EX BIBLIOTHECA F.G.WALLER 1933  D £ ORANJE-TIRANN Y OF DE GRUWELEN GEPLEEGD DOOR EN ONÜER DE prinsen™ oranje. I N ZEVENTIEN SAMENSPRAAKEN TUSSCHEM EEN VADER EN ZÏN ZOON. Alüm te bekoomen.   D E ÖRANJETIRANNY, EERSTE SAMENSPRAAK. zo ón. In deezen tyd, myti Vader! 'hoor ik zo veel fpreeken van Oranje, en wel zo verfchillende, dat ik waarlyk niet weet, wat ik 'er van denken moet: deeze verheft hem tot den Hemel toe, en een ander fchildert hem als een monfter af. Zoud gy my niét eens juist kunnen zeggen wat 'ervan de zaak zy? vader. Zeer gaarne, tnyn Zoon.' en ik verheug my grootlyks, daar ik zie, dat gy niet blindling en zonder daartoe gegronde rédenen te hebben , uw evenmensch onmaatig wilt verheffen; of ten diepten vernederen. Indien men over 't algemeen meer onderzoek naar de waarheid der zaak gedaan had, ik verzeker u, dat men nimmer tot dié uiterflen A zoi%  C 2 > zou hebben overgeflngen , waar vin de gevolgen zo droevig zyn. • zoon. Wy zyn ■ di? imkers vcrpltgt • te «toen' vader- Wy zyn znlks ten duurteen verpligt, 't is waar! doch het gaat hier mede gelyk in alle andere wacreldfchc zaaken , wy volgen den grooiften hoop , en laaien ons veelal met den gewoonen ftroom mede fleepen. Echter is ei- niets noodzaaklyker, niets genoeglyker cn voordeeliger, dan het onderzoeken en achterhaalen van de waarheid , vooral wanneer ze van zo veel aafigëlëegènheïd voor ons is, dat het gemis derzelve , niet alleen onzen eigen Pcrioon, maar ook het geheele Vaderland ongelukkig kan maaken. zoon. Het geheele Vaderland?. vade*. Ja! myn-zooN! « want neem eens by voorbeeld, die Burgers eener Stad, die zoo fterk ztg voor Oranje in de bresfe ftellen, dat zy 'er hunne medeburgers, die anders denken dan zy, om haaten en vervloeken, 'er hunne huizen en goederen om plunderen en vernielen, ja'er hen omjver.moorden. -—- die Burgers maken immers hun Vaderland ongelukkig.? zoon. Dat is zeker. *M>i*. En eyen zeker is het, dat zy dit doen  8oen , om dat zy de zaaken niet kundig noeg zyn, om- datzy Oranje niet recht kennen!,— want verre de minden doen deeze gruuwelen uit opzetteiyke booslieid; 'er zyn zekerlyk booswigten onder, die, voor geld omgekogt, de overige misleiden , opftooken en aanhitfen, doch de mee.sten der onrustigen en muitenden dwaalen, en verdienen, hoe ftrafvraardig hunne wanbedryven zyn , ons medelydcn. zoon. Dan zou hy, die deeze lieden een recht begrip van de zaak gaf, een uitfteckend goed werk doen! en 't verwondert my, dat zulks nietgefchied. vader. Dit gefchied overvloedig, ten minften het onderwys is er in overvloed, maar> het ongelukkigfte in diib geval is, dat zy die hoogstnoodig nebben, om in deeze zaakondenveezen te worden, niet onderwejzen wil-len zyn, of datzy in deonmooglvkheidzyn, om onderweezen te kunnen worden , want het gemeen leest of onderzoekt niet, —> 't zy dat het of geen lust, of !reen tyd daar toe heeft, of dat.het geen geld misfen kan, om zig die boeken aantefchaffen, waaruit bet onderwys zou kunnen haaien. —.—r-» zoon. Dat is "wel ongelukkig-. vader. En daarom bezit gy en een ander.t «;yn zoon ! een groot voorrecht, die in de A 2 ge t  C 4 > pelee^enheid gefield zyt , om de nodige kennis, met betrekking tot uw Vaderland, te kunnen opgaaren , ten einde u voor de doodlyktte dwaalingen te kunnen behoeden. zoon. Ik hoop my ook van dit voorrecht te bedienen. Evenwel, Vader! zou ik iets van u verzoeken. vader. En wat is dat f zoon. Dat gy my in dit geval met uw mondling onderrigt wildet vereeren ! Ik kan zekerlyk alles wel in de boeken opzoeken, doch ik moet my als dan te vreede houden met het geen ik lees, zonder dat ik myne bedenkingen en zwaarighceden ter oplosimg kan voordellen, of zonder dat ik die vraasen kan beantwoord krygen , die, zonder noodi? antwoord, altoos duifterheid en verwarring in my overlaaten, dus zouden wy te faamen fpreekende over het een en ander, binnen weinig tyds meer kunnen afdoen, da» of ik al de boeken las die hier over gefehree-; ven zyn- vader Gy begrypt de zaak recht, myn Zoon! ik wil gaarne aan dit uw billyk verzoek voldoen Doch wat wenschte gy dan wel, dat het onderwerp van onze verhandeling zyn zou? zoon Dat gy my eens een zaaklyk en duidlyk verhaal deed van al het goede en J kwaa-  C s ) fcwaade, dat Oranje ons immer gedaan heeft of nog doet, opdat ik da;ir door in (laat gefield worde, om over den Stadhouder en zyne Voorganger^ te kunnen oordeelen, en hén te geeven d^t ik als een Burger van myn Vaderland verfehuldigd ben. vadfr - By de eerde geleegcnheid de beste zullen wy hier mede een aanvang maaken , en alsdan zal JVWem de Eerjle het eerst in aanmerking komen. A 3 XfVEE"  C « ) TWEEDE S AAMENSPRA A K. zoon. IPlVillem de Eerfie heeft immers uititeekende dienden aan Nederland bewcezen ? ' vader. Dit heeft hy buiten allen tcgenfpraak,en men zou waarlyk ondankbaar zyn, wanneer men deezen grooten Held en Staatkundigen den verdienden lof onthield. zoon. Zoud gy my niet kortlyk, deswegens iets kunnen zeggen? vader. Phïïippus de Tweede, Koning van Spanje, was een ftaatzugtig, wreed Vorst, uitermaaten bygeloovig en zo zeer met zyne ('paanfche zeden ingenoomen , dat alles wat 'er niet mede drookte of meede overeendemde hem tegen de borst dak. Hy was Graaf over de Nederlanden,en zocht aldaar zo willekeurigte heerfchen.alseenoodersch Monarch over zyne flaaven. Dit kon echter zo gemaklyk niet aankomen , als hy zig verbeelde. Zyn Vader Karei, die hem de Heerf'chappy over deeze gewesten had afgedaan, had hem wel gewaarfchouwd, om , wanneer het volk zig niet naar den Vorst kon fchikken , dat dan de Vorst, uit daatkunde , zig naar het Volk fchikken moest, dat hi}Pbi/'pfus vooral in de Nederlanden, niet het  '( ? ) Can£ter van een Spanjaard , dat fteeds bij vreemden véragtlyk was, maar van een Nederlander moest aaniieemen! zoon. En deed Philippus dit? vader. In 't geheel niet. Hy behandelde de Ingezetenen deezer gewesten op eene barbaarlche wyze. Om van de drukkende en fchreeuwende belastingen te zwygen, om niet te reppen van den overlast en de overheerfchingen , die Éyne Hovelingen en Begunstigden onze Voorvaderen aandeeden en gevoelen lieten vestigen wy ilegts het oog op den Godsdienst, die, eigenlyk srefehikt, om de menfehen gelukkig te maaken, in zyne hand het middel was, om ze te verderven. zoon. Ën op wat wyze? vader. Zedert eenen gèruimen tyd herwaards waren 'er verfcheiden fohroomlyke misbruiken in de Roomfche Godsdienstoeffening ingefloopen, i— misbruiken, die door verftandige cn godvruchtige Roomschgezinden zei/ werden afgekeurd, en die zodanig een vlak op dien Godsdienst wierpen , dat het niet misfen kon of hy moest 'er door in kleinachting, ja in verachting komen." Eenige voornaafne mannen waren bedacht geweest, om deeze misbruiken te weeren, en om de Kerk de oude zuiverheid wedertegeven , ——— dit had zeer A 4 wel  C « 5 vel gelukt , zo niet ongelukkig eemge Vorsten het hoogst belang 'er by gehad hadden , dat deeze. misbruiken in ftandy bleeven, en zelfs grooter werden. zoon- Hoe konden zy daar belang by hebben, Vader? vader. De zuivere Godsdienst, zo als ze in ' de eerfte Christenkerk en in het Euangclic geleerd werd, maakt de menfchcn tot Broeders , die elkanders geluk bevorderen, en niet over elkander willen .tyrannifeeren — dit was de zaak niet der heersehzuchtige Vorsten , deeze wilden het onbepaaldfte en grilligfle Oppergebied voeren , en daar de Godsdienst, wanneer ze zuiver verkondigd word, hen dit belettede , voegden zy 'er door middel van domme en omgekogte Geestelyken, zo veele misbruiken cn dwalingen' by, als zy noodig oordeelden, om de mentenen, in ftede van als hunne Broeders te behandelen , als, flaven onder hunne voeten te kunnen vertrappen. Gy begrypt dus. dat, wilden zy Dwingelanden zyn en blyven, zy niet moesten dulden, dat 'er in 't ftuk van den Godsdienst eene Hervorming plaats had, tiat wil zeggen, dat zy met affchaffing der dwaalingen en misbruiken, tot haare eerfte zuiverheid werd wcdergcbragt. ü'oon. Dit laat zig gemakkclyk begrypen. va-  C 9 ) vader. Philips behoorde tot het get.il deezer onwaardige Vorsten. De Hervorming, die hier in de Nederlanden het hoofd begon optefteken, ging by met alle magt tegen, hy voerde een Gerechtshof in, dat, bekend onder den naam van [nquifitie, met hangen , wurgen en verbranden , de menfehen wederhield , om de waarheid te onderzoeken en te gelooven, en dwong aanteneemen alles dat de Kerk goedvond voortefchryven, hoe ongelooflyk en hoe ftrydig het "ook met het. gezond verftand wezen mogt, of anders fchoot men 'er, op eene barbaarfche wyze, het leven by in. zoon; Dit was recht het werk van een Tyran. vader. Nederland befchouwde hem ook als zodanig, en wenschte niets liever dan van deezen Volksbcul ontilagen te wezen. Verfchciden groote Mannen wendden hiertoe hunne poogingen aan , en onder die allen munt fVillem eerfte wel voornaa-mlyk uit. zoon. Wat deed hy dan? v a d e r. Hy vcrzaamelde een 'zo grpote magt byéén als hy kon; ontzag moeiten noch gevaaren.en lag eralies aan te kosten, om de Nederlanders van deeze Spaanfche Tyrannj te ontheffen. Niet weinig arbeid en verK s drict-  C io ) dfiétlykhccden veroorzaakte deeze grobts taak aan den Prins; hy bragt het eindelyk evenwel zo verre, dat men met grond op eönè volkomen verlosfmg van dit ondraaglyk juk hoopcn kon. zoon- Dit was immers cene allervoortreflykfte en pryswaardigfte daad van Willem den' Eerften ? vader. Niémand betwist zulks, en elk onbevooroordeeld Vaderlander zegent hem daar voor in zyn hinnenfte. Maar , myn zoon ! men kan'wel een fchoone, s;oede en edele daad verrigten, en met dat alles flink3 fche oogmerken hebben. zoon Waren dan de oogmerken vahdoezen eerften dsr Stadhouders niet zoo goed als de daad zelf? vader. Willem ds Eerfte, zig dus ten fterkfte tegen de dwingelandy en willekeurigfte overheerfching van Spanje verzettende, bedoelde daar mede geenzins, om het Nederlandfehe Volk vry en onafhangelyktemaaken , om het tot dien gelukkigen ftaat weder te brengen, en om het die voorrechten weder te bezorgen die aan eene Maatfchappy van redenlyke en vrygebooren Menfchcn waarlyk toeko'omen. Hy bonste den Spaan* fchen'Dwingeland eigenlyk van den Graaflyken troon, om 'er 'zig zelve op te plaatienl hy wrong hem denSchepter uitdevuist, i om  om 'er zelf onbepaald mede over zyne Medeburgers te zwaaien, en dat alles onder voorwendzel van de Vryheid des Volks,van de Rechten des Lands voorteftaan. zoon. Maar waaruit blykt het, dat hy zulks bedoelde ? vader. Dit blykt daar uit , dat hy, grectig naar het oppergezag , het zo verre wist te brengen , dat de Souverainiteit over deeze Landen , door 's Lands Sta;.ten aan Hem zou opgedraagen zyn geworden, by aldien de Stad Amfterdam daar in h d willen ftemmen, alvoorens haare Burgers over een zo gewigtig ftuk te raadpleegen. Het blykt daaruit, dat Willem de Eerfte in 1581 alle fchaduuw van Burgerlyken invloed op de Regeering vernietigde, endathy, door daaden, betoonde, dat het rechtmaatig Burgergezag, zyn groot ontwerp, de onbepaalde gebiedvoering naamlyk , het fterkst in den weg ftond. JVïlkm de Eerfte heeft dus de grondflag gelegd tot de Heerschzugt zyner Opvolgers. Hy ontwierp dat helfche Plan dat zederttwee eeuwen zoo veele onrusten aan het Vaderland berokkende-, dathetalgemeengeluk deed kwynen en zo veel onfchuldig bloed heeft doen ftroomen. Hy wilde Graaf worden, de dood verydelde dit uitzigt , een Spaansch Moordenaar belettede hem den troon opteftappen, doch Nederland was daarom niet voor deeze verderflyke oogmerken der  C ia ) der Heerschzugt beveiligd ; de volgende Stadhouders drukten zyne voeti'tappen , en hebben zjg ajl$Pgreetigst betoond, in het ftreeven naar de Graaflyke waardigheid, of liever naar den tytel van dezelve , want in 't weezen van de zaak. regeerden zy onbepaald. z oo n. Hy fchynt e?bter zeer bemind geweekt te zyn, door zyne Medeburgers. vader. Hv was in veele opgieten waardig bemind te worden; maar die genegenheid der Nederlanders maakthemte onverantwoordelyker; zv ueminden hem , om dathy ltoos den mondvol 'iad van Vryhc;d, voorrechten en Godsdienst, en altons yvcrig fcheen om ze yoorteftaan en te verdeedizen, daar hy in hei verborgen echter , niets minder dan dit bedoelde, en zig van de bedroogene Natie zelf bediende , om meester te worden óver hunne belangen, en niets anders beoogde dan om alle Vryheid en voorrechten des Volks, in de daad,'te vernietigen. zoon. Dus is het geluk , dat Nederland te beurt viel, niet aan de edele oogmerken van Willem den Eerften , maar wel aan de mislukking van zyne heerschzugtige bedoelingen dank te wyten? vader. Dit is een aanmerkintr, die een gezond Staatkundige zig niet behoeft tefchaamen. Echter moet men in deezen voornaamlyk de weldaadige Voorzienigheid eerbic^.  C 13 D biedigen! Deeze was het, myn Zoon! die, een medeïydend oog op ons gefolterd Vaderland flaande en met barmhartigheid over deszelfs ellendigen toeftand aangedaan zynde, ter onzer redding befloot. },e God van Nederland bediende zig daar toe van Willem den Eerften ! — deszelfs voortreflyke vermoogens, [want deeze bezat die Prins in eene ruime maate j moesten dienen, om de dwingelandy van Spanje het hoofd te bieden en onder 's Hemels zegen te verydclen; terwyl de menschlyke zwakheden van dien Stadhouder derwyze, door den Opperften Beftuurder, in t:>om gehouden werden, dat zy ons Land gcene merklyke nadeeien toe- bragten, of dat zy, toen zy op 't punt ftonden om ons te verderven, door eene moorddaadige fchoot van den vyand zelf, vooraltoos belet werden, ons te befchadigen. 'DER-  C ï4) DERDE SAMENSPRAAK. zoon. \j it uw berigt omtrent W'Hem Sen Eerften gegeeven, blykt het, dat Nederland het juk van een openlyken Dwingeland affchudde, om dat van eenen heimelyken op den nek te krygen. Maar is Nederland, door den dood van Willem den Eerften, voor deeze heerschzugtige poogingen , geheel beveiligd gebleven ? vader. In 't geheel niet! ■— Integendeel, zo als ik reeds met een woord begon te zeggen, in 't vervolg van tyd heeft men dit vloekwaardig oogmerk, om ons onder 't Graaflyk juk te brengen, meer opeivlyk onderfteund : zyn Opvolger althans gaf'er de treffcndfte'blyken van. zoon. Wie was deeze Opvolger, Vader? vader. Dit was Maurits de zoon vanWillem den Eerften. Deeze werdt in 1587 tot de waardigheid van Stadhouder vcrkoozen. zoon. Was 'er die dan noodig? vader.. Door den dood van Willem dert Eerflf» was de Republiek in eene ver- fchrik^  C 15 ) iehrikkelyke verwarring; het plan van dien Stadhouder bragt mede , om de zaaken zo moeilyk te maaken, dat zyn perfoon niet .gemist kou worden. Dit kunstje verilond hy meesterlvk. Hy haalde zo veel overtolligheden "overhoop , dat men, zo als wy gezien hebben, om zig te redden, tot de wanhoopige opdragt der Souvereiniteit bedoor. TViïlem, in deezen Haat van zaa'den komende te fterven, was de uitertte verwarring het natuurlyk gevolg. zoon- Dus deed hy nog groot kwaad na zyn dood vadfr. Recht zo. > —■ Spanje , die hiervan niet onkundig was , poogde met deze reddelooze- omüandigheden zyn voordeel te doen. Parma, een Spaaaseh Veldheer, deed wonderen van dapperheid, zo dat de Staaten dermaaten in 't naauw geraakten, dat zy met de Souvereiniteit verlecgen werden, en ze aan Frankryk of Engeland wilde opdraagen. zoon. En gefchiede zulks t vader. Het gefchiede, doch de opdragt werd geweigerd. Engeland echter belloot om geld en Krygsvollc ten onderfland der Nederlanden te'geeven, en de Graaf van Leicester, de gunfteling van Elizabeth, Koningin van Engeland, brajjt deeze hulp tot ons over. z»on  'C ifield hebben overgehaald, om van zyn heersehzugtig ontvyerp aftcziei;. vader. Dit zou men moeten denken; ■ dan neen ! zy verbitterden hem 'ten allerfterkflen tegen de i getrouwen vriend ,-die zc ten besten vanhem.had durven aanvoeren. Maurits werd daatdo,or de doodvyand yari den eerlyken en deugdzaamen Barneveld^ zoon. Dit bewyst een allernegtstcaract etui Maurits. Iemand die ons ten besten raad, en zulks met reden betoogd , doodlyk te haaten! en dat iemand aan wmi Maurits zou veele verpligtingen had, en die hem zulk een, nuttig Vriend was! Men .zou haas; * 3-  C 23 } vragen, of dat dezelfde'ilfrfwWw was, die zyn Vaderland zulke groote dienften betoonde vader. Gy zult daadlyk reden hebben, om die vraag te doen, myn Zoon! — Intusfchen bewvst dit airede, dat -Maurits met geen ander oogmerk zyn Vaderland diende, dan om z12 zelve groot te maaken, want had het zuivere Vaderlandliefde geweest.die zyne daaden bcftuurd hal, dan had hy, wel verre van een verdcrflyken Oorlog te willen blyven voeren , veeleer den hoogstnoodigen vreede, met alle magt bevordert. zoon. Maar van wat uitwerking was dien haat? vader. Ik zal 't u zeggen. Toen Maurits deeze haat wortels in zyn hart had laatcn fehieten , werd Barneveld hoe langer hoe gedugter'in zyne oogen: deeze Staatsman had met alleen het huis van Oranje, maar Nederland inzonderheid de grootfte dienften gedaan, en -was daardoor de lust en liefde des Volks geworden , en had 'er een grooten invloed op hot ftaaisbeftuurdoorverkreegen. Barneveld, het Plan van Maurits weetende, was dus zyn ontzaglykftetegenparty, die Heerschzugt altoos ten zekeren hinderpaal zou ftrckken. Deeze weet enfchap en den haat by een gevoegd voerden de wraakzugt van Maurtts ten top, en deeden hem, op niets ernftigerbedagtzyl|t «tan om- Oldenbameveld van kant te helpen. z o o n,  C 23 ) zoon. Onzinnige Heerschzugt! tot welk» uiterften vervoert gy hem , die u gehoor geeft! vader. De geleegenheid, waarnaar de bloedgierige Maurits reikhalsde, werd fpoedig gebooren, door een ongelukkig Kerkverfchil. Franciscus Gommarus en Jacobus Armmnts vcrfchilden in gevoelens , die als ;hoofdpointcn van de leer der zaligheid befchouwd werden. Gommarus hield met drift en dryven zyn gevoelen ftaande en beweerde dat Calvijn eveneens geleerd had. Armtnius, mede een yverig Geestlyke, was ten miniten daarin beter dan zynTegenftreever , dat hy de gronden zyner Hellingen in Gods Woord en de gezonde reden aanwees, en zyne Aanhangers de verdraagzaamheid aanpredikte. Dit verfchil verfpreide zig als een loopend vuur door geheel Nederland. Elk nam'er deel in, en de Partyen werden eindelyk zo heet tegen elkander, dat zy waarlyk niet veel aanziens hadden , als verdeedigers der Leer van den God des Vreedes en der Liefde. Maurits, was eigenlyk een man zonder Godsdienst die aanvanglyk geen deel nam in deeze Godgeleerde twisten, om dat ze hem, Wien degevoelens der beide twistende, partyen even onverfehillig waren, als zeer balachlyfc B 4 voor-  ( 24 ) voorkwamen: toen hy evenwel merkte, dat de partyzugt algemeen werd; dat het eindelyk op eene groote verdeeldheid zou uitloopen , waarvan hy vcele voordeden trekken 1-oii, zo hy er zig tvdig van bediende, en vooral, toen hy zng, dat Oldenbameveld party gekoozen had., toen trok hy zig het geval insgelyks aan , en, daar het h m om 't even was ,welke gevoelens hyverdeedigde, voegde hy zig by den doldriftiger! aanhang van Gommarus, die in Oldenbarnc veid liaare tegenparty vond, en die zeer gefchikt was, om zyne oogmerken te onderfteunen. zoon Welk een fnoodheid van Maurits, dat hy den godsdienst dorst misbruiken, orn zyn verfoeilyk oogmerk te bereiken ! Vaber Het gelukte Maurits ook zo wel, dat de gevoelens van Armimus in een Synode in 1718 en 1719 te Dordrecht'gehouden, veroordeeld werden, door Rechters, die in hun eigen zaak uitfpraak deeden. De Stadhouder intusfehen , voorgeevende de fcefluiten deezer fynode ter uitvoerte zullen brengen, trok mei een militaire magt naar de fteden, waar die geenen op het kusfen zaten, die hy voor zyne vyanden en tegenwerkers hield, en'zèttede hen af, anderen, die van zvnen wenk afhingen,in hunne plaats .aanftdlende. De Gestclykhcid', die Arminiaansgezind was , kreeg ook een beurt. Dit vrye Gewest, dat nog kort te vooren zo» zeer  C 25 ) zeer tegen alle geweetensdwang geyverd had, dat ftroomen bloeds had zien plengen, om vnlyk Goi te moogen dienen, overeenkomftig het licht van elks geweeten , ■— dat zoo zeer, en met zulke goede redenen, tegen de heillooze en moorddadige Inquilltie had uitgevaaren, — dat Gewest vergat zyn ëigén grondheginzels in zo verre, dat het de Leeraars en voorftanders hunner Broederen, diein weinige Geloofsartikelen van hen verfchilden.op d.ewrcedaardigfte wyzen vervolgde, in de fttnkenftë gevangenisfen -wierp , of op da fi-handlykfte wyzen ten Lande uitbande i zóón. En dit alles door de bewerking van Maurits? vader. Die 'er geen andere bedoeling mede had, dan om den onfchuldigen , den braaven vriend des Vaderlands, Oldenbameveld, langs dien weg het leeven, zo nuttiovoor dit gemeenebest, op een fchavot te beneemen zoon. Hoehaatlyk word deeze Maurits in myne oogen.' Alle zyne verdienden verdwynen , en doen niets meer af by den Menfchenvriend. Ik zie niets anders dan een Monfter! vader. Zeer fpoedig wist de Booslieiüt den eerlyken Grysaart vergezogte misdaaden aantetygen; 't was genoeg om OldenbameB 5 veld  C 26 ) »ff/rffchuldig te vinden, dat Maurits en zyn kruipende aanhang hein als fchuldig bcfchouwden, Vierentwintig onwettige en omo-ekogte Rechters onderzogten de zaak van3 Barneveld, —draks werd het Hoffeha- vot opgerigt! de onfchu'.d, zig op God beroepende, vvas vervloekt in de oogen van een onverzoenlyk wraakgierigen Stadhouder , — niemand nam haare verdeedigingop zjg. , want dit was eene Hoofdmisdaad aan'het vlciziek Hof van Maurits l — Barneveld knielde! de Beul flocg hem het eerwaardige Hoofd af, en Mau¬ rits juichte, om de zegepraal, die zyn helfche bloeddorst behaald had! zoon. Welk een Godtergend fchepfel waï deeze Maurits! Hoe kon de rechtvaardige Hemel dit fchreeuwende onrecht dulden? vader. Tot zulk een wreedheid en gruuwel moet men in ftaat weezen, mynZoon.' wanneer men beflootfin heeft, om onbepaald te gebieden. Maurits toonde in dit geval, dat hy bevoegd was, om te tyrannifeeren,— om dat hy God noch menschen, eer noch geweeten', ontzag, wanneer hy zig' aangorde om zyn zetel te vestigen. zoon. En zulk eenen noemde men nog denbefchermervan den Rcchtzinnigen Godsdienst ? vader. De driftigfle yvcraars van dien Gods-  C 27 ) Godsdienst, dien hy zogenaamd befcherm Ie waren ook alleen bekwaam om hem daarvoor te erkennen. Elk eerlyk hart, welke gevoelens ook toegedaan , befchouwde hem als den veragtlyken moordenaar van den onfehuliligcn en verdienstlyken Oldenbameveld de Godsdienst van het Euangclie, myn Zoon.' behoeft zulte befehermers niet, en teeft ze ook niet. , zoon. Zy onteeren het Menschdom , ik laat Haan het Christendom. vader. En evenwel vind men nogheden yveraars, die deezen handel van Maurits met Oldenbameveld, alszcer voordeciif voor den toenmaaligen bloei der Kerk befchouwde. zoon. Maar verkreeg Maurits zyne;i Wensen eindelyk ? vader. De daad die hy gepleegd had was zobarbaarsch, zo tyrannischenaifchuuwlyk, dat het niet misfen kon, of de Natie, wanneer ze tot bedaaren kwam , moest 'er een afgryzen van hebben! — Maurits geraakte in den haat des Volks; en zonder het Volk kon hy zyn Plan niet voltooien; andere Vorsten, waarvan hy hulp vervvagt had, xverden onmagtig,of vonden het ongeraadcn' om hunwoord te houden, misnoegd over den gepleegden Moord, hem bedreigende, de Befehermers van Nederlands Vryheid te zullen weezen, byaldiea Maurits haar dorst aantasten. zoon§  2oon Welk eene te leurftelling! vader. Maurits gevoelde die in al haar kragt. Hy wanhoopte aan de bereiking van zyn doelwit, floeg aai; 't kwynen, en ftterf Uit fpyt van geen .gekroonde Dwingland te hebben kunnen worden. Dus.was de voorzienigheid andermaal waakzaam tegen de Tyranny van het Huis van Oranje. Maurits zeer gefchikt om te overheerfche* zag al Kyn hoop door den Hemel zelf verydeld , juist op dat tydftip toen hy allen tegenftandfc opgeruimd dagt te zyn.  C 29 ) -' VIERDE SAAMENSPRAAK. zoon: Ik ben nog niet terug gekomen toan de verontwaardiging over het fnood gedrag van Maurits. '— Had Nederland geen 'fchrik opgevat, myn Vader ! om, na den dood van deezen Geweldenaar, een Stadder uit dat zelfde Huis aantéfteHeH? vader Gy moet begrypen, myn Zoon ! dat de aahftelling van een Stadhouder in dien tyd noodzaakelyk was. De oorlog die weder was begonnen,vereischte een kundig en een bekwaam Veldheer; zonder behulp van dezen waren de grootfte verliezen onVermydlyk. Manrits was door zyn wreedheid tegen Oldenbameveld wel in den haat geraakt, doch Willem den eerften had men in gezegende gedagtenis gehouden, deszelfs Zoon Frederik, de Broeder van Maurits had hoedaanigheeden diein dedaadbeminlyk Waren , en men had alle reden, om iets grootsch van zyne uitmuntende bekwamheeden te verwagten; hier kwam by, dat Maurits de Regeeringen, welks Gecommitteerden of Afgevaardigden, de vergaderingen van 's Lands Staaten uitmaakten, met zyne gunsttelingen en volflagen Afhangelingen had opgevuld, die het hun belang rekenden , om het Huis van Oranje te bevorderen en groot te maaken, .- en zie daar , waarom Fre-  C 3° ) Frederik Hendrik zo gemaklyk de Stadhouï derlyke waardigheid in 1625 verkreeg. zoon. Had deeze betere hoedanighedert dan zyn wreeden Broeder? vader. Frederik Hendrik , door de Krygskunde van zyn Broeder tot een Held gevormd, werd weldra uitfteekcnde in de bloedige kunst tot Oorlogvoeren. Hy werd zo groot een Veldheer als Maurits: 'sLands Vyanden ten minften, hadden niets gewonnen by den Dood van den laatften Stadhouder , — en het geen Frederik Hendrin nog grooter maakte, was zyne zeedigheid, die zelf het ongeluk der overwonnenen draaglyk maakte. zoon. Heeft hy veele Overwinningen behaald.* vader. Hy heeft verfcheiden reizen gezegepraald. De gewigtigfte en luifteryklte Overwinningen , die hy behaalde , zyn de veroveringen van. 's Hertogenbosch : deeze Stad, die, om dat zy nog nimmer was genomen geweest , de Maagd van Braband werd geheeten, en die zig op eene gedugte wyze tegen hem verdecdigde, deed hy voor zyne Wapenen bukken. Maastrigt, van de uiterfte aangeleegenheid voor Spanje , vermeesterde hy, bvna onder het oog van drie vyandlyke Legers, die in aantogt waren,om het te ontzetten. Breda werd ook door hem ge-  < 20 genoomen, op eene wyze, die hem hooglyk vereerde. zoon. Dit waren ontegenzeglyk groote voordeden, die hy den Lande aanbragt. vader Zo langde Oorlog aan den gang was ; verpligte hy zyn Vaderland in allen opzigten; doch zo dra begondeezen nietten einde te neigen, of het Caracter van Oranje deed zig kennen. Hoe zeer de Vreede noodig en wenschlyk was , met de belangen van Frederik Hendtrik ftrookte dezelve zo weinig , dat hy 'er zig kragtdaadig tegen verzettede. zoon. En de redenen voor deeze verzetting? vader. Waren al wederom de vrees voor het verminderen van gezag in vredestyd, en de moeilykheid, om buiten den Oorlog en het vermogen, dat dezelve den Stadhouder verleende , het ontwerp van overheerfching zyn beflag te doen krygen. *L?, ° N' FledeJik Hendrik fchynt dan ook hier op ernftig bedagt geweest te zyn f vader. Zeer zeker, myn Zoon' , alleen Zy"! Za"ta g^rtheld alleen was, die hem wederhield , om het kragtiger en geweldiger door te zetten. Zyn gemaatigheid was ook de reden, waarom hy, tus-  ( 32 3 tusfchen den Oorlog en den Vreede.doorgaande , een beftand voorfloeg. zoon. En waarom een beitand f vader. Om dat hy, fcbooa hy nu wanhoopte aan de uitvoering vail van zyn itaatzugtV oogmerk , de kans beter verwagte, bv den aanvang van den Oorlog. De zekerheid van denzelven ftrekte hem ook tot een waarborg , dat zyn Perfoon noodzaaklyk by de Republiek zou blyven. ■ zoon- Hy iehyntdus eenige vrees gevoed te hebben , voor de vermindering van zyn aanzien- —■ vader Deeze vrees huisvest altoos by deGrooten deezer Aarde, die het Roer der B eeeering niet tot welwcezen der Maatlchappy, maar tot grootmaaking van zig zelve, hebben aangcgreepen. Wanneer ik m het beftuur uwer goederen ben met oogmerk,om 'er my mede te verrykcn , dan is het myn zaak/om u blind te houden ; uw aand^teldersafteleidetnofmyonu te maaken: want zo dra gy JejP^et, dat ik u het uwe ontvreemde, zond gy immer» my zulks poogen te beletten? zoon. Zeer zeker.' vader, De toepasfing kunt g7 zelve maaken. ^ooN>  C 33 ) En deeze is niet moeiljk. vader. De verdraagzaamheid in 't (tule van den Godsdienst doet Frederik Hender ik groote eere aan. Onder zyne Regeering haalden de Remonftrantfehe Broederen adem en hoe zeer eenige wargaarens en heethoofdige Geestelyken hier tegen indruischten . deeze zagtheid en edelheid van ziel was by den Stadhouder niet uitteroeien. handelwyze echter met zyn Neef Willem Fredenk, die dervvyze door hem vervolgd wierd , dat hy aan Hem, het Erf/tadhouderfchap van Friesland af ftond, verduisterde zyn roem niet weinig en brandmerkte zyn Heerschzugt by alle weldenkenden. Even weinig roems ontmoettedezync pooging, om zig aan de kroon van Engeland te vermaagfehappen. Zijn zoon Willem de tweede huuwde hy aan Maria, de Dogter van Karei den Eerften , Koning van Engeland , en verfterkte daar door zyn Huis met eene Kontnglyke magt , ongetwyffeld met het heilloos oogmerk, om 'er den een of anderen tyd, de Vryheid der Nederlanden onder ta verpletteren! zoon. Hy liet dus aan zyne nakomelingen de volvoering van den grooten vloekwaardigen Taak over, waar toe hy zelve geen kan* zag. b G V A-  ( 34) vader. En deeze hebben niet uil gezeten, om dien Taak te bewerken. zoon En waar is Frederik Henderik eindelyk vervaaren? vader- Deeze groote Veldheer werd een kind selyk! zo onverzaagd hy weleei was/zoo bevreesd werd hy! Hy liet zig door zyne veragtlyke Egtgenoote geheel reeeeren' Hy fidderde op de enkele gedagten fan den dood ! — Met een woord hy gevoelde in kragt dat hy groote zaaken met een kwaad oogmerk vemgt had . zoon. Ik zie er uit dat de Heerschzugt den besten fterfling onherftelbaar kan bederven.  C 35 5 P'TFDE SAAMENSPRAJR. Willem de Tweede kwain in 't jaar 1647, aan de Stadhouderlyke waardigheid. Mei: had groote verwagtingen van deezcn Prins opgevat, en ongetwy field, zou hy aan dezei ven beantwoord hebben, indien de vreede hem niet belet had, om zyne bekwaamheden, ten nutte des Vaderlands aan den dag te leggen. zoon. Welke bekwaamheden, bezat hy dan ? vader. Hy bezat een flerke neiging tot Heldendapperheid; hy was bevallig en inneêmend van voorkoomen; fterk van Lighaam, vaardig en onvermoeid; zyne kundigheeden waren uitgeftrekt, en zyne ervarenheid was door ee:1 gezond oordeel verilerkt geworden ! Dan, in den 'vreede was hy niet in den kring waar hy te huis hoorde! . hy was ongemeen heerschzugtig van aart , en deezë naar buiten geen afwending vindende, moest naar binnen werken, en in Steda van overwonnen Vyanden , over onderdrukte Vrienden den Schepter zwaaien.- zoon. En hiertoe zal het hem zekerlyk C 2 aan  aan ?reene aanleiding noch voorwendzels ent* brooken hebben. vader. Daar aan ontbreekt het de Dwinglandy nooit. * zoon. En vooral geen Stadhouder uit het Huis van Oranje. vader. Al vroeg kwam de neiging in svne ftaatzugtige ziel op, om het voetfpoor zyner voorzaten te drukken , en te beproeven of dit vrygeftreeden Gemeenebest, met weder onder het flaaffche juk te brengenzoude zyn Alle de omftandigheeden begunftigden deeze zyne begeerte ; verre de meesten Mogenheeden van Europa loerden op den val der Republiek, of waren in een toeftand, dat zy denzelven niet konden voorkomen. zoon. En ran binnen ? vader. Was Nederland zwak, en onvermoogende, om de Heerschzugt en T-ylanny van Oranje het hoofd te bieden, want de meesten van Hen, die het Opperbewind Sn handen hadden, waren de kruipende flaaven van Willem, en de Burgerltaat betekende niets wanneer het 'et op aan kwam, om de waare Vryheid tegen de vermomde en magthébbende ftaatzugt te verdeedigen. zoon, Dus voorzie ik de hcilloQze zegepraal  C 37 ) praal van deezen onderneemenden Stadhouder. vader. Gy zult het hem ten minden zeer verre zien brengen , doch eindlyk al ■weder doffe tot bewondering en dankzegging aan de Godlyke voorzienigheid hebben, die ons Vaderland niet geheel ten prooi der Oranje heerschzugt overliet. zoon. Ik ben zeer nieuwsgierig naar dit verhaal. vadkr. Willem de tweede, de voor hem zeer gunftige omdandigheeden door en door kundigzynde, verzuimde geeneoogenblikken , om 'er ten zynen voordeele zig van te bedienen. Welhaast vond hy een toereikend voorwendzel, om hand aan 't werk te liaan. zoon. De Boozen zyn altoos yverig in 't kwaaddoen. vader. Toen de vreeie met Spanje geflooten was kwam'er ter Staatsvergadering een voordel, om het Krycsvolk te verminderen; men begreep, en te recht, dat in een tyd van vreede geen zo groot getal van Krygsknegten noodig was, die- niet dan ten' grooten kosten en nadeele van êe Ingezetenen on derhouden konden worden. De Finantien waren in een flegten toeftand, en hadden hoognoodig verbeterd en onderdeund te worden, en wanneer men dit immer kan doen, Was het zekerlyk in die tydftippen, dat men C 3 geen  C 33 ) Men oorlog voerde! deeze en zoortgelyke afdoende redenen werden door Cornelis Bikker, Burgemeester van Amfterdam , met eene bondige en treffende welfprcekenhcid, ten kragügften onderfteund, en vonden zo veel ingang by de Staatsleden , die niet geheel vry waren van wantrouwen ten opzigte van den Stadhouder, dat de afdanking van een gedeelte der troepen werd vastgefteld. zoon. En deze Afdanking , begryp ik dat in 't geheel niet ftrookte , met de dwinglandifche oogmerken van Willem den Tweeden, va der. Hij voer er ten allerhevigften tegen uit. Hy vloekte en dreigde, en deed door de blyfcbaare buitenfpoorigheid zyner driften ten klaarden bemerken , van welken groote en verraaderiyke oogmetken, hy zwanger ging. zoon. Hy handelde in deezen echter niet loos. Hy moest zyn drift veeleer ontveinsd, dan den vryen teugel geyierd hebben. vader. Dit liet zyn geitel niet toe; en ook hier in befpeurt men de goedheid des Hemels , die een kenteken ftelde aan den Man, die op het verderf van zyn Vaderland uit was, doer welk kenmerk , hy bekend werd voor den geenen, diehy waarlyk was, zoon. Ik fta u dit ten vollen toe. VA-  C 39 ) vader. Willem bevroedde echter heel fcfiielyk, dat al dat bulderen en raazen niets afdeed, en dat wilde hy vorderen, hy geheel anders moest te werk gaan Hy bediende zig dan van list. zoon Nu word hy oneindig gevaarlyker. vader. De foldaaten, die afgedankt moesten worden, zouden daardoor zig voor het grootfte gedeelte van het middel van hun beftaan verfteeken vinden , dus begreep hy, dat die de beste Man , ty dit Krygsvolk zou weezen, die zig voor hetzelve" in de bres Ie ftelde. Hy Helde zig dan openlyk ter Staatsvergadering tegen de Afdanking, en verwierf dus de toegeneegenheid van dit Volk , dat men verder door omkoopen en opftooken geheel aan 's Prinfen zyde bragt. Willem bediende zig ook van zyn Vrouw , deeze vaardigde hy naar de Vrouwen van voornaamc Staatsleden af, ten einde deezen te beweegen, om hunne Mannen van befluit te doen veranderen , of'er hen, met al de Vrouwlyke magt toe te dwingen. zoon. Een laag en veragtlyk middel, waarvan een rechtfchapen Man zig nooit bedient, vader'. De Stadhouders bedienen, onbepaald, zij- van alle middelen , die hen hun oogmerk kunnen doen bereiken. zoon. Een bewvs, dat zy dan ook het verfoeilykfte oogmerk hebben. C 4 va-  C4o) vader. Dit is zo. zoon. Maar nu verder.1 vader 'tMogt alles niet helpen. Willem werd verwoed, en op laad van eenige Voornaamen Regenten , die bang begonden te worden , zig naar eenige der eerfte Steden vervoegende, om met de Regeringen een bemiddeling uittevinden , en op deeze reis zeer flegt ontvangen wordende, floeg hy tot een uiterfte over 1 Hy liet naamlyk eenige Staatsleden , die hy vermeende dat hem 't felst beleedigd hadden, gevangen neemen en naar Locveftein overbrengen. zoon. Gevangen neemen, zegt gy? en wat reden gaf hy daarvoor ? vader. Hy gaf geene reden dan zyne -wil.' men wist echter zeer wel wat de waare reden daarvoor was. 3 oo n. En welke was die? vader. Om dat deeze ftaatsgevangenen deugdzaame en beproefde Vaderlanders waren, die het heil en den luifter van het algemeen waardeerden, boven het zelfbelang, en die ten kosten van den welvaart der Maatfchappy geen flaaven van den Prins , noch blinde werktuigenvan zyne wrokkende Staatzugt begeerde te weezen, 't waren Mannen, die een afgryzing van het Oranjeplan hadden. ZOON.  C 41 ) zoon. Gy hebt te meermaalen reeds van dat Stadhouderlyk Plan van overhecr chins; gefprooken, maar immers toonden de Stadhouders reeds overvloedig, dat zy alles naar hun zin beheerschten, wat wilden zy meer? vader. Zy regeerden zekerlyk vry willekeurig, doch altoos met de grootfte belemmering, en niet dan by zommige gelecgenheeden. Zy zorgden wel altoos zo veel zy ko den , om deStedehke Regeeringen, welker Gedeputeerden de Staatsvergadering formeerden, uit hunne Afhangelingen te doen beftaan, doch t-ehalvcii , dat dit veel moeiten en opoffert'.g?n medebragt, en ook niet altoos gelukken wilde, was zodanig een overheerlching niet vleiende genoeg, voor den Hoogmoed van Oranje. Want hoe zeer zy door behulp deezer Staats werktuigen alles deeden Wat zy begeerden, gefchiede zulks echter altoos op naam der Staaten ; deeze , hoe zeer in de daad des Prinfen Dienaars en Handlangers, heeteden echter de Souvereinen. Die naam alleen vevneederde de trotscheid derStadhouders te zeer, om hem te kunnen dulden. Gy begrypt, dat wanneer de Stadhouder zelf Souverein en onbepaald meefter was, [dat de Staaten eigenlyk niet waren,] dat hy dan niemand behoefde te ontzien ; niemand behoefde te vleien noch om te koopen ! dan kon hy met 's I ands penningen navir welgevallen omfpringen, zonder deswegens verantwoordlyk te zyn; dan kon hy de Privilegiën verkragten of vernietigen; dan kon hy de Vreemdelingen met de eigendommen en C 5 voor  C 42 ) voorrechten der Burgers befchenken, »»■ niet weinig woorden, dan kon hy alles van zyn wenken doen vliegen , alles wat hem wederftreevcn dorst verbryzelen ! zoon. Om zodanig een Plan te hernamen en uittevoeren moet men waarlyk een Tyran zyn. vader. En dit is waarlyk het Plan van Oranje altoos geweest. Ik flip alleen eenige hunner bekende bedryven aan .waaruit zulks overvloedig blykt, doch neem de moeite, myn Zoon! en doorblader onze Historiën, en gy zult ontdekken , dat ik u nog veel te weinig van de Dwmglandy van dat heerschzick huis gezegd heb. zoon. 't [s verwonderlyk , dat het zig dan nog zo lang in de gunst des Volks heeft wecten ftaande te houden. vader. Hiertoe heeft de voorbaarige en partydige Geestlykheid, en de omgekogteen kwaadaartige gefchiedboekef niet weinig toegebragt. De eerfte fchilderde , met een fehynheiliggelaat, en verdraaide Bybeifpreuken , de Stadhouders fteeds als-heiligen-, als fteunpilaaren der Rechtzinnige Kerk af, en d^laatfte wist hunne verkeerdheden en wanbedryven zodaanig te vernisfen, dat zy het voorkoomen van deugden verkrecgeh. Deeze twee werkten elkander in dc hand: Het Gemeen geloofde alles, wat dweepery enweln fpreekendheid geliefde vóórprediken: De groo-  C 43 ) grooten waren te afhanglyk of tc bevreesd, en geloofden liever dan dat zy onderzogtcn, »n zy die beter wisten, zydie defnoodheiia der Stadhöudcrlyke oogmerken doorgrondeden, mocftcn zwygen, om dat het fpfeeken, in dit geval, veelal met de fchroomlykfte gevaaren gepaard ging. zoon. De moeilykheid voor Oranje, om Zig dus ftaande te houden, heeft dan ook een reden te meer geweest, om het ontwerp van overlig erfching tot ftand te brengen. ZES ■  C44) ZESDE SA AME N SPRA A R, ïoon. ^i^at was nu het gevolg der ge▼angeneeming van eenige Staatsleden, dooi den lnooden Willem den Tweeden T v/dei. Deeze Gebeurtenis vervulde de gemoederen der weldenkende met fchrik: de goede Staatsmannen zagen het zelfde Lot te gemoet, by aldien hunne ftandvastigheid niet toegaf, en de Burgery befpeurdeuit dit ftaaltje welk een Tyran de Stadhouder weezen zou wanneer hy volftrekt meester Werd. zoon. Hy, die in zulke omftandigheeden boos en ftout genoeg was, om zyn handen aan den fouverein te flaan , die het recht ende Vryheid des Volksverdedigde, zon zekerlyk zig niet ontzien hebben, om, wanneer hy kon, de Burgers als flaaven onder zyne voeten te vertreeden. va de». Het krygsvolk intusfehen, dat door de heimlyke en openbkeaanhitfingen der Oranjeparty , de Staaten als Vyanden befchouwde, geraakte hierdoor geheel op de hand van den Stadhouder. Zy befchouden hem als de verdeediger van hunne zaak, en booden zig om ftryd aan, om hem tegen de Staaten te onderfteunen; zwoeren hemtrouw en beloofden hem te zullen wreeken, zoon. En nam de Stadhouder deeze ftraf- waar-  C 45 ) Waardige, deeze oproerige Aanbieding aan/ va»i r. Reikhalzende had.hy dezelve te gemoet gezien! niets was hem aangenaamer cn niets omhelsde hy greetiger zoon- Is het mooglyk f vader. Geen kwaad, geen gruuwel, hoa groot en fnood, hebben de Stadhouders immer ontzien, wanneer zy 'erflegts hun oogmerk mede bereiken konden. Verraad, Oproer en Moord zyn doorgaands de middelen geweest., waardoor zy groot zyn geworden en. het zyn die zelfde 'aflehuuwlyke middelen waartoe zy den toevlugt neemen, wanneer zy hunne onwettige grootheid moeten Haande houden, of vermeerderen willen. zoon. En nog befchouwt de Natie hen als Nederlands weldoenders, vader. Het fchuim der Natie, het veragtlykfle, het flaafagtigftedeel des Volks doet zulks maar alleen. De kundigen, de Eerlyken, de waarlyk Godsdienftigen in den Lande hebben een afgryzing van Oranje, om dat het nimmer een weezenlyk goed, maar fteeds verfoeilyk kwaad deed. zoon. Hoe ging het nu verder? vader- De Stadhouder, het aanbod der muitzieke foldaaten aangenoom en hebbende maakte daadlyk 'er gebruik van, Hy gafor! der  C4Ö-) der dat allé de Troepen , die zyne zycW gekoozen hadden, by elkander zouden trekken, tot de vcrzaamelplaats verkoos hy den omtrek van Amfterdam. zoon. En waarom juist den omtrek van Amfterdam ? vader. Om dat hy, in zyn heilloos oogmerk , de fterkfte tegenfpraak en tegenkanting uit deeze VryheidlievendeStad ontmoet had ; om dat hy, het meest tegen deeze Stad verbitterd, haar het eerst zyn wraak wilde doen ondervinden,en omdathy zeer wel wist, dat zo wanneer hy deeze Stad had doen bukken , de overige fteden te gemaklyker zouden te bedwingen vallen. zoon- Gelukte hem dit helsch ontwerp? vader. De Godlyke goedheid, altoos waakende, over de belangen van ons Vaderland'verydelde het. zoon Zoud gy myn van dit geval niet een weinig uitvoeriger berigt kunnen mededeelen'? vader. Zeer gaarne , myn Zoon! indien gy flegts lust hebt aan te hooren. zoo», de gefchiedenisfen van myn geboorteland te moe-gen wecten is my altoos aangenaam ;'en hier voor al is hetmynzaak, om Oranje te leeren kennen, en dat wel uit  C 47 ) ,uit zulke gebeurtenisfen , die openlyk gebeurd, door niemand kunnen tegengefprooken worden. vader. Ik prys deeze zugt tot onderzoek, 't ware te weniehen, dat alle Jongelingen die betoonden 1 zoon. Gelief nu uw verhaal te beginnen. vader. Reeds eenige weeken te vooren had men op verfcheiden plaatfen de gerugten verfpreid , dat Amfterdam belegerd ftond te worden; 't zy dat men den Sartffcg niet bedekt had kunnen houden, of dat men Amfterdam een fehrik had poogen aantejaagen , om die Stad te eerder den dvvingenden wil van den Prins te doen opvolgen. Dit echter de gewenschte uitwerking niet hebbende ging Willem de tweede tot den aanflagzel' ve over, ■■ Gentïllot, Major van een Regiment Franfchen van Douchant kreeg order van den Stadhouder, om, op den 29 july 1650, met vyftig Manfchappen, van allerlei Landaard en met zinkroers en zydgeweer gewapjnd, binnen Amfterdam te komen. Anderen echter zeggen, dat hy beftemd was, om dien dag met de nagtfehuit van Utrecht te vertrekken, ten einde des anderen daags vroegtyds aan de Regulierspoord te zyn.Gentillot moest, zonder vyandlykheid te pleegen, deeze poort zien te bemagtigen, Eenige kornetten paarden, te Nimeegen, te Aamhem  C 4» ) hem en elders te bezetting liggende , moe» ten insgelyks voor Amfterdam, ter beftemder tyd, komen, hoewel onkundig van het geen zy 'er doen moesten. zöon. Dit zullen moogelyk luiden geweest zyn, die men vooronderftelde een te eerlyk hart te bezitten, om opzettelyk kwaad te doen. vadii Dit is moogelyk. Eerlyke luiden zyn nooit by Oranje in 't vertrouwen. zoon. Die zelf een fchelm is kan zig alleen op fehelmen verlaaten. Mag ik u verzoeken, Vader 1 om voomegaan. vader. De bezetting van Utrecht moest desavonds te voren uittrekken, onder voorwendzel van de koninglyke Prinfes intehaalen. zoon. Waren er toen ook al Prinfesfen, •m het Land te helpen verraaden. vader. Deeze bezetting moest te gelyk met de Ruitery voor de Regulkrs-poort zyn, waar Genüllot hen zou binnen iaaten, die dan , eer men zulks vermoedde, den Dam, het Stadhuis en eenige voornaame plaatfen moesten bezetten. De Ruitery moest intusfchen door de Stad trekken, om alle iaamenrottingen te beletten, ■— vader. In de taal van Oranje verftaat men ze-  C 49 5 zekerlyk door de faamcnrottingen, allen wefc» tigen tegenftand der Burgcry? v ader. Gy begrypt het recht, Kort hierop zou dan de Stadhouder volgen, om de Wet te veranderen, en Amfterdam, daardoor tot eenpaarigheid met de andere Leden noödzaaken. De Troepen echter hadden uitdruklyken last, om zig van alle vyandlykheidte onthouden. Zy moeiten, by liet intrekken, roepen , dat zy vrienden waren en als Vrienden kwamen. zoon. In dezelfde finaak zekérlyk, vrienden van de Burgers, als Oranje een vriend Van de Republiek. vader. Hen werd ook verbooden te fchicten, al ware het zelf dat 'er op hen gefchooten mogt worden. Evenwel wanneer de Burgery het te grof maakte, ftond de tegenweer hen vry. Graaf Willem Frederik, Stadhouder vari Vriesland , begaf zig den 29 july des nademiddags uit den Haag, naar Abkoude.waar de Ruitery ftond aantekomen. Op den geitelden tyd bevonden 'er zig vier Compagnien Paarden, beneffens Sommelsdyk en Dona , doehde Ruitery van Nymeegën en Arnhem was in 't Gooiland verdwaald geraakt. zoon. Hoe kwam zulks? vader, Dc wegen op de veluwe, en D voor-  C 50 ) vooral in Gooiland, eng en bogtig loopende, waren by den rfagt, en vooral voor onkundigen, zeer moeilvk te vinden. Men moest aldaar een leidsman hebben , of zig van een ander middel bedienen, wilde men 'er met verdwaalcn. De geregelde Troepen hadden geen Leidsman , en daarom had men er iets anders op uitgedagt. ■ In Gooiland ftond, aan den weg, dien men laflgs wilde, op eene afgëlëégeri plaats, by Hilverfum zeker Huis, door een Heelmeester bewoond. Twee of drie Officiers, by het opnoemen van den weg bevonden hebbende, dat men omtrent dit huis het grootfte gevaar van te verdwaalcn liep, hadden deezen Heelmeester bewoogen, om in den nagt, naden 20 luly, een licht te plaatfen in een van de hoogde zyner venderramen, onder voorWeiidzel, dat iemand hunner goede vrienden die een Mandag begaan had, de vlugt langs deezen weg neemen en op dit licht aangaan zou. zoon. Hoe veel leugens heeft het bedrog niet noodig om zig daande te houden .' vader. Op deeze wyze dagt men alles by uitdek wel bezorgd te bobben dai de goede voorzienigheid behaagde het anders. zoon. En tegen deeze vermag de loosheid niets. vader. Dien zelfden avond was het zulk  C 51 ) buyig weder, dat de Heelmeester, vastftellende, zo als hy naderhand betuigde, dat memand in zulk onguur weer op reis zou gaan, omtrent elfuuren, zyn licht wegnam en uitdeed. rin ° ° N' WClk °Cne vcrwonderIyke beftuu- vader. De aankomende Ruiterv nergens licht befpeurcnde, geraakte daar d'oor aan't dwaalen , op de Goordfche Heide, en kwam daardoor veel te laat ter beftemder plaats aan. Onder al dit fukkelen intusfchcn , kreeg men te Amfterdam bcrigt, van de aankomst der traepen. der°/°N" We6t Sy niet op wat wyze, Va- vader. Ik zal 't u zéggen, myn Zoon £ de Hamburger Postbode, die, met het aanbreken van den dag, zig onder de dwalende Ruitery bevonden had, had van dezelven gehoord, dat de marsch naar Amfterdam Was De Officier die dezelve commandeerde, had geen last om iemand optehouden, en was zelfs onkundig van den aanflag, die daarenboven aan weinigen bekend was, en liet dus de Postbode zyns wegs ryden. Deeze gaf eerst aan 't Posthuis en vervolgens aan den Burgemeester Bikker kenais van het geen hy vernomen had. D 2 200N,  C 52 ) Boon. Menbcfpeurt in dit alles den vinger der Voorzienigheid. vader. In 't eerst dagt men , 4* de Zweediche Troepen, die thans in Luikerlanö fagen , of eenige Lotharingfehen die meermalen ongelcgeldheden pleegden n.ar Amfterdam waren komen azakken , om de ftad te plunderen. Het allerminst althans dagt men om den Prins of het krygsvollc van den Staat. Weldra werd er order gefield. De Valbruggen werden opgehaald; de pootten geilooten; t gefchut naar de wallen gebragt, Sn alles wat wapens kon voereni in de wanens gebragt; men wierf ook met er yi eenig"voTk ; lerwyl agt Oorlogfchepe^i he Y zouden hefchermen en eenige Uideggers in den Amftel voor de ftad gebiagt u er den. zoon. Pryslyke voorzorg! vader. Alles was ten drukften in bewee«STSte yverde om >t eerst: eenige GA- zoon. Men ziet 'eruit, f ^ «jlto of nooit aan den Burger hapert, om sLands Vryheid te verdedigen. vader. Graaf/F?//^, intusfchen de Rui-  CS3 ) tery by een gekregen hebbende, kwam fiat in den middag, langs den Amftel digt onder de Stad. Hy de poorten gellcoten en alles in beweeging vindende, vond niet raad aam iets .met geweld te onderneemen. Gentillot vroeger by de poort gekomen , en de Graaf niet vernemende durfde insgelyks niets befta in. De Graaf overhandigde toen een briqf van den Prins aan de Stad, be helzende, dat hyde laatfte reize zoo vreemd in Amfterdam bejegend zynde , zulks wilde voorkomen, en dus Krygsvolk gezonden had, om alles in rust te "houden, ten einde hy vrylyk aldaar zoude kannen voordragen» 't geen hem noodig dage. zoon. Eene zonderlinge voorzorg.. vader. Die Oranje hoognodig had. zoon. Om dat hy geen goed in 't zin had. vader De Graaf ontving ten antwoord, dat Burgemeesters zulks liever niet gezien hadden , en dat zy verzogten dat hy de Stadniet nader kwam , of dat zy zig genoodzaakt zouden vinden, zig te befehernaen met de Wapenen , die God en de Natuur hen ge- geeven hadden. Maarfeveen, die het woord voerde, voegde er nog eene getrouwewaarfehouwing by , om ten beste doenlyk weder te rug te trekken , dewyl men anders wel tot de uiterfte middelen zou kunnen everflaan. D 3. <$A4&  Cs-O zoon. Wat zou men toch gedaan hebben? vader. Men zou het Land onder water cezet, en dus het leger op den oever van deszelfs verderf gebragt hebben. In Amfterdam vonden Burgemeeftcrs, op de begeerte des Volks, zig reeds gedrongen, om twee Huizen te openen en hier endaar een Polder rp doorfteeken. « -Het een en ander was 4'? dieuitwerking , dat de foldaten met nader kwamen. zoon. Maar hoe fmaakte deeze mislukking aan den wraakgierigen Stadhouder? vader. Deeze ontving de tyding daarvan toen hy over tafel zat: daadlyk rees hyop, ten gevoeligfte getroffen , zonder iets meer re willen nuttigen; begaf zig m zyn Kabinet; ftampvoetcdc van fpyt; (meet den hoed tegen den grond en wilde niemand zien noen fprecken. zoon. Welk een fnood CaraSer! fpyt te hebben van zyn Vaderland met overweldigd en bedorven te zien! vadfr. De Prins begaf zig daarop zelfs naar Amfterdam met de woede en de wraak in het hart, doch de moed ontzonk hem , S£'het ondergelopen Land hem den dood zyner Troepen verkondigde, zo hy zigyer, der waagde. De Stadhouder zig zelf.dusi m ^e war gefponnen hchbendenam zynmvloed bv de algemeene Staaten te hulp, en be  C55) werkte'dat deezen Hem, welftaandshalveea met ecrc, te rug riepen. zoon. Een eeuwige lof voor Amfterdam I vader. Die lof zou grooter geweest zyn indien Amfterdam niet tot de laagheid gekomen was, om den dollen Prins"; die nu zeifin 't naauwwas, een vergelyk voor te flian, en een aanbod van redenlyke ofliever fchandelyke voldoening te doen. De gevangen, Staatsleden op Loeveftein werden ontflagen, doch buiten de Regeering geflooten. zoon. En hoe verging het Willem? vader. Hy verteerde van fpyt en fchaamte. De algemeene haat was door dit zynbedryf derwyzcn tegen hem ontftooken , dat zelfs de Predikanten hem by de Duivel uit de He! vergeleeken; dat 'er eene medalje te Amfterdam geflagen werd , waarop hy, onder de afbeelding van een dol en ongetoomd paard werd voorgefteld, en dat zyn Aanhang fidderde om zyne verdediging op zig te neemen. zoon. Dit was zyne rechtvaaardige belooning. vader. Intusfchen kunnen wy niet genoeg tot de God van Nederland opzien,en Hem met onze bewondering en erkentenis D 4 ver'.  C 56 ) vereeren. 't Was zyne voorzorg, zynewysheid.zyn Alvermoogen, die de vervloekte oogmerken van deezen Tyran verydelde , en ons dierbaar Vaderland, bydcszel.s duurverkreegen Vryheid en vorrechte 1, zo al» ierguaftigst als vyonderdaadig bewaarde. ZE-  ( 57 ) ZETTENDE SA AMEN SPRAAK. vader. i^Ju zyn wy eekomen tot deu Opvolger van Willem 'den Tweeden, zyn Zoon naamlyk. zoon. Hoe, Vader! hebt gy my niet ge? zegd , dat Willem de Tweede in een algemeenen haat geraakt was? dat men hem alomme vervloekte? vader. Dit was ook waarlyk zo. zoon. En had hy dan een Opvolger.?-— Had dan her Volk, dat zo zeer de tyranny van den Vader gevoeld had, dat zo fterk'er tegen ingenomen was. en bygevolg alle poogingen in 't werk had beboeren te Hellen, om van de Stadhouder!} ke dwinglandy ontheven te worden en te blyven, had , zeg ik, dat Volk, dan nog lust om de Zoon den ,Vader te doen opvolgen? vader. Wat zal ik zeggen, myn Zoon.' dus verkeerd is de Mensen; dus ongelyk han'delt hy fteeds met zig zelve! Hy kent het kwaad, hy voorziet en vreest het, en evenwel vliegt hy heenen, om het te omhelzen. zoon.  C 58 ) zoon- 't Is waar. Vader! de ondervinding leert het daaglyks. vader. En te meer zal het u (lof tot verwondering opleveren, wanneer gy hoort, dat men Willem den Derden , die na den dood zyns Vaders rer Waereld kwam , reeds in de wieg het hoog gezag wilde opdraagen. zoon. Hoe is dit mooglyk? v a d e r. Uithoofde van dcntegcnfpoedigen uitflag eeniger Zeegevegten, wilde het Gemeen, dat men ee i aaftzienlyk Hoofd over de Zeemagt zou aanftellen; dan dagt men, zouden de zaaken een gelukkiger keer neemen. zoon. Dan was dit de wensch van het Graauw vader. Gy kunt ligtlyk bevroeden, dat het Gemeen llegts het werkluis; der Groeten was; dat het door deezen werd opgewonden en aangehitst. zoon. Maar imffler$ was Willem de Derde nog een kind ? deeze kon ten minde het Volk toen niet aahftooken'. vader. Dat is waar! maar begryp, dat 'er altoos baatzugtige en heerschzieke Grooren gevonden worden , die'zig zelve en hunne Familien , ten kosten van den algemee-  C 59 ) mcenen welvaart poogen vet te mesten, die hunne troonen op de puinhoopen der Burgervoorrechten en Vryheeden willen oprijten, en die niets vuurigcr verlangden, dan de flaavcrny eens vryen Volks, dat hen altoos in den weg ftond. zoon. En waarom dat? vader. Om dat zy, onrechtvaardig hegcerende te zyn , deze grootften tegenftand , ja hun verderf by een waarlyk vry Volk te verwagten hadden, zoon. Maar? —— vader. Ik weet wat gy vraagen wilt, myn Zoon! Zo draa de Grootcn het fchraapen, het onderdrukken, het heertenen, het dwingen in 't hoold hebben , dan moeten zy de toevlugt tot den Stadhouder nce- men ; deeze moet zig aan hun hoofd bevinden! zonder die kunnen zy hun¬ ne heillooze oogmerken niet bereiken .' —Het Rvk der Stadhouders was altoos een Ryk van onrecht en verdrukking, en het heeft derhalven onrechtvaardige lieden en helpers noodig om zig ftaande te houden. zoon- Hierom is dan de Invloed van den wcldenkenden Burger zo haatiyk in de oogen der Oranjeparty , om dat deeze tegen hunne Godloosheid recht over zou ftaan. vader. Recht zo. zoon,  C 60 ) 2 0 on. Vervolg nu , als 't u gelieft, vader Om den Jongen Prins het geHyenscht gezag te bezorgen, (lelde men al. lerlei (treeken in 't werk. Te Vlaard.ingcn wierf men Volk op zyn naam: te Amfterdam dwong men de Tromir.elflagers , om hy de "Werving 's Prinfen naam te gebruiken , en Z,oortgei)kc kunstjes meer , waardoor men de gemoederen poogde gaande te maaken, en het Graauw op de been te brengen. Do Oranjegezinde Grootcn deeden hier niet weinig toe, zo met het uitdeelen van gold, verfpreiden van Pasquillen als anderzins, zoon* En wat was het gevolg van dit «lies ? vader. Dat de^r.ldasjdighecden hoelangen hoe grocter wierden. In denHaag.tcEnkhuizen, Haarlem, en meer andere Steeden , begon men ter eere , en ten \ oordeele van het Oranjekind aan het muiten te (laan, en de order der Maatfehappy om te keeren. — zoon. Dit was eenblyk, dat de Oranjeparty een kwaade zaak verdeedigde! wantwat eerlyk en verftandig mensch zal zyn goede zaak, door zulke (noode en gruüwiyke middelen willen bevestigen! vader. Dit is altoos de toevlugt der Heerschzugi! Oranje moet zig door oproer en geweld ftaajide houden , of het ver-  C 61 ) yevvalt! r. Zulks zal het moeten doen, zo lang het groot wil blyven. . zoon. Rampzalige grootheid! vader. Onze Republiek geraakte daarop metEigeland in oorlog. De Protector van dat Rvk, dat toen den Naam van een Gemeenébcst had aan .enoomen, was de bekende Cromvjel: deeze bragt het zo verre, dat onze Staat zig verpligt vond om eenen ganscn niet eerlykea en nog minder voordeehgen vreede te iluiten. Deeze Crotmvet had Staatkundige redenen, om den Prins van Oranje buiten alle bewind te houden; hv bewerkte derhalven , dat onder de vredesvoorwaarden, ook die te vinden was waar door de Acte v:n Seclufie, of uitfluiting in de waerld kwam. zoon. Welke voorwaarde was dit dan? vader. Deeze, dat de Staaten van Holland zouden declareeren, dat zy nimmer den Prins van Oranje, of eenige van zyne Nakoomelingen , tot Stadhouder of Admiraal van deeze Provincie zouden aanftellen , ot dulden dat een van hunne Leden zyn Item gaf tot zyne verkiezing, als Capitcm Gene. raai van'de Republiek. Hierover viel met «reinig verfchil met de andere Provinciën, die de zy de van Oranje koozen. Men ging 'er achter ia Holland mede voort, waar men,  C 62 ) men onder' de hand, de fchroomlykftc Partyzugt aankweekte, en het zaad ftrooide , dat, niet lang daarna, zulke doodlyke vrugten voortbragt. zoon. Ik voorzie hier een fchroomlyk kwaad uit. vader. Lodewyk de Veertiende beoorloogde daarop deeze Republiek, met zulk een gelukkig gevolg, dat hy zeer fpocdig zig van drie Provinciën meester maakte. De Gebroeders de Witten hadden het Land de uitfteekendfte dienften beweezen. Hunne verdienden waren by het beste deel der Natie erkend geworden; doch uit bezetten van eer, deugd en pligt , waren zy de Tegenparty van Oranje. "Zy handhaafden de Vryheid en Volksrechten, en de Stadhoudcrlyke Aanhang was 'er ftceds op uit, om die te vertreeden en te vernietigen ; dus werden zy al zeer fpoedig door dat Heerschzieke Huis en deszelfs vrienden gehaat en vervolgd, en ondervonden allerweegen, de gedugtigfte tegenwerkingen , in hunne Vaderlandlievende oogmerken en bedoelingen. De voorftandcrs van den Prins wilden liever het geheele Land verlooren zien gaan, dan dulden, dat Oranje buiten het gezag bleef: hierom berokkende men den Oorlog, door Vrankryk te tergen , en liet men denzelven zo nadeelig voor ons worden, als boosheid en list flegts mooglykwas; terwyl men den Raadpenfionaris de Wit, als de oorzaak der algemecne onheilen affchilderdc , en hem den  C 63 ) den haat des gemeens op 'den hals fchoof. zoon. En liet het Volk zig misleiden? vader, o Zeer gemaklyk De Raadpensionaris , moedeloos onder dit alles wordende, beging zekerlyk eenige Staatkundige Misdagen, doch zyne Vyandeu waren, 'erde grondoorzaaken van , en had men in tyds zyne wyze raadgeeviogen gevolgt, dan had men alle rampen kunnen voorkoomen. zoon. Maar zou Oranje dan ook bevorderd zyn geworden ? vader. Neen! » en juist daarom verydelde men den welmeenendftcn Raad, en de beste poogingen. zoon. Hoe verachtlyk word Oranje! vader. Eindlyk kwam het zo verre, dat de Partyzugt, die by de Oranjeparty ten hevigfte blaakte,tot geweldige uiterften overfloeg. Pieter en Jacob van der Graaf, Corneïis de Bruin, en Adolf Lonnebach hadden bereids eenen moorddaadigen aanflag op het leven van den Raadpeniïonaris , ten behoeven van Oranje gewaagd; deeze voorgenoomen Moord mislukte echter en de gehaatte Vaderlander kwam voor ditmaal met een fteekin de rechte zy de en in het linker ichouderblad vry. zoon  C 64 ) zoo*, Voor ditmaal, zegt gy* vader. Zyn lot, beneffens dat van zyri Broeder, was naderhand, om op de verfehiklykfte wyze vermoord te worden. zoon. Welk eene wreedheidmaar. vader. Alvooréns ik u dat moordtooneel, ter eere van Oranje geopend .befchryf, moet ik u zeggen, dat men, kort na den toeleg op de Witten, het oproer aan alle zyden zag uitbarften. Het Gemeen was derwyzen door deOranjecabaal aangeftookt, dat het niet dan moord en verwoeftmg dreigde, zo niet Wit* lem de Derde tot Stadhouder werd aangefteld! In verfeheiden Steden, dwong mende "Wethouderfchap, onder de vslykfte vervloe-' kingen en doodsbedreigingen, om den Prins daarvoor te erkennen. zoon De Prins deed zig aldus gelden op eene wyze, die een Barbaar zig fehaamen zou, want ik begryp dat hy 'er genoegen innam. vader. Dat het met zyn zin cn voorkennis was, bleek niet alleen daaruit, dat zyne grootfte vrienden en vertrouwelingen , .het Oproer, zo door 't gceven van geld, als door het aanmoedigen van het losbandiglte Graauw, allerwegen bevorderden, maar ook daar uit, dat de Prins , dit alles zolder tegenfpraak toeliet, en de Stadhouderlyke waardigheid, aanvaarde,in weerwil van de fehreeu- wen-  C 6*5 ) wendeonrechtvaardigheeden en helfche wanbedryven waarmeedc zy hem opgedraagen werd ! — Had Willem de Derde een druppel eerlyk bloed in zyn lyf gehad, hy zou een gezag geweigerd hebben , dat door de heffe des Volks, met vertreeding vanbillykheid, wetten , rechten, vryheid en menschJykheid hem aangebooden werd. zoon- Hoe verre vervoert'de heerschzugt den Mensen niet I vader. Zommige Predikanten fpeelden onder dit alles eene verfoeilyke Rol. Zy lasterden 's Lands Souverein ,'preczen den Heerschzugtigen Willem, en bemoedigden het Gemeen ! zelf (haken eenige hunner de handen uit, om de Muiters, in hunne vernielende, poogingen te onderfteunen. . en zulke vloekwaardige Huichelaars beroem- ' den zig nog, dienaars van den God des Rechts en des Vreedes te weezen.' zoon. 't Is wonder , dat God hen niet daadlyk ftrafte! vader. De langmoedige Hemel dulde hier hunnen euvelmoed, maar in de eeuwiheid , zyn ze aanfpraaklyk gefield voor die " gedugte Vierfchaar , waar geen effen .uitgeftreeken gelaat, geene klaaglyke uitfpraak , noch opeenftapeling van misbruikte fchriftuurplaatzen, het aldoorziende oog misleid , maar waar het hart , in ai deszelfs fehuilhoeken, bloot en open , E voor  C 6-6 } voor den Almagtigen is. Daar ondervinden zy , wien zy gehoond en beleedigd hebben! daar martelt hen de wroeging, terwyl de wraakftem der vermoordwordende On'fchuld hen cnophoudhk ln de ooren dondert, o Myn Zoon! het lot dcezerverdoemde fehynheiligcn moet allerverfchriklykst weezen .' De Dienstknegt, dus zegt de Mond der "Waarheid, die aen wil zyns Heer en weet, en denzelven niet doet ', zal met dubbele Jlaagen geflagen worden. zoon. Gy hebt my tot nog toe een algemeen verhaal der Oproerigheedcn gegeeven, maar zoud gy my niet de een of andere byzonderheid kunnen vernaaien? Inzonderheid zou een berigt van den moord der de Witten my aangenaam zyn. Ik weet dat .£y my niet alles kunt zeggen. vader. Ik wil zeer gaarne uw begeerte voldoen; gy zult'er de Oranjeparty uit loeren kennen. zoon. Dit bedoel ik voornaamlyk. vader. Dc Raadpenfionaris Joan de Wit, en zyn Broeder , de Burgemeester van Dordrecht en Ruwaart van den lande van Putten, Cornelts de Wit, waaren, gelyk ik gezegd heb, de Voorwerpen van den Haat der Oranjeparty, om dat de eerlykheid en bekwaamheid deezer Gebroeders den val der. Vryheid en het verderf des Vaderlands, zo lang moogJyk, hadden verhinderd , door het  ( 67 ) het heerschzugtig efi tyranniesch Huis van Oranje buiten bewind te houden. De verheffing van den wrokkenden Willem den Derden tot Stadhouder had deezen haat geenzins bevreedigd De gebroeders waren of te gedugt voor den Prins, of, dat nog erger is, de Stadhouderlyke Aanhang was niet te vreeden, zo zy zig niet aan derzelver .onfchuldig bloed zat zoop. zoon. Misfehien vond het beiden plaats. vader. Men rokkende daarom alles tegen de edele de Witten op ; men had al eenigen tyd naar den Ru-xaart gezogt, om hem van kant te helpen , en van alomme vloeide het over van lasterfchriften, waar in de Gebroeders op de allerhaatlykfte, wys werden afgefchilderd. De Raadpcnfionaris, hoe geduldig anders in 't verdraagen van allen onverdienden hoon, verdeedigde zig tegen een Pasquil , waar in hem ontrouw , verwaarlozingen verraad werden te last gelegd, Deeze manlyke verdeediging echter, in ftede van zyne Vyanden te overtuigen , verbitterde hen veeleer, en de reden , myn Zoon! kunt gy ligt bevroeden. zoon. Die reden was ongetwyffeld, om dat de verdeediging onwederleglyke waarheeden behelsde. vader De Ruwaart , Corne/is de Wit, Wierd vervolgens door den Fiskaal Ruisch gevangen genomen, en naar den HaagoverE 2 ge-  C 6S ) gevoerd, De befchuldiging tegen hem heftond daarin, dat hy een zekeren Willem Tichelaar, wondheèler te Piershil, zou hebben tragten omtckoopen, om den Prins van Oranje 'het leeven te beneemen. De Raadpenfionaris uit alle omftandigheeden genoegzam kunnende befluiten, dat het best ware zig van zyne hooge waardigheid te ontdaan, bedankte voor het amt van Raadpenfionaris, doch bevreedigde ook hier mede geen een zyner vyanden, in tegendeel, men hield het vooreen blyk van verleegenheid en vrees. Dordrecht hield intusfchen fterk aan, om den gevangen Ruwaart weder^ te hebben , ten einde hyvoor zyn eigen Rechter te recht moet gefield worden't geen, zeide die Stad, door Tichelaar hem te last gelegd werd, had geen fchyn, en ftond niet aan het Hof ter beoordeeling. Ook had deeze Tichelaar nog een vonnis ten zynen laste, volgens welke hy weegens laster , den Heere en den Schout van Piershiel aangewreeven, 't Gerecht om vergiffenis bidden moest. Hy had daarenboven eene jonge dogter, by nagt, geweld aangedaan, waarom men ver- zogt dat Tichelaar In hegtenis gezet wierd, enz. zoon. En vind zulk een fchobbejak als die Tichelaar was, evenwel geloof? vader. Dewyl het opgeftookt werk was, moest  C 69 ) men hem wel geloof geeven. Was. de Wit niet een vyand van den Prins , en was dit geene overvloedige reden , om alles van hem te gelooven wat flegts ten zynen nadeele en verderf ftrekte ? zoon. Gy hebt gelyk. Oranje moest geWrooken worden, vader. De wyze waarop men met den eerlyken en onfchuldigen de Wit' handelde zal u best overtuigen , hoe zeer men gefteld Was, om den Stadhouder te behaagen. De Rechters, fchoon op verre na. geene genoegzaame gronden hebbende, om den Ruwaart flegts gevangen te kunnen houden, beflooten om hem te pynigen , om aldus hem eene bekentenis aftewringen, en onder fehyn des Rechts een fchandlyken dood te doen ondergaan. Ingevolge van dit befluit, werd hy op den negentienden van Oogstmaand in de Pynkamer gebragt, waar hy niemand der Raadsluiden tegenwoordig vond. De Scherprechter , na hem vooraf vergiffenis verzogt te hebben voor het geen hy 'hem ftond aan te doen, eischte dat hy zig gewillig in zyne handen zou ftellen, vervolgeus werd hem zyn nagttabberd , wambuis , hemdrok, broek, en koufen uitgetrokken , en de fcheenfchroeven aangedaan. De Ruwaart zeide daarop , dat hem al pyn werd aangedaan eer 'er de Heeren nog waaren; waarop de Beul hem autwoorde, dat zulks hem belast was. zoon. Dus liet men de Beul meester E 3 oves  C 70 ) over een gevangeneu, die nog geen bekentenis gedaan had 1 welk een onrecht! vader. De hevige pyn maakte den Ruwaard ongeduldig. Gy fchelm, riep hy tegen den' Beul, is my dat pyn aandoen, ik zou u wel een klink om de ooren geeven ! Klaagt gy nu reeds , voerde de wreede fcherprechter hem te gemoet, 't zal 'er nog wel anders op aankoomen. tk zou u daarom maar raaden te bekennen, want gy zult de pyn niet kunnen wederftaan. De Ruwaart voegde "hem hier op toe; Hoe kan men bekennen, 't geen men niet gedaan heeft? waar op de Beul zyn begonnen werk voortzettede. zoon. Godtergende Rcchtspleeging! vader- Toen werd hem , aan iedere teen vyftig ponden gewigts, met een dun touw vol met knoopen , vast gemaakt, en hy, by de armen agterover , om hoog gehaald , tot dat de Katrollen tegen elkander (lieten , waarna men hem heen en weder flingerdc De Raadsluiden , hierop binnen komende, vergden belydenis af; doch hy verklaarde zig onfchuldig , zeggende : Rekt en fcheurt my aan (tukken! Gy zult'er nooit uitnaaien, dat 'er niet in is! Men bleef echter by aanhouden, heid , op bekentenis aandringen , maar toen begon de, Ruwaart heftiger te fprecken ; daageiide zyn Rechters voor de Godlyke Vieri'chaar, en hen toevoegende; dat zy zelf wel wisten dat hy onfchuldig was. zoon.  C 71 ) zoon. Godlooze en Hemeltergende wreedaarts! vader. Dit alles had geen indruk op de voorftanders en lievelingen van Oranje! Zy wisten zeer wel, dat de Ruwaart onfchuldig was, doch Willem de Derde , die de voet opi's Lands Vryheid gezet had, moest gewrooken worden, op hen, die zig tegen zyne dwinglandy hadden aangekant! < Men ging met de martelingen voort. De Ruwaart werd vervolgens op de pynbank uitgerekt; zyn lighaam, op drie plaatfen, met dunne touwen vol knoopen gebonden , zyn hoofd tusfchen vier pennen gelegd zynde! zoon Barbaarfche wreedheid ! vader. Deeze pyniging duurde vierdehalf- uur! De menschlykheid ontzettede zig, doch de Rechters, de flaaven van den Stadhouder, waren ongevoelig! ■■ de geest van Oranje bezielde hen , cn deeze , geest kan den mensen in een duivel herfcheppen ! zoon. Dit blykt aan de gruwelen, die de Oranjeoproeren vergezellen. vader. De Ruwaart bleef onder dit alles volftandig ! betuigende zyn onfchuld , zig op Gods alweetenheid beroepende, — en had zelf de kloekmoedigheid van ziel, om zyn Rechters de vaarzen van Horatius voorE 4 te-  C 72 3 tehouden, (*) die in 't Hollandsen deezen zin hebben: Geen Dwinglands wenk, geen Muitziek Volk, Geen Beul, geen foltering, noch Dolk, Die , op de blanke Deugd, hun haat en moordpunt wetten , Zyn magtig om 't gemoed eens Braaven omtezetten. zoon. Welk eene edele ftandvastigheidl • en befchaamde dit zyn onrechtvaardige Rechters niet? vader- Wisten de lievelingen der Stadhouderimmervan fchaamte?was hetniet fteeds hun taak, om de grootfte fchelmftukken, meteen yzeren voorhoofd, en een toegefchroeid gewisfe te pleegen ? zoon. Maar hoe ftelden zy het dan met dan Gevangenen? vader. Zy hadden beflooten hem tezu!« 3 ;n veroordeelen, en vermits' hy geene misdaad beleeden had, gaaven zy een fententie , die de hoogfte onrechtvaardigheid en onverantwoordlykfte boosheid der Rechters aan den dag lede, dewyl er geen misdaad van den Gevonnisten in uttgedrukt was ■ By (*) Zo ongepast door de Hollandfche JUdderfthap ia 'j j2ai 1787 q/;t»euoaicii.  C 73 ) By deeze onbillyke en en verfoeilyke fententie werd de Ruwaart vervallen verklaard van alle zyne Digniteiten en Amten, en voorts uit den Lande van Holland en Westvriesland gebannen, zonder 'er immer te moogen inkomen , op poene van zwaarder ftraffe, en verder gecondemneerdin de kosten. zoon. Zy bleeven zig zelve gelyk.Doch dat vonnis komt my echter taamlyk zagt voor, wanneer ik den wrok van den Prins in aanmerking neem. vader. Hoe fnood deeze Rechters ook waren, tot die ftoutheid dorften ze echter niet komen, om openbare Moordenaars te worden ; dan, het geen zy door de verkragting van het Recht\iiet konden gedaan krygen deeden zydoorilist- Een der Rechters had, intusfehen.terwyldit Vonnis geveld^werd,om den verraaderlyken Tichelaar gezonden, en in een hoek van de kamer tegen deezen gehuurden Moordenaar gezegd: dat de Ruwaart gebannen zou worden; dat hy [Rechter ] het niet verder had kunnen brengen; doch dat Tichelaar nu naar buiten moest gaan , en het Volk ophiti'en , om zulk een fchelm, [de Wn naamelyk,] die den Prins had wtlleii vermoorden, van kant te helpen! zoon Welk een .Godvcrgeeten Rechter was dit! vader. Een Rechter die voor Oranje yverde, E 5 zoon;  C 74 ) zoon. Maar wat deed Tichelaar t vader. Hy toonde zynen Heer waardig te zyn. Na dat men den Raadpenfionaris de Wit.door een gemaakte boodfehap , byzyn Broeder, den Ruwaart, op de gevangen Poort had wecten te lokken, en men door het ftrooien van briefjes, het opftooken en aanzetten van 't Gemeen, veel Volk by da gevangenis gelokt had, trad de heillooze Tichelaar rn^r buiten , vloekende en feheldende de de Witten. Eindlyk begaf hy zig naar de Kaftelenye, plaatfte zig voor de opgefchoovcn venfterraamen, en riep de orroergezinde menigte toe: Dat de Ruwaart flegts om de leus gepynigd was ; dat men hem het hoofd voor de voeten had behooren te leggen; doch dat men hem alleen van zyne Amten beroofd en gebannen had, om dat de Rechters zo wel fchuldig waren als hy! — er verder nog byvoegende: dat die Hond, de Ruwaart naamlyk, haast met zyn Broeder den Penlionaris, zou afkomen; doch dat het nu de tyd nog was om het te beletten; dat men zig' eerst aan deeze twee fehelmen wreéken en daarna de anderen, meer dan dertig in getal, ftraffen moest! zoon. En wat uitwerking deed deeze aanfpraak? vder. De Burgers begonnen daarop: Wapen'. Wapen! te roepen, en het graauw: Moord! Moord! vliegende gefaamlyk naaide gevangen Poort, met het Moordgiertg  C 75 ) opzet, om de de Witten van 't leeven te berooven. zoon. Maar werden 'er van hoogerhand geen middelen tegen dit Oproer gebezigd.' vader. De Staaten van Holland, juist vergaderd zynde, bezorgden dat 'er drie Compagnien Ruiters in de wapenen kwaamen , en dat de Wethouderichap de Schuttery insgelyks opriep. zoon. En beletteden deezen het Oproer? vader. Zy verfterkten het. zoon. Hoe 1 verfterkten zy het? vader. Verwondert u zulks, myn Zoon? alles was met den Oranjegeest doortrokken^! alles ademde wraak en moord ! Hier had men vlytig zorg voor gedraagen. Men had de frruille gemeente allerlei vuilaartige leugens wys gemaakt, om ze maar tegen de gebroeders op te hitten, zoon. Maar immers had de Prins zyn zin ? wat baatte het toeh , dat deeze weerlooze Onfehuldigen vermoord werden? vader. Ik zal 't u zeggen. De Gebroeders hadden zig openlyk tegen de Heerschzugt van Oranje durven verzetten, wanneer hen nu hierom geen het minfte leed wedervoer, dan was het te dugten dat men vroeg of iaat,  ( 76 ) laat, dit voorbeeld ftond te volgen, om dat men wel wist, dat 'er altoos eerlyke luiden genoeg te vinden zouden zyn, die, uit zuivere Vaddlandliefde, de fchelmery en het Landverraad zouden tegendruifchen, dit was de zaak niet van de Heerschzugt,— men moest de waarheid den mond fnoeren, en. hiertoe vond men het allergefchikfte middel te wcezen , dat men, door de afgryslykfte moord, aan deeze Gebroeders een Toonbeeld (telde, waar uit elk ^ wien de lust bekroop, om de gruuwelender Heerschzugt te ontdekken en te beteugelen, leeren kon, om te zwygen, of het zelfde doodlyk lot te verwagten. zoon. Hoe veel omzigtlgheid en voorzorg moet de Boosdoender niet gebruiken , om zig (taande te houden! Ga nu voort. vader. Joan de TVitt een zyncr Klerken hebbende afgezonden, en een goede wyl te vergeefsch naar denzelven gewagt hebbende , befloot, ten half elf uuren, zonder zyn Broeder, aftegaan ; doch de Burgers beletteden hem zulks- Een onder anderen, van Oj genaamd, beet hem toe; Hier mag niemand uit. Hy vraagde: waarom niet, mannen ? immers weet gy wel wie ik ben? Anderen riepen hierop: wy hebben 'er geen Last toe ? — wat Last, hervroeg de JWitt, moest gy hebben? —— van onzen Officier! was het'antwoord. Hierop ontflond een gefchreeuw van: fchiet! ichiet! Een der Klerken  C 77 5 ken trok toen Heer Joan terug en de deuf Werd weder toegedaan. De Wit hy den Ruwaart terug gekomen Zynde, zeideeenen andermaal: Ik wenschte dat ik hier van daan was. Hoe kom ik hier van daan f Hy deet ook wel eenige poogingen, om weg te geraaken , doch vrugtloos. zoon. Dan zou de Oranjewoede haar oogmerk gemist hebben. vader. De Schuttery was intusfchen in de wapenen voor de gevangen Poort, doch dit was flegts een te zekerder middel tot der Broederen bederf. z o o Ni Hoe dat ? vader. Om dat verfeheiden Hoofden van dezelve de gezwooren vyanden der de Witten Waren. zoon. En zond men deezen ter redding? vader. Oordeel zelf, myn Zoon! tot wat einde men hen zond, uit het volgende verhaal , na dat ik u gezegd zal hebben, dat de voornaamfte Roervinken naderhand Schepen, Bailluw of Vroedfchap van 's Hage, met goedkeuring van den Prins, geworden zyn. zoon. En hadden deezen ? *■ vader. Gezworen de de Witten te zullen  C 78 ) len vermoorden, en zulks ten aanhooreh van elk een! ■ dit wist Willem de Derde ook zeer wel. zoon. Hoe is 'tmooglyk? vader. Ontrent den middag ontftond 'et een gerugt onder de Burgery dat de de Witten hetontfna.pt waren. Tien of twaalf'Burgers gingen toen boven by de Gebroeders die zy aldaar nog vonden, waarop zy de overige Burgers verzekerden, datzy 'ernog waren. Het graauw moest 'er ook van verzekerd worden. Een metfelaar plaaiftc zig op het dak der Poort, met voornoemen , om los te branden , wanneer een der Gebroeders het zou poogen te ontvlugten. zoon. Verregaande Wraakzugt! vader. Toen de Gebroeders van het gevaar gewaarfchuuwd werden, vroeg de Ruivaart f wat willen de Burgers hebben? men antwoorde: Zy willen u doodflaan. Hier op' gaf hy met eene edele gelaatenheid van ziel ten befcheid: welaan! laateil ze komen! Is het om my te doen! Hier- ben ik. zoon. Standvastige Held.' vader. Het Oproer groeide midlerWyl ten fterkftcn aan. Men wist door een valsch ge rugt den braaven Tdly met zyne twee Compagnien Ruiters zyn Post by de gevangen Poort te doen verhaten. Dfcze Heer,bst ont-  C 79 > ontvangende om aftetrckken, zeide: Ik zal gehoorzaamen , doch nu zyn de dc Witten doode luiden. Weldra werd er toen geroepen : Dat men de Hoeren van de Poort haaien , en op het Staahuis in heter bewaaring brengen moest, tot op de komst van zyn Hoogheid. zoon. Dit was zekerlyk maar een voorwendzel, om de Gebroeders buiten te krygen. vader. Gy begrypt het recht. Een weinig daarna, werd 'er door verfcheiden eerfte Belhamels op deur der Vcorpoorte gefehooten, die zo vol gaten geraakte , dat dezelve wel een vergiettest geleek; men opende dezelve echter niet , waarop men hevige dreigementen uitbraakte van alles te zullen vermoorden , en dit was van die uitwerking dat de deur open ging. . Straks vloog de woede en Moordzugt naar boven. De Ruwaart had zig opeen Ledikantje een weinig ter rust begceven, en zyn Broeder ftond in den Bybel te leezen. Verhoef, een der voornaamfte Muitelingen ,ging daadlyk naar 't Ledikant; fchoof de Gordynen open en dreef den Ruwaart toe: Vcrraader! Gy moet fterven ! bid God, en bereid ü ! > De Ruivaart zeer ont- fteld zynde vroeg: Vrienden! wat heb ik misdaan ? de eerlooze Verhoef dorst hem daatop zeggen: Gy zyt een Prinfemoorder, een Verrader, een Schelm! haast u! - De  C 80 ) De Ruwaart toen zig oprigtende, bleefeenigcn tyd in eene biddende geftalte zitten , terwyl eender Burgers toetreedcnde , zo geweldig met „de kolf der fnaphaan naar hem floeg, dat de flag misfendc, de ftylen van 't Ledekant tot elkander vielen. zoon. Dolle onzinnige woedeI vader. De woede voor Oranje , myn Zoon ! is altoos onzinnig en wreed. zoon. Hoe is 't mooglyk , dat redenlyke Menfchen nog Prinsgezind kunnen weezen? vader. De Ruivaart was echter niet gekwetst en ftond van liet Ledikant op. Een der Burgers had zyn water gemaakt in een der kamermuilen van den Ruwaart, -welke daar op zeide : Ziet, wat hebbenze gedaan ƒ waarop de verraaderlyke Verhoef ten antwoord gaf: Trek aan maar! 't Is voor u flegts om een korten tyd te doen. Men hing hem vervolgens zyn nagtrok om , doch gunde hem geen tyd zyn koufen aantetrekken. Intusfchen werd hy meteen fcherpe pen naar de Keel geftooken. zoon. Welke fnoode Moordenaars / vader. De geweezen Raadpenfionari* werd in 't eerst niet aangeraakt. Hy vroeg dan: Of men hem ook meende om hals te helpen. Hier op kreeg hy teu antwore! Ja/ Schelm.' Verrader.' Dief.' gy zult den zelfden  C Si ) den zelfden gang van uw Broeder gaan. De Heer Joan zig poogende , met eenige redenen, te verdeedigen, kreeg zulk een geweldige flagop 't hoofd dat er't bloed uitgudfte. Manmoedig echter voerde hy zyneBeledigers te ge* moet: Mannen/ is het om myn leeven te doen , fchiet my dan terftond maar onder den voet. zoon. Onverfchrokken Taal! vader. Verhoef belettede dit evenwel, zulke Schelmen , zo als die Moordcr zig uitdrukte, moeiten in 't openbaar nerven'.' _ zoon. Deeze gevoelens pasten den Oranje vrind. vader. De Officieren en Burgers, die te vooren de Broeders bewaakt hadden , en nu iets ter hunner verfchooning wilden bybrengen, werden toegegraauwd: Gy zyt fchelmen. Gy hebt u al meede laaten omkoopen. zoon. De onfchuld mogt dus zelfs geen voorfpraak hebben. vader, 't Leed niet lang, of men fleurde eerst den Ruivaart, dien een bedplank naar 't hoofd gefmeeten werd, onder een woest gejuil en getier de trappen af. Toen werd, hy by de Keel gevat, en eenige treeden buiten de gevangen Poort gefleept. Joan was zyn Broeder gevolgd , vraagende onder F weg  weg aan Verhoef, die hem by de hand leidde: Vroome Burger! hoe gaat dit zo? Verhoef antwoorde hem nors en betigte hem van Landverraad. De Wit begon zig te verdeedigen, doch eenigen uit den hoop roepende, dat Verhoef het met den Raadpenüonaris reeds eens was , ftiet, Verhoef den Heer de Wit van zig af, zeggende: Neemt den fchelm dan, en bruit met hem voor den Duivel! zoon. Welk eene vreeslyke rechtbank 5$ die van het gemeen! vader. Straks viel het Moordrot, met al de bloedgierigheid van verfcheurende Tygers op de Gebroeders aan, De Ru¬ ivaart werd met de kolven der fnaphaanen doodgeflagen. Een Bootsgezel gaf hem vervolgens een houw in 't hoofd en in de hand. Een Vendrig bragt hem verfcheiden fteeken met den Deegen toe , en anderen koelden hun moed op hunne wyze. zoon. En wat deed men den Raadpenfionaris f vader. Deeze werd al daadlyk, door een zeker Notaris , met een piek, in 'taanzigt gekwetst, voortgeftooten , en met een piftool in den nek gefchooten, zo dat hy op zyn kniën viel. De braave doch ongelukkige Man , bemerkende , dat 'er by den mensch geen troost, geen uitkomst meer veor hem overfchoot, hief oogen en han- dett  C »3 ) den ten Hemel, om zyne fmeekgebeden tot dien Rechtvaardigen en Algoeden optezenden , die zig altoos het lyden der onnozelheid aantrekt, en die ter zyner tyd het onrecht zal weeten te wreeken. Dan, —> — ook dit belettede men den vroomen Lyder. zoon. Ging de Godloosheid deezermonfters zo verre, dat men hem het bidden belettede? vader. Wat! riep men , Gy bidden f Gy om God denken? Gy gelooft niet dat'er een God is , en hebt hem al lang verzaakt door uwe Schelmeryen en Verxaaderyen. Met een werd hy door de woedende menigte afgemaakt. zoon. Rechtvaardig Opperweezen .' een eeuwige vloek rustte op deeze Moordenaars ! vader. Toen fleepte men de lyken byelkander. De moorddaadige Burgers formeerden een halven kring om dezelven enfchoo- ten 'er een generaal Salvo op. - Het graauw fleurde eindelyk de Lyken naar 't fchavot en hing ze aan de wip, alwaar ze op de onmenschlykfte wyze mishandeld werden , zo door het affhyden en van één rukken als het afbyten der Ledemaaten, diamen openlyk aan elkander verkogt Ik ys myn Zoon! om hier in verdere byzonderheeden te koomen Verbeeld u al de afgryslykheeden der woestfie en wreedfte BarbaaFa ren,  ven, en gy zult u nog maar een zeer flaauw denkbeeld vormen, van de gruuvvelen, die men aan deeze Lyken pleegde! zoon. Kon de Hemel ditgedoogen? vader. De Predikant Simonides, des anderen daaes predikende, had de Godtergende onbefchaamdheid , om deezen Moord de wraake Gods te noemen, en de Handdaadigen te verzekeren, dat zy niet geftraft maar beloond zouden worden r- zoon. En ging dit alles ongeftraft in zyn werk t vader. Wie zou het geftraft hebben? — Het was de wraak van Oranje, en Oranje was Meefter. zoon. Hoe gedroeg de Prins zig in deezen ? vader- Den dag na het vermoorden der Gebroeders kwam hy in den Haag. De Staaten , zo 't fcheen, tot ftrenglyk ftraffen geneegen,lieten hem vraagen: welke middelen men tegen de handdaadigen zou behooren in het werk te ftellen?' Doch de Prins gaf in bedenking, dat het ftuk door de voornaamfte Burgers was uitgevoerd, waartegen men zig, zonder gevaar, niet van ftrenge Middelen kon bedienen. Hier is het ookby gebleeven : de Moordenaars waren duidlyk bekend en gemaJdyk te krygen geweest, doch men • deed  • C 85 ) deed 'er verder geen het minne onderzoek jfa rt^S *adhouvader. Men ging zelf verder 1 TV r„j ae valiche Befehuldiger van den Ruivaart meteen aanzienhk Amt en Hy gaf nTnW een zeker Jaargeld! 7 h °s z o o n. Dus werd de maat der godloosheid volgemeeten. touioos vader. Verfcheiden echter dcezer odroengeBooswigten, zyn door de Godlyke wraak reeds hier op aarde agtervolgd e ongelukkig aan hun einde gekomen, mfr°H2N- *? de eeuwigheid zal hun Loon met de werkers des onrechts en gewelds zvn terwyl het Nageflagt hunne naamen me7af' gryzmg zal vervloeken. dl" F 3 AGT-  C 86 ) 'JtGTSTE SAA MENSPRAAK. zoon. r^arn de Tyranny der Heersenzugt hier mede een einde ? vader. Willem de Derde deeze zyne | gedugte, Tegenftreevers opgeruimd ziende moest ,wilde by geheel veilig zyn, nog meer doen. zoon. De eene boosheid hangt aan de andere. vader. Er waren veele Leden in de Regeering, die groote vrienden der vermoorde *ie Witten waren, deeze moeften van het kusïen , en derzelver plaatfen met lievelingen en flaaven van Oranje vervuld worden. Om dit te wege te brengen behoefde men niet veele moeiten aantewenden. Men nam den toevlugt andermaal tot het Gemeen, dat op verre na nog niet bedaard, en hetwelk alomme de Oranjerazerny inde hersfens gcflaagen was 1 zoon. En gelukte dit? vader. Dit kon niet misfen. Dus, by yoorbeeld, te Rotterdam, had men naauwlyks tyding van den Moord der twee Gebroeders gekreegen, of twaalf Burgers , begunftigers van den Prins , bewerkten dat ver-I  C »7 ) verfcheiden Vroedfchappen, verdagt, om dat zy vrienden van de Wit geweest waren, hunne plaatfen verlieten- De Stadhouder, werd daarop een Nominatie gezonden waaruit hy de verkiezing deed. Onder deeze verkoozenen bevonden 'er zig verfeheidenen, die bekend Honden voor Oproermaakers , zo als eenen Kievit, Baftiaansz, van Naarjen • Roosmale en anderen. Te Delft dwong de Prinsgezinde Burgerkrygsraad , de Vroedfchap insgelyks tot afftand, en liet de willekeurige befchikking daarvan aan den Stadhouder over. Te Leiden, te Gouda, te Dordrecht, en met een woord, op alle plaatfen, daar men oordeelde , dat Regenten waren , die het zo wel met het Vaderland meenden, dat zy nimmer aan den overheerfchenden wenk van Oranje zouden afhangen , werden veranderingen in de Regeeringen gemaakt, die meer of min met oproeren vergezeld gingen. —•■ zoon. En had de Stadhouder deeze magt t vadbr. De Staaten hadden er hem toe gemagtigd, of daar hy die magtiging niet had, deed hy het uit zig zelve! zoon. Maar beteugelde men hem niet ? vader- Een Prins die zo ontzaglyk geworden was, die met een wenk het gemeen F 4 aan  C 8S ) aan den gang kon helpen, om voor h?m te moorden en te verwoeftcn , was met te beteugelen,— en nog minder was hy zuiks, toen de ftemhebbende Heden , met zyne Creatuuren opgevuld , hem ter Staatver nadering van de hand vloogen- Alles iiduerde! alles bukte.' De de Witten zweefden elk waar Vaderlander voor de oogen: men beklaagde zig in ftike, en verdroeg dat men niet weeren kon- zoon. Dus kreeg de Prins zo goed als het oppergezag in handen vader. En echter voldeed hem dit op verre na nog niet.. Zyn Aanhang, opgewonden ter uitvoering zyner Staatzugtige oogmerken , begon hier en daar reeds te wenfchen dat de Prins niet langer knegt , maar eenmaal Heer mogt zyn , en by deezen wensch voegde het ook wel eens de bedreiging, van anders op zyn Haags te zullen huishouden. Onder anderen zaaken van deezen natuur, zal ik, om u een Haaltje te geeven, flegts dit briefje voorleezen, dat men in die dagon te Rotterdam en Amfterdam verfpreidde.. Voor de liefhebbers van het VADERLAND enden Heere PRINS van ORANJE. „ Alzo om onzer zonden wil, en den haat van eenige kwaadwillige Regenten tegen den perzoon zyn Hoogheid den Heere Printe van Oranje , het lieve Vaderland bynaar in de  C 89 ) de uiterfte ruine is geraakt, en dat het zelve, [naar menschlyk oordeel,] niet ligtlyk door de Wapenen wederom herftcld zal kunnen worden; te meer, alzo zyn Hoogheid daartoe geene genoegzaame ma'gt of Auctoriteit heeft als Stadhouder, zo worden alle goede Patriotten verzogt, uit liefde tot het Vaderland , zyn Hoogheid tot Graave van Holland, door de Magiftraaten van de Steden, met alle beleefdheid te doen verklaaren; mits dat de Graaflyke waardigheid by fuccesfie zal vallen op de wettige Lvfserven en Nakomelingen van zyn Hoogheid , die als Graaven, in der tyd, binnen Holland zullen gehouden zyn te refideeren. " „ Daar word niet getwyffeld, om veele gewigtige redenen , of God Almagtig zal ons, door dit middel, in 't kort eenen gewenschten Vreede met den Koning van Engeland geevem " „ Komt ook in groote Confideratie, dat de Heer Keurvorst van Brandenburg, by't voorz. geval, als Oom van zyn Hoogheid, met des te meerder drift, onze zaaken zal behartigen. " „ Godbewaare het VteveVaderland en zyn Hoogheid " Deeze en zoortgelyke uitftrooizels waren de voorbereidingen , of liever de toetfingen, om te zien of het aas den Burger in wilde. zoon. En, liet den Burger zig vangen? F s va-  C90 va dek. Hoe fterk de zugt voor Oranje ook was, de Naam van Graaf baarde echter by de meeften een fterk opzien. De Prins raakte ook allengskens die blinde geneegenheid kwyt, en naar maate de ontruste gemoederen tyd hadden om te bedaaren , zagen zy de zaaken ook dieper en onbevoordeeldcr in. zoon. En eene onbevoordeelde befchouwing, was vast ten nadeele van Oranje ? vader. Men zag , en de Prins erkende het zelf, dat door de Regeerings verandering, ten gevalle van den Stadhouder gemaakt, of zelf door hem gedaan, veele bekwaame en eerlyke luiden buiten het bewind gefield waren ; waar tegen zig veele driftige en geringe luiden, als vrinden van Oranje, in de Regeeringen hadden gedrongen. Deeze onbevoegde Regenten verlooren welhaast alle achting; hadden befcheidenheid noch ontzag; regeerden zeer eenzydig, en verdrukten allen, die niet eveneens gevoelden en handelden als zy. Hier door leed het gemeene welzyn niet weinig nadeel, en by de geduurige ondervindingvan dit fchroomlyk kwaad, moest men telkens aan Oranje denken, want deeze was 'er de eerfte oorzaak van. zoon. Dit was de beste verdeediging der afgezette goede en eerlyke Regenten. Maar wat deed Willem in deeze omftandigheid ? vader. Hy wist hen, die dezyde van de de Wit-  C 9i ) Pvltten gehouden hadden te winnen.waardoor ze zyne belangen voorftaande, weder op't kus'fen kwamen, terwyl de aangeftelde Recenten , die van weinig betekenis voor de Heerschzugt waren, op alle mooglyke wyze geloost werden. zoon. Maar kwam het den Stadhouder nooit In't hoofd, om zyn gehouden gedrag teverdeedigen, of een Glimp te geevcn.j vader. Hy fchoof alles op den hals des Volks , en bewoog de Staaten, om een algemeene vergiffenis aftekondigen, wegens al het gebeurde! zoon. Welk een verfoeilyke Handel wyze ! eerst tot Oproer en Moord aanteftooken, en wanneer men, door die helfche middelen, zyn gevloekt doel bereikt heeft, alsdan zyne medehelpers als fnoode Muitelingen ten toon te ftellen, door hen vergiffenis te bezorgen ! vader. Was dif echter niet nog beter, dan wanneer hy hen als Muitelingen had laaten ophangen. zoon. Voor hen was het ongetwyffeld beter , doch het was ten uiterfte flegt voor de belangen van het Vaderland. vader. Na dat de Franfchen de Provinciën Gelderland, Utrecht en Overysfel verhaten hadden, beflooten de Staaten, die toen uit  C 92 ) uit de maakzels van Wdlem den Derden beftonden, om deeze drie gewesten aan dezelide Regeenngs veranderingen te onderwerpen■ die de overige Provinciën ondergaan zoon. Om dushetflaavenryknittebreiden. vader. De Stadhouder bediende zig daadIyk van deeze magt: Hy deed zelf veel meer Hy dreef zyn ftoutheid tot het hoo»fte punt' en dwong de ongelukkige Provinciën, om' het cyranniesch Regeeringsreglement, dat hy hen voorfehreef, aanteneemen, waai door hy een byna onbepaald gezag over dezelven verkreeg. Ingevolge van dit Reglement zettede iiy af en aan , was meefter van de Hemmen ter Staats vergadering,en leefde met 's Volks Vryheiden Voorrechten naar eigen welgevallen. ö zoon. En evenwel hebt gy my gezegd, hong zyn hart nog naar de verkryg'ing de* Graaflyke waardigheid? vader. De eerfte ftap die zyne Heerschzugt vèrvolgens deed, was te bewerken.dat het Stadhouderfchap erflyk verklaard werdten einde hem of den zvnen, dien vetten brok vooreerst niet ontglippen mogt, . _ Dit bewilligde de Staaten grectiglyk, en om den Prins te meerder te vcrpligten werden Jjem ook van alle kanten ryke giften ge- zoo n.  C 93 ) koon. Een bewys van verregaande Af-' hanglykheid; vader De Raadpenfionaris Fagel, had op den wenk van denPrins.intusfchen inGelderland zoveel te wege gebragt, dat men aldaar het befluit genomen had, in 1674, om den Prins van Oranje, en deszelfs manlyke Nakomelingen , uit erkentenis zyner uitfteekende dienften, de hooge Regeering des Vorftendotns Gelder en des Graaffehaps Zutfen aan te bieden , onder den Tytel van Hertoge van Gelder en Graave van Zutfen. zoon. En hoe geviel hem deeze aanbieding? vader. Zy was hem zeer aangenaam, doch hy vond niet geraaden dezelven te aanvaarden of af te Haan, voor dat hy de gedagten der andere gewesten , daarop zou. verftaan hebben. zoon. Van waar deeze nederigheid? 0 vader, 't Was loutere loosheiden Staatkunde. Dit Aanbod was de vrugt van zynen heimlyken arbeid, en eerst de gedagten der overige Bondgenooten inteneemen, was niet anders dan te beproeven, hoe zy over de opdraaging des opperften gezags dagten, om daar uit te zien, of hy door zyne werktuigen het daar ook zo verre zou kunnen bren-  (94) brengen, 'dat zy hem insgelyks de Souverei* niteit opdroegen. zoon. Dat was wonder wel overlegd. Maar hoe dagten de Provinciën over't ftuk? vADER.In 't geheel niet naar den wensch van Willem den Derden. Holland, de voornaamfte Provincie , verfchilde althans zeer veel daarvan. zoon. Wat deed de Prins toen/ vader. Ziende dat het niet lukken zotf, fpeelde hy den Edelmoedigen, en bedankte Gelderland voor het aanbod der Souvereiniteit Hy fchreef aan Zeeland een ernftigen brief, die ook openlyk verkogt werd, doch waardoor zommigen, geheel tegen het oogmerk van den Stadhouder, verftrikt werden in de gedagten , dat hy naar de opperde magt geftaan had. Dit ging zo verre, dat men het der Gemeente, by monde en gefchrifta meer iadrukte, waarom eerlang by de Staaten van Holland, ernstig en op ftraffe des doods, verbooden werd, te zeggen of te fchryven, dat zyne Hoogheid ftond naar de Souvereiniteit; alzo zy zulke gerugten hielden te (trekken tot oproer, en om de gemeente onlustig te maaken, in het draagen der lasten, welken zy genoodzaakt waren haar op te leggen. Dit verbod was van dat gevolg dat men 'er van zweeg , fchoon men  C 93 ) men daarom niet ophield met 'er al vry wat over te denken. zoon. Het verbod zelf was een reden tot verdenking te meer. Willem moet ook wel zeer bang geweest zyn voor die verdenking, dat 'er zulk een ftrenge ftraf o? gefteld werd» NE-  (96) NEGENDE SAAMEN'SPRAAK. zoon. jHIet kwalyk flagen in zyn heerschzugtig oogmerk, moet pfillem den Derden niet weinig fmartelyk gevallen hebben. vader. Hoe zeer hy zulks ontveinsde was zyn ontevreedenheid daarover zigbrar genoeg. Hy wist derhalven geen andermiddel uittedenken , om zyn aanzien (taande te houden dan het voortzetten van den Oorlog. zoon. Rampzalig middel! vader. Hy (telde tot dat einde ook alle zyne poogingen in 't werk , en de geleegenheid om den Oorlog te voeren, ontbrak 'er in die dagen in 't geheel niet. Ik zal u hier geen verhaal van denzelven doen , myn ZoonI wy moeten alleen den Prins fchetfen. zoon. Maar hing het dan flegts van den Prins af, om den Staat in Oorlog te wikkelen? vader. Uit hoofde van zyn "gezag en invloed kon hy 'er byna alles in doen , — hy beloofde het Land ook in geen Oorlog in-  C 97 ) mtcwikkelen, dewyl het eenen zeer kostpaaren en ycrdertffyken op den hals had. De gcneraale Staaten echter verlangd ;n zeer naaiden Vreede, de algemeene welvaart hadze hoog noodig, en de Burgeiftaat won niets hy de Vorstlyke gefchiilen. om welke geftreeden werd. zoon. Waarom voerde de Staat dan den Oorlog? vader. Om dat de Stadhouder dien, ter eigen grootmaaking, voeren wilde. Zelf toen de Staaten, door den nood gaperst.den vreede zogtcn daar te ftcllen , verhond IVitiem de Derde zig met den Ridder Tempte, een der grootfte Staatkundigen van .Engeland, oio hem beloofde, den Vreede onmooglyk te maaken , of ten minften het fluiten van ■ denzelven te vertraagen. ■ zoon. En dus het Land te bederven, om zig zelve groot te maaken. vader. In weerwil echter van de kuiperyen van den Prins van Oranje, woog.het' algemeen belang, voor deeze keer, eens zo zwaar, dat de Vreede,. op den 10 auguftus 1678 , te Nymegen geflooten werd. zoon Dit moet een Doodfteek ln het grootfche hart van den Stadhouder geweest zyn. '•■•'./, • :' vader. Hy was woedende van fpyt over G doe-  ( 98 ) deeze gebeurtenis, die zyn invloed en gezag den gedugften flag toebragt, Alvoorens echter het nog gewonnen te geeven, waagde hy nog een fchelmftuk. Eer het fluiten der Vreede nog algemeen bekend was nam hy voor, om den Hertog van Luxemburg, Maarfchalk van Frankryk, met welk Hof wy Oorloogde, te overvallen. Deeze trouwlooze aanflag echter mislukte. Willem vond zig genoodzaakt te wyken, met al de fchande, van een laaghartigen verrader, die de achting van vriendjn en vyanden verbeurt. zoon. Hebt gy nog meer byzonderheeden van deezen Willem? yader Niets anders dan dat hy meteen Engelfehe Kroonprinfes gehuuwd , eindelyk Koning van Engeland werd. Op dien troon fmaakte hy niet al 't genoegen, dat hy 'er misfchien van verwagt had. De Engelfchen waren zo ftekeblind niet in het beoordeelen zyner verdienden, als de Nederlanders zig betoönd hadden. zoon. Maar hoe gedroeg hy zig? vader. Het fpreekwoord van dien tyd was , dat hy Stadhouder in Engeland en Koning in Holland was. Hier uit kunt gy het overige ligtlyk öpmaaken. zoon. Zo dat hy dan hier te land eeven heerschzugtig zyn magt deed gevoelen, als ' eindelyk wist men het door dergelyke kunstjes zo verre te brengen, dat deiStaaten, om het oproergezinde Volk genoegen te geeven, aan het zelve lieten voor- leezen: Datzy, uit aanmerking van deii bekommerlyken toeftand van tyden en 5 zaa-  C io5 ) zaaken,' en om, onder Gods zegen , den Staat deezer Landen des te beter te kunnen redden, uit de zorglyke en gevaarlyke omftandigheeden, waarin zy zig bevonden.met eenpaarige bewilliging van alle de Leden , hunne vergadering uitmaakende , verkoozen en aangefteld hadden, den Heere WJlem, Karei Hendrik Frifo, Prins van Oranje en Nasfauw.tot Stadhouder, Kapitein Generaal, en Admiraal over de Krygsmagt van deeze Provincie te water en te Lande. Men was hier op uit?elaaten van vreugde, even alsof de Stadhouder nu alles maar behouden kon. zoon. Men zal het Volk zekerlyk van te voorcn metfchoone beloften gepaaid hebben? vader. Alle de Misdagen, ( dit h^d men elkander diets gemaakt,) alle de gebreken zullen herfteld worden. Men zal geene belastingen meer invoeren, en het volk zal in al deszelfs oude Rechten herfteld worden! zoon. Beantwoorde nu de Stadhouder na zyne verheffing aan dit alles ? vader. Helaas, myn Zoon! beantwoorden de Stadhouders immer aan hunne verpligtingen en 's Volksverwagting? -~ Willem de Tierde, wectcnde, dat hy het Volk, door zvne zendelingen, zo fchandlyk bcdroogen had , vreesde hy voor deszelfs rechtvaardige wraak, wanneer de blinddoek van deszelfs oogen ftond aftevallen.. Hy droeg  C 107 ) derhalven het Commando over's Landstroepen aan Vreemdelingen op, en zig nog niet genoeg op den Soldaat durvende verhaten, wanneer hy door inboorlingen gecommandeerd werd, vulde hy onze Legermagt, onder voorwendzel van een nieuwe Exercitie en naauwer Discipline, met Vreemdelingen op, en by voorkeur met Duitfchers. 20on. En waarom deeze by voorkeur ? vader- Om dat dcDuitfche Natie uit den aart aan eene blinde gehoorzaamheid gewoon, veel beter onder het juk zig krommen kan. zoon. En de willekeurige Beheerfeher heelt flaeven noodig. vader. Weldra zag men ganfche zwermen van kaale en hongerige Uitlanders en Gelukzoekers in ons gemecnebcst. De titel van Vreemdeling was de fterkfte aanbeveeling by Willem den Vierden, die de Waareld poogde wys te maaken, dat hy het zo wel met bet Vaderland meende. De uitheemfchen, die de kunst van vleien en kruipen verftonden, konden fhat maaken op de beste militaire bedieningen, ten nadeele vangebooren Burgers en eerlyke Ingezetenen. Gel'chavotteerden 'en Ballingen droegen zelf het Uniform van den Staat! zoon. o Dit waren de beste voorftanders der Stadhouderlyke willekeur: va-  C ïo8 5 vader. Willem de Vierde, eene volftrekte onderwerping en gehoorzaamheid der troepen aan zyn bevel begecrende , herltelde de Militaire Jurisdictie in volle kragt; vorderende dat geen Militair, (om welke misdaad het ook zyn mogt, of om welke andere gerechtlyke zaak,) anders dan voor dit Krygsgerechtshof zou behoeven te verfchynen , waarvan hy het Hoofd was; waar hy over de vonnisfen befchikte en niets gedaan werd, dan volgens zyn ontegengefprooken welbehaagen. zoon En wie had deeze Militaire Jurisdictie uitgevonden? vader. Prins Maurits. Deeze om zyn gezag te vergrooten, en door den gewapcnden arm kragtdaadigst te onderfteunen, had dezelve ingevoerd. Al de Stadhouders , als fteeds door éénen geest gedreeven, hebben dezelve gehandhaafd in weerwil van al de tegenftellingen en rechtvaardige klagten der Staaten, dei Steeden en van het Hof. Zy, die zig tegen dit Krynsmcmfterwilden aankanten , konden van dehevigfle ongenade van den Prins en zyn Aanhang zig verzekerd houden. Menig een heeft ondervonden , op welk eene godlooze en fchreeuwende wyze het recht aldaar geoeffend werd! in hoe veele Doolhoven voerde het de ongelukkige (lagtoffers niet rond , en op hoe veele fchade en onkosten joeg ;het de klaagende onfchuld *iet! zoon.  C 109 zoon. Verwekte dit geen misnoegen tegen den Stadhouder? vader. Oordcel zulks uit de Giften, die men hem deed. Het quartier Nymegen kogt het Graaffchap Kuilenburg, en bood het den Prins ten gefchenke aan: de Ooftindifche Maatfcbappy vereerde hem het drie - en -üertigfte gedeelte haarer uitdeelingen; een zekere Maatfchappy, de Amphion befchonk hem met een groot getalActien: met een woord, van allezyden vloeiden hem gefchenkentoe, en hy aarzelden geen oogenblik om ze greetig aanteneemen. zoon. Dus paarde hy hebzugt met heerschzugt. vader. Deeze gaan gemeenlyk faamen. Na de herftelling der Militaire Jurisdicte verfcheen het Placcaat op het ftuk van de Jagt, dat de Stadhouders altoos als van veel geleegenheid fchynt voorgekomen te zyn. zoon. En waarom dat? vader. Om dat de Jagt een middel is, om zeer ervaaren met het fchietgeweer te leeren worden, en niets befchouwt het Huis van Oranje' gevaarlyker, als de Burgerwapenoeffening , waarom het alles weert of tegenwerkt, wat er flegts naar zweemt. zoon. Waar fteekt dit gevaar toch? Tim Wanneer eenheerschzugtigPrins  C iio) zyn dwang juk aan een vry Volk poogt optedringen , dan ftaat hem de kans ongelyk fchooner,-wanneer dat Volk geene middelen in de hand heeft, waarby het zig tegen hemverdeedigen kan, dan wanneer het met de Wapens in de vuist, hem voet voor voet, eiken inbreuk op zyn Vryheid en Rechten betwist. zoon. Dit begrypt zig van zelf, vader. Nu is het zeker dat een ovefheerfcher, ,een dwingland, hoe zeer ook door een dom Gemeen toegejuicht, altoos veragtlyk en haatlyk in de oogen van de bloem des Volks zy, én derhalven daar van de gedugtfte tegenwerking te vreezen hebbe,— ivanneer nu dit best gedeelte der Natie, by die veragring en haat, ook de middelen bezit, om ze den Dwingland te doen gevoelen, heeft dan de Heerschzugt niet alle reden om te vreefen? zoon. Ongetwijffeld? vader. En is het dan de zaak van den Geweldenaar niet, om, wanneer hy kan, vooral te zorgen, dat deeze zyne gedugte Tegenftanders , ongewapend- blyven, of ontwapend worden ? zoon.' Ditlydgcen deminfte tegenfpraak. vader- Zie daar dan de waare reden, wel-  wélke de Stadhouders altoos zo fterk de Burgerwapening doet tegenwerken. zoon. Wat is er nu verder van Willem den Vierden aantemerken ? vader. Niets als dat hy op gemelde wyze voortging, en dat, zo hy geen meer kwaad, brouwde, het niet aan zyn wil, maar wel aan de omftandigheeden mangelde. zoon. Deed hy dan niets nuttigs ? vader. De lofiykfte onderneemingen van hem, waren de poogingen, die hy ter verbetering van den koophandel aanwendde , doch die ongelukkig nimmer van eenige vrugt zyn geweest. De verandering van Regeeringen gefchiede op de gewoone Stadhouderlyke wys , door het veroorzaaken van oproerige beweegingen , en na dat Willen* de Vierde, door het blykbasrst onrecht en muitziek geweld , alles naar zyn Zin gekreegen had, werd er op zyn voorftcl, in 't begin van October 1749 eene algemeene vergiffenis afgekondigd. zoon. Deeze vergiffenis moest zekerlyk ftrekken, om de fehuldigcn , waaraan de Prins zyn verlosiing te danken had, vry van de welverdiende ftraf te houden? vader. Recht zo! want wanner de oproermakers altoos naar verdienden met den dood gedrafd wierden, dat gemakkelyk ge-  C na ) gefcbieden kon, de lust tot oproer 2011 zeer' fchieiyk vergaan, doch dan waren de Stadhouders , ook van alle die middelen verfteken, waardoor zy alleen tot grootheid geraken en hun zin verkrygen kunnen ! —— En zie daar de hooge noodzaaklykheid, om ten tyde van oproer een algemeene vergiffenis te verleenen, en tefiens de reden, waarom het oproer telkens tot zulke verregaande uiterften overflaat : het graauw houd zig voor aï van ftraffeioosheid verzekerd. zoon. Dit is dan de Staatkunde van het Huis van Oranje, vader. By de volgende gelegenheid zulIenwe ons verhaal voortzetten. ELI*  C (13 ) ELFDE SA^IMENSPRjI^g: 4 ^MxfjLmt °"«<^ Anna, den rouwte bekha"ïn T*'6 Koninglyke Hoodie d 5otS%f en haare £ Gouvernante en Voo'desfe ^ derjaariger. ilfcê^^M? PHP" ^^e^Srmers * Zoon van vader. En gehooren den 8 Maart i74j vernanteP ^ & gCdroeS -»« deeze Gou- 14 haa-  C 114) haarer Landgenootenliet.Om flegts een Haaltje te geeven. Onze Koopluiden om de noedige befcherming hunner weerlooze Koopvaardyfchepen verzoekende, had zy de onbefchaamdheid om door haar Secretaris Larrey, almede een vreemdeling, te laaten antwoorden. Dat het voor haar een Point dhonneur was' geworden in geen Equipagie van Oorlogfchepen te bewilligen, zonder eene vermeerdering van Landmagt. zoon. En waartoe die vermeerdering? vader. Enkel en alleen, ten einde haar Vader, den Koning van Engeland te kunnen byftaan, en om ons alweder in te wikkelen in eenen Oorlog met Frankryk, dat ons alle gewenschte voordeelen, in 't Huk van den Koophandel toeftond. zoon. Was zy lang Gouvernante? vader. De weldadige Hemel bezorgde, dat zy in 't begin 1759 ter aarde befteld werd. zoon. En hoe ging het toen verder? vader". Geduurende de minderjaarigheld van Willem den Vyfden, beruste het beftuur in handen van de Staaten Generaal, of liever in die van den UertogLouis vanBrunswyk, die door Willem de Vierde, toen deeze het einde zyns leevens voelde naderen, uit  C jis ) uit Dultschland Jierwaard* ontbooden was Jjrde belangen van zyn Huis waartenle- zoon. Dit is immers die Hertog diertnmzyne verraaderlyke bandelwyzfdenVbekder Natie z,g op den hals haalde; en die als de oorzaak yan de tegenwoordige Rampen he! Land moest ruimen? v nct m» ADEn' H?1 was dezelfde. Deeze Leer-' ^yn rupn alle boosheid en Heersch^n^iÖ, d.e men behoefde om een vry Volk ffi te maaken, en een Gemeenebest omtekee en G°d/ehter voorzag daar in, dat by deeze* fchade yke hoedaanigheeden de onontï/e * lyke loosheid niet gevonden werd  C n6 1 TWAALFDE SAAMENSPRAAK, zoon» JL_aatcn wy nu onzen weg vervolgen ! vader. Ik zal tot dat einde u Willem den Vyfden fchetfen. Deeze Prins, die nimmer iets goeds en vooral nooit iets verftandigs deed, was van den beginne af de fpeelpop van hen , die eigen Grootheid op de puinhoopen van 's Lands welvaart poogden te bouwen! de Hertog vormde van hem een vreemd flag vaneen Dwingland; hy boezemde hem al de grondbeginzels der overheerfchingin, doch liet hem een domkop blyven. Hy gaf hem volop te drinken, om zig van het gezag te verzeekeren, en bezorgde hem alle buitenfpoorige vermaaken, om de Republiek tot de fchandlykfte vernedering te brengen. Dit nieuw Plan om Tyrannen te fcheppen, waarover men zelf tyrannifeert , was een meefterftuk van Staatkunde, gegrond op menichenkennis, doch het voldeed niet aan den wensch van deszelfs ontwerper , want alvoorens hy de vrugten der Prinslyke grillen en dwaasheeden kon plukken,moest hy den Lande uit. zoon. Ik verlang naar de bedryven van zyn kweekeling. v A-  C n7 ) vader. Willem dePyfde drukte ep zyne wyze, dat is onverftandig uit zig zelve, doch door loozen raad beftuurd, het voetfpoorzynerVoorzaten. Het plan van volftrekte overheerfching was ook zyn plan ! hy vermeende hetzelve te kunnen uitvoeren, fchoon deeze gedagten nimmer in zyn hart zouden opgerezen zyn, ware hy een man van een middenmaatig verftand geweest. zoon. De gekken veibeelden zig altoos het meest. vader. De Natie behoefde niet lang te gisfen wat zy van hem te verwagten had. Al vroeg deed hy in het voorbeeld van Kampen zien.jdat de vertreding der Burgerlyke Rechten hem .vooral ter harte ging. Hy begunstigde aldaar eene Minderheid in de Regeering, die tegen alle order en billykheid aandruischte; en nam hem in zyne protectie, die het baldadigst den voet op het hart der Burgervryheid zetten durfde. zoon. Hy ontaarte dus niet van zy» Familie. vad br. De Profesfor van. der Mark leerde eenigzins" de grondbeginfels der Burgerlyke Vryheid , — eenigzins zeg ik , want anders was de man den Stadhouder niet ongenegen. Willem de Vyfde, of liever zyn üpwinder, want uit zig zelve werkte hy nooit .bevond het fchadelyk voor de overheerfching te zyn, wanneer de jeugd , die H % te  C n« ) te eeniger tyd tot hooger bewind "ftond te komen, gepaste en juiste denkbeelden van de Vryheid, verkreeg, men wist dat niets meer met den aart der menichen ftrookte dan de Vryheid, en dat zy, dezelve beminnende, er ook alles voor zouden opzetten, en om deeze reeden, oordeelde men de voortplanting der vrye denkbeelden hoogst gevaarlyk 3 van der Mark moest dus weg. Men vond fchielyk een voor- wendzel! De man was onrechtzinnig en daarmede was zyn Proces opgemaakt. . zoon. Moest de Proffesfor daarom weg > vader. Dat hem om die reden, de Hoogefchoole ontzegd werd is zonneklaar, want Perrenot, door den Prins verkoozen , om de plaats van van der Mark te vervullen, betuigde, dat.hy, in 't ftuk van den Godsdienst, van dezelfde gevoelens als van der Mark was , en dus dat hy de plaats niet bekleeden kon, dan hierop werd hem, door bewerking van den Prins, door Curatooren aangebooden, dat men hem, indien hy het Profesforaat wildeaanneemen,van het ondertekenen der Formulieren van Eenigheid zou verfchoonen! zoon. De denkbeelden van Vryheid moeten dan wel zeer haatlyk in de oogen van Willem den Vyfden zyn. vader. Zyn voorzaaten hebben ze even zeer gerust, doch deezen bezaten meer loosheid  C "9 ) heid, en werkten ze wel zo hevig, doch meer heimlyk tegen. Ik zou u met menigte blyken kunnen aan de hand geeven, die u ten vollen den tyrannifchenaart, doch teffens ook de lompheid van den Prins zouden bewyzen. Ik zal *u echter maar eenige Hoofdtrekken fchetzen, waaruit gy den Man ten overvloede zult leeren kennen. zoon. Meer verlang ik ook niet, Vader! 't is my genoeg te weeten, waar voor ik Oranje te houden heb. vader De onfterflyke Baron van der CapellenHeer van den Pol, begrypende, als een man van eer, als een gemoedlyk Vaderlander , dat het hoog tyd was, om de buitenfpoorige en hoe langer hoe meer misbruikte magt van den Stadhouder te moeten tegengaan, drong aan op het weeren van Vreemdelingen, inde bekleding der Ampten, en betoogde in 1773 in 't byzyn van den Prins, dat alle Volken, en vooral de Nederlanders, het recht hadden om in hun eigen Land, waarvan zy de lasten helpen draagen, ook de voordeden van ampten en offifien te genieten. zoon. Dit leert den aart der zaake aan alles wat wel denkt. vader- Behalven aan Willem; deeze betoonde door zyn daaden geheel anders te gelooven. Hy vergaf, zonder voorafgaande Nominatie en in fpyt van den eed, dien hy H 4 Se-  gezwooreti had, eenige amzienlyke Conv mishen en de Staaten van Overvsfel , toen z.vne Afhangelingen, keurden die aanftellingen goed. zoon. Verregaande onbefchaamdheid, vader. Dezelfde Capelkn, overtuigd van «ie onwettigheid eter barbaarfche drostendiennen, waaraan de boeren in zyne Provincie nog gehouden waren, of fchoon dezelven, in 1631, reeds verbooden waren, door een bevel van de Staaten, die toen met een de Tractamenten der Drosten verhoogd hadden, mat voor, om deeze dienften, zo ftrydig met het recht en de eer van een Vry volk te vernietigen, en om de Drosten uit 's Lands Kas fchadeloos te ftellen ! Hier door haalde hy den geweldigen haat van fVillem «en Vyfden op den hals! Deeze Dwingland kon niet dulden, dat men het Volk dusopenlyk een begrip zyner Vryheid gaf , en nog minder kon hy verdraagen , dat iemand de verdeediging dier Vryheid dorst op zig neemen, waarvan het bekend ftond, dat hy ze met wortel eil tak zogt uitteroeien! zoon. Gefchied» de Baron hierom eenig •eed? 6 vader. De Prins bewerkte door zyn Aanhang, die blindling zyn wraakgierigen wenk volgde , dat Capellen uit de Staatsvergadering , op de onrechtvaardigfte wyze geweerd werd. en hem ppenjyk de verregaand- fte  ( 121 ) fte beleediging werden aangedaan. Deeza braave Regent was echter ruim zo gezegend door het beste gedeelte des Volks,.als hy gevloekt werd door het fchuim der flaaven, die Oranje aan hun hoofd hebben. zo ow. Belooning genoeg? vader. Niet minder kantede de eerlykhaid van den Baron zig tegen de vermeerdering van de Landmagt, die de Stadhouder met geweld poogde door te dringen. zoon. Stond hy ook al op vergrooting der Landmagt? vader. Hy had hetzelfde Plan voor zig, 't welk alle Stadhouders voor zig hadden. — Dit Plan was om te overheerfchen, om het opperfte Gezag, of deGraaflyke waardigheid te verkrygen, —— hiertoe kon hy niet geraaken dan met geweld en oproer, op het laatfte kon hy wel hoopen, maar niet wiskundig rekenen, dus moest hy zyn derkte op den Militairen arm dellen ! Hy voorzag dat hy het onwettig gezag zou moeten verdeedigen en daande houden, en daarom begeerde hy zyne kragten, de vereischte uitgebreidheid te bezorgen. Cappellen ontdekte, met hollandfche taal, de oogmerken van den Prins, en daarom was hy weldra de Vloek van het Staatzugtige Hof! zoon. Dit laat zig begrypen, H 5 va-  C 122 ) vader. De militaire Jurisdictie, dat verfchriklyk monfter, die laamenknooping van ongerechtigheid, werd ook niet weinig door Willem den Vyfden gehandhaafd 1 God echter zy geloofd, deeze haatlyke Rechtbank is niet meer, toen de welmeenende Volksbegeerte zig meer duidlyk vertoonde is dezelve vernietigd. zoon. Willem moet wel eenuitgeftrekte magt bczeeten hebben. va de r. Dit is byna ongelooflyk , myn Zoon !Hy befchikte willekeurig over de Regeenngen ; plaatste 'er zyn lievelingen en flaaven in , die zonder zyn bevel zig niet verroeren dorden.' hy vergaf alle a'mten van ecmg belang. Wanneer zyn Hoogheid voor den een of anderen kaaien en verzoopen uitlancer om een bediening, aan den be»-eeyer vroeg, dan moest de Burger, door belastingen uitgeput, agterftaan, en wanneer deeze zig daarover een enkele klagt liet ontvallen , kreeg hy eene Burgemeefterlyke graauw, en mógt het wel ter hooge genade rekenen dat hy niet erger behandeld werd- — zoon. En dit gefchiede ineen Gemeenebest! vader. Het brood werd dus niet flegts de kinderen uit de hand en uit den mpnd gerukt, maar het belang des Vaderlands werd aan Oranje opgeofferd.' Dit belang was nooit het belang der Stadhouders, en allerminst  C 123 ) minst het belang van Willem denVyfden: zulke Regenten derhalven, die uit overtuiging van hun ge weeten, en ingevolge van hun eed, dit belang voorftonden, raakten zeer fehielyk in den prinslyken haat, en konden verzekerd zyn,van by alle begeevingen van eenige Commisfien gepasfcerd, en by de eerfte voeglyke gelegendheid van 't kus- fen geftooten te worden! , . gy kunt u van 't overige ligtlyk een begrip vormen, zoon. Het een zal het ander gelyk geweest zyn. vader. De Burger droeg wel den Naam van vry, doch hy bezat er zelf de fchaduw niet meer van. Alles bukte voor den Stadhouder , of liever voor zyne vleiers en kruipende Aanhangers, die op zynen Naam eene onbepaalde willekeur uitoeffenden! en onder dit alles gingen Neeringcn en Handteeringen, koophandel en welvaart, van da» tot dag, zitgbaar ten gronde ! D F. R-  C 124 ) DERTENDE SAAMENSPRAAK. vader. iH,ngeland had America derwyze verdrukt, dat men aldaar het vrygcbooren hoofd begon opteheffen en naar verlosfing uit tezien. De Americaanen door de Rechtvaardigheid hunner zaak, en de medewerking der Vryheid ademende Natuur ondcrfleund, Haagden wonder wel in hunnebillyke poogingen. Het edelmoedige Vrankryk onderfteunde het nieuwopkomend Gemeenebest, cn deeze daad vnn lofwaardige mensehlievenheid had een porlog tusfehen dat Ryk en Engeland ten gevolge. zoon. Engeland was zelden rechtvaardig. vader. De Oranje party hier te lande was geheel op de zyde van Engeland. Dat Ryk poogde men allen byftand te bezorgen en over Vrankryk te doen zegenpraalcn: —— dan de Weidenkenden onder ons leerden de Natie de onbillykheid en fchadelykheid dier onderfteuning kennen , die men byna ftond te verleencn. De gewapende Neutraliteit kwam te voorfchyn, en door middel van de zelve zou ons Vaderland voor duizende Onheilen zyn behoed geworden, indien men'er tydigtoe had overgaan, doch IFillem en de zynen, belang by Engeland hebbende verydelden derzelver nuttigheid voor ons, en ons niet in Oorlog met Vrankryk hebbende kunnen inwikkelen , fchooven ze ons eerst de moord- tka-  ( i25 ) daadige Roofzugt der Engelfeben op den hals, en vervolgens den Oorlog met dat onrechtvaardige Ryk. zoon In dit alles fteekt niet weinig wraakzugt door. vader. Engeland nam niet flegts onze wcerlooze Koopvaardyfcheepen de een na den ander weg; mishandelde niet alleen, op de gruuwlykfte en onmenschlykftewyzen ons Zeevolk, dat men in donkere en (tinkende kerkers wierp, allerlei martelingen aandeed, en van honger en ellend liet vergaan, het overweldigde niet blootlyk onze bezittingen in de Indien, daar het even als het uitfehot der Barbaaren, de moord-cn plunderzugt den vryen teugel vierde, maar dat zelfde trouwloo'ze Engeland, vond 011tallyke Verraders, die het in ons midden ten dienst ftonden, en uit alle vermoogen in de hand werkten. z» on. Willem de Fyfde zal zig zekerlyk hier hebben doen uitmunten? vader. Deeze, het Hoofd der uitvoerende Magt, wel verre van ons tegen het bondverbreekend Engeland te verdeedigen , deed zelf alle poogingen mislukken, en verydelde alle middelen, die ons ter zelf verdeed: ging nog overfchooten. Hy bleef hardnekkig ftaan op de vermeerdering van Landmagt, die wy niet nodig hadden, en verhinderde  C 126 } derde daar door de verbetering van ons Zeeweezen, zonder het welk wy gewislyk de prooi van de roofzieke Engelfche moeiten worden. Onbefcha md en wrevelmoedig, ftreefde hy alles tegen, wat zig maar in dit ftuk,ten beste des Vaderlands zien liet. Onze Zeemagt hield hy in zulk een zwakken en vernederden toeftand, dat zy niet in ftaat was , om een weerelooze Koopvaardyvloot te neemen , die haar voorby zeilde. z © o n- Ten minften zal men haar verbooden hebben, die te neemen. vader. Die geringe Zeemagt onderging daarenboven nog groote vermindering, door ongelukken, die de Oranjeparty zelf berokkende, dus by voorbeeld, om niet alles te noemen, verzeilde de eerlooze de Bruin by ligten dag en fchoonweer, een Oorlogfchip, moedwillig op een zandplaat. De aanbouw van nieuwe Scheepen ging zo traaglyk voort, dat het alles verbaasde / Oranje wilde niet dat het fpoediger gefchiede, t een grooter Zeemagt zou zyn geliefde Engeland te bang gevallen hebben. zoon. Maar immers hebben wy wel eenige voordeden behaald? vader. De flag op Doggersbank, die,in weerwil van de Overmagt der Engelfchen , Zo gelukkig voor ons uitviel, verfehafte ons ten minften eenige Glorie. ———• Maar hoe zeer viel deeze Zegepraal tegen de verwag- ting  C 127 ) ting van Willem den Vyfden uit.' Met welk eene blykbaare misnoegdheid vernam hy den uitflag.en hoe vertrooste het hem niet, toen hy hoorde, dat de Engelfchen de vlag niet geftreekcn hadden! Zoutman was niet uitgezonden om te overwinnen, maar om overwonnen te worden, dit bewyzen verfcheiden omftandigheeden , en het is de Voorzienigheid alleen, aan wie wy dit geluk te danken hebben. zoon. Hebben wy niet veel by deezen Oorlog verlooren? vader. De fchade, die door toedoen van den Stadhouder en zyn Aanhang, ons door deezen Oorlog is toegebragt, is onbereekenbaar. Milioenen werden er geroofd , of liever den Vyand in den mond gezonden. De Koophandel onderging 'er een knak mede, die eeuwen noodig heeft om zig te herftellen, en de Burgerftaat verviel 'er^door in eene kwyning, die bezwaarlyk te boven kan gekoomen worden. zoon. En dat alles door toedoen van Oranje! vader. Zekerlyk door zyn toedoen-Van hem hing het af om de Zeemagt alle mooglyke werkzaamheid en kragt by te zetten ! om de handen met het hulpbiedend Vrankryk in een te flaan! De zaak van Brast is te overvloedig bekend, om 'er geen getuigen van te draagen. zoon.  C 128 ) zoon. En wat was har einde? - vader. Een fchandlyke vreede! —Gelukkig voor ons, dat de edelmoedig Lodewyk de Zestiende, die tê wel de oogmerken van den Stadhouderlyken Aanhang doorgronde, de fchuld van eenige weinige Trouwloozen, niét aan een onfchuldig Volk weet, dat men gedoemd had. om het flagtoffer van de rechtvaardige wraak des felbeleedigden Vrankryks te worden. Deeze waarlyk groote Vorst heeft onze Colonien voor ons bewaard ; heeft ens tegen onze Vyanden ver* deedigcl, en ons weldaadc.i beweezen , die de beftendige erkentenis van ons en onze Nakomelingen verdienen. z o on. Dan is zulks ook de reden, waarom de Prinsgefinden zo hevig tegen Vrankryk uitvaaretv vader. Oranje had niets liever gezien, dan dat wy met Vrankryk in Oorlog warert geraakt, dan had hy geleegenheid gehad,om ons in zyne kluifters, of dat op een uitkwam in de kluifters van Engeland te doen vallen. Dan had hy kans gehad om Graaf te worden, onderfteund door de Engelfche magt, die door de tyd , het oppergezag over dit Land in handen zou'gekreegen hebdeh! zoon. En dit ontwerp is verydeld? vader. Door de goedertierenheid van Nederlands God! deeze gedoogde niet, dat wy den  den vryeJn hals door den Oranjetyran Z6u.« den krommen! Onze Vaderen waren door zyri hulp van het Juk bevryd geworden, Hy beveiligde ons andermaal tegen het nieuwe, dat men voor had ons op te dringen, o myn Zoon ! onze verplichtingen aan den Almagigen zyn ontelbaar; mogten wy toch (teede bereid zyn om 'er aan to beantwoorde»! I tMMX.  C 130 ) VEERTIENDE SAMENSPRAAK. zoon. Laat my nu het overige hoo«r ren, als het u gelieft. vader. De braave Capellen, eindlyk, in weerwil zyner magtige en wrokkende vervolgers , in het bezit zyner Rechten herfteld, bekleedde wederom zyn plaats in der Staatenvergadering van zyne Provintie. zoon. Dit was een goed voorteken,voor de goede zsak. vader. Weldra onderfteunde hy den wensch van alle rechtaarte Vaderlanders, namelyk de Alliantie met Vrankryk, die door de Oranjeparty zo zeer tegengewerkt werd, om dat ze regelrecht tegen de heilloze belangen van Willem den Vyfden inliep , en zoo fterk door alle weidenkenden begeert werd, als zynde zy het eenige middel, om ons Gemeenebest, onder den Godlyken byftand , voor haaren ganschlyken ondergang te bewaaren.Het voordel van Capetlen.begrypt gy, dat dus eene aanmerkelyke onderfteuning ontmoette by alle vermoogende Patriotten. zoon. En hoe flaagde dit werk/' vader- Men was 'er reeds zeer verre jnede gevorderd: zynde 'er aireede eenige  C 131 ) i fointen vastgefteld, toen het der wrokkende Oranjecabaal gelukte, iets tusfchen beiden te werpen , waardoor het byna geheel den bodem zou ingeflagen zyn geworden. zoon. En waar in beftond dat beletfel? vader. De Keizer, door de Oranjeparty in 't heimlyk aangezet, vorderde de opening der Schelde. Wy hadden zekerlyk de Trac- : taaten in ons voordeel; wy betoogden der- ; zeiver wettigheid op het allerbondigiïe, doch het deed niets af! De wil der ' Vorften is boven de heiligde Verbonden en plegtigde Eeden verheven: - yqjephus, bygenaamd de Rechtvaardige, deed ons den onrechtvaardigden Oorlog aan. Met een 1 verfchriklyk gefchreeuw verkondigde men dien, vooral onder de fmalle Gemeente, om, 1 ware 't mooglyk, de gemoederen te ontrusten en gaande te maaken. zoon. En hoe gedroeg de Stadhouder zig? vader. Deeze had nu een taamlyk fehoonfchynend voorwendfel, om ten fterkden o» de vermeerdering van Troepen aan te drin-^ gen. Nu, riepen zyn verblinde Aan¬ hangers, nu zal hytoonenhoe dierbaar hem zyn Vaderland is, hoe zeer onze belangen hem ter harte gaan, en met wat yver hy ons tegen den algemeenen Vyand verdeedi* gen zal! Ia zoeft  C 132 ) zoon. Die zou zekerlyk blyken , wan," neer de Oorlog zyn voortgang had. vader. Men behoefde zo lang niet te wagten. Die flegts oogen had, en ze gebruiken wilde, kon de werkzaamheid en goede mecning van Willem den Vyfden reeds ten duidlykfte ontdekken. zoon. In wat opzlgt, meentge dat, "Va?» der? 'vader. Ten opzigte vart de onveraritwoordlyke directie, die in deezen Oorlog wederom gehouden werd. De Heeren de Gyzelaar , Vtsjcher en de Kempenaar, aangefteld om onderzoek te doen naar den toeftand onzer Magazynen en Frontieren , vonden dézelven in den jammerlykften ftaat: al het noodige ontbrak, dat'er was was vervallen of onbruikbaar, het Geld was verkwist: in 't kort, alles was verwaarloost —i en des niettegenftaande durfde Willem zo onbefchaamd als eervergeeten om vermeerdering van troepen aanhouden. Hoe, vroeg elk braaf en doorzigtig Burger , wanneer het de Capitein Generaal rechten ernst ware, omhet Vaderland, en beneffens het zelve, de ware Burgervryheid en Rechten te handhaven, zou hy dan geen meerder zorg gedragen hebben voor de fterkten , die gefchikt zyn , om den eerfte aanvallen der Vyanden afcekecren? zou hy zig niet boeter beyverd hebben, om aan het veertiende Artikel zyner Inftructie te beantwoorden, 't welk met ronde  C 133 } ronde woorden, zyn zorg voor de goeden Haat onzer Frontieren, die nu zo fchriklyk vervallen zyn, afvordert? Zou hy dan deeze Voormuuren van Nederland , in zulk eenen onvcrantwoordlyken flegten toeftand gclaaten hebben, daar hy'er niet onkundig van kon noch mogtzyn? en daar de Ingezetenen , tot dcrzelver onderhoud, zulke 011Jioemlykc fommpn opbrengen? zoon. En wat uitwerking hadden dergelykc vraagen f vader. Zy bragten de Vloekwaardige oogmerken en de onvoorbeeldlyke onbefchaamdheid der Oranjeparty flegts te meer aan den dag. Men poogde de nictswaardigfte verfchooningen te doen gelden, en wilde liever de leugen gelooven , dan den Prins houden, voor het geen hy waarlyk was. zoon. Hoe eindigde deezen Oorlog? vader. Met den fchandelykften vreede, die Oranje ons flegts bezorgen kon. Zyn oogmerk, wederom te leur gefield ziende, begon hy zig meer op wreeken toeteleggen. De vreede kostede ons etlyke Millioenen, waar by het edelmoedige Vrankryk zig niet •noetuigd het; 'er een gedeelte byleggende. zoon. Vrankryk fchynt fteeds onze Weldoender geweest te zyn. vader. Schoon het telkens', doer bewer1 3 king  C 134) king der Stadhouders , met den grootteen ondank is beloond geworden. Geen Ryk heeft zig immer zo fterken fteun voor de Burgerlyke Vryheid en Rechten betoond dan dat Ryk. zoon. Dan begryp ik den haat der Stadhouder tegen Vrankryk zeer duidlyk, want deeze hebben, volgens uw verhaal 'er altoos op uit geweest, om die Vryheid en Rechten te vernietigen! vader.. En de reden van de verkleefd, heid van Oranje aan Engeland zult gy dan insgelyks opmerken? zoon. Om dat Engeland altoos bedoelde Nederland in zvne boeijen te kluifteren , en daartoe de hulp'der Stadhouders, die uit zig zelve daar toe zeer overhelden , behoefde. vader. Gy begrypt het recht. zoon. Maar hoe ging het met de Alliantie ? vader. Deeze kwam tot ftand, niettegenftaanda de gedugtfte tegenwerking van Oranje en zyn fnooden aanhang, die zig van alle middelen , hoe eervergeeten en Godloos dezelven ook zyn mogten, bediende! Men fchilderde Vrankryk met de haatlykfte kleuren af! Eenige heethoofdige en dweepzugtige Predikanten , geen kundigheid van Suaii'zaaken bezittende, bemoeiden zig ten fterk-  C 105 ) fterkften om de zaak van den Stadhouder te verdedigen! Willem de Vyfde was, zo als zy met onbefchaamde kaake.: ftaande hielden de On chuld en Godvrugt zei "f hy was de fteun der rechtzinnige Kerk, die met hem ftaan of vallen moest! daarom was hy zoo fterk tegen het afgodifehe Vrankryk! daarom wilde hy, in gemoede overtuig!, geen verbond met het Franfche Babel aangaan , en zoortgelyke zotteklap en Dollemanspraat meer. zoon. Daar zekerlyk de onnozele Gemeente door medegefleept werd.' ■ Maat was Willem in der daad Godvrugtig ? vader. Is het by woonen van ligtvaardige , ja Godlooze gezelfchappen, is het zuipen en zwelgen, het bedryven van de verr.'gaandfte buitenfpoorigheeden, het houden van Byzitten; het verwaarloozen der algemeene belangen; het verdrukken zyner Medemenlehen. is, eindlyk, het verraaden van zyn Vaderland Godvrugt? zoon. Wel neen ! in 't geheel niet. vader. Behoef ik dan nog uwe vraag wel te beantwoorden? I 4 FX*-  < 136 !> rrniENDE saamenspraak, zoon. jOe Alliantie met Vrankryk zal ^ekerlyk niet aangenaam geweest zyn voor fVtUem den Vyfden. vader. Dat kunt gy gemaklyk begrypen. Deeze Alliantie was de doodfteek voor de Overheerfching, die intusfchen op een anderperfoeilyk middel was bedagt geworden. zoon. En welk middel was dat? vader- Oproer. zoon. De gewoone toevlugt der Stadhouders, vader. Waarby zy altoos het meeste geverderd zyn, om dat het geen tegenwerking •nfmoetede. zoon. Zoud gy my de voornaamfte Opvoeren , njet kunnen aanftippen ? vader. Ik zal 'er n eenige trekken van. voorhouden, want alles op tenoemen is on-r mooglyk, zoon. Ik begeer 'er flegts zo veel van te weeten , als my in Haat kan ftellen , om »9È  C 137 ) het caracter van Willem den Vyfden grondig te kunnen beoordeelen. vader. Het oogmerk van Willem was bet zelfde, dat alle zyne voorzaatcn gehad hadden, de verkryging naamlyk van het opperfte gezag, of de Graaflyke waardigheid. Dit kon hy op eene Wettige wyze nimmer meefter werden; want hoe veel invloed hy ook op de Staaten had, en hoe zeer dezclven ook van zyne hand vloogen, tot dat uiterfte konden of zouden zy nimmer befluiten, om het opperbeftuurdat zy in handen hadden, aan een Stadhouder optedraagen , dit zou een zaak van de fchroomlykftc gevolgen voor de Staaten zelf worden, behalven dat zulk een opdragt ook op verre na niet wettig zou kunnen genaamd worden. De Prins derhalven moest den Teevlugt tot het gemeen neemen; dit moest opgeflookt, tegen de goede Regenten vooringenoomen en aan 't muiten gebragt worden, en , by de verwoefting en deomkeering dergoedc order, op de Lyken der bespa Yaderlanders'den Graaf lyken troon oprigten. zoon. Helsch ontwerp! vader Op den 6 December 1782 begon men in 's Haage : eenige flegte knaapen, befaamde guiten, liepen meteen dankadres aan de Huizen der Burgers, ter ondertekening rond. zoon. Wat behelsde dit Adres? I 5 r h-  C 138 ") vader.. Het kwam hoofdzaaklyk danropneder: Dat de Ondergetekenden de eer isad* den aan zyne Doorlugtige Hoogheid piegtig te verzeekeren, dat zy zig ; koos ; Is eejflyfce et goede Ingezetenen zouden cedraagen, ei vooral waakzaam zyn ter bewaaringder Préro^tiven ert Prwttegieatv»» zyn Hoogheid enz. Met dit A ires werd het eerloos be.lryf, de fehandlyka werkloosheid van de.1 Afgod van het Gr ;u w goedgekeurd, en hem alle ondcnteu ung toegezegd. zoon. Ter bereiking der vloekwaardig- fte oogmerken. vader. Dit Adres vond verfcheiden Te» kenaars. De Oranjevrinden achteden zig 'er hooglyk mede vereerd , en vereerden de Prinslyke oproerftookers met Dueaaten en gouden Ryders, om eens lustig vrolyk te zyn. zoon. Dat zy zekerlyk niet nalieten.? vader- Onder het pleegen van verfcheiden baldaadigheeden , riep men dien zelfden avond nog dapper, Oranje boven ! en msn dagt niet anders of'er zou nog dat zelfde tydfiip een bloedbad zyn geopend geworden , alles ten minften was aan de zyde van Oranje 'er naar ingerigt: want nog de Militie, noch de Juftitie gebruikten eenige voorzorg ter ftuiting deezer buitenfpoorige Op» roerigheeden. zoon.  'C i39 ") zoon. Maar hoe naamen de Staaten dit op ? vader. Zy befeheuwden deeze gebeurtenis uit een geheel ander oogpunt dan f01' lem den Vyfden; zy noemden dit bedryf oproerig; de Stadhouder daarentegen poogde hen diets te maaken, bat hetniet anders dan een Volksvrolykheid geweest ware, die hy door de Troepen van den Staat niet had willen beletten. zoon. Aan zulke gruwelen, gefchikt om een Land te verderven, geeft men den Naam van Volksvrolykheid! vader. Deeze fraaie Naam, ofïchoon door een Stadhouder uitgedagt, deed echter weinig af. De Staaten beflooten de Aanftookers van dit Oproer crimineel te vervolgen, doch het Canailjc, dat zig daartoe had laaten gebruiken, nam de vlugt, en liet ons in de onzekerheid wie de eerfte Beleiders 'er van waren: Dit was echter niet moeilyk te gisfen , wanneer men naging, wie de agtergebleeven Vrouwen en Kinderen deezer vlugtelingen , volop ouderfteuntde. zoon. Ter vergoeding zekerlyk voor hun gemis. v a d f. r. Hoe zeer nu ook dergelyke vrolykhceden tngerigt waren, om onze Vryheid ten doodfteek te geeven, hadden zy echter eene  C 140 ) eene tegcnovergeftolde uitwerking, die de Oranjeparty zig nimmer had voorgefteld. z 0 on. En waar in beftond die ? vader. De Burger uit dit en andere gevallen duidlyk befpeurende, dat de toeleg van Oranje was, om door het berokkenen van oproeren het fpel mcefter te worden, en alles naar zyn hand te zetten, en zo wel uit de .gefchiedenis weetende, als door de ervaaring geleerd zynde, dat de oproeren voor 't grootfte gedeelte altoos aan de verderffyke bedoelingen van de Stadhouder beantwoord hadden, befloot om tegen het oproer een tegenwigt te ftellen, waardoor deszelfs grootfte krpgt verbrooken werd. zoon. En dat tegenwigt was f vader. Hetoprigten van gewapende Burgercorpfen. Tot nog toe had men gezien, dat ten tyd van oproer, de weidenkenden zig verpligt vonden ftil tc zyn, en de rigting te volgen , die een muitend Graauw, onder de aanvoering van Oranjegrooten, aan dealgemeene zaaken goed vond te geeven, ■■ — dit moeiten zy doen , om dat, hoe bondig zy ook beredeneerden gelyk te hebben , de beste redenen en bewyzen niets afdeeden by een woeften hoop, ;dat met het breekyzer of mes in de vuist onzinnig uitfchreeuwde: Zo en zo moet het weezen ! —1—— De weldenkende Vaderlander viel dus op het denkbeeld, om de geweldige en moord-  C 141 ) moordgierige bewyzen van het hollende Gtx meen, niet blootlyk met redenen, maar ook met kruit en loot te ontzenuwen, en lag zig daarom toe op de beoeffening der Wapenen! zoon. Dit is de gelukkigfle wederleg" ■ging! vader. De Oranjeparty ten ulterften be* dugt, dat deeze wys om hctGraauw te wc derleggen en te overtuigen, alommc in ge* brttik mogt komen, en voorziende, dat het Huis van Oranje, allen fteun zou misfen , wanneer zy nietlangerdoor oproeren moord haare heillooze poogingen zou o.iderfieunen, verzettede zig uit alle magt tegen de Burgerwapenoeffening, en liet niets onbeproefd , om dezelve in haar geboorte te fmoóren. zoon Nu begryp ik de reden, waarom verfcheiden Regeeringen , zulke hevige vervolgingen tegen de gewapende Genootfchappen aanrigteden. vader. Alle deeze tegenwerkingen en gewelddaadige onderdrukkingen echter werkten niet anders uit, dan dat zy den Burger des te meer- van de Noodzaaklykheid der Wapenoeffening overtuigden; want was 'er Oranje zo veel aan geleegen, dat Hemel en Aarde, om zo te fprceken, bewoogen moess worden, om een Wapenoeffening te weeren, die alleen tegen de oproer3nwa< in geragt,  C 142 ) rigt, des te noodzaaklyker en van te grooter aangeleegenheid was het veor de Burger, om Oranje verdagt te houden van de verfoeilykfte oogmerken , en tegen dezelve op zyn hoede te weezen zoon. Had Oranje geen oproer in 't zin getudTdan behoefde hy noch zyn Aanhang, 'die geenen niet te vervolgen, die de Wapenen 'opvatteden, om tegen de oproeren te waaken. vader. Dit fpreekt van zelve. Evenwel is dit de reden alleen niet , -waarom veele Regeeringen zig tegen Burgcrwapening aankanteden. zoon. Welke redenen waa;en 'er dan meer ? vader. Wanneer de Burger weet Wat Vryheid is, en welke zyne Reehten zyn, en hy is ongewapend, dan heeft die kennis bedroef! weinig te b duiden, wanneer zyn Overheerfchers de Militaire magt kunnen of durven bezigen,om den Burger te doen zWygen, of den kop voor de voeten te leggen. zoon. Dat is waaragtig zo. vader. Doch is die Burger gewapend, en in ftaat om zyne Vryheid en Rechten te verdeedigen , dan heeft de Aristocraat en de Overheerfchcr alles te vreezen ; dan kan de Tyranny berekenen, dat het Ryk van wille- ' keur  C 143 ) keur en geweld fpoedig ten einde loopt. —* en la het laatftc geval bevonden zigverfeheiden Regenten. zoon. Ik had de zaak zo diep niet ingezien. Maar zyn 'er nog meer redenen.? & vader. Er zyn 'er, ja.' maar liet behoort tot onzen tegenwoordigen taak niet, die te ontleedigen. zoon. Laaten wy dan voortgaan ! vader. Dus ontftond 'er binnen weinig ■tyds een vry aanzienlyke Burgermagt, die by de welgeoeffenheid haarer Leden , ook de gelukkige veréérïiging der onderfcheiden Corpfen voegden, die op Nationale en Provinciale vergaderingen, dealgemeene belangen deed behartigen. zoon- En voorkwam men door dit middel de Oproeren? vader. Niet geheel; evenwel verlooren ze haarmeefte kragt, en in Hol,and hadden, ze op verre na die uitwerkingen niet meer, die zy voorheen hadden, en welke de Oranjeparty 'er van verwagtende was. zoon. Welke zyn dan vervolgens de voornaamfte Oproeren ? vad ei. Men begon dezelven op veelen Jlaatfen van ons Vaderland aanterigten. Te Lei»  K *44 ) Leydenen te Amfterdam begon men den oir-* Üen deun van Oranje boven te hooien; verfcheiden buitenfpoorigheeden hadden 'er plaats, doch inzonderheid had men op den 8. Maart, 1783. te Rotterdam, ter eere van Oranje een geweldig oproer. Men had het aldaar'er opgezet, om alles ómtekeeren en Oranje ten top te heffen. Het mislukte echter, hoe zeer men. het naderhand hervatte, en eenige aanzienlyken en Grooten openlyk met het losbandige Graauw medewerkten, in zo verre zelf dat men op den 3 April 17*4. zig niet ontzag, om Stads fchuttery,möordgierig aantcvallen en allerlei beleedigingen te doen ondergaan, omdat zig onder dezelve bevonden, die getrouw waren aan hun Eed, Pligt en Vaderland, en dus tegen,het belang van JVtllem den Vyfden overftonden, waartegen zich egter.de'aangevallen Burgers mannelyk, verdedigden. In die Stad heefi: men de onbetaalbaare nuttigheid en noodzaaklykheid van gewapende Patriotten onder^ vonden. zoon- Geen wonder dan, dat Oranje ze vreesde ! vader. Het OproeT.dat men alvry hevig, op den 4 feptember van het zelve Jaar, in 's Hage had, en waar tegen de Militairemagt zo onvergeeflyk werkloos was, gaf aanleiding, dat de Staaten van Holland beftooten, om den Prins het Commando over het Guamifoen in den Haag afteneemen, fm dat hy er dat behoorlyk gebruik niet  C 105 ) niet van gemaakt had, dat hy had kunnen doen. zoon. Dan had hy ook tegen zig zelve moeten wérken. Dat Oproer was Immers ten zyncn gevalle ingerigt? vader. Geheel en alleen, myn Zoon' men fchreeuwdé er braaf Oranje boven, en vervolgde de Patriotten, die by den Prins en dus ook by het Canailje ' in den haat Waren. zoon. En hoe nam de Stadhouder deeze Ameeming op? vaber. Hy betuigde zyne uiterfte verwondering over het groot affront, ( deeze Naam moest zyne dubbelverdiende ftrafdraagen , ^ dat hem daar door was aangedaan Het mogt niet helpen, dat hem ten allerduidlykfte betoogd werd, dat deeze Afneeming op de billykfte gronden gefchied ware* hy werd er flegts te meer door gebelgd! Hy was zelf ftout genoeg, om zig openlyk tegen de Staaten, in de beIeedigëndfte termen uit telaaten. zoon. Dus bemerk ik teffens, dat Oranje z\ n fterkte by de Staaten begon te verliezen. vader. Almede een gevolg der gewapende Burgcrmagt, waarop de goede Regenten,zig meer en meer begonden te verlaaten. K ZOON.  C 146 ) zoon. Maar beftond dan de meerderheid uit goede Regenten ? vader. Gansch niet! ■ Er wareri 'er verfcheiden , die niets minder dan goed waren, ■■ dit waren zy , die men met den Naam van Aristocraaten beftempelde , en die 'er alleen op uit waren , om Oranje van den troon te ftooteu, ten einde 'er zelf op te gaan zitten. Deeze fnaaken werkten in den beginne met de Patriotten mede, doch ziende, dat zy, by de Vaderlanders, het op verre na, niet naar hun zin konden krygen, floegen zy grootendeels tot Oranjeparty over. zoon. Dit heldert de zaak op. vader. De Moordzugt der Oranjeverdeedigers bleek echter nooit zo zeer, dan in het geval der Stadhouderlyke Poort. zoon. Wat was 'er van deeze Poort? vader. Deeze Poort, door een oud gebruik, zekerlyk uit de Heerschzugt derStadhouders herkomftig, werd niet anders geopend, dan voor den Prins en zyn gezin. De Staatsieeden, die er geduurig door moeften, waren genoodzaakt om, wyl deeze Poort voor hen geflooten bleef, door het klinket te kruipen. Op zig 2elve was dit zekerlyk een kleinigheid, die de waardigheid van den Souverein niet zou vernederd hebben, indien de trotschheid van hunnen Dienaar daar door akt een voorrecht boven zyn Meefters had be-  C i47 ) bezeeten, dat hem in de oogen van 't Gemeen boven hen verhief. zoon. Men moest noodwendig hem ook voor grooter en magtiger groeten, voor wien men de deuren wyd open deed, dandiegeenen, die door een naaüw gat moeften kruipen. vader. Onder de veelvuldige misbruiken, die men had beginnen aftefchaffen, kreegen dergelyke zaaken ook een beurt. Op order yan de Staaten moest deeze Poort by de aankomst van Staatsleden insgelyks ontflooten worden. ïoon. Dit was billyk. vader. Het Gemeen befchouwde dé zaak geheel anders en wilde dat de Poort Voor niemand, dan voor zynen Lieveling en fpeelpop, Willem den Pyfden, zou opengaan.— In dit voorneemen werd het door den Oranjeaanhang bevestigd, en onder de hand opgeflookt, om den doorgang door deeze Poort, op gemelde wyze, aan alle anderen, buiten den Prins, met geweld te betwisten. zoon. Welk een dolligheid om beuze- vader- Een beuzeling ten aanzien vaa net voile — maar een zaak van gewist veor ae Stadheuderlyke cabaal, 5 K a alle*  C 14» ) alles wat flegts oproer verwekken kon,verdiende deszelfs aandagt, 'tWas de Prins evenveel om wat reden het Graauw aan 't muiten flpeg, muiten was muiten. zoon- En hoe liep deeze Hiftorie verder af? Hield het Gemeen zyn woord? vader. De leden van het Oranjecorps waren alreeds eens vergaderd op het binnen en buitenhof, vergezeld door 't uitfehot van 't Haagsch gemeen , doch hun aanflag had geen voortgang. zoon- En die aanflag was ? vader. Om die ■ Staatsieeden , die het waagen dorften doot deStadhouderlyke Poort te ryden den hals te breeken. zoon Ter eere van Oranje! vader. De volgende geleegenheid, die zig opdeed, kwam 'er wederom eene ontzaklyke fchaare muitelingen by een. Eene moordaadige Hefs en Mourand waaren de voornaamfte Aanvoerders. Men vervloekte ópenljk de braave Leden van Staat, dreigde ze den dood, en men verhief den Prins boven allen maate. Gevaarts o.w de Gy zeiaar, twee cerlyke , verftandige en yverige Vaderlanders, gecommitteerd wegens Dordrecht ter Staatsvergadering, waagden het, in weerwjl van de woede des opgeruiden Volks, «fli de Poort door te ryden, naauwlykswa~ ' ren  C M9 5 ren zy dezelve genaderd, of eeri allerysTykst moordgefcbrei vervulde de lugt, en deed liet aardryk dreunen! De oproermaakers fchooten'ftraks toe, doch te vroeg volgens hun Plan, om dat zy de koets met de Heeren in de vyver dagten te werpen, dat hen nu mislukte. zoon. Moar vermoorden zy de Gedeputeerden niet.? vader. Het zou 'er zekerlyk toe gekomen zyn, doch eenige Leden van het Haagsen Genootfchap hadden de Cordaatheid , om ter hulp toetejchieten , en met behulp van den Drost, en eindlyk ook van de wagt, gelukte het hen om deeze prooi aan de klaauwen des woedenden Gemeens te ontrukken. De fnoode Mouraud werd gevangen , en zou de Galg ten loon gekreegen hebben, zo niet de edelmoedigheid van de Heeren Gevaarts en de Gyzelaar, zyn Doodftraf in een eeuwige gevangenis verbeeden hadden. zoon. Hy kwam 'er al te wel af. vader. De Vrouw van deezen Moordenaar en Oproermaaker, naderhand op dekermisfen reizende , ontving van al de Oranjegrooten byzondere eerbewyzingen, en kreeg- ze allen tot Koopers, > waar uit gy kunt opmaaken , dat het fchelmftuk van haar man, de toejuiching en goedkeuring der aanzienlyke Stadhoudersgezinden volkoo men wegdroeg. Kg ZOON,  C ito ) XooN.Die Party fchynt altoos hetfchuim des Volks vereerd, en de fnoodfte misdaaden, zo als oproer en moord, beloond en aangemoedigd te hebben! - ■ ■»«» hoe veragtlyk is Oranje! ZI.S-  C 161 ) ZESTIENDE SAMENSPRAAK. vader. Intusrcb.cn beurde de Burrervrybeid aan alle zyden het nedergedrukte hoofd op. Utrecht begon meer te doen dan zyne Re:hten te kennen, het wist ze ook te' doen gelden, Wyk by Duurftede was in het handhaven zyner Vryheid met roem bekend. Verfcheiden andere S.eden floegen ook elk naar zyne byzondere omftandigheid, de handen aan 't werk. zoon. Ontmoeteden zy echter geen geweldigen tegenftand? vader. Dit laat ik u zelf beoordeelen. De gewapende Burger wroette in de ingewanden der Dwinglandy , en rukten de Grondflagen van derzelver troon om verre. Dit ontftak de woede van het Hoofd der Onderdrukkers! verfcheiden ondervonden 'er de uitwerkzels van ; inzonderheid Hattem en Elburg, twee Steden in Gelderland. zoon. Wat overkwam die dan.' vader. In de eene Stad wilde men de Privilegiën der Burgers in zoo verre nietlaaten verkragten, dat men een onwaardige» dienstknegt, een gehuurden fchobbejak van Willem den Fyfden zig tot Regent wilde K 4 laa-  C 152 ) Iaaten opdringen. — In de andere gedoogde men geene onwettige Publicatie, die de re-, denlyke Volkftem poogde te fmooren , en en den Burger in een Haaf te herfcheppen. Men wederfprak ais vrye Nederlanders de Tyranny van Oranje, die hy in die Provintie , door zyne flaaven uitoeffende. Dit ftak Willem dcrwyzen tegen de borst, dat op zyn heiuilyke begeerte , eenige Militairen werden afgevaardigd, om deeze Steden te doen bukken, of anders plat te fchieïeh , zo als de Stadhouder zelf zig uitdrukte. zoon. Welk eene verregaande Dwinglandy! vader. De weldenkende Burgers van Elburg, verlieten op den voorzigtigen raad van eenige voornaame Staatkundigen, de Stad, toen de gewapende Beulen van Oranje in aantogt waren, Welke by hunne komst, in de byna ledige Stad, dc gruuwlykfte verwceftingen , onder het geweldig fehreeuwen van : Oranje boven, aanrigteden. Te Hattem verdedigde de kloekmoedige Burgery zig eenige tyd tegen de foldaaten, die de lloutheid gehad hadden, om op de Stad te fchieten. Eenige der Burgervyanden werden gêkwest cf gedood ; de Burgers echter vonden 't n iet raadzaam langer ftand te houden; zy verlieten insgelyks de Stad, om al mede als ballingen in hun eigen Vaderland rondtedwaa!en. z o o w. Gevloekte Willem i ▼ A'  C 153 ) vader. De Oranjewreedaarts hielden hier op dezelfde wys huis als te Elbur- D—ze twee Plaatfen zyn vervolgens , op3 de vc'rfchnklykfte wyze, door de Soldaaten geteifterd geworden, het gelceken meer naar dieven - en moordenaarsholen , dan naar woonplaatien van redenlyke menfehen. zoon. En dit was alles zeer naar 't genoegen van Willem den Vyfden? vader Deeze had de onvergceflyke onbelchaamdhe:d om aan degevlup dat de afgryzing van dié Vloek-  X 158 31 Vlockparty welke zig in myn hart £eplaatst heeft, onuitrukbare wortelen fchiete! • vader. In Gelderland, waar de Prins zyn verblyf genomen had, federt hem het bevel over bet Haagfche guarnifoen was ontnomen , begonnen de Soldaaten , onder het oog van hun Hoofd, en zelfs aangevoerd doof hunne Bevelhebberen, die Burgers welke voor voorftanders van hunne Vryheid en Vaderland bekend ftonden, op de geweldigftewyze aan te vallen,te plunderen en te ontwapenen: te Zutphen, waar verre het grootfte gedeelte der Burgery zig tegen de Oranjedwinglanden, die' haar omringden, gewapend en welgeoeffend had, raakte de door de Burgers betaaldwordende Militie aan het muiten plunderen en mishandelen van alles dat niet tot haarc Moordparty behooorde. Zy vond, onder anderen , tegenftand by een onbefproken Burger, die zyn ei»en erf met de Wapens dapper verdedigde; doch de Regeertfig, welker meerderheid (laven van Oranje waren, namen dien braven Man crimineel gevangen , en het is zelf te vreezen, dat hy zy zyne verpligte zelfsverdediging, met een geweldigen Dood zal moeten betalen. zoon- Die grtfwel, Vader! zou my meer verwonderen , als ze niet door den Aanhang van Oranje gepleegd wierd. vader. De Omgekogre Soldaten dwongen aldaar de Bursrcry tot het dragen van de Öraniekoulcur, en zv, die de handhavers van J de  C 159 ) der Burgeren Vryheid behoorden te zyn, waren de eerften die met die moordleus van uit de Raadzaal te voorfcbyn kwamen. zoon. Die zogenaamde Regeering heeft dus het kwaad niet flegts onder dehand toegelaten, maar fchynd 'er zelf geen zwarigheid in gefield te hebben, om openlyk voor bare Gruwelen uit te komen. vade r.. Dit zal u niet verwonderen, als ik u zeg dat het Heeckeren tot Zuideras , Burgemeefter van Zutphen, geweest is, die allereerst met de Oranjecocarde op den hoed te voorfchyn kwam; die zelfde Zvideras, myn Zoon! plant den naam van dien fnoodaart wel in uw geheugen! die zelfde Zuideras, die de eer nam (zo als hy het noemde) om met eigen hand de eerfte fetupeuskruid in de Iedere zakken te werpen.waarmede men de Burgers van Hattem en Elburg , zo zy niet voor de Oranjedwinglandy gebukt hadden, als een offer aan dè wraakzugt van Wiilem den Fyfden, zou geflagt hebben! zoon. Altoos zal ik met afgryzen aan dien Booswigt gedenken. vader. Te Arnhem ging het denzelfden gang. De Burgery van die Stad, mede wel in den Wapenhandel geoffend, had federt twee jaren by herhaling zig dapper tegen de openbare aanrandingen van de Soldaten verdedigd, en had by verfchillende gelegenheden getoond, dat het geweld van gehuurde [aan-  C 160 ) aanvallers niet bcftand is tegen den Moed van Burgers, die voor zig zclven vegten ; dan de talrykheid van betguarnifoen, dear nmoedigingcn die de geweldenaars door het gebeurde te Zutphen kregen, en vooral de nabyheid van hun Hoold, dat zig te Nymegen bevond , deed de Soldaten het wagen en gelukken om op Arnhems brave Burgers wraak te nemen. 'De glazen werden byna huis aan huis ingeflagen , eenige geplunderd, ibmmigc bewooners verfchrikljk mishandeld, de Burgergcwccren uit de huilen gehaald, en elk gedwongen om met de Oranjelcus te pronken. Dergelyke moodheden wierden te Bommel , en op verfeheidc plaatfen in Gelderland gepleegd. zoon. Maar, daar dit alles zo digt onder het 00-; van Willem den Vyfden gefchiedde, gaf hy dan ten minften geen fchyn dat het hem onaangenaam was? Deed hy geen fchynbaare ftraf oeftenen over hen die op zyn naam zo veele gruwelen pleegde. vader. Dit zou men zeggen had de Staatkunde van Oranje wel gevorderd; gcl}k Willem den Vyfden zulk een foort van veinzery in vorrige omftandigheden wel eens liet bl}ken. Mar'r hier over was men heen gekomen. Oranje was zo fchaamteloos geworden , dat hy niet eens aan een fchyn van afkeur te geven dacht. Het plan mocsttrouwens geheel worden u.tgevcerd: de tegenftand van den nictstetekenenden Burger tegen het heilige en verhevene Oranje, moest al-  C 161 ) allerwcge onderdrukt worden; en hier otft moesten ook alle die gruwelen plaats hebben <; om hét vryheidlievend gedeelte des Nederlandfchen volk daar door zoo een geweldigen neep toetebrengen, dat het zich in het vervolg wel wagten zotide om iets tegen den wil van Oranje te ondernemen. zóón. Hoe is het mogelyk, dat de Prins, die toch evenwel ih Nederland geboren was, zyne medeburgers zodanig kon laten mishandelen ? vader. Dat is zoo, myn Zoon, en hier van zoudt gy nog meer overtuigd wezen, als ik tyd had om u alle de voorbeelden optenoemen, waar uit middagklaar biykt, dath>« hem maar een enkeld woord fprekens had behoeven te kosten, om zoo vele gruwelen , als er toen in Gelderland hebben pla.ts gehad * oogenbiiklyk te doen ophouden. zoon. Ik bid u, Vader, getf my ten minften één enkeld voorbee'ld, op dat ;k des te meer overtuigd ben, dat ae Pr ns in aile die mishandelingen der ongelukkige Burgers Ciudeiyk heeft toegeftemd. vader. Ik prys Uwe begeerte, myn Zoon! en daarom zal ik aan dezelve voldoen. Toen de ftad Arnhem geplunderd en deszelfs inwoonders door het gemeen en vooral door de foldaten deerlyk mishandeld werd — was het geraas en het gefchieeuw der plunderaren, en het geke; * der ongeluknigen.z o L grost  C i<5a > groot — en het gefchiet der fnaphanen zo die nog leeft , en by alle weldenkende Neder* landers in achting is — hy fnelde ylings daar henen — en riep met luider ftern, dat men moest ophouden, dat hy een brief van den Prins had, wair in zulks geboden wierd. Op het vertoon van den brief nam de plundering oogenbiikkelyk een einde; zelfs zoo, dat het overig gedeelte van het huis van den braven Bekking nog ongefchonden bewaard bleef. zoon. Die Mevrouw van Spaan moet een brave vrouw geweest zyn. vader. Dat was zy zeker — maar het geen ik u hier uit voornamentlyk bewyzeu Wilde, is dit, dat het den Prins maar een enkeld woord had behoeven te kosten om alle plunderingen op die wyze tegentegaan, zoon. Dit eene voorbeeld bevestigd zulks ten duidelykfte — maar bleef het in de overige fteden van Gelderland uil ? vader. Ik heb u reeds gezegd, dat te Bommel ook verfcheide baldadigheden gepleegd zyn — maar het voorgevallene te Harderwyk op den 30 July zal, zoo lang onze Republiek aanwezig is, aliyd tot een bewys verftrekken van de tyranny van Oranje en zyn aanhang. Op den zoo even genoemden dag wierden er, niet tegenftaande de ganfche burgery in de wapenen gekomen was, negen huizen van brave Burgers geheel vernield, en zestig an. ecren meer of min befebadigd. - j zoon,  C I„ Woerden, digj by Schoonhoven W.erd opgehouden. joon. Maar ik meende, dat die reize  C 169 3 ..door de PWnfesondernomen was met cogmerk cm de g rezenegefehillen dopr hare tusfehen» komst byteleggen. vader. Dat zeggen de Prinsgezinden maar' het zaj al tyd vreemd en iingulier blyven, dat die reiz- en het oogmerk van dien, na eene afwezigheid van twee jaren, voor de Staten van Holland was geheimgehouden, en dat daarentegen de aanhangers van Oranje . en het graauw daar van alle bewustheid hadden , ge yk men uit de toeberpidfelen, die men op het piatte land en in den Haag heeft wülcn in het werk (lellen, om de Prinfes te ontvangen, tep klaarften heeft kunnen opmaken. zoon. Maai; zou het intusfehen niet beter geweest zyn, dat men de Prinfes in hare reize niet verhinderd had? vader. Zeker neen; indien deze voorzorg met gebruikt was, zou er zeer zeker.in den Haag een volledig oproer hebben plaats genad, het welk bezw„ar yk zoude hebben kunnen gefluit worden, en waar van waar. fchynlyk de voornaamfte Leden der Vergadering van Holland de flachtofférs zouden geweest zyn. Jmmers die weet, dat het grootfte gedeelte der Militie en der Buigery van den Haag en het Gemeen onder dezelve, de Oranje party was toegedaan-, zal da:.r aan niet behoeven te twyfeien — trouwens er is geen groter bewys voor - de waarheid daar van, dan het geen wy na de Omwenteling in den Haag hebben zien gebeurt^ L 5 zoon,  c 1703 töON. Dan fchynt die reize door de Prinfes alleen maar ondernomen te zyn, om aangehouden te worden, en daar door gelegenheid te vinden om den Koning van Pruifchen in het harnas te jagen tegen de Provintie Holland , en hem te bewegen om over zyne