecirak hebben, dat naamlyk van niet listig genoeg te zyn. Voor het overige zou het ons zeer kwalyk (laan om ons het gebruik van zulke middelen'te vermeten; wy zyn gelukkiglyk door de goede zoo wel als kwade hoedanigheden van ons cna. racter veel onbehendiger tot dit fpel, dan wel andere Natiën. Fiedrik II , die een zeer bevoegd,réchter was in dit ftuk, fpreekt in zyne Gedenkfchriften veel van het geen hy noemt de dubbelzinnigheid, de woelingen, en intrigues van ons Gouvernement;-maar die alles is, volgends hem, zoo flecht verbonden, dat de zaak terftond in het oog fpringt. Hy hiakte- zeer onze politieke behendigheid : ,, den Engelfchen , zegt hy , heeft het altoos „ gemangeld aan konjlenary en fynheid in hunne onder,, handelingen ; geweldig verkleefd aan hunne eigene „ belangen, weten zy die van anderen niet te Jlreelen; ,, zy meenen dat zy door guinies aantebieden , alles . verkrygen konnen." Indien wy in deze omftandigheid lomp genoeg waren om zulke aanbiedingen te doen, zou het eenige welk wy zouden uitwerken dit zyn, dat wy door een of ander gefchrift of openbaar gefprek wel zouden doen verzekeren da* wy ze, gedaan hadden , en dit zou voorzeker geen nuttig gebruik maken zyn van de' r 50,000 L, tot geheime dienften van den Staat befteiml." ., De vrienden der Vryheid hoopen dat het Franscli Gouvernement zyne plichten in deze omftandigheid weten te betrachten , op eene wyze waardig aS'fi dcNatie waarvan het de uitvoerende Macht vertegenwoordigt. Zy hoopen dat deszelfs gedrag voorzichtig,'ferm, cn befcheiden zal zyn,, dat het zich even verwyderd zal weten te toonen van dien valfchen en misdadigen .trots, welke hetzelve eenen, nutlozen oorlog zon doen verlengen , als van diei zwakheid,-welke doet toegeven aan onbillyke vorderingen. Dat hetzelve wel overtuigd moge zyn dat de gezonde (taalkunde.thands beftaat in goede begrippen en rechtfehapene gevoelens, dat al het overige flechts eene dwaasheid is van oiu'.e bedorvcr.c kinderen, die niets zien van bet geen rondom hen gebeurt, en dte met alle geweld een fpel willen, fpelen waarin men bedrieger is zonder iemand voorden gek te konnen houden; maar te gelyk, dat zyne vyanden hetzelve niet mogen konnen verwyten eenen geest van heimlyke' uitdaging-, wanneer, men. hetzelve openlyk betuigt dat men met hetzelve ia . onderhandeling wil komen, noch al te plompe uitdrukkingen van wantrouwen en haat, wanneer men zich fchikt om tot hetzelve, onder het oog van geheel Europa, woorden van verzoening en vrede te fpreken ; dat het moge toezien dat de onkundige yver van zommige ondergefchikte lieden , of de trouwloosheid van zommige valfche vrienden , in. deszelfs naam en buiten zyne voorkennis, geene redenen doe hooren , die zyne taal niet konnen zyn; dat het wete te andwoorden op het geen men hetzelve zegt, en niet meent, in de plaats van te willen andwoorden op het geen men meent,, maar niet zegt; dat het fchrander genoeg zy om de ftrik-, ken te bemerken die men hetzelve fpannen kan,, ea fierheids genoeg nebbe om ontydige klachten daar-  0 2|3 daarover te verfmaden; dat het wel overtuigd moge zyn, dat , indien list de toevlucht is van zwakke verftanden , deze zich hedendags Riet verbinden laat met iets het geen eene verhevene ziel kan goedkeuren ; de voorzichtigheid en bedachtzaamheid, vereenigd met oprechtheid, ftandvastigheid, en waakzaamheid , maken het waar charaóter uit van den Staatsman in de behandeling der zaken , en brengen hem tot het bereik dier rechten en verwachtingen welke men hem heeft aanvertrouwd ; met één woord , dat het niet handele dan uit beginfelen en met bedoelingen, welke hetzelve voor het oog van geheel Europa kan openleggen, en dat het die beginfelen en bedoelingen openlyk verklare; alle de vrienden der Vryheid zullen het hooren, en deszelfs fterkte zal niet enkel beftaan in die van allen de Franfchen, welke dezen naam waardig zyn, maar zy zal die zyn van al wat in Europa edele zielen en edelmoedige harten bezit." — . Tot dus ver dit Extract. Wy zien daaruit de verfchiilende dryfveeren, die George Hl en Pitt in beweging brengen om aan den vrede te arbeiden, en tevens door welke Diplomatifchc intrigues het Britsen Ministerie trachten zal zyne onderhandelingen kracht bytezetten, en eenen vrede naar zynen zin te verwerven. Engeland heeft van Frankryk geene Conqucsten van aanbelang in handen , maar wel van zyne Geallieerde, de Bataaffche Republiek: dan Engeland is in verbond met den Keizer, die groote verliezen heeft geleden , en met den Vorst van Nasfau, die van alle zyne goederen en waardigheden In de Republiek ontzet is, en het heeft belang dat beiden in hunnen voorigen ftaat herfteld worden, om dat Engeland dan zyn oud Systema va» overheerfching vernieuwen kan. Wat is er in dezen toeftand voor het Cabinet van St. James te doen ? Het moet trachten eene ruiling te bewerken van zyne met Frankryks Conquesten, het moet den Keizer zyne Nederlanden , en Oranje ten minften een gedeelte van zynen invloed in dc Republiek tracli* ten weder te bezorgen; om langs dien weg Franfc■ ryk van ons aftetrekken, en ons ieder oogenblik geëxponeerd te doen zyn aan eene nieuwe overweldiging der oude bondgenoten ; wanneer het nu biervoor eenige Bataaffche Coloniën aart Frankryk afftaar, verbeeld het zich, door dat krachtig roerfel van eigenbelang het Fransch Gouvernement Iichtlyk te zullen bewegen , om zoetvoerig onze Republiek opteofferen. — Dan de cordate en openlyke wyze op welke dat Gouvernement tot nog toe zyne Diplomatieke (lappen tegen over Mylord Malmesbury gedaan heeft, en welke dezen teveel befchroomd* heid hebben ingeboezemd, om zynen last aan hetzelve voor als nog volkomen tedeploijeeien , zoowel als de fchranderheid en goede trouw onzer edelmoedige Bondgenoten waarborgen ons volkomen, dat zy zich door geenerlei intrigues noch omkopingen zulten laten verrasfehen , en losmaken van htinre natuurlyke Geallieerde, dat is, van die BafaSitcTè Republiek, welker val de hunne zoude z\n , e.r van welke zy, zelfs maar door afftand van de ƒ? /■ gique, zich niet konnen vcrwyderen , zonder zen zelve zoo wel a's haar in een dringend gevaar vair tegenomwenteling te ftellen. Neen, Frankryk z~if nimmer eenen vrede maken , dan welke 'hare eri harer Bondgenoten vryheid , en volksrechten volkomen verzekert, en eenen onoverkomelyken Öaga boom fielt tegen den indrang van alle willekeurig en uitheemsch gezag. Nederlanders! mochten deze en diergelyke ftaatkundige intrigues van een verraderlyk en op uw bederf loerend Hof u ten eenemaal vreemd zyn en blyven! Mocht gy dezelven'met verfoeiïng befchouwen als Iaage listen en gevaarlyke netten, gefpannen om volken, die vry willen zyn, daarin te vangen, en onder het oude juk der Britten te brengen t Mochten zy u vereenigen in de krachtigfte pogingen om aan het monfter der tiranny den doodlyken flag toetebrengen , om het menschdom te helpen redden uit de ketenen, die de wreede Pitt bezig is Ie 3 °P  op nieuw voor hetzelve te fmeeden , en geenen anderen vrede te willen , dan zulk eenen , die roemryk voor uwe verldsfers, heilzaam voor uwe belaagde vryneid , eu zegenend voor geheel Europa is! Dan, om wat nader tot onze eigene Republiek te komen; mogen wy niet met reden vragen: ,, hoe „ veele byzondere inzichten , oogmerken, en be- langen, zullen zich wel in dit land opdoen, ten ,, aanzien van den naderenden vrede, naar gelang „ van het vcrfchillend doel , welk o: derfcheidene „partyen zich hebben voor-geftcid ?" — Geene mindere, vrezen wy, dan in Engeland; trouwends wy hebben zedert de jongde Revolutie reeds zoo veele byzondere belangen en bedoelingen bedekt of openlyk zien ontwikkelen, deze hebben de vorderingen tot het algemeen geluk derwyze 'vertraagd, dat op dit oogenblik by het vervaardigen en beoordeelen van een Contraft-Social voor de negen zich veréénigende volken , de Republiek zich in eene ontzagchlyke crifis bevind, welke eerlang ftaat beflist te worden door ot den duurzamen bloei of den wisfen ondergang van ons Gemeenebest tc verzekeren. Dan, laat ons deze verfchiilende oogmerken met betrekking tot den aandaanden vrede eens van naby bezien, laat ons onderzoeken wie en waarom zy den weg van intrigue zullen trachten te nemen, en welke derhalven de gefchiktfte voorwerpen zyn,om met onzen edelmoedigen Bondgenoot medetewerken ter verkryging van eenen heilzamen vrede, aan welken Frankryk den besten fteun zal vinden, en die het dus moet weten te fchatten, wil het niet in volgenden tyd de dupe worden van zyn al te goed vertrouwen op] eene mengeling van intriguanten, 4ie thands de Franfchen liefkozen, om dat zy hen nodig hebben, met g.en ander djel, dan om ^ even gelyk de roover in de Fabel, zoo dra zy door hen zullen uit het water geholpen en inftaat gefield zyn om hunne eigene krachten te ontwikkelen, hunne verlosfers ondankbav.' van z\ch afteftootenj en de hand die he i behield te ... .ierven. Oraojo's aanhang, over \ gttfeèrJ, verbaasd en te gelyk ftout gemaakt door de invoering van een zoo overdreven als onftaatkundig moderantisme, altoos in den zoeten droom uitziende op buitenlandfche hulp , de aangebodene broederlyke hand met verfmading afwyzende, om dat zy zag hoe zwak het nieiiW gouvernement zich betoonde te wezen ; deze aanhang, immer ftoutmoediger en woelzieker, naar gelang dezelve de Revolutie verder van haar waarachtig doel zag afwyken, en uit de toenemende verdeeldheden en bejagingen der eigenbelangzoekers,Patnciè'rs, en Ariftocraten, levendiger hoop fchep. te, dat de broze tempel der Bitaaffche Vryheid, reeds op zyne grondflagen zoo wankelend neêrgezet, weldra in zich zelf zoude inftorten; deze aanhang, nog altoos hygende naar zyne oude ketenen, omdat dezelve verzacht werden door een op hen afdalend vermogen om op hunne beurt anderen te beheerfchen en te verdrukken, en alles doende aanlopen op dat groote middenpunt hunner wenfehen , de contrarevolutie; ik zeg, deze aanhang >s listig genoeg, om te bemerken, dat het onmooglyk zal zyn die daarteftellen, zoo lang Frankryk zynen regenwoor. digen invloed en fterkte behoud. — Wanhopende van door den oorlog haar heilloos oogmerk te bereiken , wil zy den vrede, maar met geen ander uitzicht , dan om dat zy hoopt, dat dezelve onzen Bondgenoot van ons aftrekken zal, en dat de geallieerde Hoven een zoo voordeelig bedirg zullen weten te maken, waarvan Oranje's cn gevolglyk hunne herftelling, althands voor een gedeelte, in d^n ouden Zetel van heerfchappy, de eerfte vrucht zal zyn; en, indien het nodig is, zal zy hiervoor eenen aanzie-nlykcn fchat, ter omkoping gefchikt, opofferen. De Ariltocratifche party heeft verfchiilende bedoelingen, naar mate zy of door geldzucht of door heerschzucht gedreven word. Ingevolge hiervan zyn ook hare inzichten by den vrede zeer onderfcheiden* Daar-  Daarin echter Item men zy allen overeen, dat zy, door hun intrigueeren, niet den algemeenen welvaart, maar enkel hun byzonder belang zullen trachten uittewerken. De ryka Ariftocraten, de Financiers, en Actiekopers verlangen den Vrede. Aan den éénen kant zitten zy opgepropt van papier, gedurende den oorlog tot lagen prys ingekocht, op hoop van fpoed.igen Vrede.' De beleeningen worden allengs moeilyker, en ftygen in prys der renten; devoordduring van den oorlog zoude hen aan het gevaar bloot(lellen, van hunne op fpeculatie gekochte effe&en tot lager p.ryzen te moeten verkopen, ten einde de daa;.;lyks opgezegd wordende beleeningen te konnen aflos en. — Van de andere zyde is er gedurende den oorlog geen handel in de Engelfche fondfen; dit aanzienhk gedeelte hunnes woekerhandels is dus voor hen gefloten. — Daarenboven hebben zy te duchten, dat een langdurige* oorlog de Engelfche fondfen meer en meer zal doen dalen, en dus ook htm aandeel in dezelven in waarde verminderen. — Integendeel hebben zy hoop, dat by een vrede wederom nieuwe gelegenheden tot vreemde geldlichtingen zullen ontdaan, welke gedurende den oorlog niet te wachten zyn. Ook zuchten zy gedeeltelyk onder het uitblyven der interesfen, daar Engeland, de Keizer, Spanje, Poolen, en Frankryk, ten dien opzichte in gebreke blyven. In één woord , zy hebben alle de voordeelen die zy uit den oorlog konden trekken, genoten; en verlangen nu naar den vrede om 'er nieuwe voordeelen door te behalen. Het natuurlyk belang der Kooplieden, Reeders,, Asfuradeurs, en van alle daar aan verknochte takken , flechts weinige individus uitgezonderd, is ten allen tyde vrede. Uitgeput door de fchaden en be lastingen van den oorlog, verlangen zy z;ch de ukgeftane rampen en nadeeien door den vrede te vergoeden; en om dien te verkrygen, zouden veelen hunner alle politieke voordeelen, ja de Vryheid zelve opofferen , zich de opgedrongene voorwaarden , hoe fchadelyk en vernederend ook, laten welgevallen, en voldaan zyn, indien zy hun byzonder belang flechts ten koste van het algemeen Volksgeluk bevorderen konden. Zy, die opgelegd zyn en een aangeboren recht wanen te hebben, om over hunne medeburgeren te heerfchen, die eene opvoeding hebben^ontvangen, welke hen tot fyne arglistigheden en inf igues meer inftaat ftelt, die zich verbeelden, dat het overfchot der menfchen flechts gemaakt is om de voetenbank hunner trotsheid, de fpeelbal hunner heerschzucht te zyn, zy, die door de jongde Revolutie van hunne Zetels trebonsd, of de navolgers der oude Ariftocraten geworden zyn,-hebben veelal geen minder fehadelyke en gevaarlykc oog-merken, zoo wel voor ons Vaderland als voor Frankryk, by bet werk van den vrede. In hun binnenfte gezworene vyanden der Franfchen en van .het Systema van Vryheid en Gelykheid door dezelven ingevoerd, verlangen zy, niets vuriger dan den vrede, mids die naar hunnen fnnak en wensch daargefteld en ingericht worde; dat is, zoo dat dezelve hen ontfla van hunne ondraaglyke Franfche banden, den Engelfchen tyd verfchaffe om door nieuwe intrigues, omkopingen, en verraderyen, zynen voorigen invloed op de Republiek te hernemen, en de Natie zelf door de wederkeering der rust en van den handel, doe influimeren, met dat gevolg, dat zy hunne geliefkoosde heerfchappy wederom konnen uitoefenen, en de Ariftocratie in haren vootigen luister herftellen. Zy, die thands in bediening zyn, hopen zich langs dezen weg te zullen ftaande houden, terwyl de geenen, die op dit oogenblik nog buiten het bewind gefloten blyven, zich vleien met het uitzichtvan de anderen weldra den voet te zullen lichten. En welke konnen de oogmerken zyn van zommigen der.Nederlandfche Foéderalisten? van die wezens,d:e, mooglyk genoegen feheppende in de voordduring der twisten en rampen van ons Vaderland, om dat zy langs dien weg het tydftip eener waare éénheid zien verwyderen, die openlyk durven brandftoffen werpen in de vlammen van eene verteerende volksverdeeldheid, en zich niet fchamen onder betoog des' Volks een foéderalismus te verdedigen, waardoor de Republiek, volgends bun voorden, soü jaren gebloeid heeft; die geene andere klachten aanheffen ,dan over de laatfte 7 jaren der verdnkkinge, misfehien wyl zy zedert dien tyd verftoken zyn ^ewor. . A,v ,11 1 ' 1 111 j • 'iéea ( 215 )  .{*. Z\e in de Leydfche Courant van 26 Nov. 1796, de uit c'cn Republica'n vertaalde Aanmerkingen op het ftuk over dc Eéi h.'id van Financiën, geplaatst in ons No 13; een opltel, het geen eene opicilyke wederlegging onwaarriij, is, en welks ooTipronpTyken Conipilateur. wy heinas 1 kennen. aen van vette ambten en bedieningen; die met geen ander oogmerk tegen de verandering van het ojd S> iorna ) veren, dirj om dit zy yrezéhdat alsdan hun '>f honiien vfiefidèn en gutlstfingèri een aantal van dj voordejligfte posten cn Commisfiën zullen ontvallen ; cn die geene intrigues onbeproefd laten, die z< lis gehuurde pennen gebruiken , (*)om het Ffanfcfie Volk en Gouvernement tegen het ééuheidsftelfvl, als ongerymd en gevaarlyk, intenemen., en hunne tegenflanders te brandmerken met dc verdenking van een Buaafsch Terrorisme te bedoelen V — Dezen willen boven alles den vrede. En waarom ? zy kennen de zachte en licht te bevredigen geaartheid-onzer Natie. Zy vleien zich, dat, wanneer deze maar vrede heeft, en géld kan winnen, zy zich als dan fnet het overige weinig meer bemoeien, cn hun de banden vry laten zal oin het overige naar welgevalJen te fchikken. Zy hopen dus ongevoelig hun Systema, dat altoos door dc flymigheid des volks'is ftaande gebleven, en het geen nu wankelt, om dat de oogen ééimaa! open gegaan zyn , weder te herbouwen, zoodra de ophouding van den revolutionairen Staal den weg tot verandering zal hebben toegefloten. Zy zoeken dat Syftema by den algemeenen vrede te doen confqlideeren en guarandeeren, al zouden zy zich op dat oogenblik met Oranje en zynen aanhang verbenen, en zoo hunne party aanzienlyk verfterken. Zy mogen Frankryk nu ftreelen, en door geheime rnisfionaires in hun belang zoeken te krygen, in de daag echter zyn zy deszelfs bitterfte vyanden, en verlangen niet meer, dan vrede, om zich door dit middel van de alliantie en betrekkingen met dat land te konnen ontdoen; en eenmaal op hunne eigene voj'en (ramde, hebben zy befloten, dit bondgenoot, fijhap weldra te doen verkoelen, de Franfchen tcgentcwerken , en een fteunpunt tegen hunnen invloed tc zdekcnj by derzelver natuurlyke vyanden. Zoodanige zvn hunne inzichten, welke-allen nederkonwn op de doordryving van een ftelfel, het geen de ceniiie waarborg, is voor hunne kleene Souvereiniteifëh en heilloze perfoneele of provinciale belangen. Alle deze partyen, elk naar hun byzonder oog. tjK-rk intriguecrende, hebben door hunneopvoeding, ftudiën, rykdommen, wereldkennis en Diplorriatifehe ondervinding, zeer veel vooruit boven de geenen, die hunne moedige tegenftrevers zyn, ter aanvending van alle mocglyke konftenaryen en listige machinan'ën. welke zy nodigi) keuren om hun doel te bereiken. Wy zyn verzekerd dat zy ten dien einde niets onbeproefd zullen laten, en dat zy liever de gemoederen alom zullen oprue 1 en tot een uiterfte van geweld doen over liaan ; dan de zaak gewonnen geven. Dan tegelyk zyn wy volkom ju overtu'gd, dat het doorzichtig Fransch Gouvernement hunne listen doorgrond , en 'er zich niet door zal laten Verfcbnlken. Neen! onze edelmoedige broeders zullen zoo min door Ne Jerlandfche als door Eugelfche goudr-teugen zich niet laten verpesten. ~ Zy weten hunne waare van hunne fchynrrièndeö , broeder^ van verraders, vrienden des volks' van vermomde tirannen te onderfcheiden. En gelukkig, indedaad, is Nederland nog niet zoo geheel door de ondeugd bcfinet, of er beftaat nog eene aanz'enlyke party van de eerstgenoemden. Wy willen daar voor niet Uitventen dat aantal van onkundigs, baatzuchtige, cn zoo wel als anderen fnoode bedoelingen fmedende Anarchisten, welke wy in tegendeel rangfehikken Onder de gcvaarlykè partyën in ons Vaderland, en welke wy voorzeker naast hen zotiden geplaatst hebben, indien zy een wezenlykSystema hadden;neen! er zyn buiten dezen nog verlichte en oprechte volksvrienden, die, ja , den vredehartlykbegeeren, doch geenen anderen ,dan op billyke, duurzame, en eerlyke gronden; geenen anderen, dan waardoor de waare Vryheid geftevigd, de Gelykheid gefchraagd , en de zuivere Éénheid geheiligd word; geenen anderen, dan waardoor de verraderlyke invloed van Brittanjen en Oranje, de heerschzucht der Ariftocraten , endedievery der Agioteurs vooraltoos word buiten gefloten, en 's Volks oppermacht door de naauwfte aanfluiting van het verbond met Frankryk duurzaam gecimenteerd. " Zy willen geene belemmerende banden van flaverny meer, hoe kostbaar ook verguld. Even onafhanglyk van den een als van den anderen, begeeren zy her Vaderland tot den rang eener vrye Mogendheid te verheffen , cn door dezamentrekking van alle deszelfs energie cn krachten , gelukkig in zich zelf, nuttig voor zyne Franfche Bondgenote, en ontzagchlyk voor zyne vyanden te maken. Het is op zoodanige voorwaarden alleen dat zy den vrede willen, en zy wenfehen liever den dood en eeuwigen oorlog, dan bet Vaderland te verraden door hetzelve eene fchynbaar verkwiklyke maar indedaad doadlyke rust te bezorgen, en ondankbare, nutloze, gcvaarlykè, afvallige Bondgenoten hunner brave, hunner dappere verlosfers te worden. Ziet daar, Franfchen! het echte fchaduwbeeld der partyen die Nederland thands verdeelen Wytwyfelen geen oogenblik, of de vluchtige befchouwing daarvan zal u uwe waare vrienden en die des Vaderlands reeds hebben doen kennen, en op hunnen rechten prys doen ftellen. Wy zyn verzekerd, dat geene anderen dan dezen gefchikt zyn om uwe rechtfehapene pogingen tot bewerking van den algemeenen Vrede en de duurzame Vryheid en het gel uk der beide Republf eken, krachtdadig te onderfteunen. Wy durven u gerustlyk inftaan voor het goed gevolg uwer naauwere vereeniging met die waare Vaderlanders, terwyl Neêrland en Frankryk , ja dc menschheid zelve , het eeuwig zouden moeten betreuren, indien gy tl door list en intrigue-hadt laten misleiden, en hulpe geboden aan die partyen, welke uwe gezworene vyanden in hun bin-' nenfte zyn , en niemands vrienden , dan — van Engeland en van zich zelve.' — ( 2iO  DE DEMOCRATEN. N°. 29. Donderdag den 8 December 1796. 'Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid. ■ -te - — ■ -——— Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd jTiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. ~- .. Nieuw Betoog, dat Hollands Schulden eeniglyk tè wyten zyn aan de - overhetalingen voor andere Gewesten. befchouwing der Schulden door de Provincie van Holland, zedert de Unie van Utrecht tot heden toe, meestal ten behoeve van het algemeene Bondgenootfchap gemaakt, gaf aanleiding tot de volgende berekening der Interesfen, over dezelve Schulden; eenen meer gefpecificeerden ftaat daarvan optemaken, zoude een werk van oneindigen omflag zyn, en weinig de moeite belonen, welke daartoe zoude worden aangewend. Wy vergenoegen ons dus niet eene algemeene of globale opgave aan onze lezeren mede te deelen, welke echter op het laagfte gefield zynde, ons die zekerheid'overlaat, dat het volk van Holland wel meer maar niet minder tot dezen ongehoorden , en boven zyne financieele krachten gaanden last heeft opgebracht. Kortheidshalve hebben wy het advis van den Burger van de Kasteele tot grondflag genomen, en de fchulden van renten op de verfchiilende progresfien, in hetzelve te vinden, gebouwd.— Wy verzendén dus onze lezers, indien zy lust mochten hebben om de navolgende opgave van ftuk tot ftuk na te gaan, tot dat advis zelve, in het Dagblad van van Schelle, No. 255,156,257. Wy vinden dan, dat van den jare 1580 tot 1599 ingcfloten, en dus in 20 jaren, door Holland opgenomen zyn 5 millioenen, veelal tegen 12 pCt. in 't jaar; wy ftellen den interest door één flechts op 10 pCt., en flaan dezelve over ƒ 250,000 : - jaarlyks door elkander opgenomen, wanneer wy dezelve vinden te bedragen , ƒ 5,000,000 Van 1599 tot 1(^32, zyude 33 jaren, is de fchuld geklommen tot ƒ 55,550,000:dus vermeerderd met ƒ 5o,o55)O0o : - (zynde jaarlyks met circa ƒ1,532,000 : -) van welke, tegen 5 pCt. door één, in de 33 jaren betaald zyn . 0 41,704,000 En over de oude fchuld van 5 millioenen 53 jaren a 5 pCt., beloopt 165 pCt., ad . e 8,250,000 Van 1632 tot 1647, en dus in 15 jaren, is de fchuld vermeerdert metƒ58,486,000:-. zynde 'sjaars circa ƒ 3,900,000 ; - de Interest door één a 5 pCt. in 't jaar, bedraagt «ver het geheei in 15 jaren . . , * 21,932,000 Ff De  De Interest der oude fchuld van / 55.550,000:- bedroeg in deze 15 jaren, h 5 pCt. 75 pCt. ad .. .. - •■ - ƒ - 4.1,662,000. Van 1647 tot 1652 ,. dus 5 jaren , heeft dp nieuwe fchuld / 7,140,000 : - door één /-i-,428,ooo: - in het jaar bedragen.. De Interest over. het geheel, beloopt derhalven. in 5 jaren » • . . •. * 892,000. De Interest der oude fchuld van,. 114.030,000 : - bedroeg in deze 5 jaren, a 5 pCt.,, 2.5 pCt. . .. * 0 28,509.000 Dus bedroeg reeds in het jaar 165-2 de fom der Interesfen door het Volk zedert de Unie opgebracht . ...♦.ƒ 147,049,000, Van 1652 tot 1667 is de fchuid met ƒ 400,000 : - verminderd, wy zullen dus deze — —*— 1 ij jaren door elkander rekenen op ƒ 12,000,000 : - tot den verminderden interest van ij. pCt., wanneer wy denzelven in 15 jaren vinden te belopen 6o pCt., zynde „ 72,600,000 Van 1667 tot 1678 is de fchuld wederom vermeerderd met ƒ 38,6^0,00.0 : - zynde jaarlyks nagenoeg ƒ 3,510,000 : - de Interest over die masfa door één gerekend, is dus bedragende . . .. • s . . » 8,402,000; De oude fchuld bedroeg 121 millioenen, over welke it jaren Interesfen a 4, pCt., zy.nde 44 pCt., bedragen ... • *> 53;~4°;°co In de volgende 19 jaren., van. 1678 tot 1697 , vinden wy 54 millioenen,. of ƒ2,842,000: - jaarlykfcjie vermeerdering; de interest bedraagt dan weder door één. 'over dc 54 millioenen . . .... * 20,320,000 19 Jaren interest a 4 pCt. zynde 76 pCt. , betaald van.de oude fchuld van iöq milr lioenen, geven . . ... #■ 121,600,000 - Van 1697. tot 1721, vinden wy weder eene vermeerdering van 128 millioenen, of jaarlyks door één ƒ5,333,000 : - de Interest over 24 jaren weder als vooren gerekend, 'bedraagt ' ' -' ' • • % ' 61,460,000 En 4 pCt. in het jaar,, over de oude fchuld van 214 millioenen ,. zynde in 't geheel 96 pCt. • •■ <• 205,440,000 J9us hebben wy reeds van-1652 tot 171U .. . ƒ 543,152*000 Wy zouden nn nog konnen voordgaan, met de berekening.der interest-tegen 4pCt., 1 ——— dan, dewyl door de invoering-van den 100" en 200e" penning, in dezelve, fchoon isjuafi op-4 pC\ blyvende lopen , echter eene eigenlyke reductie heeft plaats gehad, zullen wy van nu af aan ons bepalen tot 2 J pCt.en onze verdere berekening op dten voet inrichten. Van t72i tot 1781 is de fchuld fuccesfivelyfe vermeerderd of verminderd; dezelve i blykt in.,1781 te zyn; geweest omtrent 3C0 millioenen; wy zullen dos het middelgetal wederom tot ftclpunt nemen,,en vinden dan, dat over 320 millioenen, in 60 jaren betaald is ',.-,■' V - - :.. ' • • . & 48cr,ooo,O0O- ' Van 1781 tot 1794, door één, over 400 millioenen a i\ pCt., 32^ pCt. . o 130,000,000 En,  ( 219 ) En van 1794 tot heden, volgends opgave 12^ millioen in -t jaar : ƒ 25,000 coo Dus in alles, van 1711 tot heden j ; ƒ 635,000,00x3 Van 1580 tot 1652 . ; ; 147,949,000 Van 1652 tot 1721 , • 543,152,000 Maakt, zedert de Spaanfche revolutie, aan Interesfen door Holland betaald tot op heden, de enorme fom van . . . ƒ 1326,101,000 Wanneer wy nu zien, dat zedert dien tyd door het Volk van dit Gewest eene zoo aanzieniyke fomma is betaald, en wy vooronderftellen, dat Holland flechts een vierde gedeelte meer betaald heeft dan het volgends gronden van billykheid had moeten betalen , dan vinden wy dat de Lasten in Holland geheven meer dan toereikende zouden geweest zyn om die Provincie buiten fchulden te houden; ja zelfs, dat cr ten dien einde zoo veele belastingen niet nodig zouden geweest zyn. Immers, indien Holland % minder gedragen had, zoude de fchuld van 454 millioenen £ minder zyn, bedragende ƒ 113,500,000 Waarby gevoegd der betaalde Interesfen . „ OOT enn En de ongelden van de heffing der nodige lasten tot goedmaking dezes deficits en der interesfen, ten minfte . . 50,000,000 Het welk een geheel uitmaakt van f m^000 . Hier van afgetrokken de fchulden . , , 454,000,000 Zoude nu nog in kas zyn . ƒ 41,000,000 Gaat men nu verder voord en overweegt men dat Holland zyne behoeften uit zyne lasten, gelyk uit deze berekening blykt, zou hebben konnen vinden, indien het niet ten behoeve van het algemeene bondgenootfchap fchulden had moeten maken, eu vervolgends immer voord negotieeren, om de interesfen dezer fchulden te konnen betalen; dan volg: de conclulie, dat de Hollandfche ingezetenen niet alleen met geene fchulden zouden bezwaard zyn, maar ook tot betaling van htm billyk aandeel in de algemeene lasten, nimmer zoo zwaar boven die van andere Gewesten zouden hebben moeten belast worden, nochdaaglyks zoo veele gewone en buitengewone lasten zouden behoeven optebrengen. Indien in het jaar 1721 een vierde van de toenmalige Hollandfche fchuld van drie honderd drieënveertig millioenen, met vyfentachtig en een halve millioen, door de overige Gewesten aan Holland ware vergoed, of van hetzelve overgenomen, en de daardoor uitgewonnen interesfen jaarlyks tot aflosfing gebruikt, met byvoeging van die penningen, welke jaarlyks door de aflosfingen werden befpaard ; dan zoude Holland in den jare 1776 geheel buiten fchulden geweest zyn; en in de volgende jaren, zonder nieuwe belastingen, ruim acht en een halve millioenen hebben befpaard; het zoude dus in 1781, omtrent drieënveertig millioenen in kas gehad hebben, met welke, en de zedert dien tyd al mede befpaarde interesfen, alle betalingen tot heden toe, geene uitgezonderd, zonder niemve lasten of extra belastingen, hadden konnen worden voldaan. . Dit alles kan ten bewyze ftrekken, dat de/jeiwnelasten, in de laatfte zestig jaren voorden jongden Engelfchen oorlog, meer dan voldoende waren, om'zelfs by de overmatige quota, waarmede Holland was belast, aan alle de behoeften van dat Gewest te voldoen, en dat zelfs, indien de Gewesten verdeeld bleven, en gehouden waren bet aan Holland wettig verfchuldigde te voldoen, dit Ge west nog te redden zoude zyn; daar in tegendeel, alles blyvendeopden tegenwoordigen voet, de onregelmatige en ongehoorde last, waaronder hetzelve zucht, niet anders dan zynen verhaasten ondergang en met denzelvendien van liet geheel Gemeenebest na zich zal Hepen. Ff 2 Jsts  ( 240 ) I'S OVCr PARTYK*, #ACTlgN.,4 N.EHVE KON.TWOOPDEN, tg g^infi i e w revolutie. (Zynde eene leid i* g tot het volgend woordenboek,) Een der grootfte nadeeien in eene revolutie , cn welic derzelver lo.op ten fter.lïe belemmert eu moetlyk maakt, is, dat de aanklevers van verfebillende gevoelens over het b.ftuur van zoo-danige revolutie, en wegens het eind oogmerk waarnaar dezelve gericht moet worden, cn wegens de middel,n, welke-men daartoe moet aanwenden, in plaats yan zich onderling als lieden te befchouwen, die het allen wel meenen, en hetzelfde oogmerk hebben, doch ter goeder trouwe in de middelen ter bereiking v*n dat oogmerk verfchillen, zich in tegendeel over en weder als vyanden aanmerken, die met een kwaad cpzet verkeerde middelen aanwen- ■ den, ten einde de revolutie te doeft mislukken, oF aan hunne byzondere belangen dienstbaar te maken. Hierdoor word al ras haat en partyzucht geboren , en zoo dra de onderfcheidene part)ë;i den naam van hare hoofden , of eenen anderen onderfcheidenden naam aannemen, dan worden het zoo veele verfchiilende faétiën , die het Vaderland inwendig ve.fcheuren, en der goede zaak het grootfte nadeel toebrengen; het algemeen belang word als dan uit het oog verloren , elk kleeft flechts het belang van zyne party aan , en het is den onzydigften 'mensch byna onmooglyk, om hier niet ter goe'er trouwe te dwalen, en zyn gevoelen over het een of ander ftaatkundig onderwerp moetende uiten, niet uit het principe van zyne party te reder.eeren, in plaats van het algemeene nut ten grondflag zyner handelingen te leggen. — Wanneer men den loop der Franfche revolutie nagaat, ziet men al aanftonds het onberekenbaar nadeel, dat onze broeders zich •zelve hebben toegebracht, door de verfchiilende fac ïië'n in welke zy verdeeld waren , en men word ten diiidlykftea overtuigd, djt naarmate die faftiën in getal toenamen, men in dezelfde mate van tycfc tot tyd van de ware principes al week, en dat-de zaak der Vryheid veelen van hare Recfien verloor, en met het belang van de eene of andere party verward werd. Ziet hier de febets (zoo al niet van aiien, ten minfte) van de hoofdp ,rtyen cie Frank, ryk, gedurende den loop der revolutie, verdeeld hebben; en wanneer men zich nu daar by herinnert, wat er al in dat Land gebeurd zy, in de verfchiilende tydsgewrichten, in welken die onderfcheidene partyen beurtlings den boventoon fioegen, dan geloven wy, dat men volkomen van de gegrondheid onzer aanmerking zal oveituigd zyn. In 't begin der Franfche revolutie was de Natie flechts verdeeld in twee partyen, waarvan de ééne den naam van Patriótes, en de andere die van AriJiocrates droeg; teen verftond men door Patriotten over't algemeen die geenen, die herftelling wenschten van alle de misbruiken, die onder 't oud' Gouvernement plaats hadden, en onder den naam van Ariftocraten begreep men den adel, de geestlykheid, de parlementen, en alle gepriviligeerde ligchamen die geen herftel begeerden, maar hun eigen belang boven dat van 't algemeen fielden. — Toen vervolgends de Volks-Sociëteiten hun beftaan ktegen, namén zy den naam aan van Jacobins, naar de plaats waar de voornaamfte Sociëieit van Parys hareZitting hield. Eenige verdeeldheid onder de Jacobynen gekomen zynde , zonderde zich een aantal leden van dezelven af, en vergaderden in de kerk der Feuillanten, waar naar zy den naam van Feuillans . kregen. De Club de 89 voegde zich fpoedig by hen, deze Club was in het Palais Royal geformeerd,' doch zy behielden beiden den naam van Feuillanten. Intusfchen vereenigden zich de Ariftocraten onder den.  f Zit ) m tvtrf van CM MomrcUiqve. D«e fcSe trachtte I 0,,'or deri fchjn van voor dc Monarchie Confiitution nelle tc B?ïH de belangen van 't Hof te bevorderen. 1 Te-en die allen werkte in ftilw de factie van Ph hppe | d'Odeans, die zich zelf op den thrcwn dachrie plaat | feh. Zoo veele verfchiilende facten deden teel na- j deel aan Je revolutie; en het duurde niet kng of I de Cordeliers regeerden de Jacohins van Parys, en ! dezen deden de geaffilieerde Sociëteiten werken , en | trachteden zelfs de Conventie te regeeren — De verdeeldheid hier door te groot wordende, begon men meer tc particularizeeren, en de ramen van Aripcraten en Feuillanten m.akten plaats voor die van bibfottins, - Girondins, - RoLv.dins, die weer verdwenen voor die van medhés, - hummes d\ Etats ,gens fufpects, - appellans au pev.ple , ~ en fèdéra- nps% welke op hunre beurt weder vervangen werden, door les Clubijles de la fint e Utapelie, — les fignataires de la petition des h:Jt mille, en des vh.gt WÜUy , welke wederom plaats maa!;ten voor les tYaitres, les Confpiratetirs, fet Contre-rivoh.tion- naires,'- les énnemis du peuple, — Vervolgends kwamen de benamingen van Maratijles, Ultra-Revo Münnaires., — en Hebertifies, en eindlyk die van Roberspierriftes, welken na den dood van hunnen chef Terrorijles genaamd zyn geworden. — Laat ons nu eens een oog op ons Vaderland flaan, en wy zullen gewaar worden, dat wy denzelfden weg beginnen intetreden. Reeds zedert eene reeks van jaren werden de twee partyën in ons Gemeenebest, door de namen van Oranjefurie en Patriotten, (doch welken door hunne tegenparty wel eens met den naam van de Loevefleinfche fadtle beftempeld werden) onderfcheiden; deze benamingen werden by gelegenheid onzer voorige verfchillen voor den jare 1787 wederom in trein gebracht, met dat onderfcheid, dat naarmate de verfchillen heviger werden , en de verwyderwg grooter, men over en weder aan die benamingen iets meer verachtlyki begon te hechten, zoo dat de Patriotten, de party ck-s Stadhouders Ff icehts- Oranj -klanten, cn die wederom de anderen ieezeu noemden ; dit was naar den voornaam van één mnner zoogenaamde chefs, doch dien zy daarmede e veel eer aandeden , vermids hem virfcheidene verachten ontbraken, om het hoofd van eene party te :yn. „ De Patriotten zeiven betonden zich in fe&en e onderfcheid n , en die geinen, die voor deKechcn van 't Volk durfden uitkomen, werden door het neerenueel der Regenten , cn diederzelver party aankleefden, doldtiftigen en niwwteid-zoiktrs genaamd, :erwyl zy 09 hunne beurt die Regenten eu hunnen aanhang Jritkcraten noemden, en aan d;e weinige Regenten,die moeds en eerlykheids genoeg bezaten, om in weerwil hunner medebroederen het Volk gelukkig te willen maken, den naam van Volks-vrienden gaven. Het gedetlte der Natie, 't geen zich uiterlyk geliet opzydig te. zyn, en tot g.-ere van beide do partyën te behoren, om ze beide zoo veel te gemaklyker te bedriegen,en hoe dez -akook keeren mocht, er hun voordeel uit te trekken; noemde zich zelve uit iedigheid, flillen in den lande. Zoo Honden de zaken, toen de irmarsch vanPruisfifche troupes een einde aan alle die divifiën en fnbdivifiên der Patriotten maakte. - Het ongeluk, zoo als het gewoonlyk doet, vereenigde hen allen in één punt, en zy droegen gedurende zeven jaren roem op den fcheldnaam van Kiezen; ~ maar naauwlyks was de gelukkige contrarevolutie van 1795 daar, of men begon wederom uit één te lopen; daar men in alles het Franfche Systema volgen wilde, 't geen op gronden rustte, waar van men hier voor 1787 geen denkbeeld had, flelie men geen het minde vertrouwen meer in alle die geenen, die in 1787 in't bewind geweest waren, en denaam van Zevenentachtiger, waarmede men hen in 't generaai beftempelde, was genoegzaam om iemand in verdenking te brengen vati onmooglyk der Volksparty te konnen zyn toegedaan. - Vervolgends kwamen de verfchillen ter baan, over de wyze op-welke men de zaken in den aanvang der revolutie behandelen moest* zommigen wilden hier, uit verfchiilende oogden, den 3  den zachten weg inflaan, anderen het kwaad tot tri den wortel uitrooien, en hieruit ontftonden de benamingen van flymerigen en revolutionairen; —. deze namen in't begin zonder onderfcheid aan een ieder, naarmate van zyne gevoelens, gegeven, werden al fpoedig,voornaamlek op degeeonflitueerdcMachten toegepast, en naar gelang iemand in de eene of an. dere betrekking, "t zy in 'c provinciaal Beftuur, 'tzy in de Conventie over het een of ander onderwerp advifeerde, kreeg by openlyk den tytel van-Slymgmtt of Revolutionair. -— Thands, daar het plan tot de Conflitutie op het tapyt gekomen is,fchynenzich verfcheidene zoogenaamde Jlynerigen en revolutionairen geamalgameerd te hebben ; — de vcorige partydigheid fchynt verdwenen tc zyn, en alle andere benamingen fchynen plaats gemaakt te hebben voor die van Foederalist en Unitaris; en zo Wy in 't kort niet verfcheidene andere benamingen krygen, zal het ■misfehien alleen daaraan te wyten zyn, dat er in ons Land zoo weinige lieden zyn, die kunde en moeds genoeg bezitten , om zich aan het hoofd van eene party te ftellen, en in de omftandigheden waarin wy verfeeren is het moeilyk te bepalen, of dit een geluk of ongeluk voor ons Vaderland zy. • Het fchynt dus, uit het geen wy in Frankryk en hier gezien hebben, en uit het geen de historiën ons wegens andere Natiën leeren, onaffcheidlyk van het rnenschlyk eharaóler te zyn, om zich ten tyde van peliticke gefchillen in partyën , ja in factiën te verdeelen, en zich onder'byzondere vaandelen te rangichikken; en daar dus bet' kwaad zelve niet te voorkomen-fchynt, leert de rede ons, dat wy ten minfte deszelfs nadeelige uitwerkfclen, zoo'veel mooglyk, moeten trachten te voorkomen, of althands te verzachten. — Het nadeel nu, dat uit de benamingen der verfchiilende partyën.en faöiën -oiltftaat.is onzes oordeels niet zoo zeer ia de namen zelve gelegen, terwyl de zaak exfteerende,1 er wei een' naam voor moet gevonden ivorden; maar het beftaat daar in , dat de naam dikwyls zeer onnaauwkeurig de zaak uit. drukt, waardoor dan voelen uit het verkeerd begrip van zoodanige benaming voordredeneerende, dikwyls in groote dwalingen vervallen. —. Het gaat met de politieke taal, even als in't generaal met alle talen, in 't begin beftaan dezelven uit weinige woorden; maar naarmate de behoeften vermeerderen, en een Volk, zich van de natuur verwyderende, zich zelve konstbehoeften vormt, naarmate de konften en wetenfehappen uitgebreid worden, moeten er nieuwe woorden worden uitgedacht, om alle die zaken en denkbeelden te konnen uitdrukken; en zoo worden de talen langzamerhand ryker en uitgebreider. In 't politieke heeft hetzelfde plaats; zoo lang er geene grote, nieuwe, en ongewone verfchynfelen san den ftaatkundigen hemel zyn, —— zoo lang de volken op de gewone wyze beftuurd worden, en de vorften naar de voorlang aangenomene Etiquette met elkander handelen, is de voorraad van woorden, die men nodig heeft om elkander te bedriegen, flechts zeer gering, en de betekenis van elk derzei ven is aan die geenen, die zich op dat vak hebben toegelegd, zoo uist bekend, dat zy zelden aan de oppervlakkige uitdrukking blyven hangen , maar meestal 'combineeren wat dezelve betekenen moet, in de byzondere betrekking waarin zy gebruikt word. — Maar, wanneet er groote veranderingen in het ftaatkundig Systema plaats hebben, — wanneer gebeele volken hunne Regeeringsvorm willen veranderen , — en wanneer daardoor alle groote pasfiën ten tooneele gevoerd worden , en de verfchiilende eigenbelangen worstelen om de algemeene zaak tot hun byzonder nut te doen llrekken, dan worden er nieuwe woorden vereischt om de onderfcheidene zaken, driftem, en denkbeelden uittedrukken, en de politieke taai word' meer en meer uitgebreid. — Zoo onverfebillig als het nu in de gewone zamenJeving voor elk byzonder perfoon is, alle de kor.sttermen te kennen, van die ambachten, konften, en wetenfehappen, welken fey niet uitoefent,zoo hoognoodzaaklyk is het in .tegendeel, 'ten tyde van alge-  ( 2^3 ) gcmoene politieke verfchillen , en vooniaamlyk by het iurn:ocrcn van eene nieuwe Conflitutie, waarby dus het geheele Vork het grootst belang heeft, dat ook *dk lid der maatfchappy volkomen onderrichtzy, van de kracht en ware betekenis der woorden, welken tjusfehun 'hen gebezigd worden, aan wien de algemeene belangen zyn toevertrouwd; en het is door alle dc voorcnflaande. overwegingen , dat wy op het denkbeeld gekomen zyn, van een Woordenboek te vervaardigen,, waarin wy, zoo veel onze vermogens toelaten, voor het Bataaffche Volk zullen openleggen de ware en echte betekenis , niet alleen van die woorden,, waarmede de eene of andere party of faótie word aangeduid,maar ook van die konsttermen,die thands in zoo groote menigte gebezigd worden door hen, die aan 't hoofd der zaken zyn, en welke by de meeste politieke Schryvers worden overgenomen. En daar de (pottende toon meestentyds het krachtdadigst middel is, om geheime misbruiken ten toon te ftellen, zullen wy van denzulven veelal gebruik maken Zullende wy het ons tot een groot genoegen rekenen , indien wy ook ten dezen opzichte der Natie, van nut konnen zyn , en ten wege brengen, dat dezelve door een grondig begrip van de ware betekenis der woorden,ook worde opgeleid tot eene juiste en wel onderfcheidende kennis, van perfor.en en zaken.- STAATKUNDIG WOORDENBOEK, (Eerfte aflevering.) We n s c h l y k. Dit, anders zeer bekend en ver(laanbaar woord, dient voor de Staatkundigen van onzen tyd c- en gelyk eene P.arapluie voor een dienstmeisjen dat bang is van nat te zullen worden, als het Iwgemi Men gebruikt, hetzelve, wanneer men in zyn hart tegen eene zaak, tegen een voordel, tegen een verzoek is,. en echter anderen wil doen geloven,, dat men er voor is. Trouwends, dit heeft z) ne reden! — Zoo fpreekt men b. v. van w e n s c hLYK.e Zamënwerking tot daarftilling der Éénheid; — . van wen.sch ly k Volksgeluk, w en schlïke handhaving der Rechten van mensch en Lurger enz, ook ?•? — l\cen , foei! zoo ver is het nog niet! — S o u v e r ei n i te rr. des volks. Een nieuw Compliment in de ftaatkundige bon ton, .een nieuwe titel aan het Volk van Nederland gefchonken, even gelyk men in Dtiitschland voor goede Ducaten Baron '.gcflag.en word.,— Ja,, dat-.zyn 'er. ook Baronnen naar...! die BaroHnyën zyn ver te zoeken!... Dit zy zoo. Zouden wy minder zyn dan onze voorgaande dwingeland ?- waar was-diens Oranje Prinsdom?' — Men zy echter op zyne hoede, wanneer men dit woord in een Ariftocrutisch Muliekftukje vinden .mocht;, dan moet ireti 'er vooral een poco manontroppo, of een volti fubito byvoegen , wyl men anders, gevaar loopt van 'er zich op te barsten te fchreeu wen. Nationale Kas. Een gaatcpatiel , waaroponophoudelyk water gepompt word . of, wil men dit liever., een patiënt,, die aan den Lintworm gaat kwynen. Vaderlandsliefde. Een oud Nedcrduitsch woord , dat by onze voorouderen zoo veel betekende , als de- zucht om het welzyn des Vaderlands' do°r alle moogjyke middelen te bevorderen, en de aanwending van alle edele pogingen ten dien einde. Üy. her, werd de. Vaderlandsliefde voor de eetfte al¬ ler plichten gehouden, en gewillig offerden zy hunne eigene belangen aan de volbrenging van dien plicntop. Zy komt ook hier en daar voor in de aêioudc gefchiadenisfen der Grieken , Romeinen , en van andere volken. Dan, daar alles cud word door den tyd, gelykt zy thands in deze gewesten zeer naar eenen ouden afgefleten mantel, welke zyne eerfte eigenaars geheel bedekte, dooh die nu door veer*u!r dige gaten aan eiken voorbyganger de naaktheid zyner bezitteren vertoont; vooral, wanneer het on. derkleed uit veelerleie lappon is zaamgefteld, waarop cie woorden een Ambt ! eigen of byzonder belang! heerschzucht ! wraak! erz te vinden, en door. de • openingen zomtyds duidlyk zichtbaar zyn. De verfchiilende uitleggingen van dit woord zyn ontelbaarnaar de onderfcheidene bedoelingen der uitleggeren. Jets anders is Vaderlandsliefde in de Raadzaal, iets• anders in de Clubs en Volksvergaderingen, iets anders by den financier, ariftocraat, koopman, ambachtsman , en boer..— Elk- hunnerfchetst haar naarzyne byzondere belangen, en verheeld zich, dat deze boven alles gaan. Kortom-, Vaderlandsliefde be< boort onder die oude woorden ..waarvan flechts weinigen den waren zin gevoelen, en hetwelk voor bar overige, door de menigte,even gelyk de alom weergalmende woorden, blikfem, dmder, weerlicht, er.z.'. zonder nadenken of gevoel, doch zomtyds tot over— blufling van andere meer onnozele burgeren, gebezigd word. — Wy verwachten ook van onze nakomelingen ,dat zy dit woord onder deydeleklanken■ in hunne Woordenboeken.plaatfen zullen', ten minfte, indien zy van trap tot trap voordgaande, hunnenu levende voorouderen zoo verre achter z ch terug: willen fiten, als het tegenwoordig gedacht.van de: zynen verwyderd is. rechten van de.n mensch. Dit waren > Q.f-  ( 224' ) Ornamenten, waarmede men zich nu 2 jaren geleoen, verfierde; zy waren toen fterk en vogue, maar thands zyn zy uitverkocht, of ten minfte niet meer te vinden.... Hoe zoo? Wet, de Winkeliers houden ze niet meer na. En waarom niet5 Men bied daar geen geld meer voor. Voor twee jaren was het eene noodzaaklykheid, zich daarmede te dtkken; maar thands verfiert zich reeds Jan en alle man daarmede; — en een fatzoenlyk man kan zich immers niet kleden als het Canaille??? Den nationalen tyd besparen. Dit betekent, in een beleefden term, veel te praten en niets uittevoeren. Men gebruikt deze fpreekwys doorgaands in den aanvang of op het einde van een langwylig weinig betekenend discours, en dan doet het nagenoeg hetzelfde- effect, als het opfchrift dat mei doorgaands voor de winkels der bedriejjlykc Chineefen loest : pou-hou! dat is: Uier beftetlt men niemai Renvojjeeren. Dat is verwvzin, verfckiiven, Vin den eenen jshouder op den anderen gooijen, van den hals f huiven, uit ftellen, eene zaak eindigen. By voorbeeld, wanneer een' burger, het zy mer eene edele, warme, ftoute, verontwaardiging, bet zy met een verhit gemoed, zich by het een of ander ligchaam van Staat vervoegt, om fchadevergoeding van de leden van het voorig Bewind te erlangen , en zoodanig Collegie hem renvoijeert tot de ordinarii Jufiitie, dan wil zulks zeggen: vooreerst, deze last word van bet Staatsügchaam gefchoven op de fchouderen van het Collegie van Jufiitie. Ten tweede, als gy naarrechten genoegzame bewyzen voor de u aangedane fehade hebt, word uw zaak zoo lange uitgejield, tot dat gy een vonnis ten laste uwer tegenparty zult hebben verkregen. En ten derde , wanneer gy naar rechten g:ene genoegzame bewyzen hebt, olïcboon u indedaad fehade is aangedaan , kunt ey geene vergoediug erlangen , en hiermede — w uwe zaak geëindigd. Zoo z.gt men ook: renvoijeeren aan ftadsof 'slands Casfa, dat is uiijlellen. By deze gelegenheid terinnerefl wy ons eene gefchiedems in voorigen tyd in de Republiek Harrawarra voorgevallen ; aldaar werd na imlyk zeker destyds wel bekend Staatsman in commsfie naar de eene of andere ftad der gemelde Rep.(bliek afgezonden; een der Crediteuren, zynde', z) wy ons niet bedriegen, een' gering burger, kwam den voornoemden Staatsman lastig vallen over eenige fchulden. De Staatsman , geheel met zyne iirootfcbe plannen vervuld, renvoijeerde op dat tyd¬ ftip den burger naar zyn privative kas , doch de burger, begrypende dat zulks niet alleen was uitftellen, maar iudedaad inhield, dat hy zyne penningen niet -konde bekomen , was hier- mede niet te vrede: die onbefchofte burger ! — Men gebruikt het woord' renvoyeeren nog in veele diergelyke gevallen. Zoo als: renvoyeeren aan eene Comnnslie, dat is, zomtyds eene zaak naauwkeurig onderzoeken, zomtyds een middel trachten uitteviuden, om het voorgeftelde of gedecreteerde geen effect te doen bekomen , meestenryds echter, om eene ziak te doen uitvoeren: —- zomtyds, om gelegenheid te geven tot fyne politieke werkingen (by den lompen burger cabaleeren genoemd;. — Men zoude hier nog by konnen voegen: renvoyeeren aan het Provinciaal beftuur, dan da-ar zulks familiair is, zullen wy dit niet verder uitpluizen. Epakgne. Een lief hondje van een woordje, hedendags veel in gebruik, wanneer men rekent volgends dén regel: Nul, ik hou alles. Ekrlykheid. Betekent de verplichting, om niemand meer te bedriegen of te befteelen, dan men in zyn vermogen heeft ongeftraft te doen. — Deze ftaatkundige uitlegging itrekt zich niet alleen uit van Mogendheid tot Mogendheid, maar ook van Vorften of Regenten , tot hunne onderdanen of medeburgeren , van belangzoekers tot het Volk, van den eenen burger tot den anderen. Zoo lang zich den bedrieger in eene zekere ftaatkundij_-e betrekking tot den bedrogenen weet ftaande te houden, blyft hy een eerlyk man. —n Wanneer hy. volléérd in deze konst, eenen minder bedrevenen ziet vallen,zegt iiy luid,op een verachtenden toon — ,, die fchurk!" — Doch in ftilte by zich zelve ,, die gek!" Zoodanig was die arme zondaar, die voor eenige weinige valfche ryksdaalders voor eenige dagen te Amfieldam zynen dood gekocht heeft,, daar. men den eerlyken Staatsman of Financier bewondert, die millioenen geftempeld papier, veellicht van minder waarde dan die valfche ryksdaalders. het zy door list, het zy gedwongen, onder het Volk brengt, Weduwen en Weexeu verarmt, en zynè gelukkige erfgenamen met eenige millioenen eerlyk gewonnen fchats verrykt. — Ginds befteelt een burger het Volk in zyne algemeene inkomften; — hy lluikt, hy verkort de Nationale Kas in de vastgeftelde rechten en belastingen , en blyft toch een eerlyk man! — hy fteelt duizenden, geniet ach. ting, bekleed' posten, terwyl een arme foldaat om het fieelen van een neusdoek doodgefchoten word. NB. NB In N°. 30. zullen wy een begin maken met, volgends onze belofte en verplichting, het zoo. genaamd Plan van Conflitutie, dat nu in aller handen is, met den moed en de beredeneerde fierheid van ware Republikeinen aantetasten. Deze Nommers worden alle Dondentogen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden. Honkoop en Herding; Amfterdam, J A. Crajenfchor; Haarlem, lieets en Lóosj'es ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molkman, en verder in de overige Provin tien, a drie liet heele , en twee Huivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. IS0. 30. Donderdag den 15 December 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vryheid Een altyd braaf, ftandvastig man, Veelt door het dreigend oog van een vergramd Tiraii, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. „ HO.RATIUS. . Inleiding tot een» nadere befchouwing yan het plan van constitutie het Vaderland, gelui wenfoiiénde, over deze op-zich zelve gunfttge wending van zaken, ons al aanftonds, met eene oppervlakkig ziende menigte , lieten in flaap fusten door het geustftellend en ftreelend ver. trouwen, dat hier mede de zegepraal van het Eénhëfds-ftelföi reeds befl'st.-aan den wensch van een braaf Volk voldaan, en het trotsch hardnekkig mon. fter van Foéderalismus doodlyk in 't hart gewond zoude zyn. Neen , goedhartige Nederlanders ! het is der heerschzucht , der intrigue, en eener meer da» twee-eeuwige verkleefdheid aan byzondere belangen geenszins eigen, zich zoo maar in ééns te laten overwinnen, en op den eerden flag aan dezelve toegebracht, de hoop optegeven van zich op hare beurt wederom te zullen verheffen, en dus geheel en al aftezien van alle verdere pogingen, om dat gelief, koosd doe! te bereiken , waarop men met vlammende oogen zoo lang geilaard bad, waartoe men de fyrst geweven trekken der Staatslist had- aangewend, en zich verftoHt, om aanvanglyk aftegaaa vkii zyne zoo verfche verplichting aan eenen edelmccdigen Bondgenoot, wien men zyne vryheid en zyn politiek aanwezen te danken had. Het is met de driften der ftaatfcuude , gelyk met alle andere menschlyke hartstochten ; naarmate zy meer plotsling gefmoord worden, word derzelver inwendige woede derker verlevendigd, bitterheid en hardnekkigheid mengen zich als dan met partyzucht, en wanhopig of befchroomd om nieuwe openlyke aanvallen te beproeven, veranderen zy ongemerkt haren loop , en trachten nu door heimlyke list , eu v, door Dat a.inmerklykc en fnelle veranderingen in de fraatkundlgd denkwyze cn maatregelen van eenig Gouvernement of Beftuur nimmer dc vrucht zyn van eene loutere toevalligheid of van geringe beweegredenen, maar altoos haren grond hebben in zekere groote, fchoon dikwyls oppervlakkig min bekende, oorzaken, is eene waarheid, door het gezond verftand en de verlichte daatkunde dJidlyk geleerd, en welke wy ons als het ware onwillig herinnerden , toen wy vernamen, dat die zelfde Nntionale Vergadering, welker heetfehende geest flechts weinige dagen te vooren zoo zeer geftemd fc.hcen , cm ons uit handen van dezelve een plan van Conftitutie te doen verwachten , het geen aan eene zeer bepaalde éénheid het fynst gefponnen weeffel van Foederalisme paarde, dat die zelfde Nationale Vergadering, zeggen wy, op het onverwachtst, op den aden dezer maand , met zulk eene aanzienlyke meerderheid van 7j tegen 23 leden, eensflags had ge decreteer.!, dat eene onbepaalde één- en ondeelbaarheid den grondflag van het plan van Conditutie zoude uitmaken, en genoegzaam ten zelfden tyde gedccerneerd eene perfonee.'e Commisfie , om de vermerging der oude Provinciale Schulden , die veege doos van Pondera, uit welke zoo veele hevige twisten en geduchte bezwaren tot op dat oogenblik waren opgeftegen , op de gefchiktfte wyze te applaneeren. — Indedaad, wy zouden volmaakt zonder ondervinding, cn van a^e kennis der ftaatkundige woelingen en groote .menschlyke driften geroofd moe. ten zyn, indien wy, hoe zeer ons verheugende, en Gg  r 226 ) - * & w„ _nm,en t„e waatfchuwing op meer dan loutere voorzegging 5 «ie daadzaak is werklyk wnweaig. Ztter nieuw ,,CAv,^l^ denonceeren als een listig wapen der Foéderalisten, gemaakt om onder h rZ.lt ïemattdhe u In innig medelyden met de ellenden va,, het Vaderland, het Volk vrees vour de een- en on. den fchyn van gematigdheid en innig , d „erken ter bevordering hunner eigene fyne listen. — Ten v.Tk heftaat en dat zy, zomefde gevoelens van dit volk ,e verpesten, niets meer konnen u twerken. H.erom wend men ■k*, en zyt ver .rterd, dat wy hienneve voor altoos u deu rug toeltwreu. — t| „ g M 0 t R A T B „. door het opwinden der onnozele Volks-gemoederen, een oogmerk te bereiken, het geen haar door eigen kracht niet meer mooglyk isj terwyl anderen reeds op hetzelfde oogenblik bezig zyn, om alle mooglyke belemmeringen en zwarigheden, die zich tegen het overwinnend ftelfel konnen opdoen , — niet, uit den weg te ruimen — maar , voortebereiden en op één te ftapelen, in het uitzicht, dat de mislukking van het invoeren van dat ftelfel zal worden uitgewerkt door eene listiglyk vergrootte moeilykja onmooglykheid , dat het zichzelve zal vernietigen, zonder dat hunne perfoonlyke pogingen daar toe nodig zullen zyn. Hier uit, Nederlanders! ziet gy al aanftonds, dat de party, welke zich tegen uw duurzaam heil gekant had, wel geflagen maar niet verdagen is;, dat zy door het beloop der zaak zelve als verplicht is, langs eenen bedekten weg van list , en onder het masker van zachte toegevendheid te trachten haar voornaam doelwit te bejagen , en dat derhalven bare pogingen tkands zoo veel gevaarlyker van aart worden ,. als een heimlyke vyand meer dan een openbare te duchten is. -— Verwacht derhalven,. Volk van Nederland! en gy byzonder, brave ingezetenen der Landgewesten! dat men , door u de gevaarlykfte fchrikbeelden onder het oog te brengen, en uw byzonder belang uit de aagchlykfte oogpunten aan u te vertonen, listiglyk zal trachten u tegen het ftelfel eener volkomene éénheid voorïntenemen, en u te bewegen om eene algemeene kreetd3ar tegen te doen opgaan; immers, om by de aanbieding van 't veranderd plan ter uwer goed- of afkeuring, zich van de meerderheid der Volksftem in dc Grondvergaderingen zoodanig te verzekeren, dat men de pogingen uwer ware vrienden eensflags doe in duigen fpringen, en in ftaat zy om aan onzen Bondgenoot te zeggen: „. ziedaar! „ wy hebben ons naar uwen wensch, ten heil des „ Volks, edelmoedig gefchikt; maar dat Volk, op„ permachtig in zich zelve ,' verklaart het ftelfel „ eener onbepaalde Éénheid te verwerpen: de eerfte „ grondwet van 't maatfchaplyk verdrag vordert „. dus van ons, dien fouvereinen wil te eerbie„ digen , en te rug te treden tot het geen wy-* „ ter voldoening aan onzen plicht, hadden opge„ offerd." Verwacht ten dien einde, dat men u weldra , het zy door daartoe aangelegde Schriften en Weekbladen (*), het zy door openbare of geheime zendelingen zal op zyde treden, dat men u zal zoeken opterokkenen ,en uw goed vertrouwen te verrasfehen, door u diets te maken: dat het doel der Gedecreteerde éénheid geen ander is, dan om Holland meer en meer groot te maken, en eenen beflisfenden invloed te doen hebben, ten koste der ongelukkige Land-Provinciën;, dat dat Gewest zich langs dezen weg poogt te ontdoen van den enormen last zyner oude Schulden,, door dezelve op de fchouderen te werpen van u allen , die dezelve nimmer gemaakt hebt; Dat uit deze gemeenmaking van fchulden, van interesfen en belastingen, niets anders volgen kan, dan de verlichting van Hollands ingezetenen, maar- ook tevens de  C 227 ) de no» zwaardere drukking der reeds 200 veel ge. leden hebbende Land-Provinciën. Dat gy derhalven voordaan even zware lasten, als het ryke Holland, zult moeten torfchen, waarvan echter de grootfte voordeelen altoos tot dat Gevest zullen wederkecren. Dat dit bezwaar hoofdzaaklyk op de hoofden vandengeringeren burger en landman z,l ter nederkomen Dat, by eene algemeene heffing van bclastingen, de ongelukkige Landgewesten, door Generale Ontvangers en Agenten, niet verkleefd aan de belaneen van eenige byzondere Provincie , zullen worden getirannifcerd , en door geweldige middelen tot het onmooglyke genoodzaakt. Dat dus éen der ondraaglykfte geweldenaryen van het Spaansch bewind ftaat vernieuwd fe worden; en dat gy , arme inwoners der afgelegener Provinciën 1 door uwe verre verwydering van de Wetgevende Vergadering, buiten de gelegenheid zult ayn om uwe klaagftem tegen overheerfching en knevelary met nadruk te doen hooren, en op uwe billyke begeerte recht te verwerven. Zoo zal men zingen, zoo zal men met de fchoonfle fchynredenen u pogen te verfchalken, en tegen het ftelfel der gedecreteerde Éénheid ten fterkfte voorïotenemen. En in de daad, de fluit klinkt Hef, lyk, en het gezang is in zulk eenen toon gezet, dat'de zenuw van eigenbelang daarby aandoenlyk geroerd word, en men, geen diep doorzicht in ftaatkundige listen en intrigues hebbende, zeerlichtlyk daardoor zou konnen worden weggelleept. Wy willen u daarom de oogen openen, wy willen u de geheime beweegredenen van deze woelgeesten openleggen , en hunne fyn gefponnene redeneeringen eensflags ontzenuwen; door u te doen opmerken, dat de overheerfching van Holland over de andere Gewesten niets meer is, dan een ydel fchrikbeeld, waarmede men uwe zwakke zielen beftormt, ter. Wyl het blykbaar is, dat wanneer er geene Gewestlyke Souvereiniteit noch overftemmende invloed meer beftaat, wanneer flechts één volk door het G wetgevend Ligchaam vertegenwoorJ'gd word; wanneer dat ligchaam de hoofdbron is, uit welke alle inrichtingen, alle wetten, alle voorfchriften en belastingen met eene gelyke verdeeling, op eenen eenparigen voet, op alle de deelen van het geheel afvloeien, wanneer dus de verdeelde belangen met meer aan borfingen onderhevig zyn , maar in het cénig algemeen belang zich geheel verliezen , dat als dan, zeggen wy, geene Provinciale overheerfching van h eene deel over 't andere meer kan plaats hebben, om dat noodwendig ieder gelyktallig Volksgedeelte eenen gelyken invloed Zal hebben op het algemeen beftuur, en niets meer, niets minder. Vooral, wanneer men opmerkt, dat by de invoenng der éénheid en ondeelbaarheid alle de grenslynen van het Provinciale zullen moeten worden weggenomen, en het geheele volk verdeeld in Departementen op de gelykheid van bevolking en natuurlyke grensfeheidingen gegrond. En, wat de fchulden en belastingen betreft, gy behoeft flechts een oogenblik bedaard natedenken, en gy zult zelve bezeffen, dat in eene ééne en ondeelbare Republiek geene verdeelde fchulden , geene verdeelde kasfen noch geldheffingen moeten beftaan ; dat de billykheid en het geluk des geheels, zoo wc! als van de byzondere deelen, eene amalgamatie volftrekt vorderen, dat de lasten minder drukkend zullen zyn , naarmate zy op een gelyker voet en met eenen meer eenparigen fchouder alom me zullen gedragen worden en dat, indien Hollands ingezetenen kans hebb»n'van daarby eenige verlichting te gevoelen * zulks niet zyn zal ten koste van u, arme Landgenoten ! die reeds boven uwe kracht hebt moete» opbrengen. Neen ! de last zal juist daar zwarer drukken, waar zy het best kan gedragen worden, en nog nimmer gedrukt heeft, en het geen u verwonderen zal , juist daarom woelt men tegen de éénheid van fchulden en belastingen, om dat niet de gemeene man , maar de ryke, de groote, de man v«m luxe, in de Land-Proviüpi«n het meest daa?. ig %  C **8 ) daarby bezwaard zal zyn; zy, die de heetfte tegenfirevers er van geweest zyn en blyven zullen, hebben beter dan gy gevoeld.dat het hun eigen belang bier gold; zy hebben deze woeling der fnoode eigenbaat gevernist met een bevallig kleurfel van warme zucht voor uw heil; en indien gy hun gehoor ge-ft, zult gy hunne baatzucht gevoed, en een aantal ryke en heerschzieke egoïsten, nuar niet u zelve, behouden hebben. Immers, tot nog toe hebben de Provinciale belastingen meestal u, geringe bur gers eu landlieden! u alleen giJrukt, terwyl uwe ryke en groote heeren, die jaarlyks duizenden verteerden, vooral in de Land-Provinciën, niets meer in evenredigheid opbrachten, dan de gemeene man, die wellicht nog geen twee honderd guldens inkomen had. Wanneer nu de lasten voordaan geheven worden, niet hoofdelyk , noch op de eerde noodwendigheden van het leven, maar naar het relatief vermogen der ingezetenen, dar is, zoo dat elk bet-a'en moet naarmate hy eigendom heeft, wint, en verteert, dan ziet gy duidlyk, dat de ryken en grootcndezwaarfle lastdragers worden; en dat, naarmate ciezen bezwaard worden , de geringe burger , de goede landman niet alleen niet meer zal hebben te betalen dan tot nog toe, maar zelfs van langzamer, hand zal worden verlicht en minder gedrukt, om dat de eerde noodwendigheden niet bezwaard zyn, en niemand meer of minder opbrengt dan naar zyn betreklyk vermogen. Bovendien, welk eene vermindering van Provinciale ambtgelden en daggelden van het Departementaal beduur is er niet te verwachten uit de éénheid en ondeelbaarheid ; cn adminidrative werkzaamheid der DepartementsBeftuurderen ; en vooral , hoe zeer aanmerklyk zal door deze inrichting de algemeene invordering der belastingen vercenvouwigd , en welke er.orme • fommen zullen daardoor -alomme jaarlj!;s uitgewonnen worden. En hieruit ziet gy klaar, medeburgers-f dat de aanftaantle verandering u ten opzichte van de algemeene lasten wel voordeel , maar geen nadeel kan en zal toebrengen. Emdelyk, belangende het voorwendfel van te vrezene knevelaryen en belemmeringen uwer billyke klaagftem, zullen wy niets anders aanmerken, dan alleen , dat deze zwarigheden geen beflaan hebben , dan in het verhit harsfengefte! of in de zwartgalligheid van hen, die daardoor uwe genegenheden van het ware Republikeinfche ftelfel trachten' aftetrekken. — Gy zelve zult, met geheel Neêrlands Volk, vooraf beoordeelen , of het plan van Conftitutie, welk men u gaat aanbieden, u ten gertoegzamen waarborge zy tegen foortgelyke verdrukkingen , en indien gy vinden mocht dat hetzelve daar toe het minde fpoor overlaat, dan is het zeker, dat dit plan van Conditutie niet goed is, maar dan ook zal uwe oppermachtige wil dat haatlyk werkftuk, al was het een werk van eeuwen in plaats van maanden, met verachting verbryzelen. — Vergeet vooral niet , Medeburgers! hier optemerken , dat gy allen , het zy verre af of naby, even zeer zult ft aan onder hetzelfde opzicht der Wetgeving, en onder de eigene direclie der uitvoerende Macht, om dat uwe Departementale beftuuren wezenlyic niets anders zyn zuilen, dan uitvloejfels en adminiftratiën van deze laatde; en hierby zult gy dit gewonnen hebben, dat gy altoos, door een Departcments-beftuur verongelykr, uw beroep zult hebben naar hooger macht, zonder immer gevaar te lopen, dat die twee Machten in tweeftfyd komen, en de Hoogde Macht u naar de Provinciale verzend, tegen welke gy geklaagd hadt, met dat gevolg, dat gy volmaakt de gelegenheid verliest om in uw recht herdeld te worden. —— liet is dan ook om u .tegen deze en diergelyke zoo bedrieglyke als -gevaarlyke woelingen te wapenen, en om het fyn verfpreid vergif, in 't aangeboden plan van Conditutie, u duidlyk te doen ontdekken , dat wy thtfndè een aanvang maken jnet dat  C ■ «9 ) dat wanftallig ftuk in zyne gewrichten aantetasten, en van tyd tot tyd in de belangrykde byzonder- heden met eenen Repubiikeinfche vrymoedigheid te beoordeelen. Misfehien zal, in den eerften opflag,.deze onderneming min nodig fchynen , zedert niet alleen de onbepaalde Éénheid tot. grondflag onzer Conftitutie aangenomen is, maar ook Commisfiè'n gedecerneerd zyn, zoo tot de amalgamatie der fchulden, als ter omfchepping van het. geheele plan naar deze aangenomene beginfelen , en des noods ter ontwerping eener nieuwe grondfehets ; dan , hoe veel goeds wy ook van het een en ander mogen verwachten, zal echter niemand van de leden dier Commisfie, noch van de Nationale Vergadering zelvehet ons ten kwade duiden , en zal het der Natie niet onaangenaam zyn, indien wy trachten, ter voldoening aan onzen plicht jegens het Vaderland, het onze bytedragen, om eenig licht te verfpreiden over dit gewichtig onderwerp, cn daardoor onze goede medeburgers in ftaat te ftellen, van by eene onderfcheidene kennis der hoofdgebreken in dit ontwerp, zoo veel te juister te konnen beoordeelen , in hoe verre dezelven in een veranderd ontwerp zullen verbeterd, of daarin onder eene andere gedaan Tb behouden zyn ? — Met deze algemeene inleidende aanmerkingen befluiten wy, thands , om dat wy u niet te vee! op éénmaal willen overladen, en zullen u in ons eerstvolgend Nommer, in eenige hoofd-byzonderheden , kortlyk aantonen , dat het overgeleverd plan van Conditutie is i°. £«2 onvolkomen en onregelmatig plan. s°. Een plan rol tegenjirydigheden. 3°. Een plan dat ailergevaarlykst is. STAATKUNDIG WOORDENBOEK. (Tweede aflevering ) yhe1d, gelykheid', broedersc ha p. Een voorlopig bericht van een vvelmeenend Boekverkoper. Een titel van een boek, dat nog gefchreven moest worden. Eene Meesterlyke nabootfi?g van Hinkmar van Repkow's Noten zonder Tekst. Evenwel , .ie Ier een begreep dit niet; en, gelyk het gewoonlyk gaat, de geheele wereld wilde vooruit lopen. Er donden dus zoo veele Schryvers of uitleggers op, als'er-Lezers waren van den titel, en het ontbrak geenszins aan de gelegenheid , om denzelven te lezen. Zelfs die geenen, welke den titel te voren hadden vervloekt, wilden het boek het eerst in 't licht gebracht hebben, en verfneden dus mede hunne pennen. — Is het niet onvoorzichtig geweest van den Autheur, om deze annonce zoo vroegtydig tc doen? En zyn thands niet, door Gg het plamotten, de voornaamde gronden te veel verlamd, om aan dit anders zo onfehatbaar Werk eene nuttige richting voor alle foorten van lezeten te geven ? Proclamatie van den ir February 1795. vam de Provifioneele R':prafentanten des Volks van Amf:l■dam. Eene miskraam van 24 dagen. — Zy, die zich op de Vroedkunde verdaan, willen voorgeven , dat gedurige indrukfclen van vrees en benaauwdheid de naaste oorzaak van deze ontydige vcn'osfing zyn geweest. Alteree ren, a mV l i ek r'e n', intf. ri' rete er en. De betekenis van deze woorden is nimmer zeer'duister geweest voor hen, die rrreer of min bekend waren met de handelingen van Politieke of Wetgevende Vergaderingen, Men was eeh3 ter  ( «3° ) u>r voorheen huiveriger, om zieh van dezelven M < Decreten, Wetten, en Keuren te bedienen; en zy < konden dus in dien tyd onder de zoogenaamde ^dhuis-woirden, die niet ieder een begreep, ge•„„Bfchikt worden. Doch thands is men onemdig verder'gevorderd, en behoeft ze niet meer uit te waen, zei* voor den eenWuwigftëh burger, wien dc nieuwsgierigheid flech-s eenige malen bekropen heeft, om op den hoek van de eene of andere (trant eene aangeplakte Nationale, Provinciale, of Ste- J\f. „•„ ,„ Wen De Democraten delyke Publicatie te lezen, konnen zich derhalven de moeite befparen ,om den Zi„ en meening dezer woorden te verklaren; och zy wenfehen echter har.lyk, indien het den Hemel fceb.ee om hen dien hoogen ouderdom te doen bereiken , dat zy den tyd beleven mogen , dat de ming cnhetopftelvan de ConHitutie, als mede van het Crimineel en Civiel Wetboek, dezelven weder zoodanig in onbruik mogen brengen, dat zy «én geheel Nommer druks nodig hebben, om ze van een ieder te doen verltaan« CoMMisstE, Commissobuai.. Een der heilzaam ito middelen, omeene zaak van zynen hals te' fchu.ven, Tndewar te helpen, of aan den fpyker te hangen De Commisfiën hebben veel van de Hangkas en daar men, in huis tredende, zyne mantels in bergt. Ook zyn zy kostelyk tot het vermenigvuldigen van kleene fouvereiniteitjes, door etn groot ligchaam, op de wyze der Polypen, in veele ftukjens te fny/en, waarvan elk een weder leeft en aangroeit. W incn iemand een Heerfckappytje geven, 1ie», nomte, fatten den mond fnoeren, of zyne ftem koopen, r.areeneCo^ inde wereld gefehopt, d man er toe benoemd, en de zaak is gevonden. J l^,^ *M«ft«.enishet oofd der £2* goed, dan werk,zy zoor«** een Automaat. Nog kan men éeCommnfien met vrucht Iruiken voor billard-ballen, die elkander voordSten, en in den zak jagen ;en als men er wel mede des gemaks wille, den voorrang geeft boven de ar-. weet omtegaan, geraakt men licht een $m points op dc bille voor. Committc generaal. Een ding dat een ver- fchriklyk gedruis maakt, maar daar geen kwaad van komt. Het werkt doorgaands als een fchutgevaarte of fpiegelgevecht , en het dient niet zelden voor eène Alma Viva, om de gefeheurde en voddige plun•je van het lieve Vaderland te bedekken. Simplificeren of simplificeeren. Dit woord, het geen men hedendaags in redevoeringen en gefchriften niet zelden aantreft, beduid, naar deszelfs oorfpronglyke betekenis, iets vereenrouwigen, meer eenvouwig maken doch het gebruik vaa ■hetzelve wykt zeer ver van die betekenis af, en een ieder, die met de hedendaagfche wyze van fpreken •maar eenigszins bekend is, weet,dat hetzelve doorgaands in dien zin of immers met dat oogmerk gebezigd word, om het punt van verfchil, waarover men handelt , fpreekt, of fchryft, te verwisfelen met een ander, bet welk meer met de begrippen van den fimplijieeerenden redenaar, onderhandelaar, ef fchryver, overeenftemt. Zoo en in dien zin zegt men gewoonlyk, dat men de quasstie zal of moet fjmplifiëeren, dat men dezelve moet denoueeren van alle onhandigheden , waarmede dezelve omkleed is; en men bedoelt alleen daarmede, om aan het punt, waarover men handeld, eene andere en buitengewone wending te geven. Zoo zegt men, dat een Decreet of eene Refolutie meer gefimplifiëerd moet worden , en men beoogt de oorfpronglyke energie van het Decreet te verlammen. Hoe veelen worden ondertusfehen niet door dit verleidend lokaas van fmplijicatie gevangen! Dc mensch is altyd geneigd om zyn gemak te zoeken; en hy die de goedheid heeft van de zaken voor zynen medemensen te firn* plifiëeren, wint denzelven daardoor zoo veel hoofdbrekens uit, en brengt hem dikwyls in eene zoo zalige influimeting, dat deze aan de Amplificatie, om ■ des gemaks wille, den voorrang geeft boven de ar-  ( 231 ) éumentcn die hem zyne gezonde rede zelve zoude konnen aan de hand geven , indien hy Hechts de moeite nam van die te raadplegen. Gemengde zaken. .Hoe i een Mengelwerk in de Acte van Conftitutie, in het Contraü Social van zich veréénigende Volken? of, zien wy mis? Neen toch, er ftaat wel degelyk Gemengde Zaken. Nu ja, dit zal het Hoofdftuk zyn over de Amalgamatie der oude Provinciale Schulden ; want amalgameeren, meenen wy, is vermengen, en wel metalen vermengen. En zal het Volk van Nederland waarlyk verèénigd zyn, dan dienen fchulden, baten, en fchaden ook wel één te wezen, dan dient men botje hy botje te werpen;- of zou er tusfehen de Gelieven eene Huwlyks-voorwaarde moeten gemaakt worden ? Maar zacht, wy vergeten dat men flechts met de Hollandfche Maagd zoekt te concubineeren, en als men niet trouwensgezind is, dan komt er ook geene gemeenfchap. van goederen te pas. — Welaan, dit kleen kapittcltjen toch eens gelezen! — pho!... een gering abuis... wy hadden hier bykans hetzelfde verwacht.dat men eertyds in den Recenfent vond onder den titel van Prullaria, en ziet — wy vinden er„ in Artikelen , het wezenlykfte, hef gewichtigfte vair 't geheele Werk. Plan van constitutie. Eene toverlantaarn, van nieuwe uitvinding , waarin men onder anderen de beeldjens van Volks-Vryheid, en Velks-Souvereiniteit, van de rechten van mensch en burger, van Eénhéid en Ondeelbaarheid, enz. in fchaduwen en fchimmen vertoont, en als affchuwelyke duiveltjens — om de groote kinderen der Republiek een weinig te vermaken — vlugtlings doet voorby pasfeeren. Voords komt men hier te zien den drommel in zjn Zondagspak, Ar ie Stookraat in het coftuum van Harleauin , zeven ftoute jongens die moeder Goedbloed op den kop zitten, lamme Kees op krukken, de negen kyvende Bondgenoten, het Provinciaal tirannetje van Pinetti, cn vèrfcheidene andere nieuwe decoratief!, te veel om to melden, cn alles mooi, fraai , curieus voor de liefhebbers-. NB. Men zal alle avonden nieuwe ftukken vertonen , en zoo weinig licht, als-mooglyk is, in dezen toverlantaarn ontfteken,om dc zwakke oogen van een kortzichtig volk des te minder aftematten; er zullen geene bougies, geene Sperma-Cethi Kaarfen, maar oprechte 'Engelfche Lampen met zuivere Schraapolie ge. brand worden. Slymgasten. Daar dit woord zedert eenigen tyd zoo zeer in de mode is geweest, is het ten hoogfle noodzaaklyk dat men er de ware betekenis van wete, te meer,. daar volgends het gevoelen van veelen, de Slymgasten in twee foorten moeten verdeeld worden,, welk tweede foort zy met den naam van Ultra-Slymgasten beflemptlen ; om dus wel te_weten, welken dezer twee namen iemand verdient,, is het zeer nodig het juiste onderfcheid tusfehen deza twee foorten wel te bepalen. Slymgasten dus, in de gemeene betekenis van 't woord, zyn zoodanige perfonen, die in 't behandelen der zaken gedurende deze Revolutie, altyd naar den zagtften kant overhellen ; — die, al te zeer gewoon aan den ouden en langzamen loop van zaken,zich verbeelden dat zulks de zekerftc weg is, en er dus geen ftap van durven afgaan , dan door den hoogHen nood gedrongen, cn dan nog niet, dan- al bevende;- — die zich een verkeerd denkbeeld van den revolutionairen toeftmd van een Volk vormende, ter goeder trouwe geleven , dat men in dien ftaat even zoo regelmatig kan handelen, als wanneer een Land in rust is, en die zich derhalven in alles aan de ftriktfte regelen niet alleen van rechtvaardigheid, maar ook van volkomene billykheid willen binden, en dus tegen hunnen gedcclarcerden vyand geen éénen maatregel durven nemen, dan wanneer dezelve, den Rechten genoegzaam, van de eene of andere by de Wetten bepaalde misdaad overtuigd is. Ultra-sly M'G-a sten zyn zoodanigen ,{die hec in de middelen van weiken men zich in eene revolutie bedienen moet, met de Slymgasten n:et alleen volkomen eens zyn, maar er zelf nog veel'verder" in gaan, doch die in de beweegredenen voor hun. gedrag aanmerklyk verfchillen, en daar door hunne flymerige broeders bedriegen ; — het is by hen niet die inwendige overtuiging', dat de zagtfte-' weg do beste is, om> de revolutie fpoedig en op' vaste gronden te voltooien,- en hunne tegenparty te gewinnen, welke hen tot het nemen van zwakke maatregelen noopt, neen! alle hunne handelingen fpruiten voord uit ariftocratie, — fchandelyk eigenbelang ,. — en laffe vrees; — zy menageeren de Qhingeparty niet alleen, maar trachten dezelve opalle mooglyke wyzen te begunftigen, op hoop van zich daar door tc dekken, indien er nog eenmaal eens eene verandering van zaken mogt komen, 't geen hunne natuurlyke lafheid, en gebrek aan doorzicht hen doet vrezen ; — zy zoeken de ariftocraten overal intedringen , om dat zy aan veelen derzelvcn door familiebetrekkingen verbonden zyn, en aan allen, door hun fystema; en dus begrypen, dat hos meer zy van dat foort van Wezens in den éénen of anderen post weten te brengen, hoe vaster zy hunne banden leggen, om fteeds de teugels der regecring in handen te houden; —— zy zyn eindélyk tegen alle revolutionaire maatregelen, om dat zy begrypen dat dc oorfprong cn kragt derzelven uit den boezem van 't Volk moet komen, en dat zy liever het algemeene welzyn gevaar doen lopen, dan het Voik  C 232 ) Volk verflerken in het denkbeeld,'t welk riet zedert de. jong/te revolutie van zyne eigene waarde en kragt gekregen heeft. Revolutionairen. Daar dezen ook volgends het algemeen gevoelen in tw ee foorten verdeeld worden, waarvan men het tweede ultrarevolutionairen noemt, zoo zullen wy even «Is op het artykel der Slymguten, ook dezelfde verdeeling volgen: — Revolutionairen, dan, inde «mtmme betekenis, zyn zoodanigen, die den toeflwd van een Land, ren tyde van cene Revoluiie, befchouwen als een ftaat van ziekte, waarin men dikwerf van zyne gewone wyze van leven moet afgaan, en een enkel lid doen lyden, om het geheel te herllellen; — zy gevoelen geenen byzonderen Haat tegen hunne tegenparty, en zyn overtuigd, dat zoo cru de resolutie eens geconfolideerd zal zyn zy aan dezelve, (wanneer zy zich aan die ConfmutieöuderwerpO file gelyke rechten moeten toeftaan , maar zy begrypen t;vens, dat zoo lang dat gelukkig ogenblik niet daar is , de voorzigtigheid eischt, • dat men zyne vyanden in 't oog en in toom houde, en dat door het principe van eigene veiligheid verfcheidene maatregelen biilyk en reehtvaaclig konuen worden, die in geruste lyden misfehien onbillyk zouden fchynen ; zy gaan dus niet naar blinde drift te werk, en breken met reukloos af, 't geen zy voorzien niet te kunnen herftellen, maar zy gevoelen tevens, dat het onmooglyk is eene algemeens verandering in het Maatsgeitel van een Land te maken, zonder eenige der byzondere deelen te kuetlen; zy gaan daar met iehroom toe over, maar zoo dra zy zien, dat het algemeene nut het onvermydlyk vordert, dan fparen zy uit zwakheid geen enkel lid, ten koste van 't algemeen; — in aiie; hunne handelingen houden zy • ileeds uit algemeene welzvn tot hun eenigüe rfchrfnoer, en Wanneer zy den Tempel der Vryheid in 't verfchiet aanfebouwen, Huppen zy manmoedig met een vasten tred naar dei.zelveu toe, en fehro'omen ni -t alle afgoJifciie Tempels en gewaande Heiligen, die hen den weg belemmeren èn moeüyk maken, met eiiie (toute hand omver ie werpen en ïe verbryz.'len. t'lt ka revolutionairen. Deze (laan tot * Revolutionnairen, even als de Uitrn/lymeasten tot hunne medebroeders; — dezelfde middelen voor¬ wendende, en het woord revolutionair Czondcr het-* zelve te leiilaan) altyd in den mond hebbende, kennen zy geene principes ; - of uit blinde wraakzucht, — of imdo:nlieid, — of uit eigenbelang en intrieue tewerk gaande, willen zy alles omverwerpen, en vernielen, zonder immer in rtaat te zyn van iets weer optebouwen en zouden, wanneer zy alleen meesters waren, iet Vaderland fpoe'dig in een chaos van' verwarrinê brengen, waaruit het nimmer te redden zoude zyn— zy zyn ie gevaanyker, om dat zy uiterlyk dezelfde' beg infeh» belydeikie, dikwerf door onkundigen met de brave en nuttige revolutionairen verward worden terwyl er .oikkt hen fflfefthferi veelen fchuilen . die" de tegenparty zyn toegedaan , en enkel dit onberede-" neerd Lnthotifi isme voorwenden, op hoop van eene Anarchie, te veroorzaken, en daardoor de Natie moe deloc-si-m maken, en tot den ouden ftadhouderlyken of arilrwratilchen zuurdeeglun te doen wederkeerenKortom de Ultrarevolutionairen zyn, 't geen men in eenen kwaden sin de terroristen noemt. ■NB. Uit de bepaling der betekenis van deze vier woorden.; moet.een ieder terftoud ontwaar worden, dat Jlymgasteit , hoe zeer zy door hun Systema een wezeniyk nadeel aan 'c algemeen doen, dewvl deteenparty uit de llapheki en trage werking hunner maatregelen te veel voordeel trekt, echter wel te' recht te brengen zyn, voor zoo ver zy ter goeder trouwe dwalen , en dat het zeer mootdyk is,dat zy de ongenoegzaamheid ziende der middelen . welken zy aanwenden, zich met de kundige en beredeneerde revolutionairen vereenigen; — doch &» het onmoog ykis.van de twee andere foonen immer party te trekken: — beide ui* onkunde, partyzucht , efi eigenbelang handelende, konnen zy zich niet ver öenigen met eene party, die mensen zynde wel dwalen kan maar die ter goeder trouw en t.iteerlWe begn,leien te werk gaat; — veel eer zou het mooglyk zyn dat zy, by de ééne of andere gelegenheid van aanbelang, de handen in één floepen, en dat de ultrajlymgasten van het terrorisme zelf zich bedienden, om bun Systema doortedringen, al zoudea zv dan ook beide, (om al wederom een thands gewone term te bezigen) van eene gemasqueerds batten eebruik maken, om hunne oogmerken te bereikei . Drukfeil. In N. 29. bladz. 218 vnn boven, in den Tekst, fiaat/ 12,000 oco moet zyn ƒ 121,000,000.  DE DEMOCRATEN. N°. 3 I. Donderdag den 2i December 1796. Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid* Een altyd braaf, flandvastig man > Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran., Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIüS.. BESCHOUWING der HOOFDGEBREKEN in het PLAN van CONSTITUTIE, {Vervolg van bladz. 229.)' Tnands treden \vy tot de-nadere befchouwing van het.overgeleverd Plan van Conditutie zelf, en zullen trachten onze lezers proef kundig te overtuigen, dat het is .ïsorn na. gFtn tsoüttfitjsy ir acrni? ;<:u pn (S.^M «orl ti». I. Een zeer gebrikkig en onregelmatig plan,. II. Een plan vol tcs;enftiydigheden.. III. Een plan, dat allergevaai lykst is.. I. In de eerfte plaats, dat het is een z$er gebrekkig en onregelmatig ft uk. Dezen naim gaven wy daaraan om tweeërlei reden: deels, wyl wy er gewichtige byzonderheden in misten , die er nogthands naar den aart der zake in gevonden moesten worden; deels, om dat wy er een aantal van onderwerpen in aantrolTen , die hier geheel niet op hunne rechte plaats of niet beboorlyk voorgefleld zyn. Van elks 'zullen wy eenige befTisferide voorbeelden geven; wy zullen ons ten dien einde by de gewichtigftcn flcchts bepalen, en teactiten zoo veel mooglyk te blyven buiten hetgeen H reeds door veelë leden der Nationale Vergadering:: gezegd is, of, zo wy dezelfde fnaar roeren, dieir tpn minden in een nieuwen toon ftellen. ' A.Veel gewichtigs, dat in de Acte van Conftitutie* moest worden gevonden, misfen wy in het overgegeven Plan; In bet algemeen merken wyaan, dat eene Aéte' van Conftitutie is een Contratt Social, dat is, een verdrag door alle de byzondere leden eener Maat-" fchappy met elkander aangegaan , ter verzekering zoo van elks individueele natuurtyke vryheid en btiigerlyke voorrechten, als van de algemeene inen uitwendige vryheid , onafhanglykheid , veiligheid , en welvaard van den geheelen Staat. Uit' deze bepaling vloeit natuurlyker wyze voord, dat c'e algemeene gronden van zoodanig verdrag, da rechten en plichten-van mensen en burger, waarop al het overige alleen gebouwd kan worden, en waaromtrent alle de Contractanten het vooraf ééns behoren te zyn,, indien zy ooit eenig wettig verdrag, ii van.  ( «34 ) van maatfchaplyke "vercenlgtaR zullen aangaan, noodwendig in zoodanige aft moeten gevonden worden , dat dezeiven een wezenlyk integreerend gedeelte daarvan uitmaken, en dat zy als het ware de leest zyn, waarop alle de byzondere bepalingen moeten gefchoeid zyn , de bron , waaruit dezelve moeten voordvloeien, eu de toetsfteen aan welke zy moeten beproefd worden ; dar derhalven dit gedeelte van het ContraS Social niet mag worden weggelaten, of weggelaten wordende, de vryheid en het geluk des volks op losfe fchroeven ftelt C) \ en dat het gemis daarvan de Conftitutie gelyk maakt aan een zwaar gebouw zonder groudiïag , en dus aan eenen gevaarlyken bouwval. — Voords moet zulk eene Afte volledig zyn, dat is, zy moet de rechten en plichten van het volk duidlyk bepalen; zy moet de omtrekken en werkzaamheden van elke geconftitueerde Macht juist befchryven ; zy moet niet dan algemeene en groote belangen ten onderwerp hebben, maar dezen ook allen onderfcheidenlyk. en naauwkeurig aftekenen; zy moet op alle mooglyke gevallen fpreken, in alle tyden. en omflandigheden beftaanbaar zyn, en vooral zoo duidlyk wezen, dat daarin geene duistere en herhaalde opheldering be. hoevende vakken noch 'dubbelzinnigheden overblvven. Toetfen wy nu het plan der Commisfie van ïi aan deze onloogchenbare beginfelen, dan ontdekken wy al ras, hoe weinig van dat alles hier te vinden zy. Trouwends, offeboon de Ommisfie het Nationaal papier niet bezuinigd hebbe, door ons een ontwerp te leveren , het geen ruim het dubbel der Franfche Conftitutie groot is, (waaruit men, volgends de rekening der proportien, indien men de bevolking der beide Republieken tot grondfiag neemt, zou konnen afleiden, dat de Franfche Conftitutioneeleafzonder meer wanüallig dan deze te zyn,twee ftevige boekdoelen in groot oftavo konde (♦) Vergelyk No. 128. yan «telt Republikein. beikan) misfen wy hier echter de Nationale verkla. ring der Rechten en plichten van den Nederlandfchen mensch en burger geheel en al, waaruit volgt, of dat wy,. volgends de denkwyze der Commisfie, dezeiven niet meer hebben, of dat wy ons zullen moeten vergenoegen met die onvolledige en vaak onderling «erïchUjende Rechten van mensch en burger, welke door de Gewesten in 1795 eik afzon-; derlyk zyn geproclameerd geworden. — Even weinig ontmoeten wy hier eenige behoorlykc bepaling, wat het Volk vermag, en hoe het behoort zyn f.ezag uitteoefenen. Wy vinden wel Art. 2. de fo:ivereiniteit berust by het Volk van Nederland, maar men laat ze daar ook rusten, gelyk een kind, dat men vroegtydig te bed legt, om door zyn gewoel niet in zynen arbeid gehinderd te worden. Nergends treffen wy de ontwikkeling van dit machtig onbepaald denkbeeld aan, wy vinden niet ééns zorg gedragen, dat het volk zich behoorlyk kan eonftüueeron, wanneer het dit nodig oordeelt; de wettigheid en onwettigheid der Voiks-opllanden is niet bepaald , zelfs niet aangeroerd ; eu, daar men den Souverein erkent, zonder hem te zeggen, wanneer en hoe hy zyne oppermacht gebruiken mag en moet, geeft men hem even zoo veel recht om zyn eigendunklyke rechter te zyn, als den uitvoerderen van zynen wil,om de uitoefening zyner oppermacht van tyd tot tyd te kortwieken, hem dezelve te betwisten , ja te ontweldigen. — Daarenboven kan niets onvollediger zyn, dan het geen wyjhier vinden ter afbakening van de kringen en onderfchei. de: e werkzaamheden der vcrfchülende Machten; cn wy vragen het aan elk verltandig cn onpartydig lezer der ontworpen Conftitutie , of hy van bladz- r tot 130 met aandacht gelezen hebbendet ons genoegzaam beftemd wete te zeggen, wat en hoe het wetgevend Ligchaam of de Staatsraad moeten werken, welke de bornes van het Departementaal  C 235 ) taa! of Stedelyk beftuur zyn, en op welk eene wyze alle deze raderen buiten elkanders loopkring zullen konnen gehouden worden, ja hoe men conftitutio. neel verhinderen zal, dat niet zommige Gewestlyke Befruurenzich onderling verbinden en beimlyke coS lifën maken , ter tegeswerking aan de opvolgers v.n H. H. Mjgenden? Wy voor ons hebben geene wysgeerte genoeg, om dat alles uit de Acte van Conftitutie volledig optemaken. —Te vergeefs hebben wy er ook in gezocht naar eene afdeeling over de Requifitie en Burgerwapening, waarvan Hechts en pasfant en met een woord gerept word Art. 746, ja zelfs hebben .wy er geene wjzing op het zoogenaamd Plan van Organifatis der gewapende Burgermacht in aangetroffen ; het fchynt dus dat dit ontwerp ge bazeerd is op de ongeWnpenïle Neutraliteit, en het eeuwig vrede - plan van den Abt de Si. Pierre. — Al verder misfen wy hier eene voorgefehrevene verklaring ter uitoefening'van het burgerlyk Stemrechr, die,althands by de aannemingvan.netContraüSocial, volftrekt Ööontbeerlyk is, en in ons land nodiger dan ergends, om dat de aanhang van Oranje en der Ariftocraten zoo groot is, dat wy buiten dit behoedmiddel gevaar lopen van niet door derzelver getal, maar door derzelver intrigues cn cabaleeringen verrascht, en dus in den ouden fiavenftaat terug ge bracht te worden. Daarenboven levert zulk eene verklaring het eenig en noodzaaklyk conftitutioneel behoedmiddel op tegen den indrang dier party voor 'het vervo'g, en hoe zeer de wysgeerte zoodanig middel ^erwerpe,verklaart nogthands de mensen- en flaatfcunde hetzelve volftrekt onontbeerlyk; te meer, om dat, indien men het ftemreeht zonder verklaring laat uitoefenen, zy, die ftilzwygend de gronden eener fhatsregeling verloogchenen, zich daarvan bedienen en dus eene daad van fouvereiniteit plegen konnen, iets, het geen lynrecht inloopt tegen dien eeuwigen regel: hy, die de oppermacht des volks niet erkent, mag dezelve ook 'niet uitoefenen. —— Wy vinden er, het is waar, in 14 Artikelen gehan- H deld over hst Publiek onderwys, «1 in 4 dito over de Colonié'n, maar, gelyk ieder erkennen zal, zoo deerlyk gebrekkig en oppervlakkig, dat deze allerbelangrykfte onderwerpen daarin enkel fchynen aangeroerd , om da: men er iets van zeggen moest; en de beste gelegenheid aan het Nationaal beftuur word overgelaten, om, even gelyk voorheen altoos gefchied is, het eerfle geheel te veronachtzamen, en de tweede als conquesten op eene eigendunklyke wyze de wet te blyven voorfchryven. Zelfs worden de Colonië'n niet eens verklaard te zyn afgelegene deelen van de Nederlandfche Republiek, en de ge-; heele vorming van het Coloniaal beftuur word met céne penneflreek gefchoven op de fchoudcren van het wetgevend Ligehaam. — Een diep ftilzwygen word er gehouden, vanNationalen koophandel, induftrie, manufacturen , fabrieken en trafieken , land- en akkerbouw, veeteelt , ontginning van heigronden: en duinen enz. welken, als zoo veele zenuwen van den Staat, de voeding en aanmoedigende befcherming van het Gouvernement boven alles verdienden. Er word geene onderfteuiiing beloofd aan die vaderlandfche Maatfchappyen , die hiertoe , of tot verlichting , ievensredding , en gezondheid der menfchen de edelmoedigfte pogingen blyven aanwen, den. — Niets van dit alles fchynt de aandacht der ontwerperen gevestigd, althands naar hunne fchatting eene plaats in het Maatfcbap'yk verdrag des Nederlandfchen Volks verdiend te hebben. — Voor het overige vinden wy een aantal byzonderheden of zoo duister, of zoo onvolledig, of op zulk eene verkeerde plaats voorgefreld, dat dezelve eene wyde deur openen voor allerlei misverftand, veele vragen onbeandwoord laten, gedurig nieuwe uitleggingen nodig zouden hebben , en onmooglyk voor alle tyden even bruikbaar konnen geacht worden. Om dit een en ander met enkele voorbeelden optehelderen. Hoe duister en weinig bepaald is dat onherroeplyke va het decreet der Oudften omtrent de verlegging der wetgevende Vergadering, Art. 191! h 2. is  is het wel mooglyk die wet altoos te maintloee. ren? Art. 83 vinden wy gezorgd voor het ge- luoiszwak der Mennonlten omtrent den eed, by 't ■aanvaarden hunner funClie je het wetgevend Lig.cbaam; dan, indien men voor geloofsbegrippen in eene Staatsregeling egards moet hebben-, waar blyfc .dan dejoodfcheeed, die even goed in't plan van Constante voegt, zedert de Israëhten activs burgers en dus ook leden van 't beduur konnen worden? Hier is dus of te weinig, of liever te veel. -— Volgends Art. 175. zullen de twee Kamers m.aandlyks nieuwe .Secretarisfcn kiezen. Welk eene ellendige ftaat- kunde! By Art. 11. word tot het ftemrecht ver- eiseht 2 jaren inwoning in dit land; echter word .ten voordeele der uitgewekenen in 1787 en X78S eene uitzondering gemaakt. Maar , waar blyven ■onze vluchtelingen van 1793 en 1704, tyde van Vumouriez, die, later terug komende, volftrekt zyn .uitgefloten? — Indien men .geen lid van eene der .Kamers kan worden , ten zy men 5 jaren in het diftria of kwartier gewoond hebbe, waaruit men gekozen word , (zie Art. oi, 93 ) ?X« allen » di'3 .binnen dien tyd uit hun kwartier of diftrict. verhuisd .zyn, hoe kundig anders pok en braaf, onverkiesbaar. Art.. 304,310. m en v°teg- zyn zeer •goed voor het vervolg, maar hoe te handelen voor Jk eerfte maal , wanneer er nog geen Staatsraad ,js? Eindelyk, want wy worden moede van zoo •«veele zwakke plaatfen natebladeren, wie zou ooit .onder 'Fit. III. Afd. VII. hebben konnen verwachten de funétiën van.den Staatsraad, by Art, 270, 271 be•paald, te vinden? — Even zoo worden wy. verjasebt, door onder de Afdeeling van Gemengde Zaken iyzonderheden aantetreffen, die als de meestwezenlyke der .Conftitutie een vroeger en ruimer .plaats verdiend hadden, als by voorbeeld de vryheid der Drukpers , Art. 741- De vernietiging van allen Geboorte-rang, Art. 744. De.Burgerwapening, Art. 746 enz. 3. Aan de andere zyAe treffen wy hier zeer veel aan, hst geen, onzes bedunkens» niet behoort tot eene Aeïe van Conftitutie voor de Nedeslandfche Republiek,.,om dat het of fchikkingen betreft, die Reglementair zyn en de hoofdftoffen voor byzondere Lifirutïiën moesten opleveren, (tcrwyl de Conftitutie zch enkel te bemoeien heeft met groote en alge. meene belangen) , of afdaalt tot kleinigheden welke, indien wy het zeggen mogen , beneden de waardigheid van een Volksverdrag zyn, by voorbeeld het .regelen der Emolumenten van Secretarislen , Art. 525. en veele andere details, felaier op elke bladzyde te vinden ; of zeer gebrekkige en onvold >en.de;., ja zelfs fchadelyke inftellingen oplevert. Van dien aart is inzonderheid de maatregel Art. 409. omtrent de Financiën der Republiek voorgeftagen , zoo ten aanzien van een twintig-jarig uitftel der mooglykheid om in het ftuk der quota's eenig billyk redres te krygen, konnende tyden en omftandigheden. in dat tydvak zoodanig veranderd zyn, dat, al ware de oude repartitie in dit moment volmaakt goed, een .of ander verarmend Gewest volmaakt geruïneerd zy, eer men hetzelve conftitutioneele hulp en verlichting kan toebrengen; als met betrekking tot de arbitrage by Art. 416 en volgg. vervat, waarover wy in onze derde afdeeling nader zullen fpreken, doch omtrent welke wy hier alleenlyk aanmerken, dat de inroe,ping van .arbiters altoos een bewys oplevert van gebreklyke bepalingen en duisterheid in eenig contracl; dat de aanbrenging van dit zwak hulpmiddel in het nieuw ontworpen plan een doorluchtig bewys oplevert, dat dc ontwerpers zeiven het gebreklyke van hun werk ten opzichte der Financiën levendig gevoeld hebben; en dat men dit byvoegfel in onze conftitutioneele acte zoude moeten befchouwen als een lap op een nieuw kleed, terwyl eene arbitrage wol te dulden is in duistere en dubbelzinnige zaken, die men niet anders eindigen kan, om dat zy'voor geene geregelde ontwarring vatbaar zyn , maargeensjzins in een nieuw ontwerp, waar men zelf de oorzaak van het .gebrek is , en het geen men eerst moed-  .( ^37 ) K avonds fcheid.mannen nogg keur: om delfden aart ^ Art. 575- hetgeen d n^ Raai of het Depancmentaal beltuur twe-.,, en ..Lrs.t'clkea. niet lanSer dan drie weeken, oct S i en voor het overige al de maeht.m banvergauereu, «»rl«derin : der Gecom- den laat van de perpetueele Vcrg.denn, m,tteCrde Raden. Om niette zeggen, da oo gelyke fchikkingen altoos tot Gcnré prnnaa^kap t en Diaatoriaal gc,ag n.tuurlyk heenle.den mcrken wy aan, dat zes wecken in 't jaar vergaderd te \ op ve^e na niet genoegzaam is voor een g1L„ dat nagenoeg de Métten der oude P.ov nifstaten blyft behouden, om deszelfs leden beyÏÏ'ndein de Departementale houding te doen verkrygen , of om de lopende zaken geregeld IZoL Indien derhalven het Foederalismus bly,en moest (en daarop is toch dit ontwerp gebouwd) dan zou de gemelde verordening eene der zwakfte plaatfen van het maatfchaplyk verdrag mtm.ken. Over het geheel fchynt de meerderheid der Commisfie van het idé van nodige bezuinig met "eer gelukkig toegepast, en er al te veel, dat vat, grooter "belang is voor de vryheid en het geluk der Natie, aan opgeofferd te hebben. II Dan, het word tyd dat wy overgaan om, in dé tweede plaats , te betogen de menigvuldige tegenjirydigheden van het ingeleverd plan, welke wy wederom fchiften in verkrachtingen van de pnn. cipes, en in contradictiën tegen zichzelve. A Tot de eerfte foort brengen wy, behalven het .ehèele foederalistisch Itelfel, als onbeiïaanbaar met den geest der revolutie, en het oogmerk der zamenkomst eener Nationale Vergadering ; behalven de wyziging eener Repraefentative Volksregeertng, wel. ke de Natie gewild heeft, tot eene volmaakte Elec tive ArUtoeratie , waarop het volk geenen meerderen invloed heeft , dan dat het zyne zoogenaamde Vertegenwoordigers ééns vooral mag ten throon heffen ; behalven de fplüfin; der oppe-macht In eCn-r.t^incea wetgevend Ligehaam en negen daartegen opwegende byzondere Souvereinitciten , cn behalven Lie afzondering van Departementale en Finwicieclc huishoudingen , welke geene andere flrekking hebben dan om het algemeen volksgeluk aan Gewestlyke belangen opteofleren, en dus de ware éénheid, dat is de vereeniging van harten eu pogingen ijl één groot middenpunt, volmaakt te vernietigen ; behalven de bepaling tegen het veranderen der Conftitutie in Art. 774 , welke zoo goed als eene volmaakte overweldiging van het recht onzer nakomeHngfchap is , en daarenboven nog dit ongerymdc heeft, dat cenige weinige duizenden den wil van byna twee raillioenen menfeben konnen dwarsboomen en vernietigen ; behalven dit alles , brengen wy hiertoe de onbeflaanbaarheid van Art. 87. verbiedende het wetgevend Ligehaam over andere zaken te raadplegen, dan waarover hetzelve door den Staatsraad extraordinair by een geroepen is, eene fchandelyke inbreuk indedaad op de wetgevende Macht, welke nimmer van de uitvoerende op eenige manier moet afhanglyk zyn; — Art. 184 worden de leden van 't wetgevend Ligehaam tot zomuuge posten verkiesbaar geërkend. Dit loopt in tegen het beginfel van gelykheid, dat ieder bekwaam en braai lid der maatfehappy even veel aanfpraak geeft op waardigheden en bedieningen ; terwyl door de Wetgevers voor zommige andere posten verkieslyk te verklaren, ambtloze burgers, hoe verdienftelyk.ook, blykbaar worden achtcrgefteld; ja, vergelykt men hiermede Art. 165 en 266. waavby de nominatie tot dezelfde posten aan eene der twee Kamers verbleven word , dan blykt middagklaar, dat de leden der Wetgeving elkander konnen benoemen, en dus te, zamen den koek deelen, gelyk men zegt; trouwends, dat dit plaats hebben zal , is uit hoofde van het Èjyit duCorps zeer waarfchynlyk. — Art. 488. word het wetgevend Ligehaam gemachtigd om in zommige gevallen aan byzondere perfonen of Collegiên bet h 3  ( 238 ) het doen van aanbefledingen te demandeeren, iets dat eene volmaakte inbreuk is op de fundien der uitvoerende Macht By Art. 360 bekomt de Staats- raad het recht om by abfentie van de Wetgevingprovdioneele lurcheance te ver.'eenen. Indien dit geen enipiëteeren is op liet principe van de zorgvuldigfte affcheiding van Machten, dan verftaan wy niets. Ja, dat meer is, volgends Art. 221 en volgg. moet de Staatsraad over de uitvoerlykheid van eenig decreet der wetgevende Micht alvoorens oordeelen, eer hetzelve kracht van wet bekomt; en onder di't masqué ziet elk, dat zy der Wetgeving kan tegenwerken, een onbepaald veto. uitoefenen, en dus het Vaderland verraden , te meer, daar wy nergends behoorlyk gezorgd vinden om deze machtige auctoriteit te beteugelen en onder verandwoordlykheid te houden.— Hoe tegenffrydig is het met de Nationaleoppermaêhr dat, boven het algemeen Wetboek, ieder Departement voor zich nog afzonderlyke huishoudlyke Wetten maken kan, volgends Art.578. Behalven tot menigvuldige andere botfmgen en ongelykvormigheden zal dit immers natuurlyk leiden tot het vereeuwigen van allerleie onbillyke Graaflyke Privilegiën , Octroijen, Monopoliën, Handvesten, Keuren enz. en ter invoering van de willekeurigfle Regeeringsreirlementen? Indien dezelven maar niet ftryden tegen eenige Wet der Legislative Macht, (en dit kan dikwyls plaats hebben , wat het inwendig Departementaal en Gemeente-beduur betreft") zyn dezelven buiten het bereik der algemeene Wetgeving Over de fchikkingen omtrent den Godsdienst zullen wy terftond nader fpreken; hier willen Wy alleenJyk hebben opgemerkt, dat deze geheele Afdeeling ftryd tegen het aangenomen principe der Nationale Vergadering „ de Kerk is afgefcheiden van den Staat;" ef, indien men al begrepen had, dat niettemin de Conftitutie den openbaren eerdienst moest befchermen,-dan moest men ten minfte tevens zorgvuldig gewaakt hebben tegen alle inbreuken en verkrachtingen van 't ContraS Social door zekere leerbegrippen ; dan had men by voorbeeld bet actif burgerrecht moeten ontzeggen aan fecten , wier zoogenaamd geloof hun verbied de wapenen te dragen, en dus eene der grootft'e plichten jegens het Vaderland te vervullen. Wanneer men de gantfche masfa van Geestlyken bezoldigt, dan fnoert men indedaad Kerk en Staat vaster aan één , dan ooit voorheen heeft plaats gehad. — De Titel van de Coloniën is niet alleen zeer defectueus, maar zondigt ook openJyk tegen het heilig grondbeginfel, dat de Vryheid en Gelykheid zich over alle de deelen der Repebliek— hoe afgelegen ook _ evenredig moeten uittrekken. Het fluit immers de grootfle onbillykheid in „dat de Nederlander, door zich ten besie van huisgezin en Vaderland iri een ander werelddeel op eigen grond, met dan met veel gevaar zynes levens, te gaan nederzetten, minder vry en gelukkig zal zyn, en dus van erger conditie worden, dan indien hy hier gebleven ware! Wie rechtigt ons om de burgers van Suriname, van Batavia, van de Caab te blyven tirannizeeren, en wetten voorfchryven' Niemand , niets , dan alléén — de langde degen. Emdelyk moeten wy hier nog aanmerken, dat het geheele ftelfel van regeering en Adminiftratie der Republiek, by het plan voorgedragen, in eenen hoogen graad zondigt tegen het zoo dringend grondbeginfel van Nationale bezuiniging, naardien hetzelve niet alleen den geheelen kostbaren nafleep dei oude Provinciale belluringen in wezen laat; maar dien tevens vermeerdert met een niet minder kostbaar byhangfel van weigevende en uitvoerende Machten, het geen den Lande wiskonftig zeker veel hoger zal komen te (ban, dan het oud Systema van regeering. Wy moeten edelmoedig bekennen , dat , indien men de Gewestlyke Souvereiniteiten behouden wil, het een openbare diefflal aan de Nationale Kas gepleegd zoude zyn , de Nationale Machten op eenen zoo omfiachtigen voet interichten, terwyl men dan zyn oogmerk even zoo goed zou konnen bereiken met een algemeen beftuur, dat oneindig eenvouwiger en gevolglyk minder kostbaar en drukkend voor het Vaderland was. B. Eene andere foort van tegenflrydigheid vinden wy in zulke byzonderheden, waaromtrent het Plan zichzelve contradiceert, of fchikkingen beraamt op de eene plaais, die op eene anckre plaats worden omvergeworpen. Ook hiervan zullen wy eenige prseven zamelen. Ten dien einde gaan wy uit van Art. 2 als den grondflag, waarop alles in eene Republikeinfehe Regeeringsvorm , en by eene vertegenwoordigde Volksregering, moet gebouwd zyn. De Souvereinüeit, lezen wy daar, berust by het Volk van Nederland. Wy hopen, dat de opftellers hebben willen zeggen by liet GeheeLe Folk van Nederland, en niet by het Volk fltikswyze, of in kleenere gedeelten gefchift, om dat wy anders hier eene mentale refervatie of flilzwygende voorbehouding zouden aantreffen, die wy van de goede trouw der Commisfie tot de Conflitutie niet mogen verwachten, of eene ftelling ontmoeten, die, met een praal van woorden, niets betekende. Indien nu de oppermacht des geheelen Nederlandfchen Volks door de planmakers word geëerbiedigd, indien het wetgevend Ligehaam dit volk waarlyk vertegenwoordigt > indien een volk maar ééns kan worden gerepraefenteerd, en indien alle macht, alle beftuur, over gedeelten van dat volk uitgeoefend, by gevolg uit deze repraefentatie moet voordvloeiën , en als eene byzondere adminiftratie of bediening der algemeene oppermacht worden aangemerkt; hoe is l>et dan  f 239 ) dan met deze erkende waarheid immer te verzoenen, dat het Volk van Nederland andermaal gewestlyk kan worden vertegenwoordigd en beftuurd , dat hetzelve plaatslyk kan worden geregeerd, zonder dat die byzondere huishoudingen uit den algemeenen wil der oppermachtige Natie voordvloeiën , of ten aanzien van derzelver in wendige directie eenigermate daaraan onderworpen ,en verandwoordlyk zyn? Hoe is het ooit met deze grondwaarheid te rymen, dat aan de Departements-regeeringen toekomt het recht om Wetten, Reglementen, Statuten enz. te maken, (Art. 527, 528.) Oetroijen, Difpenfaiiën, veniam cetatis te vetleenen, (Art.581.) hunne afzonderlyke Financiën te behouden, ;'Art. 401.) fchulden te maken en belastingen te heffen, (Art. 403. 404.) Departementale Ministers en Ontvangers aanteftellen, (Art.582.) enz ? zynde alle,althands de meeste der opgenoemde zaken, daden van Oppermacht. Hoe kan het daarmede beftaan, dat de algemeeue reprae fentati'-e Souversin jaarlyks het quotum van elk Departement tot de generale lasten zal moeten petictoneeren, dat is bidden of verzoeken? (Zie Tit. V. AfJ. II. bl. 71. en volgg.; Hoe flrookt daarmede de macht derGemeente-befturen , om plaatslyke nieuwe belastingen intevoeren? (Art. 632). Of hefvermogen der Departementen om gewestlyke Gerichtshoven aanteftellen? (Art. 681 en 684.} Levert dit alles niet een fchakel van openbare tegenftrydigheden op? Is bet niet eene reeks van verloogcheningen eenes grondbeginfels, het geen men heiliglyk had aangenomen, en welk door al het aangevoerde rechtsftreeks word omvergeworpen? Of, hoe is het mooglyk, aan dit lchoonfchynend begin het verfoeüyk |]ot te knoopen , daar by Art. 774, 775- de oppermachtige wil van 's volks meerderheid volmaakt aan banden gelegd , en op de onafhanglyke vrymacht der nakomelingfchap ftoutmoedig inbreuk gedaan word ? Het is waar, volgends Art. 648. zal er alom me door de Republiek worden Recht gedaan in den naam en van wegen het Volk van Nederland; dan, loopt dit nier lynrecht in tegen de aanftelling en rechtfpraak der Departemen • tale Gerichtshoven van wege de inwoners der byzondere Gewesten, en volgends flatuten, ordonnantiën, en wetten, diegedeeltelyk niet door den repraefentativen S >uverein, maar door de herdoopte Provinciale Beduren gemaakt zyn? Wy zien dn.dlyk uit het beloop van 't geheele Huk, dat de opftellers zich doodlyk verlegen gevonden hebben, om het ftelfel eener algemeene Repraefenratie van 's Volks Oppermacht, geadminiftreerd door eene uitvoerende Macht, welke haren invloed door alle de deelen der Republiek verfpreidde, te paaren aan dat van byzondere Souvereiniteiten ; d&n daar deze beiden onmooglyk te aamen konnen beftaan» zonder zich onderling te verwarren, en een aahtal van Contradiclien in te voeren, is het zeer natuurlyk, dat uit eene vermenging van twee zoo onbeftaanbare ftelfels een ongerymd en belagchlyk geheel heeft moeten voordkomen, het geen men echter liever aan de Natie heeft willen aanbieden , dan het een of ander dezer Syftema's opofferen. Daarenboven zoudei) wy veele ftalen konnen aanvoeren ten hewyze, dat het plan zich in byzondere fchikkingen en maatregelen icgenfpreekt. Wy zullen ons vergenoegen met dit weinige uit eenen grooten voorraad onder de aandacht der Natie te brengen. Art. 94 ontzet de Leden van het wetgevend Lgchaem van hunne fuuétlën, zoo dra zy eenige der vereischte quiliteiten vei liezen. Maar, wanneer wy die qualiteiten, by Art. 91, 93 opgegeven, inzien, en er het byvoegfel van Art. 94 mede vergelyken, dan blykt het middagklaar, dat flechts èéne enkele van die qualiteiten verliesbaar is, te weten, de flemgerechtigdheid. —Art. 13 bepaalt, dat het overfehot van meer dan 200 en minder dan joo zielen in eene Gemeente het recht zal hebben om nog cénen Kiezer te benoemen; maar drie regelen lager word, vlak hiertegen aan, dat overfehot, indien het niet boven de 250 is, verdeeld over de andere Grondvergaderingen. — Naar Art. 238 doet de Kamer der Oudften geenerhande voordellen ; ondertusfeheu heeft de/elve het vermogen van op buitengewone tyden te vergaderen, zonder dat de Groote Kamer byéénkomt. (Art. 261.) Een van beiden is dus zeker, of, dat zoodanig eene zamenkomst volmaakt nutloos en tot figureeren gefchikt is, of, dat de Oudften wel degelyk in den haren delibereeren , decreteeren, en Wetten maken konnen, zonder daartoe da voorftellingen uit de groote Kamer ontvangen te hebben , het geen deze laatfte tot een byhangfel maakt, en Art. 238 in het aangezicht tegenfpreekt; boven dien is in het plan, aan de Kamer der Oudden by uitfluiting zeer veel gedemandeerd, bet geen tot de Competentie der Groote JCamer natuurlyk behoort, en niet minder gezag aan de eerfte toekent, dan het doen van Voor/lellen. — Even zoo notabel is de tegenftrydigbeid tusfehen Art. 156 en 159. By het eerfte word de jaarlykfche verandering van het wetgevend Ligehaam op deze wyze bepaald, dat | deel der leden van de Groote Kamer, en £ deel der leden van die der Oudfr.n ieder jaar zal afgaan. Hieruit volgt derhuiven blykbaar, dat de eerfte in drie jaren, en de tweede in zes jaren geheel moet en zal vernieuwd zyn; dan, hoe is het by mooglykheid hiermede te vereffenen, dat naar luid van Art, 159. iemand zes jaren lid van de groote Kamer, en twaalf van die der Oudden zal konnen zyn? zullen dan die beide Kamers zich zelf konnen perpetueeren, en of bet tyd-  ( 240 ) tydpcrk hunner bediening verdubbelen, of het getal der afgaande leden op de helft verkleenen? Indien dit niet het geval is, dan weten wy hieropniets anders te zeggen , dan dat ter dezer plaatfe eene lompe Arithmetifche fout aan de opftellers van het plan ontfnapt is. — Art. 439 word vastgefteld de invoering van een Collateraal en Impost op het Kleen Zegel over de geheeleRepubliek, ter goedmaking van een gedeelte der Nationale lasten. Wanneer men nu cor.fidereert, dat in zommige Provinciën , b. v. in Holland, Zeeland, en Groningen, reeds een gewestlyk Collateraal en in Ho':and ten minde een impost op het Klein Zegel in werkirg is, en dat de Provinciale lasten en ongeldeu , alsmede de quoWs,'daaruit voor een aanmerklyk gedeelte moeten gevonden worden; dan is een van deze twee zaken onbetwistbaar zeker, of,dat Art. 401 hier door volmaakt den bodem word ingeflagen , en een zoo onrechtvaardige als doodlyke (lag aan de Kas van die Provinciëo word toegebracht, welke de inftandbouding van haar Financieel Systema zoo goed als 011moo: lyfc maakt; of wel, dat de ingezetenen dier yewesten zullen gedrukt worden met een dubbel Collateraal &c. het geen tegen de Gelyk heid fchreeuwend inloopt , en eene erger dan Spaanfehe kuevelary zoude opleveren. — Nog iets-, wy hebbenftraks reeds aangemerkt, dat de geheele Afdeeling. over den Godsdienst ftrydt tegen het verklaard principe der Nationale Vergadering omtrent deaffeheiding' van Kerk en Staat; maar thands moeten wy in diezelfde afdeeling nog eene andere tegenftrydigheid , van het plan naamlyk met zich zelve, aanwyzen. De Staat'zorgt, volgends Art. 705 dat a lle Kk ik afgefcheiden van den Staat? is dit geene Echtfcheijing tegel yk met de verbmdtenis daarilellen , en dus eene in het oog fpringendeongerymdheid omhelzen ? Men zegge niet, dit laatfte moet alleenlyk begrepen worden van de voor- of nadeelen, aan eenig byzonder leerbegrip wylcer verknocht , gelyk de volgendewoorden van dit Art. duidlyk toonen ; want, ge/.wegen, dat dit laaide met het woordje dus als een gevolg uit het eerfte word afgeleid ; moeten wy erkennen nimmer zulk een bekrompen denkbeeld van die.affchciding gevormd tc hebben. Het algemeen denkbeeld derzelve is dit, dat het Gouvernement geenerleien invloed op de Kerkgenootfchappen, en dezengeenen invloed op het Staatsbeftuur meer hebben. Dit nu is volftrekt onmooglyk, zoodra de Cultes en1 de Kerklykc Leeraars of door den Staat zelf, of door des-zelfs directie onderhouden en betaald worden. Hierdoor is de voorheen Publieke Kerk altoos zoo< naauw aan den Staat verbonden geweest-, en al de verandering, die men er by het plan van Conftitutie' in maakt, beftaat waarlyk hierin, dat men nu allede Kerkgenootfchappen met den Staat paart, daar deze te voren eene Sultane Favorite had. Om nu. van andere heilloze gevolgen, die uit dezen maat-regel moeten vloeien, niet eens te gewagen. — Thands zouden wy tot ons derde fluk moeren overgaan , en betogen , dat dit plan van Conflhinie is alUrgevaarlykst. Dan, daar dit ftuk te breed zal ui'— lgpen, om, nevens het volgend Dichtftuk-, thands geplaatst te konnen worden,-.daar wy ook des lezersaandacht niet te veel in eens willen vergen, maarhem gelegenheid geven om het dus ver beredeneerde, met de Conftitutie in de hand, bedaarulyk. natedenken , en te beoordeelen, zullen wy ditmaal eindigen, en het nog overig gedeelte van onzen arbeid inNommer 33. van ons Weekblad laten, volgen. NB. N°. 32 word gelykrydig met dit blad uitgegeven, zullende aanftaande Saturdag N". 33 Extraordu nair uhgegeven worden.. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by. Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cteef en Leeutveftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Amfterdam, J. A. Crajenfchot ; Haarlem, Beets en Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries Jlkmw, Molk man, eu. verder in dc overige Provinciën, a drie het beele ,,en twee Huivers liet halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 32. Donderdag den 22 December i796. Het Tweedejaar der Bataaffche Vryheid. de burger-wap e nTITo ■ (.Lierzang,) Neen, Vaderland! de Vryheid woont Niet langer by uw trage kind'ren, Hen, wien de goudzucht lokt en troont. Zou 't heldenzwaard ondraaglyk hindren, ' Ik zag, in 't eind, uw' Vr,yheid weêr, Maar ach! beroofd van fchild en fpeer; Wat helfche geest kon U' bezielen ? Grypt, Belgen; grypt de wapens aan, Of't Vaderland moet rasch vergaan, En gy voor nieuwe monsters knielen. Bevlekt gy dus d'aêlouden glans, Lafhartig kroost van dapp're vad'ren ! Van waar die doodfche laauwheid thans? Wat zielloos vocht kruipt duor uwe ad'ren ? Hier — zie ik, by een' kleenen floet Van Helden,,het verachtst gebroed, Een horde van verwyfde Haven: Daar — fpreekt de fchrik op 't bleek gelaat r Als Mars de.trom des oorlogs flaat; Myn God! is dit uw beeld, Bataven! Omhoog leeft de oude heldendrom! Dan, waar ó Belg! is 't kroost dier Helden? De Vryheid zwerft by kind'ren om, Die fleebts der va.d'ren moed vermelden. - • Zoo word de prooi van 'c bygeloof , Z'»o word verwyfde Priester-roof, Daar, waar de trotfehe zege-wagen, By 't febaterend Trimph lo, Den luister fchiep van scipio, : ln 'l k«'yne»d Rome rond gedragen. 6 Lathiml 6 GriekeiJand ! Wyst, zo gy kunt, de onkenbró graven Van hen, die aan het Vaderland Hun bloed, het air ten beste gaven! Waar rust hy die Carthaag verwon? Waar broTos asch? waar phocion? Js met hun flof hunn' roem verdwenen? ó trasYbulus! uwe naam Zweeft op de lippen van de Faam; Maar fluimert in het doodsch Jthenen. ïl Daar-  Daar, waar ge ó Grieken! door het,zwaard U zelf ontrukte aan flavernye; Daar kwynt nu 't weerloost volk der aard Geboeid door Ooster-dwinglandye. Wat geeft ge, ó Vryheid! moed en kracht! Is dit het kroost van een geflacht Dat throonen durfde om verre rukken? Wat rolt van cimons helden-graf Daar, met een bangen nagalm, af?.;.. *t Zyn keet'nen, die zyn' kind'ren drukken. Uw moed herleve, ó Batavier ! Of haast zyn ook uw kind'ren flaven; Dan kwynt de dorrende eerlauwrier Op de omgeworpen helden-graven; De Zee, dien gy met konst beftreedt, En van uwe akkers vluchten deedt, Bezoekt wel rasch zyne oude kolken; Dan roept de Zeeman, als zyn hand De kiel fiuurt over Nederland : '„ Hier rot het uitfchot aller Volken l" Myn God! word dit het noodlot dan Des Belgs, die,:blyft hem moed bezielen» Op kroon en fcepter trappen kan, En Koningen voor hem doen knielen: Des Belgs, die throonen overwon, Voor wien het roovend Albion Zoo dikwerf is zyn prooi ontweken; Des Belgs — maar neen!.. 6 zwyg,myn Lier!.. Triomph! ik zie- den Batavier Van ed'le fchaamte en fmart verbleken! Verbleken?... God, wat bly verfchiet! Tc Zie Neêrlands grootheid wéér herleven; De leeuw ontwaakt, hy ziddert niet, Schoon wreede tygers om hem zweven. Haast ziet de list haar doel mislukt; 't Geweer, in 's Burgers hand gedrukt, Dreigt dood en vloek aan dwingelanden: 't Is-de oudfte fteun van 's lands Minetfr. De onwinbre' voormuur van ons erf j En 1 manlykst fieraad onzer handen.' yfr.  ( 243 ) Verbeelding! was uwe indruk waar! Dan ach! myn Vaderland! waarhenen? Waar heên, met dier verwyfden fchaar, Die al hun roem van goud ontleenen ? Met hen die, machtloos, uitgeteerd, Hun leven, dat natuur ontëert, In vruchtelozen wrok vernielen; Wien nooit een vonk de borst ontgloeit.; Wier mond geen mannentaal ontvloeit: Waar heên, met die ontaarde zielen? Waar heên, met dien vergulden (loet, Die hier dp weêrglans is der throonen; Wier hand in 't hart eens moeders wroet, Eens moeders — die hen blyft verfchonen ? Waar heên, met dit misdadig volk? Weêrhou, ö brotus! uwen dolk, Schoon 't recht uw hand ter flachting (boorde Dryft, Belgen! dryft die monsters voord Naar 't verst en onherbergzaamst oord, Waar nooit de mensch van Vryheid hoorde! Of zou, waar fiere Vryheid woont, Een fchandvlek ooit ons erf onteeren! Dit waar' Gods almacht zelf gehoond; Hy fchiep noch flavenkroost noch heeren. Misleid de hoop myn wenfchen niet, Dan zie ik reeds, in 't bly yerfchiet, Heel Nederland de wapens gorden; Daar klinkt de raat'Iende oorlogs • trom ; —! De Belg ontgloeit; — de dwang is (lom; 1 De Batavier vreest flaaf te worden. Vangt aan, Bataaffche Heldenftoet! Te lang dorst men U (lout vertreden: Met Romers kracht, en Griekfchen moed, 01 haastig zyt gy vry geflreden! Dat orde (leeds dien fleren rei, Met ftrenge tucht, ten ftryde lei'l Zy beiden gaven volken luister. De vryman is, gewapend, flaaf; Miskenty vergeet gy dit, Bataaf! Dan bedelt ge om den ouden kluister. Ii 2 Dïs>  C 244 ; r Dan droomt uw bloed vergeefs op de aard, En kweekt voor ü geen Vryheids ■ rozen : Een woeste kop, der deugd onwaard, Moog zich uit drift verreukeloozen; Nooit fluit by Mavors forsch geweld. Beleid en orde vormt den Held,Geen willekeur, hoe zeer voorfpoedig. De krygskroon, die uw lokken (iert, Toont, hoe ge, ó Jonglingl (*) zegeviert, Maar rasch word U die zege bloedig! Kweek zoonen, dierbaar Vaderland! Die 't heldenfpoor der Vad'ren drukken; . O: mocht nog eens der maagden-hand Den lauwer voor uw Helden plukken! ö Vryheid! deel uw hemelsch vuur, By 't eerde lagchjen der natuur, Aan 't kroost der Batavieren mede: Schenk ons, en aan ons nagedacht, Des arends mied, des leeuwen kracht; Het zwaard alleen fchenkt heil en vrede! Zo immer dan de dwfnglandy Ons erf bedookt, den Belg wil dwingen, Rukt aan, Bataaffche heldeprei!^ Verwt in haar bloed uw forfche klingen. Dat angst het bloode kind vervaar! De vrees alleen fchept lyfs- gevaar; Die derven durft, kan overwinnen. De moed, die eeuwige eer bereid, Voert, in een' blyde onlkillykheid, De Helden yan de Vryheid binnen. Verbeelding! hoe?., wat ziet myn oog?.;, Aanfchouwt met my; ó Nederlanders! De kuiteu — wenkt van 's hemels boog, En wyst ons op zyn zegeftanders. „ Volg, volg myn voorbeeld, dappre 3elg'! ,, (Zoo fpreekt hy) dry, verwin, verdelg: » Zie wat my Chattims puinen gaven j „ Als my, wacht U onfrerflyke eer; 1, Stort u, als my, het Jood ter neêr, „ Dan'groeien Jauwren op uw graven ü"—- B R U T U S. n De l*»M»»UH, tt, Uiten bevel, fekoon met ten lesten uit/lag, ** \ymd kvechtcn KM, Ukrom op zynes vaders, yolScnds de Rmclnfehe Krygs -w, ter Jood -wérd getracht. ' " ■ Groot, dierbaar Vriend! zyn de kwalen van het Ge.meenebest. Het word tyd, dat eene Route hand" het goede van het kwade fchifte! — Koom, laten wy dedeugdzamen aanmoedigen, maar tevens hunne driften ten beste van het Vaderland leeren beftuuren. — Moed door rede geleid , geene toomloze hartstochten, konnen Athene behouden. Koom, Iaat ons den braven Burgeren van Athene hunne vyanderr töonen, waar zy ook zyn, het zy in den Raad, opdé Vloot, of in het Leger. Het voegt ons niet door traagheid hef lot onzes Vaderlands, dat alleen in der Goden hand'is, misdadig te beflisfe.nl Vaar wel, tot morgem phormio. Vaar wel! moedige Wysgeer! Geluk Athene'. Pht fonen, welke tot de regeerïng zullen verkozen worden, te concentreeren , en aan zekere rangen of clasfen de hoogde waardigheden vasttemaken, wanneer volgends Art. 99 en 102. de Kiezers tot het wetgevend Ligehaam zich in twee fmaldcelen fchiften, om dus-gelegenheid te hebben van elkander te Tionnen en mogen kiezen ? Om nu andere byzonderheden, in ons N°. 31. reeds aangeflipt, niet weder te herhalen. 2. Eene tweede grief was : dat liet plan de kraclt der regeeringe verlamt, door eene langwylige raadpleging intevoeren. Wy zyn wel overreed , dat langzaam te haasten, en voorzichtig te befluiten, een der nodigde vereischten is tb alle Staatsbeduur, waar talryke vergaderingen den algemeenen wil bepalen moeten, en de uitvoering volmaakt van de .Wetgeving is afgefeheiden; dan, wy oordeelen tevens, dat men hierin te ver kan gaan, en de ge. hecle energie der regeeringsvorm verlammen , fa. den. weg tot de. dood'ykde werkloosheid en dwa4Jinge.u baanen, door de vruchten tder Wetgevende . wysheid al te ryp te doen worden, vooral wanneer . reeds door eene fchlfting der wetgevende Macht in twee Kamers tegen onrype befluiten gewaakt is, en zulks by eene Natie, die , gelyk de onze, uit haren aart zeer Phlegmatiek, en veel eer voor langzame de.liberatiën dan voor overyling vatbaar is. Om nu te bepa'en, of en in hoe verre dit hier.'t geval zy, zal het genoegzaam wezen , de tydrekening van elk decreet of wet te maken, dat, volgends den gewonen en fpoedigst mooglyken weg conflitutioneel geboren wordv E;i dan vinden wy, dat een decreet of wet tot drie lezingen in de groote Kamer vordert dertien dagen , Art. 211» ter overweging by den Staatsraad acht dagen , Art. 2*4- en tot drie nalezingen 'by de Oudden dertien andere dagen, Art. 212. Dus kan geen befluit kracht van wet bekomen ,. dan na verloop van vierendertig dagen. Wanneer wy ons nu herinneren , dat de gewone vergadertyd der. beide Kamers duurt acht weken-of zesenvyftig dagen , en dat twee algemeene landdagen in het jaar plaats hebben, dan volgt hieruit, dat van de zesenvyftig dagen Hechts de eerfte tweeentwintig zullen konnen gebruikt worden tot het doen van nieuwe voordellen , met dat gevolg dat dezelven voor het einde van den landdag konnen worden afgedaan, en of finaal verworpen , of tot wetten en befluiten gebracht; terwyl alle de overige in het gebroken zullen moeten blyven, en ainftaan tot eene volgende vergadering, die wederom' nieuwe restanten voor eene derde zal o\er!aten; en langs dezen weg zal men eeuwig tusfehen hemel en aarde blyven hangen , en de oude langdradigheid, waarover onze kundigfte Staatsmannen zich altoos beklaagd hebben, wel onder eene andere fou mule dan van overnemen om in den haren breeder gecommuniceerd te worden, maar met dezelfde duizende nadeelen, vooral de verlamming der energie in het beftuur, en de aanleiding tot cabalismus en kuipery,,. herboren zien. Hiertegen geldt niet, dat,, ingeval van voldrekte noodzaaklykheid , de gewone form kan worden ter zyde gefteid , naar Ait. 231 ea> volgg. Want behalven dat het denkbeeld van nooizaaklykheid zeer on'oeflemd en twyfelachtig is, wan. neer de voldrekte meerderheid der Groote Kamer dezelve bepalen nroet; (Art. 234.) blyft dit altoos. Hechts eene uitzondering op den gewonen regel, en de algemeene loop der de.liberaiiën zal immer ten uiterde langwylig, en daardoor zonder kracht of' nadruk zyn, ia de gewoonte aan dat langzaam en gemaklyk delibereeren zal niet zelden de leden derbeide Machten zoodanig beheerfchen , dat zy degewichtigfte onderwerpen, die eenen fnellen maatregel vorderden , op- den gerekten leest zullen' fchoeiën, ten onberekenbaren nadeele van 't, geluk, en de vryheid- des volks. 3-. Onze derde delling was:- dat het plan de machtdes IVetgevenden Ligchaanis te veel in de Kamer der O.elften concentreert. — Volgends den aanleg en het oogmerk eener verdeeling der Wetgevende. Macht in-. t.\\ ee.-  ( ) twee afzonderlyke Hgch.men. te deze Kamer alleen Sèfehiiit cm, als beftaande uit leden door jaren en ^dervindingmeer8eoefend,entot bedaarder ove, welven gefchikt, te revideeren, goed of aftekeuen dus te verwerpen of te fanclioneercn, alles w,:'uit den fchoot der grooie Kamer tot dezelve word overgebracht. Hieruit vloeit natuurlyk voord, dat de beide Kamers, tezamen genomen, alleen het. Wetsevend ligehaam uitmaken, en dat de Kamer der Oudfien op zich zelf geene legislative Macht heeft. Dit i'« de reden, waarom die Kamer geene voorftelTen mag doen. Art. 238. Dan in het vervolg fchynen de ontwerpers geheel dit denkbeeld vergeten of verk.o5chend te hebben, en, wanneer by hun plan aan de Ouditen word opgedragen het recht van zich, zonderde Groote Kamer, te Conftitueeren, en, het zy in masfa , het ïj door Gecommitteerden uit haar midden ] daden van Souvereiniteit te plegen, dar, •doet men blykbanr eene ingreep in het gezag der 'Groote Kamer, immers men concentreert de macht van het geheele Wetgevend Ligehaam te veel m een Van'deszelfs fmaldeelen, en wel. in dat, hetgeen volgends de natuurlyke orde alleen beflemd is tot een tege, wicht van het andere , en. ,'t geen reeds gezags Venoeg heefr, om dat het de belluiten van een ;.n"der gedeelte-of kracht geven of vernietigen kan v term\ zoodanig eene Conftitutie , welke deze handelWyze wettigt en heiligt, niet anders kan belchouwd Wen, dan aangelegd ,om al te veel nuchts in een 'onbevoegd Htrchaanv optehoopen , en langs dien weg ongemerkt een gevaarlyk-despoiismus, of eene Ari'flocratifehe overheerfching intevoeren. Dat nu het 'overgeleverd plan in dezen geest geflemd is, blykt uit eene menigte van byzondetheden, waarvan wy de voornaamfle zullen opgeven.. De Kamer der Ouullen kan, buiten de Gï°otc Ka' %èl% en dus alleen, op buitengewone tyden-ver'«aderen. Art. ^6u — Zy (en niet de. Groote Kater „of beiden gelyklykO doet de benoeming van het feeiïïl tot leden van den Staatsraad. Art. 165,266- | L1 Zy alleen ook verkiest de Leden van 't Nationaal Ge* richtshof, de Curatoren over de Nationale Scholen. Art. 266,719. - Zy alleen' heeft de goed- of afkeuring der door'den Staatsraad aangeftelde Secretarieën van Staat, Ambasfadeurs enz. Art. 267,385. - De flispeofle der befchuldigde leden van 't Wetgevend Lichaam , den Staatsraad enz. Art. 280. — De revifie der fiemlystèn tot verkiezing van den Staatsraad. Art. 313 De lotbepaling der orde van het afgaan der verkuzene leden tot denzelven. Art. 324, al&mede omtrent de Finantiekamer. Art. 473. Derzelver biëediging. Art. 327. — De approbatie der aangeftelde Hooge Militaire officieren. Art. 267, ?2> _ De volle uitoefening der uitvoerende Macht door hare Commisfie van Vyven, ingeval eener fufpenfle van den Staatsraad. Art. 399- — De ek&~ der Leden van de Financiekamer, uit een viertal.. .Art. 477. Van den Thefaurier-Generaal. Art. 479,'■ gelvk mede de goedkeuring der aan-eftelde Narlonale Ontvangers. Art. 49'- - Wy !ers'. dc eleaie" uit een viertal, der leden van de Nationale Rekenkamer. Art. 536- — Ë« eindelyk, zy alleen vermag; een veprftej te doen tot verandering in de Cor.ftittitie, waar van Hechts de bekrachtiging aan de Groote Kamer ftaat, in eene orde,die den gewonen loopd'>r deliberatiën dus volmaakt en zeer merkwaardig omkeert! Art. 75Ö. — Neemt men dit alles tezamen, vergelykt men het met de ware principes* cn voegt men er by de zoo monfteraehtige Gommislie v leden der Oudfien, welke by afwezigheids der Wetgevende Vergaderingen de geheele Legislaiive Macht zal uitoefenen, volgends Art. 268 „(waarvan terftond nader); dan zal elk redelyk denkend burger van Nederland hetzelve moeten befchouwen als eene doorgaande verkrachting van de natuurlykerechten der Groote Kamer „ eene toeëigening vsm overheerfchend gezag'en primaatfeliap--aan die der Ojdfteh .en dus als allergevaarlykst niet alleen voor de goede harmonie der twee Kamers onderiing^maar ook voor de algemeene bnr'gerlyke vryheid'. • 4> Wjf  4. Wy treden thands tot eene kortbondigebefcbouwing van ons vierde point, waarby wy zeiden: dat de Staatsraad, vereenigl met het vyfmanfchdp uit de Oudften, een wangedrocht van Macht oplevert. De w'aarbeid hiervan is zoo algemeen, zelfs door veele leden der Commisfie tot de Conftitutie, èn door die leden der Nationale Vergadering , welke anderszins de gezeleerdfte voorvechters van het overgegeven plan geweest zyn , erkend ; er is zulk een doorgaande kreet van afkeuring en verontwaardiging tegen opgegaan uit alle de oorden onzes Vaderlands; dat wy van dit onderwerp, door de openbare denkwyze van volk en beftuur reeds befiist (*;, met zeer Weinigen konnen aftrappen. — Wy zullen ons dus daaromtrent vergenoegen mèt de volgende aanmerkingen^ a. Het is, op zyn zachtst genoemd, ten" uiterfien onvoorzichtig en reukloos, de Wetgevende Vérgaderingen gewoonlyk maar 16 weeken in het jaar te doen voordduren, dezelven Ba 8 weken zitten* gedurig weder te ontbinden, hare zamenroepingén van den willekeur der uitvoerende Macht afhanglyk te maken, en inmiddels een vyfmanfchap, alleen uit de oudfien gekozen, gedurende 36 weken of byna f gedeelten van het jaar, te bekleden met al de macht en het gezag der geheele Wetgeving. Door .dit middel verydelt men volmaakt de nuttige oogmerken eener talryke Wetgevende Vergadering, en men Zou even goed dezelven tot een vyftal hebben konnen concentreeren , dan men ze nu , by -abfentie quafi, door een vyftal doet vervangen. Bovendien, niets is zekerer, dan dat alle Oligarchièn en Ditïatorfchappen eenen foortgelyken oorfprong gehad hebben , dat Athene er zyiïe dertig tirannen , en Rome er zyne gevloekte driemannen (waarvan een Caejar en de keizerlykc- overheerfehing onmiddelyke vruchten' waren) aan te danken heeft gehad; en indien wy al bewaard blyven mochten voor foortgelyke ufurpatien, waarvoor ons de loop der menschlvke natuur en de ondervinding tot hier¬ toe èébfer maar al te vee! beducht maakt, zou deze fchikking ten minden aan de vyf gecommitteerden een Ariftocratisch overwicht in het wetgevend Ligehaam byzetten , nagenoeg gelyk aan dat der gewezene Penfionarisfen , en het geen te beflisfender moet zyn , naarmate hunne befiendige aanblyving heri noodzaaklyker zoude maken ter voorlichting Van de overige leden. De zucht tot gemak, den ménfehen eigen, doet hen toch al doorgaands door de oogen van anderen zien , en blindelings goedkeuren» het geen hun word aangeprezen door dezulken, die in kunde en ervaring uitmunten; dit Was de bron van het meesterjehap in alle de raadzalen der wereld. b. Daarer niets gevaarlyker is voor de vryheid des volks, dan de zamenfmelting en vermenging der Machten in dezelfde•, en wel eenige weinige, per. forten, en dit ten allen tyde de kweekfchool en het hulpmiddel gëweest is voor tiranny en despotismus, moéten Wy öns verbazen over eenen voorgeflagen maatregel, die den klem der geheele Volksoppermacht in handen fielt van vyf Wetgevers en zeven Uitvoerders, en dus van twaalf perfonen in het geneel. Hoe gemakl.yk moet het deze weinigen vallen of onderling zaamtezviteeren tegen de vryheid , of elkander tè verfchalketr, ten bederve van het Vaderland! Dit gevaar word nog te grooter, wanneer men confidereert, dat volgends Art. 347. de Praefident of één Gecommitteerde van den Raad zal konnen worden gequaliiiceerd tot zekere daden van gezag; uit welke fchikking volgt de mooglykheid, dat zes, of by abfentie van een of ander lid der vyf oudflen , nog minder perfonen al het gezag des volks, alle de belangen van het Vaderland zullen in handen hebben , en daarmede naar welgevallen konnen om'pringén. Kent gy, Medeburgers! een hec-rlyker middel om despoten te vormen, en u vyf, zes Stadhouders , in dcplaats van éénen te geven ? c. Het r*) Immers, zoo vertrouwen wy; en indien er nog Hemelen, moc-iucn gevonuen woroei., a.c o,. .u„»,„ »u™ verdere wyziging, en zoo als het daar ligt in het verbeterd plan behouden wilden .houden vry ons verzekerd, dat het volk.»! deze reden alleen het aangeboden ontwerp met verachting zal verwerpen.  ( ?5i ) e; HM is waar, in onsNommer 18. hebben wy eene zeer geconcentreerde Uitvoerende Macht aangeprezen ; dan, wy hebben er tevens bygevoegd, ,d# derzelver nadeelige invloeden moesten worden voorgekomen door eene zorvuldige afzondering der beide Machten, en door de ftrengfie bepaling der verandwoordlykheid van het cxeeutif Ligehaam. Ondertusfehen hebben wy noch het één noch het ander in dit plan gevonden. De gemaklykheid van zamenftemming tusfehen de wetgevende Commisfie en uitvoerende Macht , zoo even aangewezen , ontzenuwt niet alleen het eerde grondbeginfel, maar wy vinden zelfs daarop rechtsftreeks ingreepen gedaan,.en de inzage van den Staatsraad in het wetgevend gezag gewettigd, wanneer by Art, 221 en volgg. bepaald word, dat alle voord-illen van de Groote Kamer zullen worden verzonden aan dien Raad, ter beoordeeling van derzelver uitvoerlykheid , en dat, ingevalle de Raad zwarigheid daaromtrent vond, die voordellen aan eene nadere overweging zullen onderworpen zyn. Wie ziet niet, dat het eene ongerymdheid influit de beste maatregelen van het Wetgevend Ligehaam aan het oordeel , aan den willekeur van het Uitvoerend bewind te onderwerpen , en dat dit iaatfte langs dezen weg in efTeQe het veto over alle wetten en decreeten der Groote Kamer kan uitoefenen immers dezelven aanmerklyk entraveeren , het geen de wetgevende Vergadering, en dus de algemeene belangen, van de dwalingen en verkeerde oogmerken der meerderheid van den Staatsraad afhanglyk maakt. Dit niet alleen; de Raad heeft ook de macht om in byzondere gevallen, of voor zekeren tyd, voorzieningen te maken. Art. 358. en hoe ver kan die macht, by afwezigheid, van de beide Kamers, worden uitgedrekt! Ja, het wetgevend Ligehaam kan voor eenen tyd het doen marcheeren der Troepen aan den Staatsraad opdragen. Art. 371. wanneer de Raad dus het Vaderland verraden wil, kan dezelve de bedreigde fronttere», of plaatfen waar oproer dooide party der Aridocraten of Oranje - vrienden gefmeed word, volmaakt ontzetten van alle militaire bezetting, en dus aan binnen-of bukenlundfe.be vyanden ten prooie laten. — Zoo voert men he,t gevaarlykst amalgame van Machten in; en wat de verandwoordlykheki der/.elven betreft, moeten wy rondborflig bekennen niette weten, hoe het volk, volgends bet plan van Conftitutie, ingeval beide of één van belde de Machten haren plicht verzuimen of fehenden mochten, dezelve bebopriyk tot verantwoording zal .konnen noodzaken. Immers, het geep daaromtrent by fit. 111. Aid. VIII. van de Wetgevende Macht bepaald is,is op verre ca niet toereikende, en geldt alleen tegen individueele.leden der beide Kamers ; de vyf gecommitteerden uit de Kamer der Oudden, wier invloed en macht zoo gevaarlyk is, ftaan onder geer.c nadere refponfabiliteit; en ten aanzien van,den Staatsraad word wel by Art. 397-400 voorziening gedaan , doch die zeer ongenoegzaam is. i.Om dat volgends Tit. III. Afd. VIII. het Wetgevend ligehaam de aanklacht ter eerder inftantie moet beoordeelen , het welk de befchuldiging, ingeval van onderlinge verdandhouding , volmaakt illufoirkan maken, en 2. om dat deze Artt. alleen daarftellen eene Rechterlyke verandwoordlykheid, ingeval van daadlyke aanklacht, terwyl er geen het min,fie gewag word gemaakt van.eene Politieke respon,fabiliteit, waartoe de • beide-Machten, en vooral de «Staatsraad, natuurlyker.wjze aan het volk gehouden zyn, en 3. omtrent alles, wat de Staatsraad verricht in zamendemming met de Commisfie der vyf Oudften, zal dezelve altoos door de Wetgevende Macht gedekt, en dus volmaakt buiten verandwoordlykheid zyn, zelfs volgends de principes. 5. Dat, volgends de inrichting van het aangeboden Plan , de verschillende Machten door iniu&kgt botjing zich noodwendig moeten belemmeren en v-jrwuasten, is door anderen reeds zoo uitvoerig «loogd, : 'li ..ijvooLt:' /..••„ '■:>. . üli .ito -•- en  C 252 ) cn vloeit zoo natuurlyk uit yerfcheidene byzonderheden, die wy boven reeds (/ebben aangevoerd ; dat wy ons ontflagen konnen achten van deze ftelling nog nader te bevestigen. Elk ziet, dat, indien de Departementale en Municipale Machten even zoo wel fouvereinen moeten blyven als de Wegevende, indien zy onderling de Oppermacht verdeelen moeten, en indien de uitvoerende Macht meer dan te veel de wetgevende kan ontzenuwen of overweldigen; dat alsdan, by de hoogstmooglyke zorgdraging voor botfing en collifie van Machten, een gedurige tweeftryd , uit naaryver en heerschzucht geboren, tusfehen die allen onvermydelyk is; dat elk derzelve aanhoudend trachten zal de grenzen van zyn gezag uittebreiden; dat de eene Macht de andere zal pogen te belemmeren, en afbreuk te doen; en dat hieruit eene geheele verwoesting van alle Macht, of wel eene overheerfching van één over allen zal moeten geboren worden. Dit is zoo veel te meer te duchten, als de grensiynen van elke Macht by het plan minder duidlyk omfchreven zyn, en de aangewezene maatregelen ter weering of betering van ouderlingen 'tweeftryd gebreklyker. Een treffend bewyS van dit laatfte vinden wy in Art. 410. cn vo'gg Wanneer nu verloop van zeventien jaren, eenig Departement klaagt van te hoog te zyn aangefiagen, vervoegt het zich aan de Kamér van Finaneie, die eene Commisfie benoemt, ten fine van minlyke fchikking tusfehen de negen Departementen met eenparig confent; dan, dit niet gelukkende, word dé bellisfing over die klachten verbleven aan zestien arbiters, acht uit het klagend Departement, en één üït elk der overige acht, doch NB. geen dezer arbiters mag uit het Departement, dat hem roept , verkozen worden, waaruit volgt, dat het klagend Departement of geene of flechts enkele inwoners tot arbiters zal konnen bekomen. Art. 418. ja, de ontbrekende arbiters zullen door de Financiekamer zelf genomineerd worden. Art. 419, 420. — Ten aanzien der bygevoegde Landen zal eene foortgelyke arbitrage van vier perfonen plaats hebben. Art. 426. gelyk mede eene van zes perfonen; ingeval van verfchil tusfehen de Kamer der Financie en eenig Departement over de aangewezene middelen van heffing. Wy hebben boven reeds het on" gerymde aangewezen , welk er heerscht in het gebruikmaken van arbiters by de invoering van een geheel nieuw Contract; thands voegen • wy er nog by, dat het zwakke, het partydige, het despotieke van zoodanigen maatregel ieder tfl het oog moet fpringen , die de boven aangehaalde Artikelen in verband, onpartydig, overweegt, en de natuurlyke gevolgen van 't inroepen van vreemde arbiters, welke hier al doorgaands tegenftrydige belangen zullen hebben , en dus te gelyk party en rechter zyn; menschkundig berekent. Indedaad , deze infielling getuigt niet alleen van de jammerlyke onvolmaaktheid der beraamde fchikkingen om de Machten onderling in evenwicht te houden en de gerezene gefchillen tusfehen dezelve te vereffenen, maar zyletvert ook in z;ch zelf een gewaagd hulpmiddel op, het geen gevaarlyker is in zyne werkingen, dan de kwaal zelf, die men er door verhelpen wil. {Het flot in No. 35.) Deze Noramers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sliage, van Cleef en Leeuwefiyn; Leyden, Honkoop en Herding; Anfterdam, J. A. Cra jenfehot; Haarl&m, Beets en, Loosjes i Rotterdam,D. Vis, van'den Dries; Jlkmaar, Molkman, en verder in de overige Provintiëu, a drie het hcele, en twee ftuivers het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. g5* Donderdag den 5 January 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvastig man, Voelt' door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Nuch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vast'en geest gefchokt. 110r.atius. BESCHOUWING der HOOFDGEBREKEN in he* PLAN van CONSTITUTIE. {Vervolg en flot van bladz. 252.) rj, Na dit alles zal er weinig omfiags nodig zyn, 'öm te betogen: dat het plan, éénmaal aangenomen, en in werking gebracht, den breedflen weg zoude banen ter herftelling van het Stadhouderfchap , en van den Britfchen invloed. Ten dien einde zuilen wy niet herbalen, het geen reeds in en buiten de Nationale Vergadering betrekl}k dit poinót gezegd is; wy zullen ons vergenoegen met eene en andere nieuwe bedenking dienaangaande te opperen. Het is by ons eene uitgemaakte waarheid, waarvoor de bewyzen op ieder blad onzer Vaderlandfche Gefchiedenis geboekflaafd zyn, dat dè Nederlandfche Natie, vryheidszuchtig in haren aart, van al.'e 'flaverny afkeerig, en daarom tegen het Despotismus gekant, maar nog meer, en boven alles, tegen de Ariftocratie verbitterd is. En indedaad, wanneer wy het haatlyke en het drukkende aller Arifiocratiën, ook in ons Vaderland-, nagaan, wanneer wy berekenen, dat het de Ariflocraten, dat is de ryke en edele Familiën die de regeering onder zich poogden te verdeeien , geweest zyn, welke de. Graaflyke en Stadhouderl)ke waardigheden in onderfcheideu tydvakken hebben vermetigd , met geen ander oogAf merk, dan om zichzelf op den ontruimden throon te plaatfen; wanneer wy ons herinneren, hoetrotsch en despotiek de handclwyze onzer Arilïocraten altoos, en byzonder voor 1747, 1748. was; dan zal het ons niet vreemd dunken> dat het gemeen, de heffe des volks, zich t'elkens gereedlyk hebbe laten opruien , om den despoot weder interoepen , en zich in de armen van eenen ingebeelden verlosfer te werpen. De gedurige herflelling van liet Stadhouderfchap is het beflisfendst bewys 'van de onverdraaglykheid der Ariftocratie voor het Volk van Nederland, en het is eigenlyk aan onze Patri, ciërs en greoten , dat wy alle de rampen ons door het huis van Nasfau berokkend , te danken hebben, — Hoedanig is-nu de geest van het plan? Gewis, Ariftocratisch.— De vorm moge veranderd z\n, de oude zuurdeegfem is er wel degelyk in behouden, en, gelyk wy ftraks zullen aantoonen, met meer gevaar dan ooit vergezeld. — Wat zal dus het noodwendig gevolg zyn van de invoering dezer Conftitutie? Of de Natie moet geheel en al ontaart zyn van hare ingefchapene neigingen, zy moet volmaakt ryp zyn geworden voor eene Venetiaanfche. overheerfching, of zy zal eerlang weder, hétAriflom era-  ( 2*4 ) -eratisch juk afwerpende , en geen ander middel vindende om zich daarvan té ontdöen , den Stadhouder inroepen , hare oude ketenen kusfen, en, om zich voor altoos tegen hét Ariftocfafehdom te waarborgen , Oranje grooter maken , dan hy immer was. Het kan zyn, dat wy dwalen» maar naar ons inzien zoude het invoeren van dit plan hetzelfde zyn met te decreteeren: linnen weinige jaren zal het Stadhouderfchap in de Bataaffnhe Republiek herfield, en ma de geheele oppermacht bekleed zyn. b F.n, deze vrees word te grootêr, te meer gegrond, wanneer wy indenken den wezenlyken toeftand van ous Vaderland , en dien vergelyken met de inrichting van het plan van ConfttTBtfe. — "Niemand kan ontkennen, dat de aanhang van Oranje zoo binnen- als buiten *slands zeer aanmerklyk- is. De heerfchende geest onzer iegers en vlooten is helaas! maar al te zeer bekend, en het gebéurde met het fmaldeel van Lukas aan de Caab verftrekt een nieuw treurig bewys, hoedanig officieren ëh ge'nieênen over het geheel denken. De oude neiging Van het gemeen, door een aantal groote fchurken opgewonden, kennen wy. De zware geldheffingen, dé kwyning van handel en beroep, hebben een aantal fchyn-patriötten koelzinnig, afkeérig, ja afvallig doen worden van de nieuwe orde van zaken, om dat zy niet genoeg bezeffen , dat zy grootettdejls een noodwendig gevolg waren van het oud bederf, of van onze tegenwoordige omflartdigheden.. Daarenboven hebben de part) fchap'pen ónder'de Patriotten'zelf ontdaan , dezen aaumerklyk verdeeld en verzwakt; en over de denkwyze van veele leden "van het beftuur willen wy ons liefst niet uitlaten. Uit dit allés , vergeleken met de ftaatkundige geiteldheid van ons Vaderland, blykt, dat in dit tydftip meer dan ooit, behóórt gewaakt te worden tegen alle Contrarevolutionaire ondernemingen , en dat ten dien è'ïnde vooral de indrang der Oranjeparty , langs 'Conftitutioneele wegén moet worlen verhinderd. Gefc.hred dit niet by het Conttaü. Social, dan baanen wy zelve voor die party den weg om door hare intrigue binnen weinig tyds de nieuwe orde van zakèn omtekeeren, en den Stadhouder weder op den throon te helpen. En zy 2til te gewisfer zegepralen, daar de Conftitutie zelf geenen-den minften flagboom gefield heeft tegen haren indrang.—Er moesten derhal ven in het Maatfchaplyk verdrag zulke- voorzorgen te vinden zyn, waardoor de Natie van dien kant genoegzaam zeker gefield ,-en de aanhang van Oranje verhinderd werd eenen overheerfchenden invloed te maken op den algemeenen Volkswil. Trouwends , offchoon de individueele vfye wil volgends de üitfprakèn eener befpiegelende wysgeerte niet belemmerd behoort te worden, moet echter by het maatfchaplyk verdrag worden gezorgd, dat dezelve even min door verleiding en inlrigue misbruikt , als door dwang gefmoord worde, m Maar, wat moeten wy dan denken van een plan van Conftitutie', het geen niet alleen geene duurzame behoedmiddelen ten dien einde oplevert, maar volgends het welk zelfs de aanhangers van Oranje tot het Stemrecht, en het geen meer is-, tot de goed- of afkeuring der Conftitutie , zonder flcliige verklaring van eenige erkentenis van derzelver gronden, ruimfchoots worden toegelaten? — Kon men hun beter en onder een draaglyker masker hebben in de hand gewerkt? Kon men de herftelling van Oranje binnen weinige jaren by eene openbare aélc op wisfer gronden gewaarborgd hebben? Wy vertrouwen dat al wat redelyk denkt, ons ra eene bedaarde overweging van deze bedenkingen, gereedlyk zal byvailen; en dus, bedenkende welke de gevolgen van den Stadhouderlyken en Britfchen . invloed voor ons Vaderland tot hier toe geweeit zyn,, gaarne zal erkennen ; dat een zoo gevaarlyk plan geenszins de functie des Nederlandfchen volks zoude verdiend hebben. 7. Dan, al ware dit zoo niet, al bleven wy bewaard voor de overheerfching van eenen Stadhouder en van Brittanje, ztuden wy door deze Staatsiwkhting mé  van ég erger flaat wezen, datuw-y immsr door de oude Conftitutie geweest zyn. Wy hebben ons de moeite gegeven, om dit piaa opzetlyk te vcrgelyken met de zoogenaamde Anike. len der Unie van Utrecht. En de unfJag dezer befchouwing is geweest , dat wy hetzelve wel uitgebreider, maar niet vollediger, in tegendeel veel gebreklyker en gevaarlyker dan de Unie van 1579 gevonden hebben. — Hiervoor hebben wy de volgende tcdenen: a. De Unie behelsde flechts tydlyke, en even daarom onvolledige fchikkingen. Te midden van het gedruiseh der wapenen, in den bloedigften oorlog tegen den machtigden tiran der wereld, hadden onze voorvaders geene gelegenheid om eene volkomen hervorming te maken in hun inwendig beduur. Zy lieten daarom het oude zeer wyslyk .voor eenigen tyd in wezen, en verbonden zich alleenlyk, tot onderlinge fterkte en eensgezinde pogingen, tegen het geweld van Spanje; en het eerfte doel der Unie was zekerlyk niet , eene altoosdurende en volmaakte ftaatsregeling voor de vrye Republiek daarteftellen. Een zamenloop van noodlottigheden verhinderde dit laatfte tot heden. — Eindelyk, na meer dan twee eeuwen werd de Natie inflaat gefteld om zich eene goede Republikeinfche Conftitutie te geven. Maar het ontwerp dier Conftitutie behoud alle de gebreken van bet oude ftelfel, het vermeerdert die door er nieuwen bytevoegen, en het verergert ons lot , met nu door den wil des volks te vereeuwigen, het geen voorheen altoos flechts provifioneel en willekeurig was ingevoerd! b. Volgends de oude Conftitutie waren de Provinciën wezenlyk geconfoedereerd, dat is, zy hadden zich, behoudends hare byzondere Souvereiniteiten, zoodanig zaamverbonden , dat de uitoefening der algemeene oppermacht, ten aanzien der algemeene belangen, zich in het ligehaam van 11. H. Mog, den Raad van Staten, enz. concentreerde, terwyl esn Stadhouder ten middenpunt van vereeniging M flrekte. De Macht dier hoogde Vergaderingen ontkende zich van de byzondere Sogyereinen, en dn; gaf, veelal ten minde, eene éénheid aan de regce- ringsvorm. Dan her-nieuwe plan is op ecnci? geheel anderen voet ingericht, en men heeft het, zelve waarlyk nog te. veel eer bewezen, m.et her. Foederalistisch te noemen, daar het indedaad oneindig ongerymder is. Hier blyven, het is waar, de Gewestlyke Souuereiniteiten bewaard, maar in «ie plaats van het oud algemeen beftuur geeft men Q.n.s eene zoogenaamde Wetgevende en Uitvoerende Macht, die volmaakt geïfoleerd , en van de Departementale beduien, zoo in leden als in gezag en werking , is afgezonderd. Men heiligt dus tweeërle.i oppermacht , tweeërlei repraefentatie. Men de.lt. twee Souvereinen daar, die eikander nimmer konnen in de hand werken, maar uit hoofde van hare inrichting altoos elkander moeten beftryden , en trachten de eene de andere te overmeesteren. Ter. wyl er in het geheele Plan geene genoegzame behoedmiddelen tegen deze botlipg, geen één enkel punt van vereeniging tusfehen beiden is daargefteld. Wy hebben flechts een oog te laten vallen op het gebeurde, zedert de zamenkomst der Nationale Vergadering, om een flaauw denkbeeld te hebben van ,den treurigen tweeftryd, die uit de verdeeling van het oppergezag, volgends de gronden van het Plan, te duchten is. — Wy voor ons fchroomen niet, indien wy zoo moeten geregeerd worden, de oude Conftitutie met al derzelver misflagen de voorkeus te geven. Men zie , tot bevestiging van het gezegde Artt. I, 401» 4°4 > 4o9. 578, 579. 58i, 774» 775. c. Hoe afkeerig wy ook zyn zelfs van den flaauwften zweem der dadhouderlyke regeering .ontveinzen wy echter niet, dat dezelve in den geconfoedereerden flaat der Republiek een noodzaaklyk en onmisbaar kwaad was, gefchikt om een nog veel erger, te weten de geweldenary der Ariftocraten , eeuwige twisten en fcheuringen tusfehen de Gewesten, en m * eene  ( 25Ö $ eene volflagene inftörting van het Staatsgebouw voortekomen, althands te matigen. Zelfs de beste Ariftocratifche lydvakken bevestigen dit, om dat zy die waren, in «eiken eenig voornaam • Ariftocraat zich bykans tot een Stadhouderlyk. gezag wist te verheften, en'de Stadhouders hebben altoos ten middel gediend, om de groote Staatsgefchillen , op hunne wyze, byteleggen. Maar hse?- wanneer alle de oude kwalen behouden worden, wanneer nieuwe bronnen van verdeeldheid en a'Tcheiding van belangen worden geopend, en wanneer te gelyk de Stadhouderlyke waardigheid word bu;'ten-.efloten ? Moeten dan niet alle de rampen oivniddelyk 'tri volle zwaarte op Be Republiek nederftorten , waartegen anders dit nvwfterachtig gevaarte ten tegenwicht flrekte ? Wat zd de Arifiocraten als dan in bodwang houden? Hoe zullen de twisten tusfehen de Nationale en Gewcstly-ke Machten, of tusfehen deze fa'atfteh ortdenlng , behoorlyk vereffend worden ? Welk middel blyft er overig om cane vóli&aakw fpütfing der ftbptiblïek, dat is haion ondergang, te verhoeden ? De Stadhouder-was de afgod van een 'blind gemeen, Iry had het vertrouwen der behoeftige grooten , de regenten moesten hein ontzien, en door dit alles had hy het vermogen om op ver*, wyderde harten zoo gelukkig te werken; volgends denieuweStaatsregelingkaner niemand van dat aanzien of'gezag beftaan ; allen , die vrederechters zonden moeten zyn , zyn natuurlyk partyen , het volk zal hen :r istrc-nwen, de Gonftitutie wyst hun geen richtfnoer ter vereffening aan ; giet daar het 'kwade der ondc Conftitutie, behouden en vergroot-, het zoogenaamde goede dat er tegen opwoog, verworpen, en dus het lot der Republiek rampzaliger dan ooit te voren. d. Einceljk; de oude Conftitutie, hoe gebrekkig ook, verhinderde niet van tyd tot tyd zoodanige verbeteringen te- mak-en , als- de loop der omftan- digheden oogenb'liklyk vorderde. Een ■yeKch.hcwshiervan is de nieuwe regeling der Provinciale Omtas. in 1793 gemaakt. — Dan, by dit Plan werd de weg tot redres in meer dan één opzicht gefloten, althands aan moeilyke fchikkingen, en eene onbillyke tydsbepaling onderhevig gemaakt. Men denke flechts aan de twintigjarige vastftelling van den tegenvvoordigen aanflag, Art. 409. En dit is voorzeker geene verbetering, maar wel eene c&. vaarlyke verergering van onze voorige Staatsgefteld.lieid;'"-'' t - ' •• rt -. • . , . Genoeg , dunkt ons , om de waarheid onzerlaatfte ftelling boven alle bedenklykheid te plaatfem K Uit al het dus ver beredeneerde leiden wy dit ba" fluit af, dat het ingeleverd plan van Conftitutie nier alleen is zeer gebrekk'g en vol tegenlirydigheden, maar ook allergevaarlykst. — Wy vinden deszelfs mtsflagen zoo groot en'veelvuldig, dat zy het go&de.welk hier-en daar doorflraalt, en het geen wy niet miskennen willen,. geheel verduit teren . en verzwelgen. — Wy hadden ons alleen ter tua^c genomen, da. Natie met de hoofdgebreken van het Plau nader bekend te maken; dien plicht.hebben wy vervuld. Wy houden ons verzekerd, dat wy ons pleit genoegzaam voldongen .hebben, en wy vertrouwen, dat de verbeteraars van het Ontwerp moeds gekoes zullen hebben ona het kwaad, dat er in gezaaid is, met wortel en tak uittertikken. Wy hoopen maar niet, dat men zich genoodzaakt moge zien, om een gecalefaterd wrak voor eenen nieuwnagel, uitie.venten, en in allen gevalle willen wy Neêrlands volk gewaarfchuwd hebben van toch wel uit zyne oogen te zien , op dat-het zich, gelyk men zegt,.geeneKnollen voor Citroenen late verkopen. Voor het overige behouden wy aan ons eene nadere recerfie van het geen men vervolgends der Nationale Vergadering ter discusfie, en den volke tet fauc.- tie aanbieden mocht. — EENE  EENE VRAAG. .,. Js het zuivere waarheid, dat op den iden De„ cembir van'het tweede Jar.r der Butaaffche Vryheid, ,,.door de Vertegenwoordigers des Nederlandfchen Volks, onbepaald, zonder eenige voorbehnuding, ., of bewimpeling, is gedecreteerd : de Bataaffchs „ Républiek is één en ondeelbaar ï,r Wy en alle onze medeburgers zouden voor den-28 December 179Ö. deze vraag met-een fteüig ja b'eand woord , en hem, die da-sr aan twyfelde , zoo hy eerlyk was , met eenen lagch, en indien'hy een politieke huichelaar was geweest, met verachting begroet hebben. Dan nu, na den 28 December 1796, wat is nu waarheid b De Generaal en Chef va:; het N-oordelyk leger Beurnohville, noemt den groncWlag onzer aanflaando Con, ffitutie eene Politkki één- en ondeelbaarheid ,. en wenscht daar mede de Nationale Vergidering geluk. Wat ons betreft, indien wy eenige kennis hebben van de juiste- betekenis der woorden, dan meenen wy hieruit te moeten opmaken , dat de Generaal WrrnohvïÏÏè in het begrip Haat, als of de gedcc-r-tct.-ue eé::- en ondeelbaarheid van ons Gemce icbest, ai leen na ir buiten werkende, politiek, maar geenszins naaf binnen wcrkende.moct verft aan worden;of met andere woorden, dat onzeRepubliek in deszelfs betrekking tot buitenlsndfche Mogendheden zoude hebben één oppermachtig beduur; en voor zoo verre hare inwendige aangelegenheden betreft, dat zelfde Beftuur niet zaujdg zyn oppermacht'g. Is dit nu de meening des i-'ranfehen Generaals, en heeft hy daar mede onza Vertegenwoordigers gemeend te viegen gelukwenfchen ?_Dan is de vraag, wie heeft hem in dat denkbeeld gebracht ?? Gearne hadden wy gezien, dat de Nationale Vergadering, eenen man die, (uit boófdts dat hy ook de troepen in dienst der Bataaffche Rer"bliek, als. opperhoofd , gebied) eenige betrek-..i'Sop ons Vaderland heeft, deswegen- had'''£Mtf-> alvjeerdy ui pis sus van deze gelukweüfening; met de verdere kennisgeving des Generaals, we. -a-.i wy flraks zullen fprek.cn , voor notificatie aantencmen ( Daar zulks echter niet gefchieJ is, blyft ons niessH' \}m over, dan te hopen, dat de Commisfie van biiitenlandfche zaken, met welke de Gënera-i' Éfo»*noifille in correspondentie fchynt te zyn , henrdezej aanmerk! vkeu. misflag onder het oog zal'brengen! N O G E Ë NE V R A A G. ,, Welke zyn de omflandighedcn , die in ons land ,, het gebruiken-van den gawa'pcndeu militairen-strm „.noodzaaklyk m.-'Un ? Welke zyn de - Deuvteu ,, der Nationale Vergadering, die de teridhaWng ,, van dien- gewapes-den arm -vorderen V" Wy vo-.-r ons dragen noch'van de éé ie noch van de andere eenige kennK D ft-alles fchynt echter de Gener„aj %nrhortiHtè te vooronderfleüen; in die voorondei-; S-èlUfg zyn er reeds Troepen vatr O ufeltlorf ftasjr onze Republiek afgemarcheerd ; en in d'tè zelfde f') .Dasliliid by yan Schelle. & Coaip. van iS Deesmbcr 1796. tt Als buveu. M m verrondei flelling zullen er nog meerdere troepen 1 U'dieiJ bet nodig is,, worden afgezonden (f). Wie'is1 :■ :■ : ■ h , c.ie. dezen Generaal in het' ongelukkig, denkbeeld heeft gebracht, dat er voor het jne-onv Vnge van ons Vaderland in dit moment ■nrrlftüiré • maatregelen noodzaaklyk zyn? Zó ooit, hêerfchen tk.mds kalmte e-n rust op onzen VndcrlSnofcvsrt !;r.v.i., vao.rnaamiyk .zeJert de NatióKa/ë'VAlrga-déi»"g het merkwaardig'belhjit viii den"'ï De eik1 er't.uh. heeft genomen.' Wy. kennen[.geene..- ma^oatr^r,1, ' 'is m,J*? )s''' —• .'nabsi 3J jfioii si' 33  C **8 ) tot omverwerping van de tegenwoordige orde van zaken, - geenerlei poging, die gedaan zoude worden om eenig Decreet van de Nationale Vergadering te verkrachten of te fchenden. Misfchien echter is de Generaai Beumonville onderricht van de daaglyks toenemende ftoutheid der vriende van Oranje en der Ariftocratie! misfchien is hy beter onderricht van den gang der geheime pogingen, van de verraderlyke correspon. dentiën dier fadie, dan wy, die, hoe zeer mede ooggetuigen van het tooneel onzer omwendteling, echter niet aïïes konnen zien, om dat in veele bedryven de fchermen onregelmatig vallen ! misfchien?.... dan, neen 1 deze gisfing kan niet waar zvll. v.y kennen geene decreten die de opgenoemde factie direct betreffen. Het volk echter, het weldenkend gedeelte der bewoneren vau Nederland , kan door zyne daden geene gelegenheid hebben gegeven tot dezen afzending van troepen; eens afzending te meer opmerklyk, daar dezelve, by eenen oogenblik'yken ftilftand der krygsbedry«n gefchied van het tooneel des oorlogs, naar het lalmc, flapende Nederland. De goede trouw eenes veldheersons door eenen Bondgenoot, die daaglyks blyken van zyne verkleefdheid aan onze vaderlandfche zaak geeft, toegefchikt, mogen wy niet m twyfel trekken maar dit meenen wy u.t zynen aangehaalden brief aan de commisfie vau buitenlandfche zaken, te konnen en te moeten opmaken, dat hv berichten uit ons Vaderland heeft ontvangen, waarby onze inwendige gefteldheid als onrustig, de geconflitueerde Machten als bedreigd, en de Nationale Vergadering als haren klem hebbende verloren, zyn afgefchilderd. En dit zoo zynde, wat moet men dan van de braafheid, en vryhe.dshefde dier logenftoffeerders denken ! Wie is by d.e op zulk eene fnode wyze zyne pen of mond aan de logen en de heerschzucht heeft gewyd en verkocht ? En wat waren de oogmerken van dezen zich fchuilhoudenden ontaatten? Het geheime doel is licht te raden. — Kan het wel iet anders, of minder zyn dan onrust in kalme gemoederen te zaaien , de braaffte Volksvrienden by het Fransch Gouvernement onder haatlyke verdenking te brengen, en, zoo dra het nodig mocht zyn, de mid. delen by der hand te hebben tot eene gewelddadige volks-onderdrukking ? Immers die befluiten der Nationale Vergadering, welke gegrond zyn oprechtvaardigheid en volks - liefde, hebben de verdediging van den bezoldigden militairen arm met nodig; ieder braaf burger van Nederland zal dezelven en hen die ze namen, tegen de listen en misdadige pogingen van de vyanden des Vaderlands befchermen. En zouden 'er wel andere dan zoodanige befluiten door het hoogst Beftuur van ons Vaderland kannen worden genomen? Dat verhoede God!... 0/ zoude misfchien de vrees tot dezen buitengewonen aanmarsch van krygsvolk aanleiding hebben gegeven? dan hoe kan dit mooglyk zyn? — waar voor vreest men dan? voor het volk? Maar de gefchiedenis van alle tyden leert, dat hy, die immer voor het volk vreesde, misdadige oogmerken had; dat de brave nooit daar voor zidderde, en dat de ondeugd en tiranoy alleen zwaarden en bajonetten tot hare verdediging behoefde. ïrouwends , hoe ontoereikend zoude dit gewone hulpmiddel der dwingelanden zyn ? Of weet men dan niet ,dat drommen van lyfwachten niet inftaat zyn om den misdadigen bewindsman van zyn gezag en leven te verzekeren ; en dat de liefde des volks den braven een grooter fteun en vaster bolwerk verftrektdan duizendekrygs-; knechten ? Wat hier van ook zyn moge, het is eene ontegenzeglyke waarheid, „ dat hy die zich wil doen „ vrezen, het eerst zelve vreest; en dat men uit „ de hoegrootheid van den fchrik, dien men ande„ ren wil doen ondergaan , tot de grootheid van „ den angst, dien men zelve gevoelt, het zekere „ befluit opmaakt"! Voorftanders der lydelyke gehoorzaamheid, aanhangers van het helfche ftelfel van volks.onderdrukking zelve, konnen deze waarheid niet  < 259 ) „iet ïfi twvfel trekken; wy hebben dezelve ontleend van hunnen vriend, den afyezetten Hoogleeraar Peflel C*)- eenen man, die misfchien eerlang, welke ook zyne grondbeginfelen zyn mogen, aan Leydens Ho-e School Neerlands jongelingfchap in het openbaar reclt weder zal onderwyzen: — althands de mooglykhei.t hiervan is voorhanden, indien het waar >s, d-.t by dc meerderheid het Provinciaal Beftuurvan Holland op den 19 December 1.1. Ct) is gedecreteerd, dat de zaak van Mr. j. lusac, voorheen als Hoogleeraar in de Vaderlandfche Historiën aan die zelfde Academie door de provifioneele Repraefentanien van 't Volk van Holland gerenoveerd, op nieuw zal worden onderzocht ; een Decreet , het welk wy niet anders konnen aanmerken , dan als een nieuw blaadjen aan den triumpbkrans van Oranje en Ariftocratie 1 STAATKUNDIG WOORDENBOEK» (Derde aflevering.*) (*) Fund. Jurispr. Nat. § iop, (ü Zie de tkagfche Courant (b, de Groot en Zoonen) va* 3. DXe^r 8* Financieels operatie. Dit woord, zei Kryn, was hem te geleerd; zyn boerenverfland reikte zoo ver niet. ~ Eensklaps kreeg hy licht in het geval; hy las de Courant onder zyn pypjen, en vond er de volgende advertentie in : „ Am alle met den Jleen „ bezochte iyders word hiermede bekend gemaakt, dat de 'l beroemde Operateur smbeuss alhier is gcan iveerd, "„ welke het nuttig geheim bezit om deze Iyders op de \, behendigjle wyze van den ft een te ontlasen " — Thands verftond TTryu den waren zin van het woord. „Zoo," fprak hy, „ worden wy door het eene middel van „ den fteen , door het andere van ons geld ver- " !ostt Het gevoel van beiden is fmartlyk, en " by 'onkundige Operateurs zelden meer dan een „ konftondig , en dikwyls een doodlyk hulpm.d„ del. — Hier bezwykt de lyder onder het moord" dadig mes van eenen dommen kwakzalver; daar " eene Natie door verkeerde, kwalyk ingerichte, 7, financieele - Operatiën.» - Dus verre was Kryn gevordert, toen zyn zusters kind hem in de reden viel. — „ Peet-oom," zeide de jongen, „ al ftef„ ven de lui, krygen de meesters dan evenwel „ hun geld'" - „Ja, kindzei Kryn, en nog „ wel wat afval toe." — Gegoede lieden. Dat de meeste itieofofcen, groot of klein, hoog of laag, niets anders hoofd, zaaklyk bedoelen, dan her geld uit de beurfen ma anderen =op eene fyne en behendige wyze in de hunne over te brengen, is eene aanmerking, welke op de daagl)kfcho ondervinding berust , en daarom ook geene Mathematifche demonftratie behoeft. Zeker is het dat zulks hun hoofdoogmerk, hunne voornaamüe bezigheid is , en het eerfte, zo niet het eeniglle, beweegrad hunner handelingen. Gegoede men zyn dan de zoodanigen , die op de uitnemcnèfte wyze deze konst hebben beoefend , en daarin met het meeste fucees zyn bekroond , of wier voorouders tot gerief en gemak hunner naneeven dit zoo edel ambacht hebben waargenomen. Daar nu de beoefening van elke verheven wetenfehap, en dus ook van deze, natuurlykerwyze oordeel , verftand, en vernuft onderftelt, en deze qualiteiten veelal in dit geval van de ouders op hunne kinderen overgaan, zo is het ook niet te verwonderen, dat-by veelen in dit ons Vaderland het bezit van goud en zilver gehouden word als de eenige wettige oorfprocg van alle macht en gezag. In tegendeel, het is te verwonderen» dat zommige waan-  ( i6o ) waanwyze Philofor'hen ons andere gronden willen opdringen en aandrüsfchen tegen 't geen zmts eeuwen heeftplaats gehad. Gelukkig Volk van Nederland! de brave meerderheid uwerConftitutiem'akers(*)heeft dit beter begrepen. Rykdora zal boven dry ven. 'Rjkdom, en niet de belagchlyke wysgeerte, zal voordaan in uwe Raadzalen voorzitten. 'Gdd zal een hoofdvereischte zyn om u te vertegenwoordigen. Alleen zulke lieden zult gy verkiezen, die de uitnemendfle blyken van hunne kunde in dit vak gegeven, hebben. En dezen zullen als dan aan de laade geplaast worden, om hun Plutós - verftand al meer en .meer te vergrooten! IjJTRIGUE, INTR IGUEERïN, INTS1GU a n t. ,Zyn allen onduitfche klanken, welke door geene enkele woorden zonder omfchryving in onze taal konnen worden .overgebracht; waaruit afteleiden is tiat deze nuttige wetenfehap by onze domme voorouderen geheel onbekend is geweest. Door in- trigue verftaat men gewoonlyk de konst om door zydelingfche middelen tot zyne oogmerken te ge■raken. Deze middelen zyn ontelbaar , dan daar onze Natie zedert eenigen tyd onbegryplyke vorderingen in dit vak heeft gemaakt, en daardoor reeds vry kundig is geworden, zullen wy onze verlichte kniigenoten met geene langwylige uitbreiding van tie betekenis dezer woorden bezig houden. C) ZU Art. 03. van hel overgelegde plan van Conflitulic. _—— . - Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en'uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sllage, van Cleef en Leeuweft/n; Leyden, Honkoop en Herding-' Jnfterdam, J. A. Crajenfchot; llaaüem, BeetscnLoosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDrles; Alhnaar, Molenaar; en verder in dcovaigeP.roviiuiën, a drie hstfceele, entjen en een halve ftuiverhet halve blad. Honorabele mentie. Eene foorf van politieke Ulevelletjes,die heel lekker zyn , maar oogenbliklyk op de tong wegfinelten. Men kan er de groote kinderen doorgaands goed mede ftillen, of hun die ter beloning geven in de plaats van duiten. Dit goedjen is goedkoop, cn de kinders zyn 'er dol op. Men draagt daarom tegenwoordig onder de Poiitieken "hèele doosjes vol Honorable-Mmties by zich , en 'deelt ze uit, gelyk v/yleer Bon-bon. Voor zommige geitellen fchynt dit fuikergebak echter fchadelyk.om dat het by hen den flym merklyk aanzet, en'men wil, dat er reeds meor dan een door geflikt is. Er is in zekere Stad eene groote . Honorable- Mentie ■ bakkery aangelegd, daar men er veel van verkoopt.; doch de liefhebbers zeggen, dat er een vreemd en vies fmaakjen aan dat goed is, waarom zy meer zjn voor de Menties van Fdry's* die wel wat meer kosten, maar ook vry beter iri hare foort zyn. Of dit op'de waarheid gegrond dan louter chicane zy, mogen de lekkerbekken van Staat beflisfen. -.(NB. Voor ditmaal genoeg; men geeft zelden veel Ulevelletjes te gelyk,)  DE DEMOCRATEN. N°. %6. Donderdag den 12 January 1797. Hei Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf', faiuïva.-üg man, Voeh door het dreigend oog van een •Ktftgraaid Tiran, Noch drift des volks, dat hem lol eavcl lokt, Zyn vasten geest gejchokl. hor atiu s. Eenige Aanmerkingen over het Ontwerp der r 15 c ri t e n en plichten van den mensch en burger, ter Nationale Vergadering ingeleverd, den 29 December 1796. vor* (') Wy zeggen: niet in flaat is geweest, dewyl wy niet willen vooronderffellen, dat zy zulks moedwillig hebben achter» wege gelaten, en niet konnen vooronderftellen, dat zy zulks volkomen zouJen hebben vergeten; want dit ware het zelfde,, als of zy een gedeelte van het oogmerk hunner Commisfie vergeten haddenen in dit gevoelen zyn wy t» meer bevestigd door net beticht vau den burger Couperus. Zi« het Dagblad van van Schelle ea Comp, No. mi. Nn Wanneer men het Plan van Conftitutie befchouwt, en, in plaats van eene verklaring van de rechten en plichten van den mensch en burger aan deszelfs hoofd te vinden , als de voornaamfte grondregelen bevattende , volgends welke eene Staatsinrichting behoort gevormd te zyn, flechts onder den titel van Gemengde zaken eenige weinige artikelen van dezelve met eene andere wegens de ellen, maten, en gewichten doorweven, aantreft; — wanneer men wyders in overweging neemt, dat een aantal van eenentwintig mannen , gedurende zes maanden, niet in flaat is geweest om zulk eene verklaring van rechten en plichten van den mensch en burger optemaken (*); — wanneer men,herhalen wy ,dit alles •verweegt, is het indedaad geen wonder, dat eene Commisfie van zeven perfonen, binnen den tyd van zeventien dagen,— bovendien met den post om het gantfche Plan van Conftitutie van foederalisti- fche fmetten te zuiveren, belast, — flechts eene gebreklyke verklaring, zoo in flof' als in vorm, ten voorfchyn brengt. — Geene bedilzucht derbalven, maar alleen het bezef van onzen plicht als burgers van "Nederland , doet ons de pen opvatten , en hieromtrent rondborftig zeggen , dat alhoewel de voorfchreven verklaring veel fchoons.veel goeds, in zich bevatte, dezelve echter naar ons inzien niet alle die vereischten heeft, welk in diergelyk (luk behoren aanwezig te zyn: naamlyk orde, klaarheid, en volledigheid. — Immers deze drie hoofdeigenfchappen van zoodanige verklaring, moeten de ver-' lichting van een gantsch Volk, de grootheid van deszelfs grondbeginfelen , de fchoonheid van zyne Staatsinrichting, en de zekerfle behoedmiddelen tegen de dwingelandy, by den eerften opflag aankondigen; en niets is natuurlyker, dan dat men deze vereischten van elk wysgeerig ftuk inzonderheid  ( 2Ö2 ) vord'ere in die eerde grondtrekken van het Maatfehaplyk verdrag,, welke er den grondfteun, den toets, van uitmaken, en waarvan dat geheel verdrag eene uitbreidende toepasfing is. Dan ter zake. Onze eerfte aanmerking is: dat in plaats van, gelyk hier gefchied is, eene onbepaalde leiding in het ontwikkelen zyner Hellingen te volgen , men beter en duidlyker zoude gewerkt hebben, indien men van eene zekere hoofdthefts ware uitgegaan, en daaruit andere byzonderheden by wyze van gevolgtrekkingen had afgeleid , eene methode , die dit dubbel voordeel heeft, dat zy geleidelyk voor het verftand, en overtuigend voor het oordeel is. Om hiervan een kleen voorbeeld te geven , hoe klaar en onwederleglyk vloeien uit het principe , dat de Vryheid is een aangeboren en tot de natuur van den mensch zelf behorend recht, de volgende waarheden: . j°. Dat alle menfchen gelyk zyn. , .2°. Dat de Vryheid is onvervreemdbaar, en alle flaverny onrechtvaardig. 3°. Dat derhalven niemand het recht heeft van over een ander te befchixken, dan door vry willige taeftemming. 4°. Dat ook een ieder aan zich zelve verpliclit is, allen, die dwingeland? wi len uitoefenen, tekeer te gaan. 5°- Dat dit alles omtrent elk mensch in het byzonder waar zynde, ook niet anders kan zyn omwent een aantal van menfchen in eene maatfehappy verg-alerd. . ' , 6". Dat dienvolgends de Oppermacht van een Volk is onvervreemdbaar, en de opftand in gevallen van overheerfehing een heilige plicht. 7°. Dat alle befchikking omtrent het aangeboren recht der nakomelingen is onrechtvaardig. - .80. Dat dus ook nimmer in eene Maatfehappy van vrye mannen eenige erfiyke waardigheden of ambten konnen worden geduid. Jn de tweede plaats merken wy aan , dat de leer Art. 3. der Rechten ter ncdergefteld, rakende het recht, om in geval van behoeftigheid, of werk,' of onderfland van de Maatfehappy te mogen vorderen , al te zeer loopt in details, om in een zoo kort ontwerp van Rechten en Plichten eene plaats te konnen vinden; dat zy te minder daarin behoort, om dat, zal zy een uitvoerlyk recht aan de burgeren geven, en geene onmooglykheid influiten, er zekere bepalingen en omfchryvingen by nodig zyn , die geene ingrediënten voor een ontwerp van de eerflc wysgeerige grondwaarheden opleveren; en dat, wil men iets van dezen aart in het Contratt - Eocial brengen het dan moet verfehoven worden naar het Plan van Conftitutie zelf, en wel gebracht onder die afdeeling waarby de maatfehappy de zorg voor hare behoeftige leden op zich neemt. Iri de derde plaats komt ons Art. 7. voor niet te zyn voorgefteld, met de nodige duidlykheid, die maar éénen zin aan.de woorden doet geven. Men zegt naamjy'lc vooreerst: de burgerlyke gelykheid neemt de natuurlyke ongelykheid in krachten, bezittingen, Jioedai.igheden en deugden niet weg. in dit gezegde kan te gelyk eene volmaakte waar- en onwaarheid opgetloten liggen ; — het is eene waarheid, dat de wet de ongelykheid der phyfique krachten niet kan wegnemen, de qngelyke bezittingen niet gelyklyk verdeden , de hoedanigheden niet vernietigen: het is eene waarheid dar de wet niet kan verhinderen, dè werkingen door middel van het verfehil der phyfique krachten , hoedanigheden, en bezittingen, voor zoo verre het recht van een ander daardoor niet word beledigd; maar wanneer men dit vergelykt met Art. r. en Art. 16. dan vragen wy of het geen in het begin van dit Art. 7. gefield word, niet is duister? — Men erkent by het begin der verklaring : dat het hoofddoel der maatfehaplyke vereeniging is beveiliging en verzekering vanlyf, leven, eer, en goed; en men ontkent Art. 7. dat de burgerlyke Gclykheid de natuurlyke ongelykheid van krachten, bezittingen, en hoedanigheden niet wegneemt: hieraan zou men dezen uitlegkonHen geven, „ offclwon de menfchen in maatfehap- „ pyëa  C 2tf3 ) pyë'n vergaderen, om zich door onderlinge verT| bindtems met vereenigde krachten te liandha* ven , zich te beveiligen tegen anderen hunner 1 natuurgenoten, die in phydque krachten, in geheime lagen, in moed, in bezittingen (en daar" door in het maken van aanhang) veelen overtreffen , en dien volgends in flaat zouden zyn, om te benadeelen, te beróoven, en te dooden, konnen echter deze onderlinge vcrbindtenisfen nimmer ftrekken, om de werkingen door middel van ver" fehillende krachten, hoedadigheden, cn bezittin' [, gen te keer te gaan, te matigen , en'intetoomen;. '„ ue natuurlyke ongelykheid in krachten, bezittm„ gen , hoedanigheden geeft aan derzelver bezit„ teren eenen natuurlyken voorrang, — de wet is l derhalven niet voor allen gelyk." — Wy zyn wel overtuigd, dat de ftellers van dit Artikel zulks in diervoege niet hebben bedoeld noch gemeend', maar echter kan deze uitlegging daaraan gegeven worden, en de byvoeging van het woord deugden geeft indedaad daartoe eenige aanleiding ; vermids deugd do ongelykheid der wet vordert.datis.de wet moet aan alle deugdzamen , of liever aan alle deugdzame daden, welke een voorwerp der wetgeving zyn , eenen voorrang boven minder deugdzamen geven: byaldienmen derhaiven in éèniri adem en dus ook tri den zelfden zin zegt, dat de burgerlyke gelykheid de natuurlyke ongelykheid in krachten, bezittingen, hoedanigheden, en deugden, niet weg neemt, dan kan men het niet geldige der burgerlyke gelykheid, omtrent de krachten,-bezittingen en hoedanig!,eden , niet'wel anders verdaan , dan omtrent de deugden. En z >Ö vinden wy hier eene duisterheid en onnaauwkeurigheid, welken, vooral in een fluk van dezen aart, allergevaarlykst en volflrekt niet! te dulden is. Immers liet men zoodamg eere leer, als waartoe dit Ar\..kan aanleiding geven, in de grondbeglnfelen van het Maatfchaplyk verdrag eene plaats behouden, de gevolgen en misbruiken daaruit vloeiende zouden niet te berekenen zyn, en het recht van den langden degen zou zich volkomen veilig vinden ach ter het fehild der Conditutie. In Art. 16 word wel en te recht gezegd, dat er op gronden van gelykheid en vryheid geene andere Volksvertegemvco,d-ging kan zyn, dan geêvenredigd aan de volksmenigte, (waarover draks nader.) Maar dit intusfehen zoude onwaar zyn, wanneer het eerde gedeelte van Art. 7. waar was; want, zulks vooronderfteld Zynde, zoude men moeten zeggen , dat naarmate van de' bezittingen, en niet naarmate van de volksmenigte , de volksvertegenwoordiging moest plaats hebben: het geen niet alleen tegen de betekenis van velksvertegemvoerdiging zou', de ftryden, maar ook alle denkbeelden van rechten van den mensch en burger omverwerpen —. Wy befluiten dus uit dit alles, dat het eerdegcJeehs van Art. 7. is duister, en van eene bedenkiyke ingewikkeldheid. Het overig gedeelte van het 7de Art. fchynt Ör>$ niet alleen even duister toe, maar zelfs volmaakt onverftaanbiar. — Wy willen wel bekennen , niet te begrypen wat de woorden betekenen : of dj?-e moet hem wsdetkeeiig op dezelfde wyze een verband konl nen opleggen. ' Spreekt men hier van verbindtenisfen, die iemand tegen v\il en dank worden opgelegd? -l van verbi.idreois'en die de wet zelve oplegt (*;?- of van ver* blnd'cni&fen die met toedemming van den verton* denen worden opgelegd? — wy belyden ede'mbe-tfig zulks met geene mooglykheid uit de woorden', der opdelleren te konnen ontwarren. Insgelyks kan men in de vierde plaats het An.'roti's duister befchouwen: verkiest het vo-'k d: aroin' alleen vertegenwoordigers, om de nodige toepaïün ' " - ' ' '• " ge:/ (*) Het geen alles duidlyltcr wo.J bepaald in de verklaring ErmiCchc Conltitotic van 1793- Art! 3, 4, e-l: 5» N n der icchten van den me .büi en v.in alle burgers,. voor dé-'  £en der Grondwetten van zynen ftnat te maken? — waarop moeten die toepasfingen gemaakt worden, op bet algemeen oogmerk der maatfcbaplyke vereeniging, dan wel op de daden en nalatingen van elk lid der maatfehadpy ? Konnen er geene gevallen ontdaan, waarin er meer moet gefebieden , dan enkele toepasfingen der grondwetten van den Staat ? — Dit immers fchynen de flellers van de verklaring zelve begrepen te hebben, dewyl zy in Art. 17. zeer fchoon de macht der vertegenwoordigers omfchryven, het geen overtollig zoude 2yn, byaldién het oogmerk der verkiezing van vertegenwoordigers alleen was het maken van toepaslingen der grondwetten van den Haat, vermids dan de macht der vertegenwoordigers door de bepaling van het oogmerk bereids zoude zyn omfchreven, en dus het geheele 17de Art. nutloos; het geen immers niet te vooronderflellen is, dat de flellers van deze verklaring hebben gewild? Duidlyker zoude men zich derhalven, onzes bedunkens, hebben uitgedrukt, Wanneer men gezegd had: dat het volk den ftaat geregeld hebbende, en by voordduring zelf niet werkzaam tonnende zyn, om naar den leidraad der grondwetten het hoofddoel der maatfehaplyke vereeniging te handhaven, zich daarom vertegenwoordigers verkoos. ■— Het geen dan tevens de macht der vertegenwoordigers influilen, en het 17de Art. overtollig maken zoude. Ten vyfde, zoude men konnen vragen: welke gelykheid, welke vryheid, de natuurlyke of de Burgerlyke \x\ Art. 16 bedoeld worde? Naardemaal van beiden in de voorgaande artikelen was gefproken. Ten zesde, kan men met recht aanmerken , dat het eerfte gedeelte van Art. 1. der plichten niet minder duister is, als alle de overige artikelen, welke wy, als zoodanig, hebben aangehaald. — Men zegt aldaar: de grenzen van het maitfchaplyk vermogen zyn die belangen van dit leven , welken haar doel treffen. — De betekenis hier van te ontwarren heeft, wy bekennen het, ons veel tyds gekost: mooglyk ver- ftaat men hier door, dat de verplichtingen, welke door de maatfehappy aan ieder byzonder lid derzelve konnen worden opgelegd, zich niet verder uitftrekken, dan tot bere;king van het doelwit der maatfehaplyke vereeniging noodzaaklyk is, en dat dienvolgends alle poging ter beheerfching van gedachten, cn van derzelver openbare mededecling, als nimmer kennende firekken tot bereiking van list oogmetk der maatfehaplyke vereeniging, is tiranny : dat ook uit deze bepaling van grenzen ten opzichte der macht, welke der maatfehappy moet wórden toegekend, van zelve voordvloeit, het geen in Art. 2. word geleerd; dat naamlyk de maatfehappy verplicht is, zich zorgvuldig te onthouden van alle bevel, dat met de veiligheid en zekerheid firydt. Mooglyk hebben wy het doel getroffen; dan de duisterheid der bewoordingen laat ons daaromtrent geheel in twyfel. Doch vooronderfleld zynde, dat wy den waren zin hadden getroffen , dan zoude, onzes inziens, deze be. paling der macht, welke de maatfehappy over de natuurlyke vryheid en het recht van eigendom van ieder lid in het byzonder heeft, zeer gevoeglyk hebben konnen geplaatst worden onder de verklaring van de rechten van den burger; en vervolgends in de verklaring der plichten kortlyk aangetoond, in welke misdaad hy verviel, die deze grenzen overtrad; vermids aan den éénen kant nimmer een denkbeeld van plicht kan aanwezig zyn, wanneer niet aan den anderen kant het denkbeeld van recht daar tegenovergefteld word; en omgekeerd, men geen denkbeeld van recht kan hebben aan de eene zyde, zonder dat van plicht aan de andere zyde. Zoo als zulks, by voorbeeld, zeer wel is begrepen, in de tegenoverfteliing van Art. 6. der plichten, tegen Art. 3. der rechten. In de zevenJe plaats ,is ook Art. 3. der plichten onvolledig, men handelt daar wel over de veiligheid en zekerheid der burgeren in 't algemeen, maar niet van elk lid der maatfehappy in het byzonder; men  f *6$ ) men fpreekt daar alleen van gewild, en men ver geet de overige middelen, welke in het werk konnen gefield worden , om de veiligheid en zekerheid der burgeren te ftooren, en tegen welke de maatfehappy verplicht is niet flechts alie leden derzelve te zamen genomen ,. of een gedeelte van hen, maar ook elk van hen in het byzonder te handhaven. Welke verplichting nogthands voordvloeit uit het recht, het geen volgends de leer van Art. r. der Rechten aan ieder lid der maatfehappy in het byzonder toekomt: met andere woorden, men heeft hier wel de verplichting der maatfehappy in gevallen van oproer, of buitenlandsch geweld aangetoond, en uit welke verplichting het recht der maatfehappy zynen oorfprong heeft, om van ieder burger te vorderen, dat hy de wapenen ter verdediging van het vaderland, en ter handhaving van de rust voere. Maar men heeft achter wege gelaten den plicht der maatfehappy, om ieder lid in het byzonder tegen alle onrechtvaardige aanranding hoegenaamd ook, het zy openbare, het zy geheime te verdedigen ; en welke plicht de eenigfte bron is, waaruit het recht van ftraffen voordvloeit. Ten achtjle, merken wy op, dat in Art. 4 cn 5. der plichten zeer fchoon de grenspalen der macht, welke der maatfehappy over de eigendommen toekomt, befchreven zyn, maar dat deze zelfde artikelen natuurlyk de vraag moeten doen geboren worden, wat is dan recht van e'gendom? Naar deszelfs befchryving hebben wy te vergeefs in de verklaring der rechten gezocht: — zeer naauwkeurig , en, zoo als de natuur der zake vordert, beperkt men de macht der maatfehappy omtrent de eigendommen der burgeren ; maar men vergeet vooraf te laten gaan, wat men door eigendommen verftaar, en welk dat recht van ieder burger zy, het geen men zoo heilig oordeelt, dat men zelfs bepaaldelyk de gevallen opgeeft, waarin de maatfehappy alleen hetzelve vermag te krenken. — Wy moeten hier nog byvoegen, dat het denkbeeld van oppereigendom het Nn eenigfte is, met welk wy ors in dezen niet konne» vereenigen. — Wy kennen gecnen oppereigendom der maatfehappy. Wy weten niet, dat de eigendommen behoren aan de maatfehappy, of dat men van dezelven afftand doet, door zich in eene maatfehappy te begeven. — Doch wy kennen wel eene oppermacht der maatfehappy, die tot deszelfs doeleinde noodzaaklyk is, en, uit welke het recht om over de eigendommen der burgeren te befebikken, zoodanig en in diervoege als in deze Artt. 4 en 5. is bepaald , voordvloeit. Voor bet overige zoude dit Art. 4. der plichten in deszelfs volften zin verftaan zynde , Art. 5. konnen worden geoordeeld nutloos en overtollig; maar daar er in ons Vaderland, zoo om deszelfs natuurlyke gefteldheid , als om de wandireétie voormaals hebbende plaats gehad, eene menigte van belastingen volftrekt noodzaaklyk zyn, hebben in tegendeel de flellers dezer verklaring zich aan het gantfche Bataaffche Volk verdienstlyk gemaakt, naardemaal zy, door eene juiste, ftellige, en duidlyke bepaling, wanneer, en op welke wyze belastingen konnen worden geheven, het middel hebben voorbereid, om alle eigenbelangzoekers, welke , voordaan met het Volksvertrouwen vereerd wordende, mochten goedvinden om onevenredige (dat is zekere leden der maatfehappy, minder dan anderen of in 't geheel niet drukkende, alhoewel gelyk of meer in vermogen) of niet nood» zaaklyke belastingen, uittefchryven, door eene be • paalde grondwet der Staatsinrichting te keer te gaan, cn te ontmaskeren. Ten negende, wel is waar, de leer van Art. 7. der plichten is , aan den eenen kant en op zich zelve befchouwd zynde, fchoon, grootseri, en edel, maar ook aan den anderen kant kan niet ontkend worden, dat de regel: handel zoo als gy verlangen kunt, dat ieder mensch en burger zoude handelen, éénmaal als een grondbeginfel der plichten van den mensch en burger aangenomen zynde, als dan ook noodwendig alle onvolmaakte plichten, (officia im3 P!r'  ferfecti) alle lesfen der zedekunde zouden worden volmaakts plichten , en onder het bereik der wetgeving vallen, het geen echter niemand zal willen of konnen ftaande houden — Wy bekennen gaarne, dat het moe lyk is, een juister grondbeginfel in de plaats te dellen. — Wy bekennen insgelyks, dat zommige onvolmaakte plichten van het recht der N-ituur, door de burgerlyke wetten konnen worden gemaakt volmaakte plichten ; maar zoude de bron van du recht der maatfehappy en van de'daartegen overgeftelde verplichting der burgeren niet konnen gezocht worden in de noadzaaklykheld', welke er plaatsheeft, om tot het hoofddoel der maatfehaplyke vereeniging te geraken? — Zoude men dan met even zoo goed kunnen zeggen (gelyk Art. 8. word bepaald) „ Nimmer kan het doelwit der maat- fchaplyke vereeniging worden bereikt , ten zy „ men zich- ondarwerpe aan dea algemeenen wil (de wet); dus ij men aan de/elve onderwerping » fehuldig, eu geen lid der maafchappy , het zy alleen 5j het zy met anderen verecnigd , vermag zich daar ,., tegen te kanten ?" — Zoude men door de nood zaakly.kbe.id om tot het doeleinde der maatfehappy te geraken tot den grenspaal des algemeenen wils te maken,, ook. niet tevens den onfeilbaren toetsdcen daarftellen , volgends welken de rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid der waten kan worden beoordeeld ? —. Dit fciynen de (tellers cezer verklaring, zeiven. met ons eens te zyn in Art. i.o. der rechten , alwaar zy de. werking der wet bepalen OMTRENT ZOODANIGE DADEN, DIE HET OOGMERK. DER aritGESMAA.TSCtlAPPV KONNEN BEVORDEREN OF T E G E N W 6 R K E N,: dat. is dus te zeggen: ,,. ofï'choon het natuurrecht,min,, der volmaakte plichten aan den mensch oplegt „ dan de maatfehaplyke vereeniging , en wy vol„ mondig Art. 10. der rechten verklaarden dat de. „ verplichting, welke de maatfehappy kan opleg „ gen, zich nimmer verder mag uitfl'rekkëri, dan ,,. onv.rent z odanige dadendie het. oogmerk der „ burgermaatfehappy konnen bevorderen, of tegen„ werken, Hellen wy echter Art. 7. der plichten „ een geheel nieuw grondbeginfel der plichten van „ den mensch en burger voor. Wy breiden hier „ de macht der wetgeving uit, en brengen alle de „ regelen van de zedenleer onder derzelver bèt reik." Dan daar zelfs de grootfte mannen hebben getwyfeld, wat eigenlyk liet grondbeginfel der plichten van den mensch en burger zy, zo doet dit ook ons fc-broomen, om eenen ftélfrgen regel in dezen optegeven. In de tiende plaats, merken wy aan , dat, daar de wet is de uitdrukking van den algemeenen wil of van den wil der meerderheid van alle Staatsburgcren (zoo als men zulks Art. 10 der rechten b'e'fcnryfr) de natuur der zake vordert, dat dezelve hare werking niet uitftrekke omtrent daden , gepleegd eer zy beftond, en dus de leer van Art. 9 der plichten' dat geene wet immer eene terugwerkende kracht mag hebben , in volle waarde blyft , offchoon men her grondbeginfel der noodzaaklykhcid om tot het doeleinde der maatfehappy te geraken, als de bron der plichten van den burger vast flelle ; maar d2t, dewyl van geen lid der maatfehappy kan gevorderdworden , dat hy den algemeenen wil of den wil eer meerderheid van alle Staatsburgercn wete, alvorens' dezelve op eene behoorlyke wyze ter zyner kennisfé is gebracht, immers alvorens hy behoorlyk in degelegenheid gefield zy geweest, om denz-lven te' konnen ontwaaren, derhalven ook £«n? wet eene verbindende kracht heeft, alvorens- zy behoorlyk zy bekend' gemaakt; dezen flelregel'hebben wy in de/e gantfche verklaring niet gevonden, daar dezeWei echter geen der geringde behoedmiddelen tegen de; d'vvingelandy is. — Eindelyk, zullen wy nu nog flechts twee »oot-beelden van onvolledigheid bybrengen; devvyl ons' oogmerk alleen geweest is, zommige h'öofdgébrë' ken aan tc tonen: .het eerde bellaat hierin, dat de leer der volksopdand niet zulk eene pjaats in dezevers  ( a*7 ) (*) Wy zeggen op'etlyk , na het aannemen der Conjlitulie : om dat wy begrypen, dat voor dien tyd en wel fpeciaal by het al of niet aannemen der Confbiiu ie, niets anders van de Leden der Grondvergaderingen mag afgevorderd worden, dan de etkentenis , dat de Oppermacht in den boezem des Volht berust, en dat alzoo hetzelve bevoegd is, om zich zoodanige regeertngsyorm tc geven, als de meerderheid zal iep'is/en. verklaring bekleed, als dezelve wel verdient. — Wy bekennen, dat daar van zydeüngs word gewag gemaakt in Art. ïö. der Plichten, dan daar word alleenlyk in duistere bewoordingen van het handhaven der Volheid van de oppermacht des volks gefproken; zonder te bepalen wat eigenlik opfland zyn, zonder aan te tonen, welke de grenzen zyn, waar door die van oproer word onderfchciden, en zonder aanduiding, uit welke bron deze verplichting voordlpruite. — Het tweede voorbeeld van onvolledigheid befiaat hier in, dat men aan de ééne zyde onder de afdeeling der rechten vergeten heeft te brengen het recht, welk de maatfehappy heeft, om van ieder burger te vorderen: dat hy plechtig è'rketine de rechten en plichten van den mensch en burger, en belove, dezelven als zoo veele regelen van zyn 'burgerlyke gedragingen aan te nemen; en aan de andere zyde; onder de afdeeling der plichten te plaatfen : dat ieder burger verplicht is plechtig te verklaren, dat hy de rechten van den mensch en burger erkent, en verklovt dezelven aan te nemen als zoo veele regelen van zyne burgerlyke gedragingen; dat hy, die zulks weigert, niet alleen daar door afjland doet van de voorrechten, welke daar uit voordvloeiè'n , en dus zelve verklaart, geen aüief burger té konnen noch te willen zyn, maar ook erkent'in ftaat te. zyn, om, zonder eenige. poging tot verhindering, de maatfehappy te zien beroeren, onderdrukken, of verdelgen, ja zelfs daartoe de behulpzame hand te bieden; en dat hy dus fltchts tot zoo lange in de maatfehappy kan worden geduld, als zyne tegenwoordigheid door dezelve niet gevaarlyk word geoordeeld. De oorfprong van dit recht der maatfehappy zal reeds genoeg uit de befchryving der wandaad van hem , die weigert zoodanige verklaring , na het aannemen der Conftitutie (*), te erkennen en aan te nemen, gebleken zyn ; het is dus niet nodig zulks verder in het breede aan te tonen. — Het is ontegenfpreeklyk zeker, dat de veiligheid der maatfehappy vordert, dat hem, die de gronden waarop een maatfchaplyk verdrag rust, niet wil erkennen, alle middelen waardoor hy fchaden kan, ontnomen moeten worden, dus'ook alle rechten, welke uit voorn: gronden voordvloeicn, ja, dat hy zelfs des noods uit de maatfehappy kan worden geweerd. — Het is even zeker, dat hy die weigert zulk eene verklaring af tcs leggen, en aan te nemen, zich zelve los rukt van alle banden der maatfehappy, en zich derhalven nimmer kan beklagen, dat hy niet die rechten geniet, welke ieder bxirger iri eene maatfehappy behoort te genieten; en deze ftelregels zoo even door ons opgegeven, offchoou uit den aart der zake zelve voordvloeiënde, behoren echter uitdruklyk tot de groudbeginfelen, waarop ons toekomend Staatsgebouw zal zyn ingericht, gebracht te wórden , vermids het niet ontbreken zal, eensdeels noch aan hen die zonder zulk eene verklaring te erkennen en aan te nemen, hun recht als burger uit dezelve voordvloe-lende, zullen doen dienen juist om eene Staatsregelicg, daarop gebauwd, omver te werpen, immers om :n dezelve zoodanige gebreken in te brengen, welke derzelver val moeten naar zich flepen, en eene hoop doen geboren worden, van de herleving der oude zoo genaamde Conftitutie; noch anderendeels aan hen , die flechts zoo verre gebruik van hun recht zullen maken, als hun eigenbelang medebrengt, zonder (om de gewone manier van fpreken te gebruiken) eenige politieke geloofsbelydenis ofte leggen, cn dus zich naar alle tyden zullen willen fchikken. Na*  C 268 ) Nadat het bovengaande door ons was afgewerkt, kwam ons ter hand de verklaring der rechten van den Nederlandfchen burger, door den Repraefentant Hartogh bewerkt; zonder eenige goede byzonderheden van dit ftuk te willen miskennen, komt liet ons voor, dat hetzelve even zoo weinig aanfpraak heeft op den titel van juistheid en volledigheid , als het eerst ingeleverde. Wy vinden het toch niet alleen vreemd, dat de opfteller in het gevoelen flaat, als of hier geene afgetrokkene rechten van den mensch, of van den burger in alle Maat. fchappyen, maar alleen die van den Nederlandfchen burger zouden te pas komen, daar wy altoos van oordeel waren en nog zyn , dat de Rechten van mensch en burger zyn algemeene axiomata, welke in alle landen even geldig zyn, als de Mathematifche eerfte waarheden, en welke hunne wyziging tot een byzonder volk alleen moeten ontvangen door het daarop gevestigd Maatfchaplyk verdrag; maarwy oordeelen bovendien , dat er gewichtige zaken in dit opftel ontbreken, en dat er andere in gevonden worden, welke, zoo als zy nujiaan, zeer ingewikkeld en tot gevaarlyke gevolgtrekkingen aanleidelyk zyn,gelyk b. v. Art. 9. Weshalven wy hartlykwenfchen, dat de nieuwe Commisfie , by het nuttige dat in beide plannen is, zich zal gelieven te bedienen van de voorlichting der Franfche Rechten en Plichten, en bovenal, dat zy met eenen wysgeerigen zelfdenkenden geest een beter en vollediger geheel zal daarftellen, op dat Europa eindelyk erkenne, dat de Nederlanders ten minfte nog in ftaat zyn, om eenige algemeene en eeuwige waarheden betreklyk den mensch in den Natuurftaat en in Maatfehappy, in eene geregelde orde voortedragen, daar anders onze harten zouden moeten inkrimpen van vreze, voor het lot van een te vormen en te discutieeren Plan van Conftitutie, waarop al wat wel denkt in het vaderland, met een fmachtend verlangen ftaaroogt. Deze Nommcrs worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer,1 en de Wed. J. ter Veen en Zoon, *sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; jgmjlerda , J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; jdlkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provintiën, a drie het heele, en één en een halve ftuiver bet halv- blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 3 7- -Donderdag den 19 .January 1797. Het Derde jaar der Bataaffche Fryheid ■'Ecu 'altyd braaf, flandvastig man-, 'Voélt door het dreigend oog van een vergramd Tiran-, Nq-cIp drift des volks,-dat hem tot euvel kkt^ Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. Het hier volgend iluk is de zaaklyke inhoud eener Redevoering, door zekeren Burger in de Sociëteit Doïtrina 'ff Amicitia te Awjieldam gehouden op den 3 January 1. f, — Op ons verzoek heeft die .Burger ons gereedlyk vergund daarvan gebruik voor ons Weekblad te maken, en daar wy verfcheidene aanmerkingen in dezelve vonden, welke voor het Volk van Nederland en deszelfs beduur eene ernftige overweging verdienen , en ten algemeene nutte zouden konnen dienstbaar zyn, 'wilden wy dit fluk der Natie ten fpoedigfte mededeelen , en haasten ons deswegen om hetzelve te plaatfen. ' Eenige Aanmerkingen over den oorsprong en voordgang van het republic an ismu 1 in Europa. Was er ooit een tydperk, waarin de hienschlyke geest een ruim veld var, befpiegeling konde doorwandelen; dan is het.gewis dat tydperk, welk Wy thands beleven. — Eene geheel nieuwe, op waarneming gegronde wysgeerte , de invloed van die wysgeerte op den algemeenen Volksgeest, dat is, op de meeningen , gevoelens , en deukwyze der menfchen., de uitwerkfelen hiervan op het maatfchaplyk leven , en op den politiékcn ftaat der volken ; — dit alles levert aan den wysgeerigen befchouwer zoo veeie belangryke ft ofte op, dat men by derzelver overweging zich in de menigvuldigheid als verliest, 'en door de uitgebreidheid als verbysterd word.— Meermalen handelden wy over deze Wys- geerigconderwerpen(*). Nu eens, befchouwden wy den tegenwoordigen ftaat der wysgeerte, en deden de paden zien , langs Welken dé hypothetifebe droemen eendr weeldrige verbeeldingskracht, allengs 'hebben plaats gemaakt voor den juisten geest van waarneming en opmerking. Dan eens, gingen wy den invloed hiervan op de zeden der Volken na. In later tyd beweerden wy, dat het Republicanis. mus, het welk thands zoo een groot gedeelte van Europa bezielt, hier aan zynen oorfprong verfchuldigd is. Wy onderzochten de natuur van dit' Republieahismus, en bevonden, dat de Volksïegeering by vertegenwoordiging indedaad dat non plus ultra der tegenwoordige befchaving was , buiten Wel- (») De volgende onderwsrpen werden in voorige Redevoeringen door den AuCteur behandel»! , Zynde «ene derzelve ge» ilaatsc in de N. BySr. tot V Hcnsehl. Gelui. t. d. ut. ft. p. ias eni. Go  ( *7° >J welke zich geen volk, zonder zich zelve, aan dé grootfle verwarringen en onheilen bloottefiellen, begeven konde. En eindelyk,. toonden wy den aart, dier Volksregeering by. vertegenwoordiging en des-. zelfs grensperken aan, en beweerden, dat er by de vorming der zedelyke. wezens vaste lynen te trekken zyn , binnen welke zich derzelver waarheden en de hierop rustende grondbeginfelen zoo, zeker.laten bepalen, als in de phyfieke wereld de eeuwige wetten der, Natuur door. den natuurkenner geëerbiedigd worden. Thands zullen wy eenen,ftap verder,wagen.. Wy. zullen eenige praótifche of proefondervindelyke aanmerkingen ten berde brengen; te vooren hebben wy, niet dan theoretifche. of befpiegclende ftoifen, zoo ajs de grondbeginfelen der hcdendaagfehe wysgeerte o.ns die aan de hand gaven, verhandeld; nu.zullen wy onze aandacht vestigen op.die. reeds in. werking gebrachte grondbeginfelen, zoo als-de politieke ftaat' van zommige Volken, en bet hedendaagse^ ntaatfchaplyk leven ons. dezelven opleveren. — Daar ephter deze aanmerkingen ,in eenen zekeren zamgnhang onderling zyn verbonden, zal het nodig zyn, op. dat gylieden den leidraad myner denkbeelden jroudt.konnen volgen, dat wy, eerst de vorming, ontwikkeling , en daarflelling der Volksmeningen onderzoeken ,en dan daar uit afleiden, op wat wyze de algemeene grondbeginfelen er uit voordgevloeid i zyn; ten einde wy by.onze^aanmerkingen over der. zeiver praöijehe. aanwending fteeds een juist denkbeeld .van den waren. aart der ftofte vormen konnen. Het is tot de. behandeling van dit onderwerp, dat. ik uwe toegeyende aandacht verzoeke. Het gaat met de Volksmeningen even als met alle • an.dsje voorwerpen in de.-fchepping..— Uit een, kleen. beginfel voordfptuitende, groeien zy allengs; aan, en bereiken zoo den trap hun door de Natuur aangewezen , tot dat zy van lieverlede wederom afnemende, eindelyk in het; niet terug keeren, waaruit zy geboren zyn. Een vernuftig denkbeeld, in het brein van een fchenpend genie voordgebracht, deelt zich ongevoelig mede. Het word ontwikkeld,, gewyzigd uitgebreid. Het gaat van den omftander tot ruimer.kringen over, en vind het in de driften en de belangen., van een. Volk voedfel y dan word het eene Volksmening, dewelke.niet nalaat vioeg of laat de daden van dat Volk.te. bepalen,, en de richting van deszelfs Maatfehappy te beftemmen. Toen de roofzuchtige aart van Romulus in de nog weeke gemoederen der Romeinen den trek rot roem en veroverjng inftortte^ toen de godsdienftige Numa dat zelfde Volk den heiligen, eerbied voor derzelver altaren en huisgoden inboezemde ; .ontftond hieruit die zonderlinge mengeling van hartstoohten , welke de Romeinen by den eerbied , voor i de heiligdommen ven Rome, van overwinning, tot overwinning deed voordfnellen , en hen eindelyk de veroveraars: der geheele bekende Wereld maakte. — Ig onze., tyden.: ontflonden de. Volksmeningen uit gantsch andere en zelfs hiertegen geheel en al flrydigebeginfelen.. De menfchen door eene lange reeks van eeuwen leden van Maatfchappyën, welke hun rust en genot aanboden, verkregen van tyd tot tyd eene meerdere.neiging.voor zachtere zeden... Huislyk geluk en maatfehaplyke welvaard,namen allengs de plaats in, van den woesten geest, van verovering. Dit gaf aan de denkbeelden der menfchen eene geheel nieuwe en lang.onbekend geweest zynde richting. • . Zy, die te voren gewoon, waren fteeds hun verfland en list te flypen, om door den roof hunner naburen zich zelve genot te verfchaffert, en in den behoeftigen ftaat hunner.-. Maatfchappyën te voorzien, leerden nu andere middelen kennen, om zich langs eenen rustigen en billyken weg dat genot te verzekeren» ^—Zy kweekten den landbouw aan, zy  C 271 ) zy 'bevorderden de konften, zy fpoorden door hunne nyverheid nieuwe bronnen van genot op, en ontdekten , dat de milde Natuur genoegzame vruchten 'aanbied, om alle hare kinderen te voeden, om alic hare kinderen te doen genieten. Het bezef van deze waarheid, welke hun by elite poging , by eiken voordgang in -deze nieuwe leer, bevestigd werd, bracht verbazende veranderingen in den Volksgeest, en in de meeningen der menfchen ten voorfchyn. — Alle pogingen , alle werkzaamheden, alle ondernemingen, welke zich te voren tot andere oogmerken uitgeftrekt hadden, moesten nu dienen, om dat ééne, dat groote doel, maatfchciplyken welvaard te bereiken. _ De konden, die voorheen als verachtlyke bezigheden van onwaardige menfchen werden aangemerkt, werden nu geacht en op haren prys gefield. —- De landbouw en veeteelt werd met alle kracht by onderfcheidene Staten bevorderd, het fabriekwezen door 'verfchillende beloningen aangemoedigd, en de koophandel door het wegruimen van alle belemmeringen , welke deszelfs omloop ftremden , gemaklyk gemaakt en uitgebreid. — De wetenfehappen, die te voren in het fomber verblyf der vadfige kloosterlingen tot niets anders geflrekt hadden , dan tot fpitsvindige hairkloveryè'n, of ydele befpiegelingen ven zoogenaamde hemelfche zaken, werden nu aan de Maatfehappy wedergegeven. — Als getrouwe tolken van het groote werk der'Natuur, leerden zy de menfchen in onderfcheidene vakken oneindig veele verfchynfelen kennen, welke allen door den practfehen geest, door den geest van toepasfing, die het echt kenmerk der ware wetenfehap uitmaakt, niet weinig tot den algemeenen welvaard toebrachten. Het konde niet anders^sf in deze gefleldheid van zaken, waarin alles tot déii maatfehappyclyken welvaard als het ctn;g doel aller bemoeijïngen werkzaam was , moest natuurlyk onder de menfchen eene neiging inkruipen , om dit alles uit hunne O Maatfchappyën te verb8t:ne:i, wat cei^sz'tts didtv welvaard in zynen voordgang konde ftremmen of verhinderen. — En bet is aan deze neiging, dat wy de volksmeeningen te danken hebben , welke thand* hy zulk een groot gedeelte der inwoncren der be•fchaafde wereld gekoesterd, worden; — het is aan ■deze neiging,'dat wy de leerflellige grondbeginfeleti verfchüldigd zyn , welke uit die Volksmeeningen zyn voordgevloeid; — en eindelyk is het aan deze neiging toetefehryven, dat wy die grondbeginfelen by zommige Volken op hunnen politieken Staat en op hun maatfchaplyk leven hebben zien toepasfen. Wanneer wy derhalven over die toepasfing het een af ander met grond willen aanmerken , zal het vooral nodig zyn, dat wy ten allen tyde wel in het oog houden de voorname bron waaruit dezelve gefproten is, en dus zullen Wy den «l^tmemn viir&ari rot den grondflag van'onze gehcclc redeneoting leggen moeten, — Offchoon nu de algemeene Volksgeest daarheen flrekte, om alles aantewendeti, wat eenig»:^ den welvaard der Maatfehappy konde bevorderenj waa het er echter verre van daan , Icrzchrcr leden onder allerleië om Handigheden die zelfde ganeigdheid koesterden. Het byzonder belang botlie zoo dikwerf tegen deze bovendryvende neiging, dat dezelve maar al té dikwerf in hare werking ge« firemd werd. — Dit was een natuurlyk gevolg der maatfehaplyke inrichtingen. De Staten, vannonds her op het leerftelfel gevestigd , hadden allen de ongelykheid ten grondilag. Verdeeld in zoo veele verfchillende Handen , als er onderfcheidene beroepsbezigheden waren, hadden derzelver leden allen byzondere oogmerken , byzondere belangen. Hoe gretig derhalven ook de heerfchende Volkswil zyn mocht om iets goeds te fiichten, of eenige nuttige verbetering intevoeren, moest dit echter altyd tegenkanting ontmoeten, zoo dra een byznndere Hand hierby gewichtige opofferingen doen moest, en dit zoo veel te meer, om dat de meest bevoorrecht» 0 ?. fiaM  Randen den grootftên invloed, het grootst gezag, en de grootfte macht in den Staat hadden- Alle macht echter ontleent zich'van de begrippen en meeningen der menfchen. Zoo dra zy ééns begonden te- begrypen, dat deze geheele ftandsverdeeling hare inrichting vetfchuldigd was aan den woes^ten geest van verovering, en het zich hier mede zoo kondig vermengend bygeloof , en dat dezelve dus rachtsftreeks aanliep tegen hun geliefkoosd del* fel van maatfchaplyken- welvaard; begonden zy die éénzydige macht allengs te ondermynen , en by deze ondermyning zag men de onderfcheidene ftan-den in verfchillende Staten op hunne broze gionden waggelen, en zich te* vernietiging als voorbereiden. Dit was genoeg om de begeerte naar eene andere orde van zaken optewekken. Deze andere orde was het' Republkanismus. Hier kende men geene bevoorrechte (landen , hier was de algemeene welvaard het groot belang van den Staat, hier had men die fehadelyke ongelykheid, welke het gehaat leendelfal had voordgebracht , verbannen. Deze begeerte groeide van alle kanten aan, en verfpreide zich wyd en zyd onder de volken. Niet veel moest er-derhalven gebeuren, om. dezelve in volle werking te brengen. Eene enkele omftandigheid konde nu gemaklyk eene. uitwerking daarftellen , welke door zoo veele tyden heen voorbereid was, en nu eindelyk was ryp geworden. Niet lang duurde het ook of deze omftandigheid werd geboren , en men zag nu het ■Republkanismus in meer dan éénen ftaat. ingevoerd-, en- plechtig door het volk als den grond, van zyn maatfchaplyk verdrag aangenomen. . In .&& zedelyke wereld ziet men nimmer groote en ongewone verfchynfelen daargefteld ', of zy worden . altyd van gewichtige uitwerkfelen achtervolgd.— Het konde dus ook niet anders, of-dit yerbaeend vorfcbynfel moest uitwerkfelen hebben, die.doQr. hunnen veelvermogfintjen . invlped pp .het belang der menfchen niet nalaten konden de bewon* dering van eik opmerkzaam waarnemer tot zich te trekken. Het eerfte,.dat hier-onze aandacht bepaalt, zyn die woedende, en-yslyke oorlogen, welke wy by de invoering van het Republkanismus hebben zien losbarden. Verfchriklyk was de. woede ,. waar mede dezelven gevoerd werden...— Ontdaan uit de tegenwerking, welke de voordanders der oude or. de tegen het nieuw ingevoerd ftelfel aanrichtten , werden zy met die geestdrift voordgezet-, welke de liefde voor zekere leerflellige begrippen ten allen tyde inboezemde. — Hier trad de mensch weêr in zyne oorfpronglyke hartstochten terug, en verloogchende zynen aart niet by het voeren van den oorlog. -— In die oude Diplomatifche oorlogen, waar een listig Cabinet onmeêdogend de voordeden . berekende, welke er voor het zelve by het aangaan van eenen oorlog te verwachten waren, deelde de krygsman. wel zeer, weinig in de oogmerken, die hem te velde deden trekken. — In koelen bloede gordde hy de wapenen aan, en benam het leven aan zyne Natuurgenoot, zonder door eenige andere reden bewogen te worden,, dan die. van Militaire ondergefchiktheid. De Republikeinfcbe oorlog daarentegen had de menschlyke.drlften gaande gemaakt. Liefde voor het Vaderland, haat tegen deflaverny was de algemeene banier, waar onder meu door de ■ vyandlyke flagorden heendrong. — Hoe .wreed en verwoedend dan die oorlogen ook zyn mogen, van den zedelyken kant befchouwd. hebben zy nimmer die haatlyke en alle menschlyk gevoel zoo zeer ont- eerende onverfchilligheidgehad,welkezeder.t eenige • eeuwen, het echt kenmerk was der oorlogen van die volken , welke het konftig evenwicht van Europa zoo voorbeeldeloos ondetfehraagden. , Dan fchoon de woede, .waar mede deze oorlogen gevoerd zyn , verfchriklyk was, en zy naar die • zelfde mate alomme diepe vooren in het aardryk gedrukt.hebben-, fchoon zy aan alle kanten, waar zy-y  C 273 > zy hunnen'verwoestenden tred heen richtten, de Landen uitputteden , den Landbouw vernielden, den Koophandel deden kwynen; fchoon zy met één woord den geheelen Maatfchaplyken welvaard als fchenen te vernietigen; zullen zy echter nimmer die vnrwoeftende gevolgen zoo lang achter zich terug laten , als dit; in voorige oorlogen fteeds heefp plaats gehad , en het ongelukkig menscbdom zoozeer heeft bedroefd; De reden hier van ligt natuurlyk opgefloten in de oorzaken , welke deze oorlogen ontdoken hebben. Toen het Franfche Volk uit zyne Maatfehappy debelemmeringen wilde wegruimen, die zich tegenden algemeenen welvaard aankantten , ontmoette zulks by die danden, welke hier by byzondere opofferingen doen moeden , geweldige tegenwerking. — Deze tegenwerking was echter te zwak, om het volk van zyn geliefkoosd denkbeeld te doen terug keeren. Integendeel maakte dezelve dat volk' in zyn voornemen haldarrig, en het verbryzclde op één oogenblik allés, wat zich eenigszins tegen dat' groot oogmerk durfde verzetten. In het land zelve was er dus voor de bevoorrechte danden niets meer te.doen, maar hunnen invloed bultenwaards doende welden, berokkenden zy aan hun vaderland die geweldige oorlogen , welke Frankryk met het huisvan Oodenryk, Braudenburg, en de geheele Coalitie van Pilnits heeft moeten voeren. Zy gelukten hier' in te eerder, om dat een in opdand verkeerend' volk niet dan een zwakke vyand voor eene geregel-, de macht fcheen te zyn, en voorbeelden van opdand voor geregelde Staten te gevaarlyker waren , om dat de bron, waar uit zy voordfproot, zich gemaklyk over naburige Landen konde verfpreiden.— Die bron moest dus opgedroogd worden , en dat volk weder tot zyne OHde orde terug keeren; maar daar men dit niet heeft konnen ten uitvoer brengen, en daar het volk zich nu in eene gedeldheid' geplaatst ziec, waarin de belemmeringen, door de oude. orde aan den algemeenen wejvaard toege-- bracht, zyn weggeruimd ; is het dan niet waarfchytt-i Jylc, en ligt het niet in de i\atuur van den Mensen, dat ééns die oorlog geëindigd zynde, een volk, het welk met zoo veele geestdrift denzelven voerde , ook met dezelfde geestdrift alle zyne krachten' zal infpannen, om die oogmerken te bereiken, tot welker verkryging het zoo veel celeden, zoo veel gedaan heeft? Zal het niet aan zyne vyanden willen tonen, dat ééns de oorzaken, welke zich tegen den algemeenen welvaard aankantten, weg geruimd zynde, deze zich tot eenen trap moet verheffen , waar van de oude inrichting nimmer een voorbeeld konde opleveren? en zullen dus niet alle die diepe vooren, welke de oorlogen mochten gemaakt hebben, zoo veel te eerder zyn -weggeruimd ? Dit immers' zuilen wy nier behoeven te betogen, aangaande-een Land, waar Wy den weldadigen invloed van het aepubr.camsmus noe Hecht het dan ooit moge gewyzig.d zyn geweest,) op den Maatfchaplyken welvaard ze!ve gefmaakt hebben, en waar wy ten minde niet zoo aanmerklyk met die belemmeringen hebben te wordelen gehad, als de volken dier landen, waar met het oude Monarchismus, het geheel leenroerig delfel met alle deszelfs onvolkomenhe; den op den throon zat.- Maar, trokken de bui-tenlandfche oorlogen onze aandacht, niet minder verdienen de inwendige verdeeldheden, partyfehappen, en factiën," welke van het begin der volks-opdand het Re- puoucaiusmus verzeioen , onze opmerKing.- uc voornaamfte bronnen , waaruit dezelve voordfproten , zyn meest alle onaffcheidbaar van die groote omwentelingen , welke by den overgang van het één tot het ander delfel, het zy politiek' net zy godsdienltig, natuurlyk een volle ichokken moeten. In eiken Staat hangt de goede orde af van eene gedrenge handhaving der wet, en-van eenen gepasten eerbied voor deszelfs uitvoering.' Zoodra derhalven by eenen volks-opdand de handhaving deiwet verwaarloosd word en-derzelver uitvoerders O 3; hier:  ( ?74 ) «ier door bun gezag verliezen , moet de wanorde de plaats der orde'innemen, en de geheele (laat aa« ongeregelde driften worden bloot gegeven. — Dit was veeltyds by de invoering van eenen nieuwen ftaat van zaken onvermydelyk. Alle de gefielde Machten en zy, die het bewind van zaken in handen hebben, behoren gewoonlyk tot de voorflandcrs der oude orde; zal men dus deze den bodem jnflaan , dan moet men beginnen met ook het ge,zag dier gefielde Machten te fnuiken, en met de wet voor eenigen tyd krachtloos te doen zyn; doch dit kan nimmer by eene Natie.gebeuren , of het onnoemlyk legioen dier zedenloze en bedorvene fchepfeien , welke door verwaarlozing en verkwisting hun .eigen welfland vernield hebben, ftelt zich in beweging, neemt den toon van volksvrienden aan, vermeerdert onder deze vermomming de wanorde's , cn poogt onder derzelver begunfliging zoo ■lang te woelen, totdat zy eenen vetten brok vau het gefolterd Vaderland hebben afgefcheurd. Dit is eene ryke bron dier verdeeldheden en partyfehappen, welke alle omwentelingen natuurlyk verzeilen moeten. Maar deze is niet de .éénige, er is eene andere bron, die in derzelver gevolgen het ryk der wanordes even zoo zeer uitbreid, en de verdeeldheden en partyfehappen niet minder fterk aanzet. Men kan zich naamlyk alle maatfehappy , welke van' ,eene oude orde van zaken tot eene nieuwe begeert overtegaan, voordellen, als verdeeld in drie groote partyfehappen, waar van de eene vuurig de nieuwe orde begeert, en ten dien einde alle middelen, ■welke tot dezelve leiden , gretig wil aangegrepen hebben. — De andere is de openoare vyandm van deze eerfte, en laat geene middelen onbeproefd om tfe oude orde te herftellen. — De laaide eindeJyk, te midden van deze beiden doorgaande, doet geene bcllisfende uiifpraak. Ter eenre voor het oude, ter an.lere zyde voor het nieuwe pleitende, wacht ,zy bedachtzaam de gevolgen af, welke er H\t den toedracht van zaken voordvloei.ën. Onbe'flist in alles, kiest zy echter dan eene party, wan- neer men doute middelen durft aanwenden, of fterke maatregelen ter hand neemt. In dat geval verbet zy zich altyd tegen alle pogingen, zy ondermynt listiglyk derzelver goeden uitflag , en verzwakt derzelver gevolgen. Hier uit fprutt natuurlyk een drom van wanorders voord, welke de maatfehappy op bet ergst verfcheuren moeien. Behalven de factrën en cabalen, die dit noodwendig irt den Staat zal onderhouden , behalven de gedadige tegenkanting, die dit aan het bewind by eiken beflisfenden ftap zal veroorzaken; moet hier uit oo-r nog voordvloeiën, dat de onderdrukte party door het bezef der zwakke maatregelen gederkt , van tyd tot tyd pogingen ter herdelling der oude orde onderneemt, welke dan wederom door eene dnefte tegenwerking der vurige voordanders der nieuws orde , onwettig maar doutmoedig , tegengegaan worden. En uit deze zich fteeds over en weder vernieuwende worftelingen moeten noodwendig in den Staat aanhou lende gistingen veroorzaakt worden, welke niet konnen ophouden, voor dat of de moedige party listig is verfchalkt, of dat zy^door hare woede , welke eindelyk by gedurige teloor, ftellingen ontvonken moet, de verdrukte party verniele.cn alzoo een verfchrik!yk-;bloedbad aantichte. Dan, de groote bron der verdeeldheden, by de ■invoering van het-Rep'iblicanismus' moet nog elders gezocht worden, en wel, in het onbepaalde, onbedemde^ en orgewyzigdc van het leerdelfel zelve. Eene Republiek te willen is eene orde van zaken te begecren , waarvan niets anders dan de grondbeginfelen bekend zyn, en deze grondbeginfelen zelve zyn nog voor des te meer verfchillende. wyzigingen in de toepasfing vatbaar , als zy gcwoonlyk door afgetrokkene woorden uitgedrukt zyn, welke allen eenen zeer ruimen zin en eene onbepaalde betekenis hebben. De nadeelige invloed, welke men van eene ver-» fchdlende dandsverdeeling, waarop de oude Monarcbiën gevestigd waren, ondervonden had, had, by de nieuwe inrichting van zaken, het denkbeeld van gelykheid tot een zoo geliefkoosd voorwerp gemaakt, dat op dit beginfel de Republiek noodzaaklyk moest gevestigd worden. Het was echter niets anders dan een woord, over welks betekenis de wysgeeren'wel veel hadden geredentwist, dan het welk de daat■kundigen nimmer op gevestigde Maaifehappyën hadden toegepast gevonden. Zy konden dus nu ook, by deszelfs eerde aanwending op den Staat, niet anders, dan aan het zelve eene negative kracht hechten. Zoo ontnamen zy van tyd tof tyd eenige voorrechten aan de hogere ftanden en zeiden: „ de gelykheid is daar, waar de adeidand niet meer ,. dan dit boven de burgerdam! vooruit beeft." Zy gingen verder, en ontnamen van tyd; tot tyd aan de bevoorrechte danden alles; tot dat zy eindelyk tot derzelver geheele vernietiging overgingen. Nu was de gelykheid daar, waar geene bevoorrechte -ftanden waren, waaralle menfchen gelyke rechten hadden, waar een ieder dezelfde aanfpraak maakte op gelyke draf, of gelyke beloning der wet. Maar daar in den Staat niets zoo zeer tot de ongelykheid terut; voert, dan het recht van eigendom, en de ongelyke bezitting der goederen, zo wilden wederom anderen deze grensperken overfchrydende, de gelykheid nog verder uitbreiden. Zy wilden een llelfel ingevoc~rd hebben, het welk de Nationale indudrie by den landbouw en de voordbrengfelen des eigen gronds beperkende , alle die bronnen toedopte, uit welke met den algemeenen welvaard de ongelyke bezitting der goederen voornaamlyk voord_ vloeit, en ten dien einde moest de koophandel ge- - drukt.  c m. y drukt; en alle /choone konften, welke zoo zeer het fieraad vau een Land uitmaken , verdelgd worden. Zoo licht geven afgetrokkene woorden aanleiding tot dweepery en overfchryding, dat die zelfde gelykheid j, welke ééns in de ftaatkunde was ingevoert, om door dezelve den algemeenen welvaard uittebreiden, nu gebezigd werd,-om dien welvaard te onderdrukken , en tot een middel verftrekte in de hand.van het Fandalismus , om alles, wat de edele vermogens van den mensch konde ontwikke' len, te verdelgen en te niet te doen.. Hoe dikwerf deze verfchillende toepsslïngén van het woord gelykheid ftolij tot burgertwisten en volksopstanden moeten gegeven, hebben, kunt gy, indien het u uit den loop der Franfche omwenteling niét genoegzaam bekend ware , uit den aart der zake gemaklyk opmaken. Alle de overgangen van deze verfchillende betekenisfen zyn altyd van fchokken en Staatsorkanen verzeld gegaan , welke het bloed van onnoemlyke menfchen hebben doen ftroomen. Dan , gaf het woord gelykheid aanleiding tot verfuheidene twisten en partyfehappen; geene mindere zyn er voordgevloeid uit de onbepaalde betekenis, . welkeemen aan dat van vryheid kan vasthechten. Het was onder dize. banier, dat men verfchillende politieke grondbeginfelen eikanderen beurtlmgs heeft zien opvolgen, en dat men by deze opvolging fteeds-, de burgertwisten in lichte laaie vlammen ontdoken zag. Aan niet minder twyfelachtigheden was de inrichting der nieuwe orde van zaken zelve onderhevig, zoo dra men ééns belloten had, .op de puinhopen van het oud Monarchismui eene Republiek te vestigen. Zoude deze Republiek uit te zaamverbonden Volken beftaan, welke allen , eenen gelyken en evenredigen afltand van een deel hunner Oppermacht doen zouden om het overig deel voor zien te bewaren, of zouden zy de geheele Oppermacht in den fchoot der Republiek uititorten, en sich al-zoo ten éénemale aan het geheel opofferen ?. Dit was wederom eene nieuwe bron van onderzoekingen cn twisten. Op welke wyze zoude men dc onderfcheidene Machten in den Staat, .welke zelfs theoretisch nog niet juist zyn afgefcheiden , behoor!yk inrichten, op dat zy .eikander niet verdringen, . en alzoo do vryheid niet in de - waagfcbaal ftellen mochten? Met één woord, het geheele nieuwe (tel- fel was aan zoo veele uitleggingen en verfchillende verklaringen onderhevig, dat. het niet anders zyn konde,-.of by ■. deszelfs aanwending moesten deze uitleggingen zoo veel -aanleiding tot onderlinge gc-fchillen opleveren, dat hieruit niet zelden burgerlyke twisten en .verregaande oneenigheden' voordfproten. Nog ééne bron van oneenigheden moest erdoor de invoering van het Repubiicanismv.s geopend worden, pm-dat-metedeszelfs verfchynmg .alle die voor-. oordeeien en ingekankerde gebreken uit oen staar moesten verdwynen , welke deszelfs lu'Ster zoozeer ontlïerd hadden. Onder dezen was dat 20» veel geruchts gemaakt hebbend grondbeginfel der ' affeheiding van Kerk cn Staat het voomaamfie. Het is bekend, hoe hetzelve, na eene reeks van eeuwi a voorbereid te zyn , eindelyk als een verecnigingspu1 t van alle verlichte menfchen, van welke godsdienflige gevoelens zy dan ook zyn mogen , is aangeno men geworden. Mvir toen het by de vestiging der Republieken moest worden toegepast , liet dit echter niet na, dat alle vooro irdeelen hunne pogingen verdubbelden, om hetzelve met af derzelver invloed1 'tegentewerken. Éti dit kan ons treene verwondering baren, indien wy flechts beseffen , dat deze toepasfing de noodlottige nekflag is, welke het uiteinde ' van liet Despotismus volkomen verzekert. Ineicdaad, er was voor hetzelve geen krachtiger en meer bindend middel, om het blinde Volk aan het fnoer der domheid en des bygeloofs vasttekluisteren, en om dus hetzelve naar willekeur te beheerfchJrt , daiï:' het zoo wel uitgedacht en fteeds zoo konftig ge- • handhaafd verband, welk men tusfehen de Kerk en den Staat had weten te leggen. Die getrouwe gezellinnen uit den fchoot der heerschzucht voordgeteeld ', hadden in alle hare oogmerken dit; vol- komen gemeen , en als ' haar ' verzoenircgsbeginfél' aangenomen, dat zy diezelfde heerschzucht, uit zy voordgefproten waren , ten allen iyde -getrouwlyk enderfehraagd-e'n. - De Kerk onderfteunde! den Siaat, de Staat onderfteunde de -K<--rk, •cn'der.öwëderkeerige dienst moest altyd door het goede*' Volk geboet worden. De Kerk leerde-, dat alle -' macht van God was; de Siaat daartegen deed, by' wyze van vergelding , geloven , • dat ér zonder " Godsdienst, dat is, zonder dates, noch orde, noch. welvaard, noch land, noch volk, beftaan kondenDoor deze en foortgelyke verdraaide en uit haren wezenlyken zin gerukte drogredenen , hielden zy-' het goede volk in banden , welken het niet ■ dm na eene ■ lange reeks van ' eeuwen , en na veele folteringen en verdrukkinngen , heeft konnen verr-reken. —. Het konde dus niet anders, of nu, by de invoering van het Republicanisn.s, dar-7 • dit veelvermogend verband Itond losgerukt te WO'fi den;, moest hieruit een fchakel van twisten ontftd'art 1 welke daarom • te noodlottiger gevolgen dreigden,', om dat de kerk zich nimmer gefehaamd heeft dn wreedfte middelen tot handhaving van haar' gezag by de' hand te nemen. —— De vrees, die hier uit ontftond ,' dat de bloedtoneelen der Midden-Eeuwen over het gefolterd èïuropa andermaal (tonden vernieuwd te worden was dus niet'ongegrond,-• Zy i&h voord uit liet veehuld'g fchoon treurig voorbeeld, het welk de gefchiedbocken der religie-oo.-fogen op elke bladzyde opleveren. Dan-, die vn\ , werd verbannen, daar de-ftaat plechtig i-verklaarde, zich ninimer nret den kerkdienst'sullen inlaten;den. zelf  «elven aan bet geweten en de zorg der byzondere burgeren aanbevelende , welker plicht het Cs- het verbond, dat zy mét hunnen lebepper omtrent zynen eerdienst gemaakt hebben , zelve te handhaven , en te eerbiedigen , terwyl de Staat den wezenlyken Godsdienst aityd en alomme zal voorflaan, niet, door als voorheen het geweten der menfchen aan zekere formulieren te binden, maardoor.de deugd te befehermen , de goede zeden aantekweken, voortreflyke begaafdheden aantemoedigen , en door den oprecht deugd/.amen en waarlyk godsdienftigen man zyne veelvermogende onderfteuning te doen wedervaren. Op deze wyze alleen dén godsdienst befehermende, zal de Staat konnen verwachten, dat hy de goede zeden, zonder welke geene maatfehappy beftaan kan, onder het volk.zal doen verbre:den. Maar indien dezelve eens, by eene fchandelyke verwarring van het gezond grondbeginfel, den kerkdienst daarentegen door zynen invloed wilde regelen , indien dezelve zich in de befluring der onderfcheidene cultus op eenitrerhande wyze wilde inlaten , dan zoude de Staat wederom alle die treurige gevolgen doen geboren worden , welke Volken-haat en Religietwist aan de maatfehappy berokkenen konnen, en welke die landen , waar onderfcheidene gezindheden zich hebben gevestigd, zoo zeer ten allen tyde verfcheurd hebben. Ziet daar dan Medeburgers! eenige aanmerkingen over den tegenwoordigen flaat van zaken ten berde gebracht. Gyl. zult by dezelve hebben opgemerkt, dat zy alle ontleend .Zyn van die groote Natuurwet, welke by alle werking eene evenredige tegenwerking vastftelt. Een ftroom vloeit niet ongeftoord uit zyne bronnen voord, maar moet duizende kronkelingen en beletfelen overwinnen. — De Dampkring voert het blikfem-vuur niet dan met de hevigfte losbarflingen van wolk tot wolk over; — en de zedelyke wereld doet geenen flap ter befchaving, zander de geweldigfle fchokken aan het verbaasd menschdom te doen gevoelen. ■— Men beklage zich dan »iet, dat de- invoering van fiet Republicanismus verzeld gegaan is van zulke hevige en geweldige ftaatsotkanen , en men wachte zich wel, van door eene verwarring van alle gezonde begrippen het Republkanismus zelve als de oorzaak daarvan te befchuldigen. Wat de vyaoden der nieuwe orde ondernamen, kan men nimmer als een uitwerkfel dier orde befchouwen , en alle de rampfpoeden, welke hier door het ongelukkig menschdom geteillerd hebben, mag men nimmer aanzien als de gewrochten van een ftelfel, het welk uit zynen aart niet anders dan rust, vrede, en welvaard belooft. Die zegeningen toch zullen er uit voordvloeien , wanneer eens de buitenlandfche faftiën vernietigd , en de gewenschte orde van zaken zal gevestigd zyn. ' ... En levert een aangenaam verfchiet hier toe met eenige hoop op? Ziet men aan den politieken horizon niet eenige verfehynfelen, welke ten duidiyk- fte kentekenen, dat de algemeene vrede een onderwerp is, waar mede ondericheidene ftaatsmannen, door de behoeften en den kreet-oer-volken hiertoe genoopt, zich bezig houden, en kan men van deze bemoeijingen niet verwachten , dat de algemeene nood eindelyk eens een ontwerp zal doen aannemen , het geen de volken -tot den vrede aal terug lei-Jen ? Dit is ten minfte zeker, dat al van nu af aan en reeds zedert een aanmerklyk tydvak de erkenning van het Republkanismus hier aan geene vertraging langer heeft toegebracht. Het Republicanismus kan men dus als een grondbeginfel aanmerken, het welk ook na den vrede zal gevestigd zyn. Maar zal men met die -vestiging de geheele nieuwe orde van zaken zoodanig zien tot ftand gebracht, dat de inwendige fact cn zullen vernietigd zyn ,en de maatfehappy tot eenen gewensehten ftaat van rust en kalmte wederkeere ? Wy fchrcmen niet, hieromtrent het ftreelendst vooruitzicht te koelteren , daar een gewichtig voorbeeld ons reeds hier in bevestigt, en het gemis van allen buitenlandfchen invloed, de aart van het geheele ftelfel, de neiging van den mensch tot rust, en die aangeborene trek om zich zelve de aangenaamheden en geneugten van het leven te bezorgen, ons daar voor tot waarborgen verftrekken, dat ééns de omftandigheden rust en genot aanbiedende, de menfchen dezelve gretig zullen omhelzen. En du gebeurende, zuilen de menfehelyke vermogens, gewoon zich te ontwikkelen , overal waar zy niet door onoverkoomlvke zwarigheden gedrukt worden, tot eenen trap van volmaking fteigeren, waar van wy de "rensperken niet konnen berekenen, maar die voorzeker haren weldadigen invloed c-ver alle takken van maatfchaplyken welvaard verfpreiden zal; ten einde ééns de volken die groote oogmerken bereikt zien , waartoe zy het Republicanismus hebben ingevoerd. — Hier eindigde de Redenaar met, volgends het gebruik in bovengemeld Genootfchap, den Leden van hetzelve by gelegenheid van een Nieuwjaar, alles coeds in alle hunne betrekkingen toereweiilchen, en met Cicero alle die betrekkingen-in één Vadn-iar.d verzamelende, over dit laattWgepaste zegeningen uitteboezemen, wenfehende zaaklyk, dat hetzelve met moed en trouw verdedigd, met kunde en eerfykheid beftuurd, en met algemeene liefde bewoond moge worden ! Dat het Volk by liefde tot orde eene Patriotfche veerkracht voege ! Dat deszelfs Vertegenwoordigers vry van praalzucht, boven vuige eigenbaat en laffe vrees verheven, met eene be. knopte bondigheid , 'slands Zaken waarnemen! Dat deszelfs Verdedigers , met -eene Spartaanfche rustigheid , welke zonder goud of cieradiën eerbied inboezemt, de zaak der vryheid met mannenmoed en ondergefchiktheid befehermen! En dat langs dezen weg het Vaderland eindelyk de vruchten moge plukken van dat lang begeerd en nu verkregenftelfell Wy zeggen hierop: Amen! deHemel en elk doe alzoolü  DE DEMOCRATEN. N°. 3 8. Donderdag den 26 January 1797. Het Derde par der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks) dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HO RATIUS. ' Befchouwmg van de verfchillende Volks-Charatiers der Franfche en BataaffcU Natiën, en van den invloed, dien dat vtrfchil maken moet op de daarjielling eener Conftitutie voor onzt Republiek. Het oogenblik , waarin het Volk van Nederland over een pian van Conftitutie zal randpkgen, en zyne ftem zal moeten uitbrengen , is naby. — Verfchillende zyn de gevoelens over het al of niet, en over het meer of minder navolgen van die beginfelen, welke de grondwetten van het Fransch genteenebest uitmaken, gelyk ook over al dat geene, wat wy gedurende den loop dezer omwenteling in navolging der Franfchen hebben zien gèbeuten , of het geen, fchoon der navolging waardig , echter by ons achterwege is gebleven. — Het zal dus niet nutloos noch overtollig zyn, eenige befpiegelingen over dit onderwerp medetedeelen, en daardoor te trachten eenig licht te verfpreiden over zoodanige maatregelen en wetten, welke in het éé e gemeenebest noodwendig vereischt worden, en daarentegen in het andere, of van geen nut, of dwaas, of gevaarlyk zouden zyn. —— Wy zullen dus, vooreerst, aanmerken, dat de ligging, luchtsgefleldheid , zeden , en middelen van beftaan der beide Natiën oneindig verfchillende zyn, en dat dus de daaruit voordvloeiende onderfcheidene behoeften, gemoedsbewegingen,en driften,even aoo zeer verfchillende voorzieningen vereffenen. Wy zullen , om den tyd te befparen , ons niet op-; houden met eene aardryks-kundige befchryving va» beide gemeenebesten •, genoegzaam zal bet zyn met eenige woorden aanteftippen, dat de uitgeftrektheid van Frankryk, in evenredigheid der vierkante mij' len van deszelfs oppervlakte, veel minder inwoners, bevat dan deze gewesten; dat Frankryks vruchtbars gronden volkomen konnen voldoen aan het onder-j houd van alle zyne bewoneren, en dat de evenredigheid der landbouwende clasfe aldaar, de onze irt getal oneindig overtreft; dat dc handel van Frankrjk zich bepaalt tot den uitvoer der producten van iynen eigen bodem, zyne Manufacturen en Coloniën, en tot den invoer der wederkeerige behoeften van dezelven ; dat de zuidlyker ligging , de droogere grond, de minder afwisfeiende faifoenen, de zuiverer luchtgefteidheid , den inwoneren van Frankryk , by ge'eel andere werkzaamheden , en middelen van beftaan, eene andere levenswyze toelaat en geheel andere behoeften by hen dan by ons veroorzaakt. Alle deze byzonderheden zyn mede oorzaken van het oneindig verfchil, welk zich-opdoet tusfehen de 'Characters der beide Natiën. ?P  ( 278 ) De Franschman is vlug, bevat gezwind, befluit terflond, zyne driften zy» fpoedig gaande gemaakt, en dulden menigmaal geene de minfle, veelmin eene rypere overweging: met den eerden opflag overziet hy een onderwerp, maar het blyft ook by dien eerden opflag, en by die indrukfelen, welke Zyn hart op het eerfte gevoel er vau ontvangen heeft. — Eerst befluit hy tot eene daad, en dan eerst overweegt hy hare mooglykheid. — Vind hy dat hy zich zelve bedrogen heeft, in het geen hy met vuur,, zelfs tot in het uiterde, heeft doorgezet, dan gaat hy tot het ander uiterde over,. en dwaalt nu wederom even zoo zeer, als hy eerst gedwaalt had. Eeuwen lang verduurden- de Franfchen het juk der ondraaglykfte overheerfching ; intusfehen ortftonden onder hen wysgeeren , wier vlug vernuft door den dikken nevel van dwingelandy en priederbedrog heen drong, en de ontvangen draal des lichts aan hunne landgenoten mededeelde. — Zoo 'lang deze draal alleen zoodanige mannen befcheen, welke, daarvan de waarheid gevoelende,die alleen tot eigen grootheid wilden aanwenden, zag men geene zucht tot eene nieuwe orde van zaken onder het volk ontdaan; men zag alleen de botfingen der "Parlementen tegen het koningiyk gezag, eenige pogingen van een gedeelte des adels, om zich zelve voordtedringen, eenige twisten onder de gewyde yriefterfebaar, even gelyk en nog meer dan anderen van elkander yverzuchtig;— doch deze allen hadden een gel)k belang, om het geen hier of daar van andere machten afteknibbelen was, naar zich te 11e•pen, en zoo veel met dit belang overeenkwam, het volk in den ilaap- te houden. —- Het volk,.vastgehecht aan dat geene, wat het voor goed houd, aanbad den koning , en de kreet Vive le Roil werd by alle gelegenheden aan alle oorden gehoord. — Eindelyk drong de draal der verlichting ook tot de oogen des volks- door. — Fiankryk was reeds zedert eenige jaren van eene Mogendheid van den eerften rang, door de OoflenrjSficiJfe ir.trigues, tot.den tweeden rang gedaald ; by de eerfte verdeeling; vanPolen , en andere gelegenheden,, had het zoodanige blyken van zwakheid gegeven, dat geene Mogendheid meer eenig ontzag voor,, of zucht tot verbindtenis met hetzelve fcheen behouden te hebben. De financiën waren uitgeput , en door de menigmaal ongerymde , en tegen elkander inlopende maatregelen van eene reeks van kort op elkander volgende financie - ministers tot eenen afgrond van verderf geworden. — De weelde van het Hof, zedert Henlik den Vierden daaglyks toegenomen, verflond.een* vierde van alle de opgebrachte lasten. — De verkwisting- der grooten, de overdaad der pachters en finantiers, de pracht , ging alle denkbeeld te b — ven. — De zeden waren in de (leden, meer d«n in> eenig land , bedorven. — De burgerftand onderdrukt, mishandeld', veracht door hen, die ten koste der burgeren leefden. — Aan de andere zyde, de uiterde armoede en gebrek : duizenden van honger uitgeteerde wezens bedekten de ftraten, en knarsfetandden tegen eiken vergulden wagen, die hen dreigde te verpletteren. — Op het platte land, landlieden aan gedwongen matigheid en gebrek gewoon, ongevoelig voor- hunne armoede daar-2y geen beter daat kenden, zich llaafsch onderwerpende aan heerendienften , en boven hunne krachten gaande lasten;-- Zoodanig was-de ftaat van Frankryk, toon, de zon der verlichting voor het volk kwam opdagen ; — de vlugheid van geest der Natie eigen ,deed haar met een half woord hare belangen kennen, en de uitbarfting.volgde by de eerfte gelegenheid. Vergeefs trachtte men het vuur in zyne beginfeleu te fmooren; het moedig volk,, overtuigd dat Opdand tegen elke overheerfching plicht is , verbrak alle banden,, en elke nieuwe waderftahd gaf aanleiding tot nieuwe overwinningen. By den aanvang der omwending kozen de Geestlyken en de kleene adel de party des Volks; dan ms ontmaskerde men hunne oogmerken. — Op de overblyffelen des throons meenden zy hunne eigene grootheid.,  C V9 ) held, eene Ariftocratie doof verkiezing, te vêstiger)i — Hun ryk was kort van duur, cn welhaast san de algemeene verachting overgegeven, vermeerderden zy den drom der uitgewekenen-, by welker party zy zich nu voegden. Een republikeinsc-h beftuur was geheel nieuw voor het Franfche Volk, dan weldra bevatte het de algemeene gronden des maatfchaplyken - verdrags , binnen weinig tyds was het geheele volk het in deze gronden eens , en alles zwoer die te zullen handhaven. —— De tegenftand welken zy van buiten ontmoetten, gepaard met het gevaar vau binnen, deed hen de wapenen tot zelfverdediging in handen vatten , en weldra waren honderdduizenden gewapend ; het was niet nodig den Franfchen twee jaren lang voorteprediken, dat een ongewapend volk en een vry volk twee hemels, breed verfchillende dingen zyn, en dat vryheid zonder wapenen onbeftaanbaar is. — Het was daarom ook niet nodig, hunne geestdrift optewekken; elk dagblad gedurende de eerfte jaren der Franfche Revolutie is opgevuld met blyken van Vaderlandsliefde of heldenmoed, echte Republikeinen waardig. Dan de Franschman, niet gewoon eene zaak lang te overwegen, werd welhaast verraseht door dezulken , die van zyne geestdrift uit byzondere oogmerken misbruik maakten, cn het volk tot onberaden flappen brachten, welke het in meer bedaarde ogenblikken zoude gewraakt en voorgekomen hebben. — Dezelfde vaardigheid van befluit bracht ook menigmaal onberaden decreten voor den dag, welke het hunne tot het algemeen bederf toebrachten. Veel is er voor en tegen het beftaan van eene Asfociatie eener onbegrensde volksmenigte in eene enkele ftad gezegd en gefchreven; het is zeker, dat zoo wel als van den éénen kant het daadlyk aanwezen van een groot aantal der contracleerende leden eener maatfehappy, een der gefchikfte middelen tot weering van overheerfching is, doordien de handelingen van het beftuur onmiddelyk meer beoordeelaars en meer bewakers vinden, ook vjb den anderen kant niet minderwaar is, dat onder zoodanige Volksmenigte de eigenbelangzoeker, de intriguant , de volksverleider oneindig meer gelegenheid vind om zynen rol te konnen fpelen;. dat iemand, die misnoegden zoekt, om zich met hen te vcreenigen en' party te maken, niet misfen kan, onder welk beftuur ook, dezelven in een meerder of minder aantal in eene groote ftad te vinden; dat naar zoodani-; ge fteden alles toevloeit, wat elders om wettige redenen by hunne medeburgeren ter verachting gedoemd is; en het dezen niet zelden gelukt, eenen aanhang te maken, en zich het zy door voordrachten of door dwang, aan het beftuur tot een of anderen post of ambt optedringen. Wanneer men nu,by de Nationale geestdrift,'eene colosfale ftad befchouw.t, welke fteeds het hoofdtooneel aller gebeurtenisfen geweest is , waarvan land beeft uitgeftrekt, welke, fteeds het fchool en dt verblyfplaats der grootfte mannen, maar ook tevens der grootfte booswichten is geweest, eene ftad, waar alle gelukzoekers uit alle hoeken des lands, I* t.<-uo uii £<-ubci u.uiu^d , i«. aamenviueiuen, en order eene menigte lediglopers van allerlei, ftand zioh partyë'n trachteden te vormen; dan word onze verwondering minder over die menigte van gebeurde zaken, welke men anders met de beginfelen der omwending, en het erkend gevoelen des volks over de rechten en pliehten >an mensch en burger, niet overeenbrengen kan, In den aanvang der omwending werd door veelen onder de anders kundigfte mannen, de gefteldheid van zaken, zoo wel voor als op het tydftip zelve, niet genoeg in acht genomen; by zich zelve overtuigd, dat de wysgeerige gronden, op welken zy do aanftaandeConflitutie meenden te vestigen, de eeni^ ge waren, welke het volk duurzaam gelukkig konden-maken, vergaten zy, dat flechts weinigen hunner medeburgeren dien trap van verlichting welken de toepasfing dier gronden vooronderftelde, bereikt fP' had-  C 280 ) hadden; zy bedachten niet, hoe weinige menfchen boven de verleiding van eigenbelangen heerschzucht verheven zyn, wanneer zy uit den ambtlozen: kring in posten van beftuur worden verplaatst.. — Zy dachten , dat alle de belangen tot één punt ver* oemgd, en alle-menschlyke. driften in vaderlandsliefde herfchapen zouden worden. — Hieruit volgde by dezen de goedkeuring der Conftitutie van 1793, welke, fchoon veelal op ware eenvouwige wysgeerige grondbeginfelen ontworpen , en met weldadige oogmerken daargefteld , geene genoegzame behoedmiddelen overliet tegen het misbruik., door de demagogen en anarchisten van dezelve in het. vervolg gemaakt,. — Hieruit ontflond eene algemeene verflapping der klemveeren van het beftuur, en de ondervinding teerde welhaast, dat de algemeen bedorven ftaat. van het menschdom vaster banden vereischte , en dwangmiddelen vorderde, cm- de kwaadwillige-leden .eener maatfehappy, 09 eene krachtdadige wyze in toom te houden. —Dan ook dezen werden ras misbruikt; — onder den dekmantel van rechtvaardigheid, werden gruwzame misdaden gepleegd ,, en met bet. fe.huld.ige ■werden ftroomen oofcliuldig bloed vergeten. Dit alles nam echter niet weg dat.by het opgeheven mesder Guillotine, land en legers vervuld werden van eenen.hoop fcbelmen, welke ten koste vau de ingezetenen, der-verméefterde landen, zoo wel als te:i koste der, Repnblieb, zich zelve vetmestten , en onder allerleie benamingen , elk naar mate zyner vermogens, de owdraaglykfte dwingeland? over de ongelukkige voorwerpen onder-hun bereik uitoefenden; en dat over het algemeen de plaats van éénen. dwingeland d,oor duizenden nieuwen werd vervuld.. •Dan gelyk.ailq uiterften punne grenspalen, vin den, «n naby deaclve zjsny.; wetod welras-de vryheid ademende Pransrhman .deze overheerfching .moede. —Ongelukkig fnelde hy. het-middenpunt vqorby, en •verviel in het, tegeacwergeftelde; eene o verdrevene fmuigdheM--aw*'*- plaats der Biisbrujkte foeng- heid in. ■— De fchelmen en intriguanten verander* den van battery,en vloekende op het fchrikbewind, drongen zy zich weder als te voren in allerhande posten. — Steeds heulende met de bovendryvenda party, was deze rol voor hen gemaklyk. Het voorwendfel van vrees diende hun tot ontfchuldiging, hieraan fchreven zy hunne vorige vexatien toe, en uitgingen zy als voorheen in hunne wanbedryven voord. De sgiotage , ongeftraft zynen gang konnende gaan, vermeerderde het. bederf der Financiën, en het rampzalig overfehot des Nationalen credieu werd tot een tolkomen niet gereduceerd. De gefchiedenis der laatfte jaren , de zeden des volks, hun Nationaal Character, en de veelerleie beurtlkgs ontftane faóïiën,. hebben, dus geleeraard0, dat het Franfche Volk ongefchikt is voor eene meer uitgeftrekte Democratifche regeeringsvorm , en dat het in Frankryk noodzaaklyk is , zoo veel mooglyk, te waken tegen overylde befluiten, welke het zy uit intrigue, drift, of zelf uit eene anderszins zoo; pryslyk geestdrift voor de goede zaak*, konnen geboren worden. — Van hier, de beide kamers, de herhaalde lezingen eener wet, en de verfchillende formaliteiten in de grondwetten der Franfche Republiek vastgefteld. — De noodzaaklykheid van een fnelwerkend, klembebbend Uitvoerend Gezag, ver» oorzaakte de macht van den Staatsraad, welke men' anderszins als al te uitgeflrekt zoude konnen bcfchouwen. >— De licht ontftokene driften eu gemoedsbewegingen des volks, en daardoor ontftane uitbarftingen, gaven aanleiding tot het vernietigen en onderdrukken der Volksfociêteiten; veelen derzeiver waren van haren eerften oorfprong en rechte oogmerken verwyderd , en gaven aanleiding tot buitenfporigheden. |De vrees dat ook de andere het-zelfde voetfpoor mochten volgen, deed het be. ftuur tot de vernietiging van alle befluiten, en-by eene menigte Franfchen eenen algemeenen haat eu mistrouwen geboren worden, tegen al wat flechts den ortgelukkigen naam van Cmbsof rtlksfotiïfeiten voert.-. Nu-  C 281 ) ITu zullen wy overgaan tot het contrafteerend pendant van dit tafereel, en eenige charactertrekken onzer N^tie ter r.ederflellen, om daaruit vervolgends optemaken, wat by ons nodig is van de Franfcliennagevolgd, en wat by ons zorgvuldig vermyd be: hoort te wordem De Nederlanders bewonen een land , waar van de koude, veranderlyke, en natte luchtsgefteldheid" en vochtige bodem ontwyfelbaar den grootften ia* vloed op het bloeds- en zenuwgedel der in w oneren hebben moet; eene landllree.fc waar van het konstmatig behoud hun onmeetbare fchatten kost. — De duurte der nodige behoeften tot levensonderhoud,, noodzaakt hen om van dag tot dag bezorgd te zyn voor die middelen, welke daarin of daadlyk moeten voorzien, of hen in het vervolg voor gebrek beveiligen, het welk met den guuren en onaangenamen dampkring, hen veelal tot een meer zittend leven by verminderde uitfpanningen en ligchaamsbewegingen verplicht, iets , waartoe hun Nationaal temperament hen. boven dien reeds flerk doet overhellen, en door het welk dus nog verder die vlugheid van geest en elafticiteit, welke en lucbtsgeftel en climaat mochten overlaten , verdoofd word. Phlegrriatiek, en bedaard, met weinig te vreden, fpaarzlam en overleggende, zelfs in de weelde, welke nogthands zeden vyftig jaren tot eene aanmerklyke hoogte, vooral in de groote Handeldeden en in de Refidemie- plaats, gedegen is, lleeds trachtende om vreedzaam die genoegens te fmaken , tot welker genot hunne werkzaamheid hen in ftaat fielt, is het Nederlandfehe volk meer' tot ftille rust en kalmte, dan tot die onafgebrokene moeilyke pogingen en bemoeiënisfen, welke alle omwendingen verzeilen,gefchikt. Over het algemeen betoont het Bataaffche Volk, onbepaald tot welke gezindheden behorende, zekere min of meer, veeiryds zelfs flerke, dweepachtige verknochtheid aan eens omhelsde godsdienflige begrippen. -~ Het voed daarby,.zedert dc oudfle ty- den, eene flerke zucht voor de Vryheid, welke ook; nimmer opgehouden heeft zich verder dan by andere volken uitteflrekken, benevens eenen zekeren graad van gelykheid, waarop men zich fteeds beroemde, offchoon het oud Beftuur weihig meer dan eene ydele fchaduw derzelve aan de mindere (tanden des volks had overgelaten , en bevoorrechte perfonen ,'Familiën, Ordens, en Gorporatiën in Kerk en Staat zoo zeer vermenigvuldigd ware», dat de ongelykheid verre weg de fchaal overhaalde. — Voor de wysgeerte heerscht in dit land eene zekere zucht. De konden, wetenfehappen', en fraaye letteren zyn1 er zedert lang niet zonder beminnaars en gelukkige beoefenaars geweest. — lu één woord, er bellaat in Nederland eere gedeelteiyke verlichting, die echter zoo ten aanzien vaivharen graad van' hoogte, als van hare uitgedrektheid over de masi'a der burgeren, nog bepaald is , waarby nog duizen ie volks-' vooroordeelen in het burgerlyke , wysgeerige, en Godsdienflige, hardnekkg post houden, en welke' deeds moeilyker is om optewekken en aantekweken, dan wel om ze eerst uit niets te doen geboren worden. Hieruit volgt dan by veelen eene waanwysheid, welke geenen raad aanneemt, geene cornctiën toelaat , en den verderen voordgang der verlichting hindert, te meer, daar het een byzondere trek der Natie fchynt te zyn, ftyfzinnig by het oude te blyven, en dyf op zyn duk te daan. By dit alles komt nog, dat, door de verdeeling. van byzondere belangen, welke min of meer onvermydelyk is in een land , waar de nodige middelen van btflaan zoo moeilyk te vinden, en de behoeften zoo drukkend zyn, een algemeene Volksgeest, anders de natuurlyke vrucht van een Vaderland vol resjources, by ons ontbreekt,- en . by mangel van enth.ifiasmits, moei-lyk is nptewekken. De ryken zyn veelal egoïsten-; zy vrezen altoos een gedeelte hunner bezittingen te verliezen, of eene anderszins zekere winst te derven. Veelen zoeken eene plaats in het beduur, P p 5.. aV  < aSa ) alleen om maatregelen door te zetto», welke hen hunne (coatten konnen doen behouden of vermeerderen. —• Anderen, Hechts voor zich zelve levende, onttrekken zich aan alles, en willen z:ch met niets bemoeien. — Een derde foort noemt zich Patriotten, bedilt alles, belooft veel, klaagt eeuwig, en wil echter niets opofferen. — Een kleen gedeelte is der ware leer toegedaan, en toont zjch onbaatzuchtige vrienden des Volks en van het dierbaar Vaderland te zyn. — Het grootfte deel des Volks, het gemeen, is volgends deszelfs hcerfchend Character meestal der bovenliggende party toegedaan, genegen tot plunderingen en mishandelingen , woest, wanneer het in beweging word gebracht, maar zidderend voor eenige bajonetten of voor eene handvol gerechtsdienaars, meestal firydig met zyne eigene belangen handelende , veel. bedillend , maar diep onkundig, verflaafd aan het misbruik van fterke dranken , welke feber alléén in ftaat zyn hunne geestdrift kortftondig optewinden, maar doorgaands daarna hunne vermogens nog meer verdoven, niet geheel verftoken van gevoel voor vryheid cn heldtnmoed, welke het echter maar al te veel met losbandigheid en onbezonnene woeüe verwart, en waardoor, als mede d^or zyne lichtgelovigheid cn goedhartig vertrouwen, het lichtelyk v-n fchrceuw-ers en intriguantcn word bedrogen en tot zoodanige flappen verleid, welke in elke geregelde maatfehappy doemwaardig zyn. Met één woord , het Vaderlandsch gemeen beftaat uit eenen 'hoop kinderen, die noodwendig eenen leidband nodig hebben., en waarmede men alles doen kan., v\anneer men htm vertrouwen wint, het geen vry gemaklyk valt, doch die tevens allerongelukkigst zyn, en hun eigen belang voor.by rennen, wanneer een eerloos en vleiend bedrieger zich meefter van hun hart hééft weten te maken. Eu indedaad, hoe kon het anders, of een goedaartig maar onkundig volk, twee eeuwen lang de fpeelbal syner despoten geweest, altoos met eene ingebeelde vryheid zonder Republi. keinfehe Conftitutie gepaaid, eeuwig bedrogen, en uitgeput door alle de partyën, en nimmer opgeroepen dan tot oproerige bewegenisfen, zulk een volk moest tot heden toe in eenen flaat van ruuwheid en kindlche zwakheid blyven voordleven? De middenftand, de fieun en het nuttigst gedeelte van eiken Staat, bevat in zich de meefte eérlykhéid, de meefte Vaderlandsliefde, de meefte verlichting.— Het is by deze, dat men de zuiverde begrippen over de Revolutie vinden kan, maar tevens weinig geestdrift en de meefte (laperigheid befpeurt, waartoe de onafgebrokene zorg om in het nodig beftaan te voorzien , en de onophoudelyke en weinig tyds «verlatende werkzaamheden, zeker veel bydragen. Het geluk van de Staat hangt van dit aanzienlykst gedeelte des volks af; dan, maar al te veel duld het ce overheerfching der grooten , of de onbezuisde opftuivingen van het gemeen, en met alle zyne welmeenendbeid zoude de Staat by eeneti vyandlyken aanval weinig onderftands van het zelve te wachten hebben. De Franfche Patriot vliegt te wapen, verlaat alles wat hem dierbaar is , offert beftaan en leven op , wanneer zyne Vertegenwoordigers den kreet van gevaar over het land doen uitgaan. — De Hollander hoort het, beeft, denkt aan zyne vrouw en kinderen, bedenkt zich , neemt zyne pyp en gaat die in zyn binnenkamer uitroken, terwyl hy berekent, hoe hy zich redden, of welke vreemde Mogendheid, door zyn geld gelokt, ter zyner hulpe ('nellen zal. Van alle tyden was langzaamheid, befluitloosheid, en traagheid aan de orde van de dag by alle foorten van Beftuur ,dezer landen ; de w etten by duizenden in voorraad , veroorzaakten dat er genoegzaam geene meer overig waren, welke niet aan differente uitleggingen onderhevig waren. Veele waren dirtcl ftrydig met elkander, en wanneer men zwarigheden in de uitvoering ontmoette, vond men het dikwyls minder moeilyk, eene amp.liai.ieop de wet te maken , dan zoodanige middelen aantewenden, als de uitvoering zelve vereischte. Warn eer men nu dezen geest des Volks in het algemeen befebouwt, dan zal de vraag niet moeilyk ie bcCisfen zyn : ,, li alles goed en nuttig voor ons ,, Vaderland, wat in Frankryk goed en nuttig is?" Wanneer de ©verdrevene vlugheid, en het weinig nadenken en overwegen der Franfchen, gevaar doet vinden in hunne Volksfociëteiten, alzo deze voor geene bedaarde overwegingen vatbaar zyn; zal men daarentegen , in aanmerking nemende de Nederlandfche traagheid , en het weinige vuur dat onze landgenoten bezielt, gaarne toeltemmen dat onze landgenoten daadlyk ii,(luimeren, zoo dra hun aanfpraak cn wryving ontbreekt. Het is zomtyds mooglyk de eere of andere Vergadering voor eene korte poos, zelfs tot overdryving toe, optewinden , dan na eene enkele nacht rustens, is al het vuur verdoofd, de zinnen zyn bekoeld, en alle de yverige voornemens van den vorigen dag met den eerden droom verdwenen. Kortom, even zoo zeer als de driftige Franschman moet gefust, moet de loome Nederlander aangevuurd worden. — Nimmer zullen dus onze Volksfociëteiten in het algemeen dien gevaarlyken toon aannemen , of dat punt van heerfchappy bereiken , welken in Frankryk zo veele nadeelige gevolgen hebben naar zich gefloept, vooral , en dan zeker in het geheel niet, wanneer zich meer veiftandige, kundige, en eerlyke lieden, derzelver by woning niet onttrekken. In tegendeel zoude niets nuttiger voor het algemeen geluk, noch eenige zekerer waarborg tegen ongeregeldheden , in dit land konnen ingevoerd wor-  worden , dan wel ingerichte Volksfociëteiten ; geen beter middel , om verlichting over de algemeene belangen te verfpreiden , noch beter deunpunt voor een eerlyken bewindsman. De fchurk moge het Volk vrezen; een man, die eerlyk handelt, kent die misdadige vrees niet. — Het Volk m roasfa a nooit onrechtvaardig, nooit onedelmoedig , en althands verdient het bedaard en goedhartig Bataaffche Volk zulk een fnood wantrouwn niet, daar hetzelve eer van al te groote zachtheid Jan van overmatige drengheid te befchuld.igen zoude zyn. Wanneer men de Nederlanders voor het lcnrikbewind waarfchuwt , allerwege van hetzelve fehreeuwt, alles wat niet in den Knaak dier Icnreeuwers valt, met dezen zoo zwart gemaakten naam Kitempelt, de bondgenoten tracht wys te manen, dat de invoering van een fchrikbewmd de bedoe lui" dier geenen is , welke zich nietalleen Vneuden des Votks noemen, maar het ook oprechtlyk zyn, — die een beftuur verlangen, dat moeds genoeg heelt om kloeke en nuttige belluiteh te nemen, en klems genoeg, om die befluiten te doen uitvoeren,— die loo naar binnen als naar buiten de één- en ondee baarheid als den ecnigflen grondfteen eener welingerichte maatfehaplyke Regeeringsvorm in dit Gemeenebest befchouwen;. dan tonen deze fchreeuwers, dat zy of geene de minfte kennis van het Nationaal Charakter hebben , of zoodanige bedoelingen koesteren,, welke niets minder zyn dan verraderlyke niachinatiën tegen het geluk der maatfehappy; — datzy, hunne eigene onwaardigheid voelende, by voorraad eene ontmaskering vrezen , e.i zich tegen hunne welverdiende flraf of eene algemeene verachting vooraf trachten te wapenen, door hunne betere, meer belangloze tegenflrevers door zwarte lasteringen by weldenkende bondgenoten , én voor de treurtoneelen in Frankryk nog zidderende landgenoten,.in een haatlyk daglicht te dellen. Onze Natie is niet vatbaar voor menschheid onteerende treurtoneelen, niet vatbaar voor een fchrikbewind.. Het ware veellicht mooglyk, dat hier of daar het volk , verbitterd tegen dradoze overheerfching van "den eenen. of anderen kleenen despoot, of getroffen door een diep gevoel van verontwaardiging tegen den eenen of anderen volksverleider, in een oogenblik. van wanhoop of woede denzelven aan dat gevoel opofferde; doch nimmer kan by het Volk van Nederland, over het geheel genomen, een zoogenaamd fchrikbewind worden ingevoerd: misfchien zouden Hechts die geenen daartoe in daat zyn cn hunnen laatden toevlucht zoeken te nemen, welke het meest den mond daarvan vol hebben, cn het fterkst daartegen yveren. Immers ; welke zyn de moordtoneelen , di* de gefchiedenis vas deze Gewesten bezoedelen ?' De weldenkende Volksvrienden hebben zich daaraan nimmer fchuldig gemaakt. Het was aileen onder het Oranje of Ariltocratiscb beduur , dat het burgerbloed, 't zy op het fchavot, het zy onder de moorddadige klaanwen van een omgekocht en opgeruid gemeen, geplengd werd. —Barneveid, de Witten , de fiachtoffers des- gewelds van 1787» getuigen dit. — Maar is de Nederlandfehe grond zedert de laatfte Omwending even zoo met bloed geverwd? Neen! en echter zoude het geen wonder geweest zyn , indien in de eerde oogenblikken der Revolutie de wraak des Volks op zevenjatige en tergende euveldaden gevalgd ware. Die voorzieningen dan, welke de ondervinding de Franfchen geleeraard heeft in Frankryk noodzaaklyk te zyn, om de misdadige pogingen van dia geenen te duiten, welke het licht bewogen Volk tot moord en oproer opruien, ten einde hun e'gen doelwit te bereiken, zyn hier, zo niet geheel, ten minde voor het grootst gedeelte onnodig, en zouden veelal juist dat geene veroorzaken,, welk men daarmede zoude willen voorkomen. De voorzieningen tegen overylde befluiten by de Wetgevende Macht , en andere gezag uitoefenende ligchamen,welke al mede by de Fran chen noodzaaklyk z> n * komen by onze phlegmatieke landgenoten insgelyks weinig te pas. — Men heeft hier te lande nimmes daarover, maar deeds over langdradigheid ,. en niet. afdoening van zaken geklaagd. — De Dagbladen onzer Provinciale en Nationale Vergaderingen zedert de Omwending , fchoon alle reeds meer vereenvuuwigde ligchamen, getuigen dit. En zyn er tot heden toe we! meer dan enkele voorbeelden van overylde befluiten (waarvan het gebrek dan nog meer de redactie dan het wezen der zaak betrof) tegen een gantsch heir van door vertraging ontzenuwde, fchoon anders nuttige en nodige, fchikkingen aantevvyzen? — Dan daar alles veranoerlyb is, zoude het ook mooglyk zyn, dat ons Volkskarakter veranderde; en dus erkennen wy de voorziende wysheid onzer Condnuiiemakeren , om m tyds voor alle toekomende overyling te zorgen 'Wanneer men, den Nationalen geest keniende,, het foederalistisch Systema van het laatde Plan vin Conditutie in zyne gevolgen befchouwt, dan is er ééne aanmerking , welke den opmerkenden men ■ fehenkenner niet kan ontgaan, en die hierin bedaat r Wanneer men van dag tot dag de afnemende geestdrift des Völfcs waarneemt, wanneer men gezien heeft het lydely-k gedrag der Natie vau «jrft* tot 1794, en den Nationalen flaap voor 1781, cn wanneer men dan tevens aan eenen tyd denkt, welkt:  fes wy allen hopen haast te zullen zien, waarin de newenschte vrede onzen landgenoten gelegenheid geven zal, om door hunne nyverheid langzamerhand de geledene fchaden te herdellen ; wanneer men «agaat het aantal van anderszins eerlyke en kundige lieden , die , om dat het onderhoud hunner huisgezinnen hunne onbelemmerde werkzaamheid vordert, zich aan alle posten des befluurs onttrekken, als mede het aantal der. geenen, welke, te veel Vedlaaftf aan hunne vermaken , rust, en weelde, het voeapo >r der eerstgenoemden volgen ; dan is het ©ntwyfelbaar , dat de posten van het beftuur, de ->rootere ambten en bedieningen, welhaast voor een prooi gedeelte weder het lot zullen worden van ctnige weinige gedachten, welke zich alleen op de verkryging daarvan en. de daartoe vereisebte kundigheden zullen toeleggen. — Het is waar., de verkiezingen zullen aan het Volk bijven, endaar, door zal misfchien de een of ander, die het wat ecg tegen de zin des Volks maakte, niet weder verkozen worden ;daii dit zoude volgends het Plan ook hunne ergde draf, en geen genoegzame waarborg tegen het gevreesde kwaad zyn. —— Trouwends, wanneer zien de uitoefening van de Oppermacht des Vo'ks alleen tot de keuze zyner beduurderen bepaalt, en dezen tot geene Politieke Verandwoording konnen geroepen worden, dan blyft welhaast van de Republikeinfche regeeringsvorm mets anders dan de ledige fchil, de fchaduw , over, en eene verkiesbare Ariftocratie, zelfs in den volden zin des woords, ,, ee?ie regeering der voornaam-ften" of , eene familie-regeering neemt hare plaats in, — De ondervinding heeft reeds geleeraard, hoe veele menfchen Zich aan hunne Grondvergaderingen onttrekken ; •wanneer nu het Volk door drukke bezigheden, weelde , gemak , of moedloosheid deze Vergaderingen nog minder by woont, dan word die familiejegeering nog meer gevestigd , en door omkoping, verplichting, of bedreiging volkomen verzekerd in handen van die geenen, welke daar naar dreven. Konnen nu nog daarenboven de Departementale en Municipale Machten een zeker fouverein of opuers-ezag uitoefenen , en , gelyk voorheen , haar Despotismus uitbreiden , dae word de weg tot Familie-cabalen en Aridocratie nog gemaklyker voor hen, die op gezag aazen. - Geraakt het Volk flechts weder door eenen zekeren trap van welvaard in den flaap , en bemoeit het zich met de daden van *t Beduur allengs minder en minder, dan ook zullen de nieuwe Aridocraten zich meer en meer van onze bondgenoten verwyderen; men zal langzamerhand de banden , die de twee Volken ver¬ eenigen, trachten los temaken, en wy zullen nutloze wezens voor de Franfche Natie zyn, terwyi de Aridocraten een ander deunpunt by onze natuurlyke vyanden zullen moeten zoeken. Dit zoude het onmisbaar ge-olg der aangeboden -Conftitutie worden i de £, geifche invloed zoude dan hier, tdan daar, eenen brok der verfchillende fouvereiniteiten ten onder brerigen , en en ten laatde, wanneer eens nieuwe rampen het Volk tegen de Aridocratie 1*1 het harras jaagden, (en dit zoude zeker gebeuren) zoude de inroeping des Stadhouders de laatde hand aan de verbreking der Alliantie en aan de hcrdelling onzer oude verbindtenisfen leggen. De Amerikaanfche Conftttutie op het Foederalismus gegrond , met eene uiferlyko vertoning van éénheid naar buiten, begint reeds een nieuw biyk der ondandvastigheid en onbedaanbaarheid van Foederalistifche Republieken te geven : ook daar begint dat geene plaats te krygen, wat wy zoo even aanvoerden , dat hier zoude gebeuren. Verdeeldheid , factiën in het beduur, ontrouw aan hunne Aliiantiën, ondankbaarheid jegens de dichters van en medewerkers tot hunne onafbanglykheid , beginnen daar meer en meer veld te winnen; de EngelTe he faöie neemt daaglyks toe; misfchien heeft zy reeds "eheei de overhand , en Frankryk, tot beloning "zyner dienden, in Noord - America eenen vyand te meer. Wanneer Frankryk dus wil voorkomen, dat het geen thands in America plaats heeft, ook hier niet gevolgd worde, dan vordert deszelfs eigen belang, dat alle mooglykheid tot Foederalismus en Aridocratie by ons met wortel en tak worde weggenomen_ — Dan moet het Fransch Beduur geen gehoor verlenen aan die geenen, welke hetzelve voor een Nederlandsch fchrikbewind trachten bevreesd te maken, maar hunne inblazingen met verachting beandwoorden. — Dan moet het Fransch Beduur den uitgedoofden volksgeest onder ons trachten optewekken,en dat geen te herdellen, wat hierin door zommigen zyner voorige zende'ingen en hunnegehoudene handelwyze ter goedertrouwe is bedorven^ — dan moet hetzelve de pogineen dier weimeenenden onderdeunen , welke een eenvouwig Repraefentatif Democratisch , doch klemmend beduur verlangen. —— Met één woord, het moet zich by alle gelegenheden den vriend des Volks, den vyand van Ariftocratie zoo we! ais der Anarchisten betonen te zyn, en de maar al te veel door welmeenende doch verkeerde maatregelen verloren genegenheid des Volks trachten te herkrygen.  DE DEMOCRATEN. liu&b i: isiftnoYn9tntoSt"05'ffgiJt[móO cïisiorflifti <%n )c c Jiot.' <'-i:r:a:r-O—r .ti* .v n&t>u N°. 39. Donderdag den 2 February 1797> Het Derde Jaar der Bataaffche Vryhid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door tiet dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des' volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gcfchokt. horatius. Iets 'over ds verdeeling der gewapende burgermacht tem du Gemeencbest in Bataülons, enz. Het is eene ontegenfpteeklyke waarheid , dat eene der grootfte volmaaktheden van alle Staatsinrichtingen in de veréénvouwiging befiaat; en dat, hoe meer men de medewerkende deeleu-op eene-gelykvormige, en uit een en hetzelfde grondbeginfel •vloeiende wyze in werking brengt, men aan zoo veel .te minder, verwarringen en botftngen blootgeHeld,-en van de bereiking van'het voorgefteld.oogmerk des te meer verzekerd is. Dit denkbeeld gaf aanleiding tot-de volgende bedenkingen over de verdeeling der bataülons van de Gewapende Burgermacht in dit Gemeenebest, welke wy hiermede den Volke ter beoordeeling aanbieden. Wy befchouwden de moeilykheid .eener nieuwe verdeeling des Lands , .in zoodanige fmaldeeien , welke genoegzame aantallen van 'Lieden zouden konnen opleveren tot formeering van bataülons; de ondervinding leerde ons, dat men uit ieder diftrict van 15000 Zielen, volgends d.e laatfte teling, op niet Veel meer dan 8co a iooq ftrydbare mannen ftaat maken kan. Amfteldam levert hier van een klaar bewys op; deszelfs Burgermacht befiaat in ij bataülons Infanterie, behalven het Corps Ruiters , en voorheen een bataillon van omtrent 700 man Canonaiersj nu is die ftad verdeeld in i4Ti diftrict, waar¬ van dus elk diftrict door elkander circa 800' man opje^erde.-. _•„.,., sb ni tt5Laiï ei tum^rn rsuq Wy geloven, dat flechts weinige difmóten een veel grooter of merklyk kleener getal van manfehappen zullen uitleveren , en dus dunkt ons, dat de gemaklykfte wyze van inrichting zoude beftaan, in de organifatie van één bataillon .in elk diftriét, en vat», ééne compagnie uit elke drie grondvergaderingen. Vooreerst , word hierdoor .de zwarigheid eener nieuwe telling en verdeeling des lands in militaire diftriéten voorgekomen, en al de moeilykheid geheel weggenomen, welke uit eene nieuwe verdeeling van het Gemeenebest in Departementen zoude ontftaan. — Ten andere ,- fteunt deze inrichting op de zelfde gronden, waarop de geheele verdeeling der Wetgevende, ndminiftrativc, en rechterlyke Machten in de voorgedragen plans van een maatfchaplyk verdrag berust. — Boxendien, zy is en blyft onveranderlyk dezelfde , zoo lang er eene Conftitutie op -dezelfde yerdeeling gevestigd beftaat. — Zy vereenigt in zich het voordeel , dat uit de bewaring van reeds beflaande vaste middenpunten voordfpruit, dat van de bepaalde cn onveranderlyke benamingen der difir'ctcn en der grondvergaderingen, welke in dit geval tcgelyk de militaire verdeeling des Volks in Bataillons en Compagnies Q q Z(J«-  zouden aanwyz«n. ==• De kennis, welke het nodig isi, dat het Wetgeyond en Uitvoerend Beduur van alle binnenlandfche inrichtingen dragen, word, gemaklyk gemaakt, als mede de oproeping, wanneer de nood zulks mocht vereifchen. —- Meereensgezindheid tusfehen burgers van één en het zelf. de diftrict, meer naaryver onder elkander, meerder oefening, zouden de vruchten dezer inrichting zyn..— Ook in andere belangen te zamen werkende, leeren de menfchen elkander beter kennen, men raakt elkander in meer punten aan, men gewent zich aan eene gemeenfehaplyke werking, die naauwer vereeniging fticht, en elk weet des te gereeder, tot welk gedeelte der Burgermacht.hy behoort. Men zal misfchien eene tegenwerping tegen onsplan meenen te vinden in de ongelykheid ,,welke, ér in het aantal der manfehappen van elk bataillon plaats zoude hebben ; doch niets is zekerer, dan dat . onder elke ijooo zielen lichtlyk dof voor een bataillon te vinden is, en dat daar, waar uit zulk een getal op dit oogenblik geene genoegzame manfehappen te vinden gouden zyn , wellicht binnen tvëinige jtren een. overgetal kan zyn, en wederkeerig in een tegengefteld geval; daar nogthands eene ëvengelyke bevolkirg^ de bafis der verdeeling uit- maakt. Deze-beftendige verandering nu zoude door geene. nieuwe verdeelinsr, welke misfchien voor een korten tyd de-bataillons tot gelyke derkte bracht, konnen worden weggenomen , daar elke ■ verdeèling altoos weder aan dezelfde afwisfelingcn is blootgcfteid.' Wy zien ook niet , welk nadeel uit een weinig grootcr aantal ftrydbare mannen, dan voor een bataillon voetvolk en eene divifie Cannonniers vereischt word , in het een of ander diftrict zoude konnen ontdaan. — Men zoude, in dat geval in dededen het getal der Cannonniers,,en op het platte land dat der Scherpfcbutters Hechts behoeven te vermeerderen, of indien de grootte van het getal der overcompleeten zulks toeliet, van dezen fuperfm- numeraire Compagniën konnen formeeren ; daar hetbuiten allen twyfel is, dat deze twee foorten van wapenhandel met het meeste, voordeel door de burgerskonnen worden gebezigd , en uit haren aart yoor hen meer gefchikr. zyn. Wanneer er, tegen verwachting, in een of ander didrici. minder bevoegde perfonen dan het vereischt getal mochten worden gevonden , dan zoude, wel is waar, zoodanig Bataillon of Compagnie ten opzichte der kosten met de anderen niet gelykdaan; — doch, daar men ook op de uitgedrektheid der landdreek, binnen welke een bataillon te vindén is, dient te ietten,zal men dekaarttdes lands in diflriQen verdeeld nagaande,.ons wel willen toedemmen, dat, wanneer men met nut van een batailIon , vooral by binnenlandfche onlusten , gebruik zonde willen maken , men deze oppervlakten niet gevoeglyk verder kan uitdrekken, zonder zich aan veele moeilykheden bloottcftellein Der Exercitiën laten daarenboven niet wel verder van elkander ver» wyderde uitëinden der militaire Diftriéten toe; ea daar ,, waar men, te weinig dienstdoende burgers mocht vinden, zoude natuurlyk het grootfte aantal. contribueerenden gevonden worde», en dus ook deze;, door het minder getal van- het ésén bataillon tegen het ander veroorzaakte, ongelykheid in kosten worden weggenomen. Wy geloven dat het niet nodig zyn zal, .meerdere gronden voor deze natuurlyke en met alle deandere inrichtingen gclykwerkende verdeeling aantehalen; nog dk ééne Hechts zullen wy hierby.voegen; dat naamlyk op dezen voet de volmaaktd.e gelykheid, tusfehen het volksgeta!, dat zyner vertege-nwoordigers, en zyner befehermeren blyft plaats-hebten, — alle feitel-yke aanranding, welke oeit by het één diftrict tegen het ander zonde konnen plaats vinden, door het daarftellen van gelyke eu elkander opwegende krachten word voorgekomen, - en het fystema van-één, emortdeeibaarheid bevorderden be^esDtg'dw.  IETS ter NADENK ING. ? i «i»ri : «eriP o*b ..... . r i-'., -»»' r» ■""•t" uuiij» Eene aanmerking van veel gewicht, en waarvan ons daaglyks by ondervinding de waarheid overtuigend bevestigd word, is die, welke de Schryver van het uitnemend vertoog., ever den Oorfprong en Voordgang van het Republicanismus, 't geen wy in ons 37e. Nommer het genoegen hadden onzen Lezeren medetedeelen , dat naamlyk de groote bron van verdeeldheden by de invoering van hetzelve , onder anderen gezocht moet worden in het onbepaalde , onbeftemde , eu ongewyzigde , van het leerlïelfel zelve. — De tegenwoordige discusfiën van Neêrlands Volksvertegenwoordigers over het Plan van Conftitutie leveren een nieuw bewys op voor deze Helling. Immers zien wy daaglyks, dat niet alleen discusiiën vallen over zulke pointen, die niet zoo zeer grondwaarheden zyn, en waarover men dus verfchillend kan denken; maar zelfs die pointen leveren ftof tot hevige discusiiën, die axiomata behoorden te zyn. Dus twist men er , by voorbeeld , over, wie de Stemgerechtigden zyn .zullen, door welken het Volk van Nederland zyne Souvereiniteit zal uitoefenen, terwyl de leden der Nationale Vergadering , hun gezag van dit Volk ontleenende, reeds de ware Stemgerechtigden behoorden te kennen, welke hunne Committenten in dit oogenblik zyn. Dan ook deze discusfiën zyn niet zonder vrucht geweest: zoo heeft men thands by voorbeeld, bevonden, dat alle die geenen, wel. ■ke de vereischte jaren hebben, Stemgerechtigden behoren te zyn, offchoon zy nog openlyk het Huis van Oranje aanhangen, en men heeft het dus onrechtvaardig geoordeeld , dat men by de kiezing der Leden voor de Nationale Vergadering , door middel eener verklaring, zich heeft trachten te ver- (•) Verjelyk het discours van Schimmclpcnninck, over de 553. Col. 2. zekeren van de denkwyze der geenen, die In de Grondvergaderingen opkwamen; cn geene dringen, de noodzaakiyklieid heeft de meerderheid der Wetgeveren konnen bewegen, om , al ware het flechts voor de 6 eerfte jaren , eenige maatregelen van voorziening tegen de aanhangers van den Stadhouder in het Plan van Conftitutie te plaatfen. Dit flreed naar hunne en veeier anderen, misfchien zeer gefundeerde grondbeginfelen, tegen de natuur eener maatfehappy, gegrond op de Souvereiniteit des geheelen Volks , van welker mede-uitoefening niemand om zyne denkwyze kan of mag worden geexcludeerd ; en fchoon men hier tegen met geen minder recht kan aanvoeren : dat het ftriktjle recht zomlyds een wezenlyk onrecht te wege brengt; dat kleine drangredenen , welke in gewoone tyden wichtig zouden konnen fchynen, 'in het niet zinken, ly de wedergeboette van eenen geheelen Jlaat (*); fchoon het principè van eigen veiligheid den tydelyken maatregel zon konnen wettigen, dat men zynen vyanden geene wapenen in de handen geve, om de vrienden der Vryheid te bevechten; fchoon het in de gewone za-menleving geene onrechtvaardigheid is, de uitoefening van iemands recht voor eenen tyd te doen ftilftaan, als hy niet in flaat is om daarvan een beboorlyk gebruik te maken, en men, door het hem te laten uitoefenen , als 't ware een mes in de handen van een kind zoude geven ; niettegenltaandé dit alles hebben de voorflanders van het tegenovergefield Syfïema niet konnen befluiten, in dezén in het minst of geringfle van de ftrikte regelen aftewyken; en wy zullen dus het genoegen hebben, van met onze Oranje-Medeburgeren voordaan in allo liefde en broederfchap m de Grondvergaderingen te VKt^ft t.a; aovqo jon n; unit- *««,(«..>•• •>"■ .'W§ >iUe fcbulden, Baghled yaa ren Schelle, Nu, S}89 bUd^t 2  ( 28S ) verkeeren ten zy de -geflagen Commisfie er een ander huismiddel op uitvinde. Wenschlyk ware het indedaad, dat onze Wetgevers in alles met die zelfde geftrengheid de principes voorflonden , en dus ook de Souvereiniteit des Volks, reeds zoo naauw bepaald, niet verder bepaalden. Dan vvv willen niet ontveinzen met het uiterst leedwezen vernomen te hebben, dat, juist integcn. deel, men op dit (luk het grondbeginfel zoo.licht heeft losgelaten, als men het in't eerfte geval hardnekkig had vastgehouden, en dat het 5ofte Art. van ftu Plan van Conftitutie, conform het idé der Conftuutiemakeren , hoofdzaaklyk is gedecreteerd, zoo dat men de keuze der ftemgerechtigden tot Kiezers bepaald heeft tot lieden, die een zeker eigendom bezitten of eene zekere bepaalde huur betalen. De man dus, die om zyne deugd en kunde anders den voorrang zoude verdienen , . die met zyner handen arbeid den kost wint, zooder eenigen byftand van anderen te behoeven , zal uitgefloten zyn , omdat hy geen huis van 200 guldens kan huuren, en de Grondvergadering, waaronder hy behoort, misfchien geen ander kundig man onder hare leden tellende, zal genoodzaakt zyn eenen zot te kiezen, die zoo guldens aan huishuur betalen kan. Wy vragen: is dat gelykheid? is dit den regel gevolgd, dat er geen andere voorrang tusfehen Burgers kan zyn dan die van deugd, kunde, en verdienen? Wy vragen: ontbreekt het allen die geen 200 guldens betalen konnen , aan genoegzaam verftand ? Maar waarom dan hun de opvoeding hunner kinderen , de befturing hunner eigene zaken, en het ftemrecht ter eleaie van Kiezers ook niet ontno men? Qf is er meer verftands nodig , om eenen Repra:fentant te kiezen, dan om eenen goeden Kiezer te eligeeren , die dezen ReprseTentant verkiezen zal ? Is "er in de keuze van eenen Reprsefentant ««er oordeel gelegen dan in het opvoeden zyner ónderen-, in bet befttires zyner zaken , en wat dies meer is ? Of is zoodanig een die hier uitgefloten 'word, niet onafhanglyk genoeg? Maar waarom dan alle ambtenaaren van den Staat niet uitgefloten? alle bezoldigde verdedigers des Vaderlands, alle dezulken wier ouders nog leven , of die onder voogden liaan, allen die in den dienst van een ander den kost winnen , allen die eenig handwerk oefenen, waar by zy nodig hebben door an= deren te worden geëmploijeerd , alle kooplieden», die meest van elkander afhangen , voords Praóïifyns, Geneesheeren, Heelmeesters en allen die nodig hebben ,' dat anderen van hunne kunde zich bedienen' Inéén woord, wilden wy alleen aan géheel onafhanglyke menfchen, in dien zin als men het hier zou moeten veiftaan, het ftemrecht toekennen, misfchien zoude geen één inwoner van Nederland daartoe bevoegd zyn. Of, is men misfchien van oordeel, dat men minder belang by het behoud van hét Vaderland, minder iiefde daarvoor heeft', als men geene eigendommen bezit , of geen hurs tot zekere fom kan huuren? Ongelukkig'denkbeeld 1 er kan dan geene liefde voor 't Vaderland beftaan, die niet op eigen belang gegrond is ! en dit denkbeeld zoekt men onder den Nederlander , wiens omftandigheden hem in dit land, uit hoofde van de moeilykheid om een beftaan te vinden , reeds van zelve genoeg dringen tot egoïstifche gevoelens, voordteplantenl Maar waarom dan de wapenen ter veri dediging van het zelfde Vaderland aan de zoodantgen overgelaten' ? Of zullen dezen dan 't behoud van 't Vaderland by eene daad, waarvan zy niets te vrezen hebben, in de waagfchaal ftellen, en in het bloedig Oorlogsveld hun leven daarvoor wagen? Neen! Wetegevers ! vernietigt , kan het zyn , dit haatlyk onderfcheid , en richt de voorwaarden van het Maatfchaplyk Verdrag zoodanig in dat wy hetzelve in zyn geheel, zonder'befchroomdheid, konnen aannemen , én daardoor ons Nationaal geluk bevorderen ! —— STAAT,.  ( a89 ) STAATKUNDIG WOORDENBOEK. (Vierde aflevering.*) Ik had my voorgekomen by het geavanceerde niets te vobgen, Eene verklaring zyner onbegryplyke nederigheid , waarvan een eerbiedig zwygen het onvermydelyke gevolg tot groot nadeel van het lieve Vaderland zou geweest zyn, byaldien niet een onwederflaanbare aandrang, voordfpruitende uit het bewust zyn van meerdere wysheid dan die der geheele vergadering , de voldrekte lozing vorderde .zonder welke de broze harsfenpan helaas! had moeten barden; waar voorde Hemel echter eiken nederigen medeburger genadig behoede!! Expliceeren. Ik zalmy omtrent dit poir.t kortlyk expliceeren, erz. Een aanhef, waarop men zeker de uitkraming van alles, wat de fpreker heel weet, en half weet, verwachten kan. — Het zegt eigenlyk zoo veel als „ niemand kan zich verbeel, den, hoe veele kundigheden ik bezit; alles wat ik zal (preken , bevat Hechts een kleen fiaaltje „ myner grenzenloze wctenfchap en wysheid." Maar, devinding is niet nieuw! dit konstjen beeft men van de Studenten in de dage van olim reeds afgekeken: — te weten; dezen droegen hun geheel armoedje doorgaands in de beurs, en dus dachten de menfchen „ ei ! ei ! daar zoo vee! in de „ beurs is , daar moet een verfchriklyke kas „vnm" — waar weten de flimme Staatkundigen niet al party van te trekkee l Eene zaak meis domestiek vrrkl.v ren, Of, zich houden aan zyne instructie.. Twee allerocgelukkigfle uitvindingen in ty«len van Revolutie, onbegrypiyk gemaklyk voor de geenen, die er zich van bedienen, maar onbegryplyk ongelukkig voor hem , wiens zaak dit lot te beurt valt, en nog ongelukkiger voor het arme Vaderland. Op dit oogenblik herinneren wy ons, dat zeker Spanjaard, zeer gezet op de waarneming van ords en op zyn fatfoen, het ongeluk had van by het vuur zittende, zyn kleed in brand te deken. — Zelf, mocht hy het niet blusfchen; dit verbood hem zyn fatfoen, cn de orde vau zynen ftand; hy riep dus den kamerjonker! — diens zaak was het niet; deze riep derhalve den knecht! er dond niets va» in de indructie van den knecht , die derhalve de commislie renvoyeerde aan de jongens! — het gevolg was, dat de Spanjaard verbrandde; maar toeft had hy zyn fatfoen, en elk had zich aan zyne Indructie gehouden. — Een lelyke fpiegel! Ik sta verstomd &e. Wy hebben voorheen gedacht, dat verjiomd Jiaan , en bedonderd Jiaan,twen parallele uitdrukkingen waren ; maar het lykt er niet na,er zyn geene twee zaken die van elkander meer hemels breedte verfchillen , dan deze. Bedonderd [laan, zegt zoo veel als gebracht te zyn ad terminos non logui, dat is, de klem in den mond te hebben. Verjiomd te Jiaan daarentegen , betekent , eerst recht warme voetjens te krygen, op zyn praatdoelte zitten. — Als derhalven een politiek Redenaar zegt, ik firn verjiomd, enz. dan kunt gy er op aan dat hy een groote lelyke mond gaat opzetten, en eene liaran-: gue houden , daar men van fchrikken en beven q j, móst  ( *9° ) moot. Hoe ongelukkig is deze uitroep dus veelal geplaatst ot'liever, boe veel praats hebben dikwyls de poliüvke Stósiiitelingeii nog! Schïikbewind, tbrrorisme. Een klank, over welks waren zin de geleerden het nog geheel niet eens zyn. Een zeker iets dat beftaat,doch waarvan hét moeielyk is eéne juiste definitie te geven. Zomtyds is het één fpook, om kinderen bang te maken , of eene fchim , alléén voor die geenen zichtbaar, die voorgenomen hebben geesten te zien, — Het zoude mooglyk zyn dat het Volgend arbeel'oTel eeuigszins naar het monfier geleek. — V'y ten -minde meenen daarin eenige gelykendé trékken te vinden. Schrikbewind betekent dan zoodanig een beduur., dat de grenzen zyner verleende macht te buiten gaat, en onrechtvaardige befluiten door geweld doet uitvoeren ; een beduur , dat de vastgeftelde wetten en beginfelen willekeurig overfcbreid; een beduur , dat met het wetgevend of adminiilratif gezag bekleed , de rechtetlyke macht mede aan zich trekt, zyne flachtöftërs opzoekt , cn zelf hun vonnis opmaakt ; een beduur , dat, voelende de verachting , ja vervloeking .zyner Committenten, vergetende de bezworene plichten., en de rechten des volks met voeten tredende, zynen yzérén Scepter in woede opheft, om vertrapte , klagende en verbetering zoekende burgers te verpletten ; een beduur dat, ziddereude voor de waarheid en voor de uitdrukking der gevoelens des -volks, de dem der Vryheid allerwege tracht te fmooren , fpreken,, fehryven.en drukken, zelfs van het geen nog niet gefchreven is, verbied, geene tegenkanting duld, maar zelf door vrees gedreven, den cordaten, eerlyken Vaderlander, door gevangenisfen en moordfchavottcn gelyke vrees tracht inteboezemen en tot zwygen te dwingen ; een beduur , dat fchelmten fe.efch.ermt, en de eerlykheid van zich afdoot; dat, alken heerfchende door den fchrik dien het rond¬ om zich verfpreid, niets ontziet, en voorige dvfin« gelanden in euveldaden tracht te overtreffen* Zoodanig was het beduur van eenen Theramenea en Crilias te Athene, van Marius en Sylla te Rome, der Franfche Terroristen ten tyde van Robefpierre, en van eenen Hertog van Alba in deze landen. — Zoodanige voorbeelden levert de Afrikaanfche Kust öuder zyne zwarte döfpoten op. — De hemel béhoede ons Vaderland voor diergelyke verfchriklyke rampen, en vervulle de harten onzer medeburgeren met moed en cordaatheid , ton einde in tyds die geenen te verpletteren , welke hunne fnoode, oogmerken tot invoering van zulk een bewind zouden trachten te bereiken! De geest van eenig artikel, voorste r» of decreet. Men zegt, b, v. de geest van het decreet is dit geweest. Zoo zegt men ook: des geest van een voorflel of Artikel decteteeren, als mede, dat het een of ander ftryd 'met d-en geest van dit of dat gedecreteerde. In alle deze gevallen verdaat men waarfchynlyk door den geest van iets, deszelfs wezenlyken zin, de hoofdzaak die er in ligt, eH welke men vocrnaatnlyk bedoelt daardoor uittewerken. terwyl de nadere bepalingen van de wyze hoe, en de middelen door welke, vatbaar zyn voor eene verdere overweging , en redatlie. De geeftenwereld is voor bet nieuwsgierig menschdom altoos een voorwerp van diepe doch duidere nafporing geweest, cn het is van daar, dat men alles wat onzeker, en met twyfelachtfgheden omzwachteld is, in alle landen naar de wereld der geeften gerenvoyeerd heeft. Zy is dus het groote fcherm geworden, welk men voor het menschlyk oog laat vallen , wanneer men wil doen gevoelen , dat de grenzen van onderzoek niet verder gaan konnen , dat hier het non plus ultra is , voor de bevatting van het algemeen. Zoo gaat het zedert oude tyden ook in de daatkunde, offchoon het ook hier aan geene Zwedctilorgen, Gesfners, en Caglioftros ontbreekt, die door  ( 29* 3 door hun konstoog in het geheim Cabinet der Politieke geeften verder indringen, en ons op een hairtjen af weten te zeggen, wat deze of dte geest wil, hoe by er uitziet, welke zyne werkingen zyn enz. — Ook draagt het woord getst veelerlei zin. Zoo zyn er goede en kwade geeften, anders geeften der duifternis genaamd. — Zomtyds betekent geest het wezenlykfte,.de esfentie,. het fynfte gedeelte van eenig ding, maar zomtyds integendeel wil het zoo veel zeggen als eene fchim of fchadnw, een zielloos weeën, een niets. Zoo zegt men b. v. van iemand, die doodlyk vervallen is,/;y ziet er uit als een geest; of fchim. Ja zelfs heeft men die hoofdbetekenis op verfchillende voorwerpen toegepast;. onder anderen veriiaat men zomtyds door geest eene magere foep,, daar geene kracht, geen voedfel in is : men weet de anecdote van dien Latynfchen fchooljongendie door zynen Rector,, by. wien hy in,den kost ging, en welke gewoon, was hem over tafel de latynfche namen van het een en ander te doen opgeven,, op zekeren tyd gevraagd zynde, wat foep in het Latyn betekende? daarop ten andwoord gaf Spiritus , Domne ! geest,,Myn Heer!) — en toen hem de Rector met verwondering de reden van dit and woord vraagde,, erop liet volgen: Domine ! een geest- heeft im~ mers noch vleesch noch heenen, gelyk .deze Joep ? — De Hemel beware ons voor.Politieke fchaduwbe.elden,. en.voor waterfoep!. Klachten-, overheen- provinciaal eeSiTUu.r, Zoek Nationale Vergadering.. Nationale,, vergadering. Ga by Perfi.neele Commisfièj Personee-le commissie. Lees Rapporti Rapport;- Zie Renvoy aan de Plóogst-GeconftïUieerde Macht van . ... .... Renvoy. aan de hoogstceconstitü. ï;SfR"fr.« MACHÏ VAiN ... . . ,. (Hier kan niemand uit het handfehrift kernen. Lees dus niets.') Collisie en collusie van machtbn. Dit verfehilt maar één letterden ,in de "fpplling, maar in den zin is het verfchil grooter, dan de afftand tusfehen hemel en aarde. Colliftè van Machten betekent, dat twee verfchillende ligchamen van beftuur als twee fluiters tegen elkander aanvliegen, waarby het altoos twyfelachtig is,of niet een van beiden te barften zal fpringen; en dewyl niemand gaarne barst, heeft men om dit gevaar te vermyden, den veüigen maatregel genomen , van zoo ver buiten elkanders- loopkring te blyven , dat de botfing niet wel mooglyk is ; doch hieruit ontftaat dan wederom dit ongemak , dat de een 'bang., voor den ander is, en men elkander i^fet aandurft: in het eerfte geval figureeren de Machten omtrent als twee vechtende Kemphaanen, en in het laatde,. gelyken zy niet kwalyk na-ar zekere;dieren , die, éénmaal elkander de tanden hebbende Ja ten-zien, vredeshalven elkander druipftaartend-voorbylopen; — Collufie van Machten integendeel heeft: dan plaats» wanneer dezelve met elkander ko»k*ije*elkander de ballen toekaatfen; wanneer men, even gelyk d £ en ^ >™£ ^ ^ ^ LAS- Rr /  C m 5 LASTEN. Oucte SchuldttttVotgetids opgave der Provinciën aan de Commisfie vanConftitutie gedaan. Capitaal. Intrest jaarlyks. Die van Holland f tSh&StW 6 ƒ 12,501^24:12: a 1 Gelderland . * 8,841,114: 3: 4 * 34<5,02i: 6:14 Triesland . * 31,7°<5,933:12:15i * ï^2'°5i ■ - ■ - _____ Overysfel . . * 9,389,400:-:— » 329,394: —: — . Groningen . * 9,723,084:14: 7 - 350,002: 7: — , Zeeland . e 58,267,664: 1: ö * r,6i5,62o: —: 6 , Utrecht . ï 37.3i3.3«9:i5: 7| * 8s8,2S2.:^:~ , —Drente... . * a,coo,ooo: —: - f l%'Ul' '~~ r> r u T> u A ' * 62,]08: 10: — * Bataafsch Braband . • , ƒ611,227,310: 9:i4I f ^,366,387:15:6. De eigenlyke en afzonderlyke Schulden in Lyfrenten van de Generaliteit, zul- • _ • len. ten naasten by belopen 0 17,500,000: — :— * """'r5,:,.,: ƒ 18,066,387:15-: ««d *. . * t.594,2-4: HW _ Gelderland . . - _ . • • 3,032,265:13:- * ' ' " ' ' . . 1 * ■ 9S».770:i3:- „ Overysfel . ^ 1,438,002:18: 6 _ Stad en Lande . . . . * • ! ^ .,,41.030: 10: 6 ~Zeela"d * * * 1,799236:10:- - Utrecht „ 1,253,072: 7: 3 _ Bataafsch Braband .... - f - * 20O)OC0:_:- _ Drenthe . • • *: t . , —— Totaal ƒ 30,534,313: 5:i5 Welke Somma tegenwoordig door de ingezetepen der negen Gewesten word opgebracht. Ifet beleo? van het te kort komende aan de tegenwoordige inkomften is dus . ƒ 5.532.Q7.4- 9-- 7 ƒ 36,066,387:15: 6 Nu  C 195 ) bepaa.d. „ 1 f62. ,._ pCt. .... 6°: ?: 4 pC" Holland . ' &■ ■ • 4 '9: 5 Gelderland . * • ~ •JO ] .. 10: 1: & Friesland . • * " 9' ' 3: 2: — Overysfel . • * 3 9" * 4:15: $ Stad en Lande • • * 5' 1 . • 7'• 2:5 Zeeland . • * 16i ** * ' * . 5^9-8 utrecht . • • * 4;10;~ ; \ \ , 3: r- * Bataafsch Braband . . s 3- '• g. 7 Drenthe . . - * "" * " * ■ /99"I9; — ƒ 98 :11: 2 Jyy Hier uit blykt. dat het aandeel welk teder gedeelte der Republiek in de lasten zal dragen, weinig verfehilt met dat geen, welk het tegenwoordig, soo voor de algemeene behoeften als voor hu.shoudelyke ongelden, optebrengen heeft. By voorbeeld : Zeeland brengt thands voor het eei) c„ endor P / ,rv 6 en zoude, zo alles op den ouden voet bleef, betalen in de quota ƒ 3-16 ■ - rXSt. behalven de intresfen der fchulden en de huishoudelyke or,gelden voor het onderhoud, beftuur &c, der Provincie. Wanneer nu onder de 30 millioenen dit alles begrepen is, en de Lasten in Zeeland geheven, belopen op ƒ 7 • 2 5 pCt , dan betalen de Zeeuw fche Ingezetenen in effeéte niet meer, dan dat zy ƒ 3 • 16; - ™or de quota van 135 millioen, by het P>an van Conftitutie bepaald, en bovendien de intresfen hunner fchulden en hunne huislasten opbrengen moeten , maar zelfs, door grooter uirwinst van kosten , minder dan tegenwoordig. En wanneer men deze berekening over alle de Gewesten op denzelfden voet overbrengt, zal naar bet reëel vermogen geen derzelven in het minfte bezwaard zyn. Het te kort van Zes Millioenen ook zal aanmerklyk konnen verminderen door de verho. ging van eenige belastingen, welken alleen op het vermogen drukken, door eene zeer exacte en mee, Selykvormige invordering,door eene meer erefpaa, Lamheid in de kosten der inning en etndelykdoor eene belasting pro rato van de huuren der bu,ze« over de geheele Republiek; alles ingevolge de propolitie van den burger van de Kasteele c.f. Maar wanneer zelfs tot het vinden van dat geheele te kort van Zes Millioenen. geene andere resfources voorhanden waren , dan eene zoodanige belasung pro rato der huuren, dan nog is het zeker, dat door dit middel de belangen der ingezetenen van de ove, rige Gewesten guiten Heiland) niet gecompromitteerd, maar integendeel bevorderd zouden worden. Ziet hier het bewys: „„„,m, De ordinaire verponding op de huuren H Holland beloopt 8| pCt. van de huuren zelve, en rendeert jaarlyks Jn naasten by ƒ i,3CO.cOO:-Cbuuen wel- ke ordinaire verponding van de huizen in Holland nog geheven word eene even groote extraord.nairo verponding, en dus te tarnen de zesde penning van de huuren zelve) welk rendement voor het totaal beloop van de huuren der huizen in Holland aanwyst eene Somma van vtftien Millioenen Zesmaat Honderdduizend Guldens. Daar nu de bevolking in Holland beloopt 8*8,54* pei- Rr %  ( *96 ) perfonen, en men na aftrek van de gealimenteerder in de Godshuizen, het getal van perfonen , welk zich by' eene zoodanige populatie in ieder huis be vind, door elkander op zes, kan begrooten; zal hel getal der huizen in Holland belopen 138,090:— en de middelbare huur ƒ 113 : _ Want wanneer de belasting-begint-Conder do door de burger van de Kasteele voorgeftelde bepalingen) van de huur van ƒ20:— en men in overweging neemt dat (eenige weinige uitzonderingen daar bui. ten) de hoogfie huur m Holland bedraagt ƒ 2o30:_ dan is het zeker dat (voor de belasting in qtuestie) ƒ 113:— de middelbare huur-is tusfcben-de ƒ20: — ƒ 2oco:— . Maar de hoogfte huur in. dq andere Provinciën (met dezelfde confideratién , welke gemaakt zyn op de hoogfte huur in Holland) is. ƒ 600:: _ zoo dat de middelbare huur tusfehen ƒ 20h ƒ 600:— al mede me.t betrekking tot de belasting in de andere Provinciën is ƒ 41: — eu deze twee. middelbare huuren van Holland en der andere Provinciën te zamen genomen, waarover het te kort van Zes Millioenen moet.worden gedragen, maken ƒ 154: — Om nu tot het voorgefteld refuhaat te komen,, heeft men flechts na te gaan, hoeveel de middelbare huur van ƒ 113:— in Holland, en van ƒ 4r:_ in de andere Provinciën , elk zal dragen in de Som van ƒ 145: _ En dan zal men bevinden , dat de ingezetenen van Holland, waar van de bevolking beloopt 828,542,, daartoe- zullen contribueeren ƒ 4,402,600 en dus ruim 73 pCt., terwyl alle de ingezetenen der andere Provinciën, wier getal r,p5i 921 bedraagt, niet meer zullen dragen dan / 1,597,400:— of 27 rCr. Zoo dat noch door de vereeniging van de inkomften der Provinciën, noch door die van hunne refp.eétive fchulden, noch eindelyk door de wyze om het te kort van Zes Millioenen te vinden , de belangen der ingezetenen van de andere Provinciën kon. nende worden gecompromitteerd; tegen de daarftel- ling. der Financiëele éénheid, door welke alleen-de Republiek kan gered worden, geen enkel beletfel meer kan overig blyven. Het aangevoerde dient tot ftaving van het geenwy bereids in onze voorïge bladen over dit onderwerp hebben aangevoerd, toen-wy betoogden, dat de meerdere rykdom van de HollandlWra ingezetenen, dezelven altoos in evenredigheid der minder vermogenden in de andere Gewesten, meer zoude doen betalen. _ Plet welk de valschheid der Hellingen duidlyk aantoont van. die geenen , welke (leeds alle middelen hebben aangewend , om de inwoners der andere Gewesten tegen de éénheid van Fmanciën opteruiën; daar het onbetwistbaar is,, dat wel hier en daar de mèervermogendèn , naarmate van hun grooter vermogen, meer, maar daarentegen de, minvermogenden aüerwege minder zuilen te betalen hebben. Wy zullen nu overgaan tot het mededeelen eeïetproeve, welke belastingen ons voorkomen de meest gefchikte, de minst bezwarende, en minst kostbare in de wyze. van heffing te zyn. Vooraf zullen wy nog voorftellen drie algemeeneregelen, „-eise by de reeds door de kundige rapporteurs, opgegevenen zouden konnen worden gevoegd • i°. Dezelfde zaak moet, zoo' min mooglyk, met met meer dan ééne belasting worden bezwaard 20. Moet men nimmer uit het oog verliezen, dat de gereedfehappen , welke tot verkryging van het" levensonderhoud moeten dienen, niet moeten balast worden. 3'. Dat men, behalven eenige weinige uitzonde-, rmgen , het verkrygen vau eigendommen zoo min, mooglyk moet bezwaren, en vooral den overgang van koop- of eetwaren van de eene hand in de anV dere ten mmfte niet meer dan ééns moet belasten ' Thands komen wy tot de middelen van belast.ng zelve. _ Onder veelerleie belastingen, welke ter beftryding der lasten van den Staat konnen wor. den geheven, tellen wy; .... iVEeue.  C 297 ) i°. Eene algemeene belasting op alle vaste goederen, volgends taxatiën daarvan om de tien of twin tig jaren te doen, met uitzondering, voor een te be palen getal van jaren, voor zoodanige onbebouwde landen , moerasfen , en waterplassen , welke tot bruik baar land worden gemaakt, op welke men veeleers in navolging van den grooten Frederik,. pramiën tot aanmoediging zoude behoren te (lellen ; en onder vermindering van lasten op zoodanige gebouwen, welke alléén tot Werkplaatfen, Fabrieken of Trafieken dienen, en in de voordeden van welken door het dragen van andere lasten , naarmate van den meerderen voorfpoed ef de grootere winden der geenen, welke door dezelve den kost verdienen* de maatfehappy reeds deelt. 20. Een algemeen Collateraal over de-netto-faU do's van alle nalatenschappen , welke buiten da recbtflrceks nederdalende linie- aan anderen te beurt vallen. — De invordering dezer beide belastingen is doorgaands weinig kostbaar, en word op eene ger maklyke. wyze geheven, wanneer men met derzelver invordering de diverfe Municinaliteit.en, onder béhoorlyk opzicht, belast,, "zoo als thands veelal gebruiklyk is, 30. Een algemeen zegel, volgends zoodanige bepalingen, in welke de billykheid plaats heeft; waarby men echter behoort in acht ie nemen, dat de prvs op het zegel (taande, ook de zuivere prys van het zegel zelve zy; by. voorbeeld , dat een 'papier met een ftempel van zes fluivers beftempeld', niet meer dan zes Huivers koste, om alle woekerachtige winden op hetzelve voortekomen. _ Onder dit middel konden ook begrepen worden zoodanige belastingen,, welke men op. den overgang van vaste of andere goederen zoude willen leggen, door de zegels zoo veel hoger te nemen, dan anders by zoodamgen overgang zoude worden vereisebt, waardoor de heffing van dit middel zonder extra kosten plaats zoudehebb.-n cn vereenvouwigd worden. _ De wyze van Mhig.up uit.mtddei.is mede weinig kostbaar; ééne ! j enkele flemre.iabrick kan daarin voor het geheel Gemeenebest voorzien , en enkele perfonen op de diverfe Comptoiren van ontvangst konden met derzelver verkoop worden belast. 4°. Zware inkomende rechten op alle ontbeerlyke voordbrengfeien van vreemde Landen , het zy gemanufactureerd of niet.- by voorbeeld, Zyden Stof. fen, Wynen, fterke Dranken, Tabak, Thee,. Galanterie- en Mode-waren , Chitfen , bakenen , Koe t reu , Paardentuigen, gemaakt Zilver, Yzor, Koper, Tin, Leder enz. in zoo verre dezeiven niet geheel verboden worden ; met resttiut-jie van rechten by den uitvoer, onder zoodanige bepalingen, dat het voordeel niet meestal ten behoeve, der fmokkelaars en fluikers, en het minst voor de maatfehappy zy. _ Dit middel van belasting, wv.r. by men zich in Engeland zeer wel bevind, is mede niet zeer kostbaar, zoo lang men afïerwegê LandsComptoiren van Convoijen en Licenten vind. Zoo zoude men , byvoorbeeld , van eik Ov -cd. Wyn by den invoer ƒ r5 : _ konnen heffen , en onaangebroken of vol weder uitgaande ƒ i4-.„ k,;, .. nen terug geven; het welk den onnoemlyken n;.fleep van Gaarders, Opzieners en wat al meer, onnodig zoude maken, en daardoor dat geen wat hier en daar nog zoude gedoken worden, dubbel uitwinnen; gelyk dit reeds by de heffing van den 'mp.ost.pp den Tabak in Holland plaats heeft, welke: voor de Iosfing moet worden voldaan. 5°. Een algemeen waaggeld op alle waren by het pond verkocht wordende , by de eerfte levering, doch met verder; ten zy men dit middel met de inkomende rechten inéénfmolt, wanneer mede de « heele last der heffing zoude worden befpaard, en" daar, waar het nodig is publieke waagen te houden alleen, gelyk thands plaats heeft, een bepaald w.ikgeld betaald, tot goedmaking der onkosten welke deze nuttige fiwicjti-g vereiirtr. 6C* EuDe Trimmende belasting op RydtukvP P-.arden.cn -Vaartuigen Van.-plafter- of weelde , oU 3 de*  ( 298 ) éea voet zoo als thands in Holland plaats heeft, als „ede <•■» de dienstboden, boven oe zoodanige., , , ü het eevü der huisgenoten zouüc konijn £ et onmiddelyk tot iemands neermg ot handtecrtng 'bel^repene belasting op de inkomften van elk huisge-inbovï"ené £ bepalene fom inkomen hebbende, t apswyze nTar net .neerder inkomen opklimmende; b/vooreeeld zoo, dat iemand die ƒ 400:- inkomen heeft, d^rvan jaarlyks/ 4= ' «»■« 1000 heeft ƒ Ja fA" . heeft ƒ i"5 duurder en dus minder verkrygbaar Lebben gemaakt, en dat hierdoor het nadeelig gebruik van niet belaste warme dranken is toegenomen. — Wy geloven s dat het meerder en niet min fchadelyk- gebruik-'van fterke dranken veelal aan het onvermogen, om een glas goed bier te drinken, toetefchryven zy; — et: dus geloven wy tevens, dat het de plicht des Wetgevers is, de uit het één en ander reeds ontdane nadeelen zoo veel mooglyk te herftelleu, en verde: voortekomen ; weshalven wy van oordeel zouden zyn,dat althands het bier,als een artikel van hoofdnoodzaakJykheid, voor zoo verre het in 't land zelve gebrouwen word, zoo veel mooglyk voor een elk verkrygbaar moet worden gemaakt; te meer daar in vroeger tyden de brouweryen in deze Gewesten eene der voornaamfte Trafieken opleverden, daar dezelve tegenwoordig genoegzaam in 'net niet verzonken zyn (*>, en welhaast geheel dreigen te vervallen , waardoor reeds de inkomden op dit middel verbazend gereduceerd zyn, en op het einde van geen belang meer zullen wezen, en pas de kosten der inning zullen opbrengen. Over het onderwerp der Inkomende en Uitgaande Rechten, zoude mede nog zter veel te zeggen zyn.  Len groot aantal koopwaren, welke hier flechts ter markt komen, om weder even zoo te worden ïi)[gevoerd , behoorde geheel vry te zyn , andere minder of zwaarder of by het inkomen, of by het uitgaan beiast te worden; dan daar genoegzaam elk ' artikel eene byzondere bepaling zoude vereifchen, Jaar ons bedek ons geene uitvoerige behandeling van dit onderwerp toe; ondertusfclien geloven wy dat het zeer nodig en hoogstdringend is, verbetering in de/en daarteftellen, waarby vooral dient gezorgd te worden tegen de moeilykheid , welke de aangave veeltyds vergezelt, en dat de kosten op eene benoorlyke wyze geregeld worden. Wy hefluiten met deze algemeene aanmerking: — dat men niet genoeg het vertier en den handel van belemmeringen bevryden.kas, — dat alledremming,en en bezwaarlykheden voor dezelve verderflyk zyn, _ en dat de inkomden van een Land altoos in die zelfde mate ftveen of vallen ais rfp der ingezeten af- of toeneemt; — waaruit de noodzaaklykheid ontdaat, om door het algemeen vrydéllen van alle foorten van neeringen en handteeringen, door het bevorderen van zulke middelen, welke, zonder nadeel van het algemeen., de verkryging van behoeften en vermogens gemaklyker maken , metéén woord, door eenen oubelemmerden handel , aanmoediging der vermogens, en gelykheid van lasten', den Nationalen welvaard krachtdadigaantekweken.— BERICHT.. Het Eerfte Deel van dit Weekblad word hiermede bedoten ; zullende N°. 41. volgends gewoonte aanmaanden Donderdag worden uitgegeven, en de verdere N°. weeklyks regulier. Men zal m het 4ifie en eenige volgende V*. plaatfen, eene Verhandeling over de vraag: Welke partyen woelen thands in de Bataafjche 'Republiek? en welke derzelver is het meest gefehikt om het heil des Volks te bewerken? behelzende belangryke Tafereelen van Ultramoderantisten, Anarchisten pn ir„n.^;<,„,„„„ Ook 'j wnft fraai geinventcerdo Titelplaat met de Verklaring derzei ve, en een zaaklyk Register, beiden tot dit Eerjle Deel behorende, zoo fpoedig mooglyk by de Uitgevers dezes te bekomen zyn. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd., en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. ƒ. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en-Leeuweflyn; Leyden, Honkoop en Herding;' Anfterda , J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar', Molenaar; en verder in de overige Provintiën, a drie het heele, en één en een halve ftuiver het halve blad. '  DE DEMOCRATEN. N°. • Donderdag den 16 Fcbruary 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid, Een altyd braaf, jlandvastig man, Veelt door het dreigend oog van 'ééti vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. horatitjs. Welke Partyen woelen thands in de Bataaffche Republiek ? en welke derzelver is het meest gefehikt om het heil des Volks te bewerken? Ziet daar , Nederlanders t de gewichtige vraag , welker beandwoording wy U in dit blad en eenige volgenden wilden mededeelen. iSla de zwakke en in 1787 mislukte poging der Bataaffche Natie, om zich Grondwettig te herflelkn, opende Frankryk in Europa het tooneel eener Staatsomwending, waartoe Amerika en deze Republiek wel het voorbeeld gegeven hadden, maar die de pogingen dezer beide Volken zoo verre overtrof, als de masfa des Franfchen Volks grooter, de tiran, die daarby geveld werd , machtiger , en zyn ondraaglyk gezag eigendunklyker, en op diepere en meer vereeuwde fondamenten gevestigd was. —— V;m hier, dat Frankryk zjne kluisters niet verbryzelen , zich niet volkomen vry maken kon , dan door de moeilykfte worflelingen , en trapswyze. Dit land,zich eene revolutie gevende,zoo grootsch ÏI. deel, A in haren gang , zoo weldadig in hare uitzichten,' als rechtvaardig in hare gronden, vertoonde weldra aan het daarop met verbazing (larend mëhsèhdom een allerysiykft fchouwfpel van (laatsbcroerenisren en partyfehappen , waarby de vriend der menschheid eenen vloed van weemoedige tranen (lome waarvoor de koele wysgeer zelfs zidderde, en in het welk een defpoot met zynen Royalitifchen aanhang, een trotfche adel, die de ftralen zyner heerlykheid van den luister des throons ontleende, eene dweepzuchtige en bloeddorflige Geestlykheid, eene bende intrlguanten . zich van het fchrikbewind bedienende om allen tegenftand ter verheffing van zich zelf te verpletten, en eindelyk eene  C * ) eene party, die in het ander uiterde van Moderantisme de verzachting der geledene ellenden, de redding van haar afgeworfteld Vaderland zocht, beurtlings de hoofdrollen fpeelden. Dus verfcheurd door inwendige Cabalen, die gedurende verfcheidene Jaren niets anders deden, dan het Franfche Volk den eenen ramp bereiden , om het van den anderen te verlosfen, nog op dit oogenblik bloedende uit alle de diepe wonden, door het monfter der tweedracht gemaakt, en jaren na dezen behoevende, om zich van zyne geledene tegenfpoeden een weinig te herftellen, verdrekte Frankryk, toen het ons vry maakte , ons ten zelfde tyde een'aanmoedigend voorbeeld door zyne heldhaftige en vryheidszuchtige wonderwerken , maar ook een leerzaam en waarrchuwend tafereel van dwalingen en rampen , waar voor wy ons te wachten hadden. Zou zoodanig een zamcnloop van omftartdigheden hebben medegewerkt, om ons van veele ellenden , aan alle omwendingen doorgaands verknocht, te verfchonen? Heeft ons de revolutie alleen de zegeningen der vryheid gebracht, om dat zy kwam op het oogenblik , toen de twistfakkel der partyfehappen in Frankryk reeds eenigermate ge dempt, en aan de wetten eene meerdere veerkracht terug gegeven was ? Zonder dit thands te willen beflisfen.komt het ons nogthands voor, dat alles ons wenkte om met nadruk, kalmte, en ééndracht onze vryheid te urondvesten , terwyl alles ons in dat geval deed hopen op inwendig geluk. — Dan , zoodanig is de zwakheid der menfchen , wanneer groote gebeurtenisfen hen aan den vaart hunner groote driften overgeven ; wy moesten , wy wilden de Franfchen , zoo navolgingswaard.g in hnhne wysgeerige poogingen en heldendaden tot in hunne zwakheden toe navolgen, wy verdeelden ons van den beginne af, gelyk zy gedaan badSn Deze fcheuring werd allengs dieper en gewel¬ diger. De partyën begonden van liever leede elkander te ondermynen, en hunne byzondere inzichten met de groote belangen van het Vaderland te verwarren, en van dat ogenblik af kwamen wy juist daar, van waar de Franfchen met fchrik teruggefneld waren, op het fteile punt van onzen val, op de veege fpits van het flaatkundig Leucate. Immers, fchoon de factiën in ons Vaderland tot nog toe niet tot dien graad van woede gerezen zyn als voorheen in Frankryk, is het niet minder waarachtig, datwy in verre na tegen zulke zware inwendige fchokkifigen niet beftand zyn, als de Franfchen waren. Het is thands onze bedoeling niet, te fpreken van die aéloude en groote fcheuring., welke de Natie in aanhangers van Oranje en der Aridocraten en in Patriotten fchift. Wy zyn wel overtuigd dat de eerden, offchoon overwonnen door de hulp onzer Franfche Broederen , in het duister niet ophouden te woelen , om de initandbrenging eener goede Staatsinrichting tegentewerken ; dan wy befchouwen hen tot heden toe als te zwak , te zeer van een middenpunt van vereeniging beroofd, te weinig gerugdeund 'door buitenlandfche hulp , en te veel bezield met fchrik voor dn Franfche bajonetten dan dat zy iet wezenlyks zouden konnen .of durven ondernemen ter omverwerping van het Republikeinsch Systema. Zoo lang zy in dezen daat van weerloosheid en vrees blyven , zyn hunne pogingen in ons oog niet anders dan daauwe ftuiptrekkingen eenes dervenden, die zelf aan zyne hcrdelling begint te wanhopen, doch waartegen echter het Gouvernement, de Wet, zorgvuldig behoort te waken; daar wy, zoo dra deze party het dekkleed, waaronder zy nu daauwelyk woelt , durfde aflichten, en eenen meer openlyken rol begon te fpelen, moeds genoeg hebben zouden,om haar rechtsllreeks aantetasten , terwyl wy vertrouwen , dat op de eerfte ritfeüng daarvan geheel de Bataaffche Natie in al-  C 3 ) alle oorden' zoude zamenvliegen , om eene borstweering rondom het heiligdom der Vryheid te vormen , en den cl flesten hoop van oproerlingen uit elkander te blikfemen met dien zelfden moed en fierheid, als de Friefche braven dezer dagen werklyk getoond hebben te bezitten. Dan, het zyn eigcnlyk de partyfehappen onder de Patriotten zelve , waarby wy ons thands bepalen, en over welke wy onze aanmerkingen met eene Republikeinfche rondheid en cordaatheid wilden voor. dragen. Onder dezelven vinden wy inzonderheid twee allerverderflykfte uiterften : twee faftiën , openlyk tegen elkander in tweeftryd, vermaard geworden door hare opzien verwekkende flappen , en onder welken onkunde of lasterzucht reeds gewoon is alle de individus van ons Vaderland te rangfehikken, naarmate derzelver gevoelens meer de eene of andere der beide partyën fchjnen te naderen. — Wy fpreken van de zoogenaamde Foederalisten of de vuorftanders eener regeering van overdfevene gematigdheid en der vermogenden aan de eene zyde, en aan den anderen kant van die party , welke wy niet beter weten te kenfehetfen dan met den naam van Anarchisten. — Wy zullen beide deze aanhangen in derzelver ware gedaante afbeelden, en hen ten dien einde elk afzonderlyk kenfehetfen in hunne eigene grondbeginfelen, wyze van werking, de masques , waarachter zy zich vermommen , benevens in de gevolgen die daaruit, zoo wel voor onze binnenlandfche gefteldheid als buitenlandfche betrekkingen, moeten voordvloeien. — Vervolgends zullen wy de ware Vrienden van Volk en Vaderland , als van deze beide fact ën even verre onderfcheiden , duidlyk kenfehetfen. -- En uit dat alles zullen wy, ten flotte,zoodanige gevolgtrekkingen ter waar. fchuwing van het goede Volk en ter voorlichting onzer brave Bondgenoten , afleiden , als gefehikt is om onze tweeledige vraag aan het hoofd dezes gemaklyk te doen bcandwoorden , en tot heil des dierbaren Vaderlands langs dien weg medetewer:fcèn; -' ix nenys ruw JrlsBMl afc * I. Wy fpreken dan in de eerfte plaats over den aanhang der Voorftanders van eene regeering der aanzienlyken, hier te lande gewoonlyk bekend onder den naam van Foederalisten; en om deze party naar het leven aftemalen, vragen wy : welke moeder heeft dezelve , of met andere woorden , aan welke grondbeginfelen is dezelve haren oorfprong voomaamlyk verfchuldigd ? _ Wy meenen dat wy derzelver juiste geflachttekening getroffen hebben, wanneer wy die bepalen tot dit afzichtig drietal: voorouderlyke grootheid , naaryver om dezelve ef te bereiken of te behoudent en baatzucht. Laat ons zien, welke de voordbrengfelen dezer wangedrochten zyn. Wat verwekt voorouderlyke grootheid? Zy teelt natuurlyk in den menschlyken geest het gevoel van trots en meerderheid. Grootsch op den rang door voorouderlyke deugden verkregen , en zonder eigen toedoen op hem overgeërfd, groeit de zoogenaamde man van aanzien op in het verwaten denkbeeld, dat hy een wezen is van hoger waardigheid , dan het algemeen. Hy flaat als uit wolken eenen verachtenden blik op wezens, die hy oneindig beneden hem befchouwt; in die verbeelding waant hy alleen de man te zyn , gefehikt cn gerechtigd om over zyne medeburgeren te regeeren. -Van dit zyn ingebeeld erfrecht is by verfchriklyk jaloersch , en zoo dra ziet hy niet de mindere rangen der maatfehappy (lieden die men voor dezen in Frankryk Parvenus noemde) door kunde en verdienften opryzen en ziek op ééne hoogA 2 te  C 4 ) te nevens hem geplaatst ; of hy meent in zyn geboorte-recht verkort en in zyne waardigheid beledigd te zyn , en laat daarom geene middelen onbeproefd , om deze nieuwelingen den voet te lichten , uit vrees dat zy hem zullen verduisteren, en de kracht van zynen Patricen - aanhang ontzenuwen. Het kan dus niet anders , of in zulk eenen ftand' moet het gevoel der voorouderlyke grootheid overgian in eenen derken maryver , om dezelve of zelf te bereiken of wel te behouden. — Verkleefd aan het vleiend denkbeeld, „ dit waren my„ ne voorouders, en waarom zou ik minder zyn ? rust de Patriciër niet , voor hy zyne heerschzucht voldaan vinde , en poogt hy zich in hoogheid boven anderen te nellen of te houden. Alles, wat daartoe leiden kan, grypt hy gretig aan, terwyl hy 1 st'glyk of openbaar yvert tegen alles wat hem in gevaar brengt , om eene enkele veder uit zynen Paauwenflaart te verliezen. — Behoort hy tot e™ dier menigvuldige geflachten , welke by de herhaalde wederoprichting van den Oranjetiroon , ééns of meermalen gevallen en van het beftuur verwyderd gebleven zyn , dan word deze naaryver door wraakzucht gevoed. Zegevierend befleigt hy den ontruimden throon, als of hy zyner vaderen vyand trotfeeren , en zich het langdurig gemis der regeering, en de verjaarde vernederingen van zyn bloed, door nieuwe waardigheden vergoeden wilde. Hierby komt een derde en byna het allergevaarlykst grondbeginfel, naamlyk de baatzucht. Welke zyn de werkingen van deze landziekte op ben., die door dezelve worden aangeprikkeld om zich boven hunne medeburgeren te verheffen? Die werkingen zyn wederom ondarfcheiden, naarmate zy behoren of tot de oude Patnee *n aan de regee. ring gewoone Familiën, of wel tot die, welke zicli na deze omwenteling eerst hebben begonnen te verheffen. —— De eerden worden door baatzucht bezield met eenen zekeren hoogmoed op hun meerder vermogen en grooter aanzien. Zy meenen , dat hunne fchatten hun recht geven op de eerbiedige onderwerping hunner geringere medeburgeren ; zy verblinden de oogen van een eenvou wig gemeen , door hunne fchitterende weelde; en bevreesd van het geringde deel van dien luister, van dat genot, te zullen moeten derven , en daarby iets te zullen veriiezen van hunnen overheerfehenden invloed op het volk , verheffen die Goden der aarde hunne afkeurende dera , of bedienen zich van hunne geheime woelingen , om alles tegentewerken , wat daartoe leiden kan, en vooral hetgeen de belastingen drukkender voor hen zoude doen worden . offchoon de arme ingezetene even daardoor kan en alleen moet verlicht worden. Wat de nicuwlings aangekomene ryken betreft; by dezen werkt de eigenbaat' wel tot het zelfde doeleinde , maar op eene van de eerden vérfchrflende wyze. Voorheeh geplaatst buiten de regeéring , en dus in minachting by den adel en de grooten, welke aan het bewind waren; te trotscn om zich by den derden daat, den gemeenen burger te voegen , waarboven geene quartieren , geene voorouderlyke deugden , maar alleen eenige geldzakken hen verheffen , te voegen , donden zy als het ware op zich zelf, zy waren geïlbleerd, 'en moesten in hunnen eigen kring blyven om te fchitteren, of, wel zich met den derden daat vermengen om bewonderaars te vinden. — Vlammen, de van verlangen naar eene omwenteling, die geiykheid aankondigen en hun dus den weg banen zou , om zich aan de grooten te wreken door hunnen zetel te bedygen , waren zy in 1703 . 1794de grootfte terroristen in de Volksvergaderingen, >>* iwB^nuuiMJSiova, ■.»•••• • 0m  ( s ) om dat zy door dat toen bovendryvend Systema de Franfchen en het licht misleid, verbitterd volk meenden te verblinden. — De omwenteling kwam, zy vonden er hunne verheffing in , en nu — ware deze zelfde lieden , hun oogmerk bereikt hebbende, in de flerkfte moderantisten veranderd. — Dan, ziende, dat zy langs dezen weg het vertrouwen des volks verloren hadden, en zich te zwak voelende, om op zich zelf ftaande te blyven, wier. pen zy zich in de armen der oude Patriciërs, vereenigden zich met hen , verfterkten daardoor de party van dezen , en bezorgden zichzelve een machtig- fteunpunt. — En vermids zy van den wenk dier oude grooten afvlogen , lieten deze laatfien zich gerecdlyk bewegen om hun de hand van broederfchap te bieden, en met hen te arbeiden aan een ftelfel van overdreven moderantisme, het geen zjo gefehikt was om beider eigene belangen , ten koste van het heil des volks, te bevorderen. Eindelyk kan men tot deze fiaven der baatzucht ook nog brengen dezulken , die zonder middelen te bezitten, zich op hunne geboorte iets laten voorftaan , en die nu getracht hebben de rechten van hun bloed te handhaven, en zich eenen vetten brok van het Vaderland aftefcheuren , door in het beftuur of in posten en bedieningen zich intedringen ; alsmede die ryke agioteurs , die, als gierende wolven altoos op roof azende, en van de algemeene rampzaligheden zich bedienende, om hunne helfche gelukzaligheid té volmaken, met geene andere bedoeling boven hunre medeburgeren hebben willen geplaatst worden, dan om te meer ingeweid te zyn in die geheimenisfen van het Financiewezen der Republiek , die hun nodig waren te weten , wilden zy hunne openbare zwendclary met grootsch gevolg voordzetten. — Beide deze foorten hadden geen middel om door zichzelve groot te worden; zy vleiden dus het volk, kwamen door listen en bedrog waar zy zyn wilden, begaven 2ich onder de befcherming der Patriciërs, onderfteunden het moderantisme, om dat dit aller belang was, en werden langs dezen weg met de voorige foorten geamalgameerd , tot cénc groote , machtige , en allergevaarlykfte party. Zoodanigen zyn de voorftanders van eene regeering der aanzienlyken in dit land , zoodanigen de kinderen der ingebeelde grootheid, naaryver om te heerfeken, en der baatzucht* — Laat ons nu zien, hoedanig de wyze van werking dezer party zy, en welk Syftema zy volge in het daarftellen van het groote doel onzer omwenteling. — Met een hart , dat ongevoelig voor hst algemeen belang , en tevens vol zwakke befchroomdheid voor de groote pogingen der vryheid was , om dat zy hun eigen belang daarmede in tweeftryd vonden, beyverden zy zich van den beginne af aan om de Oranje-party en de oude Ariftocraten te ontzien , te ftreelen, en zich tot vrienden te maken. Alle hunne ftappen waren berekend op de fchaal van zelfbehoud , zo er nog eens ooit eene tegenomwenteling komen mocht. Dus genegen om hunne vyanden te begunfligen, en van den anderen kant, door de Wet en het Volk gedrongen, om dezelven naar verdiende te behandelen, namen zy hunnen toevlucht tot die gevaarlyke konstgreep, het nemen van halve en zwakke maatregelen. Het volk werd met papieren decreeten en vleiende beloften van tyd tot tyd gepaaid , doch aan de uitvoering werd niet dan flaauwelyk gearbeid. Men' durfde den klem der wetten niet handhaven, noch de verouderde gebreken in den hartader aantasten, en met eene doute hand uitbannen. Daar men echter niet altoos dilzitten, niet eeuwig uitdeden kon, deed men nu en dan eenen flap die den fchyn had van meerderen, moed, doch die indedaad niets anders was, dan een bedekte! zyner zwakheid en een ilaapmiddel voor de morrende burg^ryeri. A 3 -^-e"  K * 3 Men dec'-eteerde goede Rcpublikeinfche beginfelcn en wetten, dan men liet dezelven inde doodverw liggen, en aarzelde met ze in werking te brengen. Vermids het groot oogmerk was eigen' grootschheid en voordeel te koesteren, kaalden de aanhangers van deze party elkander de ballen toe ; de agioteur b. v. onderfteunde den Patriciër, en deze bezorgde den eerften gelegenheden om zyne beurs 'te maken. — Niets bedreigde hen allen met een doodlyker flag , dan de aïTchaffing cn vernietiging der bjzpndere en dus Provinciale heerschzucht en de demping van duizend bronnen, om langs dien weg zich en de hunnen groot of ryk te maken. Zy waren daarom driftige voordanders van het oud feederatif Systema van regeering,'en dit met een blanketfel van yver voor 's volks rechten en aêloude vryheid beletrgende, durfden Zy des te fterker uitvaren tegen het ftelfel der Unitarisfen, het geen zy als onrechtvaardig, gevaarljk, en doodlyk voor het Vaderland affchilderden. — Noch list, noch Wehj kendheid , noch eenige pogingen der Staatkunde werden gefpaard, oh) het gewenschte doel te be' reiken ; toen eindelyk; ze Ver tot hunne uiterfte fmart en verbazing, de voldrekte éénheid der Republiek werd gedecreteerd. -- Thands had hunne party eene geweldige nederlaag geleden ; dan, zy Wanhoopte met zich wederom ie herfiellen. Daarzy nu niet meer rechtsdreeks een gedecreteerd beginfel durfden aanranden, hefvatteden zy den aanval tydelings, eu poogden van dien tyd af aan zoodanige wendingen te geven aan dat principe, door listige en voor verfcbillenden uitleg vatbare byvoegfelen, dat hetzelve, fchoon op het papier aanwezig, nimmer in werking konde gebracht worden , of ten minfte van zyne wezenlyke kracht volmaakt beroofd moest zyn. — Èn dit alles weet deze Staatkundige party te bedekken'met een bevallig masqué van gematigdheid, zerg voor de rust en het heil'des volks, behartiging van de plichten van eenen Godsdienst die liefde en vrede predikt, en verhoeding dier bloedige fchriktooneelen, welke het afgefolterd Frankryk ons ten altoosdurenden affchrik heeft nagelaten. — Zoodanige zyn de bedrieglyke verwen, waarméde men zyn ftelfel van overdreven Moderantisme kondiglyfc weet te bedekken, en zyne ftraks ontmaskerde*oogmetken eenen fchoonen glimp te geven. Wetende, dat de natuurlyke aart -der Nederlanderen zacht, vredelievend , tot rust en genot overhellende is, bewust, dat meh het volk moet ftreelen door hét zelve in zyne zwakheden te voeden, wil men het. zelve tot het werktuig zyner eigene bedoelingen maken, houden zy niet op het ftelfel van moderatie als het eenig behoedmiddel tegen verdere verwoestingen van het Vaderland en van de individueele ingezetenen aantepryzen ; zy malen den minften -flap eener cordate en warme vaderlandslief. de met de haatlykde verwen af, en bezweeren het volk by den Godsdienst, by het Vaderland, by de rust der maatfehappy, by de herdelling van K< ophandcl , Neeringen, en Fabrieken , met één woord, by al wat gefehikt is om op het hart des lichtgelovigen volks te werken, dat zy zich overgeven aan eene werkloosheid, waartoe hetzelve maar al te zeer van nature overhelt; en terwyl zy dus de b'evalligfte kleur aan hun Systema geven , en er daaglyks profelieten voor maken, worden zy indedaad door geene andere fpringveêr bewogen , dan door de bezorgdheid voor hun eigen belang. Vrees voer openlyke volksbewegingen, vrees voor inwendige Staatsfchokken , vrees voor daarby te ïydene fchade in hunne bezittingen en inkomden , vrees eindelyk van door een verontwaardigd en zyne driften botvierend volk weldra van hunne zetels te zullen worden afgebonsd, — deze vrees is het, die hen opwind om onder de fchoonfte voorgevens het moderantisme onbepaald doortedringen ; terwyl zy , ingeval zy de kracht des'volks zoo wel voor zich hadden, als zy die nu tegen zich hebben, veellicht de eer-  ( 7 ) eerden zouden zyn , die , wanneer geene andere middelen hun meer overbleven om té zegepralen , met eigen hand de bloedvanen ontrollen , en hunne tegendrevers naar het wreed lchavot 'heenliepen zouden. Aan den anderen kant zyn de hoofden van deze party daatkundig en listig genoeg om tebegrypen, dat het hun belang is, het delfel hunner gematigdheid aan onzen bondgenoot , aan de edelmoedige Franfche Natie, deeds te doen voorkomen als het eenig middel om deze Republiek te redden en daande te houden, ja om dezelve nu en' op den duur nuttig te doen zyn voor hare geallieerden. Welbewust, dat: hun nog waggelend ftelfel van regeering niet lang kan daande blyven zonder den ruggeiteun der brave Franfchen te behouden, en misfchien zich inbeeldende, fchoon zekerlyk al te ydel, dat het Fransch Gouvernement niet verlicht genoeg is, om met een fcherp oog door het fyn gefponnen weel'fel hunner bedrieglyke Staatkunde heen te dringen, trachten zy zich hetzelve op zyde te lokken, en tot den befchermer te maken van hun eigendunklyk Systema, en. om daarin des te gelukkiger ie Hagen, verzuimen zy niet, om de rampen en gevaren van het Vaderland aan het oog van onzen bondgenoot op het yslykst aftefchilderen, hem eene party aanteklagen ,die het op de omkeering der goede orde enkel heeft toegelegd, die vlamt op de invoering van een Bataafsch terrorisme , en wier pogingen, hoedanigé dan ook , zy hem doen befchouwen door een daatkundig Mikroscoop, welke de wezenlyke voorwerpen oneindige malen vergroot voorftelt; tevens brengen zyde voordduring van hun delfel in een kondig verband met het eigen belang van onzen bondgenoot. Daar onze wapenen de zynen niet kunnen onderfchragen , daar al ons vermogen zich in dezen bepaalt tot het openen vau de nodige hulpbronne voor Frankryk , om zyne overwinnende legers in den dryd voor de Vryheid der beide volken te doen daande blyven, bedienen zy zich van deze omdandigheid, om de Franfchen te doen geloven, dat met den val van het delfel van hunne party ook dit land ophouden zoude hun nuttig te zyn , en dat zy by elke verandering in het tegenwoordig Sydema genoodzaakt zouden zyn hunne macht te verdubbelen om ons te redden, in plaats van nieuwe krachten uit ons té konnen blyven trekken. ([Het vervolg van dit Jluk, behelzende een tafereel der ANARCHISTEN, in N°. 42.) Eenige Aanmerkingen over de Departementale en Gemeente-beftuur en. . Wy hebben reeds , toen wy over het Plan van Conditutie handelden, onze gedachten nopends dit onderwerp in het algemeen medegedeeld ; dan daar dit gedeelte van het plan welhaast het onderwerp der deliberatiën in de Nationale Vergadering zal opleveren, zullen wy , zonder in de byzondere afdeelingen te treden, eenige algemeene regelen, welke by dit duk behoorden in het oog gehouden te worden, ter nederdellen en dezelven aan het oordeel onzer landgenoten ter toetfing overlaten. i°. De vorm dezer beide beduuren moet door de Aéte van Conditutie voor alle de Departementen en plaat lén op eenen eenparigen voet worden bepaald. Gefchied dit niet, eu word de inrichting dcrzel- ven aan de inwoners van elk Departement of elke plaats overgelaten , zelfs met de bepaling in Art, 621 van het genoemde Plan, dan zullen noodwendig onophoudelyke botiingen, twisten, en veranderingen plaats hebben, welke niet alleen den tyd, voor deWetgevende Macht beliemd tot dringender werk• zaamheden , zullen wegliepen , maar ook tot voor het Vaderland fchadelyke verwarringen , ja zelfs tot feheuringen en voordplanting van het Foedcralismus aanleiding konnen geven. 20. Derzelver macht moet zyn alleen Admirdftralif', zonder eenig vermogen van wetgeving , of invloed op de raadplegingen der daartoe gefielde Macht. 3°. Derzelver macht in het adminiltrative moet . ■ . 1 ' -, . -■- : ' door  ( 8 ■) door do Acte van Conditutie zoodanig worden bepaald, dat dezelve zich niet konne uitftrekken tot het delibereeren over, of tegenhouden der wetten en decreeten van de Wetgevende Macht,even weinig als ter fchorfing of vernietiging van Rechterlyke vonnisfen. 4C. Beide de Beftuuren moeten zorgvuldig afgefcheiden zyn van de Jufticiëele Macht — op dezelve geenen invloed hoegenaamd konnen hebben — noch immer de leden derzelve benoemen. 5°. De Gewapende Macht moet niet verder ter hunner diTpofuie (taan , dan tot bewaring der rust in den omtrek van hunne adminiflratie nodig is; ook moeten door hen gecnerleie contributiën , boven die door de wet bepaald, konnen worden geheven. 6°. De plaatslyke Beduuren (trouwends de Departementale moeten van alle macht daartoe beroofd zyn) moeten, tot beftryding hunner .huishoudelyke uitgaven , geene belastingen konnen uitfehryven of heffen , zonder fpeciale toeflemming der Hoogere Macht, volgends bepalingen daarvan by de Afte van Conditutie te maken, noch dezelve tot eenig ander voorwerp uitdrekken, dan tot die geenen, welke als middelen ter algemeene belasting zyn vastgedeld, eu dan nog nimmer buiten de daarin plaatshebbende proportiën. (Het zoude nog beter zyn , indien alle inkomden en uitgave*}, van welken aart, ook , gelyk wy in een voorig vertoog aantoonden, zelfs in het plaatslyke, zoo wel als alle andere, in de algemeene kas konden worden geftorr, en uit dezelve betaald.) 7°. Alle Aften der Departementale en Gemeente* beduuren moeten door de Hoogde Machten kon» nen worden afgekeurd en vernietigd, zoodra dezelve aanlopen tegen de Conditutie of algemeene wetten in het Gemeenebest plaats hebbende, of wanneer dezelve deze Aften befchouweu als fchadelyk voor het be'ang van het algemeen, van andere inwoneren des lands, of van de plaats zelve. 8°, Zy zyn ten allen tyde onderworpen aan de verandwoordlykheid over hunne gehoudese admidratiën, zoo wel aan de hoogere Machten, als, wegens het Financiëele, aan de inwoners hunner plaats zelve (ingevalle naamlyk dezelven daartoe fpeciale belastingen hebben moeten opbrengen); de wet moet de draffen over het misbruik hunner macht, of gepleegde ontrouw , bepalen. 9°. De verkiezingen moeten zoodanig worden ingericht, dat dezelve allerwege gelyktydig gefchieden, en wel in deze orde, dat eerst die der Wetgevende Macht, vervolgends die der Departementale, en dan die der Stedelyke Beduuren plaats hebbe, ten einde onöphoudelyke verplaatfingen" en nieuwe kiesvergaderingen voortekomen. Wy wenfchen van harte, dat het ontwerp der Conftitutie, voor zoo veel dit duk betreft,eerlang te discutieeren, zoodanig moge uitvallen , dat de geest van het bovendaande daarin gevonden, en de goede orde langs dien weg bewaard , de affcheiding der Machten bevorderd , tegen het Foederalisme een vaste dam gelegd,en de burgerlyke vryheid alömme verzekerd worde. AANKONDIGING. De Democraten, vernomen hebbende , dat onder den titel van Bericht aan de Jlemhebbende Burgers, engetekeni democraten, geftrooid is zeker blaadjen; kondigen mids dezen het Publiek aan, dat, offchoon zy zich den titel van Democraten niet uitfluitend willen aanmatigen, zy echter ter voorkoming van alle dwalingen, en ter beteugeling van allen laster, welke zommigen, misfchien te zwak om de waarheid te hooren, door zoodanige naamsvermenging zouden willen voeden of gronden ; by dezen plechtig verklaren , dat niet alleen het ■ voorfchreven duk niet uithunneu boezem is afkom iiig , maat dat ook nimmer eenig ander politiek duk van hen zal v jordkomen , dan in het gewoon dagblad de democraten , gedrukt by den burger J, A. Cr ajenfc hotte Amfteldam. DRUKFEILEN, in N°. 40. bladz. 294- reg J5 daat in Lyfrenten, lees en Lyfrenten. bladz./29ó. Col. 1. reg. 13. van onderen ftaat / 145 — ƒ 154: —  DE DEMOCRATEN. . 4^- -Donderdag den 23 Fehruary 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flnndvastig man, Ftelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem m euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. iioratius. Tafereel van de party der anarchiste». {Ten vervolge van bladz. i—7.) ÏI. Tot dus ver hebben wy met een flout, maar Waarheidlievend en getrouw pinceel, de echte beeldnis afgemaald van die party in ons Vaderland, welke het Patriotismus aankleeft, om dat zy eene regeerïng der aanzienlyken , en dus eene waarachtige verkiesbare Aridocratie tracht intevoeren. Dan, het zou onze heilige grondbeginfelen miskennen , het zou ons hart geweld aandoen zyn, indien wy deze party als de eenige laakbare en gevaarlyke voor de Vryheid en het geluk des Volks aanklaagden; niets is verder van ons wezenlyk doel en gevoelen verwyderd. Met fmart moeten wy erkennen, dat wy eene andere en wel vlak tegengedelde party te ontmaskeren hebben , die in een ander uiterde zich verloopt, die misfchien minder gecompliqueerd en in hare dappen minder gelykmatig, en even daarom lichter te herkennen is, maar welke tegelyk even zoo ver afwykt van het ware doei der Revolutie, en geen mindere rampen aan het Vaderland bedreigt, Wy fpreken van de party der zoogenaamde Anarchisten, en nemen andermaal het pinceel op, om dezen met dezelfde doutheid, maar tevens met dezelfde verwen van waarheid en goede trouw, naar het leven voor het Bataaffche Volk aftebeelden, II, desl, 6 en in derzelver oorfprong en grondbeginfelen , wy.' ze van werking, masques, en noodlottige invloeden op ons volgend bedaan zoo van binnen als naar buiten, ten toon te dellen. Om deze party in het ware daglicht te plaatfen; fchiften wy dezelve wederom, ten aanzien van haren verfchillenden oorfprong, in onderfcheidene clasfen of fmaldeelen. En fpreken dus allereerst van zulke Anarchisten, die bezield zyn en gedreven worden door ilen ingebeelden waan, dat zy de lieden zyn, gefehikt om de eerde rollen té fpelen in de revolutie. — Dat de Natuur de uitdcclder is van eene zekere mate van hoogmoed, in het hart van ieder derveling uitgedort en werkende, is eene waarheid,aan welke geen menfehenkenner, geen wysgeer twyfelen kan. Het fyn en ftreelend gevoel van eigen waarde vleit het hart van elk menschlyk wezen, in welken daat of rang der maatfehappy ook geplaatst. By eene dille en vaste orde van zaken echter, blyft deze zelfverheffing bepaald binnen den kring,haar door de bedemmfngvan elk mensch aangewezen; weinige lieden weten zich bo-  boven hunne natuurlyke fpheer te verheffen , en n:eest altoos valt de hoogmoed van het individu in zulk een geval tot deszelfs nadeel uit. - Geheel anders is het in den ftaat van revolutie. Deze, de oude orde omkeerende, duizende wezens van hunne hooge ftandplaatfen nederftortende, en duizende nieuwe onbekende wezens gelegenheid gevende,om naar de ontruimde waardigheden en regeeringsposten te d> gen, brengt alle de groote driften, en voornaamlyk den'hoogmoed, de regeerzucht,by deze laatfien in volle beweging. Zoo dra derhalven eene revolutie aanblikt, zyn reeds een aantal van lieden onder hen in beweging , om zich hunne aanftaande verheffing a's ftreelend en onmisbaar voortefchilderen. Verlangende om uit hun niet opteryzen, en groot te worden, zamelen zy alle hunne bekwaamheden en verdienften op, welke hun in hunne meening daartoe recht geven. Zy kittelen zich met het denkbeeld, dat zy de lieden zullen zyn, die aan 't hoofd der revolutie pralen, en een overwicht hebben zullen in het beduurder Republiek. - De revolutie komt eindelyk. jlu worden zy — deels gekozen, ~ deels voorbygegaan. In het eerfte geval zien zy hunnen hoogmoed voldaan ; — Jan > de zucht om dïen meer en mcer te koefteren, bet gevoel hunner nietigheid, en de vrees van tot den burgerkring té zullen moeten wederkeeren, zoo dra de Conftitutie eene vastigheid aan het beftuur geeft, doet hen al het mooglykeaanwenden, om dit tydflip te verwyien , en de zaken op eenen Ultra-revolutionairen voet te behandelen- — En dezen vinden eenen krachten ruggefteun aan dezulken, die, door het patrocine der intermedu.re Muren aan posten en bedieningen geholpen, geene togingen ontzien om het tydflip te verwyien, waar.n wne vaste orde van zaken een nieuw Ugchaam yan Wetgevende en andere Machten daarftellen zal, ■ «it overtuiging en vrees, datzy zeiven langs d>en weg hunne patronen verliezen, en hunne posten hun, ot m aan hunne posten ontvallen zullen. - Werden zy «^rgeü^en, dit belgt hen, mm tèt drenkt hunnen trots niet. Zy zyn over alles misnoegd, en trachten alles het onderst boven te keeren, wat het nieuw beftuur doet, en in zoo verre vallen zy onder de laatfte of 4de Clasfe, die wy ftraks zullen kenfehetfen. By dezen voegen wy eene andere Clasfe, die wy Anarchistische Fortuinzoekers zullen noemen. In alle maatfchappyën vind men maar al te veel wezens, die, door eene fchandelyke lichtzinnigheid van leven, en verzuimenis hunner zaken, zich gebracht hebben tot eenen ftaat van onvermogen, waardoor zy of ep het punt ftaan om geruïneerd te worden, of werklyk reeds eene openbare breuk gemaakt, en aan het algemeen vertrouwen eene fchennis hebben toegebracht ; in dit laatfte geval worden zy en door zich zelf , en door de algemeene verachting der maatfehappy billyk geftraft. In den gewonen loop van zaken doet zich voor zulke lieden geene de minfte gegronde hoop op,om hunne verwarde zaken ten koste van het algemeen te herftellen. Een heeriyfc middel hiertoe befchouwen zy in de revolutie. Zy grypen die gelegenheid gretig aan,om , zich vart de algemeene verwarring bedienende, hunne vorige euveldaden te doen vergeten , het huishouden, van Staat en Stad even zoo op losfe fchroeven te zetten, als zy het hun eigen gedaan hebben, en er alles op te wagen, om hunne ontredderde zaken weder in orde te brengen , en eene goede fom van het Vaderland te rooven, ten einde zich daardoor, het geen zy door eigen toedoen derven, weder te vergoeden. En derhalven is het natuurlyk beginfel van deze fortuinzoekers eene revolutie te doen voordduren ,r met welke de voorname bron van hulpmiddelen voor hen moet gefloten worden: zy durven er alles aan wagen , alles het onderst boven keeren,om dat zy ,hoe het ook ga,niets te verliezen hebben ; en, gefield dat hunne misdaad ontdekt, hun perfoon door de wet vervolgd, en zy genood, zaakt werden door de vlucht naar buiten 's lands eenoe  «ene welverdiende ftraf te ontgaan, ook dit flaat hunnen lagen moed niet neder: om dat »en hunner wellieht reeds eenmaal , meer om hunne crediteuren dan om de wraak der dutken, hun Vaderland verlaten, ja, moog.y ■ bu.ten hetzelve even ongeregeld en niet minder fcbandelyk dan voorheen geleefd hebben , en er met den fabel in de eene, maar met de roofzucht, mistenten in de andere hand, weder in terug gekeerd zyn. Eene derde Clasfe van Anarchisten word enkel bewogen door de lage driften van byzonderen haat en perfoneele wraakzucht. - Indedaad , mets R «atuurlyker, dan dat in een land, gelyk het onze, waar twee partyen m eeuwige worftelmg waren, zoo dat de eene zich nimmer verheffen kou zonder de andere te doen vallen , waar dus veele perfonen en familiën van tyd tot tyd teruggefte.d, vernederd, onderdrukt, en benadeeld werden, terwyl anderen tot hunnen fpyt in hunne plaats Werden verheven en gelukkig gemaakt ; waar de Luitenant-Stadhouders en hun aanhang m eiken oord, in elke plaats byna, de Monopolie der ambfen en posten wisten te verwerven ; waar vooral de omwending van l787 zoo veele ongelukkige flacbtöffers gemaakt , zoo veele ingekankerde verfiitteringen gedicht heeft; waar de geest des volks echter ten allen tyde eene flerke zucht naar vryheid ademde, en eene foort van Republike.nfche gelykheid eiken ftand der maatfehappy eenig recht gaf om naar het aandeel in de regeering te dingen; niets zeggen wy , is natuurlyker dan dat in zulk oen land de jaloefy, de haat, en de wraakzucht in veeier zielen diepe wortelen gcfchoten nebbe; en, daar deze hartstochten in eenen geregelden tyd geene andere voldoening konden erlangen, dan die riaar derj.4oop van het recht en de uitfpraak der wetten was afgemeten, blykt het ontegenzeglyk, dat het revolutionair tydvak eigenlyk dat geen is, waarnaar veelen verlangd hebben, en waarvan zommi. gen vooral in de eerde oogenblikken der revolutie ; zich'door derke dappen tegen de onderliggende party hebben zoeken te bedienen, enkel en alleen om bunnen rebelgden moed te koelen, hunne particuliere bitterheid en haat den teugel te vieren, en het ongelyk hun aangedaan aan hunne beledigers betaald te zetten. Dit gaat zelfs zoo ver, dat dees en d.e voorgeeft als een Z'.loot voor de vryheid en het recht des Vaderlands uit de beste beginfelcn te werken, terwyl hy alleen er op uit is, om zyne eigene perfoneele driften te voldoen. Kan men hierin met r.aat wensch flagen, word men, en dat zomtyds zeer onftaatkundig, tegengewerkt van hen, die eerst door hunne beloften de fchimmen der wraakgierige verheelding by hen hadden uitgelokt , men verheft zyne bitterheid tot den graad van woede, men voed op alle w'yzen de Ultra ■ revolutionaire verwydering.en men vlamt met het oog des verlangens op dat tyd. flip, waarin men zyne gekrenkte wraakzucht, al is het dan ook ten koste van het algemeen bederf der maatfehaplyke rust, volkomen zal konnen verzadigen. Ondertusfchen willen wy deze weinige wraakgierigen niet verward hebben met het grootst gedeelte des volks, dat met reden aandringende op eene Politieke terechtftelling der fchuldigen onder het oud beftuur, en hieromtrent te loor gefteld in zyne door het Provifioneel Beftuur zelf gevoedde verwachting, alleen ftrenge rechtvaardigheid eicht, offchoon de Ultramoderantist dien eisch zoekt haatlyk te maken, door denzelven als de gisting eener perfoneele wraakzucht te doen voorkomen. Wy rangfehikken in eene vierde Clasfe dezulken , die om verfchillende redenen , alle de flappen van het aanzynd beftuur , onverfchillig of zy dit verdienen of niet, afkeuren en tegenwerken; dezen noemen wy Bedilzuchtigen— Zoodanig is de geaartheid van ieder volk, dat het de drukking der ketenen voelende en daarvan moede geworden, bezield met een vurig verlangen om eindelyk zyne banden te B * ver-  ( 12 >) ■verbreken; en omziende naar hulpmiddelen en voorgangers tot dien ftouten ftap, gaarne geftreeld word door hen , welke of moeds of lists genoeg hebben, om op zulk een oogenblik de taal van den moedigen revolutionair tot hetzelve te voeren, en op den rand van dien cirkel te fpringen, weike tot hiertoe het gedrukt vermogen des volks omfcbreef; even gelyk een dobberende drenkeling den ftroohalm , die hem eenig fteunpunt belooft, grypt het volk dezen ftouten voorganger aan , en zonder te beproeven welke zyne bedoelingen zyn, en of hy de man zy , waarvoor hy zich opwerpt, ja dan neen? ftelt het in hem zyn vertrouwen , en plaatst hem in eenen der eerfte rangen by de d.iarftelling eener Staatsomwending. Het kan dus niet anders, of het volk, blindeling toegrypende, moet dikwyls mistasten, en een goed aantal zyner eerfte vertrouwelingen moet by de uitkomst blyken, noch kunde noch verdienden genoeg te bezitten, om zich ftaande te houden, cn eene party te vormen, die de party der oude Ariftocratifche familie- regeering' kan het hoofd bieden en overwinnen. Deze lieden van weinige kennis en ondervinding, geraken dus al ras op den achtergrond van het toneel , zy komen of by het volk , of by de weldenkende leden van het Beftuur in verachting ; beledigd , om dat zy geenen invloed van belang hebben, veroordeelen zy alles, fchilderen alles met de zwartfte verwen af, en werken alles driest tegen, wat zonder hun toedoen belloten word en gefchied ; zomtyds indedaad met recht, maar ook zomtyds ten hoogften onbillyk , en alleen om zich éénmaal op den val van anderen te verheffen. Geene middelen worden dus onbeproefd gelaten tot dat oogmerk , en daar Anarchistifche flappen het zekerst middel fchynen om hetzelve te bereiken , ontziet men niets om die voortebereiden en daarteftellen. En hierin worden deze lieden eeruglieund door dezulken , die eensgezind met hen denken > maar die gelukkig of onge- iukkig door het volk nog niet gekozen zyn , welke nu geen ander middel weten , om zich) uit hunne vergetelheid opteheffen , en op de gee. nen die boven hen gefield zyn , te triompheeren, dan door nieuwe wanorden te flichten , derzelver nederlaag,en te gelyk hunne eigene verhoging te bewerken. Dusver hebben wy de party der Anarchisten in hare voomaamfte grondbeginfelen en verdeelingen cordaat ontmaskerd. — Een oppervlakkig befchouwer dezer fchaduwtrekken zoude lichtlyk geneigd zyn om te geloven , dat geene party verder van die vau Oranje en der Ariftocraten verwyderd is, dan deze; en indedaad, het is zoo, wanneer men het ftelfel en de byzondere oogmerken der Anarchisten op zichzelve befchouwt; dan, zal men niet verbaasd ftaan, wanneer wy verzekeren , niet alleen dat geene party de nu onderliggende vyanden der revolutie, fchoon onwillig, meer in de hand werkt en meer vat geeft op de waggelende gefleldheid van het veege Vaderland , ter ondermyning der jongfle omwending , dan even diezelfde Anar. chisten , maar zelfs , hetgeen fterker is , dat de listige en ftaatkundige vrienden van Oranje de heethoofdigheid der eerften voeden, de dolle flappen van dien kant voorbereid met genoegen , als de eerfte voorboden van hunnen naderenden zeepraal, te gemoet zien en heipen aankweken, en langs dien weg juist een punt van vereeniging biedén aan alle de Clasfen, waarin wy de Anarchistifche party verdeelden, als welke allen daarin overeenkomen , dat zy oogmerken hebben , welke de voltooijing onzer verwarringen vorderen ter voldoening aan hun byzonder belang , 't geen, uit een tegengefteld oogpunt befchouwd, ongelukkig juist ook het belang der Stadhoudersgezinden is. En dat deze onze (lelling , hoe vreemd zy ook luide, eene zuivere maar ontzagchlyke waarheid zy , durven wy aan de uit.fpraak van al wat beï daaxel  daard en daatkundig denkt, zoo wel als aan de getrouwe ondervinding tot hiertoe, gerustJyk verblyven. Trouwends, niets is natuurlyker. De aanhang des Stadhouders en der voormalige Ariftocratie beftaat over het geheel uit de geflepenftc in ftaatslist geöefendfle verftanden. Dezen weten hun voordeel doorgaands beter te berekenen dan wy. Z'ende, hoe zeer zy door de party der Foederalisten worden geftreeld , hoe zeer dezen hen naderen, obideelen zy het voor zich van belang , om naar die party overtehelien : zy roemen dezelve , laten zich met de voornaamfle aanhangers in , en zoeken op deze wyze voor zich en hunne medeltanders de revolutie gemaklyk te maken , en den geest des volks zoetvoerig wederom tot het oude te doen neigen. Dan deze zelfde lieden zyn al te flim om niet te berekenen, hoe mooglyk het zy, dat zy in hunnen toeleg misfen, of door den vaJ der Foederalisten , of door dat dezen , nu heulende met Oranjes aanhang , om een fteunpunt voor hunne zwakheid te hebben, dien aanhang zullen laten varen , zoo dra zy zich genoeg gevestigd , en dus geene onderfteuning meer nodig hebben, —of wel door de bevestiging eener vaste orde van zaken in ons land. Het is dus gevaarlyk voor hen , zich alleen aan de laatften te houden , en zeker fpel^gefpeeld , wanneer zy de tegengeftelde party ook aanmoedigen en opzetten. Een van beiden toch zal hiervan het gevolg zyn: of de Anarchisten zullen over de Foederalisten zegepralen , en in dat geval vind de Oranje-aanhang nieuwe befcherming by de bovcndryvende party; of de woelingen der Anarchisten zullen de verwarringen vermeerderen , her Vaderland 't onderst boven keeren , en de zaken tot dien fiait brengen , dat het volk zelf, moede van de fpeeibal zyner intriguantea te zyn, uitgeput in zyne middelen van beftaan , en eene ruimere genieting met mindere vryheid verkiezende , zich eindelyk uit wanhoop wederom zal werpen in de armen des Sta ' 03 houders, en zich verzoenen met de oude At i Soera tM •. en gebeurt dit al niet, dan zullen de Mogendheden van Europa, rivalifeerende om invloed te maken op onzen Staat , en niet konnende dulden dat dit kken maar dierbaar plekje gronds ten eenemaal de prooi der factren worde, genoodzaakt worden om een einde aan onze twisten te maken, door den Gordiaanfchen Knoop doortehakken , tn met eenige vet betering eene regeeringsvorm te herftellen, die in hun oog beter is dan de volkomenfte Anarchie; _ en in alle die gevallen word het voornaam oogmerk der Oranje-vrienden bereikt. — Gelukkig echter is de Anarchistifche party, welke zich onder de masfa van een bii'yk misnoegd volk gemengd heeft, niet zeer talryk, en wy vleien ons, dat de ware volksvrienden zoo wel haar zullen weten te beteugelen, als die der Foederalisten te verpletteren. Nu overgaande om de wyze van werking en het ' wezenlyk Systema dezer party in het ware, daglicht te ftellen , beginnen wy met aantemerken , dat derzelver oorfprong eigenlyk moet gezocht worden vódr de revolutie , en wel in die gemengde zamenkomften des volks , welke men destyds Leesgezelfchappen of Clubs pleeg te noemen.In de laatfte tyden die de omwending zyn voorge-, gaan, en wanneer de Vryheidskreet der Natie nog. door de hand des gewelds gefmoord werd, waren de-: ze vergaderingen als de eenige geheime ftookplaatfen, van het Republicanismus, en de ware ark, in welke zich. alles, wat de revolutie verlangde, rein en onrein, braaf en flecht, tegelyk verzamelde, en in zekeren zjn vcrëenigde. Allen toch hadden één doel , cn onderlinge eendracht en zamenwerking fcheen het eenig middel om dat doel te naderen. Weldra , gelyk het in gemengde Volksfociëteiten gewooulyk toegaat, deden zich eenige lieden te midden der Clubisten. op, die of door hunne list en 'talenten, of door ftoute taal en vleiende beloften, of door wezcolyke ii de  ( 14 > 6e en v'erdlenften, eene foort van befiisfenden in. vloed verkregen op de menigte, en van wien zich het volk dus in alles liet leiden en bewegen. Ongelukkiglyk waren niet allen dezen die lieden , welke zy voorgaven te zyn, terwyl zommigen hunner, alleen uit eigenbelang, baatzucht, heerschzucht, en byzondere driften werkende, geene andere pogingen deden dan om het volk te eleöri» zeereu/hunne driften in hetzelve overteftorten, het tot een werktuig hunner byzondere bedoelingente maken , en medeteflepen in wanhopige verbind, tenisfen en heilloze aanflagen, onberaden door hen gefmeed. Verre verwyderd van hetwezenlykcharaeter eenes eerlyken Volksvriends, vermeidden deze weinige intriguanten zorgvuldig alles, waartoe zich hunne pogingen enkel moesten bepaald hebben; zy verlichtten het volk niet, in plaats van het te verbitteren; zy maakten revolutionaire aanflagen, zon-; der een Plan van revolutie te hebben ontworpen; zy boezemden der menigte haat in tegen de leden en de gebreken van het toenmalig beduur, maar delden dezen alleen voor als misbruiken van de eerden, en niet als noodwendige uitvloeifels van het oud Systema zelf; zy onderwezen dus het volk niet in de verderdyke gevolgen van dat delfel , indien Set bleef voorddtiren; noch droegen de middelen voor ter genezing van dezelven in een nieuw Gouvernement. Met één woord, zy deden niets van het geen zy hadden behoren te doen , en begonden met hetgeen waarmede zy hadden moeten eindigen. - Dan, de braven dachten niet gelyk zy. Verdandigen en deugdzamen , die de zaak anders wilden behandelen , zagen wel dat hun oogmerk niet zuiver was. Zy bemerkten vry duidlyk dat de intrigue bezig was haar web te fpinncn, hoe zeer zy beklaagden , dat ook eenige braven door hun goed vertrouwen er, warme Vaderlandfche drift onwetend werden gemedefieept; deze kundige cn deugzame Volksvrienden evenwel, verlieten daarom de party der geheimwerkende Republi- keinen niet; het gevoel 'dat dé zaak der revolutie in zichzelf eene heilige zaak was, eene bedendige naöoging der gangen van den intriguant , en de hoop , dat de omwenteling zelve het beste middel zoude zyn , om dezen te ontmaskeren, den braven maar misleiden yveraar van zyne dwalingen te genezen, en het vtrlk zyne ware van zyne fchynvrienden te doen onderkennen , werkten zy voorzichtiglyk en door berekende dappen mede tot het geen de redding van't Vaderland,en de inkomst der Franfche broederen \tet verlosfing , waarachtig bevorderen kon.—-Te meer bleven deze braven hiertoe medewerken, om dat zy altoos in dat vertrouwen leefden, dat het volk, geleerd door het gebeurde voor en in 1787 , en nog veel fchoner en verfcher les ontvangen hebbende door de Franfche omwending, eindelyk wyzer zoude geworden zyn in het daarftellen van de gronden zyner revolutie, en van de middelen tot bereiking van derzelver einddoel gefehikt. - Dan,hoe zeer vonden zy zich in meer dan éénop'""zïebt bedrogen ! naauwlyks was de revolutie daar, of dit bedrog ontwikkelde zich ten duidiyküe voor hunnen geest. Een aantal wezens, die tot dien tyd toe, het zy uit laffe vrees , uit bezorgdheid voor hunne perfonen en eigendommen, of om dat zy het Republicanismus geen goed hart gedroegen , maar met eene zidderende ziel de Franfchen te gemoet zagen, zich altoos achter de fchermen gehouden,en nimmer met het volk medegewerkt, nimmer éénen dap voor de Vryheid van hun Vaderland gedaan hadden,— een aantal «zeggen wy ,van zulke wezens, ziende dat de omwending daar was , en met dezelve het tydltip geboren , waarin zy zonder eenig gevaar en tot voordeel voor zich en hunne vrienden , op het tooneel zouden konnen verfchynen, drong zich onder en door de drommen van reeds lang in werking zynde volksvrienden heen, en wist het goedhartig, lichtgelovig volk derwyze te belezen, dat zy met achterdelling der welmeenenden veelal gekozen werden tot posten van  ( is ) van .het beduur of andere bedieningen. - Zy, niets anders dan bun eigenbelang bedoelende , en geen moeds genoeg hebbende.om de revolutie op vaste gronden neêrtezetten , zy waren de eigenlyke grondleggersvan het Ultra - Moderantisme, om dat zy zich terftond vereenigden met de oude Patriciërs, die geen ander doel hadden , dan de foederalistifche plunje der Republiek weder op te lappen, en zonder welken zy te zwak zouden zyn geweest om zich te konnen (Taande houden. - Weldra nogthands vonden zybyval. en zagen zich verflerkt door de overkomst, tot hunne Foederalistifche party, van zommigen , vvelke'te vooren,ja,gelyk wy zeiden mede gewerkt,en zelfs het masker van Kerke terroristen voorgedaan hadden, doch met geen ander oogmerk dan om het volk voor zich intenemeu, en wanneer zy op hunne bedoelde hoogte zouden gekomen zyn, hetzelve alsdan te verlaten, en de geweldode dry vers van het Faedsralinneie warden. Dit oogenbük was nu geboren. Die valfche Zeloten ontdekten zieh'dus zonder ("chroom , zy zetleden het zegel op hun eigen fchynheilig bedrog, en zich voegende by de Patriciërs en de nieuwlings geborene 'Patriotten , vormden zy dien geduchten aanhang van Foederative Gematigden , welke niet opgehouden heeft tot. heden toe de goede zaak te bederven, en den wil des volks tegentewerfcen. ^ De Anarchistifche party is dus door deze afvalligen verminderd, dan. zy is niet uitgerooid. — De zaden van haar aanwezen zyn wel dpgelyk gebleven, en meer dan eene omftandigheid heeft dezelven van ryd tot tyd weelig doen uitbotten. - Niet, dat deze party talryk, machtig, en vermogend in zich zelve zoude zyn; de aart «n het character der Natie is te weinig gedemd voor een aaihoudend terrorisme, het helt te zeer naar rust en vreedzaamheid , dan dat de voorftanders van dolle ongeregeldheden in dit land »p den duur epg-ang zouden konnen maken. De Anarchistifche party derhalven heeft in zichzelf geene de minfte vastigheid, zy vind geenen ruggefteun maar ontmoet tegenwerking in het Beduur, zo wel als by' alle ware volksvrienden , en zy heeft reden om zich voor de Franfche bondgenoten te verbergen, om dat zy met reden vreest, dat dezen altoos in haar eene vyandin van onze en hunne eigene Republiek befchouwen, en hare woeli*. gen helpen beteugelen zullen. Welk is dan hare kracht, welk het eenig Canaal, waardoor zy bedektelyk werken kan , en der andere party den voet poogt te lichten ? Dit is het volk zelf. Het volk, altoos licht ontvlambaar om dat het geneigd is tot misnoegen over zyne vertegenwoordigers, te gereeder tot morren, daar het in den beginne der omwending zoo zwaar gedrukt word , en eindelyk maar al te veel reden hebbende otn zich over ver. keerde direótiën te beklagen; dat goede volk is en blyft defpeelbal, het eenig w erktuig , waaropen waar. door de Anarchisten werken, achter het welk zy zich als achter eGti devig bolwerk verfchanfen, en het geen zy naar welgevallen zoeken te gebruiken, om tot hun verkeerd doeleinde éénmaal te ge. raken. — De Clubs en Vergaderingen des volks blyven dus wezenlyk de geheime werkplaatfen hunne intrrgue, en zy vermengen zich in dezelven, onderden fchyn van de warmde Republikeinen te zyn , doch. indedaad om het Bataaffche volk in eene gedadige branding te houden, en de gisting der misnoegde gemoederen allengs hoger te doen zwellen. En daarom zyn deze weinige woelgeesten gevaarlyk, om dat zy zich van dezelfde wegen bedienende, als welke de echte volksvrienden billyk inflaan , om het goede volk voortelichten en te leiden, de onkundige men'gte bedriegen , de heilzame werking der braven ftremmen, en de Foederalisten gelegenheid geven om aile de pogingen dezer laaiden als Anarchistisch te brandmerken. (J&f vervolg in N°, 43 ) illïN  C 16 ) AAN DE DEMOCRATEN. Gy, Burgers Democraten l Gunt een eeavouwig man, Om eens mst u te praten Zoo goed als hy dat kan 1 'k Heb geen verfland van zaken, 'k Beeld my dat ook niet in 1 — Maar zoo als 't veelen maken, Is 't lang niet naar myn zin. Dat droinmelseh harrewarren Van Burgers met elkaór, En 't weêrzyd haat'lyk Kirren, Verbant onze eendracht maar. En onze Patriotten Bevatten in de daad, By wyzen, heel wat zotten; Dit maakt het ding ook kwaad. En hoe veel Patriotten Beminnen 't Vaderland, Om and'ren te bedotten, En met een kromme hand! Ryk, noemde ik in myn leven Een mensch, myn vriend! — in nood Wilde ik hem eerlyk geven, Een (tukje van myn brood. 'k Zou van zyn fchaam'Ie plunje, ^ Geen lapje nemen, — neenl 'k Zou zeggen, vrisnd ik gunje Jou armoê wel alleen! — En zouden 't laud beminnen Die al hun woest gefchreeuw Om geld of ambt beginnen ! 'k Geloot het in geeae Eeuw. Ook kan ik niet verdragen Dat menig burgerheid , Met al zyn pluimen, kragen, Geen prys op de orde fielt. En Burgers! dat er veelen Den tyd aan 't Vaderland Zoo jamroerlyk ontfteelen , Valt me ook al uit de hand. Ik ben maar, moetje weten, Een domme ziel, en ga, Zoo by den liaurd gezeten, De dingen zoetjens na. Maar 'k zou myn nagels eetee, Als ik de burger-trouvr Van menig ingezeten Mee aandacht zoo befchouw. Men zal Beftuurders kiezen; Men roept het volk byëen! 't Is of ze in huis beviiezen, Van honderd komt 'er één. De meesten blyven zitten, En roken hunne pyp! — Maar 't plan om wat te vitten Is toch by ieder ryp. — Wat drommel 1 kies de menfchen Dan allen naar je zin. Jou Luiaards 1 werkloos wenfehen Brengt toch geen ftembrief in. Als altc wyzen, braven, Zoo werk'Ioos en zoo koud, De boel ten beste gaven, Wien wierd het land betrouwd? Wat zitje t'huis te wauwelen,' Komt op de proppen, toont Een' afkeer van zulk dauwelen! Dan word je wensen bekroond. Ik kon nog dnizend dingen Wel zoo — op myn manier I — Zoo recht en plat bezingen, Maat 'k vrees,het helpt geen zier.— Gebruikt jylul je krachten , En gaat met werken voord 1 En ziet of deze klachten Nog worden aangehoord. Wat zou ik hartlyk zingen , Wanneer er nu voordaa», In zoo veel nutte dingen, Het goede wierd gedaan! Ach dat ik 't land zag bloeijen, Dat trouw en eendracht weêr Met luistsr mochten groeijen ; Dat geeP de lieve lieert En Burgers Democraten.' Als ik je helpen kan! — Ik zal het nimmer laten, Ik oud, eenvouwig man. klaas kondimak. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; An/lerda , J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overig Provin tien, a drie het heele, en één en een hrive fttiiver het halve blad.  D E D E M OCR A T E N. N°. 43. Donderdag den 2 Maart 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gcfcliokti ho rat rus. Tafereel van de party der anarchisten, m van die der volksvrienden. {Ten vervolge van bladz. 9 —15) En hoedanig werken deze Anarchisten op het .volk ? — Om de wyze en de graden van hunne werking wel te berekenen , moeten wy tot onze 'tusfehen hen gemaakte verdeeling terug treden. Wy vinden dan in de eerfte plaats die ingebeelde trotsaarts , welke waanden dat zy de eerlïe rollen in de revolutie fpelen moesten. Dezen , of nog geheel Wet geplaatst, of in den beginne op het toneelwerkz.am geweest, doch daarvan thands verwyderd , en begdnftigJ met andere posten, welke misfchien hunne ambitie of baatzucht niet verzjdigen'konren , ofwel op dit oogenblik buiten alle bewind gefield, dezen, zeggen wy.*, doen zich op als de leermeesters en de raadslieden dés volks, en tegel) k als de ftrenge tuchtmeesters {Cenfores") van het tegenwoordig beftuur. Hunne n'iachtfpré'ük beflist eiken maatregel die genomen moest worden , hunne brom"mende ftem ujisbillykt iédêrefi flap der aangedelde Machten, waarop zy indedaad dikwyls niaar ai te 'veel vat hebben; hunne misnoegdheid tegen alle de "handelingen van het Gouvernement üort gedadig olie in het vuur der volksdriften, zy keuren, blllyk of ten oiliechte , alles-af, om dat niets hun bd.h.-agt, dan zy zichzelve;. én- vermids 'dchee'i feiten' 11. o e KL. ( de Aroom van het tegenwoordig beduur is Ultramoderatif, zyn zy natuurlyk in de tegentnyn , dus ültra-revolutionair, daar zy 'misfchien vlak het tegendeel zouden worden, indien zy in dezelfde po'fltie waren tegen óver een ïïerk doortastend beduur; eh het zyn deze lieden, die, te frotsch of te voorzichtig, om zich op den voorgrond te vertonen en onmiddelyk op het volk te wérken, zich daartoe bedienen van zekeré mindere handlangers, welke hun gereediyk ten dienst daan, terwyl zy, altoos op zichzelve werkende,en zich niet durvende 'openleggen voor de welmeeuenden, om 'dat zy wo» :zen de eer hunner pogingen met andeten te zullen moeten deelen , zich even gelyk onderaardfche Canalen, in veele takken naar allen kant verfpreiden , welker verëenings- punt zich in hunne grootfche verbeelding geplaatst heeft en waarvan zy alle de bewegingen alleen trachten 'té befluur'en. — 'Het tweede foort van Anarchisten werkt meer open". 'Ivk en minder bedekt. De Fortuinzoeker, die de K< heelc 'revolutie in verband brengt' metzyne om 'redderde zaken, 011 die er nier mede voldaan rsf, voor hy zich daardoor heritéld heb'be, begeeft zich mV e?r'vt!n jnnhy onder net-Eeuwig-Wagende., t eeu-  ( rt ) .eeuwig zwetfende, eeuwig de driften aanblazende, 'Welke hy poogt te doen dienen tot het voertuig, om zyn wrakke kiel in veilige haven te brengen, houd hy niet op de leden en de dtden van het beftuur te gispen , en in een haatlyk licht te plaatfen , oö dat het volk er afkeerig van blyve, en gereed zy', om oogenblikiyk, wanneer by daartoe de kreet aanheft, tot fterke en buitengewone maatregelen overtegaan , die niet anders bedoelen dan zyne eigene behoudenis, — Nog fterker en doldriftiger bewegen zich de wraakzuchtige Anar. chisten. Dezen , met den twistfakkel ia de eene hand, en het wraakzwaard in de andere, fpreken niet anders dan van verbanning,moord, en geweld, waar aan zy den edelen naam van revolutionaire flappen gelieven te geven. Niet voldaan, ten zy de omwending in ftroomen bloeds haren grondflag vinde, trachten zy het Schip van Staat in de terroristifche branding der Scylla te doen verbryzelen, om het uit de gevaariyke zuiging van het flymerig Charybdis te redden, of liever om de vlammen hunner eigene verbittering door de hand des volks te blusfchen in flroomen van menfchenbloed. — En alle deze Clasfen vinden den gereedflen byval by eene laatde foort, die der bedilzuchtigen naamlyk , welke , om verfchillende redenen, gelyk wy zagen, fteeds onvoldaan met het tegenwoordig beftuur, gereedlyk het oor leenen aan de inblazingen en opruyïngen der voornoemde intriguanten , en zich laten ftreelen door den hoop op buitengewone volksbewegingen, om dat zy zich vleien hunne eigene verheffing of herftelling daarin te zullen zien opdagen. Deze laatflen echter, niet ftont genoeg om eenen openlyken ftap te doen, onttrekken zich of aan alle volkszamenkomften , en weigeren tot redding van het Vaderland medetewerken, zich vergenoegende met klagen en bedillen; of, zy trachten de Leden van het tegenwoordig beftuur by het volk meer en meer haatlyk te maken , door het verfpreiden van zulke fchotfchriften , welker onzuivere beftemming voornaamlyk daaruit kenbaar word, dat zy de perfonen aanranden in plaats van de zaken te berispen, en perfoneele ondeugden befchimpen, in ftede van wezenlyke misdagen aantewyzen , en middelen ter verbetering aan de hand te geven. — Zoodanig werkt eene party , welke des te ge^ vaarlyker is, om dat zy den fchyn van warmen yver voor het volksbelang , en zuivere zucht voor het Republikeinsch Systema indedaad voor zich heb bende, en zich dus vermengende onder de ware vrienden, voorlichters , en voorftanders des volks, ja zich doorgaands van dezelfde foort van hulpmiddelen als die bedienende, lichtelyk eene goedhartige maar al te ondoorzichtige menigte kan bedriegen, en tot haar eigenbatig oogmerk misbruiken. Er is maar één middel om de harten des volks te winnen; dit middel werkt zeker en gemakiyk , het is de driftige vriend en voorvechter des volks te zyn, of het te fchynen. Ziet daar het wezenlyk masker, van het welk z:ch alle eigenbelang zoekende Anar~ chisten in alle landen fteeds bediend hebben , en waarachter zich de onzen desgelyks vermommen. Wel verzekerd, dat het volk zyn.; vrienden gretig toevalt, en niet wantrouwig hunne daden en oogmerken toetst, wanneer het zich op de perfonen verlaat , verblinden zy hetzelve , en doen het in hunne driften deelen, door dezelven met een fchitteresd verguldfel van zuivere Volks- en Vryheidsliefde te beleggen. Zichzelf opwerpende als de eenige Befchermëngelen des Volks, doemen zy allen, die niet in hunne geheime Coalitie zyn, en vermengen de meer belangloze , bedaard revolutionaire,en waarachtige volksvrienden met den hoop van zwakke of bedorvene Moderaniisten ; zy klagen het ftelfel van allen, die niet even buitenfporig als zy denken, by het volk aan als een volkomen verraad des Vaderlands aan de onderliggende Oranjeparty, als of men geenen middenweg bewandelen kon tusfehen de beide even gevaariyke uiteriïen van Oranje-dree- lend  ( 19 ) ffrcelend Federalisme en dólle Anarchie; en as of het Vaderland verloren ware , wanneer deszelfs ware Vrienden, die beiden even zeer vervloeken, hun Sysiema deden in werking komen-, Systema, welk nadruk met bedaardheid vereen.gr, en de algemeene belangen met eene biilyke maar ftoute hand wil hebben doorgezet, zonder daarmede eenig byzonder belang in verband te brengen. Zoo verfc'brikkeri zv eene al te licht misleide Natie, met geen ander doel, dan om zichzelf door het volk te doen aanbidden, en eenmaal op de fehouderen van eene verrukte menigte, als de eenige verlosfers der belaagde vryheid, te worden opgevoerd tot de eer-fte ftandplaatfen in het Heiligdom der Vrybe.d. Z et daar Bataven! twee tafereelen van volksparken tegen over elkander in den p^s gegrondden en nog oP verre na niet voltooiden Tempel uwer Vryheid opgehangen, de -verfenriklyk z# in het oog van den aanfchouwer. Met eene hand van-ontroererns trillende, hebben wy dezelven ter uwer verrichting en' waarfehuwing daarin geplaatst. Zy maken er de yslykfte vertoning in , en , indien ons pinceel geen guniriger afbeeldfel er by te voegen had, zouden wy u toeroepen : Edel maar eeuwig bedrogen volk! verbryzel deze fchouwplaats der ondeugd en der rampzaligheden, en ontheilig den Godlyken naam der Vryheid niet, door dien aan een gebouw te geven, waarin zich al het fnoode der menschlyke driften geplaatst vindt — Dan, wy willen uwe verflagen zielen niet geheel rcr nederdrukken; neen, wy zullen die ook wederom opbeuren; wy zullen u moed inftorten, en volkomen verlichten, door u op eene derde party, die uwer ware vrienden te doen het oog vestigen. In fpyt van de vyanden uwer vryheid, in fpyt van hen, die roepen, dat 'cr geen middenweg is tusfehen dolle woede en laffe werkloosheid, grypen wy het pinceel , welk ons door fchrik. ontvallen was, met nieuwen moed wederom aan; ^>m u eene beeldnis aftemalen , die even verre van beide de opgehangenen verfchillende, door ons te midden van dezelven zal worden geplaatst, op dat gy zelf uWeware van uwe fchynvrienden zoudt onderkennen, en by de ftreelende befchouwing van dit derde tafereel u vertroosten wegens de Ztelegrïeyèn , die u het gezicht der twee eerden heeft moeten' veroorzaken; Eer wy dit bevallig fchilderftuk vervaardigen , moeten wy u nog een oogenblik opmerkzaam doen zyn op den voorgrond der beide voltooide tafereelen. „ Zie ik daar niet, zult gy vragen, eene * menigte van lieden, op de eene en andere teke„ ning geplaatst, welken ik, in weerwil dat zy nu tot eene der beide partyen behoren, fteeds kende,,, en nog meene tekennenalseerljke, welmeenende, en het beste des volks bedoelende Vaderlanders?, „ En hoe komen dezen z:ch pvertegeven aan zulk: „. eene misdadige buitenfpjrigheid , indien het er „ eene is, met eene of andere der afgefchetfte par-f „ tyën te heulen?" — Wy andwoorden : het zyn ■•deze lieden, die indedaad welmeenend en ter goeder trouwe dwalen, om dat zy of uit onkunde, of door hun goed vertrouwen, of door vrees voor zelfsgevaar, of wel door zwakke en kwalyk geplaatft's buigzaamheid naar die genen , met wien zy het meest verkeerden, en wier intrigue hen verfchalkte, zich hebben laten wegliepen, om die party te onderfteunen, welker voorftanders gelegenheid vonden van tyd tot tyd op hunnen geest te werken. En fchoon deze dwalenden het Hechte van de zaak , voor welke men hen doet yveren , noch inzien, noch door hunne perfoneele braafheid wegnemen , leven' wy echter ten hunnen opzichte nog altoos in die ftreelende hoop. dat zy eenmaal ,\ beter verlicht , zullen wederkeeren in den fchoot der ware Vaderlanderen, dat zy zich zullen laten terug leiden tot den rechten weg van het Republicanismus , dat zy de gezonde leer, in fpyt van de , „ dWaal-  C 20 ) ■:-""ar.rcn'die hen verleid hadden, zullen her kennen en hulde doen, met berouw van die immer een oogenblik verzaakt te hebben. Dit verwachten wy van hen, om dat zy, gelyk wy hopen , uit onkunde en met goede oogmerken dwalen, terwyl wy hunne fnoode verleiders, die tegen beter weten aan, met «pzet misdcan, Voor oaiwrftelUar verloren rekenen. Het is om die verbj Iterden te recht te brengen, het is om hun een fehitterend en veilig punt van vereeniging aantebieden, en het braafst gedeelte der Natie deszelfs ware Vrienden te doen onderkennen, dat wy nu overgaan om het beloofd tafereel met de gelykendfte trekken, ons mooglyk, aftemalen. III, Wie zyn dan de ware, de eenige ware Volksvrienden ? Het zyn dezulken, die, door hun wysgeerig vernuft geleid, en door eenen geest van waarneming cn vergelyking voorgelicht , en uit de befchou i wing der Natuur, en uit de Gefchiedenisfen van het menschdom, reeds voor veelt jaren hadden opgemerkt, dat er, gelyk in de natuurlyke, zoo ook in de zedelyku wereld , een gedadige overgang en groei is, d,e beurtlings hetzelfde wezen doet veranderen, en of "tot den top van volkomenheid opvoert , of vervolgends trapsvvy^.e wederom doet dalen, afnemen, verzwakken , en eindelyk in een volmaakten ftaat van o-tbinding en floopi g overgaan. Zy hadden gezien dat de Asfyrifche Monarchie eenmaal door de Perfifche , en de Gnekfche door de Romeinfche alleenheerfching , ws opgevolgd en verzwolgen. Zy fnidden in de lntt-re Geschiedenis meest alle Volken en Staten , ii zanderheid Italië en Spanje, van den hoogden bloei tot «ene volflagene' nietigheid zien weg.-.inken, en andere Natiën, b. v. deze R. publiek, Rusland, Pruisfsn en America , uit hunne diepe vernedering het moedig hoofd zién opdoken. — Zy hadden waar, genomen, dat en in de natuurlyke en in de zedely^ ke wereld , wilde men het verganglyk gedicht in wezen doen blyven, er van tyd tot tyd veranderingen en lK-rftcllingen nodig waren van het geen de loop der tyden had doen bederven of uitllyten. . Al verder hadden zy ontdekt,dat het oud daatkundig iieifel van Europa, zich, zedert ruim eene eeuw, tot eene algemeene omwenteling voorbereidde. De geest van wysgeerige verlichting immers , die zedert dien tyd op arendswieken van volk tot volk zich verfpreidde, en welke gevolgd werd van de kennis zyner vereeuwde dwalingen, en van gevoel van eigen waarde den mensch ingefchapen , moest ongevoelig de zaden van voorbereiding tot menigvuldige Staatsomwentelingen fpoedig doen kiemen en weelig doen uitfpruiten. Het is met de regeeringsdelfels gelyk met de klederen; indien zy goed zullen zyn, dan moeten zy gemaakt zyn naar den leest van hem die ze draagt. Wanneer men dus een jongeling prangen wil in de klederen, van zyne kindschheid, en een meer verlicht en zich gevoelend voln noodzaken om een ouderwetsch enGothisch delfel van Staatsbeduur > te behouden , dan bettaat men eene even groote dwaasheid, en die jongeling , dat volk, bemerkende dat dit kleed of die daat:inrichting hem knelt en prangt, wyl hy daaraan ontwasten is , rukt het een en ander met verachting los, en geeft zichzelf een nieuw gewaad, eene nieuwe Conditutie , welke is afgemeten naar zyne tegenwoordige gedalte en behoeften. Het was derhalven zinneloosheid, de Volken van Europa, by de verlichting der i8de Eeuw, te willen noodzaken langer te bakken onder eigendunklyke delfels van regeering, zonder den wil der volken ingevoerd , de Waarde van den mensch en burger volmaakt miskennende, hoofdzaaklyk gefchoeid op het wandrochtig leendelfel , en door het recht van overweldiging en geweld daande gehouden. Despoten, door bevoorrechte danden gerugfteund, en  ( 21 ) cn omringd van gewapende huurlingen ,' ter. fmoo.. ring van de ftem der klagende mensehheid, konden nu niet langer fluimeren op hunne throonen ; zy hadden eerlang den val te duchten van gevoelens, en meeningen, die fterker op het mensehdom werkten, dan de donder hunner mogendheid en de fpitfen hunner bajonetten immer.doen konden. Dit zagen deze volksvrienden; zy zagen den dageraad der omwenteling met dien der verlichting reeds vroegtydig aanbreken. En het geen hen te meer verfterkte in hunne verwachting, was, dat diezelfde verlichting allengs de nevels van het driest Fanotismus van voor den menscülyken geest verdreef, het bygeloof en Priestergezag , dat hoofdfteunfel van alle de Defpoten der wereld, deed zwichten,.en het ftelfel van verdraagzaamheid alömme veld winnen. Daar dus en de verganglykheid van alles,en het bederf der oude Systema's van regeering, en de wysgeerige verlichting,en de val der dWeepery in Europa, hun de zekere voorboden waren van eene algemeene gisting der Natiën, die de verbetering van haren ftaat voorbereiden moest, twyfelden zy geen ogenblik , of de 18de Eeuw zou in haren avondftond eene ftaatkundige' herfchepping van den belangrykften aart van de uitgebreidfte gevolgen zien bewerken. En indedaad , zy vond zich in hunne verwachting geenszins bedrogen. Zoo dra had Amerika zich niet van de Europifche Slavenketenen losgerukt , of men zag de lang onderaards gefmeuld hebbende vonken van Volksrevolutie in Nederland en in Frankryk losbarsten, en alles ontfteken door een vuur van vryheidszucht, waarvan de hette ook andere naburige volken verwarmde, offchoon heerschzucht en geweld in de meeste landen van Europa tot heden toe, dit Eleöriek vuur wisten ondertehouden , en de ftem der vernederde mensehheid te fmooren. — Waartoé aan den anderen kant de groote misdagen en yslyke binnenlandfche fchokken der Franfche revolutie, vooral in het Financiëele en Mercantiele, niet weinig hebben bygedragen. - De Volksvrienden-, hy deze wysgeerigc befchouwiYgen , een warm gevoel van menfehenliefde en het innigst medeiyden met hunne ongelukkige natuurgenoten in hun hart om warende fc werden daardoor geleid tot eene nafppjEipg van de eerfte fpringbronnen des heerfchenden bederfs in meest alle de Siaatsbefturcn van Europa. Zy vonden de voornaamfte derzelven in de verëenigdc werking van het desp> tismus en fanatismus, om de volken in drieste onkunde, dwalingen, en bygeloof derwyze te doen voordienen , dat zy hunne tirannen als wezens van hogere waardigheid dan zichzelf, God als den eerden indeller der thanny , en zichzelf als laffe Haven van den Gezalfden des ileere befchouwende, noch wetenfehaps, noch moeds, noch bezefs genoeg van eigen waarde immer konden .verkrygen, om het juk der dienstbaarheid van hunnen fleren nek aftewerpen, en zich vry en gelukkig te maken. Van Cor.Jlvityn den Grooten af vonden zy , dat de hoofden van Kerk en Staat eeuwig de handen in één geflagen hadden , om. elkanders throon ftaande te houden, en de overheerfching der volken,, de genietingen der rykdommen en der weelde , het aanzien en den luister van het oppergezag onderling te deelcn. Vau dit gevloekt ftelfel vonden zy dat het mensehdom nu zoo veele eeuwen het ongelukkig flachtöffer was geweest. Zy bemerkten dat ten minfte £ gedeelten van Europa, en wel het braafsten nuttig:t gedeelte der maatfchappyën ,niet anders gedaan hadden, dan ten voetenbank verftrekken voor den trots van het overig is deel, dan den luister van deze weinigen vergrooten gelyk de Diamanten, die flonkeren op den Turban des Grooten Mogols. — Éin. delyk, daar het diep vernederd , het uitgezogen . mensehdom naar vetlosfing fmachtede , daar het bederf by de defpoten tot een uiterde geklommen was, daar de S aten en Landen begonden weg tc zinken onder den jslyken last hunner gemaakte fchulden, verheugden deze volksvrienden zich , dat C 3 . ter  ( « > ter goeder uure de eerfte fchemering der verlosfinge kwam opdagen , en de tyd aanbrak, waarin het mensehdom van zyne ondraaglyke ketenen geflaakt, en aan zyne natuurlyke waarde en burgerlyke vryheid wedergegeven zoude worden. Zy befchouwden dit als het werk van God zelf, die niet langer dien fchaket van gruwelen en mishandelingen aanfchouwen wilde , maar die voor zyne fchepfelen beter lot bereid had, op dat de Natiën éénmaal die genietingen mochten fmaken , welke zich hunne overheerfchers tot nog toe hadden voorbehouden. — Dit verrukte hunne ziel van vreugde, en fchoon zy toen nog geene daadlyke bewerkers van het heil des Vaderlands konden zyn, poogden zy het reeds van ter zyde te worden, door het volk voortelichten, zyne ware belangen te leeren kennen, en tot de daarftelling eener betere orde van zaken voortebereiden. Deze Vrienden des Volks waren al verder, door eene aandachtige befchouwing van de verfchillende tydvakken en omwentelingen in de Vaderlandfche Gefchiedenis , tot hunne fmarte overtuigd geworden, dat zoo lang de Natie in geregelde maatfehappy beftaan heeft, zy altoos by beurten de fpeelbal is geweest, dan eens van het Despotisme, en dan veder van de Ariftrocatie, terwyl zy gedurig de drukking van het laatst opgenomen juk moede geworden, en misnoegd tegen het plaatshebbend Gouvernement, niet ophield naar nieuwe veranderingen te ftaan,en zich eindelyk uit den arm der Ariftocraten in dien van Oranje, en uit dezen in dien der eerften wierp, doch met geen ander gevolg, dan dat zy van Heeren verwisfelde , zonder dat haar Ibt eenigszins. draaglyker gemaakt werd. — Zy befchoüwden ■ dus alle de omwentelingen van or,s land tot hiertoe als kantelingen van het rad der ftaatstzticht, alleenlyk gefehikt , om nu de eene en dan de andere party er boven op te helpen, terwyl"her goede volk als defpii, om welke alles drSiide, onbeweeglyk aan zyne plaats gebon.' den, en altoos even ver van den cirkel der Oppermacht verwyderd bleef. —. Zy namen dit met zoo veel te inniger leedwezen waar, daar zy duidelyk ontdekten, dat de onkunde en het driest vertrouwen des volks ten allen tyde de blinddoek geweest waren, door welken hetzelve zich moedwillig had bedrogen of laten bedriegen ; zy voedden hierom de gegrondfte vrees, dat eene Natie , te dikwyls tot hare fchade geleerd wyzer te zyn, zonder het immer te hebben wiilen worden, ook nu het getal harer dwalingen vermeerderen, en den ouden ftrop weder om haren eigen hals halen zoude ; en dat, wanneer zy al eens voor een oogenblik de oogen, opende, en het beftuur in andere handen vertrouwde, dan nog eene dwaze verkleefdheid voor eene regeering der vermogenden en aanzienlyken weldra wederom by haar zoude boven dry ven, om dat het volk, gelyk nu reeds aanvanglyk het geval is, ziende dat die Clasfe van lieden zich geheel en al aan de Grondvergaderingen, het beftuur, posten en be. dieningen onttrekt, (uit hoofde dat zy anders beducht is van met eene mindere Clasfe vermengd of door dezelvq overfchaduwd te zullen worden) en vrezende, dat zonder de ryken en Patriciërs.de re-, volutie niet zal konnen worden tot ftand gebracht, wel genoodzaakt zal zyn, om deze laatften weder interoepen, en dus de party van mindere doch waardiger burgeren wederom te verlaten. Bovendien klommen deze wysgeerige vrienden des volks hooger op tot den eerften oorfprong van alle de onheilen, hun Vaderland eeuwen lang door de; zoo even gefchetfte worftelingen van Ariftocratie en Defpotismus overgekomen. Het was hun geenszins twyfelachtig.waar zy dien oorfprong te zoeken had--, den. Zy werden door de Gefchiedenis als metde hand geleid tot de grondlegging van dat heilloos lecnftélfel, het geen Europa, en dit land inzonderheid , jammerlyk verfcheu'rd ,, de ware Vryheid en Gelykheid vermoord, het defpotismus geheiligd, de- klee-  ( 23 ) fcleene ttrannendommen, als zoo veele hoofden eener helfche Hydra , daargefteld , en de vruchtbare zaden van eene foederative Staatsregering in deze Republiek geftrooid heeft. Immers zagen zy , zedert de invoering van dat Feodaal Systema, de toen zoo gezegde Nederlanden ten leen van het Duitfche Ryk verklaard, dat leen by fnippers en brokken uitgcdeeld aau kleene derpoten van allerlei rang en orde, die zich in 's Keizers gunst wisten te wikkelen. Zy zagen de byzondere Gewesten door hunne Leenhoudende Souvereinen eigendunklyk beftuurd, ongenadig uitgeput, vvredelyk mishandeld, en genoodzaakt om hunner perfoneele heersch- wraak of baatzucht met goed en bloed ten dienfte te flaan, welke flavendienften de Landsheer van tyd tot tyd met fchreeuwend onrechtvaardige bevoorrechtingen van Gewesten, Steden, Corporatiën of individueele perfonen, ten koste van het algemeen, en ter verkrachting eener natuurlyke gelykheid , fchelmachtig wist te kopen. Hierin vonden zy de noodlottige bronader van den rapzaligen Provincialen geest met alle deszelfs fchgdelyke zaden; hierin, de uitfluitende rechten van perfonen , ordens, rangen, gilden, of volksgedeelten boven anderen; hierin, de ongelyke en verwarde territoriale feheidingen ; hierin, de wangunst, den naaryver der eene Provincie op de andere; hierin, de onëvenredige drukking der algemeene belastingen; hierin, de aanhoudende pogingen , om het algemeen belang aan het byzondere te onderfchikken, om het eene Gewest te doen bloeien door het andere opteöfferen, om elkander tegente werken in alles, waarby het Provinciaal belang met dat des geheelen volks in tweeftryd kwam; hierin, de algemeene verlamming van het ftaatsgevaarte, door eene aanhoudende botfing van deszelfs onderdeellge raderen; hierin, de halflange verkleefdheid aan zyne veelfoortige byzondere Landswetten, Gewoonten, en Privilegiën; kortom, hierin zagen zy alle de jammerlyke misbruiken van het oud Systema onzer regeering zedert eene reeks van eeuwen gegrondvest en voorbereid. Zy vonden wel, d.t de revolutie der itsde Eeuwc aan dit log en werkloos Foederalistïsch gevaarte eene min of meer veranderde richting gegeven had, doch zonder dat de inwendige zamenfteliing daardoor eenigszins verbeterd was geworden. Oranje en zyne edelen, aan 't hoofd des misnoegden volks in opdand tegen Spanje, hadden indedaad geen zoodanig plan, waarby eene volkomene verandering van het Staatsbeduur eenigszins te ftade kwam. Enkel ten oogmerk hebbende , het land aan den tiran te ontweldigen , om zichzelf onafhanglyke meesters van het beduur te zien, deden zy zeer daatkundig alleen zoo veel als nodig was, om de verbondene Gewesten voor zieh te behouden, en uit derzelver vereeniging al dat nut te trekken, welk in een der woedendfte oorlogen , ten hunnen behoeve ondernomen , onmisbaar was. Zy maakten de ProvincicA één naar buiten, en dit gaf hun de grootde macht tegen den geweldenaar, doch lieten haar verdeeld van binnen, en behielden dus alle de oude misbruiken , om dat dit de eenige ruïnes waren, op welke zy hunnen Aridocratifchen of Defpotieken throon konden dichten. Waren er destyds wysgeerige ert genoeg verlichte koppen in het land geweest, die moeds genoeg hadden bezeten , om met het waar Republikeinsch delfel, en met een Plan van Conditutie daarop gebouwd, voor den dag te komen, gewis, de dageraad der Vryheid en Gelykheid was twee Eeuwen vroeger aan de Bataaffchen hemel gerezen ; offchoon wy zeker geloven, dat men in dat geval en Oranje en de edelen weldra zou hebben zien zwenken, en pogingen doen om het volk weder aan Philips te leveren. Dan, dit had geen plaats ; de krygsman zelf, de flimme Oranje ont» wierp een verbond van Unie , juist zoo als het naar zyn oogmerk nodig was, en welks gebreken meer  ( «4 ) meer dan deszelfs volnfaaktheden ónze bewondering voor Willem opwekken, om dat die gebreken de volmaaktde waarborgen voor zyn listig gefmeed Plan waren. Ondertusfchen werden nierdoor alle de oude misdagen, het geheele Foederalistisch wangedrocht vereeuwigd, en de Republiek bleef, gelyk zy tot op het einde van 1794 was , een monderachtige Centaurus , een werktuig van immer worttelendc partyen, en het flachtöffer van byzondere Provinciale belangen, met één woord, juist dat geen , het Wélk zy zoude hebben moeten blyven, indien het eerst ingeleverd ontwerp van Conditutie onverbeterd ware ingevoerd en in werking gebracht geworden. Wanneer zy zichzelve bedaarul} k afvraagden, welke toch de oorzaken mochten zyn, die, tegen het fpre kend belang des geheelen volks , zoo veele tyden achter één, dit heilloos delfel daande gehouden, en de vestiging van het waarachtig Republicanismus verhinderd hebben, bemerkten zy ten klaarde, dat de hoofdoorzaak hiervan eigenlyk gelegen zy in de heerfchende kracht der vooröordeelen. — Vooröordeelen, die zy deels aan den kant der ryken en bevoorrechte danden, deels aan de zyde van het ge. meen ,of de lagere volkselasren , meenden te moeten zoeken. De eerften toch, offcboon ook onder hen deugd en braafheid te eerbiedigen zy , en zy uit hoofde van meerdere verlichting niet zelden bewonderaars zyn van het Republikeinsch delfel, zoo lang . bet zich in de befpiegeüng, in de oude Republieken der wereld b. v. aan hun oog vertoont, komen zoó dra niet tot de toepasfing dier fchoone theorie, of zy treden terug als voor een fchrikbeeld,; en worden dé felde tegenwerkers van een Systema, welk hun vernuft hen had doen' goedkeuren. En waarom ?om dat zy in den waan verkeeren , dat hunne rykdommen, hunne voorrechten, door geboorte of d;,nd verkregen, eigendommen zyn, welke zy, met uiilhnting van den derden daat of van het overig mensehdom, bezitten. Bezorgd derhalvén van iet daarvan te zullen verliezen , en trachtende zich in het bezit hunner voorrechten te handhaven, werkt hun voor:oordeel in volle kracht het Republikeinsch Systeira tegen, en zy houden aan het oud bedorven delfel vast, niet uit overtuiging dat het beter, maar uit bewustheid dat dit het eenigst middel is om zich daande té houden. — Geene mindere vooro .rdee. len verbyderen het gemeen. Opgevoed in de drieste vooringenomenheid hunner Vaderen voor Oranje en het Ariftocratcndom, van kindsbeen afgeleerd de Franfchen in een ongundig daglicht te befchouwen, en verhit door blinde dweepzucht en bygeloof, bieden zy wederdand aan de wysgeerige verlichting, mistrouwen eene orde van zaken, welke ons met de brave Franfche Natie natuurlyk en duurzaam verbinden moet, en befehouwen de in werking brenging der gezonde beginfelen als eene ingreep op de rechten van den Godsdienst, en eene ondcrmyning van alle zedelykheid. — Uit de zamenwerking deze wederzydfche vooröordeelen , door Oranje en zynen aanhang altoos listiglyk gevoed, ontftond de onophoudelyke belemmering der goede zaak, en de duurzaamheid der oude Corftitutie door ruim twee eeuwen heen is in geene andere oorzaken dan deze op te losfen. Qlet vervelg in N°. 44,) Deze Nomraers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer,, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. *sHage, van Cieef en Leeuweityn; Leyden, Honkoop en Herding; jmlferdan, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, v.m den Dries; Alkmaar,. Molenaar ten verder in de, overjg ProviHtiëu, a drie hc.theele ,.en één cn een halve duiver het halve blad*  DE DEMÖC RAT E N. N°. 44. Lanierda% den 9 Maart 1797. Bet Derde Jaar der Bataaffehe V,,hM. Een altyd braaf, fnndvastig man, Voelt door het dreigend ong van een vergramd Tiran, Ntch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefclwkt. horatius. Tafereel van de party der volksvrienden. {Ten vervolge van bladz. 17 — 24 ) De vrucht van alle de voorgaande wysgeerige en 1 proefondervindelyke befchouWingen was by de i vrienden des volks geene anderé , en kon geene I andere zyn dan deze, dat zy eene volmaakte ! fchoon voorzichtige floping van het oude ftelfel tot in deszelfs diepde fondamenten volftrekt noodzaaklyk keurden , niet alleen , maar ook tegelyk oordeelden , dat het nieuw gebouw eener Staats.inrichting , indien het eenigszins goed , en voor de behoeften van het volk in onze en volgende tyden berekend zoude zyn , en een waarborg verftrekken tegen alle inkruipfelen van de vorige gebre-^ ken, volftrekt geen éénen Heen der oude afbraak moest bevatten, maar uit den grond op, naar eene betere bouworde en op gantsch verfchillende fondamenten, moest worden opgetrokken. — Zy oordeelden by gevolg, da: alle Conditutie, welke zelfs maar het minde fpoor overliet van het Foederatif er. leenroerig delfel , alle Conditutie , waarin de één en ondeelbaarheid der volks - Oppermacht en der Republiek niet zonder eenige bepaling en buigcheling werd daargedeld, alle Conditutie, welke niet deunde op de eeuwige rechten en plichten van mensch en burger, en waarby maar de H. OEBU D ;leende opening werd overgelaten voor Ariftocraie en Faiiatismus , om in het vervolg weder binien te fluipen ; dat alle zoodanige Conditutie doodyk zoude zyn voor de vryheid en het geluk des /olks, om dat het in de natuur der menfchen ligt, lat zy zich moeilyk overgeven aan nieuwe en betere nrichtingen, terwyl de helling naar oude gewoon:en en misbruiken hen deeds doet terug treden tiaar het geen zy voorheen deden of genoten , het geen nu verderfiyker dan ooit voor de Natie zoude worden, om dat het haar verderf op eene Conditutioneele.door haar zelve gewettigde ,wyze zqüde verzekeren. 'Hierom wilden zy eene volmaakt nieuwe en wysgeerige Staats - inrichting , waaruit alle de vorige leemten verbannen waren , en die het volk van Nederland de zekerde behoedmiddelen ter hand delde, ter weering van alle ufurpatiën in de toekomst. Dit niet alleen, zy verlangden tevens eene Conditutie, die het volk zoo wel gelukkig als vry en onafhanglyk maakte. Daar één der grootfte misbruiken en der drukkendde onheilen van het volk ondeT het oud beftuur, altoos geweest is de onregelmatige verdeeling en onrechtvaardige hefnng der algemeene lasten, om dat dezelve naar de egoïs- ti-  f 25 ) tifehe fchaal van Provinciale Quote's berekend, en gemaakt was, om het nyver en werkend, dat is, het nuttigst gedeeite des volks uitteputten, cn het vermogend , confumeerend deel der Natie te bevo.ordeelen; — daar dit eene dervoornaamftc bronnen geweest is , uit welke een billyk misnoegen en zucht naar verandering aan den eenen kannen aan de andere zy. de eene drift om zich ten koste van alles op den ouden voet ftaande te houden,is opgeweld; — daar derhal. ven de beste Conftitutie, indien zy dit kwaad niet met wortel en tak wegneemt, indien zy geene gelyk matige en billyke verdeeling der belastingen daarftelt, indien zy het volk niet'verzekert, dat het voordaan niet meer de fpons der ryken en grooten, maar dat het gelukkiger zal zyn , dat het genieten zal zoo wel als zy ; noodwendig de zaden van het vorig ongenoegen-, en dus van hare eigene fnelle ontbinding fltdet met zich voeren; (tonden zy onwrikbaar pal in dat gevoelen , dat de oude fekuld gemeen gemaakt, en een nieuw Systema van belastingen ingevoerd moest worden, gegrond op het belang van allen , berekend op de fchaal van betreklyk vermogen, en ten gevolg hebbende , dat de Geldheffingen den vermogenden , den man van weelde •mcoj-, maar den geringen en werkzamen burger minder of geheel niet drukten. — Dan,hierby bepaalden zich hunne overdenkingen, hunne wenfehen niet. Zy hadden in alle de Republieken der wereld eene kanker waargenomen, welke aan derzelver hartader knagende, eindelyk den wisfen dood derzelve ten gevolg had, zonder dat hare Conftitutie, al was zy ook de best mooglyke, dit immer konde voorkomen. Deze kanker is het bederf, de verbastering , en eindelyk het volkomen verlies van het Nationaal -Character. — Wanneer zy onze Natie uit dit oogpunt befchouwden , en vergeleken met het oorfpronglyk braaf en vast Chan.cter hunner voorvaderen, dan ontwaarden zy ten duidlykfte, dat zy.dit edel Characier iji veele-opzichten thands verloren heeft, dat zy in hare zedelyke geaartheid hoogst verbasterd :s geworden, en dat zy niet ver meer af is van zulk eene gefteldheid, in welke een volk ten eenemaal ophoud eenig Nationaal thands verloren heeft, dat zy in hare aedelyke geaartheid hoogst verbasterd :s geword -n, en dit zy niet ver meer af is van zulk eene gefteldheid, in welke een volk ten eenemaal ophoud eenig Nationaal CharaCler te bezitten. De oorzaken van dit jammerlyk vervul opfporende, vonden zy die voornaamlyk in de vermenging van andere Natiën metdeon«e, in den verleidenden invloed van vreemde modes en buitenlandfche Staatsïntrigues op de volkszeden en op het vorig Staatsbeftuur, in de verdeelirg der gemoederen, veroorzaakt door de eeuwige woede der factiën en der byzondere belangen , eindelyk in de fchandelyke tegenwerking van het oud Gouvernement , tegen alles wat eene verlichting en verbeterde opvoeding des volks maar eenigszins be. vorderen kon. — Zy zagen, dat door dit alles het Nationaal Cuaraöer ten eenemaal ontzenuwd, en verpest is geworden , alle V'ofks|eest uit ons midden verbanden , en de laffe nakomeling van den fleren , edelen , Batavier en Fries misvormd tot een wezen, vatbaar voor de grootfte mate van bederf, en onvatbaar voor de weldaden en verbeteringen der beste Conftitutie, al had het vernuft van alle de wysgeeren en menfehenvrienden der wereld dezelve uitgedacht. — Trouwends , geef èenen zieken, wiens vochten bedorven zyn, de uitnemendjfte voedfels, gy verhindert geenszins doo; dit middel zynen dood, dikwyls zult gy dien enkel verhaast hebben. Geef de uitmuntendfle Staats - inrichting aan eene Natie, welker Chan.éter gy onverbeterd laat; haar geluk zal fchynbaar, hare beterfchap kortftondig zyn, maar zeker zult gy den volmaakten ondergang dezer Natie niet hebben voorgekomen. —. Zy, welken wy u fchilderen, waren derwyze van 't gewicht dezer waarheden overtuigd , dat eene goede Conftitutie nog maar half voldeed aan hunne menschlievende verlangens. Z.juden dezen 'geheel voldaan worden, dan werschten zy er tevens by, dat het Nationaal Characier des volks verbeterd, de Volksgeest opgewekt,veerkracht en zedelykheidaan V..'  C *7 ) (Je Matris tcrag gcfcven* eene eenheid en onverdeeldheid in de dpenfeare denkwyze , zeden en volksgewoonten bezwerkt, en langs dezen weg het R'pahlicmismus vereeuwigd , :en het volk vafr baar gemaakt mocht worden; j.om. de z;gcnipgeij van hetzelve op den duur1 te genieten. .—t,:Zpn> der dit laatfie oordeelden ?.y met alles Hechti' half -Werk gedaan, en de naderende verdelging van ons Vaderland , in weerwil der fch.oonfte Staatsinrichting, gedecreteerd. — Want, zy oordeelden, dat een volk , by de flechtftc Conftitute , indien het deugetznun is, en kundige, eerlyke belluttrder. n heeft, eer gelukkig zal konnen zyn dan een zedenloos volk, door Hechte lieden belluurd, by de beste Staatsinrichting. Zy gevoelden wel, dat het einddoel hunner wenfehen moeilyk te bereiken zonde zyn, en dat het geen werk van éénen dag is, noch onder hef bereik van eenen. Prsefidialen hamer!! ig ftaat, de gevoelens, de zeden, het Characier, den geest van een verbastera volk te verbeteren ; dan tevens bezeften zy de mooglykheid, om daartoe vruchtbare pogingen aantewenden , en 'de volftrekte noodzaaklykheid om met den moed van een wysgeerig Vriend van Volk en Vader, land , de handen aan dezen zwaren arbeid te flaan. Frankryk wees hun op dit heilzaam fpoor den weg Daar heelt men tegelyk met de invoering der «Conftitutie nieuwe Nationale inrichtingen , volksfeesten , openbare vreugdebedryveö , gedenkdagen van de gewichtigfte flappen der revolutie, he ïuneringen der döorhichtigfte Rep^blikeinfebe overwin ringen, ert vooral eene verbetering van het puciiek onderwys cn van het opvoedings - Se srema uitge dacht en m werking trachten te brengen; van dien zelfden aart zyn de middelen , welke zy oorbeelden dat ook in dit land behoorden te worden aangewend, en gelyktydig met de vestiging der nieuwe Conftitutie in trein gebracht, wil men van lieverlede een bedorven volk verbeteren, en het Natio¬ naal Character j den pabiieken geest, met goed gé« volg herfteiles, — .- ,,-.!t„...-?,ï9V niiv vs j»1 .< Tot dusver hebben wy enkel de ware Vrienden des Ba.taaffe.hen Volks befebouwd in hunne grondbeginfelen en gevoelens , betrei.lyk den mweodigei ftaat. van het Vaderland; laat ons n'u hen iiog ee» weinig nader leeren kennen in hunne (taalkundige begrippen, ten aanzien onzer buitenlandfche betrekkingen. — Ook op dit aangelegen punt toch vestigde, zich hunne aandacht , van het eerfte oogenblik af,, dat zy het zich ten plicht maakten om de ziak des Vaderlands, de zaak des volks de hunne tc maken. — Zoo zeer zy overtuigd waren , dac een land,gelyk het onze, om veele in het oog fpringende redenen , volftrekt nodig heeft een Systema van vriendfehap jegens alle Mogendheden te onderhouden, en in goede veiftandhotuiirg met hen te leven, zoo veel immer mooglyk is; zco zeer zy geloofden, dat om dit ftelfel behoorlyk te handhaven, ons land in eene beftendige en naauwe verbindtenis behoort te ftaan met eenen machtigen ennatuurlyken Bondgenoot , wiens eigen belang niet met het onze ftryd, maar juist daarin bèftaat, dac hy ons belang onderfteune en bevordere; zoo weinig beandwoordde naar hun inzien aan deze eenvouwige regelen, de Staatkunde, welke het oud beftuur zedert de oprichting van ons Gemeenebest beftendig gevolgd had. .De Diplomatieke handelingen van het voorig Gouvcruen ent op dien toets zettende, bevonden zy in het al; t meen, dat de twee worftclende partyën, Oranje en de Aridocraten, elk op zyne beurt, Zjch wel ten allen, tyde aan andere .Mogendheden en hunne ligues verbonden hadden, dan te. vens,. dat zy dit altoos had den gedaan op eene wyze die hoogst «erdervelyk w s voor deze Republiek, en met ojöff.ringen van ome'bare fchatten, levens, fchepen . be/.'uiogen en Nati male eigendommen, zonder dat immer du land daartegen eenig wezen- D 2 ]yk  C 23 ) lyk voordeel uit zyne Alliantiën en Verbindtenisfen, het zy van Verdediging, Neutraliteit,of Koophandel , had getrokken. De Gefchiedenis van alle onze oorlogen, en hoe veelen hebben wy er al niet moeten voeren! verzekerde hen, dat deze meestal gevoerd waren ten gevalle van geallieerden, die er alleen het nut van raapten, en zonder welken wy in eene kalme rust zouden gebleven zyn. — Wanneer zy de redenen hiervan nawoorden, was het niet twyfelachtig voor hun, of dezelve niet voornaamlyk in het volgende beftaan hebben, i. De bovendryvende party, om het even welke, maakte ten allen tyde Alliantiën met andere Mogendheden, niet tot behoud van het Vaderland, dit diende hun enkel ten masker, maar indedaad om zichzelve (laande te houden, en het regimen in hunne handen te verzekeren. Het natuurlyk gevolg biervan was, dat men zich voegde by zulk eene party, als de Conveniëntie van Oranje of des Ariftocraats vorderde, die, om zich hunne zaak aantetrekken, door aanzienlyke afftanden en opofferingen van onzen kant moest bewogen worden, en daarvoor het Vaderland op eene jammerlyke wyze deed bloeden. - 2. De natuurlyke haat van Oranje en zynen aanhang tegen de Franfchen was een altoosdurende llagboom tusfchen ons en dit volk gefield , welke verhinderde dat wy immer, hoe zeer wederzydsch belang zulks vorderen mocht, in de goede trouw en op den duur te zimen konden verbonden zyn. Alle onze alliantiën met die Natie waren dus valsch , ongefchikt om wezenlyk nut te doen , en van korte duurzaamheid. - Integendeel vielen wy, door de geheime woelingen van Nasfau's huis, t'elkens weder by die party , welke of met de macht van Frankryk rivalifeerde , dat is , het Huis van Oostenryk , of die door natuurlyke vyandfehap tegen de Franfchen geen anderen toeleg had , dan om dat: volk te vernielen , en zichzelve groot te maken-: wy bedoelen de Engelfchem Beiden onder- tusfehen hadden belangen , waarmede de onzen niets gemeens hadden, wy konden hun niet dienen dan ten koste van ons eigen bederf, ja, zoo menigmaal wy ons met hen tegen de Franfchen vereenigden, deden wy mets anders, dan de Staatslist van Oranje voeden, en mikken op den ondergang van onze natuurlyken Bondgenoot, en dus van ons zeiven.— 3 Hieruit vloeide eigenaartig voord.dat onze buitenlandfche Alliantiën , als gefloten met onze natuurlyke vyanden, en tegen da geenen die de natuur zelf beftemd had om met ons te verbroederen, allen nutloos , kostbaar , en verderflyk in de gevolgen voor het Vaderland moesten zyn. Om flechts eea paar voorbeelden ten bewyze aantevoeren : moest niet elke verbindtenis met het wangunftig Engeland eenen doodlyken flag toebrengen aan onze Vaderlandfche industrie en Koophandel , daar dat volk, niemand dan zichzelve beminnende, en een tegenftrydig belang met het onze hebbende, als van zelve gedreven werd, om de Zeemacht, de industrie, en den Koophandel der Nederlanden te verwoesten» ten einde er zichzelve meester van te maken, gelyk de uilkomst helaas! maar al te wel bevestigd heeft? Hoe was het mooglyk eenig voordeel voor dit land te berekenen uit den kostbaren en ons nog gebeuw genden fuccesfie - oorlog, waarin Oostenryk ons in 'c begin dc-ir eeuwe wikkelde, en dien wy in 't afgelegen Vlaanderen mede gevoerd hebben , quafi tot behoudenis van eene al te duure barrière tegen de Franfchen, die ons in de gevallen nimmer beveiligen kon , terwyl wy voor onze kostbare dienden door dat huis, gelyk men weet, allerondankbaarst beloond zyn (*) ? Waarom moesten wy in 1793 en 1794 zoo bloedig, zoo doodlyk voor het reeds zieltogend Vaderland, deel nemen in de operatiè'n der Piinitszer zaamgezworenen? was het niet om dat het Engeland behaagde de Mogendheden van het vaste land tegen elkander te doen verbryztlen, op dat de Brit zyn tirannisch Scepter over de Zeeën nacht C*),Men zie onze Vaderlanilfche Gefchiedenis ten tyile van pM» Ui  ( 29 ) mocht blyven zwaaien, en alle de Coloniën van andere volken verzwelgen ?- 4 E-ndelyfc, het gevloekt ide.ial van een evenwicht in Europa- heeft de laatfte hand aan dit verkeerd Sjstema van Staatkunde gelegd. Volgends dit denkbeeldig monfler , louter uitgedacht tusfehen twee machtige tirannen , om eikander optewegen of te verzwelgen, en ten dien einde van wederzyde de mindere Mogendheden op hunne zyde te lokken , moest de Republiek zich altoos by die Confoederatie , en aan die zyde voegen , waar de meeste fterkte was. Zy trad van tyd tot tyd in Triple- en Quadruple-Alliantiën , waarby zy voor zichzelf ter wereld geen belang had, waarin zy voor niets meer kwam, dan als figurante, of liever voor een kleen loodjen ge wichts, dat men in de fchaal wierp om een heilloos overwicht te maken. De groote tirannen fpeel-, den dus met haar , en het flot was , dat de ryke Nederlander altoos de ballen betaalde. —- Alle deze overwegingen deden de volksvrienden tot dit indedaad allerwettigst befluit kamen, dat. zal de Bataaffche Republiek immer by hars in- en uitwendige vryheid verzekerd zyn , zal zy duurzaam genot hebben van haar befchoren geluk, zal de tegenwoordige omwending worden geconfolrdeerd , en de fchadelyke invloed van Brittanje blyven buitengetloten , met één woord , zal hetyzeren Scepter der eerloze Britten éénmaal verbryzeld. zal ons Gemeenebest uit zyne diepe vernedering tot vorig aanzien verheven , zal onze Zeemacht , induftrie , Manufaétuur- en Handelwezen wederom in bloeiftand gebracht worden , dat als dan, zeggen wy , eene opiechte, op nederzydsch belang gegronde, allernaauwfte, en onverbreekbare verbindtems behoort plaats te hebben tusfehen onze natuurlyke Vrienden en Bondgenoten, en tusfehen deze Republiek. En wie zyn dezen? Buiten eenige bedenking niemand anders, dan Frankryk en Spanjen.' Het zyn deze.twee Janden, die als Zeemo gendheden met ons éénerlei belang hebben, dat ifv> zich gcmeenfchaplyk tegen den verachtlyken Brit te handhaven, en zynen trots, zyne roofzucht te helpen fnuiken. Met dezen verbonden, maken wy een machtig driemanfehap uit , het geen niet alleen in ftaat is om Engeland het hoofd te bieden , maar waarvoor het fiere Luipaard eindelyk zal moeten zwichten. Door onze kusten aan de Franfchen, en dezen aan de Spaanfchen te fluiten , maken wy in de Europifche Zeeën eenen langen en ontzagchlyken keten van havens en fterkten, die ons in ftaat ftelt om onzen onderlingen Koophandel tegen over onzen loerenden nabuur, tegen over het roofnest, het Algiers van Europa veilig te dry ven en krachtdadig te befehermen. De Spaanfche.de MiddellandfcheZee, de Bocht van Frankryk en het Kanaal, worden.daardoor fchoongemaakt.en deLevantfche en Oosterfche handel aanmerklyk gewaarborgd. Tegen zulk eenen machtigen Zeeketen zyn de Engelfchen op den duur niet opgewasfen. — Daarenboven moet deze drieledige verbindtenis aan allen even gelyke voordeelen bezorgen, en niet geiyk die met Engeland, des eenen voordeel ten nadeele van den anderen daarftellen,• om dat de ligging en de aart der grondproduéïen van Spanje en Frankryk natuurlyk medebrengt , dat zy, nog meer Land- dan Zeemogendheden' zynde, eenen overvloed van al het nodige hebben om zichzelf te voeden, en nog daarenboven genoeg overhouden om ons te konnen toezenden, het geen' ons ontbreekt, en daartegen van ons bekomen, hetgeen zy nodig hebben; ja zelfs, dat deze twee lan» den, wel verre van onzen Negaiiven Koophandel te benyden, veeiëer dien nodig hebben, om zich van' het geen zy. zeiven niet verzwelgen konnen , met voordeel te ontlasten , en wederkeerig te ontvangen zoodanige artikelen , als wy hun konnen toevoeren ; uit welke onderlinge verwisfeling niet anders dan wederzyds nut en belang kan oniftaan,zonder dat ooit een uitfluitend Monopolie, een naary.ver tegen elkander, of een wezenlyke tweeflryd D 3 va»  C 14 ) ysn belangen den onderlirigen band losmaken of verbreken kan. — Daar dus zoodanig eene* Alliantie op de natuur der zaak gegrond, en uit haren aart gefehikt is, om de drie landen al dat nut,. waarvoor ry vatbaar zyn, van elkandtr te dóen trekken , en dus ofit zich te vereeuwigen , hebben zy niet opgehouden dezelve te wenfehen, en te b'efchoow'en ais het' wezenlykst ftetinptmt der Bataaffche revolutie, welke de heilzaamfte vruchten daarvan aan onze nakomelmgfchap zal moeten overleveren. ——-» ' Ziet daar, Bataven ! de begTnfelen uwer ware Vrienden. Het is mooglyk , dat zy tc grof gefenetst zyn , om de waardy hu/mer beeldnis volkomen uittedrukken; maar dat zy volkomen getrouw, en naar de natuur zelf gemaaid zyn , daarvoor durven wy u inftaan als mannen van eer. — -Ondertusfchcn moet gy hen nog van naderby lee.en kennen, om hun uw onbepaald vertrouwen te fehenken. Wy gaan ten eindeu eene kleene fchets geven van hunne werkingen, en der grondregelen, welke ay zich daarby onveranderlyk hebben voorgefchreven. De Volksvrienden, even zeer van Ariftocratie als van Anarchie afkeerig, hebben ten oogmerk, langs geenen anderen dan den heilzamen middenweg der rede en der braafheid, met eene vasten maar bedaarden tred, te naderen tot het heiligdom der Vry. heid, welk men bezig is in Nederland te (lichten.— ■Ware, volkome'ne, vryheid en onafharrglykheid, zoo burgerlyke als ftaatkundige, te bewerken, uw Volksgeluk daarteftelien, de banden tusfehen u en uwe bondgenoten te vereeuwigen , de uitzichten onzer gemeenfehappelyke vyanden om hen en ons éénmaal weder onder het flavenjuk te doen buigen, voor altobs te verydelén , en ten dien einde zoo fpoedig uVogljk eene Conftitutie te verkrygen , die , op éénheid en ondeelbaarheid gegrond, de Oppermacht des Vólks, dé rechten van mensch cn burger huldigende, en eene Democratie by vertegenwoordiging invoerende, het veilig midden houd tusfehen Ariflt'. cratifchs en Anarchistifche geweldenaryeii , terwyl de naauwfïe en getrouwfte 'vertonden ons aan opze natuurlyke'Geallieerden vastfluiten; _ zoodanig is het hoofddoel , welk zy 2>eü hebben voorgefteld, waartoe alle hunne wenfeheh en- pógfagteri zich uitftrekken, en het geen zy op eene edele en grootfche wyze trachten te benaderen. Dan , van welke wegen en middelen bedienen zy zich, om dit grotftsch oogwit éénmaal te bereiken? Zoeken zy met den Ariftocrafifchen' Ul'ravcd rantisS dé onderliggende party te ftreelen. en zich met dezelve te verzoenen? Geenszins! indien zy ais menfchen htm hart raadplegen , dan vinden zy op den bodem van hetzelve geene bitterheid, geene perfoneele wraakzucht; zy gevoelen wel verontwaardiging tegen hen, ciie zich als openbare verachters' of ondermyners van het heif'g Republikeinsch Systema gedragen, en dezen zouden zy aan de rechtvaardige wraak der wetten willen overgegeven hebben , dan hierom h. ten zy den eeriy'-en Oranjevriend niet. Zy gunnen hem als mensch allesgoeds, en willen hem ais burger alle befcheidenheid bewyzen , en zoo veel genoegen doen fmaken,als met den ftand van een ftil en onderworpen, maar negatief,burger in de maatfehappy immer kan beftaan. Doch van de andere zvde vraagden zy z:ch menigmaal : is de revolutie hêfïlff moet de heilige zaak des Volks en der Vryheid geüantWaafd worden? mag men die heilige zaak verachtlyk maken , en den uitflag derzelve in de waagfchaal ftellen , door hen , ene zich Verklaren vyanden er van te zyn, en de wgenom wending vurig te verlangen , voor een groot deel meesters te maken van het algemeen geluk, en de dolken.in de vuist te geven, w aarmede zy éénmaal de vryheid wenfehen te doorKoten ? Is het geönrlofj , door vrees, zwakheid, en toegeeftykheid , zich zoo zeer te laten moeiden, dé* men aart vergiftigde- Vlooten-en Legers ue be- fcher*  fcberming van grenzen en Colonit'n verrro.uwe, dat men aan Oj;a^ch.ceeuwers bet lot des'Vaderlands in banden ftelie, dit men posten van het beduur, gewic' tigc ambten en bedieningen, in het burgerlyke en militaire, late behouden of opdrage aan de gevaarlykde wezens, die zich reeds vooral'verpand hebben,om in die betrekking al wat van hen afhangt, aan den vyand te leveren ? Met een woord , kan men de Bataaffche Natie vry en gelukkig maken, indien men gaat (luimeren in den arm van verraders, en zich gerust nede-zet op eenen grond , die onder onze voeten ondermynd word ? — Neen! het is niet mooglyk, dat één ecrlyk man, één braaf volks, beöuurer zoo denke! De vrienden des Bitaaffchcn Volks dachten anders. Zy hebben geen oogenblik gewankeld in hunne meening , dat eens revolutie gelyk de onze, met bedaardheid eu billykheid, maar tevens vooral met moed cn lïerkte , moest worden doorgezet, — Zy hebben niemand willen bena4eelen, maar even weinig iemand willen vleien. Zy hebben geoordeeld , dat men Zyne vy.mden door krachtige maatregelen binnen den dillen kring van zich aan de meerderheid onderwerpende burgeren houden, dat men ben door rechtvaardige handelingen en wysgeerige inrichtingen, door ondervinding van het nut der-omwenJing, van hunne'dwalingen genezen, maar tevens dat men hen beletten moest van geen kwaad te konnen doen. Volgends hen, behoorde de aanhang van Oranje uit die plaatfen en posten voor als nog geweerd te blyven, waarin zy reeds maar al te veel fchade gedaan heeft. De minde aanranding der nieuwe orde van zaken moest al het gewicht der draffj op den fchuldigen doen ftorten. Men moest géêrie fretten of beflu'ten nemen, die uit haren aart niet genoegzaam waren om het kwaad te duiten, neen, men moest voorzichtige, maar volkomene en groote, dappen doen, men moest nadruk en kracht geven aan zyne inrichtinjen, en dezelven door gedurige uitzonderingen en opvolgende verwaarlozingen niet zelve verlammen. Kortom ," do Volksvrienden wersehten energie in het beduur, goede trouw in de ambtenaren, kunde jein gevoel van eigen waarde by het volk, Republikeinsch vttiir in Legers 'en Vlooten , en klem fti hét handhaven der wetten , van het begin der revoIur:e af ; jffi opgewekt te zien. Zoo bevinden zich dan deze Volksvrienden in eene 'groote tuffclienruin-.te van den trotfehen en laffen Aridocraat geplaatst; 'dan zy zyn cr geene cnüele febrede door genaderd tot den dollen en intrigueerenden Anarchist. Neen , dcnzelfden verachtenden blik, waarmede zy den eerden van zich al'frieten , daan zy tok van verre op den laatden. Door geer.e roerfels van etgenb'efarig', heerschzucht, baatzucht, wraakzucht, of bedilzucht immer bewogen, verre geplaatst boven het bereik dier lage driften , willen :*y niet over puinhopen en door het burgerbloed wddcndb den heuvel der Vryheid beklimmen ;zy willen de wet doen heerfchen, de wet alleen doen wreken, maar ook die wet, even zeer door 'het beduur en de ambtenaren als door het volk, geëerbiedigd eh op> gevolgd hebben., Zy verlangen niet, dat men alles zal afbreken, eer een nieuw gebouw gereed zy om het'oude te vervangen ; maar even weinig bcgeeren zy, dat men eenen ouden bouwval oplappe, of zich daaronder late verpletten. Zy wenfehen wel floute, maar terens alleen berekende (lappen. Zy z_}u overtuigd, dat men in het tusfejienryk der revolutie niet altoos Conditutioneel kan noch moét handelen ; maar niet minder zyn zy afkeerig van dolle en reukloze ondernemingen , die boven alle wet zyn, en flechts aan bandieten voegen , onder het waas van revolutio'iai.'c >•'•• ;mgen ftrafloos te laten bedryven. Het volk willen zy geëerbiedigd hebben,' maar niet minder de orde, het algemeen gelukt en de wetten. Het volk trachten zy zyne eigene waarde te doen kennen , en kracht inteboezemen, om zich in het genot zyner Oppermacht en Vryheid te handhaven, en die nimmer aan nieuwe banden te la-  I 3* > laten klinken; dan fy bedienen zich ten dien einde niet van listige intrigues , opruiingen , aanvuring van 's volks driften , ontvlamming eener onedele wraakzucht en perfoneele haat, of van het aanraden/ van onbezonnene en oproerige fl ippen. Zy pogen het volk te verlichten en te verbeteren, op dat het voor de vryheid vatbaar worde, en door het zelfsgevoel beftuurd , den rechten weg tot zyn geluk leere kennen, en betere keuze doen van die geenen, die het tot zyne beftuurderen en bedienden roepen wil. Dit is het groote middenpunt van alle hunne pogingen by de Natie; hiernaar zyn alle hunne gefprekken en handelingen , by groot en kleen , by vriend en vyand, afgemeten; en van dit fpoor verwyderen zy zich nimmer, wel overtuigd , dat een verlicht, orde huldigend, en deugdzaam volk alleen in ftaat en waardig is om de zegeningen der Vryheid op den duur te genieten. En waarom zouden zy zich laten aftrekken van liet vaste middenfpoor der rede en der deugd! kan men dwalen , kan men dubbelhartig zyn, kan men wankelen in de keus zyner middelen, wanneer men, Jitfangtoos zichzelf vergetende, het oog onwrikbaar gevestigd houd op één doelpunt, het heil des geheelen volks, en wanneer men recht toe recht aan den weg betreed , die derwaard heenleid ? — Geene roem- noch baatzucht kari"ooft ware Vaderlahdfche gevoelens bevlekken. Wanneer men het heil des volks welmeenend zoekt, is men niets minder dan onverfchillig omtrent de achting , omtrent de erkentenis van eene Natie, aan wier geluk men arbeid ; dan, geene eer haalt in de fehatting van eenen Volksvriend by die , van in heilige ftilte of meer openlyk medegewerkt te hebben, om een al te lang vertrapt en mishandeld volk te redden. Éénmaal van de lippen eener vrye en gelukkige Natie te hooren rollen, en met een Bataaffchen broederkus verzegeld te zien: „ Gy waart onze beste Vrienden!" ziet daar het grootfte loon waarnaar men moet dingen ! En zo men al dien burgerkrans nimmer ontvangen mocht, zo het volk zyn waar belang en zyne vrienden konde miskennen, dan nog zou hun arbeid niet onbeloond blyven; neen, zy zouden altoos de zaligfte voldoening vinden in de goedkeuring van hun eigen hart, dat hun, onder de puinen des Vaderlands bezwykende, zoude iuluisteren, „ Gy hebt welgedaan 1" (Het vervolg in Ne. 46 of 47 ) De* Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te UtrecU by^ Wit en Al heer, „de Wed. J- ter Veen en Zoon. fs Hage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herd.ng; ■ JLim, J.A.Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Doosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDnes; Alk,naar, Mekaar nverderindeoverigPrOvintiën, adriehetheele.enééneneenhalveftmrerbethalveblad.  DE DEMOCRATE N. N°. 45. Donderdag den 16 Maart 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid $ ' '' ' V" Een altyai braaf» ftandvastig man, 11 Voelt door het dreigend oog van een. vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. ■iu..^i,:J jat! va ilïw e»H«fitt«b wob %1è6\s noddSH \nS$sl{-\-$$-Htev solaas sbmiji 33 Het gedrag onzer HolUpJfch: Medeburgeren in de jongstverlopene 14 dagen, de thands befliste uitflag der Grond- en ..Kiesvergaderingen, ter vernieuwing van het Intermediair Provinciaal Beftuur, en de belangryke gevolgtrekkingen, die eik wysgeerig menfchenkenner en beminnaar van zyn Vaderland met heeft konnen nalaten daaruit afteleiden voor eene blinde, bekommeringsvoile, en zwarte toekomst» deeden ons befluiten , om tusfehen het uitvoerig fluk, waarmede wy zedert N°. 41 bezig zyn, en wel hier ter plaatfe.intcvlechten de volgende fchoone verhandeling, ons medegedeeld om daarvan naar goedvinden gebruik te maken. Wy hebben dit te eerder willen doen, daarnet gewichtig onderwerp, welk wy in N°« 44. op bladz 36, 37, maar met een enkel woord konden aanroeren , hier volledig, en wy durven er byvoegen, uitmuntend fchoon behandeld, word. Misfchien ftrekken de volgende gedachten op'"dit oogen'blik tot geene ongepaste inleiding. Nimmer was een volk op den duur vry, indien het zyne vryheid niet wist te fehatten, niet wist te gebruiken. De Vryheid is een teder metaal, dat verroest, indien het niet daaglyks gebruikt of genepen word. Onkunde en verwaarlozing der volksbelangen is het onzagchlyk flaapmiddel, waaraan II. I »1j Nwtsj ; livr rvbnielivyt isriawn e^ovV-fstfi alle volken , die immer ophielden vry te wezen, zich hebben doodgefiuimerd. tZoo dikwyls een volk zyne oppermacht uitoefent, door Kiezers te (lellen, en dezen in den naam des volks, door beftuurderen te verkiezen, komt de vryheid in eene crifis. Men ziet alsdan t'elkens den graad der algemeene verlichting en vryheidszucht. Men ontdekt de domheid, de lafheid, de werkloosheid, de zwakheden des volks ten duidlykfte, de listen der intriguanten ontwikkelen zich, de faótiën worflelen tegen elkander, en de uittlag — is nagenoeg dé juiste Thermometer van 's volks zedelyken toeftand, en de voorbode van zyn toekomflig lot. Wat zal men zeggen van een volk, dat eene Volksregeering door zyne gevolmachtigden wil', en dat zoo weinig kiesch is om die gevolmachtigden naar -zynen wensch te doen verkiezen? Wat van een volk, dat zelf de gronden legt tot eene ondraaglyke Ariftocratie , terwyl het bezig -is zyne gebiedende item te deen hooren ? Een volk, dat de Arilïocratifehe woelingen kan in de hand werken, er. zich in gevaar ftellen om andermaal het flacbtöffer zyner domheid en toegeeflykheid te worden, —. verdient waarachtig nimmermeer vry te zyn. In de Kiesvergaderingen fpeelt altoos reeds de geest  C 34 ) geest van het volgend beftuur. Onkundige Kiezers zullen veelal even zulke beftuurders kiezen, en zich door hunne drieste vooröordeelen laten geleiden. Is de Kiezer een Faétionair, dan kan men rekening maken, dat hy het volk eenen man zal geven, niet die berekend is voor zynen post, maar die even zoo denkt als hy; hy kiest voor zichzelf, en geenszins voor de Natie. Zoo zal en de Ultra-revolutionair en de Ultra • moderantist wezens aanftellen naar zynen fmaak, zonder te onderzoeken , of zy eenige kunde, eenige verdienfte hebben ? Hebben zich de Kiezers laten misleiden door fnoode intriguanten , dan zal de een alles willen behouden, al ftryd dit met 's volks openlyk verklaarden wil ; terwyl de ander, om tegen te werken, alles zal willen vernieuwen, al ftrookt dit weinig met's volks geheiligde belangen. Deugd en kunde worden ter wederzyde voorbygezien, — de partyfcbap alleen beflist — en het arme Vaderland word er aan opgeofferd. Waarom is de deugdzame en kundige Patriot zoo onverfchiliig? Waarom onttrekt hy zich, en ftommelt het Vaderland ongefchikte wezens in de hand? alleen om dat hy vreest, zelf ten toonêele te zullen moeten treden, en ongaarne opofferingen voor het algemeen heil doen wil. — Neen , dit is niét de weg, om eindelyk de goede zaak te redden , brave Medeburgers ! Uw eisch is groot, 'gy dingt naar vryheid en geluk; maar gy moet dan ook deze dierbare panden boven alles liefhebben , en ten koste van alles weten te kopen. Gy begeert een goed beftuur, en gy hebt geen moeds genoeg, om er de gronden toe teleggen ! Gy klaagt over misbruiken, en gy vertrouwt u aan die geenen, die er de bewerkers van waren? Helaas! het is uw eigen fchuld , indien u de vryheid eenmaal geheel ontweldigd word! Kundige en welmeenende Vaderlanders! wilt gy eenmaal door doelmatige Grondvergaderingen en weldenkende Kiezers eene gewenschte repraefentatie doen daarftellen , wilt gy het Vaderland niet fpoedig doen ftranden op de klippen, waaraan het reèds een en andermaal gefloten heeft, — dan fineken wy u in den naam des Vaderlands ; verlicht het volk , vormt de openbare denkwyze , herfielt den Natie-geest, het Character, verbetert dfe zé.; den, en vestigt in deze gronden alleen eene Conftitutie, die anders binnen weinig tyds in den afgrond' moet wegzinken. Wy weten geen ander hulpmiddel. Landgenoten ! wy herhalen het u. Gy zyt niet gelukkig,'om dat gy te weinig verlicht zyt! kent uwe vryheid, uwe rechten, uwe plichten, uwe belangen, uwe gevaren, uwe vrienden, uwe vyanden , uwe dwalingen, u zelf — en gy zult ophouden dé prooi der factiën, de fpeelbal der intrigues, en het flachtöfler des OBgeluks te wezen. — Wilt gy de middelen en beweegveeren hiertoe kennen ? Leest dan opmerkzaam het volgend Vertoog over de volksverlichting door nationale instellingen. Bataven! zult gy denken, — wanneer gy ü eene Conftitutie geeft — alles voor uwe vryheid gedaan te hebben ? mooglyk — hebt gy als dan flechts nieuwe kluisters voor u gefmeed. Uit de 'Wyze hunner Staatsregeling zagen de Zweden het Defpotis¬ mus, dat hunne halzen drukt, zich verheffen; — de Conftitutie , voorheen de roem des Engelschmans,dëkt hém thands mét fchaamte, mèt ellende; en uwe oude voor veelen zoo geliefde Conftitutie,. dompelde u in diepe fiaverny. ü  Waarom vestigde geen of.byna geen der heden'daagfche volken de vryheid op zynen grond' — Waarom maakten hunne edele pogingen om zich de vryheid te verzekeren , hen vaak tot grooter Haven ? — Om dat zy de burgerlyke inftellingen verwaarlozende,zich Hechts bepaalden tot hun politiek beftaan.— Om dat zy vergetende Burgers te vormen, flechts bedacht waren op het maken van wetten , en, om dat zy verkozen de waardy der vryheid in Koper of Marmer, en niet in der Menfchen Harten te gra veeren. — ö! Wat kenden de ouden, beter dan wy, het gelukkig geheim om vry te blyven ! — met welk eene zorgvuldige oplettendheid maakten zy zich de minde omftandigheden , die onze vernuften als kleinigheden zouden verachten, ten nutte; een Lycurgus befchouwde die als de ware kracht zyner Conditutie j en Numa leesigde door de geheimfte fpringveeren die woestheid , welke de Romeinen voor hem tot zoo veele ftruikrovers maakte. Vergeefs zoekt gy de oorzaak dier wondoren in de politieke Conftitutie dezer Staten ; het waren Koningen, Raden, Gemeensmannen, die alle macht in handen hadden , niets was zoo flecht als de vorm van hun beduur. Door de Confthutie is het volk niets; maar door zyne burgerlyke inzettingen alles. — . Wie bewondert niet den Heldenmoed der ThebaHf», die door Epaminendas aangevuurd, met fnellen vaart zich boven al de Grieken verheffen ? Maar Epaminendas fterft, en Thebes roem met hem ; zy fchittert flechts één oogenblik, haar luister taant, want haar macht was flechts gegrond op het vlug verftand van één eenig Man, en niet op de zeden des volks Brave tpaminondos! hadt gy by den roem van Sparta's hoogmoed verbryzeld te hebben , ook de onverwelkbare eer gevoegd van Jhebe te hebben hervormd, nimmer hadt gy roet fmart den val van uw Vaderland, in uwen dood,.gezien , en uwe üïkomelingen, machtig door uwe inftsllingen, had¬ den, wel ver van de eerfte flachtöftërs eenes woeste:? Altxanders te worden, hem op hunne wallen fiaci». tende,der wereld die gruwelyke verwoestingen, Sn der mensehheid ftroomen van tranen konnen be-> fparen. - • ■ Hoe veele vergelykingen maakte men tusfehen Romeinen en Carthagersl aan hoe veele verfchillende oorzaken fchreef men de overwinning der eerften , en de nederlaag der anderen toe ! dan bëfchouwt deze beide volken met oplettendheid , en gy zult met Polybius overtuigd zyn, dat Rome alleen zyne meerderheid boven Carthago aan zyne burgerlyke inftellingen te danken had. Die grootfche eerbewyzingen aan de asch der burgeren, gefneuveld voor hun Vaderland; die lofredenen op dezeiven , onder de toejuigchingen en dankbre tranen van een geheel volk .uitgefproken; die zegetekenen hunner rotmryke daden, voor aller oogen ten toon gefteld; die ftaa.tlyke pracht en luister der begravenis-feesten ; dit alles ontvonkte de liefde voor 't Vaderland in den boezem der jeugdigen Romeins, dit gaf hem dien moed, om alles voor hetzelve te wagen, ten einde ook in zulk eene fchoone eer, aan de deugd alleen vergund, te deelen. Vandaar die heldendaden, die wonderen van dapperheid, welke in Rome's gefchiedenis fchitteren , en welke wy nog heden voor verdichtfelen houden zouden, indien het Franfche volk door zyne Revolutie ons niet van de mooglykheid derzelven, voor een volk dat vryheid mint en wil, had overtuigd. Op alle de volken der Oudheid is het zegel der burgerlyke inftellingen zoo diep gedrukt, dat zelfs de meest door Ihverny verlaagden daar van de diepde kentekenen bewaren. — Te Rome, te Rome zelf, is het volk hedendaags nog geheel Romein tot in zyne ondeugden toe. Omringd door de wyze beeldnisfen zyner voorvaderen , gelooft het nog onder hen te beftaan, en verbergende achter het masker dier grootheid, al de laagheid der flaverr.ye, houd de tegenwoordige Romein onbefchaamd ftaande» E z dat  C 3* ) dat men niet leven kan dan by hem, en dat buiten Rome alles, Land, Volk,Zeden en Gewoonten, barbaarsch is. — Indien de Wetgevers der Oudheid, zy die Hechts middelmatige Staten te bewerktuigen hadden, met zoo veel zorgen en met zulk een gevolg zich van de burgerlyke inftellingen bedienden ; met welk eene nauwkeurige oplettendheid behoren de hcdendaagfche wetgevers zich dan niet aan dezelve toetewy. den 1 Zy, die zulke groote, zaamgeftelde, en in zeden, hoedanigheden, en gewoonten, zoozeer verfchillende Staten in geregelde werking te brengen hebben. - tjoe groot moest hunne vurige begeerte, hun werkzame yver zyn , om die verfchillende deelen, welke een niets kan verwyderen en ontbinden, tot elkander te doen naderen, en van dezelven een wel verbonden geheel daarteftellen! — Dat zy bedenken, dat de aart van eenen vryen Staat niet duld, dat de boog van het beftuur altoos op 't fterkst gefpannen zy, uit vrees, dat dit het volk "drukke; en dat nogthands de aart van een uitgebreid Staatsbeftuur eenen altoos krachtigen en fteeds werkzamen band vordert , die den wil van het individu ketent, zonder den algemeenen wil te knellen, die de burgers aan elkander verbind , zonder hunne perfoneele vryheid te kwetfen , en welke alle de takken des beftuurs vasthecht aan één eenigen (lam, zonder derzelver veerkracht te verlammen. Dezen heilzamen band nu, zult gy nergends dan in de burgerlyke inftellingen vinden. Wanneer gy zult gezorgd hebben, dat de Bataaf nimmer een Engelschman, noch Duitfcher, noch Spanjaard worden kan; wanneer gy 't volk eene- Nationale gedaante gegeven zult hebben , die het voor altoos belet zich met zyne buuren te vermengen; wanneer gy het den afkeer van alle vreemde afhanglykheid diep in 't hart hebt ingedrukt; gééf'dit'volk dan het vol genot der vryheid: gelyk een moedig paard, losgelaten in ég weide ,. zal het 'flygeren, achter uit flaan, en aomtyds ontvluchten; doch altoos tot zyne vryplaats wederkeerende, zal het zachtaartig en gehoorzaam zyn op 't zien der breidels van de wet. 6 Gy eertyds goede , deugdzame Amerikanen i mocht gy lang vry, lang gelukkig zyn! wy gevoelen alles, wat gy ter verkryging uwer vryheid hebt gedaan, en nogthands zien wy niets van't geen gy hadt behoren te doen, om dezelve ongefchonden te bewaren. Waar zyn uwe burgerlyke inftellingen, gefehikt om de fchrikverwekkende mengeling uwér politieke flaatsregeling te verbeteren , te verzachten ? Waar zyn die banden , gefehikt om 't algemeen belang van zoo veele Staten, die door duizend verfchillende belangen van ééngefcheurd konnen worden, aan elkander te verbinden? Gy gelooft één en het zelfde volk te zyn, en gy verzuimdet u dezelfde gedaante te geven. Wenscht u zelve geluk, dat gy rondom uwe Staten geen Huis van Oostenryk kent, uwe duuring zoude als dan zeer kortftondig zyn; doch wacht u, dat het Moederland geen gebruik van uw verzuim make en u niet op nieuw i» erger flaverny dompele! Het rampzalig denkbeeld, dat eene goede Conftitutie genoegzaam is om 't volk van zyne vryheid te verzekeren , is helaas ! in onze eeuw maar al te veel door Europa verfpreid. Eén land in Europa is ons flechts bekend, waar't volk, zondër zich veel met zyn daatkundig beduur te bemoeien, zich meer heeft toegelegd, om op burgerlyke indellingen zyne vryheid te grondvesten. — Dit is Zwitserland! Daar zyn de rustdagen aan broederlyke vereeniging gewyd; als dan leeren zy, door krygskundige oefeningen, en door de beminlyke neigingen der oprechte vriêndfchap, onder elkander als broeders te leven, en voor het Vaderland als helden te fterven. — Daar viert het volk jaarlyks, te midden der luisterrykde pracht, met uitbundige vreugd.de fcfeitterende dagen derStiehteren zyner vryheid, en juicht over den gelukkigen uitflag hunner moedige pogingen. — Daar rollen de namen eens Milchthals, Stauffachers, cn WahberfuTstsï.yïn mond tot mond, gelyk eertyds  C 37 ) tyds die van Thr-Jyb-Aus te Athene en van Brutus te Rome. Daar zyli de Bergen van M'órgarten beroemd als de Thtrmophylen in Griekenland. — Daar is de gefchiedenis des lands op gedenktekenen, zoo eenvouwig en duurzaam als de natuur zelve, gedrukt, — Zie ginds die ruwe fleenhopen, bedekt met mosch en groenten, opgéftapeld langs den boord van dat meir! Daar ontkwam JVilliam Teil het vaartuig 't welk hem ter dood voerde ontfnapt, den tiran. — Daar verborg zich JVilliam Tdl, om den wreeden Grissler des te beter te verrasfehen, — Vandaar döor'boorde hy met zynen gewis tredenden pyl het hart 'des tirans. — Waar gy m Zwitferlani uwe treden zet, waar heen gy uwe oogen wend; overal ontmoet gy eenig burger!vk'gedenkteken, dat 's burgers moed ontvlamt en voedfel geeft aan de liefde tot zyn Vaderiand. — Waarom verliest Zwic ferland, by 't behouden zyner burgerlyke inftellingen, echter v:n tyd tot tyd zyne reine zeden, zyne vryheid ?' Vragen wy het hen zelve, en het verne 'erend andwoord zal zyn: om dat wy de opvoeding onzer kinderen verwaarloosden; om dat wy in hunne nóg tedere zie'en de liefde tot bet eenvouwige, het ware niet hebben ingedrukt; om dat wy hen die heilzame gewoonten , die hen in Menfchen konden herfcheppen , verzuimden te dóen opvolgen, hun dat onderfcheidend Character, welk hen tot Zwitfers maakte,verzuimden'te geven, en dus den grond leiden tot befmetting van hetzelve met de verbasterde zeden onzer nabuuren. — Volk van Nederland!' d&X naar eene duurzame vry"b'eid haakt, doet met deze levendige les uw voordeel! zelfs de beste burgerlyke inftellingen worden onnut, zo zy niet gegrond zyn op eene algemeene Nationale opvoeding. — Neen , zoo lang er geene algemeene Nationale opvoeding zyn zal , zullen er nimmer ware Republieken beftaan; zoo lang er zulk eene buitenfporigheid van zeden heerscht.zoo lang het ieder zal vry liaan zyn byzonder Cnaracter, eigen aart en geneigdheid voor 't Vaderland te bezitten,, zoo lang. het ieder burger geöorlofd zal zyn E zyne huislyke vooröordeelen , 't zy van opvoeding of beroep, iri de zamenleving te brengen, zoo lang men de grilligheden der mode, der beuzelary en onbeftendigheid wierook zwaait, en zich aan de algemeene belangen, aan de burgerlyke plichten en rechten onttrekt; — zoo lang de Staat enkel uit ind-vidus en niet uit eene Natie beftaan zal; zoo lang men niet in de harten der burgeren de algemeene beginfeIen van vrede, vereeniging, gelykheid, broederfchap, en deugd koestert;zoo lang is alle Republiek eene ware harsfenfehim. Wanneer wy zien, hoe by ons nog'icder zich boven éen ander bevoorrecht rekent, door zyne Provincie, geboorte, ftaat,. gedaante, kleding, en ge. woonten; wanneer wy. herdenken dat, net geen Nederland genaamt word , êeriyds niets was dan een gering getal van grooten , die het overïg deel des volks veracht door zyne ellende en laagheden, door hunne ondeugden deden beftaan; wanneer Wy ons voordellen, hoe' de befmetting met breede ftroomen haar vernielend gif door alle de deelen van den Staat verfpreidde ; v, anneer wy ons herinneren alle die vermommingen, waarmede zich elk bedekte, ort» zynen nabuur, yriend,en naastbeftaanden te beter te bedriegen; wanneer wy ons nog heden beladen zien met alle de misdaden der vorige gedachten, en dat nog den zegeroep ,,"wy zyn vry!" hooren opgaanj dan word aan ons hart de uitroep van Rousfeau ontrukt, en wy zeggen met hem „.Heilige, moedige „ Vryheid! zo het mooglyk ware dat deze ellen„ digen u kenden! indien zy wisten tot welk een „ prys men u verkrygt, en u behoud; indien zy „ eenig gevoel van de ftrengheid uwer wetten had,, den ; hunne zwakke zielen , flaven der driften „ die zy behoorden te verdikken,zouden u duizend. „ maal meer vrezen dan de flaverny , — en angftig „ voor u vlieden als voor eenen berg , gereed om „ hen te verpletteren!" Wy zyn vry ! — en wy denken, fpreken, handelen'als flaven! Wy zyn gelyk — en de woede der heerschzucht verteert ons! Wy noemen elkan. 3 «te  C 38J der Broeders',— en aan de geringde wangunst, de vuigfte belangen, de laagfte wraak, offeren wy elkander op! Wy willen niet dan het Vaderland dienen — en zoeken niet dan aan de verflaafdheid onzer driften te voldoen! Ja! de trotfche tegenftand eenes zoogenaamden Grooten aan den Nationalen wil is misdadig; —maar gy, vriend des volks! hoe verfchoont gy uwe zorgloosheid, uwe luiheid? Ja! hy is laakbaar, die nog zyne oude bygelovigheid voor 't StadhouderTchap, en eene bedorven Conftitutie behoud; — maar gy, Vryman! hoe verontfchuldigt gy u over de menigte uwer vooröordeelen, flaaffche gebruiken, handelingen en gewoonten ? Ja! hy die dt wapenen tegen zyn vaderland opheft, verdient den dood; — maar gy, beftuurder! die de plichten, u door 't vaderland opgelegd, verzuimt! gy, die door belagchlyken hoogmoed, u verheven waant boven tiw's gelyken ; gy, wiens verachtlyke hand den ryken ftreelt en den armen treft; gy, die gemaakte fttengheid nabootst, wanneer gy Hechts menschlievend behoorde te zyn, en die menschlyk zyt, wanneer gy ftreng moest wezen ; welk eenen naam , welk eene ftraf, verdient gy? : Men gelooft al licht, dat niets gemaklyker is, dan ■burgerdeugd te bezitten, en by een bedorven volk is niets moeilyker. Wat is de Vaderlandsliefde? Zy is'eene verloogchening van zich zeiven, eene ontkenning van het menschlyk ik, eene geheele Verzaking van het individu, eene ftandvaste voorkeus aan 't algemeen welzyn boven zyne byzondere belangen, zoodra die ftryden zouden met het nut van allen-, eene voorddurende opöfieriBg van zyn eigen beftaan aan *t algemeen beftaan; eene vry willige onderfchikking van zyne byzondere aan de algemeene vryheid. Zy is eene onweêrftaanbre voordftuwing, die ons dwingt,om op den wenk van'tVaderland onZen byzonderen vyand oogenbliklyk te omhelzen, en onzen byzonderen vriend den dolk in *t hatt te ftooten; een bovennatuurlyk gevoel, welk alle onze neigingen, begeerten, en gedachten overmeestert, welk ons in de grootfte onthoudingen het zoetst genot , in de felfte rampen het levendigst vermaak, eu wellust in den dood zelve doet vinden. — 6 Vaderland! wie zal zich dan nog be. roemen u te beminnen? Helaas! indien gy niet den fakkel der waarheid in de hand, 't gemoed van elk uwer kinderen kondet befpieden, hoe gering zoudt gy 't getal bevinden van hen, die naar uw geluk en roem alleen begeerig , door hunnen yver en deugden den edelen naam van burgers verdienden ! Niets is gemeenzamer in onze dagen, dan zich openlyk, vooral in Volksvergaderingen, en by by. zondere gelegenheden , voortedoen als vvare Vaderlanders. - Zegt ons toch ,gy Patriotten ! vanwaar hebt gy dit Patriotismus geput ? Door welke middelen jS het u in *t harte genot t ? Waar door ontvangt bet daaglyks by u zyn voedfel ? Gy toont ons eenige fchitterende opofferingen, eenige aan 't algemeen bewezene diensten, eenige flaaploze nachten aan 't Vaderland gewyd. Maar wat verzekert ons, dat gy morgen doen zult, 't geen gy heden verricht?Toont ons die deugden, die de waarborgen moeten zyn van uw onbeweeglyk burgerfchap ! _ gy vertrouwt ware vaderlandsliefde te hebben, en gy bezit flechts geestdrift. Gryp moed \ horen wy zommigen zeggen, zedert eenigen tyd ziet men het volk toch een Charader aannemen. — Waar is dan dat Characfer der Natie i tot nog toe zien wy,ook in den besten zin, flechts fpiegels, de zich voordoende beelden terug kaatren. Hoe kan eene Natie Character hebben, die niet ophoud tegenftrydig in hare gevoelens en handelingen met zich zelve te zyn, die hare eigene afgoden vertrapt, hare fchynvrienden liefkoost, ja zelfs in éénen adem decreteert, dat hare beftuurders eene vrye raadpleging zullen hebben, en tege!yk,dat zulk een, die dat recht nevens anderen gebruikte, daarom \>av het beftuur vervallen is ? — Gisteren leefde Paulus; duizenden bewonderden hem! hy is niet meer, elk over-  ( 39 ) ©verlaad hem met laster , en indien hy heden, t zy deugdzaam 't zy misdadig, weder verrees, elk verhefte hem andermaal ten Hemel. — Ziet daar het Patriötismus der Natie. Slaven wilden wy wel niet zyn, maar daadlyk vry te wezen is ons onbekend! Gaarne (temmen wy toe.om eenen-Stadhouder en zynen vernielenden aanhang te verzaken, maar de verzaking onzer ondeugden kost ons teveel opoffering. Dat wy het Republikeinsch Cnaraéter, het Nationaal gelaat, misfen, zien wy klaar; doch wy vernoegen ons met de uiterlyke vertoning, en met ydel gezwets. Wy gevoelen zeer wel onze geheele mismaaktheid ; doch in plaats van ons met eigen kleding te bedekken , omhangen wy ons met de lappen onzer buuren, en ontleenen doorgaands van vreemden de flechtfte gewoonten , uit fchandelyke minachting voor de Nationale vorming. — Van daar die onbeftendigheid onzer handelingen en gedrag, die ons gedurig dreigt in (laverny te (lonen; van daar die opvolging van faftiën, van daar die uiterflen , waar fn wy ons vaak met zoo veel fnelheid frorten. 's Morgens ftoutmoedig, 'savonds kinderachtig; heden bygelovig, morgen Aheïst; nu Mtscadin, dan Sansculotte; krommen wy ons in alle bochten, en zyn ieder oogenblik, het geen een grillig fchiklot of eene mode van ons gelieft te maken. Dat wy ons dan niet bedriegen! 't is list beftuur welk eene zekere houding verkrygt, doch niet het volk. Zy,die heden de krachtvolle maatregelen, door menschlykheid en ware Vryheid voorgefchreven , met geest - vervoering toejuigchen , zyn het veeltyds, die morgen de laffte, ontydigfte, en ge-' vaarlyklle toegevendheid, onbefchaamd met handgeklap verëeren. — Laten de teugels van 't bewind flechts nog een weinig losrer hangen,en duizend hedendaagfche Patriotten verheffen Oranje en zynen aanhang ten Throon, en worden afvalligen ran een geloof, waarvoor zy hun leven gaarne hadden moeten opofferen. Men bemint, zegt men, zyn Vaderland; maar dat vordert opofferingen, men moet zich in zyne genietingen en bezigheden een weinig bepalen; en ziet daar deze warme vaderlandsliefde verkoeld. Men wil de Republikeinfche vryheid, maar daar het grondbeginfel dezelve deugd is, verkiest men liever aan zyne driften en geliefkoosde wanzedelykheid vast te houden. Men wenscht een goed beduur, en weinigen weten hunne eigene zaken wel te beftuuren. Overdaad, weelde, verkwisting, losfe zeden, verwarring der huisgezinnen, verloop der kostwinning, ouderlyke lichtzinnigheid , en losbandige, kwalyk gevormde kinderen, zyn alömde fprekendftc beWyzen, dat ons character verpest, en voor geen geest van ware vryheid vatbaar is. Ten zelfden tyde, dat men over kwyning van negotie, duurte, gebrek aan inkomden, enz. klaagt, leeft men even weelderig voord als immer. Ncrgends ziet men de praal en pracht inbinden; men is 'er zoo aan verflaafd,dat men de genieting voor zichzelve verkiest, boven de behoudenis van. geheel het vaderland. Wy herhalen het; indien wy onze aandaande Cort. (litutie handhaven willen, moet men noodwendig de menfchen hervormen, en de heerfchende ondeugden in eenen algemeenen zondvloed verfmoren , om eene zoo lang verpeste wereld te zuiveren. Men moet» gelyk in de Staatkundige, zoo ook in de zedelyke orde alles veranderen. — Er beda geene Vaderlandsliefde meer zonder onkreukbaare eerlykheid; geene vryheid zonder deugd; en geene gelykheid zonder matigheid. — Houd op, van ons uw bur-; gerfchap te roemen; maar zyt gy een waardig Va^ der, een goede Zoon* een verdandig Echtgenoot,, zyt gy matig, deugdzaam , en huishoudelyk, dan er-, kennen wy u voor een goaé-Republikein; .— dan omhelzen wy u als broeder. Wy ontveinzen echter niet , dat de hervorming van een bedorven volk, eene uitgebreide, eene gevaariyke onderneming is. Want, dat 't werk der wetgeving moeilyk maakt, is minder het geen men daar-, dellen, dan het geen men uitrooien moet. —- Alle Wetgevers floegen aan dit werk bevende handen.Zelfs Solon gaf den Atheneren, gelyk hy betuigde, niet de beste wetten, maar de beste, waarvoor zy vaubaar waren. Waarom maakte hy hen niot vatbaar voor beter dan die? — Dat onze wetgevers in.deze eeuw van verlichting meer wysheid en moed ontwikkelen, door en de beste Staatswet te maken, en het Volks-,charaeler derwyze te hervormen,dat degelve'ervoor berekend, en de Natie onder hare invloeden gclu-k-kig zy ! Waarlyk, het is niet genoeg, dat-onze Wetgevers elkander de eer betwisten, van doden tot eène goede Conditutie by te dragen! het volk zelfmoet hervormd worden tot een nieuw beftaan. — Dat men dan kloekmoedig alles affnyde en uitrukke, wat de heilzame zaden eener gelukkige omfehepping der zeden in de hanen des volks zou konnen , verdikken! wy zyn vry gemaakt,laat ons nu deugdzaam worden, op dat wy ook gelukkig zyn. Onze Tirannen zyn verdelgd, onderwerpen wy nu onze driften, en eerbiedigen wy de zedelyke orde. Opdat men zich beroeme : „ de Republiek vond Wet- . gevers, waardig harer zucht voor Vryheid, en de Wetgevers vonden een volk hunner Deugden wadrd." Repraefentanten des Bataaffchen Volks ! De middelen hiertoe zyn in uwe banden. — Het Vaderlaird ziet op u, en verwacht van uwe kunde, van uwen yver, zoo wel eene hervorming der Nationale Zeden , als der Staats- Conftitutie. Wilt gy uwe taak . in beide opzichten volvoeren, laat dan uwe zorgen zoo wel over de gezondheid , de opvoeding , de verlichting , het onderwys , de leefzeden , en het" j , kfe  ( p ) beihan uwer medeburgeren §aaa', als over ce wyze, hoe /.y zich zuilen doen beduuren; —; wekt de Katte op tót- matigheid , nederigste»-, eerlykhesd, riyverbeid en eenvouwig'beid', door. uw 'eigen voorbeeld ; — wyst burgerkroonen toe .aam den braafïlen Vader, --dei'■ Besten. Zoon, de htiishou Jelykfte Moeder, den kundigften Arbeidsman ; — fchrytt pisemiën uit, ter uitlokking van konsten indullrie; — ftèlt paled aan eene uitfpattende..pracht en weelde,, en zyt zedelyke-wetgevers,..door voorgangers in.dit ftuk te worden; — beurt den zwymeienden 'v.ilö-. geest op, door handel en fabriekwezen aanteraóedigen, door vreemde modes en manufacturen zwaar te drukken, door de deugd en heldenmoed onzer vaderen aan onze verbeelding te verlevendigen , door Nationale volksfeesten en gedenkdagen, b. v. van de afzweering der tirannen in 1580 en 1795, van de overwinning op .-Doggersbankvan de Alliantie met de Franfche Republiek, van de eerfte zimenkomst eener Nationale Vergadering, enz. enz. ïnteftelien; — laten 'er gedenkzuilen van groote mannen en gebeurdtenisfen , minder prachtig dan duurzaam , worden opgericht, ten einde het volle zelfs op zyne pleinen en flraten een fchool van Repubjikeinfche deugd en moed vinde; — veredelt het denkbeeld van den Burger-Wapenhandel, door de grootfte eerbetoningen in het openbaar vast teftellenvoor de brave helden van het vaderland! — Met een woord, vormt een volk, en uwe Conftitutioneele arbeid zal niet verloren, zy zal eerst dan een werk ♦oor de eeuwen zyn. En welk tydvak kan voor zulk eene zedelyke revolutie gunftiger zyn? — De overheerfchers beven, hunne thronen fchudden, hunne af hangelingen vluchten, het Stadhouderfchap is vernietigd, het Foederalismus ligt verflagen,geen Driemanfchapbeheerscht ons; en 6! waren ook alle faa:en uitgebluscht, de gelukzoekers en intriguanten ontmaskerd ! ó! zocht men te vergeefs by ons de armoede, zag men den overvloedigen rykdom veracht, en den middenftand vereerd 1 dan zagen wy ras, door eene wyze Conftitutie, een volk, zoolang door byzondere belangen verdeeld, één en ondeelbaar, alle befturingen bewaakt, den ongetrouwen dienaar of Agent, enden muiteling geftraft, de wetten gehandhaafd en uitgevoerd; de publieke Beftuurders geëerbiedigd , en de hoogfte macht omgeven van, en veilig door 't ver-, trouwen des volks. Nederland, zoo lang ten prooi der affchriklykfte wanorde in zyn beftuur-, en gefchokt door vyandlyke flagen , hernam dan zynen ouden luister, en vertoonde ons een volk, kenbaar aan de volgende beminlyke Cnaracterfchets. De Beftuurder, verzakende zyne driften en eigenbelang, luistert alleenlyk naar de wet, waarvan hy 't werktuig is. — De-burger,zynen dwazen hoogmoed en lage baatzucht dempende,, vliegt op'teei.te teken van den beftuurder, die hem ten dienfté vah 't algemeen roept. — Geiukkig 111 zyne huishouding, bemoeit zich de trouwe Echtgenoot niét, dan met het geluk zyner kuifche en' hulshoudelyke Echtgenote; omringd van haar gezin, maakt zy daarvan 't bekoorlykst cieraad uit. — D.c Vader mint zyn kroost meer dan zichzelven , en het Vaderland nog meer dan zyn kroost. — Het kind, van eerbied en tedere liefde voor zyne ou-.teren door.:ro: gen, verlaat hen op de mmiie noodkreet van zyn- Vaderland. — In 't bruifchecd vuur der hartstochten , luistert de jongeling kalm naar de lesfen der grysheid. — in 't woedend zieden der begeerten , gehooizaamt de jonge maagd aan de geheime ftem der fchaamte. — Vol van wantrouwen op zyne eigene kunde en ondervinding is ieder burfcer, wanneer hy met zyne medecurgeren de algemeene belangen overweegt; — Vol van grootheid eh Her", wanneer hy met den vreemdling handelt; — Vol van moed en edelmoedigheid , wanneer Dy hem bevecht, blyft de Bataaf fteeds gefehikt, eenvouwig, edel in alle zyne handelingen; vry, maar getrouw in zyn woord, rechtvaardigen meuschlievend inalle zyne daden. — Geeft hy zich over aan 't vermaak, 't is niet dan met zyn huisgezin, met zyne verbroederde medeburgeren ; alle zyne geneugten beftaan in de algemeene vreugd en voorfpoed; maar altoos matig en fpaarzaam, is ieder het levendig voorbeeld van zynen broeder. Het gelykvormig gedrag des ouden ftrekt der jeugd ten voorfchrifr. De deugd heerscht overal, meer door de kracht van 't voorbeeld en de wetgeving der gewoonte, dan door de verveeling van geftadig herhaalde lesfen , en den blikfem van het gezag. — Gelukkige Eeuwl waarom zien wy nog flechts .hopende uwen Dageraad te gemoet? ö! Vereenigeo wy ons, Landgenoten! om haar te doen aanlichten ■! haasten wy ons, Nederlanders 1 om een Bataafsch Character, eene Nationale houding .aantenemen ! enderfteunen wy , tot dit heilzaam doel, de pogingen onzer Staatshervormeren! —- Reeds zien wy eenige weJnfge-lidtekenen onzer voorige mismaaktheid, door enkele gelukkige trekken uitgewischt ; eb wel ras zien wy te gemoet, dat veröandige inüellingcn alle onze fchadelyke gewoonten zullen ontwortelen- Laat ons met moed "arbeiden tot de hoogst - mooglyke volmaaktheid. Verbeteren wy onze zeden, den leef-" regel, het onderwys, en de Nationale opvoeding; en wjj! zullen ons eindelyk hervormd zien 'in een deugdzaam volk — in ware Bataven — in vryë, gelukkige, en onoverwinlyke Republikeinen! —  DE DEMOCRATEN. N°. 46. Dingsdag den 21 Maart 1797. list Derdt Jaar der Bataaffche VryheiA Een altyd braaf, ftandvastig man, Veelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat 'hem tot euvel lokt, ^)72 vasten geest gcfcliokt. ho ratitjs. aan het vol.k van nede-rland, gdegerJv.id van het Decreet der Nationale Vergadering, i/i. f..'. — Wanneer noch de wet, noch de Hem der weafHtfifl en rede., niet meer in ftaat zyn hunne woeste dn'ften te betengelen , e:an verbreken zy de banden tusfehen hen en de maatfehappy, en deze vordert de befeheiming. harer onbedorven medeleden. Het is eene onbetwistbare waarheid • dat een lid eener vrye maatfehappy de warrenen, niet aar-gord, gelyk de inwoners dier landen , waar de nyvere burger door defpotiek geweld geprest word , om tut voldoening van gefchillen , die hem nk-t aangaan ter fid-'itbank te worden gevoerd ; maar da-i hy ilezel-ven alleen, tot ieveilitring v*tn zyn;-eigen:leven bezit ti«gen,en weêiloze maaglchap opvat. — Dan,daar de befcherming, die hy alleen en op zichzelve daan» de, zich zoude konnen verfchaffen, hem van weinig nut en korten duur zoude zyn, en hem geenen tyd voor zyne tot onderhoud nodige werkzaamheden zoude overlaten , verëenigt hy zich met zyne medeburgeren , welke gelyke panden te bewaren hebben, en in de vereenigde kracht van allen vind de maatfehappy hare algemeene beveiliging. — Wanneer dus een lid van zoodanige maatfehappy befcherming van zyne medeleden vordert, eischt dezelve van hem, dat hy wederkeerig de wapenen aanvaarde, en daar, waar de nood zulks verëtscht, ter harer hulpe , of tot bewaring dér rust en goede orde, fnelle. —- Daar de maatfehappy niet vermag aan een gedeelte van hare leden lasten opteleggen, en een ander gedeelte daarvan vry te laten, noch van den eenen iets te voederen, het welk een ander wederkeer^ niet zoude behoeven te doen , vermag zy ook, behalven uit hoofde der weerloosheid van kindfche jaren, ouderdom , ziekte, of vrouwelyke Sexe, geen harer leien van dezen burgerplicht te ontdaan. — Hier kan geen zoogenaamd geloofs - artikel gelden , even min als eenige andere geprivileg erde dand , of anders zoude ook zoodanig een aldand moeten doen van alle maatfehaplyke voorrechten, en deze bevoorrechte leden zouden li de maatfehappy in geenen gevalle eenige-Uefcherming te wachten hebben; —- want, kan men- wel van eenig lid der maatfehappy vorderen, dat hy met ce-vaar zynes- levens die genen bevèiMge, die daarënre- gen nem voor nunne oogen zotiüen jacen intoiunae- redding aantewenden? — Deze- leer ftryd tc zeer met alle beginfelen van m '*hap!yk verdrag, dan dat die geenen zelfs , die onoer nare vlag zich -r-.a de heiligde plichten onttrekken, daarvan het wanF 3 droch-  C 45 ) drochtlyke niet zouden gevoelen ; daar het nog. thands veulen dezer laaghartigen zyn , welke hei meest te befehermen en te verliezen hebben , die zich in alle posten willen indringen, en die trachten te heerfchen over hen, met wien zy onwaardig zyn te worden gelyk gefield. Dan, van eenen anderen kant bevat de maa:fchappy leden, aan wien het gevaarlyk zoude zyn wapenen te vertrouwen. Zoo lang men op hunne goede trouw geen flaat kan maken, zoude men dat geen bevorderen, wat door den gewapenden arm moet worden belet en voorgekomen, de floornis der algemeene rust. — Befchouwd als vreemdelingen in eene maatfehappy, waartoe zy niet willen behoren, ftian zy, even als dezen, onder de befcherming der wet, welke daarentegen hun zoodanige plichtenen lasten opleggen kan, welke hunne wanVoldoening aan andere plichten eenigermate konnen opwegen, terwyl zy in den eigenlyken zin niet van het dragen der wapenen, in gevallen van algemeene requijïtie, (waaronder men oneindige werkzaamheden begrypen kan), maar wel van dat gedeelte, het welk in hunne handen gevaarlyk zoude konnen worden, bevryd zyn. Dan, even weinig als eene maatfehappy zonder onderwerping aan het maatfchaplyk verdrag, en ondergefchiktheid aan de wetten , kan beftaan; even zoo min, ja nog minder kan eene gewapende macht, zonder de firiktlle discipline, van eenig nut voor de maatfehappy zyn. Waar elk doen kan wat by wil, houd alle vryheid , alle gelykheid op. Die geen, die eene wet breekt, welke algemeen is, en door anderen word opgevolgd, fchend het maatfchaplyk verdrag, en is in oorlog met de maatfehappy. _ Deze is gehouden hem tot zynen plicht terug te roepen, en hoort hy deze ftem niet, hem uit haar midden te weeren. — Zeker is het, dat het voor den plichtbetrachter onuitfpreeklyk hard valt, wanneer hy zynen medebroeder ongeftraft euveldaden ziet pleegen, zich aan zyne plichten onttrekken, en menig¬ maal den euvelmoed zoo verre gaan , dat de fchender der wetten zich op deze fchennis zelfs durft beroemen. -J Anderen .ontevreden over zoodanige ftrafloze overtredingen , onttrekken zich mede aan hunne verplichting; _ en op bet einde blyft de man van eer, die zyne plichten kent en nimmer verzaakte, alléén; _ zyne zwakke pogingen konnen dtn ftroom des verderfs niet tegenhouden. Zende dat niets baat, keert hy naar zyne woning terug, betreurt zyn Vaderland, en laat hetzelve aan zyn ei. gen noodlot over. Indien dus de aanftaande algemeene wapening, waar op alle ogen gevestigd zyn, en waarvan men zich veel goeds belooft, niet tot een ydel niets zal uitlopen, zo onderwerpt u, Burgers van Nederlandl aan eene ftrenge krygstucht. _ Bedenkt, dat eene algemeene wet algemeene verplichtirgen oplegt, en dat elke fchennis der wet, tegen uweaangenomen beginfelen, tegen de vryheid, onder wier banieren, wanneer de nood des Vaderlands ons roept, wy moeten trryden, fterven , of overwinnen, tegen de gelykheid, die niet alleen in rechten maar ook in plichten beflaat, volftrekt aandruischt ; _ dat losbandigheid geene vryheid; _ en gewelddadige onttrekking van zichzelve aan de wet, oproer en oorlog tegen de maatfehappy - eene overheerfching van bravere medeburgeren is. Het belang dermaatfehappy vordert de heiligfte bewaring der rust en goede orde; _ het belang van elk lid verplicht hem, tot deze onfehendbaarheid der rust eB orde medetewerken. _ Eene welgeoefende burgermacht is hiertoe het gefchiktfle middel. - En hare inrichting moet zoodanig wezen, dat zy gerust/lellende voor de al gemeene belangen, voldoende, en het minst drukkende voor de leden der maatfehappy zy. Haar oogmerk is tweeledig: i". Naar buiten werkend '_ is zy een algemeene maatregel,om het geheele volk, voor zoo verre hetzelve in de bepaling is begrepen en aan hetzelve de ivapenen zyn toevertrouwd, bekwaam te maken tot ver-  ( 47 ) verdediging zyner eigen haardfieden tegen buitenlandsch gewold , en aan hetzelve zoodanige richting te geven, als veiëischt word om de vryheid en onafliacgiy-fchêid te handhaven. 2°. Niar binnen — bedoelt zy de bewaring der a'geireene rust, de befcherming der door het volk aangefielde Machten , de beveiliging van perfonen en bezittingen tegen binnenlandsch oproer en geweld, de handhaving der wetten, en de goede orde. Het eerde verëischt de vcrëenigdc kracht van alle de leden der maatfehappy, welke zich in ftaat bevinden om wapenen te dragen; hetzelve duld geene Oitzanderingen. — Het algemeen belang eischt algemeene verdediging, en deze is de plicht van elk ecrlyk man — Wanneer de kreet „ Het Vaderland ,, is in gevaar" door alle oorden klinkt , mogen laaghartige aterlingen, booswichten , of veraebtiyke faletjonkers onverfchiiüg zyn; elk, die in ftaat is, en een weldenkend hart in zich geplaatst voelt, vliegt te wapen, en red het Vaderland. — De eerften mogen terug blyven ; hun verpeste adem of AfHttw-flank vergiftige geene lucht, waarin vrye wezens rondzweven ; men kluistere hen aan 'den kruiwagen , om buiten fehoots aan die werken te arbeiden, welke door edeler zielen zullen verdedigd worden, in wier roem zy onwaardig zyn te deelen! — Dan eerst zal eene Natie geducht en ontzien worden , dan eerst zal zy op eenen duurzamen vrede konnen ftaat maken, wanneer elke vyand harer welvaard, elk heerzuchtig nabuur, de gevaren ziet, aan welken hy zich door eeneij vyandlyken aanval op een algemeen gewapend volk zoude blootHellen. Op dan, Bataven! gordt manmoedig de wapenen aan ! Het is voor u zelve, voor uwe Vrouwen, voor uwe Ouders en Kinderen. — Toont dat gy nog niet verbasterd zyt van uwe Voorouders , — van hen, die, na tachtig Jaren bloedigen krygs, het juk de dwingelands hebben afgefchud — van hen, die nog laren daarna tegen het roofziek Bngelsch moordge» fpuis hunne onafhanglyWieid hebben ftar.nde gehouden ; — van hen, wier dappere daden met gulden letteren in de Jaarboeken der Zeventiende Eeuw zoo glorierjk getekend ftaan. — Doet gy dit niet, beeft dan vry voor de gevolgen, en erkent dat gy niet waardig zyt vry te wezen. Het tweede doel der Burgerwapening kan meer uitzonderingen dulden. — De verzorging der publieke rust kan worden toevertrouwd aan een zekeraantal leden der algemeene Burgermacht , welke zich daartoe vry willig verbinden, en zich ongedwongen aan,door hen te tekenen, flrenge wetten onderwerpen , ten einde de nodige wachten en tochten waartenemen, welke de rust en politie van de plaats hunner inwoning of het omliggend Diftrift verëifchen, en welke men eene Garde de Police, of befehermen der rust en goede orde zoude konnen noemen. — Wy zeggen , dat in dit opzicht meer uitzonderingen zouden konnen worden geduld, daar het ontwyfelbaar is, dat voor eene menigte ware Vaderlandfche' mannen , die zich anderszins niet zouden onttrekken, uit hoofde van hunne beroepsbezigheden of van de nodige zorg voor hunne meer of min tslryke bu.seezinnen, hc-t waarnemen van daaglykfche wachten en tochten genoegzaam ondoenlyk is; — terwyl men immer op een aantal brave mannen ftaat kan maken, welke meer tyds en niet minder zuchts voor den dienst der Vaderlands bezitten, die dit gedeelte van den dienst des Gewapende Burgermacht, met uitzondering hunner medebroederen , wier omftandigheden hun zulks genoegzaam onmooglyk maken , wel zullen op zich nemen. Het verftaat zich van zelve, dat niemand van den dienst der Garde de Police kan worden uitgefloten, die zich daartoe vrywillig aanbied, mids zich volkomen aan alle vast-geftelde orders en verplichtingen onderwerpende; daar het overig gedeelte der Burgermacht, In gelyken rang ftaande, alleen in bet doen der wachten en tochten van de Garde de Pelice onderfchefden is„ behalven in tyden van onrust en beweging, of van bui-  ( 48 ) buitenlsndsch gevaar, wanneer het dezelfde dienf'ten moet presteeren, als mede de .exercitiën ■gerrouwelyfc by wonen , en by extra - parados , ueuguobedryven enz. asfifteeren. De Organifatie eener zoodanige Garde' de Pélice is mede niet aan zoo veele zwarigheden onderhevig, als men zich aanvanglyk zoude voorueijen. V\auneer men flechts eerst de leden der algemeene Sur. geimachi opgenomen hebbende, diegenen-, wefke zich vry willig tot de Garde de Police aanbieden, eerst tot Compa'gniën formeert, cn vervp'gcnds hen, welke wèl leden der algemeene burgerwapening, doch niet van 'de Garde de Police begeeren te zyn. _ Wanneer men dus ons opgegeven Plan, om uit elk DJfii d één bataillon ie formeerep,, volgde, en men in een Diftrict'f 00 man vond, waarvan 'gö è 60 zich voor de artillerie, en van de: overigen de ééne helft zich voor de Gurde de Prfice.aanboden, ^ajj zoude, men vyt Compagniën tut de beide loortcn van dienst, Ch de vyf overigen voor de algr.neene wapening alleen hebben, welke tot hetlaatfte einde gezamenlyk een. geheel bataillon zouden uitmaken; des echter, dat de CoionèUen en Stafofficieren der batai-Hons mede tot den dienst der Garde de Police zouden moeten behoren, en in zoodanige plaatfen, waar meer dan een bataillon beftond , .beurtiings het Commando óp' zich zeuden moeten némen. De Artillerie doorgaands te zwak zynde , om op zichzelve a leen wachten te bezetten, zoude men deze geheelenal.. tot den algemeenen dienst bepalen konnen. En hiertoe word ook aanleiding gegeven by het Reglement voor de Bataaffche Burgermacht, by de Nationale Vergadering geatrofieerd , het wek ten opzichte der wachten by Art. 9. fol. 51 met zoo veele woorden fielt. „ Daar het betrekken van „ de wachten afhangt van de plaatslyke gewoon., ten en de omfhnak'.beder. , waarin iedere ftad '„ of plaats zich bevind , word de befchikking. , zoo omtrent de wachten in het algemeen, ais de „ Contributiên, onder de benaming van wachtgeld of „ andets wordende geheven, in 't byzonder overge- laten aan de plaatslyke regeenng, en blyven alle nlantslvfc gearresteerde W&ch'.-üegiementaixn hun 't' geheel, voor z.00 verte dezelven niet ftrydig zyn " met dit Reglement". Bepalende voords alleen de orde der exercitiën, zonder aan de algemeene Burgermacht het doen van wachten in het algemeen opteleggen , behalven m tydèn van gevaar of opfland, als konnei.de uit e en aart der zaak in dezen geene vatte bepali'ng makefoij daar de omftaudigheden der eene . plaats bejlendig, en die van andere alleen in zommige tyden of gele¬ genheden ,het doen van wachten verëifchen; waaruit dus noodzaaklyk entftaat , dat in zoodanige..plaat» fenf .welke beftejjdige wachten verëifchen, ook dienaangaande billykc fchikkingen omtrent dezulken , die, offchoon leden der Gewapende Burgermacht in het algemeen, echter den plaatslyken dienst niet beftendig konnen waarnemen , moeten worden gemaakt; — ei) dus wel iijlen diegenen van het contribueeren tot de Kas der 'algemeene Burgermagt vry zyn, welke ti}t dezelve behoren, maar niet van het wachtgeld voor het vryzyn val) wachten in die plaatfen, wélke dezelven bertendig vorderen; daar intew gendctl diegeenen tri beide betrekkingen moeten betalen , weike noch tot de algemeene noch tot de wachtdoeude Burgermacht behoren; — door welke fchikkingen het evenwicht zoude worden behouden, en eene ment..te weldenkende.leden der maatfcnap.\v,, die thands genoodzaakt zyn zich geheel te onttrekken, voor dln dienst• des Vaderlands gewonnen* worden, het waarnemen van dezen burgerplicht 'gemaklyk gemaakt, en elk in de gelegenheid geheid om zonder nadeel van het algemeen, het Va« derland naar zyn vermogen te dienen. ' Voor- hetf'overige zal elk, beztffen, dat ftrenge en flipt bepaaldeWetten ' weike.hepaling veelal by het Reglement aan do plaatslyke béltuiirën is overgelaten') én eene ftrei ge oblénanï'e derzefven boogstiroodzaaklyk zyn,' voor zoodanig eene Garde de Police. Immers, wanneer men naar goedvinden zich aan zyne plichten of verbindtenisfen mag of' ftf'anóos durft onttrekken, dan ftelt men hen, die volgends hunnen plicht.'handelen , aan dubbele dienfien bloot; — dan waagt .men de. algemeene rust aan verzwakte wachten ; — men verwekt ontevredenheid by zytio medebroeders; —• en eene algemeene verwar., ring word het einde der beste inrichting. VV'v geven deze overdenkingen ter overweging aan hen, die in het Wetgevend bewind gefield, voor de verdediging des Vaderlands en het behoud der rust gepaste wetten moeten daarftellen, maar tevens de uitvoering der burgerplichten aan de* maatfehappy gemaklyk behoren temaken; — aan hen , die belast zyn met de Organilatie der Bataaffche Burgermacht; —aan het Bataaffche Volk zelve. — , Mochten wy zien , dat elk Nederlander, door gevoel van plicht gedrongen, met terzyde-flel-. ling van eken belarg , traagheid., cn partyzucht, de handen ïn één ftoeg , tot rciidrrig van het Vaderland ! — daft zouden • wy ons durvj.11 beroe» men, Bataven, te zyn! ■ •  DE DEMOCRATEN. N°. 47* Donderdag den 30 A$afi 1797.. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, jlandvastig man, Veelt door het dreigcnd'oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem jot euvel lokt, Zyn vasten ' geest gefchokt. HORATITJS. Brief aan de schryvers van dit weekblad. Burgers Democraten! Wanneer ik de gcbeurdtenisfen der laatde twee Jaren naga, en zie de menigte van Commisfiën tot verfchillende einden benoemd; — wanneer ik dan verder acht fla op het weinige, dat door dezelven is verricht, althands na aftrek van al dat geen, hetwelk om zyne'wandrochtlykheid geheel of ten dee le is afgekeurd , en onder het overfchietende nog niets vinde , dat volmaakt aan zyn oogmerk vol* doet, of niet in veelen tegen de aangenomen grondbeginfelen aanloopt; — dan beef ik terug voor de toekomst , en vraag : kan er ooit iets goeds voor dit land geboren worden ? — Nogthands had het volk van Nederland recht , om voor de fchaitéri aan deze Commisfiën verfpild , verlc'-eidene verbe. teringen en goede inrichtingen te verwachten; dan waar ik ook moge zoeken , ik vind er geene. — Een gebrekkig Reglement "voor de Nationale Vergadering , onvoldoende Gewestlyke en Stedelyke befluuren , ongelukkige , flecht berekende , FinanciëeleOperatiën , eene niets beduidende Gewapende Burgermacht, zyn, met honderd anderen, de wrange vruchten van kostbare Commisfiën, — van nutloos verfpilden tyd. By my zelve den ioopv der' dingen zedert onheugelyke tyden , in deze landen II. D£EL, G befchouwende , en de bronnen onzer tegenwoordige rampen opfpoorende , zocht ik naar middelen, welke met vrucht zouden konnen aangewend worden tot befpoediging van herflel , en verbetering van verfcheiden gebreken onder de duizenden , welke door ons of onze naneeven nog te verbeteren zyn, voor en aleer de inwoners dezer Gewesten op een duurzaam geluk en goede^egeeringsvorm konnen ftaat maken. Reeds voorlang was my het uitloven van prtemiën' als een gefehikt middel voorgekomen. — Meerma-1 len had ik by myzelve gedacht, veellicht ware het laaide Plan van Conftitutie vry beter uitgevallen,■ Wanneer men de veidandlyke vermogens aller kundt-' gen had uitgelokt, en opgewekt, om zich ten algemeenen nutte in dit vak bezig te houden. — Zoude men niet in verfchillende oorden verftandige lieden hebben gevonden , welke zich onderling vereenigende , dit groote werk zouden hebben ondernomen? En al ware het, dat het beste der ingekomen plans nog niet den hoogden top van volmaaktheid bereikt hadde, dan zoude men dit gebrekkige veellicht op eene voldoende wyze uit andere ingekomen dukken hebben konnen verbeteren , en de le-  ( 5o ) ledige ruimten of gapingen hebben konnen aanvullen. Het is niet mooglyk, Commisfiën tot het een of ander einde (ten zy uit twee of drie leden beftaande) altoos met zoodanige lieden aantevullen, welke de nodige verëischten voor het onderwerp, benevens den nodigen yver, en lust om met elkander eensgezind te werken, bezitten; en nogthands zal eene commisfie of byëenkomst van lieden, tot eenen zekeren arbeid beftemd , met vrucht werken, dan zyn by de hoogstmooglyke kunde, de opoffering van alle byzondere pointilles onder elkander, de verdraagzaamheid voor befeheidene correctiën , afftand van eigen denkbeelden voor betere van anderen, cordaatheid in het uitbrengen van advifen , benevens ware broederlyke vriendfchap en verfehoning voor elkanders gebreken, onontbeerlyke behoeften, welke men maar zeer zelden by eene Commisfie, uit veele menfchen beflaande, van allerleien inborst en character, die zich veellicht nimmer te voren hebben gezien, van verfchillende denkwyzen, en menigmaal door verfchillende dryfveeren bewogen, vinden kan. — Wanneer men dus kundige lieden uitlokt, om onder elkander zoodanige commisfiën te formeeren, zich tot behandeling van het een of ander onderwerp byëen te voegen, of zich daartoe alleen kundig genoeg achtende, dit onderwerp zelf te behandelen; dan geloof ik, dat men veel nader aan de volmaaktheid zoude koqien, dan door eeuwigdurende, kostbare, en flecht georganizeerde Commisfiën; te meer, daar in menigen vergeten hoek onbekende kundigheden verhorgen konnen zyn, welke men onder het uiterlyk fchitterend kwakzalv.erskleed van veele anderszins domme wezens maar al te dikwerf vergeefs pleeg te zoeken, en daar zelfs buitenlanders,-door zucht voor de mensehheid of ambitie gedreven, veellicht wyzigingciv zouden konsen aangeven , welke door onze. landgenoten niet worden opgemerkt , en oplner met v^cht konnen. Wdgii gebezigd.. Waar¬ by nog gevoegd kan worden het aantal van kundige lieden, welke uit hoofde hunner eigene werkzaamheden of posten, aan dezelven niet konnen worden ontrukt , om in een ander oord in commisfiën te worden gefield , en die dus of niet benoembaar zyn, of in de noodzaaklykheid Van te moeten bedanken, fchoon zy ten hunnent nog ledige uuren overig zouden hebben, om ten algemeenen nutte bezig te zyn, Het is op deze gronden d?t het my voorkomt, dat, by voorbeeld, in de plaats van het zamenftellen van een Crimineel Wetboek aan eene Commisfie optedragen, men beter zoude flageu, wanneer men, door het uitloven eener der moeite waardige praemie , zoo , tot beloning van dienst aan den lande bewezen, uit een of ander eereteken, byvoorbeeld eene burgerkroon, als tot fchaêverhoeding voor den verfpilden tyd, uit ii,oo3.of 14,000 guldens beftaan-» de, en een acces/it voor de overigen , alle in dit vak verdienstelyke en kundige mannen aanfpoorde, om dit werk op zich te nemen, het zy ieder op zichzelve of door zich onderling te vereenigen. — Dus zoude men ook het vervaardigen van een Civiel Wetboek, in verfcheidene vakken verdeeld , by voorbeeld ; Commerciëele Wetten, Burgerlyke Wetten, en Manier van Procedeeren, den kundigen in Nederland ter flukswyze behandeling konnen aanbieden. — Een algemeen Plan van Financie, in alle zyne details uitgewerkt,— een verbeterd Tarif van in- en uitgaande rechten, waarin op gronden van kennis der behoeften van dit en alle andere landen enz. elk artikel byzonder werd behandeld en bepaald; — een algemeen Plan tot inrichting van het publiek onderwys en fchonlwezen, in alle zyne deelen uitvoerig en op .menschkundige en wysgeerige gronden bewerkt; — een diergelyk over de inrichtingen tot onderfleuning der armen, tot voorkoming van werkloosheid en luiheid, en ter aanmoediging van ny. verheid en vlyt; — de middelen ter oniginning van onbebouwde gronden , of opdroging van moerasfeo; — cn meer andere onderwerpen der wetgeving,  C s* ) ving , zouden " mynes oordeels beter beandwoord worden door uitgeloofde prsemiën , dan door oneindige Commisfiën. - En gefield , dat het ergfle gebeurde , dat geen der ingeleverde ftukken aan het oogmerk , of aan het oordcel der konst ■ rechters voldeed, dan zoude men flechts even ver gevorderd zyn , als by het inbrengen van het Rapport eener Commisfie, welk onvoldoende wdrd gevonden, gelyk omtrent het laatst ingeleverde Plan van Conftitutie met zoo veel recht heeft plaats gehad, en nog boven dien- het voordeel hebben van uit de verjcheidene ingekomen ftukken , als uit eene ryke bron, meer goeds te kónnen fcheppon, dan uit ééne enkele wandrochtlyke of onvolmaakte vrucht eener Commisfie. Dan daar in dezen onê'indig veel afhangt van de wyze, op welke de vragen worden voorgefteld , en de behandeling van het onderwerp voorgefc'hre,-en, behoren de opgaven in die orde cn met die klaarheid te gefchieden , welke geenen twyfel omtrent de ware meening derzelven overlaten. - De grondbeginfelen, welke tot bafis moeten ftrekken, behoren zoodanig te zyn, dat zy met het maatfchaplyk verdrag in de' haauwfle ovérëenkomst (taan , ook niet in het geringfte tegen hetzelve aandruifchen, maar als natuurlyk uit hetzelve voordvloeiën. — De behandeling moet beftaan, vooreerst, t °. in de opgave der verëlschte wetten en inrichtingen zelve, zoodanig ais de verhandelaar vermeent, dat dezelven moeten worden vastgeftcld. 20. In eene afzonderiyke redengeving, waarom dit of dat zoo, en niet anders is gelteld, met de nodige beandwoording aller tegenwerpingen , die op verfchillende gronden tegen de voorgeftelde wetten of inrichtingen zouden konnen worden gemaakt. |«. De rangfehibking moet zoodanig zyn, dat het één zoo veel mooglyk uit het ander, volgends natuurlyke afdalingen, even gelyk de verfchillende takken der Wis- en Werktuigkunde uit de natuur zelve, voordvloeie. 40. Met vermyding van alle overtollige bekleedfelen en nutloze aanmerkingen ; en met de nodige kortheid, dmdlykheid cn klaarheid. De tyd ter beandwoording moest zoodanig worden bepaald, als voor de meest volkomene o'nwerking nodig is; en ten einde met het wachten op inkomende Prysverhandelingen niet een verbazende tyd,zomtyds vruchtloos, worde gefpild, diende meii alle de geenen, die naar den roem van hun Vaderland dienst te doen, wilden dingen, eenen zekeren korten tyd, b. v. van zes weeken na de uitfehryving eener Vraag, te bepalen , binnen welken zy zich, met opgave van naam, woonplaats, functie, enz. verplicht zouden zyn aan eene daartoe gefielde kleene Commisfie te melden; konnende voords zoodanige maatregelen tot geheimhouding der fchryveren wordén genomen, als gewoonlyk by de geleerde maatfchappyën' gebruiklyk zyn. Ik vleie my , Medeburgers I dat zo niet in allé vakken, ten minfte in veelen, deze inrichting meer voldoende, minder geld- en tydverkwistende, dan het fcheppen van menigvuldige, langwylige, en kostbare Commisfiën zoude worden bevonden, en verzoek u dus hiervan zoodanig gebruik te maken, door mynen brief te plaatfen , te beöordeelen , of uw meerder licht by het myne te voegen , als gy zeiven nodig zult achten. Jlndwoord op den hovenftaanden Brief. Hoe zeer men nimmer aan het behoud'van het het onze tot het algemeene welzyn toetebrengen, Vaderland moet twyfelen , daar alle wanhoop ons' willen wy echter gaarne bekennen , dat uwe Vraag-: Otigefchikt maakt om iets nuttigs te verrichten, en Km er ooit iet goeds voor dit Land geboren worden ? G 2 Zeer  C 52 ) Zeer natuurlyk by een ieder moet opwellen, die onbevooroordeeld den loop der zaken, zedert de jongde omwenteling in dit Land,nagaat. — In een Land, waar men, vooral na de revolutie van 1787, zoo zeer naar verbeteringen gehaakt heeft , waar men dezelven zoo wel fcheen te kennen, en waar men de hinderpalen , die dezelven tegenwerkten, zoo duidlyk en ais met den vinger aanwees, zoude men zeggen, dat ééns deze hinderpalen weggeruimd zynde , men op het allergemaklykst de gewenschte verbeteringen zoude zien tot (tand gebracht, en eene geregelde orde van zaken in alle takken der maatfchappel} ke inrichting zoude zien ingevoerd. Dit echter is, wy bekennen het met u gaarne, geheel anders uitgevallen. Verkeerde ontwerpen, halve maatregelen, en te loor gefielde uitvoering, fchynen de vruchten te zyn van al onzen arbeid. Wy fpoorden hier van de redenen wel eens op, en bevonden dat dezelven zoo geheel en al in de tegenwoordige wyziging van het Nederlandsch Character gelegen waren , dat wy , ondanks onszei; ve, dikwerf uwe noodlottige vraag in ons voelden opwellen, en op het punt (tonden, van aan het behoud des Vaderlands te wanhopen. ]n dezen afgrond zyn wy echtèr tot dus ver niet ter nedergeftort; wy zullen ons voor denzelven zoo L.ng trachten te behoeden, als nog de minde dikkering van hoop een vooruitzicht aanbied , waarin wy , al is het dan ook met de daauwde verwen, eene betere toekomst afgetekend zien. En vragen wy, op welk eene wyze zoude dit uitzicht op eene betere toekomst konnen geboren worden? Zo is het and woord gereedlyk, in dat zelfde Nationaal Character , waarin wy den ongelukkigen toedracht van zaken zochten te vinden. De geest van orde, welke toch den Nederlander boven alle andere Natiën zoo uitmuntend bezielt, zal hem eens by de befchouwing van alle die verkeerde maatregelen en daaruit geborene verwarrin¬ gen, uit zyne doodfyke.onverfchilligheid doen op^ ryzen, en met terzydefteliing van alle by-inzichten, tot het ware duel en het wezenlyk algemeen nut doen werkzaam zyn. Dan zal rnen van zelve alle die kostbare Com'misflèn, waar tegen gy met reden zoo zeer uitvaart, zien verdwynen , en men zal eene wyze van werking invoeren , welke oneindig meer gefehikt is tot inftandbrenging der nieuwe orde van zaken , dan het eeuwig delibereeren , waarin men by alle deze Commisfiën natuurlyk vervallen moet. Of echter het uitloven van prtemiën als dan in allen opzichte voldoen zal , is iets , het geen wy niet gereedlyk konnen toeftemmen. Er zyn naar ons inzien verfchillende onderwerpen , welke niet konnen behandeld worden , ten zy door hen, die tot s'Lands Archiven eenen vryen toegang hebben, en uit dezelven de nodige ophelderingen ontlecnen konnen. — Er zyn andere onderwerpen, welke uit hunnen aart zoo uitgebreid, en van zulk eene uitgedrekte omflachtigheid zyn, dat men van geene byzondere perfonen zoude konnen verwachten, hiertoe hunnen arbeid te zullen bededen , indien zy niet' door het Beduur eenigszins daartoe aangemoedigd waren. En hiertoe zouden wy gaarne, brengen het zamenftel van een Civiel Wetboek , het welk ons toefebynt een zoo verbazend omflachtig werk te zyn, dat men van de vaderlandsliefde onzer Rechtsgeleerden byna zulk eene zware onderneming niet zoude konnen voorönderdellen , zon. der dat zy hiertoe door het Beduur nadruklyk waren verzocht en aangemoedigd. Uw gevoelen , om het zelve in afdeelingen te fplitfën , en alzoo elke afdeeling op zichzelve ter beandwoording aantebieden, zoude misfchien geen geheel opleveren , dat , van herzelfde grondbeginfel uitgaande, door het geheele werk heen denzelfden geest, en in de byzonderheden overeenkomst van ftellingen en begrippen aanduidde. Dan hoe dit ook zy, zeker is het dat er verfchil. len-  ( 53 ) lende onderwerpen zyn, zeer gefehikt om door uitloving van prairiën behandeld te worden , en dat er onder de door u opgegevenen gevonden worden., welke op geene betere wyze zouden konnen worden bewerkt. Er zyn echter nog andere onderwerpen, die misfchien voor eene verfchillende wyze van behandeling vatbaar zyn. Wy hebben naamlyk m de Dagbladen der Nationale Vergadering, zoo veele dis cuslïën over de Rechten en Plichten van den Mensch cn Burger aangetroffen , en gezien dat deze (lof aan onderfcheidene Commisfiën is aanbevolen geworden. Wy dachten toen al by ons zelve , dat deze iloffe op eene oneindig kortere en gefchiktere wyze zoude hebben konnen afgedaan worden, indien men dezelve ter bewerking aan den eenen of anderen Met apiyfiquen kop, die van al het gewoel der revolutie verwyderd was , had aanbevolen. — Onmooglyk is het , dat foortgelyke afgetrokkene onderwerpen anders dan in de flille Studeerkamer van den peinzenden Wysgeer konnen bearbeid worden , en zeker zyn dezelven niet gefehikt , om door menfchen uitgewerkt te worden, welke allen hunne verfchillende inzichten en byzondere w)ze van befchouwing uit de fcholen medevoerd hebben, en die nu in al de beflommering van den politicken loopbaan geplaatst zyn. in het algemeen kan men omtrent de wyze van bewerking aanmerken , dat men ook ten dezen opzichte dien zekeren tact, dat gevoel mist, welk alleen in flaat is om de juiste keuae te doen, en daardoor op eene gemaklyke wyze veele en groote zaken te verrichten. — Men had in Frankryk flechts weinige dagen nodig, om de geheele Armee, beftaande uit vyfentwintigviaal honderdduizend menfchen, op eenen geheel nieuwen voet interichten; en hier befteed men weeken, maanden, en jaren, om de geringde veranderingen in zeer ondergefchikte vakken iiuevoercn. Ongelukkig vind men dan nog dikwerf by die invoering, dat men zich zeer grovelyk misgrepen heeft. De oorzaak hiervan ligt echter niet altyd in onze mindere bekwaamheid; maar is veelal een gevolg van die zelfde flapheid en weinige energie, welke ons van de invoering van alles, wat ongewoon is, als. .terughoud. Tut de daarflelling eener nieuwe orde van zaken, word een zekere trap van moed gevorderd. Er word toé verëischt , dat men alle hinderpalen d:e zien tegen dezelve aankanten, met eene vaste hand durve verwyderen. Er word verder toe verë;scht, dat men de individuëele belangen, welke by de vernietiging der oude inftellingen komen te lyden, durve over het hoofd zien en als niet' te achten — Die geestgefteldheid nu , die veOrkracht van ziel, fchynt onze Natie te misfen. Men heeft met eerién vocrbeëTdfozen moed begonnen duizende verbeteringen te ondernemen, men heeft Commisfiën op Commisfiën geflagen, om in onderfcheidene vakken de ingeflopene fouten opteaoeken en te verbeteren; men heeft dikwerf ondernomen, om geheel nieuwe inftellingen tot (land te brengen; dan naauwlyks bezeft men dat hierdoor perfoneelebelangen komen ■ te lyden, of dat dit eenen zekeren fchuk , dien toch alle nieuwigheden altoos ge^en zullen , kome te veroorzaken , of men deinst te rug, keert op het oude voetfpoor weder,, of legt de eene of andere nieuwe lap op den ouden en afgefleten rok; zoodanig, dat onze Bataaffche Republiek voor het tegenwoordige haar costume van akle(juin fchynt ontleend te hebben. Ditmaal zullen wy hier niet meer van zeggen: Sapienti Jat diüum. — Eén woord is voor den wyzen genoeg. Wy zullen alleen onze bede by onze hoop voegen , dat toch eens alle moedige en belangloze Patriotten, de wanorde cn het gebasfpel. eindelyk moede , in masfa mogen opftaan, om aile die halfbakkene reformateurs , welke aan ons veege Vaderland een zoo belagchlyk aanzien ge- 9 3 ven.  ( 5+ ) ven, te vervvyderen , en eene orde van Kitten in- grondbeginfelen, waarop de maatfehaplyke flaat bv tevoeren , welke overëenkomftig is aan dis troote eene goede inrichting berusten moet. Het committé van administratie, (een Droom) Eene groote Dame zond haren Zoon naar de Uni- verfiteit te En deed hem , by net teder moederlyk affcheid , ook deze minzame aa'nfpraak: — ,, myn Zoon! myn lieve Zoon ! — Gy gaat nu eene vryheid genieten, waaraan gy niet gewoon zyt; — geheel aan u zelve overgelaten; zyt gy dubbel verplicht om u zelve te bewaken! _ Ik heb de beste gedachten van u, maar wacht u! ik zeg u dit met moederlyken ernst, met de warmfle, met de wclmeeneudfte liefde! — wacht u voor de jacht, voor het fpel, en de hoeren! De eerfte is gevaarlyk voor uwe gezonde leden en uw leven. Het tweede is vernielend voor uwe beurs. De laatfla zyn verderflyk voor uwe gezondheid en uw hart. _ Wordt gy het offer van die allen, dan zyt gy zeker verloren." Aan deze lieve goede, moeder en hare vriendlyke lesfen dacht ik, naar bed gaande, Hiep in., en droomde : Myn Droom. Ik zag het Bataafsch Gemeenebest, niet zoo als gewoonlyk, in de gedaante- van eene Hollandfche Maagd met een piefc in de hand enz. — neen, zoowaar niet! Het kwam ten voorfehyn in de gedaante van een Student, een goeje lobbes van een jongen, maar zonder baard ; hy zag er zoo uit, dat men zeggen zou: het is een kalf van goedheid, men kan er alles van maken-. — Hy ftond met den hoed onder den arm, om de goede lesfen van moeder aantehoren. De Franfche Republiek zat in eene fchoone Fauttuil, deftig uirgedoscht in de gedaante van eene' oude Dame, die veel ondervinding had! — op haar gelaat meende ik goedhartigheid, vuur, medelyden, en verwachting in eene juiste mengeling te zien.— Zy fprak-den jongeling op'deze kvyeê aan ! — ,, Kom hier, lieve jongen! — nader uwe moeder vol kartlyk vertrouwen ,en neem hare weimeenende iesfen met kinderlyke ondergefchiktheid aan." „ Je weet, kind ! dat hardnekkige voogden u „ door allerleis wegen aan myn moederlyk opzicht' „ hebben weten te onttrekken, en dat je door dien' „ weg zoo lange jaren op de Latynfehe School ,, hebt moeten doorbrengen ; _ 'hoe zeer ie ge„ plaagd zyt geweest met een droog en lastig on„ derricht; hoe veele flraffchriften je hebt moe„ ten febryven, en hoe dikwerf je'u hebr moeren „ getroosten, plakken te ontvangen vari een wree„ den Rettw:'. II Kindlief! _ die dagen der verdrukking zyn „ uit! — Je bent nu van onder dit drukkend op„ zicht verlost, en — behalven myn moederlyk op„ zicht ■_ volkomen vry , en je eigen meester „ man!"' — - ,, Ik zend je naar de Akademie der Vryheid.„ Leer braaf, dan word er wat goeds van je i wacht „ je voor noodloos en gewaagd vechten ; fbeel ,, nooit met flechte kaarten, die gemerkt ^yn, en i, *e  C 55 ) DE EIK EN HET B O S C II. (Ënie Fabel voor groot en klein Gemeen.') j£en prachtige Eik, die op zyn rang en oudheid roemde,. Stond midden in een bosch, Dat vveelig groeide — uitgenomen Een aantal heesters , en van bcomen , Te na by d'Eik geplant; zy treurden, droegen mosch, — Ees:eiiKi'iyk de eigenaar hen tot de bjlüraf doemde. Dit trof hun boomtrots, en, daar zy zeer duidlyk zagen, Dat de Eik door drup en druk van 't onheil oorzaak was,. Beftondcu zy hun leed d;n Eoschheer dus te klagen: ,, Vergun, ö meester! dat een ras „.Der beste heestets, .die op uwen bodem groeien, ,, Zyn' zaak voor u bepleit' ! — „ Zoo lang dees trotfche (lam ons boven 't hoofd zal (laan,. „ En, vol ondragelyken waan, „ Door wcrt'lcn; tak, en loof, ons voed fel zal beinceiï\, ,. Zoo larg zyn we onze welvaard kwyt. „ Hoe? is het billyfc', dat cm Eén - in trors te voedenv ' ,, Een gantsch phrntfoen-verkwynt?- „ Kan u zyn' hoogheid of zyne ouderdom vergoeden,, „ Dat byj ons allen ondermyiu?- „ je fpel aan de fpeelgenoten verraden ; behartig „ de zuinigheid; neem je tyd wel waar, dan zul je „ nog de (leun van myn ouderdom worden; — leg „ je toe op de zuinigheid! — en vooral, neem je ,, wel in acht voor hen, die by myn afzyn je zaken , „ en je ftudente-huishouding of zoo wat, zouden „ willen adminiflreeren, en door dien weg een ver„ baasd deel van je eerlyk aangeërfd geld zouden „ zoeken te verkwisten". De goede jongen ging met een getroffen hart weg, en riep ,, vryheid! vryheid l" uit -- fchecn de droom!- maar eenige oogenblikken later .ftor.d hy weêr voor zyne lieve moeder, met den zakdoek in de hand, en weende! „ Wat fcheelt er aan, „ liefkind?" Vroeg mama; — ,, Mama ! myn geld is „ byna op!"— En hoe komt dat, kindlief!" hernam „zy?" — „ Moederlief.l" was het andwoord, „ Ik heb wel uwen raad niet getrouw opgevolgd, „ maar het geld — neen , zoowaar! ik heb het „ niet verkwist1" — „ Wie dan5" was de wedervraag; — f, ikkende, gsf hy ten andwoord, „ het „ Com Com ..... Com van ,, Adm .... Adm .... Adm . . . .!" Hier kon hy niet verder fpreken; en ik ortwaakse van fchrik , en meueiyden.  ( 56 ) Gemeene welvaard moet alleen de wetten richten, ' „ En onder alle plichten ► „ Van orde en recht is deez', dat by, die veelen fchaadt, „ Voor veelen bukken moet, hoe hoog in top hy ftaat 1 „ Beveel des, wilt ge ons recht eri onzen bloei herdellen, „ Dat twee, drie bylen ftraks dien Eik ter nedervellen;" De Bosch-Heer, deze klacht gehoord, Wenkt de Eik, om op zyn beurt te fpreken! —— Dées, zeer gebelgd, en door zyn trots geneigd tot wreken, Vangt aan op groven toon: „ Mynheer'.'k ben zeer verftoord „ Dat een onwaardig ras van lage en kreup'le boomen, „ Die — neem ze Hechts in oogenfchyn — „ Met allen éénen Eik — htm plaats niet waardig zyn — '„ Zich nog verftouten durft, om in een pleit te komen, ,, En — eenen eisch te doen, Die. minder niet bedoelt, dan één der hoogfte boomen, „ Op ouderdom en rang niet zonder reden koen, „ Te vellen 1 — Hoe? Zou dit met de achting ftrooken, ,, Aan mynen ed'len kruin verfchuld? „ Heeft dees zich daarom vaak uit ftormen opgedoken, „ En onder aan zyn' voet dit misgewas geduld? 5, Zie, meester! hoe ze, uit vrees voor hun verdienden val, „ Van hunne fchuld myn misdaad maken, „ En al den eerbied jegens my verzaken, „ Dien 't gantfche woud my toont, en eeuwig toonen zal! „ Dan, 'k weet, myn meester is rechtvaardig, ,, En wys. — Hy fchat my veel te waardig „ Tot het my toegezworen lot! „ Ik eisch, my in myne eer oog'bliklyk te herdellen, En 't laag gepeupel te doen vellen, ,, Op dat en tak en loof aan mynen voet verroti'!" De Bosch-Heer, om weêrzyds een billyk recht te wyzen, ■ Beveelt, dat men den Eik door 't fnoeimes knotten zal, Op dat 't verkwynd plantfoen uit zynen druk moog ryzen, En doemt den eerden boom, die dan nog morr, ten val. Zag men in Staat en Stad veel twisten dus voldingen, Dan viel 't verdiende lot op grooten en geringen! 1787tn nog goed in 1797. '  DE DEMOCRATEN. N°. 48. Donderdag den 6 April 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, fl'andvastig man, Voelt door het dreigend oog 'van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hein tot euvel lokt, Zyn vasten geest .ge/ïhokt. HORATIUS. AANSPRAAK AAN HET VOLK VAN AMSTELDAM. {Den democraten toegezonden door den Schfyver der Aanmerkingen op het Nieuw Reglement voor de Volksftem, geplaatst in hst I. Deel, N°. 15.) Medeburgers.! > . . , < - , • 'Onlangs vonden de Uitgevers van dit Weekblad goed, Ulieden myne aanmerkingen over het Reglement , waarnaar de Volksftem der Gemeente van. Amfteldem Proviftoneel zoude worden uitgebracht, 'en het geen destyds ook aan myne beönrdeeling als ^Stemgerechtigde werd voorgedragen , bekend te maken. Dezelve vonden toen by veelen uwer weinig goedkeuring , en Gyl. waart ten uirerlïe ingenomen met een Reglement, 't geen met den fchoonen naam van Volksftem pronkende, Ulieden de verkryging van een recht beloofde, waarnaar de onvermoeide yver van eenen vverkzamen Brouwer, riy'veren Verpier , en zoo veele andere groote mannen van dezen tyd, te vergeefs getracht hadden. Oridertusfehen is het Reglement tot (land gebracht, en de menigvuldige Oproepingen der Stemgerechtigden in hunne grondvergaderingen moeten den vreemdeling, die met de werkzaamheden daarvan niet békend is, een verheven denkbeeld inboezemen van de daadlyke uitoefening van 's Volks Oppermacht. Niettemin houde ik my verzekerd, dat veelèn dér yverigfte voorfianders van de Volksftem zich thands II. DEEL, reeds beklagen , van in dit Reglement te hebben toegeftemd. ■' Laat ons eens nagaan , welke tot dusverre de •vruchten zyn geweest van deze wanftaltige inrichting, zo anders dezelve nog eenig nut heeft ten we- 'ge gebracht. Eenige voorgeftelde veranderingen in het Reglement zelve, de remotie van den Raad J. van Staphorst, en eene geproponeerde nieuwe belasting voor de Burgery, ten einde het credit der Bank 'te herftellen , en het geld door anderen daaruit gelicht, door de burgery te doen restitueeren. Ziet daar de interesfante onderwerpen, die ons zoo veele benaauwde avonden, in naauwe vertrekken, op eikarder gepakt, hebben doen doorbrengen; en welk was het effect: van dit alles? Veelen, de benaauwende hette dezer broejende zamenkomften fchielyk verwisfelende met de koude der buitenlucht , bewezen den volgenden dag door hunne heefche ftemmea eri jammerlyk hoesten, dat zy hunne grondver- 'gadering met hun byzyn hadden vereerd. Anderen, voornemens in treffende redevoeringen het nut va» deze of geene zaak te betogen , werden daarin verli hin-  C 5* ) hinderd door de benaauwdheid van den dampkring, welke, gevoegd by eene zware coiom Tabaksrook, die het vertrek doorzweefde, hun zulk eene geweidige hoofdpyn veroorzaakte, dat de vergadering om deze reden beroofd bleef van de gewrochten hunner welbefpraakte tong. Deze en andere nadeelen geloof ik , dat wel de voornaamfte voordbrengfelen zullen geweest zyn van zamenkomllen, die iederen avond eenige duizenden guldens aan de fchamele Stads-Kas afperften. Want, van de voorftellen zeiven is niet veel goeds, mynes wetens, geworden; befloot b. v. Amjlels Burgery de volmacht van eenen harer Mandatarisjm iatetrekken, en gaf zy daarvan kennis aan hare overige lasthebbers , dit befluit verwekte by zeer veele andere burgeren de grootfte ontevredendheid ; de Raad zelve fchaarde zich aan de zyde dezer laaiden, en zocht door eene welfprekende Proclamatie de meerderheid des,Volks van befluit te doen veranderen, 't geen echter mislukte; die meerderheid bleef op de afzetting aandringen, en het ware met den ontzetten Raad gedaan geweest, zo niet het fchoone Reglement ware tusfehen beiden gekomen, en ons de nieuwe leer gepredikt had , dat ook sWolks oppermacht by een derde der ftemmende Leden beftaan kan. Deze fraaie historie intusfehen onttrok veelen, wier Vaderlandsliefde en vuur hun niet toeliet onverfchillig i'huis te felyven, aan hunne gewichtigfte bezigheden^ kostte der Stad weder eene goede fom, maakte de driften tier verfchillende partyën gaande , en eindigde op «ene wyze, wier uitvinding aan ons vader.and Jcbynt te zyn voorbehouden, die naamlyk der onderwerping van de meerderheid aan den wil der minderheid des Volks. Verre zy het echter van wy , den flap van 's Volks meerderheid goed te keuren. Men behoefde geene apologie te maken Troor het gedrag van den Burger van Staphorst, om liet voorftel ter zyner remotie te verwerpen j maar de nadeelige. invloed, dien deze remotie op de volgende verkiezingen noodzaaklyk moest hebben-, had ieder nadenkend mensch moeten bewegen, om» zyne goedkeuring daaraan te weigeren ; behalven dat het volk, wat de inhabiel-verklaring betreft, zyne macht te buiten is gegaan, en zich het character van Rechter en party te gelyk heeft aangematigd. Indien men het volk van Jmjleldam, gelyk wy thands doen , als een oppermachtig volk befchouwt, dan had hetzelve voorzeker het recht om zyne procuratie intetrekken , even gelyk ieder" lastgever zulks vermag, maar, de beöordeeling, of de lasthebber zich wel of kwalyk gekweten heeft,moet niet aan den lastgever , maar aan een onpartydig rechter worden overgelaten. Even zoo is het ook met de overige voorftellen afgelopen. Niets ten nutte van deze Stad hebbende ten wege gebracht, ging men uit elkander, en t'huis komende, moest men zich beklagen van zynen avond, dien men ten nutte van het algemeene Vaderland, of tot bevordering van zyn eigen welvaard,en dien van zyn huisgezin , of in een onfchuldig vermaak had konnen doorbrengen, op de alleroniiangenaamfle wyze te hebben befteed , zonder zich te konnen herinneren, daar door eenig goed;; noch .voor zich, noch voor anderen, te hebben uitgericht. En komen wy nu tot het tydftip der nieuwe Raads-] verkiezingen; welk welgezind hart bloed dan niet;, by de overdenking van het geen er dezer dagen in onze Volkszamenkomften heeft plaats gevonden? Eene wyze van verkiezing, welkerongerymde wyd-j lopigheid ons befpotlyk maakt in het oog onzer eigen •landgenoten , dwingt ons , in eene Stad , die reeds zoo veelen hare kundigfte inwoneren voor anJ dere vakken van beftuur heeft opgeleverd, en waarin zich zoo veele anderen om beroepsbezigheden buiten de mooglykheid zien gefteld , om eenigen post te aanvaarden , — eene nominatie uittebrengen van 170 perfonen, welke allen allimedrigst moeten betuigen , in zichzelve de qualiteiten te vinden,, welke hen bekwaam maken tot het aanvaarden van dop  ( Sï ) flen gewichtigen post , waartoe de burgery hen Moogt-vkÜ! verheffen zal. En waartoe zulk een aantal? om naderhand 30 perfonen te verkiezen uit eene tweede nominatie van 60 perfonen, door befïuurders der grondverga. deringen uit voorfz. uitgebreide lyst te formeeren! Als men nu in aanmerking neemt, hoe weinigen die gehegl onbaatzuchtigen zyn , welke ten nutte van. het algemeen hunne eigenliefde op zoodanige wyze volmaakt willen opofferen.en dan nog genoegzamen tyd en gelegen-heid daartoe hebben, en door geene andere posten verhinderd worden 5 dan was het gemaklyk te voorfpellen, hoedanig zialk eene verkiezing moest uitvallen. Ook heeft de ondervinding dit bevestigd. Ik beroep my op de wetenfchap van Ut. allen, myne medeburgers! die in uwe grondvergaderingen zyt opgekomen, welke moeiten gy ■ hebt moeten getroosten , om eenige Weinige gefchikte heden te vinden; hoe gy zomtyds u tot menfchen hebt moeten wenden, uwer keuze geheel onwaardig; hoe zommige vergaderingen , om te konnen zeggen eene keuze gedaan te hebben , de gekozenen by andere grondvergaderingen als de hunnen hebben moeten aannemen , en andere wederom tot 3 keeren toe cp ras*, hebben moeten fcheiden, zonder tot dusverre eene keuze te hebben uitgebracht. Ja, heeft u dezer dagen de ondervinding niet reeds doen 2ien,hee die achtingswaardige mannen, die alle hunse bedenkingen-, hoe- gewichtig'ook, hebben opgeofferd, en zich, uit aanmerking der dringende noodzaaklykheid voor dezer Stads belangen , de keuze hebben laten welgevallen , worden bekhagd.en misfchien door zommigen in het geheim befpot; terwyl anderen er zich op verheffen, middelen te hebben gevonden ,om de verkiezing op hen gevallen, te ontduiken, en deswegen door hunne vrienden worden geluk gewenscht? Alle deze onaangenaamheden zyn de vruchten van dit rampzalig Reglement, waarvan Gyl. u zoo veel goeds voorfpeldet. En zyn de verwachtingen voor de. toekomst wel beter? ~ Vo.or- zeker, neen ! — Het Comptoir der grondvergaderingen zal beftormd worden door niets beduidende propofitiën ,door zulke voorfielien, die met meer fucces by wege van requeste aan den Raad hadden konnen gefchieden; door anderen, die voor de raadplegingen der Grondvergaderingen niet gefehikt zyn , of dis de ftedelyke belangen niet betreffende, geen point van -deliberatie aldaar konnen uitmaken. De vergaderingen zelve zulien hoe langer hoe meer verlaten worden door kundige lieden, die bunnen tyd beter weten te bededen; en welhaast zal de Volksfiim overgelaten worden aan een kleen getal van lieden, die misfchien dan nog door intriguanten geleid, de nadeel.igfte befluiten zullen nemen , welke niettemin , als uit wettig geconfirmeerde vergaderingen voordkomende, zuilen moeten worden ten uitvoer gebracht. Dit alles zal men my niet konnen ontkennen, letterlyk op de ondervinding te berusten. En is dit waar? is dan dit Reglement wel waardig, dat men daaraan de grondbeginfelen opöfTere, die ieder braai en welgezind Vaderlander als de zynen heeft aangenomen? Nimmer toch was ons oogmerk, eene volkomene Democratie daartedellen , die , al was zy mooglyk in kleene Staseti, welke geheel op zichzelve daande, en van de voordbrergfefen hunner eigen grond kennende leven, zonder met den buitenlander zich te behoeven- inteiaten, althands in dit ons Vaderland , dat gefieel van den Koophandel moet beftaan, volftrekt onuitvoerlyk is. Neen, wy beoogden by het daarftellen dezer Revolutie eene Democratie by Repraefentatie, eene Regeeringsvorm, dia de belangen des volks deed bedieren door lieden uit cn door hen zelve gekozen, en na het eindigen des bepaalden tyds' van hun beftuur verandwoordlyk voor hun gehouden gedrag. Deze Reprcefentatie is het Compendium van het volk, en hoe talryk en uitgebreid eene Natie zy , dit haar Compendium oordeelt, ontwerpt , voert uit met eene volkomeiie geJcJdkchsi.i, die amkrs niet dan in de kkenfie en tevens hestgereH * 3*1-  ( <5o > gelde volkar die Regeeringsvorm, welke u de Wysgeer dezer Efiuwé T. Payne aanbeveelt, die onze Franfche Broederen tot het toppunt van roem, waartoe zy geftegen zyn , heeft gebracht, en die ook alleen in flaat is om onze Republiek gelukkig te maken. En zullen wy dan,myne Stadgenoten! in deze groote bandelftad. het voorbeeld blyven geven van eene delibereerende Volksflem, waarvan wy de nadeelen reeds gevoelen , en die ons , zo bet niet bytyds verhoed worde, in oneindige rampen dompelen moet ? Maar, zuit Gyl. misfeh'en zeggen, keurt gy dan alle volksbyëenkomfien af? Moet men de daden der gecontinueerde Machten dan in 't geheel niet nagaan, en ' moeten wy ons, zorgloos omtrent de belangen des Vaderlands , met niets als met onze eigen zaken bemoeien? dit zy verre! Ket 7de Nommer der democraten heeft my te wel overtuigd van het nut der Volk-Sociëteiten, om daar van geen warme voorftander te zyn; maar deze moeten zich, om nut te doen, niet anders befchouwen dan als byéénkomflen van individuëele Burgers , als zoodanig elkander door gefprekken of redevoeringen , en hunne medeburgers door bunno gefchriften inlichten, met eikanderen de groote belangen van het Vaderland beöordeelen. en zich met nuttige individuëele voordrachten by het Beduur vervoegen. Zoodanige Vergaderingen zal men met veel meer nut , dan fledelyke, Grondvergaderingen bywonen; daar gy toch in dezen niet dan puré doryeftieke zaken kunt behande- STAAT- (*) Onder liet welnemen van den geachten Schryver, zcuden wy, het mislyk Reglement éénmaal Ingevoerd zynde, en maar tot de Cor.ftitune toe durende, zwarigheid maken dezen maatregel aantepryzen; om dat wy vrezen, dat daardoor de geheime aanflokersvan al dat hedanken zou worden in de hand gewerkt,en de wanorde vermeerderd.—Zoo lang het Reglement beftaat, moet liet, naar ons oordcel, gevolgd ivorden. 'Word de burgery op rcdelykc gronden overtuigd van deszelfs fchadelykheid, dart kan dezelve hare delibereerende Grondvergaderingen In leerzame en nuttige Volksbyêenkomften herfcheppen, die niet alleen de Volksftem doen hooren, maar ook doen gelden. En wat het onvoltallige van het gros betreft, waaromtrent men op Dingsdag 4 April een Voorflel heeft gedaan aan de Grondvergaderingen, dit fteunt op eene loutere gisting, en is, als wv het zeggen moeen , nog niet van de Competentie der Burgery,zoo lang Befluurders der Grondvergaderingen zich daaromirent niet bezwaard hebben. Bovendien eischt het Reglement juist geen volle 170 perfonen, maar kent aan de Grondvergaderingen het recht toe om dezelfde r-erfonen op meer dan eene plaats te kiezen, H. VIII. Art. 11. — Wy houden detbjlven dat Voordel aan de Groadvcrgaderingen voor al te pmmaluur. len j meestal van weinig belang , immers niet ia vergelyking der groote belangen van bet Vaderland, die in dit oogenbük meer dan ooit uwe aandacht vorderen, en waaraan Gyl. den tyd ontfleelt, dien gy in fledelyke Grondveigaiieringen doorbrengt. (in hoe toch kan Uwlieder gedrag, Voordanders van één en ondeelbaarheid ! worden overeengebracht met de heilzame leer , die gy predikt ? Gy , die geene andere oppermacht erkennen wilt, dan die van het ge'aeeie Bataaffche Vulk! befiaat in uwe oogen de oppermacht nog van het Volk van Amfteldam? Kunt gy u eeneondeelbaareSouvereiniteit voorftellen, die tegelyk in onderfcheidene fmaldeelen word verdeeld en uitgeoefend ? Een deel van het onverdeelbaar geheel, is dit niet een befpotlyk denkbeeld? Keen, elk Burger, elke Gemeente, behoort tot het geheele Volk , welks Souvereine wil zich niet afge(cheiden uitoefent, maar alleen by dé geheele masfa beftaat. En op wat grond berusten dan uwe fledelyke befluiten ? Werkt Gyl. daarmede het Foederalismus niet in de hand ? Hebt Gyl. niet reeds , als 't ware , eene Stedelyke Conftitutie daargefteld, voor eene gantfche reeks van jaren ingericht, en daardoor de befluiten van het Bataaffche Volk, den wettigen Souverein , dien gy trouwe zwoert, vooruitgelopen ? — Wel aan dan, keert van deze dwaling terug , laat uwe Stedelyke Grondvergaderingen varen, vernietigt het heilloos Reglement% 't geen reeds zoo veele verwarringen ten wege bracht (*), en offert uwen tyd in uwe verfchillende. byéénkomften niet op aan de huishoudlyke belangen van deze byzondere Stad, maar, onder de heilige banier der één- en ondeelbaarheid, geheel aan de belangen van het algemeene Vaderland , het welk tiwe aanhoudende oplettendheid en zorgen dubbel waardig is! —.  C 61 ) STAATKUNDIG WOORDENBOEK. (Vyfde Aflevering.) Het Oogmerk der Revolutie. Is, zoo als wy altoos gemeend hebben, het waarachtig geluk van het Bataaffche Volk, de herflelling van de eer en luister des Vaderlands in het oog van de volken der wereld, en dus — de bevordering van vryheid, de vorming van het volk voor ware oorfpronglyke grootheid , en voor eene welvaard , die , om dat zy 0p deugd en braafheid gegrond is , duurzaam wezen kan ; — en niet, her verwisfelen van Tirannen , en een wederkeeren , na de grootfte opofferingen, tot ons eigen uitbraakfel. Byaldien dit dus in het oog gehouden ware, dan had men , om ons naar buiten eerbiedwaardig te maken , in de eerfte plaats gezorgd , dat alle die middelen in het werk waren gefield,welkeftrekken konden, om onze Vlooten en Armeen voor het Vaderland nuttig te doen worden ; vooral door die gebreken weg te ruimen ,-waarover wy voor de Revolutie zoo luidkeels fchreeuwden. Dan had men gezorgd , dat de militaire moed en drift, om voor het Vaderland de wapenen aantegorden, aangewakkerd , opgewekt, gevoed ware geworden, en niet door duizend nutloze talmer) ën dezelve uitgebluscht, en een walg tegen de burgerwape. ning, dien waren fteun der vryheid, verwekt; en. dus , by eindeloos lange plannen van Organifatie, de wakkerfle Burgercorpfen gedesörganifeerd. — Dan had men den moed en de liefde voor vryheid en Vaderland niet in het har{ uitgebluscht, door alles wat men voor gebrekkig kende, flechts ■yoor een oogenblik uit één te rukken, om het voor millioenen fchats, door eindeloze omwegen , eindelyk op den ouden gebrekkigen voet weder te her. Rellen; en zoo elke weldadige verbetering onmooglyk te maken, — I '.- ' • ' H Het dotl van de Revolutie! «— dit woord herhalende, herinneren wy ons van kundige Doctoren gehoord te hebben — dat, by aldien men den zieken radicaal genezen wil, het zaak is , niet hem maar zoo wat op te lappen, een potje voor den hoest, een pleistertje voor pyn in- het hoofd, druppeltjens voor de maag &c. te geven ; maar den zieken in het begin aantetasten met vomitiven , purgatiën, enz, om 'er de ziekteflof uit te dryven, — en dan het afgematte ligehaam te verfierken , NB. als het eerst gezuiverd is. — Zy zeggen, dat het doodlyk is, door ontydig medelyden eerst de ziekte-flof door het geheele ligehaam te jagen, en als het kwaad door het bloed en alle de levensfappen heen gedrongen is, dan aan het lappen te gaan. — Het oogmerk van den Geneesheer is de genezing van zynen Patiëit; en fchoon hy hem eerst verfhpt had , komt het ligehaam gezuiverd weder ten voorfchyn, en herkrygt fpoedig nieuwe krachten: — het oogmerk der Revolutie is de genezing van het ligehaam des Staats; waarom zouden dan kwakzalveryen dat oogmerk verydelen? Het oogmerk der Revolutie, hoe vaak miskend, zy u heilig, Bataven! Vraagt u zelve, of gy, na zod veel* opofferingen , u alle de oude gebreken getroosten wilt, u nog meer gebreken getroosten wilt, dan u voor de Revolutie in het oog van andere volken of befpotlyk of beklagenswaardig maakten? — Of gy, na zoo veele verwarringenen opofferingen", alle de misbruiken van Fcederalistifchen hoogmoed en eigenbaat, die bronnen van verwarringen ontzenuwing , wilt behouden ? — Zo neen , fïeekt dan handen uit de mouw, en werkt, em het oogmerk der Revolutie, hoe zeer gedwarsboomd, één. maal daarteftellen. — Rukt dan met moed, met fiandvastigen ernst, en 2 eene  C 62 ) cerie bedaardheid , die brave pogingen altoos wel doet gelukken, de zuilen van een gedrochtlyk gebouw om'. — Zegt — wy willen de gebreken niet meer, die wy met zoo veel gronds vervloekt hebben, wy willen de eer van het Vaderland gered, en het geluk des volks gevestigd" zien, op zulke gronden, waarop het alleen duurzaam kan bly ven ftaan!—. Denkt , volk! zoo vaak uw oog het Plan van de Acte uwer Conftitutie ziet, zoo vaak gy de handelingen uwer Vertegenwoordigers belcbouwt , — zoo vaak gy in uwe Völksbyëenkomften vergaderd zyr, —. zoo vaak gy uwe Majefteits-rechten gelden doet, — zoo vaak uw vuist de wapenen draagt, — en in alle uwe burgerlyke handelingen , _ denkt aan liet oogmerk der Revolutie l —— Gemoedlyk bezm/if. Een allerliefst fchelmtje van een huismiddeltje , geheel univerfeel , voor alles goed; een beproefd Arcamm voor wereldlyke en geestlyke ftyfkoppem en luiwambusfen ; in alle mooglyke gelegenheden probatum , wanneer men zich van moeite en arbeid ontdaan wil, en er eenen opperbesten naam niet alleen, maar zelfs den roem van heiligheid by verlangt, het geen by meest alle de gemoedlyke bezwaarden, indien men lleclits enkele lieden, die billyke redenen konnen geven voor hunne weigering, uitzondert, het geval is. —Men kan het cok gebruiken om zwarte knopen te verzilveren; O zoo fraai ! — By voorbeeld i zyt gy Predikant, en bonst uw hart tegen- de hcerfchende orde van zaken in het Vaderland aan ! — weergalmen uwe heilige privaat-byëenkomften Van ós sticht och , Heer! „ breng toch uwen gezalfden weder ! maak den „ raad der Patriotfclie Achitofels tot zotheid ! _ „ wend de gevangenisfen van uw erfvofk af!" en zaait gy het zaad des oproers en der verdeeldheid overal, waar gy kunt; — zyt- gy, zeg ik , in dat geval , en men vordert van- u eene belofte van onder werping aan de tegenwoordige- orde van zaken — liet potje met geinoedlyk bezwaar! — probatum! word gy dan in fchyn een martelaar, gy ontvangt evenwel volledig uw onderhoud, verwerft den roem van een heilige, cn uw oogmerk is verzilverd; want wie kan tegen gemoedlyk bezwaar? en dus Probatum, ProbatUtn, en nog ééns Probatum'. Word gy door de volkskeuze beftemd tot eenigen post, b. v. tot Raad der Gemeente; — eert lastige pest, wel van zeer groot gedicht voor uwe Stad, voor de Burgery , voor het Vaderland! —; maar toch altoos lastig en fehriel. _ Daaglyks naar het hms der Gemeente , veele netelige bezigheden , Veel tydsverzuim, en geen rooden duit verdienfte ! _ a! weör, het potje met gamoedelyk bezwaar! — Lamenteer en klaag over uwe onbekwaamheid , over de tederheid van uw geWeten; zeg, dat gy gemoedshalve zulk eenen gawichtigen post niet op u durft nemen; dat gy het anders met hart en ziel doen zoudt, maar dat gemoedlyke bezwaren het voor a onmooglyk maken. — Zoa verfebynt gy in den glans van eenen heiligen, enr men ontflaat u. —Derhalven Probatum, Probatum;—i en nog eens Probatum! Alleen heeft men opgemerkt, dat, even als da melk het Rottenkruid, zoo ook het Goud en Zilver d-e kracht van h«st gemoedlyk bezwaar onbegryplyk verzwakt! — Zommigen beweeren dit met zoo veel vertrouwen, dac zy de aanzienlykfte.weddjngfchap» pen zouden durven wagen, en- honderd tegen.éétti zetten, dat byaldien men duizend drieguldens- tof een jaarlyksch honorarium aan den pose van Raad ver. bond , dat, zeg ik , in dat geval het gemoedlyk bezwaar zyne kracht genoegzaam gantscS en al verliezen zonde-, en er zelfs Requesten by menigte zouden ingezonden 'worden , om- het Vaderfand ïtt dien hstigetr post te mogen dienew. '_ 6- Vaderlandsliefde!- hec? groot is ctw vermogen! _ 6 Gótrdt hoe gering is-uw invloed!' Gy kunt dus, medeburgers! door het genoemdemiddel- » ontflaan van alle posten, die niet voordee-' lig genoeg zyn; — wy raden u om er ditAreanum op na te houden - Maar als men met geld komt ? i wei  C <*3 ) Wel nu, dan verliest het immers zyne kracht van €ejfs; i—b quoibent nttandwu.! Reaiijemn. Bravo! Bravo! — een fchoon, een ToortreByk woord. — Het zegt eigenlyk zoo veel als een ding of een plan , dat men voor goed houd, werkftellig maken, daadlyk in werking brengen. — Maar. men gebruikt het, (gedecreteerde belastingen echter zyn hiervan uitgezonderd) byna altoos alleen in eenen befplegelenden zin. — ,, Wel, dat is jam„ merl" — dat is het ook! — by aldien men dus., by voorbeeld, befluit, dat de Republiek één cn ondeelbaar zal zyn , dat de Financiën geamalgameerd, dat Kerk en Staat zullen gefcheiden zyn, dan verbalifeert men eigenlyk, dat is, men fpreekt er over, even als gy, medeburger! wanneer gy des winters in den hoek van den haard met uw Vrotiwtjen een reisje doet, daar nooit wat van komt. Men praat er zoo druk over, als of men het in ernst meende, ïéhoon men het niet in zyn hart heeft. Nu, dan diverteert men zich toch in gedachten, en —het kost geene moeite , geen zorg, — en geen geld ! —— „ het laatfte, zegt gy, is toch in eenen politieken 't, zin laiet altoos waar,- — Staatkundig vtrbalijceit •'• men niet om Gods wil!" — daar is al vry wat aan> _ Maar, Hemel ! was het realiseren eens in goeden ernst de mode geweest , zoo als het dit nooit geweest is; — dan , ja dan , waren veele groote en wezenlyke gebreken weggenomen, veele betere dingen er voor in de plaats geilek!, en duizende fchoonfchynende beloften volbracht, duizende veel belovende befluiten gehandhaafd. Dan was het Foederaüsme vernield; het Financiewezen verbeterd; dan waren de Fabrieken geholpen, de landbouw verbeterd , de Nationale opvoeding in werking gebracht, ware vryheid daargefteld, en geen familie-belang de hinderpaal geweest, om de kundigfte en braaffte burgers In alle posten te plaatfen. Dan juichten de Nederlanders-, dan knarsetandden hunne in- en uitwendige vyanden. Dan was onze heilzon reeds aan het glooren. Dan zou de boom der vryheid, die nu ellendig kwynt, reeds aan het- dragen van weldadige vruchten zyn. — X)aa ! — ja , dan ! —- ó Alvermogende model gebruik uwen onwederfiaanbaren invloed — en houd u, in de plaats van valfche vrouwen-Pruiken, en trouwloosheid jegens de geheiligde beginfelen aan de orde van den dag te Rellen, in de plaats van laauwheid en werkloosheid te begunfligen , eens eindelyk bezig met het Realifeeren van zoo veele goede zaken, door dezelven in te voeren en eer.en heerfchenden invloed te fchenken! —. Ik ben zeer vereerd met de keo.ze der Burgerj l — Boe — ba! Bomba! Bombario!.... Bombario! .... Bombario! . . . . Eene manier van fpreken, eigenlyk gefehikt om juist het tegendeel te zeggen, van het geen men er zoo in den eerften opflag door verftaan zou. Deze uitdrukking heeft zeer veel overéénkomst met het gewoon begin van eenen brief! „ Hoe gaarne ik ook wilde, hoe zeer ik het „ my tot eene eere reken". — „ Hoe zeer ik „ niets liever doen wilde" &c. . . . Kyk , medeburger ! wanneer gy aan uwen vriend eenen brief' fchryft, waarin gy hem om het een of ander verzoekt, en liet andwoord begint op de bovengemelde , of foortgelyke wyze; — lees dan maar niet voord , man ! ik fta er u borg voor, dat hy uw verzoek afftaat, en gy er met een langen neus afkomt. — Byaldien men dus een burger eenen moeilyken en niet lucrativen post opdraagt — en hy begint zyne aanfpraak met te zeggen: Ik ben zeer vetèerd met de keuze , of het vertrouwen der burgery^ Rol dan de matten maar op, en denk, hy verkiest het niet te doen, hy heeft er de maan van, en zegt ons niet alleen goed rond goed Zeeuwsch, dat hy nooit die keuze der Burgery zal eerbiedigen; —maar de Burger zoekt onys nog daarenboven in het denkbeeld te brengen, dat hy iemand is, die in dedaad met de ftem' des volks wat op heeft, — Immers»-  mers, dit zal van de honderd keeren wel negentig niaaf op de proef net zoo uitkomen. Nooit is er onder de zon een kenbarer blanketfel voor werkloosheid uitgevonden. — Men giet er de natuurlyke kleur van het vel zoo duidlyk door heen, dat het beter ware dit nooit te gebruiken. — Conform In ■vroegere dagen , toen de vaders Patriciërs hunne kinderen voor Regenten in de wieg leiden; in die vroegere dagen , was er , ó blydfehap ! zulk een jong Regentje geboren. De Baker zong al by de wieg: — ' , „ Zie welk een wicliije! „ Op 'c aanvallig gezichtje „ Is reecis de Regent „ Als ingeprent 1" ,, Hoe zaï hy recieeren, 't Canailje yerueércnl — „ Met boeken belaêu, Ter dagvaart gaan '." Maar ó wee! éi wee! — het halsje kon op zyn vyf dé jaar nog niet fpreken, en dat het ergfte was, toen hy vyfëntwinr'g was, nog niet denken. — Dat bedroefde den ouden Vader, en hy dacht dat er nooit iets goeds van den zoo veel belovenden Zoon komen zoude, en dat dus alle zyne verwachting in het ftof getreden ware! — Hy geloofde dit, niet tegenftaande zyn lieve jongen derappe blesjes wel beftuuren , zyne laarfen wel aantrekken, een haas, en zelfs een waterfnep , flink fehieten kon, en niet tegenflaande hy een afllerTiefdë dienaar kon maken ; om van zoo veele andere bekwaamheden nu niet te fpreken. M-tar alle dezë zwarigheden werden als in één oo;:enblik opgeruimd. — Een kundig Rechtsgeleerde nam op zich , om hem voor den geringen prys van — duizend halve Rydertjens in één uur zoo veel- te leeren, als hy tot het wel waarnemen van alle hooge regeerings • posten behoefde! — dit verbiydde den ouden Vader, het accoord werd gefloten ; en nu leerde hy den jongen Heer zoo veel , als hy gedurende zyn geheele leven in zyne illustre posten nodig had. — En wat was dit? —_ Het is zoo wat, om het u voor niets te leeren, Burger! — gy mocht er eens Reprcefentant op gaan worden. — Nu onder ons dan — en op conditie, dat gy het niet voord vertelt!!! by leerde hem op eenen hoogen toon zeggen . ...... conform ! ik geloof waarlyk , dat het geheim reeds verraden is! — want er word zoo zondig ook nu gebruik van gemaakt. Penurie van ftof, is eigenlyk een beleefde term om te kennen te geven, dat men fehryven moet , en niet weet wat men fehryven zal. Dit te bekennen, pleeg voor een auteur van middenmatig credit eene opoffering te zyn , waartegen by worllelde , zoq lang hy maar kon. Dan, zedert de fpreekwys Pe. nurie van Geldmiddelen het burgerrecht in de Nationale Vergadering verkregen heeft, en eene Monniken-pey geworden is, welke men het naakte lieve Vaderland omwerpt , zoodra zyn armoedje bloot komt, is het waarachtig geene fchande meer, Penurie van [ioffen, het zy in metaal of in kundigheid beftaande, ronduit te belyden ; integendeel , is dit eene zalige retraite geworden voor het Vaderland, om zyne engagementen niet te voldoen , o'f een kleen knoei - partytje te wagen, en voor den Schryver, om zich te verfchonen by zyne lezers, wegens het niet vullen of ellendig vullen van de ledige plaats, die op zyn tyd echter vol moet zyn _ Het woord flaat dus nagenoeg gelyk met de fluiting van een Cemptoir, dat voor een oogenblik ophoud te betalen. De Crediteurs laten zich met een percentjen of vyf afzetten, en daarmede is de boel weder gered. Voor auteurs betekent het dus zoo veel, als hunne lezers met wat (iflaf galimathias aftezetten; en dus eindigen wy juigchende dit blad, met de plechtige verklaring: yvy hadden penurie van ftof.  DE DEMOCRATEN. N°. 49* Donderdag den 13 April 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid, , ;. . j in coiatjsog 9j!yU?vjQ.siasaijn.sf» na* «Jitiiu''-i'V>a't , •> ,. Een altyd braaf, flandyastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat. hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest ge/chokt. IIORATIUS. IETS OVER DE AFSCHEIDING DER KERK VAN DEN STAAT. Er is geene zaak, die den befehouwer der gefchiefletjisfen van Landen en Volken dbor alle eeuwen heen meer in het oog'valt, dan de bcflisfende invloed van den Godsdienst, of van het geen men, oidcr desen hoógklinkenden naam, het volk doorgaands deed eerbiedigen, By den Egyptenaar, den Griek, den XfateiH, en de latere Kristenvolken, van de donkerde tyden af tot op dezen tyd , was altoes de Godsdienst het groote rad, welk men in beweging bracht, om alle andere raderen van elk flaatkundig ligehaam , van het grootde af tot het klcenfietoe, mede in beweging te brengen; en dit miste der Staatkunde nimmer. Men behoeft flechts 'zeer middenmatig in de gefchiedenisfen geoefend te zyn,om de waarheid hiervan zoo helder als den dag te zien. — Maar men moet geheel geenen aanleg tot denken hebben , Wanneer men, dit wetende, niet vraagt: — zonder aan de waardigheid van den Godsdienst zelve te denken _ waartoe deden de Staatkundigen van alle Eeuwen denzelven dienen? Welk was toch hun doorgaand oogmerk, zoo dikwerf zy zich van denzelven bedienden , en de vertoning maakten , als werden zy door den heiligden yver voor denzelven II. deel, I bé?,ield? — En, elk , die hier onpartydig oordeel len kan , zal in dat geval zich een tafereel voor den. geest halen , waarvan hy zidderen moet ; en hy zal in zyn hart de vuurigde wer.fchen beginnen tekoesteren , dat zich nooit de Staatkunde met den Godsdienst bediend mocht hebben, of nog bediene !. In de vroegfte tyden reeds gebruikte men den Godsdienst als eenen wisfen breidel ter beteugeling van het volk , by de onrechtvaardigfie opofferingen; als eene zweep, om hetzelve den dood te gemoet te jagen, om het voordtedryven tot de wanhopigfle, redeloosfie ondernemingen; — om, ter. wyl men het met de onbereikbaarfte befpiegelingeti bezig h'ield , en op eenen voorgeftelden fchitterendett glans deed ftaaren , zyn oog aftetrekken van elfc wezenlyk belang'en geluk , dat voor zyne.voeten lag; — om beurtlirgs het volk laf en verwyfd, of woest en wreed te maken, naarmate de onbegrensde' bedoelingen van eene onzuivere Staatkunde dat vorderden. — In latere tyden bleef de Godsdienst de leus, om volken tegen volken-, of bewoners derzelfde Voorvaderlyke Gewesten tegen elkander in het harnasch te jagen, en elkander te doen vermoorden, of ten min-  ( 66 ) minftc mishandelen en haten. - Altoos had de Staatkunde daarmede zyne zeker berekende oogmerken , en de menfchen , wier geluk door den Godsdienst moest worden daargefteld , werden er de zekere en ongelukkige llachtöffers van. Het is waar, de meerdere of mindere verlichting maakte dezen geduchten invloed ook in meerderen minderen trap verfchriklyk en fchadelyk ; maar het blyft toch altoos waarheid, dat er nooit iets meer en met zekerder uitfiag gebruikt is, om geheele volken te bederven, en tot op het gebeente toe uittezuigen , - om geheele volken door het voeden van onderlinee verdeeldheden, gedul.iig den hals onder het juk der flaverny te doen krommen , — dan het geen de Staatkunde goedvond Godsdienst te noemen. Daarvandaan-die verbitteringen, by voorbeeld by het Franfche Volk , tegen denzelven , zoo ras zy de zwarte bedoelingen en handelingen derfchyn■heilige voorftanderen van de Religie in een klaar licht zagen j verbitteringen , die tot zulk een uiterfle Overüoegen, als, de gefteldbeid van het menschiyk verftand en hart in aanmerking genomen, het onvermydelyk gevolg van zoo. veel ontdekte foood* fceid op éémaal moest zyn. — ; Daarvandaan, dat dit volk met zulk eene geestdrift begeerde,dat de Godsdienst,zoude de vryheid geene harsfcnfcriim zyn,van de Staat moest worden ftfgefebeiden. , Het is waar , tot zulke uiterlïen heeft de Staatkunde den Godsdienst, in ons Vaderland , nooit konnen misbruiken i zonder eene Godsdienflige verüraagzaamheid had ons Vaderland, uit hoofde vat? syne ligging, beuekkingen, en - behoeften , nooit konnen beftaan; - maat het is niet minder waar, dat de Staatkunde in hetzelve, zooveel mooglyk, pmy heeft getrokken *p- geene minder onzuivere bonden, van den Godsdienst, zoo wel na als voor Jar betzeive net juk-vau Philips den Tiran had af- geworpen; — dat men, offchoon met alleen Ouroomfchen maar ook Roomfchen de wapenen tegen den Tiran hadden opgevat, en de onaf hanglykheid van deze Gewesten door hun bloed mede gekocht— echter heeft konnen goedvinden , die Roomsgezfnden van de meeste Geestlyke goederen te beroven, cn éénen'Godsdienst den heerfchenden te noemen, de belyders dier Leer een uitflü'tend recht ook op zomnrgen' dier goederen te geven, de Leeraaren van her heerfchertd leerflclfel alleen uit de algemeene Kas te bezoldigen , en aan de belydenis dier leer alleen het recht, om alle posten vanbefluur, voorname Ambten en waardigheden te bekleeden , vast te hechten ; — met partydige uitfluiting van alle andere éven waardige Burgeren, welke allen met den fmaadnaam van Disjenters werden uitgemonfterd en, inhabiel verklaard, om bun Vaderland in eenige gewichtige betrekkingen te konnen dienen; — kortom, — dat men deze Godsdienstleer en den yver daarvoor altoos heeft doen dienen ten fteun van byzondere belangen, van het Stadhouderlyk en Ariftocratisch gezag. — Het lust ons uiet, hier eene afzonderlyke opgave te laten volgen van alle de hardigheden cn knevelaryen , welke uit dit alles noodzaaklyk moesten voord vloeien , en die aan eiken onpartydigen te over bekend zyn. Het was ontwyfelbaar zeker, dat by eene Revclutie, die niet flechts eene harsfenfehim zyn zoude, maar eene waarachtig, grondwettige herflellirg bedoelen , al wat bi'iyk en verflandig in den lande denkt, den kreet zoude aanheffen : de Godsdienst moet van den Staat muien afgefekeiden! — Deze kreet was wel by den eerften aanher geene wysgeerige grondfiel!;ng , neen , zy was de werking van het menschlyk gevoel, opgewekt door de verklaring der rechten van den mensch en burger, die, door eer.e geenszins ingebeelde maar zeer billyke gelykheid toegepast, niet gedoogden , dat de Godsdienflige . .„ . - - ' -deiite  C 67 ) denkwyze der rb«lfen. _ Wanneer men eenvouwig zich had bepaald tot zulk eene inrichting, dan zouden de vertegenwoordigars van het Bataaffche Volk gerust konnen en zeker moeten vastfiellen , dat de Staat met den Godsdienst, of onder welken miam men de zaak ook wil doen voorkomen, mets gemeens heeft, voor zoo verre dezelve bet algemeen vólks-geluk en den voorfpoed van het vaderland , op goede zeden gegrond, flechts niet hinderlyk is. In dit geval fpreekt het van zelfs, dat de Stast door wyzer inrichtingen moet voorkomen, dat men door geene opiniën of fanatique driften Land en Volk bederve'. De Staat bepaalt alleen onze uiterlyke daden,door de wetten ; deze moeten gehoorzaamd worden - 5  C 70 ) sjonder dat hy onderzoekt, ons welke redenen die door de verfchillende feeten worden naargekomen.—. £Xe Staat moet zich door goede inrichtingen in Hand houden; hy kan den Godsdienst tot zynen fttunniet aannemen, om denzelven niet door de behendigheid der Priesteren, by voorkomende gelegenheden her{cbapen te zien in hei werktuig., welk zyne grondzuilen onder.mynt en otnverre rukt. , De Staat kan over den geest van den mensch niet heerfchen .zonderonbiliyk, hy kan geen onderfcheid ia zedelyke opiniën maken-, zonder partydig te zyn; ffl hy kan niet gelyktydig alle opiniën aannemen, zonder zich tot het dichtoffer van menigvuldige tegenftrydgbeden te maken. . De Staat wil goede burgeren; drukt hy het zegel zyner goedkeuring op denkbeelden, welke den burgerplicht in den weg ftaan, dan is hy ook van het vermogen beroofd, en verliest het recht, om door de wetten de gevolgen van dezelven te bepalen. — Het is den Staat derhalven onverfchillig, hoe elk omtrent den Godsdienst denke, indien flechts elk als burger wel handelt; dat is, de plichten, door de wet voorgefchrevcn , getrouw ver.vult. — En gefchied dit niet, handhaaft hy het recht der maatfehappy tegen overtreders, — de burgers behouden onder ds;ze fchikkingen hun geweten volkomen vry ; niemand behoeft orgodist of huigchelaar te Worden; elk oefent zynen Godsdienst al of niet, Uit de zuiverde oogmerken; om dat 'er voor hem met betrekking tot den Staat,voordeel noch nadeel, eer noch fchande mede te behalen is; — en dan alleen kan de Godsdienst gezegd worden zuiver en enkel de zaak van het geweten te zyn. . By zoodanige grondbeginfelen behoeft de Staat .niet te discutieeren , of bet woord Godsdienst dan wel een ander zal in de wandeling zyn? Dezelve behoeft niet te decreieeren, dat er een God is; dat de Natie dat wezen eerbiedigt l — Wat doet het tot de zaak zelve, of men zoodanige Deereteu ne* me? — Zy, die hieraan niet willen geloven, zullen het zich toch niet in liet hoofd en hart laten deeretecren; en zy, die er zich van overtuigd houden, zouden zonder deze Decreten hunne gevoelens geen oogenblik betwyfeien. — De Staat kan derhalven al den kostlyken tyd befparen, welke aan zoo veele logomachiëu of woordenzifter)è'n, als gedurig hier by worden uitgekraamd , verlieten word , en zich denzelven ten nutte maken tot het ontwerpen en daarftellen van alle zoodanige zaken, als rechts, ftreeks onder zyn bereik zyn, en tot zyne taak behoren. Het meest doordenkend gedeelte van de Natie zal deze fchikkingen toejuigchen, en de min door» zichtigen zullen fpoedig met dezelven verzoend zyn^ zoo dra de tyd hen leert, — dat de Staat niet den Godsdienst vernietigt , maar veel meer derzelver vryheid waarborgt en volmaakt, en elk in vrede alle de genoegens onbelemmerd laat genieten , welke voor hem uit zyne meestgeliefde denkbeelden voordvloeiën. Zoo word dan gelyktydig het geluk der burgeren bevorderd, terwyl de Staat zelve geheel onaf hang. lyk word van alle hogere befpiegelingen, en Van die driften , welke daaruit doorgaands opbruifeben. Dat op deze wyze éé maal de bron opdrooge, waaruit de rampzalige naaryver tusfehen burgeren en burgeren te lang droomde , die den twistgeest en de dweepzucht drenkte, en waaraan zoo menig anders gelukkig volk zich den dood dronk! Vertegenwoordigers van het Bataaffche Volk ! Maakt door deze eenvouwige en billyke maatregelen eens een einde aan .de neteligfle zaak ! — Op dat niet wederom de Godsdienst, ook in dit genoeg gefolterd Gemeenebest, de leus geve tot vreeslyke verfcheuringen , die niet zouden eindigen , dan met den volflagen ondergang van ons Vaderland!  Brief van vader ontzachlyk aan de democratevu Burgers Democraten! f) den beginne des jaars 1795 begon een klein, krom, mismaakt, en knorrig ventje, dat wel zien kan door een plank, daar een gat in is — reprsefenteerende voor het minst een half milüoen zuehters, klagers, grommers.en vitters, uitmakende de brave meerderheid des Volks van IVmjewanje, — zulk een kereltje, zeg ik , begon toen al by zichzelf het ontwerp te fmeeden om een Volksblad te fchryvjn , en daarin ieder een maar eens van boven neêr de waarheid te zeggen, en, gelyk men dat noemt, reujen en teeven te byten, zonder iemand, die wat verdiende, te verfehoonen, ten einde de boel van Kieja, die toen al hard in het riet liep, was het mooglyk nog zoo wat te rcddetsn, en het flaperig volk uit den dut te fchrceuwen , eer het zyne oogen voor eeuwig toeneep. — Dit brutale Vent jen, onder je welnemen 1 was ik, alias vader ontzachlyk. Voor dat nydig ding van een weekblad had ik, moe't je weten , een kiuchtigen naam verzonnen. Het moest heeten de Telegraaph van Vader Ontzachlyk. ik had voorgenomen, door myn praatmachine met de heele Natie te babbelen, en geregelde feinen te geven en contrafeinen te ontvangen. Ten dien einde had ik weeklyks bepaald , eenen dag en het uur tot de feingevingen myner Telegraaph , en er was toen al zoo veel werk aan de winkel, dat ïkniet twyfelde, of Vader Ontzachlyk zou alle weeken genoeg, en meer dan genoeg, te grommen en te bedillen hebben. — Echter, vermids het zomtyds met de revolutionaire buien boos weêr kon worden, en ik door pyn in myn bult wel eens verhinderd konde zyn,om ten beftemden tyde op myn dellagieteklauteren ;zo zou ik er by bedongen hebben, onder conditie van gezondheid en yedelyk wcèr, Ik had ook al heel wat koorn op myn molen gehaald, zal ik je zeggen;-en Vader Ontzachlyk kon zyn fnaier naast niet langer houden, zoo vol was hy van gramottigheid, en van kyflust. — Hy zou je dan maar eens een leelyken huilebalg hebben opgezet, dat er de boel van gedaverd had, en die de kleine en groote kinderen zou hebbeD naar bed gejaagd; ziet, dat verzeker ik je ! ,, Wel waarom bleef dat werk dan fleeken?" 'k Zil 't je zeggen, Burgers! hebt maar één momentje geduld ! — Bang valt Vader Ontzachlyk juist niet; er is maar een Sinjeur in de wereld, voor wien hy altooseen ftraatjen om zou loopen.en dat is, als't je blieft, zyne Nikkerfche Majesteit, de Rood; — maar anders — och he ! is er niemand in de wereld,-wien hy vreest; want hy denkt altoos „ myn peper is zoo „ goed als jon faffraan! — en ook, de een mag in ,, de roef zitten , de ander in het ruim , en een „ derde in het vooronder, we varen toch allemaal ,, in één Schip over het plasje van mensclityfheic, „ naar de algemeene Grondvergadering, daar de wor„ men ons zos mooitjes gelyk maken zullen.dat er, „ om zoo te fpreken, geen aasje ftof meer aan de „ botten van een Prins, of Graaf, of Reprsefentant, of ,, Gemeenteraad zal blyven hangen, dan aan het ge,, beente van een armen duivel uit de fmailegemeen„ te." — Zoo dat ik dan maar zeggen wil, dat ik geen vrees had om op de proppen te komen; maar toch zei ik tegen my zeiven , „ het is zekerlyk „ fchoon voor 't Vaderland te derven — als 't niet „ anders kan, maar er voor te leven, zo het mooglyk ,, is, is toch nog iets beter. Je moest eerst eens „ grond pylen, eer jé het zeil in top haalt. Kyk, „ man, alle lui willen zoo de naakte waarheid niet gezegd hebben, en alsje eens door al je knorren ., en  ( 72 ) f, en raazen den eenen of anderen grooten hans tot vyand maakte, dan konje wel eens deerlyk de ,, pot trekken, en het zou je kop konnen kos„ ten." _ Ziet, Burgers! dat ding heb ik zoo lief als mezeiven, en daarom beiloot ik aivoorer.s eens over myn plan te fehryven aan Pietje van der Peuw Zr., die toen, zoo als je weet, een heele banjerheer in onzen oord was; ik vraagde hem dan maar eens plat weg, wat hem van de boef dacht, en hoe hem myne duivelary aanfloiid? Maar, meen je, dat hy my ooit geandwoord heeft? Fluiten, burgers! — Toen rook ik lont, en dacht, ha, ha! Sinjeur! by jou is k*k aan den knikkert , en als er meer van dat ras zyn , dan zou Vader Ontzachlyk al heel gaauw zyn Telegraplisck theater met een ander verWisfelen konnen. —Daar had ik nou weinig zin aan; burgers Democraten! want Ariftocratifche geeslélflagen lust ik maar gantseh niet. — lk lei dus'myn plan onder myn oörkusfen , en zei tegen mezeiven; daar zal misfchien wel beter gety komen, of moog„ lyk komt de boel langzamerhand wel wat in ,, order, en daarom, voor als nog,zwygen best!" — Ik zweeg .ook als een mof, fchoon ik het zomtyds al heel benaauwd had, want, onder het welnemen "van Vader Syrach, ik heb menfchen en volken gekend , die zich wel degelyk hebben dood-gezwegen. Eéns maar werd myn drift my de baas, en ik'gaf een fchreeuw, dat er alles van" lilde en beefde. En wat was het gevolg? De heele wereld keek naar boven, en vroeg: „ Wie is die fchreenwleelyk •■" cn gelooft my, burgers ! had ik myn biezen niet fpoedig gepakt, Scheutje zou my aan de vodden gekomen zyn. _ Dat was een leelyke drommel van een waarfchuwing voor Vader Ontzachlyk. Hy pakte zyn Telegraplisck boeltje fpoedig by malkan, uer, beet op zyn lippen dat zy bloeiden, en begoh zedert met de heele fantekraam uit al zyn macht te fchreetiwen : vryh.id, t el y k h eid , e» broederschap!!! Zoo zit de hark aan de fiecl.—Denkt evenwel nier, Democraten! dat Vader ühizacMyk niemendal meer te zeggen heeft. Neen, byna al wat hy voor een Jaar twee dr.e al wilde gezegd hebben, bhftnoe zoo taamlyk bruikbaar, en zedert heeft tiy nóe al meer pylen op zyn koker gekregen; j>lui hebt zoo nu en dan wel eens meer iemand voordgeholpen die zyn fnater met houden kon; _ ik zeg je dat ik zoo vol ben als een ei , en als ik langer zwygen moet, dan zal ik er nog een leelyke Ilymziekte van kiygen, vrees ik. Deze is dus dienende, om je te vragen, Burgers' ot je ook lust en plaats hebt, om een partytje van myn gekakel door middel van uw Weekblad aan den man te helpen. — Zegt het my maar gul, en voor de vuist, dan fluur ik je eerlang een proefje. Zo niet, evenwel goeje vrinden; en in allen gevalle ben en blyf ik ' ye Medeburger A N D VV O O II Aan Vader ontzachlyk. Vader ontzachlyk. _____ Wy zyn bereid ons Dagoiad te leenen ter mededeeling aan het Publiek wm.allas, wat de Natie op eene, befdheidenc wyze omtrent hare ware belangen kan voorlichten, waarfchuwen. tot raad en ten he 1 verftrekken; doch zyn te gelyk zeer warseh van fchelden, raazen, en alle perfoonlyke beledigingen. Indien /'«der Ontzachlyk aan deze toets zyne voordrug.en wil onderwe pen. en ons de vryheid laten, om er mede te handelen, tiaar gelang ons oordeel daarover beflist; dat hy ze ons dan toczende, eu wy zullen zien de democraten. AANKONDIGING. De democraten hebben nodig geoordeeld, om by dezen aan het Publiek te verzekeren, dat het fiuk getyteld nhn^e» over de Organifatie der Gewapende Burgermacht enz. geplaatst in Nc 46 bladz en byzonder het geen daarin is voorgedragen ten aanzien ee.ier Garde de Police, hun 'eigen arbeid is en' met anders dan hunne ware gevoelens over dit ftuk behelst. Zy durven, zo het nodig ware de verand. woording en verdediging derzeiven gerust op zich nemen, en hebben die niet geplaatst o'm ze nader, hand door hunne tegen-reflectie:) te ontzenuwen; neen, maar om hunne medeburgers daaromtrent intelichten, uit overtuiging van het nut en de bn'lykneid der d >or Hen aangeprezene inrichting Dit mttoU ^An^n7v^: XZireh zy belafchen , en tot  DE DEMOCRATEN. ' TV» ': ' . jV. .50. Donderdag den 20 April 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. : hora x ius. Vertoog over Je afschaffing der gildens in Nedtrland. Het volk van Nederland eindelyk van deszelfs ketenen verlost, ziet reikhalzend een nieuw Staatsgeftel te gemoet, het welk niet door eene zevenvouwige tezamenknoping van opperfte Machten, den Weg openlaat voor eenen algemeenen Beftuurder, het zy onder eenen Stadhouderlyken cf anderen titel , maar , dat door éénheid en ondeelbaarheid de veerkracht der Natie herftelt, de vryheid verzekert, en den welvaard van 't gantfche Volk, en riet van eenige byzondere Gewesten, Steden, Dorpen, Gehuchten of Perfonen, ten koste van anderen, ten oogmerk heeft. — ■ Dan, offchoon ook het Bataaffche Volk van de ontegenzeglyke waarheid van dit grondbeginfel, in het afgetrokkene befchouwd, ten vollen is overtuigd, zullen echter zy, wier byzonder belang veelvuldige Souvereinen vordert, of die aan- den ouden zuurdeegfem van het Foederalisme blyven gehecht, niet nalaten hunne Medeburgers, door alle die" drangmiddelen , met welken zy hunne zwakheid konnen verfchalken, te trachten over te halen, om de éénheid II. Be el. K en ondeelbaarheid, niet in de woorden, maar in hare wezenlyke gevolgen, uit het nieuw Staatsgeftel te verbannen. Een van deze middelen zal zyn, om het eigenbelang van zommigen gaande te maken , en de Gildens in wezen te houden ; en alhoewel "Wy ten aanzien van hen, die met het vertrouwen des geheelen volks in de Nationale Vergadering zyn bekleed, ten dezen reeds een openbaar bewys van liefde voor de rechtvaardigheid hebben, zy het ons geöorlofd, als leden der maatfehappy, die, fier op hunne vryheid, vooruit berekenen, welke middelen er konnen worden aangewend om dezelve, het zy eensklaps, het zy langzamerhand, te doen kwynen; dat wy den volke, zoo veel in ons vermogen is, by voorraad waarfchuwen, en In dit nommer trachten te betoogen — dat het affchaffen der Gildens by de Vertegenwoordigers des Nederlandfchen volks te recht en wys is vastgefteld. — Zonder ons in te laten op al het haatlyke, welk het gevolg is der beflotene Gildens in het byzonder, die in zommige plaatfen te vinden zyn, als, by voorbeeld, dat  C 74 ) dat in allen maar een zeker getal Meesters word toegelaten, in zommigen het meesterfcbap erflyk is, of verbonden met eene meesters weduwe, of dochter, als eudftc afftammeling van eenen meester, offchoon de nieuwe echtgenoot een weetniet zy; dat ook alzoo eene monopolie word opgericht; — zonder, zeggen wy, ons hierover intelaten, zullen wy alleen eenige grondregelen daar. „ellen, aan dezelven de beftaan- of onbeftaanbaarheid der Gildens toetfen, en eenige van de voornaamfte tegenwerpingen wederleggen, — Wy feilen dan vooraf vast, i°. Dat alle belemmering aan den vlyt en de naarftigheid der in woneren toegebracht, nadeelig is voor een Land (*). a«. Dat alle uitfluiting van rechten, door de Gil. dens tusfehen gelyke Burgeren ingevoerd , is hoogst onrechtvaardig, met de ware Gelykheid onbeftaanbaar, en dus ftrydig tegen de eerfte gronden van vryheid in eene Republiek. 3°. Dat het Bataaffche volk niet anders kan willen, dan de bevordering van de burgerlyke vryheid en gelykheid; dat deze zyn (f) aangeboren* rechten, die door niemand konnen worden verkort, dan voor zo verre het algemeen belang der maatfehappy zulks blykbaar vordert. Wy durven deze. regels ais grondbeginfelen vast- ftellen , en zullen gerustlyk afwachten een ieder; welke mocht goedvinden dezelven te wederfpreken. Wy zouden hier by konnen voegen.- 4°. Dat de éénheid en ondeelbaarheid der thands nog zevenhoofdige Republiek, welke voordaan een van de voornaamfte middelen tot den welvaard van dit Gemeenebest zal zyn, volftrekt influit de ver* nietiging van alle bevoorrechtingen van perfonen, corporatiën, of Gewesten, ds eene boven den anderen; maar verkiezen dezen by ons heiligen ftelregel achterwege te laten, op dat men niet voorwende, dat wy, wel van wapenen voorzien,onzen vooraf ontwapenden vyand aanranden. Wat d_n het eerfte point betreft; niemand zal ontkennen, dat de Gildens belemmering toebrengen aan den vlyt en de naarftigheid der inwoneren van een land in het algemeen; immers, Gildens zyn uit* fluitende genootjehappen, welke verhinderen, dat niemand, dan die tot dezelven behoren, een zeker handwerk of koophandel dryve, en van welke genootfclmppen inert niet dan op zekere voorwaarden Lid kan worden. Wanneer men het denkbeeld van uitfluiting en bekóming van Lidmaatfchap op zekere voorwaarden wegneemt,, vervalt ook bet gantfche denkbeeld van een Gild^ Dit is dus het kenmerkend onderfcheid (.differentia, fpecifica) van Gildens; en daar noch aan uitfluiting, noch aan bekóming van Lidmaatfchap, als op zeken voor- m Zie hierover Sefcit'oü^ïiig yan den Koophandel en het SWtsleJluur in hunne onderlinge betrekhngen II. Deel, «1L 6 cn 7. ook b.-bben de Burger, J. Strik van Unfckoten, li. IV. Bosch, en Jok. RöM, dit grondbeginfel in.hun Pro1 den Li der O meeme van Utrecht in dato ? Scptemb. ,?95. door de voorbeelden van Zaandam en het Canto» Zeerei opgehelderd, zie ***** Courant v.,n 4 Nov. »* tiK* de a"db°' * byzondere Landfcheppen verdeel* T^L Ln deze niet- i, zyne voi.e kracht toefen, ten einden eigen !and boven anderen te doen bloe.cn, il l oo „„ge er geen ..gen.eea Systema van vry.a uit- en invoer der goederen P,aatS grypt door de gantfche wereld Tze rU in diervoege Z#n matigen: dat echter de invoer Ukoort verboden te zyn van alle zulke goederen „Me JlretITm llZm der Treken en MHeke» van ons Gelest, mids, dal de nadeelen van zoodan.g verUd nnnderzyn , Z S,S Jeenen vryen handel zouden ontfiaan. - Ilec hoogde voordeel toch voor het algemeen moet over het byzoa- ^iSS "bbeThiër verkozen aangeiorene rechten te „eggen, cn „iet rechten der natuur, om he», die zonden verkiezen, dU tok tl wcdeileggen-, niet te doen dwalen, zoo als de Burger- Frcd, Kiïefoot ia zyne verhandeling over de mjlandhoudmS) Mr &Uim «iü *W« mH 4w natuut e» den Simt der namur vciwart»  C 7S ) morwawden, ban worden gedacht, zonder dat men tevens een daarvan onaffcheidbaar denkbeeld van belemmering voor den geest hebbe, zo word ons gevoelen hier door van zelve bewezen. —— De waarheid van ons gevoelen, op grond onzer tweede Helling, is zoo in het oog ftralende, dat wy wil en moet daande houden en bevestigen. In dat ge al trekt de byzondere Burger zyne gedachten van het algemeene Vaderland af, en begint allengs die moeder, welke hem wylè'er ryklyk voedde, misdadig te verachten,- om dat zy nu, by het uitteeren harer krachten, in plaats van mildelyk te geven, weêrkeerige onderdeuning afeischt. Het zelf-belang alleen is dus niet altyd de vlam, die de liefde voor het Vaderland in de" harten der Burgeren kan deen branden. De wetgever behoott tót andere middelen den toevlucht te nemen, zal by die'liefde, zoo noodzaaklyk tot behoud van alle Stalen, beflendig levendig houden. De Staats-hervormers van het oude Griekenlanden Rome fchynen vau de waarheid hiervan overtuigd te zyn geweest; dit althands is zeker, dat de zucht naar eer en roem in hunne handen het werktuig geweest is, om de Vaderlandsliefde hunner Burgeren duurzaam te helpen onderfleunen. Deze zucht, zoo noodzaaklyk in alle Gemeenebesten , bracht die groote opofferingen eu heldendaden ten wege, door welke Trafybuius Athene, Le~ onidas, Sparta , Pelopidas Thebe, Decius et} Scipio Kome, voer eeuwig aan zich verplichtten, of hun Vaderland voor zynen ondergang behoedden. Wel verre, dat de wetgevers dier oude Volken de daden der- Helden- ('zoo als latere wetgevers of S'.aats-hervormers genoegzaam hebben geoordeeld) fnet goud zouden hebben beloond; — was de aanfpraak op de eer en erkentenis van een dankbaar vqlk.waar van zy, by hunne wetten,hunne Helden en andere groote Mannen verzekerden, de groote prikkel, welke iederen Burger tot belangloze opofferingen van goeden leven voor het Vaderland, op eene oniveêrflaanbare wyze aanfpoorde. Hiervandaan de openbare fpekn cn verbaken in Griekenland; waarin de deugden en heldendaden der overwinnaars van Marathon en Piatea werden be- zongen, en tot de nakomelingfchap overgebracht Hiervandaan de Volksfeesten te Rome, w«arby men de uitdryving der Koningen en den Heldenmoed van Brutus vierde. — Hiervandaan de groote en kleene Triomphen, die vurige wensch van ieder rechtfehapen Romein, in de bloeiende tyden van dit beroemd Gemeenebest. , ' En zoude dan niet op gelyke wyze de Vaderlandsliefde der Batavieren van onzen tyd konnen en moeten onderdeund worden ?Zouden de Burgers vanNederiand niet mede vatbaar zyn voor die groote aandoeningen, welke in de welgeplaatde zielen van alle menfchen, door de algemeene eerbewyzingen van hunne tydgenoten , in alle Landen en Eeuwen werden opgewekt ?Zou aan het Bataaffche Volk,en aa» iéder Lid van het zelve, geen algemeene geestdrift tqt groote daden en doute ondernemingen worden ingeboezemd, wanneer van 's Volks wege, op de wyze van Griekenland en Rome, openbare eerbewyzingen aan verdienstlyke Mannen , en algemeene feesten voor het volk werden ingevoerd? Neen ; zoo koud en ongevoelig befchouwen wy noch ons zelve, noch onze Landggenoten niet, dat wy zouden durven vooronderdellen, dat zy voor de eer-bewyzingen hunner medeburgeren, voor het gevoel, welk de herinnering aan groote daden en handelingen gewoon is ten wege te brengen, niet meer vatbaar zonden zyn, noch zich opgewekt gevoelen, om dezelven natcdreeven. En het is om deze reden ons voorgekomen, dat by de aanftaande Conditutie, eenige groote Volksfeesten behoorden te worden verordend; allen ingericht, om het gevoel voor het fchoone en goede,-—j affehrik voor de dwinglandy, — midsgaders liefde voor deugd, moed, en kundigheden optewekken. Wy willen ons hier liefst in geene breede ontwik-keüng van de inrichting van zoodanige Nationale Feesten inlaten; maar om het groot oogmerk van derzelver indelling doelmatig te bereiken , zoude men, in navolging der Grieken, Romeinen, en derFranfchen, konnen bepalen: ÏT, Eén Fèest, in het begin van ieder Vryheids- jaar,,  C to ) j.W.öf'hBt' welk men den va! van Oranje en de ver. iflefifSÜij* van het Oranje en Ariftocratistn dwangjuk zoude vieren, 2°. Eens in het Jaar een Féést) toegevvyd aan dc Schimmen dier groote Mannen. welke, daar zy de vryheid aan hunne medeburgers ongelclionden wilden bezorgen, de fhchtüuers van hunne deugd en braafheid werden. ?. Een Feest* aangelegd, ten einde btirgerlyken heldenmoed , huisijke, kinaerlyke ,en andere Kepn. bijkéinEche deugden, welke met het behoud en iet geluk van den Staat in een onmiddelyk verband liaan,' ortewekken, of te belonen. '4. Een Feestdag, waarop openlyk, door en van "svolks wege, alle voortreflyke daden van me'nsc'hliévendheid , door dank- en eerbetoningen werden vereerd; en waarop tevens zy, welke door het aan den dag brengen van nieuwe nuttige ontdek kb rci, o't het uitvinden van heilzame waarlreden, net vaderland eenen belangryken dienst hadden bewezen, . openlyk werden beloond. 5. Den Feest voor Neêrlands Jongelingfchap ; Wanneer de uitmuntendften onder hèn openbare be- • vvvzen'zouden' ontvangen van het deel, welk de Natie in de aanmerklyttevorderingderzelvenineenig vak van menschlyke kennis of'weteufchap, neemt. Indien wy ons niet geheel bedriegen , zoude het vieren van zulke en diergelyke feesten, wanneer , dezelven wys en doelmatig waren ingericht, veel konnen toebrengen tot vorming en befturing vinden algemeenen Volksgeest; tot eene betaamlyke wedy^ering naar roem en eer; tot het verwekken van edelaartige gevoelens en deugdzame neigingen; en tot vorming van rechtfehapene Burgers voor den Staat. Welk Burger toch zoude zich met dankbaar herinnoren aan den blyden dag, zedert welken het eerst de ware vryheid het deel van hem en zyne kinderen in Nederland werd ? Wie zoude geene tranen van eerbied en verwondering aan de fchimmen van eenen BiuM», Al^ernon, Sidney en Oldenbarneveld toewyo'en, en zyne tranen met die zyner brave fydgenoten mengende , zich' niet: opgewekt gevoelen, om, in oen' noogen nood vau vryheid en vaderland , hun on- ftetflyk voetfpoor te volgen? Wie zonde niet mef" verrukking aan eenen Mïchaël de Ruiter, en zoo veele andere verdedigers des vaderlands, willen gedenken? Wie niet den eiken kroon blymoedig op de hoofden dier Helden willen drukken, dié ten algemeenen beste hun bloed hadden veil gehad? Voor hoe veelen zouden zulke openlyke eerbètoningert geen prikkel "erftrekken, om her fpoor dier dappere' mannen te drukken! Wie zoude zoo koud en we-' zenloos zyn, dat eene menschlievende daad, door ce;.e ..risjie febaar zyner medeburgeren bewonderd en veiè'erd, geenen invloed op zyn hart, in gelyke omftandiL-heden maken zoude ? Wie , eindelyk , zoude by zyn,.dtc zich-niet op een vaderland zoude verhovaardigen", wélk 'zyne verdienstlyke burgeren by geheel de wereld beroemd en geacht maakte? Waarin de zoon, door den vader onderwezen,door hem en door zyne eigene eerzucht aangeprikkeld, zich beyverde, om' zynen vader nateftreeven , en gelyk hy, een moedig, yverig en deugdzaam burger van den Staat te worden ? — Meer achten wy onnodig ter aanpryzing van het invoeren van welingerichte Volks - feesten te zeggen! — Wetgevers van Nederland! veracht het hulpmiddel niet, het welk de Jaarboeken van Griekenland en Rome , en uwe eigene kennis van het menschlyk hart, 11 aan de hand geven, om eene dappere, wyze, en deugdzame Natie te helpen vormen! — En zo u al deze proef, tegen alle verwachting aan, mocht mislukken, dan zal het geenszins aan uwe pogingen, maar aan het verftompt gevoel eener laaghartige Natie zyn dank te weten, dat het boog gevoel van eer en eigen waarde in de harten harer burgeren niet meer kan worden opgewekt, — dat de vaderlandsliefde in wel befluurde eerzucht geenen fteun meer vind, — dat de eenige band, die den Burger van Nederland aan zyn vaderland verbind, gelegd is door het zelfs - belang',—, ên dat hetzelfde metaal, welk eenmaal dien band ; gelegd heeft, denzelven ook ontknoopen zal, zoo dra het meerder voordeel zal aanbrengen , een flaaf der koningen, of van het minifierie van Engeland, dan een vry Republikein, te zyn!! NB.. Dit Vertoog reeds voor eenigen tyd gefchreven zynde, vernemen wy met genoegen , dat er over het ondeuverp, daarin vervat, reeds Adresfen by de Nationale Vergadering zyn ingeleverd; en.eene perfonéelé commisfie uit die Vergadering ter overweging dezer zaak benoemd, zich deswegen bereids onlede houd.  DE DEMOCRATEN. N°. $1. Donderdag den 27 April 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandyastig man, Vult door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hein tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefihokt. HORATIUS. AANSPRAAK aan de NEDERLANDERS, Ter beteugeling der heerfchende ÏVeelde en Zedenloosheid. Wy wülen fpreken tot die foort van Nederlanders, die de grootfte misdaden tegen zichzelf en den Staat begaan, zonder dat hunne wanbedryven onder het bereik der wetten vallen; tot die zedenloze Burgers, die , daar zy zichzelf ontzenuwen, de grondflagen van het Gemeenebest ondermynen; Burgers, wier levenswyze en gedrag te gevaarlyker is, naarmate bun getal, helaas! by aanhoudendheid te zeer vergroot ! — Nederlanders van dezen (tempel! weet gy niet, dat geene Republiek der Oudheid zynen val aan de overmacht van buitenlandfche vyanden heeft dank te weeten geh:j! maar alleen aan de yslyke verwoestingen, die de weelde en zedenloosheid onder zyne Burgers aanrichten ? Toen Curius zich met een II. Deel, gericht van Raapen vergenoegde, wanneer hy deti ploeg verliet, om de vyanden van zyn Vaderland te gaan bevechten, was Rome, zyn Vaderland, door den moed en de rcêrkracht zyner Burgeren groot # geducht, en als de Kdninginne der Wereld geëerbiedigd; — dan naauwlyks nam eene yslyke verbastering der oude Zeden, de plaats der verbannenellomeinfche deugden in, of het zelfde volk, waarvan wylëer een kleen gedeelte de machtigde Koningen der Aarde aan het hoofd hunner talloze beirbenden beven deed, knielde lafhartig voor Dwingelanden, en kuste den Scepter, met het bloed hunner eigen Vaderen befpat; en de Raad van Rome, die voorheen eene vergadering van Koningen fcbeen, hield, welhaast op de belangen des Volks te behartigen, liever verkiezende , om in de plaats daarvan, ten L ge-  gevalle van eenefi well.ustigen Dwingeland, te raadPlegen over de beste wyze om eene Tarbot toete. bereiden. Zoonen der Weelde! gy , wier aanzyn den Bataaffchen grond ontëert ; aan u zullen de Tirannen het éénmaal hebben dank te weeten, zo zy ooit den troon der Vryheid in Nederland durven en vermogen omterukken. Uwe laffe zielen, die gy in verzwakte ligchamen omvoért , beven reeds op het denkbeeld , dat het Vaderland te eeniger tyd tegen eenen Geweldenaar zal moeten verdedigd1 worden; dat gy éénmaal, als foldaat des Vaderlands, het voor u verachtlyk geweer zult moeten opvatten, en het zwaard , waarvoor gy ziddert , aan de laffe heup gorden, om tegen den ftroom van buitenlandschgeweld uwe eigene borst ten bolwerk te gaan ftellen; dat er eens een tyd kan komen -, waarin de befprongene vryheid dat gedeelte uwer bezittingen, welk gy tot nu toe toe aan de weelde, aan uwe vermaken en wellusten hefteed, van u zal afvorderen; dat de toneelen van vermaak en ongebondenheid zullen worden vervangen door die van rustlozen arfceid, kommer en gevaren ; — dat eindelyk uwe hoofdrol zal zyn uitgefpeeld, om dat een meer verlicht geflacht die-fchadelyke wezens zal beginnen te verachten, wier eenige roem befiaat in vrouwlyfcen opfchik, welke hunne ontzenuwde ligchamen bedekt, in fpoorloos brasfen, en in onöphoudelyke zwelgeryen en ongeregeldheden. U, Zöonen der Weelde! U vonden wy onder allé ftanden en rangen in Nederland. — Gy klaagt over het verminderen uwer Renten, ö ryken! het ■rerval dés Handels is het onderwerp uwer klachten , 6 Koopliéden! maar waarom vermindert gy dan •niet éénmaal uwe verkwistende uitgaven? Waarom verfiert gy nog daaglyks uwe woningen met Koainglyke pracht? Waarom klëdèn zich uwe vroiiwen kostbarer dan ooit, en zooi dat zy Vorflinnen febynen eer dan burgeresfen van Nederland ? Waarom ' moeten de uitgezochtfte fpyzen,.dc fynfte dranken Dwè tafels bedekken ? Waarom ' verkwist gy met eene reukloze hand uwe fchatten, waaneer het aankomt op praal en genietingen, waarvan gy niet ééne enkele misfen kunt? Waarom ontzegt gy nog langer den arbeidzamen man aan de verdediging van den Staat, aan den ploeg, aan de_ nuttige ambachten , op dat hy u in het voldoen uwer wellusten en ydelzinnigheden zoude dienen ? Gy zyt het niet, welken wy tot nuttige Burgers van den Staat zouden willen hervormen ; — dit is onmooglyk ! en wat nut ook zoude het Vaderland van u konnen verwachten ? — daar uwe ligchamen , zoo ontzenuwd en krachtloos als uwe zielen, op de eerften fchok van vermoeiing — op de eerfte onthouding van door gewoonte onmisbaar gewordene behoeften , verdwynen zouden, als zoo veele^blinkende waterbellen , welke op de minfte aanblazing uit één fpatten, en vernietigd zyn. Dan, ook onder u, min vermogenden en armen in Nederland ! Zagen Wy, 'fiddderende, den voordgang van weelde en ongebondenheid. — Van waar - toch anders die geest van luiheid en werkloosheid , die de 'krachten van den Staat 'verteert, zonder dezelven te voeden ? Van waar toch anders die drommen van bleeke en uitgemergelde wezens , die, den kroeg en het fpeelhufs voor de woningen van vlyt en fpaarzaamheid verwisfelende, zonder eenige veerkracht en lust, daar heen leven ? — die , door fchadelyke dranken verhit, de byëenkomften hunner Medeburgeren door hunne razernyen ontrusten, den naam van Vryheid misbruiken en ontheiligen, veel zwetfén, wanneer hun hoofd door den drank bedwelmd is , maar, zoo dra het op hun hart en hunnen moed aankomt, terftond in den fchulp kruipen, en tot L riiets  C 83 ) „Iets goeds te bewegen zyn; die den tyd, welken zy aan hun huisgezin, Vaderland , of zichzelve verfchuldigd zyn, in het gezelfchap van losbandigen , of in de armen van fnoode en bedorvene vrouwlieden misdadig daarbrengen , en hunren bedrukten huisgenoten niets anders terugbren. gen , dan vuile ziekten , huiskrakeel, en berooidheid ? Ziddert gy niet, omaarte Nederlanders van 'deze foort! wanneer gy de verwarring uwer huisgezinnen , wanneer gy de traanen uwer vrouwen , wanneer gy uwe arme kinderen aanziet i — Kinderen — wier bleek gelaat en machtloze gang, hunnen Vaderen derzelver ongebondenheid in het aangezicht verwyten ; die welhaast aan het Vaderland door eenen vroegen dood ontrukt, althands nimmer aan hetzelve nuttig konnen zyn , maar nog ellendiger, nog bedorver.er moeten worden, dan' gy zelf! —? Neen,Landgenoten! verbeeldt u nimmer, dat het [Vaderland of de Vryheid aan dit llag van wezens in eenige groote omftandigheid of gevaar den minden fteun zal hebben. Hoe zoude hetzelve konnen rekenen op de fchatten der ryken, d3ar dié fchatten in de handen'zyn van zulke bezitters, welk meer dan hunne inkomften tot hunne behoeften nodig hebben? Zal de handeldryvende Burger, wiens gouddorst onverzaadlyk is , ten voordeele van het Gemeenebest met den Staat willen han. delen , daar de weg voor hem geopend is , om ten koste van het Vaderland , en ten merkelyken voordeele van zichzelve , met anderen verbind, tenisfen te fluiten? En eindelyk , zal het Vaderland zyne verdediging vinden in den machtlozen arm van zoo veele min vermogende Bur-' gers, die, den arbeid ontwend, aan weelderige luiheid overgegeven , door hunne daaglykfche ongebondenheden en zwelgeryën de weinige krachten verteeren, die jaun noch overig waren? Zullen fpietloze Scektten, uitgemergelde geraamten ; wen het nodig is, het forrche (hal op 's vyands legioenen doen indringen ? — Groot is het getal van deze zedenloze lieden in Nederland ;r,dan God beware ons voor devooronderftelling, dat het dat der deugdzame en belangloze vrienden des Vaderlands zoude overtreffen ! — Dan zoude welhaast de onbefchermde throon der vry; heid voor de voeten der tirannen vergruisd liggen; de warme vrienden des Vaderlands, de moedige voorftanders van het geluk des volks, zouden een ander oord moeten opzoeken, waar eerlyke armoede een herbergzamer grond aantrof; — en eindelyk zou ook ons Vaderland dra het getal dier vernietigde Gemeenebesten vergrooten, waarvan de rustloze navorfcher, niet'dan met moeite, de verftrooide puinhopen ontdekt. Gy dan .Nederlanders! die by eenen opgehelderden geest, een gehard, althands onverpest ligehaam en een onbedorven vryheidlievend hart omdraagt 1 — Verliest nimmer uit het oog de nuttige lesfen, die de vorige Eeuwen en de gefchiedenisfen der beroemdfte Gemeenebesten uit de oudheid u opleve. ren. — Leest in de Gefchiedenis van Griekenland en Rome het'lot, dat uw Vaderland te wachten ftaat; op iedere bladzyde van dezelve ftaan de yslyke'gevolgen van verbastering van zeden, en de hollende voordgang van verwyfde weelde met bloed en tranen afgetekend; - daar zult gy zien, hoe do Rykdommèn over de Republieken zelve hebben gezegepraald; - hoe de Burger, fteeds en alleen zyne gedachten vestigende op den aangroei zyner bezittingen, de belangen zynes Vaderlands uit het oog verloor , terwyl hy ter voldoening van zyne misdadige begeerten, de bedieningen van den Staat ipet eeroofde fchatten kocht, om des te meer te konnen rooven , * hoe dc verwyfde afhangeling van L a 7'  ( «4 ) Ryken en Grooten , in zyn Vaderland , waar alles te koop was, zichzelf verkocht, om werkloos en ongeftoord der wellust en ongebondendheid te konnen offeren; — hoe het getal dezer ellendigen en boozen allengs vermeerderende , de vergaderingen des volks eerst door hen verpest , het volk zelf door hunne lasteringen en gefchreeuw misleid en vervoerd, werden; tot dat eindelyk de bedrogen menigte, moede van het Hofanna der Vryheid, op den wenk van rovers en wellustigen aangeheven, mer onzinnige en woeste handen zelfs den Scep. ter aanbood aan hen, wier lange reeks door de altyd rechtvaardiger vonnisfende nakomelingfchap als beulen en onmenfchelyke gedrochten is vervloekt geworden. Gy ziddert , brave Batavieren ! op het gezicht van dit Tafereel. _ Het zelve is echter aan de waarheid alléén zyne fterke kleuren verfchuldigd, en zal eenmaal op Nederland konnen worden toegepast, indien gy niet handen en harten verëenigt, om eenen ondoordringbaren fcheidsmuur tusfehen u en zoo veel ondeugdzame en ontaarte wezens opterichten. _ Zy, wier belang het is , dat de deug. den van anderen de hunnen niet in een meer helder daglicht Hellen, — zy, die er alles voorover hebben, om der menigte zulk eenen afkeer voor ware grootheid en deugd , zulk eenen onoverwinlyken fraaak voor ongebondenheid en losfe zeden in te boezemen, dat zy liever zullen verkiezen, met ketenen beladen , en de dwingelanden lïreelende, hunne weelderige lusten en laffe neigingen bottevieren, dan ten koste van de minfte opoffering, den grootfehen rang van befehermers en zailen van den Staat te verdienen ; _ zulke lage zielen hadden ten alle tyde, by alle volken, de gewoonte , om, door hunne Medeburgers te vleien, zich den weg tot de harten, maar ook tegelyk tot het eigendunkIjrk nseesterfcbap , te bjanen ; de gemoederen tc overmeesteren , en zulke pogingen eindigden aFtoo* met de flaverny der volken. — Ach! dat het braaf 'gedeelte des volks toch bezeffe, dat de weelde en losbandigheid het gewoon opium was, welk de tirannen hunne volken altoos hebben doen zwelgen, om hunne veerkracht te ontzenuwen, hunnen moed en vryheidszucht te fmooren, hen in de (kap der driften te doen vervallen, en als dan op de gemaklykfte wyze , zonder tegenfiand , alles -voor hun laf geweld te doen bukken! Waren het niet de bordeelen, de openbare f>clen, en de gastmaalen, die de Vorstlyke moordenaars van Kom'i vryheid gebruikten, om .het volk in ketenen te klinken? En zou het Cafar, hoe fehrander ook en moedig, ooit gelukt zyn, zyn Vaderland te overweldigen, indien de Romeinen niet reeds Haven der zedenloosheid en hunne legioenen niet door weelde verpest geweest waren ? - Hebt dan den moed, Landgenoten! om u , met alle braven verëenigd, van deze ónwaardigen aftezonderen! Veracht hunne driften , wanneer zv in de Volksvergaderingen den boventoon voeren; fielt hunne woelingen in een helder Jicht , zélfs daar, waar eene verleide menigte, door drift vervoerd,' of door fchadelyke dranken verhit, de begeerten van zulke CatilinaS en fchynpatriotten , woest en onfiuimig onderfteunt! Dat u hunne listen, dat de verfchillende maskers, die zy aannemen, u niet affchrikken! Vreest noch het vermogen van grooten en ryken, noch de woestheid van minvermogende booswichten, wier eenparig doel de val des lieven Vaderlands, en hun eigen grootheid is. _ De bron, uit welke hunne fchandelyke daden opwellen, is ondeugd en zedenbederf. _ De bron , uit welke-uw weërfiand aan deze wanbedryven moet voordvloeiën. kan geene andere wezen, dan eene reine onbezoedelde ziel , een hart dat voor de Jeugd en ter Vaderland, met warme aandrift, klopt.  ( 8* ) klopt. Zulk een weêrftand zal de pylen dier fnooden doen verftompen; of zoudt gy willen vooronderdellen., dat de deugd zoude konnen ophouden over de misdaad te zegevieren f Neen 1 haar triomph is zeker; en geen geheime list van heerschzuchtige grooten , geen dol gefchreeuw van booze of verleidde heethoofdigen, geen laster, en nog veel minder de vloek, dien de pen van eenen razenden paskwil» fchryver daaglyks voordbrengt, zuilen ooit in (laat zyn , om , wanneer gy ftandvastig en-braaf zyt, uwe pogingen vruchtloos te doen worden. 6! Zal dan éénmaal , door eene hartlyke vereeniging van alle deugdzame patriotten , door gewenschte fpaarzaamheid , uyverheid, en verbanning van overdaad, weelde en losfe zeden , — vryheid en geluk het toekomend erfgoed onzer kinderen zyn! zoo zy niet langer het bezitten van fchatten of het voeden van eigen heersen- en baatzucht, grootheid — het luid gefchreeuw van zedenloze of onverftandige wezens, Republikeinfche deugd — noch het ongebonden leven van wellustelingen , die hunne eer in beestachtigheid en onnutigheid ftellen, een fpel van vermaak, een doelpunt van laage ambitiet — "Wetgevers van Neêrlands Volk! Wat vermogen de warme wenfehen , de getrouwe raadgevingen der weidenkenden, zonder uwe krachtdadigde hulp en medewerking ? Het zedenbederf is de hardnekkigIte van alle vyanden; het geeft zich niet over, zonder daartoe door kracht van wetten en goede voorbeelden gedwongen te zyn. Het ftaat aan u, te gebieden , dat de ondeugd, de overdaad, de weelde en losbandigheid onzen bodem verlaten. — Het (laat aan u, door uw perfoneel gedrag de goede zeden te doen uitblinken, en uwe weelde-témmende wetten flerkte te geven. — Het ftaat aan u , de zedenloosheid te; flraffen door vernederende uitfluitingen van hare (laven, en de deugd aantemoedigen door vereerende beloningen , en begunftigingen , van hen, die ze betrachten. — Wat baat, te midden van het woest gedruisch der driften en vervoeringen, de flaauwe ftem der rede? — Het volk vertrouwde u zyne oppermacht; het vertrouwde ze u, op dat gy daarvan gebruik zoudt maken tct deszelfs geluk. De weelde verwoest dit geluk ; gy moet dezelve dus met al de macht, die in uwe handen is , aantasten. — Indien gy dit verzuimd hadr', indien gy de donderdem van 's volks oppergezag ter ftilling van dit woest orcaan niet hadt doen hooren; — ach! Wetgevers! de vloeken en de noodgillen van een rampzalig nagedacht zouden u tot in het dille graf vervolgen , en uwe fchuldige ziel zou eens fchichtig rondfpooken over de verlatene moerasfen van dat Nederland , het geen gy — hadt laten verloren gaanl L s D E  'C B6 > ^ D E BEKENDE. {Een Konstjen om te lasteren.-) Ezn Jongeling, wishart, door gruweldaén bedorven, En uit gewoonte ondeugend was, Wiens zedel)k gevoel geftorven, Op wiens gelaat men de ondeugd duid'Jyk Ias j _ Die, door een fnoode reeks van buitenfporigheden, Geheel onvatbaar was voor zinnelyk vermaak, Zocht nu een nieuwe taak I Hy zocht een nieuwe baan van gruuw'ien te betreden, Waarop, fchoon dat hy by die helfche vreugd niets won; Hy echter anderen gevoelig febaden kon. Aan ieders goeden naam te knagen, Naar waarheid, noch naar recht te vragen, In 't donker' de onfehuid te belagen; Dit was de weg voor hem, om wellust te bejagen! _ Hy wikfeeWe^-«dw dw^a-ftftnnHbtrrlft tfi gevaar;' ' In 't kort, hy werd een lasteraar. — En om in dit bedryf, Door zyn vervloekt gefchryf, Het eiken booswicht aftewinnen! _ Spreekt  ( S7 ) Spreekt hy een' gryzen Deugdniet aan, Die cKt verdoemlyk werk reeds jaaren had gedaan! — Hy Vraagt dien: — „ zeg, hoe zal ik 't best beginnen, Om zeker in myn werk te gaan?"— , Hoor", zegt de gryze fielt, er is geen daad op aarde, "„ Hoe waarlyk groot; hoe fchitt'rend ook in waarde, Die in 't verkeerde licht, arglistig voorgefteld, — „ In fchyn, niet naar verkeerdheid helt. „ Dit zal 'c gemakkelykst van allen, ,, By uw vernuft, vertrouw''ik, vallen! —i ,, Verwring, verdraai maar elke 'daad; , dan roept het blinde volk u zeker na — „ ze is kwaad!" 6! Sprak de Jongeling, ;, dit heb ik lang geweten; ,, Dit Konstje is reeds zoo afgeïleten; „ Leer my door uwe ervarenis „ Iets nieuws, dat zeker gaat, dat vuil en veilig Is." — , Koml" —fprak de grysaart toen , ,, ik zal u iets ontdekken , „ Daar nooit een eerlyk man „ Zich tegen waap'nen kan; , En dat zyn goéden naam wiskundig moet bevlekken. „ Maar zeg toch, bid' ik u ! nooit aan een fierfling wcêr „ Dit non plus ultra myner leer! — „ Wanneer ge''een mensch, wiens vlekkeloze daden , Geen zweemfel van gemis aan braafheid.ooit verraadden; j» Die  Pi ( 88 ) „ Die zich ftandvastig wys en goed gedroeg, „ Met wisfen biaam wilt overladen, „ En dus uw lasterzucht recht heerlyk wilt verzaden, „ Dan is één woord hiertoe genoeg, „ Waaraan het volk, tot nu, zich niet gewende; — „ Noem hem eenvouwig — de bekende! „ Dan denkt het, dat een reeks van zware trouwloosheden, ,i Van misdaên, hem reeds kennen deeden: „ Elk veinst zich kundig van dien blaam, ,, En niemand durft dan voor den goeden naam ,, Van dien bekenden man te ftryden. — „ Want, wie zou zyne onwetendheid belyden? „ Dan zegt gy niets 1 — en denk eens eene misdaad uit, „ Die 't woord bekende niet in zich befluit?" — De Jong'ling, die vol vreugd en fchryflust huiswaards rende, Schreef nu, als lasteraar, meest altoos — db bekende! Dsze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven, te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herdings Amjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Doosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overig Provintiën, a drie het heele, en één en een halve ftui ver het halve blad. i  DE DEMOCRATEN. N°. a jjrf r.i voi oé — "i- 'i nak ding zou ik hem voor een Koopman gehouden vjpbban , ■*»-•>• »r was niets vau dat loerende, en gevoelloze op zyn gelaat , welk het bewust zyn der rykdommen, dat op anderen met zoo veel verachting neder ziet, meestal geeft. — En dus zal hy waarfcbynlyk geen Koopman geweest zyn. —. De tweede, was een elegant Heertje; geheel in de weelde opgevoed ; — dit verraadde niet alleen zyn vrouwlyke opfchik , maar te gelyk zyn melkgezicht, en weeke handjens. Ik heb zomtyds het ongeluk, dat my zoo geduurig het een of ander denkbeeld door het hoofd loopt; dat ik, -wat ik ook doen mag, my er niet van ontdaan kan, — en dit was op het eerde gezicht van dit wezen myn geval I elk oogenblik kwam het in mynen geest weêrom; natuur is dat een JongeM ling  &c? &ƒ Setfc ge uw invloed, «9 v«iMgMi ~, aft« tude fcheppingsliracWnïet mefr'? De Me was in dé 'daad'een' Financier; eer hy fpraku..was dit openbaar, want hy hield een preek aan eenen bedelaar, die om een duit vroeg,over de waarde van het geld! — en myn hart .kromp W^V toen ik hem aanzag. De vierde was een Officier; zyne monteering en zyn vloeken verzekerden dit eve.B;(terk. " De vyfde was een FóëF;~génoegéH, TJE'ZOTalieTrJ'r en rondheid waren op zyn gelaat , uitgedrukt. — De zesde was ik van het gezelfchap; maar ik fpeelde zoo veel mooglyk voor ftomme perfoon. Maar' ^oé zal ik' riü deze menfchen noemen > Watit'' hunne namen zyn my niet bekend. My duiakf ik noem N=>. r. den Onbekenden, N°. 2. het Heertje; Ne. 3. den Koopman; N°. 4. den Officier; N°. 5. den Boer! — en my zelve, in het geheel niet; of Wanneer ik my zelve noem, zal wel ieder wéten dat ik het ben. . ( "... - Moet er ook nog 'iets tot opheldering vooraf gaan? — Niets, als alleen dit nog, dat wy in de roef van 'een trekfehuit zaten. - Boer/Eén ïchoone dag! Burgers '/'wy heofeen een gezegend ^öbrj'a'arV'&Is- de goede God het vSf. 'der zegent, zullen wy een kostelyk gewas hebben. De Onbekende. Ja, Bouwman ! uw vooruitzicht, JS'.berjïis'dan/'datr.Van hét lievedVadarland; — -flaar tyeeïdt-'iketozbo taitari niet op. — Het vooruitzicht fcpden oogst is voor hetzelve in lange zoo helder ■ S>t jB««v Welt ©ntl*r. Gods zegen, zou dat ,,dunkï "me,"nog'wel "konnen loslopen'; maar, myn lieve •Bwgers-i-wM-«»i'+k- re •zeggen-r'Een ding moet goed begonnen worden, en dan kan er onder Gods zegen, wat goeds van komen, maar anders is het de grootfte dwaasheid er wat van te verwachten. De Onbekende..Ik verfla je niet, man ! druk je wat duidlyker uit, als je wilt; dan zal ik zien of wy het in de zaak niet' eens konnen worden. De Boer. Ja, als ik duidlyk fpreek, dan fpreek ik wat lomp, moet je weten! en dat mag ik zoo niet doen! maar , het zal toch lukken , zou ik hopen ; als ik zoo by gelykenis over myn eigen zaken fpreek, gaat het best. Kjk, Burger! als ik, onder Gods zégen , een goede oogst wil hebben 'van een akker , ciie door een ander verwaarloosd is, -5cire vol doornen ën distels' ftaat ; — dan vraag ik zoo by me zelve: hoe begin je dat werk nu het best? — Dan zég ik: die'woest, dat onkruid, moet eerst weg; en by de eerfte goede geJeirenhni'' ftfek ik er'den brand in. — Daar komt toch asch van, en die mist den grond dan; ik kan daar toch niets beters van maken. -— Voords jaag ik er de ploeg door;, dat is best voor den grond. _ Dan zie ik niet op een beetje mesfle, want wil je .er.wat yan afbadenje moet et eerst wat opbren-] gen^^eg^jTrrr. .Vervolgends. 'z5ai ik/,, maar.rrh$ za,ad.rflpet best goed wezen. —r Naar dat het, no,dig js. laat ik wieden;want, waar-dat niet gebeurt, daar verflikt het onkruid het gewas, dan ben ik er voor, om de velden wel te omtuinen ; ik zet er heggen rondom, om den wind te keeren; maar, ij? verfnipper mynen akker niet te veel; want dan bejlaan de heggen rte ye.el gropds, nemen te veel van de vaag weg , en dat deugt niet. Kyk; zoo leef ik er mee;, en als ik dan in alles myn best gedaan hebdan hoop. ik .ook $g .jöods «ogeni, en- als,.het ; j5£«i .1 i«P  ( 9i ) 9i k> pp myn arbeid, clan zoö fchoon waerdt C*), $™ doet.het my in de ziel goed. De Onbekende. Ik geloof .Vriend! dat ik er na iets van begryp; maar ik zou toch liever uit uw eigen mond hooren, wat gy met al het gezegde, op ons Vaderland toegepast,- wilde te kennen geven. ia 'itï t ns'olsjj .'üo 39fi Rw aH na ,f>ls« eigeren, Burger l — Als het een beetje ruw is, denk dan maar, dat ik eenBoer ben, en dat moeten die Heeren dan ook maar* denken. . is£fa uw jtin iév'd af asioqi is-.t ,aiut.-vh\iö 19A n«> ■ Hst Heertje plukte de pluisjes van zyn rok. lit) ïiï. .... ïinpBn*» në a&flqvsa no . ns^atlfav De Officier fcheen te Jlapen; • de Köcfimn reken-* de in een Zakboekje; en ik — luisterde. De Onbekende liet niet los; en nu vervolgde /de' Boer zyn gefprek. — * De Boer..Kyk dan, Burger! 'ik zal je myn mening zeggen. — Ik weet wél, dat er in de gelykenis wel hier ea ,daar wat hapert; maar het behoeft ook alles niet overgebracht te.worden;in de hoofd-' zaak zal het toch zoo heel mis niet zyn , denk ik. In het begin der omwenteling , befchouwde ik het lieve Vaderland ais een verwaarloosden akker, — en daarom had ik er al ten eerfte geen zin in, dat men het onkruid en het kooren verbroederde,.—— en het loopt my nietmetal uit de gis, ais het eerde he.t laatde verdikt. .— Nu begrypjewel, hoop,ik, dat ik in ons Vaderland., het onkruid niet wilde verbrand hebben ! — maar ik wilde het eerst het O Weetdt is een uitdrukking by d«n Boer die de gefteldheid van het luchtsgeftel te keanen geeft. M £ vermogen hebben benomen, om het goeda zaad te verdikken, of met de vaag van den akker heen te gaan; en zot: het veel liever zoo gebruikt hebben, dat het aan den akker dienst deed. Toen men den kwaden nerf zoo zitten liet, zon. der de ploeg er door te jagen, dacht ik al, daar komt niets goeds van! — Teen men zoo by beetjens er de niesde op bracht, in plaats van cr in ééns doorheen te tasten , dacht ik al: daar is weinig van te wachten. — Toen ik den toeleg zag, om er veel meer heggen in te pooten, tusfehen het onkruid in, dan diendig was, — berekende ik reeds , dat die ook al met, een groot gedeelte van den vaagzoude.it. heengaan; dat er op al die heesters, die kwanswys den wind zouden breeken , zoo veele rupfen en vliegen zouden komen , dat het gewas nooit wat dcegs worden zoude. Eiv toen ik op het zaad zag, (hier keek by het Keertje, den Officier en den Koopman aan) toen dacht ik als gy : het ziet er bedroefd duister uit voorden oogst! -— maar" allen moed heb ik even* wel nog niet verloren. De Onbekende. Ik verdaa u, Vriend ! gy hebt myne meening zoo juist uitgedrukt, als of gy in myn hart geleezen hadt,Maar waarin is dan de hoop, die gy nog blyft voeden, gelegen? — De Offieier. Met je verlof, myn Heer.! eer de mat» verder doordraaft. Zeg eens, Boer! — waarom kyk je, van je zaad fprekende, die Heeren en my zoo fatan? vuilaattig in-het gezicht? -r Ik hoop niet dat je .voornemens waart, om ons zoo in 't voorbygaaa eene inpertinentie te .zeggen! 'ö»iW9i0 -'.«ct tul iaiti Jsotn jeslIcï > .De Boer. Zoo ais je 't nemen wilt, tnan 1 ^aïe  ( 9* ) zoo lomp uit wilde ik het niet doen. Maar, weet. je wat ik zoo dacht? — Zoo als het zaad, zal het goede vruchten dragen, goed moet zyn; zoo'moeten de menfchen, zal het 't Vaderland welgaan, ook goed wezen. — En nu keek ik jelui zoo eens aan; daar (leekt immers geen kwaad in? Doet het wel? Nu, en toera dacht ik verder, dat Heertjen en u, en dien man, die daar rekent , ziende, — zulk foort is nu het zaad I De Officier. En toen ? " De Bo'r Bedroefde ik my over dier! jongen Feereen over de man die daar rekent, — en ov-ïs- u. De Officier. Wat drommel ! wat reden heb gy, kinkel! om je over my te bedroeven* — Bemoei je met je ploeg, kerel 1 De Boer. Maak je maar zoo moeilyk niet, heerfchop! — ik geloof, als je met uw zaken, je zoo goéd bemoeide, als ik met myn ploeg, en als de Heden van uwe fóort dat allen deede; dat het er dan, als het er cp aan kwam , zoo bedroefd niet eens zou uitzien. — De Officier. Wel, wie heeft jou geleerd om my te zeggen, dat ik niet op myne zaken pas i — Hoe kunt gy dat weten? De Boer. Hoor, man! je doet twee dingen, daar ik uit opmaak, dat je niet deugt. — Je vloekt; dat is by ons'Boeren een bewys dat je bang bent, want dat weten wy al, dat dé vloekers meestal lafaarts zyn; en een'foldaat moet couragie hebben, en je flaapt by dag; dat is een teken dat je lui bent, en een foldaat moet niet lui wezen. — Die laf en hii is, die deugt niet voor foldaat ,zou ik meenen; — en daaruit maak ik nu op, dat je tot die klanten behoort, daar ons Heerfchaps Zoon , de Studeni my wel van verteld heeft. De Officier. En wat heeft die Student je dan van dat foort verteld ? De Boer. Dat zal ik je zeggen De Student heeft my verteld, en ik wil het ook wel geloven, dat er geen (land in de wereld is, daar men zyn tyd zoo min in mag verwaarlozen, als men wat goeds wil weten, en daar men zyne gezondheid en een fterk lichaam zoo nodig in heeft als in den foldatenftand; en dat hy een menigte klanten in dien ftand heeft gezien, die nooit iets leerden ,. die den geheelen morgen doorbrachten, met de opfchik , de Parade en het CofTyhuis, met fpelen en ik weet niet wat al meer! — die 's middags alle dagen den tyd verliepen , en s'avonds en s'nachts ik wil er alles zoo niet van zeggen ! — Maar is dat foort van volk, nu gemaakt om het lieve Vaderland te verdedigen? Wat zeg jy er van, Burger? — De Onbekende. Zonder dezen onzen reisgenoot te t2xeeren, heeft zeker de foldaat zyn tyd en zyne gezondheid nodig; y.y beiden zyn het eigendom van zyn Vaderland , geen ra» beide mag hy verwaarlozen. — Het is niet genoeg dat de Officier alleen de fchors van den dienst kent. Hy moet ook de gronden der krygskunde, hy moet zyne manfehappen kennen, vormen, en die door zyn voorbeeld braaf maken.— De weg niet alleen tot roem, maar ook om zyn Vaderland de gewichtigfle dienften in voorkomende gelegenheden te doen, ftaat voor hen open! hy verdient verachting, wannesr onkunde of zwakheid hem,  hem verhinderen, die aan zyn Vaderland te bewyzen. Maar, Bouwman! wie zegt u, dat onze reis- 1 genoot onder dezen behoort ? — Laat ons eens on- 5 gemoeid, over eene of andere dier wetenfchappen 1 fpreken , die den man van zynen ftand verfiert; • dan zult gy waarfchynlyk beter over hem leeren denken. (Tegen den Officier ) UE. heeft zeker in de Mathefis applicata wat gedaan? — De Officier- Loop je lui naar de D . . . . r! (nu ging die Heer de roef uit, en vloekte , en fluitte zoo wat in den ftuurfloel.) De Boer. Ik kon het wel aan zyn gezicht zien, dat het de rechte niet was! — dat is Hecht zaad, Burger i wat kan het Vaderland daar voor vruchten van verwachten ? Merk je niet dat de kerel een weetniet is? — En wie weet waar hy zyne gezondheid gelaten heeft! hy ziet er immers uit of hy uit een gieter gedronken heeft. De Onbekende. Nu, er zyn in dien ftand evenwel ook kundige en brave lieden, daar men wat beters van verwachten mag; men moet hen niet allen over één kam fcheereo. De Boer. Wel, Burger I zie je my dan voor zoo onnozel, of zoo boosaartig aan , dat ik dat doen zóu? — Neen! ik verzeker u , ik heb beste menfchen onder dien ftand gevonden , — maar zulk fchorremorrie , dat niets goeds uitvoert, dat nergends bekwaam toe is , dan om kwaad te doen, kan ik niet verdragen. Moest men dan de veiligheid van het lieve Vaderland aan zulk volk toebetrouwen ? — Daar is niet veel goeds vau te ver* «achten, M C 93 ) De Onbekende. In zoo ver hebt gy het wel; was tet zaad dongaands goed, het lieve Vaderland sou, om in uwen toon te fpreken, op eenen heeryken oogst mogen hopen. De Boer. Ja , Burger! en haperde het flechts aan dezen of geene ftand! maar de groote ftand is zo» ellendig; onze Jongelingfchap. — Daar zit er byvoorbceld één , neem my niet kwalyk , Heertje l het ziet er immers op een duit uit als een meisje! — Zoo week, zoo toertjes en zoo ma! gekleed ookl — en dat zit daar den lieven langen tyd ftofjers, ik hoop immers niet dat het ongedierte is? — Van de kleeren te plukken, — naar zyne voeten te kyken, de kousfen op te dryken, en zyn eigen gezicht te ftreelen; — zie, ik zou er wel om lagchen willen dat my de'buik fcfiudde, als ik denk: zulke menschjens noemt men Batavieren ! — maar naauwlyks denk ik er aan, dat dit geflacht de hoop van het Vaderland is; — of er rolt my zoo van zelfs een traan langs de wangen; — en ik huil nooit voor de leus.' Het Heertje. Uwe discourfen zyn laefif en zeer annuiant , permitteert my u te mogen pasfeeren ; tivent les filletles ikc. (dus zingende , kraamde het Ileertjen op , en retireerde mede naar de fluurftoei.) De Onbekende Huisman 1 dat wezen is zeker weinig betekend, maar het ziet er met onze Jongehn^fchap doorgaands elendig uit, By u op het land zal het waarfchynlyk beter zyn; — maar in de groote Steden! — het laat zich zoo niet denken: •— veele jongelingen hebben z'ch reeds aTs kinderen ontzenuwd en bedorven, en zyn door de verachtlykfïe uitfpattingen te zwak geworden, om iets dat groot is te gevoelen; — veel minder zyn zy in ftaat om iets, daar moed en kracluen toe verë'ischt worden te doen. Anderen zyn helden, — by.de — Jenever, by den wyn ! — maar ! nuarL 3 Gev  C P4 ) Gelukkig, myn Vaderland,, by ah'ien gy de hulp ukrsr kinderen nooit behoeven zult! Sparta en Rome brachten zoonen voord , waarop zy zich konde, verlaten, by wien hare roem en belangen veilig waren; — en gy, myn Vaderland ! hebt wylëer ook '.''.K'eien geteeld die den naam van Bataven verdienen, die u tot eer verftrekten, maar nu! ... . •T/» ia ris irkO ~ nv ' :-. •;• ' 9 over; maar hoe is do zaak te verhelpen ?^ Wat pad: — . - !n ; knor' (isïi r\ ïsèü rt>.»:n >li ala i«tn ,>.i », fe£ Onbekende. Zoo veel mooglyk de verzwakte trachten van hst volwasfchen geliacht op.tewinden, is met opzicht tot hetzelve- de eenige hoop, maat voor hei opkomend gedacht te zorgen, is een heihgepli<*ti cd « os lov/ Hes ^flOb ,»tf !f-S > ati) ile'i os — , no.oorn ls& n*fi is tam Jüb jjen is daar evenwel eenen geruimen tyd met ernst óp 'bedacht geweest ! - erf wy zien in het een en ander, zoo wek in dc'tiicrlykc als zedelyke opvoed;ng , veele verbeteringen in het werk deklen die, niet tegendaande de onbegryplyke kracht iër'voo.öordeelen;n!et algemeen vruchtloos zyn.De deugd der Vaderen , de göede leefregelen der Nederlandfche moeders en der kinderen, konnen alleen den grond Jeggeygf ^verbetering van het opkomend gedacht! — Men moest da kinderen vroeg tót tilden vormen , door hen hard en vlug te maken , door worstelen. Zwemmen en fprin* gen , door gezonde en eenvouwige fpyzen, — en doöfheTr^-*irmtrstyeen---af- met--ée--daden hunner voorvaderen bekend te maken, hen op alle Republikeinfche deugden te doen verlieven, _ en hen van jongV'afftrïüè- tfapenoWening te gewennet*Dan' was er hoop, dat de Nederlanders den naam van «j»M%> èèfaM-'Wtetm\& vwAtmt*?* W»° leereri1 Itenetff: op; VW^St****** igfellk van hun Vaderland; — daar vertroetelde wezens voor niets gevoel hebben, dan voor gemak, wellust, en genietingen, wyl het een en ander daardoor alleen te verkrygen is — voor het geld. De Boer. Geld ! — geld ! — geld l — Ja, dat geld weet wat! de hebzucht, de winzucht, de gierigheid , is ook een haatlyk ding in ons Vaderland, De Student heeft my wel verhaald, dat hy raad.: — \ . la ; r wi i... l„~;„ nne nt.Cnrt.1r 7Piri/pn deed . — dat HCl UCglll VülJ uuo S"!"'" bö ' het vooruitzicht op den Oogst voor het Vaderland, zeer duister was. De Koopman. Schipper ! Iaat wat aanjagen I — ik zal den jager een duiver extra tot een fooitje geven! — hoorje wel, een Huiver! —» De Boer. Het zal niet lang meêr dmiren, of we meêr dan eens in de buitenlandfche nieuwspapieren , de'aanmerking gelezen heeft, dat wanneer de Hollandfche Kooplieden Commisfie kregen, om zwavel en pik- te bezorgen, — ik geloof dat zy zelfs .zeiden van den duivel , — om hunne eigene landslieden te verbranden ; dat zy denzelve heel handig zouden aannemen , mids dat de betaling maar goed was; — dat is toch ook fcha«delyk. ■ ■ De Onbekende. Erg genoeg I — de Koopman is door de ligging van ons-Vaderland, vooral by onze vermeerderde behoeften , de deun van het fokt ve; ongelukkig ', dat het eigenbelang in de, mees, ten, de'Jiefde voor-elk «xensefe-ofp -de- liefde voor Vryheid cw Vaderland opweegt, ja verbazend vet overhaalt. at —. li Dat de Koopman op zyn voordeel ziet; en dat beoogt , is natuurlyk ; maar dat hy aan zyn eigen belang, het belang van zyn Vaderland waagt, — dat hy , die aan het zelve alles te danken heeft, het in nood als -een zwendelaar -behandelt en drukt, — dat hy door duizend kromme wegen, deszelfs vyand begundigt , alleen om zyne fchatten te vermeerderen , —: dat' hy van den algemeenen nóód'eene'Goudmyn maakt; dat is dui..'Wfefc'-ïïn; het'is, onder zoo onnoemelyk veel jiDWeffdig'-ikwaSdi'eok vooral dit, het geen my in het begin van ons gefprek zeggen deed, — dat het vooruitzicht op den Oegst voor het Vaderland, zeer duister was. De Koopman. Schipper ! Iaat wat aanjagen I — ik zal den jager een duiver extra tot een fooitje geven! — hoorje wel, een Huiver! —» De Boer. Het zal niet lang meêr duuren, of we zyn  ( 9« > zyn aan wal. — Maar, zoo als gezegd, Burger 1 ik heb er toch wel wat moed op, dat het niet den tyd nog wel zal loslopen. De Onbekende. En waarop is die moed gegrond ? De Boer. Wel, je hebt hem zelf heel wat opgeWakkerd. Voorè'wst. Hoewel je , onder de verfchillende Handen , heel wat Hechte hebt, zyn ze evenwel nog niet allen flecht. Ik zelf ken brave Offl. eieren, die zich deftig gedragen, deftig, dat moet ik zeggen. —, Hoor , en zulke beb je onder de Kooplieden, en onder andere menfchen ook. Dat geeft vooreerst moed! — je hebt me zelf ge¬ zegd , dat brave menfchen bezig zyn om dé öp-5 voeding (e verbeteren ; al weêr grond tot moed i wel op tyd , maar als ik myn zaad in den grond werp, biyf ik er ook niet by flaan om het te zien opgroeien, en het komt op zyn tyd evenwel , eq onder ons, als het al by hoog en by laag niet wil, en dat men het onkruid maar niet wil wieden! — Zal dit het, denk ik , zelf wel zoo boos maken, dat men er aan zal moeten, _ en valt dan de arbeid wat lastig en hard — evenwel De Schipper riep _ „ welkom aan wal 1 en ik verliet het gezelfchap. Oordeelt gy dezen Briefde plaats waardig, maakt er dan gebruik van in uw weekblad. Uw Medeburger N. N. Deze Nomtners worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding;' AnSterdam, J. A.Crajenfchot; Haarlem, Beeö en Loos/es; Rotterdam, D.Vis, vanden Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overig PxoviBtiën, a drie het heele, en één cn een halve ftuiver hethalve blad.  DE DEMO C R AT E N. !N°. Donderdag den n May 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Veelt door het dreigend oog van. een vergramd Tiran, ■ Noch drift des volks, dat hein tot euvel lokt, Zyn vasten geest gejehokt. IIO.RATITJS. Hoe moet zich de Patriot in dezen tyd gedragen? (Èen gefprek tusfehen Vader en Zoon.) Een oude Hollander, die met veel zwoegens en «orgens zoo veele middelen had bekomen , dat hy flechts aan zyne gewoone behoefte van werken voldoende, voor het overige een gerust en gemaklyk leven konde leiden, vond niet weinig zyn genoegen geftoord ,door dien zyn een-igfïe Zoon, wel is waar, door zyn verftand en vlyt boven anderen op de Academie uitblonk; doch echter naar's Vaders zin te openlyk en te duidlyk bewyzen gaf, dat zyn voornemen niet was, om als een flille inde lande zyn volgend levensgedrag in te richten. — De Vader , die zynen Zoon hartlyk lief had , en niets anders wenschte dan zyn geluk te bevorderen , fehreef hem menigen trauwhartigen brief, waar in hy hem telkens de bedaardheid en voorzichtigheid aanprees ; dan hy ontwaarde telken reize tot zyn groot leedwezen en innerlyke fmarte zoo uit de vertellingen van aai deren , als uit de and woorden van zyn Zoon zelve, dat deze begreep, dat de vervulling van gewichtiger p'ichten niet toeliet de lesfen van zyn Vader in dit opzicht te volgen , en derhalven iederen brief, «et een medelydend oog op de goedhartigheid en II. VZBL. N bekommernis van de oude mart , by zich neèrleit'e. — De Jongeling had eindelyk zyne ftudiën voltrokken, en kwam in zyne geboorteftad te rug.— Nu, dacht de Vader, zal ik hem door mjne mondelinge vermaningen en lesfen overreeden, en hem tot een Jlil burger maken, alleenlyk zich toeleggende op middelen, om zyne infcomften te vermeerderen. — Nadat derhalven de eerfte dag in huislyke vreugde over ^e terugkomst van den Zoon verlopen was, oordeelde de Vader zich aan plichtverzuim te zullen fchuldig maken , wanneer hy hem den volgenden dag op dit ftuk niet onderhield. —— Zoon ,zeide hy, menig werf heb ik my bedroefd, dat gy u met de Staatszaken begondt te bemoeien, en u in Clubfen , Volksvergaderingen , en Sociëteiten by aanhoudendheid liet zien: — hoe dikwyls heeft my dit ongeruste nachten gekost ! —als gy zoo voordgaat, dan zult gy, wanneer er eens, — ja, wanneer, dat God verhoede!,'er eens eene tegenomwenteling kwam, of het land moeten verlaten, of u aan de yslykfte gevaren blootftellen. — Doe zoo als ik, jongen! bemoei u toch nergends mede; en  ( j>3 ) én wilt gy echter voor een patriot gerekend en geacht worden , geef dan zomtyds onder familiaire vrienden te kennen, dat gy by u zelve wel wensente, dat de Vryheid mocht zegepralen. — Zomtyds, zeg ik en onder familiaire Vrienden; want dikvvylsdit te ooen en zoo maar openhl; in een G ffy huis-of andere vergaderingen van menfchen, is te gevaarlyk. — Dringt u nu cn dan de welvoeglykheid, om in gezelfchap mede êen's het woord te voeren, wees dan vooral voorzichtig'in uwe uitdrukkingen; zeg niets meer als ,, ja, ik wenschte wel ii dat het maar vrede was, dat de partyfehappen „ konden uit de. wereld gebracht worden, dat de „ zaken reeds gefehikt waren , — dat de Koophan,, dei en Zeevaard bloeide , en de gemeenê man „ weder werk konde krygen". Kortom, bezig nimmer anders dan deze of diergelyke gezegden ;al zyn dan ook lieden van verfchillende partyën uwe toe hoorders, zy zullen altyd uwe wenfehen beaamen; want niemand is zoo Hecht , die , fchoon in zyn hsrt zulks niet meenende, u echter daar over eenigen den minden fchyn van afkeuring zoude durven te kennen geven. — Jongenlief! ik heb my altoos ep die wyze gedragen , en ik ben altoos by beide de partyën de goede man geweest. — De Patriot denkt van my: hy is wel waarlyk een vaderlander, fy is een braaf man ; terwyl de Prinsgezinde en Aridocraat denkt: al is hy een patriot, by is evenwel een goed man, hy zal niemand kwaad doen.— Als men zicn op deze wyze gedraagt, dan kan men met alle lieden goed vriend blyven, en zich tegen alle mooglyke gevallen zeker ftellen; en ieder een is toch zichzelve de naaste, zegt het oude vaderlandfche fpreekw<«>rd. Ik voor my heb zoo geleefd voor en na 1787, en het gevolg hiervan is geweest, dat ik py tb d'en tyd even min over de komst der Pruisfen-heb ontrust, als' gy nu gedaan .hebt over die der Pianfehen. —■ Voor de omwenteling van 1787, ging ik naar de beurs, en nam myn Comptoir waar; na dien ryd deed ik dit insgelyks , ik liet vechten die vechten wilden , en fchreeuwen die feheeuwen -wikten ; -en ik -paste maar op myrre-negotie, die, wel is waar, door de tydsomftandigheden verminderde, maar echter niet geheel verloren ging; zoo dat ik, terwyl airderen moesten vluchten of zich fchuil houden, gerust myne Comptoir. boeken zat na te kyken , en te ipeculeeren op de eene of andere byzondere.winst, het geen my ook nu en 'dan gelukte. '— Dit waren de vruchten my. ner-'opmerkingen in de ónflujrnige Jaren van 1747 en ï7.t8, toén ik my ook nergends mede bemoeid heb, en eenter nog al een ftuivertfen overwon, en een goeden naam behiel,!. Uw Grootvader zaliger, d;e een geleerd man was, had my dit altoos ingeprent; wat hebben-, zeide hy, de de Witten, een Huig de Groot , een Ihogerbeets, een Oldenbamevelct met al hun yver uitgevoerd ? — Zy zyn immers maar de flachiöffers van hunne eerlykheid en yver geworden? _ -Hier tegen -wist ik weinig inte. brengen, en befloot daarom naar zyne lesfea te handelen; het geen my niet berouwt. Ik heb, zoo oud als ik ben, de menschlyke woe» Jingen gade geflagen, en vind hunne daden meestal met klatergoud verfierd: by voorbeeld, zommigen wenden thands eene ftrikte rechtvaardigheid voor, en willen, omeerlyk te fchynen, hunnen vyanden de wapenen in de handen geven; dus zeggen zy,. wanneer er eene nieuwe Conditutie komt, moeten alle ingezetenen mede ftemmen , om het even, ai zyn zy Oranje , Ariftocratisch , of Patriotten; dat is, met andere woorden, de Patriot moet met de overwonnene Oranje en Aridocratifche party een gemeenfehaplyk verdrag fluiten. — Ieder heeft even veel recht ; de overwonnene party, die volgends de natuurlyke rede flechts geduid word in een land, zal mede een-befluit over het toekomftig Sraatsgedel moeten helpen nemen, ó, Wat zyn zulke lieden, rechtvaardig' en wat dur.kt u wel, Zoonf 'dat het oogmerk van die rechtvaardigheid is , by een groot gedeelte y-.n hen, die dus. redcirceren ? I  ( K) Is liet ook eigenbelang, om door'dien weg zelve verheven te worden ? Zou het geen maatregel van voor zichtigheid zyn, om de onderliggende party weder tot vriend te krygen, en zichzelve langs dien weg te redden, indien er eens immer eene Contra-revolutie kwam? — iMoogiyk zoude ik hier volmondig ja op zeggen, indien ik hunne harten konde doorgronden. — Een ander foort van menfchen, myn Zoon! voegt zich by de volksparty, om door de ftem des Volks op de ftoelen der eerc te geraken; en nauwlyks zyn zy daar op ter neder gezeten, of zy kennen geene Volkftem meer. — Dan praten zy van het volk met verachting. — 'Het is c.n mifa-abel Folk! dit is de term , het ftokpaar djen, welk zy daaglyks pleegen te gebruiken. Zy onttrekken zich aan alle volksbyëenkomften, die zy als te laag voor zich befchouwen; zy nemen tegen over den braven burger „ .die hen met zyn vertrouwen vereerde, eene trotfche houding aan, dry ven openlyk den fpot met de ftem des volks en ftellen er eene eer in , dezelve allengs tot zwygen te brengen. — Een derde foort zoekt niet anders dan zyne beurs te vullen; een gedeelte doet dit lomp, raast, fchrceuwt, en tiert als hongerige wolven, tot dat men hun een ambt geeft; een ander gedeelte werkt, behendiger, geeft den fchyn van alles voor het'Vaderland te willen opöffeten , en weet intusfehen door zyne Financiëele Operatieti, ten koste van het land en van duizende eeuvouwige particulieren , langs allerleië wegen en middelen , al ware het maar door twyfel over tydingen var. vrede te verfpreU den, zich zelve fchandelyk te verryken. — In welk een gevaar, myn Zoon ! zoudt gy u noodwendig altyd moeten begeven! gy kent de lagen niet, die voor de cerlykheid gefpannen worden; — zomtyds worden fyngei'ponnen redeneeringen , die het hart afkeurt, maar die het verftand niet kan wederleggen, gebezigd, dan eens misbruikt men de vriendenmalen , om den gulhartigen en niets kwaads vrezenden vriend tot eenen ftap te brengen»die hem tot N a egn tweeden.noodz;iakt, en welke hem vervoig^nds tot een derden'dwingt. — Dikwyls word min o£ de fpeeibal van het vertrouwen, welk men op een ander fielt; — de zwakke zyde van den eerlyken man. word ajtsy loopen door één als een nest met Mieren. De Mierenchefs hadden zich altoos deftig op de eieren genoud^n en den gemeenen hoop alleen gebruikt, om te vechten pf voorraad optezamelen. Dit verdroot eindelyk de goede Mieren. ,, Waarom" zeiden zy ,, zullen (, wy langer dulden , dat alle de lasten van den „ Staat alleen op onzen'rug gelegd worden, tersvyl die groote Sinjeurs hun gemak houden, en ons „ naar goeddunken beheerfchen ? — Zyn wy niet „ allen Mieren zoo wel als zy ï Moeten zy door „ ons niet gevoed , gediend , en befchernid wor„ den? Op, op, vrye Mieren! gy zyt lang genoeg flaven van uws gelyken geweest, werpt einde- lyk uwe ketenen af, kiest u zelf beduurders uit „ uw midden, en laat u niet langer eigendunklyk behcerfenen, noch misbruiken tot jokdragers van „ eenige weinige wezens, die zich verbeelden het ,, gezag in pacht te hebben, en wier éénige bedoe,,j ling is, zich vet te mesten met uw flavenzweet !"• — De opdand werd algemeen , men temoveerde alom de onde Heeren en Meesters dat het een aart had, een Opper Commmé der Mieren werd knaphandig met het bewind van zaken belast, en —. daar het in de eeuw der Conftitutie-maker)ën was — kreeg een onder'- Commftté- -bevel , om één, twee, drie, eene nieuwe Staatsinrichting voor het Mierendom te vervaardigen. Dit onder. Committé bedond uit allerlei flag van Mieren, onder anderen waren er verfcheidene dikke vette gasten in , die ook al gaarne wat meer als al den dag wilden worden; en bovendien, de een had een Zusurmier, de ander een Neefjesmier, de derde een Vriend- of Kennismier onder' de gewezene Vaderen des Vaderlands ; en , zo er al eeu of ander buiten alle betrekking of verplich¬ ting was, was hy toch een ziertje grootsch op zyre nieuwe Mieren-waardigheid,en kreegal fpoedig in het hoofd , of er voor hem of iemand van de zynen niet een voordeeltjen ,een heerfchappytjen uit tefcheuren zoude zyn. Het ging hier onder de aarde , gelyk zeker iemand van de directeuren eener Revolutie boven den grond zegt: De Byhifiorten hier het eélfle dat zy kunnen, Om eerst zich zelf te voên,en naderhand de hunnen!"—' Enfin, er kwam dan, na lang talmen, zulk een ding voor den dag, het ggen het Mierenvernuft eene Conftitutie geliefde te noemen. Het was een allerellendigst ding, volmaakt een koifje naar de hand der oude Mierenbaazen, maar daarenboven nog zoo jammerlyk vermikmakt en gekoeskoest, dat er ftok noch fteel van de gantfche bedoelde Mieren*- -Republiek in te vinden was. *—- Het werd echter metzeer veele ftatigheid, op den nek van eenige fterke Mieren, in den fmaak van eene Iykkist op de baar,' in.de vergadering der hoogde Volmachten binnengedragen , en vervolgends aan dezelve , en aan het Mierendom opengelegd. Daar had ;men de poppen aan den dans! — Al de kleine en magere Miertjens fchreeuwden, —■ want in revolutionaire tyden fchreeuwen de Mieren» ook, Burger! —— luidskeels fchreeuwden zy, dat , het ding niet met al deugde,.en dat zy, zo het ingevoerd werd , erger flaven dan ooit te voren zouden zyn! De groote, dikke, vette Mieren integendeel vonden het duk zoo kwaad niet, of het kon ten minde gebruikt, en met wat er aan te knabbelen en te verknypen, -wel heel goed gemaakt worden; en geen wonder, zy begrepen, dat de grondflag van dit Conditutie-mondertje juist zoo was ais dezelve wezen moest, om het Mieren - Canailje den voet op den nek te zetten, en zichzelf te warmen bv  C 104 ) by het oude vuurtje van heerschzucht of eigenbaat. —— Twee partyën ontflonden dus in de Mieren-Republiek, elk derzelve zocht en kreeg aanhang, en-daar iedere aanhang altoos uit drieërlei Wegens befiaat, uit brave lieden, gekken , enfchurk. ' feits, en men aan beide zyden deze drie foorten vond, ve.-oorzaakte hunne onderlinge tegenwerking eene langdurige cn verdrietige worfteling, die het Mierendom' volmaakt in factiën verdeelde, en eindelyk, na lang dralen, een nieuw wangedrocht van Staatswet deed ontflaan, het geen beide de partyën even weinig naar den zin was, en dus indedaad nog zotter dan het eerfte. — Evenwel , vermids de groote hanzen baas gelaten werden, en 't gemeen, gelyk altoos zedert de dagen van Vader Olim, het goede lastdier bleef; en naardien de Heeren-Mieren vreesden, dat by het maken van een heel nieuw ftuk bet er Waarfchynlyk nog veel erger voor hen zoude uitzien, bewogen zy hemel en aarde, om het volk overtehalen ter aanneming van dit nieuwmodisch wangedrocht; en indedaad gelukte het hun,een gedeelte van de onnozelfle Mieren op hunne zyde te lokken; doch,daar de groote meerderheid halftarrig bleef weigeren zyne goedkeuring te geven aan het vonnis zyner vereeuwigde flaverny, en ftatidvastig aan- drong op den behoorlyken invloed des volks in deszelfs Republikeinsch beftuur, liep de burgertwist in het land der Mieren allengs hooger ; de part)è'n feheurden zich volmaakt van elkander af; uit de ééne groote Republiek ontflond eene menigte kleene huishoudingen; in elk dezer Mieren - Coloniën wierp zich een dikke vette Mer, auifi ten redderen voorvechter, cp; het oude defpotismus kwam, onder allerleie lieve naamtjens en kleurtjens, weder binnenfluipen; geene der afgezonderde horjen was nu langer in ftaat om zichzelf in wendig flaande te houden, of tegen geweld van buiten te verdedigen ; — en het gevolg was, dat de groote vyand der Mieren — ge^ naamd de mieren leeuw — zich van hunne fcheuring en verzwakking bedienende, eerlang aanrukte, de in zichzelf verdeelde fchepfeltjens onverhoeds overrompelde, van hol tot hol doordrong, en de geheele Mieren-Republiek ten prooi maakte van zyne maag, of van zyne wreede geweldenaryen. Zedert dien tyd hebben de Mieren geene Confti-. tutie, dan het despotismus, en geene wetten, dan die van flaverny en dood. — Ongelukkige Mieren 1mochten de Volken , die zich eene Conftitutie geven, tot u, gaan, en wys worden! Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeunveftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Amjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Eeetsen Loosjes ; Rotterdam, D.Vis, van'denDries; Alkmaar, Molenaar; en verder ia de overig Provimiën, a drie het heels, en één en een halve ftuiver het halve blad.  D E D EMOCRATE N. N°. 54' Donderdag den 18 May 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, fiandyastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. Het hier volgend ftuk van dien allerbelangrykfcen aart zynde , dat hetzelve zóóveel mooglyk ter kennisfe des- Volks van Nederland behoort gebracht te worden, hebben wy deswegen, om meer dan ééne reden, nodiggeoordeeld, hetzelve alléén te plaatfen , en dus deze week flechts een half blad uittegeven, GEWICHTIGE RAAD aan het VOLK van NEDERLAND. jByna een geheel jaar, dierbare Landgenoten! hebben wy onzen tyd en onze vermogens beneed , om u den weg aantewyzen, die, naar onze gedach ten, op uw duurzaam geluk en dat van uwe kindei.en na u moest uitlopen. _ Wanneer wy echter den invloed van al ons gefchryf op den geest van Neêrlands Staats-hervormers nagaan, dan hebben wybyna ïiiets gewonnen, maar zyn integendeel daaglyks overtuigd geworden van de waarheid van het zeggen van den wysgeerigen hu me : dat er onder al* lerleie foorten van menfchen geen SChadelyicer Zyn, dan zulken, die 'zich met Staatkundige ontwerpen ophouden, wanneer zy de macht hebben om die uit' tevoiren, en geen ongelukkiger, dan wyze fi aatkundigen, wanneer het hun daar aan ontbreekt. Ook zouden wy reeds moedloes de pen uit de handen hebben laten vallen, indien niet de toejuiching van veelen onzer wéldenkende Medeburgeren , en de aandrift van onze warme vaderlandiche harten ons hadden blyven aan» fporen, om onzen aan zekeren kant al te vruchtlozen  ( io6 ' ) gen arbeid rustig voord te zetten , tot dat alle uitzichten op ons-toekomflig Nationaal geluk vernietigd, of by de naderende Staatsinrichting onzes vaderlands, ons de pennen zelfs uit de handen zouden worden gerukt. —< Thands fpoed met fnelle fcbreden het ontzettend tydftip aan , waarin de Vertegenwoordigers van het kwyriend volk van Nederland, aan hetzelve de vrucht hunnes langen arbeids — een ontwerp voor onze aanftaande Staatsinrichting, ter goed- of afkeuring zullen aanbieden. Ter goed- of afkeuring! Landgenoten ! wy zidderen , terwyl wy deze woorden fehryven, daar wy in dezelven de twee verraderlyke klippen zien, op welken onzer aller heil en dat van ons nagedacht voorzeker moet verbnzeld worden,! — Ontwaakt, .Nederlanders! hcrfiel.t u. van de doodlyke kwyning, die u zoo lang overmeesterde; ziet met ons de klippen die u omringen; en höort flechts nog éénmaal dén raad, dién wy u als broeders, kinders van hetzelfde huisgezin-,deelgeno-ten van uw heil of ongeluk, hartlyk willen mededeelcn. Hoe? Zoudt gy het aantebieden ontwerp,om deszelfs veelvuldige gebreken, willen afkeuren? Dan, Landgenoten! zoudt gy tevens uwe binnen- en buitenlandfche zekerheid nog langer verwyien, — nog langer zoudt gy volharden in dien ftaat van Politieke nietigheid, waarin gy nu jaaren lang in betrekking tot geheel .Europa geleefd faèbr,en welken dooreen Staatkundig aanwezen te doen ophouden, van zoo veel belang kan zyn, vooral ten aanzien van uwen invloed , en van de bevestiging uwer revolutie, by den aanftaanden vredehandel; nog langer zoudt gy dulden, dat de teugels van't beftuur met flappehanden gevoerd., de heerfchappy der wetten verkrarht werden, en het gezonken vaderland dé prooi van onkunde of misdaad, van tweedracht of regeeringloos* heid bleef! .—, Neen, dit kan uw wil, Uitkan de wil der belangloze vrienden des vaderlands niet zyn. Aan dat vaderland is eene vaste Staatsinrichting zoo zeer tot eene daadlyke behoefte geworden, dat het, zonder dezelve, welhaast ten eertemaal zal ophouden te beftaan. Maar, zult gy dan het ontwerp der Confiitutie; dat u zal worden aangeboden , zoo als het ligt, goedkeuren? Moeilyke vraag, die in gelyke omHandigheden een' Plato zelfs zoude verbasteren en in verlegenheid brengen! Immers, wie zal ontkennen , dat het zelfde ontwerp veel goeds in zich zal bevatten? maar wie ook te gelyk durven tegenfprekên, dat het zoo veele hoofdgebreken, zoo veele tegenflrydighedcn, zoo veele gevaariyke inftellingen in zich befluit, dat ook by de goedkeuring van hetzelve, de wydfte deure des verderfs voor Nederland geopend word, verderf, het geen des te onherflelbarer zoude zyn , indien het éénmaal door dat ontzachlyk ja des geheelen volks was geconftituè'erd en als gewettigd? Zal het nodig zyn , Landgenoten I , u dit alles tot in zyne kleene byzonderheden aan te wyzen, daar gy met ons reeds behoort te weten dat by hetzelve Ontwerp de invloed dés volks, als het ware tot niets, ten minflen in zulke enge perken is gebracht, dat uwe aanfiaande Staatsinrichting,, wel verre van eene Voiksregeering by vertegenwoordiging te zyn , niet dan eene Ariftocratie by verkiezing kan genaamd worden. — Dat die Verkiezing zich alleen Zal hepalen tot het wetgevend Ligehaam, het Departementaal en het Gemeente-beftuur. — Dat, met omkeering van alle begin fe. len . de Kiezers des volks den Staats. Raad zullen moeten verkiezen, uit eene nominatie,'Iet welf van 'de -Kaïser der,oudfien alken! —- Dat het Nationaai Gerichtshof met zulk eene geduchte macht bekleed, niet door u, maar door dezelfde Kamer zal verkozen worden. —. Dat de handhaving der Confii/ tutie wellicht aauden Staats - Raad, en voorzoo verrei Ö ... ar  C 167 ) fey door denzelven en het wetgevend Ligehaam word overtreden , aan het Nationaal Gerichtshof, met uitfluiting van het oppermachtig Volk, zal zyn a&beVtflén. - Dat hetzelfde Nationaal Gericht», hof, boven alle macht en gezag verheven , zonder aan'iemand verandwoordlyk te zyn, de Leden van het wetgevend Ligehaam in hunne bedieningen kan fchorsfen en hen in rechten vervolgen. — Dat uwe keus' met betrekking tot'de Kiezers zelfs zal zyn bepaald ; daar die Kiezers , welke niet in zekere mate gegoed zyn , uitgefloten' worden. — Dat de Kiezers in hunne keuze mede niet gehael'vry zyn, daar zy niemand mogen kiezen, die buiten het Deparlement woont, of niet bevorens in een of ander vak van 't Beftuur geweest is. - Dat eindelyk by hetzelde ontwerp de oude Provinciale Oppermacht in de Departementen alömme zal herleven, by zoo verre zelfs, dat de Departementale Beftuuren onafhanglyk van de hoogde Machten, vry in hunne Financiëele operatiën , en de Gemeente-beftuuren wederom aan' de Départementale niet ondergefchikt, maar plaatslyk fouverein zyn. — Alles, wat den nationalen geest en veerkracht zoude konnen opbeuren en gaande maken, word dus vernietigd; en.... maar onze hand word moede by het blootlyk aanftippen van deze zoo tastbare verkeerdheden; ook zouden wy naauwlyks gedaan krygen, wanneer wy dit wandrochtlyk zamenftel van wetgeving , die rampzalige vrucht van zoo veele maanden, in alle zyne byzonderheden naar waarde wilden ontleden. Genoeg hebben wy gezegd, Landgenoten! om u voor eene blinde goedkeuring van dit monftéraéhtig daatkundig zamenweeffel, indien gy niet geheel gevoel- 'en redeloos zyt, té behoeden , zoo wel als gy met ons zult overtuigd zyn, dat de voldrekte verwerping van hetzelve, althands in deze oogenblikken, waarin wy hopen, dat onze Staat niet langer eenen lydelyken rol op hei daatkundig tooneel van Europa' zal fpelen, allergevaarlykst is. Eén dézer twee uiterften te k'iezen, zoude de keus zyn tusfehen twee klippen,gelyk gevaarlyk; — de wyze voorzichtigheid alleen zal u hier konnen geleiden, en wanneer gy haren raad volgt, den veiligen middenweg aanwyzen, langs welken gy die beiden vermyden, en het-groote doel van uwe ondernomene Staats-hervorming, uw eigen geluk en vryheid naamlyk, bereiken kunt. De gronden uwer aanftaande Conditutie zyn by de Nationale Conventie wel reeds vastgefleld , maar eer zy aan het volk in zyn geheel ter goed- of afkeuring konnen worden aangeboden , moeten zy door Neêrlands vertegenwoordigers nog- worden overzien'en in zekere' orde gebracht. — Het tydft-ip tot verandering en verbetering derhalven is nog daar — de beide beflisfende' flagen kunt gy nog voorkomen —. het daat nog in de macht uwer Vertegenwoordigers, om u het ontwerp zoodanig verbeterd aantebiedén , dat gy het hmt en vtvogt goedkeuren. ~ f eö fQQ Wel aan dan, nadert fpoedïg en onverwyld met gepaste vertogen hen, die niet om zich zelfs, maar om uwen wille u vertegenwoordigen. — Schetst by deze vertogen krachtig, naar waarheid, en in alle zyne byzonderheden, de veelvuldige hoofdgebreken, der ontworpen Confti.t.utie,. die u verplichten .zouden om dezelve, indien zy zoo bleef, uwes ondanks te moeten afkeuren ; en doet deze opgave uwer grieven vergezeld gaan van eene befcheidene, welberedenéerde, doch nadruklyke verklaring, hoe gy handelen zult, indien men uwen raad niet hooren mocht; en welke daarvan de fchadelyke gevolgen zullen zyn. —- Doet dit allen , Landge. 110-  ( io8 ) noten! in welk oord van het Gemeenebest gy u ook bevindt, op eene gelyken en eenparigen voet. — Dat geene verfchillende begrippen de kracht uwer pogingen op dit punt verdeelen, of u van het groo. te doel der revolutie verwyderen! . Dat deze pogingen het onderwerp uwer gefprekken in alle uwe byè'enkomkomfïen, — het eenig voorwerp van den arbeid aller kundige vrienden des vaderlands in deze oogenblikkenzyn, is onze vuurige wensen! Reeds voorlopig konnen wy het Bataaffche volk verzekeren, dat, door den onvermoeiden yver van zekere Volks - gezelfchappen , aan hetzelve eerlang gelegenheid zal gegeven worden, om met gepaste en emftige vertogen omtrent dit zoo belangryk onderwerp hunne Vertegenwoordigers te naderen. Nu dan, Batavieren! zo gy nog dien naam veri dient, veréénigt u thands met alle uwe Broederen, ipreekt met elkander nog éénmaal over uwe belan. gen, en die van uwe kinderen, by hen, die gy metde zorg voor uwe belangen vereerder. Het is misfchien de laatfte groote dienst, dien gy ü zeif en uw vaderland doen zult! _ Dat niets u weêrhoude om de gevoelens van uw hart by uwe Vertegen- Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer' en de Wed. J ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding-' Anjterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes ; Rotterdam, D.Vis, vanden Dries; Alkmaar,. Molenaar; en verder in de overig Provin tién, a drie het heele, en één en een halve ftui ver het halve blad.- woordfeers uit te fiorten! — Tekent eenparig die vertogen, indien gy van derzelver gewicht en waar^ heid (en hoe zoudt gy dit niet wezen?) overtuigd zyt; dat geene averechtfche voorzichtigheid, die vaak zoo veele rampen voordbracht, - geene vrees voor uwe Vertegenwoordigers, die uwe gelyken zyn, _ geen verkeerd berekend belang, dat dikwerfzoo veel fchadejwrocht,- geenemachtfprenken of flaatkundige listen u hier van terug houden! Het is geen tyd meer van plooien, noch cabaleeren. Het geldt uwer aller dieröaarfle belangen. Het oogenblik der bedisfing is gekomen, of het vaderland voor altoos verloreh dan behouden zal zyn. Zegt dan eenparig de gevoelens van uw hart, zonder omzien, moedig en onbefchroomd ;— verfmaadt den raad niet,dien wy u gaven, noch den weg dien wy u aanwezen, en zei ven het eerst volgen zullen; of doet voor altyd afftand van den naam van vrye, van gelukkige Batavieren ! Wy hebben het u gezegd, en, zo gy ons niet hoort, zweeren wy voor den oneindigen en voor het geheele menschdom — dat wy vry zyn van uw verderf! I!  DE DEMOCRATEN. N°. 55. Vrydag den 26 May 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. NB. Wegens de invallende Feestdag wordt dit Blad op Vrydag uitgegeven. Een altyd braaf, jïandvastig mar., Voelt door het dreigend'oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HO RATITJS. DE BESCHOUWER VAN NEDERLAND UIT HET RYK DER DOODEN. (Een Droom van 179?) N'et altoos zyn de droomen onnut, niet altoos zal de verflandige zonder oplettenheid die aan zyne zyde laten nederzinken ; zomtyds laten zy eenen diepen indruk op het hart na, en geven dan ftof tot overdenking en leering. Onder foortgelyke droomen, reken ik den volgenden. Ik zat op myn boekvertrek, gewikkeld in ernftige bezigheden , en verdiept in moeilyke overdenkingen! — Een zachte cn fiatige tred, welken ik hoorde, trok op éénmaal myne geheele aandacht naar zich; ik wendde myne oogen naar de plaats, van waar dit geluid kwam, — en eene kille huivering beving my, toen ik daar eene menfehengedaan. te zag, die aan my onbekend was; op eene medeli. DE Et. lydende en vernederende wyze zag zy my aari; en vroeg my op dien zelfden toon : Sterveling ! wat doet gy? Eenige oogenblikken fcheen my het fpraakvermogen benomen ; — na eenige vruchtloze pogingen om te fpreken, hervatte ik op éénmaal den moed, en andwoordde met eene taamlyk vaste ftem • Ik arbeide aan de verlichting en verbetering myner medtmenfckn en landgenoten; — het geluk van myn Vaderland op duurzame gronden te helpen vestigen, is myn doel. Nu zag de manlyke gedaante my met eenen glirnlagch aan, die meer verplettert, dan het blikfemend oog van eenen getergden overwinnaar, op hetocgenp blik  Wik, dat hy de wraak zal bepalen, die hen verdelgen moet, welke zyne gewondde kinderen vermoord hebben. — Sta op , (prak hy , breng den keten van l: ■ rx!honge Aipen herwaar ds, en fiel dien tot eenen dam tegen de Z.'c; laten sy eene lirsineering zyn voor uw machtloos Vaderland! — Sterveling! gy aarzelt? — Even oimooglyk als u de. uitvoer mg van myn bevel Jcjiynt te zyn, even ónmósgtyk is het , uw voornemen te be. reiken ! De wyze, waarop dit alles werd uitgefproken, de toon eener bcfliste meerderheid, welke dit wez.-n voerde, bracht in myeené verbittering ten wege, die my ftout maakte, en gelyktydig zig ik zoo veel edels onder dit alles op het gelaat.van deze my zoo raadzelachtige gedaante, dat ik met fierkte vraagde : wie zyt gy? Ik zal nu het in den droom gehouden gelprek hier laten volgen. tICi&MMvU -'Adti aïJ-I- -larl Hij u. De Gedaante. Ik was éénmaal een uwer Landgenoten. — Ik heb, gelyk gy , gereikhalsd' naar dB. ontkluisterirg van myn Vaderland , ik heb lang vruchtloos 'gehoopt den dag te mogen zien , die de zegepraal der Bataaffche .Vryheid zoude aanbrengen — Ik heb dien dag gezien , het was de laaide van myn leven; — en ik ftierf wel te vrede.- — Myn Vaderland is vry; myne vrienden:, myne kinders en laatfie nakomelingfchap , zullen den .zegen der vryheid en der deugd gedurende de volgende Eeuwen genieten, dacht ik; hoe gelukkig is het, met dat vooruitzicht, in die blyde hoop, te nerven • — De eenzaamheid was in het verblyf der fehimmen myn wellust, en om dat ik geene tydingen van de bovenwereld ontving , die my geloofbaar fchenen, gaf -ik my te fterker aan haar over.— Eindelyk werd ik door de aanhoudende luidruchtige gefchillen van zoo veele nederdalende fehim¬ men, uit myne zoete mymeringen opgewekt • en het verbaasde my, dat zuiken myner Landgenoten, die, toen ik de bovenwereld verliet,door een zelfde doel, door. een zelfde belang verbroederd waren, nu elkander bitter hateden, _ en in ons verblyf zelfs eikander de bitterde verwytingen deden. _ Allen gaven de duidlykfte blyken , dat Nederland niet ée zeiel der vryheid, niet het'verblyf-der Rèpublikcifche deugden, niet het gewest des geluks was; — maar elke fchim gaf de fchu'd daarvan aan den anderen en aan wezens van zyne foort. Dit alles deed my nadenken; duizend twyfelin. gen ontrtisteden my. _ Het fcheen my onmoo^lyk ie zyn, dat alle deze berichten de waarheid behelsden; — en ik nam het befluit , de onderaardfche gewelven voor eene korte wy! te verlaten, en my in het gewest der levenden, voor eenigen tyd., met de dille onmerkbare befchouwing der zaken in myn gewezen Vaderland, bezig te houden. Niet, zoo als gy my hier in het flil verblyf der nadenkende wysgeerte ziet, maar fngehuld in den tooi der mode, bezocht ik nu alle de plaatfen, die voor my vart belaag waren ; — en thands keer ik fpoedig, met een hart vol medelyden, vol verachting , en- met weinig hoop op betere tyden, naar het verblyf der fehimmen te rug. — Ik. Waar zyt gy dan, gedurende uwe kortfl.ondige wederkeering, geweest? De Gedaante. Sterveling ! ik zal dit aan u mededeelen , maar. fchryf het voor uwe landgenoten niet ; de menfchen over het geheel zyn elk onderricht , elke waarfchuwing onwaardig. — Be. ween de gedeldhe'd, de jammervolle gedeldheid der zaken, en fterf! «— ■ De ( ho )  De eerfte plaats'; daar'Ik heen fneldc, was de zetel der Volksvertegenswoordiging, de Haag. — fehimmen-munt heef: nog minder waarde, dan Asjlgnnten of -Mandaten , en ik onttrok my dus zcdiglyk en.in fli-lte.. • 1 Ik zag my befpotlyk genoeg, maar evenwel !naar de tegenwoordige mode, door eenen fnyder toegetakeld, die myne kleding a l'incroijable noem•de. Het kan dus niet anders, of men bracht my wel fpoedig in een groot huis; hier was de vermaardfte Sociëteit; men noemde -dit gebouw de Eejoigne. Hier, zeide myn leidsman, is de verzamelplaats van verfcheidene notabele Reprtefentanten , Leden van het Provinciaal Beftuur, van de byzondere Committés, Generaals, Officieren van Rang.&c. &c. 6.C Bravo! was myn andwoord , daar zullen dan wel zaken van het grootfte aanbelang verhandeld worden; ik zal hier, door enkele oplettenheid, de beste inlichting in de gefïefdheid van zaken vinden. — Nu wandelde ik, als een Ril opmerker, de onderfcheidene vertrekken op en neder; raadzeliichtig kwam het my wel voor , dat in zulk een verblyf eene Billardtafel nodig was; dan dit kan echter, al.leen om.de ligchaarasbeweging , na vermoeiend harsfenwerk, niet geheel te vergeten ,. zyne nuttigheid hebben. Zeer veelen plaatfien zich aan tafeltjens,-die men voor de berfteliing vam-het zuiver Repnblica„Hum'iS:. fpeel tafel tj.ens genoemd had.;? hier werden de volle goudbeurzen uitgefebud»- Myn hart werd geheel gevoel ; hier dacht ik., zal de laster der fehimmen gel ogen ft ra ft worden'. — u ! Voorzeker 2yn alle deze tafels nu herfehapen in zoo veele Altaren voor het lieve . Vaderland ! hier zal men offeren voor de kwynende Fabrieken , voor den vervallen Zeevaart enz. en waren myne erfgenamen my niet , by myn overlyden , in het bezit myner goederen opgevolgd ; ik had myne beurs ook op een dier Altaren geworpen! — Maar P Dan, hoe- verbaasd ft-ond ik 1 — na een langdurig verblyf had ik niets anders gehoord, dan de konsttermen van het fpel! — en. ik ging bedroefd heen , gedurig door het denkbeeld ontrust : is dat do herleefde Republikeinfcke deugd? — Hoe zullen.de gemoederen van hen gefield zyn, die .hunne winzucht door een invretend verlies geftrafi zien; wanneer zy den volgenden dag aan.de belangen van Volk en Vaderland moeten arbeiden ? Waarvoor zyn dezulken niet blootgc- '..field? en wat is de verwachting, die hé} Vaderland van eene belangloze zucht voor het geluk van allen voeden kan , by menfchen , die het tot hun daagiyks werk maken , zich te verryken ten koste van anderen? Is de tyd, hier zoo nutloos en verkeerd doorgebracht, niet het eigen:dom des Vaderlands? Ik zocht intusfehen de zaak uit een. beter oogpunt te befebouwen ; — en zoo .als ik hkrme:de bcz'g was , ontmoette my de Kastelein , wien ik vroeg-., of hy de eer had , dat alle de Bergers Reprtefentantcn enz. op deze w; ze zyn huis frejqueiitecrdert? — Hy andwoordde my-, van ncen'.*,en. ik. föheen een'gszips rt.imer te..Ademen» — Jfc hervatte nu myne beschouwing-, =en maakte, uit het geen ik gezien had, ten minfte dit befluit op : — het is de grootfte onwaarheid van de wereld , dat er in myn Vaderland Penurie vafi geld is; want anders, zeide ik, zou hier een beter voorbeeld van fpaarzaamheid gevonden worden. — En ik meen, dat deze myne redeneering ontwy-} felbaar doorging. — Myn voornemen was derhalven, my op dit 2 ' : .,, ■ ■■ zci°  c m ) éto fpceJ;g mooglyk da nodige Wetenfchap te bez irgtn, en dan alles ie bezichtigen en te onderzoeken, nat my éénmaal zoude konnen in ftaat ftellen, c m alle de valfche berichten, in de bene'den- wereld verfpreiJ- te logenitraffen. Tk bezocht nu Ke ledfch tn Winkelier?; Mair hunne klachten vernc 'eidtih my fpoedig. ■ leder 'klaagde over gebrek aan geld, en reikens wederkeerende belastingen. Evenwel "waren reeds deze klachten, zelfs in de bioeiënrfte tyden van myn verblyf op de boven-wereld, niet ongewoon! ik befchouwde dezelven dus, door m) ne vroegere ervaringen onderricht, als zeer overdreven; en werd in dit myn gevoelen te meêr verderkt, daar* zelfs veelen onder de zeer welgcflelde boeren, welken ik bier en daar by de winkeliers ontmoetede, fchaamteloos' genoeg waren, em mede luidskeels te klagen. —. Alleen een eerwaardig grysaart, wiens naam ik my nog herinnerde, een fteunpilaar der AmfteldamJvhi beurs , en wiens braafheid boven alle verdenking verheven was, bedroefde my, en deed my blozen, by de gedachte aan myn vaderland. — Ik vroeg hem, na eert kort gefprek over zyn verblyf in 'sHage, hoe het met den bloei en welvaard van den koophandel in het vaderland ftond ? — Na dat hy zyne verwondering over myne onwetendheid in dezen had te kennen gegeven, was zyn and woord: ik kan over deze zaken met u niet in het breede fpreken. —- In tyden van Revolutie is het doorgaands met den koophandel niet bloeiend gefteldl—. Maar het grieft my verfchriklyk, in mynen hoogen ouderdom, de fchande te moeten beleven, dat de Bataaffche vlag op den oceaan nergends meer wap- C i Men zom-lere hier van nu het manmoedig gedrag dier dappere Nederlandfche Zeelieden, die, in weerwil van h;t weinig betekenend gedrag hunnes Opperhoofd*, *s Land* Fregat Argo, fnlta een uiir lang, tegen de overmacht van twee Injelfche fregatten verdedigd hebben. pert. — By de Revolutie fcheen alles aan te dulden, dat Neêrlands Waterleeuw ontboeid, gelyk in de tyden van de Ruiter en Tromp, zyne klaauwen in het hart zyner vyanden (laan zou I — maar hy flaapt, myn vtiend (*j\ — en de handelende Nederlander moet zyn vaderland verloogchenen, en zich bedekken met vreemde vlaggen, ook van zulken, die het grievend beledigd hebben j hy moet als ier fJuik elke poging doen, om den zieltogenden handel niet geheel te laten derven. — Nu riep ik uit! — « myn vaderland! ê myn vaderland! hoe diep zyt tc,y gezonken! —- Maar ik gevoelde niet meêr dat ondraaglyk gevoel van fmart, 't welk gy, fterveling! als een fehakel in dezen rampzaligen keten , gevoelen meet. Ik kan uwlieder lot zien, ik kan ulieden verachten of beklagen, zonder het flachtoffer van uwe dwaasheden of verbastering, van uwlieder lafheid of boosheid te worden. Maar mooglyk, andwoordde ik na eenig ftilzwygen den grysaart, mooglyk zyn hier zeer veele hindernisfen in den weg geweest ; misfchien heeft men alle zyne krachten te land ingefpannen, mooglyk de Woedigfte veldflagen moeten leveren, orh de pas herlevende vryheid te befehermen. ——. Veele hindernisfen, hernam hy, zyn er zeker geweest; — maar na de Revolutie kan ik verzekeren , dat er geen een enkele druppel Nederlandsen bloed op het veld van eer geftort is. Doch, verfchoon my om verder met u over 'deze febandelyke, my bitter grievende , zaak te fpreken. En wilt gy, door weetlust aangefpoord , (nog eens, uwe onkunde bevreemd my, by uwe taal en kleding) wilt gy de gedeldheid van onze vorderingen lee. en kennen, den ftaat van ons vaderland weten, ja dan naar de Nationale Vergadering, lees de DagMa-  C «3 ) Maden vm het Provinciaal Be/tuur, bezoek de Sociëteiten, de Beurs; leer den geest der Natie kennen t _ eu uwen geest in lydzaambeid bezitten. — Dit was ook myn voornemen, hernam ik, verliet den ouden man, en flapte naar de natjonale vergadering. Het gezicht der zaal zelve vervulde my met een gevoel van eerbied, en dit zoude nog veel flerker geweest zyn, ware ik niet met eene kleene vooringenomenheid derwaards gewandeld. — Boven dit alles gevoelde ik iet, dat waarlyk groot was, by de gedachte: dit was, onder het vorig Despotismus, een tempel der weelde, en nu cfê tempel der Vryheid, vvVar niets, dan alltsen het belang des vaderlands, den hoogften toon voert. — Hoe fchoon is hier alles ingericht! — Hoe zacht, van een fluweelen ftoel met buigzaam dons gevuld, word hier de beflisfing van Neêrlands gewichtigfle belangen, met éénc-n hamerflag bepaald. — Alles heeft indezen tempel eene andere gedaante aangenomen, er is niets overgebleven, dan alleen het Engelfche nachtlicht , dat wyleer de danfende reijen ook beftraalde, en dit word alleen, zoo men my zegt, gebruikt in een Committê generaal, Ik plaatlïe roy in een hoek van de tribune, en befchouwde nu, een voor een, door behulp van eenen tooneelkyker, de onderfcheidene Repraefentanten ; dan ziende dat 'zommigen my onbedenklyk kkin voorkwamen, ontdekte ik, dat de fchuld aan my lag, daar ik den kyker verkeerd gevat had. — Het was juist in het oogenblik , dat de Vergadering geopend werd. Ik hoopte thtnds. dat elk Repraefentant, (want tot nog toe waren er ma3r weinigen tegenwoordig geweest, en die weinigen gonsden nog als reen zwerm byen door elkander) hier verfchynen, zyne plaats behoorlyk innemen, en door zyn gedrag P de orde en deftigheid eener Vergadering der Volksvertegenwoordigers van geheel Nederland handhaven zou; dan, hoe Hond ik verbaasd van te zien, dat naauWlyks ten derde der zitplaatfen bezet werden, en dat het wemelen door de Vergadering, en het praten met elkander., onder de cieliberatiën nimmer ophield! In den beginne verbeeldde ik my dat eene zware zinking myn gehoor benevelde , om dat ik den Prslident naauwlyks hooren kon, doch weldra ondervond ik, dat het gewoel en gedruis der Vergadering zelve oorzaak hiervan was. — Oude vriendfehap verkoelt nooit; ik herkende onder de Rep Eefentamen verfcheidenen myner oude vrienden, en myn hart floeg fterker; — ik zag eenigen dier vrienden, die her vuur van vaderlandsliefde in mynen boezi m ontfteken , aangeblazen , onderhouden hadden. Ik brandde om hen te horen fpreken met dien vaderlandfchen yver, met die getrouwheid aan hunne uitnemende beginfeleo, welke ik altoos bewonderd had, en die het geluk d>s vaderlands moesten bevorderen; en tot myne blyd« fchap, — één hunner vraagde het woord en fprak. Het was nog de ftem van mynen vriend, maar die ftem had eenen geheel anderen toon aangenomen; het was zyne taal, het waren zyne denkbeelden geheel niet. — Ik meende in de daad, dat ik my vergist had, ik begon myn oog te wantrouwen; ik nam mynen kyker, zag nu van de eene dan van de andere zyde er door I —- helaas 1 het was het ligehaam van mynen Vriend, maar het was zyn edele, fterke, ftandvastige, zichzelf voorheen altoos gelyke geest niet. - Het was een zwakke, geheel aan de voorgaande gefteldheid van zaken verkleefde, en alles naar dat zwak buigende geest, die in hem fprak. Ik beefde van ongeduld en van verontwaardiging! — tot myn geluk had ik aan de deur van de Tribune een briefjen gelezen waarop ftond,dat ik niet mocht 5 flui-  ( 114 ) fluiten , niet me* de voeten fchuiven , en geen hoorbaar teken jmocht geven ; ik deed dus niets van dit alles; ik hoestte eenvouwig, want er was niet op het briefje verboden, van niet verkouwd te mogen zyn. In dien toon, in dien zelfden toen, fpraken verfcheidenen myner vorige vrienden, — en gedurig dacht ik : er is toch niets veranderlyker dan de mensch! En daar ik zoo dikwyls onder den loop der voordrachten , myn uiterfle best te vergeefs aanwendde, om de advyfen myner voormalige vrienden met de voorheen door hen erkende principes overeen te brengen, dacht ik er by: <&at zyn de menfchen toch tngelyk aan zichzelve ! — en wat moet er die oude kwaal niet diep in geworteld zitten! Eindelyk wekte my uit de diepe gedachten , waarin ik gezonken was, de toon van eenen RedeBaar; — my dacht uit dien toon dat ik in de Kerk was! — en evenwel het geleek er niet na , want ïk was op de Tribune der Nationale Vergaderzaal. Uit den aanleg van dit fluk kon een kind wel merken, dat het hoofdoogmerk van den Redenaar was lang te fpreken, en, om dat ik geen liefhebber ben van lang te hooren , ten zy het gefprofcene my daarvoor belone , flapte ik zeer bedaard de trappen af, en kreeg den inval om te beproeven of (*; Zie dea Tristram s"Uf.»iy Tan Stemt. het indedaad waarheid was; dat er zulk eene onbegryplyke kracht zat in het t, i l l a b u l l e r o van Oom Tobias (*) in zommige omflandigheden van het leven ? _ het welk ik dan düadlyk beproefde, en de ondervinding heeft my dus overtuigd, dat dit Lillabullero voor alle menfchen, die onder het oordeel liggen van zelfs te moeten hooren, zien, en denken, een onbetaalbaar Piaefervatif is.— [Daar de Gedaante, in plaats van my langer zoo verfchriklyk aan te zien , nu op zulk eenen gemeenzamen toon met my fprak, vergat ik ons wezenlyk onderfcheid, en begon met dezelve in dien toon te fpreken, als of wy jaren lang met elkander op eenen zeer gemeenzamen voet hadden omgegaan; — ook was myn vorige eerbied aanmerk, lyk voor een gul gevoel van vertrouwen geweken! derhalven vroeg Ik. Is dan uw Aetherisch hart door zoo weinige befchouwingen zoo neêrflachtig te maken ? De Gedaante. Neen, Sterveling! maar myne vol. gende onderzoekingen werkten niet weinig mede," om myn hart in dezen toon te ftemmen. Ik. Vergun my, iets van dezelven te mogen we«! ten. De gedaante. Dat zal ik ! — ik ging dan in de So-  C H5 ) Sociëteiten, en tot myn leedwezen, ondervond ik wel fpoedig, dan het geheele luchtkafteel der 111 ustre Broederfchap, waarvan ik op myn fterföed nog zulk eene gemengde aandoening gevoelde , even ais eene waterbel met fehoone koleuren, wat de. twee politieke gezindheden betreft, niet alleen ge. fprongen is, zoo dat er flechts hier en daar een onmerkbaar waterdrupje van overig bleef; — maar dat ook de Patriotfehc party zelve z.ich broederlyk verdeelt, en dat de eendracht dus een reisje doet, althands zoo verre weg gewandeld is , dat zy tot hiertoe te vergeefs is nageroepen! — Ik kwam in de ééne Sociëteit; daar noemde men zich Gemeenebesigezinrfen, — daar was de leus orde, — daar was men voor eene onschadelyke eenheid, — d„ar verzekerde men, dat de andere niets ter wereld deugde! — Ik kwam in de andere; daar was de leus ook orde, maar vooral eenöeid zoo plat weg, geheel zonder Epitheton, oïbyvoeglyk woord, — daar begreep men, dat men in de eerde niet geheel vry was van politieke ziekte, en dat de eerfte wegen van dat burgerlyk ligehaam nog niet recht gezuiverd waren, — lk maakte eenvouwig uit het een en ander op, dat dit twee botfende krachten werden, en dat dus de zaak der re volutie tot hiertoe vast niet op goede, eenvouwige beginfelen was behandeld; en daar botfende krachten altoos elkander verzwakken , zoude het zeker beter geweest zyn, byaldien men die allen op één gcmeenfchaplyk punt verëenigd had konnen doen werken, te weten, op hei algemeen geluk. Evenwel zocht ik my ftilletjens buiten de gefchillen te houden , en van den een en ander zoo wat aangaande het beloop der zaken, en de tegenwoordige gefleldheid derzelven, onderricht te worden.— Het gelukte my; maar juist dit werd de bron myner hooploze gefleldheid. —- De hoofdzaak van het geen ik hoorde, kwam op het volgende neder. —— Het punt, welk men by de omflachtige daarftelling der Nationale Vergadering voor vastgefteld hield , en het geen men als het cenigst anker van hoop befchouwde, was 1103 onbeflist; er was, onder de voordduring van duizende tegenftrydigheden, tot hiertoe hoofzaaklyk alleen gewerkt aan een plan van Conftitutie , dat . naar den zin van geene der partyën is ; om dat het den Foederalisten te veel naar eene éénheid zweemt, die eene moeilyke en, zoo zy zeggen noodloze, verfchikking noodzaaklyk maakt; voor de Unitarisfen te Foederalistisch is; en door gedurige Conciliatoiren, een mengelmoes van tegenftrydighe^ den is geworden , waarvan men althands niet de redding, niet de vestiging van het duurzaam, Nationaal geluk durft verwachten. Waar ik ook naar andere zaken vroeg, ik vond ontevredenheid — en zeker ook, zoo my dacht, niet altoos zonder reden. Den geest voor eene algemeene Burgerwapening, dat bolwerk der vryheid , vond ik reeds uitgedoofd ! — cn de Natie ! — o f byna had ik my ge.  C ii<$ ) Deze Notnmers worden die Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, e„ de Wed. I ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herdmg; Amlierdam J.A.Crajenfchot; Haarlem, BeetsenLoosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDr.es; Alkmaar, Molenaar-en verder in de overiseProvmciëB.adriehethe^, enéén en een halve ftmVer het halve blad. grefchaamd tot een volk, geheel zonder veerkracht, ooit behoord te hebben. <—• Ik verlaat u , Sterveling ! (hier hervatte de gedaante zyne eerfte houding vol waardigheid en ernst!) ik verlaat u, en zie daar de fom van myne befchou. wingen ! uwe Natie heeft eene zware wandeling gedaan, en is juist op het zelfde punt terug gekomen, van waar zy uitgegaan was; alleen met dat gevolg, dat zy afgemat en met eene aanmerklyk geplukte beurs wedergekeerd is, zonder in het wezenlyke iet gevorderd te zyn. — Nog is het mooglyk tyd voor haar om wys , door wysheid braaf, door braafheid vrys door vryheid groot te worden , maar zy zal beter moeten leeren handelen dan zy tot hiertoe gedaan heeft. — Doch wanhoop! — wanhoop met my , byaldien dit niet fpoedig gefchied! —Hier verdween de gedaante, en ik werd wakker. — Mooglyk verfchynt my het fpookfel wel eens weder.  DE DEMOCRATEN. N°. 56. Donderdag den 1 Jmy 1797- Derde Jaar der bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, jlandvdstig man, Vaelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, ' NqcIi drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchekt. iioratius. Nadere Voordragt aan het Bataaffche Volk ,. wegens het inzenden van DESZELFS- AANMERKINGEN OP HET PLAN VAN CONSTITUTIE} ter' Nationale Vergadering. Medeburgers! Toen wy u in ons 54 Nommer den gewichtigen raad. gaven van u eenparig en fpoedig met een gepast- Volks-adres, houdende uwe gewichtigfïe aanmerkingen op en bezwaren tegen het ontwerp van Staatsregeling , voor deze Republiek , .dat eerlang ter uwer goed- of afkeuring ftaat te worden aangeboden, aan de Nationale Vergadering te wenden, ten einde langs dezenyeenigen u nog overig.blyvenden weg te trachten een behoprlyk redres te verkryge.n in die gebreken , welke u anders zouden konnen noodzaken , om of een aantal van dezelven met de Conftitutie te moeten omhelzen en vereeuwigen , of wel al het goede dat.er in gemelde ontwerp is, en II. D*"jb*. .tevens het onberekenbaar voordeel eener vaste iri. richting uwer Staatsgefteldheid , met en om dat ■ kwade, te moeten verWerpen; toen wy u berichteden , dat de yver van zekere volksgezelfchappen .reeds bezig was, de Heffen tot zulk een belangryk adres te vervaardigen , en u aanmaanden om u in de tekening van hetzelve, zoo dra het u ter hand -fcpmea'z :■ 'i r. ps idret?': j -sa; t Ziet Mer het Adres ! Aan de Nationale Vergadering, Rept'cvfenteerende, ■ het Volk van Nederland. „Geven met gepastcn eerbied te kennen de on„ dergetekende ftemgerechtige Burgers van Neder„ land : — dat Zy Vertooners het oogenblik meit „ rasfe fchreden ziende naderen, waarop het Ont„ werp van Staatsregeling voor. deze Republiek aan „ het Volk ter goed- of afkeuring zal worden voor„ gefield; deze decifie van zulk een oneindig ge„ wicht voor Hen en Hunne nakomelingen heb„ ben bevonden te zyn, dat zy Vertooners in de. „ zen geene onberadene keuze willende doen, „ reeds zedert eenigen tyd bedacht zyn geweest; „ om het Concept-Plan, voor zoo verre het afge„ werkt en uit de Publieke Dagbladen bekend was, „ te onderzoeken , ten einde na rype overweging „ het befluit te konnen opmaken, wat zy in dezen „ aan zich zelve, hunne huisgezinnen, en hun Va„ derland, verplicht zouden zyn te doen. Dat Zy Vertooners van den éénen kant te zeer '„ overtuigd zyn van het onafmeetbaar nadeel der „ voordd.uring van den Staat van Revolutie, en te „ wel verzekerd ,' dat, zonder eene vaste orde van „ zaken, geen herflel in den kwynenden toefland „ onzes Vaderlands te wachten is, de teugels van ., het bewind niet dan met flappe handen gevoerd konnen worden , en de heerfchappy dér Wetten „ hoe langer hoe meer hare veerkracht verliezen „ moet; om niet, ter verkryging van die gewensch„' te orde, alle pogingen aantewenden, en zich de „ grootfte opofferingen te getroosten. — Doch dat ,, zy aan den anderen kant ook de mooglykheid er. „ kennen moeten, dat het voorfz. Plan aan zooda. „ nige grove gebreken zoude konnen onderhevig „ zyn, dat deszelfs afkeuring, hoe verderrjyk ook „ in zich zelve, echter een minder en kortflondi,, ger kwaad,'dan de invoering en duurzame be-' „ krachtiging van hetzelve , zoude opleveren ; _ ,, immers, en in allen gevalle, de Vertooners in ,, eene pynlyke onzekerheid gebracht konnen wor„ den, welke dezer twee even hagchlyke wegen „ voor zich zelve te kiezen. "„ Dat Zy Vertooners deze waarheid te levendi„ ger gevoelen , naarmate zy by hunne voorlopige „ befchouwing reeds een en ander gebrek van dien aart, in den loop van het Ontwerp vcrmeenen „ ontdekt te hebben; en zich dus met grievend „ leedwezen moeten voorftellen , van éénmaal in „ den droevigen tweeftryd te zullen geraken, om „ of zoo veele fchoone inrichtingen, als hun daarin „ waa«-  ( 121 ) Q 3 IETS "„ waarlyk zyn voorgekomen, wegens de daarme„ de 'vermengde hoofdgebreken , te moeten ver}, werpen , of wet met die gebreken te moeten „ aannemen. ',, Dat Zy Vertooners,ten einde, ware het moog'„ lyk , deze bezwaren uit den weg te ruimen, „geen beter middel hebben weten'uittedenken^ „ dan zich met gepaste Adresfen ter dezer Ver„ gadering te vervoegen, en van derzelver wysheid „ een billyk redres op hunne nader inteleveren gric„ ven te verzoeken en te verwachten ; dan dat „ Zy, vernemende dat Uwlieder Deüberatiën op „ dit fujet ten einde fpoeden.te rade zyn geworden, „ om voorlopig den tegenwoordigen Hap te doen. „ Redenen, waaromme de Vertooners zich kee,,, ren tot Uwlieder Vergadering, met inftantelyk „ verzoek , dat het UI. Burgers Repraefentanten! „ behagen moge aan de Vertooners toeteflaan eenen. „ termyn van vier weeken , te rekenen van den ,', dag, waarop Uwlieder, zoo wy hoopen cn ver„ trouwen favorabel, decreet op dit verzoek zal „ worden genomen , om binnen denzelven onze. „ bezwaaren, ter zaake voorfz., ter Uwer Verga„ dering inteleveren. - ,, En dat, hangende de raadpleging Uwer Verga-.„ dering op dit refj'eCt, geen decifoir decreet om,, trent het fluiten van. Uwl. Deüberatiën over het „ Plan van Confl.tutie moge worden genomen". j ^ . , , . >t Welk, doend* vtfe. .- ■ den:- > V* "**M m derde ffëSjr der Bat, Vryheid. _.{') Zie het Dagüikl No 538., blajz. rcf'S, .....Tot hiertoe hadden wy dit Vertoog afgefchre. ven , toen ons van fchrik de pen uit de handen viel, op het zien van, het' Beknopt Ex.traB der Zitting van Vrydag den 26 May, waarin wy met zoo veele woorden lezen: „ de deüberatiën over de „ Conflitutie voordgezet zynde, word onder ande,, ren gelezen een adres van onderfcheidene Btir„ gers van Nederland, wonende te Amflerdam, „ verzoekende dat de deüberatiën over het plan van. „ Conflitutie niet mogen worden gefloten, maar aan het Volk van Nederland nog een tyd van vier „ weken mag worden gegeven , om hunne reflexiën „ over hetzelve intezenden: — na eenige discus-, „ iiën word by appel nominal gedecreteerd, dat dit „ adres geen onderwerp der deüberatiën dezer Ver„ gadering kan uitmaken (*)." Zynde ons gelyktydig van eenen anderen kant dit droevig bericht niet alleen bevestigd, maar tevens gemeld, dat dit decreet, zittends Vergadering, by eene zeer groote meerderheid, zoo wy meenen van 80tegen 18 a 19 ftemmen, genomen is. — Wy willen gaarne bekennen, dat wy, zedert het aanwezen der Nationale Vergadcring, geen decreet vernomen hebben, het geen zoo wyd uit onze gisting gelopen is,.,en by ons zoo veel opzien heeft verwekt. — Wy zullen ons voor dit oogenblik onthouden, van daarover eenige beoordeelcnde aanmerkingen te maken, maar liever afwachten, Wat het volk van Nederland ,in dit geval, ter bekoming van gelegenheid cm zyne belangen intebrengen, cn ter voorkoming van,by;'a of neen, zyn verderf te moeten beftisfen, doen zal. >— Ondertus-. fehen raaden wy de wclgezinden in de lande, om, in weerwil van dit gebeurde, met de tekeningen inzending van het adres ten fterkfle voprdïegaan. — Goede God! ontferm u over onsen ons dierbaar Va« derland-l . / .. ... v.. ; lel.lsv  IETS OVER DE CORRESPONDENTIE MET ENGELAND. Engeldnd, liet roofnest van Europa , dé beul en geesfe! der volken, voerde, zedert de vlucht onzes laatften Stadhouders, tegen ons gemeenebest eenen oorlog, waar van in de Jaarboeken der onbefchaafdfie Natiën te vergeefs een voorbeeld zal gezocht worden ; eenen oorlog , door welken de eerfte grondbeginfelen van het recht der volken zyn ver. kracht, en de goede trouw, die, in welke om Handigheden men zig ook bevinden moge , tusfehen Natie en Natie heilig behoort te zyn, op de eerlooslle, op de verradeiykHe wyze, op eene manier om welke uittevinden, men eene Britfche ziel en een duivelsch hart moet hebben, gefchonden is. Voorzeker had het Bataaffche Volk verwacht, dat zyne Beftuurders al het vermogen van ons Gemeene best zouden hebben aangewend , om deze woeste f'chending vart het recht der volken, op het vervloekt Engeland te wr#ken. Het had verwacht, dat men, meer dan twee eeuwen door de valfche treeken van hnpiard zonder ophouden verraden, eindelyk van het oogenblik der revolutie af de krachtiglte en fiielfte maatiegeïen zou genomen hebben, om den listigen Brit , zo wy hem al niet door overmacht fnuiken konden, ten minfte door loosheid voortekomen, om onze Coloniën te dekken, onze kusten te beveiligen , onze havens open te houden. — Dit echter is niet gebeurd, tot op dit oogenblik is er nog geen eene expeditie met kracht en met vrucht tegen de Engelfchen gefchied ; de eenige van belang tegen de Caab, onder lijcas, is bitter uitgevallenen het is nog zeer twyfelachtig ofniet'smans ; .mnen ten mlnfte de openbare geruchten, ,|, of de bedoelde Jrmad* door gebrek uo voIk en Mdere ,omken het punt Kond van te niet te Ioopen, niet waar zyn; 't geen God verhoede! inflruétie daartoe de voorname aanleiding zy geweest; onze beste Coloniën zyn misfchien voor altoos verloren , onze Marine ligt in onze havenen belegerd, dé Britten fpelen den meester in alle de Zeeën. Nederland voert thands eenen Oorlog, die alleen door de veroveringen zynes vyands en dé lydzaamheid der flapende Batavieren opmerklyk is. Het zy echter verre van ons, dat wy de werkloosheid van ons befluur ten dezen opzichte, geheel aan dat Befluur zelf zouden willen wyten. Neen, veel liever fehryven wy zulks grootftendeels toe aan eenen noodlottigen zamenloop van onvermydbare omflandigheden , welke tot hiertoe helaas! hebben medegewerkt, om de weinige zwakke pogingen van ons G.meenebest togen de rovers van Europa te verydelen ,■ en alle verdere pogingen, die in hare gevolgen beflisfend zouden hebben konnen zyn, tot hiertoe te beletten, althands te ver-' tragen. Welhaast zal misfchien de tyd daar zyn, dat het zelfde Beftuur aan onze verraderlyke vyanden, door eene welberaamde onderneming, rekenfehap zal geven , van eene al te lange , fchynbare , werkloosheid (♦). _ Welhaast!.... dan, wy willen ons liever weerhouden van hierover meer te zeg. gen. _ Wy fehryven in het openbaar; en mogen ons aan geen verraad jegens de Nitie fchuldig rriiken. Wy behoren niet tot die openhartige Haat. kundigen van onze dagen, die begrypen, dat het hun plicht is, alle geheimen, zoo wel die zy niet we-  weten, als die zy weten , zoo vroeg mooglyk frn hunne fchriften te openharen. Een beftaan, het geen wy te gevaarlyker achten, uit hoofde der bekende Anglomanie van veelen onzer ontaarte landgenoten, die zich niet ontzien, om langs duizende Canalen onzen gezworenen vyand de fpoedigst mooglyke berichten te doen toekomen van alles, wat hier te lande beraamd word en gebeurt , zoo dat men in Londen zoo goed, en zomtyds weinig laater, dan in het hart dezer Republiek, weet hoedanig het met het Zeewezen, de Beurs, den Koophandel enz. gelegen zy. En dit is juist de zaak, waaromtrent wy niet langer het ftilzwygen houden mogen , maar die wy ons verplicht vinden , onder de aandacht der geheele Natie té moeten brengen; te weten.de openbare en fchaamteloos vrye vaart van hier op de Engelfche Kusten , en van daar naar herwaards; angst met diepe verontwaardiging verzeld, bezielt ons telkens, wanneer wy de Texelfche en andere Lysten van in- en uitgaande Schepen in handen krygende , deze droevige waarheid daaglyks bevestigd zien. — Buiten twyfel immers behoort gedurende dezen oorlog de vaart van hier op Engeland verboden te zyn ? Dit is zy , men weet het! maar desniettegeiiflaande correfpondeeren onze vyanden vryelyk met hunne vrienden, _ de kwa- iykgezinde of winzuchtige verraders . die wy nog in onzen boezem voeden; het is derh-ilveD mooglyk en zeker , dat alle ongeoorloofde brieven eir fpionnen over en wedergaan, _ dat de Engelfchen daaglyks onderricht worden , van het geen er pp onze Werven, in onze Tuighuizen, Zeegaten enz. omgaat; dat zy van onze voorbereidingen en toerustingen onderricht , daar naar hunne maatregelen nemen, en zoo de fchoonfte, de zekerde gelegenheid hebben, om elke poging van onzen kant tot redding van Land,Coloniën,en Commercie, geheel te verydelen. Veel meer, dunkt ons, zoude het met de belangryke waardigheid van het Committé der Marine flroken, op diergeiyke gevaariyke Correfpondestiën te letten , en de vaart van hier op Engeland , en van daar naar herwaards krachtdadig tegen te gaan; — dan zich met de zaken van de gewoone Juftitie te bemoeien. De aanhouding van Enge'fche Vaartuigen of perfonen tot die vyandïyke Natie behorende, het opfporen en onderfcheppen van 'gevaariyke correfpondentiën en brieven (♦), is voorzeker van onëindig meer gewicht voor de belangen des Bataaffchen Volks, dan de apprehenfie van twee gewone dieven, wier misdaad niet verandert, door dezelven, in plaats van Dieven, den beter klinken, den naam van Zeerovers te geven. Casfandra Ji non creditur, met Mum. ( ) Een versch bewys hiervan,is het geen wy nit de pubtieke Dagbladen vernemen,naamlyk,dat meer dan so brieven,na.r Engeland bettend, onderfchept zyn, allen ingericht om goederc, waarvan de invoer hier verboden is met zekere tydsbepahng, te doen amidateeren. ó Schelmery ! 6 landverraad! - wat «oet, en wat z.I er met de fchryver, dier brieven ge. daan worden t ' DE  DE BURGERLYKE TIRANNY IN HET BYËNRYK. (Eene Fabel.) Deze Nommers worden alle D.nderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herdmg, Amfterdcm, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, vandenDries; Alkmaar, Molenaar; en verder ia de overige Provinciën a drie het heele, e» één en een halve ftuiver het halve blad. De Byën wilden eens Republikeinen worden, om dat hun toenmalige Koning een heel Plecht ventje was, een gek en een wreedaart te gelyk,, die daarenboven onder het appel ftond van zyne Koningin , welke, onder het welnemen aller Koninginnen en Koninglyke Princesfen! — nog veel minder deugde dan haar gemaal. De Byën jaagden dan Koning en Koningin één, twéé, drie, de korf uit— (lelden in hunne plaats Vertegenwoordigers —- en riepen, dat het door de lucht gonsde — Vryheid boven! In den beginne fcheen het hun beter zoo te bevallen, dan onder de Koninglyke tiranny. — De Byën Repraefentanten waren befcheidcn, nedrig, en rechtvaardig. ,De geringde Hommel kon audiëntie krygen. Het honig-bereidend volk werd gehoord en geëerbiedigd. Alles werd met yver en met billykheid beduurd. Kortom: de Byën-Republiek beloof, de zich betere tyden, dan zy zedert iang gehad had. Maar Reprsefenmnten zyn onder de Byën al zoo, gelyk zy onder de menfchen .zyn; dat is te zeggen.... — Die der Byën kroopen al fpoedig uit hun burgerlyk hol in het nest der uitgewekene Majedeiten; en rtU '— verbééldden zy èch zeiven nieuwe koningjens te zyn. Deze verbeelding had fleehte gevolgen. Daar té voren maar één despoot de Byën verdrukte, waren er nu by doufynen 7ia/ve en quatt despootjes in zyne plaats gekomen. De Familie van Repraefentanten teelde dag aan dag voord, in alle hoeken van de korf zetelden zich Aridocnatifche bewindslieden. Zulk, een talryk heir van eigendunklyke beduurders kostte de arme Byën nog veel meer, dan het Ko. ninglyk buis, waarvan zy echter zoo zoetelyk de voetdappen begonnen te drukken; en de Byën konden maar in het geheel niet dulden., dat hunne gelyken, fnaaken die zy uit het niet hadden verheven , thands over hen willekeurig den meester fpeelden , en hunne billykde eifchen trotsch verfmaadden. Wat raad? De Byën donden andermaal op. De nieuwe Burgers Regeerders vluchteden, de vryheid zegepraalde; -— maar het was voor een oogenblik. Een geducht heir Wespen , door de bannelingen ingeroepen, drong met hen in de korf, doodde eerst al wat leven had — en dobberde toen de honigraaten ledig. j , i t at na Byën! wilt gy ooit vry zyn en blyven, ziet dan toch toe, aan' wién gy uwe belangen vertrouwt, en hoe zy zich op den duur gedragen ! Er is niets befmetlyker, dan de heerschzucht, en nietsgevaarlyker, dan wezens uit den! b'urgerlyken kring, zo zy géene edele beginfelen hebben, boven dien kring té verheffen. DaaromBy'ën !' waakt f •—  DE DEMOCRATEN. N°. 57* Donderdag dm 8 Juny 1797. Het Derde Jaar der bataaffche Vrgheid. Een 'altyd braaf, flaridyastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Ti f aft; Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefclïok't. horaïitJs. Bdangryke Verhandeling ever eenige middelen tot verbetering en herstel van necrlands koophandel Onder de veelvuldige voorwerpen, welke de aandacht onzer Landgenoten verdienen, en byzonderlyk door de BeHuurders van bet Bataaffche Volk behoren gadeflagen te worden, is de Koophandel zekerlyk een der voornaam Hen. Aan haar alleen hebben wy onzen welvaard , onze fchatten te danken ; zonder haar zouden deze landflreeken weldra tot baar voorig niet wederkeeren. Door haar befla-an de fabrieken, de handwerken, de konden en Wetenfchappen. De nyvere burger vind door haar, het zy middelyk of onmiddelyk, zyn befiaan; zelfs die Heden, welke in fchyn geen voordeel uit haar trekken, zouden zonder haar ook in verre na niet dat geen zyn , wat zy tot nu toe vertoond hebben, en geen plekje gronds beHaat in dit Gemeenebest, II. Deel. het welk de weldadige uitwerkfelen des voorfpoed aanbrengenden Koophandels niet meer of min geniet. Den Koophandel op te beuren, baren loop te verlichten, hare takken uit te breiden, en de verlorenen weder te trachten aantewinnen, behoort dus onder die plichten, welke den Befluurderen dezer Gewesten byzonder opgelegd zyn, en welker verwaarlozing in hen, die met de zorg voor onze algemeene belangen belast zyn, onvergeeflyk zoude wezen. — Ondertusichen moeten wy rondborHig erkennen, dat, wel verre dat hierin zedert de jongfle Omwending aan onze verwachting is voldaan, wy integendeel met leedwezen hebben moeten ontwaren, dat in plaats van den vryen loop des handels te verlichten, Heeds nieuwe beletfels r aai  ( . I2« ) aan denzelven zyn in den weg gelegd, en veiTehei. dene blykbaar verkeerde maatiegelen genomen; terwyl er niets belangryks ten voordeele van denzelven in het werk gefield is. Daar er nimmer een tydflip beflaan heeft, waarin zich menigvuldiger gelegenheden tot opbeuring des Koophandels aanbieden, dan het tegenwoordige; daar het toekomflig lot dezer eerfle hoofdbron van ons beflaan veelal afhangt van de maatregelen, welke men thands in het werk kan en moet (lellen, om de verloren takken van Negotie weder aan ons te trekken, geloven wy aan het Vaderland verplicht te zyn, onze gedachten over dit allergewichtigst onderwerp aan onze Landgenoten te moeten raededeelen. Wy zullen voorbygaan alle die oorzaken van verval, welke buiten ons bereik, of waarvan de bronnen voor ons verdopt of geheel verlegd zyn ; — over dezelven is reeds zoo veel gefchreven en gezegd, dat wy zonder in oneindige herhalingen te vervallen, er weinig nieuws van zouden konnen zeggen; wy bepalen ons dus tot dat geene, wat nog in onze macht is, en toebrengen kan om, zoo vtel mooglyk , den handel optebeuren. —— Wy herhalen, dat het tydflip tot verbetering daar is, dat de uitzichten op eenen algemeenen Vrede den fpoed noodzaaklyk maken, en dat na dit tyddip veele verbeteringen van weinig vrucht meer zouden zyn; vooral, wanneer men in tyds die nadeden, ivelken de vrye vaart op de Schelde aan onzen Handel zou konnen toebrengen , door gepaste middelen voorkomen wil. Onder de in onze macht daande verbeteringen zyn die, welke het Reglement op de Convoijen en Licenten, of in- en uitgaande rechten betreffen. — Het oude Reglement is een wangedrocht, waarin de vereischten eener goede inrichting van dien aart geheel uit het oog verloren zyn; — vooral die geenen, welke hunnen oorfprong nemen uit, en berekend behoren te zyn op de natuurlyke en commerciëele historie van elk Artikel in het byzonder — dat is, deszelfs aart, oorfprong, gebruik, benodigdheid in dit of andere landen , bewerking , hoeveelheid van debiet als anderszins, waarvan de kunde voor den opdeller van zoodanig Reglement geheel onöntbeerlyk is. — Hier vinden wy het in wezen zynde Toltarif drukkend , en den omloop van dit of dat Artikel belemmerend of vernietigend. — Ginds vinden wy hetzelve zoodanig bezwarend , dat de voordeden, welke uit den handel met eene of andere foort van waren zouden kon-; nen ontdaan, door de in- of uitgaande rechten geheel worden weggenomen , en wy genoodzaakt worden te moeten aanzien, dat andere volken daaromtrent meerder vryheid latende, zich van dit gedeelte meesters maken, en dus de geheele omloop van zoodanige artikelen buiten ons omgaat.— In andere deelen is hetzelve onvoldoende, en zoude beter, minder drukkend, en tot veel meer voordeel voor den Lande ingericht konnen worden. Wy hadden dus reeds van den beginne der Omwending verwacht, dat een verbeterd en voor de omdandig. heden der tyden berekend Reglement, eene der eerde werkzaamheden des Beduurs zoude geweest zyn. — Zeker is het, dat elke dag, dat hierin niet word voorzien, van een onberekenbaar nadeel voor deze Gewesten is, en ten voordeele van onze Nabuuren , die een beter gebruik van de omftandigheden weten te maken, verloopt; en dat, wanneer men hier mede blyft talmen tot na eenen algemeenen vrede, veele takken van den handel in handen van die geenen onzer Nabuuren zullen blyven, by welken die anderszins flechts voor eenen tyd verplaatst zyn. In  ( 117 ) In verre de meeste Landen van Europa, waar de Koophandel zedert eenigen tyd, en daaglyks meer en meer, de opmerking der Bedaurderen naar zich getrokken heeft, ziet men ieder oogenblik verbeteringen ten voordeele van denzelven in het werk gefield, welke veelal tot nadeel der ingezetenen van ons Vaderland uitlopen, dan van welke men een voordeelig gebruik zoude konnen maken, indien men onverwyld, derzelver gevolgen berekenende, wederkeerige maatregelen nam; — iets het welk de Engelfchsn zoo meesterachtig te baat nemende , doorgaands ten hunnen voordeele weten te doen uitlopen, zoo als het dan ook genoegzaam zeker is, dat zy, door het verlies hunner Americaanfche Coloniën, in zoo verre den handel betreft, eer gewonnen dan verloren hebben. — Onder het vorig Befluur fchreef men deze nalatigheid aan den nyd van het eene Gewest tegen het ander,aan onkunde of kwade trouw toe; dan billyk zoude men voor. onderflellen, dat deze redenen thands geen plaats meer konnen hebben, en dus de tegenwoordige nalatigheid aan de traagheid des Nationalen characters, — aan flapheid, — of andere ons onbekende oorzaken toetefchryven is. Reeds meermalen kwam ons het denkbeeld voor den geest, dat het Vryflellen van allen invoer en uitvoer van alle zoodanige goederen , welke niet volkomen verboden zyn, of waarvan onder zekere voorwaarden de doortocht vergund word, het eenigst groot middel zyn zoude, om den Koophandel te doen herleven, en weder aan ons te trekken. R Wy befchouwden dit middel als het eenige, gefchikt om 's'Lands inkomften te ftyven, en bereken, den, dat de meerdere ontvangst van imposten door meerdere winst der ingezetenen veroorzaakt, wel ras het verlies der inkomden van in- en uitgaande rechten zoude opwegen, en alleen ten nadeele van een geheel heirleger beambten, maar in effeóte ten voordeele des algemeens, zuude uitlopen. Immers leert de ondervinding, dat de inkomg» ten van den Staat ryzen of dalen, naarmate van den voorfpoed der ingezetenen; — dat deze te bevorderen, het eenig middel is, om de eerden ftaande te houden; en ieder die eenigszins met den omloop des gelds bekend is, zal ons gereedlyk toeftaan, dat de winsten door de ingezetenen ge-, noten, door den omloop, ten minde eenmaal in het jaar door 'sLands kasfe vloeien, en dat dus elk millioen , dat dezelve ingezetenen meer konnen winnen, ook een millioen voor 'sLands Casfa gewonnen is. Wy werden in dit denkbeeld verderkt, toen wy de Petitie der "Nationale Vergadering in het- voorig jaar uitgefchreven , in handen kregen, waarin (onder de 60 millioenen) ten behoeve van het Committé der Marine 18 millioenen'gevorderd worden, en waarby alle de behoeften voor hetzelve Committé tot de geringde kleinigheden toe worden opgegeven, zonder dat van den anderen kant de opbrengst der in- en uitgaande rechten in eenigeaanmerking komt, noch van 'de behoeften afge» 2 » trok-  C 128 ) trokken word (men zie dezelve petitie in zyn geheel hier onder (*)) waaruit wy opmaakten, dat derzelver beloop weinig beduidend moest zyn, of dat dezelven alleen ten behoeve van het legioen daar aan verknochte Ambtenaren geheven werden. — Het ' eerfte kwam ons onwaarfchynlyk voor, daar ons de kunde en ondervinding niets ontbrak om nategaan , wat circa 5000 fchepen in het vorig jaar in de fiavens der Republiek van buiten ingekomen, en de uitvoer van een groot gedeelte der ingekomen goederen, niettegenftaande alle bekende middelen tot verkorting van 'sLands rechten, konden opbrengen ; aan het laatfte zouden wy meer waarfchynlyk. he'id hechten, dan onder de opgegevene posten ran behoeften vinden wy nominatim „ alle ambtenaren derConvoijen en Licenten." Waaruit wy dus, tot onze eerfte voorönderftelling wederkeerende , befluiten moeten, dat ua aftrek van al dat geen wat gefloken Voor de döor de Nationale Vergadering gearrefteerde 18 millioenen, voor liet Committé der Marine, Voor Traktementen van de Vlag-Officieren, alle Ambtenaren der Conyoijen en Licenten, enz. —— voor Intresten, voor onderhoud van Gebouwen, als mede voor de kosten van het Committé, met alle de Ministers cn Suppoosten . • . f ï,S5Ó,<7j't-tï: —; Voor Soldy en Kostgeld van 17,059 koppen a ƒ 4»:— 's Maands voor S Maanden ; . .9 5,453,68o: —: — Voor halve gagic der Equinagiën van Schepen in Engeland opgebracht , 5030 koppen a ƒ 6; — 'sMaands . ,.- • • • • • * 101,240: —: — Voor Traftemcnten en Tafelgelden van de Commandeerende Officieren der onderfcheiden fmaldeelcn * 55,3öo:-—: —• Ter voorzieninge van de Magazynen en Arfenalen met allerlei behoeften • . 0 2,122,800; —; — Ter aftimmcrir.g. cn reparatie tier onderhanden zynde Schepen ... . 0 3,156,80?; — :— Tot den aanbouw van 2 Schepen a 76 Stukken, 1 a 68, 3 & 44. » * 32, 4 a 16, 1 Kiellichter, en een ftel Cameelen . . . • • • • * 5,575,6oo : —: — Voor het repaïeeren van Havens, Uitdiepingen, Lootfen en verdere noodwendigheden, by calculatie 0 337,500 :—:—! Voor het buitengewoon ondeihoud van's Lands Hospitaal te Enkhuizen . , . t> 120,0001 — : — Voor bet onderhoud van Engelfche Krygsgevangencn ....«> 11,060: — ƒ 18,485,920:12 : — Het Hout voor een Schip a 76 (tukken niet voorhanden zynde , word daarvoor afgetrokken de Somma van . . , , * . ' • * 485,9:0:12:— Bljft dus de dienst voor de Marine f } -j I 9 t 18,000,000: — :—: (*) ExtraS uit de Petitie der Nationale Vergadering, voor den dienst van den Jare 1796 ter fomma van Zestig Millioenen, word, het overfehot geene aanmerking verdient. — Dit zoo zynde, ware het zeker beter geenen mid-; denweg tusfehen geheel verloden of geheel vry in te flaan, en alle in. en uitgaande Rechten liever geheel te vernietigen, het welk veellicht bet eenigst gefehikt middel zoude zyn tot herftel des handels,' denzelven niet alleen zyne volle en nu verflapte veerkracht weder gevende, maar ook de Kooplieden van de eene zyde bevrydende van de moeite of noodtykheid, van hunne waren in- of uittefluiken, en aan den anderen kant van het gevaar der aanhalingen , van veelerhande vexatiën, van paspoorten,' welke aan den lande weinig, aan de beambten fchatten opbrengen, van de zoo haatlyke als verdetflyke uitvinding van binnenlandfche paspoorten, en van honderd andere zwarigheden, welke by de tegenwoordige inrichting deu vryen loop des han. dels firemmen. — De ondernemingen zouden menig-  nigvuldiger worden, de Kooplieden meer aangemoedigd om waren uit andere Landen te ontbieden, en vreemden om die op hier te zenden, in de bewustheid van geene andere kosten als de Vracht en AsfuTantie te verliezen, wanneer zy , hier geen voordeel vindende , deze waren weder naar elders . wilden vervoeren. — Wy zouden dan in (laat gefield worden om vooruit te zyn aan die Landen, waar meer of min drukkende rechten ingevoerd zyn, en om gelyk op met anderen te markten, welke thands het voorrecht van eenen vryen onbelasten in- en uitvoer genieten , zoo als Hamburg en meer andere plaatfen, welke door dezen vrydom op onze puinhoopen hunne grootheid vestigen; ja zelfs Engeland, alwaar de Drawback, over eene menigte Waren toegedaan, de inkomende rechten evenarende, in de daad ten opzichte des vreemden handels dit Land tot een porto franco maakt, en den Engelfchen handel zich oneindig verder doet uitftrekken. — De expeditiën van veele foorten van waren, waarvan wy nimmer den dapel in ons Land konnen hebben, en dus het tranfito moeten aanmoedigen, zouden weder over onze havens gefchieden, hier door zouden onze fchepen minder lang in lading liggen, cn .by gevolg ook beter koop konnen varen. In één woord, het geheele Land voor den Handel open te dellen, zoude het grootde middel zyn om wederom dat geen te worden, wat wy eertyds waren. Dan daar men tegen dezen geheelen vrydom', volgends den aart en gewoonen loop der dingen in dit land, zoo uit hoofde dat het iet nieuws zoude zyn, als uit gevoel van menschlievendheid voor het legioen anderszins onnutte Ambtenaren , welke men toch allerwege zoo gaarne fchynt te willen «behouden , niet nalaten zoude met alle macht te kampen ; zullen wy tot een conciliatoir overgaan. Waaruit wel niet iet geheel nieuws, doch ten min¬ de verbeteringen zouden ontdaan , en de geliefde ambten met de voordeden der begeving, ten minde voor het grootst gedeelte, in wezen zouden konnen blyven. . Wy dellen dan voor: i°. Het vernietigen van alle inkomende rechten ,"■ op alle onbewerkte materialen van buiten inkomende, en welke in de fabrieken van ons land beworkt worden, zoo als Catoen , Wol, Tabak, Vlas, Hennep, ruw Garen, ruwe Suiker, witte Catoene Lywaten, heele Verfhouten, Verf doften, Blaau wfe!, Potasch , Hazevellen , Hoedcmakersdoffen ,. ruw Yzer, Staal, Koper, Lood en Tin, onbereide Huiden, ruwe Borax, Salpeter, Bordels, Scheepstimmerhout, Olyzaden, en wat verder in onze binnenlandfche Fabrieken word verwe'rkt, bereid, geraffineerd, verbeterd , of tot de bereiding van andere doffen of Scheepsbouw dient. 2°. Vrye invoer van_Granen, en zoodanige andere artikelen, als volftrekt onöntbeerlyk zyn, of die alleen tot dezulken behoren , welke door vreemden hier aangebracht en weder door anderen uitgevoerd worden, en weinig of niet hier te lande worden geconfumeerd; — als mede van alle zoodanige goederen, welke uit hoofde van locale omftandigheden hier door pasfeeren, en tevens geene producten van ons land of van onze fabrieken zyn, zoo als de Rhynfche Wynen , gemaakt grof Yzerwerk en Staal , en verfchillende andere de rivieren afkomende waren, welke thands veelal, en de wyn genoegzaam geheel, uit hoofde der hooge rechten en ongelden over Breinen, Hamburg, en Lubek, naar elders verzonden worden , en die anderszins uit hoofde der meer gemaklyke locale gelegenheid onfeilbaar over hier zouden gaan. ^ 3°. Vrye uitvoer van alle zoodanige waren , als hier te lande, het zy geheel, het zy ten deele, zyn  C 130 ) bewerkt, bereid, geraffineerd , of verbeterd, zoo als Lakens, Catoenen , Lywaten , Linnens, Garens, Zeildoek, Suiker, Tabak, Leer, Chemicalia, Loodwit, Loodfuiker, Borax, Salpeter, Zwavel, Vermillioen , Buskruid, Schuierwerk, gemaakt Goud, Zilver, Koper, Lood en Yzerwerk , Papier, Pypen, gebakken Stees en Dakpannen, Bier, gezaagd Hout, Kaarfen, Zaadoly , Styffel , gefneden Balynen, Genever, de producten onzer groote en kleine Visfchery, &c, &c. 40. Vrye uitvoer van alle die waren , welke alleen hier ter markt komen of hier door pasfeeren, en die by ons weinig of niet geconfumeerd worden, b. v. van de producten der Oost- en West-Indifehe Coloniën , Speceryën , CofTy , Suiker,, Cacao, Ly waten &c. de Granen, Linnens, fchoon buitenlandfche, — Wyn, Brandewyn &c. 5C. Compleet verbod van invoer (anders als tranfito) van alle ontbeerlyke Manufacturen uit andere Gewesten, het zy dezelven hier te lande gemaakt worden of niet, zoo als: Lakens, gedrukte Catoenen, zyde Stoffen, Linten, Gazen, Kamerdoeken, Metalen of Stalen en alle andere gewerkte Knoopen, Porcelein en Aarden werk , Zadel werk, Paar. detuigen , Rydtuigen , gemaakt Leêr, Handfchoenen , Broeken enz. gekorven of gemalen Tabak, geraffineerde Suiker, Engelfciie en Schotfche Tapyten en Vloerkleeden , fyn Yzer , Koper , Blik en Staalwerk , tot de zoogenaamde Galanteriewaren of Bijouteries behorende, Plated, gemaakt Goud en Zilver, Drukletters, Kaarten, Hoeden, gemaakt ' Touwwerk, Ankers, en meer anderen. 6°. Compleet verbod van uitvoer op fabrieks - gereedfehappen, van welken aart ook, en op alle zoodanige Producten van den inlandfchen grond, als tot Fabrieken dienende, uit geene andere landen konr.en worden getrokken. 7P. Gematigde in- en uitgaande rechten , of een van beiden, op alle zoodanige waren, welke meestendeels alleen voor de cenfumptie van dit Land firekken, of producten van dit Land zynde , naar buiten getrokken worden, zoo als: Boter, Crap enz. en generaallyk op alle de zoodanigen, waarvan eenigermate of geheel de exclufive handel in onze macht is, of op welke men zonder nadeel eenige in- en uitgaande rechten leggen kan, en die niet tot de geheel vrye of verbodene behoren; zoo als veele artikelen tot de Droogeryen , Kruideniers - waren, en Verffloffen behorende, welke by kleine partyën, of uitgezocht en geforteerd, worden uitgevoerd. 8°. Vezwaarde in- en uitgaande rechten, of een van beiden, op alle zoodanige produéten van vreemde Fabrieken, welke niet geheel te ontbeeren zyn, of die hier te lande niet konnen worden gemaakt, en meer tot gebruik der ingezetenen zelve , dan wel tot den buitenlandfchen handel behoren. — Voords op zommige inlandfche producten, welke niet allen in onze eigene Fabrieken konnen worden verwerkt, en voor de buitenlandfchen getrokken worden, als: Tabak, verfche Huiden, Schors &c. Nog op zoodanige buitenlandfche producten; welke, wanneer zich onze landgenoten op derzelver bebouwing willen toeleggen , van buiten geheel of ten deele ge. mist konnen worden, als: de Caarden , Wouw enz. en op meer andere artikelen van verfchillenden aart, welke zich, by het beredeneerd opfiellen van een verbeterd Reglement, van zelve voor den geest van verlichte en kundige opfiellers zouden 'Opdoen. q°. Het verbeteren der wetten op de aanhaling gen, het vereenvotiwigen derzelven , het" regelen der ongelden op de paspoorten , en het verminderen derzelven op zommige artikelen. Het af- fchaffen, of onder één hoofd brengen van verfchil- len-  ( I3i ) Jende belastingen op één en het zelfde onderwerp, zoo als het zoogenaamd Convooyen deprajmie. Het opheffen of verbeteren der belastingen op de Schepen. Het verbeteren van het jongst vastgefleld Tranjito Reglement, het welk uit hoofde der menigvuldige moeilykheden daarin voorkomende, niet veel beter is, dan of het niet beflond , en het geen .meer dan eenige andere in de Republiek beflaande wet, aanleiding geeft tot duizenden nutloze en valfche eeden, en zonder dezelven byna onuitvoer]yk is. — Het affchaffen der binneniandfche paspoorten, zoo flrydig met alle beginfelen van vryen handel. — En vervolgends na alle deze verbeteringen, het handhaven en ftrikt uitvoeren der wetten. \ Wy gaan over tot het derde middel , waarvan men met fucces zoude konnen gebruik maken , te weten : het invoeren van eene naarmate der ingaande rechten geëvenredigde Drawback , of te. ruggave der rechten. Dit middel op eenen goeden voet ingericht wordende , zoude met vrucht konnen dienen, enten opzichte des buitenlandfchen handels, dit land in effeéte tot een porto franco konnen maken, drukkende alsdan de last der betaalde inkomende rechten alleen op den hals der inwoneren zelve. — Het eenige, dat wy hier tegen hebben, is, dat het getal der beambten door dezen maatregel, wel verre van te verminderen, op zommige plaatfen misfchien nog zoude vermeerderd worden, en dat daar men thands op de goede trouw der aangevingen reeds geenen ftaat maken kan , dan althands nog wyder deur voor allerlei bedrog zou worden opengezet. — Wy pryzen intusfehen dit middel als het beste aan , wanneer men goedvind zommige waren, om gewichtige redenen, met zware inkomende rechten te belasten , en echter den uitvoer derzelven niet ftemmen wil ; ten op. zichte van welken men alsdan ook eenige byzondere plaatfen bepalen kan, langs welke alleen zoo. danige goederen konnen worden uitgevoerd, waar van men de teruggave der betaalde rechten wil genieten. — Wanneer dus de wetgevende Macht in deze Gewesten éénmaal tot het befluit mocht komen, om de wyze van opbrengst der lasten te vereenvouwigen , en de imposten en inkomende rechten op zommige artikelen , zoo als de Wyn &c. in één te trekken, het welk den weg tot fluikeryën affnyden of belemmeren , en veele kosten van alsdan onnutte ambtenaren befparen zoude; kan dit middel met vrucht worden gebezigd.cn 's Lands Kas aan den éénen kant van zyne inkomden worden verzekerd , terwyl aan de andere zyde de handel niet gedreind noch gedrukt zoude worden. Nu overgaande tot verfcheidene andere onderwerpen , welke verbeteringen verëifchen , fchoon niet Nationaal zynde, treft ons terftond de impost op de Waag in de Provincie van Holland: op welke veel te zeggen valt uit hoofde, niet zoo zeer van het drukkende van dit middel, als wel van de ongelykheid, welke daarby plaats vind. Zoo vinden wy, dat van de Saffraan , welke honderd tot honderd vyftigmaal zoo veel waardig is, in gelyk gewicht; flechts ééns zoo veel impost word betaald, als van onze Hollandfehe Koeiënkaas , daar nogthands het eene veel meer belast zoude konnen zyn en het andere veel te zwaar belast is. — De Peper betaalt byna zoo veel als de Caneel, de Thee weder meer dan deze laatfte, daar by gelyke omftandigheden de pryzen toch oneindig verfchillen , en de Caneel daarenboven, vóór het verlies onzer Bezittingen, alléén uit dit Land, en integendeel de beide andere Artikelen uit verfchillende anderen konden getrokken worden, en hier by dus wederom het ware belang des handels uit het oog verloren is; ook dit Reglement vereischt dus verandering, —- De Reglementen op de Pilotage, Strandvonderyen ,  C i3a ) ryen, enz. zyn over het algemeen gebrekkig, en dragen het hunne by tot honderd ongerechtigheden en vexatiën , van welke de Koopman altoos het flaehtöfler is. — jaren lang heeft men me: reden hierover geklaagd, dan zonder vrucht; en zedert de Revolutie is het niet beter gegaan als voorheen.— Steeds moest zich de Nederlander over de by hem plaats hebbende fenevelar.yën, in het geval van fcheepsrampen op onze kusten, by den buitenlander fchamen, en ook dit vorder: voorziening; ten minfte indien men niet verkiest zich gelyk te (lellen met die roverhorden, welke de Zuidkusten van Engeland bewoonen. — In AmfleUam moet men , by publieke veilingen van Koopmansgoederen, ij pCt van derzelver provenu opbrengen; dit word op eenen zekeren voet gedeeld : de Afflagers onderhouden daarvan koets en paarden , het Almoefeniershuis , de Makelaars enz. krygen ook elk hunne portie. — In andere Koopfteden kent men dit foort van ambten niet, dus heeft die belasting daar ook geen plaats, en gevolglyk zyn zy , tot gelyke pryzen , de Amjleldammers il pCt. vooruit. — En nog klagen dezen over het verval van hunnen handel! r-r* De zotte Conditiën, welka plaats hebben by den verkoop van alle waren , waarvan men zommige voor honderd Guldens koopt , en met vyfènzeventig betaalt , konnen mede geen goed aan den handel doen. — De buitenlander, welke alle deze Conditiën en Rabatten niet kent, ontvangt een pryscourant; hy ziet b. v. de Lioneefche Wol op 76 duivers genoteerd. Hy heeft voorheen nimmer Wol uit Jmfteldam getrokken; Elders noteert men hem die tot <53i Hy gaat ons voorby , doch uit onkunde; afzoo hy hier indedaad flechts 57 betaald zoude hebben. — Ook dit verdient ernflige opmerking. Eerst in May en Oétober des vorigen Jaars, zyn by de Nationale Vergadering Reglementen op de Kaapvaart vastgefteld, na dat men zich reeds een jaar lang verwonderd had, dat geen één Bataafsch Kaperfchip.de Zeeën bevoer , noch den vyand afbreuk deed. — Dan hoe zyn deze Reglementen? Aanmoedigend ? .Neen ! integendeel, dat van dep 3deu May althands is van dien aart , dat het bezwaarlyk aan onze medeburgers den lust kan overlaten , om Kaaprederyën in werking te brengen. — Ook hier heeft men meer zorg gedragen voor de Ministers of beambten, dan voor de belangen det arme zielen, die hunne gezondheid , vryheid, en leven, of der Reeders, welke een gedeelte van hun vermogen by de Kaapvaart waagen. — De befchikking over de genomen Schepen en Goederen is aan het Committé der Marine verbleven. — De Eigenaars zyn veiftoken van de beheering van hun eigendom. — Gaarne mochten wy weten, waartoe al deze omflag toch diene? — Het is immers niet ten behoeve der beambten van de Marine , dat zich Reeders opdoen om hun geld, noch Zeevolk om hun leven aan gevaren blootteftellen ? — Waarom hen dan geene meesters gelaten over pryzen, welke wetiig genomen , alléén hun eigendom zyn? — De zucht tot de Kaapredery neemt toe, dan wanneer hierin niet fpoedig voorziening plaats heeft , zal het, even gelyk veele andere verbeteringen, komen , wanneer het te laat zal zyn. (liet overige van dit fiuk in ons volgend Nommer.) Deze Nommers wordeh alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, vaa Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provincie», a drie het heele, en één en een halve ftuiver het halve blad.  DE DE MOC RATEN. N°. 58. Donderdag den 15 Juny 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, fandvaslig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest grfchokt. horatius. Belangryke VtrhmihUng over eenige middelen tot verbeterinü en herstel van nec rl a n d s koophandel. (Vervolg en'flot vat a'°. 57.) Een der hoofdzaak!)!?fïe vereischten voor de belangen van.een handeldryvend land, is het zenden en onderhouden van des kundige Ministers, en Agenten , in zoodanige landen , waarmede handel te dry ven is, vooral, in tyden van! crifis, wanneer by alle de Staatkundige veranderingen , tegelyk zoo veelen in den Koophandel konnen plaats hebben. — Deze Ministers of Agenten moeten niet alleen de belangen des volks voorftaan , wanneer dezelven op de eene of andere wyze mochten worden benadeeld , maar ook onöphoudelyk alle de bronnen van den Koophandel, ter 11. Deel. plaatfe hunner zending , de benod'gdheden derzelven, den in- en uitvoer, en alle andere voorwerpen gadelhan, daarvan aan het beftuur van tyd tot tyd kennis geven , en tevens hunne gedachten mededeelen omtrent al dat geen , wat zy zouden vermeenen te moeten gefebieden, om van zoodanige voorkomende omftandigheden de meest moog. lyke party te trekken. De b)ëenkoms't van een algemeen Vredes-Congres naderende, twyfelen wy geenszins, of het Beftuur dezer Gewesten zal ook aldaar voor de belangen van onzen handerdoor des kundigen doen waken. — Wy hebS be»  ( *34 > ben reeds te veel de gevolgen gezien van diergelyke commisfiën aan Landëdellieden of anderen opgedragen , welke veel tyds van Koophandel noch Zeevaart de minde begrippen niet hadden , veel. minder daarvan. ee.n;~c kaande bezaten, terwyl een doorflepen' 'Aucklaiid (voorheen de' Hoopman td'en) de belangen onzer vyanden zoo meesterlyk voor hen, doch tot or.s verderf, wist te behartigen. — Verder. De zucht om posten te begeven, gaf aanleiding tot de fchepping van geprivilegeer4e.arbeiders.iri foorten. .— Dezen moet. ..men' gebruiken , of men wil of niet. Al kost het .werk dan nog ééns zoo veel, men mag niet anders. Hoe verre dit met de Vryheid en met de belangen des Koop. handels overëentebrengen zy, laten wy gerust aan het oordeel van elk onzer medeburgeren, die niet fOT' de~pTfvThc-gtetreld-CTt beheert T-of goone-afltbten en posten verlangt, noch te begeven heeft, over.— De belastingen onder den naam van Imposten ©p veele waren , in verfchillende Provinciën geheven wordende, konden ook meer vereenvouwigd en beter ingericht worden. Zommigen derzelven ftremmen mede den handel, minder door'den impost zelve, dan door de onkosten eti omllachtige voorzieningen , welke uit de inrichtingen van ■voorzorg tegen fmok'kelaryen ontdaan ; zoo' word b. v. de 'Tranfito' van Wyn door Holland bezwaariyk 'gemaakt', en door de baitenlandefs zoo veel mooglyk vermyd. — De ongelden by den uitvoer van B'ér, Azyh , enz. zöa van Ceelen als 'Bierdragers*' 'eri' arfde'reh, bedragen óp'deite wtëlm'g' kostbare artikelen'zomtyds a of 3 ten honderd, zonder dat liet land'zelve daarvan iets, of althands meer dan een gering zegeTgeJcr, geniet. _ Inmiddels verminderen onze Trafieken' cn Fabrieken van 9ag tot.dag, en aTres blyff op den ouden voet. — (*) Zje I Deel, No. 10. bladz, 73, Wy hebben reeds by voorbaande gelegenheden (*), onze gedachten over de buitenlandfche geldlichtingen,en het nadeelige derzelven voor onzen Koophandel en Fabrieken medegedeeld ; wy geloven reden te .hebben om te voorzien, dat terfioud"na den vrede- nieuwe' middelen zullen werden' beproefd , om wederom zoodanige Negotiatiën in ~deze landen in trein te brengen , en ons dus te ontlasten van het geld, welk hier en daar by particulieren , en in groter mate by da Financiers mag. overgewonnen zyn ; wy bevelen de herlezing van ons boven aangehaald-, vertoog onzen landgenoten , en byzonder den Beftuurderen der belangen van loet Bataaffche Volk aan ; wy voegen alleenlyk hierpy, dat. de gevolgen dezer geldleeningen in de laatde jaren voor veelen onzer landgenoten hoogstverderdyk zyn geweest. — Wy beklagen—hen-, die van den eenen..kant-verdoken van de regelmatige betaling der intresfen , aan den anderen kant gedwongen hun aandeel in 's Lands geldheffingen ópte&reögen, in' de "harde noodzaaklykheid zyn geweest, om in handen te vallen van de ergfte bende flruikrovefs, die zedert 'de fchepping dezen aardbol betrad, — hunne effecten tot fpotpryzen te verkopen , en den zedert eenige jaren genoten intrest in cénen flag op het Capitaal te moéten verliezen. -— Dit voor het vervolg zoo veel mooglyk voortekomen, — te zorgen, dat dé'arme WeduW en Wees, 01 de eenvouwige Burger behoed blyva voor de kwade trouw der Gouvernementen , of Voor de moorddadige klaatiwcn des woekeraars;.— dit, Wetgevers! is uw plicht! — Daar, zonder eerlykheid en goedé trotiW, geer! 'credit noch vertrouwen beftaan kan, en zonder de^ 'Zen geen handel , vordert" het belang des Volks',, de nodige voorziening te cloen op het punt der bankroeten. — Reeds te lang 'flond het eiken booswicht  < 135 ) wicht vry, om W jj*$ö ÉfSg & te beneden. - Reeds te lang was het ba* Iroet een hér kortftc en zcTéYfre middelen om zich te verryken. — Reeds te lang werd de eerlyke doch ongelukkige man gelyk gefield met hen, door wien hy in her ongeluk werd geKort ÜE De Rechtbanken over de' bankroeten gefield' waren de zekerde "waarborgen voor de bankroetiers, de fchuldëifchers warén dc fiaebt'oTers derzelven. Hoe menigmaal gebeurde het niet, dat een bankroetier zyne fchuldeifchvrs tot het 'tekenen van 'een verderfiyk accord dwong, allééiTdoof : het dreigement,- zyhoi Uedd aan tfe 'Kamer te zullen geven! - waardoor dan ' de arme Crediteur verzekerd was van nog meer verlies te zullen moeten lyden. - Duizenden waren de kiach. ten der bedrogenen en bedolcnen tegen dezefchrecuwende ongerechtigheden , lang wenschte elk èerlyk man'verbetering ; dan dëeds feheen de ondeugd berchermd tegen de rechtmatige klachten der braafheid. — Met de'omwending juichte elk, en verwachtte haast deze verbeteringen te zien. — Dan ook hierin werden de wenfehen der weldenkenden verydeld! — Nogthands verëischt de zaak zelve fpoed. - Hét 'denkbeeld, dat de deugd een "kenmerk der Republieken'is, laat geene befchermde of onopgemerkte misdaden tce. — -' 'Wy zullen 'dilzwygend , en geduldig wachtende, net Tzamcnftellan van een verbeterd Civiel cn Crimineel Wetboek te gemoet zien. — Anderszins zouden wy vragen , welk denkbeeld zich de buitenlanders van; het recht in deze'Gewesten vermen moeten, waanneer zy zes of acht jaren, fa zomtyds jari.ger','naar'eene uitfpraak wachten moeten, in. zakéri, ongelukkig of' door kwade trouw tot. proces geraakt, en welke menigmaal zoo klaar zyn als dc Eon aan den hemel? Zaken, waarover de rech¬ ter, in Wt uitbrengen zyner W»nPj -geen ocgetMtt o:enóó'ft,teJ3ar,zé%n,- cn Wi-èHté -Heen door ftrnkfche ftfc-ekè-fï' van belang.: of tw'stziekè rechtsgeleerden tbt' dié hoogte zyn g'jktem-m'en ; daar hunne- fpits» vir.digheid' fteeds nieuwe -uitvluchten \ir.d, en het menigmaal'flechts van dé Hreordcre kunde van ren éénen boven den anderen aThartgt,, om de rechtvaardigde zaak een verkeerd aanzien té geven, cn 'min verlichte rechters te verfchalken. — Be* » waai-, dc buitenlanders kennen onze mtnier tan;reeedeeten niet, zy zouden zich anders ir.'ndcr ver* wonderen; _ kenden zy dié ,-óm BÖudcfl zy de fchuld der ondergane onaangenaamheden riet op den naam der daaronder even zoo zeer zuchtende Natie fchuiven. - Twee jaren en een half zyn zedert de revolutie verlopen cn nog....!! -— _ ó Gy! geest des groten Frederlks! kondet gyort ze Wetgevers, onzen Hoven , onze Rechtbankéd bezielen 1 — Veelen onzer Fabrieken konden thands weder opkomen, het tydflip daartoe is gundig, dan, behalhalven die van de Kcu:fen , fchynt nog «els vtt dien aart de aandacht des bedu'urs, dan alleen « fraaie woorden cn hoogklinkende advifen , verdiend tc hébben. - Eene Porcelein - Fabriek , op w-ier konstflukken onze Natie roem mocht dragen, gjrft te niet; niemand bekommert zich 'daarover. -~ Daaglyks'wofdVönze TrSanKöokeryen , o'nze Mo: lens , onze Fabriekgebouwen voor ' afbraak verkocht en gcfloopt; dan, zoo lang niemand bet beduur met rcqüesten komt beftormen, word aan dezeiven"nïet gedacht , en wat is dan nog het lot der requesten? - Het was de tyd, cn het is die rog, om de Fabrieken voörtekom'eri, prïemiën op nieuwe uitvindingen, op verbeteringen, óp uitbreiding van : werkzaamheden uitteloven, de Fabrikanten behulp. zaam te zyn in het bekomen der benodigdheden, by S ^ 1  C 130 ) by voorbeeld die der Spinmolens , zonder welken de Wol - Fabrieken niet gelyk op met onze nabuuren konnen werken, en andere meer. Verbieden de Franfchen niet den invoer van vreemde Fabriek waren? Mag onze geraffineerde Suiker, onze gekorven of gemalen Tabak , onze Hollandfebe Genever , mogen onze gedrukte Lywaten aidaar worden ingevoerd? Verbieden zy daarvan zelfs niet het Trnnfuo naar Zwitzerland? Echter zyn het onze Bondgenoten; dan zy vermeenen hier door het belang des Volks, dat zy vertegenwoordigen, te behartigen. En wy? Verbieden wy ook alle die, meer dan Suiker, Tabak, of Genever, overtollige Mode- en Galanterie - prullen, waarmede zich onze Vrouwen en Saletjonkers opfmukken ? ó Neem fehcoM het ontv.yfelbaar is, dat zoodra dit goedjen mi meer van buiten word ingevoerd, hetzelve hier te lande zeer £qcdig zoude smaakt, ofcfiar voor andere inlandfchè Waren zouden gebezigd wor. een. - Onze groote en kleine Visfcber-jen verdie ren o k onafgebroken de opmerkzaamheid des.Be(luur^; _ het is niet genoeg, dat men van de ééne zyde prtenrën uitdeelt . wanneer men aan de andere zyde de werving van het Scheepsvolk door, belastingen bezwaart, en zoo veele andere Jasten op de fchepen zei ven legt , dat lieden , anderszins tot Reedery genegen, door deze, en meerdere daar aan verknochte moéilykheden , requcsien, en ver. dere kosten en naloop , van het Reeden worden afgefchrikt. zoo weinig werfban, of in het geheel niet tot het algemeen belang willen medewerken, is op dit fluk weinig te doen. Wy vertrouwen inmiddels dat elk onbevooroordeeld, belangloos, en der zaak kundig Nederlander de waarheid der reeds aangehaalde gronden zal erkennen, en z^ch by ons voegen , om nogmaals de Kooplieden te vermanen van zoo veel immer in hun vermogen is, alle ac' ceptauën te weigeren voor zoodanige goederen, welke buiten ons om gaan Dit is het eenigfie' groote middel, om den handel op hier te dwingen. Honderdduizend Guldens aan waarde, ter verkoop hier ingevoerd, brengen meer voordeel aan dan een millioen acceptatiën buiten om. Wanneer "dus flechis een tiende, door het weigeren der acceptat;ën, op hier kwam, welk voordeel zouden onze landgenoten niet daaruit trekken | de Kooplieden, met minder of genoegzaam geen gewm,, even' vee! winnen, duizenden arbeiders mot hen hun be Haan vinden, de fcheep/aarr vermeerderd worden, en daaglyks nieuwe bronnen van algemeenen vooc' fpoed worden geopend. In het ?f7de Nommer van ons I. Deel deelden wy onze gevoelens mede, over de acceptatiën voor goederen, welke voor .buitenlandfche rekening, luiten ons om, van de eene plaat, naar de andeie worden gevoerd, en waaraan wy voor het grootst gedeelte den verloop des handels toefebreven _ B,Zwaar!yk is bet, hier tegen door ken. - Wanneer de Kooplieden zeiven hun belang Eten welke is de geest , die over- het algemeea de Kooplieden bezielt? - Js er by hen ^ greintje Vaderlandsliefde -tegen een Centner eigenbelang te vinden ? is er van hen wel de geringd medewerking te verwachten, zoodra dit eenige opöffermg. kost? Vereenigen zy zich, om gezamenhfc aan verbeteringen' ,e werken, de handen tot bevorc-enng van hunner aller, cn des geheelen volks al•gemeen belang, één eenig man jf} —^ ^ ? - Hard valt het ons, deze vragen met neen te moeten beandwoorden. N,Cn , m hmner voor zichzelve, en offert, wanneer zyn belang (ut vordert dat van het algemeen, en zyner overige mede: Kooplieden , ..onbefehroomd aan hetzelve op. - Tcslchen hen beersebt geenerlei verband, er befiaat geen e/prit de corps. - Slaagt de één in  X *37 ') m zyne ondernemingen, dan benyd hem de an.er zyne winst, tracht hem te onderkruipen , en de " pelegenhèid uittevinden , om hem voordaan van de/je voordeden te beroven. Genoegzaam geen een hunner , die niet een of ander belang heeft, het welk ftrydig is met het Nationale, buiten dit weikt hy mede ; dan verder gaat by niet. - Het openftellen van allen in- en uitvoer zoude mis- ' fchien onder de Kooplieden, de jneeste tegenkan. ung vinden; de winst, op de fluikeryen, op de requesten, enz. bedraagt by veelen van hen aanmerk lyke fommen; deze genieten zy, en de buitenlander flechts zio veel, als men daarvan in genade aan 'hem wil afftaan. — Deeze winst zouden de Com .miifionaires ontbeeren - ergo: tegenkanting van "hunne zyde tegen de inrichting van een Porto Franco. "vyand.te zyn der Republiek, is daarom juist niet vyand te zyn der Kooplieden, 'üe handel met E .geland gaat, in weê'rwi! van alle Wetten en Placa- :-ten , beftendig zynen'gang. Verliezen of win- -Ben'zoodanige burgers by den Oorlog?? ' Men zal ons misfchien te gemoet voeren, dat nog In geen land zoo veel eerlykheid en goede trouw '■by het in- en verkopen, ui het bedienen der buitenlanders enz. plaats heeft,;. - dit ftemmen wy toe, dan ook dit vordert het belang; elk moet zyn best doen om zyne vrienden zoo goed en beter als •andéren te bedienen. - Hier komen dus eerlykheid ■en goede trouw, als voorwerpen van belang, aan de orde van den dag. — Men heeft wel voorbeelden , dat de eerlykheid zoo ver is gegaan, dat men minder heeft berekend dan betaald, en andere Collega's Kooplieden betaalden en berekenden. — ■ De nyd van de* ééne plaats of ftad op de andere .gaat mede taamlyk ver, en al ras vergeet men, dat alle inwoners van een land Leden van één ligchaans zvn , -waarvan het ééne niet zonder het S andere lyden noch bïoe'ën kan. - Ook deze fledelyke nyd is nadeelig voor het algemeen belang des handels, en billyk willen wy hoopen, dat wy, ten minden onze naneeven, by eene vernieuwde en vrati alle Foederalismus en Provinciaal- of Stedelykheid gezuiverde Conftitutie , dit verderflyk Syste•ma zullen afzweeren , en als kinders van eene moeder, alleen het algemeen belang in aanmerking zullen nemen. — Dus ver hebben wy in het kort verfcheiden oorzaken van het verval onzes Kopphandels aangeftipt, en by zommigen die middelen opgegeven, welke ons als gefchiktst ter verbetering voorkwamen ; — de overigen zyn gedeeltelyk van dien aart, dat elk, die hooren wil, en zyn gerond oordeel gel.eft te gebruiken, de hulpmiddelen van zelve kennen zal. _ Wy befluiten dus met den ernftigen wensch, dat de Befiuurders van dit Gemeenebest, afzweerende alle byzondere.Gewestlykeen Stedelyke belangen , onverfchilligheid en traagheid, niets verzuimen mogen tot herftel des Handels, cn met !an..cr de belangen des Volks aan die van eenen drom ambtenaren opofferende , ook van deze zyde *tet ' •.mogen fchroomen, om den handel van alle beietfelen en ftremmingen te ontdoen! - Dat zy van elke gelegenheid gebruik mogen maken ,oin 'denzelven tot het meeste nut voor het Volk, dat -zy B -Huuren, te doen firekken! Dat zy fteeds waakzaam mogen zyn op alles, wat in het vak des Koophandels van buiten omgaat, en het tegenwoordig gunftig tydflip niet vruchtloos zullen laten voorby flippen ! - Dat de Kooplieden éénmaal mogen leeren bezeffen, dat het belang van allen ook hef hunne,-dat van hunne vrienden en aanverwanten is;dat elke opoffering, die zy aan het algemeen welzyn doen, eene zaadkorrel is, waarvan zy'zelf of hunne kinderen na hen rype vruchten zullen oogften S en dat alle ontduiking der wetten 3 '  ( 138 ) AKI KT e n CUP P A .L. (.Een Fra«meht naar het oud Celtiscli.) Van achter het papieren gebergte toog de blaauwoogige Akin , Hout op zyne fterkteten ftryde tegen de talryke benden van Cuppal. — Hoe! fprak de moedige Cuppal, zoude' ik van myne dappere fcharen verzeld, den verwaanden Akin bevechten? By Wodanl ik zal zulks alleen beproeven, Akin daalde met grimmige blikken 'de heuvelen af, op welken zyne fchatten op fchatten ffcijttdco.de vrienden zich uit vreze voor de moed:ge ftryders van Cuppal verfchanst hadden. _ „ Komt uitf' riep de van hoogmoed dronken Akin! „ Komt uit! » verdedigers van Cuppal! ik wil u allen alleen be„ ftrydenl" „ Neen.by rVoHdn'fyrïk de edele Cup„ pal, machtig is myn arm — uwe reusachtige ge„ daaute verfchrikt my niet. — Jk fpaar myne „ benden, ik zal u alleen beftryden". Straks ylde de razende Akin hervoord ; bedaard .enftoutop de rechtvaardigheid zyner zaak, wackt hem Cuppal af; als de yskoude rots de koekende woedende golvem Voo* u ,• oriftejfiyke Geest, eeuwig onbevlekt, één en'ondeelbaar! door Akin veracht! voor u, om 'wien myne benden met' my zwaarden en ftormen trotfeeren, voor u zal ik den tweeftryd met Akin beproeven! — Nu trok hy het verfchriklyke zwaard , aan welks vlammend punt hem de overwinning reeds toelagchte. Driemaal .floeg hy hetzelve.op zyn glinfterend fehild;"en driewerf ook riep hem de geest uit de donker-p wouden xaaWodan den zege toe, Akin , verwonderd over den moed van ' Cu; maar te befchaamd om terug te keeren , trad voor,waards. — Een gouden Kroon wachtte hem , wanneer by Cuppal zoude overwinnen, — De' eenigfle zynes volks was hy, die moed had, maar zyne gewaande dapperheid behoefde gouden fpooren. Met eene daverende ftem viel hy op Cnppdl aan , en trachtte het eerwaardigst hoofd met het breede zwaard te klieven. —, Cuppal ving den flag op zyn fehild , ■ mii'daad. affe-eorrefpontientfe met den vyand land- verraad Ü? VÜS : ■ • • "'•> ,nóqcori w ra!;,/; iyUid n > . c. Mochtsn wy é^si .aai,.onder een wcldaeud £■?- Huur, de«. Koophandel, qpreene .«wfel»:*», ew!y*» ' wyze gedreven,' zynen 'ouden -lürste^z.'en béreiken, dan zouden 'wy aan onze pogingen, ook door dit Vertoog, jn.gulle vreug^^enkenj'  ( 139 0 fthi-ld, hie'f'-zymen arm donderend in de hoogte; en Akin tsg met éénen flag, voor de voeten van Cuppal, dood cp de. heide. — ,Zoo verdwynt een lichte nevel voor den adem des wi«ds> als de ochtendzon opgaat. ... Fier, maar geenszins trotsch op de overwinning, Wilde de zegevierende Cuppal het tooneel zynes roems verfaTefTT-— Reeds-beval by zynen fchildknaap, het lyk des gefneuvelden Akins aan den voet eenes dorren heuvels te begrtfven. — Reeds hoerde hy de gezangen der Barden zynen zege bezingen ; wanneer by eensklaps' van achter'zich Maria en Jordin ont- ïïfp „.ov cn» ..av gnibetldic;'' i« nafcaêsSS bfVöT'j'w"t'1 dekte. f .ürv aars^b milus ,o^s: 09%i*Is^tt.i,7jq5S5,« orty* >'.>.;<. -trrtóisSfieitos mv t.. ,^ • 1 ' <■■■ •> 'Maria'cn^erdin, twee vi lenden van Akin, en mede-beheerfchers van het land achter het papieren gebergte, waren ter hulpe van Akin verfchenen, en zouden den verraderlyken dolk in het hart van Cuppal ■'iv,;,-. , - -■ ' ■ ■ ■ hebben gedoken,. indien de Held hen niet ontdekt had. Nog. waten zy onkundig, van den dood van Akin, maar toen zy Cuppal naderden ,'lag het lyk voor hunne oogen. — Raadloos viele hunne dolken uit hunne bevende handen; de glans van bet nog druipende zwaard van Cvppal blikfemde in hunne oogen; en draks vlooden zy van voor het aangezien, te van Cuppal^ gelyk de hinden des wouds. voor de ftemmen der jacht.-— Komt uit, wie gy ook zyt, lafhartige vyanden! Komt uit" — riep de verontwaardigde Cuppal —— „ uwe fchilden zyn van * goud , de onzen van yzer. —- Wy bevechten openlyk onze vyanden, — maar door be-. drog. —, Gy dient den fterken uit hebzucht en „ list; wy-befehermen de zwakken : onze krach„ ,ten zyn voor hen , die weêrloos cn onmachtig „ zyn, om de zware wapenrusting te voeren". Alles zweeg — niemand andwoordde. — Slechts op verren affland, van achter de bergen, hoerde men een- dommelend geruisch van weenenden en vluchtenden; en de driewerf door de Echo alleen beand woordde ftSnme van c u r p a l, Heft adn, gy Barden! zoo fpraken de aanbidders van den Geest, heft aan en verheft den lof van den dapperen ,CrfpaL —•- De 'Barden zpngc.n —r hun lied klonk tot over gindfohe bergen*'—. Zoo ging de nacht voorby in •blydfcbapengczangén. ^— 'De morgen zelf keerde, aan de hand der vreugde, met nieuwe liederen terug. Cuppal, vermoeid van den flag, viel, leunende op zynen fpecr,in een diepen flaap. — Zyn zwaard rustte aan zyne zyde;de Geest verfchcen hem in een^n droom. — Wat de Geest fprak,is nifet tot ons geko. men ; — maar yllings greep Cuppal zyn' zwaard, floeg het éénmaal op zyn ftaalen fehild ; en eene diepe luisterende ftilte van alle zyne vrienden verving de drurfchonde ftemmen des gejuichs. ■ Het is niet langer tyd, Wapen. Broeders ! om de bekers te doen fchuimen :zoo fprak Cuppal, — list en —- k 1 "ver-  C 140 ) ver.'erving waait over de velden en heuvelen, waar uwe vaderen rusten. — Te wapen ! de eeuwige Geest verCcheen my in den droom; — genoeg! bereidt 11 tot den firyd ; — in hlikfemende wapenrusting, by het brullen van den dood , zal JVodan beflisfen, of gy dan uwe vyanden, in de vrye Gewesten van Batta zult heerfchen. — Straks weêr- galmde over velden en heuvelen het geklank der wapenen van de helden van Cuppal. — Voert oirs.. ten ftryde ! zoo riepen die dapperen. — Duizenden van'fchilden heffen zy op éénmaal in de hoogte , en zoo veele zwaarden worden eensklaps uit de fche. de gerukt. — nu (kier word het handfekrift volflrehi onleesbaar.) BERICHTEN. De democraten, verheugd dat zy thands de eer hebben van openlyk te worden aangevallen door fchandfehriften, die niet t'wyfelacbtig worden in de wereld gezonden ter verblinding van een volk dat begint te zien, wie zyne ware vrienden, en welke zyne wezenlyke belangen zyn, zullen de zaak van dat volk op hunnen tyd zeer wel weten te handhaven tegen het gefchryf van zekere zich noemende Gemeenébestgezinde Sociëteit, door middel van de Rotterdamfeke Courant van den 6 Juny en de Republikein/die l\°. 5. in de wereld gebracht. Ann den Schryver van het Weekblad Janus verrezen achten wy het nuttig te berichten, dat hy in den ongelukkigen luim, waarin hy het NQ. 114 van gemeld blad fchynt te hebben nedergefchreven, en diehem toen althands zeer ongefchikt maakte om het Scheepjen van Staat, tusfehen de blinde klippen van Anarchie, Foederalisme, en Ariftocratie door, in de veilige haven eener goede Conftitutie binnen te lootfen , vermids hy het maar recht toe recht aan op de laaiden dezer klippen aanzet, — onder anderen zich een weinig vergist heeft, met zich de eer aantematigen der koppeling van het woord EleEtief aan dat van Ariflocratie. Fïad de fchryver eenige kennis gehad aan de Schriften van een aantal beroemde geleerden over de beginfelen van het Staatkundig recht,- hy zoude zich voorzeker bewaard gevonden hebben voor de uitlating van dezen vaderlyfcen hoogmoed, en geweten, dat A< iflocratia Eleüiva{ Ariflocratie F.ie&ive) geen nieuw fchepfel van zyn vernuft, maar reeds een oude terminus artis (Konstbewoording) is, waarvan hy de ' bewyzen vinden kan by Huber, de Jme Chitatis, Lib. I. Cap. 33. §. 4. Otto, Notitia Reiumpubl. in Proleg, J. 49. als mede, indien de man met de geleerde taaien niet wel te recht kan, of liever in het Fransch leest, by Burlamaqui, Principes du droit Politiqu:. P. II. Chap. I. §. 12. en Rousfeau , ContraU Social, Liv. 3. Chap. 5. Proficiat! — » e democraten.  DE DEMOCRATEN. N°. 59* Dmderdag den 22 Jimy 1707. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een 'altyd braaf, Jlandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. itoratius. Antwoord der democraaten, aan de zich noemende Gemeenebestgezinde burger-societeit ü Rotterdam, op de door haar afgezondene Misfive aan de Sociëteiten met haar in corr efpondenlie zynde, (onder anderen gepïaasl in de Republ. Courant N°. 5.) Tot dus verre waren wy bevryd gebleeven van het zoo gewoone lot van hen die hunne verkregene kundigheden ten nutte van het algemeen belteeden, om , namentlyk tegens verdiende of onverdiende aanvallen hunner Antagonisten de pen te moeten opvatten:— het zy dan dat ons Weekblad , om zynccnpartydige aankleeving der heilige grondbeginfelen onzer Staatsomwenteling, zonder aanzien van eenige partyen, geene gelegendbeid tot eenigen zydelingfchen aanval aan de hand gegeven heeft, het zy dat deszelfs invloed op den geest des volks, door geene party genoegzaam is geoordeeld om de Natie in flaat te Hellen, zonder blind vertrouwen op dezen of geenen aanvoerder , haare dierbaarfle belangens zelve te kunnen beöordeelen. II. Deel. ' Thands echter heeft ons 54de Nommer die noodzaaklykheid daargefteld 1 daar dit blad de zich noemende Gemeenebestgezinde B'trger- Sociëteit te Rotterdam , fchynt uitgelokt te hebben om het harnas tegens ons aantetrekken , en den , aan haar (zoo zy zich verbeeld,)bekenden SchryVer der Democraten, aan de met haar correfpondeerende Sociëteiten te denonceererf, als behoorende onder die intriguanten die de daarfteUing der Conflitutie flechti zoeken te verwyien , omdat zy in 't geheel geene Conflitutie begeeren—. onder die lieden die op de Volkskeuze loeren — die het Volk toeroepen: gy moet mannin hebben wier fterkte van geest hun tot de hoogte der omwenteling heeft weeten te verheffen , gy moet cordaate mannen , gy moet Jaeobynen , gy moet ons heiben. Onder die politieki T * Kwak  dan de bewustheid van welgedaan te hebben: — dat zy ,opeeneligtvaardige veronderflelüng, den Schryver te kennen , en tegens dezen gewaanden Schryver vooringenomen ; de wcezentiyke Schtyvtts (tot dusveire onbekend, omdat zy op goede gronden vertrouwen, daardoor meerder nut te kunnen doen, doch die allen het onfehatbaar genoegen fmaaken,. in dit tydvak der beproeving van het echte en belangioozc pairioiismus, de achting te genieten van al wat braaf en eerlyk denkt, en die veelligt binnen weinigen tyd , en dan, wanneer het gevaar van perfoneele verandwoordelykheid misfchien het grootfte zyn zal, zich onbe.fchroomd aan de gaafebén waereld zullende bekend maaken , ook door veelen Leeden van de hun beledigende Sociëteit als de zoodanige, zullen erkend worden) op eene kwadaartigewyze oogmerken toe fchryft , die geen van hen één ogenblik flechts in zyn bart zoude dulden: — waarvoor, vraagen wy nogmaals, handelt deze Sociëteit, .die zich op een' befiisfenden toon aankondig a's exclufive vriendin van Wetten, Regelen enOrde — waarvoor handelt zy op eene wyze dis geene befehaafde menfchen , ge.enp vrienden van orde past? En dat — voor een ontwerp dat zy zelve betuigt niet te kunnen aanpryzen , omdat het nog niet in zyn geheel is, dat zy wenscht dat aanneemlyk mooge zyn maar niet verzeekeren kan, dat aanneemlyk is, dierhalven voor eene onbekende zaak (*), die zy al-; leenlyk vertrouwt dat goed zal zyn, omdat dezelve is daargefleld door vertegenwoordigers aan wien zy haar vertrouwen gefchonken heeft. Maar zyn dan deze Vertegenwoordigers onfeilbaar ? Moeten niet alle de deelen van het ontwerp in verband flaan met het geheel, en is het dan niet zeer mooglyk , dat , eens een verkeert grondbeginfel zynde daargeftelt, het geheel eene verkeerde flrekking verkryge ? Kan O Van de grootte toepasfirjg is op zulke beoordeelaars de aanmerking t dat niets zoo roekehos, noch een denkend weezen meerder onwaardig is, dan, met altén fchyn van zekerheid , party te trekken voor onderwerpen of begrippen, die men niet vooraf genoegtaam heeft onderzocht, Cicero, de Nut. Deor, Lib. L Kwakzalvers die voorgaven eene Conftitutie te kunnen vormen, welke in alle nooden en gebreeken zal voorzien en een- volmaakte vryheid daarflelkn, en die vitufclen "op niets metr bedagt zyn, dan om zichzelve het nodige . en evtrbeüji t? Wjoawfa Van deze befchuldiglngen is vooifz. Sociëteit zoodanig overtuigd, en heeft dezelve van zoo veel gewigt befchouwt, dat zy te raade is geworden verfehilleftde dagblaaden , cn onder anderen het 5de Nommer van de Republikeinfche Courant te bezigen, om de Natie te waarfchuwen zich voor dit gevaarlyk weezen te wachten : terwyl deze laatfle Courantier nu onlangs op het toneel verfcheenen ,de misfive van zyne Rotterdamfche vrienden noch daarënboven heeft vermeerdert en verbetert, met een ftuk van zyn eigen maakfel, het welk wy de moeite niet waardig achten , thands te recenfeeren. - Wy verzoeken onze leezers de misfive van voorfz. Sociëteit nogmaals in de hand te ncemen en na de leezing van de nu volgende aanmerkingen te beöordeelen, in hoeverre dezelve in fhatzy, om het algemeen crediet van onze braste en verliehtfle landgenoten , het welk ons dagblad geniet, aan hetzelve te ontneemen. Vooreerst zy het ons vergunt de gebelgde Sociëteit aftevraagen : of de zaak voor welke zy zich zoo geweldig in de bres fielt, haar genoegzaam bekent is, om zsch opentlyk aantekondigen als vyandin van Schryvers,. die zy duidelyk toont niet te kennen: — dat zy op eene onbezonwe wyze eenen vriendenkring aanrand, die in hunne vriendfehaplyke byëenkomften, een gedeelte hunnes tyds en hunner verkre^e. ne kundigheden tot nut hunner medeburgers be< fleeden , zonder voor zichzelve iets te bedoelen,  C 143 > ■ Kan zy óan c?' zulke zwakke gronden, opwc gen tegens Schryvers, die betuigen;, bet ontwerp te kennen — die de verkeerdheden daarin voortkomende, en het aakelig lot, dat het Vaderland zoo door de verwerping a!s goedkeuring van hetzelve, boven het hoofd hangt, levendig gevoelende, en dit Vaderland niet koelbloedig kunner.de beminnen , in dé hitte hunner geestdrift, op eene het is waar warme, doch tevens alle kenmerken van innerlyke overtuiging dragenden toon, aan hunne medeburgers de gevoelens van hun hart te kennen gaven, cn tevens eenige dier oorzaaken aanwezen, die hun tot deze dénkwyze overhaalden , mitsgaders den eenigen middenweg, die, hunnes oordeels, ter vermyding der beide uitcrflens, moest ingeflangen worden. Stelt eens dat wy dwaalden, flond het deze Sociëteit dan nog vry die dwaalig naar haar wel gevallen uitteleggen én aan de verderflykfle oogmerken toetefchryven, al was het' dat zy met eenige kennis van zaaken het tegendeel beweerde?— maar hoe befpotlyk maakt zyzich niet, nu zy zelve erkennen moet het ontwerp van Conftitutie niet te kennen , en haar onderzoek te zullen uitftell'en tot. dat het geheel bekend zal zyn, het geen niet nodig ware, indien haare Leden die moeite had willen neemen, die wy ons getroost hebben,'en hét ontwerp aan hen, gelyk aan ors, uit de Décrééten der Nationale Vergadering, was . kenbaar geworden. Na het gezegde dan vastïlellende: dat de Sociëteit ons veroordeelt, zonder de zaak te kennen, waar wy over handelden, zoo laat ons eens veronde;..ellen , dat zy na gedaan onderzoek het ontwerp even verderflyk vond als wy, ja misfchien nog erger, (want hiervan zal iedcrëen de mooglykheid moeten onderdeden zolang zyn onderzoek niet is afgelopen) vat dan? Zal zy dan blindelings goedkeuren en tot zichzelve zeggen: 't is waar, thands fchynthetons, als of de Democraten zich niet vergist hebben , even- T we! het ontwerp kdrht uit 'handen van Vórtrgeniwoordigets-, door het volk zelve na deze Revolutie gekozen, en als zodanig kunnen wy het niet anders dan janneemlyk verwachten — zy dienen Èet beter te weeten als wy — en, in allën geval, zullen wy on's verder aan verwarringen blooïfteiFe'n? — beter deze als ;eene ; — of zullen haare Leden integendeel, gelyk iet aan vrye Nederlanders .past, een ontwerp verwer. nen, waardoor het volk Hechts van meesters veran. .lerde? wél nü, dar)'komen óók al dié vérwytingen 3ie zy ons thands toevoegen, op hun zeiven necer, dan ook zyn zy politieke kwakzalvers; menfchen die hun eigen fortuin flechts bedoelen, die in't geheel geene Conftitutie begeereh, die op 's volks keuze loeren en alle verdere benaamingen die zy ons zoo liefdadig hebben gefchonken. Dit alleen zoude,onzes oordeels, indien deSocè'. teit, immers, zoo wy hoopen de door de hoofden misleide meerderheid, voor overtuiging vatbaar is, genoeg zyn, om hun overtebalen, hunne befchuldi. gingen, zoo ongegrond als roékeloos ter neder gefield, te herroepen, en hunne verdere verdeediging van het ontwerp van Conftitutie uitteflellen, tot zy met eenige meerdere kennis van zaaken kunnen oordeelen , welke keuze de Nedërlandfchc Natie meerder aariteraadén zy, de goedkeuring of wel dé •verwerping, alsmede dat zy zich intusfehen zullen onthouden de gevoelens, van anderen hieromtrent kwaadaartig te verüordeeien, of zich het regt aantematigen de raadpleegingen of btoordeelingen van h'jnne medeburgeren en de ronde en opentlyke mededeeling hunner gedagten over een ontwerp, dat hun geluk en dat van hun nagedacht moet bevestigen of voor eeuwig vernietigen, door aantygingen, zoo haatélyk als ontydig, te belemmeren. — Geenzints fchynt het ons ongepast hier ter plaatfe aantehaalen/ de bewoordingen der proclamatie door , de  C 144 ) ds Nationale Vergadering den 2 Juny 11. gearrefleerd, om by de aanbieding van-bet ontwerp van Conftitutie, den volke te worden gepubliceert: daar in dezelve de ftemgerecluigde Burgers word tocgezegt: gy kunt met de volkc-mcnfie vryheid uwe raadpleegingen en beoordeelingen van ons werk voortzetten. Deelt elkanderen daarover uwe gedachten mede, zoo rond zoo opent lyk als gy zult goedvinden enz. Hoe! gy; die by uitfluking beminnaars van Orde waant te zyn ! kendet gy den inhoud der gemelde Pioclamatiel (immers gy behoordet die te kennen, daar gy U zoo opeutlyk in den Staatkundigen loopbaan vertoont!) — cn gy vertrapt echter de goedeorde! gy wildt uwe medeburgers belemmeren in de uitoeltening van een recht, rt geen zy zelfs erkennen, die het ontwerp ons aanbieden! Gy kendet dan de gedecreteerde Wet, 6 gy flipte navolgers van wetten ! En gy echter flaat zelf aan haar, voor derzelver afkondiging, misdadige handen !Gy wist de oogmerken uwer Vertegenwoordigers, «5 gy eerbiedige hoogachters der vastgeftelde Machten! en gy handeld.in den volden zin des woords,lynreeht tegens hunne weldadige oogmerken aan. Gy zoekt eene overheerfching van de begrippen van anderen daartedellen , hen te verketteren die niet blindelings willen goedkeuren , en U zei ven alzo te verheffen tot Staats-inquif teuten, ten voordeele van een ontwerp, dat in zyne waarde of onwaarde, volgens uwe eigen erkentenis, noch niet bekent was. — 6 Laat af uw langer befpotlyk te maken by alle, die het gezond verdand tot dus verre niet hebben vaarwel gezegd! Dan,flaan wy ons oog op de armzaligereedeneir; waarmede de Sociëteit hare aantygingen , tegens den, in haar diepzinnig gepeins , quafi ondekten Schryver der Democraten, tragt te flaven, dan waariyk moeten wy ons verwonderen, hoe het mooglyk geweest is, dat zulk een mengelmoes van lichtvaardige en kvradaartige veronderftellingen , met de drieste domheid vermengt, aan de meerderheid der Leden van dc Sociëteit, door den Steller of Stellers van het gefchrift in questie, heeft kunnen opgedrongen worden. Staat het TJ' vry , vcrmeetele lasteraars ! flellig te verzekeren dat wy, zoo klaar als de dag voorzien hebben , dat de voortedellen veranderingen niet zoude worden ingewilligd , en dat wy alsdan de verwerping der Conflitutie door onze volgelingen natuurlyk meenden te moogen verwachten t Heeft dan de Godheid U haar vermogen medegedeelt, om de geheimen van het menfchelyk hart,' en de innerlyke fpringveeren van de daden uwer natuurgenoten, onfeilbaar te doorgronden en optefpooren?Of meent gy de harten van anderen naar de uwen te mogen affchilderen! Dan waariyk hebben wy niet anders van u (ten minden, indien wy u, naar uw gefchrift moeten beüordeelen) dan de zwartfle tafereelen te verwachten. Neen,wy betuigen openlyk ten aanzien van hen allen , die ons, hoewel on.  C 145 ) bekend, om onze fchriften eenige achting hebben toegedragen, dat wel verre van te voorzien , dat onze en onzer medeburgeren billyke kiagten zouden worden gefmoord, wy daarentegen het beste ukwerkfel van de door ons voorgeflagen middelweg verwacht hebben, indien Hechts de bezwaren tegen het Plan konden worden ingeleverd , eer de discusiiën over het ontwerp van Conflitutie, geflooten wierden; waarom wy dan ook in ons S4^e Kommer, uithoofde dat wy ons overtuigd hielden , dat de vereisehte memorie van bezwaren, zoo fpoedig niet konde gereed zyn, als de toenmalige om« Handigheden vorderden, onzs landgenoten op het dringendst hebben aanbevolen, de tekening van een (zoo ons naderhand onderricht is) in de Sociëteit voor Een- en Ondeelbaarheid te Amfterdam vervaardigt addres, (trekkende om het finaal decreet der iluiti-ng van de deüberatiën over het bewuste Plan nog 4 weeken uitteltellen, ten einde alzoo de vertoonders gelegendheid te geven , in dien tusfehen tyd, met hunne bezwaren gereed te zyn. Dat ook deze maatregel mislukt is, heeft ons geweldig getroffen. Nu immers hebben wy flechts te kiezen tusfehen twee, onzes oordeels , allergevaarlykfte uiterflen. Want een Plan aantenemen , waarin wy met een onzer Vertegenwoordigers durven verzekeren zotdanige gelreken in zyne gronjlellingen gevonden te hebben, dat door het aannemen van hetzelve de fchroomlykjle gevolgen te dugten zyn voor de inwendige rust , vryheid en het geluk der Natie, is tevens ons zelve voor die fchroomlyke gevolgen yerandwoordelyk te dellen. T En van dé'd anderen kant hetzelve te verwerpen, zonder genoegzaamc zekerheid van een beter te zullen bekomen, zoude veelligt ons noch overig Staat' kundig beftaan in den waagfchaal dellen , zolder eenig nut te hebben uitgewerkt , ja misfchien (want wie zal dé'maat van rampen bcpaaien die ors ongelukkig Vaderland nog te wachten daan ?) nrg een veel erger Plan ten gevolge hebben. Wie zoude dan in dezen verfchrikkelyken tweeftryd, waarin de bekommerde vriend des vaderlandsnaauwlyks een keuze voor zichzelve durft wagen , koelbloedig en na een beredeneerd Plan , de laagfte intrigues te werk dellen , om het volk te noodzaken de verwerping te deersteeren'. Zoodanig iets van anderen zonder genoegzaam bewys te veronderdellcn, verraad eene laaghartigheid van ziel, in daat om in foortgelyke gevallen,' den liefderyken aanklaager , als zyn belang zulks vorderde,'dat geene te doen begaan, welkers voorneemen hy zyne tegenparty toefchryft. Wy voor ons betuigen , niet ten gevalle van de Sociëteit van Rotterdam, maar om anderen meer onderricht - van onze politieke aangelegendheden — meer berekend om den geest des volks in de aanflaande verkiezingen na te gaan, aantezetten , ons en hunne medeburgeren in onze keuze voortelichten: wy be^ tuigen dezelve tot dusverre niet te hebben bepaald, maar verklaren tevens, dat wanneer wy éénmaal mochten verzekert zyn, dat de bezwaren tegen de verwerping,naar menfehelykc vooruitzichten jconden 3 ' ■• '. , wee-  iwjgffffmsmea wonen ; wy data niet door fliufcho ü.-cekM, niet door naamlooze en by, zekere bekende Bjekvcikopers gedrukte Zamei'.fpraakm — maar opentlyk het volk van . Nederland zouden toeroepen: ,, Werpt' verre van U eene Regeerings■ „ forro , -die, naar alle waarfehynlykheid , zonder „ uwen toefland te verbeteren, U Hechts van mecs,, ters zal deen veranderen. Het was niet om zoo„ danig een einde aan uwe Revolutie te zien daar- tieilen, dat gy geduurendc zulk een aanmerklyk „ tydvak tat}, uwe tegenparty hebt gekampt , niet to: dat einde dat zoo veele fchatten verfpilt, „ zoo veel bloed vergootet^ is: neen, gy bedoel„ det de edele Vryheid en beminlyke gelykheid on„ bepaald, onbelemmerd te genieten — alle de mis„ bruiken te zien eindigen die het mensehdom zoo ,, veele eeuwen onteerden, en uwe nieuwe regee„ ringsform, zoo wel voor den fchadelyken invloed „ der Stadhouders, als het pynigend juk der arillo"„ cratie en voor de rampen der regeeringloosheid „ tevens te behoeden. Gy wüdet ten dien einde „ de inflandhotiding dier zuivere reproefentativo „ Democratie , die gy vry van alle zydelingfche „ inmen^zels van Aiifiocratie by verkiezing, bo,, ven alle andere verkozen hebt, zelve bewaken, ,, en door eene langduurige ondervinding geleert ,, om uw onbepaald vertrouwen op geen mensch, „ zelfs niet op den braafften te vestigen , wilm det gy het vermogen behouden den meinëedii, gen vertegenwoordiger tot zyn plicht terug te roe. j» pen:— eindelyk gy poogdet het federalisme met „ wartel cn t§l|i uittoroeien en do volkomenfle „ éénheid in het beftuur, en de-ondeelbaarheid va:i „ het gemeenebest daarteftellen. „ Vergelykt met deze grondbeginfelen het U „ aangeboden Plan, cn veracht ons, als lage arm. „ hitfers van een onbillyk misnoegen , indien wy „ U bedrogen hebben". —- R.;eds een en anderen van deze gebreken, hebben wy in het Namihér, 't geen de Rotterdamfche Sociëteit tot hare misfive heeft bewogen , aangewezen. Het heeft dezelve behaagt een derzelver uit alle de overige uittekippen, en arglistig dezaakvoo'rtedragen, alsof wy de gofedkeuring of' verwerping der Conftitutie van dit eenig punt van bezwaar wilden afhangiyk maken : Het zelve betreft de keuze der Vertegenwoordigers in zooverre, die by de Aclö van Conftitutie bepaald word töt het Departement, waar dezelve Woonagtig zyn, zoo dat géeh gedeelte des volks, buiten zyn eigen departement; eenige verkiezing verrigten mag. Indien de Socié1» teit zoo wel gcflaagt was, om deze tegenwerping zelve optelosfen als zy den aandacht der Ieezers', arglistig , van onze overige tegenwerpingen heeft weten • aftewenden, en daardoor uit het oog te doen verliezen, dat ons misnoegen over voorfz. Acte óp de famenvoeging van alle de in voorzeide Nummer van ons Weekblad opgetelde bezwaren berust, zoude misfchien dit gedeelte der misfive min doorziek-' tigen hebben kunnen misleiden; doch de onkunde i»  ( 14? ) in die fchrandere beandwoording zelve voorkomen, ting., door 'eene. Staatsregeling, die dezelve had de, bevestigt ons gezegde: dat men de zic.hbaarfte moeten verbeteren, gewettigd, onwetenheid , by de lichtvaardigfte laatdunkendheid gevoegt heeft. Ktt vragen wy, (zegt dc Soee- Voor het overige ^ daar wy reeds in het 5.1e teit) is dit niet eene zaak die voor Hst volk zeker haar voor en tegen heeft, die wel ieder departement in' zyne keuze eenigermate beperkt, maar die daarentegen zorgt taf ieder departement geuprafenteert word , door 'een. Lid uit deszelfs omtrek gekozen enz. Kan dit nu (vraagen'de Democraten op hunne beurt) eene oplos-feg van ons bezwaar genoemd worden ? Is niet ieder beperking van 's volks oppermacht, buiten de grenzen welke tle Democratie by reprtefentatie aanwyst, eene fchreede tot de Ariflocratie? Kan het volk hieromtrent onverfehillig zyn? Doch dit daargelaaten, field de Sociëteit in hare vermeende opJoFfing van onze tegenwerping, hoofdzaaklyk datgeene , wat wy vreesden uit dit artikel te zullen zien voortfpruiten; te weten : dat niet het geheele volk maar ieder departement zoude gereprefenteerd worden — dat de verkoren Reprefentant zich niet zoude aanmerken als het geheele volk, maar het departement dat hem verkoren heeft, vertegenwoordigende, en daardoor als van zelve verplicht de belangen van dat departement , zelfs met verwaarloozing der belangen van den geheelen ftaat, voortefiaan en te bevorderen. Ziedaar dan , het federalisme en alle deszelfs nadeeien herboren, de vorige Provinciën flechts in naam vernietigt, en de vorige wanllaltige inrich- Nommer van ons Weekblad, aan onze Landgenooten onze gevoelens, omtrent den Staatkundigen inwendigen totftand onzes Vaderlands, hebben medegedeeld: daar wy,'in hetzelve niet alleen hebben aangetoond, dat wy noch in ftaat van revolutie zyn ; maar daarby tevens aangewezen wat revolutionaire middelen'zyn , en hoedanig omzichtig gebruik daarvan te maaken zy ;achten wy onnodig dit onsgevce. len, jegens den aanval van de Rotterdamfche Sociëteit te verdedigen — te meerder , daar wy niet feherpzinnig genoeg zyn om het hemels-Ireed verfdil, tusfehen een provifioneel en revclutionair Befluur teontdekken, en het onzen arbeid niet waardig keuren, om, over re betekenis der woorden te twisten, met lieden, die, zoo openlyk getoond hebben, dat zy met de toepasfing der woorden op hunne denkbeelden, niet zeer gemeenzaam zyn» Eindelyk kunnen wy'deRotterdamfche(zich noemde Qemeenebestgczinden ,) verzekeren.dat ons Gezelfchap befiaat uit vrienden, die allen met elkander daarin overéénkomen, dat zy alle aanvallen aan de zyde van hunnen geest koelbloedig kunnen afwachten; maar dat zy met betrekking tot die .welke aan de zyde van hun hart gefchieden on verzoenlyk zyn: dat er geen onder hen befiaat, die voor zyn geluk iets meerder of anders behoeft, dan een on»  C T48 ) ««bezoedeldc ziel, die zich noch uit belang behoeft, noch uit vreeze voor iemand immer zal bedekken: dat nimmer eigenbaat, maar alleen het belang hunnes Vaderlands, hen na eene omkecring van de voorige orde van zaaken heeft doen verlangen: dat zy, die omkeering daargefleld zynde, nimmer als intriguanten op de Volks-kcuze hebben geloerd, noch genoodzaakt zyn geweest, daar op te loeren: dat zy ter voorHchtinje hwmer Medeburgeren; belangloos, dit Weekblad hebben aangevangen; dat zy daar mede niet zullen ophouden, zoo lang hen de hoop overblyft van eenig nut te zullen kunnen aanbrengen: zonder dat de laster of kwaadaartige aantygingen, van welk een aart ook, hen immer zullen doen befluiten van het eenmaal door hen ingeflagen fpoor af te wyken. B E R I C II T. Daar niet alleen de Sociëteit der zogenaamde Gemeenebestgezinde Burgen te Rotterdam , maar ook die van den Haag en Amfleldam, thands èene gemeene zaak fchynen te maaken, niet over daaden maar » over gevoelens, het groot aantal hunner Medeburgers, die andere Staatkundige begrippen, dan zy, omhelzen, op eene lasterlyke, en hen zeiven onteerende wyze, ajtrftevalieri ; hen aftcfchilderen als het listiglïe en verachtelykfie foort van menfchen in Nederland , die ter bevordering van hunne eigenbelangen de vaortduuring van den ftaat der Revolutie zouden wenfehen; zullen wy in een onzer volgende bladen, aan den Leezer, onze gedachten mededeelen: over het verdenken van de goede trouw van anderen 'uit hoofde van verfchillende Staatkundige begrippen. Indien dan de titul van ons blad de gemelde geconfedereerde Sociëteiten niet affchrikt; of, by derzelver wetten, het leezen van fchriften als de onze niet verbooden is, raaden wy derzelver Leeden , onze aanmerkingen dien-aangaande , te leezen : of het noch mogelyk ware, om hen, op den weg der zedelykheid, waar van zy, zoo aanmerkelyk fchynen aftedwaalen, terug te brengen ! Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; jimfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve ftui ver het halve blad.  D E D E M-O-'Q RATEN. N°. 60. Donderdag den ?9 Juny 1797.. Het Derde Jaar der Bataaffche ViyhvJ. Een altyd traaf, jïahdyasüg 'man, Voelt door het dreigend oog yhn een vergramd Tiran1, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefclwkt. IIORATIUS. Over het verdenken van de goede trom van anderen, uit hoofde van verfch'ü. ' lende Staatkundigt-'liïgr-ippen. Jflet is buiten twyfe! , dat, daar alle burgerlyke .orc'enigfeeden en partyfehappen. ..op„ zichzelfs. befehouwd, voor alle Staten en Gemeenebesten ten uiterffen gevaarlyk zyn-; het gevaar daarvan aanfinerkelyk vermeerderd , naarmaate de byzondgce -partyën, in hunne handelingen en in het openbaar maken van hunne byzondere gevoelens , meer to> nen de blinde werktuigen van hunne belangen cn -driften te zyn, dan genegen om op eene bedaarde li» ernftige wyze de beginzelen, waarvan zy bejy-denis doen, als waar en wysgeerig goed aan.hun- ,ne tegenflanders aantepryzen. \ Zoo ang er redelyke wezens zuilen beftaan, en • Wysgeerte en zuivere Staatkunde geenen algemee. XI. D H EL. Y nen geest onder dezelve zullen verwekt hebben: met één woord, zoo lang er verfchillende. begrip. ;pen over alle vakken yan menfehelyke kennis zul■len plaats hebben, zoo tang ook zal het-r.atuurlyk, cn , wy meenen er dit, te mogen lyvoegen , heü. ■zaam blvvcn, dat niet alle;burgers van denzelfden ftaat, over ■ dezelfde onderwerpen van Zede-'en Staatkunde, op gelyke wyze, denken. ■ De rieye!en;! welke zoo veele jaren het licht eener algemeene verdraagzaamheid in zaken van den Godsdienst , onder onze Landgenoten hebben bedekt gehouden , beginnen allengs te verdunnen; maar, met ontroering worden wy dagelyks gewaar, dat de onverdraagzaamheid met betrekking tot  C T5o ) tot Staatkundige beginzelen en begrippen , daarentegen meer en meer veld wint ;. - dat men ook in ons Vaderiand de menfchen niet langer meêr be öordeeld, naar hunne innetlyke waarde en uitwen dige-bedryven, maar. naar het denkbeeld, het welk me. zich van de party , welkers grondbeginfelen. zy zyn toegedaan, vormt, Het lot derhalven, dat alle Gemeenebesten, die „oor ons beitonden, ten deele viel, en zoo veele braave cn deugdzaame Republikeinen van alle eeuwen tot flachiöffers van de miskenning en kwaadaardige verdenking van anderen.maakte, is dan ook. ons Vaderland en de ware en warme vrienden der. vryheid in hetzelve, befehooren. Reeds begint men met nadruk de maatregelen-, waarvan fommige Burgers zich in ons Vaderland , ten beste der algemeene Moeder bedienen, te verachten of te befpotten , niet omdat men ze in het afgetrokkens befchcuwd , als flech.t of verkeerd zoude kunnen vcrüorJeelen-, maar omdat ze niet- komen- van dis party die men byzonderlyk is toegedaan.. De toon welke fommige volks-gczelfchappen, meerendeelsuit. z ogenaatride fitzoenlykc Leden zaamgefleld , jegens hunne medeburgers , die andere byëenk'ömfien bywonen, opentlyk beginnen aantenemen, bewyst niet alleen genoegzaam- dat onbefchaafdheid niet enkel de charaSer.-trek van den zogenoemden gemeenen1 man uitmaakt ;• maar- tevens- dar het-verCjenken van de goede trouw van 'anderen , naar het oordeel en de zedenkunde van dergelyke Gemeenebestgezinde' Burgers, geoorloofd is■, dan wan. r,eer zoodanige anderen , niet op gelyke wyze als '?.y, over de middelen , ter bevordering van het algemeen geluk, denken. - Reeds voor lang zagen- Wy by de thands- heerlenende party in ons Gemeenebest, derzelver be•grppen en gevoelens?'omtrent1 fcyzendöre perfoneii. zich wyzigen naar de gedachten welke men koesterde omtrent de Staatkundige begrippen die zy aankleefden : zelfs z ig men weinige maanden na de revolutie , die zelfde perfonen , welke men korten tyd te voren als. listige Demagogen en volks-verleiders had uitgekreten, als brave Vaderlanders begroeten, hun ambten toevoegen: en ©m welke reden ? Qm geene andere , dan dat zy zich listig naar de omftandigheden gevoegd hebbende, van party waren veranderd; daaiëntegen heeft men anderen , wier e:geniiefde men te vergeefsch gevleid had , en na. hen. weinig tyds te voren met loffpraaken te hebben overlaaden, door den laster en een misdadig verdenken zien vervolgen, — om geene andere reden , dan dat zy hunne grondbeginfelen getrouw, naar dezelve hunne handelingen,, en geenzints de eerfle naar de laatfte lafhartig hebben willen verbuigen. Met eén woord, omdat z-y eerlyk en ftandvastig zyn gebleven.. Zoo lang deeze verdervende geest van partydigbeid, het geluk van byzondere perfoonen aanrandde, meenden wy hier van te kunnen zwygen: maarthans, nu men opentlyk geheele duizenden van achtingwaardige Volksvrienden', in de openbaare Nieuwspapieren aanvalt — nu eene Sociëteit van, (zich noemende) Gemeenebestgezinds Burgers re Amfterdam,. zich- kundig- mat' den. mantel van Vryheid. en Orde-omhangende — nu eene Vergadering van (zich insgclyks noemende) Gemeene'oestgezindeBurgers in den Haag zich niet ontzien, om door behulp van eene Rotterdamfche Courant en andere Bladen, hunne tegenftanciers als laaghartige en listig werkende Intriguanten, als gevaariyke Machinateurs, en als Ambten - zaeker.s , die by-de voortduring van den Staat der Revolutie,, belang zouden hebben, tragten - aftefchilderen, nu klinken'die toonen tefchei rtfri te verftaanbaar door geheel Nederland,, dm dat'wy het niet nodig, zouden achten, om mat behulp van ..; - .Wysr-  Wysgeerte en Zedekuflde, dien oaverdienden en 2oo zeer misdadige» aanval te helpen afwenden, en het haatelyke, gevaariyke en onzedelyke daarvan, zoo veel wy kunnen kenbaar te maaken. Zoo zeker als alle blinde partydigheid een gevolg is van onkunde en hoogmoed, zoo zeker zal men ook, by een bedaard onderzoek van zaken, moeten toeftemmen, dat hy , welke zonder genoegzame reden, de goede trouw van zynen medeburger, omdat hy andere Staatkundige begrippen dan hy, omhelst, verdenkt, een ontegenzegge'yk bewys oplevert dat hy en onkundig en hoogmoedig is. En dit zo zynde, wat moet men dan denken van de beiden adres]ren door de Amfterdamfche en Haagfche Sociëceittn van zekere Gemeenebestgezinde Burgers-, beiden van den 8 Juny dezes jaars, en in de Rotterdamfche Courant van den 13 Jüny aan de waereld medegedeeld? De toon, welke in dezelve heerscht, bewyst genoegzaam dat de Leeden der gemelde Sociëteiten , of wel derzelver meerderheid, in den trotfehen waan verkeeren, niet alleen dat zy meerder deugd "en braafheid bezitten, dan andere Burgers, die van hen-in Staatkundige denkwyze verfchillen ; maar ook dat zy alléén de onfeilbaren in den Lande vermenen te zyn. Hoe is het mooglyk dat adresfen , met zoodanigen openlyken geest van ftaatkundige onverdraagzaamheid opgefleld, zyn voortgekomen uit den boezem van Volks-gezelfehappen , welke de woorden van Vryheid en Orde ten leuze hebben aanganomen ? Niets fnooder kan er worden uitgedacht dan de bedryven zyner medemenfehen te veröordeelen, onder het ydel voorvyendzel, dat. zy met m'sdadige inzichten zoude zyn verricht : in zoodanig geval alléén , waarin de Hechte inzichten der geheele waereld blykbaar waren, zoude men -zich dit naauwlyks mogen veroorloven ; — maar V fnoode oogmerken , alléén, omdat zy mooglyk zyn,aan zynen naasten toetefchryven ; - hem te verdenken , is eene handelwyze, die veld winnende, geheel de aarde kan en moet hervormen in eei» woestyn, waarin de menfchen van zeden eivdeuyd yerbast-erd , als zoo veele tygers elkander vernielen. En daarënboven gevoelden de tellers en voorftanders dezer beiden ftuk'ken, het fchandelyke en outëerende, en het in tyde van burgerlyke oneenigheden gevaariyke dan niet, dat er in het verdenken van de gevoelens van zoo veele duizenden hunner Medeburgers gelegen is ? Hadden zy dan niet zoo veel kennis van het menfchelyk hart, dat zy begrypen kónden, dat zulk eene openlyke waardeering en veröordeeling van begrippen , dc menfchen die dezelve omhelzen , meer en meer moet vei bitteren, en derhalven den ontdoken toorts van burger.twist noch meerder doen ontvlammen? Niet* immers is natuuriyker dan dat elk eerlyk man, die zyne zedelyke waarde kent en gevoelt, van de zyde van zyn hart en dus in zyne ware eer aangerand wordende, een byna önvéfwmtafëli M iegens zynen aanvaller-moet bïyVen Voeden t en wat dan is hier vati het gevolg? Wat dan moet het gevolg van den laster , die de Amdeldamfche, Haagfche en meer andere Sociëteiten , zoo mild op de hoofden hunner andeis denkende medeburge-' ren hebben uitgeflort , wezen?... Naauwlyks durven wy het andwoord het geen op deze vragen natuurlyk past, hier ter neder fehryven: er zyn helaas! genoeg bloedende wonden waar aan het lieve Vaderland kwynt : de partyfehappen verwoesten genoeg deszelfs verzwakte ingewanden , dan dat wy by deze allen noch nieuwe zouden aanwyzen. Wy moeten echter zoo we! voor ons, als voor die onzer Landgenoten , welke over de middelen tot Nèêr^ödSs Volks-geluk-, met de meerderheid der Leeden van de meergenoemde Sociëteiten verfchillen ,  len, noch aanmerken: dat byalle vólken in alle tyden, waar de meerdere rykdommen en beboeftens de list en gouddorst hadden doen geboren worden, het beflendig een der hoofdtrekken van de ware Intriguanten en Gelukzoekers heeft uitgemaakt , om de goede-trouw hunner cerlykc tegcnflanders verdacht te maken,, ten einde daardoor hunne eigen kwaade trouw te verbergen om zich juist van die woorden ten leuze te bedienen , welke hen het best gefehikt toefehencn , om de daar tegenovergefielde oogmerken te bereiken.. Een trouwloze 'Catilina en een heerschzuchtige Ccsfar, hieven de luide kreet der Vryheid aan , wanneer zy de flaverny hunner medeburgers in het hart voedden.— De Jppuisfen onder zoo veele natiën, verborgen zich mede beflendig en listig achter het masker van gewaande Wetten en Orde, en noemden den tegenfland der volken aan hunne heerschzucht en onderdrukking , landverraad en oproer. Zoo beflempelde een Philips de Tweede den heiligen opfland onzer Voorvaderen met den naam van hei. ligfchennis en muitery ; en noemde den onflerfly. ken Hendrik van Brederode , het hoofd der verbonden Nederlanders, een berooiden Fortuinzoeker en een Bedelaar. Zoo nani een Maurin deydele klank van rechtzinnigheid in den geloove te baat, om een eerlyken Oldenbarneveld fira.Teloos te kunnen vermoorden. — Zoo eindelyk moest den naam van Landverraader dienen, om de groote de Witten\\\Wzr. kers te fluiten, en hen aan de woede van het bloedig fchrikbcwind door Oranjs befUitird, optcüfferen. Dit was het, tandgènotei! het geen wy meenJ den te moeten zeggen — niet ter verdediging van het Staatkundig gevoelen van hen en ons, die andere begrippen, dat de genoemde Sociëteiten koesteren;'de 'handhaving daar van blyve der waarheid aanbevolen, en zal altyd een fteunpunt vinden in de eer en het geweten van hen, die naar een ryp onderzoek met eerlyke inzichten hetzelve omhelst hebben; — maar wy fchreven dit vertoog, om, zoo mooglyk noch de fieeds veldwinnende politieke onverdraagzaamheid te helpen verbannen, om het ftelzel van Staatkundige kettermakery te ontzenuwen — het onzedelyke daarvan aan het licht te brengen; en de voorftanders van Wetten en Ords van achter hunne maskers te vertonen; zoo als zy waariyk zyn — als onbedachtzaame en onrechtvaarJ dige vertreders van die Orde, welke de zedekunde in alle maatfchappyën , tot derzelver inftandhoudi.ng, heeft daargefleld. Dit echter; vrienden des Vaderlands en van uwe Medeburgeren l dit echter doe u den haat uwer tegcnflanders met geen wederhaat, hunnen laster met geene gelyke ondeugd beandwoorden — dit zoude niet minder de grondbeginfelen der zedekunde kwetzen, dan het gedrag uwer vyanden. — Integen* deel beoordeelt hunne daden naar derzelver waarde , niet naar de perfonen die dezelve verrichtten _ noemt nimmer waarheid bedrog, en vernist het laatfle niet met het vernis der waarheid, b denkt niet, dat alle die met u op gelyke wyze den- ken ,  C Ï53 ) Onze Politique toeft and met Pruisfen getoetst. ken, daarom alléén braave en oprechte vrienden der vryheid zyn, — Dat nimmer de regelen welke gy en uwe vrienden volgt, by u, zoo als by uwe party, de plaats der Zedekunde inneemen; noch de zucht om te twisten ', die van een eerlyk hart en waren roem! Zoo, en anders niet, zult gy den laster doen verfiommen : — de waarheid en de reden zoozy aan uwe zyde zyn , zullen eenmaal den fluijer oplichten, waar achter ftaatkunde en bedrog de fnoodfle be¬ doelingen verbergen; — zy zullen het tegen woor' dig geflacht of misfchien eerst de nakomelingfchap doen zien, wie op het einde der agttiende eeuw, de ware vrienden van het gemeenebest — de echte voorflanders van Wetten en Orde zyn, gy, of zy, welke dezen naam voeren, Iii dit vooruitzicht, mogen wy in voorraad den laster verachten en den fchimp onzer vyanden met voeten treeden! Met eenige verwondering, maar tevens met geen weinig genoegen vernamen wy uit het dagblad der Nationale Vergadering, dat de Pohtique relatiën tusfehen het Pruisfifche Mim'flerie en het Bataafsch Gouvernement weder ftonden hervat te worden. — Het was ons niet ten eenemaale onbekend, dat cr Zedert eenigen tyd gewichtige pogingen aangewend wierden, om dit heilzaam werk te voltooijen, maar nimmer hadden wy durven denken , dat dit door alle de kronkelpaden der Diplomatique onderhandelingen henen, zoo fehielyk zoude ten einde gebracht zyn en zoo fpoedig het gewenschte oogmerk bereikt hebben. Het Bataaffche Volk heeft ten dezen opzichte aan zynen Bondgenoot verplichtingen, die het nimmer dan met dankbaarheid behoort V 3 te erkennen, en de Franfche Minister by het Pruisfiesch Hof de Burger Caillard , verdient, door zyne in dezen wel belegde en welmeenende handïl. wyze, de achting van een oprecht, welmeenend en dankbaar Volk. Door dezen flap heeft ons lieve Vaderland veel gewonnen. Het ziet hierdoor eene corresfpondentie geopend, waardoor het, by eene verrtandig gedrag, de genegenheid van een machtig nabuur^voor zyne nieuwe orde van zaken, kan verwerven , en te gelyk vind het hier door zyn tegenwoordig Gouvernement llilzwygend bevestigd. — Wy zien niet, dat er In het tegenwoordig tyd: flip,-  ■Ciip, met betrekking tot deze Mogendheid, meerder zoude kunnen, meerder zoude behoren be. geert te worden. Wy weten wel , dat het weldenkend gedeelte van het Baaafsch Volk, van zyne vryheid jaloersch, eenen adder meent te ontdekken , waar wy verzekeren konnen, dat niets geheimzinnigs verholen ligt ; ook is het ons niet onbewust, dat eene zekere party het Fransch Gouvernement heimelyk hatende, -alle flappen, dewelke hetzelve voor ons onderneemt, verdenkt,en dezelve listig voorflellende, de geest van het volk van haren Bondgenoot tracht aftetrekken; doch by eene onpartydige overweging van dit nieuwlings gebeurde, zal elk onbevooroordeeld liefhebber van zyn Vaderland, met ons gaarne -alle verdenking doen wegvallen, en het Bataaffche Volk, met deze gewichtige verandering, harte!vk geluk wenfehen. ( 154 ) der zelfs als de waardigheid van een vry en onafhangelyk Volk Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid Een altyd braaf; flandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift dos volks, dat hem tot euvel Mti, Zyn vasten geest grfclwkt. ho r ati us. BURGERS DEMOCRATEN! ■Voor ëem'ge dagen het eerde deel van uw.weekblad doorbladerende , viei myn oog op hei tweede Kommer, en hetzelve aandagtig doorlezende, trof my de juistheid der lesfen n elke Don Quichot daar in aan zynen vriend Sancho geeft, zoodanig.dat ik, my naar bed begevende, niet nalaaten konde er nog geftadig aantedenken. — Dit was misfchien de oorzaak, dat ik in den vroegen ochtesddond , wan. neer de droomen zich meestal duidlyker en klaarer -aan den geest vertonen, en waar in het bygeloof,er zelf eenen zekeren graad van waarheid aanhegt, op het zelfde onderwerp voortdroomde, en daar die droom, zulk eenen diepen indruk op myn gemoed maakte, dat dezelve vast in myn geheugen geprent bleef, ftelde ik hem, zoo dra ik my uit het bed begeven had, op het papier, en zend hem UI. hiernevens, ten einde er zoodanig gebruik van te maken, als Gyl. zult nodig oordeelen. Ik droomde dan, dat ik my in Madrid, de boofdftad van Spanje bevond, en uit nieuwsgierigheid üie II. Deel. ■plaats doorl-ruiste ; — de Vryheidsboomen, welke .ik op ouoerfeheidene openbaare plaatfen geplant zag, — de Nationale Guardes , die ik zag optrekken, en de woorden Vryheid, Gelykheid en Broederfebap, weiken ik ontwaar wj.erd, boven alle Publicatiën.die ik op de hoeken der ftraaten en aan de publieke gebouwen zag aaageplakt, toonden my wel dra dat cr ook in dit Land een Staatsomwenteling had plaats gehad; ik verblyde my dat de vryheid ook haren weldaadigen invloed in het verblyfder domheid en dweepzucht verfpreidde, en zogt met yver naar de gelegenheid, om cr het.een of ander gelukkig uitwerkzel van te zien. Na verfchcidene draaien doorwandeld te hebben , kwam ik eindlyk aan een groot gebouw, waarvan de deur open dond, en waarin ik, terwyl ik naderde, alle ogen. b'ikken burgers van verfchillende dand zag treden ; ik befloo.t hieruit , dat er in dat gebouw de eene of andere openbare vergadering wegens landszaken gehouden wierd, of dat het eene publieke Volkssociëteit was, e» waagde het dus nevens de andeX R0  li 158 ) ren naar binnen te treden; san de regterhand vond ik terdond eene Zaal , waar in ik eene menigte perfonen verzameld zag, die of zagt heen en weder wandelden, of ftil en vry koel met elkander fp-aken ; zoo dra ik er uitrad , wierd my mynen naam afgevraagd , en men fchreef denzelven op ; ik begreep riet wat uTf beduidde, en flond gereed er aan den een' of anderen de reden van te vragen, toen één der aanwezenden naar my toetrad, en my met een geheimzinnig gelaat vraagde , ,, wat komt „ de burger verzoeken?'* niets, andwoordde ik hem; — ,, komt de burger dan eenig rapport doen ?" — neen , z;ide ik, ik ben een vreemdeling , en hier enkel uit nieuwsgierigheid binnen getreden; ó zeide hy, terwyl zyn gelaat ophelderde , dan zal ik u wel voorlichten. Gy zyt hier in het huis van een Reprsefentant des Spaanfchen Volks, die op dit oogenblik audiëntie verleent, en het is ten dien einde dat men uwen naam heeft opgefchreven, om zich uwer te errinneren, wanneer uwe beurt komt, of wanneer gy tot eenen volgenden dag word uitgefleld, 't geen nu en dan nog al eens voorvalt, de meeste lieden , die gy hier ziet , folliciteer-en na het een of ander ambt, en het is daar aan het einde der Zaal, waar gy die deur zoo dikwerf-open en toe ziet gaan, dat zich de Repraefentant bevind,die ons één voor één gehoor geeft; maar het zyn helaas! de verdienstlykfren niet die het eerst binnen gelaten worden; — zoud gy wel kunnen geloven, dat als ik myne oogen rond laat gaan, ik hier verfcheidene perfonen zie, die tot op 't ogenblik der gelukkige omwenteling toe, nog flerk aan de belangens van 't Hof gehegt waren, cn intusfehen zyn het die , welke dikwerf boven anderen worden voorgetrokken, en verdienstlyke burgers , zoo als ik, die reeds jaren lang in dezelve gevoelens geweest ben, er altyd vooruitgekomen, en veel om geleden heb, moeten agter daan; maar ik moet af breeken, en myn belang eischt, dat ik het gunflig ogenblik niet late ontflippen, van binnen te geraken. Jk vond my indedaad door dit gefprek ge* fprek genoegzaam voorgelicht, en begreep duidlyk waarom alle deze lieden zich onderling zoo behandelden , en daar ik overtuigd was , dat "elk der aanwezenden my heizelfde zoude zeggen, en z;ch alleen als den verdienstlyken man befchauwen , was ik gereed om te vertrekken, toen er onverwagt in het voorportaal een vreeslyk gerucht ontdond ; — met eene gebiedende ftem , hoorden wy zeggen: ,, ik moet binnen gebracht wor„ den, en wil hem fpreken", en op bet ogenblik zagen wy op een foort van rustbed, 't welk van eenen zeer antiquen fmaak was, een eerwaardig grysa'ard binnen dragen , dien ik in myn drooni terfiond voor Don Qaichot erkende ; terwyl men hem nederzette , waren de knechts van den Repraefentant, die den achtbaren toon van Don Qui. chot niet hadden kunnen tegenfiaan , naar binnen gelopen, en hadden hunnen meester van het voor,val kennis gegeven; —— de deur aan het eind van 't vertrek, vloog open , en een klein en overmatig dik man, die niets deftigs aan zich had, kwam de Zaal inftuiven, terwyl hy in drift met een ruwe 'ftem uitriep :. —- „ Wie is er zoo infolent van my in myne bezigheden te komen Hooren, „ en met geweld tot in myn gehoorzaal te drin„ gen , om my den nationalen tyd te doen ver„ kwisten"! Onder 't uiten van deze woorden, was hy tot aan het rustbed genaderd , maar hoe verfchrikte Sancho Panca, (want !,y was het) toen hy zynen ouden meester voor zich zag ; — zyn geweten berichte hem terfiond de beweegoorzaak van deszelfs komst; — de fchuld vloog hem in 't aangezicht, en bevende en flamelende flond hy daar als voor het opperde gerichte; hy trachte zich echter zoo veel mooglyk te herdellen , en den toon willende aannemen, welke hy dacht dat aan zyn' gewichtigen post voegde, begon hy al ftotte-, ren-  ( U9 ) *ende en onder het maken van verrcheide fiyve buigingen tegen Don Quichot te fpreken ; zyt gy hst myn oude en waardige vriend? wel dat lompe volk! maar waarom hebt gy u niet vooraf laten aandienen ? — Ik zou het my tot een geluk gerekend hebben! u te ontvangen, en u op eene voegzamer wyze te doen hierko' •men; myne koets hier zag hem Don Quichot met verontwaardiging aan , en viel hem in de reden: hoor Sancho ! zeide hy, laat ik by „ veele nuttige lesfen, welke ik u in vroeger da» gen gegeven htb, nog deze voegen, dat wanV, heer iemand van den zoogenaamde welleven\, den toon en manieren wil gebruik maken , hy „ er van jongs af aan toe moét opgevoed zyn, of „ hy verraad terftond wat er in 't hart omgaat, „ en dat aan een man, dien het geluk boven zy„ nen kring verheven heeft, de eenvouwige ron'„ de toon van zynen eeriien ftand veel beter voegt „ dan de kwalyk naargebootfte manieren en houding "„ eenes hovelings; voor rt overige ben ik hier niet „gekomen, om ptichtplegingen met u temaken,* „ myn oogmerk was alleen om te beproeven, of ik „ een man aan de deugd kan wedergeven, en ten '„ dien einde moet ik u eenige zaken voor oogen houden."" Gaarne , gaarne, zeide Sancho, wil -ik alles van u horen, maar zult gy niet eerst binnen ko' Ken! deze plaats is-niet gefehikt ,, 't Is ,, juist op deze plaats, hernam Don Qf.tichot, en wel „ ten aanhoren van deze lieden, dat ik u myn ge„ voelen over uw gedrag wil zeggen ; — verma,, ningen te ontvangen , wanneer men gedwaald „ heeft, is geene vernedering zoo dra men inde,, daad voornemens is zich te beteren; wanneer gy u dus deze kléine foort van boete gewillig on,, derwerpt , zal het my ten teken zyn , dat gy „ nog niet geheel verloren zyt, en dat ik u mis„ fchien wcêr eenmaal myn Vriend en myn Zoon zal kunnen noemen , maar- wanneer gy de val>, fche fchaamte zeo ver brengt, dat gy in 't X „ oog uwer medeburgeren nog een groot man wilt ,, fchynen , terwyl gy intusfehen geheel van 't ,, fpoor gedwaald zyt , dan heeft de valfche eer „ in uw hart de plaats van ware grootheid irge. „ nomen, en gy zyt voor geene verbetering meer vatbaar; kies dus Sancho tusfehen myne vriendfchap en myne verachting ; als gy één voet van „ deze plaats verzet, zonder my alvorens gehoord ,, te hebben, ziet gy uwen ouden meester nimmer „ weder, en hy zal in zyne eenzaamheid het let ,, van zyn Vaderland gaan betreuren, dewyl zelfs •„ hy, dien hy van der Jeugd af aan, door zyne ,, lesfen en door zyn voorbeeld , den weg tot de „ ware eer gewezen had , aan de beguichelendc ,. verleiding der valfche grootheid geen weêrftand •„ heeft kunnen bieden." — Hier zweeg de Grys. aart flil, en zag Sancho Panca met een geflreng oog ftrak in het aangezigt, die van zynen kant zich diep vernederd , en tot beneden het py! van zyn vorig niet gedaald voelende , geen woord konde uit. -brengen; — hy leunde met zynen arm cp den rand van 'het hoofdeinde van 't rustbed, en bleef daar in eene half gebogene houdjng en met neêrgeflagene oogen, ftilzwygend ftaan. Alle de aanwezenden Waren door dit toneel verbazend getroffen ; — dedeftige aanfpraak van den Grysaart en de demoedige houding van iemand die nog zoo kort te voren zulk eenen hogen toon gevoerd had , maakte den diepflen indruk op de'gemoederen ; men hoorde niemand fpreken, ja fchier geen ademhalen; — alles was oog en ooren! — Don Quichot eindlyk het flilzwygen van Sancho voor een teken van onder, werping nemende, fprak hem aldus aan* ,, Gy weet Sancho 1 hoe ik u federt een reeks „ van jaren, de liefde tot de deugd en tot de ware „ eer heb zoeken in te boezemen, en hoe ik er de „ liefde tot het Vaderland, en de Vryheid heb bygevoegd, zoo dra ik overtuigd was vandedeugda „ lyk-  ( 160 ) „ iyfliëtd der begmfelën, waarop het nienwe Stel. „ fel van Vryheid en Gelykheid gebouwd wierdt; — „ de lesfen welken ik u gaf, toen gy de eerfie., maal, door het vertrouwen, 't welk de burgery ;, van onze kleine plaats in u Heide, tot Raad der ,, Gemeente verkozen wierdt, kunnen u niet ver,. gcten zyn, dewyl' gy er toen zulk een nuttig ge„ biuik van gemaakt hebt; — gy zult u ook erin„ neren, wat ik er nog heb bygevoegd, toen gy „ om uw braaf gedrag tot eenen hogcren kring be„ ftemd, en Lid der Nationale Vergadering wierdt; „ — ik zag u met blydfchap tot dien post.verhe„ ven, om dat ik u als mynen Zoon beminde, en ,, ftaat maakte op uwe deugd; — 't geen hem aan „ kunde in fommige vakken ontbreekt , dagt ik, , zal hy "door eerlykheid en gezond verftand ver- goeden; hy moge in het hooge Staatkundige niet ,, bedreven zyn, maar ik heb hem toch genoeg het belang van zyn Vaderland , en de Rechten van „ den Mensch en Burger leeren kennen, om hem „ die by alle voorkomende gelegenheden, en in„ zonderheid by het bepalen van eene nieuwe Staats„ verordening te doen aankleven, en zyne braaf„ heid flrekt er my ten borge voor; — ik ver„ heugde my reeds in het bly vooruitzicht van u „ van alle zyden als één' der eerlykfle Volksverte„ genwoordigers te hooren pryzen , cn de zoete ,. hoop, van, daar myn krank lichaamsgeftel en ,, zwakke zielsvermogens, my beletten op eene ,, andere wyze werkzaam te zyn, echter door het ,, vormen van een nuttig burger mede iets tot heil „ van 't Vaderland te hebben toegebragt, trooste ,, my over uw afwezen. — Denk dan eens San„ cho! denk, hoe bitter het my vallen moest, „ toen ik in myne eenzaamheid van alle kanten ,, vernam, dat gy van het rechte fpoor afgeweken „ zynde, uwen vriend vergeten, zyi:e lesfen inden „ wind gelLgen, — en het pad der deugd verlaten „ fod ! — Langen tyd wilde ik er geenJg'eloof aan „ flaan, en 'tragte u op alle mooglyke wyze te ver^ „ dedigen, maar toen my eindlyk het Dagblad der „ Handelingen van die hooge Vergadering, waar,, van gy Lid zyt, in handen viel, toen moest ik V, myne eigene oogen wel geloven. — Hoe is het „ moog'yk, Sancho! *geene ééne van de lesfen ,, welke ik u gegeven heb, is door u opgevolgd, „ in plaats van bedaard, maar flandvastig, — „ werkzaam maar zedig, — in kleinigheden toe-' „ gevend, maar in het wezen der zaak onwankel„ baar aap de grondbeginzelen getrouw te zyn; „ heb ik u oplopend en zwak, — traag en ver,, waand gezien , — aan alle kleinigheden blyvende ,, hangen, en daar uuren tyds meê verfpillende, „ ee in zaken van het grootst belang zulk een weif-„ felend Systhema aanklevende , dat ik het in de „ daad niet meer herkende. Hoe dikwerf heb „ ik u geraden van in uwe advifen kort en klaar ,, te zyn, en in plaats van dezen raad op te vol„ gen, heeft u de verwaandheid in zoo verre be-; ,, dwelmd ; dat gy het Spreekgeftoelte beklom„ men, en eenige uuren tyds in wartaal verfpild ,, hebt; waarfchynlyk heeft u de eigenliefde inge„ fluisterd, dat gy de bekwaamheid en degeflepene „ tong van zommige redenaren bezit, die hunne „ ilegte oogmerken onder het fchynfchoon vernis „ der welfprekenheid weten te verbergen, maar gelukkig veor het Vaderland, heeft u de natuur ,, en de opvoeding die gevaariyke eigenfehappen ,, geweigerd, en gy hebt niets uitgewerkt, dan u „ zelve befpotlyk te maken. — Hoe dikwerf zeide „ ik u niet, dat ware deelneming in 's Volks ge„ luk, en gedurige aanwezenheid op zyn' post, de ,, voorname vereischten zyn, van iemand die in „ gewichtige Bedieningen geplaatst is, cn dat men „ zich nimmer ten halve voor zyn Vaderland moet ,, opofferen, en echter heb ik u gedurig gemengd ,, gezien, onder dien hoop, van wezens, die ze. „ ker zynde, van hunne welbeleide cabale, de fcljoen-  „ fcboonfia vertogen hunner Medebroeders over de „ „ zuivere grondbeginfelen van Vryheid en Gelyk- » „ heiJ , met de koelbloedigfle onverfehilü^eid ., „ aanhoren. — Telkens ben ik daarënboven uwe ,, „ afwezenheid ontwaar geworden, en in de zaken , „ van het grootst belang, heb ik veeltyds uwen „ „ naam, en dien van een aantal uwer Medebroede- „ „ ren tot ülieder eeuwige fchande niet op de Stem „ „ lyst gevonden« _ hoe zult gy dit by de Natie ,, „ verandwoorden? — 't zy het uit zwakheid ge- , „ fchied is, om uwe gevoelens niet te dutven ui- , „ ten', uit vrees van de vriendfehap van zommige , „ Lieden te verliezen , het zy uit onvergeeflyke • , „ nalatigheid in uwen plicht, in beide gevallen zyt , „ gy misdadig-, —- door de Cabale niet onder de , „ oogen te durven zien, geeft men dezelve kragt, i ' doet haar triumpheren, en werkt dus mede tot L den ondergang van 't Vaderland; — wat denkt gy, dat het lot van eenen foldaat zyn zoude, die '„ in 't gezicht des vyands zynen post verliet, en ■'■ bem daar door gelegenheid verfchafte van een ' voordeel te feehalen? — Dezelve, ja nog groo. „ ter verplichting 'ligt op u, dan op eenen Krygs„ man, en zoo lang Staat- cn Geldzucht, de voornaamfle dryfvearen der mcnschlyke daden zyn, „ hebt gy in elke Staatsvergadering den vyand voor „ u. Beef dus, dat de Natie u niet eenmaal over ,, uw plichtverzuim ter ftraffe vordere. — En hoe „ hebt gy eindlyk met dien heiligen plicht gehandeld, welken ik u zoo ernftig onder 't oog ge„ bragt hebt, van namelyk het heil van 't geheele X 3 Volk altyd tot uw doelwit te hebben, en a'le byzondero belangens , wanneer de noodzaaklykheid bet e'sclu, aan het algemeen belang op te ofFf^reni hoe dikwerf heb ik u getoond, dat de Staatsomwenteling, die thands plaats heeft, alleen om den wille des Volks is,, - dat de toeftand van het volk er wezenlyk door meet verbeterd worden, — dat de geheele Oppermacht eigenlyk in den boezem des Volks berüst, „en dat zonder dat grondbeginzel, benevens dat , van Üeiykhdd in Rechten, aan te nemen , de Vry, heid niet beftaan kan - toen juichte gy myne j redenen toe, en beloofde my plechtig die gevoej lens fteeds te zullen aankleven, en wat hebt gy , intusfehen voor dezelve gedaan? hebt gy alle , voorkomende zaken wel aan dezelven getoetst ? , Hebt gy by alle gelegenheden voor den invloed i van 't volk gezorgd? — Hebt gy gezorgd dat „ die invloed vry gemaklyk, fpoedig, en als de l nood het vordert kragtdadig ka» werken?Kortom „ hebt gy uwe vermogens in het werk gefield, om „ de Oppermacht des Volks, (wanneer het zulks „ begeert) ten allen tyde te doen eerbiedigen ? — „ Neen, Sancho! immers, neen! gy hebt integen„ deel geheuld, met de gewezene graNdes van „ dit Ryk; — gy hebt met hen famengefpannen, „ om de zaken zoo te fchikken, dat zy in eene „ andere gedaante, en onder eenen anderen naam, „ de Natie even willekeurig kunnen regeeren, als „ voorheen gefchiedde ; en wat hebt gy hier mede ;, bedoeld? — Eigene grootheid,? — Elendeling» „ Kent  j Kent gy das het fneflschdom fiog niet genoeg, om te weten dat die zelve grand es in u, „ (leeds den geringen Arbeider befchouwen, die „ gy te voren waart, — dat Zy u nu flechts aan hunne tafels dulden, odEat zy u nodig hebben, ,, maar dat zy den prys der gerechten en den graad ,, der plichtplegingen berekenen, waar voor gy te '„ koop zyt, en onder elkander u agter den rug uit„ lachen ? Begrypt gy niet, dat zoo dra zy hunnen „ wensch volkomen zullen verkregen hebben, en „ vast in den zadel gezeten zyn, gy nauwlyksmeer een groet van hun zult erlangen, en dat zy liever i, met hunne vyanden, die hen in rang gelyk zyn , „ zullen omgaan, dan dat zy met u verkeeren zou» den ? — Eu hier aan hebt gy uwe eer opgeöf}, ferd! — Én uit dezen omgang, (waarin gy toch % nooit op uwe plaats zyt,) ontftaat de belagchlyke ,, hoogmoed, waar door gy u by anderen weêr i, fchadeloos zoekt te ftellen, wegens de vernede„ ring, welke gy by hun moet ondergaan; eene „ hoogmoed waarvan ik zoo even nog de haatlyke „ uitwerkzels ondervonden heb; — eene hoog„ moed waarvan alles hier getuigenis draagt. ■—. „ In de daad Sancho! wanneer ik my erinner, 3, dat ik uwe uitrusting heb moeten bekostigen, „ toen gy naar de Hoofdflad vertrokt, wanneer 5, ik daar by naga, dat gy flechts een matig daggeld „ hebt, dan kan ik fiddren op het denkbeeld van „ dit paleis , en van de weelde die ik er zie t* plaats hebben; — zoudt gy, zeide hy, zyne Jlem „ verzagtendt, by uwe andere flegtigfeeden, de „ misdaad gevoegd hebben, van ontrouwe handen „ aan 's Lands fchatkist te flaan." _ Dit verwyt kon Sancho niet verdragen, hy hefte voor d'eerflemaal het hoofd op, en zeide, neen waarde Meester! hier aan ben .ik onfchuldig; ik heb dezen rykdom door eenen eerlyken handel verkregen; — er zyn fomtyds gelegenheden, welke iemand die mede aan 't roer van Staat zit, en in de geheimen is ingelyft, vooruit kan zien en weeten, en daar-; van heb ik alleen gebruik gemaakt; _ dit is Koop^ handel. _ „ En noemt gy dit eenen eerlyken han„ del?" hernam don quichot; „ ó! hoe beves„ tigt gy het gezegde, dat het alléén de eerde flap „ naar de ondeugd is, welke ons hart moeite kost, „ en dat men in eiken dand voorwendzels weet te „ vinden, om de flechte handelingen waarvan men i, in denzelven gebruikt maakt, te bcglimpen. j i *» Noemt gy dit eenen eerlyke handel, wanneer gy ,, van den ongelukkigen toefland van 's Lands Fi„ nantiën gebruik makende , dezelven nog meer „ drukt, om naderhand zoodanige maatregelen „ noodzaaklyk te doen worden, waardoor gy uwen ,, rykdom vermeerderen kunt, en waardoor gy dus „ fpeculeert op het algemeen verderf ? — en zoo „ gy door uwe handelingen 's Lands fchatkist al „ niet rechtsflreeks benadeeld hebt, durft gy het dan nog eenen eerlyken handel noemen, wanneer „ gy misbruik makende van geheimen, welken gy ,, alleen uithoofde van uwen post kunt weeten, aan "„ anderen, die van dezelven nog onkundig zyn, hun ii goed tot eenen geringen prys afknevelt, daar u » op  g op hetzelve ogenblik de meerdere waarde, door „ het in 't geheim genomen decreet reeds bewust * is,- heet dit niet veeleer misbruikmaken van 4, de goede trouw, en zynen naasten op eene fchan„ delyke wyze bedriegen ? Men moge aan eenen Koopman toeflaan dat hy er gebruik van make,' „ wanneer hy op de eene of andere wyze vroeger ,, dan zyne medehandelaars van een voorval onder. rigt word, maar zoo dra iemand de Raadsverga„ deringen by woont, en daardoor onderrigt is, van „ de maatregelen die er zullen genomen worden; „ dan moet hy die buiten de Vergadering als 'r ware „ voor zichzelve verbergen , en vermag er althands „ geen gebruik van te maken , of hy word misdadig wanneer men hier eens over henen flapt, gaat „ men al ras verder, en men doetfomtyds de miatre»t êelen g'boren worden, naarmate men zynekansrekeit ningen gemaakt heeft, en offert dus het algemeen '„ geluk aan zyn byzonder voordeel op. — Hoor „ Sancho ! wanneer men zynen Vriend redden wif, „ moet men de uitdrukkingen niet verzagten; — 't geen gy gedaan hebt is verfoeilyk; het is in het wezen der zaak, (ik fchrik om de uitdrukking te „ gebruiken! het is) diefstal; ieder eerlyk man houd het daarvoor, en gy hebt eenen altydduren,r de blaam op u geladen; — men moge nu, zoo„ lang gy dezen post bekleed, het. u uit zwakheid „ of vrees niet in 't openbaar verwyten, maar fleeds „ zal men het elkander van oor tot oor influisteren, '„ en tot aan uwen dood toe, zult gy achter uwen „ rug met vingers worden nagewezen; — daar gaat „ hy, zullen zy zeggen, die zich fen koste van 't „ algemeen verrykt, en duizenden van zyne mede. „ burgeren in 't ongeluk geftort heeft! ó Sancho 1 hoe „ hard valt my dit denkbeeld! hoe fmartlyk is het „ voor myne ziel, de vrucht van zoo veele jaren; „ in zulk eenen korten tyd te zien verloren gaan i ,, waart gy flandvastig in uwe gevoelens gebleven,, ,, en het fiachtöffer van uwe braafheid geworden; — ,, had men u in deo kerker geworpen, — van uwen „ post ontzet,en waart gy ontbloot van alles by my „ terug gakomen , met welk eene blydfchap ea hartlykheid zoude ik den eerlyken man, — my,, nen vriend, aan mynen boezem gedrukt hebben ! „ Maar nu , — nu — ö myn Zoon L" — Hier .wischte de Grysaart eene enkele traan af, die langs zyne dorre kaken rolde , en Sancho die nog niet geheel bedorven was , en by wien het weinigje deugd, dat hem was overgebleven, door deze ge'ilrenge aanfpraak weer levendig gemaakt wierd , begon hard op te fnikken, en terwyl hy op zyne eene knie voor het rustbed nederzakte, en de hand van Don Quichot aangreep, die hy met tranen befproeide, riep hy uit : ,,-ö Myn Vader, tr>j-n-*Wnd! myn weldoener! hoe diep heeft my uwe beflraf„ fing in myne eigene ogen vernederd ! ik wil ,, niet eens de ontfchuldiging maken , dat ik in „ zommige zaken geen doorzicht genoeg hadt, en ,, misleid ben; neen! ik gevoel de verfchriklyke waarheid van al wat gy my gezegd hebt,' „ maar als gy uwen Zoon niet verlaat, is hy niet „ geheel verloren; de deugd herneemt in dit oo- geng  ( 1*4 ) Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sH*ge, van Cleef en Leenweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beets en Doosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, cn ééo en een halve fttuvsr het halve blad. „ genbiik haar gebied over myn hart, en ik word „ haaien gezegenden invloed reeds gewaar; — ik „ zal van myne dwalingen terug keeren, en rtand„ vastig de lesfen volgen , die gy my gegeven ,', hebt, — alle ongelyken; welken ik heb aange. „ daan , zal ik zoo veel mooglyk herttellen, en myn „ kwalyk verkregen goed, zal ik op het ahaar der „ vryheid aan het Vaderland offeren; maar myn Va'„ der gy hebt myne zwakheid gezien, verlaat dus „ uwen Zoon niet; — blyf by my, zoo lang ik ï, dezen gevaarlyken post moet bekleden; — on„ derfteun my met uwe lesfen, en met uwen wyzen „ raad, en houdt in myne ziel die gevoelens leven„ dig welke gy er zelve hebt ingeplant, en wan;„ neer myn moeijelyke taak zal afgelopen zyn, „ zullen wy te zamen, naar onze eenzaamheid we"„ derkeeren." — Ja , riep de geheele Vergadering, die in de hevigfle gemoedsbewegingen dit toneel hadt bygewoond, ja waardige grysaart, edele man', b'yf by hem, verlaat uwen vriend niet; — door «wen raad geleid, zal hy misfchien de redder van zyn Vaderland zyn, en gy zult in uwen ouderdom nog een heerlyken dienst, aan hetzelve bewezen hebben. 6 Hemel! fprak Don Qjdchot, terwyl hy Sancho in zyne armen drukte, ik dank u, dat ik dit gelukkig ogenblik heb mogen beleven , dat ik myn' Zoon heb wedergévonden , en een man aan de deugd, en een goed burger aan den Staat heb wedergegeven ; mogt ik nu in dit heuchlyk tydftip naar een beter oord verreizen , om niet weêr de proef van de zwakheid van 't menschlyk hart te moeten aanfehouwen. - Hier vond zich de Grysaart door de verfchillende driften welke hem beurtlings gefolterd hadden, zoodanig vermoeid, dat hy langzaam aan, in eene zagte flauwte nederzeeg; een ieder vloog om hulp, de één hier, —de ander daar, en in 't midden van die verfchillende aandoeningen, ontwaakte ik plotsling. Ik voelde, toen ik wakker wierd, my 't hart nog jagen, de tranen vloeiden my langs de wangen, en ik was nog een geruimen tyd, eer ik my verbeelden kon gedroomd te hebben.  DE DEMOCRATEN. tSV 8!«,«» thsMfolpte .KS&fAü'm (fa éifir&k nVt" CTb-ów Hoi* n4.i.„f -i .... . * 1 IS°. 62. Donderdag den 13 >^ 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HOR.ATIUS. benige Aanmerkingen, over het nadeel door eenige publieke Schryversyaan de zaak der Vryheid toegebragt wordende. Het is eene ontwyfelbare waarheid , dat zy die heerschzuchrige oogmerken koesteren , en zier voorgenomen hebben , zich als dwingeland ovei eenig Volk op te werpen, geenen beteren weg om tot dit einde te geraken , kunnen inflaan, dan di( Volk door geheime inblazingen onderling te verbitteren, partyen aan te kweken, hetzelve tegen de plaatshebbende orde van zaken inteneemen, over alle daden van het Beftuur een valsch daglicht te verfpreiden — elke daad van hetzelve aan verkeerde of misdadige bedoelingen toetefchryven; en langs deze wegen het volk moedeloos, wantrouwend en wars van de beflaande vorm van beftuur te maken. — Niet zelden zyn deze middelen door onderfcheidene overheerfchers in verfchillende II. Deel. tyden gebezigd, en aan dezelven kan men vooral den val van een aantal Gemeenebesten der oudheid toefchryven, en zelfs in latere tyden zyn onder anderen in deze Gewesten voor de verfchillende omwendingen, ten behoeve van het huis van Oranje, deze wegen met een gewenscht gevolg voor hetzelve gebezigt, reeds kort na de Omwending, in 1795. ontwaarden wy dat een aantal Dagblad- en Brochure Schryvers, het zy uit kwalyk geplaaiften yver, het zy uit misdadige oogmerken, dit zelfde fpoor betraden, en onder veelerhande uithangborden hunne hoofdfiudie fcheenen te maken, niet om het Volk ten opzichte zyner waare belangen voortelichten, maar integendeel hetzelve daar van af. en op eenen verkeerden weg te leiden — de uitY Werk-  ( Itftf pi werkfelcn van hun gefchryf deeden zich weldra befpcuren, en het is onder anderen aan hen, dat wy de dag by dag toenemende moedelooshe.d, de geest van ongenoegen, en de meer en meer verflippende Volksgeest by het Bataaffche Volk toefehryven; terwyl hier uit by de Oranje party natuurlyk de hoop geboren word , dat het Volk eenmaal een befluur moede, van het welke het eiken dag zoo veel kwaads leert en hoort - eenmaal Wars van alle verdeeldheden en partyfehappen den Oranje Vorst weder zal inroepen en hunnen troon op nieuw, en alsdan zelf ten kosten van net greintje Vryheid dat voorheen nog overgebleven was, zal vestigen. Wy willen van de meesten dezer Schryvers niet geloven, dat zy het misdadig oogmerk voeden, om door aanftöking van driften, en omverwerping van alle geregelde orde de zaken wederom daarheen te helpen leiden ; of omgekogt zyn, ten einde de wederinroeping van Oranje te bevorderen, dan dit geloven wy vry zeker, dat de Staatkunde aan de Voorftanders van dit huis geen gefchikter middel , om tot hun oogmerk te geraken zoude kunnen aanwyzen; als nu door verkeerde drift of andere bedoelingen gebruikt word. Welke immers 'is de taak die eenigen fehynen opzich genomen te hebben , anders dan de revolutie gevloekt en nutteloos te maken, niet alleen dat zy hiertoe van elke gelei genheid gebruik maken, om alle daden vari hét beftuur de goede zoo wel als de kwade met zwarte kleuren , en als uit de misdadïgfiè bedoèlirtgen voortvloeiende aftefcbilderen ; maar zelf gasn zy veeltyds zoo verre dat zy het Volk tegen een of ander Collegie of Perfoon innemen , eer die nog gelegenheid gehad hebbe zich door daden kénbaar te maken', de geringde dwaling , SPzeffS zoodanig daden welke uit het oprechtst begmzcl voorfge* vloeit, nietr.aar den zin' «iczer liefdadige fchrysers zyn, worden als misdaden uitgekreten, en als verguizing der Vryheid voorgefteld — onverfchillige of die, welke op mindere onderwerpen betrekking hebben, en niet als fchuldig kunnen worden voorgefteld , dienen tot ftof voor de bitterde fpotternyen , of tot het uitkramen van laffe ontydige aardigheden — zeifs ligchaamsgebreken blyven niet onaangeroerd, wanneer men de achting .des .volks van den een of anderen af wil trekken — geene logcntaal noch verdraayingen worden gefpaart, om het volk tegen elk beftuur optewinden, en eiken dag fehildert men de plaatshebbende orde van zaken, als die voor de omwending in ondeugd verre te boven gaande af. — Een vreemdeling van den Staat der zaken onbewust, zoude zich by het lezen dezer bladen zoodanige begrippen van dwingelandy en overheerfching in deze Gewesten moeten vormen , als in het despotieke Aziën zelve nergens tevinden zouden zyn — terwyl de misdaad daarentegen zyne verdediging, de Volksverleiders en Intriguanten hunne openlyke Voorftanders vinden , en" deze onöphoudentlyk als de braafde, de moe. digfle, de deugdzaamde Burgers worden voorge. dragen, en by voorvallende Verkiezingen aar.be♦ötenV- ' 'N W thl t 'l- .■;:•!■> sfllo M ml I •indien wy dus even zoo liefdeloos over deze fchry* vers wilden oordeelen, als zy over hunne in beftuus . pkatfte Medeburgers, dan zouden wy met weinig wóórden zeggen, dat zy onder den dekmantel van vaderlandsliefde de fnoodde bedoelingen tot ver. niëtiging -dér Omwending koesteren , ofte wel de medewerkers en werktuigen waren van hen dio vloekwaardige oogmerken van eigen grootheid» in het boosüanige of heerschzuchtig hart rond> dra gén* en door het bewerken van twist, verdeeldheid W moedeloosheid ,-achter de 'febermen ze-ker fp' ! tr.cV.en ts •fpeelen. Wy .«breken hier ;vet v»i» -iïv' t^'Ubi^öinfche gefcltnftdn , welker . . '.i feüry-  ( 167 ) fchryvers BM«*#4**llK bedeel.>nde, met eene ftoute pen zoodanige daden beöordeelen, welke ten alles tyden volgens gezonde beginzelen laakbaar zyn — welke nimmer het volk en nog minder Beduurderen vleijen, en met dezelve rondborstigheid, zoo wel aan het eerlie als aan de laatden hunne plichten durven voorhouden, en elke afvvy king berispen. Welke hunne bladen met geene vuige lasteringen of lage fpotternyen, veel min oproer en tweedrachtzaaijende aandokingen bezoedelen, maar alléén den weg der waarheid volgende, gebreken in daden en niet'in perfonen zoeken , en daden maar geene gevoelens of perfonen baardeden — welke hunne bekwaamheden ten nutte des Volks aanwendende, hetzelve over zyne belangens voorlichten, en voor gevaariyke uiterdens waarfchuwen. Alléén beklagen wy ons, dat deze. nuttige gefchriften het minde lezers vinden, en dus dat nut riiet doen wat van dezelve zouden worden verwagt, daar integendeel die gefchriften het gretigst gelezen worden, welke in gal gedoopt niet voorlichten maar verbitteren kunnen; het welke juist geen gunflig denkbeeld van den geest der lezeren opleverd; maar alleen de ondervinding van alle tyden (laaft , dat misnoegen ligter op te wekken, is dan tevredenheid. Indien het volk meerder in de mooglykheid was, om zelf te leezen en uit zyne eigene oogen te zien en dus op eigen ondervinding de daden zyner befluurderen te beöpjdeelen, dan zoude men aan hetzelve zo veele ongerymde leugens, welke zeer gefehikt zyn om ontevredenheid te verwekken, niet durven opdisfehen, by voorbeeld, dat de Commisfie uit het Provinciaal Befluur van Holland , in het vorige Jaar naar Amfleldam afgevaardigt , vyftigduizend guldens koste, — die naar Y Rotterdam twintigduizend, die tot onderzoek der Geldheffing honieïd en twintigduizend enz. daar de eerfte flechts ƒ 13,87 : 18 —de tweede ƒ 6031 :16 — de derde tot April 1797 ƒ46550:16 — en dus allen door een niet meer dan een derde (en dit i» nog genoeg!) van de arglistig opgegevene fommen bedragen. Dan zoude men niet door gedeeltelykê opgaven het volk trachten diets te maken, dat de zoo zuur opgebrachte penningen door de befluurders wierden verfpild of geroofd. — Wanneer men dan de inkomden en uitgaven der Hollandfche Domeinen opgaf, zoude men door het verzwygen der voorwerpen van uitgave, het volk niet arglistig in den waan brengen, dat de onkosten der inning en ontvangst meerder bedragen als de ontvangene- fommen zeiven ; — maar dat uit dezelven een aantal gewoone uitgaven, van Renten, Dykwerken , onderhoud van 's Lands Gebouwen enz. welke op dezelve gedagen zyn, gefchieden , welke anderzints , wanneer de inkomden in haar geheel op het debit der rekening kwamen, ook weder op de creditzyde moesten gebracht werden. Dan zoude het volk beter overtuigt zyn, dat de ongehoorde fchatten , welke zedert twee jaren door het zelve zyn opgebracht; genoegzaam alléén gevordert zyn , tot bedryding der exorbitante buitengewoone behoeftens , door den voortduurende daat van oorlog en andere byééngelopene omdandigheden veröorzaakt , welke, buitengewoone uitgaven voor de Provintie Hol-, land alléén in den Jaare 1796 i de aanmerkelykeSomma van Zevenendertig Millioenen Sesmaal Honaert. duizend Guldens bedroegen — en de door de Geldheffingen vermeerderde fchuld Twaalfmaal Hondettduizend Guldens overtroffen. - Van welke Zevenendertig Millioenen ruim dertien aan de Franfche Republiek op rekening der Honden Millioenen zyn voldaan, terwyl de noodzaaklyke militaire uitgaven zoo te Land als ter Zee voor dit Gewest, byna Iwee-entwintig Millioenen beliepen. 2 ^  C ïö3 ) Wy haaien alleen deeze voorbeelden ?.an, om te doen zien op welke verkeerde gronden en gewaagde Hellingen' men het goede volk tracht in het harnas te jagen. Wy vermeenen hiermede niet de Apologie onzer Finantiën te maken, noch te betogen dat door beetere directie als in veelen opzichten gehouden is, vry wat kon befpaard zyn; of dat alles de volkomenfte goedkeuring verdien*; dit zy verre : — maar dit kunnen wy echter uit volle bewustheid aan onze landgenoten verzeefcercn, dat veellicht nimmer het befluur met al den aankleve van dien, aan het volk minder gekost heeft dan tegenwoordig — Dat reeds veele bezuinigingen plaats vinden, en het te hoopen en te verwachten is, dat aile voorwerpen, welke hiertoe vatbaar zyn, van tyd tot tyd zullen onderhanden genomen en verbeterd worden; — hoe zeer van den anderen kant den flaat der zaken veele uitgaven veroorzaakt , welke flechts tydelyk van zelve gedurig aflopen, doch riet minder kostbaar zyn; — en laten aan de kcöordeeling onzer medeburgers over, om diegeene naar waarheid te fchatten , welke hen onöphoudentlyk van verkwisting en roof zwetzende , de orde van zaken voor de omwending trachten te rechtvaardigen, en als minder drukkende, dan de tegenwoordige te doen voorkomen, daar echter geen onbevootöordeelt mensch ontkennen zal, dat de tegenwoordige orde van zaken, geen fchuld is aan eene jaarlykfe uitgave van ruim Zeventien Millioenen interesfen over fchulden voor de omwending , door den Staat en refpeétive Provintiën gecontraéteert, en de helft van alle ordinaire lasten abforbeerende. Nu wederkeerende tot ons onderwerp, koomt ons vooreerst de vraag voor, „ welke zyn de gevolgen ,, van dat foort van gefchriften welken hier bedoeld „ worden?" De?e gevolgen zyn veelen — het eerfle en gevaariykfle ondaat-by het volk. — Niemand zal ont¬ kennen dat zeven achtlte van het zelveweinigofniet in de moge!}kheid is, zichzelve van alles te onderrichten en in ftaat te Hellen van uit eigen oogen te zien. — Dit oordeelt dus naar datgeene wat het rondsom zich ziet en boord,en naar den inhoud van die gefchriften , welke door huonen lagen prys meestal onder zyn bereik vallen. — In de meesten van dezen vind het dagelyks niet anders dan beris. pingen , dan zwarte tafreelen over perfonen en daden verfpreid — taxatiën van bedoelingen --- fchelden , fchimpen en razen tegen eiken tak van geconftitueerde macht, geene uitgezonden — beftendige inblazingen van vrees voor verraad — voor verkoop aan naburige Mogendheden — van wantrouwen op onze Bondgenoten en Vrienden — miskenning van eigen waarde. — Wat moet hieruit onflaan ? Algemeene ontevredenheid — moedeloosheid — wantrouwen — en eindelyk den wensch naar herf oude, en eene nieuwe uitbarfting, ofte wel dat het volk zich in de armen werpt van den eerften intriguant, welke met een onbefchaamd voorhoof^., luid gefchreeuw en listige medewerking, zich ais redder des Vaderlands opdoet, en onder den fchyn van Volksvryheid daarttflellen, en 's Volks Oppermacht te eerbiedigen , van deze laaifte gebruik maakt om zichzelven te verheffen en beiden te verguizen. Terwyl veellicht geen Timolêon noch Brutus onder ons zoude opftaan, om Timophanes of Ccejar, aan het outer des Vaderlands te flachten , en de vryheid voor haren geheelen ondergang te behoeden; Ook ten opzichte der partyen, welke zich onder de Patriotten zelve opdoen, vragen wy, welke zyn de gevolgen van de d3ge!ykfche kryg, welke zy elkander op eene zoo woeste wyze by publieke gefchriften aandoen? Het is onbetwistbaar, dat zoo zeer de gezonde, op waarheid (leunende redeneerkunde, overtuigd en van dwaling terug brengt: onbezuisd fchimpen en fchelden volftrekt eene tegenovergeftelde uitwerking beeft — wy vraagen dus,  ( 169 ) 'dus, welke party, door die fchryvers welke bet meest te^en de Arifiociaten en Foederalisten fcbreeu- , „«florW wrinl rie r(.imhlilti»infbhp nartv. Waartoe zy zich waanen of aangeven te behoren, of, wel die'zelve Foederalisten en Ariftocraten ';die zy fchynen te beflryden? Wy voor ons geloven „de laatfte, welke niets beter wenfehen kunnen, dan oröphoudelyk gelegenheid te vinden, om de republikeinen vooral naar buiten zwart te maken, "hen aftefchilderen als eene factie, welker eenige kragt in fchelden en razen befiaat, welker eenig doel is oproer, twist en verwarring te zaaijen — en dit met gedrukte ■ papieren in de. hand, aller wegen uitbazuinende, binnenslands allen minder inziende doch onrustvreezende Inwooners tot zich trekken, en buitenslands dagelyks nieuwe gelegenheden vinden, om zich als de waare Volksvrienden , als de eenigfte Voorftanders van Vryheid en Order voor te dóen. Een ander gevolg welke even zeker uit deze woelingsn geboren word, en voor de belangens des volks gevaarlyk en nadeelig is, is dit, dat de bewindsman ziende, dat wat hy ook doen moge, hy nimmer voldoen kan, en alles wat hy zelfs met de beste oogmerken voor 's vqlks welzyn meent te verrichten, ineen verkeerd daglicht word geplaatst, zoo veel mooglyk eene pasfive, en alleen adminiftrative rol blyft fpelen , en zoodanige verbeteringen .welke hy als nuttig befchouwt aan zyne opvoigeren overlaat — dat de man van gevoel , hy wien geen heerschzucht bezield _ noch eenige post'bejaagd — zich aan deze onaangename en grievende fltuatie •niet willende bloot Hellen, zich aan'alle posten en aan den dierst des vaderlands onttrekt, voor elke op hem gevallene keuze bedankt — en het belluur in het einde in handen valt, van hen die op posten •loeren — van hen die door volksvleijery, en beftendig vitten, ampten bejagen, van hen die veelt y licht meer als die geenen, welke zy belasterden, gefehikt zyn tot volksonderdrukking, en dus eindelyk het beftuur uit eerlyke handen gewrongen, het ongeluk des volks volmaakt. Wy kunnen hier noch byvoegen dat het nut, het welk de vryheid der drukpers aan het mensehdom fcheoken kan, door het misbruik veelal vernietigd word — wanneer eenmaal bedillingen en lasteringen daaglykfche gewoonte geworden4*zyn, zoo dat men op dezelve weinig of geen acht meer flaat (en zoo gaat het reeds by meer denkende lieden, wanneer zy de tegenwoordige modepapieren voor oogen krygen) dan laat de Vryheid daar , waar zy verkragt word, 'vergeefs haare ftemme horen, zy word verward, onder het ravengekras dat de ooren der omftanders zuifen doet. — Vergeefsch roept zy — zy vind geene helpers, de ftemmen in baare waare voorftanders worden gefmoord, onder het luide gefchreeuw haarer vermomde vyanden. Wy achten het dus van onzen plicht onze goede Medeburgers te waarfchuwen , voor de gevolgen Van het misbruik der vrye drukpers — hen te vermanen niet blindelings, gehoor te geeven aan alles wat- hun met zoo veele woorden , en met eene zoo kragtige redeneerkunde word voorgefteld; maar wantrouwende die geenen, welke alle beftuur ver» dacht en gehaat trachten te maken, even zoo wel gadeteflaan als de Beftuurderen zeiven, evea zoo min den eenen als den anderen te vergoden , en zich niet te laten weg flepen tot flappen, welke zy zich' te 'Iaat zouden beklagen. Wy vermaren onze medefchryveren , hun gefchryf eer het aan anderen word medegedeelt, te toetfen aan de gezonde beginfelen van volksvryheid, deugd en zedekunde, hunne eigene gevoelens niet als onfeilbare machtfpreuken op te disfehen, of eigene 3 drif-  ( '70 ) „ Terwyl de vrye alomme zegevierende doch te „ gelyk uitgeputte Franfche Republiek in harenboe„ zera, de Revolutionaire ftuiptrekkingen tragt ts „ fmooren , en hare regeeringsvorm te vestigen door „ een Iangzaame en trapsgewyze terugkeering tot „ orde en rechtvaardigheid; fchynen de overige Sta„ ten, welke door haar voorbeeld behoorden gewaar„ fohuwd te zyn, integendeel eene loopbaan van „ rampen te willen opleveren, ge'yk aan die geene, „ welke zy daarin is doorgeworfteld, en, hetgeen een „ yslyk denkbeeld vpor den menfchenvriend is; „ Frankryk fchynt uit hel fche Staatkunde deze vrees„ lyke en verwoestende beroeringen aantehitzen ,ja de nakomelingfchap zal haar verwy ten, Venetiënte „ hebben vernield, de geest van omwenteling in Ge. ,, nua aangehitst, Italiën verdeeld en het oproer in „ Ierland te hebben geflookt. Reeds werpt Madrid ,, vyandige blikken op Lisbon, van dag tot dagver,, mserderd de onderlingen baatvanWeenenenBer„ Iin. Napels ziet met angst en fchrik dat men haar „ hare rust benyd. Engeland woelt, America fchynt te walgen van hare dertien jarige rust. De Turk ,, ziet driften,als driften des volks te doen voorkomen — nimmer te zwygen, daar waar 's volks beiangens verlichting verëifchen — maar zich te wagten van het volk op valfche en onwaarachtige gronden, tegen deszelfs Befluurders optezetten, — niet te fpotten met onverfchillige daden of gezegdens — noch dwalingen als misdaden opzettelyk verricht , te doen voorkomen, of aan boosaardige bedoelingen toe te fehryven. Maar integendeel in plaats van verdeeldheden, en verwarringen onder de Vatriötten zelve te verwekken — in plaats van partyfehap en byzondere haat aantekweken — zich te beyveren om allen te verëeaigen, om dwalingen te doen verfchonen en verbeteren , — onderdrukking te ontmaskeren en verydelen , onder welke gedaante zy ook voorkome. —. Om de beginzelen en de leer van ware vryheid, deugd en volksgeluk voortte- plantens zoo wel het volk als deszelfs beltuurdere» hunne plichten voor oogen te houden. — Regeringloosheid en losbandigheid , welke maar te veel met de vryheid word verward, te (luiten; — en eindelyk om de banden tusfehen het Volk en het Befluur meer en meer toetetrekken, het zoo nodige vertrouwen te herftellen en te bevorderen , en zoo veel mooglyk bytedragen tot eene geregelde zamenwerking, zonder welke geene eendracht befiaat. Deze taak is de uwe, fchryvers voor het Volk. — Eene Goddelyke taak voorwaar', het dankbaar Volk zal u zegenen, indien gy u fteeds als een getrouwe baak op den gevaarlyken ftaatsweg voor hun gezicht opdoet. Het zal u , het zal uwe nage-; dachtenis vloeken , indien het in u , verleidende dwaallichten vind!  i% ziet met Waegunst den voorfpoed van Rusland, * overal vertonen zich de zaden des oorlogs, en tot „ overmaat van rampen, fchynt.Frankryk belang te n flellen om deze te doön opgroeien. «■AD rifiv M09S rrab ,139103 jj;;b nsb ateJbtA aasleo» •:. „ Onder allen de Natiën die eemzekere-rol in dit „ tydvak gefpeeld hebben, fchynt Hollaindby de eer* fle overweging met meerder wysheiden gematigd„ beid te werk te gaan. Doch wel ras befpc-urd men „ lure verkeerde en onbezenne handelwyzen, daar „ zy die grondbeginfelen van vryheid heeft aangeno„ men, die de grondflag en ds fleun der vrye Sta„ ten zyn, en te gelyk zich geheel laat leiden „ door den invloed van eenige patricifche familiën „ en een gering getal edellieden, die door hunne „ intrigues en omkoopingen , aan deze nieu we Re„ publiek eene volkomene Ariftocratifche gedaan„ te zullen geven. Reeds, zyn zy zoo ver .geyor"„ derd fei van zich by uitfluiting van alle macht tehebben meester gemaakt, terwyl zy de gevaren „ der zuivere Volksregeering by min geoefende , „ met de zwarfte verwen afmalen,de overdrevenfle „ tafreelen van Frankryks rampen voorftellen ; het ,, vertrouwen der Natie overweldigen, en het gezag „ in hunne familliën tragten te veréénigen. Reeds „ verdeden zy onbefchaamd alle ampten onder hunne „ afhangelingen. Reeds hebben zy hunne Minister in ,, Frankryk doen vervangen, de zoo achtingswaar,, dige mejjer, die zoo wel vyand der regeering„ loosheid als van het despotisme, nimmer eenige f} andere belangen heeft willen bevorderen dan die ,, der Natie, welke hy vertegenwoordigde, en die ,, nimmer door eenige faftie heeft omgekogtkunnen ,, worden. De Bataven zyn hunne onafbanglykheid „ verfchuldigd, aan de kunde en cordaatheid van dezen hunnen Minister, en zyne beioningiseenop,; ontbod! Voorwaar Holland loopt in zyn verderf, indien het dit Systhema wil volgen. De Ariftocratie „ heeft zich kunnen ftaande houden, in Zwitzerland „ en Venetiën; zy kan beflaan in de nabyheid van „ een Konin^ryk ; maar het is geenfints in deze „ eeuw, het is niet in de nabyheid van Frankryk, ,, jaloers om hare wetten voortefchryven ,datzykan „ verwagtcn eenige beftendigheid te erlangen, en ,, vooral is het een zeer verkeerd middel, om het „ vertrouwen van het Fransch Gouvernement te win„ nen, a's men een Minister opontbied, die door „ hetzelve geacht en bemind word, en wiens Republi„ keinfche grondbeginzelen alömmebekend zyn,en . „ zulks om hem te doen vervangen door eengewe„ zcfne Edelman, die hoe wel om eigenbelang den „ Stadhouder vyandig, nimmer een echt Republikein „ geweest is. Ook Holland is derhalven niet zekcr van haare rust te behouden," enz. Ziet daar Bataven, een uittrekfel uit eenen Franfchen fchryver , la Tribune publique, welke door zyne uitvallen, tegens den doorzettenden geest ran het Directoire executief, toont dat zyne ultra moderate grondbeginzelen, niet veel verfchillen van, en mooglyk grenzen aan de leer van hun, welke eene doodflaap der volkeren, ter begunfliging van de over-  Dszs Nommers worden aüe Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer; * en de Wed. ƒ. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cieef'cn Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en'Herding, Anjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, BeetsenLoosj'es ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve Huiver het halve blad. overheerfching aatipryzef!, — maar hoe dit ook zyn moge — hy, die zich niet fchaamt, de zegenpraal over Venetiën, de verdelging van de vyanden der Franfche Republiek te Genua, de overwinning over Italiën, en den heiligen maar ongelukkigcn opdand der Ieren, als zoo veele misdaden aan 't Franfche Volk aantewryven, waar over het nagedacht hetzelve voor hare onpartydige vierfchaar zal aanklagen, deze man durft echter omtrent hef Bataaffche Gemeenebest eene taal bezigen , welke door een Nederlander zelve gebruikt zynde, misfchien op zyn zagtst genomen, met de naam van al te warme Vaderlandsliefde zoude bedempelt wot' den. — Volle overtuiging' moet -derhalven zynea pén hebben beduurt, en behoort niet deze zoa yvrige overtuiging van eenen man, welke even te, voren zyne tot zwak — ja Unpheid hellende gei. voelens had aan den dag gelegt, den geest van onderzoek by ons doen geboren worden. _> Eene gewichtige les Bataven ! — is de waarheid aan, zyne zyde, dan loopt uwe vryheid gevaar — heeft hy logenraal gepredikt dan vordert uwe dankbaarheid , dat gy hem befchaamt. _ Ontleed dus iedeo point van befchuldiging. Gaat de loop der zaken met een opmerkend oog na. — Vergelyk alles onderling, en maak vervolgers uw befluit op. «j .  DE DEMOCRATEN, N°. 6%. Londerdag den 20 July 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvaslig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS, Hoe denkt er toch de Natie overl Het word moeilyk , de onderfcheidene gevoe, lens der Heeren en Dames, der Burgeren en Burgeresfen te kennen, zoo rasch de menfchen beginnen by eikanderen te fcholen, en zich flandvastig foort by foort te houden, in het vast vertrouwen dat alleen hunne foort niet dwalen, alleen hunne foort riet onëerlyk zyn kan. —- En het fchynt of deze loflyke gewoonte z ch taamlyk weet te vestigen by de goede, gulle Nederlanders. Beproeft eens, Landgenoten! om het gevoelen der Natie over het een of ander te horen; — by voorbeeld , over bet aannemen of verwerpen der Con- II. Dl EL, flitutie, om maar iets optenoemen, en de proef zal het gezegde bevestigen -Ieder vraagt by lieden van zyne denkwyze: zal de Conftitutie worden aangenomen ? en ieder ontvangt een andwoord , overè'enkomftig de denkwyze der onderfcheidene faSie! — en komt niet gëmaklyk achter het gevoelen der iVatte, want iedere afzonderlyke faïïie is evenwel maar een kleen gedeelte van het geheel. Vraagt den vroomen kerklyken: zal de Conftitutie worden aangenomen? en by andwoord ü 00Z gen-  genbüklyk ; vast riet 1 -— zou het volk eene Conftitutie aannemen , waarin het belang van den Godsdienst niet is in acht genomen, waarin men niet eens. eenen rustdag in de week bepaald heeft! Neen, hien mocht dit by Meiienen doen, maar onze Kristelyke Natie is hier veel te Godsdienftig toe, dé Conftitutie word door de Natie om deze reden zeker verworpen. — Vraagt den voorfiandcr van eene r'cederaüstifche éénheid, van eene onnatuurlykë me'ngelifig: — zal de Conflitutie worden aangenomen ? en hy heeft zyn andwoord gereed: — da?>r is niet aan te twyfelen, de aangebodene Conftitutie is een meesterftuk van menschlyke wysheid , al het voordeelige van éénheid en ondeelbaarheid is in dezelve gebracht, zoo dat ons land door dezelve eene verbazende energie in zyne handelingen naar buiten verkrygt; en alle de fchadelyke gevolgen van zulk'eène één-heid zyn met eene verwonderlyke naauwkeurig. heid uit dezelve geweerd, zoo dat de perfoonlyke vryheid er byna niets by iyd. — Zou de Natie dwaas genoeg Zyn om' zulk een meester'ftük te verwerpen ? _ Zeker niet, ontwyfelbaar"word de Conftitütie aangenomen. Vraagt den aanhanger der wysgeerige'beginfelen van 't zuiver Republicanismus: — zal de Cmflituiie wor den aangenomen ? En hy zal u met gevoel van medelyden zeggen: —nooit zal het volk zoo dwaas zyn! behalven de houderde aanmerkingen , d e vooral niet allen ongegrond zullen zyn , zal hy u vragen r wat was het doel der Revolutie? _ En zal het volk door kinderachtige vrees bezeld, dat doel vergeten, even of het hetzelve nooit gekend had? — Zal het zyne vryheid , zyn goed , zyn leven toebetrouwen aan een Uitvoerend Beftuur, met eene macht bekleed, die gevaarlyk . ten uiterfte gevaarlyk is , omdat dit Beduur onverandwoordlyk is voor zyne daden, en in het wezen der zaak, naar willekeur zoude konnen lUannifeeren ? Zoude het volk zich aan ketenen laten klinken , zwaarder en onverbreekbarer dan het ooit getorscht heeft ? Eerder zou het zich getroosten de oude kluisters weder aantele^gen, zy zyn minder ondraaglyk dan dezen. — Neen' het zal de Conftitutie verwerpen, het kan geen flechter verwachten; neemt het dezelve aan , dan weet het- dat het met de vryheid gedaan is! —— verwerpt het die, dan blyft het de kans houden om eene betere te ontvangen, en bewyst zich in allen gevalle niet onverfchillig omtrent zyne vryheid te zyn! — zeker verwerpt het de Con. ftitutic. ' - Vraagt hem,die de Revolutie moede is,—of die, door een beginfel van wantrouwen, niet veel met' de Republikeinfche deugd, by de befehouwing van het gedrag der menfchen, meer op heeft: zal de Conftitutie worden aangenomen? —. En hy zal u andwoorden: — ik twyfel sr niet aan. De aangebodene Conftitutie , ik beken het , deugt niet vèel, maar wat raad ons'de voorzichtigheid? er is •kio  C 175 ) zoo veel "tyd over gearbeid en doorgebracht", 'er zyn reeds zoo veeie fchatten om gefpild; —• en zy is niet beter 1 wie zegt ons dat eene volgende wetgevende Vergadering, en ingevolge daarvan ook baar werk , beter wezen zal? — en ware dat eens zoo niet, dan zouden wy, na eerst nog eens zoo veel geld gefpild, en den ftaat van Revolutie verlengd te hebben , over een Jaar nog even ver en' niet verder zyn als in dit oogenblik; — behalven het gevaar dat wy lopen, dat onze Bondgenoten, ruimte ontbreekt om eikanderen den rug toe te keeren , en er geene gelegenheid is om voord te wandelen. Z Wilt gy dus, leseride gevoelens der Natie'hrêéi onderfcheidene fattien weten, en hebt gy het geluk maar eemgszins te baat, — dan faadb ik u by gelegenheid nu en dan een reisje te doen , maar liefst niet op de postwagen, ten zy gy het zand rydt, want op de fteenen en op de klei is het zamenfpreken onmooglyk, ten zy gy van eene goede borst wel voorzien zyt, en er niet tegen opziet om u heesch te fchreuwen, waartoe gy echter in de Sociëteit of in de Grondvergaderingen te gunftige gelegenheid hebt, om dit op weg te zoeken. Ik beveel a derhalven liever de trekfehuit aan , en boven alles een plaatsje te nemen in de roef, wanneer die niet verhuurd is. De fchipper zal voor uw gezelfchap wel zorgen, en uw verblyf zoovol pakken, dat het volftrekt 01 mooglyk wezen zal om u,zeifs een half duim breedte, rechts of links te' keeren, het welk wel niet-veel tot uw gemak,' maar zeer veel tot uwe gemèerizame verkeering zal bydragen : —- men moet toch eenige beweginghebben , en wanneer allen leden de moogiykheid om zich te bewegen benomen is , — dan zoekt men het al met de lippen.. Dit was nu myn geval onlangs ook. Gepakt als ware ik van Porcelain , en als moest ik per wagen, ik weet niet waarheen, gezonden worden, — zat ik in een toevallig byëengeflampt gezelfchap in de roef van de trekfcbtiit — te deuken over de expeditie. — Ik had zoo veele Bataülons zien infehepen, — en dgcht er zoo het myne over. — Nu eers zwol my de borst van blyde verwachtingen, van fchittcrende vooruitzichten; — dan beving my eene rampzalige vrees! — dan gevoelde ik het innigst medelyden, en verblydde my dat ik niet mede ingefcheept was! — 2 dan,  ( 176 ) dan, — ik zal het maar openhartig bekennen — ge voelde ik eenen brandenden nayver, dat ik niet mede de eer van myn Vaderland mocht helpen herftellen! — Eindelyk dacht ik, boe of de Natie toch wel over deze Expeditie mag denken ? — Ik brak de ftilzwygendheid af en, — vergeef het my, volk van Nederland ! ik verbeeldde my dat gy in de roef van de trekfcnuit gerepraefenteerd werdt; — vergeef het my! ik moet u dit te meer verzoeken, om dat er niet alleen mannen van gevoel, verftand, en braafheid , maar ook weinig betekenende wezens , en zelfs oude wyven in de roef zaten. — Gelukkig dat deze reprcefentatie flechts in myne verbeelding plaats had, — en de hemel beware u, dar zy nooit in uwe wetgevende Vergadering zelve zitten. Ik brak de flilzwygendheid af. Als ik den draad maar even aanroer, dacht ik, zullen de gevoelens wel van de bewegende lippen rollen. En nu begon ik: „ hebben de vrienden ook iets van het infchepen der troupes gezien?" Oogenbliklyk nam eene oude Dame het woord op. „ Och ja, met ontroering, met het innigst medelyden, heb ik het hartöntroerend vertrek van deze arme lieden gezien. De dood was op hun gezicht; ik geloof het wet, wie weet of er eene le. vêndige ziel van te recht komt! — Die arme menfchen ! ik weet ook niet waarom zy het doen ; ze hebben zich wel in dienst van het land begeven, wel te weten om te land te dienen, maarniet by de zee! — Ik kan het niet helpen, maar ik zou niet hebben gegaan; neen, ik had het niet gedaan, vast niet, wel ze zouden dé menfchen zoo we! naar Oost-Indien konnen zenden. En die arme vrouwen en kinderen, wie weet of ze hare mannen en vaders ooit weêrom zulten zien. Het was aandoenlyk om het affcheid by te wonen, bitter aandoenlyk ! ja, het is wat te zeggen, het is wat te zeggen, dat verzeker ik je j* —— Oogenbliklyk nam een Jongeling het woord op: — ,, het is wel heel goed, Mevrouw' dat er de foldaten niet allen op deze wys over denken, het zou er ellendig uitzien, wanneer die uir zulke wee. ke klei gebakken waren. _ De foldaat heeft geen hooger plicht dan den dienst van het land; — als die roept, moeten alle betrekkingen zwygen, — en hy verbind zich in dienst van dat land, om het te verdedigen, en om den vyanden afbreuk te deen, niet, waar het hem het gemaklykst is , maar waar de nood zyne hulp vordert! — Dit weet hy by zyn engagement, en is zyn hart te week om in die omHandigheden van vrouw en kinderen affcheid te nemen, — wel dan moet hy niet trouwen. —-" Maar Mevrouw zeide : dat die arme menfchen de dood op het aangezicht flond afgetekend; neem my niet kwaiyk , dat is met opzicht tot zeer veelen zoo niet! -— Ik heb ze ook gezien, die er benaauwd uitzagen ; — ik heb er zelfs gezien, op wien het gezicht van de fchepen dezelfde uitwerking had als eene poejer Khabarber. — Maar ik heb eene menigte niet alleen gezien, maar er zelfs gefproken, _ die zeer verblyd waren over de Expeditie, die zich verheug, den dat de Hollandfche armée éénmaal gelegenheid zoude hebben om bravoures te toonen; — die vol moed en Enthufiasme fcheep gingen; — die voorze. ker, flond het in hunne keuze .liever fcheep zouden gaan dan te huis blyven; en dit waren zoo wel Officieren als foldaten.". Zoo kom ik er niet achter, dacht ik,ik moet eens beproeven of ik het gefprek er niet op brengen kan, dat ik de denkwyze der Natie leer kennen met opzicht tot het doel van de Expeditie; — en daarom was ik zoo vrypostig van het woord te nemen, zonder er eerst om te vragen. „ ïk  ( 177 ) • geloof dat Mevrouw gedeeltelyk wel gezien, en dat deze jonge Burger evenwel gelyk hüeCt> Er waren immers Bataülons, die zingende en wel rtpublikeinfche liederen, onder eim luidruchtig gejuich en het herhaald hoezee! fcheep gingen; ik heb er zelfs verfcheidenen hooren roepen dood l en gezien dat dezen hy va! kregen ; er fcheen dus moed en lust in veelen te leven ; — gelukkig zoude het zeker zyn, wanneer die geest in geheelde armée was, en dan zou men voor het Vaderland, van deze Expeditie, wat die dan ook ten oogmerk hebben mag, wat goeds konnen verwachten. Ik zeg, w;.t die dan ook ten oogmerk hebben mag! maar het fchynt dat dit oogmerk een geheim is; — lekt daar niets van uit r" Een lang mager man, met eene Range pruik, in wiens gelaat,zoo lang dc Dame fprak,vreugde,zoo lang de Jongeling fprak, ontevredenheid zichtbaar was, en wiens gelaat het uithangbord zyner denkwyze fcheen te zyn, — bremde nu twee of driemalen , hoestte eens, trok zyne fchouders op, zoo goed men zyne fchouders in eene gepakte roef kan optrekken; en begon nu deel aan het gefprek te nemen. „ Ik weet het niet; het geen ik zeggen zal, wil ik ook niet voor myn gevoelen opgeven, maar er word wonderiyk over gedacht; het geen ik er zoo van verre van gehoord heb , wil ik de vrienden wel Hiededeelen, ik hoop immers dat men er vry over fpreken mag! — wel ja! het is immers nu Vryheid en Gelykheid ! — en het is immers ook gedecreteerd, dat men zyne gedachten vryelyk aan anderen mag mededeelen, in de kostelyke rechten van den mensch! — hum, hum! „ Ze zeggen dan, — maar ik moet nog eens aanmerken, — dat ik dit niet voor myn gevoelen opgeef; ze zeggen dan, düt de Mogendheden het heel wel Z met elkander eens zyn „ dat er ook fpoedig we: een algemene vrede zal wezen , maar dat nu in de kabinetten de zaken zoo gefehikt worden , dat ze ons ons lot en onzen vrede wel zullen te huis zenden ; _ dat de Franfchen zich ook heel wel met den Koning van Pruisfen verdaan. — De Prins, zeggen ze, moet ook in den vrede begrepen zyn; Zyne Hoogheid is nu in Bedyn; de Franfchen behandelen Zyne Hoogheid ook zeer wel, dat moet men zeggen; alle zyne goederen blyven in hun geheel, daar mag zelfs geen hout in zyne bosfehen gehakt worden, daar zorgen de Franfchen wel voor, — zy leggen er direft de plak op; - ook worden die goederen afzonderlyk beheerd. — Dit zyn immers alle blyken van dc beste harmonie? wel nu, als de Armée uit het land is, dan bezitten de Franfchen alles, dan zyn zy meesters van het geheele land, en ais de algemeene vrede dan eens vorderde om Zyne Hoogheid in het land terug te brengen, wel dan zoude dit immers , wanneer de geheele Armée uitlandig was, zonder bloedftorting zeer wel konnen gefehieden ? — Want er is immers geen zoo groote haast gemaakt, om de Burgers in de wapenen te brengen ? och ! die zouden het ook niet doen. En anders, als de Franfchen dit al zeiven niet wel konden doen, dan zoude immers zyne Majefteit van Pruisfen, in geval het Directoire zyne troupes maar eens elders benodigd was, mooglyk deze moeite wel op zich willen nemen? — En daarom zeggen zommigen, dat het wel goed zoude zyn, en voor de Armée en voor het land , dat al de troupes fcheep gingen , en uit het land gevoerd werden."— Nu zag zyn oog de roef eens rond, om op te nemen, welk eene uitwerking deze zyne voordracht op de toehoorderen gemaakt had, en men behoefde in de daad geen Lavater te zyn, om op de aangezichten te lezen, wie Oranje, en wie Re$uelikeint~ gezind was. 3 Ik  Ik zeide met eene zucht by my zelve: de hemel beware ons, dar die het gevoelen der Natie, maar nog meer, dat dit waarheid is! — Ik wilde den fpreker and woorden, maar ik zag aan het brandend oog, en uit de beweging der (pieren op het gelaat, van eenen tegen my over zittenden Burger, dat die deze moeite wel op zich zoude nemen, en ik zweeg. maar dat het oogmerk is onzen nattiurlyken vyand den Brit, te vernederen , en hem nog éénmaal de da', de tyden voor het oog te brengen , toen de Haf. /andfche Vlag nog geëerbiedigd werd, en hem zoo tot eerbied en vrede te helpen dwingen, geloof ik zeker, en .ik acht den Nederlander gelukkig, die zyn leven wagen* mag om zyn Vaderland te «ree. ken, en voor de eer van zyne vlag te ftryden, al betaalt by die eer met zyn bloed. Een meer bedaard man, die blyken van goedkeu^ nog met zyn wenken , gedurende *H laatde ^zegde, gegeven had, ze.de nu: _ „ my ls door ver.J fcheideuen der poenen , die ook in eemge hoogere - betrekkingen , deel in deze onderneming zullen heb. ben, verhaald; dat het oogmerk is eene landing op de Engelfche Kusten; dat er geduchte toerustingen m verfeheidene Franfche Zeehavens gemaakt wor. den, om met veréénde krachten, en zoo veel moog. lyk gelyktydig, de landing te ondernemen; dat hiertoe honderd-en - tachtigduizend man zouden ingefcheept worden; — dat wanneer de Hollandfeheen Franfche Vlooten de Britfcbe.fiag levers, de TransportWooren intusfehen de landing zouden zoeken te effeöueeren. - Men gelooft in.usfchea, dat de Engelfche of ren minden eenige naby gelegen kusten bedoelt worden , om dat de Vloot flechts voor eenen konen tyd geproviandeerd is, en dat, waar de Itading gefebieden zal, men zeker eenen gevestigden byftand moet verwachten, daar er zoo veel cavalerie fcheep is gegaan met voilé. Equipagie en zonder paaiden , en het niet waarfchynlyk is, dat de Hollaodfche kavallerisren op de zadels konnen ryden." „ Het komt my echter altoos eene zeer gewaagde onderneming voor,die vast niet zonder gevaar is.Vlaar welke belangryke onderneming is°,n den o'or. og zonder gevaar? — En het is niet zonder voor-' beeld, Ik had my ook niet bedrogen. Met eenen forfehen, brandenden, dreigenden blik zag deze den man die gefproken had, aan. _ Waarfchynlyk om het gefprek te juister aan dezen te richten, vatte hy hem erndig in de borst, fchudde hem vertrouwlyk, en fprak h«in_op deze wyze aan : Het geen gy daar gezegd hebt, Burger! is de veri1 hoop der Oranjefactie. Byaldien ik er de mooglykbeid van zou konnen denken, moest ik ook de minde fchaduw van goede trouw onbeftaanbaar met het charaSer der edele Franfche Natie befchouwen. _ Is de Republiek niet bezet met hare krygsmaebt? onder welk voorwendfel zal zulk een verraad, na de Alliantie tusfehen de beide Republieken, konnen voltrokken worden? — Schaam v, dit een oogenblik als mooglyk te konnen denken ! Heeft de Bataaffche Natie niet alles gedaan om de Noordlyke Armée der Franfchen te voeden, te kleeden, en is het hare fchuld, dat zy hare Bondgepoten niet van een nog uitgebreider nut geweest is?_ Neen! verdenk onze Bondgenoten niet van zulk eene verraderlyke laagheid , die het Nederlandfche Volk, by aldien het het minde vonkje v,n zelfsgevoel heeft overgehouden , tot wanhoop. tngfSt brengen. Welk het bepaald oogmerk van deze Expeditie wezen mag, zal ik my niet verbeelden te weten; _ ] C x?8 )  C m ) beeld, dat eene landing op de Eirgelfche Kusten wel gelukt is; — er is ook mooglyk geen middel, om het irotfche Albion te vernederen en tot eenen billyken vrede te dwingen, als het tooneel des oorlogs met al deszelfs afgryslj kneden , op een Eiland te brengen , bet welk alle die afgryslykheden op het vaste land heeft gevoed en aangehitst!..— en by aldien deze poging gelukte, zou mooglyk op eenen billyken en dunrzamen vrede niet langer van een zuchtend mensehdom vruchtloos gehoopt worden," Hy die even te voren gefproken had , hervatte op dit oogenblik het woord. „6!" Riep hy uit, „ dat wy dit mochten zien,dat eens de oorlog in het hart van het trouwloos Engeland, mocht worden overgebracht ; de beledigingen van het mensehdom en het bloed, op aanblazen vun het Britfche Parlement vergoten , de grieven ons Vaderland door dezen heerschzucbtïgen nabuur aangedaan , gewroken mochten worden ; — en dat de hand van den Bataaf zich zelf mocht vergoeding bezorgen voor den roof, voor de barbaarfche trouwloze mishandelingen , het Nederlandfche Volk aange¬ daan; welk eene vergoeding, welk eene eer, we'k een wellust zou dit niet voor den Nederlandfchen vlootelmg .en folesat zyn ! Ö! Dat alle brave Bataven deelgenoten van .ieze eer, van dat geluk mochten zyn ! — Wanneer ik* dit bedenk, grieft het my, geen deelgenoot van al het gevaar en van al de voldoening te wezen-, die dezen luisterryken tocht verzeilen zullen." Er werd nog veel over deze Expeditie gefproken; er werden nog veele gisfingen ten berde gebracht. — Myne vraag was wel niet geheel beandwoord:— wat zegt de Natie van deze Expeditie?—. Maar hartlyk wenschte ik dat de gisfing — het bedoelde is eer.e landing op de Engelfche Kusten; Frankryk zal die,op het krachtigst onderfleunen ; he| mensehdom en myn Vaderland zullen er door ge» wrokeu,de Nederlandfche dapperheiden eer er door herfleld,. cn de vrede duurzaam er door gevestigd worden — de verwachting der Natie en by de uitkomst de waarheid zyn zal. — Dan vondc ge, 6 Ncêrland! als wylêer, Uw roem en uwe vryheid wcêr! —- AAN MYN VADERLAND. Heeft Neêrlands Waterleeuw dan eind'lyk uïtgeflapen? ö fa! hy voelt zyn' krachten weêr. — Hoe blikfemt hem het oog! _ by fchud de forfche manen, riB En flampt cn brult gelyk weleer! — De keten, lang getorst, is eindelyk verbroken," Hy voelt zyn kracht, want hy is vry. Hy heft zyn' klaauwen op, om cenmaaf zich te wreken — Op Britfciien trots en dwinglandy! — Gelnk, myn vaderland! nu' zal uw roem herleven, De tyd van Chattam komt wcêrom! — Gereed, den fnooden Brit in 't roofnest aan te vallen, Vlamt reeds op zee uw Hcldendrom. Hoa  ( i8o ) Hoe vlogen, tuk op wraak,' uw' dapp're benden henen! -2 Zy zongen — heldenmelody: — Hoezée ! — Hoezée ! — wy gaan den trotfchen Brit beftryden, En onze leus is dood of vry! — Een enkel bastaard-kind, — een enkele bloodaard weende, Die flaverny of fchande koos! — 6! Stoot dien van u af, laat hem in de eer niet deelen; Zyn dood zy roem — en vreugdenloos! Daar, op dien zelfden ry', waar tromp en ruitbr lage Daar, op dien zelfden waterplas, Waar elk dier Helden lauwren plukkend', De fchrik der Britfche rovers was: — Daar leggen, Vaderland! uw trotfche Zeekafleelen, Met donderend metaal beplant! En, met een grooten drom van woedende Bataven, Gebeten op den Brit, bemand. — Ha! — mag nu de oude moed in Bato's kroost nog leven? Die Albiön vaak zidd'ren deed; Die op de Theems de Vloot der plunderaars vernielde, En 't roofziek rot ter neder fmeet; Die nooit een weerloos volk lafhartig aan kon vallen, Noch aan de vlam ten prooije gaf! — Maar die laaghartigheid met waarde wist te wreken Door ed'ler wraak, en grootfeher flraf! — Dan ziet ge, 6 Vaderland! uw' ouden roem herleven;- Dan zal uw fiere zegevaan, Door Vryheid zelf geplant, haast aan de Britfche ftranden, Als ia de Ruiters eeuw, met roem te wapp'ren Haan. 14 July 1707. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweflyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amficrdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes ; Rotterdam, D.Vis, vandenDries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één cn een halve ftui ver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 64. Donderdag den 27 July 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een ültyd Iraaf, ftandvattig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift- des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn yaslen geest gefchokt. HORATIUS. Wy verzoeken onze Lezers , dat %y zich de moeite gelieven, te getroosten, van Nommer 16 van het Ifte Deel van ons Weekblad eens opteflaan, eri daar met aandacht te lezen het programma van het Genootfchap tot Nut van elk in het byzonder: —of, zo zy, by voorbeeld ,' de pe m o c r a te n in een leesgezelfehap gelezen of dezelven anders verflingerd hadden , en dus dat Nommer niet mochten bezitten, dat zy, in dat geval, zich by onzen uitgever willen vervoegen , en daar , (zo er nog voorraad is) drie ftuivertjens verfnoepen, om Nommer i(5 te kopen; zonder dit zouden wy vrezen, door hen niet verltaan te zullen worden, hetgeen' ons van harte leed zyn zoude, alzo wy in flaat gefield zyn, om hun nu nader verflag te konnen geven van de werkzaamheden des Genootfchaps: Tot II. Duel. A Nat van elk in 'hëc byzonder, tot welk einde wy des*; zelfs uitgefchreven programma voor dit Jaar nu gaan' mededeelen ; wy fwyfeïers niet, of onze lezers zullen zich hunne drie Huivers niet beklagen , wanneer zy de verbazende 'werkzaamheden van dat Genootfchap zien en met verwondering moeten zeggen, neen! — nooit heeft eenig -Genootfchap, noch dat van teyler, noch dat van den Oeconómifchen Tak, noch het UtrecUsch Provinciaal , noch dat tot Nut van het Algemeen, zoo veel wezenlyken invloed gehad , als het Genootfchap, tot.Nut van elk in het byzonder'. ï PRO»  r K o « r a m m tl. En dit chorusJ VoöWiïï Jaar TRI 7** derde jaar d:r t9Éü#-. /c-fe FryfcW , of volgend, anderen , der Bataaffche KEVOLuTIE. Het Genootfchap, voor ruim honderd en vyf tig jarM,lo het Iandfchap Eigenbaat, onder de zinfpreuk: To5 Jliui m ett in. het byzonder opgericht, hield op den 3oflen van Juny dezes Jaars , in zyn gewoon verblyf, zyne groote jaarlykfche Zitting. De vergadering was, 6 1 ~ als haring in de ton , en de pracht — of de Oberen vertoond werd, — fchitterend! — De Zitting werd geopend met een heèrlyk' Concert, beftaande uit Vocaal en Injïrwnentaal MuZiek, Er werd eene geheele Cantate uitnemend uitgevoerd ; — waarvan . wy echter, om kort te zyn, alleen zullen plaatfen dit ' ~" "v "K J l! I T A T T tl'! ' - Daar ligt de volksgeest nu, ■ ..Zap;, zacht, zoo zoet te flapen ! — " J3e Heetfchappy'is 'mi alleen voor u! — Ge' ontnaamt zoo ongemerkt het wapen Aan 'c volk, tot.bukken üeclas gefchapen. 8 Laat, ö laat het altoos ïïapeh ! En fcheen het af, gelyk de fchapen, _" .. Zyn wol en zelfs zyn yleesch is goed; 6 Doet, gelyk eik .hérder doet! Gy ziet, 'c gevoelt «iet eens zyn keten! — Het draagt zyn.lasten met geduld, Het waant zich vry! — Wat zou het weten ?..'.. q ,He| heeft zyn waarde.lang vergeten, 'ö. Maatfehappy! ... Hoe groot zyt.gy! Het heeft zyn' waarde lang vergeten, _ Door uwe list, en eigen fchuld, " Draagt het zyn keten,—maar met geduld!—■ Wy ztillen ons verftand gebruiken; Wy klimmen zelfs omhoog. " I Cl 't is geen kunst, het domme volk te fnuiken^.,T Als ihchts o;js-doel.'gelukken moog',' Dan zinkt het volk, — en wy — wy ftygen hoog! -* Het gejuich en handgeklap, op het einde van dit Gezang, was algemeen. Nu rees dc Burger bombast, die in deze verga■ dering het'.Prcefi&um waarnam , op , — en hield eene Redevoering, ten betóoge : dat, de hand over- . hand 'afnemende harsfcnfchim van de Gelykheid in de ■marde, der'-menfchen, en in hunne rechten , de grond was, waarom, in het laatstverlopen jaar, meerdere ver. handelingen by het Genootfchap waren ingekomen. Dat het zeker bewust zyn, dat elk wel fpoedig op denzelfden trapywaa*op~hy weleer gezeten had, zq,il geplaatst zyn, den moed der fchryveren had opge. wekt; en nu kwam men tot het verflag van de in- cekomene vcrhandelingenzeive. , - . . f.^ < \-£ **-, .. }r_rtr ■ o~r*~ r:~-' y--- -. - -f \ Verfïag van de 'PrysVraag Nommer i. Welke zynde leste middelen om den verderflyken geest van wysgeer* te en verlichting in zynen verjlindenden loop te fluiten? Of deze'vraag waren negen andwoorden irigo zonden, allen getekend met Nederduitfche , Hoog} duitfche, Engelfche, zelfs Latynfche en Griekfché5 fpreukeri. ■— De Obligatie,rentende 6 pCt.,is toegewezen aart de verhandeling, ten opfchrift hebbende: In veel wysheid is veel verdriet, en die de wiïenfchap vermeerdert-., vermeerdert de f marlen. salomo;'' By I  C Hf ) By het openen van het.,bi'let bleek deszelfs^chryT er te zyn, At mis Hypocritus. In deze Verhandeling was «iet alleen de fpreuk ■ten grondflag gelegd, die in het bygelegd billet gefchreven was, maar die zelfde fpreuk was daarin onverbeterlyk verdraaid ! — De verhandelaar (wetende dat zyne verhandeling onder het .gemeene volk zou verfpreid worden) had het gevaariyke, moeilyke , nutloze , ja zelfs fchadelyke , van te veel kennis bondig betoogd, — en aangetoond, dat alle de rampen des oorlogs en de onheilen, die het mensehdom drukken, daar aan alleen, en geenszins aan de heerschzucht en dwinglandy, veel minder aan het verderf der Hoven, en derzelver (zoo genaamde) razende pracht en verkwisting, of aan de boosheid der volksverleiders, waren toe je fehryven. Hy gaf, als middelen om de gevaariyke uitwerkfelen van het vergif der verlichtingen der wysbegeerte te duiten, op, voor eerst, het bepalen van de vryheid der Drukpers. Ten tweeden. Om, door het plukken van het volk, hetzelve te noodzaken, tot eene lofwaardige matigheid, waardoor heten gelds- en tydsgebrek had, om deze fchadelyke wysgeerige fchriften te lezen. f Ten dfrde. Het doen opdroogen van alle middelen van befiaat:. Ten vierde. Het ontnemen van allen invloed aan het volk, om met alle zyne kennis iets te konnen verrichten; waardoor, zegt hy, al ware het dan ook, dat het deze verdetflyke beginfelen had ingezogen; —— het met den tyd wel moede zoude worden, om den moriaan te fchuuren, en boter aan de galg te /metten. A c. Hy J-etcogde, cipdelyk, de, yocr.deelen dje daar uit voor de .maatfehappy fot,Nut van elk in het byzmder zouden voordvloeiè'n,"in het Latyn, en die voor het volk, in het Nederduitsth. — Hiertoe bracht hy vooral: 1. Het gevoelloos dragen van alle lasten. 2. Het bevryd zyn van veele kwellingen en hoofd* brekens. » .3. Het zorgloos roken van zyne pyp. 4. Het gemaklyk aannemen van alles , wat hetzelve mocht worden voorgehouden, &c. &c. &c. &c. Op Nommer a. is eene dubbele Obligatie toegewezen aan de verhandeling , getekend met de fpreuk: ,. Laat zien aan 't volk, al 't geen het wil! Maar geeft het een gekleurden Iril. Dan ziet het alles door uwe oogen, En word gemakkelyk bedrogen. En eene enkele Obligatie, rentende 3 pCt.', aan de naast daaraan goedgekeurde verhandeling, onder de fpreuk: Moet gy van het volk beoordeeld worden, zonder dat het u mag verftaan ; fpreek dan in La* tyvfche en kunst - bewoordingen, die het nimmer gehoord heeft, en het zal zich fchamen, minder geleerd te zyn dan gy, en vut U injïsmmen, tirj\>w.i rbls noiït eoH t.o feèóasw V» fxbtei rS. De namen der fchryvers zyn niet bekend gemaakt; en de verhandelingen alleen in Committé gelezen; zy dienen ook alleen voor het Genootfchap, en zyn by de toepasfing reeds met goed fucces gebruikt, en volmaakt tot het oogmerk diehftig bevonden. Op Nommer 3. maakte de Voorzitter bekend; dat geene verhandelingen, maar eene geheele menigte hekelfchriften ingekomen waren, — waarin hoofdzaaklyk de dwaasheid van het Genootfchap gegispt werd; — als die tot eene prysvraag had opgegeven eene zaak, die uit haar eigen aart onbetwistbaar was,en waaraan niemand,van gezonde harsfenen , ooit had konnen twyffelen ; een Axioma; at». en  C i 'U ) en hy zelf moest met fchaamte bekennen; dat deze aanmerkingen maar al te gegrond waren. Op vraag 4. waren geene andwoorden ingekomen; het Genootfchap had het middel echter zelf gevonden. Op vraag 5. waren vier verhandelingen ingekomen; en is de Obligatie toege wezen aan No. 3. onder de Zinfpreuk: Zet de oude palen niet te rug. En zal als een eerfte accejlit gedrukt worden,No, 1. onder de zinfpreuk: Wat kan het my verfclieelen, wien ik diene, als ik toch het zelfde pak moet dragen ? de ezel. En als een tweede accesf.t, No. 4. Schik u naar den tyd, en hengel waar gy kunt, getekend met Schoppenaas in een kransje.' De laatfte was byzonder konftig; fchoon over het algemeen meêr oppervlakkig dan de beide eerften, Vond men 'er eene juiste aanwyzing in , van de onbedrieglykfte waarnemingen des Staatkundigen Barometers, en wanneer en hoe men zich naar den wind moest draaien, om dien nooit van voren,maar altoos van achteren te hebben. — Men twyfelt «iet, of deze zal zeer veel aftrek hebben, en (lerk gebruikt worden, door alle voorzichtige Burgers. Op No. 6, was flechts ééne verhandeling ingekomen , getekend: de Strop. Waarin zeer vee! goeds gevonden werd, doch die om den doorgaands ruwen ftyl, gerekend werd, niet in aanmerking te konnen komen. Voords zyn voor het vo'gend jaar de volgende prysvragen opgegevei?. I. Welke zyn de meest voldoende middelen, om dezulken, die men, volgends eene wel gewikte Staatkunde, volftrekt blind houden wil, in het on- verzetlyk denkbeeld te brengen en te houden: dat zy alles, altoos, zeer duidlyk en ondefcheideti zien; zonder dat het by de jlerkfle pogingen van anderen mooglyk is, hun de vastgeflotene oogen te openen ? II. Het Genootfchap verlangt eene befchryving van een Knutwcrktuig, gefehikt om al het Nationale vuur, en v:cral dat voor Vryheid en Wapenhandel, zorgvuldig en zeker uit te blusfehen, liefst portatif, in de manier der Haarlemfche Brandfpuiten. — Evenwel Zullen alleen zulke prys-verhandelingen hier naar den prys konnen dingen, welker goedheid en deugazaamheid door genoegzame proeven geftaafd, en waarby ten minjle de getekende modellen gevoegd zyn. lil, Eindelyk. Hoe zal eene Natie best leeren, om, by gemis van genoegzaam onderhoud, en van ware vryheid zich te konnen voeden en vergenoegen alleen door de kracht eeniger woorden, en het kaauwen derzelven, in de manier van rooktabak? Zy, die in het beandwoorden der bovenflaande Prysvragen aan het oogmerk des Genootfchaps best voldoen, zullen bekroond worden met eene gelyke prsemie, als in het voorgaande jaar. En zy die de verwachting des Genootfchaps overtreffen, met 4 Obligatiën rentende k 3 pCt-, uit de op handen zynde Executie. De verhandelingen mogen met de eigen hand der fchryveren gefchreven, maar moeten, met eene fpreuk getekend, weder gezonden worden aan den gewoonen Secretaris atticq,s den twieden, woonendc, als voorheen, te Schrapendam. PO-  !( 185 ) POLITIEKE GEDACHTEN OVER DE FRANSCH E EN BATAAFSCIIE REPUBLIEKEN. De eenige waarborg van het Republikeinsch befluur, nevens de burgerdeugd , is energie en getrouwheid in de handhaving der aangenomen gezonde principes. Zoodra begint een Volk, een Gouvernement niet daarvan aftewyken , en met eene rflappe hand de teugels van het inwendig befluur te voeren, of de Staatsmachine verzwakt , men verwydert zich van het doel der revolutie, de eene inbreuk baant den weg voor ds andere, het antirevolutionair gedeelte des volks veröorloft zich floute flappen, die allengs tot eenen openbaren opftand uilbreken, en eindigen in de volkomen overweldiging der burgerlyke vryheid. ? Frankryk vestigde zyne Gemeenebest-regeering, zyne Conftitutie, onder het zaamgepakt gevaar van binnen- en buitenlandfche overheerfching. Het moest eenige bloedige jaaren doorworftelen , het moest gants'ch Europa afftryden, het moest geheele flreeken van zyn eigen bodem volmaakt ontvolken, het moest, met één woord, de wanhopigfte pogingen in het werk ftellen; wilde het waariyk vry worden en vry blyven. Deze omftandigheid, hoe traanwaardig ook in het oog van den zachten mefifchenvriend, was in de daad gedurende verfcheidene jaaren het groote fteunpunt en behoedmiddel voor die Colosfale Republiek. De oorlog tegen de Royalisten, tegen de Vendée^ tegen de Priesters en Emigranten, noodzaakte de Franfche Natie, om zich aan opöfferin- Aa gen, aan moeilyke en grootfche pogingen te gewennen. Dat alverzwe'gend Enthufiasme, hetgeen haar zoo lang door vriend en vyand in hare wetten en veldtochten deed bewonderd worden, was eene vrucht van het oorlogsvuur, waarin zy leefde. Het gevaar maakte haar waakzaam; de tegenftand, de ondermyningen, deden haar aan de omhelsde beginfelen hardnekkig vasthouden ; elk gefmeed verraad bereidde der vryheid eenen nieuwen zegepraal; de nood was het voedfel eener onvergelyklyke energie. Marat gevoelde dit, en deed eene waare Godfpraak, tóen hy. kort voor zynen dood, zeide: Oor* log, of de Republiek is verloren l De Bataaffche Republiek miste dit ontzagchiyk fteunpunt harer revolutie. Het waren de Franfche wapenen, die haar de vryheid brachten. Hare onaf hanglykheid werd voor 100 mill. gekocht, zy had geene inwendige fchokken te verduuren, geene aanvallen van het despotismus op hare landgrenzen te wederftaan , geene wanhopige oorlogen te voeren , om hare- Republikeinfche regeeringsvorm inwendig te vestigen, uitwendig te doen eerbiedigen. Gelyk een weêrloos kind op den arm van z)ne moeder gedragen, bracht Frankryk haar tot hiertoe waar zy zyn wilde, het deed haar in zyne vredehandelingen door de Mogendheden erkend worden, en het verzekerde hare veiligheid naar binnen en naar buiten , door een goed gedeelte der Noord-Armée in hare foldy te doen overgaan. — De Bataaffche Republiek kreeg derhalven gemak'yk en bloedeloos da 3 ie'  revolutie, zy werd fn Je vestiging der nieuwe orde van zaken door^geene oproeren , door geene landoorlogen belemmerd , zy leunde van den beginne af aan op dc hulp der Franfche Bondgenoten, en de omwending kostte haar tot nog toe niets, dan — geld, Koophandel, en Coloniën. — Men heeft dikwyls de Nederlanders gelukkig geroemd, om dat hunne revolutie zoo zacht, en de vestiging hunner Republikeinfche regeeringsvorm zoo gerust tot hiertoe volbracht is. Dit gevoelen doet eer aan 't menschlyk hart, maar het verraad weinig kennis van de menschlyke natuur, weinig gezonde wysbegeerte en verlichte ftaatkunde. Indien Frankryk zyne energie en vastheid in de beginfelen aan den oorlog heeft te danken gehad, dan is het te bejammeren, dat Nederland tot heden toe buiten oorlog op het vaste land gebleven is — (want, de oorlog ter zee tegen Engeland, hoe verderflyk ook voor onzen koophandel en welvaard, gaat met geene zoo van naby dringende gevaren vergezeld) — en het is daaraan dat Wy voornaamlyk hebben toetefchryven die flapheid in het nemen van maatregelen , die laauwheid cn verdeeling van belangen in het vestigen eener Conflitutie, eindelyk, die fpoedige en thands reeds verregaande verwydering van de aangenomeneen plechtig geproclameerde principes, welke zedert den aanvang der revolutie zich by volk en befluur vertoond hebben, die zedert dien tyd hand overhand zyn toegenomen, en welke aan de contrarevolutionaire party de fchoonfte gelegenheid hebben bezorgd, om de nieuwe orde van zaken maar al te gelukkig te otidermynen en tegen te wei ke i; terwyl het te vrezen is, dat eene volmaakte inffórtfng van het waggelend Staatsgebouw vroeg of laat daarvan ket onvermydelyk gevolg zal zyn. Frankryk, het is waar, heeft ot:s een waarfchuwend, een ontzagchlyk voorbeeld gegeven van de gevolgen eenes tenoristifclien befluurs; het heeft ons, door zynen plotslingen overgang tot het gematigd fystema, eenen wyzen raad toegediend, en de voorzichtigheid aanbevolen, om het eerde te vermyden cn het tweede ten onveranderlyken leidraad onzer revolutie te nemen. — Maar is de onbepaalde opvolging van dat voorbeeld, van dezen raad zelve, niet bezwangerd met nieuwe en niet minder grooté gevaaren ? De aart der beide Natiën verfchüt zoo oneindig, dat een Fransch moderantisme en een Bataafsch terrorisme indedaad na genoeg met elkander zouden gelyk flaan, en dat derhalven een fystema van moderatie by ons zoo veele graden zwakker moet zyn dan by de Franfchen, als hun terroristisch be* Huur in gewelddadige wreedheden het onze — zo dit immer aanwezig geweest ware — zou hebben overtreffen. Men fielt ons, ten affchrik , het fchrikbewind .van Frankryk voor; men heeft recht. Maar waarom vergeet men ons gelyktydig te waarfchuwen voor het opgevolgd overdreven moderantisme der Fran. fchen? Of is dit laatfle minder gevaarlyk voor de rust, voor de vryheid, voor de oppermacht des volks?  ( 187 ) fölks?' Dat de daadzaken (immers, indien de Franfche publieke papieren, waaruit wy de volgende facla ontleenden, waarheid fpreken) getuigen ! op dit oögenblik veroorzaakt de té groote gematigdheid in Frankryk verfcheidene wreedheden van het biiïyk gevloekt fchrikbewind; men woed hier en daar, even gelyk in de dagen van Rolespierre , alleen met êit onderfcheid , dat' het1 toen de Royalisten , de Fmatiëen waren', diVr liet nu' de verlichte patriotten zyn,'die ten flaciitöffer van hét algemeen'gevoelert Vêrdrekken. Reeds zondigt men ei-en'zeer tegeri de principes', door al te gematigd, SS 'men voor' drie jaaren durfde' dóen ,'5oör al te geftreng te syri.' Reeds heeft- dé'Fi'anfché Republiek de gedaante' van eene ÊfeMve1 Aridocratie aangenomen,en de" Hem des volks word 'er niet gehoord, dan alleen by de verkieziHg van zyne wetgevende Macht, Reeds is het waar patriötismus by veelen eene fchande, «en-d«-»eam- van- Burger- eene verfoeiïng geworden (*). Reeds is een ftröom van bloeddorftige dweepers -, genaamd mbeëedigde priesters, ten lande ingedrongen ; en verdelgt alles wat haar tegendaat. Reeds hebben zy een gedeelte der Provine'ën, waarin zy het oproer en den moord organifeerden, in eenen daat van droevige verwarring gebracht. Reeds durfde men-openlyk voordellen doen cm niet alleen den geheelen Heep-van het Fanatisme, de onbeëedigde Priesterfchap, te herdellen, maar zelfs om de beëedigde priesters te draden, wyl zy getrouw zyn geweest'aan de wet der vr>heid , en den wil des volks hebben gehoorzaamd (f). Reeds is de gewapende burgermacht dooi eene militaire inrichting van hare betrekkingen op het ligehaam des volks losgefc'.'.eurd ; reeds is het Royalisme het geheim verè'enigingspunt van al Mat ryk en zoogenaamd'aanzienlyk is, géworden;' reeds de daarfteiling 'van Cjrcles Conjiituiionels als het laatfle hulpmiddel ter behoudenis van de aangenomen Conftitutie dringend noodzaaklyk geworden. -Reeds .... doch , wy zidderen by. het indenken van alles wat het gevolg van deze fterke madera* tie in Frankryk,en nog veel meer in ons Vaderland, we- (•) DU:-gaat zoo ver, dat men zelfs in de Franfche Noord-A-mcc den naam van Citoyen niet meer hooren wil.' Indien men geene onbeleefdheden wil ondergaan, behoort men thands den Officier — Monf,cur! cn den gemecnen - Soldat ! te noemen. (t) Onder het diukken dezes vernette t wy, met 'een gevoel van vreugde , dat niet is uittedrukken, uit de Franfche brieven en pa/er n, dat de go.de zaak der Vryheid ook ditmaal in de Raadzaal des. Franfchen Volks gezegevierd heeft, en het, fc .«on met ee-ne kleene meerderheid, beffitt is, dat de orieleXtfe Priesters eene verklaring zullen moeten afleggen Geluk Franfchen i geluk, Bataven ! met dezen gewichtigen en gewenschten uitflag van eene der grootfte gevaaren" waarin uwe'vryhed, uwe rust, uw leven, en uw Godsdienst zelve, die het fcheen te krenken dat men hare onüarte dienaars rièt verhindert j van meer kvvaul te konnen doen, ooir geweest is. — Vïy hervatten weder onzen moed, daar wy zien dat er in het Wetgevend tt^M-tf der Franfchen nog energie en verkleefdheid aan heilige grondbeginfelen is, cn wan. „eer d= Bataaffche Weicevcrs eerlang wel gekozen worden , zal dit voorbeeld hen buiten kyf e!e<»riféeren, en wy zullen op onze beun tot de aangenomen orde, tot het zuiver en moedig Republicanisme worden teruggeleid, waarvan wy thands zoo ver en zoo fchandelyk zyn afgedwaald.  wezen zal, indien men niet in tyds de oogen opent voor zyne dwaling, en, z'ende, dat het geene wysheid, geene deugd is, zich, ter vermyding van een hagchlyk uiterde , in een ander niet min gevaarlyk te gaan Horten, in zto verre op zyne eigene treden terug komt , dat men den middenweg ver. kiest tusfehen flrengheid en gematigdheid, dat is, dat men billykheid met fermeteit verëenigt, en aan de principes vasthoud , terwyl men eene op zichzelf pryslyke zachtmoedigheid laat werken. Doet men dit in ons vaderland niet, dan hebben wy een flaauw fchildery in het tegenwoordig Frankryk, wat er eerlang van ons, van onze Vryheid en Republikeinfche Conftitutie, worden zal; ja dan zullen wy weinige jaren meer nodig hebben , om het Stadhouderlyk Ariftocratisch bewind by,, ons in vollen Juister herboren te zien. De fchemenngen va» dien akeligen dag, of liever de fchriklykefchaduwen van dien zwarten nacht, vertonen zich reeds alöm aan onze kimmen. Jndien de zaken in ohs Vader» land op denzelfden voet, als tot nog toe, blyven voordgaan, dan zal het tydflip van beflisfing metrasfe fchreden aanrukken, het misleid volk zal geheel moed- en werkloos worden , de Ariflocratie zal flrafloos woeden, de Orarijeparty zal alom triumph blazen, wanhoop en dweepzucht zullen zich veréé-1 nigen om de nieuwe tiratmy door de oude weg te blikfemen, en binnen weinig tyds zal er wellicht, in plaats van vryheid,gelykheid, en broe. derschap! — in Nederland met bloedige Ietteren alöm gefchreven ftaan — aristocratie en despotis mus ! Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. ƒ. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Lsyden, Honkoop en Herding, Anflcrdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Doosjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één efl een halve flutver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. ® t N°. 65. Donderdag den 3 Augustus 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandyaslig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt, HORATIUS. BRIEF aan de DEMOCRATEN. burgers democraten! Ik ben ook een van die onvergenoegden in den Lande, welke zich maar in het geheel niet met de AQe der Conftitutie, zoo als zy door de Nationale Vergadering den volke is aangeboden, kan verëenigen. Ik heb dezelve met genoegzame aandacht overwogen , om wel overtuigd te zyn, dat de grondbeginfelen eener volksregeering by vertegenwoordig , waar op de Natie gewild heeft, dat hare Conftitutie zoude worden gevestigd, er niet in gevonden worden. Dit is reden genoeg II. Deel. voor my om het werk aftekeuren , zonder dat ik de verdere uitbreiding er van zal overwegen of in aanfehouw nemen , in boe verre zy voor het overige met myne gevoelens overëenkome of met dezelve flrydig zy. —— Maar dit afkeuren drukt my wat zwaar op het hart. Ik word er van afgefchrikt door duizende redeneeringen , welke my telkens omringen, en waar uit ik haast befluiten moet dat de Republiek verloren is, indien het Plan door de Natie word afgekeurd. Schoon ik nu het Bb ge-  ( *9° > gewicht van alle deze redeneeringen wei zoo hoog niet fchatte , dat ik den ondergang der Republiek by de verwerping van het Plan van Conflitutieeals zeker achte ; zo ben ik echier aan den anderen kant overreed, dat het allernoodzaaklykst ware in dit tydsgewricht eene Conflitutie te hebben, en dat het gebrek hieraan ons van tyd tot tyd'in grooter onheilen zal doen Horten. Wat nu in dezen te doen ? Moet ik tegen myne grondbeginfelen myne toeftcmming geven aan een Ontwerp, het welk ik ter góéder trouw als fchadelyk voor myn Vaderland befchouwd, alleen omdat er omftandigheden ftand grypen , welke eene Conftitutie noodzaaklyk maken? of behoeve ik als een vry, onafhanglyk , en ambtloos Burger geene van die omflandigheden in overweeging te neemén, en alleen het Plan aan myne grondbeginfelen te toetfen.en by dien toets hetzelve aantcnemen of te verwerpen? Hierin wilde ik uwen wyzen raad wel eens innemen, maar op dat gyl. my dien volledig zoudt konnen geven, zal het nodig zyn, dat ik de verfchillende redenen, welke eenigen indruk op my maken, wat nader ontvouwe. Verwyderd van alle openbaar beftuur, ben ik in een beroep geplaatst, hetwelk mynen geheelen tyd vordert. In die beflommerende bezigheden kan ik het van my niet verkrygen, alle die bedenkingen, WCfke men regen het verwerpen der Coi flitutie aanvoert, naauwkeurig te onderzoeken , daar dit onderzoek dikwerf van de grootfte moei:ykhcden verzeld gaat; zoo zegt men, by voorbeeld: de inrjchttng van het tusfchenbéftuur is zoo kostbaar voor den Lande , dat het by zyne voordduring s'Lands Financiën geheelëna'1 zal uitputten, en daarom is het best dat wy de Conftitutie met alle hare gebreken flechts aannemen. Ik kan dit argument niet tegenfpreken, en heb noch lust noch tyd om het te onderzoeken , maar ben ik de oorzaak dat deze inrichting zoo kostbaar is? Kan het aan my ge. weten worden,dat men niet beterde fpaarzaamheid met s'Lands penningen behartigd heeft by de invoe- ; ring van dat tusfehen-befluur? En moet ik daarom een Plan goedkeuren, hetwelk geheelëna! tegen myne grondbeginfelen ftrydig is? Indien dit door^ gaat. dan is het voorrecht, van een flemgerechtigd Burger te zyn, indedaad een zeer bezwarende last," daar hy aan zyn geweten verandwoordlyk is voor het geen hy met zyne goedkeuring bekrachtigt, ea te gelyk verandwoordlyk zoude gehouden worden voor om Handigheden, welke hy niet in zyne macht heeft te regelen. Eene tweede zwarigheid, welke men tegen het verwerpen der Conftitutie aanvoert, is de moeilykheid om een verbeterd Plan te erlangen. Indien volgends her Reglement eene nieuwe Commisfie het Plan zal herzien en verbeteren , .is het mooglyk, dat dit onder de handen vaile van menfchen, welke nog meer tot het Ariftocratifche overhellen; en dus dat het herziene Plan aan dezelfde gebreken blyvefukkelen, of immers, dat hetzelve daarvan niet volkomen : ii'-a . ge- I  -gezuiverJ worde; en waartoe dan alle d;e onkosten , — en het tydflip van eene Conflitutie zoo lang verwyld? Doch is het tegerövergeftelde ook niet wel mooglyk, en zoude het volk niet wel eene keuze van Democratifche mannen in de aanftaande Nationale Vergadering doen konnen , welken het Plan op eene andere leest fielden, en te gelyk die verbeteringen in hetzelve maakten, die de Natie zoo zeer begeert? Doch het geen indedaad eene zeer bezwarende om'Handigheid kan gezegd worden te zyn,is het tegenwoordig tydperk, waarin zich de Oorlogende Mo'gendheden bevinden, en het welk voorzeker eene ' vaste en aangenomene Staatsregeling noodzaaklyk maakt, omdat dezelve aan eene Natie in de onderhandelingen meerder gezag en achtbaarheid byzet, dan de wankelende en wispeltuurige flaat van een tusfehen-befluur. Onze Bondgenoot, de Franfche Republiek, 'daarenboven heeft door zynen~ Minister te kennen gegeven, dat het Plan overëenkomftig zy aan de goede grondbeginfelen, en dat dezelve van het gezond verfland der Bataaffche Natie verwacht, dat deze dit Plan zal aannemen, fchoon er wel eer>ige verbeteringen op zouden te maken zyn. — Hoe zeer ik voor my zelve ook getracht heb eenftemmig met het Fransch Gouvernement, over de -grondbeginfelen eener volksregeering by vertegen'woordiging te denken ; zo heeft het my echter riet mogen gebeuren.de gronden van ons ontwerp van Conftitutie als de mynen te konnen aannemen. Bb a Ik heb geen denkbeeld van eene Volksregeering, waar geen volk aanwezig is , waar het zich d et kan conftitueeren, waar het alleen voor de byzondere daad van verkiezing befiaat, en dit zoo zynde, vo'gt hier uit noodwendig, dat ik de gronden, waar op het zelve berust, niet kan houden voor die van eene Volksregeering, en dezelven niet kan befchouwen.als overëeukomftig aan de goede beginfelen, welken wy met het maken der Revolutie voor hadden intevoeren. Wat nu in dezen te doen ? Moet ik van deze grondbeginfelen afwyken, en myne gevoelens in de Grondvergadering , alwaar ik als een ondeel van s'Volks oppermacht opgeroepen word, onderwerpen aan die van onzen Bondgenoot? Ik voor my beztffe hier van niet alleen niet de verplichting , maar vinde zelfs dat het tegen de Republikeinfche ftandvastigheid zöude aanlopen, zoo lichtvaardig zyne grondbeginfelen vaarwel te zeggen. Ik heb te veel eerbied vopr de achtbare ftem van eenen vryen Burger, dan dat ik dezelve zoude doen buigen voor de indrukfelen van andere gevoelens, en zoude even zoo ongaarne myne meening aan anderen opdringen, als ik my zel-ven wars gevocle van de myne gemakiyk door die ■van anderen te laten regelen. Dat er echter onzen Bondgenoot aan gelegen ligt, dat wy in het tydflip der onderhandelingen eene Conflitutie erlangen, en dat hy dit vat) het Bataaffche Volk door openbare en Diplomatieke (lukken twaet is een bewys, dat Frankryk wezenlyk in  Andwoord op den boyenftaanden Brief. .De Vraag, die gy ons voorfielt, is van eenen zeer tederen aart, en moeüyk te beandwoorden. Te beflisfen , of het Bataaffche Volk, by de aanbieding van eene Conflitutie, de binnen- en buitenlandfche omHandigheden, waarin het zich bevind, zal moeten wikken ? is eene zaak , welke wy niet gaarne met eeoe machtfpreuk Zouden willen afdoen , en die voor zeer veele overwegingen vatbaar is. Het is in dezen geheel iet anders voor zichzelve te befluiten , of zyn befluit aan anderen optedringen. Voor ons zeiven hebben wy befloten, wy hebben de Conflitutie herlezen, wy hebben de omflandigheden, in zoo verre die aan ons als Burgers, die buiten allen bewind gefield zyn, zyn voorgekomen, overdacht, cn wy hebben van het een en ander het facit opgemaakt. Maar aan het Volk de buitenlandfche omfhndigheden by de verwerping der Conflitutie met zwarte verwen aftemaalen, of aan den anderen kant hetzelve volkomen gerust te Hellen over den uitflag der onderhandelingen, en aan hetzelve voortedragei! , dat dezelve even zoo gunfiig voor ons Vaderland zullen uitlopen by de verwerping als by de aanneming der Conflitutie , hiertoe meenen wy noch vryheid te hebben, noch dit aan onze gewetens, by de onzekere uitkomst, te konnen verandwoorden. Het is eene daad, die elk by "zichzelve beflisfen moet. Het is in eenen zekeren zin un cas de Con. fcience, waar over verfchillende menfchen verfchülend konnen denken en uitfpraak doen, zander dat zy aan de tedere bezorgdheid voor de bewaring hunner grondbeginfelen, eenige de minfie kwetfing behoeven toetebrengen. Ohdertusfchen kan men in dezen, even als by de onzekere uitkomst van alle wereldfche zaken, niet beter doen dan zekerheid tegen zekerheid, en het onzekere tegen het onzekere te Hellen. Het is by voorbeeld onzeker, of gy geen beter Plan by de \. her¬ in onzen welvaard deel neemt, en dien volkomen tracht te behartigen. Maar in hoe verre dit my , hoe zeer ik ook de politieke noodzaaklykheid eener Conflitutie gevoele, tegen myn geweten aan het Plan kan doen aannemen, wenschte ik gaarne van u te weten. Andwoordt my daarom op deze twyfef ling, en gyl. zult oneindig verplichten Uwen getrouwen Lezer.' N. N.  herziening der Conftitutie zult erlangen, het is onzeker, welken fchadèlyken invloed het verwerpen der Conftitutie op de belangen van ons Gemeenebest, by de onderhandelingen op het Congres, hebfcen zal; maar het is zeker, dat gy eene Conftitutie aannemende , welke tegen uwe grondbeginfelen .flrydig is, uwe toeftemming geeft tot het berokkenen v3n alle die, onheilen, welken er, volgends u.uit ftrydige en tegenövergeftelde grondbeginfelen voordvloeicn moeten. Of gy nu ook van dit middel geen gebruik wilt maken , en alle omftandigheden zoo binnen- als buitenlandfche wilt verwerpen; of gy.even als een afgetrokken wysgeer zyn leerftelfel, het Plan van Conftitutie aan uwe grondbeginfelen alleen wilt toetfen, zonder u te bemoeien, wat de politieke gevolgen zyn zullen der aanneming of der verwerping? ook hier aan zullen wy ons niet bekreunen , wy zullen zelfs niet bellisfen of gy wel dan kwa. lyk gedaan hebt ? — Volgends ons., kan hierin elk zyne eigene grondregelen , het refultaat van zyne eigene overpeinzingen, volgen. C 193 ) meeningen, houden wy ons allen .voor eerlyke lieden; wy zyn onderling overtuigd, dat geen onzer door byoogmerken zyne gevoelens zal doen richten, en dit is de eenige klip, waar voor men zich te wachten heeft, en door welke alleen het geweten gevaar loopt van fchipbreuk te lyden. .„, > ■ * , - • Er zyn er onder ons, die dien weg ingefl'agen hebben.; er zyn anderen, die alle omftandigheden naauwkeurig hebben berekend , in zoo verre die voor berekeningen vatbaar zyn ; en wederom zyn er, die. misfchien het Plan zelfs zullen aanne. men. En, fn weerwil van alle deze verfchillende . ; . . ' ■'b Voor alle deze gevoelens zyn verfchillende gronden aantevoeren; en zy die beweeren,dat geen byzonder Burger eenige omdandigheden behoeft in aanmerking te nemen , doen hun gevoelen rusten op de ftelling , dat in eene repnefentative Democratie, op welker fteunpilaren het gebouw der tegenwoordige tusfehenregeering opgetrokken is, ten minde volgends den duidlyk gemanifesteerden wil van het volk by de revolutie behoorde opgetrokken te zyn, het voik geene (Legale) wettige onderrichting bekomt van den dand der zaken , en dat het dus alleen door zydelingfche berichten van zekere omftandigheden onderricht zynde, het zeer gcmaklyk misleid kan worden ; — dat daarenboven geen individu de eigenlykc oorzaak is der omftandigheden, zoo als ze zich bevinden, en daarom voor dezelve nimmer verandwoordlyk kan gehou. den worden, daar hy wel degelyk veiiindwoordlyk is zoo aan zyn ge weeten , als aan zyne Medeburgeren en het Nagedacht, voor het gevoelen, hetwelk by in de Grondvergaderingen uit, en voor de ftem, welke hy aldaar vry en ongedwongen y 3 ' ' 5 voord  ( m ) vonrdbrengt; — dat eindelyk dezê omflandigheden hadden uit den weg konnen geruimd worden, indien de Nationale Vergadering bad konnen goedvinden te befluiten , dat er door de Wetgevende" Vergadering, aanftonds by het begin harer ' werkzaamheden, eene revifie der Conflitutie zoude plaats hebben , als wanneer natuurlyk het volk met was gebonden geweest door omftandigheden , dewelke zyne keuze bepaalden, en meer vry en onbelemmerd zyne ftem had konnen uitbrengen op een verbeterd plan, het welk meer met zyne gevoelens overeenkwam; terwyl te gelyker tyd de Bataaffche Natie als een gecontinueerd Volk op het Congres had konnen verfchynen, en er aan den wensch van zynen Bondgenoot voldaan was. brief tal geven hebben. Wy hopen dat het uwe gewetens-zwarigheden zal oplosfen, en dat gy mei ons overtuigd zulc zyn, dat wy niet rondborftiger op uwen brief hadden konnen andwoorden; ma&r te gelyk dat wy geene zwarigheden konnen oplos-; fen, waar door elk Bnrger van Nederland by de beoordeeling van het Plan van Conftitutie gedrukt word; maar die, naar ons oordeel,door een ieder volgends zyne eigene grondbeginfelen en volgends zyn eigen geweten zullen moeien beflist worden, terwyl wy geen mensch van kwade trouw zullen befchul. digen,dan alleen hem, die zich door by, oogmerken of een vuig .eigenbelang in de beöordeeling der Conftitutie zal laten weg liepen. Dit is het andwoord , bet geen wy op uwen Wy blyven &c. DE DEMOCRATEN. Iets over de Gedecreteerde Executi'én der Gewesten, en byzonder van Holland. Reeds zedert eene maand vattcden wy herhaalde reizen de pen op , om onze gedachten over dit onderwerp aan onze Landgenoten medetedeelen; dan de gebeurdtenisfen, vertogen, rapporten enz. volgden elkander met zoodanig rasfe fchreden , dat wy den tyd niet hadden om het temedergefielde te doen afdrukken , zonder dat een nieuwe fehakel aan den keten eenige verandering in het gefchrevene noodzaaklyk maakte , en ons tot het verfehuiven van ons voornemen als het ware dwong. Dan, daar flechts weinige dagen overblyven tusfehen de uitgave van dit Nommer , en den laatften dag der betaling in de anticipatie in Holland eo Utrecht, zullen wy ons bepalen tot eenige voor-  C 195 ) voorlopige aanmerkingen, welke geen langer uitiM. dulden, en de eerstvolgende gelegenheid waarnemen , om onze aanmerkingen .over het geheele llujs aan onze landgenoten mede te deelen. • Wy zulten ons dus thands bepalen , om kortJyk aantemerken , dat nu , voor het eerst zedert het begin der Republiek , een maatregel genomen is, op de biilykheid.ee de gelykheid (te weten, onder de Gewesten) fieunende, welke, indien die zedert honderdënvyftig jaren plaats gehad had , den ellendigen toeftand der Financiën in de prompt aan-betalende Gewesten, byzonder in Holland, zoude hebben voorgekomen , en zelfs zedert de laatlie omwending, zoodanige fchreeu.wende onreebtvaardigheden zoude hebben verhinderd, als nog na dien tyd, ten opzichte van Holland, plaats hebben gehad , en nog werklyk plaats hebben. "Wy bedoelen hier mede dat geen, wat zedert de vestiging der Republiek, en meer byzonder zedsrt het einde van den tachtigjarigen oorlog, heeft ftand gegrepen, te weten: dat, wanneer in het ééne jaar eene petitie werd uitgefchreven, (welke petitiën meestal een derde hooger waren, dan zy behoefden te zyn) door elk der Gewesten terfiond een gedeelte van zyne quota op dezelve werd gefourneerd, terwyl Holland alleen het zyne ten volle fourneerde; waardoor dan, met het gedeeltelyk fournisfement der overige Gewesten, in het nodige werd voor- ■ zien; terwyl, eene nieuwe petitie öp de eerfte volgende, het te min gefourneerde op de vorige, — waar door de laatfte dan merklyk minder zoude hebben konnen zyn, — niet eerst werd aanbetaald, maar terftond v eder door de meeste Gewesten op rekening der nieuwe een gedeelte , en door Holland _ wedsr deszelfs geheele aandeel werd gefourneerd , zonder dat immer voor het achterftatlige op voorige petitiën, eenige executie tegen de nalatigen plaats had, zoodat Holland alleen voor allen betaalde. Dit, zelfde , zeggen wy , heeft nog plaats gehad na de laatfte omwending, en wel fpeciaa! ten opzichte der petitiën van 1795 , van ic millioenen voor de Marine, en 5 en 6 millioenen voor de Landmacht,; in de. laatfte zes Maanden deszei ven -jaars, in welke Holland alleen het zynö ten volle heeft bygedragen, terwyl geen der overige Gewesten zynen plicht in dezen heeft voldaan; met dat gevolg, dat door dk- blyk van goede trouw en promptitude , als mede door een aantal meer'dere verfchotten , door' dit 'Gewest ten behoeve van het algemeen gedaan , en waarop nog geene liquidatie volgt, Holland in de onmooglykheid is geraakt, om het zyne ten vollen in despetitie van 60 milii'oenen voor 1795 te voldoen. — En daar Hollands Befluur met reden voorzag, dat wellicht, ingevalle hetzelve met dezelfde goede trouw als immer voorheen te werk ging, de inwoners van dit Gewest weder de fiachtöffers zouden worden van het fchandlyk verëeuwde misbruik , heeft hetzelve door zyn gehouden cordaat gedrag ten wege gebracht, dat een gelyke maatregel alle de inge- ze-  C 196 > setenen van dit Gemeenebest op eenen gelyken voet treffende, deszelfs inwoners nu ten minfie niet voor anderen , maar flechts voor zich zelve zuilen betalen ; des , dat de gedecreteerde executie niet als eene hardigheid voorde ingezetenen, maar als' eene van de weldaden der omwending, als de eerfte flap tot de daarftelling der Financiëele gelykheid en éénheid, moet worden befchouwd. Daarom, als mede tot fiyving van s'Lands Cas, in een tydflip, waarin geduchte toebereidfeien tot knotting van s'vyands overmoed aanzienlyke fommen verëifchen, en tevens tot voorkoming van eigen fcbade, ingevalle de Nationale Vergadering blyft by haar genomen befluit, van geene renten gevende effeaen voor de by executie ingevorderde ponningen te geven ,vermeenen wy onze Landgenoten te moeten aanmanen, om zoo fpoedig mooglijk het hunne in deze heffingen te voldoen, en ruim-, fchoots te foürneeren; daar het nimmer kwaad kan, meer dan het nodige in 's lands fchatkist te ftorten, a'zo na dezen nog twee termynen in de petitie van 40 millioenen te voldoen zyn , en dus het in dezen te veel gefourneerde op de volgende termijnen zal konnen valideeren. Wy zullen ons heden by deze aanmaning bepalen , en in ons volgende breedvoerig onze beöordeeling over het door de Nationale Vergadering gehouden gedrag, ten opzichte zoo van deze heffin-; gen, als van de petitiën van 1795, aan onze lezers mededeelen. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer,' en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herdfng, Amjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDries; Alkmaar, Molenaar j en verder in de overige Proviuct 3n, a drie het heele, en één en een halve ftui ver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 66 • Donderdag den io Augustus 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid, Een altyd braaf',' flatidvastig man, Voelt door-hét dreigend oog van een vergramd Tiran» Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, ■ Zyn vasten geest gèfchokt. HORATIUS. Eenige Aanmerkingen op de Financiëtle gebeurdtenisfen van deezen tyd. Reeds meermalen, en nog in ons laatfie Nimmer, betoogden wy dat de fchulden van Holland, rén minfte voor zoo verre zy in evenredigheid die der andere Gewesten overtreffen , meestal te wyten zyn aan het zorgvuldig voldoen zyner verbindtenisfen en aandeelen in zoodanige Petitiën, als ten behoeve van het geheele Gemeenebest, door de hoogde Macht in hetzelve werden uiige-' fchreven. -Wy zullen dus hierover niet breedvoerig Behoeven uittewyden; dan men zoude billyk hebben verwacht, dat met de jonfte omwending zoodanige onrechtvaardigheden als voor heen plaats hadden , zouden hebben opgehouden , en het is dus met het fmartclykst gevcel, dat wy het tegen-dèel zien gebeuren-, en dat, zonder dc loflyke pogingen van het Provinciaal Befluur, de ingezetenen van Holland weder even als voorbeen , voor hunne medebroeders in de andere Gewesten zouden blyven betalen. Wy bevinden ons in de noodzaaklykheid , ten einde van deze aanmerkingen een geheel te vorr men, in eenige herhalingen te vallen, en datgeene voor een gedeelte weder in dit vertoog te lasfchen , wat wy reeds in ons voorige hebben aangeflipr. li. Deel. qc De behoef;en van den Jaare 1795 waren groot en dringend; de bezetting der Franfchen, met den aankleve van dien,. — de Rcqtiifitiën , d.e Landen Zeemacht vorderden fpoedige en onverwylde hulpmiddelen. — Wilde men het Vaderland redden, er was daadlyke voorziening nodig. _ De Provincie Holland fprong by,in de billykeverwachting, dat de voorfchotten door'dit Gewest voor het alge* ro'een gedaan , als zoodanig zouden worden be. fehouwd, en met de andere Gewesten verrekend. . De Staten Generaal indertyd. fchreven eene Petiti uit van 10 millioenen voor de Zeemacht, en twee, anderen van, vyf en zes dito voor de Landmacht. De betalinge der eerlie veertig millioenen, of wel dertig millioenen, ra aftrek van 10 miiiiuci.c.n voor dc Reqnifitiën en volgende termy-naan dcF.anlrhen , volgends traéïaat, duldde geen uitftel. - Holland betaalde zyn aandeel in dezelven tot den 'aa fteu penning, terwyl de. overige Gewesten , het eei e meer, het andere minder, in gebreke .blevenea minflen , indien, .wat de 30 miü.oeiren bovengemeld betreft, de overige Gewesten het hunne hebben toegebracht, zyn de 10 millioenen voor de Rer qoifitiën meest alleen door Holland betaald , cn is daarover nimmer afgerekend. ~_ Nu kwam de Pe- ti-  C 198 ) tkie der Nationale Vergadering van J 79° ™n 60 millioenen - De verfchillende Gewesten buiten Hol'and , in flede van eerst de oude Petitiën te zuiveren, lieten deze onvoldaan, en betaalden volgends aêloud gebruik geheel of ten deele hun aandeel in deze laatfte ; terwyl Holland door het ftipt voldoen zyner voorige opgelegde Quota's, in de onmooglykheid geraakte om. dezelve ten volle aan, tezuiveren, blyvende op dezelve,, volgends opgave der Nationale Vergadering, 58 Tonnen Gouds ten achteren, wegens welke de Nationale Vergadering, by decreet van den 29 Ë°J!i tot eene Sef°ïceerde heffing van één ten honderd over alle roerende en onroerende Goederen der Hollandfche Ingezetenen belloot. Reeds zedert meer dan één jaar viel de geest van het Provinciaal Befluur van Holland op het fluiten zyner kasfen voor alle betalingen, ten be. hoeve van het Gemeenebest, om langs dien weg de Nationale Vergadering, als het ware, te noodzaken tot een rechtvaardigen algemeenen reaatregel, — dan welke tegen zeer veele bedoelingen en oogmerken flrydende, de hevigfle tegenkanting ont- mo°ette ; van welke tegenkanting wy als de hoofdza'aklyke reden deze befchouwen, dat in zoodanig geval de Hollandfche Ingezetenen flechts voor zichzelve betaaien , terwyl zy anders ook voor hunne broeders in de andere Gewesten mede volr doen, zoo als wy by voorige gelegenheden reeds genoegzaam hebben aangetoond, en door de latere vooraf aangehaalde ondervinding ten opzichte der éénentwintig millioenen in 1795 gepetitioneerd, en andere voorbeelden, bevestigd word. Inmiddels zouden de zaken veellicht' den ouden gang weder gegaan zyn ; dan het Provinciaal Beftuur van Holland , plichtmatig voor de belangen der ingezetenen van dit Gewest zorgende , daar deze anderszins aan onderdrukking zouden blootgefleld worden, betoogd; het onbillyke, onrechtvaardige, cn zelf het. onuitvoeriyke van alle verdere Provinciale geldheflïngen ; en het billyk misnoegen der ingezetenen'van Holland , dat de andere Gewesten zoo zeer gefpaard zyn, en dat by alle de opgaven over de betalingen der refpective Gewesten gedaan , (zie de Conferentièn van 30 Juny 1796, Het rapport der Commisfie van Financie der Nationale Vergadering tot 30 September; en de opgave van de Hollandfche Commisfie tot de conferentièn in dit jaar, en meest in April, gehouden gedurig blykt dat de Cas.van Holland tot foulagement der andere Gewesten gebruikt werd; en verklaarde op die gronden te zullen berusten in de geprocedeerde geforceerde heffing der Nationale Vergadering; dal is te zeggen: artezien van dc faculteit by Art.89. en volg., van het Reglement aan de Gewesten gegeven, om gedurende vier weeken, na dat de Nationale Vergadering het heffen van een geforceerde penning zal hebben bekend gemaakt, te beproeven.om door Provinciale Finanicëele mefures, voor het aanfournee-, ren en daadlyk betalen van het achterftallige te zorgen , omdat zoodanige Provinciale mefure , cm reeds aangehaalde redenen , voor de Ingezetenen van Holland drukkender en fchadelyker zoude zyn; en noodzaakte langs dezen weg de Nationale Vergadering, om niet alleen over dit Gewest, maar over alle de andere,op eenen gelyken voet werkenkende, eene geforceerde heffing voor het.achterftallige te deercteeren, en dus de Hollandfche Ingezetenen vry te waaren , om alleen, en dus niet flechts. voor zichzelven maar voor de anderen mede , te voldoen.. Dan. hiermede word geenszins weggenomen dè fchreeuwende ongerechtigheid aan de Holandfche Ingezetenen, door de Nationale Vergadering, of wel door de in. dezelve de meerderheid hebbende Foederalistifche en Overysfelfche faólie, aangedaan; door het niet invorderen op een gelyken voet van de. achterfhllen der Petitiën van 10 millioenen voorde marire ia 1795. endie va" 11 "liUioenen voor de landmacht in de laatfte zes maanden van hetzelve * ' - , Jaar,,  ( m ) Jaar \ boe zeer do Nationale Vergadering de petitie van 60 millioenen van 1796. fteeds declareerde te befchouwea als -eene • continuatie, derzelve ; -en uit k-rachte van welke verklaring de Nationale Vergadering de Gewesten gedurig heeft aangemaand'órrVdezelve petitiën van 1795 getrouw aan te zuiveren; •waar aan nogthands door geenGewest als dóorï-ldlland is voldaan, en daar door, zoo als wy reeds zeiden, het achterwezön dezer Provincie op de 60 millioenen is veroorzaakt geworden, het welk,indien Hol. land even trouwloos als de andere Gewesten had willen handelen, of wel, wanneer dit Gewest- ge. meend had, geen vertrouwen in de billykheid en de macht der Nationale Vergadeiing te konnen ftellen, om deze vordering by de andere Gewesten te doen eerbiedigen — niet gebeurd, de quota op'do 60 millioenen volkomen aanbetaald', — en de geforceerde heffing voor dit- ae'ntcvfhllige niette pas gekomen zoude zyn. Om het gedrag der Nationale Vergadering te verdedigen , zegt men, dat zy geene macht heeft om de Gewesten tot het aanzuiveren der petitiën van 1795 te dwingen. — Dit houden wij' voor eene dier onbefchaiamde drogredenen, welke men daaglyks ziet bezigen om kwade zaken goed te maken , en beweeren dat de Nationale Vergadering , ten dien opzichte ten minjlen, is getreden in het recht van H. H. Mog. en dus, indien zy rechtvaardig wilde handelen, tot bet invorderen dezer achterltalieri, even zoo wel middelen van contrainte in handen heeft, 'als tot de invordering der 60 en 40 millioenen,maar dat men zulks niet wil doen, om ten minfte nog voor deze laatfte keer (zoo wy ten minfte hopen) de andere Gewesten van dit zelve voordeel, het welk zy zoo fchandelyk als wederrechteiyk, zedert de oprichting, der Republiek , en vooral zedert het einde van. den tachtigjarigen oorlog , hebben genoten, niet te priveeren, en de hooge quota van Holland nog met deze overbetaling te blyven bezwaren. — C (*) Zie Dagblad, No. 593 & S98. .Het is onder anderen in rare--Misfiv.es van 3.en 6 July 1. 1. (*) dat-het Provinciaal Beftu,ur van Holland zich '■ deswegen op eece cordate wyze verklaart, cn de rechten zyn ingezetenen voorftaat, hebbende in deze laatfte byvhare verklaring gevoegd de volgende referve: ' „ Voor eerst: dat de betalingen door dit Gewest •„ zedert primo January 1796. . buiten de petitiën „ van Anno 1795, en de begroting van 60 mil„ lioenen voor de algemeene behoeften der geheele -„ Republiek gedaan,op de quote van dit Gewest in '„• de' gemelde 60 millioenen zullen worden gevaj, lideerd. 2. Dat de berekening der achterftallen van de „ andere Gewesten, op de begroting van 60 mil. >, lioenen voornoemd , even als voor dit Gewest zal ,, gedaan zjtj , na de volkomene aanbetaling hunner „ quotés in de petitiën van ■ iq millioenen in 179-5' ,, voor de Marine, en in die van 5 en 6 millioe„ nen, over de vyf laatfte maanden van hetzelve „ jaar voor de Landmacht gedaan, als mede in de „ vervallene termynen.-van de icO millioenen aan „ de Franfche Republiek; — .of, byaldien de be„ tekening voor- de andere Gewesten opdien voet door UL. niet mocht zyn gedaan, het welk wy „ byna niet kunnen ondjerftellen ; alsdan van de be. „ taling van dit Gewest op de gemelde petitiën van i« 1795-. op de verfcher.en termyneu der gemelde ,, ico millioenen , zoo veel zal worden overge„ bracht en gevalideerd op de quote van dit Ge,, west, in de begrooting van Co millioenen , als ,, de andere Gewesten, pro rato hunner quote, op „ de gemelde petitie enz. zyn ten achteren gebleven. ,, 3. Dat het geen de door. Ul:. in dit gewest te ,, doene heffing van 1 pCt meerder zoude mogen ,, rendeeren, dan tot het aebtcrwezen van hetzelve ,, op de 60 millioenen in efftcle, en volgends de voorfchreveu berekening, bevonden zal worden ,, nodig te zyn, dat mérdere zal worden gevalideerd c 2 „ PP  ( 20} ;) ,, op den eerften termyn der begrooting van 40 „ millioenen, onlangs door ül. gearrefleerd. 1 ,, En 4. Dat, ingevolge onze Misfive van den 29 „ September 1796. ten fpoedigfte door Ui. zal „ worden bcfloten tot eene begrootir-g over de ge. „ heele Republiek, waarin, nog voor de daarftel,, Mg eener nieuwe Conftitutie, de betaling van dit „ Gewest, in en voor 179; voor de algemeene be,, hoefien gedaan , zullen konnen worden verrekend ,, en gevalideerd." Wy bevelen deze Misfive en al het geene vooraf gegaan en gevolgd is, byzonder aan de lezmg onze Landgenoten aan; en overgaande tot het rapport van de Commisfie van Financiën der Nationale Vergadering op gemelde laatfte Misfive in dato 18 July (jj ingebracht, konnen wy niet voorby aantemerken, dat, wel verre van toetefiemmen in de billykheid der reclames van het Hollandscii Beftuur, de rapporteurs z'ch in de eerfte plaatfe fchynen te bedienen van hun hooger gezag, om het door Holland ten behoeve zyner ingezetenen gehouden gedrag te doen befchouwen als fchuldig aa« fchennis van de Majefteit des volks; dan dit vervolgends in gei ade pasfeerende, wel willen overgaan om op die reclames dat regard te flaan, het geen beftaanbaar is met de handhaving van het aan de Vergadering door het Volk van Nederland opgedragen gezag, doch dat de Vergadering aan den anderen kant in het oog denkt te houden de Iimiten , binnen welke dat volk deszelfs macht beperkt heeft, en oplettend zorgen zal die grenzen niet te overfchryden ; — zich verder al wederom op het reglement beroepende. X.'y van onzen kant de zaak uit een ander oogpunt'befehou wende vermeenen, doeh ■ ■misfchien ten onrechte, dat de uitcWeiing van rechtvaardigheid het hoogst gezag is, door het volk aan de Vergadering opgedragen, en dat geen wet, welke die ook zyn moge, hier aan paal of perk moge dellen, daar zelf het geheele volk in masfa niet verlag onrecht- (j; Zit Dagtlad No. ën, welke daarvoor zyn gedaan;daarenboven geloven wy het tydflip eener algemeene financieels inrichting-nog zoo verre verwyderd, dat cr zekcrl)k nog voor dat tjdjiip financiêele maatregelen nodig zullen zyn. — Om aan de algemeene behoeften der voorige jaren te voldoen, heeft Holiand zyne ingezetenen een achtfte.gedeelte hunner bezittingen doen opbrengen , en daarvoor rentgevend papier uitgegever. Nu zyn wy.het met de rapporteurs volmaakt eens, dar het by de amalgame eenerlei is, op naam van welk Gewest de fchulden gemaakt zyn, daar alle, zonder onderfcheid , Nationale fchulden worden. — Dan deze redenering zoude alsdan alleen fieek houden, wanneer het geld in deze Gewesten zoodanig in overvloed was, dat men in alle de behoeften door vrywiüige geldleeningem konde voorzien ; dan ware het zeker om het even, of Holland vooralle de fchulden alleen zorgde;-dan het geval is nu geheel omge-keerd , de geldleeningen zyn daadlyke lasten geworden; men noodzaakt de ingezetenen hun geld voor papier uittegeven, waarop die geenen, wier omflandigbecen niet toelaten dit papier te behouden., terfiond 60 a 65 pCt. verliezen moeten, zoodat zy, in plaats van 6 pCt. uitteleenen , veelmeer gezegd konnen worden 4 pCt. daadlyk wegtegeven; —— waaruit noodzaaklyk volgt, dat het voor de ingeze. tenen van Holland niet om het evén is, dat de liquidatie nog voor dc invoering eener Conflitutie plaats liebbe, waarby misfchien geene afrekening der oude fchulden, door het gemeen maken van dezelve, zmde. zyn .bepaald. . .. .. Om dit optehélderen, zullen wy ons vergenoegen met te zeggen, dat indien onder de betalingen do< r Hollands ingezetenen, na de laatfte omwending, met 12 pCt. van hun vermogen byëen gebracht, flechts 2 pCt. boven dat geene, wat Holland op eenen geh ken voet zoude hebben moeten betalen, te vinden zyifb; Hollands Ingezetenen., naar billykhcid niet konnen noch mogen worden belast, -alvoorens even zooveel 3 doorX  door dc andere Ce-vesten is opgebracht, en op de eene of andere wyze de gelykheid herfteld is, waar do; r dan de ingezetenen van Holland bevryd blyven van het verlies op zoodanige effecten, als aan hnn anderszins voor nieuwe fournisfementen' zouden worden uitgegeven , en waaraan zy, zonder de iiquidaiie.nog voor de invoering der financiëele éénheid, zouden worden blooigefleld; hoe zeer het ook voor het overige en voor de toekomst onverfchiilig moge ?.vn, door welk Gewest'de fchulden zelve worden gecontracteerd. Hoe zee; dus deze liquidatie (by het plaats grypen der amalgame) als van geen groot nut moge worden befebouwd, hebben wy met genoegen gezien, dat de Nationale Vergadering het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenootfchap , en de Generaliteits Rekenkamer heeft aangefchrevcn, om ten minfte over de begrooting van 6o millioenen die Iiquidatiën optemaken; en twyfelen niet of, deze opmaking naar waarheid gefchiedende , zal het klaarde daglicht over de rechtmatige reclames van het Hollandsch befluur veifpreiden ,en eene billyke regeling, ten minde provifioneel , over de gemelde be grooting ten gevolge hebben. Inmiddels konnen wy niet nalaten ons te beklagen over de flaauwheid, welke de Nationale Vergadering betoond heeft in het behoorlyk onderrichten der ingezetenen dezer landen , nopends de executie en de anticipatie-heffing; het is ontvvyfelbaar waar dat nog heden, terwyl wy dit fehryven, en dus kort voor hete:ndevan den nog verlengden termyn, de helft onzer medeburgeren daaromtrent nog volftrekt onkundig is, en met de 'beste gezindheid niet in het geval is van te weten wat zy doen moeten. — Naar ons inzien had men meerdere publiciteit aan dedecreeten, meerder klaarheid aan derzelver inhoud moeten geven. —- Wy vertrouwen, dat deze duisterheid zynen oorfprong niet te danken heeft aan de machinaiien en invloed van een hoop Agieteurs, welke thmds in deze duisterheid bronnen zoeken, om zich volgends gewoonte met het zweet en bloed hunner minverlichte medeburgeren te verryken; dan, het zoude niet vreemd zyn , wanneer dezen, door quafi gedane vaderlandlievende (*) voorfchotten, de religie, der Léden van de Nationale Vergadering hadden gefurpreneerd, en zoodanig decreet doen geboren worden. Weet dan, Medeburgers! dnt er thands daaglyks fchatten op fpeculatie in de anticipatie^heffing worden gefourneerd, met dit oogmerkialleen, om het daaruit voordfpruitend papier , na afloop van den termyn op den jo Augustus, aan die ongelukkigen, welke het zy uit onkunde, het zy door de onverdaanbaarheid der decreeten voor minverlichten , het zy uit momentaneel gebrek aan contanten of middelen om zich dezen amtefehaffen, niet hebben gefourneerd, met eene woekerwinst van 10 pC\, of meer, in de maag te floppen ; fchoon het in zoo verre waar is, dat de anticipatie , welke tot deze agiotage aanleiding geeft, voor die ingezetenen zelve, die in dezen niet daadlyk fourneeren, nog zelfs by verhoogden aankoop van de op fpeculatie gefourneerde penningen, een voordeel verfchaft, waarvac zy niet zouden konnen profitceren , indien zoodanige fpeculatie - fournisfementen geen plaats hadden ; ■■ te/- (*) Wy zeggen qitafi Vaderlandlievende. Wy erkennen, dat de nood des Vaderlands daadlyke voorziening vereischte, U zelfs zonder deze iri een onberekenbaren poe! vau ellende zoude zyn geftort geweest. -— Wy'weten , dat hierin door oogen. bliklyke en aanmerklyke voorfchotten is voorzien; — en hoe gaarne zouden wy aan hen, die zoo ruim hunne casfen ten behoeve des algemeens hebben geopend, den lof *oezvvsaijeii van zich verdienstlyk aan het Vaderland ke genoegzaam allen weigerachtig blyven om zich met dezen last te bezwaren, en daardoor het beftuur in de genoegzame onmooglykheid brengen, om de genomen befluiten ter uitvoer te brengen. Wat moet er in het laatst worden van eene maatfehappy , waarin elk om het hardst klaagt en Ichreeuwt, en de daden der geconftitueerdc Mach-; ten berispt ; doch zelve niets wil toebrengen, om zoodanige, het zy gegronde of ongegronde, klachten te verhelpen of voortkomen ? -— waarin elk van vaderlandsliefde zwefrst , doch zich aan elke d iad onttrekt, welke het Vaderland van hem vordert? Zeker is er weinig goeds van zoodanige maatfehappy te wachten. Zy is niet waardig vry te zyn. Dan, daar het gedreigde onderzoek toch gefchieden moet; daar het belang des Volks, en vooral des aan eed en plicht getrouwen burgers , dit vordert;—daar de wet voldoening eischt; — vermeenen wy dat de benoemde doch weigerende Gecommitteerden nogmaals behoorden te worden aangemaand, om het onderzoek op zich te nemen , en weigerachtig biyvende, indien zy ambtenaren of ger ben'ifrceerden zyn, van zoodanige ambten of beneficiën daadlyk behoorden te worden ontzet, en hunne namen aan het volk te worden bekendgemaakt, als mede die van alle zoodanige andererPwelke buiten ambten of beneficiën zich aan hunnen burgerplicht onttrekken, en zich des de achting en vertrouwen des volks geheel onwaardig toonen, — ofte wel, dat gebruikmakende van zoodanige middelen van dwang of ftraf, als het belang des Volks zoude noodzaaklyk maken , de zoodanigen tot het volvoeren hunner plichten . worden gedwongen, of naar verdienden geftraft en uit de maatfehappy geweerei. Wy zullen hiermede onze aanmerkingen befluH ten, en alleen nog dit hierby voegen, dat de noodzaakiykheid , om dezelve te moeten maken , een treurig bewys oplevert tegen de zuiverheid der bedoelingen, en den goeden wil van een aantal onzer medeburgeren. Öeiie Nommers worden alle Donderdagen vervolgd, en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfierfam, T A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosje*; Rotterdam, D.Vis, van den Drie»; Alkmaar, M dienaar; en verder in de overige Provinciëa.a drie het heele, en één en een halve iiuiver het halve blad.  DE DE M O C RATEN. N«. 67 • Donderdag den 17 Augustus 17^7. Het Derde Jaar der Bataaffche Fryheii. Een altyd braaf, flandvastig man, Vvelt doer het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. I IETS OVER HET MISBRUIK VAN DE VRYE DRUKPERS. Een dei- heiligfte grondbeginfelen, die wy in N°.l. Van ons weekblad openlyk hebben omhelsd en bededen, een der dierbaarfle rechten van mensch en (burger in eene vrye maatfehappy, waarvan wy ons in den geheelen loop van ons gefchryf tot hiertoe zeiven hebben bediend, is buiten twyfel de vrye drukpers. Te mogen denken wat men wil , en te mogen zeggen of fehryven wat men denkt, is een eigen. 3om aan de menscfelyke natuur zoo naauvv verbonaen, dat men die ontmenfehen zoude, wanneer nen haar hetzelve wilde betwisten ; en onder de •echten van den natuurmensen , waarvan hy moet JU- Deel. va gerekend worden door de verbindtenis in maatfehspï py, ten behoeve van het algemeen geluk, afftand te hebben gedaan, kan nimmer dat zyn, van zyne gedachten door mond, pen , en drukpers, vry uit te .mogen zeggen over alle zaken en perfonen, waarby hy zelf eenig belang heeft, omdat dit even hetzelfde zoude zyn, als te willen, dat vrye wezens zich verbonden, om aftezien van alle wisfeling hunner denkbeelden, en 'nog meer van alle recht, om uitfpraak te doen over het algemeen beleid van hunne zaken, om zich tegen de kwade uitvoerérs van hunnen eigen wil te beklagen , minkundigen aangaande hunne belangen te onderrichten, en gepaste middelen voortefiaan ofte gebruiken, ter betering van  ( 20f5 ) van hunne wettige grieven; Het ongerymdc dezer beweering fpringt van zelve ieder een in het oog, en -het is-daarom te* allen tyde, en by alle volk, als een onbetwistbaar kenmerk van defpotismus en verkrachting des maatfchaplyken verdrags aangezien , dat men de vryheid van fpreken en fchryven aan banden leide, terwyl Venetië, voorheen de Hooge School der eigendunklyke Ariftocratie, ons ook het fterkfte voorbeeld opleverde van eene volkomen overweldiging dezes dierbaren menfchenrechts. Onder het oud beduur zelfs was in vroegere tyden het volk van Nederland genoegzaam in het volkomen bezit van dit recht. De laatfte tydvakken alleen deden hetzelve van tyd tot tyd verkorten en belemmeren; dan het was toen ook, dat het Oranjedefpotismus zich meer en meer naar allen kant uitbreidde, en men verder afweek van de oorfpronglyke gronden der vorige Staatsinrichting; het was toen, dat de overwegende invloed van bondgenoten, wien de luister der Nasfaufche Vorften dierbarer was dan Neêilands Vryheid . onafhanglykheid, en geluk , met ons beftuur en onze wetten fpeelde, gelyk de wufte wind met den veranderlyken weerhaan; het was toen, dat men onze Republiek onder de volftrekte voogdy van Vorften konde rekenen, die bezig waren in hun eigen land de vryë drukpers op alle wyzen te bemoeien ; en tevens was het toen, dat de Bataaffche Natie op de kenlykfte wyze deze verkrachting harer vryheid wederftreefd, en getoond heeft, hoe weinig zy gemaakt was, om zich het recht van vry uit , goed rond goed Zieuwsch, hare denkbeelden en gevoelens te openbaren, goedwillig te laten uit de hand wringen. De menigte van fpotprinten, hekelfchriften, en fcherpe politieke brochures voor en na 1787 in het Iicht ver" fcheuen, de domheid van veele Audeurs , Drukkers, en Courantiers, in het fehryven en uitgeven /an foortgelyke contrabanden , de ketenen , fchavotten , uitbanningen , en beboetingen , welken veelen hunner zich uit dien hoofde onverfchrokken getroost hebben, zyn, nevens een droom van revolutionaire en antirevolutionaire blaadjens, pasquillen en gefchriften , zedert January 1795 door ons Vaderland vloeiende , naar ons inzien tastbare bewyzen, dat de Nederlanders onder allen regeeringsvorm,hoe onverfchillig ookzomtydsomtrentandere dierbare voorrechten , op dat eener vryë drukpers by uitftek jaloersch zyn, en zich hetzelve op geeuerlei wyze willen laten uit de hand wringen. Het is daarom een trek van de wysheid hunner Hoog Mog. en der Conftitueerende Vergadering geweest, dat de eerden by de proclamatie der rechten van mensch en burger in 't begin van 1795, en de andere by het ontworpen Plan van Conftitutie, het recht eener vrye drukpers onfehendbaar hebben verklaard. Zoo hebben zy niet alleen «en wettig eigendom hunner medeburgeren geëerbiedigd, maar ook getoond een denkbeeld te hebben van de ei. gene geaartheid der Natie, welker hoogfte belan.' gen zy de eer hadden te beftuuren, —■ Kwam ooit het recht eener vrye Drukpers te ftade, kon men j ooit verwachten , dat hetzelve van den kant der Geconftitueerde Machten zoude onaangeroerd gelaten , en aan de zyde des volks zoude gebruikt worden, het was indedaad by die helangryke en enkelfoortige gelegenheid , welks wy dezer dagen beleefden , het beöordeelen naamlyk, en Nationaal beftemmen, van een ontwerp van Staatsregeling voor de Bataaffche Natie. Voor de eerftemaal , dat zy , als een vry volk , konde uiti! fpraak doen over haar eigen maatfchaplyk verdrag ^, en in een tydflip, het geen haar deed wenfehen,, dat zy nimmer, althands in langen tyd niet, in de: noodzaaklykheid mocht worden gebracht, om diï veel  ( 207 ) veel kosten:! recht wederom to moeten' trtoePenen; was niets natuurlyker, dan dat men meer éan ooit de gevolgen, de nuttigheden, maar tevens de mis. bruiken, de nadeelen, de gevaaren, ondervindeiyk leerde kennen van een volksrecht, dat, even gejyk een mes in de hand van.hef kind < zeer iffllzaam, maar tevens zeer feh-adeiyb, ja doodlyk, gfe bruikt kan worden. De Nationale Vergadering van hare zyde nodigde by hare Proclamatie van i July, de geheele Bataaffche Natie uit, pm „ met de volkomen[le vryheid „ hare raadplegingen eh leoordeelingen voord te zetten, en elkander zyne gedachten daar over mede te deetf len; zoo- rond, zoo openlyk alt mm zoude goedvinden.'' En, daar voor dien tyd reeds verfeheidenq weeken dagbladfchryvers zich beyverd hadden om het Plan van Conflitutie naar hunne denkwyze te beoordeelen, was het eigenaartig te verwachten, dat thands , by de nadering van het beflisfend tydflip. der volksflemming over hetzelve , thands , nu de hoogfte vertegenwoordige Macht allen burgeren van Nederland daartoe vryheid gal , ja zelfs uitnodigde , S2 dat thands eene menigte van gefchrifteri ■»qór en tegen de Conflitutie zouden in het licht vat» fchynen. Deze verwachting was te gegronder,, omdat zedert eenen geruimen tyd zich in ons land twee hoofdpartyen hadden gevormd, wier gevoelens over het-ontwerp van Staatsregeling ïynrecht tegewelkanderindraiscfeteti,'zynde de zoogenaamde Moderaten voorvechters, en de zoogenaamde Revolutionairen, over het geheel, beflryders van hetzelve ontwerp ; welke partyen natuurlyker wyze zich onderling den zegepraal, by deze gelegenheid , zouden trachten te betwisten. En in de daad , men zag, vooral zedert dien tyd, cn te meer naar gelang de itte en 8ü:e Augustus naderden, een heir van pennen in beweging gebracht, om door nieuwspapieren, weekbladen, brochures, plakfcfvriffe*, gtBttaótd© btaadjeris;, enz. enz. zyne verfcOende gevoelens vóór en tegen de Corflitalie niet alleen te openbaren, maar ook aan anderen aantepryzen,. ja.optedringen doof allcile'e middelen en beweegredenen, naar gelang men dezelven'uit den aart van het te beöordeelen plan, uit dc gevolgen .van deszelfs §oi«d-,oC afkeuring , en ui; de politieke geftekibcid van zaken in Europa op dit oogenblik, wederzyds wist afteleiden. Alle deze woelingen, allo deze» worftel'rgen,' alle deze pogingen om zyne eigene faclie boven da tegengeflelde te doen gelden, hebben wy, als.koele wysgeerige befchouwers, in flilte aangez:en. Wy hebben, zonder ons in dezen heeten tweeftryd te mengen, getracht die kalmte van geest en hart te bewaren, die er no.Üg is, om in zulk een bedisfend tydflip met onpaitydigheid en bedaardheid alles te lezen, wat \ dor en tegen belangryks uitkwam, en om een gezond oordeel te vellen, niet alleen over de zaak in verfehil zelve , maar ook over de waardy der middelen, waarvan men zich aan beide zyden bediende, om zyne party ten opzichte van het heerfchend gevoelen daaromtrent te doen zegepralen, èn dus de ftemming naar zynen byzonderen wensen1 fe° doen uitvallen. Als zoodanige gematigde aanfehouwers eener gisting, die wy van harte wenfehen, dat de zuivering der politieke vloeifiof in ons Staatkundig ligchaam ten gevolg moge hebben, vermeenen wy eenigszins bevoegd te zyn, om, na den afloop der zaak zelve, onze gevoelens te zeggen over het in dezen gehouden gedrag der beide hoofdpartyen ten aanzien der aanneming of verwerping van hét Ptan van Conftitutie. En het is uit dien hoofde, dat wy ons deze al. gemcene aanmerking zullen veroorloven: dat de , & beide D d 2  C 203 ) bei Je partyen ons hebben toegefchenen,een wezenlyk misbruik te hebben gemaakt van dat heilig recht, waarvan wy anders de grootfte voorftanders zyn, naamlyk, dat van eene vrye Drukpers, Alle vryheid heeft zyne natuurlyke grenspalen ; zoo dra zy die overfchryd, word zy losbandigheid, word zy geweidenary, word zy het hoogfte onrecht, en het eenvouwig gedeelte der maatfehappy kan niet anders dan daardoor in verwarring gebracht, en het flachtöffer van byzondere oogmerke0 en onzuivere driften gemaakt worden. —• De Drukpers is vry. Maar, wanneer men zich op dien grond veröorloft, om naamloze, prul- en lasterfchriften in de wereld te fehoppen; wanneer men zich het recht aanmatigt van, uit het zwarte duister, onverhoeds, ieder een op het lyf te vallen , perfonen en zaken eigendunklyk te recenfeeren, en van elk individu, in het beftuur geplaatst, te zeggen wat men wil, — gelyk onder anderen het geval is in het bekend Monument of Charaüerfchets der Leden van de Nationale Vergadering, en in meer brochures door beide de partyen uitgegeven; — wanneer men niemands eer ontziet, de waarheid voor ayne driften doet zwygen, en het volk tracht vootïntenemen tegen ieder een die niet van zyne party is; dan verklaren wy rond uit, (*) Met ergernis hebben wy gezien dat dit in zommige brochures, Couranten, en geflrooide blaadjens gedaan is. Wy ' wantrouwen ten hoogfte het patriotisnjus van allen, die tot zulke buiienfporigheden in. ftaat zyn, en geloven dat zy, iu ^cval eener tegenomwenteling, de laflte aanbidders van Oranje en zyner Ariftocratifche lyfëigcne» zouden zyn. dat zulk eene handelwyze een fchandelyk en -fchai delyk misbruik is van dit edel gedeelte der burger.lyke vryheid. De Drukpers is vry. Maar, wanneer men, onder het masker dier vryheid , zyne onbezuisde driften den vollen teugel viert, de burgers tot op-; roerige en gewelddadige flappen aanzet, de principes der revolutie met voeten treed, —gelyk meermalen het geval was met de Courant van L. van Ollefen en audere Dagbladen, — wanneer men zich niet ontziet om alle middelen, zoo eerlyk als eerloos, aan» tegrypen, en zelfs het Oranje • Systhema boven het tegenwoordige te verheffen (*); A— in de daad, dan weten wy niet meer, hoe wy deze Vrylteid van Contrarevolutionaire oproerigheid zullen onderfeheiden, en wy vrezen met reden, dat onder die fchryvers pennen fchuilen, die zich aan de Cabaal van Oranje en der Oude Ariftocraten verhuurd hebben, cn wiet eenige toeleg is, alles in wanorde te brengen, jaeene formeele tegenomwenteling voortebereiden. • De Drukpers is vry. Maar , wanneer men die vryheid zoo ver dryft, dat men zich niet ontziet om onder eene valfche naamtekening het credit van een ander te misbruiken , ten einde daardoor lieden van deszelfs party befchroomd te maken en tot zich over te halen; wanneer men dit doet, door bet ryklyk  C 2Cp ) ryklyk'veifpreiden Van fchandblaadjens, in een zoodanig tydflip, dat men berekenen kan zyn oogmerk reeds te zuMen bereikt hebben , eer het bedrog algemeen ontdekt en bekend zal zyn; — gelyk, by voorbeeld, heeft plaats gehad met de zoogenaamde "advertentie op naam; van P. Frcede, welke, twee dagen voor den 8(ten Augustus alommerond gevoetd, dés anderen dags reeds door hem zelf wederlproken is geworden — dan pleegt men een openbaar fchelmftuk, houd op een eerlyk man te zyn, be•wyst de flechte oogmerken der party waarvoormen yvert, en doet der vryheid de grootfte fchande aan, met dezen aapflag op de goede trouw, onder de banieren, der.edele en door deugd alleen overwinnende vryheid, te darven pleegen.— ' Nog eens^ de drukpers is vry. Maar wat moet men zeggen van lieden, die de onbefchaamdheid hebben cm door middel van de publieke nieuwspapieren eene geheele Nat'id,'onder het oog ' van gahtseh Europa, onder het'Oog van een naburig Vredes- Congres, onder. het oog van een verlicht Geal! ëerd Gouvernement, welks Minister, zelfe in ons land refideert, door Diplomatifche logens en valfche berichten openlyk te bedriegen, cn het tot omzetting der gemoederen zoo te doen voorkomen, als öf de Rysf:lfc!,e Neg'óciatiëo 'enkel' ftil liondcn met' dat oogmerk, om aftewacfiten welke aè mrUag der Volksftemming óp 8 Augustus in de Bataaffche 'Republiek zyn zoude,'ten einde daar naar verdere maatregelen tc konnen nemen; een •bd 3 ftap, dien zich de Leidfche Courantier, tot heden 103 ftrafloos', veröorlofd heeft,en welken de redacteur der Haarlemfche onder de referve vaja men zegt*. • heeft nagevolgd. — Wy willen niet fpreken over de ongerymdheid van dit uitftrooifel; het zou een -zeer dom puhliek moeten zyn, dat zich door foortgelyke zotte vertellingen liet ontrusten, en wy fchatten de goede trouw en edelmoedigheid van het Fransch Gouvernement veel te hoog, dan dat I .: \. C. .ïj t IVóiJ^LlV'uö'f ïïaiSl.ï.Itt. V t\'£~ •gSCIV S'.u wy het één oogenblik zouden durven verdenken ,vau die eerloosheid, welke men het aantygen zoude, zoo dra men het verfpreid gerucht mooglyk ftelde; dan, dit willen wy doen opmerken, dat deze trek. van de. voorftanders der Conflitutie een verdoemlyk en ten hoogfte. flrafbaar misbruik is van de edele vryheid der drukpers, en van het goed vertrouwen des Bataaffchen volks .in zyne geaccrediteerdfle Nieuwspapieren gemaakt; een misbruik, het geen en ons Gouvernement, en het Franfche behoorde aftekeuren , en waar tegen dc Natie zoo dra mooglyk had behoren te worden gewaarfchuwd. Terwyl wy 'er nog dit eene zullen byvoegen, dat, hoe zeer anders de beide partyen zich verfcheidene even weinig kiefche m'dJclcn véiöorlofd hebben,'dit evenwel en het vervalfchen der 'naamtekening van P. Vreede , twee vergrypingen zyn, zoo lomp eu tevens zoo eerloos, dat de revolutionairen, zóó veel ons bekend is', ten dien-op. zichte voor hunne tegenparty moeten onder doen. Wy hebben dus by verfche ondervinding gezien,. ;:, ; lïbded is «flhdtfss «oölonso  tot hoe veele cn hoe groote misbruiken hét- affljfcfts zoo edel recht cenef vry- Drukpers, vooral ld' gè. wichtige en netelige t/dvakken, gelyk het tegenwoordige, aanleiding konne geven; en daar wy altoos wenfehen om der goéde zaaks wil, dat de 'hemelfche vryheid'aan d'en eenen kant niét verkracht cn aan de andere zyde'niet misbruikt en bezwaikt 'worde, zyn wy by vernieuwing ernftig gevallen op die vraag: zyn cr middelen vierhanden, en zo jd, welken? om de vrye Drukpers zoo te regelen', dat daardoor geene aanmeiklyke misbruiken noch verwarringen in dc maatfehappy ontflaan, zonder-nogthands het principe te fchenden , of de burgerlyke vryheid in dezen te lelem'meren? — Tegelyk met dit voorflel,gevoelen wyook de moeilykheid van bet voldoende te beandwoorden, en wy konnen niet anders dan vasthouden aan onze gevoelens op ditftuk in ons No. ..voorgedragen. Wy willen daarom alle onze kundige en wéldenkende lezers uitgenodigd hebben , om ons hunne bedenkingen over een onderwerp van zoo veel belang ten fpoedigfte mede teldeelen. — Ondertusfchen weten wy tot nog toe geene betere behoedmiddelen tegen het misbruik eener vrye Drukpers aan de hand te geven, dan de volgenden. ï. Het zy verboden op eene zware ge'dboete, eenig . gefchrift uittegeyen anders dan onder zyn eigen naam, of waarvoor zich de uitgever, op den titel uitgedrukt, verandwoordlyk fielt. ji^Elk naamloos gefchrift, al behelst hetzelve niets " fébsdelyks noch beledigends , 'wof.de térftoB.1 opgehaald, en op eene zwaie geldboete de uitgave er van verboden. j, Wanneer het geheiligde zaken, b. v. den Godsdienst, de Conflitutie, de trouw van bondgenoten, enz. aanrand, worde de fchrvver, of, indien deze fehuilt, de uitgever in zyne plaats, ter verandwoording en tot bewys van zyne gezegden voor den dasglykfeben rechter geroepen. Kan hy aan die verplichting niet voldoen, althands niet' bewyzen , dat er de grootfle waar* fchyrüykheid voor zyn gezegde fs, dan worde hy als een verfloordèr der openbare rast geflraft. 1 4. Indien een fchryver,met of zonder den naam J byzondere perfonen,, in of buiten het bewind, beledigt, roepe de beledigde denzelven, of zy- . | nen uitgever, of hem die het fluk debiteert, in rechten, in cas van. injurie; en zo by onvermo»' gend is, worde hem daartoe.de zaak van belang geoordeeld wordende, een Pracïifyn pro Deo toegevoegd'. . 5. Elk fchryver van gewoone nieuwspapieren zy verandwoordlyk voor de infertie van byzondere tydingen, berichten, of verhandelingen , welke hy niet kan aantoonen uit buitenlandfche .Couranten of officieele brieven te hebben overgenomen. Men ftraffe des noods aan Jyf en leven alle Diplomatifehe valschheden, die eigendunklyk in dc nieuwspapieren verfpreid worden. 6. Ein-  (. 211 >, Algemeene Grondregelen. Ongegrondde volks-bewegingen zyn aan zware ziekten gelyk, die flerke geneesmiddelen vorderen. 2. Men handelt niet verftandig, wanneer men, om een onzeker gevaar te vermyden, een onvermyde]yk gevaar te gemoet ylt. En zoude dit het genval niet geweest zyn , wanneer het Bataaffche Volk 'het aangeboden ontwerp van Conftitutie badde aangenomen? $ De,rede en de.waarheid alleen, en niet vrees of fchrik, zyn de zekere middelen om anderen te over. tuigen. Hy, die de laatfte middelen in plaats van de eerften gebruikt, handelt tegen de zekerheid der mfa'tTchappy , "en is een ftrafbaar geweldenaar. i ' 4- Een vry mensch kan niet boosamig zyn. Het is de opdcrdrukking alleen ,die den mensch bedrieg!} k , logenachtig, en wreedaartig maakt. 5- digheid tracht te omhangen, legt den eerften grond tot dwingeiandy. 6. Het eerfte middel ter vernietiging van burgerlyke partyfehappen beftaat daarin, dat ieder party kiêze, Zoo dacht Solen, en alle verftaodigen na hem. ïraiiésraös noó iQOfctsfib i^o {j^roid sgvw ti33 Jsooj De ftorm der driften keert dë gebrekkige regee'; rirjgsyormen om; de.bedaarde rede vervangt den-] zeiven, en vestigt daarna dep Staat op onwankel- •90301 63 .!!.m;os t;."" •'..'leg jdh jorn, tiewBtuS OJi m 9 bare gronden. , , , ... • • - ,:.. ..sJcJcca.su.-L. olicetn sb r.i noL-nasa Lisa Wanneer men van eenmaal aangenomen beginfelen in de wetgeving afwykt, is de wetgeving wankelbaar; en hier door is by alle volken het Nationaal character voornaamlyk bedorven geworden. Wanneer de Wetgevende, Uitvoerende, en Rechterlyke machten in een Gemeenebest niet behoorlyk van elkander afgefcheiden, en in zichzelve beperkt zyn, is de vryheid des volks in gevaar. Hy die de misdaad met den mantel van rechtvaar- 10. 5. Eindelyk , zoodanig -nieuwsblad , waarvan de rcd«aeur zich aan byzondere perfonen of Gouvernementen blykbaar vergrepen heeft, worde verplicht den geftrooiden laster openlyk en beflist te herroepen. Zoo zal de laster en de-kwade trouw worden afgefebrikt, terwyl de dierbare Vryheid. in het fehryven en drukken niet belemmerd , maar alleen tot zyn rechte doel, het openbarm der waarheid, teruggeleid zal worden 1  r:J'.ic .7 WUQU aoe-Pjiflju n; ujzsi oo les cjpi.ü De Rechtcrl-jke macht voegt het meer dan de beiden anderen,alleen op zaken,cn geenszins op perfonen te zien. Men flraft den perfu'on om de misdaad, en niet de daad om de perfoon. li. E!ke poging, ingericht om den Rechter tot het ftraffen of verfcbonen van een aangeklaagd Burger santezetteri, is ongeöorlofd. En die Rechter,-wiens hartstochten op deze wyze gaande gemaakt, hem voor deze poging doen wyken,-is misdadig. :•'•,-o*iiid.ari »ni :'-:f btïYtn'&ih&9'j&f' .! Alle Volks . regeeringen zyu uif. baren aart onrustig; maar het is deze onrust, die eenen algemeenen geest ten wege brengt, en daardoor den gemeenen welvaard bevordert. Wyze en verlichte volken konnen zich meer dan eenige andéren, met het geluk aan zoodanige regeering verbonden , vleijen. Onkunde 'en redeloosheid baanden in de meeste Gemeenebesten den weg tot verwarringen; en deze laatfteri zyn de zusters 'der dwingelandy. De zucht om ambten te bekleden, vind men vöor. naamlyk by Imams of hoogmoedigen; twee foorten van menfchen, die den Staat meer gevaar en last dan voordeel aanbrengen. ; * 15. Het zyn alleen de kundigheden van den deugdzamen, die by~de begeving van ambten en waardigheden in aanmerking moeten komen. wm.n.r. rr; , - £ - J^.. . Wanneer het volk den kundigen en deugdzamen tot zynen dienaar verheft, zoude het eene zedelyke misdaad zyn, wanneer hy zulks weigerde. -abvrnWaó c&TW&ihs4$ oi Hslm r Zy, welke met de beginfelen der ware gelykheid fpotten, verdienen den naam van Burgers niet,maar .behoren tot verre beneden den rang hunner edeler mecteburgeren vernederd te worden. r§. Daar alle Burgers in eenen goeden zin gelyk zyn, daar zyn de zeden zuiver en oprecht. Deze Nommers werden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, hy Wilt en Altheer,' en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Anjlerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem» Beetsèn Loosj'es ; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in ds overige ProvincJn, a d*ie het heele, en één en een halve ftui ver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 68. Donderdag den 24 Augustus 1797. Ha Derde Jaar der Bataaffche Vryheii. Een altyd braaf, flandvaslig man, ■ Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks-, dat hein tot euvel lokt, Zyn vasten .geest gefchokt. horatius. Vervolg der Verhandeling over eenige middelen tot verbete? -rins en herstel van nècrlands koophandel» {Geplaatst in N*. 57 en 58 van dit Weekblad.) Toen wy, voor ruim twee Maanden, onze gedachten over dit zoo belangryk onderwerp, het herflel naamlyk van onzen Koophandel, aan onze lezeren mededeelden, befloten wy van tyd tot tyd hiermede voordtevaren, en, het zy door uitbreiding van vorige geuitte denkbeelden , het zy door nieuwe aanmerkingen, in dit onuitputiyk vak werkzaam te blyven. Wy vertrouwen dat deze arbeid onzen lezeren. niet onaangenaam zal zyn ; eu zouden ons dubbel beloond achten, wanneer wy mochten zien, IJ, Deel, E dat die tot eenige nuttige verbetering aanleiding gaf. Wy begonden ons sSfte Nommer met het betoog der noodzaaklykheid van het zenden en onderhouden van des kundige Ministers en Agenten in zoodanige landen, waarmede handel te dryven is; Heden , die niet alleen de belangen des volks voorliaan, wanneer dezelven op de eene of andere wyze mochten worden benadeeld, maar die ook on- opi  ( 2T4 > ophoudelyk alle de bronnen van den Koop'landel, ter plaatfe hunner zending, de benodigdheden derzelven, den in- en uitvoer, en alle andeie onderwerpen gadeflaan, daarvan aan het Beftuur van tyd tot tyd kennis geven, en tevens hunne gedachten mededcelen omtrent al dat geen, wat zy zouden vermeenen te moeten gefchieden, om van zoodanige voorkomende omftandigheden de meest mooglyke party te trekken. Daar wy onder de algemeene benaming van Agenten de zoodanigen bedoelden, welken , het zy onder dien naam zelve of onder dien van Cor.ful oïVkeCo iful, met de waarneming der mercantiele belan-' gen van het volk dezer Gewesten, in de verfchillende Jandftrecken en zeehavens belast zyn , en m*n nimmer genoeg acht geflagen heeft op de belangrykheid dezer Commisfiën; zullen wy hierovei eenigszins breedvoeriger uitweiden, en den tegenwoordigen ftaat van zaken Cchetfen, als onvoldoende, nide'.lig, ja zelfs verderflyk voor onzen handel. Welken zyn veelal de lieden , aan wien onze commercieele belangen in de meeste Zeehavens zyn aanbetrouwd ? Zyn het inboorlingen van dit Gemeenebest, die, het zy uit aangeboren liefde voor hun Vaderland, of uit andere betrekkingen daadlyk balang-by hetzelve hebben ? Doorgaands niet. —. Meestal zyn het inwoners en inboorlingen van zoodanige plaatfen zelve, welken in geene andere be?rjkking tot dit Gemeenebest ftaan, en van welken men dus, behalven de ordinaire Confulaire dienflétï aan Schippers, welke zoodanige havens bezoeken, niets te wachten heeft. — Welverre van te voldoen aan de vereischten, boven breeder opgegeven, zoude men zelfs van zommigen eerder tegenwerking dan medehulp ontmoeten , daar de meesten zelve Kooplieden zyn, en alleen de Confulaten tot uitbreiding van hunnen byzonderen handel ,en het verkrygen van conügnatiën van Schepen trachten te bekomen , terwyl veelen van hunnen post het fchreeuwendst misbruik maken, en de Schippers en Reders-, welke in hunne handen vallen , door fchandelyke declaratiën en berekeningen van proviliën , eerder affchrikken dan aanmoedigen tot het bezoeken van zoodanige havens ; waarvan misfchien meer dan één voorbeeld zoude aamehalen zyn.. De Deenen, Zweeden, en andere Zeevarende Mogendheden, meer bedacht op de uitbreiding hunner Zeevaart, dan het Beftuur dezer landen,, en nimmer uit het oog verliezende,dat de algemeene wel. vaard de fleun van elk Befluur is; — verzuimden geen oogenblik om zich onze fouten ten nutte te maken. — Onder veele daartoe aangewendde mid-; delen was ook dit, van allerwege Agenten en Confuls van hunne Natie te onderhonden, en dezen op eenen voet interichten, waaruit het meest moogryk. voordeel te wachten was. De Engeljchen en Franfchen hadden reads in zoodanige  C 215 ) het Confulaire vak tot nog toe plaats gevonden heeft, dat wy reden hebben ons te beklagen. — Dé droevige toedand van deze anderszins zoo nuttige inrichting is genoegzaam alleen hier aan toetefchryven. — Wy zullen niet onderzoeken, of het voorheen heerfchend Systema van onderdrukking der Nederlandfchen Handels daartoe aanleiding hebbe gegeven. — Dan het is maar al te waar, dat, terwyl men aan nutloze ambten en penfioenen fchatten verfpilde, men aan ééne honderd duizend Guldens, die eene betere inrichting misfchien meer dan de tegenwoordige zoude kosten, de geheele belangen der Scheepvaart en Koophandel opófferde, en de Natie millioenen fchade deed lyden, daarenboven de Engelfchen en Noordfche Mogendheden in de hand werkte, en hun gelegenheid gaf om de grootheid van hunnen Handel op de puinhopen van die cnzer Ingezetenen te vestigen. Wat kan men immer verwachten van Agenten, welken in het geheel niet, of flecht betaald worden? Kan men van hen iet meerder eifchen, dan die diensten, welke zy, zomtyds ten duurde, aan onze Zeevarenden verkopen? Wanneer men diensten vergt, en er geene evenredige beloning tegenoverfielt, aan welke foort van lieden worden dan de Nationale belangen toevertrouwd? Kan men wel inboorlingen vinden, welken uit Vaderlandsliefde, of om eenen ellendigen tytel, zich naar vreemde landen zullen begeven, om• aldaar van honger te derven ? Immers neen, ~- ten zy de zooe 2 da¬ nige landen, waarop zy den meesten handel dreven, hurme Agenten , zomtyds tot in het overtollige ,verfpreid; — en de eerden , zelfs door het oprichten 'van faéloryen,hunnen handel in zommige landdrceken zoodanig gevestigd, dat 'er voor andere Na-' tién weinig meer overfchoot , en tegen honderd ladingen door Engelfche Schepen ingevoerd , zom tyds flechts één door onze Schepen werd aangebracht. Dan, daar wy geloven genoegzaam te hebben aangetoond, hoe weinig wy van een aantal onzer Agenten te wachten hebben, zal het nodig zyn onze aandacht te vestigen op de overigen, welken, in dit land geboren, van hier naar zoodanige havens gezonden zyn, of ten minde uit lieden bedaan, die eenige betrekking op dit Gemeenebest hebben. Onder dezen zyn er, van welken eenige party te trekken zoude zyn, indien men hen door meerdere geldmiddelen in daat delde, om nuttig te wezen; dan daar het volmaakt gemis van traótement, of het geringe dat hun toegelegd is, hen weinig aanmoedigt, en zy buiten dien niet worden ouderdeund; bepalen zich hunne w erkzaamheden meestal tot het verleenen van hulp en bezorgen vin plaatslyke protectie aan de fehepen, welken itj de havens hunner misfie binnen vallen. Indien wy meermalen de nadeelige gevolgen van eene kwal k geplaatde zuinigheid ondervonden hebben; d n is het vooral mede over die, welke in E  ( 2ltf ) dsnigen; gelyk men er maar al te veel uit allerlei byöogmerken naar posten ziet dingen, van welke zy geene de minfte kennis hebben , of aan welken een post van zoodanig belang te geven, eene misdaad zoude zyn, — Dus is men in de noodzaaklykheid, om vreemdelingen, zonder eenige betrekking tot den welvaard en voorfpoed van dit Land, derzelver belangen aantevertrouwen, en tot befparing van eene, over het geheel, ellendige fom, de geheele Commercie te verwaarlozen en opteofléren. Wy geloven dus, dat het van de hoogfte noodzaaklykheid is, en niet te fpoedig kan worden bewerkftelligd, dat er een algemeen plan van inrichting der Agentfchappen en Confulaten van dit Gemeenebest worde gevormd en ingevoerd. — Een plan, waarin, met voorbyziening. eener kwalyk begrepen fpaarzaamheid , op de minst kostbare wyze, behoorlyke beloningen worden bepaald voor hen, die in vreemde Landen 's volks koopbelangen behartigen moeten; — waarin de knevelaryen,welke thands maar al te veel uit hoofde van gebrek aan betaling plaats hebben, behoorlyk worden belet; — waarin niet alleen gezorgd word voor het bewyzen van hulp aan fchippers, of het in- en uitvaren van fchepen, maar voor al dat geene, wat eenigszins belangryk voor het algemeen zyn kan, en den bloei van Koophandel en Zeevaart bevorderen; — een plan, gegrond op Commerciè'ele kunde; naarmate van de belangen des handels op de eene of andere plaats, eenigszins verfchillende, doch voor het ove. rige op algemeene gronden rustende; 2 fa één: woord, een plan, gezuiverd van de kleinigheden, waaraan kruipende ellendelingen, die in eiken zandkorrel, welken zy op hunnen weg ontmoeten, eene . rots van zwarigheden vinden, blyven hangen; alleen op groote algemeene grondbeg nfelen gevestigd , en in alle zyne takken gelyk werkend, en toe één doeleinde ftrekkende. Wy geloven niet, dat eene geheel nieuwe, voldoende inrichting de tegenwoordige in kosten jaarlyks honderd duizend Guldens zoude te boveiï, gaan; — dat deze fom in de gevolgen tien dubbelvoordeel konne aanbrengen, zal ons niemand tegenfpreken. — Wy zouden hem , die dit onder-, nam, flechts behoeven te wyzen tot de voorbeelden van andere Natiën, onder anderen der Deenen enZweeden, welker koop- en cabotage-vaart, byzonder in de Middellandfche Zee, op deltaliaanfeheen Spaanfche Kusten , Spanjen en Frankryk , zedert eenige jaren tot den hoogften top geklommen is, Wy bevelen dit onderwerp byzonder aan de aandacht der Geconftitueerde Machten , der belanghebbende Kooplieden en Rheders , ja der geheele Natie , aan. — Het is belangryker, dan het aan veele min doorzichtigen moge voorkomen. — Het is tyd om ook hierin verbeteringen te maken. —j Gefchied dit niet, dan zal men het zich beklagen, wanneer het te Iaat is. — i Vatf  Van dit onderwerp afdappende, zuilen wy nu overgaan tot eene vrymoedige becordeeling van het gedrag des Provincialen Befluurs van Holland , ten opzichte van den impost op de inkomende Tabak, de zaak zelve onzen iezeren bekend maken , en wederom doen zien, welke gevolgen eene kwalyk geplaatfte fpaarzaamheid, of liever kortzichtige, ver*, keerde maatregelen, naar zich moeten ilepen:—. dan, ter zake. , nol tik ovloyoo ir.-, rol , nygeabod ciodd9ci.jD.q. li De voorige Beftuurders der Provincie van Holland hadden in vroegere dagen in hunne hooge wysheid beffoten , de Varinas Tabak by het- inkoi men te bezwaaren mét eenen impost van ƒ3:6: — van eiken Canasfer. — Deze Tabak behóórt uitfluitend aan den Koning van Spanje, welke in vroeger tyd de beheering derzelve had gedemandeerd of verpacht aan de zoogenaamde Compagnie van Caracas, die, eenige jaren geleden, van de toenmalige Staten de vermindering van dezen impost op de helft verkreeg, onder beding dat alle de Varinas Tabak, welke dóór gemelde Compagnie zoude worden uitgevoerd, alléén op Holland'zoude komen; — het welk ftip'tlyk werd' nagekomen', — Destyds konde men met de Direct..-uren van gemelde Compagnie, als van particulier tot particulier handelen, en naar gelang van wederzydsch belang verbindtenisfen aangaan; dan de beheering van dezen tak van handel door den Koning onmiddelyk aan de Real Hazienda, (koninglyke Jgencej, 'getrokken zynde, hielden de met de Compagnie van Caracas gemaak- Ee te verbindtenisfen op; echter lieten de toenmalige Staten van Kol'and , miifehien uit hoofde hunner kennis van het belang der Provincie by dezen handel, de zaken op den ouden voet, en alleen de helft van den impost werd van, de inkomende partyen gevorderd. — Dan, na de laatfte omwending weder eene party Varinas Tabak aankomende, werd van dezelve door de Gaarders de volle impost gevorderd, en door de correspondenten des Konings voldaan. — Dézen adresfeerden zich by requeste aan het Provinciaal Beduur, zoo om teruggave des meer dan voorheen betaalden imposts, als om vermindering voor het vervolg; dan kregen daarop het volgend appointement: ,, voor den tyd van vyf jaren, „ na dat aan het Provinciaal Committé van de ver„ zekering der deereeten der K. S. Compagnie van „ Caraques, of aan wien de directie daarvan mochte ,, zyn gedemandeerd, 07» alle Varinas Tabak nergends „ anders dan herwaards te verzenden , zal zyn geble,, ken , aan de requedranten te concedeeren da „ verminderde impost van ƒ 1:13:— en tiende ,, verhooging voor ieder 25 pond Varinas Tabak." enz. — Dus aan den Koning van Spanje een verband opleggende, zonder het welk de van zynentwege op hier komende Tabak aan den verhoogden impost zoude onderhevig blyven. \ Dus verre ons bepaald hebbende tot een een» vouwig verllag der zaak zelve,zullen wy nu overgaan tot ónze aanmerkingen over het onverftan. -So'.'o.'.'iii.-.' hs'jiiteórfad tob at 'jb . 'jL ' «itst&v dige, nadeelige, en belagcblyke van dit decreet. 3 Voor-  'Vooreerst 'heeft het Provinciaal Beftuur geheel uit het oog verloren, dat aan de Koning van Spanje geen dienst gefchied, door dat men hem genadiglyk permisfie geeft, om den ftapel van een artikel, waarvan hy alléén meester is, en het welk eene onontbeerlyke behoefte voör onze talloze Fabrieken geworden is, in dit land te vestigen; — maar dat integendeel de inwoners der Provincie van Holland het hoogfte belang hebben, om den ftapel van een artikel hier te houden , het welk aan duizenden hunner werk en de kost verfchaft , en een der voornaamfte takken van uitvoer der hier te lande gefabriceerde of verwerkte waarcn uitmaakt; bedragende de invoer jaarlyks circa achtduizend Ca nasfers, ter waarde van circa honderd guldens elk, welke grootendeels hier verwerktweder naar buiten s'lands worden uitgevoerd. Tdn tweede, verflaan wy voor ons de rekening niet, hoe de zaakwaarnemers van het volk, om aan de algemeene Nationale Cas . een jaarlyksch voordeel van ƒ ijcoo:—:— te bezorgen, (welke fom " het hoogst mooglyke zoude zyn , wanneer alles weder op hier kwam) daartegen een daadlyk verlies voor diezelfde Cas van ten minfte tienmaal zoo veel durven in de waagfchaal ftellen? — Iets, dat hier echter het geval is , daar de Koning eens goedvindende den Stapel te verleggen, ten minfte zoo wee! voor de ingezetenen verloren gaat, en duizenden hunner zonder werk, langzamerhand verarmende, de masfa der behoeftigen vermeerde¬ ren, en alle takken van welvaard, als oraffcheidelyk van elkander, langzaam opdrogen moeten. Het zal niet nodig zyn, breedvoerig te betogen, dat de Koning aan de markt in deze Gewesterf niet gebonden is. —- Voorëeert, heeft hy reeds by on. dervinding , dat de Tabak elders even zoo goed als hier word verkocht; en dat, daarenboven, alle de rechten te zamen in eene andere Stad ftechts ïl pCt. hebben bedragen , terwyl dezelve alhier, te Amfteldam, in alles 7 of 8 pCt. belopen, het welk tusfehen de 2 en 3 Huivers op elk pond maakt. — Ten andere , daar hy de eenige eigenaar is , en dus alle die geenen , welke Tabak verwerken, by hem ter markt moeten komen, is het hem omhet even, of zy hier dan elders by zyne Agenten moeten komen kopen ; dit is dus geheel onderfchetden van zoodanige artikelen , welke allerwrge vandaan komen, en markten zoeken moeten,. terwyl van zynen wil hier alles, zoo wel voorde Conditiën als den prys, alleen afhangt; waaruit volgt, dat hy den prys bepalende , epen zoo veel in Hamburg of Bremen als hier bekomt, terwyl dooi- het verleggen van den handel de Fabrieken mede verlegd worden , en de nog overblyvenden ten laatfte niet |anger met de andere meer bevoorrechten gelyk konnen werken. Belagchlyk vinden wy het, dat het Provinciaal Beftuur , welk van bovengenoemden ftaat der zaken leheerde onderricht te wezen , alvorens een. zoo- e in* )  ( 219 ) zoodanig decreet te nemen, den Koning eene 'wet gaat voorfchryven, —: daar, waar men eer, uit hoofde van het meerder belang onzer ingezetenen, van de zyde des Konings een verband zoude kon. nen verwachten, zonder de voldoening van.bet wel» - ks geen pond Varinas Tabak meer op hier zoude komen, by voorbeeld, geheele vrydom van rechten; • en wy twyfelen zeer, of het Provinciaal Beftuur zich, ingevalle dit eens geëischt werd , hier aan riet zoude onderwerpen. — Ha geval, dus onigekeerd synde , begrypen wy'niet, hoe men tot zoodanig befluit, dat geene de minfte kunde van omftandigheden, noch doorzicht aanduid, heeft konnen komen. Of het een gevolg van dit decreet zy , is ons onbekend: doch dit weten wy, dat zedert hetzelve geen eene enkele Canasfer meer op hier gekomen is; — en dit is niet minder waar, dat, wan«eer flechts- do aéne helft hier komt, en de andere naar elders gaat , s'Lands Cas wel evenveel geniet, doch de inwoners by dezen minderen invoer in gewoone tyden meer dan honderdduizend guldens, anderszins zekere winden, moeten derven. Onzes bedunkens, zoude men den impost op het inkomen van Tabak in deProvincie van Holland,immers zoo lang zoodanige Provinciale, doch met het algemeen belang drydende, inkomende rechten worden gevorderd, op de volgende wyze hebben konnen inrichten: — welke wyze wy geloven dat het meest voordeelig, en het gefchiktst tot uitbreiding van den onmiddelyken handel zoude zyn. Alle Varinas Tabak uit Spanje,dc Spaanfche Wesrindiën , of de Bataaffche Coloniën in de Westïndiën, onmiddelyk met Nederlandfche Schepen aangebracht, betale ; . — per Canasfer van 6 Rollet»; en die uit dezelve met vreemde, Schepen ingevoerd . . J .. -. i -. io: — Uit alle andere landen en plaatfen, met Vader- lar.dfcne Schepen . . ƒ2:10: met vreemde Schepen . , *3:_.- 'Portorico-Tabak, uit Spanjen en de Westïndiën, met Bataaffche Schepen de 100 pond ƒ — : 15 : — met vreemde Schepen . . 9 i:. — : — Uit St. Thomas met eigen Schepen . * l} — : — Met vreemde Schepen, of uit alle andere landen en plaatfen aangebracht, de tegenwoordige impost van. .. .. * i:7l: — Virginy. Tabak, direct uit America komende, met eigen Schepen, per Vat. . ƒ i.-ioi^- met Americaanfche dito . < 1! — ?— met andere vreemde dito . * 2: 5 : — Uit alle andere landen en plaatfen, met eigen Schepen . . . /2:1a: — met vreemde dito . . . * 3:— : — en voords andere foorten naar evenred:gheid. Wy geloven , dat deze of dierge'yke middelen me<;r.  Dere Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en nltgegeven te Utrecht, bjt W* «» Altheer* cn de^d L ter Veen en Zoon, >sHage, van Cleef en Leeuweflyn; Leyden, Honkoop --HerdtngJZZ J-ACralenfchot; Haarlem, BeetsenLoosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDnes, ^r,l ^ a^ meer gefehikt zouden zyn tot fiyving van s'Lands Cas , dan beftendige en alleen handelverdryvende verhogingen , welke eindelyk , in de plaats van meer, indedaad riainder opbrengen, bovendien den ingezeten verarmen, en den reeds genoeg kwynenden Handel en Zeevaart geheel den bodem inflaan (*). Indien eenig Lid , of Leden , van het Provin. ciaal Beftuur toevallig dit blad mochten lezen, bevelen wy dit laatfte byzonder hunner aandacht aan, en zyn bereid tot meerdere opheldering , des verlangende, zoodanige verdere inlichtingen over onze C) Mocht hier e, in andere gevalle» het oude Vader.andfche fpreekwowd wat meer vun applicatie worden gemaakt! „ eene Spiering tiitlev/trpen om een Ubeljauw te vangen!". denkbeelden te geven, en de daar .tegen tntebre«3 gen zwarigheden-optelosfen , als het belang der zaak en de omftandigheden .zulien vorderen» By voorkomende gelegenheden zullen wy voord?, varen, onze gedachten medetedeelen over alle zoo= danige verbeteringen, als wy nodig zullen achten in het vak van Koophandel en Zeevaart, en nodigen onze handelkundige medeburgers uit, om ons met hunne bydragen ten dien einde te vereeren, var» welke wy alsdan het nodig en gepast gebruik zul« len maken. —  DE DEMOCRATEN. N°. Óp. Donderdag den 31 Augustus 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf ', flandvastig man, Veelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Nuclt drift des volks, 'dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. hor ati u's- Vertoog over eeni'ge middelen tot herflel wnyverheid en koophandel, in de bataafsche republiek. Wanneer wy de gefchiedenisfen der volkeren nagaan, zullen wy vernemen, dat de Politie (zoo als' men het -noemt) byna overal een voornaam onderwerp der wetgeving is geweest ; en te recht: zy immers befiaat iri óezorg voor de volkomendhvid enbhei van alle flanden der Ma tfchappy, dan gelyk het dikwils gebeurd, a'zoo heelt ook^ien dezen opzichte, meestentyds de dwaasheid onder Se gedaante der wysheid geheerscht, het onrecht, d-en "i'cbyn des rechts aangenomen , en de gierigheid en fchraapzucht onder het masker van 't algemeen welzyn hunhen rol gefpeeld. — Staatslieden en Geleerden hebben voörnaamlyk in dit vak,proeven hunner menschlyke' zwakheid gegeven. — Zoo veele verfchillende flelzels van Politie zyn er, als er verfchiLii. Deel,, f lende begrippen van algemefien welvaart beftaan. — Sommigen bepalen hunne zorg alleen tot de landbouw, dezen weder'byzonder tot den graanbouw, of weiden, anderen tot de Wynakkers. — Anderen overtuigd, dat door Koophandel en Handwerken de Volken ryk en magtig worden, tragteden dezelven door hunne vermeende wyze inflellingen te bevorderen; en het waren juist dezen, die dezelven belemmerden en deeden kwynen. Deze en geene zyn byzonder beroep by den Staatsman , by wien hy in aanzien ftorrd, als den voornaamften grondflag voor het algemeen geluk doende voorkomen, verleide hem, om zonder berekening der noodzaaklyke gevolgen, dat beroep op eene wyze, zoo als het meeste met het eigenbelang overeenkwam , voorf naam-  C 222 ) niamlyk voortclïaan. - Te baatzucht liet men ook niet werkeloos rusten: men kocht zich van de reeeering het uitfluitend recht om tc mogen werken, om te mogen verkopen , eri de regeering maakte het- verlenen van monopoliën tot een fonds,van finantien. --TyJserrpil aan rechtsgedingen, moedeloos.. 2 heid om te werken , gebrek aan naaryver zyn de vruchten van deze inftellingen , welken weder op hunne beurt, algemeene elende voortbrengen: — dan, daar men meer en meer aan de ftem der rede fchynt te beginnen gehoor te geven, laten wy ook eens onze krachten beproeven, en trachten'eenige algemene regulen daar te (lellen-, welken naar ons inzien, byzonderlyk met betrekking tot ons Vaderland , behoren in acht genomen te worden. — In een land, alwaar de grond meerder oplevert, dan tot-Gjwlethoud-Aiatvdes-selü iuwoonders noodzaaklyk is , behoort de Koophandel, van welken aart ook, zonder eenige de minfte belemmering gelaten te worden: "— het is.voor de bloei van zulk een land voordeelig, dat de inwoonders hunne overtollige levensbehoeftens verruilen voor goederen van andere volkeren , welke meerder tot hun gemak, vermaak eh cieraadT kannen: dienen •***< De-verft*»; verryken zicht; opi deze Tnanier' oradesHóg:, zondes dat een van ban wezentlyk verlrrrfet. —i Mtar niet cveDëerts is-het géflretd■ met 'oerr .huid , alwaar.de grond nauwlyks voor een "<<8eTde gedeelte der in, woonderen voed zei zoude kauwen -opleveren1; *-gh zoo ais is het Bataaffche iScraeuebest. — Hier moet de nyverheid der inwoohderen de vruchtbaarheid der grond vervangen; gefebiesb'dit..niet, dan verarmt hetzelve inwendig-, ofschoon eenige weinige burgeren (fchynen rykvr te woi Jfen* '—+> ftl-ülioenen gelds worden dan aan andere maten voor hunne goederen gezonden , zonder dat er eenig middel overblyft, om die fchatten wederom' binfeert^it land te doen terug keeren. — De nyverheid echter van de Bataaffche Boer, heeft reeds zulk eene overvloed van fommige Prodü'eren te weeg gébracht','dat men dezëTveTniet winst naar andere landen kan verzenden, zoo als byvoorbeeld, de Boter en de Kaas. —— Wy. dellen "«fuSniiï*éetrekk&g.'töt ons Vaderrandy dé volgende grondregelen: i*. De akkerbouw, veet5eTt"&c. Wélen ïnTieTBataaffche Gemeenebest, zoo vee! doenlyk worden , aangekweekt, de Moerasfen uitgedroogt , de lan^ de.yen vruchtbaar gemaakt, voor zooverre dit werk en het jaarlyks onderhoud van dien, geene meerdere fchatten kosten dan "derzelver opbrengst is. 2°. De uitvoer van de Producten , zoo als byvoorbeeld van Boter, Kaas enz. behoord te worden gelaten vry en onbelemmerd. — Al ware het zelfs naar den vyand. — Wy zeggen vyand; wy menen niet byvoorbeeld naar een plaats, welke men hope had van uit. gebrek aan levensmiddelen te- zul-fën , rnaeltfig worden, niet naar een vyandelyk leger. — Maar wj» hébben hier net oog op een gantsch vyand» lyk land, en wel zoodanig land , in bet welk by gjClprek: vhr .dprge-Iyke War-en geene algemeene on* tevredentheid'ontftaat, en dus van geene het minfte voordeel kan zyn. — In het vorige jaar hebben wy mienigmfllen, met eenen onbegrypelyken yver en drift-Redenvoeringen gehoort over den uitvoer vfln Kaas, van hier naar Engeland. — In den b,e« ginne verbeelden wy ons by den aanvang van zuj.fc een discours, dat men lieden zoude aanduiden,; die opkopingen doeden, met oogmerk om het Bataaffche volk te laten uithongeren, — ook wy oordeelden de zoodanigen by voorraad des doods fjchuldig; maar allen bepaalden zich byzonderlyk by den uitvoer van Kaas. — Wy bewonderden dea vaderlandfchen yver, maar konden ons niet begrypen, dat men niet natuurlyk nadagt, de Koopman die  C 223 > die uitvoert, knn hogeren prys bedingen; hy heeft meerder nodig, a's anders, de Boer kan derhalven of meerder fiyten, of zyn waar zoo veel te duurder verkopen; dus wint hy in beide gevallen meerder; dit moet de werklust zoo wel by hem als de Koop- . man opwekken , en men verrykt daardoor inderdaad het land , zonder dat men door de onthouding van dezelve , den v\'and eenig nadeel toebrengt; maar alleen lusteloosheid, by onze invvoonderen zoude doen ontftaan, 3°. De Fabriquen en Trafiquen behoren ook in het byzonder in Nederland te worden aangemoedigd, — Om deze te bevorderen, zyn de volgende middelen noodzaaklyk, en wel al wederom in de eerfte plaats eenen vryën en on verhinderden uitvoer. In het algemeen willen wy by deze gelegendheid opgemerkt hebben , dat alle verbod van uitvoer juist h:t middel is o,a eene fchacrsheid en gebrek te doen entjlaan van die goederen welkers uitvoer men verboden heeft. — De momentaneele overvloed van binnenslands gemaakte goederen, door het verbod plaats, grypende, doet de prys der waren daalen , het geen lusteloosheid veroorzaakt: — en de buitenlan. der is bevreest zyne goéderen herwaards te zenden, als kunnende door zoodanig verbod in de noodaaaklykheid gebracht worden, om zyne waren met nadeel te verkopen. — Wy hebben in dit opzicht de wysheid der Provifioneele Reprefemamen van 't Volk van Holland bewondert, kort na deze omwenteling. -— De oorlog had de Koren - magazynen geleegd, — de fchaars'heid in de overige deelen van Europa; de geheime aanhang der vyanden van 't Vaderland, welke nvsfehisn gaarne eene algemeenen hongeisnood h-'d gezien; — alles deed vrezen, öat men hot weinige het welk o»er:g was, zoude uitvoeren, en men gene nieuwen toevoer zoude kunnen bekomen ; hier diende voorzien , — men vond noodzaaklyk den uitvoer van Koorn te ver JbpSi'3 roJ-'s.I v.>v.x-eh os al fao?, tt> w-ïjbd v.tsm'A f bieden; maar men begreep tevens de nadoelen van dit verbod; en befloot om dezelven uit den weg te ruimen, eene prsemie op den invoer te ïtellen : —■• de buitenlanders wierden derhalven door dsze maatregel gerust, van gene fchade te zuüen lyden. — Dit heeft, wel is waar, fchatten aan den lande gekost; fommige woekeraars hebben misfchien hier door hunne beurs gemaakt; maar het heeft ten vollen dat gevolg gehad, welke wyze befluiten noodwendig moeten naar zich liepen; — dan,keeren wy tot de Trafiquen en Fabriquen terug. Een tweede middel om dezelve te doen bloeijen, is, dat m n aan de inwoonderen vryheid laat, zich daar neder te zetten, waar zy bes? gefehikt oordeelen, en den invoer hunner gemaakte goederen in de byzondere fteden en plaatfen binnen dit gemeenebest, even min verbiede, of zelfs belemmere, als de uitvoer naar buitenlands: — de Keuren, Gildens en zoogenaam ■ de Privilegiën, welke wy hier boven bedoelden, Toen wy ons beklaagden, dat de regeringen het uitfluitend recht van temogen verkopen, tot eenfondj v;>.n fin-a ntiën hadden gemaakt, behoorden derhalven te worden vernietigd ; — wanneer de Fabriquant , werw-aards by wil, zyne goederen binnen i'lands-niag vervoeren, kiest hy natuurlyk zulk eene plaats voor 't oprichten van zyne fabriek uit, welke hem het beste gefehikt voorkomt, en waar hy met de minfte kosten zyne goederen kan laten vervaar, digen, daar hy nu integendeel door die Privilegiën fbmtyds-- genoodzaakt is, zich op minder gefchikte plaatfen en waarin de levensmiddelen en huisvestingen duurder zyn , neer te zetten. Hy moet dus nu dikwils voor het zelfde werk meerder aan den handwerksman betalen , als by anderzints zoude beh even te doen. Dit fielt hem dan ook in de noodzaaklykheid zyne waar'op hogeren prys te ftellen, en eindelyk zyn werk te laten varen, dewyl de buitenlanders- niet alleen tot zulk eenen hogen prys zyne goederen niet willen verkopen, maar fa. ■ ■ : " > • oqk  (. 324. 7 ook kans weten de hunnen vóór minderen prys'aa'rt onze inwoonders aantebieden. — Zy dierhalven, die eene voldrekte één en ondeelbaarheid in het omwerp van Staatsregeling willen ingevoert hebben, hebben daar door getoont, moeds genoeg te bezitten om de oude ingewortelde gebreken te durven aantasten, en den wezentlyke welvaart van het Bataaffche Gemeenebest op duurzame gronden te wil len helpen daarftellen ; — door deze één en ondeelbaarheid, moeten die Keuren, Ordonantiën, Privilegiën en Gilden vernietigd worden. Jn eene onzer vorige Nummers hebben wy de onrechtvaardigheid der Gtldens aangetoont , en hieruit blykt derzelver fchadelykheid voor 't algemeen belang. Een groot gedeelte van 't Bataaffche Volk heeft reeds getoont in dit opzichte verlicht te zyn, en wy vertrouwen van de tweede Nationale Vergade. ring, dat dezelve dit middel tot herftel der kwynende Fabriquen en Trafiquen, in het op nieuw te maken Plan van Conftitutie niet zal uit 't oog verliezen. Maar men duide het ons niet ten kwade, dat wy de misflagen, welke nog daaglyks ten dezen opzichte worden begaan, met ronde taal openleggen, Wy bedoelen de Raad der Gemeenten der Steden in het algemeen , en die van Amfterdam in het byzonder. Worden er ergens eenige middelen in het werk gefteld om de Keuren, Privilegiën eh Gildens van zoodanigen aart, langzamerhand , zonder merkelyk nadeel van de gepriviligiëerde inwoonderen der fteden te vernietigen? — Is hiertoe eenig onderzoek gedaan ? Voor zoo verre ons bewust is heeft men nog nergens zulk een onderzoek in 't werk geftelt: integendeel, vinden wy in de publique nieuwspapieren, veele nieu we Keuren en Ordonnantiën voor de Gildens bin. nen Amfterdam? — Is dan de verlichting nog niet tot hunnen vergaderzaal doorgedrongen? — doch voor dit maal genoeg hier van. In de derde plaats,brengt de begunftiging van den invoer der ruwe doffen, tot het voortzetten der Fabriquen en Trafiquen benod'gt, niet weinig toetot derzelver bloei. Op diergelyke waren moeten derhalven geene inkomende rechten gefteld worden. Het Gouvernement behoort integendeel , op alle moogiyke' wyzen trachten Ce bewerken , den vryen uitvoer uit die landen , alwaar dezelven gevonden worden. —- Wanneer de volkeren hun eigenbelang we! verftaan; zullen zy zoodanigen uitvoer begunftigen, — dit is voor hun eenen wezentlyken bron van welvaart , een middel tot aanmoediging van arbeidzaamheid en de weg om de fchatten , die zy voor goederen van andere Natiën verfpilien , weder by hun te doen terug keeren: aldus ftaat de welvaart van het eene volk in verband met die van het andere , en dit verband duidelyk aan te tonen,' daar van andere Gouvernementen te overtuigen, is mede eene van de grootfte en fchoonfte taaken Van een Ambasfadeur (*). fcfeM '''tifalil&itèttiti '■ 0;-fjvi De nyverheid en vlyt der inwoonders op te Wekken , behoord voorzeker ook onder de middelen tot herftel van den kwynenden ftaat der Fabriquen en Trafiquen. Verbazend inderdaad is ten'dezen opzichte de verfchillendheid en tegenftrydig-' heid van den aart der inwoonders , in de byzon-; dere plaatfen en ftreeken van ons Gemeenebest. —' Over het algemeen genomen ; kan men den Am-? fterdammér den lof van arbeidzaam te zyn niet onthouden ? — De zucht tot vermaak en uitfpanning is daar niet de heerfchende neiging; zy regeert niet alléén , zy bepaald zich niet tot geheel nutteloze voorwerpen; zy is vergezeld, zy deelt haar bewind met die voor den Staat heilzame bezigheden. —. Wan- ■ (*J Ten dezen opzichte geld ook het geen wy in ons voorig Nommer omtrent de Confuls en Agenten hebben gezegd.  : Wanneer wy daarentegen de kleine (lector, van j Overysfel en Gelderland gadeflaan, dat men aldaar 1 -meestendeels het hoogde geluk acht, Rente. ' nier te zyn , zoo dra men kan berekenen zich < met eenige zekerheid in dezen dand te kunnen ver- 1 plaatfen, als dan fchynt het als of dit een gegeven . teken van dén hemel is, om van zynen zwoegen- : den arbeid te rusten; men leeft dan als Rentenier, dat is: men verfchaft nog ligehaam nog ziel eenig V geregeld werk; - de Stad en den omtrek van dien te doorwandelen of te ryden , by zyne gebuuren 'laffe fprookjes te vertellen of te horen verteilen, zie daar alle de bezigheden. Indien wy deze aanmerkingen omtrent dit merkelyk onderfcheid verëenigen ; word bet niet onwaarfchynlyk, dat de regeling der uitfpanning van een volk veel toebrengt tot derzelver geneigdheid voor den arbeid, — en dat het dus de plicht der regeeringen is, byzonderlyk die uitfpanningen en vermaken te begundigen , welke ingefpannentheid van geest of ligehaam vorderen en tot zeker doeleinde ingericht zyn; — alles gewend zich als dan tot -den arbeid. — Men begint meer en meer het Aangename van dezelve te voelen , en eindelyk word zy noodzaaklyk: — Doch wy zullen ons nu over de wyze middelen , om de arbeidzaamheid oader een volk aantekweeken,niet verder inlaaten; maar by de overige harde waarheden, welken wy hebben aangevoerd; nog eene voegen ; dat naanilyk dat gedeelte van de inwoonders der Stad Let den , het welk men in de Fabriquen aldaar gebruikt, voor het grootde gedeelte te recht van eigenzinnigheid , domheid en luiheid word befchuldigd ; — offchoon men eene meerdere gemakkelyke wyze van het bereiden der doffen weet aan den hand te geven , verkiezen zy echter dien weg niet in te flaan, die, welke hunne voorouders betreden hebhsa, die alleen willen zy bewandelen j gehoor te Ff -even aan "nieuwe aan'-vecdandige uitvindingen re- lenen zy misdadig ; dc maandag houden zy -oor eene geheiligde dag , toegewyd aan hunne remaken; - hy, die onder hun.op dien dag arieid , word befebouwd als, een |boetvaardig zon. jaar, Hy word veracht — ja wat meerder is, ndien zy eenige andere bezigheid kunnen bekoinen, offchoon dit hun minder voordeel verfchaft jan hunnen arbeid in de Fabriquen , verkiezen zy het eerde boven het Fabriecq-werk ; . —- met groentens en vruchten by voorbeeld, langs de draten ter verkoop te lopen , Rellen zy boven den Fabriecq-arbeid, alhoewel het laatde hun meerder voordeel aanbrengt. Zy hebben eindelyk,voor grondregel om byna voor niets anders te zorgen, dan voor hunne gewone levensmiddelen en huisvesting. — Het verfchilt hun .weinig welke kleding zy hebben; - en eenigen overwinst op te ga. ren is by hun eene onbekende zaak. — Hoe beterkoop derhalven de levensmiddelen zyn, hoe minder zy verkiezen werkzaam te zyn. — Ziedaar Volk van Nederland , zulke wezens hebt gy midden onder U; — wie is er die eenig middel weet uit te denken, om dezulken op het voetfpoor der rede terug te brengen? — de fpreuk van den wyzen Salomon gaat tot de mieren en word wys, hun dagelyks te herhalen is niet genoegzaam; — hy, die in dezen raad weet te verfchaffen, zoude zich inderdaad verdiendelyk aan 't gantfche Vaderland maken 1 Eindelyk is de koophandel een wezentlyke bron voor de bloei van dit gemenebest, — maar in de tegenwoordige gedeldheid der Natiën, is niet alle koophandel voordeelig; doch de byzondere takken daar van nategaan , te onderzoeken , welke van dezelve in fchyn, welke inderdaad nuttig zyn; op hoedanige wyze men de nadeelen over 't geheel, met de minfte fchade van eenige byzondere inwoonders;; 3  ( 226 ) ders ; (die"'uit dezelven hunnen win/ten trekken) door andere takken kan doen vervangen, is eene zaak welke eene geheel afzonderlyke verhandeling zoude verëifchen.. Genoeg zy het ons voor- dit maal kortlyk de voornaamfie bronwellen te hebben aangewezen om den bloei van alle de ftanuen der BataaffcheMaatfehappy te bevorderen. 'Aanmerkingen hetreklyk het verwerpen van het onlangs aangeboden Plan van Conftitutie. olgens de beste berichten heeft de meerderheid van het Bataaffche Volk, het aangeboden ontwerp van Conflitutie verworpen: wy ook, overtuigd dat de gebreken met betrekking tot de beginfelen in het gemelde Plan gevonden wordende, de nadeelen die in deszelfs verwerping waren gelegen verre overwogen, wy hebben onder het groote getal van die Burgers behoord, welke hetzelve ontwerp hebben helpen verwerpen. Thands zoude ons genoegen volkomen zyn, indien wy ons durfden voorftellen, dat het gemelde gevaariyke Plan eerlang door een beter zoude worden vervangen ; en het alzo verbeterde door onze Landgenoten "aangenomen. Dan, hoe zeer wy van de braafheid dier Burgers, welke de ophanden zynde wetgevende Vergadering zullen uitmaken, durven verwachten; dat zy het als hun eerften plicht zullen aanmerken, om moedig en ge. trouw aan de verbetering van het verworpen Plan dadelyk te arbeiden; en wy mits dien een verbeterd ontwerp binnen weinige maanden te gemoet mogen zien. — Zo durven wy ons echter niet volkomen gerustftellen, dat het Bataaffche Volk zodanig ontwerp niet huune goedkeuring bekrachtigen zal.. Weinigen bezeffen meer dan 'wy de gevaren welke aan den voorddurenden ftaat der omwending verbonden zyn. _ Meer dan iemand reikhalzen Wy, met de ware vrienden des Vaderlands, naar eene vaste regeringsform ; en het is hierom geweest, dat wy, niet dan met aandoening, zyn overreed geworden, dat onze Landgenoten in het verwerpen van hetzelve Plan niet bezield zyn geweesÊ met dien algemeenen geest, die ons de aanneeming van een verbeterd ontwerp door die zeiven onze Landgenoten, met eenigen grond kan doen hopen. Immers, wie waren zy die het aangeboden P'art met hun beflisfend neen bejegend hebben? Op welke • gronden en door welke dryfveeren bewogen, hebben zy hetzelve verworpen? Tot het beandwoorden van deze vragen , komt ons al aanftonds voor den geest, dat verfchillende parthyen, om verfchillende redenen, hunne weigerende en afkeurende ftemmen by elkander hebben gevoegd; zonder dat men algemeen fchynt begre. pen te hebben, dat deze vereeniging, de bereiking van elks byzonder doel, onmogelyk ten gevolge konde hebben. Het is voorzeker niet te'ontkennen, dat een zeer groot aantal ware en warme vrienden des Vaderlands, uit volle overtuiging, dat het aangeboden Plan, als in veele opzichten ftrydig met alle gezonde beginfelen van eene Volks.regering by reprozentatie _ als in zich bevattende de weelige zaden eener aanftaande en gevaariyke ariftocratie, met één woord,  C **7 ) woord ,' als een ftaatktmdig wangedrocht, voor zoo verre men op zood-mig Pian eene Volks - regering.by \ertegenwoordiging zoude willen vestigen, ver» worpen hebben:dan waren dit de redenen by allen, die nret hunne ontkennende ftemmen tot de verwerpirg'van ■hetzelve hebben bygedragen ? ... Gewisfelyk Neen. immers hoe veelen aan wien zelfs de; eerfte denkbeelden eener goede Staats - regeling —de onmisbare veië'sehten eener vertegenwoordigende Voiks-regering nog niet bekend zyn , hebben het Plan verworpen , om da hunne Godsdienflige vooröordeelen en begrippen;, of niet genoegzaam gskoesterd of in hetzelve-te fierk wierden te keer gegaan. Gewisfelyk dezen zullen geen recht hebben op de dankbaarheid hunner nakomelingen, om dat zy om deze. nietige , belangzuchtige reden alleen,- het gevaarlyk ontwerp hebben helpen afkeuren, Ook die wezens welke hunne ftemmen by de éerfte hebben gevoegd, om dat de oude Provinciale Oppermacht , die geliefde voedfter van vorige ariftocratifche willekeur, in het Plan byna was vernietigd, hebben door het uitbrengen hunner ontkennende ftemmen, het getal der ware Volks-vrienden niet vermeerderd; integendeel fchynen zy zich alleen by de laatften te hebben gevoegd, om onder het masker van eensgezindheid, een doel te bereiken, het welk de ware patriot met hetzelfde wapen zoekt t5 beftryden. Het belang daarenboven; zoo wel het Provinciaal als individueel belang , beeft aan veelen de wapens ter beflryding van het aangeboden Plan in handen gegeven i de gemeenmakir ig van de fchulden der afzonderlyke Gewesten ; de geheele affchaffing der Gildens, zyn wederom by anderen de valfche en belangzuchtige dryfveeren geweest, om welke men een Plan heeft verworpen, hetvwlk voorzeker ten dezen opdichten befchouwd , aande beginfelen getrouw was gebleven, En nu, Nederlanders ! indien wy ons niet bedrie¬ gen , indien by zo veelën uwer, de opgewelde armzalige redenen, de dryfveeren zyn geweest tot de verwerping des" gezegdens Plans? Indien het getal van dezen (en hier voor doet ons het characta-r der natie vrezen) eens overtreft, het getal der ware en belangloze vrienden des lieven Vaderlands? Indien dit waarheid zy, op welken grond, zullen wy dan immer mogen hopen, dat gy ooit , indien al eens eene betere Conflitutie u worde aangeboden, gy dezelve zult aannemen! Bataven! indien het u ernst is om gelukkig te zyn ; indien gy den val van uw Vaderland wilt voorkomen ; houd dan op om langer gehoor te geven aande verleidende flemmen van eigenbaat en die lasge driften, welk altyd het character eens Volks ontëerende, den ondergang der volken hebben bewerkt of verhaast. Een van de groote middelen tot daar. ftelüng van uwen welvaart en vryheid , is alleen in eene vaste Staatsregeling gelegen; gy fchynt u vereenigd te hebben om een gebrekkig ontwerp daar van aftekeuren ; verëenigt u , wanneer eene betere (èene volmaakte kunt gy nimmer ait de hand van Stervelingen verwachten!) u word aangeboden, om dezelve aantenemen. Helpt tot dat einde met wysheid cn orde alle uwe nieuw verkozen Vertegenwoordigers den weg daartoe bereiden i in hunne en uWe eendracht kan alléén de groote grondfleen van het gebouw uwes geluks gevestigd worden. Dat alle gewestelyke en byzondere belangen voor hetbe. lang des gemenen Vaderlands; voor het geluk des Bataaffchen Volks wyken! Dat zy, welke zich den naam geven van Voorlichters des Volks te zyn, éénmaal dien naam verdienen; en dit zullen zy, wanneer zy het volk, dat zich hunner leiding heeft aanvertrouwd, tot bet aannemen eener goede Staatsregeling helpen voorbereiden. De taal die wy thands fpreeken, Nederlanders! is die  ( 228 ) êV. van ons hart: zy, welken den (laat van onwending niet dan bevallig voor u affchilderen, zyn uwe ware vrienden niet; of fchynen niet te befeffen dat het Va< eriand eene dadelyk zwakken kranken gelyk is, die by den minden fchok moet ophouden, te leven. En echter wie befeft «iet dat er gewichtige fchokken , zoo lang de revolutie blyft voortduuren, in Nederland kunnen plaats hebben. Een der eerde plichten van elk goed Burger; derhalven is, om, daar de voortduuring van den daat der revolutie voor eenigen tyd onvermydelyk is , alle fchokken van welk eenen aart ook, zoo mogelyk te voorkomen; of zo zulks uit hoofde van onberekende omdandigheden onmogelyk is, dezelve zodanig te matigen, dat zy, of gene of ten minden genen gewichtigen invloed op ons daatkundig bedian hebben ky,nnen. Op deze wyze kan de Nederlandfche Natie, een befljsfend bewys harer voorzichtigheid, matigheid en wysheid aan geheel Europa geven. Ieder Burger zal daartoe medewerken , wanneer hy blyft waken voor veiligheid en eigendom: wanneer hy zich liever byzondere verongelykingen getroost» dan in fpyt der wetten , de orde veracht en de wet-} ten mer voeten treed. Het groote doel om welke menfchen zich in maatfchappyën verëenigden, was. zelfj,. by andere woeste volken geen ander dan meerdere zekerheid van lyf en goed: en zouden dan de Batavieren dit groote doel uit het oog verliezen, of zich in het voorbyzien daar van willen behelpen met het ydel voorwendzel, dat de daat der omwen-, ding nog niet heeft opgehouden! Indien dit zoo ware zoude een revolutionaire toedand de ergst mooglylyke zyn, en op de vernietiging der maatfehappy zelve uitlopen. Neen, Landgenoten ! gy hebt het Plan van Staats¬ regeling niet'kunnen verwerpen, om dat de flaat. van revolutie u behaagde: gy verlangdet voorzeker niet minder dan wyom by eene goede Staatsregeling, nw geluk en dat van uwe kinderen te zien vesti. gen: gy hebt een ontwerp daar van alléén verworpen , omdat het in de eerde beginfelen aandruischte tegen dat geen , hetwelk de reden en het gezond verdand, als derzelver grootde vereischten u aan de hand gaven. Welaan dan , nog weinige maanden, de gevaren van een revolutionairen daat getroost ï handen en harten verëenigd , om fpoedig tot het groote doe! te geraken ; om inmiddels de wetten te helpen handhaven; orde te eerbiedigen en hen te ver-: achten, en te bedryden.die aan beiden heiligfchen-, de handen zoude willen liaan, of het Volk tot Re-: geeringloosheid verleiden. Is dit uw voornemen, Batavieren ! Volgt gy deze eerde welmenende lesfeni en raadgevingen , dan zult gy de Raven - voorfpel.lin-; gen van zommigen uwer Medeburgers! die gaarne, bet aangeboden Plan van Conditutie hadden zien aannemen, en nu om de verwerping daarvan gemelyk zyn, niet bewaarheden , dan zult gy den wenscb van anderen , die ter bereiking hunner heerschzuchtige oogmerken, thans gaarne alles in den war zagen, verydelen; gy zult aan geheel;Europa tonen, dat gy de revolutie niet hebt doen voortduren, om dat gy de omdandigheden die dezelve dikwerf verzeilen, ten voordeele van wanorde en misdaad wilt misbruiken; gy zult u langzaam voorbereiden, om de vastej maar heilzame banden eener onmisbaare maatfehappelyke verééniging te kunnen, aragen. En eindelyk, en het geen noch meerder, zegt, gy zult uw geluk vermeerderen, door dat van., een gelukkiger nagedacht, op de zekerde gronden, te vestigen. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheert en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sllage, van Cleef en Leeuwedyn; Leyden, Honkoop en Herdingi Amfterdam, J. A. Crajenfchot: Haarlem, Beets en Loosjes ; 'Rotterdam, D.Vis, vandenDries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, enéén en oen halve Huiver be t halve blad.  D E D E M O CRATEN, _N°. JO. Donderdag den 14 September 1797. ije* Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, fóf/if zyn. —- Maar zeggen de moderaten, deze hebben een onnoemelyk getal opgewonden! — dit zal mogelyk van zommigen niet zoo geheel misge. gist zyn. — Al wat afkeerig is van orde, al wat in de Revolutionaire verwarringen voordeel zoekt, en zoo veelen hebben neen gezegd; geeven wy dit eens toe, zoo als het wel mogelyk is, vergelyk dan dit getal eens by dat der fiemgerechtigde burgers die opgekomen zyn, — zal dit getal dan niet nog zeer klein in vergelyking van het andere zyn? — Veelen der geenen die in godsdienf>ige gezindheid , van de voorheen bevoorrechte Kerk , verfchillen, hebben om dat de Leeraaren derzelVe,die werkelyk in dienst zouden zyn , naar hun begrip nog te veel bevoorrecht waren , mede neen gezegd ; en h ermede meenen wy dat de geenen die men verkiest tot de Revolutionaire NEENzeggers te kunnen brengen, wel hoofdzakelyk zyn opgegeeven. Maar zyn er nu onder de moderaten, Anflocraten en Oranjegezinden, welke laatfte er zekerlyk, fchoon,zy de beloften moesten doen, ook opgekomen zyn geene NEENzeggers? — en zyn de bedoelingen van allen, die het Plan van Conflitutie goedkeurden , nu zoo verftandig en braaf, dat zy dit alleen om redenen deeden , die den toets konden, doorftaan ? • Laat ons by de beantwoording dier beide vragen, eenige oogenblikken ftilftaan. Wat de twee eerfte foorten betreft, welke wy echter geenzints gelyk willen Rellen, — is er geen twyfel aan of een groot aantal derzelve hebben ook de Conftitutie verworpen. Vooreerst , allen die tegen de Amalgame der Finantien zyn , al ware het dan ook flechts in naam. Allen, die tegen de vernietiging der gilden zyn. Gg Allen, die l.imne Sriden éx door tvreutve léinkkicgen in dezelver overoude voorrechten verkort zagen. Allen , die meenen dat de voorheen bevoorrechte Kerk, te veel op eens van die voorrechten, by he* Plan van Conftitutie verliest. Allen, die uit godsdienftige gevoelens, het befchouwen, tegen de waarde van eene kristelyke maatfehappy te zyn, dat in de Acte van Conflitutie geenen -dag voor gemeenfchaplyke Godsverëering bepaalt is > en deze zullen er verfcheidene zyn. Onder de opgekomene Oranjegezinden, zullen er veelen neen gezégd hebben, van hun die denken , dat zoo lang de zaken niet gevestigd zyn, er voor hun, meer uitzicht overblvft op eene Contrarevolutie, en onder het gemeen van die denkwyze , om dar zy zeiden liever eenen Prins dan vyf Koningen te willen hebben. Zonder vsn dezen allen echter eek uit, ''e geenen die hunne denkwyze aan de vrees hebben opgeofferd ; ant by bet verwerpen der Ccnjiitiitie alles verloren was. ' Deze en veele anderen hebben evenwel alle ook hunne ftemmen, en die ftemmen keurden om anderen dan zogenaamde Revolutionaire redenen , de Conflitutie af. Maar zyn nu de bedoelingen van allen die de Conflitutie goedkeurden, zoo verftandig en braaf geweest, dat zy dit alles om reedenen deeden, die den toets kunnen doorftaan? Wy willen in de beantwoording van deze vraag, naar onze gewoonte onzydig en oprecht te werk gaan, wy zyn afkerig om hier partydig in te han2 de-  ( 23a > delen, en zullen dus eerst opgeven, wie naar ons inzien op gronden, die, met verdand naar de byzondere befchouwisgen, en met braafheid bedaanbasr zyn, de Concept-acte van Conflitutie hebben goedgekeurd , — en wie dit om andere en dus verwerpiyke redenen deeden. Tot de eerde tellen wy dezulken, die door zich van tyd te gewennen, aan de heerfcbende denkwyze in het Plan,zich ook in waarheid overtuigd houden, dat hetzelve, met de behoeften van onze Landgenoten overéénkomt , .— en dat zy voor eene meerdere Vryheid niet vatbaar zyn. — Wy houden het daar voor, dat men dit voor waarheid houden kan, — zonder daarom verftandeloos of (legt te zyn , — en liet ons bedek het toe,wy zouden dit op deze plaats betogen , — te weten in de denkwyze der zulken, die dit als eene waarheid van goeder harte, en op voor hun zeer voldoende redenen aannemen. De zulken, die met het denkbeeld van eene algemeene vrede zich vleijende, geloven dat ons Vaderland, in daat van Revolutie zynde, door de vol. ken niet zal geëerbiedigd worden, en dat wy om eene voldoende rol op het Congres te kunnen fpeelen, eerst eene vaste Conftitutie moeten hebben. De zulken, die vermoeit van de aanhoudende Geidfpillingcn, onder een Intermediair Beduur, en de menigvuldige tegendrydige handejingen van betzelve, zulk een tydvak van verwarringen en nadeel voor de Ingezetenen , zelfs met de meeste opofferingen wenfehen, geëindigd te zien. De zulken, die zich overtuigd houden, dat, zonder het uit den weg ruimen van de meirgvuldige. belemmeringen voor den Koophandel, het Land te gronde moet gaan , en dat deze belemmeringen niet zullen ophouden, ten zy eene vaste Regerings-.. «ned 91; «jÖfeiMieo. -Md cno atajt» avs'w'.neea vorm, het onregelmatige van een Intermediair-te* duur vervange. De zulken, die beducht waren , dat door duizend bykomende toevalligheden, een tweede Plan, flegter dan het eerde konde uitvallen, — of wel dat de Natie éénmaal dit Plan verworpen hebbende piet ligt, mogelyk nooit een Plan haar aangeboden, zoude aannemen. Deze allen, kunnen niet Ontkend worden , op gronden en met brave bedoelingen, het Plan te heb-' ben goedgekeurd. — ftjaar. zyn nu allen dje her Plan goedgekeurd hebben, door de opgegevene redenen , daartoe overgegaan ? voorzeker neen. Hoe veelen zyn er ook niet onder dezen , d ie berekenen konden , dat door de bepaalde fchikking van zaaken in dat Plan, het niet konde misfen, of de ge-' wichtigde en vetde posten in het G.meenebést' moesten, hun ten deel vallen. Hoe veelen , die berekenden, dat , zo rascb de welvaart van het Land begon te herleven, de Koophandel den verlorenen invloed te hefkrygen, en door dien weg de nu ledige handen. werk te ver» fchaffen, en de hoofden nu alleen bezig met politieke befpiegelingen , te bepalen tot de gewoone werkzaamheden, zy dan wel fpoedig de teugels van~ het Beftuur, en de voordeden daar aan verbonden, alleen in handen zouden krygen. En 'er. is vniet& zo zeker, als dat ook deze al hunnen invloed gebruikten, om met fchoonfchynende redenen, rer bereiking-'van hun doel, anderen de aanneming.van-het ontwerp fmakely.k te maken.' pas Hoe veelen, die door de nieuwe fchikking, de voorrechten aan anderen ontnomen;, hunne Didricten, Steden, Dorpen, Perfoonen zagen te beurt vallen, namen alleen om deze redenen, het Ont- •oyv. naLlia -3b artaijruïev eb easil sib jdWR*"  C 233 5 werp van Conftitutie aan; E en hoe veele zouden ■wyhier, wier bedoelingen, den toets niet kunnen doorftaan, te berde kunnen brengen. Zy zouden hierin, gelyk (taan met die geene, welken om ei genbatige redenen, het Ontwerp 'verworpen hebben, dat zy met deze daad, alleen zich zslfs bedoelden. Even min moeijelyk zou het ons vallen, om by de ftukken aan te toonen, dat-er onder hun, die het Plan hebben afgekeurd, zeer veele konden zyn, die dit om allefinds verltandige redenen, en welke hun hart eer aan deeden, hebben gedaan, — en wy Hellen de beide partyen, dus in het goede en kwaade, flechts volkomen aan elkander gelyk,— Byaldien het echter nodig wórdt,'her gezegde te betogen, zullen wy hiertoe noch wel gelegenheid vinden. Met dat al, waarde Landgenoten! het Plan van Conflitutie is verworpen; en onder anderen zyn er zeker twee zaaken, die hier vee! toe:hebben bygedragen, by beide partyen, en welke wy juist, om dat zy algemeen tegenwerkten, eerst nu opgeven. —• En deze zyn, dat er in volle vyf jaaren geene de minJie verandering in konde gemaakt worden, en de wyze waarop die verandering, dan zoude moeten. gefchieden. Welke zeker, wat men ook zeggen mag, zyne groote inconveniéntie heeft (*). Het zoude zeer zeker in het getal der ftemmen, voor de aanneming van het Plan ,' een verbaasd onderfcheid hebben gemaakt, — byaldien men had vastgefteld, — dat by voorbeeld er over twee jaa; ren eene Commisfie zoude worden benoemd, onl het Plan te revideeren, en de bedenkingen te ontvangen en te pondereeren, welke tyd en ondervinding aan de hand gaven, — en welke dan zouden werken, naar hunne innerlyke waarde, en niet naar het getal der Ondertekenaren. — Dat) het is nu zo, het Plan van Conftitutie is verworpen, — en wie, die liefde voor zyn Vaderland heeft, verlangt niet naar eene gevestigde gefleldheid van zaaken; naar eene vaste Regeeringsvorm ? En wie die de zaaken flechts met een vluchtig;, oog- overziet, is niet doordrongen van het gevoel- der moeijelykheid, om aan een Volk eene Conftitutie voor te leg-gen, welke door dat Volk zal worden aangenomen, — die in aanmerking neemt: de verfchillende , uitéénlopende, botfende, waare of ingebeelde belangens van dat zelfde Volk, althands de onderfcheidene begeertens van hetzelve. Amalgame, DiftriSs, Stads, Dorps, individueel belang! — hoe laaten zich deze dingen veréénigen. Te veel infehikkelykheid, te weinig infchikkclykheid voor het Kerkgenootfehap, het welk met dat al vyf achtfle gedeelte van het Gemeenebest uitmaakt, hoe laat zich dit-veréénigen. De verwerping der Gildens, dc bewaring der Gildens, en de verfterking van hunne rechten. Hoe laten zich deze. dingen veréénigen? —-, Voeg hier by alle de onderfcheidene, botfende; hier niet opgenoemde bedoelingen; en gy voelt Bataven!'hoe gemakkelyk het is, om, wanneer UI. 'eene vaste maatfehappelyke regeling word aangeboden, te zeggen neen, die willen wy niet. " Maar Gyl: gevoelt ook, hoe moeijelyk het zyn zal, er UI: eene aan te bieden, waarvan Gyl: zeggen zult, deze willen wy aannemen. — Volk van Nederland ! wapent u , om- met 'moed en eene edele opoffering, het algemeen belang te 'willen. -— Om te bezoden, dat de een voor den anderen, eh allen voor het algemeen be¬ lang Gg 3 (*J Behalven de ontydigc aannding of opdringing van den Franfchen Minister n o e u  ( 234 ) !ang iets moeten willen opofferen; — en dat die opofferingen van zo veele zegeningen agtervolgd worden, welke dan ook op allen weldadig nederdaalen. Wetgevers! die, na dat het Volk , eene Concept A&e van Conftitutie verworpen heeft, Ul: nu in de «noeijelyke verplichting gefield ziet, eene andere te vervaardigen, om die het Volk aan te bieden,fpaard geen arbeid om dat zoo te doen, dat de verfchil¬ lende belangens, zoo veel mooglyk, tot het algemeen geluk daarin veréénigd worden, — dat die op eenvouwdige gronden gevestigd, getrouw aan de beginzelen der Revolutie zy ingericht, . en vooral dat het Volk fpoedig de gelegenheid hebbe,' om de gebreken, die de ondervinding ook by uwe beste en getrouwfle pogingen, al rasch ontdekken zal, te verbeteren. Uwen arbeid zal zeker zyne vergelding vinden, in de duurzame erkentenis van een dankbaar volk. — Aan de burgers, uitmakende de Leden van de tweede Nationale Vergadering, vertegenwoordigende het Folk van Nederland. Aanvaart met moed den last u door het volk gegeeven; Volbrengt uw' zwaren plicht; Herftelt der Belgen eer; doet hun geluk herleven, ^ En fchept, uit duister — licht! Ziet, ziet, hoe Bato's erf, door twist van een gereeten; Zich nieuwe boeien fmeedt: De laster voed dien twist, en, op de deugd gebeten, Lagcht zy om Neêrlands leed. De moed der Helden kwynt; de aloude glorie-flanders, De fchrik van Zee en Land, Zyn haast ten fchimp en fpot van rovende Engelanders, Verrot op 't wachtend flrand. Verdooft het vuur van twist dat Neêrland zou vernielen ; Vergeet geleeden loon! De wraak, na zege of ramp, ontè'ert rechtfehapen zielen — Vergeving blinkt zoo fchoon! Het  C 235 ) 't Zieltogend Vaderland roept, fchreiënd aan uw voeten, Verëenigd U, om my ! „ Houd op, met eigen hand, in myne borst te wroeten; „ Dan zyn de Belgen vry." Ja, Braven ! fmoort uw wrok, en Bato's erf zal bloeiè'n; Vereerd op d'Ocea'an, Ziet dan de Batavier weêr nieuwe laauwren. groeié'n, Om 's Lands herftelde vaên. B. 4. September 1797» AAN DE EENDRACHT. Gy zyt de fteun der maatfchappyën, De onfaal'bre Leidsvrouw van den Staat, De kracht van dapp're legerbenden, En aller Braven toeverlaat! — Bemin'Iyke.Eendracbt in wier hand De redding is, van 't Vaderland. Dan waarom zyt ge ons erf ontweken?. Zie'. — hoe.de twist de pylers breekt, Daar 't wankelend gebouw op ruste, • En hy den moed naar 't harte (leekt! De wysheid vind geen redding meêr, Maar zygd, door ham bedwelmd, ter neêr. Vergeefs zoekt u de Nederlander; De Raadzaal zelfs weergalmd van flryd, j Daar word het Vaderland vergeeten, Wyl gy er uit gebannen zyt. Elk heeft zyn doel voor zich alleen, Maar ach! — wie zorgd voor 't Algemeen?.., Waar 1  ( 23^ ) ■ Waar Burgers met vereende krachtefi, Eén hart, eén hand voor 't Vaderland ," ■ De Hulk van Staat noch konden redden; Daar heeft de twist zyn vaên geplant. 't Zyn wangunst, eigenbaat en waan, Die daar de hoogde. tonen Haan. . , Wat heil dat op 's Lands Zeekasteelen, Het vuur van tweedracht noch niet woedt! Dat twist dit vuur in onze benden, Tot vreugd van Albion niet voedt! Neen 't Vaderland is in zyn nood, Van redding, noch van hulp ontbloot. Wat zal ons al ons worftelen baten, Wat vlooten, legers, goud en moed? —: Wanneer ge ö! Eendracht ons blyft vlieden, En fnoode twist noch langer woed? Wanneer! — maar neen! —. keer Eendracht keer? En maak van Neêrland, Neêrland weêr. Gy zyt de fteun der maatfchappyën, De onfaalbre Leidsvrouw van'den Staats De kracht van dappere legerbenden, En aller braven toeverlaat. Beminlyke Eendracht! uwe hand, (P Herftel en redde 't Vaderland. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve ftuiver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 7 I. Donderdag den 21 September 1797. Het Derdejaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. horatius. IETS OVER DE BURGER- WAPENING. Er zyn maar al te dikwils zekere in het ooglopende "tegenlïryd-ighiden in de befchouwingen en be^ oefeningen, in de beiedene beginfels en daadender menfchen, welke een in het ooglopend Centrart op* leveren — het welk zelfs den Wysgeerigen MenfchenIcenner dikwerf bevreemden moet, — wanneer hy den zelfden mensch hoort fpreken en ziet handelen, zoude hy fomwylen beginnen te twyfelen, of hy met een, dan wel met twee verfchillende wezens te befchouwen, zien bezig hieldt. Dit ongelukkig Contrast heeft zeker meestal ten gevolge, dat menfchen , die naar hunne beiedene beginfels te beöordeelen groot eni gelukkig moesten zyn,-door hunne van die beginfels afwykende daaden, klein en ongelukkig worden. Maar wanneer deze ongelukkige ongelykheid in beginfels en maatregelen , in befchouwingen en handelingen , in de Wetgevers enBeftuurders vaneen Volk valt , — heeft dit zeker eene allernadeligfte invloed op de waarde, op de grootheid en het geluk van zulk een volk. Het is geenfmds met een oogmerk om te bedilII. Deel. H len , maar integendeel, om byaldien het mooglyk is, een wenk ter herftelling van het verzuimde te geven; — dat wy meenen, de toepasfing van dit gezégde te kunnen en te moeten maken op de wetgeving van, en het Bataaffche volk zelve. Hoe veele Wetgevers tellen wy niet, die, daar zy ftaande houden, dat het harsfenfehimmig is, om op eenige algemeene Wysgerige beginfels , eene Regeeringsvorm voor een volk, het welk zyne byzondere eigene geaartheid , door gewoonte, voor. oordeel, cliriiaat &c. gekregen heeft, te maken; zeggen — dat men integendeel op dc geaartheid van dat Volk nauwkeurig moet letten , en overéénkomfiig die alleen, het vormen; en die met dat al in de beoefening bewefen hebben , van dezen regel zeer verre afgeweken, en in de toepasfing derzelve ellendig geflaagt te zyn. Wy zouden dit met zeer veele bewyfen kunnen ftaven ; dan daar ons tegenwoordig doel zich hoofdzaaklyk tot een fiuk bepaald, zullen wy thands met opzicht tot dat fïuk alleen, onze bedenkingen mededeelen. — h ■ ■ Nie-  C 238 ) Niemand die de gefleldheid, de geaartheid van liet Bataaffche Volk kent, kan onkundig zyn, dat dit volk zich van de meeste volken onderfcheid, door eene eigenaardige koelheid, die zich niet gemaklyk laat verwarmen! — die, in byna alles gevolgd word, van eene voorbeeldelooze bedaardheid in de meeste bedryven, van eene berekening der mogelyke gevaren in alle ondernemingen en dair uit voordvloeijende befluitcloosheid in byna alle zyne handelingen; die wel beduurd, in veele gevallen ten gevolge heeft, eene onverzcttelyke ftandvastigheid in de .fw-aaifte en moeijelykfle on. dernemingen; — dan namenlyk, wanneer dat volk, zich éénmaal over de hindernisfen verheft, en dooi een edel vuur bezielt, in werking gebragt word. Maar niemand die de gefchiedenisfen van dar zelfde volk kend, kan ook onkundig zyn, of dit volk moet, zal het m waarheid groot zyn, in dat vuur gebragt , in dat vuur gehouden worden ;, en dit is zo zeer de taak der Wetgevers en Beduurders, als het derzelver taak is, by een vuurvattend en in zynen eigenen aart driftig volk , met alle mooglyke voorzichtigheid , door eene verflandige en tydige voorzorg, tegen een verflindend vuur te waken. Dit kan het allerminst ontkend worden van hun, die élk volk naar deszelfs eigene geaartheid voor. géven te willen vormen. Maar laat ons op deze grondregels nu eens toepasfen , het gebeurde in ons Vaderland na de Revolutie, waarvan wy nu reeds byna het derde jaar hebben ten einde gebragt-,— vooral met opzicht tot de naar ons inzien zo boogstnodige Burgerwapening. Wilden wy hier in het breede uitweiden, wy zou. den, by de byzonderheden kunnen aantonen, — dat er behalven zeer weinige uitzonderingen, by aanhoudenheid gewerkt is, — om het Nationale vuur uit té doven, dat er zelfs by de verworpene Conicpt-AUs van Conftitutie, niets bepaald is, geen eene maatregel genomen is om dat vuur aan te blaièn ofte voeden, waarop welingerichte Na^ tionale feesten, zulk eenen gelukkigen invloed hadden kunnen hebben. — Dan hier door zonden wy te ver van ons bepaald doel afwyken, het welk is ;~ om aan te tonen, dat de nuttige en nodige Burgerwapening, op den allerëlendigden voet gebracht,'en over de Republiek in masfa befchouwd, byna t« gronde gericht is, door de verdoving van den moeu der Burgers, welke tot zulk eene gelukkige hoogte geklommen was, van die geenen zelfs, welke dat heilryk werk hadden moeten tot (land brengen; met opgeving van eenige groote hindernisfen ,- dieuit den weg moeten geruimd worden , om byaldien het mooglyk is dit heilzaam werk noch daar. teftellen. . Wy zullen , kort aantonen, dat de 1. Burgerwapening nuttig is. Dat 2. Het in den beginne weinig moeite zoude gekost heiben, — om dezelve algemeen tot ftani te brengen. 3. Dat dit de bedoeling van het Gouvernement niet fchynt geweest te zyn. 4. Dat die byna geheel is te gronde gericht, door hen,, welke dezelve hadden moeten tot ftand brengen, 5. Dat, het nu nooh het belang van het Vaderland is, dit door het Gouvernement, te herfieikn. En eindelyk 6. Eenige horfdzaaken opgeven , welke moeien in acht genomen worden, om hier in wel te Jlagen. Dat de Burger wapening nuttig is, in een Gemenebest nuttig is, behoeft nauwlyks betoog: de Gefchiedenisfen der Grieken cn Romeinen, — der Zvvitfers, der Americanen, der FranfJien, roepen ons allen als uit eenen mond toe; de Gewapende Burgermacht is de deun der Vryheid, de fchrik der in- en- uitwendige vyanden, — de eenige zekere pyler van eenen vryen Staat. Ziet op uwe Landgenoten, roept de beflisfing-, .van uw eige gevoel in Bataven! en vraagd, wans neer gy uwe Repubükeinfche waarde het meest gevoelt hebt? — en wy weten alles zal u zeggen toen wy de wapens droegen. De wapenen in de handen van Burgeren gedra- gen0.  ( INI > gen, zyn de bcrfe waarborg voorde vryheid:, giet) voorzeker Wtöb die niét ligt dodr eenig Befluur aangerand, Waar de befchehning d'erzelve, in de gewapende vuist der Burgeren is. Het oproer waagt het niet, den fchorren kreet der verwarring aan te heffen, of misdadige handen aan de perfonen of goederen der braven te liaan, en de veiligheid der vreedzame zamenleving floutmoedig te fchönden, daar de Burgers gewapend zyn j — Met verbleekt van fchrik, en durft uit zyne hooien het verachilyk hoofd niet öpfleken ,by het gekletter 90c wapenen in de hand der kinderen des ■vaderlands. — In dé maatfehappy heerscht veiligheid en kalmte, Wanneer de Burgerwapehing is tot (land gebragt. Maar ouk eene Gewapende Burgermacht, is de fchrik van buitenlandfche vyanden. Het is'een vcrfchrikkelyk vooruitgezigt voar eenen vyand, te weten: dat, wanneer het hem al gelukt is om de gewone Krygsbcnden van een Land te. verdaan en te overwinnen, hy dan noch eiken voet grond met bloed moet betalen! daar die hem betwist word door zulken, welke voor hunne vryheid, 'voor hunne haardflcden, vrouwen, kinderen, roem}, rust, geluk flryden;— doorzulken die, geene over'wonneliugen willen zyn ! — voorzeker niemand kan fcherper vegten, moediger ftryden dan hy, die elk gevaar voor zich en de zynen trotfeert, en die ra het verlies van alles Wat hem dierbaar is, het leven als een ellendig overfehot van weinig waarde befehtuwd; die befbten heeft, het leven alleen op prys te Hellen, by het genot van zyne vryhèid en geluk ! en buiten dit, het liever onder het gekletter der wapenen op het veld van eer verkiest af te leggen. : De Burgerwapening die den burger zyne Repubükeinfche waarde zo zeer gevoelen doet, is dus nuttig voor de rust en veiligheid van den Staat, van binnen en van buiten! — en Bataven zoudt Gyl. getrilt hebben, u hebben laaten ontrusten op de «itflrooijing van elk los en valsch gerucht, gelyk H zoo dik werf in>-dw loey .det.Sevolfttit gebeurd Mö!'twev-gy gewapend waart geweest? -- Wanneer ai wat Vaderland en Vryheid beminde in geheel het gemeenebest, de wapens gedragen had? — voorzeker neen, dan zoud gy met eenen 'verachtelyken glimlach den lara'art hebben aangezien, die u 'déze tyding mededeelde, en dan dat oog vo! gevoel van kracht en dreigend op de wapenen hebben geflagen, die uwe vuist greep, om uwe vyanden de kracht tè doen gevoelen van eenen arm, welke zich zelfs,zyn eigen Vaderland, Vryheid cn alles wat hem dierbaar is, verdedigd. — Maar nu! <— gy_zaagt het gevaar voor oögèn, 'dh wanneer gy op de middelen van verdediging, in uvV midden het oog Jvestigdet, — moest'u den moed ontzinken, en gevoel van verachting en wanhoop uw hart vervullen. — Het volk van Nederland was niet gewapend, —' het had gedeeltelyk de wapenen weggefmeeten uit» mismoedigheid, omdat het niet kan verdragen op eene befpottelyke wyze op den duur behandelt ta worden. Hoe weinige moeite zoude het in het be-' gin der Revolutie gekost hebben, eene geduchts ge, wapende Burgermacht in de Republiek opteriebten. Na de rampzalige invafie der Pruififche troepen in het jaar 1787 in de Republiek, was het eene zekere maatregel van het Defpotismus, de wapenen der Patriotten te laaten ophalen ; de beroofde Patriot^ ten bleeven verlieft op die wapens, zoo dat zy als eene der wezenlykfle zegeningen van eene ge. wensebte Revolutie befchouwden, — dat die wapenen hun weder ter hand gefield zouden worden. — En zoo ras die Revolutie daar was, was ook de eerfte en algemeene kreet; Geeft ons onze geweeren ter:g?~~ Wy waren getuigen van de blydfchap en geestver. voering, waarmede de wapenen even als beminde vrienden die men naar eene lange hopenloze afwezigheid, wederziet ontfangen wierden. — Welk eene geestdrift, welk een vuur was 'er toen ontdoken in den boezem der doorgaands anders koude Ne Jerlani 2 ders; ~  C 240 ) ders; — men had dit vuur flechts behoeven te voeden , aan den gang te hoeden, — en voorzeker binnen zeer korten tyd zoude zich de Nationale Burgermacht zelfs organifeerd hebben. Dan dit fchynt de bedoeling van het Gouvernement geweest te zyn, wy zeggen 'ditfchynt, wy durven niet zeggen, dit is de bedoeling van het Gouvernement niet geweest! — om dat het wel zyn kan dat hetzelve het wel goed gemeend heeft, maar zich ongelukkig bediende van verkeerde middelen. — Althands kort na de Revolutie gaf men de zaak een aanzien, of de Nederlanders even gelyk de Franfchen allen in Requifitie zouden gefield worden, — en dat wel zoo, dat men de O/wyegezinden, wien de wapens niet vertrouwd waren, zou t'huis laaten. — Dit fchrikte zeer veelen oogenblikkelyk af> dit was de eerfte (tap om de geestdrift voor den wapenhandel uit te blusfchen. — En geen wonder, de Nederlandfche Burgers waren getuigen geweest van de rampzalige armoede, van de verfchriklyke gevaren, van de honger en koude, van het nypend gebrek 't welk de Franfche Republikeinen geleden hadden, en eene groote menigte wierd hier door dus beangst (*); men behoeft zich hier over niet te verwonderen, by een volk aan dit alles niet, maar meer dan eenig ander , behalven de Zeelieden, aan rust en gemak altoos, en aan vermoeienisfen byna nooit gewoon. Daarenboven vreesden zy, dat byaldien de meeste welgezinden, met de wapenen in de vuist, hun leven op de grenzen tegen eenen buitenlandfchen vyand waagden ; — zy 'gevaar zouden loopen dat intusfchen eenen even bitteren vyand hun van agteren in den rug zoude kunnen vallen , of intusfchen hunne haarfteden.vernieien, en het land agter hen of verwoesten of in rep en roer (lellen, waardoor zy aan twee vuuren blootgefield, op eene ondankbate wyze hunnen yver zouden betoond zien , — en rampzaliger flagtöffers worden , dan hunne mishandelde broeders in het heilloos jaar van zevenentachtig geweest waren. Deze en meer foortgelyke bedenkingen wierdea dus de groote hinderpaalen aan de burgerwapening, en het geen uit eigen lust wel zoude geflaagt hebben, wierd door deze ontydige vertoning een werk van dwang, — en derhalven overëenkomftig den aart der Nederlanders wel fpoedig als een last befchouwd ! fchoon het de lust tot den wapenhandel nog niet geheel uitbluschte ; het welk echter zoo als wy vervolgens zullen zien, door andere middelen gefchieden; — wy verkiezen die echter eerst wat laater aan te wyzen. De vtaag is dan welke middelen had het Gouvernement behoren in 't werk te (tellen, om deze noodlottige lusteloosheid te voorkomen, — om te voorkomen dat het Vaderland in geval van nood, niet verdoken was van-de dadelyke hulp eener gewapen-j de burgermacht? — En hierover zullen wy UI. ons gevoelen nu nader mededeelen. — Wy willen ons bier juist gronden op het beginfel ,dat een wys Gouvernement de ondervinding en den aart van een volk in aanmerking neemt, om dat volk aan het Vaderland en de Vryheid , maar vooral aan de bevordering van zyn geluk dienstbaar te maken. Het Gouvernement had kunnen zien dat er onder het Bataaffche Volk veelen waren, die het zich tot eene wellust maakten het Vaderland met de wapenen in de vuist te verdedigen, fchoon het ook heeft kunnen weten, dat deze geest zelfs onder de Patriotten niet algemeen was! — van deze Burgers had het behoren party te trekken, en voorzeker hun voorbeeld , zou die zelve geestdrift, by vervolg in veele anderen ontdoken hebben. Het had zich behoren te erïnneren, dat er in het jaar zevenentachtig zich veele vrywilligers hadden aangegeven om het Vaderland te verdedigen, — en dat deze wel verre van zich lafhartig te gedragen, integendeel met woede en eenen meer dan mannelyken moed gedreden hebben, zo zelfs dat onze toenmalige vyand , hen den lof van waren heldenmoed nooit betwist heeft, — Wal (*) Wy kunnen niet helpen, dat de Naüe verzwakt is! — waarheid blyft waarheid.  ( 241 ) Wat had nu het Gouvernement moeten doen? — Wat anders dan het volk aanmoedigen tot het oprichten van vrykorpfen, die vry, uit eigen beweging voor de pas verkregene Vryheid en het Vaderland in de bresfe Honden^; — en die oprichting door alle mooglyke middelen aanmoedigen , — zonder die te binden aan eene nodeloze kleederpraal en .dergelyken. — Het Gouvernement had zich in dat geval kunnen gerustflellen dat zy, welke zich dan aanboden, dit vry willig deeden , — en dat men dus met geene onwilligen te wordelen had ,• —— dat het de moedigde en doutde Patriotten waren , • die zich door geestdrift, vryheidsmin en heldenmoed aangevtiurt in het veld begaven ; en die het zich tot eene eere zouden gerekend hebben, hunne lauwren - door het bloed van hunne vyanden gedrenkt,op het flagveld te plukken. Hoe veele goede gevolgen zou dit indien tyd niet hebben gehad op het vuur of de geestdrift van anderen. Aangevuurt door het mannelyk voorbeeld van hunne medeburgers, ware dan de zucht voor de wapenhandel; aangeblafen! — Geene ontydige vrees zou iemand daarvan hebben afgefchrikt, en voorzeker de zich nu oefenende bürgereijen waren de kweekfcholen geworden, die zeker veele vuurige jongelingen in geval van nood aan het Vaderland zouden bezord hebben, — zonder dwang. Er .uren altoos een genoegzaam getal gewapende Patriotten overal in het Vaderland gebleven , om het oproer te beteugelen , — en die beteugeling ■ zou zeker niet nodig geweest zyn! bet bewust zyn van eene wel geoefende en welgezinde gewapende burgermacht, houd het oproer-in zyne hoien fchuil. De burgers die aan de grenzen van het Vaderland hadden moeten vechten, zouden zeker op de trouw hunner broederen overal in het hart van hun "Vaderland wei overtuigd zyn geweesr, dat zy flegts met eensn vyand voor zich te doen hadden, — -,. ,v .Hl maar dat zy zich niet behoefden te bekommeren ivoor eenig gevaar van hunne landgenoten; dat zy den rug vry hadden, dit was dan onzes bedunkens gefehikt geweest, om het vuur voor den wapenhandel aan te blafen, en beter dan dit door ontydige, voor onze natie niet gefchikte hulpmiddelen , uittedoven. Men zal ons hier mooglyk zeggen,dat onze Franfche broederen, door requifitiè'a bjëen gebracht, hun Vaderland menigmaal gered hebben. — Dan men erïnnere zich hier het aanmefklyk onderfcheid tusfehen den aart der Franfchen en der Nederlanders! — tusfehen de omdandigheden waarin zy by het begin hunner revolutie waren, en de onzen, tusfehen de wyze van beduur waaraan zy en wy gewoon waren, — en dat in het begin hunner revolutie de noodkreet , het Vaderland is in gevaar, genoeg was, om van allen oorden hun naar de plaatfen waar het Vaderland hulp behoefde , heen te doen vliegen 1 dat de requifuièn toen niet nodig wa- reni En wy vertrouwen dat elk die eenige mensch- , daats- en gefchiedkunde bezit, zal zeggen: dat het in veele gevallen niet goed is, — op dezelfde wyze de Nederlanders te behandelen als de Franfchen. Zeer veel kwaad heeft het gedaan , dat men van de hier voren opgegevene maatregelen geen gebruikt gemaakt heeft; — maar de Natie in het voor dezelve duister voorüitzicht gebracht heeft van eene mooglyke requifitie, veelen welke zich dit éénmaal in het . hoofd gezet hadden, waren, wat middelen men ook , in het vervolg daartoe mogt in het werk ftellen, hier niet gemaklyk van te generen , en de lust voor den wapenhandel was by dezen aanmerklyk bekoelt, zoo niet geheelënal uitgebluscht. — ' Maar er kwam nog meer by, — zoo ras men den wapenhandel nu begon te befchouwen als eene last, en niet zoo als men in zeventachtig gedaan had als een lust, als eene eere, als een cieraad voor den Patriot; begon men op grond dat de gelykheid vorderde, dat alle lasten door elk even gelyk i 3 2e'  eédrïgèh worden, 18 wel ÏSrit Émi Prinsman sis Ta'tNJt, zich te bekladen: dat Ir'er'ednc fchVeeu. wende ongelykheid plaats had-, dat d*- PVins(n'8»i zynen tyd en zyn geld tefpaarde, ier\vy! de Patriot beide door den wapenhandel, -(die en te k<.stKiar gemaakt was, en te veel tyd weg nam) ruimfchoots moest verkwisten, — en hierover nog befpot en uirg'elagchen wierd. Dit verwekte gemor en ontevredenheid ; men moest daarin voorzien. .— Twee groote verkeerd heden maakten die voorziening drukkend ; — te weeten het nodeloos 'vermenigvuldigen der wachten met één woord der 'militaire dienden , het 'waariyk burger plageh to't groot nadeel der huisge zinnen, — en waarvan door'tyd'verveüng het buiten, fpórfg gebruik van flerke dranken een zeer natuurlyk is, — van fchuttersd'ienflen, die fchoon ellendig betaalt, echter door dé menigte veel geld kosten; — en'de daarftelling van Bureaux met de aanhangfelen, die 'voor een groot gedeelte van weitiig waar nut zyn, en zeer veel geld flikken. Het fpreekt van zélfs,dat nu de genen die de wapenen niet dragen wilden, diegene wapé'nen dragen konden, of wien de wapenen niet wierden betrouwd,"met in ons land ongehoorde contributiëti wierden bezwaard, welke dus niet alleen den Prinsman maar ook den Patriot , die byna al was het zyn ondergang zich niet ontdaan konde van het dragen der wapenen, drukten. Hier van daan dat nier alleen Prinsüeden, m;iar zelfs Patriotten, die evenwel wel zien konden hoe vee! kwakzalvèry er onder zoo veel burgerplagèn doorliep, met een foort van verachting op alles wat aan den wapenhandel verbonden was, begonnen reder te zien. En zoo wierd by veelen de glans van den wapenhandel 'gehéél weggevaagd! Dit was echter meest het géval in de deden. Ten piatten lande waar de wapenhandel op eenen aanzienelyken voet, kort na de revolutie begon te komen, wierd de lust daarvoor byna op dezelve -wyze uitgedoofd. Op die plaatfen , waar een -ge? -ffoegzaam aantal Patriotten woonden, oefende-men zich in den wapenhandel! In navolging der (leden, moesten ook z-y, die of de wapenen niet konden dragen, of wien dezelve niet wierden toebetrouwd , contributie 11 opbrengen; er) deze Waren mede naar de omdandigheden der tyden,plaatzen en menfchen doorgaans vee! te hoog; — Dan het gevolg hiervan Was niet alleen ontevredenheid by de contribuanten, gelyk in de groote de-; den, — maar ook de gewapende burgers , die in lang zoo veel last van dit werk niet hadden als de dedelingen , en Wier Exercitiën meer naar eene uit•fpflnding geleken, waren mede zeer te ontvrede — omdat alle de bewoners dier plaatfen, welke voor het grobtde gedeelte Orsn/egezind- waren , vry bleven en van exerceren en coutribuëeren, -&* En indedaad de bewoners dier plaatfen fpotteden hartelyk met de Patriutten en met hunne beklaagcbeiyke geloofsgenoten op de patriotfche plaatfen, daar de laatde zoo zot waren hun geld dus weg te werpen. Nu nam men van overal zyn toevlucht, tot het eoMMiTTÉ van or g am ris aTi k, dit zou de grieven Verhelpen, alles op eenen gelyken voet brengen, — en overal van waar men zich met dit Corftmittè inliet, zag men wel fpoedig de wapenen nederleggen , om dat de klagten niet gehoord, of om niets gewaagd te zeggen , deinvloedwan dit Committé lam was, en dit nergsnds in 't minst gehoorzaamd wierd Met één woord om dat men begreep, byna overal begreep, dat dit Committé alleen zat om daggelden te trekken, tusfehen beide zich met knopen , panasfen, vaandeltjes en zo voords wat te diverteeren en niets af deed. Intusfchen waren de vooruitzichten op het Plan van Organifatie, zo min in den fmaak der Natie, en zo weinig naar deszelfs behoeftens; — dat veelen den wapenhandel moede, zich verheugden.dat dit plan van makers veranderde, en niet in de waereld kwam, terwyl zeer weinig gen naar een Plan verlangden 20 als het mogelyk o voor  0; Wc X voor den jongfien dag, noch komenzal. Wy zeggen misschien! —■ die dit alles zich erïnnert, die* nagaat hoe door dit alles de lust tot den. Wapenhandel is uitgedoofd, zal wel met ons in het gevoelen komen; dat zo niet opzettelyk ,ten minflendoor het infiaan van verkeerde, voor het NederlandfchevoJk niet berekende middelen, het Gouvernement' de Burgerwapening byna geheel heeft te gronde gericht, in plaats van dezelve tot ftand te brengen. — \Y;~ befeft intusfchen niet hoe verkeerd het is gèwecst, door dit alles eene Gewapende Burgermacht te" tiesörganifeeren in eenen tyd, waarin het Vaderland die het meest nodig konde gehad hebben, — enzich door dien weg in allen gevallen gsheel afhankelykte niaken van de. genade zyner Bondgenote. -•- Terwyl zeer zeker het gevoel voor de Vryheidgtëvenredigd is,, aan het gevoel der eigen waarde van een volk, en dit laatfte rust op het gevoel van moea en kracht, het welk grootcr. of kleiner is , naarmate een volk bewust is zich zelfs te kunnen verdedigen, en daartoe is het alleen dan in flaat, wanneer het de Wapenen draagt en dragen kan. Maar, wie ziet ook niet hoe moeijelyk het zyn zal, dat volk de lust voorden Wapenhandel, opnieuw/s in te blafen, na, dat men zo onvergeeflyk die lust heeft uitgebluscht, — En vooral wanneer men met een reusachtig groot, kostbaar en moeijelyk Fiat: van örganifatie voor den dag komt, dat meestal hoe fchoon op zich zelf, niet gefehikt is voor den Neder-; Isnder. —: Intusfchen is het evenwel het bejapg vap; het Vaderland de Bureerwapening te herflellen. — en wée! — den Staatsman die dit nuttig werk op- zettery-k dwarsboomt! — wanneer vreemden invloed dit deed-, zou men het als eene ftaatkundige konstgreep kunnen befchouwen, om onze Natie van de- Izelve te afhankelyker te houden, — en dan was die pandelwyze ter kwader trouw en vernederend. — Maar de Nederlandfche Staatsman, die niet uit ver. keerde opvattingen, die niet uit onkunde, maar op- pettelyk dit heilzaam werk dwarsboomt,, is voor¬ zeker een- verachtc-Iyk wezen, het vertrouwen van zyne Medeburgers onwaardig, een verrader. — Want eene Gewapende Btirgermacht is, alleen vreesfelyk voor het Despotisme en de Dwinglandy, maar het fehild voor alle eerlyke Befluurders. Ieder die zyn Vaderland lief heeft, die de vryheid op prys field, verlangt derhalven harteiyk, dat de Burgerwapenirg, zo jammerlyk te gronde gericht,wederom worde in werking gebragt, — en wy zullen hiertoe eenige naar ons inzien gefchikte middelen aan de hand geven. — Het fpreekt van zelfs,, dat wanneer men eenezaak ernffig begeerd daarteftell'en, dat men dan eerst zoo1 veel mooglyk de hindernisfen zoekt op te ruimen, die dezelven in den weg ftaan. — en welke zyn die hindernisfen? —- Voorzeker te groote verkwisting, en te veel verzuim van tyd< Ë Te grocte verkwisting. — Is het niet volmaakt onnodig om de Burgers in eenen tyd waarin debronnen van winst zyn opgedroogt, te wikkelen in ajle de nodeloze onkosten , welke voorgefchrevene' monteringen tot in de minfte kleinigheden bepaalt,veroorzaken? ™ Onder de Officieren, waarvan er vee'en tot de minvermogende burgerkringbehooren, zyn de onkosten voor de Monteeringen, veel te zWaar i — er is n-.suwlyks een die dezelve bekostigenikan, tegen tien die om dat na te doen, of hun-" ne vrot,Wen en kinderen moeten benadeelen, of zich in fchulden Heken ; -—' intusfchen ,wil de een voorden ander niet onder doen, om dat hy in gelyken rang door het volk gèplaatst is, — en zo pog.en.de besten.2[ch_aa£_den Wapenhandel te onttrekken , en losfe menfchen die in de genever hun heil cn trciost zoeken, worden doordien weg de hoofden der Ge wapende Burgermacht ,!zo lang als bet houden'kan ; brave Burgers verveelt het wel fpoedig onder het bevel der zulken te (laan, —— en zo onttrekken zy zich., of' zenden onbefchaafde en üederlyke menfchen, om Wagten &c, voor hun waar te nemen, — waar door dan  ( *44 ) dan eene | verbastering en verachting der Gewapende ■ Burgerwagt plaats heeft. — Beftuurders neemt deze hatelyke. hindernis weg.wy bidden u uit bv het belang van het Vaderland ! bedenkt toeh dat «eene fraaije monteeringen, geene troetels, panasfen, maar brave, eerlyke, niet berooide Mannen het Va erland moeten verdedigen, — en gy zult ondervinden , dat geene viytfge , brave Burgers zich zu'len onttrekken, of flegte in hunne plaats zenden om de Schuttersdiensten te doen. : Gy zult door dezen weg eenen wezenlyken hinderpaal uit den weg ruimen. — Maar een ander groot hinderpaal is het verzuim van tyd ; — byaldien het Vaderland in een oogenblikkelyk gevaar was, dan moest ieder burger het als zynen heiligen plicht rekenen , alles te vergeten om het Vaderland te helpen redden. — Maar zo lang dit het geval niet is, — behoort men zo min mogelyk de Burgers te noodzaken , nodeloos hunnen tvd te verzuimen om met het geweer op fchoud'er voor Schildwagt te wandelen, terwyl zy hunne bezigheden mpgtPn verzuimen en hunne zaaken in de war laaten loopen; — welk eerlyk Man moet hier geen walg van hebben ? — En hoe natuurlyk is het, dat door dien weg de lust voorden Wapenhandel in eenen afkeer van dezelve veranderd. _ Beftuurers houd dit in het oog! — vergeet met dat het voldoet, wanneer de Burgers wel geèxerceert en vooral wél gezind , in ftaat zyn om het Vaderland tesen oproer te beveiligen, — en des noods tegen eenen vyand te verdedigen. Wanneer door uwe frhikk'neen geene lasten, wachten en tochten den Burger' worden opgelegd, welke de foldaat wiens beftemming dit is, even goed kan waarnemen; zal de burger met lust zich oeffenen op den bertemden tvd en hartelyk het Vaderland ten dienst (taan, zo dikwils het Vaderland zyne hulp behoeft _—; Door dien weg zullen dan ook óeContnbutien min drukkend behoeven te zyn voor hun, die de wapenen niet dragen, en daar door de verbitteringen tegen den wapenhandel zeer veel verminderd worden. - Om eene goede wel geëxerceerde Burgermacht te hebben en de openbaare Exercitiën niet meer dan nodig is te houden, — komt het ons voor dat men even gelyk dc Zwitzers, geen burger in 't openbaar in de gelederen moest aannemen, ten zy hy atzonderlyk het Mammal volkomen en zuiver had leeren maaken — Hier is eene veertien dagen toe nodig,wanneer men alleen is; - elk burger had dan het voorrecht dit op eenen tvd te kunnen leeren , waarin hy niet te-verzuimen had'en van wien zy dit begeerde. ~dan bragt men niet als kundigen byeen, - en de Exercitie ftrekte alleen voor de gecombineerde Ma* noevres. Men zou in dat geval kunnen voldoen, om maandeiyks met de Compagniën, om de drie maanden met de Bataljons te Exerceeren , en eenmaal jaarlyks eene generale Revue, met de geheele Gewapende Burgermacht te houden : - dit laatfte moest dan ook tot een feest ter eere van den Wapenhandel gemaakt worden. -— _ '. Men hégfe eene foort van eer aan het dragen der Wapenen.' en neeme alle bezwaren zoo veel mooglyk van dezelve weg. - Want BeftuurdeiS moeten nooit vergeten, dat ons Vaderland eene-.Com* merciëerende Staat zy ,en dat vlyt en het wel belleden van den tyd ons boven water moet houden. Ten platten Lande zorge men de jaloufie weg te nemen, en de plaatfen waar , om welke redenen het zv, niet geëxerceerd word , onder eene contributie té leggen ten nutte van den Wapenhandel, S deze ly altoos zo klein en gemakkelyk alsmogelyk is. —- , , . ~ Het Beftuur moedige in geval van nood, het oprichten van Vrycorpfen aan; — in de groote Steden richte het Corps de Police van vrywilligen Burgers op, — die alleen uit liefde voor de orde zich dien last getroosten. Ons blad laat niet toe hier thands meer by te voegen; alleen noch, het Beftuur moedige vooral den Wapenhandel aan, onder de kinderen en het opko. komend gellacht, hier moet men beginnen om wel te (lazen — Wy zullen hier over in het vervolg een Plan opgeven, - en dan Vaderland zult gy in de trouw en dapperheid uwer zoonen , uwe fterkte weder vinden, en vreeslyk voor uwe vyanden worden. Deze Nommers worden ^Donderdagen ^^^^^^^ en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage van G eef en .^jffèriam D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem ^^^^^^^^md^m. Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en een en  DE DEMOCRATEN. N°. 72 . Donderdag den 28 September 1797. Het Derdejaar der Bataaffche Vryheid, Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten, geest .gefchokt. horatius. De gebeurtenisfen, die in deze laatde dagen te Amdeldam zyn voorgevallen, trekken den aandacht Tan duifenden, door de geheele Republiek; — ën geen wonder, in eene dad, die door hare groots heid en aanzien den toon geeft aan het Gemeene¬ best, die daar van het hart is door haren uitgebreid den Koophandel, en wier crediet de grondflag is. ■van den bloei en luister des geheelen Lands, worden zelfs zulke gebeurtenisfen belangryk, die min:der opnidrking- zouden verdienen, wanneer zy' op andere plaatfen voorvielen. — p Het is vooral ook om deze reden, dat wy aan toet verlangen van zo veelen onzer Landgenoten wel willen voldoen, met aan dezelve eene befchryving te geven, van het geen dezer dagen in die aanzie'nelyke dad, is voorgevallen; :— en hun onze ge¬ dachten daar over mededeelen : vooral ook, om dat hier veel uit te leeren is, en elk er door ge.waaTfchuwd kan worden, voor ongeregelde dappeo en al zulke daden, aVverkeerdelyk den naam van II. Deel. warme Vaderlandsliefde ^dragende , onverdandig, ongeregeld en misdadig zyn, daar zy alle orde omkeren, de eenige waare gronden, waarop de Vryheid'en Veiligheid rusten, omvroeten, en dus den val van Vryheid en Vaderland na zich zouden kunnen depen. Het is er met dat al verre van daan, dat wy het gebeurde te Amdeidam, voor eene kleinigheid zouden houden; neen bet geen daar voorgevallen is, befchouwen wy waar het ook gebeurd mogtzyn, gewichtig. Dan wy gaan over tot het Gefchiedverhaal, waar by wy onze aanmerkingen dan zullen voegen. — Omtrent de waare bronnen, waar uit de daden der geenen voordvloeiden, die hier de hoofdrollen fpeelden, zullen wy ons niet uitlaten. — Alle onze lezers weten, dat de ontdekking der gewichtige zamenzwering in het Franfche Gemee. nebest, op onze Landgenoten, eene verfchillende uitwerking gehad heeft, naarmate hunne bedoeünI i gén  gen, wenfehen en uitzichten verfchillend waren; de 'waare Volksvrienden verheugden z:ch met reden hartelyk hier over! _ Daar zy dezelve befchouwden, als de zegenpraal der Vryheid en van het Republicanismus, over het Roijalisv.ie en te Anjlocralie. — Dan cr is niets zo natuurlyk, als dat in het duister kruipende Intriguanten en Anarchisten elke gelegenheid aangrypen , om zich zelfs ten kosten van anderen, en op de puinhopen van derzelver geluk, te verhogen, of uit opzettelyk gemaakte verwarringen , voordeel te zoeken. — Om voor zich zelve veilig te zyn en hun doel te bereiken, winden zy dan meestal onkundige menfchen op, vertellen aan dezulken ;-dat zy hen houden voor groote Patriotten, dat zy verftandig, welbefpraakt, moedig, ondernemend &c. zyn;dat hunne ondernemingen wel moeten gelukken, dat die niet mislukken kunnen!-ook wel, dat zy by de verandering van zaken wel een ampt zullen krygen.en wat hier meer by behoort. Of dit in alles het geval ook hier was, zal de oplettende befchouwer zelfs moeten beflisfen. Men had wel van tyd tot tyd hooren mompelen over ontevredenheid , die gedeéltelyk ^ezegrwierd, haren grond in vroeger gebeurtenisfen te hebben, om dat er zommige Oranje Ambtenaren niet waren afgezet, ook om dat er lieden uit het Osnabrugfche legertje zich in ons Vaderland, en vooral ook te Amfteldam ophielden. Maar bp den 13 September wierd van fomnlige eene maatregel in 't werk gefield, die wy eerst zullen opgeven en daarna beoordeelen : het volgend Inftrument wierd in den Raad der Gemeente gebragt. AAN DEN RAAD DER GEMEENTE DEEZE R STAD. MêdebOrgers! „ Een vry Volk, zyn waarde kennende, befeftwat „ hun te doen ftaat, zy weet wat nuttig én wat „ niet dienstig zy. „ Dat deeze (telling door Ulieden, in onzen nsam „ werkende, zal begrepen worden eene juistheid „ in zich te bevatten , kunnen wy geenzints in „ twyfel trekken, terwyl het een onlogenbaare waar„ heid is, dat Gylieden deeze gronden in dien tyd „ hebt gebillykt, toen Gylieden door den ftem van „ Am (Iels Burgers zyt gefteld tot dien post, dewel„ ke gy thands uitoefend, en hierom, Burgers Raa* „ den! hebben wy goedgevonden de navolgende „ eisfehen van u te doen: „ Wy zeggen eisfehen, ja Burgers! verzoeken, „ dit zyn wy reeds lang moede, want hier door „ hebben wy nog niet gevordert, en daarom: „ Ten eerften. De vernietiging van alle Von„ nlsfen, die, uit hoofde van het gepasfeerde op „ de dagen van 10 en 13 May 1796, zyn geveld; „ gelyk mede de nog hangende en in werking zyn« „ de procedures, alles met bovengezegde dagen ia „ verband (taande. ;, Ten tweeden. Het vernietigen van alle uit„ fpraaken, door welke Krygsraaden deezer ftad ge„ veld f tegen Burgers, Leden der Gewapende. „ Macht dezer ftad, welke zich door eene all.ezints, „ te pryzene vaderlandfche yver, op de dagen voor» „ noemt, hebben gedragen als zulke wezens by , dewelke oprechte vryheidsmin huisvesten, cn ;j daarom, het zy Gylieden het door hun gehouden gedrag in deezen al of niet. misdadig vind, wy „ befchouwen hetzelve uit zuiver patriottifchen. yver te zyn voordgekomen. „ Ten dei den. De dadelyke remotie van alle .„ Ambtenaaren en Officianten, die uit oorzaake zy „ aan het zo hatelyk, en door Ulieden by het aanvaarden uwer posten, gelyk ook by ons,die Ulieden mede hebben benoemd , afgezworen en ga„ vaarlyk befchouwden Oranjehuis zyn gehecht, „ dezulke die, wiit Gylieden hulde doen aan do „ Decreeten van hooger Geconftituè'erde Machten^ „ reeds van het vroegfle tydflip onzer laatst gezeJ  '( 247 ) gende ommekeer van zaaken moesten zyn afge„ zet en onttlagen, „ En ten vierde. Dat Gylieden ook volgens uwen „plicht, en ter voldoening aan gellagene Doeree„ ten, ten fpoedigfte zult amfteeren, alle de-met W recht gevaariyke wezens, dewelke behooren «n- det het zogenaamde Leger van Osnabrug, ep die ,', hier, God betert ! in deze ftad in menigte rond" zwerven, getuige verfcheidene Burgers onder „ Amftels Gemeente behoorende, en waarvan Gy„ lieden, dit kunnen wy niet anders denken, wel „ eenige kundfchsp'hebben zult. „ Dit een en ander, Burgers Raaden ! eischt niet t, alleen deze Commislie, thans voor u daande, „ neen , maar wy zeggen Uheden, dit eifchen ook , die Burgers, dewelke ons uit haar midden-als in „ dividuè'ele perfoonen om dit te doen , hebben „ gelast. „ En byaldien Gylieden onverhoopt niet aan deze „ rechtmatige eifchen voldoet, betuigen wy voor „ de gevolgen niet te kunnen inftaan. O. ze pogingen zyn recht, en dit befeffende, t, zullen wy ons weten naar uw befluiten te ge„ dragen," Het welk doende, Uw Medeburgers, p. van der velde, hz. A. f. lu nen bu rg. Amfl. \3&pt- 1707. c, eberhard. Bet deuk ja:.r der d, de FüYK en Revolutie. j&nnoordyk. Wy zullen hier eerst by de vorm van voordracht, — dan by de perfonen die dezelve doen, — en eindelyk by de gevorderde zaken zelfs eenige oogenblikken ftilftaan, om over de waarde van dit fiuk te kunnen ooideelen. Om nu niet te zeggen , dat flyi(*),taal en fpelling alle tekenen van onbefchaafdheid dragen ; het geen jpzettelyk door eenen fchry ver, die achter het fcherm rit, zo kan gefteld, — of door den een of anderen nals, die in de verbeelding gebragt was, dat hem jit werk wel was toebetrouwd, gedaan zyn. — Moet onzes bedunkens een iegelyk de vorm van voordracht, op de eerfte befchouwing verachtclyk voorkomen. : -r~ die voordracht gefchiede aan eene wettig Geconllituëerde Macht, door de Gemeente zelve aangefte.ld en tot het waarneemen van alle hare belangen gemagtigd. Die te beledigen^was dan, de Gemeente zelfs te beledigen. — Van dézen nu wierd geëischt onder bedreigingen ;het was de grootfte hoon, te vooröndeiftellen, dat mannen in zulke posten geplaatst, door bedreigingen zieh zouden laten dwingen, tot het verrichten van daden hoe ook genaamd ia hunne betrekkirgen van Raaden. Een van beide is waar, of, die daden te verrichr ten was hunne plicht 1 en waren zy als menfchen daarin te kort gekomen , zou alleen eene aan wy zing van die gebreken in ftaat kunnen , maar ook voldoende geweest- zyn, hen tot de betrachting derzeive te brengen, en eene eerbiedige en mannelyke voordracht, hiertoe, kon hun dan ook niet beledigd hebben. Of, zy hadden dien plicht gedaan, en het geen van hun in het tegenwoordig geval begeert wierd , vermogten zy niet te doen ; of, zy hadden overwe, gende redenen gehad om na te laten, het geen fommigen door hen wilden gedaan hebben. — En in dit""geval w..ren bedreigingen, om hen hier toe aan te zetten, niets anders dan pogingen om hun misdadig te maken 1 - Waren zy zwak genoeg om door vrees zich dan daartoe te laten overhalen 1 ~ dan voorzeker verdienden zy de algemeene verachting, en het belang der Gemeente, ware aan zulke men. fciien niet toebetrouwd. - Maar hoe moet men nu eene PO; (*) Zie de inleiding waarop wy dit vooral toepasfelyk maken, l i a-  ( 248 ) poging noemen,die bedoelt! AcGeeonJlitLèerdeMackten misdadig te maken, en dus alles op loste fchroeven te zetten ? — En wie waren de genen, welke dit beproefden ? — De Burgeren van Amfleldam? — De Gemeente? die den Raad heeft aangefteld, en wier (tarn behoorlyk uitgebracht , voor 't fteedelyk befluur verbindend is? — Och neen Lezers! — vyf individuëele Burgers, en deze verheffen zich hier boven den Raad! — Het is onbegryplyk hoe de dwaasheid van menfchen zo verre kan gaan; verbeeld u welk misbaar deze menfchen maken zouden , byaldien den Raad niet door vyf, maar door honderd, ja door duizend Burgers bedreigd, een eisch toefland, tegen hunnen zin?'—En wat zou er van worden,wan. neer elke vyf, of tien, of honderd menfchen'zich gingen verbeelden, den Raad te kunnen en te mogen wetten voorfchryven, en de laatde zwak genoeg wierd, om alles toe te Hemmen. •—Voorzeker de verwarring die daaruit moest voorkomen zoude zo onafzienbaar worden, dat men veiliger, gelukkiger en vryer in Confiantinopolen, of Smima zoude kunnen leven, dan in Amfteldam. Maar deze menfchen fpreken van Committenten, die hun NB, als individuëele Burgers zenden, welke onzin! — Waarom hebben dan die Committenten niet getekend? _ Dan waren de inleveraren van het Injirument , tot die daad ten minden gecommüteert en hunne taal verdaanbaar geweest. Het is dus klaar dat deze EifcLers en Bedreigers geheel onbevoegd waren , niet alleen om te eifchen, maar zelfs om op den gelegden grond, uit naam van hunne zogenaamde Committenten te verzoeken. Maar wat zyn het voor menfchen, die dus in de trotfche houding van Eifchers te vcorfchyn kwamen. Wy willen ons niet In eene befchryvmg hïer itA laten van Perfonen, want wy zyn vyanden van hateiykheden ; — wy laten dus ook deze lieden, buiten dit geval, in hunne waarde en onwaarde; wy zeggen buiten "dit geval ,want de natuur van ons gefchryf brengt mede, dat wy hen in dit geval moeJ ten beoordeelen. Ieder die de toon waarop zy fpreken, de onbefchaamdheiu waarmede zy zich by den Raad vervoegen, en dat zy zelfs, wederkomen om een befluit up hun ingeleverd Injirument te eisfehen, befchouwd ; moet notoir in het denkbeeld vallen, dat het forfehe, doutmoedige menfchen zyn, die zich ten mmden verbeelden wel te wceten wat zy doen, en die van de deugdelykheid hunner zaak overtuigd, zich alle de gevolgen derzelve dandvas» tig zullen getroosten. — Maar verwonderd u met ons lezers, wy meenen u w el te kunnen verzekeren.dat dit het geval niet is; — dat er onder zyn die het Injirument niet eens gelezen hebben , — die niet-weeten wat er in daat! — die het alleen overneemen voor zo ver er geen kwaad in deekt, en het niet beledigend voorden Raad is. — Die door hunne drinkbroeders zich tot dit werk hebben laten gebruiken , en die geveinsd hebben helden te zyn, om een pak dagen af te koopen; arme misleide menfchen, die by het zian der gevolgen van hunnen heldenmoed, de dood op het lyf kregen. —. Hoe onbegrypelyk is het, dat zy zich op deze wyze laten verfchalken! Moet men hier *dan niet uit opmaken, dat deze menfchen alleen de werktuigen van hunne duivende Broeders zyn ; en deze mooglyk ter goeder trouw yveren, zo zy meenen, zoo zy mooglyk oprecht meenen, voor de zaak van het Vaderland 1 Maar in der daad voor het belang van knapen, die achter het fcherm zitten , en die wel beter weten, — maar wien (*) Het vocht om op eene behcorTyke en zelfs nadrukkclyke wyze te verzoeken, — zonder te bidden, zonder te fpreken, van dat net ui. gvnjlig heliagen iv.c.g , komt in een Gemeenebest eiken Burger voor zieh zelfs toe, — het eisch en alleen aan het geheele volk.  ( 24P ) tvïen het niet verfcheelt, wie zy al of'niet aan hunfte onzuivere oogmerken opöfferen, wanneer zy die oogmerken flechts bereiken. Hoe dikwerf dezulken» welmenende zielen in het harnas gejaagd en zich hunner gefebaamd, en hen in het ongeluk gefloten hebben. — Zo ras zy hnnne hulp niet meer behoefden, heeft de ondervinding, aan zo veelen in hunnen aart goede menfchen , helaas meer dan te vee! geleerd 1 en het helpt noch zo weinig. Hebben wy nu gezien lezers, dat de voordracht Wanvoegelyk, naar den aart der zaak zelfs oproerig en dus misdadig was. — dat de perfonen niet bevoegd waren om eene voordracht hoe genaamd, aangemerkt a/j-gecommitteerdews te doen. — En dat zy biykens hun eigen gedrag vee! te halfig en ongefchikt waren, om eene daad van dien aart, met eenigen den minden glans te verrichten! liLaat ons nu de zaken, met zulk een belachelyft masker van majeflcit geëischt, eens van nader by befchouwen ! wy houden ons verzekerd , dat dié 'befchouwing, ons zal overtuigen, dat geheel de Gemeente van Anilleldam, geen recht had, om deze zaken te eisschen niet alleen, maar zelfs niet, om dezelve te verzoeken. Het eerde, het welk hier geëischt wordt, is, de vernietiging van alle vonnisfen, die, uit hoofde van het gepas/eerde op de dagen van 10 en 13 May 1795, zyn ■geveld,gelyk wede de 7iog hangende en'in werking zynde procedwes, alles met bovengemelde dagen in verband flaande, ■ De Raad kan aan deze eisch niet voldoen, hetbe. hoort niet tot den Raad ; dit te begeren van den ■Raad , voorönderftelt of verregaande onkunde, of ■eene poging om die Machten te verwarren, welker zuivere affcheiding de eenige waarborg voor de orde , veiligheid en vryheid is. De Raad moest dit derhalven van de hand wyzen, al was het een verzoek in forma van de geheele Gemeente. Wy fehryven deze gebeurenis ook voor den mïn- verliehten Burger, men boude'ons dus ten-goede dat wy hier, mogelyk 'voor den meer kundigen overtollig fcheinen te zyn , in duidelykheid; —. wy oordeelen het uit dien hoofde noodzaaklyk ons gezegde, eenvouwdig te bewyzen,— Wanneer men iemand iets vraagd moet men overtuigd zyn, dat hy het gevraagde geven kan-, anders is het gekheid om het hem te vragen; want dat gefchied aileen, met oogmerk om iemand overte l len, om iets te willen doen en dadelyk te doe;- , het geen in zyn vermogen is, — Maar wie heeft nu de bedoelde vonni.fen gefit gen ? — de Raad? Neen, het Committé van Jujlitie. — en uit wiens naam? plicht, om in de Stedelyke Grondvergaderingen op te komen. En, nadat zy oó'k hieraan hebben voldaan | wat Wil men dan meer van hun ? Za! men OOk van de voorwaarden, waarop men bun toegelaten heeft in hunne posten te blyven, te rugge komen, en dezëlven weder verbreken? Doch, de cutestie der remotie verder daargelaten zynde. Er is in het algemeen eene hoofddwaling by voelen onzer landgenoten, en die, is,dat men deamb«n alleen befchouwd als brood of geldwinningen; dit zyn'zy échter flechts by toeval; maar indedaad zyn de ambten1 behoeften van den ftaat, van fret welwaarnemen derzelve hangt het geluk des vólks.af; —\ de vraag moest dus by het begeven van die allen zyn; is hy wien wy in dien post plaatfen, voor dezelve wel berekend? — Kan het Vaderland of de ftad al het nodige nut van dien man trekken ? — Wanneer meTtTTt artes wel overweegt, zal zelfs het- volk voorzichtig zyn om zich zelfs wil , met het doen van foortgelyke onbepaalde vragen. X* En nooit anders in dit netelig ftuk zynen wil uitbrengen dan-op zulke gronden, welke het zich eene eere rekenen zal* openlyk optegeeven. — Maar op foortgelyke onbe ■ paalde voordellen van enkele individuëele burgers, hoe gioot hun getal ook zyn mag, kan den Raad geene remotiën doen. De vierde Eisch is. Dat Gylieden ook volgens uwen plicht, en ter voldoening aan gejlagene Decreeten, ten Jpoedigjlen zult arrefteeren , alle de met recht gevaariyke wezens, dewelke behooren tot het zogenaamde Leger van Osnabrug, en die hier, God betert! in deze ftad in me. nigte rondzwerven, getuige verfcheidene Burgers onder Amftels Gemeente behoorende, en waarvan Gylieden, dit kunnen wy niet anders, wel eenige kundfehap hebben zult. Deze voorönderftclt zeker eene befchuldiging, zo wel tegen den Maire ,en het Committé van Waakzaamheid, als tegen het Committé van Jujlitie, maar te gelyk eene belydenis van plichtverzuim, zo van deze als'van alle de geneernde Burgers, dat zy de Geeonftituëerde Maehten gene kennis hebben gegeven,' Welke de bedoelde perfonen zyn, en waar die zich ophouden! —. Het geen onbetwistbaar de plicht is,' van eiken Burger. Men zegge.niet ik wil de rol van verklikker niet fpelen , — want de redding van het Vaderland, is de plicht van'elk, en niemand' onder wat -voorwend&i ook, vermag zich aan dien plicht te onttrekken,. , • Voor en aiè'er derhalven deze eisch iets kan afdoen, moesten niet alleen perfonen en plaatfen zyn opgegeven , — maar met opzicht tot«het Comviiüé van Waakzaamheid en Jujlitie , moest.bewezen zyn. — Dat zy dit geweten hadden, van de wezenlykheid dat die perfonen dezulken waren, overtuiging gehad hadden; ten einde de boeijens, niet gelyk'in vroeger tyden, wierden opgepropt met befchuldigde menfchen, welke zy., of, om aan de rechtvaardigheid hulde te doen, — of omdat de fnorkende getuigen, allen als het'er op aan kwam,zonder redenen van wetenfehap te kunnen geven, afdropen; die voorin het Huis der Gemeente moesten doen opbrengen, om dezelve vry verklaard, achter weder te laten aflopen. — Waar door de achting voor de Jujlitie, aanmer. kelyk verzwakt. — Het een en ander zamengenomen, zal elk ligtelyk bevroeden, wat men zo wel van de eisschers als van het Injirument en de zaak door hun bedoelt, te denken hebbe; wy achten het nu nodeloos hiervan meer te zeggen. De voorzitter, van den Raad nam het gemelde Inflrument over, om het op den avond van dien dag voortedragen. — De burger van de velde, een der eisfehers, drong toen ren flerkften aan, om dan dien zelfden avond ook het befluit van den Raad te mogen weten ? — Hierop is , na dat er over de zaak gedelibereerd was beflooten , „ dat men het befluit van den Raad „ aan  C 25a ) ; aan den eersfgenoemden 2oude Iatén weeten , / als kunnende zich de vergadering aan geen vas,', ten tyd tot het neemen van een befluit, bepaa„ len" O- De genoemde burgers dit vernemende, drongen op nieuws aan, om dien zelfden avond het befluit te mogen weetenals kunnende zich anders by hunne Committenten niet verantwoorden. — waarop de voorzitter hun te kennen gaf „ dat hy hun adres als „ dat van enkele burgers overnam, en de refolutie „ op bovengemelde wyze aan hem ter kennisfezou- de gebragt worden". Wy zullen het vervolg van deze gebeurtenis in ons eerstvolgende nommer geven; — wy zullen op de (*) Zie Byhge tot het Dagblad, pag. 236. gelegde gronden, in de beöordeelingen van het ver3 volg hier en daar korter kunnen zyn. -—- Intusfchen zal het hier opgegevene kunnen leeren,1 hoe hoogst noodzaaklyk de vermeerdering van kun-; de voor onze landgenoten is ; op dat zy zo wel hunne plichten als belangens en de middelen om dezelve te volbrengen en te behartigen, zelfs leeren kennen,en éémaal ophouden,de blinde werktuigen te zyn, van die duifterlingen, welke het geluk van hunne medemenfchen, en zelfs van hun Vaderland, aan een klaarblyklyk misdadig eigenbelang, gewillig en zonder zich aan iets hoegenaamd ook te Horen t zoude opofferen. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. T. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leemweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beet» en Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Al\maart Molenaar ;en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve Huiver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 7g. Donderdag den 5de" OEtober 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid, Een altyd braaf, ftanclvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift det volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIUS. ( Vervolg van Nomer 72. ) ■ (*) Zie Dagblad, pag. 237.-238. Zie Dagblad, png. s39 cn 4°II. Deel. Kk Wy vatten den draad van het verhaal wederom op, en zullen voortgaan , met onze gedachten daar over aan onze lezers mede te deelen; alleen fmert het ons , dat wy dikwils ons in de noodzaaklykheid zullen bevinden , om te veel te moeten bekorten, daar wy vrezen zouden onzen Landgenoten te verveelen , wanneer wy het verhaal van deze zaak, niet jn dit Nommer ten einde bragten. Op dien zelfden dag, des namiddags om vyf uuren, wierd in eene vergadering van den Raad, het Injirument, het welk wy in ons vorig Nommer bezien hebben, gelezen: maar in die zelfde Zitting wierd ook gelezen; ,, eenen brief van den Procu;, reur der Gemeente, waarin die verzogt, ten j, fpoedigften, met het zo evengemelde adres, tc M mogen worden gemunieerd; — ten einde in flaat „ gefteld te worden, om, volgens eed en plicht, „ het recht van den Volke van Holland, tegens alle „ zodanige misdaadige perfoonen, die in deze be' trokken zouden mogen zyn, te kunnen waarnee„ men (*)." Dit is den Procureur der Gemeente 'door den Raad toegedaan. Daar hieromtrent, hoe zeer dit in den draad der gefchiedenisfe behoord, geene aanmerkingen ons ter ooren gekomen zyn, zullen wy, hier op öok geene aanmerkingen maken , te minder, daar wy ons gevoelen , op het geen hier mede in verband ftaat, fpoedig zullen kunnen aan den dag leggen. Op den volgenden dag (14 Sepl.) verfcheenen, de Burgers Eijchcrs in den Raad, verzoekende antwoord op hun ingeleverd Adres. „ En heeft de „ Prefident toen namens den Raad geantwoord, ,, dat de Raad, door de Eifchen van eenige byzon,, dere Burgers geen inbreuk kon laaten maaken, ;, op het recht der geheele Gemeente; — dat, nar „ dien de Gemeente zich zelve een Reglement had „ voorgefchreven, volgends het welke, zy zich kan „ doen hooren &c. —— Alle byzondere eisfehen „ inbreuk maken op dat recht, en derhalven mis„ daadig zyn." Dit was de zaak en plicht van den Raad, de Raad waakte dus, door dit antwoord voor het Recht der Gemeente van Amfteldam en heure ftem. — Maar te zorgen voor het recht van het Volk van Holland, was de zaak van den Procureur der Gemeente en van het Committé van .Jujlitie, — en het ware plichtverzuim geweest, dit ongemerkt te laaten fchenden. De  ( 2*4 ) De Raad gaf dan aan den burger va ff de velde cumfuis te kennen, dat de Procureur der Gemeente, vermeenende.dat hunne Eifchen tegen dat recht Areden, — om dezelve verzogt had, en dat deze in zyne handen gefield waren. — Dit antwoord wilde de burger van de velde, verzekerende niets dan uit naam en last zyner Committenten te doen &e. fchriftelyk hebben; en de Raad, welke deze Committenten niet konde erken- . nen, weigerde dit, —• onzes bedunkens met recht; omdat, hy, aan den wil van deze burgers gehoor gevende, op de door hem gelegden grond, hunne voorgegevene gno/i^catif, zoudegemohgeerd hebben. — Na dat de Eisfchers dit antwoord ontvangen hadden, wierden zy van wegens den Procureur der Gemeente naar voorafgaand rechterlyk decreet geapprehendeerd en in gevangenis geleid. — Ons is voorgekomen, dat men het onbegrypelyk vond, hoe de Procureur der Gemeente deze menfchen in de boeijen bewaren kon ? — En het komt ons op onze beurt onbegrypelyk voor, hoe men dit onbegrypelyk vinden kan? — Mogelyk, zal het ook aan hun, die zich over deze daad van den Procureur zo zeer verwonderen , niet meer onbegrypelyk voorkomen, wanneer zy ons vorig Nommer gelezen hebben. - Dat men zich alleen erinnere, hoe de genoemde Eisfchers, den Raad door bedreu gingen, misdadig wilden maken, door hem het recht van het Volk van Holland wilden doen fchenden, en tot daden tegen hun geweten dwingen. — Dat men zich de gevolgen van zulk eene handelwyze, wanneer dré ongeftrafr. doorging, voorflelle! en de verwondering fn dezen , zal ophouden. Dan' hoe dikwerf hebben' wy is den loop der gebeurtenisfen gezien, dat er geen m'oeijeiyker, verdrietiger e'n- ondankbaarder post i's, in Amfteldam, dan die van Procureur der Gemeente, —. althands in dezen tyd! men vergunne ons dit in het voorbygaan te zeggen; wy achten het nodig, dit eens te doen. — Het fchynt byna onmogelyk in dezen post allen te voldoen ; verftand , voorzichtigheid , kunde ,. ftrengheid in de handhaving der wetten, gematigdheid! alles vind hier zyne bedillers, nooit is het allen wel, het geen door den eenen goedgekeurd word j. word door den anderen afgekeurd; — beurtelings hebben alle partyen iets te bedillen, — en er blyft voor den verftandigen en onkrenkbaar eerlyken man niets over, dan naar de wet en zyne overtuging te handelen. — Het zal in dien post altoos blyven;. hy word van den eenen geprezen van den anderen gelaakt. — Zo Ooit de regel tQ pas komt; do et wel en ziet Niet om het is in dezen post Uwe deugd zy uw fehild, wie gy ook zyn moogd die dezen neteligen post bekleden moet; en houd u te vrede met de goedkeuring, toejuiching en dankbaarheid , van die vertlandige en brave Burgers, —- welke te verdienen en te genieten, alleen waariyk eere is. — Den volgenden dag (den i5l,en) zyn in den Raadtwee Adresfen ingeleverd, welke,behalven dezelve zaaken, door de Eisfchers voorgefteld, — ook het ontflag der gearrefteerde Eisfchers verzogten. —■ Deze waren door een vry groter getal burgers ondertekend, en in gepaster termen vervat (*), het geen wy derhalven met opzicht tot de gevorderde zaken zelfs, in ons vorig Nommer gezegd hebben, is (de onbefcheidenheid der voordracht, alleen uitgezonderd) ook hier toepas'felyk. De Raad vond goed om deze (lukken te Rellen; in handen van het Committé van Algemeene Waakzaam* heid, om te dienen, van confideraüën en advies. — Waarop dat Committé, op den 18deu bericht heeft. „ Dat het Committé, na dat de inleveraren der twee „ adresfen, zich tweemaal om een voorlopig ant„ woord,by den Voorzitter desRaads vervoegd had- den, — hun dit voorlopig antwoord gegeven had. „ Dat de Raad die twee Adresfen, niet tot een onderwerp, der Deliberatie konde maken. Om (*) Zie Dagbladen, pag. S41 tot 248.  ( ~255 ) „Om dat hét firyd tegen het Reglement, waar. „ opdeProvifioneeleVolliftem, moet worden Hg* i n gebragt. 1 „ Om da*, aan den Raad alleen is toebetrouwd', „ 'de handhaving der Stedelyke belangens der Ge- $ „ meente, — maar dat alleen het ganfche Volk, „ of zy die fcétzelve vertegenwoordigen, de magt . „ hebben , om iemand te ontheffen van wetten &c. „ Dat het eene gebrekkige maatregel is, om „ openlyk in eene groote Vergadering te klagen, „ over een aantal Osnabrugfche Emigranten; —• „ daar dit alleen ftrekken zoude, om de geconfti„ tuurde Magten, buiten de mogelykheid te ftellen, „ eenig onderzoek met vrucht, te kunnen doen &c." Daar dit antwoord op gezonde gronden rustede, en door middel der dagbladen van den Raad , publiciteit fcreeg.bad men mogen verwachten, dat dit totinlichting van deze burgers, van de overige tekenaren, van net Comptoir der Grondvergaderingen en van veelen anderen, had kunnen vèrfirekken. — Dit in het voor■bygaan. „ Overigens wat dit antwoord van eene verma„ ning, tot een rustig gedrag, gevolgd. Verdei be. ïichte het Committé, dat de burgers, welke aan het hoofd der genoemde adresfen getekend haddenen om antwoord gekomen waren, den inhoud en de „ kracht daarvan, wel te gevoelen,niet onduidclyk ,, te kennen gceven hadden. „ Dat verder het Committé van oordeel was, dat „ de Raad, met opzicht tot de remotie der amb„ tenaaren, de tekenaren van het adres behoorde te „ verwyzen , tot het ftedelyk Reglement op de volksftem". De verdere ophelderingen daargegeeven, komen zeer veel overeen met het door ens gefielde, in ons vorig Nommer; — „ En het verzoek tot het doen doen van infiantiën , begreep het Committé te veel te zweemen naar het vorig Federalisme, „ Intusfchen had het Committé gewenscht dat men lik „ in het doen der remotie, meerder confequente ,j maatregulen had gevolgd;-^ en vooral dat men de, ze maatregel fpoedig en op eens had doen werken". Met opzicht tot de vernietiging van alle vonnisfen, is iet advies conform her door ons gefteide. —- „ Alleen met betrekking tot de vernietiging der von,nisfen door de krygsraden; — word gezegd, dat , daardoor het recht van de geheele gewapende Bur, germacht, zoude gefchonden worden; waarvoor zeer „ voldoende bewyzen in het advies worden bygebragt". Dan voegd het Committé hier nog by; „ dat, na „ hun inzien, de vertoners fchynen te zyn , de werk„ tuigen van anderen, welke zich achter hen ver„ bergen,die bet wezendlyke nut uit de inwilliging „ zouden trekken" &c. (*) Wy zullen u waarde landgenoten, mogelyk eenig meerder licht in dit gefielde kunnen geeven. — Er is gevraagd vernietiging van de hangende pro» Cedüres en er zyn NB. geene Procedures, hangende, uithoofde van de voorvallen van 10 en 13 May, indien wy we! onderrigt zyn,dan van de wilde! het Request is publiek gemaakt, de wilde heeft naar alle waarfchynelykherd dit geweeten, en geen de minfte afkeer van deze eifchen of verzoeken gegeeven : Er zyn van te voren Requesten deswegens aan den Raad geprefenteert, waarin fpeciaal wierd aangedrongen tot eene fpoedige Decifie, en ook wel om eene Decifie van eenen krygsraad. —• En het is meer dan waarfcheinelyk , dat die Requesten zyn geprefenteert, met voorkennis van de wilde; dit alles zamengenomen , wat ^volgt hier uit ? ' Ook is de Burger van de velde uithoofde van zyn gedrag, op de dagen van 10 en 13 May gecasfeerd, en dus zyn oogmerk in dit geval, mede niet raadzelachtig. — Maar dat brave welgezinde burgers, tot werktuigen 2 der(*) Zie Dagblad pag. »52—-=55-  derzulken zich laten gebruiken, en hun ten voordeel zich laten misleiden ! moet eik braaf Patriot die in ftaat is, het masker van zulke wezens aftelichten, leed doen. Dit zyn hier onze aanmerkingen. „ Het Committé begreep op het verzoek tot het „ arrefieeren der Osnabruggers &c. reeds geantwoord te hebben , en was om de bygebragte redenen van Advies, dat de Raad de beide adresfen dier vertoners behoorde uittegeven , zonder Difpefitie, met Copie van hun rapport. De Raad heeft overëenkomflig dit Advies, gebandelt, — en aüe de (lukken publiek gemaakt, door de dagbladen. Deze hadden eene waarfcbuvving voor verdere onvoeglyke en verkeerde ftappen , kunnen en behoren te zyn. Men zoude na dit alles verwacht hebben, dat deze zaak met de waarfcbuvving van het Committé van waakzaamheid, gevolgd op eene voldoende toelichting ware afgelopen en geëindigd geweest; — maar hoe kon dit? De man, wiens oogmerken oprecht waren, had er van kunnen afflappen; hy, die geen'ë zydelingfche bedoelingen had , zoude ontevreden dat zyren yver misbruikt geworden was, de zaak ftil hebben kunnen laten zitten t — Maar dit konden die geenen niet , wier pogingen mislukt waren ! De eigentlyke opflokers van dit werk , waren immers dan niets gevorierd? — De Procedures tegen hen waren niet opgeheven ! .—- de casfatie niet vernietigd 1 — Zy zaten niet in de posten waarop zy vlamden en waarop zy nog vlammen ! zy hadden de ambten niet welke zy begeerden ! welke zy nog begeeren! en om welke te verkrygen , — zy het volk op allerleie wyzen in het vuur zullen blyven jagen;tot dat,het volk hunne fliukfche ftreeken ziet, en hun verfoeien, of die niet zien en van huft bedrogen zyn zal. De zaak moest dus over eenen anderen boeg gewend worden, en het voorko men van wettigheid verkrygen. — En hoe konde dit beter gefchieden dan door presfante voorftellen te maken; — in de gisting waarop men vertrouw¬ de, die in de Grondvergaderingen te doen toePeiEmen , (zo men meende) en dan in triumf als de volkftem deze zaken in den Raad te brengen! — welk voor uitgezicht op eene zekere verwinning! —< recht, orde, wet, veiligheid , 6! dit zyn klanken voor hun, die niets, dan alleen zich zelfs bedoelen. De Burger Com. Waterhond Eleveld, cumjuis, gaven dus twee van die poinéten, waarvan het eerfte geëischt, en het tweede geëischt en verzocht was, als presfante voorftellen; aan de Beftuurders van het Comptoir der Grondvergaderingen op; — byaldien het waarheid is, waarvoor wy echter niet durven inftaan, dat ook de befteurderen van het Comptoir der Grondvergaderingen geintimideerd zyn ; — dat hun onder anderen, na dat zyl. de voorftellen pres. fant hadden verklaard, gezegd is, — nu kunt gylieden veilig naar huis gaan! — dan kunnen wy ons begrypen , hoe zeer het ons leed zou doen, zulke uitwerkzels van angsten vrees te zien ! — dan kunnen wy begrypen dat zy , die voorftellen presfant hebben verklaart; maar byaldien dit geene waarheid is! weten wy niets, hetwelk hun in dit geval kan verfchonen, voor deze waariyk onberadene en gevaariyke ftap. Zy hebben dan deze voorftellen presfant verklaart, de Grondvergaderingen belegd , en op den i8den dezer het volgende ftuk publiek gemaakt. VRTHEID, GELTKHEID, ONDEELBAARHEID., Aan de Stemgerechtigde Gemeente ts Amfterdam* MEDEBDRGERS! ,, Beftuurers van het Comptoir der Grondverga. „ deringen der Gemeente van Amfterdam berichten ,, Ulieden, dat by hen ingekomen is het navolgen,., de presfante Voorftel, over het welk zy geöor„ deeld hebben, Ulieden buitengewoon opteroe„ pen, op Dingsdag den 19. dezer, 'savonds ten f, 7 uuren. ., Om  C 257 ) ï Om aan den' Raad der Gemeente dezer Stad „voor te (tellen, om het Committé van Jufiitu te „ exhorteeren, ter flrikte handhaving van de Pu„ blieatie van de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland , in dato 16 January 1796., „ geëmaneerd tegen alle zodanige Ingezetenen van „ deezen Lande, geënrolleerd of geëngageerd zyn„ de geweest onder' 't zogenaamde Oranje Rasfera„ blement, en waarby aan dezelven verboden „ wordt, binnen deze Provincie "terug te keeren, of „ zich op het territoir van den Lande van Holland te ,, onthouden, op poene dat die geenen , welke,, niette„ genftaande dit verbod, ald.ar zullen behouden wort, den,zonder eenige conniveniie of disfimulatie, hoe, of „ hoegenaamd,met den dood zullen worden geftraft." „ En waarby, laatstlyk, tut meerder nadruk nog i, gevoegd Ts, dat, ten einde alle longueur van Proce. dures worde vermyd, en de Schuluigen hunne w e l- , verdiende straffe, anderen ten exempel, , zonder eenig verwyl, ondergaan, dezelve mede fiatu„ eeren : dat de vonnisfen of fentiën , tegens de gedachte , Perfoonen, zullen kunnen worden. gewezen alleenlyk », °P genoegzaame, en het gemoed van den Rechter vol „ doende, convictie, zonder dat daarin eene compleete „ confesfie van den Delinquent zal worden gerequireerd, , of de gewoone form en train van procedeeren in acht genomen. „ En wyders, door de intercesfie van den Raad „ der Gemeente, by het Committé van Jujlitie, te „ bewerken , dat de vier gearrefteerde Burgers, met namen , Pieter van de Velde Harmanusz., Dirk „ de Fuyck, A, F. Lunenburg en C. tberhardt, tegen „ welken de Procureur der Gemeente heeft gedacht in rechten te moeten ageeren, uit hoofde van hun „ ingeleverd Addres, en onwettige handelwyze, „ uit derzelver hechtenis ontllagen worden. De„ wyl wel degelyk uit het verband van zaken eon„ fteert, dat dezelven tot die demarche zyn ver„ voerd geworden door de onverfehoonbaare nalaa- tigheid van het. Committé. van Jujlitie, in het Kk „ nier uitvoeren' vat^.de bovengemelde.. Publicatie. "„ Zynde hetzelve, als presfant, by Befluurers ^ „voornoemd ingeleverd, door de Burgers Coonelis ' "„■Waterhond Eleveld , Lid der Grondvergadering p, a A E , — A. Btkker, uit A A X, — A. van Oos. ,, ten, uit AW, — G. Langenberg, uit AQ, „ J. Strubeek, uit AT, en D. Linieman Benjz., uit „ AAG; op gronden en redenen, als in het Voordel „ zelve zyn vervat." Heil en Broederfchapl HIDDE HEEREMIE ï, Voorzitter. cOHNELis covEES, Secretaris. Amfterdam 18 September 1797, t. Het derde Jaar der Revolutie. Ieder, die verwagt, met reden verwagt , dat Beftuurders van het Comptoir der Grondvergaderingen , verftandige en eeriyke Patriotten zyn; zo als wy ook van hun geloven, zni zich verwonderen; dat zy, over zulk een ftuk de Stemgerechtigden op. zettelyk oproepen! de ftad op eene onkosten van circa ƒ 2coO jagen ! wagen, om de Hem der Gemeente te vermorfchen &c. en het is alleen, wanneer men vrees, voor de woestheid van fommigen, in hun voorönderlteld, dat men de mogelykheid van zulk eene daad kan begrypen, en hun gedrag eenigfints, uit mededogen, infchikken. Het was met reden,dat de Raad van die Beftuurders konde verwachten, dat zy die voorftellen, niet tot ftemming van het volk zouden brengen. Om dat het capitale voordel, niet was van de competentie der Gemeente van Amfteldam, niet alleen; maar vooral , om dat er een adder onder het gras verborgen was, — Welke Befluurderen hadden behoren te zien. — En deze adder was, — dat byaldien in de Grondvergaderingen , de ftemming conform de voorftellen, ware uitgevallen ,in dat geval'de Gemeente van Amfteldam al warehet in weerwil van zich zelve, tevens zoude hebben verklaard, het Committé van Jufiitie schuldig aam onver- o schoon-  ( *5t ) schoon ba are n a l a ti g h e x d , !h het niet uitvoeren der publ icatien, en op dien grond, het vertrouwen van het volk, en hunne posten verbeurd te hebben, — Het voordel was dus bedriegelyk ingericht, — en had op dien grond mede door het Comptoir der Grondvergaderingen, onzes bedunkens, niet alleen niet presfant behooren verklaard te worden , maar terug gegeevert te zyn. Dan laat ons in het voorby gaan, de listen van de aanieggers van dit werk, eens nader UI, doen opmerken. In deze voorftellen vinden wy, van de vernietiging dtr Procedures geen gewag gemaakt; waren deze dan vergeten, of had men dit doel gemaskerd? Het laatfte is zeker waar! — Want dit zoude, was deze poging wel gelukt van zelfs gevolgd zyn. — "Was dit Committé van Jujlitie afgezet, zoude men die ver nietiging, van een volgend,op zeke. re gronden, in erkentenis verwagt hebben; — en zie daar dan het dubbeld doel, langs eenen anderen weg bereikt! — Gy zult zien Landgenoten, dat men om die redenen zal voortgaan, langs allerleie andere fchoonfchynende wegen, dit Committé uit den weg te ruimen; ook in de hoop, om dan op eene woefte wyze , in andere opzichten te kunnen te werk gaan. — En dus Gemeente van Amfteldam, ' zyt op uwe hoede? — En belhouw van alles, wat op deze zaak betrekking Ireefr, niet alleen de oppervlakte, maar de zaak zelfs van rondsom, — en vooral wanneer de zaken voorzichtig en fchoon zyn ingekleed. — Maar ook de Beftuurderen van het Comptoir der Grondvergaderingen, hadden deze voordellen niet behoren te brengen ter kennisfe der Gemeente , ten zy door behoorlyke bewyzen gebleken ware, dat de befchuldigers op voldoende gronden, het Committé van Jujlitie befchuldigd hadden. _ Want zonder dit vervielen de voorftellen,daaropgebouwd, van zelfs. Door die voordellen dus prèsfant te verklaren, ftemmen Beftuurderen, die befchuldiging, welke de grondftag der voordellen, alleen hier is, en wezen kan, toe; en wierden dus onzes bedunkens wel degeiyk daar voor verantwoordelyk. — Het Committé van Jujlitie zag den avond naderen, waarop men de goede Gemeente' poogde te misleiden ! — en oordeelde zich verplicht die Gemeente te moeten waarfchouwen, en op.de adder opmerkzaam te maken, welke hier verholen lags het gaf tot dat einde, eene Proclamatie uit, die wy oordeelen , hier te moeten laten volgen in zyn geheel: niet zo zeer om onze Amfteldamfche, maar vooral om die onzer lezers, —- welke op eenen afftand van het toneel, der gebeurtenisfen wonen. FRTHEID. GELTKHEID. BROEDERSCHAP. PROCALAMATIE. De Procureur der Gemeente en het Committé van Jujlitie dezer Stad, aan hunne Stemgerechtigde Stadgenooten. BURGERS! Temidden der moeilyke bezigheden, waarmede wy ons, door de voorgevallen gebeurtenisfen der afgelopen Week, op nieuw bezwaard vinden, moei ten wy, tot ons leedwezen, omwaren, dat zes Perfoonen het van zich hebben kunnen verkrygen, by een door hun aan het Comptoir der Grondvergaderingen ingeleverd Voorflel , onze ongekrenkte Rechterlyke trouw aan UI. verdacht te maken, en zonder daartoe eenige bewyzen aantevoeren, UI. lichtvaardiglyk te verzekeren, dat wy ons aan eene Onverjchoonbaare Nalaatigheid zouden hebben fchuldig gemaakt, en de rechtmatige verontwaardiging der Beftuurderen van dit Gewest niet hebben doen ondervinden aan die misdaadige Zamenzweerderen, dewelke, onder de Osnabrugfche verzameling, de Wapens jegens hun Vaderland hebben opgevat. Wy zouden op onze eigen bewustheid, van wel gedaan te hebben, kunnen berusten, de onbezonnen aantyging der Voorftelieren ons niet aantrekken»  ( 259 > ken , en den Volk'e van Holland, of wel deszelfs Gem'agt'f^011 al!een ' verantwoording verfchuldigd zynde, deez? geheele zaak aan Ulieder beflisilng overlaten, zonder ons daar mede op eenige wyze te bemoe;jen. Dan, de achting, welke wy aan deze Gemeente verfchuldigd zyn, vordert van ons, dat Wy den Stemgerechtigden Burgeren dezer Stad den adder ontdekken, als 'i ware verfcholen in 't Voornel» •ter welkers btflisling Zylieden tegens heden avond zyn opgeroepen , als mede dezelven voor eenen misflap te bewaren', waarvan zy zomtyds het gewigt niet moeten inzien.; ' Het is deze beweegreden, maar ook deze beweeg, reden alleenlyk, welke ons heeft aangezet, een iegelyk Stemgerechtigd Burger, welke anderzins, naar zyne vrye verkiezing, mogt goedvinden, het gemelde Voorflel'goed te keuren, by deze te waarfchouwen , dat by daarmede zich tevens mengt in öene befl sfing over ons Rechterlyk gedrag; dat hy zich een recht aanmatigt, den Volke van Holland, of hun die hetzelve daartoe gemagtigd heeft, eenig en alleenlyk toekomende; en eindeljk, dat hy, zonder voorafgaand onderzoek, befiait, dat een cornelis waterkost elevelt, en zyne Medevootfleliers, meerder geloof verdienen dan wy, Öie ten Aanhooren van de geheele Gemeente bydeze verklaaten idatvoossz. versonen on w a a-r» heid ges?so':eh HfcBSEN, En op dat niemand hier van^onwetendheid voorwende, hebben wy belloten, deeze, met voorken. nisfe van den Raad der Gemeente , te doen publiceer»o en alomme kffig.ee.ren, Aöum den 19. September 1797. liet derde Jaar der Bat. Vryheid. ' Ter Ordonnantie van den Procureur der Gemeente en het Committé vau Juftitie voorn. T. C. D E BOUD es, Secretaris. Intusfchen had het Provinciaal Beduur van den loop der gebeurtenisfen in Amfteldam, kennis gekregen, en fchoon wy dit eerst van achteren befchouwen; dunkt ons dat men had mogen verwagten, dat dit Beftuur zoude gezorgd hebben, dat de Grondvergaderingen over deze zaak geenen voortgang hadden gehad; — en de Voorftellers nevens de Presfatuverklaarders de gelegenheid gegeeven, ware; — om hunne befchuldigingen te bewyzen. — Of dit het oogmerk van het Provintiaal Beftuur ge, weest zy, durven wy niet befiisfen. -— Maar wy voor ons hebben ons ten imerften verwonderd, dat de Raad der Gemeente dit zelfs niet gedaan hes ft. — En wy, die ten uiterften voor de waare en regelmatige Volkftem zyn, — zouden deze daad wel verre van dezelve te befetrouwen, als eene verdrukking van de vrye Volkftem, integendeel befchouwd hebben, als eene'bewaring derzelve. — Want alleen dan kan de Volkftem,- en dus ook de ftem van elke Gemeente, —vry,gewichtig en waardig zyn, wanneer dezelve zich bepaald tot de rechte zaken, den rechten tyd en de behoorlyke orde. De brief van het Provintiaal Beftuur was aan den Raad gefchreven. De hoofdinhoud, was een last om de Gemeente tot rust en een regelmatig gedrag aan te maanen op eene vaderlyke, maar tevens nadruklyke wyze,&c. Intusfchen waren de Grondvergaderingen gehouden; in fommigen wierd hef byna algemeen erkend,dat de voorftellen geene pointen van ftemming konden uitmaken. — In anderen wierd het even zo befchouwd! —, doch om dat men vreesde, door dus de zaak te behandelen ,zyne ftem mogelyk te zullen onnut maken; uit voorzichtigheid er by gevoegd,> dat byaldien deze verklaring onvoldoende geöordeeld wierd, — in dat geval de voorftellen te dedineren« — in anderen wierden dezelve goedge, kcuru. — Wat de uitflag van het geheel is, is ohs helaas nu legaal bekend. —-  ( 2ób ) Wenfchelyk ware het geweest als het eenig middel, om het deel der Incriguanten vruchteloos te maken, en de gemeente te bewaren , dat de Raad zich bevoegd geoordeeld had , om het opnemen en ;-ubl;ekmaken der gedane flemming te verbieden, Dan dit gebeurde niet. — ,, Evenwel heeft, de Raad reeds den volgenden „ dag, en dus voor de conclufie van de ftemming „ der Grondvergaderingen , opgemaakt was, eene „ ernft'ge aanfchryving aan beftuuders van het Comp„ tak der Grondvergaderingen doen toekomen; -—• „ waarvan de zaaklyke inhoud was. „ Dat de Raad in de kunde, braafheid en ftand„ vastigheid van voornoemde befturers, had gemeend „ eenen waarborg te hebben „ tegen de vewarringen „welke door onkundigen, of dooreenen verkeer„ den yver bezielde Burgers, — in geval dezulke „ voordellen als presfant opgaven, welke ftreeden „ tenen de order der maatfehappy, of met waren van ,, ie Competentie der Gemeente' &c. „ Dat de Raad in het tegenwoordig geval daar in ,, te leur gefteld was ; de voorfteilers en beftuur„ ders verantwoordelyk ftelde voor de befchuldi„ ging, waarop die voordellen gegrond waren, — ,, en vooral ook voor de gevolgen , waardoor by eene „ conclufie op foortgelyke voorftellen de gemeente i, gecompromitteert of gerekend zoude worden dezelven te hebben gedaan: met kennisgeving dat de Raad de „ redenen van zyn gedrag aan de gemeente zoude ,, bekend maken, in eene Proclamatie"; — gelyk dan ook gefchied is. , Wy zagen met verwondering, het geen wy met verwagt hadden; daar wy wel willen bekennen, het gedrag van Beftuurders, alleen aan de vrees voor de woestheid van fommigen Burgers, te hebben toe- gefchreven ! Dat de Beftuurders op den 12 Sept. hadden gezonden een antwoord aan den Raad; waarin zy 'den waren ftaat der zaak kundig over het hoofd ziende, hun gedrag zeer welfprekend verdedigen: op eenen toon, die zo gefehikt is, om de Gemeente of liever dat gedeelte der Gemeente, het geen niet gewoon is uit eigen oogen te zien, in te neemenl cn gelyktydig in een geheel verkeerd begrip te bresgen ; het welk dan ook zeer zeker ftrekken moeit, om veele welmenende Burgers te verblinden, en de eerfte aanleggers van dit werk , niet Alleen in da hand te werken, maar ook het toneel der verwarringen te orenen. Schoon wy voor ons wel willen geloven, dat dit in het geheel, de bedoeling der Beftuurders hier geweest is.—— Maar dit geheele duk alleen indedaad bedoelt , om aan het gedrag van Beftuurders , uit zwakheid voortgefprooten , een glimp van regelmatige werkzaamheden, op recht en plicht gegrond, te geeven- > Dit ftuk is eindelyk door den Raad dan ook in eene zeer gematigde , welgeftelde mannelyke en ernftige .Proclamatie den 26den Sept. openlyk aan het voik voorgefteld, — in het regte licht geplaatst. De eifcliers, zyn door het Committé van Jujlitie ge> vonnisd tot korter of langer bannisfement, — terwyl een derzelve met eene correüie omflagen is. —; Hun lot deert ons, • fchoon wy de Jujlitie moeten billyken. — Vooral het lot van diegeenen onder hén, welke mogelyk zo veel kwaad met bedoelende, de fiacbtöfféjs uer Intrigue , voor het belang van anderen geworden zyn. Het moeit-or.s . dat wy ons in het verhaal en vooral in de tieöordeling dezer gebeurtenisfen in het laatst, zo zeer hebben moeten bekorten. Wy' hopen dat deze haatelyke zaak, hiermede geheel zal afgedaan zyn : en vooral dat niet alleen veelen in de gemeente van Amfteldam, maar in geheel het Vaderland,' er door mogenafgéfchrikt worden, om •zich in de hand van Int>uguanten re laten gebruiken, en hun geluk opteófferen aan derzelver belang.. ■— Terwyl wy hartelyk wenfehen dat elk de waare zaak der Vryheid zal pogen te bevorderen, op eene regelmatige,verftandige, eerlyke en mannelyke wyze. Mag ook dit ons gefchryf, hiertoe iets bydragen, zullen wy ons den arbeid vergolden rekenen, welke Ons ook dit verhaal gekost heeft. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon,S Hoge, van Gteeï en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Hsrding; Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, vandenDnes; Alkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, enéén en een halve ftuiver hethalve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. 74* Donderdag den I2den Gfteber 1797. f7e* Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchokt. horatius. Iets over Ontevredenheid en Ontevredenen. De menfchen zyn te orivreden ! — Dit waren zy •in vroeger dagen, dit zyn zy nog! — Zyn zy dit met reden? — Veeityds ja, doch niet immer; veelal zyn zy het over zaken, die veeleer in het afgetrokkerre of naar waarde en na rype overweging befchouwd , hunne volkomende goedkeuring toehoorden te verdienen. — Dit foort van ontevredenheid vind zynen oorfprong, in onkunde, of dwaling: — anderen zyn met niets, nimmer, misfchien zelf niet met zich zelve te vreden; en deze beklagenswaarde voorwerpen , verdienen medely'den; — weder anderen zyn uit nyd , — uit wangunst, —- uit eigenbelang, ■— uit partyfehap, onvergenoegt: deze verdienen niet, dat men ziehverrmojije, om hen te vreden te (lellen. Wy zullen eenigen hunner fchetzen; en tevens eenige hulpmidII. Deel. delen voor hunne kwaal opgeven. — Mogt elke ontevredene, de oorzaken zyner ontevredenheid, aan deze fchetzen, toetzen ! en flechts een enkel lyder verlichting vinden, dan zouden wy met onzen arbeid tevreden zyn. — Ontevredenheid immers is de ergfte kwaal voor het mensehdom. — Hy die te vreden is, kan niet ongelukkig zyn. Cato beeft doorzicht, zyn geest is verlicht en opgeklaart, zyn hart onbedorven; hy vervalt niet in ligtvaardige beoordelingen over gebeurtenisfen en zaken; hy onderzoekt, hy doorgrond het hart, de bedoelingen der menfchen! — hy gaat de omdandigheden na, en vergelykt met dezelve, en met de onwankelbare grondbeginfels der wysbegeerte , de daden zyner natuurgenoten , der beduurderen des Li lands.  janu-s. =J Cato was ontevreden met den loop der dingen in ons Vaderland, voor de omwending! — hy is het nog;— Cato wenschte de omwending, — de vorige orde van zaken kon hy , met zyne aangenomene grondbeginzelen, niet overeenbrengen.— Hy wenscht verbeteringen , en zag dat deze zonder omwending onmooglyk te verkrygen waren, de omwending kwam; — nu dacht hy , zal het Nederlanfche Volk eerlang door den fterkften band van eendracht veréénigt , onder een wys en welmenend beftuur, zyne geledene rampen herftellen, gelukkig zyn. — Nu, dacht hy.zal weldra eene algemeene verlichting het volk zyne ware belangens doen kennen — en beftuurders en volk zullen volgends deze algemeene belangens, tot algemeen welzyn werkzaam zyn ! — hy dacht doch genoeg, hy vind zich bedrogen, en is te onvreden! — hy flaat zyn oog op het volk ; — in plaats van eendracht en orde, van eene geregelde medewerking, tot algemeen heil te ontmoeten, — vind hy eene maatfehappy zonder eendracht! — waarin elk lid zy- ■ ne eigene denkbeelden koesterd — en veeityds heerschzuchtig genoeg is, om die aan anderen te willen opdringen ; —— waarin niemand van zyne denkbeelden een hairbreed af wil gaan , — eene maatfehappy , waarin eigenbelang en domheid en door deze een hoop fchreeuwers en ambtenjagèrs de hoofdrol fpelen _ de menigte wegliepen en verleiden, en de goede welmenende door hun woest gebulder van alle geregelde medewerking, affchrikken, en dwingen hunne boosaartige bedoelinlingen gewonnen fpel te geven. — Eene maatfehappy ! waarin losbandigheid, vryheid genaamd word , en regelmatige orde met den naam van flaverny word beftempeld. — Eene maatfehappy, waarin het opftapelen van fchatten als het hoogfte geluk word befchouwd , — waar zedeloosheid aan de orde van den dag is, — waar de grondbeginfelen van deugd en algemeen geluk in eenige publicatiën ( 2ÖÏ ) en gefchriften , maar geehzints in de daden nog van het beftuur nog van het volk te vinden zyn. — In één woord, hy vind een'volk, ongefchikt voor de vryheid — niet vatbaar voor geluk. Hy befchouwd den inwendigen (laat des beftuurs : hier vind hy de faöiézucht boven het waare doel, van elk befluur verheven.— Die zelfde faéliën, die het volk verdelen, nemen ook hier de plaats eener geregelde zamenwerking in: — eenige weinigen, welke zich door gene der dromen, welke, elk eene byzondere bedding zoeken , en meer en meer zich van elkander verwyderen, willen laten wegflepen, blyven nutteloos en onerkend. Deze orde van zaken, laat gene verbeteringen toe. — Heeft iemand de moed hier of daar eene verbetering voorteftellen, men beoordeelt niet de perfoon die het voorflel doet, maar de factie tot welke hy behoort, of gefehat word te behoren; — en alleen volgends deze beöordeeling word het voorflel goed of afgekeurtl — Hy ziet allerwege botfingen , twyffelachtigheid eh vrees; hier over is hy te onvreden, dan hy geeft den moed niet op, — hy bedilt niet alles, wat door het beduur word verricht: hy onderfcheid datgeen het welk, uit de omdandigheden word geboren, —. van het geen uit onkunde of vrees voor erger kwaad, doch mei den besten wil gefchied,— van het in zyn 'oog zeer weinige, dat aan kwaden wil toetefchryven is. —. Hy wyst de gebreken aan, waar by die vind "en vleit nog volk, nog beduur; — hy is ontevreden, maar zyne ontevredenheid is tevens liefdadig; hy wenscht verbetering en beklaagt hen , die beterfchap -nodig hebben. Wat kan Cato zyne ontevredenheid ontnemen ? Niets als algemeene verlichting en verbetering van den volksgeest — zo als het volk is, is het beduur! het laatde te verbeteren, zo lang het eerfte bedorven is, is onzin, is dwaasheid; wy raden hem hiertoe na vermogen medetewerken, Veellicht brengt hy  ny er het zyne toei om zyn eïgên ongeluk te ver. zaehten. Emplio is een man van weinig; doorzicht en kunde , doch vol trotsheid en waan ! — Zyn opgeblazen liart zegt hem , dat hy de hoogfte waardigheden moer bekleeden. Het volk , het beftuur beoordeelt hem geheel anders dan hy zelve ; hy is te onvreden, bedilt alles , recht of onrecht , en fchreeuwt luidskeels, in hoop dat zyne landgenoten door dit gefchreeuw getroffen, eindlyk zyne waarde zullen erkennen. Burgers , kent gy een onfchadelyk postje , hetwelk de eerzucht van dezen ongelukkigen voldoet ? Een postje waarin die eerzucht u niet kan Schaden, of tot uw nut geleid worden kan, —i wy bidden u geeft het hein, hy zal te vreden zyn. 'Catilina is door zyn ilecht gedrag, en de verwaarlozing zyner zaken in armoede geraakt, als Koopman maakte hy een fchandelyk bankroet; i— niet verdoken van bekwaamheden, zoude hy by een beter gedrag, op eene eerlyke wyze zyn brood hebbefi kunnen winnen , dan elk die. nog genegen was hein voorttehelpen, wierd het flachtöffer zyner kwade trouwe; de omwenteling kwam ■— dit tydftip achte hy gunftig, om zich in ambten en posten te dringen, — hy nam het masker aan van heete volksliefde, — hy kende de menigte, hy kende hare vatbaarheid voor ontevredenheid, tegen alle beftuur;—i hy kende den invloed, die vloeken , tieren en razen, die woeste bedreigingen , die den drank op hetzelve hebben ! — hy voegde zich .by dat gedeelte des volks, het welk, fchoon welmenend, het onkundigfte en het ligtst te misleiden is: hier fpaelde hy zyne rol, keurde gene daad van ieenige geconjïitueerde macht — gene maatregel goed, — alles noemde hy misdadig, overheerfching, defpotismus:-— hl hy wendde alle pogingen aan , .om wanorders te verwekken , — den. loop der Jufiitie te flremmen, — beftendige afwisfelingen in de beftuuren te veroorzaken; — de misleide menigte tegen zyne beftuurders optewinden, en deze perfoonlyk gehaat te maken; — hy loog — hy lasterde, —hy beulde met andere even flechte wezens,—en waagd met dezen, de door hen misleide hoop, .— ja het geluk der maatfehappy, aan de bereiking hunner fnode bedoelingen ; — dan dit gelukt hem niet! <— men kend zyne oogmerken, >— hy is te onvreden, maar zyne ontevredenheid is woede; •— hiervan geeft by dagelyks door oproerige pogingen de duidelykfte blyken, — en hy verlangt na eene tegenömwending, om zyne . wraak tegen hen uittcóeffenen, die moed en braaf, heid genoeg bezitten om hem te weerflaan. Dit foort van ontevredenheid is even zo fchadefyk voor het geluk der maatfehappy, als de knagende w,orm voor het paalwerk onzer dyken! .— twee middelen flechts kunnen de uitwerkzelen dezer ontevredenheid voorkomen; — Volk;van Nederland opend uwe oogen! leert uwe waare vrienden van uwe valfche verleiders onderfcheiden! geef de laatfte over aan de algemeene verachting—aan vervloeking, aan elende, —verban hen uit uw midden! — en gy zult uw geluk bevorderen, — verkoeld dit hunne dolheid niet! — logeer hen in de rasphuizen —en ontfluit de-waterkelders. -J'rojeBus is bezitter van een rok vol lappen, en een hoofd vol projecten! hy verbeeld zich de wysheid in pacht te hebben, broeid elke nacht nieuwe voorftellen uit, ——• en daar hy, by de diepfte onkunde, waant alles beter te weten,Wil hy alles verbeteren: — het patuurlyk gevolg dezer waanwysheid is,dat hy nimmer iets goed noemt,wat niet met zyneharsfenfehimmen overeenkomt. — Dan daar zyne meêr vqtftandige medeburgers, zyne projecten met een oog 2 van  ( 254 ) van medelyden aanfchouwen, en dezelve geen aftrek hebben , noch hem aan een nieuwen rok helpen, is hy te onvreden, en tracht door berispingen en vitteryen zyne ontevredenheid aan anderen medetedeelen; geeft hem eenen nieuwe, rok, een paar zyde kousfen en drie daalders, dan kan hy in liet CofFyhuis gaan en za! nogal te vreden zyn. Beatrix, is een heilig duifje, zy zit eiken zondag driemaal in de kerk, — met politique zaken bemoeid zy zich niet het is haar om het even wie het land regeert; maar de kerk is afgefehéiden van den Staat, — de klokken luidenniet meer!! Domir,é msg geen mantel noch bef meer dragen!!! Zy is te onvreden, — zy zucht, en wacht eiken dag,den dag der wrake over zulke godverzakeude beftuurders af; ~. treft een ramp de maatfehappy,dan is het de kastydende roede, die het goddeloos mensehdom treft! dit boezemd zy in vromen yver uit! — alle fyne zusjes delen in hare ontevredenheid en zeggen zuchtend Amen! — Beftuurders des Lands! ach ! laat de klokken weêr luiden ? —Geeft Dominézyne paauwenveêren terug — en zy zal tevreden zym Urfula verheugde zich by de revolutie? — reeds z.ig zy in den geest het gebeente der elfduizend maagden in de grote Kerk te Haarlem, uit het heilige Keulen overgebragt. -— Reeds bepaalde zy de tnarschroure der procesficn langs de grachten van Amfteldam , — dan, helaas! de Kerk is afgefehéiden van den S.aat, ■— de eene fetle mag over de. andere niet heerfchen; en Urjula is te onvreden! Wat raad voor bare gekrenkte ziel ? Slechts één; «Ie hemel bekeere alle ketters, dan mogen de proces•fiëa gaan, — dan juichen de deugdzamen in de Kloosters. (Jrfula word non, en zal te vreden zyn. Wie gaat daar met een. ontevreden gelaat voorby de Vergaderzaal? Het is a r r s t o. Zedert de tydet» der de witten, ja nog vroeger, waren zyne pa. tricifche voorouders, patriotten; — in het geheele land was geene familie, die meer dea Oranjeftaai haate dan de zyne:—-in zevenentachtig gaf hy doorflaande blyken, dat hy , hunner waardig was-; — dan wat gebeurd in vyfënnegenüg ? — Hy . word. vergeten l Reeds was de carré fahwik in Qptimafom* gereed, de zwarte rok was uitgeklopt, en met ongeduld verwachte aristo de tyding der burgermeesterlyke waardigheid! En ziet, een opgeraapt Committé van Revolutie rukt de oude orde uit zyn geheel, verbrand de wapens, — de Cartépiulkenl! — en aristo word thu'sgelaten !!! — Onbekende burgers komen aan het bewind, —- de Edelmogendheid raakt uit de mode, en fchoon aristo zich al eens in het een of ander beftuur weet intedringen, kan hy zieh in den geest der Revolutie niet vinden ; raakt data hier — dan daar uit — en niemand erkent meer het voorouderlyke patriatismus* — Intusfchen blyven de vooiöuderlyke vooiöordelen en regeerzucht heerfchen, en zyn Edel Groot Achtbaarheid is te onvreden. Geen wonder, — maar hard valt de genezing, — niets is natuurlyker als dat hem alles mishaagd, wat niet op den ouden leest is gefchoeid, — dat, by alles berispt, wat de nieuwbakke opvolgers, ayner oudbakken voorouders verrichten, —- zolang het volk vry wil zyn, — zo-lang men hem en zyne Collegaas niet aan het hoofd ftekljkan hy niets goedkeuren, —niet te vreden zyn. Wat dunkt u,volk van Nederland,indien gyeens zo wat van uwe vryheid opofferde, en wat minder voor de gelykheid waart. —. Zou 'er dan geene kans. zyn om aristo te vreden te ftellen? Humt bezat eenige raillieenen, ^ hy was eve» be-  ( *fc ) bezig de Catalogus zyner eiïlften nategaan, — teen noen hem de tyding der revolutie bracht, eene be. roerte beving hem ! — Reeds juichten zyne erven, dan zyn tyd was nog niet daar; — nu vermeerdert hy den hoop der ontevredenen —- en geen wonder! Reeds betaalde hy 16 pCt. van zyn vermogen voor de behoeftens des fands; — Engeland, Oostenryk, Poolen , Vrankryk , betalen geen Intrest , de Hollandfche effecten zyn zo laag, waariyk ftof genoeg tot ontevredenheid ! — wel is waar, Plv.tus heeft eenige tonnen zedert de Revolutie gewonnen! dan hy had immers even zo veel kunnen winnen, en daarby geen duit behoeven te verliezen. — Hy wenscht de vrede en daar hy geene Oost Indifche Effecten bezit, mort hy, dat men over die elendige bezittingen zo lang blyft twisten, en hem van zyne intresten, welke hy thans met zo veele vrucht zoude kunnen tmploijeeren, verdoken laat:-— vryheid — volksgeluk ■— zyn by hem ydele klanken, — de gelykheid onuitdnanbaar! — hy is prinsgezind, patriots, —— alles wat men wil, mits dat hy fchatten garen mag; dit kan hy niet, en hy is te onvreden! ' Elendig fchepfel — onnut voor de maatfehappy, Zo lang hy leeft, is er weinig beterfchap van hem te vrachten, laat hem morren , laat hem ontevreden Honesta. Is anders eene goedé brave vrouw, dan' zy bemoeid zich met Staatszaken, —- verdand daar van heeft zy niet, maar zy leest de dagbladenen de Couranten : duurte , verlies aan 'vermogen , geldheffingen , alles wyt zy aan het Beftuur, en niets aan de omftandigheden. Klaagde zy flechts op hare kamer, —dit ware nog uitteftaan, maar neen f elk moet in hare ontevredenheid deelen , en wat het ergde is , waarmede zy zonder het te weten, nog te willen, de maatfehappy benadeelt, is;dat zy bare klaagflem by minkundigen verheft, by hen LI 3 wantrouwen tegen de beftuurderen verwekt, en dat kwaad veelal helpt bevorderen , waarover zy zo menigmaal te onvreden is. — Goede Honesta, lees dit blad, — verban de Couranten uit uw huis, —• vermyd zodanige gezeifchappen waarin niets word gedaan, dan bedilt, gemort en geklaagt ! bedenk dat gy geen verftand van Staatszaken hebt, bemoei u met uw huishouden, — beleeft gy beter koope tyden, fhhryf dit dan even zo toe aan het beftuur, als gy nu de duure doet -— en gy zult te vreden zyn! ' Mifanthropus is ontevreden , — waarom ? —Om — om dat hy nooit, in zyn leven te vreden is geweest— hy gelooft terftond al het kwade, dat hem, het zy waar, of valsch, van zynen evenmensch , word verhaalt. — Hy ziet alles van de zwarte zyden, en waar hy die niet kan ontdekken, vermoed hy oogmerken; — al kwamen de Engelen zelve, dc menfehelyke belangen waarnemen, — al wierden alle menfchen aan deze wezens gelyk; gene daad, zoude zyne goedkeuring wegdragen , — hy ziet niets als bedrog, verraad — fchurkery — en daar hy alles met zekeren febyn weet te bekleden cn wel praten kan, maakt hy, eiken minkundigen even zo onvergenoegd, als hy zelve is. — Iets zoeken, doet hy niet, —>by wil niets zyn, — word zelf boos, wanneer hy tot den eenen of anderen post benoemd word, en bedankt : zyne ontevredenheid ontdaat alleen uit zyn Phijicq gedel. — Een zyner vrienden, Med. Dcclor fchreef hem de Helleborus voor. Aureo was zedert zyne geboorte de Oranjeparty , toegeny"->n; — en geen wonder! — papa, — groot papa, en het geheele Auveos gedacht, zedert Prins wiLr r m den éefrtèrJ', hadden lucrathe posten bekleed, by de revolutie, wferden hem zyne posten ontnomen: hy geraakte uit het beduur, dat hy ontevreden-is; is natuurlyk. — Dan hy ziet de twisten  ( 266 ) fan zyner tegenparty ; hy ziet, de. woelingen die. haren boezem verfcheuren , dit geeft bem hoop ! —. Kan hy, de algemeene ontevredenheid vermeerderen, hy doet het! hy geeft ftof aan Dagbladfchryvers, — hy zend zyne zendelingen rond, die onder patriotten gewaad, de menigte van zyne waare belangens aftrekken; hy helpt oproei zaaijen, en is in het geheim de grootfte medewerker, van Catilina; die, misfchien ook by eene omwending, voor zyne bewezene diensten, beter dan by de tegenwoordige orde, begunfligd zoude worden. .De genezing voor Aureos ontevredenheid ; zoude de ondergang, voor de maatfehappy zyn. — Men belette hem zyne ontevredenheid, te doen werken! — Men lette op die middelen , die hem tot bereiking van zyn doel, behulpzaam kunnen zyn, — men veréénige zich, en weere .zyne fehich.ten af, dan moge hy, indien hy wil te onvreden zyn, zyne tevredenheid ware fchadelyk. Bibulcus was trotsch op zynen adel, zyne Stamboeken gingen tot de tyden van Claudius Civilis, terug!—Hy was heer van verfcheide dorpen, — hy flelde de beambten aan! —. zyne jagten.waren liitgeftrekt, en de trotschheid op zyn gelaat getekend: «— de revolutie verhefte hem tot den rang van burger ! dan vooroordeel, doet hem:..^an, zyne vorige gewaande grootheid den voorkeur geven-, — hy was geen vriend van oranje, maar even zo. min van de democratie! — Hy klaagt en verkniest zyne gezondheid, en vermaakt zich, metten minfte nog zo veele menfchen te plagen, als onder .zyn bereik Vallen: — zo veel mooglyk zyne tytels.te doen. gelden — en de revolutie afbreuk te doen. Noem hem baron, en gy zult de plooijen óp zyn gezicht effen maken ! En waarom zoud gy aan hem dien naam niet geven, daar hy zelfs,zynen half^«iresjeerden befchutter in het veld, Mylord, noemt. Arista is.koopman, — l,y heeft anderen geld zien. winnen, dan het ontbrak hem aan gelegenheid om even zo gelukkig te zyn, — by behoorde niet tot de Ciique der Agioteurs, en deelde dus ook niet in hunnen buit: — Hy verloor geld by het daalen van het Nationaal Credit: nu is by te onvreden , en. fcheld en vloekt op het Befluur, aan het welk hy alles wyt, om dat by de zamenloop der gebeurte-. nisfen, waarvan dit veelal het rampzalig gevolg is,— niet kan of wil zien. Wy wenfehen dezen burger, eene fpoedig.e fchadcherftelling — en daar hy (leeds blyken van eerlykheid gegeven heeft , diezelfstevredenheid, welke alleen het bewust zyn, van we* gedaan te hebben, fchenken kan! en welke veelligt, indien hy met anderen m den buit gedeelt had, hem voor altoos ontweken ware. Sincerus is een man, die door veeljarige arbeid, zich een matig vermogen verworven heeft ; eerlykheid was (leeds zyn beginzel, zyne eerlykheid bleef niet onbeloond , hy verdunde, den woeker, en leende zyn geld tot matigen intrest aan zyn Vaderland, de omftandigheden , verzelt met de ver- keerd aangewende finantieele, maatregelen , vermin- derden de waarde van zyn-vermogen. De hef- fii.gen kwamen, en noodzaakten hem een gedeelte van het zyne tot fchandelyke pryzen aftezetten. . Zyne inkomden, voorheen op zyne behoeftens berekend, zyn nu pas meer toereikend voor. het onderhoud van zyn huisgezin. —-. Stil klaagt de brave man,en ziet reikhalfend het ogenblik te gemoet, waarin het Nationaal Crediet, door verdandige af- doende maatregelen zal worden opgebeurt hy fi_d_de.rt.op.de gedachten dat dit verwaarloost zoude worden $ en met hem bezweren wy , de beduurderen des Jands , dit belangryk onderwerp hunner, aanvertrouwde werkzaamheden, met die delicatesfs gadeteflaan die hetzelve verdient, en nimmer te vergeten ,dat met het crediet,elke natie ftaan of vallen moet.  ( ^7 ) Scrillerus worsteld met de febaarsheid , hy heeft hetambacht.van fcliry ver aangenomen, — hy ziet dat er eene algemene ontevredenheid heerscbt; — zyn gefchryf zoude dus geen aftrek hebben , indien hy door het pryzen van het goede, dat te midden aller verwarringen plaats heeft, meerder tevredenheid-te verwekken , tr'achtede. Hy weet dat goede, wel ingerichte gefchriften niet gelezen worden, en dus overtreft hy alle zyne medegenoten in ftdutheid en oproerigheid. Hy is te onvreden, — waarom ? Hy heeft geen brood —y hy heeft talenten , dan zonder dezelven te misbruiken, heeft hy geen brood, hy moet echter eeten; en nu bediend hy zieh van de algemeene ontevredenheid om zich en zyn huisgezin te voeden. Ongeluk'. kige kostwinning! ten nadele van het algemeen geluk'. — Mgnfchenvrienden , geeft Scriblerus gele'genheid om zyne talenten beter te hefteden, maakt •U dezelve ten nutte, red den man uit zyn verderf , en gy zult de maatfehappy eenen wezentlyken dienst ;bewyzen. Prolus is Koopman , dc omftandigheden hebben hem zedert eenige jaren merkelyk nadeel toegebracht; hy ondervond in vroeger tyden de noodlottige gevolgen van verkeerde maatregelen ; —— zyn hoop was op de revolutie gevestigd, hy vleide zich fpoedige verbeteringen in den hoofdtak van Neêrlands welvaren te zien, — dan hy vond zich tot nu toe bedrogen; — hy ziet den handel meer en meer aan beletzelen bldotgefteld ; waaraan hy zich in de dille hoop van éénmaal de vryheid des koophandels gevestigd te zien, onderwerpt, Hy is 'een van die brave Kooplieden, die zich geen duit onëerlyken fchats te verwyten hebben, en wenscht dit te blyven 1 — Hy klaagt, en zyne klachten zyn 'zyn gegrond, — met hem hebben wy zedert lang onze pogingen tot verbetering .aangewend, cn zien met geduld de vervulling zyner en onzer wenfehen 'te gemoet. ~ De handel alleen kan ons in ftaat (tellen, in de behoeften des lands te voorzien, -— de handel alleen kan onze armere medeburgeren, arbeid en met den arbeid verdienften en te vredenheid ver'fcharTen. Legio hoort van alle kanten klagten — hy leest de Nationale Couranten —< hy hoort zyne vrouw over duurte klagen, —• voor de revolutie,had men goude bergen belooft, maar het gaat hem nu niet beter, :dan voorheen, — zomtyds wat erger. •— Legio -heeft nimmer geleerd zaken en omftandigheden te verbinden; — koomt hy in de kroeg, daar vind -hy Catilina Of Projetïus. — Brengt hy by Honesta zyn werk te huis,'— overal hoort hy klagen, -— hy heeft reden om te klagen, — jal dit voelt hy, maar •hy- weet niet, waar hy het zoeken moet , en hy fchreuwt met de anderen mede. — Laat het een jaar vrede zyn—Iaat de handel wedertOGnemen,en eenen meerderen omflag.meêr vertier veroorzaken, dan zal Legio zyne oude te vredenheid herkrygen. Word dan de wensch der waare Voorftanders der Vryheid vervuld, en deze over alle foorlen van kostwinningen uitgeflrekt , de lasten, evenredig verdeelt, en orde en run herlteld, dan zal Legio de rampen die hem thans nog drukken, vergeten <-* hy zal verheugd en vrolyk zyn. "■ Nog vry' wat, zoude frer by' te voegen zyn t — duizend menfchen zyn over duizend voorvallende zaken te onvreden, en vyf hondert van dezen zouden ongelukkig zyn, indien de overige vyf hondert Volmaakt hunnen zin hadden. — Lividius is nydig om dat Plebejus bevordert is, en niet hy, hy waant zich beter en verflandiger; — gintsch trachten vyftig Ambtenlopers om Ouintilius uit zynen post te zetten, en die voor zich te verkrygen; het eerde gelukt hun, — dan Hechts een kan de post bekomen, da  C m ) is repen- cn- veèrtig anderen zyn te onvreden; Qiihuitius voegt zich ook weder by •dezen. het getal is juet vermindert, en de rol word weder j.c'peeld.•—■ Sufpitix heeft eene vermeende belediging ondergaan, i— hy kan de f-sisfaüie niet krygeu, welke hy verlangt; deze is niet in de macht van hun, waar by die zocht! — Nu vloekt en feheld hy —tracht zjch op het Befluur te wieken , en vergeet dat zyne wraafc, niet de Beftuurders, maar het algemeen treft! Cajus wil alle de oranjeklanten afgezet hebben, — hy wil geen hunner by de Gewapende Micht zien opgenomen; Maevius wil ze alie dwingen, de wapenen op te vatten, en voor aan voor den vyand Keilen] — triompheert hetgevoelen van Cajus dan is Maevius te onvreden j en Cajus tierd als een dolleman wanneer Maevius zynen zin kry't. — Effen is kwaad pasfen ; zegt het fpreekwoord , en het is niet moogiyk dat eenig befluur, hoe goed ook, aan allen voldoe. .— Beftuurders des lands, ftoort u aan de duizenden verfchillende ftemmen der ontevredenheid niet! wanneer gy uwen plicht doet. —— Gaat uwen gang, recht toe naar het grootsch doel aller maatfchappelyke verëenigihgen , het heil des volks. — Handelt fleeds naar beginfelen en wykt van dezelve nimmer af. Iaat u doorgeen woest geblaf van dolle honden of onwaardige Fortuinzoekers van den rechten wég afbrengen!—noch angst noch vrees inboezemen! — toont dat gy des noods op uwe posten kunt flerven, maar niet in ftaat zyt' de belangens des volks te verraden; — doet gy dit. dan zult gy uw loon in uwen eigen boezem, — ia de tevredenheid der braven, in de zegen der nakomelingen , vinden. En gy, Landgenoten .'wendt alle pogingen aan, om de ontevredenheid uit uwe eigene harten te verban, hen ; — eer dat gy u zelve over zaken kweld , onderzoekt of gy reden tot kwelling hebt, onderzoekt of dc zaken zyn zo als men u die voordraagt, en maakt nimmer de perfoonlyke ontevredenheid van anderen de uwe ! — Iaat u door geen verward gefchreeuw, of de taal der volksverleiding van dea rechten weg afhelpen, — ftaat vast tegen overheerfching, waar die waariyk plaats mogt hebben, maar even zo tegen elk die u van het rechte fpoor wil doen afdwalen: — bewaakt uwe rechten met een fcherpziend oog! en ziet gy wezentlyke gebreken, laat dan uwe ftem horen, — laat die horen op dien grootfehen edelen toon, welke Republikeinen voegt, ■ en de ftemme des rechts en der gerechtigheid zal gehoord worden, —- zal zyne. voorftanders vinden. Bedenkt, dat om te vreden, — omgelukkigtezyn, de zeden zuiver , de volksdeugd onbevlekt moet zyn ; — doet aan anderen, wat gy wilt dat zy ü doen zullen , en doet hun niet wat gy niet wilt dat zy u doen zullen, zyn de fchoonfte lesfen tot bevordering van geluk, van tevredenheid. —— Laat deze fteeds de leiddraad aller uwer handelingen zyn, — Iaat geen uwer van dezelve afwykeo en uwe beftuurderj zullen goed — en gy -— gelukkig en te vrede zynl De Democraten, om aan hunne Landgenoten een voorbeeld van hunne doorknede kunde in diplomatiqae onderhandelingen te geven, plaatzen alhier de navolgende Correfpandentie. Burger Crajenfchot! Myn verzoek is met die persoon nader bekent te worden , dewelke in het dagblad zich noemende Democraten Np. 73. by herhaling den naam van de wilde heeft gebefigd, Heil en Brtederfchap! Amfterdam 7. 03ober 1797. (was get.) george hïnd. de wilde. & & Op bekoming van welke Nota de burger J. A. Crajenfchot gelast is, het volgende Officieel Antwoord te geeven. Burger! De Democraten vinden geene reden, om aan den burger George Hend de Wilde, op zyn verzoek, dien jersoon nader bekend te maken , dewelke in hun dagblad N°. 73. by herhaling den Naam van de wilde heeft gebefigd. Amfteldam 9 Otlober 1797. (was get.) j. A. CRAJenschot. Het Derde Jaar.  DE DEMOCRATEN. : 75* Donderdag den 1$*™ Öiïofor iycjj. Bet Derde Jaar der Bataaffche Vryheid, Een aliyd lraaf,jlanchasiig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks f dat hem tot euvel lokt, • Zyn vasten geest gefchokt. iioratius. Het volgend fr.uk, ons reeds voor drie weeken toegezonden; hebben wy uit hoofde van deszelfs uitgebreidheid, niet vroeger kunnen plaatfen; wy wenfehen dat het üuk hiér door3 van zyne nuttige ihekking niets mag verloren hebben. AAN DE SCHRYVERS VAN DE DEMOCRATEN. MEDEBURGERS! hebt het publiek, en inzonderheid H-DÜandsch Ingezetenen eeren wezentlyken dienst gedaan, met "uwe Aanmerkingen bp de Financfëele- Gcbcnrtenisfen Van dezen tyd, te vinden in uw No.'66. — "Waariyk, vty kunnen niet', dan Ulieden wélmS' rend, onze dank betuigen voor uwe 'inlichting in 't vak'der Financiën, en moeten Ulieden aanfpoVen daar mede in 't vervolg voorttevaten ; het heeft ook ons aangezet om Ulieden onze gedachten op *t zelfde -onderwerp, maar van eenen onderen aart , medetedeelen. — Vindt Gylieden-goed, daarvan in 'een uwer volgende Nommers gebruik te maken, 41. Deel. wy geven o daartoe de vryheid, — zie hier ons opflel: . ti » Iets over de door de Nationale Vergadering gedecreteerde heffing, eener loofte en 8cfle Penning , over de gezamentlyke Ingezetenen van Holland, door n)iddel van parate Executie, by wyze van don gratuit; en, over de daar I tegenflrydige heffing by anticipatie met Rentengevende Obligatiën van 3 pCt. •—. Art. Ss tot 91 ingefloten, van 't Reglement, M m waar-  C 270 ) waarop de Nationale Vergadering is daargefteld, behelst de middelen om dezelve Vergadering met de nodige penningen, die tot haare Werkzaamheden verëischt worden te voorzien, en de macht aandezelve gegeven, om die penningen , in cas van wanbetaling van'eenig gewest, door middel van parate Executie, NB. aan alle de Ingezetenen van zodanig Gewest, ieder voor deszelfs individueel aandeel te vernaaien. Art. 88- zegt: „ Eene Provincie of Gewest, in Jf de betaling van haare vporfz. Quote, op de ge„ fteldc termynen in gebreken blyvende, zal de „ Nationale Vergadering het recht hebben, om van „ de gezamentlyke Ingezetenen van zodanige na„ latige Provintie of Gewest, te heffen een 40ofle, „ 20ofte, icofte, softe of zodanige buitengewoone Penning, als verëischt zal worden tot voldoening „, van haare .voorfz. Quote." iijtfl /Uil ila .iOO (V.' '< ,;'-. . ! • aottSplfJ' -ö Dat nu, Holland, zich in dat geval bevindt, blykt uit het Rapport van de Commislie van Financie, en eenige toegevoegde Leden van den 28fte Juny 1.1., "te -vinden in het Dagblad van van Schelle en Comp. No. 589. Pag- 34» en fe1- Waarin gezegd wordt dat Holland op deszelfs Quote, in de petitie van 60 Millioenen voor den jaare 1706 , nog vyfBii'tlioenen en achtmaal horiderd' duizend : guldens ten achteren was, waarvan de termyn van Opbrengst teeds zeer langtevoren verftreken was. Dit heeft ten g'evolge'gehad, dat de Nationale Vergade• ring, op voordracht van gemelde Commisfie en Medeleden, den volgenden dag 29 Juny, over alle roerende en onroerende Goederen , der Hollandfche ingezetenen het heffen van een éénhonderfte ïennirg, by wyze van Executie, gedecreteerd heeft. (.Zie Dagblad No, 591- Pag. 357—) It) de Stting van 4 May (zie Dagblad No. 517. pag. 925.) werd een circulaire Misfive gearrefteerd, aan de byzondere Gewesten en dus ook aan Hol. land, met kennisgeving, dat de petitie over hef lopend jaar 1797 , ingevolge de begroting der Committés der Marine en te Lande, bedraagt 40: millioenen met verzoek aan gemelde Gewesten, een ieder in den haaren, om voor de prompte voldoening van een ieders, daarin aangeflagene Quote in tyds te zorgen, en wel In drie Termynen, één derde voor 't uiteinde van Juny, één derde voor 't uiteinde «van September, en eindelyk 't laatfte derde, voor 't uiteinde van December toen aanftaande. 'T is bekend uit de ftukken, van tyd tot tyd door het Provinciaal Beftuur van Holland publiek gemaakt, dat hetzelve Beftuur om allefints wyze redenen, dewyl de andere Gewesten, tot geene algemeene Financiëele maatregel hebben willen komen , en bovendien nog aanzienlyke fommen óp-de gepe. titioneerde 10 millioen voor de Zeemacht, en 11 miilioen voor de Landmacht van 1795 fchuldig ge; bleven zyn , niet heeft kunnen goedvinden eenige -aanbetaalingen op de Quota van hun Gewest, in de gedecreteerde petitiën van 40. millioenen voor het lopende jaar "1797. te doen, en dat dus de bepaalde termyn tot aanbetaling van deszelfs eerfte één derde aandeel over deszelfs Quota in die petitie verftreken is, zonder dat daar aan voldaan is geworden. Dit heeft dan wederom ten gevolge gehad, dat de Nationale Vergadering op voordragt van haar Committé van Financie, reeds den 5de July , uit hoofde dezer wanbetaling, eene tweede heffing van één 8ofte penning s over alle roerende en onroerende Goederen der Hollandfche Ingezetenen, by wyze van Executie gedecreteerd heeft, (Zie Dagblad No. 595. pag. 389.) Maar reeds den zelfden dag, 5 July» wierd in een  C m ) èen geheim Committé, op voördragt van gezegde Commisfie van Financie, op grond van den dringen* den nood, en dat nog in den loop van die week, eene vry aanzienlyke fom in 's Lands fchatkist bezorgd moest worden, wilde men de. betalingen niet doen. (lil (laan , eene heffing by anticipatie vastge-fteld, met een zodanig faveur, of liever met zulk een enorme prtemie dat de Geldfchieters, die men alvorens hier op gefondeert fchynt te hebben, en die waarfchynlyk uit pure Vaderlandsliefde , dit middel aan de hand gegeven hadden, daar voor Obligatiën zouden ontvangen , rentende 3 pCr. ten lasten van het Bondgenootfchap, en nog daar boven Quitantiè'n van 't zelve beloop, die als geld in de te doene heffing, by wyze van don gratuit, en by pa rate Executie, door de aan teflellene 'sLands Ontvangers zouden aangenomen wordem — Waariyk, wy zyn naauwlyks in flaat ónze aandoening die wy vgevoelden, toen wy daarvan het eerfle bericht te weten kwamen, te befchryven. • Niets rechtvaardigde by ons dien genomen maatregel dan alJeen 'sLands hooge nood, en dat de verwarringen ten toppunt flygen zouden, wanneer de betalingen 'ftil zouden moeten (laan —> dit, en ook dit alléén, .bevredigde ons, temeer, daar wy, toen, en by den eerften opflag nog geloofden, dat die maatregel flechts voor een bepaalde fomma gelden zou — dit ,is ook 't idéé van den burger Reprffifentant van Zonsbf.ek geweest, (zie Dagblad No. C03. pag. 451-) by gelegenheid van de discusfiën, op 't voorflel van den burger Reprsefentant hahn, ter verlenging van den termyn van deelneming in de Anticipatie Negotiatie; ja, men zoude zelfs uit het wel «itgebragt Advies van dien burger, met welks principes wy ons volkomen conformeren , geloven kunnen dat één millioen guldens meêr of min toerei, kende geweest waren, om in de moment aneek behoeften van 'sLands Kas, op dat tydflip te kunnen voorzien. Mi Maar, waren wy op 't eerfle bericht van dézeti maatregel zo gevoelig getroffen, over de -onrechS. vaardigheid die wy in dézel.e meenen t'e vinden-, onze afkeer vermeerderde, én wy wierdén over dezelve nog meêr geërgerd, toen Wy by nader inzien overtuigd wierden, dat de Nationale Vergadering tot dien maatregel niet had behoeven te komen , indien te groote toegevendheid, en bier uit ontftane verwaarlozing van 't belang der Ingezete. nen, door hen, aan wien de Adminiftratie in 't vak der Financiën is toevertrouwd, daar van de onmiddelyke oorzaak niet ware geweest. — 't Is immera zeker, dat by 't Reglement in de aangehaalde Artikelen van 85 tot pi. zulk een uitgebreide macht aan de Nationale Vergadering gegeven is, om by wan. - betaling der Gewesten, de penningen van zodanig ingebreken blyvend Gewest, door middel van parate Executie te verhalen, dat niets , dan het niet in tyds gebruiken van dat middel, alleen oorzaak is geweest, van de totalen uitgeputten ftaat van'sLands Kas-~bp dat tydflip. — Reeds maanden té voren had dit middel kunnen en moeten werken. «—■ De "laatfte termyn van de gepetitioneerde 6b millioenen voor den jaare 1796., was reeds den ifte December 1796. vervallen geweest, (zie Dagblad No. 47, pag. 369.) en volgens de eigen bekentenis van 't Committé van Financie, waren de gezamentlyke Ge' westen op den 28de Juny 1797. en dus zeven maanden daarna, nog ongeveer tien millioenen op dien termyn alleen ten agreren , waar onder Holland alléén agt- en vyftig tonnen gouds, en Zulks alles behalven nog, 't geen de andere Gewesten'op de petitiën van 1795. achterftallig waren. (Zie Dagblad No. 5&9- pag- 342-) Het is ons oogmerk niet, ons in eenig onderzoek in te laten, wat het meest tot 'sLands welzyn zou verflrekken, de buitengewone heffing by parate Executie, blotelyk een don gratuit te doen zyn, dan n 2 aan  ( 27* > aan dezelve eene jaarlykfche Intrest toe te voegen. — Zeker is het dat wy niet zien kunnen» dat het S8(le Art. van't Reglement, de Nationale Vergadering daar in bepaald heeft, maar wy bewe. ren uit hetzelve Artikel in verband met Art. 91. dat het in geen geval hoe ook genaamd de Nationale Vergadering vry flond , een buitengewone heffing te decreteren, waarby aan den eenen Ingezeten 3 pCt. Intrest van zyn opgebragte j,eI.d gegeven word, terwyl aan den anderen Ingezeten zyn geld by para' e Executie afgeperst word, en hy dat als een don gratuit moet opbrengan , zonder anders iets daar voor te rug te krygen, dan een bewjs dat hy betaald heefr. . Ondertusfehen blykt het van achteren dat het plan » eener zodanige gebenificeerde heffing, reeds \ooraf en voorbedachtelyk daartoe in gereedheid was gebragt; men ziet dit klaar uit de disciufiën, die over het Rapport deswegens in de Ziuing van den volgende dag 6 July, toen hetzelve is gearrefteerd geworden , hebben plaats gehad. (Zie Dagblad N°. 597- pag. 4°rO Zommige Leden van de Vergadering zyn niet dan fehoorvoetende, en als by overftemming tot de genomen maatregel gekomen; dan het zy met eerbied gezegd, zy hebben als het ware meêr aan den fehors, dan aan de kern geknabbeld ; want hunne oppofitie was bepaal, delyk meêr en alleen ingericht, tegen het/aw», «lat 'er in de voorfchieting half met fieleenbankgeld, in tegei överfielling der genen, die geheel met contant geld zouden kunnen en moeten fourneren, gelegen was, zonder dat zy voorts van het onbetaam iyke, het wederrechtelyke, ja het ongeoorloofde van den maatregel zelve ieis bl>ken te hebben gezegd: waar uit men befluiten, moet, dat zy het drukkende niet doorgezien hebben, dat daar in gelegen was, voor die ongelukkige Ingezetenen, wdke of de decreten , door te weinige verlichting niet verdaan, of momentaneel gebrek hadden aan couranten, of eindelyk buiten 't bereik geweest zyn, om in tyds hun geld in "sLands lias by anttupatte op te brengen. Wy twyfelcn anders niet, daar zy zich zo man* nelyk in dc bresfe fielden, tegen een ongelyk miff. der faveur, als is het voordeel, op het halve fouri nisfement in Beleenbankgeld, 't geen zy niet wilden om der gelykheid wille, dat de een boven den ander genieten zou, en 't welk (fchoon elke Trans* tóffe van dien aart, den Lande eenige percenten kost,) in allen gevallen niet hoger te befchouwen is, als een rivaliteit tusfehen de Geldfchietcrs zelve, of zy zouden zich met al hun macht verzet hebben, tegen een maatregel, die den gepriviligterai Geldfchieter we! tien en twintig ma;l meêr voor. deel Rond aantebrengen, en die van wat kant men dezelve ook befchouwe, alleronbiilykst, ja wy durven het zeggen, alleronrechtvaardigst is. —1 Evenwel de tegenkanting van zommfge anders Leden tegen dezen maatregel, ziet men meêr bepaald, en op de zaak aan by de d'ncusfiën, over het rapport van het bsven aangehaald voorflel van den Burger Rep:tefentant hahn. —(Zie Dagbladen N". 6oz en 603.) het beige echter niemand der Reprarfentanten, die by die gelegenheid hunne gevoelens over dit rapport geuit hebben, als wy zeggen, dat niet alle argumenten die wy hebben zien aanvoeren, fleek kunnen houden, om dat het vak der Financiën aan alle niet genoegzaam eigen is; intmers hoe zoude het anders mooglyk kunnen zyn als men eenen fchranderen van de kasteele, het gevoelen van den burger Repraefentant nol et hoort rescontreeren, omtrent het door deze voorgefteld middel van uitloving eener praemie, afwas bet dan ook tegen 2 pCt. 's maands, om daardoor het fourneeren in s'lands kas te befpoedigen ; hoe zoude het mooglyk zyn, zeggen wy, dat hy daarop zou aangevoerd hebben,(het zyn de eigene woorden van  C 273.) van eten burger van de kasteele,) Do. bur„ nolet Haat voor om tot aanmoediging van yroe„ gere fournisfementen te doen genieten \\ pCt. ,, korting, wanneer men yöör den iftcn Augustus fourneert: 1 pCt. ais men voor den Men Au„ gustus en \ pCt, als men. voor. den i^den-Au„ gustus fourneert. Maar ik moot hier op aanmer„•ken, dat men in deze deüberatiën dikwyls tegen „ de agictagc zich heeft uitgelaten, en te recht be„ hoort men dezelve tegeDtegaaa; maar men ver„ gunne my te vragen of het beloven eei er,korting „ van | pCt. per week , en dus van een .voordeel „ van meer dan 24 pCt. in 't jaar, met gefehikt is „ om de agioteurs nog al meer aan den gang te ,, helpen. — Het zy men die kortingen als pisem.'ë.. „ of anderzints befchouwd de geldhandelaars bereke„ nen het toth altoos als de pr>s, waar voor zy in ■ „ 't jaar hun geid plaatfen". — De feerekening is juist, dit ontkennen wy niet, maar in de conclufie . zyn wy het met hem niet eens. — Wat men fointyds voor prspmien uitlooft, kan niet by jaarrente vergeleken worden. — Een verlegene zal gaarne 1 pCr. en meêr willen misfen al waare het fieehts voor eenen enkelen dag, a's hy daardoor maar volkomen zeker weet gered te zyn; — doch dit is het zoo zeer niet wat wy by deze pasfagie hebben wil'en aanmerken, maar voornaamemlyk dit: —— indien eerlykheid ,. gelyk wy overtuigd zyn, den burger van de kasteele deze overbrenging van \ pD. piaïni-ie s'weeks, tct 24 pCt. Intrest in 't-jaar heeft doen bezigen, hoe gevoelig moet zyn hart dan niet getroffen worden, als hy begrypen zal dat het vastftellen der Ncgotiatie by. anticipatie een dade'yke pisemie van 40 pCr. voor de Geldfchiejers,medebrengt, en dat wel voor minder tyds dan te/imaand, één week, ja zelfs voor ééner. enkelen dag — wilde men dit tot jaarrantep gaan overbrengen en .by percentsgewyze Intrest vergfelyken, zoo zoude men in .'£. ectd; geval, namentlyk by de maand 430 pCt en om sw m 1 ■ ■' - > " -'m by den dag wel. 30 maal /neer percepten^ntreit m V jaar tot'facit krygen; — want het is doch zeker, dat dadelyk by de vastftellmg'dezer Negotiatid, volgends het eerfte Decreet, de heffing door middel van. ..parate executie , by wyze van . don gratuit daar onder benepen is geworden; by nu, die volgers het eerfte Decreet voor den iflen Augustus zyne' penningen in s'lands kas opbragt, kreeg daar voor 40 pCt. meêr of min in gelds waarde aan ren. tengeevende Obiigntiën, dié hem pver die waarde gerekend, jaari.ks ;J FCt,Intrest zullen opbrengen en nog da" boven 100 pCt. van zyn oPge';ragt geld in Quitantien, terwyl hy , die den 'iften Augustus of later zya pennirgen in s'lands kas zal ftorten, niets.meerder, daar voor krygen zal'dan flechts 100 pCt. in Qjitantcn: — beide dit foort van Gegfchieters ftaan g< ëxecutecrq te worden, beiden kunnen met Quitautiën betaalen; doch wy vragen'nu aan "ieder 'onpartydige , of de eerfte niet dadely!-: 40 pCt. prsmje , of, zoo als men het dan ook noemen wil, voor uit heeft? En indien dan het'korten alleen van 1, 1., of ii pCr. yoorbetaling voor drie, twee of één week boven de genoemde prsemie van 4apCt . zo misdadig befchouwd word , dat men zelfs door de; mond van den rapporteur, 'den burger Reprasfentant j. a. de Vos van steen w y k , in'naam van dc . Commisfie van Financie (Dagbl. N°. 602. pag. 444-, hoort zeggen, dat dit laatfte ook, (naamly'k het voor ftel van den burger n 0 l e t) by de Commisfie in con Gderatie was gekomen, dan dat zy dit a! te omen gevonden bad, daar zoodanig een Intrest op 24 pCr. zoude uitkomen en dus eerder een zwendel Negot konde worden genaamd: indien , zeggen wy, Re P^refentarten des Bataaffchen Volks zelve een korti ■-, van \ pCt. per week, met de naam van Zwendel, handel bèrteaipeiéjf: hoe'zoude dan de vergaderiiy zelve over het cardinale poi»a,.'het voordeel van 4'-. pCt., dat de eene ingezeten boven den ander geniep gedacht hebben, indien zy de zaak doorgezien had -o? | '°6!> ,n6* 'n3< * -A" r . ' mé %  ( 274 ) en haar minder doorzicht in het finarcieefe, niet ge fufpreneerd was geworden-:1 Achtenswaardige Burgers van den ■ middelfland, _ voorname (leun des Vaderlands! en gyoók, die meer behoeftig zyt, en echter uw aandeel in de gedecre. teerde helling by wyze van don gratuit m'oet opbrengen ! Het was velen uwer met de welménendfle yver voor de belangen van den lande ondoenlyk, cm binnen den tyd van ruim veertien dagen zoo veel gereed geld te krygen ais gy over uw middelmatig ,of klein capitaal fourneren moest: uwe penning aan den lande opgeofferd , weegt meer dan duizend gulden van den rykaart: gy gevoelt ai het drukkende van deze heffing. En echter de rykaart, die in evenredigheid meêr moest opbrengen dan gy, de man, wien honderd ten honderd minder drukken dan u zestig of minder ten honderd, de man die nog fchatten overhoud, terwyl de heffingen u tot de armoede brengen; deze, omdat hy het geld by overvloed in voorraad heeft, welk gy van week tot week van uwe armoede moet befparen, kan een voordeel genieten van 40 pCt. hy betaalt flechts zestig ten honderd , terwyl gy honderd ten honderd betalen moet!! M Doch hy heeft nog een ander voordeel voor het meerdere, dat hy by anticipatie fourneert:een voordeel echter, waarin gy met hem kunt deelen, maar waarmede het Land zelve niet minder benadeeld word : waarvan het volgende ten bewyze zal verflrekken. Naamlyk de burger van de kasteele zegt verder:',, de burger nol et heeft gezegd ,, dat de Quitantiën voor 70 of 80 pCt. zouden ver. „ kocht worden. Ik.weet zulks niet, en zou het ,, niet gealleguëerd hebben: maar, indien men dit „ aanneemt, dan is zulks een nieuw bewys, dat „ het geen men tegen de Publicatie alleguëert ten „ voordeele is van den Ingezeten: want dan zou „ dit het effeèl dcrTublicafïe zyn , dat zulke Inge-i zetenen die geen gélegertdheid hebben, omigei„ den op intrest zo tydig te fchieten, dat zy daar „ door 't Land uit deszelfs verlegendheid redden, „• in plaat? van 100, flechts 70 of 8ö guldens zullen „ fourneren," ~ Wy flemmen, ja, toe, dat die ' Ingezetenen die < u vóór 70 of 80 pCr. de Quitautién kopen, eene uitwinning doen van 20 of 30 pCr. — Maar dit neemt al wederom de ongelykheid niet weg, die door deze operatie tusfehen hun, en hunne medeburgers plaats vindt, welke aan bun uit puur belang (onder de gedaante van vriendfehap) de Quitantiën tot 70 óf 80 pCt. verkopen. Immers deze Iaatflen genieten op hun eigen fournisfement een voordeel van 40 pCt., gelyk wy te voren aangetoond hebben: de eerden, in de voorönderftelling van den burger van de kasteele, flechts 20 of 30 pCt. en daarenboven voor het geen de Iaatflen te veel gefourneerd hebben, voor de Zogenaam. de vriendfehap aan de eerften bewezen, deken zy zelve aivorens nog 10 of 20 pCt. in hunnen zak ; want de Quitantiën hebben hun in allen gevallen, maar 60 PCt, meer of min gekost, gelyk wy boven insgelyks aangetoond hebben; _ ja zelfs zy winnen die 10 of 20 niet alleen ten 100, maar per60; want van de 100 die zy uitgefehoten hebben, vinden zy 40 in geldswaarde, tot de maatige Intrest van 7! pCt, 's jaars belegd, in hunne portefeuilles te rug. Dat nu de Quitantiën niet reeds dade'yk en onmiddelyk, na 't expireeren van den bepaalden Termyn der anticipatie Negotiatie tot'70 of 80 pCt. gemonteerd zyn, zoo als de burger no let op goede gronde verwachtte, is louter toevallig, en alleen te attribtiëercn, eensdeels aan de nog aanhoudende onzekerheid, waarin de Ingezetenen met opzicht tot de heffing by executie zoo lang gehouden worden, en nog op het ogenblik waarop wy dit fehryven, zyn, vermids het Provinciaal Beftuur van Holland nog  aog niets daarvan-, (om aan ons tot nu toe onbekende redenen) gepubliceerd heeft, en anderen deels fchynt het dat het gétal der mededingers onder de capitalisten, die hun geld by anticipatie in s'lands kas gefchooten hebben zoo groot geweest is, dat zy tot trog toe aan de .behoeften, van alle de vragers niet ÉdleeU hebben kunnen voldoen , maar zelfs zich verlegen gemaakt hebben om met inmneQuitantiën ongetfëbitee'rd te blyven zitten» £n hiertoe heeft nier. weini'g gecontribueerd .hef' fayorabeiiRappart, ui;ge: bragt door hef Cómmittè-vm.-ïinuncie, op de Reques. t5n vair do Adminiftratetirs van de. Weeskamer en Vah de Parnasiinï der Portugeefebe Jood fche Ge: ^ie'enteJvaa-Amfterdam , om diligent te.;mogen worden verklaardv tot het participetren :in de fourne, 'ring by-ariticipatle.- — Welk rapport in een.decreet, veranderd, en aan de Reqüeftranten een verlenging 'vari'teïmyn tot den eerden Gclobsr tpen a,anfla,ande, ingewilligd is: gelyk.zulks naderhand met het zelfde fucces is- ag'tervojgd geworden, door; de"Admi-nifirateurs van-andere Weeskamers, als van Rotterdam , Leyden, Haarlem &c. — Zeker is het dat door deze twee zamenlopende oorzaken, het groote doel van een fterke'ryfing in die -Quitantiën gemist is, en aan veele gelegenheid is gegeven geworden, om zich de Quitantiën tot-weinig meêr 'dan 60 pCt. meester te maken. — Maar dit neemt "«iet; weg, "dat, Wanneer, eenmaal de-Executie aan 'den gang wezen zal, en het dan blykt, dat voor :alle dè Ingezetenen te zamen niet genoeg gefourïieerd is, die ryflng in de Quitantiën nog plaats zal hebben, ja dat gg noch..flachtöffers zullen gevonden worden, dje 100 gulden, in geld aan 't Land zullen moeten opbrengen, om daar voor een gelyke waarde in.Quitantiën, te ontvangen. Die fjachtoders nu, vreezen wy maar al te zeer, dat in menigte zullen geyoBden worden , onder die eerlyke Adminifiraleuren van Boedels, die met de beste wil des waerelds.nog niet.in de mooglykheid. gefteld zyn,Quitamiën te kunnen aankopen, om dat zy uit fcrupuJcusheid,of andere redenen, zich.eerst moeten dekken, en door hunne plaatfelyke Beftuurers laten qualiflpeten,..tot het verkopen van andere Effe&en, waar uit zy de nodige Penningen vinden moeten, om de. Quitantiën tot de tegenwoordige cours te kunnen aankopen; weshalven zy., in geval nader, hand blykt, dat er geene meêr te bekomen,zyn., genoodzaakt zullen wezen, zich dezelven by de aangedelde Ontvangers tegen 100 pCt. aantefchaffen, en ook zodanig dezelve aan hunne pupillen in rekening te-brengen, j— .Beklaaglyke pupillen ,ondertusfehen, die, als zy tot jaren van onderfcheid gekomen zullen zyn, als dan zullen ondervinden in de tegenwoordige heffing 100 te hebben betaald, terwyl andere. Ingezetenen maar 60 hebben behoe* ven te betalen,. Doeh ook,aan den anderen kant, welk een wyde deur is .hier.niet geopend voor de fchraapzucht van onëerlyke . Admmidrateurs , die ■wy God betert uit de dagelykfehe ondervinding maar af te zeker weten, onder ons te hebben! dezen kunnen of by anticipatie deel genomen hebben in de Kegotiatie, of enkel Quitantiën aangekogt tegen meêr  f 2# jr meer of mm 60 fen foo, ferwyT zy gerustetyk 100 ten iOOj m hunne 'Aörmih'ifïratiëiT kunnen laten'Va'-' lidoef ea,' zonder cJat' hunne Gérepréfenteerden met «enig fucces daar tégen ïnJcpp'ofk'ie kunnerf"ko'. men.' ■— Zo' gaat' 'het / wanneer een 'Gohvernëment in éeh*'tydfti'p' dat het zegt, dé Agwt'ag'é'op alle niógclyké wyzen te willen en te moeten tegen gaan, en daarvan in 't klein de blyken tracht te geven, gelyK by voorbeeld, in het niet willen inwilligen'van prasnrën' voor voorbètaiing'eh, echter door gebrék van de nodige kennis en ondervinding', om Financiëele Operatiën te beöordeclen, bloot gefield is, om ter göéder 'trouwe in • objecten vin greoter belang, door de Agïotag's zelve, het zy dan in of buiten hüh midden, verrasciif te worden. —i En wat zal van allen' dézen het uiteinde worden ? een'géneraal miscred iét'voor allé Finarrciëele Operatiën van zodanig' Gouvernement\ Ondertus fchen word door een woeker-winst van-40 ten -ico in 'het''momeniatrsd gebrek van' 's Lands kas wel daöelyk' voorzien, maar deze maatregel verflapt aanUonSs de werkzaamheden van- dé'noödzaaklykfte raderen en" beneemt dé ware" vóérkragr; dié de bedryven van een goed Gouvernement m iet keifchetzen. ' Zorgeloosheid' neemt de overhand: i— de •ogerfb'iikkelyke overvloed - doet het toekomftige vobrby zien, en nieuwe-behoeften ftaan voor de deur,' tegen dat de tegenwoordige Kas op nieuw zal uitgeput wezen, en men fri 'reebtér tyd verzuimd zal hebben, die' 'middelen by de hand te nemen , welke eigentlyk by het Reglement aan de hand' gegeven worden. M immers is 't zeker, dat cie tweede termyn van de gepetitioneerde 40 millioen 'voor 1797. by 't in 't licht komen van dit gefchrift reeds verftreken wezen zal, eer men nog eenige a.müa'te veor eenige volgende Executie zet rnakeh; waaromme wy dus vrezen, dat men wederdm zyn toevlucht zal zoeken te nemen, tot de ééne of andere verdervelyke operatie, indien ,de flag niet by tyds afgeweerd word. — Dan wy vertrouwen* dat ''dé'brave' Volks Repraefentantcn «by tyds daar voor zorgen 'zullen, en thands meêr ingelicht,- zulke verdervelyke -maatregelen, indien ze al geopperdmogten worden, beletten gullen, —— Wy ötrtvéirizen niet te zeggen , dat "dezelven- een volmaakte overfehreding van.de gegeeven macht zyn, ja, eene dadelyke verbreëking van de by het Re* glement voorgerchreven Wet , te minder oplosbaar, daar de Nationale Vergadering by zoo veele gelegen'dhodten blyken gegeeven heeft van zich ftipter lyk aan 't'Reglement te houden, en de minfte af* wykiug van -het zelve, niet te hebben willen dulg0ji,t-od. ü 'ia -o; — ;kS r.ii ••. u 3 [ nab( j t(tmb -co'iy'ï'ir? , forfÉiroo biYnpqüVsaii;., öWl'bss.1» xcoh ' Wy meenen -genoeg gezegd te hebben om te ber WiZen, dat 't Reglement aan de-Nationale Vergadering we! 'de-magt gegeeven heeft om van de ge* zamentiyke Ingezetenen van een in gebieke gebleven Gewest een 400de .200de loofie 50de of zodanige andere penning te heffen , als tot vervulling van dat gebrek verëischt word: maar wie doch kan daaruit Jets anders afleiden, als dat een ieder Inge- ze*  zeeten we! zyn bepaald aandeel naar evenredigheid van zyn vermogen daarin opbrengen moet, maar niet naar eene eigendunkelyke fchikking, zoo als thands plaats heeft door den vastgeftelden inaat-^ regel, waarby de eene Ingezeten fchatryk word, zommigen niets, en anderen eenige weinige percenten van^de gedecreteerde 2j pCt. betalen, terwyl eindelyk de middenlïand gradueel al meêr en meêr fourneert, en eindelyk de ongelukkige fiachtöiTers, die door de kortheid van tyd van de voordeden der Anticipatie-Negociatie zyn uitgefloten geworden, en die wy boven befchreeven hebben, 100 ten 100 van die ai pCt. of zoodanige andere penning als by executie ftaat geheven te worden, moeten opbrengan. t ■ Dan', om te bewyzen, dat wy niet te veel seggen, en dat die gevallen, die wy zoo even (telden, indedaad plaats zullen hebben , vinden wy nodig onze Helling-wiskonftig te betoogen: trouwens dan houd alle tegenkanting op, even zoo min als men loochenen kan dat tweemaal twee geen vier zou ■Weezen. — Eenige leezers van de Democraten, die misfchien niet genoeg van de Wiskunde verdaan, en ons in deze niet genoegzaam volgen kunnen, Vertrouwen wy, zullen het.noch aan de Democraten, noch aan ons ten kwade duiden, dat wy ter meerdere bevestiging van onze Hellingen gebruik maaIcen van deze wyze van betoogen , het zal hun, die kundig in dat vak zyn, te meerder overtuigen van de waarheid van alles, wat wy gefchreeven iiebben. — Zie hier ons bewys: t IL. Deel. Stel het vermogen van alle de Ingezetenen, waar^ van gefourneerd moet worden ■■ a, 2$ pCt. of de penning die by wyze van Executie opgebragt moet worden = b, Dan zal het gantfche Productwezen ~~0> De waarde van de Recepisfen, ten ico . ■ c ', $in zai * h c het Produftwezen het geen de ICO X IOO Geldfchieters by Anticipatipatie vooruit genieten.en de geheele opbrengst in's Lands Kas,eigentlyk gezegd, ah abc . kan niet hoger gefchat worden, dan — •— ,do x 10O want voorJL±i_ hebben de Geldfchieters by An100 y- 100 ai ticipatie waarde in Recepisfen genoten. — Maar— wordt opgebragt door eenige Capitaüsten, die daar voor krygen-fj- Recepisfen en Quitantiën. Stel het vermogen dier Capitalisten, die het geheele Produel— by • Anticipatie in glpbp opge- 100 bragt hebben tot het vermogen van alle de-Ingezetenen , die in de Executie vallen, en by wyze van don gratuit opbrengen moeten', -ook in glo.bo genomen, als y tot z, dan is het contingent dier Capitaüsten in globo in de Executie ~~\*y houden dan SL — ~by~ aan Recepisfen over, om aan an- 100 *00 z deren te kunnen verkopen. — Stel, dat zy die verkopen tot ƒ ten ioo; indien zy dan daar aan niet meêr winnen, als dat zy in globo hun contingent 'er geheel zuiver en vry uit. Nu haa'  ( 278 > halehléri du.: in den eigentlykften zin, van de Executien geheel vry blyven. dan zal a b f f- 100*10® loo X ICO 2 eb si*.1 i _ - ■ gelyk zyn aan — ■— ■—r>— en door reducte vind ° J J 100 100 X loo . . IOO z—c z men ƒ—~- ■■.- neemt men c -.. . , 40 en de Proportie y lot s, als 1 tot 3, 4, 5, 7, 10, 2-5, 49 oi CU dan zal men in. deze 'i gevallen ƒ gelyk vinden aan 90,.. 3,o, 75, 7°> v6?, 622,611 en 61 pCt, Wy laaten de gevolgtrekkingen die men hieï uit kan aikiden, aan des ktmdigen over. — Ook zouden wy hier kunnen 'aten volgen en mathematisch demonftreeren, wat 'er zou kunnen plaats hebben in de gevallen, als eenige Capitaüsten in globo^ ofte veel ofte min in de heffing by Anticipatie op-r gebracht hebben, dan het zoude ons van ons be ftek verwyderen: — wy vergenoe-en ot-s r „ erboven zullen verplicht zyn de Rente te helpen „ betalen van de voorgefchoten penningen hunner „ Medeburgers-; — geheel anders ware het, een generale msfure te nemen , daaa ieder zyn bepaald „ aandeel naar evenredigheid van zyn vermogen „ moest opbrengen, en voor een bepaalde fomme „ binnen zekeren korten tyd een prtsmie uittelovea „ aan die Ingezetenen, welke het Vaderland m? „ mentaneel zouden helpen; daartoe, geloof ikdat „ de Staat recht heeft, en men zoude bereidwillig. „ heid genoeg zien om daar aan te voldoen, eu ,, ha zou gemaktoelyker vallen, de weinige onWÜ« „ ligen daar toe té brengen." enz. ak ,«ött-'k& iii:, rtógooisd nsv 537j1w sssb- «cv eed Den 25 September 1797. Ik bert J BURGERS DEMOCRATEN, Uwlieder Medeburger EEN INGEZETEN VAN HOLLAND," T O E-  C m ) TOEGIFT. Eerfte Vraagfiuk» Eenige Capitalisten , wier vermogen te zamen bedraagt twee Millioenen Guldens, hebben in de Anticipatie-Negotiaiie gefourneerd ƒ 500,000: — te weten ƒ45000:— voor hun eigen aandeel, zynde 24 pCt. over hun vermogen : hoe kunnen zy de overige / 455,000:— Quitantiën verko. pen, om daar aan net zoo veel te winnen als zy nod;g hebben voor hun aandeel in de Executie, de Obligatiëu gerekend a 40 pCt. en 't voordeel by 't föumëereji half met Beleenbankgeld niet gerokend ? ANTWOORD, Zy kunnen Verkopen: ƒ135000:-— met 1 pCt. winst ƒ1350: — « 108000:— — ii—- dito s T350: — « 49200:— — o.\ ■■ •— dito * 1230:-— t> 40500:— — 6|—— dito » a7oo:—■ 9 40500:— — 10 -—- dito • 4050: — 0 36800:— — 15 dito # 55^o: — * »ycoat.i.i — zo ■ dito k 5400; — * 18000:— — 30 —— dito 0 5400: — ƒ455000:— ƒ27000: — 0 45000:— hun eigen Quotifatie, winst in Oblig.4opCt. s 18000:—> ƒ500000:—1 winst ƒ45000: — NB. ïa c.e Lovenftaande Verdeeling zyn al de Proportiën van pag. 278.» col. r in achtgenomen. Tweede Vraagftuh Dezelfde Capitaalisten gelyk voormeld is, moetende opbrengen ƒ 45,000:—, zoo door hun crediet als eigen ledig geld, fpeculeeren in de Anticipatie Negótiatie : fourneeren in s'Lands Kas ter fculpe van deszelfs hoogen nood, één Millioen Guldens, hoe kunnen zy dan hunne te veel getourneerde ƒ 955,000:— aan Quitantiën verkopen, om niet alleen voor hunne individuëele perfonen vry te wezen van de Executie, maar nog daarenboven tot beloning van hunne zuivere Vaderlandsliefde , en ten koste hunner mede-Ingezetenen hun eigen capitaal met juist zoo vee! te vermeerderen : de waarde van de Obligatiën gefteld als voren, en de meer. dere waarde van dezelve, noch het beneficie op 't hatoe fournisfement in Beleenbankgeld niet gerekend? ■ A N T-  C 280 } ANTWOORD. Zy kunnen verkopen: ƒ iao,coo:— met 1 pCt. winst ƒ 1200: — o 40,000:— — f§ dito » 6co: — e 165,000:— — s dito » 33©o:;r~ - 40,000:— — i\ dito * 1000:— * 135,000:— — 3 dit0 * 4G50: — 0 40,00c:— — 4 " dito « 1600E— * 100,000;— — 5 dito • 5000: — * 100,000:— — 10 ■ dito * iooóo: — » 80,000:— — 15 ' dito * 12000: — * 50,000:— — 20 dito * 10000: — * 45,000:— — 25 dito * 11250: — * 40,000:— — 30 dito , * 12000;— ƒ 9555000:— ƒ 7200c: — 9 45,000!— Obligatiën 40 pCt * 18000:— ƒ1000,000:— . winst ƒ 90000:— Deze Nommer* worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding; Amfterdam, ]. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries;Alkmaar, Molenaar> en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve ftuiver bet halve blad.!  DE DEMOCRATEN. öqo — -timn 9la&5 , lbd-i3fte_b' vs _>:P nl^crn *»__ _2 '_ V | ^^«ed.föBbrfMJ.m ,»ba_9w!>d Y„ ü ■ J r '- 'F ei Tri. ■ ; W öS landgenoten! \Y7 \V anneer wy de rampfpoedige tyding, van de noodlottige uitkomst des bloedigen Zeefiags, onzer Vloot, met die onzer overmoedige vyanden, voor hec-eerst, hoorden - Waren wy als door den blrxem getroffen, en wy bekennen'het, Landgenoten, dat ons van droefheid, medelyden eu fpyt, de tranen uit de oogen fpatteden! - Onbeweeglyk, cn ftrak zagen wy malkanderen aan, en het gevoel van dien ramp, verplctterde.onze harten, - voor weinige oogenblik. ken! - Voor we.n.ge oogenblikken; - de droefheid, de fpyt l d vcrfl,genhrid of der wanhoop. „aar dc Hemmen der lafheid en der v b _ Landgenoten waren ver- De felrool onzer Voorraderen s « ' ons gopend ^ „ „«,„_,_ W-U oe rampen j» «"J^ < Ïnen *y doen, en de dag « komen, _ „ «« het Vaderland, weder te geven, grootfche DedeïlaaS;eg!7'van ,et verlies, en van den winst, welke ons jongst Zeegevegt, Wv maakten nu de lom, van net ver , ,w-eeleerd hebben, maken zullen, — en Vaderland te vinden. Helden, — en alleen dit was Het verlies,het welk by ons hét zwaarfte woog,was? -dat onzer He cu in ftaat, ons hart te ontroeren! - fneuveiden op dat element, waarop de Neder. Zo veele brave, dappere, moedigeBaaven, t™™™^^, met een dankbaar Vaderlandfche Vlag weleer gevreesd en geëerd wkni. - nimmer vergeten worden, land, hunnen dood. Hunne verdiensten, moeten nimmer m Men kan aan ieder he,d geen ftoflyk pronkbeeld wagen, C) Maar 't volk verzekerd u, '« welk na den dood noo>t vle.t, Dat Nederland, «l-woid her marmer u ontzet. ; .. Altoos om uw gemis zal klagen, 1p dobd Hl den fpoorflag aan anderen geven, om hunne voetftappen te < Maar hunne roemryke dood z l^dên, lp * drukken, en de eer waardig te zyn, om min vauer _ Komt gy, die dit gevaar, doehmeêr geluk genoot Of tvouwlobs uwen pliéht, tot eigen _ha.de ontvloot, Komt by'deefc' -brave dooden nadrem, Belooft geen waanziek oog hun tot gedachtenis; Maar llroomen eeriyk bloed uit tf aderen, Dat aan een heldenziel.de fmaaklyk. opdracht,. Het noemen van e,en beraam de gë,«* r) _™ *« Dichter _»u A«r.d ««.fr* w«.*r» ^) Van den zelfden.  C 28 3 •) Tongelingen gloeijende van heldenmoed, en pene edele lust, om het bloed hunner aanvoerders en fpitsbroeders te wreken; dronken van vreugde by het roeren van den Oorlogstrom, henen vlie-en! - om by het donderen van het gefchuc, aan Albion door daden! -Niet minder groot, dan die der verbleekte flachtöffers, te doen gevoelen; dat noch de zee,-noch het graf, —met de lyken der gefneuvelde helden, - de moed der Bataven verflonden heeft. De dood der helden, wier gemis wy betreuren, zal even grote, zal meerdere helden, aan het vaderland weder geven. — Meêr trefc ons de gedachten, - dat een de winter, wiens naam wy niet dan met eer. bied noemen, en zo veele braven mee hem, in de handen onzer vyanden vielen; dat die edele wezens, wier leven alleen voor hun waarde had, door het genot der vryheid, en om het aan de vryheid en het vaderland dienstbaar te maken! - Het genot der vryheid en de wellust, om haar te genieten, om het vaderland te mogen dienen, verloren hebben. Rampzalig vaderland waarom, . • Verloort gy zulk een heldendrom? Of was 't een (loer van flaven, Die in het harren van dén nood, Lafhartig 'c pekelveld ontvlood, En angftig voor gevaar of dood, ■ Uw' pylers overgaven? •— ' Verplet dan wrekend vaderland, Die monfters met uw' eigen hand , En doe die fnoodaards beven. Hy die den. heldendood ontvlied, Verdient, verdient het leven niet, En moet verachtelyk fneven. Maar de bekende prys, voor de vryheid van zulke Mannen, als in het heetfte van het gevegt zich gewaagd hebben , en mooglyk — verlaten!! niet dan na dat niets hun konde redden, zich overgaven, — zal alle krachten verdubbelen, om hem te kunnen opbrengen. — En hy zal opgebragt worden. — De helden zullen door hun gedrag gekend worden; — maar ook, zo zy er zyn, dc lafhartigen , of die lage wezens , welke aan eenen doodelyken nayver het vaderland, cn aan eene verraderlyke eerzucht alles opofferen! — En voorzeker deze zullen waardig aan het vaderland, worden geftrafr. — Wy zien den invloed, met een verrukt gevoel vooruit, welke het bewustzyn, wanneer de Bataaffche Vloot, het Vaderland op nieuws gaat wreken , hebben zal. Het bewustzyn , elk die uit lafheid , of andere verfoeilyke gronden, zynen plicht in den ftryd vergeet te volbrengen.— Sterft den dood van eenen verrader, en zyn naam vergaat, met zyn verachtelyk overfehot. Oo a En  ( 2?4 ) En dit béwtiMzyn , zal elkéh Bataaf, in eenen Ictuw hei'fchcppeh. —' Onze grrotfte rampen! — zullen tot ons geluk bydiagen. '—•' Maar wy hebben eenen verbalenden fchat verloren, velen onzer besten, onzer zwanrrtc Kir. len ! — zcude ons dit moedeloos maken? — Zoude dit verlies onhcrftelbaar zyn? — Neen Landgenoten! wy hebben, wat men zeggen mag; wy hebben de krachten noch, om dat verlies te herftellcn! — en dit zullen wy doen. — Laai ons eene zaak niet verliezen, en alles zal zamenwetken om ons geduchter te maken, voor onzen trotfehen vyand, dan wy ooit geweest zyn.! en deze eene zaak, is de moed! — Wanneer hebben wy na de herkryging onzer vryheid, zo veele blyken gezien, van vaderlandsliefde, van'gemcenfchappelyke fimen werking, van vry willige zucht tot opofferingen, aan de zaak der\ryheid en van het vaderland, als na onze noodlottige nederlaag. Ziet op het geen in uw midden gebeurd, en gy zult overtuigd worden, dat deze tegenfpoed, de grond van onze redding en grootheid worden kan. — Hier veréénigen zich honderden, om dc llachtöffers te onderlteunen, de goéden te belonen, de trouwlozen, door de.i arm der gerechtigheid te doen ftraffen ? elk is op middelen bedacht, om het geleden verlies te herttellen.— Wanneer zagen wy in den hoop der gebeurtenisfen, zo veel algemeene welwillenheid , yver, werkzaamheid en vuur? Landgenoten! uwe Vertegenswoordigers zyn om ftryd op middelen bedacht om het vaderland tc redden, en ftandvastigheid en moed zal hun doel, doen gelukken! — Zy zullen zich leren verheffen, boven die verachtelyke kleinigheden, welke zo vaak het vaderland in nood, reddeloos moeten laten, — en het vaderland zal weder groot worden. —— Verbant de moedeloosheid, verbant de zwakheid Landgenoten! — Het vaderland roept om htdp! — ó Lsat het niet te vergeefsch roepen! Streeft elkandeterj voorby, om de ongelukkige flachtöficrs te helpen en by te ftaan: — voorziet het vaderland met de hulpmiddelen , om fpoedig eene Vloot in Zee te kunnen brengen, die den vyand het hoofd kan bieden. — Vergeet uwe onderlinge gcfchillen, en ilaat gemeenfchappelyk handen aan de grote zaak, — die voor alles gaat. — Kent gy hen, maakt dan de verraders bekend, die den vyand in de hand werken.' — Maar dit is niet genoeg. — Er moet niet aflccn verftoord, er moet gebouwd worden, en hiertoe is uwe krachtdadige hulp nodig! — Aarzelt geen oogenblik met die te verlenen. — De redding van het vaderland is in uwe handen, Bataven! — Redt het vaderland! — Wy bezweren u by alles wat gy dieibaar kent, by de fehimmen van alle uwe gefneuvelde Zeehelden, by de vaderlandsliefde en den beproefden moed van allen, die het zy, ongekwetst of verminkt uit den bloe. digen Zeedag zyn terug gekeerd — wy bezweren het u: 'redt het vaderland. — 6 Een nageflac+u, 't welk u vervloeken moet, wanneer gy nu werkeloos zyt; zal u dan zegenen, — en «wen naam met eerbied en dankbaarheid noemen, zo lang Nederland zyn zal. — ■ . Pro-  Het onder/taande Stuk is ons zo fchoon en belangryk voorgekomen, — dat wy geloven, dc Natie met de vertaling van hetzelve, eenen wezenlyken dienst te doen. Proclamatie van het Uityoerend Bewind, aan het Franfche Volk. Het Franfche volk heeft in de eerfte plaats, de bewerking zyner Conftitutie, het Wetgovend Ligehaam aanbevolen (*). De orgefchonden bewaring 'van dit geheiligd pand is bedreigt geworden, door eene zamenzwering van Koningsgezinden , van overlang voorbereid en verzelt met ontwerpen, zo listig uitgedacht als ftandvastig gevolgt. Het Uitvoerend Bewind heeft het verbod ontdekt, de fchuldigen zyn gevat, en het Wetgevend Lichaam heeft op het zelfde tydflip die maatregelen daargefleld, welke de omflandig! eden vorderden. ' Geen bloed is geflort, doorzicht en wys beleid zyn de gesellinnen der kloekmoedigheid geweest; dapperheid en krygstugt hebben het gebruik der fterkte geregeld. De Nationale Rechtsuitöeffening is geheiligd, door de tevredenheid des volks, en ieder een heeft zich overtuigt gevonden, dat men niets wilde ontbinden, maar alles zynen gefchikten ftand doen behouden. Het Wetgevend Lichaam en de Uitvoerende Macht, hebben dierhalven hunnen plicht betracht. Doch het Franfche volk heeft ook daarenboven , de inllandhouding zyner grondwet opgedragen, aan de ongekrenkte trouw van zyne Beftuurders (Adminiftrateurs) en Rechters , aan de waakzame zorgvuldigheid der Htrsvaderen, aan de echtgenoten en 'moeders , aan de welgeplaatfle toegenegendheid der jonge Burgers,en eindelyk aan den heldenmoed, welke alle Franfchen onderfcheid ft)- Beftuurders ! Rechters! Huisvaders.' Echtgenoten! Jongelingen! Franfchen van welken ouderdom of beroepsbezigheid, hebt Gyl. uwe Eeden geftand gedaan? Hebt (*) Art. 377. der Fnnfche dJnftitutie. (f) Zie liet zelfJa Oo gy getrouw het pand bewaard, 't geen u was toevertrouwd? Opent uwe oogenl Zet de ftrikken u door de vrienden der Koningen , door de vyanden van Frankryk gefpannen; om u onder 't juk, 't geen gy verbroken hebt weder te doen buigen, om u ais 't ware door uwe eigene medewerking door u zelve, tot de flaverny te rug te leiden was het hun gelukt in alle Regeeringsposten, hunne omge. kogte medeflanders, in te dringen. ——■ Wezens, die zo listig als boosaartig, tegens de vryheid des volks zelve het gezag wisten te bezigen, dat hun was toevertrouwd om deze te befehermen en te bevestigen. liet was hun gelukt uwe rechtbanken op te vullen met verraderlyke Rechters, de onafhanglykheid, hun door de Conflitutie gefchonken, misbruikende, en van hunne rechten zich niet bedienende, dan om de vyanden des vaderlands vry te fpreken, ja, te befehermen. — Bovenal, hadden zy niets verzuimt, om Frankryk te rug te leiden tot de oude gewoontens van 't Koningfchap, om aan alle inftellingen, feesten, gebruiken, aan de levenswys der burgeicn , den uiterlyken fchyn te rug te geven, welke het Dsspotismus mede bragt. Zy wisten te wel dat de mensch van de gewoonte afhangt, en dat men zyne hebbelykheden veranderende, hem zelve verandert. De wederinvoering der Koninglyke zeden, kwam den zamenzweerders dan ook wonder wel, ter volvoering van hun oogmerk , te pas. Men had alles gewonnen, wanneer men de volks, menigte tot des alleenheerfching als 't ware herkneden kon. Doch het verontwaardigd volk floot hun Art. 3  ( 28Ö ) hun verre van zich af. He Republiek heeft de zege verkregen, en de RepubÜkeinfche gewoontens behoren hare zegepraal te doen blyken, en dezelve te bevestigen. Zy behoren de zegetekenen, zq wel als de vruchten der overwinning te zyn. Van heden af moet de Republikeinfche geest, de RepubÜkeinfche zedenkunde het gebied voeren, de -Republikeinfche gebruiken en iuftelüngen alomme den boventoon voeren. Dan, om deze met meerder gewilligheid aan te nemen , is het vooral nodig dezelve beter te kennen, Zich zuiverder denkbeelden daarvan te vormen. De Republikeinfche geest verzamelt alle byzondere belangens in een geheiligd middenpunt, het a'gemeen helang. Al wat rechtvaardig, billyk» goed, bemiulyk is, behoort tot zyn aanwezen. By een volk door deze goddelyke geest bezielt, iï de rechtvaardigheid by alle betrekkingen der maatfehappy fteeds aanwezig ; niemand tracht de belangens van anderen tegen te werken, de Gelykheid fpoort ieder burger aan, zynen medeburger den behulpzamen hand te bieden, en worden er twis.tcn geboren, alsdan is het recht, om die te bellis, fen , geen voordelig ambagt, dat de begeerte inboezemt, om dezelve te vereeuwigen. Neen, de Republikeinfche Rechtspleging, is de zuster der vrede. — De aangenaamfte , de reinfte gewaarwording der natuur, eerbied voor den ouderdom, zuivere huwlyksmin , ouderlyke tederheid en kinderlyke liefde, in 't openbaar geacht en geëerbiedigt, heerfchen in de huisgezinnen, en vormen van de banden des bloeds, zo veele kluisters van broederfchap, liefde en geluk. De fchone kunften brengen hunne heerlykfte ge. wrogten, ten hulde aan 't vaderland. De wélfprekendheid, dicht- en zangkunde veréénigen zich, om in alle harten de liefde voor 't vaderland te ontvlammen, en dapperheid aan te vuren, Genie en heldenmoed zyn kinderen der vryheid. Het penceel, het houweel, de edele bouwkunst richten haar gedenkflukken op. Het toneel prent ons de god> fpraken der zedekunde, de geheiligde grondregelen der wysbegeerte in, en levert aan ons verrukt gevoel , de uitmuntendfte voorbeelden van deugd. —- De fchone kunsten zegevieren bovenal in Nationale Volksfeesten, die broederlyke en gemeenzame plechtigheden, die ftatelyke en aandoenlyke veréénigingen, waar by een doelwit de ganfche fchare des volks te famen vergadert, een gevoel de geheele menigte bezielt. Treffende Feestvieringen, die onbekend in de paleizen der Koningen ,— voorwerpen van affchrik voor de begunfligers der heerschzucht zyn; maar tevens eene onöverwinlyke beko. ring voor Republikeinen bezitten. ■— In eene Republiek verheffen zich fehryvers en geleerden, op het denkbeeld van vryheid, moedig op haar bezit, beleiden zy opentlyk hunne leerlk-Ifels, verwinnen de dwalingen, dweepzucht en bedrog. Door onderwys en verlichting, verlenen zy aan de heerfehappy der wetten, het fteunfel hunner begaafdheden, en voegen by hun vermogen de medewerking van hun vernuft, zy doorvorfchen de echte grondbeginfelen der zedekunde en der vryheid, verdezelve alomme, en leeren hunne medeburgers zich meêr en meêr te beminnen, en het vaderland boven alles te fchatten. .— 't Is daar, dat het publiek onderwys bloeit: deze verlevendigende bron vloeit door alle gedeeltens der maatfehappy als eene zui. vere melk, alle ouders beyveren zich hunne kinderen daar henen te zenden, om zich te voeden en hunne dorst te lesfehen. Daar fehikt zich fteeds het byzonderwys met het openbaar. Het eerfle voorbereid en vormt den leerling tot het laatde, en zo wel het een als het ander, is onder het opzicht hef, wakend oog der Magiftraatsperfoon, en deze wederom zyn, 't zy door de openbare voorlezing der handelingen van 't Gouvernement, 't zy door hunne zorg em de verlichting alömme te verfpreiden, nu eens door hunne yver, om Republikeinfche fpelen in teftellan , dan weder hunne vlyt in het vieren der Na-  ( *87 ) Nationale Feesten, maar bovenal door het levendig voorbeeld van hun gedrag en goede zeden. Ook zy zyn op hun beurt de openbaren Leeraaren des volks. —- , . ' Eindelyk. 'i is daar, dat de krachtigfte dryfveer tot lofivke daden en trekken van heldenmoed-aanwezig is; de goddelyke nayver die den burger aanzet, om'zynen medeburger, zo door deugd in zyn afzónderlyk leven, als in de bevordering van't nut van 't algemeen te overtreffen. Het recht van elk en een ieder, ook tot de fchitterenfte eerampten van den Staat, is het eerfle beding van het verdrag der Gelykheid , geen onderfcheid van geboorte, gene voorrechten ; verdienste alleen word aldaar hoog gefchatj gebiedende beweegreden die den mensch verheft, hem aanzet om grootfche denk. beelden te vormen, belangryke ondernemingen te beproeven. Franfchen ! Ziet daar het doel uwer pogingen den eindpaal, die gy bereiken moet; - gy zoudt die reeds bereikt hebben, indien gy de geest uwer Conftitutie wel had doorgrond , en niet geluisterd naar hun, die het Republikeinsch leerflelfel met hunne lastertaal bezwalkt hebben, om het juk der Koningen en der Priesters te hernelieb. 6 Weigert dan voortaan, hun eenig gehoor te verlenen, verlaat den weg, die zy u voorfchreven , maar die niet uit konde lopen , dan op uwe fchande — uw verderf. Gy behoorde het voorbeeld aan andere volkeren te geven, hun lot te regelen, en — zy integendeel wilde u een fchandvlek der volkeren doen worden. Ziet, hoe zy u bedrogen hebben! Ziet, of de Republiek de heerfchappy van *t Schrikbewind is. Zy heeft gezegenpraald, en echter is het bloed der zamenzweerders gefpaart. Neen - 't is geen bloed, dat' Republieken bevestigd. De willekeur van den alleenheerfcher verëischt het plengen van bloed,doch om Gelykheid daarteflellen , behoeft men flechts wetten. • De Conditutie behoort uwe zeden te regelen, 't compas van uwe levensloop te zyn. Leert uwe kin. deren de verklaring der rechten en plichten van den mensch. Onthoud en betracht die zelve. — Herneemt de Republikeinfche gewoonten, zyt nayveng op haar, zy zullen u welhaast van anderen natiën onderfcheiden, en het voorbeeld doen worden, dat vrye volkeren zullen navolgen. Zweert alle flaaffche inftellirgen af. Bediend u van uwe eigene tydwyzer een tydsverdeling zo dui. delyk als gemaklyk, en die u als een gunflig vooruitzicht van het aanftaande lot der Republiek herinnert, dat de zon het jaar hernieuwt, op dezelfde dag, dat uwe vrye Regeering een aanvang nam. Verkiest by voorkeur tot uwe rustdagen, die genen, welke de wet nu aanwyst, dat deze dage niet alleen, UI. die aangename, die verkwikkende rust verfchaffen , welke de vrucht en de beloning der arbeid is, maar ook daarenboven een onfchuldige vreugde genoten worde, in het midden vanveréénigde huisgezinnen, dat alsdan uwe geliefkoosde bezigheid zy, de wetten van uw vaderland te herlezen , feesten te vieren, fpelen in te (lellen. Dat de famenkomllen van den koophandel, de jaarmarkten, de gewone marktdagen, de Republikeinfche tydrekening volgen. Alle handelingen der burgeren moeten zich regelen ca de wetten der maatfehappy. Alle inbreuk op het eigendom der wet, moet in de ganfche uitgeftrektheid der Republiek geweerd worden. Draagt den naam van burger met eene rechtmatige trotschheid. Die fchone eernaam heeft geheiligde rechten , onze vaderen trachten daarna te vergeefs. Zy betreurden, zy bejammerden ,gene burgers eener vrye Staat te zyn. Dat deze naam u dan waardig zy, geeft nimmer eenen anderen,als uit verachting, dat uwe vrye'mond zich niet bezoedele met de adelyke tytels van het leenftelzel, die fchandelyke eerbewyzinge, die UI. eertyds verlaagde; en waarvan de nederigftp zelve u aanftotelyk behoort te  C 288 ) t« zyn , H~ hy herinnert u , uwe flaverny, , Dat voortaan de Nationale geest zieh vorme, zich verhefTe naar mate van uwe verhevene beftemming. Weest het eerfte der vrye Volkeren len dat de naam van fransch burger, de fchoonfte, de uitnemendfle eertitel der waereid zy. Dat goede (maak en zindelykheid uwe kleeding regelen, dat de beminlyke eenvouwdigheid daarin fteeds te herkennen zy, de jongelingfchap alle pragt cn gemaaktheid vliede, dat het niet nodig zy haar te waarfchouwen , om af te zien van veréénigde tekenen, van oproerige kleederdrachten , nabootlende de montecringen van vyandelyke legers; dat de zachtaardige, de zedige fchoonheid met eene eerbare fchaamte verfiert hare voorkeur fchenke aan verfierfelen, door franfche handen, vervaardigd! Wacht u voor onbondendheid, want zy is eene ondeugd der flaven. Matigheid is een dier deug. den, welke de vrye velkeren onderfcheid. Weest menschlievend en medelydend, 't is by vryen volkeren , dat menfchenliefde, by despoten met voeten getreden, adem fchept. Het altaar van het mededogen is in het hart van den vrye fterveling. Herinnert u de fpringveêren , die uwen onfterflyke Montesquieu , aan elke Regeeringsvorm toewyst, Schrik is het fteunzel van het despotismus. Gewaan de eer, de hersfenfehim, die de Koningen vergezelt , maar de grondflag der vrye Staaten, de zuil waarop haar geheele aanwezen berust, is deugd. Volk van Frankryk, leert hier uit, wat uwe Con- ftitutie , uw Beftuur, uw vaderland thans van u vordert, weest geen oorzaak dat anderen tan u zeggen , ja dat gy zelve u genoodzaakt vindt , toeteflemmen, dat gy gene Republikeinen zyt, om dat de deugd, de fpringveêr der vrye Staaten is, ö lastert u zelve niet , doet de laster zwygen. Volk van Frankryk weest deugdzaam, bemind uwe grondwet, uw beftuur, uw vaderland, en gy zult Republikeinen zyn, niets zal uwen roem, uw geluk evenaren. Gy behoort aan het bewind verknogt te zyn, even als de beide hoogfle Machten, door uw zelve ingeftelt, thans verbonden zyn, dat dit groot fche voorbeeld u treffe. De Koningsgezinde Zamenzweerders hadden de fakkel der tweedracht tusfehen deze beide Machten weten aan te ftoken en de ontbinden, die te faamverbindende, en deze flotfteen des v.erwulfs van 't maatfchappelyk gebouw verbryzelende, was hun het bykans gelukt het ganfche gevaarte te Hopen. —- Dank zy het Albelluur! de Zamenzweerders zyn zo wel uit het Uitvoerend Bewind, als uit beide de Raden verbannen. Het Wetgevend Lichaam en de Uitvoerende Macht Hemmen thans overéén, en het vaderland is gered. Leeve 't Gemeenebest. „ Volk van. Nederland , zo ligt geneigt het voor,, beeld van anderen natevolgen, volgt deze lesfen j, na , die uwe broeders gegeven worden , en ook gy ,, zult vry, ook gy zult gelukkig zyn". Deze Notnmers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Geef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, BeetsenLoosjes; Rotterdam, D. Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; cn verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve Huiver het halve blad.  DE DEMOCRATEN N°. 77* Donderdag den ade" November 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche VryheiL Een altyd braaf, flandvastig man, Voelt door het dreigend oog vdn een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchpkt. HORATIUS. Opgave van, eenige middelen tot behoud des Vaderlands. De gefchiedenis van het mensehdom heeft ons geleerd , dat kleine en arme volken zich by afwisfeling op de puinhopen van machtigere en rykere hebben verheven , zonder dat onderdrukking of overmacht in flaat zyn geweest om den aanwasfchenden bloei der eerften te beletten. — Is het dan met de maatfchappyën even zo gelegen als met den mensch; moeten ook deze ontftaan , bloeijen, en eindelyk tot niet wederkeeren?— Ware dit zo, dan zouden wy oordeelen, dat de bloeijende dagen van Nederland reeds voorby, en de aanftaande vernietiging naby ware : dan een willekeurig noodlot wegens den opkomst en ondergang der maatfchappyën te veronftellen, zoude even zo ongerymd, zyn als te willen beweeren dat eenphyfique II. deel. PP dood louter toevallig konde plaats hebben, alhoewel er gene noodzaaklyke oorzaak voor dezelve was ontdaan. Welke is dierhalven de reden van zulk eene wisfelvalligheid der volken, en van de verwonderlyke bloei van fommigen : niettegenftaande de onderdrukking van machtigeren? — Onder de menigvuldige oorzaaken, welke tot oplosfing van deze vraag zouden kunnen worden bygebragt, zyn onzes bedunkens onder meêr anderen, voornamentlyk de volgende: Het inwendig beduur der opkomende Staten, is de grond - oorzaak van derzelver bloei, — en de gebreken welke of van den beginne af aan, of die, welke naderhand door toedoen der beftuurderen of van  C 29° ) van het volk zelve in de [taatsregelingen zyn ingeflopen of uit eigen belang ingemend , langzamerhand aangegroeid en volwasfchen, leggen den grond tot den val van machtige volken; waar uit wy dus befluiten , dat die maatfchappyën , welke de gebreken hunner flaatsregeling en van hun inwendig beftuur ziende, en door de oïkleivinding geleert, befloten hebben; zich volgends eene nieuwe en verbeterde ftaatsinrichting te doen befturen , niet .alleen wat den kans aangaat met aankomende Staten gelyk flaan, maar ook daardoor de oorzaken van hunnen politiquen dood wegneemen, en noodwendig, by aldien gene diergeiyke of grovere dwalingen in het nieuw ie maken maatfchappelyk verdrag inlluipen, luisteryker dan bevorens moeten bloeijen. Wanneer wy nu dit alles op ons Vaderland toepasfen; dan ook moeten wy blymoedig dit befluit daaruit opmaken: „ De val van Nederland is niet noodwendig ze„ ker. Het Bataaffche Volk is op den weg om „ zich zeiven aan zynen politiquen dood te ontruk,, ken'', — Dan welke zyn de voomaamfle regelen, welke ook met betrekking tot ons Vaderland tenoren in acht genomen te worden — Het zy ons geöorlooft een derzelve, welke reeds meermalen door ons is aangewezen , met de woorden van den doorkneden ftaatkundigen Gefchiedfchryver p. c. hoofd, in eene .zyner brieven voorkomende , nogmaals te herhaalen. — Daarna zegt hy , sullen de Heeren Staten vóór haar eer/le zerge behartigen de ebnigheid van oen staat. De landen zonderling de maghtighfle en mistrouwsnfte t'zaamentvlechten door krachtige verbonden, hooghiyk te beëdigen, dikwyl en aanzienlyk te vernieuwen, en met vriendelyke waarfchappen in de gemoederen te verzegelen. De Steden bewilligen tot be. lofton van haar verfchillen ,te blyven aan de hooge Ove. righeid, of aan 't goedvinden van den meesten hoop . en de overtredende g i m e. £ x d z k h ,a k d zwaar' lyk te straffen, ende alle de aaneenklevenie leeden door verklaaringe van oniei linge noodt, en nut, zoo diep eikanderen Hnlyven, sat de naaden van t'zaamen gegroeide lichaam, met er tyd verduisteren. —— Wanneer men dezen Raad oppervlakkig befchouwt, zoude men misfchien daar uit opmaken , dat in dezelve de leer van het foederalisme ten fterkften was aangeprezen ; doch wanneer wy de krachtige uitdrukkingen, welke door dezen Staatsman gebézijjt worden , met een nauwkeuriger oog nagaat, wanneer wy in aanmerking nemen dat het behartigen van de enigheid van den Staat, het gemeenderhand , en zwaarlyk straffen van den overtreedende — de diepe en onderlinge inlyving van alle de aaneenklevende leeden zodanig dat de naaden van t'zaamen gegroede lichaam met 'er tyd verduisteten gezegdens zyn, welke noodwendig een uitgeflrekter betekenis hebben, dan verëischt word, tot de uitlegging van het foederalistisch Leerfte.'r zei; — wanneer Jwy eindelyk opmerken, dat de laatfte ondertekening van de Unie van Utrecht, is voorgevallen in April 1580. de brief daar in tegen door hooft in den Jare 1609 gefchrevcn, en dat derhalven eene foederative regetingsform reeds 20jaren was ingevoerd geweest, alvorens deze kun. dige Schryver zo fterk op de enigheid van den Staat aandrong : — als dan moeten wy ook tevens bekennen, dat niet anders dan de leer der één en ondeelbaarheid van Nederland , in voorfchreven brief is bedoeld jen dat reeds in den beginne der vorige eeuw, een der voornaamfte middelen tot bloei en fierkte van het Vaderland , door een der fcherpzinnLfte Staatsmannen van dien tyd is aangewezen, zonder dat men toen naar zynen welmeenenden Raad beeft geluisterd. — Bataven het is nog tyd ! ■ her. fielt de misflag uwer Voorvaderen: de fchadelyke gevolgen, welke gyl. uit eene foederative regeringsvorm hebt zien ontdaan en ondervonden, zouden 11 hy de nakomslingl-h-ip dos te onverant- woor-  woordelyker maken. —* En gy verdwaalden in Overysfel! wat is uwe beweegrede om aan de vertegenwoordigers van het volk van Nederland te verklaren, dat gyl. nimmer uwegoedkeuring zult hegten aan eene ftaatregeling, waarin de inéénfmelting der fchulden is voorgeflelt ? —Wilt gyl. Holland tot het oude lastdier behouden? — Dit ware eveneens als zich ten kosten van een ander te willen verryken, en uw Vaderland ten verderve doemen. Een twede middel het welk opkomende Staten tot het hoogden toppunt van macht verheft, of den toekoomftigen val der volken niet alleen kan verhoeden , maar ook tot hunne vorige luister op nieuw verheffen, is de ftandvastigheid van het beftuur. Toen Athenen en het gantfche land van Attica, door het talryk leger van Dariv.s even als door eene woedende zee gedreigd wierd te zullen overftroomd worden : — was de ftandvastigheid van MUtiades , welke zich aan het hoofd van een kleine bende plaatfle, de oorzaak, dat het Atheenfche Volk een tien dubbeld getal zyner vyanden vet floeg ; — toen Catüina eerlang dagte Romen door moord , brand en plundering te zullen verwoesten; toen hy tot bereiking van dit oogmerk reeds alles in gereedheid had gebragt , zyne aanhangers zich binnen de muuren van de ftad bevonden; zyne verdedigers onder den Raad zelve had, was het de manmoedigheid van Cicero welke Romen van haar verderf redde, en de cordaatheid van Cato, welke in den Raad de vriendin van Catüina deed verftommen. — Toen de trotfche Philips door zy nen yzeren Scepter het Bataaffche Volk trachte te verpletteren , was het de ftandvastigheid der Vaderen van het Vaderland , welke een fchoon voorbeeld aan hunne kinderen gevende , hem de vryvetklaring afperfte : — toen eindelyk de zaamgezworenen te Pilnitz zich bereids over hunne te maken overwinningen verheugden , verydelden de Pp a beftuurders van het Franfche Volk hunne verfchrtkkelyke hoop, door hunnen moed, en eeuwigdurende fchande was het loon der Defpoten. — Maar onderzaeken wy nu of het Bataaffche Gouvernement die cordaatheid heeft aan den dag gelegd, welke gefehikt is, om eerlang het Bataaffche Volk wederom met eerbied en ontzag door andere volken te doen noemen. •— Voor weinige dagen zouden wy misfchien met veel moeite nasreenvoorbeeld gezogt hebben; dan de -roemruchtigs neêrlaag onzer vloot, heeft ons de moeite befpaard: — de Britfche rovers hadden de Zeeën met hunne vloten bezaaid ; — het verraderlyk gedrag van Willem den Vyfde en zynen aanhang heeft een aantal onzer beste fchepen in hunne handen geleverd. — Zy waren eerloos genoeg om tegens het recht der volken aan, zichzelfs meesters van die fchepen te maken , welke voor de oorlogsverkiaring zich in hunne havens bevonden; — nauwelyks beftond er eene Bataaffche Zeemagt by de revolutie: — dan het Gouvernement fehepte eene nieuwe — verraad, lafheid of onkunde leverde de gantfche divifie van Lucas in vyandelyke macht , en echter vei toonde zich de Bataaffche Vloot. —- De Brit waagde het met grote overmacht dezelve aantevallen — de overmacht bezorgde hem eene overwinning — maar eene verfchrikkelyke overwinning. — Beftuurders van Nederland herfielt den geleden ramp ! >— Laat fteeds ftandvastigheid uwe befluiten regelen. — Onderzoekt het gedrag onzer vlotelingen ; laat eene gepaste beloning de deugd en dapperheid volgen, maar vlaakt uw onderzoek niet uit vrees van ergens plichtverzuim te zullen ontwaren. — Onderzoekt ook vrymoedig de nooddruft des lands: — dat gene halve en gebrekkige maatregelen ul. buiten ftaat ftellen het welzyn van het Vaderland te behartigen. Stelt de nood kloekmoedig voor en eischt . voorziening , wacht u inzonderheid voor zodanige finau-  ( 292 ) financiè'ele operatié'n ; welke gefehikt zyn om den Woekeraar winften öp winften te doen lïapelen, en den eerlyken maar minder ryken Vaderlander te knellen. — Door dezelven mogen misfchien de fehatkisten der gierigaarts geopent worden en in de ogenblikkelyke benodigdheden voorzien worden : maar gelyk zomtyds fchielyk pynftillefide middelen van de allernadeeligflc gevolgen voor eenen zieken zyn, alzo ook zyn diergelyke hulpmiddelen verdetflyk voor het Vaderland. — befchouwt, integendeel met een 'ftout, doorzichtig en vooruitziend oog , alles wat tot het behoud van hetzelve, verëischt word ; — maakt den overflag ruim, en doet in tyds voorziening. 'Doet eindelyk ul: decreren fpoedig en ftiptelyk uitvoeren , gebruikt des noods de ul. toevertrouwde macht om den onwilligen tot medewerking voor het behoud van Nederland te dwingen. —- Reeds loopt het derde Jaar dezCr laatfte revolutie op het einde, en tot nog toe befiaat er gene algemeene georganifeerde gewapenv de burgermacht: —• dat is het Bataaffche Volk heeft nog gene onrzachlyke houding aangenomen tegen alle zyne in- *n uitwendige vyanden , weikc deszelfs vryheid zouden willen belagen , niet te» gcnltaande byra drie jaren verlopen zyn nic-ttegcnflaande de Nationale Vergadering , daartoe bereids een jaar geleden het befluit heeft genömen, 6n zelve 'verklaart, dat de vryheid vdn een Land zonder 'Gewapende Burgermacht niet kan beftaan. Bataven ! het zyn de wapenen alleen welke u eene duurzame vrede kunnen bezorgen — zo lang gy derzel ver behandeling niet verftaat, Zo lang er gene algemeene overéénftemmende order in de Burgermacht van ons Gemeenebest plaats heeft, zo lang ts owe vryheid in gevaar, zo lang hangt gy af van uwe Nabunren.. InJ de derde plaats, is het gedrag der Recbtbarr%en, geen -tfer minfte oorzaken van den bloei of ondergang Van een land, —i Zy allen dfe over twyfehichtige en zwaarwichtige zaken oordelen moeten vry -zyn van haat, vriendfehap, nyd en mededogen «— het verlland ziet niet zeer gemakkelyk wat waarheid 'zy, wanneer deze hetzelve verduisteren, en niemant zal te gelyk het ware nut bevorderen, byaldien hy tevens gehoor geeft aan den willekeur van allen. De wysheid regeert dan alleen , Wanneer men dezelve zoekt tornaar in geval eens de hartstogten iemand overmeesteren : is hunne heerfchappy onbegrensd; en het verftand word gekluisterd; hoogmoed, Wreedheid, verwarring, onrecht en tomeloze dwinge- landy, zyn weldra hier van de gevolgen. — Het bolwerk der rede eenmaal omver geworpen zynde, fluipt de overheerfching der driften ongevoelig in , maar verfchrikkelyk is deszelfs uiteinde. SSL Toen de Lacedaemoniers, Ac henen overwonnen hebbende, het Bewind aan een dertig tal van perfonen in handen fielden, begonden deze eerst, hunne Regering, door onverhoord, en onveröordeeld te doen dooden een ieder, welke inderdaad de flechtften der maatfehappy konden genoemd worden, en den algemeenen haat op zich hadden geladen, L -Hèt volk verheugde zich hier over, en prees zulk eene handelwys — maar na dat eenmaal aan de ongebondenheid, den ruimen teugel was gevierr, begon men eigendunkelyk, zo wel de deugdzamen als de Hechten re vermoorden; en anderen door vrees af te febrikken, om zich tegens de dwinge. lanJy te verzetten, eene vernielende flaverny, wSs dus de zware ftraf voor zulk eene onbezönnê vreugd! — (*) Toen ook de overwinnaar Sulla te Romen, Dqma. ftpptis, en anderen van zynen aanhang,'die zich door de tampen van het Gemeenebest'hadden ver. heft, lift "wurgen , prees een ieder zyne daad,, men oordeelde dat diergelyke verfoeilyke en ruste- (*3 Sallustiuz,  C 293 ) loze fehepzelen, welke menigvuldige oproeren harden gezaait, wel en te recht waren omgebragt. Maar ook dit was het begin van eenen zwaren epvolgenden moord , want hy die flechts begeerde in 't bezit te zyn van eene woning , of hofftede ja zelfs huisraad of klederen , zorgde alleen ' dat deze onder het getal der Vogelvryverklaarden wierd gebragt. — Aldus wierden zy, die zich over den dood van Damnfppus hadden verheugd kort daarna zeiven omgebragt, en er was niet eerder een einde aan de «achting, alvorens Sulla geheel zynen aanhang met fchatten had opgevuld. — Alwaar men dierhalven eenmaal buiten het fpuor der rede is getreden, ontbreekt het zei. den aan opene oogen die zulks weten te merken, men geeft dus de vyanden des vaderlands gelegendheid, dm onder het veilige masker van warmen yver', op de dwlnglandy en verwoesting van hetzelve toe te leggen. Welken fchonen weg opende het Hof van Holland , in den jare 1788. voor de plunderzucht, toen het zeirde advifeerende op onderfcheidene Requesten tot amnestie voör dien euveldaad. 'Alhoewel veele omftandigheden, ten voordele van zekere welciiers, des tyds mede deswegens befchuldigt te zamen liepen , echter hoofdzaaklyk durfde beweeren, dat men niet uit het oog behoorde te verliezen, de geheel onderfcheidene fources der geleegde plunderingen - plunderingen voor het (zogenaamd-) Patriotismus — of plunderingen uit ■ztle'vóor hit huis van Oranje (*). Dan even min als haat, nyd of vrindfehap, de vonnisfen behooren te regelen, even min moet zwakheid by den Rechter invloed hebben : wanneer by voorbeeld, hy die overtuigd is van verraad, alleen veroordeeld word, om voor eenigen tyd op eene verzekerde plaats te worden be. waard,is zulk eene veroordeling eene te verre gaande en fchadelyke toegevendheid — ook worden 'door diergelyko andere ftraffe niet genoegzaam afgefchrikt, noch de veiligheid van den Staat, behoorlyk gehandhaafd. — Alle deugden hebben'hare grenspalen, welke overtreden zynde, in misdaden veranderen. —- Wanneer de Rechter de fchuldi. gen , volgens de vastgeftelde wetten niet durft veröordeelen, betoont hy eene ongeoorloofde zwakheid. — Hy geeft daar door voedzel, aan verhitte gemoederen; is oorzaak van onrustige bewegingen, en doet eindelyk het Gemeenebest wankelen. Hy begaat hier door tevens eene misdaad, even ftrafwaardig als hy zoude gepleegd hebben .wanneeHry, de driften van zommige verdwaalde Burgers gehoor gevende, zonder een ryp en onpartydig onderzoek der Zaken, in groote burgerlyke onéénighederi, fchokken of bewegingen, recht fprak, of liever — onrecht deed. *— Ziet hier Bataven eenige fchetzen van den weg, welke gy betreden moet, om den val van het vaderland te verhoeden. Volgt dezelve Volk en Beftuurders! by voorraad. — Voegt by deze die, welke uwe eigene wysheid en ondervinding u voorzeker aan de hand geven. By eene volgende gelegenheid, zuilen wy trachten om er u 'by de opgegevene moch meerdere te ontwikkelen. (») Zie Mr. a'bram vereul, Redeyoerhs over de Gelykheid der 'Menfchen, en in zyne Aantekening 9 .pag. 3« » PP 3 Aan*  ( 29+ ) Aanmerkingen op dc Programmat der verfchillende Commisfiën ter aanmoediging van s'Lands Zeedienst. De menigvuldige voorbeelden , door de Neder, landfche Natie van de oudfte tyden af gegeven, zo van erkentelykheid, jegens hen welke zich aan den Vaderiande verdienftelyk hadden gemaakt, als van medelyden en gulhartige deelneming in het lot der nage/atene Weduwen en Wezen, van hen die ftrydende voor s'lands eer en roem; de flxhiöfl'jrs des alvernielenden krygs moesten worden ; ,lieten ons geen twyffel over , of de roemruchtige Zet flag van den nden October , zoude byzonderlyk den aandacht en de medewerking onzer landgenoten na zich trekken. Ras zagen wy twee onderling zeer verfchillende Progamma's, van twee hier te lande be%apde en van elkander onderfcheidene Commisfiën , welke beide de doorflaandfle blyken van den yver en bereidwilligheid der leden, welke dezelve Commisfiën uitmaken, aan den dag leggen ; en voor welke wy hun, voor ons aandeel als leden des Bataaffchen Volks, onzen opentlyken dank betuigen. Dan overgaande tot de beöordeling der Progamma's zelve, vinden wy in de eerfte plaats, dat van COMMISSARISSEN van het vaderlandsch fonds, ter aanmoediging van s'Lands Zeedienst, in den Jare 1781 te Haarlem en te Amfterdam opgericht; fpeciaal betreffende, het voorzien in de nodige penningen, tot uitbreiding van het in voornoemden Jare 1781 aan hen toebetrouwd Weduwen Fonds; ten einde hetzelve mede dienstbaar te maken voor de behoeften der Weduwen van de op den uden Oótober gefneuvelde Zeelieden . Het oogmerk van dit Piogramma is alfefinrs prys. felyk en van het grootfte nut, dan wy visden de wyze op welke Commisfarisfen met de ingezamelde penningen handelen, onvoldoende en geenfints met het oogmerk der gevers en der billykheid «rokende. Voorêerst, vinden Commisfarisfen• goed om alle de ingezamelde penningen te beleggen tot een permanent en eeuwigduurend Fonds, en daarvan alléén de intresten jaarlyks, zo ver die ftrekken aan de voorhanden zynde Weduwen uittedeelen , — des gefteld zynde dat de gehele inzameling honderdduizend gulden beloopen zal, en deze op de voordeligfle wyze belegd zynde , de jaarlykfche intrest cirea ƒ7500:— zoude kunnen bedragen ,deze over een vooiönderfteld getal van driehonderd Weduwen en Weezen van in den laatften flag gefneuvelde Zeelieden geflagen, zoude aan elke derzelve flechts eene jaarlykfche uitdeeling van vyfèntwintig guldens opbrengen; — terwyl ria het affterven dezer driehonderd Weduwen, de jaarlykfche intrest tot andere einden (hoe nuttig ook) zoude worden befteed en vervolgens in latere tyden ftrekken tot onderhoud of ónderftand van Weduwen en Weezen die nog niet gebooren zyn. Nu vragen wy: wanneer terftond na den Zeejlag, de milde hand onzer landgenoten word geopend, wanneer hunne harten versch getroffen doar de bloedende wonden medelyden gevoelen; — is dan hun, oogmerk om byzonder, en wel alléén te zorgen voor hun , die dit gevoel veroorzaken, voor hun die zich op het ogenblik verdienfle* lyk hebben gemaakt — *ƒ te wel veer het nagejlaeht ? Wy  Wy geloven dat indien men aan eiken gever deze vraag duidelyk voorfkkle , dat het algemeen antwoord zoude zyn , — voor onze tydgenoten — het fiageflacht, dat, zo wy hopen, in mildadigheid van ons niet zal ontaarten, - zat even blymoedig als wy voor de noodlydende onder hen zorgdragen , dit kan van ons vooral in deze calamitiuje tyden niet worden gevergt. Wy ftellen dus als ontwyffelbaar, dat Commisfarisfen door her beleggen der ontvangene gelden tot een permanent fonds niet voldoen aan het oogmerk der gevers, — welke niet anders dan de tegenwoordige noodlydenden in het oog hebben, alléén voor deze menen te zorgen, en zich door zodanige belegging deerlyk in hunne mening bedrogen vinden. — Wy vragen by voorbeeld aan hem die honderd guldens geeft, of hy deze, dan wei flechts jaarlyks zeven en een halven gulden aan zyne tydgenoten en vervofgends aan het Hageljacht meent te bededen, — de omftandigheden voor alle andere zo ongunflig, geven nu nog / 7!-:—■ doch hoe weinig zoude het zyn indien men het geld tegen twee en een half percent moest beleggen? <—, Dan vorderde het onderhoud van flechts eene Weduw, op den voet zo als die der gefneuvelden op Doggcr>bank 'tegen ƒ60:— s'jtars genieten, eene capitale fom van f 2400:'—. Door deze wyze van belegging word buiten dien de uitdeling zo gering , dat het voor veelen flechts een zeer geringe ónderftand is , en vcelai te weinig, om in hunne nooddruft te voorzien. Om te zwygen van de verminkten we'ke niet in aartmerking komen , zo lang voor de Weduwen en Weezen geen genoegzaam fonds voorhanden is ■— en daar dit laatfte op de voorgenomene voet van belegging, zeer aanzienlyk zyn moet, om aan dit oogmerk zelve te voldoen, is het te vrezen dat deze ongelukkigen weinig van de deelirg zullen genieten, — daar het nochtans zeker is,dat een huishouden met tenen man aan het hoofd, welke bui¬ ten ftaat is om voor de behoeften te voorzien, nog ongelukkiger is , dan het zoude zyn wanneer de man in plaats van verminkt geheel gefneuveld ware. Wy vermenen dus,dat Commisfarisfen verre beter aan het oogmerk'der Gevers zouden voldoen, wanneer zy na den afloop der inzameling, eenen algemeenen overflag maakten van de ontvangene penningen, en tevens eene zodanige der voorhanden zynde weduwen, we^en en verminkten — van de naarmate der jaren van ouderdom, en door de on. dervinding geleeraarde, probabiliteit van fterven —• benevens die der aamt isch des ouderdoms dér kinderen, na dezen o\cr«ag de jaarlykfche behoeften berekende , en de ingezamelde fondfen zodanig belegden, dat door jaarlykfche aanflag van een gedeelte van het Capitaal tot de Intresten, de noodlydende op de hoogst mogelyke wyze wierden onderfteund, en het geheel zodanig ingericht, dat het genoegzaam onmooglyk zoude zyn, dat de laatst overblyvende weduwe of verminkte buiten uitdeling zouden moeten blyven. Wy erkennen, dat deze ... * wyze van inrichting moeite zoude kosten, dan wy kennen ooze Natie genoeg, om te weten, dat er onder dezelve menfchen genoeg gevonden worden, welke deze foort van rekening in de hoogfie volkomenheid verfiaan, en zich in dezen veellicht niet zouden onttrekken. Voor het overige zyn wy het met Commisfarisfen eens, dat behoorlyke jaarlykfche Gratificatiën alléén kunnen voldoen aan bet oogmerk; en niet douceurs in ééns, welker nut veelal weinig betekenend is. ten 2de vinden wy gene evenredigheid in de wyze van uitdeling, van even gelyke fommen 'aan alle weduwen, zofider onderfcheid van meerdere of mindere behoeften — of hoger of langer rangen —■ door dit laatfte verfiaan wy niets anders dan de militaire rangen door de overledenen bekleed -— wy  Wy geloven-dat hieritr eeaebillyk-e proportie diende 'm aent genomcft-te. wo.Kde,a, zal deze inrichting va,n, den kant, oer opwekking der ambitie, het hoogst, aiooglyke nut, en aan het oogmerk voldoen. • Her andere. Programma yan de Commisfte (korden Raad éer Gemeente ■ van Amfteldam in den jare tJtQo" benoemd en uelast met de inzameling en uitkering der pennivgtn-, tot aanmoediging van 's Lands Zeedienst i— deze Commisfie zedert byna twee jaaren te Amfterdan* werkzaam, heeft mede zeer veel bygedragen tot de bemanning onzer: Vloten, tot de aanmoediging der Zeevaart — tot de beloning van verdietsten. ■— Ook zy wil in dezen werkzaam zyn, en door gepaste beloningen verdiensten voor volgende dagen opwekken — de noodlydende onderfteunen. Dan wy vrezen, dat beide deze Commisfiën elk afzofiderlyk werkende, dat nut niet zullen doen, wat zy gezamentlyk werkende, zouden kunnen. —- Wy vernamen met blydfchap dat er onderhandelingen ter verééniging plaats hadden, dan ook vervolgens met fmarte, dat zy weder waren afgebroken. ■—. Indien wy wel onderricht zyn , heeft men dit alleen te danken , aan de leden der eerstgenoemde Commisfie, welke van hun plan, om even zo zeer voor de weduwen, die nog geboren nnoeten worden als voor de tegenwoordige te zor- gen; niet willen afgaan *—• en dienvolgens de voorftellen door de laatstgenoemde Commisfie ten dien einde gedaan, als mede dat, om wegens de inteza» melen penningen eene generale fchikking te maken, hebben.gev/ezen. van de hand.. — Wy zullen over deze wyze van handelen ons oordeel opfchorten,, en alleen ons. .beklagen,, dat, ook weder in dat geval de belangens van het algemeen, voor eigen gevoelens hebben moeten achterllaan. Inmiddels bevelen wy onzen landgenoten hunne verminkte medebroeders.— ue Weduwen der gefneuvelden — de Wezen aam— Wy wenfehen dat door milde bydragen van den eenen kant, en door toegevendheid van den anderen, in het afftand doen van een plan dat nimmer met de oogmerken der gevers kan ftroken, zy, welke hun ongeluk aan den gedenkwaardigen dag van don nden Ocïober re danken hebben , op eene der Natie waardige wyze worden beioond en 'onderftsund ; dat , zo, wel de eene als de andere commisfie op eene biilyke en grootfche wyze, ten meesten nutte des Vaderlands handelende, hunne beloning in de dankbare harten hunner landgenoten , in de dagelykfche ondervinding van het nut dat zy ftichten , — in den fpoedigen voortgang van het herftel der geledenen febaden, en de bemanning onzer vloot — mogen vinden. Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, hy Wilt en Altheer; en de Wed. J. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfterdam, J.A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, Molenaar; en verder ia de overige Proviuciëa,a drie het heele, en één en een halve ftuiver het halve blad.  DE DEMOCRATEN. N°. Donderdag den 9flen November 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheii. Een altyd braaf, ftandvastig man, Voelt doer het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des vvlks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gefchekt. HORATIUS. Bedenkingen op het geruchtmakend Adres, door veele hervormden, aan de Nationale Vergadering, geprefenteerd. Onder de menigvuldige tegenkantingen, welke de voortgang der verlichting aanhoudend heelt ontmoet; was nimmer eenige hartnekkiger dan de tegenfland, welke het eigenbelang en de onkunde , door het Fanatismus onderfchraagd, aan iedere nadere febrede ter verbetering van het mensehdom bieden : de iweepzucht heeft door alle tyden heên, haren invloed >y het gros des menschdoms behouden, en de yveigfle pogingen der wysgeren waren (leeds vruclueoos, om deze helfche geestdrift, inde hanen der menfchen uit te doven. Ook in de tyden, die wy ieleven , tyden waarin de zaden eener verhevene vysbegeerte , gedurende den loop der achtiende euw zo mildelyk gezaaid , al meêr en meêr ontluien , worden hare gewone kunstgrepen gebézigt, mi de zwakke gemoederen der minkundigen te ver'eiden , en de yverige pogingen van verlichte men, fchenvrienden te verydeleo. Van hier die onbepaalde, doch dikwyls zo verderflyke invloed der geestelykheid , en de alvermogende heerfchappy door haar uitgeöefent; van hier de gedurige opwellingen der fectenhaat door Priesterlist aangeftookt, vanhier die nenigvuldige nevelen van domheid, bygeloof en voorII. DEEL, Qq o*.rdeol, die de heldere dralen der verlichting, tot hiertoe niet hebben kunnen verwyderen. Wie zonde immer hebben gelooft, dat in betzelfde tydflip , waarin het Volk van Nederland een fchitterende blyk van verdraagzaamheid gegeven heeft , docr twe zyner vertegenwoordigers te verkiezen, onder eene ftóle , welke men een jaar vroeger het Burgerrecht noch willde betwisten; dat op dit zelfde tydflip de heerzuchtige geestelykheid , dier zelfde /eflfe, met eene voorbeeldeloze fioutheid de gewetensdwang onder hare feótarisfen tragt intevoeren, en de publieke authoriteit duift inroepen, ter hand» having harer Kerklyke Reglementen ? Wie zoude immer hebben kunnen geloven, dat in hetzelfde tydvak, waarin ons Vaderland de floelen der wetgevers voor alle godsdienflige gezindheden heeft verkrygbaar gemaakt, gene burgerlyke voor of nadelen aan de beleidenis van eenige godsdienflige gezindheid gehecht heeft ; deugd en kundigheden alleen tot verkryging van eereposten, ampten en bedieningen eischt, en gene Ledematen van godsdienstige (belees, maar eenig en alleen leden der Bataaffche Burgermaatfehappy erkend, dat in dit zelfde tydvak zo vele  ftemgerechtigde Burgers , in de keuze hunner beftuurders naar braafheid, de gd noch kunde zouden omzien,maar eenig en alleen dc.godsdienstige leerftellirgen'in'aaWfchbuvv némen,Ste 8e te vérkfezene beleid, ja fom tyds zonder eenig voorafgaand onder- _ zoek, voor die genen ftemmen, welke de geestelyke hunner woonplaats, hun opgeeft! met dit ratm> $ zalig gevolg ! Dat deze beftuurders , welke -hun. ne verheffing alleen aan godsdienstige,gevoelens ver- -. fchuldigt zyn, zich verplicht wanen, de ftéïe die hun verkozen heeft in alles. voorteftaan ; en hare belangens waar het mooglyk ts, te bevorderen, waaruit" vervolgens'die fchandelyke tonelen voortvloeien, welke de Nationale Vergadering fomwylen heeft opgele'vért, 'wanneer dweepzuchtige Volksvertegen, woordigers, deze hunne hoedanigheid uit hét oog verliezende , de achtbare Raadzaal van Nederiand alleen aan de belangens van den Staat geweid, te Jierfcheppen fcheenen , in een worjielperk van lage hiechten der doemv/aardige Jeüery, 't Is waar, de tyden, welke wy beleven , leveren óns fchitterehdè voorbeelden; van zodanige geestelyken, die onze achting dubbel' waardig zyn ,op; dezulken , die zich boven den 'gewonen loopbaan hunner"' tedienlng verheffen ; het offer van een rein geweten der Godheid als het aangenaamfte' aanbieden , de deugd in de harten hunner geloofsgenoten ontVonlÊen en hunne leerftèlfels aanpryzen, zönder'het vry' geweten van anderen te willen belemmeren; maar Jroevelen ook'daarentegen vlammen reeds met vurige blikken op den buit, die zy veeffigt'tennadeel van eenigè andere gezindheden zullen kunnen ontrukken? Koe velen branden van wraakzucht.cn vervullende •ai.gftige gemoederen der bygelovige dweeperS , met Onrechtmatige klachten! omdat zy zich' berooft zien , van de gewaande rechten hunner ketklyke hiërarchie i 'hoevekn befchryven den Godsdienst als vernietigt, v>yl zy niet langer kunnen heerfchen over gemoe. tieren,"die hunne géestelyke dwingelandye moede, voor zrchze!ven denken durven, hoe velen Toepen den God der wraak aan , dewyf de verlichting alömm luren glans verfpfeid, en de oribepaalfte vryheid. om de Godheid op zyne wyze te .dienen,> een ieder is toegeKent. • Volk van Nederland , indien wy dikwijs gedurende den loop dezer omwenteling gelegenheid hadden, dèn blinden" invloed te betreuren, die velen uwer zo onbezonnen aan hunne geestelyken toeftaan , hoe moest ons dan ru niet treffen, de lezing van een Adres,ter Nationale Vergadering inteleveren,waarin het zo heilryk decreet ter affcheiding van Kerk en Staat, en dc gevolgen daarvan in het voormalig Plan van CbfiftitVtU afgeleid', met'de 'hatelykfte cort* leuren worden afgefchildert, en gyl. in 't byzon. 'der Leden van het hervormde Kerkgenooifdhap, fïiizwygende 'sópgeruitj om het aanflaande twede Plan van Conftitutie te verwerpen , indien de Nationale Vergadering aan de onbezonne vergoelten' dér Requejlranten geen toeflemmend antwoord ver.' leent : dit dweepzuchtig gefchrift, door eenige' uwer geestelyken opgellelt , word met een milde hand onder ul. verfpreid, en gy ter tekening daar. van aangefpoord. Dan ■— wy bidden ul. allen ! die dé verleidende taal der raddraijers van dezen roekelozen flap, tot dus verre geen gehoor gegeven hebt, latft u tot de ondertekening niet ligtvaardig overhalen, leest vooraf deze onze aanmerkingen, wikt en weegt "dézfelve, wy twyfelen'geenfints of zy zullen u Overtuigen ,' immers indien uwe harten voor overtuiging vatbaar zyn. Het request zelve hierin te lasfchen, zoude ons te Veel plaats benemen. Wy nemen dierhalven de'vry» hcid den lezer, eer hy verder ga, tot hetzelve te verzenden. Het is' een ieder ten vollen bekend, dat voor de tyden der reformatie, en de affchudding van het Spaanfehe juk, de Roomfche Godsdienst hier te lan- • de, het voor ferm ft uitmaakte, naar welke een ieder zyn geloof regelde.. Indien er immer na gezonde grondbeginfelen , een Nationale' Godsdienst 'konde •' ' "be*-  ( ' 299 - ) -eftaan ï «et Me -voorzeker * dienen geweest Sn wanneer de 01MSS hebbende onwetendheid een ieder belettede ie denken, ™ elk zich fehikte naar den Godsdienst van Staat., zonder zyne waarce of onwaarde te kunnen beoordelen. Dan de verlichting al meêr en meêr de dónkere nevelen der middeneeuwen verdry vende, begon men ook in het tok van Godsdienst te redetwisten ; met dat gevolg j dar welhaast de Proteftanten zich van hunne Jlonmfche medeChristenen aTfeheiden, en ook weldra onderling in verfchillende feSen verdeeld wierden. Te veekveclicht om blindelings te geloven, % geen-den voord»deren was toegefchenen' waarheid te *fn, was men echter tot die graad vati' wysheid- niet opgeklomi „m pMrianttóteh te verderen, en voor zich- rewciVe.Ioóp der'wönfeneiyke üaken 'geen fin ts te )erwaehten,:aat 'zy to'-Keiktyk-gettg en dC'.hëer"ching ovef de gemoederen-- van ganfeh Europa, sich-zoude-laten ontwringen: dan - de wyze van iare verdediging, wis ook de rede van haren gehelen i'ederlaag in zo velé Staten, en vooral'in-dit ons Vaderland ;de möotd van duizende-hugenoten in cc Dartels nagt, was het teken eener algemene vervolging, deftrenge bloédplacaten in deze gewesten ingevoerd, en doof-eene willekeurige rechtbank gehandhaaft, brachten welhaast het gewrocht te weeg, »r geen "doorgaans het-gevolg der onderdrukking, vótwSPfh -her ftufcv'a»-Godsdtensi!-ï$.: ' '' ;*' De vervolgde befchoude zich ttls eenen martelaar* en wierd te heviger in zynen tegenftand, naarmate de gefirëflgh&d der vervolgers groter wiérd. «ti!Byuaëz*5-Godsdiehftire dwingelar'dyV voegde zich •eene 'politieke' övVrhecrfchingV), rwaardoor --weldra RoómfcKen 'erf Onrèomféhén- :be1déh' in "opftarid gd•raakten' è'n'' êénV onhwtfge' èfp'êWTng"van penningen * ■ten voordele van den Spaanfchen Geweldenaar zich hierby voegende, voltooide net overige. Eene tachtig j irige 'ftryd vestigde eene vrye Stadsregering in óns Vaderland, en d-wong den afgetredenen vyand, dè ontluikende Republiek' als eenéonafhanglyke Mo. gendheid te erkennen 'en te eerbiedigen.1 9 Waren de heilzame grondbeginfëls van dezen tyd alstoen ingevoerd geworden, had de Stift z^ch losgerukt van alle banden, die hém aan de kerk verbonden, en het geloof van alle zyne ingezetenen,'tonder orderfcheid, befchermt, hoe velé rampen waren M niet Befpaartf dan — intègendèéi de'onderdrbkte'thans meester zynde, wierd op'zyn beurt onderdrukker, en vervolgde die genen zelve die gclyk.-lyk met hom in fommige öoVded 'dé' tyr&nny beftredeb-hadden. Ja of dit n'et genoeg ware , de Hervormde Kctk z;ch alleen als meesterèsfe opwerpende, verklaarde zichzelve by uitfluiting , de Godsdienst van den Staat, en floot niet alleen de overige Próteriantfche Genoodfchappen van velen ainmèrkeiyke, vuordeliq2 ^ zelve gene bepaaldeleSr'ilèllingen als eene gelool&oelydenls'uWe kiezen jiwSarviri'm'Sn eiken dag-deoffgegrondheid'ko»dö'-wt#ar^v: m&ar was integenüeèl bedagt, ■aytteiahdewideiaceWde mede - Chr'stenen*ë vervolgen, 'tè'Vetketter'eu én het vonnis der verdoemenis over hem uitteipreken. Ieder menende dat de leer die zyne voorgangers verkondigde, in alle opzichten de -eenige wtóe'en onfeilbare regel van het geloof van allen-behoorde te zyn; verbond z.ch daaraan voor zyn volgend leven , bezoldigd.-, zyne leeraars, op voorwaarde van hem nimmer iets at* ders als waaflieM voortedragen, en meende in zyne opgeblazene hoogmoed, dat zyne Godsverering ,het Opperwezen'e'enig-èn'al-leen aai>get aam konde zyn, en'.-die van zy'nen nVed'óm'è. scl'i , vc'worpen' moest WOrde-n, 'De gefchiedenis oie'r treurig - ty*en , wyst ons de r-amp.n aan /uirolfonzdig denkbeeld vóortgefproten, en doet'by 'den menfehenvriertd met reden de-vraag ontfiaan, of de domme onwetendheid' der vorige eeuwen, der 'mensehheid wel veel ondragelyker was, dan deze halve verüchti'g, De vervolging nam zyn aanvang by de' toenmalige heerfchende Kerk. HéyVè'rig om haar gezag in (land te houden, en ondcrlteund door de machtige arm der'vermogenfte Vörsren van Europa, was het na de  C 30^ > ge etj aanzleselyke voorrechten dsrburgerlyke maatfehappy uit, maar veroorloofde zichzelf een gedeelte harer eigene geloofsgenoten uit hare gemeenfchap te werpen, en met eenen heiligen haat te vervolgen, Het zogenaamd Nationale Dortfche Synode bepaalde op eenen meesterachtigen toon, wat hy omtrent den hemel geloven moest, die dit plekje gronds op aarde bellieren zoude, en befliste wat het toenle. vend geflacht en alle zyne nakomelingen geloven moest, om den hemel te bereiken ! en zy,die in het Concilie van Trente verketterd waren , verketterden op hunne beurt,hen, die het ongeluk hadden het zwaart van Maurits , ter verdediging hunner rechtzinnigheid , te misfen. Dit godsdienstig Genootfchap, nu by uitfluiting met den Staat verbonden, bleef tot het tydflip der laatfte omwenteling in het ongeftoord bezit van eene macht, gelyk aan die, welke de Roomfche Kerk voorheen genoten had, maar des te hatelyker, naar mate een aanzienelyk gedeelte der overige inwoonders, uit disfenters beftond : de tyd verminderde, wel is waar , de hevigheid der fedenhaat, en het belang der koophandel onderfteund door verlichte bewindsmannen, voerds eene. verdraagzaamhe;d in, welke de Iardaart eer aan deed , en de bloei van Nederland bevorderde ,.,doch dit alles ging vergezelt van de. hevigfte fchokken. De geestelykheid der heerfchende Kerk weêrftand aanhoudend deze edelmoedige pogingen. Hare heerschzucht .kende gene palen en wierd door de StadhoKders, die zich by uitnemendheid de. voorftanders der ortodoxie verklaarden, in dezelfde graad onderfteund, als hun bewind, hoe. nadelig ook voor 'c vaderland, hoe verpesterd voor 's lands vryheid, het domme en. dweepziek gepeupel van den Kanfel wierd fmaaklyk gemaakt. Ja in deze laatfte tyden zelve van onze politieke hervorming, is de hevige tegenftand i van vele aanhangers van Oranje, aan gene andere rede te wyten, dan aan hunne dweepzieke gevoe- 1 Jena, wsarvan zy dit. huis voor de befchermftei i houden, en fchoon thans vele der leeraren, fra migen in fchyn, andére van ganfeher harte, de publikeinfchè party zyn toegedaan, worden echte die genen, welke Oranje zyn trouw gebleven, edeze aankleving in hunne oproerig* Redevoeringev en vloekwaardige gebeden voor deze gelukkige ote, wenteling het meest aan den dag hebben gelegt,' door de yverigfte voorftanders der rechtzinnigheid' als de geliefde knegten des Heeren , aangezien ; terwyl die weinigen, welke belangloos en uit overtuiging der waai heid, de verhevene grondbegiofe's van het echte Republikeinfche leerftelfel hebben aangenomen, in't heiralyk als heterodoxe Ketters worden uitgekreten, en hun by tyd en wylen eeneö gewisfen val toegedacht. Zie daar de opkomst ea gefchiedenis der voormalige heerfchende Kerk, to 't kort doch getrouwlyk gefchetst, en tevens m 't voorbygaan aangetoont de nadelige gevolgeiT van na. re vereeniging met den Staat, het bepaald bellek van dit gefchrift liet ons niet toe dit verder uutebreiden. Intnsfchen was het niet anders te verwachten of de gevolgen dezer omwenteling en het aangenomen grondbeginfel van gelykheid in rechten, moesten ook tevens de vernietiging der, vorige onrechtvaardi. ge. voorrechten der heerfchende Kerk met zich voeren Reeds, by de eerfte dageraad der herflelde vry. heid, wierd. aan dezen rechtmatigen wensen der disfenters niet alleen, maar ook van-zodanige hervormden zelve, oie redelyk dachten , voldaan De fterkfte band die de bevoorrechte Kerk met den Staat verèenigde, wierd verbroken, en -de provifionele. Vertegenwoordigers des Volks, uit ^Ue gods a-ienftige. gezindheden verkoren , verklaarden -bet recht.tot de eereposten en ampten van den Staat afïefcheiden van de. belydenis van eenig godsdienftig De gehele affebeiding van Ker* en Staat-, en de oeftemming van het Burgerrecht aan de Joodfcne ngezetenen der Republiek in de wysgerige decree.  c sof y ten van den ;den Augustus en 2den September des vorige jaars vervat , waren zo velen nadere flappen, tot de gehele vernietiging der vorige wandal tige inrichting, en nu wachte flechts de wysgerige befchouwer van den loop der gebeurtenisfen , na bet bepaalde in de ontworpene Conflitutie, om, of zyne hulde aan ftandvastigen volharding by het aangenomen grondbeginfel , de Nationale Vergadering te kunnen betonen, of hare afwyking uit Jafhattige zwakheid te betreuren. ■— De ontworpene Conflitutie verfcheen , en voldeed in dit opzicht, voor het grootfte gedeelte aan zyne verwachting. Het grondbeginfel der affebeiding van Kerk en Staat wierd daarby herhaald alle inrichtingen , ter bevordering van Godsdienst, Deugd en goede Zedén, en alle Genootfchappen die hiertoe ftrekken, onder gelyke befcherming der wet genomen , de betaling der geestelykheid , van welke Godsdienst ook uit Nationale, departementale of plaatfelyke kasfen, vernietigd : echter onder zodanige bepalingen, als de billykheid vorderde en de bekende edelmoedigheid der Natie toeliet; alle godsdienflige verrichtingen binnen de daartoe beftemdegebouwen beperkt , en alle uitwendige tekenen van aankleving aan de verfchillende fecles verboden (*). Tot dus verre behoefde men flechts de uitfpraken der gezonde rede te. volgen , om zyn doelwit gemaklyk te bereiken, dan het gewichfteftuk; dat der zogenaamde Kerklyke Goederen, was aan meerdere, aan byltans ouoverkomlykezwarigheden verbonden ,. hierop had een ieder zyne oogen gevestigd , en de beflisfing v.an,dit gewichtig point, maakte de geestelyke begeerlykheid van alie fectes gaande. Alles naauwkeurig te onderzoeken, de- (lichting van elk kerkgebouw uit de donkere tyden der mid- (*) Zie A. 74a, ?49, 744» ?49» 75°, 751, 75S , 753 en 754 van liet Plan van Conftitutie, Qq 3 Wy zullen in ons eerstvolgende Nommer het vervolg van dit ftuk geheel geven, — omdat het met m een Nommer kan geplaats worden, meenden hy het meest gejchikt, hier voor ditmaal optehouden. den-eeuwen op te fporert, en de oor ("pronk van ieder kerklyk goed uit verfletenen perkamenten na tc gaan, was' eene arbeid die voor de leeftyd van den onderzoeker te langdurig zyn zoude Men moest • dus van den nood een deugd maken, zona mooglyk by de rechtvaardigheid blyven, maar oók fteeds het belang der Natie in het oog houden, en de (poedige vervaardiging en invoering der hoognodige Conftitutie niet uitteftellen, om het ftrikfte recht in acht te nemen; buiten en behalve dat het naauwkeurigst onderzoek in vele opzichten op, gisfingen zoude moeten berusten, dat men algemene regels moest vastftellen en voor ieder afzonderlyk kerkgebouw,pastoryhuis of geestelyk goed , geen afzonderlyk Art. in dc Conftitutie konde plaatzen; ■ Het hoofdoogmerk der Nationale Vergadering is dus voorzeker geweest, in dezen de belatigens van alle de verfchillende feclen in het oog te houden , den geest van misnoegen voor alle» te befparen en zo .veel de mooglykheid toeliet, recht en billykheid in 't oog houdende, teffens klare en algemene regelenvoor het gcJ'a& Jtr volgende Conflitutionele wetgevende Vergadering , op dit rafpcÊl te houden,, daarteftellen. In hoeverre zy dit doelwit bereikt, hebben, zullen wy thar^niet beflisfchen. Wy zouden daartoe de gronden moeten ontwikkelen , waarop op dit gedeelte der ontworpene Conftitutie berust, en dit zoude ons beftek. te buiten gaan. Liever willen wy daar doch dit ontwerp is afgekeurd,, onze denkbeelden mededelen omtrent dat gene, het weikin het vervolgopditzobelangrykonderwerp, onzes oordeels behoorde vastgeftelt te worden, en tevens de bezwaren van het reeds gemelderequest wegens het gefielde in het eerfte ontwerp, voorkomende, en die ook even zeertegens ons fysthema zyn ingericht, trachten te wederleggen. —  Een oprechte Raad, voor Volk en Schrpers. O iwJer" vé!et verfchynfelen weideden' geest van hem) die onderzoeken wi! , niet JtBÉWön ontfnap. pen; en welke aan den oppervlakkig .'n'berehOHWer meêr oF min' als toevldlïg vtibrkornëil', behoren ongetwyfcld,-do dage'yks — dan hier dan elders in dir Gemenebest voorvallende onrustige bewegingen, en de pogingen welké ohöphoodemiyk worden aangewchd, om het vólk in beweging te honden. —i De 'oppervlakkige befehotiwér moge dezelve aan de. dagefykfche voorvallen van den tyd toefebryven en die befchouwen als gehéél' toevallig; men moet zeer onvetfehillig omtrent den ftaat der zaken zyn, zeer cmkuridig,- of zeer dom; indien men dit mët'denlzddanigen èens zoude zyn: — wy Voor ons befchouwen zodanige bewegingen , uit een geheel ander oogpunt; en wel als uitvloeifelen vau zekere reeds zedert de revolutie gefmede ch in werking gebrachte ontwerpen , en als ?n vele takteen v.-m (>Pn« in het ftikfte donker werkende intrigue , waarvan de jfuQeur geheel onbekend is'; terwyl de rollen in afdalende linie door' contrarevolutionaire belangzoekefs, kleine intriguanten, ambrenjagers, doldriftgen fchreuwers en misleiden wórden vervuld; terwyl het Volk, Heets wantrouwend omtrent hen, die het meest zyn vertrouwen verdienen, de fpeelbal 'dezer hbofdperfoneri word f en- art verkeerd opgewonden yver, denkende wel te doen en recht te hebben, mïsftappen doet, welke het zich veelal "te Iaat zal moeten beklagen. Wanneer men d3ge!$*ks:de menigte in het'publiek'1 verfpréide gefchriften , ter tekening aangebodene' adresfrn en overal Icperrdé'gefprekke'n zieren hoort; dan befpeurd men eene algemene ontevredenheid ; dan ontwaard men met fmart dat negentiende der voorgewende redeoen van ongenoegen , geheel op onwaarheden en valfche gronden btruèt&if— 'ó.zï ' wanneer men zich de moeite geeft om de waarheid tft ontdekken, dezelve niets aan dé hand geeft, van alles wat van een of andere zaak op'zo vele verfchillende wyzen is verhaald! Üi, Ja zelfs dA veelal zodanige daden van het befhiur, welke door de bovengenoemdén-als onrechtvaardig, volkönderdrnki kend en'tiranniach worden uitgekreten ; "de prysi wasrdigfte eh het meest overeei komende zyn 'met s'Volks belangens, de wet en een weü'ögericht be. ftuur. Het is vooral tegen al wat wet c-n orde is, dart deze bende harepylen wet. Dé contrarevolutionairen zyn overtuigd, dat alleen orde en ftrengheid;1 hunne misdadige bedoelingen kunnen verydelen, de belangzoeKers.de ambtenj-igers, de kleine intriguanten -weten, dar by het'ryk van deugd en orde, hunne oogmei-ken ontmaskerd worden, en zy zelve geVaar lopen van in het niet, waaruit zy alleen door wnnst ffi fpiiroouH' vèfhèveti zyn, zonder andere verdienden of deugd te bezitten , met verachting' te worden teruggelloten- — Hieruit dan alle die woelingen, welke men dagelyks ziet ontdaan. — Alle die oneindige onderhandfche werkingen, on alle daden van her beftuur in het zwartfte daglicht te plaatfen, _ allerwegen twedracht tusfehen burgers en. burgers te'zaajen, M zwakkere regenten, door vrees en fchrik tót vereerde'flappen en' maatrege. len te brengen, en van deze misfta'ppen het'misdadigst gebruik te maken ! — Van daar vele der ram-' pen welke ofis reeds getroffen hebben, en vervolgens mede op den hals der Befltiurers gefchoven ?yn ■ van daar dat Wy tot óp dit uur beroofd zyn, van' éene 'welingerichte 'Burgermacht, welke' goed beftuurd, onder behoorlyke "orde, en wetten ftaahde — en onder de 'wapenen onde'rgefchikt eh gehoorzaam, het vreeslykfte bolwerk tegen alle landverdervende aahfl'agen:is.; ML.' Reeds' in dén aanvang  ( 303 3 - (*) Vare Anecdóti Onlangs zat zjkcr ons bekend Burger,'die fa het onilcrzoek naar dé geforceerde geldheffing vsn 1795: was' fafMi op den postwagen, onder anderen hi liet gezelfchap van een ander Burger, die met hem oP hetzelfde Dorp woonde die tem op de postwagen niet dsdclyk herkende. De eerfte nu konde weten en wist zeker dat de laatfte heller noch penning in de gemelde geldheffing had opgebracht. Echter *eHe -de- laatfte met al het air van ontevredenheid,' hoogmoeten b.nUiz'ueiu (en zaTks hy gelegenheid dat er van ee«e «nft..»mlc nieuwe helasting gefproken wierd; „ als er u Wder'èènt 'MasifKgwri uitschreven t. zal ik, ds verbeen *f niét *p die 1-etadLt". D. P. vang mcfitède men deze heilzame inrichting offnut te maken, — men fchilderde orde, als geweldi — ondergefchiktheid, als flaverny af —; Het'volk gaf gehoor aan deze klanken, — de vry heid en de "losbandigheid^ maar al te'Veel 'verwarrende, viel het in de ftrikkeir zytfer vyarMn! het vergat zyne 'plichten, en in pUats van den fchrik 'der kwalylcgezinden te zyn, wierd de gewapende macht doör hunne inblazingen, of een nietsbeduidendc z:uk , 'of zelf,"een'middel in hunne handen, om misdadigén tegen de wet 'ie befehermen. Het wo'érü GeUveifpiilen is- in_de mond dezer '•acteurs als beftofvert'; — over niets hoort men meer fchreuwen. — Geen middel fchynt beter gefehikt, om op den geest eener natie te werken, by welke 4H*-gold veelal alles is. Dan gaat rond by die fchreuwers , en onderzoekt — van hondert hunner, zyn er geen tien, welke by de welvaart of den ondergang des'lands, iets te wagen, te verliezen hebben (*).' — Ten mmfteri indien men de ampten uitzondert , welke zy alle te verkrygen wenfehen. — De noodkreet over de belastingen gaat het meest by dierhelyke. fchreuwers op, niettegengaande zy naauwlyks iets aan dezelve hebben te betalen. — De goeden burger van den middelftand , (want de grooten en ryken fchreeuwen in dit geval met de eerften mede) die zyn aandeel in deze buitengewone lasten draagt, en dus hier over net meeste recht had om te fpreken is het niet, dié het. meeste fchreeuwt. — Hy draagt wat by kan, hy klaagt over de omftandigheden, en wenscht met hen die de zafcén onderzoeken, en dan klagen, dat vele lang verlangde verbeteringen' mogen plaats vinden. — Dan zyne ftem is die' der fchreuwers niet'! Het niet removeren der Oranje Ambtenaren, lévert mede eene geduchte ftof tot krasfen op. ——'Hot is nier uit hoofde van gezönde beginzelen, dat zy hunne ftemmen verheffen ; 'het is flechts om vacante "posten te vinden, om er zich zelve'intednngen. — Willen zy veranderingen in het' befluur, het is ter voldoening hunner oogmerken. — Zy hopen of zelfs de posten der eere te bekleden, of er hunne vrienden op te plaatfen', ten einde hunne heetfehappy over hunne medeburgeren uit te oefleheri, -s zy roepen over de'Ariftocraten, en zyn de eerften, die dood en verdelging dreigen aan allen, die de ftotitheid hebben, hunnen wil te wederflaan. Zio daar, Medeburgers! een tafree! van eeu-aantal van hun die zich uwe vrienden noemen, doch uwe ergfte 'vyanden zyn !— zo gy'ze nog niet kent, tracht hem te ontmaskeren — met weinig menféhenkennis flechts, zult gy hen ontdekken — en gy gelegenheid vinden, hunne bedoelingen, ,hunne oogmerken naar te gaan. Dan verward niet met hen, die braven onder ü , welke u trachten te verlichten — die zowel u, als uwe Beftuurders uwe plichten durven voorhouden, en uwe gebreken berispen. — Weest voorzichtigjn het fchenken van uw vertrouwen, en even voorzie'htfg in het onttrekken van hetzelve, aan uwe Beftuurders.'— Wy erkennen, en dit'getuigen onze fchriften, dat er veele gebreken plaats hebben —. maar weinig misdaden. — Wy 'vloeken dedwingIandy, de Ariftocratie — het Foederalismus, maar even zo zeer den Volksverleider, den belangzoeker, ... den  £ 3°4 ) Wy zyn getuigen geweest op laastleden Zondag van een fanatieke flap, waarvan de gefchiedenis moonlyk in deze eeuw geen voorbeeld meer oplevert.—-In alle de Kerken van het Hervormde Kerkgenootfehap te Amfterdam, heeft men demenfehen van den.Kanfel gebeden om het ADRES te tekenen, waartegen wy ia dit en een volgend Nummer, allen die .een einde aan de verwarringen begeren te zien ,waarfchu wen :het onbegryplyfcfte is, de ftoutmoedige bepaling; dat elk, die niet tekent, gene de minfte liefde voor den Godsdienst en (priesterlyke vereniging!; voor de Kerken en "Pastoryen heeft; hoe men na deze ve.klaring op den Amfterdamfchen Kanfel, ooit het woord Vryheid van geweten zal durven gebruiken, ooit over de overheerfching der gemoederen in .andere .Godsdienst Genootfchappen zal durven fpreken. — Verklaren wy niet te begrypen. — Hervormden ! gehoorzaamd eerbiedig het bevel uwer Priesteren, of zy donderen even als in de donkerite eeuwen, het anathema over ul. uit. — Hoe fchaamteloos?H er worden over eene za.ak, die begeerd word een wezentlyk deel der Conftitutie te zyn, by gene ftemgereebtigde Burgers, maar Vrouwen, Meisjes, Jongens &c. &c, al wat den naam kan fehryven, gebeedelt om te tekenen (*J. De dweper neemt zyn pen en.fchryft zyn naam., de bedaarde Christen ftorteen traan, de zwakke vriend des Vaderlands ziet met angst eene Religie- Oorlog te gemoet, maar de wysgeer aanfehouwt met een bedaarde blik de laatfte ftuiptrekkingen van het fanatiswijs. (*) By deze gelegendheid herinneren wy de Burgers van Schelle en Compagnie dat by erreur in hun Dagblad 64 Requesten «van Stemgerechtigde burgers vermeld ftaan, daar wy hem van goederhand verzekeren kunnen, dat onderen anderen in verTchillende Weeshulzsn der Stad Amfteidam, alle Suppoosten, zo Vaders als Moeders en alle de Jongens en Meisj.s, Lidmatin zynde of niet, zyn uitgenodjgt geworden en ook overgehaalt, om het gemelde Adrsa te ondertekenen. En wie weet niet dat uit deze huigen alleen , wel 64 Requesten met .tekenaren te uekomen zyu, D/nZ^»twTerrS wo,!;den a!Ie Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en ae wed. j. ter Veen en Zoon, 'sHage, van Cleef eh Leenweftyn ; Leyden, 'Honkoop en Herdiog, flli J-A'YaJenfchot; ■Haarle>n, BeetsenLoosjes; Rttterdam, D.Vis, van den Dries; Alkmaar, woienaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en esn halve ftui ver het halve blad. ■;ebruike te fchenken , zy vermogten dit niet, zy bézigden de penningen door allen opgebragt, ten behoeven van eenige bevoorrechten, en pleegden dierhalve daden van gezag, die van zelve nul en van gener waarde zyn. Dit onrecht dient derhalven hetfteld te worden, en het recht van allen op dc voorfz. goederen erkent. Dit recht aan alle gezindheden op de voorfz goederen, is onzes inziens zo klaar en duidelyk , dat wy ons in ernst niet verbeelden kunnen. Wat de opftellers van het reqtiest daartegens met reden kunnen inbrengen — (dan hier over nader —) de Nationale Vergadering heeft hetzelve, in de Art. 746, 747 en 748 van het verworpene Concept-Plan volkomen erkent, offchoon dezelve daarin met ons verfchilt.dat zy by Art. 746 alle Kerkgebouwen cn Pastoryhuizen, welke voor den Jaren 2581 binnen deze Republiek aanwezig geweest zyn , verklaart te zyn plaatfelyke eigendommen van de gezamentlyke ingezetem nen en bewoenderen van elke Stad, Dorp, of plaats, in welke dezelve-gelegen zyn ; bepalende vervolgens by Art. 747 dat de gezamentlyke ingezetenen van elke Stad, Plaats of Dorp onderling zodanige fchikkingen zullen maken , als met rechtvaardigheid en billykheid overeenkomen. — Dit.ArticuI ftuite ons reeds by de lezing, en het fmerte ons by de anderfints fchone inrichtingen omtrent den Godsdienst, dit, zo het ons toefcheen, aanmerklyk gebrek te omwaren. Immers daargelaten.dat wy ons niet begrypen kunnen , waarom hier Hechts van Kerkgebouwen ge. fproken word, voor den Jare 158r gedicht ; wie houd zich niet overtuigt van de onëindige twisten, die uit deze iminlyke fchikkingen zullen ontdaan; wie weet niet by ondervinding, dar het gros der menfchen onverzetlyk by hun vermeend recht blyft volharden, vooral wanneer het den Godsdienst geld. Wie zal hier dan eenige infehiklykheid verwachten; wie ziet integendeel hier de felfte beroertens, ja den burgerkryg niet uit voorkomen. Men heeft, wel is waar, aangevoert, dat deze gebouwen en de goederen tot derzelver onderhoud beftemd, fte. delyke eigendommen waren , en het dierhalven eene Nationale diefftal zyn zoude, die te benaderen {*); doch dan willen wy wel eens gevraagt hebben , waaruit men dit zal knnnen bewyzen, vele Kerkenzyn Gothifche Gebouwen der vorige eeuwen , door de Vorsten, Groten en Capittelen van dien tyd geftigt.om hunnen yver voor den Godsdienst aan den dag te leggen. Dat nu de Steden en Dorpen daarvan fints eeuwen in bezit zyn geweest, en dus een (*) Zie onder anderen het advys van den Reprefentstn bb mist, in het Dagblad van va» Schelle No. 534.  C so7 ) recht vnn pwjcriptie zouden kunnen annvoeren, komt hier in geen aanmerking tegens het belang, de rusr, de welvaart eener gehele Natie, te meêr, wanneer men in aanfchouw neemt dat dezelve Nationale Vergaderint', wel en te recht gene zwarigheid gemaakt heeft heeft, om alle geldmiddelen der byzonuere " Provinciën, het zy dezelve beftaan in impofitien of belaitinzen, het zy in bezittingen of domeinen hoe ook genaami, te nationalefeeren (*) , en de geestelyke goederen onder Frovintiale of quartierlyke betturen Uaande, onder eene Nationale algemene adminiftratie te brengen. Op welk grondbeginfel kan dit an. ders bwrusten, als dat alle ingezetenen der afzonderlyke gewesten inftemmende, om gezamentlyk eene alitemene ftaatsregeling vasttefteilen , ook ftilzwygende inftemmen.in dat geen't welk de meerderheid goed vind , en dierhalve van hunne afzonderlyke rechten af ftand doen , zodra dezelve de algemene fchikkingen tegenwerken. Evenwel , wy hebben vermeent dat er plaatfelyke Kerkgebouwen beftaan, waarvan duidelyke bewyzen voorhanden zyn , dat de ingezetenen der Gemeente , waar zy gebouwt zyn , eenig en alleen de penningen hebben opgebragt, en in derzelver onderhout voorzien, als mede, dat het voor deze zeer hart zoude zyn, indien foortgelyke gebouwen, en de fondfen tot derzelver onderhoud beftemd, Nationaal verklaard wierden, en hebben dierhalve daarvan een 3de clasfe gemaakt, waarvan ftraks nader. Over alle deze genatioralifeerde goederen : a. Nu behoorde onzes erachtens eene algemene Nationale adminiftratie geftelt te worden, welke dezelve onder bepalingen, door het wetgevend lichaam te maken, zal beheren; dezelve verkopen en veralieneren, in zo verre derzelver behermg daardoor vereenvouwdigt word, en de gehele masfa verbetert; de fondfen uit de verkoop fpruitende, beleggen ten meeste nutte van het gehele fonds. En wyders al dat geen verrichten wat eerlyke en bekwamen adminiftrateuren verplicht en gehouden zyn te doen. „ , „ . , ' b. Elk Kerkgenootfehap of tot godsdienflige eindens veréénigde Broederfchap, hoedanig dan ook hare geloofsbegrippen of eeredienst zyn mogen, mits dezelve flechts gene verkeerde grondbeginfelen ten nadele van het vaderland, of deszelfs vryheid aan hare Sectarisfen inboezemen, behoorden uitgenodigt te worden, om binnen eenen bepaalden tyd na het invoeren der Conftitutie, het zuivere gelaat harer leden op te geven , en deze opgave van 5 jaren tot 5 jaren te hernieuwen. c. Her zuiver montant der jaarlykfche inkomften opgemaakt zynde, zoude jaarlyks onder de verfchil- (*) Zie Art. 4Ï0 yan het Concept Pl»u van Conftitutie. lende Gezindheden uitgedeelt moeten worden, na rato van het getal harer leden ; zullende elk derzelven, ten dien einde jaarlyks eene Comnisfie qualificeren , tot de ontvangst van voorfz: penningen. d. De Kerkgebouwen behoorden zo veel derzelver locale fiuiatie toelaat, benevens de Pastoryhuizen, aan de meestbiedende ten voordele van het gehele Fonds te worden verkogt. — Zodanigen , welke niet in de termen van verkoop vallen, 't zy uit gebrek aan kopers, Jt zy dat de penningen uit de verkoop proveniëerende, minder zouden opbrengen aan jaarlykfche Interesfen, dan de Huur, welke de eene of andere Gezindheid daarvoor zoude willen fourneren, zouden voor een zeker aantal jaren aan zodanige Gezindheid kunnen ingeruimt worden, mits gedurende dien tyd,voor derzelver onderhoud zorg dragende, en een zekere jaariykfe fom, aan huur opbrengende, na het verloop van welken tyd, het gebruik derzehe weder zoude moeten verzogt worden, en de laatfte huurder, mits even veel ais anderen , daarvoor willende betalen . boven anderen preferent zyn. Blyvende de voorfz. Gebouwen fteeds het eigendom der gehele Natie, gelyk mede de Kerktorens, welke ten nutte der byzondere Steden en Dorpen behoorden gebezigt te worden, mits in derzelver onderhoud door de plaatfelyke Beftureis voorzien worde. ■— De 3de Clasfe behoord na ons inzien, ter behering aan de plaatfelyke befturers te worden overgelaten, op de zelfde wyze als de Nationale Goederen, aan de algemene Administratie. Zodanig dat zy dezelve konden verkopen, verhuren, of op zodanige andere wyze daarmede handelen, als zy ten meesten genoegen hunner Inwoonders, en óverëenkomftïg het belang hunner plaatfelyke finantiën het beste oordelen, en overmindert het recht van het Wetgevend Lichaam , om , in cas van verfchil tusfehen de Ingezetehen van zodanig eene Gemeente en der burgerlyke Beftuurders de zaak te mogen beflisfen. ,, Ziét hier waarde Lezer onze denkbeelden, over de befchikking der Geestelyke Goederen aan atn dag gelegt. Mog-en dezelve daarover eenig licht verfpreiden, cn de beminnaars van waarheid cn billykheid voldoen, ten minften anderen opwekken, om de feilen te verbeteren! alsdan ware ons doel bereikt. — Wy vertrouwen, dat wanneer de voorgeflagene algemene Adminiftratie beftond uit lieden, welke van behoorlyke menfehenkennis voorzien, tevens met getrouwe behartiging der belangens van het gehele Fonds, in het zwak der yverige Zeloten van byzondere fecten wis te treden, hunne driften te ontzien, en alles zo veel mooglyk, ten algemeen Rr a  ( 3o8 ) genoegen te fehikken , de tyd wel ras de meest misnoegden aan deze inrichting gewennen zoude. Laat ons na al het voorafgaande de inhoud van het Request eens nader inzien ,en aan de zuivere grondbeginfelen toetzen. En nu ftaan wy waariyk verbaast, hoe men op zulke zwakke gronden aan de Reprentative Soitverein, een verzoek durft voordellen, ingericht op eenen toon, die al het trotfcbe, al het verwaande eener opgeblazene Geestelykheid verraad, en tevens den fcbyn aanneemt van verongelykte onfchuld. Het doelwit van dit gedrag is niet onduidelyk. Men tragt de minkundigen, de niet doordenkende me. nigte tot zich te trekken, en hun een haatlyk denkbeeld inteboezemen van Vertegenwoordigers, welke dusdanige maatregulen durven nemen, en de rechtzinnige Kerk, zodanig onderdrukken. Als eene bewezene waarheid aannemende, zonder echter eenig bewys by te brengen, dat de Gebouwen, Goederen en Fondfen, bevorens aan het Hervormde Genootfchap gefchonken, en welke ten dienste van hetzelve, na den jare rs&r. onder Nationale , Provinciale of Kwartierlyke Adminiftratiën zyn gebragt, aan hetzelve te recht gefchonken konden wotden, en een wettig eigendom zyn der tegenwoordige bezitters , pogen de Stellers het te doen voorkomen, als of men de Hervormden van hunne Goederen wilde beroven, terwyl men aan andere Genootfchappen het hunne behouden liet, trachtende wyders te betogen, dat die genen, die vermenen zouden dat de bezitting dier goederen onrechtvaardig was, dezelve by den Rechter moest opëisfcherrj terwyl het hunnes oordeels onbillyk is , dat alle Ingezetenen van den Staat, gelyk over deze Goederen by het ftemmen der Conftitutie zullen beflisfchen, terwyl daarentegen veelen tot het Gereformeerde Kerkgenoot)chap behorende, over wiens Goederen, Bezittingen en Godsdienst eigentlyk gehandelt zoude worden, door opkomende redenen verhinderd, zqudc kunnen worden, hunne ftem uitte. Irengen. Bouwende op foortgelyke gronden een verzoek, 't geen zo befpotlyk als buitenfporig, en tegens de aangenomene principes flrydende is. Dit gemis echter van goede grondilagen , trachten zy te vervullen, door geheime befchuldiginge» , als of men voorhad de Godsdienst te ondermynen ; en voegen by. deze gewone kunstgreep in foortgelyke gevallen ingewikkelde dreigementen , als of de meerderheid der Natie , zp zy voorönderftellen f ten minfte f uit Hervormde beftaande, om de voorgefielde nnarregulen ter volkomener affebeiding van Kerk en Staat, de toekomftige Conftitutie zou.- oen verwerpen, gene tegenwerpingen kunnen wy in dit alles ontwaren, welke eenige wederlegging zuuden verdienen ; immers men zal het als gene tegenwerping aanzien, dat de Staat eene onrechtvaardigheid zo zonneklaar, als die van het uitfluitend bezit der Kerklyke Goederen van de gehele Natie door eene godsdienflige feeïte, doch eene onrechtvaardigheid, welke men in dat geval door eene prafcriptie C*) vermeent te kunnen dekken , herftelle. Indien by voorbeeld een alvermogend Vorst de Goederen door \ erfchillende erfgenamen geërft , de overige ontnam, en dezelve aan een uit bun midden gaf, doch eenigen tyd daarna van zynen willekeurige handelwy^e overtuigd, het bedreve onrecht herftelde, zoude dan de onrechtvaardige bezitter, zich op den Rechter kunnen beroepen, en zyne medeërfgenamen toevoegen, ,, Üi. is'geweld „ aangedaan, men tragt dit onrecht te herftellen ,, doch ik fta van het bezit niet af,, als door de ge. „ wonen weg van rechten daartoe gedwongen." Immers hy die boven den Rechter verheven'was en het onrecht bedreven had, was alleen in ftaar' hetzelve te herftellen, en de beledigde had niet nodig den Rechter inreroepen, wanneer de belediger zichzelve vrywillig aanbood om zyne misflag te beteren. Dit nu op hot geval in questie zynde overgebragt, wat volgt daar dan uit? dat al wil men de overige Ingezetenen tegens de Hervormden overftellen , geyk de Steller van het Request tragt te doen de gevolgtrekking, echter die hy daar uit zo arglistig afleid, geenfints daarvan afteleiden is. Immers dan zyn de toenmalige beheerfchers van dit land, welke aan een gedeelte der Inwoonders het eigendom van allen fchonken, aan den willel keurigen Vorst gelyk, en de overige feclen aan welke het tegenwoordige Beftuur, het bun rechtvaardig toebehoorend gedeelte, terug geeft aan de verongelykte erfgenamen. Maar ook hiertoe behoeven wy ons niet te- bepalen. Neen het was eene daad door het toenmalig Beftuur verricht, waartoe her. zelve geen recht en had, eene da->d van geweld die^ van zelve vervalt, wanneer het geweld niet m:êr befiaat.. Het is niet een gedeelte der Natie neen ! het is.de gehele maatfehappy, die hare rechten herneemt; en te ftellen of zy dit niet vermag zonder, rechterlyke uitfpraak, is te gelyk verklaren dat het haar niet v.ry ftaat hare vryheid te heffteC len, zonder door een vonnis van den Rechter daar, toe gerechtigt te zyn. Dan laat ons niet langer ftilftaan by fitteryen, die der theologifche geleerdheid waardig , het gezond verftaqd walchelyk voorkomen ./*, Voor rechtsgeleerde Lezers voegen, wy. hier. ter refutatie van deze zwarigheid hy, d»t de overige Kerkttenootfchmnp» annmer in de mooglykheid zynde geweest bun recht te handhaven, zo immer dan hier dc beTtende regel in rechten te nai koomt. Non Falenti agere, non currit pra/criptis. . h " recnien te pas  ( Sc9 ) men en overgaan tot het verzoek op deze fraaijo 'SsÖij enheheistv^eenve, roek dat bi te» aanftaande ontwerp van Conflnu'haan de Kerkgenootfchappen worden gelaten immers niet zonder hunnfi toejtommmg ontnomen , het: recht en hn bezit van de Gebouwen , Goederen Fondfen en Inkomsten, welke tot dezelve behoren , of ten diensten Van d zelve zyn geaffecteerd, e,. dat diegenen dewelke zich daarme te bezwaart'mochten vinden, worden gerenVoyeerd tot de weg van Juftitie. Wy heooen reeds bevorens de ongerymdheid van dit verzoek aangetoond en zullen uit dien hoofden thans tnerby berusten , echter niet onaangeroerd willende voorby gaan , hoe deerlyk de flellers..zich hief tegenlpreken: daar zy voor alle godsdienstige gezindheden v-rzoeken . dat zonder hunne toefter.mmg hunne kerklyke goederen aan hem niet mogten ontnomen worden ? terwyl hy op de eerfte bladzyde klagen, het net" he grendbegi-fcl van gelykheid (breed, de gereformeerden van hunne goederen te beroven, terwyl alle Kerkgenoodfchappen hier te lande, geen uiigehonderd, al het hunne zouden behouden. Hetbde verzoek behelst het volgende; dat byaldien het oirbaar mocht voorkomen, om byhet ontwerpen van eene Conditutie melding te maken, van de kosten tot den pubheken Godsdienst verëischt, dat alsdan zei wordenbepaald, dat de Staat zal zorgen dat het Godsdienjltg onderwys bevorderd worde, dat overal gelegendheid tot pubUeke Godsdienst oefening ook voor de hervormden zy , en dat alle Kerklyke Leeraars behoorlik worden betaald. • Dit is eigentlyk het ftelpunt waarop alles- !s gericht Het hoofdoogmerk der flellers iehynt geweest te zyn, dit laatfte verzoek ie verkrygen. Wel wetende dat het vorige hun nimmer zouue geworden laten zy het meerdere vooralgaan, om ten minlkn het mindere te kunnen bekomen. Het >S hier dus de vraag: behoren de geestelyken door den jlaa. bezMigt te worden, ja dan neen .? Veel hier uver te zeggen , zal onnodig zyn . de argumenten voor hut ontkennende zyn zo klaar en duidelyk door den- waardigen Leèraar k-ogge en anderen aangetoond en in deNationale Vergadering ter gelegendheid der discusiiën hierover aangedrongen, dat wy gerust den lezer tot deze gefchriften kunnen ver wyzen,. en ons verzekert houden dat hy daarin die overtuiging zal vinden die hy eenigftnts kan wenfehen te erlangen. Een ieder gevoeld bereids van zelve, dat eene menigte ongerymdheden uit dc voorgeftelde maatregel zouden moeten voortvloeien ; dat de delingen en onderdelingen van de tegenwoordig beftaande Sectes zouden aaugroeijen , ieder luiaart die ten kosten van den Staat wilde leven, zich Hechts een Se^e zoude r-r iu zyn venoog wü> de afzondering van Kerk en Staat, (f) Zie bovengemeld Vertoog, p. 49- ,r , Rr 3 vormen, om daarvan de Priester te zyn, dat de vef. fchillende feclen uit vreemde landen na ons Vaderland zonden toevloeijen om in den buit te delen, en de Nationale Kas weldra onder alle deze bezoldigingen zoude bezwyken; buiten en behalven dat die ingezetenen , die ter goeder trouwe gelooven geen Priester nodig te hebben, om dc Godheid te aanbidden, en hunne Godsverëering tot hunne woningen bepalen, welkers getal inden tegenswoordigen tyd zo geheel gering niet is, gedwongen worden te delen In de onkosten door anderen gemaakt. Daarenboven kan wel de affcheiding van Kerk en Steatr plaats- vinden, daar de bezoldiging der geestelyken, die zo vermogende band van vereeniging in wezen blyft ? Van waar kan het Beftuur op gronden van Vry* heid en Gelykheid gevestigt , immer hst recht en cis macht verkrygen, om de leden der maatjehappy te noodzaken om de onkosten van den Godsdienst te dragen. Wy hebben hetzelve het recht of de macht hiertoe noes overgegeven, noch mogen overgeven. Wy hebben hetzel* ve de bezorgin? der algemeene belangen de zorg vooy het behoud onzer vry Md, veiligheid en bezittingen toevertrouwd , het mag en moet alles in hel werk/tellen wat de welvaart der maatfehappy kan doen toenemen. _ Wy gingen zelfs verder : wy betrouwden aan n^ze>f ve de zorg om het tegenwoordig en toekomend gejlachi tot vrye burgers te vormen, die hunne rechten en plunten kennen en weten te beoefenen. Maar de Godsdienst en nos veel minder het uitwendige van dezelve , Heeft met dit alles iets gemeens; drszelfs heerfchappy bepaalt zich tot het geloof in de gevoelens : hy oefent zyn gezag door overtuiging. Hst leren, het veten is by hem het minfte. Hy zegt, dat uit verkeerde grondbeginfelen verricht word, heeft by my gene waarde: de Staat daarentegen ziet alleen op daden en bekommert zich met met de beginfelen Ct)- , t Dar wy dan niet ten halven, maar in alle derzeiver uitgeftrekiheid , aan de gezonde grondoegvnfelen van het maatfchaplyk verdrag, ook in het ft uk van godsdienst hulde bewyzen, en de beletlelen, die het Fanatismus ons tegen fteldt, met eene fiere hand uit den weg ruimen ! daar ons de uitfpraak der reden zegt: „ de Staat heeft gene betrekking met den „ Godsdienst, de Staat heeft niets gemeens met de ', bezoldiging der Dienaren der Kerk." —• Wy wilien echter geenlints ontkennen., dat de edelmoedigheid der Natie niet toelaat, de voormaals heerfchende Kerk, reeds. ïïnts twee eeuwen, in het vreedzaam bezit harer voorrechten geweest zynde, op eens van alles te ontbloten, en buiten haar aandeel in de opbrengst der Geestelyke Ooederen, geheel en alleen aan hare eigen hulpmidde-. ■ len over te laten, terwyl andere Gezindheden zich  reeds fints tyden herwaards, de nodige Fondfen heohen vergadert, cm buiten den behulpzame'» ondei ftand van den Staat, hunne eeredienat te kunnai uhöefléncn , en het is daarom, dat wy de bepalingen van Air. 749 750 en 751. der verworpene Conititutie reeds bevorens hebben goedgekeurd, fchoon wy wat de wyze van1 betaling betreft van gevoelen zyn, dat het gefchikter ware, op eens uit naam der Natie, en als een blyk harer vrywillige mildadigbeid zodanige, fom, aan het gemelde Genootfchap te fchenken, als na waarfchynlykbeid berekend, genoegzaam is, het doeleinde der voorlz: Articulen te bereiken,op voorwaarde dat de tegenswoord;ge Leraren, Weduwen, Kinderen, daar door de trouw der Natie, in het volbrengen van het contract met hu» aangedaan , zouden genieten , —en niet een iomtyds onverdraagzaam gedeelte der Geestelykhud, dit gebruike, om zyne medebroeders te drukken, en ue gewetens m nauuwe fchroeven te knellen, het geen zonder bebooriyke voorzorg, hoogstwaarfchyn Jyk, zoude gefchieden, alsdan is alles terfiond af. gedaan, en de Staat van de Kerk volkomen afge. icheiden, t geen hy niet zyn zoude , wanneer de betaling der Geestelyken van een, af is het flechrs voor eenen korten tyd bevoorrecht Kerkgenootfehap, van het Wetgevend Lichaam afhing. Dan hoe dit ook beflist worde; zeker is het, dat hetzelve gene rede van ontevredenheid heeft , wanneer het deze blyk van minzame infchiklykfceid ondervind, en waariyk, wy kunnen ons niet verbeeldee , waar de verdere klagten alsdan toe: ftrekken zouden : immers zyn de Hervormden im dat geval in ftaat , zich een Fonds te verzamelen , ter ïnftandhouding hunner Godsdienst, waartoe de mildadige giften ten -voordele der Armen tot dus verre weeklyks opgebragt, kunnen verijrekken. Wy tw)ffe!en niet,'of de önderfchei- • dene Diaconiën , welke uit deze giften zulk een aanzienlyk aantal Armen en Weeskinderen tot dus verre hebben onderhouden, ert die na het invoeren eener welingerichte Conflitutie (volgens het aangenomen grondbeginfel, reeds in het verworpen Ptan erkenr(*), dat namentlyk, de Staat voor de behoefte der armoedige leden der maatfehappy,zonder aanzien van Godsdienst, mits de thans beflaande Fondfefi der diverfe Gezindheden aan den Siaat verva/len, moet zorg dragen) van dezen last ontflagen zullen -wórden, alsdan genoegzaam in flaat zuilen zyn, uit de voorfchreven penningen, vooral in grote fteden hunne Leeraren overvloedig te bezoldigen, en de'verdere onkosten hunner Godsdrenst goed te maken, kunnende op die plaatfen, waar deze penningen niet voldoende zyn mogten, (*) 2ie Art. J7s, door het aanzien van het gezamentlyk Genootfchap, m de opbrengst der Geestelyke Goederen daarin voorzien worden. Wat laat gy u dan verder diets maken, angstvallige yveraars voor uwe Geloofsbe. grippen, dat de ondergang van uwen Godsdienst, uit deze maatregel te duchten is, behoeft dezelve dan om in ftand gehouden te worden, de medehulp van de waereldlyke macht, bezit gy in Uwlieder midden gene vermogende lieden , genoegzaam in ftaat, om voor dezen hunnen zo dierbaren Godsdienst; hunne fchatten te hefteden ? behoren f gedeelte der Natie, volgens uw eigen gevoelen niet onder uwe Ledematen^en.zyn deze niet in flaat, dat geen op te brengen, 't geen andere hunner Medeburgeren voor hunne Godsdienstöeffening over hebben. Wel aan dan, ziet van uwe dwalingen af; laat bet oogmerb van bun, die door dit zo walchelyk gefchrift, een gedeelte der Natie, tegen het andere in het harnas pogen te jagen , mislukken , en volbreng de wet van den God der liefde en der vrede, dien gy aanbid, en die niet wil dat Eerediensten hem door wien ook toegebragt, aangenaam, zodra het hart daarin deelt; tot voorwendzels ftrekken om den Burgeroorlog, in de maatfehappy te doen uitbarsten. En gy meêr verlichte Landgenoten, die dit Adres" met dien verachtelyken blik hebt befchouwr, welke hetzelve zo zeer verdient, verdubbelt uwe pogingen om deszelfs nadeligen invloed tekeertegaan. Neemt den hogen toon, de dweepzieke flyl, de geheime dreigementen daarin voorkomende in aanmerking. lj/„dle.de fchroomlyke gevolgen berekend hebt^ welke uit de godsdienflige gefchillen kunnen voortspruiten, gy weet,dat niets in ftaat is, de hardnekkigheid van hem te fnuiken, die zich eenmaal betoenkbeeld heeft ingeprent, dat hy voor de eer van God fn het flrydperk treed, dat de lafhartigfte als dan een held, de zachtaartigfte een wreedaard, en de vredehevendfte een dwingeland kan worden. Gy weet hoe meesterlyk de Priesterfchaar zich ten allen tyde, van deze Geestgefteldheid van den mensch heeft weten te bedienen, om zyne grootheid zyn eigenbelang te bevorderen, of zyne by zondere oogmerken te bereiken; gyl. houd u overtuigd , dat de grootfte gruwelen die de gefchiedenis der waereld bezoedelden, dat zo vele zuchten , fmarten en vloeken van eene federt eeuwen ongelukkige en Jydende mensehheid, uit dit wanftaltig grondbeginfel haren oorfprong ontleend hebben. Déze overtuiging ftrekke u ten fpoorflag, om met eene onwrikbare ftandvastigheid, de thans zo gelukkige ontluikende verlichting te onderfchragen en de volkomene triumph der Wysbegeerte waarna Gyl,met ons verlangt,te bevorderen. Gyl,  C 312 ) Gyl. eindelyk Vertegenwoordigers van Nederland, "tot wien de vertoners van d't Adres, zich met hunre onbezonnen verzoeken zich wenden,-gedoogt, dat wy tot Ul. de zelfde taal voeren, die een uwer Amptgenoten, tot uwe voorgangeis fprak: ,, óRamp„ zalige worsreling tusfehen angstvallige, bekom5, mering en de wysheid, der Nationale Vergade- ring! die zich tot reine waarheid heeft durven „ verheffen. Neen Burger Repraefentanten daar door, dat gy u, van uwen plicht kwyt, dat gy „ aan ware beginfelen cetrouw blyft, dat gy de „ eeuwige Rechten der Natuur eerbiedigt, en wat „ meer is de geest van zuivere Godsdienst volgt, daardoor kan het ongeluk nooit of in eeuwigheid ,. gefbgt «orden. Neen de Broederfchap of, liever „ de Leer der Hervormden, wanneer zy op waar- heid en deugd bouwt, en verlichting en zuivere Godsdienst in 't oog houd, zal of kas niet ver„ gaan, al rukt het vrye volk de banden los,welke „ haar gedurende meer dan twee honderd jaaren, NB. Dit Stuk is naamens den groten Kerkenraad te Amfterdam ,vanalle Predikfioelen, in de Hervormde Kerken afgelezen. NOTIFICATIE, Aan de Gereformeerde Gemeente, uit Naam van den Groten Kerkenraad. D aar er door verfcheiden en Godsdienflige Mannen vau ons Hervormd Kerkgenootfehap ver* vaardigt is, een Adres, aan de Nationale Vergadering, van ons Gemenebest» ter behoudenis van de wettige Eigendommen , Gebouwen en Inkomlten onzer Hervormde Kerk ; welk Adres ia alle de. Gemeenten van ons Vaderland verzonden, en reeds door een groot getal getekend is: —— Zo word ook io deze uitgebreide Gemeente, elk,'t zy ManDen of Vrouwen , Jongelingen of jonge Dochters, vrye of dienstbare, lidmaat of geen lidmaat, op het nadruklyksc vermaant', en allervriendelykst vetzogt, dat zelfde Adres t't welk ook alhier door velen, onderfchreven is) toch te willen tekenen!..... Dat deze uitnodiging gedaan wordt, is alleen om het meer algemeen bekent te maken aan zulken, die hier van noch niet genoegzaam zyn onderricht, terwyl men anders geen ogenblik twyfelen mag, of elk een, zodra hy hetzelve nader zal verfiaan hebben, wanneer hy maar het minst gevoel van Godsdienst en eenige zucht heeft, ter behoudenis van de wettige Bezittingen, Gebouwen en Inkomften onzer Hervormde Kerke, of elk een zal tot dit heilzaam doel begerig zyn zamen te werken ,en zonder eeoige vertraging zich fpoeden om mede dit Adres te gaan ondertekenen, daar er alle haast by dit werk gevordert word! kunnende een ieder zich daartoe vervoegen, gelyk reeds tot nu toe gefchied is, by de Kosters van alle de Hervormde Nederduitfche Kerken in deze Stad en ook in 't Diaconie-Huis, Oude Mannen- en Vrouwen-Huis. (*) Zie het Adv. van den Reprefentsnt hahn, in het Dagblad by van Stbtlle, No. 45Ö» ,, met den flaat door list en gews'd zo ondeugend ,-, en onnatuuriyk famen'flrengelde (*)." Dat wy Ul: dus bidden mogen, fliat op de heilloze verzoeken der veiroonders geen acht? en laat dezelve wysgeerte in uw aanflaande verordeningen omtrent den Godsdienst uitmunten, als in die van uwe Voorgangeren heeft plaats gehad. Wy betluiten dit gefetnift met een voorflel, de Natie en haar Reprffifentamen voor te dragen, dat Wy ter nadere overdenking een ieder aanbevelen, dat namentlyk om de befchikkingen in het ftuk van Godsdienst, welke in de aanilaande Conflitutie geplaast zullen worden, in de Grondvergaderingen te doen beoordelen, bevorens het overige in overweging te brengen, ten einde de kwalykgezinden alle hoon te benemen, om door twisten over dit onderwerp te zaaijen, het 2de Concept-Plan , hoe gefehikt het anderfints, ook voor 't geluk der Natie zy, te doen afkeuren. ■i^ t'wit*>b*ed t  C SI* ) Wanneer één onzer, in den afgelopen week, met een hart weemoedig, over den onberaden flap der Hervormde Geestelykbeid te Amfteldam, den Franfchen Schouwburg aldaar bezogt, fpeelue men dien avond juist: Panda', oü la Vertu Récompenfée; een ftuk dat in allen opzichte zynen maker den beroemden franfchen Burger fran<;ois de neufchateau, waardig is- De volgende zeer opmeikelyke en naar ons inzien voortreffelyke en waarachtige regelen, hoorden wy Vader Anarews, tegens iemand die zich verwonderde, dathy, fchoon Rootnschgezind, geen vervolger meer was, uitipreken <. 't Is waarheid, 'k heb Milord*. geruimen tyd geleên, • Hervormden, met het zwaard, uit blinde drift, beftreen. *k Dacht toen, het is gods wil! maar in myn eenzaam leven, Heeft de ondervinding my een beter licht gegeven; 'k Zag fints myn' dwaling in, en heb een drift veracht, Die Christnen ver beneên den rang der dieren bragt. Eerst dacht de mensch van God, als van zich zelf, onteerend. 't Vernuft, Gerieve en Rome als machteloos, braveerend, Verdreef de nevelrook van 't fchemerend gezicht. Die nu flechts lezen kan, is reeds genoeg verlicht. - Er ts geen weetniet meêr, dan die daar op wil bogen: De dwaling lag den grond van 't priesterlyk vermogen; Maar heerfchappy, die men op dwalenden verkrygt, Houd op, als 't bygeloof en als de dwaling zwygtDat England hier getuig! 't vergeet de nare twisten, Die 't bygeloof ontftak in 't hart van menig christen. Elk bid thans op zyn wys; en bloedverwant en vrind, Hy eert'God, zonder twist, zo als hy 't beste vind. * H t «jp ^ [j TOM Wat raakt het of we ons Roomsen, of wel Hervormden noemen, De waare deugd laat nooit'door woorden zich verbloemen. Aangaande uw Zedeleer, uw Eerdienst is de myn. Het JLeerbegrip is niets, de deugd moet alles zyn. ' Vervolgers zyn alleen de bozen die wy vrezen, Maar hy die 't meest verdraagt is 't allerreedlykst wezen. r Wy kunnen niet genoeg befebryven hoe wy door de voortreffelyke waarheden, in deze woorden opgefto. ten, getroffen waren, 6 dachten wy, wat overtreft hier de Zedekunde op het toneel, in overeenkomst met die van den Bybel, de Leerllelzels die zo vele Geestelyken by menigerleije Christengezindte^, jegens hunne roeping aan, verkondigen en uitöeffenen. Leert hier uit, (zo dachten wy; Geestelyken van welken ftempel ook,.uwe verplichting! en gy Roomschgezinden Christenen! handelt in uwe twisten met uwe anders denkende' broeders, als vader Andrewrs, na zyne verlichting. C) Wy hebben getracht deze regelen overtebrengen, zy zyn te vinden iu het 4de Bedryf, 12de Toneel. ■ Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. 'sHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herding, Amfterdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, BeetsenLoosjes; Rotterdam, D.Vis, van den Drie» , Alkmaar, Meienaar; en verderin dèoverige Provinciën, a drie het heele, enéén en een halve Huiver het halveniatj,  DE DEMOCRATEN. N°. 80- Donderdag Jen 23^ November 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Een altyd braaf, flandvaslig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Noch drift des volks, dat hem tot euvel lokt, Zyn vasten geest gcfchokt. HORATIUS. TVze Redenvoering, op ons verzoek aan ons door den Redenaar gegeven, plaatfen Dwy in de hcop dft dezelve, tot zuivering van het Patnönsme veel mag bydragen. Verhandeling over den aart en eigenfchappen der Vaderlandsliefde. Nimmer hoorde het mensehdom, het woord Vaderlandsliefde meerder bézigen, dan zedert de omwending welke gedurende de laatfte jaren in de begrippen der volken omtrent hunne ftaatkundige vryheid plaats gehad heeft - — men zoude dus billyk verwachten dat de zaak , welke door dit woord word aangeduid, even algemeen bekend, als het woord zelve zoude zyn , en het moge vreemd klinken na verloop van zo veel tyd, de Vaderlandsliefde tot het onderwerp eener verhandeling te nemen ; dan, daar de dagelykfche ondervinding meer dan te veel bewyst, dat we! de meeste menfchen het woord, maar niet zyne waare betekenis-kennen, zal veellicht eene nadere ontwikkeling der denkbeelden , welke men aan de zaak zelve behoort te hechten, niet geheel nutteloos, niet geheel overtollig zyn. — Om tot ons einddoel te geraken,, en onze redeneringen op vaste gronden te vestigen, zal het nodig zyn te onderzoeken uit welke beginfelen en uit welke neigingen van het menfchelyk hart, de Vaderlandsliefde hsar beftaan ontvangt; — onder welke omHandigheden zy het meest aanwezig is, en welke hare uitwerkzelen en gevolgen onder elke form van L1,,deeu ss beftuur — in groote en kleine Staten — in de dagen der oudheid , en in ons midden , zyn of geweest zyn. De eerfte oorfprong aller dingen prente in de gevoelige harten des menfchen, twee hoofdbegiazelen,. de liefde voor zichzelve — en de liefde voor anderen. — Deze zyn het, welke zonder onderfcheid, zyne daden en bedoelingen regelen, — hare verfchillende mengelingen, wyzigingen, ontwikkelingen en botzingen, vormen de characlers der menfchen , en deze zjn verfcheiden, naarmate het een of ander dezer beginzels, het overwigt verkrygr. — Zy zyn het, die het aanwezen aan elke vereeniging der menfchen , tot maatfchappyën hebben gegeeven; — uit hen ontdaan de deugden en oudeugden ;>-- door hen werken de driften, en deze, even verfchillend als^ de mengelingen der beginzels aan welke zy hunnen oorfprong verfchuldigt zyn; Werken by den eenen mensch me,êr, by den anderen minder. Naai mate het een of ander dezer beginzelen de overhand heeft, verfchyuen op het toneel der waerelds, dieyskoude, wrede, onverfchillige wezens, welke geen gevoel dan voor zichzelve bezitten;.—> of die zachtaartige meêwarende menfehenvrienden, wel»-  C 314 ) welke alleen voor hunne natuurgenoten , •—. voor het al^rheén fchynen te leven. —■ Ongelukkig is het vóór het mehscbd^om dat het getal der eerden, dat der twedé te verre overtreft. •— De Hf de veer zichzelven ,öntftaatreeds in de wieg, en fterlt Hechts met den mensch: — uit hare onsuivere bron .vloeien alle ondeugden; — "Zy is de moeder aller misdaden; —• en verre af van toeteftemmen , dat zy de oorfprong aller onzer handelingen, ja zelfs der edelften en belangeloosten zoude zyn : geloof ik dat dit Itelzel by eene nadere befchouwing geheel vervallen moet: —- daar het daden van liefde, jegens anderen toefcbryft , aan een beginzel dat gene liefde als voor zichzelven kent. Liefde voor anderen, is dat zachte weldadige gevoel ; dat de welwillenheid en de deelneming des menfchen,over alle zyne natuurgenoten uitftrekt, en hem dwingt, die even zo hartlyk als zichzelven, te beminnen. .— Zy is de moeder van alle deugden, — de eerfte oorzaak alleredele daden, — zy doet ons, ons zeiven wedervinden in alle de voorwerpen onzer deelneming — en zodanige voorwerp vind zy in elke deugdzame , edele ziel, welke met baar eenftemmfg denkt en handelt. — Oók zy, die van het fpoor afwykende , niets als hun eigen ik, kennen,haat r/y niet: — door liefdadigheid, door zachtheid, tracht zy de afgedwaalde op het rechte pad terug te brengen ; — zy is het edelfte gefbbenk der Godheid , doch niet aan alle menfchen m eene gelyke mate uitgedeelt ; — de Vaderlandsliefde is hare telg — de eene beltdat niet zonder de andere. Even als de wysbegeerte de wetten der natuur, uit de aantrekkingskracht vermeent te kunnen afleiden — eVen zo kan men de oorzaken der deugdzaamfte dade'n, der o verg en ftemming , door welke de zucht tot gezelligheid het aanwezen verk'ygt — der hartelyke deelneming welke Wy in de wclvaarr, Vreugde of leed onzer natuurgenoten nemen, uit het zelfde beginzel de liefde voer anderen afleiden;en hoezeer zy in verfchillende omftandigheden met ons ei- genbelarg moge verbonden zyn , is zy , even zo veelvuldig van hetzeive volmaakt onaf hankelyk. Het gevoel van verwondering, van achting en eerbied, dat zekere deugdzame bedryven en heldendaden by genoegzaam alie menfchen verwekken , vind zynen oorfprong in hetzelfde beginzel, het welk de oorzaak dezer daden zelve is; zodanig dat den opgetogen over eene edele daad , in het ogenblik zyner opgetogenheid , veelal het zy geheel of ten dele tot eene evengelyke daad bereid en gefehikt zoude zyn — en het is door dit zelfde beginfel dat wy geloof flaan aan waare vriendfehap, — oprechte liefde, ■— ongekrenkte trouw. — en alle die andere deugden en goede hoedanigheden, welke het geluk der menfchen bevorderen. Dan zonder in een verder onderzoek, over den aart en oorfprong dezer twee hoofdbeginzelen van s'menfehen zedelyk beftaan, te treden; zal het voldoende zyn van haar aanwezen overtuigd te zyn, om hare opklimmingen , werkingen en gevolgen op te fpooren. By zodanige menfchen, wier traagdenkende, flau« we, harde en ongevoelige *iel, gene andere berrek» kmg, gene andere dryfvtêr — gene andere .Wiereld dan hun eigen ik, en hunne eigene belangens kent, is de liefde voor zichzelven de eenigde beweegoorzaak aller dingen , het middenpunt van alle menfchelyke handelingen : — naarmate hunner eigene belangens en driften , berekenen zy de algemene driften en belangens ■— zelf onbekwaam tot eenige onbaatzuchtige handeling , is de belangloosheid in hunne ogen, eene van die deugden , welke men Hechts uit romans of ouderwetfche heldendichten kent: — de opoffering van vermogen; ■— zotheid; —van het leven— razerny; — edelmoedige vriendfehap, —1 be'langlooze liefde, — huwlykstrouw, zyn by hen harfenfehimmen. — Hun bedorven hart gaat verder, het kan 'het gevoel van erkentenis van meerder waarde in anderen , niet geheel verflikken ; het tracht dio met eenen nevel van twyfeltng te overdekken, en fchryf't  C 315 ) fchryft alle edele daden, fchoon uit de zuiverftc bedoelingen ortftaan.aan lage veinzery of flmkfc oogmerken toe. Na 'hen, veluen die minder bedorvene, doch echter voor d'e maatfehappy weinig nutte wezens, welke flechts uit traagheid tot alle daden , die eenige aanftrenging en veêrkracht der ziele verëisichen, onbekwaam zyn — of veeleer niet bekwaam zyn Willen. Hun hart blyft koud by elke ramp die hunne natuurgenoten treft, — onverfchiliig by die geteortenTsfen welke by anderen een blydur gevcel Veroorzaken • — htfa ei ara eter is een mengi'el det ■beiden begmfelen — by den-eenen ietsmcêr, by den anderen iets minder tot één der zeiven overhel, 'ierrde; en het is naarmate het goede de overhand ■heeft, dat een meêr of mmder indruk verwktende.r fchok , hen aanfpoerd iét dadeiyke werkTcamheid.eu hume ziel tot gulle deelneming in het geluk of ongeluk van anderen opwekt. — Wanneer Ürtptaars heeft za'1 men hen fomwylen zien mede. werken tot bevordering van het algemene heil; dan hunne natuurlyke onbeftendigheid, duld zelden dat -deze opwekki'ng van langen duur Zy , — hare werking is korfftondig en houd op zodra het voorwerp dat haar dc geboorte gaf, oP den minfien afftand verwydert is. Eene meêr beftendige, flandvaster en moedigere graad, der -liefde voor anderen, vormt den belanglozen burger, —- den deugdzamen 'Vader, den braven zoon, den opiechten vriend, den getrouwen, bentgenoot, den waaren beminnaar van zyn Vaderland ; doch het is flehts by weinige bevoorrechte wezens dat dit beginfel in alle zyne kracht werkt, ü& en'hen als het ware boven zichzelf, boven alles Wat hen omringt, verheft: — alsdan vormt het den Edelen menfehenvriend , den waaren held — alie ïlaaffche banden verbrekende , alle vooroordelen af- fehuddende, alie lage vrees verbannende, ver. ryst de weldoender der mensehheid uit het ftof, — 'hy kent gene eigene belangens — 'zyn wil is alléén li - S iet heil zyner natuurgenoten >— en cm dit te volmaken offert hy alles — het dierbaaist — zelf zyn leven op. De Vaderlandsliefde, zich meer over het belang der maatfehappy, — het volk,-— de orde van za- ken> uitftrekkende , onderfcheid zich van het gevoel, dat,om aan het land en de plaats onzer geboorte hecht, en ons in dezen een zeker belang doet Hellen. — Deze gehechtheid of liefde voor het land ,' of de plaats 6'nzè geboorte, levert geen bewys van Vaderlandsliefde op, —- maar is eer.- vry algemene neiging des menfchen, veelal uit gewoonte en hebbelykheid ontftaande ; en fumtyds gegrond op byzondere belangen — op bezittingen, - op de gelegenheid en vooruitzicht daar beter dan elders te kunnen beftaan: - de voorouderlyke verblyfftede vervult de ziel met gevoel van eerbied — de plaatsalwaar de jaren der jonkheid vee'al in onfchuldige vermaken wierden doorgebracht, fchenkt, door erinnéring, aangename gewaarwordingen aan hetharT._ Aldaar leven nog een aantal van hun die in vroeger dagen ons hunne vriendfehap wydden ; — daar rust de asfc'he van anderen die ons dierbaar waren , — het aandenken aan ;hunne liefde, aan hunne deugden, is wellust voor edele zie'en — Hebben wy ons door deugd en menfchenliefde achtriig verworven, dan is het aldaar dat voor ons dankbare harten wonen ■ Dit alles hecht ons aan bet land onzer geboorte,-— dit alles zouden wy vergeefsch' ih vreemde oorden zoeken, of in minder volkomenheid vinden, — dit gevoel is zelf den wildften voklen eigen, en wanneer het verknocht is aan waare Vaderlandsliefde, eene der bronnen van het heil en het geluk der Volken. Dan daar het onbetwistbaar zeker is , dat eene menigte menfchen, fchoon zeer verknocht aan het land hunner geboorte , voor Vaderlandsliefde geheel omvatbaar zyn; — hetzelve niet anders bèfchouwen , dan, als de gefchikfte ftreek tot voldoening hunner belangens of hartstochten, en dus geheel ongenegen'zyn óm de maatfehappy in het'algemeen, of 5 2 de'  < 3iö ) dc byzondere leden van dezelve., nuttig en van dienst re zyn, zullen wy door eene nit de vorige vastgestelde beginfels afgeleide fchets, het onderfcheid tusfehen deze beiden aantonen. Vaderlandsliefde is de hoogfte trap der Vvfde voor anderen,zy is die belanglooze zucht die bepaal- de wil tot bevordering van het heil onzer natuur. en landgenoten , tot verzekering van hunne rust, van hunne tevredenheid, van bunnen welvaart. . Zy ftrekt de liefde voor onzen evenmensen over de .gehele maatfehappy uit — en is het middenpunt waarin alle,op elk mensch byzonder gevestigde welwillenheid, verè'enigd word. — Zy bevordert bet geluk van elk, in het algemeen geluk; en het heil des geheels, in het geluk van elk in het byzonder: — zy is met de liefde voor het land onzer geboorte zeer naauw verbonden, en trekt daarvan het nuttigst voed zei; dan'daar de Egoïst niets anders dan het land zyner geboorte, als zodanig uit eigenbelang bemint is de beminnaar van zyn Vaderland uit Vaderlandsliefde, fteeds bereid zyne dierbaarfte belangens — zyn vermogen — zyn leven, ten nutte van hetzelve te wagen en opttöfferen. De liefde voor het land onzer geboorte is dus meêr £ene neiging, de Vaderlandsliefde eene deugd. Eene deugd, om zo veel meer bewondert in bewonderenswaardig, als zy meerder zeldzaam is. In haren grootften omvang is zy alleen het deel van weinige grote mannen , hare verhevenheid bellist veeityds het lot der volken, — terwyl hare gehele afwezenheid den fpoedigen ondergang der maatfchappyën aankondigt. Zy onderfcheid zich van elk ander gevoel van welwillenheid, doordien zy meêr belangloos is. — Het is moeijelyk in het gemene leven te beflisfen over de meerdere of mindere belangeloosheid van menfchelyke daden, — van dienstbetoning , — liefde of vriendfehap; — men bemint en word weder bemind; — men dient en word we.ier gedient: — de beloning voor betoonde Vaderlandsliefde is meêr twyfelachtig meêr onzeker: — hoe menigmaal was uitbannig, de kerker, ja de dood, haar Joon . ■ hare aart is dus meer belangloos, daar zy hare beloning meestal alléén in de toejuiching van edelden. kende menfchen , in de gunftige beöordeeiing van het nageflacht, maar bovenal in de voldoening van het eigen hart, — in de ftrelende bewustheid van welgedaan te hebben, zoeken moet, en vinden kan. Het ftreven naar deze zaligende voldoening aan de liefde voer zichzelven te willen toefchry ven, of met .den naam van eigenbelang te beflempelen, voegt .alléén den laagdenke.nden die zelf onbekwaam tor deugd, gene deugd in anderen durft voorönderftellen. ' Vaderlandsliefde is de zekerfte waarborg voor alle maatfehappelyke deugden : _ met recht zegt m a. •bly: „ Ly die niet weet, vader, vriend, nabuur, echtgenoot te zyn , kan geen goed burger zyn" De huishoudelyke deugden zyn den oorfprong der maatfehappelyke, en waar men deze vind, beftaan menschlievendheid en Vaderlandsliefde. Dus verre onderzogt hebbende uit welke beginzelen de Vaderlandsliefde ontftaat — en wat zy is, — zullen wy onderzoeken , hoe en in hoe verre zy zich onder éénhoofdige en by volksregeringen vertoond. In de gefchiedboeken der landen door Vorsten beftierd, ontmoet men een aantal bewyzen van waaren heldenmoed — van yver voor de plaatshebbende orde van zaken, — van belangloze daden en opofferingen , ; ■ Condé , Thurtnne , Eugenius, Marlt Bourgh — Ziether — gaven met duizend anderen de grootfte bl) ken van moed en dapperheid , alle toonden zich verknocht aan hunne Landsregeerders, dan bezwaarlyk kan men hunne daden aan Vader, Jandsliefde toefchry ven. _ Zy waren getrouwe onderdanen en dienaren hunner meesters. — Eerzucht — de kennis en het gevoel der kracht en dapperheid der benden onder hun bevel — het vooruitzicht op roem — op titels — op fchitterend eermetaal, op de genade en gunst hunner beheerfchers; zie daar zo  < 317 > «o vele dryfveêren voor hunne daden ; — zy (treden ; a)s kloeke foldaten - dan de prys der opofferin- 1 gen - de prys waarvoor zy hun leven waagden , was'hen bekend, - het gevoel van meerder moed, ■ kunde en geoefendheid, dryft de foldaten der ko ningen ten ftryd, - en veeityds is dit gevoel de , oorzaak hunner zegepraal , — dan die blyken van belangloze dienstbewyzing aan het Vaderland, welie de gefchiedbladen der vrye volken opleveren, vind men in die der Vorsten niet, of fpaarzaam ge- ■ftrooid. —— Het zoude echter onbillyk zyn om vastteftellen dat deze regel gene uitzondering gedoogd. — d'AsJas, Colonel van het franfche regiment Auvergne, vond zich op eenigen afftand der zynen, door vyandlyke benden omringt; — men dreigt hem den dood wanneer by gerugt maakt, - hy ontziet die niet J, vooruit, Auvergne , riep hy ziedaar den vyand' en ftortte op hetzelfde ogenblik, door baijonetren nedergeveld, ter aarde. — De fchildwagt der Amersfoortfche troepen, welke hetHuisteSoetsdyk bewaakten, trof om eene volmaakt gelyke daad in het noodlottig Jaar 1787 het zelfde lot. Roemryk waren de daden van beiden - beiden offerden hun leven voor de zaak die zy verdedigden op, en nimmer zag myn oog zonder aandoening en gevoel van eerbied , de eenvouwdige houte naald ter eere des laatften, op de plaats van zynen dood opgericht. — Het voegt ons brave daden te eeren , waar wy die vinden, en het omverwerpen dezer naald ftrekt het patriotismus van dezen tyd niet zeer tot eêr. Het gevoel en de zucht voor de onafhanglykheid van het land onzer geboorte , van andere machten voimt, even als in de gemeenebesten, zo ook in de landen onder eenhoofdige beheerfching, helden die deze onafhanglykheid verdedigen. 1 De haat welke van de eene natie tot de andere plaats heeft-, vervult mede in vele omftandigheden de plaats der Vaderlandsliefde: — het een en ander zvn. zo men wil takken dezer laatfte. — Dan Ss 3 ;y zyn het niet altoos: — by die nimmer belang, oos het minfte voor zyn Vaderland zoude opofferen , naar veeleer daarvan den ergtien onderdrukker zyn, A'aagt voor de onüfnanglykhcid van den Staat, of uit wat tegen anderen, zyn bloed en leven. Dit :chter kan men gene Vaderlandsliefde noemen. Dat de Vaderlandsliefde in gamenebesten zuiverder is, en krachtiger werkt dan onder éénhoofdige beduren , is door de onderving overvloedig bewezen. — in de eerfte heeft elk inwoonde: een meêr onniiddelyk belang in de welvaart van het geheel,- ' hy heeft een daadlyk aandeel in het beduur, - hy gevoelt meerder zyne waarde, hy kent gene opper, beerfchappy dan die der wet , en werkt tot deze wetten ,het zy in portoon, het zy door gemachtigden mede het ftaatsgefte.1 dus mede als zyn eigen werk befchouwende , fteld hy meêr belang in de handhaving deszelven en is bereid hetzelve te verdedigen; daar integendeel de onderdaan der Vorden geen aandeel aan het beduur, of zyne benoeming , veelminder aan de vastftelüng der. wetten beeft; en hem gene andere vryheid overblyft dan die van te vreden, o£,.by zichzelven onvergenoegt te zyn De laatfte heeft dus dat belang by zyne on. aihanglykheid van anderen niet, het welk de Republikein gevoelt. — Het is hem om het even wie het land regeert,daar zyn lot toch is, om geregeert te worden, — tot de verdediging der plaatshebbende orde van zaken, kan hem dus niets aanfporen als het vooruitzicht op eene flechtere. — Een rreffend bewys van deze aanmerking ontmoet de reiziger in verfcheidene landen; de wensch om onder een ander opperhoofd te komen,is die van vele derzelver bewoonderen , - terwyl de Republikein, die de waarde der onafhanglykheid kent , dezen wensch niet dan met afgryzen aanhooren kan- Misfen nu de éénhoofdige Regeerings vormen vele voordelen uit de Vaderlandsliefde in de Gemeenebesten ontdaande; zy zyn ook minder onderhev.g aan die onöphoudentlyke verdeeltheden, twisten be  C 318 ) bewegingen en fchokken ; welke van deze laatfte onaffcheidbaar fchynen te zyn. — Dan, het zyn veeityds even deze zelfde botzingen en fchokken, Welke voedze! en kragt aan de Vaderlandsliefde by. zetten. — Het is in het midden der woelingen, dat zich vermogens ontwikkelen, welke in onafgebrokene rustige tyden , verborgen en onerkend zouden gebleven zyn, en het is aan de inwendige ver* deeldhcden, dat de Gemenebesten velen hunner 'grootfie mannen hebben te danken gehad. Niet .'minder waar is echter, dat de Vaderlandsiiefde te dikwerf word gemisbruikt, — door domme wezens uit onkunde en verkeerde begrip, pen , met de voldoening hunner onfhrnrge driften verward , — en aan booswichten ten masker hunner fnode bedoelingen ver'drekt. - In alle tyden ver. w;'kte de liefdevoor zichzelven ven aantal menfchen, "Welke dén mantel der vaderlandsliefde omhingen, om tot die ampten te geraken, welke te bekleden alleen den waariyk braven man voegde. >- Overal jpoorde de eerzucht c-n begeerte, om te heerfchen lieden aan , om naar de posten van eer en gezag te dingen: — in éénhoofdig beheerde Staren, waar de beloningen en verheffingen van het vorfIel«k ge* zag af hanklyk zyn, zocht hy die zyne grootheid bevorderen wil, dit oogmerk door gene opftapelingvan laagheden, te bereiken, hy kruipt, hy vleid - hy roemt op zyne verkleefdheid aan den vorst. - Denzelve man fpeeld by Volksregeringen eenen ande'. ren rol - hy vleid het volk - hy lastert de beftuurders of de amptenaren - hy verfpreid ongenoegen en twyrTeling — en tracht langs dezen weg het volk te beduiden , dat hy alléén zyne zaak is toegedaan leeft hy onder menfchen, welker charafter laf en »™ag is, dan fpeeld hy den rol des bedaarden, hy fchynt niets als zachtheid en gematigdheid te begeren — hy vleid ook een ander gedeelte des volks— en ook langs dezen weg geraakt hy tot zyn oogmerk Set onderfcheid tusfehen hem, die door Vorsten- gunst verheven is, en hem die door het volk be. noemd wierd, is veeityds in het vervo'g .alleen dit, dat de gunfleling des hofs na zyne verheffing de zelfde laag kruipende dienaar zynes begunstigers blyft; -— daar integendeel de laatde dadelyk na zyne bevordering vergeet, wie zyne meesters zyn, en veelal hen erger onderdrukt dan hy gedaan heeft, Wiens plaats hy door gefchreeuw, kuipery ofvleijery heeft weten intenemen. — De gevolgen dezer gewaande en baatzuchtige vaderlandsliefde-, zyn echter ook niet altoos jen nadele der maatfehappy: — helt gebeurd dagelyks dat zich menfchen verdienstelyfe maken en nuttig zyn, terwyl hunne eenige dryfveêiy belang of postbejaging is. — Anderen wenden eer dat zy geplaatst zyn fchadelyke middelen aan, dan pas zyn zy in eenen post of men hoord niets meer va'n hen, en zy nemen derz.lven plichtmatig waar». — Weten zy hun gedrag zodanig te maskeren, dat zelfs doorziendo m«nfchen zich in hetzelve'bedriegen, dan geeft de goede verbeelding die men zich Van hunne vaderlandsliefde en deugden vormt, aanleiding tot naaryver, en anderen doen aan hun va*i derland uit navolging dat nut, wat deze, fchoon uit andere bedoelingen, doen, of fchynen te doen. Het kwaad word erger wanneer , belangzoekende, door haat, nyd, of eerzucht gedrevene wezens, aan hunne hartstochten en woeste driften genepalen'ltellende — onder den fchyn van vaderlandsliefde, het belang des volks, tegen het hunne in de waagfcliatl ftellen, — of eene geveinsde gematigdheid uithangende, deze dén volke trachten inteboezemen, en eigen te maken - en langs dezen weg ten kosten van alles, — van den welvaart des volks zelve, — een gezag te vestigen op de puinhopen der Volksoppermachr. - De eerde werken onduimig, woest zyn de dormen die zy den Staat veroorzaken, — de werking der laatflen is die van eenen traag doch fteeds vlietenden firoorn, die langzaam, maar zeker, zyne oevers ondermynt - en de daarop rustende gebouwen  C 319 > Tven in den afgrond mede fleept. — Beide ayn ge. waariyk, ja dodelyk voor de maatfehappy: — de bron van beide is onzuiver. • Heeft de geest van tweedragt, heeft domheid by het volk, en tevens voiksverleiding onder allerhanden fchyn, in den Staat de overhand, dan is een der nootlottigde daar uit vloeijende kwalen, deze, dat brave vaderlandslievende, belangloze mannen, ziende dat zy tegen den ftroom der kwalykgezinden niet kunnen oproeijen, zich aan den dienst des vaderlands, waar hunne braafheid niet meêr welkom, of nutteloos is, onttrekken,en de hulk van den Staat aan haar eigen noodlot overlaten — alsdan hangt het geluk des vaderlands, van do overwinnende faqtie af — is hare tegenparty machtig genoeg om by den eerden nnsftap, haar den val te dreigen, dan kan zy uit nooddwang het geluk des volks beharti ■ gen, en deugdzaam handelen: — doch hare duurzaamheid is onzeker, en met deze het heil der maat. fchappy. — 111 deze daat van zaken word oprechte vaderlandsliefde met veêrkragt en moed verzelr- een behoefte van-den Staat, en daan er nu gene van die zeldzame, kloekhartige, belangloze, mannen op, die zonder omzien, het volk, ondanks zichzelve aan een gewis verderf onttrekken, dan is de baan fchoon, voor den eerden overheerfcher wien het gelukt, het oppergezag zich aantematigcn. De aanmerking door velen gemaakt, dat de vaderlandsliefde, wanneer men die in monarchale Staten aantreft, meêr belangloos dan in Gemenebesten is, is niet van alle waarheid ontbloot, of eerder die dat er in de Gemenebesten m-.êr gew aande vaderlandsliefde, dan in de anderen te vinden is. —— In de Monarchale Staten is de vaderlandsliefde voor den btlangzoeker zeldzaam van eenig nut, doordien zy aldaar gene aanleiding tot bevordering oplevert, ja zelfs veeityds verboden ooft, of niet geteld is. .— Terwyl in de Gemenebesten de bevoegdheid tot posten meestal naar den uiterlyken fchyn van vaderlandsliefde word berekend, en deze deugd zelve, een voorwerp van figenbelang,— 4e kacpprys xan.eerposten en broodwinningen is: — het is dus zffËÉc dat even als men meerder onbaatzuchtige vaderlandlievende mannen in de Gemenebesten,als in de monarchale Staten vind, men ook in de eerfte meerder huigchelende fchynpatriötten, dan in de laatfte aantreft. De uitgebreidheid der Staten, is mede van eenen onberekenbaren invloed op de Vaderlandsliefde. Naarmate deze kleinder zyn, word het geheel gemakkelyker overzien — dat gene , wat wy firaks liefde voor het land onzer geboorte noemden, werkt alsdan met meêr k-ragt op de menfchen, — den kring is kleinder en de noodzaaklykheid der pogingen tot behoud, doet zich fpoediger gevoelen, by een vyandlyken aanval is het belang van zelfverdediging fterker, het gevaar is nader by, — moeijelyk is het den burger, het vaderland cp den afïland van vele mylen te doen verdedigen — nogthans is het, het vaderland. — Doch firekt zich dit flechts op eenige uuren uit, dan gevoelt hy levendiger het gevaar, en fnek tot hulp — hoe kleinder een Geme. nebest is, hoe meer invloed elk burger op de algemene zaak heeft, en hoe minder botzingen van belangens in den Staat plaats hebben, de een kan des ander meêr naar waarde beoordelen, — dfi brave man word beter erkend en geacht, en hy leert de achting beter waarderen. — De onëvemedigheid der rykdommen is minder groot, en meerdere hartcïykheid en genegenheid heeft by den inwoonderen plaats; hoe meêr deze alle een huisgezin uitmaken , hoe meerder neiging om het algemeen te dienen, onder hen bedaat, en hoe fterker de vader, landsliefde is. Het is vooral, wanneer zich een Gemenebest flechts tot eene ftad bepaald, dat deze banden nauwer worden toegehaald: Ramen maakte genoegzaam alléén het Romeinfche Gemenebest uit, de overige aan hetzelve gehechte landen waren eerder wingewesten, als dadelyke delen van hetzelve, en wiei- den  C 320 > den ook als zodanig befluurd, <—< In Griekenland was genoegzaam elke ftad een afzonderlyk Gemenebest : het welk als eene der hoofdoorzaken van die menigvuldige Republikeinfche daden, welke hare gefchiedenis opvullen, kan worden befchouwt. •—1 De vaderlandsliefde kan zich wei over eene grote oppervlakte uitftrekken, maar hecht zich meêr'be- paaldélyk aan eene kleindere uitgebreidheid. Roüsseau zag met (Ynart terug op die tyden , waar in d_- aarde in eene ontelbare menigte kleine Staten vms verdeelt, welke eenigcrmaie elk flechts een hu'Sgezin uitmaakten. — Dan hoe zeer dit theoretisch befchouwd, een voordeel moge zyn, — hoe zeer de vaderlandsliefde warmer en krachtiger in zodanige Staten zy, heeft echter de ondervinding geleeraart, dat deze orde van zaken onbegaanbaar is, zo lang de geest van twist, en de zucht tot'heerfchappy of overwinning, trekken van het menfehelyk charaéler zullen uitmaken, en de liefde voor ons zeiven op de ne gingen en handelingen der menfchen invloed zal hebben*— de naauwfte bondgenootfchappelyke veréénigingen hebben nimmer dit kwaad kunnen voorkomen, maar veel meêr den geest van verwydering en onderdrukking voortgeplant. — Grote uitgebreidheid , is dus een noodzaaklyk kwaad, en het is alleen in de inrichting vau het maatfchappelyk verdrag, dat men door eene, zo veel mooglyke verééniging der belangens, en de ftipfte in achtneming der billykheid en gelykheid, een waarborg tegen het fchadelyke daarftellen kan. Vele andere redenen droegen in de gemenebesten der oudheid het hunne by, om meerdere veerkracht aan de Vaderlandsliefde bytezetten. De mensch was minder van den ftaat der natuur verwydert, ■— hy voedde minder driften , kende minder behoeftens, minder genietingen , —- dit alles hechte hem minder aan zichzelven, en daar hy weinig bezittingen te verliezen had , en men dikmaals ziet dat de mensch eerder zyn leven als de ■ ze laatfte waagt, vielen hem de opofferingen welke de Vaderlandsliefde vordert, minder moeijelyk •— weinig aan gemak en weelde verllaafr, fchikte hy zich beter in de ongemakken wilke den dienst des ftaats verzeilen, — zyn phylicq geftel was minder verzvakt, en zyne ziel bezat no<; hare veêrkragt,— de Zeevaart was in hare geboorte, de Koophandel weinig betekenend het reizen aan zo vele gevaren biootgeftel J , dat het zeer zeldzaam voorviel — de volken kenden gene andere dan hunne naburen, en met deze leefden zy in befiendige onmin en kryg —- het lot der overwonnenen was de flaverny, het Vaderland was toen voor elk mensch de eenige ftreek waarin hem vergunt wierd te beftaan. Geen wonder dus dat elk burger aan zyn Vaderland was gehecht,daar het belang van hetzelve meêr onmiddelyk het zyne was, alzo hy, zonder zich aan de grootfte gevaren blootteftellen , hetzelve niet konde verlaten, en dus in het vaderland zichzelf befchermde. De vorderingen der teichaving, der kunsten, wetenschappen, koophandel en zeevaart, de uitvinding der drukkunst, de gemakkelykbeid, om met elkander, fchoon op den verüen afftand verwydert, gemeenfehappelyk om te gaan ; hebben in den ftaat der zaken eene algemene omkering te wege gebragt, ep door het vermengen der volken, de vaderlandsliefde in die zelfde evenredigheid vermindert, als de liefde voor zyne Landgenoten, zich verder over het gehele menfcnelyke gedacht heeft uitgeftrekt. — De barbaarfche woetthe'd der oorlogen neemt van dag tot dag af—het lot der gevangenen is niet meer de dood of de flaverny — eene liefderyke godsdienst, heeft de menfchen geleert,dat zy alle kinderen van eenen vader zyn, — dat hunne eerfte plicht is elkander te beminnen — dat weldoen aliéén, gelukkig maakt. De Wysbegeerte heeft het hare toegebracht om de volken te verbroederen ,en de Nationale haat te verminderen. — Dit alles heeft medegewerkt, tot uitdoving der vaderlandsliefde — en om haar vuur en veêrkracht te ontnemen — de liefde voor de plaais onzer geboorte heeft hare plaats ingenomen, en het vaderland is thars meer het land waarin men verkiest te leven, als wel dat alléén, waarin men leven kari De Vaderlandsliefde, uit alle deze oogpunten befchouwd , is dus dat niet meer wat zy weleer was en behoorde te zyn. Inmiddels is zy .onalfcheid- baar van het geluk, en het beftaan der volken , • het is dus onze eerfte plicht alle pogingen tot haar behoud aantewenden, de fchadelyke oorzaken van ■ bare verbastering wegteruimen ; —zodanige nadelen welke uit algemene menfchenliefde en meerdere verlichting oniftaan , in voordelen te doep verkeren, door deze zelf aan dc Vaderlandsliefde dienstbaar te maken, en door het bevorderen van het algemeen cefik de menfchen te dwingen, om het Vaderland te beminnen , — gefchied dit niet dan zal de Vaderlandsliefde weldra eene ydele.klank, en alle de met haar vermaaglchapte deugden van de aarde verbannen worden. — Zal men het kwaad genezen , dan moet men het vooraf kennen , en hiertoe moeten wy alle het onze toebrengen : — tot dit einde zal ik eeni^e algemene middelen,met die vrymoedigheid die het belang der zake vordert, trachten aantewyzen. (Vervolg en jlot in het eerst volgende Nommer.) Deze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer, en de Wed. J. ter Veen en Zoon . 's Hage, van Cleef en Leeuweftyn ; Leyden, Honkoop en Herding. An/lerdam, J. A. Crajenfchot; Haarlem, Beetsen Loosjes ; Rotterdam, D. Vis, van den Dries, AIkmaar, Molenaar; en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en esn halve ftuwer liet naive dmo.  D E DE M O G RATEN. N°. '8 I • Donderdag den 2oü™ November 1797. Het Derde Jaar der Bataaffche Vryheid. , a . 'ars nö t ïtr;h ; :"r ni-g'5 eno .nsy «ahastev üq|-'- elb,'b^ iAivvii '\:.t< -,-t . , ïo'ja qiaoo : I Een .altyd braafflandvastig man, Voelt door het dreigend oog van een vergramd Tiran, Ntch drift des volks, dat hem tot €uyel lakt, Zyn vasten geest gefchokt. HORATIÜS. (Vervolg en flot van n». 80.) De neigingen en hartstochten der menfchen te regelen,—de zeden te verbeteren, —Volkdeugden ep Vaderlandsliefde optewekken, — en deze allen tot een punt,het heil des voiks te doen uitlopen, —alle beletzelen, alle hinderpalen welke de bereiking van dit hoofdoogmerk aller menfchelyke verééniging fcouden in den weg Haan, — uit den weg te ruimen is de verheve taak der befluurderen der volken op- gelegt. De weg tot dit groote doeleindeiisjLwaafi, maar niet on&verkomelyk: — aal de menschtzyn Vaderland oprecht beminnen, en zich voor hetzelve in de bres (lellen, dan moet het hem daarin wolgaan en hy met zyn lot te vreden zyn; — niets geleid '%em meêr tot liefdadigheid en tot een vuurig verlap-gen, om altes wat hem omringt even zo te vreden -en gelukkig te zien, dan zyn eigen voorfpoeden welvaren. — Het geluk der menfchen, dat is elks by_ zondere voorfpoed en tevredenheid, — is dus eene ;der oorzaken waaruit de Vaderlandsliefde haar be- flaan ontvangt: de pogingen der beftuurders behoren dus voorïl te ftrekken tor bereiking van dit eogmerk. — De Jaarboeken der Volken zyn opgevuld met een aantal wetten en bevelen, welke meêr blyken opleveren van heerschzucht dan van vaderlyke genegenheid , .tot..bevordering ,van algemeen II. DBib geluk. —- De kunst van regeeren fchynt zich tot nu toe, behalven de wetenfchap, om met andere beduren met gepaste valschheid omtegaan, meestal bepaald te hebben, tot het heffen van belastingen en bet maken van fchulden — tot het doen van be. dreigingen en het bepalen van flraffen , byna alléén ingericht om het volk den opftandte betwisten en hetzelve in bedwang te houden. — Het -daarftellen van goede inwendige inrichtingen tot bevordering van inwendig .geluk, wierd uit het oog verloren, —- en nochtans zoude men éénftemmig werkende , den Landbouw, den Koophandel., de .Zeevaart, ue Kunsten en Wetenfcbappen met!den wil om goed te doen , en flechts ten koste van een weinig moeite eenen meerderen luister hebben kunnen byzetten, en langs dezen weg den burger meerder gelegenheid hebben gegeven om door eigen vlyt te beftaan, en de armoede vermindert hebben. k By de meeste volken ontmoet men goede wetten, welke in onbruik geraakt zyn,en kwade,welke op den hals der burgeren drukken, benevens eene menigte ingeflopene misbruiken en vooroordelen, waarvan de moesten fpoedig en ten vollen te verbeteren zonden zyn, indien de beftuurders zich met yver daarop toelegden, en deze gebrekkige innch. Tt tin-  tingen aanzet algemeen geluk toetften : ~ veele, derzelve zouden flechts eene kortftondige nafporing verëifchen. — Dan 'er zyn ook by alle volken zwaardrukkende, verouderde kwalen, voor welke geene hulpmiddelen, dan misfchien op tyd te vinden zyn.— De oogen aller braven zyn op hen gevestigd , die gefield zyn het lot der mensehheid te verbeteren; — laten zy in de eerfte voorzien'—en bewyzen dat hen de laatfte ter harte gaan , dan zal het volk te vreden zyn. — Wanneer zy blyken geven het volk te beminnen — wanneer zy blyken geven dat s'volks belangens hunne handelingen beduren; dan zal het dankbaat Volk hunne pogingen — hunne bedoelingen zegenen , —. zyne liefde zal hunne beloning zyn; —— en de eerfte dap tot aankweking van Vaderlandsliefde is gedaan ! ' • - : •'' ' Dan zonder eehe algemene verbetering der zeden, zonder de voortplanting van huishoudelyke en volksdeugden, zyne alle pogingen tot bevotdering van algemeen geluk", —i tot opwekking der Vaderlandsliefde, nutteloos en vergeef'sch. „ De Liefde voor „ het Vaderland", zegt montesquieu: „ geleid „ tot de goede zeden, en de goede zeden geleiden tot Vaderlandsliefde ; hoe minder dat wy onze >, byzondere driften kunnen voldoen, hoe meêr wy „ ons aan die, welke het algemeen geluk bevorde„ ren , zullen toewyden". Hoe ftrcuger en klemmerder de inrichtingen ter bepaling der driften, welke met het algemeen belang ftryden,' zyn — hoe meerder veêrkracht die'gene welke vry blyven, zullen verkrygen: i— deze "waarheid ftrekte ten grondflag aan de inrichtingen van -Lycurgus- te Spana, en 'béfïste vyfhondert ja ■ren'het goluk en het lot van Lacedtmon — Alléén •in den 'kring 'der goede zeden, verkrygt de ziel die 'Hc-fdad'gé' (trekking en vastheid, welke de waare ■ patronen vormt. — De tedere indrukfelen door Tattuir' in ons hart geprent, — de zachte neigingen, die de Vaders en hunne kinderen'; — de broeders, — dè echtgenoten, de vrienden, — de men¬ fchen, onderling veréénigen , zyn zo veele bande» voor de Vaderlandsliefde. — De weldadige (trekking, die ons deel doet nemen in het lot van anderen, — die ons voor bun achting, liefde, mededogen inboezemt, voert ons op tot alle opofferingen — tot vergeting van ons eigen ik; deugd en men.' fchenüefde verheffen ons, vermeerderen onze krachten en veredelen dé ziel. Daarentegen is 'er gene ondeugd onder allen die den mensch beheerfchen, welke de ziel niet doet ontaarten, noch geen overdreven drift die hare vermogens niet krenkt, — haat en trotschheid verhar. den den mensch; gierigheid onttrekt zyn hatt aan alle andere voorwerpen: — ontucht en dron- kenfehap , onberaden weelde verzwakken zy. ne kraclnen .- de luiheid baard vadzigheid en ongevoet : I de , aan ondeugd overgegeven mensch, offert zyn hart, — zynen tyd, — zyn ver- mogen , en zyn geluk, offert alles aan de vol,. doening zyner misdadige driften op: niets blyft 'er ovet voor zyn Vaderland. Veele middelen kunnen tot verbetering der zeden worden aangewend; de algemene, beftaan in de wetten het openbaar onderwys — en het voorbeeld der vaderen des volks; — de byzondere verfchillen in het onëndige. Twee hoofdvyanden van het menfchelyk geluk, beftaan in de meeste Staten, vooral in die van meerder uitgebreidheid, twee kwalen dodelyk voor de goede zeden in de Vaderlandsliefde. — Zy zyn de overgrote onevenredigheid der rykdommen — en de .overdrevene weelde w'dke daarvan het onvermydelyk ge~ '-vó'.g is. ■' t ■ • Uit de onevenredigheid der rykdommen ontdaan; by den' ryken trotschheid , hoogmoed, ongevoelig, heid en zedenloosheid; — by den armen, yverzucht eri nyd, met alle de misdaden uit deze met de armoede helaas te veel gepaart. — Immers, hoe kan by zo veele-beweegredenen tot tweedracht■, afgunst en nyd — by eene zo ver geöpende bron tot ver. vhI-  ( 323 ) Tullirrg aller driften der welwillendheid welke de menféhen verbind, en de moeder dei- Vaderlandsliefde 'is, bet aanwezen bekomen? De ryken ziet den armen flechts uit de hoogte — op eenen afftand beneden hem, — hy field in den laatflen geen belang, — hy gevoelt voor hem niets dan afkeer,: ito de armen gevoelt dit, hy ziet zich vernedert,.vejü acht, verfmaad; — het natuurlyk gevolg is,.dat hy> alle liefde voor eene zaak verliest, waarvan by zelden of nimmer de vruchten plukt, en welke hy meestal ziet geleiden, tot vermeerdering der grootheid of fchatten van hem , die niets als trotsheid koesterd en den armen onderdrukt. Het zy verre van my de gevaariyke leer re prediken, van hun die algemene verdelingen .van alle vermogens als wenschlyk, als nuttig voordellen: de onëvenredigheid der rykdommen is vooral in grote Staten'een onvermydbaar kwaad »;'en alles wat. de bëftuürderen'.Xies lands vermogen .te. doen is het voorkomen dér fchadelyke gevolgen van dit kwaad,! en het verminderen der gevaren , welke daaruit voor de maatfehappy ontdaan.— Het beduur is' het hart der maatfehappy ; de omloop des daatkundigen bloeds — het geki moet door hetzelve zodanig worden geregeld.dat zelf de uiterde delen des licbaams hun voedzel ontvangen. — Alle ondernemingen welke het vermogen van weinigen, ten kosten van deri welvaart van veele zouden kunnen vermeerderen , moeten zorgvuldig worden tegengegaan en ga- degeflagen, en het beduur behoort het gering vermogen der armen tegen de winzucht van meervermogende , door gepaste wetten te befehermen. ►— Is dit eene plicht de beduren opgelegt, om zo veel minder vermogen zy door verkeerde finantiëe le maatregelen, het zy uit onkunde of opzetteJyk, aanleiding te geven tot die fchandelyke woekerwin. den, welke uit deze ten kosten van duizenden ongelukkigen, en ten behoeven van hun ontdaan, welke van den algemenen nood gebruik makende, hunHe fchatten alleen aanwenden om den armen nog Tt het laatde wat hem overblyfr, te ontwenden. — De beloningen voor ambtsbézigheden moeten zodanig Worden ingericht, dat zy evenredig aan de vereisente kunde en werkzaamheid, den ambtenaar een re. delyk bedaan verfchafFon — aan de Staat vermag deze niet boven het hiertoe benodigde uitteftrekker, nog zelve de weelde door overmatige bezoldigingen 'aantekweken ,• — de fchattingen moeten zodanig worden 'geregeld , dat zy daar het meest drukken waar zy het . best kunnen gedragen worden,— de armoede der armen moet door gene drukkende belastingen worden bezwaard — de middeldand, de ryvere en doorgaans minst bedorvene doch tevens de nuttigde clasfe des volks, moet door de meest mogelyke verlichtingen in ftaat'gtdeld, en gehouden worden om op eene eerlyke wyze in zyne eigene behoeftens te voorzien , en vervolgens in de lasten mede te kunnen dragen. — Vooral moeten nimmer de gereedfchappen nog eerfte behoeftens der werkzaamheid , door belastingen worden bezwaard. Het fchadelyk vooroordeel, dat noch te veel aan het bezit van rykdommen word gehecht , en de ryke den minvermogenden , als een wezen eener andere fchepping doet aanzien, kan niet te krachtdadig worden tegengegaan. Deugd en braafheid, bepalen de waarde van den mensch , kundigheid verheft hem boven anderen.—* Deze alleen moeten by alle danden worden geëert, en de booswicht, hy zy ryk of arm aan de openbare verachting, worden overgegeven, of naar verdiensten gedraft. Het is niet alleen genoeg", de nadelen der onevenredigheid der rykdommen te keer te gaan; eene twede zorg is om dezelve tot bevordering van algemeen geluk te doen uitlopen. ■ Het is het belang van den Staat, den omlopp der rykdommen te bevorderen, — hier door word den algemenen welvaart bevordert, — de weelde draagt hiertoe het hare by — maar de weelde verfchilt onz ein-  ( 324 ) eindig' in: hare werkingen; ■— er befiaat eene foort van weelde, welke hoogstfchadelyk is voor de maatfehappy — en vernielend voor hun die zich aan haar overgeven. — Zy verlaagd den mensch beneden de redenloze dieren, is fluitend en ergerlyfc voor hun, die van haar getuigen zyn , zy offert dagelyks waar geluk aan ydele verwaandheid, en de onfchuld aan woeste driften op — zy floort de rust der huisgezinnen, het geluk van ouders en kinderen, en gaat zelfs zo verre dat zy zich aller wandaden durft beroemen. — Zy vervuld onze tafels met fappenbedervende fpyzen , — zy vind wellust in dron. kenfehap, — zy misbruikt een aantal wezens, die nuttig voor den Staat zouden kunnen zyn, in overtollige, luije, onnutte dienstboden, die welhaast even zo bedorven als hunne meesters , den Staat een elendig nageflacht beloven. — (Weelde die het menfchelyk gevoel, verftompt — alle gevoel van', deugd en vaderlandsliefde uitbiuscht, en hare afhangelingen voor alle edeledaden geheel onbekwaam, en geheel onnut maakt voor de maatfehappy — Zy kent gene palen, behalven hare fpoortozeofgewaande-1 driften , — om dat de behoeftens der inbeeldinggene grenzen hebban.Hy, die zich aan haareJnerge'efr , word hard: en onrechtvaardig. —• het. vooruitzic'u, om door de-.vermindering zyner fchaf tan , eens een' einde" aan de. voldoening-zyner bui ■ tenfporige hartstochten , te. zien — voleind den b,aoswicht. -fSast met een opmerkend oog de gevolgen dezer ondeugd: gade. — en. gy zult de oorzaken der oneindige afwisfelingen der vermogens ontdekken, — gy zult allefiandem door eene onzinnige:zacht tot navolging', zich zelve zien verarmen , en ten afgrond, brengen — door baar vind men dat.vreeslyke aantal, door fchulden overladene, en te gronde^geriefite^ huisgezinnen — in armoede geiompele, weleêr aanzienlyke genachten — -uitgeputte handwerkers', nog daarenboven door het niet- voldoen van den prys hunner' arbeid, in eiende vervallen «wH onéénigheid en twist tusfehen man en vrouw — tusfehen ouders en kinderen — daar verfchilt de weelde van den man, met die zyner vrouw — hier de fmaak van den vader met die van den zoon. —— Zo word een anderfints eerlyk koopman , door de weelde der zynen , een fchandelyke bankroetier , een woekeraar, of een eerloze bedrieger — de flaatsman , om aan zyne ongemetene uitgaven te voldoen, verraad zyn vaderland — en de maatfehappy ontaart in een bende rovers, in een hoop flaven. Het is hier de plaats niet om te onderzoeken, in hoe verre de grote fteden al of niet nuttig voor denStaat" zyn — dan dit is zeker, dat de ondeugden en verbasterde'zeden, aan deze meêr eigen zyn dan' aan-bet platle'hnd, en zy als het ware het middenpunt derzelven, als mede van-intrigue en baatT zncht uitmaken. —— Even als de grootfte onevenredigheid tusfehen den armen en ryken in dezelve plaats Heeft, vind men in- haar alle de daaruit'ontftaandé kwalen, — de zo fchadelyke weelde vestigdlduS in deze en eenige hufplaatzen, voomamentlyk haren zetel .fchoon zy zelden zo algemeen word dat zy gene.- uitzondering duld. —.Wanneer men den- tégenwoordigen ftaat. der volken nagaat,.dan ontmoet men allerwegen de blyken * van de. waarheid dezer ftelling — dan ontmoet men fteden waar duizende , tot de uitcrfle armoede gedoemde, menfchen, gene andere woning nog fchuilplaat,<; hebben, damde floepen der paleizen van trotfche groten — met alle de uit deze orde van zaken voortvloeiende zedenloosheid, — en moord! —<■ de vaderlandsliefde zoude men, in zodanige veellicht alleen by den middenftand, doch niet by de bewoonders der paleizen, en even zo weinig by den armen vinden kunnen. Zonder eene maatfehappy-te: willen vestigen',wel-: kers beflaan alleen in de hersfenfehimmige denkbeelden van Romanfchryvers: plaats vind,.zal ik echter, dit zwart tafree],, door. eene troostrykere, en }\  < 3*5 ) eri met eene, by de tegenwoordige orde van zaken, niet onbeftaanbare fchets eener verbeterde maatfehappy , doen opvolgen. Even zo zeer als de rykdommen, door het veelal daaruit ontftaande zedenbederf, der maatfehappy met eene gehele ontbinding dreigen : even zo zeer kunnen zy aan het algemeen geluk worden dienstbaar gemaakt; daar het de rykdommen niet, als zodanig zyn, welke door het verflappen der veêrkragt der ziel, en hare vermogens, de banden van deugd en vaderlandsliefde verbreken, maar wel het misbruik derzelven. — In het midden van den overvloed, kan eene grootfche eenvouwdigheid plaats hebben —de overtollige inkomden kunnen tot voorwerpen van weelde worden gebezigt, zonder de maatfehappy te benadeelen, maar integendeel moeten zy de welvaart der byzondere leden, en dus der maatfehappy zelve bevorderen. De mensch met weinig behoeftens, — is altyd, in alle omftandigheden, — onder elke luchtftreek ,. vry enonafhanke. lyk — laat ons leren met minder genietingen te vreden te zyn —. dan zullen die, welke ons over- Myven, eene meerdere waarde verkrygen. Laat de werken der kunst — de bevordering der wetenfehappen — en nuttige ftichtingen voor het algemeen, — laat, eene op inlaodfche voortbrengzelen-berustende pracht, voorwerpen van weelde, worden, — Iaat de pracht van fchilder en beeldhouwwerk, de plaats der wellust bekleden, — dan zal de maatfehappy bloeijen — dan zal de roem der natie, en n-et haar net denkbeeld vin meerder waarde, aan den mensch zo eigen, wanneer hy op de deugden en voortrefTelykheden zy: cr natie roe. men mag, — by alle hare leden bevordert worden, en hen tot meerder vaderlandsliefde aanfporen. — Nutte kundigheden meêr algemeenbeoeffend worden,-;—» en hy, die uit zynen overvloed het onderhoud aan kunftenaren verfchaft, meêr zuivere genoegens fmaken dan de ongelukkige, die in de armen eener Laïs onvoldoende genietingen zoekt. Tt 2 Laat de fchouwfpelen aan de goede zeden, aai» deugd en heldenmoed zyn toegewyd, ook zy zullen alsdan het hunne tot verbetering der mensehheid, in het bevorderen der Vaderlandsliefde toebrengen. Geeft aan de verachting die zy verdienen, aan de algemene verfoeijing _ aan het gevoel van hun eigen geweten, aan hun noodlot over, hun allen, diede onfchuld verleiden die de rust der echtgenoten verftoren, — de banden der liefde en der natuur verbreken; — hun , die zich aan 01 eerlyken handel, aan den woeker, of fchandelyke bankbreuken fchuldig maken, en laat elk die zyn vaderland bemint het voorbeeld geven, dat hy deugden fchat - en de ondeugd vervloekt. 1 Wil men de hebzucht bepalen , dan moet eerstde weelde zolve beperkt worden, immers de eene ondeugd is een gevolg van de andere, - de eene te willen uitroeijen zonder de andere .te verdelgen, zoude dwaasheid zyn, en het is zonder tegeofpraafe dat wanneer men gene grenzen aan zyne genietingen weet te dellen, men die der hebzucht even min vindon kan, daar de behoeftens derzelve, naarmate men zich dieper daar aan overgeeft, nimmer af, maar tot in. het oneindige toenemen. Wanneer a'le weidenkenden, en vooral de be-' ftuurderen der volken, het voorbeeld van belaugeloosheid, van eenvouwdige zeden en deugdbetrachting, geven, zal welhaast de oude gulle eenvouwdigheid de plaats eener alvernielende weelde innemen, de matigheid zal aan het ligehaam zyne krachten, aan de ziel hare vermogens en veêrkragt, weder geven. Alle Handen zuilen in de hen aangewezene grenzen terug keren - de eenige ongelykheid die rustellen menfchen beftaat - die van kunde en deugd, zal met meerder luister, uit den alles verdonkerenden nevel, welke alle clasfen verwart,opryzen. — De rykdommen zullen ophouden gevaarlyk te zyn, en integendeel een middel,worden tot hef algemeen geluk, - de band der maatfehappy, zal naauwer worden toegehaald - en elk zal zyn va»  C 3*5 ) moetana, zyne natuurgenoten boven alles be. minnen. Ik heb reeds aangemerkt dat de aart der vader, landsliefde belangeloos is. - My die niets als eigenbaat kent, is onvatbaar voor die onbepaalde zelfverlochening, welke de dienst des vaderlands zo menigmaal vordert — het is alleen die verlochening der rykdommen, welke door den infteller van den Christelyken Godsdienst, zo nadruklyk aan zyne leerlingen word aanbevolen, die den mensch boven alle verleiding derzelve , en hare aaniokkelykhe-, den verheft , en den waaren vaderlandlievenden burger vormt — deze van alle byzondere belangens afgetrokkene ftemming der ziel , duld gene ondeugd , — het eene is onaffcheidbaar van het .ander, _ de liefde voor onzen naasten is onbeftaanbaar met een volflagen Egoïsmus. — De ondeugden vernielen zich onderling - zy ftaan in eeuwige botzing tot elkander _ terwyl integendeel de deugden zich onophoudentlyk veréénigen - uit dc eene vloeit de andere _ en de grootfte eenftemmigheid , en de oprecht/Ie onderlinge liefde verbinden de menfchen. ^ Het zyn dus alléén de volksdeugden , de gematigdheid — de algemene welvaart — die.de liefde voor het Vaderland wasdom en veêrkracht fchenken, — zonder deze kan geen volk vry noch ge- lukkig zyn dan deze ftaat van geluk ontftaat niet zonder opofferingen , maar deze opofferingen van fchynbaare genietingen worden ruim vergoed door dat zaligend en ver boven alle deze ydele genietingen verheven gevoel,het welk alleen plichtbetrachting en deugd kunnen bewerken , door de zelfbewustheid welgedaan, en aan de, door de Almacht aan den mensch opgelegde beftemming, voldaan te hebben. Wanneer zy, die onder het Opperwezen, het lot der volken beduren, nuttige burgers voor den ftaat willen aankweken, dan is de bsftryding der vooroordelen die de vaderlandsliefde onderdrukken, een der eerfte vereischtens; — Eer men pogingen tot hare aanmoediging in het werk fïelle, is het nodig alie die beletzelen opteruimen die hare- uitbreiding in den weg flaan , de geest van tweedracht, party, fchap , dweepery en bygeloof, 2yn zo veele gevaariyke vyanden dezer, deugd —» deze laat zich door gene dwangmiddelen overwinnen. — Voorbeeld en overtuiging banen alléén den weg tot hare vernie:iging — wanneer de beftuurderen bewyzen dat zy het belang dés volks met verzaking van eige faélezucht en gevoelens willen bevorderen; dat zy geen ander doel hebben dat zy nimmer de grens. palen hunner macht , noch die der billykheid en rechtvaardigheid, om byzondere oogmerken te buiten gaan, — doch tevens zich boven alle hinderpalen verheffen, wanneer het Vaderland gered moet worden, -r- dat-zy tedere vaderen over brave kinderen, doch flreng in de uiiötffening van het hun aanbetrouwd gezach, jegens de kwaadwilligen zyn, in één woord, dat volksdeugd en geluk hun eenig doel zy, dan sullen welhaast alle twedracht en ontevredenheid ophouden. — Zy die meerder waarde aan eene andere orde van zaken hechten, zullen alsdan van hunne dwaling terugkomen, en de voorftanders eener welgeregelde vryheid, als hunne weldoenders omhelzen. De belangens van den Staat zyn zo nauw met die van elk burger verknocht, dat de eene zonder de anderen niet kunnen beflaan ; het is alleen de welvaart der Inwoonderen die 's Lands fcbatkisten flyft' < het belang des geheels vordert dus, dat de clasfe der opbrengende burgers vermeerdert, en die der behoeftigen vermindert worde — veele nuttige inrichtingen kunnen hiertoe het hare bydragen, vooral het bepalen der pracht tot inlandfche voortbrengzelen:'— dan zomtyds worden voorfchotten verëischt, welke de Staat alléén kan voldoen; — ook hierin te voorzien is winst — de Staat geniet een gedeelte van alle voortbrengzelen, van alle winsten,—- hy deelt in elke vermeerdering van vermogen, Elke om-  C 3*7 ) omloop des gelds -—- der voortbrengselen van natuur en kunst, brengt nieuwe voordelen aan den Staat *— de wetgever , welke de belangens van den Staat van die der burgeren affcheid , bedriegt den eenen en onderdrukt den anderen, — en nochtans ziet men allerwege belastingen welke de groot fte ongefchiktheid aanduiden; •—- elke onberekende ftap ontmoedigt.de nyverheid _ boeit de edelmoe digheid — baart tegenkanting en vertraagd het herftel des volksgeluks. Elke penning door verkeerde maatregelen , den werkenden burger afgedrongen , kost fchatten aan den Staat De wetten onder elk volk beftaande, moeten geeerbiedigt worden : — doch zullen zy dit, dan moe ten zy eenvoudig, — rechtvaardig en overeenkomende met de gelykheid zyn : — zy moeten met klem, zonder aanzien van perfonen of partyen worden uitgevoert; — elke nalatigheid in dezen, is ftrafbaar, — het is van haar dat de zekerheid, de rust en het geluk der menfchen afhangt, ■—zy moe ten niet alleen .ftraffen, maar ook belonen. Het is niet genoeg den vryen teugel aan de Vaderlandsliefde te vieren; — de Staat is haar zyne befcherming in zyne regeling fchuldig. —— De Aroom van tegenwerking welke zy te boven komen moet, vordert het eerfte — hét is niet altyd genoeg om het weldoen te willen, de beste inrichting ontmoet zy ne tegenflrevers ; — eigenliefde , ■■— afgunst, — belang — alles fpant tot tegenwerking zamen De Volksverleiding fpeelt hare rol .——de traagheid zelve, kruipt van hare legerftede, wanneer het hare byzondere belangens geld —de minfte nieuwigheid, hoe heilzaam anders ook, baart opmerkzaamheid, en ras fchildert de kwaadwilligheid , om de gering fte zaak, den ftaat als wankelende af. — Ontelbaar is by den bedorven ftaat der menfchen het heir dier boze geesten, welke op her eerfte geluid van elke nieuwe inftelling, hunnen helfchen moordkreet doen opgaan en door onöphoudelyke woelingen,de wortels zelve van het goede trachten te vernielen, en niet alléén elke daad, maar zelfs hare bedoelingen verdacht te maken — Het is tegen deze vyanden des Volksgeluks, dat het beftuur de Vaderlandsliefde moet inroepen en befehermen , het moet de pogingen der welgezinden onderfteunen en handhaven, het hoeft, wanneer het zyne plicht doet hun fcherpziend oog niet te vrezen — de ftralen van het licht der waarheid dringen door alle nevels de laster heên^ — en hy, wiens misdadig oog de helle ftralen van dit licht niet kan weerftaan, zinkt terug in het niet der duisternisfe. Het recht des Volks om zyne beftuurderen te kjezen, is een der fterkfte aanfporingen tot Vaderlandsliefde, — het zyn niet alléén de hoogfte waardigheden in den ftaat, of die posten waataan gene inkomften, maar eer en aanzien zyn gehecht, welke gefehikt zyn eerepryzen voor de deugd, of blyken van vertrouwen en vaderlandsliefde opteleveren. —. Ook in de minfte vakken vinden zy die hun Vader. land beminnen, gelegenheid om blyken van hunnen yver te geven. Wanneer de eerzucht de hoogfte posten bejaagd , bepaald zich menigmaal de goede wil tot de enge grenzen van eenen kleinen kring; alwaar zy meerder verzekert is haar oogmerk te bereiken, daarenboven heeft de natuur als het ware, de vermógens verfchillend verdeelt, en elk mensen, den cirkel aangewezen welke zyne beftemming bepaald. — Volken der Aarde, laat by elke keus die gy voor uwe. beduren doet, alleen het gevoel van achting voor deugd en bekwaamheid dezelve regelen , dit is eene uwer heiligde plichten!— maar bedenkt vooral ,dat zy.die gy tot uwe beftuurders verkiest, leden zyn uwer maatfehappy,en dat wanneer eene maatfehappy bedorven is, het dwaasheid zoude zyn op een onbedorven beduur ftaat te maken. — Alle ondeugden .— alle factiën die onder u zeiven beftaan, gaan onverwydelyk in het beftuurend lichaam over. Het is niet genoeg misdaden te ftraffen, verdienften behoren beloond te worden.—-De Vaderlands. lief-  D-ze Nommers worden alle Donderdagen vervolgd , en uitgegeven te Utrecht, by Wilt en Altheer,, en de Wed. J. ter Veen en Zoon. VHage, van Cleef en Leeuweftyn; Leyden, Honkoop en Herd.ng. , Amfterdam, T. A.Crajenfchot; Haarlem, BeetsenLoosjes; ilmerrfa». D.Vis, vandenDries; ^ft-Mer, Molenaar • en verder in de overige Provinciën, a drie het heele, en één en een halve duiver het halveblad. liefde is belangeloos, de beloningen behoeven niet kostbaar te zyn — de eikenkroon der Romeinen voldeed aan het oogmerk. — Een eenvoudig perkament tot een blyk van erkentenis voor eene deugdzame daad, — een openbaar register, waarin de buitengewone blyken van menfcheliefde w ierden ongetekend — eene eenvoudige medaille of ander eereteken aan den verdienftelyken krygsman —- den fchryver van nuttige werken — den uitvinder van verbeteringen. — In zonderlinge gevallen een oereteken op eene openbare plaats ; ziedaar zo veele min kostbare middelen ter aanmoediging van deugd en vaderlandsliefde, zy zyn voldoende voorden edelen belanglozen man. — De heilzame inrichtingen van algemene Volksfeesten aan deugden of belangryke gebeurtenisfen gewyd, zyn mede krachtig werkende middelen tot onderhoud der zo nodige geestdrift, *— zy zyn gefchikte tyden tot uitdeling der pryzen aan de deugd of edele daden beflémd i— en de eene met de andere gepaart.zo veele aanfporingen tot heldenmoed en vaderlandsliefde en zo vele prikkelingen eener nuttige eerzucht — dé jongeling vooral meêr vatbaar vóór vurig gevoel, vind zich door haar opge¬ wekt — om alchzelve geheel aan den algemenen dierst te wyden en alléén -voor het Vaderland te leven. De tyd verbied my eene meerdere uitbreiding —» uit het aangevoerde blykt; dat de Vaderlandsliefde haar beflaan ontvangt uit de liefde voor onze naasten, — dat het geluk der volken alléén berust op deugd en goede zeden, en dat wederkerig zonder deze gene vaderlandsliefde kan beflaan — dat de gehechtheid van alle de leden der maatfehappy, nen de algemene zaak hare flerkfle band is, en deie eene fpoedige ontbinding dreigt, wanneer het vertrouwen des volks tot zyne befluurderen ophoud. — Dan dat dit vertrouwen geen plaats heeft, wanneer deze beftuurderen niet zyn de eerlykfle —de deugdzaamflen •— de kundigften des volks — en dat meu geen goed befluur te wachten heeft, daar, waar het geheel aan de ondeugd is gehecht. — Is dit alles waar, dan laat ons elk in onzen kring ons beyveren, om beter, om deugdzamer te worden! dan zal ons voorbeeld worden gevolgt, en wy het onze hebben toegebragt tot heil der maatfehappy.