ALGEMEENE BLADWIJZERS VAN DE VOORNAAMSTE ZAAKEN, WELKE VOORKOMEN IN DE SES AFDEELINGEN DER ALGEMEENE OEFENSCHOOLE VAN KONSTEN WEETENSCHAPPEN. IN XXX. DEELEN UITGEGEEVEN. TE AMSTELDAM By PIETER MEIJER, op den Dam. MDCCLXXXII   BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN, Voor de Wysbegeerte der Jonge Heer en en Jufferen, VERVAT IN DRIE DEELEN. A. aaksters behooren onder de vogelen tot de vliespooten. III. 275 Aanbeeld, een der beentjes in het oor, aan den binnenkant van bet trommelvlies, dienende om het te spannen of te ontspannen. II 513 Aantrekking , door de Electriciteit verwekt, proeven wegens dezelve, I. 363 Aardbol, onderscheidene standen , die in denzelven in aanmerking komen. II. 106 Aarde. de middellyn , die door den Equator gaat, is grooter dan die, welke door de Poolen gaat. II 104. In eenen Globe maakt dit egter geene verandering, ibid. Haare middellyn wordt op omtrent 8000 mylen geschat. ib. 105 — is verdeeld in Land en Water. II. 113. Haare dagelyksche beweeging om haaren As, doormiddel van den Globe aangeweezen. II. 130 • verscheidenheid van stoffen, uit welken zy bestaat. III. 386. Zy is, waar. zout gevonden wordt, onvrugtbaar. ib. 407 Reg. voor de Wysbeg. Aardglobe , beschreeven, en deszelfs gebruik. II. 103116. Nieuwe toestel, daartoe behoorende. ibid. 116150 Aarsvoet , behoort onder de vogelen tot den vierden rang van de bende der Waterminnaren. III. 301 Adem , waarom onze Adem des winters zigtbaar is I. 317 Aderen en Slagaderen in het menschlyk ligchaam beschouwd. III. 140 Aequator, zie Equinoctiaal. Aerometrum Magnum , zie Weerglas. Aetberische Vloeistof is door het heelal verspreid. I. 313 Afrikaansche Negers verschillen van de Asiatische in wolligheid van hair platheid van neus, en dikte van lippen. III 152. Zy zyn meest Afgodendienaars, ibid. Afstand , wanneer men zegt dat de" Planeeten haaren grootsten afstand van de Zonne hebben. I. 55 Afstanden en Grootten van Voorwerpen , die ontoeganglyk zyn; werktuig om dezelven te meeten.II. 359 Afwyking, Cirkels der Afwykinge gaan door de PooA len.  2 BLADWYZER len der waereld, en snyden den Evennagtscirkel regthoekig by iederen dertigsten graad. II. 5. Zy zyn twaalf in getal, en worden door de Starrenkundigen by de twaalf Huizen des Hemels gevoegd. ibid. Afwykingen, die de zon en andere Hemelsche ligchamen van den evennagtscirkel hebben, worden bekend door de graden , waarin de Meridiaan verdeeld is. I 220. Afwykingen of Miswyzingen van het kompas, III. 466 enz. Akademisten , zyn dus genoemd naar een vermaaklyk bosch, het welk den naam droeg van Akade mie. I 7 Alluin verschillende soorten van dezelve , III. 414. Rotsalluin , onderscheiden van de gemeene, ib. Zy is zoutagtig , samentrekkend, wordt door vuur gemaklyk verkalkt en is ligter dan zeezout. 414. Oorzaken dier eigenschappen. 415 Altaar, een der zuidelykegegestarnten. II. 43 Alvleesch wordt van sommigen onder de voorname Werktuigen des levens geteld. III. 142. Gebruik van het zelve. ibid. Amerikanen gelyken , wanneer men de Eskimaux uitzondert, zeer wel naar elkanderen. III. 150, enz. amphiscii Tweeschaduwigen zyn in de verzengde Lugtstreek. II. 108 andromeila , een der Noor delyke gestarnten , Fabelhistorie, II. 27, enz Anbinga der Brazilianen is een Vogel, die tot de Tand. bekken behoort. III. 293 Antelope of Gazella Africana, zie Bezoarbok. Antipodes, Tegenvoeters. II. 110 Antoeci , Omwoners. II. 111 Apen , hunne overeenkomst met de menschen. III- 123. De Ouden kenden maar eene soort van Apen, 124. Dieren, welke aan ons onder die benaming bekend zyn, of onder dat geslagt gebragt worden, 124, enz. 132. Hoe onderscheiden van Bavianen. 125; Apollo, waarom by de Ouden met eene Lier verbeeld. I. 49 Ardbie is de geschiktste woonplaats voor Kameelen. III. 116.. Arabieren maaken groot gebruik van Kameelen , III. 116 Arctos, of groote Beer. Zie Beeren. Arend, een der Noordelyke gestarnten , Fabelhistorie, II. 34 Argo of het Schip, een der Zuidelyke Gestarnten. II. 44. Armillaris, Spbaera , waarom zoo genoemd. I. 209. zie Stoepspheer. As , wat in eene Spheer. I. 212 Afcii, of Schaduwloozen, wonen in de verzengde Lugtstreek, II. 108 Asiatische Negers, hoe zy verschillen van de Afrikaansche. zie Afrikaansche. Af-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 3 'Aspecten, de Tafels van dezelven zyn juist niet van groot belang , I 114. Zy toonen alleenlyk, hoe vele teekens Van de Ecliptica de Planeten van elkandren zyn. ibid. enz. Astronmnisch Teleskoop, dient tot waarneemingen omtrent Hemelsche Ligchaamen. II. 265 Avond is best geschikt om uitspanningen te nemen. I. 397 Avondstar, benaming van Venus om hare helderheid. I. 59, enz. Avondstond , Digterlyk beschreven. I. 297 Azimuthaal Cirkel, wat ? I. 221 B. Baars heeft scherp gepunte Vinnen, door welken hy den Mond zyner Vyanden kan kwetsen. III 332 Babyrosse Zvyn in Indie, III. 87 Bilansvisch of Kruishaai, in het byzonder beschreven. III. 328 Balearische Kraan , behoort tot de tweede soort van Sneppen, III- 303 Banden of Gordels van Jupiter zyn waarschynlyk geen Wolken, , gelyk Newton meende. I. 90 Barometer, nuttigheid van dit Werktuig in het gemeene leven. I.399. Wyze, waar • op een van de beste soort gemaakt wordt, 401. Gebreken in de gemeene Barometeters aangsweezen, 404 enz Hoe de beschrevene te gebruiken, 407 Bavianen, waarin van de Apen onderscheiden. IIL 125. In het byzonder beschouwd, 131. Zy hebben minder van het menschlyke dan andere Dieren, die tot het Apengeslagt behooren. 132 Beemer, of Bohemer , behoort tot de eerste soort van Musschen. III. 281 Mag ook onder de Vogels geteld worden , die merkwaardig zyn uit hoofde van hunne Hoofdsiersels. ibid. Beenderen, in het menschlyk ligchaam zyn byna 250 in getal , en moeten onderscheiden worden van kraakbeenderen. III. 137 Beer, in het byzonder beschreven. III, 177. Beerenvleesch is goed om gegeeten te worden ,178. Groenlandsche beeren zyn wit van kleur. 181 Beeren , dus noemt men ook de mannetjes der zwynen. III. 84 — ■ de groote Beer , ook Arctos of Helice, en de Kleine Cynosura genaamd , zyn twee Gestarnten in het noordelyk halfrond. II. 26. Fabelhistorie. ibid. Beerenjagt, hoe dezelve wordt aangelegd. III. 179 Beermuis, of Cirketus, beschreven III. 238, enz. Beevers, verliezen hun Vernuft in het bouwen, wanneer zy in de nabuurschap der Menschen komen. III. 5. Zy verschaffen Castorium of Bevergeil , 227. Beschryving en huishouA 2 ding  4 BLADWYZER ding van deze Dieren, ib. Wyze, op welke zy hunne Nesten maken. 229. Hoe zy gevangen worden. 232 Behangsel, inwendig, wat zoo in de bloemen genoemd wordt. III. 359 Bejuco, verkwikkend sap uit dezen Boom, III. 364 Berenice, hair van) onder de Geftarnten in het Noorder Halfrond geplaatst. II. 39 Berkenboom Verschaft in de lente een verkwikkend Vogt. III 364 Bevriezing, oorzaak van dezelve. I. 346 Beweging der lugt, hare nuttigheid. I. 327. Zie verder op Lugt. Bezoar, berigt wegens dezen Steen. III. 64 Bezoarbok, in het byzonder beschreven. III. 65. Wordt ook Antelope of Gazella Africana genoemd. ibid. biggen, eene benaming aan de jongen der'Zwynen eigen. III. 84 Bison, of gebulte Stier, gemeenlyk gehouden voor den Urus, van welken Ju- ■ lus Cesar spreekt, beschreven. III. 50. De Natuurlyke Vyand van den Tyger. 51 Blaasbalg deszelfs gebruik. I. 327 Blaaderen der Planten, schikking van dezelven , III. 357. Derzelver nuttigheid voor de Planten. 377 Bloed , een der Vogten van het Ligchaam. III 146 Bloem, in dezelve onderscheidt men het Loof, de Kelk, en het inwendig Behangsel. III. 358 Bloemenspegt behoort tot dat geslagt van Vogelen , die Colebri genoemd worden. III. 280 Bohemer, zie Beemer. Bokken, byzonderheden wegens dezelven , III. 62. Voordeelen , die 'er van getrokken worden, ib. Zy verschillen in onderscheidene Landen. 63 Bolronde, af Holronde Oppervlakten maken geen verschil in de wyze, op welke de Ligchamen in dezelven gezien worden. II- 82 Bonasus, of Indiaanscbe Stier, wyze, op welke hy zynen vyand aanvalt. III. 51 Bonsing wordt tot het geslagt der Honden gebragt. III. 212. Geeft eenen zeer onaangenamen reuk van zich. ib. Wordt dikwyls te onregt met den Marter verward. 216 Boonen, Zaadplant in dezelven beschouwd. III 368 Boötes , een der Noordelyke Gestarnten, zyne benamingen volgens de Fabelbistorie. II. 33 Boschzwyn, een Afrikaansch Breedsnuitig Varken.III. 89' Bot behoort tot het gezin der Platvisschen, die de Oogen aan eene zyde van den Kop hebben. III. 328 Boter en Kaas , het maken van dezelven beschouwd. III. 46. Hoeveelheid, die eene Koe kan geven. Zie Koeijen. Brandsteenkragt. Zie Electriciteit. Breedte eener plaatse is haar Zuidelyke of Noordelyke afstand  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 5 stand van den Evennagtscirkel, of naar de Polen toe. I. 218. Zy is altyd gelyk aan de Poolshoogte. 219. De breedte der Hemelsche Ligchamen is hun afstand ten Noorden of ten Zuiden van de Ecliptica, 228 Breekbaarbeid verschillende) der Ligtstralen is oorzaak van de verscheidenheid van Kleuren. II. 237 Brein. Zie Herssenen. Brillen, waarin zy onderscheiden zyn van de Leesglazen. II. 408 Buffels, Inborelingen van het Oosten,beschreven.III. 52. Die van de Kaap hebben vry veel overeenkomst met den Bonasus. 53 Buis van Eustachius , eene kleine holligheid, onlangs in het Trommelvlies ontdekt. II. 516 Buisjes , in welken de Vogten der Planten rond loopen, konst, die in dezelven doorstraalt. III. 356 Butsert komt onder de Vogelen , wier geslagt onzeker is, het naast aan de Scherpvogelen. III. 306 Byeneter behoort tot de Bende der Aaksteren. 111. 278 Byzienden (Myopes) hebben Holronde Glazen nodig omdat de graad van Bolrondte in het Hoornvlies , of het voorste gedeelte van het Oog , te groot is. II. 436. Waarom zy Myopes genoemd worden, ib. Dit gebrek ontstaat omdat het Oog eenen al te korten Brandpunts afstand heeft, ib. Zie ook Zien. C. Calx noemt men het vaste en Aardagtige, het welk, na de vervlieging van de deelen der Ligchamen door hette overblyft. I. 319 Camera Obscura, wyze om eene nieuwe evenredige te maken. II. 303 Carcajou , natuurlyke vyand van den Carrihou , berigt wegens beiden deze Dieren. III 78 Carihou , zie Carcajou. Cassiopea , een Gestarnte in het Noorder Hemeldeel. II. 27 Fabelhistorie. 28 Castoreum of Beevergeil Zie Beevers. Caymans, zieKrokodillen. Cepheus, een Gestarnte in het Noorder Hemeldeel. II. 27. Fabelhistorie. 28 Cephus, eene soort van Apen. Zie Gibbon. Cerberus , een, der Noordelyk Gestarnten deszelfs Fabelhistorie. II. 36 Cbimpanzee, het Wyfje van den Orang Outang, Zie ald, Chyl, een der vogten van het Ligchaam, III. 145. Cirkassiers of Georgiers zyn» zeer schoon. III. 158 Cirkels, daar zyn 24 groote Cirkels, die den Globe kruissen : de Cirkels der Langte namelyk, en die der Afwykinge. II. 5. De Cirkels van de Sphaera Armillaris worden verdeeld in vier Quadranten, en ieder Quadrant in 90 Graden. I. 210. Eene Spheer heeft groote en kleine Cirkels; door de eersten wordt zy in twee gelyke, door de A 3 laat-  6 BLADWYZER laatsten in twee ongelyke deelen verdeeld , ib. De groote Cirkels zyn zes in getal: de Horizon of Kimcirkel , de Meridiaan of Middagcirkel,de Equinôctiaal of Evennagtslyn, de Ecliptica of Zonsweg ,twee Coluris of Kruiscirkels.211. De kleine Cirkels zyn vier , te weeten twee Tropici of Keerkringen en twee Poolcirkels , ibid. Men mag ook nog den Uurcirkel onder de kleine Cirkels tellen. 212 Cirketus. Zie Beermuis. Civet, of dezelve van eenig nut zy in de Geneeskunde. III. 209 Civetkat draagt het Vogt, dat men Civet noemt, in eene Beurze onder den Staart III. 208. De Civetkat heeft vry wat overeenkomst met den Ichneumon. 223 Climaten, aan weerzyde van den Equator is de Aarde in 24 Climaten onderscheiden II. 151 Cochlea, eene holligheid in het oor. Zie Slakkenhuisje. Colibri maakt in de Natuur den overgang tusschen de Vogelen en Vlinders. III 281. beschreven, ib. Zie ook Bloemenspegt. Coluri , of Kruiscirkels zyn twee groote Cirkels van de Spheer: den eenen noemt men Colurus AcquinoEtiorum: den anderen Colurus Solstitiorum. I 211. Nadere beschouwing van dezelven. 231 Cometarium, Nieuw) afgebeeld en verklaard. I, 133, Be wegingen van de Comeet van het jaar 1682 , wier Omloopstyd is 75 jaren, door het zelve aangewe. zen, ib. In hare aannadering tot de Zon heeft zy eene verhaaste , in hare afwyking' eene vertraagde beweging, 134. Raderwerk van het CometariuM 138, enz. Cometen, by het gemeen ook Staartstarren genoemd , I. 123. Zy kunnen, uit hoofde van haren langen Omloopstyd, maar zelden gezien worden , ib. Men heeft 'er tot nu toe omtrent veertig gezien. 124. Zy zyn eene Soort van Planeten; want zy loopen in vastgestelde tyden om de Zon. ib. De omloopstyden van eenige weinigen zyn slegts bekend, ib. Zy draaijen in Elliptische Kringen. 125. In het eene gedeelte harer bane zyn zy zeer digt by de Zon en in het andere wyken zy 'er ver van af, ib. Zy hebben beurteling de grootste uitersten van hette en koude, ib. Van sommige weinige kan men den afstand van de Zonne bepalen. 126. Die van het jaar 1680 heeft eene koude, die 17000 maal, en eene hette, die 28000 maal zoo groot is als by ons. ib. De Cometen zyn niet groot 128. Haar Sraarr wordt door uitwaassenmingen veroorzaakt, ib. Byzonderheden wegens denzelven, ib, De Ouden hielden de Comeeten voor onheil spellen de Ver-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 7 Verhevelingen, 128. Onder de hedendaagschen vindt men 'er , die iedere Comeet voor eene Hel houden. 129. Sommigen willen dat zy geschikt zyn om verwoestingen in ons Waereldgestel aan te rigten. ib. Anderen beweeren dat zy tot nut der Planeten dienen , en de Zon van Brandstoffe voorzien. 130, enz. Merkwaardige voorspelling van Seneka wegens de Cometen, 133. Ongegrondheid der vreze voor dezelven , 137. — Wyze om haren loop op den Globe na te gaan. II. 77 , enz. Zie ook Planeten. Conjunctie , onderste en bovenste van Mercurius met de Zonne, wat? 1. 54. Hy is nooit zigtbaar in de bovenste. ibidCopernikaanscbe Stelsel draagt somtyds den naam van het Pytagoriscbe, somtyds dien van het Newtoniaansche , I. 17. Na eenen tyd lang vergeten geweest te zyn is het omtrent 200 jaren geleden door Copernikus weder ter bane gebragt. ib. Het wordt ook het Zonne stelsel genoemd , omdat , volgens het zelve de Zon in het midden is , ib. Ware Haat van het Waereldsgebouw volgens het zelve. 28. Regtmatigbeid van dit Stelsel 'door het Planetaruim aangewezen 31, enz. Cruter , onder de Zuidelyke Gestarnten gesteld- II. 43 Cynosura, of kleine Beer. Zie Beeren. D. Dag en Nagt, onderscheid 'tusschen dezelven ontstaat uit de dagelykscbe beweging der Aarde. I. 68. Op het Orrery in den Zomer en Winter vertoond. 293 Dagen der Starrekundigen beginnen altyd met den middag. I. 107. De onderscheidene Verschynsels van Dagen en Nagten door middel van den Aardglobe aangewezen. II- 136 Dagslaap. Zie Geitenmelker^ Dampen , waarom wy die 's avonds en 's morgens , wanneer de Lugt koud is , van de Aarde zien opryzen. I 317. Zy ryzen in de Lugt, omdat zy ligter zyn dan dezelve, 337- Waarom zy slegts tot eene bepaalde hoogte ryzen. 338 Dampkring, wat? I. 274. Hoogte van denzelven. 314 Darmen behooren onder de werktuigen des Levens. III. 142 Dassen hebben vry wat overeenkomst met den Ichneumon. III- 223 Delfsstoffen kunnen tot drie rangen gebragt worden, tot zulken , die Vlam vatten, Smelten en Kalk worden. III. 387. Tot de eerste soort behooren de SulferstofFen, ib. Totde tweede de Metalen. 391. Tot de derde de Zouten. 406 Dieren worden best onderscheiden naar hunne meest in het oog loopende hoedanigheden. III. 3- Viervoetige worden gevoeglyk A 4 on-  8 BLADWYZER onderscheiden in Wilde en Tamme , 4. Zie Wilde en Tamme. Verscheidenheid in de Dieren ten aanzien der Tanden. 7. Pooten. ibid. Koppen , ib. Magen. 8. Hunne voorzorg tot hunne beveiliging. 10. Hunne verscheidenheid naar de'verschillende Lugtstreken , in welken zy Leven ,11. Zorg voor hunne jongen, 14. Zy worden verdeeld in Leven barende en Eileggende, ib. Berekening van hunnen Ouderdom. 27. Wyze van hun Drinken. 28. — De viervoetige Dieren verdeelt men in Dieren met ongespleten Hoef III. 16. Tot dezen behooren de Paarden, 16. enz de Ezels, 30. De Eenhoorn , 37. In herkaauwende , die vier Magen hebben , 38. Dezen hebben in de Bovenkaak geene Voortanden , 39. Tot dezelven behooren zoo wel gehoornde als ongehoornde, ib. als de Stier, 'de Os en de Koe, ib. Tot de herkaauwende Dieren behooren ook de Schapen, 56. Geiten. 61. Bokken 62. De Dieren , die tot het geslagt der Herten behooren , zyn vry menigvuldig , en laten jaarlyks de Hoornen vallen. 69. Van de Dieren, die tot het geslagt der Zwynen behooren . gespletene Hoeven hebben , en niet herkaauwen. 84 , enz. Dieren , welke ten aanzien van hunne Hoeven onregelmatig zyn. 91. Dieren, die tot het geslagt der Apen behooren , 123 , enz. 132, enz. Dieren, die tot het geslagt der Katten behooren, 165 enz. Dieren , die tot het geslagt der Honden behooren , 182 Dieren , die tot het geslagt der Wezels behooren, 213. Dieren, die tot het geslagt der Hazen behooren, 223 Dieren, welke tot het geslagt der Vledermuizen behooren, en van die , welke door hunne Longen ademen en Eyeren leggen. 240. — Dieren en Planten worden aan elkanderen geschakeld door den Polypus. 350 Dierenriem, Zie Zodiac. Digters, hun oogmerk in de verzieringen. II. 38 Dikte van de Lugt meer of minder naar mate van den afstand der Deeltjes. 1 312. Zy is het grootst naby de Oppervlakte der aarde. ibid. Diomedesvogel komt , onder de vogelen, wier geslagt onzeker is, naast aan de Velpooten of aan de Oyevaren. III. 306 Dodaars, Dodo Donti, tot de kortvlerken behoorende , beschreven. III 292, enz. Dodo. Zie Dodaars. Dolfyn , door de Digters onder de Noordelyke Gestarnten geplaatst. II. 38 Dompelaars mnken den vierden rang van de Bende der Waterminnaren uit. III 301. Tot dezen behoren alleen de Fuut of Aarsvoet en de Meercoet. ibid. Kenmerken van de Dompelaars, ibid' Den-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN 9 Donder wordt veroorzaakt wanneer de brandbare stof in het ligchaam van eene wolk bevat is, en de weerstand , dien zy ontmoet, trilling in de Lugt verwekt. I. 356 Dondersteen , Berigt wegens denzelven. I. 359 Donti, Zie Dodaars. Doolhof, eene der Holligheden in het Oor. II. 516. In het byzonder beschouwd. 517. Wordt van sommigen als het voornaamste Werktuig van het Gehoor aangemerk. ibid. Doorwaasseming, Proeven om dezelve in de Planten te bewyzen. III. 380 Draaihals behoort tot de Bende der Aaksteren. III 278 Draak, een der Gestarnten in het Noorder Hemeldeel. Deszelfs Fabelhistorie. II. 27 Drinken , wyze , waarop de viervoetige Dieren dit doen. III. ' 28, enz. Drommedaris. Zie Kameel. Droogte en Vogtigheid der Lugt worden door den Hygrometer aangewezen. I 423 druifbezienvlies wat zoo in het Oog genoemd wordt. II. 428 Duif behoort tot de Hoenderen van de tweede soort. III 287. De groenlandsche Duif behoort tot den tweeden rang der Waterminnaren. 301 E. Echo door terugkaatsing van het Geluid veroorzaakt, II. 460 Eclips en eclipseren , beteekenis van deze woorden. I. 180. Zie Verduistering. Ecliptica , Namen en Figuren van hare Tekenen. I. 69. Zy draagt den naam van Ecliptica, als zynde de Cirkel, in welken de Zonverduisteringen moeten voorvallen. I. 69. Een der groote Cirkels van de Spheer. III En wel die groote Cirkel, welken de Zon jaarlyks aan den Hemel schynt door te loopen. 226. De verdeeling der Ecliptica in Teekenen dient om ons de plaats der hemelsche Ligchamen, op eenen gegeven tyd gemaklyk te doen vinden, ibid. Door de Ecliptica oordeelt men over de Langte, Breedte en Afwyking der Hemelsche Ligchamen. 227. De Teekenen der Ecliptica worden onderscheiden in Zomer- en Winterteekenen. 229 Eekhoren beschreven. III. 233. Vliegende Eekhoren. 234 Eend behoord onder de Waterminnaars tot de Tandbekken. III 293 Eenhoorn wordt geteld onderde Dieren met ongespleten Hoef. III. 37. Wegens denzelven hebben wy niet dan onzekere berigten. III. 37 Eenhoornvisch schynt slegts een Walvisch, uit wiens Bek op eene zeer wonderbare wyze een Tand groeit. III. 323 Egel berigt wegens dit Dier. III. 225. Ook het Egelvarken genoemd. 226. Het asiatische of Malaksche EgelA 5 var-  10 BLADWYZER varken verschaft den Steen, die Pedro del Porco genoemd wordt. 227 Egelvarken. Zie Egel. Egelvisch is rondom bezet met Stekels, en behoort dus tot de Visschen , die de monden hunner vyanden kunnen kwetsen. III. 330 Egyptische Kraan behoort tot de eerste soort van Sneppen. III; 302 Eileggende Dieren zyn onderscheiden van Levenbarende, omdat de eersten met schelpen of schalen gedekt zyn daar de laatsten huid en hair hebben. III 14. De eerste zyn de vrugtbaarsten. 15 Eitjes, beschouwing van de zorg, met welke de Insekten de hunne leggen. III. 348 Elanden, outyds ook Inborelingen van Europa, worden nu buiten Canada niet gevonden. III. 6. Beschreven , als tot het geslagt der Harten behoorende. 76. Van die, welke men aan Kaap de Goede Hoop heeft. 79 Wyze, op welke zy daar gevangen worden. 80 Electriciteit derzelver Natuur en Verschynsels. I 360, enz, Zy heeft groote overeenkomst met Weerlicht en Donder , ibid. De Ouden kenden haar onder de benaming van Brandsteenkragt, doch waren niet ver in derzelver kennisse gevorderd. ibid. Proeven wegens het Vuur, door de Electriciteit verwekt. 362 Wegens Wegslooting en Aantrekking, door dezelve te weeg ge bragt. 363. Zy werkt door Glas stelliger en door Hars ontkennender wyze. 365. Geleider van de Electriciteit, wat? ibid. Haar invloed op Vloeistoffen. 377. Zy doet Profesfor Richman te Petersburg omkomen. 394. Hare heilzame uitwerksels. 395. Electrikale Vlieger. Zie Vlie' ger. Electrisch Werktuig, dienende om op een Tafel geplaatst te worden ; afgebeeld en beschreven. I. 366. Proeven met het zelve , ibid. tot 396 Electrometer beschreven. 1. 392, enz. Ephemeris is geschikt om de plaatsen en opzigtelyke Handen der Planeten, voor iederen dag van bet jaar, te vinden. I. 105 Epiglottis wordt dus genoemd, omdat zy naar eene Tong gelykt, en komt overeen met dat Stuk in sluiten en orgelpypen , waardoor de weg tot doorlating van het geluid kleiner of grooter kan gemaakt worden, naar de matiging van den klank, II 508 Equinoctiaal, of evennagtslyn, een der groote Cirkels van de Spheer. I. III Zy wordt zoo genoemd, omdat, wanneer de Zon in dezelve komt, Dag en Nagt even lang zyn. I. 222. Zy draagt ook den naam van Aequator of Linie. ibid. De Graden, in welken zy verdeeld is, zyn op den Aardglobe  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. globe Graden van Langte , op den Hemelglobe Graden van regte Opklimminge , ibid. Hoe men derzelver graden tot Tyd kan brengen. 224 Eridaan, een der Zuidelyke Gestarnten, waarom aan den Hemelgeplaatst II 45. enz. Efquimaux , in het Noorder Deel van Amerika, III. 149Hun Land wordt Labrador genoemd , ibid. Zy verschillen van alle de overige Amerikaanen , die vry wel naar elkandereu gelyken. 150 . enz. Evennagten of Evennagtspunten, zyn de punten, waarin de Equinoctiaal en Ecliptica elkanderen snyden. I. 222. Haar voortgang. 224. Onderscheiden in Lente en Herfst Evennagtspunten. 232. Derzelver voortgang door middel van den Hemelglobe aangewezen. II. 89. enzEvennagtslyn. Zie Equinoctiaal. Europeanen , verscheidenheid in hunne kleur. III. 160 Eustachius. Zit Buis van Eustachius. Ezel behoort tot de Dieren met ongespleten Hoef. III. 30. Waarin van de Paarden verschilt, ibid. Zyne goede en slegte hoedanigheden , 31. Overeenkomst met de Paarden. 32. Wyze van drinken , ibid. Verscheidenheid in de Ezels van verschillende Landen. 33. Wilde Ezel. Zie Onager. Het vleesch der Ezels is in sommige Landen eetbaar. 34. Ezellinnenmelk is in ve le gevallen nuttig, ibid Zie ook Muilezels en Zebra. F. Fabelhistorie der Gestarnten, die op den Globe geteekend staan, II 13-56 Fenix, een der zuidelyke ge-, starnten, waarom aan den hemel geplaatst, II 47. enz. Flammingo, behoort onder.de Waterminnaars tot de Tandbekken III. 293 Hy is merkwaardig door de langte van zyne pooten, ibid. Hy verschaft een sterk bewys van de zorge der Voorzienigheid voor Vogelen, welke diepe wateren moeten doorwaden. 295 Fretten , tot het geslagt der wezels behoorende, zyn inboorelingeen van de kust van Guinee. III. 215. Berigt wegens deze Dieren. ibid. Fuut. Zie Aarsvoet. G. Gazella Africana, of Antelope. Zie Bezoarbok. Geesten en Kwikzilver geven geenen voldoende 1 bermometers. I. 412, enz. Gehemelte en Tanden, Zie Tanden. Gehoor is het Werktuig, waardoor Geluiden gewaarwording in ons verwekken. II. 513 Gehoorbuis, deszelfs nuttigheid ! om het Geluid , verminderd, binnen in het oor te brengen. II. 515 Geiten , in welke opzigten onderscheiden van Schapen , III 61. Zy behooren tot de herkaauwende Dieren, ibid. Byzonderheden,  BLADWYZER den, die in haar aanmerking verdienen, ibid. enz. Welke voordeelen 'er van getrokken worden. 62. Zy verscbillen in onderscheidene Landen. 63 Geitenmelker, ook Nagtscbade of Dagslaap genoemd, behoort onder de Velpoten tot de Scherpvogelen. III 284 Geluid , de deelen , die tot deszelfs voortbrenging en vorming noodig zyn , zyn de Huig, Tong, Tanden en Gehemelte , Mond en Lippen , Neusgaten. II 509, enz. Ook de Lugtader of het Strottenhoofd en de Epiglottes, ibid. De onderscheidene Geluiden der Dieren hangen af van de onderscheidene schikking of vorming dier deelen. 505.— Het eerste dat omtrent het zelve in aanmerking komt is de botsende kragt of slag, die op het geluidgevend ligchaam werkt. II. 450. De beweeging , daardoor in deszelfs deelen verwekt, wordt door de Veerkragt dier deeltjes veroorzaakt. 448 De stooting der Lugt , waarin de oorzaak der Geluiden gelegen is , door eene vergelyking tusschen dezelven en de Watergolven opgehelderd. 453. Geluid en zicht kunnen niet op gelyke wyze worden voortgeplant.458. Het geluid loopt 1142 voeten in eene sekonde door. 464 Gemsbok, berigt wegens den-, zelven III. 68 Genetkat beschreven. III 218. Behoort tot het geslagt der Wezels. ibid. Genootshap , Koninglyk') de Verhandelingen van het zelve bestaan uit eene soort van Register , of Dagverhaal, van alle aanmerkelyke Proeven, Ontdekkingen en Waarnemingen, die door de Leden van dat Genootschap , tot bevordering van de Natuurkunde , en tot voortplanting van Konsten en Wetenschappen , gedaan worden. I. 9 Geocentrische Bewegingen der Planeeten , wat. I. 106 Geocentrisch Planetarium. Zie Planetarium afgebeeld I, 112 Georgiers. Zie Cirkassiers. Gestarnten , twaalf van den zodiak; 29 ten Noorden, en 25 of (volgens anderen) 28 ten Zuiden van denzelven. II. 8, Derzelver naamlyst. 9. Oudheid van die verdeeling. 10. Fabelhistorie. 13.-56 Gevoel in het algemeen, aanmerkingen daaromtren. III. 145 Gewaarwording , derzelver Werktuigen zyn de Zenuwen.. II. 423 Gezigt is het bedrieglykste ^ van onze Zintuigen. I 16 Gezigthoek beschryving van een Werktuig om denzelven af te meten. III. 333 Gezigtkundige Werktuigen, nut en vermaak , dat zy verschaffen. II. 194 Gezigtzenuw is een wit Cylindrisch Ligchaam , dat in het Oog eerst in aanmerking komt. II. 423 Gibbon, of Cephus, eene soort van  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. van Apen met lange armen. III 124, enz. De Groote en Kleine beschreven, 130. Zy zyn vry bedaard in hunne bewegingen , en hooren in Oost-Indië te huis. 131 Gier behoort onder de Velpoten tot de Scberpvogelen. III. 284 Glas, waarom het, op eene zekere wyze gslepen, de Voorwerpen duidelyker vertoont. II 197 Glasagtig Vogt wordt dus genoemd omdat het in doorscbynendheid gelyk is aan Glas, en vertoont zich als het Wit van een Ey. II. 432, Waartoe de hoeveelheid van het zelve boven die van Andere Vogten diene. ibid. Glasblazers, redenen waarom zy zich veel van Zout en Salpeter bedienen. III. 411 Glasmuziek , aanmerkingen over dezelve. II. 483 Glazen , waarom sommigen de Voorwerpen omgekeerd vertoonen. II. 303 Globe , wyze om denzelven naar zekere plaats te stellen. II. 50 Gods Wysheid. Zie Wysheid. Goedheid van -God in de schikking der Saizoenen. I. 302, enz. Gordels van Jupiter. Zie Banden. Goud , deszelfs ongemeene Rekbaarheid. III. 395- Of het nog heden in de Aarde groeit. 397. Of men 'er andere Metalen in kan veranderen, ibid. Is alleen door Koningswater te ont binden. 398. Is aan geen roest onderhevig omdat deszelfs vastheid geene andere stoffen toelaat. 402 Gouden Tyd, of Leeftyd van Saturnus, digterlyk beschreven. I. 103 Graden van Breedte. Zie Breedte. Grinniken der Paarden , onderscheiden in soorten. III. 27 Groenlanders, hunne levenswyze. III. 148 Grootbek of Toucan , tot de Vliespooten behoorende, beschreven. III. 276. Wordt ook de Braziliaansche Aakster genoemd. ibid. Grootten en Afstanden van ontoeganlyke voorwerpen , hoe te meten. Zie afstanden. Guineescb Reetje. Zie Reetje. H. sjuas , algemeene beschryving van dezelven. JII. Haas, algemeene beschryving van dezelven III 223 Haayen behooren tot de Visscben, die merkwaardig zyn wegens den stand van hun Gezigt. III 326. Zy hebben vry veel overeenkomst met den Zeeduivel. 327. In het byzonder beschreven. ibid. Verscheidene soorten van Haayen. 328 Hagedissen, welke Dieren in het algemeen zoo genoemd worden. III. 249. De grootste . tot dezelven behoorende, is de Krokodil, ibid. Verscheidenheid van Hagedissen in de warme Waerelddeelen 252 Ha-  14 BLADV7YZER Hagel ontstaat uit eene gelyke oorzaak als Sneeuw, wanneer in het bovenste Dampgewest groote Koude heerscht, en de Lugt zeer zwaar is. I 351 Hagelsteenen zyn somtyds zeer groot. I ' 352 Haring, de jaarlyksche wederkomst van dezelven, schynt men aan de vervolging van hunnen Roof te moeten toe ; schryven. III. 314. Weg, dien zy jaarlyks afleggen, ib. Hart, een der noodigste Werktuigen voor het menschlyk leven, III. 142 Hazen, Dieren, welke tot het geslagt van dezelven behooren. III. 223 Heelal, dus noemt men alle de geschapene dingen, en de oneindiglyk uitgestrekte * Ruimte, in welke zy hun bestaan hebben. I. II Deszelfs onmeetbaarheid. 199 enz. Hel en Hemel. De Ouden ' meenden, dat alles boven het Uitspansel Hemel, en alles onder de Aarde Hel was. I 74 Helice of Groote Beer. Zie Beeren. Heliocentrische Bewegingen der Planeten , wat. I. 106 Heliostata. Zie Zonnestandige Klok. Hemel. Zie Hel. Hemelbeschouwer, een Visch , die ook Starrekyker genoemd wordt. Zie Starrekyker Hemelbol. Zie Hoepspheer. Hemelen. Dit woord gebruiken de Wysgeeren somtyds om het Uitspansel somtyds om de Wandelkringen der Plane ten, somtyds om de Uitgstrektheid van een Waereldgestel en somtyds om die van alle de Waereldgestellen in het Heelal, 'er door aan te duiden. I. II Hemelglobe , afgebeeld , en deszelfs toestel beschreven. IL 3-13- Afbeelding van het verschil tusschen den Ouden en Nieuwen. II. 96 Gesteld naar de Eeuw en Geboorteplaats van Hesiodus. ibid Hercules, een der Noordelyke Gestarnten, deszelfs Fabelhistorie. II. 36 Herfst (beschouwing van den) en van deszelfs voordeelen. I 279 Herkaauwende Dieren. Zie Dieren. Hermafroditen worden onder deVisscben gevonden. III.316 Hermyn, in agting om zyne Huid. III. 216. Beschryving van dit Dier, tot het geslagt der Wezels behoorende. ibid. Herten. Dieren , welke tot het geslagt van dezelven behooren. III. 69. Zy laten jaarlyks de Hoornen vallen, ib. Het Wyfje van een Hert noemt men Hinde en het Jong Kalf. ibid. Vermeerdering van de takken hunner Hoornen. 69 enz. In verschillende Landen verschillen de Herten juist niet merklyk. 72. Chineesche Herten ibid. Herten, die in Engeland gemeen zyn. 74. In Guiana ibid. Tot het geslagt der Herten behooren ook de Ree, de Eland, de Kameel Pardel, en het Rendier. 75 Her-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 15 Hartenjagt, byzonderheden, die by dezelve plaats hebben. III. 71 Hertshoorn, deszelfs gebruik in de Geneeskunde. III. 73 Herssenen, hoe onderscheiden. III. 141 Hesperus, benaming van Venus. als de Avondstar, by de Grieken. I. 60 Heteroscii , Eenschaduwigen, wonen in de gematigde Lugtstreek. II. 109 Hette doet vele deelen der ligchamen in Lugt vervliegen. I. 318. Hette en Koude der Lugt. Zie Lugt. Hinde, dus wordt het wyfje van een Hert genoemd. III. 69 Hippopotamus. Zee- of Rivier-Paard, ook Zee-Olifant genoemd, beschreven. III. 104 Historie. Natuurlyke) Zie Na tuurlyke Historie. Hoenderen, maken den tweeden rang der Velpoten. III. 286. Dezelven zyn onderscheiden in twee soorten: in zulken , wier voorste Vingeren, door een lederagtig Vlies, aan het begin ruim samengehegt zyn, III. 286. In zulken, die byna geheel gespletene Vingers hebben, tusschen wier voorsten slegts een beginsel van een vlies vast is. 287. Die Vogel, welken wy het Hoen noemen, behoort eigenlyk tot de eerste soort. 286 Hoepspheer, of Hemelbol, Sphaera Armillaris, afgebeeld. I. 207. Is geschikt om ons die Cirkels te vertoonen, die deStarrekundige aan den Hemel Hellen. 209. Hare Cirkels. Zie Cirkels. Hollanders , Nieuwe') volgens Dampier beschreven. III* 161 Hoile Spiegels. Zie Spiegels. Holronden Glazen , redenen waarom delzeven by velen gebruikt worden. II. 435 Holronden en Bolronden Oppervlakte. Zie Bolronde. Hond, merkwaardig onder de zuidelyke gestarnten. II. 42 Hond, waarin hy onderscheiden is van den Wolf. III 182. Leerzaamheid van dit dier. 196. Verscheidene soorten van Honden. 197 Honden, wyze, op welke zy drinken. III. 28. Dieren, welke tot het geslagt der Honden behooren. 182 Hoogte van de Lugt. I. 323 Hoor- of Spreektrompetten, vergeleken met Vergrootglazen. II. 462. Derzelver uitwerking verklaard, ibid. Hoornagtig Vlies is een zeer doorschynend en bolrond bekleedsel Ib. 427 Hoornrave. Zie Jagervogel. Hoppe behoort onder de vogelen , die merkwaardig zyn uit hoofde van hun hoofdsiersel. III. 279. Be; schreven. 280 . Horizon, of Kimcirkel. I. III De Horizon heeft eenen : naam van Griekscbe oorsprong, die Bepalen betee; kent. 213. Het is die Cirkel, die de Zon, Maan en Starren , op vaste tyden , voor ons verbergt. 213. Hy deelt de spheer in twee , gelyke deelen , die den naam  16 BLADWYZER naam dragen van de onderste en bovenste halve Ronden. 214. De. Bewoners van onderscheidene Landen hebben eenen verschillenden Horizon , ibid. Zyne Polen, Zenith en Nadir genoemd , ibid. De Streken van bet Kompas zyn doorgaans op den Harizon van de Spheer afgebeeld. 215 Hottentotten , hunne geaartheid en levenswyze. III, 153 Huig , Uvula , dient om , door hare verscheidene Spierenen bewegingen, iets tot de byzondere matiging en regeling der Geluiden, wanneer zy eerst in den mond voortkomen, II 509 Huisdieren noemt men zulken, die door den mensch onder bedwang gebragt zyn. III. 8. Zy hebben eenen anderen aart en gesteltenis aangenoomen. ibid. Huiskatten hebben den Oogappel langwerpig. III 175 Huizen des Hemels, door het Bygeloof uitgedagt. II. 6 Hyaena, Beschryving van dit Dier. III. 175. Wyze, op welke het zynenRoof zoekt. 176. Het bezoekt by nagt de Begraafplaatsen om de Lyken te verslinden. 177 Hygrometer dient om de Droogte en Vogtigbeid van de Lugt aan te wyzen. I. 423. Nuttigheid, ibid. Maaksel van dit Werktuig. 428, enz. I Jaargetyen. Zie Saizoenen. Jagervogel, ook Hoorn rave genoemd, behoorende tot de Bende der Aaksteren, beschreven. III. 277 Jakhals, Beschryving van dit Dier , tot het geslagt der Honden behoorende. III. 194- Waarom de Voorraadbezorger van den Leeuw genoemd. 195 Ichneumon, of Rat van Farao, tot het geslagt der Wezels behoorende , zyne levenswyze. III. 219. Heeft veel overeenkomst met den Das en Civetkat. 223 Indianen beschreven. III 159 Insekten, algemeene beschouwing en meenigte van dezelven. III. 340. Zy azen op , en vernielen elkanderen. 341. Men kan ze in verscheidene soorten onderscheiden. ibid. De Ligchamen van die van de eerde soort bedaan uit verscheidene Ringen, die door middel van een Vlies met elkanderen vereenigd zyn. 341 Hiertoe behooren de Wormen en Rupsen. Zie ald. De Ligchamen van die der tweede soort zyn overdekt met kleine Plaatjes, niet ongelyk aan onze oude Wapenrustinge 342. Zie Vliegen. Zy leven vrolyker dan die van de eerste soort. ibid. Die van de derde soort hebben Ligchamen, die in twee of drie deelen, door eenen band vereenigd, onderscheiden zyn. ibid. Hiertoe behooren de Mieren en Spinnekoppen. Zie ald. Konst in de samenstellinge van de Ligchamen der In. sekten, inzonderheid van hun-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 17 hunne Oogen, 344. Konst en verscheidenheid in hunne Pooten, ibid. In hunne Vleugels. 245. Middelen, die zy hebben om de gevaren , voor welken zy bloot staan , te ontwyken. 346. Letstyd en Levenswyze der Insekten. 347. Zorg , met welke zy hunne Eitjes leggen. 348. De kleur der meeste Insekten gelykt zeer wel naar die der Bladen, op welken zy zich.neêrzetten om voedsel te vinden. 319 Instrumenten. Zie MuZiekinstrumenten. Intervallen of Tusschentyden in de Muziek , welke Geluiden daartoe gebragt worden. II 466 Jocko Zie Orang Outang. jodenlym verschilt niet veel van Zwavel. III 388 Iris , in deszelfs midden is de Oogappel. III 428 Jufferbokje. Zie Guineesch Reetje. Jupiter is de naaste Planeet boven Mars. I 86. Hy is 424 millioenen Mylen van de Zonne af, dat is ruim vyfmaal zoo ver als de Aarde, 87. Het Lichten de Warmte zyn 'er dus ruim 32 maal zoo klein. ibid. Hy is zwarer dan de andere Planeten te samen : want zyne Middellyn is 81155 Mylen : dus ruim duizendmaal zoo groot als die van de Aarde. ibid. Hy draait in omtrent tien uren om zynen as. 88. Zyne Dagen, Nagten en Jaargetyen. ibid. 'Zyne Schyngestalten Reg. voor de Wysbeg. zyn dezelfde als die van Mars ibid: Zyne Banden of Gordels. 90. Zyne Manen of Wagters. ibid. Zie ook Manen. Gedagten over zyne Inwoners. 91. Hoe by het heidendom geëerd. ibid. K. Kaarten. Zie Land- en Zeekaarten Geographische.. Wyze om dezelven te gebruiken. II. 165 Kaas en Boter. Zie Boter. Kalf. dus noemt men het jong van een Hert. III 69 Kalfsvleesch , deszelfs nuttigheid III 49 Kalkoen behoort tot de eerste Soort van Hoenderen. III. 286 Kameel en Drommedaris, onderscheiden , omdat de eene een en de andere twee Bulten op den Rug heeft. III. 110. Verschillende Soorten van Kameelen en Drommedarissen. III Beschryying van deze Dieren. 113. Kameelen behooren eigenlyk in Arabie. 115. Waarom deze Dieren lang zonder drinken kunnen leven. 118; Zy worden niet in 't wild gevangen. 119. Voortteeling der Kameelen. ibid. Ouderdom, weken zy bereiken. 120 Kameel - Pardel. Reden van. zyne benaming. III 82. Of dezelve tot het geslagt der Herten, of tot dat der Kameelea behoore. 83 Kameelschaap beschreven III. 121 B Ka-  18 BLADVVYZER Kameleon, berigt wegens dit - Dier. III 255- Zyn vermogen om zich op te blazen en samen te trekken. 257. Koudheid van zyne huid. ibid. Hoe dezelve zich van onderscheidene Kleuren vertoont. 258. Wyze, waarop hy zyn voedsel zoekt. 259. Onderscheidene soorten van Kameleons in verschillende Landen. 260, enz. Kamer, Donkere). Zie Camera Obscura. Karper, in dezen Visch heeft men 4368. Beenderen geteld, III. 309. Volgens Busson heeft men eenen Karper gevonden, die honderd jaren oud was. 310 Kasuaris behoort tot de Bende der Kortvlerken. III. 200 Katten, Dieren, welke tot dat geslagt behooren , zyn vry gevaarlyk. III. 165. Wilde Katten beschreven. 104. Huiskatten. Zie ald. Vliegende Katten, eene groote soort van Vledermuizen in Zuid Amerika, dus genoemd. III. 242 Katuil behoort onder de Velpooten tot de Scherpvogelen. III. 283. Dezelve is ook bekend onder den naam van Nagtuil, ibid. Keerkringen. Zie Tropici. Keerkringvogel , wordt somtyds voor denzelfden Vogel gehouden als de Anbinga der Brazilianen. III. 300 Kelk der Bloemen beschreven. III 358 Kemphaan behoort tot de vierde soort van Sneppen. IIi 304. Byzonderheden van dezen Vogel. ibid. Kievit behoort tot de vierde soort van Sneppen. III. 304 Kikvorscben ademen door de Longen en leggen Eieren. III. 244. Zy worden onderscheiden in Land- en Water Kikvorscben. ibid. Beschryving en byzonderheden wegens dezelven. ibid. enz Verschillende soorten in onderscheidene landen. 245. Zy hebben vry veel overeenkomst met Padden. 246 Kimcirkel op den Globe heeft vyf Cirkels. 1. Den Cirkel van de Wydte, of van bet Azimuth, van het Oosten, tot het Westen naar het Zuiden en Noorden in 50 Graden verdeeld. 2. De 32 Streken van het Kompas. 3. Den Almanak naar den Nieuwen Styl.4, Den Dierenriem met de verdeeling in Graden. 5. Den Almanak naar den Ouden Styl. II. 4 enz. Zie ook Horizon. Kleuren der Natuurlyke Ligchamen , opheldering van de Leer wegens dezelven door Proeven met het Prisma. II. 237- Zy spruiten uit de verschiilende Breekbaarheid der Licbtstralen. ibid. enzOorzaak van de verscheidenheid der Kleuren in Natuurlyke Voorwerpen. 245. De waarheid van de bovengemelde Leer aangewezen , door middel van een Prisma in een donkere Kamer. 239 Klieren , wat, en derzelver gebruik. III. 143 Kluit behoort tot de vierde soort van Sneppen. III. 304. By-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN 19 Byzonderheden wegens dezen vogel ibid. Knoppen, hoe zy Bladeren en Vrugten bevatten. III. 376 Knorhanen , hoe zy hun aas magtig worden. III 333 Koeien, Eene Koe geeft de eene week door de andere . mids men tien weken in het jaar niet rekent, drie pond Boter en zes pond Kaas. III. 47. Zorg, welke men voor de Koeien moet dragen , wanneer, zy met Kalf zyn. 48 Koekkoek behoort tot de Bende der Aaksteren. III 278 Kompas, streeken van hetzelve zyn op den Horizon der Spheren afgebeeld. I 215. Verscheidene aanmerkingen over het zelve. III. 466, enz. Koninglyk Genootschap. Zie Genootschap. Koningswater is bet eenigste middel om Goud te ontbinden. III. 3 De overeenkomst van gedaante was voor de Visschen noodig: want dezelve moest geschikt zyn voor de beweging in het water. ibid. Beweging der Visschen ver geleken met die van een Schip. 309. Bekleedsels der Visschen beschouwd. 310. Schubben der Visschen toonen derzelver ouderdom door het getal der Cirkelen, ibid. Lugt is noodig voor de Visschen. 311. Wyze, op welke zy in het Water ademen, ibid. Lugtblaas, waartoe dezelve hun van dienst is. ibid. Hunne Zintuigen zyn gantsch niet fyn. 312. Wapenrusting der Visschen. ibid. Hunne Maag is digt aan den Bek geplaatst, ibid. Wyze , op welke zy hunnen Roof vervolgen , en de vervolging ontvlugten. 313. Ongemeene vrugtbaarheid der Visschen 315. Hoe en wanneer zy Kuit schieten. ibid. Men vindt onder de Visschen Hermafrodieten, ib. Voordeelen , die de Visschen den menschen verschaffen. 317. Men kan ze in verscheidene soorten verdeelen. 1. Zulken, aan welken de Natuur zonderlinge Wapenen heeft geschonken om voedsel te zoeken. 320. Als de Zwaardvisch , de Zaagvisch , de Eenhoornvisch, de Zeeduivel. Zie op die woorden. 2. Zulken , die merkwaardig zyn door den stand van hun gezigt. 326. Als de Starrekyker of Hemelbeschouwer, de Haayen, de Balansvisch of Kruishaai het gezin der Platvisschen. Zie ald. 3. Anderen hebben bekleedsels, door welken zy de monden hunner vyan-  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN 45 vyanden kunnen , kwetsen, of tegen derzelver aanvallen bestand zyn. 329- Als de Egelvisch, de Molensteen of Zonnevisch, de Baars, de Stekelbaarsjes en Poschjes. Zie ald. 4. Daar zyn Visschen., die hunne Roof ontmoeten, zonder dien te zoeken. 331. Als de Remora of Zuigervisch , de Zonne- of Spiegelvisch. Zie ald. 5. Heeft men in de Natuur ten aanzien der Visschen eene rangschikking opgemerkt, die aan het eene' uiterste na aan de viervoetige Dieren, aan het andere na aan de Insekten komt. 334. Voorbeelden van het laatste vindt men in den Naaldvisch , in den Stoppelruin of Tabakspyp , in het Zeepaardje, in den vliegende Visch in de Zee slang Zie ald. Voorbeelden van het eerste vindt men in verscheidene Visschen, en onder anderen in den Zeewolf Zie Zeewolf. Eindelyk zyn 'er Visschen, die een zonderling vermogen hebben om te kwetsen. 338- Als de Pylstaart en de Siddervisch of Torpedo. Zie ald. Vitriool heeft men in groote verscheidenheid van soorten. III. 413- ln zwaarte is het genoegzaam gelyk aan het Zout. ibid. Het is zurer naar mate het zuiverer is. ibid. Het is zeer bytend en heeft eene sterke samentrekkende kragt. ibid. Het ontbrandt niet door het vuur, maar ver andert in Stof en Kalk. ibid. Begissing der oorzaken van die hoedanigheden. 414. De scherpte der 'deeltjes is oorzaak dat het alle Stoffen, op welken het gelegd wordt, doorvreet. ibid Vlakken op de Oppervlakte der Zonne ongelyk in getal en grootte. 1. 43. Zy vertoonen zich naauwlyks ooit in dezelfde gedaante, grootte , en plaatse. 44. Zy gaan naar den Oost- en ■ Westkant der Zonne in omtrent 13 dagen, ibid. In den jare 1610 zyn zy door Galileo ontdekt, ibid. Gissing wegens haren oorsprong. ibid. Zy kunnen door een Teleskoop , door middel' van een berookt Glas worden waargenomen. 45. Derzelver loop over de Schyf der Zonne op den Globe vertoond. II. 61 Vledermuis maakt den overgang tusschen de viervoetige Dieren en Vogelen. III. 240 Beschryving van dit Dier. ibid ln Zuid Amerika vindt men 'er , die zoo groot zyn dat zy Vliegende Katten genoemd worden. 242 Vleugels der ■■ Insekten , konst en verscheidenheid , die in dezelven te ontdekken is. III. 345 Vliegen behooren tot die Insekten , wier Ligchamen overdekt zyn met kleine Plaatjes , niet ongelyk aan onze oude Wapenrustinge. III. 342. Zy leven vrolyker dan de Rupsen of Wormen. 343 Vlie-  46 bladwyzer Vliegende Visch komt na aan de Insekten. III. 353 Vlieger, Elktrikale) beschreven. I. 391. "Vliespooten behooren onder de Vogels tot de Aaksters III. 275. Zy zyn de Warvogel , de Paradysvogel, de Groothek en de Jagervogel. Zie op die woorden. '• Vliezen der Oogen zyn het Netvlies', het Hoornagtige Vlies, het Druisbezienvlies, het Spinnewebsvlies Zie op ". di ' woorden. Door de Vliezen worden "de deelen gedekt tegen alle ongemakken van buiten. III.- 139 Vlinders de overgang van de Vogelen tot dezelven wordt gemaakt door de Colubri. III 281 Vloeistoffen hoe de Electriciteit op dezelven werkt I. 367. Geschikt- om in Thermometers gebruikt te worden. 410 Vogels, algemeen berigt wegens dezelven. III. 261. • leder, deel van hun ligchaam is juist geschikt om hen tot vliegen in staat te stellen 262.: Hoe toegerust om het nadeel van den Regen voor te komen. ' 264. Waarin zy met viervoetige Dieren overeenkomen. 266. Byzonderhe- / den in de wyze, waarop zy hunnen roof vangen. 266. Onderscheid in de gesteltenis der Ingewanden van verschillende soorten van Vogelen. 268. Oogmerk in de verschillende gedaante van hunne Bekken en Voeten. 269 Hunne ongemeene voorzorg in het maken van hunne Nesten 272. Zy wor- den gevoeglyk verdeeld in Benden , en die' Benden weder in Rangen. 274. — , Vogels , die niet wel tot een zeker geslagt kunnen gebragt worden , zyn de : Sperwer, de Butsert en de DiomedesvogeL III 306 Vogten der Oogen zyn het ' Wateragtige Vogt. Zie ald. het Kristallenen Vogt, en het Glasagtige Vogt. Zie op die Woorden. Vogtigheid en Droogte der Lugt, door den Hygrometer aangewezen. I 423 Voorraadbezorger van den Leeuw. Zie Jakhals. Vos, een Dier , tot het ge: slagt der- Honden behoorende , bezit eene ongemeene loosheid. III. 200. Beschreven. ibid. Wyze om Vossen te vangen. 203 Vuur , door de Elektriciteit verwekt, Proeven wegens het zelve. I. 362 W. Waaijer deszelfs gebruik. *• 327 Waerelden, veelheid van de' zelven. I. 199, enz. Waereldgestel hier door verstaan de Wysgeeren een getal van ligchamen , die allen om een gemeen middelpunt draaijen. I. II De ligchamen , tot ons Waereldgestel behoorende , noemt men Planeten en Cometen, ibid. De ligchamen,  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. men. die tot ons Waereldgestel behooren , zyn , behalwen vele Cometen.. zes in getal, te weten Merkurius, Venus , de Aarde, Mars , Jupiter en Saturnus. I 12. Detzelfs staat, volgens Ptolemeus , Tytho Brabe en Copernicus. I. 13, enz. Wagenaar, gissing wegens de Fabelhistorie van dit Noordelyk Gestarnte. II. ' 32 Wagters van Jupiter en Saturnus. Zie Maan. Walrus , beschryving en levenswyze van dit Dier, het welk tot het geslagt der Honden gebragt wordt. III. 189. Hoe het gevangen wordt. ,191. Waardy van deszelfs Tanden. ibid. Walvisch, een der Zuidelyke Gestarnten. II. 40 Walvisschen, behooren tot de eerste soort van Visschen, te weten tot die , welke door Longen ademen. III. 308. Zy zyn kouder dan het Water, en moeten telkens boven komen. ibid. Zy brengen levende Jongen voort, ibid. Wandelkring der Aarde is de schynbare weg der Zonne aan de Hemelen; Zie Ecliptica. Wanstemming in de Muziek. Zie Muziek. Wapenrusting der Visschen. III. 312 Warvogel behoort tot de Ben■ de der Vliespooten. III. 275 Water, waarom niet geschikt om in den Thermometer gebruikt te worden. I. 414 Deszelfs evenredigheid tot Land op den Globe is genoegzaam als drie tot een. II. 114. Het wordt onderscheiden in Oceaanen, Zeen, Meer en , Golven , Inhammen , Baaijen , Straten en Rivieren. III 115 Wateragtig Vogt dient om de Bolrondte van het Hoornvlies in stand houden. II. 428 Waterhen behoort tot de vyfde soort van Sneppen. IIL 306 Waterman onder de 12 teekens van den Zodiak geplaatst, als eene afbeelding van het regenagtig Jaargety. II, 24. Overlevering der Digters. - ibid. Waterminnaars, hunne Bende bevat vyf Rangen. III. 293. Zy hebben vry wat Olie in hun Zakje. ibid. Waterpadde, Surinaamsche) berigt wegens dezelve. III248 Waterrotten genoemd. III 235 Waterslang, een der Zuidelyke Gestarnten, gissing daaromtrent. II, 41 Waterwith eene Plant in Jamaika, waaruit een verkwikkend sap vloeit. III. 364 Waterzwyn of Capybara beschreven. III. 109 Weeren , eene benaming om gelubden Rammen te beteekenen. Zie Rammen. Weerglas, het drievoudige") bestaande uit een Barometer, Hygrometer, en Thermometer , afgebeeld en beschreven, I. 401 Weer-  BlADWYZER Weerligt ontstaat uit sulferagtige Dampen , in zekere streek van den Dampkring. I 353 Wegstooting door de Electriciteit te weeg gebragt. Proeven wegens dezelve. I- 363 Werktuigen , die de Natuur verordend heeft tot het vormen en matigen van de Dierlyke geluiden. II. 504 Wezels. Dieren, welke tot derzelver geslagt behooren. III. 213. Gemeene Wezels beschreven. III. 214 White , zyne tafel der Verduisteringen van Jupiters eersten Wagter tot schynbaren tyd gebragt. I. 252 Wilde Dieren veranderen van aart naar mate de menschen nader by hen komen. III 5- Dit getoond in de Beevers ibid. In de Leeuwen van Nubie en Morocco. ibid. 6. Sommige geslagten van Wilden Dieren sterven uit , gelyk blykt in den Eland en Mammuth ibid. Zie ook Roofdieren. Wind is niets anders dan eene beweging der Lugt. I. 314 Eene algemeene oorzaak van den Wind is de ongelykhdd van Hette en • Koude in. de verschillende deelen van den Dampkring. 315. Deszelfs nuttigheid. 326". Hoe onderscheiden. I ' 330 Wind Instrumenten ophelderingen wegens dezelven. II 491, enz. Windmolen, waarom deszelfs Zeilen op zyde van den Wind staan I. 329, Nut tigheid van dit gestel. ibid. Windroer , afgebeeld. I. 493. Beschreven. 494 Winter, akeligheid van denzelven. I 283» Oorzaak der korte én koude wintersche dagen. 284 Wintersaizoen' afgebeeld. 1. 284 Wol komt van alle de deelen der Schapen niet in gelyke hoeveelheid of goedheid. 111 60. Verschilt in onderscheidene Landen, ibid. Wolf in zynen staat van woest-» heid beschreven. III. 9. Behoort tot het geslagt der Honden. III. 182'. Waardoor hy eigenlyk van den Hond onderscheiden is. ib. Wolven zyn onderscheiden in verschillende Landen III. 183. Natuurlyke Historie van den Wolf. 184 Wolken hoe gemaakt. I! 338. Hare verschillende hoogte en gedaante hangen af van de verschiilende zwaarte der Lugt in onderscheidene tyden. 339. Hoe hare hoogte kan gevonden worden. 340, enz. Wolvenjagt berigt wegens dezelve. III. 184 Wormen. Zie Rupsen. Wortel der Planten beschouwd. III. 369. Dat dezelve altyd naar boven groeit is meer te verwonderen dan men denkt. 371 , enz. Wulp behoort tot de derde soort van Snepden III. 304 Wydte van den Op- en Ondergang der Hemelsche Ligchamen is derzelver afstand ten Oosten of ten Westen van  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 49 van het Zuiden en Noorden. I. 216 Wysbegeerte, derzelver beoeffening is niet ongeschikt voor de schoone Sexe. I. 4. Derzelver verwaarloozing. 336 Wysgeeren , onderscheid tusschen de Ouden en Hedendaagschen. I. 8 Wysheid van God in de beschikking van de meerdere of mindere voortteeling der Dieren. III 14 Y. Ysvogel , waartoe ook de Byenëter gebragt wordt , behoort tot de bende der Aaksteren III. 278 Yzer is minder rekbaar dan de Metalen, die 'er in orde voorgaan. III. 400. Verscheidene eigenschappen van het zelve. ibid. Gissing wegens de oorzaken, waaruit die eigenschappen voortvloeijen. 401. Hoe onderscheiden van Staal. ibid. Yzerroest is onderscheiden van de roest van andere Metalen. III. 401 Z. Zaadplant, berigt wegens dezelve. III. 365. In Bonen beschouwd. 365. Waarnemingen wegens de Zaadplanten. 368 Zaagbek behoort, onder de Bende der Waterminnaren tot den rang der Tandbekken. III. 293 Zaagvisch beschreven , als Reg. voor de Wysbeg. behoorende tot de Visschen , die zonderlinge Wapenen hebben om voedsel te zoeken. III. 322. Waartoe zyne Zaag hem dient. ibid. Zaden der Planten , wyze , waarop zy verspreid worden III. 361 Zebra is te onregt voor den Wilden Ezel gehouden. III. 33. Is gemeen in de Zuidelyke deelen van Afrika. 35 Zebu , een Dier van Zuid» Amerika. III 108 Zeeduivel behoort tot de Visschen, die zonderlinge wapenen hebben om voedsel te zoeken. III. 324. Beschreven, ibid. Zyn vernuft in het bemagtigen van zynen roof. ibid. Werktuig , waarvan hy zich ten dien einde bedient. 325 Zeehond. Zie Rob. Zeekaarten. Zie Land- en Zeekaarten. Zeekoe Zie Rob. Zeeleeuw 'beschreven. III. 188. Zie ook Manati. Zeemeeuw, witte) behoort tot den derden rang van de Bende der Waterminnaren. III. 301 Zeepaardje , waarom dus genoemd. III. 335. Komt na aan de Insekten. ibid. Zeeplanten dienen mede om de Wysheid der Scheppende magt aan te toonen. III. 385 Zeeslang komt onder de Visschen na aan de kruipende Dieren. III. 336. Berigt wegens dezelve. ibid Zee -Teleskoop is gemaakt om D voor-  50 BLADWYZER voorwerpen op Zee te zien. II 264 Zeewolf Ze Rob. — De gedaante van dezen Visch heeft veel overeenkomst met die der Landdieren. III 337. Beschreven. ibid. Zeilsteen , deszelfs zonderlinge Natuur en Eigenschappen. III 460 Omstandig berigt wegens de Natuur en Eigenschappen van den Zeilsteen en Proeven omtrent denzelven. III. 460, enz. Zenith een der Polen van den Horizon. Zie Horizon. Zenuwen zyn de Werktuigen der Gewaarwording. II 423. Dienen om het ligchaam gevoelig te maken. III. 139. Uit de Herssenen komen tien , uit het Ruggemerg dertien paren voort. 140 Zeugen, dus noemt men de Wyfjes der Zwynen. III. 84 Zevengestarnte berigt daarom trent. I 176 Zien , de afstand om een voorwerp met het natuurlyk Oog juist te zien is 14 of 15 duimen. II. 137. Het gebrek in bejaarde luiden is net het tegengestelde van dat van byzienden, 439. Om wel te zien moet men niet meer lichts op het oog laten vallen dan noodig is om het voorwerp te verlichten, ibid. Om wel te zien moeten deGlazen zoo voor het Oog geplaatst worden dat de As van het Glas met dien van het Oog samenvalt. 440 Zilver komt in rekbaarheid, zwaarte enz naast aan Goud. III. 398 Hoe het, uit de Mynen gehaald zynde, gezuiverd wordt. 399. Het kan niet door Konings- maar we! door sterk water ontbonden worden. ibid. Zintuigen hebben , in weerwil van derzelver bedrieglykheid groote nuttigheid. I. 16. De Zintuigen der Visschen zyn gantsch niet fyn. IIL 312 Zodiak, waartoe dezelve op de Spheercn dient. I, 228 Zomer beschouwd. I. 272. enz. Waarom het dan by by ons heetst is. ibid. Zon, beschouwing van dezelve. I. 41. Volgens het algemeenste gevoelen is zy geschikt tot eene Bewaarplaats des Lichts. 42. Men heeft reden om te stellen dat in haar de grootste trap van hette plaats heeft. 43. Vlakken in de Zonne, zie Vlakken. De grootte der Zonne is niet te bepalen. 46. Uit de geregelde beweging der Vlakken wordt opgemaakt dat de Zon om haren As draait, in omtrent 25 dagen en 15 uren. ibid. De Zon draait egter om het gemeene Middelpunt der Zwaarte. 47. Digterlyke beschouwingen van de Zonne. ibid. enz. De Ouden eerden haar als eene Godheid onder de namen van Febus , Apollo enz. ibid. Zy heeft veel invloeds op de gesteltenis van het Weer  DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. 51 Weer. 49. Bygeloovige begrippen der Ouden wegens hare voorbeduiding. 51. Schoon zy in den Winter nader by de Aarde is dan in den Zomer maakt zulks geen zigtbaar verschil in hare grootte. 71. Door een Mikrometer geZien zynde vindt men hare Middellyn in den 8sten Graad van Capricornus 1967", en in den 8sten van Cancer 1900". I. 71. Verduistering der Zonne. Zie Verduistering. Voorstellen , die tot de Zon betrekking hebben , door den Hemelglobe opgelost. II. 56-61. Middel om hare plaats in de Ecliptica te vinden. 61 Hare schynbare Jaarlyksche beweging, door middel van den Aardglobe aangewezen. 135 Zonen. Zie Lugtstreken. Zonmikroskoop , deelen , uit welken het bestaat. II. 220. Byzonder gebruik van dezelven. 221. Deszelfs werking in eene donkere Kamer door Proeven aangewezen. 222 'Zonnejaar bestaat uit 364 dagen en zes uren. I. 68 Zonnestandige of Planetische Klok of Heliostata, dienende om de Zon, Maan en Planeten in starrekundige Waarnemingen vast te stellen. II. 388, enz. Zonnestilstand onderscheiden' in Zomer- en Winter - Zonnestilstand I. 232 Zonnevisch behoort tot de Visschen die bekleedsels hebben, door welken zy de monden hunner vyanden kunnen kwetsen. III. 330. Hy gelykt meer naar den kop van eenen grooten Visch dan naar een volkomen Schepsel. ibid. Zie ook Spiegelvisch. Zonsverduisteringen, door middel van den Aardglobe verklaard. II. 140. Nader opgehelderd door de Eklips, die zich in den Jare 1764 vertoond heeft. 142-150 Zonsweg Zie Ekliptika. Zoutbergen, uit dezelven wordt het Zout als steen uitgehouwen , en groeit weder aan. III. 406 Zouten behooren tot de Delfstoffen , die , uit hoofde van hare hardheid , door het vuur eer verkalken dan smelten. III. 406. Aan hoedanige Delfstoffen wy den naam van Zouten geven, ibid. Zy verschillen in vele opzigten, ibid. Het eigenlyk gezegde Zout wordt of door konst gemaakt, of door de natuur gevormd, ibid. Uit Zoutbergen wordt het als steen uitgehouwen , en groeit telkens weder aan. 406. Daar zyn plaatsen , waar het uit de Aarde wordt gegraven. 407. Wegens het Zout door konst gemaakt, staat aan te merken dat 'er verscheidene soorten van zyn. ibid. Daar is geen wezenlyk onderscheid tusschen het zelve en het natuurlyke. ibid. Het is zwarer dan water. ibid. Het smelt in water. ibid. Aan de Lugt blootgesteld word het D 2 vloei-  5l BLADWYZER vloeibaar. 407. In water gekookt blyft het op den bodem van het vat. ibid. Het bederft niet , en beveiligt Vleesch tegen verrotting ibid. het is scherp van smaak ibid. Wel gezuiverd zynde zal het door vuur eer verkalken dan smelten. 407 Figuur der Zoutdeeltjes door het Mikroskoop waargenomen. 408. In het vuur geworpen kraakt het 410. Gissing naar de 410 zaken van alle deze eigenschappen. 408 . enz. Wanneer men het door een geweldig vuur aan het smelten brengt , stolt het zooras men het 'er afneemt. 411. Om die reden wordt het veel gebruikt door de Glasblazers. ibid. Waaruit de verscheidenheid in den smaak der Zouten ontstaat. 412 Zuigervisch. Zie Remora. Zwaan, een der Noordelyke Gestarnten. Fabelhistorie. II. 34 Zwaardvisch beschreven, als behoorende tot de Viscben, die zonderlinge wapenen hebben om voedsel te zoeken. III 311. Waar toe zyn zwaard hem diene ibid. Zwaarte der Lugt. Zie Lugt. Zy wordt door den Barometer aangewezen. I. 398. In welke gevallen zy den meesten invloed op ons hebbe. ibid. Zwaluwen, derzelver verhuizing wordt niet algemeen erkend. III. 270. Zwaluwen van onderscheidene soorten behooren tot de tweede soort van Musschen. III. 252 Zwarten onder de menschen zyn eigen aan Afrika, III 135. Zie ook Negers. Zwynen. Dieren, welke tot derzelver geslagt behooren. III. 84- De gulzigheid der Zwynen spruit uit de grootheid van hunne Maag. en hunne morsigheid uit hunne ongevoeligheid. III. 84. De Mannetjes noemt men Beeren, de Wyfjes Zeugen, en de Jongen Biggen, ibid. Wilde Zwynen , hoe te onderscheiden van de tamme. 85 Zwynenjagt , byzonderheden wegens dezelve. III. 85 Zwynhert III. 87 AAN-  AANWYZING DER PLATEN, Voor de Wysbegeerte der jonge heeren en Jufferen, EERSTE DEEL. Plaat. I. Fig. I. Samenstelsel van Ptolomeus. Fg. 2. Samenstelsel van Tycho Brabé. Pag. 14 Pl II. Nieuw Planetarium, de verscheidene Verschynsels van het Stelsel van Ptolomeus aantoonende. 21 Pl. III. Het Stelsel van Copernicus , ook het Zonnestelsel genaamd, aantoonende het getal de schikking en den afstand der Eerste of Hoofdplaneten, nevens derzelver grootte, in vergelyking van die der Zonne, welke hier voorgesteld is door den Wandelkring van Saturnus. 28 Pl. IV. Nieuw Planetarium, de verscheidene Verschynsels des Stelsels van Copernicus aantoonende. 31 Pl. V. Verschynsels van het Planetarium. 35 Pl. VI. Raderwerk van het Planetarium. 39 Pl. VIL Verschynsels van den Planeet Mars. 79 Pl. VIII. Geocentrisch Planetarium. 112 Pl, IX. Het Gestarnde Planetarium. 117 Pl. X. Nieuw Cometarium. 133 Pl. XI. Afbeelding van het Raderwerk, enz. 138 Pl. XII. De Aarde en Maan, door de Zonne verlicht. 148 Pl XIII Schyngestalten der Mane. De vier satelliten of Manen van Jupiter. 148 Pl XIV. De vyf Satelliten of Manen van Saturnus. 157 Pl XV, De schynbare Jaarlyksche Beweging der Starren. 173 Pl. XVI. Zon- en Maan-Eklips. 182 PL XVII. Palen van Zon- en Maan- Eklipsen. 198 Pl XVIII. De Hoepspheer of Hemelbol. 207 Pl. XIX. Het Orrery. 239 P/. XX. Schyngeltalten des Rings van Saturnus. 256 Pl. XXI. Saizoenen van het Jaar, 265 Pl. XXII. Het Zomersaizoen. 275 PL XXIII De onderscheidene Langten van Dagenen Nagten. 294 Pl. XXIV. Het Wintersaizoen. 284 Pl. XXV. De onderscheidene Langten van Dagen en Nagten. 294 Pl. XXVI. Nieuw Elektrisch Werktuig om op een Tafel gebruikt te worden, 366 D 3 Pl  54 AANW. DER PLATEN. Pl, XXVI. Aerometrum magnum , of het Drievoudig Weerglas. Pag. 401 PL XXVII. De Thermometer van Newton en Fahrenheit. 416 Pl. XXVIII. De nieuwe Thermometers van Lord Cavendish. 423 Pl. XXIX. De groote staande Lugtpomp. 443 Pl. XXX. Davenports Tafellugtpomp, De draagbare Lugtpomp. 459 Pl. XXXI. Proeven met de Lugtpomp. 471 Pl. XXXII. — 479 Pl. XXXIII. Afbeelding van den Lugtperser , van de Kwik Peilbuis , van het Windroer, en van den Ventilator of Lugtleider. 493 TWEEDE DEEL. Pl. XXXIV. De Hemelglobe. 3 Pl. XXXV. De Loop der Maculae of Vlakken over het gelaat der Zonne. 60 Pl. XXXVI. Afbeelding van het verschil tusschen den Ouden en Nieuwen Hemelglobe. re ,359 Dieren, in Zweden, III. 27. In Noorwegen. 58. In Lapland,70. ln Rusland, 94. ln Polen, 116. In Duitchland, 157, enz. In Zwitserland, 179. Zie verder in de Natuurlyke Historie der onderscheidene Landen. Diergaarde in Cornwall, I. 12 In Wiltshire. I. I2j Diomedesvogel. III. 207 Doesburg, III 293 Doge van Venetië, zyn troon. III 208 Dokkum. III. 298 Domkerk te Straatsburg, III. 163. Te Maagdenburg, 164. Te Ulm ald Don III. 92 Donauw. III. 151 Dorchester. I. 509 Dordrecht III. 272 Dorsetshire, beschryving en Natuurlyke Historie van dit Graafschap van Engeland, I. 47 . enz. Planten in het zelve. 62, enz. Dougledge. II, 478 Dove II. 238 ( 302 Dover. I. 258 Drenthe , beschryving van dit Land, door sommigen verkeerdelyk als een deel van Overyssel aangemerkt. III 305, enz. Dresden. III. 166 Dromedarissen. III 95 Druiden , derzelver gevoelen wegens de oorzaken der Ontheiliging , I. 8 Hunne voorgevers wegens den Logan- of Wiegsteen. II Drwrydh. II. 494 Duinen in Wiltshire. I. 126 Duitscher: , oude) of Germanen- III 134, enz. Duitschland, beschryving en verdeelingen van dit Keizerryk, III 124,enz. Oude en tegenwoordige staat van deszelfs Regeering, 131, enz Hervorming omtrent den Godsdienst , en staat der geleerdheid, 135, enz. Na-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II.Afd.] 9 Natuurlyke Historie , 142. Voorname Gebouwen en merkwaardige Bruggen. 160, enz. Duiveland. III. 269 Duivelsaars in Derbyshire. II. 312 Duiven zyn in Zweden, schaarsch. III. 27 Dunstable. II. 152, enz. Dunmow. II. 32, enz. Durham , een Paltsgraafschap en Bisdom in Engeland. II. 405, enz. E. Echo merkwaardige te Norton , in het Graafschap Cheshire. II. 334 Edam. III. 284 Eddystone. I. 38 Eden. II. 416, 423 Eden - Hole. II. 311 Edgeware. I. 284 Edindon. I. 108 Edmonton. I. 293 Edmunds Bury, St.) II. 73 Eenden wilde in Noorwegen. III. 64 Essingbam. Zie Copthorm. Egypte, beschryving en verdeling van het zelve, III 623. Staat der Regeering, ald. Natuurlyke Historie, Voortbrengsels en Dieren. 625, enz. Eilands Kristal. I. 38 Eiland, Eilanden heeft men zeer veel in Winstree, een der Regtsgebieden van het Graafschap Essex, II. 40. Eilanden aan de Kust van Northumberland, II. 442 , enz. Eilanden, behoorende tot het Prinsdom Wales II. 511, enz. Eilanden van Europa en derzelver Hoofdlieden, III. II en 18. Voorname Eilanden in Denemarken , en derzelver Hoofdsteden, 31. Berigt wegens de Eilanden van Spanje ,231, enz. Eilanden van Zeeland beooster en bewester Schelde , 268 , enz. Eilanden, behoorende tot de Provincie Friesland. 302. Tot de Provincie Groningen, 304. Schotsche Eilanden maken eene der verdeelingen van Schotland, 343, Berigt wegens dezelven, 344,enz. Byzonderheden wegens de Grieksche Eilanden, 377. Hoede Asiatische Eilanden onderscheiden worden, 403. Eenigen van dezelven in het byzonder beschreven, 606, enz. Natuurlyke Historie van en berigt wegens de Philippynscbe Eilanden, 609 , enz. Afrikaansche Eilanden, 648. Kaap Verdische, 664. Kanarische , 666. Madeirasche, 668 Noord-Amerikaansche. 732 Elanden in Noorwegen. III. 59 Elburg. III. 292 Eling. I. 285 Elthorne. I. 283 Elve. III. 353 Elvers, eene soort van Visch in Somersetshire. I. 89 Elwy. II. 502 Ely. II. 132 Elzas , een der overwonnen Landen , tot Frankryk behoorende. III. 250 Embs. III. 147 Emley. I. 179 Enfield. I. 293 En-  10 BLADWYZER DER Engeland, zegeningen der Voorzienigheid aldaar, I. 27. is zeer volkryk , III. 349. Berigt wegens het Parlement van Engeland, 352. Staat der Kerke in Engeland, 355. Koophandel van Engeland, 358, enz Nieuw Engeland in Noord - Amerika beschreven. III. 696, enz. Engeschen, hun karakter en geaartheid, III. 348. Hunne bezittingen in NoordAmerika. 677 Enkhuizen III. 284 Epirus, III. 374 Eremieten, derzelver Klooster in Hongarye III 393 Erven, of Jerven, Dieren in Noorwegen. III 62 Essex , een Graafschap van Engeland , beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 28,enz. Etham. I. 261 Ethiopië, beschryving en Natuurlyke Historie van dat gedeelte van Afrika. III. 647, enz. Etna een brandende Berg in Sicilië. III. 199 Europa, omstandige beschryving van dit gedeelte der Waereld, en berigt wegens deszelfs oude en hedendaagsche Bewooners , III. 12, enz. Godsdienst, Geleerdheid , Konsten en Talen, 14 , enz Regeringen, Ryken en Vorstendommen 15, enz. Eilanden van Europa. Zie Eilanden. Europeesche Volkplantingen in Noord - Amerika , III. 676. In Zuid-Amerika 679 Evenagtscirkel, evenredigheid van deszelfs Middellyn tot den As der Aarde. III. 7, enz. Evenredigheid van Land tot Water. Zie Land en Water. Evenredigheid der Middellyn van den Evennagtscirkel tot de As der Aarde. Zie Evennagtscirkel en As. Everley 1. 123 Ewelme. I. 511 Ex. I 29 F. Fabrieken der Chinezen, III 506 enz. Fale I. 4 Falmonth. I. 4 Farnham. I. 180 Fez III 628 Flint II. 508 Flintshire , een Graafschap in Zuid-Wales beschreven. II 506, enz. Florence. III 107 Flussen, eene Delfstof in mersetshire, I. 83 Folkstone. I. 258 Forehoe. II. 87, enz. Formosa , een der Asiatische Eilanden, tot China behoorende, berigt wegens en Natuurlyke Historie van het zelve. III. 607, enz. Foulnese. II, 385 Franche Compte, een der overwonnen Landen tot Frankryk behoorende. III. 250 Franeker. III. 297 Frankfort. Hl. 151 Frankryk, beschryving en verdaeling van dat Koningryk, III. 242 , enz. Berigt wegens deszelfs Regeering , Krygsmagt en heerschenden Godsdienst ,  VOORNAAMSTE 2AAKEN. [II. Afd. 11 dienst, 256, enz. Natuurlyke Historie. 259, enz. Fransch Vlaanderen , Henegouwen, Namen en Luxemburg. Zie Vlaanderen , Henegouwen, ene. Franschen , hun aart en zeden , III. 258 , enz. Hunne bezittingen in Noord- Amerika. III. 676 Fresh-Water - Rotsen in Hampshire. I 144 Freshwell. II. 30 Fresingfield. II. 59 Friarne. I. 292 Friesland, Beschryving, Verdeeling en Natuurlyke Historie van die Provincie, III. 295. enz. Eilanden, tot dezelve behoorende.302 Frome I. 83 G. Gade. II. 7 Ganges. III. 555 Gebouwen , voorname) in Duitschland, III. 160, enz. In Italië. 207, enz. Geesbach. III. 150 Geestelyke Keurvorstendommen. Zie Keurvorstendommen Gelderland, eene der zeven Vereenigde Provinciën, Beschryving en Verdeeling van het zelve, II. 289. Eene Oostenryksche Provincie, dus genoemd , III. 305, enz. Draagt ook den naam van Opper- gelyk het eerste dien van Neder - Gelderland. ald. Geleerdheid en Konsten in Europa meer in bloei dan in andere Waerelddeelen, III. 14. By de Zwitsers in hoo- Reg. voor de Nat. Hist. geagting, 171. Derzelver staat in Italië. 191 Genezende wateren in Radnorshire. II. 458 Genua , byzonderheden wegens die Landstreek van Italië. III. 202 Georgië, onder de Persianen en Turken verdeeld , III 433- Eene der Engelsche Volkplantingen in NoordAmerika. III. 719, enz. Germanen. Zie Duitschers. Gevogelte, wild en tam) vindt men in Zweden menigvuldig. Zie Zweden. In Duitschland, III. 160. In Zwitserland. 179 Gewassen in Cornwall. I. 12 Gewoonten der onderscheidene Volkeren. Zie op ieder Land in het byzonder. Gezondheidsbron by Durham IL 408 Gildebuizen in de onderscheidene Wyken van Londen aangewezen. I. 308,enz, Gipping. II. 55 Glamorganshire , een Graafschap in Zuid-Wales beschreven. II. 463 Glas, Muskovisch) merkwaardig onder de Delfstoffen van Rusland. III. 94 Glastonbury. I. 71. 101* Gloucestershire , een Graafschap in Engeland, hoe verdeeld. I. 424, enz. Gnasb of Wash II. 269,275 Goare. I. 204 Godalming. I. 182 Godley I. 171 Godmanchester. II. 146 Godsdienst van Europa,en verdeeldheden in denzelven, HL 14. Staat van denzelB ven  12 BLADWYZER DER ven in de onderscheidene Landen. Zit op ieder Land in het byzonder. Goede Hoop, Kaap van). III. 622, enz. Goes, Ter). III 268 Golkonda. III 563 Gorinchem III 279 Gosport I 136 Gouda III 279 Goudkust, tot Guinea behoorende. III 643 Goudmynen in Devonshire. I 42 Graden van Hette en Koude in Noorwegen. III 53 Graven in de Abdy van Westminster. I 395 Gravenhage, 's **), III 270 Grieksche Eilanden. III 377 Grietenyen in Friesland. III 301, enz. Groeven van Marmer en andere Steenen in Duitschland III. 145 Grol. III 293 Grond, gesteltenis van denzelven in onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het. byzonder. Groningen III 303 Groningerland, Beschryving en Verdeeling van het zelve, III 302. Eilanden, tot deze Provincie behoorende. 304 Groot Brittanje Regeering, Koophandel , Zeemagt en andere byzonderheden van dat Ryk III. 351, enz. Groot Cairo. Zie Cairo. Groot Tartarye Zie Tartarye Grootte , Tafel , waarin de grootte der Oppervlakte van den geheelen Globe,in vierkante mylen gerekend tegen 60 in eenen graad , wordt opgegeven. III II Grotten, merkwaardige in Polen III 114 Guernsey. I 149 Guienne, een der Twaalf Gouvernementen , in welken het Koningryk van Frankryk verdeeld is. III 248 Guildhall een ruim Gebouw in Londen, waarin de negen Stads Geregthoven gehouden worden I. 317 Guinea, Beschryving, Natuurlyke Historie en Verdeeling, III 638. Inwooners, ald* Regeering Godsdienst en Taal , 641, enz. Kusten, daartoe behoorende. 643 H. Haarlem III. 272 Hackney. I. 294 Hagedissen in Italië. III. 206 Haleswarth II. 63 Hammersmith I. 287 Hampshire , Beschryving van dit Graafschap van Engeland. I. 128, enz. Hamptoncourt. I. 266 Hanau. III. 151 Handwerken, vele) door de Duitschers uitgevonden of verbeterd. III. 138 Hanen en Hanengevegten, menigvuldig op het Eiland Anglesey. II 514 Harderwyk. III. 292 Haring, wyze om die te zouten , II. 95. Wordt met regt onder de Visschen van ons Land geteld. III. 335 Haringvangst, door dezelve is Tarmouth in het byzonder merkwaardig. II. 94 Har-  VOORNAAMSTE ZAAKEN [II. Afd.] 13 Harlingen. III. 298 Harlow. II. 44 Hartesmere. II. 58, enz. Hartford. II. 19, enz. Harwich. II. 37, enz. Hastings. I. 215 Hatfield. II. 10 Hattem. III. 292 Haven, dat gedeelte van den Theems, het welk eigenlyk de Haven is , wordt Pool genoemd. I. 272 Haw I. 37 Hazen in Rusland. III. 95 Hempsted. II 14 Henegouwen, verdeeld in Oostenryksch en Fransch , III. 308. Steden in beide die verdeelingen ald. Hennip behoort onder deKoopwaren van Ierland. III. 365 Hereford. II. 209 Herefordshire, Beschryving en Verdeeling van dit Graaf; schap van Engeland. II 206", enz, Hermelynen in Noorwegen. III. 61 Herten in Noorwegen. III. 59 Hertfordshire. Beschryving en Verdeeling van dit Graafschap van Engeland. II. 3, enz. Hertogenbosch, 's). III. 306 Hervorming omtrent denGodsdienst in Duitschland ingevoerd. III 135 : Heston. I. 282 ; Hette en Koude, Graden van . dezelven in Noorwegen. III. 53 '. Heybridge. II. 41 Highgate, I. 291 Hillington. I. 281 Hinckforth. II, 31 Hindus , Godsdienst van dit Volk, III. 571, enz. Zie ook Indianen. . Hindustan , Natuurlyke Historie van dat Land. III. 550, enz. ; Hippopotamus. III 627 Hispanisch , een der groote Antilische Eilanden. III. Hitchin. II. 10 Hithe. I. 260 Hitland of Shetland, een der Scbotsche Eilanden. III 367 Holland, een der drie deelen van het Graafschap Lincolnshire in Engeland, II. 276, enz. Onder de zeven Vereenigde Provinciën de tweede in rang, III 269. Verdeeling en Beschryving van die Provincie. 270, enz. Hollanders, hunne bezittingen in Noord-Amerika. III. 679 Holmstone. I. 261 Holyhead. II. 513 Honderden. Zie Regtsgebieden. Hongaren, hunne geaartheid, kleding. bezigheden, Taal en Godsdienst. III. 388, enz. Hongarisch Illyrikum, Ryken, die daarin begrepen zyn; III 394 Hongarye ,. Verdeeling , Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III. 383, enz. Zie ook Hongaren. Hood, Robin) een berugt Roover in Engeland. II. 300, enz. Hoofddeelen, vier, in welken de Globe verdeeld is . grootte van dezelven in vierkante Mylen. III. II Hoofdlieden der onderscheideB 2 ne  bladwyzer der ne Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Hooge School. Zie School. Hooglanders. Zie Bergschotten. Hoorn. II 283 Hospitaal van Cbelsea, I. 270. Hospitalen in Londen. I. 355 Hout in Ierland, waarin geen wormen zyn. III. 364 Houtsneppen in Noorwegen. III 64 Hoxon. II. 59 Hull II. 385. 390 Humble I. 136 Huntingdon. II. 142 Huntingdonshire, Beschryving en Verdeeling van dit Graafschap. II. 139. enz.Huwelyken in Rusland. III 83 Hyaena, een Dier van Rusland. III 94 Hydepark. I. 289 I Jaargetyden in Zweden. III 26 Jago St.) een der Kaap Ver■ dische Eilanden. III 704, enz. Jamaika , het voornaamste der groote Antillische Eilanden. III 735 enz. James, St.) Park in Westminster. I, 369 Japan, berigt wegens dat ryk, III 403 Het wordt onder de Asiatische Eilanden geteld, 600 Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. ald. Jedfo, een der Asiatische Eilanden , beschouwd als een aanhangsel van Japan, III. 606. Natuurlyke Historie en berigt wegens deszelfs Inwooners ald. enz. Ieren, hun karakter en geaartheid. III. 350 Ierland , Berigt Wegens het Parlement van). III 355. Staat der Kerke , aldaar. 356 Jerpen, Rypen en Tiuren, Vogels , aan Noorwegen in het byzonder eigen. III. 59 Jersey in Hampshire , I 149Nieuw Jersey , in NoordAmerika. III. 704,enz. Jerven, of Erven , Dieren in Noorwegen. Zie Erven. Jethrow I. 149 Ikelingham. II. 57 Ikkeri, een Vorstendom van Indie, hebbende eeneHoofd* stad van denzelfden naam. III 569 Illyrikum, Hongarisch). Zie Hongarisch. Ingostad. III. 165 Indianen, hun vernuft in verscheidene Konsten, III. 549. Hunne zeden en gewoonten, 550. Zie ook Hindus. Indie, verdeeld in het naast by gelegen gedeelte van Indie, en Indie aan de overzyde van den Ganges, III 546. Beschryving en Natuurlyke Historie van het eerste gedeelte , III 561, enz. Van het tweede gedeelte. 575. enzInsekten en Visschen in Staffordshire, II. 253. In Rusland , III. 97- In Polen, 118. Onder die van de Vereenigde Nederlanden is de EpHemeron merkwaardig , 337. In Hindustan. 559 Inwooners van verscheidene Graafs  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 15 Graafschappen van Engeland, als van Cornwall, I. 6. Van Devonshire, 42. Van Dorfetshire, I. 60, enz. Van Somersetshire, 66 en 98. Van Wiltshire. I , 103 Ipswich, I. 69, enz. Irke II. 378 Irtbing II. 423 Irwell. II. 337 Isis I. 469 Isle de France, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. III 243 Islington. I. 290 Ispaban. III 438 Istlenworth. I. 282 Istwyth. II, 484 Italiaanen , hun karakter, gewoonten en zeden ,III. 189. Taal en Godsdienst, 190. Staat der Geleerdheid onder hen. 191 Italie beschreven, III. 181, enz. Hoe verdeeld, 183, enz. Regeeringsvormen , 187- Bewooners. Zie Italianen. Akademien , 192. Natuurlyke Historie, 192, enz. Fraaije Gebouwen, en andere merkwaardige byzonderheden. 207, enz. Itching I. 133 Judea of Palestina. III. 423 Jutten , hunne hoedanigheden. III 35 Ivel. II. 6 en 149 Ixworth. II. 58 K. Kaap Verdische Eilanden in Afrika. III. 664, enz. Kaas , Cbestersche) behoort onder de merkwaardige Voortbrengsels van he Graafschap Cheshire. II. 321 Kameelen in Rusland, III 95. In China. 596 Kampen. III. 294 Kanalen in China III 511, enz. Kanarische Eilanden in Afrika. III. 666 Kanora, een Koningryk van Indïe, Beschryving en Natuurlyke Historie. III. 563 Kantons, dertien) in welken Zwitserland verdeeld is. III. 168. Berigt wegens derzelver grootte, Regeering en andere byzonderheden. 169, enz. Kapen of Voorgebergten in Afrika. III. 622,enz. Karakter der Bewooneren van onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Karel de Vde, Keizer) Staatsverwisselingen in te Nederlanden, sederd den tyd van zyne Regeering. III. 309, enz. Karnata, een Koningryk van Indie , omstandig beschreven. III. 567, enz. Kaspische Zee. III. 451 Keizerryken in Europa, III 15; Ken. II. 338 Kennet. I. 124 Kensington. I. 287 Kent, beschryving en verdeeling van dit Graafschap van Engeland. I. 221, enz Kesteven. II. 280 Keurvorstendommen in Europa. III 16 Keveney. II. 512 Keysteenen in Devonshire.I. 38 Kings-lime. I. 50 kINGSTON I. 184 B 3 Klok-  16 BLADWYZER DER Klokken, de grootste van allen, die in de waereld zyn, is te Moskow. III 100 Koeyen in Rusland, III. 95 Kompagnie, Oost-Indische) oprigting van dezelve in de Nederlanden. III 320, enz. Koninglyke Sociëteit der Wetenschappen in Engeland. III. 357 Koningryken in Europa. III. 15 Koningsberg. III 121 Konsten en Wetenscbappen. Zie Wetenscbappen. Koolen zyn zeer overvloedig in Northumberland. II. 434. Koolputten in Somersetshire, I. 84- In Lancashire, II. 354. In Westmoreland. 417 Koornmolens op de Rivieren van het Eiland Man II. 518 Koopwaren van het Eiland Man II. 521 Kopererts in Lancashire. II. 352 Kopermynen van Cornwall, I. 17. Groote Kopermyn in Zweden. III. 26, enz. Koperrood in Dorfetshire. I. 59 Koppenhage. III. 32, enz. Koude graden van dezelve. Zie Hette. Koyel Kaap in Indie III. 566 Kraken schynt onder de Polypussen te behooren ,, is aan Noorwegen in het byzonder eigen en wordt voor het grootste en verbazendste van alle Dieren gehouden. III 66 Kreitsen , negen in Duitschland. III 125 Derzelver onder verdeelingen. 126 Kristallen. I. 18 Krokodillen in Hindustan III 560. ln Egypte. 627 Krygswegen, Romeinsche in Middlesex, I. 284. In Oxfordshire. 466, enz. Kryt in Somersetshire. I. 83 Krytbergen in Kent I. 259 Kust van Dorsetshire beschreven. I 59 Kwakkels in Podolie. III. 117 Kyrie, door Pope geprezen, als een man, aan wien Ross en Herefordshire hunne voornaamste fraaiheden verschuldigd zyn. II. 211 L. Ladoga een Meer in Rusland- III 91 Lancashire , of het Paltsgraafschap Lancaster', in Engeland, Beschryving en Verdeeling van het zelve. II. 336 Lancaster II. 347 Land en Water, deszelfs Evenredigheid tot elkanderen, III. 4 Het vaste Land van Europa oudtyds verdeeld in agt deelen. 17 Landbouw in Zweden verwaarloosd. III. 26 Landvogels van Noorwegen. III. 63 Langtre. I. 512 Languedoc een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. III. 248 Lanham. Zie Lavenham. Laos. Zie Lowhos. Lapland, Beschryving, Verdeeling en Gelegenheid, III. 67, enz. Natuurlyke Historie , (58 , enz. Russisch Lapland, deszelfs Gelegenheid, Verdeeling en Staat. III 474 Laussen. III. 178 La-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 17 Lavenham of Lanham. II. 76 Lawbos, een Koningryk van Indie beschreven. III. 583 Laxden. II. .. 34 Laystass. II. 62 Laywell I. 31, enz. Lea I. 279. II. 5, 28 Leam. II. 164 Leeuwarden. III. 296 Legerveld in Caisbo. II. 17 Leicester. II. 268 Leicestershire, Beschryving , Verdeeling en Natuurlyke Historie van dit Graafschap van Engeland. II. 260, enz Leigh II. 48 Leinster, eene Provincie van Ierland. III. 346 Leming. II. 58 Lemington. I. 130 Leopool. I. 22 Leuven. III. 307 Lewes. I. 210 Lewknor. I. 507 Leyden. III. 274 Lichen Marinus of Zee-leverkruid in Somersetshire. I 68 Lid. I. 36 Limburg, beschryving en verdeeling. III 309 Lime-Regis ,of Kingslime. Zie Kingslime Lincoln. II. 283 . Lincolnshire, een Graafschap , in Engeland, Beschryving, , Verdeeling en Natuurlyke Historie. II. 274, enz. Lindsey. II. 283 Linie, in de Provincie Utrecht in den jare 1746 aange- . legd. III. 259 Lion , een der Twaalf Gou- , vernementen van Frankryk. III 247 . Lipto III. 393 Lissabon. III. 234 . Livadie in Europisch Turkye. III 375 Liverpool. II. 340 Liandrindod. II. 457 Locbem. III 293 Lodden. II. 207 Logansteen. Zie Wiegsteen. Lon. II. 339 Londen, Brug van ) over den Theems, I. 274. Beschryving van die Stad , 295. Derzelver Verdeeling, 307, enz. Voorsteden 409 Looes II. 66 enz. Lord Major, zyne wooning beschreven. I. 353 Los , een Dier in Rusland. III. 94 Lotheringe , behoort tot de overwonnen Landen van Frankryk III. 250 Lothingland II. 61 Louisiana in Noord- Amerika. III 727, enz. Louvre , de) een zeer groot Meesterstuk der Bouwkunde te Parys III. 251 II 207 Lugtsgesteltenis der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Lundy - Eiland. I. 34 Lune II. 416 Lustplaatsen in verscheidene Graafschappen van Engeland II. 205, 273, 319, 361, 404, 421, 445, 454, 462, 468. 473 Luxemburg, verdeeling en beschryving. III. 309 Luxsord. I, 57 Lyd. I. 261 Lykbussen, in het Graafschap Essex gevonden II, 37 Lykplegtigheden in Zweden. III. B 4 24,  18 BLADWYZER DER 24, enz. In Noorwegen. 50. In Rusland. III. 83 Lynn. II. 100 M. Maagdenburg III. 164 ^ Maagdensulsel eene der zeldzaamheden van Bern in Zwitserland. III. 175 Maas. III. 329 Macedonië in Europisch Turkye. III. 374 Madeirasche Eilanden in Afrika beschreven. III 668, enz. Madrid. III. 212 Madura, een Koningryk van Indie. III. 565 Madurey III 505 Maiden II. 41 Muidenhall. II. 56 Major. Zie Lord Major. Majorka, een der Eilanden van Spanje. III. 231 Malahar, de Kust van ) eene Provincie in Indie, III. 563. Derzelver Voortbrengsels. III. 564 Malvernsche Heuvelen. II. 195 Man een Eiland in bet Prinsdom Wales II. 515. Byzonderheden , Natuurlyke Historie en Oudheden van hetzelve. 516, enz. Manchester. II. 343 Mandarynen in China als Representanten van den Keizer beschouwd. III. 482 Monilles of Philippynscbe Eilanden , Natuurlyke Historie van dezelven en berigt wegens de Bewooners. III. 609 Mannington II. 40 Maran of Minoram. II. 5 Marava , een Vorstendom in Indie. III. 565 Mark, Paleis van st. te Venetie. III. 207 Marmer, groeven van) en van andere Steenen in Duitschland. III. 145 Marokko in Barbarye. III. 628 Marybone, of St. Mary le Bone. I. 289 Maryland in Noord-Amerika III. 707, enz. Maten der Engelschen, vergeleken met die van andere volken. III. 397 Mechelen. III. 305 ,enz. Medenblik. III. 285 Mendlesham. II 58 Meer van Romney Zie Romney. Meeren in het Graafschap Huntingdonshire, II. 110. Merkwaardige Meeren in het Graafschap Westmoreland, II. 416, enz. Meeren in Zweden, III, 26. In Denemarken , III. 40. In Rusland, 93, In Polen, 116. In Duitschland, 155. In Zwitserland 176. In Italie 194. In Spanje, 223. In Hongarye, 391. In Asiatisch Turkye, 410. In Groot Tartarye , 462. In China 511 Meerman, een Visch , aan Noorwegen eigen. III. 66 Mein III. 154 Mendippe-heuvels in Somerset shire, berigt wegens dezelven, I. 77 en 90. Byzonderheden, daar te vinden78. Merionithshire, een Graafschap in Noord-Wales , beschryving van het zelve. II. 493, enz, Mer-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 19 Mersey. II. 40 Messur , een Koningryk in Indie. III. 570 Metalen in Cornwall. I. 13 Mexiko, óf Nieuw Spanje in Noord-Amerika. III 680 enz. Michiels-Berg, St.) in Cornwall. I 21 Middelburg. III. 265 Middlesex , Beschryving en Verdeeling van dit Graafschap van Engeland. I 262 , enz. Milford, Haven van) II 480 Minehead. I. 68 Minerale Wateren in Devonshire , I. 30. In Somersetshire, I. 101. In Wiltshire, I. 126. In Durham, II 408. In Duitschland, III. 146, enz. In Zwitserland III. 176. In Hongarye, III. 390, enz. In Asiatisch Turkye, III. 410 Minoram. Zie Maran. Minorka, een der Eilanden van Spanje. III. 231 Moeders Tooren in Derbyshire. II. 312 Moeotisch Meer in Rusland. III 93 Moerassen in het Graafschap Cambridgeshire. II. 135 Moerige Landen in Stafford shire. II 242 Moeris, een Meer in Egypte. III. 626 Moezel III. 144 Mogol Ryk van den Grooten) Zie Hindustan en Mogolscbe Ryk. Mogolscbe Ryk , Beschryving en Regeering van dit Ryk, III. 547. Volken, door welken het bewoond wordt, 548. Taal en Wetenschappen. ald enz. Moldavië, een der Landen, die onder de bescherming staan van, en fynsbaar zyn aan de Ottomannische Porte. III 380 Mole , of Swallow. I. 162 Molensteenen in het Graafschap Cbeshire. II 321 Monmouth. II. 254,enz. Monmouthshire , een Graafschap in Zuid-Wales, Beschryving , Verdeeling en Natuurlyke Historie van het zelve. II. . 450,enz. Monnikendam. III. 285 Montfoort. III. 288 Montgomery. II. 490 Montgomeryshire, een Graafschap in Noord-Wales, beschryving van het zelve. II 493 Monument te Londen. I. 312 Mooren. Zie Afrikanen. Moorenland. Zie Nigritie. Moorsteen in Cornwall. I. 13 Morea , in Europisch Turkye. III 376 Moskow. III. 73 , 100 Muilezels in Cornwall meer dan Paarden in gebruik. I.' 12 Munster. III. 347 Munten der Cbinesen. III 509 Muskovie Zie Rusland. Muskovisch Glas. III 93 Mutford. II. 61 Muur, groote) die China van Tartarye scheidt.III.532,enz. Mylen, Noorweegsche) derzelver grootte. III. 41 Mynen in Cornwall, I. 14. Op het Eiland Man, II. 518. In Zweden, III 26. In Duitschland, III. 244. In Hongarye. III 390. In China. III 514 B 5 N.  BLADWYZER DER N. Naaldsoog II. 311 Nadder. I. 110 Namen, verdeeling en beschryving van het zelve. III 308 Nantwich. II. 337 Napels , een Koningryk , tot Italië behoorende. III 183 Nafery II. 166 Natuurlyke Historie der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Naxia, een Eiland, tot Europisch Turkye behoorende. III 378 Neder Gelderland. Zie Gelderland. Nederlanden, beschryving en verdeeling van dezelven , III 263, enz. Oostenryksche ■ Nederlanden in het byzonder beschreven en hoe verdeeld, III 305- Staatsverwisselingen in de Nederlanden , Sederd den tyd van KareL den Vden, 309. Staatsverwisselingen, Godsdienst en andere byzonderheden . in de Vereenigde Nederlanden, 312, enz. Natuurlyke Historie dezer Landen, en , Oudheden in dezelven ontdekt. 331, enz. Nederlanders, hun aart en gesteltenis. III 316 NedEr-Oostenryk. III 129 ■Neder-Rynsche Kreits. III 129 Neder-Saxische Kreits. III. 127 Needles en Shingles. I. 146 Nen. II. 140. 163 Newcastle. II. 435 Newfoundland, een der NoordAmerikaansche Eilanden. III. 732. enz. New-Market. II. 56,130 Newport. I 146, 527 Newtown. I. 146 Nieuwe Rivier. II. 6 Nieuw Engeland. Zie Engeland. Nieuw Spanje. Zie Mexiko. Nieuw Yersey. Zie Yersey. Nieuw York. Zie York. Niger. III 621, 636 Nigritie of Moorenland , Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III 636 Noord- Amerika, beschreven, III 675, enz. Europeesche Volkplantingen in het zelve. 676 enz. Noord-Beveland in Zeeland . bewester Schelde. III. 268 Noord Carolina. III. 714 Noord-Holland, ook Westfriesland genoemd, beschreven. III 270 Noord-Schotland. Zie Schotland. Noord-Taunton. I. 40 Noord - Wales, berigt wegens het zelve. II. 449 Noordzee, gelegenheid van de Nederlanden ten opzIgte van dezelve. III. 327 Noorder Riding, een der drie deelen van Yorkshire beschreven. II. 393, enz. Noorwegen, oudstyds Scandinavië genoemd , beschreven, III 41, enz. Staat der oude en hedendaagsche Regeering, 42. Bewooners en byzonderheden wegens dezelven 42 ,enz. Natuurlyke Historie van dit Land. 53, enz. Norfolk , een Graafschap in Engeland beschreven.II.83.enz. Nor-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 21 Normandye, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. III. 246 Northamptonshire, een Graafschap in Engeland, beschreven. II. 162, enz. Northumberland , een Graafschap in Engeland, beschreven II. 432,enz. Norton. II. 58 ,334Norwich II. 87 Nottingham. II. 295 Nottinghamshire , een Graaf schap in Engeland, beschry■ving van het zelve. II. 291, enz. Nubie, eene Rivier in Afrika, III 622. Beschryving en Natuurlyke Historie der Landstreeke van dien naam in Afrika. III. 644 Numidie, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III. 632 Nova Zembla, berigt wegens het zelve. III. 476 Nyl III. 622 Nymegen. 289 > enz. O. Oder. III. 153 ^ Odsey. II. 7 Oeffeningen der jonge luiden in Noorwegen. III. 49 Ogmore. II. 464 Okeham. II. 270 Oker in Somersetshire, I. 95. In Staffordshire. II. 245 < Okey - Hole in Somersetshire, beschreven en afgebeeld. I. 78, enz. ( Oldham. I. 140 < Olifanten in China III. 525 Ommelanden, Groninger") onderscheiden in vyf Kwartie ren. III. 303, enz. Onega. III. 91 Ongar. II. 44 Onweersvogels. Zie Stormvogels. Ooijevaar mag onder de Vogelen als een Inboreling van Holland geteld worden. III. 334 Oost-Acton. Zie Acton Oost Barnet. II. 18 Oost - Indische Kompagnie in de Vereenigde Nederlanden, oprigting van dezelve. III. 320, enz. Oostenryk, Neder ) III. 129 Oostenryksche Kreits, III. 129, Oostenryksche Nederlanden. Zie Nederlanden. Oostergo , een der Kwartieren van Friesland , bevat elf Grietenyen. III. 301 Qoster Riding in Yorkshire beschreven. II. 385, enz. Oost-zee, merkwaardige byzonderheden wegens dezelve. III. 32 Opper- Gelderland. Zie Gelderland. Opper-Saxische Kreits. III. 120 Orford. II. 65, enz. Orgel, voortreflyk in de Domkerk te Ulm. III. 113 Orwell. II. 55 Osey. II. 40 Ossenoogsteen, in het Graafschap Cbeshire. II. 334 Osterly-House en Park.I. 284 Osulsion. I. 267 Ottomaanschee Porte. Zie Porte. Oud Romney. Zie Romney. Oud Sarum. Zie Sarum. Oudheden, Romeinsche) in Wileshire , I. 108. Tusschen Strafford en Laighton, II.47. In Norfolk, II. 98,enz. In Leicestershire, II. 267. In Cum-  22 BLADWYZER DER Cumberland, II. 432. In Radnorshire, 461. In Glamorganshire, 468. In Caermartenshire , 472. In Flintshire, 510. Op het Eiland Anglesey, 515. Op het Eiland Man 521. In Zwitserland, III. 179. ln Spanje. III. 228, enz. Onse, de kleine) II. 54. De groote, 85. Zie ook 110, 140, 150, 163 Overmaas, Land van)III. 282 Overyssel, Beschryving en Verdeeling van die Provincie. III 295 Oxford , beschryving van de Stad en Hooge Schole in dezelve. I. 470,enz. OxfordsHire, een Graafschap van Engeland, Beschryving en Verdeeling van het zelve. I. 466, enz. P. paarden in Cornwall minder ■* in gebruik dan Muilezels, I. 12. Paarden zyn in Leicestershire groot, II. 261. In Zweden schoon en sterk, III. 27. Die van Noorwegen verdienen eene byzondere opmerking. III 58 Paddington. I. 289 Paderborn , een Bisdom in Duitschland, merkwaardig door de Bronnen in deszelfs nabuurschap. III. 149 Paleis van den Keurvorst van Beijeren telt men onder de merkwaardigste gebouwen van Duitschland, III 161. Ook dat van den Koning van Pruissen te Berlyn , en het Keizerlyke te Wenen, ald. Onder die van Italië telt men het Paleis van St Mark te Venetië, III. 207. Paleizen en voorname Gebouwen te Madrid, in Spanje III. 213. Merkwaardig Paleis te Parys. Zie Tbuilleries. Paleis van den Keizer van China. Zie Peking Palestina, tot Asiatisch Turkye behoorende , beschreven. III. 426 Palus Moeotis. Zie Moeotisch Meer. Pancrass, St.) I. 289 Paraguay in Zuid - Amerika, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III 766 Parelmosselen, ontdekt aan den mond van de Rivier de Irthing in het Graafschap Cumberland, II. 423 Park, St. James). Zie James , St.) Parlement van Engeland, berigt wegens het zelve , II. 352. Van Ierland. 355 Parochiën van Londen binnen de Wallen zyn Zeven en Negentig, en buiten dezelven Zeventien in getal. I. 304 Paros, een der Griekscbe Eilanden , merkwaardig om zyn Marmer. III. 377 Parys, de Hoofdstad van Frankryk, Beschryving van, en merkwaardige byzonderheden in dezelve. III. 244, enz. Pauls.St.) Hoofdkerk te Londen. I. 328, enz. Pausdom van Rome, een der voorname deelen van Europa. III. 16 Peel II, 519 Pegu,  VOORNAAMSTE ZAAKEN, [II. Afd.] 23 Pegu, een Koningryk van Indie. III. 579 Pek en Teer, hoe in Rusland verkregen wordt. III 98 Peking , de Hoofdstad van geheel China omstandig beschreven, III. 479 Paleis van den Keizer in dezelve. 480 Pembroke. II. 479 Pembrokeshire ,een Graafschap in Zuid - Wales , II. 477Beschryving van het zelve. ald. Pensylvanie, in Noord - Amerika. III. 703, enz. Persianen , hun Godsdienst, III. 441. Staat der Geleerdheid en Konsten onder hen , 443. Hunne Kleeding en Voedsel ,445. Hunne Taal, 447 Persie, Beschryving.Regeering en Natuurlyke Historie van dat Ryk. III. 437, enz. Persische Golf. III. 451 Peter de 1ste veranderingen, welke deze, Czaar in de zeden der Russen heeft te weeg gebragt. III 81 Peterborough, de oudste Stad in Engeland. II. 164,enz. Petersburg beschreven. 111. 74 Pevensey. I. 214 Philips, St.) een der Eilanden van de Provincie Zeeland, beooster Scbelde. III. 269 Philippynsche Eilanden. Zie Manilles. Pholas. Zie Boorvisch. Picten Wal der) in het Graafschap Cumberland, II 431, enz. In het Graafschap Northumberland. 443 Pikardye, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. III. 245 Pincbley commen. I. 291 Pirral. II. 6 Pirton of Pireton. I. 508 Planten, Iyst van) in Dorsetshire, I. 62. In Somersetshire, 99. Planten, eigen aan het Graafschap Staffordshire. II 252 Plata, La) in Zuid-Amerika, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III. 763 Plegtigheden by het trouwen en begraven , onder de verscheidene volken in gebruik. Zie by ieder Land in het byzonder. Plica Polonica, eene besmettelyke Ziekte in Polen. III 119 Ploughly. I. 497 Pluimalluin behoort tot de natuurlyke Zeldzaamheden in het Graafschap Lancashire. II. 353 Polen , Beschryving en Verdeeling van dit Ryk. III 101, enz. Gesteltenis der Regeering, 105. Aart, Zeden en Gewoonten der Inwooneren , 107, enz. Natuurlyke Historie. 110, enz. Polypi worden aan de Kust van Cornwall in meenigte gevonden. I 25 Pondicherry in het Koningryk Karnata beschreven. III. 568 Pool, dat gedeelte van den Theems, het welk eigenlyk de Haven is. I. 272 Poole in Dorsetshire. I. 57 Pools-Hol in Derbyshire beschreven II. 311 Poplar-  24 BLADWYZER DER Poplar-Marsch. I 275 Porte Ottomannische) Landen ln Europa, die aan dezelve fynsbaar zyn. III. 378 Portland. I 52, enz. Portugal, Beschryving en Verdeeling van dit Ryk , III. 233. Aart, Zeden en Taal der lnwooneren, 237. Staat der Regeering,238. Godsdienst , 239. Natuurlyke Historie en Zeldzaamheden. 241 Portugezen. Zie Portugal Hunne Bezittingen in NoordAmerika. III. 677 Portsmouth. I. 137 Presburg. III. 385 Preston. II. 345 Protestantsche en Roomsch Katholyke gedeelte van Zwitserland aangewezen. III. 168 Provence, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. III. 240 Pruissen, bezittingen des Konings van) zyn in verscheidene Landen verspreid. III. 18. Beschryving, Verdeeling , Gesteltenis en Regeering van dit Ryk, III 119 enz. Staten des Konings, 123. Tot dezelven behoort ook Silesie. ald. Pruissich Gelderland is een deel van Opper-Gelderland, IIL 309. Hoofdsteden in het zelve. ald. Pulp, een Visch, naby Smirna gevonden. III. 410 Purbek. I. 56 Purmerent. III. 285 Put, merkwaardige te Noord Taunton. Zie ald. By de Rivier Stort in Hertfordshire. II, 12 Pyreneen behooren tot de Bergen van Frankryk. III. 248 Pyrmont , merkwaardig door Minerale Wateren. III. 147 R. Raadhuis te Cambridge, een ' der voornaamste Gebouwen in die Stad, beschreven. II. 113 ,123, enz. Radnershire, een Graafschap in Zuid-Wales beschreven. II 455, enz. Rakan. Zie Arrakan. Ramana Koyel , een Eiland van Indie. III 566 Ramanadaburam , de Hoofdstad van het Vorstendom Marava. III. 565 Ramsey. II. 520 Reb. II. 6 Read. II. 434 Redgrave. II. 58 Regens in Noorwegen , verscheidenheid in dezelven. III. 54 Regensburg. III. 165 Regtsgebieden, in welken verscheidene Graafschappen in Engeland verdeeld zyn. Zie by de Graafschappen zelven. Zy worden ook Honderden genoemd. I. 470 Rendieren, aan Noorwegen in het byzonder eigen beschreven, III. 59. In Rusland. III 195 Renimed. I. 265 Republieken in Europa zyn zes in getal. III 16 Reygate. I. 127 Rhee. II. 6 Rheenen. III. 287 Rhinoceros , een der Dieren van Hindustan. III 358 Rhy-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd] 25 Rhydal. II. 485 Rhymny. II. 464 Ribble. II. 338,367 Ribcbester. II. 359 Rickmansworth. II. 18 Ridings, in welken Yorkshire verdeeld is, wat men daar door te verstaan hebbe, II. 363. Beschryving van dezelven. 367, enz. Risbridge. II. 76 Rivieren , in de onderscheide- • ne Graafschappen van Engeland. Zit by ieder Graafschap in het byzonder. Rivieren in de onderscheidene Landen Zie by ieder Land in het byzonder. Robynen, Russische. III 93 Roden. II. 28 Rogge, een der voornaamste Voortbrengsels van Denbighshire. II. 503 Romanie , eene Landstreek, behoorende tot Europisch Turkye. III 571 Rome. III 385 Romeinsche Krygswegen in Oxfordshire, I 466. enz. Tumuli , of Begraafplaatsen der Romeinsche Legerhoofden naby dezelven geplaatst, 467 enz. Romeinsche Oudheden. Zie Oudheden. Romney, Nieuw en Oud) I. 260. Het Meer van), ald. Room , in Somersetshire gebruikt. I 97 Romeinsche Krygswegen en Oudheden. Zie Romeinsche Ross, is zyne grootste fraaiheid schuldig aan Kyrle, die door Pope geprezen wordt II. 211 Rots, St. vincents. Zie VincentsRots. Rotsen zyn in Noorwe gen zeer menigvuldig. III 55 Rotsalluin in Lancashire. II. 352 Rotswater, berigt wegens bet zelve II. 460 Rotszout, een der Voortbrengselen van Rusland, waarin groote'' handel gedreven wordt. III 92 Roveredo, merkwaardige Brug in die Stad van Oostenryk. III 166 Royston. II. 7 Rumford- II 46 Rundvee in Lancashire 354. In Zweden is het zeer klein. III. 27 Rusland, Groot") of Muskovie, behoort gedeeltelyk tot Europa, gedeekelyk tot Asia III 71. Verdeeling, grootte en andere byzonderheden van Rusland in Europa,, 72, enz. Regeering en Lotgevallen, 76 Afkomst van deszelfs Bewooneren, 80. Zie ook Russen. Natuurlyke Historie,88,enz. Asiatisch Rusland , ook Groot 'Tartarye bevattende, verdeeling en grootte van het zelve. III 403, 465, enz. Regeering in de verschillende deelen , 468. Het wordt meest bewoond door Tartaren. ald, Russen, veranderingen, welke Czaar Peter de Iste in hunne zeden heeft te weeggebragt, III. 81. Hunne hoedanigheden, gewoonten, Godsdienst en Taal, 87 Russisch Tartarye. Zie Tartarye. Russisch Lapland, Zie Lapland. Rutlandshire, een Graafschap van Engeland , Beschry ving  26 BLADWYZER DER. ving van het zelve. II. 269 enz. Rykdom der Spanjaarden volgens de Oude Historie. III. 225 Ryken, voornaame) in Europa, Tafel van derzelver grootte in vierkante Mylen. III. II Ryn. III. 151,328 Rypen. Zie Jerpen. S, Saffron Walden. II. 29 ^ Salberg. III. 26 Salisbury. Zie Sarum. Salland een der drie Kwartieren van de Provincie Overyssel, III. 294 Salop. Zie Shropshire. Saltsburg. III. 149 Saltwood. I. 259 Samojeden. Zie Samojedie. Samojedie ligt gedeeltelyk in Europisch Rusland, gedeeltelyk aan de Asiatische zyde, III. 465 en 471. Zeden en Gewoonten der Inwooneren. ald. enz. Sardinië. III 201 Sart. I. 149 Sarum, Nieuw) of Salisbury, I. in. Oud Sarum. 112 Savernake. I. 124 Scandinavië, deszelfs oude en hedendaagsche uitgestrektheid. III. 19 Scarborough II. 396 Scham. Zie Damaskus. Scheepvaart der Noorwegers is zeer oud. III, 44 Schelde. III. 330 Schepen, meenigte van, die in den Theems ten anker liggen. Zie Theems Schiedam. IIL 280 School, Hooge) te Oxford beschreven , I. 474. Kollegien, Gebouwen en andere byzonderheden, tot dezelve behoorende, 476, enz. De Hooge School te Cambridge, en byzonderheden,tot dezelve behoorende , beschreven. II. 114, enz. Schoonhoven. III 280 Schotland, deszelfs gelegenheid en verdeeling, 342, enz. Berigt wegens de Schotsche Eilanden , 344, enz. Staat van de Regeering en Kerk, 353,enz. Natuurlyke Historie. 361, enz. Schotten , hun karakter. III. 349 Schouwen, een der Zeeuwscbe Eilanden , beooster Schelde. III. 269 Scbulpvischjes in Cornwall, die de Tyrische verw uitleveren. I 25 Schwalbach. III. 148 Scilly, Eilanden van) in oude tyden vermaard om hun Tin. I. 27 Sclavonie, een Ryk, behoorende tot Hongarisch Illyrikum. III. 396 Scray. I. 241 Selwood. I. 84 Serpentarius, Lapis) in Lan cashire. II. 353 Servië , eene Lanstreek, behoorende tot Europisch Turkye. III. 369 Severn. II. 220, 450 en 488 Sevion. II. 506 Shepway. I. 258 Sbetland of Hitland , een der Scbotscbe Eilanden. III. 367 Shingles en Needles. I 146 Shres-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 27 Shresbury. II. 221 Shropshire, ook Salop genoemd, beschryving van dit Graaf schap van Engeland, II. 219, enz, Siam, een Koningryk van Indie. III. 587 Siberië , beschryving van dit Ryk, tot Asiatisch Rusland behoorende,III. 465, enz. Zeden en Gewoonten der Inwooneren, 470. Lugt en Grond. ald. Siberiers. Zie Siberië. Sicilië , een der Koningryken van Italië. III 183 Silesie, als een deel der Staten van den Koning van Pruissen beschouwd. III. 123 Skye, een der Scbotsche Eilanden. III. 366 Slangsteenen in Sometsetshire I, 92 Sleeswyk. Zie Zuid-Jutland. Slooten. III. 300 Smeederyen zyn in de bergagtige deelen van Zweden menigvuldig, III. 27. In Denemarken. III. 40 Sneek. III. 298 Sociëteit , Koninglyke) der Weetenschappen te Londen. IIL 357 Somersetshire, beschryving van dit Graafschap van Engeland. I 66, enz. Soure. II. 262 Southampton. I. 131 Southweck. I. 139 SoutHwold. II. 65 Spa. III. 146 Spaansche en Vereenigde Nederlanden, reden van deze benamingen. III 264 Spanjaarden, hun Aarten Zeden, III. 216,enz. Hunne Reg. voor de Nat. Hist. bezittingen in Noord-Amerika. 676 Spanje, Beschryving, Verdeeling en Grootte van dit Ryk , III 221. Oude en hedendaagsche Bewooners, 216. Hooge Scholen, 219. Natuurlyke Historie en Oudheden, 219,enz. Eilanden tot Spanje behoorende. 231, enz. Spawateren in Lincolnshire. II. 289 Spelonk by Cheddar in Somersetshire: I 81 Spelthorne, I. 282 Sprot, in deze dryven de Bewooners van Cornwall grooten handel. I. 23, enz. Staatsch Braband , III. 307. Staatsch Vlaanderen, III 308 Staatsch Gelderland III 309 Staatsverwisseling in de Nederlanden, sederd den tyd van Karel den Vden. III 309,enz-. Stadhuis te Augsburg een der voornaamste Gebouwen van Duitschland III 162 Staffordshire , Beschryving en en Verdeeling van dit Graafschap van Engeland, II 237, enz Stamford. II 280, enz. Stampford. II. 79 Standbeelden te Parys opgerigt. III 252, enz. Staties, I 265 Stanton Drew. I. 89 Starsteenen onder de Natuurlyke Zeldzaamheden van Lincolnshire II. 289 Staten, Algemeene') hun Wapen. III 325 Staveren. III. 299 Steen, merkwaardige) in Dorsetshire, Strombi genaamd, C be-  28 BLADWYZER DER beschreven en afgebeeld. I. 53 Steenen in Cornwall I 13- ln Dorsetshire, I. 59. In Wiltshire 1. 126,enz. ln Lancashire. II 353 Steengroeven op het Eiland Anglesey II 514 Stephney I 295 Stevenage. II. 9 Stoke l. 517 Stokholm. III. 22 , enz. Stonehenge beschreven en afgebeeld I 113, enz Storm- of Onweersvogels , van dezen zyn in Noorwegen twee soorten III. 64 Stort II, 5 Stortford. II. 11 Stour I 49. II. 55. 194 Stowey. I. 90. II. 72 Straatsburg. III. - 163 Stratford. II. 47 Strombi. Zie Steen. Stromboli, een der. Liparische Eilanden. II 199 Sturbridge. II 127 Snabische Kreits. III, 128 Sudbury II. 78 Suffolk , een Graafschap van Engeland, Beschryving en Verdeeling van het zelve. II. 52 , enz. Sundgeu, een der overwonnen Landen, aan Frankryk toebehoorende, III 250 Surrey , Beschryving en Verdeeling van dit Graafschap van Engeland, I 162, enz Sussex, Beschryving van dit Graafschap van Engeland, I. 169, enz. Sutton.. I. 262 Swale II. 359 Swaliow Zie Mole Syrie, of Palestina, eene Pro vincie van Asiatisch Turkye; beschreven , III 415. Hoe verdeeld , in Beglerschappen, 416. Godsdienst en andere byzonderheden der Inwooneren ,417, enz. Natuurlyke Historie 418,enz. Szelitze, merkwaardig Hol in eenen Berg naby deze plaats. III. 394 T. Taal der Inwooneren van het Prinsdom Wales is onderscheiden van de Engelsche II. 447. Talen, die in Europa in gebruik zyn, III 14. Oudheid van de Taal der Duitschers III 134 Tachsted. II. 33 Tafel waarin de grootte van den Aardbol in vierkante mylen wordt opgegeven. III II Tass 'II. 264 Talmên in Cornwall I. 7 . enz. Tame I 505. II. 179, 239 Tamar I. 4, 30 Tanais of Don. III 92 Tand- of Yvoorkust tot Guinea behoorende. III. 643 Tanjaon een Koningryk van Indie III 566 Tannat. II 489 Tanridge. I. 188 Tartaren, verscheidene Volkplantingen van dezelven, III 380. Zy zyn fynsbaar aan de Ottomaansche Porte. ald. Tartarye. Groot) is een deel 'van Asiatisch Rusland, III. 403. Beschryving, Verdeeling en Natuurlyke Historie van het zelve 452, enz. Russisch Tartarye beschreven ,  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 29 ven , III. 473. Chineesch Tartarye , Beschryving en Verdeeling van het zelve. 438 enz Taunton. Zie Noord - Taunton. Taunton Dean in Somersetshire. I. 69 Tarantula. III. 205 Tave. II. 469 Tavye. II. 464 Teer, hoe in Rusland verkregen wordt. III. 98, enz. Tees. II. 293, 406 Telentin , een Ryk van Barbarye. III. 628 Tellingham. II. 47 Teme II. 194 Tendring. II. 37, enz. Terebrans Piscis, Zie .Boor- visch Test I. 132, enz. Thame II. 6 Thames I. 162 Theems, loop van deze Rivier, en byzonderheden, die tot dezelve behooren. I. 263, enz. 281, 413,enz. Thessalie, tot Europisch Turkye behoorende. III 377 Thiel III. 291 Thingow. II. 73 Tholen, ter) «en der Zeeuwsche Eilanden beooster Schelde. III. 269 Tbreadling. II. 69 Threadwastre. II. 73 Tburstable. II 41 Thyrn II. 85 Tideswall. II. 310 Tilbury. II. 49 Tingroeven in Cornwall, wyze om dezelven te ontdekken. I. 16 Tinmynen en Tinwerken in Cornwall, I. 14. In Devonshire. 1. . 38,42 Tinsteen in de Kopermynen van Cornwall gevonden. I .14 Tinwerken. Zie Tinmynen.. Tiuren, Vogels, aan Noorwegen eigen. Zie Jerpen. Tobolks of Tobolsky, beschreven. III. 467 Tong-king , een Koningryk van Indie III. 556 Tor een Heuvel in Somersetshire. I. 72 Torbay. I. 34 Tories en Whigs , berigt wegens deze twee partyen in Engeland. III. 359 Toltenham I. 294 Tottridge II. 10 Tovy II. 489 Towy. II. 469 Transylvanie , een Vorstendom van Hongarye. III 395 Trent II. 238, 275 Trichitis, onder de Natuurlyke Zeldzaamheden van Lancashire. II. 353 Tring. II. 14 Tripoli een der Beglerschappen van Syrië, III. 416. Een Ryk van Barbarye. III. 628 Tromlingham. II. 66, enz. Trouw- en Lykplegtigheden in de onderscheiden LandenZie by ieder Land in het byzonder. Trowbridge. I, 109 Tuilleries, een pragtig Paleis te Parys. III 251 Tumuli, of Begraafplaatsen der Romeinsche Legerhoofden in Oxfordshire I. 467 enz. Tunis, een Ryk van Barbarye. III. 628 Turgh. II. 489 Turk , beteekenis van dit woord, III. 368 C 2 Tur-  30 BLADWYZER DER Turken , hun oorsprong, zeden en andere byzonderheden. III 406, enz. Turkye, Europisch) Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. III 368, enz Turkye, Asatisch) hoe verdeeld, 402. Berigt van het zelve en van de Inwooners, III. 403. Natuurlyke Historie en Oudheden, 409, enz Provinciën , tot het zelve behoorende. 415, enz. Tweed. II 435 Twente. III 295 Twickenham. I. 282 Tyne. 11. 435 Tyrische kleur van welke stoffe gemaakt. I. 25 Tyvye. II, 485 U. Ulm III. 364 Ulster, een der Provinciën van Ierland. III. 346 Ure, II. 367. 395 Usheks, Bewooners van Tartarye. III. 453 Usk. II. 451 .474 Utrecht, de Provincie en Stad beschreven. III 285 Uttlesford. II 29 V. vEE tam) in Cornwall , I. ^ 11. Is in Zwitserland menigvuldig. III. 178 Veelvraten zyn Dieren , welke aan Duitscbland eigen zyn. III. 158 Veenen in Lincolnshire II. 287 Veere III 267 Veluwe III 289, enz. Verdische Zie Kaap Verdische Vereenigde Nederlanden. III 264, enz. Verlam II. 6 Vesuvius, een brandende Berg in Italië. III. 197 Vincents, St.) Rots afgebeeld en beschreven. I. 435 Virginie , berigt wegens dit gedeelte van Noord-Amerika III 708 > enz. Visschen in CornwaU, 1.22. In Staffordshire, II. 253. In Lincolnshire , 287. In Lancashire 356. Der onderscheidene Landen, Zie by ieder Land in het byzonder. Visscbery, groote en kleine) van de Vereenigde Nederlanden. III 320 Vlaanderen, wat onder die benaming begrepen zy, III. 305. Hoe de eigenlyke Provincie Vlaanderen verdeeld worde. 307 enz. Vlas behoort onder de Waren, welke Ierland verschaft. III 365 Vledermuizen , zonderlinge in Hindustan. III. 559 Vogels in Cornwall, I. 22. In Hampshire , 144. In Staffordshire, II. 252. In Lincolnshire 287- In Lancashire , 355. Vogels der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Vollenhoven. III 295 Voortbrengsels Natuurlyke) in Cornwall. I. 6 Vorstendommen in Europa, ondergeschikte) zyn wel driehondert in getal. III. 16 Vossen in Rusland. III. 95 Vrou-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II Afd.] & Vrouwen in Noorwegen , berigt wegens dezelven. III 50 Vrugten, die in. Rusland gemeen zyn. III 98 Vryagien en Huwelyken der Russen. III 82 Vuurbaak op het Eiland Anglesey II. 514 W. Waereldbeschryving wat. III I Waereldlyke Keurvorstendommen in Europa zyn zes in getal. III. 16 Wageningen. III. 292 Wakefield. II. 369 Wal der Picten Zie Picten Walachye, is fynsbaar aan de Ottomanniscbe Porte. III. 378 Walcheren , een der Zeeuwsche Eilanden. III. 267 Wales , Prinsdom van Wales, Beschryving , Verdeeling en Byzonderheden van het zelve, II. 446, enz. Eilanden, daartoe behoorende. 511, enz. Waltham. II. 45, 46 Wandle I. 162 Wangford. II. 59 Wapentakes in Nottinghamshire, II. 293. In Yorkshire. 368 Wards of Wyken in welken Londen verdeeld is, zyn zesenveertig in getal, I. 307. Derzelver Beschryving, 308, enz. Durham is verdeeld in vier Wards, II. 406. Wards van het Graafschap Westmoreland , II 415. Van het Graafschap Cumberland, 424. Van het Graafschap Northumberland. II. 432, enz. Ware. II 12 Warrington. II. 339 Warschaw. III. 105 Warwick. II. 182 Warwickshire, een Graafschap in Engeland, Beschryving en Verdeeling van het zelve. II. 178, enz. Wash. Zie Gnash Waterbeschryving , wat , en hoe onderscheiden van de Aardryksbeschryving. III. I Wateren van Glastonbury , I. 101*. Evenredigheid van Land tot Water , III. 4. Genezende Wateren in Spanje III. 223 Waterval by Lidford beschreven. I. 37 Watervogels zyn in Noorwegen zeer menigvuldig. III 63 Watlingstreet, een Romeinsche Krygsweg in Middlesex. II. 184 Waveney. II. 54, 85 Weede II. 150 Wel Zie Loywell. Welford. II. 81 Welland. II. 163, 262, 275 Welver. II. 322 Wenen, de Hoofdstad va Neder-Oostenryk, beschreven, III. 129. Het Keizerlyk Paleis aldaar, 161. Merkwaardige Brug , tot die Stad behoorende. 166 Wenstree. II. 40 Were in Wiltshire, I. 109 In Durham. II. 406 West Acton. Zie Acton. West-Indische Eilanden, merkwaardige byzonderheden C 3 van  32 BLADWYZER DER van dezelven. III. 739, enz. Westphaalsche Kreits. III. 127 Westergoo, een der Kwartieren van de Provincie Friesland. III. 296 Wester Riding in het Graafschap Yorkshire beschreven. II. 363 Westminster, Brug van). Zie Brug. Platte Grond van Londen en Westminster. Zie Londen. Beschryving van de Stad Westminster , en van haare Abdye en Zaal. I. 368, enz. Westmoreland , Beschryving, Verdeeling en Natuurlyke Historie van het zelve. II. 415. enz. Wetenschappen en Konsten , Staat van dezelven in de onderscheidene Landen. Zie by ieder Land. Wey I. 162 Wezels in Noorwegen. III. 62 Wezer. III. 154 Wheeler. II. 5°7 Wberfe. II. 367 Whigs en Tories. Zie Thories. Wiegsteen in Cornwall , beschreven en afgebeeld, I. 9. Voorgevens der Druiden wegens denzelven. 11 Wigchelroede in Cornwall , Voorwendsel daaromtrent in de ontdekking van Tingroeven. I. 16 Wight, een Eiland in Hampshire I. 141 Wild is in Zweden in grooten overvloed. III. 27 Wildungen. III 148 Wiltshire Beschryving oud ste Bewooners ,en Natuurlyke Historie van dit Graafschap van Engeland. I. 106, enz. Winchester. I. 134 Winden , verscheidenheid 'in dezelven in Noorweegen III. 54 WindHam. Zie Wymondsham. Windrush. I. 469 Wire. II. 338 Wisbaden. III. 148 Witham. II. 33. 275 Woestyn. Zie Zaara. Woestynen van Groot Tartarye. III 461 Woking. I. 189 Wol, behoort tot de Waren, welke Ierland verschaft. III 365 Wolfersdyk, een der Zeeuwscbe Eilanden. III. 268 Wolga. III. 91 Walton. I. 470 Wolven in Noorwegen. III. 59 Woodbridge. II. 68 Worcester , beschryving van deze Stad. II. 198 , enz. Worcestershire Beschryving, Verdeeling en Natuurlyke Historie van dit Graafschap ■van Engeland. II. 192,enz. Workum. III. 300 Wouden en Bosscben in Hindustan. III. 557 Wreke. II. 262 Wringcheese. I. 6 Wye. II. 207 , 474 Wyk , eene Stad in de Provincie Utrecht. III. 238 Wyken. Zie Wards. Wymondham. II. 91 Y. Yare. II. 84 Yarmouth in Hampshire I. 146.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [II. Afd.] 33 146. In Norfolk, een groot en volkryk Dorp, bovenal merkwaardig door den Haringvangst, beschreven. II. 93 enz. Ylst III. 301 Yniswistrin. I. 71 York, eene voorname Stad in Yorkshire, een Graafschap van Engeland, II. 364. Nieuw York in Noord - Amerika. III. 703 Yorkshire, het grootste Graafschap van Engeland , Beschryving en .Verdeeling van het zelve.II. 362,enz. Yvika , een der Eilanden van Spanje. III. 232 Yvon. II. 474 Yvoorkust. Zie Tandkust. Yzer-ertsen in het Graafschap Yorkshire II. 352 Yzer-mynen en Smissen in Denemarken. III 90 Z. Zaal van Westminster. I. 395 Zaara , of de Woestyn, Beschryving en Natuurlyke . Historie van dezelve. III. . 634 Zaire III. 622 Zambeze. III. 622 Zand op het Strand van Devonshire, I. 35. In Hampshire. I. 145 Zeedier, op het Cornwalsche Strand gevonden. I. 19 Zeegewassen in Noorwegen. Zeekust van Noorwegen, III. 56. Aan de Zeekust in Polen, wordt de Amber in grooten . overvloed gevonden. III. 116 Zeeland, beschryving dier Provincie , III. 265. Steden in dezelve. 265, enz. Zee-leverkruid. Zie Lichen Marinus. Zeepaard is gemeener aan de Yslandsche dan aan de Noorweegsche Kust, III. 67. In China. III 528 Zee-polypus, beschreven en afgebeeld. I. 19 enz. Zeeslang, groote) in Noorwegen. III. 65 Zeewormen, die de Palen der Dyken doorknagen , in Holland gevonden. III. 338 Zeezand , in bet Graafschap Hertfordshire gevonden. II. Zeen, derzelver Grootte, in eene Tafel opgegeven. III. 11 Zeilsteenen in Zweden. III 27 Zeldzaamheden in het Graafschap Cheshire, II. 326, 333. In Spanje , III. 228 , enz. In Portugal, 241. In China. 530 Zembla. Zie Nova Zembla. Zevenwolden een der Kwartieren van Friesland, heeft tien Grietenyen. III 296,enz. Ziekte, besmettelyke in Polen. Zie Plica Pdonica. III. 119 In Moravie en verscheidene deelen van Duitschland. 155, enz. Zilvermynen in Devonshire, I. 41. Te Salberg in Zweden. III 26 Zilver en Goudvisschen in China. III. 528 Zout van Chester, zeer geagt. II 321 Zout water, Bronnen van) in Zwitserland. III ( 175 Zeut-  54 BLADWYZER; ENZ Zoutbron in Somersetshire, I. 69. Zoutbronnen in Worcestershire, II. 200, enz. In Staffordshire 240 Zouten in Lancashire II 351 Verscheidenheid van soorten in de Zoutmynen van Polen III. 112 Zoutmynen. Zie Zouten Zuid-Amerika deszelfs deelen, III. 675. Europeesche Volkplantingen in het zelve , 679. Algemeene Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 742, enz Zuid-Beveland, een der Zeeuwsche Eilanden. III. 282 Zuid-Carolina in Amerika, berigt daaromtrent. III. 714, enz. Zuid-Holland. Zie Holland. Bailjuwschappen in het zelve. III. 282 Zuid-Jutland, of Hertogdom Sleewyk. III. 40 Zuid-Schotland. Zie Schotland. Zuid-Wales , berigt wegens het zelve. II, 449 Zuiderzee, beschouwd als een boezem, komende, uit de Noordzee. III. 327 Zuricb. III 180 Zutfen, een der drie Kwartieren van Gelderland, beschryving en verdeeling van het zelve. III- 293 Zwaluwen, des winters in de Rotsen, aan het Cornwallsche Strand gevonden, I.25. Zy vergaderen in groote meenigte aan de Suffolksche Kust, II. 55. Zy behooren onder de Noorweegsche Watervogels. III. 64 Zweden, Beschryving en Verdeeling van dit Ryk , III. 19, enz. Karakter, Zeden en Gewoonten der Inwooneren , 23, enz. Natuurlyke Historie. 25, enz. Zweedsch Lapland. Zie Lapland. Zwitserland, Beschryving en Verdeeling van dit Land , III. 167. Regeering, 170. Natuurlyke Historie, merkwaardige Bruggen, en gedenkteekens der Oudheid. 173, enz. Zwitsers, hunne Taal, karakter en levenswyze. III. 171, enz. Zwol III. 294 Zwynen in Noorwegen, III. 59. Wilde Zwynen in Duitschland. III. 157 Zymanufaktuur in Italië. III 202, enz. Zywormen in Italië. III. 202, enz.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN Voor de Wetenschappen, die niet Wiskonstig, en onder den naam van Fraaije Letteren bekend zyn. VERVAT IN DRIE DEELEN. A. ^Aanroeping heeft in de Figuur, die men Afwending noemt, eene zeer merkelyke plaats , III 179. Voorbeelden van dezelve, ald. In een Heldendigt komt zy na de voorstelling van het Onderwerp te pas, 334., Een Gebed zynde, mag zy wel met eenen verheven Styl bekleed zyn. ald. Aantrekking der Stoffe, hoe dezelve het bestaan eener Godheid bewyst. I. 13, enz. Aarde, geheele) by Vervanging voor het Roomsche Ryk. III 153 Airdryk, deszelfs gesleltenis een Bewys voor het bestaan van God. I. 40, enz. Aartsvaders , hun gezag in hunne huisgezinnen, en hunne levenswyze. I. 156 , enz. Staat der Regeeringe onder de Israëliten van den tyd der Aartsvaderen tot de oprigting der Monarchie. I 157, enz. Abel, zyne Historie II 55 Abia, Koning van Juda, byzonderheden , onder zyne Reg. voor de Fraaije Lett. egeering voorgevallen. II. 89 Abraham , zyne Roeping en Lotgevallen. II. 60,enz. Achab , Koning van Israël, zyne Regeering en Lotgevallen, II 90 Achas, de slegtste der Koningen van Juda, zyne Regeering en Lotgevallen. II. 93 Adam, byzonderheden wegens zynen staat en lotgevallen. II. 55 Adeodatus, komt tot de Keizerlyke Waardigheid in den jare 663. 1. 446 Afdroogen met Doornen, eene spreekwyze by Monen, berispt. III 86 Afgaan , opmerking wegens het gebruik van dit woord. III 91 Afgodery, derzelver oorsprong, I 171. Berigt wegens de Afgodery der Egyptenaren, 176, enz. Der Pheniciers, 184, enz. Der Chaldeen en Babyloniers, 195,enz. Der Persianen, 199, enz, Der Arabieren , Scythen , Ethiopiers , Germanen , Gaulen, Spanjaarden en Carthagers, 204, enz. Der Saxen of Oude Britten, 213, enz. A Der  1 BLADWYZER DER Der Grieken en Romeinen, 219, enz. Ondergang der Afgoderye by het toenemen van den Christelyken Godsdienst. 369 Afwending wat by de Digters zoo genoemd wordt, I 178. De aanroeping heeft in dezelve een zeer merkelyke plaats. 379 Agtste Tydsbestek in de Oude 'Historie bevat 334. jaren , en gaat van de Herstelling der Joodsche Vryheid tot Scipio of de Onderbrenging van Carthago. II 5l Abazia , Koning van Juda, wordt om zyne Afgodery gestraft II. 91 Alexander de Groote , Koning van Macedonië , zyne Historie , en verdeeling van zyne Heerschappyen na zyne dood. II 123 - 126 Algemeene, het) voor het byzondere. Zie Vervanging. III 152 Alleenspraken in Tooneelstukken moeten zeer kort zyn, om niets onnatuurlyks te hebben. III. 378 Allegoria. Zie Leenspreuk Altaren in gebruik by de Heidenen. I 242 Amazias, Koning van Juda was deugdzamer en gelukkiger dan zyn Vader Joas. II. 93 Amrafel, Koning van Sinear, beoorloogt, met zyne Bondgenooten, de Koningen van Sodom en Gomorra. II. 61 Anacreon , zyn karakter als Lierdigter. III 475 Ancus Martius . de vierde Koning van Rome, byzonder derheden onder zyne Regeering voorgevallen. II. 102 Andreas, de Apostel, zyn Leven en Reizen. I 349" Antonides , voorbeelden van Overnamingen uit dien Digter. III- 143 , enz. Antoninus Caracalla , Keizer van Rome, zyne wreedheid. II. 167 Antoninus Pius , Keizer van Rome, lofwaardig om zyne weldadigheid en vredelievendheid. II. 165 Antonius, Markus) zyn gedrag na den dood van Julius Cesar. II. 149 Arabieren, berigt wegens hunne Afgodery 204. Voorregten der geloovige Arabieren volgens Mohammed II. 28, enz. Hunne Hegira 48 Argos, oprigting van dat Koningryk. II. 68 Ariaansche Geschil, wat zoo genoemd wordt, en beloop van het zelve. I. 404 Aristophanes, zyn karakter als Blyspeldigter. III 443 Aristoteles , heeft de Natuur en Regels van het Treurspel tragten te verklaren. III 380 Arius, berigt wegens het geschil tusschen hem en Alexander, Bisschop van Alexandrie III 404 Armoede der Talen geeft aanleiding tot Woorddwalingen Zie Talen. Artaxerxes, Langhand, Koning van Persie, waarschynlyk deAssuerus van wien wy in de Schriftuur lezen. II 120 As  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 3 As en Pool moeten als onderscheiden in beteekenisSe beschouwd worden. III. 263 Asa, Koning van Juda, zyn gedrag en lotgevallen. II. 89 Asfuerus , waarscbynlyk dezelfde als Artaxerxes Langhand. Zie ald. Van anderen Darius genoemd. II. 104 Assyrie, verdeeld in de Ryken van Medie en Babylonie. II 95 Assyrische heerschappy opgerigt. II. 60 Athalia, Moeder van Abazia, Koning van Juda , hare heerschzugt, II. 92. Athalia en Hester, twee Tooneelstukken van Racine, die, als geheel waar en historisch , geschikt zyn om het hart te raken , III. 355. Athalia van Racine vergeleken met Heraklius van P. Corneille. 418, enz. Athanasiaansche twist, wanneer ontstaan, en berigt wegens denzelven. I. 404 Athanasius, berigt wegens zyn gevoelen. I. 405 . Attalus, Koning van Pergamus, bespreekt by uitersten wille, alle zyne schatten aan de Roomsche Republiek II. 137 Augustulus, in hem eindigde het Westersche Keizerryk. I- 439 | Augustus, staat van zaken te Rome. II. 154.enz. 158 Aufonius , zyne gedagte wegens Dido berispt , als te / veel speling hebbende. III. 63 : Avitus, Bisschop van Vienna, poogt de valschheid der Ar;- riaansche leere aan te toonen. I. 441 Avondmaal, byzonderheden, die omtrent het zelve in de vierde Eeuw hebben plaats gehad. I. 413 - Azaria , Koning" van Juda, zyne lotgevallen. II. 95 B. ' Baar' wanneer wel, wanneer kwalyk agter de woorden geplaatst. III. 264 Baasa, Koning van Israël, zyn geslagt in 't verval gebragt. II. 90 Babylonie, het Ryk van) opgerigt door Belesis, II. 95. Deszelfs Koningen en Lotgevallen. 104 Babyloniers, hunne Afgodery. I 195 Babylonische gevangenis berigt wegens dezelve, II. 98 , 101 Onder Cyrus geëindigd. 104 Bacon , zyne aanmerkingen over Wonderwerken. I 289 Baden, zich baden, of dompelen in iets, dat niet vloeibaar is, eene spreekwyze by Monen, berispt. III. 86 Baldadig, en Balddadig, zyn niet van dezelfde beteekenisse. III 263 Bardas verzet zich, ten tyde van de Keizerinne Theodota , tegen de bestraffingen van den Bisschop Ignatius. I 457 Bartholomeus \ een van de twaalf Apostelen, zyn leven en reizen. I. 352 Bedehuizen der Jooden , ook A 2 Pro-  4 BLADWYZER DER Proseuchae genoemd , berigt wegens dezelven. I. 140 Bedryf, wat men 'er in Too neelstukken door versta. III 363 Beeldendienst, in de negende Eeuw te keer gegaan. I. 456 Behaaglyke, het) in Fabelen , waarin het bestaat. III. 289, enz. Belagckelyke , het) waarin het, volgens Aristoteles bestaat. III. 432 Belang in Werken van Vernuft , waaruit ontstaat. III. 305, enz. Belesis, oprigter van het Babylonische Ryk. Zie Babyloie. Beletsels, welke de woorden, in de onderscheidinge der waarheid, veroorzaken, hoe te verminderen. II. 422 Belzazar , de laatste Koning van Babylonie. II. 104 Benamingen, wat ? II. 416. Stellig of ontkennend. 421 Bepalingen van woorden en zaken , verhandeling over dezelven. II. 433, enz. Bescbryvingen , Digterlyke) voorbeelden van dezelven, III. 206, enz. In goede Beschryvingen moet men tot de voornaamste byzonderheden komen, 209. Zeer vele zaken zyn Voorwerpen van de Beschryving , ald. Virgilius brengt er de droomen toe, ald. L. W. van Merken de woeling der Driften in Saul, 210. Beschryving van een Gevegt uit Telemachus. 210 Besnydenis, waarin zy bestond, I. 144. Verpligting der Israëliten om dezelve te onderhouden. 145 Betrekkingen worden by Overnaming gesteld voor de pligten , welke zy vorderen. III. 143 Bevallige, het) waarin het gelegen is. III. 293 Bevalligheid, die in de Gedagten moet heerschen, door voorbeelden uit Horatius, Monen en Poot aangewezen. III. 65 Bevattende wordt by Overnaming voor het Bevatte gesteld. III. 146, enz. Bevolking der Aarde door Noachs zonen. II. 59 Beweeglyke, het) is van groote kragt in eene Redevoering, III. 233. Zelf getroffen zynde treft men best, 234. De eigenlyke plaats voor het Beweeglyke is wel in het Slot van eene Redevoering, maar het kan in andere deelen mede zeer wel gebruikt worden, 235. Het Beweeglyke heeft ook dan plaats, wanneer men aandoeningen van tederheid in de gemoederen verwekt. 239 Bewyzen in eene Redevoering, wat in dezelven moet plaats hebben om ze van kragt te maken , III. 37. Getoond door een voorbeeld uit Quintilianus, ald. Welke schikking men ten aanzien van de zwakste en sterkste moet volgen , 40. Zy moeten door Natuurlyke Overgangen aaneengeschakeld zyn, ald. Oeffening in de konst om Bewyzen aan te voeren. Zie Oeffening. Be-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 5 Bewysredenen , Verhandeling over dezelven , II. 439, enz. Over de Bewysredenen, die uit meer dan drie voorstellen bestaan 457, enz. Bezit, Theodorus) bevordert de Hervorming na Calvinus. I. 452 Bezitter wordt wel eens gebruikt, by Overnaming, om het Bezetene aan te duiden, en omgekeerd. II 147, enz. Bladen, aan Bomen eigen, voor Bladen van Boeken, by Misbruik. III. 160 Bliksems, dus kan men Helden noemen , om den snellen en zeeghaftigen voorspoed van hunne wapenen aan te duiden. III. 132 Bloemen en Boomen met elkanderen vergeleken, ten aanzien van derzelver duurzaamheid. III. 29 Blygeestige, het) is het tegengestelde van het Treurige, III 292. Op hoe velerleie wyzen men het in de Fabelen kan brengen. ald. Blyspel, kenmerk van onderscheidinge tusschen het zelve en het Treurspel III. 431. Het is de vertooning van eene Burgerlyke Daad, geschikt om den Aanschouwer te doen lagchen, ald. Onderzoek wegens de Natuur van het zelve, 432, enz. Beknopte Historie van het zelve. 441, enz. Blyspeldigters, karakter van de voornaamsten onder dezelven. III 443 Boeken des Ouden Testaments, derzelver Oudheid en Ge zag» I 254. Wanneer en door wie geschreven, 260. Hoe oudtyds onderscheiden, 265. Bevestigd door de Voorzeggingen. 266 Boeken des Nieuwen Testaments. Zie Christelyke Godsdienst. > Bohemen , deszelfs Koningen, II. 247, enz. 255, enz. 277, enz Staat des Ryks sederd de Hervorming. II. 287. Zie ook Europa. Boileau , zyn karakter als Hekeldigter. III. 530,enz. Bondelregt. Zie Byl- en Bondelregt, Bonifacius wordt Bisschop van Rome. I. 438 Boomen. Zie Bloemen. Boosheid, by Overnaming voor Boozen. III. 150 Bosch, Bernardus de) als Lierdigter beschouwd. III. 491 Bossu, zyne gedagten over het Hellendigt III. 324 Bouwen voor eenen ploegenden Stier by Overnaming. III 143 Brandenburg, Keurvorst van) tot Koning van Pruissen verklaard. II. 323 Brandenburgers oorlogen tegen de Zweden. II. 307 Briefstyl, fraaiheid en verscheidenheid in denzelven, uit Cicero aangewezen. III. . . 32,enz. Brieven. Zie Zedelyke Brieven. Britsche wreedheid , voor de wreede Britten, by Antonides, by Overnmaing III 150 Burgerlyke staat der Jooden van den Aartsvaderlyken tyd A 3 tot  6 BLADWYZER DER tot de oprigting van het Koningryk, I. 157, enz. Van den tyd der Koningen tot hunne verstrooijing. 162, enz. Burgerlyke Treurspelen, reden waarom zy waarschynlyk niet in algemeenen smaak zullen komen. III. 383 » enz. Byl- en Bondelregt. Zie Bondelregt. Byschriften, hoedanigheden van die der Oude en Hedendaagsche Digteren III. 535 . enz. Byvoeglyke Naamwoorden geven, wanneer zy wel gekozen zyn , groote kragt aan eene Redevoering. III 97. Aangewezen door voorbeelden uit Seneka en Cicero , ald. Men moet ze egter niet te menigvuldig gebruiken, ald. Bywerk in een Hekeldigt moet uit de omstandigheden voortvloeijen, en dus een naauw verband met de Hoofdzaak hebben. III. 304- Wanneer het geene regtstreeksche betrekking tot dezelve heeft, moet het zeer kort zyn, ald. Byzondere voor het Algemeene Zie Vervanging. III. 153 C. Cain, zyne Historie.II 55. enz. Caligula, Keizer van Rome, zyne handelwyzen. II. 159 Calvinus, zyne gelukkige poogingen tot voortzetting van de Hervorming. I. 452 Cambyses volgt zynen Vader Cyrus op, als Koning van Persie. II. 106 Carthaginensers, door de Romeinen beoorloogd. II. 114, enz. Hunne Afgodery. I204 Carthago verdelgd. II. , 136 Catachresis. Zie Misbruik. Catilina, zyne Samenzweering, door Cicero ontdekt. II. 142» enz. Catullus, voorbeelden van aartigheid van Gedagten uit dien Digter. III. 72 Ceres, hoe afgebeeld en geëerd, I. 233. Haar Tempel. 234 Cbaldeen, berigt wegens hunne Afgodery. I. 195 Christelyke Godsdienst, beschouwing van deszelfs nuttigheid. I. 247,enz. Gunstige omstandigheden voor deszelfs invoering en voortplanting, 251, enz. Waarheid van den Christelyken Godsdienst aangetoond uit de Profeetfyen, 268 enz. Zie ook Euangelie. Christus, zyn leven, karakter en voorbeeld. I. 321 Cicero , Markus Tullius) zyne Verrigtingen en Lotgeval , len, II. 143,enz. Onderscheid tusschen zynen Styl en dien van Plato en Demosthenes, III 17. Hy is genoegzaam om den smaak voor alle soorten van Welsprekendheid te vormen, 31, enz. Hy schikte zyne Gedagten doorgaans naar zyn Onderwerp, 67. Voorbeelden van Aartigheid van Gedagten uit hem, 72. Zyn Pleit voor Roscins beschouwd als een voorbeeld van de konst  VOORNAAMSTE ZAAKEN [III. Afd.] 7 konst om bewyzen aan te voeren, 45,enz. Onderscheidene wyzen , op welken Cicero en Seneka zich van Puntspreuken bedienen, 79. Cicero is keurig in het gebruik van byvoeglyke Naamwoorden , 97. Hy oordeelt over de kragt der Welluidendheid uit het geen de ondervinding toont dat zy by een geheel volk vermag, . 98 , enz. Cicero heeft zyner Moedertale grooten dienst gedaan door zyne Lessen omtrent de schikking der woorden, 100. Hy munt uit in hetgebruik van fraaije Overdragten, 138. Door Quintilianus met Demosthenes vergeleken , 242. Hy bezat eene natuurlyke geschiktheid, tot de welsprekendheid, en zyne opvoeding diende om die geschiktheid te volmaken, 246. Hy volgde de beroemdste Mannen na, 247. Hy begon te pleiten, toen hy 26 jaren oud was , en zyne eerste Proeven waren al-Meesterstukken. 248 Lid van Coneille , in dezelve heeft eene schynbare mogelykheid plaats. III 357 Cimbren en Tentonen doen eenen inval in den Roomschen Staat. II. 139 Cometen. Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. .27 Constantinus , krygt na den dood van Licinius, het geheele Roomsche Keizerryk in zyne magt, I. 400. Zyne verrigtingen ten opzigte van het Christendom, 401, enz. Hy neemt den Christelyken Godsdienst aan, II. 174. Verdeelt zyne heerschappyen onder zyne drie zonen. ald. Constantinus, de oudsten zoon van den vorigen , krygt geschil met. zynen Broeder Constans over de verdeeling des Ryks, en sneuvelt. I. 410 Corneille Pieter) had de konst om Treurspelen te maken veertig jaren beoeffend, en dezelve als Wysgeer beschouwd . III. 380. Vergelyking tusschen hem en Racine. 408, enz. Creta, deszelfs eerste Koningen. II. 76 Curiatien, aanmerkingen over de gedagten, voorkomende in het verhaal van Livius, wegens het gevegt tusschen de Curiatien en Horatien, III 56. Fraaiheid van dat verhaal getoond, door het tot eenvoudige byzonderheden te brengen. 'ald. Cyrillus Lucar , een van de Patriarchen der Griekscbe Kerke, zyne trotschheid I. 465 Cyrus, Koning van Persie, byzonderheden van zyne Regeering. II. 406 D. Daad van het Heldendigt, Eenheid van dezelve is noodzakelyk, III. 303. Zy moet volkomen zyn , 304. Het belang dat men 'er in neemt, wordt veroorzaakt of door derzelver Natuur, of door de Natuur der hinder-  8 BLADWYZER DER ■ derpalen, welken de Held moet te boven komen, 305. De Daad van een Heldendigt kan die van! een of van verscheidene menschen, ook wel die van een geheel volk zyn , 327. De daad van een Tooneelstuk moet een zyn, en in eenen dag en plaatse afloopen, 354. Zy is of geheel waar en Historisch , of in den grond waar, en verzierd in eenige omstandigheden ; of veranderd in den grond, zoo wel als in de omstandigheden ; of geheel verzierd ten aanzien van alles, 355 In eene Daad heeft de Eenheid plaats, wanneer men zich een enkel oogmerk voorstelt en alle de middelen, waarvan men zich bedient, tot deszelfs bereiking samenloopen, 362. De Daad van een Tooneelstuk wordt verdeeld in Bedryven en Tooneelen , 363. Eene Daad , welke men voor een Tooneelstuk geschikt kan oordeelen, is eene onderneming van den eenen mensch tegen den anderen, 381. Wat tot eene Daad vereischt wordt om haar heldhaftig te maken, ald. Ondeugden kunnen onder heldhaftige Daden behooren , 382. De Daad van een Treurspel moet geschikt zyn om schrik of medelyden te wekken,383, enz. Daden, Menschelyke) aan welke Regelen zy behooren getoetst te worden. I. 89 Darius Codomannus , Koning van Persie door Alexander den Grooten beoorloogd en onttroond. II. 123 Darius Hystaspes, Koning van Persie , oorloogt ongelukkiglyk tegen de Grieken. II. 120 Darius de Meder, by Daniël, was Cyaxaras de IIde, Koning van Persie, II. 104. Hy schynt dezelfde geweest te zyn als Assuerus in de Schriftuur. ald. David, zyne Historie. II. 81, enz. Deel, een) wordt by Vervanging voor het geheel gesteld, en omgekeerd. III 152 Deftige Styl, Eigenschappen van denzelven , III 5. Het Deftige, of de Sierstyl is tusschen het Eenvoudige en het Verhevene in. 24 Demosthenes, Plato en Cicero, onderscheid in hunnen Styl, III. 17. Demosthenes, door Quintilianus met Cicero vergeleken , 242. Zyne lotgevallen in zyne eerste levensjaren, zyne opvoeding, en oeffeningen , waardoor hy zich tot pleiten heeft bekwaam gemaakt , 243. Hy werd meest door Plato gevormd, 244. Hy slaagde in het eerst niet gelukkig , maar verbeterde zyne natuurlyke gebreken, 245. Zyne arbeidzame en afgezonderde levenswyze. 246 Denemarken , staat van zaken in dat Koningryk, II. 295 , 300, 307, 330. Zie ook Europa. Denkbeeld, wat, II, 364. Be schre-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. III Afd.] 9 schreven met betrekking tot deszelfs Voorwerp, 365, enz. Ten opzigte van den Oorsprong, 372, enz. Met betrekking tot het Onderwerp, 376, enz- Ware en . valsche Denkbeelden. 385 Derde Tydbestek van de Oude Historie bevat 430 jaren , en gaat van de Roeping van Abraham tot de Wetgeving Van Mozes , II. 60, enz. Van de Hedendaagsche Historie bevat 217 jaren, en gaat van de Oprigting van het Turksche Keizerryk tot de tyden der Hervorming. 247, enz. Deugd , hare gevolgen , In vergelykinge Van die der Ondeugd. I. 103*** Deus, vanwaar deze benaming is afgeleid. I. 5 Diana, hoe afgebeeld en beschreven , I. 234. Haar Tempel. 235 Didaktifcbe, of Onderwyzen- . de Digtltukken beschouwd. III. . 508 Digterlyke Beschryvingen , Voorbeelden van dezelven, III 206, enz. Digterlyke Verhalen. Zie Verhalen. Aanmerkingen over Digterlyke . Brieven. III. 534 Digters waren de Godgeleerden van vorige eeuwen, en gaven den oorsprong aan de Fabelhistorie der Goden, III. 214. Een der eerste vereischten in eenen Digter is de Taal , in welke hy schryft, grondig tevertaan , III. 262. Waarop ten Digter moet agt slaan , om een goed vaars, te ma Reg. voor de Fraaije Lett. ken , 266. Digters moeten tragten de Natuur na te volgen op eene wyze, die aan de Poezy in het byzon- . der eigen is, dat is door Spraak, 285. Van welke ; Konstgrepen zy zich bedienen. Zie Konstgrepen , Digtkunst van Horatius tot het Leerdigt gebragt. III. 514 Digtoeffeningen , Proeve van) Zie Proeve. Digtstukken zyn onderscheiden in het Verhaal, in het Toneelspel in het Lierdigt .en het Leerdigt. III. ,285 Distels en.Doornen voor alles wat geschikt is om verdriet te veroorzaken , by Vervanging. III. , 153 Domitianus, Keizer van Rome, byzonderheden wegens hem,, II 164 Dompelen, zich ) of baden .in iets,.dat niet vloeibaar is Zie Baden. Doornen. Zie Distels. Zie ook AfdroogenDreigen , dat is voorspellen by Antonides. Zie Misbruik. III . 161 Driften, bepaling wat zy zyn., I 81. Hare Natuur en nuttigheid , 82. Zy moeten door de Reden bestierd .worden. 84 Drogredenen. Zie Valsche Sluit redenen. Druiden, wie zy waren, en berigt wegens hunne bygeloovigheden. I .110 Dryvend Hout, beteekent,by Antonides , Schepen. Zie Overnaming. III. 145 Duitschland, deszelfs staat sederd Karel den Grooten B II  10 BLADWYZER DER II. 210,enz. 217, enz. 235, enz 247 , enz. 255 , enz Sederd de Hervorming, 287, enz. 301, enz. 308 , enz. Zie ook Europa. Dwaling voor Dwalende. Zie Overnaming. III 145 Dwaalstarren Zie Planeten. E. Eadhald Vorst der Angelsaxen , en een Heiden doet velen zyner onderdanen weder tot het Heidendom vervallen. I. 447 Edipus van Sofokies , stof welke de Historie den Digter aan de hand gaf om dit Treurspel te maken , III, 395. Beschouwing der behandelinge van het Stuk zelf ald. Edipus van Sofokles en die van Seneka met elkanderen vergeleken.407, enz. Eenheid van Daad , waarom dezelve in een Heldendigt noodig is, III 303. Waarin zy gelegen is, ald. De Eenbeid in Toneelstukken is van die soorten , van Daad , van Tyd en van Plaatse. 362 Eens zoo veel, eens zoo groot, enz. gebruikt men dikwyls zeer verkeerdelyk. III 264 Eenvoudige Styl past in Verhalen en Bewyzen, III. 4. Vereischten in denzelven, ald. Is de gemaklykste niet, 6. Gedagten van Cicero en Quintilianus over denzelven , 6, enz. In welke gevallen men 'er zich van moet bedienen, 8. — Het Eenvoudige voor het Meer voudige of omgekeerd. Zie Vervanging. 154 Eenvoudigheid, voorbeeld van dezelve in een Verhaal van Cicero, III 10, enz Van Plinius, 12, enz. Zy moet voornamelyk in Fabelen heerschen. en bestaat daarin dat men het geen men wil zeggen met weinige en gebruiklyke woorden zegt. 292 Eerste Tydbestek van de Oude Historie bevat eenen tyd van 1656 jaren , en gaat van de Schepping tot den Zondvloed, II. 55. Van de Hedendaagsche Historie bevat 297 jaren, en gaat van de Oprigting des Nieuwen Keizerryks door Karel den Grooten, tot aan Godefroi de Bouillon , of de Eerste Kruisvaart. II. 199, enz. Egyptenaars , berigt wegens : hunne Afgodery. I. 176 Elegien of Klaagzangen , als veel overeenkomst hebbende met Lierzangen beschouwd. III. 506, enz. Elfde Tydbestek van de Oude Historie bevat eenen tyd van 109 jaren, van de Bekeering van Constantinus den Grooten, tot de vaststelling der Nieuwe Heerschappyen. II 174 Elias, zyne Historie. II. 91 En en Of worden in eenen volzin somtyds herhaald, maar somtyds bevordert de weglating de kragt van Styl, III 200, enz. Engeland, groote omwenteling in dat Ryk, ten tyde van Edmund den IIden voorge-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III Afd.] II gevallen,II. 223,enz. Zaken van dit Ryk, 233, enz. 243, enz. 253, enz. 282, enz. 295, 204 Omwenteling, 311,319- Zaken sedert de Regeering van Anna Stuart, 325, 332, 340, enz. Zie ook Europa. Epistrophe Zie Wederkeering. Eschylus by hem vindt men het Treurspel, nog ontbloot van die beschaafdheid , welke door den tyd in alle nieuwe uitvindingen gebragt wordt. III; 393 Esther hare Historie. II. 141 Ethiopiers , berigt wegens hunne Afgodery. I. 200 Evangelie, Geloofwaardigheid van het zelve, I. 268 enz. Ongemeene Voortplanting van het zelve in de drie eerste Eeuwen , 335 > enzDeszelfs Voortplanting in de Vierde Eeuw, 398- In de Vyfde Eeuw, 434- In de Zesde Eeuw , 441- In de Zevende Eeuw, 445- In de Agtste Eeuw, 449- In de Negende Eeuw. 455 Eulalius, twist tusschen hem en Benifacius over de Pauslyke Waardigheid. I. 438 Euripides, zyn Styl is teder en geschikt voor het Treurspel, schoon, zoo verheven en sterk niet als die van Sofokles , III. 394- Hy schreef vyf Treurspelen. ald. Europa, staat van zaken in deszelfs onderscheidene Ryken. sedert het jaar 1730. tot den dood van Keizer Karel den VIden, II 343.enz. Sedert dien tyd tot het jaar 1750. 348 > enz Euthychianen, opkomst van hunnen aanhang in de Vyfde Eeuw. I, 436" Esra, herstelt den Joodschen Godsdienst, na de Babyloniche Gevangenis. II. 120 F. Fabelen dienen tot onderwys voor Kinderen , III 286. Zy moeten , zoo wel als andere Digtstukken bestaan uit eene Daad, die van belang is, en 'er moet Een' heid in heerschen , ald. Men moet 'er een Knoop, Ontknooping en Vertooners in vinden , ald. Wat men .eigenlyk eene Fabel noemt, ald. Vereischten in Fabelen 289, enz. Oorsprong van dezelven. 294 Feciales by de Heidenen, berigt wegens dezelven. I. 245 Feest, Jaarlyksch) by de Jooden op den grooten Verzoendag. I. 134' Figuren , ook Gestalten genoemd , waarin zy bestaan III. 162. Derzelver nuttigheid, 163,enz. Voornaamste Regels, welke men in derzelver gebruik behoort in agt te nemen. 164, enz* Figuurlyke wyzen van spreken geven groote kragt aan de Verhevenheid van Styl III 22 Flamines, berigt wegens dezelven. I. 144" Fraaiheid in de Gedagten, noodige Vereischten tot dezelve* Zie Gedagten. B 2 Fran-  12 BLADWYZER DER franken , rigten een Nieuw Ryk in Gallie op. II.' 179 Frankryk Zie Vrankryk. G. Galba Keizer van Rome, byzonderheden wegens hem. II. 162 Gallie, door Barhaarsche Volken overmeesterd II. 178 Gaulen berigt wegens hunne Afgodery. I. 204 Geboden des Euangeliums derzelver billykheid aangetoond. I. 315 Gedagten , door hoedanige Teekenen zy uitgedrukt worden , II. 414. Gedagten maken eigenlyk de Ziel en het Wezen van eene Redevoering uit, III. 53. Hoe men op dezelven behooren te letten , aangewezen in het verhaal van Livius wegens het Gevegt tusschen de Horatien en Curatien , 56. Waarheid is een volstrect vereischte om eene Gedagte fraai -te maken , 62. Waarin de juistheid of netheid eener Gedagte gelegen is, 63. De Gedagte van Asfonius wegens Dido is juist, maar heeft wat te veel speling 63. Quintilianus, Gebeuzel' agtige Gedagte van zeker' Schryver wegens den brand Dianaas Tempel berispende , vervalt zelf in het beuzelagtige 64. Bevalligheid, die in de Gedagten moet heerschen, door voorbeelden , uit Horatius, Monen en Poot aangewezen , 65. Gedagten moeten in Grootsch heid of Eenvoudigheid geschikt zyn naar het Onderwerp, 66. Dit hebben Cicero , Vellejus Paterculus en Seneka in agt genomen 67* Ook Valerius Maximus ald. Voorbeelden van Fraaije Gedagten uit de Nagtgedagten van Young, 67 Uit Plinius , Seneka, Sofokles, Tacitus , Horatius en Hooft, 70, enz. Voorbeelden van hartigheid in de Gedagten uit Plinius, Virgilius, Cicero, Catullus , Proeve van Digtoeffeningen en Tibullus 72, enz. Aanmerkingen van Boubours over dezelve , 74. Gedagten , die door hare Nieuwheid, Geestigheid of Ongewoonheid aandagt wekken, moet men wel toetsen, eer men ze navolgt, 74. Zy veroorzaken veeltyds eenen verkeerden - Smaak, dien Seneka te Rome heeft ingevoerd ; 74. De eene ongerymde Gedagte brengt dikwyls de andere voort , aangewezen door een voorbeeld uit Monen. 86 Gedwongene , het) is het tegengestelde van het Natuurlyke. Zie Natuurlyke. Geest, Heilige) noodzakelykheid van deszelfs bystand getoond, I. 314 Geesten zyn geene voorwerppen der menschelyke kennisse I. 12 Geestverrukking , of Digter-' lyke Vervoering, eigen aan het Liergedigt. III. 459 Geheel wordt by Vervanging wel  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 13 wel eens voor een Deel gesteld , als drie Waerelden voor drie Waerelddeelen. De geheele Aarde voor het Roomsche Ryk. III. 154 Geleerdheid bloeijende staat van dezelve in de Zeventiende Eeuw, III 318. In de Agttiende Eeuw. 358, enz. Geloof, deszelfs noodzakelykheid, I. 311 Hoe onderscheiden van Wetenscbap. I 3 Geluk , verscheidene goederen, waaruit het geboren wordt. I. 98** Gelykenissen , door dezelven kan men personen en zaken in een treffend licht doen voorkomen III 203. . Voorbeeld uit Virgilius, 204. Zy brengen zeer veel toe om den Lezer of Toehoorder te vermaken , ald. Regels, welke men in dezelven moet in agt nemen. 204, enz. Gemeenzame, het) is gelegen ■ in de keuze van het nette en kiesche , in de taal der Gezelschappen. III. 292 Germanen, oude) berigt wegens hunne Afgodery. I. 204 Geschiedenis, Euangelische) hare Geloofwaardigheid, I, 279. Zie ook Historie. Gestalten. Zie Figuren. Getal, een bepaald voor een onbepaald, of omgekeerd, wordt dikwyls by Vervanging gesteld III. 154 Getrouwheid, bepaling van dezelve. I. 102* Geweten is de Regel, waar aan men zyne daden moet toetsen, I. 89. Beschryving en onderscheiding van het zelve , ald. Onderscheid tusschen een goed en kwaad Geweten , 90 Kwaad Geweten door Juvenalis beschreven, ald. Waarin een verlicht Geweten bestaat, ald. Wanneer het Geweten wel onderregt is, 91. Wanneer twyffelend, ald. Wanneer dwalend , ald. Wanneer zondig en onzondig , ald Waarin een twyffelend Geweten toe te geven, 92. Hoe een dwalend te regt te brengen. ald. Gezigt , het) verschaft ons meer denkbeelden dan eenig ander Zintuig. III. 351 Gezwollenheid van Styl en Gedagten moet men in de Welsprekendheid vermyden , III. 20. Voorbeelden van dezelve uit Seneka, 21. Uit Vevejus Pateroulus ald. Uit Antonides. ald. God, Newtons Gedagten over zyn Bestaan en Eigenschappen, I. s, enz. Gods Bestaan bewezen uit de geschapene dingen, 13 , enz. Wyze om hem te leeren kennen. III Godgeleerdheid , Natuurlyke > Verhandeling over dezelve. I. 3. enz. Godheden der oude Britten, I. 213. Der Carthaginensers 212. Der Gaulen-, 207. Der Germanen, 205 Hare wyze van waarzeggen , ald. Der Saxen, 213. Der Spanjaarden. 211 B 3 Gods-  11 BLADWYZER DER Godsdienst der latere Jooden, berigt wegens denzelven. I, 166 Goedwilligheid lofreden over de algemeene I. 104* Gothen, berigt wegens dezelven. II 180 Gouden Stranden, by Overnaming, voor Stranden, die Goud bevatten. III. 146 Gratianus, byzonderheden onder de Regeering van dezen Keizer. I. 430 Gregorius Nazianzenus, zyne Gedagten over Kerkelyke Vergaderingen. I. 407 Grieken, berigt wegens hunne Afgodery. I. 219. Door de Persianen beoorloogd. II. 120 Grieksche Kerk, hare Leerstuk ken en Plegtigheden , met opzigt op haren ouden en tegenwoordigen staat. I. 465 , enz. Groeijen in Oorlogen is eene sterke zugt tot oorlogen voeden. Zie Overnaming. III- 149 Grootspraak. Zie Hyperbola. H. Hadrianus, Aelius) Keizer * van Rome, byzonderheden van zyne Regeering. II. 165 Haman, zyne Historie. II. 104 Hannibal, zyne verrigtingen. II. 116, 128 Hartstogten. Zie Driften. Hartstogten en Ondeugden worden in de Henriade vertoond als persoonen. III. _ 337 Hegira der Arabieren , wan neer dezelve begint. II. 48 Heidendom, Inleiding tot het zelve, I. 169> enz. Oorsprong en Voortgang van het zelve. 171 Heidenen, hunne valsche denkbeelden wegens God. I. 249 Heilige der Heiligen, waardoor uitstekend I. III Hekeldigt, Historie van het zelve. III. 516, enz. Hekeldigters, karakter der voornaamste III. 532,enz. Heldendigt , vordert eenen eenvoudigen aanhef III 9. Aan welke soort van Digtstukken men dezen naam gegeven hebbe , 301. Hoe het verschilt van eene Historie, ald. Het Onderwerp van een Heldendigt moet eene enkele daad zyn, 302. Het Bywerk van een Heldendigt moet uit de omstandigheden voortvloeijen, 304. Zie Bywerk. De Daad van een Heldendigt moet volkomen zyn , 304. Zy moet van dien aart zyn dat men 'er belang in neme , 305. Tot het maken van een Heldendigt zyn zeer vele kundigheden noodig, 307, enz. Aanmerkingen over den Knoop van een Heldendigt, 308 Onderzoek of het Wonderbare tot het Wezen van een Heldendigt vereischt wordt, 310, enz. Beschouwing der Houdinge van een Heldendigt, 333, enz. Hoedanigheden, die in het zelve moeten plaats hebben. 349, enz. Hel-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 15 Heldeneeuw , berigt wegens dezelve. II. 76 enz. 85, ■ enz. Hemelvaart van Christus, verschaft een bewys voor de Goddelykheid van zyne Zending. I. 307 Henriade, voornaam Onderwerp van dit Digtstuk , III. 336. Verdigtsels by het zelve gevoegd, zyn allen afgenomen van het Wonderbare, ald. Hartstogten en Ondeugden, worden in het zelve vertoond als Persoonen. 337- Voorname Karakters in het zelve , ald. Schoonheden, in dit Digtstuk aangewezen. 342,enz, Heraklius, gevoelen van dezen Keizer, over de naauwe vereeniging van bet Woord met de Menschlykheid. I. 445 Heraklius van P. Corneille en . Athalia van Racine met elkanderen vergeleken. III. 418, enz. . Hercules, berigt wegens zyne verrigtingen. II. 76 Herders. Men kan over derzelver Karakter oordeelen uit hunnen staat III. 297 Herderszangen, waarin zy eigenlyk bestaan, III. 295 enz. Styl, die in dezelven behoort te heerschen, 298. Tegenstellingen en Herhalingen passen 'er zeer wel in, 299. Derzelver Oudheid. 303 Herhaling heeft plaats by de Digters, wanneer in de uitroeping eenige verkoeling en matiging gebragt wordt, III. 175. Waarin zy beftaat, 189. Zy dient , doorgaans om den Styl te . . verlevendigen ; maar in Herderszangen schynt zy uit ! gemaklykheid voort te ko ■ men. 299 ■ Hertred is de herhaling van denzelfden klank in het begin , midden en einde. III. 197 Hester en Athalia van Racine zyn twee Stukken , die, als geheel waar en historisch, geschikt zyn om het hart te raken. III. 355 Hervorming der Europeesche Kerken I 468. Zie ook een Berigt wegens de Hervorming in Europa. II 275 Hilarius komt in den jare 461 tot de Pauslyke waardigheid , toen de Kerk een Tooneel was van groote omwentelingen. I. 439 Hiskia , Koning van Juda , berigt wegens zyne' lotgevallen. II. 98 Historie, verdeeld in Oude en Hedendaagsche II. 51. De eerste wordt gevoeglyk in Twaalf, de laatste in' Zeven Tydbestekken onderscheiden. II. 52 Homerus weet Verhevenheid met Eenvoudigheid te paren , III. 33. Hy was in de uitkiezing van zyn Onderwerp voor Ilias gelukkiger dan Virgilius in het zyne, 306. Ook in dat van de Odyssea ald. Een ander voordeel van hem boven Virgilius is dat hy zynen Held met onvolmaaktheden vertoond heeft, daar de laatde den zynen als een volmaakt B 4 man  16 BLADWYZER DER man doet voorkomen. 330 Hongarye staat van zaken in dat Ryk , II. 281. Zie ook Europa. Hongrig Land, dat is Land, waarin de Honger heerscht by overnaming. III. 151 Honorius tot Keizer van Rome aangesteld I. 432 Hooft, voorbeelden van Fraai ■' je Gedagten uit zyne Schriften, III. 70, enz. Gepast gebruik, en goede keuze van Woorden by hem. 93 Hooge Priester , berigt wegens denzelven. I. 244 Hooren , voor Verhooren , by " Overnaming. III. 151 Horatien en Curatien, aanmerkingen over het Verhaal van Livius wegens hun Gevegt Zie Curatien. Horatius van P. Corneille, Bebeschouwing van dit Treurspel III 411 Horatius Fiaccus , Quintus Voorbeelden van Bevalligheid in de Gedagten van dien Digter, III. 65. Voorbeelden van Fraaiheid in zyne Gedagten , 70, enz. Zyn karakter als Lierdigter, 477. Als Hekeldigter. 523 Hout, Zie Dryvend Hout. Hozea Koning van Israël, ' onder hem neemt dat Ryk een einde II. 98 Huwen of Trouwen , Over' dragtig Gebruik van deze Woorden by de Digters III 88, enz. Hyperbola of Grootspraak is ; eene wyze , van zeggen , waardoor men buiten de Waarheid gaat, om de din gen grooter of kleiner, beter. of slegter te maken dan zy wezenlyk zyn, en dus de aandagt te wekken , III 155. Voorbeeld van dezelve uit Virgilius, ald. Somtyds bestaat zy uit klare en duidelyke Woorden, somtyds is zy gelegen in Vergelykingen, en somtyds in stoute Overdragten 156 I jaartelling , Christelyke en gemeene) wanneer begonnen, II ' 48 Jakoh, zyne Historie. II 63, enz. Jakoh Simonszoon de Ryk, Beschouwing van het beloop van dit Treurspel, tot opheldering van den aart van "een Bedryf. III 363 Jakobus de Groote, zyn leven, en reizen. I. 350 Jakobus, de Kleine bygenaamd, byzonderheden wegens hem. I. 355 Jazon , berigt wegens zyne verrigtingen. II. 76 Jeroboam .Koning van Israël, byzonderheden wegens hem. II. 89. Jeroboam, de 11de , Koning van Israël, byzonderheden wegens hem. II. 89 Jeruzalem door de Romeinen verwoest. H, 163 Jezus Christus zyne Geboorte en Historie, II. 156. Zie ook Christus. Ignatius, Bisschop van Konstantinopolen , zyne lotgevallen. I. 457 Inleidingen vorderen niet in alle  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III Afd.] 17 alle gevallen denzelfden Styl. III 9 Joachas, Koning van Israël, ' berigt wegens hem. II. 94 Joannes , de Evangelist berigt wegens hem. I. 351 Joannes de Dooper, zyne Historie. II. 159 Jojachim, Koning van Juda , II ; 101 Jojakim , Koning van juda, II. 100 Jooden beginnen, na de Ba' bylonische gevangenis, den Tempel te herbouwen, II. 119. Zy worden vervolgd door de Koningen van Egypte en Syrië. 127 ,130 Joodendom, Verhandeling over het zelve. I 105 enz. Josaphat, Koning van Juda, II 90 Joseph, zyne Historie. II. 65 Josia, Koning van Juda. II. 100 Josua, zyne Historie. II. 73 Jotham , Koning van Juda , II 93 Irene, byzonderheden, onder de Regeering van deze Keizerinne. I. 449 Ironie. Zie Scbimp- of Spotreden. Israël, Koningen van) II. 90, enz. Het Ryk geëindigd, 98 Israëliten , staat van hunne Regeering onder de Koningen, I. 159. In Egypte hard gehandeld, II 66. Hunne lotgevallen in de Woestyne, 69. Hunne komst in het beloofde Land, 74. Hunne Historie onder de Regters, 74, enz. 78,enz. Onder de Koningen, 80, enz, 87, enz. Hun Ryk verdeeld in de Ryken van Israël en Juda. ' 89 Italië, deszelfs eerste Koningen, II. 76. Staat van zaken aldaar, Sederd den dood van KareL den Grooten, 199, enz. 208. Door burgerlyke oorlogen ontrust . Sedert den dood van Franciskus den IIden , II. 239, enz. 249, enz Onlusten aldaar, 258. Staat van zaken sedert Karel den Vden, 271, enz. 329. Zie ook Europa. Juda, Koningen van) II 89, enz. Het Ryk geëindigd. 101 judas Iskariot, berigt wegens dezen Apostel. I. 359 Judas Thaddeus,een der twaalf Apostelen, berigt wegens denzelven. I. 359 Judea , tot een Roomsch Wingewest gemaakt. II. 143 Jugurtha, Koning van Numi, die, door de Romeinen beoorloogd. II. 138 Juliaanscbe Tydbestek berigt wegens het zelve, II. 50. Wanneer het eerste Juliaansche jaar begint. 48 Julianus de Afvallige, berigt wegens de verrigtingen van dezen Keizer. I. 418 Julius Cesar, zyne Historie, II. 144, enz. Zyn dood. 149 Juvenalis , zyn karakter als Hekeldigter. III. 528 Izaak, zyne lotgevallen. II. 65. K. Karakter en Zeden moet men niet onder elkanderen verwarren, III 327. Wat men eigenlyk door het KaB 5 rakter  18 BLADWYZER DER rakter van een mensch te verdaan hebbe, ald. Men heeft een Karakter voor iederen Ouderdom en Staat. Ook zyn 'er Karakters, die tot byzondere zedelyke gesteltenissen behooren; 328. Men kan geen Karakter aannemen of afleggen , maar wel op eens zekere wyze ■ regelen, ald Uit het Karakter en de Zeden kan men • den grond van het gedrag der menschen opmaken, 328. Karakter of Zeden moeten door den Digter niet verteld worden ; maar de Personen , welke hy invoert , moeten zich door hunne daden kenbaar maken. 332 Karel de Groote wordt Meester van bet Keizerryk. II. 199 Karel de Vde , Koning van Spanje en Heer der Nederlanden , berigt wegens de verrigtingen van dezen Vorst, II. 271. Door verscheidene onlusten gedrongen, staat hy de Regeering af. 272 Keizers van Rome, sedert Nero tot Constantinus den Grooten, II. 162-173- Van hem tot den ondergang van het Westersche Keizerryk. 162185 Keizerryk, staat van het zelve in en na den tyd van Karel den Grooten , II 199, enz. 208, enz. 227, enz. 235, enz. 329, enz. Sedert den dood van Karel den VIden, 348, enz. Zie ook Europa. Kerk, staat van dezelve in de Zeventiende EEUW II. 316 Kielen , voor Schepen, by Vervanging. III. 154 Kinderdoop was in de Vierde Eeuw reeds onder de Christenen in gebruik. I. 413 Klaagzangen. Zie Elegien. Klaarheid heerscht in een Verhaal, wanneer alles in zyne behoorlyke plaatse gesteld is. III. 288 Klanken , waarin derzelver Samenstelling bestaat III. 120. Zv kunnen, zonder tot Woorden gevormd te zyn, zekere zaken uitdrukken , ald. Vermogen der Klanken , door Voorbeelden uit Schryveren aangetoond. 122, enz. Klooster voor Kloosterlingen. Zie Overnaming. III 146 Knoop en Ontknooping, wat zoo in Werken van Vernuft genoemd wordt , III. 308. Voorname en Ondergeschikte Knooten in een Digtstuk , ald. In de Eneis, 309 Vereischten in den Knoop en de Ontknooping. ald. Konst houdt op Konst te zyn, wanneer zy al te zigtbaar is. III. 8 Konstgrepen , waarvan de Digters zich bedienen. III. 340 Koran, voornaamste Leerstukken van denzelven. II. 36, enz. Kortheid in Digterlyke Verhalen en vooral in Fabelen is niet onbestaanbaar met het melden van kleinigheden . III 287. Tot de Kortheid is noodig dat een Stuk  VOORNAAMSTE ZAAKEN [III. Afd.] 19 Stuk eindige, waar het behoort. III. ald. Kruipende Dieren, bewys uit dezelven voor Gods bestaan. I. 67 Kruisvaarten naar het Heilige Land , berigt wegens dezelven. II 242 L. Laurentius, dingt met Synmachus naar de Pauslyke waardigheid, en wordt tot Paus verkozen. I. 441 Leenspreuk bestaat uit eene aaneenschakeling van Overdragten in dezelfde Reden, III 141. Leenspreuken moeten eindigen zoo als zy begonnen zyn, ald enz Voorbeelden van dezelven uit onze Digters. 142 Leerdigten, algemeene Regels voor dezelven. III. 515 , enz. Leeren, Manier om dit te doen. II. 465 467 Leerstukken des Euangeliums bewyzen de Waarheid van den Cbristelyken Godsdienst. I. 300 Leerwyzen. Zie Redenbeleid Leiden , gepast gebruik van dit Woord by Seneka, III. 92. Het zelfde denkbeeld wordt by eenen anderen Schryver zeer wel uitgedrukt door het woord Sleepen. 91 Letterspelingen zyn by de beste Schryveren niet te vinden. III 34 Levende Scbepsels, Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. 48 Lezen wat men in het lezen van goede Schryveren behoort in agt te nemen, uit Quintilianus aangewezen. III. 2, enz. Liefde voor het Vaderland aangeprezen, I. 103*. Liefde tot de Waarheid. 102* Lierdigt, Verhandeling over het zelve, III. 455. Natuur van en Regels voor het zelve, 457. Geestverrukking of Digterlyke Vervoering aan het zelve eigen, 459.. Het Verhevene wat, en hoe het in Lierdigten moet plaats hebben, 460. Aanheffing van het Lierdigt hoe die zyn moet, 465. Wat men Sprongen in een Lierdigt noemt, ald. Uitweidingen in het Lierdigt, ald. Wanorde in ' het Lierdigt, ald. Verschillende soorten van Lierdigten. 468 Lierdigters, karakter der voornaamsten onder de Ouden, III. 477. Onder de Nederlandsche Digters. 483. Lierzang. Zie Lierdigt. Ligchaam, voordeelen van het zelve. I. 99** Livius, aanmerkingen over zyn Verhaal wegens de Horatien en Curatien. Zie Curatien. De Aanspraak van Pacuvius aan zynen zoon Perolla, by dien Schryver voorkomende , bygebragt als een voorbeeld van de konst om bewyzen aan te voeren, III 50. Beschouwd als een Meesterstuk van Welsprekendheid, 52, enz. Goede keus van Woorden by dien Schryver. 91 Le-  20 BLADWYZER DER Lodewyk de VIde, herstelt de magt der Koningen van Vrankryk , II 231. Zie Vrankryk, Loos ,> deszelfs kragt agter de Woorden, III 264. Uitzondering van hetWooid Schadeloos ald. Loth , zyne Historie. II. 61 Lucanus, zyne Schoonheden vergeleken met die van Terentius en Virgilius. III. 83 Lucilius, als Hekeldigter beschouwd. III 522 Lucullus, overwint Mithridates en Tigranes. II. 142 Lucullussen voor Lekkerbekken , by Overnaming. III. 147 Lugt, bewys voor Gods bestaan uit derzelver gesteltenisse. I. 34 Lukas, de Euangelist , zyn leven en reizen. I 361 Luther, zyne verrigtingen ten aanzien der Hervorminge. I. 448, enz. M. Maan Gods beStaan uit de* zelve bewezen. I. 24 Maancirkel, wat. II. 50 Maat, welke in het wel schryven moet gevolgd worden III. 110 enz. De verscheidenheid van Maten moet eene Redevoering aangenaam maken. 119 Manasje, Koning van Juda, byzonderheden wegens hem. II. 99 Markus, de Euangelist, zyne reizen en verrigtingen tot voortplanting des Euangeliums. I, 360 Marius, zyn twist met Sylla. II- 140 Marokko, groote omwenteling daar voorgevallen in den jare 1730. II. 341 Marsiaansche oorlog, berigt wegens denzelven. II. 139 Masinista laat zich bewegen om den Cartbageren af en den Romeinen toe te vallen. II 119 Medelyden , moet door de Daad van een Treurspel gaande gemaakt worden, III 383. Het ontstaat, wanneer men zynen Medemensen ongelukkig ziet. 384 Meden , oprigting en einde van hun Ryk. II. 95, 105 Meervoudige, Het) voor het Eenvoudige, of omgekeerd, by Vervanging. III 154 Melodie, algemeene Regels om dezelve in Schriften te doen heerschen. III. 106, enz. Menscb, Gods bestaan uit de beschouwing der Menscben bewezen , I. 70. Onderscheidene betrekkingen van den Mensch. 77. Zvne vroege jeugd, ald. Zyne kindschheid, 78. Zyne manlyke jaren , 79- Zyn ouderdom, 80. Wanneer een werktuig , wanneer een dier, 88 Zyne verscheidene Pligten, 96. Wanneer deugdzaam. 99 Menschlievendheid bepaling van dezelve. I, 103* Merken, L. W. van) goede keus van Woorden by die Digteres, III. 96. Voorbeelden van Overnaming in  Voornaamste zaaken. [in. Afd.] 21 in hare Digtstukken. 146, enz. Messias voorzegging wegens denzelven, I. 268. Eene gewyde; Herderszang. 275 Metaphora Zie Overdragt. Metonymia. Zie Overnaming. Miry Weis. Zie Oosten. Misbruik of Catachresis heeft plaats wanneer men den naam van eene zekere zaak, ontleent, om 'er eene andere door te kennen te geven, als Bladen, aan Boomen eigen voor bladen van Boeken, III. 160. Dreigen Voor voorspellen by Antonides, 161 De aanleiding tot deze wyze van spreken is te zoeken in de armoede der Talen. ald. Mithridates, door de Romeinen tweemaal beoorloogd, II. 140, 142. Door Lucul , lus overwonnen. 142 Mogelykheid by den Digter behoeft slegts schynbaar te zyn: dezelve heeft plaats in de Cid van Corneille. III 357 Mohammed, Wetgever der Arabieren, verschillende gedagten wegens hem, II. 3. Zyne geboorte door Fahelen overeenkomstig gemaakt met die van Christus , 5, enz. Zyne Opvoeding, 5. Hy had al vroeg voornemens om zich groot te maken , 7. Hoe hy die volvoerde , 8, enz. Tegenstand, welke hem daarin ontmoette, 14. Zyne Reizen door de zeven Hemelen, en zyn omgang met den Engel Gabriel, 16, enz. Byzondere voorregten aan hem toegeschreven , 27, enz Leerringen, welke hy onder de Arabieren invoerde. 36. enz. Moliere, zyn karakter als Blyspeldigter III. 452 Manen, voorbeelden van bevalligheid van Gedagten uit denzelven , III 65. De spreekwyze van zich in Rozen te baden , en met Doornen afdroogen in hem berispt. 86 Monzonge onderzogt en als een voorbeeld van een goed Treurspel aangeprezen. III. 365 , enz. Mozes, zyne Historie. II. 66 n. Naamwisseling Zie Overnaming. Naamwoorden Byvoeglyke). Zie Byvoeglyke Naamwoorden Nabonassar, zyne Jaartelling. II- 47 Nagtgedagten van Young, voorbeelden van Fraaiheid uit dezelven. III 67 Napels, groote verwarring in dat Ryk, na den dood van Alpbonsus van Arragon. II. 260, enz. Natuur, hare werkzaamheid, I 12. Natuur leert ons dat eene al te groote opeenstapeling van Schoonheden de ware Welsprekendheid niet kan uitmaken, III. 34. Wat wy met betrekking tot de Digtkunst door dezelve te verstaan hebben. Na-  22 BLADWYZER DER Natuurlyke Godgeleerdheid. Zie Godgeleerdheid. Het Natuurlyke is het tegengestelde van het Gedwongene III 294. Het kan plaats hebben in de zaken of in de uitdrukkingen. ald. Nederlanden, staat van zaken in dezelven, sedert den dood ' van Keizer Karel den Vden. II. 271 ,277 , 289 Nederlandsche Lierdigters , voornaamsten onder dezelven, Zie Lierdigters. Negende Tydbestek van de Oude Historie bevat 198 jaren , en gaat van de Onderbrenging van Carthago tot de Geboorte van Jezus Christus. II 128, enz. Neptunus en zyn Tempel beschreven I. 238 Nero, Claudius) Keizer van Rome, byzonderheden wegens hem, II. 170. Zyn verkeerde smaak in een koperen Standbeeld van Lysippus te laten vergulden, III, 13. Nero voor eenen Wreedaart, by Overnaming. 147 Nerva, Keizer van Rome. II. 165 Nestorianen berigt wegens denzelven. I. 435 Netheid of Juistheid in de Gedagten. Zie Juistheid. Nimrod, de eerste Koning. II. 59 Noach, zyne Historie, II. 58. Zyne Zonen bevolken de Aarde. 59 Numa Pompilius , tweeden Koning van Rome, byzonderheden wegens hem. II 102 Nyloe, geeft eenige algemeene Regels om eenen vloeijenden Styl in het Nederduitsch te schryven. III. 102 O. Octavianus zyne verrigtingen na Cesars dood, II. 149» enz. Hy krygt den naam van Augustus. 154 Oeffeningen in de konst om bewyzen aan te voeren noodzakelyk, III. 44. Opgehelderd door het voorbeeld van Cicero in zyn pleit voor Roscius 45. Van Livius in de Aanspraak van Pacuvius aan zynen Zoon Perolla, 50. Wat men in die Oeffeningen te doen hebbe om de konst van Uitvindinge te leeren, 51. Wat om de scbikking der bewyzen naar behooren in agt te nemen. ald. enz. Of- Zie En. Offerhanden der Jooden. I. 116, enz. Der Heidenen. 242, enz. ' Olympische Jaartelling, hoedanig. II. 247 Omscbryving, wat, III. 198. Voorbeeld van dezelve uit Cicero, ald. Tot welk einde men 'er zich van bedient, 199. Wanneer zy den naam van Uitbreiding verkrygt. 200 Omtogt, ook Omvatting genoemd, waarom deze Figuur dien naam draagt. III 195 Omvatting. Zie Omtogt. Ondervraging, wanneer zy in de Rederykkonst plaats heeft  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd] 23 heeft, III. 183. Tot deze Figuur kan de Verwyting gevoeglyk gebragt worden. 184 Onderwyzen, Manier om te) III. 465,474 Ondeugd, wat zy is, I. 95. Hare gevolgen vergeleken met die der Deugd. 104*** Ondeugden en Hartstogten zyn in de Henriade als persoonen verbeeld. III. 337 Ontbindende Leerwyze. Zie Redenbeleid. Ontferming, bepaling van dezelve. I. 102 Ontknooping. Zie Knoop. Oordeel, wat, II. 391. Beschreven ten aanzien van den Geest , die oordeelt. 392. Van den kant der Denkbeelden, waaruit het bestaat, 394. Van den kant der zaken , waarover men oordeelt. 395 Oorsprong der Denkbeelden, II 372 Oosten, zaken van het) in de agttiende eeuw. II. 334, enz. 342 Oostersch Keizerryk, deszelfs Staat van Constantinus tot Karel den Grooten, II. 185198. Na zynen tyd, 201, 208, 215, enz. 224, enz. .234.,enz. Door de Scythen en Turken ontrust, 235. Deszelfs staat sederd 'dien tyd, 244, enz. 258, enz. Ondergang. 268 Opera, wat eigenlyk dus genoemd worde. III. 379 Opklimming, vereischten in dezelve III. 192,enz. Opstanding van Christus bewyst de Goddelykheid van zyne Leer, I. 293. Aanmerkingen over de Opstanding der Dooden in het algemeen. 308 Orakelen , groote vooringenomenheid der Grieken met dezelven, I. 240. Derzelver verstomming 369 Otho Keizer van Rome. II 162 Ottomanscbe Ryk gevestigd. II. 169 Overdragt in de woorden huwen en trouwen-, by de Digters meermalen zeer fraai gebruikt, III 83, enz, Zy is de eerste soort van Woorddwalinge, doorwelke wy eenOneigenlyk woord, in plaatse van het Eigenlyke stellen , 135, Voorbeelden, 136. Zy kan genomen worden van alles wat de Zinnen aandoet : maar is bevalligst, wanneer zy genomen wordt van het geen de Oogen treft, 136 Voorbeelden uit de Zedelyke Brieven ,137. Cicero en Virgilius munten uit in het ge-. bruik van fraaije Overdragten, 138. Voorbeelden van Overdragten , afgenomen van zigtbare Voorwerpen uit onze beste Digters, 139. Uit Vondels Lucifer. 140 Overdragtige Uitdrukkingen moeten met groote behoedzaamheid gebruikt worden III. 85 Overgangen, Natuurlyke, door welken de bewyzen moeten aaneengeschakeld zyn, III 40, enz. Aangewezen uit de Lykreden op Hooft, 41. Uit Cicero, 42. Horatius is in  24 BLADWYZER DER in het byzonder fraai in Overgangen, waardoor hy schielyk van het eene Onderwerp tot het andere komt, 226 Voorbeeld uit den XIIIden Lierzang van het IIde Boek. 227 Overnaming is het plaatsen der eene benaminge voor de andere, uit hoofde van de naauwe betrekking tusschen dezelven , III. 142. Namen der Betrekkingen worden gesteld voor de pligten of hoedanigheden, Welke die betrekkingen vorderen , ald. Eene Rivier , die door een Land loopt, wordt voor het geheele Land genomen, 144. De Oorzaak wordt gesteld voor het Uitwerksel 145. De Stof voor het geen 'er van gemaakt is, ald. Ook heeft de Overnaming in de omgekeerde gevallen plaats, 146. Overnaming heeft mede plaats in het gebruik van het Onderwerp voor het ■ Toegevoegde, 146.I Hiertoe behoort bet bevattende voor het bevatte, ald. Men noemt den Bezitter niet zelden voor het Bezetene, 147, Hiertoe kan men nog brengen het noemen van Persoonen voor de deugden of gebreken , die in hun plaats hebben. 147. Dit is insgelyks zoo, wanneer men de afgebeelde zaak voor het Teeken stelt en wanneer de zaak , die in zekeren tyd plaats heeft, voor den tyd zelven genomen wordt , 148. Deze Woorddwaling heeft mede plaats in alle de omgekeerde gevallen, ald. By Overnaming stellen de Digters ook het voorafgaande voor het Gevolg, of het Gevolg voor het voorafgaande. 151 P. Parthen berigt wegens hun Ryk. II. 155 Paulus zyn leven en reizen. I? 344 Pauzen, tyd van hunne grootste magt, II. 46. Hun vermogen aan het wankelen. 270 Pelagianen. Zie Pelagius. Pelagius, berigt wegens zyne gevoelens. I. 434 Persianen, berigt wegens hunre Afgodery , I. 199. De Persianen beoorlogen de Grieken, II. 120. Hunne Koningen na de Babylonische Gevangenis, ald. enz. Hun Ryk onder Darius Codomannus geëindigd. 123 Persius als Hekeldigter beschouwd. III. ' 524 Persoonen, die in een Heldendigt verkzaam zyn , derzelver hoedanigheden bestaan in het Karakter of in de Zeden , welke men hun toeschryft. III. 327 Persoonsverbeelding , door dezelven worden hoedanigheden of onbezielde dingen als Persoonen voorgesteld, III. 104. Tweederleie wyze om die Figuur te beschouwen, door Voorbeelden opgehelderd, 212. De Digters trekken de Persoons-  VOORNAAMSTE ZAAKEN [III. Afd. ] 25 soonsverbeeldingen wel eens zoo ver, dat zy aan onbezielde dingen aandoeningen van bezielde toeschryven, 216, enz. Bewys van de kragt, welke deze Figuur, wel gebruikt zynde , aan eene Reden kan byzetten, 220. In de Henriade zyn de Persoonsverbeeldingen afgenomen van de Hartstogten of Ondeugden. 337 Persoonswisseling is eene zeer fraaije Figuur , waardoor de Werking en Gedagten van verscheidene Persoonen vertoond worden. III. 223 Peter de 1ste, Czaar van Rusland hervormt zyne Natie II 333- Zyne verrigtin gen , . 334 Pheniciers berigt wegens hunne Afgodery. I. 184 Philippus, een der Apostelen, zyn Leven en Reizen. 354 Pindarus , zyn karakter als Lierdigter beschouwd. III 470, enz. Plaats, Eenheid van dezelve vordert dat alles in dezelf- . de plaatse geschiedt, III. 375. Die Regel moet strik- . telyk worden opgevolgd, ald. De Ouden hadden, in dit geval , een voordeel: zy kozen eene openbare plaats voor de Vertoonplaats van hunne Tooneel- . stukken. 376 Planeten , Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. 19 Planten, Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. 44 Reg. voor de Fraaije Lett. Plato, Cicero en Demosthenes, onderscheiden in hunnen Styl, III. 17. Het Karakter van den Styl van Plato aangewezen. 33 Plautus, zyn Karakter als Blyspeldigter III. 446Plegtigheden der Jooden by hunne Offerhanden. I .119, enz. By hunne Begravenissen. 149 Pleitzaal, Welsprekendheid van de). Zie Welsprekendheid. Vereischten om in dezelve uit te munten. III 248 Pligten der Menschen jegens God, I.95. Jegens de Maatscbappy ,101. Van Kinderen, ald. Van Broeders en Zusters, 102. Van Huisgenooten, 103. Van Gehuwden, ald. Van Ouderen, 97*. Jegens Dienstboden , 99 *. Jegens Vreemden, ald. Jegens Naburen. 101 * Plinius , Voorbeelden van fraaije Gedagten uit denzelven , III. 70. Die Schryver heeft ook voorbeelden' van aartigbeid van Gedagten, 72. Goede keuze van Woorden by denzelven. 94 Plutarchus , zyne Welsprekendheid geprezen. III. 34 Pluto, door de Digteren beschreven. I. 237 Polen, Zaken van dat Ryk, II. 145, enz. 255, enz. 295, 303, 320, 337, enz. Zie ook Europa. Pompejus, zyne krygsverigtingen, II. 142, enz. Zyn dood. 147 Pool en As zyn in beteekenisse van elkanderen onderscheiden III 263 C Poot,  30 BLADWYZER DER Poot, Voorbeelden van Bevalligheid van Gedagten uit dien Digter. III 65 Portugal, Zaken van dat Ryk, II. 278,301. enz. 331,enz. Zie ook Europa. Pot, Willem van der) zyn karakter als Lierdigter onder de Nederlandsche Digters. III. 488 Predikanten kunnen zich te veel of te weinig op de Welsprekendheid toeleggen. III. 255 Predikstoel tot de Welsprekendheid van denzelven behoort dat de Redenaar onderrigte, behage en treffe. III. 252 Pretendent doet poogingen om op den troon van Engeland hersteld te worden II 326 Priesters by de Heidenen, berigt wegens denzelven. I. 244 Proeve van Digtoeffeningen, Voorbeelden van aartigbeid van Gedagten uit dezelven. III. 72 Proferpina , hoe afgebeeld. I- 138 Proseuchae. Zie Bedehuizen. Protestanten, hunne zaken in Europa , sedert het sluiten van den Vrede te Utrecht. II 331, 337 PruisSen, deszelfs eerste Koning, II. 323. Zaken van dat Ryk , 331. Zie ook Europa. PSalmen van David als Lierdigten beschouwd. III. 494 Punische Oorlog, de Eerste) II. 14. De Tweede, 116 De Derde. 135 Puntdigt, wat, en deszelfs hoedanigheden. III. 537 Puntspreuken , aanmerking over de verscheidene wyzen, op welken Cicero en Seneka zich van dezelven bedienen. III. 79 Q. Quintilianus, de beuzelagtige Gedagten van zeker' Schryver , wegens den brand van Dianaas Tempel berispende, vervalt zelf in het beuzelagtige , III. 64. Zyn oordeel over de bevallige fouten van Seneka. 75 R. Racine , Vergelyking tusschen hem en P. Corneille. III 408 , enz. Reden, waarom den mensch gegeven, I. 84. Hoe best gebruikt, 85. Hoe door het zedelyk besef bestierd 86 Redenaar, zyn post is te onderwyzen te behagen en te bewegen. III. 4 Redenbeleid of Leerwyze is Ontbindend of Samenstellend II 405 Redeneerkunde, wat, van welk. gebruik, en hoe te verhandelen. II. 36l, enz. Redenkaveling, wat. II. 397 Regels, aan welken men'de menschelyke daden behoort te toetsen , I. 89, — Regels, die aan beide de Leerwyzen gemeen zyn, II. 407. Regels voor het Om-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 27 Ontbindende Redenbeleid, 410. Voor het Samenstel. lende. 412 Regeering, Joodsche) staat van . dezelve. I. 156 Regters, staat van zaken, by derzelver bestiering onder de Jooden. I. 57. II. 78 Regtvaardigbeid, beschryving ■ van dezen pligt. I. 101* Regulus, byzonderheden we • gens hem II. 115 Rebabeam, Koning van Juda, byzonderheden wegens hem. II. 89 Remus. Zie Romulus Rome gegrondvest , II. 97. Deszelfs staat onder de Koningen , 101-107. Onder • de Burgemeesters. 107 Romeinen, berigt wegens hunne Afgodery ,1. 219. Hunne Oorlogen tegen de Karthagers II. 114, enz. Zy verdelgen Karthago , 136. Hunne verdere verrigtingen in , en even na den Punischenoorlog, 137. Hunne zaken ten tyde fan Cesar en na zynen dood, tot de geboorte van Christus 144, enz. Roomscbe Keizers. Zie Kei, zers. Romulus en Remus , hunne Historie. II. 95 > enz. Rotssteen , deze benaming wordt op God toegepast, om de kragtdadigheid van zyne ondersteuningen Uit , te drukken, III. 130 Rozen , zicb baden in) aanmerking over deze uitdruk, king by Monen, III. 86 Rusland, berigt wegens deszelfs zaken, III. 337- Zie ook Peter den 1sten en Eu. ropa. Rust in eene Periode kan aangemerkt worden als eene Rust voor het Oor, die in vaarzen natuurlyk valt, of als eene Rust voor den geest, die door teekenen van zinonderscheiding wordt aangewezen, III. 113, enz. Rusten moeten in Prosa zoo wel eenen bepaalden afstand van elkanderen hebben als in vaarzen, 114; Aangewezen door voorbeelden uit de vertaling van Gregorius Nazianzenus door Francius, 115, enz. Rust in Vaarzen noemen wy het geen ons belet eenen Rymregel zonder verpoozing uit te lezen, 273. Zy kan in onderscheidene plaatsen van een Vaars vallen , naarmate van deszelfs langte. ald S. Sallustius, heeft voorbeelden; van eene goede keuze in zyne Woorden , III. 92. Aangetoond in het woord! . Wankelen. ald. Salomon, zyne Historie. Ik 85, enz. Samatis en Selage . Bygeloof der Gaulen , wegens deze Kruiden I. 210 Samenspraken , in dezelven moet men altyd de reden kunnen begrypen, waarom nu de een dan de ander spreekt. III. 379 Samenstellende Leerwyze. Zie Redenbeleid C 2 ■ Sam-  28 BLADWYZER DER Samson, zyne Historie. II. 78, enz. Samuel, zyne Historie. II. 79, enz. Sara, hare Historie. II. 61 Sarcasmus noemt men die reden, door welke eene doode of stervende gehoond wordt, III 160. De benaming is ook in gebruik om de sterkste trekken uit een Hekelschrift aan te duiden. ald. Saxen, berigt wegens hunne Afgodery. I. 213 Schepping der Waereld, II. 54. Historie van de Schepping tot den Zondvloed. II. 54, enz. Schimp- of Spotreden, Ironia, heeft plaats wanneer ie . mand iets zegt het geen hy niet meent, met oogmerk om zich des te kragtiger uit te drukken , III. 158. • Men vindt 'er vele voorbeelden van in Vondels Treurspelen, by Antonides en anderen. ald. enz. Schoon niets is zoodanig dan het geen tevens waar is, III 321. In hoe verre een Digter dien Regel in het oog moet houden, ald. Schoonheid in de Welsprekendheid moet nooit van de nuttigheid worden afgezonderd, III. 28. Ons Oordeel over de ware Schoonheid is gegrond in de Natuur der zaken , III. 34 , enz. Schoonheid in de Natuur dient om het geen waar is des te meer te doen agten. 88 Schotland, staat van zaken al¬ daar ten tyde der Hervorminge. II. 276 Schouwspelen, de oorzaak van derzelver invoeringe by genoegzaam alle volken moet gezogt worden in de geschiktheid der menschen om te beschouwen , III. 351. Onderzoek wegens den aart en de hoedanigheden van een Schouwspel, dat genoegen zal geven, 352. Schouwspelen kunnen dienen om het ligchaam of om den geest te oeffenen, ald. Onderscheid tusschen beide die soorten , ald. In dezelven wordt de daad niet verhaald maar vertoond, 354, Alles wat tot het Heldendigt behoort kan 'er in overgebragt worden, ald. Zie ook Daad. Schrik bevangt ons, wanneer wy vrezen dat het onheil, het welk anderen drukt, ook ons zal treffen. III. 384 Scythen, hunne Afgodery. I. 204 Sekten der Jooden, verscheidenheid van dezelven. I. 151 Selage. Zie Samatis. Seleuciden, hunne Jaartelling. II. 47 Seneka, wist zyne gedagten zeer wel naar zyn Onderwerp te schikken, III. 67. Voorbeelden van fraaije Gedagten uit dien Schryver , 72. Door hem werd te Rome een verkeerde smaak ingevoerd, 74. Oordeel van Quintilianus over. . zyne bevallige fouten, 75. Voor-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.} 29 Voorbeeld van zyne Schryfwyze in de Samenspraak tusschen Damaratus en Xerxes, 76. Onderscheidene wyzen, op welken Cicero en hy zich van Puntspreuken bedienen , 79. Hy bezat geene bekwaamheden om zich binnen de palen van hetWare Schoon te houden, 81. Getoond uit zyne bedenkingen over de zeldzaamheid van ware Vrienden, 82. Oordeelvellingen van verscheidene hedendaagsche Schryveren over hem, ald. enz. Vergelyking van zyne Schriften met die van Terentius en Virgilius, 83. Hy moet niet gelezen worden, voor dat de smaak door het lezen van andere goede Schryveren gevormd is , 85. By hem vindt men voorbeelden van eene goede keuze in de Woorden, 92. Getoond in het woord Wankelen, ald. Vergelyking van Seneka met de Grieksche Treurspeldigters, 407. Zyn Edipus met die van Sofokles vergeleken. 407 . Servius Tullius , zesde Koning van Rome, zyne ver- . rigtingen. II. 102 Sidon, oprigting van dat Ryk. II. 76 Sieraden in de Welsprekendheid dus noemt men wyzen van zeggen, die geschikt zyn om eene Redevoering bevalligheid by te zetten, III. 25. Waarom de Sieraden van Taal en Styl noodig zyn, ald. Sieraden, die in eene Fabel moeten plaats hebben bestaan in Beelden in Beschryvingen , in Afschilderingen van Persoonen, Plaatsen en Houdingen, 289 Door Voorbeelden aangewezen. ald. Sierlyke, het). Zie Sierstyl Sierstyl , ook het Sierlyke of Deftige genoemd , is tusschen het Verhevene en het Eenvoudige. III. 24 Simon, de Cananieter byzonderheden wegens hem. I. 357 Sleepen, het zelfde denkbeeld wordt wel eens door Leiden uitgedrukt. III. 91 Smaak, Nieuwheid of Ongewoonheid van Gedagten is meermalen oorzaak van eenen verkeerden Smaak, III. 74. Door Seneka te Rome ingevoerd. ald. Sophokles , Voorbeelden van Fraaije Gedagten uit dien Digter. III. 72. Hy bragt het Treurspel tot de Regels van Betamelykbeid en Waarheid , 394. Berigt wegens zynen Edipus, 395. Zie ook Seneka. Sophonisba, hare Historie. II. 119 Spaansche Jaartelling , wanneer dezelve begint. II. 48 Spanjaarden, Oude) berigt wegens hunne Afgodery. I. 204 Spanje door Barbaarsche Volken overmeesterd, II 178. Heerschappy der Saracenen in Spanje geëindigd, 261 Deszelfs Koningen van Karel den Vden tot Filippus den Vden, 271, enz. 293, enz. Oorlog tegen PortuC 3 gal,  30 BLADWYZER DER gal, 301, enz. Overgang Van de Kroon uit het Huis van Oostenryk in dat van Bourbon, 319, enz. Zaken na dien tyd voorgevallen , 326 , enz. 339. enz. Zie ook Europa. " Spreuk , wat zoo genoemd * wordt. III. 228. By welke gelegenheden men 'er zich op de voordeeligste wyze van kan bedienen, 229, enz. Sprongen in den Lierzang, wat ' zoo genoemd wordt, III 465 Staartstarren Zie Cometen. Starren. Gods bestaan uit dezelven bewezen. I- 31 Stervelingen voor Menschen Zie Vervanging. III. 152 Stuwen, aanmerking over het • het gebruik van dit Woord. III. 91 Styl, onderscheiden in Eenvoudigen , Verhevener, en Deftigen. Zie op deze Woorden. Styl der Inleidingen, III. 9. De Styl moet geschikt zyn naar het Onderwerp , 29. Algemeene Regels om eenen vloeijende Styl in het Nederduitsch te schryven worden by Nyloe gevonden, 102. Voorbeelden van eenen vloeijenden rollenden Styl, uit de Voorrede van Francius voor Gregorius Nazianzenus over de Mededeelzaamheid, 105 105 Aanmerkingen over den Styl van Herderszangen , 298. De Styl van een Tooneelstuk moet geregeld worden naar den staat der Persoonen, die spreken 377 Sylla, Lucius) tegen Mithridates gezonden , II 140. TotOppergezaghebber verklaard. 141 Synagoogen der Jooden, derzelver oorsprong, I 140. Gebouwen van de Synagoogen , 141. Dienst in dezelven , ald. Bedienaars van dezelven. 142 Synecdoche. Zie Vervanging. Syphax; byzonderheden wegens hem. II. 119 T. Taal , in welke men wil schryven ',' moet men zich eigen gemaakt hebben, III 89. 269. Wat tot bet wel verstaan en wel schryven eener Tale vereischt wordt, 262, enz. Middelen om; daartoe te- geraken, 265. Zie ook Talen. Tabernakel beschreven. I. 109 Tacitus, voorbeelden voorbeelden 'van Fraai- Fraaije Gedagten uit dien Schryver, III 70. Zyne Schoonheden vergeleken met die van Terentius en Virgilius. • 83. Talen , derzelver nuttigheid in de beoeffening der Wetenschappen III. 466 466 Zy leveren geene woorden voor ieder onderscheidene denkbeeld ; en dus geeft derzelver Armoede aanlei' ding tot Woordwalingen. III. 161 Tarquinius Priscus, vyfde Koning van Rome, berigt wegens denzelven. II 103' Tarquinius Superbus, zeven-; de Koning van Rome be- rigt  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 31 rigt wegens denzelven. II. 107 Teekens ter uitdrukkinge van de Gedagten. Zie Woorden. Tegenstelling, waarin deze Figuur bestaat III. 201. Zy is in gebruik by Historieschryvers , Digters en Redenaars, ald. Voorbeelden van dezelve by Virgilius. 202 .enz. Tegenwerping, wat in de Rederykkonst zoo genoemd wordt. III. 185 Tempel, Joodsche) en deszelfs toestel beschreven. I. 137 Terentius , zyne Schoonheden , vergeleken met die van Lucanus , Tacitus en Seneka, III. 83. Zyn karakter als Blyspeldigter. 451 Thamas Kouli Khan. Zie Oos ■ ten. Theseus zyne verrigtingen. II. 76 Thomas zyn leven en reizen. I. 355 Tiberius volgt Augustus op als Keizer van Rome. II. 158 Tibullus, voorbeelden van Fraaije Gedagten uit denzelven. III. 72 Tiende Tydbestek in de Oude Historie, bevat den tyd van 311 jaren, van deGeboorte van Christus, tot aan de Bekeering van Constantinus den Grooten. II. 156, enz. Tigranes, Koning van Armenie , door Sylla overwonnen. II. 142 Titus, Keizer van Rome, zyn ■ loflyk karakter. II. 163 Toegeving, waarin die Figuur ■ bestaat III. 186 Toekomende Staat van Beloo ningen en Straffen. I. 310 Toeroeping. Zie Uitroeping. Tooneel, als een gedeelte van een Bedryf beschouwd III. 373. Tusschen de Tooneelen moet aaneenscbakeling plaats hebben. 373 Tooneeldigters , moeten omzigtig zyn in het gebruiken van Zedespreuken en Rederykkunstige Figuuren , III. 377, enz. Tooneelspel, den oorsprong van het zelve moet men zoeken in Griekenland, waar alle fraaije Konsten gevonden zyn, III. 391. Zie ook Schouwspelen Tooneelstuk, Verdigtsels in het' zelve. Zie Verdigtsels. Eenheden in het zelve. Zie Eenheden. Styl van een Tooneelstuk. Zie Styl. Daad, die voor een Tooneelstuk geschikt kan geoordeeld worden. Zie Daad, Toonvallen moeten geschikt zyn naar den aart der zaken, welke men voordraagt, III 102 Trant, Voorbeelden van Vaarzen van onderscheiden trant. III. 273. enz. TreurSpel komt met het Heldendigt overeen in deGrootheid en het Gewigt van de Daad, maar het Wonderbare blyft 'er van uitgeSloten, als behoorende tot de Opera, 379. De Leidslieden, welke wy in het zelve hebben , zyn Aristoteles en P. Corneille, 3.80. De Treurspelen der Grieken hebben zulk een eenvoudig voorkomen dat zy de konst maar weinig schynen noodig te hebC 4 ben,  32 BLADWYZER DER ben, en dus zyn ze Meesterstukken van Konst. 395 Triple Alliantie. II. 303 Trooische Ryk, deszelfs Historie. II. 77 Tropi. Zie Woordwalingen. 'Trouwen en Huwen, overdragtig gebruik van deze Woorden by de Digters. III 88 , enz. Tullus Hostilius, derde Koning van Rome, berigt wegens hem. II. 102 Turksch Gebied deszelfs staat in het begin der Zestiende Eeuwe. II. 281, 314. Tusschenwerpsels worden in de Uitroeping dikwyls verzwegen. 111. 169 Twaalfde Tydbestek, in de Ou.de Historie, bevat 380 jaren, van de vaststelling der nieuwe Heerschappyen tot de oprigting van het Nieuwe Keizerryk door Karel den Grooten. II. 179 Tweede Tydbestek, in de oude Historie, bevat 427 jaren, van den Zondvloed tot de Roeping van Abraham, II. 58,enz. In de hedendaagsche Historie , bevat 202 jaren, van de eerste Kruisvaart tot Ottoman, of het Turksche Keizerryk. 227 Twyffeling wat men hierdoor in de Rederykkonst verstaat. III. 171 Tyd, Eenheid van) in Toneelstukken , waarin zy bestaat III. 374. Hoe de tyd , dien men voor de vertooning te veel heeft, moet gebruikt worden. 375 Tydbestekken van de Oude en Hedendaagsche Historie aangewezen, 11. 51, enz. Tydkring-getal, Roomsch). II. 50 Tydrekening, derzelver gronden. II. 47 Tydwisseling wat in de Rederykkonst, III. 221, Voorbeelden van dezelve, ald. Tyrus en Sidon, oprigting van die Ryken. II. 76 U. Uitdrukkingen Overdragtige) moeten met groote behoedzaamheid gebruikt worden, III. 85. Misslag van Monen, hieromtrent. 86 Uitroeping, waarin deze Figuur van de Rederykkonst bestaat, en wanneer men 'er zich gevoeglykst van bedient. 165, enz. Uitweidingen moeten in de Redevoeringen spaarzaam gebruikt worden,III 43. Cicero erkent dat hy ten dezen aanzien wel een misslag begaat. 44 Uzzia. Zie Azarias. V. Vaarzen van verschillende soorten, of onderscheidene langte van Rymregels aangewezen. III. 262,enz. Valerius Maximus, schikt zyne Gedagten naar zyn Onderwerp. III. 67 Valwending wat in de Rederykkonst zoo genoemd wordt. III. 198 Vellejus Paterculus, schikt zyne Gedagten naar zyn Onderwerp. III. 67 Verbeeldingskragt , stelt ons wel eens in staat om over de gemoedsneigingen van anderen naar ons welgevallen te heerschen. III. 211 Verbetering, in de Rederykkonst , herroept het geen gezegd  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd. 35 gezegd is, en stelt iets dat gepaster is in de plaatfe. III. I76 Verdigtsels in de Henriade zyn van het Wonderbare afgeno- / men, III, 337- Verdigtsels in Tooneelstukken behoeven niet altyd noodzakelyk te zyn; het is genoeg dat ze waarschynlyk zyn. 362 Vereischten om in de Pleitzale uit te munten , III. 248. Een der groote vereischten in eenen Digter is dat hy de Taal, in welke hy schryft, verstaa. 262 Vergiffenis, wat zy is. I. 102* Verhaal, Digterlyk) bestaat in de duidelyke voorstelling van eene gebeurde zaak, III. 333. Kortheid, klaarheid en waarscbynlykheid zyn vereischten in bet zelve, ald. Waarin de Sieraden van een Digterlyk Verhaal bestaan , ald. Een Digterlyk Verhaal moet van een Histo■ risch wel onderscheiden worden. 333 Verhalen, Digterlyke) Voorbeelden van dezelven uit Gellert. III. 287 Verhalende Digtstukken kunnen onderscheiden worden in Fabelen, Herderszangen en Heldendigten. III. 286 Verhevene, het in de Welsprekendheid moet men wel onderscheiden van den Verheven Styl, III 15. Kenmerken van hetzelve. 14. Fraaije Verhandeling van Longinus over het zelve, 15.Gedagten van Cicero en Quintilianus over het zelve, ald. enz. Verscheidene soorten van het zelve. 17 Verheven Styl, is geschikt om het hart te raken, III. 5Vereischten in denzelven. ald. Verhevenheid van Styl en Gedagten duidt verhevenheid van Geest aan , III 17Voorbeelden van verhevene Gedagten in Alexander. 18. In Virgilius en Horatius. ald. In Hooft, 18,enz. In Vondel, 2.0. Verhevenheid der Gedagten wordt doorgaans gevolgd van die der Woorden,20. Verhevenheid ontleent groote kragt van Figuurlyke wyzen van spreken, 22. Getoond uit Demosthenes , uit Cicero , en uit Hooft in zynen Henrik den Grooten. 22, enz. Verlettering is, wanneer een Woord door de verandering van eene Letter of Lettergreep ook van beteekenisse verandert. III. 197 Vermaarde Mannen sedert de Herstelling der Joodsche Vryheid door Cyrus , tot de verdelging van Carthago , II. 127. In de eeuw van Augustus, 173. Omtrent de tyd der Hervominge ,271. In de Zeventiende Eeuw, 318 In de Agttiende Eeuw. 324. 358, enz. . Vermaken, groote) kunnen niet lang van duur zyn. . III. 27 . Vernuft, waarin het eigenlyk bestaat III. 340 Verplaatsing van Woorden. Zie Woorden. VerruKken, keurig gebruik van !. dat Woord by Tacitus III 93 Verstand heeft geene denkbeelden dan door den invloed C 5 van  34 BLADWYZER DER van stoffelyke voorwerpen op de Zinnen. I. 12 Vervanging, Synecdoche, is de derde soort van Woordwaling, en heeft plaats, wanneer het Geheel voor een Deel. of een Deel voor het Gebed genomen wordt,III. 152. Dit kan zyn, wanneer het Algemeene voor het Byzondere voorkomt, als Waereld voor Menschen, en wel voor zekere byzondere soort van Menscben. ald. Iets wonderlyks voor tranen, by Hoogvliet, ald. Het Byzondere voor het Algemeens vinden wy in Distels en Doornen, voor alles wat geschikt is om verdriet te baren, 153. Een Deel voor hetGeheel of Omgekeerd : als de geheele Aarde voor het Roomscbe Ryk . ald. Drie Waerelden voor drie Waerelddeelen, ald. Zielen voor Menschen ald. Kielen voor Schepen, 154. Hiertoe behoort ook het Eenvoudige voor het Meervoudige of Omgekeerd, en een bepaald voor een onbepaald getal of omgekeerd ald. Vervoering, Digterlyke). Zie ' Geestverrukking Vervolging der Christenen onder' Nero I. 379. Onder Dominianus 380- Onder Trajanus, 381. Onder Hadrianus ,383- Onder Antoninus Pius 384. Onder Markus Aurelius Antoninus. 385 Verwaten beteekent niet stout ' moedig , maar verbannen. III. 263 Verwyting kan zeergevoeglyk ' gebragt worden tot de Figuur , die men Ondervraging noemt. III. 386 Verzieringen moeten niet bo-, ven het mogelyke en waarschynelyke gaan III. 356 Verzwyging, wanneer zy in de Rederykkonst plaats heeft, en in welke gevalles zy gevoeglykst gebruikt wordt.III. 177 Vespasianus, Flavius Keizer van Rome , verwoest Jeruzalem II. 103 Vierde Tydbestek in de Oude Historie, bevat 307 jaren, van de Wetgeving door Mozes tot de Inneming van Troje, II. 69 — In de Hedendaagsche Historie, bevat 183 jaren: van de Hervorming tot Philippus den Vden, of de verandering in Spanje voorgevallen. II. 271 Virgilius , Voorbeelden van Fraaije Gedagten uit dien Digter,III. 72. ZyneSchoonheden, vergeleken met die van Lukanus, Tacitus en Seneka, 83. Hy munt uit in het gebruik van fraaije Overdragten, 138. Hy verschaft verscheidene Voorbeelden van Grootspraak. Zie Grootspraak. Schikking, welke hy in het Eerste Boek van de Aeneis gehouden heeft. 312 Visschen, Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. 57 Vitellius, Keizer van Rome, zyne verrigtingen. II. 164 Vogels, Gods bestaan uit dezelven bewezen. I. 53 Vondel",, voorbeelden van Overdragten uit zynen Lucifer, III, 140. Zyn karakter als Lierdigter onder de Nederlandsche Digteren. 483 Voorbeelden van Digterlyke Beschryvingen. Zie Beschryvingen. Voor0  VOORNAAMSTE ZAAKBN. [III. Afd.] 35 Yoorbygang, wanneer zy plaats heeft in de Rederykkonst, en wanneer gepastelyk gebruikt. III. 177 Voorkoming. Zie Tegenwerping. Voorstaan , zich iets laten ) is een karakter van hoogmoed. III 264 Voorstellen bestaan in Gedagten of in Woorden, II 424. Zyn bevestigend of ontkennend, waar of valscb , 426. Algemeen , onbepaald, byzonder of eenvoudig , 427. Andere soorten van Voorstellen. 428 Voorstelling van het Onderwerp , of dezelve in een Heldendigt noodzakelyk voor het Verbaal moet gaan, III. 333. Zy moet eenvoudig, klaar en zonder opschik zyn , 334. Voorbeeld, ald. Voortplanting des Euangeliums in de drie eerste Eeuwen. Zie Euangelie. Voorverbaling bestaat daarin dat dezelfde klanken in den aanvang der Reden herhaald worden. III. 194 Voorzeggingen toonen de waarheid des Oudenen Nieuwen Testaments. I. 266 Voorzorgen van eenen Redenaar zyn dir Voorzigtigheden, welke hy in het oog moet houden , ten aanzien der genen tot of van welken hy spreekt, III. 230. Voorbeelden van dezelven. ald. enz. Vrankryk. Zie Franken. Deszelfs Koningen tot Karel den Grooten, II. 195, enz. Tot Lodewyk den VIden, 200, enz. 211, enz. 221, enz. 231, enz. 252, enz. 261, enz. Staat van zaken in dat Ryk by den aanvang der Hervorming, 275, enz. Na het eindigen der burgerlyke Oorlogen, 299. Sedert Lodewyk den XlVden, 301, 322, 327, enz. 338 , enz. Zie ook Europa. Vyfde Tydbestek, in de Oude Historie, bevat 180 jaren, van de Inneming van Troje tot de Inwyding van Salomons Tempel,II. 78 In de Hedendaagsche Historie, bevat 14 jaren, van de Verandering in het Spaansche Ryk tot de Nieuwe Opvolging in het Koningryk van Groot Brittanje. II. 319 W. Waarheid van den Christe lyken Godsdienst uit de Opstanding van Christus bewezen, I, 293. Uit de wonderdadige giften aan de Apostelen, 298. Uit de zuiverheid en het Gewigt der Leere, 300. Liefde tot de Waarheid aangeprezen, I. 102*. Waarheid is een volstrekt vereischte om de Gedagten waarlyk fraai te maken , IIL 62. Digterlyke Waarheid heeft vier trappen; twee , die de mogelykheid, en twee, die het wezenlyk bestaan betreffen. III. 358 Waarschynlyke, het) hoe met het Wonderbare kan overeengebragt worden, III. 322. Men kan het onderscheiden in het Gemeene en Ongewoone. 359 Waarschynlykheid heerscht in een Verhaal, wanneer alle de trekken, die doorgaans in de Waarheid plaats hebben, 'er in gevonden worden. III. 288 Wae-  36 BLADWYZER DER Waereld voor Menschen en wel voor zekere byzondere soort van Menschen by Vervanging ,III. 151 Drie Waerelden voor drie Waerelddeelen. 153 Wankelen, keurig gebruik van ditWoord vanSallustius. III.92 Water, Gods bestaan uit het zelve bewezen. I 38 Wedergeboorte, noodzakelyk- • heid van dezelve. I. 311 Wederkeering, tot welke ook de Omtogt behoort, wordt by de Grieken Epistrophe genoemd, III. 194. Zy heeft plaats, wanneer een gelyke toon in het einde van eene Reden herhaald wordt. ald. Wederopneming is wanneer dezelsde klank in het begin en het einde gevonden wordt. III 196 Welluidendheid, in eene Redevoering wordt veroorzaakt door de toonveranderingen en rollingen der Woorden. III. • 98 Welsprekendbeid , Natuurlyke bekwaamheden tot dezelve worden merklyk aangekweekt door Oeffeningen en Lessen , III. I Lessen over •de Welsprekendheid moeten bestaan uit aanmerkingen over de Schriften der beste Redenaren , ald. Wanneer men in de Welsprekendheid de kortheid boven de wydloopigheid moet verkiezen .17. Hoe de Welsprekendheid onderscheiden is van Woordenrykbeid, 26 De drie soorten van dezelve hebben groote overeenkomst met elkanderen, 30. Hare Sieraden. Zie Sieraden. Voorbeelden van dezelve uit de Lykreden op P. C. Hooft, 35. — Dc Welsprekendheid van de Pleitzaal moet men zoeken by Demosthenes, Eschines en Cicero, III 240. Quintilianus leert hoe de Ouden over de twee eersten oordeelden, ald. Vergelyking van deze beiden, ald. Oordeel van Cicero over Demosthenis,ald— Tot de Welsprekendheid van den Predikstoel behoort dat de Redenaar onderrigte, behage en treffe 252. Zy kan te veel of te weinig door Predikanten in agt genomen worden. 255 Werkwoorden, het oneigenlyk gebruik van sommige is uit de Persoonsverbeeldingen voortgekomen,III. 215.Omzigtigheid, welke men uit dien hoofde, in derzelver gebruik , moet in agt nemen. 216 Westersch Keizerryk, deszelfs Ondergang. II. 185 Wet van Mozes, waarin zy bestond. I. 108. Wet betreffende den Sabbath en andere Feesten, 124. De Wet is een van de Regels ter toetsinge van onze Daden,89. Zy is Godlyk of Menschlyk, en de laatste is gegrond op de eerste, 93. Cicero erkent dat zy niet van menschely-' ke uitvinding is. ald. Weten onderscheiden van Gelooven. I. 3 Wil, wat, en hoe dezelve bestierd wordt. I. 87 Wonderbare, het) of het in een Heldendigt moet plaats hebben, III 310. De aanleiding tot  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [III. Afd.] 37 tot het zelve in een Heldendigt is te zoeken in de begrippen der Menscben, die de Helden altyd van Goden deden afstammen ,311, enz. Of Christenen hetWonderbare niet in hunnen Godsdienst zouden kunnen vinden, 317. Hoe en wanneer men 'er zich van moet bedienen, 319. Waarin het bestaat 321. Hoe met het Waarscbynlyke overeen te brengen, 322. Het geeft aanleiding tot Verdigtsels in het Heldendigt. , 337 Wonderlyk , iets Wonderlyks om tranen te beteekenen. Zie Vervanging. III. 152 Wonderwerken, door Dr. Clarke bepaald, I.286. Waaruit men de ware van de valsche kan onderscheiden, 288. Dit kenmerk op de Wonderwerken van Jezus Christus toegepast. 290 Woorden, aangemerkt als Teekens om de Gedagten uit te drukken , II. 414. — Zy brengen ongemeen veel toe om Gedagten en Bewyzen in het gunttigst licht te doen voorkomen, III. 86. Gemeene Woorden, naar de Regels der Konst op zekere Gebruiken toegepast, verschaffen Somtyds groote Schoonheden, door voorbeelden getoond, 88. Gepastheid van Woorden in eene plaats uit Hooft, 90. Opmerking op de Woorden zakken, stuwen en afgaan, 91. Zie ook Uitdrukkingen, en Gedagten.— Goede keuze van Woorden uit Livius aangewezen : een voorbeeld in het woord sleepen, 91. Seneka drukt genoegzaam het zelfde denkbeeld door het woord leiden uit, 92. Uit Sallustius getoond in het woord wankelen, 92. Uit Tacitus in het woord verrukken, 93. Uit eene andere plaats van Tacitus, ald. Uit Plinius, 94. Uit Hooft, ald. Uit Young , ald. Uit de Zedelyke Brieven, 95. Uit JufFr. van Merken, 96. Waarom de regte schikking der Woorden van belang is in eene Redevoering, 08. Het is zeer bezwaarlyk algemeene Regels voor dezelve te geven, 100. Cicero heeft hieromtrent aan zyne Moedertale grooten dienst gedaan, ald. enz. Verplaatsing van Woorden kan in onze taal op ontelbaare wyzen geschieden om den Styl rollend te maken. 103, enz. Woordenrykbeid , hoe onderscheiden van Welsprekendheid. Zie Welsprekendheid. Woordwalingen hebben alleenlyk plaats in enkele Woorden; Figuuren in geheele Volzinnen, III. 129. Wat eene Woordwaling is , 130 Waarom noodzakelyk, ald. enz. Vereischten in dezelven , 133 , enz. Wat men tot de Woordwalingen kan brengen, 135, 142, 152 en 154. De aanleiding tot dezelven moet in de Armoede der Talen gezogt worden , 161. Zy hebben zekere gemeenschap met, of betrekking tot elkanderen. ald. Wyzen, zeven) van Griekenland. II. 105 X. Xer-  33 BLADWYZER, Enz. X. Xerxes, Koning van Per**■ sie, byzonderheden wegens hem II. 120 Y. Young Zie Nagtgedagten ■*■ Men vindt by hem voorbeelden van eene goede keuze van Woorden. III 94 Z. Zakken aanmerking wegens ^ het gebruik van dit Woord. III. 91 Zedekia, Koning van Juda, II 101. Het Ryk van Juda onder hem geëindigd. ald. Zedekunde de verhevenste van alle Wetenschappen, I. 75Hare onderscheidene namen, ald. Haar voorwerp.76 Zedelyke Brieven bevatten vele voorbeelden van eene goede keuze in de Woorden III 95 Voorbeelden van Overdragten uit dezelven. 137 Zeden bestaan in eene gesteltenisse, die door herhaalde Bedryvenis verkregen, III. 328. Men kan ze aannemen of afleggen, en dus verspillen zy van het karakter, schoon zy met het zelve doorgaans overeenkomen, ald. Men kan uit de zeden, zoo wel als uit het karakter, het natuurlyk gedrag der menschen opmaken, 328. Wanneer men eene Digterlyke goedheid in de Zeden mag erkennen, 329. De Zeden, welke een Digter aan zynen Held toeschryft, moeten uitgehouden worden, 331. De Zeden van verschillende Personen, welke men invoert.moeten onderscheiden zyn, ald. Zeden moeten, zoo min als het Karakter door den Digter verteld, maar door de Persoonen, welke men invoert, in Woorden of Daden vertoond worden. 332 Zesde Tydbestek in de Oude Historie, bevat 250 jaren van de Inwyding van Salomons Tempel, tot de Grondlegging van Rome, II 87 — In de Hedendaagsche Historie, bevat 26 jaren , van de vaststelling der Nieuwe Opvolging in het Koningryk van Groot Brittanje tot den Dood van Keizer Karel den . Vlden. II. 326 Zevende Tydbestek, in de Oude Historie,bevat 218 jaren. van de Grondlegging van Rome, tot de Herstelling der Joodsche Vryheid door Cyrus, II 97. — In de Hedendaagsche Historie, gaat van den Dood van Keizer Karel den Vlden tot omtrent den tyd, dien wy beleven.. II. 349 Ziel voordeelen der Ziele, I 102**.— Invloed van hare gesteltenisse op den staat. van het Ligchaam en Op de Werktuigen der Sprake, III 162» Zielen voor Menschen Zie Vervanging. III 153, Zon Gods bestaan uit dezelve bewezen. I 15 Zondvloed , Historie van denzelven. II. 56 Zonnecirkel, wat. II. 49 Zweden, staat van zaken in dat Ryk ,11. 290, enz. 300, 306, enz. Onder KareL den XIIden, 314, 322, enz. 330. Zie ook Europa.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN Voor de Wiskundige Wetenschappen. VERVAT IN DRIE DEELEN. A, Aardbol met drie Aardgloben , tot opheldering van de Leer wegens de Beweging der Aarde, de Reden der Jaargetyen en de Ongelykheid der Dagen en Nagten. III. 152 Aarde , Natuurkundige Beschouwing van derzelver Figuur, die betoogd wordt Spheroidisch te zyn ; en eene Bron van Miswyzing in de Beweging der Slingers daaruit voortkomende, III. 78, enz. Werktuig tot opheldering van de Leer harer Bewegingen. Zie Aardbol. Berekening van dit gedeelte der Vergelykingen van Tyd, het welk ontstaat uit de Elliptische gedaante van den Wandelkring der Aarde, met eene nette Tafel daarvan voor iederen graad van de Anomalie der Aarde. III 179 Aardryksbeschryving Grondlessen van de Klootsche Driehoeksmeting , op dezelve toegepast, II. 316 Abraham, van zyne Roeping tot den uittogt der Israëli Reg. voor de Wisk. Wetensch. ten uit Egypte zyn 430 jaren verloopen, die het Derde Tydbestek van de Oude Historie uitmaken. III. 274 Afmetingen van een stuk Geschuts waartoe dienen. Zie Geschut Afteekening van Hemelpleinen. Zie Hemelpleinen. Aftrekking, waarin zy bestaat I. 14. Regel voor dezelve, ald. Voorbeelden voor dien Regel in Grootheden van onderscheidene soorten, 16. In Logarithmi geschiedende is zy eene deeling, I. 64- Zy geschiedt in de Algebra door Grootheden by elkanderen op te tellen en de teekens te veranderen, 83. Hieruit ontstaat een algemeene Regel, die door voorbeelden wordt opgehelderd. ald. Afwyking der Slingers, eene der Natuurlyke oorzaken vindt men in de uitwerksels van Hette en Koude in het veranderen van de Grootte der Ligchamen. III 86 enz. Agtboek, wat dezelve zy. I 389 Agtste Tydbestek in de Oude A His-  4 BLADWYZER DER Historie, gaat van Cyrus tot onderbrenging van het Persiaansche Ryk door Alexander den Grooten, en bevat 206 jaren. III. 301, enz. Alexander de Groote van zyne onderbrenging van het Persiaanscbe Ryk tot de nederlaag van Perseus, toen Rome meesteres der waereld werd, verliepen 162 jaren, makende het Negende Tydbestek in de Oude Historie. III. 310, enz. Algebra, wat, I. 79. Teekens in de Algebra gebruikelyk. ald. Algebraische Werkingen. Zie Optelling, Aftrekking , Vermenigvuldiging en Deeling. Algebraische Breuken. Zie Breuken. Almanak , Gregoriaansche is eene verbetering van de Juliaansche. III. 133 'Almanakkunde. Zie Tydrekenkunde. Amsterdam , Koornmaten aldaar. Zie Koornmaten. Anomalie der Aarde. Zie Aarde. Apogaeum, Maaksel van een Werktuig om onder anderen het Apogaeum der Mane te doen zien. III. 162, enz. Apothekers Getuigt, deelen , uit welken het bestaat I. II Arithmetische Progressie heeft plaats, wanneer de Getallen in eene gemeene Reden tot elkanderen staan. I- 44 'As van een Kegel wat zoo genoemd wordt , I. 389. As van een Cylinder, 390. As van den Kloot. ald. B. Bal of Gewigt van den Slin ger, aan denzelven, en Beschouwing van zulk eene gedaante van denzelven , welke zeer geringe Weerstandbieding van de Lugt zal ontmoeten. III. 65 Balans is niets anders dan een Hefboom, wiens Armen ongelyk zyn , II. 41. Balans of Gelykmaker in draagbare Gaande Werken of Zak-horologien. III. 27,enz. Balk of Parallepipedum, wat, I. 389. Wyze om een Balk te meten. II. 8 Benaming noemt men in de Wiskunde de Teekens, door welken de waardy der Grootheden wordt uitgedrukt, L 3. Zy wordt onderscheiden in Benaming, in Getallen , in Letteren en in Lynen , ald. enz. Benaming der Maten van Tyd, I. 12. Overbrenging van Grootheden van onderscheidene Benamingen tot eene. 1. 29 Bepalingen tot de Landmeet kunde behoorende. L 387 Beweegkragt, een woord in de Werktuigkunde, dienende om de hoeveelheid van Beweging, door de hoeveelheid van StofFe en de Snelte met welke zy bewoogen wordt, veroorzaakt, uit te drukken , I * 448.  VOORNAAMSTE ZAAKEN [IV: Afd.] 3 448. Noodzakelykheid van derzelver Beschouwing in de Werktuigkunde. II, 60 Bewegende Kragten en Beweging in de Leere der Botsinge , derzelver Wetten , toegepast op de Werktuigen , welke men Werktuiglyke Vermogens noemt. II; 40 Beweging en Zwaartekragt, Natuurkundige Beginsels en Wetten van dezelve , II. 10. Wat dezelve eigenlyk zy, 12 Hoeveelheid van Beweging is gelyk aan de Kragt, door welke zy veroorzaakt wordt, ald. Zy is, al het overige gelyk gesteld zynde, in de verscheidene ligchamen, als de hoeveelheid van Stoffe, ald. Ook als de Snelte , 13. Zy is in de samengestelde Reden van de Ruimte en de Hoeveelheid van Stoffe regtsstreeks, en van den Tyd omgekeerd ,14. De hoeveelheid van Beweging in vallende ligchamen is altyd evenredig aan de hoeveelheid van Stoffe, 23. Zy is samengesteld uit de versnellende Zwaartekragt en de hoeveelheid van Stoffe in het ligchaam, ald. Beweging van den Slinger door een enkel Rad in Uurwerken. Zie Slinger. Bewegingen, Hemelsche Grondbeginsels van dezelven verklaard en toegepast op het maaksel van eene nieuwe Heliostata of Planetische Klok, tot het vaststellen der Lichtstralen , die aan de Zonne, \Reg, voor de Wisk. Wetensch. Mane en Planeten voortkomen , waardoor deze voorwerpen, by het doen van Starrekundige Waarnemingen , in eene schynbare ruste gebragt worden , III. 133. Gronden der Hemelsche Bewegingen toegepast op het maaksel van een Mikrokosmus, bestaande uit een Planetarium, Lunarium , en het vertoonen der Hemelschen Bewegingen, '144 Biermaten, en derzelver deelen. I. 12 Bol of Kloot, wyze om denzelven te meten. II. 9 Bolronde gedaante, en wel een zekere graad van Bolrondte is in het voorste gedeelte van het Oog noodzaakelyk om de Straalbuiging te bevorderen. II. 164 Boog, behoort onder de Werktuigen geteld te worden. II 47 Botsende kragt ontstaat uit drie oorzaken, uit de hoeveelheid van Stoffe in het Botsend ligchaam ; uit de Zwaartekragt met opzigt op den afstand van het Middelpunt der Beweginge , en uit de wezenlyke Snelte der Beweging zelve,II 60. De algemeene Regel om het Middelpunt der Botsinge in alle ligchamen te vinden, is deze: de som der twee ligchamen , gedeeld door de som der Beweegkragten, geeft den afstand van het Middelpunt der Botsinge van het Hangpunt. 63 Golfende ligchamen , NatuurB kun-  4 BLADWYZER DER kundige Beschouwing van dezelven, en van de samenstelling en Ontbinding der Kragten. II 24. Snelte van Botsende ligchamen is altyd als de Beweegkragt, gedeeld door de hoeveelheid van Stoffe. Zie Botsing Botsing indien de ligchamen gelyk zyn, en een van dezelven in ruste is, dan is de Snelte na de Botsing gelyk aan de helft der Snelte voor de Botsing II. 26. Indien gelyke ligchamen met gelyke Snelten elkanderen ontmoeten, blyven zy, na de Botsing in ruste, 27 Wanneer Botsende ligchamen volmaaktelyk veerkragtig zyn dan is de Veerkragt, in hare Werking, altyd gelyk aan de samendrukkende Kragt, ald. Na de Botsing wyken de ligchamen niet gelyke Beweegkragten van elkanderen , welke zy voor de Botsing hadden, 27, enz. De Botsing in veerkragtige ligchamen is tweemaal zoo groot als in ligchamen, die niet veerkragtig zyn, 29. Zie ook Regtstreeksche Kragt. Hoe men de Kragt eener schuinsche Botsinge moet berekenen, 34- De geheele Kragt of de Regtstreeksche Botsing is tot de schuinsche botsing gelyk de straal is tot de Hoekmaat van den Hoek der schuinte, 34. Toepassing van de Leere der BotSinge op verscheidene gevallen , 35 , enz. Op de Werktuigen, welke men Werktuiglyke Vermogens noemt. 40 Bouwing van Rome. Zie Zesde Tydbestek Bouwkunde , Regels der Teekenkunde in Perspectief, op dezelve toegepast, II. 253. Zie ook Teekenkunde. Brandpunt der Zonne, of Brandpunt der evenwydige Stralen , welk punt zoo genoemd wordt , II. 136. Wyze om het Brandpunt te vinden van Stralen, die uit eene dikker Middelstoffe in eene dunner komen , in eenen samenloopenden stand , en gebroken worden by eene bolronde Oppervlakte van zekere andere Middelstoffe, 145. Wyze om een Geometrisch Brandpunt te vinden voor Stralen , die uit een gegeven Punt van een Bolglas van eene Mechanische gedaante voortkomen , 150, enz. Brandpuntsafstanden voor alle soorten van Glazen , als mede van de Evenredigheid , stand , en andere byzonderheden der daardoor gemaakte Beeldtenissen. 156, enz. Breekbaarheid, verschillende ) des Lichts, en leer wegens de Kleuren, uit dezelve door het Prisma verklaard, en toegepast op straalbrekende Teleskoopen. II. 171, enz. Brekend vermogen , waardoor de Lichtstralen bewerkt worden. Zie Licbtstralen. Breking Hoekmaat van den Hoek  VOORNAAMSTE Hoek der Brekinge Zie Licbttstralen. Breking der Lichtstralen , en derzelver Buiging door de Vogten en Vliezen der Oogen. Zie Gezigt. Breuken, gemeene) hoe tot de bewerking gemaakt worden, I. 26 Regel om dezelven tot hare kleinste benaming te brengen, ald. Regel om gemengde getallen tot Breuken te maken, 27. Regel om twee of meer Breuken tot eene gemeene Benaming te brengen , ald. Wyze om Breuken op te tellen, af te trekken, te vermenigvuldigen en te deelen, 28. Rekening door Tiendeelige Breuken , 33. Wyze om dezelven op te tellen , af te trekken, te vermenigvuldigen en te deelen , 34, enz. Wyze om gemeene Breuken en Grootheden van onderscheidene soort tot Tiendeelige Breuken te brengen , 41 enz. Regel om den Vierkanten Wortel uit Tiendeelige Breuken te trekken ,57. Algebraische Breuken zyn Van denzelfden aart als gemeene Breuken in getallen, 92. Zy worden verdeeld in eigenlyke Breuken ( en in gemengde Grootheden, ald. Zie ook Grootheden. Hoe Breuken van verschillende Noemers Algebraisch tot denzelfden Noemer gebragt worden , 92. Hoe zy tot hare laagste Benaming gebragt worden, 93. Hoe men handele om Breu : ZAAKEN. [IV. Afd.] 5 : ken op te tellen , af te : trekken , te vermenigvuldigen of te deelen ald. enz. Tafel van Tiendeelige Breuken voor een pond Ster_ ling 266 Brieven , Verhandeling over het ontwarren van geheime Teekenen in dezelven. Zie Teekenen Buiging der Lichtstralen. Zie Breking. Buskruit, nasporing der Snelte , welke de Vlam van Buskruit krygt. door zichzelve uit te zetten. II. 421 Buspoeder , uitrekening van deszelfs losbarstende Kragt. 389 Busschietery Toepassing van de Natuur- en Werktuigkundige Beginsels der Voortwerpinge op alle de gevallen der Busschieterye , II. 85 , enz, Wysgeerige en Wiskundige gronden dier Konst, gevoegd by, en opgehelderd door de Proeven, welke door wylen den Hee-, re Robins, zyn gemeen gemaakt. II. 366 Byl, behoort tot de hellende Vlakten. II. 48 C. Casar Julius) zyne scbikkingen omtrent het jaar. „ III 131 Cardanus, zyn Regel tot Ontbinding der Vergelykingen. I- 335» enz. Christus, met zyne geboorte eindigt gevoeglyk het Tiende Tydbestek van de Oude Historie. III. 268 B 2 Chro-  6 BLADWYZER DER Chronologie. Zie Tydreken kunde. Cirkel, hoe dezelve verdeeld wordt, I. 13. Wat zoo genoemd wordt, 388. Wat in eenen Cirkel de Omtrek, de Middellyn, en het Middelpunt genoemd wordt, ald. Wat halve Cirkels zyn , ald. Wat een Peesdeel van eenen Cirkel zy, ald. enz. De Regtmaking of naauwkeurige Vierkanting van eenen Cirkel is onmogelyk, 462» Wyze om eenen Cirkel af te meten, II. 5. Teekenkunde in Perspectief van Cirkels en Cirkelronde Ruimten,201. Cirkels,die in de Tydrekenkunde te pas komen. Zie Zonnecirkel, Maancirkel, Indictie Cirkelboog, hoe men het Zwaarheids Middelpunt in denzelven kan vinden. II. 55 Cirkeltonde Ruimten. Zie Cirkels. Cirkelronde Slingers. Zie Slingers. Zie Cirkelronde Zonnewyzer Zie Zonnewyzer. Cirkelsneede , hoe men het Zwaarheids Middelpunt in dezelve kan vinden. II. 56 Conus. Zie Kegel. , Cornea Tunica. Zie Hoornvlies. Cykelen, uit welken het Juliaansche Tydbestek bestaat. III. 239 Cylinder, Rol) wat, I. 390 As en Grondvlakte van denzelven , ald. Wyze om den Teerling van denzelven te vinden, I. 464. Wyze om eenen Cylinder af te meten , II. 5, en 9. Hoe men het Zwaarheidsmiddel punt in eenen Cylinder kan vinden. 57 Cyrus, met hem eindigt het Zevende en begint het Agtste Tydbestek van de Oude Historie. III. 287,301, enz. D. Dagen en Nagten, Werktuig tot opheldering van de Leere der Ongelyk heden in dezelven, III 152, Verscheidene samenvoegingen van Dagen maken de Maten van Tyd uit , III 222 , enz. Benamingen der Dagen. 225 Dalen van Ligchamen op eene Hellende Vlakte, Leer daaromtrent verklaard. II. 66, enz. Daling, loodregte Daling en Ryzing van ligchamen, Beschouwing van derzelver Weerstandbieding, Snelheden, Tyden en doorgeloopene Ruimten, in weerstandbiedende Middelstoffen. II. 436 Deelen, manier om de groot , ste en kleinste deelen te vinden , waarin zy bestaat. I. 489 Deeling, wat? I. 21. Regel en Voorbeelden van dezer Werking , 22 , enz. Zy verandert door de Logarithmi in Aftrekking, 64. Voorbeelden van Deelinge door dezelven in geheele en gemengde getallen, 69. In de Deeling van Algebraische Grootheden is de algemeene Regel dezelfde als in de Vermenigvul-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd.] 7 '■ vuldiging, 89. Zie Vermenigvuldiging. Derde Tydbestek , in de Oude Historie, gaat van de Roeping van Abraham tot den Uittogt der Israëliten uit Egypte , en bevat eenen tyd van 430 jaren. III. 274 Diacaustische Lyn, verklaring van ,hare Natuur. II. 150, enz. Diametrale Zonnewyzer. Zie Zonnewyzer. Diepten, over het meten van dezelven. I. 422, enz. Dikte der Lugt. Zie Lugt Doodenlysten van London voor Personen van allerleien Ouderdom , gedurende den tyd van twintig jaren, I. 280. Kansrekeningen op het leven , volgens dezelven, 282. Volgens die van den Heer Simpson. 283 Doorzigtkunde , Wis- en Natuurkundige Beginsels van dezelve, II. 140, enz. Gemeene Leer van dezelve, II. 156, enz. Doorzigt- en Spiegelkundige Teekenkunde in Perspectief beschouwd ten opzigte van Gezigten, Teekeningen, Schilderyen, enz. 234, enz. Drieën, Regel van) opgehelderd door de Leer der Evenredigheden , I. 46, enz. Voorbeelden van denzelven, 47. Dubbele Regel van Drieën verklaard, I. 127. Door Voorbeelden opgehelderd. 128 Driebeek, wat, I. 388. Is gelykzydig, gelykbeenig, of ongelykzydig Dezelve is regthoekig stomphoekig scherphoekig of gelykhoekig', ald. Zie ook Regthoekige en Scherphoekige Driehoeken. Wyze om eenen Driehoek te meten, I. 4. Hoe het Zwaarheids Middelpunt in eenen Driehoek gevonden wordt, 54. Natuur der Klootsche Driehoeken , met eene oplosSing van alle derzelver gevallen, II. 200. Wyze om de Naderingen der Zyden en Hoeken van eenen Regthoekigen Spherischen Driehoek te bepalen. 295. Grondlessen tot oplossing der gevallen van schuinsche Spherische Driehoeken , 300. Oplossing der zes gevallen, hiertoe behoorende, 305. Wyze om de Naderingen der Zyden en Hoeken van schuinsche Spherische Driehoeken te bepalen , 308. Wyze om den Inhoud van eenen Spherischen Driehoek te bepalen, 313. Toepassing van Naderende Spherische Driehoeken in Starrekundige Rekeningen, betreklyk tot Verschilzigten, Straalbrekingen , gelyke Hoogten, Voortgangen der Evennagten, enz. Driehoekige Pyramide. Zie Pyramide. Driehoeksmeting, Grondbeginsels van de Vlakke) I. 416 Grondlessen van de Klootsche Driehoeksmetinge, toegepast op de Starrekunde, Stuurmanskonst, Aardryksbeschryving, Zonnewyzerkunde, enz. II. 316 B 3 Druif-  8 BLADWYZER DER Druisttezien-vlies is begrepen in de Ruimte, die het Wateragtige Vogt bevat, II. 165. Het wordt vervangen door het Kristallynen Vogt. ald. Dubbele Regel van Drieën. Zie Drieën Duim, Teerlingsche is de ware maatstok om de vatbaarheid van eene maat te bepalen, I. 12 E. Ecliptica schuinte der) op de viakte van den Equator, Zie Gelykmaking. Eenheden, wyze om dezelven verkleind voor te stellen I 5 Eenparige Snelte. Zie Snelte, Eenvoudige intrest Zie intrest. Eerste Tydbestek in de Oude ■ Historie. gaat van de Schepping tot den zondvloed , en bevat 1656" jaren. III. 269 Eigenschappen der Stoffe. Zie ■ Stoffe Eirond. Zie Ellips. De Eironde Bol is 2/3 van den Cylinder om denzelven beschreven. I 470 Eklipsen, Zon- en Maaneklip sen. Zie Planetarium , en deszelfs beschryving. Ellips of Eirond, voornaamste Eigenschappen daarvan bepaald. I. 436, enz. Elliptische gedaante van den Wandelkring der Aarde, en Vergelyking van Tyd, daaruit voortkomende. III. 179 Equatie. Zie Vergelyking. Equator, Vlakte van den) schuinte van de Ecliptica op dezelve. Zie Gelykmaking. Evennagtspunten , derzelver Voortgangen verklaard uit de Leer wegens Naderende Spherische Driehoeken. II 331 Evenredig en Evenredigheid, wat zoo genoemd wordt. I. 7 Evenredigheid. Zie Evenredig. Onderscheid tusschen eene Aritmetische en Geometrische Evenredigheid of Progressie is, dat in de eerste de Leden in eene gemeene Reden tot elkanderen staan . daar zy in de laatste van elkanderen verschillen door gemeene Vermenigvuldiging en Deeling, I. 44, enz. Leer wegens dezelve, 46- Wat eene gedurige Evenredigheid zy, ald. De Leer der Evenredigheden strekt tot opheldering van den Regel van Drieën. 47 Evolutie, wyze om den straal der Evolutie in kromme Lynen te vinden. I. 499 F. Figuur Hoedanige gelykvormige regtlynige Figuren genoemd worden, I 389 Natuur van derzelver Mismaking en Regtmaking verklaard , II. 209 , enz. Natuurkundige Beschouwing van de Figuur der Aarde , die betoogd wordt Spheroidisch te zyn. III 78, enz. G. Gaan-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd] 9 G. Gaande Werk, Zie Klokwerk. Over de uitvinding van draagbare gaande Werken of Zakhorologien. Zie Zakhorologien. Gebouwen, verheffing van dezelven in Perspectief. II. 253 Gebreken der Oogen , hoe te verbeteren. II. 169 Geëvolveerde of geïnvolveerde kromme Lynen. Zie Ly nen Geheime Teekenen in Brieven. Zie Teekenen. Geïnvolveerde of geëvolveerde kromme Lynen. Zie Lynen. Gelykmaker of Balans over denzelven. III. 27, enz. Gelykmaking van Tyd. Zie Tyd. Gelykmatige Snelle. Zie Snelte. Gelykvormige Regtlynige Figuren , hoedanigen zoo genoemd worden, I. 389Gelykvormige ligchamen , wat. 390 Gemeene Breuken. Zie Breuken. Gemeene Reden. Zie Reden. Gemengde Getallen. Zie Getallen. Wyze om dezelven tot Breuken te maken. Zie Breuken. Geographische Afteekening van de Spheer, Regels van de Teekenkunde in Perspectief op dezelve toegepast. II. 260 Geometrie, Nieuwe Grondbeginsels van dezelve, I. 446, enz. Geometrische Progressie of Even redigheid is, wanneer de getallen van elkanderen verschillen door gemeene Vermenigvuldiging of Deeling, I. 45. Beschouwing van de Geometrische Ry, 161, enz. Geometrische Grondlessen met derzelver betoogingen en gevolgen , 391, enz. Geometrische Voorstellen met derzelver Oplossinge. 407, enz. Geometrisch Brandpunt. Zie Brandpunt. Geschutkunde, Regels van dezelve, afgeleid uit de Parabolische Onderstelling, vergeleken met Proeven, en uit die Vergelyking bewezen zeer bedrieglyk, en van geen gebruik in de praktyk te zyn. II 445 Getallen, wyze, waar op de getallen worden uitgedrukt van een af tot duizend millioenen toe , I 4- Wyze om de getallen uit te spreken , 5. Gemengde getallen , 6. De Magten der getallen Zie Magten. Derzelver Wortels. Zie Wortels. Vierkante en Surdische getallen, hoe onderscheiden, 68. Uittrekking van den Teerlingschen Wortel valt moeijelyk in getallen , en geschIedt best door Logarithmi 90 Gewaarwording wegens de Kleuren is alleen een uitwerksel van Licht,II. 172 , enz. Gewigt of Zwaarte der ligchamen , wat wy zoo noemen, II. 24. Uitvinding van Huygens om een Gewigt aan eene B 4 Klok  10 BLADWYZER DER. Klok te voegen, dat onophoudelyk op dezelve zal werken , en hare beweging bestendig maken, verklaard en opgehelderd, 19. Gewigt van den Slinger. Zie Bal. Gewigten, van verscheidene soorten , deelen , waaruit dezelven bestaan I. II, enz Geselschap Regel van) door voorbeelden opgehelderd. I. 130, enz. Gesigt door weeromgekaatst Licht van alle soorten van gepolyste Oppervlakten , II. 129, enz. Wordt uitgewerkt door de Buiging des Lichts door de Vogten van het Oog naar het Netvlies, II. 164, enz. Verklaring van de wyze, waarop het geschiedt door de Breking en Buiging des Lichts door de Vogten en Vliezen der Oogen, II. 166. Zie ook Zien. Gezigtboek, uit deszelfs grootte kan men de Grootte van een Voorwerp berekenen. II. 168, enz. Gezigtzenuw, komt aan eene zyde in het agterste gedeelte van het Oog uit de Herssenen, en wordt over het geheele agterste gedeelte van het Oog in de rondte verspreid. II. 165 Glasagtig Vogt, Humor Vitreus is vry gelyk aan het wit van een Ey. Het is eene lilagtige Zelfstandigheid, die een gedeelte van het Oog uitmaakt. II. 165 Glazen , wyzen tot het vinden der Brandpuntsafstanden voor alle soorten van Glazen. II. 156, enz. Graden , hoe by deStarrekun dtgen verdeeld. 1 6 Gregoriaansche Almanak , is eene verbetering van de Juliaansche. III. 232, enz. Grondbeginsels van de vlakke Driehoeksmetinge, I.416, enz. Grondbeginsels van de^ Kegelmetinge , 429, enz. Grondbeginsels van de Naderkunst, of Nieuwe Geometrie , 446, enz. ,Grondbeginsels van de Wiskunde , toegepast op de Werktuiglyke Natuurkunde II. 3, enz Deze Grondbeginsels toegepast op de Bewegingen van een Planeet, II, 113, enz. Grondbeginsels van de Hemelsche Bewegingen verklaard, en toegepast op het maaksel van eene Nieuwe Heliostata of Planetische Klok, III. 133, Grondbeginsels der Tydrekenkunde. III. 219,enz. Grondlegging van den Tempel onder Salomon. Zie Vyfde en Zesde Tydbestek Grondles, Grondlessen ter oplossinge van alle Vragen betreffende het koopen van vrye goederen tegens samengestelden Interest, I. 257, enz. Grondles van den Heer de Moivre om eene oneindige Ry tot eene gegevene Magt te verheffen, I 375- Zie Moivre. Geometrische Grondlessen. Zie Geometrische. Grondlessen tot oplossing der gevallen van schuinsche Spherische Driehoeken, II. 300. Grondlessen van de Klootsche Drie-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd.] 11 Driehoeksmetinge, toegepast op de Starrekunde Aardryksbeschryving Stuurmanskonst, Zonnewyzerkunde enz 316. Grondlessen over de Sterreographische Afteekening van de Spheer in het platte. 331 Grootheid is in de Wiskunde alles waarvan men zich deelen kan verbeelden, I. 3. Zy is gedurig of vaneen gescheiden. ald. Grootte der Ligchamen verandert door Hette en Koude. III. 86 H. Hairgelyke Band, dus noemt ■* men eenen veeragtigen Ring in het midden van het Oog , aan welken het Spinnewebsvlies hangt. I. , 165 Halve Kloot. hoe het Zwaar[ heids Middelpunt in denzelven te vinden. II. 69, enz. Hamer behoort tot de Werktuigen , die men onder den Hefboom telt. II. 48 Hefboom , werking van denzelven verklaard , II. 42. Tot denzelven behooren de Balans,ald. De Unster, 43. De Ladder, de Kruiwagen, de Koevoet, de Hamer en ! de Schaar. 48 Heliostata, maaksel van eene Nieuwe of Planetische Klok , tot het vaststellen der Lichtstralen, die aan de Zonne , Mane, of Planeten voortkomen, waardoor ! deze Voorwerpen, by het doen van Starrekundige Waarnemingen , in eene schynbare rust gebragt worden III. Hellende Vlakte, derzelverWerking bepaald, II. 45 Tot dezelve behoort de Wigge, 46. De Schroef, ald. 'Het Mes en de Byl, 48. Voorkomen van Voorwerpen op dezelve in Perspectief II 240 Hemelpleinen, Regels der Teekenkunde in Perspectief, toegepast op de Starrekundige Afteekeningen voor de samenstelling van Hemelpleinen , enz. II 267 Hemelsche Bewegingen. Zie Bewegingen. Hette vermeerdert de Veerkragt der ligchamen,II 18. Verandert de langte der Slingers, II. 69, enz. Uitwerksels van Hette en Koude in het veranderen der Grootte van Ligchamen. Zie Grootte. Historie, Oude). Zie Tydrekenkunde. In de oude Historie, gaande van de Schepping der Waereld tot de Geboorte van Christus, zyn tien Tydbestekken. III. 268 Hoeken, wat men zoo noemt, L 387- Zy worden onderscheiden in Regte Hoeken, Scherpe Hoeken en Stompe Hoeken. Hoekige Slinger. Zie Slinger. Hoeveelheid van Beweging. Zie Beweging. Hoeveelheid der Ladinge van een Stuk Geschut moet by het berekenen van de Snelte des Kogels in aanmerking genomen worden. II. 394 B 5 Hoog  12 BLADWYZER DER Hoogte, Beschouwing van een Nieuw Werktuig tot het meten van dezelve. III. 197 Hoogten over het meten van dezelven. I. 422, enz. Hoornvlies, Tunica Cornea; dus noemt men de uitwendige, doorschynende en bolronde Zelfstandigheid van het Oog. II. 164, enz. Horizontale Slingers. Zie Slingers. Horizontale Zonnewyzer. Zie Zonnewyzer. Horologisch Radertje, in plaatse van eenen Slinger, door den Heete Sully uitgevonden , ter regelinge van Uurwerken, met eene verbetering van deze Uitvindinge. III 99, enz. Humor Vitreus. Zie Glasagtig Vogt. Huygens zyne Uitvinding om een Gewigt aan eene Klok te voegen, dat onophoudelyk op dezelve zal werken, en hare Beweging behendig maken , verklaard en. opgehelderd , met de verbetering dezer Uitvindinge in Koninglyke Slingers, III 19. De grond zyner ontdekkinge om de Beweging van den Slinger door een enkel Rad te doen duren, en te regelen, en dezelve daardoor gelykmatigst te maken om ter Zee van dienst te zvn. 23 Hyperbool, van de) of Was ■ ' Sende Kegel,I. 437,enz.— Hyperbool aangemerkt als de Schaal der LogaritHmi, en derzelver Natuur en oorsprong daaruit afgeleid, 470. Sneede van eene Hyperbool hoe te vierkanten. 489 Hyperbolische Ruimte , wyze' om dezelve te vierkanten. I- 464, I. "Jaar, uit hoe veele dagen het bestaat,III. 229, Verscheidene schikkingen omtrent het zelve by onderscheidene Volkeren. ald enz. Jaargelden. Zie Lyfrenten. Jaargetyden, werktuig tot opheldering der oorzaken van derzelver verscheidenheid. III 152 Jaartellingen , verschillende) Maten om ze te vergelyken. III. 239 Indictie, Cirkel der) verklaring wegens denzelven.III. 252, enz. Intrest, Eenvoudige leer wegens dezelve, I. 138, enz. Samenstelling en gebruik van Tafelen van enkelen Intrest , 184, enz. Leer wegens samengestelden Intrest, 207. Tafels van samengestelden ' Intrest. I. 217. enz. Grondlessen ter oplossinge van alle vragen wegens het koopen van vrye goederen tegens samengestelden Intrest. 257 Involutie of Inwikkeling , wat men door dezelve te verstaan hebbe. I. 142 Inwikkeling. Zie Involutie. Joden. Zie Jubeljaar Israëliten , met hunnen uittogt uit Egypte eindigt het Derde  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd.] 13 Derde Tydbestek van de Oude Historie. III. 274 Jubeljaar en Sabbatische jaar der Joden , aanmerkingen daar over. III. 235 Juliaanscbe Tydbestek is een ' der Standaarden om de verscheidene Jaartellingen met elkanderen te vergelyken, III. 239. Aanwyzing van het gebruik het welk men van het Juliaanscbe Tydbestek in de Tydrekening kan maken, 250. Aanwyzing hoe het met de onderscheidene Tydbestekken in de Historie samenhangt. 257 Julius Caesar, Zie Caesar. K. Kaapstand de) behoort on* der de Werktuigen tot den Hefboom II. 48 Kaarten, Geographische Re' gels van de Teekenkunde in Perspectief op het maken van dezelven toegepast. II. 260 Karakters in de Rekenkunde. ■ Zie Teekens. Katrol en Takel van Katrollen, ■ derzelver werking verklaard. II. 43 Kegel, Conus, wat, I. 389. As van een Kegel wat, ald. Grondvlakte van eenen Kegel wat, 390. Wassende Kegel. Zie Hyperbool. Wyze om den Teerling van een regten Kegel te vinden, I. 465. Een Kegel is een derde gedeelte van een Cylinder , die met hem gelyke Grond vlakte en Hoogte heeft. 466 Hoe het Zwaarheidsmiddelpunt in denzelven te vinden is. II. 58 Kegelmeting, Grondbeginsels van dezelve , waarin de voornaamste eigenschappen van de Kegelsneeden bepaald worden. I. 429 , enz. Kegelsneeden. Zie Kegelmeting. Kettingregel, door voorbeelden opgehelderd. I 131, enz» Kleinste manier om de grootste en kleinste deelen te vinden , waarin zy bestaat 459 Kleuren, Leer wegens de-' zelven uit de verschillende Breekbaarheid des Lichts, door het Prisma verklaard, en op de Straalbrekende Teleskoopen toegepast , II. 171 , enz. Onze gewaarwording wegens de Kleuren is alleen een uitwerksel van Licht. 172, enz. Klok , Planetische Zie He liostata. Klokwerk , gronden der Uitrekeningen in Klokwerk, nevens eene Toepassing en opheldering van dezelven in de beschryving van het oorspronglyk gaande Werk , uitgevonden door den Heere Huygens. III 12 Kloot , wat, 390 As van denzelven , ald. Deszelfs ligchamelyken Inhoud is gelyk aan den Regthoek onder de Middellyn , en den  14 BLADWYZER DER den omtrek van zynen grootsten Cirkel, verme- • nigvuldigd met de helft van zyne halve Middellyn, I. 467. Een Kloot is ook gelyk aan 1/3 van zynen omgeschreven Cylinder , ald. De Oppervlakte van den Kloot is gelyk aan den Inhoud van zynen grootsten Cirkel , viermaal genomen , 468. De Inhouden van Klooten zyn tot elkanderen als de Vierkanten van hunne grootste Cirkelen , ald. De Klooten zyn tot elkanderen als de Teerlingen van hunne Middellynen, 468. De Oppervlakten der Klooten zyn tot elkanderen als de Vierkanten van hunne Middellynen, 460- Hoe het Zwaarheids-middelpunt in eenen. halven Kloot gevonden wordt. II. 59 Klootsche Driehoeksmeting toegepast op de Starrekunde, Aardryksbeschryving, Stuurmanskunst , Zonnewyzerkunde, enz. II. 316 Klos in een Uurwerk, Natuur, gedaante en werking van dezelve verklaard uit Werktuig- en Wiskundige Beginselen. III. 5 Koevoet, behoort onder de Werktuigen tot den Hefboom. II. 48 Kogel, Snelte , welke dezelve verkrygt by de losbarsting, vindt men uit de gegevene Afmetingen van een Stuk Geschuts, uit de Dikte van den Kogel, en uit de Hoeveelheid van de Ladinge , II. 394. Zie Snelte. Koornmaten te Amsterdam, en derzelver deelen. I. 12 Koude en Hette , vermindert of vermeerdert de Veerkragt in Ligchamen II 18. Koude en Hette doet de Langte der Slingers veranderen, II. 69, enz. Derzelver uitwerking in het veranderen van de grootte der ligchamen, is eene der Natuurlyke oorzaken van de Afwykinge der Slingers. III. 85 Kragt, verscheidenheid in de Kragten, die op de ligchamen werken , II 14. Kragt van Samenhang , wat men dus noeme , ald. Terugstootende of wegdryvende Kragt, wat, ald. Middelpuntzoekende Kragt, wat, 15. Men ziet de uitwerksels van deze Kragten, zonder te kunnen bepalen wat zy zyn, ald. De Kragt van Samenhang behoort tot de kleinste Stofdeeltjes, en strekt zich maar uit tot zeer kleine afstanden, ald. Grootheid van de Kragt van Samenhang in sommige voorbeelden aangewezen, 16. Kragt van Samenhang verandert door den kleinsten afstand in eene wegdryvende Kragt, 16. Kragten, die uit eenig Middelpunt voortgaan in regte Lynen, brengen eene uitwerking voort , die;! evenredig is aan de Vierkanten hunner afstanden, omgekeerd 19. Hoe de  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd.] 15 de regtsstreeksche Kragt uit twee schuinsche Kragten samengesteld , en in dezelven ontbonden worden, 33. Hoe men de Kragt eener schuinsche Botsinge kan berekenen, 34. De geheele Kragt, of de regtstreeksche Kragt is tot de schuinsche Botsing, gelyk de Straal is tot de Hoekmaat van den Hoek der Schuinte , 34. Nuttigheid van de Leer wegens de Samenstelling en Ontbinding der Kragten , door derzelver toepassing door de drukking eener Vloeistoffe op eenen Windmolen aangewezen , 35. Door meer andere voorbeelden getoond, 36, enz. Vergelyking van dezelven en van de Snelheden en Kringtyden in Cirkelronde Bewegingen. 88 Kringtyden, Kragten en Snelheden, derzelver Vergelyking in Cirkelronde Bewegingen. II 88 Kristallynen Vogt in het Oog vervangt het Druisbezienvlies. II. 165 Kromlynige Ruimte wat het zy dezelve te Vierkanten. I 463 Kromme Lynen, wat men door derzelver Vierkanting ver; staat. I 461 Kruiwagen, de) behoort onder de Werktuigen tot den Hefboom. II 48 L. Ladder, behoort onder de Werktuigen tot den Hefboom. II. 48 Lading, de hoeveelheid der ladinge van een stuk Geschut moet zoo wel als de Afmetingen van het Geschut, en de dikte van den Kogel in aanmerking komen , om de Snelte van den Kogel by deszelfs losbarsting te vinden,II. 394. Langte van de Lading, die de grootst mogelyke Snelte des Kogels baart. 394 > enz. Landmeetkunde, Bepalingen, tot dezelve behoorende. I 387 Langte, Rhynlandsche Maten van dezelve, I 12. Langte der Slingers verandert door Hette en Koude. II 69 Leven , kansrekeningen op het zelve, volgens de Doodfeelen van de Stad London, I. 282. Volgens die van den Heere Simpson. Licht, verschillende Breekbaarheid van het zelve, en leer wegens de Kleuren, daaruit verklaard. Zie Kleuren. Lichtdeeltjes, welke men bevonden heeft dat uit wezenlyke Stoffe bestaan , moeten zekerlyk de wetten van beweginge, die aan alle andere ligchamen eigen zyn, en uit aantrekkinge en terugstootinge geboren worden, opvolgen. II. 129 Licht-  16 BLADWYZER DER Lichtstralen, worden op driederleie wyzen onderscheiden , in evenwydige namelyk samenloopende, en verwyderende Stralen, II. 135. Zy worden bewerkt door een weeromkaatsend of door eenbrekena vermogen by de (oppervlakte van ' iedere Middelstoffe, 140. De Hoekmaat van den Hoek der invallinge van Lichtstralen is tot de Hoekmaat van den Hoek der Brekinge, gelyk de Snelheden des Lichts in verschillende Middelstoffen. 141 Ligchaam, wat in de Meetkunde zoo genoemd wordt, I. 389. De Meting der ligchamen geschiedt door den Inhoud van eenen Teerling , II 7- Derzelver grootte verandert door Hette en Koude. III 86 Logarithmi , de uittrekking van den Teerlingschen Wortel, die in getallen moeijelyk valt, geschiedt best door Logarithmi , I 60. Over de Natuur en het gebruik der Logarithmi, I. 61. Wat zy eigenlyk zyn , 64. Door dezelven verandert de Vermenigvuldiging in Optelling en de Deeling in Aftrekking, 64. Tafels derzelven door wie eerst opgemaakt, en wyze, op welke zy samengesteld worden, 64 enz. Voorbeelden van Vermenigvuldiging en Deeling door Logarithmi in geheele en gemengde getallen, 68,enz. Natuur en oorsprong der Logarithmi afgeleid uit de Hyperbool als de Schaal der Logarithmi aangemerkt, I. 470. Wyze om de Naderingen der Logarithmi te vinden, 474, enz. Wyze om de Naderingen van derzelver Magten te 'vinden. ald, enz. Loxodromica, Zie Stuurmanskonst. Loxodromiscb Zeilen verschillende wyzen van het zelve , uit voorafgaande Beschouwingen opgemaakt. II 356 Lugt, Natuur en Eigenschap pen van dezelve, van hare Veerkragt, Dikte, volstrekte en soortgelyke zwaarte verklaard door Uitrekeningen en Proeven , II. 385. Van de Natuur en Uitwerksels van door konst gemaakte Lugt , en Uitrekening der losbarstende Kragt van Buspoeder, daaruit afgeleid. 389 Lustra berigt wegens dezelven. III. 236 , enz. Lyfrenten of Jaargelden, die ten agteren zyn, berekend tegens enkelen Intrest, I 179, enz. Tegenwoordige waarde van Jaargelden , Lyfrenten, enz. berekend tegens enkelen Intrest , 184, enz. Waardering van Lyfrenten , 278. Tafel voor derzelver waardering. I. 289, enz. Lyn , hoe beschreven , I. 387. Wat eene regte en wat eene kromme lyn zy, ald. Wat evenwydige Lynen  Voornaamste zaaken. IV Afd.] 17 hen zyn, ald. Wat loodregte ald. M. Maan Zie Maanstelsel Maancirkel, omstandige verklaring van denzelven. III. 241, enz. Maanden , tiendeelige Tafel voor Dagen en Maanden in een jaar, I. 263. Zy worden onderscheiden in Starrekundige en Burgerlyke, III. 226. In Periodische en Synodische. ald. Maanjaren, by de Jooden in gebruik, berigt wegens dezelven. III. 241, enz. Maanstelsel maaksel en bewerktuiging van het zelve, om deBewegingen en Schyngestalten der Mane te vertoonen. III. 162, enz. Maatstok om de vatbaarheid van eene Maat te bepalen vindt men in den Teerlingschen Duim. I. 12 Macedoonische Ryk deszelfs ondergang onder Perseus maakt het begin des Tienden Tydbesteks van de Oude Historie. III. 323 , enz. Magten der getallen en Worteltrekking. I 54 Maten , Rhynlandsche') van Langte, derzelver deelen, I 12, Benamingen der Maten van Tyd, ald. Zie ook Tyd. Meetkunde. Zie Landmeetkunde. Mercators Kaart, Natuur en Maaksel van dezelve. II. 338 Meridiaanlyn , beste wyze om dezelve te trekken, door middel van gelykmiddelpuntige Cirkelen van de Hyperbool, III 197, enz. Wyze om dezelve door Horizontale en Diametrale Zonnewyzers te vinden. 204, enz. Mes, behoort onder de Werktuigen tot de Hellende Vlakte. II. 48 Meting der Ligchamen geschiedt door middel van eenen Teerling. II. 7 Middelpunt der Zwaarte in verscheidene ligchamen , wyze om het zelve te vinden, II. 52. Middelpunt der Zwaarte in ligchamen is dat punt, waarin derzelver geheele Zwaartekragt vereenigt is, zoo dat de ligchamen, aan het zelve gehangen zynde, in evenwigt blyven, ald. Hoe te vinden in een Parallelogram, 53. Hoe in eenen Driehoek , 54. Hoe in een Trapezium , ald. Hoe in de Parabool, 55. Hoe in eenen Cirkelboog, ald. Hoe in een Quadrant, 56. Hoe in eene Cirkelsneede , ald. Hoe in eenen Cylinder, 57. Hoe in eenen Kegel, 58. Hoe in eenen halven Kloot, 59. De algemeene Regel om het Middelpunt der Botsinge in alle ligchamen te vinden is , de som der twee ligchamen gedeeld door de som der Beweegkragten, geeft den afstand van het Middelpunt der Botsinge van het Hangpunt, II. 63. Wyze om het Mid-  18 BLADWYZER DER Middelpunt der Slingeringe in alle soorten van Slingers te vinden , afgeleid uit eene Nieuwe Beschouwinge. III. 46, enz. Middelpuntskragten door welken ligchamen Cirkels, of zekere soorten van Cirkelronde Bewegingen beschryven , en eene Vergelyking en Berekening van de Kragten , Snelheden en Kringtyden, II. 88- Zie ook Voortwerpende Kragten. Middelpuntschuwende Zie Mid delpuntzoekende Kragt. Middelpuntzoekende Kragt , wat zoo genoemd worde, II. 14. Zy wordt ons vertoond in de zware ligchamen , die op de Aarde vallen, 18. Bepaling van dezelve, wanneer zy strekt naar een gegeven Punt in den As - van eene Kegelsneede. II. 104. Middelpuntzoekende en Middelpuntschuwende Kragten, die op eene Planeet in de verscheidene deelen van haren Wandelkring invloed hebben. 121, enz. Misleidingen van het Gezigt, Leer wegens dezelven, door de Teekenkunde in Perspectief verklaard,en door voorbeelden opgehelderd. II. 250. enz. Miswyzing . Bron van Miswyzing in de Beweginge van Slingers , voortkomende uit de Spheroidische Figuur der Aarde. III 78, enz. N. Naderen , Newtoniaansche wyze van Naderen tot de Wortels der Vergelykingen in getallen, I. 346» Over de wyze van Ryen door welken men tot de Wortels der getallen kan naderen. 355, enz. Naderend Deel of Naderende Grootheid van eene Nadering. Zie Nadering. Manier om Naderende Grootheden te vinden door de Maten van Redenen en Hoeken, door behulp van Logarithmi. Tafelen, en van Natuurlyke Hoekmaten , Raaklynen , enz. I 478. Naderende Spherische Driehoeken , toepassing van dezelven in Starrekundige Rekeningen, betreklyk tot Verschilzigten , Straalbrekingen, Voortgangen der Evennagten, enz. II. 321 Nadering van een Vierkant hoe te vinden , I. 449» Die van een ligchaam , ald. enz. Die van een Surdische samengestelde Grootheid, 451 Hoe het Naderend Deel of de Naderende Grootheid van eene Nadering gevonden wordt, 452. enz. Wyze om de Naderingen der Logarithmi ie vinden, I. 474, enz. De Naderingen van derzelver Magten , hoe te vinden, ald. enz. Natuur van tweede, derde en mindere Naderinge verklaard, I. 493- Naderingen der Zyden en Hoeken van eenen  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd. 19 eenen Regthoekigen Spherischen Driehoek . wyze om dezelven te bepalen. II. 293 Naderkunst is voor den tyd van Newton niet bekend geweest, I. 446 GrondbeginSels van dezelve, of van de Nieuwe Geometrie. ald. enz Natuur en oorsprong der Logarithmi. Zie Logarithmi. Natuur en Maaksel van het Oog. Zie Oog. Natuur en Eigenschappen der Lugt * verklaard door Uitrekeningen en Proeven , II. 385. Der door konst gemaakte Lugt. 389 Natuurkunde , Werktuiglyke Grondbeginsels van dezelve, toegepast op de Grondleeringen wegens de bewegingen van een Planeet, II. 113 , enz. Natuur- en Wiskundige Beginsels der Spiegelkunde. Zie Spiegelkunde Der Doorzigtkunde. Zie Doorzigtkunde. Natuur- en Wiskundige Beschouwing der Uurwerken. Zie Uurwerken. Negende Tydbestek in de Oude Historie, begint met den Ondergang van het Persiaansche Ryk., en eindigt met de Nederlaag van Perseus, toen Rome meesteres der waereld werd, III. 310, enz. Het bevat 162 jaren. ald. Neri, een der Maten van Tyd by de Oosterlingen III 235 Netvlies, naar het zelve wordt het Licht door de Vogten van het Oog gebogen. I. 164 Reg. voor de Wisk. Wetensch. Newton, Manier van Ridder Izaak) om den weg van een voortgeworpen ligchaam in eene weerstandbiedende Middelstoffe naar te spooren opgehelderd, door Proeve» bevestigd, en op de Geschutkunde toegepast. II. 449 Newtoniaansche wyze van Naderen. Zie Naderen. Nieuwe Geometrie. Zie Naderkunst. Noemer en Teller , wat men zoo in de Breuken noemt. I 7 Nuttigbeid der Leere van de Samenstellinge en Ontbindinge der Kragten, door derzelver toepassing op de drukking eener Vloeistoffe op eenen Windmolen , II. 35. Op de kragt van het Water op het Roer van een schip 36 O. /Olympiaden en Lustra be^ rigt wegens dezelven. III. 236 enz. Omgekeerde Teekenkunde in Perspectief. Zie Teekenkunde. Ondergang van het Persische Ryk , door Alexander den Grooten veroorzaakt, met dezen eindigt het Agtst Tydbestek van de Oude Historie, IIL 301. De Ondergang van het Macedoonsche Ryk onder Perseus maakt het einde van het Negende Tydbestek 310, enz. Oneigenlyke Breuken wat zy zyn, I. 92* Hoe eene geG mengde  20 BLADWYZER DER mengde Grootheid tot eene oneigenlyke Breuk gemaakt wordt. ald.. Oneindige Ry heeft plaats, wanneer het in de Deeling gebeurt dat de Deeler niet net in het Deelgetal is begrepen, I. 97, enz. Hoe de Wet van de Ry kan ontdekt worden, ald. enz. Grondles van den Heer de Moivre, om dezelve tot eene gewoone magt te verheffen. 375, enz. Ongelykheid der Dagen en Nagten, Reden van dezelve. III 152 Ontbinding der Vergelykingen , volgens den regel van Cardanus , en andere diersoorte, I. 335, enz.— Leer wecens de Ontbinding en Samenstelling der Kragten, II. .24. Nuttigheid van deze Leer, door verscheidene voorbeelden aangewezen. 35, enz. Ontzwagteling der Ryen, uit eene Grondlesse van den Heer de Moivre afgeleid. I 375. enz. Oog , deszelfs Natuur en Maaksel beschouwd , II. 164. Het voorste gedeelte van het Oog moet, om de Straalbuiging te bevorderen , van eene Bolronde gedaante zyn, en wel eenen zekeren graad van Bolrondte hebben, ald. In de beschryving van het Oog komt voor eerst in aanmerking deszelfs doorschynende en bolronde Zelfstandigheid , die den naam heeft van Tunica Cornea of het Hoornvlies, II 164 , enz. Agter dit Vlies is het waterige Vogt, 165. De Ruimte, die het bevat, bevat ook het Druisbezien-vlies , ald. Dit Vlies wordt vervangen door het Kristallynen Vogt , bevat in het Spinnewebs Vlies, in het midden van het Oog aan eenen Spieragtigen Ring, die den naam draagt van Hairgelyken Band, ald. Het overig gedeelte van het Oog wordt gemaakt door de ' lilagtige Zelfstandigheid, genaamd Humor Vitreus , of het Glasagtig Vogt, gelyk zynde aan het wit van een Ey, ald. In het agterste gedeelte van het Oog aan eene zyde, komt de Gezigtzenuw uit de Hersenen , en wordt over het geheele agterste gedeelte van het Oog in de rondte verspreid. ald. Oplossing van alle de gevallen , behoorende tot de Klootsche Driehoeken, II. 290 Oplossing der zes gevallen, behoorende tot de schuinsche Spherische Driehoeken. 305 Oppervlakte , wat zoo genoemd wordt,I. 308. Derzelver Afmetingen of Inhoud vindt men door middel van eene vierkante Maat. II. 3,enz. Optelling, wat, I. 8. Wyze, op welke zy geschiedt, ald. Regel voor dezelve , en reden voor dien Regel, 8, enz. Voorbeelden van Optellinge, 9. Voorbeelden  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [IV. Afd.] 21 den van Optellinge, voor verscheidene soorten van Geld , Maten en Gewigten ; 10. Wyze der Optel * linge van Tiendeelige Breuken , I. 33, enz. Optelling van Logarithmi is van * dezelfde Kragt als Vermenigvuldiging in gemeene Getallen , I. 64. Drie * getallen van Optellinge, * die in Algebraische Groot**'.. heden plaats hebben, 81. Regels voor deze gevallen, ald. Hoe men handelt in het optellen van ' Breuken. 93 , met eene nette Tafel daarvan voor iederen graad van de Anomalie der Aarde, III 179. De Leer wegens de samengestelde Vergelyking van Tyd, en wegens' het opmaken van eene algemeene Tafel daarvan , rustende op de plaats der Zonne in de Ecliptica, 188. Wat Tyd is, hoe dezelve verdeeld , en door welke Maten afgemeten wordt. III 219, enz. Tydbestekken wat men daardoor versta, III. 238. Het Juliaansche Tydbestek is een der Standaarden om de verschillende Jaartellingen met elkanderen te vergelyken, 239. Cykelen, uit welken het bestaat ald. Aanwyzing van het gebruik, het welk men van het Juliaansche Tydbestek in de Tydrekenkunde kan maken , 256". Aanwyzing hoe het met de verscheidene Tydbestekken in de Historie samenhangt, 257, enz. Tydbestekken in de Oude Historie zyn tien in getal. III. 268, enz. Tydmeters, de beste soorten van dezelven vindt men in alle  30 BLADWYZER. DER alle gevallen in Slingers. II. 77 Tydrekenkunde , Grondbeginsels van dezelve, III 219, enz. Wat zy is, ald. Betreklyk tot de Oude Historie beschouwd. 268 U Uurwerken ,Wis- en NatuurkundigeBeschouwing van dezelven, III. I enz. Natuur en oogmerk der Uurwerken in het algemeen, en Beginsels , op welken zy steunen. ald. enz. V. Vallende Ligchamen derzel' ver Snelte, wanneer eenparig, II. 19. Wanneer en in welke mate zy verhaast of vertraagd wordt, 20. Algemeene Regel voor dezelve , 20. Het geen van Val lende Ligchamen gezegd "wordt kan ook op Ryzende worden toegepast, 21 Hoeveelheid van Beweginge in Vallende Ligchamen is sa. mengesteld uit de verschillende Zwaartekragt en de hoeveelheid van Stoffe in het Ligchaam, 23 DeSnelte van Vallende Ligchamen moet overal dezelfde zyn, welke Evenredigheid de hoeveelheid van Stoffe ook moge hebben. 24 Veeren beschouwing van gelyktydige Slingeringen in Veeren, III. 27, enz. Beschouwing der Veeren als Regelaars van de Balans van Klokken en Horologien beschouwd , 32 , enz. De voorgaande Leer wegens Veeren verder beschouwd en opgehelderd door Uitrekeningen , in derzelver onderscheiden gebruik in Horologien. 39 Veerkragt in Ligchamen, wat zoo genoemd wordt. II 18. Dezelve wordt door hette vermeerderd en door koude verminderd, ald. Aanmerkingen over de Veerkragt der Lugt. II. 385 Verdikking in Ligchamen, wat zoo genoemd wordt. II 17 Verdunning in Ligchamen, wat zo genoemd wordt II 17 Vergelykingen, Teerlingsche) en die van grooter Hoogheid , over derzelver Natuur, Oorsprong en Wortelen, I. 293. Over het veranderen der Vergelykingen en het wegnemen van derzelver tusschenleden, 302, enz Over het vinden der Wortelen van Vergelykingen , wanneer twee of meer der Wortelen gelyk zyn aan elkanderen, 314. Palen der Vergelykingen , 320, enz. Regel voor de Ontbinding der Vergelykingen , welker Wortelen allen meetbaar zyn, 325. Over de Ontbinding der Vergelykingen volgens den Regel van Cardanus en andere diersoorte 335, enz. Newtoniaansche wyze van Naderen tot de Wortels der Vergelykingen in getallen , 346, enz. Berening van dat gedeelte der Vergelykinge van Tyd, het  VOORNAAMSTE ZAAKEN [IV. Afd.] 31 het welk ontstaat uit de Elliptische gedaante van den Wandelkring der Aarde, met eene nette Tafel daar van voor iederen graad van de Anomalie der Aarde ,III I79. De Leer wegens de samengestelde Vergelyking van Tyd , en wegens het opmaken van eene algemeene Tafel daarvan, rustende op de plaats der Zonne in de Ecliptica. 188 Verkorting, Teekens van de zelve in de Rekenkunde. I. 7 Vermenigvuldiging, wat, I. 16. Tafel van dezelve. 17. Regel van werking, 18. Voorbeelden van Vermenigvuldiging,^, enz. Vermenigvuldiging van Breuken, 35, enz. 93.— Vermenigvuldiging verandert door Logarithmi in Optellinge, I. 64, Voorbeelden van VermenigVuldiging in geheele en gemengde getallen, 69. Vermenigvuldiging van Algebraische Grootheden rust op dezen algemeenen Regel voor de Teekenen: wanneer de Teekens der Werkeren gelyk, dat is beiden + of beiden - zyn, is het Teeken der uitkomste ook +; maar wanneer de Teekens der Werkeren ongelyk zyn, dan krygt men in de uitkomste - I. 84. Voorbeelden tot opheldering van dezen Regel. 85 yerschilzigten, Toepassing van Naderende SpherischeDriehoeken in Starrekundige Rekeningen, betreklyk tot dezelven. II. 221 Verwoesting van Troje , met dezelve eindigt het Vierde Tydbestek der Oude Historie. III 277' Vierde Magt, den Wortel van dezelve vindt men door tweemaal den vierkanten Wortel te trekken. I, 6 Vierde Tydbestek in de Oude Historie, bevat 308 jaren, en gaat van den Uittogt der Israellieten tot de verwoesting van Troje. III 277 Vierkant deszelfs Nadering , hoe te vinden, I. 449. Wyze om het af te meten. II.. 4 Vierkante Wortel van een getal, wat, I 54. Regel om den vierkanten Wortel uit eenig getal te trekken, 55. Om dien te trekken uit tiendeelige Breuken :,57. Vierkante en Surdische getallen „ hoe onderscheiden, 60, enz. Aanmerkingen over het uittrekken van den vierkanten Wortel in getallen, I.) 55, enz. Beschouwing van den aart, oorsprong, en Wortelen der Vierkante Vergelykingen , I. 164, enz. Eene verzameling van Vragen, die Vierkante Vergelykingen of Equatien voortbrengen. 170, enz. Vierkanting van een getal, wat, I. 54. Wyze, op welke de Vierkanting der Sneede van kromme Lynen geschiedt. 487, enz. Vlakte , hellende) derzelver werking verklaard. II. 45 Vlam van Buskruit, nasporing van de Snelte, welke zy krygt, door zichzelve uit te zetten. II. 421 Vlie-  34 BLADWYZER DER Vliezen der Oogen , II. 165. Verklaring van de wyze, waarop het Gezigt geschiedt door de Brekingen Buiging der Lichtstralen , door de Vogten en Vliezen der Oogen. 166 Vloeibaarheid der Ligchamen komt voort uit de Klootsche gedaante hunner deelt; jes. II 16 Vogten der Oogen. Zie ook Vliezen. Voorstellen Geometrische') met derzelver Oplossing I. 407, enz. ' Voortgangen der Evennagten, Toepassing' van Naderende Spherische Driehoeken, in . Starrekundige Rekeningen, betreklyk tot dezelven. II. 321 Voortgeworpene Ligchamen, hoeveelheid van de Weerstandbieding der Lugt op '' dezelven; en inzonderheid op Kogels , bepaald door Proeven met de Slingers, II. 420, enz. Beschouwing der " Weerstandbiedinge , Snelheden, Tyden en doorgeloopene Ruimten van voortgeworpene Ligchamen', in hunne loodregte ' Ryzinge en Dalinge in Weer '" standbiedende Middelstoffen ,436. Ridder Izaak Newtons manier om den weg van een voortgeworpen Ligchaam in eene weerstandbiedende Middelstoffe naar te spooren, opgehelderd, op de Geschutkunde toegepast en door Proeven bevestigd. 449 Voortwerpende en Middelpunts- ■ kragten, door welken Ligchamen Cirkels, of zekere soorten van Cirkelronde Bewegingen beschryven ; en eene Vergelyking, en Berekening van de Kragten , Snelheden en Kringtyden. II. 88 Voortwerping , Natuur- en Werktuigkundige Beginsels van dezelve, toegepast op de oplossing van alle gevallen in de Busschieterye. II. 77 Vragen, betreffende het koopen van vrye goederen tegens samengestelden Intrest, Grondlessen tot Oplossing van dezelven. I. 257 Vyfde Tydbestek in de Oude Historie , begint met de Verwoesting van Troje, en eindigt met de Grondleg . ging van den Tempel onder Salomou, bevattende eenen tyd van 175 jaren. III. 279 Vyfhoek, wat. I. 389 W. Wandelkringen algemeene leer wegens dezelven, beschreven door eene gegevene- Kragt en over de . Evenredigheid van de Ruimten en Tyden, in welken zy beschreven zyn. II 99 enz. Weerstandbieding op Ligchamen, die in eene Weerstandbiedende Middelstoffe bewogen worden, beschouwd, II. 366, enz. Hoeveelheid van de Weerstandbieding der Lugt op voortgeworpene Ligchamen, en inzonderheid op Kogels,bepaald door  VOORNAAMSTE ZAAKEN [IV. A,fd. ] 33 door Proeven met den Slinger , II. 408, enz. Beschouwing der Weerstandbieding van voortgeworpene Ligchamen in hunne loodregte Ryzinge en Dalinge in Weerstandbiedende Middelstoffen 436 Weken , uit dagen samengesteld , derzelver Benamingen. III. 225 Werktuiglyke Natuurkunde Zie Wiskunde Werktuiglyke Beginsels der Natuurkunde,toegepast op de Grondleeringen wegens de Bewegingen van een Planeet. II. 113, enz. Wet der Middelpuntzoekende Kragt, strekkende naar een gegeven punt in den As eener Kegelsneede. II 104 Wigge wordt van veelen gebragt onder de eenvoudige Werktuigen . maar is inderdaad' eene dubbele hellende Vlakte. II. 46. Windas behoort 'onder de Werktuigen tot den Kaapstand. II. 48 Wiskunde , wat zy eigenlyk bedoele, II 3. Grondbeginsels van dezelve, toegepast op de Werktuiglyke Natuurkunde, ald Wiskundige en Natuurkundige Beginsels der Spiegelkunde,' of het gezigt door weeromgekaatst Licht van alle soorten van gepolyste Spiegels, II. 173, Wiskundige en Wysgeerige Gronden der Busschieterye, gevoegd by en opgehelderd door de Proeven, welke door wylen den Heer Robins zyn gemeen gemaakt, II. 367. Wis- en Natuurkundige Beschouwing der Uurwerken. Zie Uurwerken. Witheid is een samenmengsel van vele' eenvoudige Kleuren. II. , 173 Wortel _ -Zie Vierkante , Teerlingsche enz. , Worteltrekking Regels omtrent dezelve, I '151 enz. Wryving bedraagt, over ' het geheel omtrent een derde gedeelte van de Zwaarte der Werktuigen II 48 ' Wysgeeringe en Wiskundige Gronden der Busschieterye enz .. Zie Wiskundige Zesde Tydbestek der Oude Historie '; gaat van de Grondlegging, van Salomons Tempel tot de Bouwing 'van Rome, .bevattende 258'jaren, III .281 Zeshoek, wat, I. . 389 Zevende Tydbestek van de OudeHistorie , begint met de Bouwing van Rome, en 'gaat tot Cyrus , bevattende 208 jaren III 287 Zevenhoek, wat. I. 389 Zondvloed, met denzelven begint het Tweede Tydbestek van de Oude Historie. III. 272, enz. Zonnecirkel, verklaring wegens denzelven. III 249, enz. Zonnewyzer, Beschouwing en Samenstelling van eenen Elliptischen , Cirkelronden en Diametralen Zonnewyzer, die door middel van eenen Horizontalen Zonnewyzer, de ware Meridiaan zal vinden. III. 204,enz. Zon-  34 Bladwyzer, enz Zonnewyzerkunde of Beginsels der Teekenkunde in Perspectief toegepast op de konst om Zonnewyzers te maken. !!• 279 Zwaarheids-middelpunt in Ligchamen is dat punt, waarin derzelver geheele Zwaartekragt vereenigd is, zoodat zy , aan het zelve gehangen zynde, in Evenwigt blyven. II 52. Hoe te vinden in een Parallelogram 53. Hoe in eenen Driehoek 54. Hoe in een Trapezium, ald. Hoe in de Parabool, 55. Hoe in eenen Cirkelboog, ald. Hoe in een Quadrant, 56. Hoe in eenen Cylinder, 57 Hoe in een Kegel, 58. Hoe in een halven Kloot. 59 Zwaarte, of Gewigt van Ligchamen, wat wy zoo noemen , II. 24. Zwaarte van | Werktuigen bedraagt om trent driemaal zoo veel als de Wryving, II. 48. Wyze oih het Middelpunt der Zwaarte in verscheidene Ligchamen te vinden, 52. De leer wegens betreklyke, volstrekte en soortelyke Zwaarte in Ligchamen, verklaard op de weegkundige Gronden van weerstandbiedende Vloeistoffen, II. 375. Soortelyke Zwaarte en andere eigenschappen der Lugt, verklaard door Proeven en Uitrekeningen. 385 Zwaartekragt en Beweging, wetten van dezelve,II 10, enz. Derzelver vermogen is als de doorgeloopene Ruimten in zekeren tyd, 13. De versnellende Zwaartekragt en de hoeveelheid van Stoffe in het Ligchaam maken te samen de hoeveelheid van Beweging in vallende Ligchamen, ald.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN Voor de Levensbeschryving der Wysgeren VERVAT IN DRIE DEELEN. A. Agrippa , Henrikus Korne * lius) zyne geboorte en afkomst I. 199. Hy begeeft zich in den krygsdienst, en oeffent zich in de Geleerdheid, ald. enz. Getuigenis, sen wegens zyn vernuft en kundigheden , 200. Misnoegen van de Geestelykheid tegen hem, ald. Zyne Reizen,ib: Zyne Lotgevallen en Werken. 201 ,enz. Akademie, Koninglyke) der Wetenschappen te Parys in den jare 1666 opgerigt.II. 139 Akademische Wysgeeren, hoedanigen daartoe gebragt worden. I 19,enz. Albategni een Syrisch Vorst, bloeide in de Negende Eeuwe, en was een voornaam Starrekundige, I. 153. Hy was ook bekend onder den naam van Mahometh van Araete. ald. Albumazar, bloeide in de Ne gende Eeuwe en wordt van sommigen onder de Wysgeeren geteld. I 153 Alexander de Groote , door Aristarchus onderwezen, I. 38.Byzonderheden tusschen hem en dien Wysgeer voorgevallen. 39. enz. Amontons, William) werd te Normandye in den jare 1663 geboren, III. 135. Hy hield , zich voornamelyk bezig met de beoeffeninge der Wiskunde, en met het vervaardigen van Werktuigen, ib. enz. Zyn Werk, behelzende Proeven en Waarnemingen om een nieuw Weerglas te maken, 136. Hy overleed in den jare 1705. 37 Anaxagoras, waar , wanneer en in welken staat geboren , I 10. Zyne veragting van Rykdommen, ald. Hy oeffende zich te Atheenen' in de Wysbegeerte, gedurende den tyd van 30 jaren, II Sommigen willen dat hy Hier en daar vindt men by de aanwyzing der bladz. in dit Register een *. Waar dit geschied is begrype men dat in het Werk een Drukfout is ingeslopen. in het teekenen der bladz. van boven. D. III. in het Leven van Hans Sloane volgt na p. 150, p. 51. » ptaatse van 151. Reg. voor de Lev. der Wysg. A  2 BLADWYZER DER hy de eerste was , die de stof bezield stelde, ald. Zyne gevoelens wegens God waren zeer redelyk, ald. Zyne begrippen wegens de Zon en Maan, ald. Zyne Leer wegens de Winden, Aardbevingen, Donder en Bliksem, II enz. Vogt, Warmte en Koude waren het .waaruit, volgens hem, de dierlyke Waereld was voortgekomen ,12. Zyn gevoelen wegens het Geluid', ald Zyne Leerlingen , ib. Partyschap tusschen hem en Demokritus, ald. Zyne Bestryding des Bygeloofs, 13. Verschillende berigten wegens zyn karakter en dood. ald Zyne Schriften, 16. Eenige weinige van zyne Spreuken. 17 Anaximander, was een Leerling en Opvolger van Thales, I 8 Zyne ervarenheid in de Starrekunde, ald. Volgens hem was Oneindigheid het beginsel en Water de Hoofdstof waaruit alles sproot en gemaakt was. 9 Anaximenes,was een Leerling van Thales en Anaximander, I. 10. Volgens hem was Lugt of Geest, woorden, die het zelfde beteekenden , 'het beginsel van alles, ald. Zyn gevoelen wegens den Regenboog kwam overeen met dat der hedendaagsche Wysgeeren. ald. Apollonius van Pergamum, een beroemd Meetkundige, wanneer hy bloeide, I 88. Zyne Boeken over de Kegelsneden maken zyn eenig ste werk uit , dat nog in wezen is , 88. Sommigen hebben de ophelderingen over Aratus aan hem toegeschreven, ald. Overzetting van zyn Werk , 89Byzonderheden wegens hem. ald. Aratus, de Wysgeer en Digter , wanneer en waar geboren, I 83- Zyn oordeel en vernuft bragten hem in agting by Koning Antigonus Gonates, ald. Hy leerden God kennen als den Schepper van alles, 83. Eene plaats uit zyn gedigt wordt door Apostel Paulus aangehaald, ald. Zyn gedigt over de verschynsels der Nature werd door Cicero Claudius en Germanicus in het Latyn vertaald. 84 Archelaus , zyne geboorteplaats onzeker, 1. 17. Hy was een Leerling van Anaxagoras, en een Voorstander van Sokrates, ald. Hy leeraarde , behalven de Natuurkunde , ook de Zedekunde, 18. Byzondere leeringen van dezen Wysgeer. ald. enz. Archimedes , zyne droefheid over den dood van Conon, I. 58 Hy woonde te Syrakuse: zyn lof als Wiskundige, I. 91. Zyne Werktuigen en Uitvindingen in de Wiskunde , ald. Zyn glazen Bol, door welken men de Hemelsche ligchamen in beweging zag, 16 Vaarzen van Claudianus op denzelven , 92. Dikwyls was hy door zyne aandagt ongevoelig voor alles wat buiten hem  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 3 hem omging , ald. Hoe hy in het Bad vond hoeveel Zilvers in de Kroon van ■Hiero met Goud gemengd was, 93. Welke zyner Werken tot ons gekomen zyn, 94. De Schroef van Archimedes , ald. Brandglazen , met welken hy de Schepen der Romeinen in brand zette , 94. Waarschynlyk vindt men veel fabelagtigs van hem verhaald. 95, enz. Aristarchus, te Sainos geboren , was de eerste , die beweerde dat de Aarde om haar middelpunt draait, en jaarlyks eenen Kring om de Zon beschryft, I. 90. Hy heeft eene byzondere soort van Zonnewyzers uitgevonden, ib. Zyne Verhandeling over de grootte en afstand der Zonne en Mane is het eenigste van zyne Werken, dat nog in wezen is. ald. Aristo de Stoicyn, zyn byzonder gevoelen. I 103 Aristoteles ,een der beroemdste Wysgeeren , om zyne naarvorschingen van de verborgene fraaiheden der Nature, I. 36. Zyne afkomst, geboortetyd , en ongebondene levenswyze in zyne jeugd , ald. Aansporing, welke hy kreeg om zich Op de Wysbegeerte toe te leggen , en de Geneeskunde te oeffenen ald. Zyne naar- . stigheid en matigheid, 37. Zyne vorderingen onder het opzigt van Plato ald. Hy werd als Afgezant naar Filippus, Koning van Ma cedonië, gezonden, en rigtte by zyne wederkomst te Atbeenen eene nieuwe gezindheid van Wysgeeren op, 38. Hy werd door Koning Filippus aangezogt om deszelfs zoon Alexander op te voeden , en bleef agt jaren in dien post. ald. Naar Atheenen gekeerd zynde, verkoos hy eene andere manier van onderwyzen, naar welke zyne leerlingen den naam van Peripatetici kregen, 39. Hy hield, op verzoek van Alexander , openbare lessen over de Proefondervindelyke Wysbegeerte , ald. Omtrent dien tyd gaf hy verscheidene Natuurkundige en Bovennatuurkundige Verhandelingen aan het licht, waarover Alexander zeer misnoegd was, ald. Brief hierover door Alexander , in zyn misnoegen , aan hem geschreven , en antwoord van den Wysgeer, 40. Hy verliest de gunst van Alexander, 41. Zyn ongenoegen tegen Alexander opgevat, 42 Zyne zedelyke hoedanigheden , ald. Hy verdeelde zyne Wysbegeerte in twee deelen , in de beschouwelyke en de betragtelyke, 42. Zyn oordeel over de ontbeering, 43. Zyne twee verschillende bepalingen van de Stoffe, 43, enz. Zyn gevoelen wegens de zelfstandige gedaanten, 44. Alle aardsche ligchamen bestaan, volgens hem uit vier Hoofdstoffen, 45. A 2 Hy  4 BLADWYZER DER Hy stelde eene vyfde Hoofdstofvoor de Hemelsche ligchamen, ald. Zyne Helling wegens de eeuwigheid der dingen, 45. Hy beweerde dat de Hemelen onverderflyk zyn, en dat het eerste en opperste Wezen de Hemelen en de Aarde doet draaijen. ald Hy stelde dat het geen nu met Water bedekt is eertyds droog Land was, en dat het geen nu droog Land is met water zal overdekt worden, 46. Zyne gedagten wegens de oorzaken, uit welken het ware geluk der menschen geboren wordt, ald. Zyne gedagten over bet waar geluk, 48, enz. Over den oorsprong van onze denkbeelden, 49. Over de Regeeringsvormen, ald. Zyne antwoorden op eenige vragen , en andere byzonderheden , hem betreffende. 50, enz. Aurelius Cornelius Celsus. Zie Celsus. Avicenna, een geleerd Arabier van de Negende Eeuw. I. 153. Zyne lotgevallen, 154. Zyne Werken , 155. Hy was meer een Wysgeer in bespiegeling dan in betragting. ald. B. Bacon, Roger) een geleerd Engelsch Monnik van de Franciskaner orde, I. 157. Hy gaf te Oxford al vroeg blyken van zyne groote bekwaamheden, I 157. Op de Hooge Schole te Parys, maakte hy ongemeene vorderingen in de Geleerdheid, ald. Hy begaf zich onder de Franciskaner orde, en keerde weder naar Oxford , 158. Zyne Proeven over de Natuurlyke Wysbegeerte' stelden hem bloot aan de betigting van Tooverye , ald. Zyne poging om Hervorming te weeg te brengen was oorzaak dat men hem vervolgde, 159. Zyn] Opus Magnum aan Paus Clemens den IVden gezonden , 161. Na den dood van dien Paus was hy , gedurende den tyd van tien jaren gevangen, ald. Zyne bedrevenheid in de Talen, 163. In de Wiskunde en in de Werktuigkunde, 164. Welk. regt hy hadt op de uitvinding der Teleskoopen, 169. Zyne kundigheid in de Aardryksbeschryving, 174. In de Tydrekenkunde, 176. In de Scheikunde, ald. In de Geneeskunde, 178. In de. Regten en Overnatuurkunde, ald. In' de Zedekunde, ald. In de Godgeleerdheid, 179. Weerlegging der tegen hem ingebragte beschuldigingen, 180. Lyst van; zyne Werken. 181 Bacon, Francois') Vicomte van St. Albans, en Opperkansellier van Engeland, werd geboren in den jare 1561, II 31. Hy gaf vroeg blyken van ongemeene bekwaamheden , en maakte groote vorderingen in de? Wysbegeerte, ald. enz. Hy ' muntte  VOORNAAMSTE ZAAKEN [V. Afd.] 5 muntte in zynen tyd uit als Staatsman en Geleerde, 33. In den jare 1621 werd hy van ontrouw beschuldigd gevangen gezet, 34. In de gevangenis schreef hy zyne meeste Latynsche Werken over de Wysbegeerte en andere Wetenschappen, 35. Zyn dood , ald. Berigt van Maclaurin wegens hem als Wysgeer. 36 Bainbridge, John) was geboren in Leicestershire, in den jare 1582, II. 110. Hy oeffende zich te Cambridge in de Geneeskunde, en maakte naderhand, als Geneesheer , in zyne geboorteplaats , grooten opgang, III Hy besteedde zyne snipperuren om vorderingen te maken in de Wiskunde, en inzonderheid in de Starrekunde, ald. Zyne beschryving van de Komeet des jaars 1618 maakte hem zeer beroemd, ald. Hy werd Hoogleeraar te Oxford, ald. Hy leerde, omtrent 40 jaren oud zynde de Arabiscbe Taal, om zich tot het lezen der Schriften van de Arabische Starrekundigen in staat te stellen , ald. Zyn Dood en Grafschrift, 112. Zyne Werken. 113, enz. Barrow, Izaak een beroemd Wiskunstenaar en Godgeleerde, werd te London geboren in den jare 1630, II 191. Op de Hooge School oeffende hy zich in alles wat tot de Geleerdheid behoorde , en inzonderheid in de Natuurkunde. en gelegenheid , welke hy 'in {zyn Vaderland had om Zich te oeffenen , 60 Zyne Reizen tot voortzetting van zyne kundigheden, ald.' Agting, welke hy door zyne genezingen won, ald. Hoogagting van Plato en Aristoteles voor dezen Wysgeer, 63. Zyne groote. geleerdheid en naarstigheid, 64. Tyd van zynen dood. ald. Hire, Philip de la) een voornaam Fransch Wis- en Starrekundige , werd geboren in den jare 1640 te Parys, II. 210. Hy reisde naar Italië, waar hy groote vorderingen maakte in de Wiskunde, 211. By zyne wederkomst "gaf hy verscheidene Wiskundige Werken B 2 uit,  2o BLADWYZER DER uit, ald. In den jare 1678 werd hy nevens den Heer Pikard benoemd om de noodige waarnemingen te doen tot bet opmaken eener nieuwe Kaart van het Ryk , ald. ln den jare 1683 kreeg hy last om den Meridiaanlyn , die de Heer Pikard had begonnen , te vervolgen , 211. Omtrent het jaar 1690 werd hy Hoogleeraar van het Koninglyk Kollegie , en van de Akademie der Bouwkunde ,212. Zyne hoedanigheden , ald. Zyne Werken. ald. Hobbes , Thomas) een der grootste geesten van de Zeventiende Eeuwe . werd geboren te Malmesburg, in den jare 1588, II. 57- Hy oeffende zich in de Talen, Wysbegeerte en Wiskunde, 58. In den jare 1618 gaf hy eene Overzetting van Thucydidis in het Engelsch, 58. Te Parys wonende verkeerde hy met Mersennus en Gassendi, en schreef zyn Boek de Cive en zynen Leviathan, 59. Hy keerde vervolgens naar Engeland , waar Karel de 11de , na zyne herstelling, hem groote blyken van agting toonde, ald, Aanmerkingen over zyne denkwyze en karakter, 60. Hy stierf in den ouderdom van meer dan 90 jaren , 61. Zyne Werken. ald. Hooke, Robert) muntte uit door zyne bedrevenheid in de Werktuig- Wis- Starreen Gezigtkunde, II. 164 Hy werd geboren te Fresbwater op het Eiland Wight, in den jare 1635, 165 Zyne oeffeningen in de Wetenschappen , en inzonderheid in de Wiskunde , ald. enz. Zyne Proeven met de Lugtpomp, en zyne verbetering van de Slingers, 166. Omstandig Berigt wegens zyne andere Proeven, Ontdekkingen en Verrigtingen in hetKoninglyk Genootschap, 168 , enz. Zyne persoonlyke hoedanigheden. 177, enz. Horoxius, Jeremias) een beroemd Starrekundige, was geboren te Toxteth in Lancnshire, in den jare 1619, 11. 97. Zyne vorderingen in de Starrekunde, ald. Hy stierf in het 23ste jaar van zynen Ouderdom, 98- Zyne Verhandeling over Venus, in de Zonne gezien, ald. Andere Schriften van Horoxius, ald. Hy is voornamelyk beroemd door twee dingen, 1. Omdat hy de eerste was , die Venus in de Zonne gezien heeft 2. Door zyne nieuwe Be-: schouwing van de Bewegingen der Mane. ald. Hospital William Francois Antbony, Marquis de l') een voornaam Wiskundige in Vrankryk, werd in den jare 1661 geboren. III. 97. Hy gaf al vroeg blyken van zyne geschiktheid tot de Wis- en Werktuigkunde , ald Ook toonde hy, nog zeer jong zynde, eene groote bekwaamheid tot krygskun-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 21 kundige verrigtingen , en werd Kapitein van de Ruiterye, ald. Hy bleef egter nog by Zyne geliefde oeffening der Wiskunde, ald. Na verloop van eenigen tyd verliet hy het leger, gaf zich geheel aan zyne liefhebberye over, en hield Briefwisseling met verscheidene geleerde mannen, 98. Zyne Werken, en agting door zyne bekwaamheden gewonnen , ald. Hy stierf in den jare 1704. ald. Hudson, Jobn) een zeer geleerd Oordeelkundige en Wysgeer, werd te Widehope in Cumberland geboren , in den jare 1662, III. 99. Zyne gemaakte vorderingen in de Wysbegeerte en beschavende Wetenschappen , ald. Zyne Werken, ald. Hy overleed in den jare 1719. 100 , Huygens . Cbristiaan) Zoon van Konstantyn Huygens , Heere van Zuilicbem, werd geboren in 's Hage, in den jare 1629 , II. 186. Hy bragt het grootste gedeelte van zyn leven door met wiskundige oeffeningen, Welke hy van nut poogde te maken in het gemeene leven, 186. Nog zeer jong zynde toonde hy ook groote zugt voor de Werktuigkunde , 187. Op de Hooge School te Leyden maakte hy zyne Hoofdstudie van de Regten , zonder evenwel de Wiskunde te verwaarloozen, ald. Zyne Reizen,ald. Zyn Werk, over het maaksel van eenen nieuw uitgevonden Slinger, ald. Hy bragt de Teleskoopen tot grooter volmaaktheid , ald. Hy ontdekte eerst eenen Wagter , en vervolgens den Ring van Saturnus, 188. In den jare 1660 ontdekte hy de wetten der Botsinge van veerkragtige ligchamen, ald. Op sterke noodiging woonde hy, gedurende eenige jaren, te Parys, 189. In den jare 1675 keerde hy weder naar zyn Vaderland , ald. Hy stierf in den jare 1695. terwyl zyn Waereldbeschouwer gedrukt werd, ald. Zyn laatste Wil en Werken, ald. I. Joniscbe Gezindheid, welke Wysgeeren tot dezelve behooren. I. 19 K. Keill John) een beroemd Wysgeer en Wiskundige, werd in den jare 1671 te Edinburg geboren , III. 108. Hy oeffende zich in de Wiskunde onder den Heer David Gregory, ald Hy wordt voor de eerste gehouden , die de Newtoniaansche Natuurkunde door Proeven verklaarde, 109. Zyne Werken , ald. Ampten, welke by bekleed heeft, III. Hy overleed in den jare 1721. II2 Keill , Jakob) een GeneesB 3 kun-  92 BLADWYZER DER. kundige en Wysgeer, was de jongste Broeder van den beroemden John Keill, geboren te Edinburg, in den jare 1674 , III. 112. Hy hield zich voornamelyk bezig met de beoeffeninge der Ontleedkunde , en slaagde zeer gelukkig als Geneesheer , ald. Hy overleed in den jare 1719, ald. Berigt wegens zyne Werken, ald. enz. Kepler, teWirtemberg in Duitscbland, omtrent het jaar 1530 geboren , was de eerste, die de groote Wetten van de Bewegingen der Planeten heeft gevonden, II. 21. Berigt wegens zyne Ontdekkingen uit Maclaurin , ald. enz. Zyne Werken. 28, enz. L. Lamy, Bernard) een Fransch Protestantsch Godgeleerde en Wysgeer, werd geboren in den jare 1660, III. 54. Zyne vorderingen in verscheidene deelen der Geleerdheid, ald. Zyne sterke zugt tot de Werktuigkunde , Wiskunde en Wysbegeerte , ald. Zyne afwyking van de Wysbegeerte van Aristoteles baarde hem onaangenaamheden, 55. Hy woonde vele jaren te Rouaan , waar hy overleed in den jare 1715, ald, Zyn Karakter. ald. Lansbergius , Filippus) geboren in Zeeland in den jare 1661 , verdient onder de Wiskundigen van de Zeventiende Eeuwe geteld te worden , II. 91. Zyne Schriften. ald. Leibnitz , William de) een voornaam Wysgeer en Wiskundige , te Leypsig geboren in den jare 1640, III. 11. Zyn Vader overleed, toen hy nog zeer jong was, en dus kwam de zorg over zyne opvoeding op zyne Moeder alleen aan, ald. Grieksch en Latyn geleerd hebbende toonde hy groote zugt voor de Digtkunde, maar met zyn vyftiende jaar begon hy zich op de Wiskunde en Wysbegeerte toe te leggen, 12. Hy vorderde ook zoo ver in de Regten , dat hy in den jare 1667 tot Hoogleeraar in de Hooge Schole te Altorf werd verkozen, ald. Hy werd kort daarna Kansellier in de Rekenkamer der Kansellarye van den Keurvorst van Mentz, 13. Zyne Reizen, 13 , enz. Na den dood van den Keurvorst van Mentz, werd hy Kansellier van den Hertog van Brunswyk Lunenburg , en zette zich te Hanover neder, 14. Hy reisde vervolgens door Duitschland en Italie , en werd door geheel Europa, als Wysgeer, Regtsgeleerde en Staatkundige met, roem bekend , 14, enz. Het geschil tusschen hem en Newton wegens de uitvinding van den Calculus. Differentialis, 15, enz. Toen c.e Keurvorst van Hanover, Ko-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 23 Koning van Engeland geworden was , begaf Leibnitz zich derwaards en raakte in geschil met Dr, S. Clarke over de gronden van de Wysbegeerte en den Godsdienst, 16. Hy stierf in den jare 1716, ald. Zyn Karakter, ald. enz. Algemeen berigt wegens zyne Werken. 18 Locke, Jobn) een beroemd Staatkundige en Bovennatuurkundige, werd geboren te Wrington , in den jare 1639, Hf- 19- In het eerst oeffende hy zich voornamelyk in de Geneeskunde, ald. Zeer vroeg toonde hy grooten weerzin tegen de leerwyze van Aristoteles, en de Schoolsche samenstelsels der Redeneerkunde en Bovennatuurkunde , 19. Zyn Ontwerp van zyne Proeve over het Menschelyk Verstand, a'd. Hy begeeft zich met den Grave van Shaftesbury naar Holland, 20. In den jare 1689 keerde hy weder naar Engeland, 21. Bedieningen, welke hy daar bekleedde, en zyne levenswyze 21 Longinus, de Leermeester van Porphyrius, schreef een Boek over de Verhevenheid van den Styl, het eenigste van zyne Schriften, dat tot ons gekomen is, I. 147. Zyne Lotgevallen als Leermeester van de Koninginne Zenobia, ald. Algemeene Inhoud van zyn Werk over het Verhevene. 148, enz, Longomontanus, werd in den jare 1562 in een Dorpje, Cymbia genaamd, geboren, uit Ouderen , die van den Landbouw bestonden, en hem daarin opbragten, II. 3. Zyne vroege zugt tot de Wetenschappen werd door zyne Vrienden aangemoedigd, ald. Zyne vorderingen in de Wiskunde, ald. Hy wordt door Tycbo Brabé begunstigd, 4. Hy wordt Hoogleeraar in de Wiskunde te Koppenhagen, ald Zyn voornaamste Werk is de Deensche Starrekunde, ald. Hy stierf in den ouderdom van 85 jaren. ald. Lucretius, wanneer geboren , I, 147. Hy werd om de vlugheid van zynen geest naar Atheenen gezonden, ald. Zyne begaafdheid tot de Wysgeerige Digtkonst, ald. Zyne Boeken de Rerum Natura toonen hoe hy dagt over God en de Ondeelen. 148 M. Maclaurin, Colin) een voornaam Wysgeer en Wiskundige, werd geboren te Kilmoddan in Schotland, in den jare 1698, IIL 128*. Zyn yver in de letteroeffeningen, en zyne groote en schielyke vorderingen in de Wiskunde , ald. enz. In den jare 1717 werd hy Hoogleeraar in de Wiskunde in Marisbals Kollegie te Aberdeen, 129. Twee jaren later begaf hy zich naar London , waar hy by vele voorname mannen bekend werd, 129, enz. VervolB 4 gens  24 BLADWYZER DER gens werd hy verzogt om James Gregory te Edinburg op te volgen , 130. Zyne verrigtingen in dien post, 131. berigt van zyne Werken , ald. Zyne bereidwilligheid tot het voortzetten van ontwerpen, welke hy begreep dat tot nut van zyn Vaderland konden strekken , 133. Lof van zyne zedelyke hoedanigheden, 134. Eer, welke hy door zyne bekwaamheden verwierf, 135. Hy stierf in den jare 1746. ald. Maestlinus , Michael) werd in het Paltsgraafschap van den Rhyn, in den jare 1542, geboren, II. 62 Hy was Hoogleeraar in de Wiskunde in de Hooge Schole te Heidelberg en Tubinge, ald. Hy was de Voogd van Kepler en de voornaamste opwekker van Galileo , ald. Zyne Werken. ald. Maginus, J.A.) Hoogleeraar in de Wiskunde te Bologne, werd te Padua in den jare 1536 geboren, II. 17. Zyne zugt voor de Starrekykery, ald Zyne Schriften. ald. Manilius, een Starrekundige en Digter, I. 112. Aanzienlykheid zyner afkomste, ald. Hy bloeide ten tyde van Augustus, ald. Zyne Werken toonen dat hy tot de gezindheid der Stoicynen behoorde , 112. Hy schreef in zyne jeugd en stierf eer hy nog middelbare jaren bereikt had. 114 Maraldi, Jakob Filip) werd te Perinaldo in het Land van Nice, geboren, in den jare 1665- III 125*. Na den gewonen loop der Studien, leide hy zich in het byzonder toe op de Wiskunde, ald. Toen hy den ouderdom van 22 jaren bereikt had, ging hy , op uitnoodiging van zynen moederlyken Oom Cassini, naar Vrankryk, 126. Vorderingen, welke hy daar maakte in de Starrekunde, ald. Eer, welke hem by eene reize naar Italie werd aangedaan , 127. De hoedanigheid en veelheid van zyne Starrekundige Waarnemingen blyken , onder anderen uit de Gedenkschriften van de Koninglyke Akademie der Wetenschappen te Parys, ald. Hy stierf in den jare 1729,128. Zyn Karakter. ald. Mead, Richard) eerste Lyfmedicus van Koning George den Ilden, en de voornaamste Geneeskundigen van zynen tyd, werd geboren in de Parochie van Stepney in den jare 1673, III. 80*Zyn Vader werd genoodzaakt om naar Holland te wyken, en de jonge Mead studeerde te Utrecht in de beschavende Wetenschappen , en te Leyden in het geen tot de Geneeskunde behoorde, ald. Na merkelyke vorderingen gemaakt te hebben , deed hy eene reis naar Italie, 81 In den jare 1702 gaf hy zyne eerste uitgave van zyn Werk over de Vergiften , waar, door  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 25 door hy grooten roem won, die nog merkelyk aangroeide door eene andere Uitgave van dat Werk, veertig jaren later, 81. Hy leide zich in zyn Vaderland op de Praktyk der Geneeskunde toe, ald. Berigt van zyn Werk over den invloed der Zonne op de menschelyke ligchamen, 82. Eer , welke hy in zyn Vaderland als Geneeskundige genoot, ald. Zyne Edelmoedigheid, 83. Zyn Werk de Morbis Biblicis 84. Zyne Geneeskundige Lessen , ald. Hy stierf in den jare 1754, ald. Levensbyzonderheden, ald. Zyne Boekery en verzameling van Zeldzaamheden. Mercator, Gerard) werd te Roermonde geboren in den jare 1512, II. 19. Hy was zeer bedreven in de Geographie en Wiskunde, ald. Mercator, Nikolaas) een voornaam Wiskundige van de Zeventiende Eeuw, werd geboren te Holstein in De"nemarken, omtrent het jaar 1640, II 213. Zyne opvoeding was geschikt om hem groote vorderingen in de Wiskunde te doen maken, ald. Hy was meer geschikt om de ontdekkingen van anderen te verbeteren, dan om zelfs nieuwe ontdekkingen te doen, 213. Hy overleed te London, waar hy eenen geruimen tyd gewoond heeft, 214. Zyne Werken. 215 Molyneux, William) een be roemd Wis- en Starrekundige, werd geboren te Dublin , in den jare 1656, III. 65. Zyne oeffeningen in verscheidene deelen der Geleerdheid , 66. Eerbewyzingen, hem aangedaan om zyne bedrevenheid in de Wis- enStarrekunde en Wysbegeerte , 67. Zyne gedagten wegens de Grondbeginselen van Ridder Izaak Newton, ald. Berigt wegens zyn Werk over de Doorzigtkunde, 69. Zyne andere Verhandelingen , en zyne lotgevallen. 70 Moore , Ridder Jonas) werd omtrent het jaar 1620 te Whithy in Lancashire geboren , II. 133. Hy oeffende zich voornamelyk in de Wiskunde , en was werkzaam om de jeugd tot derzelver kennis op te leiden, 134, enz. Zyne gedagten over de beste Leerwyze in de Wiskunde , 135. Hy stierf eer hy zyne Verhandeling daarover voltooid had. ald. Muller, Jakob). Zie Regiomontanus. Munster ,Sebastiaan) een Hoogduitsche Monnik , geboren te Inglesham, in den jare 1489, II. 6. Men vindt weinig byzonders wegens hem gemeld, buiten zyn bedrevenheid in de Hebreeuwsche Tale en in de Wiskunde , ald. Hy stierf te Bazel aan de Pest, in bet 63de jaar van zynen ouderdom. ald. B 5 N. No-  26 BLADWYZER DER N. Natuurkunde vorderingen, ^ welke men door den tyd in dezelve gemaakt heeft. III. 164, enz. Neper, Johan) geboren by Edinburg, in den jare 1550» maakte zich beroemd door verscheidene nuttige uitvindingen in de Wiskunde, onder welken ook die was, welken Lord Nepers Roeden noemt, II. 43. Hy wordt met regt voor den Uitvinder van de Logarithmi gehouden, 44, enz. Werken door hem 'uitgegeven. 45. enz. Newton, Izaak werd geboren te Woolstroope in Lincolnshire in den jare 1642, II. 216. Zyne oefFeningen in de Wiskunde, ald. Zyne wyze van studeren was zoo ingerigt dat zy hem aanleiding gaf tot de ontdekking der oneindige Ryen en Naderingen, 217- Zyne eerste groote pooging was om door het slypen van Glazen de Teleskoopen te verbeteren , ald. Zyne Proeven en Beschouwingen wegens Licht en Kleuren, ald. Aanleiding tot zyne eerste vermoeden , het welk de grond was van zyn gevoelen over het Waereldgestel , 218. Zyne bedenkingen over de uitgebreidheid van het vermogen der Zwaartekragt, 219. Zyne Logarithmotechnia , waarin hy over de vierkanting van de Hyperbool, en van alle andere soorten van Kromme Lynen handelt, 220. in den jare 1669 werd hy Hoogleeraar in de Wiskunde te Cambridge, waar hy openbare Lessen gaf over de Gezigtkunde, 221. Lid van het Koninglyk Genootschap geworden zynde , deelde hy aan het zelve zyne Beschouwingen over het Licht en de Kleuren mede, die hy tot eene groote volmaaktheid gebragt had, 221. Zyne Verhandeling over het spiegelkundig Teleskoop, 222. Zyne nadere verklaring van de oneindige Ryen , ald. Zyne aanmerking over de wyze der Beweginge van eene Planeet in een Ellips , ald. Zyne Waarnemingen wegens de Komeet, die zich in den jare 1680 vertoonde, 222 , enz. Zyne Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, 223. Hoogagting, welke dit en andere Werken hem aanbragten, 224, enz. Omtrent het jaar 1699 werd hy tot Muntmeester verkozen, welken post hy tot zynen dood toe heeft waargenomen , 225. Zyne Verhandeling over de Buigingen , Brekingen en Kleuren van het Licht, omstandig berigt wegens dezelve , II. 226, enz. Zyn verschil met Leibnitz, 228 Berigt van zyne Verhandeling over de Tydrekenkunde, 229. Hy genoot eene volkomene gezondheid tot aan zyn tagtigste jaar, 230, Hy stierf in zyn vyfentagtig-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 27 tigste , 231. Zyne Grafstede en Opschrift op dezelve, ald. Beschryving van zyn Ka . rakter. 232, enz. Newton, John) een voornaam Engelsch Wiskundige, was in den jare 1622 in Northamptonshire geboren, III. 34. Algemeen berigt wegens zyne Schriften. 35 Nieuwentyt, Bernard) een voornaam Hollandsch Wiskundige en Wysgeer, werd in den jare 1654 in NoordHolland geboren , III. 59. Na zich in de Wiskunde geoeffend te hebben, leide hy zich toe op de Geneeskunde en tevens op de Regtsgeleerdheid, ald. Zyne loflyke hoedanigheden, 60. Hy overleed in den jare 1730, ald. Zyne Schriften, ald. Nonius, Petrus) is in den jare 1492 te Salutiae geboren, II. 7. Hy werd voor den grootsten Wiskundigen van zynen tyd gehouden , ald. Zyn Boek de arte navigandi werd zeer gunstig ontvangen , ald. Berigt wegens zyne andere Werken, ald. De Nonius - verdeeling door hem uitgevonden, 8. Hy stierf in den jare 1572. 9 O. .(Observatorium , Koninglyk) te Parys, in den jare 1666 gestigt, by gelegenheid der Oprigtinge van de Koninglyke Akademie der Weten schappen. II. 139 Oldenburg, Hendrik) werd te Bremen in den jare 1626 geboren , III. 43. Hy studeerde te Oxford, 44 Hy was nevens Dr. Wilkins de eerste Sekreraris van het Koninglyk Genootschap, ald. Hy stierf te Carlton in den jare 1678, 45- Hy was lang de uitgever van de Philosophische Transactien, en gaf ook vele Verhandelingen over Godgeleerde of Staatkundige Onderwerpen, ald. Olympiaden, wanneer en door wien in Griekenland ingevoerd. I. 3 , aant Oughtred, William) een voortreflyk Engelsch Godgeleerde , geboren te Eaton in den jare 1573, II. 126. Na zich in de Wetenschappen geoeffend te hebben, nam hy de H. orde aan, en werd Predikant te Aldburg, ald. Zyne Werken, 127. Dezelven zyn om den korten en ingewikkelden styl moeijelyk te verstaan. 182 Ovidius, aanzienlykheid zyner afkomste, I. 122. Zyns sterke zugt voor de Digtkunst, ald. Zyne oeffeningen in de Welsprekendheid, ald. Zyne sterke zugt tot de Wysbegeerte, aangewezen uit verscheidene plaatsen van zyne Werken, ald. enz. Fraaiheid van zyne Gedigten, 125. Zyne lotgevallen en zyn dood. 126 Ozanam, Jakob) een beroemd Wiskundige, werd geboren in het Vorstendom Dumbes, in Vrankryk , in den jare 1640, II 206. Schoon zyn Va-  28 BLADWYZER DER Vader hem geschikt had tot de Godgeleerdheid, maakte hy egter zyn voornaamste werk van de Wiskunde , ald Hy was eenen tyd lang verslaafd aan speelzugt ; doch deze afgelegd hebbende, leefde hy eenen tyd lang te Parys zeergeagt, 207, enz. Zyne Werken. 209, enz. P. Pappus van Alexandrie, wanneer hy bloeide , I. 151. Berigt van zyne vorderingen in de Wysbegeerte,en van zyne Werken. ald. Paracelsus, werd in den jare 1493 te Emstdeln by Zurich geboren, II. 9. Hy oeffende zich in de Geneeskunde.', en woonde lang te Bazel, ald. Naderhand zette hy zich in de Elzas neder, 10. Zyne Werken in elf deelen uitgegeven. ald. Pardies, Ignatius Gaston) een geleerd Fransch Wysgeer en Wiskundige , werd te Parys in den jare 1636 gebo•ren, III. 134 Hy maakte merkelyke verbeteringen in de Kartesiaansche Wysbegeerte , ald. Hy stierf in den ouderdom van 37 jaren, ald. Zyne Werken. ald. Parent, Anthony) een "geleerd Fransch Wiskundige, werd geboren te Parys in den jare 1666 , III. 106. Hy maakte groote vorderingen in de Wiskunde, en in alle de deelen der Natuurlyke Wysbegeerte, ald. enz. Hy stierf in den jare 1716, na eene meenigte van Stukken over de Werktuig- en Wiskunde geschreven te hebben. 108 Paskal, Blasius) een voornaam Fransch Wiskundige , werd geboren te Auvergne , in den jare 1623, III. 37. Na zich in de Wiskunde geoeffend te hebben, hield hy zich ook,bezig met de Godgeleerdheid , 38. Hy bemoeide zich met de twisten tusschen de Jesuiten en Jansenisten, ald. Hy stierf in den ouderdom van 39 jaren , 39. Zyne nagelatene Werken. ald. Paulus, de Apostel haalt eene plaats aan uit het gedigt van Aratus. I. 83 Pell, John) werd te Southwick in Sussex, geboren in den jare 1611, II. 181. In den jare 1653 werd hy tot Hoogleeraar in de Wiskunde te Amsterdam verkozen, 182. Naderhand werd hy tot dien post te Breda geroepen, ald. In vervolg van tyd werd hy tot Kerkelyke ampten in Engeland verzogt, 183. Zyne onbedrevenheid in waereldsche zaken, ald. Hy stierf in den jare 1683, ald. Zyne Werken, ald. enz. Periegetes, Dionysius) schreef een Grieksch Gedigt, op eene Aardrykskundige Beschryving van de Oppervlakte der Aarde , I 87. Byzonderheden wegens dit Werk. 88 Peripatetici, Leerlingen van Aristoteles , dus genoemd naar zyne manier van onderwyzen. I. 39 Pe-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 29 Peter de Groote, Czaar van Moskovie, zeer beroemd in de Werktuigkunde , Wiskunde en Wysbegeerte, werd geboren in den jare 1672, III. 138*. in weerwil der ruwheid van de Russische opvoeding , gaf hy al vroeg blyken van eene groote kragt van geest, ald. Reizen, welke hy deed ter uitbreidinge van zyne kundigheden, 139. Vaststellingen en Hervormingen, welke hy ten nutte van Rusland invoerde, ald. enz. Hy stierf in den jare 1725, 142. Verrigtingen, door welken zyn naam gesteld is onder de Vorsten die geschreven hebben. ald. Petit , Pieter een Fransch Wiskundige, werd geboren . te Montlucon , in den jare 1600, III 51. Te Parys bekend geworden zynde, werd hy door den Kardinaal de Richelieu tot vele gewigtige posten gebruikt, ald. Hy stierf in den jare 1667, 52. Zyne Werken, ald. Petty , William werd te Rumsey in Hampshire , in den jare 1623 , geboren', III 39. Hy maakte groote vorderingen in de WerktuigGenees- en Ontleedkunde, 40. Onder de Regering van Cromwel bekleedde hy openbare Ampten, en vond zich in groote onlusten ingewikkeld, 41. In vervolg van tyd bepaalde hy zich tot de Wysbegeerte en Wiskunde , ald. Zyne Uitvin dingen en Werken, ald, Zyn laatste Wil. 43 Plato , een Akademisch Wysgeer en Leerling van Sokrates, was te Atheenen uit een oud en aanzienlyk geslagt voortgesproten, I 19 Tyd van zyne Geboorte, 20. Zyne Oeffeningen en Leermeesters , ald. Zyne agtjarige inwooning by Sokrates en zyne vorderingen gedurende dien tyd in de Wysbegeerte, 21. Wyze, op welke hy Sokrates verdedigde, en zyne poogingen om dien Wysgeer te redden, ald. Zyne zugt tot de letteroeffeningen , 22. Zyne Reizen tot voldoening van dezelve, ald, Voorgewende overeenkomst tusschen zyne begrippen wegens de Godheid en die van Mozes, 23. Hy kogt de Schriften van zekeren Phi lolaus, uit welken men zegt dat hy zynen Timaeus, voor het grootste gedeelte heeft overgenomen , 24. Volgens sommigen was hy ook in zyne overige Werken een Uitschryver der Schriften van groote Mannen, 25, enz. Zyne verkregene geleerdheid bewyst de ongegrondheid van zulke voorgevens, ald. enz. Zyne levenswyze digt by Atheenen , na zyne reizen , 26. Zyne optogten door het slagveld, 27. Zyne Reizen naar Sicilië , waar hy den Berg Etna waarnam, 27. Hy werd als een slaaf verkogt, en door zynen meester vrygelaten en naar Atheenen gezonden, 28. Hy ging nog tweemaal naar  30 BLADWYZER DER naar Sicilië, om den Dwingeland Dionysius tot gematigdheid te bewegen, doch vrugteloos, 29, enz. Hoog agting, hem door de Athenienseren en door geheel Griekenland toegedragen , 30. Zyne ingetogenheid, bezadigdheid en vrolykheid, ald. Zyne Leerlingen, 31. Onder zyne Toehoorders waren ook twee jonge Juffers, 32. Zyne zugt voor de Meetkunde, ald. Alle zyne Werken zyn in gemeenzame Samenspraken byeenverzameld . 32, enz. Fraai heid van zynen Styl , 33. In de Natuurkunde volgde hy Heraklitus in de Bovennatuurkunde Pythagoras, en in de Zedeleer Sokrates, 34. Zyne begrippen wegensGod, ald. Hy geloofde de Onsterflykheid , maar tevens de Voorbestaanlykheid der Zielen, en op deze rustte zyne Leer wegens de herdenkingen, 35. Tyd van zynen dood. ald. Plinius , de Oude) zyne bekwaamheid als Geleerde en Hoveling, l. 129. Zyne 36 Boeken over de Natuurlyke Historie, ald. Zyne ongemeene naarstigheid , ald. enz. Verhaal wegens zyn levenseinde uit de Schriften van den jongen Plinius. 130 Porta, Baptista de la) leefde omtrent het einde van de Zestiende Eeuwe , II. 30. Hy was ervaren in de Wysbegeerte, Wiskunde en andere Wetenschappen, en deed groote moeite om ze voort te planten, 30. Zyne Werken. ald. Proclus, de Wiskundige, kort berigt wegens dezen, I. 85. Zyn Boek over de Spheeren is een van de beste Astronomische Werken der Oudheid. ald. Ptolomeus , Claudius) een beroemd Wysgeer en Wiskundige, wanneer hy bloeide I. 138. Hy werd voor den voornaamsten Starrekundigen der Oudheid gehouden, 138. Berigt wegens zyn Almagestum Magnum, en van de stelling, die daarin wordt aangenomen, ald. Valschheid van zyne onderstelling wegens de onbeweeglykheid der Aarde door Copernicus aangetoond, 141. Zyn dood. 142 Purbachius \ berigt wegens de Werken en verrigtingen van dezen Vriend en Medgezel van Regiomontanus. I 196 R Ramus , Petrus) werd te Vermandois, in den jare 1515 geboren , II. II De geringheid van zyne afkomste en de wisselvalligheden , hem in zyne jeugd beschoren, deden zyne vorderingen in de Wysbegeerte verwonderlyk voorkomen, 12. Zyne verwerping van de Leer van Aristoteles verwekte hem groote vervolgingen, 13, enz. Zyne uitgebreide kundigheden, en zedelyk karakter. 16 Re-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 31 Regiomontanus, of Jakob Mul■ ler, tyd van zyne Geboorte , en zyne Ouders , I. 183. Zyne vorderingen in de Wiskunde en andere takken der Geleerdheid, ald. Zyne oeffeningen met Purbachius. 184. Zyne Reizen, en eerbewyzingen, hem op dezelven aangedaan, 185, enz. Juistheid zyner Waarnemingen van eene Komeet, die ten zynen tyde verscheen. 190. Oprigting van zyne Drukkery te Neurenberg, 192. Zyne Werken. ald. enz. Reyneau, Karel) begaf zich in den jare 1676, toen hy den ouderdom van omtrent 20 jaren bereikt had , onder eene geestelyke orde, die . men de Orde van Oratores noemde, III. 109*. Hy maakte zich beroemd in de Wiskunde en Wysbegeerte, in welke beide Wetenschappen hy Lessen gaf, ald. enz. Zyne uitgegevene Werken, 110, enz Hy stierf in den jare 1728. 112 Ricciolus , Joannes Baptista) was een geleerd Jesuit, te Ferrare geboren , II. 106. Gedurende eenigen tyd was hy Hoogleeraar in de Rederykkunst en Poëzy, vervolgens in de Wysbegeerte en Godgeleerdheid te Parma en te Bologne. 106- Hy won den grootsten roem door zyne vorderingen in de Aardryksbeschryving , Tydrekenkunde en Wiskunde, ald. Onder zyne Werken munten in het byzonder uit zyn Almagestum Novum, en zyne Astronomia Reformata, 107. Hy bloeide omtrent het midden der voorgaande Eeuwe. 108 Robins , Benjamin) werd te Bath in den jare 1707 geboren-, III. 143». Zyne groote bekwaamheden verschaften hem, zooras als zy bekend werden , verscheidene vrienden, die de beletsels, welke men , uit hoofde van den geringen staat zyner Ouderen , vreesde voor zyne bevordering, uit den weg ruimden , 144. Zyne vorderingen in de Wiskunde gaven hem aanleiding om lessen in die Wetenschap te geven, ald Zich hiermede bezig houdende liet hy niet na zyne kundigheden verder uit te breiden , 145. Hy behaalde grooten lof door een geschrift tegen den Heer Bernouili, 146. Hy zonderde zich af van de gezindheid der Kwakers, tot welke hy te vooren behoord had , ald. Gemaklykheid en lof van zyne Leerwyze, 147, enz. Zyne Werken. 153, enz. Rohault, Jakob) een Fransch Wysgeer, geboren te Amiens, in den jare 1620, III 52. Hy was een yverig Navolger van DesKartes, 53. Zyne Werken, ald. Hy stierf in den jare 1664. ald. Rooke, Laurens) te Deptforth in den jare 1623 geboren , II. 149 Hy oeffende zich voornaamelyk in de Starrekunde, waarin hy Hoogleeraar  32 BLADWYZER DER leeraar werd te Oxford, II. 150. Naderhand verwisselde hy dien post met het Hoogleeraarampt in de Wiskunde, ald. Hy stierf in den jare 1662 , eer hy zyne Waarnemingen wegens de Wagters van Jupiter had kunnen ten einde brengen, - 151. Zyn karakter, en zyne voornaamste Schriften. 152 S. Saunderson, zyn oordeel over de Rekenkunde van Diophantus, en over zyne Uitvindingen in de Algebra, I. 144 Saunderson , Nikokas) Hoogleeraar in de Wiskunde te Cambridge , werd geboren in den jare 1682, II. 92*. ln den ouderdom van 12 maanden werd hy blind door de Kinderpokjes, ald. Hy maakte egter groote vorderingen in de Grieksche en Latynscbe Talen, ald. Vervolgens begon hy zich op de Rekenkunde toe te leggen , en 18 jaren oud zynde, maakte hy zich bekend door zyne bedrevenheid in de Wiskunde, ald. Aanmoedigingen, welke hy kreeg om die oeffeningen voort te zetten, 93. Lessen, welke hy als Hoogleeraar gaf over de Principia Mathematica, de Optica en de Arithmetica Universalis van Newton, 94. Hierdoor geraakte hy in kennis hy Newton, en by andere groote Natuurkundigen van zynen tyd, 95- Hy volgde den Heer Whiston in deszelfs Hoogleeraarampt op , ald. Hy overleed in het 57ste jaar van zynen ouderdom , ald. Zyne hoedanigheden, en wyze waarop hy zyne kundigheden verkregen heeft. ald. enz. Sauveur, een voornaam Fransch Wiskundige, werd geboren te la Fleche, in den jare 1653. III. 56. Hy was tot zyn zevende jaar toe stom ald. Hy toonde al vroeg eene sterke zugt tot de Wiskunde, en maakte zich bekwaam om lessen in dezelve te geven , ald. Toen hy 23 jaren oud was, telde hy Prins Eugenius reeds onder zyne Leerlingen, ald. enz. Hy werd vervolgens Hoogleeraar in het Koninglyk Kollegie , 57. Zyne Reizen , oeffeningen , en andere byzonderheden van zyn leven, 57, enz. Zyne Schriften , 59. Hy overleed in den jare 1716. ald. Saville, Henrik) geboren te Bradley, in den jare 1549, maakte zich beroemd door zyne ervarenheid in de Grieksche Tale en de Wiskunde, II. 71. Lezingen , door hem te Oxford opgerigt over de Wis-en Starrekunde in den jare 1619 , 72. Zyne Werken. ald enz. Scaliger, Jofeph) werd te Agen in den jare 1540 geboren , II. 74 Te Leyden woonende, maakte hy zich beroemd door zyne groote bedre-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 15 bedrevenheid in de Wisen Starrekunde, ald. Zyn Werk de Emendatione Temporum , en andere Schriften, 75. Zyne uitvinding van het Juliaansche 'I'ydbestek ald. Scheinerus , een Inboorling van Mundelheim in Swaben, was eerst Hoogleeraar in de Hebreeuwsche Tale en Wiskunde te Friburg , en Ingolstad , en naderhand Rector in het Kollegie te Nissa, II 90. Hy was zeer bedreven in de Starrekunde, en ontdekte de Vlekken in de Zon, genoegzaam gelyktydig met Galileo ald. Zyne Verhandelingen, in het Latyn geschreven. 91 Schonerus, Joannes) te Carelstad in den jare 1477 geboren , II. 5. Nog maar een jongeling, werd hy reeds Hoogleeraar in de Wiskunde te Neurenberg, ald. Hy behaalde grooten roem door zyne Starrekundige Tafelen , ald. Zyne overigescbriften, ald. Hy stierf in het 70de jaar zyns ouderdoms. 6 Seneka, zyn Brief aan Epikurus, en zyn oordeel over dien Wysgeer. I. 74 Sloane, Hans) een voornaam Geneesheer en Wiskundige, en de eerste aanlegger van het Britsche Museum, was van Scbotsche afkomste III. 149 Hy werd geboren te Killileagh in den jare 1669, ald. Reeds vroeg gaf hy sterke blyken van zyne zugt tot de NaReg. voor de Lev. der Wysg. Zie de aanteekening in het tuurlyke Historie, ald. In den ouderdom van zestien jaren , werd hy aangetast door eene bloedspuwing , die den loop zyner oeffeningen voor eenigen tyd afbrak; doch hy kwam derzelver gevolgen door matigheid en onthoudinge te boven, ald. Hy besloot vervolgens zich op de Geneeskunde toe te leggen, en maakte in de eerste plaatse groote vorderingen in de Chemie , 149. Hy oeffende zich tevens in de Kruidkunde, Ontleedkunde en Heelkunde, 150. Hy maakte zich egter meest bekend door zyne vorderingen in de Natuurlyke Historie , ald. Reizen door hem gedaan ter uitbreidinge van zyne verkregene kundigheden, 150, enz. Zyne vriendschap met den Heere Tournefort, 53 *. [ Zyne verrigtingen na zyne terugkomst in zyn Vaderland, 54* Hy deed eene Reis naar Jamaika om nieuwe Ontdekkingen in de Natuurlyke Historie op te doen, ald. enz. Na zyne wederkomst te Londen leide hy zich toe op de oeffening der Geneeskunde, en won grooten lof, ald. Zyne verrigtingen als Lid van het Koninglyk Genootschap 56. Zyne agting als Geneesheer, 57. Na den dood van Newton werd hy President van het Koninglyk Genootschap, 58. In den jare 1741 begon hy C zich begin van dit Register.  34 bladwyzer der zich tot rust te schikken, 59*. Hy overleed in den jare 1752, ald. Zyn karakter en levensbyzonderheden uit de Lykreden van Dr. Pearce, 60. Bepalingen omtrent zyn kabinet van Zeldzaamheden, in zynen uitersten wil gemaakt, 60, enz. Regels die in het zien en gebruiken van het zelve.moeten in agt genomen worden. 62 Snellius, Willebrordus ~) geboren te Roijen , was een beroemd Wiskundige , en de derde,die ondernam eenen graad op de Oppervlakte ' der Aarde te meten , II. 109. Hy bloeide omtrent het begin der Zeventiende Eeuwe, gelyk blykt uit de gemeenmaking van zyne Werken. 110 Sokrates, was niet de eerste, die de Zedekunde geleerd heeft. I. 18 Sougenes , een 'Egyptenaar, muntte alleenlyk uit in de Tydrekenkunde en Wiskunde, I. in. Zyne gedagteris is tot ons gekomen , dewyl hy het Juliaansch jaar 45 jaren voor de geboorte van Christus heeft ingevoerd, ald. Stoicynen, oorsprong des naams van die gezindheid , welke door Zeno werd ingevoerd. I. 102. Gevoelen eer Stoicynen wegens het Noodlot, ald. Zy stelden een werkend en een lydend beginsel God en de waereld , ald. Zy stelden de deelbaarheid der Stoffe tot in het oneindige, ald. Verscheidenheid vSn begrippen onder hen, was oorzaak dat zy in vele gezindheden verdeeld werden. 103, enz. T. Tarrantius, bloeide ten tyde van Cicero, met wien hy in vriendschap leefde , I 108. Hy maakte zich beroemd als Wysgeer en Wiskundige , ald. Berigt van Plutorchus wegens hem. 109 Thales, tyd van zyne Geboorte, bloei en dood , I 3. Waar hy zich in de Letteren oeffende , ald. Hy bloeide in zyne Gcboortestad Miletus , ald. Zyne voornaamste Leerlingen waren Anaximenes, Amximander en Pythagoras ; .\. Zyn lof, ald. Thales leerde dat Water het beginsel is, waaruit alle dingen bestaan , 4. -Zyn gevoelen wegens God als den oorsprong van alles, ald. Zyne Uitvindigen en Vorderingen in de Meetkunde, 5. Zyne Vorderingen en Ontdekkingen in de Starrekunde, ald. Hy was de eerste , die de leer wegens de Eklipsen verklaard heeft, 5 , enz. Hy was een liefhebber van de Starrekykery en deed met dezelve zyn voordeel, 6. Zyne Zedeleer, 7. Of hy eenige Schriften heeft gelaten en welke. 8 Theon van Alexandrie , een beroemd Wysgeer en Wiskundige, wanneer hy bloeide, I. 145. Zyne groote vor de-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd.] 39 ,deringen in de Wetenschappen , ald. Vorderingen van zyne Dogter Hypatia. ald. Zyne denkbeelden wegens God en de Zedekunde, 146 Zyn Boek, Progym nasmata genaamd, te Bazel ■' uitgegeven ald. ■Tbeophrastus, eerst een Leerling van Lucippus, vervolgens van Plato, gaf in zyne vroege jeugd blyken van ongemeene schranderheid, I. 70. Hy was ook een leerling en opvolger • van Aristoles , ald. . Aanzienlykheid van zyne Schole. 71. Door toedoen van Sofokles werden de Filozofische Scholen te Atheenen voor eenigen tyd gesloten , en Tbeophrastus bleef een jaar buiten de Stad , 71. Zyne Verrigtingen in dien tusschentyd, ald. Zyne Schriften , zyne zedelyke hoedanigheden en zyn ; 'dood. 72, enz. Torricelli Euangelista) te Faenza in den jare 1608 geboren, was tot eene kerkelyke bediening geschikt , maar maakte zich beroemd door zyne zugt tot de Wysbegeerte en Wiskunde in te " volgen , III 49. Hy verbeterde de konst van Teleskoopen en Mikroskoopen te maken, 50. Hy was de eerste, die een middel uitvond om de zwaarte van den Dampkring door middel , van Kwik te bepalen , 50. . • Uit dien hoofde wordt de ■Barometer de Torricelliaansche Buis genoemd, ald. Hy stierf in den jare 1647, ald. Berigt wegens zyne Werken. 51 Tycho Brabè. Zie Brabé. V. Varignon Pieter) geboren te Caen in Vrankryk , in 'den jare 1654, was de Zoon van een' Timmerman, III. 65*. In zyne jeugd werd hy geschikt tot den dienst der Kerke, ald. In den aanvang van zyne letteroeffeningen vorderde hy al zeer ver in de konst om Zonnewyzers te maken, ald. Hy kreeg by toeval kennis aan de Boeken van Euklides, en dezen leidden hem tot de de beoeffening der Wiskunde, 66*. De beoeffening der Wiskunde gaf hem aanleiding tot het lezen der Werken van Deskartes , ald. Zyn groote yver in het beoeffenen der Wysbegeerte, en zyne vorderingen in dezelve, 66*, enz. Zyne hoedanigheden , 'verrigtingen en Werken , 68 *, enz. Hy stierf in den jare 1722, 75*. Zyn ■ karakter. ald. Vespucius. Zie Amerikus Vespucius. Vitta, Franciskus) geboren te Fontenoy , wordt door Ricciolus het sieraad der Fransche Wiskunde, genoemd, II. 65. Hy droeg aan Paus Klemens den VIIIsten een nieuw maaksel van den Gregoriaanschen Almanak op ,. ald, Zyn Harmonicon CoeG 2 lesto  26 BLADWYZER DER leste, het welk zyn allergeagtste Werk was, is verloren geraakt , ald. Zyne nog overgeblevene Werken, ald. Hy bloeide omtrent het jaar 1599. 66 Virgilius, waar, wanneer en uit welke Ouderen geboren , I. 116 Hy gaf al vroeg blyken van meer dan gemeen Vernuft, ald In zyne letteroefeningen hield hy voornamelyk de Wysbegeerte , de Geneeskunde en Wiskunde in het oog, ald. Hy geraakte in gunst by Keizer Augustus, 117. Zyne Herderszangen geprezen, ald, Berigt wegens eenigen van dezelven, ald. enz. Hy schreef zyne Landgedigten op raad van Mecenas, 119. Fraaiheden van zynen schryfstyl opgemerkt en geprezen , ald. Berigt wegens zynen Eneas, 120. Zyne hoedanigheden , ald. Zyn dood en Grafschrift. 121 W. Wallis John) geboren in ^ den jare 1616 te Ashford in Kent, zyne vorderingen in de Wetenschappen, II. 100. In het eerst oeffende hy zich voornamelyk in de Godgeleerdheid, en naderhand in de Natuurlyke Wysbegeerte, 101. Zyn berigt aan Dr. Smith wegens de byeenkomsten , welke hy tot derzelver voortzetting wekelyks hield met andere Geleerden, ald. Zyn karakter als Godgeleerde, 102 Zyn gedrag in haglyke tyden , 103. Zyne Werken, 103, enz. Hy stierf in den jare 1703, en in de St. Mariaas Kerk te Oxford is eene Graftombe ter zyner eere opgerigt , 105, Zyne zedelyke hoedanigheden. 106 Word, Seth) werd geboren in den jare 1617 te Buntingford in Hertfordshire, II. 114 Hy studeerde te Cambridge , en oeffende zich voornamelyk in de Wiskunde , ald. Hy werd tot openbaar Redenaar van de Universiteit aangesteld, 115. Naderhand werd hy Saviliës Hoogleeraar in de Starrekunde te Oxford, ald. In den jare 1654 nam hy den graad van Doctor in de Godgeleerdheid aan , ald. In den jare 1667 werd hv Bisschop van Salisbury', 116. Hy stierf in den jare 1689, ald. Zyn lof als Wiskundige , ald. Zyne Werken. 117 Whiston , William ) werd geboren in den jare 1667 te Norton in het Graafschap Leicester , III. 127. Te Cambridge studerende, oeffende hy zich zeer yverig in de Wiskunde, ald. Doctor in de Godgeleerdheid geworden zynde. werd hy Kappellaan van Dr Moore, toen Bisschop van Norwich ald. Zyn eerste Werk was eene Nieuwe Beschouwing des Aardkloots, ald. Hy werd naderhand verkozen om Newton op te enigen in bet Lukasiaansch Hoogleeraar-  VOORNAAMSTE zaaken [V. Afd.] 32 leeraarampt in de Wiskunde, 128. Uitgave van verscheidene zyner Werken van verschillenden aart, ald. Zyne Proeve over de Apostolische Vaststellingen wikkelde hem in groote moeijelykheden , en was oorzaak dat hy van zyn Hoogleeraarampt werd afgezet, 129, enz. Hy zette zich vervolgens te Londen neder, waar hy eene meenigte van Boeken schreef, 130. Hy stierf in den jare 1752 , in den ouderdom van ruim 84 jaren, ald. Zyn Karakter door Bisschop Hare en den Heere Collins opgegeven. 131 Wilkins, John) Bisschop van Chester, in den jare 1614 te Fawlsey in Northamptonshire geboren, werd tot de Taalgeleerdheid opgeleid, II. 120. In den jare 1638 maakte hy zich als Starrekundige bekend door zyne Verhandeling over de mogelykheid van eene Waereld in de Maan, ald. Zyne Verhandeling , (trekkende om te bewyzen dat de Aarde eene Planeet is , in hare byzonderheden voorgedragen, 120. Zyne andere Wiskundige Werken , ald. Hy stierf in den jare 1668. 122 William, Prins van Hessen , was een groot Voorstander van de Starrekunde,II.66. Hy leefde in het laatst van de Zestiende Eeuwe. ald. Wren, Christoffel) werd ge boren te Oost-Knoyle in Wiltshire, in den jare 1630, II. 153. Hy maakte vroeg verbazende vorderingen in de Wiskunde, en werd in den jare 1657 reeds Hoogleeraar in de Starrekunde in het Kollegie van gresham ald. Hy won grooten lof door de lessen, welke hy in dien post gaf, 154. In den jare 1661 werd hy Hoogleeraar in de Starrekunde te Oxford, 155. Berigt wegens zyne Werken en Ontdekkingen, 156, enz. Zyne reis naar, Vrankryk, en zyne verrigtingen aldaar, 162. Andere byzonderheden van zyn leven, 163. Hy stierf in den ouderdom van 91 jaren, in den jare 1723, ald. Zyn Grafschrift, 164 wright Eduard) was een tydgenoot van Briggs, II. 75. Den Hertog van Cumberland in den jare 1589 op eene reize naar de azorische Eilanden verzeilende, oeffende hy zich in de Praktyk van de Stuurmanskonst 76. Hy schreef een Werk , ten titel voerende, misvattingen in de Stuurmanskonst verbeterd, 76. Konstige Spheer , door hem vervaardigd, 77. Zyne andere Werken. ald. Wysbegeerte, haar invloed op den staat des menschdoms. III. 163 C 3 Z. Zeno  18 BLADWYZER ENZ Z. Zeno waar geboren, I. 101 Zyn yver in de Letteroeffeningen. ald. Hy was het Hoofd van de Stoici, ald. Hy was eerst een Leerling van Stilpo, en naderhand van Crates, Zanocrates en Palemon, ald. enz. Agting van Koning Antigonus voor hem , 104. Hy weigert in groote gezel schappen te komen , ons zich niet aan het vermaak te wennen ald. Hy slaat het verzoek van Antigonus om by denzelven te komen' wonen af, 104 Hy verdedigde de Zelfmoord , en maakte zichzelven van kant , 105. Groote eer, hem op verzoek van Antigonus door de Athenienseren aangedaan. ald.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN Voor het Mengelwerk van Vernuft Konst, Geleerdheid , enz. VERVAT IN VYFTIEN DEELEN, A. Aal, torporische of verdoovende berigt wegens dezelve. XL ' 198 Aalbessenboom, aan welken een Wynappel groeide. III 236 en 272 Aandoenlykheid omtrent ande ren, derzelver uitbreiding vergroot ons Geluk. Zie Geluk Aanpryzing verwekt begeerte , door eene gebeurtenis bevestigd. VIII. 172 Aap, de) een Fabel VI. 85 Aardbollen, bespiegeling van de verscheidene Lugtstreken en Gevesten van denzelven. V. . 527 Aarde , haar grond is hooger , naar mate dezelve verder van de Zee af is. IV. 225 Aardkloot, bevat in zyne Oppervlakte de drie Ryken der Nature. Zie Natuur. Aardwormen, waarnemingen omtrent derzelver bervoortbrenging. X. 363 Abdulab, Prins van Candahar , zyne Geschiedenis. X. 329 Reg. voor bet Mengelwerk, enz. Abenaki ,de) of vaderlvke Liefde , een voorval uit NoordAmerika. XI. 58 Abuzaid, de Zoon van Morad, een Oostersch verhaal. II. 300, enz. Addison, gesprek tusschen hem en Dr. Swift. VIII. 339 Adeldom, de ware) vertoond in de geschiedenissen van Melisichton, VI. 515, enz. Vertoog over denzelven. VII. 367. Jonge Adeldom, zedelyke samenspraak, geschikt tot dienst van denzelven. III 312- enz Ademhaling , Proeve om te toonen dat dezelve niet zoo volstrekt noodig is voor 't jonggeboren dier als voor 't volwassene , door de Busson- II. 13 Afgezonderd Leven , vermakelykheden van hetzelve, een Klinkdigt. XV. 346 Afzondering , zugt naar dezelve is eigen aan groote zielen, III. 433- Godsdienstig gebruik , het welk men van dezelve kan • maken. 435 Agting en Lof, Verhandeling A ■ over  » BLADVVYZER DER over de liefde tot dezelve , en hare behoorlyke bepalingen. II 317, enz. Der Menschen. oorzaak van derzelver onbestendigheid. IV 433. Belang, het welk wy behooren te stellen in de agting van anderen, voorgesteld in eene Sokratische samenspraak. XV. 178, enz. Aland, onderhandelingen van) VIII. 502 Alcihiades, een Vertelsel van Marmeutel. IX. 72 Aletta Schrander , eene Kamenier, haar klagt in een brief. III. 169 Alexander de Groots, Samenspraak tusschen hem en Karel den XIIden Koning van Zweden. XIII. 358 Alexander en Diogenes. Zie Samenspraken. Alexis Petrowitz. Zie Petrowitz. Almagt van God, beschouwd, III. 219. Een Digtstuk. XIII 480 Almira , Crasmin en ) een Oostersch verhaal. VIII. 80 Aloë, berigt uit Pensance in Cornwall , wegens eene bloeijende Amerikaansche) L 346 Alomtegenwoordigheid van God, bedenkingen over dezelve. III. 307 Alpen, zyn de hoogste Bergen die tot het tweede gewest der lugt reiken, IV. 227. Naar mate van hunne hoogte zyn zy kouder. 228 Alpische Herderin. Zie Herderin. Amandelboom, bloeijende beschouwd , en de werking der Byën in denzelven. I 152, enz. Amerika , beschryving van ). XIV. 462, enz. Amerikaan. Zie Samenspraak. Amethist , kragt van dien Steen. IV. Ip8 Amintas, een der Idyllen van Gesner IV. 507. Herderszang. X. 325 Amlot. Historie van den gelukkigen jakobus XIV. 76 Amptenaren , gedagten over derzelver verstand. XIII. 259 Angelier, vroegtydige) huishouding van Insekten in dezelve I. 73 ,enz. Aningait en Ajut, eene Groenlandsche Geschiedenis. III. 385 Anna van Boulein. Zie Boulein. Apelles, een van de beroemdste Schilders der Oudheid. I 451 Apollo en Daphne, toeëigening van deze Fabel IX 234 Arbeid en Rust, eene Allegorische Geschiedenis. VI. 341 enz. Archangel, eene Provincie van Rusland, V. 324. Deszelfs Koophandel. ald. Argyle , Samenspraak tusschen den Graaf van Douglas en den Hertog van Argyle. XIV. 37l Arias Montanes, zyne heuzelary omtrent het gebruik dat de Satan , by 's Heilands verzoeking, van Verrekykers zoude' gemaakt hebben, Zie Verrekykers. Aris-  VOORNAamste zAKEN. [VI. Afd.] 3 Arisbe, aan den jongen Marius, een digterlyke Brief. III. 72 Armoede, somtyds gevaarlyk voor Deugd. IV. 168 Armoede, en Deugd, een Digtstuk , VI. 425. Armoede en Rykdom , aanmerkingen over dezelven, VI. 228, enz. Voorgegaan van eenen Brief aau den Uitgever. Atria, Samenspraak tusschen Oztavia , Arria en Portia, XII. 7, enz. Asch van houtdienstig om uit Zeewater versch water te stooken. III 420,enz. astrakan het Koningryk) in Rusland beschreven. V. 367 Attikus, Samenspraak tusschen Pompenius) en Markus Brutus. XIII. 227 Augustino Steffani. Zie Stef fani. Augustus, doet afstand van de Poolsche Kroon , en levert Patkul aan den Czaar over. VI. 280 , enz. Auteuren, hedendaagsche Fran sche en Engelsche) van smaak en vernuft, oordeelkundig onderzoek wegens derzelver verdiensten. VIII. 570 avanturier in de Loteryen, berigt wegens denzelven. XI. 345 Avond , bedenkingen over denzelven. IV. 129 Avondgedagten. III, 175. VI. 274 Avondmaal , zielzugt voor het gebruik van het zelve, V. 200. Na het zelve, ald, Digtstukjes. Avondstond digterlyk beschreven, een Lierzang. I. 229, Azakia , eene Amerikaansche Geschiedenis. XIII. 54, enz. Azof, belegering en verovering van die Stad. V. 584 azuursteen Zie Lapis Lazuli. Azyn, Natuur- en Scheikundige aanmerkingen over Wyn, Brandewyn, Voorloop, Wynsteen en Azyn. XIV. 281 B. balddadigbeid , met hare eigene munt betaald. IX. 435 Barmhartigheid , bespiegelingen over de Werken van dezelve in het verborgen. IX. 67 Bastliskus, de) een vertelsel. VIII 320, enz. Bayle, Samenspraak tusschen Locke en). XIV. 107 Bedaardheid van Geest, voordeel van dezelve. IV. 434 Beddingen der Aarde en der Bergen bestaan : 1. Uit Puimsteen. 2. Uit Ley. 3. Uit Marmer met versteende dingen. 4. Weder uit Ley. 5. Uit Hardsteen. IV. 225 Bedelaar, een Digterlyke Fabel IV. 246. Zie Gwinett, Bedezang om Vrede, een Digtstukje. III. Bedillen der wetten van het geschapene is ten uitersten onbetamelyk. IX. 361 bedrevenheid der Ouden in de A 2 Gra-  * 5 BLADWYZER DER Graveerkunst. Zie Graveer. kunst. Bedriegeryen van een Vleijer, door zyn eigen berigt bekend gemaakt. Zie Vleijer. Bedrog en Fieltery , loeren dikwyls op Goedhartige Eenvoudigheid. Zie. Eenvoudigheid. Bedwingende Magt. Zie Magt. Beelden en Schilderyen te Rome, Brief over eenige merkwaardig;, die aldaar gevonden worden , door een' Engelsch" Reiziger geschreven. XIII. 484 Beeldsprakige, of Hieroglyphische Teekenen der Egyptenaren , verklaring van dezelven. X. 285 Beer , langstaartige) een Amekaansch viervoetig Dier, dat zelden in Europa ge • zien is , beschreven. III '17 , enz. De danssende • Beer', een Fabel van Gellert VIII 139 Beever, de) een Fabel. XI. 351 Begeerte, verwekt door aanpryzing, door eene geschiedenis bevestigd. VIII. 172 Aangroeijende begeerte tot het Leven. Zie Leven. Begraven der Dooien. Zie ' Dooden. Behoeftigen gedagten over het ondersteunen van denzelven. XV. 89 Beitelkonst , aanmerkingen over derzelver vorderingen en misbruiken. II. 141 enz. Belachlykheid der Gemaaktheid, proeve over dezelve. XIV. 168 Belangeloosheid en Standvas-, tigheid in het gedrag der Mannen. IV. 158, enz. Belgorod, eene Provincie in Rusland. V. 366 Beloften van God , troostgedagten wegens derzelver onfeilbaarheid. IV. 173 Beproevingen, de) eene Arabische vertelling. XI. 164, enz. Berg, de) en de Digter, een Vertelsel of digterlyke Fabel. VII. 219. Bergen, derzelver Beddingen. Zie Beddingen. Zy trekken meer Waters tot zich dan lage plaatsen, IV. 226 Derzelver nuttigheid. 227 Berisping, tot dezelve " slaat men ligtelyk over, dewyl zy meerderheid aanduidt. VI. 11 Beroep, elks vooringenomenheid met hetzelve, toegepast op de allengs opklimmende verbetering van Konsten en Wetenschappen. VI. 247 Beroepen , kwade keus in dezelven, oorzaak van vele mislukkingen. II. 30,enz. Beroerte , door middel van den Bliksem hersteld. Zie Blik sem. Berooid, Simon zyn Brief aan den Uitgever. VIII 85. Beschaafdheid .van een Land dient om het getal der Inwoneren in het zelve re doen toenemen. V. 405 Beschaafdheid oorsprong van dezelve, een Zinnebeeldig verhaal. XIV. 321 Bescheidenheid een. Digtstukje. VI. 55 Be- ,  VOORNAAMSTE ZAAKEN [VI Afd.] 5 Bellissing, de regtmatige) een ' Zedekundig Verhaal. XIV. 439 Bespiegeling , Zedeleerende ) ' van den reeks der geschapene dingen. V. 619 Bestaan van eenen Schepper, Overdenkingen wegens het zelve. III. 87, enz. Gevoelens der Ouden wegens het bestaan en de eigenschappen van een Opperwezen. XIV. i,enz. Bethume, Maximiliaan. Zie ' 'Sully. Beurtzangen der Ouden, Verhandeling over dezelven, I. 85, enz. 129, enz. De ' oudste Beurtzang is de Lofzang 'over het omkomen van Farao , 1.86. De Lofzang van Debora behoort hier toe mede , 89 Verscheidene Psalmen. 129 Beuzelaryen, geneigdheid tot dezelven vertoond in eene Sokratische Samenspraak. XV. 246 Bevriezen der Boomen in stren : ge Winters, oorzaken van het zelve , en middelen om het voor te komen. V. 11 enz, Bevrozen Mensch, door Hulpmiddelen hersteld, en weder levendgemaakt. 193 Bewys , dat niets iets is. XIII 69 Bezigheden, derzelver nuttigheid aangetoond , uit aanmerking dat de Mensch nooit meer kwaads doet dan wanneer hy niets te doen heeft. XI. 353,enz. bezwangering, hoe in de Plan ' ten geschiedt. IV.. 313 i Bladen , zouden de Boomen in den Winter zoo veel nadeel doen als nut in den Zomer V. 13 Blanke Negers. Zie Negers. Blanken , redenen , die het waarscbynlyk maken dat de eerste Mensch tot de Blanken behoorde. I. 93 Bliksem, beroerte door middel van den Bliksem hersteld. XI. 23 Blinden, derzelver verstandelyk begrip beschouwd , met betrekking tot de uitmuntendheid van het Zintuig des Gezigts. X. 47 Bloed, vraag wegens deszelfs wederkeering naar het Hart, wanneer eenig Lid is afgezet, voorgesteld, I. 128. Beantwoord, I. 150. Werking van deszelfs omloop op het verstand. XI. 127, enz. Het bloed des N. Testaments. Zie Testament. Bloedelooze Diertjes. Zie Insekten. Bloeityd , sterke Regens in denzelven voorspellen onvrugtbaarheid. IV. 315 Bloem , derzelver inwendig gestel in die van eenen Amandelboom beschouwd. I. 154. Bevat in de Plantende werktuigen der voortteelinge, IV. 313. Schoonheid der Bloemen in den tyd der bezwangering. 315 Bloemen, die by nagt slap en , of op ieder uur van den dag sluiten. IV. 230 Bodem der Zee. Zie Zee. Aanmerkingen over denzelven. II. 227 Boer in Saxen. Zie Ludwig. A 5 boe-  6 BLADWYZER DER boetius in den Kerker klagende een Digtstuk. III 113 Boileau en Pope, samenspraak tusschen heb XII 467 boston , aanmerkingen over den staat van boston, Massachutset baai , en andere Volkplantingen in NoordAmerika XIV 95,enz. Boulein Anna n ) aan ■ Henrik den Agtsten, ten Digterlyke Brief. II. 337 Brantewyn , natuur- Scheien Geneeskundige Aanmerkingen over Wyn, Brandewyn Wynsteen Voorloop en Azyn. XIV 281 Brandstapel, een Vertelsel. VII 164 Bres, monsieur zyn Karakter. XIV 499 Breton , Kaap ) deszelfs Gelegenheid Gesteltenis Voortbrengsels, Havens, Visschery , enz II. 332 Britsche Majesteiten , byzonderheden wegens het Karakter en de Zeden van hunne tegenwoordige) XII. 284 Broeder. Brief van een') aan zyne Zusters. XIV. 338 Boksbaard, Tragopogan) ook bekend onder den naam van gaa te bed op den middag IV 230 Bolster, eene ziekte , aan welke het jonge Rundvee onderhevig is . en die door Wormen verorzaakt wordt. I- 39 Bonen. Zie Roomsche Bonen. Bonniten. vyandschap van de Vliegende Visschen tegen dezelven. XV. 50 Boomen en Heesters, die in de Bosschen groeijen, blyven altyd groen. IV. 358. Oorzaken van het bevriezen der Boomen. Zie Bevriezen. boozen, tafereel van een Waereld zonder dezelven. VIII. 468 Broeikassen en Meloenbakken, manier om de Lugt in dezelven te zuiveren , en den graad van hare warmte te regelen. l.195, enz. Bron, de bron van moses in Midian. Zie moses Bronnen, ontstaan aan den voet der Bergen uit Regenwater. IV- 226 Brugensis, Lukas). Zie Lukas. Bruilofts poëzy verdedigd , een Hekeldigt. I. 199 Bruilofts - Vaarzen, Hekeldigt tegen dezelven. 1. 104, enz. Brutus, Markus) Samenspraak tusschen hem en Pomponius Attikus. XIII. 227 Brydone , zyn verhaal van eenen togt naar den Berg Etna, XIII. 94, enz. Zyn berigt wegens de merkwaardige uitwerksels der Elektrisiteit. XIII. 204, enz. Buitensporig Drinken. Zie Drinken. Bulvorsch, in Noord-Amerika, fraai berigt wegens denzel ven XII. 126, enz. Buxaten , een Volk in het Noorden van Rusland. V. 374 Byën, derzelver werking in eenen  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 7 eenen bloeijenden Amandelboom beschouwd. I. 152, enz. Opmerkingen van den Heere de Reaumur, wegens derzelver voortteeling. III. 50. Keurig en nuttig berigt wegens zekere Zelfstandigheid, te voren niet opgemerkt , welke zy verzamelen en tot Honig maken. X 229. Aanmerkingen over derzelver huishouding en behandeling strekkende tot wederlegging van een onlangs uitgevonden nieuw Syftema. XII. 377 Byëvlieg, een Insekt met twee vleugelen maar zonder Angel, en voor het overige volmaaktelyk overeenkomende met den Hommel, I. 226. Wanneer de Worm gekipt is, kiest hy het water, en onthoud zich in het zelve, toe dat zyn vliegend leven begint, ald. Ademt door den Staart, 227. Kan den Staart verlengen naar mate hy in grooter diepte van water moet leven. 227, enz. Bygeloof, Tafereel van het zelve, V. 330. En Godsdienst , een droom over dezelven, II. 117. Bygeloof doet ons een Godsdienstig leven voorkomen als vermengd met zeer vele onheilen, 118. Zie ook Godsdienst. En Vrygeestery, met elkanderen vergeleken. XI. 89, enz. C. Cadmus en Hercules, samenspraak tusschen hen. XV. 131 Camouens, gedagten over dien Digter. VI. 309 Caracaris en Zedaria , eene Indiaansche Geschiedenis. XIV. 312 Carillonfeest, omstandige beschryving van het zelve, zoo als het jaarlykste Duinkerken op St. Jans dag gevierd wordt. III. 368 Catalepsis of Zinvang , berigt wegens eene). II 55,enz. Catharina, Keizerin van Rusland , hare Inhuldiging en Krooning. VIII. 588 Cato, Markus Portius) Samenspraak tusschen hem en Messala Corvinus. XII, 201 Celten. hielden hunne Vergaderingen en oeffenden hunne Godsdienstige plegtigheden by nagt. III. 140 Redenen van die gewoonte, ald. Feesten by hun in gebruik. 142 China, Koophandel tusschen dit Ryk en Rusland. VIII. 402. Zie ook Mandaryns. Chinezen, berigt wegens het aanleggen hunner Lusthoven. Zie Lusthoven. Christen, de) een Digtstukie. IV. 414 Christen, met zichzelven strydende, een Digtstukje. X. 237 Christenen , hunne antwoorden op de Tegenwerpingen der Ongeloovigen zyn dikwyls minder levendig dan de te-  8 BLADWYZER DER tegenwerpingen zelven.XV. I , enz. christina Koningin van Zweden, Samenspraak tusschen haar en den Kansellier Oxenstiern. XII ' 110 Chruchell John) Hertog van marlborough XIV 349 Clarinde aan de milddadige) . een Digtstukje. III 305 Circe gesprek tusschen haar en Ulysses. VIII 445 crusoe Zie Robinson. Cobbam , aanmerklyk berigt wegens zyn leven en rampzalig uiteinde VIII. 37, enz. Coligni, Louiza de) Samenspraak tusschen haar enVrouwe francis Walsingham XIII. 141, enz. collinson , P levensberigt van dien vermaarden Natuurkenner. XI. 475. erz. Constantinopolen, omstandigheden wegens de pest aldaar '..VIII. 114 Corsika, Nieuwe Geographische Beschryving en Natuurlyke Historie van dat Eiland, IX. 472. .Tegenwoordige staat van het zelve met betrekking tot deszelfs Regering , Godsdienst, Krygsmagt , Koophandel en Geleerdheid , en tot den aart en het Karakter der Inwoneren, X. 19, enz. Staat van dit eiland , met betrekking tot het Karakter en de uitmuntende hoedanigheden van deszelfs Opperhoofd Paoli, 123. Met betrekking tot de Historie. 201 Cortez, Samenspraak tusschen Fernando) Veroveraar der West Indien voor Spanje, en Wolliam penn , stigter der Engelsche Volkplantinge in Pensylvanie. XI. 191., enz. Corvinus, Messala). Zie Cato, Markus Portius). Courant, zedelyke) met eenen Brief aan den Uitgever. VII 272 Coya, een vergiftig Insekt in Zuid-Amerika , berigt van Don Ulloa; wegens hetzel: ve. I. 39 Cromwel, staaltje van zyne Staatkunde. XII. 433 Cuniga, don Alonzo d'Ercilla 7) Aanmerkingen over dien Digter. VI. 402 Custrin, Lierzang op deszelfs verwoesting. JII. 20 Custrin, op het verwoeste) een Lierzang. V., 286 D. Daauw , vooroordeel wagens het vallen van denzelven tegengegaan , I. 3. Hoe hy volgens de bekende wetten der Natuur geformeerd wordt , .4. is grooter in hoeveelheid in den voor dan in den nanagt, 5, Proeven van Dr. Hill , om te toonen dat de Daauw niet valt maar opryst , ald. enz. Door Waarnemingen getoond dat een gedeelte van denzelven valt, en een gedeelte opryst, by wyse van zweeting of uitwaasseming, uit Gras , Planten en Gewas sen II 8, enz. Voorstel om  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] om zich tegen de schadelykheid van denzelven in heete Landen te hoeden. IV. 47 Dafne, een Herderszang, naar het Hoogduitsch van Gesner. XV. 137 Dag, de jongste). XII. 135 Dagen, derzelver loop. jaargetyen en leven der menschen met elkanderen vergeleken. IV. 229' Dames, verdediging voor dezelven. VII 517 Dankbaarheid aan Weldoeners, voorbeeld van dezelve. Zie Topal Osman. Dankerkentenis aan het Opperwezen , een Digtstukje. II. 469 Danssende Beer , de > Zie Beer. Daphne. Apollo en). Zie Apollo Daphnis, naar Gesner XV. 372 Dapperheid., ware ) vertoond . in een' Brief van - zeker' Krygsofficier aan zyn' Vriend. X. 174 Daun , Leopold , Graaf van) Oostenryksch Veldmaarschalk Historische byzon derheden wegens denzelven. I 323. enz. Deïsten , Tempel der) een Droom. I 7 Deïstery , somtyds geboren uit natuurlyke zorgeloosheid van aart, en. traagheid tot onderzoek. I. 239 Delfstoffen , in het Ryk van dezelven wordt zulk eene groote verscheidehheid niet gevonden als in de overige Ryken der Natuur . IV. 272. Zy duren, om dat zy hard,- en niet. aan .verrot ting onderhevig zyn, langer dan andere ligchamen. IV. 274 Verscheidene oorzaken van derzelver vernietiging. 276 Deugd , een Digtstukje. II. 155, enz. Deugd, stryd der) een Digtstukje , V 498. Onderscheid tusschen Deugd en Geluk, voorgesteld in de geschiedenis van Lykon den Phrygiaan, V. 501. Deugd in Armoede, een Digtstuk. VI. 425. Deugd , de ongelukkige) een Zedelyk vertelzel. XII. 62, enz. Deugd, hare triomf over ongeoorloofde Liefde, behelzende de oorzaak van het stigten der Ridderorde van den Kouseband in Engeland, XII. 227, enz. .Gevaar van de Deugd door onkunde, 406 Rampspoedige Deugd vindt vroeger of later hare belooning, 497. De ware gelukzaligheid is in derzelver oeffening gelegen , XIII. I , enz. Vertoog over het ware , begrip der Deugd, 89, enz. Gedagten over Vooroordeel, Vleijery en Deugd, XIV 346 .Deugd, Rykdom en Wysheid een Oostersch Vertelsel XIV. 266. Deugd en Ondeugd een Oostersch Verhaal.XV. 296, enz. Deugden, Verhandeling over de Deugden, welke aan de .byzondere Natuurgestelte. nisse van de Menschen zyn toe te schryven , .X. 89. Zie ook Gebreken. Deugd-  10 bladwyzer DER Deugdzamen Geneugten , die zy in het genot van Aardsche voordeelen kunnen vinden. Zie Geneugten. Dezelven op Aarde nooit volkomen gelukkig, door eene Allegorie opgehelderd. 347. enz. Diamant, berigt wegens wormen in derzelver ingewanden door Dr. Nichols. I. 38 Dieren, derzelver namen dienen dikwyls om Menschen , die 'er eenige overeenkomst mede hebben te onderscheiden, III. 75. Zie Nagtuilen. Schoonheid der Dieren voortreflyker dan die der Menschen, III. 116. — Der Dieren en menschen Schoonheid in een Brief aan Kalophilus, 203. Aanmerkingen op dien Brief van Kalophilus , 256. Nadere aanmerkingen daarover, 273, Brief van Eudoxia aan den Schryver van het Vertoog, 343. Of de Dieren hunne gedagten aan elkanderen kunnen mede deelen, IIP. 429. Vertoond in het onderhoud van een' Giervogel met zyne Jongen, 431. Antwoord op den Brief van Eudoxia door den Schryver van het Vertoog, III. 471. Vertoog over de uitsporige Liefde tot redelooze Dieren. 477. Derzelver voortbrenging is onzer opmerking overwaardig, IV. 405. Men vindt geene soorten van Dieren , die van de prikkelingen der liefde zyn uitgesloten, 405. Derzelver voortbrenging uit Eijeren, Zie Ey. Kleine Dieren, welke tot voedsel voor groote dienen , zyn de vrugtbaarste , 411. Zorg der viervoetige Dieren voor hunne Jongen , 442, enz. Dieren, die niet voor hunne Jongen zorgen, leggen egter hunne Eijeren in plaatsen , die best geschikt zyn tot derzelver onderhoud, 445. Voorzienigheid in de zorg voor het voedsel der Dieren , IV. 445. Voor hunne kleeding, 446. Dieren schynen voornamelyk geschikt voor die plaatsen, in welken zy aangetroffen worden, ald. Het Rendier , de Kameel en Pelekaan, hiervan ten bewyze aangevoerd , 447. De' smaak der Dieren is zoo onderscheiden, dat 'er naauwlyks eene Plant is, die door sommigen niet gekozen wordt, terwyl zy door anderen onaangeroerd blyft , 448. Voorzienigheid in de zorg voor de Dieren , die in sommige tyden van het jaar door de ruwheid des weders ontzet worden van de noodzakelykheden des levens, 453, Dieren vernielen elkanderen in zoo • verre dat de zwakkere, in eene gedurige opvolging tot een prooi verstrekken voor de sterker, 492. Wyze , op welke de Dieren in staat gesteld zyn om zich tegen vyandelyk aanvallen te verdedigen, 494. Wysheid van de Voorzienigheid in  VOORNAAMSTE ZAAKEN- [VI. Afd.] 11 In den Dieren eene neiging te geven om elkanderen te verslinden , en, wanneer zy dood zyn, op elkanderen te azen. IV. 496, enz. Welke by de Schryvers der Natuurlyke Historie tweeslagtig genoemd worden, aanmerking over dezelven IX, 286. Vertoog Over de gedaantewisseling der Dieren , 376. Merkwaardige voorbeelden van hervoortbrenging of zelfherstelling in verscheidene soorten van Dieren. Zie ook Planten X. 291 Dieren en Planten, Vertoog over de groote gelykheid tusschen dezelven XII 190 Dierlyke Geesten , Sympathie tusschen dezelven en de Geldbeurzen. II 119 Diertjes, kleine levende) in de Natuur , aanmerkingen over dezelven. X. 299 Digter, de) en de Berg.' Zie Berg En de Roos, een Fabel van Gay I. 301 Digikunst en Welsprekendheid in hoe Verre de nuttigheid der Regelen zich in dezelven uitdrekt, eene Redevoering Van Gellert V. 97. Vorderingen . welke de Ouden daarin. gemaakt hebben boven de hedendaagschen en oorzaken van dezelven. X 383' Digtstukken Zie Lierzangen. Fabelen (Digterlyke) Vertellingen , enz. De Voorzienigheid een Klinkdigt. I. 402 Dina , Dogter van den Aartsvzder Jakob , hare klagt. XIV. 399 Reg voor bet Mengelwerk, enz. Diogenes en eenige schimmen, rekenschap van hunne daden in het leven gevende , een Samenspraak. ■ V, 382, enz. Diogenes en Alexander. Zie Samenspraken. Doddington ; het Schip de). . Zie Schipbreuk. Domheid en Onkunde , Lofschrift voor dezelven. X.' • , . 83 Dood, Lierzang van den Koning van Pruissen aan denzelven , uit het Fransch in Prosa vertaald. I, 256 , enz. Bewys dat dezelve niet verschriklyk is V enz. Overweging des doods»' by het beschouwen van de Lente. VIII. 89. Van Cbris . tus, Zie Kruisdood. Doodbed, een) de ware.School der Wysheid , uitwerking van het .Sterven op. de Levenden. IV. 349. Zie Sterven. Dooden, berigt Wegens de onderscheidene wyzen van het begraven der dooden, zoo by oude als by hedendaagsche Volken. IX. 126 , >enz. Doofheid, middel tegen dezelve een Digtkundig Vertelsel. XIII 324 Doraden, vyandschap der Vliegende Visschen tegen dezel. ven. XV. 50 Dorilas , Lothario en Zie Lothario. Dorinde en Leander , eene' ware geschiedenis in een Digtstuk IV. , ■ 365 Dorppredikant. Zie Vergenoegdheid.. B Dorst;  12 BLADWYZER DER Dorst , Honger en Voedsel, Verhandeling over dezelven. II. 185 Douglas , Samenspraak tusschen den Graaf van) en den Hertog van Argyle. XIV. 372 Draakworm , Verhandeling over denzelven , in een' Brief aan den Uitgever. III 490 Driften, verderflyke uitwerksels van dezelven in den Ouderdom, 111. 150. Zyn den Mensch gegeven om hem tot zelfsbehoudenis aan te zetten. V. 131 Driften , heerschende) van wispelturigheid , argwaan en wrevel , ongelukkige gevolgen van dezelven in Mannen van groote bekwaamheden. V. 30, enz. 77. enz. Drinken, buitensporig) eene Chineesche geschiedenis. IX. 263 Drinken en Eten. Zie Eten. Droes, onderzoek wegens de ziekte der Paarden , die dus genoemd wordt , en wyze van behandeling tot derzelver genezing. III 495, enz. Dromedaris en Kameel, byzonderheden van dezelven beschouwd. II. 277 Droom, naar het Fransch gevolgd, een Digtttukje. V. 244 Dropsteen , bestaat uit kalkagtige deeltjes. IV. 273 Druiden. Verhandeling over dezelven, I. 180. Men moet hunnen oorsprong in brittanje en by de Gaulen zoeken, ald. Hunne verrigtingen en aanzien, 182. Hunne Geleerdheid, 184. Sommigen geloofden de Zielverhuizing, 185. Hunne Afgodische gewoonten. 188 Aan hen is waarschynlyk iets dergelyks als Verrekykers bekend geweest. Zie Verrekykers. Hoe lang hun Godsdienst in wezen zy gebleeven. IV. 27, enz. Drukkonst, staat van dezelve in Turkye. I. 53 Duinhelm, dient om de overstuiving van het zand naar andere plaatsen te beletten, •IV. 360 Duinkerken. Zie Carillonfeest. Duiven, een paar kan in vier jaaren tyds 14760 jongen geven. IV. 412. Verhandeling over het Spreekwoord, waar Duiven zyn vliegen Duiven. XIII. 78 , enz. Dwaasheid der Menschen , in zichzelven als de oorzaken van hun geluk te beschouwen, omdat zy bespeuren dat zy in de involging van hunne driften genoegen vinden, V. 132. Van de Openbaring te verwerpen uit hoofde van eenige schynbare zwarigheden in dezelve, V. 259 Der hedendaagsche Vrydenkeren boven de Ouden, V. 351. Der onvergenoegdheid over de slegtheid der tyden , die wy beleven, XIII. 172, enz. Over den staat , waarin wy gesteld zyn, 511. En Wysheid , een Digtstukje. XIV. 147 dwa-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. (VI. Afd.] 13 Dwalende en ware Wyzen. Zie Wyzen. Dwergen onder het menschlyk geslagt, bedenkingen over dezelven. IX. 4.61 Dwingelandy, het lot der) een Digtstuk. XV. 374 E. Echini Marini of Zeeëijeren. Zie Schulpvisschen. Edelmoedige, de) een Fafel. , VII 81 Edelmoedige Medeminnares , eene Engelsche geschiedenis. XIV. ■< 247 Eenheden in een Tooneelspel. Zie Tooneelspel. Eenöogige een Fabel. VII. 67 Eenvoudigheid , goedhartige) een Speelbal van bedrog en fieltery, een Vertelsel. IV. 377 Eer, een Lierzang, in Prosa, uit het Hoogd. van Holler. I. 284- Van God, in alle onze daden in het oog te houden, I. 434- Verhaal van eene Reize naar den Tempel der eere , IV. 300., enz. 384 * en2 422,, enz. Beste middelen om eer te verkrygen, 435. Van onze Familie, derzelver verder diging is ongerymd, wanneer het wangedrag van vrouwelyke Nabestaanden tot derzelver schending heeft meegewerkt, X. 70. Vertoond in het geval vanTheodosia. ald. eerampten en Waardigheden, Vertoog over dezelven. VII. 221 eerlykheid en goede Trouw, voorbeelden van dezelven, in een Oostersch Vertelsel. V. 161, enz. Eertitels, aanmerkingen over dezelven. VI. 508, enz. eerzugt , verhandeling over de nuttigheid om dezelve te versterken en aan te moedigen. VII. 3, enz. Eeuwigheid, bedenkingen over de eeuwigheid van God. III. 133. Een Digtstuk op dezelve, V. 18. Vertoog over dezelve, IX. 3. Der Straffen, tegenwerping te ■, gen de Openbaring uit dezelven getrokken. V. 395, enz. egtgenoot , getrouwe ). Zie Eleonora. egtgenoot , ontrouwe) door beleid te regtgebragt,een Vertelsel. I. 244, enz. egtgenoot , de booze ) een Digtstukje. VIII. 64 Egypte, berigt wegens deszelfe gesteldheid , in eenen Brief van Hasselquist aan Lin , naeus. VIII ■ 391 Egyptenaren , verklaring van derzelver Hieroglyphische of Beeldsprakige Teekenen, X- 285. Verhaal van eene rampspoedige Reize door de Woestyne van Egypten. . XV. , 288 , enz. Eigendom , uitsluitend ) Verhandeling over het Regt van het zelve. X 105 , enz, Regt van Eigendom , aanmerking over het zelve in het algemeen. XV. 106, enz. eigenschappen , de gevoelens der Ouden wegens het bestaan en de eigenschappen B 2 van  14 bladwyzer DER van het Opperwezen. XIV. I enz. Eigenvinding, spore tot) een Digtstuk. II. 15 Eigenzinnigheid, nadeel van derzelver uitwerkingen op onzen Naasten. I. 31 Eik, de) en Eikel, of onderzoek over de uitvindingen der oude en die van latere tyden. XIV. 408 Eikel. Zie Eik. Eikels , Proefnemingen omtrent derzelver bewaring , met oogmerk om uit de afgelegenste Gewesten de beste Zaden in eenen staat van groeibaarheid naar Europa over te brengen, X. 371 Eilanden , - aanmerking over derzelver formeering. XI. 124, enz. (Ekel, de) en de Pompoen, een digterlyke Fabel. X. 397 Elektrisiteit, derzelver merkwaardige uitwerksels, door P. Brydone. XIII. 204 Eleonora, haar Brief aan den Uitgever tot verdediging der Sexe, IV. 374 Of de getrouwe Egtgenoot. XIV. 431 Eleonora Maria, Gemalin van Gustavus Adolphus, Koning van Zweden , byzonderheden wegens haar leven en karakter. XV. 34,enz, Elephanta , of Elephants Eiland, beschryving van dit Oost-Indisch Eiland, en van deszelfs wonderbare Spelonk. IX. 27 Elias, aanmerkingen over zyn geschrift aan Joram , Koning van Juda, II. 307 Elias , zyn Hemelvaart beschouwd. een Digtstuk. IV, III enz, Elizabeth , T.) haar leven. Zie Leven. Ellenden des Ouderdoms, Proeven over dezelven. XIII 336. Beschouwing der Ellenden van anderen is een hulpmiddel tegen Droefheid. XV. 161 Emilia, digterlyke Brief aan dezelve over het verkwisten van den tyd. IV. 334, enz.. Engelen, onderzoek der vrage, waarom zy niet, in de plaats van menschen gezonden zyn om de waarheden van den Godsdienst te verkondigen. X. 3,enz. Engelscbe Natie , derzelver karakter geschetst door eene Fransche Penne. XII 197 Engelsche Schryvers. Zie Auteuren. Engelsche Vegter. Zie Samenspraak. Engelschen, verslag van eenIndiaan wegens derzelver Zeden. VII. 425,enz. Epicurismus , gedagten over het Epikurismus , zoo wel van de tegenwoordige als van een van de voorige Eeuwen. XIV. 5, enz. Epikurist, de) bekeerd, een gesprek tusschen Plato en Madetes. XI. 19 Eramus, hoe hy den tyd wist uit te koopen. IV. 222 Erfenis , de dralende) in een Brief van Desiderius aan den Uitgever. I. 420. De verbeurde Erfenis. II. 212 Erminia, te veel toegevendheid  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 15 heid en vryheid , Somtyds ongelukkig voor de jeugd, aangewezen in hare geschiedenisSe. V. 165 Ertsen, wassen by kleine gedeelten. IV. 275 Esquimaux, eene Natie in Noord-Amerika, in deszelfs Noordelykste Deel , met eene beschryving van hunne Wapenen , Vaartuigen en Kleeding. XII. 204. Essex Graaf van) aan de Hertoginne van Irton , een digterlyke Brief. V. 652 Estrees , Gabrielle d'). Zie Gabrielle. Eten, Proeve over de vorderingen in overdaad ten opzigte van het zelve. XIV. 177. En Drinken, aanmerkingen daarover. II 427 Eters. Zie Genootscbap. Etna, verhaal van eenen togt • naar den Berg Etna, getrokken uit eene Reize van Brydone. XIII. 94, enz. Euangelium, het is geen gebrek in deszelfs Zedeleer, dat de Vriendschap daarin niet wordt aangeprezen. XV. 16 Eudoxia, Brief van Eudoxia aan den Schryver van het Vertoog over de schoonheid der Dieren , voortreflyker dan die der Menschen III. 343. Antwoord van den Schryver. 471 Exter, de) en de Vos, een Fabel in digtmaat van Gellert. VIII. 137 Ey brengt nooit eenig Dier voort zonder dat het eerst vrugthaar gemaakt worde, IV, 405. Wyzen, op welken het vrugtbaar gemaakte Ey den noodigen graad van warmte krygt om de vrugt te doen uitzetten, 406. Dit aangewezen in de Levenbarende Dieren , in de Vogelen en Insekten. ald. F. Fabelen , voordeel van het onderwys door dezelven. V. 215 Fabels, Oostersche). XI. 86, enz. Fabrieken, berigten wegens de Stigting en Oprigting der Fabrieken, in Vrankryk. II 483 Falkland, Lord) Gesprek tusschen hem en Mr. Hampden. XV. 71, enz. Farizeeu en Tollenaar , een Digtstukje, IV. 53 Feesten, by de Celten in gebruik. III 142 Fenelon, gesprek tusschen Plato en Fenelon. Zie Plato. Fenton Grafschrift voor den Heer Fenton, gevolgd naar Pope. V. ' 19 Fielding, oordeelkundige aanmerkingen over hem. VIII 572 Fieltery. Zie Bedrog. Filosoof, zyne dwaasheid, I 30. De ware Filosoof. eene ware geschiedenis, V. 20 De gewaande Filosoof, een zedelyk Vertelsel uit Marmontel. VIII 344. De Filosoof, eene Oostersche Vertelling ,XI. 329, enz. Eene B 3 ' Turk-  16 BLADWYZERDER Turksche geschiedenis 505 enz. Een waar Filozoof, zyn karakter en de groote einden, welke hy behoort te bedoelen. XII. 485 Formica Leo , of Leeuwmier, • berigt wegens denzelven , in eenen Brief aan den Uitgever. II. 409 forster Johan Reinhold) ver: slag van zyne Reize rondom de Waereld , gedaan in den jaren 1772-1775. XV. 43,enz. 46, enz. 204,enz. Fortuin, de Tempel der) eene ;' Allegorie. XII. 44 Fransche Schryvers, Zie Auteuren. G. Gabrielle d'Estrées , hare Historie. IX; 382 Gabrielle, eene Lotheringsche geschiedenis. XIII. 505 Galanterie, een Droom , in * een Brief aan den Uitgever. I. 471. Een Werktuig Van Galantery , in de Mof beschouwd. II. 433 Galanteriewinkelier Zedemees' ter , een Tooneelgesprek. IV. 205, enz. 253,enz. Garst, dwaling der geenen , die meenden dat zy in Haver was veranderd. IV. 317 Gaulen en Germanen , rekenden den tyd naar het getal der Nagten, 'en niet naar dat der Dagen. III. 138 Gaven, wonderdadige) der ' eerste Christenen. Zie ter tullianus. Geboorte van den Heiland, een Digtstukje. II. 401 Gebouwen, Vertoog over de pragt in dezelven. VI. 504, enz. Gebreken, zedelyke) die aan de Natuurgesteltenisse der Menschen zyn toe te schryven , Verhandeling over dezelven. X. 177 Gedaantewisseling der Dieren, Vertoog over dezelve. IX. 376 Gedagten, het regelen van dezelven, met betrekking tot het voorledene , tegenwoordige en toekomende. XI. 7 , enz. Over verscheiden onderwerpen, XI. 232. Losse Gedagten, over verscheidene onderwerpen. XIV 444 Geheim, bewaren en karakters van trouwelooze Vertrouwelingen , gedagten daarover. V. 549 Geheimen der Natuur , Verhandeling over dezelven. II. 219 Gehoor, Proeve over het Zintuig van het). XIV. 494 Gelatenheid , een Digtstukje , gevolgd naar het Hoogduitsch van gellert XIV. 46, enz. Geldbeurzen en Dierlyke Geesten , Sympathie tusschen dezelven. II. j 19 Geleerden , eenige leefregels voor de Geleerden ter bewaringe hunner gezondheid. XV. 305 Geleerdheid, staat van dezelve in Turkye , onder de Grieken en Turken. I. 54 Geleerdheid en Vernuft , een Allegorie. I. 233 enz. gellert Samenspraak tusschen hem  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 17 hem en den Koning van Pruissen. V. 258 Geluid lesse over het zelve, ' V. 8- Waar door het denkbeeld van het Geluid wordt opgewekt, ald. Hoe vele voeten het in eene zuivere en in eene dampige Lugt in eene Sekonde aflegt, V. ald. De Snelte der Geluiden kan door Proeven getoond worden , zy moet niet verward worden met de sterkte , zy verschilt niet in groote of kleine Geluiden, V. 66, enz. Vermeerdering en wederstuiting der Geluiden. 69 Geluk, wordt verminderd door de Inbeelding. Zie Inbeelding. Verandering noodzakelyk tot het zelve, overwogen by den aanvang des Winters, III. 351. Wordt vergroot, wanneer wy onze aandoenelykheid omtrent anderen weten uit te breiden , IV. 307. Getoond in de aandoeningen, welke de beschouwing eener gelukkige Staatsgesteldheid verwekt , ald. Bedenkingen over het zelve , VI. 353. Grootheid van het zelve, dat voor een'- Christen uit de betraging van zynen pligt ontstaat. VIII 177 > enz. Des tydelyken Levens, gedagten over het zelve. IX. 452. Onderscheid van Geluk en Deugd , voorgesteld in de «Historie van Lycon den Phryigiaan, V. 501. Geluk dezer Waereld , een Klinkdigt , XV. 345. Geluk , door Ver genoegdheid veroorzaakt. Zie Vergenoegdheid. Natuur en Geluk. Zie Natuur. Gelukkig, het) Huisgezin. Zie Huisgezin. Gelukkig Leven. Zie Leven. Gelukzaligheid, ware) in het oeffenen der Deugd gelegen. XIII 1. enz Gemaaktheid, Proeve over het belagchelyke, van dezelve. XIV. 168 Gemeenebest, welgesteld) een Digtstukje. VI. 427 Gemelykheid , oorzaken van dezelve worden verkeerdelyk door den ouderdom beoordeeld. IV. 434 Gemelyke.de) Zedekundig afgeschetst. IX. 273 Gemoedsgesteldbeid. ware) der Menschen , door voorbeelden opgehelderd. IV. 473 Geneeskunde, Kwakzalvery in dezelve noodzakelyk. Zie Kwakzalvery. Historisch berigt wegens den oorsprong en voortgang van dezelve. V. 313, enz. 358, enz. Geneesmeester, zedelyke hoedanigheden , die in het karakter van eenen Geneesmeester in het byzonder vereischt worden. XI. 13 Geneesmeesters, verdedigd tegens de beschuldiging van ongeloovigheid. XI. 112 enz. Geneesmiddel, het) een Vertelsel voor de Jufferschap, een Digtstuk. VII 60 Geneesmiddel, een onfeilbaar) XIII- 349 B 4 Ge-  18 BLADWyZER DER Geneesmiddelen, dagelyks aangekondigde) ontdekking van derzelver ware gebruik in eenen Brief aan den Uitgever V. 129 Geneugten , die de deugdzamen in het genot van aardsche voordeelen kunnen vinden. V. 307 Geneve, aanmerkingen over) en over het karakter en de Zeden der Inwooneren. XV 301 Genoegen, het) is het al, een Digtstuk , IX. 489 De arme Jakob , die genoeg heeft. XV. 66 genootschap van Eters , hun Karakter II. -427 George de IIde Koning van Groot-Brittanje, Proeve tot opmaking van zyn Karakter IV 4 60 Geregtigbeid, voorgesteld als de voornaamste band der menschelyke Maatschappye. VXIII. 403 Germanen. zie Gaulen. Gerontes aan) den Testamentmaker, een Digtstuk. VI. 492 enz. Gerustheid in het Sterven, Verhandeling over dezelve. XII. 441 Geschillen en Gehoorgevingen, aanmerkingen daarover. VII 150. enz, Geslagene Vrouw, een Fabel. VII. ,58 Gethzemane, voortreflykheid van den Hof) een Digtstuk. II. 22. Getrouwe Egtgenoote. Zie Eleonora. Geveinsheid , een Digtstukje. VL , 429 Gevlakte Neger. Zie Neger.. Gewaarwording , Verhandeling over de Natuur van. dezelve. II.' 312 Gewaarwordingen zyn zoo wezenlyk niet van elkanderen onderscheiden als zy schynen I. 352 Gewesten, bespiegeling over de verscheidene Gewesten en Lugtstreken des Aardbodems. V. 527 Geweten, Vertoog over de voordeden van een goed, en de slegte gevolgen van een kwaad Geweten. IX. 7 Gewoonte, maakt ongelukken verdraaglyker dan al de lessen der Filosofie , V. 26. Vertoog over de kragt van dezelve, XI. 437. en XV. 256, enz. Gewoonten, verschillende) van vreemde Volken, aanmerkingen over dezelven XIII 501 Gezelschap der Kritieken, een Digterlyke Fabel. XV. 60, enz. Gezelschappen , dwaze zuat voor dezelven. I 29 Gezigt, bedenkingen over de nuttigheid van dit Zintuig, met toepassing op het verstandelyk begrip der Blinden, X. 47 Van Theodorus den Kluizenaar. Zie Theodorus. Gezigtkunde , Brief aan den Uitgever bevattende eenige vragen over dezelve, IV. 458. Waarnemingen betreklyk tot dezelve. XII. 301, enz. gezondheid leefregels ter be wa-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 19 waringe van dezelve. Zie Geleerden. Lierzang aan dezelve , I. 333. regels om die te bewaren. III 101 gierigaart de) zyn Zoon en de Muizen , een Digterlyke Fabel. IX. 405 Gierigheid, nadeel van derzelver uitwerkingen op onzen Naasten. I. 31 Gierigheid en Eerzugt , een Allegorie. XI. 147, enz. Gierigheid en Verkwisting, Vertoog over dezelven. IX. 441 Gierzwaluw, Natuurlyke Historie van dezelve. XIV. 454 Gilpin, Bernard) zyn Karakter en Gedrag, ter aanwyzing van een regtschapen Euangeliedienaar en goedwillig Christen. XI. 218,, enz. Glinsteren van de Zee , door Insekten veroorzaakt. Zie Zee.' Glorie, derzelver ydelheid in een gesprek met een Chineesch aangewezen, II. 84, enz. Verkeerde en ware oorzaken waar aan men dezelve toeschryft , III 43. Den Heere gellert toegezongen, een Digtstuk. VII 394 Glorioso en Theodosius, hunne Karakters XV. ' 141 God. Zie Goedertierenheid. Bedenkingen over zyne eeuwigheid, III. 133. Over zyne Almagt, 219. Over zyne Alwettenheid , 307, Troostgedagten over de Onfeilbaarheid van zyne Beloften , IV. 173. Overdenkingen wegens het be staan van God als Schepper. Zie Bestaan. Goden, oorsprong van het Verdigtsel der Poëten wegens de Vergadering van hunnen Raad op den top van den Berg Olympus, beschouwd met betrekking tot het Noorderligt. Zie Noorderligt Godheid , derzelver bestaan uit de Natuur bewezen. V. 43, enz. Godinnen, de). XIV. 233 Gods goedheid. Zie Goedheid'. Langmoedigheid. Zie langmoedigheid. Voorzienigheid, Zie Voorzienigheid. Godsdienst , gedagten over hare beminnelykheid, V. 483. Bedenkingen overdenzelven VI. 89, enz. In Rusland. VIII. 495. Is de eenigste bron, waaruit, in vele lotgevallen en wederwaardigheden des menschen lyken levens vertroostingen kunnen getrokken worden, IX. 352. Regeeringswyze en zeden der Turken, aanmerkingen over dezelven. Zie Turken. De Godsdienst alleen , verschaft vertroostingen in groote onheilen. XII. 340 Godsdienst. en Bygeloof, een droom over dezelven, IV. 117. Godsdienst is eene vriendin van geneugten. 119, Godsdienstige Overdenkingen, voortreflykheid en waardy van dezelven. XI. 177, enz. Godsvrugt., derzelver vermeerdering is niet veroorzaakt geworden door de B5 ' ver-.  20 BLADWYZER DER vermeerdering van kennis. V. 219 Goed , zedelyk) wordt niet zelden door Natuurlyk kwaadveroorzaakt.IV. 81 Goedaartigbeid , Verhandeling over dezelve, III. 211, enz. Tweede Verhandeling, 240. waarin de kwade gevolgen der kwaadaartigheid in het byzonder worden aangewezen. Derde Verhandeling, 281 Vierde Verhandeling, over dezelve, 336. Merkteekens, waaraan zy te ontdekken is. 337 Goede Naam , Vertoog over denzelven. VII. 441. enz. Goede Trouw en Eerlykheid, ( Voorbeelden van dezelven, een Oostersch Verhaal. V. 161, enz. Goedertierenheid van God by het opgaan der Zonne bespiegeld. IV. 437 Goedhartige Eenvoudigheid. Zie Eenvoudigheid. Goedhartige Voorbarigheid. Zie Voorbarigheid. Goedhartige Man en Nydigaart, met elkanderen vergeleken. XV. 158 Goedheid van God , in zyne zorge om niet alle Planten te gelyk te doen voortkomen, II. 89. Bedenkingen over dezelve, IV. 1, enz. De dingen, welke men in dit leven voor onheilen houdt, zyn zelfs blyken van Gods goedheid, dewyl zy dienen om ons wys te maken, 8, enz. Vooruitzigten op de eeuwige duurzaamheid van Gods goedheid. II enz. Geertsz zyne listige maatre gelen om zich groot te maken. VII. 385 Gossamer of Spinray in de Lugt, aanmerkingen daarover. III. 267 Grafsteden, overdenkingen van eenen Jongeling by het beschouwen van dezelven , VI, 184, enz. Gedagten by de.' zelven in de Abtdye van Westmunster. XIV. 217 Gras, zorgvuldigheid van de Natuur in deszelfs bewaring. IV. 360. Graveerkunst , bedrevenheid der Ouden in dezelve. IV. 278 Grenadier, aan de Zanggodinnen des Oorlogs na de overwinning by Zondorf. III. 379 Grieken , staat der Geleerdheid onder hen, I. 54 Groenland, nieutv berigt wegens het zelve en deszelfs Inborelingen. IX. 197,enz. 278, enz. 367, enz. Groote, gebeurtenissen spruiten dikwyls uit geringe omstandigheden. XIV. 172 Grooten , derzelver ongelukken worden breed uitgemeten , die der geringen worden veronagtzaamd. V. 20. Grootmoedigheid, ware) onderscheidene Merkteekens van dezelve, XI. 303. Egt kenmerk van dezelve, door eene oude gebeurtenis opgehelderd. XIV. 48 Grysaart, de) een Fabel van Gellert. II. 124 Guadeloupe, Zwavelberg op dat Eiland. Zie Zwavelberg. Natuurlyke Historie en Beschry-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 21 schryving van dat Eiland. III. 64. Guiane, gedrogtelyke Slangen aldaar, XV. 204. Houtmeeren en Vuurvliegen. 205 Guise, samenspraak tusschen Henrik, Hertog van) en Machinvel. XIII 391 Gustavus Adolphus , Koning van Zweden, zyn Karakter, XV. 30, enz. Zyne Gemalin. Zie Eleonora. Givinet, Ambrosie) te London bekend als de lamme Bedelaar, zyn leven en vreemde gevallen. X. 412 H. Haas de) met vele vrien■ den, een digterlyke Fabel , XI. 486 enz. De zwetsende Haas , een digterlyke Fabel. XII. 42 Hampden , gesprek tusschen hem en Lord Falkland. X V. 71, enz. Handel, de vermaarde Muziekkunstenaar) zyn leven. IV. 35,enz. 6o,enz. Hanengevegten, Vertoog wegens derzelver Oudheid en Oorsprong. XV. 128 Hans en zyn Heer, een Fabel in Digtmaat. XI. 145, enz. Hardsteen, is een voortbrengsel van Zand, somtyds gemengd met eene zoutagtige Klei, IV. 273. Door Vorst broos gemaakt zynde , verandert dezelve in Zand. IV. 276 Harpen der Ouden ,. hoe zy gesteld waren. I. 86 Harrison. John) uitvinder van de Tydwyzers ; dienende om de langte op Zee te bepalen, als mede van den samengestelden Slinger. XIV. 490 Hart, berigt van het voorgevallene in het hart eener Schoone. VII 173 Hartstogten , gedagten over het uitdrukken van dezelven in het Schilderen. IX. 133 Heelal, deszelfs Grootheid beschouwd. II. " 175 Heerlykheid , in de Werken der Natuur. Zie Natuur. Heerscsende Modes. Zie Modes. Heesters, die in de Bosschen groeijen blyven altyd groen IV. 35S Heidensche en Joodsche Schryvers , Verhandeling over derzelver getuigenissen wegens den Persoon van Jezus. Christus. II. 395 Heiland , zyne Geboorte. Zie Geboorte. Hel, de) een Digtstukje. IU. 500 Heldendeugd, de ware) voorgesteld in eene gebeurtenisse. X. 58 Heldendigt, Verhandeling over het zelve. VI. 125, 211, 305,402 Hemelvaart van Christus, Lofzang op dezelve, een Digtstuk , VI. 424. Van Elias. Zie Elias. Henriette, haar Brief aan den Uitgever tot verdediging der Sexe. IV. 334 Henrik , Hertog van Guise; Zie Guise. Herculaneum, waarschynlyk door  22 BLADWYZER DER door Hercules gestigt, I. Ï8. Melding, welke de oude Scbryvers er van maken, 19. In de handen der Cumaners gevallen, ald. Door de Tyriers in bezit genomen, 20. ln handen der Samniten en Romeinen, 21. Lusthuizen daaromtrent aangelegd , 22. Lydt veel door Aardbevingen , en wordt door eene uitbarsting van den Berg Vesuvius in den jare 76 overstelpt, 23. In die Stad heeft men onder het graven verscheidene Oudheden gevonden, I. 442. Voornamelyk Schilderstukken. 445 Hercules , Samenspraak tusschen hem en Cadmus. XV. ' 131 Herderin , de Alpische) Een Herderslied in Prosa. IX. 320 Herfstmorgen, naar het Hoogduitsch van Gesner. XV. 206 Hermiet, een Vertelsel. VII. 333 Hervoortbrenging of Zelfherstelling Voorbeeld der merkwaardige eigenschap van dezelve in verscheidene soorten van Dieren en Planten waargenomen. X. 291 Hette, wordt door het Licht in de ligchamen veroorzaakt, I. 374, enz. Aanmerkingen over den ongemeenen graad van dezelve, die Menschen en Dieren kunnen verdragen. XI. 117, enz. Heuvels en Valleijen , derzel' ver nuttigheid. IV- 227 Hieroglyphiscbe. Zie Beeldsprakige. Hiskia, Koning) hersteld uit eene zware krankheid , een Digtstukje. V. 599 Historie, gedagten over het nut van derzelver beoeffeninge IX. 221 Historische Byzonderheden. XV. 208, enz. Historieschryven , Regels en Voorschriften welke men in het zelve behoort te volgen. IV. 119 Hoed, Historie van denzelven , een Digtstuk. V. 159 Hof, het) een Digtstuk. III. 155 Hof der Hope. XV. ' 152 Homerus, Aanmerkingen over dien Digter. VI. 211, enz. Hond, de) een Fabel in Digtmaat , III 427. En het Paard, een Vertelsel. VII 72, enz. Honger , Dorst en Voedsel, Verhandeling over dezelven. II 185 Honig. Zie Byën. Hooge en Middelmatige Levensstand. Zie Levensstand. Hooglander, de) eene ware gebeurtenis, XIV. 82 Hoogmoed, onstaande uit de Inbeelding op Voorouders en geslagten Zie Inbeelding. Gaat voor den Val, waarheid dier spreuke bewezen, V. 258. En Staatzugt, Samenspraak over dezelven. Zie Samenspraken. Hoop , dezelve verzelt ons zoo lang als wy verstandelyk leven, V. 117. De Hof der Hoop, een Droom ,ald. Menschelyke Hoop, gedagten  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 23 ten over dezelve,XI. 516, enz. De voornaamste troost van het leven, XII. 493, Hof der Hope. XV. 152 Hoopende, de) een Brief van Sterontes Goudenberg aan den , Uitgever. Vil. 85 Horatius , gesprek tusschen hem en anderen. Zie Merkurius. Horeb, zwarigheden, uit het . verhaal wegens dezen Rotssteen in eenen Brief van Paulus spruitende weggenomen, I, 215. Aanmerkingen over de berigten , die de Liefhebbers van oudheden wegens de overblyfsels van dien Rotssteen in het Heilige land geven. 213 Hospital, Michiel l') Kansellier van Vrankryk, gemeenlyk de Patriotsche Staatsdienaar genaamd, byzonderheden wegens hem. XV. 192 Houtmeeren van Guiane, berigt wegens denzelven. XI. 205, enz. Huubelaar , een Digtstuk. VI. 428 Huis- of Schoorsteenzwaluw , Natuurlyke Historie van dezelve. XIV. 359 Huisgezin, het gelukkig) een Vertelsel van Marmontel. IX. 191 Huishouding , algemeene) der menschen hervormd , een droom , in een Brief aan den Uitgever. II. 30, enz. Huishouding der Nature. Zie natuur Hulpmiddel tegen Droefheid, vindt men in de beschou wing der Ellenden van anderen. XV. 161 Hulpmiddelen, zyn nodig om Verdiensten zigtbaar te maken. II. 433 Hume, bedenking over zyne tegenwerping dat geen wonderwerk ooit door eenig getuigenis kan bevestigd worden. XIV. 2Ö5 huwelyk, het Gelukkig) een Fabel van gellert I 230 Voorbeelden van een gelukkig en ongelukkig Huwelyk, in de geschiedenisse van twee Zusters, V. 206. Huwelyken der sammieten een Vertelsel van Marmontel, IX. 244. Ongelukzaligheid van het Huwelyk, veroorzaakt door verkeerde beweegredenen der keuze. XV. 145 Hyacinth , kragt van dezen Steen. IV. 139 Hypermnestra, haren Bruidegom Linceus uit den kerker bevrydende, een Digtstuk ^ IV. 115. In den Kerker verbaasd ontwakende, spreekt, een Digtstuk, IV. 150. Hypermnestra aan Linceus,een Digterlyke Brief, 101.enz. J jaar, overdenkingen by de wisseling. van het zelve.VIII. 541, enz* Jaargetyen , leven der menschen en loop der dagen, met elkanderen vergeleken. IV.- 229 Jabal en Jubal, of de uitvindingvan de Muziek en Veehoedery, een Hoogduitsche Herderszang nagevolgd. VIII      14 BLADWYZER DER Jakob, de arme) die genoeg heeft. XV.. 66,enz. Jakob de IIde , Koning van Engeland , berigt wegens zyne vlugt,door hem zel .-. ven opgesteld. XIV 210 jakobus Amiot, Zie Amiot, Jaloersche Vrouw. Zie Vrouw. Jamaika', nieuwe beschryving van dat Eiland. XIII.' 367 Japan. Zie papiermaker Uchneumon Natuurlyke Historie van de zoogenoemde , Vlieg X. 115 Idas en Mycon naar Gesner. XV. 370 Idria ■ Kwikzilvermynen aldaar. Zie Kwikzilvermynen. Jehangire , een van de beroemdste indiaanscbe Vorsten , zyn Karakter. XIII I. 346 Jemeljan Pogatschew Zie pogatschew. Jeugd, dwaze zugt om dezelve in den ouden dag te vertonen, I. 30. Vertoog over de gebreken van dezelve, VI. 177.. Vertoog over hare pligten , 267. Aanmerkingen over derzelver Opvoeding, XIII. 177, enz. Studerende Jeugd. Zie Studerende. Jezus Christus, berigt wegens de Vertooning van zyne Kruissiging te Lisbon, op Goeden Vrydag des jaars 1755.1. 34,enz. Tydschikking der voorvallen, die by de Opstanding van J. C. plaats hadden door j. Macknight, 41,enz. Wat inden Roomschen raad wegens zyne vergoding zy voor gevallen, 1.261, enz. Digtstukjes over zyne Verryzenis, II. 109. Hemelvaart, 110 Nederdaling van den H. Geest, ald. Komst ten Oordeel, 111. Verhandeling over de getuigenissen van de Joodsche en Heidensche Schryveren wegens zynen persoon. II. 395 Inbeelding, vergroot het onheil en vermindert het Geluk , I. 148, enz. Zeldzaam voorbeeld van derzelver kragt op zwangere Vrouwen , III. n, enz. Algemeen gevoel wegens het Vermogen der Inbeeldinge op zwangere Vrouwen wederlegd, VII. 131, enz. Hoogmoedige Inbeelding , op Voorouders en geslagten Tafereel van dezelve. VII. 429 Indiaan , verslag van een') over de zeden der Engelschen Zie Engelschen. Zyn geval, voorgesteld als een voorbeeld van Liefde voor het Vaderland en de zynen.       Indianen, hoe zy oudtyds in Europa kwamen, V 309. Reuzengeslagt onder dezelven beschreven, IX. 117. Van Hudsons-Baai, Wortelen , welke zy gebruiken tot het verwen van de pennen der Stekelvarkens. XIII. 306 Inenting der Kinderpokjes, berigt wegens derzelver oorsprong en staat in Turkye , I. 51, enz. .55 insekt vergiftig in Zuid-Amerika. Zie Coya. Huishouding;  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 25 ding van eenige Insekten, in eenen vroegtydigen Angelier beschouwd, I. 73, enz. Zie ook Noctiluca Marina , Byëvlieg. Berigt wegens zeker vergiftig insekt, te Angoumois in Vrankryk. Zie Koornvlinder. Insekten, gevleugelden komen allen in den staat van Wormen uit Eitjes voort ,-I. 225. Reuk is derzelver voornaamste geleidster, II. 364., aant. Verscheidenheid van plaatsen , die zy tot het leggen van hunne Eijeren uitkiezen , IV. 408. Men bewaart de gewassen voor dezelven door middel van Vlier. XIII. 211 enz. Invloed der fraaije Wetenscbappen, op het Gemoed en de Zeden IV. 177 John Harrison. Zie Harrison Jongeling, zyne overdenkingen hy liet beschouwen der Graflieden, VI. 184, enz. Van goede Hoop, een Digtstuk aan eenen Jongeling. VIII. 63 Jonkheid, Zoo van den ouden als hedendaagschen tyd, verSlag van hare bezigheden. VII. 433, enz. Joodsche Volkplanting in OoStIndie. Zie Volkplanting. joodsche en Heidensche Schryvers , Verhandeling over hunne getuigenissen wegens den Persoon van Jezus Christus. II, 395 Jordaanstroom, de) verheerlykt door Wonderen, een Digtstuk. VII. 501 Jozua , zyn bevel, aan de Zonne gegeven om stil te staan, beschouwd. VII. 180 Irton , Hertogen van), Zie Essex, Graaf van). Ismene, Herderszang in navolging van Fontenelle. IX; 317 Israëliten, aanmerkingen over hunnen arbeid in Egypte. I. 173, enz,; Jubal. Zie Jabal. Jufferlyke Wraakoefening, eene Vertelling. V. 390, 428, 476 Jufferscbap, Vertoog over haren opschik, geregeld naar de verschillende Wetten van den onderscheiden Schryfstyl. VII. 343 Julia , haar Brief aan den Schryver van den Brief,* die in het Vierde Deel bladz. 294 voorkomt , V. 422. Beantwoording van dezen Brief van Julia. 518 K. Kaap Breton, deszelfs Gelegenheid , Gesteltenis , Voortbrengsels , Havens, Visschery, enz. II 332 Kaartspel, Murmureerders en Kniezers hun gedrag onder het zelve beschouwd. III. 261 Kaartspelen , gedagten over het) en over de beschaafde verkeering. XIV. 303 Kalf, of de Graaf du Veaux, berigt wegens denzelven. VII 382 Kalk, lang aan de Lugt blootgesteld zynde, wordt hard. IV. 274 Kalmuks, tusschen Siberië en de Kaspische Zee. V. 375 Ka-  26 BLADWYZER DER Kalophilus, zyne Brieven. Zie Dieren Kameel en Dromedaris, byzonderheden in dezelven beschouwd. II. 277 Kamscbatka, een der Provinciën Van Rusland. V. 375 Kansrekenaar. I. 30 Karakter van George den IIden. Zie George. Der Minnaars van Juffrouw Christina. II. 25 , enz. 76, enz. Karakters van Gloriop en Theodosius. XV. 141 Karaktertrekken van den Roomschen Historieschryver Sallustius en zyne Vrouw Terentia XV. 312 Karazan, droom van denzelven , een Oostersch Vertelsel. V. 470. Karbonkel, byzonderheden en kragt van dezen Steen. IV. 196 Kardinaal Richelieu, zyn Karakter. Zie Richelieu. Karel deIIde, Koning van Engeland zyn Karakter. I. 239 Karel de XIIde, komt zeeghaftig in Polen en Saxen , VI. 278, enz. Voortgang van zyne 'krygsverrigtingen, 284, enz. Zyne komst in de Ukraine 372, enz. Terugkomst in zyne Staten, 208,enz. Zyn dood, VIII. 505. Byzonderheden wegens hem, die niet algemeen bekend zyn, in een' Brief van een' Engelsch Heer, op zyne reize naar Zweden, XII 398. Samenspraak tusschen hem en Alexander den Grooten. Xii 358 Kasan, of groot Permia, eene Provincie van Rusland, be schreven. V. „ 368 Kat, de Oude) en haar Jong, een Fabel. X. 239 Kei- of Vuursteen , wordt in Krytbergen gevonden. IV. 273 Keith, Jakob) Pruissisch Veldmaarschalk, Levensbeschryving van denzelven I. 323. Verhaal van het voorgevallene by den dood van dien Veldheer. V. 13 Kennis , derzelver vermeerdering kan men juist niet zeggen dat vermeerdering van Godsvrugt heeft voortgebragt, V. 219. Van de Waereld , Proeve over dezelve. XIII. 353 Kerken, hedendaagsche) onderscheid tusschen dezelven en de aloude Tempels. ■ III 227 Kersfeest, overdenkingen op het zelve. X. 353 Keten der geschapene Wezens, Natuurkundige bespiegeling van dezelven. II 45, Kind , deszelfs waarde beschouwd als eene beweegreden tot het geven van eene goede opvoeding. II 263 Kinderen, gedagten over derzelver Opvoeding , VIII 62. een Digtstukje , V. 201 Gedagten over hunne Verpligting aan hunne Ouderen. Zie Verpligting. Kinderpokjes. Zie Inënting Toevallen na dezelven eene jonge Juffer overgekomen, in  VOORNAAMSTE ZAAKEN. VI afd. 21 in een Brief aan den Uit- gever. II. 96, enz. kiovia , of de Ukraine, eene Provincie van Rusland. V. ... 364 Klagt van een welmeenend Vader over zynen misleiden Zoon, IV. 164, Een Brief aan den Uitgever. Klagten , dwaasheid der) over de slegtheid der tyden, waarin men leeft, XIII. 17», enz. Over den staat, waar . in men gesteld is 511 Klederen maken den man, Verhandeling van Rabener over , dit Spreekwoord. I. 383 Kleding der Romeinen, aanmerkingen over dezelve, getrokken uit Rollin, III. 94, enz. Klei, is het beginsel of de opperste grond van de Zee. IV. 272 Kleuren, toevallige ) waarneming over dezelven , XII. 301. Van de kleur der Schaduwen, 329. En Licht. . Zie Licht. klikspaan, Brief van den) zyn eigen Karakter afschetsende. I. 290 Kloekmoedigheid en Liefde, aanmerklyk voorbeeld van dezelven in eene jonge Dogter in Vrankryk , onder de Regeering van Koning Hen . rik den IVden. XII. 259 Kluizenaar, Samenspraak tusschen een) en een man van de Waereld , X. 409- Obidah en de Kluizenaar, eene Oostersche Geschiedenis. ., zie ook Obidah ■ Koekkoek, de) een digterlyke . Fabel ,1. 15, enz. Proeve Reg. voor het Mengelwerk, enz. tot redengeving, waarom hy de zorg voor het uitbroeijen en opvoeden zyner Jongen aan andere Vogelen overlaat. VIII. 567 Kometen , derzelver verschyning niet verschriklyk door. T. Fisher ,11. 57, enz. Aanmerkingen over dezelven. . III 187 Koninglyke Waardigheid, aanmerkingen over de pligten aan dezelve verknogt, verzameld uit de Schriften van den Aartsbisschop Fenelon. ■ XIII. 44* Koningskrooning, de) Tooneelspel , door een Advokaat van het Parlement van Bre. tagne, XIV. 22c Konstantinopolen, berigt wegens de uitwerksels van de Pest, aldaar, I. 44, enz. Gissingen wegens het getal den Inwooneren van die Hoofdstad. 47 Konsten, in dezelven heeft men de regels te veel vermenigvuldigd , VI. 125. Elks vooringenomenheid met zyn beroep, toegepast op derzelver allengs opklimmende verbetering, VI. 247. Gebruik en misbruik der be. schavende Konsten. 367 Konsten en Wetenscbappen, Voortreflykheid. van de Hedendaagsche boven die der Ouden, II. 495. Een Brief aan den Uitgever. Derzelver standhouding.. beweerd tegen het gevoelen van Lord; Bolingbroke , wegens der-; zelver toeneming , bloei , sterven en opstaan. XL 32; enz. C konst  28 bladwyzer der Konstscbilder, op bet afsterven ' van eenen beroemden een Digtstuk. VII 218 Konyntje, de Pappegaai en het) een Digterlyk Vertelsel. XIII 53 Koophandel. Zie Kruisvaarten. Van Vrankryk , Aanteekeningen wegens denzelven, II 483. Staat van den zelven in Rusland ten tyde van Peter den Grooten VIII 400 Koophandel der Russen met de Chinezen, 402. Te Petersburg, en in andere plaatsen van het Keizerryk. 405 Koornvlinder, ten vergiftig Insekt in Vrankryk omstandig beschreven. V. 630 Koperen Ketels, derzelver gebruik in de Zeevaart is eene der voomaamste oorzaken van Scheurbuik onder het Volk. V. 142 Koraaltak met Insekten, op - eenen begroeiden Oesterschulp. I. 424 Kortheid des Levens. Zie Leven. Kozakken, een woest Volk, 00 Ukrainers genoemd, in Rusland V. 365 Kosmo d Medicis Zie Medici Koude , Natuurlyke Historie van dezelve , door vele fraaije Proeven Opgehelderd. IX. 210 Kousseband oorzaak van het stigten der Ridderorde van den Kouseband in Engeland. XII. 227 , enz. Krankzinnighuis, het vergroote) een Droom. I 27 Krediet verderlyke gevolgen, die uit de gemaklykheid om [■ het zelve te verwerven voortvloeijen XII. 489 enz. Kristal, vindt men niet dan in Steenen,die eenen tyd lang berust hebben in het gezonken Water in de spleten der Rotsen , dat met steendeeltjes vervuld is IV 275 Kritieken en Scbryvers, Vertoog over dezelven, III. 207. Het gezelschap der Kritieken, een Digterlyke Fabel. XV. 60, enz. Krokodil Natuurlyke Historie van dezelve XIV 470 Kronyk van het Dorpje Querlequits aan de Elve: uittreksel uit dezelve. I 457, enz. Kruisdood, onderzoek waarom . God gewild hebbe dat | C. dien ondergaan zoude, III I enz. Bespiegeling van denzelven in eene Spraakwending tot den mensch, gevolgd naar Sannazaar 6, Kruissiging van den Zaligmaker, op Goeden Vrydag des jaars 1755 , te Lisbon vertoond, I. 34 Kruisvaarten , derzelver uitwerksels op de Zeden den Koophandel en de Staatkunde van Europa. XII. 22 Kunstkenner de) een Verhaal. VIII. 146 Kunstregter , de vertoornde) X. 238 Kwaal, Natuurlyk) is niet zelden oorzaak van Zede-' lyk Goed . IV. 81. De Oeffening van Matigheid, Regtvaardigheid en Godzalighei wordt 'er door bevordeid. 82 Kwaadäartigheid , derzelver slegte gevolgen in het byzonder aangewezen. III 240 Kwaad-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. afd. 29 Kwaadvoorspellers. Zie Nagt; uilen • ' • Kwakzalvers van allerleie soort, . bedenkingen over dezelven. XXI ' 1652 Kwakzalvery, derzelver noodzakelykheid in de Geneeskunde, in eenen Brief van een' 'Eugelsch' Doctor aan. zynen Vriend. XI. 334 Kwikzilvermynen te ldria, berigt wegens dezelven , en vreemd voorval aldaar. IX. 112   L.       land der Vermaardheid. Zie : Vermaardheid. Landaarden. verschillende, on derscheidene schryfwyze van dezelven. Zie Schryhwyze. Landleven, gedagten over het   zelve. VI. 57 enz. Landstreek, iedere heeft zyne natuurlyke voordeelen. IV. 229 Langmoedigbeid van God maakt de menschen onagtzaam. V. 224 Langte op zee berigt wegens de vorderingen in de ontdekking van dezelve gemaakt, van het jaar 1714 tot den tegenwoordigen tyd.V. 591 Lapis Lazuli, of azuursteen , beschreven, en hoe de Ultramarinus 'er van gemaakt , wordt. II. 450 Lapland, Russisch). ligt in het Westen van Archangel, V. . .325. Deszelfs Bewoners 325 Laplanders en Samojeden, byzonderheden. wegens dezel ven. VI. 384,enz.474,enz. lasteraar, Karakter van eenen) XIV. 447 Lastering, de) een Verschynsel of Droom. X. 67 Lastigheid, van eene buitensporig beminnende Vrouw. .'. Zie Vrouw latronei-Eilanden Zie Maria nische Eilanden. Laugeois, navolging van eeni gen zyner Psalmen. VIII. 333. 422 Lauretta, een Verhaal uit Marmontel, VIII. 520. Ver.   volg van het zelve. ' 609 Lausus en Lydia, eene Zede   kundige Vertelling. VIII. 68 Leander en Dorinde, eere ware geschiedenis , een digt ' stuk. Zie Dorinde. Leefregels voor Geleerden tot bewaring van hunne Ge ' zondheid. XV. 305, enz. Leeftyd der menschen wel aangelegd zynde, genoegzaam tot . allerleie oogmerken, IV. 217 enz, Leer, Turskch manier om het zelve te bereiden. X. 375, enz. Leeraars, verbeelden zich dikwyls dat hunne reden alles vermag. V. 178 Leeuwmier. Zie Formica Leo. Leiaarde, raakt door Regen, Lugt en Sneeuw aan het ; smelten. IV. 277 Leisteen , of Schalie , schynt zynen oorsprong te hebben uit eene Veenägtige Aarde. IV. 273 Lente, beschouwing des doods by dezelve, VIII. 89- Aankondiging van dezelve en opwekking tot vreugde. XI. 3 , enz. Bedenkingen over dezelve. 106, enz. lentebloeisem Gedagten van C 2 eene  30 bladwyzer DER eene jonge Schoone, onder het beschouwen van denzelve. IX. 103 Lentezang. I. 274 lesidor en Neraan, een Digtstukje, IX. 49c Zie Neraan. lessen van eenen Vader aan zynen Zoon, dien hy naar de Akademie zendt. XII. I, enz. Letteroeffeningen , derzelver Lotgevallen onder de Romeinen. XIII. 13, enz. leven deszelfs kortheid wordt niet geloofd, II. 3. Dit getoond door de ontwerpen, die de luiden maken, wanneer zy reeds ver in jaren gevorderd zyn , 4, Der   Menschen , Jaargetyën en loop der Dagen , met elkanderen vergeleken, IV. 229. De kortheid van het zelve maakt het noodig dat men door anderen onderrigt worde om in kundigheden te vorderen , V. 175, enz. Deszelfs kortheid is bestaanbaar met de oogmerken van 4 een goed en wys Opperwezen, V. 334, enz. Ge   dagten over de ydele najagingen en onvolmaakte genietingen van het zelve, een Digtstuk, VI. 329 Ydeldelheid des menschelyken levens in een Tafereel vertoond, VII. 12, enz. Vertoog over de aangroeijende begeerte tot het zelve in den mensch, IX. 164. Verzameling van zedelyke Gedagten en Regels tot bestiering van het zelve, IX. 168. Gelukkig leven, een Digt stukje, IX. 319. Het menschlyk leven heeft lotgevallen en wederwaardigheden, tegen welken in "den Godsdienst alleen vertroostingen te vinden zyn , IX. 352. Van Juffrouw Elizabeth T. in een Brief aan den Uitgever , X. 437. Waarde van dat der menschen ,• XII. 177. Het leven wel aangelegd zynde, is genoegzaam tot allerleie oogmerken. XV. 275 ,enz. Levensstand, een hooge en middelmatige levensstand met elkanderen vergeleken ten aanzien van derzelver voor- en nadeelen. XIV. 87 Licht, veroorzaakt hette in de ligchamen, I. 374, enz. Wordt in de Schriftuur gezegd voortgebragt te zynvoor de Zon en Starren. VIL 179 Licht en Kleuren , aanmerkingen daarover door F. Melville l. 313,enz. 374,enz. Licht kan in alle bedenkelyke rigtingen door licht been gaan, ald. 318, enz.   Vervolg der aanmerkingen. II 102 Licidas, aan denzelven by' den dood van zyne Beminde, een Digtstukje. XV. 140 Lied van Mozes, een Digtstuk. IX. 138 Liefde, buitensporige tot redelooze Dieren. Zie Dieren. Wanhebbelyks Liefde, derzelver Kunstenary en slegte uitslag , II 251, enz. Standvastig door onschuld, IX. 346. Vaderlyke Liefde, een voorval uit noord-ame rika  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [V. Afd,] 31   rika, XI. 58. In hare kragt vertoond, eene geschiedenis, verhaald in den Tooneeltrant, XII 70, enz. Wysgeerige Proeve over dezelve . met voorbeelden opgehelderd, XIII. 447. Vergenoegde Liefde , een digtstukje XIV. 146. Tot den Naasten, wat men hier door te verstaan bebbe, XV. 7, enz. Ernst , met welken dezelve ons in het Euangelie word aangeprezen , XV. 16, enz. Tot Lof en Agting. Zie lof Liefde en Kloekmoedigheid, aanmerkelyk Voorbeeld van dezelven in eene jonge Dogter in Vrankryk, onder de Regeering van Koning Henrik den IVden. XII. 259 Liegen, laagheid en verfoeijelykheid van het zelve. I III enz. Ligchaam, dierlyk) samengesteld uit verschillende Stoffen ,1.352. Menschlyk ligchaam , is een volmaakt Konsttuig, en eene geschikte woonplaats voor de Ziel, II 439. Voedsel van het zelve en van de Ziel. Zie Voedsel. Linceus, Hypermnestra uit den Kerker verlossende, spreekt, een Digtstuk. IV. 244 Linnaeus, zyn gevoelen we . gens de voortbrenging der dingen by de Schepping. Zie Schepping. Linnenpers , de) eene aandoenlyke gebeurtenis. XV. 313 Lisbon , wyze , waarop de Kruissiging van den Zalig maker, op Goeden Vrydag des jaars 1755, aldaar vertoond werd I. 34 Livonie Zie Lyfland. Lockt, Samenspraak tusschen hem en Bayle, XIV. 107 Lodewyk de XlVde en Peter den Grooten , Samenspraak tusschen dezelven. IV. 124 Lof en Agting, bedenkingen over de Liefde, tot dezelve en hare behoorlyke bepalingen. II. 317 , enz. Lofspraken van zichzelven , vele aanleidingen tot dezen, III 123. Door een Voorbeeld opgehelderd. 125, enz. Logenaar, de) een Fabel, in digtmaat. VIII. 519 Lood, gesmolten) merkwaardig geval, op de doorzwelging van het zelve gevolgd, door Edw. Spry. I, 247 Losse gedagten over verscheidene onderwerpen. XIV. 444 Loteryen , Historie van eenen Avanturier in dezelven. XL 345 Lothario en Dorilas, eene Engelsche geschiedenis. X. 255 Lotheringen, Hof van) voorvallen aan het zelve. XIII. 340 Lubbert Lubbertz. , een Hekeldigt, aan denzelven. VIL 140 Lucanus, aanmerkingen over dien Digter. VI. '224 Lucia, haar Brief aan haren Minnaar Theodorus en Antwoord op denzelven. V. 245 enz. 340,enz. Lucianus, Samenspraak tusC 3 schen)  32 BLADWYZER DER schen) en Rabelais. XIII. 473 Ludwig , Johan) een arme Boer in Saxen, berigt wegens zyne Studien en Geleerdheid. I 403 Lugt, manier om dezelve in . Broeikassen en Meloenbakken te zuiveren , en den graad van hare Warmte te regelen, door Dr. S Hales , I. 196 enz. Maakt de Steenen op de Oppervlakte der Aarde hard. IV. 374 Lugtpomp, Berigt wegens de uitvinding van eene 'nieuwe , in het vyfde Vertoog van de onzigtbare, XII 247. Voorspelling der genezinge van verscheidene Lyders door de Lugtpomp, in het agtste Vertoog van de onzigtbare. 512 Lugtstreken, Bespiegeling over . de verscheidene Lugtstreken en Gewesten des Aardbodems. V. 527 Luiaart, traagheid van zyne . bewegingen. IV. 448 Luiheid er Naarstigheid, hare gevolgen. XV. 66 Luis , lotgevallen van dezelve , een Zinnebeeld des menschelyken levens I. 164 .Lukas Brugensis beuzelt, wanneer hy - verhaalt dat de Satan , den Heiland verzoekende , eene soort van Verrekykers gebruikt heeft. IV. • 18 Lupyn, de gelukkige) een Dig/ terlyke Fabel. XI. 237 Lusthoven, wyze, op welke de . Chinezen dezelven aanleggen , door Cbamders I 413 Lycon zyne geschiedenis voorgesteld ter aanwyzinge van het onderscheid tusschen Deugd en Geluk. V. 501 Lydia. Zie Lausus Lyfland, eene Provincie van Rusland. V. 322 M. Macao Beschryving van die Stad, gelegen in het Keizerryk China en staande onder het gebied van het Koningryk Portugal. XV« 226, enz. 262, enz. 322 „ enz 350,enz.Machiavel, Samenspraak tus - schen hem en Henrik Hertog van Guise. XII. " 391' Madeira, Verhaal wegens de • ontdekking van dit Eiland , getrokken uit een onlangs uitgegeven Portugeesch werk. X.' 278 Madeles gesprek tusschen Pla'to en) of de Epikurist bekeerd. XI '19 Madera, beschryving van dat Eiland. XV. 48 Magt, bedwingende) in het • dierlyke Samenstel, die het getal der byzondere Scbepselen in allerleie soorten palen stelt, door voorbeelden aangewezen. X. 222 Mandaryns in China, omstan - dig berigt wegens dezelven, volgens nieuwe berigten.. XII 30 Mandemaker , de ) een Peruaansch Verhaal. VI. 158 Mannaboom berigt wegens denzelven. . 462, enz. Mannen , goede soort van dezelven, vertoont in hunne «.. »», on-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 33 onderscheidene Karakters, X. 342. Standvastigheid en belangeloosheid in hun gedrag. IV. 75'-, enz Marianische. Zie Latronei-Eilanden. Berigt wegens de zeden en gewoonten van derzelver Inwoneren. XI. 130, enz. Marlbourough , Karakter van John churchill Hertog van) XIV. 349 Marmer, komt voort uit Versteeningen, IV. 273 Verzagt tot Kryt. IV. 277 Marmergroeven in Italië , uit welken brokken zyn gehouwen, zegt men dat weder aangroeijen. IV. 275 Marivaux , vergelyking tusschen hem en Smollet. VIII. 57S Martens, Martinus) Lykzang ;: op denzelven , een Digtstuk. V. 379 massachusets Baai , Aanmerkingen over den staat van) Boston en andere Noord-Amerikasche Volkplantingen. XIV. 95 Maximiliaan de bethune Zie Sully. Mead, Richard) een beroemd ' Engelsch Geneesheer, zeer edelmoedige daad van denzelven. XIII. 351 Medelyden, spruit uit het lyden van personen , die tot ons geene naauwe. betrekking hebben ,1. 206 Deszelfs werking door eene geschiedenis opgehelderd 207, enz. Medeminnares, de edelmoedi' ge) eene Engelsche gebeurtenis. XIV. 24.7 Medicis Kosmo de) de eerste van dien naam, Samenspraak tusschen hem en Perikles. XIV 33 Melisichton, ware Adeldom vertoond in zyne geschiedenis VI. 515 enz. Meleenbakken. Zie Broeikassen. Memnon, die volmaakt wys tragtte te worden , eene Allegorie. V. 252 , enz. Mensch op het oogenblik na zyne schepping sprekende ingevoerd, I. 361. Is een voorwerp van Gods Voorzienigheid, IV. 90. In den Haat zyner onschuld afgebeeld , VIL 273, enz. Gedagten over den mensch in zynen natuurlyken staat beschouwd, 306, enz Gedagten over de verscheidenheid in de Staten en Levensstanden der Menschen , getrokken uit de Werken van Koning Stanislaus, 312,enz Beschouwd als de Priester der Natuur. IX. 265 Menschdom, vergeleken byeen geslagt of huisgezin , dat door de Voorzienigheid van het Noodige verzorgd wordt. I 191 Menschelyk Geluk , onbestendigheid van het zelve, door een voorbeeld bevestgd, XI. 254 Menschelyke Hoop. Zie Hoop Menschen. zie Mensch Worden wylsdik onderscheiden door de benamingen van Dieren, met welken zy gemeenschap hebben, III 75. Zie ook Nagtuil Menschen minder voortreflyk in schoonheid dan de Dieren. C 4 Zie  34 BLADWY Zie Dieren. Hun leeftyd, wel aangelegd , is genoegzaam tot allerleie oogmerken, IV. 217. Raad der Goden vergaderd over hunne Ellenden , IV. 247. Opofferen van dezelven, verschillende gevoelens daaromtrent, IV. 485. Hun staat en omstandigheden gedagten over dezelven, VI. 448. Onderzoek van waar het kome dat de meeste menschen anders handelen dan zy denken, XIII. 431. Zie Onzigtbare. Menschenhater, de) eene Oos' tersche geschiedenis. XI. 155 Menschlyk Ligcbaam. Zie Ligcbaam. Menzikoss, Prins) verslag wegens het leven , de ongelukken en rampen van dezen vermaarden gunsteling. XIII. 34. enz. Merkurius, Samenspraak tusschen hem . Virgilius , Horatius en den Ouden Scaliger, IX. 226 Zie Samenspraak. Merrie, de Graauwe Merrie * is het beste Paard, een Digterlyke Vertelling. I. 62, enz. Michel l'Hospital, Zie Hospi • tal, l'). Micon en Idas, naar Gesner, 'XV. 370 Middelbare Leven staat voorregten van denzelven. III. 23, enz. Zie Levensstand. Middelmatigheid, een Digtstuk V. 113 Milddadige, de) Clarinde, een ' Digterlyke Fabel I. 172 Mllon, naar Gesner,X\V, 368 ZER DER Milton , Aanmerkingen ovet dien Digter. VI. . 409 Minderen , wyze, op welke men zyne Minderen moet behandelen, eene Sokratische Samenspraak. XV. 84 Minnaar, de deugdzame) XIII. 249 Minnenyd een Vertelsel. VII 153 Mirtil, een Herderzang in Prosa. V. 74 Mirtillus, Schipperszang van H. de Groot, gevolgd. II. 64, enz. Mislukking van Wenschen Zie Wenschen Modes, heerschende) Aanmerkingen over dezelven. XIV. 514 Moeder, de goede) eene Vertelling van Marmontel, IX. 142. De Kwade , 421. De Stervende , een Brief van dezelve aan hare Dogter. X. 265 Moerassen, komen voort van water, dat op lage plaatsen blyft staan , IV. 226. Hoe zy somtyds veranderen in Beemden of Velden. ald.. Mof, als een nieuw werktuig van Galantery beschouwd , II 433- Oorsprong van dezelve. 477 Mohammed , een Digtstukje. XI- 327, Montanus , Arias~). Zie Arias. Morgengedagten III. 131, enz. Naar het Hoogduitsch van Haller. XIV. 405 Morgenstond, een Digtstukje, II. 195. Overdenkingen by den Morgenstond, IV. 43 , enz. Een Digtstukje. XV. 347 Mas-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. afd 35 Moskou , de Hoofdstad van Rusland. V. 326 Mozes, de Bron van) in Midian, een Herderskout uit het Hoogduitsch, VIII. 425. Lied van Mozes, een Digtstukje. IX. 138 Mug, de) om het Kaarslicht, een Digtstukje. IX 490 Muil van den Sultan, een Oostersch Vertelsel. XI 259 Muizen, de Gierigaart , zyn Zoon, en de) een Digterlyke Fabel. IX. 405 Muren , oude) worden door den tyd hard IV. 374 Muziek, haar oorsprong en eerste gebruik , II 234. Door verbeteringen tot eene Konst gemaakt, 235. Onder alle Volkeren tot bevordering van vermaak ingevoerd , 236. Lof van dezelve , II. SU. Zie Jabal. Muzikaal Verschynsel , Berigt wegens het zelve , bestaande in een verslag van de vaardigheid van een jong Kind in Muziekstukken, welke het eens gehoord heeft, te spelen XV. 121 Mycan, naar het Hoogduitsch van Gesner. XV. 61 N. Naam , goede). Zie Goede, • Naarstigbeid en Luiheid, hare Gevolgen. XV. 66 Naaste, Liefde tot den Naasten. Zie Liefde. Nadeel, dat in de voorkennisse van ons toekomend lot zoude gelegen zyn. Zie Voorkennis. Nagtgedagten van Dr. young, Allegorische Brief, ter gelegenheid van het uitkomen van dezelven. VIII. 195 Nagtuil, de naam van Nagtuilen mag met regt gegeven worden aan Kwaadvoorspellers, III. 75. .Berigt van, Suspirius wegens zich zelven. ald. Natuur , ontdekt hare konst op zoo vele wyzen als mogelyk is, II. 46. De Natuur verëenigt verscheidene nuttigheden , die eindelyk allen ten algemeenen nutte zullen uitloopen in een onderwerp, 47. Zy onderscheidt hare Werken door enge bepalingen van verscheidenheid , 48. Bespiegeling van de orde in dezelve zedekundig toegepast , 87, enz. Derzelver Geheimen, 219. Derzelver gewone Verschynsels zyn geschikt om onze Voorzigtigheid wakker, en onze Deugd waakzaam te maken, III 29. Hare Huishouding, wat wy door dezelve te verstaan hebben, IV. 222. De drie Ryken der Nature zyn het Ryk der Delfstoffen, die de korst der Aarde uitmaken; dat der Planten, die derzelver gelaat verderen, en voedsel uit de Delfstoffen trekken; en dat der Dieren, hetwelk door het Ryk der Planten wordt in stand gehouden , IV. 224, Zedeleerende bespiegeling over hare geregeldheid ; Briefswyze voorgesteld,, V. C 5 ' 571  35 bladwyzer DER 571 Beschouwing van de Schoonheid , Wysheid en Heerlykheid in derzelver werken IX. 177. priester der Nature in den Mensch beschouwd , 265 Natuur en geluk uitdeeling van derzelver geschenken , eene allegorie 409 Vertoog over derzelver beoeffening XII 102. Overdenking ( by de Beschouwing van dezelve , een Digtstukje. XV. 293 . enz Natuurgesteltenis is der Menschen, ' Deugden , welke duur aan zyn toe te (schryven X. 89Zedelyke Gebreken. 177 Natuur- schei- en Geneeskun' dige Aanmerkingen over Wyn , brandewyn Voorloop, Wynsteen en Azyn. XIV. 81 natuurlyk Kwaad. Zie Kwaad. natuurkunde zwarigheden die uit dezelve tegen verscheidene plaatsen der Schrifture worden ingebracht Zie Schriftuur Natuurlyke Historie, waar in ' zy eigenlyk bestaat, I. 270. Brief van den Heere ellis over zekere voorgewende Nieuwe Ontdekking in dezelve. XIII 399 Van de Thee. Zie thee ; Natuurlyke Wetten , gedagten over dezelve. XIII 517 navolging. Zie Voorbeelden nedrigheid Vertoog over de ware en alsche IV . 261 Neger, byzonder berigt wegens den gevlakten Neger te Bourdeaux. I. U4 Negerin, aanmerklyke veran• dering in de kleur van het vel eener negerinne. IV. 50 Negers. verscheiden gevoelens wegens de oorzaak van hunne kleur l. 94 Gissingen over dezelve , 97. Eene eerste oorzaak is misschien de zwaarte en vogtigheid van de lugt 98. Eene tweede de Winden, 101. Men kan dus reden geven van de volgende byzonderheden. 1. Waarom de Kinderen der Negers byna blank geboren worden 2. Waarom de Negers blank zyn in de palmen der handen en onder aan de Ballen der Voeten 3. waarom zy zwarter zyn na hunnen dood dan by hun leven 4. Waarom de wond, wanneer een Neger zich brandt, blank schynt, 103 blanke Negers, Berigt wegens dezelven , 1.141. Zy zien slegts by Schemerlicht, en worden nier oud , 142. verscheidene gevoelens wegens hunnen oorsprong, 144. Gissingen over de oorzaak der verschillende kleur van Blanke en Zwarte Negers. 146. Neraan en lesidor een Digtstukje IX. 490 Neus, de) een vertelsel VII 70 newcastle, hertog van) Vreemd voorval betreffende denzelven. XIII 8ó, enz. Niets, bewys dat niets iets is XIIL 69 Nieuw Zeeland berigt wegens deszelfs inwoners Xll. 297 Byzonderheden wegens deszelfs bewoners XV. 209 Nieuwe zedelyke vertelsels XIV. 328 nieu-  VOORNAAMSTE ZAAKEN [VI. Afd.] wieuwerwetsche Pythagorist. II. '506 Nieuwigheid, lust tot dezelve is den mensch eigen. IV. 434 Nieuwsgierigheid, Nut en misbruik van dezelve. II 344 Nischgorod eene Provincie van Rusland. V. %66 Nisus , een digterlyke Brief • van Scilla aan denzelven. VI. 146 Noach, de Aardsvader uit den ' Vloed behouden, een Digtstuk. VII 215 noctilucae Marine, Zie wor men en Zee. Noodlot. Zie zadig Noodlottige Vriendschap. Zie ■ • Vriendschap. Noorderligt. Oorsprong van ■ het verdigtsel der Poëten dat de Goden op den top van den Berg Olympus raad hielden , met betrekking tot het zelve overwogen IV. 149. Het Noorderligt was nooit hooger dan op de Breedte van 36 Graaden. ald. Noordkerk , Advokaat) Lofreden over denzelven, XII. 214 Noordzee, gemeenlyk de ys • zee genoemd , Aanmerkingen over dezelve , IV 103, enz. Bevaarbaarheid van dezelve, 104- Zy heeft drie straten of doortogten naar het Westen. 106 Novogrod, eene Provincie van Rusland. V. 364 Nuttigheid van byzondere ■ Vriendschap. Zie Vriendschap. Nyd gedagten over denzelven. XIV. 518 Nydigaart en Goedhartige Man' ve gele en. XV. 158, enz. Nydige , de) een Vertelsel. VIL 76 ■ O. obidah en de Kluizenaar, een Oostersch Verhaal,, III 164. Een Oostersche Geschiedenis. XV. 241 Octavia. Samenspraak tusschen octavia , Porcia en Arria. XIII. 7, enz, Officier, Brief van een aan eenen Vrygeest , gezonden aan den Uitgever der Oef fenschole. XII 1 353' Ojevaars , onderzoek naar de plaats , waar zy des Win ters hun verblyf houden. III. 362, eiK. Oker, wordt geformeerd van ontbondene Metalen. IV. 277 Omar en de Reizigers, een Oostersch vertelsel IX. 171 omkorstingen waar zy voortkomen. IV. 273 Omloop van het Bloed deszelfs werking op het Verstand. XI. . 127 enz. Onagtzaambeid der menschen" komt voort uit verkeerdebegrippen van Gods langmoedigheid V. . 224 Onbarmhartigheid en Trouw, voorbeelden van dezelven. IV. 415 Onbedagtbeid in het spreken, oorzaak van het verlies der gunst van eene Koninginne. XIII. 17S Onbekende Stukjes, eenige ). XIV. 85  38 BLADWYZER DER onbestendigheid , een Digtstukje , V. 421. Van de Agting der Menschen. Zie Agting. Van het Menschlyk geluk door een voorbeeld bevestigd. XI. 254 Ondankbaarheid, een Lierzang, IV. 282. Gestraft, een Oostersch Verhaal, VI. 430. Eene Geschiedenis. VIL 256 , enz. ondankbaare de) Zoon, een, Vertelsel. X'L 165 Onderwerpen, Gedagten' over verscheidene). Zie Gedagten. Losse Gedagten over Verscheidene Onderwerpen. XIV. ' 444 onderwys door Fabelen, voordeel van hetzelve. V. 215 Ondeugd , Deugd en) een Oostersch Verhaal. XV. 296 Ongeloof, wordt door de ware Wysbegearte geenzins bevorderd. XIV. 449 ongeloovigen , derzelver tegenwerpingen tegen den Christelyken Godsdienst hebben niet zelden voordeel boven de beantwoordingen der Christenen, door de levendigheid , met wel ken zy voorgesteld worden. Zie Tegenwerpingen. ongeloovigbeid in den Godsdienst, bedenkingen over de oorsprongen van dezelve. V. 87, enz. Ongeluk word vergroot door de Inbeelding. Zie Inbeelding. Ongelukken der menschen zouden minder zyn, indien zy het gemis van gemak en vermaak niet op den lyst der Ongelukken stelden, IIL 385. Zie ook Rampen. Ongelukken der Grooten worden breed uitgemeten Zie grooten — ongelukken worden door de gewoonte verdraaglyker dan door alle de lessen van de Filosofie. Zie Gewoonte. Ongelukkige Deugd , een Zedelyk Vertelsel. XII. 62, enz. Ongenoegzaamheid der aardsche Vermaken tot 's Menschen Geluk. Zie Vermaken en Seged. Ongeregeldheid in de najagingen des menschelyken levens , voorgesteld in een Schildery. III. 504 Ongodsdienstigheid der Menschen schynt grooter te worden, naar mate de kennis aangroeit. V. 135 Onkunde, Domheid en) Lofschrift voor dezelven. X. 83. Gevaarlyk voor de Deugd. XII. 406 Onkuisheid, Overspel , enz. Aangemerkt als de heetschende zonden der tegenwoordige Eeuwe . bedenkingen over dezelven. XL 265, enz. Onschuld, door Waarschynlykheid in gevaar, II 24. Standvastigheid in liefde, door dezelve te weeg gebragt IX. 346 Ontwerp, een Zedekundig) XII 451 Ontwerpen , ingebeelde) derzelver Ydelheid. VII 168. enz. Onvergenoegdheid, dwaasheid der  voornaamste ZAAKEN. [VI. Afd.] 39 der) over de slegtheid der tyden , die wy beleven. Xlll- 172,enz. Over den staat , waarin men leeft, aangetoond in een Oostersch verhaal Xlll. 511. Onvergenoeging , een Digtstuk. IV. 466 Onverschilligheid , maakt den mensch zoo min ongelukkig als gelukkig , XIV 50. Wanneer de Onverschilligheid niet uit domheid maar uit overleg spruit, baart zy geluk, XIV. 51 Eene redelyke Onverschilligheid kan men zich door ondervinding wegens de wisselvalligheid van het ondermaansche eigen maken : opgehelderd door eene geschiedenis. 52, enz. Onweer, gedagten over de al te groote bevreesdheid voor het zelve. IV. 481 Onzigtbare, Eerste Vertoog, XI. 410 Geschiedenis van den Onzigtbaren, ald. Tweede Vertoog, 495, enz. Derde Vertoog, XII. 56 , enz. Vierde Vertoog, behelzende eenige ernstige gedagten , XII 151. Vyfde Vertoog, berigt wegens de uitvinding van eene nieuwe Lugtpomp, 247. Zesde Vertoog, Verhandeling, die de Schryver zich schaamt niet beter uitgevallen te zyn, 331 Zevende Vertoog, 421. Agtste Vertoog, Voorspelling der genezinge van verscheidene Lyders door de Lugtpomp, XII, 512. Zevende Vertoog, over het wenschen XIII, 72 enz. Zevende Vertoog, 145, enz. Agtste Vertoog , 238. Negende Vertoog, 327.Tiende Vertoog, onderzoek van waar het kome dat de meeste menschen anders handelen dan zy denken, Xlll. 431. Elfde Vertoog , XIV. 50. Elfde Vertoog. 14$ Oog, over het zweeven van zwarte Vlakken voor het zelve. XII. 30S Oogen, Vlekken in de) derzelver Natuur en oorzaken verklaard. XI. 30, enz. Oordeel, het laatste) een Digtstukje. IV. 32 Oordeelkunde, eene Allegorie. I- 63, enz. Oorlog , Tafereel van denzelven, een Digtstuk, III 469. Gedagten over denzelven, IV. 393, Aan denzelven, een Digtstukje , V. 241* Tafereel van den Oorlog, een Digtstukje. XIII. 51 Oostersche Fabels. Zie Fabels. Oost - Indie Berigt wegens een joodsche Volkplanting aldaar Zie Volkplanting. Opaal, hoedanigheden en kragt van dezen Steen. IV. 199 Openbaring, tegenwerping tegen dezelve, getrokken uit de eeuwigheid der helsche straffen, V. 305, enz. Dwaasheid van dezelve te verwerpen uit hoofde van eenige schynbare Zwarigheden. 259 Opmerking, gebrek van) op de schoonheden der Natuur vermindert ons genoegen. IV. 30y Opofferen van Menschen. Zie Menschen. Opperwezen , gevoelens der ou-  40 bladwyzer der Ouden wegens deszelfs bestaan en eigenschappen XIV'. enz. Opregte Vriendscha[ Zie Vriendschap Opschik der Jufferscbap. Zie Jufferschap Der Vrouwen, Aanmerkingen over denzel. ven XIV. .. 71 enz. Opstanding van Jezus Christus. tydschikking der voorvallen, die by dezelve hebben plaats gehad, door J. Mack -. night, I 41 Opvliegendheid en Toarn, Vertoog over de dwaasheid van dezelven , en de. ellendigheid van eenen wreveligen , aart Vl. 347 Opvoeding Zie Kind. Der Kinderen Zie Kinderen. Is oorzaak dat , 'er weinige groote mannen en beroem. de. Konstenaars , gevonden worden, V. 229. Ongelukkige gevolgen van eene ver. waarloosde Opvoeding, XlII 154, enz. Der Jeugd, aanmerkingen over .dezelve. 177, enz.. Orakelen , het Zwygen van dezelven overwogen. II. . 282 0rasmin. Zie Almira. Orde, die in de handelingen des Allerhoogsten heerscht, leert ook ons onze daden naar zekere orde te schikken I . , 91, enz. Oremburg een Landschap. in Rusland V. . 368 Orgels der Ouden, hoe gesteld I 86 Orkanen in de West-Indien waardoor zy voorzien worden , II. 173 Voorzorgen, die men er tegen gebruikt ald. Berigt wegens derzelver Verschynsels en Uitwerksels , door Dr. Peysso nel ald. Os en Paard vergelyking tusschen dezelven ten aanzien van hunne Nuttigheid. XIII, 304 Osman, Topal) merkwaardige, levensgevallen van denzelven , en zyne Dankbaarheid aan zyne Weldoeneis. VIII. • , 409 Ostiaken, hun Land beschreven V. 373 O-tahiti, fraaije beschryving der aankomste op dat Eiland , en byzonderheden wegens deszelfs Bewoners. XV. 212, enz. Oude en tegenwoordige tyden met elkanderen verge . leken. IX. 414. enz. Ouden , hunne bedrevenheid in de Graveerkunst. Zie Graveerkunst. ,., Hunne .Ringen. Zie Ringen. Boven de hedendaagschen in de fraaije Wetenschappen. bvzonderlyk in de Digtkunst en Welsprekendheid, en oorzaken van derzelver meerdere vorderingen , X. 383 Hunne gevoelens wegens de Eigenschappen en bet bestaan van het Opperwezen, XlV. I enz. Ouderdom, oordeelt verkeerdelyk over de oorzaken der Gemelykheid. Zie Gemelykheid. Verderflyke uitwerksels der Driften in denzelven , III 150. Vertoog over. de .hoogagting voor denzelven , met twee Karakters  VOORNAAMSTE ZAAKEN. VI afd 41 rakters uit Terentius. VII 440, enz. Proeve over de Ellenden des Ouderdoms XIII. 336 Ouderen, derzelver wraakbaar gedrag omtrent hunne Kin ■ deren , aangewezen door \ voorbeelden XI. 40 Overdaad, Proeve over de vorderingen in de uitwerksels van denzelven, ten opzigte van het eigen •> XI .'. 177 overspel Zie Onkuisheid. Ovidiu., byzonderheden wegens zyne Ballingschap. XV. 125 oxenstiern samenspraak tusschen den kanssellier) en Christina, koninginne van Zweden. XII. 110 P. paard en Hond, een Fabel. * VII. 72 Paard > en Os vergelyking tusschen dezelven ten aanzien van' hunne nuttigheid. X II. 3°4' Paarden , onderzoek wegens de ziekte van dezelven ,die men den Droes noemt. Zie droes Pachikurd , Cirkadisch held, leven van denzelven. X 167 Palemon, een der Idyllen van • Gesner, IV 505. Een Veldzang over de aangenaamheid van Deugdzaam te zyn XI.. 414, enz. papiermaken in Japan en andere Oostelyke Landen, naauwkeurige Beschryving Van het zelve in eenen Brief aan den Uitgever. X, 40 Papierfabriek, Nieuwe uitvinding wegens dezelve XIV. 81 Pappegaai ,• de) en het konyntje , een Digterlyk Vertelsel. XIII. 53 parnas, beschuldigd en verdedigd , eene Samenspraak. VII 507 Pa agonie, Berigt wegens deszelfs Inwoners. XII 456, enz. patortus Zie zonsteen . patkul Gezant van de Kroon van Palen, , wordt aan den Czaar van rusland overgeleverd, VI, 280 enz. Schandelyke dood hem aangedaan, 282. bericht van het geen tusschen hem en zynen Biegtvader verhandeld werd in den laatsten nagt voor zynen dood. 289 enz. Pelgrims, de) eene Zedelyke Vertelling XI. 238 Penn, william Stigter van de engelsche Volkplanting in pensylvanie , en Fernando Cortez Veroveraar der WestIndien voor Spanje Samenspraak tusschen hen XI. 191 Perikles samenspraak tusschen hem en Kosmo de Medicis, den eersten van dien naam. XIV. 33 Permia, groot). Zie Kasan. persis Zie phlegon Perlinax de Twyffelaarr, Brief,' behelzende zyn Historie. Zie twyffelaar Pest, Berigt wegens de meenigte van Menschen , die jaarlyks door . dezelve te ; konstantinopolen worden weg> gerukt. 1 44, enz. ) Peter de Groote, Samenspraak: tus-  42 BLADWVZER DER tusschen hem en Lodewyk den XlVden, IV. 124. Russisch Ryksbewind voor zynen tyd , V. 409. Zyne Voorouders waren sederd het jaar 1613 in het bezit van den Russischen Troon, 450. Derzelver Historie, ald. enz. Zyne gedaante, opvoeding en geaartheid , 533. Groote hervorming door hem te weeg gebragt, 534. Byeenkomst en verbond van hem met de Chinezen, 580. Zyn Krygstogt naar de Palus Moetis, 583. Hy zendt zestig Jongelingen naar vreemde Landen, om zich in de Wetenschappen te oeffenen, 589. Zyne Reizen , 639. Zyn verblyf in Lyfland , 642. Te Amsterdam, Zaandam en in andere plaatsen van Holland , 644. In Engeland, O47. Zyne reis naar wenen 650. — Hy vernietigt de strelitzen , VI. 18 Veranderingen door hem gemaakt in de Russische Gewoonten, Zeden, Staat en Kerk, 20 , enz. Zyne Krygsverrigtingen , 103, enz. Historie van Rusland onder zyn bestier , 197, enz. Moskou door hem hervormd , ald. Zyn verdere voorspoed, 198. Grondlegging van Petersburg door hem, 199. Verovering van Narva en andere Krygsverrigtingen, 203, enz. Historie van Rusland onder zyn bestier vervolgd, 277. Hy verderkt zyne veroverde plaatsen, 277 ,enz. Zyn gedrag ten aanzien van Polen gehouden, 2S4. Histo rie van Rusland onder zyne bestiering vervolgd , 372, 459. Zyn Veldtogt aan de Rivier pruth VII 18 enz. Gevolgen van dien Veldtogt . 105 , enz. De Czarowitz , zyn Zoon , Alexis Petrowitz trouwt met de Prinses van Wolsenbuttel; III De plegtige verklaring van zyn Huwelyk met Catharina, 113. Zyne verdere Krygsverrigtingen, 203, enz. Landing in finland Krygsverrigtingen van het jaar 1702. Onthaal van Czaar Peter in Vrankryk , 390, Zyne wederkomst in zyne Staten , 459. Zyne Staatsverrigtingen en bezigheden, 460, enz. Zyne verrigtingen omtrent het jaar 1718 , en in eenige volgende jaren , VIII. 396, enz. Krygsverrigtingen van den Czaar in Persie, en zyne terugkomst te Moskou, 577, Zyn dood. Petersburg , eene voorname Stad van Rusland, gelegen daar de Neva en het Meer van lodaga samenloopen V. 323. Grondlegging van die Stad door Peter den Grooten VI 299, enz. Petrowitz , Alexis) Regtsgeding wegens denzelven. VIII 22 Phalaris, Brief van ) aan de Atheeneren wegens den dood van Perillus. XL 299,enz. Philosooph, de) een Oostersch Vertelsel. XI. 329, enz. Phlegon , Tryphaenia en Persis, Samenspraak tusschen * hen, zynde e*n Tooneel van  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI Afd. 48 van de eerste Christenheid. . XI. 490 Pilatus Verhandeling om te onderzoeken of hy in der daad een Brief over Jezus Christus aan Tiberius geschreven hehbe , door O. Altman. I. . 259 Pinna , een groote Schulpvisch in de Middellandsche Zee, berigt wegens den. zekven. IV. 456 Planten moeten als levende Schepsels voortgekomen zyn uit een Ei , IV. 311. De Zaden zyn de Eijeren der Planten, ald. Deze Zaden worden vrugtbaar gemaakt door eene gemeenschappelyke ontmoeting der onderscheidene sexen ald. De Bloem bevat de Werktuigen der voortteeling Zie Bloem. Wysheid in de schikking , waardoor de duurzaamheid van de voortteeling der Planten, door telgen , wortels en pooten bevorderd wordt, IV. 315. Zie ook Zaden. Ongemeene vrugtbaarheid der Planten, 318. Iedere Plant heeft eene geaartheid gekregen, byzonderlyk geschikt naar het Klimaat , waarin zy moest groeijen, 355. De wyze, op welke de Planten groeijen , werkt dikwyls mede tot de behoudenis van haar en anderen, 357. Dit opgehelderd uit het gestel der Boomen, ald. Zie ook Boomen. In Planten, die met doornen bezet zyn , 359. In Duinhelm Zie aldaar. In Gras. Reg. voor het Mengelwerk, enz. Zie Gras. Planten keeren; wanneer zy sterven, tot Aarde , en vermeerderen de vrugtbaarheid, 361 De onderscheidene deelen vandezelfde Plant dienen somtyds tot voedsel voor onderscheidene soortèn van Dieren. 468 Planten en Dieren , Vertoog over de groote gelykheid tusschen dezelven. XII. 196 Plato, de Filozoof, Berigt wegens zyne denk- en leerwyze en andere byzonderheden, hem betreffende. XI. 281, enz. Plato en Fenelon, gesprek tusschen dezelven. VII 251', enz. Plato en Madetes, hun gesprek of de Epikurist bekeerd. XI. • . , 19 Plinius den Ouden , Samenspraak tusschen) en Plinius den Jongen. XII, 206. Poëzy, Beschryving van het Koningryk , dus genoemd, uit het Fransch van den Heere de Fontenelle. X. 241 Pogatschew, Jemeljan) Berigt wegens het leven Van dezen vermaarden Russischen muiteling, XIV. 201; Polen, staat op het punt van drie Koningen te hebben ; VI. 283. Gedrag van Czaar Peter in dat tydsgewrigt. 284 Pompeja in den jare 76 onder de brandende Stoffen van den Vufuvius begraven. I. 23 Pompoen, dè Ekel en de) een, Digterlyke Fabel. X. 392 Pomponius Attiku Zie Attikus D Pope,  44 BLADWYZER DER Pope, Samenspraak tusschen hem en Boileau. XII. 467 Porcelein, dwaze zugt voor het zelve. I. 32 Porcia, Samenspraak tusschen octavia , Porcia en Arria. XIII. 7» Portugal, ongunstige gesteltenis van dat Ryk ter bewoninge, VI. 29. Byzonderheden wegens dit Koningryk. XIV. 294 Pragt in Meubelen , Klederen en andere Uitwendigheden, Vertoog- over dezelve, VI. 341, ene. in maaltyden. VII. 51, enz. Prediker, de Vroome) een Digtstukje. XV. 348 Priester der Natuur. Zie Mensch Pruissen, Koning van) Samenspraak tusschen denzelven en Professor gellert V. 258 psalm LXXXVII in digtmaat gevolgd naar den Heer Langeois , VIII. 333- En XXIV , naar denzelfden , 422. Vertaling en uitbreiding van psalm LXVIII door s chandler IX. 62 Psalmanazar, George) Verslag van zyne levensgevallen. VII. 404,enz. 465.ens. Psalmen, verscheidene van dezelven moeten voor Beurtzangen gehouden worden. I. 129 Pultowa , Veldslag by). VI. 459 Puntdigt, een Grieks nagevolgd. V. 24$ Pylades, Samenspraak tusschen hem en Tymon, den Menschenhater. XI. 67 Pythagorist, Nieuwerwetse Zie Nieuwerwetse Q. Querlequits, Kronyk van dat Dorpje. Zie Kronyk. Quin, verbazend voorval, den Engelschen Digter thompson bejegend, in eene ontmoeting met dezen Heer. X. 35 I R. Raadgeving aan jonge studenten. Zie Studenten. Raadselen. VII, 3 39 Rabbynsche Wysheid , Proeve van dezelve. XV. 22, enz. Rabelais , Samenspraak tusschen Lucianus en Rabelais. Xlll. 473 Rampen en Wederwaardigheden, derzelver nuttigheid, III. 158, Zie ook Ongelukken, Raphaël, Berigt wegens dezen Schilder. I. 455 Regelen in de Welsprekendheid en Digikunst, tot hoe ver derzelver nuttigheid zich uitbreidt, V.97 ,enz. Eene Redevoering van Gellert. — Regels om wel te schryven in eenen Digterlyken Brief van young aan Pope. V. 150,enz. Regens, sterke in den Bloeityd, voorspellen onvrugtbaarheid. Zie Bloeityd. Regeringsvorm, Godsdienst en Zeden der Turken, Verhandeling over dezelven. XIII. 109, 215,188, 383. 457 Regt van Eigendom in het algemeen , aanmerkingen over  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 45 over het zelve. XV. 166, enz. Regtmatige beslissing, een Zedelyk Verhaal. XV. - 439 Regtscbapen Zoon Zie Zoon. Regtsgeleerde, gebed van een') een Digtstukje. XIII. 171 Regtvaardigbeid , . Turksche) merkwaardig voorbeeld van dezelve, XI. 263. Van een Kaliph XIII. 84 Reis des Levens, een Droom. II. 471 Reistogt naar Parnas , een Droom , in eenen Brief aan den Uitgever, II. 112. Naar den top des Zwavelbergs op Guadeloupe. Zie Zwavelberg. Reize, uittreksel van het Dagverhaal eener Reize rondom de waereld met des Konings Schip de Endeavoux in de jare 1768 tot 1771 ondernomen , tot navorsching der Natuurlyke Historie, op verzoek van het Koninglyk Genootschap, XII. 114. Rondom de Waereld, gedaan door Johan Reinhold Earster in de jaren 1772-1775. XV. 43, enz. 96, enz. 209 , enz. Verhaal van eene rampspoedige Reize door de Woestynen van Egypte , XV. 288 , enz. Naar den den Tempel der Eere. Zie . Eer. . Reiziger, de) een Digtstuk. III. 239 Reuk, is de voornaamste ge leidster der Insekten. II 364, aant. Reuzengeslagt onder de Indianen Berigt wegens eene ontdekking van het zelve. IX 117 Revel, eene Provincie van Rusland. V. 322 Rhee , de) een Digterlyke Fabel. XII. 160 Richard Mead. Zie Mead. Richardson , oordeelkundige aanmerkingea over). VIII. 574. Schryver van Pame la Clarissa, en Grandison, Lofreden over denzelven. X. 303 Richelieu, Kardinaal) eerste Staatsdienaar van Lodewyk den Xlllden , Koning van Vrankryk , zyn Karakter. XI. ; 137, enz. Ridderorde van de Kouseband in Engeland, oorzaak van het stigten van dezelve. XII 227, enz. Ridderschap,, Proeve van derzelver Oorsprong, \voortgangen en duurzaamheid, XI. 310 Ringen der Ouden, Verhandeling over dezelven , IV. 188, enz. De eerste Ring, door Prometheus gemaakt, ald. Ringen in gebruik by de Egyptenaars, ald. By de Israëlieten, by de Grieken en Trojaanen. 189. By de Lacedemoniers, die nooit gouden Ringen droegen maar koperen, 190. Byde Persianen waren zy tekens yan agting 'en edelmoedigheid , ald. Fabelagtige Overlevering wegens den Ring door Gyges gevonden, ald. enz. De Ringen der Ouden dienden ook voor Zegels, 191. Aan sommige Ringen , schreef men eene wonderD 2 of  46 bladwyzer DER of tooverkragt toe, 192. Byzonderheden wegens de Ringen van sommige groote Mannen, 192, enz. Pragt in de Ringen. 194- Somtyds werden zy als een teeken van Vryheid gedragen. ald. Rivieren , worden uit Bronnen geboren, IV. 226. Zy vallen in Zee, om opnieuw uitwaassemingen te verschaffen, waar uit Wolken, Regenen Bronnen ontstaan. ald. Robinson Crusoe, ware Geschiedenis van denzelven, XV. 76, enz. Robyn , byzonderheden en kragt van denzelven. IV. 19S Rogge, dwaling der geenen, die meenden dat zy in Haver was veranderd. IV. 317 Romans, Brief over de schadelyke gevolgen uit het lezen van dezelven geboren, IV. 283. Oude en hedendaagsche Romans, Vertoog over dezelven , VI. 151. Goede zedelyke karakters zyn in stukken van dien aart noodzakelyk. ald. Romeinen , hunne Kleeding. Zie Kleeding. Aanmerkingen over hunne Triomfen, V. 540 Lotgevallen der Letteroeffeningen onder hen. Xlll. 13, enz. Roomsche Benen, Waarnemingen wegens dezelven in eenen Brief aan den Uitgever , 1. 300. Nader berigt wegens dezelven, IV. 109, enz. Roos, de Digter en de Roos een Fabel van gay I. 301 Rosalia , hare geschiedenis. V. 561, óoZ Roskammer, zyne dwaasheid. I- 30 Rotsen , verheffen zich niet eigenlyk boven de Oppervlakte der Aarde. Zie Steenen rotssteen van hoeb Zie Horeb. Rousseau, oordeelkundige Aanmerkingen over). VIIL Rozemond, een Herderszang in Digtmaat. VIII. 336 Rum, hoe gemaakt wordt, I. 70. Drie Oxhoofden Suiker kunnen wel 200 Gallons Rum leveren. 1. 72 Rundvee, onderhevig aan Waterzugt, door Wormen veroorzaakt, I. 38. Wornen veroorzaken ook zekere ziekte onder de jonge Runderen , die bekend is onder den naam van Bolster Rusland, beschreven, V.320. Deszelfs uitgestrektheid. ald. Staat van deszelfs bevolking, V. 40Ó. Getal van Geestelyken en derzelver Bedienden in dat Land. V. 408. Gewoonten, wyze van Kleeding en Zeden in Rusland, ald. enz. Ryksbewind voor den tyd van Peter den Grooten, aldaar, 409. Godsdienst en invoering van het Christendom, 411. Staatsbestier van Rusland ten tyde van de Prinses sophia , 489. Groote Hervorming door Peter den groo-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 47 Grooten, in Rusland te weeg gebragt, 534- Historie van Rusland, onder het bestier van Peter den Grooten, VI. 197, enz. 277, enz. 372 , 459. VII. 18, 105, enz. 203, enz. 288, enz. 380, enz. 459, enz. VIII. 22, enz. Deszelfs Historie onder Peter den Grooten, VIII. 125, 322, 396, 495. Wetten in dat Ryk, 405. Zie ook Godsdienst. Russen. Zie Rusland. Russisch Staatsbestier, Beknopt berigt wegens het zelve van den jare 861 tot 1767. XI. 360 Russische Natie. Zie Wetboek. Rust en Arbeid, eene Allegorische geschiedenis. VI. 341 . enz. Rykdom, heeft de eigenschap om zynen bezitter verstandig te maken. Brief aan een Ryken. V. 26, enz. En Armoede, aanmerkingen over dezelven , voorgegaan van eenen Brief aan den Uitgever, VI. 228. Schielyk verkreegen Rykdom, derzelver uitwerking op de Zeden, VI. 443. De ware Rykdom, een Digtstukje, XIII. 491. Wysheid en Deugd, een Oostersch Vertelsel. XIV. 260 Ryken der Natuur. Zie Natuur. Rypaard , Lotgevallen van een). XIV. 324 S. Salamander , waarnemingen omtrent denzelven. V.418 Sallustius, de Roomsche Historieschryver , Karaktertrekken van denzelven. XV. 312 Samenspraak tusschen Merkurius, een' Engelschen Vegter , en een' Noord Amerikaan, VIII 56. Tusschen Virgilius, Horatius en Scaliger den Ouden , IX. 226. Tusschen een' Kluizenaar en een' man van de Waereld, X. 409. Tusschen Plato en Madetes, XI. 19. Tusschen Tymon, den Menschenhater, en Pylades, 67. Tusschen Fernando Cortez, Veroveraar der West-Indiën voor Spanje , en William Penn, stigter van de Engelsche Volkplantinge in Pensylvanie, XI. 195, enz. Tusschen Titus Vespasianus en Publius Cornelius Scipio Africanus, 288, enz. Tusschen Willem den Derden en Joan de Wit, Raadpensionaris van Holland, 385. Tusschen Phlegon, Tryphaenia en Persis, een tooneel van de eerste Christenheid. 490, enz.. Samojeden Inwoners van een gedeelte van Rusland beschreven. V. 371. En Laplanders. Zie Laplanders. Samnieten, hunne Huwelyken, een Vertelsel van Marmon tel IX. 244 Sanche Panche, een Digtstuk aan denzelven. V. 463 Scaliger de Oude. Zie Samenspraak. Schaakspel , beloop en oorsprong van het 'zelve. III. 197 D 3 Schaam-  48 BLADWYZER DER Schaamte , een Allegorie. V. 289, enz. Schaduwen, van de kleur der) XII. 309 Schalie of Leisteen Zie Leisteen. Schapen, waterzugt, aan welke zy onderhevig zyn, door Wormen verwekt. I 38 Schapen en Scbaapboedery in Spanje, naauwkeurig berigt wegens dezelven. VII. 41, enz. 119, enz. Gemeene Inlandsche Schapen , beschryving van de manier om dezelven in eene betere soort te veranderen. XII. 369, enz. Schei- Natuur- en Geneeskundige Aanmerkingen over Wyn, Brandewyn , Voorloop , Wynsteen en Azyn. XIV. 281 Schemerlicht, aanmerkingen over deszelfs Natuur, oorzaken en nuttigheid, VIII 386 Schepping, het gevoelen van Linnaeus is dat by dezelve van alle levende Schepselen een enkel Paar is voortgebragt. IV. 318 Schepselen, hunne onderlinge Vyandschap. Zie Vyandschap. Schepsels, levende) komen niet uit Verrotting voort. Zie Verrotting. Scheurbuik , eene voorname oorzaak van dezelve onder het Zeevarend Volk moet men stellen in het gebruik van Koperen Ketels. V. 192 Schilderkunst, Grieken en Romeinen twisten met elkanderen om de eer van ha ren oorsprong, 1.449. Hare opkomst en voortgang, ald. Welke oeffeningen noodig zyn om dezelve te leeren, V. 231. Verhandeling over dezelve, 273, enz. In Schotland, eenige byzonderheden wegens dezelve. XIII. 317 Schilderyen en Beelden te Rome , Brief over eenige merkwaardige , die aldaar gevonden worden, door een' Engelsch' Reiziger geschreven. XIII. 484 Schimmen, samenspraak tusschen Diogenes en eenige Skhimmen, rekenschap van hun gedrag in het leven gevende. V. 382 , enz. Schimpige Vrager , in zynen toeleg verydeld. XII. 440 Schipbreuk, van het Engelsch Oost-Indisch Schip de Doddington. II. 125, enz. 156, enz. 197, enz. Gedagten over : het lyden van dezelve. VI. 363 Schrift. aanmoediging tot het lezen van dezelve , een Digtstuk. IX. 69 Schriftuur , zwarigheden betreffende de Natuurkunde, Starrekunde en Landbeschryving, die tegen verscheidene plaatsen der Schrifture zyn ingebragt. VII. 89, enz 177, enz. Scbryfstyl, van onderscheidene Landaarden is onderscheiden. VI. 132 Schryver, Vertoog over het onderscheid tusschen zyne werken en zynen persoonlyken omgang. VII 189, enz. Schry-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 49 Schryvers, waartoe zy eigenlyk verbonden zyn, I. 263, enz. Zie Auteuren. En Kritieken , Vertoog over dezelven. Zie Kritieken. Voordeel van het verlies der aaloude Schryvers. III. 348, enz. Scilla aan Nisus, een digterlyke Brief. VI. 146 Schoone, Berigt van het voorgevallene in het hart eener Schoone , VII. 173. Jonge Schoone , hare gedagten onder het beschouwen van den Lentebloeisem. IX. 103 Schoonheden der Natuur, gebrek van opmerking omtrent dezelven, vermindert ons genoegen. IV. 305 Schoonheid, wat men door dezelve verstaat, III. 117. Die der Dieren voortreflyker dan die der Menschen. Zie Dieren. Wysheid en en Heerlykheid in de Werken der Natuur. Zie Wysheid. Der Bloemen in den tyd der Bezwangering. Zie Bloemen. En Wanstaltigheid , Zedelyke gedagten over het nut der bepalinge van derzelver wezenlyke waardye. VI. 1 451 Schoorsteen-Zwaluw of HuisZwaluw , Natuurlyke Historie van dezelve. XIV. 359 Schotland, byzonderheden wegens de Schilderkonst aldaar. Zie Schilderkonst. Schouwspelen , bedenkingen over dezelven. XII. 265 Schulpvissen, bekend onder den naam van Zeeëijeren, of Echini Marini , waar nemingen omtrent een van dezelven, I. 280. Beschouwing van zyne Schulp, met punten bezet. ald, Schwerin , Graaf van ) Levensbeschryving van dien Veldoverste, door C. F. Pauli. II. 416 , 453 Scriblerus. Zie Welsprekenheid. Seged, Keizer van Ethiopie, Historie van zyne tien dagen, om de ongenoegzaamheid van aardsche vermaken tot 's menschen geluk te toonen. VI. 70 Seisje, het) een Digterlyke Fabel. VI. 245: Sela, een teeken van herhaling in de Zangkunde. I. 131 Senegal, de Rivier en derzelver Landstreken in Africa, berigt wegens dezen. II, 258 Sentiment, Proeve over den aart en ie ongemeene nuttigheid der gave , welke men dus noemt, XIV. 241 Seomanthe, hare geschiedenis , V. 123. Zie Weerhouding. Sexe, Brieven tot verdediging van dezelve Zie Henriette, en ook Eleonora. . ' Shakespear, Aanmerkingen over dien Engelschen Tooneeldigter, VIII. 510, enz. 597IX. 43. Historie van het Engelsch Tooneel, tot zynen tyd toe. XIII. 403 Siberie , eene Provincie van Rusland beschreven. V. 370 Simon Berooid, zyn Brief. ZieBerooid. Slaap der Zonde, een Digtstuk, V. 73. BedenkinD4 gen  50 BLADWYZER DER gen over den slaap. VII. 196, 280, 373 Slang, zwarte) en Bulvorsch in Noord-Amerika , fraai verslag wegens dezelven. XII. 126 enz. Slangen , gedrogtelyke van Guiane, berigt wegens dezelven. XI. 203 Slaverny, een Fabel. VII. 161 Slegtheid der Tyden, die wy beleven , dwaasheid van de onvergenoegzaamheid over dezelven. XIII. 172, enz. Slinger, samengestelde) door Jobn Harrison uitgevonden. XIV. 490 Smaak , Verhandeling over denzelven, VI. 260. Der Dieren, verscheidenheid in denzelven. Zie Dieren. En Vernuft by Franschen en Engelschen. Zie Auteren. Smaragd, byzonderheden en kragt van denzelven. IV. 198 Smirna, deszelfs tegenwoordige staat. XIV. 332 Smolenske , een Hertogdom van Rusland. V. 329 Smollet, vergelyking tusschen hem en Marivaux. VIII, 575 Sneeuw overstelpt drie Menschen, die behouden worden, na langer dan vyf weken onder dezelve begraven geweest te zyn, 1.269. Dit berigt is gegeven door Dr. J. Barni. Sokrates ; byzonderheden we gens zyn Karakter en gevoelen, X. 246 Sokratische Samenspraak, over de wyze , op welke men zyne Minderen moet behandelen, XV. 84, enz. Over het belang, het welk wy moeten stellen in de Agting van anderen, 178, enz. Over de geneigdheid tot beuzelaryen. XV. 246 Sophia, Staatsbestier van Rusland ten tyde van deze Prinses. V. 489 Spaansche Zee, loopt onophoudelyk in de Middellandsche Zee door de Straat van Gibralter. Onderzoek wegens de reden van dit Verschynsel. IV. 231 Spanjaarden , hunne geaartheid , zeden, gewoonten, uitspanningen en vermakelykheden. VI. 134 Spanje , byzonderheden wegens dat Koningryk, IX. 32 Specula der Ouden. Zie Wagttorens. Spinrag in de Lugt. Zie Grossaner. Spreekwoord , Zie klederen maken de man. I. 383. Staat en omstandigheden der Menschen. gedagten over dezelven. VI. 448 Staatkunde van Europa , uitwerksels van de Kruisvaarten op dezelve , XII. 22. Van Cromwel, staaltje van dezelve. XII. 438 Staatsdienaar, een Fabel. VII 83. De goede Staatsdienaar XIII. 175 Staatsgesteldheid , gelukkige} welke aandoeningen derzelver beschouwing verwekt. IV. 449 Staatzugt en Hoogmoed, Samen  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 56 menspraak over dezelven. Zie Samenspraken. Stad, berigt wegens eene on deraardsche) waarschynlyk Herculaneum , in Italie naby Napels ontdekt, I. 16. enz. Zie Herculaneum. Standbeeld , het) en het Zwyn , een Digterlyke Fabel. VIII. 66 Standhouding der Konsten en Wetenschappen , beweerd tegen bet gevoelen van Lord Bolingbroke, wegens derzelver toenemen , bloei, afnemen , sterven en opstaan. XI. 32, enz. Standvastigheid , Digtstuk op dezelve, XII. 327. In Liefde. Zie Liefde. Stanislaus Leszinski , Koning van Polen, Hertog van Lotheringen en Bar, zyn levenXIII. 124, enz. 185 Starrekunde, haar oorsprong, III. 456. Nuttigheid en voortreflykheid van dezelve, 457. enz. Zwarigheden, die uit dezelve tegen verscheidene plaatsen der Schrifture zyn ingebragt, VII. 89. 177, enz. Staten en Levensstanden der Menschen , gedagten over de verscheidenheid in dezelven , genomen uit het werk van Koning Stanislaus. VIII. 312, enz. Steenen, worden vergroot door Kristal en Ertse, IV. 275. En Rotsen, verheffen zich niet boven de Oppervlakte der Aarde , maar zyn deelen van dezelve, die na eenige afspoeling ontbloot blyven. IV. 128 Steffani, Augustino) een beroemd Muziekkunstenaar, levensschets van denzelven. XIII. - 45 , enz. Stekelvarkens , wortelen , die door de Amerikanen gebruikt worden tot het vewen van derzelver pennen. XIII. 306 Sterontes Goudenberg. Zie Hoopende. Sterven, uitwerksels van het zelve op de levenden, IV, 349. Berigt wegens het sterven, of de laatste uren van een voortreflyk man , XII. 89, enz, Verhandeling over de gerustheid in het zelve. XII. 441. Stierengevegten, beschryving van dezelven in Spanje, XIV. 420 Stoicyn, de beschouwelyke in de oeffening bezweken. XI. 61, enz. Straffen, die natuurlyk op de misdaden volgen, IV. 435. Eeuwigheid van dezelven, als eene tegenwerping tegen de openbaring aangedrongen. V. 395, enz. Stroomgedagten , stigtelyke) een Digtstukje. II. 378 Struikroover, een Fabel. VII. 234 Struisvogel, ongemeene sterkte, en beschryving van denzelven. V. 110, enz. Struisvogelen. Zie Voedselverteering. Strydperk, het) een Fabel. VII. 328, enz. Studenten, Raadgeving aan jonge). XIV. 63 Studerende Jeugd, Verhandeling over derzelver gebreD5 ken  52 BLADWYZER DER ken by het leeren der we tenschappen. VII. 265, 353 . enz. Stuipen, genezing derzelve, een gevolg van het loozen van Wormen. III. 316 Stuuwweg, zyn Karakter. II. 427 Suiker, wyze om die te maken. I. 24, enz. Suikerriet, schynt den Ouden niet bekend geweest te zyn, I. 24. Groeit in die deelen van Asie, welke zich langs de Oostelyke kust uitstrekken, 24. Van waar Oorspronglyk, en waar thans aangekweekt, 25 , enz. Wyze om het te kweeken, 26. Hoe gesneden; 68. Uitgeperst, ald. Sap hoe te behandelen. 68 , enz. Sully, Maximiliaan de Bethune, Hertog van) Boezemvriend en Staatsdienaar van Henrik den IVden, levensberigt wegens hem. IX. 299 Sultan, Muil van den) een Oostersch Vertelsel. XI. 259 Suspirius zyn Brief. Zie Nagtuil Swift, gesprek tusschen hem en Mr. Addison. VIII. 339 Sylvia , een Herderszang, III. 201. Een Arkadische Herderszang. XIII. 237 Sympathie, tusschen de Geldbeurzen en Dierlyke Geesten. II. 119 T. Talen, Verhandeling over derzelver oorsprong. III. 408 Tarantula, berigt wegens dezelve. II. 462 Tegenstrydigheden , treffende afschildering van dezelven. XI. 54 enz. Tegenstrydigheid, tusschen de denk- en handelwyzen der meeste menschen , onderzoek naar derzelver oorzaken. XIII. 431 Tegenwerpingen der ongeloovigen hebben doorgaans door de levendigheid , met welke zy voorgesteld worden, een voordeel boven de beantwoordingen der Christenen, die veelal ernstiger zyn, XV. I, enz. Om die reden is het misschien nuttig in Leerredenen eerst de Oplossing en dan de Tegenwerping voor te dragen. 2, enz. Tempel, de) der Welsprekendheid , een Gezigt, X. 155. Der Fortuin , eene Allegorie. XII. 44 Tempels, onderscheid tusschen de aaloude Tempels en hedendaagsche Kerken. Zie Kerken. Terentia , Vrouw van den Roomschen Historieschryver Sallustius , Karaktertrekken van dezelve. XV. 312 Tertullianus verdedigd, wegens de wonderdadige gaven der eerste Christenen, van welken hy spreekt. II. 356, 502 Testament, een vertelsel in Digtmaat, VIII. 334. Het Bloed van het Nieuwe Testament , een Digtstukje. 424 Thee,  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 53 Thee , Natuurlyke Historie van dezelve. VI. 46, enz. 119, enz. 190, enz. Theodorus, Minnaar van Lu cia, Brief van haar aan denzelven, V. 245 enz. Zyn antwoord, 340, enz. De Kluizenaar van Teneriffe, gezigt van hem, gevonden in zyne celle, XL 441 Tbeodofia, een Engelsche geschiedenis. X. 70 Theodosius en Glorioso, hunne Karakters. XV. 141 Thompson, de Engelscbe Digter) verbazend voorval hem bejegend, in eene ontmoeting met den Heer Quin. X. 351 Tiberius , onderzoek of hy eenen Brief over J. C. van Pilatus ontvangen hebbe, door G. Altman.I. 259 Tigchelsteenen der Ouden, werden niet gebakken , maar in de zonne gedroogd. I. 174 Titus Vespasianus. Zie Vespasianus. Toegevendheid , al te groote ) en vryheid voor de Jeugd is niet zelden zeer schadelyk, aangewezen in de geschiedenis van Erminca. V. 165 Toekomend Geluk , men ver liest zich doorgaans in ontwerpen van het zelve, VI. 10. Noodzakelykheid en gevaar van altyd op het toekomende te denken, ald. Toekomend Lot. Zie Voorkennis. Tollenaar. Zie Farizeeu. Tooneel, Historie van het Engelsche) tot aan den tyd van den Digter Shakespeare. XIII. 403 Tooneelpoëet, zyne Dwaasheid. I. 30 Tooneelpoëzy, Wysgeerige bedenkingen over derzelver nuttigheid. XI. 457 Tooneelspel, Aanmerkingen over de Eenheden in het zelve. VIII. 198 Toorn en Opvliegendheid, Vertoog over de Dwaasheid van dezelven. VI. 346 Torporische of verdoovende Aal. Zie Ail. Torquatus Tasso, Aanmerkingen over dien Digter. VI. 315 Tragopogon. Zie Boksbaard. Tranen, een Digtstukje. VI. 53 Triomfen der Romeinen, Aanmerkingen over dezelven. V. 540 Trissin, Aanmerkingen over dien Digter. VI. 305,enz. Troost, in groote ongevallen vindt men alleen in den Godsdienst, XII. 340. In droefheid kan men ook vinden in de beschouwing der Ellenden van anderen. XV. 161 Trouw en Onbarmhartigheid, voorbeelden van dezelven. Zie Onbarmhartigheid. Tryphaenia Zie Samenspraak. Turken, Aanmerkingen over derzelver Godsdienst, Regerings wyze en Zeden .XIII. 109, 215, 288, 383, 457XIV. 12, enz. 116 , enz, 191, 273 Turksch Gebied, Vraagstukken wegens het zelve door J. Porter beantwoord. I. 44 Turksch  54 BLADWYZER DER Turksch Leer, manier om het zelve te bereiden. X. 375, enz, Turksche Regtvaardigheid, merkwaardig voorbeeld van dezelve. XI. 263 Turkye of het getal der Vrouwen, geboren in Turkye, grooter zy dan dat der Mannen, I. 49.* Staat van de Inënting der Kinderziekte in dat Ryk. Zie Inënting. Staat van de Drukkonst en geleerdheid aldaar, 53,enz.* Of de Veelwyvery 'er oorzaak zy van meerdere voortteeling. I. 51 Tweeslagtige Dieren, Aanmerkingen over dezelven. Zie Dieren. Twyffelaar , opgevoed door Ouderen, die steeds met elkanderen twistten, II.167. Hy loopt gevaar van telkens met zyne makkers te harrewarren, 168 . Hy wordt op de Akademie een groot Disputant, ald. Hy doet zich in zyn beroep onderscheiden door bedrieglyke Sluitredenen , 169. Slaat tot de verkeerdheid over om de Historie uit de reden te beoordeelen. 170 Tyd , Digterlyke Brief over het verkwisten van denzelven. Zie Emilia. Tyden, oude en tegenwoordige) met elkanderen vergeleken. IX. 414, enz. Tymon de Menschenhater en de Grieksche Pylades gesprek tusschen hen. XI. 67 U Uitsluitend Eigendom, Verhandeling over het Regt van het zelve. X. 105, enz. Uitvinding, nieuwe) betreffende de Papier-Fabriek. XIV. 81 Uitvindingen, onderzoek over de uitvindingen der oude en die van latere tyden. XIV 408 Uitwaasseming der Planten, Aanmerking tot bevestiging van dezelve. II. 11, enz. Ukraine , eene Provincie in Rusland. Zie Kiovia. Ukraniers. Zie Kosakken. Ultamarinus , hoe van de Lapis Lazuli gemaakt wordt. II. 450 Ulysses en Circe, gesprek tusschen hem. VIII. . 445 V. Vader, vreemde en schrikverwekkende ontmoeting wegens de verlossing van eenen Vader , die door zynen Zoon vele jaren was gevangen gehouden , verhaald in eenen Brief, X. 78, enz. Lessen van eenen Vader , aan zynen Zoon , dien hy naar de Akademie zendt. XII. 1, enz. Vaderland . liefde voor het zelve en de zynen, voorbeeld daarvan , vertoond in het geval van eenen Indiaan. X. 347 Vaderlyke Liefde, een voorval uit Noord-Amrika. Zie Abo-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. afd.] 55 Abenaki. XI. 58. In hare kragt vertoond, eene geschiedenis, verhaald in den Tooneeltrant. XII. 70, enz. Valschheid, maakt haar werk om de houding en gesten van waarheid na te bootsen. II. 73, enz. Veeboedery. Zie Jabal en Jubal. Veekvyvery. Zie Turkye. Venus, Historisch berigt wegens de Waarnemingen van Venus door de Zon , gedaan in den jare 1639. IV. 398 Verandering van Staat, is het beste middel om de Waereld te leeren kennen , aangewezen in de Historie van Melissa , II. 244. Noodzakelyk tot Geluk, overwogen by den aanvang des Winters , II. 351. Een Digtstuk, V. 73. Die niet tot verbetering strekt, ontrust het gemoed , dat door ondervinding geleerd heeft zich te wantrouwen. XI 442 Verbeelding, Vertoog over dezelve. XI. 151 Verdiensten , onzigtbaar zonder Hulpmiddelen. II. 433 Verdragen, het is niet te verdragen , een Digtstukje. XIV. 145 Vergelyking der oude en tegenwoordige Tyden met elkanderen. IX. 414 Vergenoegde Liefde, een Digtstukje. XIV. 146 Vergenoegdheid , oorzaak van Geluk , beschouwd in den staat van een' Dorppredikant. II. 287 Vergenoegzaamheid, bedenkingen over dezelve. VIII. 365 Vergoding van Jezus Cbristus, door Tibirius aan den Roomscben raad voorgesteld en verworpen. I. 261 Verhuizing der Vogelen. Zie Vogelen. Verkeerde Waereld , XII. 433. Zie Waereld. Verkeering, beschaafde) gedagten over dezelve. XIV. 303 Verkwisting, Vertoog over dezelve, V. 554. En Gierigheid, Vertoog over dezelve. IX. 441 Verlangen, een Digtstukje, IL 122. Parodie op het zelve. 513 Verlegenheid van eenen Egtgenoot, over het bedienen van zyne Vrouw door Mannelyke Opwagters, een Brief aan den Uitgever. VI. 169 Verleiding der Jeugd en Onschuld. afschuwlykheid van dezelve, VI. 3, enz. Om deze uit te werken behoeft men juist niet veel schranderheids te bezitten. 5 Verlossing. Zie Vader. Vermaardheid, het land der) een Vertelsel. IV. 468 Vermaken, aardsche) derzelver ongenoegzaamheid getoond in de Historie der tien dagen van Seged, Keizer van Ethiopie. VI. 70 Vernuft en Geleerdheid , eene Allegorie. I. 233, enz. Veronise , eene Provincie in Rusland. V. 366 Verpligting der Kinderen aan hunne Ouderen , gedagten over dezelve. V. 656 Verre-  58 BLADWYZER DER Verrekykers, eenige berigten wegens den tyd en de wyze van derzelven uitvindinge. IV. 14. Arias Montanus en Lukas Brugensis na hem , beuzelden met te stellen dat de Satan , den Heiland verzoekende, eene soort van Verrekyker gebruikte, 18. enz. Iets dergelyks als Verrekykers ;is waarschynlyk aan de Druiden bekend geweest, 21. Nuttigheid der Verrekykers, en gewigtige ontdekkingen door dezelven gedaan. IV. 28, enz. Verrotting, door dezelve komen geene levende Schepsels voort, een Brief aan den Uitgever. II. 361 Verstand , Vertoog over de gaven van het zelve, VII. 371. Bedenkingen over het Menschelyk Verstand en de Zinnen, VIII. 3, enz. Werking van den omloop des Bloeds op het zelve. XI. 127, enz. Vertellen, wydloopig) gedagten over het zelve. VI. 64, enz. Vertroosten , de twee) eene Vertelling. VIII. 450 Vertroostingen. Zie Troost. In een Zieklyk leven , Verhandeling over dezelven, III. 351, 395. Welke de Godsdienst verschaft tegen vele Wisselvalligheden en en Lotveranderingen dezes Levens. IX. 352 Vertrouwelingen, trouwlooze) Gedagten over dezelven. Zie Geheim. Verwaandheid ten toon gesteld, getrokken uit de Arabische Geschiedenisse. X. 173 Verwaarloosde Opvoeding, ongelukkige gevolgen van de. zelve. XIII. 154, enz. Verwonderaar, de) een Brief aan den Uitgever. V. 202 , enz. Verzamelaar van Zeldzaamheden, berigt gevende wegens zichzelven , II. 293. Verdedigd. 381 Verzuim, geeft ons dikwyls reden tot de erkentenis dat wy vele goede Handelingen hebben nagelaten. VI, 252 Vespasianus, Titus) en Publius Cornelius Scipio Africanus, Samenspraak tusschen hen. XI. 288, enz. Vesuvius , uitbarsting van dien Berg, in den jare 76, door welke Pompeja en Herculaneum in de assche gelegd worden. I. 23 Veulen, het) een digterlyke Fabel. Hl. 337 Virgilius, Aanmerkingen over dien Digter, VI. 219. Horatius , Mercurius en de Oude Scaliger. Zie SamenSpraak. Visschen, vliegende) derzelver vyandschap met de Bonniten en Doraden. XV. 50 Vitriool, is een mengsel van water uit vernielde Ertsen. IV. 277 Vlakken, zwarte) Waarnemingen omtrent het zweeven van dezelven voor de oogen. XII. 306 Vleesch te eeten , vergunning om) beschouwd als een regt dat de menschen zichzelven  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 57 zelven hebben aangematigd. VII. 181 Vlekken in de Oogen, Natuur en oorzaken van dezelven verklaard. XI. 30, enz. Vleijer, de) verslag doende van zyne bedriegeryen. XII. 415 Vleijery vooroordeel en deugd, gedagten over dezelven. XIV. 346 Vlieg, de) een Lierzang. I. 389 Vliegende Visschen, Zie Visschen. Vlier , derzelver werkingen in het bewaren der gewassen voor Vliegen en andere Insekten. XIII. 211, enz. Voedsel van het Ligchaam en dat der Ziele , bespiegelingen over het zelve, II. 131, enz. Honger , Dorst en Voedsel, Verhandeling daarover. 185 Voedselverteering der Struisvogelen , Aanmerking over dezelve. IX. 297 Vogelen, derzelver zorg voor hunne Jongen is zigtbaar in de wyze , waarop zy hunne nesten bouwen. IV. 443. Ook in de wyze, op welke zy broeijen, 444. Verhuizing der Vogelen door voorbeelden opgehelderd, 454. Evenredigheid van het gewigt tot de uitgebreidheid der Vogelen ,in een tafeltje opgegeven. 494 Vogels, nieuwe manier om dezelve voor verderving te bewaren en op te zetten, zonder dat hunne Pluimaadje beschadigd wordt. VI. 37, enz. Volken, Aanmerkingen over de verschillende gewoonten van vreemde Volken. XIII. 501 Volkplanting, berigt wegens eene Joodsche in Oost ■ Indië. I. 212 Volkplantingen, verscheidene) in Noord-Amerika , berigt wegens dezelven. XIV. 95 Voltaire , zyn Karakter opgemaakt door een der beroemdste Vorsten van Europa , III. 424. Oordeelkundige bedenkingen wegens hem. VIII. 571 Voorbarigheid , goedhartige) ongelukkige gevolgen van dezelve, II. 387. Een Brief aan den Uitgever. Voorbeelden, zedelyke) Vertoog over derzelver Navolging. VIII. 453 Voordeelen, vele) kunnen niet te gelyk genoten worden. VIII. 17, enz. Vooringenomenheid, van elk met zyn beroep, toegepast op de allengs opklimmende verbetering van Konsten en Wetenschappen. VI. 247 Voorjaarsstorm, afgeschetst. IIL 113 Voorkennis van ons toekomend lot, nadeel, dat in dezelve zoude gelegen zyn. IV. 134& Voorloop , Natuur- Schei- en Geneeskundige aanmerkingen over denzelven. XIV. 281 Voordöordeel , deszelfs kragt, X. 151. Vleijery en Deugd, Gedagten over dezelven. XIV. 346 Voortteeling, of dezelve door de Veelwyvery in Turkye be-  58 BLADWYZER bevorderd wordt, I. 51. Der Planten, wysheid in de schikking , waar door dezelve duurzaam gemaakt wordt. Zie Planten. Der Dieren, Zie Dieren, Voorzienigheid, beschouwd als eene algemeene moeder, die voor elk in het byzonder zoo veel zorg draagt, alsof hy het geheel ware, door Bartole, I. 391, enz. Klinkdigt op dezelve, 402. Bedenkingen over Gods Voorzienigheid, IV. 85, enz. Indien 'er geene Voorzienigheid is , dan is 'er geen God, ald. Uitgebreidheid van de Regering der Voorzienigheid , 86. De Mensch is het. voorwerp van dezelve, 90. De menschlyke Vryheid wordt daardoor niet weggenomen, 93. Vertroostingen , die uit de beschouwing der Voorzienigheid geboren' worden , 94 , enz. Aanmerkingen over Gods byzondere Voorzienigheid, V. 271. Zorg en wysheid van dezelve , zigtbaar in verscheidene byzonderheden, die tot de Dieren behooren. Zie Dieren. Voorzigtigheid, word wakker gemaakt, door de gewone verschynselen der Nature, III. 29. Kan plaats hebben zoo lang als eene daad, waarvan de gevolgen afhangen, nog niet is volvoerd geworden , VI. 8. Wysheid en waakzaamheid, Venoog over dezelven. XIV. 353 Vos, de) en de exter , een fabel in Digtmaat van Gellert. VIII 137 Vtaat, de) een Digtstukje, XI. 328. Samenspraak tusschen eenen Romeinschen en Engelschen, om het onderscheid tusschen de oude en hedendaagsche Weelde aan te wyzen. Zie Weelde. Vrager, schimpige) in zynen toeleg verydeld. XII. 440 Vrankryk , berigten wegens deszelfs Koophandel en Fabrieken. II, 483 Vrede, bedezang om denzelven. Zie Bedezang, Vrees des Heeren het beginsel der Wysheid, een Digtstukje. V. 545 Vriend, de al te gedienstige) een Zedelyk Verhaal, XIII. 411 De valsche Vriend, een Zedeleerend Verhaal. ald. 496 Vriendschap, Lierzang aan dezelve, I. 12, enz. Opregte Vriendschap ,een Fabel, II. 282 Tafereel van dezelve, een Digtstuk, VI. 242. Opregte Vriendschap beloond, eene ware geschiedenis , XI. 46. Nootlottige Vriendschap , eene Spaansche geschiedenis, 75, enz. Wat dezelve zy en wat daartoe vereischt worde, XV. 4. In het aangaan van Vriendschap zyn wy voor een groot gedeelte lydelyk, en dus kon het door geene stellige wet geboden worden , XV. 14, enz. Het is geen gebrek in de Evangelische Zedeleere dat de Vriendschap daarin niet wordt  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 59 wordt aangeprezen , 16Aanmerkingen over de nuttigheid van byzondere . Vriendschap. 20 Vriezen , uitvoerige Verhan deling over het zelve , en aanwyzing van de voornaamste verschynsels , die by het zelve waargenomen worden. V. 138,enz. Vrouw, , de Jaloersche) een Brief aan den Uitgever. II. 339. De liefhebbende Vrouw, een digterlyke Fabel, III. 86. Lastigheid van eene buitensporig beminnende Vrouw, VI. 81, enz. Geslagene Vrouw, een Vertelsel. VII 15,8 Vrouwelyke Kunne, Aanmerkingen over dezelve. XIV. ' 164 Vrouwen , Aanmerking over derzelven opschik, XIV. 71. Zie Turkye. Vrugtbaarheid der Planten. Zie Planten. Vrydenkers , dwaasheid der hedendaagsche) boven de Oude. Zie Dwaasheid. Vryer, Brief van eenen ) IV. 294 Vrygeest, een Digtstuk, IIL 156. Brief van een' Officier aan denzelven. Zie Officier. Vrygeestery en Bygeloof, met elkanderen vergeleken. XV. 89, enz. ' Vryheid der Menschen, wordt geenszins bepaald of weggenomen door de leer wegens Gods Voorzienigheid. IV. 93 Vryheid, Blyheid, een Digtstukje. IV. 413 Reg. voor bet Mengelwerk, enz. Vryheid, Aanmerkingen over de regten van een vry Volk. XIII. 517 Vrypostigbeid en Zedigheid, hare lotgevallen , in eene Allegorie. III. 208 Vuur- of Keisteen , wordt in Krytbergen gevonden. IV. 273 Vuurvlieger van Guiana, berigt wegens denzelven. XI. 205 , enz. Vyandschap, onderlinge) der Schepselen , bedenkingen tot verdediging van dezelve. IX. 26 Vygen, het lezen van wilde Vygen, Amos VII: 14. Aanmerkingen daar over. III. 181 W. Waakzaamheid. Zie Wysheid. Waanwysheid, een Digtstukje. V. 546 Waarde, van 's Menschen Leven. XII. 177 Waarheid , agterhouding en vervalsching van dezelve kan zeer noodlottige gevolgen hebben ,I. 111, enz. Menigvuldige aanporringen in de samenleving om van de Waarheid af te wyken, II. 71, enz. Waarheid , Valschheid en Vinding, eene Allegorie, II. 73 ,enz. Waarheid, baart haat, III. 173. Veld der Waarheid, in samenspraken tusschen Diogenes en eenige schimmen, rekenschap van hun gedrag in het leven gevende, V. 382, enz. WaarE heid,  60 BLADWYZER DER heid, eene Allegorie. VIII. 436 Waarheidlievenden , bespiegeling over hun geluk. V. 439 Waarnemingen, betreklyk tot ' de Gezigtkunde, XII. 301, enz. Over de toevallige kleuren , ald. Over het zweeven van zwarte Vlakken voor het Oog. 306 Waarschynlykheid, dat dezelve het grootst is aan de zyde van den Godsdienst, door eenige stellingen van den Heere Formey aangewezen. I. 303 Waereld , vergeleken by.een ' Huis, I. 341, enz. Hare Ydelheid, II. 284. Derzelver schikking, bezwaren, die wegens dezelve gemaakt worden, VI. 164. Onderzoek in welk Jaargety zy geschapen zy , VIII. 381. Tafereel van eene Waereld zonder Boozen , 468. Samenspraak tusschen een Kluizenaar en een' Man van de Waereld , X. 409.De verkeerde Waereld, XII. 433. Proeve over de kennis van dezelve. XIII. 353 Wagttorens, of Specula der Ouden, te onregt voor gezigtglazen gehouden, IV. 19. Dwaling daar uit ontstaan. ald. Walsingham, Samenspraak tusschen Vrouwe Francis) en Louisa de Coligni. XIII. 141, enz. Wanhebbelyke Liefde. Zie Liefde. Wanstaltigheid en Schoonheid, " nut der bepalinge van der zelver wezenlyke Waardy. VI. 451 Warmte, Aanmerkingen over dezelve. Xlll. 341 Waterzugt , aan welke het Rundvee en de Schapen onderhevig zyn. Zie Wormen. Wederdoopers, Verhaal wegens derzelver opkomst en ondergang in de Zestiende Eeuw. XI. 207, enz. Wederwaardigheden en Rampen, derzelver nuttigheid, III. 158. En lotgevallen in het menschlyk leven, voor welken de Godsdienst alleen vertroostingen kan verschaffen. IX. 352 Weduw , de troostelooze). XIV. 507 Weelde, oude en hedendaag sche , vergeleken in eene Samenspraak tusschen eenen Romeinschen en Engelschen Vraat. IV. 75 Weerhouding, ontydige en al te strikte) somtyds gevaarlyk voor jonge luiden,aangetoond in het geval van Seomanthe. V. 123 Weeshuis, Diakonie-) te Amsterdam , Gedigt op deszelfs Eeuwgetyde. I. 432 Wellevendheid, taal van dezel. ve. VI. 439 Welsprekendheid, nuttigheid der Regelen in dezelve en Digtkunde. Zie Regelen. Proeve van geleerde Welsprekendheid,in den Duitschen Scriblerus,een Hekelschrift. IX. 237. De Tempel der Welsprekendheid, X. 155. Oorzaken van de vorderingen,  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. afd.] ringen, welke de Ouden, in de Digikunst en Welsprekendheid gemaakt hebben boven de Hedendaagschen, X. 383. Uiterlyke Welsprekendheid, Aanmerkingen over dezelve. XIII. Wensch, vervulde) een Digtstukje. II. 380 Wenschen, nootlottige gevolgen van derzelver mislukking , I. 32. De Wenschen , eene Arabische Vertelling, X. 400. Verhandeling over het wenschen, in een Vertoog van de onzigtbare. XIII. 72 Wesp , Natuurlyke Historie van dezelve , volgens de voornaamste Natuur-onderzoekers. XIV. 186 West-Indiën, Orkanen in dezelven. Zie Orkanen. Westmunster , gedagten voor de Grafsteden in de Abtdye van Westmunster. XIV. 217 Wetenschappen, derzelver Voortgang schynt zich Westwaards uit te strekken , I. 54. Zie Konsten. Onderzoek in hoe verre dezelven aan de samenleving voordeelig zyn, VIII. 107. De Wetenschappen , eene Allegorie , door Plato, XV. 57. En Konsten, derzelver standhouding beweerd tegen het gevoelen van Lord Bolingbroke, wegens derzelver toenemen , bloei, afnemen , sterven en opstaan. XI. 32, enz. Wetsteen, wordt gevormd uit eene soort van Zandagtige Klei. IV. 273 Wetten, gedagten over de Natuurlyke). XIII. 517 Whitefield, George) het hoofd der Methodisten in Engeland, berigt van zyne levensbyzonderheden en gedrag. XI. 402 ,enz. Wilde Vygen. Zie Vygen. Willem de Derde, Samenspraak tusschen hem en den Raadpensionaris van Holland, Joan de Wit. XI. 385 , enz. Winder , een Engelsch Predikant , berigt hoe hy van eene Beroerte hersteld werd door den Bliksem, en aanmerkingen over dat geval. XI. 23 Winkelier, in een fraai Vernuft veranderd. III. 80, enz. Winkelman, Abt) een beroemd Oudheidkenner, omstandig berigt wegens zyn ongelukkig uiteinde. XI. 294, enz. Winter, aanvang van denzelven, beschouwd door het baren van verandering als een oorzaak van geluk, II. 351. Bevorderd de vrugtbaarheid der Aarde , IV. 228. De Winter, een Digtstukje. XIII. 492 Winzugt voorbeeld der kwade gevolgen , wanneer zy te ver gaat. I. 31 Wispelturigheid, ongelukkige gevolgen der heerschende Driften van Wispelturigheid , Argwaan en Wrevel; in een Man van groote bekwaamheden, V. 36", enz. 77, enz. E 2 Wit,  62 BLADWYZER DER Wit, Joan de). Zie Willem de Derde. Woekeraar, de) een digterlyke Fabel. VI. 334 Wolken, verschaffen Regen en ontstaan uit Uitwaassemingen. IV. 226 Wolsey, Samenspraak tusschen den Kardinaal Wolsey , en den Kardinaal Ximenes XIII. 297 Wonderwerken, bedenking over de tegenwerping van den Heer Hume dat geen Wonderwerk ooit door eenig getuigenis kan bevestigd worden. XIV. 265 Wormen, berigt wegens dezelven in de ingewanden der Dieren , door Dr. Nichols I. 38. Veroorzaaken in dezelven Waterzugt en eene Ziekte, die men Bolster noemt , 38, enz. Noctilucae Marinae genaamd, veroorzaken het glinsteren der Zee by nagt , I. 222. In het Menschelyk Ligchaam , Verhandeling over dezelven ,111. 56. Derzelver ontlasting gevolgd van genezing van Stuipen, 316. Die door harde Rotsen heen boren IV. 277. Derzelver Voortteeling is nog duister; somtyds geschiedt door zy Eijeren , somtyds door afzetsels, gelyk in den Polypus. 411 Wortelen, die door de Indianen in de Nabuurschap van Hudsons-Baai gebruikt worden , tot het venven van • de Pennen der Stekelvarkens. XIII. 306. Wraak , onwettigheid an dezelve , een Digtstukje. X. 56 Wraekoeffening, de Jufferlyke) eene Vertelling. V. 390, 428, 476 Wrevel. Zie Wispelturigheid. Wyburg, eene Provincie van ■ Rusland. V. 324 Wydloopig Vertellen, gedagten over het zelve. Zie Vertellen. Wyn en Wynsteen , Natuur-, Schei- en Geneeskundige Aanmerkingen over dezelven. XIV. 281. Wijnsteen. Zie Wyn. Wysbegeerte en Wysgeer, een Digtstukje, XIV. 310. Ware Wysbegeerte, bevordert geenszins het Ongeloof. XIV. 449 Wysgeer. Zie Wysbegeerte. De dankbare Wysgeer. VIII. 100 Wysheid, zorg van Gods Wysheid, om den algemeenen loop der Nature te doen voortduren, IV. 223. De vrees des Heeren het beginsel van dezelve , een Digtstukje, V. 545. Schoonheid en heerlykheid in de . Werken der Natuur beschouwd , IX. 177. En Dwaasheid, een Digtstukje, XIV. 147. Rykdom en ' Deugd , een Oostersch Vertelsel, XIV. 266. Voorzigtigheid en Waakzaamheid, Vertoog over dezelven, XIV. 353. Proeve van Rabbynsche Wysheid, XV. 22. School van dezelve vindt men by een Doodbed. Zie Doodbed: Wy.  VOORNAAMSTE ZAAKEN [VI. Afd.] 63 Wyzen , dwalende en ware ) een Droom. X. 8. enz. Y. Ydelheid des. menschelyken Levens. Zie Leven. Der Waereld , een Digtstukje. IL 284 Young , Allegorische Brief ter gelegenheid van het uitkomen van zyne Nagtgedagten. VIII. 195 Yszee. Zie Noordzee. Z. Zaden, zyn de Eijeren der Planten , IV. 312, Zy worden vrugtbaar gemaakt door eene gemeenschappelyke ontmoeting van onderscheidene Sexen , ald. Wyze, waar op de Voorzienigheid voor derzelver verspreiding heeft gezorgd. IV. 316 Zadig, of het Noodlot, een Oostersche Geschiedenis. VII 67. 150, enz. 227, enz. 320. enz. Zangkunst, hare Oudheid. I. 86 Zedaria, Caracaros en) eene Indiaansche Geschiedenis. XIV. 312 Zedekundig, een) Ontwerp. XII. 451 Zedeleerende bespiegeling over de geregeldheid der Nature , briefswyze voorgesteld, V. 571. Wegens den reeks der geschapene dingen. 619 Zedelyk Goed. Zie Goed. Zedelyke Voorbeelden. Zie Voor beelden. Zedelyke gedagten en regels tot bestiering van het leven , nut van dezelven , IX. 168. Zedelyke Gebreken. Zie Gebreken. Zedelyke hoedanigheden die in het Karakter van eenen Geneesmeester in het byzonder vereischt worden, XI. 13. Nieuwe Zedelyke Vertelsels. XIV. 328 Zeden , Aanmerkingen over verscheidene onderwerpen rakende de Zeden getrokken uit het werk van Koning Stanislaus , VII. 97. Van Europa , uitwerksels van de Kruisvaarten op dezelven, XII. 22. Der Turken , Aanmerkingen over dezelven. Zie Turken. Zedigheid en Vrypostigheid hare lotgevallen , in eene Allegorie. III. 208 Zee. derzelver glinstering by nagt, door wormen die men Noctilucea Marinae noemt veroorzaakt I.222. Aanmerkingen over den bodem van de Zee, II. 227. Omringt het vaste Land, en bedekt een groot gedeelte van de Oppervlakte der Aarde, IV. 225. Haar bodem wordt overdekt door eene zeer fyne foort van Zand IV. 272 Zee - eijeren , Echini Marini. Zie Schulpvischen. Zeekompas, berigt wegens deszelfs uitvinding, en ontdekkingen, die 'er door gedaan zyn. VI. 40, enz. Zeeland, Nieuw) berigt wegens deszelfs Inwooners, XII. 297. Byzonderheden E 3 we-  64 BLADWYZER DER wegens deszelfs Bewoners. XV. 209, enz. Zeestranden , derzelver ge steldheid. IV. 225 Zeilsteen, Verhandeling over de gevoelens der Ouden wegens denzelven. VIII. 480 Zeldzaamheden , Verzamelaar van denzelven, berigt gevende van zich zelven in eenen Brief aan den Uitgever, II. 293. Verdedigd, in eenen Brief aan den Uitgever. .. , 381 Zelfsmoord, een digterlyke Fabel van Gellert. I. 333 Zenuwen, zyn de Werktuigen van alle gewaarwording en gevoel. I. 352 Zieklyk Leven, Verhandeling over de Vertroostingen in het zelve. III. 331, 359 Zeekoe, beschreven. II. 333, aant, Ziekte der Paarden, de Droes genoemd, onderzoek wegens dezelve, en wyze van behandeling tot derzelver genezing, III. 495 Ziel, Voedsel Van dezelve en van het Ligchaam. Zie Voedsel. Het Lighaam is eene bekwame woonplaats voor dezelve. II. 439 Zinnen, bedenkingen over het menschelyk Verstand en de Zinnen. Zie Verstand. Verhandeling over de Menschelyke Zinnen, uit Buffon, I. 352, enz. Zyn niet anders dan Zenuwen, onderscheidelyk gevormd en gestrekt. 352 Zinvang, Zie Catalepsis. Zon, derzelver opgang geeft aanleiding tot de bespiegeling van Gods Goedertierenheid Zie Goedertierenbeid. Overdenkingen by het opgaan van dezelve, III. 263. Bedenkingen over dezelve. XII. 184. De Zon , een Digtstukje. XIII. 49 Zondag , zyn Brief aan den Uitgever der Oeffenschole. I 378 Zondvloed, Tafereel van denzelven, een Digtstuk. XI. 36, enz. Zonsteen , of Patarbus , byzonderheden en kragt van denzelven. IV. 200 Zoon, de ontäarde) een Brief aan den Uitgever , II. 143, enz. De Regtschapen Zoon, eene ware geschiedenis. XI. 338. De ondankbare Zoon, een Vertelsel. XII. 165 Zuster , Brief van eenen Broeder aan zyne). XIV. 338 Zwaluwen, bedenkingen over hunnen aart en hoedanigheden, III. 321, enz. Hoe en waar zy overwinteren. ald. enz. Zwangere Dieren , zeldzame voorbeelden van de kragt der Inbeeldinge in dezelven. III. 11 Zwarigheden , betreffende de Natuurkunde, Starrekunde en Landbeschryving , die tegen verscheidene plaatsen der Schrifture worden ingebragt. Zie Schriftuur. Zwarte Slang en Bulvorsch in Noord.Amerika, fraai ver-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. [VI. Afd.] 65 op zyne reize naar Zweden, XII. 398. Verhandeling over de Historie der laatste Staatsveranderinge in dat Ryk XV. 114 Zwetsende Haas, de). Zie Haas Zwitsrs, korte beschryving wegens den oorsprong van derzelver Vryheid. XIV. 386 Zwygen, het) der Orakelen overwgen. II. 282 Zwyn , het Standbeeld en het). Zie Standbeeld. Zyworm , berigt wegens eene byzonere sort van Zyworm in Amerika , en deszelfs Spinsel. IV. 101. enz. verslag van dezelven. XII. 126, enz. Zwarten , zyn waarschynlyk van de Blanken afkomstig. I. 94 Zwavelberg, op het Eiland Guadeloupe beschreven, I. 311. Reistogt naar deszelfs top door J. A. Peyssonel, 312, enz. Tweede Reistogt derwaards. 367 enz. Zweden, deszelfs tegenwoordige Staatsgesteldheid en Regeeringsvorm, een Brief aan den Uitgever , II. 368. Schets der Inwoneren van dat Ryk, en byzonderheden wegens Karel den XIIden, die niet algemeen bekend zyn, in een Brief van een Engelsen Heer In het Mengelwerk, Twaalfde Deel, moet de Plaat over de Gezichtkunde geplaatst worden. . . tegen over Bladz. 302